„NIEUW AMSTERDAM” NADAT OP 3 JANUARI 1936 DE KIEL WAS GELEGD. WERD DE ..NIEUW AMSTERDAM” OP 10 APRIL 1937 DES NAMIDDAGS TE 3.37 URE VAN DE WERF DER N.V. ROTTERDAMSCHE DROOGDOK MAATSCHAPPIJ TE WATER GELATEN, IN TEGENWOORDIGHEID VAN TALRIJKE AUTORITEITEN EN DUIZENDEN GENOODIGDEN, DOOR HARE MAJESTEIT KONINGIN WILHELMINA De omslagteekening bevat een reproductie van het eerste zegel van Nieuw Amsterdam. H.M. Koningin Wilhelmina der Nederlanden. A. Termote, Basreliëf in de vestibule kajuitsklasse. TER INLEIDING Een voorbereiding van jaren en arbeid van duizenden, niet slechts op de plaats van ontstaan of in de onmiddellijke nabijheid van het schip maar het geheele land door, hebben aan de „Nieuw Amsterdam” vorm en aanzijn gegeven. In hoeverre mag hier van een specifiek Nederlandsche prestatie gesproken worden? Immers een hedendaagsch passagiersschip is een ingewikkeld mechanisme, een uitgewerkte organisatie en een vorm van samenleving, waaraan de opeenvolgende generaties meegebouwd en alle zeevarende volken het hunne bijgedragen hebben. Het is inter¬ nationaal als de oceaan zelf, waarop slechts het beste vermag stand te houden. Maar het zijn toch Nederlandsche technici geweest, die de taak vervuld hebben, bij het bouwen van de „Nieuw Amsterdam” het beste en modernste op internationaal nautisch en mechanisch gebied te vinden en in toepassing te brengen. Nieuw en geheel Nederlandsch evenwel is de inrichting met medewerking van tientallen naamhebbende of veelbelovende kunstenaars uit Noord en Zuid. De afmetingen en indeeling van het schip maakten het mogehjk, de practische eischen van het internationaal passagiersverkeer harmonisch te verbinden met een persoonlijk kunstzinnig karakter. Wij gelooven, dat de medewerkende kunstenaars er door hun scheppingskracht in geslaagd zijn, gezamenlijk uitdrukking te geven aan het algemeen streven, om de „Nieuw Amsterdam” niet alleen in technisch maar ook in artistiek opzicht zoo volkomen te maken als Nederland dit in 1938 vermag te doen. De volgende bladzijden, die grafisch werden verzorgd door Joh. Enschedé en Zonen Grafische inrichting N.V. en waarvoor Drs. Th. B. F. Hoyer den tekst samenstelde, hebben ten doel, in woord en beeld vast te leggen, wat onze kunstenaars op dit schip hebben tot stand gebracht, en hierdoor in ruimen kring aan hun veelzijdig werk bekendheid te geven. P. Starreveld: Gebeeldhouwde houten zuil in de bar van het Ritz Carlton. Architect H.Th. Wijde veld. DE DIRECTIE VAN DE HOLLAND-AMERIKA LIJN „Herfst”, détail van het bronzen paneel „De Vier Jaargetijden” van Jan Eloy en Leo Brom. Jan Eloy en Leo Brom: Bronzen paneel „De Vier Jaargetijden”, ingang hoofddek kajuitsklasse. Arch. J. Ph. Hendriks. Adriaan Lubbers: New-York gezien van Governors Island. Olieverfschilderij in de vestibule van dek A. Architect J. P. L. Hendriks. Adriaan Lubbers: New-York gezien van Rockefeller Center. Olieverfschilderij in de vestibule van dek A. Architect J. P. L. Hendriks. H. Th. Wijdeveld: Decoratief paneel in de bar van het Ritz Carlton, kaiuitsklasse. VAN „HALVE MAEN” TOT „NIEUW AMSTERDAM” Wanneer op een lentedag in het jaar 19 38 het vlaggeschip der,, Holland-Amerika Lijn” onder den naam „Nieuw Amsterdam” voor de eerste maal zee kiest, is het, op één jaar na, drie eeuwen en drie decenniën geleden, dat een Holland-Amerika lijn geopend werd met den historischen overtocht van het sindsdien vermaard geworden schip „De halve Maen” onder commando van den ontdekkingsreiziger Henry Hudson, Britsch schipper in dienst der Nederlandsche Oost Indische Compagnie. In dat jaar 1609 lag aan het einde van dit trans-oceanische traject een land „zeer goed om aan te doen en een lieflijk land voor ’t oog”; de reizigers troffen er landouwen „zoo behaaglijk, van gras en bloemen en flinke boomen, als zij ooit gezien hadden, en lieflijke geuren woeien er van over”. Ook werd daar een plek gevonden „zeer aantrekkelijk voor wien er eene stad wil stichten”. En inderdaad: thans zijn daar de landouwen met lieflijk geurende bloemen verzwolgen door de huizenzee eener opeengepakte millioenenbevolking, thans werpen daar geen rijzige boomen maar steenen wolkenkrabbers hun schaduw, thans verheft zich daar aan de door Hudson ontdekte en naar hem genoemde rivier 's werelds tweede handelsmetropool, voortgekomen uit een Hollandsche nederzetting, waaraan het jongste en schoonste schip der „Holland-Amerika Lijn” zijn naam ontleent: „Nieuw Amsterdam”. Zooals de door Hudson aangetroffen primitieve samenleving der inboorlingen zich verhoudt tot de op die plek verrezen machtigste koopstad der Nieuwe Wereld, zoo verhoudt zich het door hem bij zijn speurtocht bestierde kleine jacht tot Nederland s machtigsten koopvaarder, die thans in geregelden dienst over den Atlantischen Oceaan de twee continenten verbindt. Mat „De halve Maen” 80 ton, de „Nieuw Amsterdam” heeft een tonnage van 36.287. „De halve Maen” moest het stellen met een tuigage, waarvan onderweg de fokkemast overboord ging, de „Nieuw Amsterdam” beweegt zich voort met behulp van machines, die een energie van 34.000 paardekrachten opwekken. „De halve Maen” was — gezwegen van de scheepskat — met 20 koppen bemand, de „Nieuw Amsterdam” heeft een equipage van ongeveer 650 man. Van passagiers-accommodatie op „De halve Maen” geen sprake: binnenin kon men er rechtop niet staan; de „Nieuw Amsterdam” kan in 549 hutten, waarvan 374 met privé bad of douche, 1232 passagiers op de comfortabelste wijze huisvesten, en biedt ook in de 2 3 gezelschapsverbhjven den meest verwenden wereldreiziger alle denkbare veraangenamingen des hedendaagschen levens. I ' 11” Joep Nicolas. Twee groote sierpaneelen in vermurail (gebrandschilderd wandglas), geplaatst in de eetzaal van de kajuitsklasse. De kajuitsklasse-eetzaal, gebouwd onder architectuur van J. F. Semey, bevat vier van deze paneelen, aan weerszijden van de twee deuren. Want niet alleen de omstandigheid, dat ,,De halve Maen” was samengesteld uit hout, teer, zeildoek en touw, terwijl in en aan de ,,Nieuw Amsterdam” 15.500 ton staal, 5j millioen klinknagels, io-^ ton huidverf en 500 km electrische leidingdraad zijn verwerkt; met alleen het feit, dat ,,De halve Maen” een drijvende notedop en de „Nieuw Amsterdam” een drijvende stad is, maakt het wezenlijk onderscheid tusschen het oudste en het nieuwste schip der , ,Holland-Amerika Lijn” uit. Het kenmerkend verschil is hierin gelegen, dat een tocht op „De halve Maen” voor tijdelijk een afscheid van het leven aan den wal beteekende, en dat een passage op de „Nieuw Amsterdam” van dit leven eenvoudig een behagelijke voortzetting is. HET VAREND HOTEL Een gestroomlijnde miniatuurwereld beweegt zich over den Oceaan; een varend hotel voert den passagier in een luxueuse entourage van halfrond tot halfrond, naar nieuwe verwachtingen of oude herinneringen, van de Oude naar de Nieuwe, van de Nieuwe naar de Oude Wereld. De verwisseling van bodem — van het vaste voor het natte element — maakt zich in de omgeving van den reiziger slechts merkbaar voorzoover hij daartoe den lust heeft. Hij kan van de zee zoo veel en zoo weinig te zien en te hooren krijgen als hij zelf wil. Hij kan de zeelucht met volle teugen inademen, hij kan evengoed zijn vastelands-bestaan ongestoord voortzetten in de beslotenheid van geriefelijk ingerichte zalen of zijn hechtdoortimmerde hut. Noodeloos geluid van het schip in beweging wordt hem bespaard: alle houten wandpaneelen zijn op de draagpunten met flanel bekleed, teneinde zelfs het piepen van betimmeringen te voorkomen. Gezeten op één der 3750 stoelen aan één der 550 tafels (gedekt met één der 28.300 tafellakens), één der 10.000 vorken in de linker, één der 9.000 tafelmessen in de rechter hand en één der 1 20.000 servetten naast zijn bord, op zijn schoot of. . . onder zijn kin, savoureert hij in een geclimatiseerde vensterlooze eetzaal wat een keukenpersoneel van po man — zich reppend in éénrichtingverkeer! — hem aan allerhande culinaire genieting heeft toegedacht. Hij kan gaan promeneeren op één der elf dekken. Hij kan een tak van sport gaan beoefenen: er is een tweetal zwembaden, een squash racket court, een welvoorziene gymnastiekzaal. Hij kan, mocht hij behoefte hebben aan zonnelicht en zonnewarmte, bij slecht weer in het Solarium achter glazen wanden van de geringste werking der zon het volle profijt gaan trekken, of bij goed weer op het zonnedek in een ligstoel klimaat schieten. . Hij kan zijn hond gaan uitlaten: daartoe immers is een speciaal dek beschikbaar gesteld. Hij kan naar de bioscoop gaan: het schip bergt behalve een geriefelijk en smaakvol ingericht theater tevens bioscoop, nog twee cinema’s, met in totaal zes projectie-apparaten. Hij kan in de speelzaal revanche gaan nemen voor een bridgepartij, die hij de vorige week aan den wal verloren heeft, of op zoek trekken naar nieuwe spelers van zijn portuur. Hij (en dat zal in zoo'n geval wel een „zij” zijn) kan gaan winkelen: een luxueuse winkelstraat behoort mede tot den inventaris der drijvende stad „Nieuw Amsterdam”. Hij (ditmaal bij voorkeur mannelijk op te vatten) kan „uitgaan”: wachten hem niet eenige cocktailbars op verscheidene plaatsen, in verschillenden stijl en met gevarieerd publiek? Hij (en nu is de verhouding tusschen het mannelijk en vrouwelijk contingent juist fifty fifty) kan gaan dansen — ook dansvloeren en bands zijn er aan boord van het varend hotel. En ten slotte is er de hut, van alle denkbare gemakken voorzien en noodend tot de nachtrust, een siësta ... of eenige telefonade met een medepassagier of een der takken van dienst. DE ARCHITECTEN De „Nieuw Amsterdam” mag dan een drijvende stad zijn — aan kazernebouw is voorzeker niet gedaan. Daar staan de namen der medewerkende binnenhuisarchitecten borg voor: F. A. Eschauzier (ontwerper van rookkamer en bar der kajuitsklasse); J. P. L. Hendriks (vestibules op onderpromenadedek, hoofddek en dek A en B der kajuitsklasse, café en veranda der touristenklasse); ). J. P. Oud (zwembad der kajuitsklasse, rookkamer en lounge der touristenklasse); Ir. S. van Ravesteyn (boekerij der touristenklasse en derde klasse eetzaal); J. F. Semey (de eetzalen der kajuits-en touristenklasse); F. Spanjaard (kinderkamers derkajuits- en touristenklasse, lounge, schrijfkamer, rookkamer en bar, en open veranda der derde klasse); H. Th. Wijdeveld (Ritz Carlton en veranda, midscheepsvestibule en vestibule met winkelgalerij op het promenadedek mitsgaders de Grand Hall, boekerij en schrijfkamer der kajuitsklasse); C. J. Engelen (met medewerking van Mevrouw E. de Boer: theater der kajuitsklasse, benevens de ontvangkamers van den kapitein en enkele hoogere officieren). Tenslotte droeg de „Holland-Amerika Lijn” zelve zorg voor het ontwerpen van een reeks vestibules, trappenhuizen, kapsalons en een aantal kleine ruimten. Ook de hutten van eenzelfde klasse zijn niet uniform, ook een hut der derde klasse heeft haar persoonlijke noot. Over het geheele schip zijn met minder dan dertig verschillende houtsoorten aangebracht, vaderlandsche en uitheemsche: eiken, vuren, grenen, teakhout, beuken, ahorn, populieren, eschdoorn, berken, linden, mahonie, sycamore, okoumé, satijnhout, makoré, zebrano, red wood, palissander, Afrikaansch kersen, coromandel, noten, zwart limbra —ziedaar een vluchtig beeld op de staalkaart. De gegadigden voor een der twaalf luxe-hutten zijn in de gelegenheid, zich naar hun karakter of stemming een appartement in een lichten, donkeren of eenigen daartusschen liggenden toon te kiezen, kunnen hun keuze bepalen op een schepping van Mevrouw E. de Boer (die een zestal dezer hutten inrichtte), Jaap Gidding, W. H. Gispen, H. Kammer, Merkelbach en Karsten of H. Wouda. Maar ook in de hutten der touristenen derde klasse is variatie betracht en afwisseling verkregen door welbewuste en weldoordachte toepassing van verschillende, zorgzaam tegen elkander afgewogen kleurcombinaties van verf, gordijnstof en vloerbedekking. SIERKUNST IN DE KAJUITSKLASSE Eenige tientallen kunstenaars en kunstmjveren zijn bij de aankleeding en versiering van het interieur der „Nieuw Amsterdam” betrokken geweest, en men had van een drijvende tentoonstelling kunnen spreken, was het niet, dat iedere gedachte aan een museum of kunsthandel hier juist verre is. Veeleer is het zoo, dat de kunst op dit schip een noodzakelijke functie verricht, en dat zij door een wijze techniek bij de schepping dezer wereld-in-het-klein juist een taak toebedeeld en een plaats ingeruimd kreeg, welke haar in de groote maatschappij maar al te vaak onthouden blijven. Reeds bij den ingang tot het hoofddek - de door Hendriks ontworpen receptiehal, die zich over de geheele breedte van het schip uitstrekt — doet de geest der artistieke medewerkers zich gelden. Van een uit groengepatineerde koperen platen samengesteld paneel, dat de hoogte van twee dekken beslaat, zweven de als vrouwen gepersonifieerde vier jaargetijden in een fonkelende bronzen plastiek van Leo en Jan Eloy Brom den beschouwer gracehjk tegemoet. Aan den voet dezer voorstelling ligt een door mevrouw Brom-Fischer ontworpen, uit de hand geknoopt roomkleurig tapijt met de teekenen van den dierenriem in bruin als ornament. Chr. de Moor: ,,Landschap”, gobelin in de eetzaal der kajuitsklasse. Architect J. F. Semey. Geweven in het atelier-SEMEY. Mevrouw E. Spanier-Dammers : Verguld koperen fries in het zwembad der kajuitsklasse. Architect J. J. P. Oud. Joan Collette: Geschilderd paneel in de bridge-zaal van de kajuitsklasse (Architect H. Th. Wijdeveld), voorstellende verschillende gezelschapsspelen, zooals schaak, dam, kaartspel en halma, enz. Nel Klaassen: ,,Bronzen Zeemeermin”, handvat aan de deur van de bar der rookzaal van de kajuitsklasse. Architect F. A. Eschauzier. Joan Collette: Geschilderd paneel in de leeskamer-bibliotheek van de kajuitsklasse (Architect H. Th. Wijdeveld), voorstellende het wereldverkeer, waarin het gelezen en gesproken woord, dagblad en boek, telegrafie, sport, tourisme enz. een rol spelen. Nel Klaassen: „Vischje” in brons, in de rookkamer der kajuitsklasse. Architect F. A. Eschauzier. Zeemeeuwen G I D d i n G Neptunus C o P I E R V i s s chen 3ID DING Detail van het raam „Zeemeeuwen" van |aap Gidding Naakt op dolfijn C O P I E R Jaap Gidding en A. D. Copier. Versierde ramen in het trappenhuis kajuitsklasse. Detail van het raam „Visschen" van A. D. Copier Luchtnimph Copier Meermin G I D D I N G Visschen Copier Visschen G i d D I N G Jaap Gidding en A. D. Copier. Versierde ramen in het trappenhuis kajuitsklasse. Grand Hall: Ontwerp H. Th. Wijdeveld. Uitvoering H. Pander en Zonen. G.V. A.Röling: Wandschildering, voorstellende ,,De vernietigende Machten”. Figuren te paard beelden de vitale krachten van den mensch uit. De schildering bevindt zich in de Grand Hall van het promenade-dek. Architect H. Th. Wijdeveld. John Raedecker: Polychrome verwarmingsdeur onder boven afgebeelde schildering. John Raedecker: Polychrome verwarmingsdeur aan de tegenoverliggende zi]de van de Grand Hall. John Raedecker: Polychrome verwarmingsdeur onder boven afgebeelde schildering. John Raedecker: Polychrome verwarmingsdeur aan de tegenoverliggende zijde van de Grand Hall. W. Molin: Aluminium figuur van het sterrenbeeld Waterman, in de vestibule touristenklasse. Maar niet alleen de cosmografische fantasie, ook de realistische humor spreekt zich in deze ruimte symbolisch uit: twee in houten pilaren gesneden beelden van L. Bolle, representeerend Lucullus en St. Bureaucratius met hun attributen, iromseeren het bedrijf van hofmeester en administrateur der kajuitsklasse, die hier kantoor houden. Een der beide naar beneden voerende trappen af - langs den glazen liftwand, waarachter zich over de geheele hoogte van den liftkoker decoratieve verschijningen uit de onderzeesche wereld vertoonen, ontsproten aan het vruchtbaar brein van Gidding en Copier - bereikt men via de vestibule van dek A - waar twee muurschilderingen van Adriaan Lubbers een door wolken en water beheerschte visie op New York geven - één der centra van het léven aan boord: de eetzaal der kajuitsklasse. In deze door Semey ontworpen salon verleent het blauwe geblokte tapijt aan de gouden en crème tinten van wanden en meubilair eens temeer een feestehjken glans en het gansche beeld van dit interieur herhaalt zich schemerig in de wandbekleeding van glacés aurées, door Joep Nicolas van decoratieve voorstellingen in klassieken trant voorzien. Van denzelfden glazenier zijn de groote paneelen in vermurail aan weerszijden van de deuren, in grisailletoon gehouden landelijke beelden op gouden fond, en de kleinere polychrome vermurail-paneelen elders in de zaal zijn mede werk van zijn hand. Een rustpunt voor het oog vormt, njk in eenvoud, het gobelin boven den uitgang, door Chris de Moor ontworpen, voorstellend een paradijsehjk landschap met vreedzame dieren. Dier- en plantenmotieven vindt men eveneens toegepast tusschen de spiegels in de door lichtschelpen bekroonde pilasterversieringen van Josef Cantré, die ook nog in een tweetal consolés boven het orkestbalcon het beeld van een luitspeelster en van een saxofonist verwerkte. „Uitgaand” Nieuw-Amsterdam kan voor velerlei vermaak terecht op het eenige verdiepingen hooger gelegen promenadedek, waar zich buiten de maaltijden het gezelligheidsleven voor de passagiers der kajuitsklasse concentreert. Daar is het theater, te bereiken uit de vestibule over een door Wijdeveld ontworpen grijsbruin tapijt, waarin op suggestieve wijze een golfslag-motief verwerkt is. De bezoeker van het theater treft aan den ingang een decoratief lakpaneel van Reyer Stolk in rood, zwart en goud, voorstellende, hoe de tooneelkunst door de handelsscheepvaart de wereldzeeën overgedragen wordt: Grieksche maskers boven schepen van het Noordehjk halfrond heffen zich daar tegenover Oostersche maskers boven de zeilen van het Zuidehjk halfrond. Ook de binnenzijde van het theater bleef van versiering niet verstoken: op den achterwand het Agnes Canta in eenige luchtig geschilderde beelden van spel en vroohjkheid haar fantasie den vrijen loop. Naar de vestibule terug en twee deuren, waartusschen een beeld is opgesteld van H.M. Koningin Wilhelmina, door A. Termote vervaardigd, openen den toegang tot de door Wijdeveld ontworpen gnjs- en zilverkleurige Grand Hall, twee dekken hoog en gedomineerd door twee geweldige doeken van den schilder Röling, welke in eenige koene figuren te paard — hoe zwierig en trotsch is de staart van den schimmel! — de opbouwende en vernietigende krachten in het leven symboliseeren. Behalve Charles Eyck’s sierhjke in glas gespoten figuren op de twintig ramen, en de door Johan Polet gebeeldhouwde dragers (voorstellingen van mannelijke kracht en vrouwelijke teederheid) op de vier aluminium pilasters, die het plafond torsen, is verder de artistieke decoratie van de Grand Hall het werk van John Raedecker. Van hem is de gansche in aluminium gegoten plafondversiering, die in ’t sierlijkst vormenspel den menschelijken levensloop uitbeeldt: geboorte, groei, levensstrijd, zege, neder- Jaap Gidding: Bloemencompositie. Vestibule op het hoofddek der touristenklasse. Nel Klaassen: Intarsia. Rookkamer kajuitsklasse. Architect F. A. Eschauzier. Luxe hutten: Ontwerp mevr. E. de Boer, met medewerking van C. J. Engelen. Uitvoering H. P. Mutters en Zoon. H. Hulsbergen: Twee schilderingen voorstellende „Het insluimeren der menscheliike krachten” en „Het ontwaken der menschelijke krachten". Ritz Carlton, kajuitsklasse. Architect H. Th. Wijdeveld. F. van Hall. Beeldhouwwerk in de achtervestibule kajuitsklasse. Architect H. Th. Wijdeveld. Jozef Cantré; Houten snijwerk op pilasters, voorstellende planten- en vogelfiguren. Eetzaal kajuitsklasse. Architect J. F. Semey. Jaap Gidding: Lakpaneel, ,,Diepzee visschen en wieren”, Eetzaal der touristenklasse Architect ƒ. F. Semey. Jaap Gidding: Lakpaneel, ,, Diepzee visschen en wieren”, Eetzaal der touristenklasse Architect J, F. Semey. W. Molin. Aluminiumfiguur van het sterrenbeeld Perseus in de vestibule touristenklasse. gang en dood met het huwelijk als middelpunt. Van hem ook het houten snijwerk, dat de aluminium pilasters bekleedt met voorstellingen van vogels, symboliseerend de jaargetijden, en het viertal met dierenbeelden getooide deuren voor de verwarming. De Grand Hall door, de midscheepsvestibule in, en nieuwe mogelijkheden openen zich. Daar is, rechts, het stemmige speelzaaltje, gelegenheid biedend tot beoefening der gezelschapsspelen. Joan Collette schilderde hier in pittige verven op een gouden fond een montage van spelmateriaal: op zijn doek nemen hartenheer met schoppenvrouw het op tegen de combinatie van ruitenvrouw met klaverenheer, glimmende damsteenen rollen aan langs een glijbaan van dominokeien met een schaakbord, halmapionnen zijn in ’t gelid geschaard, en de stukkën van het schaakspel staan tot den toeschouwer gewend, als dienden zij tot verluchting van een Middeleeuwsch handschrift. In het zaaltje, dat tot Kapel voor den Roomsch-Katholieken eeredienst kan worden getransformeerd, is een altaar geborgen met een crucifix van W.Nijs, twee schilderingen op hout van Lode Sengers (in wit op zilver een St. Christophorus als beschermheilige der reizigers, en de Maria Sterre der Zee) en borduurwerk van Mevrouw E. Wijdeveld. En daar is, links, niet minder stemmig, de schrijfkamer-boekerij, evenals het vorige vertrek door Wijdeveld ontworpen en eveneens met een schildering van Collette versierd, ditmaal in beeld brengend de verbreiding van het wereldnieuws (links de Koningin der Aarde op den wereldbol ten troon, rechts de „dichters” die in de wolken verkeeren en maanziek zijn) en de banden gelegd door het verkeer New York—Amsterdam. Wie daarna de vestibule doorgaat op weg naar de rookkamer, treft onder de trap, die naar het Ritz Carlton voert, een levendig, kleurig en sierlijk decoratief paneel van P. C. van der Wilt aan, gecomponeerd met kennelijk behagen in bollende zeilen en verbeeldend den ontwikkelingsgang der scheepvaart, van het primitiefste verleden tot zijn modernste voortzetting, van het tonvormig vaartuig der wilden via de schepen der Egyptenaren, Grieken en Phoeniciërs, der Romeinen, Vikingen en Kruisvaarders, Columbus’ „Santa Maria” (met Malthezer Kruis) en Hudson’s schip „De halve Maen”, zeilschepen van later tijd en de zeilstoomboot, tot de jongste scheepsbouwkundige scheppingen: de onderzeeër en ... de „Nieuw Amsterdam”. De vestibule leidt naar de ruime, in donkeren toon gehouden rookzaal met twee behagelijke uitbouwen, mitsgaders een ingebouwde bar (het geheel naar een ontwerp van Eschauzier). Nel Klaassen ontplooide hier haar veelzijdigheid als decoratrice in de door haar ontworpen en uitgevoerde versieringen van lampen in bar en zaal, de koperen beeldjes die tot handvat dienen voor de bardeuren, intarsia’s in de doorgangen naar de zijvertrekken, waar koperen vischjes van haar hand de balustrades bekronen; ook de geestige gietijzeren haardplaat is haar werk. Nog bevatten de bar en de uitbouwtjes schilderwerk op glas van Paul Citroen. Terug naar de vestibule, de trap op, langs een tweetal door witte meeuwen bekroonde ebbenhouten zuilen met snijwerk van Pieter Starreveld, onder een beeldhouwwerk van F. van Hall door — een vliegende vogel, die als een zinnebeeld van menschehjke vooruitstrevendheid gestalten onder zijn vleugels in zijn vaart meeneemt — en dan, op het bovenpromenadedek: het Ritz Carlton (ontwerp Wijdeveld) met dansvloer, bar en veranda, de laatste begrensd door een tweetal metalen sierhekken, waarin de beeldhouwer W. Nijs in een gansche reeks figuren en voorstellingen muziek en dans in hun verspreiding over de wereld uitbeeldde. De wisseling van dag en nacht maakt zich in deze door open wandel- en sportdekken omgeven ruimte duidelijker merkbaar dan in de meer besloten zalen van het schip. Dit moet den schilder H. Hulsbergen voor oogen gestaan hebben, toen hij voor deze zaal een tweetal P. C. van der Wilt: Op eikenhout geschilderde voorstelling van de schepen en scheepsmodellen, die de ontwikkeling der scheepvaart van de oudheid tot heden uitbeelden. In het midden de „Santa Maria ' en „De halve Maen . Achtervestibule kajuitsklasse. Architect H. Th. Wijdeveld. H. Chabot: Olieverfschilderij ,,Polderlandschap”. Zitkamer kapitein. Architect C. J. Engelen. H. F. Bieling: Olieverfschilderij „Landschap”. Zitkamer hoofdwerktuigkundige. Architect C. J. Engelen. John Raedecker: Hoofdmotief van plafond inde Grand Hall, kajuitsklasse. Architect H.Th. Wijdeveld. Het geheele plafond van plastische figuren stelt den menschehjken levensloop voor, met het huwelijk als centraal motief. Ruscha Wijdeveld: Schilderij kinderspeelkamer kajuitsklasse. Architect F. Spanjaard. Ruscha Wijdeveld: Schildering kinderspeelkamer kajuitsklasse. Architect F. Spanjaard. Ruscha Wijdeveld: Klokversiering in de kinderspeelkamer kajuitsklasse (Architect F. Spanjaard). Rondom de wijzerplaat voorstellingen van de Noordpool, een Oostersche Moskee, deMiddellandsche Zee en Amerikaansche wolkenkrabbers. L. Bolle. Metaalplastiek. , .Fantasieën van een rooker’'. Geplaatst in vestibule touristenklasse. Eetzaal kajuitsklasse: Ontwerp J. F. Semey. Uitvoering H. Pander en Zonen. Cor Alons: Glas in lood raam in kinderkamer touristenklasse. Architect F. Spanjaard. Cor Alons: Glas inlood raam in kinderkamer touristenklasse. Architect F. Spanjaard. Ruscha Wijdeveld: Glas in lood raam kinderspeeldek kajuitsklasse. Architect F. Spanjaard. Cor Alons: Glas in lood raam bar derde klasse. Architect F. Spanjaard. De wandversiering is een illustratie van het Oud Hollandsche kinderrijmpje: Janoom Zat op een boom Te wachten. Krak! zei de boom, Toen viel Janoom En alle koetjes lachten. Piet Worm: De letters Q, P, C, W, B, en E van het voor vier talen (Nederlandsch, Fransch, Duitsch en Engelsch) passend gemaakte, op hout geschilderde ABC aan den wand van de kinderkamer der tounstenklasse. Architect F. Spanjaard. Jaap Gidding: Lakpaneel, ,,Diepzeevisschen en wieren”, Eetzaal der touristenklasse Architect J. F. Semey. Jaap Gidding: Lakpaneel, ,,Diepzeevisschen en wieren”. Eetzaal der touristenklasse Architect J. F, Semey, ReyerStolk: Lakpaneel, voorst ellende de verspreiding van de tooneelspeelkunst door de handelsschecp vaart. Boven. Noordelijk Halfrond, beneden: Zuidelijk Halfrond. Ingang theater kajuitsklasse. Architect H. Th. Wijdeveld. Charles Eyck: Versierd raam in de Grand Hall kajuitsklasse. Architect H. Th. Wijdeveld in fresco-achtige tinten beschilderde paneelen bijdroeg, welke den ochtend en den avond verzinnebeelden. Behoudens een decoratief paneel van Wijdeveld met vogelmotieven aan den wand kenmerkt zich het discretelijk aan het publieke oog onttogen bartje, in een afwisseling van ebbenhout en Chineesch lakwerk, door een gedistingeerd ,,black and white” met inbegrip van een wederom door Starreveld kunstig bewerkte houten zuil (symboliseerend de elementen lucht, water, aarde), die als afsluiting van de toonbank fungeert. Een blik over den Oceaan, een blik in het glas . . . ziedaar het Ritz Carlton in a nutshell. Weinig plaatsen in dit schip, waar vastelandsbestaan en verblijf op zee zoo dicht met elkaar geconfronteerd worden. Wijdeveld en Gidding mogen, in het plafondgedeelte boven het orkest, van de verbinding tusschen het rhythme als mannelijk, de melodie als vrouwelijk element in grillige lijnen een verbeelding gegeven hebben — de ruischende zee, die deze drijvende samenleving alzijds omspoelt, is van die versmelting in der eeuwigheid het levend beeld . . . SIERKUNST IN DE TOURISTENKLASSE W. Molin: Alummiumfiguur van het sterrenbeeld Kreeft, in de vestibule touristenklasse. In het verlengde van de eetzaal der kajuitsklasse en hiervan door een deur gescheiden — zoodanig, dat beide ruimten bij feestelijke gelegenheden tot één verbonden kunnen worden — ligt de eetzaal der touristenklasse, eveneens uitgevoerd naar een ontwerp van Semey. Voor deze zaal penseelde Jaap Gidding, volgens een eigen procédé, met lichte verven op een viertal paneelen allerhande visschen, wieren en koralen bijeen, terwijl Dirk Bus in kloek snijwerk boven de beide deuren een Indiaansche bisonjacht en den zonnegod op zijn wagen uitbeeldde, en ter flankeermg van den ingang der zaal een langbaardigen Neptunus te (zee)paard en een ondernemende nymph, berijdend een dolfijn, in beeld bracht. Adam en Eva ten slotte — door Copier in glas afgebeeld — wachten in de vestibule den bezoeker dezer zaal, als hij, het goede der aarde genoten hebbende, zich over een kleurig tapijt van Gidding naar andere lustoorden begeeft. Een verdieping höoger bevindt zich in de vestibule tegenover de kantoren van chief steward en purser der touristenklasse een fijn afgestemd decoratief bloemenpaneel van Gidding. Nog een verdieping hooger en een suggestieve bronzen plastiek van S. van den Hoonaard, impressje van den snellen wind, heet de passagiers der touristenklasse bij het betreden der vestibule op het benedenpromenadedek welkom. Blank is de kleur van de hier tegenover liggende lounge, waartegen het warme rood van het schilderachtig tapijt, versierd met een overvloed van voorstellingen, op Nederland en Amerika betrekking hebbende, nog temeer tot zijn recht komt. Het is een ontwerp van Oud (wien deze zaal evenals de rookkamer het aanzijn dankt) en Polak, die eveneens de stemmige tapijten in de rookkamer ontwierpen. De klokversiering van Mevrouw Spaniër-Dammers in de lounge, de twee negerbeeldjes van Wezelaar ter aankleeding van de lees- en schrijftafel in de rookkamer en het droomerige zwevende vrouwenfiguurtje van Raedecker boven den haard in hetzelfde vertrek doen uitkomen, dat ook aan deze klasse de kunstenaars niet voorbijgegaan zijn. De uitwaaierende ronde rozetvorm van den parket-dansvloer in de lounge mag zelfs een unicum heeten. Weer een verdieping hooger, op het promenadedek, bevindt zich nog een belangnjk onderdeel van het home der passagiers van de touristenklasse: het door Hendriks ontworpen touristencafé. In de vestibule, die tot deze ruimte toegang geeft, glanzen aan den wand zes door W. Molin in aluminium uitgezaagde figuren, de sterrenbeelden Waterman, Perseus, Lode Sengers: Schilderingen op hout, voorstellende: „Koek en Zopie”, en „Zondagsmenschen”, Veranda café touristenklasse. Architect ]. Ph. Hendriks. S. van den Hoonaard: Bronsfiguur „De Snelheid van den Wind”, vestibule touristenklasse promenade-dek. W. Molin: Aluminiumfiguur van het sterrenbeeld Argo in de vestibule touristenklasse. Argo, Kreeft, Adelaar en Steenbok voorstellende. En dan is er van Bolle een beeldje vol geest en fantasie: een boertje, de beenen stevig in de aarde geplant, uitzijn pijp behagelijk kringetjes blazend, die naar boven toe verijlen tot de wemeling van een vlucht meeuwen. In het café, mede voorzien van een dansvloer en bar, heeft Lode Sengers zijn realistisch-humoristischen geest uitgevierd in een viertal boven banken geplaatste paneelen, waarop men het menschelijk doen en laten vroohjk geridiculiseerd kan vinden: voorstellingen van een carnaval, de tewaterlating van de roeiboot De zure Bom, een ijstafereel met koek-en-zopie onder den naam In de bevroren Vadoek en een Zondags opgeprikte voor een groepsfoto opgestelde burgerfamilie, achter wie een zwaargespierde Hercules met knots verrijst. Nog heeft de touristenklasse de beschikking over een door Van Ravesteyn ontworpen leeszaal, tevens boekerij, met een tweetal beschilderde beelden van Lambert Simon, een Viking en ontdekt Amerika voorstellende, evenals over een vroolijke veranda (met uitzicht over het sportdek en de open wandeldekken), door Jaap Gidding voorzien van een tapijt in passende kleuren en een lichtkleurige decoratieve wandschildering, welke in enkele representatieve figuren en voorstellingen de werelddeelen in beeld brengt. DE SIERKUNST IN DE DERDE KLASSE De passagier der derde klasse vindt in de „Nieuw Amsterdam” niet alleen een eetzaal en wandeldekken (beschut zoowel als open), maar ook een lees- en schrijfkamer, een rookkamer en zelfs een lounge met dansvloer en filmcabine en een bar met veranda te zijner dispositie; de eetzaal ontworpen door Van Ravesteyn, de andere vertrekken het werk van Spanjaard. En ook in deze ruimten hebben kunstenaars en kunstmjveren hun sporen achtergelaten: Lambert Simon, die in de eenvoudig gehouden eetzaal de klok, op de plaats der uurcijfers, met teekenen van den dierenriem versierde en verder boven de tafels in hout gesneden reliëfjes aanbracht (zeegoden, en, in een nis, de dageraad, de zonnegod en de maangodin). Prof. Campendonk, die in de vroolijk gekleurde lounge een achter glas geschilderd gestyleerd tafereel van drogende netten in een visschershaven bijdroeg. Han Richters, door wien voor de schrijfkamer een gekleurde houtsculptuur vervaardigd werd, voorstellende het rustige leven achter den dijk, die den stormloop der golven afweert. Cor Alons, vervaardiger van glas-in-lood ramen en een beschilderden band in de bar. F. van Hall, van wien het versierde bronzen zuiltje tusschen bar en rookkamer afkomstig is. Eva Fernhout-Besnyö, die in een reeks suggestieve fotografieën aan een wand van de rookkamer Nederlandsche landschappen en stadsgezichten .... schilderde, zou men zeggen. EEN SCHIP MET VEELZIJDIGE SERVICE En het eigenlijke schip, dat dit alles veilig binnen zijn stalen wanden geborgen houdt? Een glimmend-zwarte romp met blakend-witten bovenbouw, bekroond door twee zelfverzekerde groen-wit-groen omrande gele gestroomlijnde pijpen, gelijk de masten een weinig achteroverhellend, niet wijkend echter, veeleer ondernemend, getuigend van zelfbewustheid en gespannen kracht, tot den aanval bereid op al wat vertraging van snelheid kan brengen. Elf dekken, boven elkaar gelegen: zonnedek, bootdek, drie promenadedekken, hoofddek en vijf dekken gemerkt van A tot E. Een boeg met lichte ronding hoog uit het water rijzend, romp en dekken in een naar voren Interieur machinehal. Dirk Bus: Basreliëf ,,Zeemeermin op Dolfijn”. Eetzaal touristenklasse. Architect J. F. Semey. Dirk Bus: Basreliëf „Neptunits op Zeepaard”. Eetzaal touristenklasse. Architect J. F. Semey. LambertSimon. Wandplastieken in de eetzaal te klasse. Architect Ir S. van Ravesteijn. H. M.Wezelaar. Bronzen beeldjes „Surinaamsche neger en negerin”, voorkomend in de rookzaal touristenklasse. Architect J. }. P. Oud. J oep NicoLAS.SpiegeldecoratievoorstelIende,, het Water uit den cyclus van 20 glacés aurées langs de wanden der eetzaal kajuitsklasse. Architect f. F. Semey. Gedreven zilveren scheepsmodel van „De halve Maen , geplaatst op azuur-blauwen kogel in de achtervestibule der kajuitsklasse. Architect H. Th. Wijdeveld. (Rechts) Joep Nicolas. Eén der acht polychrome vermurail paneelen voorkomend in de eetzaal kajuitsklasse, voorstellende ,,de Visscherij”. Joep Nicolas. Spiegeldecoratie voorstellende ,,het Vuur’’ uit den cyclus van 20 glacés aurées langs de wanden der eetzaal kajuitsklasse. Architect J. F. Semey. oploopende lijn. Berekende kracht, beheerschte snelheid: een schip, dat vertrouwen geeft. Maar dit schip is nog meer. De schoone vormen der oude houten schepen, op de schilderijen onzer goudeneeuwsche schilders aan het nageslacht overgeleverd doch bi] den overgang der scheepsconstructie van hout naar staal in de eeuw der techniek teloorgegaan, worden thans geleidelijk herwonnen: van een stalen bak ontwikkelt zich in deze dagen de Oceaanstoomer tot een staalconstructie, die sterkte met lichtheid in zich vereenigt; de kolentramp evolueert tot passagiersschip, wordt weer tot kunstwerk, technisch zoowel als artistiek. Wat daarbij op de oude tijden gewonnen werd, is - behalve de sterk verhoogde snelheid en veiligheid evenals een aanzienlijke uitbreiding der capaciteit - de zooveel grooter bewoonbaarheid van het moderne schip. En dankzij hët feit, dat met de constructie van de „Nieuw Amsterdam” bij allen omvang en alle snelheid noch naar een supergrootte noch naar een snelheidsrecord gestreefd is, komt de passagier daar wellicht beter tot zijn recht dan op eemg ander schip. Kan de „Nieuw Amsterdam” voor een traject over den Oceaan in zes dagen meteen vermogen van 34.000 pk toe, de schepen die den overtocht binnen vier en een halven dag volbrengen, hebben hiervoor 160.- tot 200.000 pk noodig, waaruit begrijpelijkerwijs exploitatiekosten voortvloeien, die vergrooting der passagierscapaciteit noodzakelijk maken. Bij de „Nieuw Amsterdam” is van de hiermee te bereiken cijferrecords welbewust afstand gedaan ten behoeve van een veel wezenhjker factor: het reizen onder de aangenaamste omstandigheden en met een service, die een persoonlijk karakter kan blijven dragen, dat den passagier van zijn individueele belangrijkheid overtuigt. Hij mag zichzelf met voelen als nummer in een onafzienbare organisatie, dwerg in een ontzaglijke ruimte. Kenmerkend voor de veraangenaming van het leven op de „Nieuw Amsterdam” is de climatiseering van eemge belangrijke zalen en het systeem voor toevoer van warme en koude lucht in de hutten. De,, Nieuw Amsterdam” mag op dit oogenblik gelden als het meest gechmatiseerdeschip van den Oceaan: geen vaartuig, waar zooveel ruimten airconditioned zijn. Geen schip in het transatlantisch verkeer ook, dat een zoo hoog percentage aan privé baden en douches telt (bijna 70 % der hutten). Nog op andere wijze kan men aan water binnen boord zijn genoegen beleven: er is gelegenheid tot beoefening der zwemsport, een gemeenschappelijk zwembad voor de passagiers der kajuitsklasse zoowel als een zwembad voor de gecombineerde touristen- en derde klasse. Het laagste dek voor passagiers toegankelijk - dek E - bevat, behalve het voor de Amerikanen zoo belangrijke squash racket court, het door Oud ontworpen zwembad der kajuitsklasse, waarvoor Mevrouw Spaniër-Dammers een verguld-koperen fries van zwemmers, visschen en arabesken vervaardigde. In deze ruimte regeert een employé, die ter plaatse de functie van badmeester met die van barkeeper vereenigt: zwemmen, en vooral . . . zien zwemmen, pleegt nu eenmaal dorstig te maken. De „Nieuw Amsterdam” bevat verder een speciaal domein voor de jeugd. Voor de kajuitsklasse zoowel als voor de touristenklasse richtte Spanjaard een kinderkamer in. Die van de kajuitsklasse, op het bovenpromenadedek gelegen, werd door Ruscha Wijdeveld aan wanden en zoldering van kleurige voorstellingen uit de kinderfantasie en bovendien van glas-in-lood ramen met bloemenmotieven voorzien. Een vaste spoorbaan met tunnels maakt mede van dit kinderinterieur deel uit. Tegenover de leeszaal der touristenklasse op het promenadedek ligt de kinderkamer der zelfde klasse. Met uitzondering van de gekleurde ramen, door Cor Alons vervaardigd, is hier de decoratie het werk van Piet Worm, die een poppenfries vervaardigde, voorts een op vier talen passend ABC aan den wand schilderde, en daarenboven het kinderrijm van Janoom, die uit een boom viel en daarmee de koeien in lachen deed uitbarsten, in een bont tafereel illustreerde, waarbij Janooms omvangrijke horloge als authentieke klok dienst doet. De artistieke service is zelfs zoover doorgévoerd, dat ook in enkele kleinere ruimten (toiletkamers, etc.), luxecabines en hutten van belangrijke functionarissen kunstzinnige versieringen werden aangebracht. Zoo vindt men in de ontvangkamer van den kapitein een sterk atmosferisch getint, in zon en water badend polderlandschap van Chabot, in de kamer van den hoofdwerktuigkundige een door Bieling geschilderd, met minder goed-Hollandsch landschap, in de dokterscabine een paneel met vogels van Gidding, op andere plaatsen werk van P. den Besten, Marius Richters, Mevrouw C. Frantzen-Heslenfeld, A. C. Ninaber van Eyben en Erna van Osselen. Dit geheel wordt tegen het grootste der dreigende gevaren - brand - beschermd door 3500 over het geheele schip verspreide, in het plafond geplaatste sprenkelaars, die automatisch beginnen te functioneeren, wanneer de temperatuur de 80 graden Celsius teboven gaat. Maar misschien nog duidelijker zal de bewoner van deze materieel en artistiek zoo rijk uitgeruste drijvende metropool zijn weelde beseffen, wanneer hij in de achtervestibule der kajuitsklasse op een azuren bol het metalen model ontwaart van het mimatuurschip, dat meer dan drie eeuwen geleden onder zooveel primitiever omstandigheden de „Nieuw Amsterdam” naar den toenmaals nog te ontdekken Hudson voorging: „De halve Maen” . . . HOE HET GROEIDE Dit dan is de luxestad op het water, voor een sterk vlottende bevolking van eenige honderden, elkaar week na week opvolgende wereldburgers gebouwd en ingericht. Maar het is niet alléén een toevallige zesdaagsche samenleving van zakenlieden, vacantiegangers, emigranten, welke zich binnen een bestek van 758 voet lang, 88 voet breed en bijna 100 voet hoog hier concentreert. Deze oceaanstoomer is nog wat méér dan een grootscheepsch vervoermiddel ten dienste van reizigers, die voor business of een trip den grooten haringvijver oversteken of louter om de geneugten des varens aan een cruise deelnemen. De „Nieuw Amsterdam” bergt, volgeboekt, nog wat anders dan een 2000 man aan passagiers en personeel en 10.000 ton aan lading . . . Want mét het vlaggeschip der Nederlandsche handelsmarine reist, ieder maal, een lange reeks eeuwen van menschelijk vernuft en nationalen scheppingsdrang mee, in dit jongste staal van Nederlandsche stoffelijke en geestelijke volkskracht tot uitdrukking gebracht. Techniek en cultuur hebben elkaar op dezen bodem gevonden en aldus elkanders werkzaamheden geactiveerd. In arbeid voor een gemeenschappelijk doel is met dit schip de internationale scheepsbouwtechmek tot een uiterste van doelmatigheid, de nationale kunstnijverheid tot haar grootste veelzijdigheid opgevoerd. Een nijver cijferaar heeft berekend, dat voor den bouw van de „Nieuw Amsterdam op de werf en in de nevenbednjven in totaal ruim 1 milhoen 200.000 dagtaken zijn verricht, een hoeveelheid arbeid overeenkomende met het werk van één man gedurende 4000 jaar. Met deze imposante cijfers wordt de bouw van het schip als arbeidsprestatie nog onderschat. Want het zijn niet alleen de scheepsmakers en de machinebewerkers, de klinkers en de boorders, de branders en de lasschers, de schilders en de memërs, de timmerlieden en de metselaars, de mastiekers en de zagers, wier arbeid in de „Nieuw Amsterdam” heeft vorm gekregen. Daar zijn, onder nog zooveel anderen, de scheepsarchitecten en teekenaars, in i, Recepiich.il. hoofddek. J. P. L. HENDRIKS. Uitvoering AlLAN en Co. Nel Klaassen: Haardplaat in de rookzaal kajuitsklasse Architect F. A. Eschauzier. Prof. H. Campendonk: Deel van de glasschildering in de derde klasse lounge. Architect F. Spanjaard. H. Richters: Beeldhouwwerk in de leeszaal-bibliotheek derde klasse. Architect F. Spanjaard. feouïige 'touristenklasse: Ontwerp J. [, P. Oüd. Uitvoering H. P. M uTTERS en ^,QONt Eetzaal j üiïvoeriög^-ï. Eetzaal je klasse: Itt. S. van- Ravest.kïjs. Uitvoering Firma' F. W. ZóN?!,KW;Bi.nJ , , , ‘Ró^j^lö^pr&,^l^s'è. 'rfc -Spaniaard. Uitvoering N.V. Brbed vEIDwj A. D. Co pi er: Versierd glasraam „Adam en Eva’ ’ voorstellende, geplaatst in de vestibule touristenklasse dek A. Jaap Gidding: Tapijt in de vestibule touristenklasse dek A. Agnes Canta: Détail naar de werkteekening van de wandschildering theater kaiuitsklasse. wie het beeld van het schip reeds levendig was, lang vóórdat op een ochtend in Januari van het jaar 1936 de eerste kielplaat gelegd werd van het scheepvaartkundig bouwwerk, dat in de lente van het volgend jaar door H.M. Koningin Wilhelmina der Nederlanden met den naam „Nieuw Amsterdam” gedoopt en van stapel gelaten werd, en nog weer een jaar later, wederom op een voorjaarsdag, zijn uiterlijke en innerlijke voltooiing vond. Ook deze voorbereiders van het werk evenwel gingen weer van anderer arbeid uit, steunden op de grondige ervaringen en moeizaam verworven wetenschap van vorige geslachten en op de ontwikkeling eener techniek, welke eveneens het werk van eeuwen vertegenwoordigt. Aan den volhardenden arbeid van vele generaties, over den ganschen aardbol verricht, is het in laatste instantie te danken, dat in de machinekamer van de „Nieuw Amsterdam” de tanden van een tandwiel tot op één duizendste duim nauwkeurig gemeten konden worden. Maar zeker zou dit al niet onder Nederlandsche vlag de zeeën zijn overgedragen, als daar niet een door de eeuwen heen gehandhaafde vaderlandsche traditie was, die de bewoners der lage landen van geslacht op geslacht tot koene zeevaarders, bekwame scheepsbouwers en ondernemende kooplieden maakte. Het was Nederlandsche ondernemingszin, die drie, vier eeuwen geleden om nieuwe zeewegen, nieuwe landen te ontdekken, over de Oceanen nietige scheepjes durfde uitzenden, waarvan er één in het jaar 1609 de lijn tusschen Holland en Amerika opende. En het is wederom Nederlandsche ondernemingszin, die op deze later voor vast ingestelde en inmiddels van groote beteekenis geworden Holland-Amerika lijn in een moeilijken tijd een koopvaarder van tot nu toe hier te lande nog niet vervaardigd grootscheepsch formaat in de vaart durft brengen. Land en zee, kantoor en fabriek, teekenkamer en laboratorium, werf en atelier hebben er hun bijdrage aan geleverd. Zakenlieden, arbeiders en kunstenaars werkten er met gelijke liefde aan mee, in den gezamenlijken arbeid steeds meer met deze gemeenschappelijk schepping verbonden. En daarom vaart aan boord van de „Nieuw Amsterdam” ook een deel van Nederland’s hart. TH. B. F. HOYEK IN OPDRACHT VAN DE DIRECTIE DER N.V. NEDERLANDSCH-AMERIKAANSCHE STOOMVAARTMAATSCHAPPIJ „HOLLAND-AMERIKA LIJN” TE ROTTERDAM WERD DIT BOEKWERK ONTWORPEN, SAMENGESTELD EN UITGEVOERD IN BOEKDRUK, OFFSETDRUK, KOPERDIEPDRUK EN STEMPELDRUK IN DE ATELIERS EN WERKPLAATSEN VAN JOH. ENSCHEDÉ EN ZONEN GRAFISCHE INRICHTING N.V. TE HAARLEM UITGAVE NIJGH & VAN DITMAR N.V., ROTTERDAM „NIEUW AMSTERDAM”