Correspondenten.Kuilenburg en daaromstreehs.Tabrijken.

Landbouw;.

Handelen scheepvaart.

Gecommuniceerdebijzonderheden.

Hozeman en Graafland.

Vertrokken van Vianen en gearriveerd te Kuilenburg den 6 Augustus.

2 Brouwerijen, 2 olieslagerijen, linnen- en wolverwerijen, 1 weverij van vijfschacht, 1 looijerij, 5 zijde- en florette lintenen koordenfabrijk, 3 hoedenfabrijken, knoopenmakers, 1 geweerfabrijk, 1 roode en blaauwe steen-, tegel- en pannebakkerij.

Principaal legt men zich hier toe op de teelt van aardappelen en granen.

De granen worden van de omliggende landen te Vianen op de markt gebragt door schepen en kleine schuitjes of aldaar op monsters verkocht en meestal verzonden naar Utrecht, Botterdam, Amsterdam en ook naar Zaandam, terwijl de aardappelen veelal in Utrecht worden gedebiteerd.

Dat de aardappelen-teelt de voornaamste tak van bestaan der ingezetenen uitmaakt, wordende er jaarlijks circa 60000 zakken aardappelen verbouwd, waartoe omtrent 200 morgen lands in gebruik is, terwijl men nog daaglijks het weideland omploegt en het hout hakt, om er aardappelland van te maken; dat de arbeiders zich derwijze met den landbouw occuperen, dat de fabrijken de benoodigde handen missen; dat het dagloon der arbeiders is als volgt 12 a 14 st. voor een man en 10 a 12 st. voor ééne vrouw op hun eigen kost; dat de wolkammers ƒ 3-12 en de linnen- en wol wevers ƒ 4 a 5 wekelijks winnen; dat het spinloon 3, 4 en 5 st. daags is; dat de lintfabrijk zeer veel werkt voor de Hernhutters te Zeist, doch werkvolk te kort komt, ofschoon men van ƒ4 tot ƒ7 wekelijks in dezelve kan winnen.

Dat er in de geweerfabrijk omstreeks 140 lieden werken; dat de looijerij haar leder in de stad en de environs debiteert; dat vele ingezetenen zich bezig houden met de wolspinnerij; dat in de lintfabrijken mantelklos- en bedkoord wordt gemaakt, en dat voorts deze fabrijken zeer uitgebreid en tot groote perfectie gebragt zijn; dat de knoopenmakers mede zeer talrijk zijn, doch dat, daar zij slechts kemelshairen- en zijden knoopen maken, dezelve