gedeelte van de markt in het artikel uit. In den regel kan men zeggen, dat doorvoer alle denkbeeld aan binnenlandsch verbruik uitsluit.

Zoo lang de goederen in entrepot opgeslagen zijn, behooren zij niet tot den eigen handel. Hunne bestemming voor den binnenlandschen handel, of wel voor den doorvoer, is nog onzeker. Zij worden eerst doorvoer, zoodra zij uit het entrepot dadelijk naar het buitenland gezonden worden; maar zij maken een deel uit van den eigen handel, wanneer zij in het vrije verkeer komen. In het eerste geval heet het doorvoer, ten opzigre van de regten, maar is het werkelijk uitvoer. — Dit is een groot voordeel van de entrepots, want zoo wordt aan den koopman vrijgelaten om door te voeren of in- en uit te voeren, naar gelang hij de meeste winst kan maken ; hieruit vloeijen drie belangrijke gevolgtrekkingen voort, ten eerste, dat het van veel gewigt is, om den doorvoer-handel in zijn land gevestigd te hebben, omdat alsdan de keuze aan den koopman tusschen doorvoer en invoer gelaten wordt, ten anderen, dat de doorvoer juist door gebruik te maken van het entrepot, als uit een gevuld magazijn, altijd dadelijk in de behoefte der binnenlandsche markt, dat is van de massa verbruikers, voorzien kan, zonder dat men meer de waren van elders, dikwijls van verre landen behoeft te ontbieden. Het entrepot levert in zoover de voordeelen van eene gevestigde markt op.

Het is eene gewoonte in den handel om ladingen, die onder zeil zijn, te koopen , maar hieraan is altijd iets onzekers, altijd kans verbonden; maar de eigendom van de goederen in de entrepots kan op eene gemakkelijke wijze overgedragen worden, door de overschrijving van de cedulen van opslag der goederen; — en ten derde bespeurt men, dat er, om doorvoerhandel le drijven, wel degelijk kapitaal noodig is, ofschoon in het algemeen de tweede factoor in alle voortbrenging, de arbeid, hier de Wfdrol speelt. Men heeft een minder kapitaal noodig en dit is °P zich zelf een voorregt.