VLUGSCHRIFTEN DER VEREENIGING VOOR OPENBARE LEESZALEN IN NEDERLAND II MARGARETHA MEIJBOOM VOLKSBIBLIOTHEKEN IN NOORWEGEN ’s-GRAVENHAGE 1910 VOLKSBIBLIOTHEKEN IN NOORWEGEN door MARGARETHA MEIJBOOM Onze eeuw staat in het teeken van samenwerking. Te vergeefs verzetten zich egoïsten en individualisten tegen deze strooming. In alle landen en op de meest verschillende arbeidsvelden komt de behoefte aan samenwerking op. Waar dit samenwerken met bewustheid geschiedt en goed geleid wordt, zijn de uitkomsten in hooge mate verrassend. Wie die beweging nauwkeurig volgt bij verschillende volken dien is het alsof eerst nu eindelijk iets van den geest van den Grooten Nazarener vaardig wordt over de menschen. In plaats van den woesten strijd om het bestaan, van naijverige konkurrentie komt langzamerhand het vormen van groepen, waarvan de leden elkaar de hand reiken, eikaars lasten trachten te verlichten. Bij de eene groep zijn de motieven zuiverder dan bij de andere; maar er zijn pogingen tot samenwerken, waarbij uit den aard der zaak van egoïsme geen sprake kan zijn, en die wij dus met onverdeelde sympathie begroeten. Onder deze verdient de reorganisatie der noorsche volksbibliotheken door het Departement van Eere- Volksbibliotheek in Elverum („ElvarKeim , waarin de bibliotheek is gevestigd) dienst en Onderwijs in Noorwegen een eerste plaats, en het sukces daarvan doet het hart van wie het volk liefhebben goed. Opvoeden is een werk van groot geduld en van taaie volharding. Geldt dit voor kinderopvoeding voor volksopvoeding waarlijk niet minder. Deichmanske-Bibliotek in Kristiana (Leeszaal) Laat ons eens zien hoelang de noorsche volksvrienden al niet beproefd hebben hun volk aan het lezen te krijgen. Het eerste spoor van zulk een streven vinden we aan het eind van de achttiende eeuw. ’t Was een Deen, die de zaak met zeldzamen ijver en groote sympathie aanpakte; Dr. Peder H ansen, die van 1798 tot 1803 bisschop te Kristianssand in Noorwegen was. Toch beperkten deze pogingen zich tot enkele gemeenten of hoogstens tot een enkel bisdom. In 1831 vinden wij de mededeeling, dat er door de Vereeniging voor het welzijn van Noorwegen premiën zijn uitgeloofd aan de eerste 12 bibliotheken, die georganiseerd werden en zich in den loop van dat jaar bij de Vereeniging aanmeldden. Binnen een half jaar meldden zich reeds 30 aan. In I 833 testenden er al 86. Alle werden door het bestuur gesteund met geschenken in boeken. Maar dit nu was niet alleen door den arbeid der Vereeniging bereikt. Die vond een uitnemenden steun in den dichter Hendrik Wergeland, die door zijn bezielde oproeping, aan het volk gericht in zijn tijdschrift „Voor het Volk”, een krachtigen stoot in de goede richting gaf. De eerste aflevering daarvan verscheen in Januari 1830 en bevatte ,o. a. de volgende artikelen: I°. Opwekking aan ’t volk om voor zijn ontwikkeling te gaan zorgen, vooral door het lezen van goede boeken, en om met dat doel volksbibliotheken op Ie richten en te gebruiken. 2°. Schets van de organisatie van en statuten voor een volksbibliotheek. 3°. Lijst van boeken voor volksbibliotheken geschikt. Deichmanske-Bibliotek in Kristiana (Uitleenmg met vrijen toegang tot de kasten) Het eerste dezer artikelen; de oproep, werd door de Vereeniging in haar orgaan opgenomen en afdrukken werden aan de gemeente-afdeelingen ter verspreiding toegezonden. Wergeland richtte te Eidsvold en leeesbibliotheek op, die hij zelf beheerde en zijn voorbeeld werd door velen gevolgd. Ook de politieke beroeringen in dien tijd deden het hunne om het volk wakker te schudden. Het resultaat van dit alles vinden we in de volgende statistieke opgaven : In 1830 bestonden 49 volksbibliotheken .. 1831 „ 74 „ 1833 „ 86 .. 1837 „ 185 In 1837 werd in het Storting weer de aandacht op de volksbibliotheken ge- vestigd. Men besprak de reden van het uitsterven van de belangstelling in lektuur onder het volk. Als redenen daarvoor werden opgegeven : I. Dat de zaak te vroeg ter hand genomen en kunstmatig opgedreven was. 2. Dat de boeken verkeerd gekozen waren. Er werden voornamelijk stichtelijke boeken en veel agronomische boeken aangeschaft en eindelijk ook romans van dat soort, dat men liever uit de volksbibliotheken weren moest. 3. Dat het Departement niet op de juiste wijze de zaak gesteund had, zooals bleek uit een uitspraak in 1859: „Het Departement neemt aan, dat de medewerking van den Staat zich voornamelijk moet bepalen tot een bijdrage voor het oprichten van bibliotheken, daar de kosten voor het onderhouden er van in den regel niet zo" groot zullen zijn, dat zij niet zonder moeite door de distrikten zelf zouden gedragen kunnen worden; ten minste als de zaak bijval vindt. Waar dit niet het geval is, zou de toelage verspild zijn.” In diezelfde zitting werd voor het jaar 1877-1878 2000 daalders toegestaan. Deichmanske-Bibliotek in Kristiana (Uitleening) Van dien tijd af werd de bijdrage van den Staat aan de volksbibliotheken ieder jaar gegeven, en het bedrag werd steeds grooter. Wij vinden daarvan de volgende opgaven : In de jaren 1877-1886: 8.000 kronen „ „ „ 1886-1888:10.000 „ .. „ „ 1888-1892:12.000 „ „ „ 1892-1893:15.000 „ „ „ 1895-1897:16.000 „ „ 1897-1899:20.000 „ Sinds dien tijd werd 20.000 kronen de vaste som. In 1876 ontvingen 98 boeke- rijen een toelage; in 1891 ontvingen 269 boekerijen een toelage. In 1901 was het aantal volksbibliotheken gestegen tot 650, te zamen ongeveer 30.000 boeken bezittende, waarvan I I meer dan 2000 boeken telden ; daaronder was één met 5.300 boeken, een met I 1.000 en I met 12.000. In het begin van dat jaar benoemde het Departement een kommissie van drie mannen: Karl Fischer, J. V. Heiberg en Haakon Nijhuus, met de opdracht een onderzoek in te stellen naar de middelen om de volkslektuur in Noorwegen te bevorderen. De kommissie bracht in September van datzelfde jaar haar rapport uit. Uit een door hear bewerkte statistiek bleek, dat er in de jaren 1892-1901 aan 644 bibliotheken staatstoelage was ver- Volksbibliotheek in Trondhjem (Uitleening) Volksbibliotheek in Trondhjem (Leeszaal) leend. Te zamen hadden de betrokken gemeenten 1.939.972 inwoners en bezaten ongeveer 330.000 boeken. Voor aankoop en inbinden der boeken was door den Staat ruim 20.000 kronen gebruikt, en volgens de voorwaatden aan de staatstoelage verbonden, uit de gemeenten zelf een even groote som opgebracht, te zamen dus 40.000 kronen. Voor de staatstoelage werden nog de volgende voorwaatden gesteld : I°. Alle inwoners der gemeente moeten het recht hebben volgens door het bestuur vast te stellen bepalingen boeken te leenen. 2°. Drie personen, door het gemeentebestuur te kiezen, moeten de bibliotheek besturen en er voor zorgen: a. dat er een bibliothekaris en een penningmeester worden aangesteld met of zonder honorarium, wonende op een geschikte plaats in de gemeente en dat hun een instruktie gegeven wordt; b. te bepalen welke boeken moeten worden aangeschaft en welke als versleten moeten worden afgedankt; Volksbibliotheek in Kristiansand (Uilleening) c. met den bibliothekaris te kontroleeren hoe de boeken behandeld worden en of de bepalingen op het uitleenen worden nagekomen ; d. de jaarlijksche rekening en verantwoording van den penningmeester na tezien. 3°. In de instruktie van den bibliothe- karis moet worden opgenomen, dat hij nauwkeurig moet aanteekenen wanneer en voor wiens rekening de boeken worden aangeschaft en de lijst voor het uitleenen der boeken bijhouden. 4°. Dat de boekerij het eigendom der gemeente blijft en geassureerd moet worden. Verder vestigde de kommissie de aandacht op het feit, dat nog geen enkele van de bibliotheken een leeszaal bezat of een naslag-bibliotheek. Slechts enkelen hadden een gedrukten katalogus (ongeveer 30). Als fouten in de toenmalige regeling wees de kommissie aan: I°. De gebrekkige leiding bij het aankoopen van boeken. De lijsten van aangekochte boeken door de besturen der bibliotheken aan het Departement van eeredienst gezonden, toonden, dat er wel is waar geen slechte boeken gekocht worden, maar vaak boeken, die niet goed pasten in volksbibliotheken. Maar vaak was ook de keus eenzijdig of geheel zonder richting. In ieder geval konden voor hetzelfde geld veel beter en geschikter boeken worden gekocht. 2°. „Slechts een enkele bibliotheek staat onder kundige leiding,” zegt het rapport, „en het hangt geheel van de toewijding, de arbeidskracht en de bekwaamheid van den meestal niet gehonoreerden bibliothekaris af, op welken trap van dilettantisme een bibliotheek staat. Menig bibliothekaris is met lust en ijver aan het werk gegaan, vol belangstelling voor de goede zaak; maar langzamerhand werd hij het werk moe. Dat had een omvang, dien hij niet had overzien. Het katalogi- seeren en groepeeren van boeken vond hij moeilijk en hij voelde zich onzeker bij dat werk. Men moet bij dergelijke eereposten van vertrouwen zorgen, dat de welwillende en zich toewijdende burgers niet vermoeid worden, doordat zij op moeilijkheden stuiten, die een vakman met gemak overwint. Verder wijst de kommissie er op, dat de Volksbibliotheek in Kristlansand (Uitleening) gegevens ontbreken om na te gaan hoeveel en wat er gelezen wordt. Ook dat elke bibliotheek afzonderlijk inkoopt en de boeken daardoor duurder worden, dan wanneer alle inkoopen gezamentlijk geschieden. Om dit te bereiken stelde de kommissie voor, dat er onder toezicht van bekwame deskundigen een lijst zou worden opgemaakt van boeken, die goed en geschikt voor volksbibliotheken zijn; de boeken, die absoluut moeten worden aangekocht, zou men met twee sterretjes, de werken, die bijzonder geschikt zijn, met één sterretje kunnen aanduiden. Die lijst moest met de zetmachine gezet worden. (Zooals men weet wordt daarbij elke regel als stereotype gezet en kan afzonderlijk bewaard worden.) De regels worden dan bewaard als andere klichés en kunnen ten allen tijde gebruikt worden voor het drukken van kataloguskaartjes voor elk boek apart; ook om een katalogus voor een afzonderlijke bibliotheek te maken. Een of meermalen per jaar moest aan de bibliotheken een supplement gezonden worden van die lijst op dezelfde wijze gedrukt. In die lijst kon elk boek opgenomen worden met zijn nummer, dat de plaats aanwijst, die het in de bibliotheek moet hebben. Voor de indeeling der boeken beval de kommissie het in Amerika veel gebruikte en praktische systeem van Dewey aan, het zoogenaamde Decimaalsysteem. Was nu eenmaal de lijst der aanbevelenswaardige boeken op die wijze gedrukt, dan was tevens het grootste gedeelte van de volksbibliotheken in het land reeds gekatalogiseerd. Verder beval de kommissie aan, dat het technische werk voor de bibliotheken zou worden uitgevoerd door het Departement van Eeredienst en Onderwijs met behulp van een deskundige. „In plaats dat dit min of meer behoorlijk gedaan wordt aan elk van de 650 volksbibliotheken in ons land, zal het uitstekend door één vakman kunnen gebeuren. In plaats dat één en ’t zelfde boek 650 maal gekatalogiseerd en genummerd wordt op 650 verschillende plaatsen, kan dat door één man voor al die bibliotheken worden gedaan. En daarbij wordt dan het boek opgenomen in een uitstekend systeem en krijgt een duidelijk, oriënteerend nummer, dat het van alle andere boeken onderscheidt en het op zijn plaats brengt bij die boeken, die zijn naaste buren behooren te zijn.” Er was een bezwaar tegen dit plan, erkende de kommissie, en dat was, dat de Volksbibliotheek in Kristiansand (Leeszaal) nummering niet alle boeken zou omvatten, die de bibliotheken op dit oogenblik hadden. Maar dat konden de bibliothekarissen bijwerken, wanneer zij door bet Departement de noodige inlichtingen ontvingen. De kommissie beval als een uitstekend handboek voor bibliothekarissen aan: Folkebogsamlinger van A. S. Steenberg, Kopenhagen 1900. Met dit boek en een praktische instruktie kwam men reeds ver. En in geval van onzekerheid kon de bibliothekaris zich tot het Departement van Eeredienst en Onderwijs wenden en van daar de noodige hulp en leiding ontvangen. Wanneer nu ieder boek zijn nummer had en ieder, die een boek leende, een volgnummer kreeg, moest de bibliothekaris die beide nrs. naast elkaar in duplo noteeren in een bonboekje. Wanneer hij dan bijv. ieder kwartaal de bons opzond naar het Departement, had men daar uitstekend materiaal om te beoordeelen hoeveel en wat er gelezen werd. Zoo kon een enorme besparing van tijd en arbeid, een eenvoudige kontrole en voortreffelijke leiding van alle bibliotheken verkregen worden door centraliseeren van den arbeid. Volksbibliotheek in Elverum (Uitleening met vrijen toegang tot de kasten) Maar de kommissie wilde de samenwerking nog verder uitstrekken. Zij stelde voor, dat alle bibliotheken zouden opgeven welke boeken zij wenschten in te koopen en dat die alle door het Depaitement te gelijk zouden worden aangeschaft. Zij konden dan gebonden en genummerd worden en zoo kant en klaar voor de plank verzonden worden aan de bibliotheken. Op de meeste boeken kon op die wijze 25 u/o, op vele 40 a 50% rabat verkregen worden. En bovendien zou men met een koopkracht van 40.000 kronen ’s jaars de uitgaven van praktische, technische handboeken mogelijk kunnen maken en zoo het volk en de literatuur verrijken met een reeks goede leer- en handboeken voor industrie en handwerk, door ze in te koopen voor elke gemeente. „Wanneer er nu een katalogus bestaat Volksbibliotheek in Tönsberg (Uitleening) Volksbibliotheek in Tönsberg (Leeszaal) voor boeken, die voor de volksbibliotheken geschikt zijn,” schrijft de kommissie verder „komt het ons voor, dat men mag verlangen dat voorhetgeld, dat de Staat geeft, boeken uit dien katalogus en de supplementen daarvan worden gekocht en dat de staatstoelage in den vorm van boeken wordt gegeven, en slechts bij uitzondering in geld uitgekeerd. De plaatselijke bijdrage zou dan naar willekeur mogen worden besteed, en ’t zou praktisch wezen, dat ook de boeken daarvoor te koopen door hef Departement werden ingeslagen en evenals de andere gebonden en genummerd.” De kommissie achtte het echter wenschelijk de bibliotheken hierin vrij te laten. Verder beval de kommissie aan het aanstellen aan het Departement van een geschoold bibliothekaris. Rijks Reizende-Bibliotheken Die zou ’t allereerst een lijst van boeken moeten samenstellen, die door een kommissie van twee of drie literair en wetenschappelijk ontwikkelde personen moesten worden gekeurd. Ook de supplementen zouden op dezelfde wijze worden samengesteld. Aan dien ambtenaar zou worden opgedragen, aan de bibliothekarissen, die dat mochten wenschen, onderwijs in bibliotheekwerk te geven door voordrachten, b.v. aan musea of aan zomerkursussen aan de universiteit of in speciaal daarvoor ingerichte kursussen. Dit voorstel werd door het Departement van Onderwijs en Eeredienst aangenomen en de heer Haakon Nijhuus, de enthousiaste voorstander van bibliotheek-koöperatie, werd als deskundige aangesteld en voerde de reorganisatie door op een voortreffelijke wijze. Alle aangesloten volksbibliotheken krijgen tegenwoordig denzelfden katalogus van aanbevelenswaardige boeken en bestellen de daaruit gekozen werken bij het Departement. Daar worden de boeken gebonden en gekatalogiseerd, zoodat de uitgaven voor inkoop, binden en katalogiseeren tot op een minimum zijn teruggebracht. Zulke inkoopen en bestellingen voor banden in het groot geven aanleiding tot groote reduktie. In het jaar 1903 werd voor 23.163 kronen aan boeken ingekocht. In 1906 voor 34.700; in 1907 waren er 737 volks- bibliotheken die door den Staat werden gesteund. En op het budget 1910- I 91 1 is door de regeering 42.000 kronen voor volksbibliotheken uitgetrokken, waarvan er 1000 voor reizende bibliotheken moeten worden besteed. Reeds in 1896 werd een centraal bestuur voor kinderbibliotheken opgericht. Kort te voren was door een ingesteld onderzoek gebleken, dat er ongeveer driehonderd in Noorwegen waren.J Rijks Reizende-Bibliotheken In Nov. 1897 werd aan allen een cirkulaire over de organisatie der vereeniging toegezonden en een katalogus. In de eerste maand meldden zich 18 aan, een maand later 200. In April 1898 waren er reeds voor 24.000 kronen boeken aangevraagd. De noorsche Rijksdag stond dadelijk voor dat doel 25.000 kronen toe. In 1907 was het aantal aangesloten kinderbibliotheken tot 2200 gestegen. Op geheel dezelfde wijze bibliotheken worden deze door de'regeering gesteund. Wanneer de bibliotheek zelf een bepaalde som bijeenbrengt voorgaan- koop van boeken, geeft de Staat bijdragen in boeken en hulp bij het kiezen en katalogiseeren der boeken. Partikulieren steunen dit werk met groote giften, en het aantal lezende menschen en kinderen in Noorwegen stijgt snel. Toch zet de regeering onafgebroken haar pogingen voort tot bevordering der volksontwikkeling. Sinds 1901 zendt het Departement van Binnenlandsche Zaken onder de rijkswegwerkers 47 reizende bibliotheken uit, te zamen voor 4000 kronen. Elke kist bevat 30 a 100 boeken en is voorzien van katalogus en materiaal voor kontrole en administratie. Zij worden naar verschillende distrikten verzonden. De direkteur van den wegarbeid stelt in overleg met de ingenieurs het rooster van verzending vast. De opzichters van het werk zijn bibliothekarissen en hebben het kistje bij zich aan huis. In I 907 had het Departement van Onderwijs en Eeredienst zijn eerste vier kisten gereed, bestemd voor gemeenten, die nog geen eigen bibliotheek hebben. In 1908 kwamen er nog twee bij. In die kisten zijn de verschillende vakken aldus verdeeld: Belletrie 50 °/0 Gemengde inhoud, tijdschriften enz 3 „ Filosofie en Godsdienst . 3 „ Staathuishoudkunde ... 3 ~ Volksliederen en verhalen . 2 ~ Taal 2 „ Natuurwetenschappen . 5 „ Praktische vakken ... 5 ~ Kunst 2 Sport 2 % Letterkunde 3 Geschiedenis 8 Biografie 5 Aardrijkskunde en reisbeschrijvingen 7 Wanneer 10 volwassenen in een gemeente de reizende bibliotheek aanvragen wordt die gezonden voor 4 maanden, met twee maanden verlenging, wanneer die wordt gewenschf. Per maand wordt 2 kronen per kist berekend. In 1908 begonnen ook de zeelieden te toonen dat zij op de reizende bibliotheken gesteld waren. En 16 Maart 1909 werd besloten ook voor hen zulke kisten in orde te maken tot een bedrag voor 2500 s jaars. Die gelden werden getrokken uit een fonds, ontstaan door boeten voor kleinere plichtverzuimen aan boord, die op gebrek aan opvoeding wijzen. In datzelfde jaar werd ook besloten tot het uitzenden van reizende bibliotheken naar exerceerplaafsen, voor 1000 kronen, te verdeden over 5 afdeelingen. De boeken voor al deze reizende bibliotheken worden gekozen door het Departement van Onderwijs en Eeredienst en op de binderij van volksbibliotheken gebonden en in orde gemaakt worden. Die kistjes met boeken wekken de leeslust der bevolking op kleine plaatsen en zullen door de leegte, die zij achterlaten, het verlangen doen geboren worden naar een eigen gemeente-bibliotheek. Zij gaan rond als pioniers voor de steeds sterker wordende bibliotheekbeweging in Noorwegen.