SPORT IN BEELD/DE REVUE DER SPORTEN

dagboek van een leek

Vrijdag 10 Juli: Een juffrouw van de vredesbeweging aan de telefoon. Ze lispelde liefelijk. En ze moet wel loensch geweest zijn, zoo'n snippertje aan het linkeroog. Ze moest me spreken over de sport en den vrede, over de Olympische Spelen en den vrede. En toen ze vroeg of ze bij me mocht komen heb ik haar voorgesteld om het maar door de telefoon af te doen. U bent toch een vriend van den vrede, veronderstelde zij zeer juist; welnu, komt U dan met uw sportbeweging achter ons staan. U kunt de massa voorlichten en via de sport, via de Olympische Spelen kunnen we den vrede benaderen. Ze had net den vorigen dag 1\ uur met K i p s geconfereerd en ze waren het eens geworden en op zijn advies had ze mij opgebeld. Ik zat er zoo'n beetje mee, want ik weet nooit mijn houding tegenover lispelend-loensche vredespropagandisten. En daarom heb ik haar het adres van G o sschalk gegeven en daar zou ze nu heengaan, want dat is eigenlijk niets voor mij. Ik ben een veel te groote materialist dan dat ik ooit iets zou gaan gevoelen voor die ethische stroomingen.

Toch heeft één ding me gefrappeerd in ons draadgesprek. Ze zei, op een gegeven oogenblik, geheel onverwachts:

„Straks in Berlijn, als het goed is en als de geest van de Coubertin nog leeft onder de deelnemers der verschillende landen zal het moeten worden tot één internationale verzoening; een Braziliaansche bokser zal een Zweedsche zwemster in zijn armen nemen en een Hongaarsche handballer zult u Unter der Linden aantreffen met een Finsche hardloopster; zoo zal de verzoening algemeen worden, in eer en ook in deugd, maar intensief en doeltreffend en dit alles tot verhooging van ons sportief pacifistisch ideaal.

Toen ik er na afloop Geudeker van vertelde likte hij zijn lippen af en zei spijtig: „Dat wij nu niet naar Berlijn gaan!" En ongetwijfeld zal hij gedacht hebben aan een verzoening zijnerzijds, n'importe met wie, hetzij dan rood of zwart, van welk ras doet er niet toe, maar verzoenen moet het beginsel zijn.

Zaterdag II Juli: Een mooi concours hippique op Duinrel in Wassenaar. Mijn neef uit Rotterdam reed mee. Hij doet ook aan paardensport, net als alle andere bedienden van zijn kantoor. Moet je in je eigen stad niet te veel doen. Daar weten ze alles van je: wie je pa was en dat je oom een tapperij had op het Gedempte Slaak en dat een nicht van je tante van moeder's zijde gewoon naaihuizen had enz. Dit is allemaal veel veiliger buitenaf, in een omgeving, die je niet herinnert aan je jeugd of aan die van je voorouders. Goed bekeken.

Zondag 12 Juli: Rie Mastenbroek wint in Gouda van W i I I y d e n

Ouden en Tini Wagner. Mooie wedstrijden, veel publiek. Tordoir was er ook bij en meneer B I i t z en mevrouw T r i e b e I s-K o e n s en meneer Langelaar en mevrouw Suttorp. Dat zwemwereldje wil maar niet oud worden, de officials tenminste niet; ze blijven totdat ze er bij neervallen. Overigens heel gezellig. De dames dronken na afloop onderling een glaasje en wenschten elkaar succes in Berlijn.

Dit succes zal komen, let U maar eens op.

Maandag 13 Juli: Je kunt geen blad opslaan of je ziet de samenstelling van Olympische ploegen. Het moet enorm worden die belangstelling. Nu zijn we nog drie weken van de Spelen af en de menschen hebben zich al door de pers gek laten maken.

In Londen is opnieuw bewezen, dat Osendarp hard loopt en zoo hebben we menschen die hard zwemmen en hoog springen en allerlei andere dingen op sportgebied goed doen. Dat is geruststellend voor de natie. Stel U voor, dat de voetballers nu ook nog eens zouden gegaan zijn. Dan was heel Holland mesjogge geworden.

Dinsdag 14 Juli: Verheug me zeer in het succes van de Nederlanders bij den Tour de France. Had niemand gedacht. Alleen Joris v. d. Berg.

Vanavond naar Kras geweest, naar het Olympisch rendez-vous.

Schimmelpenninck was goed op dreef, deed gemakkelijk en monter. Lotsy was ernstiger en ook iets luider. Hij waarschuwde tegen bezoek van nichtjes respectievelijk neven, wat een streep door de rekening van N y I a n d bleek te zijn.

Een goede avond, serieus en nuttig, want ze maakten allemaal met elkaar kennis en vóór v a n R o s s e m het tweede rondje had besteld tutoyeerden ze mekaar,

noemden elkaar Jan en J e a n n e, Mar i e t j e en Piet, Dirken K I a a r t j e en ze dronken uit elkaar's glas en de Olympische stemming bleek er al volkomen in te zitten.

Toen heb ik even gedacht aan de lispelend-loensche pacifiste, die me Vrijdag j.l. heeft opgebeld ....

Woensdag 15 Juli: Een voetbal-roman gelezen van een Italiaansch schrijver. Wil men een roman schrijven die gelezen wordt, neem dan een sportief onderwerp. Wilt ge een tooneelstuk plegen, dat meer dan drie opvoeringen haalt, vlecht er dan een brok voetbal in.

De voetbal-roman was eenvoudig van compositie: een speler die een meisje had, dat hem niet wou en toen de speler zijn been brak wou ze hem nog niet. En dat allemaal vlot verteld en aannemelijk gemaakt, zoodat het er ingaat als koek.

Donderdag 16 Juli: Ingezonden stuk gelezen van den heer Scheurleer. De heer Swaan mocht mee onderteekenen. Het ging tegen Vreedenburg, want het ging tegen een tennismedewerker van de groote bladen. Ik heb het niet goed begrepen, maar ze zullen wel allemaal ongelijk gehad hebben en zooals dat in de polemiek gebruikelijk is redeneerden ze allemaal zoo gezellig langs mekaar heen.

Toch zijn ingezonden stukken nuttig, vooral als ze een wat scherpe kritiek wat moeten bijvijlen.

Ik stop nu en begin mijn Olympische training.

TARTUFFE.

OVOMALTI NE ter OLYMPIADE

Bij het zoo uiterst lastig vaststellen van het menu voor de deelnemers aan de Olympiade 1936 v erd Ovomaltine, evenals dit in 1932 het geval was, officK ! op het menu geplaatst.

Dat Ovomaltine gekozen werd, dankt dit product aan zijn hooge voedingswaarde en zijn eigenschappen, het uithoudingsvermogen belangrijk te vergrooten. Juist deze keuze moge U een bewijs zijn, hoe OVOMALTINE tot in de hoogste sportkringen wordt gewaardeerd. In buksen van 60 ct. af bij Apothekers en Drogisten

CVCjMALTII\jE

MEER KRACHT — MEER UITHOUDINGSVERMOGEN

II