1355 MEESTERWERKEN UIT VIER EEUWEN 1400-1800 c MUSEUM BOYMANS '08 TERDAM *xi*- /jrr^/o8 MEESTE RWE R K E N UIT VIER E E UWEN 1400—1800 TENTOONSTELLING VAN SCHILDERIJEN EN TEEKENINGEN UIT PARTICULIERE VERZAMELINGEN IN NEDERLAND BIJEENGEBRACHT GEDURENDE DE VEERTIGJARIGE REGEERING VAN H.M. KONINGIN WILHELMINA MUSEUM BOYMANS ROTTERDAM 25 JUNI—15 OCTOBER 1938, DAGELIJKS VAN 10-5 UUR Burgemeester: Wethouder: »» • Raadslid: »» • Uit de Burgerij: COMMISSIE VAN TOEZICHT. Mr. P. DROOGLEEVER FORTUYN, Voorzitter. J. BRAUTIGAM. J. B. J. RATTÉ. L. DE GROOT. MEVROUW J. DEKHUYZEN—ZEEHUISEN. C. W. F. P. BARON SWEERTS DE LANDAS WYBORGH. D. G. VAN BEUNINGEN. A. J. M. GOUDRIAAN, Penningmeester. W. VAN DER VORM. VOORWOORD Wederom wordt er in het Rotterdamsche Museum een groote zomertentoonstelling gehouden. Ditmaal houdt zij verband met het Regeeringsj ubileum van H.M. de Koningin. De gedachte rees om een keuze te doen uit het beste, dat in de laatste 40 jaren door particulieren in Nederland verzameld was op het gebied van schilderijen en teekeningen. De uitgebreidheid van dit thema legde vanzelf beperking op. Mede tengevolge van plannen in andere steden werd het jaar 1800 tot grens gekozen. Dank zij de groote medewerking, die ik bij schier alle verzamelaars mocht ondervinden, is deze tentoonstelling uitgegroeid tot de uitgebreidste en belangrijkste, die het Museum tot heden gehouden heeft. Voor dit blijk van vertrouwen ben ik zeer erkentelijk. Hadden de religieuze twisten in de 16e eeuw reeds veel verloren doen gaan van de rijkdommen uit de middeleeuwen, van den overvloed aan kunstwerken uit het gouden tijdperk werd in de 18e eeuw, toen het bezit aan geld zwaarder woog dan rijkdom van geest, veel naar het buitenland verkwanseld. Scheepsladingen gingen naar Engeland, waar de schilderijen de buitenplaatsen der aristocratie opluisterden. Deze uittocht zette zich voort tot ver in de 19e eeuw. Het is overbodig om hier uitvoerig in herinnering te brengen, wat Rotterdam zelf door kortzichtigheid inboette bij de weigering van de verzamelingen Verstolk en van Soelen in 1845 en Vis Blokhuyzen in 1869. Ware de blik ruimer geweest, Boymans zou thans tot de rijkste Musea der wereld behooren. Het gevolg was, dat aan het einde der 19e eeuw nog maar weinig aan oude schilderkunst aanwezig was. Dan komt langzamerhand een kentering: De belangstelling verdiepte zich, aangewakkerd door de toenmalige kunstenaars en kunsthistorici. Nieuwe verzamelingen begonnen zich te vormen. De Vereeniging Rembrandt tot Behoud en Vermeerdering van Kunstschatten in Nederland werd gesticht. Hoewel ook daarna nog eenige onvervangbare kunstwerken ons land verheten en in openbare verzamelingen in het buitenland terecht kwamen, kon, vooral dank zij den steun van de Vereeniging Rembrandt, een reeks waarlijk III belangrijke schilderijen voor het Rijksmuseum, het Mauritshuis en Boymans verworven worden. In het bijzonder na den oorlog, toen groote economische verschuivingen plaats vonden, begon men in ons land op meer grootscheepsche wijze te verzamelen. Een reeks van de meest importante werken, welke met toewijding werden bijeengebracht, zijn thans hier in Rotterdam te bewonderen. De tentoonstelling omvat niet minder dan 21 zalen, aanvangende bij de groote hal eindigt zij halverwege den achtervleugel. De 15e en 16e eeuwsche Nederlandsche en Duitsche Meesters zijn in de eerste drie zalen vereenigd. De Italiaansche en Spaansche schilders volgen daarop. In zeven zalen, waarvan de middelste Vermeers Emmaüsgangers, de eerste Frans Hals en zijn school en de laatste Rembrandt en zijn leerlingen bevat, zijn de Hollandsche meesters uit de zeventiende eeuw te bewonderen. Daarop komt een kabinet met teekeningen van Rembrandt met als pendant een ruimte voor teekeningen van Rubens, welke aansluit bij de Vlaamsche Schilderkunst uit de zeventiende eeuw. De groote middenzaal is geheel gevuld met 75 portretteekeningen en studiekoppen, een keuze uit de rijk-gevarieerde collectie F. Lugt. Langs de oude Lodewijk XIV trap bereikt men een geheel aan zestiende en zeventiende eeuwsche Nederlandsche teekeningen. Ten slotte eindigt de tentoonstelling met vier zalen, waarin een keur van achttiende eeuwsche Fransche en Italiaansche schilderijen en teekeningen bijeen is. Twee catalogi, een beschrijvende en een met ruim 300 afbeeldingen zullen de herinnering aan deze groote expositie levendig houden. In den eersten catalogus zijn alle bijzonderheden betreffende de schilderijen en de teekeningen, voorzoover mij deze bekend waren, opgenomen. De Heer F. Lugt verzorgde zelf de beschrijving van zijn inzending. Deze is als een apart geheel daaraan toegevoegd. Allen aan het Museum, die in de verschillende onderafdeelingen medewerkten aan de voorbereiding, dank ik voor htm toewijding. Moge deze tentoonstelling voor de verzamelaars in den lande een aansporing zijn om op den ingeslagen weg voort te gaan en mogen ook anderen zich daarbij voegen. Het bezit van een werkelijk goed kunstwerk uit welk tijdperk ook is een bron van steeds wederkeerende vreugde. De Directeur van het Museum Boymans, D. HANNEMA. IV CATALOGUS VAN DE SCHILDERIJEN NEDERLANDSCHE SCHOOL 15e EN 16e EEUW. JHERONEVTUS BOSCH. ± 1460 — Den Bosch — 1516. 1. De Heilige Christophorus. Paneel 113 X 71.5 Get. links beneden: Jheronimus Bosch. Gepubl.: cat. verz. Koenlgs, Museum Boymans, Rotterdam 1935, nr. 2 met afb. I; Frledlaender, Altniederlaendische Malerei XIV, 1937, blz. 101. Tentoongesteld: Zuerich, Kunsthaus, 1934, cat.nr. 95 met afb. XXVI; Botterdam, 1936, Jeroen Bosch tent., cat.nr. 60 met afb. 61. F. Koenigs, in bruikleen Museum Zie afb. 37. Boymans, Rotterdam. PIETER BRUEGEL DE OUDE. ± 1525 — Bruegel bij Breda - Brussel — 1569 la. De toren van Babel. Dit meesterwerk, thans voor het eerst in het openbaar tentoongesteld, moet omstreeks 1568 geschilderd zijn. De wijze van schilderen is geheel dezelfde als van het, dat jaar gedateerde landschap met galg in het museum te Darmstadt. C. van Mander verhaalt in zijn „Schilderboeck" van 1604 dat Keizer Rudolf II twee schilderijen van dit onderwerp van den Boeren-Bruegel bezat. De een „een groot stuck wesende" en „noch een der selver Historie, cleen". Het eerste stuk bevindt zich in het Kunst-Historisches museum te Weenen. Het andere zal als geschenk van den Oostenrijkschen Habsburger naar het Spaansche Hof gebracht zijn, vanwaar het in 1935 in den Parijschen kunsthandel terecht kwam en door den Ned. Kunsthandel aan het Museum Boymans te koop werd aangeboden. Paneel, 60 X 74.5. Op den achterkant een stempel met het wapen van Isabella van Valois, eerste vrouw van Koning Philips IV van Spanje. Gepubl.: G. Gillek, Jahrbuch der Kunsthistorischen Sammlungen ln Wlen, 1936, N.F. X, blz. 193—196 met kleurenreproductie en twee détails (omstreeks 1554—1555 geschilderd); Friedlaender. Altnledt.laendische Malerei, 1937, deel 14, cat.nr. 20 met afb. 20. (± 1563) Zie afb. 44. D. G. van Beuningen, Rotterdam. BRUGSCHE MEESTER. ± 1490. 2. Madonna in een tuin. Behoort tot een groep van schilderijen, vervaardigd door een Brugschen meester, die door Friedlaender genoemd wordt de „Meister mit dem gestickten Laub", naar de schematische behandeling van het loof, dat op een weefsel gelijkt. Paneel, 104 X 86. Gepubl.: Friedlaender, Altniederlaendische Malerei, deel IV, 1934, cat.nr. 84 met afb. LXIÏÏ. Tentoongesteld: Brugge, 1902, nr. 133. Verz.: Baron A. Oppenbeim, veiling, Berlijn. 1918 nr. 9, als Gerard David; J. Böhler, Muenchen, 1925. Zie afb. 34. E. Proehl, Amsterdam. JAN VAN EYCK. (Omgeving van) ± 1430. 3. Madonna met den Heiligen Johannes de Dooper en Hieronymus. Paneel, 71 X 33.5. Gepubl.: Friedlaender, Alt-Niederlaendische Malerei I, blz. 165 met afb. LXXI. Verz.: M. von Nemes, Muenchen. Zie afb. 33. E. Proehl, Amsterdam. FRANSCHE SCHOOL. ± 1475. 4. Vrouweportret. De rechterhand op een schaal met vruchten, de linker voor de borst. Een fascineerend en fijn staal van vroege portretschilderkunst. Paneel, 82 X 50. Zie afb. 21. E. Proehl, Amsterdam. JACOB DE GHEYN. 1565 — Antwerpen - Den Haag — 1629. 5. Stilleven van bloemen in een glas. Koper, 39 X 28. Get. beneden: J. de Gheyn Fe 1613. Gepubl.: J. Q. van Regteren Altena, 1935, Jacques de Gheyn, I blz. 23; J. G. van Gelder, Elsevler's Maandschrift, 1936, blz. 163 met afb. XXXIX; H. E. van Gelder 1937, Mededeelingen van den Dienst van K. en W., 1937 blz. 84. Tentoongesteld: Rotterdam, Museum Boymans. Dec. 1934, cat.nr. 8. Verz.: Fred. Antbony White, Londen, velling Christie, 20 April, 1934, cat.nr. 99. Zie afb. 51. Mr. M. E. Kronenberg, Rotterdam. JAN GOSSAERT. ± 1475 — Slot Duurstede (?) bij Utrecht - Middelburg — — 1535. 6. De metamorphose van de nymph Salmacis en Hermaproditus. Een meesterwerk dat treft door de zorgvuldige uitvoering en lichte kleuren. Ongeveer denzelfden tijd ontstaan als het triptiekje in het museum te Palermo v.g.1. het buitenluik, de verdrijving uit het Paradijs voorstellend. Paneel, 32.8 X 21.5. Gepubl.: Beets, Maandblad voor Beeldende Kunsten, 1935, blz. 201 met afb.; Schmidt—Degener, Gazette des Beaux Arts, Juli 1935, blz. 7 met afb.; Baldass, Pantheon, 1936 met afb. blz. 256; Friedlaender, Altnlederlaendische Malerei XIV, 1937, blz. 112. Tentoongesteld: Rotterdam, 1936, Museum Boymans, Jeroen Bosch tent., cat.nr. 108 met afb. 126. Zie afb. 38. D. G. van Beuningen, Rotterdam. 7. Mansportret. Een meesterwerk, omstreeks 1512 geschilderd. Paneel, 34 X 24. Gepubl.: Friedlaender, Altnlederlaendische Malerei Vin nr. 64 met afb. Tentoongesteld: Rotterdam, 1926, Jeroen Bosch tent., cat.nr. 105 met afb. 125; Den Haag, Dec. 1936, Gemeente Museum, cat.nr. 82. Verz. Baron von Liphart. Zie afb. 39. A. Volz, Den Haag. ADRIAEN YSENBRANT. In 1510 vermeld te Brugge, in 1551 aldaar begraven. 8. Madonna met kind ± 1515. Paneel, 60 X 41. Gepubl.: Waagen, Treasures II, 1854, blz. 182; Weale, Bruges et ses environs, 1882, blz. 116; Friedlaender, Pantheon, Jan. 1928; Friedlaender, Altnlederlaendische Malerei XI, blz. 81 en 83, afb. 67; Burger, Altniederl. Malerei, blz. 114. Tentoongesteld: Zuerlch, Kunsthaus, 1934. Verz.: Thomas Baring; Earl of Northbrook. Zie afb. 41. I. de Bruijn, Spiez. ADRIAEN KEY. ± 1544 — Antwerpen — 1589. 9. Mansportret. In het museum te Courtrai bevindt zich een zwakker exemplaar van dit typisch Hollandsche, trouwhartige portret. Paneel, 44.5 X 35. Zie afb. 47. Mr. M. M. van Valkenburg, Laren. LUCAS VAN LEYDEN. 1494 — Leiden — 1533. 10. Suzanna voor den rechter. Links Suzanna voor den rechter, die een afwijzend gebaar vol afgrijzen maakt. Geheel rechts Daniël. In de Kunsthalle te Bremen bevindt zich een paneel, dat een volgend moment (Daniël als rechter) uit deze geschiedenis voorstelt. (Jeroen Bosch tent. Rotterdam, 1936 nr. 81.) Paneel, 26.5 X 36. Gepubl.: Friedlaender, Der Cicerone, Oct. 1930, blz. 493 met afb. in kleuren; Cat. Goudstikker 39; Friedlaender, Altniederlaendlsche Malerei X, cat.nr. 119 met afb. (als Jephta's Dochter?). Tentoongesteld: Botterdam, Museum Boymans, Dec. 1930, cat.nr. 11 met afb.; Botterdam, Museum Boymans, Jeroen Bosch tent., cat.nr. 80 met afb. Verz. Graaf Silva Taronca; Graaf Sternberg, Praag. Zie afb. 42. D. G. van Beuningen, Rotterdam. 11. Vrouweportret. Met grooten witten kap; rood in de mouwen. Paneel, 26 X 24. Gepubl.: Friedlaender, Altniederlaendlsche Malerei, XIV, 1927, blz. 122. Voor het eerst tentoongesteld Botterdam, Museum Boymans, 1936, Jeroen Bosch tent., cat.nr. 86 met afb. 119. Gepubl.: Baldass, Pantheon, Jan. 1937, blz. 209 met afb. Zie afb. 43. D. G. van Beuningen, Rotterdam. SIMON MARMION. ± 1420 — Amiens (?) - Valenciennes — 1489 12. Maria met kind. Paneel 26.5 X 17. Gepubl.: M. J. Friedlaender, Altniederlaendlsche Malerei. Tentoongesteld: Botterdam, Museum Boymans, Dec. 1930, cat.nr. 13 met afb. I. Verz. J. Goudstikker, Amsterdam, cat.nr. 30 (1926) Prof. Dr. J. P. Kleiweg de Zwaan, Zie afb. 20. Amsterdam. QUINTEN MASSYS. ± 1465 — Leuven - Antwerpen — 1530. 13. Madonna met kind in een landschap. Voor het eerst in het openbaar tentoongesteld. Paneel, 41 X 28. Gepubl.: Friedlaender, Altniederlaendische Malerei, deel XIV, Nachtrag, blz. 108 met afb. XXV. Zie afb. 36. D. G. van Beuningen, Rotterdam. HANS MEMLING. ± 1433 — Mömlingen (?) - Brugge — 1494. 14. Twee paarden in een landschap. Misschien een fragment uit een aanbidding der Koningen of een voorstelling uit het Paradijs. Een portret van een jonge vrouw in de verzameling G. Bache te New-York behoort tot hetzelfde altaar. Paneel, 43 X 16. Gepubl.: Friedlaender, Altniederlaendische Malerei, deel VI, 1934, cat.nr. 16A met afb. XIX. Verz. Ch. L. Cardon, Brussel. Zie afb. 35. D. G. van Beuningen, Rotterdam. DE MEESTER VAN HET JOHANNES ALTAAR. ± 1475 — Noord-Nederland. 15. De verkondiging en de geboorte van Johannes. Voor het eerst in het openbaar tentoongesteld. Behoort tot een groot altaar, waarvan een paneel — de vlucht van Elisabeth en Johannes — zich reeds in het museum Boymans bevindt en een ander — de ontmoeting van Christus en Johannes — in de Johnson collectie te Philadelphia. Paneel 132 X 96.5. Gepubl.: D.Hannema, Bulletin Museum Boymans, 1937 I, blz. 3, met afb. III. Aanwinst 1938, Museum Boymans, Rotterdam. ANTHONIS MORO VAN DASHORST. 1519 — Utrecht - Antwerpen — 1575. 16. Portret van Jacques de Moor. Paneel, 45 X 45. Ged. 1 5 6 0. Gepubl.: H. Hymans, 1910, Antonlo Moro, blz. 126 met afb.; G. Marlier, 1933, Anthonis Mor van Dashorst, cat.nr. 87; Friedlaender Altniederlaendische Malerei XIII, nr. 380. Verz.: Jhr. Mr. V. de Stuers, Den Haag. Zie afb. 46. Mevr. W. E. G. 17. Portret van Jacopo de Trezzo. Beeldhoiiwer uit Milaan, die in Spanje werkzaam was en in 1589 stierf. Paneel, 59 X 43. Op den achterkant het Inschrift: Rittrato del immortale Glacomo Trezzo del. Gepubl.: H. Hijmans, 1910, Antonio Moro, blz. 121; Friedlaender, Altniederlaendische Malerei Xm, nr. 386. Verz.: Alphonse Bidder de Stuers, Parijs. Zie afb. 45. Ch. A. Graaf von Oberndorff, Den Haag. CLARA PEETERS. ± 1589 — Antwerpen - Amsterdam — 1612, in 1617 in Den Haag werkzaam. 18. Stilleven. Paneel, 33.3 X 46.5. Get. op plint links onder: Clara Peeter s. Zie afb. 50. Mevr. J. Goekoop-de Jongh, Breda. PIETER POURBUS DE JONGERE. ± 1510 — Gouda - Brugge — 1580. 19. Portret van een dame met witte kap. Paneel, 31 X 21.5. Gepubl.: L. von Baldass, cat. van de v. Auspitz verzameling. Verz.: Stefan von Auspitz; K. W. Bachstltz, Den Haag. Zie afb. 48. D. G. van Beuningen, Rotterdam. JAN VAN SCOREL. 1495 — Schoorl - Utrecht — 1562. 19a. Venus en Amor, Omstreeks 1521 tijdens Scorel's Italiaansche reis geschilderd. Notenhout, 28.5 X 44. Verz.: Dr. R. Brünauer, Weenen. H. Schoen, Amsterdam. JAN CORNELISZ. VERMEYEN. 1500 — Beverwijk - Brussel — 1559. 20. Portret van een man met ineengevouwen handen. Paneel, 43 X 32. Gepubl.: Friedlaender Altniederlaendische Malerei deel XII, nr. 387 als Jan van Scorel met de opmerking: „Dit voortreflljke schilderij herinnert in enkele opzichten aan Vermeyen. Tentoongesteld: Exp. des Alsaciens Lorrains, 1874, cat.nr. 849. Verz.: Tabourier, veiling Parijs, 1898, nr. 167. Charles H. Senff, New-York. cat.nr. 18. Zie afb. 40. Dr. F. H. Fentener van Vlissingen, Utrecht. DUITSCHE SCHOOL ZESTIENDE EEUW. HANS BALDUNG GRIEN. ± 1480 — Weyersheim bij Straatsburg - Straatsburg — 1545. 21. Portret van een jongen man tegen groenen fond. Paneel, 46.5 X 33.7. Get.: rechts boven: H. B. Zie afb. 30. F. B. Gutmann, Heemstede. JACOPO DE' BARBARI. ± 1450 — Venetië - Nürnberg - Brussel — ± 1525. 22. Portret van Hertog Ruprecht von Mecklenburg. „Der Friedfertige" genaamd. In 1507 geschilderd ter gelegenheid van het huwelijk van den Hertog met Ursula van Brandenburg. Paneel, 59.5 X 37.5. Ged. 1 5 07. Gepubl.: A. de Hévesy, „Jacopo de' Barbari", 1925. Tentoongesteld: Amsterdam 1929, Rijksmuseum. „Oude Kunst", inzending B. Houthakker, cat.nr. 6 met afb. Verz.: Slot Heldelberg, inventaris van 1685; Lord Cromwell, Misterton Hall, Lutherworth. Zie afb. 27. J. C. H. Heldring, Amsterdam. BOHEEMSCHE SCHOOL. ± 1400. 23. Madonna met kind tegen gouden fond. Volgens Friedlaender kan men dit paneel vergelijken met de Madonna's in de Stifskirche te Hohenfurt in Bohemen, in het Dommuseum te Breslau, in Buckingham Palace en in de Stephanskerk te Praag. Paneel 44 x 33. Zie afb. 19. Mevr. M. van Gelder, Brussel. HANS BURG KM AIR. 1473 — Augsburg — 1531. 24. Portret van een jongen man tegen blauw-grijzen achtergrond. Perkament, 27.2 X 0.19, op hout 31.4 X 21.6. Ged. links boven 1 5 en rechts boven 0 1. Gepubl.: Baldass, Pantheon VI, 1930, blz. 395 en 396 met afb. Tentoongesteld: Augsburg en Muenchen, 1931, cat.nr. 3 met afb. Verz.: Kunsthandel, Parijs 1912; Engelsche kunsthandel; Kunsthandel te Muenchen, 1923. Zie afb. 29. F. Gutmann, Heemstede. LUCAS CRANACH. 1472 — Kronach in Oberfranken - Wfeimar — 1553. 25. Melancholia. Paneel, 51 X 73. Get. en ged.: 153 3. Gepubl.: E. Panofski, A. Dürer's „Melencolia I". Tentoongesteld: Rotterdam, Dec. 1931. Museum Boymans, cat.nr. 7 met afb. II; Den Haag, Dec. 1936. Gemeentemuseum Oude Kunst, cat.nr. 56. Verz.: Southam Delabere, Cheltenham. Zie afb. 25. A. Volz, Den Haag. 26. Venus. Omstreeks 1518 geschilderd. Cranach behandelde in den loop der jaren meerdere malen dit thema o.a. in levensgroote figuren te Leningrad (met Amor, 1509), Florence (Adam en Eva, 1528), Kröller-Müller Stichting, Hoenderlo (met Amor). Paneel, 174 X 71. Gepubl.: Friedlaender en Rosenberg, 1932. Die Gemalde von Lucas Cranach, nr. 98d. Verz.: J. Goudstikker, Amsterdam, cat. 14 nr. 21. Tentoongesteld: Berlijn Crovach-tentoonstelling. cat.nr. 72 met afb. Zie afb. 23. E. Proehl, Amsterdam. 27. De Heilige Hieronymus. Dit onderwerp schilderde Cranach meerdere malen, o.a. in de musea van Berlijn en Weenen. Paneel, 33.3 X 22. Zie afb. 28. Dr. J. Reiner, Amsterdam. 28. Portret van Johann Friedrich den Edelmoedige als Keurprins. Omstreeks 1528 geschilderd. Cranach schilderde Johann Friedrich meerdere malen; thans o.m. in het Louvre te Parijs en in het Kaiser Friedrich Museum te Berlijn. Paneel, 63 X 40.5. Gepubl.: Schuchardt, 1871II, nr. 415; FriedlaenderRosenberg, 1932, Die Gemaelde von Lucas Cranach, cat.nr. 267. Verz.: Minister Schweitzer, Weimar; Kunsthandel te Muenchen. Zie afb. 22. F. Gutmann, Heemstede. ALBRECHT DUERER. 1471 — Neurenberg — 1528. 28a. De Heilige Famile. Paneel, 30.5 X 38.7 c.m. Get. links beneden: Albertus Dürer Norenbergensis Faciebat Post Virginis Partum 1509; daar boven het monogram A.D. (ineen). Gepubl.: M. J. Friedlander, Kunst und Ktinstler, Jahrg. XV deel VI, p. 28; W. von Bode, Verhagen und Klasings Monatshefte, 40 Jahrg. 1925, 26 Dec.; Ernst Buchner, Dürer's Heilige Familie von 1509, Pantheon, Jan. 1929, p. 39—42; Buil. Bachstitz Gallery, The Hague, p. 2/3. Tentoongesteld: Kersttent. Museum Boymans, 1934/35, met afb. Verz.: Ruy Fernandez de Almadas, in 1557 en '38 gezant in Frankrijk van Koning Joao III van Portugal. Hij kocht het schilderij te samen met een Heiligen Hieronymus in 1521, tijdens een verblijf in Antwerpen, direct van den kunstenaar. Dürer teekende toen zijn beeltenis, thans in het Kupferstichkabinet te Berlijn. Tot 1878 in het bezit van de familie de Almadas de la Casa da India; daarna in de verzamelingen: Bendixson Londen; Dr. P. von Schwabach, Berlijn; K. W. Bachstitz, den Haag. Zie afb. 24. D. G. van Beuningen, Rotterdam. CONRAD FABER VON CREUZNACH. — 1500 — Frankfurt am Main — vóór 1553. 29. Claus Stolburg, Burgemeester van Frankfort. Paneel, 50 X 35.5. Zie afb. 32. J. H. van Heek, 's-Heerenberg. GEORG FLEGEL. 1563 — Olmütz - Frankfort — 1638. 30. Stilleven met mandje met slakken. Paneel, 25.5 X 38. Rechts beneden het monogram: G. F. Zie afb. 49. J. Polak, Amersfoort. MATTHIAS GRÜNEWALD. Vóór 1483. Geïdentificeerd met Mathis Nithardt, alias Gothart uit Würzburg. Zijn hoofdwerk, het Isenheimer Altaar (Colmar) werd in 1511 voltooid. 31. Christus aan het kruis. Sandrart zag dit aangrijpende schilderij in de verzameling van Hertog Maximilian I van Beyeren en beschreef het in zijn „Teutsche Academie" van 1675. Paneel, 61.5 X 46. Gepubl.: Friedlaender, Jahrbuch der Preuss. Kunstsammlungen, 1922, blz. 60; SchoenDerger, Staedel-Jahrbuch, 1922, deel I, blz. 33; A. Burkhard, Mathias Grünewald, 1936, nr. 15, met afb. 50. Tentoongesteld: Berlijn, 1929, Grünewald tent. In het Prentenkabinet; Düsseldorf, 1929, „Oude Kunst", cat.nr. 27. Verz.: Schone, Essen. Zie afb. 26. F. Koenigs, Haarlem. STEPHAN LOCHNER. 31a. De Heilige Johannes. Paneel, 43 X 13. Gepubl.; Otto H. Foerster, Stephan Lochner, 1938, blz. 156 met afb. 26. Verz.; Essingh en Ruhl, Keulen; Nelles, Keulen, velling, 1917 nr. 19; von Kaufmann; von Pannwitz. D. G. van Beuningen, Rotterdam. 31b. De Heilige Magdalena. Paneel, 43 X 13. Gepubl.; Otto H. Foerster, Stephan Lochner, 1938, blz. 156 met afb. 26. Verz.; Essingh en Ruhl, Keulen; Nelles, Keulen, veiling 1917 nr. 19; von Kaufmann; von Pannwitz. D. G. van Beuningen, Rotterdam. HANS MUEHUCH. 1516 — München — 1573. 32. Mansportret. Vermoedelijk de beeltenis van een Neurenbergsch patriciër. Paneel, 60 X 49. Zie afb. 31. J. H. van Heek, 's-Heerenberg. ITALIAANSCHE EN SPAANSCHE SCHOOL SANDRO BOTTICELLI. 1444 — Florence — 1510. 33. Judith met het hoofd van Holophernes. Paneel, 37 X 20. Gepubl.: J. Frizzoni, L'Arte V, 1902, blz. 292 met afb.; H. P. Home, Botticelli, Londen, 1908, blz. 264 met afb.; Venturi, VU blz. 642 noot; P. Schubrlng, Cassonl, nr. 311 met afb. 76; W. Prode. Botticelli. 1921, blz. 158; Bode, Botticelli, Klasslker der Kunst, 1926, afb. 71; Venturi, Botticelli, 1925, blz. 107; Jukto Yashiro, Botticelli, 1925, blz. 209 met afb. 259; v. Marle XII, blz. 178; Berenson, blz. 101. Tentoongesteld: Amsterdam, 1934, „Itallaansche Kunst", Stedelijk Museum cat.nr. 50 met afb. Verz.: Von Kaufmann, Berlijn. Zie afb. 9. E. von Rath, Amsterdam. VITTOKE CARPACCIO (toegeschreven). 1455 — Venetië — 1526. 34. Ariadne op Naxos. Door Theseus verlaten, blijft Ariadne op Naxos achter. Zij is nog onkundig van de komst van Dionysos, die met volle zeilen komt aanvaren. Paneel, 128 X 119. Gepubl.: Berenson, blz. 129 als Giovannl Francesco Caroto; Schubrlng, ,,Cassoni", blz. 377 met afb. 162 als Bonsignori (?); Dr. E. von der Bereken, Malerei der Früh- und Hochrenalssance ln Oberltallën, blz. 108, afb. VII, als Catena. Tentoongesteld: Amsterdam 1934 „Stedelijk Museum, Itallaansche Kunst", cat.nr. 72 met afb. Zie afb. 5. Erven Prof. Dr. O. Lanz. STEFANO Dl GIOVANNI DA VERONA. ± 1375 — na 1438. 35. Madonna met kind. Paneel, van boven afgerond 49 X 36.5. Zie afb. 1. E. von Rath, Amsterdam. BENOZZO GOZZOLL 1420 (?) — Florence — 1497. 36. De graflegging. Paneel 46 X 36. Gepubl.: B. Berenson, blz. 349; v. Marle, XI, blz. 639; T. Borenius, Cat. of the Itallan Piotures of the Auspltz Collectlon, blz. 21, nr. 9. Tentoongesteld: Amsterdam, 1934, Stedelijk Museum, „Itallaansche Kunst", cat.nr. 166 met afb. Verz.: St. von Auspltz, Weenen; K. W. Bachstltz, Den Haag. Zie afb. 7. D. G. van Beuningen, Rotterdam. FRANCESCO GOYA. 1746 — Fuentetodos - Bordeaux — 1828. 37. Mansportret. Doek, 45.5 X 37.5. Gepubl.: Die Kunstauktlon, 6 Juli 1930. Tentoongesteld: Botterdam, Museum Boymans, Dec. 1930, cat.nr. 7 met afb. XVII. Verz.: Dr. V. Parijs; J. Goudstikker, Amsterdam, cat. 39. Zie afb. 17. A. H. Kleiweg de Zwaan, Amsterdam. DOMENICO THEOTOCOPULI GEN. EL GRECO. 38. De Heilige Jacobus. Omstreeks 1600 geschilderd. Behoort tot een serie, w.o. Christus, Andreas (coll. Herzog, Budapest), Paulus (coll. Harding, New York) en Simeon (coll. Huntington, Amerika). Doek, 71 X 35. Rechts boven den schouder het monogram. Gepubl.: Manuel B. Cosslo, El Greco, 1908, blz. 601; M. Barrès en P. Lafond, Le Greco, blz. 151 met afb., blz. 162; A. L. Mayer, El Greco, 1916, blz. 55; Mayer, Dominlco Theotocopuli El Greco, 1926 nr. 179, blz. 26, afb. nr. 179; Guldo Lodovlco Luzzatto, Le Art! Plastlche, Quadre veile case dl Bruxelles, 1930, blz. 3; G. Glück, La collection del Monte, blz. 26; W. R. Valentlner, Das unbekannte Melsterwerk, 1930, blz. 85. Tentoongesteld, Rotterdam, 1924, Museum Boymans; Den Haag, 1932, Kleykamp, nr. 55. Verz.: Rouart, Parijs, velling Dec. 1912, nr. 43. Zie afb. 16. Erven Del Monte. LORENZO MONACO. 1370 (?) — Florence — B1425 (?). 39. Madonna met kind. Paneel, 150 X 78. Gepubl.: van Marle IX, blz. 118 met afb. 77; Berenson, blz. 298. Tentoongesteld: Amsterdam, 1934, Stedelijk Museum, „Itallaansche Kunst", cat.nr. 237 met afb. Zie afb. 3. Erven Prof. Dr. O. Lanz. De Heilige Hieronymus. Paneel, 23 X 18. Gepubl.: O. Sirèn, Don Lorenzo Monaco, blz. 95, Tentoongesteld: Amsterdam, Stedelijk Museum, 1934, cat.nr. 241. 143, 145, 147; Van Marle, IX, blz. 150, afb. 99; Berenson, blz. 298. Zie afb. 4. Erven Prof. Dr. Otto hanz- GÏOVANNI BATTISTA MORONI. ± 1520 — Bondo - Bergamo — 1578. Portret van een Camaldulenser monnik. Doek, 58 X 49. Gepubl.: Berenson, „Itallan Pictures in the Renaissance", 1932, pag. 382; Adolfo Venturi, „Storia dell'Arte Italiana" Vol IX pag. 218, afb. 185; T. Borenius, „Italian Pictures of the Auspitz collection" nr. 36. pag. 10 en 50; T. Borenius, Burlington Magazine, Dec. 1932 met afb. 286. Tentoongesteld: Londen, 1932, Agnew; Rotterdam, Dec. 1934, Museum Boymans, cat.nr. 14, afb. X. Verz.: Bonomi—Cereda, Milaan; Sir William Farrer, Sandhurst Lodge, Berks, veiling 1921 nr. 34; Stephan von Auspitz, Weenen; K. W. Bachstitz. Zie afb. 18. D. G. van Beuningen, Rotterdam. ERCOLE DE ROBERTI. ± 1456 — Ferrara — 1496. Portret van Pietro Cenni. Paneel, 40 X 31.5. Gepubl.: Berenson, 1932, „Italian Pictures of the Renaissance", blz. 485. Verz.: A. Sanderson, Edinburgh; Stefan von Auspitz, Weenen; K. W. Bachstitz, Den Haag. Zie afb. 10. D. G. van Beuningen, Rotterdam. De Heilige Anthonius. Behoort tot een polyptiek, waarvan een St. Catharina en een Hieronymus zich in de voormalige Benson collectie bevonden en een St. Apollonia en een Heilige Michaël in het Louvre (cat.nr. 1677 A en B). Paneel, 23 X 11. Gepubl.: Berenson, 1932, „Italian Pictures of the Renaissance", blz. 485; A. Venturi „Studi dal Vero", blz. 163 met a.b. 97. v'erz.: Costabili, Ferrara; Stefan von Auspitz, Weenen; K. W. Bachstitz, Den Haag. Zie afb. 8. D. G. van Beuningen, Rotterdam. JACOPO DEL SELLAJO. 1442 — Florence — 1493. 44. De legende van Amor en Psyche. Rechts wordt het huwelijk tusschen hen te midden der goden voltrokken. Paneel, 59 X 179. Gepubl.: W. Constable, Burlington Mag. XLVH, 1925, blz. 281; P. Schubring, Apollo III, 1926, blz. 256; Van Marle, XII, blz. 407; Berenson, blz. 525. Tentoongesteld: Amsterdam, 1934, Stedelijk Museum „Itallaansche Kunst", cat.nr. 333 met afb. Zie afb. 6. E. Proehl, Amsterdam. GHERARDO STARMNA. Florentijnsche school. Vermeld in 1387 en 1408. 45. Madonna met kind. Paneel, 77 X 50. Tentoongesteld: Amsterdam, 1934, Stedelijk Museum, „Itallaansche Kunst", cat.nr. 351 met afb. Zie afb. 2. E. von Rath, Amsterdam. JACOPO ROBUSTI TINTORETTO. 1518 — Venetië — 1594. 46. Mansportret. Doek, 72.5 X 62.5. Veiling Amsterdam, Fred. Muller, 15 Mei, 1934, cat.nr. IV met afb. Zie afb. 14. Part. coll., Amsterdam. 47. Maria-boodschap. Twee doeken, fragmenten van een orgeldecoratie uit S. Benedetto te Venetië. Doek, elk 115 X 93. Gepubl.: Ridolfi, Meraviglie del'Arte, 1648 (uitgave van 1924 II, blz. 17); Borghini, Riposo della Pittura e della Scultura. 1584 (uitgave 1730, blz. 451); Boschini, Le Minere della Pitture, 1664, blz. 123; M. Pittaluga, II „Tintoretto", blz. 261; Berenson, blz. 557; Swarzenski, blz. 91 v.g.1. afb. 8 en 9. Tentoongesteld: Amsterdam, 1934, Stedelijk Museum, „Itallaansche Kunst" cat.nr. 372 met afb. Zie afb. 11 en 12. Erven Prof. Dr. O. Lanz. TIZIANO VECELLIO. 1480 (?) — Pieve di Cadore - Venetië — 1576. 48. Portret van het Prinsje Serbelloni. Doek, 100 X 125. Gepubl.: L. Venturi, Pitture Italiane in America, 1931, nr. 388; Cat. Goudstikker, Amsterdam, deel 38 nr. 61. Tentoongesteld: Rotterdam, Dec. 1930, Museum Boymans, cat.nr. 16 met afb. XIV; Amsterdam, 1934, Italiaansche tent. Sted. Museum nr. 386; Amsterdam, Rijksmuseum, 1936, Oude Kunst, nr. 158 met afb. (lnz. J. Goudstikker, Amsterdam). Zie afb. 13. D. G. van Beuningen, Rotterdam. DIEGO DA SILVA Y VELASQUEZ. 1599 — Sevilla - Madrid — 1660. 49. Stilleven. Vroeg werk van den grooten Spaanschen schilder. Doek, 108 X 86.5. Gepubl.: Belvédère, 1923, deel III; Beeldende Kunst. Jaargang X nr. 7; F. Wolter, Der jünge Velasquez; H. Kehrer, Spanische Kunst, blz. 104 met afb., Cat. Goudstikker nr. 30 afb. 184. Tentoongesteld: Stillevententoonstelling, Amsterdam, 1933, nr. 325 met afb. 16. Verz.: José de Carnaval Sevilla 1867; José Jever y Paroldo, 1872; Grimaldi; Veiling Amsterdam, Pred. Muller, 15 Mei, 1934, cat.nr. V met afb. Zie afb. 15. Part. verz., Amsterdam. NEDERLANDSCHE SCHOOL 17de EEUW. ARENT ARENTSZ. GEN. CABEL. ± 1585 — Amsterdam — vóór Oct. 1635. 50. Winter bij Amsterdam. Paneel, 55.3 X 98.7. Get. A. A. (ineen). Gepubl.: Beeldende Kunst, Jaargang 19 afb. 12; W. Martin, Frans Hals en zijn tijd, afb. 140. Zie afb. 53. Part. verz., Amsterdam. 51. Zomer. Paneel, 46.5 X 95.5. Zie afb. 52. J. C. H. Heldring, Amsterdam. HENDRICK AVERCAMP. 1585 — Amsterdam - Kampen — 1638. 52. Ijsvermaak, Kampen in het verschiet. Paneel, 77 X 41. Get. links beneden: H.A. (ineen). Tentoongesteld: Frans Hals Museum, 1934, „Tent. van schilderijen van OudHollandsche Meesters uit de coll. Katz te Dieren"; Museum Boymans, Rotterdam, Dec. 1934, cat.nr. 1 met afb. XI. Verz.. Ermitage, St. Petersburg. Zie afb. 54. J. M. B. Beuker, Heelsum. 53. Wintergezicht bij Utrecht. Doek op paneel, 47 X 89. Gem. op ton in het midden: H. A. (ineen) Gepubl.: Th. von Frimmel, Jahrbuch der Kunsthist. Sammlüng des Allerh. Kaiserhauses, deel 15, blz. 143; Tentoongesteld: Amsterdam, J. Goudstikker, Holl. winterlandschappen 1932, cat. 3 met afb. Verz.: H. W. Campe; Vieweg, Brunswijk. Zie afb. 55. Part. verz., Zuid-Holland. ABRAHAM VAN BEYEREN. ± 1620 — Den Haag - Alkmaar — 1674. 54. De Kagerplassen bij winderig weer. Paneel, 59 X 74. Get. op een drijvende ton: A. v. B. Tentoongesteld. Amsterdam, Rijksmuseum, 1936 „Oude Kunst", cat.nr. 13 met afb. Zie afb. 89. Mr. H. Haga, Den Haag. 55. Bloemstuk. Doek, 75 X 60. Get. op de plint: A. v. B. F. Tentoongesteld: Rotterdam, Kunstkring, Jan. 1938, cat.nr. 1. Verz.: Theod. Stroefer, Neurenberg. Zie afb. 92. J. B. Scholten, Enschedé. 56. Stilleven van vruchten en een Nautilusbeker. Doek, 118 X 100. Veiling Fred. Muller, Amsterdam, 30 Nov. 1932. Verz.: Aug. Janssen. Zie afb. 91. Mevr. S. Larsen-Menzel, Wassenaar. Stilleven van druiven, een citroen en een wijnglas. Paneel, 37 X 51. Tentoongesteld: Rotterdam, Kunstkring, Jan. 1938. Verz.: Stroefer, Neurenberg. Zie afb. 90. Mr. C. H. Muntz, Rotterdam. FERDINAND BOL. 1616 — Dordrecht - Amsterdam — 1680. Vrouweportret. Doek, 88.5 X 72.5. Get. links: F. Bol 1 6 5 3. Zie afb. 150. Part. coll., Twenthe. JAN DE BRAY. 1627 — Haarlem - Amsterdam — 1697. Portret van een jonge vrouw. Doek, 77.5 X 63. Get. rechts beneden: J. de Bray en ged.: 1669. Gepubl.: Cat. Goudstikker, Amsterdam, Dec. 1933, nr. 3. Verz.: H. Burtenshurst, Kingston-on-Thames. Zie afb. 72. Ir. C. Th. F. Thurkow, Den Haag. JAN VAN DE CAPPELLE. 1624 — Amsterdam — 1679. Kalme zee met zeilschepen. Doek, 68 X 60. Get. beneden: J. van de Cappelle. Tentoongesteld: Amsterdam, 1938, Arti et Amicitiae, coll. D. Katz, cat.nr. 11 met afb. Verz.: Jane Seymour, Knoyle House, East Knoyle,* Salisbury. Zie afb. 154. H. E. ten Cate, Almelo. Wintergezicht. Doek, 59 X 52. Get. links beneden: J. v. Cappelle 16... Gepubl.: H. d. Gr. VII, nr. 154. Tentoongesteld: Rembrandttentoonstelling, 1906, nr. 24; Amsterdam, Rijksmuseum, Oude Kunst, 1929, nr. 25 met afb.; Amsterdam, J. Goudstikker, Holl. winterlandschappen, 1932, cat.nr. 22 met afb. Verz.: G. Salting, Londen; A. Lehman, Parijs. Zie afb. 116. J■ B. Scholten, Enschedé. 62. Wintergezicht. Doek, 45 X 53. Get. links beneden: J. v. Cappelle Ao. 16 5 3. Gepubl.: H. d. Gr. VII, nr. 155; Ch. Sedelmeyer, 1895, nr. 1; Monatshefte fuer Kunstwissenschaft IV, 1911, nr. 434. Tentoongesteld: Parijs, 1911, Holl. tentoonstelling nr. 13; Londen, 1929, Ned. tent. Royal Academy nr. 296 met afb. in Souvenir. Verz.: Max Wasserman, Parijs; Ed. Kann, Parijs. Zie afb. 153. F. Lugt, Den Haag. PIETER CLAESZ. ± 1590 — Burg Steinfurt - Haarlem — 1661. 63. Stilleven van kievitseieren. Een van de fijnste stillevens van den meester, dat treft door het origineele onderwerp. Paneel, ovaal, 37 X 51. Gemonogrammeerd en ged. 16 4 1. Tentoongesteld: „Het stilleven", Amsterdam, 1933, nr. 63 met afb. 23; Museum Boymans, Rotterdam, 1933, cat.nr. 20 met afb. V. Zie afb. 56. Part. Ned. Verz., Den Haag. AELBERT CUYP. 1620 — Dordrecht — 1691. 64. Avondlandschap met koeien. Doek, 66 X 58. Get. links beneden: A. C u y p. Tentoongesteld: Rotterdam, Kunstkring, 1929; D. A. Hoogendijk en Co. Verz.: Lord Cowper. Zie afb. 115. M. G. van Heel, Rijssen. 64a. Landschap met boerin, die een koe melkt. Paneel, 43.5 X 59. Get.: rechts beneden: A. Cuyp. Zie afb. 112. Part. Verz. Twenthe. 65. Winter op de Merwede bij Dordrecht. Links het kasteel de Merwede. Paneel, 33.5 X 57.5. Gem. rechts op een plank: A. C. Gepubl.: Cat. Goudstikker XIII, nr. 28. Tentoongesteld: Rijksmuseum, Amsterdam, 1929, Oude Kunst, cat.nr. 33 met afb.; J. Goudstikker, Winterlandschappen, nr. 26 met afb. Verz.: Aug. Janssen, Amsterdam Zie afb. 107. A. C. Mees, Ellecom. 66. Zonnige dag bij Dordrecht. Paneel, 53.5 X 94. Get. links onder het midden: A. C u y p. Gepubl.: Smith eat. rais., V nr. 256; W. Burger, Trésors d'Art en Angleterre, blz. 270; Hofstede de Groot n, nr. 37. Tentoongesteld: Manchester, 1857, nr. 717; Amsterdam, 1937. Kunsthandel de Boer. Verz.: E. N. F. Lloyd, Manchester; veiling, Londen Chrlstie's, April, 1937, nr. 98. Zie afb. 114. H. P. Doodeheejver, Hilversum. 67. Gezicht op de Merwede bij Dordrecht. Paneel, 40.5 X 61.5. Get.: op het zwaard van het schip: A. C. Zie afb. 113. Part. verz., Amsterdam. DELFTSCHE SCHOOL ± 1658. 68. Blik door een raam naar een binnenplaatsje. Paneel, 40 X 33. Gepubl.: Hofstede de Groot, Pleter de Hooch, nr. 245; Valentlner, Klassiker der Kunst, deel 35. Pleter de Hooch met afb. op blz. 229. Zie afb. 133. D. Komter, Laren N.-H. GEKARD DOU. 1613 — Leiden — 1675. 69. Interieur met kantklossende moeder en een meisje bij een kinderstoel met kind. Paneel, 47.5 X 39. Zie afb. 167. Part. verz., Twenthe. 70. Moederlijke zorgen. Omstreeks 1650 geschilderd. Paneel, 36 X 30. Get. Gepubl.: Martin, 1913 „Gerard Dou" met afb. blz. 96. Zie afb. 166. D. G. van Beuningen, Rotterdam. CAREL FABKITII S. 1614 — De Beemster (?) - Delft — 1654. 71. Oude vrouw. Doek, 57.5 X 47. Tentoongesteld: Den Haag 1929, Kleykamp. Zie afb. 131. Mevr. J. Goekoap-de Jongh, Breda. AERT DE GELDER. 1645 — Dordrecht — 1727. 72. De zegening van Tobias en zijn bruid. De tegenstelling van bruin-rood en groen geeft een bijzondere bekoring aan dit doek. Doek. 87.5 X 111. Get. rechts boven: A. de Gelder. Gepubl.: Liliënfeld. Aert de Gelder, nr. 149, onder den titel: „De waarzegster". Tentoongesteld: Amsterdam, 1936, Oude Kunst, Rijksmuseum, cat.nr. 53 met afb., inzending N.V. Kunsthandel Gebr. Douwes, Amsterdam. Verz.: A de Lange, Amsterdam, 1803; Lady Fl. Pelham Clinton. Zie afb. 145. Part. Ned. verzameling. 73. Koning Belsazar, de tempelvaten profaneerend. Een meesterwerk onder den invloed van de laatste periode van zijn leermeester Rembrandt ontstaan- Doek, 115 X 142. Get. rechts boven: A. de Gelder F. Gepubl.: Cat. Goudstikker, 38, nr. 17 met afb.; N.R.C. Avondblad, 10-4-1930, Part. Fransch bezit. Zie afb. 146. Part. verz., Zuid-Holland. 74. Allegorie op den Overvloed. Doek, 175 X 111.5. Gepubl.: Lilienfeld, Aert de Gelder, 1914, nr. 129. Tentoongesteld: Londen, 1929, Ned. tentoonstelling, cat.nr. 269. Verz.: Pierce, Glasgow. Zie afb. 148. Mevr. M. van Gelder, Brussel. JAN JOSEPHSZ. VAN GO YEN. 1596 — Leiden - Den Haag — 1656. 75. Ijsvermaak. Paneel, 29.5 X 57. Get. in het midden beneden: J. v. G o y e n 1 6 2 7. Zie afb. 93. W. van der Vorm., Rotterdam. 76. Riviergezicht bij winderig weer. Paneel, 56.5 X 80. Get. J. van Goyen en ged. 1 6 5 0. Gepubl.: Coll. Goudstikker, deel 32, nr. 29. Zie afb. 97. Dr. J. Reiner, Amsterdam. 77. Wintertje. Paneel, 20 X 25.9. Get. links beneden: V g. 1 64 2. Mevr. P. J. de Bruyn-van Lede, Oosterbeek. 78. Een oud kasteel aan een rivier. Paneel, 45 X 80. Get. links op de boot: V. G. 1 6 4 4. Gepubl.: Hofstede de Groot VIII, nr. 979; Tentoongesteld: Parijs, 1921, Ned. tent., nr. 16; Londen, 1929, Royal Academy Ned. tent., nr. 60; Den Haag, Dec., 1936, Gemeente Museum, nr. 85. Veiling Vincent van Gogh e.a., Amsterdam, 25 Nov. 1913, nr. 344. Zie afb. 95. Jhr. H. Loudon, Wassenaar. 79. Gezicht op Arnhem. Doek, 98.5 X 135. Get.: V. Goyen 1646. Gepubl.: C. Hofstede de Groot VIII, 1923 nr. 13. Tentoongesteld: Londen, 1929, Ned. tent. cat.nr. 205. Verz.: F. C. Stoop, Byfleet. Zie afb. 99. H. E. ten Cate, Almelo. JORIS VAN DER HAAGEN. 1615 — Arnhem (?) - Den Haag — 1669. 80. De Maasbrug te Maastricht uit het Noorden. Paneel, 37 X 58. Rechts beneden geteekend. Gepubl.: M. F. J. W. van der Haagen in Limburg's Jaarboek, 1920, blz. 129; Schetsen met de geschiedenis van Maastricht door M. Schoonbrood en J. S. Grossier, 1924, blz. 43; Bouwwereld, 1923, A. J. A. Flament; Oudheidkundig Jaarboek, 1932, blz. XXIV, door Jhr. E. van Nispen tot Sevenaer; Kunstchronik, 1921, blz. 456; De monumenten van gesch. en kunst in de Prov. Limburg, 1926, I, blz. 91; Mr. J. K. van der Haagen, 1932, De Schilders van der Haagen, cat. 110 S met afb. XVIII. Tentoongesteld: Parijs, 1911, nr. 47; Den Haag, 1919, blz. 38; Den Haag, 1932, nr. 25; Den Haag, Dec. 1936, Gemeente Museum, Oude Kunst, cat.nr. 92a. Verz.: Marquis Ch. de Valori, veil. Parijs, Febr. 1892, nr. 11; M. Wassermann, veil. Parijs, Juni 1919, nr. 19. Zie afb. 158. Mr. J. F. W. van der Haagen. FRANS HALS. 1580/81 — Mechelen (?) - Haarlem — 1666. 81. Damesportret. Doek, 80 X 65. Gepubl.: Hofstede de Groot III, nr. 394; Bode-Binder, nr. 256; Klassiker der Kunst, blz. 217. Tentoongesteld: München, 1897; Londen, 1902, Royal Academy, nr, 133; Parijs, 1921, Ned. tent., HHBB nr. 18; Londen, 1929, Royal Academy Ned. tent., cat.nr. 356; Haarlem, 1937. „Frans Hals", nr. 88 met afb. 89. Zie afb. 88. Mevr. M. van Gelder, Brussel. 82. Portret van een heer met grooten hoed. Omstreeks 1645. Doek op paneel, 65.5 x 48. Rechts beneden het monogram. Gepubl.; Valentiner, nr. 81; Hofstede de Groot, nr. 290; Klasslker der Kunst, blz. 224. Tentoongesteld: Haarlem, 1937, „Frans Hals", cat.nr. 92 met afb. Verz.: J. Slmon, Berlijn, veiling, 20 Maart 1900, nr. 65. Zie afb. 85. Mevr. J. Goekoop-de Jongh, Breda. GERRIT WILLEMSZ. HEDA. Haarlem, f 1702. 83. Stilleven van een tinnen kan, een zoutvat en bordjes. Paneel, 97.7 X 79. Get. op het mes: GerretHedaen ged. 1 6 4 5. Zie afb. 60. Part. verz., Nederland. JAN VAN DER HEYDEN. 1637 — Gorkum - Amsterdam — 1712. 84. Gezicht op de kerk Sankt Severin te Keulen. Paneel, 32.5 X 44. Get. rechts beneden: J. v. d. H e y d e n. Gepubl.: Cat. raisonné Hofstede de Groot, nr. 114. Tentoongesteld: Amsterdam, 1937, „Jan van der Heyden", nr. 21. Verz.: Crozat, Parijs; Hermitage Leningrad (cat.nr. 1212). S. Flörsheim, Amsterdam. 85. Gracht in een Hollandsche stad. Paneel, 37.5 X 45.5. Get. links beneden: J. van der Heyden. Tentoongesteld: Amsterdam, 1929, Oude Kunst, Rijksmuseum, cat.nr. 69 met afb.; Amsterdam, 1937, „Jan van der Heyden", cat.nr. 22, met afb. Verz.: Graaf de Beaumont, Parijs. Zie afb. 161. M. G. van Heel, Rijssen. 86. Slot Goudestein aan de Vecht. Paneel, 48.5 X 60.5. Get. links beneden: J. v. Heyde. De figuren zijn van de hand van Adriaen van de Velde. Gepubl.: Hofstede de Groot VIII, nr. 66. Tentoongesteld: Antwerpen, 1838; Berlijn, 1914, Academie, nr. 63; Amsterdam, 1937, Jan van der Heyden tent., nr. 6 met afb. Verz.: N.N., Brussel, veiling, 23 Juli 1767, nr. 22; Antwerpen, 23 Aug. 1768, nr. 5; Ch. de Man, Antwerpen, veiling, 9 Sept. 1816, nr. 62; Ullers van Schooten, Antwerpen, veiling, 11 Juli 1844, nr. 30; Lord Palmerston, Londen; Hertog van Cleveland, veiling, 8 Maart 1902, nr. 24; O. Huldschinsky, Berlijn, veiling, 10 Mei 1928, cat.nr. 13 met afb. Zie afb. 159. E. A. Veltman, Bloemendaal. 87. Landschap met badende jongens. Paneel, 21 X 30. Get. links beneden met monogram. Tentoongesteld; Rotterdam, 1929, Kunstkring tent.; D. A. Hoogendijk en Co.; Amsterdam, 1929, Rijksmuseum, Oude Kunst, cat.nr. 72 met afb.; Amsterdam, 1937 „Jan van der Heyden", cat.nr. 24. Verz.; Ludwig Neumann, Londen. Zie afb. 160. J. B. Scholten, Enschedé. MEINDERT HOBBEMA. 1638 — Amsterdam — 1709. 88. De watermolen. Een van de meest imposante werken van dezen grooten landschapschilder. Doek, 95 X 130. Get. links beneden: M. Hobbema en ged.: 1 6 6 4. Gepubl.: Hofstede de Groot, nr. 86; Waagen Art Treasures IV, pag. 141. Tentoongesteld; Londen, Royal Academy 1870 en 1888, nr. 71; Londen, 1894, Guildhall, nr. 74; Parijs, 1921, Jeu de Paume, nr. 22; Brussel, 1935, nr. 737; Amsterdam, 1936, Rijksmuseum, Oude Kunst, nr. 74 met afb. (inz. D. Katz, Dieren). Verz.; L. B. Coclers, Amsterdam, 1811; G. Muller, Amsterdam, 1827; Verstolk van Soelen, Den Haag, 1835; Lord Overstone, Londen; Lady Wantage, Londen; Earl of Crawford and Balcarres, Londen. Zie afb. 157. H. E. ten Cate, Almelo. 89. Gezicht op Deventer. Links de torens van de Nicolaeskerk, rechts de Bergpoort. Paneel, 55 X 69.5. Get. links beneden: M. Hobbema. Vermoedelijk identiek met Hofstede de Groot IV, nr. 20a. Verz.: Cahen d'Anvers. Zie afb. 156. Part. verz., Haarlem. 90. Boschlandschap. Paneel, 37.5 X 48.5. Get. links beneden: M. Hobbema. Gepubl.: Hofstede de Groot IV, nr 126. Tentoongesteld: Berlijn, 1906. Kaiser Friedrich-Museum-Verein, nr. 63. Verz.: G. Holmes, veiling Londen, 15 April 1903, cat.nr. 47; O. Huldschinsky, Berlijn, veiling, 10 Mei 1928, cat.nr. 14 met afb. Zie afb. 155. L. van den Bergh, Wassenaar. PIETER DE HOOCH. 1629 — Rotterdam - Amsterdam — na 1683. 91. Binnenplaatsje te Delft. Een van de mooiste buitentafereelen van den kunstenaar, te Delft omstreeks 1658 geschilderd. Op den achtergrond de toren van de Nieuwe Kerk, vóór dat de spits erop kwam. Een repliek, waarop zich nog een tweede mannefiguur achter de tafel bevindt (hier door den meester zelf weggeschilderd), bevindt zich in de verzameling Mellon te Washington (vroeger coll. A. de Rothschild te Halton Manor). Doek, 78 X 65. Gepubl.: Waagen, Suppl. nr. 131; Hofstede de Groot, vol. i, nr. 297; Cat. Wantage, coll., 1935, nr. 108. Tentoongesteld; Londen, Royal Academy 1871 en 1888, nr. 35; Londen, Gulldhall, 1892; Burlington Fine Arts Club 1900; Parijs, Holl. tent. 1921, nr. 25; Den Haag, Maurltshuls, 1921; Londen, Ned. tent. 1929, cat.nr. 319; Rotterdam 1935, Vermeer tent. cat.nr. 37 met afb. Verz.: John Smith tot 1822; W. Wells of Redleaf Sale, Londen, 12 Mei 1848; Lord Overstone; Lady Wantage, Londen; Earl of Crawford and Balcarres; D. Katz, Dieren. Zie afb. 134. H. E. ten Cate, Almelo. WILLEM KALFF. 1621 (?) — Amsterdam — 1693. 92. Stilleven van een Chineesche z.g. „Ming" kom, een Vene- tiaansch wijnglas en een Nautilusbeker op een Turksch tapijt. Doek, 80 X 65. Tentoongesteld; Amsterdam, Frederik Muller, 1911; Londen Ned. tent. 1929, cat.nr. 299; Het Stilleven, Amsterdam, 1933, cat.nr. 172 met afb. 41; Rotterdam Museum Boymans, 1933, cat.nr. 46 met afb. VII; Brussel, 1935, nr. 739; Amsterdam 1936, Oude Kunst, Rijksmuseum, cat.nr. 84 met afb. (als inzending, Firma D. Katz, Dieren). Verz.: Prins Orloff, Ned. collectie, Brussel. Zie afb. 125. H. E. ten Cate, Almelo. 93. Keuken-interieur. Paneel, 25 X 21. Get. In het midden op een kist: W. Kalf. Gegraveerd in J. B. P. Lebrun „Gallerie des Peintres Flamands, Hollandais et Allemands". Parijs 1792, deel II, tegenover blz. 70 door Weisbrod. Gepubl.: Le Musée VIII (1925), blz. 67. Tentoongesteld: Amsterdam 1906, cat.nr. 67 met afb. Verz.: J. B. P. Lebrun. E. Warneck, Parijs. Zie afb. 124. F. Lugt, Den Haag. 94. Stilleven van een zilveren schaal met brood en roemer en wijnglas op een Turksch kleed. Doek, 64 X 56. Zie afb. 123. Dr. J. H. Smidt van Gelder, Arnhem. THOMAS DE KEYSER. 1696 of '97 — Amsterdam — 1667. 95. Portret van een jongen man met hond. Paneel, 86 X 62. Get. met het monogram en ged. 1 6 2 4. Gepubl. Bode, cat. M. H. de Ridder, afb. 12; Cat. Goudstikker, Amsterdam, afb. 35, nr. 19. Verz.: Massey-Mainwaring, Londen. Zie afb. 61. E. L., Amsterdam. 96. Portret van een jonge vrouw in een kamer. De tegenhanger bevindt zich in het Louvre te Parijs (legaat R. Kann). Paneel, 78 X 52. Gepubl.: R. Oldenbourg, Thomas de Keyser, nr. 111. Tentoongesteld: Berlijn, 1914, Academie, nr. 76a. Verz.: Sécretan Parijs 1889; Rodolphe Kann, Parijs; O. Huldschinsky, Berlijn, veil. 10 Mei 1928, cat.nr. 17 met afb. Zie afb. 62. A. Hartog, Wassenaar. PHILIPS KONINCK. 1619 — Amsterdam — 1688. 97. Vlaklandschap. Doek, 64 X 95. Gepubl.: H. Gerson, Philips Koninck, cat.nr. 55. Zie afb. 140. Mevr. W. E. G. JAN LIEVENS. 1607 — Leiden - Amsterdam — 1674. 98. Landschap. Paneel, 46.5 X 71. Gepubl.: H. Schnelder, Jan Lievens, blz. 166. Tentoongesteld: Amsterdam 1929, Rijksmuseum „Oude Kunst", cat.nr. 86 met afb. Zie afb. 151. M. G. van Heel, Rijssen. SHHI 99. Boomen in den avond. Paneel, 28 X 41.2, Gepubl.: H. Schneider, Jan Llevens, nr. 308. Tentoongesteld: Rotterdam, Dec. 1927, Museum Boymans, cat.nr. 8 met afb. V. Verz.: J. P. Heseltlne; Bruikleen Rijsmuseum van 1932— 1937. Zie afb. 152. F. Lugt, Den Haag. NICOLAES MAES. 1632 — Dordrecht - Amsterdam — 1693. 100. Mansportret. Doek, 74 X 64. Get. N. Ma es 165 8. Gepubl.: W. R. Valentiner. „Nic. Maes", nr. 54 met afb. Tentoongesteld: Utrecht, Centraal Museum, Dec. 1925, cat.nr. 16. Verz.: J. Goudstikker, cat.deel VU, nr. 38. Zie afb. 149. Mevr. J. Verschuyl-Veltman, Bloemendaal. 101. Interieur met moeder en kind. Onder den invloed van zijn leermeester Rembrandt omstreeks 1654 geschilderd. Paneel, 54 X 46. Gepubl.: Hofstede de Groot, deel VI, nr. 82; W. R. Valentiner „Nic. Maes", nr. 24. Verz.: M. Kappel, Berlijn. Part. bezit, Nederland. AERT VAN DER NEER. 1603 — Amsterdam (?) — 1677. 102. Riviergezicht in den vroegen ochtend. Paneel, 44.8 X 63. Gepubl.: Hofstede de Groot, VII, nr. 53. Verz.: Bonn, Amsterdam; J. G. Verstolk van Soelen, Den Haag verkocht in 1846; Thomas Baring, Londen; Earl of Northbrook, Londen. Zie afb. 119. E. A. Veltman, Bloemendaal. 103. Riviergezicht bij zonsondergang. Paneel 44.8 X 63. Rechts beneden het monogram. Gepubl.: Hofstede de Groot, VII nr. 54. Verz.: Bonn, Amsterdam; J. G. Verstolk van Soelen, Den Haag, verkocht in 1846; Thomas Baring, Londen; Earl of Northbrook, Londen. Zie afb. 120. E. A. Veltman, Bloemendaal. 104. Winterlandschap. Paneel, 60 X 80.3. Get. met monogram rechts beneden: A V D N (ineen). Gepubl.: Bode-Friedlaender, Die Gemalde Sammlung von Hollitscher, 1912 No. 52. Tentoongesteld: Londen, 1885, Royal Academy; Berlijn, 1906. Verz.: Hankey, Hastings; Sedelmeyer, cat. 1899, nr. 30; C. von Hollitscher, Berlijn; C. Castiglione, 1925, cat.nr. 68. Zie afb. 118. J. B. Scholten, Enschedé 105. Winterlandschap. Paneel, 60 X 80.3. Get. met monogram rechts beneden: A V D N (ineen). Gepubl.: H. d. Gr. VTI, nr. 495; cat. Goudstikker XXXIII, nr. 93. Tentoongesteld: Amsterdam, Rijksmuseum, 1929, Oude Kunst, nr. 105 met afb.; J. Goudstikker, 1932, Holl. Winterlandschappen, nr. 53 met afb. Verz.: Anhalt-Dessau. Zie afb. 117. J. B. Scholten, Enschedé. 106. Winterlandschap. Paneel, 33.8 X 46.1. Get. met monogram links beneden: A V D N (ineen). Verz.: Arthur Kay, Edinburgh; Gebr. Douwes, Amsterdam. Zie afb. 121. Part. bezit, Nederland. 107. Winterlandschap. Paneel, 59.4 x 70.3. Get. links beneden A V (ineen) D N (ineen). Tentoongesteld: Amsterdam, 1932, Winterlandschappen, nr. 51 met afb.; Cat. J. Goudstikker, XXXIX, nr. 45. Verz.: George Wilbraham, Delamere House, Northwick. Zie afb. 122. S. Kramarsky, Amsterdam. EGLON VAN DER NEER. 1635 of '36 — Amsterdam - Düsseldorf — 1703. 108. De brief. Doek, 81 X 66. Get. rechts E. van der Neer 168 2. Gepubl.: Hofstede de Groot V, nr. 106. Tentoongesteld: Amsterdam, 1906, nr. 92. Verz.: Jules Lenglart Rijssel, veiling Parijs 1902; veiling Christie's Londen, 8 April 1938, nr. 40 met afb. Zie afb. 130. B. de Geus van den Heuvel, Amsterdam. ADRIAEN VAN OSTADE. 1610 — Haarlem — 1685. 109. Interieur van een boerenherberg. Paneel, 36.5 X 29. Get. A. v. O s t a d e en ged. 1 6 5 0. In 1761 door Muis gegraveerd. Tentoongesteld: Londen Royal Academy. 1884; Madrid, 1921; Kopenhagen, 1922. Verz.; S. H. de Zoete, Londen, 1885; Rodolphe Kann, Parijs met repr. in den cat.; Ant. W. M. Mensing, Amsterdam, met afb. in den cat. „Choix des Tableaux anciens de la collection, Ant. W. M. Mensing", 1935. Zie afb. 74. Nalatenschap Ant. W. M. Mensing. 110. Drinker aan het raam. Paneel, 27 X 21. Get.; A. v. O sta de. Tentoongesteld: Den Haag, Kleykamp, 1925 met afb. in den cat. Verz.: Leonard Gow, Dunbartonshire. Zie afb. 77. Part. verz., Nederland. 111. Dorpsherberg in een landschap. Paneel, 127 X 83. Get. in het midden beneden: A. van Ostade. Gepubl. Smith, cat.rais. I, nr. 43 als Isaack van O.; Waagen, Art. Treasures in Great-Britain II, blz. 201 als Isaack van O.; Hofstede de Groot, nr. 434. Tentoongesteld: Londen, British Institution, 1835, nr. 71; British Institution, 1845, nr. 54; British Institution, 1852, nr. 21; Manchester, 1857, nr. 1011; British Instition, 1867, nr. 56; Burlington House, 1887, nr. 67; Burlington Fine Arts Club, 1900, nr. 5. Verz.: Paul Methuen, Corsham; Nieuwenhuyse, Parijs; Sir. G. Holford, Dorchester House, Londen, veiling Londen, 1928, nr. 160. Zie afb. 68. J. M. B. Beuker, Heelsum. 112. Dansende boeren voor een herberg. Paneel, 48.2 X 36.8. Get.: A. van Ostade Ao 165 4. Gepubl.: Smith, Cat.rais Suppl., nr. 55; Waagen, Art Treasures in GreatBritain, III, blz. 264; Hofstede de Groot, III, nr. 801. Verz.: Earl of Lonsdale, Lowther Castle, veiling Christie's Londen, 2 July, 1937, cat.nr. 17. Zie afb. 75. B. de Geus van den Heuvel, Amsterdam. 113. Boeren rondom een schouw. Paneel, 44.5 X 37.5. Get. A. van Ostade 165 4. Gepubl.: Smith, Cat.rais, Suppl. nr. 54; Waagen, Art Treasures in GreatBritain III, blz. 264; Hofstede de Groot III, nr. 654. Verz.: Earl of Lonsdale Lowther Castle veiling Christie's Londen, 2 July, 1937, cat.nr. 18. Zie afb. 76. B. de Geus van den Heuvel, Amsterdam. 114. De Liereman. Paneel, 35.5 X 31. Get. rechts beneden: A. van Ostade. Gegraveerd door J. Suyderhoef. Verz.: Aug. Janssen, Amsterdam; J. Goudstikker, cat.deel 38, nr. 39. Zie afb. 78. Part. verz., Zuid-Holland. 115. Landschap met grauwe wolken. Paneel, 38 X 54. Get. rechts beneden: A. van Ostade f. 163 0. Zie afb. 79. W. van der Vorm, Rotterdam. 116. Stilleven van een aarden kruik met een hoed, takkenbos en een koperen kan. Paneel, 23 X 30.5 Get. rechts beneden onder de koperen kan: A. van Ostade. Gepubl.: Plietzsch In het „Zeitschrilt £ür Bildende Kunst", als Brekelenkam; Cat. Goudstikker XXXVI, 1929, nr. 57 met afb. Tentoongesteld: „Exposltlon de la collectlon Slx", 1900 als Brekelenkam; Amsterdam, Het Stilleven, 1923, cat.nr. 235, afb. 27 als A. van Ostade; Rotterdam, Museum Boymans, 1933. Verz.: Slx, Amsterdam. Zie afb. 70. J. B. Scholten, Enschedé. 117. Landschap met boom. Onder den invloed van Rembrandt geschilderd. Paneel, 33.5 X 47.5. Get. in het midden onderaan: A. van Ostade. Tentoongesteld: Museum Boymans, Botterdam, Dec. 1934, cat.nr. 15, afb. XV. Zie afb. 80. E. A. Veltman, Bloemendaal. 118. De pomp. Een van de mooiste en door het onderwerp origineelste werken uit den rijpen tijd van den Haarlemschen boerenschilder. Paneel, 43.7 X 35. Gepubl.: Smith 174; Waagen, Suppl. 143; Ch. Blanc, Le Trésor de la Curlosité, II blz. 362; W. Bürger, Trésor d'Art en Angleterre blz. 314; Hofstede de Groot III, 1910, nr. 916; H. P. Bremmer, Beeldende Kunst, Febr. 1928, afb. 30. Tentoongesteld: Manchester 1857, nr. 740; Londen 1871; Londen, 1888, nr. 112; Kleykamp, Den Haag 1927; Brussel, 1935, cat.nr. 753. Verz.: Baron D. Vlvant Denon; Emmerson; W. Wells; Lord Overstone; Lady Wantage; Earl of Crawford and Babcarres. Zie afb. 73. H. E. ten Cate, Almelo. ISAAC VAN OSTADE. 1621 — Haarlem — 1649. 119. Winterlandschap. Paneel, 64.1 x 83.7. Gepubl.: Smith, Cat.rals, Suppl. nr. 2; Hofstede de Groot III, nr. 91. Verz.: E. N. F. Lloyd, velling Londen, 1937, 30 April, nr. 123 met afb. Zie afb. 81. B. de Geus van den Heuvel, Amsterdam. 120. Duinlandschap met boerenherberg. Doek, 48 X 57. Get. rechts beneden: Isack van Ostade. Zie afb. 82. Dr. J. Reiner, Amsterdam. CRISTOPH PAUDISS. ± 1618 — Niedersachsen - Freising — 1666/67. 121. Stilleven van een bierglas, een pijp en visschen. Paneel, 87.5 X 73. Get. rechts beneden: Cristoffer Paudijs 1 66 0 en ged. 1 6 6 0. Tentoongesteld: Botterdam, Museum Boymans 1933, cat.nr. 73 met afb. VIII. Verz.: St. von Auspitz, Weenen. D. G. van Beuningen, Rotterdam. JAN PORCELLIS. Vóór 1584 — Gent - Zoeterwoude — 1632. 122. Kalme zee in zilvergrijzen toon. Paneel, 50 X 62.5. Get. rechts op den boei van de roeiboot: J. P. Tentoongesteld: Botterdam, Museum Boymans, Dec. 1927, cat.nr. 10 met afb. VII. Zie afb. 59. Mr. M. M. van Valkenburg, Laren. PAULUS POTTER. 1625 — Enkhuizen - Amsterdam — 1654. 123. Voorjaarslandschap met ezeltje. Paneel, 43.1 x 40.7. Get. links beneden: Paulus Potter F, 1 6 4 7. Gepubl.: Smith, Cat.rais, nr. 65; Hofstede de Groot IV, nr. 136. Tentoongesteld: Manchester, 1857, nr. 1002. Verz.: Eynard, Parijs; Smith, 1826; Michael Zachary, Londen, velling 1848; Sir G. L. Holford, Dorchester House, Londen, veiling 17 Mei 1928, cat.nr. 145. Zie afb. 109. Dr. F. H. Fentener van Vlissingen, Utrecht. REMBRANDT Hz. VAN RIJN. 1606 — Leiden - Amsterdam — 1669. 127. David toont het hoofd van Goliath aan Saul. Vroeg werk van den meester, waarin compositie en expressie reeds treffen. Paneel, 27.5 X 39.5. Get. in het midden beneden R. H. L. (ineen) 1 6 2 7. Gepubl.: Hofstede de Groot, VI, nr. 34; Burlington Magazine 1909, XV, 71; 1924, XLIII 126; cat. J. Goudstikker, Amsterdam, 1919, nr. 102; 1926, XIII, nr. 145; Oud-Holland, XLII, 1925, 59; K. Bauch, Die Kunst des jungen Rembrandt, 1923, blz. 39 met afb.; Bredius, Rembrandt, 1936, afb. 488; Ch. Sterling, Gazette des Beaux Arts, 1937 met afb. blz. 128. Tentoongesteld: Londen, 1929, Royal Academy, Ned. tent., nr. 136; Amsterdam, 1932, Rembrandt tent. Rijksmuseum. Veiling: Londen, 18 Febr. 1909, Robinson en Fisher als Eeckhout. Verz.: Aug. Janssen, Amsterdam. Part. verz., Nederland, in bruikleen Zie afb. 139. Rijksmuseum Amsterdam. 125. Joseph zijn droomen uitleggend. In grisaille uitgevoerd. Olieverf op papier, 51 X 39. Get. rechts beneden: Rembrandt f. 163 (laatste cijfer onleesbaar). Gepubl.: Hofstede de Groot, VI, nr. 14; Bredius, Rembrandt, 1936 afb. 504. Tentoongesteld: Amsterdam, 1900, coll. Six, nr. 124; Londen, 1929, Royal Academy, Ned. tent., nr. 159; Amsterdam, 1932, Rembrandt tent. Rijksmuseum. Veiling, Amsterdam, 1734, coll. W. Six, nr. 174; Parijs, 1742, Prins de Carignan, nr. 69; Parijs, 1756, Hertog de Tallard, nr. 157; Amsterdam, 1833, J. de Vos. Verz.: J. Six van Hillegom, Amsterdam; veiling coll. J. W. Six van Vromade, Amsterdam, 29 Juni, 1920, nr. II. Zie afb. 143. A. W. Volz, Den Haag. 126. Portret van Martin Looten. Een van de treffendste en meest karaktervolle portretten uit zijn vroegen Amsterdamschen tijd. Paneel, 90 X 75. Get. op de brief: Martin Looten, XI, nr. 200; Hofstede de Groot, VI, nr. 659; Bredius, Rembrandt, 1936, afb. 166. Tentoongesteld: Londen, 1851, British Institution, nr. 13; Londen, 1862, nr. 13; Londen, 1887, Royal Academy, nr. 93; Londen, 1899, nr. 63; Amsterdam, 1899, nr. 20; Londen, 1929, Royal Academy Ned. tent. Cat. 150. Verz.: Kardinaal Fesch, Rome velling 17 Maart 1845, nr. 190; Conyngham, Londen, veiling, 25 April, 1849; Sir G. L. Holford, Dorchester House, Londen, veiling, 17 Mei 1928, nr. 34. Zie afb. 142. Nalatenschap Ant. W. M. Mensing, Amsterdam. 127. Man met roode muts. Uit den allerlaatsten tijd van den meester, omstreeks 1666, gedeeltelijk met het paletmes geschilderd, een techniek, die Rembrandt in dien tijd meer gebruikte, o.a. bij de familiegroep in het museum te Brunswijk. Dit imposante schilderij was vroeger bekend onder den naam van „De Rekenmeester" en werd ook wel verkeerdelijk St. Lucas genoemd. Misschien is hier Rembrandt's schuldeischer, Harmen Becker in beeld gebracht. Doek, 102 X 80. In 1765 door W. Humphrey in een zwarte-kunstprent afgebeeld. Gepubl.: E. Michel, Rembrandt, sa vie, son oeuvre et son temps, blz. 561; Valentiner, Klass. der Kunst, nr. 502; Hofstede de Groot, nr. 185; Valentiner, Kunstchronik, N.F. 32 (1920) 219; Weisbach, Rembrandt, 1926, blz. 578; Valentiner, Rembrandt in America, nr. 153; Bredius, Fembrandt, 1936 afb. 618. G. Isarlo, La Renaissance, 19 Sept. 1936 met afb. Tentoongesteld; Londen, Royal Academy, 1889, nr. 166; New-York, Hudson Fulton Exhibition, 1909, nr. 104; Londen, Royal Academy, 1929, Ned. tent. nr. 85; Detroit, Institute of Arts, 1930, nr. 69; Amsterdam, Rijksmuseum, 1935, Rembrandt tent., nr. 31 met afb. Verz.: Sir Joshua Reynolds, Londen, 1795; Thos Hardman, Manchester, 1838; Thomas Green, Londen, 1874; Mrs. Owen Roe, Londen, 1889; Ch. Sedelmeyer, Parijs; P. C. Hanford, Chicago; E. Fischhof, New-York; Charles M. Schwab, NewYork. In 1937 door de Vereeniging Rembrandt en honderd Museumvrienden geschonken aan het Zie afb. 144. Museum Boymans, Rotterdam. JACOB ISAAKSZ. VAN RUISDAEL. 1629 — Haarlem — 1682. 128. Boschgezicht met drie eiken. Doek, 49.5 X 66. Get.: J. van Ruisdael. Gepubl.: Hofstede de Groot, IV, nr. 511; J. Rosenberg, nr. 316. Verz.: Hermitage, St. Petersburg, cat. 1901, nr. 1141. Zie afb. 87. Ad. Mayer, Den Haag. 129. De steenen brug. Paneel, 49 X 63.5. Get. rechts beneden: JvR (ineen) nis doek 1 64 9. Zie afb. 86. J. B. Scholten, Enschedé. 130. Duinlandschap met boomen. Doek, 51.2 X 51.5. Get. links beneden: J. v. Ruisdael. Gepubl.: Smith, cat.rais, VI, nr. 319; Hofstede de Groot, IV, nr. 888; J. Rosenberg, Jac. van Ruisdael, nr. 554. Verz.: Earl of Lonsdale, Lowther Castle, veiling Christie's, Londen, 2 July, 1937, cat.nr. 22. Zie afb. 83. B. de Geus van den Heuvel, Amsterdam. 131. Heuvellandschap met korenveld. Doek, 66 X 79. Get. rechts beneden: J v R. Gepubl.: Smith, cat. rais, VI, nr. 321; Hofstede de Groot, IV, nr. 110; J. Rosenberg, Jao. van Ruisdael, nr. 77. Tentoongesteld: Manchester, 1857, nr. 1023; Londen, British Institution, 1866, nr. 30; Burlington House, 1879, nr. 118. Verz.: Hertog van New-Castle; Earl of Lincoln. Zie afb. 84. K. A. Volz, Den Haag. SALOMON VAN RUYSDAEL. ± 1600 — Haarlem — 1670. 132. Rivierlandschap met visschers. Een meesterwerk uit de vroege periode van den kunstenaar, waarin de blonde toon opvalt. Doek, 70 X 100. Gem. SvR en ged. 1 6 4 2. Verz.: E. Ruffer, 1924. Zie afb. 64. Part. verz., Amsterdam. 133. Riviergezicht bij Deventer. Paneel, 44 X 59. Get. links beneden: SvR, 164 1. Zie afb. 63. W. van der Vorm, Rotterdam. 134. De Overtoom te Amsterdam bij winter. Paneel, 51 X 68. Get. links beneden: S. van Ruysdael en ged. 16 6 1. Tentoongesteld: Berlijn, Kaiser Prledrich Museum, 1906, cat.nr. 122; Amsterdam, Winterlandschappen, 1932, cat.nr. 79 met afb.; Amsterdam, S. van Ruysdael tent., 1936, cat.nr. 52. Verz.: Schubart; O. Huldschinsky, Berlijn, veiling, 1928, cat.nr. 32; Ant. W. M. Mensing met afb. in den cat. „Choix des tableaux anciens de la collection", Ant. W. M. Mensing, 1935. Zie afb. 67. Nalatenschap Ant. W. M. Mensing. 135. Stilleven van een aan de pooten opgehangen kip en ander dood gevogelte. Stillevens van S. van Ruysdael komen weinig voor. Een „mand met dood gevogelte" was tentoongesteld te Amsterdam en Rotterdam 1933, „Het stilleven", cat. 272 en 83. Paneel, 55.5 X 45. Get. op de steenen plint Ruysdael en ged. 1 6 6 0. Tentoongesteld: Rotterdam, Museum Boymans, 1927/28, cat.nr. 12 met afb. IX; Amsterdam „Het Stilleven", 1923, cat.nr. 271 met afb. 30; Rotterdam, Museum Boymans, 1933, cat.nr. 82. C. W. F. P. Baron Sweerts de Zie afb. 71. Landas Wyborgh, Rotterdam. HERCULES SEGHERS. — 1650 — Haarlem - Amsterdam — ± 1640. 136. Rivierdal. Vermoedelijk een blik door de Maasvallei. Betrekkelijk vroeg werk van den kunstenaar. Doek, 70 X 86. Gepubl.: Bode, Die Meister der Hollandischen und Vlamischen Malerschulen, Hercules Seghers, pag. 158. Jahrb. der preuss. Kunstsammlungen, 1903, p. 188. Tentoongesteld: Exp. "New Gallery", Londen, 1901, als Johannes Vermeer; Exp. Kaiser Friedrich Museum, Berlijn, 1906, nr. 20; Rotterdam, Museum Boymans, Dec. 1927, cat.nr. 13 met afb., VIII. Verz.: James Simon, Berlijn; veiling Fred. Muller, Amsterdam, 1927, cat.nr. 46. Zie afb. 141. D. G. van Beuningen, Rotterdam. JAN HAVICKSZ. STEEN. ± 1626 — Leiden — 1679. 137. Soo gewonnen, soo verteert. Doek, 79 X 104. Get.: J. Steen, 166 1. Geëtst door C. J. Arendzen. De kunstenaar schilderde hetzelfde onderwerp in 1660, thans in de coll. van den Earl of Lonsdale, Lowther Castle. Gepubl.: Waagen, vol. II, nr. 118; Hofstede de Groot, vol. I, nr. 854; A. Bredius, Jan Steen, 1927, afb. 38; F. Schmidt-Degener en H. E. van Gelder, Jan Steen, 1927, afb. XI. Tentoongesteld: British Institution, 1815; Manchester, 1857, nr. 936; Londen, 1881. Royal Academy, nr. 104; Londen, 1891, South Kensington Museum, nr. 11; Londen, 1907, Royal Academy, nr. 67; Parijs, 1921, Ned. Art., nr. 102; Londen, Dowdeswell, 1909, nr. 24; Leiden, 1926, nr. 26; Londen, 1929, Ned. tent., nr. 186 met afb. in Souvenir; Rotterdam, 1935, Museum Boymans, nr. 78 met afb. Verz.: T. H. Hope; Lord Francis Pelham Clinton Hope te Deepdene; L. Neumann, Londen. Zie afb. 106. D. G. van Beuningen, Rotterdam. 138. De Dorpsbruiloft. Doek, 51 X 68. Get. rechts beneden: J. S. Een schets voor dit schilderij in grisaille bevindt zich in den kunsthandel J. Goudstikker te Amsterdam, zie Zeitschrift fuer Bildende Kunst, 1927-'28, blz. 330—334. Gepubl.: Hofstede de Groot, I, nr. 471. Tentoongesteld: Leiden, 1926, Jan Steen tent., nr. 42; Londen, 1929, Royal Academy, nr. 216. Verz.: David Tetswaart, veiling, Amsterdam, 22 April, 1749, nr. 88. Zie afb. 102. A. J. M. Goudriaan, Rotterdam. 139. Trictrac spelers in een herberg. Paneel, 62 X 70. Get. links beneden: J. Steen. In de coll. John G. Johnson te Philadelphia bevindt zich een repliek met kleine veranderingen. Gepubl.: Waagen, II, nr. 542; Hofstede de Groot, I, nr. 718 en 725. Tentoongesteld: Londen 1885, Royal Academy, nr. 106; Leiden, 1926, Jan Steen tent., cat.nr. 47; Londen, 1929, Ned. tent. Royal Academy, cat.nr. 209. Verz.: Amsterdam, Heisleuter, veiling, Parijs, 25 Jan. 1802; Parijs, 1816, Verdier; Parijs, 1826, Graaf Pourtalès; Londen, 1828, Majoor Duma; Londen, 1876, Richard Foster of Clewer Manor; Londen, veiling, 3 Mei, 1884, nr. 68; Londen, W. D. James. Zie afb. 108. D. A. J. Kessler, Brussel. 140. Feest voor een herberg. Paneel, 62 X 67. Get.: J. Steen. Gepubl.; Hofstede de Groot, I, nr. 645. Tentoongesteld: Amsterdam, 1938, Arti et Amicitiae, coll. D. Katz, cat.nr. 81. Verz.: Paignon, Dyonval, 1821; Jeremiah Harman, 1833; Sir Hugh Campbell; Lord Masham; Lady Cunliffe-Lister. Zie afb. 100. H. E. ten Cate, Almelo. 141. De aanbidding der herders. Doek, 53 X 63.5. Get. links beneden: J. Steen. Gepubl.: Smith, Cat. Raisonné, 1842, suppl. nr. 55; Westrheene „Jan Steen", 1856, nr. 104. Hofstede de Groot, nr. 37. Tentoongesteld: British Institution, 1835; D. A. Hoogenlijk en Co., Amsterdam, 1934. Verz.: Jonas Witsen, Amsterdam, 1717; Lord de Tabley, 1827; Dr. Franks, 1835. Zie afb. 96. A. A. van Sandick, Rotterdam. 142. De kegelspelers. Doek, 55.5 X 68. Get. J. Steen. Gepubl.: Cat. Goudstikker, Amsterdam, deel 20, nr. 106. Tentoongesteld: Brussel, 1935. Exp. intern, de cinq siècles d'Art, nr. 780. Verz.: Aug. Janssen, A'dam. Zie afb. 101. A. H. Kleiweg de Zwaan, Amsterdam. 143. Luitspelende vrouw. Paneel, 54 X 43. Get. links boven: J. Steen. Zie afb. 104. J. B. Scholten, Enschedé. 144. De rederijkers. Paneel, 60 X 71. Get.: J. Steen. Tentoongesteld: Dieren, 1937. D. Katz. cat.nr. 91. Verz.: Ed. Lloyd, veiling, Londen, 1937, cat.nr. 132 met afb. Zie afb. 105. H. Stokvis, Brussel. 145. De bedrogene. Paneel, 39 X 50. Get. J. Steen. Gegraveerd door Gerard Sibelius. Gepublic.: Smith, Cat.rais, nr. 122; Westhreenen, nr. 372; Wurzbach, nr. 46; Hofstede de Groot, nr. 843; Pantheon, deel 17, pag. 73. Tentoongesteld: Londen, Grafton Galleries, 1911, nr. 99; Haarlem, 1936, Frans Hals tentoonstelling, nr. 42. Verz.: Isaac Scheltus; Roos, Amsterdam; William Fleischman. Zie afb. 98. H. Kohn, Den Haag. 146. Drie-Koningenfeest. Doek, 130 X 161. Get. op de bank: J. Steen, 1 6 6 2. Tentoongesteld: Den Haag, 1934, Kon. Kunstzaal Kleykamp; Rotterdam, Dec. 1934, Museum Boymans, cat.nr. 18 met afb. XVII. Verz.: Henry Hlrsch, veiling Christies, Londen, 11 Mei, 1934, cat.nr. 144 met afb. Zie afb. 103. Part. verz., Gelderland. 147. De wijn bedriegt. Doek, 87.5 X 104.5. Get. links in het midden: J. Steen en rechts op de luifel van de deur: De wijn is een spotter. Zie afb. 94. Part. verz., Twenthe. GERARD TERBORCH. 1617 — Zwolle - Deventer — 1681. Omstreeks 1665 geschilderd. 148. De brief. Doek, 44 X 39. Op de landkaart boven het opschrift: Nova et acurata. totius Europae. Tab.(ula). Gepubl.: Hofstede de Groot, V, nr. 168. Tentoongesteld: Berlijn, 1906, Kaiser Friedrich-MuseumsVerein, nr. 139. Verz.: P. van den Santheuvel, Dordrecht, veiling, 23 Juli, 1810, nr. 56; P. van den Santheuvel en J. van Strij, Dordrecht, veiling, 24 April, 1816, nr. 115; Robert Hamilton, Londen, veiling 1832; Richard Winstanley, Londen, 1850; C. H. T. Hawkins, Londen, veiling 11 Mei, 1896; O. Huldschinsky, Berlijn, veiling 10 Mei, 1928, cat.nr. 38 met afb. Zie afb. 128. Mevr. C. von Pannwitz, Heemstede. 149. Zittend jong meisje met een brief in de hand. Papier op eikenhout, 28.5 X 23. Gegraveerd door Wille bij Ch. Blanc als „La gazetière hollandaise". Gepubl.: Smith Cat. rais., IV, nr. 62; Hofstede de Groot, V, nr. 102; Jan Veth, Beelden en Groepen, blz. 93. Tentoongesteld: Berlijn, 1914, Academie, nr. 167; Londen, 1929, Ned. tent. cat.nr. 232. Verz.: Graaf Raousset de Boublon Avlgnon; Jules Porgès, Parijs; O. Huldschinsky, Berlijn, veiling, 10 Mei, 1928, cat.nr. 37 met afb. Zie afb. 127. I. de Bruijn, Spiez. 150. Wijnproevend meisje met slapende jonge man. Doek, 39 X 34.5. Verz.: Ermitage, St. Petersburg. Zie afb. 129. Part. bezit, Nederland, in bruikleen Museum Boymans. 151. Portret van den graaf de Penaranda. Spaansche gezant bij de vredesonderhandelingen te Munster in 1648. Op het schilderij van Terborch voorstellend onderhandelaars van den vrede van Munster in de Nat. Gallery te Londen komt hij ten voeten uit voor. Koper, ovaal, 12 X 9. Gepubl.: Hofstede de Groot, Meisterwerke der Portraitmalerei auf der Ausstellung im Haag, 1903, afb. 8; W. Martin, Les Arts, 1903, blz. 24; A. Dayot Grands et Petits Maitres Hollandais du XVIIe siècle, 1911, blz. 136, cat.nr. 164; Hofstede de Groot, V, nr. 256. Tentoongesteld: Den Haag, 1903, Oude Portretten, nr. 7; Parijs, 1911, Jeu de Paume, nr. 155; Londen, 1929, Royal Academy, cat.nr. .. Verz.: Kremer, Parijs; Warneck, Parijs, veiling Mei 1926, cat.nr. 14 met afb. Zie afb. 126. D. G. van Beuningen, Rotterdam. ADRIAEN VAN DE VELDE. 1636 — Amsterdam — 1672. 152. Gezicht op het Huis ter Leede in de Betuwe, vanuit Rhenen. Doek, 49.5 X 64.5. Rechts beneden sporen van de signatuur. Zie afb. 163. Mr. M. M. van Valkenburg, Laren. JAN JANSZ. VAN DE VELDE. 1619/20 — Haarlem - Amsterdam — 1664. 153. Stilleven van een aangesneden citroen en schelpen. Paneel, 13 X 17. Get.: J. v. Velde feclt Anno 165 8. Tentoongesteld: Amsterdam „Het Stilleven", 1933, cat.nr. 327; Rotterdam, Museum Boymans, 1933, cat.nr. 102. Zie afb. 69. H. E. ten Cate, Almelo. 154. Stilleven van vruchten en een mes. Paneel, 13 X 17. Get. J. van de Velde fecit A° 165 8. Tegenhanger van het vorige stilleven. Tentoongesteld: Amsterdam, „Het Stilleven", 1933, cat.nr. 328; Rotterdam, Museum Boymans, 1933, cat.nr. 103. H. E. ten Catc. Almelo. WILLEM VAN DE VELDE DE JONGE. 1633 — Leiden - Greenwich — 1707. 155. Kalme zee. Doek, 26 X 31.5. Get. links beneden: W. v. Velde. Zie afb. 162. J. B. Scholten, Enschedé. 156. Schepen voor de kust. Doek, 38.7 X 51.3. Verz.: Earl Howe. Zie afb. 165. F. Lugt, Den Haag. 157. Strand bij Zandvoort. Hetzelfde onderwerp werd door Adriaen van de Velde geschilderd (coll. Six cat. veiling nr. 47, A. Jurgens, Londen). Paneel, 24.3 X 29.8. Get. links beneden op een plank: W. v. V e 1 d e. Zie afb. 164. D. G. van Beuningen, Rotterdam. JOHANNES CORNELISZ. VERSPRONCK. ± 1597 — Haarlem — 1662. 158. Portret van Margaretha Dikx op zeventienjarigen leeftijd. Gedoopt te Haarlem 19 Juli 1634; 10 Febr. 1654 gehuwd met Gerard Woltermans. Doek, 95 X 75. Get. links beneden: Joh. v. Spronck An° 165 1. Tentoongesteld: Rotterdam, Dec. 1934, Museum Boymans, cat.nr. 22, afb. XVIb. Verz.: Mullins, Salesbury (1840); J. R. Eyre; F. H. Hussey, Cheltenham. Zie afb. 66. J. W. Nienhuys, Bloemendaal. 159. Jongensportret. Paneel, 77.5 X 61. Zie afb. 65. W. van der Mandele, Bloemendaal. mmm ANTHONIE VERSTRALEN. 1594 — Gorcum - Huwde in 1628 te Amsterdam. 160. Wintertje. Paneel, 42.5 X 72. Zie afb. 57. Ir. J. Th. Berkemeier, Rotterdam. SIMON DE VLIEGER. 1601 — Rotterdam - Weesp —• 1653. 161. Strandgezicht. Doek, 72 X 111. Get. links op de ton: S. de Vlieger. Tentoongesteld: Amsterdam, Rijksmuseum, Oude Kunst, 1927, cat.nr. 159 met afb. Verz.: J. Goudstikker, cat. VI, nr. 56. 162. De Emmaüsgangers. Een van de meest nobele scheppingen van den grooten Delft schen kunstenaar, omstreeks 1660 geschilderd. De schaarsche werken van den meester — slechts — 40 doeken zijn bewaard gebleven — vallen in een kort tijdsbestek. Het groote doek de „Koppelaarster" uit het museum te Dresden is 1656 gedateerd. Daarvoor zullen ontstaan zijn de „Diana" in het Mauritshuis en de „Christus bij Martha en Maria" in het museum te Edinburgh. Ten opzichte van deze meesterlijke jeugdwerken vertoont ons schilderij meer bezonkenheid in de compositie en een grooter verfijning der kleuren. Het contrast van citroengeel en diep stralend lapis-lazuli wijzen reeds op den lateren en rijpen tijd van den Delftschen meester. Vermeer heeft in dit magistrale doek het bijbelsche verhaal als het ware gesublimeerd. Weergegeven is het moment, dat de weder-opgestane Christus, over wien al het aardsche leed is heengegaan, zoo juist het brood gebroken heeft en zijn hand ter zegening ophoudt. De discipelen vermoeden thans eerst, wien zij in hun midden hebben en met de diepste ver- Zie afb. 58. Part. verz. Zuid-Holland. JOHANNES VERMEER VAN DELFT. 1632 — Delft — 1675. eering zien zij naar den Meester op. De dienstmaagt heeft zoo juist het wit-Delftsche kannetje op tafel neergezet. Haar hand rust nog op het oor. Een innige band bindt allen tesamen. In uiterste soberheid, groot gezien zijn de figuren gegroepeerd rondom de tafel, bedekt met een wit laken op een donkerblauw kleed. Een wonder is de schildering van het stilleven. Doek, 129 x 117. Get. boven meer naar links: I. M e e r (de I boven afb.; D. Hannema, Jaarverslag, 1937, Vereeniging Rembrandt, met vier afb.; Dr. A. Bredlus, Oud-Holland, Juni 1938 met drie afb. Dank zij de Vereeniging Rembrandt, een Rotterdamsche kunstvriend en Dr. A. Bredlus voor Nederland behouden. Zie afb. 135, 136, 137, 138. Museum, Boymans, Rotterdam. JAN BAPTIST WEENIX. ± 1621 — Amsterdam - Utrecht (?) — 1660. 163. Doode zwaan met jachtgerei. Doek, 155.55 X 142.5. Get. op steenen plint: Glo Batist' Weenlx, 165 0. Verz.: Jane Seymour, Knoyle House, EastKnoyle, Salisbury. Zie afb. 147. H. E. Hannema-de Stuers, Den Haag. EMANUEL DE WITTE. 1617 — Alkmaar - Amsterdam — 1692. 164. Kerk-interieur. Doek, 61 X 47.5. Get. links beneden: E. de Witte, 1 662. Tentoongesteld: Londen, 1920/21, The Burlington Fine Arts Club: Londen, 1929, Ned. tentoonstelling, cat.nr. 341. Verz.: Edw. Speyer Ridgehurst, Stenley, Herts; J. Goudstikker, deel 39, nr. 86. Zie afb. 132. Part. verz. Zuid-Holland. PHILIPS WOUWERMAN. 1619 — Haarlem — 1668. 165. Strandgezicht met duinen. Doek, 51.5 X 66. Get. links beneden: P h. W. (ineen). Gepubl.: Hofstede de Groot, II, nr. 1081. Verz.: Colonel W. A. Hankey; Ch. Sedelmeyer, cat. 1900, nr. 50; W. Sauerbach. Zie afb. 111. K. A. Volz, Den Haag. 166. Duingezicht met karretje. Paneel, 35 X 31. Get. links beneden: P h. Wouwerman, 166 0. Verz.: Rothschild. Zie afb. 110. D. G. van Beuningen, Rotterdam. VLAAMSCHE SCHOOL 17de EEUW. ADRIAEN BROUWER. 1605 of 1606 — Oudenaarde - Antwerpen — 1638. 167. Herberginterieur. Paneel, 23 X 17. Gepubl.: Hofstede de Groot, Vol. III, nr. 134; Bode, „Adriaen Brouwer", 1924, blz. 70, afb. 46; F. Schmldt-Degener, blz. 23 met afb. Verz.: L. Nardus, Suresnes. Zie afb. 172. H. Stokvis, Brussel. 168. Uitgelaten boeren. Paneel, 22.7 X 18. Gepubl.: Bode. „Adriaen Brouwer", 1924, blz. 68, afb. 45; Elsevler's Maandschrift, 1938, blz. 104. afb, 23. Verz.: Rothan; M. van Gelder. Zie afb. 169. J. C. H. Heldring, Amsterdam. 169. Opblikkende boer. Paneel, 23 X 19. Gepubl.: Bode, „Adriaen Brouwer", 1924, blz. 118, afb. 80; Elsevler's Maandschrift, 1938, afb. 24. Zie afb. 170. J. C. H. Heldring, Amsterdam. 170. Maanlandschap. Paneel, 19.5 X 24. Gepubl.: Bode, Adriaen Brouwer, 1924, blz. 134 met afb. 94. Zie afb. 173. Mr. M. M. van Valkenburg, Laren. 171. Goede kameraden. Paneel, 16 X 13. Gepubl.: F. Schmidt Degener, „Adriaen Brouwer", 1908 met afb., blz. 52; Hofstede de Groot, 1910, nr. 219; Elsevler's Maandschrift, 1938, blz. 104, afb. 24; Bode Adriaen Brouwer, 1924, blz. 146, afb. 101. Verz.: M. Kann, Parijs; M. van Gelder, Brussel. Zie afb. 168. J. C. H. Heldring, Amsterdam. 172. Interieur met een boer, die zijn roes uitslaapt. Paneel, ovaal, 13.5 X 18.5. Zie afb. 174. Mevr. S. Larsen-Menzel, Wassenaar. JAN FIJT. 1611 — Antwerpen — 1661. 173. Stilleven met doode pauw. Doek, 132 X 149. Tentoongesteld: Amsterdam, 1936, Rijksmuseum, Oude Kunst, cat.nr. 45 met afb. Verz.: Maurice Kann, Parijs; Baron Herzog, Budapest; St. von Auspitz, Weenen. Zie afb. 184. D. G. van Beuningen, Rotterdam. JACOB JORDAENS. 1593 — Antwerpen — 1678. 174. Mozes met de steenen tafel, naast hem een negerin. Doek, 1.17 X 1.06. Tentoongesteld: Bern, 1926, Art Beige, cat.nr. 29; Brussel, 1928, Beaux-Arts de Belgique. Zie afb. 181. Mevr. M. van Gelder, Brussel. 175. Het Paris oordeel. Doek, 87 X 1.13. Tentoongesteld: Brussel, 1928. Musées Royaux des Beaux-Arts „Jordaens", cat.nr. 69. Zie afb. 182. Mevr. M. van Gelder, Brussel. PETRUS PAULUS RUBENS. 1577 — Siegen - Antwerpen — 1640. 176. De marteldood van den Heiligen Livinus. Omstreeks 1635. Modello voor een schilderij op het Hoogaltaar der Jezuitenkerk te Gent, thans in het museum te Brussel. Een eerste opzet, in grisaille vroeger in de collectie van Lord Aberdare (cat. Rubens tent. Amsterdam 1933 nr. 15). Paneel, 82 X 57. Gepubl.: M. Rooses „Bulletin Rubens", V, blz. 179; W. G. Valentiner „Zeltschrift fuer Bildende Kunst", 1912, blz. 271, nr. 34; W. Bode, „Gemaldesammlung des Herrn Rudolf Kann", 1900, blz. XXI, met afb. 64 (Fransche uitgave, blz. XVII, afb. 24); E. Michel, Rubens, 1900, blz. 493 met afb., blz. 496. Tentoongesteld: Brussel, 1910, nr. 384; Weenen, 1930 .Orei Jahrhunderte Vlaemische Kunst", nr. 251; Antwerpen 1930, „Oude Vlaamsche Kunst", nr. 251; Amsterdam, 1933, nr. 16 met afb.; Parijs, „Rubens et son temps". Verz.: Prosper Crabbe, Brussel, veiling Parijs, Juni 1890, nr. 48; Rudolphe Kann, Parijs; Stefan von Auspitz, Weenen. Zie afb. 175. D. G. van Beuningen, Rotterdam. 177. Portret van Pater Jan Neyen O.F.M. Pater Neyen was biechtvader van den Stadhouder der Spaansche Nederlanden. Hij was onderhandelaar in Den Haag voor het Bestand van 1609 en stierf in Spanje in 1612. Paneel, 95.5 X 74.5. Sinds 1915 in bruikleen in het Frans Hals Museum te Haarlem. Er bestaan meerdere copieën van dit portret, dat voorkomt op een interieur, dat in Nov. 1925 te Keulen geveild werd (cat.nr. 260). Gepubl.: G. D. Gratama, Onze Kunst, 1918, blz. 41—46. Tentoongesteld: Amsterdam, 1933, cat.nr. 45 met afb. Zie afb. 180. Erven Th. Wilson. 178. Quos Ego. In 1634 geschilderd als schets voor het schilderij in het museum te Dresden. Bestemd, evenals het volgende nummer, voor versiering van de eerepoorten voor den intocht van den nieuwen Stadhouder Ferdinand te Antwerpen in 1635. In beeld is gebracht een passage uit Ovidius' „Aeneïs" (le boek, 125-140): Neptunus stilt met zijn drietand de golven, om de vloot van Aeneas gelegenheid te geven de reis voort te zetten. Paneel, 48 X 63. Een geteekende eopie voor de hoofdgroep in het Prentenkabinet te Amsterdam. Gepubl.: Smith, „Cat. raisonné", II, 1830, blz. 27; M. Rooses, L'Oeuvre de Rubens, III, 1890, blz. 297. Tentoongesteld: Londen, 1882, Royal Academy, nr. 217; Amsterdam, 1933, cat.nr. 39 met afb. Veiling Londen, 1761. Verz.: Hertog van Grafton, veil. Londen, Christie's, Juli, 1923; Martin Sternberg, veil. Fred. Muller, Amsterdam, Oct. 1932, nr. 512. Zie afb. 177. S. Kramarsky, Amsterdam. 179. Ontmoeting van Koning Ferdinand van Hongarije met den Kardinaal-Infant Ferdinand te Nördlingen. Tegenhanger van vorig nummer. Bestemd als versiering voor de eerepoorten bij den intocht van den Stadhouder Ferdinand in Antwerpen in 1635. Paneel, 48 X 63. Gepubl.: Smith, „cat. raisonné", 1830, II, blz. 85 en 90; M. Rooses, L'Oeuvre de Rubens, III, 1890, blz. 298; Wurzbach „KUnstleriexicon", blz. 482. Tentoongesteld: Amsterdam, 1933, cat.nr. 40 met afb. Verz.: Sir Abraham Hume, Bart; Lord Brownlow, veiling Londen, Mei, 1923, nr. 123; Martin Sternberg, veiling Fred. Muller, Amsterdam, Oct. 1932, nr. 513. Zie afb. 176. S. Kramarsky, Amsterdam. 180. Het bad van Diana. Rechterhelft van een schilderij in de collectie van Kardinaal de Richelieu, die het kocht uit de nalatenschap van Rubens. Een copie van het geheel bevindt zich in het dépot van het Museum Boymans (coll. Koenigs). Doek, 150 X 118. Gepubl.: Hofstede de Groot, Cat. verz. Schubart; Cat. Martin Schubart, 1899, nr. 56; Max Rooses, L'Oeuvre de Rubens, m, blz. 83, nr. 6012, V, blz. 336; W. Bode, Köln. Zeitung, Oct. 1889; Bode, Berl. Kunstgesch. Ges. 13 Jan. 1890; Maandblad voor Beeldende Kunsten, Febr. 1927, blz. 46; Klassischer Bilderschatz, Jahrg. VII, 1895, nr. 870. Tentoongesteld: Leipzig, 1889, nr. 186; München, Glaspalast, 1894 en Kunstausstellungsgeb., 1895, nr. 50; Haarlem. 1926, Frans Hals Museum, nr. 8; Amsterdam, 1929, Rijks-Museum, Oude Kunst, nr. 120; Amsterdam, 1933, cat.nr. 32, met afb.; Rotterdam, 1935, Museum Boymans, coll. Koenigs, cat.nr. 22, met afb.; Verz.: Kardinaal de Richelieu; Dr. Martin Schubart-Czermak, München. Zie afb. 178. F. Koenigs, in bruikleen Museum Boymans. 181. Landschap. Na 1630 geschilderd. Paneel, 50 x 55. Gepubl.: Smith, „cat. rais." IX (suppl.) 1842, blz. 331, nr. 322; Waagen, 1857, blz. 98; Max Rooses, „L'Oeuvre de Rubens", IV, 1890, nr. 1205; R. Oldenbourg, Klassiker der Kunst, afb. blz. 271. Tentoongesteld: Londen, British Institution, 1850, nr. 28; Londen 1872, Burlington House, nr. 51; Londen, 1899, NewGallery, nr. 132; Londen, 1899, New-Gallery, nr. 121; O. M. Grafton Gallery, Londen, 1911, nr. 61; Dowdeswell Gallery, Londen, 1912, nr. 12; Londen, 1927, Royal Academy, Vlaamsche Kunst, nr. 267; Düsseldorf, 1929, Kunstverein, nr. 55; Amsterdam. 1933, cat.nr. 60; Rotterdam, Museum Boymans, cat. coll. Koenigs, nr. 41, met afb. Verz.: Reinagle, Mei 1824, nr. 16; Mulgrave, Mei 1832, nr. 18; Marquis of Cambden, 1841; Samuel Rogers, veiling Londen, Mei 1855, nr. 71; Earl of Northbrook. Zie afb. 179. F. Koenigs, in bruikleen Museum Boymans. JAN SIBERECHTS. 1627 — Antwerpen - Londen ± 1700. Landschap met een koehoedster en haar kind. Doek, 127 X 125 c.m. Get. J. Siberechts 1667. Gepubl.: Trésor de 1'Art Flamand du Moyen Age au 18e siècle (met afb.); Gltick, La Collectlon del Monte, pg. 14; Plerron, La Revue de 1'Art, Dec. 1926. p. 303/4; Conway, London 1927, Flemish and Belglan Art; Baldass, Pantheon, Maart 1930, p. 136; Mayer, Pantheon, October 1929, p 442; Michel, Gaz. des Beaux Arts, Sept. 1930, Numéro Special p. 17; Stheeman, Elsevler's Geïll. Maandschr., LXXX No. 10, p. 231/2; Fokker, Sieberechts, pelntre de la Paysanne flamande, p. 89, p. 15; Delen, Rubens en zijn eeuw, Antwerpen, 1929, p. 417. Tentoongeste'd: Mus. Boymans, R'dam, Dec. 1925; Het Vlaamsche Landschap, Kon. Mus. v. Schoone Kunsten, Brussel, Sept.-Nov. 1926, cat.nr. 285; Vlaamsche en Belgische Kunst van 1300-1900, Burl. House, Londen, 1927, cat.nr. 306; Belgische Kunst, Budapest 1927, cat.nr. 26; Drie Eeuwen Vlaamsche Kunst, Weenen, 1930, cat.nr. 120; Wereldtentoonstelling, Antwerpen, 1930, afd. Oud-Vlaamsche Kunst, cat.nr. 275; Belgische Kunst, Kopenhagen, 1931, Glyptotek, cat.nr. 32; Kunstzaal Kleykamp, 's-Gravenhage, 1932, cat.nr. 18. Verz.: Henri de Rochefort; Graaf André de Ganay; P. Mersch. Zie afb. 183. Erven S. del Monte. JUSTUS SUSTERMANS. 1597 — Antwerpen - Florence — 1681. Damesportret. Doek, 53 X 49. Velling: Amsterdam, Fredrik Muller, 14 Mei 1934, cat.nr. X met afb. Zie afb. 171. Mevr. S. Larsen-Menzel, Wassenaar. ITALIAAN SCHE SCHOOL 18de EEUW. ANTONIO CANAL, GEN. CANALETTO. 1697 — Venetië — 1768. Gezicht op de kerk San Giorgio Maggiore te Venetië. Doek, 187 X 200. Gepubl.: La Pittura Italiana del Seicento e del Settecento, nr. 44; Cat. Goudstikker, Amsterdam, deel 30, nr. 2! met afb. Tentoongesteld: Florence, 1922, nr. 44; Amsterdam, Sted. Museum, 1934, nr. 67 met afb. Verz.: Graaf d'Orlof. Zie afb. 191. Ir. C. Th. F. Thurkow, Den Haag. FRANCESCO GUARDI. 1712 — Venetië — 1793. 185. Speelbank tijdens het carnaval in Venetië. Doek, 85 X 101.5. Vroeger toegeschreven aan Pietro Longhi. Tentoongesteld: Amsterdam, 1934, Stedelijk Museum, „Italiaansche Kunst", cat.nr. 175 met afb. Zie afb. 190. E. vom Rath, Amsterdam. 186. Landschap. Doek, 59.5 X 72. Tentoongesteld: Antwerpen, 1932, Rijksmuseum „Oude Kunst", cat.nr. 58 met afb.; Amsterdam 1934, Stedelijk Museum, „Italiaansche Kunst", cat.nr. 170 met afb. Zie afb. 187. H. E. ten Cate, Almelo. 187. Gezicht op de kerk San Giorgio Maggiore te Venetië. Doek, 48 X 78. Tentoongesteld: Den Haag, Gemeente Museum, „Oude Kunst", nr. 89. Verz.: A. en M. Kann, Parijs. Zie afb. 188. A. Mayer, Den Haag. 188. Brand te Venetië. In het Museum Correr te Venetië bevindt zich een teekening van dit onderwerp. Doek, 21.5 X 34. Get. links beneden: Incendia di S. Marcuola 1'anno 1789... Gepubl.: P. Wescher, Pantheon IV, Dec. 1929, blz. 532 en 535. Cat. Goudstikker, Amsterdam, 1930 nr. 23. Verz.: Max Kellner, Weenen. Zie afb. 189. E. vom Rath, Amsterdam. GIOVANNI BATTISTA TIEPOLO. 1696 — Venetië - Spanje — 1770. 189. De vlucht naar Egypte. Doek, 59.4 X 40.8. Verz.: Staatsmuseum te Poltawa. Zie afb. 185. Part. Ned. verzameling. 190. De vlucht naar Egypte. Doek, 67 X 108. Gepubl.: Prof. Morassi, Burlington Magazine, Nov. 1937, met afb. Zie afb. 186. E. vom Rath, Amsterdam. FRANSCHE SCHOOL 18de EEUW. FR. BOUCHER. 1703 — Parijs — 1770. 191. Chinoiserie. Ontwerp voor een tapisserie van Beauvais, uit een serie bekend als „La suite Chinoise". Doek, 38.1 X 52.1. Vermoedelijk hetzelfde schilderij door Edmond en Jules de Goncourt genoemd in „Madame de Pompadour", zich bevindend in het kasteel „Bellevue" bij Parijs (1888, blz. 95). Verz.: Lelong; A. Pauchier-Magnan, Parijs, veiling Londen Sotheby, Dec. 1935, cat.nr. 77 met afb. Zie afb. 200. D. G. van Beuningen, Rotterdam. JEAN BAPTISTE SIMEON CHARDIN. 1699 — Parijs — 1779. 192. Stilleven van een aarden kan, een perzik en druiven. Doek, 46 X 55. Gepubl.: Guiffrey, nr. 124; „Les Arts", 1918, nr. 165; Herbert E. A. Furst, „Chardin", blz. 124; Wildenstein „Chardln" 1921, cat.nr. 223. Tentoongesteld: Parijs 1907, „Chardin-Fragonard" nr. 4; Amsterdam, 1933, Het „stilleven", cat.nr. 50 met afb. 49; Rotterdam 1933, Museum Boymans „Het stilleven", cat.nr. 17. Verz.: Frangois Flameng, Parijs. Zie afb. 194. D. G. van Beuningen, Rotterdam. JEAN BAPTISTE GREUZE. 1725 — Tournus - Parijs — 1805. 193. Portret van éen jong meisje. Doek, ovaal, 50 X 40. Get. rechts boven den schouder: J. B. Greuze 177 4. Tentoongesteld: Amsterdam, 1936, „Oude Kunst", Rijksmuseum, cat.nr. 64 met afb. Inzending: D. Katz, Dieren. Verz.: Comte de Morny, Parijs, 1848; J. H. Scott, Bart, Londen. Zie afb. 197. J. M. B. Beuker, Heelsum. NICOLAS LANCRET. 1690 — Parijs — 1745. 194. Pastorale. Doek, 54 X 60. Tentoongesteld: Amsterdam, 1936, Rijksmuseum „Oude Kunst", cat.nr. 92 met afb. (Inz. J. Goudstikker, Amsterdam). Verz.: Königi. Schlösser, Berlijn; Kalser Friedrich Museum, Berlijn, cat.nr. 473. Zie afb. 192. D. G. van Beuningen, Rotterdam. ETEENNE LIOTAKI). 1702 — Genève — 1789. 195. Het servies. Een van de zeldzame stillevens van dezen kunstenaar, dat treft door het origineele onderwerp. Paneel, 38 X 51. Tentoongesteld: Amsterdam „Het Stilleven", 1933, cat.nr. 195 met afb. 51; Botterdam, Museum Boymans, 1933. cat.nr. 57. Zie afb. 195. Fr. B. von Gutmann, Haarlem. JEAN BAPTISTE JOSEPH PATER. 1695 — Valenciennes - Parijs — 1736. 196. Fête champêtre. Doek, 44.5 X 55. Gepubl.: Beaux Arts 1937. Tentoongesteld: Londen, 1936, Burlington Fine Arts Club cat.nr. 28. Verz.: Earl of Rosebery. Zie afb. 198. D. G. van Beuningen, Rotterdam. 197. Fête champêtre. Tegenhanger van nr. 196. Doek, 44.5 X 55. Gepubl.: Beaux Arts 1937. Tentoongesteld: Londen, 1936. Burlington Fine Arts Club cat.nr. 28. Verz.: Earl of Rosebery. Zie afb. 199. D. G. van Beuningen, Rotterdam. HUBERT ROBERT. 1733 — Parijs — 1808. 198. Het atelier van den schilder. Doek, 36 X 44. Get.: H. R. 17. Tentoongesteld: Londen, 1932 „Fransche tentoonstelling". Royal Academy cat.nr. 315. Zie afb. 193. D. G. van Beuningen, Rotterdam. ANTOINE WATTEAU. Valenciennes - Parijs. Avondlandschap met spinster. Doek, 55 X 66. Gegraveerd in de achttiende eeuw door Aubert onder den titel van „L'Indiscret". Zie afb. 196. D. G. van Beuningen, Rotterdam. CATALOGUS VAN DE TEEKENINGEN ALBRECHT ALTDORFER. 1480 — Regensburg — 1538. 224. Het oordeel van Paris. Op de keerzijde van andere hand een studie (pen) van Christus en den ongeloovigen Thomas (?). De toeschrijving van de voorzijde is niet geheel overtuigend, de achterzijde, volgens Dr. E. Schilling, van een meester uit Augsburg. Penseel In wit op rood geprepareerd papier, 22.6 X 17 c.m. Later gedateerd: 1 5 0 9. Gepubl.: J. Meder, Albertina Publ. nr. 1232; M. Weinberger, Wolfgang Huber, 1930, p. 225 (copie (?) naar Huber); O. Benesch, österreichische Handzeichnungen des XV. u. XVI. Jahrh. 1937, p. 54; Hanna L. Becker, Die Handzeichnungen Albr. Altdorfers, 1938, nr. 140. F. Koenigs, in bruikleen Museum Boymans, Rotterdam. HENDRICK AVERCAMP. 1585 — Amsterdam-Kampen — 1634. 225. IJsvreugde. Omstreeks 1625. Vermoedelijk is de familie van den schilder weergegeven. De dame met de huik is dan zijn moeder Beatrix Avercamp. Een studie voor de groep in de arreslede in het Prentenkabinet te Berlijn (nr. 11835). Pen, aquarel, 17.4 x 31.5 c.m. Gepubl.: C. J. Welcker, H. Avercamp, Zwolle, 1933, p. 245, nr. 48; M. D. Henkei, Maandbl. v. B.K. 1938. p. 35 (afb. 9). Tentoongesteld: De Jéröme Bosch & Rembrandt, Brussel, 1937—1938, cat.nr. 42. F. Koenigs, in bruikleen Museum Boymans, Rotterdam. JACOB AZN. BACKER. 1608 — Harlingen - Amsterdam — 1651. 226. Liggend vrouwelijk naakt op een wit geplooid laken. Zwart krijt, wit gehoogd op grauw papier, 18.5 x 34.8 c.m. Tentoongesteld: Museum Podor, 1934, oat.nr. 6 (met afb.); Kersttentoonstelling, Centraal Museum, Utrecht, 1935. Zie afb. 265. Dr. A. Welcker, Amsterdam. FEDERIGO BAROCCIO. 1526 — Urbino — 1612. 227. Christuskop. Zwart en gekleurd krijt op grauw papier, 35 x 24 c.m. Prof. Dr. J. Q. van Regteren Altena, Zie afb. 229. Amsterdam. 228. Kop van een neerzienden grijsaard. Zwart en gekleurd krijt op grauw papier, 40.5 X 29 c.m. Verz.: G. G. (merk F. Lugt 1156). Prof. Dr. J. Q. van Regteren Altena, Amsterdam. 229. Slapend kind. Studie voor het Christuskind op de Madonna met de kat, door Leybold gegraveerd in Galerie du duc d'Orléans, dl. I, afb. 17. Zwart en gekleurd krijt op blauwgrijs papier, 24.3 X 27 c.m. Tentoongesteld: Itallaansche Kunst, Amsterdam, 1934, cat.nr. 474. Verz • Sir P. Lely; A. G. B. Russell. Prof. Dr. J. Q. van Regteren Altena, Amsterdam. ABRAHAM BLOEMAERT. 1564 — Dordrecht - Utrecht — 1651. 230. Boerderij. Studie uit den vroegen tijd van den schilder. Pen en aquarel, 12.6 X 30.1 c.m. F. Koenigs, Haarlem, in bruikleen Museum Boymans, Rotterdam. PIETER BOEL. 1622 — Antwerpen - Parijs — 1674. 231. Stekelvarken. Zwart, rood en wit krijt op grauw papier, 19.6 X 25.7 c.m. Gepubl.: Tlerzelchnungen aus acht Jahrhunderten, Prestel Verlag, 1936, p. XXI, afb. 37. Verz.: E. Calando. Prof. Dr. J. Q. van Regteren Altena, Zie afb. 278. Amsterdam. JEROEN BOSCH. ± 1450 — 's-Hertogenbosch — 1516. 232. De Krijgsman. De krijgsman is naar rechts gewend, met geopend vizier, waardoor een lange baard wappert en heft het rechterbeen, waaraan een driepuntige spiespunt is gegespt. Op de keerzijde vier tronies, een met misvormd gelaat, gehuld in een wonderlijke hoofdbedekking, verder een vrouw met kap, een krijgsman en een bisschop (?). De eenige teekening van den meester in een Ned. openbare verzameling. Door D. Hannema in het buitenland als Pieter Huys verworven en door hem aan het Museum Boy mans geschonken. Pen, 17.4 x 11.7 c.m. Gemerkt aan voor- en keerzijde ln oud schrift: "bosc h". Museum Boymans, Rotterdam, Zie afb. 210 en 211. (aanwinst 1937). 233. Het Uilennest. Omstreeks 1510 uit den ontstaanstijd van het schilderij „De Verloren Zoon" in het Museum Boymans. Misschien de illustratie van het spreekwoord „Het is een recht uilennest". Pen, 14 X 196 c.m. Gepubl.: P. Koomen, Maandbl. v. B.K. 1934. p. 300 (met afb.); N. Beets, Oud Holland, 1935, p. 225; Ch. de Tolnay, Jerome Bosch, Basel, 1937, p. 111, nr. 8; O. Benesch, Jahrb. d. pr. Kunstsammlungen, 1937, p. 258; M. D. Henkei, Maandbl. v. B.K. 1938, p. 35 (afb. 4). Tentoongesteld: Nederl. teekenlngen, Rotterdam, 1934, cat.nr. 2 (met afb.): Jeroen Bosch tentoonstelling, Rotterdam, 1936, cat.nr. 13; De Jéróme Bosch 4 Rembrandt, Brussel, 1937—1E38, cat.nr. 4. F. Koenigs, in bruikleen Museum Zie afb. 212. Boymans, Rotterdam. FR. BOUCHER. 1705 — Parijs — 1770. 234. Venus met de pylen van Amor. Studie voor het schilderij „L'Amour désarmé", dat in 1761 door Fessard werd gegraveerd. Een schilderij met hetzelfde thema thans in de collectie La Béraudière te Parijs. De teekening werd door J. F. Poletnich gegraveerd onder den titel „Le trait dangereux". Rood, zwart en wit krijt op geelbruin papier, 35.3 X 26.8 c.m. Gepubl.: E. en J. de Goncourt, L'Art du XVIIIe siècle, Paris 1880, p. 191; C. P. Foerster, Sammlung P. Koenigs. franz. Meister des XVIII Jahrhunderts, 1930, nr. 9. Tentoongesteld: Fransche teekeningen, Rotterdom, 1934/35, cat.nr. 45. Verz.: Babault (1763). F. Koenigs, in bruikleen Museum Boy mans, Rotterdam. 235. Portret van een jonge vrouw, met 17de eeuwsche kraag. Zwart en rood krijt, 21.1 X 15.4 c.m. Tentoongesteld: Fransche te 'keningen. Rotterdam, 1934/35, cat.nr. 44 (met afb.). F. Koenigs, in bruikleen Museum Zie afb. 300. Boymans, Rotterdam. 236. Slapend meisje. Zwart, rood en wit krijt op geelbruin papier, 22.6 X 19.4 c.m. Op de keerzijde gemerkt: "Dessin de Boucher 1 7 54". Gepubl.: C. P. Foerster, Die Sammlung Koenigs, franz. Meister des XVm Jahrhunderts, 1930, nr. 10. Tentoongesteld: Fransche teekenlngen, Rotterdam, 1934/35, cat.nr. 48. F. Koenigs, in bruikleen Museum Boymans, Rotterdam. 237. Boerderij aan het water. Krijt op grijs papier, 23.6 X 33.7 c.m. Gemerkt links beneden in oud schrift: "F. Boucher f.". Gepubl.: C. F. Foerster, Die Sammlung P. Koenigs, franz. Meister des XVIII Jahrhunderts, 1930, nr. 11. Tentoongesteld: Fransche teekenlngen, Rotterdam, 1934/35, cat.nr. 46 (met afb.). F. Koenigs, in bruikleen Museum Boymans, Rotterdam. JAN DE BRAY. ± 1627 — Haarlem — 1697. 238. Struikgewas bij een begroeide, afbrokkelende muur. Penseel met bruine wasch, 19.5 X 27 c.m. Met monogram (op de keerzijde): I D B en gedateerd: 1 6 5 2 7/1 3. Tentoongesteld: Museum Fodor, Amsterdam, 1934, cat.nr. 22 (met afb.). Verz.: W. Argoutinsky Dolgoroukoff. Dr. A. Welcker, Amsterdam. ADRIAEN BROUWER. 1605/6 — Oudenaerde - Antwerpen — 1638. 239. Studies voor een kerstnacht. Potlood en pen met bruinen inkt, 19.2 X 29.4 c.m. Gepubl.: D. A. de Graaf, Elsevier's Maandschrift, 1938, p. 106 (afb. XXIV). Verz.: W. Bateson. Prof. Dr. J. Q. van Regteren Altena, Zie afb. 273. Amsterdam. JAN BRUEGHEL. 1568 — Brussel - Antwerpen — 1625. 240. Planten. Studie voor een voorgrond. Pen en penseel in bruinen inkt op blauw papier, 27.6 X 38.7 c.m. Gemerkt: Breughel. Prof. Dr. J. Q. van Regteren Altena, Zie afb. 232. Amsterdam. PIETER BRUEGEL DE OUDE. 1525 — Bruegel - Brussel —- 1569. 241. Superbia (De Hoogmoed). Een van de zeven hoofdzonden, geteekend voor een serie prenten, die door H. Cock in 1558 werd uitgegeven en door P. van der Heyden werd gegraveerd (Bast. 127). De Hoogmoed is vergezeld van het symbool de pauw en houdt een spiegel vast. Links drijft de pronkzucht tot het gaan naar den barbier en het wasschen van haren. Naast Superbia een herder en disputeerende vrouwen (een bespotting op het oordeel van Paris?). Het spreekwoord „Twee hoovaardigen kunnen het op een ezel niet uithouden" iets verder weergegeven op de rivier rechts. Toespeling op trots en pronk. Onderschrift: „Hoovaerdye wert van Godt boven al ghehaet / ghelycq wert God weder van hooverdye versmaet." Pen, 23.4 X 30.1 c.m. Gemerkt en ged. links onder: brueghel 1 5 5 7. Gepubl.: M. J. Frledlander. Pieter Bruegel, Berlin, 1921, p. 60, afb. 33; K. Tolnai, Die Zeichnungen Pieter Bruegels, 1925, p. 60, 83, nr. 32. Tentoongesteld: Flemish Art, Londen, 1927, cat.nr. 529: Brueghel tentoonstelling, Fa. P. de Boer, Amsterdam, 1934, cat.nr. 349; De van Eyck & Bruegel, Parijs, 1935, cat.nr. 179. Verz.: D. Baron Vivant—Denon; C. Fairfax Murray. Zie afb. 216. F. Lugt, 's-Gravenhage. 242. Gula (De Vraatzucht). Een van de zeven hoofdzonden, geteekend voor een serie prenten, die door H. Cock in 1558 werd uitgegeven en door P. van der Heyden werd gegraveerd (Bast. 129). De gulzigheid is gesymboliseerd door het zwijn. Links eet een groote visch kleine visschen op; rechts staat de lepel in den pappot, toespelingen op gezegden. De malende molen, de kruik te water, de gebraden visch die uithangt e.d. demonstreeren mede de vraatzucht. Onderschrift: "Schout dronckenschap ende gulselyck eten / want overdaet doet godt en hem selven vergeten". Pen, 23.1 X 30.1 c.m. Gemerkt en ged. rechts onder: "brueghel 1 5 5 7". Gepubl.: M. J. Frledlander, Pieter Bruegel, Berlin, 1921, p. 181, afb. 93; N.R.Ct. 28 Jan. 1922; K. Tolnai, Die Zeichnungen Pieter Bruegels, 1925, p. 60, p. 83, nr. 31. Tentoongesteld: Brueghel tentoonstelling, Fa. P. de Boer, Amsterdam, 1934, cat.nr. 348; De van Eyck & Bruegel, Parijs, 1935, cat.nr. 180. Verz.: D. Baron Vivant—Denon; C. Fairfax Murray. Zie afb. 217. F. Lugt, 's-Gravenhage. 243. Caritas (De Liefde). Ontwerp voor de gravure van H. Cock (Bast. 134) voor de serie der zeven deugden. De Liefde, een van de drie goddelijke deugden, is hier omgeven door voorstellingen, die de zeven barmhartigheden weergeven. Onderschrift: „Speres tibi accidere quod alteri accidit ita denum excitaberis ad opem ferendam si sumpseris eius animam qui opem tune in malis constitutus implorat" (vreest dat ook U kan gebeuren wat een ander heeft getroffen, verplaatst U in den toestand van den ongelukkige die steun vraagt, dan zult ge de behoefte tot helpen sterker voelen). Pen, 22.4 X 29.5 c.m. Gemerkt en ged.: Bruegel 155 9. Gepubl.: K. Tolnai, Die Zeichnungen Pieter Bruegels, 1925, nr. 40a; J. Borms, N.R.Ct. 14 Sept. 1934. Tentoongesteld: Flemish Art, Londen. 1937, cat.nr. 528; Oude Kunst, Amsterdam, 1929, cat.nr. 179; Nederl. teekenlngen, Rotterdam, 1934, cat.nr. 6 (met afb.); Clnq siècles d'art, Brussel, 1935, cat.nr. 459. F. Koenigs, in bruikleen Mitseum Zie afb. 219. Boymans, Rotterdam. 244. Fortitudo (De Kracht). Ontwerp voor de gravure van H. Cock (Bast. 137) voor de serie der zeven deugden. De Kracht, een van de vier cardinale deugden, staat hier met haar emblemen temidden van den strijd tegen de zeven hoofdzonden (Hoogmoed = pauw; vraatzucht = zwijn; onkuischheid = haan; luiheid = ezel; nijd = kalkoen; gierigheid = pad; gramschap = beer). Op den achtergrond de burcht der Deugd en een strijd tusschen goed en kwaad of geloof en heidendom. Op de prent het onderschrift: "Animum vincere, iracundiam cohibere caeteraque vitia et affectus cohibere vera Fortitudo est". Pen, 22.5 X 29.5 c.m. Gemerkt en ged. Bruegel 156 0. Gepubl.: O. Benesch, Old Master Drawlngs 1927 (II), p. 4 (PI. 2); K. Tolnai, Jahrb. d. pr. Kunstsammlungen, 1929, p. 204 (met afb.); J. Borms, N.R.Ct. 30 Aug. 1934; Ch. de Tolnay, Pierre Bruegel Tanden, Bruxelles, 1935, p. 102, nr. 8 (afb. 181). Tentoongesteld: Nederl. teekenlngen, Rotterdam, 1934, cat.nr. 8 (met afb.); Clnq siècles d'art, Brussel. 1935, cat.nr. 462. Verz.: W. Koller; Strauss; Czeczowitzka. F. Koenigs, in bruikleen Museum Zie afb. 218. Boymans, Rotterdam. 245. Gezicht op Reggio aan de Straat van Messina. Studie voor de linkerhelft van de gravure met den zeeslag in de straat van Messina, in 1561 in prent gebracht (Bast. 96). De prent is in spiegelbeeld; de teekening, door Bruegel omstreeks 1553 naar de natuur geschetst, in de 17de eeuw door Claude Lorrain van een voorgrond voorzien en hier en daar met de pen opgewerkt. Pen, 15.4 x 24.1 c.m. Penseel (gewasschen) van de hand van Claude Lorrain. Gepubl.: Ch. de Tolnal, Pierre Bruegel 1'Ancien, 1935, p. 101, nr. 2 (afb. 196). Tentoongesteld: Nederl. teekeningen, Botterdam, 1934, cat.nr. 12. Verz.: Rolas du Rosey; J. Q. van Regteren Altena. F. Koenigs, Haarlem, in bruikleen Museum Boymans, Rotterdam. 246. Bergstroom tusschen rotsen. Pen, 11 X 20 c.m. Gemerkt en ged. P. Bruegel 156 0. Gepubl.: K. Tolnal, Die Zeichnungen Pleter Bruegels, 1925, p. 89, nr. 86 (met afb.) ten onrechte als niet van de hand van Bruegel. Tentoongesteld: Brueghel tentoonstelling, Fa. P. de Boer, Amsterdam, 1934, cat.nr. 351. Verz.: Dr. Jurié (Weenen). F. Lugt, 's-Gravenhage. 247. Studie van twee boeren. Omstreeks 1564-1566, „naer het leven". Pen en krijt, 17.6 X 12.8 c.m. Met verschillende notities omtrent de kleuren. Gepubl.: Lees, The art of the great masters, Londen, 1913, p. 69 (afb. 80); K. Tolnai, Jahrb. d. pr. Kunstsammlungen, 1929, p. 209; Ch. de Tolnay, Pierre Bruegel rancièn, Bruxelles, 1935, p. 103, nr. 13 (afb. 180). Tentoongesteld: Oude Kunst, Amsterdam, 1929, cat.nr. 178; Nederl. teekeningen, Rotterdam, 1934, cat.nr. 9 (met afb.); Cinq siècles d'art, Brussel, 1935, cat.nr- 474; De van Eyck a Breughel, Parijs, 1935, cat.nr. 169. Verz.: E. Wauters. F. Koenigs, in bruikleen Museum Zie afb. 220. Boymans, Rotterdam. 248. Halffiguur van een man met baard, naar links gewend. Omstreeks 1564-1566, „naer het leven". Pen, 19.3 X 14 c.m. Met kleurnotities. Gepubl.: Ch. de Tolnay, Pierre Bruegel 1'ancien, Bruxelles, 1935, p. 103, nr. 11 (afb. 200). Tentoongesteld: Nederl. teekeningen, Rotterdam, 1934, cat.nr. 10. Verz.: de Mestral St. Saphorin; Ch. Eggimann; Mevr. R. Blay. F. Koenigs, in bruikleen Museum Boymans, Rotterdam. 249. Staande boer, op den rug gezien. Omstreeks 1564-1566, „naer het leven". Pen en krijt, 19.3 X 12.5 c.m. Met notities voor de kleuren. Gepubl.: P. Koomen, Maandbl. v. B. K. 1934, p. 300 (met afb.); Ch. de Tolnay, Pierre Bruegel Tanden, Bruxelles, 1935, p. 103, nr. 12 (afb. 201); W. R. Juynboll, Emporium, XLIV (1938), p. 28 (met afb.). Tentoongesteld: Nederl. teekeningen, Rotterdam, 1934, cat. nr. 11 (met afb.); Cinq siècles d'art, Brussel, cat.nr. 470. Verz.: J. W. Böhler. F. Koenigs, in bruikleen Museum Zie afb. 221. Boymans, Rotterdam. 250. Twee studies: Oude man, zittend en slapend, ten voeten uit, en oude man met stok, ten halven lijve. Omstreeks 1566-1568, „naer het leven". Pen over krijt, 15.2 X 15.9 c.m. Met verschillende bijschriften omtrent de kleuren met de hand van den teekenaar. Links onder: naer het leven. Valsch monogram Ad. Gepubl.: Ch. Tolnay, Old master drawings, 1937 (IX), p. 19 (Plate 20); Ch. de Tolnay, Pierre Bruegel Tanden, Bruxelles, 1935, p. 103, nr. 14 (afb. 178). Tentoongesteld: Brueghel tentoonstelling, Fa. P. de Boer, Amsterdam, 1934, cat.nr. 350; De van Eyck è, Bruegel, Parijs, 1935, cat.nr. 178. Verz.: Lindley (1840). F. Lugt, 's-Gravenhage. WILLEM BUYTEWEGH. 1591/91 — Rotterdam — 1624 251. Kermis te 's-Gravenhage. Loterij tent tusschen het koor van de Jacobskerk en het Raadhuis. De teekening is omtsreeks 1617 ontstaan. Pen, met O.-I. inkt gewasschen en enkele toetsen witte dekverf 27.5 X 40 c.m. Gepubl.: G. Knuttel Mededeelingen. Dienst van K. en W., 's-Gravenhage, Deel II (1928) p. 123. F. Lugt, 's-Gravenhage. JEAN-BAPTISTE-SIMEON CHARDIN. 1699 — Parijs — 1779. 252. Varken op de leer. Zwart krijt, pastel en waterverf op blauw papier, 31.4 X 16.2 c.m. Verz.: J. Gigoux; M. Paulme. Prof. Dr. J. Q. van Regteren Altena, Amsterdam. AELBERT CUYP. 1620 — Dordrecht — 1691. 253. Duinlandschap. Uit den vroegen tijd van den schilder, teekeningen in dezen trant ook in de verz. F. Lugt. Potlood, 10.3 X 19.8 c.m. Tentoongesteld: Nederl. teekeningen, Rotterdam, 1934, cat.nr. 43 (met afb.). F. Koenigs, Haarlem, in bruikleen Museum Boymans, Rotterdam. 234. Landschap met boerderij. Zie opmerking vorig nr. Potlood, 10.4 X 19.7 e.m. Tentoongesteld: Nederl. teekeningen, Botterdam, 1934, cat.nr. 44. F. Koenigs, in bruikleen Museum Boy mans, Rotterdam. 255. Gezicht op Dordrecht (of Vlissingen?). De groote kerk, welke nog meer naar rechts ligt, is op de teekening niet weergegeven. Zwart krijt, grijs gewasschen, 15.9 X 50.3 c.m. Tentoongesteld: Dutch Art, Londen, 1929, cat.nr. 565. Verz.: H. Oppenhelmer (velling Londen, 10—14 Juli, 1936, nr. 226, afb. 58). Mevr. S. harsen-Menzél, Wassenaar. 256. Landschap met boomen. Zwart krijt, met geel en bruin gewasschen, 19.3 X 31 c.m. Gepubl.: K. T. Parker, Old master drawings, 1929 (III), p. 53 (Plate 46). Tentoongesteld: Dutch Art, Londen, 1929, cat.nr. 564. Verz.: H. Oppenhelmer (velling Londen, 10—14 Juli 1936, nr. 227, afb. 59). Zie afb. 274. Mevr. S. Larsen-Menzel, Wassenaar. 257. Boschrand. Vroeg werk, een verwante teekening in het British Museum te Londen (E. 1912. 171). Zwart krijt, bruin en grijs gewasschen, 18.6 X 30 c.m. Tentoongesteld: Nederl. teekeningen, Rotterdam, 1934, cat.nr. 45. F. Koenigs, in bruikleen Museum Boymans, Rotterdam. LAMBERT DOOMER. 1622 — Amsterdam — 1700. 258. Gezicht op Rhenen. Teekening uit de latere jaren van den kunstenaar. Pen, bister, met grijze en bruine waterverf gewasschen, 23.4 X 40.2 c.m. Verz.: C. Ploos van Amstel; Sackville; H. Oppenheimer (veiling Londen 10—14 Juli 1936, nr. 229). Mr. Chr. P. van Eeghen, Amsterdam. ALBRECHT DUERER 1471 — Neurenberg — 1528. 259. Zittende jongeman. Studie van een mantel uit den allervroegsten tijd van den kunstenaar, tijdens zijn leerjaren bij M. Wolgemut. Toeschrijving. Pen, 16.7 X 12.6 c.m. Gedateerd later (?): 148 6. Gepubl.: E. Lees, The Art of the great masters, 1913; F. Lippmann-F. Winkler: Zeichnungen von A. Dürer in Nachbildungen VII (1929), nr. 592; E. Flechsig, A. Dürer n (1931), p. 380; F. Winkler, Die Zeichnungen Albrecht Dürers, I (1936), nr. 5. Verz.: E. Wauters. F. Koenigs, in bruikleen Museum Boymans, Rotterdam. 260. Ontwerp voor een wapen met een man achter een kachel. Omstreeks 1493 ontstaan. Op de keerzijde een knielende Madonna. Pen, 23.1 X 18.7 c.m. Op het wapen "Fricze—oho" (?). Gepubl.: Lippmann—Winkler VI, nr. 602; Festschrift Dtirerforschung, Cicerone, 1928, p. 96; F. Winkler, Dürers Zeichnungen, 1936, I, nr. 41 (en 43). Tentoongesteld: Prentenkabinet, Berlijn, 1936. Verz.: Kabinett Praun; Esterhazy; Pacetti; E. Calando. F. Koenigs, in bruikleen Museum Zie afb. 209. Boymans, Rotterdam. 261. Vrouweportret. Tiroolsche boerin, door Dürer op zijn tweede reis naar Venetië geteekend. Zwart krijt, de groengewasschen achtergrond van later datum, 34.6 X 26.4 c.m. Met monogram A D en gedateerd: 1 5 05. Gepubl.: Llppmann, Zeichnungen von A. Dürer, II, nr. 180; P. Winkler. Dürers Zeichnungen, 1937, II, nr. 371. Tentoongesteld: Kersttentoonstelling, 1934—'35, Rotterdam, cat.nr. 7 (met afb.); Prentenkabinet, Berlijn, 1936. Verz.: H. W. Campe; F. Vleweg; M. Eisler. F. Koenigs, in bruikleen Museum Zie afb. 206. Boymans, Rotterdam. ANTHONIE VAN DIJCK. 1599 — Antwerpen - Londen — 1641. 262. Petrus houwt Malchus het oor af. Studie voor de linkergroep op de Gevangenname van Christus in de verz. van Sir. H. Cook (omstreeks 1615-20). Pen, 15.6 X 14.2 c.m. Gepubl.: H. Rosenbaum, Der Junge van Dijck, München, 1928, p. 71; G. Glück, Van Dijck, KI. d. K. 1B31, p. 527 (71). Verz.: Th. Hudson; J. Richardson Jun.; Sir Th. Lawrence; John Thane; R. P. Roupell; V. Koch. F. Koenigs, in bruikleen Museum Boymans, Rotterdam. 263. Staande Italiaansche edelman. Studie voor het portret van een edelman, thans in Kassei, omstreeks 1625 vervaardigd (Kassei, G'emaldegalerie, Kat. 1929, nr. 121). Zwart en wit krijt op grauw papier, 40.8 X 24.9 c.m. Later (?) gemerkt: "A. v. Dijck". Vergelijk: G. Glück, van Dijck, KL d. K, 1931, p. 182. Verz.: P. H. Lankrlnk; J. Richardson Sen.; Th. Hudson; Sir Jos. Reynolds; John Thane; A. Beugo. F. Koenigs, in bruikleen Museum Boymans, Rotterdam. 264. Portret van een heer, ten voeten uit. Op de keerzijde een studie naar een zittende figuur. In stand komt de teekening overeen met het portret van Van der Borght in het Rijksmuseum, omstreeks 1628 vervaardigd (KI. d. K. 322). Zwart en wit krijt op bruin papier, 41 X 25.3 c.m. Later (?) gemerkt: ,,A. van D ij c k". Verz.: P. H. Lankrink; Th. Hudson; Sir Jos. Reynolds; L. A. Baron de Schwiter; E. Calando. F. Koenigs, in bruikleen Museum Boymans, Rotterdam. ALLAERT VAN E VERDING EN. 1621 — Alkmaar - Amsterdam — 1675. 265. De Iijmmakerij buiten Amsterdam. Penseel, waterverf, 17 X 28 c.m. Get. midden meer naar rechts: ,,A V E". Op de keerzijde: „A 11. van Everdlnjen" en ,,L IJ mmakerlj op het bleekerspad bulten Amsterdam" (ln handschrift van C. Ploos van Amstel). Verz.: S. Feltama; C. Ploos van Amstel; B. de Bosch; I. F. Elllnckhuyzen; J. P. Heseltine; Ant. W. M. Mensing, velling 5 Juli 1927, Amsterdam nr. 200 (met afb.). Zie afb. 270. Mr. Chr. P. van Eeghen, Amsterdam. GOVERT FLINCK. 1615 — Cleve - Amsterdam — 1660. 266. Isaak zegent Jacob. Studie voor het schilderij van 1638 in het Rijksmuseum te Amsterdam. Rood krijt, gewasschen, 19.2 X 18.2 c.m. Gepubl.: C. Hofstede de Groot, Rep. f. Kunstwissenschaft L (1929), p. 144; M. D. Henkei, Le dessin hollandais des origines au XVIIe siècle, 19C1, p. 80, 126 (afb. LXXI). Tentoongesteld: Dutch Art. Londen, 1929, cat.nr. 652; De Jeröme Bosch k Rembrandt, Brussel 1937—1938, nr. 98. F. Koenigs, Haarlem, in bruikleen Museum Boymans, Rotterdam. JEAN HONORE FRAGONARD. 1732 — Grasse - Parijs — 1806. 267. „Le premier baiser". Pastel op blauw papier, 25.4 X 19.6 c.m. Gepubl.: C. F. Foerster, Sammlung F. Koenigs, franz. Meister des XVIII Jahrh. 1930, nr. 19; Seymour de Riccl. Les dessins fransais, Paris 1938, nr. 22. Tentoongesteld: Oude Kunst, Amsterdam, 1929, cat.nr. 203; Fransche teekeningen, Rotterdam, 1934/35, cat.nr. 59; Chefs d'oeuvre de 1'art frangais, Parijs, 1937, cat.nr. 543; Leihgabe Koenigs, Berlijn, 1938. Verz.: E. Rodrlguez. F. Koenigs, in bruikleen Museum Boymans, Rotterdam. 268. „La confidence". In de beide voorgestelden meent men de vrouw van den schilder en haar zuster Marguerite Gérard te herkennen. De teekening is het pendant van „La Lecture" in het Louvre. Een derde teekening, welke nauw hiermede samenhangt, „La Rêveuse", was in de verz. A. Beurdeley. Potlood en penseel ln bister gewasschen, 28 X 20.8 o.m. Gepubl.: C. F. Foerster, Sammlung F. Koenigs, franz. Meister des xvni Jahrh., 1930, nr. 18; W. R. Juynboll, Emporlum XLIV (1938), p.27 (met afb.). Tentoongesteld: Exp. Fragonard, Seligmann, Parijs, 1931, nr. 53; Fransche teekenlngen Rotterdam, 1934/35, cat.nr. 58 (met afb.); Chefs d'oeuvre de 1'art fransals, Parijs, 1937, cat.nr. 541. Verz.: Baron Brunet—Denon; M. Paulme. 269. De stoeipartij. De teekening bekend onder den titel „La Culbute", uit de „Suite de 1'orgie", door de gebroeders de Goncourt beschreven. Potlood en penseel, gewasschen, 25 X 38.4 c.m. Gepubl.: E. en J. de Goncourt, L'Art du XVIIIe siècle n, Paris, 1882, p. 377; R. Portalls, Fragonard, Paris, 1887, p. 306; C. F. Foerster, Sammlung F. Koenlgs, franz. Meister des XVIII Jahrh. 1930, cat.nr. 16. Tentoongesteld: Oude Kunst, Amsterdam, 1929, cat.nr. 201 (met afb.); Kind en Kunst, Haarlem, 1931, cat.nr. 193; Fransche teekenlngen, Rotterdam, 1934/35, cat.nr. 60 (met afb.). Verz.: E. Norblin; G. Mühlbacher; Marquls de Biron. 270. Les jets d'eau. De voorstelling, evenals haar pendant „Les Pétards", in prent gebracht door d'Auvray. Varianten van dit onderwerp in de vroegere collectie A. Veil-Picard (Oude Kunst, Amsterdam, 1936, nr. 178) en in de vroegere verz. David Weill. Krijt, pen en ln bister gewasschen, 24 x 35.3 c.m. Gepubl.: R. Portalls, Fragonard, 1889, p. 304; Seymour de Ricci, Les dessins frangais, Paris, 1938, nr. 23. Tentoongesteld: Oude Kunst, Amsterdam, 1929, cat.nr. 202; Fransche teekenlngen, Rotterdam, 1934/35, cat.nr. 66; Chefs d'oeuvre de 1'art fransais, Parijs, 1937, cat.nr. 542. Verz.: Comte de Béhague; G. Mühlbacher; H. Marcel; M. Paulme. Zie afb. 298. F. Koenigs, in bruikleen Museum Boymans, Rotterdam. Zie afb. 296. F. Koenigs, in bruikleen Museum Boymans, Rotterdam. Zie afb. 297. F. Koenigs, in bruikleen Museum Boymans, Rotterdam. 271. Sater met zijn kinderen. Potlood en penseel, gewasschen, 44.5 X 33.6 c.m. Gepubl.: E. en J. de Goncourt, L'Art du XVIIIe siècle, Paris, 1882, p. 570; R. Fortalls, J. H. Fragonard, Paris, 1887, p. 312; C. F. Foerster, Sammlung F. Koenigs, franz. Meister des XVIII Jahrh. 1930, nr. 17. Tentoongesteld: Exp. Fragonard, Seligmann, Parijs, 1931, cat.nr. 7 (met afb.); Fransche teekenlngen, Rotterdam, 1934/35, cat.nr. 57 (met afb.). Verz.: Brunet—Denon; Walferdln. F. Koenigs, in bruikleen Museum Zie afb. 299. Boymans, Rotterdam. 272. Romeinsch landschap met de kerk S. Giovanni in Laterano. Zwart krijt en penseel In bruin gewasschen, 33.6 X 45.5 c.m. F. Koenigs, in bruikleen Museum Boymans, Rotterdam. 273. Een monument in het park van de villa Negroni te Rome. Krijt en penseel, bister, 21.1 X 27.2 c.m. Tentoongesteld: Exp. Fragonard, Seligmann, Parijs, 1931, cat.nr. 92; Fransche teekenlngen, Rotterdam, 1934/35, cat.nr. 68 (met afb.). Verz.: M. Feuillet. F. Koenigs, in bruikleen Museum Boymans, Rotterdam. 274. Een fontein in het park van de villa Negroni te Rome. Krijt en penseel, bister, 21.1 X 27.2 c.m. Tentoongesteld: Exp. Fragonard, Seligmann, Parijs, 1931, cat.nr. 74; Fransche teekenlngen, Rotterdam, 1934/35, cat.nr. 69 (met afb.). Verz.: M. Feuillet. F. Koenigs, in bruikleen Museum Boymans, Rotterdam. FRANSCHE SCHOOL, OMSTREEKS 1470. 275. Monnik in gebed. Omstreeks 1470-1480 ontstaan, school van Jean Fouquet. Ook toegeschreven aan den Meester van Aix. Pen, aquarel, gewasschen en op geprepareerd papier, 28 X 12.5 cjn. Gepubl.: J. Dupont, Un portrait du Maïtre de 1'annonclatlon au Musée de Copenhague, La Revue de 1'Art, 1936, p. 261. Tentoongesteld: Fransche teekenlngen, Rotterdam, 1934/35, cat.nr. 1 (met afb.); Chefs d'oeuvre de 1'art francais, Parijs, 1937, cat.nr. 435. F. Koenigs, in bruikleen Museum Zie afb. 203. Boymans, Rotterdam. ABRAHAM FURNERIUS. 1620 (?) — Amsterdam — 1698 (?). 276. Boschweg. Pen, penseel, gewasschen in bister, rood krijt, 18 X 29.5 c.m. Gepubl.: F. Becker, Handzeichnungen Holl. Meister aus der Sammlung Dr. C. Hofstede de Groot, 1923, p. 8-9, nr. 17. Tentoongesteld: Gemeente Museum, den Haag, 1930, cat. III, nr. 52. Verz.: J. A. Boerner; F. Heimsoeth; A. Straeter; Rud. P. Goldschmidt; C. Hofstede de Groot (veiling Boerner, 4 Nov. 1931, nr. 93). Mr. Chr. P. van Eeghen, Amsterdam. JACOB DE GHEYN. 1565 — Antwerpen - Den Haag — 1629. 277. Maria en Johannes. Pen over zwart krijt, witte hoogsels, 24.2 X 26.5 c.m. Gepubl.: J. Q. van Regteren Altena, Jacques de Gheyn, 1935, I, p. 68. Verz.: F. W. Greebe; D. Versteegh; R. della Faille de Waerloos. F. Koenigs, in bruikleen Museum Boymans, Rotterdam. 278. Rotslandschap, met een burcht en een brug over een breed water. Pen en bister, 16.7 X 27.3 c.m. Gemonogrammeerd en gedateerd: "J. D. G. in. 1 6 03". Prof. Dr. J. Q. van Regteren Altena, Zie afb. 222. Amsterdam. 279. Twee boomstammen met de wortels. Pen, gewasschen, op grauw papier, 25.3 X 39 c.m. Gepubl.: J. Q. van Regteren Altena, Jacques de Gheyn, 1935, I. p. 53. Tentoongesteld: Museum Fodor, Amsterdam, 1934, cat.nr. 40 (met afb.); Kersttentoonstelling, Centraal Museum, Utrecht, 1935. Zie afb. 223. Dr. A. Welcker, Amsterdam. 280. Twee doode vogels. Zwart krijt en pen met bister, 16.9 X 20.6 c.m. Verz.: J. Richardson sen.; J. Thane. Prof. Dr. J. Q. van Regteren Altena, Amsterdam. HUGO VAN DER GOES. ± 1440 — Gent - Rood klooster, Zoniënbosch — 1482. 281. Knielende Sint Lucas. Studie voor de linkerhelft van een schilderij met Maria en kind, die door den Hl. Lucas met de zilverstift worden geportretteerd. De compositie, welke verloren is gegaan, is nog bewaard in een prent van A. Wierix, waarop ten onrechte Q. Metsijs als schilder wordt vermeld. Pen, 20 X 12.5 c.m. Gepubl.: I. Adler. Old Master Drawlngs, (V), 1930, p. 54 (Plate 34); P. Koomen, Maandbl. V. B. K., 1934, p. 300 (met afb.). Tentoongesteld: Oude Kunst, Amsterdam, 1929, cat.nr. 205; Nederl. teekenlngen, Botterdam, 1934, cat.nr. 19 (met afb.); Clnq siècles d'art, Brussel, 1935, cat.nr. 406; De van Eyck a Bruegel. Parijs, 1935, cat.nr. 192. F. Koenigs, in bruikleen Museum Zie afb. 201. Boymans, Rotterdam. ê JAN VAN GO YEN. 1596 — Leiden — 1656. 282. Rivierlandschap met een kasteel in het verschiet, links een hooiwagen. Zwart krijt, grijs gewasschen, 18.5 X 28.5 c.m. Gemerkt: VG 1 6 5 3. Tentoongesteld: Nederl. teekenlngen, Botterdam, 1934, cat.nr. 50; De Jeröme Bosch & Rembrandt Brussel, 1937—1938. cat.nr. 52. F. Koenigs, in bruikleen Museum Boymans, Rotterdam. 283. Rivierlandschap met ruïne en herberg. Zwart krijt, grijs gewasschcen, 17 X 27.3 c.m. Gemerkt: VG 1 653. Verz.: G. Strogonoff; J. W. Böhler. F. Koenigs, in bruikleen Museum Boymans, Rotterdam. MATTfflAS GRUENEWALD. ± 1480 — Würzburg - Halle — 1528. 284. Madonna met Kind als Koningin des Hemels. Waarschijnlijk een studie voor het thans verloren geraakte altaar van Grünewald, dat Joachim Sandrart in den Dom te Mainz gezien heeft („unsere liebe Frau mit dem Christkindlein in der Wolke, unten zu Erden warten viele Heiligen" etc.). Zwart krijt, hier en daar gele aquarelverf en gewasschen, 32.3 X 26.8 c.m. Later gemerkt: Menz. Gepubl.: M. J. Frledlander, Die Grünewaldzelchnungen der Sammlung von Savigny, Berlin, 1926, nr. 7; M. J. Frledlander, Die Zelchnungen von Matthias Grünewald, Berlin, 1927, nr. 17; B. Graul, Grtinewalds Handzeichnungen, Lelpzlg, nr. 13; A. Burkhard, Matthias Grünewald, Cambrldge, 1936, pag. 70 (PI. 84). Tentoongesteld: Oude Kunst, Haarlem, 1926/27, cat.nr. 26 (met afb.); Prentenkabinet, Berlijn, 1936. Verz.: von Savigny. F. Koenigs, in bruikleen Museum Zie Afb. 205. Boymans, Rotterdam. 285. Naakte bazuinblazer. Zwart krijt, 27.1 X 19.5 c.m. Gepubl.: M. J. Frledlander, Die Grünewald Zelchnungen der Sammlung von Savigny, Berlin, 1926, nr. 5; M. J. Frledlander, Die Zelchnungen von Matthias Grünewald, Berlin, 1927, nr. 28. A. Burkhard, Matthias Grünewald, Cambrldge, 1936, p. 71 (PI. 96). Tentoongesteld: Prentenkabinet, Berlijn, 1936. Verz.: von Savigny. , F. Koenigs, in bruikleen Museum Zie afb. 204. Boymans, Rotterdam. FRANCESCO GUARDI. 1712 — Venetië — 1793. 286. Landschap met obelisk aan het water. Een schilderij met hetzelfde onderwerp bevond zich in het gebouw van het Amerikaansche gezantschap te Madrid (Fiocco, Guardi, 1923, Afb. 88). Pen, bister, gewasschen over voorstudie in potlood, 24 x 36 c.m. Gepubl.: A. E. Popham, Itallan drawlngs, London, 1931, nr. 833 (afb. 269). Tentoongesteld: Itallan Art, Londen, 1930, cat.nr. 833. Verz.: H. Oppenheimer (veiling Londen, 10-14 Juli 1936, nr. 89 (afb. 21). Zie afb. 309. S. Kramarsky, Amsterdam. 287. De portiek, met doorkijk. Een pendant van gelijken aard en van dezelfde grootte in het Prentenkabinet te Berlijn. Pen, grijs gewasschen, 48 X 30.8 c.m. Gemerkt rechts onder in margine: fran :co de Guardi. F. Koenigs, in bruikleen Museum Boymans, Rotterdam. 288. Landschap. Boomen aan het water op een heuvelachtige kust. Pen, bister, gewasschen, 25.8 X 38.8 c.m. Gepubl.: D. von Hadeln, Venezianische Zeichnungen der Sammlung F. Koenigs, 1933, nr. 21; W. E. Juynboll, Emporium, XLIV (1938), p. 25 (met afb.). Tentoongesteld: Italiaansche Kunst, Amsterdam, 1934, cat.nr. 561 (met afb ). Verz.: W. Mayor; R. P. Goldschmidt. F. Koenigs, in bruikleen Museum Boymans, Rotterdam. JORIS VAN DER HAAGEN. c. 1615 — Dordrecht (?) - 's-Gravenhage — 1669. 289. De Waal stroomafwaarts te zien van den wal te Nijmegen, buiten de Kraanpoort. Op den voorgrond het met kanonnen bezette bolwerk en de scheepskraan. Andere voorstellingen van Nijmegen door van der Haagen zijn niet bekend. Een toeschrijving aan Jan de Bisschop is ook aannemelijk. Pen en penseel in bruin en wit gewasschen op blauw papier, 35 X 54 c.m. Tentoongesteld: Museum Fodor, 1934, cat.nr. 50 (met afb.); De Jeróme Bosch & Rembrandt, Brussel, 1937-1938, cat.nr. 136. Verz.: R. W. P. de Vries. Zie afb. 271. Dr. A. Welcker, Amsterdam. HANS HOLBEIN DE JONGE. 1497 (?) — Augsburg - Londen — 1543. 290. Portret van Sir Charles Wingfield. Hetzelfde portret de eerste versie, bevindt zich in de Royal Library te Windsor Castle. Zwart en gekleurd krijt, pen op rood getint papier, 28.1 X 20.2 c.m. Gepubl.: L. Cust, Burlington Magazine XVm, p. 269; A. M. Popham, Vasari Society 2nd series IX (1928), nr. 17. Tentoongesteld: Kunstverein. Diisseldorf, 1929, cat.nr. 78 (met afb.); Kersttentoonstelling 1934/35, Rotterdam, cat.nr. 11 (met afb.); Verz.: N. Lanier; Sir John Leslie. F. Koenigs, in bruikleen Museum Zie afb. 207. Boymans, Rotterdam. HANS HOLBEIN DE OUDE. 1460/70 — Augsburg - Isenheim — 1524. 291. De Heilige Sebastiaan. Pen en penseel (wit en grijs) op groen geprepareerd papier, 21.6 X 10.3 c.m. Verz.: J. W. Böhler. Zie afb. 208. F. Koenigs, in bruikleen Museum Boymans, Rotterdam. SAMUEL VAN HOOGSTRATEN. 1627 — Dordrecht — 1678. 292. Windmolens buiten Dordrecht. Links op den achtergrond de stad met de Groote Kerk. In de verz. Ant. W. M. Mensing (veiling 27/29 April, 1937, nr. 271) was een dergelijke teekening zonder de pentimenten aan de molen en de koe rechts. Een derde teekening met dit onderwerp in het Musée Condé, Chantilly (Hofstede de Groot, nr. 575), een vierde in het Institut de France te Parijs. Pen in bister gewasschen, 16 X 28.5 c.m. Get. aan de keerzijde: S. van Hoogstraten. Tentoongesteld: Kersttentoonstelling Centraal Museum, Utrecht, 1935. Verz.: Betzky; Academie der Schcone Kunsten, St. Petersburg; Hermitage, Leningrad. Dr. A. Welcker, Amsterdam. J. JORDAENS. 1593 — Antwerpen — 1678. 293. Maaltijd. Studie voor de later toegevoegde linkerhelft van het schilderij „De Koning drinkt" te Kassei. Zwart en rood krijt, gewasschen, 47.8 X 29.9 c.m. Vergelijk: M. Rooses, Jordaens' Leven en Werken, Amsterdam, 1906, p. 67 (afb. p. 153). F. Koenigs, in bruikleen Museum Boymans, Rotterdam. 294. De tijd. Rechterhelft van een compositie, welke misschien als tapijtonderwerp is bedoeld. Zwart en rood krijt, aquarel en dekverf, 34.7 X 17 c.m.. Verz.: H. Wellesley (1866). F. Koenigs, in bruikleen Museum Boymans, Rotterdam. 295. Studies voor nymfen. De linkerfiguur vermoedelijk een eerste ontwerp voor het in 1649 geschilderde doek te Kopenhagen „Hercules met de nymfen, die den horen van Overvloed vullen", de rechterhelft een van de vele variaties van het thema „De nymf met de geit Amalthea". Ook kan de schets nog gediend hebben voor de linkerhelft van het schilderij „Nymfen en saters" te Gent. Zwart en rood krijt, aquarel, 27 X 42 c.m. Verz.: F. Abbott: E. Wauters. F. Koenigs, in bruikleen Museum Boymans, Rotterdam. PHILIPS KONINCK. 1619 — Amsterdam — 1688. 296. Vergezicht over een boschrijk landschap. Vermoedelijk een Geldersch landschap, omstreeks (1655/60). Pen, bister, gewasschen, 17.4 X 32.5 c.m. Gepubl.: D. Hannema. Jaarverslag Ver. Rembrandt, 1937, p. 22 (met afb.). Verz.: Ant. W. M. Mensing (veiling, Amsterdam, 27 April 1937, cat.nr. 296, met afb.). Zie afb. 268. Museum Boymans, Rotterdam, (aanwinst 1937). NICOLAS LANCRET. 1690 — Parijs — 1745. 297. Zittende dame. Rood krijt op geelbruin papier, 25.4 X 18.8 c.m. Gepubl.: C. F. Foerster, Sammlung F. Koenigs, franz, Meister des XVIII Jahrhunderts, 1930, nr. 7. Tentoongesteld: Fransche teekeningen, Rotterdam, 1934/35, cat.nr. 74. F. Koenigs, in bruikleen Museum Boymans, Rotterdam. JAN LIEVENS. 1607 — Leiden - Amsterdam — 1674. 298. Portret van Rembrandt. De teekening zal omstreeks 1656 zijn vervaardigd. Zwart krijt, 13.2 X 10.3 c.m. Gepubl.: M. D. Henkei, Pantheon, 1935, p. 245 (met afb.); J. G. van Gelder, Old Master Drawlngs, xn (1938), p. 59. Tentoongesteld: Kersttentoonstelling, Centraal Museum, Utrecht, 1935. Zie afb. 264. Dr. A. Welcker, Amsterdam. 299. Boschweg met jagers en honden. Een toeschrijving aan den zoon van Jan Lievens dient, mede in verband met de notitie op de keerzijde, overwogen te worden. De teekening is vermoedelijk omstreeks 1670 ontstaan. Rietpen, 26.1 X 40.7 c.m. Op de keerzijde ln 17e eeuwsch handschrift gemerkt: "Jan Llevensz de Jonge". Gepubl.: H. Schneider, J. Lievens, Haarlem, 1932, nr. Z. 317; D. Hannema, Jaarverslag Ver. Rembrandt, 1937, p. 26 (met afb.). Verz.: J. de Vos; A. Boreel; Ant. W. M. Mensing (veiling Amsterdam, 27 April 1937, cat.nr. 343). Museum Boymans, Rotterdam, Zie afb. 269. (aanwinst 1937). CLAUDE LORRAIN. 1600 — Chamagne a.d. Marne - Rome — 1682. 300. Landschap met rivierdal. Pen, gewasschen met bister, 20.2 X 26.8 c.m. Tentoongesteld: Pransche teekeningen, Rotterdam, 1934/35, cat.nr. 19; Chefs d'oeuvre de 1'art fransais, Parijs, 1937, cat.nr. 483; Leihgabe Koenigs, Berlijn, 1938. Verz.: M. Marignane. F. Koenigs, in bruikleen Museum Zie afb. 290. Boymans, Rotterdam. 301. Avondlandschap met boomen. Pen, met bister gewasschen, 22.2 X 32.8 c.m. Tentoongesteld: Pransche teekeningen, Rotterdam, 1935/35, cat.nr. 14 (met afb.); Chefs d'oeuvre de 1'art francais, Parijs, 1937, cat.nr. 481; Leihgabe Koenigs, Berlijn, 1938. Verz.: Comte de Robiano. F. Koenigs, in bruikleen Museum Zie afb. 289. Boymans, Rotterdam. NICOLAES MAES. 1632 — Dordrecht - Amsterdam — 1693. 302. Loopende man in mantel en met een hoed op. Peil over krijt, 16.2 X 5.2 c.m. Tentoongesteld: N. Maes tent. Dordrecht, 1934, cat.nr. 26; Nederl. teekeningen, Rotterdam, 1934, nr. 117. Verz.: J. W. Böhler. F. Koenigs, in bruikleen Museum Boymans, Rotterdam. 303. Man in mantel en met hoed op, geleund tegen een deurpost. Pen, 16.2 X 6.7 c.m. Tentoongesteld: N. Maes tent. Dordrecht, 1934, cat.nr. 27; Nederl. teekeningen, Rotterdam., 1934, cat.nr. 118 (met afb.). Verz.: J. W. Böhler. F. Koenigs, in bruikleen Museum Boymans, Rotterdam. JOSSE DE MOMPER. 1564 — Antwerpen — 1635. 304. Berglandschap met kasteel en watermolens. Pen en bruine inkt en waterverf, 27.5 X 42.7 c.m. Verz.: C. Pairfax Murray. Prof. Dr. J. Q. van Regteren Altena, Amsterdam. LOUIS MOREAU DE OUDE. 1739 — Parijs — 1807. 305. Gezicht op den muur van een park met daarachter hooge boomen. Gouache, 30.9 X 47.6 c.m. Gepubl.: C. P. Foerster, Sammlung F. Koenigs, franz. Meister des XVin Jahrh., 1930, nr. 21. Tentoongesteld: French Art, Londen, 1932, cat.nr. 822; Fransche teekeningen, Rotterdam, 1934/35, cat.nr. 76. F. Koenigs, in bruikleen Museum Zie afb. 308. Boymans, Rotterdam. A. VAN OSTADE. 1610 — Haarlem — 1685. 306. Varkensmarkt in een dorp. Pen en penseel met bruine inkt, 17.6 X 34.4 c.m. Gepubl.: Pantheon, 1938, p. 58; M. D. Henkei, Maanbl. voor B.K. 1938, p. 37. Tentoongesteld: De Jeröme Bosch & Rembrandt, Brussel, 1937-1938, cat.nr. 113. Prof. Dr. J. Q. van Regteren Altena, Zie afb. 272. Amsterdam. 307. Een oud huis. Studies van dergelijke huizen o.a. in het Prentenkabinet te Amsterdam, Berlijn (nr. 10599), Oxford, in de vroegere coll. H. Oppenheimer en in Londen (British Museum). Pen, aquarel, 23 X 13.5 c.m. Verz.: A. Poulet-Malassis; A. von Wurzbach. F. Koenigs, in bruikleen Museum Boymans, Rotterdam. JEAN BAPTISTE PATER. 1695 — Valenciennes - Parijs — 1736. 308. Studieblad met twee jonge vrouwen. Rood krijt, 17.7 X 24.2 c.m. Gepubl.: C. F. Foerster, Sammlung F. Koenigs, franz. Meister des XVIII Jahrh., 1930, nr. 9. Tentoongesteld: Fransche teekeningen, Rotterdam, 1934/35, cat.nr. 78. F. Koenigs, in bruikleen Museum Boymans, Rotterdam. JOACHIM PATINIR. ± 1480 — Bouvignes - Antwerpen — 1524. 309. Rotslandschap. Pen, 18.4 x 28.2 c.m. Oud gemerkt: "J o a c h i m fecit" en met later schrift: "Joachim Patenier". Gepubl.: P. Koomen, Maandbl. v. B. K., 1934, p. 300 (met afb.). Tentoongesteld; Nederl. teekeningen, Rotterdam, 1934, cat.nr. 29 (met afb.). Verz.: J. W. Böhler. F. Koenigs, in bruikleen Museum Zie afb. 213. Boymans, Rotterdam. JACQUES ANDRÉ PORTAIL. 1695 — Brest - Valenciennes — 1759. 310. Zittende jonge vrouw, op den rug gezien. Rood en zwart krijt, 22.2 X 21 c.m. Gepubl.: Les Arts, 1907, nr. 63, p. 18. Tentoongesteld: Oude Kunst, Amsterdam, 1929, cat.nr. 251 (met afb.); Fransche teekeningen, Rotterdam, 1934—'35, cat.nr. 79; Leihgabe Koenigs, Berlijn, 1938. Verz.: H. Pannier. F. Koenigs, in bruikleen Museum Zie afb. 302. Boymans, Rotterdam. REMBRANDT HZ. VAN RIJN. 1606 — Leiden - Amsterdam — 1669. 311. De oprichting van het kruis. Omstreeks 1629 ontstaan. Op de achterzijde twee figuren in een leunstoel. Zwart krijt, 19.2 X 14.8 c.m. Later gemerkt: "Rembrant". Gepubl.: Hofstede de Groot, nr. 1362; Llppmann IH, nr. 88; J. Rosenberg, Kunstchronlk 1925/26, p. 79; K. Bauch, Die Kunst des Jungen Rembrandt, 1933, p. 38; W. R. Valentiner, Rembrandt Handzelchnungen II, 1934, nr. 483; P. Koomen, Maandbl. v. B. K., 1934, p. 300 (met afb.); O. Benesch, Rembrandt, 1935, p. 9. Tentoongesteld: Rembrandt, Preuss. Akademle, Berlijn, 1930, cat.nr. 321; Rembrandt tent., Amsterdam, 1932, cat.nr. 222; Nederl. teekeningen, Rotterdam, 1934, cat.nr. 74 (met afb.). Verz.: Sir J. C. RoblnsonChambers Hall; H. Teixelra de Mattos; F. Güterbock. F. Koenigs, in bruikleen Museum Boymans, Rotterdam. 312. Dartel spel. Omstreeks 1633 ontstaan. Pen, bruin gewasschen, 18.1 X 19.3 c.m. Gepubl.: W. R. Valentiner, Rembrandt Handzelchnungen II, 1934, nr. 770; O. Benesch, Rembrandt, 1935, p. 16. Tentoongesteld: Rembrandt, Preuss. Akademle. Berlijn, 1930, cat.nr. 324; Nederl. teekeningen, Rotterdam, 1934, cat.nr. 78. Verz.: J. Rlchardson Jr.; W. von Bode; Leo Lewln. F. Koenigs, in bruikleen Museum Boymans, Rotterdam. 313. Studie naar een naakte vrouw, leunend tegen een peluw, links nog eens dezelfde figuur. Omstreeks 1633 ontstaan. Zwart en wit krijt op bruin getint papier 17.8 X 24.7 c.m. Gepubl.: Hofstede de Groot nr. 808; O. Benesch, Rembrandt, 1935, p. 15. Tentoongesteld: Rembrandt tent., Amsterdam, 1932, nr. 245. Verz.: E. Despéret; Firmin Didot; P. Mathey. F. Koenigs, in bruikleen Museum Boymans, Rotterdam. 314. Saskia aan het venster. Omstreeks 1635 ontstaan. Pen en bruin gewasschen, 23 X 17 c.m. Gepubl.: Hofstede de Groot, nr. 1016; Lippmann IV, nr. 185; J. P. Heseltine, Original drawings by Rembrandt, 1907, nr. 69; W. R. Valentiner, Rembrandt Handzeichnungen, II, 1934, nr. 676; O. Benesch, Rembrandt, 1935, p. 16. Tentoongesteld: Dutch Art, Londen, 1929, cat.nr. 639; Rembrandt tent., Amsterdam, 1932, cat.nr. 274; Nederl. teekeningen, Rotterdam, 1934, cat.nr. 83 (met afb.); Rembrandt exp., Budapest, 1935; De Jeröme Bosch è. Rembrandt, Brussel, 1937-1938, cat.nr. 66. Verz.: Marquls de Vendé; J. Dimsdale; Sir Th. Lawrence; W. Esdaile; Ch. S. Bale; J. P. Heseltine: M. J. Bonn; H. E. ten Cate. F. Koenigs, in bruikleen Museum Zie afb. 247. Boymans, Rotterdam. 315. Twee studies naar een zittenden man. Omstreeks 1635 ontstaan. Pen, 16 X 19 c.m. Gepubl.: Lippmann IV, nr. 49; O. Benesch, Rembrandt, 1935, p. 23. Tentoongesteld: Rembrandt, Preuss. Akademie, Berlijn, 1930, cat.nr. 327; Rembrandt tent., Amsterdam, 1932, cat.nr. 246; Nederl. teekeningen, Rotterdam, 1934, cat.nr. 77. Verz.: J. Richardson; Sir Jos. Reynolds; E. Wauters. F. Koenigs, in bruikleen Museum Boymans, Rotterdam. 316. Studies naar Saskia. Omstreeks 1636 ontstaan, tegelijk met de etsen met studiekoppen van Saskia (B. 365 en 367). Op de achterzijde ruiterstudies. Pen, 20 X 15 c.m. Gepubl.: Hofstede de Groot nr. 710; Lippmann, nr. 173; W. R. Valentiner, Rembrandt Handzeichnungen II, 1935, nr. 678 en 789; O. Benesch, Rembrandt, 1935, p. 27. Tentoongesteld: Kunstverein, Düsseldorf, 1929, cat.nr. 86; Rembrandt, Preuss Akademie, Berlijn, 1930, cat.nr. 326; Nederl. teekeningen, Rotterdam, 1934, cat.nr. 80; Rembrandt exp., Budapest, 1935. Verz.: J. Thane; J. Richardson Jr.; R. P. Roupell; L. Bonnat. F. Koenigs, in bruikleen Museum Zie afb. 252. Boymans, Rotterdam. 317. Portretstudie. De teekening omstreeks 1640 ontstaan. De identificatie met Margarethe de Geer echtgenoote van Jacob Trip, is niet geheel zeker. Het door Rembrandt geschilderde portret van deze dame is van 1661. De teekening werd in 1763 door W. W. Ryland in prent gebracht in de uitgave van C. Rogers, Imitations of Rembrandt. Pen, bruin gewasschen, 12.5 X 10.5 c.m. Gepubl.: Hofstede de Groot, nr. 999; Lippmann I, nr. 90; J. P. Heseltine, Rembrandt drawings, nr. 71; W. R. Valentiner, Rembrandt Handzeichnungen II, 1934, nr. 720; P. Koomen, Maandbl. v. B. K., 1934, p. 300 (met afb.); O. Benesch, Rembrandt, 1935, p. 30. Tentoongesteld: Dutch Art, Londen, 1929, cat.nr. 597; Rembrandt, Preuss, Akademie, Berlijn, 1930, cat.nr. 328; Rembrandt tent., Amsterdam, 1932, cat.nr. 254; Nederl. teekeningen, Rotterdam, 1934, cat.nr. 82 (met afb.); Oude Kunst, Amsterdam, 1936, cat.nr. 199; De Jéröme Bosch è. Rembrandt, Brussel, 1937, cat.nr. 72 (met afb.). Verz.: J. Richardson Sr.; Sir J. Reynolds; Sir Th. Lawrence; W. Esdaile; Ch. S. Bale; J. P. Heseltine; M. Kappel. F. Koenigs, in bruikleen Museum Zie afb. 246. Boymans, Rotterdam. 318. Liggende leeuw, naar links gewend. Omstreeks 1641 ontstaan, zooals vrijwel alle studies van leeuwen door Rembrandt. In dat zelfde jaar verschijnen ook twee etsen van leeuwenjachten en schildert hij de „Eendracht van het land", thans in het Museum Boymans. Pen, bruin gewasschen, witte hoogsels op bruin getint papier, 13.6 X 20.2 c.m. Gepubl.: Hofstede de Groot, nr. 1070; Lippmann IV, nr. 46; O. Benesch, Rembrandt, 1935, p. 43. Tentoongesteld: Dutch Art, Londen, 1929, cat.nr. 626; Rembrandt, Preuss. Akademie, Berlijn, 1930, cat.nr. 332; Rembrandt tent., Amsterdam, 1932, cat.nr. 255; Nederl. teekeningen, Rotterdam, cat.nr. 91 (met afb.); Oude Kunst, Amsterdam, 1936, cat.nr. 197. Verz.: D. Vivant—Denon; Sir Th. Lawrence; W. Esdaile; J. Pitcairn Knowles; P. Mathey; E. Wauters. F. Koenigs, in bruikleen Museum Zie afb. 257. Boymans, Rotterdam. 6 319. De straatmuzikant. Omstreeks 1645 ontstaan. De muzikant heeft een rommelpot bij zich. De compositie vindt men later terug bij een schilderij toegeschreven aan Aert de Gelder, vroeger in de coll. Youssupoff (Lilienfeld, nr. 142). Zwart krijt, gewasschen, 14.4 X 11 c.m. Gepubl.: Hofstede de Groot, nr. 1095a; Lippmann, IX (1906), pl. 70; W. R. Valentiner, Rembrandt Handzeichnungen, 1934, II, nr. 787. Tentoongesteld: Dutch Art, Londen, 1929, cat.nr. 577. Verz.: Chambers Hall; Slr J. C. Roblnson; H. Teixeira de Mattos; H. Oppenheimer (veiling Londen, 10-14 Juli 1936, nr. 295, afb. 71). Zie afb. 254. Mr. Chr. P. van Eeghen, Amsterdam. 320. Narcissus aan den bron. Omstreeks 1646/48 ontstaan. De voorstelling door G. Falck als Esau op de jacht verklaard. Als jager wordt echter Narcissus ook wel weergegeven. Pen, 18.3 X 21.7 c.m. Gepubl.: Lippmann IV, nr. 44; W. R. Valentiner, Rembrandt Handzeichnungen ET, 1934, cat.nr. 601; O. Benesch, Rembrandt, 1935, p. 38. Tentoongesteld: Dutch Art, Londen, 1929, cat.nr. 579; Rembrandt, Preuss. Akademie, Berlijn, 1930, cat.nr. 333; Rembrandt tent., Amsterdam, 1932, cat.nr. 302 (met afb.) Nederl. teekeningen, Rotterdam, 1934, cat.nr. 100; Oude Kunst, Amsterdam, 1936, cat.nr. 201. Verz.; E. Wauters; W. R. Valentiner. F. Koenigs, in bruikleen Museum Boymans, Rotterdam. 321. De Houtewael bij Amsterdam. Omstreeks 1648-50 ontstaan. De buurtschap Houtewael is een klein gehucht even buiten Amsterdam bij het IJ aan den Diemerdijk. Pen, bruin gewasschen, 13.2 X 18.2 c.m. Gepubl.: F. Lugt, Wandelingen met Rembrandt in en om Amsterdam, 1915, p. 131 (afb. 83); O. Benesch Rembrandt, 1935, p. 42. Tentoongesteld: Kunstverein, Düsseldorf, 1929, cat.nr. 85; Rembrandt, Preuss. Akademie, Berlijn, 1930, cat.nr. 339; Rembrandt tent., Amsterdam, 1932, cat.nr. 303 (met afb.); Nederl. teekeningen, Rotterdam, 1934, cat.nr. 96. Verz.: T. Wilson; Comte de Robiano; E. Wauters F. Koenigs, in bruikleen Museum Boymans, Rotterdam. 322. Boerderij tusschen boomen. Omstreeks 1650/52 ontstaan. Pen, 12 X 22.6 c.m. Gepubl.: J. P. Heseltine, Original drawings by Rembrandt, 1907, nr. 74. Tentoongesteld: Nederl. teekeningen, Rotterdam, 1934, cat.nr. 88. Verz.: J. P. Heseltine; J. W. Boehler. F. Koenigs, in bruikleen Museum Zie afb. 256. Boymans, Rotterdam. 323. Gezicht over de duinen op Haarlem. Omstreeks 1651 ontstaan. De teekening loopt vooruit op de ets B. 234 (landschap met Uytenbogaert's hofstede). Pen, bruin gewasschen, witte dekverf, 8.5 X 14.9 c.m. Gepubl.: Hofstede de Groot, nr. 1038; Lippmann nr. 30a; J. P. Heseltine, Original drawings by Rembrandt, 1907, nr. 47; O. Benesch, Rembrandt, 1935, p. 48. Tentoongesteld: Rembrandt tent., Amsterdam, 1932, cat.nr. 315; Nederl. teekeningen, Rotterdam, 1934, cat.nr. 95. Verz.: J. Goll van Pranckenstein; Sir Th. Lawrence; W. Esdaile; Ch. S. Bale; J. P. Heseltine; M. J. Bonn; H. E. ten Cate. F. Koenigs, in bruikleen Museum Boymans, Rotterdam. 324. Landschap met Boerenhoeve achter boomen. Omstreeks 1652 ontstaan. De hoeve komt ook voor op het 1654 gedateerde schilderij in de coll. van Sir W. C. van Horne te Montreal en op een ets met geboomte van 1652 (B. 222). Pen, bruin gewasschen, 10.2 X 16.1 c.m. Gepubl.: Hofstede de Groot, nr. 1052; Lippmann II, 32b; J. P. Heseltine, Original drawings by Rembrandt, 1907, nr. 43; F. Lugt, Wandelingen met Rembrandt in en om Amsterdam, 1915, p. 119 (afb. 76); O. Benesch, Rembrandt, 1935, p. 49. Tentoongesteld: Rembrandt, Preuss. Akademie, Berlijn, 1930, cat.nr. 335; Rembrandt tent., Amsterdam, 1932, cat.nr. 272; Nederl. teekeningen, Rotterdam, 1934, cat.nr. 97 (met afb.); Oude Kunst, Amsterdam, 1936, cat.nr. 200. Verz.: Sir W. W. Knighton; J. P. Heseltine; M. Kappel. F. Koenigs, in bruikleen Museum Boymans, Rotterdam. 325. Keizer Akbar (1556-1605) en zijn zoon, de latere keizer Djehangir. Tusschen 1653 en 1656 ontstaan. Naar een Indische miniatuur uit het begin van de 17de eeuw. Op het oogenblik zijn 23 teekeningen van Rembrandt bekend, naar miniaturen, die hij vermoedelijk zelf bezat. Enkele van deze misschien identiek met miniaturen, uit oud-Hollandsch bezit (verz. Nic. Witsen) stammend, welke zich thans in het paleis Schönbrunn (Weenen) bevinden. Pen, licht gewasschen, witte hoogsels op Japansch papier, 21.3 X 17.5 c.m. Gepubl.: P. Sarre, Jahrb. d. pr. Kunstsammlungen, 1904 (XXV), p. 143; J. Strzygowskl, Die indischen Miniaturen lm Schlosse Schönbrunn, Wlen, 1923; W. R. Valentlner, Rembrandt, Handzeichnungen II, 1934, nr. 637; P. Koomen, Maandbl. v. B. K„ 1934, p. 300 (met afb.); O. Benesch, Rembrandt, 1935, p. 56; H. Goetz, Maandbl. v. B. K., 1937, p. 113 (met afb.). Tentoongesteld: Dutch Art, Londen, 1929, cat.nr. 632; Rembrandt, Preuss. Akademie, Berlijn, 1930, cat.nr. 340; Amsterdam, 1932, cat.nr. 326; Nederl. teekeningen, Rotterdam, 1934, cat.nr. 103 (met afb.); Rembrandt exp. Budapest, 1935. Verz.: Th. Hudson; J. Richardson Sr.; F. Sarre. Voor de Identificatie van de portretten: F. R. Martin, Mlnlature painting In Persla, India and Turkey, Londen, 1912; L. Blnyon and T. W. Arnold, The court palnters of the Grand Moguls, Oxford 1921; P. Brown, Indlan painting under the Mughals, 1550—1750, Oxford, 1924. F. Koenigs, in bruikleen Museum Zie afb. 253. Boymans, Rotterdam. 326. Sjah Jahan (1628-1659) met zijn zoon. Tusschen 1653 en 1656 ontstaan. Rembrandt teekende hetzelfde portret nog eenmaal zonder zoon (Prentenkabinet, Berlijn); een staand portret van den keizer in de verz. F. Lugt (zie cat. nr. 437). Pen, bister gewasschen, 9.4 x 8.8 c.m. Gepubl.: Hofstede de Groot, nr. 1025; F. Sarre, Jahrb. d. pr. Kunstsammlungen, 1904, (XXV), p. 143; J. P. Heseltine, Original drawings by Rembrandt, 1907, nr. 17; J. Strzygowskl, Die indischen Miniaturen im Schlosse Schönbrunn, Wlen, 1923; W. R. Valentlner, Rembrandt Handzeichnungen II, 1934, nr. 645; O. Benesch, Rembrandt, 1935, p. 56. Tentoongesteld: Dutch Art, Londen, 1929, cat.nr. 625. Verz.: Th. Hudson; J. Richardson Sr.; R. Houlditch; Lord Sesley; R. P. Roupell; J. P. Heseltine; H. Oppenheimer (veiling Londen, 10-14 Juli 1936, nr. 288 (afb. 67). Zie afb. 255. 1. de Bruijn, Spiez. 327. Isaak en Rebekka door Abimelech beluisterd. Omstreeks 1653-1656. De voorstelling vroeger ten onrechte in verband gebracht met het Joodsche bruidje. De episode, te vinden in Genesis 26, vs. 7-9, werd reeds door Rafael in een van de Loggia's van het Vaticaan in beeld gebracht. Pen, witte hoogsels, 14.4 X 18.3 c.m. Gepubl.: W. R. Valentlner, Kunst und Künstler, 1923, p. 17; Swarzenski—Schilling, Handzeichnungen alter Meister aus deutschem Privatbesitz, Frankfurt a.M., 1924, nr. 47; W. R. Valentlner, Rembrandt Handzeichnungen I, 1925, nr. 243; O. Benesch, Rembrandt, 1935, p. 56. Tentoongesteld: Oude Kunst, Amsterdam, 1936, cat.nr. 202 (met afb.). Verz.: L. Richter; Ed. Cichorius; O. Huldschinsky; W. R. Valentlner. Zie afb. 258. S. Kramarsky, Amsterdam. 328. Landschap met boerenhoeve. Omstreeks 1653/55 ontstaan. Pen, gewasschen op bruin papier, 8.9 X 17.9 c.m. Tentoongesteld: Rembrandt, Preuss. Akademie, Berlijn, 1930, cat.nr. 338; Nederl. teekeningen, Rotterdam, 1934, cat.nr. 94. Verz.: Sir J. Reynolds; W. Esdaile; Comtesse de Béarn; J. W. Böhler. F. Koenigs, in bruikleen Museum Boymans, Rotterdam. 329. De drie vrouwen aan het ledige graf van Christus. Omstreeks 1656/58 ontstaan. Op den achtergrond ziet men Golgotha en de muren van Jeruzalem. Pen, bruin gewasschen, 15.9 X 23.1 c.m. Gepubl.: Oude Kunst, 1919; W. R. Valentlner, Rembrandt Handzeichnungen n, 1934, nr. 506; O. Benesch, Rembrandt, 1935, p. 61. Tentoongesteld: Dutch Art, Londen, 1929, cat.nr. 628; Oude Kunst, Amsterdam, 1929, cat.nr. 258; Rembrandt, Preuss. Akademie, Berlijn, 1930, cat.nr. 351; Rembrandt tent., Amsterdam, 1932, cat.nr. 321; Nederl. teekeningen, Rotterdam, 1934, cat.nr. 105. Verz.: J. W. Kneppelhout; R. W. P. de Vries. F. Koenigs, in bruikleen Museum Zie afb. 259. Boymans, Rotterdam. 330. Jacob's ontsteltenis over den bloedigen rok van Jozef. Omstreeks 1656/58 ontstaan. Genesis 37. Pen, witte hoogsels, 13.3 X 17.9 c.m. Gepubl.: W. R. Valentlner. Rembrandt Handzeichnungen I, 1925, nr. 102; O. Benesch, Rembrandt, 1935. p. 61. Tentoongesteld: Oude Kunst, Amsterdam, 1929, cat.nr. 262; Rembrandt, Preuss. Akademie, Berlijn, 1930, cat.nr. 344; Rembrandt tent., Amsterdam, 1932, cat.nr. 316; Nederl. teekeningen, Rotterdam, 1934, cat.nr. 99; Rembrandt exp., Budapest, 1935. Verz.: W. von Goethe. F. Koenigs, in bruikleen Museum Boy mans, Rotterdam. 331. De onthoofding van Johannes den Dooper. Omstreeks 1658 ontstaan. Pen, witte dekverf, 20.2 X 27.2 c.m. Gepubl.: W. R. Valentiner, Rembrandt Handzeichnungen I, 1925, nr. 283; O. Benesch, Rembrandt, 1935, p. 62. Tentoongesteld: Dutch Art, Londen, 1929, cat.nr. 615: Oude Kunst, Amsterdam, 1929, cat.nr. 260; Rembrandt. Preuss. Akademie, Berlijn, 1930, cat.nr. 353; Nederl. teekeningen, Rotterdam, 1934, cat.nr. 102. Verz.: T. Strauss—Negbaur. F. Koenigs, in bruikleen Museum Boymans, Rotterdam. 332. Titus Manlius laat zijn zoon terechtstellen. Omstreeks 1659 ontstaan. De voorstelling vindt men beschreven bij Livius (Liber 8, cap. 7). Pen, 19.3 X 18.4 c.m. Gepubl.: W. R. Valentiner, Rembrandt Handzeichnungen n, 1934, nr. 581; O. Benesch, Rembrandt, 1935, p. 63. Verz.: Dalhousie. F. Koenigs, in bruikleen Museum Zie afb. 260. Boymans, Rotterdam. 333. Zittende naakte vrouw, op den rug gezien. Omstreeks 1660 ontstaan. Pen, bruin gewasschen, 29.2 X 19.5 c.m. Gepubl.: D. Hannema, Old Master drawings, 1929 (III), p. 45 (PI. 38). Tentoongesteld: Oude Kunst, Haarlem, 1926, cat.nr. 47 (met afb.); Dutch Art, Londen, 1929, cat.nr. 634; Oude Kunst, Amsterdam, 1929, cat.nr. 261; Rembrandt, Preuss, Akademie, Berlijn, 1930, cat.nr. 348; Rembrandt tent., Amsterdam, 1932, cat.nr. 332; Nederl. teekeningen, Rotterdam. 1934, cat.nr. 106. Verz.: R. Portalis; E. Rodrigues. F. Koenigs, Haarlem, in bruikleen Zie afb. 261. Boymans, Rotterdam. 334. Naakte vrouw, zittend voor een gordijn. Omstreeks 1661 ontstaan. Pen, penseel met rood krijt en witte hoogsels 28.5 X 19 c.m. Gepubl.: Hofstede de Groot, nr. 1033; Lippmann nr. 86; O. Benesch, Rembrandt, 1935, p. 67. Tentoongesteld: Oude Kunst, Haarlem, 1926. cat.nr. 48; Dutch Art, Londen, 1929, cat.nr. 637; Rembrandt, Preuss. Akademie, Berlijn, 1930, cat.nr. 349; Rembrandt tent., Amsterdam, 1932, cat.nr. 342; Nederl. teekeningen, Rotterdam, 1934, cat.nr. 107 (met afb.). Verz.: Earl J. Spencer; W. Russell; J. P. Heseltine. F. Koenigs, in bruikleen Museum Zie afb. 262. Boymans, Rotterdam. 335. Studie voor den staanden Staalmeester. In 1662 ontstaan. Een studie voor de drie links zittende Staalmeesters bevindt zich in het Prentenkabinet te Berlijn, die van de geheel rechts zittende figuur is in Amsterdam (R.P.K.). Pen, bruin gewasschen, dekwit, 22.5 X 17-5 c.m. Gepubl.: J. H. J. Mellaart, Dutch drawings of the seventeenth century, 1926, nr. 7; W. R. Valentiner, Rembrandt Handzeichnungen II, 1934, nr. 746; O. Benesch, Rembrandt, 1935, p. 67. Tentoongesteld; Hist. tent., Amsterdam, 1925, cat.nr. 613; Dutch Art, Londen, 1929, cat.nr. 631; Rembrandt tent., Amsterdam, 1932, cat.nr. 341; Nederl. teekeningen, Rotterdam, 1934, cat.nr. 108 (met afb.); De Jéröme Bosch & Rembrandt, Brussel, 1937—1938, cat.nr. 83 (met afb.). Verz.; Lansdowne; H. E. ten Cate. F. Koenigs, in bruikleen Museum Zie afb. 263. Boymans, Rotterdam. 336. Simeon in den Tempel. Omstreeks 1663 ontstaan. Studie voor de ets Bartsch 50, welke echter door Hind een 10 jaar eerder wordt gedateerd en door Benesch op 1658 wordt gesteld. Pen, 16.2 X 11.8 c.m. Gepubl.; A. M. Hind, Vasari Society, 1912/'13 (VIII), nr. 26; W. R. Valentiner, Rembrandt Handzeichnungen, 1925, nr. 319; J. H. J. Mellaart, Dutch drawings of the seventeenth century, London, 1926, nr. 4; O. Benesch, Rembrandt, 1935, p. 60, 62. Tentoongesteld: Rembrandt, Preuss. Akademie, Berlijn, 1930, cat.nr. 350; Nederl. teekeningen, Rotterdam, 1934, cat.nr. 109. Verz.: N. Beets. F. Koenigs, in bruikleen Museum Boy mans, Rotterdam. ROELANT ROGHMAN. 1597 — Amsterdam — 1686. 337. Rivierlandschap. Links een stad tegen een heuvelachtig terrein, rechts een steenen brug over een rivier die aan een zijrivier van den Rijn in Duitschland doet denken. Andere teekeningen in dezen trant (o.a. in de verz. A. Welcker, Amsterdam) zijn 1646 gedateerd. Zwart krijt, penseel, grijs gewasschen, 12.1 X 19.4 c.m. Verz.: H. Defer-Dumesnil (als Rembrandt, 10—12 Mei 1900, cat.nr. 92); Louis Deglatigny. D. Hannema, Rotterdam. PETER PAULUS RUBENS. 1577 — Siegen - Antwerpen — 1640. 338. David doodt Goliath. Studie voor het schilderij, dat door Max Rooses „L'Oeuvre de Rubens", I, p. 146, beschreven wordt. Een tweede studie bevindt zich in de verzameling Atger, Montpellier. Pen, 21.9 X 16.4 c.m. Tentoongesteld: Rubens tent. Fa. Goudstikker, Amsterdam, 1933, cat.nr. 68 (met afb.). Verz.: Plerre Dubaut. F. Koenigs, in bruikleen Museum Boymans, Rotterdam. 339. Knielende man op den rug gezien. Studie voor het schilderij „De aanbidding der koningen" van 1610 (Prado, Madrid). Zwart krijt, witte hoogseis, 52 X 39 c.m. Gepubl.: L. Burchard, Old Master Drawings, 1937, p. 39 (Plate 5); Glück—Haberditzl, Handzeichnungen van Rubens, 1928, nr. 60. Tentoongesteld: Flemlsh Art, Londen, 1927, cat. nr. 580; Rubens tent. Fa. Goudstikker, Amsterdam, 1933, cat.nr. 70 (met afb.). Verz.: P. H. Lankrink; G. Bellingham Smith. F. Koenigs, in bruikleen Museum Zie afb. 280. Boymans, Rotterdam. 340. Studie van een zich achterwaarts buigenden man. Houdt verband met een figuur op het schilderij de „Kruisoprichting" in het Hospital te Grasse. Verwant met een teekening (Ashmolean Museum te Oxford, G. & H. nr. 45), die voor de kruisoprichting in de Kathedraal te Antwerpen gediend heeft. Zwart en wit krijt op geelachtig papier (rechterhelft geschonden), 28 X 26.2 c.m. Tentoongesteld: Rubens tent. Fa. Goudstikker, Amsterdam, 1933, cat.nr. 73 (met afb.). Verz.: J. D. Böhm; E. Wauters. F. Koenigs, in bruikleen Museum Zie afb. 279. Boymans, Rotterdam. 341. Petrus geneest den lamme. Pen, 25.1 X 19.5 c.m. Tentoongesteld: Rubens tent. Fa. Goudstikker, Amsterdam, 1933, cat.nr. 81. Verz.: Pierre Dubaut. F. Koenigs, in bruikleen Museum Boymans, Rotterdam. 342. Studieblad met drie ruiters. De op den rug geziene ruiter komt voor op het schilderij „De bekeering van Paulus" (Alte Pinakothek, München); den ruiter rechts bovenaan vindt men terug op de schets voor dat schilderij (verz. F. Koenigs), welke omstreeks 1615 is vervaardigd. . Pen, 21.5 X 15.7 c.m. Gepubl.: L. Burchard "Sklzzen des jungen Rubens", Kunstgesch. Gesellschaft, Berlin, 8 Oct. 1926, p. 3, nr. 18; Velllngscat. P. Muller, Amsterdam, 21 November 1929, p. 32. Tentoongesteld; Rubens tent. Pa. Goudstikker, Amsterdam, 1933, cat. nr. 82. F. Koenigs, in bruikleen Museum Boymans, Rotterdam. 343. Twee bazuinblazers. Pen, 14 X 15.1 c.m. Tentoongesteld: Rubens tent. Pa. Goudstikker, Amsterdam, 1933, cat.nr. 109 (met afb.). Verz.: Ch. Rogers; Slr Th. Lawrence; R. F. Roupell. F. Koenigs, in bruikleen Museum Boymans, Rotterdam. 344. Been- en armstudiën, met handen voor een gelaat. Zwart krijt, 35 X 24 c.m. Tentoongesteld: Rubens tent. Pa. Goudstikker, Amsterdam, 1933, cat.nr. 119 (met afb.) Verz.: P. H. Lankrlnk; Sir J. C. Robinson; E. Wauters. F. Koenigs, in bruikleen Museum Zie afb. 281. Boymans, Rotterdam. 345. Twee naaktstudies van een vrouw. Misschien studies voor een „Diana in het bad". Zwart krijt met wit gehoogd op grauw papier, 31.8 X 15.7 c.m. Met andere hand gemerkt "rubbens". Tentoongesteld: Oude Kunst, Amsterdam, 1929, cat.nr. 273; Rubens tent. Fa. Goudstikker, Amsterdam, 1933, nr. 105. F. Koenigs, in bruikleen Museum Boymans, Rotterdam. 346. Portret van Suzanne Fourment. Omstreeks 1625 ontstaan. Rubens heeft zijn schoonzuster herhaaldelijk geportretteerd. (Nat. Gallery, Londen; Ermitage, Leningrad; Louvre, Parijs). Zwart, wit en rood krijt op bruinachtig papier, 38.3 X 27.3 c.m. Op een later bijgevoegde notitie: Mademoiselle forment soeur de la seconde femme de Rubbens, P. P. Rubens fecit.": Gepubl.: Vasari Society 2nd series VIII (1927), nr. 10; Glück—Haberdltzl, Handzeichnungen von Rubens, 1928, nr. 161. Tentoongesteld: Kunstverein, Düsseldorf, 1929, cat.nr. 81 (met afb.); Rubens tent. Pa. Goudstikker, Amsterdam, 1933, cat.nr. 123 (met afb.). Verz.: Mrs. L. M. Bancroft. F. Koenigs, in bruikleen Museum Zie afb. 282. Boymans, Rotterdam. 347. Helene Fourment. Studie, omstreeks 1631 ontstaan, voor een der figuren op het schilderij „Conversatie van joffers" in het Prado Museum te Madrid. De teekening werd door Simon Watts in 1770 in facsimilé in prent gebracht en door Rogers uitgegeven onder nr. 102 van zijn „Collection" (Weigel nr. 7747). Andere studies voor het schilderij te Madrid bevinden zich in het Museum Fodor, Amsterdam (4), Prentenkabinet, Berlijn, Stadelsches Institut, Frankfort, en in het Louvre, Parijs (2). Zwart, wit en rood krijt op grijs papier, 49.2 X 43.3 c.m. Gepubl.: M. Rooses, L'oeuvre de P. P. Rubens, 1886—'92, nr. 1480; G. Glück, Jahrh. der Kh. Smlgn, Wien, XXXV (1920) p. 68; dito, Rubens, Van Dyck und ilir Kreis, 1933, p. 106; Glück—Haberditzl, Handzeichnungen von Rubens, 1928, nr. 203. Tentoongesteld: Lawrence Gallery, 1835, cat.nr. 48; Flemish Art, Londen, 1927, cat.nr. 578; Rubens tent. Fa. Goudstikker, Amsterdam, 1933. cat.nr. 132 (met afb.). Verz.: Th. Hudson; Sir Th. Lawrence; Koning Willem II; Groothertog van Weimar. F. Koenigs, in bruikleen Museum Zie afb. 285. Boymans, Rotterdam. 348. Helene Fourment. Studie voor het schilderij in de Alte Pinakothek te München, omstreeks 1630/31 ontstaan. Zwart, wit en rood krijt, 48.8 X 32 c.m. Gepubl.: M. Rooses, RubensBulletin, V. 329, nr. 1505; Glück—Haberditzl, Handzeichnungen von Rubens, 1928, nr. 193. Tentoongesteld: Rubens tent. Fa. Goudstikker, Amsterdam, 1933, cat.nr. 121 (met afb.). Verz.: G. Huquier; Graf M. von Fries; Sir Th. Lawrence; J. P. Heseltine. F. Koenigs, in bruikleen Museum Zie afb. 284. Boymans, Rotterdam. 349. Borstbeeld van een jonge vrouw. Omstreeks 1632 ontstaan. Rood, zwart en wit krijt, 47.3 X 35.4 c.m. Gepubl.: Glück—Haberditzl, Handzeichnungen von Rubens, 1928, nr. 207. Tentoongesteld.' Rubens tent. Pa. Goudstikker, Amsterdam, 1933, cat.nr. 124 (met afb.). Verz.: P. H. Lankrink; J. W. Böhler. F. Koenigs, in bruikleen Museum Zie afb. 283. Boymans, Rotterdam. PIETER SAENREDAM. 1597 — Assendelft - Haarlem — 1665. 350. De St. Cunera kerk te Rhenen. Gezicht in het zuidelijk zijschip van het Zuid-Oosten naar het Westen. Pen, met waterverf gewasschen, 40.8 X 54.5 c.m. Gemerkt op bet • gestoelte: 1644 Pr: Saenredam, den 5 en 6 Julij. Recbts aan den pijlervoet: Ste Cunera kerck binnen Rhenen. Gepubl.: C. Hotstede de Groot, Utrechtsche kerken, teekeningen en schilderijen van Pieter Saenredam, 1899, p. 18, nr. 30: P. T. A. Swillens, Pieter Jansz. Saenredam, 1935, p. 116, nr. 165 (afb. 121). Tentoongesteld: P. J. Saenredam, Museum Fodor, 1938, cat.nr. 85. Verz.: Jhr. J. P. Six; Prof. Jhr. Jan Six. F. Lugt, 's-Gravenhage. GABRIEL DE SAINT AUBIN. 1724 — Parijs — 1870. 351. Een waterfestijn in het Colisée te Parijs. Het Colisée, door le Camus gebouwd, werd in 1771 ingewijd en heeft nauwelijks 10 jaar bestaan. De meeste teekeningen van G. de Saint Aubin van de feesten in dit gebouw zijn 1772 gedateerd. Pen, aquarel, gouache, 16.7 X 22.7 c.m. Gepubl.: E. en J. de Goncourt, L'Art du XVTH siècle, Paris, 1880, p. 444; Les Arts. 1907. nr. 63, p. 25; C. F. Foerster, Sammlung F. Koenigs, franz. Meister des xvin Jahrhunderts, 1930, nr. 14; E. Dacier, Gabriel de Saint— Aubin, Paris, 1931, II ,p. 85, nr. 504. Tentoongesteld: Exp. des Saint—Aubin, Parijs, 1925, cat.nr. 59; Oude Kunst, Amsterdam, 1929, cat.nr. 277; French Art, Londen, 1932, cat.nr. 886; Fransche teekeningen, Rotterdam, 1934/35, cat. nr. 37 (met afb.). Verz.: H. Destailleur; J. Doucet; N. Pannier. F. Koenigs, in bruikleen Museum Zie afb. 301. Boymans, Rotterdam. ROELANT SAVERY. 1576 — Kortrijk - Utrecht — 1639. 352. Dennenbosch met waterval in Tirol. De teekenaar vertoefde van 1604—1615 in Praag en moet van daar uit herhaaldelijk Tirol bezocht hebben. Krijt, pen en aquarel, 40.5 X 30.5 c.m. Gemonogrammeerd: R. S. Verz.: H. W. Campe. Prof. Dr. J. Q. van Regteren Altena, Amsterdam. 353. Studie van boomen, tegen de wortels te zien. Zwart en gekleurd krijt op bruin papier, 48.2 X 37 c.m. Gepubl.: J. G. van Gelder, Beeldende Kunst, 1938, III, nr. 4. Tentoongesteld: Gemeente Museum, den Haag, 1930, cat.nr. 106; De Jeröme Bosch a Rembrandt, Brussel, 1937-1938, nr. 36. Verz.: C. Hofstede de Groot. Prof. Dr. J. Q. van Regteren Altena, Zie afb. 230. Amsterdam. GIOVANNI BATTISTA TIEPOLO. 1696 — Venetië - Madrid — 1796. 354. Studieblad. Studies naar een page, een zittenden hond, een krijgsman op den rug gezien en een kop van een grijsaard, die gediend hebben voor de Bevestiging van Bisschop Harold door Barbarossa als Hertog van Franken, een van de fresco's, die in 1752 in de keizerzaal in de residentie te Würzburg zijn uitgevoerd. Rood en wit krijt op blauw papier, 38.4 x 28.1 c.m. Gepubl.: P. Molmenti, G. B. Tlepolo, 1909, p. 165 (met afb. van het fresco); D. von Hadeln, Handzelchnungen von G. B. Tiepolo, 1927, p. 27, afb. 133. Tentoongesteld: Italiaansche Kunst. Amsterdam, 1934, cat.nr. 664 (met afb.). Verz.: J. W. Boehler. F. Koenigs, in bruikleen Museum Zie afb. 310. Boymans, Rotterdam. 355. Kop van een jonge vrouw, naar achteren geleund. Rood en wit krijt op blauw papier, 29 x 24.8 c.m. Gepubl.: D. von Hadeln, Venezlanlsche Zeichnungen der Sammlung F. Koenigs. 1933, cat.nr. 16; W. R. Juynboll, Emporium, XLIV (1938), p. 24 (met afb.). Tentoongesteld: Oude Kunst, Amsterdam, 1928, cat.nr. 295; Italiaansche Kunst, Amsterdam, 1934, cat.nr. 662. Verz.: C. Stroganoff; A. Simonetti. F. Koenigs, in bruikleen Museum Boymans, Rotterdam. 356. De onthoofding van een heilige. Vermoedelijk de onthoofding van Johannes den Dooper. Pen, gewasschen, 34.2 X 27.1 c.m. Gepubl.: D. von Hadeln, Handzeichnungen von G. B. Tlepolo, 1927, p. 27, afb. 50; D. von Hadeln. Venezianische Zeichnungen der Sammlung F. Koenigs, 1933, nr. 18. Tentoongesteld: Italiaansche Kunst, Amsterdam, 1934, cat.nr. 661. Verz.: Lita; Ch. Hessèle; Cl. Roger Marx; J. W. Boehler. F. Koenigs, in bruikleen Museum Boymans, Rotterdam. 357. De Heilige Familie met een engel. Pen en gewasschen, 27 X 20.2 c.m. Tentoongesteld: Tlepolo Exh., The Savllle Gallery, Londen, 1928, cat. nr. 12 (met afb.); Italiaansche kunst, Amsterdam, 1934, cat.nr. 657. F. Koenigs, in bruikleen Museum Zie afb. 306. Boymans, Rotterdam. 358. Gigantenstrijd. Pen over krijt, gewasschen op blauw papier, 34.8 X 22.6 cjn. Gepubl.: D. von Hadeln, Handzeichnungen von G. B. Tiepolo, 1927, p. 27, afb. 46. Verz.: J. W. Boehler. F. Koenigs, in bruikleen Museum Zie afb. 305. Boymans, Rotterdam. 359. Studieblad met figuren. Pen, gewasschen, 27.3 X 19.8 c.m. Gemerkt met monogram. Gepubl.: von Hadeln, Handzeichnungen von G. B. Tiepolo, 1927, p. 27, afb. 47. Verz.: Cl. Roger Marx; J. W. Boehler. F. Koenigs, in bruikleen Museum Boymans, Rotterdam. 360. Venetiaansche pantoffelparade. Pen en penseel in bruine inkt, 23.7 X 35.2 c.m. Tentoongesteld: Italiaansche Kunst, Amsterdam, 1934, cat.nr. 654. Verz.: B. d'Hendecourt. Prof. Dr. J. Q. van Regteren Altena, Amsterdam. 361. Stadsgezicht met Campanile. Op de keerzijde: Gezicht op een stad. Pen en penseel op wit geprepareerd papier, 15.3 X 28.3 c.m. Gemerkt: Tiepolo ft. Gepubl.: D. von Hadeln, Handzeichnungen von G. B. Tiepolo; 1927, p. 23 afb. 114. Tentoongesteld: Italiaansche kunst, Amsterdam, 1934, cat.nr. 660 (met afb.). Verz.: G. Bellingham Smith. F. Koenigs, in bruikleen Museum Zie afb. 307. Boymans, Rotterdam. JACOPO TINTORETTO. 1519 — Venetië — 1594. 362. Studie naar een antieke buste van Vitellius. Op de keerzijde herhaald. Andere studies naar dit exemplaar, dat Tintoretto zelf bezat, o.a. in Londen (British Museum), Oxford, Florence en München. Zwart en wit krijt op bruin papier, 39.5 X 26 c.m. Gepubl.: D. von Hadeln, Handzeichnungen des Tintoretto, 1922, p. 24. Tentoongesteld: Italiaansche kunst, Amsterdam, 1934, cat.nr. 675. Verz.: A. Slmonetti. F. Koenigs, in bruikleen Museum Zie afb. 238. Boymans, Rotterdam. 363. Studie naar een van voren gezienen antieken manskop. De teekening is op de keerzijde herhaald. Dezelfde kop nog eenmaal in iets anderen stand in de Uffizi (nr. 17237). Kool en wit krijt op grijs papier, 34 X 23 c.m. Gepubl.: D. von Hadeln, Venezianische Zeichnungen der Sammlung P. Koenigs, 1933, nr. 11. Tentoongesteld: Italiaansche kunst, Amsterdam, 1934, cat.nr. 676. F. Koenigs, in bruikleen Museum Zie afb. 239. Boymans, Rotterdam. 364. Simson en de Philistijnen. Studie naar de groep van Michel Angelo, door Tintoretto herhaaldelijk geteekend. Een wasmodel voor het verloren gegane beeldhouwwerk te Florence in de Casa Buonarroti. Zwart krijt, penseel en wit gehoogd op grijsblauw papier, 42.9 x 27.2 c.m. Gepubl.: D. von Hadeln, Handzeichnungen des Tintoretto, 1922, p. 25. Tentoongesteld: Oude Kunst, Amsterdam, 1929, cat.nr. 301; Itallaansche kunst, Amsterdam, 1934, cat.nr. 679 (met afb.); L'Art Italien, Parijs, 1935, cat.nr. 713. Verz.: G. Vallardi; G. Locarno; A. Simonettl. F. Koenigs, in bruikleen Museum Zie afb. 240. Boymans, Rotterdam. 365. Studie van een Atlasfiguur. Op de keerzijde een tweede studie naar deze figuur. J. Meder (Die Handzeichnung 1919, p. 414) acht het, evenals Edith Hoffmann, waarschijnlijk, dat het model door Tintoretto zelf vervaardigd is. Andere studies naar dit model in Budapest, Florence en Rome (Palazzo Corsini). Kool, wit gehoogd op blauw papier, 26.8 X 18.1 c.m. Gepubl.: D. von Hadeln, Handzeichnungen des Tintoretto, 1922, p. 28, noot 1; D. von Hadeln, Burl. Mag. XLIV (1924), p. 278; D. von Hadeln, Venezlanische Zelclmungen der Sammlung F. Koenigs, 1933, nr. 7; W. R. Juynboll, Emporium, XLIV (1938), p. 23 (met afb.). Tentoongesteld: Saville Gallery, Londen, 1929, cat.nr. 45; Italiaansche kunst, Amsterdam, 1934, cat.nr. 680; L'Art italien, Parijs, 1935, cat.nr. 710. Verz.: Ch. Rogers; A. G. B. Russell. F. Koenigs, in bruikleen Museum Zie afb. 241. Boymans, Rotterdam. 366. Studie naar een beeldhouwwerk. Naar hetzelfde beeldhouwwerk, maar dan van terzijde, bevindt zich nog een teekening in Oxford (Christ Church). Zwart krijt, penseel, witte hoogsels op groengrijs papier, 42.5 X 26.2 c.m. Gepubl.: D. von Hadeln, Pantheon, 1929, p. 421 (met afb.). Tentoongesteld: Oude Kunst, Amsterdam, 1929, cat.nr. 300; Italiaansche Kunst, Amsterdam, 1934, cat.nr. 678; L'Art Italien, Parijs, 1935, cat.nr. 714. Verz.: G. Vallardi; G. Locarno; A. Simonettl. F. Koenigs, in bruikleen Museum Boymans, Rotterdam. 367. Studie naar een man, die een stok vasthoudt. Op de keerzijde een portret van een vrouw en een studie van een gewaad. Zwart krijt op blauw papier, 43.3 X 27.3 c.m. Verz.: J. W. Boehler. F. Koenigs, in bruikleen Museum Boymans, Rotterdam. ■ ESAIAS VAN DE VELDE. 1590 — Amsterdam - Den Haag — 1630. 368. Winterlandschap met figuren op het ijs. Een schilderij met een dergelijke compositie was te zien op de tentoonstelling van Holl. Winterlandschappen, Amsterdam, 1932, cat. nr. 88 (met afb.). Pen en aquarel, 25 X 34 c.m. Gemerkt en ged.: EVV en 1 6 2 2. Verz.: Prins Salm-B ... (R. W. P. de Vries, 24 Jan. 1922, nr. 583, met afb.). F. Koenigs, Haarlem, in bruikleen Museum Boymans, Rotterdam. JAN VAN DE VELDE. 1593 — Delft - Enkhuizen — 1641. 369. Ontwerp voor een titelblad. De teekening in spiegelbeeld door J. v. d. Velde gegraveerd (Franken-van der Keilen, nr. 271) als titelblad voor een serie landschappen in 1616 door Cl. J. Visscher uitgegeven. Pen, bruin en blauw gewasschen, 13.8 X 20.2 c.m. Gepubl.: J. G. van Gelder, Jan van de Velde, schilder-teekenaar, 1933, p. 54, nr. 53. Verz.: T. Strauss-Negbaur. F. Koenigs, Haarlem, in bruikleen Museum Boymans, Rotterdam. DAVID VINCKBOONS. 1578 — Mechelen - Amsterdam — 1629. 370. Feestelijke intocht van den Aartshertog Albert en Isabella in een van de steden van de Spaansche Zuidelijke Nederlanden in 1596. Teekeningen in denzelfden trant uitgevoerd o.a. in Berlijn, Prentenkabinet (nr. 3362, PI. 211, nr. 4176, nr. 12294).F. Lugt schrijft deze groep aan een Duitsch meester toe uit de school van Frankenthal. Pen en aquarel, 24.5 X 39 c.m. Gepubl.: M. J. Friedlander, Katalog Kupferstichkablnett, Berlin 1930, p. 305; F. Lugt, Preuss. Jahrb. Lil (1931), p. 76. Verz.: Cobenzl; Paul I; Ermitage, Leningrad; Ant. W. M. Mensing (veiling 27-29 April 1937, nr. 773, met afb.). Zie afb. 231. Mr. Chr. P. van Eeghen, Amsterdam. ANTHONIE WATERLOO. 1609/10 — Rijssel - Amsterdam — 1682. 371. Boschgezicht in de omgeving van Hamburg. Penseel, O.I. inkt, gewasschen en witte dekverf op grijsgrauw papier, 45 X 55 c.m. Op de keerzijde: "aen de Steenwech buyten Hamborch". Op de voorzijde links boven: N° 100. Verz.: J .de Vos Jbzn.; L. Duval; S. H. de la Sablonière (1891): Ant. W. M. Mensing (veiling Amsterdam, 27—29 April 1937, nr. 810 A). D. Hannema, Rotterdam. 372. Boschgezicht. Zwart krijt, aquarel, 28.8 X 17.8 c.m. Verz.: J. W. Boehler. F. Koenigs, Haarlem, in bruikleen Museum Boymans, Rotterdam. ANTOINE WATTEAU. 1684 — Valenciennes - Vincennes — 1721. 373. Savoyard met kijkkast. Een dergelijke teekening bevindt zich in het Musée Bonnat te Bayonne en een derde is door Boucher geëtst in „Figures de différents caractères". Zwart en rood krijt, 30.2 X 20.7 c.m. Gepubl.: Drawings by F. Boucher, J. H. Fragonard and A. Watteau in the coll. J. P. Heseltine, Londen, 1900, p. 39, nr. 14; Dessins de 1'Ecole frangaise . . de la coll. Heseltine, Paris, 1913, p. 76, (met afb.); L. Dimier, Les peintres frangais du XVIIIe siècle, Paris, 1928 (I), p. 54, nr. 35. Tentoongesteld: National Loan Exhibitlon, Londen, 1909, cat.nr. 52; Oude Kunst, Amsterdam, 1929, cat.nr. 322; Fransche teekeningen, Rotterdam, 1934/35, cat.nr. 81 (met afb.); A. Watteau, Willet Holthuysen, Amsterdam, 1935, cat.nr. 14 (met afb.). Verz.: P. Crozat; J. Richardson; W. Mayor; J. P. Heseltine. F. Koenigs, in bruikleen Museum Zie afb. 293. Boymans, Rotterdam. 374. Studieblad naar een jongen vagebond. De beide figuren werden afzonderlijk geëtst door Trémollière en Caylus in „Figures de différents caractères". Rood en zwart krijt, 23.5 X 22.5 c.m. Op de achterzijde staat geschreven: "Ce dessin a été donné par Watteau mourant è. moy son ami Caylus'. Gepubl.: K. T. Parker, Old master drawings 1930 (V), p. 28 (PI. 12); Seymour de Riccl, Les dessins fransais, 1938, nr, 12. Tentoongesteld: Oude Kunst, Amsterdam, 1929, nr. 314; Kind en Kunst, Haarlem, 1931, cat.nr. 198; Fransche teekeningen, Rotterdam, 1934/35, cat.nr. 88 (met afb.); A. Watteau, Willet Holthuysen, Amsterdam, 1935, cat.nr. 15 (met afb.); Chefs d'oeuvre de L'art francais, Parijs, 1937, cat.nr. 599. Verz.: Comte de Caylus; L. Bonnat. F. Koenigs, in bruikleen Museum Boymans, Rotterdam. 375. Staande man. De teekening vertoont veel gelijkenis met Watteau's schilderij „L'indifférent" in het Louvre. De figuur maakt een danspas. Zwart, rood en wit krijt, 27.3 X 19 c.m. Gepubl.: C. F. Foerster. Sammlung F. Koenigs, franz. Meister des XVIII Jahrh. 1930, nr. 2 (pi. XVI); Seymour de Ricci; Les dessins francais, 1938, nr. 13. Tentoongesteld: Oude Kunst, Amsterdam, 1929, cat.nr. 318 (met afb.); Fransche teekeningen, Rotterdam, 1934/35, cat.nr. 83 (met afb.); A. Watteau, Willet Holthuysen, Amsterdam, 1935, cat.nr. 2 (met afb.); Chefs d'oeuvre de l'art francais, Parijs, 1937, cat.nr. 600. Verz.: Georges Bougarel. F. Koenigs, in bruikleen Museum Zie afb. 291. Boymans, Rotterdam. 376. Zittende jonge vrouw op den rug gezien. Zwart en rood krijt op grijsbruin papier, 33.4 X 25 c.m. Gepubl.: Drawings by F. Boucher, J. H. Fragonard and A. Watteau in the coll. of J. P. Heseltine, Londen, 1900, p. 77, nr. 31; Dessins de 1'Ecole francaise ... de la coll. Heseltine, Parijs, 1913, nr. 73; L. Dimier, Les petntres francais du XVIHe siècle, Paris, 1928 (I), p. 53, nr. 22. Tentoongesteld: National Loan Exhibition, Londen, 1909, nr. 49; Oude Kunst, Amsterdam 1929, cat.nr. 317; Fransche teekeningen, Rotterdam, 1934/35, cat.nr. 91 (met afb.); A. Watteau, Willet Holthuysen, Amsterdam, 1935, cat.nr. 28. Verz.: G. Huquier; J. P. Heseltine. F. Koenigs, in bruikleen Museum Zie afb. 295. Boymans, Rotterdam. 377. Een jonge vrouw met waaier, op den grond gezeten. De figuur komt voor op „L'Assemblée dans un Pare" in het Louvre. Zwart, wit en rood krijt op grauw papier, 20.4 X 14.8 c.m. Tentoongesteld: Oude Kunst, Amsterdam, 1929, cat.nr. 315 (met afb.); Fransche teekeningen, Rotterdam, 1934/35, cat.nr. 97; A. Watteau, Willet Holthuysen, Amsterdam, cat.nr. 27. F. Koenigs, in bruikleen Museum Zie afb. 294. Boymans, Rotterdam. 378. Studieblad met twee figuren van een zittende jonge vrouw en een manskop. De zittende dame rechts komt in spiegelbeeld voor op „Le bosquet de Bacchus", gegraveerd door Cochin. Rnnri kriit 14 3 X 22.9 c.m. Tentoongesteld: Fransche teekeningen, Rotterdam, 1934/35 cat.nr. 87 (met afb.); A. Watteau, Willet Holthuysen, Amsterdam, 1935, cat.nr. 26, (met afb.); Chefs d oeuvre de l'art frangais, Parijs, 1937, cat.nr. 598. Verz.: Earl J. Spencer. F. Koenigs, in bruikleen Museum Boymans, Rotterdam. 379. Borstbeeld van een jonge vrouw met studie voor een hand. Hetzelfde model is van opzij gezien voorgesteld op een teekening in het Louvre, door Boucher geëtst. Zwart en rood krijt, 22.8 X 18.4 c.m. Gepubl.: C. F. Foerster Sammlung F. Koenigs, franz. Meister des XVIII Jahrhunderts, 1930 nr. 4. Tentoongesteld: Oude Kunst, Amsterdam, 1929, cat.nr. 316 (met afb,); Fransche teekeningen, Rotterdam, 1934/35, cat.nr. 86;; A. Watteau, Willet Holthuysen, Amsterdam, 1935, cat.nr. 32 (met afb.). Verz.: L. Bonnat. F. Koenigs, in bruikleen Museum Zie afb. 292. Boymans, Rotterdam. 380. Studieblad met figuren uit het leven van Maria de Medici, door Rubens. Links studie van de koningin met gevolg, voorkomend op de Inscheping van Maria de Medici te Marseille. De andere figuren zijn ontleend aan de kroning van Maria de Medici. De schilderijen van Rubens bevinden zich in het Louvre te Parijs. Rood en zwart krijt en potlood, 20 X 25 c.m. Later gemerkt: Ant. Watteau". Gepubl.: Drawings by F. Boucher, J. H. Fragonard and A. Watteau in the coll. of J. P. Heseltine, London, 1900, nr. 8; Dessins de 1'École frangaise ... de la coll. Heseltine, Paris, 1913, nr. 90; L. Dimier, Les peintres frangais du XVIIIe siècle, Paris, 1928 (I), p. 52, nr. 5. Verz.: Graaf Nils Barck; J. P. Heseltine; Gentile di Giuseppe, (veiling Parijs, 5 April 1938, cat.nr. 25). Particuliere verzameling, Nederland. 381. Studiekop naar een jonge vrouw. De teekening volgens een opschrift van Mariette „E Rubenio desumptum opus Ant. Watteau", gecopieerd naar een werk van Rubens. Het directe voorbeeld, misschien een verloren gegane studie voor den Medici cyclus, is niet meer aan te wijzen. Zwart en rood krijt, 31 X 22.8 c.m. Gepubl.: K. T. Parker, The drawings of Antoine Watteau, 1931, nr. 18 (met afb.). Tentoongesteld: Fransche teekenlngen, Botterdam 1934/35, cat.nr. 93 (met afb.); A. Watteau, Willet Holthuysen, Amsterdam, 1935. cat.nr. 43. Verz.: P. J. Marlette; Czeczowlczka. F. Koenigs, in bruikleen Museum Boymans, Rotterdam. JAN WEENIX. 1640 — Amsterdam — 1719. 382. Doode ooievaars. Aquarel, 21.4 X 31.5 c.m. Tentoongesteld: De Jeröme Bosch a Rembrandt, Brussel, 1937-1938, cat.nr. 154. Verz.: Mrs. James; V. Koch. Prof. Dr. J. Q. van Regteren Altena, Zie afb. 277. Amsterdam. ROGIER VAN DER WEYDEN. 1399 — Doornik - Brussel — 1464. 383. Madonna met kind. Omstreeks 1450 ontstaan. Het motief komt omstreeks 1480 weer voor bij een Nederlandsch schilder (Museum, Leipzig) en bij den Meester van de Lucia-legende (Museum, Brussel), in de 16de eeuw bij Brugsche schilders (o.a. Ambr. Benson). Zilverstift, 21.6 X 13.3 c.m. Later gemerkt: Alberto Durer. Gepubl.: M. J. Frledl&nder, Old Master Drawings I (1926), p. 29 (Plate 38). Tentoongesteld: Flemish Art, Londen, 1927, cat.nr. 502; Oude Kunst, Amsterdam, 1929, cat.nr. 324; Nederl. teekenlngen, Rotterdam, 1934, cat.nr. 30 (met afb.); De van Eyck a Bruegel, Paris, 1935, cat.nr. 208. Verz.: Noord Franseh bezit. F. Koenigs, in bruikleen Museum Zie afb. 202. Boymans, Rotterdam. STUDIEKOPPEN EN PORTRETTEN EEN KEUZE UIT DE TEEKENINGEN-VERZAMEUNG FRITS LUGT. Rechter wand. ALBRECHT DUERER. 1471 — Neurenberg — 1528 400. Portret eener vrouw met neergeslagen oogen. Waarschijnlijk de vrouw of de dochter van Dürers waard, Jan de Haas, te Bergen op Zoom. In zijn dagboek van zijn reis door de Nederlanden vermeldt Dürer, dat hij die portretten teekende. Hij verbleef meer dan een week te Bergen op Zoom, begin December 1520. De kap, die aan die van een non doet denken, werd destijds in die streek gedragen. Vergelijk de vrouwenportretten, in Dürer's kleine teekenboek gebruikt op zijn reis door de Nederlanden (Schilling, A. Dürer - Niederlandisches Reiseskizzenbuch nr. V1 en VI op hetzelfde blad, waarop hij de kerk van Bergen op Zoom teekende. De meester heeft boven aan het blad het woord: Mertgen of Meizgen? geschreven, misschien de naam van de voorgestelde. Zwart krijt, 40.3 X 27.3 c.m. Get.: Rechts hoven met monogram, links boven: 1 5 20, in het midden: ALT XXXVnn. Gepubl.: H. Tietze-Dürer Katalog, n, 2, nr. 781. Deze teekening, een der fraaiste der door Dürer geteekende portretten is nog nimmer afgebeeld. Verz.: Sir Th. Lawrence; Seymour; Pauline Viardot; Paul Deschamps. F. Lugt, 's-Gravenhage. PETER PAUL.US RUBENS. 1577 — Siegen - Antwerpen — 1640 401. Portret van Lucas van Leyden. Naar zijn geschilderd zelfportret, thans te Brunswijk. Olieverf op papier 27.8 X 19.8 c.m. Met onderschrift: Lucas Leydanus Sculptorum Columen, Lux, Lunaqe, Solqe pene 111. Gepubl.: M. Rooses. V, p. 267. Verz.: P. J. Mariette (Veiling 1775, nr. 1016); Marquls de Lagoy; H. Danby Seymour. F. Lugt, 's-Gravenhage. LUCAS VAN LEYDEN. 1494 — Leiden — 1533 402. Portret van Keizer Maximiliaan (B. 172). Van deze prent, door den meester naar zijn voorbereidende teekening (zie nr. 404) gegraveerd, zijn slechts enkele afdrukken bekend. F. Lugt, 's-Gravenhage. JAN GOSSAEET, GEN. MABUSE. 1472 — Maubeuge - Middelburg — 1533 (?) 403. Portret van Koning Christiaan II van Denemarken. De teekening werd later ten onrechte toegeschreven aan den graveur Jacob Binck, omdat een prent, naar deze teekening vervaardigd, als zijn werk gold. De teekening heeft alle eigenaardigheden van Mabuse's werkwijze. De kop is kennelijk naar het leven geteekend met andere inkt. Pen, 26.8 X 21.5 c.m. Gepubl.: Gazette des Beaux-Arts 1876. p. 524— 526, als werk van Albrecht Dürer. Verz.: Schneider (Veiling Parijs 1876, nr. 63). Zie afb. 215. F. Lugt, 's-Gravenhage. LUCAS VAN LEYDEN. 404. Portret van Keizer Maximiliaan. Voorbereiding voor Lucas' prent, Bartsch nr. 172 (zie nr. 402). Er zijn kleine verschillen (o.a. in den achtergrond) en het jaartal 1520 ontbreekt nog. Pen, 25.5 X 18.2 c.m. Gepubl.: Gazette des Beaux-Arts 1876, p. 524—526. Verz.: Schneider (Veiling Parijs 1876, nr. 73). Zie afb. 214. F. Lugt, 's-Gravenhage. 405. Portret van den reken- en schermmeester Dudolf van Collen (of Ceulen). in medaillon omgeven door wapens. Daaronder de berekening van de middellijn van den cirkel. Voorbereiding voor de Gheyn's gravure, die hier onder nr. 409 tentoongesteld is. Pen, met O.-I. Inkt gewasschen, 13.9 X 11 c.m. Verz.: van den kunsthandelaar Vincent van Gogh. F. Lugt, 's-Gravenhage. 406. Portret van een jongeling ten halven lijve, naar links. Pen, 12.2 X 7.3 c.m. F. Lugt, 's-Gravenhage. HENDRICK GOLTZIUS. 1558 — Mühlbrecht - Haarlem — 1617. 407. Portret van den schilder Johannes Stradanus (1536-1605). Borstbeeld naar rechts. In tegengestelde richting gegraveerd in den vorm van een medaillon door Goltzius zelf (B. 187). Op de gravure, met emblemata voor de schilder- en bouwkunst, houdt de geportretteerde een pen vast. Bood en zwart krijt, 35.4 X 30.8 c.m. Get. met monogram en "A 0 15 9 1". Op de keerzijde in 18e eeuwsch handschrift " 't portrait van Johannes Stradanus Aet. 65 (?)". Gepubl.: M. D. Henkei, Le dessin hollandais des origines au XVIIe siècle, 1931, p. 104, PI. XVII. Verz.: O. Eisenmann. Zie afb. 242. F. Lugt, 's-Gravenhage. ONBEKENDE MEESTER 17e EEUW (FRIESCH MEESTER?). 408. Slapend meisje. Op de achterzijde eèn portret van een bejaarde dame zittend, kniestuk, met breede kraag; daaronder schetsen van een oog en kop met opgave der kleur. Bood krijt, 18.4 X 31.2 c.m. Met onderschrift: tusschen harling en amsterdam — Elisabeta de Lendelee 1616. 17 may. vet. Op achterzijde: Jouffr maria hessels enz. 16 16. 17 may. en eenige notities over de kleur der oogen en der huid. Tentoongesteld: Gemeente Museum, 's-Gravenhage, 1930, catalogus Hl, 51. Veiling: Belllngham Smith e.a., Amsterdam, 1927, nr. 202 (afgebeeld als Wybrand de Geest). Verz.: C. Hofstede de Groot. F. Lugt, 's-Gravenhage. JACOB DE GHEYN. 1565 — Antwerpen - Den Haag — 1629 409. Portret van Ludolf van Collen (Pass. Hl, 8). Prent, gedateerd 1596 en met de aanduiding van den leeftijd: „Out 56". Met de handteekening van den verzamelaar P. Mariette 1693. De teekening van de Gheyn die als voorbereiding voor deze gravure heeft gediend, hier onder nr. 405 tentoongesteld. AEGIDIUS SADELER. 1570 — Antwerpen - Praag — 1629 410. Portret van een heer met korten baard, naar rechts. Zwart krijt op grijzen grond, 13 X 10.1 c.m. Verz.: Marquls C. de Valori; P. Mathey. F. Lugt, 's-Gravenhage. JAC. GZ. CUYP. 1594 — Dordrecht — 1651/52. 411. Portret van een jongeling, in borstbeeld naar links. Rood en zwart krijt, 25.5 X 18.5 c.m. Get. Atatis 19 163 0. Ouyp f e. Gepubi.: Vasari Society, part. 4, nr. 27; Catalogus Savile Gallery 1929, nr. 9. Verz.: C. H. Read. F. Lugt, 's-Gravenhage. CORNELIS VISSCHER. 1607 — Leiden - Amsterdam — 1647 412. Portret van een oude vrouw. Borstbeeld naar links. Zwart krijt op perkament, 16.8 X 12.7 c.m. Get.: C. de Visscher fect. Verz.: H. Defer-Dumesnil; A. Beurdeley. Zie afb. 276. F. Lugt, 's-Gravenhage. JAN LIEVEN S. 1607 — Leiden - Amsterdam — 1674. 413. Portret van den schilder Adriaen Brouwer. Vermoedelijk geteekend te Antwerpen, in Brouwer's laatste levensjaren. Zwart krijt, 22.1 X 18.4 c.m. Get.: met initialen. Op de achterzijde: Het konterfeitze 1 van A. Brouwer. Gepubl.: H. Schneider, Friediander Festschrift, 1927, p. 148; W. Bode, Repertorium für Kunstwissenschaft, 1928. p. 15; H. Schneider, Jan Llevens, Sein Leben und seine Werke, 1932, nr. Z. 51. Zie afb. 244. F. Lugt, 's-Gravenhage. DAVID BAILLY. 1584 — Leiden — 1657 414. Portret van P. Dz. Hasselaer. Borstbeeld naar links. Pen ovaal, 15.3 X 12.7 c.m. Get.: D. baillij fecit Ao 1 6 2 5. Verz.: I. F. Ellinckhuysen; Carl Schöffer; P. Langerhuizen Lz. F. Lugt, 's-Gravenhage. JAN LIEVENS. 415. Portret van den predikant Streso. Studie voor Lievens' ets, Rovinski, nr. 76. Zwart krijt, 23 X 19.2 c.m. Get.: met initialen. Op de achterzijde in oud handschrift: Domine Strso predikant in 'S-g ravenhage door J. Lievenss na 't Leven getekent. Gepubl.' H. Schneider, Jan Lievens, Sein Leben und seine Werke, 1932, nr. Z. 72; M. D. Henkei, Le dessin hollandais des origines au XVIIe siècle 1931, pag. 132, PI. LXXIV. Verz.: C. Ploos van Amstel. Zie afb. 245. F- Lugt, 's-Gravenhage. DAVID BAILLY. 416. Portret van den botanicus Johannes Neander, van Bremen. De teekening gegraveerd door W. Jacz. Delff, Franken nr. 53. Pen, In kleuren gewasschen, 13.9 X 10.4 c.m. Ged.: A e t. A n o 2 6. F. Lugt, 's-Gravenhage. JAN LIEVENS. 417. Portret van een oud man (den knecht van Johan van Oldenbarnevelt). Pen, 21.5 X 21.5 c.m. Get. met Initialen. Op de achterzijde met potlood: Magnifique dessin de Jean Lievens. C'est ie portralt du domestlque de Olden— Barnevelt, qul a déshabillé son maitre sur 1'échafaut. Voyez une petite planche au grenier devant laquelle ce dessin était encadré quand Je 1'acquis, & La Haye, en 1822. Gepubl.: F. Becker, Handzeichnungen alter Meister, 1922, nr. 15; H. Schneider. Jan Lievens. Sein Leben und seine Werke, 1932, p. 201, nr. Z. 79. Tentoongesteld: Dutch Art, Londen, 1929, cat.nr. 648; De Jeröme Bosch k Rembrandt, Brussel 1937—1938, cat.nr. 95. Verz.: I. Pauw; J. Camberlyn; J. H. Cremer; Velling pappelendam en Schouten, Amsterdam, 11 Juni 1889, nr. 370; Jhr. A. Boreel; A. Koster. Zie afb. 243. F. Lugt, 's-Gravenhage. JAN VAN RAVESTEYN. 1572 — den Haag — 1657 418. De Haagsche magistraat ontvangt de officieren der Schutterij. Ontwerp voor het schutterstuk der Sebastiaansdoelen van 1618 in het Gemeentemuseum te den Haag (cat. 1935, nr. 404). De opdracht werd in Nov. 1617 verstrekt volgens het voorgelegde ontwerp. Op het schilderij komen 26 personen voor; de teekening telt 21 koppen. Op de achterzijde naaktstudies naar vrouwelijk model. Pen, O.-I. inkt gewasschen en wit gehoogd, 24.8 X 50.7 c.m. Met potlood get.: "de Baan" (later hand). Gepubl.: W. Martin, OudHolland XLI (1923/24), p. 193; G. Knuttel. Mededeelingen Dienst K. en W. den Haag, III (1933), p. 61 (met afb.). Tentoongesteld: Gemeente Museum, den Haag 1931-1938, cat. 1935, p. 210, nr. 41-31. Verz.: Keurvorsten van Beieren; Prentenkabinet München. Zie afb. 228. F. Lugt, 's-Gravenhage. CORNELIS VISSCHER. 419. Portret van een schilder met palet in de hand, ten halven ljjve. Zwart krijt op perkament, 26.7 X 19.8 c.m. Get.; C. Visscher en gedateerd: Aeta. 24 Ao 165 2. F. Lugt, 's-Gravenhage. 420. Kop van een jongen man met puntigen hoed, in ovaal (zelfportret?). Zwart krijt, 14.4 X 97 c.m. Get.: C. Visscher ad viv. Verz.: W. Esdalle. F. Lugt, 's-Gravenhage. GERBRAND VAN DEN EECKHOUT. 1621 — Amsterdam — 1674. 421. Zelfportret. Zwart krijt, met O.-I. inkt gewasschen, 26.3 X 20 c.m. Get. en ged.: G. v. d. Eeckhout Ao 164 7. Verz.: J. Goll van Francken stein; W. Esdalle; W. Mayor (?L. 2639) A. von Beckerath; E. Rodrigues. Zie afb. 267. F. Lugt, 's-Gravenhage. NICOLAES MAES. 1632 — Dordrecht - Amsterdam — 1693 422. Slapende oude vrouw, zittend, ten halve lijve. Bood krijt, 17.7 X 15 c.m. Gepubl.: M. D. Henkei, Le dessin hol landals des origines au XVIIe siècle, 1931, p. 133, Pi. LXXVI. Tentoongesteld: Dutch Art Londen, 1929, cat.nr. 671; N. Maes tent., Dordrecht 1934, nr. 33. Verz.: Lord Northwick (veiling 1—4 Nov. 1900, nr. 27, als Bega). Zie afb. 266. F. Lugt, 's-Gravenhage. CORNELIS VISSCHER. 423. Portret van een heer met lang haar en hoed. Borstbeeld naar rechts. Zwart krijt, 28.2 X 20.2. Zie afb. 275. F. Lugt, 's-Gravenhage. CRISPIJN DE PASSÉ. 1589 — Keulen - Amsterdam — 1667 424. Portret van Robert Winter, van den "Gunpowderplot". Pen, bister gewasschen, ovaal, 14.2 X 9.8 c.m. Rechts onder een oude toeschrijving aan Goltzius. F. Lugt, 's-Gravenhage. ADRIAEN VAN OSTADE. 1610 — Haarlem — 1685. 425. Drie studies voor het familieportret van Ostade's eigen gezin. Het schilderij is thans in het Louvre. Het is interessant na te gaan, hoe de meester naar de beste groepeering heeft gezocht. Alle drie zijn met de pen, over een voorloopige potloodschets, en met bister of O.-I. inkt gewasschen. A. 16.1 X 20.1 c.m. Verz.: S. Woodburn; Sir J. C. Robinson; J. P. Heseltine; H. Oppenheimer. B. 12.6 X 21.2 c.m. Verz.: Dr. E. Peart; Earl of Warwick. C. 12.2 X 23.1 c.m. D. De foto naar het schilderij in het Louvre te Parijs. F. Lugt, 's-Gravenhage. REMBRANDT Hz. VAN RIJN. 1606 — Leiden - Amsterdam — 1669 426. Drie studies voor een der apostels uit een compositie der Emmaüsgangers. Pen, 17.4 X 16 c.m. Gepubl.: Hofstede de Groot, Die Handzelchnungen Rembrandts, 1906, nr. 993; J. P. Heseltlne, Rembrandt Drawlngs, 1907, nr. 33; W. R. Valentiner, Rembrandt, Handzeiclmungen n, 1934, nr. 527. Tentoongesteld; Amsterdam 1898; Dutch Art, Londen 1929, cat.nr. 590; Rembrandt tent. Amsterdam 1932, cat.nr. 242; De Jeröme Bosch a Rembrandt, Brussel 1937—1938, cat.nr. 82. Verz.; J. Richardson jun.; Slr J. Reynolds; S. Woodburn; E. Bouverie; Baron Grahame; J. P. Heseltine; M. Kappel. Zie afb. 250. F. Lugt, 's-Gravenhage. GERBRAND VAN DEN EECKHOUT. 427. Rookertje. * Penseel bister, 15.8 X 13.7 c.m. Gepubl.; M. D. Henkei, Le dessin hollandais des origlnes au XVIIe siècle, 1931, p. 128, pl. LXVTa. Verz.; Revil; Norblln; Dr. A. Strater; R. Ph. Goldschmidt. F. Lugt, 's-Gravenhage. GERARD TER BORCH. 1617 — Zwolle - Deventer — 1681 428. Kop heer met lang haar, opkijkend naar links. Zwart krijt, met wit gehoogd, 16.5 X 14.5 c.m. Verz.; E. Wauters. F. Lugt, 's-Gravenhage. JOHANNES MIJTENS. 1614 — Den Haag — 1670 429. Portret van een heer, zittend, naar links gewend. Van dezen begaafden portretschilder zijn bijna geen teekeningen bekend. Zwart krijt op perkament. 20 X 16.3. Get. en ged.: Joa. Mytens 16 4 1. F. Lugt, 's-Gravenhage. CORNELIS VAN DALEN. 1602 (?) — Amsterdam — 1665 430. Portret. Vermoedelijk de beeltenis van Govert van Slingelandt, raad- pensionaris van Dordrecht en secretaris van den Raad van State, overleden in 1690. Het portret heette destijds een Pieter van Slingelandt af te beelden; in de veiling Wellesley (1920) waren de namen omgekeerd en heette van Dalen de afgebeelde en Slingelandt de teekenaar. Zwart krijt, 24.4 X 19.5 c.m. Gepubl.: Thieme-Becker, Allg. Künstlerlexikon, deel Vin, p. 291, als P. van Slingelandt. Tentoongesteld: Londen 1865; South Kensington Museum, nr. 1895. Verz.: J. G. Baron Verstolk van Soelen; George Smith; Prancis Wellesley; Anonieme veiling, Londen 1934, nr. 84. F. Lugt, 's-Gravenhage. FRANS VAN MIERIS. 1635 — Leiden — 1681 431. Rooker bij kaarslicht. Zwart krijt op perkament, 20.5 X 16.1 c.m. Get.: F. v. Mieris Ie c. Verz.: J. Goll van Pranckenstein; C. J. Nieuwenhuys; J. P. Heseltine. F. Lugt, 's-Gravenhage. GESINA TER BORCH. 1633 — Deventer — 1690 432. Portret van Moses Ter Borch. In ovaal met randschrift: Moses Ter Borch geboren Anno 1645 Den 15 Juni en door ongeluckige kogels gestorven op Herwits den 12 Juli Anno 1667. Pen, met O.-I. inkt gewasschen en met wit gehoogd, 18.5 X 15.6 c.m. Get. en ged. op achterzijde: G. T. Borch Anno 166 4. Zie het afscheidsgedicht in het album van Gesina p. 78 en 80, beide door Sybr. Schellinga?; op p. 83 (1667) emblematische voorstelling over zijn dood; zijn portret op p. 84. Tentoongesteld: Londen, Victoria and Albcrt Museum 1916-18. Verz.: Braamcamp; Schiefbaan-Hovius; Francls Wellesley; Anonieme veiling Londen 27/28 Juni 1922, nr. 112. F. Lugt, 's-Gravenhage. SALOMON KONINCK. 1609 — Amsterdam — 1656. 433. Rabbi, zittend, met platte muts, in grooten mantel, naar rechts. Pen, met bister gewasschen, 16.5 X 12.9 c.m. Op achterzijde met pen: Staande vrouwefiguur. Verz.: W. Nijman, als door van Vliet. PETER LELY. 1618 — Soest - Londen — 1680 434. Karei II als Commandeur van de Orde van den Kousenband. Behoort tot een serie studies voor een plechtigheid van deze Orde. Studies van andere Ridders en Herauten bevinden zich o.a. in de Prentenkabinetten van Amsterdam, Berlijn, Leningrad, Londen, Oxford, Weenen en in de verzamelingen van Sir Robert Witt en Mr. Chr. P. van Eeghen. Zwart krijt, met wit gehoogd op blauw papier, 48.9 X 27.6 c.m. Rechts onder: De Koning. Zie over deze serie: L. Blnyon, Cat. of British Drawlngs in the British Museum 1902, Vol. III, p. 54; J. Meder, Albertina Faksimile, Handzeichnungen Vlamischer und Hollandischer Meister des XV-XVII. Jahrhunderts, 1923, nr. 16; Burlington Magazine 1928, LIII, p. 61 en 208; F. Lugt, Beitrage zu dem Katalog der niederl. Handzeichnungen in Berlln, Jahrbuch der Preuss. Kunstsamlungen 1931, Lil, p. 47. Cat. tentoonstelling Leningrad, 1926; Afb. N.R.Ct. 25 Nov. 1934. Tentoongesteld: Engelsche kunst in Nederl. verzamelingen, Rotterdam, 1934, cat.nr. 80. F. Lugt, 's-Gravenhage. JACOB JORDAENS. 1593 — Antwerpen — 1678 435. „De Koning drinkt"; Rechts de afzonderlijke studie van een hand. Studie voor het schilderij te St. Petersburg, Academie. Rood en zwart krijt, met grijs gewasschen, 19.1 X 26.4 c.m. Tentoongesteld: Flemish Art, Londen 1927, cat.nr. 607; Jordaens Exp. Brussel, cat.nr. 95; Rubens en zijn tijd, Antwerpen, 1927, cat.nr. 62. Verz.: C. Fairf ax Murray. F. Lugt, 's-Gravenhage. ANTHONIE VAN DIJCK. 1599 — Antwerpen - Londen — 1641 436. Portret van den Abt Scaglia ten voeten uit, zittend in een leuningstoel. Van Dijck heeft ten slotte den Abt staande geschilderd. Het schilderij, lang in de verzameling Holford en in de laatste jaren dikwijls tentoongesteld, is thans in de verzameling van Lord Camrose. Zwart krijt, met wit gehoogd, 48.4 X 32.3 c.m. Tentoongesteld: Flemish Art, Londen 1927, cat.nr. 601. Verz.: R. Johnson; Consul Licht. Zie afb. 286. F. Lugt, 's-Gravenhage. REMBRANDT Hz. VAN RIJN. 437. De Shah Jahan, Groot Mogol (1593—1666), staande ten voeten uit, in profiel naar links, met een bloem in de hand. Naar een Hindoesch miniatuur. Hierbij ter vergelijking een Hindoesch miniatuur met een dergelijke figuur, om aan te toonen, naar welke voorbeelden Rembrandt zulke teekeningen vervaardigde. Pen, 17.7 X 10 c.m. Gepubl.: W. E. Valentiner, Rembrandt Handzeichnungen 1934, II nr. 642, zie verder cat.nr. 325 en 326. Tentoongesteld: Rembrandt tent. Amsterdam, 1932, cat.nr. 328. Verz.: J. Richardson Sen. Zie afb. 251. F. Lugt, 's-Gravenhage. 438. Moeder met kindje op schoot naar rechts gewend. Op achterzijde; Schets in zwart krijt, voor een Aanbidding der Koningen, met een grooten olifant. Pen, 16.1 X 12.7 c.m. Tentoongesteld: Haarlem, Kind en Kunst, 1931, cat.nr. 394. Verz.: Chevalier de Damery; N. de Plater. Zie afb. 248. F. Lugt, 's-Gravenhage. 439. Saskia aan het raam. Omstreeks 1636. Pen, met bister gewasschen 17 X 12.5 c.m. Gepubl.: W. R. Valentiner, Rembrandt Handzeichnungen, 1934, II, nr. 677. Tentoongesteld: Grosvenor Gallery, Londen, 1877, nr. 1194; Dutch Art, Londen 1929, cat.nr. 593; Rembrandt tent. Amsterdam 1932, cat.nr. 251; De Jeröme Bosch & Rembrandt, Brussel 1937—1938, cat.nr. 67. Verz.: Sir Th. Lawrence; W. Esdaile; F. Locker Lampson. Zie afb. 249. F. Lugt, 's-Gravenhage. JACOB DE GHEYN. 440. Portret vermoedelijk van Jan Brueghel, ten halve lijve, naar links. Ondanks een oude toeschrijving dezer teekening aan Johan Brueghel, zal de Gheyn als de teekenaar moeten worden beschouwd; misschien stelt dit gevoelige portretje Jan Brueghel voor, die een wat melankolieke uitdrukking had (vergelijk zijn portret, geëtst door van Dijck). Zwart krijt, 8.8 X 6.5 c.m. Verz.: A. W. M. Mensing (Veiling 1937, nr. 98, met afb.). Zie afb. 225. F. Lugt, 's-Gravenhage. HENDRICK GOLTZIUS. 441. Portret van Agatha Scholiers, schoonmoeder van H. Goltzius. Borstbeeld naar rechts. Studie voor de prent door Goltzius, Bartsch 210. Een andere voorstudie bevindt zich in het Prentenkabinet te Berlijn (nr. 2734, Lippmann, II, nr. 240). Zilverstift op perkament, op geprepareerden rosen grond 7 X 6.4 c.m. Get.: rechts boven met monogram. Links boven in handschrift van Ploos van Amstel: Agatha Scholiers. Gepubl.: O. Hirsehmann, Verzeichnis H. Goltzius, 1921, p. 107 (nr. 225). Verz.: G. Hoet; D. Muilman, C. Ploos van Amstel; J. P. Heseltine. Zie afb. 226. F. Lugt, 's-Gravenhage. JACOB DE GHEYN. 442. Portret van een heer met sik en snor, borstbeeld naar links. Zilverstift op geprepareerden geelen grond; perkament, 10.4 X 7.6 c.m. Met opschrift: Ano Dni MDXCIX Aet XXXV. Get.: J D Gheyn fee. Verz.: C. Ploos van Amstel. Zie afb. 227. F. Lugt, 's-Gravenhage. HENDRICK GOLTZIUS. 443. Portret van een jongen, met hoed rechts voor zich op tafel. Zilverstift op geprepareerden geelen grond; perkament, 9.2 X 7.4 c.m. Met opschrift: Aetat. Suae XI A° 158 3. Links onder met latere hand: H. Goltzius. Verz.: Carl Schöffer; P. Langenhuizen Lz. Zie afb. 224. F. Lugt, 's-Gravenhage. 8 Linker wand. ANDREA DEL SARTO. 1486 — Florence — 1531. 444. Kop van een jongen man, opkijkend naar rechts. Deze krachtige studie, een der fraaiste teekeningen die van dezen kunstenaar bekend is. Waarschijnlijk een studie voor den Apostel Johannes in del Sarto's schilderij van de Hemelvaart van Maria in het Palazzo Pitti. Op de achterzijde een studie van een ruiter te paard (rood krijt). Zwart krijt 31 4 X 24.7 c.m. Gepubl. o.a.: Vasari Society, Part. ö, pi. 5; A E Popham Italian Drawings 1931. pl. CLXX. Tentoongesteld: Italian art Londen, 1930, cat.nr. 521. Verz.: P. Lely:; J. Richardso Sen.; Sir Th. Lawrence; H. Oppenheimer (veiling Londen, 10—14 J £e'X 235. 43)' F. Lugt, 's-Gravenhage. ONBEKENDE MEESTER, ITALIAANSCHE SCHOOL, XVe EEUW. 445. Kop van een ouden man, waarschijnlijk studie voor een Hieronymus. Vroeger ten onrechte aan Leonardo da Vinei toegeschreven. Deze krachtige teekening, die aan Signorelli's opvatting, maar niet aan diens werkwijze doet denken, is door verschillende specialisten aan meesters als Sodoma, Bartolommeo della Gatta, Piero di Cosimo en Bartolommeo di Giovanni toegeschreven. Op de achterzijde: beenstudies in zwart krijt. Zwart krijt, met wit gehoogd, 29.6 X 21. lijk rond verzamelaarsstempel. Verz.: L. Moscardo, Calceolar . L. Grassi. j, Lugt, 's-Gravenhage. SCHOOL LEONARDO DA VINCI (CESARE DA SESTO?) 446. Portret van ouden man in profiel naar rechts. (Huisknecht van Leonardo da Vinei?) 7wart kriit met wit gehoogd, 29.6 X 21.5 c.m. Draagt een onduide- Ujk^ond verzarnTlaarsstempel. Verz.: L. Moscardo; Calceolari; L. Grassl' F. Lugt, 's-Gravenhage. VITTORE CARPACCIO. c. 1455 — Venetië — 1527 447. Kop van een ouden man met baard naar links. Herinnert sterk aan den ouden man rechts op het groote schilderij van Carpaccio, in het Kaiser Friedrich Museum te Berlijn (cat.nr. 23). Op de achterzijde, in dezelfde uitvoering, studies van een draperie, een been en een voet, die vermoedelijk gediend hebben voor de Verkondiging, geschilderd in 1504 voor de Scuola degli Albanesi te Venetië. Zwart krijt, pen en met wit gehoogd, 19.7 X 14 c.m. Gepubl.: S. Colvin, Preuss. Jahrbuch, XVIII, p. 204; D. von Hadeln, Venezianische Zeichnungen des Quattrocento, 1925, nrs, 26 en 27 (vooren achterzijde). Verz.; Sunderland; J. P. Heseltine; H. Oppenheimer (veiling Londen, 10—14 Juli 1936. nr. 54, afb. 15). Zie afb. 233. F. Lugt, 's-Gravenhage. SCHOOL LEONARDO DA VINCI. (BOLTRAFFIO?) 448. Kop van een dikken man, in profiel naar links. Zilverstift op geprepareerden witten grond, 16 X 11.8 c.m. F. Lugt, 's-Gravenhage. SCHOOL LEONARDO DA VINCI. 449. Kop Christuskindje. Studie voor het schilderij de z.g. Madonna Litta te St. Petersburg. Zilverstift, met wit gehoogd, op geprepareerden blauwen grond, 16.7 X 14.1 c.m. Gepubl.: Art in America 1929, tegenover p. 216. Verz.: P. Crozat; Marquis de Lagoy; H. Danby Seymour. F. Lugt, 's-Gravenhage. DOMENICO GHIRLANDAJO. 1449 — Florence — 1494 450. Kop van een jongen, in profiel naar links. Zilverstift op geprepareerden rosen grond en met wit gehoogd, 18.7 X 14.6 c.m. Onder links een oude toeschrijving aan Leonardo da Vinei. Tentoongesteld: Italiaansche kunst, Amsterdam, 1934, cat.nr. 552; L'art italien. Parijs, 1935, cat.nr. 550. Zie afb. 234. F. Lugt, 's-Gravenhage. AGNOLO BRONZINO. 1502 (?) — Monticelli - Florence — 1572 451. Studie voor een meisjesportret, met twee detailstudies der mouwen. Zwart krijt, 24.6 X 19-4 c.m. Gepubl.: Lees, The Art of the Great Masters, 1913, p. 86, afb. 98. Verz.: Marquis C. de Valorl; Emile Wauters; H. Oppenheimer. (Veiling, Londen 10—14 Juli 1936, nr. 39). F. Lugt, 's-Gravenhage. NOORD-ITALIAANSCHE MEESTER, le HELFT 16e EEUW. 452. Vrouweportret, in profiel naar links. Over het haar draagt zij een geruit netje. Gronau hield de teekening voor Florentijnsch omstreeks 1460. Een toeschrijving aan Parmegianino, die de teekening in oud handschrift draagt, lijkt voor dezen strak opgevatten kop evenmin aannemelijk. Zwart krijt, 41.5 X 27 c.m. Gepubl.: Drawings by the Old Masters, Savile Gallery, Londen 1929 (als werk van Andrea del Verrocehio). Verz.: A. G. B. Russell. Zie afb. 236. F. Lugt, 's-Gravenhage. POLIDORO CALDARA. c. 1500 — Lombardije (?) - Napels — 1543 453. Zelfportret, met baret. Op achterzijde, met de pen, vier studies van vrouwenkoppen. Geëtst door den Comte de Caylus in de 18e eeuw. Rood krijt, 13.1 X 10.3 c.m. Met opschrift: Retrato de Polidoro. Verz.: R. de Piles; P. Crozat; P. Mariette; Marquis de Lagoy; H. Danby Seymour. F. Lugt, 's-Gravenhage. JACOPO CARRUCCI DA PONTORMO. 1494 — Pontormo - Florence — 1557 454. Portret van Francesco Guardi, ten halven lijve. Naar links gewend, in de rechter hand een stok houdend, de linker in de zijde. Zwart krijt, 21.9 X 16.6 c.m. Rechts onder een oude toeschrijving aan Zuccaro. Zie de afbeelding van de schilderij, waarvan deze teekening de voorstudie is: H. Voss, Malerei der Spatrenaissance in Rom und Florenz, 1920, I, afb. 53. F. Lugt, 's-Gravenhage. FEDERIGO BAROCCIO. 1526 — Urbino — 1612. 455. Vrouw met hoofddoek, vooroverziend naar rechts, ten halven lijve. Rood en zwart krijt, 13.5 X 9.5 c.m. Op voorzijde met latere hand in potlood: F. Bayotius en op achterzijde met rood krijt: F. B a r o t i u s. F. Lugt, 's-Gravenhage. FRANSCHE MEESTER 16e EEUW, SCHOOL VAN CLOUET. 456. Portret eener dame met wcduwenkap, naar links. Een 18e eeuwsche toeschrijving aan Pourbus lijkt ons niet aannemelijk. Rood en zwart krijt, 23.6 X 20.3 c.m, Gepubl.: L. Dimier, Histoire de la peinture de portrait en France, 1924/26, deel I, p. 127, deel II, nr. 764. Verz.: J. G. Baron Verstolk van Soelen; J. de Vos Jbz.; J. P. Heseltine. Zie afb. 237. F. Lugt, 's-Gravenhage. CLAUDE MELLAN. 1598 — Abbeville - Paris — 1688 457. Twee portretten van een heer en dame van middelbaren leeftijd. Zwart krijt, 12.7 X 10 c.m. Verz.: Earl Spencer; F. Leverton Harris. F. Lugt, 's-Gravenhage. CLAUDE MELLAN. 458. Portret van een heer van middelbaren leeftijd, met sik en snor. Borstbeeld van voren. Rood en zwart krijt, met wit krijt gehoogd, 16.8 X 12.8 c.m. Verz.: J. Richardson sen.; Earl of Northwick. F. Lugt, 's-Gravenhage. FEDERIGO BAROCCIO. 459. Portret van Francesco della Rovere, Hertog van Urbino. Een dergelijk portret in de Uffizi te Florence. Zwart en gekleurd krijt op bruinachtig papier, 18.8 X 15 c.m. Verz.: Sir J. Reynolds; J. P. Heseltine; H. Oppenheimer (velling Londen, 10—14 Juli 1936, cat.nr. 21 A). F. Lugt, 's-Gravenhage. 460. Kop van een jongen, naar beneden ziende, in verloren profiel naar rechts. Zwart en gekleurd krijt, 33.8 X 26.1 c.m. F. Lugt, 's-Gravenhage. FEDERIGO ZUCCARO. c. 1542 — S. Angelo in Vado - Ancona — 1609 461. De portretten van een oud echtpaar, genaamd Venturello. Op één blad, met een derde afzonderlijke studie van den man. Rood en zwart krijt, 23.7 X 36.8 c.m. Met opschrift bij den man: "Mesere Francesco. Venturello. d'eta. d'anni LXXXXVI. v i r" en bij de vrouw: "Madonna Pacific a. Venturella d'eti d'anni LXXXIII. uxo r". Tentoongesteld: Italiaansche Kunst, Amsterdam, 1934, cat.nr. 702, F. Lugt, 's-Gravenhage. ANNIBALE CARACCI. 1560 (?) — Bologna - Rome — 1609 462. Zelfportret, naar links, met hoed. Borstbeeld. Zwart krijt, 18.9 X 12.6 c.m. Borstbeeld. Op achterzijde van het oude opzet stond met Inkt: The portrait of Annibal Carrache by hlm self. Out of ye Cablnet of Mr. Jabach's. Verz.: E. Jabach; P. Crozat; J. Richardson sen.; ?. S. Woodburn; W. Russell; J. P. Heseltine; H. Oppenheimer (Veiling Londen, 10—14 Juli 1936, cat.nr. 59A). F. Lugt, 's-Gravenhage. OTTAVIO LEONI. c. 1578 — Rome — 1630 463. Portret van een jong meisje, naar rechts. Bood en zwart krijt, met wit gehoogd op blauw papier, 23 X 15.3 c.m. Met opschrift: 4 ob agosto 162 8. VeTZ.: Th. Dlmsdale; F. Abbot; M. Rosenheim. F. Lugt, 's-Gravenhage. ITALIAANSCH MEESTER, BEGIN 17e EEUW. 464. Portret van een dame, borstbeeld, naar links. Rood krijt, 20.7 X 16.2 c.m. Op achterzijde een oude toeschrijving aan Paolo Veronese. Verz.: J. Goll van Franckensteln; J. de Vos Jbz.; J. P. Heseltine; H. Oppenheimer. (Veiling Londen, 10—14 Juli 1936, cat.nr. ). F. Lugt, 's-Gravenhage. OTTAVIO LEONI. 465. Portret van een meisje met hoogen kraag, van voren gezien, opkijkend naar links. Belichting van onderen; bij kaarslicht geteekend? Zwart krijt met wit gehoogd op blauw papier, 19.8 X 15.7 c.m. Tentoongesteld: Italiaansche Kunst, Amsterdam, 1934, cat.nr. L'art italien, Parijs, 1935, cat.nr. 575. Verz.: H. Danby Seymour. Zie afb. 304. F. Lugt, 's-Gravenhage. GUIDO RENI. 1575 — Calvenzano - Bologna — 1642 466. Studie van twee vrouwenkoppen met hoofddoek, naar links. Rood krijt, 23.7 X 19.1 c.m. Verz.: Earl of Pembroke; H. Oppenheimer (Veiling Londen, 10—14 Juli 1936, cat.nr. 158). F. Lugt, 's-Gravenhage. GIOVANNI FRANCESCO BARBIERI, GEN. GUERCINO. 1591 — Cento - Bologna — 1666 467. Krijgsman met helm, den degen trekkend, kniestuk. Pen, met bister gewasschen, 25.9 X 16.8 c.m. F. Lugt, 's-Gravenhage. GIOVANNI BATTISTA TIEPOLO. 1696 — Venetië - Madrid — 1769 468. Kop van een ouden man met langen baard. Bood krijt, met wit gehoogd op blauw papier, 31 X 21.4 c.m. Verz.: H. Defer—Dumesnil; B. d'Hendecourt. F. Lugt, 's-Gravenhage. 469. Jongenskop van voren. Ongetwijfeld een der voorstudies voor de groote plafondschilderingen te Würzburg, door Tiepolo uitgevoerd. Zwart krijt, met wit gehoogd op blauw papier, 27.5 X 20.5 c.m. Afkomstig uit Würzburg. Tentoongesteld: Kind en Kunst, Haarlem, 1931, cat.nr. 393. Zie afb. 303. F. Lugt, 's-Gravenhage. GIOVANNI BENEDETTO CASTIGLIONE. 1616 — Genua - Mantua — 1670 470. Man met bontmuts en pelskraag, kniestuk. Penseel in bister en blauw, 23.9 X 17.3. Verz.: W. Bates. F. Lugt, 's-Gravenhage. JAN COSSIERS. 1600 — Antwerpen — 1671. 471. Portret van zijn zoon Jan Fransois Cossiers. Rooses vermeldde reeds een dergelijk portret in het British Museum, gedateerd 1658. Wellicht zijn het de portretten van des schilders twee zonen geboren uit zijn huwelijk met Joanna Darragon, tusschen 1636 en 1639. Op het portret van een derden zoon, Guillielmus, in de verzameling J. Pierpont Morgan, New York, heeft Campbell Dodgson de aandacht gevestigd. De bladen zijn genummerd 21, 25 en 31. Een herhaling van het portret van Jan Frangois, zonder leeftijdvermelding, in het Louvre te Parijs. Zwart en rood. krijt, pen en lichtgrijs gewasschen, 31.1 X 20.3 c.m. Met opschrift: 165 8, Jan Pran?ols Cossiers, Ats 16. Gepubl.: M. Rooses, Onze Kunst 1903, H, p. 160—161, met afb. Campbell Dodgson, Country Life, 1927, met afb.; Gereproduceerd in het 5e (ongepubliceerde) deel van de teekenlngenverzameling van C. Fairfax Murray. Tentoongesteld: Flemish Art, Londen, 1927, cat.nr. 634; Rubens en zijn tijd, Antwerpen, 1927, cat.nr. 84 (met afb.). Verz.: S. Gautier; Lord Palmerston; Sir J. C. Roblnson; C. Pairfax Murray; L. Grassi. Zie afb. 288. F. Lugt, 's-Gravenhage. ANTHONIE VAN DIJCK. 472. Portret van Francois Langlois, uit Chartres, als Savoyard met een doedelzak. Studie voor het schilderij, in het bezit van Viscount Cowdray. Langlois, dikwijls ook Ciartes genoemd (1589—1647), was een bekend prenthandelaar en uitgever te Parijs; hij was tegelijk met van Dijck in Italië. Hij huwde de weduwe van zijn vakgenoot Mariette en dientengevolge was de bekende verzamelaar Pierre Jean Mariette zijn stiefkleinzoon. Zwart krijt, met wit gehoogd op bruin papier, 39.2 X 28.2 c.m. Vergelijk: van Dijck, KI. d. K. p. 160. Tentoongesteld: Flemish Art, Londen, 1927, cat.nr. 601. Verz.: Jules Dupan. Zie afb. 287. • F. Lugt, 's-Gravenhago.