BIBLIOTHEEK RU GRONINGEN 1259 3683 HANDBOEKBINDERIJ ASCO OMMEN Tel. 05291 – 51122' MAATSCHAPPIJ VOOR GOEDE EN GOEDKOOPE LECTUUR ■ AMSTERDAM NEDERL.- BIBLIOTHEEK ' ONDER LEIDING VAN L. SIMONS DE HOLLANDSCHE SCHILDERKUNST VAN AF DE HAAGSCHE SCHOOL TOT OP DEN TEGENWOORDIGEN TIJD ' ALB. PLASSCHAERTi I KORTE GESCHIEDENIS DER I HOLLANDSCHE | SCHILDERKUNST j VAN AF DE HAAGSCHE SCHOOL TOT OP | DEN TEGENWOORDIGEN TIJDJ i 1923 Gedrukt ter Drukkerij van de Wereldbibliotheek Niets is meer noodig voor den kritikus, betrokken inden dagelijkschen strijd der schilderkunst (die soms tot een alledaagsch vechten wordt), dan zich van tijd tot tijd op een hooger punt of hooger plante stellen, en, ineen overzicht, de werkelijke stroomingen te bepalen en den belangrijken schilders inde verschillende bewegingen de hun toekomende karakteriseering en eer te geven. Deed hij dat niet, dan werd hij als zoovelen een détailhistoricus, en meende allicht talenten van eer gewone spanning waereldschilders. Dit was eender redenen, die mij het zóó aangenaam maakten, dit nieuwe boekske te schrijven; het noodige vergezicht was er in te brengen. Een andere reden, waarom de opdracht mij verheugde, was dat ik het uitverkochte voorgaande werk nooit, nadat het geschreven was, met genoegen herdacht. Het is zelden aangenaam iets indruk vastgelegd te zien; nadat een werk geschreven werd, zoudt ge het, zoo goed als altijd, willen verbeteren. Ik had dit gevoel in te sterke mate jegens het bewuste boekje. Het was geen geschiedenis genoeg, geen geconstrueerd geheel genoeg het was een mengeling van kritische portretten, algemeene en bizondere opmerkingen, waardoor sommigen der besprokenen bij de lezers een verkeerde plaats inde reeks der talenten konden innemen. Het groote welslagen der uitgave heeft me, doordat ik dit alles voelde, niet verblind; de lijst der schilders, ik begreep het, was voor anderen als voor me zelf, van nut (zelfs in haar onvolledig- INLEIDING heid); zij was gemakkelijk bereikbaar, maar dit baatte niet tegenover wat ik aan tekort kende in het boekje. Ik heb mij dus met dubbelen ijver gezet tot het verbeteren; ik heb (dat was mij hoofdzaak) een kort, maar werkelijk overzicht geschreven; ik heb de lijst (waarop indertijd de meeste aanmerkingen gemaakt werden door hen, die ’t drokst gebruik ervan zouden vertoonen) veel vollediger gegeven. Het getal der schilders erin opgenomen is veel grooter; het nut van dit „woordenboek” is minder te ontkennen. Eén opmerking moet hier dadelijk neergeschreven worden: de lengte der biographische opteekeningen bewijst niet de grootte mijner schatting van den behandelde; zij diende, soms, bij onbekenderen, bij jongeren en jongsten, gegevens vast te leggen, later allicht moeilijk te vinden; zóó doende hoop ik werk uithanden te hebben genomen, ’k Ondervond bij het maken dezer lijst een eigenaardig iets: de drift van den postzegelverzamelaar. Eenmaal op het hellend vlak van het aantal geraakt, wordt het een soort woede meer en meer namen te verwerven. Gelukkig sneed de beschikbre tijd de mooglijkheid af zich hieraan te buiten te gaan; en het voorgestelde doel was voldoende bereikt. Boeken zijn steeds vol nut voor den schrijver zelf; ze leeren waarden nauwkeuriger bepalen, groepeeringen toetsen aan later oordeel; eenvoudiger een grondwaarheid formuleeren; ze leeren beoordeelen... In deze inleiding moet nog iets vastgesteld worden: de basis der beoordeeling moet zichtbaar worden gemaakt. De kritikus van dezen tijd moet velerlei soort werk kunnen ondervinden. Hij moet gevoelig zijn voor het hevige, dadelijk na ’t ontstaan weergegeven, vol dus van de vaart der ontroering, boven-al bekorend door 't leven en het levendige; hij moet het innige kunnen ervaren, waar de geduldige geest lang wijlde bij vorm en materie der dingen; hij moet zich gemeenzaam gevoelen met de statigheid van het geconstrueerde schilderij, dat overwegingen, der bouwkunst eveneens eigen, vertoont, en waaruit al het noodelooze of 't alleen-behaagzieke is verworpen. Hij moet in alles zijn volk eeren, en niet overschatten; hij moet een punt van uitgang hebben, zonder zich door theorie te laten verkillen, of door manier te laten vermeesteren. De basis mijner waardeeringen is de erkenning der „architektonische” uiting, waarin alles zich schikte tot een onbreekbaar, statig, levend geheel. Maar ik zal niet eenzijdig wezen, want mijn hart is verrukt over het innige, en om het levende; ik sta daar nooit verbeten of afwijzend tegenover, integendeel. Er is nog iets van algemeenen aard, wat in deze inleiding moet worden genoemd; een quaestie van rangschikking. Ik vind de figuur, het portret (beide: drama en stilleven) wat den grootsten schilder maakt; hier uitmunten is voor mij bovenal voortreffelijk zijn (en is dit niet overeenkomstig het oordeel der geschiedenis ?) Daarna volgen eerst de andere genres; het stilleven, ik schreef dit meer, is van alles de kleinste spiegel, waar de schilder zich in kaatst... Hiermee kan ik deze inleiding eindigen. Hoe het boekje zelf werd; zijn bruikbaarheid zal ’t uitwijzen. Dec. 1922. PLASSCHAERT HOOFDSTUK I De negentiende eeuw en de twintigste zijn tijdperken meer dan rijk aan zuivere schilderkunst. Wanneer wij ons tot de buren beperken, vinden wij, dat Engeland (dat het onderwerp dikwijls heeft gesteld boven de voltooiing) nu en dan uitbloeyen in een meester; Frankrijk heeft in alle tijden meesters, die, door den drang of door de noodzaak vaneen tijd meer of minder gewaardeerd, altijd velen zullen beïnvloeden, en na poozen steeds bewonderaars hervinden; België, te weinig bij ons bekend, rasecht in deze, zeker als wij, sterk, met nadruk op de materie, op het materiaal, handhaaft zich door de Braekeleer en Leys, door Joseph Stevens, den wonderbaarlijken beestenschilder, door zijn verfijnden broeder, door den grooten Stobbaerts, naast de anderen; Duitschland, geholpen van buiten-af, vindt soms iets van belang in zichzelf, voordat het de geesten verwarde; Holland, zwaar van verleden, hervat zijn taak; bloeyt, en bloeyt voort. HOOFDSTUK II De Haagsche School is het eerste hoogtepunt onzer schilderkunst inde te behandelen periode. Wat gaat haar vooraf? Het is een genoegen voor een schrijver over schilderkunst d'eenen tijd het andere geslacht te’zien voor bereiden, en met nadruk of verheuging te wijzen, dat alles sap trekt, door zijn wortel, ! KORTE GESCHIEDENIS DER HOLi LANDSCHE SCHILDERKUNST VAN AF I DE HAAGSCHE SCHOOL TOT OP DEN TEGENWOORDIGEN TIJD uit voorbijgegane werkzaamheid. Het is niet te ontkennen, dat deze voorstelling waarheid vertoont, meer dan één grein van waarheid zelfs. De getrouwheid aan leeringen is bij schilders dikwijls verrassend maar deze getrouwheid aan wat een slapper tijd als zeker aanzag, is niet altijd winst, en is niet de enkele lijn, die ge moogt getrokken zien in het vlechtwerk, dat de geschiedenis is. Er zijn grooter bewegingen, en een grooter golvende lijn is niet minder waar voor den gang der kunsten. Deze lijn beweegt zich, stijgend, dalend; omhoog, omlaag. Zij is een eenvoudig voorbeeld, als ge wilt, van hoogtepunt en bloey, en zwijgend verzamelen, zonder openbaren bloey. Wanneer wede Hollandsche Schilderkunst zoo geconstrueerd zien, dan zijnde zeventiende en negentiende eeuwen (èn de twintigste) toppunten, ik zou haast zeggen, ware het mathematisch niet onnauwkeurig, plateaux. Daartusschen ligt de achttiende eeuw en het begin onzer negentiende. De kiem der kunst is daar een korrel, onder den grond, die lang maar zeker gedijt, om (misschien niet zóó onverwacht als sommigen lijkt, die voor vlakker continuiteit zijn !) in groote kracht zich te openbaren... Het schijnt mij dikwijls toe, een te weinig onderzochte groeitijd te bestaan voor de cel der kunst inde menschelijke organismen. Dit zijn echter bespiegelingen voor een ander soort werk, dan dit kortgehouden, kortaangebonden overzicht zal zijn... Het schijnt mij, door het voorgaande, minder belangrijk toe voor de Haagsche School en wat volgt, te reppen van de behangselschilders, als Meyer; op Schouman te wijzen; moderns te vinden in Tischbein's groene zijde; Hodges, te waardeeren, te veel plaatste geven. De Pieneman's, al was één een leermeester van Jozef Israëls, zoowel als de Krusemans, zijn geen voorbeelden. De dankbaarheid hunner leerlingen moet en mag niet verblinden; dat hun portretten beter zijn dan hun composities het is niet iets, dat tot verbazing stemt. Scheffer met zijn Gretchen (uit 1831) roerde Israëls in zijn groei, maar wees het gevaar alleen duidelijk aan in dit eveneens romantisch talent. De historieschilders met den vriend van Bosboom erbij, Schmidt,... ge kunt ze misschien cadeau van me krijgen in al hun kunde is geen wekkende hartstocht, geen gebonden drang. Daiwaille is mij liever hier te melden; de Bloeme, de zedige portrettist, Schwartze de openbaarder romanticus. Het landschap is belangrijker; Vander Laen, van Troostwijk, Kobell, Westenberg zijn schilders; d’een is zelfs verward in één zijner werken door Thoré met Vermeer. (Dat is iets!) Deze laatsten zijn, ten minste de meesten, Hollanders naar hun werk- en niet historische gebeurtenisjes alleen. Ze zijn. Dat is het noodige: te zijn.... De fout naar ’t te dichtbij te wijzen, wanneer het de geschiedenis eener schilderkunst aangaat, komt voort uit de zucht naar de rechte lijn (de kortste afstand); grooter golving aan te nemen (langzaam groeiende cel) is beter(zieonzezeventiendeeeuwenonzenegentiende eeuw) of, soms, dadelijke, rechtstreeksche, persoonlijke inwerking (opheffen van den afstand). HOOFDSTUK 111 Dat mijn stelling aan het eind van Hoofdstuk in juist is, bewijzen de namen van zeventiende-eeuwers als Potter, Vermeer, Cuyp, die bij onze landschapschilders in herinnering komen. Schwartze was een vereerder van Rembrandt Holland begint op d'eigen grond te staan. Potter beïnvloedde P. G. van Os, wiens leerling, W. Verschuur, en wiens zoon P. F. van Os Mauve kennis van vormen aanbrachten; bij Vander Brugghen, den honden-schilder, deint opnieuw een zeventiend’eeuwer naar voren. De zeventiende eeuw zou ons, onbewuster eerst, maar zekerder langs een anderen weg komen: Roelofs kwam uit Barbizon. Maar voordat dit wezen zou hebben, is Schelfhout toch niet te vergeten; hielp Nuyendoor zijn hartstocht Bosboom; zou eender van Hove’s (B. J.) denzelfden schilder èn Weissenbruch leeren; d’andere (H.), meer dan geweten is, den vroegen Maris beïnvloeden; Koekkoek kundig zijn, Bilders zijn grootsche verlangens niet geheel-en al kunnen verwerkelijken... INTERMEZZO: BLES EN BAKKER KORFF Misschien is het eenvoudigst, zooals ook Mejuffrouw Marius doet, vóór de Haagsche School (onze nationale grootheid) Bles en Bakker Korff te plaatsen. In tegenstelling met haar bewaar ik Allebé voor later, bij zijn leerlingen, die met hem opnieuw een zeer eigen kant van ons Hollandsch wezen verwerkelijkten. Wien ge van deze twee schilders de voorkeur zult geven, hangt af van dit: of ge vroolker vlakheid verkiest boven scherper ironie. Bles is voor de meeste Hollanders (we zijn zóó) meer eigen. HOOFDSTUK IV Bles is geestig, zooals wij dat zijn, als we niet op ons slechtst zijn; teeder, met vrij beschaafde terughoudendheid (niet altijd is hij dat!), een verteller, die geen inspanning kost, ofschoon hij niet alledaagsch is. Hij begon met historie etc. voordat hij de 18de eeuw vond als passend voor de geaardheid van zijn geest, evenals de feller Bakker Korff begon met groothistorieel; en historie. Beide schilders waren eerst leerling-.van een zelfden meester: C. Kruseman. De bijziende Korff vond zichzelf eerder ('59) dan Bles-(’Bo);'Korff is aristokratischer van kleur; scherper; sarkastisch. Hij is harder, maar verfijnder. Hij is, zooals ik schreef, een soms breed schilder op een klein paneel; hij is een elegant-minachter van dames op leeftijd; hij was een delicaat heertje, dat schilderde maar ook een schilder, die verrast door kleuren, die hij samenbrengt. Hij was een uitstekend stillevenschilder. Er is, in dit werk van de binnenkamer niet veel afwisseling, lijkt het. 't Gegeven het kon te Leiden gevonden worden; de keurige hatelijkheid is klein-steedsch. Korff is bitterder dan Meissonnier; met meer-innerlijke psychologie. Hij zal altijd gewaardeerd blijven, door zijn schilderkunst, die analoog was, geheel-en-al geschikt naar, geheel overeenkomstig met zijn cynische opmerkingsgave van dingen, die in kleine levens (en hoevele zijn dat niet !) altijd zullen bestaan... Laat me dit eerst neerschrijven: een naam als de Haagsche School is geen mathematische formuleering. Wat zoo'n naam tracht te omvatten, is een voor geheele omcirkeling onwillig iets. De naam vaneen groep van schilders hij is altijd op een oogenblik vol willekeur. Toch is hij, zeker ineen overzicht, niet te omgaan, als ge maar niet vergeet, dat hij een hulpmiddel is en niet-absolute waarde. Het ligt eenerzijds inden menschelijken geest, en dat is juist, zóó hij waarover het gaat, voldoende meester is, alles op dien geest te betrekken, en naar dien geest te bepalen. De psychologische wijze van bepalen is een juiste. Ook inde schilderkunst; zij gaat toch uit van voor den mensch eeuwige waarden, van de menschelijke eigenschappen, die inde kunsten, hoewel zich schakeerend, in alle tijdperken op overeenkomstige manieren zich uitdrukken. Door deze waarheid is 't genieten van werk uit verschillende perioden mogelijk; de eendere, zoo weinig zich wijzigende mensch, met zijn bepaalde en te bepalen aandoeningen, zit steeds inde kleur, in 't kleursamenstel, inde lijn, inde lijncomplexen, inde kleuren- en lijnencomplexen. Elke „school" is te zien als een bepaald moment van den geest, een bepaalde eindkracht vaneen zeker aantal samenstellende krachten. Zóó is het; zóó kan worden gedefinieerd. Dit brengt moeilijkheden mee; het zou die moeielijkheden in dit geval zeker meebrengen. Het is om zulke moeielijkheên in dit boekske te vermijden, dat een andere weg wordt gegaan, om de omcirkeling zoo volledig V. DE HAAGSCHE SCHOOL Een technische voordracht; iets wat ik, verleid door de vele landschapschilders, die ge onder deze schilders vindt, een briezigen toets noemde (waardoor Breitner en Bauer ook bij de Hagenaars bleven behooren !), een open manier van schilderen, die atmospheer doet ontstaan, gemeenzaamheid in 't geheel; niet bovenal stoffen en afzonderlijkheid nagaat, niet dubbel-psychologisch is, maar vol van wat met andre (te weinig zeggende) bepaling lyrische, romantische stemming wordt genoemd. Deze bepaling, langs de voordracht, kan sommigen, ik begrijp dat, schamel gelijken, maar zij vergeten dan toch te veel, dat de voordracht het uiterlijkgeworden, toch geheimzinnig teeken vaneen Innerlijk is. Ge kunt, op deze wijze bepalend Weissenbruch, de Marissen en Mauve tot één school rekenen, den lateren Bosboom en den lateren Israëls er-in brengen; den kantigen Gabriël er vinden; anderen doen volgen, epigonen en krachtlooze volgers van de voorgangers. 'k Wil in dit gedeelte nog herhalen, ter verdere kenschetsing dezer school, wat ik elders saamvatte: „Als type inde Haagsche School vindt ge den landschapschilder. De meest kenmerkenden (op twee uitzonderingen dan!) zijn makers van 't landschap. En hoedanig is dat landschap, die landschapschildering ? Is zij architektonisch; is zij het landschap, gevoeld, gegeven als een vaste constructie van hemel, land en van wat daartusschen staat ? Zijnde boomen zuilen; is de hemel een koepelend gewelf, het land een sterke staege bodem; de duinen, of de bergen, een nauwverhulde mathematische figuur ? Is het een , onwrikbaar Plasschaert: Jacob Maris; bij van Loghum Slaterus en Visser te Arnhem. mogelijk te verkrijgen. Wat is alléén Hagenaars ten slotte gemeenzaam ? gestoken geheel, waarin zich geen windadem te roeren schijnt; lijkt er geen geluid ooit te zwerven van speelsch water, bij een stijgenden of dalenden stroom ?... Of is ze romantisch, met neiging tot het intieme toch; pantheïstisch (als gevoel); is ze een symphonie, waarvan alle tonen tot een grijzen worden; is ze betoomde lichtadem, harmonische kleursamenklank?... De Haagsche School is het Hollandsch landschap, ook het steenen landschap (het stadsgezicht), weer erkend niet zonder den invloed van de Barbizonschool, onder den invloed van het zeventiend'eeuwsche Hollandsche werk. Zij is dubbel Hollandsch, zij is een nationale school... die, breed zijnd en diep-ontsprongen, internationale waardeering vond. Is ze grooter dan wat inden bewogen tijd, dien we beleefden, en beleven, zich ontwikkelde, groeit of bezig is te ontstaan? Zij is grooter dan de Allebésche Amsterdammers; zij was gewisser, eensgezinder, meer rustig, meer alleen van onzen landsaard dan wat tegenwoordig, vol van buitenlandschen invloed, zich ontwikkelt. Maar ik zou niet gaarne ontkennen, dat wat we het Tegenwoordige heeten in zijn beste uitingen, de „Hagenaars” weerstaat, Zóó niet overtreft... WEISSENBRUCH 1824—1903 Weissenbruch is de meest grootsche schilder van zijn School. Hij heeft zich vol levendigheid langzaam tot die grootschheid ontwikkeld. In het begin was dit werk frisch, vol spontaneïteit, maar ge zoudt kunnen zeggen: de levendigheid lag verspreid, geestig, niet onaangenaam verspreid over 't heele schilderij. Het was een genot dit tierig werk te zien vaneen schilder, wiens temperament nooit ongebonden werd. Langzamerheid is alles eenvoudiger geworden, grootscher samengevat. Ge bespeurt deze tesaamvatting nog niet in zijn „zilveren” schilderijen, soms klein van oppervlak, waar, onder een lichtend-grijzen hémel, een boerehuis tegen de lijst aankomt, waar een poldersloot grijs, en een lichtend geworden wit een levensteeken temeer is van zoo'n werk; niet-nadrukkelijk gestoffeerd dooreen enkel figuur. Deze vereenvoudiging, die geen enkele innigheid verspeelde, maarde innigheid tot grootheid bracht, vindt ge in zijn stadsgezicht en ineen schilderij als de Tuin. Het stadsgezicht van Weissenbruch is als zijn boeredeel, als zijn stal, niet benaderd vanuit het architektonische. Dat is het verschil met Bosboom. Het stadsgezicht van Weissenbruch is een (steenen) landschap; het vaststaande erin, het gebouw etc., is maarde tegenpartij van het atmospherisch effect. Om het spel van de atmospheer is alles geschilderd; met waterverf weer- Plasschaert 2 VI SCHILDERS VAN DE HAAGSCHE SCHOOL I gegeven. De „vormen” van Weissenbruch zijn als die van wolken; groot maar zonder stugheid, en aangetast, aangepakt door d’atmospheer. Dit maakt dat de grootheid hier geen zwaarte is, maar teeder blijft; dit wezen in Weissenbruch geeft ook den weinig zwaren nadruk aan de lijnen, waarmee hij groot-golvend zijn boomen definieert. Weissenbruch, de landschapschilder, nog onderschat naar zijn wonderlijke waarde, is een zeldzaam voorbeeld van geestige lenigheid, die langs zuivere innigheid, tot een weidsch atmospherisch spelen werd. J. BOSBOOM (1817—1891) Ouder den Weissenbruch, van vroeger datum dus ook dan Jozef Israëls, staat Bosboom, anders dan Israëls, als een eigenaardige, afzonderlijke, tusschen de overigen, maar als een zeer gewaardeerd schilder eveneens. Misschien zoudt ge met voldoende juistheid kunnen zeggen, dat hij de klassieke was tusschen de andere temperamenten, en d'andere gevoeligen. Hij had het rustige, dat zulk een’ klassieke kenmerkt; hij werd in zijn beste werk nooit overrompeld door zijn gevoel, toch verloor zijn bezinning nooit d’aandoende warmte. Hij had daarenboven die ruimte in alles, die voor ons van zulk een geest de zekere signatuur is. Bosboom voelde voor het bouwkunstige, dit is dadelijk duidelijk inden kerkeschilder onzer negentiende eeuw. Hij voelde het spel der diepten, breedten en hoogten ten eerste, en ook verkende hij met genoegen het bouwkunstig détail. Dit zijn zaken voor den teekenaar, en met zekerheid kan gezegd worden (zijn waterverfwerk wijst dat steeds uit), dat Bosboom nooit de gratie van zijn teekenkunst verloor. Maar die zucht tot het détail, is later bedwongen inde weêrgave der simpeler protestantsche bedehuizen. Deze betooming heeft hem winst gebracht; het uiterlijk-romantische (dat steunt op voorwerpen uit vroegeren tijd !) concentreerde zich, zuiverde zich; Bosboom nam toe in belangrijkheid. Hij werd een soberder schilder, van blijvender ontroering. Hij maakte toen die kerken, soms op kleine paneelen, die meer dan zijn andere zijn van de Haagsche School, en waar de kleur een innerlijke dracht zich verwierf, die ze in werken vol onderdeden niet kende. Zijn kleur is dan vol en levend. En hoe zeker en verfijnd deze eenvoud zich kon openbaren, bewijzen aquarellen (wat wit, wat groen, wat bruin) van kerken of vaneen deel, of vaneen onderdeel van gebouwen, waar Bosboom's kunst als eigenschap een Hollandsche smetteloosheid doet zien, die zeker van blijvende waarde blijken zal. JOZEF ISRAËLS (1824—1911) De romanticus inden grooten zin, dat is dus hij, die alles verbonden gevoelt ineen innige gemeenzaamheid, heeft een lang leven noodig om die gemeenzaamheid, die zijn wézen is, uitte drukken op werkelijke wijs in zijn schilderkunst. Jozef Israëls heeft dat lange leven, noodig voor zijn ontwikkeling, gehad; hij werd al doende tot een befaamd Joodsch schilder van figuur. De grootgegeven mensch is hem hoofdzaak, in het binnenhuis zoowel als in het landschap; de figuur is de kern van het schilderij. Dat zet hem reeds afzonderlijk. Het Jood-zijn van den schilder geeft nog een afzonderlijk accent aan zijn werk, een bepaalde technische ongewisheid, naast te waardeeren hoe- eerst gesterkt door de meer versierde Roomsche kerken, die hij inden beginne heeft geschilderd, danigheid. Israëls zag ten eerste nooit de figuur als stilleven; er is altijd handeling in, die van binnenuit komt. Ik zeg niet gebaar, ik bedoel innerlijke handeling, die oog of mond verraden wil. De techniek moet dat dramatisch, handelend leven openbaren, dien adem ons doen voelen, of het werk wordt zonder werkelijke waarde; het mist, waarom het zou ontstaan. Het ademende te geven aan figuur en ding is meer dan iets anders, een telkens nieuwe taak; telkens is er, zooals ik zeide, ongewisheid of benaderd zal worden wat gezocht wordt. Het is hier altoos een zaak van intensiteit. Het waar een leugen neer te schrijven, dat Jozef Israëls den ademenden vorm steeds heeft bereikt. Dit is dikwijls niet het geval; er wordt dan misgetast; het gevoel komt in ’t modelé verfomfaaid naar voren. Dit moet aanleiding geven tot een herzien van ’t oordeel over menig schilderij. Er is bij Jozef Israëls veel werk overschat • deze ware taxatie, die bij sommigen altijd bestond, zal voor allen gaan gelden. Maar wat zijnde hoedanigheden van het beste werk, dat zijn naam zal handhaven ? Israëls’ portretten (Roelofs, Veltman, 't eigen portret), altijd onder vollen drang geschilderd, leven ruig en menschelijk. De figuur in zijn binnenhuis poseert nooit; zij doet wat zij doen moet; zij leest, schrijft, of eet; zij is een groote kern in het geheel, waarvan zij toch een deel is. Het landschap buiten, gezien door de ramen heen, heeft dikwijls onverwachte blanke teederheid; alles binnen en buiten is dan adem. De figuur in het landschap, zij geeft haar expressie aan dat landschap. En wat is er nog, in ’t schilderlijke, dat treft bij Israëls ? Het is de gevoeligheid voor schakeeringen van d’ééne kleur, die het schilderij ten slotte wordt; inde grauwen, inde bruinen, was geen gevoeliger. W. ROELOFS Sr. (1822—1897) Roelofs Sr. wordt tegenwoordig onderschat; vroeg werd hij eerder overschat. Deze overschatting ontstond door de macht eener eerzuchtige persoonlijkheid; de onderschatting is een gevolg van te weinig werkelijke kennis van het werk. Want het werk van Roelofs, het blijvende, is niet ten eerste te vinden in zijn schilderijen; zeker is het daar niet het meest algemeen te vinden. Dit komt voort uit twee oorzaken. Zijn schilderij is voor ons scherper-gezetten, scherper-ingestelden, wat te zwaar romantisch; het heeft daarenboven een eigenschap, die wij slecht verdragen: het is zwaar inde verf; de verf doet als zwaarte aan. Wij, Hollanders, vergeten gaarne de verf; het schilderij mag ons niet aan de zwaarte dezer materie herinneren. Dat doet het schilderij van Roelofs dikwijls. Maar er bestaan andere werken van hem, waar deze de waardeering hinderende eigenschappen niet zijn te vinden. Ge vindt die andere werken tusschen zijn studies, tusschen zijn waterverfteekeningen, tusschen zijn teekeningen. Dan begrijpt ge, waarom Roelofs de „herontdekker” van het Hollandsch landschap is genoemd zelfs als ge aanneemt, dat deze betiteling wat overdreven is. In zijn studies is hij frank, levendig, Saamvattend: Jozef Israëls is soms een groot schilder van levende figuur en natuur; velen heeft hij daardoor beïnvloed. Waar hij tekort schiet, is hij, zeker door den grooten hoop, overschat. Een andere misvatting is hem, Christelijk te noemen, omdat hij schamelen schilderde in hun omgeving: hij wou voor alles een figuur geven ademend ineen vertrek vol ademend duister en licht; hij was ten eerste een romantisch schilder. en vertoont kracht. Hij is beweeglijk; zijn groen is sappig, zijn luchten hebben vaart. Hij kan in een teekening vaneen melkbocht een weidschheid bereiken, die Gabriël ontzegd was. Hij is dan, gemeten naar deze werken, nu te onbekend, ja miskend. Hij is dan grootscher dan Gabriël, maar minder feilloos-zuiver. Roelofs, die den invloed van de Barbizonschool ervoer, vond niet altijd het bevrijdend accent tegenover de verf. JACOB MARIS (1837—1899) Vol zekerheid staat Jacob Maris in onze negentiende-eeuwsche kunst. Hoewel een schilder van figuur, die niet te verwaarloozen is, ondergaat hij het menschelijk wezen niet om de zielsbelangrijkheid. Hij is geen portrettist; hij vindt den mensch een schoon voorwerp van kleur, tusschen de andere kleurige voorwerpen. Jacob Maris is de schilder van het stadsgezicht, en van het landschap. Hij is dat later zelden zoo dramatisch gebleven als inde Dageraad (uit 1865) hij is in dat landschap en in het stadsgezicht vol vaneen breed-georchestreerde kleur. Hij is dat begonnen te zijn, toen hij uit Parijs weer naar Holland trok, (1871) en in Den Haag ging wonen. Vóór dien tijd erkent ge den werkelijken schilder beïnvloed door Stroebel, door van Hove soms, door Bosboom; na Parijs vindt ge Maris zich ontwikkelend, gedeeltelijk langs Vermeer's Stadgezicht, tot een stedeschilder van Holland, naar wezen meer dan topographisch-getrouw. Dan komen de steden met den betoomden klank inde kleur, met de hem typeerende luchten, dan komen de klomp-zwaar stijgende Molens, de groote dramatische Maannacht, dan komen de Jagertjes en de M. MARIS (1839—1917) De middelste der Drie Marissen; de vroegrijpste; het meest eigenaardige wezen; hij, die de twee anderen heeft beïnvloed. Een schilder vaneen voortreffelijk landschap (Montmartre, de Molens, Amsterdam), maar in tegenstelling tot zijn beide broeders, een schilder bovenal van figuur. En hoe is die figuur? De invloed der primitieven, na de Duitsche reis, te onderschatten, ware een tastbare vergissing, evenzeer als niet zulken invloed te speuren van da Vinei; van Leys in vroegen tijd; van Rethel; van Corot; van Monticelli, etc. Maar hoe was de figuur van M. Maris? Zij was sensueel-romantisch. Zij was een altijd herhaald vrouwetype, dat steeds naar meer grootheid zwol; doordat sensueele een tegenstelling met Israëls' romantische figuur. Zij was het werk vaneen innerlijk-rijken schilder, die ten slotte wel te veel in d'eenzaamheid verzonk... De figuur van M. Maris vindt ge in zijn schilderij, in zijn ets. Ge vindt haar bepaald, en groot, inde Keukenmeid of Koekebakster; ge vindt haar zonder Duitsche overgevoeligheid, in het „Meisje dat de kippen voedt”; weer grooter in „de Doop”; ge vindt haar zinnelijk maar toch ver- Zandschippers, dan komt de Baker (dooreen verkeerden raad van Israëls eenigszins onttooid). Inde gouden-en-groene Zandschippers met meer lust gemaakt, als een hernieuwing in zijn schilderlust wel ondervonden, is hij dan het oorspronkelijkst. Niet dat zijn stadsgezicht dat niet was al is het ons weinig denkbaar zonder Vermeer’s Delft. Ook daarin zong 't eigen bloed, daar en inde Molens was Maris het grootst, maar inde Zandschippers en in sommige Jagertjes is hij zuiverst een vinder. vreemdvan'taardschewezen, geen prinses zooals dat gemakkelijk wordt genoemd, maar een toekomstige vrouw, in „de Vlinders”, een wonder werk, maar waar de materie is mishandeld. Ge vindt die figuur het grootst in sommige zijner etsen. Daar zijnde lijnen, die de figuur buigend omvaemen het grootst van ronding; daar is het type zoo groot, dat een vrouw, (die zingend, waarom toch ? den mond opent) de weidschheid krijgt vaneen Aarde, die inden schemer haar grooten mond zou oopnen, en uitbreken ineen gezang, groot als avenden zijn... W. MARIS (1844—19x0) De meest oorspronkelijke der Drie Marissen maar daarom niet psychisch de meest belangrijke. Ten slotte de schilder van de Zon, van ’t zonlicht, zooals de als een axioma herhaalde uitdrukking luidt, maar dan toch altijd de schilder van de zon op de wei, op het koebeest, uit de iele lucht. Willem Maris, een beesteschilder, zooals zóó veel oude Hollanders, die óm het beest meestal het landschap schilderden. En eigentlijk een verfijnder schilder, dan die term: schilder van het zonlicht: zou doen denken. Bij uitzondering slechts iets anders dan een schilder van koebeesten en van eenden (een kat, een hond, ezels op het strand). Beperkt dus van object, en misschien beperkter van geestelijke schakeering dan nu wordt geweten. Maar, anderszins, rijker dan hij bij de velen geldt. En die rijkdom, dat rijker-zijn, is niet alleen te vinden in zijn verfijnden grijzen tijd, toen de zon in dit werk nog niet was opgegaan; groote, en den meesten verborgen rijkdom is nog elders. Niet in de werken, waar hij, jong, Thys' vorm vertoont met een paar jonge beesten. Daar verwondert Willem Maris ons, zooals hij later dat niet altijd doet. Ineen stalintérieur, zooals ik bedoel, en dat hij niet laat in zijn leven schilderde, vindt ge hoedanigheden, klinkende kleur, rijke vastheid, die mij noopten, en ik meen met recht, te schrijven, dat hier Willem Maris een meer melodieus geworden zeventiend'eeuwer gelijkt. P. J. C. GABRIËL (182&—1903) Het werk van Gabriël is puntig, elegant, zuiver, strak. Zóó is het op zijn best, in het landschap. Zelden heeft het de openbare melodie van de Hagenaars, der Marissen en van Mauve. Het schijnt indertijd gedrukt, neergedrukt te zijn door de persoonlijkheid van den ouden Roelofs, maar het heeft de kentering gekend, en Roelofs zien dalen, waar het zelf is gestegen... Gabriël, de schilder van den polder, de klakkelooze schilder vaneen Hollandsch landschap zonder uiterlijken tooi, staat afzonderlijk tegenover de echte Hagenaars. Hij schilderde, gaarne met kantig détail, met weinig verf op het doek. Hij schilderde zóó den wind slaand in het blauwe water, de sloot inden polder; nuchter-weg een molen; sierlijk enkle bloemen. Hij mist de zinnelijkheid van de stof, die de Marissen bezaten. Hij was minder dichterlijk, zóó ge inden zwaai van het gebaar ten eerste den dichter erkent. Hij was meer objectief, zóó ge wilt, maar deze objectiviteit was soms zóó smetteloos, dat ge het gebaar gaarne wilt missen. Natuurlijk is hij droog, als zijn strakke zuiverheid faalt maar zij faalt weinig-genoeg ineen schilderij; niet daar, waar Troyon (als meewerkend factor) te zien is; maar rijker dan vermoed wordt, zeer rijk soms, ineen stal-intérieur om ons over de vroegere onderschatting ons te verbazen. Hij bouwt niet, zooals sommigen zijner tijdgenooten een rijk zich schakeerend kleurgeheel, maar hij kan op d'eenvoudigste wijze ongenaakbaar-klaar zijn. Hij is een schilder, dien nooit allen zullen liefhebben, noch alle kenners zelfs napratend, zullen bewonderen; maar hij is voor ons tusschen zijn kornuiten zeker eender minst opvallende, maar tevens een schilder, dien geen verwon in eenvoud; die strak van zuiverheid de dingen aanzag. A. MAUVE (1838—1888) Mauve is feitelijk als schilder lyrisch, maar niet zonder geestige „pointe”. Het fijnste licht, met weinig „effect” werd het zijne. Inden beginne was hij een nauwkeurig werker; onder zijn leermeesters schilder van koeien, vaneen enkel portret. Hij maakte studies, die uitmuntten (de Stal uit 1860); hij schilderde Hutten, etc., waar de kleur reeds tot een zatte volheid rijpte, en waar een feller tonaliteit (zöö het een tonaliteit is !) leeft dan in later werk. Maar met den drang van anderen meê, is hij tot den soms luchtigsten schilder der Hagenaars geworden. Hij bezat de puntigheid niet van Gabriël; hij is zooals ik zei, niet zonder de realistische geestigheid van Beets' Camera Obscura. Hij is echter gratieuzer dan deze; fijner vliet zijn kunst onder zijn handen uit. Hij is eender zilveren Hagenaars, die aan Maris (W.) een stoot te danken heeft. Hij heeft toen zilver de duinen geschilderd, zilver de schapen ineen paars-zilver dikwijls. Hij is naar het gevoel een elegisch schilder. Anders weer dus dan Artz; Mauve’s bleekend goed ligt niet strak en tintelend te bleeken; ijl neergewaaid ligt het op het bleekveld. Hij heeft op deze H. W. MESDAG (1831—1907 ?) Sinds Mesdag naar Norderney ging (1868) werd hij zeeschilder. Daarvoor had hij landschap en stadsgezicht nauwkeurig gestudeerd; inde zee en in haar weergave vond deze Groninger, bankier en er als een reeder uitziende, breede persoonlijkheid zijn heil. Hij heeft daar de verdienste van een eenvoudig maar ruim realisme. Hij was, natuurlijk Jacob Maris’ en Weissenbruch's mindere, wanneer dezen zich zetten tot de schildering van gelijk onderwerp; hij gold als persoon ’t meest, als verzamelaar bleef hij bekend; zijn werk, dat den steun van den maker verloor na diens dood, viel terug van te groote hoogte tot het juiste niveau: niet innig, niet gevoelig, maar ruim, en eens van nut door afwezigheid van romantische ij die overdrijving. De vrouw van dezen schilder, S. Mesdagvan Houten, opgevoed door de Franschen, had meer kleur; haar vorm is het zekerst inde kleinere stillevens. Barbara van Houten, gekweekt inde omgeving van deze twee schilders is, voor zoover ik het weinig vertoonde werk ken, een onzer belangrijke vrouweli j ke etsers. De veel keer geschilderde en geëtste zonnebloemen zijn nooit in haar periode met hartstochtelijker diepte en met meer levende zwarten in ’t metaal gebeten dan door deze van Houten- manier ook d’avenden gezien; de verlichting in den schaapsstal, een menigte schapen in 't zweemend licht; zóó, grijs-zilverend, waren de fijne groenen, die hij buiten zag... Hij is gestorven, voor dat hij durend grootscher werd. Millet steunde hem dan. Hij heeft toen het (onvoltooide) werk van den Herder en de Schapen inde sneeuw gemaakt, dat zijn wijdst-gespannen verwerkelijking ons bleek. Innigheid is evenmin haar oneigen. Ze kon, in een ets, een meubel, een gehamerden of gegoten koopren pot, een boek vol innerlijkheid neêr laten liggen onder 't zweemend licht vaneen lamp. Zij is dan even forsch als vol stemming. In sommige harer grootre etsen treft soms, bij dezelfde forschheid van aanval op 't metaal, een bouw?, die niet genoeg overwogen, het geheel in twee deelen laat uiteenvallen. D. A. C. ARTZ (1837—1890) Artz heet een leerling van Jozef Israëls. Hij is dit feitelijk niet naar wezen. De keuze der onderwerpen heeft een verkeerd inzicht doen ontstaan, en de gebeurtenis, dat hij met Israëls naar Zandvoort ging. Van aard hoort hij meer bij de Marissen, zoo ge hem ergens onder dak wilt brengen. Hij mist het wijd-romantische van Jozef Israëls. Hij heeft visschers geschilderd; vrouwen en kinderen door de duinen loopend. Hij heeft een moeder met haar kind ineen binnenkamer schoon gevonden; een duin, de zee met schepen gaf hij weer. Maar, ik herhaal het, bij Israëls uit de schilder zich in deze dingen met een vibreerend, wijd-bevend spelen van het licht; met een vibreerend, eenvoudig en toch zeer geschakeerd bevend, trillend vlagen van lichten en donkerten; bij Artz zijnde kleuren afzonderlijker, meer op zich zelf bezien; minder vereend. Het zijn bij hem aantallen kleuren, niet Zooals bij Israëls is het er ten slotte één, zich wijzigend herhalend. Bij Artz is meer van den gewonen Hollander te vinden, die, nu en dan, innig de kleuren keurt, en ze dan teeder stuk voor stuk naast elkanderen vlijt. De groote adem van Jozef Israëli beste werk komt nooit uit de schilderijen van Artz. De kleur J. ALB. NEUHUYS (1844—1914) Ook Neuhuys, de krachtige colorist, dein een waterverf soms edele schilder, is niet te schikken bij Israëls’ leerlingen. Ook hij woont meer inde buurt van de Marissen (naar geaardheid). Hij is niet een verliefde op de expressie, op het expressieve, maar op een schoon geheel van rijke kleuren. Hij is niet inden grooten zin als Israëls kon zijn, romantisch; alles is niet uit één adem. Zijn groepen van figuren zijn daardoor niet een gebonden eenheid; eer afzonderlijke deelen vaneen stilleven. Ze zitten, staan, liggen voor den schilder, maar ageeren niet van binnen-uit, van ’t eigenst binnen uit naar den toeschouwer. Neuhuys begon als historie- en portretschilder; schilder van satijn, keerde hij zich, maar op de hem eigen wijze, naar ’t Binnenhuis. Hij is meer binnenhuisschilder dan figuurschilder. Hij kon daarin innig zijn, maar het was persoonlijke innigheid; zij was niet weerkaatst door de figuur; zij school inde kleur zelf, niet inde trekken van de menschen. Op deze wijze is „de ziekekamer” innig. Ouder wordend wordt hij breeder; dat kan door Israëls gekomen zijn, maar het is ook vanzelve natuurlijk. Hij wordt persoonlijker; de figuren vervormen zich. Hij wordt soms buitengewoon, een verfijnder Hals. Een aquarel vaneen boerevrouw geeft hem als zóódanig. In zijn aard is dat werk in Neuhuys’ tijd niet overtroffen. van dezen Artz is blank; ge vindt bij hem een portret soms, dat even iets op Alfred Stevens gelijkt; ge vindt onder zijn werken de fijne waarnemingen van goed te bleeken liggend op 't duin, weer verschillend is hun strakheid van de fijner-aangeroerde Mauve's . Neuhuys is dus: volklinkende kleur; een schoon en edel materiaal lijkt het, waarmee hij werkt. Hij is daarin zeker niet on-hollandsch; hij is nog iets anders; hij is een schilder van het felle, jonge, kind, verwant met den vroegren Hollander, Steen. W. B. THOLEN (1860) Amsterdammer van geboorte, leerling van de Amsterdamsche Akademie, van Allebé een Hagenaar als schilder; d’eenige op dit oogenblik (1922), die zich persoonlijk uit, met talent, met velerlei wisselende schakeering ineen uiting, die verder meer epigonen van weinig belang telt dan talenten. Tholen is een zedig-romantische, droefgeestige natuur. Hij is daarom het grootst als schilder van het avend-uur. Zijn mollige toets geeft het spel van den dan wijkenden vorm, en van de dan wijkende afzonderlijkheid der dingen, en het zich vereenigen van die dingen. Zijn „avenden” zijn een verrijking van ons bezit. Hij is nog meer. Als portrettist geeft hij het kind vol argeloosheid, den man en de vrouw in hun eenvoudigste daaglijkschheid. Dit beteekent niet zonder diepte: het beteekent dat Tholen het vertrouwelijk familie portret kan schilderen. Geschoold persoonlijk teekenaar, is hij een zuiver etser. Zelf een kundig zeiler, is hij verzot op het schilderen van ’t schip, van de zee, van 't tuig, van het stadje aan de zee, aan de Zuiderzee. Het typische vindt hij daar; het oud ambacht; den lanterfantenden visscher, leunend aan de meerpaal. In dat stadje, Hollandsch van wezen, treft hem alles: De gracht, de kleine huisjes, de vrouwtjes; de gebeurtenissen daar, de kermis; de sluis. Hij is een schilder van alles wat oudhollandsch is; zijn stukken met schaatsenrijders zijn figuur en landschap tot zuivre stemming ge- worden. Onverschrokken durft hij echter alles aan; van nieuwe huizen in aanbouw maakt hij een geheel, dat door zekerheid en lichtzuiverheid treft; een vriend van beesten teekent hij blad na blad met dieren, en aangedaan, maakt hij tragisch het doode in stukken gesneden wordende paard. I. G. H. BREITNER (1857) Breitner is de geweldige schilder van de actie; van de bezige stad, Amsterdam. Hij is verwant met Jacob Maris geweest; dat is een verband met een werkelijken Hagenaar; zijn modelleerende toets doet verder dezen Amsterdam bewonenden Rotterdammer mij bij hen groepeeren. Maar hij is anders. Hij is niet de rust der steden, zooals Jacob Maris is; hij geeft handeling, het stadsleven van de sterke stad. Hij heeft de handeling eerst gezocht inde schilderijen met de gele rijders. Paarden waren hem steeds voorwerp van belangstelling (het tragisch toppunt daarvan is het paard van Montmartre); den gang van paarden en menschen (soms invloed Rochussen inde groepeering!) heeft hij met zijn grooten hartstocht geschilderd. Dan hervond hij zijn lust inde trampaarden en de trams met de juweelen oogen, de lichten, van Amsterdam. De figuren heeft hij daar-rond gegroepeerd. Amsterdamwas hem nooit als Witsen de trotsche stad, die zich herinnert; zoo goed als altijd was zij de groote stad, die wijd en diep nog leeft. Het spreekt van zelf, dat een schilder van deze geaardheid de stukken in aanbouw moest bezien, en maken. Hij heeft het zich uitbreidend Amsterdam met macht gegeven; ook daar is figuur, paard en stadsgezicht één. De figuur afzonderlijk is zeldzamer. Rijk, meesterlijk is het portret van Mevr. Theo Bouwmeester; laatdunkend zijn zelfportret; rustiger de „Japansche” vrouwen; bloeyend of VII HAAGSCHE AMSTERDAMMERS ETC. W. DE ZWART (1862) De Zwart is eender oorspronkelijken, die zich handhaaft tot nu toe tusschen de veel lateren, en de tegenwoordigen. Dat gebeurt nooit dan bij echte schilders; De Zwart is onmiskenbaar een schilder, een colorist. Zijn kleur is zwaar, en in afzonderlijke vlekken eer neergezet; de deelen bleven afzonderlijk, maar zij zijn in het schilderij toch tot een eenheid gebonden zoo als een mozaïek dat is. Hij is een leerling van Jacob Maris; hij vertoont analogieën met Breitner. Hij is forsch en soms ruw; soms stooten de kleuren tegen malkaar, zooals in zijn Veemarkten. Maar meestal is dit niet het geval. Hij schildert dan, breed en forsch, een sneeuwgezicht met een molen; een interieur met een vrouw, een portret, een stilleven, een huis ineen landschap; paarden. Het werk van De Zwart is dat vaneen krachtig impressionist. De kleur is diep; zij is dat in zijn bloemen; in haventjes; ineen dame met een parasol aan 't strand; ineen Markt met kramen (inde teekening der zeilen werden groote lijnen gevonden) in Stormweer (mannen te paard tegen den wind in zich werkend)... Hij is een teekenaar open en vrij. In zijn landschappen vindt ge hem als zoodanig. Soms ziet ge iets verrassends in die teekeningen: hij vertoont de lijn die, als bij Vincent, een „stroomende” is, een golvende, en zich bewegende. Het spreekt van zelf, dat hij een goed etser werd, zoodra hij zich tot etsen zette. Plasschaert 3 zwaar van leven zijnde groote Naakten. Zelden psychologisch inde enkele figuur, of in figuren, heeft hij deze eigenschap bereikt inde Schooiers en Wijven voor den sneeuwen achtergrond. Door dit alles handhaaft De Zwart zich tegenover wat de latere tijden brachten; echtheid is onverslaanbaar. FL. VERSTER (1861) Bij Breitner wil ik drie schilders behandelen, twee schilderessen, een schilder. De schilder is Floris Verster. Ik doe dat niet omdat hij eens, met anderen, les kreeg van Breitner te Leiden; er is een invloed op Verster uitgeoefend door Breitner, zooals anderzijds Weissenbruch dezen Leidschen schilder niet onverschillig heeft gelaten. Floris Verster, de stillevenschilder, is als Breitner een hartstochtelijke. Het werk, waarin ge den hartstocht groot erkent, is bij hem het zuiverst, het meest persoonlijk. De kleur heeft den rijkdom van gloedend gebleven, fonklenden gemalen steen. Zóó zijnde groenen, de rooden, de blauwen inde bloemstukken. Maar deze uitbundigheid brengt uitputting. Verster, de kleurdronkne, heeft dat erkend. Soms bindt hij zich, ineen teekening, tot geduld, waar zijn wezen tegen moet steigren; om daar-na weer uitte bersten in schoon laaien. Soms zoekt hij den middenweg. Hij zoekt concentratie ineen nauwer-omlijnden vorm. Hij schildert dan de seriën, zooals de Bokkingen, de koffiekannen, de roeken, etc., waar de gloed van de kleur betoomd is, maar toch haar hevig leven niet verloor. In zulke wisselwerking, in zulk schakeerend zich weêrhouden en zich laten gaan, is Verster gegroeid tot wat ik hem prees: een afzonderlijk, rijk schilder van stillevens, en van enkle portretten (ze met Rembrandt te vergelijken, en gelijk te achten is een dubbele fout!), die op zijn beurt den dikwijls deftigen, soms ijl-ziek van kleur zijnden kamerlingh Onnes kon beïnvloeden. Tragischer schilderes van figuur en van stilleven, en soms van landschap bezaten we zelden dan Suze Robertson was. Het werk mist alle lokking, al zoets of daaglijks-aangenaams; het is groot, eenvoudig, en van het gemoed uit, geheelen-al echt. Het is nooit sier voor het salon; de tragische figuur is te eerbiedigen werk voor den werkelijken liefhebber. Het tragische, ineen donker gamma, in groote partijen zeer natuurlijk gegeven, maakt, dat de voorstelling dieper beteekenis krijgt dan het onderwerp lijkt in te houden. De Spinster van Suze Robertson, ik heb het meer geschreven, wordt tot een Norne, groot in het alomlevend binnenlicht. Zóó wordt ook haar stilleven rijk aan wezen. Minder belangrijk dan haar stilleven en haar figuur is mij steeds haar stadsgezicht; de voordracht van het schilderij wordt daar te tastbaar; het procédé te voelbaar; zekere plompheden kunnen daar storen. Zij overwon die soms in haar landschap met beesten. En haar kleur? Ik weet, dat sommigen de neiging hebben van modder te spreken, maar wanneer deze „modder” soms subliem is, en groote gestalten uit haar geboetseerd worden waarom zouden wij haar niet in volle genegenheid erkennen? En er is nog iets hier te vermelden. De zwart-en-wit teekeningen van Suze Robertson vertoonen zuiver haar eigenschappen; soms breekt zelfs iets vaneen verteederende gratie daar uit in het sombere. En is het geen lof, dat we in dit werk analogieën ontdekken met het werk van Kathe Kollwitz ? COBA RITSEMA (1876) Cobaßitsema, de leerlinge van Allebé, is de leer- MEVR. SUZEJROBERTSON (1855—1922) linge van Breitner tevens. Daarom groepeer ik haar hier. Zij is van de Amsterdamsche schilderessen, zeker van huis uit schilderlijk de meest begaafde. Zij was dadelijk breed van vorm, ruim van spel, klinkende inde kleur. Zij maakt misschien inden laatsten tijd te weinig werk voor ons verlangen, maar zij is niet „vastgeloopen”; zij heeft iets opens in haar techniek gehouden, wat verdren voortgang, ontwikkelende ontplooiing mogelijk maakt. Dit is een verschil in haar met de leerlingen, vele der leerlingen, van Allebé. De technische voordracht schijnt bij hen een mogelijkheid in zich te bezitten voor verstijving; zij maakt niet vrij genoeg om later lichtprobleem en lichtbeweging te openbaren in het schilderij. Ik bedoel met dit licht niet het licht der pointillisten, dat natuurnabootsing nastreeft; ik bedoel meer met dit licht, dat luchtige toch groote bewegende, dat adem en eenheid geeft aan het schilderij. Coba Ritsema schildert portret (bij uitzondering) en is dan vol grandezza; zij schildert stilleven, en het licht leeft als een adem daar-in; zij schildert ineen vol en rijk schakeerend blauw boeken, naast malkaar en opgehoopt. Zij maakt bloemen, die zwier en kleur hebben. Zij is grooter dan de schilder Ritsema (1869), haar broer, maar ook deze wekte nieuwe verwachting met een Haarlemsch hofje, vol witten en met een sterke lucht erover, wat, in de verte, aan den Delftschen Vermeer herinnerde. M. BAUER (1867) Bauer is de schilder en de etser van het Oosten. En dit misschien gedroomd Oosten bezit meer werkelijkheid dan de nauwkeurigheid, de Hollandsche nauwkeurigheid vaneen etser als Nieuwenkamp. We gelooven in Bauer's droom; we staan op zijn hoogst waardeerend tegenover Nieuwenkamp. Het Oosten van Bauer is meestal de stad met de figuur. Deze figuur heeft een eigen kenmerk; de vorm van deze figuur is typisch, evenals het lijnenspel inde ets dat is. De lijn daar is lenig, niet als een gansch omvaemende omtrek gegeven; in haar speelschheid schuilt haar leven. De kleur van Bauer in zijn tegenwoordig werk is blanker dan in zijn eerste; ge zoudt zeggen luchtiger. Zij is rijk aan blauwen, en gelen, en vlietende rooden. Bauer vereenigt deze zonder nadruk tot een open statigheid zoo goed in zijn schilderij als in zijn waterverf. Hij is een schilder, die geen stilstand vertoont en die de weligheid bezit noodzakelijk bij een romantischen aard; zijn humor en ironie, te zelden erkend, vindt ge allerduidelijkst inde versiering voor eigen genot alleen gemaakt, van de Duizend-en-één-nacht. Hij is dus een belangrijk schilder hij is eender beste etsers van dezen tijd. Een verwarring is 't echter hem als Rembrandt te zien; zijn koele gratie evenaart de gevoelsdiepte niet van den voorganger. Maar waarom zou een begaafde als Bauer, een onzer belangrijke schilders, niet genoeg ons zijn, gewaardeerd om zichzelven ? VIII HAAGSCHE AMSTERDAMMERS II Ook inde kunst worden verzadigingspunten bereikt; het nieuwe komt dan. De reactie van de Amsterdamsche School van Allebé, die komt nk de Hagenaars, is als zoodanig te erkennen. De Hagenaars waren landschapschilders met een grooten adem in dat landschap, ten eerste; zij waren geen uitdrukkers van de stof der dingen. Stof zien en gevoelen en tot schilderkunst te maken was de taak van de Allebésche leerlingen. Zij waren daarin zeker niet minder Hollandsch dan de Hagenaars; het genre, en de stofweergave, zijn naar Hollandschen aard. Deze Amsterdammers kwamen langs de stof, langs hun realisme, nog tot iets anders. Zij werden realistische portrettisten. Het portret bestaat bij de typische Hagenaars niet als een werkelijkheid tusschen hun ander werk. De Hagenaar vond den mensch een deel van de natuur; niet het centrum, niet het middelpunt. De Amsterdammers zijn in twee van hun vertegenwoordigers tot de portrettisten geworden vaneen tijdperk: in Veth en in Haverman. Dezen zijn beperkt; de heele school van Allebé vertoont een zekere beperking. De Hagenaars zijn grooter; daar valt niet over te twisten. Er is geen Allebéër, die Weissenbruch omvaemt. Deze beperktheid gaat te saam met zekere geslotenheid. Dit geslotene ziet ge inde schildering; de toets modelleert niet; zij wordt eer vermeden als uitdrukkingsmiddel; het verfoppervlak is eer gaaf; de toets is niet lyrisch, zooals bij de Hagenaars* maar verzonk in 't geheel. IX DE AMSTERDAMMERS VAN ALLEBÉ Allebé is tweeërlei: schilder, en leermeester van schilders; hij is een persoonlijkheid, en een opleider van persoonlijkheden. Hoe is hij als schilder ? Hij is als zoodanig, zorgzaam, in zijn beste werk sterk, hoewel niet uitbundig van kleur; hij heeft een neiging naar het anekdotische, dat het genrestuk een „pointe" geeft. Het is een mijner meeningen: den anekdotischen schilder nooit onder de grootsten te vinden Allebé behoort niet tot de grootste Hollanders. Hij is een geestig, ironisch, schuchter talent en ge zoudt hem kunnen zien als den derde inde trits: Bles Bakker-Korff Allebé. Hij is niet alleen een te waardeeren schilder van het interieur met figuren; soms van de figuur buiten. Hij is een te waardeeren teekenaar van dieren, die in praecisiteit van Hoytema overtreft. Maar ge vindt, natuurlijk, bij Allebé nooit het leeuw-achtige, dat in Delacroix was; de felle sprong is den Amsterdammer vreemd. Als steenteekenaar, reproduceerend en portrettist, vertoont hij zijn gaven op hun verfijndst. Hij wordt in 1870 professor aan de Amsterdamsche Akademie. Hij sluit zijn schildersloopbaan daarmee niet geheel en al af; wel stremt hij zijn vaart en verarmt zijn productie. Die verandering heeft ons een aantal schilderwerken gekost. Zij bracht aan den anderen kant een begaafde, die de reactie kon aanvoeren tegen de Haagsche School, die haar einde zag komen ineen landschap, leeg van den grooten adem der werkelijke meesters. Allebé heeft deze taak met ernst, met toewijding, met kunde volbracht. A. ALLEBÉ (1838) Veth is de schilder der intellectueelen; uit de school van Allebé. Hij heeft figuur buiten geschilderd, maar dit voor zijn aard te speelsche (hij neigt naar den docent, en meer en meer naar den kunsthistoricus) heeft hij snel opgegeven. Zijn kleur was daarvoor ook niet gevoelig genoeg; hij is te Duitsch. Hij heeft volharding, is nauwkeurig; deze Allebéër zou een realistisch portrettist worden, en blijven. Daar zijn hang naar het wetenschappelijke is, zou hij den intellectueel gaan schilderen. Maar daar hij tevens gevoelig is voor het maatschappelijke, zou hij dien intellectueel niet geven in zijn verfijndste en meest wezentlijke houding hij zou den intellectueel gaarne schilderen als den ambtenaar; den professor zou hij zien inden wiskunstenaar. Hij zou verwantschap toonen met duitsch werk; maarde klaarte van Holbein zou hem vreemd blijven. Veth is gevoelig, maar zijn gevoel is niet kristalhelder. Hij zou weenend-romantisch kunnen worden; hij werd dat ineen werk: „als de Doodsklok luidt". Maar hij zou dit niet altijd zijn; kritische zin was hem niet ontzegd, noch van tijd tot tijd versobering. Het portret van Moltzer, van de zieke vrouw, een enkel portret van nabestaanden zou hem op zijn gunstigst kunnen geven, evenals de soberder lithographische teekening-Veth is, naast zijn schilderschap, een schrijver van talent. Zijn zwoelte, onzuiver gevoel, en zijn diplomatieke zin overmag ook hem daar soms; zijn lust tot kunsthistorische „geleerdheid” verleidt hem, maar zonder twijfel is hij als zoodanig nu sterker dan als schilder. HAVERMAN (1857) Terwijl Veth de schilder der intellectueelen is,. J. VETH (1864) ze zijn daarmee toch getypeerd. Haverman is als Veth een realistisch portrettist. Hij heeft een kenmerk, dat ge bij Veth niet vindt. Ik bedoel hiermee niet de kleur, die ook bij Haverman niet altijd zuiver, bij dezen laatste meer levend bleef. Voor Haverman is de omtrek van den afgebeelde tegen den achtergrond meer belangrijk. Hij is gevoeliger voor die lijn, en hij geeft deze lijn meer gesloten bij den man dan bij de vrouwefiguur. Er is meer verschil: Veth heeft geen neiging tot de caricatuur in zijn beeltenissen, Haverman heeft die haast altijd. Trots op den afgebeelde kan hem die alleen doen vergeten. Haverman is meer een landschap- en stadsgezichtenschilder dan Veth dat ooit werd. Het Oosten, Afrika, gaf hem daarvoor de stof. De figuur, en het beest zijn in die stadsgezichten zeker eender hoofdzaken, maar het begeleidende landschap werd toch ondervonden. Doordat Afrika heeft Haverman een zijner beste etsen gemaakt: de Blinde. Maar eigentlijk is deze nurksche portrettist het meest zichzelf ineen portret als dat van de Baker. Niet inde Moeders met kinderen (Carrière overtrof hem daar mijlen ver); niet inde Naakten (Breitner en Isaac Israëls zijn verre zijn meesters), in zulk portret en in het portret vaneen kind van hem vindt ge Haverman op zijn meest eigen wijze gerealiseerd. Als Veth schreef hij (inde N.R.Crt.), als Veth lithographeerde hij hij teekende (en dat is minder bekend) dieren. JAC. VAN LOOY (1855) Van Looy, onze meest ras-echte schrijver, en die uit kleine dingen, zoo zwierig opvaren kan maar gezien in hun maatschappelijke functie, is Haverman die der gegoede, zeer gegoede burgerij. Beiden zijn niet alleen dat, wat ik hier noem, maar naar een hemel vol phantaisie; die uiteen burgerkamer, en uiteen klein gesprek de bosschen van ons Innerlijk plots verlicht met de vuurpijl eener hoogstijgende, flonkerende phantaisie is een schilder, die, soms, dezelfde eigenschappen kan vertoonen in zijn schilderkunst. Hij is grooter schrijver, maar hij was een verrassend schilderde nu en dan. Hij kon vertellend-karakteriseerend zijn, als hij een spoorwagen vol menschen schilderde (zooals Daumier vóór hem deed); hij kan deftig zijn als een franschman, wanneer hij een vrouw schildert met een zwarte kat; hij kon te episodisch worden (vertellers-fout!), als hij beladen wagens liet aankomen, en op een voorgrond een bed van bloemen liet bloeyen (schilderkunstige eenheid ontbrak); hij kon zijn als zijn proza als de danseres als een juweel flonkt, te midden der duisterder omgeving... Hij kon een portret schilderen, dat Morel uit de verte slechts na zou doen! hij kon dus, schrijver en dichter, in zijn schilderkunst eender zich aan ons doen zien, en in drievoudige uiting zijn rasecht, eigen wezen toonen. W. WITSEN (1860) Amsterdam te zien als een hooghartig patriciër, die zich het verleden van zijn Stad herinnert, was een eigenschap van Witsen. Deze eigenschap ging teloor, omdat Witsen, meer een beschaafde is, dan een voortgedreven schilder. Hij heeft zich, verkeerdelijk, getracht te vernieuwen ineen plaats als Wijk bij Duurstede; hij heeft, en had, een plaats van meer aanzettend vermogen noodig. Er is iets afgestorvens in Witsen; de achtergronden van zijn bloemen, en de factuur van zijn laatste portretten bewijzen dat overduidelijk. Toch schilder van stadsgezichten, die niet over te slaan zijn; Londen deed hem goede teekeningen en goede etsen maken; beter dan die uit Dordt, die iets photographisch'hebben. Hij was een schilder van landschap, met figuur daarin, in Ede. Hij was toen soms Tholen-achtig; soms meent ge een invloed te bespeuren van Millet, maarde figuren krijgen iets van die van Bastien-Lepage; hij was toen, als in Londen en soms in Amsterdam, bewogen... De vraag is te stellen: waarom dorde Witsen zoo snel ? Natuurlijk was dezen patriciër een somberheid, die hij hooghartig gaf in zijn stad, in Amsterdam maar deze eigenschap ging teloor, door te weinig werkelijke daemonische spanning. Vandaar dat het laatste werk zoo hard is; zijn naakten lijken van hout; zijn bloemen missen sprankeling; zijn menschen missen bewogen geest. VOERMAN (1857) Voerman begon met binnenhuizen, met stalletjes; hij schilderde bloemen; stukken met paarden en koeien. Sommige van deze eerste stukken met beesten zijn grooter van vorm dan de laatre. Hij aquarelleerde veel keer bloemen. De bloemen van Voerman zijn slechts bij uitzondering bekorend. Meestal zijn ze te papierig, te dor; er is geen meeleven van den schilder te vinden in deze bloemstukken; de vorm is nauwkeurig, meer is er niet. Hij schilderde boschgezichten (met een invloed van Diaz) maarde Voerman van den laatsten tijd is een andere. Hij is geworden een wolkenbouwer; zijn kleur wil hij transparant. Soms doet hij even denken aan den Delftschen Vermeer. was deze Witsen vroeg al een portrettist; om 'BO teekende hij scherp een mensch. Hij was een Voerman is, sinds hij in Hattem woont, veranderd. Hij is de schilder van dat stadje geworden; van de wei vóór dat stadje; van de paarden en koeien inde bebloemde weiden rond dat stadje. Hij is de schilder van de rivier, de IJssel geworden, vlak bij Hattem. Hij werd de schilder van het wankel, doorschijnend oogenblik. Hij liet zijn wolken kaatsen in het water van d’lJssel; de stille dieren staan, wel zeventiend-eeuwsch, bij wat geknakte rieten in dat water. Zijn techniek is een geheel eigne geworden. Zijn kleur is niet zwaar; nooit wil hij ze troebel; hij wil haar van de klare kracht vaneen tempera-verf. Hij bereikt dat soms. Maar hij bracht in die klaarte nooit de innigheid, die de grootre Vermeer kon geven. Het werk van Voerman, met zijn hemels vol wolken, en zijn waters vol weerkaatsing, doet daarom meer nog de enkele zinnen aan, dan lang het hart. P. MEINERS (1857—1903) Een stille was er tusschen de rechtstreeksche leerlingen van Allebé, een die aan een zijweg te wonen verkoos boven 't aan den hoofdweg huizen. Natuurlijk werd hij een stillevenschilder (en vaneen enkel portret). Hij schilderde wel andere dingen, maar in het stilleven vindt ge hem op een eigen wijs. Het stilleven van P. Meiners is innig, zooals het in zijn voortreffelijksten staat hoort te zijn. Meiners mist het anekdotische van Allebé; dat kan inde figuur soms, maar dat kan in dat stilleven niet geduld worden. Dat stilleven moet naar ’t eigen woord geschilderd worden, met „schilder's hart". Daarvan worden die kleine dingen groot en rijk. Daarvan is de tegel met den vliedenden Amor, daarvan is het stilleven met de stille vruchten, vol gloed, een voorbeeld. Want het is verkeerd de kleur moet van binnen-uit leven. De kleur leeft in innigheid, in innigen gloed bij Meiners. Zoo is ze ook inden doodskop met dien lap erover, die van kleur lijkt op die van verschaalden wijn. En zulke aan den zijweg-wonenden kunnen een mensch eenvoudig aanzien met dezelfde innigheid. Meiners heeft dat gedaan en kan hier verrassen, als in het stilleven. Niet altijd doet hij dat. Hij behoort daarom niet tot de groote schilders; hij drukt zijn tijd geen merk, noch wijst hij een weg. Hij geeft het zelfde gevoel, dat ge soms kunt hebben bij licht; het overrompelt niet; het is niet groot; het wekt geen verbazing; maar het lijkt zachtkens, eeuwig te wellen uiteen eendre bron. Dat gevoel geeft soms een Meiners. M. MONNICKENDAM (1874) Monnickendam is een dier romantici, die een langen tijd van zuivering noodig hebben, voordat ze, zoo smetteloos mogelijk, geven wat krachtig in hen zich roert. Want de kracht van Monnickendam is niet te ontkennen, noch, het bleek pas uiteen paar groote werken (Oorlog en Vrede) zijn kunde. Monnickendam is een kundig, stoutmoedig schilder, die een groot werk niet alleen aandurft, maar zulk vlak (met figuren, vruchten en beesten) kan vullen. Hij houdt, de Oosterling, vaneen voorstelling met praal; zijn ijver èn zijn phantaisie houden van veel. Hij is een schilder, royaal met zijn gave, royaal met zijn verf; hij is nooit armetierig. Toch is de geopenbaarde en niet-geopenbaarde tegenstand tegen dit werk te begrijpen. Het kleurgeheel vertoont in zijn rijkdom niet altijd kieschheid genoeg; de factuur van te meenen, dat deze stilte zonder gloed moet zijn. Zij moet warm gestoofd zijn door dien gloed; een portret kan storend zijn. Ik weet, dat kracht meer is dan terughoudende kieschheid. Kracht alleen schept maar in 't kunstwerk wordt toch meer gevraagd. Het moet zóó lang verzadigen, dat het geen uiterlijkheden mag vertoonen, die storen; die het innerlijk verhullen; het moet beschaving vertoonen in het voordragen van wat de kracht schiep, of deze kracht moet zoo groot zijn, dat ze alles dwingt ook den toeschouwer. Dit is bij Monnickendam niet het geval. De subtiliteit van het licht is bij dezen krachtigen, overdrijvenden romanticus te veel afwezig; de praal van de verf is bij hem dikwijls te uiterlijk; er is geen trillen in van diepten. MEJ. LIZZY ANSINGH (1875) Het gevoel voor het genre in Allebé zou zich op eigenaardige wijze uiten in Lizzy Ansingh's werk. Deze schilderes is iemand van romantische geaardheid, maar deze geaardheid (en dat is haar niet oneigen) is vol phantaisie en vol vaneen geest, die stekelig durft zijn. Zij heeft dezen geest, die haar een afzonderlijkheid geeft, ge-uit in het schilderij met de Poppen. Het is een gedramatiseerd stilleven; de poppen, vol vaneen stug, inwendig leven, verloren daardoor voor den toeschouwer hun natuur niet. Deze gedramatiseerde stillevens met hun acteurs vol van zemelen en houtwol, zijn voor wie ze lezen kan, soms moraliseerend, maar altijd zijn ze beeld geworden biographie der schilderes. Het spreekt van zelf, dat om zulke voorstelling levend te krijgen, de schilderende vol intensiteit moet zijn, en zich niet verspillen mag aan andere dingen, zooals portretten van lieden, die haar ten diepste niet innerlijk aangaan. Lizzy Ansingh is de schil- (haar tante, een begaafde, die de afmatting niet weerstond van het mondaine portretschilderen) zoolang ze die niet wil nabootsen. Dan verliest ze bekoring. Haar kunnen wordt oppervlakkiger. Want deze romantisch-geaarde schilderes van poppen, van portretten, soms ook van dieren, is een kundige; zij kan realiseeren, stof uitdrukken; zij is tot nu toe zoodanig het best. En ze heeft een waakschheid inden geest, die haar altijd na mogelijke poozen van inzinking redt. Geestelijke activiteit, toch, is niet, zooals sommigen meenen, een gevaar voor een schilder. G. W. DYSSELHOF (1866) Dysselhof schildert de visschen niet als stillevens; hij schildert het watergedierte zwemmend, starend; hij schildert beesten, die als bloemen zijn. Hij heeft deze inden beginne misschien geschilderd ineen onjuist formaat; als deelen vaneen school waren ze te groot; als visschen alleen waren ze te klein. En niet altijd was de wonderlijke illusie van het waterspel benaderd; niet altijd was de spoelende Droom gegeven. Ge vondt dat waterspel inde schoon-vervloeiende waterverfteekeningen; niet, zooals ik schreef, dadelijk in zijn schilderij. Maar dat is gekomen bij dezen leerling van de Haagsche Akademie, dien ik tusschen de Amsterdammers zet. En dat is gekomen, na zorgvuldig-détailleerende kennis. We kennen die studies vooraf, op de paneelen, die oms een waarde en een verdienste hebben, die niet minder is dan die vaneen schilderij. We kennen tegenwoordig dat schilderij, dat door zijn onderwerp, en door zijn voordracht afzonderlijk staat. deres vaneen geestig portretje (Mevr. M. v. Vloten, Coba Ritsema), zoolang ze Thérèse Schwartze, Het is een werk, dat van Dysselhof, dat niet van een grootwerkend gevoel de getuigenis aflegt, maar het is het werk, dat reikt boven nauwkeurend geduld en zorgzame uitvoering. Het is respectabel in aesthetischen zin. Hij heeft weinig anders gemaakt dan deze visschen. Er bestaan circus-schetsen van hem, maar deze vermeldend, wil ik met meer nadruk wijzen op enkle landschappen van hem, vol vaneen koele naïveteit. G. J. H. POGGENBEEK (1853—1903) Wanneer ik de waardeering voor Poggenbeek het gemakkelijkst kan uiten, wanneer mijn gevoel voor hem het meest actief is, denk ik niet aan zij n populaire gevallen, ik zou schrijven, aan de verkleinde uitgaven van Willem Mar is; en aan die dingen die inden bouw aan Mauve herinneren. Ik weet, dat hij fraaie koestudies schilderde (na Mauve); vol kleur de zwijnenhokken met de zwijnen maakte; dat hij in zijn boschgezichten diep-blauw werkelijk kon stellen tegenover ’t groen. Het is mij bij hem als, ietwat, bij Bastert. Bij Bastert trekken mij de decoratief-gewilde, breede maarte leege Vechtlandschappen niet. Bastert is niet innig genoeg om deze groot-gegeven deelen te vullen met gevoel; hij is mij meer, ineen verfijnder eenvoud, ineen herfstlijk wit huis; hij is mij meer ineen landschap met sneeuw, waar een zwarte hond door plaatsing en vorm geest en geestigheid brengt in dat landschap. Zoo zijn bij Poggenbeek mij het liefst sommige stadsgezichten, ineen eenigszins luministische (?) kleur. Ik bedoel daarmee nog niet de te waardeeren Radboud (een rustig, maar toch niet gansch afgebouwd schilderij) ik denk aan een straatje met kramen in Vianen; aan de fransche stadjes, aan de poort van Dinant, met wat è la Corot erin. Hij is daar niet alleen onverwacht zooals zulke niet breede talenten dat kunnen zijn; hij is in die onverwachtheid bekorend door schildersgeest en door frischheid. Plasschaert J. TH. TOOROP (1858) Terwijl bij Veth en Haverman, de realistische portrettisten, de klemtoon valt op het realistische, is Toorop een psychologisch realist en valt hier, als bij W. v. Konijnenburg, de klemtoon op het psychologische. Toorop is grooter, dieper afbeelder van menschen; zijn psychologie is waakscher en dieper indringend. Hij bezit meer ziels-assimilatie. Hij is geschakeerder. Hij is een schilder, vooral een teekenaar van figuur. Hij heeft zich langs het revolutionnaire en humanitaire, langs het symbolische (dat een psychische stemming is), langs reeksen van portretten tot een bouwend, en ook Katholiek teekenaar en schilder ontwikkeld. Hij heeft zijn virtuositeit getoond in 't gediviseerd werk, dat hij heeft gemaakt, en waar het licht door den donkren hartstocht in Toorop tot een gloed is geworden. En wat is het Innerlijk, waardoor deze gemakkelijkopnemende werker alles weerstaat en met eigen merk teekent, wat minder inwendig-zekeren zou overmogen ? Toorop, de psycholoog, de teekenaar met de forsche en forsch-geknakte lijn, met het gevoel bovenal voor het decoratieve in zijn symbolische teekeningen, met zijn kracht een verbeelden kop grooter leven te geven dan aan een waargenomenen, Toorop is romantisch-tragisch, en het romantische in hem welt uit het gevoel. Vandaar dat deze begaafde altijd onweerstaanbaar-levend blijft. X PSYCHOLOGISCHE REALISTEN, ETC. Is Toorop de romanticus door het gevoel, en vindt hij voor zijn psychologisch realisme verwanten inde Primitieven, Willem van Konijnenburg, de romanticus door 't intellect en uit het intellect, moest zich het meest natuurlijk hervinden inde schilders der Renaissance. Hij moest ook om andere reden daar zich thuis gevoelen; hij is de schilder geworden van het heroïsche portret, van den mensch gegeven op een bepaald maximum; idealiseerend dus als ge wilt. Maar dit heroïsche portret mist nooit de kenteekenen van het realisme inde uitbeelding; dit realisme verhindert de „verwatering” en het leeg-worden. De schilder is niet dadelijk naar dit idealiseerend realisme gegaan. Rechtstreekschen invloed der Barbizonners vindt ge daar-voor; Daumier's invloed is daar-voor. De schilder met den eigenaardigen gang (zie b.v. zijn Herten) bleef niet bij de Renaissance, ofschoon hij, naar mijn meening, zich daar het Zuiverst herkent. Theorie deed hem zich afkeeren van het impressionisme; de bouwkunst van Berlage vooral maakte zijn werk simpeler, zijn lijnenarabesk eenvoudiger; Aegyptische voorbeelden werken op hem in, en soms barst toch een intellectueele heftigheid daimonisch in hem uit... Hij is nu de schilder vaneen idealiseerend, bij deelen realistisch portret; hij construeert groote groepen, die een idéé moeten vertolken; hij maakt figuren als de zee en de aarde, die symbolen zijn van de Elementen. J. THORN PRIKKER Huebner heeft, meer theoretiseerend dan juist, Van Konijnenburg geplaatst bij de Kunstenaars van W. VAN KONIJNENBURG (1868) de lijn. Ik begrijp dit bij Toorop; ik zie dat niet bij Konijnenburg (meer modelleur); ik zie het bij Thorn Prikker. Prikker's lijn is een wonder van lenige continuïteit. Zij is bij hem niet alleen vorm-omvaemend; zij dient in zichzelve als middel van expressie; ze wordt levend voor zichzelf, en is in haar buigingen en stijgingen 't gevoel zelf. Zij is dat alles gebleven, nu hij groote sierende ontwerpen maakt voor groote glasschilderingen. Het werk van Prikker is, zóó zoudt ge het kunnen zeggen, een sterk-gedifferentieerd stelsel van zenuwen (lijnen). Het is dat al lang, en in alle oorspronkelijkheid; in alle luchtheid. Hij, Prikker, is hier oorspronkelijker dan Toorop; zijn teedre symboliek is lucht als een ademen. Zóó is daar zijn kleur; in die teekeningen is de kleur eveneens adem. In den beginne was ze dat minder; in zijn aankomenden Schaatsenrijder. Ze bleef dat niet altijd; zijn teekeningen van de Roode Kooien hebben als kleur meer accent. Maar nooit werd ze zwaar als bijv. die van De Zwart; er is altijd neigingnaar ’t wezen van de Elf. Prikker heeft als Toorop phantaisie; zijn symbolisch werk doet dat bij hem als bij Toorop erkennen. Hij is feitelijk altijd bij voorkeur rebelsch en onverwacht tegen de „werkelijkheid”, den gewonen norm; nieuwere portretten doen dat zien; hij is een teeder, luchtig anarchist... K. DE NERËE TOT BABBERICH (1880—1909) In Toorop is een open zinnelijkheid soms merkbaar; in Willem van Konijnenburg is een romantische zwoelte der zinnen; in het werk van Karei de Nereé is de zinnelijkheid verschrild op eene voor Holland ongekende wijze. Invloeden op dezen teekenaar, snel en uiterst gespannen van lijn, is ten eerste Beardsley (verwant, en waarvan hij vondsten soms gebruikte), dan de Italiaansche Renaissance, waarvan ge de sporen ook in Beardsley vindt, en ten derde om een Hollander te noemen: Toorop. De Nereé overtreft deze allen, niet in vinding, maar in strakheid, en in zinnelijkheid, die uit het intellect voorkomt. De lijnen lijken met felheid gesneden in het papier, of opeens met snerpende spanning getrokken. Deze kunst is illustratief; ze vond een soort rust in het decoratieve deel der teekeningen. Ze is, zooals dat dikwijls het geval is bij dezulken illustreerend. Zij is dadelijk uit de phantaisie neergeschreven; zelden koos ze een daarvoor zittend model. Soms deed ze dat; Karei de Nereé teekende dan den meest vervloekten mond, dien ik zag. Het is door zijn vroegen dood een onopgelost probleem, of deze kunstenaar op den begonnen weg ten einde toe door kon gaan, en of deze schrille phantaisie zich niet zou moeten verfrisschen aan de natuurvormen. Een teekening bestaat er van hem naar een naakt, die in Holland niet overtroffen werd in zijn tijd in droomerige zwoelte; noch v. Konijnenburg noch Toorop verwonnen daarin De Nerée. I. JONGKIND (1819—1891) Jongkind, de Hollander die naar Frankrijk ging, maar uit Frankrijk dikwijls naar Holland trok, is van meer rechtstreeksch belang geweest voor wat de Franschen het impressionisme noemen (en dat is iets anders dan wat wij het impressionisme heeten), dan dat zijn werking in Holland werd gevoeld. Maar er zijn toch sporen van den invloed, nu en dan, in Holland te erkennen; hij wordt daarom in dit Intermezzo behandeld. De sporen, die ge inden laatsten tijd nu en dan, hier en daar van dezen fransch-geworden Hollander vindt, zijn niet afkomstig van 't werk uit zijn eersten tijd, en van zijn vroege perioden toen hij soms een groot schilderij maakte (niet innig aaneengeschakeld inde saamstellende deelen). Die sporen zijn afkomstig van 't werk uit den laatren tijd, toen Jongkind de schilderijen maakte, maar vooral de aquarellen, die ge in Parijs in het Louvre moet waardeeren. Hij is daarin wel eens verwant met Weissenbruch, maar een speelscher, het meer moderne lichtprobleem is bij Jongkind te vinden. Inde schilderijen waar hij dit probleem tracht op te lossen, is het wanklend licht een onophoudelijk genoegen voor het oog; inde aquarellen (hoe Hollandsch is het om daar het meest onstoffelijk te zijn !) is de kleur zuiver als vaneen buitenman met zuivere oogen die zien kan, en is de vorm, wat verteerd door het alles-aangrijpend, doordringend buitenlicht, geestig en voor zoover dat mogelijk is, gehandhaafd. Van daaruit komt zijn invloed. XI INTERMEZZO Onze negentiende eeuw heeft geen grooter ethischen Hartstochtelijke gekend dan Van Gogh, dan dezen Vincent. Na den tijd der zware Hollandsche stillevens, na de groote Watermolens, na de moeielijke hortende figuren en de saamvatting van dat alles inde Aardappeleters, is Vincent door de nieuwe franschen, en als zij door de Japanners getroffen. Parijs is de stad van den overgang geweest in het Zuiden heeft Vincent zich geopenbaard, zooals wij hem kennen, en eeren:eenteekenaar met kleur, een teekenaar met de soms „stroomende” lijn. De moderne lichtproblemen hebben hem doen rangschikken onder een aantal schilders, waartusschen hij door zijn ethische drift weer afzonderlijk stond. Misschien kunt ge dit ethisch element op andere wijze in Cézanne vinden; maar Vincent mist de groote natuurlijke, de rustige eeuwigheidvan den schilder uit Aix. Hij was en bleef de onstuimige, en d’innerlijke spanning te groot, moest afmatting, dolen, en een vroegen Dood hem brengen. Naast de soms maar rustige landschappen, naast de groote zonnebloemen, symbolen van zijn leven, naast het Parijsche zelfportret, zijn Vincent’s teekeningen hier te roemen. Ze zijn kalm als die uit Saintes-Maries; decoratief en van invloed op Wiegman als die van den tuin uit het gesticht; ze zijn ongestaeg als zijn laatste schilderijen met golvende heuvelen, vlammenden cypres en kolkend koren als hij te fel aangegrepen, zijn innerlijke onrust moest openbaren. Betwist door velen toen hij leefde, is hij nu erkend; zonder invloed op Holland eens, is die nu levend. VINCENT VAN GOGH (1853—1890) XII OVERGANGEN ISAAC ISRAËLS (1865) In Isaac Israëls, den leerling van de Haagsche Akademie, maar meer kenner en volger van de fransche impressionisten, zien wij eender overgangen, die ons van het Hollandsch Impressionisme af-voeren, We vonden in Konijnenburg en in Toorop schilders, die zich ontwikkelden zoo goed als onafhankelijk èn van de Hagenaars èn van de Allebésche Amsterdammers; bij Isaac Israëls is het geval anders. Ge kunt zeggen, dat hij als toets afkomstig is van de Hagenaars, maar langzamerhand heeft de kleur een waarde gekregen, die hem ver zet van de kleurgeheelen der Hagenaars, en even ver van die der genoemde Amsterdammers. Isaac Israëls is een impressionist gebleven, maar een fransche impressionist geworden. Hij is een gratieus en geestig schilder van het moment geworden, zoowel van het licht als van de beweging. Hij heeft dat gedaan met erkenning van den waargenomen vorm, van den objectieven vorm maar licht en beweging zijn souverein. Hij is tegenwoordig de schilder van de figuur in buitenlicht, in binnenlicht; in zon, duister weer, of effen dag. Hij is de schilder van een kleur, die de teederheid van bloemen kan hebben, of die de felheid bezit (altijd door beschaving getemperd) vaneen fel moment aan den hemel. Hij is geestig, sarkastisch. In zijn portret vindt ge dat. In zijn naakt overtreft hij gemakkelijk den troebeler Haverman; Isaac Israëls kan dat boeket van kleuren snel en zuiver noteeren, dat een blank lichaam is. In 1892 deed Nibbrig zijn eerste poging met de „zuivere” kleuren. Toorop was hem dus voor maar Nibbrig, eenzijdiger, met minder phantaisie, met minder gaven en met minder psychischen rijkdom, heeft hardnekkiger zich beperkt tot het pointilleeren (de stippelmethode). Ge zoudt kunnen zeggen, dat in dit geval een wetenschappelijke oplossing van belang wordt voor den kunstenaar. Zóó is de pointillé te zien. Zij is nog anders te zien. Zij is het einde van de „natuurlijkheid”, dat is de objectieve natuurgetrouwheid, die ge inde negentiende eeuwsche kunst kunt vervolgen. Zij is een maximum in dat opzicht; daarom voorspelt zij een einde. Maar heb ik mij dikwijls afgevraagd is zij tevens niet iets anders ? Schuilt in dit procédé geen decoratief element; is een gepointilleerd schilderij, met zijn verzameling pure kleurvlekken feitelijk niet een mozaïek van helle kleuren, en is, abstracter, Mondriaan niet een bewijs in later tijd vóór deze gedachte ? De pointillé vernielt den vorm om het licht uitte drukken; zij is een schilderkunst, die ver van den plastische staat. Hart Nibbrig heeft op deze manier noordelijk en gaarne zuidelijk landschap geschilderd. Pas herzien, blijkt zijne kunst vaneen nuchtere eerlijkheid te zijn; zij is ook daarom een étappe. Niet uitsluitend heeft Nibbrig echter gepointilleerd. Wat hij aan psychologie bezat, heeft hij „op gewone manier” gegeven in zijn Stroopers, en kleine figuren. H. J. WOLTER (1873) Niet zoo zuiver heeft Wolter, de luminist, de kleur doen zien als Hart Nibbrig dat heeft gedaan. Wolter is wankeler; hij aarzelt tegenwoordig. Hij F. HART NIBBRIG (1866—1915) heeft het mathematische niét van Nibbrig’s pointillé; hij heeft de jongens-getrouwe overgave daaraan niet. Hij is soms niet dor als Nibbrig kon wezen, maar hij heeft onzuiverheden in zijn luminisme, die Nibbrig, schoolscher-getrouw in zijn pointillé's niet en nooit heeft gekend. Wolter wil soms doen. gelooven, dat hij hetzelfde nastreeft, dat de Hagenaars nastreefden, en dat zijn gamma toevallig maar van zoogeheeten modernen aard is. Zulke toevalligheden zijn voor mij niet te aanvaarden. Ik zie zijn gamma niet buiten dat der luministen. Hij is begaafd. Hij is een vlot teekenaar; hij bewees, dat meer dan eens in zijn „ateliers”. Hij is een kundig en kennend schilder van het water; hij is een te waardeeren schilder van stadsgezichten. Daar heeft hij tot nu toe het beste, het zuiverste in geleverd wat ik ken van hem. Vooral de gezichten van uit zijn raam, met de aan blauwe atmospheer rijke dagen die Holland kent, zijn hem gelukt. Hij is daar frisch als ineen waterstuk; hij is daar minder duidelijk spontaan, teederder dan in zijn rivier etc. Zóó heeft hij, met een teedere stemming, een Polderhuis geschilderd; zóó heeft hij, anderszins, met een opgeruimde frischheid, grijzig soms, gezichten gegeven op grachten met schepen en woonschuiten, en waar oud-hollandsch traag, een visscher vooraan zit. De invloed der nieuwe bouwkunst is tastbaar in Toorop's en in Van Konijnenburg’s later werk. Deze bouwkunst met haar strenge wezen is antiimpressionistisch (De Bazel, Berlage). Zij kon aanleiding geven tot het maken van de muurschildering, de grootste opgave der schilderkunst. Inde wandschildering moet het menschelijke, op het eeuwige betrokken, rhythmisch, constructief worden gegeven, overeenkomstig het gebouwde. Toorop heeft een kans gehad inde Beurs van Berlage (zijn sectielen zijn wandschilderingen) Van Konijnenburg wacht op die komende kans. Twee anderen: Derkinderen, de voorganger, en Roland Holst, die voorwaarts zag als de voorganger gaarne naar het verleden uitkeek en daar op oude duiding hoopte, zijnde eersten geweest in Holland, die dit noodzakelijk deel der schilderkunstige expressie, ons weer hergeven hebben. Derkinderen, die de eerste moeiten moest ondervinden die elke vernieuwing meebrengt, was in den beginne niet ombloeid genoeg. Later bracht hij meer stemming in zijn werk, dat ons, den tegenwoordigen, misschien niet mathematisch genoeg werd van constructie. Holst, vlot begonnen als schilder, was en werd als wandschilder niet tijdeloos genoeg in zijn typeering; anders gezegd, zijn aard was niet diep van zin genoeg om het eeuwige in dat wat van dezen dag is, te hervinden. Maar dankbaarheid zijn wij beiden verplicht. XIII DE WANDSCHILDERING XIV VERSCHILLENDEN Voordat ik nu tot de laatsten overga, die internationaler wezen vertoonen, dan wij ooit gekend hebben wil ik in het kort nog enkle schilders karakteriseeren, die niet-leidend, toch niet te vergeten zijn. Tadema, Therèse Schwartze, Rink, De Josselin de Jong, de Oyens zijn figuurschilders vol verscheidenheid. Tadema, kundig, is de kunsthistoricus tusschen onze schilders. Hij treft door stofuitdrukking, meer dan door psychologische waarneming. Thérèse Schwartze, dochter van den begaafden romantischen vader, heeft de lusteloosheid niet kunnen mijden in haar kleur, die 't onoverkoombaar fatum schijnt te zijn van den mondainen schilder. Rink is of sentimenteel, of locaal, hij heeft geen werkelijke kleur; De Josselin de Jong, figuren schilderend uit de industrie overtreft altoos Heyenbrock; portrettist is hij respectabel maar boeit niet. De Oyens’ zijn van alle hier genoemden de meest eigenaardigen; ze zijnde bon-vivants der kleur (dat kwam wel door hun Belgisch verblijf), ze zijn te waardeeren, inden eenen broeder, om wat hij, eigen, weergaf aan binnenkamersch licht. Vander Maarel heeft ineen deftigheid, die te levenloos werd, en te uiterlijk, een reputatie niet kunnen houden. Anderen, die, voortzetters van gegeven richting ons soms verrassen zijnde melodieuze Kever, schilder vaneen harmonisch bloemstuk, vaneen stilleven, vaneen boekenstalletje op straat, Brïét (zijn ossenwagens!); Akkeringa met bloemen. Alb. Roelofs was een belofte in ontwikkeling, Rouville is een spontane begaafde; Mankes was een eigenaardige, die in één persoon rfö/s Maris’ droom liet zien, en psychologie, oud-Duitsch in haar strakheid van wezen...; hij was een schuwe, innige. Zijn wij op het oogenblik arm aan schilderkunst ? Zijn we tegenover wat voorafgaat, te zien als een schriel en schamel troepje? Zijn wij trieste impotenten, een neergaande lijn of zijn wij, integendeel, rijk? Een tijdperk, dat Toorop, altijd ageerend, nog bezit; dat Van Konijnenburg erkent; dat een schilder als Jan Sluyters naar voren kan schuiven; een Gestel waardeert om een gevoelige fijnheid; dat een Matthieu Wiegman zich zekerder ziet openbaren, bij vele anderen, is een schilderkunstig tijdperk van bloey, en gezien de macht, die achter deze uitingen zit, is het een tijdperk van rijkdom. Er is in onzen tijd veel in wording. Allerlei invloeden hebben ons gegrepen; nooit waren wij internationaler; zelden zag wij fanatischer afwijkingen, meer hardnekkig volgehouden. Maar, wanneer wij ons dwingen tot een plotseling overzicht, zien we dat deze bewogen en zoekende tijd, met al zijn onrust, groot is, zoo ge niet wilt zeggen, grooter dan de voorgaande. Ik durf deze stoutmoedigheid, door velen vermeden, bestaan. We zijn geen poovere sires, maar onrustige rijkaards. We zijn zoekers, maar met gevulde beurzen. We zijn niet in evenwicht voortvarend, niet altijd apollinisch, maar we zijn vol van wezen, die vol zucht tot groote dingen leven. We bestaan een wonder barnen, niet uit de verte, maar als toeschouwer; midden-in, duwen we mee, stooten we mee, gaan we hortend verder; met goede bagage. En wat zijnde kenmerken van dezen tijd; wat XV DE TEGENWOORDIGEN nisme. We zijn uit de natuurnabootsing. We zijn romantisch-tragisch als stemming. We zijn uit op het zuiver-versierende, op het vlakke. We zijn geneigd het vlak vooral te doen voelen. De figuur heeft de belangrijkste plaats weder bezet; we zijn bovenal schilders van de figuur. We zijn in die figuur groot; het kleine, nauwkeurige schilderen is vervangen dooreen schilderen in groote partijen. We zijn soms zoo uit op het vlakke in alles, dat fanatici als Mondriaan en eenzijdig-gerichte zwakken, tot het absoluut-vlakke, abstracte schilderij kwamen, arm aan associaties. We vertoonen fouten die we niet moeten ontkennen in dit geval, omdat wij groote deugden van gevoel en innerlijk bezitten. We vertoonen invloeden maar we verwerken ze. We zijn nog onregelmatig, omdat weden eindelijken stijl niet hebben maarde schilderkunst bloeit groot inde figuur, statig in het landschap, en weer groot in het stilleven. We hebben inderdaad goede bagage, al trekken wij, nu en dan, wat vreemd rond met dien last... J. SLUYTERS (1881) Sluyters is allicht de Breitner van de tegenwoordige generatie, zoo ge daaronder verstaan wilt, den uitbundigsten felsten schilder. Geen van zijn kornuiten is met meer schildersdrift bezig zich te openbaren. Als voor een schilder van dezen tijd natuurlijk is, vindt ge hem veel op zijwegen; zijwegen worden door talenten in dezen tijd meer begaan, dan we wisten dat kon. Zeker is dat Sluyters heeft de tijd dan gebracht, dat wij ons zelven rijk durven noemen ? We zijn uit en dat is de hoofdtrek in onze schilderkunst uit het impressio- een aantal dingen maakte, steeds de moeiten waard na te gaan, maar waarin elementen voorkomen, die ge meendet dat hij kon missen. Maar dat tast de overige dingen, die hij gemaakt heeft, niet aan. Sluyters is voor ons de schilder van dat portret „vol vicieuzen rouw” dat de vrouw, staande, met de boa om, steeds is; hij is de schilder van een vrouw in het bad, waar het bloemige (op fransche wijze wat beschaving van de kleur betreft) van zoo'n rekkend naakt is gegeven; hij is de figuur-vervormende schilder van de boeren uit Staphorst, waar ook hij den Spaanschen invloed (dien der Zubiaurre's) laat zien, die voor Holland inde laatste jaren zoo belangrijk is. Hij is de nieuwe teekenaar van het naturalistisch geziene kind; hij is daar zonder schroom nauwkeurig; hij is de schilder vaneen soberkleurig stilleven, waar de lijn als een groote arabesk wordt gevoeld; hij is de maker vaneen Moeder zittend bij een wieg, en hij is daar verfijnd in kleur, met haast stijl en ik zou gaarne den kenner willen zien, die zulke schilderkunst geen bezit vond voor ons land, en die, om 't nu en dan onregelmatige, 't aanwezige schoon zou kunnen vergeten. L. GESTEL (1881) Gestel vertoont minder drang in zijn schilderkunst dan Sluyters; hij is bij minder schildersbloed, regelmatiger beschaafd. Hij is misschien wel eens „van de kook” ik vind zijn bloemepaneelen niet altijd zuiver genoeg noch altijd belangrijk genoeg, maar hij is een portrettist inden kop van Rensburg. Hij moet met zulk portret en door zulk portret, dat zeker is zonder opdringen; dat gelijkend is zonder banaliteit; dat zuiver van kleur is, en niet dik, al de portretten bijvoorbeeld van P. maken. Ge kunt zeggen, wanneer ge al zijn werk nagaat, dat de vele schetsen, en anderszins, van de vlucht uit België meer zijn vlotheid bewijzen, dan zijn diepte, en dat Toorop’s „Belgique Sanglante” in enkle teekeningen ver Gestel overtreft (en dat is juist!) maar Gestel is de schilder van de Zonnebloem, die, na Vincent, deze bloemen, op persoonlijke wijze weer, ons als belangrijk heeft doen zien. Gestel heeft deze bloem gegeven, niet met het tragische, met het gespannen tragische van Vincent; hij heeft ze edel gegeven, op weemoedige wijs. En dan is er nog een Gestel, die de cubistische Gestel heet, zoo ge aan dat woord hecht. Deze Gestel is die van de havengezichten, en van stadsgezichten van de Spaansche eilanden, Majorca etc. Moeilijk misschien bij een eersten keer te waardeeren, komen zij meer en meer terug inde herinnering, als vondst van kleur, als een parelmoerende kleur, en voller van zuivren vorm, dan ge, te haastig oordeelend, zoudt meenen. M. WIEGMAN Het gaat ten slotte inde kunst om twee dingen: om de psychische waarden; het gaat er ten tweede om hoe ver die door het technisch kunnen tot werklijk beeld, tot eindelijke werkelijkheid worden. Wanneer dit zóó is, dan hebben we in Matthieu Wiegman een komend schilder van beteekenis te wachten, en we hebben zulk een schilder zeker reeds een tijd (gedeeltelijk) in hem. Matthieu is van de drie Wiegmans de rijkste; hij heeft het meeste innerlijk; zijn figuur is het zwaarst aan wezen. Hij toont dat ineen schilderij, dat Plasschaert 5 van der Hem en van den harden Sluiter einden naar achter smijten, en plotseling hun, die zien kunnen, de onzuiverheden der twee laatsten duidelijk sommigen niet gaarne erkennen om het dogma, dat Wiegman als zijn geloof erkent; hij maakt dat duidelijk ineen boetende Magdalena (breed en ruim van vormen); ineen ander werk, dat fijnheden had, die aan Prikker konden herinneren. Steiler erkent ge zijn waarde ineen werk als hij pas maakte met twee figuren met duiven op den voorgrond, en waar ge een kracht in erkent, tot eenvoudige Zekere dingen in staat, ineen kleur, die zonder détail overal levend is. En naast deze werken, waar ge een innigheid in kunt bespeuren, die niet ten eerste een vreugde is, gaf Wiegman in een serie landschappen ons zekerheid, dat hij daar de vrijheid had gekend, en zich in die weergave in vreugde had laten gaan. En ik behoef u niet te zeggen, dat al deze schakeeringen van zijn wezen, vormen wat met eerbied een schilder is te noemen... Voordat ik de graphici aanduid, moet ik nog enklen der wordenden noteeren. Van Dongen, opgejaagd door de felle Parijsche lucht, is een schilder geworden, zeker maar schril, van de moderne figuur; Niehaus is een schilder uit op de naïveteit, en die inden „douanier Rousseau”, een gaarne gevolgd voorbeeld ziet; Van Wijngaerdt is een schilder vaneen zwaargewelde kleur, die hij soms schent door te fel accent; Charley Toor op kan een vasthoudend, vastgericht innerlijk niet altijd, zooals past verwerkelijken inde ons bij blijvende groepen harer figuren; Colnot is een stillevenschilder, soms den weg kwijt, maar beschaafd, en met innigheid in zijn beschaduwde landschappen. Piet Wiegman was de schilder vaneen intérieur, dat strenge vierkantigheid vertoonde in vorm; de teekenaar is hij vaneen haast è la Van Gogh hortend waargenomen figuur; L. Schelfhout verbergt het weinige kleurgevoel, dat hij bezit, door ineen romantisch gamma Corsicaansch landschap te teekenen, en door in droge naalden, beïnvloed door oud-duitschers, een Christus schraal en stug te laten leven (eigentlijk is hij een eer zwak eklekticus); Alma is de maker van de wandschildering tusschen XVI NOG ENKLEN DER WORDENDEN j de nieuwsten, maar hij is vooralsnog te weinig geschakeerd; De Winter is de expressionist, die zich langzaam-aan bekeerde tot de stille innerlijkheid van wat het Oosten gaf; Mondriaan is de abstracte, die in d'abstractie zóó ver ging, dat hij zich wijzigen moet, wil hij kunnen verder gaan. Vanaf dat Holswilder groot was in zijn kiesrechtbetooging, en spottend-sterk in zijn aanbiddende groep voor het Rijksmuseum, hebben wij feitelijk een onafgebroken reeks van altijd-belangrijke kunstenaars gekend in zwart-en-wit, en inde kunst van het aanplakbiljet. Eenigen daarvan wil ik noemen om dit overzicht te besluiten, waar het mij te doen was: de lijn dier schilderkunst zuiver te volgen, en psychologische portretten te schrijven van de belangrijksten der groepen. De zuiverste onzer negentiende-eeuwsche Steenteekenaars was Th. van Hoytema, die den zin van het sprookje vereenigde met bekorende lijn, en altijd-teedere kleur. Dupont was de tot werken gezinde hernieuwer van de burijngravure, wien iets meer stijl meer eenzaamhoog had gezet; Barbara van Houten etste de Zonnebloemen met het donkerst hart. Van Angeren werd van tragisch speelsch in zijn kunnen. Essers, de houtsnijder, archaïseert talentvol, illustratief. Nijland is de Hollander met de nuchtere, soms komische observatie, die het water kent en het dorpsleven; van der Stok wordt steeds vlakker inde meer en meer decoratieve houtsnede. Veldheer en Nieuwenkamp zijn nuchtere arbeiders vaneen voldoende werkmanschap, zooals van der Valk. De illustratie kwam tegelijk mee op: Leo Visser, Nelly Bodenheim, Rie Cramer, Mej. Wille- XVI GRAPHICI EN DERGELIJKEN beek le Mair geven die in verschillende typen. Politiek teekenaar boven allen was Albert Hahn. Zijn Kuijperkarikatuur o.a. bleek een vondst van blijvende waarde. Hiermee eindig ik. Etsers, die ’k elders behandelde hernoem ik niet, zooals Bauer... Hiermee eindig ik ook dit boekje. Maar ik herhaal: we zijn inde Hollandsche schilderkunst midden in een groot tijdperk. LIJST VAN SCHILDERS D. VAN DER AA is 1731 in Den Haag geboren. Hij stierf daar 23 Februari 1809. Hij was leerling van de Haagsche Akademie; en o.a. van G. Mes, een rijtuigschilder (later zijn associé). Zijn werk: ontwerpen voor tapijten; schoorsteenstukken, groepen van kinderen. J. J. AARTS is in Augustus 1871 in Den Haag geboren. Leerling van de Haagsche Akademie; daarna er Leeraar. Vervolgens, na den dood van Dupont, professor aan de Amsterdamsche Akademie. Burijn; houtsnee; etsen; lithographieën; monotypes. Het werk van Aarts, wiens figuren soms aan die van Le Nain doen denken, heeft, als dat van Dupont een juiste zucht naar het volledig werkmanschap. Het verschil met Dupont is tot nu toe, dat Dupont de kenmerken vertoont vaneen scherper-bepaald karakter. Ook is het werkmanschap in Dupont vollediger. Aarts is kritikus van het Vaderland geweest. Als kopergravuren vermeld ik: Wrakken; Brug; Slapende polderjongen; Schaften; Polderjongen; Zandgraver; Avend, trekkende polderjongen; Landloopers; Bedelaar; als monotype: Tentation de Saint Antoine; als houtsnee: Paard; Perseus; Faun; Trotteuses; Psyche; Sortie d'atelier etc. als lithographieën: Feestavend; Zandgravers; Steensjouwers etc.; Paard. J. TH. ABELS is i September 1803 te Amsterdam geboren en 18 Juni 1866 te Abcoude gestorven. Leerling van den dierenschilder Jan van Ravenzwaay. Hij reisde in 1826 naar Duitschland; ging vervolgens in Den Haag wonen. Hij trouwde met de dochter van P. G. van Os (die zijn werk stoffeerde). Maanlandschappen, etc. ANNA ADELAIDE ABRAHAMS is 16 Juni 1849 te Middelburg geboren. Leerlinge van den ouden Schütz aldaar. In Oosterbeek kreeg ze les van Mej. Wildrik; en kwam op de ateliers van de dames VosenHaanenjenvandenHeer Hendriks te Arnhem. In 1877 is zij in Den Haag (zie Zilcken); waar ze 's middags de Akademie bezocht en 's avends het atelier van P. van der Velden. Marius vindt haar werk afkomstig van dat door van der Maarel. Dat is wellicht anders in te zien. Te erkennen lijkt mij, dat het werk niet geheel op de juiste waarde geschat wordt. De sneller ontroerbaarheid der schilderessen vindt ge hier inde varieerende gamma’s, waarbij zeer verfijnde zijn. De kleur is soms eigenaardig-modern, terwijl omtrekken en karakteriseerende lijnen op de meer decoratieve wijze (veel te vinden in werken uit de laatste tijden) genoteerd worden. MAR. ADAMSE geb. 17 October 1891 te Dordrecht. Eerst bij Bouvy te Dordt onder den glasbrander Alb. A. Plasschaert; daarna naar Rotterdam, ook bij Bouvy; 19x1 tot 1913 met subsidie naar Muenchen. Hij werkte o.a. in Veere en in Zwartewaal, waar hij nu woont. Deze teekenaar-schilder is een romanticus; hij maakt romantische typen. Portrettist. Inde laatste jaren ook schilderijen. Adamse heeft de mogelijkheid klein- C. J. ADDICKS is 6 Juni 1871 te Rotterdam geboren. Hij volgde alleen den winter-avendcursus aan de Rotterdamsche Akademie. 1894 (zilveren medalje „naakt”). Hij was 1896 in ’t decoratieve vak; daar-na gedurende 3 jaren de Kon. Subsidie. Hij werktin Rotterdam, in Reeuwijk (b.v. 1912) etc. MEJ. H. ADDICKS is in Februari 1853 te Amsterdam geboren. Omstreeks 1870 kreeg zij een jaar of 5 les van P. Kiers; lessen in aquarelleeren van Mej. C. Kiers; van Mej. E. Verwoerd schilderlessen. Zij schildert bloemen, etc. MEJ. J. P. V. ADRIANI geboren 5 September 1885 te Paramaribo. Leerlinge van de Haagsche Akademie; leerlinge van Weyns te Rotterdam, in 1917 leerlinge en assistente op het leerlinlingen-atelier van Alb, Roelofs. MEVROUW E. ADRIANI-HOVY is 25 Januari 1873 te Amsterdam geboren. De eerste lessen van E. S. Witkamp; daarna, gedurende vele jaren van H. W. Jansen. Invloed van M. W. van der Valk. Zij maakt teekeningen in zwart krijt en in pastel, ook aquarellen, van „oude” steden zooals van Utrecht, Amersfoort, Enkhuyzen. Zij etste. M. A. VAN AKEN is 24 Januari 1854 in Den burgerlijke menschen met innigheid weer te geven. Inden laatsten tijd trof me een gekleurde teekening van zijn pasgeboren kind. In zijn bloemeschilderijen is een eigen aard te waardeeren; alleen zijn ze nog te porseleinachtig. Hij maakte litho's van Zeeuwsche koppen; hij begon houtsnijden (een boom); etst? Hij teekent ook landschap. Haag geboren. Hij is leerling van J. W. F. Kachel (waar hij te gelijk met van der Weele, Liernur, en Offer mans was). B. R. AKERSLOOT—BERG is 16 December 1850 te Urskub bij Christiania geboren. 81—83 ’s winters eigen atelier in Muenchen. 1886—88 atelier te Scheveningen; leiding van H. W. Mesdag. 1889—90 in Parijs; leiding van Puvis de Chavannes. Des zomers werkt ze altijd buiten. Zij woont sinds 1895 °P Vlieland (1912). Zij etste. Haar werk: voornamelijk zeestukken. E. AKKERINGA. Teekenaar van voorwerpen van natuurl. historie (zie Immerzeel) 1804. JOHANNES EVERT AKKERINGA is 17 Januari 1864 op Banka geboren. Leerling van de Haagsche en der Rotterdamsche Akademie; van W. de Zwart ? Hij woonde in Noord-Brabant. Hij schildert figuren in landschap of ineen huis; nettenboetsters en theedrinkende families etc.; naakten; strandjes; stillevens, bloemen. Het werk van dezen schilder vertoont een neiging tot vertellen, die bedwongen is door den geest van den tijd, waarin hij leeft. Het is verwant ten diepste aan de meer anekdotische schilders, zonder dat dit zich echter volledig uit. Het werk heeft soms een bedaarde bekoring; de „teekemng” der figuren en figuurtjes geschiedt niet zonder vlugheid. De bloemstukken, die hij schildert, behooren tot de beste zijner werken. JAC. AKKERSDIJK is 12 Februari 1815 te Rotterdam geboren en stierf er 4 Januari 1862. Hij stelt van ± 1840—1860 ten toon. Het werk bestaat uit Interieurs, Boerenkermis etc.; M. ALANDT is in 1875 te Amsterdam geboren. Leerling van de Quellinus-school; 's avends op de Akademie. Hij was drie jaar pensionnaire van de Koningin. Figuur en landschap; portret. JHR. D. ALEWIJN is 1797 in Amsterdam geboren en daar in 1837 gestorven. Hij schilderde landschappen. JHR. MR. W. ALEWIJN is 9 Mei 1769 te Amsterdam geboren en stierf 4 December 1839 te Utrecht. Figuur. AUGUSTE ALLEBÉ is 19 April 1838 te Amsterdam geboren. Leerling van P. F. Greive en van de Akademie. 1855 in Antwerpen (korten tijd). In 1856 gaat hij lithographeeren op aandringen van J. Israëls. Ch. Rochussen geeft hem daar-in raad. In 1857 naar Parijs; bij Mouilleron. Invloed Delacroix; Decamps. Hij schrijft in 1859 inde Kunstkroniek over kunst. In 1860 weer onder Greive te Amsterdam. In 1868 naar Brussel. In 1870 professor aan de Amsterdamsche Akademie (Antiek-klasse), waar hij in 1880 Directeur wordt. In 1906 treedt hij af en wordt opgevolgd door A. Derkinderen (Zie Vosmaer etc.) Lijst van werken (niet kritisch geschikt): 1854 Zeetocht; 1858 Portret (Rue Veuve de Bons Enfants) 1861 (in dit jaar stelt hij voor het eerst ten toon?) Vroeg ter kerk; Een meisje bij de piano staande; het Eerste Bezoek; Poging tot ontvluchten; Ziek kind ineen hut (aq.); 1862 Moeders dwingeland; de Koortsdag; de Appelmarkt te Amsterdam; stads- en dorpsgezichten. Hij lithographeerde ? 1863 Houtsneê in ’t Nederlandsch Magazijn; grachtgezicht; ’t Leidsche Gasthuis; Gezonken vaartuig; Kinderportret; studie vaneen Oud man; Lethe; 1864 Scène uit Hamlet (Act. 111 Sc. 4) invloed Delacroix; Nadagen; 1865 Wever uit Dongen; 1866 Buitenbuurtje inde sneeuw; de Zomervacantie vaneen dorpsschoolmeester; ’t Sint Jorisgild te Dongen; 't Kraambezoek; 1867 Huisje te Dongen; de Slager; het Welbewaakte Kind; de Provisor (Decamps); Interieur (analogie Rochussen-Briët) hij was dit jaar ook te Andernach; 1868 Vraagteekens; Troost; de Barometer. Dit jaar naar Brussel; 1869 Portret van den Heer Luden; Letter-oefeningen; dagelijksch Brood. 1870 Professor aan de Amst. Akademie; Vrouwtje uit Dongen, Kinderportret; 1872 Krokodillen; enteekeningetje uit Sint Emilion; 1873 P. F. Greive ? 1874 Litho van Greive en van Douwes Dekker inde Kunstkroniek (Vosmaer vergelijkt deze portretten met Gleyre’s); Papegaai; Kalkoen; Vijver in Artis; Slapende Aap. 1875 Brabantsche Wever. 1876 Bulhond en Papegaai; Stokrozen; Golf van Arcachon; Portret van Heldring; 1877 Rustende Leeuw; 1879 Straatje te Lorch; 1880 Zittende aap; 1881 Dood dier; 1882 Tijgerin; 1885 Ouderkerk; Vrouwekopje; 1900 stilleven van pollepels; 1902 vrouw bij Wever. Litho's; Greive; Multatuli; Brabantsche Vrouw, Apollo Pourtalès; Israël's Adagio; Schwartze's Pelgrim Fathers; Rembrandt’s Geslachte Os; verder naar Chardin, A. Stevens etc. Hij etste ? Houtsnee. Bij veel gaven en veel beschaving ontbrak Allebé een grootheid der primaire ontroeringen. Hij begaat door deze geestelijke gesteldheid weinig „onrechtvaardigheid” jegens den vorm, maar hij kleursamenstel zijn grootsten hartstocht nog vertoont; wiens keurend kunnen uit het model é blijkt. Hij is een aarzelaar in alles, maar een, die veel weet. Ge kunt met andere woorden hetzelfde zeggend schrijven, dat hij de gave der synthese mist. Invloeden zijn op hem: Leys, Delacroix, Decamps. Maar deze niet alleen. Een zuiverhollandsche traditie zet zich in hem voort: de zucht naar het anekdotische; dat is het litteraire verhaal; de „pointe” van den humor inde schilderkunst. Als leeraar heeft hij veel invloed gehad, en heeft hij een invloed, die nog na-werkt. In twee zoo verschillende kunstenaars als Lizzy Ansingh en Theo van Hoytema vondt ge gedeelten van den geest van Allebé. Tegen-over de Haagsche School gesteld, is hij voorstander vaneen minder geopenbaarde techniek met het gevaar, dat de verf te „dicht” wordt. P. ALMA is 18 Januari 1886 op Sumatra (?) geboren. Leerling van de Haagsche Akademie (± 1915)» daarna ±1917 van het atelier Humbert. Hij leerde in Parijs, volgens d'eigen opgave, van de impressionisten, cubisten etc. Hij werkte in Den Haag; van 1907—1914 voornamelijk te Parijs; daarna meest te Amsterdam. Hij maakte in 1912 een reis naar Moskou om de kunsttoestanden n£ de Russische revolutie te bestudeeren. Een talent met mogelijkheden voor de wandschildering. Hij lithographeerde. kan dezen nooit geven in éen elementaire kracht. Hij is een fijn en doordringend schilder, wiens ALMA TADEMA zie TADEMA. VAN REGTEREN ALTENA zie VAN REGTEREN M. VAN REGTEREN ALTENA is 19 September 1866 te Amsterdam geboren; hij stierf 10 October 1908 te Nunspeet. Leerling van de Amsterdamsche Akademie, van W. de Zwart; hij studeerde in Parijs. Hij werkte in Laren, Bussum, Nunspeet. Hij schilderde „preparations” voor J. Veth. Figuur. Hij etste. JAN ALTINK is 21 October 1885 te Groningen geboren. Leerling van de Groningsche Akademie. G. ALTMANN is 25 Mei 1877 te Rotterdam geboren. Schilderlessen van Jan de Jong te Rotterdam. Daarna op de Rotterdamsche Akademie (begin 1901—begin 1904) onder Jan Striening en F. Oldewelt. Hij schildert landschap (b.v te Kortenhoef, Noorden Gouda, de Kaag, etc.), tegenwoordig meest met vee. Hij werkte wel’s in het buitenland; etste. H. ALTMANN is 7 November 1791 te Zaandam geboren en stierf 23 December 1863 te Rotterdam. Hij schilderde kerken, portretten, landschappen. Stadsgezichten van hem zijn door C. C. A. Last gelithographeerd. Hij lithographeerde. SYBR. ALTMANN is 6 Sept. 1822 den Burg op Texel geboren en stierf 6 Juni 1890 te Amsterdam. Leerling van P. van Schendel. Sinds 1880 pro- G. VAN AMELSFOORT is ongevaar 1760 te 's Hertogenbosch geboren. Hij studeerde in Dusseldorf. Hij stierf 23 Februari 1820 inden Bosch. Portretten, historie. C. H. VAN AMEROM (zoon van H. J....) is in 1804 te Arnhem geboren en stierf... Leerling van zijn vader; van Matt. van Bree te Antwerpen. Hij woonde in Leiden, daarna in Arnhem. Pastel portretten; landschappen uit Gelderland. H. J. VAN AMEROM is 8 April 1777 in Den Haag geboren en stierf 5 Juni 1833. Leerling van Moritz, Besters, Prins. Genre; aquarel van interieurs; miniatuur; etc. DE ANDEREN, groep bestaande uit Thomas Demer, Theo van Doesburgh (Leiden), Djurre Pieter Duursma (ook houtsnede) te Amsterdam, Phocas Fokkens (Amsterdam) Vilmos Huszar (Voorburg), Laurens van Kuik (Rotterdam), L. Saalborn, (Amsterdam) Joh. Tielens (Rotterdam), Erich Wichmann (ook kopergravure en linoleumsnede), en de dames Mevr. A. Wegerif-Gravestein en Zuster Bertha de Boer (Maart 1916 opgericht, Mei-Juni tentoonstelling bij d’Audretsch). W. F. ANDRËA is 20 Maart 1875 te Haarlem geboren. Leerde in zijn jeugd lithographie. Hij kreeg les op de avondklasse der Teekenschool voor Kunstnijverheid te H.; en van P. van Looy. Hij lithographeerde. fessor aan deTeeken-Akademie te Amsterdam. Hij schilderde portret, genre; lithographeerde. ANTH. ANDRIESSEN is 23 Jan. 1746 te Amsterdam geboren en stierf 19 Nov. 1813. Hij was een broer en leerling van Jurr. Andriessen. Hij stoffeerde diens werken. Vele jaren was W. J. van Troostwijk zijn leerling. CHR. ANDRIESSEN is 14 Januari 1775 in Amsterdam geboren; hij stierf? Hij was een zoon en leerl. van J. Andriessen. Hij schilderde landschap en stadsgezicht; historie, genre; teekeningen van Cleef maakte hij en een panorama van Amsterdam. In Düsseldorf copieerde hij. JURR. ANDRIESSEN is 12 Juni 1742 te Amsterdam geboren, en stierf daar den 3isten Juli 1819. Hij was een leerling van Anth. Elliger en van J. M. Quinkhard; werkte eenige tijd bij Joh. van Dregt. Hij had met Is. Schmidt een tapijtenfabriek; heeft met zijn broer A. Arkadische landschappen geschilderd; met Herm. Numan tooneeldecors etc. Zijn leerling was o.a. W. J. van Troostwijk. Hij schilderde portret; allegorische voorstellingen etc. TJ. ANDRINGA is 29 Juni 1806 te Leeuwarden geboren en stierf er 7 Mei 1837. Hij was leerling van C. Kruseman en van de Amsterdamsche Akademie. Portret; genre. A. PH. DERKZEN VAN ANGEREN is 31 April 1878 te Delft geboren. Tot ongeveer 1901 was hij (een 10-tal jaren) op de aardewerkfabriek van 't Hooft en Labouchère. Nadat hij deze verlaten had, ging hij inden Hoorn (bij Delft) wonen, tot 1904. Hier teekent hij tuinen, tuinders, koppen etc., die hij etst. Hij schilderde daar dezelfde schappen met vee. In 1907 gaat hij naar Veur (vlak bij Voorburg) waar hij o.m. de Zonnebloemen etc. etst; hij schildert er enkle portretten; een is Zeker merkwaardig om de kleuren, die wankel van ’t lichtspel zijn. Hij is in 1907 en 1908 tijdelijk in Rotterdam. De eerste serie etsen die hij daar onder benarde omstandigheden (sommige onmiddellijk naar de natuur) maakte, zijn gemakkelijk overtroffen dooreen latere serie. In 19x1 gaat hij naar Rotterdam waar hij nu nog woont. Hij aquarelleert en etst er een groot getal Havengezichten etc., waarbij één aan Meryon herinnert: Het laatste werk mist het tragisch accent dat in vroeger trof. De techniek is vleiender geworden. Vermoedelijk verkeert Derkzen van Angeren in deze jaren ineen overgangstoestand. Voornamelijk etser; droge naald, etc., maakte ontwerpen voor gebrand glas. Heeft een etsklasse. H. F. VAN DEN ANKER is 14 Juli 1832 in Rotterdam geboren en stierf 9 Juli 1883 te Parijs. Hij was leerling van de Rotterdamsche Akademie; trekt ongeveer 1852 naar Frankrijk (Parijs en Bretagne). Interieur met figuren. (Haverkorn van Rijsewijk) A. VAN ANROOY is 11 Januari 1870 te Zaltbommel geboren. In 1892 diploma van architect aan de P. S. te Delft. Hij teekende onder P. Tetar van Elven en A. Le Comte (model en stilleven in olieverf) 1893—1896 avendcursus onder Fr. Jansen op de Haagsche Akademie. Hij woont sinds 1896 Plasschaert 6 onderwerpen. Tot 1907 woont hij vlak bij Delft waar hij figuur en stadsgezicht maakt. Het is een tijd van voort-schrijdende ontwikkeling in allerlei opzichten. Hij etste hier ook land- in Londen. Aanvankelijk illustrateur. Met Roermeester in Noorden gewerkt (1901—1904). Portret, etc. H. J. ANSINGH, een neef van Lizzy Ansingh is leerling der Amsterdamsche Akademie M. E. G. = Lizzy. L. ANSINGH. Zij is 13 Maart 1875 te Utrecht geboren. Als kind begon ze met bijbelsche voorstellingen en engelen te teekenen uit het hoofd. Daarna op het atelier van haar tante leerde ze wat deze van G. Schwartze wist; zij teekende portretten, die Th. Schwartze corrigeerde. Toen ze 12 jaar oud was teekende zij met de Tantes, en ook met Mej. Marius etc., bij van der Waay ('s avonds). In 1893 ging ze op de Akademie te Amsterdam, waar ze Coba Ritsema en Nelly Bodenheim ontmoette. Ze bleef daar 4 jaar. Zij schildert portret; dieren met landschap; stadsgezicht; poppen-schilderijen; bloemen. Lithographeerde. Het werk van deze romantische schilderes bezit verbeeldingrijken geest; en soms gratie van kleur. De schilderijen van poppen, die oorspronkelijk iets te weinig atmospherisch waren, zijn nu meer inde ruimte geschilderd, waardoor zij natuurlijkheid wonnen. Haar portret is soms vaneen teedren humor (zie Martha van Vloten uit 1907). Te noemen zijn het Gele gevaar (1906); de Brief; de Verstootene; de Zeven Zonden (om gedeelten); het kind (op de visch) etc. JOH. ANSPACH is in 1752 in Nieder Ingelheim geboren en stierf in 1823 te Rotterdam. Pastel portretten. J. P. H. APOL is 12 Maart 1874 te Leiden geboren. Hij studeerde aan de Akademie te Antwerpen gedurende eenige maanden (1897); aan de Haagsche Akademie in 1898. Schilder-Letterkundige. L. F. H. APOL (= Louis Apol) is 6 September 1850 in Den Haag geboren. Hij is een leerling van Joh. Hoppenbrouwers en P. Stortenbeker Hij vertoont zomerlandschap. In 1875 heeft hij succes met een Winter in 't Bosch; van zulke wintergezichten is hij later de specialiteit geworden. Toch heeft hij ook andre dingen geschilderd, als Riviergezichten, en Varkens inde zon. In 1880 gaat hij met de „Willem Barentszn” naar Nova-Zembla. Hij woont van ’B6—'92 in Roosendaal bij Arnhem. Daar-na gaat hij naar Den Haag terug. Boschgezicht en landschap is zijn werk. Hij etste. P. J. APOL is 12 Augustus 1876 in Den Haag geboren. Hij werkte te Florence, te Brussel, en te Amsterdam. Hij woonde ook te Egmond a.d. Hoef. C. APOSTOOL is 6 Augustus 1762 in Amsterdam geboren. Hij stierf 10 Februari 1844. Leerling van H. Meijers. Hh ging met dezen naar Londen, waar hij lang woonde. Aquatinten, etc. MEJ. D. J. M. v.d. AREND is in Haarlem geboren in 1861. Gestudeerd aan de Kunstnijverh. school (hoofdzakelijk bij Grabijn) en korten tijd bij H. Krabbé. Bloemen en stilleven. J. APELDOORN is 27 Januari 1765 te Amersfoort geboren en daar 10 Februari 1838 gestorven. Leerling van J. Hoorn. J. ARENDS is 11 September 1738 te Dordrecht geboren en stierf 22 April 1805 aldaar. Hij was een leerling van J. Ponse. Hij werkte in Amsterdam en in Middelburg. Schilder etc. van schepen. Hij etste. MEJ. AR. H. ARENDSEN is ± 1840 te Haarlem geboren, en daar? 1915 gestorven. Leerlinge van C. Lieste. Bloeme- en vruchtenschilderes. P. J. ARENDZEN is 23 Oct. 1846 te Amsterdam geboren. Hij had les van prof. Keizer, graveur; van Profess. Wijnveld, Akademie te Amsterdam; van Portaels en van Th. Strackè, zijn schoonvader. Tot 1880 heeft hij meestal burijngravures gemaakt, voorstellende portretten naar schilderijen en naar photo's. Hij etste Rembrandt, Frans Hals, Ter Borch, en een serie van Hollandsche Meesters in Engeland. Eerste groote etsuitgave; Moderne Kunst (uitgave Holkema). ALB. ARENS is 25 Februari 1881 te Grave geboren. Eerst les van zijn vader (teekenonderwijzer). Daarna leerl. v. Friedr. Hummel (copieert oude Meesters) vervolgens decoreeren van kerkgebouwen etc., na eerst in Muenchen weer geweest te zijn. P. FL. N. J. ARNTZENIUS is 9 Juni 1864 te Soerabaja geboren. Hij is een leerling van de Amsterdamsche en Antwerpsche Akademies. Deze Arntzenius is voornamelijk bekend geworden door zijne stadsgezichten uit Den Haag, of zijn interieurs van café’s. Daarnaast schilderde hij portretten; duingezicht en stillevens. Het werk heeft nooit in deze dingen de doordringende kracht, PAUL ARNTZENIUS is 20 Mei 1883 in Den Haag, geboren. Hij is leerling, inden meest uitgebreiden zin van 't woord, van W. B. Tholen; volgde den wintercursus in 1901, 1902, 1903 aan de Haagsche Akademie. Hij was 4 maanden bij H. van der Poll te Amsterdam (anatomie ?). P. A. schildert stillevens, die tot zijn beste werk behooren, landschap; portret. Hij etste. B. ARPS is 1 September 1865 te Culemborg geboren. Leerling van de Rotterdamsche Akademie; later onder te Comte aan de Polytechn. School (± 1888). Daar-na tot '92 lithograaph. In 1893 uit Rotterdam naar Arnhem; schildert portret en landschap. In 1898 naar Oosterbeek. In 1906 naar Den Haag. Figuur en landschap, voornamentlijk Stilleven. Hij lithographeerde. L. ARTAN de Saint Martin is 20 April 1873 in Den Haag geboren, stierf 24 Mei 1890 te Nieuwpoort. Leerling in Den Haag van Mariette; naar Parijs (invloed Barbizonners). Terug daar vandaan schilderde hij zeegezichten te Vlissingen, Blankenberghe en Nieuwpoort. D. A. C. ARTZ is 18 December 1837 in Den Haag geboren en er 8 November 1890 gestorven. Hij was leerling van de Amsterdamsche Akademie. Hij zag J. Israels bij Royer en ging met I. in 1857 naar Zandvoort. Van 1866—1874 is hij hoofdzakelijk in Parijs. In 1869 is hij in Schotland, en die Breitners realisme en naturalisme kenmerkt. Hij maakte ook Marktgezichten, die die van Masker niet overtroffen. Te noemen is een zelfportret, etc. Hij etste, waarschijnlijk, eenige platen op de Akademie te Amsterdam. in Duitschland; in 1870 in Engeland. In 1872 gaat hij met den violist Jan de Graan, die ziek was, en met Kaemmerer naar Italië. Hij ging in Parijs om met Maris en Kaemmerer. In Parijs schilderde hij allerlei, zelfs vrouwtjes op japansche wijze gekleed. Het portret van Artz door M. Maris is ± 70 in Parijs geschilderd... Gaarne wordt geschreven, dat Artz een leerling was van Israëls. Ineen opzicht is dit op zijn hoogst juist: Artz heeft veel visscher-interieurs met figuur geschilderd. Het romantische van Israëls, dat tot het monochrome soms haast gaat, is Artz niet eigen. Hij, A., was een schilder geneigd tot een welklinkende blanke, kleur. Hij heeft op deze wijze sommige figuren en sommige portretten etc. geschilderd en sommige studies van duintjes nagelaten, die nog onderschat zijn. C. D. L. ARTZ is 3 Juni 1870 te Parijs geboren, zoon van D. A. G. Artz. Leerling van de Haagsche Akademie. In 1889 op het atelier en onder leiding van Tony Offermans. Gedurende zijn Akademietijd studeerde hij in zijn vrije uren op het atelier van zijn vader in ’t Hofje van Nieuwkoop. Hij was leeraar en kunsthandelaar. Vanaf 1900 weer uitsluitend geschilderd. Hij schildert werken met eenden, die, oppervlakkig, op die van W. Maris gelijken. P. VAN ARUM, maakte in het midden der 19de eeuw houtsneden. R. J. VAN ARUM, houtsnijder in Den Haag; 2de helft 19de eeuw. Hij publiceerde in 1849 karaktertypen, twaalf houtgravuren (bij Führi). H. ASSCHER is in 18 .. te Amsterdam geboren. CORN. ALB. VAN ASSENDELFT. Hij is 11 Mei 1870 te Middelburg geboren. Ik herinner mij landschappen van hem, etc., met een duidelijken invloed van Vincent van Gogh’s werken. W. ATEN is in 1894? te Zaandam geboren. Hij is een leerling van de schilders Alb. Beerends, Feith, Carl Dake, Harrie Kuyten (model). Hij schildert en teekent figuur; landschap. Hij werkt in hoofdzaak inde Zaanstreek. J. AUÉ is 25 Augustus 1895 te Bussum geboren. Hij werkte samen met Smorenburg en Aug. Ie Gras. Hij maakt landschap. Penteekeningen en pastel. J. L. AUGUSTINI is 30 April 1748 in Haarlem geboren en stierf er 4 Augustus 1822. Hij was een leerling van J. Augustini. Portretten; allegorieën; grisailles etc. Hij etste. N. BAAK is 10 Mei 1892 te ... geboren. Leerling van de Rijks-Normaalschool te Amsterdam (1910—1913); van 1913—1915 van de Amsterdamsche Akademie; 1918—1920 loge-leerling van Derkinderen. C. W. VAN BAARSEL ± 1791, f 17 April 1854 te Amsterdam. Burijn gravures. (Thieme-Becker). Leerlinge van de normaalschool voor teekenonderwijzers; les van Ed. Frankfort: stilleven, bloemen; vruchten. Zij teekent, etc. daarna (in gestichten etc.) oude mannen, enz. P. W. VAN BAARSEL is 21 Augustus 1877, te Delft geboren. Leerling van de Haagsche Akademie. Maakte glas in lood bij Schoute, nu bij Gips (1911). Hij schildert intérieur, en landschap, dat soms treft dooreen eer verzadigde kleur. Hij etste? E. W. J. BAGELAAR is 16 Juli 1775 te Eindhoven geboren en stierf 8 Februari 1837 bij Eindhoven. Hij etste en schilderde; portret, dieren, landschap. W. A. BAKE is ± 1821 geboren en stierf 1845 te Aricia. Leerling van Pieneman en van J. J. Eeckhout. R. S. BAKELS is 4 Augustus 1873 te den Hoorn op Texel geboren. Hij teekende in zijn jeugd wat op de school voor kunst en kunstnijverheid te Haarlem. Hij werd daarna jurist etc. In 1904 is hij gaan schilderen. Hij werkte in Overijssel. Tessel, Den Haag, Hattem, Enkhuyzen, Amsterdam, Bretagne, Bergen op Zoom, etc. Hij schildert portret; landschap met schapen, met ploegende paarden, met den duiventil etc.; scheepswerven, havens, etc. Het werk van Bakels heeft een kantigheid van observatie, die soms Zoo ver gaat, dat ze als dóór een maximum heen, tot phantaisie wordt. Hij etste. A. H. BAKHUYZEN is ± 1830 in Den Haag geboren. Leerling van zijn oom H. B. Hij schilderde landschappen en beesten. Hij etste. G. J. VAN DE SANDE BAKHUYZEN is 27 Juli 1826 in Den Haag geboren en daar 19 September 1895 gestorven. Zij is een leerling van H. B.; een schilderes van bloemen, en vruchten. Hij etste en lithographeerde. J. J. VAN DE SANDE BAKHUYZEN is 18 Juni 1835 in Den Haag geboren. Zoon van H., wiens leerling hij was. In 1866 met Sadèe een half jaar naar Düsseldorf. Hij is een schilder van stadsgezichten en van landschap. Een zekere bedaagdheid en rust in het werk maken dit soms tot iets aangenaams. Oudtijds was zeker de kleur meer uitgesproken. Hij etste. AR. BAKKER is 14 Augustus 1806 geboren te Rotterdam, en stierf 10 Januari. 1843 bij Schiedam (te Matenesse) Leerling van zijn vader en van G. Wappers te Antwerpen. Intérieur met figuren; portret. C. BAKKER is 5 Juni 1771 te Goereê geboren; hij stierf 9 Januari 1849 te Rotterdam. Leerling van A. C. Hauck. Olieverfportretten; intérieurs met figuren; miniaturen. J. BAKKER is 4 September 1796 te Rotterdam geboren en stierf 6 Juni 1876 daar. Leerling van zijn vader C. B.; van J. Kouwenhoven etc. Landschappen met vee. Kunstphilosophie, etc. J. BAKKER is i Juli 1879 te Schiedam geboren. Hij is een leerling van de Haagsche teekenakademie H. VAN DE SANDE BAKHUYZEN is 2 Januari 1795 in Den Haag geboren. Hij stierf daar 12 December 1860. Leerling van J. Heymans, van S. A. Krausz etc. Leermeester van W. Roelofs Sr. Hij schilderde landschap met beesten; marines; wintertooneelen. (1902—1904). Hij woonde sinds 1905 te Sleeuwijk (1912) nu te Voorburg. Schilder van landschap; riviergezicht. Hij copieert. Zijne vrouw Anna Clockener Brousson schildert (eveneens leerling van de Haagsche Akademie) stillevens etc. A. H. BAKKER-KORFF is 31 Augustus 1824 in Den Haag geboren en stierf 28 Januari 1882 te Leiden, Hij behoorde met D. Bles, Vintcent etc. tot de jongeren die tot 1841 „op Krusemans zolder” inde kunst werden ingeleid.” Daar-na leerling van de Haagsche Akademie onder J. E. J. van den Berg (naakt model etc.). In 1845 (September) naar de Antwerpsche Akademie door Wappers bestuurd; soms vertoonde hij zijn werk aan De Keizer. In 1848 keerde hij terug. October 1849 met zijn ouders naar Oegstgeest. Hij schilderde in deze tijden het sterfbed van Fred. Hendrik (1845); de Kindermoord 1848—1849. In Oegstgeest begon hij met de pen te teekenen (albums; legende van Rolandseck etc.). Verder illustraties voor de verhalen van de uitvinding der boekdrukkunst (voor Schinkel zie mus. te Haarlem) met omtrek en eenige kleuren. In 1849 schildert hij „de Oudsten der dochterenSions etc.;” een non en een meisje biddend; een jonge vrouw voorlezend. In 1850 met zijne familie naar Leiden; in 1852 naar Den Haag. Hij had eenige schilderijtjes na Molière voltooid maar in '53 aarzelt hij omtrent zijne roeping: hij gaat aardappelen verbouwen te Noordwijk. In 1856 vestigt hij zich weer te Leiden. Hij schildert zijn eerste grootere schilderij: „veel honden zijn des hazen dood.” Vanaf 1859 kleine verzorgde schilderijtjes. Als eerste Een kok (schilderij en aquarrel); een jager. In 1862 Een verontrustende droom; de herstelde; een hondje dat weldra zijn baas zal volgen. In 1862 gouden medalje bijt; het Snuifje; de Zieke. 1869 Marchande de bric k brac; Un chanteur dans I'eau; de Romance. Verder: de Uitdraagster; Bezoek bij de Herstelde vriendin; de Courantleesters; de Zieke; De Gemberproefsters; de Toast; het Bezoek bij de zieke Tante; het Bezoek bij de Kraamvrouw; de Intrigante; de Weduwnaar; de Uitdraagster; de Twee Vriendinnen 1875: de Dochter van den Held: 1876 de Tantes gaan opreis; de Attestatie; 1881 Onder de palmen. 1881 Hooglied XI,I. Hij etste? Hij maakte veel en velerlei penteekeningen. Dit werk is, hoewel kleinsteedsch van kring, aristokratisch van schilderen. Het vertoont een fijne kleurschakeering; een koelen rijkdom van kleuren; een kennis van allerlei meubels, die hij, om zijn nauw-waargenomen figuren, gemakkelijk weêr-gaf. Een verdienste temeer in dit zeer te respecteeren werk, is dat op de kleine paneeltjes met zooveel détail zooveel ruimte bewaard bleef; dat hij dikwijls figuren zoo groot hield. Er is inde kleur zelf veel verfijning. T. BAKKER is in 1894 te Purmerend geboren. Leerling van de Rijksnormaalschool (12—16) en van de Rijksacademie. Hij kreeg ook lessen van Jongert te Purmerend, in 18—19 te Edam lessen van J. Veldheer in ’t etsen. Hij schildert voornamelijk portret. D. BAKSTEEN is 29 Maart 1886 te Rotterdam geboren. Hij was leerling van de Rotterdamsche Akademie. Hij deed decoratief werk (bij Gidding en van Hattem). Hij schilderde etc. daarna in Moll (in België). Landschap etc. te Amsterdam; 1863 het schilderijtje de Naaister; 1864 de Oude zieke Dame; de Twee Kakelaarsters (zie Kunstkroniek). In 1867 De politiek bij het ont- G. BAKSTEEN is 2 December 1887 te Rotterdam geboren. Hij studeerde eveneens aan de Rotterdamsche Akademie; koninkl. subsidie; in Antwerpen onder Prof. Juliaan de Vriendt. In Maart 1912 verhuisd naar Moll (België). Hij etste. G. L. F. J. BAL is 28 April 1872 te Rotterdam geboren en stierf in Maart 1912 Hij werkte vanaf 1903 te Brussel; vóór dien tijd in Amsterdam, Den Haag, en Delft. Hij studeert veel aan de Fransche en Engelsche kusten. Bal is een zee-schilder, die jong stierf. Het werk, dat niet zonder een gevoel voor ruimte is, was niet genoeg uit de verf. W. BAL is 4 Augustus 1808 te Rotterdam geboren en stierf 16 Januari 1897 te Delft. Houtsnijder. Twee zijner zoons G. C. BAL geboren 15 September 1837 te Delft. en C. G. BAL geboren n September 1841 en 2 Februari 1908 overleden waren eveneens houtgraveurs evenals P. BAL, zoon van den laatste, geboren 8 April 1875. C. F. BALKEMA is 25 December 1805 te Holwierda geboren en stierf? zie Immerzeel. J. C. BANDER is 4 Augustus 1885 te Amsterdam geboren. Leerling van de Rijks Normaalschool; van de Akademie te Amsterdam etc. Hij boetseerde. Houtgravures. Hij schildert portret, en landschap. B. BARBIERS is in 1740 te Amsterdam geboren. Hij stierf daar begin 1808. Landschap en tooneeldécor. Zoon van P. Barbiers. M. G. BARBIERS. Zij is geboren te ?; stierf 30 Januari 1849 te Haarlem; bloemen-schilderes die in 1823 den schilder Pieter de Goeje trouwde. Dochter en leerlinge van P. B. Bzn. P. BARBIERS BZN. is 23 Januari 1772 te Amsterdam geboren en stierf te Haarlem 10 September 1837. Historie en landschap. Aquatint en lithographie. Zoon en leerling van B. B. P. BARBIERS PZN. is 26 October 1749 te Amsterdam geboren; stierf daar 26 October 1842. Landschap; beesten: kamersier. Zoon en leerling van P. Barbiers. P. BARBIERS JR. is 27 April 1798 te Haarlem geboren en stierf 29 November 1848 te Zwolle. Hij gaf les te Zalt-Bommel; te Kampen; te 's-Hertogenbosch. Landschapschilder. Hij etste en lithographeerde. Zoon en leerling van P. B. Bzn. W. BARENDREGT is 15 Februari 1880 te Dreischor (Schouwen) geboren. Leerling van de Rotterdamsche Akademie en van die te Antwerpen. In 1903 naar de Rijksnormaalschool v. T. O. te Amsterdam; van de Rijks-Akademie. Etste onder Dupont. N* BARNOUW is 22 April 1809 te Schiedam geboren en 1873? 1874? te Overschie gestorven. Landschappen. Hij woonde ook in Renkum. NIC. BASTERT is 7 Januari 1854 te Maarsse- B. BARBIERS PZN. is in 1784 te Amsterdam geboren en 28 April 18x6 daar gestorven. Landschappen, Zoon en leerling van P. B. Bzn. veen geboren. Hij is leerling van P. J. Lutjens en van M. Heyl; der Amsterdamsche en Antwerpsche Akademies. Hij woonde de Amsterdam, Antwerpen, Den Haag, Amsterdam, Nigtevegt, Nieuwersluis. Met Kever is hij bevriend, met Poggenbeek maakte hij studiereizen; de invloed van P. is soms merkbaar. Hij was 1882 in Capri; 1897 Vethueil etc. Het werk van Bastert is gekenmerkt door een vrije en open kleur, waarin echter minder kracht is dan in die van Poggenbeek. Hij schildert gaarne gezichten van de Vecht, in groote partijen, eenigszins décoratief gehouden. Het gevaar is in deze werken dat het Innerlijk die groote vlakken kleur niet voldoende kan doen „leven” ,waardoor leegheid ontstaat, waar volheid eisch is. Soms is hij, ineen studie, geestig. M. A. J. BAUER is 25 Januari 1864 in Den Haag geboren. Hij is een leerling van S. van Witsen, die lang een vriend van Jozef Israëls was. B. was van 1879—1884 op de Haagsche Akademie. In 1879 krijgt hij een prijs voor een geschaduwden kop; in 1880 voor het teekenen vaneen pleistermasker; in 1884 de groote zilveren Rijksmedalje voor het teekenen naar levend, ongekleed, model. In 1885 gaat hij naar Turkije waar ook zijn talent voor groepeering onderwerpen vond. Zijn eerste ets. Hij reisde naar Konstantinopel, Frankrijk, Aegypte (Sphinx, etc.); naar Engelsch/Tndie in 1896. Hij reisde ook naar Rusland (zie Kroniek, onder P. L. Tak). Hij gaf illustraties inde kunstwereld; bij van Schendel en Flaubert; bij Akedysseril; bij de 1001 Nacht een belangrijke serie. In 1911 ging hij weer naar Konstantinopel. Zijn pseudonym onder prenten inde Kroniek was Rusticus (1895—1897). Hij lithographeerde en etste. Waardoor onderscheidt zich zijn etswerk? Rembrandt wordt gaarne bij dit werk genoemd. De zucht tot een groot lichtspel is beiden eigen. Terwijl Rembrandt echter forsch is inden diepen zin, is Bauer, en dit is hun verschil, de etser en de virtuoos der luchtige lijn, zelfs al is deze zwaargebeten. Kant-achtig zijn zijn etsen dikwijls of met een vlietend lichtspel; in Rembrandt’s werk is nooit het „flaneeren” der naald maar gramme toover of uit zeediepe diepten ontbloeyend bewogen licht. De groepeeringen van Bauer worden gaarne op het midden gegeven. Bauer is een kunstenaar die groepen kan geven, een niet veel voorkomende eigenschap. De ets moet meer als geheel dan als détail genoten worden. Dit spreekt van zelf bij een romanticus; want dit is Bauer. Ge kunt dit eveneens vinden in zijn soms fraaie aquarellen; in zijn schilderwerk, dat wel's ver wantschap vertoont met Daumier. Ook in het schilderwerk kunt ge typisch het „zwevende” vinden tegenover het zware van Rembrandt. Het graphische is een bekorend deel van Bauer’s werk, het schrijvende inde lijn, de voortdurende, rechtstreeksche, onmiddellijke bewogenheid! Pseudoniem: Rusticus. VICT. BAUFFE is in 1849 te ... geboren, en hij stierf 13 October 1921 in Den Haag. Bauffe is een schilder van landschap en stilleven. Hij werkte te Kortenhoef, Renkum, Voorschoten, bij Waalsdorp etc. Van zijn werken noem ik: de Vischkaar; Najaar; Gelagkamer te Noorden; Waterlelies etc., onderwerpen ook van Gabriël, etc. Bauer is voornamelijk bekend als etser. Het zijn meest Oostersche „onderwerpen” die hij laat zien, hoewel hij in Amsterdam de Jezuiëtenkerk en het Centraal Station ook etste. M. BAUKEMA-PHILIPSE. Zij is in 1863 te Ede geboren. Zij werkte in Arnhem, in Heelsum, in Tiel etc. Het werk van deze, die voornamentlijk teekent, getuigt van de concentratie van geduld. M. B. zoekt gaarne een oud stadsgezicht, een gezicht op daken of een ouden toren. Een werk als het laatste inspireert haar tot een tekst, die aansluit bij haar gevoel. Zij maakte een serie teekeningen van Tiel, en is nu bezig aan Arnhem. Zij teekent ook bloemen, en gedeelten bosch. S. BAUKEMA is 3 April 1852 te Oudemirdum in Friesland geboren. Tot zijn 25ste jaar onderwijzer; daaraan aan de Akademie Minerva te Groningen. Deê in 1879 M. O. Hij was directeur en leeraar der Arnhemsche Teekenschool. Hij schilderde portret, en op raad van De Bock landschap. E. BAUMER is 15 November 1870 te Deventer geboren. Leerling van de Haagsche Akademie (naaktklasse onder F. Jansen). Hij schildert vnl. landschap; in Overijssel etc. Hij etste. J. A. BAUR is geboren in? en stierf na 1820?. In 1767 woonde hij in Harlingen. Daar-na in Amsterdam. Hij schilderde portretten etc. Zijn zoon was N. BAU(E)R is den 12 September 1767 te Harlingen geboren en daar 28 Maart 1820 gestorven. Leerling van zijn vader. Eerst nadat hij meer stadsgezichten geschilderd had, ging hij zeegezichten schilderen. en Spaansche meesters. Zijn werk bestaat uit goede stillevens van gevogelten; groote figuurstukken; landschap bij Den Haag (watermolen aan het Ververschingskanaal) etc. Bewogener en dieper dan W. van den Berg, heeft hij, soms, minder schiftenden smaak. Invloed van W. van Konijnenburg. Hij etste. ED. BECHT is 25 April 1868 in Den Haag geboren. Hij was leerling der Haagsche Akademie? Gedurende een tijd speelde hij tooneel. Zijn voornaamste uiting is, bij wat schilderen, wat etsen. Hij maakte daarin landschap. Als techniek gebruikte hij ook het vernis-mou procédé. Hij schrijft hier en daar over kunst; kritikus van de Avondpost; is ambtenaar. FRID. BECKER is 24 Maart 1830 te ’s-Gravenhage geboren en 2 Maart 1895? daar gestorven. Vriend der Marissen. JOH. BECKER is geboren n September 1870 te Soerabaya. Hij werd voor den handel opgeleid en was daarin korten tijd werkzaam. Leerling van de Haagsche Akademie. Hij ging daarna naar Londen om les te geven; een jaar later van daar teruggekeerd, werkte hij inde omgeving van Den Haag; in Overijssel; en Gelderland. Hij etste en lithographeerde. A. VAN DER BEEK, Kopergraveur uit het begin der 19de eeuw. Portretten. Hij leefde nog in 1824. Plasschaert 7 D. BAUTZ is 3 Juni 1884 in Den Haag geboren. Hij was leerling van de Akademie daar; onder leiding van F. Jansen van 1904—1906. Hij werkte in Den Haag; bestudeerde in Parijs de oude Italiaansche B. A. VAN BEEK is 30 Januari 1875 te Amsterdam geboren. Hij kreeg les van zijn vader {decoratieschilder). Hij werkte in zijn vrijen tijd buiten. Later belangstelling van Gabriël. Schildert Kortenhoef etc. J. L. VAN DER BEEK. Kopergraveur uit het begin der 19de eeuw. Portretten. J. A. B. TER BEEK is 23 Augustus 1799 te Leiden geboren. Hij stierf in? Portret, landschap, etc. P. VAN DER BEEK. Kopergraveur begin 19de eeuw. Portretten. W. VAN BEEK is 14 Juni 1867 te Amsterdam geboren. Hij teekende één winter ’s avends stilleven bij George Rueter. Hij vormde verder zich zelf. Hij was eerst stucadoor etc. Stillevens. ALB. VAN BEEST is 11 Juni 1820 te Rotterdam geboren en stierf 8 October 1860 te New-York. Schilder van zeegezichten; voornamelijk teekeningen; ook dieren en landschap. E. VAN BEEVER is 28 Maart 1876 te Antwerpen geboren en stierf Juni 1912. Leerling van de Quelhnusschool en van Alex. Boom; van Frankfort; en ongeveer 3 jaar van de Akademie te Amsterdam. Hij schilderde stilleven; interieur, dorpsgezicht. Het stilleven is vol verzorgd détail; het laatste wat hij schilderde als dorpsgezicht doet een vroegen dood betreuren. Hij etste. C. J. BEHR is 9 Juli 1812 in Den Haag geboren BEHREND zie Croiset van der Kop. J. D. BELMER is 6 April 1827 geboren en overleed 6 Mei 1909 te Barneveld. Hij studeerde te Antwerpen. Leermeester ? van W. B. Tholen. Hij schilderde portret, stilleven, landschap. J. P. C. BENNER is 31 Oct. 1876 te Amsterdam geboren. Hij had gedurende een paar jaren les van H. van der Poll. Hij was ook bloemist. Hij lithographeert. C. F. BENDORP SR. is 1736 te Sas van Gent geboren en f 3 October 1814 te Dordt. Leerling van W. Uiterlimmige; in Rotterdam omgang met H. Kobell, Langendijk etc. In Dordt weergekeerd werd hij uitsluitend schilder. Hij etste en was kopergraveur. Stadsgezichten etc. Ook reproduceerend was hij werkzaam. C. F. BENDORP Je. (zoon van J. C. B) is 21 Januari 1819 te Dordt geboren, stierf na 1864. Hij ging naar Brussel. J. C. BENDORP (zoon van C. F. Sr.) is in 1767 te Dordt geboren en daar 15 November 1849 gestorven. Leerling van D. Langendijk en van de Sallieths. Hij werkte voor boekhandelaars in Dordt en Rotterdam. Teekenaar; kopergraveur. en stierf daar 10 November 1895. Hij was een leerling van B. J. van Hove. Hij schilderde stadsgezichten uit Den Haag, en naar ik meen, ook uit Delft. Craeyvanger en later Bosboom stoffeerden zijn werk. Te vermoeden is, dat sommige werken van hem wel op Bosboom's naam geraakten. JONKVR. C. v.d. BERCH VAN HEEMSTEDE is Maart 1885 te Neer Langbroek geboren. Zij is een leerlinge van de Haagsche Akademie onder Aarts en Jansen. Portret. JHR. J. BERG is 3 Juni 1851 te Amsterdam geboren. Leerling van P. Greive te Amsterdam; van Allebé; van de Akademie te Antwerpen (1868). Zeeuwsch figuur in intérieur en buiten, etc. A. VAN DEN BERG is 19 Mei 1852 in Den Haag ? geboren. Hij is leerling van de Haagsche Akademie; nu daaraan als leeraar verbonden. In het schilderen vormde hij zichzelf. Het werk bestaat uit figuur, stilleven, landschap. Ik herinner mij een figuur, niet zonder kunnen geuit. 3 etsen, alle landschappen. A. C. VAN DEN BERG is 18 Februari 1873 te Amsterdam geboren. In 1891 werkte zij op het atelier van M, Hagemans te Brussel. Vervolgens ook op het atelier van P. Rink; op de Academie Colarossi te Parijs. Zij schildert bloemen en figuur; ook binnenhuizen etc. S. VAN DEN BERG is 4 November 1812 te Overschie geboren en 8 Juli 1891 in Arnhem overleden. Leerling van P. G. van Os. Dierenschilder. Directeur Mauritshuis. Hij etste. W. VAN DEN BERG is 16 Februari 1886 in Den Haag geboren. Leerling van de Haagsche Akademie; i| jaar op de schilderklasse; terwijl hij, in ’t begin, onder leiding van zijn vader A van den Berg, schilderde. Het werk van dezen jongen, al bekenden, schilder bestaat uit stillevens, portretten, landschappen, alles in romantische geaardheid; soms zeker, met verfijning van kleur. P. VAN DE BÉRGH is 2 November 1865 geboren. Leerling van Th. de Bock. Hij werkte te Wassenaar. G. BERGSMA is 19 April 1873 te Winterswijk geboren. Hij studeerde ± 4 jaar aan de Akademie te Amsterdam. Hij ging daar-op naar Den Haag. In 1901? naar Italië. Hij ging vanuit Italië naar Muenchen sinds 1 December 1906. Hij schildert in Zoutelande (Zeeland) waar hij woont. Zijn werk is figuur, naakt uit het Zuiden, etc.; stadsgezicht, landschap. Hij etste. L. BERKEMEIER is 1864 te Tilburg geboren. Hij studeerde aan de Akademie te Düsseldorf (2 jaar); 6 jaar te Weimar; deed vanuit Weimar studie-reizen naar Holland. Eerst woonde hij te Baanbrugge, nu te Noordwijk. BERN-KLENE is geboren te . Hij was leerling van Landschapschilder, die in Frankrijk veel werkte (Auvergne, Bretagne, de Pyreneeën). Daarbij figuur, en studies naar katten. Hij etste, en maakte houtsneden. A. J. BESTERS is in 1747 in Den Haag geboren en stierf n September 1819 te Leiden. Landschap. CH. VAN BEVEREN is 6 April 1809 te Mechelen geboren en stierf 16 September 1850 te Amsterdam. Hij bezocht Rome. Portret; binnenhuis. Het is eer décoratief; in dien zin, dat het de diepte niet altijd vermag te geven. Hij etste; maakte houtsneden en lithographeerde. Invloed W. v. Konijnenburg. JONKVR. T. VAN BEYMA is 24 Juni 1878 te 's-Gravenhage geboren. Zij kreeg les van den Heer W. J. Lampse te Leiden; van W. C. Rip;ze werkt te Kortenhoef. JOH. BEZAAN is 2 Augustus 1894 te Uitgeest geboren. Les in 1912 van Hentschel te Alkmaar; daarna werkte hij in Bergen ineen eigen atelier, verder op de drukkerij van zijn vader. In Bergen leerde hij Wiegman etc. kennen. In 1918 werken in Oisterwijk voor de Bois; daarna in Haarlem, weer in Oisterwijk; in Amsterdam, nu in Putten (Gelderland). Hij maakte linoleumsneden, hout en linoleumsnede; droge-naalden. S. BICHELBERGER begin 19de eeuw. Miniaturen. H. F. BIELING is in 18... te Rotterdam? geboren. Eerst decoratieschilder. Nu schilder en beeldhouwer ;een der modernen; een zoekend talent, beïnvloed door veel wat de tijd beweegt. Hij maakte bloemen en planten, stilleven, landschap, figuur, dieren, portret, rhythmisch landschap, riviergezicht. Als beeldhouwer figuur, ontwerp voor monumenten Houtsneden. A. G. BILDERS is 19 December 1838 te Utrecht geboren en 8 Maart 1865 te Amsterdam gestorven» Zoon van J. W. Bilders. Protégé van Kneppelhout» Hij was leerling van zijn vader. In Den Haagwas hij twee jaar bij Dirkzen (leeraar aan het gymnasium,. Hij kreeg daar raad van S. van den Berg. Mei 1858 gaat hij voor een half jaar naar Génève; leiding van Charles Humbert; tochten door het J. W. BILDERS is 18 Aug. 1811 te Utrecht geboren en stierf 29 October of 1 November 1890 te Oosterbeek. Inden beginne leerling van Jonxis. Hij zendt sinds 1840 in. 1844 kunstreis door Duitschland. 1853 Geldersch wintergezicht bij Zonsondergang. 1858 Heide bij Wolfheze etc. 1859 vestigt hij zich metterwoon te Amsterdam; teekeningen uit Wiesbaden voor den koning; Bosch te Wolfheeze. 1860 Landschap in het Schwartzwald, 1861 gezicht bij Bieberich etc.: Neerland's woeste toestand voor Arti; 1863 gezicht achter de kerkte Oosterbeek;, 1865 Winter, Ijsgang; 1867 Gezicht op het klooster Clarenthal bij Wiesbaden; 1868 Bosch te Wolfheeze met herten. Sinds 1869 gaat hij naar Vorden. 1872 Eenzaamheid; 1876 Winteravond bij de Hunneschans ; 1878 achtermiddag te Vorden; gestoffeerd door Mauve. Ook Rochussen stoffeerde soms. 1881 Veenderij. Zie verder zijn sepiateekeningen. J. W. Bilders is een kloek romantikus. G. Bilders was een zoon uit zijn eerste huwelijk. M. PH. BILDERS-VAN BOSSE. Zij is 21 Februari 1837 te Amsterdam geboren en 12 Juli 1900 te Wiesbaden gestorven. Zij is een leerlinge van Van de Sande Bakhuyzen, van J. W. Bilders, dien zij volgens Zilcken te Vorden leerde kennen. Bosboom hielp haar wel eens. Een schilderes van temperament; onder den invloed van Bilders ten slotte. Berner Oberland. Hij studeerde een poosje te Saint Arge. 1 jaar te Leiden; dan beurtelings is hij te Oosterbeek en te Amsterdam. (Kunstkroniek '65) Deze Bilders bleek een zoeker. Zijn dagboek was zeer gewaardeerde lectuur voor Mauve. G. BIRNIE is 28 April 1879 te Groningen geboren. Hij was nè de 5 jarige H.B.S. i| jaar op de Amb. School te Groningen voor praktisch meubelonderricht. Daarna 3 jaar te Amsterdam bouwkunde etc. In Den Haag en Amsterdam als meubelteekenaar gewerkt. 1908—'09 schilderles van W. Roelofs; daarna 1 jaar schilderles van B. Schregel. Etsen leert hij van Ed. Becht, droge naald (in 1913). Teekent portretten in waskrijt, etc. J. BIRNIE is 31 October 1866 te Djember (Java) geboren. Teekenles op de Akademie Minerva te Groningen (10—12de jaar). Hij werd zee-officier, in 1890 neemt hij zijn ontslag. Tot 1907 in partic. betrekkingen; onderwijl schetste en teekende hij zooveel mogelijk. In 1907 op zich zelf gaan schilderen. Hij werkte inde buurt van Groningen, op Terschelling, bij Giethoorn, etc. Hij schildert landschap, etc. Hij etst. Er is in dit werk een vastheid reeds, die op gevoelskracht duidt. CHR. BISSCHOP is 22 April 1828 te Leeuwarden geboren en te Scheveningen 6 October 1904 overleden. Hij leerde teekenen bij Wester. In 1846 gaat hij naar Amsterdam bij Schoemaker Doyer; daarna bij H. W. Schmidt. In 1848 is hij onder leiding van H. van Hove. In Parijs is hij onder leiding van Gleyre en keert 53 (55 ?) terug. In 1860 maakt hij Studies te Hinlopen. In dezen schilder is het litteraire niet tot het noodzakelijk schilderlijke geworden. Hollandsch is zijn trek naar het binnenhuis-schilderen; te veel ineen tijdelijke aanschouwing is het werk gebleven. Hij schilderde portretten eveneens. R. BISSCHOP is 21 Juni 1849 te Leeuwarden geboren. Hij was eerst voor bouwkunde opgeleid, maar ging 22 jaar oud schilderen. Hij volgde lessen op de Rotterdamsche Akademie; kreeg raad van zijn oom Chr. Bisschop. Hij huwt in 1892 met Suze Robertson; zij wonen 1895—1898 te Leur; gaan daar-na naar Den Haag. Kerkintérieur; portret etc. S. BISSCHOP-ROBERTSON is 17 December 1857 in Den Haag geboren f 18 October 1922. Zij is leerlinge van de Haagsche Akademie in '75 en '76.(111 '76 krijgt zij daar 3 medaljes, een voor anatomie). In 1877—1882 was zij leerares aan een school te Rotterdam. Zij krijgt les in dezen tijd van P. van der Velden. Na Rotterdam geeft ze les in Amsterdam (1 jaar); zij volgt eenige lessen ter Akademie; geeft haar betrekking op. ± *85—'95 woont zij in Den Haag; werkt dien tijd te Blaricum) '95—'98 woont zij en haar echtgenoot te Leur. Zij woont later weer in Den Haag. In 'O3, 'O4 werkt zij te Heeze; in 1908—1909? te Harderwijk etc. Suze Robertson is te prijzen als een schilderes van sommige stillevens en van naakten. Later in haar figuur, landschappen en stadsgezichten grooter wordend en ruiger van lichtspel is bij veel diepte van kleur het apollinische niet altijd ruim genoeg aanwezig. Het is groote Hartstocht dikwijls; loutre bezinning niet altijd. Een paar malen etste zij. Haar dochter Sarah schildert en etst. (Zie Addenda). C. S. F. BISSCHOP-SWIFT is in April 1834 te Londen geboren en stierf in Den Haag in? Zij schilderde zeker onder haar man's invloed. G. W. VAN BLAADEREN is 18 Juni 1873 te Nieuwer Amstel geboren. Hij was een jaar leerling van H. Hulk; ook was hij dat van Vaarzon Morel. Een jaar was hij op de Akademie te Antwerpen. Hij werkte bij Haarlem, Laren, Parijs, Londen etc.; in Sannois. Stadsgezicht etc.; stilleven; figuur in landschap; modern. W. C. C. BLECKMANN is 14 Februari 1853 geboren. Hij is leerling van Allebé etc. Eerst was hij bij het onderwijs. Naast landschappen (met varkens ook) schildert hij soms portret, paddestoelen, verhalende romantiek. MEJ. M. A. BLEEKER is 20 Januari 1885 te Groningen geboren. Zij is een leerlinge van de Akademie Minerva te Groningen; van de Haagsche Teeken-akademie (1907). Zij werkte, in Lochem wonend, onder leiding van Jnkvr. M. de Jonge te Zutphen en van P, Bodifée te Deventer. Zij was ook leerlinge van het Int. Schildersatelier te Amsterdam. Zij schildert etc. stilleven etc. Zij etste. A. BLEULAND VAN OORDT is 5 Juni 1862 te Rotterdam geboren. Leerlinge van de Haagsche Akademie; schilderklasse; 1885—1888. Zij werkte ook onder leiding vanTonyOffermansenG.Henkes. Kinderportretten etc. J.' BLEULAND VAN OORDT is 28 August 1865 te Katendrecht bij Rotterdam geboren. Leerlinge van de Haagsche Akademie, onder Fr. Jansen. Zij schildert en boetseert. D. J. BLES is 19 September 1821 in Den Haag geboren en stierf daar S September 1891 ? 1899 ? werktin den Louvre. 1841 een spinnend vrouwtje. 1843 Lierspeelstertje uit Savoye (1844 Potter schetsen makend). In 1843 terug naar den Haag: de muziekliefhebbers in mod. costuum; een fat uit vroeger dagen 1844. Dit is de eigentlijke Bles. Hij schilderde daar-na veel figuur inde kleedij en gevoelens ? der 18de eeuw. Zijn bronnen: Boileau's Satires; Lafontaine’s Fables; Cats; Béranger; Jacob van Lennep. Hij schilderde ook portretten Hij etste en lithographeerde. David Bles’ werk verbeeldt zeker een trek, en meer dan eenen, van den Hollandschen gemoedsaard. Van de waardeering dezer, niet zeer verfijnde gemoedsuitingen, hangt zijne verhouding in uwe appreciatie af ten opzichte van Bakker-Korf, die meer kaustisch is, meer cynisch wellicht, en van verfijnder, raker, kleurenspel. J. BLEYS is xi December 1868 in Hoorn geboren. Hij is leerling van de Amsterdamsche Akademie. Hij schildert figuur, landschap; illustreert etc. A. DE BLOCK-SMULDERS is 14 October 1876 te Rotterdam geboren. Leerlinge van de Akademie te Rotterdam; daar-na kreeg zij les van Toorop. Zij had een tijd een atelier te Rotterdam (met de beeldhouweres Rach. van Dantzig); daar-na een te Ajaccio. Zij maakte veel ontwerpen voor decoratieve kunst (uitgevoerd door de firma Hoeker en Zoon te Amsterdam). Zij lithographeerde. H. VAN BLOEM is 31 Maart 1874 te Amster- Van 1834—1837 is hij op de Haagsche Teeken-Akademie; 1837—1841 bij C. Kruseman. In Parijs wordt hij Robert Fleury aanbevolen; hij dam geboren. Leerling van den décoratieschilder Heynen. Trekt de opmerkzaamheid van Th. de Bock; van Poggenbeek. Hij gaat naar Barbizon, in 1913 naar Italië (schetsen uit Siena, Perugia, Rome, Florence. Hij werktin Veere, in Grave etc. (zie Elzevier Juni 1920). Schilder van Stadsgezicht en Landschap. H. A. DE BLOEME is 17 September 1802 in Den Haag geboren ; hij stierf er 3 November 1867. Hij was leerling van de teekenschool van het Nut te Amsterdam; daarna van de Haagsche Akademie; Pieneman; hij ging met dezen meê naar de Akademie te Amsterdam. Daar schilderde hij eerst groot historieel, en historieel. Na 1849 portret. (Zie Kunstkroniek van '6B pag. 59. lijst van werk). Hij etste. De Bloeme, over wiens werk Marius zeer waardeerend schrijft, is als schilder van portret een portrettist van niet groote kracht, maar van beschaafde, zedige, romantiek. J. P. BLOM werktin de 19de eeuw in Haarlem. Portretschilder. B. J. BLOMMERS is 30 Januari 1845 in Den Haag geboren en stierf 15 December 1914 daar? Zijn vader was lithograaph. Blommers zelf werd voor dit werk opgeleid. Hij is leerling van de Haagsche Akademie; van Christoffel Bisschop. Hij schildert interieur; strandgezicht en dorpsgezicht; portretten. Tweeërlei invloed is in hem: J. Maris en Jozef Israëls. Hij beinvloedt zijn schoonzoon, J. Zoetelief Tromp. Hij lithographeerde en etste. Blommers is door succes meer [geworden dan MEJ. L. A. VAN BLOMMESTEIN is 17 Maart 1882 te Parijs geboren. Zij kreeg les (1897) op het atelier van Blanc Garin te Brussel; werkte op de akademie te Florence (1898—'99); bij Blanc Garin (1900—1902). Van dien tijd af alleen, op raad van Toorop. Zij v/erkte nog (1910) op het atelier van Jean Delville te Brussel; leiding van H. P. Bremmer. Zij maakt voornamelijk kinderportretten; bloemen, stillevens; symbolische-teekeningen; boekversiering voor „die Göttin die da harret” van Augusta de Witt. I. BOASSON is 21 November 1875 te Middelburg geboren. Les van W. Schütz; van J. C. Ritsema, Hij werkte ook met Corn. Kuypers etc. Landschap etc. uit het Oosten. F. BOBELDIJK is 17 October 1876 te Koog aan de Zaan geboren. Leerling van de Amsterdamsche Akademie (tot 1897). Hij leerde veel, zooals hij schrijft, van Willen Witsen. B. werkte in Blaricum, Castricum, en in Brabant. Hij etste en lithographeerde. Portretten. TH. E. A. DE BOCK is 14 Januari 1851 in Den Haag geboren en hij stierf 22 November 1904 te Haarlem. De Bock had eerst een betrekking bij de Hollandsche Spoorwegmaatschappij. Hij ging dan schilderen. Zijn leermeesters zijn J. W. van Borsselen en J. H. Weissenbruch, en zeker de Barbizonschool: Corot en Rousseau; daarbij Jacob Maris. Hij werkte te Oud-Rande bij Diepenveen; te Barbizon. Van Den Haag gaat hij in '95 een begin deed verwachten; vrijheid bracht vrije beweging in het werk meê. naar Renkum; in 1902 van daar naar Haarlem. Hij schilderde werven aan het Zwarte Water. Hij etste eenige Corot-achtige plaatjes. Van Ingen stoffeerde soms zijn werk met koeien ? Hij schreef? een werk over Jacob Maris (Voornamentlijk door L. Lacomblé bijelkaar gezocht) Het werk van de Bock trekt voornamentlijk door de decoratieve saamvatting van het voorgestelde. S. A. BODDAERT-TE JOLLE is 10 Februari 1790 te Amsterdam geboren en stierf 21 April 1856 te Middelburg. Zij teekende portretten. J. F. G. BODE is 12 Juni 1870 te Breda geboren. Hij had les van P. Balmaker te Breda; in 1908— 19x0 bij Paul Bodifée te Deventer. J. C. H. NELLY BODENHEIM is 27 Mei 1874 te Amsterdam? geboren. 1893—1894 studeerde zij aan de Rijksakademie te Amsterdam; 1894—1896 bij Jan Veth. Zij werktin Amsterdam. Zij is zeer bekend door haar prentenboeken: Handjeplak (verschenen 1900); het Regent, het Zegent, (verschenen 1901); Raadsels (1902); In Holland staat een Huis (silhouetten, 1903). Backe, backe Kuchen (verschenen 1904) etc. Zij teekent ook natuurlijke historieprenten. De prentenboekjes zijn naar wezen tweeërlei. Zij zijn een illustratie van oude spreekwijzen en oude versjes, kennis van de duffe burgerlijkheid, maar met welke kennis een haat aan dat burgerlijke samengaat. De behandeling is gaarne silhouetachtig ZÜ borduurde etc. expressionistisch. G. J. J. DE BOER is 28 November 1874 in Amsterdam ? geboren. Eerste teekenonderricht op de Rijksnormaalschool v. T. O. te Amsterdam; op de Quellinusschool vervolgens. Hij is eender oprichters van de Vereeniging van kunstenaars der Idee. Figuur met landschap etc. H. DE BOER is 12 Juli 1880 te Amsterdam geboren. Hij is leerling van de Rijks Akademie van 1904—1907. Hij werkte in Zwitserland en in Italië (1908); 1910 in Haarlem; overigens te Amsterdam. J. DE BOER is 3 October 1877 te Harlingen geboren. Oorspronkelijk voor de zeevaart bestemd; reisde met zijn vader, koopvaardijkapitein,? veel als schooljongen. g 1892—1902 naar Amsterdam. Decoratieschilder, plateelschilder. In zijn vrijen tijd studeerend; stilleven (invloed 17de eeuw), 1906 studies buiten, omgeving Amsterdam; 1907 ook te Hilversum. Hij schilderde hei, bosch, figuur buiten; portretten op 't atelier. 1914—'16 litteraire en philosophische studie. Na dien tijd zwammen op boschgrond; diep zeeflora, symbolische phantaisie. Hij stelde voor 't eerst in 1917 ten toon. P. BODIFËE is 29 Juni 1866 in Amsterdam? geboren. Hij studeerde aan de Normaalschool voor Teekenonderwijs te Amsterdam, en daar-na aan de Akademie aldaar. Hij had les van de Bock, meen ik. Hij woonde in Deventer. Zijn werk: landschap; rijtuigen met paarden in Amsterdam; figuur; buurtjes, wintergezichten. Hij etste. J. DEN;BOER is 19 November 1877 te Middelburg geboren. Leerling van Schütz. Hij schildert: Boerenwoning op Walcheren etc. O. DE BOER is geboren in 1797 en stierf in 1856 te Hij is een schilder van Bijbelsche onderwerpen. J. J. M. BOGAERTS is 6 Juli 1878 inden Bosch geboren. Zijn eerste opleiding onder A. van Welie. In 1889 is hij in Antwerpen. Leerling van J. en A. de Vriendt. 3 keer was hij pensionnaire. Hij woonde te 's-Hertogenbosch, Meersen; nu jaren al te Rustenburg. Deze schilder is een schilder die inden laatsten tijd een zekere bekendheid verkrijgt. Hij zag het landschap romantisch, ietwat litterair. Hij ziet het stilleven ouderwetsch, Het werk vertoont bedachtzaamheid, maar niet genoeg mannelijkheid tot nu toe. Hij etste? MEJ. W. BÖHL is 7 Augustus 1877 te Weenen geboren. Zij studeerde (1903—1908) aan de Haagsche Teeken-Akademie onder Aarts en F. Jansen; verder in Parijs onder leiding van L. Simon en R. Menard. Zij schildert portret; landschap; interieurs; en copieert. Zij etste. J. T. F. BOHNKE is 30 September 1883 te Amsterdam geboren. Hij werkte bij den Heer Dunselman, kerkschilder. B. is dit zelf eveneens. etc. K. F. BOMBLED is 1 Maart 1822 in Den Haag geboren en stierf 4 Januari 1902 te Chantilly. Hij etste. C. BOLDING is 7 Januari 1897 te Wormerveer geboren. Leerling van Meta Cohen Gosschalk; van Prof. G. Sturm (14—17) van N. van der Waay (1917—1919) en van J. H. Jurres (1919—1921). Hij werkte aan de Zaan (14—19), in Amsterdam, in Urk (1920). Figuur, stadsgezicht etc. Hij etste, en maakte houtsneden. B. BOLOMEY is 19 Mei 1739 te Lausanne geboren en stierf 19 December 1819 daar. Van 1763— 1791 in Den Haag. Portrettist van den Prins van Oranje... Aquatint. J. A. BONEBAKKER is 1 Augustus 1889 te Amsterdam geboren. Leerling van G. v.d. Wall Perné, van H. v.d. Poel; van de Akademie; ook van H. van de Poll. Portret vnl. B. A. BONGERS is 2 Juli 1866 in Den Haag geboren. Hij is daar leerling van de Akademie; geeft les aan de H.B.S. te Delft (1923). Hij schildert en teekent intérieur met figuur; stadsgezichten; turftrekkers etc. Hij werkte in Amsterdam, rond Delft, in Gelderland, in Dordt, etc. (niet chrono- Plaaschacrt 8 M. BOKS is in 1849 geboren en hij stierf in 1885. Hij was een leerling van Mauve; Jacob Maris hielp hem in zijn werk. Een schilder, soms, van fijngrijzige duingezichten etc. logisch deze rij); ook in Katwijk; in Brugge. Hij etst; o.a. stadsgezicht uit Amsterdam. CH. BOOM-POTHUYS is 13 April 1869 te Londen geboren. Zij werkte bij Meyer de Haan en bij Jan Zürcher. Zij werkte buiten, vooral in Zandvoort; ook in het Oude-mannen-en-vrouwenhuis. Met Boom werkte zij tezamen te Scheveningen; in 1892 in Enkhuyzen; etc. Zij etste. K. A. A. J. BOOM is 26 October 1862 in Semarang geboren. Leerling van de Rijks-Akademie te Amsterdam (1870). Hij werkte in Brussel, waar hij o.a. van Toorop leerde. Hij werkte onder leiding van Jac Smit; later tezamen met J. Voerman. In 1885 in Parijs; stadsgezicht, portret, etc. J. BOON is 2 December 1882 te Nieuweramstel geboren. Leerling van Zilcken, van J. Maris; van de Haagsche Akademie. Hij is voornamelijk etser (ook reproduceerend); hij schilderde ook een kinderportret; landschap enz. E. BOONEN is 20 Juni 1860 te Dordrecht geboren. Hij kreeg te Dordrecht les van Lary, Hollestelle, Brinkgreve; deed veel aan vrije studie. Hij werkte dikwijls samen met M. Reus; inden beginne inde omstreken van Dordt en in Dordt, later op Walcheren (Veere). Sedert 1906 te Brussel gevestigd, studeert hij te Brussel en de omstreken; 's zomers op reis, Engeland en Frankrijk. H. F. BOOT geboren 8 Februari 1877 te Maastricht i >B6 les van Weingartner te Breda, vanaf 1890 eenige lessen aan de Rotterdamsche Akademie onder J. H. Weitkamp, in '97 geheel en al diens J. W. VAN BORSELEN is 20 September 1825 te Gouda geboren; hij stierf 24 September 1892 in Den Haag. De vader van van B. was een kunstlievend man. In 1855 was hij leerling van Andr. Schelfhout: hij had Tom daar als collega. Hij schilderde landschap; het Haagsche Bosch; de Scheveningsche boschjes; bij Gouda; bij Sluipwijk, het Loo. Zijn „wilgen” zijn bekend. Hij etste. G. J. BOS is in 1825 geboren. Hij stierf in 1898 te Leiden ? Vee-schilder. Hij lithographeerde wel. J. BOSBOOM is 18 Februari 1817 in Den Haag geboren (hij had een tweelingbroeder) en 14 September 1891 daar gestorven. 14 jaar oud kwam hij op het atelier van B. J. van Hove (zijn buurman). Hij schilderde onder leiding etc. v.v. H. voor het Tooneel décors; wat hij later ook nog deed. Hij schilderde in zijn leerjaren bij van Hove etc. gedichten op het Binnenhof, het stadhuis, den Vijverberg etc. niet zonder v. H's invloed. In '35 maakt hij een reis met S. Verveer tot Coblentz (zijn gezicht op de brug te Coblentz wordt door Schelfhout in dat jaar gekocht) Uit '35 is de Grenadierspoort etc. In '36 krijgt hij leerling. Gelijktijdig lessen van Maasdijk (figuur), D. G. Ezerman (perspectief) en van Miedema in 't boetseeren; invloed van Nachtweh. ± 1907 twee jaar, te Spaarndam wonende, samenwerkend met Wolvekamp, ook later met Kruyder en F. Huisman. Figuur, stilleven, portret, bloemen, intérieur; soms landschap. een eigen atelier bij gijn familie op de Dunne Bierkade. De beweging onder Nuyen die in '39 stierf en de invloed van Waldorp zijnde dan werkende invloeden, In '36 krijgt hij den gouden eerepenning voor: Stadsgezicht met afvarend beurtschip. Hij stelde toen ook in Rotterdam de St. Janskerk te ’s-Hertogenbosch ten toon. In '37 is hij in België („Oude Gevels te Brugge” etc.) In 1838 krijgt hij weer een prijs van Felix Meritis voor een kerk met invallend zonlicht. Hij is de architectuurschilder dan, die veel in België werkt. 1839 Preekstoel inden H. Jacob te Antwerpen. In '4O schildert hij het orgel van den St. Jan te den Bosch; '4l kerkgezicht te Antwerpen; in 1842 krijgt hij een medalje voor „Lux in Tenebris” te Brussel; Inde kathedraal te Antwerpen. In 1843 't Choor van de kerkte Hoogstraten: Orgel inde kerkte Purmerend. Hij schildert nu ook de Noord-Nederlandsche kerken. 1844 Hoorn; 1845, '46 St. Bavo, Oosthuizen; 1847 Prot. kerk gestoffeerd met weeskinderen; 1849 Hooglandsche kerkte Leiden; 1850 Altaar inde kerkte Calcar. Kloosters in Noord-Brabant; Synagoge te Amsterdam; Cantabimus et Psallemus (Orgelspelende Carmeliet) 1851 Weeshuiskeuken te Utrecht; 1853 Avondmaalsviering inde Geertekerk te Utrecht; Op het orgel: 1857 Oude kerkte Amsterdam; 1858 St. Laurens te Rotterdam, Overschie; 1859 Edam; Amsterdam; Jacobskerk, Den Haag; In 1863 en 1864 is hij in het Sticht bij Jhr. C. C. A. ridder vanßappard, waar hij boerendeelen en stallen maakt; 1866 Groote kerkte Alkmaar; 1868 Pieterskerk te Leiden; 1871 Hoofdkerk te Trier (Februari voltooid); 1873 hij teekent veel te Scheveningen; en ook te Maasland om een groote studie van de kerkte maken. In 1879 is hij te Domburg; in 'BO weer in Utrecht in 'B2 in Zuidlaren etc. Bosboom is de schilder van stadsgezichten; van Figuur; van stallen en deelen; van boerenhofsteden; voornamentlijk is hij echter de schilder der kerken. Hij is als deze niet overtroffen inde 19de eeuw door zijn Hollandsche tijdgenooten. Zijne ontwikkeling in deze is geweest een gaan van het meer gevarieerd en meer versierd kerkintérieur tot het eenvoudigere; noord-hollandsche dikwijls (wellicht niet zonder indirecten invloed van zijne vrouw, dit van het katholieke gaan tot het 17de eeuwsche protestantsche); ae ook wel te verklaren uit de zucht tot de toenemende belangrijkheid van het licht-spel). Er blijft echter een eigenaardig verschil bestaan in wezen tusschen Bosboom die de architectuur-schilder bleef, de schilder der drie afmetingen, en laatre, en tijdgenooten, bij wie de macht van het Licht de vormen wrel verwon. Zooals bij veel Hollanders is bij Bosboom de waterverfteekening dikwijls het meest geest geworden; het meest uit de verf. Te roemen blijft van Bosboom nog de zeer gratieuze hand van teekenen. E. BOSCH is in 1864 te Amsterdam geboren. Hij werkte, met Bauer, onder Koelman, aan de Haagsche Akademie. Hij was herhaaldelijk in Italië, vanwaar hij veel stadsgezicht schilderde. Verder figuur; stillevens van wel eens fijne kleur. Hij maakte sommige bekende etsen. S. C. BOSCH REITZ is 20 Februari 1860 te Amsterdam geboren. Hij is van 1883—1885 te Muenchen. Van 1885—1890, te Parijs: Academie Hij etste 1 zeldzaam: etsje kerkgezicht; hij lithographeerde; illustreerde Gid. Florisz. Julian, Bouguereau. Robert Fleury; Cormon later. Figuur, tuinen, havens; parken, landschappen, etc. Hij werkte te Laren, Katwijk, St. Ives; Versailles, Italië, Japan. Ineen factuur, die op borduurwerk zijn schilderijen soms doet gelijken, is hij een eigenaardig type onder zijn tijdgenooten. Ineen haven van St. Ives vertoont hij een analogie met Rivière's gekleurde houtsneden. J. BOSHAMER is in 1800 te Dordrecht geboren. Hij leefde nog na 1842. Kaarslichtintérieur uit 1836. MEJ. A. J. BOSSCHA is 6 November 1858 te Leiden geboren. Zij kreeg in Den Haag les van d'Arnand Gerkens; was op de Haagsche Teekenakademie. Later gedurende 3 jaar schilderles van Oldewelt. Zij teekende ook kinderboekjes. MEVROUW BOSSCHA maakt miniatuurportretjes (potlood) harer familieleden. TJEERD BOTTEMA is 6 Februari 1884 te Langezwaag in Friesland geboren. Hij werd op 14-jarigen leeftijd naar Maastricht gezonden, om voor onderwijzer te werken. In 1902 terug in Friesland neemt hij teekenlessen bij Rosenbeek te Heerenveen. In 1903 te Amsterdam op de tegelfabriek „de Distel". Hij neemt avendlessen op de Ambachtsschool voor den werkenden stand. Na den zomer van 1903 hospitant op de kunstnijverheidsch.; ’s avends de lessen aan de Akademie. In 1904 M. O. Teekenen; niet meer op de plateelfabriek. Hij teekent dan reclamepreten; illustreert; werkt mee aan „de Ware Jacob; volgt de bovengenoemde lessen op de kunstnijverheid en Aka- 1907 groote schilderklas, en Loge. 1907 Prix de Rome. 1908 Italië (in Florence bij Lolli frescoschilderen geleerd. 1909 Spanje, Marocco, Frankrijk. 1910 Engeland. 1911 Holland; kleine reis naar België; 4 schilderijen voor de Haagsche Bibliotheek. 1912 Prix de Rome afgeloopen. Hij schildert, in Laren, en illustreert. Hij etste. TJERK BOTTEMA is in Maart 1882 te Schoterland (in Friesland) geboren. Eerste lessen in Maastricht; leerling van de R. Akad. te Amsterdam. Hij werkte met zijn broer daar-na. 1910 was hij in Londen; 1910—Ti studies op de Amsterdamsche Akademie bij de Vriendt; voorts is hij in Berlijn; bezocht Italië, etc. Hij schilderde maaiers; stadsgezichten uit Londen; uit Amsterdam; uit de Veenlanden etc; „Notenkraker"-teekeningen. Hij etste en lithographeerde. A. J. P. BOUDEWIJNSE is 23 Juli 1862 in Den Haag geboren; hij overleed daar Februari 1909. Hij is leerling van de Haagsche Akademie en van Cormon te Parijs. Hij schildert portretten; stal-interieur; Zeeuwsch landschap, dat soms fijn is. CH. BOUTEN is in 1871 te Amsterdam geboren en overleed in 1895. Stillevens; dierenstudies; stadsgezicht. H. BRAAKENSIEK is 17 Maart 1891 te Amsterdam geboren. Van zijn 13de—15de jaar is hij op de Quellinus-school te Amsterdam; hij heeft een winterles van Hobbe Smith. Hij is dan een tijd te Antwerpen; s' avends daar op de Akademie. demie. 1905 Etsklas onder Dupont. 1906 kunstnijverheidschool verlaten; schilderklasse Akademie. Na Amsterdam weer naar Antwerpen, 18de-23ste jr., op de dagles. Hij schildert bij voorkeur naakt, tingeltangels, mondaine onderwerpen; portret. 1911—1914 pensionnaire van de koningin. Hij maakt in 1914 houtsnede van Veere. JOH. BRAAKENSIEK is 24 Mei 1858 te Amsterdam geboren. (Zijn vader was kaartteekenaar). Teekenaar van patronen op een mode-atelier. Leerling van den avend-cursus van Tetar van Elven. Ontdekt door Martin Kalf (redacteur Handelsblad). Teekenakademie; 5 jaar. Plaatteekenaar voor het geillustreerd politienieuws en van de Amsterdammer (sinds 1887). Er is een juffrouw BRAAKEN die schildert (20ste eeuw). C. BRANDENBURG is 5 December 1884 te Wormerveer geboren. Zijn eerste onderwijs (van 15—18 jr.) genoot hij van Georg Rueter op de teekenschool voor kunstambachten te Amsterdam. In die zelfde periode was hij aardewerkschilder op de Plateelbakkerij „de Distel". Van 19—22 jaar volgde hij de avendlessen in het modelteekenen aan de Rijks-Akademie te Amsterdam onder Allebé en later onder Derkinderen. Het etsen leerde hij van P. Dupont. Sinds 1913 ? wijdt hij zich geheel aan ’t etsen; daarvóór deed hij het in zijn vrije uren; toen was hij teekenaar op de Chemigraphische kunstinrichting van Schnabel te Amsterdam. Hij etst stadsgezicht. A. J. BRANDT is 22 November 1788 te Amsterdam geboren en 21 Februari 1821 daar gestorven. Leerling van G. J. van Os. Bloemstukken etc. J. BREEMER is 8 December 1875 geboren. Hij was 1894—1895 op de Rijks-Akademie te Amsterdam. Hij teekent alleen. MEJ. A. DEN BREEMS is 12 Januari 1885 in Den Haag ? geboren. Zij had les van R. Bisschop. Zij schildert stilleven en landschap. C. BREITENSTEIN is in 1864 te Amsterdam geboren t 1921. Hij is leerling van de Amsterdamsche Akademie. Havengezichten. In zijn werk zijn modern-fransche invloeden te erkennen. Hij Litographeerde. G. H. BREITNER is 12 September 1857 te Rotterdam geboren. Hij is een leerling van Neurdenburg; van Rochussen; in Den Haag zag later W. Maris zijn werk; naar de Haagsche Akademie. Op deze Akademie krijgt hij in 1876 den 2den prijs voor compositie, in 1877 den 2den prijs levend model. Hij volgde, tijdens dit verblijf bij Gugel en Lacomblé lessen in stijl en ornamentleer. In 1877 behaalt hij zijn acte Middelb. Onderw. Hij teekent in dezen tijd veel paarden; zeker in’Bo en ’Bi maakt hij schilderijen met deze. In 'B4 is hij te Parijs (schilderij Montmartre). Inden tijd dat hij op de Amsterdamsche Akademie was ('86—'87) maakt hij Naakten (Marius). De lijst van werken, de serieën die hij maakte worden wel eens in deze volgorde opgegeven: landschap, huzaren, tram- W. J. BRANDT, geboren 15 Juni 1889 te Haarlem. Aanvankelijk zee-man. Daarna gaan teekenen. Teekenleeraar o.a. Ambachtsschool Den Helder. Daarna alleen gaan schilderen. Hij schildert landschap, portret, bloemen en stilleven. (Blaricum, Huizen, Laren). Hij etste. paarden, oud-Amsterdam; bouwterreinen, maar dit is verre van juist (zie b.v. bijgevoegde lijst van schilderijen); allerlei andre dingen worden geschilderd, die deze lijst een onveilige aanwijzing maken. Breitner komt inde traditie na Jacob Maris. Hij is als kleur met deze verwant (als met Suze Robertson en met Fl. Verster). Hij is de uitbundiger realist en naturalist. Hij typeert deze tijds-bewegingen in Holland op haar zwaarst en hartstochtelijkst. Hij is de schilder van de boerderijtjes etc.; maar, typisch, die der paarden (cavallerie en artillerie) van de trampaarden; van de stadsgezichten en van sommig intérieur, en van portret, meer vol stoutheid dan vol diepte. De invloeden die ge er in vinden $ kunt, zijn (als persoonlijke) Willem Maris en den beginne en Rochussen (eveneens). Verder wat ik reeds noemde: Jacob Maris'werk; dit is een reëele overeenstemming; en deze bindt hen te saam ineen nuttige en noodige traditie. Nog te noemen lijkt mij als compositie de oorlogsprenten van de correspondenten der Engelsche tijdschriften; tevens lijkt mij hier en daar de hulp te erkennen vaneen photographisch toestel (dat gevaar). Inden laatsten tijd is een neiging tot minder-zwaar zijn inde kleur te erkennen (een meegaan met den tijd) maar deze is hem nog niet volledig geworden. Lijst van enkle schilderijen (data ±) 1878 Vaart met schuiten, landschap; 1879 Jongen (eigendom van der Weele); 1880 Ruiters inde sneeuw (invl. Rochussen); 1881 Artillerie op de heide; de Hoefsmid; In het atelier; 82 Zelfportret (eigendom Veth); 83 Dame met kat; 84 Parijs: Montmartre, Straat te Parijs; 86 Zelfportret etc. (86 en 87 Akademie te Amsterdam); 88 Portret, Schepen; 90 Huzaren op de Heide, Op verkenning;9i Inde sneeuw; 92 Paarden en sneeuw, Gracht te Amsterdam; 93 Trampaarden; 94 Hij etste. CO BREMAN is 7 December 1865 te Zwolle geboren. Hij ontving daar opleiding voor het decoratief schilderen, en werkte in Brussel (1890) hoofdzakelijk voor decoratie, figuur. Later heeft hij zich meer op het landschap toegelegd; hij pointilleerde; eender eersten is hij in dit procédé. MEVR. L. BREMAN-SCHOUTEN is 29 November 1887 te Amsterdam geboren. Zij is leerlinge van de Rijks Akademie (1905—1908). Zij werkte in Laren en in Italië. H. P. BREMMER, geboren 1872? te Leiden? de gekende kunsthistoricus (détailaestheticus) is eveneens als schilder en als teekenaar te noemen. Hij pointilleerde o.a. landschappen aan den IJsel, niet ponder verdienste; en stadsgezichten en bloemen teekende hij stippelenderwijs, waar-in meer geduld dan schoonheid is. (1913) Hij heeft een dochter, die onder leiding van Altorf beeldhouwde; een zoon, die schildert. G. A. BRENDER a BRANDIS is 21 Maart 1878 in Den Haag geboren. Hij is een leerling van de Haagsche Akademie (1897); inde kolonie van Artillerie op de Heide, Dame in 't rood (Jap. kleedij) 95 Reguliersgracht Regendag; 96 Artillerie op de heide, Artillerie; 97 Werkpaard, Paleisstraat, Heiwerk; 98 Werkpaarden; 1900 Schaftuur; Grondkruiers; werkpaarden, bouwterrein etc.; 1901 Doorbraak Raadhuisstraat; Schepen in 't Dok; 'O2 Kar op de Brug, Damrak; Scheepstimmerwerf; 'O5 Verbouwing, Rokin; 'O6 Verbouwing; '67 Grondkruiers etc. F. v. Eeden (1889—1900), in 1901 een half jaar op de Haagsche Akademie. Daar-na drie jaar bij Hart Nibbrig. Hij woont in Blaricum (1912). Landschap, stilleven, figuur; Boekversiering. F. A. BREUHAUS DE GROOT is 13 Juni 1824 te Leiden geboren; hij stierf 23 Juni 1875 te Brussel. Riviergezicht etc. Hij etste. A. H. C. BRIËT is 25 Januari 1867 te Madioen op Java geboren. Hij kreeg te Utrecht les van Hoevenaar. In 1884 gaat hij naar Antwerpen. 4 jaar later naar Parijs, waar hij Javaansche danseressen schildert. Na een groot jaar trekt hij naar Italië: Napels, Capri. Hij werkt daar-na te Mechelen bij Alex. Struys. Hij studeerde in Noordbrabant. Hij woonde te Nunspeet (waar hij nog werkt); nu in Den Haag. Zijn werk zijn: Binnenhuis; Boerenhofstede met ossen. Het werk van Briët is een afzonderlijke vermelding waard. In het binnenhuis vertoont hij een oorspronkelijkheid, wat niet gemakkelijk is na de Vinders. Het binnen huis van Briët is als inzicht het eerst verwant aan dat van Allebé. Afzonderlijk is eveneens die boerderij met ossen te noemen, waarvan èn schilderijen en aquarel tot de werklijk goede werken behooren. A. BROECKMAN-KLINKHAMER is 4 December 1876 te Amsterdam geboren. In 1901 is zij op de Haagsche Akademie; etst bij Zilcken; zij illustreert. A. M. BROEKMAN is i Maart 1874 te Amsterdam geboren. Hij werkte bij Alex. Boom en bij A. BROEDELET is 7 Augustus '72 geboren te Batavia. Van 1889—1895 was hij op de Haagsche Akademie; de laatste jaren onder Fr. Jansen. Na zijn akademie-tijd was hij een jaar in Antwerpen; vervolgens bij afwisseling te Hilversum en in Den Haag. Zeker van 1903—1908 in Laren; etc. Hij is een schilder van kinderen met fluiten en met verlichte ballons. Romantisch, maarte week tot nu toe. H. BROEDELET-HENKES is 18 Januari 1877 te Delfshaven geboren. Zij studeerde aan de Haagsche Akademie; ze werkt daarna 1891— 1898 onder Fr. Jansen. Voornamentlijk schilderes van bloemstukken. Deze vertoonen een persoonlijkheid. Het gevaar is er, dat de werkwijze tot procédé wordt. F. H. BROEKSMIT isi4 Augustus 1875 te Charlois bij Rotterdam geboren. Leerling van H. Melis; van de Amsterdamsche Akademie. Schilderde ook in Noorwegen; etste. EDM. BROERS is 12 November 1877 te Geertruidenberg geboren. Zij was leerlinge van de Haagsche Teeken-akademie en werkte daar bij Fr. Jansen en J. J. Aarts. Van 1900—1902 leerlinge van Haverman. Zij werkte des zomers wel eens buiten; in 1903 te Hattem. Portret etc. Zij etst. J. L. H. BRON is 6 Juli 1884 geboren in Den Haag. In December 1885 naar Delft verhuisd. Dysselhof. Hij schildert bij voorkeur portret en stilleven; copieert. Hij kreeg in 1899 en 1900 les van B. A. Bongers. In 1901 voor Middelbaar op de Haagsche Akademie; 1902 op de schilderklasse daar, maar er niet veel geweest. Tot 1908 's zomers veel gevaren (wat hij nu nog doet); Tholen dan wel's ontmoet en zien werken. Des winters werkte hij samen met Mension. Het werk van dezen schilder is gevoelig van kleur; een groot landschap, op Pulchrio (Februari 1913) vertoonde een diepe coloratie, toch doorschijnend gebleven; de stemming van Karsen was er wellicht in, maar zonder diens doel-zoekende onhandigheid. Hij werkte mee aan de Groene, en even aan Paljas (1911). Inde latere jaren reisde hij naar Frankrijk etc. Hij etst. A. BRONDGEEST is 2 December 1786 te Amsterdam geboren en stierf daar 30 Juli 1849. Leerling van P. G. van Os en van H. Numan. Riviergezichten. J. J. ZUIDEMA BROOS is wellicht 5 September 1833 te Vorden geboren. Hij was leerling van Bakker Korff. BROUWER (een zekere) werkte met Dupont en Vaarzon Morel aan het Panorama Jeruzalem. A. BROUWER is 23 Januari 1883 te Medemblik geboren. Hij was eerst 2 jaar student inde wisen natuurkunde. Hij kreeg gedurende 1 jaar teekenlessen van Breman; schilderde daarna zonder leiding te Parijs en te Blaricum. JUL. BROUWERS is 26 Juli 1869 te Gulpen in Limburg geboren. Hij studeerde in Den Haag Deze schilder is voornamentlijk een van landschap onder groote, zich optorenende wolk. Er is eenluchte vaardigheid inden vorm, en een „stijgen" inde kleur, die me altijd doet betreuren (tot nu toe, 1922) dat een werklijk talent zich niet méér ontwikkelde. Goede visscherstillevens (1923). R. IVES BROWNE is 6 April 1866 te Rotterdam geboren. Hij is een leerling van F. Jansen. Hij schildert landschap uit de omstreken van Den Haag; naakt in landschap: intérieur. Stilleven. W. L. BRUCKMANN is n Maart 1866 in Den Haag geboren. Hij studeerde op de Haagsche Akademie onder Koelman en Fr. Jansen. Hij werd eerst opgeleid voor architekt, en voor decoratieve kunst in 't algemeen. In 1895 vestigde hij zich in Londen. Een talent met soms te weinig accentueering. Stadsgezicht, etc. G. A. VAN DER BRUGGHEN is 2 November 1811 te Nijmegen geboren en stierf 18 Juli 1891 te Übbergen. Leerling van P. G. van Os. Niet zonder reden wordt deze als schilder van nauwkeurige, toch niet kleine, studies van honden geprezen. H. DE BRUIN is 2 Augustus ? 1886 te Amsterdam geboren. Teekent. MEJ. Y. J. BRUINING is 9 April 1865 te Leeuwarden geboren. Les (1900—'06) van Suze Robert- van 1892—'94 bij Gabriël te Scheveningen; vervolgens werkte hij het meest te Venraay; Plasmolen en omstreken Nijmegen. son en G. D. Gratama. Zij schildert bloemen, stillevens, landschap (aqu.). H. BUISMAN is 1 Januari 1873 te Wieringerwaard geboren. Hij is een leerling van Le Comte; van de Haagsche en van de Antwerpsche Akademie. Voornamentlijk schilder van portretten. Conservator Teyler's Museum te Haarlem. L. DE BURBURE schildert ongeveer het midden der 19de eeuw. Zie „Brielle 1872” in het Rijks- Museum. H. J. BURGERS is 9 Januari 1834 te Huissen bij Arnhem geboren en stierf October 1899 te Parijs. Hij is leerling van Louis Royer en J. Israëls. Hij schildert genre etc.; een jodenbegraafnis. Het werk is hier en daar niet zonder de het Romantische eigene grootheid. H. VAN DER BURGH is in 1796 in Den Haag geboren en stierf daar 15 September 1858. H. A. VAN DER BURGH, zoon van H. 19de eeuw. Melktijd (koeien bij een vliet) zie Rijksmuseum. P. D. VAN DER BURGH, zoon v. H. is 1805, in Den Haag geboren en stierf... te... Stadsgezicht zie Rijksmuseum. MEVR. BURGKLY GLIMMER 19de eeuw. Fruitstuk etc. (zie Rijksmuseum). R. BURNIER is 6 Augustus 1826 in Den Haag geboren en 17 Maart 1884 te Dusseldorf gestorvan (waar hij sinds 1869 was). Leerling o. a. van J. C. BUSÈ is 18 September 1892 te Haarlem geboren; leiding van H. Kruyder te Heemstede ('16—T7). Hij schildert portret, figuur, bloemen, stilleven, landschap. Hij etste; verder houtsnee, linoleumsnee. M. BUTTER is 23 Maart 1877 in Den Helder geboren. Leerling van de Amsterdamsche Akademie; van de schilderklasse der Antwerpsche onder Prof. P. Verhaert. Figuur. CORN. BUYS is in 1745 te Amsterdam geboren en in 1826 daar gestorven. Landschaps- en stadsgezichten, teekenaar. C. B .BUYS is 25 Maart 1808 te Groningen geboren; en daar? gestorven. Leerling van zijn oom E. J. Eelkama, van Otto de Boers, van de Amsterdamsche Akademie ('28—'29). Schilder van portretten en bloemen. JAC. BUYS geboren Amsterdam 19 November 1724 en 7 April 1801 te Amsterdam gestorven. Leerling van Corn. Pronk, van de Amsterdamsche Teekenschool, van Corn. Troost. Later directeur v.d. Amst. Teeken-akademie. Hij schilderde portretten, regentenstuk etc.; decoratief werk; hij illustreerde; etc. Hij etste, graveerde. O. GRAAF VAN BYLANDT is i Mei 1852 te Til- Plasschaert g Troyon te Parijs ('55—'58); 1858—'63 in Luik, dan in '69 in Dusseldorf, waar hij sinds 1850 ? studeerde onder Achenbach en J. W. Schirmer, Geprezen schilder. Landschappen met vee. burg? Den Haag? geboren. Van 1880—1888 had hij te Napels les van prof. Jerace. Hij werkte tot 1888 in Italië; later in Gelderland met Th. de Bock; alleen in België, Frankrijk etc. Hij werkte ook met D. Wiggers. Zijn werk: stadsgezicht, landschap, etc. MEJ. L. J. VAN BYSTERVELD is x Februari 1888 in Den Haag geboren. Zij kreeg les van Bernard Schregel (1908—To). Zij werkte inde omstreken van Den Haag en ook in Gelderland. Zij schildert stilleven etc. C. A. LION CACHET is 28 November 1864 te Amsterdam geboren. Van 1880—1888 onder leiding van B. Wierink geteekend. Hij lithographeerde. M. CALISCH is 12 April 1819 te Amsterdam geborenen 14 Maart 1870 daar gestorven. Leerling van A. C. Krüseman. Genre-schilder. MEJ. J. W. VON STEIN CALLENFELS is 7 December 1831 te Vlaardingen geboren. Zij is een leerlinge van D. van Lokhorst en van van Oppenoorth. Zij schildert landschap en bloemstukken. W. PH. CANDEL is 16 Juli 1838 in Den Haag geboren en daar 8 December 1904 gestorven. Hij was een leerling van A. Dona. Landschap met vee. MEJ. AGN. CANTA is 14 November 1888 te Rotterdam geboren. Zij is een leerlinge van Nachtweh, Maasdijk en Oldewelt op de Rotterdamsche B. A. CANTER, de gekende letterkundige, is 8 December 1871 te Utrecht geboren. Hij kwam o.a. als kunstkritikus van de Telegraaf veel in aanraking met schilders. In 1903 gaan schilderen, (aquarell: zeegezichten) tusschen 't andere werk door. In 1914 op het atelier van L. van Kuik plotseling een pastel: „Wilgen aan een sloot" geprezen door van Kuik. Hij oefende zich van toen af inde techniek, die hij in „de Wilgen aan een sloot" gevonden had. Hij noemt zijn voordracht rhythmisch pointillisme; meestal pastel, ook met waterverf, soms met tempera. In olieverf maakte hij zeegezichten; berglandschappen, rhythmische landschappen van bloembollevelden, en weilanden. Hij maakte omslagen voor zijn romans. MEJ. M. P. CARSTEN geboren 3 September 1893 te Roermond. Leerlinge van de Haagsche Akademie (1913—*17) en van het atelier Alb. Roelofs (1919— 1921). Enkele etsen op de Akademie. H. W. CASPARI is 28 Januari 1770 te Wesel geboren en stierf 8 September 1829 te Amsterdam. Leerling van G. Grypmoed. Hij was eerst op een tapijtfabriek, maar daar-na maakte hij bijna uitsluitend portret; ook miniatuur. J. W. CASPARI is in 1779 te Amsterdam geboren en ± 1838 daar gestorven. Kopergraveur; graveerde vele van de portretten van zijn broeder H. W. Akademie; verder van den Heer Oldewelt op diens atelier. Zij schildert stilleven, landschap; werd modem; lithographeerde. J. G. VAN CASPEL is 24 Maart 1870 te Amsterdam geboren. Hij is een jaar leerling van de Amsterdamsche Akademie (1890). Later kwam hij onder leiding van Vander Valk. Hij teekende veel affiches. Ongeveer 1906 gaat hij schilderen: genre, figuur, portret. Hij maakte ook de meubels voor P. Dupont o.a. J. G. CASTEELEN; eerste helft 19de eeuw in Leiden; stierf ± 1850 te Leiden. Beeldhouwer en landschapschilder. H. G. TEN CATE is 22 Februari 1803 te Amsterdam geboren en stierf 6 Maart 1856 aldaar. Leerling van P. G. Westenberg. Stadsgezichten bij maneschijn etc.; portretten, bloemen, landschap. P. TEN CATE is geboren in? te? Schilder van landschap en stilleven. S. J. TEN CATE is 27 Februari 1858 te Sneek, geboren en stierf (9? 11 ?) December 1908 te Parijs. Leerling van J. Schmidt Crans en van de Antw. Akademie. Hij reisde in Europa; Noord Amerika; Egypte. Hij schilderde stadsgezichten en landschap; hij werkte voornamentlijk in Parijs en Dordt. Aangenaam geschilderde stadsgezichten van hem zijn mij bekend. CORN. CELS is 10 Juni 1778 te Lier geboren en stierf 3 Maart 1859 te Brussel. Na den val van Napoleon schilderde hij portretten in Holland. 1820 Directeur der Akademie te Doornik. J. M. CELS is in 1819 inden Haag geboren en in 1881 in Brussel gestorven, (zoon van Corn. Cels). Portretten; genre. F. J. VAN ROSSUM DU CHATTEL is 10 Februari 1856 te Leiden geboren en stierf 10 Maart 1917 te Jokohama. Zijn vader was een dillettant schilder; zelf bezocht hij de teekenschool van Mathesis Scientiarum Genetrix. Zeventien jaar oud gaat hij naar den Haag, waar hij hulp in zijn werk van Willem Maris wel kreeg. Hij schilderde in den Haag en Leidschendam en Loosduinen en Oegstgeest (1875). In 1883—1886 is hij in Vreeland. Hij gaat in 1908 naar Indië, waar hij aquarellen etc. schilderde die hij gedeeltelijk daar verkocht, gedeeltelijk in Holland liet zien. Du Chattel is een talent, niet groot, dat te vluchtig dikwijls wierd. Etste ? D. CHIMAER VAN OUDENDORP 19de eeuwsche Hollandsche etser. W. C. CHIMAER VAN OUDENDORP is 11 Juli 1822 te Ostende geboren en stierf 1 Februari 1873 te Leiden; schilderde en lithographeerde: portretten. Hij was fabrikant. J. F. CHRIST is ii Nov. 1790 te Nijmegen geboren en daar 9 Maart 1845 gestorven. Leerling v. J. v. Eynden. Stadsgezicht, landschap. J. van Ravenzwaay stoffeerde zijn werk. L. CHANTAL is in 1822 in Amsterdam geboren en stierf er 14 November 1899. Leerling van J. A. Kruseman. Later conservator van ’t Fodormuseum in Amsterdam. P. C. CHRIST (zoon van J. F.) is in 1822 geboren en stierf? te? Hij schilderde en etste landschappen. CH. A. COCHERET is 4 September 1880 te Rotterdam geboren. Leerling van Weyns; hij werkte later op het atelier van C. J. Mension te Delft. Hij teekent en schildert karikaturen in de „Revue der Sporten”. A. COERT is 14 December 1872 te Goedereede geboren. In 1892 les in handteekenen (perspectief, pleister en stilleven) van Lampe, te Leiden. Van 1892—1900 te Leiden gewerkt. 1900—1908 in den Haag; ’s zomers werkte hij in Gelderland bijna uitsluitend landschapstudies te Laag Soeren, Heelsum, Hattem en Gorssel. Hij woont daar van af 1908 nu te Leiden. Coert is een schilder die inden laatsten tijd (ineen huis met boomen, romantisch gezien) merkbare vooruitgang toonde. Landschap; stadsgezicht. Onderdirecteur v.h. Museum te Leiden. J. COHEN GOSSCHALK (zie onder G.) is 3 November 1873 te Zwolle geboren; hij stierf 18 Mei 1912 te Amsterdam. J. COLLETTE is in 1889 te Delft geboren. Hij was na de Hoogere Burger School leerling van de kunstnijverheidschool te Amsterdam en volgde den avondcursus aan de Akademie aldaar. Toorop gaf hem daar-na raad. Hij werkte te Volendam, te Rijsenburg etc. Hij schilderde etc. portret, figuur, stadsgezicht, landschap. Hij etste. Hij etste. A. LE COMTE is 30 Augustus 1850 bij de Geestbrug (onder Rijswijk) geboren. Hij schildert vooral riviergezichten uit Dordt, Zeeland, Rotterdam. Door zijne vrouw was hij een zwager van Mauve (wiens portret hij op zijn doodsbed, teekende). W. COOKE is 27 April 1803 te Rotterdam geboren en stierf? Leerling o.a. van Ouboter; van A. J. Offermans; 1823 Akademie Antwerpen, in Parijs. Teekenleeraar in Elburg. TH. S. COOL is 12 December 1831 geboren en stierf 29 Augustus 1870. Hij schilderde historie, portret, genre. Hij was leerling der Haagsche Akademie. '57 in Parijs. ’6i Antwerpen (Leys) 1865 naar den Haag. Hij etste, lithographeerde. J. L. CORNET is 18 Aug. 1815 te Leiden geboren en stierf 3 December 1912 te Leiden. Historisch genre. Hij etste. MEVR. TH. A. CORNELDER-DOFFEGNIES is 2 April 1865 te Zevenaar geboren. Zij studeerde aan de Akademie van B. K. in Den Haag (Fr. Jansen). Eerst les van W. Oppenoorth en wenken van J. Toorop. Zij teekende model bij Krabbe te Bussum. Portret etc. A. COLNOT is 26 Januari 1877 te Amsterdam geboren. 1901—1907 op het decoratie-atelier van J. Maandag. Hij schilderde onderwijl in zijn vrijen tijd naar de natuur. Van 1907—1909 werkte hij inde omstreken van Amsterdam; om Amstelveen, inde Polders; bloemstukken. J. C. W. COSSAAR is in 1874 te Amsterdam geboren. Hij is leerling van de Amsterdamsche Akademie; wierd door Bauer en Breitner opgemerkt. In 1901 gaat hij naar Londen. Hij schildert stadsgezichten, kerkinterieurs etc. Hij werkte ook in Parijs. H. TH. DE COURT ONDERWATER (zie: O) is 6 Augustus 1877 te Dordt geboren en daar 8 Mei 1905 gestorven. A. J. COUWENBERG is in 1806 te Delft geboren en 6 April 1844 te Arnhem gestorven. Landschap etc. G. CRAEYVANGER is 31 October 1810 te Utrecht geboren en stierf 17 Juli 1895 te Utrecht. Leerling van J. W. Pieneman. Figuur. Stoffeerde schilderijen van Behr; was leeraar van Alb. Verhuys. Hij etste. J. C. CRAMER Nzn. Steenteekenaar inde Kunstkroniek. RIE CRAMER is io October 1887 te Soekaboemi geboren (Nederlandsch Indië) Zij is een leerlinge van de Haagsche Akademie). Voor het lithographeeren kreeg zij raad van Th. van Hoytema; verder wenken van W. van Konijnenburg en van Veldheer). Voornamentlijk is zij bekend als etster (of zal ik schrijven etseres) en als illustratrice, Zij publiceerde (bij de Haan te Utrecht) van meisjes en jongetjes; van jongetjes en meisjes; kindjes boek en kindjes nieuwe boek; lente, zomer, herfst, winter. Bij van Kampen: Vlindertjes en kinderwereld (bij versjes van A. Sutorius). Bij van Dishoek: Prins Peter; Beatrys, ’t Diamanten J. M. SCHMIDT CRANS is 30 April 1830 te Rotterdam geboren en stierf 14 November 1907. Leerling van de Rotterdamsche Akademie en van van der Laar; leerling later van Schefter; Historisch genre; nu en dan uitzijn tijd. Illustreerde. Hij etste. J. BEHREND-CROISET VAN DER KOP is in 1862 in Den Haag geboren. Zij teekende en schilderde in haar jeugd onder leiding van S. Mesdag van Houten; leerde etsen van B. van Houten. Stillevens o.a. van oud-Japansche voorwerpen zijn haar werk. C. CUNAEUS is 1 November 1828 te Dendermonde geboren en stierf 5 September 1895 te Nieuweramstel. Hij is een leerling van N. Pieneman. Hij schildert honden, etc. C. VAN CUYLENBURG is in 1754 te Utrecht geboren en stierf in December 1824 te den Haag. Portretten. H. A. VAN DAALHOFF is in 1867 geboren. Hij is de schilder die met allerlei stoutmoedig woord prinsesje, Olof de Vondeling. Verder allerlei bij van der Garde (Riek en de Baronieclub etc.). Zij lithographeerde; van haar etsen noem ik een stilleven; naakten; een vrouw die zich buigt over een vaas ineen tuin etc. Zij teekende een affiche voor de kinderprentenboeken tentoonstelling in den Haagschen kunstkring. Etste, lithographeerde, houtsneden. Zij is het best in haar minst bekend werk, zwart en wit teekeningen op perkament, soms met gouddie zij niet als illustraties maakte. Zij ontwerpt costumes voor Verkade. begonnen, en niet zonder invloed van Thorn Prikker en van Toorop zich ontwikkelde tot een eigenaardig schilder. Dezen schilder vindt ge niet zoo zeer inde gepointilleerde werken als nu inde gulden verlichte boerenerven onder een eeuwenoud schijnsel staand, met de kleine figuurtjes als van sprookjes. Alleen niet altijd zijn ze diep van zin, diep van licht en vorm genoeg. Hij schilderde stillevens, en dingen als smart, een kop op een schotel liggend etc. Hij etste. C. L. DAKE is in 1857 te Amsterdam geboren, hij stierf in 1922. Hij is leerling van de Akademie te Amsterdam (1876—'79); '79; ’Bi van de Akademie te Antwerpen. Hij debuteert met genrestukken: Vreemde vogels. Later etst hij voornamentlijk. In 1880 wordt hij hoogleeraar aan de Akademie te Amsterdam. Zijn zoon C. DAKE Jr. schildert een breedgehouden landschap; onder invloed van de Barbizonners etc. Hij is in 1912 in Nederlandsch Indië. MEJ. H. CHR. VAN DAM is 14 Augustus 1884 te Leiden geboren. Eerst les van haar vader. 1905— 1906 modelklasse den Haag. In 1910 samengewerkt met C. van der Windt omtrek Leiden; 191 x-1914 met de latere Mevr. C. Vreedenburgh-Schotel; ook in Laren. Zij schildert stillevens, portretten, landschap. J. VAN DAM is in 1857 te Leiden geboren. Hij werktin Leiden. Landschap. L. VAN DAM VAN ISSELT (zij teekende ook wel L. van Isselt) is 15 Juni 1871 te Bergen op Zoom geboren. In Kampen kreeg zij les van Belmer. CH. DANKMEYER is 8 April 1861 te Amsterdam geboren, f n Maart 1923 Den Haag. Zijn eerste teekenonderwijs kreeg hij op Felix Meritis. Daarna eenigen tijd aan het decoratieschilderen. Hij trekt daarop naar Antwerpen waar hij onder Ch. Verlat zijn studie vervolgde (in het tweede jaar Prix d’Excellence inde klasse van de groote antieke beelden). Eenigen tijd daar op de schilderklasse, dan naar Amsterdam onder Allebé; veel naakt. ± 1883. Hij krijgt 4 jaar de Kon. Subsidie van de Akademie komend, waar hij 3 jaar was. Hij trekt naar Laren. Mauve interesseert zich daar voor zijn werk. (Uit dien tijd een werk bij Hidde Ni j land te Dordt een vrouw onkruid wiedend uit een groenteveld). Uit Laren naar Amsterdam. Van daaruit naar Den Haag. In (1893?) Vervolgens woonde hij te Zaandam en te Amsterdam; dan naar Renkum, waar hij de Bock die daar woonde, ontmoet. Uit Renkum naar Oosterbeek (± 1901). Vijf jaar in Oosterbeek. In 1905 in Leiden. Daarna ook naar Den Haag (Scheveningen). In 1912 tocht naar Italië. Hij schildert voornamentlijk landschap en stadsgezicht, riviergezicht; goede stillevens. Even is er een invloed van Toorop. Veel analogie met De Bock; soms De Zwart; kleur en effectzzin sterk; het werk is soms rauw. Hij etste. In 'B9 een jaar Haagsche Akademie. In '92 op de modelklasse van deze inrichting, bij Fr. Jansen. Zij teekende veel stadsgezicht, en decoratief geziene bloemen etc. Zij schildert landschap en stilleven. (1907 Invloed van Th. van Rysselberghe). Soms figuur; portret. Zij etst (wat zij van Aug. Morisot te Lyon leerde) evenals het lithographeeren (sinds 1908). J. J. DASVELDT is in 1770 te Amsterdam ge' boren en 11 Februari 1855 daar gestorven. Honden-schilder etc. EZ. DAVIDSON in 1792 ? in Den Haag geboren. Hij stierf in . In 1904 woont hij in Leiden. Portret vermeld uit 1860. A. J. DAWAILLE is 21 Januari 1818 geboren te Amsterdam, en hij stierf in 1888 te Brussel. Leerling van J. A. Dawaille zijn vader, en van B. C. Koekkoek. Landschap. J. A. DAWAILLE is in 1786 te Keulen geboren en stierf 12 April 1850 te Rotterdam. Leerling van A. de Lelie. Portret. Hij etste en lithographeerde. DR. C. H. DEE is 20 April 1862 te Leiden geboren. Hij is docter inde classieke letteren. Hij teekent veel bloemen. De te maken opmerking wat deze teekeningen aangaat, is, dat ze wellicljt hoewel versierend van aard, niet genoeg stijl-vol zijn. H. A. C. DEKKER is 28 September 1836 te Amsterdam geboren en hij stierf 11 Mei 1905. Hij is een leerling van de Amsterdamsche Akademie en van Rochussen. Eerst graphisch werk. Hij werkte daarna te Dongen, Amsterdam, Laren, Nunspeet. Binnenhuizen. Hij lithographeerde en etste. A. J. DERKINDEREN is 20 December 1859 te ’s Hertogenbosch geboren. Leerling van de kweekschool voor onderwijzers te 's Hertogenbosch. weinig op de Akademie. De Processie in 'B9 voltooid, een decoratieve schildering wordt geweigerd. Daarna komen de Bosscher schildering, en die voor Berlage's levenszekering. Glasraam voor de Beurs van Berlage; verdere ontwerpen. Illustraties voor Vondel en Diepenbrock’s Mis. In 1907 volgde hij Allebé als directeur van de Akademie te Amsterdam op. Hij is een scherp styleerend schrijver; over kunstambacht, over Dupont etc. Hij etste. Niét de portretten, die hij maakte, maarde wandschilderingen geven Derkinderen zijne bekendheid. Ze zijn vol getrouw begrip in elkaar gezet, maar hun arithmetica is niet voldoende ombloeid. Hij is naast zijn schilderschap tevens een doceerend intellect en voor Directeur vaneen Akademie aangewezen. G. DERKSEN is 25 November 1870 te Doesburg geboren en stierf 24 April 1920 te Arnhem. Leerling van H. W. Jansen, van Bankema, van de Haagsche en Amsterdamsche Akademies. Hij was in Rome en in Parijs; hij werkte in Zelhem. Portret etc. J. J. DESTRÈE is 27 Maart 1827 te Laeken bij Brussel geboren, en 17 Maart 1888 in Den Haag overleden. Leerling van B. J. van Hove en van A. Schelfhout. Hij is een schilder van landschappen en van strandgezichten. FR. DEUTMANN is 27 Maart 1867 te Zwolle geboren, f? Leerling van J. D. Huibers 1884; daarna Hij had daar teekenles van J. Strackè, den beeldhouwer. In 1880 naar de AmsterdamscheAkademie. In 'B2? met Toorop naar Brussel. Ze waren onder Verlat te Antwerpen. 1887—1884 Parijs. Later weer in Antwerpen. Portret en intérieur uit Laren. J. F. VAN DEVENTER is 27 November 1822 te Brussel geboren; hij stierf in 1866. Leerling van H. van de Sande Bakhuyzen. Landschap. Hij etste. W. A. VAN DEVENTER is 30 Juni 1824 in Den Haag geboren en in 1893 daar gestorven. Leerling van H.vande Sande Bakhuyzen. Toen hij te Amsterdam woonde: Het Y, en riviergezichten; verder strand en zee. Hij etste en lithographeerde. H. A. DIEVENBACH is 25 Juli 1872 te Haarlem geboren. Hij volgde daar de avendlessen aan de teekenschool van kunstnijverheid. 13 jaar oud gaat hij naar Amsterdam wonen, waar hij ’s avends de teekenschool voor de kunstambachten bezoekt. 1892—'96 Rijks Akademie. Vanaf 1900 werkt hij veel te Laren, Brabant, Overijssel. Voornamentlijk figuur. P. M. DILLEN is 6 Augustus 1890 te Mierlo geboren. Leerling van de Amsterdamsche Akademie 1915—1918, werkt daarna te Mierlo-Hout. Deze schilder, geïntroduceerd o.a. door Ary Prins, trok de oplettendheid der kunstminnaars dooreen tentoonstelling bij Wisselingh in Amsterdam. Hij schildert figuur, beesten etc. Hij etste. MEVROUW H. G. DINGEMANS-NUMANS is 15 Augustus 1877 te Sintang op Borneo geboren. Les van H. van Thol (1900) etc.; en lessen van Akkeringa. Zij huwde den etser-schil- A, DIRCKX is 6 October 1878 te Rotterdam geboren. Hij is leerling van de Rotterdamsche Akademie. Door tegenwerking van zijn familie genoopt, verliet hij vroeg het huis van zijn ouders en werkte voor de markt. Voor zich zelf werkte hij op een anderen weg; het werk liet hij niemand zien. De Heer J. M. v. Rede liet hem toen rustig werken. Deze latere schilderijen zijn inde luministische richting etc. Hij maakt met Dankmeyer een reis door Italië. Landschap. A. G. DISSEVELT is 24 Februari 1881 te Leiden geboren en 19 September 1903 daar gestorven. Stillevens. JHR. M. DITTLINGER, geb. 20 Maart 1864? te Breda. Stadsgezicht, portret, landschap en dingen als het Faustballet, feeën. J. H. DOELEMAN is in 1848 te Rotterdam gegeboren en stierf 10 Mei 1913 te Voorburg. Hij werd in 1877 Leeraar aan de Akademie v. B. k. te Rotterdam. In 1902 lid van verdienste daarvan. Landschap. G. VAN DER DOES is 20 Juni 1878 in Den Haag geboren; leerling vanaf 1896 voor vier jaar naar de Antwerpsche Akademie; een winteratelier in Den Haag, veel gewerkt met Karei de Nerée; atelier Amsterdam een winter; Parijs Academie Julian. Buiten geschilderd Grès-sur-Loing en Bretagne etc. Landschap, portret, stilleven. der Dingemans. Haar werk bestaat uit portretten; model; stilleven. TH. VAN DOESBURGH zie CHR. E. KÜPPER. J. J. DOESER is 8 December 1884 te Utrecht geboren. Autodidakt. Hij schildert figuren binnen en buiten onder den invloed o.a. van Vincent van Gogh; vooral onder den invloed van diens ethische inzichten. Modem. Hij lithographeerde. G. W. VAN DOKKUM is in 1828 geboren en in 1904 gestorven. Hij was een leerling van de Poorter, den portretschilder. Op zijn 16de jaar cocopieerde hij naar 80l Van zijn 18de jaar is een zelfportret, en een portret van zijn moeder. Op zijn 18de jaar werd hij teekenaar bij van Kempen en Zonen Goudsmeden toen nog te Utrecht. Zijn zoon is G. W. P. VAN DOKKUM, schilder en directeur van het Sch. en Teekenk. Gen. Kunstliefde te Utrecht, een tot nog toe onbelangrijk landschapschilder. KO DONCKER is 6 April 1874 te Haarlem geboren en is in 1917 te... gestorven. Van 1888— 1893 was hij daar op de Kunstnijverheidschool; les van Duco Crop, Oldewelt en K. Sluiterman. Hij schildert sinds 1896 niet meer. Hij teekende (zwart en wit) als illustraties. Tevens maakte hij zich bekend als vertooner en ontwerper vaneen schimmenspel etc. Hij deed, naar ik meen in Engeland, décoratief werk: ontwerpen van patronen. C. (KEES) VAN DONGEN) is in 1877 te Delfshaven geboren. Leerling van de Rotterdamsche Akademie. Sinds 1898 is hij in Parijs in verschillende streken van Frankrijk. Van Dongen is een schilder van allermodernst figuur, en van stadsgezicht. Het decoratieve, dat J. DOOYEWAARD is 12 Augustus 1876 te Amsterdam geboren. Van 1891—1893 studeert hij aan de Quellinus-school te Amsterdam; 1894— 1897 op de Rijksnormaalschool voor teekenonderwijzers te A’dam; hij boetseert 1 jaar op de kunstnijverheidschool. Hij woonttwee jaar in Amsterdam; werkt een zomer in Scheveningen en in Edam. Daarna drie jaar in Laren gewoond en gewerkt; een zomer in Heeze. In 1904 naar Nunspeet; twee zomers van dien tijd in Limburg en in Elspeet. Zomer 1908 in Blaricum geschilderd. Binnenhuis, portret. Onder de portretjes van Dooyewaard zijn zeker te prijzen werken; in zijn Binnenhuizen is soms een analogie met wat van Beever zocht: er is zekere oorspronkelikheid in te vinden. AL. DORGELO is 10 Februari 1888 te Winterswijk geboren. Akte (M. O.). Teekenlessen den Haag, Deventer. Hij werkte in Rotterdam, Vlieland, Deventer. Naakt op Pictura in Dordt. Hij schilderde Landschap, bloemen, stilleven. Inktteekeningen: landschap, stadsgezichten. J. SCHOEMAKER DOYER is 24 Juni 1792 te Krefeld geboren en 9 Juni 1867 te Zutphen overleden. Leerling van J. Andriessen en van M. I. van Bree. Genre. R. DOZY is 28 September 1880 te Nijmegen geboren; Leerling 1901—2 van prof. Lauwers te Antwerpen, te Parijs van Humbert en Carrière; 1907 atelier de gravure van Pellens te Antwerpen. Plasschaert xo achter elk modern streven zit dwingt hem ook, hoewel de voordracht lyrisch is. Hij is van kleur soms rijk en verfijnd. Te Parijs gewerkt met G. Braque, Picabia, G. Lepape etc.; te Antwerpen met de Graaf, F. Vermeylen, Edg. Wiethase, Chris Lebeau, van Blaaderen, Verpilleux. Hij maakt landschap, figuur, portret. Hij maakt houtsneden. J. DRABBE is 21 Juli 1865 te Bergen op Zoom geboren. Officier der artillerie. Hij werkt als schilder wel onder den invloed van Toorop. C. L. DREIBHOLTZ is 8 September 1799 te Utrecht geboren en stierf daar 16 Maart 1874. Leerling van J. C. Schotel. Gezicht op Dordrecht (Rijksmuseum etc.). A. J. VAN DRIESTEN is 12 April 1878 te Leiden geboren. Hij ondervond steun van zijn vader; dankt veel aan Th. de Bock. Hij werkte eerst inde omstreken van Leiden; van 1898—1902 (ongeveer) te Renkum; van 1903—1905 te Gulpen (in gezelschap van van Bloem; 1906—1911 in Noorden; December 1911 vestigt hij zich te Eefde bij Zutphen. Landschap. EGB. VAN DRIELST is in 1746 te Groningen geboren en stierf 4 Juni 1818 te Amsterdam. Leerling van Jan Augustini (Haarlem) en van Jacob Cats te Amsterdam. Hij schilderde meestal in Drenthe. J. A. VAN DER DRIFT is in 1808 in Den Haag geboren en in 1883 te Weert bij Roermond gestorven. Leerling van A. Schelfhout. Stadsgezicht etc. Hij etste, en lithographeerde. A. H. DROS is ii Maart 1862 te Leiden geboren. Hij werkte buiten met Münninghoff (1911). de Rijksschool voor Kunstnijverheid; 1898— 1900 lessen van Lauweriks, de Bazel en Walenkamp. Schilderklasse, etsklasse (onder Dupont) der Akademie inde jaren 1902—1906. 1906—’08 Kon. Subsidie etc. In 1906 illustraties voor prentenboeken Sneeuwwitje; 1907 Asschepoetster; etsen, gravuretje, etc. Zij schildert portret; etst, lithographeert etc. Ook schildert zij stilleven en landschap. P. L. DUBOURCQ is 25 April 1815 te Amsterdam geboren en hij stierf 5 Mei 1873 te zelfder stede. Hij is een leerling van J. van Ravenzwaay en van A. Schelfhout. Hij schildert tooneelen uit Italië etc. Hij etste en lithographeerde. G. VAN DUFFELEN is 21 September 1889 te Rotterdam geboren. Leerling van de Akademie te Rotterdam ('09—'13) onder Oldewelt, Luns, Maasdijk. Kon. Subsid. '14—'17. Hij maakt stadsgezicht, figuur, stilleven, bloemen. Etser. E. B. VAN DULMEN KRUMPELMAN is 25 Augustus 1897 te Kreuznach ander Nahe in Duitschland geboren. Hij liet zijn studies beoordeelen door Prof. Allebé, Breitner en Witsen; verder i\ jaar Normaalschool en 1 jaar Hendrick de Keyzer. Hij werkte in Amsterdam, Rotterdam, Antwerpen Brussel, Achterhoek, Brabant. Hij teekende, aquarelleerde, in Amsterdam; natuurstudies in olieverf in Drenthe. Hij illustreerde Brusse (25 jaar onder de menschen); Geschiedenis der Amsterdamsche Stoomvaart door Dr. G. M. de Boer. Hij maakte een ? ets onder leiding Witsen. W. C. DRUPSTEEN is 10 October 1880 te Amsterdam geboren. Zij is leerlinge van de Rijksnormaalschool v. Teekenonderwijs (1897); van CH. DUMONT is 10 Juni 1866 te Semarang geboren. Hij kreeg les inde ets-techniek van C. v.d. Windt te Leiden; hij lithographeerde (schelpen) voor het werk over de Siboga expeditie; verder maakte hij steendrukken voor 't Museum van Nat. Historie te Leiden, waar hij nu (1914), na officier Ind. leger geweest te zijn, leeraar is. Hij etst landschappen. Lithographeert. J. DUNSELMAN is 5 Augustus 1863 in Den Helder geboren. Hij krijgt het eerste onderricht aan het Instituut aldaar; op zijn 18de jaar drie jaar naar Antwerpsche Akademie. Prix de Rome te Amsterdam. Reis naar Italië en Spanje. Schilder van historie, portret en „kruiswegen” in kerken. P. DUPONT is 5 Juli 1870 te Amsterdam geboren en stierf er 7 Februari 1911. Dupontwasvan 1884 —lBB7 klerk bij de Hollandsche spoorwegmaatschappij. Van 1887—1890 is hij leerling van de Rijksnormaalschool voor teekenonderwijs te Amsterdam; 1890—'94 leerling van de Rijks Akademie voor Beeldende kunsten aldaar. 1890 brengt hij zijn eerste bezoek aan Parijs. 1891—1896 is hij leeraar aan de avendschool van kunstambacht te Amsterdam. 1896—1900 is hij te Parijs. Van 1900—igoateNogent sur Marne, in Anvers sur Oise in 1902 of 1903 wordt hij professor aan de Akademie te Amsterdam. De vrienden van Dupont’s Akademietijd etc., waren zijn laatre zwagers Vaarzon Morel en Klaas van Leeuwen. Zelfs meen ik dat deze laatste met de teekeningen der paarden begon, waarvan Dupont in zijne burijn gravures zijn werk zou maken. Hij maakte eerst wel etsen; voor 1896 een reeks, waarvan Wisselingh er 6 (op zink) inden handel gravures zijn omstreeks 1900 begonnen. Zij kostten hem veel tijd; in 1902, schrijft hij mij, was hij pas aan zijn sde plaat bezig en hij geeft me op: I'Outillage, uit 1900, béte de labeur (uitgave v. Wisselingh; uit 1901 I’Outillage béte de labeur (zelfde onderwerp maar verbeterd) edit. Sagot Paris; 1901 Béte blesse (I’Ontillage), ed. Sagot Paris; 1901 Portrait de Steinlen ed. Sagot Paris en 1902 I'Outillage les boeufs, dat hij in Oct. onderhanden heeft; en no. 1 is vaneen serie groote kopergravures te publiceeren bij van Looy, etc. De lust om te etsen gaf van der Valk hem, dien hij in '95 leerde kennen, na de Akademie, maar hij vond haar niet genoeg verbonden met de drie andere kunsten: architektuur, schilderkunst en beeldhouwkunst, waarom hij de etskunst hoe aangenaam hij haar ook vond, verliet voor de oprechte burijn. Naast zijne gravures en etsen, maakte Dupont teekeningen van dezelfde onderwerpen, terwijl hij ook typen uit de Warmoesstraat weergaf; boomen te Greenwich teekende etc. Een aantal dezer teekeningen zijn met kleur. Hoewel Dupont's styleering somtijds niet voldoende is, blijft hij toch eender scherpst-bepaalde Karakters inde 19de eeuwsche Hollandsche School. Hij herwon voor haar de burijngravure, waarvoor zelfs Steinlen, zijn vriend, (en die wel invloed heeft uitgeoefend) hem gaarne prees. Hij graveerde ook het nieuwe muntbillet van io gulden; reproduceerde gravures: Tulp (van Six); portretten van Treub nog en D. C. Meyer etc.; postzegelontwerpen. bracht, maar bij dezen helderen en vasthoudenden geest zou de burijn toch, naast zijne teekeningen het hoofdmiddel zijner uiting worden. Deze burijn- MEJ. A.?H. ? DIJKMAN is in Januari 1867 geboren. Zij is een leerlinge van de Rotterdamsche Akademie; van de Haagsche (op den examencursus M.0.). Zij etste. M. (THEO) DIJKWEL is 15 Juli 1881 te Dordt geboren. Hij studeerde te Brussel (’o8—'13) onder Richir. J. Delville, kon. Akademie; te Londen ('13—T4) op County Council School. Hij maakte bloemen, vruchten figuur. Hij lithographeerde (leerl. van den heer Sparnaay te Dordt). G. W. DYSSELHOF is 8 Februari 1866 te Zwollekerspel geboren. Leerling van Jhr. Heemskerck van Beest; daarna van de Haagsche Akademie 82—85; van de normaalschool en van de School voor kunstnijverheid. Hij aquarelleerde en schilderde veel aquariumstukken; verder maakte hij: Boerenwoning te Heemstede, en het Landschap met boerenwoning (deze treffen door fleurige naïveteit); circusschetsen. Kunstnijverheid. Pastelteekeningen eveneens. Dysselhoff is de voornaamste visschenschilder van zijn tijd; in Holland. Zijn aquarellen waren kostbaar neergedropen; zijne schilderijen, die eerst toover en diepte misten, winnen deze langzaam-aan ingroote mate. Het werk is zeer zorgzaam; vele nauwkeurige teekeningen bewijzen de nauwlettendheid van dezen werkzame. P. A. DIJXHOORN is in 1810 geboren en in 1839 gestorven. Leerling van M. Schouma. Zeeschilder. G. EBERHARD is 14 October 1879 te Maastricht geboren. Leerling o.a. van de kunstnijverheidschool te Amsterdam; van de Rijks Akademie aldaar. In 1909 verlaat hij de Akademie. Hij copieerde C. Fabritius’ Onthoofding van Joh. den Dooper. Hij G. A. O. VAN ECK is 27 Februari 1865 te Gorkum geboren. Leerling van F. W. Ouwerkerk en van de Avendschool van „Mathesis” te Leiden. Daarna 1887—1889 leerling der Haagsche Akademie. Hij schildert landschap; hofjes; etc. E. M. EDEN is 5 Juli 1885 te Amsterdam geboren. Van N. M. Krabbé kreeg hij teekenlessen; in 1902 op de Rijksakademie onder leiding van Prof. van der Waay en Dake. Hij leerde etsen maar schilderde in hoofdzaak. Hij was ook geruimen tijd werkzaam bij de diep-zeevisscherij. E. J. EELKEMA is 8 Juli 1788 te Leeuwarden geboren; hij stierf 27 November 1837 aldaar. Leerling van G. de San. Bloemstuk. O. EERELMAN is 23 Maart 1839 te Groningen geboren. Eerst zou hij lithograaph worden; hij bezocht de Akademie Minerva te Groningen. 1864—'65 is hij te Antwerpen; in 1867 te Parijs. Daar-na is hij leeraar aan Minerva te Groningen in 1874. Hij is 2 jaar te Brussel; om zich als figuur schilder te bekwamen, etc. Hij werkte in Den Haag, Groningen, Arnhem. Hij is bekend als honden-portrettist; zijn begeerte was figuur-schilder te worden (zie Intocht der Koningin). LAREC EEREN = de Nerée tot Babberich. J. H. EGENBERGER is 22 April 1822 te Arnhem geboren; hij stierf 14 Mei 1897 te Utrecht. Historieschilder. P. EGMOND is 12 Januari 1864 te Hoogwoud werkt te Maastricht; schildert alle genres. Hij etste. (N.-H.) geboren en hij stierf te Bergen 31 October 1908. Hij studeerde 3 jaar op de Quellinusschool te Amsterdam. In 1885 gaat hij dan naar Brussel, waar hij de teekenlessen volgde en het eerste jaar overdag werkte op het atelier van Jeanlet. De 3 volgende jaren op de Akademie onder Stallaert en Portaels. In 'B9 uit Brussel; met vrienden een studie-reis naar Algiers, Tunis en over Italië via Cassel huiswaarts keerde. Hij werkte hoofdzakelijk in Noord-Holland; veel inde boerenhuizen in zijn omgeving. MEJ. A. EGTER VAN WISSEKERKE is 23 September 1872 geboren. Zij studeerde onder leiding van den Heer Br emmer, en eenigen tijd in Muenchen. Zij werkte samen o.a. met Mej. Pabst, Mej. van Hettinga Tromp, met W. Huszar. Zij etste en lithographeerde. N. EISELIN is 3 October 1885 in Den Helder geboren. Eenige lessen in Laren van van Beever. E. EKKER is 21 October 1858 te Kampen geboren. Leerling o.a. van de Akademie te Antwerpen, te Lyon, te Weenen etc. Hij schilderde figuur, portret; stilleven. LUCIE EKKER zie Mevrouw van Dam van Isselt. MEVR. M. ELOUT-DRABBE is 4 Maart 1875 in Utrecht geboren. Na haar schooltijd, eenige jaren lessen van Schütz te Middelburg; daar-na twee winters op de Akademie inden Haag. Van meeste belang is de kennismaking met J. Toorop, dien zij in 1897? leerde kennen. Zij schildert landschap; Domburg; stilleven. Zij MEJ. J. J. VAN DER ELST geboren 24 April 1899 te Amsterdam. Leerlinge (1916—'20) van Albert Roelofs, dan van W. van Konijnenburg op het leerlingenatelier van Alb. Roelofs. Zij maakte houtsneden. P. H. TH. TETAR VAN ELVEN is 13 September 1823 te Antwerpen geboren en hij stierf 28 Februari 1896 te Scheveningen. Leerling van J. E. J. van den Berg. Leeraar aan de Polytechnische school te Delft; hij woonde in Parijs, in Turijn. Ook Interieur. F. ENGEL JZN. is 30 November 1872 te Koog a.d. Zaan geboren. Hij was 1 jaar op de Stadsteekenschool te Zaandam; 3 jaar op de Quellinusschool te Amsterdam; 5 jaar op de Rijksnormaal voor Kunstnijverheid (einddiploma 1895). Hij studeerde daar uitsluitend in decoratieve richting. Van 1896—1904 photographeerde hij, en maakte daarbij dec. werk voor Berlage etc. Hij gaf verder les. Hij maakte ongeveer 1906 studies naar boomen etc., die hij aan Allebé liet zien. Deze ried hem buiten te schilderen (Mei 1906). Hij werkte te Heiloo (1906), Egmond a.d. Hoef (1907), Bergen 1908, Voorschoten 1909, Vreeland 1910, Heelsum 1911. Oud Loosdrecht 1912. Vanaf 1907 liet hij om de 5 k 6 weken zijn werk zien aan W. Maris. Koninklijke subsidie in 1908, 'O9, 'lO. Hij schildert voornamentlijk vee, en landschap, kalfjes etc.; ’s winters werkt hij ook in stallen. W, J. M. ENGELBERTS is 21 Januari 1809 teekent kinderportretten; maar ook dat van Toorop, wat met, een van haar kind, een van de beste harer uitingen is. Zij lithographeerde (1) en etste. te Amsterdam geboren; hij stierf 9 Mei 1887 te Aalst in Gelderland. Leerling van Fr. de Braekeleer. Wildmarkt (Rijksmuseum). Hij etste. MEJ. C. G. A. ENSCHEDE is 10 December 1791 te Haarlem geboren en zij stierf daar 6 Maart 1873. Stilleven. MEJ. C. J. A. ENSCHEDE is 7 Juni 1828 te Haarlem geboren en 24 October 1883 te Bloemendaal gestorven. Portret. MEJ. A. M. ENSCHEDE is 29 September 1864 te Haarlem geboren. Bloemstuk. C. V. ENSINCK is in 1836 te Breda geboren. Hij studeerde aan de Akademie te Antwerpen, waar hij in '67 een gouden médaille behaalde; eveneens in 1869 waardoor hij tevens een atelier kreeg. Een jaar daar-na ging hij naar Parijs om verder te studeeren. Binnen eenige jaren was hij echter in Holland terug. Portret etc. Ik zag een portret van hem dat, met ietwat te weinig accent, zeker niet onverdienstelijk was etc. A. ERKELENS is 22 Maart 1885 te Alphen geboren. Hij schildert in 1921 landschap te Veere. A. VAN WEEZEL ERRENS 19de en 20ste eeuw. Leeraar in het teekenen te Amersfoort ? Hij etste. B. VAN ES is 15 September 1876 te Amsterdam geboren. Leerling van de teekenschool voor kunstambachten en van Corn. de Bruin. '97—'98, les buiten werken; te Ruurlo: Landschap. Na dien tijd, na het faillissement vaneen kunsthandelaar bijna x jaar als huisschilder gewerkt. In 1907 ziek, mag hij niet meer werken. Hij doet dat 3 jaar dan niet; boert nu, maar schildert tevens. Hij schilderde landschap, naakt, figuur etc.; teekende dieren etc. J. C. VAN ESSEN is 25 Februari 1854 te Amsterdam geboren. Eerst was hij voor den handel bestemd. Hij is leerling van P. F. Greive; tegelijk o.a. met Kever. Hij werkte eveneens eenigen tijd op het atelier van Valkenburg. Hij schilderde landschappen onder allerlei invloed: stadsgezichten, straatje te Naarden, etc. In 1885 ried Swan hem dieren te schilderen wat hij tot nu bijvoorkeur doet. Van Essen's werk bestaat uit de volgende onderwerpen: Burgermenschen; Heide- en duinlandschappen, achterbuurten etc.; dierschilderijen en dierstudies; stillevens. Zijn werk is verzorgd en gekund. De kleur is niet altijd op haar juiste waarde in het geheel gebracht. Hij etste? M. S. EVERS—KEG is io Februari 1887 te Prinsenhage geboren. Van haar nde jaar af in hare schoolvacanties onderricht in Middelburg van den schilder Schütz aldaar; die sinds 1902 geregelde leiding gaf. Van 1904—1905 te Parijs van Mlle Grimaut. Stadsgezicht, bloemstuk, stilleven; portret. Zij maakt houtsneden. van Jurres in het teekenen naar 't model. Leerling van de Akademie (avendlessen). Verbonden aan de Plateelfabriek de Distel. Na die 4 jaar gaat hij MEJ. A. EVERTS is in 1869 te Rotterdam geboren. Zij had les op de Rotterdamsche en Haagsche Akademies. Zij schildert hoofdzakelijk kinderportretten; ook potloodteekeningen. R. VAN EYSDEN is 22 April 1810 te Rotterdam geboren en hij stierf in October 1890 te Apeldoorn. Hij was portret- en genreschilder. JNKVR. I. VAN EYSINGA is 12 Februari 1881 op Klein Leeuwenhorst te Noordwijkerhout geboren. Vanaf 1891— ± 1898 lessen van Th. van Hoytema. In 1901 weer les in Dresden bij een schilder (model); 1907—'08 schilderles van Fr. Jansen. Zij teekende veel inde omstreken van den Haag; soms in gezelschap van van Hoytema; verder in Italië. In 1908, ’g, 'lO bijna uitsluitend op het land; in 1909 zomers op Tessel met R. S. Bakels, op wiens atelier zij ook schilderde; etc. Zij kreeg raadgevingen van genoemden en ook van Mevr. en Hr. Haverman, Anna Abrahams, H. G. Marius. Zij schildert landschap, dieren. Ook borduurt ze. D. G. EZERMAN is 4 Juli 1848 geboren (te Zutphen?) en stierf 5 November 1913 te Rotterdam. Hij kreeg zijn eerste opleiding op de burgeravendschool onder leiding van W. v.d. Worp, In 1872 inden Haag leiding van Kachel en Koelman. 1880—’8i is hij te Amsterdam leidingvan Proff. Allebé en Wijnveld. Van 1874—1880 had hij te Arnhem gewerkt; vanaf 1882 te Rotterdam. Hij schilderde portret, stilleven, landschap. H. V. G. LE FAUCONNIER is in Juli 1881 te Hesdin (Pas de Calais) geboren; enkele maanden leerling van J. P. Laurens te Parijs. Hij woonde Le Fauconnier heeft zich in Holland ontwikkeld, na zijn cubisme (dat verfijnd van kleur is) tot een schilder (vooral teekeningen) van portret, naakt en bloemen, zwaar en rijk van kleur. Hij heeft veel invloed gehad op de jongeren; zoowel door zijn kleur als door zijn eigenaardig-groot gehouden vorm. C. A. FELDMANN is 24 Augustus 1894te Keulen geboren. Leerling in Delft van A. F. Gips, en van A. W. M. Odé (boetseeren etc.). 1910—1913. Hij leerde in dezen tijd in hout snijden en beeldhouwen. 1913 eerste lessen in het schilderen met olieverf van Mension. Dan September 19x3— April 1914 te Neurenberg (op kunstnijverheidschool (reclameplaten, ex-libris, lithographeeren. Naar Parijs twee weken. Leerling Haagsche Akademie (1914—1915). October 1915 naar Muenchen. Zelfstandig gewerkt, ook inden dierentuin. 1916— 1919 vooral inden dierentuin te Rotterdam; verder portret, stilleven (woonde te Delft). Sinds 1913 zomers te Bergen aan Zee; 1919 gaan wonen daar. Portretten, landschappen, dieren etc. Hij woont nu in Nunspeet (21); figuur buiten. Hij etste. I. I. FELS is in 1816 te Kampen geboren, en stierf. Leerling van B. C. Koekkoek. Landschap. MEVR. CH. FERNHOUT-TOOROP is 24 Maart 1890 te Katwijk geboren (dochter v. J. Toorop). Zij schildert landschap, portret, onder den invloed van haar vader en van andre modernen. Karaktervol talent. tijdens de oorlog in Holland (Veere, Amsterdam, etc.) nu weer te Parijs. B. FERWERDA is 3 April 1880 te Amsterdam geboren. 1900—’oi—'02 aan de Rijks-Akademie te Amsterdam. Daarna alleen buiten gewerkt te Ruurlo, Ederveen. Leersum. Vanaf 1905 te Renkum; 1909 een maand inde Belgische Ardennen: Laroche, etc. Landschap etc. schildert hij; en etste. A. FEUDEL is 27 Maart 1857 te Harthau bij Chemnitz in Saksen geboren. Hij was bloemeschilder op de Meissner-porceleinfabriek; 1 jaar op de K. Akademie te Dresden; 4 jaar op die te Muenchen. Daarna 17 jaar in Amerika. Sinds 1902 is hij te Katwijk. Hij schildert portret, landschap, Marine's etc. D. H. W. FILARSKI is 15 October 1885 te Amsterdam geboren. Leerling van de Quellinusschool (drie jaar), van de Kunstnijverheidschool te Amsterdam 4 jaar. Hij werkte in Bergen met Colnot (19x0); in 1911 te Norderney, Osnabrück, Bergen; in 1912 te Parijs met Johan Raedecker; Bendien; in Zwitserland met Smorenberg ('l2 en 'l3) in Lugano etc.; in Amsterdam; in Bergen in Italië etc. Landschap, bloemstukken. Hij maakte ets; houtsnede; linoleumsnede. H. R. VAN DER Flier is 26 November 1827 te Baarn geboren en stierf ? Leerling van J. de Rijk. Veeschilder. G. H. G. VON BRüCKEN FOCK is 28 December 1859 te Koudekerke geboren. Teekenles van J. F. Schütz. Hij wijdde zich daarna aan de muziek, maar vanaf 1900 is hij weer veel gaan aquarellen; vanaf 1901 haast uitsluitend landschap-schilde- MEJ. E. FRAISSINET is 23 October 1912 te Hilversum overleden. Lid van Arti. C. F. FRANCK is in Mei 1758 te Zwolle geboren en stierf in 18x6 te Bennebroek. Decoratieschilder (in Leeuwarden); in 1806 omstreken Haarlem gaan wonen. Figuur. D. O. L. VAN FRANCKENBERG EN PROSCHLITZ is 16 Januari 1822 te Sas van Gent geboren en hij stierf in December 1907 in Den Haag. Hij was leerling van W. H. Schmidt te Delft; met Bisschop, van Westhreene, Bombled. Genre schilder. In Rusland is veel werk van hem (zie Vaderland 20 Dec. 1907). J. LE FRANCQ VAN BERKHEY is in 1729 te Leiden geboren en 18x2 overleden. Stilleven. J. FRANKEN is 8 April 1878 te Tilburg geboren. Van 1896—1901 werkte hij in Keulen op verschillende ateliers van décoratieve schilderkunst. Van 1901—1907 deed hij hetzelfde te Parijs, waar hij inden begonne ook I'Ecole des Arts décoratifs bezocht. Hij lithographeerde, en etste ? P. J. C. FRANKEN is 7 Januari 1866 te Tilburg geboren. Hij stierf in Den Haag 25 Juli 1911. Hij is een schilder vaneen eenigszins romantisch schilderij van vee, waarvan de kleur rijkdom begit; soms een W. Mar is „en sourdine". Ook zee-stukken. ren; in 1911 in Parijs model gaan teekenen en schilderen. ED. FRANKFORT is 21 Juni 1864 te Meppel geboren. Hij studeerde aan de Akademie te Amsterdam; 3 maanden aan die te Antwerpen. Hij gaat vervolgens terug naar Amsterdam. Zijn eerste werk wasvoorstellingen uit het Joodsche leven en typen. Daarna schildert hij intérieurs. In 1905— 1906 is hij in Zuid-Afrika waar hij figuur en landschap schildert. H. FRAUENFELDER is te Vucht geboren den 10 Juni 1885. f 1922? Zonder akademie zich ontwikkeld; hij werkte aan de Kaag. Landschap. J. FRATER is in 1887 te Vlissingen geboren (zoon van den Engelschen predikant). Hij kreeg zijn eerste teekenlessen van den Heer Nuys te Middelburg. Hij studeerde aan de Brusselsche Akademie de winters van 'O3, 'O4, 'O5; den volgenden winter was hij bij Julian te Parijs. In ’oB en 'O9 was hij inden winter leerling van Hart Nibbrig te Laren. Op zijn 12de jaar verhuisde hij met zijn ouders naar Kortrijk (België). Een invloed die te vermelden is, is die van Toorop te Domburg. Frater werkte te Kortrijk en Brussel, te Baarn, de Bilt, Sluis, Veere, Ellecom, Contich bij Antwerpen, etc. Hij schildert figuur, landschap, stilleven-intérieur; zijn kleur is goed. Hij boetseerde. H. A. G. FROONEN is 6 Januari 1878 te Nieuwer-Amstel geboren. Hij leerde eerst op de Ambachtschool het décoratieschilderen etc. Een jaar of zes was hij in ’t vak. Hij leerde Dr. J. Zürcher kennen. Hij ging daarna naar België. In Amsterdam P. J. C. GABRIEL is 5 Juli 1828 te Amsterdam geboren en 23 Augustus 1903 te Scheveningen gestorven. Gabriel was leerling van de Amsterd. Akademie, van C. Lieste en van B. C. Koekkoek te Kleef. Hij woonde van 1860—1884 te Brussel, waar hij W. Roelofs Sr. (die wel eens invloed op hem had) en de Haas kende. Tholen was daar zijn leerling, etc. Als bizonderheden en data geef ik: 1845, Ruïne van Brederode; 1849, 1854 ?, 1855 Oosterbeek; 1849 verkoopt een wintergezicht op Pictura in Groningen; 1860 Landschap te Abcoude; 1866 Veenendaal; 1873 Morgen in„ de Winkel”; 1878 Abcoude; 1880 Kortenhoef, 1881 idem; 1886 La Hulpe ?, Drenthe, Broeksloot, Kinderdijk, etc. Hij kende in Haarlem Mauve. Gabriël was als schilder even romantisch. Dit was zijn aard niet. Spoedig werd hij van die fijne schijnbare nuchterheid, die zijn landschap niet tot wonder maakt, maar tot blijvend bezit van standvastige waarde. Hij was eenzwierigbloemenschilder. Hij etste één etsje (uit 1869), dat mij in 3? ex. bekend is (bij zijne weduwe; inde nalatenschap Smits; bij Jan Veth). JOH. GABRIELSE is 14 December 1881 te Westkapelle geboren. Hij studeerde in Amsterdam aan de Rijks-Normaalschool voor teekenonderw. en aan de Rijks-Akademie, onder prof. Allebé en prof. N. v.d. Waay. Daar-na werkte hij twee jaar in Volendam. Hij geniet de koninkl. subsidie in 1904, 1905, 1906, 1907. Hij studeert te Parijs, Londen, Italië; dan vestigt hij zich in Utrecht. Hij is een schilder van figuur; schilderde, teekende Plasschaert zi terug gekeerd ondervindt hij steun van J. Toorop, Hij schildert figuur, landschap, stilleven. portretten, boetseerde en zag dat in brons uitgevoerd; figuurstudies buiten inde zon, meisjes en kinderen, in lichte kleeren. Hij etste. W. A. D. GALLOWAY is 5 Maart 1878 te Cardiff, Engeland geboren. Eerst afgestudeerd als mijningenieur. Hij woont den laatsten tijd in Westkappel. Gekleurde teekeningen (ook schilderijen) meestal uit het boereleven; enkele portretten. Kleuretsen. S. GARF is 6 December 1879 te Amsterdam geboren. Hij studeerde van 1896 tot 1900 op de Kunstnijverheidsschool en één jaar op de Akademie onder AJlebé (in 1904). Sinds ± 1905 woont hij te Laren. Zijn werk bestaat uit genre; figuur; portret. C. M. GARMS is 4 September 1863 te Amsterdam geboren. Hij had les op de Quellinus-school aldaar van 1883—1886; daarna op de Academie Royale des Beaux Arts te Brussel van 1886— 1889. Vervolgens bezocht hij met den schilder P. Egmond Algiers, Tunis, Italië. Teruggekeerd in Holland, voerde hij met Egmond decoratieve ontwerpen uit (tot 1892). Hij etste. MEJ. C. DE GAVERE is 25 Januari 1877 te Meester Cornelis op Java geboren. Zij was twee jaar leerling van de Haagsche Akademie (onder Fr. Jansen). Zij werkt hoofdzakelijk te Laren; ook in Engeland en te Parijs. Portret. JOH. GEBHARD is 14 November 1865 te Amsterdam geboren; hij t? Hij kreeg zijne opleiding aan de Rijks-Akademie te Amsterdam (1883—1887). Van 1895—1899 was hij in Algerie; van 1903— GEDACHTE (de Schilders der). Hiertoe behooren A. Broedelet; H. Broedelet; W. van den Berg; A. M. van Broekman Jr.; D. Bautz; Ger. J. de Boer; Jan Terwey; Goedvriend; Rob Graafland; A. S. Hulshoff Pol; C. J. Mension; Miranda; Cornelisde Moor; E. R. Schaap; Dirk Schafer; G. Westerman; G. van de Wall Perné en naar ik meen J. Heyse. De meeste dezer schilders zijn pure romantici. Het programma dezer groep is te vinden in het Land van Mauve (29 October 1911) geschreven door H. van Booven. J. H. GEERLINGS is 11 September 1859 te Laagkeppel geboren (in Gelderland). Hij studeerde aan de Akademie te Amsterdam; les van B. de Poorter en van A. Allebé, etc. Hij was daar tegelijk met van Looy; Witsen; Valk; Voerman; Meiners; Veth; etc. Na een paar jaar in Haarlem gewoond te hebben heeft hij zich in Arnhem gevestigd. Hij schilderde o.a. Paarden. Hij heeft ge-etst en gelithographeerd. P. J. VAN GELDORP is in 1873 te Rotterdam geboren. Hij kreeg na eerst op gymnasium en op een kantoor geweest te zijn les van zijn vader W, P. van Geldorp. Twintig jaar oud trekt hij naar Amsterdam, en volgt vier jaar de Akademie. Hij is teekenaar bij van Leer en Co., en illustrator. B. TE GEMPT is 25 April 1826 te Wychen geboren en 2 Januari 1879 te Amsterdam gestorven. Leerling van N. Pieneman. Een schilder van honden etc. E. GERDES is 3 Januari 1887 te Amsterdam ge- 1906 in 't Gooi; sinds 1908 in Brussel. Hij etste. boren. In 1903 kreeg hij schilderles van Deutmann, welke lessen tot het jaar 1910 duurden, (vanaf 1907 werkte hij soms maanden alleen). In 1905 werkt hij met Deutmann in Heeze; eveneens voor- en na-jaar 1906. Alleen werkte hij er in 1908 en 1909. In 1910 is hij te Moll in België. In 1911 in Brugge; copieert er van Eyck; terwijl hij, van 1903 tot 1911, copieën maakte, voornamentlijk naar Frans Hals; ook van Scorel etc. in Amsterdam. Hij schildert intérieur en portret (1910 Willink van Collem prijs voor een portret); landschap; stillevens. J. C. D'ARNAUD GERKENS is 22 Mei 1823 in Den Haag geboren en stierf 21 April 1892 aldaar. Hij was een leerling van L. Vintcent. Hij gaf les; teekende een serie houtkoolschetsen etc. bij Frauenliebe und-Leben. GERLWH (= LADAGE) is in 18... te ... geboren. Maker van portretten etc. in zeer persoonlijke voordrachtswijs. Discipel ? van Alb. A. Plasschaert. ED. GESELSCHAP is in 1814 te Amsterdam geboren; hij stierf in? Figuur in intérieur. D. GESTEL is 31 Augustus 1862 te Dirksland geboren. Hij is leerling van Weingartner en van de Amsterdamsche Akademie. Hij schildert landschap en stillevens; lithographeerde, en etste? L. GESTEL is 22 November 1881 te Woerden geboren. Hij teekende en schilderde van jongsaf onder leiding van zijn vader W. Gestel. Van 1900—1902 (1903) was hij op de normaalschool voor teekenonderwijzers te Amsterdam. Hij volgde in dien tijd de avondteekenlessen op de Rijks 's avonds illustratief teekenend, en reclameprenten makend. Hij kreeg de koninkl. Subsidie. Hoofdzakelijk werkte hij te Amsterdam, 's zomers in Noorden, Nieuwkoop, Woerden, Nijmegen etc. Hij lithographeerde. Leo Gestel is tegenwoordig een schilder, die, bij vaardigheid, moderne invloeden vertoont. Hij is fijn of fleurig van kleur; Het werk bestaat uit figuur en landschap. (1913). Belangrijke moderne. T. J. GEURSEN is 13 November 1889 te Leeuwarden geboren. Leerling van de Groningsche en van de Haagsche Akademie (1906—1914). Hij werkte in Den Haag, Groningen, Meppel. Hij schildert figuur, landschap, stilleven. J. GIDDING is 14 Mei 1859 te Rotterdam geboren. Hij kreeg enkele lessen van den schilder Wijtkamp te Rotterdam, maar werkte verder op zichzelf. M. GIDDING (broer van J. Gidding) is 23 Mei 1863 te Rotterdam geboren. Hij had daar les van J. H. Wijtkamp en was er op de Akademie van B. K. en T. K. Hij werkte, toen hij te Rotterdam woonde met A. de la Riviere en A. van de Wissel samen; nu sinds een jaar of 13 in Den Haag zijnde (1913) zoekt hij zijne gegevens inde omstreken van Leiden etc. B. T. GITS is in 1892 ? geboren; hij stierf 17 Juni 1918 te Rotterdam. MEJ. N. GOEDEWAAGEN is 16 Augustus 1880 te Gouda geboren. Zij is een leerlinge van Mevrouw Thol-Ruysch. Zij schildert stilleven. Akad. naar figuur onder prof. Allebé. Vanaf 1903 voluit aan schilderen gegaan, inden beginne TH. F. GOED VRIEND is 31 Januari 1879 in de Steeg geboren. Hij studeerde bij Derkinderen; op de kunstnijverheidschool te Amsterdam en. bij Th. van Hoytema ('9B, '99?) Hij werkte in Italië etc.; he copieerde o.a. in Florence, hij woonde in Muenchen. G. vertoont in zijne teekeningen soms den invloed van Willem van Konijnenburg. Theo Goedvriend is een romantisch schilder. Hij heeft de eigenaardige zwoelheid inde kleur, die een kenmerk is van het romantisch wezen; zijn licht is tot nu toe niet subjectief genoeg; hij kan niet altijd zijn voorstelling als nieuwe werklijkheid doen aanvaarden, zeker vertoont hij gaven. Hij is een schilder van 't stadsgezicht (met invloed van M. Maris); een bekend schilder van paddestoelen, stilleven: dood wild, etc. alles, op velerlei trant. Hij etste. JNKVR. H. A. A. VAN DER GOES is 6 Mei 1881 te 's-Gravenhage geboren. Zij is een leerling van W. Roelofs Jr., aquarelleerde tot nu toe uitsluitend (1913). Haar werk stilleven, etc. V. TH. VAN GOGH (ook VINCENT) is 30 Maart 1853 te Zundert geboren en 29 Juli 1890 te Au vers sur Oise gestorven. In 1870 is hij bij Goupil in Den Haag, in '73 in Londen; in '75— '76 te Parijs; dan werkzaam als onderwijzer te Ramsgate; Kerstmis 1876 te Etten; 1877 Boekhandel Blussé en van Braam te Dordrecht. In '77 evangelisten-studie in Amsterdam; in '7B naar de evangelistenschool te Brussel. Eind '7B tot 1880 inde Borinage (België). Najaar 1880 met alle macht aan het teeltenen (naar Millet, Breton, Bargue) Oct. 1880 Modelteekenen. Jan. 1881. April 'Bi naar Etten. Dec. ’Bi naar Den Haag (even bij zijn oom Mauve Sept. 'B3; Sept. '83— Hij etste en hij lithographeerde. MEJ. J. C. A. VAN GOOR is 23 Juli 1884 te Makassar (O. I.) geboren. Zij is een leerlinge van de Haagsche Akademie (1907—1910) bij Aarts (teekenen), en 1909—'12 schilderlessen van van Horssen; één jaar les in aquarel te Brussel. Zij maakt kerk-intérieurs; stillevens. B. GORI. Zij is 8 November 1873 te Breda geboren. Na lessen te Breda bezoekt zij van 1891— 1893 de Haagsche Akademie. Van 1896—1899 werkte ze bij Haverman. Zij schildert figuur. Zij lithographeerde. A. M. GORTER is 3 ? December 1866 te Ambt-Almelo geboren. Hij was leerling van de Rijksnormaalschool voor Teekenonderwijzers (1884— '87); van de Rijks Akademie te Amsterdam. Hij is een landschapschilder (soms met invloed van Breton); werktin Drenthe, Overijssel; Gelderland, inde Vecht-streek. Dec. 'B3 naar Drenthe. Hij gaat naar Nuenen tot Nov. 'B5. In 'B5 en 'B6 een paar maanden in Antwerpen. Voorjaar 'B6—Febr. 'BB Parijs (invloeden: Monet, Jongkind, Raffaelli; Delacroix; Millet, Daumier, Pisarro, Japansche kunst, Seurat.) Atelier Cormon. Hij werkt te Asnières. Februari 'BB— 'B9 naar Arles: Boomgaarden. 1889 te Saintes Maries. Mei '89—Mei '9O te St. Remy: interpretaties naar Millet etc. Surveillant 1890. Enkele dagen te Parijs; eenig succes. Mei 1890—29 Juli 1890 Auvers sur Oise. Vincent is ethisch een schilder van figuur, landschap, en stilleven, wiens uitbundige hartstocht nu naar ware waarden gemeten wordt. MEJ. H. GORTER is 11 Juni 1866 te Sneek geboren. Zij begon ± 1896 te schilderen. Les van A. M. Gorter (haar neef); eenige maanden les van W. Hamel. Later nog van Carl Sierig. JOH. COHEN GOSSCHALK is 3 November 1873 te Zwolle geboren, hij stierf 18 Mei 1912. Hij was gedurende de jaren 1879—1900 leerling van Jan Veth. Hij werkte hoofdzakelijk te Bussum en te Amsterdam. Gosschalk is een schilder van 't portret (hierin is hij uit de school van Veth) en van landschap, waarin hij invloeden van Vincent van Gogh vertoont. Hij was een zorgzaam arbeider inde schilderkunst. Hij schreef kunstkritieken over Vincent b.v. en over Hart Nibbrig; was meê-werker aan de Nieuwe Rotterdammer. Hij lithographeerde, en maakte etsen (in Mei 1908 was hij nog in het stadium van de voorbereidende proefnemingen daar-in). E. R. GOTELING VINNIS is 15 April 1868 te Haarlem geboren en 26 September 1894 gestorven. Hij maakte in Den Haag zich gereed voor het staatsexamen (1887); intusschen had hij de Teeken—Akademie in Den Haag bezocht. Koelman etc. rieden hem aan schilder te worden. G. V. studeerde echter rechten, en werd bovendien leerling chineesch tolk (tegelijk met H. Borel). In 1892 stelt Th. de Bock hem voor naar Renkum te gaan schilderen. Hij schilderde landschap, en paarden; portretten; binnenhuizen; karikatuur. J. J. GOTELING VINNIS is 6 Maart 1821 in Haarlem ? geboren. Hij stierf in 1889 te Haarlem.. Stilleven. MEJ. CH. GOTH is 29 Maart 1900 te Weenen geboren. Leerlinge van Jo Koster te Hattem, 1919—1921 van de Haagsche Akademie. Zij werkte te Laren, te Hattem, te Domburg met haar vader, en onder leid. van J. Toorop. Zij schildert portret, vogels, landschap. etc. Kunstnijverheidontwerpen. Zij etste. MEJ. A. C. G. GOUDSCHAAL is 23 Februari 1877 te Roden in Drenthe geboren. Leerlinge van Minerva te Groningen; tijdgenoote o.a. van A. van Houten. Zij schildert meest portret; later voornamentlijk miniatuur op ivoor. A. H. GOUWE is 8 Mei 1875 te Alkmaar geboren. Hij is leerling van de kunstnijverheidschool te Amsterdam onder Prof. Sturm, daar-na op de Rijks Akademie voor B. K. te Amsterdam onder leiding van A. Allebé en van der Waay. In 1901 Prix de Rome. Hij reisde gedurende 3 jaren in Italië, Spanje, Marokko en Parijs. Hij schildert het Limburgsch landleven voornamentlijk werkende paarden; met dramatisch accent. Hij etste. J. M. GRAADT VAN ROGGEN is 28 Mei 1867 te Amsterdam geboren. Van 1872—1884 M. GOTH is 2 Maart 1873 te Szatmar (Hongarije) geboren. Leerling van de akademie te Muenchen en van de Acad. Julian te Parijs, na zijn eindexamen rechten. Hij werkte in Hongarije, te Weenen, in Bretagne in Italië, Heeze, in België; sinds 1914 (Aug. in Domburg). Hij schildert portret, intérieur, beesten, landschap etc.: werkt nu in Polen (1922). Hij etste. woonde hij te Groningen. 12 jaar oud was hij leerling van de Groninger teekenschool Minerva, onder leiding van J. Egenberger en hij kreeg van W. de Boois onderricht in 't lithographeeren. In 1883 les in 't schilderen. In 1884 weer naar Haarlem. Hij was van 1884— 1888 op de Rijks Akademie te Amsterdam, waar hij in 1888 van Prof. Stang les in het etsen kreeg. Hij woonde van 1892—1900 te Bloemendaal, en had van 1896—1900 het atelier van wijlen van Rappard. In 1900 naar Bergen. Hij schildert landschap en stilleven. Hij maakte houtsneden (8?) Hij etste. In 1892 eerste reproduceerende etsen „de Herder" naar Israëls. Sedert 1908 geen reproduceerende etsen meer. Ruim 200 origineele etsen. Hij werkte te Mook, Barbizon, Giethoorn, Hattem, Domburg, Veere, Zoutelande. JACOBA A. DE GRAAFF is 28 September 1857 te Rotterdam geboren. Teeken- en schilderlessen (1880—1883) van H. J. Melis-Leerlinge van de Rotterdamsche Teeken Akademie. Zij schilderde buiten (Kralingen, Heeze, Otterloo, Nunspeet, Elspeet etc.) meest landschap met vee. Zij etste. JAC. W. DE GRAAFF is 26 October 1876 te Oud Vossemeer op het eiland Tholen geboren. Hij ontving zijne opleiding op de Rijks Norm. voor Teekenonderwijs (1893—'95) en op de Rijks-Akademie? Hij is sinds 1911 (?) in 't Gooi. Vroeger maakte hij meubelwerk, nu aquarellen en krijtteekeningen. Hij schrijft verzen. Beeldhouwer. JHR. ROB. GRAAFLAND is 26 Novenber 1875 te Maastricht geboren. Hij bleef tot zijn 13de jaar daar; vertrok toen met zijne ouders naar Amsterdam MEVR. A. A. L. GRANDMONT-HUBRECHT is 2i Juli 1855 te Rotterdam geboren en stierf 1913 in Engeland. Zij is eene leerlinge van Allebé. Haar werk bestaat voornamentlijk uit portretten en tooneelen uit het Italiaansche leven. G. D. GRATAMA is 22 Maart 1874 te Groningen geboren. Hij is leerling van de Haagsche en Antwerpsche Akademies. Hij schildert portret en stilleven. Hij schrijft kritieken en is sinds 1912 Directeur van het Halsen-Museum te Haarlem. J. GRATAMA is 16 Augustus 1877 te Groningen geboren. Hij studeerde aan de Polytechnische school te Delft voor bouwk. ingenieur. Hij werkte soms op het atelier van zijn broeder G. D. Gratama. Het werk bestaat uit: geteekende portretten; uit geschilderde landschappen en stillevens. P. J. C. GRATAMA (= Lina G.) is 19 Maart 1875 geboren. In 1900 was zij leerlinge van de Haagsche Akademie; copieerde in het Mauritshuis en in het gemeentemuseum in Den Haag. Zij kreeg dikwijls raad van haar broer G. D. Gratama den schilder, en van J. Gratama, den soms schilderenden bouwkundig-ingenieur. Stillevens. waar deze hem lieten opleiden voor architekt. Hij wou echter schilderen. Eerst bezoekt Gr. de normaalschool voor teekenonderwijzers, waar hij 2 jaar studeerde. Daar-na is hij ± 2 jaar aan de Rijksakademie te Amsterdam geweest. Hij wordt dan leeraar aan de teekenschool te Maastricht. Tien jaar werkte hij geheel geïsoleerd. Omstreeks 1909 begint hij te exposeeren. Graafland is iemand van kunnen en van wil. Hij etste. G. H. GRAUSS is 9 Juli 1882 te Middelburg geboren. Hij kreeg daar les van W. J. Schütz. Einde 1901—1904 studeerde hij op de Akademie te Antwerpen (o.a. les van de Vriendt). Den cursus 1904—1905 is hij aan de Brusselsche Akademie onder Verheyden; boetseerde er onder leiding van Dillens en van der Stappen. Juli 1905 terug in Middelburg Juni 1908. In dien tijd etste hij (3) en lithographeerde hij (2). Hij is op een glas-in-loodinrichting te Dordrecht (bij Bouvy). Schildert thans in Amsterdam. J. A. DE GRAVE is 21 October 1878 te Groningen geboren. Leerling van Oldewelt, Haagsche en Groningsche Akademie, daarna Internationaal Atelier (van M. Monnickendam) etc. In olieverf en aquarel; portret en bloemen. J. C. GREIVE is 2 April 1837 te Amsterdam geboren, waar hij 14 Mei 1891 stierf. Hij was een leerling van zijn oom, P. F. Greive en van C. Springer. Hij schildert Riviergezichten etc. P. F. GREIVE is 25 Maart 1811 te Amsterdam geboren, en 4 November 1872 gestorven. Hij was een leerling van C. J. L. Poortman. Hij schildert genre, etc. J. GRESHOFF is 15 December 1888 te Nieuw-Helvoet geboren. Hij leerde de etstechniek van Jan Boon en van van der Stok. Ongeveer 20? etsen (14 in 1911). H. P. GROEN is 16 Juni 1886 te Kralingen geboren. Hij is een leerling der avondlessen der Rotterdamsche Akademie, vooral van A. van Maasdijk. Hij werkte als decorateur bij W. A. W. ADR. GRONDHOUT is 16 Februari 1878 te Dinxperloo geboren. Hij studeerde aan de Akademie in Den Haag voor „middelbaar”; daar-na leerling van Jansen. Van 1903—1906 Koninklijke Subsidie. Hij werkte in Parijs inde jaren 1904, 1905, 1910. Zijn werk bestaat voornamentlijk uit stadsgezichten, en landschap. A. M. DE GROOT is 10 Augustus 1870 te Sliedrecht geboren. Eerst lessen van Terwen, leeraar te Dordt. Hij maakt veel krabbels inde buurt van Dordrecht. Hij gaat dan een tijd in zaken in Londen, in Hamburg; in Barcelona (1 jaar daar). Hij geeft van zijn 21ste tot zijn 30ste jaar dans-les. In 1895 krijgt hij zijn eerste schilderles te Leipzig, waar hij 2 zomers op het atelier van A. Klauroth werkt. In 1897 werkt hij op zichzelf; in 1898 in Muenchen les van G. Papperitz. In '99 en 1900 weer alleen gewerkt; in September 1900 naar Parijs. Door den nood gedwongen retoucheert hij photo’s; maakt reclame- en modeteekeningen. Dit duurt tot 1904. Hij werkt bij de firma L. van Leer en Co. als teekenaar; daar-na bij D. Schnabel. Hij schildert nu geheel en al. Portretten. G. DE GROOT is 28 Augustus 1878 te Rotterdam geboren. Hij studeerde onder Akkeringa te Scheveningen (1900). Hij werkt veel te Heeze in Noord-Brabant. Landschapschilder. J. W. DE GROOT is 2 September 1877 te Rotterdam geboren. Hij volgde (vanaf zijn 12de jaar) de avendlessen op de Teekenakademie aldaar; van afzijn 17de 2 jaar de daglessen. Hij had gewerkt Fabri; Jan Gidding; Pontsma. Hij schildert in het bizonder te Rotterdam. Hij etste. als huisschilder daar-voor; daar-na kwam hij op een lithographische inrichting. Hij werkte een paar jaar daar; komt weer op de Rotterdamsche Akademie: schilderles. Een jaar later korten tijd gewerkt op de figuurklasse der Akademie te Brussel. Hij trekt naar Parijs, in afkeer van het akademische, zwerft in Frankrijk, Spanje, Italië, Napels (waar hij op de akademie was). Terug naar Rotterdam, dan naar Blaricum, landschap en figuur in intérieur. Hij lithographeerde. A. J. GROOTENS is 15 Juli 1864 te Bergen op Zoom geboren. Hij teekende daar als jongen op de Z.g. Akademie (8 jaar oud). In Dordt leert hij den Heer F. Lebret kennen. Hij teekent met dezen op Pictura aldaar. Hij werkt daarna in Dordt en omstreken; verder te Buiksloot, toen Amsterdam, Oegstgeest, weer Amsterdam, daarna Bloemendaal. Hij etste en lithographeerde; maakte monotypieën; ontwierp voorts omslag, schut- en titelblad voor ’n Thomas a Kempis met zelf-ontworpen initialen etc. Hij schildert landschap etc. CH. P. GRUPPE is 6 (3 ?) September 1860 te Picton in Canada geboren, stierf... Jong, teekende hij reklameborden. Hij studeerde in Muenchen. Piloty ried hem een eigen weg te gaan. Hij ging over Parijs naar Holland in 1890, en schildert, niet onvaardig, Hollandschap onder sterken invloed van de Haagsche school. A. GRUTERING is in 1866 te Wesel in Duitschland geboren. Hij studeerde te Muenchen; in 1895 bij H. W. Jansen te Amsterdam etc. Hij werkte in Veere, Zierikzee, Heelsum, Rhenen, Alkmaar etc. H. F. DE GRIJS is 19 Maart 1866 te Groningen geboren. Hij is een leerling van de Haagsche Akademie. Zijn werk: Binnenhuis, etc.; zelfportret. MEJ. AGNIETA GIJSWIJT is 19 December 1873 te Gorkum geboren. Zij studeerde aan de Rijks-Akademie te Amsterdam (1892—1897); twee iaar een loge onder leiding van Prof. Allebé. Zij werkte veel in Amsterdam; de zomers van 1898—1901 in Walem (Limburg); 1901 in Parijs (Louvre); Zomers 1903—'06 inde Belgische Kempen; 1906 in Italië; sedert 1907 in Calvados. Zij maakt veel portretjes met krijt. Zij etste. T. PH. C. HAAG is in 1737 te Cassel geboren en stierf in 1812 in Den Haag. Hij schilderde portret; etste, en maakt aquatint. J. J. HAAK is 28 Maart 1890 te Wageningen geboren. Les van zijn grootvader, J. A. M. Haak; op H. B. S. van Louis Raemaekers (± 1905); op de kunstnijverheidschool te Haarlem ± 1900 van Grabijn en Chris Lebeau. Hij was 1912—'13 en 'l4 in Schaerbeek en Anderghem bij Brussel, daarna Renkum en Bennekom ('14—'21). Houtsneden: voornamentlijk landschap; enkle portretten. R. HAAK is in 18... geboren te ... en te Amsterdam? gestorven in? Hij schilderde landschap, niet zonder talent, met beesten. Etc. W. GRUYTER JR. is 6 September 1817 te Amsterdam geboren en 7 Januari 1880 aldaar gestorven. Hij was een leerling van H. Koekkoek. Hij schilderde voorstellingen met schepen, etc. Hij etste. I. MEYER DE HAAN is den 14 Aprü 1852 te Amsterdam geboren en stierf daar 24 October 1895, leerling van P. F. Greive. Hij leefde ook in Frankrijk. Portretschilder. MEJ. A. J. HAANEN. Zij werd 15 Juni 1814 te Oosterhout geboren en stierf 8 October 1895, te Oosterbeek (G.) Leerling van haar vader C. Haanen. Zij woonde met Mej. M. Vos samen. Stillevenschilderes. G. C. HAANEN werd 23 Augustus 1807 te Utrecht geboren en stierf in 1879 in Bilsen. Leerling van zijn vader C. Haanen. Hij schilderde, „kaarslichtjens” etc. Hij lithographeerde en etste. R.A. VAN HAANEN is 5 Januari 1812 te Oosterhout geboren en stierf 13 Augustus 1894 te Aussee. Leerling van zijn vader C. Haanen. Landschapschilder. Hij etste. H. VAN DER HAAR is 2 December 1867 te Avenhorn geboren. Leerling van de Dusseldorfer Akademie. Landschap. D. VAN HAAREN is 21 April 1878 te Amsterdam geboren. Autodidakt. Landschapschilder. J. H. L. DE HAAS is 6 Maart 1833 te Hedel geboren en stierf 6 Augustus 1908 te Königswinter. Leerling van de Amsterdamsche Akademie. Hij woont 1853—'57 in Haarlem; leerling van G. P. van Os. Hij werktin Oosterbeek (b.v. in '55 met Gabriël). Hij gaat in '57 naar Brussel, maar blijft werken in Gelderland, in Wijhe. Hij werktin La Panne (België), hij schildert ezels en Duin- MEJ. C. P. HERMINE VAN DER HAAS is 13 Juni 1843 te Amsterdam geboren. Leerlinge van J. Ph. Koelman en J. Stroebel, Bloemeschilderes. W. DE HAAS HEMKEN is 16 Februari 1831 geboren. Hij is een leerling van P. A. Schipperus., na eerst een betrekking in Indië te hebben vervuld. Hij schildert dorpsgezichten (sympathie met Springer). W. F. HAAS is 3 Augustus 1878 in Den Haag geboren. Leerling van de Ambachtsschool; op de plateelfabriek Rozenburg; op de Haagsche Akademie van '98—'04; in 1905 les van Allebé. Met van der Hem naar Parijs ('07); hij teekent in 'OB damastpatronen. Hij schildert landschap, portret, bloemen. Hij etst. P. HAAXMAN is 24 Mei 1854 in Den Haag geboren. Leerling der Haagsche Akademie en van H. ten Cate. Stilleven, figuur. MEVR. J. DE HAES-GRAM is 28 December 1865 in Den Haag geboren. Zij is een leerlinge van de Haagsche teekenakademie, en werkte daar bij Fr. Jansen. Zij schildert figuur en bloemen. Plasschaert 12 gezichten; hij werktin Picardië. Hij woont sedert 1869 te Muenchen en is vanaf 1888 commissaris der Hollandsche afdeeling. Hij schildert koeien in het werk van W. Roelofs Sr.; beinvloedde Verster? Hij was een vriend van Bakker Korff. (zie over hem Vosmaer; Elsevier 92 etc.) Belangrijk, kloek schilder van vee. Hij etste? A. HAHN is 17 Maart 1877 te Groningen geboren en Augustus 1918 te Watergraafsmeer gestorven. Leerling van de Groningsche Akademie (1890— '96, met onderbrekingen door ziekte) van 1896— 1900 van de School van kunstnijverheid te Amsterdam, en van 1898—1900 van de Amsterdamsche Akademie. Politiekteekenaar van den Notenkraker, van het Volk. Hahn is eender meest talenivolle politieke teekenaars die we bezaten. Hij heeft het vermogen gehad sommige karakteriseeringen als van Dr. Abr. Kuyper, tot iets dwingends te maken, en dat is het meeste wat zoodaniggerichte, aanvallende kunst kan bereiken. Hij lithographeerde. TH. VAN HALL is in 1872 te Utrecht geboren Zij schilderde etc. I. VAN HALTEREN Hij werktin Leiden, begin 19de eeuw. C. HAMBURGER. 1841: Portret. MEVROUW E. HAMEETMAN-SCHLETTE is 20 Augustus 1878 in Den Haag geboren. Leerling der Haagsche teekenakademie. In 1903 kon. Subsidie; naar Muenchen waar zij bij prof. Knirr werkte; wenken kreeg ze van Franz von Lenbach. Sedert 1905 voornamentlijk portret en figuur. W. HAMEL is 16 November 1860 in Rotterdam geboren. Hij is (volgens Gram) leerling van „de natuur”. Landschapschilder (Drenthe etc.) en portret. C. H. HAMMES is 13 October 1872 te Andijk J. H. L. HANAU is in 1864 te Utrecht geboren. Leerling van de kunstschool onder Huibers. Stadsgezichten. L. HANEDOES is 14 Juli 1822 te Woudrichem geboren en daar gestorven 9 Februari 1905. Leerling van C. Kruseman en van B. C. Koekkoek. Kundig schilder van boschachtig landschap (met figuurtjes van Rochussen?) Hij etste. TH. HANRATH is 22 September 1853 te Amsterdam geboren en hij stierf daar 10 September 1883. Leerling van J. H. Veldhuyzen ('65—'70) gewerkt op diens atelier. In 1870 als eerste leerling ingeschreven aan de Nieuwe Akademie. Met Kever later eenige maanden op de Akademie te Antwerpen, die, met Poggenbeek en Bastert zijn vrienden was. Landschap (Vecht, Brabant, Drente). L. J. HANSEN is 12 Augustus 1803 te Staphorst geboren, en 21 April 1859 te Amsterdam gestorven. Leerling van C. L. HANSEN, zijn vader, van J. W. Pieneman van J. A. Daiwaille. Genreschilder. Hij etste. MEJ. M E. HARDENBERG is 21 November 1869 te 's-Gravenhage geboren. Zij schilderde eerst onder leiding van haar vader Lambertus Hardenberg; later leerling van de Haagsche geboren. Hij werd eerst bij een decoratieschilder geplaatst. Leerling van de Quellinusschool, van de Rijks-Akademie; raad van Allebé. Hij reisde in Spanje, België, Luxemburg; werkte in Holland, Brabant en Limburg. Landschap, binnenhuis. Akademie (onder Fr. Jansen). Zij boetseerde bij Lacomblé, Stilleven. J. HARI is 24 October 1772 in Den Haag geboren, en stierf 7 October 1849 in Den Haag. Leerling van J. G. Teissier. Hij schilderde Nachtkwartier, veldtocht Rusland etc. A. BARONESSE VAN HARINXMA THOE SLOOTEN is 8 Januari 1900 in Groningen geboren. In Amsterdam eerst teekenles van Fr. van der Feltz, in 1918 schilderles van Nanninga. In 1920 les in het houtsnijden van Veldheer aan de Amsterdamsche Graphische School. Zij etste. MEJ. C. VAN DER HART is 5 December 1851 te Fort de Koek op Sumatra geboren. Zij gag in haar jeugd met groote belangstelling de ambachten van den Archipel. Leerlinge van de Haagsche teeken-akademie (onder Koelman). Zij was vijf jaar pensionnaire van den Koning. Ze gaf les aan de teekenakademie etc. Zij schildert figuur in stadsgezicht of landschap; zij illustreerde; zij gaf wenken voor de Kunstnijverheid aan Boeatan; leiding inde kunstnijverheidzaak „de Wekker.” Enkele van haar geschilderde werken munten tusschen de overige uit. D. H. M. HARTING is 8 Maart 1884 te Salatiga geboren. Studeerde eerst aan de Veeartsenijschool te Utrecht. 1904 Leerling Amsterdamsche Akademie tot 1910. 1905 Leerling van P. Dupont. Hij schildert weinig; teekent portretten. Illustreert. Etser-Graveur. MEVR. MARIANNE HARTONG (Meyer—Hartong) is 25 November 1879 te Rotterdam geboren. Leerling van den Heer Spoon (leeraar aan de Rott. Akademie); zij werkte met haar zuster de anatomie door. Na haar huwelijk dagelijks gekleed en ongekleed model, en begint te schilderen. Zij schildert: figuur, bloemen met talent, ineen zware schildering. T. HART NIBBRIG zie onder NIBBRIG. L. HARTZ is 11 September 1869 te Amsterdam geboren. Leerling van de Amsterdamsche Akademie, 15 jaar oud. Twee jaar onder leiding van den genreschilder Meyer de Haan na eenige jaren onder leiding van M. W. van der Valk, om 4 jaar met Voerman buiten te schilderen. Groote studiereis door België, Frankrijk, Italië, Aegypte (bleef daar \ jaar en maakte er een groot getal studies en bestudeerde de oude Aegyptische kunst). Daarna naar Frankrijk. Een tijd aan de Fransche kust. In 1902 in Holland terug; werkt te Wijk aan Zee, Scheveningen, Noordwijk en Katwijk aan Zee. Hij is een levendig schilder van ’t buitenlicht; figuur en landschap, in zee; van portret; van bloemen. Hij etste (± 1898) een 10-tal platen. MEJ. B. VAN HASSELT is 22 September 1878 te Zwolle geboren. Zij is leerling van de' Haagsche Akademie; ± 1903 leiding van H. P. Bremmer. Zij schildert o.a. Portret. W. VAN HASSELT is in 1885? te Rotterdam J. HARTOGENSIS Portret; hij etste (12 platen ?) G. C. Haverkamp, werd geboren te Amsterdam, 15 Juni 72 Begint te schilderen in 95 (Nunspeet), Een reisje naar Pari) (bij Dupont) in 1901. Daarna eenige maanden bij v.d. Valk ir. Scherpenzeel; een winter in A’dam en dan Soest 1902—1908, met daartusschen een reis naar Hoorn en (in 1906) naar Zuid-Limburg. Na z’n huwelijk (in Soest) in 1908 naar Katwijk a/Zee. 1909. Delden en omstreken. In October naar België; Antwerpen, akademie, ets van de kathedraal op de Groenplaats. Over Brussel, Gent, leperen, Brugge, Zeeland, huistoe en naar Edam om inde groote kerkte werken. Dan in 1910 naar Hattem tot 1915. Van hieruit eenigen tijd naar Haarlem voor de groote ets. In 1916 naar Abcoude. (Werk in Amsterdam Teertuinen Zwanenburgwal etc.) en inde Leidsche kerken. In 1918 naar Soest teruj tot zijn dood. uurcn. ucerang van ae AKaaemie aldaar t* en van R. Bisschop? Hij is de latere essayist en kritikus. Hij schilderde landschap, etc. H. A. HAVERCORN VAN RIJSEWIJCK is 26 Februari 1868 te Utrecht geboren. Leerling van de Rott. Akademie (tegelijkertijd onder H. J. Melis, 1888). Hij werkte in Ruurlo, Renkum, Hattem, Laren. Landschapschilder. G. C. HAVERKAMP is in 1872 geboren te ? Hij begon 23 jaar vol op te werken. Eerst in en om Amsterdam; Scherpenzeel een half jaar (1902) vervolgens naar Soest. Hij werkte eveneens in Hoorn en in België. Nauwkeurig teekenaar (maar met te veel ongevoeld détail) van landschap en van architektuur. Hij etste. MEVR. J. HAVERKAMP-MACHWIRTH is den 21 October 1874 te Moordrecht geboren. Leerlinge in '96 van de Haagsche Akademie. geboren. Leerling der Rott. Akademie, van 16— 20ste jaar. Daarna 3 jaar hoofdzakelijk in Parijs. Affiches. Na Parijs naar Londen. Dan weer in Parijs vanaf 1910. Hij copieerde Rembrandt en Piero della Francesca. A. C. HAUCK is 3 Maart 1742 te Mannheim geboren en in 1801 te Rotterdam gestorven (hij woonde ook te Leiden). Leerling van zijn vader J. Hauck. Portret. JUST HA VELAAR is in 18... te Rotterdam? geboren. Leerling van de Akademie aldaar? en van R. Bisschop ? Hij is de latere essayist en kritikus. Hij schilderde landschap, etc. H. A. HAVERCORN VAN RIJSEWIJCK is 26 Februari 1868 te Utrecht geboren. Leerling van de Rott. Akademie (tegelijkertijd onder H. J. Melis, 1888). Hij werkte in Ruurlo, Renkum, Hattem, Laren. Landschapschilder. G. C. HAVERKAMP is in 1872 geboren te? Hij begon 23 jaar vol op te werken. Eerst in en om Amsterdam; Scherpenzeel een half jaar (1902) vervolgens naar Soest. Hij werkte eveneens in Hoorn en in België. Nauwkeurig teekenaar (maar met te veel ongevoeld détail) van landschap en van architektuur. Hij etste. MEVR. J. HAVERKAMP-MACHWIRTH is den 2i October 1874 te Moordrecht geboren. Leerlinge in '96 van de Haagsche A Akademie. MEVR. C. HAVERMAN—BIRNIE is in 1864 te Djember geboren. Leerling van de Amsterdamsche Akademie ('B6 tot en met ’88). In ’BB, met de Bock, buiten. Na haar huwelijk niet meer geregeld gewerkt. Begint, na 15 jaar, in 1908 weer, in 1911 in Zwitserland. Een schilderes, met talent, van portret, bloemen, en stadsgezicht. Zij etste. Haar zoon, Ph. Haverman studeerde a.d. Haagsche Akademie ('2l). H. J. HAVERMAN is, 23 October 1857 te Brummen (of te Amsterdam ?) geboren. Zestien jaar oud helper van den decoratieschilder Plaats. Valkenburg maakt hem klaar voor de Amsterdamsche Akademie. Drie jaar daar; 2 jaar pleister onder Allebé, een jaar naakt onder Wijnveld. Vijf jaar daarop Kon. Subsidie. Naar Antwerpen; schilderen en teekenen naar het naakt onder Verlat; 2 jaar naar Brussel; eenige maanden aan de Akademie onder Portaels. Dan een kleine drie jaar „loge” onder Allebé; vervolgens een kloek jaar naar Spanje, Tanger; zes maanden in Holland, dan naar Algiers etc. 1892 in Den Haag. Eender bekende portrettisten; school van Allebé: realist-psycholoog, karikaturiseerend. Schilder van naakten; van Moederschappen; van Bakerskinderen van landschappen uit het zuiden met figuur en dieren; uit Zeeland met figuur. Teekenaar van dieren. Hij etste ± 1894 (de Blinde etc.). Hij lithographeerde. JNKVR. J. V. HEEMSKERCK VAN BEEST is i April 1876 in Den Haag geboren. Zij werkte vanaf 1890 twee jaar onder Wortman; daar-na eenige Zij liet haar studies zien aan Fr. Jansen en aan Voerman. Zij maakt portret; figuur. jaren les van W. Hamel. 1897—1901 Haagsche Akademie. 1904 eens per week les van Hart Nibbrig; zes maanden bij Eug. Carrière. Sinds 1908, in Domburg, raad van Toorop. Inde laatste jaren is zij expressioniste (decoratieve opvatting) geworden en ietwat beroemd in Duitschland. Zij lithographeerde; etste sinds ± 1911. JHR. J. E. VAN HEEMSKERCK VAN BEEST is 28 Februari 1828 te Kampen geboren en stierf 24 December 1894 in Den Haag, Leerling van D. v. Lokhorst. Marineschilder. DRE. P. VAN HEERDT-QUARLES is 5 December 1862 op Java geboren. Zij is een leerlinge van de Haagsche Teekenakademie; van Mej. Roosenboom. Zij schildert hooggebergte, soms hollandsch of tropisch landschap. C. H. HEIN is in 1815 te Bellingwolde geboren, en stierf ± 1875 te Kampen. Leerling van de Rijk te Hilversum. Landschap. J. W. HEIN is in 1822 te Kampen geboren en d: 1872 daar gestorven. Stilleven. MEJ. M. VLIELANDER HEIN is September 1871 in Den Haag geboren» Zij kreeg teekenles van o.a. Mej. L. Metselaar; later van Mej. C. v.d. Hart. Bij deze begon zij olieverfschilderen, maar hoofdzakelijk aquarel. Zij werkt daar-na alleen (W. Maris Jbzn. kwam wel’s kijken), 's Zomers maakte zij, alleen, schetsen buiten. In 1905 eenige maanden les van B. Schregel (olieverf: stilleven en MEJ. M. HEINEKEN is 8 Juni 1844? te Amsterdam geboren. Les van P. Greive en van A. Allebé. TH. HEKKER is 7 Februari 1880 in Den Haag geboren. Leerling van de Haagsche Akademie (1898 —1901). Hij werkte buiten inde omstreken van Den Haag; hij maakte stillevens. Een stil schilder. P. VAN DER HEM is 9 September 1885 te Wirdum in Friesland geboren. In 1903 naar A'dam; 3 jaar kunstnijverheidschool M. O. handteekenen en perspectief. Avendlessen bij Allebé aan de Akademie. 1 jaar Akademie onder Vander Waay; etslessen van Dupont. September 1907 zomer 1908 Parijs; zonder leiding. Van Amsterdam uit naar Rome 1910; weer in Parijs 1910—'11, 1912 Moskou; 1914 (?) Spanje etc. Teekenaarschilder portret, figuur. # Vander Hem is eender meest bekenden der Jongeren in Den Haag. Hij is meer vlot teekenaar dan colorist. Het best is zijn „kleur”, als zij zoo eenvoudig mogelijk van samenstel is, als in sommige aquarellen. Anders wordt ze grof, ondoorschijnend, Duitsch. Hij teekende politieke prenten voor den overleden Nieuwen Amsterdammer. Hij etste; lithographeerde. A. HEMELMAN is 7 Januari 1883 te Neede in Gelderland geboren. Leerling van KI. van Leeuwen, van de kunstnijverheidschool te Amsterdam, en buiten). In 1909 weer eenige maanden, voor ’t teekenen, les van B. Schregel. In 1912 gedurende 2 mnd te Parijs. Zij liet in Febr. 1914 een paar stillevens op Pulchri zien, die kloek van makelij rijkdom van kleur lieten zien, en eenige verwachting wekten. van de Akademie aldaar. Dupont gaf hem raad. Landschap etc. Hij etst. H. HEMMES is 26 November 1887 te 's-Gravenhage geboren. Voor de muziek opgeleid. Hij schildert stillevens en portretten in olieverf. B. L. HENDRIKS is 8 December 1830 te Arnhem geboren, en stierf 6 April 1899. Leerling van de Amsterdamsche en van de Haagsche Akademie. Portret. MEJ. ELIS. HENDRIKS is 19 Augustus 1865 geboren en stierf 4 October 1887. Leerlinge van haar oom B. Hendriks. Stillevenschilderes. FR. H. HENDRIKS is 17 Januari 1808 te Arnhem geboren en stierf daar 4 April 1865. Leerling van Van Amerom. Hij reisde in Noorwegen.; Cremer was zijn leerling. Landschapschilder. H. HENDRIKS is 27 Maart 1882 in Amsterdam geboren (hij heeft een tweelingbroeder, die ongeveer eender werk maakt). Raad van Haverkamp. Hij werktin Amsterdam. Hij etst. J. HENDRIKS is 24 Januari 1859 geboren. Leerling van zijn oom B. H. Portret. MEJ. SARAH HENDRIKS is 28 Juni 1846 te Utrecht geboren, en stierf... ? Zij is een dochter van F. H. Hendriks. Stillevenschilderes. W. N. HENDRIKSE is 27 Maart 1863 in Zierikzee geboren. Misschien leerling van de Akademie te Antwerpen, en die in Brussel. Hij woont in Tongeren (België). Portretschilder. G. HENKES is 25 Juni 1844 te Delfshaven geboren. Hij begon in 1864 te schilderen. Hij is leerling van J. Spoel, daarna van de Antwerpsche Akademie. Hij zag Duitschland, Parijs. Hij woonde in Den Haag, dan in Voorburg. Henkes is een schilder vaneen intérieur zonder eenige heerlijkheid. In zijn vroegeren tijd echter maakte hij werk, dat ten opzichte van het latere soms verrast. Zie: Het Stovenhuis te Maassluis, buurtje te Maassluis, Aan 't ziekbed; als kleur St. Laurenskerk te Neurenberg. HENRICUS ((eigentlijk Hendricus Jansen) is 2 Januari 1867 in Den Haag geboren, en daar Februari 1921 gestorven. Yan zijn 14I—16£ jaar in Luik; 16J—'19 op de Haagsche Akademie, 20— 25ste Parijs, Frankrijk, Normandië, Bretagne. Dan weer in Holland. Tunis (1899—1901); in Rhenen; in Den Haag, etc. Henricus was, in zijn begin, een belovend schilder, die later teleurgesteld heeft. Hij maakte figuur, landschap, stadsgezicht; wandschilderingen (Den Haag, Rotterdam) illustreerde den Halewijn; zette lustrumfeesten in mekaar. (Teekende, naar ik meen, met de linkerhand). Hij lithographeerde; 1? ets maakte hij. MEJ. S. HENSE is 13 Maart 1862 te Zeist geboren. W. HENDRIKS is 24 Juni 1744 te Amsterdam geboren en stierf 28 Januari 1831 te Haarlem. Figuurschilder; hij etste. Onderricht in Duitschland, Génève, Oxford. Leerlinge van M. Vogel—Roosenboom. Bloemeschilderes (met, soms, invloed van Fantin-Latour). MEJ. M. HESHUSIUS is in 1881 te Amsterdam geboren. Een en twintig jaar oud twee jaar op de Rotterd. Akademie. Drie jaar plateel-werk gemaakt. In Londen op een atelier decoratief geschilderd. Sinds x jaar (1914) weer leerling van de Haagsche Akademie. Ik zag een schilderijtje van haar in den trant van P. C. de Moor (1914). J. A. HESTERMAN JR. is in 1877 te Amsterdam geboren. Leerling van zijn vader, den schilderijenrestaurateur, dan van de Rijksnormaalschool voor teekenonderwijs te A’dam. Hij geeft les, restaureert. Hij schildert portret; landschap met waterpartijen. MEVR. R. V. HETEREN-VINK( ?) is in 1875 te Utrecht geboren. Leerlinge van den schilder Joh. Gabriëlse. Ge-ëtst. H. D. HEUFF is 9 Juli 1875 in Den Haag geboren. Avendlessen Haagsche Akademie; werkte onder Fl. Arntzenius. Hij schilderde stadsgezichten, buurtjes; oude plaatsen langs de rivieren. Sedert 1907 voornamentlijk etsen en teekenen. Hij kende Th. v. Hoytema en W. de Zwart. Hij werkte in Zeeland; Z.-Holland; Italië, etc. MEJ. S. VAN HEUKELOM is in 1885 te Amersfoort geboren. Zij begon in 1904 te teekenen onder leiding van van Dokkum te Utrecht. In 1906 korten tijd op de Antwerpsche Akademie. Les van Van der Valk in 1912. W. VAN DEN HEUVEL is in 1876 te Utrecht geboren. Hij is leerling van de Amsterdamsche Akademie ('95—'98); was daar met v. Raalte, Mauve etc. Hij werkte daarna te Brussel en Parijs. Hij heeft veel portret geschilderd. Hij etste. J. G. HEYBERG is in 1869 te Rotterdam geboren. Leerling van de Rotterdamsche Akademie. Schilderijen met Soldaten. MEVR. S. HEYBERG—LEDEBOER is in 1867 te Rotterdam geboren. Leerlinge van de Rotterdamsche Akademie. Zij schildert in Rotterdam. H. HEYENBROCK is 24 Juli 1871 in Amsterdam geboren. Leerling van de Rotterdamsche Akademie. Hij schildert (of teekent met pastel) voorstellingen uit de groote industrieën. Ook havengezichten. Vorm der figuren zwak. JEAN A. HEYERMANS is in 1835 te Rotterdam geboren en stierf? Hij was in 1880 in Antwerpen. Genre-schilder. F. M. HEYL is 22 Maart 1836 te Utrecht geboren (Gram I in 1834); hij stierf? Hij zou eerst geestelijke worden. Landschapschilder, die met Mauve samenwerkte (?) Hij schilderde ook berglandschappen uit Duitschland en Zwitserland. H. HEYLIGERS is te Batavia in 1877 geboren. Leerling van de Haagsche Akademie en van die te Zij maakt stadsgezichten; zij werkte op Walcheren. Parijs onder Cormon. Hij schildert de Hollandsche zeekust en in Muenchen. Hij etste. M. HEYNES is 8 Maart 1888 te Amsterdam geboren. Leerling van de Quellinusschool; daarna huisschilder; in Zandvoort studies van visschen. Hij reisde in 1910 naar Zwitserland, daar gaan schilderen. Veel pastels. Portretten van zijn kinderen, etc. MEJ. JOH. A. HEYNIS is in 1868 te Delfshaven geboren. Zij had les op de dagteekenschool van Mej. Kerlen te Amsterdam; schilderles van Mej. Keuchenius. Inden later en tijd lessen van van Walchren te Renkum. J. HEYSE is 16 September 1882 te Zierikzee geboren. Teekenlessen in Middelburg van Nuys. Leerling, o,\ jaar, op de Amsterdamsche Akademie (vanaf 1899). Sedert 1904 te Middelburg; woont te Veere (1923); werkt daar, te Arnemuiden, op Schouwen, in Brugge etc. Figuur en landschap alles als stilleven opgevat: geduldig, wat bloedeloos, eer vicieus, navolger van de Primitieven. Droge-naalden, houtsneden; affiche (litho ?) Illustraties voor oud-zeeuwsch verhaal geteekend etc. ietwat komisch. G. P. L. HILHORST is 19 Maart te Hillegersberg geboren; leerl. van de Rijksschool voor kunstnijverheid te Amsterdam (1902—1905), Ontwerperteekenaar bij fa. Daalderop; bij Mouton en Co. den Haag. Teekenaar aan de universiteit te Utrecht. 1918 Les, in Utrecht, van Lion Cachet in houtsnijden en batikken. 1920 naar Indië als leeraar. Houtsneden. J. HILVERDINK is 18 Januari 1813 te Groningen geboren en stierf 1 October 1902 te Amsterdam. Leerling van J. A. Daiwaille en J. W. Pieneman. Zeegezichten. Hij lithographeerde. J. HINGMAN is 5 October 1864 in Den Haag geboren. Leerling van de Haagsche Akademie. Hij schildert figuur, naakt, landschap, intérieur. Hij etst. J. HIRSCHIG, een kennis van Vincent van Gogh, is leerling van de Haagsche Akademie. (Fr. Jansen) van 1888—'89. Hij was daar tegelijk met van Hoytema en Aarts. CH. H. HODGES is in 1764 te Portsmouth geboren en 24 Juli 1837 te Amsterdam overleden. Hij verblijft sedert 1788 te 's-Gravenhage en te Amsterdam. Bekend portrettist. Hij etste. Zwarte-kunstbladen. G. VAN DER HOEF is 2 Maart 1879 te Amsterdam geboren. Na zijn 15de jaar op drie verschillende ateliers gewerkt... Op zijn 18de jaar naar Brussel; ’s winters Akademie, zomers op het atelier van H. Boes. Tot zijn 25ste jaar te Brussel. Toen Wandschildering Protest. Kerkte Velp. Daarna naar Bergen (N.-Holland). Hij etste. E. A. HILVERDINK is 12 Mei 1846 te Amsterdam geboren en 12 October 1891 daar gestorven. Leerling van zijn vader J. Hilverdink. Hij schildert stadsgezicht. MEJ. G. W. TEN HOET is 9 September 1857 te Amsterdam geboren; zij werd eerst in 1894 leerlinge van de Amsterdamsche Akademie; zij kreeg daar een eigen atelier en had 2 jaar leiding van Prof. Allebé. Ook was zij leerlinge van Th. de Bock (1900 en 1901 's zomers). Daarna is zij veel gaan etsen. MEJ. G. E. C. PRUYS yAN DER HOEVEN is 22 Februari 1839? te Leiden? geboren, en stierf 29 Augustus 1921 in Den Haag. Zij schilderde portretten, etc. W. P. HOEVENAAR geboren 16 Maart 1806, stierf 31 October 1863. Leerling van C. van Gielen, P. Wonder. Hij schildert binnenhuizen, etc. Hij etste; lithographeerde. A. J. VAN 't HOFF is 7 December 1893 te 's-Gravanhage geboren. Leerling van de Haagsche Akademie, schilderles van F. Jansen en van D. Bautz (1909—1915). Etsles van Grondhout. Hij werkt voornamentlijk in Den Haag; zijn visschestudies maakt hij in 't Amsterdamsch aquarium. Hij schildert landschap, visschen, paddestoelen, figuur; pastels van deze onderwerpen (behalve landschap); hij etste veel. G. HOFS is 1 Juli 1874 te Wisch geboren. Leerling (1901—'04) van de Amsterdamsche Akademie; 1900—'06 op het atelier van Van de Poll als vriend gewerkt. 1904 bij Dupont. Hij etste. A. BARONESSE VAN HOGENDORP-’s JACOB is 28 Januari 1859 te Batavia geboren. Leerlinge F. HOGERWAARD is 10 November 1882 te Batavia geboren en stierf 15 Juni 1921 in Den Haag. Leerling (ongeveer 17 jaar oud) van de kunstnijverheidschool te Haarlem (één jaar), daarna twee jaar Amsterdamsche Akademie onder Allebé. 1907 Kon. Subsidie; 1910 Prix de Rome. Schilder van portret (mondain) en van landschap; van Spaansche voorstellingen; figuur. Hij etste. G. HOGERWAARD is 9 September 1878 te Soerabaya geboren. Studeerde te Delft. Hij begon in 1905 voor ’t eerst te schilderen onder leiding van Thyssen. In 1908 zes maanden op de schilderklasse der Amsterdamsche Akademie. Schilder van figuur, die inden laatsten tijd een nieuwen (meer decoratieven) weg zoekt. Zie zijn Steigerende Paarden. H. HOLLANDER, CZN. is 7 Augustus 1823 te Leeuwarden geboren en stierf 1 Juni 1884 te Amsterdam. Leerling van en van Nic Pieneman. Portrettist. Hij lithographeerde. H. J. HOLLESTELLE is 19 November 1858 te Middelburg geboren. Leerling van de Haagsche Akademie en van de P. S. te Delft. Landschapschilder. R. N. HOLST is in 1869 te ......... geboren. Leerling van de Amsterdamsche Akademie. Hij begon met zonnige tuinen. Ongeveer '93 Plasschacrt 13 van Liemur en van Van den Berg; drie jaar gewerkt op het atelier van Mej. M. Roosenboom. is Anangkê; ± *96 Helga's Intree (Engelschen invloed). Hij werkt mee in 1899 aan „de Plaat”; Hogerhuisprent, etc. Muurschilderingen inde Beurs van Berlage. Invloeden (Crane-Meunier etc.); dan die in het Diamantwerkersgebouw. Hij schildert portret, hij schrijft; hij lithographeert en etste ? Affiche's. J. HOLSWILDER is in 1850 te Leiden geboren en 1890 in Den Haag gestorven. Hij begon als kantoorbediende; gaf later te Leiden lessen. Hij trekt naar Den Haag, en werkte als lithograaf bij Lankhout, den kost winnend voor zijn ouden vader en diens gezin met commercieel werk, zooals ook zijn werk voor het Hum. Album was. Van af d; 1885 werkt hij voor de Lantaarn (zie 85, 86); zie verder wat hij gaf aan Uilenspiegel (87—90). Eender goed satyrische en politieke teekenaars. D. HOMBERG is 8 December 1885 te Rotterdam geboren. Leerling van J. H. Weyns, van de Rotterdamsche Akademie (19—22 jaar) van dan zelfstandig Kunsthandelaar. Hij schildert buiten figuur. Hij etste. C. G. 't HOOFT is 30 Juni 1866 te Dordrecht geboren. Leerling van J. Veth en G. Breitner. Stadsgezichtenschilder. Conservator Fodor Museum. B. DE HOOG is 19 November 1867 te Amsterdam geboren. Eerst op kantoor. Leerling J. Hulk en van J. van Essen. Subsid. v.d. Koningin. Intérieurschilder. H. L. DE HOOG is 27 October 1886 te Rotter- ENG. HOOGERHEYDEN is 13 October 1740 te Middelburg gedoopt en daar in 1809 gestorven. Marineschilder. F. B. HÖPPE is 20 Februari 1831 te Kleef geboren. Leerling van de Dusseldorper Akademie. Landschap, riviergezicht. J. F. HOPPENBROUWERS is 16 April 1819 geboren en stierf 18 Juli 1866. Leerling van Schelfhout. Hij dichtte ook. Landschap (gestoffeerd door Rochussen). W. B. VAN HORSSEN is 8 Mei 1863 te Rijswijk geboren. Leerling van de Haagsche Akademie en van Tony Offermans. Hij werkte te Rijswijk, Warmond, Noord-Veluwe, Noord-Brabant. W. HORSTINK 1756—Haarlem 1815. Stillevenschilder. J. P. VAN HORSTOK is 1 April 1745 te Overveen geboren, en 20 Maart 1825 te Haarlem gestorven. Leerling van P. H. Jelgersma en van P. Barbiers te Amsterdam. Werkzaam eerst te Alkmaar, dan te Haarlem. Boeretafereelen, etc. H. M. HORRIX is 30 Mei 1845 in Den Haag geboren. Leerling van de Haagsche Akademie; van Leuven, van Ph. Sadee. Hij schildert Zeeuwsche figuren. dam geboren; leerling van de Akademie aldaar. Hij etst. ED. HOUBOLT is 9 Augustus 1885 te Delft geboren. Hij laat in 1908 de studie varen voor de teekenactie (in 1905 begonnen) en hij begint te schilderen zonder Akademie, zonder leiding. Sinds 1909 portretten; verder naakt, gekleed; Bijbelsche composities. P. IN 't HOUT werd 9 Februari 1879 in Den Haag geboren. Leerling van J. en P. Stortenbeker. Bloemen, boschgezichten. MEJ. M. VAN HOUTEN (zuster van G. v. Houten) is 22 Augustus 1868 te Groningen geboren. Leerlinge van de Groningsche Akademie (1897—1903) onder Oldewelt (1900 begonnen te schilderen). In 1904 nog een half jaar onder leiding v. de Vries Lam op de Akademie. Zij schildert bloemen; soms een portret teekent buiten. MEJ. B. E. V. HOUTEN is 8 April 1862 te Groningen geboren. Zij is leerlinge van de Haagsche Akademie (toen zij ± 16 was) Mei 1880; van de normaalschool en de teekenakademie te Amsterdam. 1880 Mid. Ond. Acte. Verder leiding van de Mesdag's . Zij maakte bizondere etsen (zonnebloemen, stillevens) teekende portretten etc. G. VAN HOUTEN is 29 Augustus 1866 te Groningen geboren. In 1880 begonnen te teekenen; in 'B2 met schilderen. In ± 'B4 les van Egenberger. Leerling van de Haagsche Akademie. Sinds 'B6 werkt hij, door ziekte, niet meer. Stilleven vol kleur; landschap. B. J. VAN HOVE is 28 October 1790 in Den Haag H. VAN HOVE (zoon v. B. J.) is 14 Mei 1814 in Den Haag geboren en 14 Nov. 1864 te Antwerpen gestorven. Leermeester jJ. Maris. Schilder van landschap, binnenhuis, synagoge, stadsgezicht etc. J. H. VAN HOVE is 7 Maart 1827 in Den Haag geboren en stierf in 1865. Leerling van B. J. van Hove, H. v. Hove. Houtgraveur onder leiding van Brown. Hij is later gaan schilderen. Décors; genre. J. HOYNCK VAN PAPENDRECHT is 18 September 1858 te Amsterdam geboren (1862 ?). Hij is een leerling van de Akademies te Antwerpen {1878) en te Muenchen. In 'B4 woont hij te Rotterdam. In 1885 illustraties (Eigen Haard, Graphic); hij illustreerde Schimmels’ Sinjeur Semeyns. Schildert van militaire onderwerpen, van landschap. TH. VAN HOYTEMA is 18 December 1863 in Den Haag geboren en stierf daar 28 Augustus 19x7. Gymnasiast te Leiden; tot op zijn 23ste jaar op 't kantoor bij zijn broers te Delft. Hij teekende ’s avends op de Haagsche Akademie. Naar Amsterdam, na zijn meerderjarigheid. Teekenaar aan het Zoölogisch Museum te Leiden (’88—'89?). Amsterdam Artis; Akademie Den Haag; vogels inden Dierentuin; 1890—'91 aan de trekvaart (Pax Intrantibus). Begint: Hoe de vogels aan een koning geboren en daar 8 Nov. 1880 gestorven. Leerling van J. H. van Hove en van A. Breckenheimer. Leermeester van Bosboom, S. Verveer, J. H. Weissembruch. Stadsgezichten; decoratieschilder van den Schouwburg. kwamen in '9l te Loosduinen ('92 bij Lankhout gepubliceerd). 1893 't Leelijke jonge eendje, 1895 Uilengeluk, Witte kalkoen; 1896 bootwandbeschildering etc. voor F. Smit; 1898. Twee hanen; 6 dierstudies in portefeuille, 1899 woont te Hilversum. Kalender (1 blad) 1901—1917 kalenders. 1908 Den Haag. Hij beschilderde ook wanden voor de sociëteit te Gorkum. Schilder; teekenaar; etser. Verfijnd, geestig, teeder steenteekenaar van dieren, planten, stadsgezicht, etc.; de beste van zijn période. MEVR. ABR. HUBRECHT is 2 Juli 1855 in Rotterdam geboren en 5 November 1913 in Engeland (the Sheffields) gestorven. Leerlinge van Aug. Allebé (van de Amsterdamsche Akademie). Zij woonde lang in Sicilië. Portret, genre, stilleven; kinderboeken. Zij etste. MEJ. M. HUBRECHT is 21 November 1865 in Den Haag? geboren. Zij etste, maakte houtsneden. MEJ. AR. HUGENHOLTZ is 20 September 1851 te Haarlem geboren. Leerlinge van de Amsterdamsche Akademie; kennisse van Mauve. Landschap schilderde ze, en beesten. Zij etste. J. D. HUIBERS is 27 December 1829 te Deventer geboren en stierf? Leerling o.a. van de Akademie te Antwerpen, waar hij de Marissen kende. CHR. HUIDEKOPER is 2 Juni 1878 te Groningen geboren. Leerling van de Rijksnormaalschool (3 mnd.) in 1898. In 1901 reis naar Italië, Genua, Livorno, Pisa; 1 jaar in Pozzuoli. 1903—1906 A. HULK (broeder van Zeeschilder. J. F. Hulk). J. F. HULK is 9 Januari 1829 te Amsterdam geboren en 12 Juli 1911 overleden. Leerling van zijn broeder A. Hulk en van K. Karssen. Schilder van stadsgezichten. J. F. HULK JR. is 17 November 1855 in Amsterdam geboren (zoon van J. F. Hulk stadsgezichtsen neef van Abr. Hulk zes-schilder) en stierf Juni 1913 te Vreeland. Hij kreeg les van zijn vader, van Rust en van Vaarberg. Leerling van de Amsterdamsche Akademie; daarna op het atelier Julien onder Boulanger en Lefèvre (eind 1870) Hij bleef ilr jaar in Parijs, en keerde na nog \ jaar in Muenchen geweest te zijn terug naar Holland. Hij is conservator van Teyler. Mei 1907—1913. Hij schilderde vossenjachten (meest in Engeland); honden, waterwild; portret etc. Hij etste. A. G. HULSHOFF POL is 12 Februari 1833 te Hengelo geboren, werkte onder Gorters leiding inde omstreken daar; reisde in Italië, woonde in A'dam eenige jaren, daarna te Haarlem (schildert het Spaarne). Landschap, etc. Romantische zwier. in Muenchen, 1906 Spanje; 1908, op aanraden van Allebé, zes maanden les van Jacob vanLooy. (1909) zeven maanden in Rome; daarna Sloten (Friesland) etc. Figuurschilder. Hij etste? J. B. VAN DER HULST is in 1790 te Leiden (Leuven ?) geboren en stierf in 1862 in Den Haag (Brussel ?) Leerling van J. G. Geedts. Portretschilder. J. HULSWIT is 11 April 1766 te Nieuwer-Amstel geboren en 8 Augustus 1822 daar overleden. Leerling van P. Barbiers Pzn. Schilder van landschap en stadsgezicht. Hij etste. D. P. HUMBERT DE SUPERVILLE is 18 Juli 1770 in Den Haag geboren en stierf 9 Januari 1849 te Leiden. Portret; karikatuur. Hij schreef; etste; lithographeerde. F. L. HUYGENS Soldaten (1832). J. HUYGENS is 25 Januari 1833 in Den Haag geboren en stierf ..., leerling van F. L. Huygens (zijn vader?) van Weissenbruch etc. Zeeschilder. A. HIJNER is 18 September 1866 te Arnhem geboren en Juli 1916 gestorven. Leerling van Schulman, van de Antwerpsche en Haagsche Akademies. Figuur in intérieur en buiten; portret; stilleven; dieren. A. IDSERDA is in 1879 geboren. Leerling van de Antwerpsche Akademie. Landschap. CHR. IMMERZEEL is i Maart 1809 in Den Haag geboren, stierf 1886. Landschap met Vee. van Renkum (zie van Eeden, blaadje van den Larenschen kunstkring), etc. Hij etste 1 ets ? Van Ingen, in zijn eigenzinnig schildersleven, buiten wonend, buiten werkend, eenvoudig weg, heeft iets gekregen vaneen legend aire persoonlijkheid. Hij is onderschat (soms realiseert deze droomer een goed schilderij van landschap en vee); hij is overschat door hen, die hem meenden tejhebben ontdekt. In onze Hedendaagsche Schilders wordt een H. VAN INGEN vermeld, een vriend van P. Stortenbeker, die naar Amerika vertrok en daar zich aan *t onderwijs gaf. J. J. ISAACSON is 20 April 1859 in Den Haag geboren. Leerling (door voorspraak van Bisschop) van de Haagsche Akademie (1870); 1880 op de Polytechnische School; 1882 te Londen; 1884— —'B7 onder leiding van Meyer de Haan te Amsterdam; 1888—'90 te Parijs, Ecole des Beaux Arts voor anatomie; 1896 vier maanden in Aegypte, in 1905 daar weer vijf maanden. Isaacson is een schilder van phantastische voorstellingen (intertijd in Arts and Crafts inden Haag tentoongesteld) van zeerooverscenes (kleuren geel-goud-groen) die niet zonder verdienste zijn. Hij maakte ook bijbelsche voorstelling. J. L. VAN ISHOVEN is in 1870 te Amsterdam geboren. Leerling van de Kunstnijverheidschool. Hij is werkzaam bij de vakopleiding (voornamentlijk). Hij etste. H. VAN INGEN is 16 Juni 1846 te Renkum geboren en in Maart 1920 gestorven. Hij had les van C. H. Meiners, maar „niet op het gebied der koeien”. Hij schilderde koeien inde omgeving IS. ISRAËLS is 3 Februari 1865 te Amsterdam geboren. Hij ging in 1870 met de familie naar Den Haag. Leerling van de Haagsche Akademie. Hij begint met militaire onderwerpen (’Bi-'82); hij gaat in 'B5 naar Amsterdam. Hij werkt te Parijs, Londen, Zwitserland, Indië etc. stadsgezichten met figuur; circusfiguren; aan het strand;portretten; jav. gamelanspelers etc.; atelierscènes etc. Hij etste. Het belangrijke van Isaac Israëls is een uiterst spontane gevoeligheid voor de kleur en voor de beweging. Hij munt in dit opzicht misschien meer uit dan nog wordt gemeend. Hij is een typische impressionist eer inden franschen zin van dit woord, dan inden hollandschen. Inde portretten vertoont hij, naast de kleur, zich een geestig of sarkastisch opmerker; inde straatscènes is er geen in Holland, die de zoete briezigheid van het licht, zóó kan weergeven als hij dat kan. De kleur is uiterst geschakeerd, en zelden of nooit luidruchtig; altijd meer verfijnd. Het spreekt van zelf, dat zulk'schilder vrouwen te schilderen trekt (ze zijn soms als bloemen); het spreekt vanzelf, dat iets dat hij begint ineens moet lukken. J. ISRAËLS is 27 Januari 1824 te Groningen geboren en stierf 12 Augustus 1911 in Den Haag. Israëls wordt drie September 1835 op de Akademie Minerva toegelaten (gegev. de Vries Lam); les in het teekenen v. H. G. Wicheren, in ’t schilderen van Buys. Hij trekt in 1842 naar Amsterdam, naar d' Akademie daar; werkt o.a. bij Kruseman. In 1845 treft hem Ary Scheffer's Gretchen. In Parijs (1845) teekent hij 's avends op de Ec. des Beaux Arts naakt; hij krijgt les van den volgeling van David, Picot; inden Louvre copies naar Rembrandt en Velazquez. In 1847 schildert hij E. Herschel; in 1848 terug naar Amsterdam (Aaron; pressione (op steen door A. Allebé in'51); herinnering aan Ophelia. Uit 1852 de Weduwe van Oldenbarneveld in 1853 gaat hij voor eenige weken naar Parijs; teekent binnenhuizen in Fontainebleau; ziet Couture’s Romains de la Décadence. In 1854 te Amsterdam; in 1855 Prins Willem bij Margaretha; naar Zandvoort ie schilderij daar: Eerste liefde. 1856 Katwijk; Langs Moeder’s Graf; 1858 Breistertje etc; 1859 Een ongelukkige vrouw; 1860 het rustige huis (gouden médaille te Brussel) 1861 tentoonst. Den Haag: Hanna en Samuel; de Schipbreukeling Rabbi David (1861?) 1862 Thomas & Kempis; 1863 Toekomst; 1864 Schaapherder; 1866 Prof. Goudsmit; Busken Huet; 1868 Huiswaarts (landschap bij avend) Antje; 1870 marden Haag in ’t huis waar Schelfhout woonde, 1873 in Koninginnegracht 2, waar hij gebleven is; in 1874 gaan etsen. Israëls ontwikkelt zich nu regelmatig. Hij werkt te Katwijk, te Hengelo, te Delden; hij maakt met van Witsen tochten naar Laren en Dongen; hij schrijft een woord vooraf inde Millettentoonstelling (1892). Zilchen maakt een etskatalogus in '94; hij geeft een teekening van Tanger ('95) op de Teeken Mij.; hij reist naar Spanje in '9B, beschrijft die reis in 1899, een Drentsch binnenhuis is dan op de Teeken Mij.; in 1901 Stal te Oele (teeken Mij) in 1910 herinnering aan Venetië op de Teeken Mij. Hij etst (1909 Etskatalogus door Hubert); hij lithographeerde. JOZEF ISRAELS was een werklijk-romantisch schilder. Deze drukken bij ons hun wezen altijd Mad. Taigny) ± 1850 gaat hij naar Dusseldorf, daarvan terug naar J. W. Bilders; studeert schepen en schippers. In 1850 Mijmering, Adagio con Es- uit ineen zoo eenvoudig mogelijk lichtspel, dat haast monochroom moet worden. Zij beginnen gewoonlijk sentimenteel om langzaam hun persoonlijkheid te vinden, die feitelijk gegeven wordt ineen aadmend licht, dat alles omgeeft, en is. Zoo is het Israëls gegaan. Begonnen met historiestukken, met invloed van Scheffer en Gallait (en Cals ?) heeft hij zich ontwikkeld tot de schilders van visschers en eenvoudigen, vaneen figuur, die niet altijd gecontroleerd genoeg van vorm, altijd leven heeft. Israëls was een portrettist zooals deze romantici zijn: altijd vol uitdrukking. Hij was als dezen romantici dat over komt: onregelmatig; een groot deel van zijn werk is overschat een ander misschien niet meer voldoende geëerd. Zijn invloed is, naast die der Marissen, voor de 19de eeuwsche Hollandsche schilderkunst van overwegend belang. D. ISSELMAN is 29 October 1890 te Almelo geboren. Eerste les van zijn vader J. F. W. Isselman, sinds Februari 1920 les bij Simon Garf. Hij schildert bloemen, stilleven. VAN ISSELT zie Mevrouw L. van Dam van Isselt. MEJ. E. H. JAARSMA is x? October 1879'te Sneek geboren. Zij kreeg lessen inde versieringskunst, en hospiteerde ruim 1 jaar aan de kunstnijverheidschool te Amsterdam. In het schilderen kreeg zij les van E. van Beever en van H. Krabbé, Bloemstukken. MEVR. LOUISE JAMA—VAN RADERS is in 1871 te Batavia geboren. Zij studeerde eerst muziek; leerlinge dan van de Haagsche Aka- D. F. JAMIN is 23 Januari 1838 te Amsterdam geboren en 6 Januari 1865 te Amsterdam gestorven. Leerling van P. F. Greive. Genre. FR. J. JANSEN is 20 jaar 1856 in Den Haag geboren. Leerling van de Haagsche Akademie ('74 —'79) van Léon Bonnat ('79—’8i), in Londen (’8i—'84). In 1884 leeraar, in 1887 onderdirecteur van de Haagsche Akademie. Hij werkte in Laren o.a.jin St. Ives (Cornwall). Portret en genre; hij liet soms ten opzichte van het overige werk krachtige studies zien. HENDRIKUS JANSEN zie Henricus. H. W. JANSEN is 12 December 1855 te Nijmegen geboren en stierf in 1908 te Zeist. Leerling van de Amsterdamsche akademie (16—23ste jaar) geeft daarna lessen, schildert landschap in Arnhem en in Doesburg (waar hij woonde ± 1885 toen Meiners er ook was; deze schilderde een studie van J.). In 'B7 naar A’dam studies van de dokken; de Noordermarkt. In '9l Bentheim, Hoorn, Calcar (kerk). In '95 trouwt met schilderes Grothe. Hij schilderde in Hamburg; in Venetië. Schilder van schepen, dokken, landschap, kerkintérieur. Hij etste. MEJ. M. ROB JANSEN is 5 November 1878 te demie (±'94— ± 1901); van de Amsterdamsche Akademie voor anatomische studies; in Muenchen op een atelier; van haar lateren man M. Jama. Voornamentlijk portret. Zij etste. Nijmegen geboren. Leerlinge van H. Luyten, etc. te Antwerpen. Landschap etc. met figuur. MEVR. S. JANSEN-GROTHE copieerde in haar jeugd. Op 35-jarigen leeftijd begon zij onder H. W. Jansen ernstig te studeeren. Zij schilderde toen voornamentlijk. Na haar huwelijk (1895) aquarellen, hoofdzakelijk stillevens. Verder portretten; intérieurs. W. G. F. JANSEN is in 1871 te Harlingen geboren. Eerst in het machinevak; 21 jaar oud op de kunstnijverheidschool te Haarlem. Decorateur voor aardewerkfabrieken (de Distel etc.). Hij schildert de omstreken van Haarlem en van Loosduinen. J. C. JANSON is in 1763 in Leiden geboren en 17 October 1823 in Den Haag gestorven. Leerling van zijn vader Joh. Janson. Genre. Hij etste. B. A. M. JANSSEN is in 1874 in Arnhem geboren. Leerling van J. Geerlings en van de Antwerpsche Akademie; van Krabbé. MEJ. W. M. C. M. TH. (MIEK) JANSSEN is ufApril 1890 te Arnhem geboren. Zij kreeg aanwijzingen van Toorop; ze aquarelleert bloemen, weinig graphisch? werk. Ze schrijft over Toorop, etc. J. JELGERHUIS is 24 September 1770 te Leeuwarden geboren en stierf 6 October 1836 te Amsterdam. Leerling van zijn vader R. Jelgerhuis en van P. Barbiers Pzn. Sinds 1806 ook acteur. Hij schildert stadsgezichten, winkels. Hij etste. A. J. DE JONG is 14 Augustus 1879 te Laren geboren. Leerling van de kunstnijverheidschool te Amsterdam; les van Huibers voornamentlijk. Invloed: Dirk Nijland op hem. Hij etst veel. GERM. DE JONG is 8 Maart 1886 te St. Jacobi-Parochie (Friesland) geboren. Les Quellinusschool (’o2—'05) Akademie Rotterdam (’o6) Akademie Amsterdam. (—10). Hij werkte ook in Berlijn en Dusseldorf. Hij maakt portret, landschap, stadsgezicht, bloemen. Hij etste, lithographeerde en maakte houtsneden. Talent. JAN DE JONG is in 1863 te Rotterdam geboren en daar overleden in 1901. Leerling van Weitkamp en van de Rotterdamsche Akademie. Hij schildert landschap. Hij etste. J. DE JONG (Jurjen de Jong) is 7 October 1807 te Harlingen geboren en stierf 7 Mei 1890 te Harlingen. Portret. JHR. MR. J. A. DE JONGE is 7 November 1864 te Rotterdam geboren. Leerling van Fr. Becker en van Fr. Jansen. Schilder van intérieur, strandgezicht, ijsgedicht; inde studies het best. JKVR. M. DE JONGE is in 1872 te Amersfoort geboren. Leerlinge van de Amsterdamsche Akademie (it 1900) onder Vander Waay; leidster van het Internationaal Atelier te Amsterdam. Krachtige stillevens. R. JELGERHUIS is in 1729 te Leeuwarden geboren en stierf 1806? te Amsterdam. Rondtrekkend portrettist (zie Marius). J. B. JONGKIND is 3 Juni 1819 te Latrop bij Ootmarsum geboren, en stierf 15 September 1891 te Cöte Saint André. Leerling van Schelfhout (± 1830). Hij vestigt zich in 1845 te Parijs (subsidie van Kon. Willem III). Hij komt vanuit Frankrijk dikwijls naar Holland. Belangrijk schilder; behendig en fijn aquarelüst; te waardeeren etser. J. L. JONXIS 1789—1866. Leermeester van J. W. Bilders. Genre; miniatuurportret. D. J. H. JOOSTEN is 25 September 1818 te Haarlem? geboren en stierf daar 7 Juni 1882. Leerling van G. J. J. van Os. Hij schildert stilleven, bloemen, vruchten. L. J. JORDAAN is 30 December 1885 te Amsterdam geboren. Leerling der gemeentel, kweekschool voor onderwijzers; daarna van de Amsterdamsche Akademie. Politieke prenten (Ware Jacob, 't Leven, Note kraker. Hij etste, lithographeerde. P. DE JOSSELIN DE JONG is 2 Augustus 1861 te Sint Oedenrode geboren en stierf 1906 in Den Haag. Leerling van P. M. Slager, den Bosch; van de Antwerpsche Akademie, in Parijs van de Ecole des Beaux Arts Cabanel. Landschappen; portretten; werkplaatsen, met veel beter figuren dan Heyenbrok’s. Hij etste, lithographeerde. M. J. B. JUNGMANN is 7 September 1877 (op geboorteacte staat foutief 9 September) te N. JUNGMANN is geboren in ... te... leerling van de Amsterd. Akademie. Figuur; hij etste ? J. H. JURRES is 17 Januari 1875 te Leeuwarden geboren. Leerling van de Kunstnijverheidsschool en van de Akademie te Amsterdam (daaraan thans professor, 1921). Zes en twintig jaar oud naar Spanje; werkte te Granada, Madrid, inde bergen. Hij illustreert Don Quixote, Gil Bias, Cervantes Shakespeare, den Bijbel; etste. Romantisch-illustratief talent; soms met werkelijke kleur. J. KAAL is te Zaandijk geboren. Leerling van den avendcursus van de Amsterdamsche Akademie. Stadsgezicht. F. H. KAEMMERER is in 1839 in Den Haag geboren en in 1893 ? te Parijs ? overleden. Hij maakt veel teekeningen en aquarellen in ’t Directoire costuum; ontwerpt voor de Gobelinfabriek. Begonnen is hij met Hollandsche onderwerpen (sommigen had hij gemeen met zijn vriend Arts.). De houthakkers uit '63 herinner ik me als een te waardeeren werk. Plasschaert 14 Rotterdam geboren. Hij is een leerling van de Rotterdamsche Akademie, waar hij van Van Maasdijk alleen werklijk wat leerde, en vaneen ander de techniek van ’t boetseeren. (Hij boetseerde veel voor 1902). Hij werkte in Rotterdam, Den Haag, Parijs (1900) Athene (1902), in Sonburg, Rotterdam, Den Haag, Wieringen (1921). Hij schildert figuur, landschap, stilleven. Hij maakte enkle litho’s. J. A. KALDENBACH is 22 Januari 1760 gedoopt en stierf 29 April 1818 te Zutphen. Hij was rector van de latijnsche school. Hij schilderde regentenstuk etc. MEVR. E. KALSHOVEN-BIERMANS is 29 Juli 1878 te Aken geboren. Leerlinge van de Rotterd. Akademie, schilderlessen in Brussel; van Nachtweh te Rotterdam. Bloemen. Een onlangs overleden (1921) Mej. Kalshoven schilderde eveneens. ED. KARSEN is in 1860 te Amsterdam geboren. Hij is leerling bij zijn vader en van de Amsterdamsche Akademie (gedurende 7 jaar?) Schilder van binnenhuizen, Amsterdamsche stadsgezichten, gezichten uit Straatsburg, Zwitserland; boerderijen, etc. Hij etste. Karsen is een persoonlijkheid, een afzonderlijke schilder. Niet vergeten moet worden, dat dit niet insluit, dat hij een groot talent is. Wanneer dat eenmaal begrepen is (hij mist vele grootheid), dan is te erkennen, dat een hoekige, houterige innigheid en een eigenzinnigheid inden opzet niet zonder bekoring blijken te zijn voor sommigen; die het leven eenigszins eenzaam en dorpelijkteeder willen genieten. K. KARSSEN is 2 April 1810 te Amsterdam geboren en 24 Juli 1896 (95 ?) te Biberich gestorven. Hij was een leerling van P. G. Westenberg; een romantisch, soms statig stadsgezichtenschilder. Hij lithographeerde. H. F. C. TEN KATE is 16 Februari 1822 in Den Haag geboren en stierf 26 Maart 1891 daar. Leer- J. M. H. TEN KATE is 4 Maart 1831 in Den Haag geboren en stierf in 1910 aldaar. Leerling van gijn broeder H. F. C. ten Kate; van de houtgraveerschool in Den Haag. Naar Amsterdam (19 jaar oud); Ooster'oeek en omstreken landschapstudies. Vervolgens Amsterdam, Parijs, Amsterdam. Hij werkte op Marken, Volendam, de 1870 in Den Haag. In 'B3 reis naar Indië. Genre etc. MEJ. EL. KEER is 12 Juni 1871 te Blonay in Waadlandt geboren. Leerlinge van Baukema, van de kunstnijverheidschool te Zurich, van Collin te Parijs, van E. Winter te Zürich. Zij etst. D. VAN DER KELLEN JR. is 2 Januari 1827 te Utrecht geboren en 9 September 1895 te Amsterdam gestorven. Leerling van B. A. van Straaten, van W. P. Hoevenaar, van D. van der Keilen, van J. A. Kruseman. Binnenhuisschilder. Hij etste. MEJ. M. KELTING is 29 October 1886 te Amsterdam geboren. Leerlinge van de kunstnijverheidschool (1906); correctie, daarna, gehad van Prof. Allebé. Teekenares van Natura Artis Magistra. Zij maakt dierstudies; soms is een beter dan ge verwacht. Zij etst ? ling van G. Kruseman ('37—*41), Boymans,; reis in Italië en Frankrijk. Dan naar Den Haag; '47—'69 Amsterdam, daarna weer naar Den Haag. Figuurschilder (Marken, 17de eeuw). Hij illustreerde. Hij lithographeerde. R. W. KENNEDY is 16 Augustus 1881 te Dordt geboren. Tot 1897 huisschilder te Dordt, 1897— 1902 in Rotterdam (avendlessen van de Akademie bezocht) 1902—1914 decorateur in Brussel, daar met tusschenpoozen de Akademie bezocht. Vanaf Dec. 1914 terug in Dordt bezig met muurschilderingen voor het raadhuis te Dordt, etc. Hij etste en lithographeerde. MEJ. A. KERLING is 19 Maart 1862 in Den Haag geboren. Zij kreeg in Den Haag les van O. Eerelman; zij was leerlinge van de Haagsche Akademie en van Mevrouw Bisschop Robertson. Zij teekende portret; zij schildert en aquarelleert inde omstreken van Maastricht, van Nunspeet, Elspeet etc.; met Mej. Wartena en van der Willigen werkte ze ook in Frankrijk. J. G. KESLER is 28 September 1878 te Haarlem geboren. Leerling van de Kunstnijverheid school aldaar; van M. Hendrikcx. Daarna naar de natuur onder invloed van Oldewelt, Kamerlingh Onnes, en Verster. Hij schildert stilleven en bloemen. A. KEUS is 7 September 1875 te Rotterdam geboren. Hij zou adelborst worden; ging dan in den tuinbouw, teekent planten. In '96 met zijn werk geregeld naar Mesdag. Vervolgens leerling van de Haagsche Akademie. Van 1900 buiten gewerkt, soms met B. Schregel. Hij schildert landschap. Hij etste. G. L. KEULTJES is io Augustus 1786 te Utrecht geboren en stierf na 1817. Zeeslag. Hij schildert binnenhuizen stillevens, bloemstukken, stadsgezichten etc. Hoewel Kever ’t meest bekend is als een binnenhuisschilder, is hij het meest verrassend (dooreen welig vloeiende schilderkunst) inde uit werkelijken drang gemaakte bloemen, stillevens, dooreen zeer rijk stadsgezicht (boeke-kraampje etc.) waar de kleur vaneen ongestoorden klank is. Hij is als zulk schilder nog niet geheel-en-al gewaardeerd. Hij etste in 'B7 enkle etsen. J. KIEFT is 10 Juli 1798 inde Rijp geboren en stierf 20 December 1870 te Amsterdam. Portretschilder. JAN KIEFT JR. is 17 Juli inde Rijp geboren en stierf d; 1846. Leerling van den portretschilder T. S. Bianchi te Amsterdam. Portret. C. KIKKERT is 23 November 1882 in Den Haag geboren. Kikkert ontwikkelde zich onder den invloed van het cubisme etc., tot een schilder van groot stilleven etc. Hij werkte naar ik meen in Bretagne, zeker in Veere (1914). Hij schreef kritieken. Hij etste. L. KLAVER is 21 September 1870 te Hattem geboren. Van 1890—1895 werkte hij bij Voerman op diens atelier (met Verkade). Van 1895—1898 J. S. H. KEVER is 19 Juni 1854 te Amsterdam geboren. f 1922. Leerling van P. F.Greive(iB69—'72); 1878—1879 van de Akademie te Antwerpen onder Verlat. Hij kwam in '79 te Laren. Hij werkte daar en Blaricum, met tusschenpoozen in Nunspeet (1880 en 1881) en in Brabant. als toehoorder op de Normaalschool voor T.O. (met Nieuwenhuis; Dysselhof; van der Valk; Dupont) 1899—1901 in Hattem. (Plantenatlas). 1902—1910 in Oldebroek (bloemkweeker) 1911— nu ? in Epe. Hij schildert landschap, bloemstukken op détailleerende manier. Hij lithographeerde veel; hij etste. KLEIN JANTJE zie Felix Hess. B. KLENE is in 1870 te Amsterdam geboren. Eerst was hij inden handel, maar ging toen de kans hem kwam voor schilder studeeren in Antwerpen, Brussel, Muenchen. Hij vestigde zich ten slotte te Parijs ± 1900 buiten schilderen met de Pisarro's. Hij schildert intérieur, landschap, dieren. Hij etst en maakt houtsneden. L. J. KLEYN is 14 Augustus 1817 te Eikenduinen geboren; hij stierf? Leerling van A. Schelfhout. Wintertjes. P. R. KLEYN is in 1785 te Lage Zwaluwe geboren en stierf in 1816 te? Leerling van J. van Stry, van A. van Stry; van L. David, Parijs. Landschap. J. L. KLEYNTJES is 24 Mei 1872 te Rotterdam geboren. Leerling van de Amsterdamsche Akademie ('91—'94). Hij woont van '94—'99 te Nunspeet; daarna Heerde in Gelderland. Landschap. MEVR. H. KLEYNTJES-VAN OSSELEN is H. A. KLINKHAMER is 9 Januari 1810 geboren en stierf in 1872 te Hij etste (signeerde H.A.K.). J. C. K. KLINKENBERG is 14 Januari 1852 ('5l) in Den Haag geboren. Leerling van Chr. Bisschop; was op de akademie met Apol en met Boks. Leerling voor eenige maanden bij L. Meyer: Hij schilderde eerst historie-stukken (1875, van der Werff) daarna voornamentlijk stadsgezicht uit Den Haag, Nijmegen, Sneek, Delft etc. Ook landschap ? Hij etste. J. F. E. TEN KLOOSTER is 7 Augustus 1873 te Koedoes geboren. Hij was eerst Ind. Officier, diende tijdens de mobilisatie in Holland; kende daar voor (voor deze mob.). Willem van Konijnenburg, die invloed op hem had. Ten Klooster, die ook schildert een vaardig noteerend teekenaar van wat hij zag (hij was dét. command. op Nieuw Guinea) heeft zich inde laatste jaren ontwikkeld tot een gekend en te waardeeren maker van houtsneden van onderwerpen uit het Oosten voornamentlijk (Niet uitsluitend, hij sneed ook een doode spreeuw.) In deze houtsneden, landschap met figuur' wordt v. Konijnenburg’s invloed minder openbaar; hier en daar vindt ge bij hem ineen lijn een meer Oostersch element. Zijn houtsneden hadden groot succes op een tentoonstelling in Amerika. Een bezwaar heb ik er soms tegen: ze lijken meer op teekeningen dan, dan op houtsneden. Hij schrijft schetsen uit Nieuw Guinea. 1 April 1870 geboren te Putten (G.). Zij is leerlinge van de Haagsche Akademie ('89—'90), en '92—'95 van de Amsterdamsche Akademie. Zij schildert bloemstukken. P. L. FR. KLUYVER is 6 Maart 18x6 te Amsterdam geboren en stierf... Landschap. G. W. KNAP is 2 Mei 1873 te Amsterdam geboren. Leerling van de School voor Kunstnijverheid en van de Rijksnormaalschool. Hij is, na eerst bij het teekenonderwijs te zijn geweest, in 1900 gaan schilderen. Figuur. MEJ. JOS. KNAP is 16 Februari 1900 te Amsterdam geboren. Zij is een leerlinge van haar vader G. W. Knap. Poppen, figuur. J. A. KNIP is 3 Augustus 1777 te Tilburg geboren en stierf 1 October 1847 te Berlicum (vader van Mevrouw Ronner-Knip). Leerling van zijn vader N. F.-.Knip. Landschap etc. W. A. KNIP is 31 Januari 1883 te Amsterdam geboren. Kunstnijverheid onder Visser, 2\ jaar te Haarlem onder Lebeau. Larensch landschap. F. C. KNOLL is in 1771 ('72 ?) te Rotterdam geboren: hij stierf 23 Maart 1827 te Utrecht. Hij schilderde stallen etc. G. KNUTTEL is 8 December 1880 te Delft geboren. Vriend van Th. van Hoytema; etsen geleerd bij Derkzen van Angeren. Hij is bouwkundig ingenieur. Maakte een achttal etsen, een paar litho's. H. KOBELL, 1751—1782 Rotterdam. Zee- en riviergezichten. Hij etste. J. KOBELL geboren 18 April 1800 te Rotterdam stierf 8 November 1838 aldaar. Zoon en leerling van J. Kobell. Beestestukken. J. B. KOBELL geboren 8 November 1778 te Delfshaven (1782 ? R'dam) stierf 23 September 1814 te Amsterdam. Zoon van H. Kobell. Leerling van R. van der Wall te Utrecht. 1810—'12 te Parijs. Landschap met vee. Hij etste. B. C. KOEKKOEK is 11 October 1803 te Middelburg geboren en stierf 5 April 1862 te Kleef. Leerling van zijn vader J. H. Koekkoek. Hij werkte te Beek, bij Kleef. Leermeester van Gabriël. Hij schreef, en lithographeerde. Landschappen met rots, etc. G. KOEKKOEK is 27 Mei 1871, te Hilversum geboren. Leerling van zijn vader J. H. B. Koekkoek; op verschillende ateliers in Den Haag. Landschap. H. KOEKKOEK is 14 (15 ?) Maart 1815 te Middelburg geboren, en stierf in ... Hij is in Engeland gewaardeerd. Zuiderzee- en riviergezichten. H. J. KOEKKOEK is 8 December 1811 te Middelburg geboren en stierf 8 April 1831 te Breda. Watergezichten. Hij etste. J. H. KOEKKOEK is 17 Augustus 1778 te Veere J. KOBELL (broer van H.) 1760. Gravures anatomie. geboren en stierf 1815 te Middelburg. Rivierge zichten. J. H. B. KOEKKOEK is 6 Juli 1840 te Amsterdam geboren en 24 Januari 1912 te Hilversum gestorven. Leerling van H. Koekkoek Sr. te Amsterdam. Landschap; zeestuk. M. A. KOEKKOEK is 25 September 1807 te Middelburg geboren en stierf in ... Hij was eerst huisschilder. Landschap met vee. J. D. KOELMAN is in 1831 in Den Haag? geboren en stierf 20 Maart 1857 te Leerling van Tom. Juffr. Marius prijst zijn studies van ossen. J. H. KOELMAN is 22 Januari 1820 in Den Haag geboren en stierf in 1887 te Rome ? Leerling van C. Kruseman. Hij gaat naar Rome waar hij portretten schildert. Vosmaer prijst hem. Zijn zoon Romolo schildert ook. J. PH. KOELMAN is xi Maart 1818 in Den Haag geboren en stierf in 1887 ? 1893 ? te Leerling van C. Kruseman. Hij was 13 jaar in Italië. Directeur van de Haagsche Akademie. Hij schreef, boetseerde... D. J. KOETS is 16 Juli 1895 te Wissekerke (N. Beveland) geboren. Hij komt ongeveer eind 19x9 naar Veere; geniet eerst de gastvrijheid van Mr. Ochs; gaat terug naar Gouda bij zijn vader, en komt weer terug (1921). Hij werktin Veere en op Noord Beveland. {te Amsterdam op het atelier van Mej. L. Beyer- MR. W. N. KÖHLER is 16 December 1876 te Ravesteyn geboren; hij studeerde rechten tot 1902. Leerling van de Haagsche Akademie ('02— 'O7), indertijd vriend van Henricus. Hij woont te Maarssen. Landschapschilder. MEJ. D. KOHNSTAMM is 21 Augustus 1869 te A'dam geboren. Leerlinge van Mej. A. Neumann, van L. von Konig te Berlijn, van Dora Hitz, een paar lessen van M. Monnickendam. Stilleven en toegepaste kunst. Zij etste, en lithographeerde. B. M. KOLDEWEY is 23 November 1859 te Dordt geboren; hij stierf 17 December 1898 te Dordt. Leerling voor korten tijd van den Dordtschen landschapschilder J. C. de Vogel, daarna langen tijd voor figuur en teekenen buiten van Rol. Lary. Leerling van de Antw. Akademie (kort). In Dordt terug leert hij de Bock kennen (overwegende invloed). Hij krijgt eerbied voor J. Maris en voor de Barbizonners. Hij werktin Brabant, te Katwijk, te Blaricum; zijn voorliefde was landschap met water; figuur buiten trok hem. In 't laatst van zijn leven werd zijn kleur blanker. Hij reisde in Italië. Koldewey werkte direct naar de natuur. man schildert hij een Salomé (vernietigd). Hij boetseert. Hij schildert in 1919—'20 landschappen stillevens, portretten van Bakker, Ltn. ter-zee, van Mejonkvr. v. Teylingen; landschappen, dieren, naakt, stillevens. 't Zelfde in '2l, ook zeegezicht, etc. Begaafd in 't teekenen; kleur: maar nog ongestadig, en ongewis in wat hij voortbrengt. D. KOMTER is 13 April 1871 te Leeuwarden geboren. Leerling van de Kunstnijverheidschool te fAmsterdam, van de Brusselsche Akademie en van de Amsterdamsche. Hij schildert portret, etc. A. H. KONING is 2 April 1860 te Winschoten geboren. Na het gymnasium, leerling van de Amsterdamsche Akademie. 1886 pensionnaire. Reis door Frankrijk. In Holland typische straattooneeltjes. Vestigde zich in Den Haag om naakt te teekenen. Werkte in Overijssel, Drenthe, Gelderland. Hij woonde te Rijswijk tot 1897 ?, in 1908 ? naar Ede; woont nu sinds lang te Voorthuyzen op de Veluwe. Hij schildert stadsgezicht, waarin soms de kleur een zekere frischheid, directheid vertoont. Hij etste. Zijn dbchter schildert, etc. C. KONING is in Zaandijk geboren in Leerling van de kunstnijverheidsschool en van de Amsterdamsche Akademie. Hij werkt te Laren, Breukelen, Drieberg, Heemskerk, inden Zaanstreek. Figuur-composities; landschap D. KONING is 17 Februari 1888 te Groot-Schermer geboren. Eerst rijtuigschilder. Hij werkte winter '15—'16, onder leiding van Jaap Weyand. Opgemerkt door te Fauconnier en van Wijngaerdt. Hij schildert figuur, landschap, etc. EDZ. KONING (broer van A. H. Koning) is 3 (Mei 1869 te Winschoten geboren. Leerling van de Haagsche Akademie (’86—'89) den winter '91—'92 te Parijs, zelfstandig. In '93 te Nunspeet, in '95—'98 inde Steeg bij Arnhem, nu te Amers- Hij etste; hij lithographeerde (o.a. den kleinen Johannes. Hij is een schilder, die inde Nounous uit Parijs, ineen portret, en soms in het hem gewone gegeven aangename dingen maakt. MEVR. VAN KONIJNENBURG-KEMPERS geboren in ...... te ...... Zij is leerlinge van de Haagsche Akademie, en vertoont natuurlijk invloed van W. v. Konijnenburg. Zij maakte stillevens, landschap; signeert N. K. W. A. VAN KONIJNENBURG is n Februari 1868 in Den Haag geboren. Hij kreeg eerst les van zijn moeder, in ’Bo schildert hij buiten. Les bij d'Arnaud-Gerkens ('82—'84) stillevens. Leerling van de Haagsche Akademie )iBB4 ochtendlessen, 1885 teekenen, pleister en model, 1886 examen M. O.). In October in Parijs. 1886— April 'B7 in Limburg, landschap (theorie der evenwijdige lijnen). Schildert, terug op zijn atelier, composities, portretten, illustreert. (Maasbrug, Rijtuig etc.). In '95—'96 erkent hij de algemeene zoodzakelijkheid van het Rhytme. Nieuwe studies naar de natuur. 1898 Herten, een volledig werk, een afsluitend werk. Uit 1899 zijnde kraanvogels, uit 1900 Rotsen en dal etc. In 1901 trekt v. K. weer naar Parijs (studeert Rubens, de Puvis de Chavannes, da Vinei.)De Renaissance beinvloedt hem. ± 1900 Portretje Mej. Steyn Parvé. 1901— 1903 technïsch-theoretische studies. Het heroïsche (maximum van type in het portret etc.) ontwikkelt zich. 1902 portret Goedvriend. 1903, Koeien naar den stal etc.; 1904 de stadkerk foort. (1921). Hij schildert landschap met figuur en dieren (heihutten etc.), portretten en Parijsche nounous. te Maastricht; 1905 de Apotheose van het Nederlandsche landschap; het Minnespel (schoonheid en duivel). 1906 weer naar Parijs, voor korten tijd (Titiaan, Vèronex, de Gothici. Deze laatste van belang voor hem als psychische realisten). 1006 St. Joris; herderin; 1907 kinderportret, het Park (lithographie; 1908 de Kentaur (de menschel, geest) zijn geschriften wezen der schoonheid, waarde der impressionistische schilderkunst. 1910 portretten Plasschaert en Kramer; het karakter der Eenheid en de schilderkunst. De Figuur wordt belangrijker, 1911 portret van zijn Moeder 1912 Natura Integra (in 1910 begonnen), 't rotslandschap; drogenaaiden?; 1914 Boutens 1915 Spaan, Herzeele. 19x6 Egger, Dante 1917 vrouwen met kat, Overgave; Christus 1918 de Dansers, Albert Roelofs, jachtknechten 1919 portret; praedestinatie; dansen, anatomische teekeningen. 1920 Zacharia, portret; 1921 portret de Bloeme etc. Christus aan het kruis. Willem van Konijnenburg ontwikkelde zich van uiteen omgang met de schilders der Haagsche school, vanuit een studie der Barbizonschool, van Courbet, van Daumier, van de Gothici en van de Italiaansche Renaissance en van de Aegyptische kunst tot een persoonlijke uiting, die afzonderlijk staat, zeker was. Hij is de schilder, die het schilderij wil zien gebouwd op een vasten ondergrond zijn romantisch wezen voorkomt verstarring. Hij wil het heroïsche inde figuur; hij is meer een psychisch realist dan hij allicht meent; dit voorkomt eenzijdigheid inde portretten. Hij verdiept de gegevens meer dan dat hij ze vernieuwt. Hij wil den vorm volledig; zij wordt nooit overdreven plastisch; zijn achtergronden zijn dikwijls subtiele spelen vaneen bedwongen-hevigen geest. Hij is belangrijk als W. B. VAN DER KOOI is 13 Mei 1786 te Augustinusga geboren en stierf 14 Juli 1837 te Leeuwarden. Leerling van H. W. Beekkerk te Leeuwarden. 1795 Representant van Friesland. 1808 kunstreis naar Dusseldorf. Hij copieerde vanDijks.Portretschilder. C. KOPPENOL is 26 December 1865 te Zoetermeer geboren. Leerling van de Haagsche Akademie. Hij geeft les. Schildert landschap met figuur en ganzen etc. Hij etste ? Dr. W. KOPPIUS is 13 Augustus 1859 te Blyham geboren. Leerling van de Minerva te Groningen ('78—’8o). Daarna doctor geworden. In 1908 gaan schilderen. Les van J. Meyer te Amsterdam, gewerkt met G. W. Knap. Landschap. F. J. KOPS is 8 Augustus 1874 te ’s-Hertogenbosch geboren. Hij kreeg zijne lessen daar op de Koninld. School onder J. Dony ? Zijn leermeesters waren P. M. Slager Sr. en J. Dony. Hij werkte samen met J. Bogaerts. Na de Koninkl. School, studeerde hij in het Museum te Brugge. Hij schildert historische stukken, portret en stillevens. H. J. KOPS is 8 Augustus 1874 te 's-Hertogenbosch geboren. Leerling van de Koninkl. School aldaar, van P. M. Slager en J. Dony. Studeerde in Brugge naar de oude meesters. Hij schildert kerkelijke en andere onderwerpen, portretten, stillevens. actie, en reactie. Hij maakte een aantal droge naalden; lithographeerde. A. H. BAKKER KORFF is 31 Augustus 1824 in Den Haag geboren, en hij stierf 28 Januari 1882 te Leiden. Leerling van C. Kruseman, van J. E. J. van den Berg, September 1845—October 1848 in Antwerpen. In '49 met zijn familie naar Oegstgeest. Hij maakt eerst groote composities zooals de kindermoord, en het sterfbed van Frederik Hendrik; ook illustraties met de pen. In 1850 naar Leiden, in '52 naar Den Haag, '53—'56 Noordwijk, in '56 weer in Leiden. Hij, de bijziende, begon in 1859 de kleine, befaamde, schilderijtjes te schilderen. Hij etste ? lithographeerde ? Bakker Korff is terecht meer befaamd dan zijn studiegenoot Bles. Korff de intérieurschilder, vol uitstekende stillevens, is in zijn figuren soms grooter dan ge verwacht; zijn kleur is nu en dan van verrassende fijnheid. De geest, dien ge in al dit werk vindt, is sarkastisch-ironisch inde voortreffelijke schildering. A. W. KORT is 23 Februari 1881 te Haarlem geboren. Leerling van de school van Kunstnijverheid te Haarlem (van 1894—± '99). In 1903 naar Groningen. Eenige jaren avondmodelklasse op Minerva (onder de Vries Lam). Hij maakte veel batiks verder potloodteekeningen op Jap. papier (planten, kikkers etc.); Litho's (bloemen, Wajangpoppen), Houtsneden (wilg, kastanje inde sneeuw etc.). W. KORTELING is 8 Mei 1889 te Deventer geboren. Hij werkte (1915) te Deventer steeds onder leiding van zijn vader B, Korteling. Hij maakte schilderijen, teekeningen, pastels. Opm. Ik herinner me van jaren geleden van dezen schilder teekeningen vol vaardigheid en breedheid A. L. KOSTER is 8 Augustus 1859 te Terneuzen geboren. Leerling van Gerritsen (Den Haag) gaat dan schilderen (Colenbrander en Henkes verwierven de toestemming daartoe voor hem). Leerling van de Haagsche Akademie; iste succes duinlandschap. 1883—'84 naar de Pyreneeën; in 1891 naar Haarlem. Penteekeningen; landschappen uit den Gelderschen achterhoek; hij werkte in Limburg; bloembollenveld om Haarlem. Hij etste (les van Zilcken). E. KOSTER is 22 (17 ?) Februari 1817 in Den Haag geboren en 8 Januari 1892 daar overleden. Leerling van B. J. van Hove. Hij is blind geworden. Riviergezichten (historiestukken), stadsgezicht, architectuurteekeningen. MEJ. JO KOSTER is 16 April 1869 te Kampen geboren. Leerlinge van de Rijks Normaalschool voor teekenond. te Amsterdam, daarna van de Rotterdamsche Akademie. Naar Paiijs dan, en naar Brussel, 3 jaar bij Blanc-Garin. Later adviezen van Bremmer. Zij maakt decoratieve ontwerpen voor handwerk, en voor houtsnijden, die ze zelf uitwerkt. Zij lithographeerde. Schilderes van landschap en intérieur met figuur. Inden laatsten tijd komt er wat vrijer hartstocht daar-in. C. M. L. KOUW is 16 September 1865 te Rilland Bath geboren. In 1897 begon hij voor ’t eerst buiten te werken, zonder leiding, een jaar of 5 a 6. H. W. Plasschaert 15 (ik zag die bij den schilder Bongers). Later zag ik een landschap van hem op den Larenschen „kunsthandel”, waarin zeker fijnheid en ruimte aanwezig waren. Koekkoek zag daarna nu en dan zijn werk. ± 1907 buiten schilderen met H. A. van der Wal (nog op de Akademie). Hij werkte inde omstreken van Amsterdam, Weesp, Bussum, Haarlem, Katwijk aan Zee. Hij teekende model op Sint Lucas (1912). Hij is scheikundig amanuensis b.d. Marine. Hij etste veel; hij lithographeerde. H. M. KRABBE is 4 Mei 1860 te Londen geboren. Leerling van de Quellinusschool (1882); van de Amsterdamsche Akademie ('83—'88). Hij geeft les aan de Kunstnijverheidschool te Haarlem ('96—1906). Daarna naar Laren. Intérieur met figuur etc. D. KRAMER is 18 October 1881 te Passoeroean geboren. Hij studeerde voor ingenieur aan de P. S. te Delft. Hij kende Willem van Konijnenburg, die zijn portret schilderde. Hij teekent affiches voor Royaards, voor Vogel. Lithographeert. M. KRAMER is 3 Augustus 1860 in Den Haag geboren, en daar in 14 Augustus 1918 gestorven. Hij geeft les. Hij etste. Landschapschilder, van maannachten en sneeuwgezichten, waarin soms iets eenvoudigs-zuiver is. P. C. KRAMER is 13 April 1879 te Vryenban geboren. Hij was, na de lagere school, 4 jaar leerling van Bongers, 3 jaar op de P. S. onder A. F. Gips, Sluiterman, Odé. Hij werkt daarna drie jaar in Parijs. Hij schildert stadsgezicht, stilleven, onregelmatig maar niet zonder verdienste. S. A. KRAUSS. 1760 Den Haag—lB2s. C. KRUSEMAN is 25 September 1797 te Amsterdam geboren en stierf 13 October 1857 te Lisse. Leerling van Ch. H. Hodges en van J. A. Daiwaille. Na 1841 eenige jaren in Italië. Genreschilder. Hij etste, lithographeerde. J. A. JZN. KRUSEMAN (neef van C. Kr.) is 12 Februari 1804 te Haarlem geboren en stierf 17 Maart 1862 aldaar. Leerling van C. Kruseman en van Louis David te Brussel. Directeur van de Amsterd. Akademie; oprichter van Arti. Hij woonde van 1850 te Haarlem om uitsluitend te kunnen schilderen. Jozef Israëls werkte bij hem in A’dam ? Portret. Historie. H. J, KRUYDER is in 1881 op de Lage Vuursche geboren. Leerling van den teekenmeester van Dapperen. Huisschilder wordt K. te Wormerveer; van daaruit les o.a. van Krabbé op kunstnijverheidsschool te Haarlem. Werkt bij Schouten te Delft. Op zijn 27ste jaar schilderen, vestigt zich te Haarlem. Medewerker van K. Doncker (bij de schimmenspelen). Landschap. Houtsnede. L. VAN KUIK (eigentlijk van Kuyk) is 4 April 'B9 te ’s-Gravenmoer geboren (N.-Brab.). Zijn vader was een bekend scheepsbouwer. L. van Kuik eerst opgeleid voor onderwijzer. Drie jaar is hij dat. Hij schrijft verzen; begint te schilderen. Hij OTTO G. A. KRIENS is 20 November 1873 in Den Haag geboren. Leerling van de Haagsche en Brusselsche Akademies. Hij werkte in Holland, Overijssel, Zeeland, Vlaamsch België; hij houdt zich ook bezig met kunstnijverheid. wordt, zoo als hij zelf schrijft; psychisch expressionist; uitdrukkingsmiddel „de lijn”. Hij werkt samen met een paar schilders te Breda (stilleven, landschap op akademische wijs). Hij wordt geheelen-al schilder in 1911; 1913 te Rotterdam (samenwerken met van Canter en Toon Gits (1915; 1916—T7), etc. In 19x4 uitsluitend geteekend; 1918, 'l9, '2O stilleven; inden laatsten tijd beeldhouwwerk: Masker. C. E. M. KÜPPER is 30 Augustus 1883 te Utrecht (uiteen duitschen vader) geboren. Hij wilde eerst acteur worden, geeft dit op, begint te schilderen; op zijn 18 jaar ongeveer maakt hij kennis met Arie Grootens, die hem wat leerde. Hij werkt alleen, exposeert 1908 bij Biesing in Den Haag. Weinig welslagen. In 1910 „de Maskers af” teekeningen met tekst. Hij liet van tijd tot tijd schilderwerk zien. Küpper van Doesburg heeft zich inden tijd daarna ontwikkeld tot een theoreticus der modernsten, en tot een maker van het „abstracte” schilderij, ni Mondriaan. J. KUYPERS geboren te Klundert in 1819, vormde zichzelf, werkte te Gorkum; hij overleed te Amsterdam in 1892. CORN. KUYPERS is in 1864 te Gorcum geboren. Leerling van de Quellinusschool, dan van zijn vader. In 1893 zelfstandig gaan werken. In 1897 te Renkum; daarna in Den Haag. Landschap met vee. J. C. E. KUYPERS is 23 Juni 1894 te Rijswijk geboren- Hij is een leerling van zijn vader C. Kuypers, van den winteravendcursus der Haagsche H. KUYT is 26 October 1893 te Haarlem geboren. Hij is leerling van Smeerdijk (1908), van de Quellinusschool (1909), van de Kunstschool te Laren. Hij werkt te Laren en te Kortenhoef. H. J. (HARRIE) KUYTEN is 19 December 1885 te Utrecht geboren. Leerling (op zijn 21ste jaar) van de Antwerpsche Akademie onder J. de Vriendt (één jaar). Tot 1914 gereisd door Frankrijk, Duitschland, Zweden en Noorwegen. Hij geeft op, dat den meesten indruk op hem maakten: Edv. Munch, Eugène Laermans; Kees van Dongen. Hij schildert voornamentlijk. figuur. Hij maakte enkle etsen en litho’s. G. VAN DER LAAN is 9 Juni 1844 te Heerenveen geboren, f 15 November 1915 Den Haag. Strand- en zeegezicht. J. H. VAN DE LAAR is 1807 te Rotterdam geboren en stierf daar ? in 1874. Historie; scènes uit Scott en Tollens. L. LACOMBLE is in... te Delft geboren, zoon van den professor Lacomblé. Hij schilderde in Holland, in Zweden. Hij schrijft (een groot deel van het boek over J. Maris, dat op de Bock’s naam gaat). Hij etste. Landschapschilder. D. J. VAN DER LAEN is 16 April 1759 te Zwolle geboren en stierf 26 Februari 1829 aldaar; leerling Akademie. Hij werkte inde weilanden om Den Haag 's winters inde stallen; meest koeien teekenend. Zijn werk, dat nu te zien is, vertoont verwantschap met Mankes (1921). van H. Meycro te Leiden. Hij werkte voor verschillende fransche en engelsche kunsthandelaars. Hij begon met genre; ging over tot het landschap. Een van zijn schilderijen ging te Berlijn door voor een van der Meer. Hij maakte enkele teekeningen voor Feith. Eer belangrijk. B. LOPES DE LEAO LAGUNA is 16 Februari 1864 te Amsterdam geboren. Op zijn 16de jaar leerling van de Amsterdamsche Akademie, daarna 1 jaar bij Meyer de Haan. Hij schildert studies uit het Jodenkwartier te Amsterdam, binnenhuizen uit Laren. D. DE VRIES LAM is 20 Januari 1869 te Leeuwarden geboren. Tot 1888 daar les van den Heer Bubberman; 'BB—'9l le;s van Huybers te Amsterdam; 91 Middelb. O. Leerling van de Amsterdamsche Akademie '91—'95. In '9B leeraar te Enkhuyzen. Hij schilderde daar veel. In 1903 directeur van Minerva te Groningen. Oude stadsgezichten etc. met figuren. In Groningen veel kleine studies. Hij schrijft (voor de N.R.C.)- Hij etste. H. L ANGEL AAN is 1799 te Leiden geboren en in 1885 gestorven. Leerling van G. J. Bos en van J. L. Cornet. In '44 naar Londen. Hij schildert portret en dieren. G. LAMBERTS is in 1776 geboren en stierf in 1850. Hij voorspelde Bosboom (Marius). FR. LANGEVELD is in 1876 te Amsterdam geboren. Hij is leerling van Dijsselhof en van de M. C. LAPIDOTH geboren 1 Mei 1868 te Amsterdam. Hij schildert heigezichten. J. LARY is 7 December 1879 te Dordt geboren; geen speciale lessen gehad. Hij werktin Zuid Holland, Dordt en omstreken (1905, 1906) korten tijd samen met Ludwig, een Belgisch impressionist. 1907—1912 in Nederlandsch Indië (hooglanden van West-, midden- en Oost-Java). Landschappen. Neef van Rol. Lary; zijn eigen vader was een goed teekenaar. ROL. LARY is 22 December 1855 te Dordrecht geboren. Leerling van de Antwerpsche Akademie. 1874 onder Verlat. Hij werkte in Brabant (± '94, '96) in Katwijk. Hij schildert portretten, dieren (koeien) landschap, stilleven. Hij is een schilder, die beter dingen maakte dan de meesten weten. C. C. A. LAST is 11 December 1808 geboren en stierf 17 December 1876. Hij lithographeerde, houtsnee (Nederl. Mus. *63). J. A. LAST is 28 November 1837 in Den Haag geboren en stierf in ... Leerling van C. C. A. LAST. Hij gaf les. Portretschilder. Normaalschool. Daarna Rotterdam, Parijs, Munchen. Hij werktin Laren, Blaricum etc. Landschap met figuur, etc. M. J. LAU is 6 Februari 1889 inde Rijp geboren. Op zijn 14de jaar begon hij te schilderen. In zijn 17de en 18de jaar volgde hij den avendcursus van den Heer van Leeuwen. Kort daarop vertrekt hij met Ten Holt, Weyand en ook Wijnschenk Dom (letterkundige) naar Bergen. Hij tracht hier een zelfde soort problemen op te lossen als de Fransche cubisten. Hij schildert dan hoofdzakelijk composities uit den Bijbel. Op zijn 24ste jaar naar Dusseldorf en Keulen, waar hij ook zich bezig hield met mozaiek, glas in lood; één Gobelin vervaardigde. Hij leerde daar de linoleum-gravures Hij laat op de laatste tentoonstelling van den modernen kunstkring landschappen zien, waarvan één, een Polderhuis, decoratieve, en innerlijke eigenschappen bezit (Pit.). J. L. LAUWERS is in 1753 te Brugge geboren en in 1800 te Amsterdam gestorven. Landschap. B. A. VAN DER LECK is 26 November 1876 te Utrecht geboren. Hij is o.a. leerling van de Amsterdamsche Akademie. Hij teekent figuur etc. Hij lithographeerde; etste. W. VAN LEEN is in 1753 te Dordt geboren en 6 April 1825 te Delfshaven gestorven. Bloemstukken. H. LEEUW is 7 October 1861 te Roermond geboren, hij stierf ? Leerling van zijn vader H. J. Leeuw, beeldhouwer. Leeuw werkte in Gelderland en in het buitenland. Dieren; hij etste; lithographeerde ? J. P. VAN DER LEEUW is 28 Juni 1889 te Goes geboren. Leerling van de Haagsche Akademie (1917—1920) op den cursus M.O. Hij maakte pastelteekeningen, gekleurde en zwarte penteekeningen bij het werk van anderen, en van zichzelf; later portretten, boekbanden en vignetten. G. J. VAN LEEUWEN is 29 Juni 1736 te Arnhem geboren en daar 28 April 1825 gestorven. Bloem-, vruchtestukken. KL. VAN LEEUWEN is 12 October 1868 te Harlingen geboren. Leerling van de Rijksnormaalschool, en van de Amsterd. Akademie. Hij leidt velen op voor deze Akademie. Portret; figuur, stilleven. Hij etste; burijngravure. J. C. LEGNER is 2 November 1859 te Schiedam geboren; eerst opgeleid voor architekt; dan M. O. teekenen. Leeraar te Venlo; schilderde daar portret; in 1889 naar Utrecht; daar portretten en stadsgezicht. AUG. LEGRAS is 21 Februari 1864 te Amsterdam geboren en stierf 1 Nov. 1915 te Laren. Leerling van de Amsterd. Akademie. Hij schilderde portretten naar photo’s. Begon als dieren- LOUIS L. P. DE LEEUW is 21 December 1875 te Arnhem geboren. Les op de Akademie Minerva te Groningen en Ambachtsch. en Kunstoefening te Arnhem. Werkte te Arnhem samen met Ch. Roskam, Markus, van Lingen; te Renkum met Th. de Bock; in Brussel en Antwerpen. Hij maakt figuur en landschap. Karikaturist voor den „Roskam” en den „Tijd”. Hij lithographeert. schilder. In 1891 naar Algiers. In Holland weer, honden en paarden. Oriëntalist; verder dieren etc.; stadsgezicht. MEJ. A. LEHMANN is in 1876 te Delft geboren. Zij werkte buiten met Schregel. 1903 ± 1907 Haagsche Akademie. Zij werkt veel in Gorssel. Zij etste. Stilleven, landschap. C. H. LEICKERT is 22 September 1818 (1816) te Brussel geboren en stierf December 1907 te Mainz. Leerling van W. J. J. Nuyen en van A. Schelfhout. Hij schildert a la Schelfhout. Wintergezichten; zee. Hij etste. A. DE LELIE is 19 Mei 1755 te Tilburg geboren en stierf 30 November 1820 te Amsterdam. Leerling van Peeters, A. B. de Quertemont, Antwerpen. Portretten, genre. TH. B. VAN LELYVELD is 18 Februari 1867 te Semarang geboren. Tot 1904 officier? Leerling van de Haagsche Akademie en van de la Gandara, te Parijs. Hij schrijft. Portret, landschap; hij etst ? FR. LENSVELT is in Maart 1886 te 's-Gravenhage geboren. Studeert eerst voor middelb. onderwijs; gaat daarna naar de London School of Art, en ’s avends op de Art and Craftsschool voor graphische Kunst; etsen, lithographie, en boekproductie. 1908: décors voor Mrs. Warren’s profession en the Merry Wives of Windsor. 1910—1921 vast bij Royaards verbonden. Hij illustreerde Robbers’ Rotenburg, en is bezig met een boek over Spanje. M. LEON is 10 April 1838 geboren en stierf in 1865. Leerling van H. v. Hove, Bles, Fl. Greive, etc. MEVR. V. LEONHARDT-WIRIX is in 1875 te Maastricht geboren. Leerlinge van Ter Heil (Bussum '85); van Gips in Bergen op Zoom ('88); van de Amsterdamsche Akademie ('95—'98?). In 1912 vijf jaar les van M. Monnickendam. (Internationale Schilderschool van Jonkvr. M. de Jonge). Een jaar buiten gewerkt in ’s Graveland onder Ritsema. Portret, bloemen, stilleven, etc. J. K. LEURS. Beesteschilder, Invloed v. W. Maris. W. VAN LEUSDEN JR. is 25 September 1886 te Utrecht geboren. Leerling van de Haagsche Akademie ('02—’o 6), daarna op de Amsterdamsche Akademie 3 jaar; leiding van P. Dupont. Tegenwoordig cubist, etc. Hij etste veel te Utrecht (Dom) te Amiens, Rheims, te Groningen (Martinitoren) etc. MEJ. A. LEWIN is inden Bosch ? geboren. Leerlinge van Van Wely. Portret, etc. W. A. A, LIERNUR is 7 Februari 1856 in Den Haag geboren, en stierf .... Binnenhuis; etst. MEJ. N. LENSVELT is 22 Juli 1882 te Doesburg geboren. Zij was leerlinge van de Rijks-Norm. sch. voor T.O. te Amsterdam (1902— 1905) en studeerde 1908—1911 op de Amsterdamsche Akademie. Zij schildert portret en landschap, bloemen. C. LIESTE is 26 October 1817 te Haarlem geboren en 25 Juli 1861 daar gestorven. Leerling van J. Reekers, en N. J. Roosenboom. Leermeester van Gabriël. Heigezichten, etc. Rochussen stoffeerde zijn werk. L. LINGEMAN is 26 April 1829 te Amsterdam geboren en 10 (12) October 1894 te Abcoude gestorven. Leerling van P. F. Greive Genre; intérieur, figuur. J. LINTHORST is in 1745 ('54) te Amsterdam geboren en 7 Augustus 1815 daar gestorven. Stillevens. JOH. LINSE is 30 Maart 1875 te Rotterdam geboren. Leerling in teekenen van de Rotterd. Akademie (van Maasdijk) van 1888—1892; van de Haagsche Akademie )iBg2—'94) in ’t schilderen. Hij werkte in Rotterdam en in Den Haag. Hij vertoonde o.m. expressionistische ? decoratieve teekeningen, Talent. F. LINTZ is 22 December 1824 te Brussel geboren; hij stierf ... Leerling van H. v. Hove, Bzn. Komisch genre uit de 18de eeuw. F. E. LINTZ is 2 Maart 1833 te Den Haag geboren; hij stierf ... Leerling van J. J. Moerenhout. Paarden; honden. H. D. LOEFF is 6 Februari 1774 in Den Haag geboren, en daar in 1845 gestorven. Leerling van C. van Cuylenburgh. Portret. J. LOHR is 27 Februari 1882 te Salemba op Java geboren. Leerling van de Amsterdamsche Akademie (± 1900—1903) etc. Hij woonde van 1910— 1914 te Parijs; hij werkte het eerste jaar op de ateliers van Caro Delvaille en Henri Martin. Daarna gewoond te Blaricum, Bodegraven, Amsterdam. Hij schildert landschap etc. Hij etste, en lithographeerde. D. VAN LOKHORST is n November 1818 te Utrecht geboren en in 1893 daar gestorven. Leerling van A. Verhoeven en J. W. IBilders. Beesteschilder. Hij etste; lithographeerde. JAC. VAN LOOY is 12 September 1855 te Haarlem geboren; opgevoed in het burgerweeshuis daar. Letterzettersleerling (lessen burgeravondschool). Na 2 jaar, huis en rijtuig schilder (tot zijn 22ste jaar) gesteund door zijn leermeester D. H. Joosten, die met Goteling Vinnes die hem op de burgeravendschool lesgaven, leerling van de Akademie te Amsterdam (in 1877?). In 'B3, 'B4? Prix de Rome. Reis door Italië, Spanje, tot Tanger. In 1894 gaat hij naar Soest wonen. 1902 Reis naar Spanje, Marokko, Fez. In 1907 gaat hij naar Haarlem wonen. Hij schildert figuur, portret, landschap intérieur, etc. Hij etste. Hij is als schilder soms belangrijk;als schrijver altijd. TH. W. E. LOHMANN is 18 Maart 1880 te Leiden geboren. Autodidakt. Hij (voet) reisde door Frankrijk; van 1908 leeft hij ineen woonwagen. Hij illustreert. P. VAN LOOY (neef van J. v. Looy) is 13 Maart 1853 te Haarlem geboren? Leerling van de Amsterdamsche Akademie. Hij etste, lithographeerde (les van zijn vader). H. C. LOUWERSE is 19 September 1878 in Den Haag geboren. Leerling van de Haagsche Akademie ('94); in '97 Middelb. teek.; tot 1900 model onder Fr. Jansen. Hij schildert landschap, stillevens; portret; illustraties. In 1910 Benedictynermonnik geworden. J. LOUWERSE is 24 Maart 1882 in Den Haag geboren. Leerling van de Haagsche Akademie ('97); dan 1900—1904 vier winters op de schildersklasse van Fr. Jansen. Hij werkte van Juni 1909 —April 1911 buiten De;n Haag: Engeland, Oosterhout. Hij schildert en teekent portretten; stillevens etc. Hij illustreert. J. A. LUBERTII74B Haarlem—1822 Amsterdam. Regentenstuk. MEVR. LUCARDIE-REUCHLIN is 22 April 1877 te Rotterdam? geboren. Leerlinge van de Rotterdamsche Akademie. Zij werkte ook samen met A. Zoetmulder. Figuur, portret, etc. E. F. J. LÜCKER is 9 Juli 1876 te Roermond geboren. Leerling van de teekenschool te Roermond; van de Akademie te Brussel en te Leuven. Hij werkte in Limburg, Nijmegen, Den Haag, Veere, Vlaanderen, Zwitserland, Tirol en Beyeren. Etser voornamentlijk; in 1909 begonnen te etsen, 1921 t ach tig'fplaten. H. LUNS is 6 Juni 1881 te Parijs uit Hollandsche ouders geboren. Acht jaar oud terug naar Holland. Na de 4de klasse H. B. S. mag hij gaan schilderen. In '99 Middelb. teekenen. Hij volgt de avendlessen aan de Akademie. Na zijn dienst naar Brussel. Portretten. Hij schildert in wasverf. 1908 terug naar Holland. Volgt Lecomte op te R'dam; nu directeur van de Kon. School te ’s-Hertogenbosch. Een uiterst vlot talent. Hij schildert figuur, portret etc.; dieren. Hij etste; lithographeerde; houtsneden. A. M. LUYT is 24 April 1879 te Sliedrecht geboren. Leerling van de Haagsche Akademie ('92— '98); 1905 en 1908 Akademie Julian te Parijs bij Laurens. Hij werkte in Den Haag, in Parijs, in Gelderland, in Limburg, in Zeeland etc. Figuur; ook te paard. MEJONKVR. S. BAR. VAN LYNDEN. Leerlinge van Dupont. Zij etst. M. VAN DER MAAREL is i September 1857 in Den Haag geboren; hij stierf daar 19 Maart 1921. Hij liep het gymnasium af; had op school les van Schmidt Crans; privé-les van Dona Piek. Leerling van de Haagsche Akademie; had, als Breitner, zijn atelier op Oud Rozenburg. Leerling van W. Maris. Hij schildert figuur (ook pierrot), portret, strand- H. LUGT is 6 November 1881 te Amsterdam geboren. Leerling van Hart Nibbrig ’oi—'02; in 1903 bij Jan Veth met Pollones en van Oven. Hij was in Parijs, in Berlijn; op de Amsterdamsche Akademie; 1911 in Spanje; 1923 Italië. Hij helpt Veth. Hij vertoont een invloed v. Is. Israëls. Hij schildert portretten, naakt; tabakskerverijen, stadsgezichten. gezichten, stillevens, dieren; scènes uit het Oosten. Hij etste. Vander Maarel was een schilder vaneen deftigheid, die door de monotoniteit van den toets het leven soms verloor in zijn werk, en iets zeepigs kreeg. Hij heeft dit in gezien, en meer werken naar de natuur (± 1908) heeft dit euvel verholpen. Hij is dan een werkelijk eer voornaam schilder, die alles meer als stilleven zag dan als bewogen, bewegende psychologie. Ge vindt in zijn luchten soms een invloed van J. Maris. A. H. R. MAASDIJK is te Brussel in 1856 geb. Hij studeerde daar aan de akademie; woont te Rotterdam sinds lang. Hij is leeraar aan de Rotterd. Akademie. Tafr. uit de geschiedenis. J. J. VAN DER MAATEN is in 1820 in Den Haag geboren en in 1879 gestorven. Leerling van den ouden Van de Sande Bakhuyzen. Hij schildert landschap. Hij etste ? A. MADLENER geboren in? stierf in? leerling van Hoppenbrouwers en vriend van P. Stortenbeker. Hij heeft later niet meer geschilderd ?, ging iets anders doen. P. J. MAK is in 1842 te Schiedam geboren en stierf ... Landschapschilder (vriend van Penning en Barnouw). Hij schildert omstreken Schiedam en na zijn huwelijk te Apeldoorn. C. J. MAKS is 22 Augustus 1876 te Amsterdam geboren. Hij werd '91—'97 opgeleid voor bouw- MEJ. E. C. VAN MANEN is 30 April 1873 te Winkel (te Leiden ?) geboren. Zij stierf 18 Februari 19... te Leiden. Leerlinge o.a. van de Amsterdamsche Akademie; zij werktin Indië; etste; drogenaaiden. Portret, etc. J. MANKES is 15 Augustus 1889 te Meppel geboren; hij stierf in 1920 te Eerbeek. Eind Augustus 1904 van Meppel naar Delft vertrokken; spoedig daarna op het atelier van gebrand glas (Prinsenhof); hij bleef daar 3 jaar. De eerste 2 jaar in zijn vrijen tijd wat teekenles van H. Veldhuys (glasbrander); als „kunstnijvere” den winteravendcursus in Den Haag gevolgd van de Akademie daar. Hij heeft geen schilderles gehad. Zomers 1908 in hij den geheelen dag begonnen te studeeren; hij bleef echter wonen tot Mei 1909 in Delft. Vandaar naar de Meer; later woonde hij in Eerbeek (Gelderland) waar hij stierf in 1920, na ook te Scheveningen ? hebben gewoond. Hij etste, lithographeerde, maakte houtsneden, en kopergravures; drogenaald. De innigheid van Mankes (soms iel), het sprookjes-achtige dat aan M. Maris doet denken (zonder diens zinnelijkheid), het realisme, aan oud-duitsch werk herinnerend, zijn vaneen dóór-dringendheid, die niet dadelijk begrepen wordt, maar die den Tijd zal weerstaan. Plasschaert 16 kunde; hij is dan tot 1900 leerling van de Akademie in Amsterdam. Ook leerling van Breitner 1901. Hij gaat naar Parijs; copieert „de Lanzen van Velazquez in 1903 te Madrid. Hij maakt een studiereis door Spanje en Italië; in Rome leiding van Ant. Mancini. In 1905 weer in Amsterdam. Hij is een schilder van figuren, en dieren, die hij graag in groote partijen deelen in het zonlicht geeft. Hij etste? ; lithographeerde. Enkele gegevens: Schilderijen: Uit 1909: Jonge spreeuw; stilleven (boekjes), dood waterhoentje, sprookje; 1910: steenuiltje, merelnest, kippen; 1911: Vader's portret, stilleven; 1912: zelfportret, Zomerlandschap(?) meisje met lijster, zelfportret, zingende lijsters, ganzen, intérieur, woudsterweg, eieren inkom (± T2), takje (± *12); 1913 witte haan; kerkuil, winterlandschap (d: 13) kraai, de geit, kruitje met dopheide; prieeltje, ouderlijk huis; begroeide boom, zelfportret teekenend; 1914: de witte geit, boomen, ouderlijk huis, geitje; 1915: jongenskop, zelfportret, Oude tuinman, oude-manskop, strand bij Scheveningen, theeschenkster; stilleven met reigerskop, zelfportret; 1916: Doodskop; 1917 kippen voeren. Hij maakte zijn eerste houtsnede in 1913, toen hij de Jap. houtsneden had gezien in Leiden. Zijn etsen etc. vallen tusschen 1913—1918. Ook daaronder zijn te waardeeren uitingen. MEJ. C. W. MARCHANT is 6 Juni 1866 fe Gorcum geboren. Leerlinge van Baukema, van Liernur, van Tony Offermans; laters gaf deze haar ook leiding in Laren. Zij schilderde samen met C. Thijssen. Bloemen, portret. MEJ. H. MARCUS is 9 Juni 1891 te Amsterdam geboren. Leerlinge van de Rijks Akademie te Amsterdam; Cohen-Gosschalk prijs. Twee jaar loge Derkinderen. Zij werkte samen met Bander en Mevr. Bander-Lutomirski, en met Mej. D. Duyvis (graveert, etst lithograph). Portret, bloemen, landschap (zij werkte in Heerlen). Illustreerde. Zij etste. FR. MARIS is 18... te Pointilleerde stadsgezicht. geboren. 7 Augustus 1899 te Karlsbad gestorven. Leerling van J. Stroebel ('49) van de Haagsche Akademie. Bij Huib van Hove ('53) naar Antwerpen ('53). Stillevens etc. '54—'56 Antwerpsche Akademie. '57 terug naar Den Haag. Portret Italiaansche straatmuzikant etc. Met Thijs atelier (1859); reizen naar Oosterbeek’ Keukens 1860 Copies. Reis naar Duitschland, Zwitserland met Thijs. Invloed van de reis in Rust(?).Tusschen '61—'63 op de Haagsche Akademie; ± '62 helper bij Louis Meyer (figuur erin en de befaamde zeemeeuwen !). '63 Landschapstudies (uit Oosterbeek ?) uit Gelderland etc. '64 Keuken aq. Monnik. 1865 naar Parijs, eenige maanden atelier Hébert. De dageraad. Italiaansche modellen. 1866 Italiaansche meisjes. Hengelaar; meisje met kippen. 1867 atelier met Artz. Ital. meisjes; visscherskop, Landschap in Parijs; '6B (in '67 getrouwd). De jonge Moeder, Lectuur, Herdersjongen; Wakensmoede, Meisje met kippen. '69 Moegewaakt; Hengelaar; '7O Veerpont; Landschapsschildering. 1871 uit Parijs in Juni naar Den Haag. Ebbe. '72 Brug en Molen. Grijze dag. Hollandsch Dorp. '73 Schepen. '75 Buitenk. A'dam. Ets. Landschap na regen '76 teeken Mij. Schreyerstoren; de Ploeg; '77 portretjes etc. kindje in tafelstoel. '7B Molen etc. Tuintjes bij Den Haag. '79. Buurtje bij Den Haag; Kind aan de piano; etc. 'BO zeewiervisschers; Tegen den avend; naar Oisterbeek? 'Bl voor de piano; Stadsgezicht; Strand. 'B2 Maanlicht; Lek; etc. 'B3 lezend meisje etc. etc. 'B4 Jaagpad, '96 Jagertje. Hij etste; lithographeerde. Onder de invloeden van Stroebel, Thijs Maris, van Hove, Bosboom, Bisschop en den Delftschen Vermeer is de langzaam zich ontwikkelende Jacob J. H. MARIS (Marris) is 25 Augustus 1837 in Den Haag geboren, als de oudste der 3 broeders, en Maris gegroeid tot eender Hollandsche Meesters van het stadsgezicht en van het landschap. Een invloed van de Barbizonners mag evenmin worden verwaarloosd. Hij schilderde portret, figuur, landschap, stadsgezicht, stilleven. Hij voelde in zijn rijpen tijd het schilderij als een rijken saamklank, de hem typeerende werken ontstaan dan: de baksteenen hollandsche steden met hun grachten onder de Wolken-betrokken lucht, het landschap met de bijkomstige figuur. In dien tijd zijnde Jagertjes niet te vergeten: met de goud-en-groene Zandschippers. Voor zijn landschapstijd maakte hij ook enkele schilderijen, die sterk zijn en stellig; de grootsche Dageraad, en sommige intérieurs met zijn vrouw zijn dan te vermelden. M. MARIS is 17 Augustus 1839 in Den Haag geboren en hij stierf 22 Augustus 1917 te Londen. Leerling van de Haagsche Akademie ± 53. Uit '52 is een stuk Naakt, een Christus, uit ongeveer '53 zijn prijsteekeningen op de Haagsche Akademie. Hij is van '55—'58 in Antwerpen, ook met Jacob Maris. Hij maakte koppen. '57 Man met baard; den schilder Leon. 1858 Inden Hof. 1859? Keukentje; den verloren Zoon. 1860 reis met Jacob door Duitschland. Invloed der Primitieven en van Rethel. '6O Zelfportret; Kerkgang '6l Breiend meisje; in Den Haag terug. '62 phantaisie over Lausanne; '63 Stadsgezicht, '64 Moeder; 65 Scheveningsche vrouw. '66 Voor 't naar Schoolgaan. '69 begin naar Parijs: invloed Hamon, Corot, da Vinei, Millet, Monticelli ? '7O Grintgroeve, '7l de 3 Molens '72 naar Londen. Koekebakster, Montmartre, Kippen voeren; '73 de Doop, bloem en vrouw, 't Liggende kind; '74 Vlinders; 'B3 Zaaier naar Millet; d; 'B9 de populieren, daarna landschappen met geiten, etc. Matthijs Maris, de figur en landschapschilder, de meest diep-begaafde der drie broeders, is de meest zoekende geweest. M. Maris is evenals J. Israëls een romanticus, maar hij is in tegenstelling tot J. I. van huis uit grooter in kleur. Toch is hij, evenals Israëls, zooals de ware romantici, meer en meer genaderd tot een monochrome uitdrukking zijner gevoelens. Matthijs is een zinnelijk romanticus; wie kan het tegendeel beweren als hij zijn latere vrouwefiguur ziet ? Hij was een voorganger voor Jacob, hij beïnvloedde zelfs Willem; hij heeft vóór Jacob de wonderbare molens geschilderd, en een niet licht volprezen stadsgezicht. Hij is, na zijn duitsche reis, van nature geraakt onder den invloed der oude Duitschers (en wat van Rethel). De koekebakster is daarvan een voortreffelijk bewijs. Maarde invloed van da Vinei, den sensueelen schilder heeft M. niet onberoerd gelaten; ge ziet dit, herhaal ik, in zijn vrouwefiguur. Daarna komen de Popels, de Herderin... de landschappen met geiten, die meer en meerden Droomer vertoonen (de tegenstelling in Matthijs tot zijn daaglijksche felheid), en die de Eenzame doen zien, soms te vergaand, zoodat hij zich ver-droomt, en ineen onaflatenden arbeid het schilderij doet verzweemen. S. MARIS WZN. is 21 Mei 1873 in Den Haag geboren, leerling van zijn vader en van de Haagsche Akademie. In 1895 twee jaar naar Antwerpen; in 1902 naar Parijs; woont in Amsterdam. Schildert figuur; portret; moeder met kind, etc. W. MARIS is 18 Februari 1844 in Den Haag geboren en 10 October 1910 daar gestorven. Voor Herderin; kippen. Hij etste; lithographeerde. zijn 12de jaar al zat hij, voor en na schooltijd, inde wei met koeien. Leerling van zijn broeders, en van de Haagsche Akademie ('s winters; hij teekende veel pleister), 's Winter's inden stal, zomers altijd buiten. Hij copieerde in het Mauritshuis + 55 naar Oosterbeek, en Wolfhezen, waar Mauve met hem kennis maakte. In '65 of '66 reis door Duitschland met Blommers, in '7O ? met Wust en van Seggern naar Noorwegen. Hij etste ? Willem Maris is een „beesteschilder”. Hij schilderde koeien, eenden, honden, ezels, etc. Hij schilderde de koeien en kalveren inden stal of buiten; hij schilderde de dieren het liefst in het landschap. Hij is een landschapschilder; hij schilderde plassen, met schuiten zeilend, met de beesten aan den kant. Hij heeft zich ontwikkeld, onder een invloed van Matthijs en Troyon, tot een schilder van het zdnlicht over 't beest, gudsend over het weiland vlagend, inde lucht, na een fijne, grijze periode. Als zonlichtschilder is hij het meest bekend; als schilder vaneen verfijnde grijsheid geprezen, maar soms lijkt het mij toe, dat sommige werken vóór deze périodes, kalveren en een stal, te onbekend zijn; deze zijn zoo voortreffelijk, dat ik ze naast de zeventiend' eeuwers soms wil stellen; alleen ze zijn iet minder plastisch, iet „melodieuzer”, van meer muzikale schildering. W. M. MAR IS JCBZN. is n Juni 1872 in Den Haag geboren. Leerling van zijn vader en van de Haagsche Akademie. Hij schilderde (copieerde) in Spanje; schildert het Zuiden; Volendam. Hij schildert portretten, figuur, landschap. Hij tracht luminist te wezen, maar ontaardt tegenwoordig in strandscènes tot een harde krijtkleur. Landschapen waterstudies zijn beter. A. MARKUS. Portretten, en landschap; romantisch; onder invloed der Barbizonners etc. Zijn kleur is soms valsch. G. G. MARTENS is 8 November 1894 te Groningen geboren. Les van zijn vader G. Martens, den zeeschilder. Schildert te Groningen. W. MARTENS is 1 December 1865 te Semarang geboren. Leerling van de Amsterdamsche handelsschool; dan drie jaar van de Amsterdamsche Akademie; in Parijs van Bonnat, Cormon. 1890 (±) terug naar Holland. Hij schildert te mondaine portretten, genre, panorama's, figuur uit Nunspeet etc. Hij etste. W. J. MARTENS is geboren in 1839 te ? en stierf 1895 te? Italiaansch landschap o.a. J. H. MASCHHAUPT is 20 November 1826 te Amsterdam geboren en stierf 3o|Mei 1903 aldaar. Portrettist, etc. J. H. MASTENBROEK is 4 December 1875 te Rotterdam geboren. Hij leerde eerst huisschilderen; studeerde 's ochtends vroeg en Zondags MEJ. G. N. MARIUS is 7 Juni 1854 te Hengelo geboren en stierf 8 Nov. 1919 Den Haag. Leerlinge van Jan Striening en van Allebé. Bloemstukken, en figuur. Zij schreef kritieken in het Vaderland, daarna in het Nieuws van den Dag; publiceerde een 19de eeuwsche Hollandsche schilderkunst etc. Portret door Haverman. buiten. In '9O succes met aquarellen; in '92 geheel en al gaan schilderen, 1895 de Theems bij Londen. Hij schildert riviergezichten, oude huisjes, portrettjes. Hij etste. Mastenbroek is een schilder van den levende Rotterdamsche haven, met haar kranen etc., van oude steden in sneeuw, van jachtpartijen langs de rivier, etc. In zijn luchten daarover erkent ge J. Maris' invloed; in zijn aanleg in bruin van zijn gegevens is hij dikwijls zuiverder dan in zijn voltooid schilderij, waar een eigenaardig groen meestal valsch in is. Hij is een vlot schilder, die ineen stadsgedeelte met sneeuw voornamer werd. J. E. MASUREL is geb. in te ; stierf in Februari 1915 te Amsterdam. Portret; stilleven. P. MATTHES is 24 jaar 1872 te Konigsbergen geboren (uit hollandsche voorvaders, van vaderskant.) In 1901 gaat hij naar Zaandam, naar Edam dan naar Leiden etc. Hij etste stadsgezichten; hij maakte houtsneden ? A. MAUVE is 18 September 1838 in Zaandam geboren en 5 Februari 1888 te Arnhem gestorven. Leerling van P. F. van Os en van W. Verschuur. Hij kende Gabriël. ± '56—'59 ontmoet hij in Oosterbeek W. Maris en J. W. Bilders, wat van belang is voor zijn ontwikkeling. In 1870 is hij in Haarlem; van '76—'85 zeker in Den Haag; hij is in 'B6 in Laren gaan wonen, waar hij in 'B4 zeker al had gewerkt. Hij etste vrij veel. MAUVE is, wanneer ge hem vergelijkt met de slotte van Millet, tot een schilder van landschap met schapen; van ’t strand, vaneen boschgezicht, van beesten, terwijl hij ook wel eens een portret maakte, etc. Als schapeschilder is hij het meest bekend; hij is daarin allerzekerst geschakeerd in grijzen, of wanneer hij ze geeft inde kooi, is het lichtspel allerzuiverst-fijn gegeven. Maar er moet niet vergeten worden, dat dit niet alles is; Millet gaf hem meer gevoel van grootheid (de schapescheerder); een onvoltooid schilderij als de „schapen om den herder inden sneeuw” is zoo goed als een meesterwerk; hoe kloek hij, jonger, kon schilderen bewijst een studie van dieren uit ’6o. A. R. MAUVE is 10 December 1877 in Den Haag geboren (zoon van A. Mauve). Leerling van de Haagsche en Amsterdamsche Akademie. Hij werkt veel in Laren, eenzaam landschap, wolken, evenals aan de zeezijde (hij is een ervaren zeiler), zooals op Terschelling, Veere (1908), terwijl hij ook naar Frankrijk trekt. Hij schildert eveneens figuur, portret. Hij is fijn soms, soms te iel. J. W. MAY is 24 Augustus 1792 te Amsterdam geboren en stierf x Juni 1866 te Londen, waar hij Consul-Generaal was. Portret. D. W. MEELES is n Februari 1872 te Deventer geboren; '9l ?—'9s op de Kunstnijverheid te Amsterdam; ’s avends onder Allebé. Eerst „decoratief”; gaf les op de Ambachtschool in Deventer, en in Amsterdam. Hij schildert stilleven en landschap in Laren, riviergezichten? (1921); Marissen de verfijndste, de meest teedere, nerveuze. Hij ontwikkelde zich onder den invloed van zijn leermeesters; van de Marissen, enten bloemen onder den invloed van Kever. Hij teekende veel in Artis (invloed Dysselhof en Lion Cachet); soms luminist ? Een gevoelig, ongewis talent. TH. T. C. MEELES is 12 December 1877 te Deventer geboren. Leerling o.a. van de avendklasse der Amsterdamsche Akademie. Hij werkte samen met zijn broeder Dirk Meeles, en met Van der Ven. Boetseerde. E. A. V. A. VAN DER MEER is 30 Januari 1846 Den Haag geboren en 10 Mei 1889 daar? gestorven. Leerling van Minerva ('62—'65 ?) te Groningen, raad van P. Stortenbeker. Hij schilderde landschappen {een wintergezicht bij Titsingh blonk uit) zijn teekeningen zijn goed. Hij etste ? MEVR. CHR. VAN DER MEER DE WALCHEREN-VERBRUGGHE is 10 Augustus 1876 te Vlissingen geboren. Zij reisde met Mej. A. Dutilh en Mevr. O. van Rees naar Italië. Zij lithographeerde; borduurt in Frankrijk wonend. Zij woont nu weer in Holland (1921). F. A. MEES is 27 Juli 1887 te Batavia geboren. Candidaat inde rechten eerst; daarna door kennismaking met D. Nijland tot schilderen gekomen. Leerling van Toon de Jong ('08—'10; in 1910 studie rechten opgegeven; leiding van Hart Nibbrig en van Monnickendam; Haagsche Akademie (1911) Parijs Académie Julian (1912); daarna zelfstandig met den Zweed G. Böklin. Portret, paarden-etsen, studies stadsgezicht. H. ELLEN MEES is in 1880 te Veendam geboren. Leerling van de Amsterdamsche Rotterdamsche en Haagsche Akademies. Leiding van Brangwijn etc. Hij werkte in Londen. Portret. MEJ. M. A. MEES is 10 Juli 1870 te Rotterdam geboren. Leerlinge van Melis. MEVR. A. H. DE MEESTER-OBREEN is in 1866 te Breda geboren. Leerlinge van de Rijksnormaalschool (Huibers) van Voerman en van de Rijksakademie; in Parijs op ’t atelier Collarossi; geteekend bij van Maasdijk; geschilderd korten tijd bij Blancgarin te Brussel en bij Louis Corinth te Berlijn. Wenken bij 't buiten schilderen van W. Maris. MEJ. A. M. J. DE MEESTER (nu Mevr. Roland Holst) is 9 Juni 1894? te Rotterdam geb. Leerlinge van haar Moeder (stillevens, model), daarna van de Rotterdamsche Akademie; van Voerman (3 mdn., Mei 1909) in aquarel. In September—Mei 1910 den heelen dag van de Rott. Akademie, weer 3 mnd. naar Voerman; weer akademie; 19x1 Voerman (olieverf). 1912 ’s avends Akademie; zij boetseert bij P. Dubois. In 1912 2 mnd. bij Voerman (olieverf), in Oct. naaktklasse, Brussel ’s avends, ’s ochtends bij Jean Delville op diens leerlingenatelier. Zij schildert stillevens, teekent portretten voor de nieuwe Groene (Dirk Coster etc.) etc. Tegenwoordig, beinvloed door Duitsche kunst, stadsgezicht etc., boekversieringen. Hij maakte houtsneden. H. C. MEINERS is 19 Augustus 1819 te Amsterdam geboren en stierf 20 April 1894 bij Arnhem. Hij studeerde eerst medicijnen. Leerling van B. C. Koekkoek. Landschap. Vader van P. Meiners. P. MEINERS is 1 November 1857? te Oosterbeek geboren, en 15 October 1903 op de Lage Vuursche gestorven. Eerst leerling van zijn vader en van Hendriks te Arnhem, dan van Allebé. Sept. '76—'83 leerling van de Amsterdamsche Akademie; '81—'82 op de Antwerpsche Akademie met W. Witsen. Levend model. Ongeveer 'B5 in Doesburg, waar toen H. W. Jansen ook was ? Hij zag Tholen, zijn vriend voor goed, daar inde buurt. Hij woonde later op Ewijkshoeve ? Mei 1903 tentoönstelling inde Rotterd. kunstkring; Veth schreef in 1895 voor een tentoonstelling bij Biesing een waardeerend woord. Hij schildert landschap, intérieur, vooral is te noemen portret en stilleven: Hij etste. Meiners behoort tot die schilders, die aan een zijweg lijken te wonen, en die daar stil bezig, soms een innigheid bereiken, bij tijden, die ineen uur van aandacht verrukt. Tot zulke werken behooren sommige zijner stillevens, een portret wel eens. TH. G. MEISSNER is 8 Januari 1884 te Batavia geboren. Leerling van Th. v. Hoytema, en van H. J. Haverman (± 3 jaar). Duidelijke invloed van Haverman. Hij schildert portret, naakt, landschap, stilleven, pluimvee, etc. Hij etste (1911 leiding van Th. Verwey van Udenhout). Arts). Tot '95 in Veere, waar hij de Eenvoudigen etc. maakte (invloed Elskamp), gewaardeerd door Maeterlinck; waar hij met Ch. Doudelet een glasbranderij had. Naar Parijs; Delft, 1 jaar; Volendam 1 jaar; Baarn drie jaren. Brussel (1907 en ’o8) intérieur met dames, daarna nog Zuid Frankrijk; Den Haag, Brussel. Een eigenaardig talent, in 't Veersche werk en dat daaraan voorafgaat; later te gronde gegaan. Hij schildert landschap, intérieur;figuur portret etc. H. J. MELIS is 1 September 1845 te Sas van Gent geboren stierf 1923. Korten tijd leerling van de Rotterdamsche Akademie. Hij schildert genre, later meer figuur en binnenhuis; landschap met verdienste (1907 tent. bij Reekers te Rotterdam. I. M. C. VAN MENS is 25 Augustus 1890 te Berlicum in N.-Br. geboren. Hij studeerde eerst voor Mr. inde rechten; was tot zijn 23ste jaar autodidact; lessen van Henk Meyer. In ± Juni 1916 eerste journalistieke schetsen voor de Groene. Hij teekende in Utrecht 2 jaar naaktmodel (op kunstliefde). In 1916 weer naar A'dam, van toen af zoo goed als geheel-en-al aan het schilderen. Daarna naar Brussel. Hij maakte journalistiek en illustratief werk voor de Groene; affiches; boekomslagen, boek-illustraties; reclameteekeningen. Hij schildert (na Zandvoort en A’dam) te Brussel, vooral het stads- en straatleven, kermissen, etc. C. J. MENSION is in 1882 te Delft geboren. FR. M. MELCHERS is 16 April 1868 ? te Munster geboren. Leerling van de Akademie te Brussel ('B9). In '9l tooneelen uit Londen (Cercle des Leerling van F. Helfferich; daarna van de Haagsche Akademie ('O4). Hij schildert landschappen, stadsgezichten o.a. te Brugge. Hij schildert dieren (i 19x0 beginnen deze op tentoonstellingen te komen) soms naar het luministische toe. Hij etst. Het beste werk van Mension is genre, tot nu toe, cn kleine dieren (een dood muisje etc.) inde groote is hij niet „wild" genoeg, of ietwat illustratief. J. C. MERTENS is 1743 te Amsterdam geboren en in 1821 daar gestorven. Leerl. van A. Elliger en J. M. Quinckhard. Hij studeerde in Antwerpen; woonde ook in Utrecht. Figuur. J. C. MERTZ is in 1819 te Amsterdam geboren, en stierf in ... ' Genre. G. MESDAG-VAN CALCAR is 2 Juli 1851 te Hoogezand geboren. Leerlinge van Minërva te Groningen, dan van Gabriël te Brussel. Zij huwt in 'B2 met Taco Mesdag en werkt met hem veel in Drenthe; verder op Kortenhoef, in Heeze en Noord-Brabant, Landschap, binnenhuis. Zij etste. H. W. MESDAG is 23 Februari 1831 te Groningen geboren en stierf 10 Juli 1915, Den Haag. Mesdag was tot zijn 35ste jaar op het bankierskantoor van zijn vader. Hij had les onderwijl van C. Buys, later leiding van V. Egenberger. In 1866 gaat hij schilderen, onder invloed van J. W. Bilders en Roelofs Sr., in ’66 gaat hij naar Brussel, onder W. Roelofs op raad van Tadema. Hij maakt dan zeer uitvoerige schilderijen. In 1868 gaat hij naar MEVR. S. MESDAG-VAN HOUTEN is 23 December 1834 te Groningen geboren, en zij stierf 20 Maart 1909 Den Haag. Zij was de vrouw van H. W. Mesdag, en begon ± 1870 ? te schilderen. Les van d’Arnaud Gerkens en van Mej. Lindo. Zij schilderde landschap, beesten, stillevens {de kleine). Zij etste. In haar kleine stillevens is vorm en kleur soms rijk; in haar groote de kleur. T. MESDAG is 21 September 1829 te Groningen geboren en Augustus 1902 in Den Haag ? gestorven. Leiding van Buys en van Egenberger, leerling van Minerva te Groningen. Van Groningen naar Brussel, waar hij Gabriël leert kennen. Landschap met schapen, etc. J. J. MESKER is 25 Februari 1834 in Den Haag geboren en 1890 gestorven. Leerling van P. Tetar van Elven en van Ph. Koeleman. Historie. Lithograaf Kunstkroniek. Hij etste. TH, MESKER is 25 Februari 1843 in Den Haag geboren en in 1894 gestorven. Leerling van J. J. Mesker en van W. Maris. Het meeste werk van hem is vóór zijn dertigste jaar. Norderpey, en gaat de Zee schilderen op zijne wijs. In ’6g in Den Haag, hij studeert te Scheveningen; in '7O te Parijs bekroond. Hij was een verzamelaar van de Barbizonners etc. (1903 zijne verzameling aan het land), een werkzaam praeses van Pulchri. Hij schilderde ook portretten. Stadsgezicht. Hij etste; lithographeerde. Het werk van Mesdag, zijn zeegezicht, vertoont bovenal de breedheid van zijn karakter; een ruimte is er in, een vrij groote natuurgetrouwheid. Hij schildert figuur (b.v. de geograaf); stadsgezicht en markten. Een klein maar degelijk talent. Hij etste ? D. BUENO DE MESQUITA is 23 Maart 1889 te Amsterdam geboren. Leerling van de Normaalsch. voor teekenonderwijzers daar (Molkenboer); drie jaar van de Amsterdamsche Akademie (Prix de Rome). Hij illustreert kinderboeken, Billy Ritchie en zijn ezel; nu de geschiedenis van den gulzigen Tobias). In Florence (1921). Hij schildert portret. Hij etst. H. J. BUENO DE MESQUITA is 1 Juli 1887 te Amsterdam geboren. Inde zaak van zijn vader. Leerling van de avendlessen der Amsterdamsche Akademie. Hij woont nu te Florence, om geheel enal te schilderen. Portret, figuur etc. S. JESSURUN DE MESQUITA is 6 Juni 1868 te Amsterdam geboren. Leerling van de R. School voor Kunstnijverheid te Amsterdam, dan van de Normaalschool voor teekenonderwijzers. Hij is op eigen gelegenheid gaan schilderen. Hij publiceerde in 1904 een Album Sensitivistische teekeningen. Hij maakt Figuur, dieren. Hij etste; hij maakt houtsneden. C. METZELAAR is in 1846 te Amsterdam geboren en in 1881 daar gestorven. Leerling van K. Karssen en van P. F. Greive. Hij vestigde zich in Parijs. Landschap etc. Eer belangrijk. A. MEULEMANS is 24 Augustus 1766 te Rotterdam geboren en stierf 30 Mei 1835 in Den Haag. Leerling van den Dordtschen M. Versteegh. „Kaarslichtjens, etc.”. F. P. TER MEULEN is 9 Maart 1843 te Bodegraven geboren. Leerling van H. v.d. Sande Bakhuyzen. Toen het niet goed ging, in Leiden gaan studeeren. Op zijn 28ste jaar weer aan het schilderen. Mauve kreeg veel invloed op hem. Landschap met schapen; soms een goede teekening daarvan (zie Mesdagmuseum). Hij schreef ook in „de Gids” ('74, '79). H. (HENK) MEYER is 22 December 1884 te Groningen geboren. Leerling van den Groningschen landschapschilder B. Buenninck; 1899— 1904 van Minerva; van 1904—1908 van de Amsterdamsche Akademie; van 1906—1908 loge-leerling van Derkinderen. Hij is nu hoofdleeraar in Den Haag. Portret, etc. Hij maakte een paar litho's. JOH. MEYER is in 1885 te Amsterdam geboren. Leerling van Hanau, Gorter, school voor Kunstnijverheid (1 jr.) en drie jaar avendkl. Amsterd. Akademie; verder Parijs en Brussel. Landschap. Plasschaert 17 M. METZOLDT is 19 Mei 1859 te Berlijn geboren. Leerling van de Berlijnsche en Antwerpsche Akademie; werkt veel in Holland; sinds ± 1905 in Laren. Figuur; intérieur. J. H. LOUIS MEYER is 9 Maart 1809 te Amsterdam geboren en stierf 31 Maart 1866 te Utrecht. Leerling van J. W. Pieneman. Hij schilderde voornamentlijk zeegezichten, waar Jacob Mari in hielp; verder portret. Hij etste, lithographeerde. G. J. MICHAËLIS is in 1775 te Amsterdam geboren en 31 October 1857 te Haarlem gestorven. Leerling van J. Andriessen. Geldersch landschap etc. Hij etste. Mr. E. VAN DER MINNE is 2 December 1883 te Zevenbergen geboren. Na in 1906 gepromoveerd te zijn inde rechten, 1907—1908 leerling van de Haagsche Akademie. 1911 in Bretagne en Parijs; etc. Portret, figuur, stilleven, etc. A. MIOLEE is 2 April 1879 te Vlissingen geboren. Leerling van de School voor Kunstnijverheid te Haarlem (1897—1898, les van Grabijn enfH. M. Krabbé). Sedert 1916 voluit schilder. Hij schildert voornamentlijk duinen, ook stadsgezicht. Geëtst. A. DE MIRANDA is 12 September 1888 te Amsterdam geboren. Twee jaar leerling van de Amsterdamsche Akademie. Figuur, dieren, boometeekeningen; door Rembrandt beïnvloed portret. MEJ. E. MIRANDOLLE is in December 1870 te Rotterdam geboren. Zij is leerlinge van de Haagsche Akademie (1904—1909). Zij volgde een cursus in het lithographeeren bij W. Roelofs CH. A. MOEN is 9 Maart 1878 te Amsterdam geboren. Leerling van de H. de Keyserschool onder Vander Valk; van de Kunstnijverheidschool te Haarlem en te Amsterdam; drie jaar avendcursus Akademie Amsterdam. Hij copieerde. Figuur, portret, bloemen. Hij etste. J. F. MOENS is 1856 te Edam geboren. Hij werkte in Holland en in Frankrijk. Zijn romantisch werk vertoont den duidelijken invloed van de Barbizon-school. De spontaneïteit van deze schoolging er te dikwijls in teloor. J. J. MOERENHOUT is in 1800 te boren en ix Juni 1875 te gestorven. H. MOERKERK is 2 Maart 1879 in Den Bosch geboren. Leerling v. Th. van Kempen; een 10- tal lessen van J. Bogaerts. Hij is een teekenaar van figuur; van karikaturen. Hij etste ? lithographeerde ? MEJ. W. M. (=Wally) Moes is 16 November 1856 (1857?) te Amsterdam geboren, en November 1918 te Laren gestorven. Leerlinge van A. Allebé en R. Burnier. Zij schildert intérieur en figuur. Haar werk is soms vaneen ware vrouwenzachtheid. Zij etste. Zij schreef (folklore verzameling). Jr. Haar werk figuur etc. Zij maakte etsen en lithographieën. W. MOL is 21 Maart 1785 te Haarlem geboren en 30 Augustus 1857 daar gestorven. Leerling van David te Parijs, na van H. van Brussel te Haarlem. Portret; miniatuur. TH. MOLKENBOER is in 1871 te Amsterdam (te Leeuwarden ?) geboren en in 1920 gestorven. Leerling van de Rijksnormaalschool voor Teekenond. te Amsterdam, dan bij den architect P. N. Cuypers ('89—’gi); een half jaar Amsterdamsche Akademie, eenigen tijd bij Derkinderen en Dysselhof. Hij schildert voornamentlijk portret. Verder 1901— 1904. leider van de plateelfabriek Holland. Hij etste. E. MOLL is 15 December 1878 te Voorburg geboren. Hij was niet op een akademie; begon op zijn 15de jaar ernstig te werken; van zijn ± '21— —± 26 jaar in Londen; eenige maanden in Parijs. ± 1906 weer naar Holland. Hij schildert veel riviergezicht en heeft daarin, op zijn gelukkigst, een ruimte in zijn kleur. Hij schildert ook zeegezicht. Hij etste. G. A. G. F. MOLLINGER is geboren in ... en stierf 14 September 1867 te ...? Leerling van Landschapschilder van verdienste; soms met een elegante innigheid. L. G. C. MOLLINGER is in 1825 geboren en in 1860 gestorven. Portretschilder. P. M. MOLIJN is 9 Juli 1819 te Rotterdam ge- FR. MONDRIAAN is 16 April 1853 in Den Haag geboren. Raadgevingen van W. Maris. Landschap; binnenhuis. P. MONDRIAAN (MONDRIAN) is 7 Maart 1872 te Amersfoort geboren. Hij teekende eerst bij zijn vader; kreeg les van zijn oom Fr. Mondriaan, die te Winterswijk werkte. Hij deed lager en M. O. teekenen. Studeerde bij Braet van Überfeld, en was 3 jaar op de Amsterdamsche (?) Akademie. Hij schildert figuur en landschap, dan landschap dat wel wat op van Gogh lijkt in kleur van Suze Robertson. In 1910 en 1911 verandert hij heelen-al. Hij is tegenwoordig een schilder van 't zoogeheëten „abstract” schilderij. J. A. MONDT is 5 Maart 1859 in Den Haag geboren. Leerling van de Haagsche Akademie en van Roermeester. Landschap etc. M. MONNICKENDAM is 25 Februari 1874 te Amsterdam geboren. Leerling van de Amsterdamsche Akademie ('91—'94); van '95—'97 te Parijs (een 12-tal etsen naar ’t Oud Parijs). Hij lithographeerde. Een romantisch schilder van figuur in ’t theater, te midden van vruchten, bij dieren, een schilder van stadsgezicht, portret en landschap met dieren etc. Een forsch talent, boren, en 28 April 1849 te Antwerpen gestorven. Leerling van J. H. Grootveld te Rotterdam, en van F. de Braekeleer te Antwerpen. Historisch figuur, etc. Hij etste. vol kundigheden, romantisch van aard (daarin soms te sentimenteel, d.i. te alledaagsch in dit geval). Toch een kracht. P. CORNELIS DE MOOR is in 28 Mei 1866 te Rotterdam geboren. Leerling van de Rotterdamsche, Antwerpsche (± 18 jaar oud) en Amsterdamsche Akademies. Leerling van B. Constant in 1888. Hij leidde lang een zwervend leven, reisde tot Jeruzalem toe, de Middellandsche zee langs; woonde in Voorburg; in Italië, in Laren etc. Hij etste; lithographeerde, De Moor is een schilder, vol phantaisie, van figuren, landschap, dieren, bloemen. Het lijkt me steeds toe, dat dit talent, wanneer het zich meer beperkt had, meer met zijn gaven had bereikt. I. VAARZON MOREL is in 1803 te Amsterdam geboren en 20 Februari 1876 te Gorcum gestorven. Bloemen. J. E. MOREL is 8 Februari 1777 te Amsterdam geboren en 6 April 1808 daar gestorven. Leerling van den schilder J. Linthorst te Amsterdam en van D. van der Aa in Den Haag. Stilleven. W. F. A .L MOREL (noemt zich: Vaarzon Morel) is 9 Augustus 1868 te Zutphen geboren. Leerling van den teekenleeraar op de H. B. S.; 17—19 jaar oud op de Kunstnijverheidschool te Haarlem; dan J jaar op de normaalschool voor teekenonderwijzers te A’dam. Tot zijn 23ste jaar op de Amsterdamsche Akademie; woonde in Haarlem, Arnhem, Oosterbeek, Veere. Hij etste, lithographeerde. W. MOREL is 26 Maart 1901 te Arnhem geboren. Leerling van zijn vader te Veere. Niet sterk maar beschaafd gevoel voor landschap, en intérieur, als stilleven. PETRONELLA MOREL is 15 Juni 1905 te Oosterbeek geboren. Leerling van haar vader te Veere, met neiging tot het illustratieve. Teekent veel: koeien, paarden. L. MORITZ is 29 October 1773 in Den Haag geboren en hij stierf 23 November 1850 te Amsterdam. Leerling van D. van der Aa, Den Haag. Portretten, figuur, historie. S. MOULYN is 20 Juli 1866 te Rotterdam geboren. Leerling van de Rotterdamsche en Amsterdamsche Akademies. Landschap, etc. Hij etste; hij lithographeerde veel. Hij publiceerde een boek over de lithographische kunstenaars. L. MULDER is 9 April 1822 geboren te en stierf ...... 1908 te ...... Hij schildert figuur, portret, landschap, stadsgezicht, kermissen, stations; paarden bij het bieten lossen, dieren, bloemen; illustreert; maakt affiches. Vlot, burgerlijk talent; zeker geen talent vol oorspronkelijkheid. In het begin maakte hij, als figuur (psychologisch) en als bloemstuk, een beter werk dan hij ooit later zou maken, toen hij in valschen chic zocht, wat hij had moeten vinden ineen nauwkeurig nagegaan portret van burgerlijke figuur, desnoods met ironie of met haat gegeven. Zijn kleur dikwijls valsch, vooral wanneer hij ineen gewaand moderns verzeilde. De schrijver. Hij schilderde in Italië, in Drenthe; stillevens. GER. MULLER is 20 Januari 1861 te Amsterdam geboren,stierf i923.Leerling van de Amsterdamsche Akademie, en van die te Antwerpen. Hij woont in Brussel (kent Em. Wouters), in Parijs (kent Alfr. Stevens). Hij werktin Spanje, in Algiers, in Italië. Portret, landschap ? X. MÜNNINGHOFF is 25 Augustus 1873 te Deventer geboren. Leerling van A. Hijner (1890 Deventer), van J. D. Huybers te Amsterdam; werkte met de Bock, met Dankmeyer, met C. Kuypers. Landschap. G. A. L. M. MUNTHE is 7 Augustus 1875 te Dusseldorp geboren. Leerling van de Akademie daar. Hij schilderde te Katwijk. Zee- en strandgezicht, etc. NIC. MUYS is in 1740 te Rotterdam geboren en in 1808 overleden daar ter stede. Leerling van zijn vader W. Muys en van Aert Schouman. Genre. J. C. NACHENIUS is 12 Augustus 1890 te Soest? geboren; leerling van Haverkamp; 1909 Slade School of Art (9 mnd.); 1910 met Haverkamp in Delden; 1911/12 bij Voerman (Haverkamp woonde toen in Hattem) zomer 1912 met J. Hendriks gewerkt omstreken van Hattem; dan 3 winters bij Dysselhof; de twee eerste jaren onder leiding van D's vrouw. Hij is in 1911 gaan etsen (in 'lB + 100 plaatsen). W. C. NAKKEN is 9 April 1835 in Den Haag geboren. Leerling van Dona, veeschilder, van de Haagsche Akademie en van de Antwerpsche (1857) met Sadée. Hij schildert inde Ardennen bij de Maas in '6O en ’6i; in '67 naar Normandië. Hij werkte daarvoor in '59 te Oosterbeek; hij werkt te Dinant. Hij werkte vele keeren in Normandië en in Limburg, (zie Elzevier 1898 door Haaxman). Hij schildert voornamentlijk paarden en boerehoeven. D. B. NANNINGA is 15 September 1868 te Arnhem geboren, uit friesche ouders. Hij werd eerst voor den handel opgeleid. Hij maakt teedre pastels, stillevens, etc. (zie Haverman. N.R.C. 17 Febr. 1900). Hij leerde eenige technische methoden van J. J. Isaacson, paraffineverf technieken. Hij schilderde; hij etste. L. NARDUS is in 1868 te Utrecht geboren. Leerling van de Amsterdamsche Akademie. Landschap. W. H. VAN DER NAT is in 1865 ? geboren te Leiden ? Hij is een schilder van landschap, van beesten, schapen ineen stal etc. op impressionistische wijs. Zijn geheel is dikwijls niet zuiver; van tijd tot tijd is hij forsch, beïnvloed door Verster. Hij is een protégé van Bremmer. M. NAUTA is 2 April 1896 te Deventer geboren. Leerling van Mevr. Liernur te Deventer; van L. Groen te Alkmaar; van de kunstnijverheidschool J. NACHTWEH is 21 Februari 1857 te Deventer geboren. In 1868—1884 leerling van de Amsterdamsche Akademie. Later te Rotterdam. te Amsterdam; van de Amsterdamsche Akademie (Derkinderen, v.d. Waay). Hij schildert stadsgezichten, etc. Weinig graphisch werk. H. VAN NEK is 24 Augustus 1881 te Zaandijk geboren. Leerling van de Akademie te Amsterdam ('99—1904). Stillevenschilder. Hij lithographeerde. MEVR. C. DE NEREE TOT BABBERICHVAN HOUTEN is 4 Mei 1858 te Curafao geboren. 1893 leerlinge van de Haagsche Akademie, 1895 naar Leuven, les van Const. Meunier. Naderhand veel en uitstekend, geborduurd (een groot werk van Karei de N.) bloemen geschilderd; nu (1921) figuren uit'haar lectuur etc. C. H. K. DE NEREE TOT BABBERICH is 18 Mrt 1880 ten huize Babberich bij Zevenaar geboren en stierf 19 October 1909 te Todtmoos, Na 1898 (consulair examen) gestudeerd naar de werken van anderen en later naar de natuur. Werktijd 1898—1905. Invloeden op hem. Toorop, Beardsley, Renaissance; de Japanners etc. Het werk van Karei de Nerée, het sterkst beinvloed door Beardsley, overtreft dit nog door schrilte en spanning van lijn. Het zijn vooral vrouwenfiguren, die hij heeft geteekend, al of niet met landschap, ineen geïntellectualiseerde zinnelijkheid. Hij teekende een voortreffelijk naakt. TR. DE NEREE TOT BABBERICH is 13 Februari 1882 ten Huize Babberich bij Zevenaar geboren. Leerling van Salberg, van Fr. Melchers etc. Invloed van zijn broer. Hij schildert naakt en JAN NEUHUYS (de oudste broeder) is in ... te ... geboren; hij stierf in ... te ... leerling van de Antwerpsche Akademie. Historiestukken. J. ALB. NEUHUYS is io Juni 1844 te Utrecht geboren en stierf 6 Februari 1914 te Locarno; begraven 11 Februari Den Haag. Leerling van de gemeentel. teekenschool, van G. Craeyvanger. Lithograaf; hij schildert stillekens. Hij begint met historiestukken; hij schildert portretten (—’6B) landschap, genre. Hij gaat naar Nunspeet '67 ? '6B ? In 1868 naar de Akademie te Antwerpen '72. Hij schildert daar historie, satijn. In '72 naar Amsterdam. Ook daar eerst historiestukken, maar hij gaat weer naar Nunspeet (intérieurs) naar Gelderland, naar 't Gooi. Hij leert daardoor Israëls en de Marissen kennen. In '75 naar Den Haag (veel bij Jacob Maris). Hij schildert in Scheveningen, in Oostvoorne, in Laren. '83—±'85 hij gaat naar Laren wonen; '85—'88 in Hilversum (werkt te Blaricum). '89—1900 Den Haag Laren. Hij werkt ook in Belgisch Limburg, '9O te Dongen, '9l te Heeze, reis naar Noord Frankrijk; werkt te Heeze; '94 werktin Drente etc. Reis naar Italië '95, werkt te Moll; reis Algiers; 1897 te Hilversum. 1900—10 te Amsterdam, schildert buiten 1901 naar Oostenrijk, 1903 naar Spanje; 'O4, 'OB en 'lO naar Amerika. 1911—'14 in Zurich; voor-en najaar Holland; 1912 Reis naar Korfoe; 1913 naar Rusland. Hij etste; lithographeerde. ALBERT NEUHUYS is eender werkelijke schilders van zijn generatie, en, schilderlijk, zeker meer verwant met Maris dan met Israëls. Hij is bloemen. Hij teekent voor den waren Jacob (1915). regelmatiger dan deze laatste, ofschoon hij ineen groep het levende-bindende mist van Israëls. Hij is soms innig ineen binnenhuis; hij is eender schilders, die kindren met hun felle oogjes en hun teedre kleur begrijpen (hij schilderde veel de moeder met het kind, soms ineen altijd te waardeer en werk); hij was als aquarellist, groot a la Hals als zij ’t niet zoo vast, ineen waterverfteekening vaneen boere-vrouw met kap. J. H. NEUHUYS is 7 April 1841 te Utrecht geboren; hij stierf Maart 1890 te Warmond. Leerling van zijn broeder A. Neuhuys, en van de Antwerpsche Akademie. Hij schildert duinen, plassen (ineen schilderij met eenden werkte W. Maris mee) buurtjes, boerderijen, etc. J. NEUHUYS, leerling van A. Derkzen van Angeren. Hij etst (zie N. R. C. 29 December 1920 Av. bl. J. H. NEUMANN is in 1819 te Keulen geboren en in 1898 in Den Haag gestorven. Leerling van de Amsterdamsche Akademie, van L. H. de Fontenay, J. A. Kruseman, van N. Pieneman. Portret. Zijn dochter. CL. NEUMANN maakte eveneens portretten. F. HART NIBBRIG is 5 April 1866 te Amsterdam geboren en 12 October 1915 te Laren gestorven. Leerling van den zeeschilder Rust; van de Quellinusschool (15 jaar oud); naar de Akademie te Amsterdam ('17—*22) van de Academie St. Julian te Parijs (een paar weken); van Cormon (Oct. '88—Juli 'B9). Hij raakte in Parijs onder den invloed levensdagen”. In 1900 te Öostvoorne. 1901 Vlieland (fijne studies). Daarna in het Geuldal; 1905 Algiers. Hij woont weer te Laren. 1910, 1911 te Zoutelande, etc. Hij schildert naast werken inde zuivere kleuren, „gewoon” geschilderde werken zooals boerenoproer, stroopers mismaakten. Hij lithographeerde; etste ? Nibbrig is eender schilders vol toewijding aan de zuivere kleur; kundig nuchter teekenaar; ’t meest psychologisch in zijn stroopers, etc. K. NIEHAUS is 29 October 1889 te Groningen geboren. Leerling van de Minerva te Groningen (de Vries Lam en F. N. Bach); van de Kunstnijverheidschool en van de Amsterdamsche Akademie. Hij werkte vóór den oorlog, langen tijd te Parijs. Figuur, landschap. C. C. VAN NIEKERK is 22 Januari 1897 te ’sGravenhage geboren. Leerling van F. Helferich; van P. Groenevelt; buiten geschilderd met Jan Frank (Niemantsverdriet); ’s avends van de Haagsche Akademie; komt veel op het atelier van den restaurateur de Wild. Hij etste, ltihographeerde, maakte houtsneden. M. NIEKERK is n September 1871 te Amsterdam geboren. Leerling van de Antwerpsche Akademie. Stadsgezicht, en stilleven, dat inde laatste luministischs—maakvol is. Hij etste. van Vincent. In Holland terug: typen, binnenhuizen, boeren. In '92 eerste poging met zuivere kleuren (Maaier (kop) inde zon). Bloembollenvelden. Portretten. Uit '96 litho „Zijn eerste J. F. NIEMANTSVERDRIET = JAN FRANK is 12 November 1885 te Kalimaro (Java) geboren. Leerling van de Haagsche Akademie (Maart 1908—1910, Juli). Hij woont in 1910 in Den Haag en komt bij Willem van Konijnenberg. Hij signeert I. F. N. Stillevens; hij etste; houtsneden ? H. NIESER is 15 Maart 1885 in Den Haag geboren. Leerling van L. Senf. (’oö—’o 8). Hij etst. MEJ. E. ? NIEUWENHUIS is in 1882 te Utrecht geboren. Zij had les bij Sarah Hense te Zeist; zij was op de kuntsnijverheidschool te Amsterdam (1904); op de Akademie te Amsterdam (1905— 1907). Zij schilderde in Utrecht en in Blaricum; ook model. Zij illustreert kinderboeken. W. O. J. NIEUWENKAMP is 1874 te Amsterdam geboren, woonde tot zijn 18de jaar te Haarlem. Hij vormde zichzelf, behalve wat lessen op de Amsterdamsche Kunstnijverheidschool. Zijn eerste album etsen gaf hij uit tesaam met Graadt van Roggen, zijn tweede met Veldheer. Hij reisde naar Java naar Bali etc., waarover hij een boek publiceerde met een voorrede van Dr. Rouffaer; woont in Italië (1923). Eender bekende etsers, en makers van houtsneden van desen tijd. Hij nadert het Oosten meer met Hollandsche trouwhartigheid dan met een phantaisie, zooals Bauer; daarom zijn zijn etsen etc. van de Hollandsche oude stadjes hem natuurlijker. Hij lithographeerde. J. NIEWEG is 26 Mei 1877 te Hoogebeintum Landschap, etc. G. VAN NIFTERIK is 6 Juni 1886 te Amsterdam geboren. Leerling van de Amsterdamsche Akademie op 17-jarigen leeftijd voor 4 jaar; etsles P. Dupont (± 100 plaatjes). Hij schildert landschap inde omgeving van Amsterdam, in Zuid Limburg, Rhenen, Renkum, Amerongen. MEVR. GR. NOORDEWIER (v. Rijnbach-Noordewier) geboren te Dordrecht, 6 November 1869 en gestorven 30 September 1916 te Alkmaar. Leerling van Le Comte (op de Polyt.-School) en van M. W. v.d. Valk? Dr. M. NOORDEWIER is 23 Januari 1868 te Dordt geboren. Hij is litt. class. doctor. Hij kreeg les van Le Comte (op de Polyt.-School te Delft) en later van M. W. v.d. Valk. Hij werkte te Kortenhoef, Rhenen, in Zwitserland. Landschapschilder. W. DE NOOY is ± 1765 te Nijkerk geboren en leefde daar in 1820. Stadsgezichten. H. NUMAN is 1744 te Ezinge (Gron.) geboren en f 8 Maart 1820 te Amsterdam. Leerling van zijn (in Friesland) geboren. 1905 doctor inde theologie; 1905—1914 predikant. Hij teekende steeds; in 1902 schilderen bij Mej. v. Prooyen; vanaf 1908 wenken ? van H. P. Bremmer en later van Just Havelaar. Hij werkte van 19x4—1919 te Bloemendaal, teekende model op „Kunst zij ons doel” te Haarlem; woont ('2l) te Amersfoort. vader. Hij was in Parijs. Hij werkte in Amsterdam. Portret. W. J. J. NUYEN is 4 Maart 1813 in Den Haag geboren en 2 Juni 1839 daar gestorven. Zijn romantische grootheid beïnvloedde Bosboom. Rochussen was een leerling. Hij schilderde kerkportalen, riviergezichten, kerk-intérieurs, werven, etc. Hij etste en lithographeerde. D. A. H. NIJLAND is 2 April 1881 te Dordt geboren. Leerling van Derkinderen (September '96—Nov. '97), daarna naar de Kunstnijverheidschool te Amsterdam ( April 1899). Hij teekent veel stilleven; hij kent Toorop. In '99—1900 te Rotterdam naakt; 1900—1901 weer naakt inden Cercle te Brussel (cercle è la patte du dindon). 1901—1902 te Parijs. (Hij kent Steinlen en Dupont, wat niet zonder invloed is). Hij woont daarna te Monnikendam, Katwijk, Rhoon (1908) Wassenaar (1920? 1919?). Schilderteefcenaar van landschap, riviergezicht, figuur, portret, stadsgezicht. Hij vertoont een invloed van Vincent tot op den laatsten tijd. Hij illustreerde Boefje, etc. van Brusse. Hij etste; hij maakte veel houtsneden. Dirk Nijland is het voorbeeld van doorzettend, talent. Hij is een realist, soms eer naturalist. In zijn riviergezichten is hij breed in het waterbewegen, in zijn figuren boersch van humor; in enkle oorlogshoutsneden ontwikkelt hij een onverwachte phantaisie. J. C. NIJLAND is 16 Augustus 1888 te Middelburg geboren. Leerling van de Rijksnormaalschool en van de Amsterdamsche Akademie (1909—1910), in Muenchen (’xo—'11). Hij werkte J. F. OBBES is 30 November 1869 te Assen geboren. Hij was eerst zee-officier. Hij kreeg les van Zilcken (1903); raad van Blommers. Hij etst, lithographeert. A. OBERMAN is in 1781 te Amsterdam geboren en stierf in 1845 in Amsterdam. Schilderd paarden en ruiters. Hij etste. D. OCKER is 9 Augustus 1882 te Amsterdam geboren, en leerling van de Akademie daar ? Hij is een schilder van figuur, van naakt, en een ontevredene met het werk der Hollandsche intérieurschilders etc., der Hollandsche impressionisten Het werk, onregelmatig, heeft zeker adem en voordracht. F. OERDER is 7 April 1867 te Rotterdam geboren. Leerling van de Rotterdamsche Akademie, daarna naar Brussel onder Blanc-Garin tot zijn 23ste jaar. Hij is tot 1907 in Transvaal; op zijn terugreis | jaar in Italië, daarna in Noord-Brabant. Hij schildert portret, landschap. Hij etste. T. L. G. OFFERMANS is 8 November 1854 in Den Haag geboren en stierf 23 Augustus 1911 in Laren. Leerling van B. J. Blommers. Hij schilderde de ambachten, en dorpsgezichten (waarvan ik er één zeer wel herinner: een rij lage huizen met boompjes). Marius vindt een invloed van Artz en van Mesker in hem. Hij etste ? Plasschaert 18 op Walcheren, in Maassluis, te Blois en Chartres (1912).... Hij etste (les van Dupont) hij boetseerde (les van A. Oorschot). F. L. W. OLDEWELT is 19 Augustus 1857 te Amsterdam geboren. Leerling van de Amsterdamsche en Antwerpsche Akademies. In 1891 leeraar aan de Kunstnijverheidschool te Haarlem; 1896 aan „Minerva” te Groningen; 1903 professor te Rotterdam. Hij schildert portretten, bloemen, stadsgezichten etc. Hij is in alles zeker niet van den eersten rang, ook niet in zijn figuur. Hij is betogen vaneen lichte romantiek; vertoont nu en dan het eenigszins smaakvolle, dat dezen talenten eigen is. H. TH. COURT ONDERWATER is 6 Augustus 1877 te Dordt geboren en daar 8 Mei 1905 gestorven. Hij was ± '93 leerling van de Rotterdamsche Akademie, in 1896 maar Parijs (leerling van de Akademie Julian gedurende ruim 4 jaar). Ongeveer 1900 komt hij terug in Holland; hij werktin Heeze, Laren, Volendam, etc. Hij schildert intérieur, figuur, portret; zijn werk ging naar Amerika. Hij lithographeerde. H. H. KAMERLINGH ONNES (zoon van M.) is 15 Febr. 1893 te Zoeterwoude geboren, en even muzikaal als picturaal aangelegd. Hij kreeg van niemand les, zelfs niet van zijn vader; alleen ried deze hem steeds wat hij schilderde, zóó te schilderen als hij het zag” (voelde?). Deze Onnes is zeker een talent, en vertoont eigenaardigen trek, als zijn vader. Er is iets somptueus in hem te vinden, zooals in „de Musiceerende Dames” ’t portret van zijn zusters. Hij schildert portret, stilleven, landschap, stadsgezicht etc.; maakt ontwerpen voor glas-in-lood (juist een bezigheid voor zulk talent). Hij etste. Kamer lingh Onnes is, op zijn best, een schilder vaneen rijk, geaquarelleerd stilleven, en vaneen portret, als dat van van Bemmelen. Zijn stillleven is nog te onbekend, nog onderschat, hoewel het soms met te veel „chic” is geschikt; zijn portret, weinig hollandsch, soms mondain, heeft de verdienste van zwier, en van ’t ongewone gamma. J. M. VAN OORT is 29 Mei 1867 te Sluis in Zeeland geboren. Leerling van de Amsterdamsche Akademie ('B4—'B9). Hij teekent eerst volkstypen, dan dieren, en koddige diertafereelen. H. A. VAN OOSTERZEE is 5 December 1863 te Rotterdam geboren; leerling in 1880 van de schilderklasse, daar, onder Striening; een jaar later van Gabriël (die toen jaarlijks, inden herfst, in Kortenhoef werkte. Geruimen tijd met G. samengewerkt. Van Öosterzee schilderde in Drenthe, Brabant, Noorwegen, Heeze, Westerberk, Zweeloo, Rijswijk, Laren, en verschillende keeren in Noorwegen. Hij schildert landschap, dat, inde kleine formaten, wel eens eenige teerheid vertoont. Hij etste; lithographeerde. MEJ. A. J. W. BIERUMA OOSTING is 5 Februari 1898 te Leeuwarden geboren. Leerlinge van Mej. Wijnhoff, van F. Grabijn en van de School voor Kunstnijverheid te Haarlem (zij leerde daar etsen van Jessarun de Mesquita, van M. Monnickendam, van Paul Bodifée, van Albert Roelofs, van Willem van Konijnenburg. M. KAMERLINGH ONNES is 25 Februari 1860 te Brussel geboren. Hij teekende, één jaar, wat ornament te Delft; woonde verder te Leiden. Zwager van Floris Verster. W. J. OPPENOORTH is 2 October 1847? te Amsterdam geboren en stierf 19 Mei 1905 Utrecht. Leerling van de Amsterdamsche Akademie. Hij schildert allerlei. S. OPZOOMER is 19 September 1819 te Rotterdam geboren en stierf in 1878 te Antwerpen. Leerling van M. J. van Bree. Historisch figuur. G. J. J. VAN OS is 20 November 1772 of 1782? in Den Haag geboren en 23 Juli 1861 in Parijs gestorven. Leerling van J. van Os, zijn vader. Hij schilderde stillevens, bloemstukken, landschap. Hij lithographeerde. J. VAN OS is 23 Februari 1744 te Middelharnis geboren en stierf 7 Februari 1808 Den Haag. Leerling van A. Schouman. Bloemstukken, etc. MEJ. M. M. VAN OS is in 1780 in Den Haag geboren en 17 November 1862 daar gestorven. Stillevenschilderes, leerlinge van J. van Os. P. F. VAN OS (zoon v. P. G. v. O.) is in 1808 geboren en stierf in 1860. Leerling van P. G. v. O.; leermeester van Mauve. Veeschilder. Hij lithographeerde. Hij werd door Potter beïnvloed. R. G. VAN OS is 8 October 1776 in Den Haag geboren en stierf 28 Maart 1839 in Den Haag. Leerling van zijn vader J. van Os. Hij vormde zich door het copieeren van Potter. Beesteschilder. Marius vindt iets Breitnerachtigs in hem. A. ORTIZ ECHAGUE is in 1883 te Guadalajara in Castilië geboren. Leerling op 14-jarigen leeftijd van de Akademie Julian (leermeesters MEVR. B. OSIECK is 29 December boschgezicht lijkt hij op Diaz. Zijn persoonlijkheid heeft hij in Hattem wonend ontwikkeld. Hij is daar klaar geworden (soms k la Vermeer maar schrieler ineen Hattemsche bloeyende tuin) hij is daar geworden tot de maker van schilderijen en aquarellen, die het stadje beelden, en de rivier erbij, de IJsel, met de luchten erin spieglend, met de koeien er-in staand. Hij is eender Hollandsche luchte-bouwers. Hij etste ? J. VOERMAN Jr. is 23 Januari 1890 te Hattem? geboren. Leerling van zijn vader. Hij maakte een deel der reclameprentjes voor Verkade van Lente, Zomer, Herfst, Winter; de Bonte Wei, het Naardermeer, Bosch en Hei (van dit ook de penteekeningen). Hij ontwierp de Elsevier's kalender voor 1912, etc. C. J. DE VOGEL is 29 December 1824 in Dordt J. G. VOGEL is 25 Juni 1828 te Hooge Zwaluwe geboren en 15 Mei 1915 te Velp gestorven. Leerling van A. Schelfhout. Landschapschilder. MEVR. M. C. J. W. VOGEL-ROOSENBOOM (2de echtgenoote van J. S. Vogel) is 23 October 1843 in Den Haag geboren en 26 December 1896 te gestorven. Leerlinge van haar vader Nicolaas Rooseboom. Zij werkte lang in Den Haag; ging in '92 in Voorburg wonen. Ze trouwde daar met J. G. Vogel. Bloeme-schilderes. H. P. VOGEL is 27 November 1833 te ge- boren, en 5 Januari 1886 te ...... gestorven. Leerling van Fromberg te Arnhem. J. VOGELAAR is 23 November 1865 te Dinteloord geboren uit protestantsche boeren. Een paar maanden les? van Jac. van Looy. Daarna naar huis, niet werkend. Op zijn veertigste jaar kennis met Witsen; gaan schilderen op zichzelf. Hij werkte te Amerongen, Geldermalsen, Hintham. Landschap. H. ? VOLMAR is 26 December 1881 te ... geboren en in 1921 te ... gestorven. Leerling van de Amsterdamsche Akademie. Hij schilderde landschap, etc. Hij etste. AUG. W. VAN VOORDEN is 25 November 1881 te Rotterdam geboren en daar? in 1921 ge- geboren, en daar 9 Mei 1879 gestorven. Leerling van H. F. Verheggen. Landschap. storven. Leerling van den avendcursus der Rott. Akademie ('93—1906). 1900 akte teekenen. In 1903 gaf hij het decorateursvak op, en ging schilderen. Hij kreeg wenken van Van Maasdijk. Hij schilderde inden beginne van alles; vooral maakte hij schilderijen van het stads- en havenbedrijf. Hij werkte echter ook te Kortenhoef. Bekend is een vischstilleven van hem. MEVR. H. VAN VOORTHUYZEN-VAN HOVE is 6 September 1861 in Den Haag geboren. Leerlinge van de Haagsche Akademie (-80), vervolgens les van Willem Maris op diens atelier. Zij werkte voornamentlijk te Amsterdam (2 jaar, '84—'86 directrice van de dagteekenschool daar. H. VOS is 17 Februari, 1855 te Maastricht geboren. MEJ. M. VOS is 21 December 1824 te Amsterdam geboren en 11 Mei? 1906 te Oosterbeek gestorven. Leerlinge van P. Keers. Zij is een schilderes van kundige, verdienstelijke stillevens. Zij etste. C. VREEDENBURGH is 25 Augustus 1880 te Woerden geboren. Hij was eerst huisschilder bij zijn vader. In 1902 tien weken bij Roermeester, leerde Alb. Roelofs kennen, die hem bijstond met goeden raad. Wenken van Tholen. Hij schildert een te handig schilderij, dat dikwijls iets blikkerigs houdt. Hij is zeer vlot. Hij werkt ook in het Zuiden van Frankrijk. Hij etst. G. VREEDENBURGH is 26 Maart 1849 te G. VREEDENBURGH Jr is 28 October 1873 te Woerden geboren. Leerling o.a. van de Brusselsche Akademie. Landschap. GIJSB. VREEDENBURGH is 6 Maart 1876 te Woerden geboren. Leerl. o.a. van de Akademie te Brussel, waar hij nu décorateur is. Veel geaquarelleerd. C. VREEDENBURGH is 25 Augustus 1880 te Woerden geboren. Schilderde eerst landschap; zes weken les van Roermeester, schildert stadsgezichten. Hij werkte o.a. met Altmann, van Beek, van Driesten; dan te Nieuwkoop; te Reeuwijk; zwervende, met Tholen en P. Arntzenius (dikwijls) in Zuid Frankrijk, in Amsterdam. Hij etste. A. J. VREEDENBURGH 20 November 1882 te Woerden geboren, schilderde in zijn jonge jaren, en nu en dan nog. H. VREEDENBURGH is 20 April 1887 te Woerden geboren. Eerst uitsluitend stillevens. 4 jaar Kon. subsidie; nu landschap en stillevens. MEVROUW M. VREEDENBURGH-SCHOTEL is io December 1884 te Sitoebondo (Java) geboren. Leerlinge van de Haagsche Akademie; daarna één winter atelier Courtens (Hooger gesticht) te Antwerpen. Zij werkte meest te Leiden, ook de Kaag bij Leiden. Plasschacrt 23 Nieuwerbrug (Bodegraven) geboren. Hij schildert portret, landschap, stillevens, tooneeldécor en versiering van kamers etc. Zijn zoons schilderen allen. M. VREUGDE is 4 Juli 1880 te 's Hertogenbosch geboren; lessen aan de Da Costaschool te Amsterdam. Hij etste. A. DE VRIES is 13 Februari 1841 te Amsterdam geboren, en in December 1872 in Haarlem gestorven. Leerling van de Amsterdamsche Akademie, Copieerde. Hij versierde den Schoolmeester. D. DE VRIES is 21 Juli 1895 te Utrecht geboren. Leerling van de Haarlemsche kunstnijverheidschool (1908—T3, leerling van Mesquita en Le Beau). Mesquita werkte hem op tot houtsnede? 1913, de twee Aapjes, etc. Hij etste, lithographeerde, maakt voornamentlijk houtsneden hoewel hij ook schildert. Teekent soms voor de Groene, J. M. VROLIJK is 1 Februari 1845 ? in Den Haag geboren en daar 2 September 1894 ? gestorven. (of '46—'96 ?). Leerling van P. Stortenbeker. Veeschilder. Hij etste, en wekte (op Pulchri) anderen daartoe op. JHR. A. J. Th. VRIJTHOFF is 18 September 1863 te Maastricht geboren. Leerling van Mevr, Hogerwaard; van Van de Winkel, van Zickwolff; in 1893 naar Den Haag en leiding van W. v. Konijnenburg. Romantisch landschap etc. J. VAN VUUREN is 26 Januari 1871 te Molenaarsgraaff in Zuid-Holland geboren. Hij kreeg zijn eerste opleiding van Rol. Lary te Dordrecht;: daarna was hij bij Dysselhof te Amsterdam; ten slotte bij H. J. van der Weele in Den Haag. Hij bezocht toen daar, ’s avends, de Akademie. Zijn werk bestaat uit boschgezichten van de- MEJ. J. VAN DE VIJSEL is 20 April 1882 te Amsterdam geboren. Leerlinge van de Amsterdamsche Akademie; werkte in 1912 in Muenchen. N. VAN DER WAAY is 15 October 1855 te Amsterdam geboren. Leerling van Koopman, den portretschilder; daarna van de Amsterdamsche Akademie, onder Allebé en Wijnveld. ± '76 gemeenschappelijk atelier met Wijsmuller. Reizen naar Parijs, Londen en Cassel. ’Bo Willink v. Collenprijs. Atelier met Witkamp. 'B4 Prix de Rome. Italië. 1891 Professor aan de Akademie. Portret en figuur (weesmeisjes etc.) Hij etste. E. F. VAN DE WAERELD is 18 October 1857 te Amsterdam geboren. Hij kreeg zijn eerste lessen van den Heer Bing (firma Braadt en Überfeld) lithograaph. Daarna studeerde hij op zichzelf. Hij ging etsen in 1897 op raad van den Heer J. H. Klyn te Apeldoorn. Hij etst o.a. stadgezichten uit Utrecht en uit Amsterdam. A. WALDORP is 22 Maart 1803 Den Haag (huis ten bosch) geboren en stierf 12 October 1866 te Amsterdam, waar hij sinds 1858 woonde. Leerling van J. A. Breckenheymer. Tooneeldecoraties. Hij trouwt op zijn 23ste met de zuster van B. van Hove; schildert dan geheel-en-al. Hii maakte binnenhuizen, portretten, kerkintérieurs. Na zijn 35ste jaar schildert hij riviergezichten. Veluwe; en voorstellingen uit de oude stadjes aan de Zuiderzee. Het geschilderde is landschap etc., uit de Haagsche School; soms is er een invloed van De Bock. Het geheel is nog hard en niet verinnigd. Hij reisde met Nuyen door België en Duitschland. Hij lithographeerde. Zijn riviergezichten zijn verdienstelijk. W. R. VAN DER WALL is in 1756 te... geboren en in 1813 te... gestorven. Leermeester van Kobell. Beesteschilder. G. VAN DE WALL PERNE is 18 Mei 1877 te Apeldoorn geboren en 28? December 1911 te ... gestorven. Leerling van de Rijksnormaalschool voor teekenond. Vijf jaar verbonden voor boekversieringen aan een groote drukkerij. Hij batikte. Zijn landschappen waren stemmingsymbolen ?; zelf beschouwt hij zijn schilderijen als muziekstukken. Hij schreef; verzamelde Veluwsche sagen. Hij etste ? lithographeerde ? houtsneden ? Deze schilder is een romanticus van niet voldoende verwerkelijkende kracht. MEJ. M. WANDSCHEER is 19 November 1856 te Amsterdam geboren. Zij is een leerlinge van den Heer Bing (± 19 jaar oud); daarna van de Amsterdamsche Akademie, waar ze zeer lang bleef. Zij werkte nu en dan een paar maanden te Nunspeet Laren, in Gelderland, in Drenthe. Zij etste (leerl. v. Witsen te Ede, waar ze lang woonde). Marie Wandscheer begon met stillevens; daarna figuren in ouderwetsche dracht, portretten; binnenhuizen te Nunspeet, stillevens, bloemen, etc. Zij is het best bekend als schilderes van bloemen, maar zeker zijn er bij de figuurstukken met hun ouderwetsche teederheid schilderijen, die C. A. VAN WANING is 26 Juli 1861 in Den Haag geboren. Hij is een leerling van Bosboom. Zijn riviergezichten, etc. vertoonen sterk den invloed van Jacob Maris; hij van Waning verloor daarin Maris’ lyrische kracht; zijn zeegezicht is natuurlijker verwant aan Mesdag. MEVR. M. VAN WANING-STEVELS is 2 December 1874 te Gorkum geboren. Leerlinge van de Haagsche Akademie; van C. A. van Waning (op atelier, en buiten). Zij schildert portretten van dieren en menschen, menschen buiten (familiegroep!), stillevens. M. VAN WANING, beeldhouwer-schilder, is in 1888 in Den Haag geboren. Hij teekende van vroeg-af; trok schilderend door Holland; ging naar Duitschland, waar hij zich, oud 18 jaar, vestigde. Hij trok van daar uit naar Nederland, Italië, de Noorsche landen, tijdens den oorlog 1917 weer naar Holland. Landschappen uit Holland, Duitschland, Venetië, Portretten. Hij lithographeerde. MEJ. FR. WARTENA is 28 Juli 1857 te Akkrum geboren; zij f? Leerlinge van Egenberger van de Normaalschool voor teekenonderwijs etc.; van de Amsterdamsche Akademie; van Oldewelt. Binnenhuis, etc. MEJ. J. WASCH is 31 October 1886 te Rotterdam geboren. Leerlinge van Ph. Zilcken, en van Albert Roelofs; Haagsche Akademie onder Aarts. Portret, stilleven. voor haar goede bloemstukken niet onderdoen. W. A. WASSENAAR is 14 December 1873 te Katwijk aan den Rijn geboren. Leerling (hij was politieagent eerst) van 1900—1903 van Toorop te Katwijk etc. in het schilderen. Hij werktin de omgeving, van Leiden, vooral op het Kagermeer. Landschappen (pointilles.) Hij begint 1911 te etsen. J. H, WATTEZ is 31 Juli 1882 te Middelburg geboren. Leerling van W. Schütz te Middelburg. H. WEEGEWIJS is 7 Januari 1875 te Nieuwer Amstel geboren. Leerling van de kunstnijverheidschool, en van de Amsterdamsche Akademie onder Allebé. Hij werkte in Edam, Volendam, Groningen, Gent (België). Hij schildert ook stilevens. Hij etst. H. J. VAN DER WEELE is 13 Januari 1852 te Middelburg geboren. Leerling van J. W. F. Kachel, en van de Haagsche Akademie, Hij kende van Gogh (dien hij niet hoogschat), Breitner, de Zwart, Mauve. De invloed van den laatste is belangrijk op hem; hij joeg hem wat op (zie werk van van der Weele, toen Mauve nog leefde !). Landschapschilder uit de Haagsche School; een der gemiddelde volgers; landschap met koeien, ploegende paarden. Hij maakte etsen naar Mauve, ook oorspronkelijke, waarvan een „Dood liggend beest” me trof. B. H. TER WEEME is 28 April 1880 te Amsterdam ? geboren. Leerling van de kunstnijverheidschool, en van de Akademie te Amsterdam. Hij schildert figuur, landschap, stilleven en ook veel keer dieren (kippen etc.). MEJ. M. WEGMAN is in... te Amsterdam geboren. Leerlinge van de Amsterdamsche Akademie. Zij werkte in N. Brabant, Gelderland, Drenthe, in 't Gooi. Zij etste. MEVR. G. WEISSENBORN-MUSCHNER is 30 December te Fraustadt (Posen) geboren. Les van der Worp te Carelshaven bij Delden, en van Weyns te Rotterdam. Ze schildert. Stilleven' IS. WEISSENBRUCH is 27 Augustus 1826 Den Haag geboren en 13 November 1912 te... gestorven. Houtgraveur naar H. Weissenbruch, naar Ch. Rochussen, verder in het Nederl. Magazijn, naar Witkamp, etc. J. WEISSENBRUCH is 18 Maart 1822 in Den Haag geboren en daar 15 Februari 1880 gestorven. Leerling van de Haagsche Akademie, en van Sam Verveer. Schilder van stadsgezichten uit Oudewater, Nijmegen, etc. Hij etste en lithographeerde. De stadsgedichten van dezen Weissenbruch, met hun bedaagde, propere, kalmte zijn beter soms dan ze nu gemeend worden te zijn. H. J. WEISSENBRUCH (hij teekent H. J. ) TH. TER WEEME is 27 Juli 1868 te Nieuwer Amstel geboren. Leerling van de teekenschool voor kunstambachten te Amsterdam onder Visser; van de Amsterdamsche Akademie. Hij schildert, met gevoeligheid, figuur, landschap en stilleven. is 30 November 1824 in Den Haag geboren en 14 Maart 1903 daar gestorven. Zijn vader bezat een verzameling schilderijen van Kraus, Schelfhout, B. van Hove en ontving de schilders aan huis. W. leerling van Leu, den teekenmeester, op zijn 15de jaar, voor drie jaar; pleister modellen. Dan vijf jaar bij B. van Hove, (studeeren en schilderen naar de natuur vooral Dekkersduin). Ook een tijdje leerling van Schelfhout, en 's avends op de Haagsche Akademie geteekend. Zijn eerste schilderijen duingezichten. Vermeer was zijn afgod in die dagen. Later de Trekvaart bij Den Haag. Hij werkte in Dekkersduin, bij Voorschoten, te Scheveningen, te Noorden. Met P. Stortenbeker en Jul. v.d. Sande Bakhuyzen deed hij tochten. Hij etste. Het werk van WeissenbVuch, dat dadelijk door frissche levendigheid trof, heeft zich ontwikkeld tot een „grootheid”, die hem in deze bovenaan inde Haagsche School plaatst. Zijn grootheid is schilderlijk ten eerste (de vorm heeft de hoedanigheden van wolke-vormen), niet architecturaal; zijn lijn lang, gevoelig, en grootgolvend. Bovenal te roemen is zijn zilvren tijd; de feller gekleurde v.d. besneeuwde tuinen; zijn klassiek (van eenvoud en grootheid) stadsgezicht. W. WEISSENBRUCH J.Hz. is 14 Februari 1864 in Den Haag geboren. Eerst les op de viool; toen décors geschilderd op het atelier van Jan Stortenbeker. Leerling van de Haagsche Akademie (onder Frid. Becker). Hij werkte veel in het buitenland. d; 1890 onder leiding van zijn vader landschap gaan schilderen (Noorden, Nieuwkoop) en stilleven. Nu te Bussum ? wonend werkt hij daar inde buurt en te Zwammerdam. Hij etste. A. VAN WELIE is 18 December 1866 te Afferden in Gelderland geboren. Leerling van den genreschilder Grips te Vught (2 jaar), dan een jaar onder Stracké inden Bosch teekenen naar het levend model. 1886—1891 Antwerpsche Akademie (Charles Verlat, van Havermaat en P. van der Ouderaa); hij reisde in dien tijd naar Italië (pensionnaire van Willem III). Hij werkte zelfstandig te Parijs, Rome, etc.; '93—1904 in Den Bosch wonend, vele portretten in het buitenland. Twee reizen naar het Oosten. 1902—'03 negen maanden in Athene. In 1904 van den Bosch naar Parijs. Hij werkte ook in Londen. Internationaal portrettist. L. O. WENCKEBACH is 16 Juni 1895 te Heerlen geboren (neef van L. W. R. W.). Leerling van de kunstnijverheidschool te Haarlem; van de Amsterdamsche Akademie?; van zijn oom. Houtsneden naar vogel- en boomschetsen in dien tijd; later zich ontwikkeld als een belovend houtsnijder. (Hij is de zoon van den hoogleeraar te Weenen). L. W. R. WENCKEBACH is 12 Januari 1860 in Den Haag geboren. Eerst tuinarchitect; hij ging daar-na werken (hij was 1878—1879 leerling Plasschaert 23* J. H. WEITKAMP is 12 Juni 1834 te Rotterdam geboren. Leerling van den avendcursus van de Rott. Akademie, van den schilder van Eysden in het schilderen... Hij werkte inde buurt van Rotterdam, te Arnhem, in Duitschland. Hij schilderde Overmaassche gezichten, drachten, Winters, Kralingsche plassen, boereplaatsen, studiekoppen, portretten, stillevens. Hij etste, en lithographeerde. van D. van Lokhorst, den Utrechtschen veeschilder) in Drenthe, Gelderland, Noord Brabant. Hij illustreerde veel voor Beyers, den uitgever. In 1898 naar Santpoort, waar hij meer schildert. Hij gaf uit Notekraker en Muizekoning {goed prenteboek) Amsterdamsche stadsgezichten. Hij etste, litho’s voor boekillustraties. Y. H. WENNING is 26 September 1879 te Leeuwarden geboren. Leerling (13de—16de) van de driejarige Ambachtschool (afd. Schilderklasse). Hij werkt bij Sommer (den décorateur) in Den Haag; leerling van de Haagsche Akademie (naaktklasse). Hij werkte voor uitgevers en drukkerijen, en studeerde. Hij werkt veel in Giethoorn, Oudewater, in Zuid-Limburg. In 1914 naar Italië en naar Parijs. Hij schildert landschap. Graphisch werk. H. J. WESSELING is 26 Februari 1881 te Haarlem geboren. Eerst huisschilder, met 2 jaar avendcursus kunstnijverheidschool (ornament; '95—'96). Daarna atelier voor kerkel. kunst van Frans Loots te Haarlem, eerst leerling, dan assistent. In 1914 zelfstandig gaan schilderen (speciaal portret), verder bloemen, stilleven, landschap. Een- ets. J. H. VAN WEST is 30 September 1803 in Den Haag geboren en daar in 1881 gestorven. Leerling van C. Kruseman. Genre. P. G. WESTENBERG is in 1791 te Nijmegen geboren en in 16 December 1873 te Brummen gestorven. Leerling van J. Huls wit; leermeester van K. Karsen. Schilder van geprezen stadsgezicht. C. WESTERBEEK is 13 April 1844 te Sassenheim geboren en 22 October 1903 in Den Haag gestorven. Leerling van de Haagsche Akademie en van H. van Hove. Landschappen met koeien. C. WESTERBEEK Jr. geb. in ... te ... Hij schildert dezelfde onderwerpen als zijn vader. G. B. J. WESTERMANN is 25 December 1880 te Leeuwarden geboren. Hij werkte eerst bij décorateurs, die hem voor de Akademie zouden opleiden. Hij kende Jurres, die W.’s ouders overhaalde, W. naar Amsterdam te laten gaan. Jurres maakt hem klaar voor de Amsterdamsche Akademie. Hij is daar drie jaar onder Allebé. Hij werkte in Terschelling, Brabant en Limburg. Hij illustreerde veel. Hij schildert veel paarden, etc. J. B. A. M. WESTERWOUDT is 20 December 1849 te Amsterdam geboren en 2 April 1906 te Arnhem gestorven. Leerling van de Amsterdamsche en Antwerpsche Akademie. Stadsgezicht, etc. J. E. VAN DE WETERING DE ROOY is 7 Augustus 1877 te Woudrichem geboren. Leerling van de Haagsche Akademie en van Akkeringa. Hij schildert landschap, en stadsgezicht, ineen kleur, die, persoonlijk, wat week is; week eveneens inden vorm. CORN. WESTER, leermeester van Chr. Bisschop geb. in ... te ..., gestorven in ... te ... Uit de school van W. B. van der Kooi. J. WEYAND is 8 Maart 1886 te Amsterdam geboren. Hij studeerde aan de Rijksschool van Kunstnijverheid te Amsterdam en volgde tevens een avandteekencursus onder leiding van den Heer Klaas van Leeuwen. Vervolgens drie jaar avandcursus (klasse naakt model) aan de Rijks Akademie voor B. K. te Amsterdam. Toen nog (na subsidie voor den geheelen cursus) 2 jaar, waarvan een gedeelte loge onder leiding van Prof. Derkinderen. Hij werkte op de etsklasse van P. Dupont. „Hij vertoont op de laatste tentoonstelling van den Modernen kunstkring een groot figuurstuk, waarin de lijnenrichtingen wel te sterk zijn aangeduid gebleven; waar, inde kleur; souvenirs aan Delacroix te vinden zijn”. Pit. J. H. WEYNS is 19 1864 te Zwolle geboren. In Zwolle op zijn 12de jaar les van Huibers tot zijn zestiende jaar. In 1881—1885 Rijksnormaalschool voor teekenonderwijzers; '85— 'B6 modelschilderen te Zwolle. In 'B6 te Enschedé leeraar, schilderde binnenhuizen. In '92 te Rotterdam benoemd (daar nog wonend 1923). Hij werkt in Delfshaven, Overschie, Schiedam, verder in Heeze en in Nieuwkoop. Hij schildert graag zon, ook op sneeuw. Hij schildert hofjes, en riviergezichten. Ik herinner mij van hem een blank schilderij vaneen hofje etc.; een kerk met brevier-lezend pastoor, etc. JOFFER. R. M. WICHERS WIERDSMA is 30 October 1891 te Franeker geboren. Leerlinge (van 1909—19x2) van A. J. van Schooten te Hilversum; van de Larensche kunstschool te Laren (leiding van F. Hart Nibbrig en S. Moulijn) daarna van het Internationaal Schildersatelier te Amsterdam (leid. fr. de Jonge en M. Monnicken- Hoewel zij portretten teekende, is haar voornaamste werk graphisch werk. Zij gaat daar stoutmoedig te keer tegen de formaten; zij is wel een talent, maar door theoretische overweging niet altijd vrij noch gaaf genoeg. Zij maakte veel „vlak” werk; er is in sommige harer dr.-n. een niet te miskennen hartstochtelijke expressie. E. WICHMANN is 11 Augustus 1890 te Utrecht geboren. Hij studeerde te Utrecht; in 1914 gaat hij naar Amsterdam; is daarna te Utrecht; dan weer te Amsterdam. In 1921 te Parijs. Hij is als schilder leerling van Von Kreyfeldt, in Utrecht van Vander Laars. Hij schildert; houtsneden en kopergravures in hoofdzaak voor 1918; 1918—1919 beton, litho's, etsen, zilverwerk, emails; in 1920 zwarte kunstprenten, aardewerk, cameeën, wandschilderingen in het Amsterdamsch Lyceum (die inden gang alleen naar eigen wensch); begin 1921 wandschilderingen inde scholen op Uilenburg der gemeente Amsterdam. Hij publiceerde 1914, Nieuwe Richtingen inde Schilderkunst; 1917 De Tang en het Varken; 1920 Erich Wichman tot 1920. J. WIEGERS is 31 Juli 1893 te Kommerzijl geboren. Leerling van de Groningsche en van de Haagsche Akademie en te Rotterdam ('07—'17) 1920—1921 werkt hij te Davos met E. L. Kirchner. Hij maakt etsen, houtsneden, litho's. JAN WIEGMAN is n Februari 1884 te Zwolle geboren. Hij had kort les van Tjeerd Bottema; verder eigen oefening. dam); in 1920, van W. v. Konijnenburg (en gewerkt op het atelier van Alb. Roelofs). D-Naalden, houtsnee, en litho's. Hij illustreert (voornamentlijk kinderboeken); enkle affiches. M. WIEGMAN is 31 Mei 1886 te Zwolle geboren. Leerling van de Amsterdamsche Akademie. Hij lithographeerde. Zie Addenda. B. W. WIERINK is 4 Januari 1856 te Amsterdam geboren. Leerling van N. A. C. Dekker, van de Quellinusschool. Sierkunst. Dierstudies in Artis; aquarelleerde. Directeur Industrieschool van den Werkenden Stand. Kunstnijverheid, gouden sieraden; batikt; illustreert. Lithographieën. H. F. WIERTZ is 7 October 1784 in Amsterdam geboren en in 1858 te Nijmegen gestorven. Leerling van J. Lauwers, van J. de Frey, en P. Barbiers Pzn. Uit Amsterdam in 1811 naar Nijmegen. Stillevens (schelpen) etc. D. WIGGERS is 26 Maart 1886 te Amersfoort geboren. Eerst op een notariskantoor, waar hij tusschen de druppels doorschilderde. Hetzelfde, toen hij in 't verversvak was; later dit laatste alleen 's zomers; in ’t najaar schilderde hij buiten zoo lang dat mogelijk was; 's winters schilderde hij stillevens. Hij was één winter op de Rotterdamsche Akademie. Hij werkte in Gelderland, riviergezichten; landschap ook in Spanje. Landschap etc., waarin de toeleg soms het levende wat wegneemt; is dit vermeden, dan blijft de stemming bestaan, en de kleur sprankelt (zie sommige riviergezichten). Schilder vaneen zoogeheeten dichterlijk onderwerp; persoonlijk, maar met tekortkomingen. ? WILLEMSEN is geboren in ... te ... Hij was een leerling van de Amsterdamsche Akademie (goede studies), woonde later te Arnhem. MEJ. C. A. VAN DER WILLIGEN is 7 Mei 1850 te Haarlem geboren, dochter van den bekenden kunstkenner Dr. A. van der Willigen. Leerlinge van P. van Os, gewerkt op het Kunstnijverheidsmuseum, geschilderd bij Graber en Jacob Smits (later te Moll) en bij von Saher geboetseerd. In 1894 les van Oldewelt (nog te zien in haar bloemstuk,) in 1905 te Brussel (atelier Blanc-Garin); 1906 naar d’Antwerpsche Akademie (alle klassen doorloopen); naakt daar geschilderd; in 1910 bij Krabbe weer dat gedaan. Een schilderes van bloemen, etc., met een zekere persoonlijkheid. Kleur. G. C. L. WINDT is 1 September 1868 in Den Haag geboren. Landschapschilder. PH. WINDT is 4 September 1847 in Den Haag geboren en daar in September 1921 gestorven. Phantaisiekoppen. C. VAN DER WINDT is 22 Augustus 1877 te Brussel geboren. Hij was van '94—'97 huis- MEJ. H. WILLEBEEK LE MAIR is 23 April 1889 te Rotterdam geboren. Zij kreeg, na haar 20ste jaar, les van Maasdijk (2 jaar) en van Ezerman in perspectief. In Mei 1911 tien lessen van Boutet de Monvel voor portretschilderen. Zij is bekend als illustratrice van kinderboekjes, die ook in het buitenland verschijnen; zij maakte beeldhouwwerk voor een kinderkerk, etc. schilder; leerling décoratieschilder '97—'99. Toen aan het schilderen. Hij schildert inde omstreken van Leiden, Zoeterwoude, Stompwijk. In 1902 gaan etsen, (in 1908 al 60—75 platen). L. VAN DER WINDT is in 1878 te Brussel geboren en stierf 11 Augustus 1916 te ......... Leerling van zijn broeder C. Hij werktin de omstreken van Leiden. Hij etste. J. M. W. WINS is in 1881 te Makassar op Celebes geboren. Hij heeft in 1910 een jaar les van C. Nuys te Middelburg en in 1911 één jaar van Schütz. Van J. C. Nijland enkle technische lessen in 't etsen (in Mei 1913 een 20-tal, waarbij een Palmgfuikje). Zijn monogram is een J. en een W. in eenen; ineen vierkant. Hij aquarelleert etc. allerlei onderwerp. A. H. WINTER is in 1800 te Utrecht geboren en 28 Mei 1861 te Amsterdam gestorven. Leerling van P. C. Wonder. Beesteschilder, portret. Hij etste en lithographeerde. ADR. DE WINTER, de expressionist, is 28 Mei 1882 te Utrecht geboren. Hij was eerst ambtenaar bij de Staatsspoorwegen; studeerde toen westersche en indische philosophie, en litteratuur. Hij is 25 jaar oud gaan schilderen. Hij ontwikkelt zich tot een typischen, begaafden „expressionist”, vol kleur, actie en daemonische gezindheid. In den later en tijd kreeg het edele Oostersche werk meer invloed op hem; de vorm werd een doel. Hij is te noemen als een schilder van orchideeën (dikwijls vol vicieuze actie), van bloemen, van spinnen; van landschappen vol stilte. Hij maakt W. WIRTZ is in 1888 in Den Haag geboren. Eerst voor architect opgeleid (eind 1907). Leerling van de Haagsche Akademie (1908—1910); in 19x0 bij Henricus te Leiden gewerkt; 1911 in Rotterdam voor Brusse's van Af- tot aanmonsteren. Sinds September 1911 in Dusseldorf, waar hij zich toelegd op décoratieve ontwerpen voor boek- en reclamekunst. Willem van Konijnenburg stond hem met raad bij. A. v.d. WISSEL is in 1867 op Marken geboren. Les op de Rotterd. Akademie en van P. A. Schipperus. Landschap. MEJ. M. VAN WISSELINGH is 6 Mei 1855 te Amsterdam geboren. Leerlinge van de Haagsche Akademie (1883) en anderhalf jaar aan den cursus van ornamentteekemen deelgenomen. W. WITJENS is 8 November 1884 in Den Haag geboren. Hij was 10 jaar op het atelier voor kunstnijverheid van E. W. F. Kerling; leerling van den avendcursus van de Haagsche Akademie; raad van H. J. v.d. Weele bij het buitenschilderen. Drie jaar Kon. subsidie. Hij werktin Holland, in 1920 reis door België, Luxemburg, Zwitserland, Italië, Frankrijk. Hij schildert landschap etc. Hij etste. Is er nog één Witjens ? E. S. WITKAMP is 13 Maart 1854 te Amsterdam ook portret. Hij is tegenwoordig weer aan het studeeren op de Amsterdamsche Akademie (1921). Hij schreef; lithographeerde. geboren, en 1 October 1897 daar gestorven. Leerling van A. Koopman; 1868 atelier Jacob Olie; 1871 Akademie te Amsterdam met van der Waay; '77 lessen van Allebé en Wijnveld; Reis door Duitschland etc. (zie Elzevier Nov. '92). Figuur. W. WITSEN is 13 Aug. 1860 te Amsterdamgeboren stierf in 1923. Leerling van de Amsterdamsche Akademie. Hij teekende ± 80 aardige portretten. In ’Bi met P. Meiners even in Antwerpen. Vriend van de Nieuwe Gidsers, Kloos etc. In 'B5 werkt hij te Ewijkshoeve (bij Baarn), ziet er Mauve; in 'B7 te Diepenheim; '84—'90 te Londen; in '93 te Ede; verder werkte hij in Dordt en in Wijk bij Duurstede etc. Hij woont in Amsterdam. Hij etst. Witsen schildert stadsgezicht, vooral dat van Amsterdam. Hij is daarin een tegenstelling tot Breitner, die Amsterdam als actief geeft. Hij schildert, (aq.) Londen (ook etsen). Dit behoort tot zijn beste werk, met dingen uit Ede, waar hij soms een Tholen-invloed vertoont etc.; met werk uit Dordt. Hij is wat vastgeloopen met het schilderen van Amsterdam, heeft toen verkeerdelijk zijn heil in Wijk bij Duurstede gezocht. Zijn etsen uit Amsterdam etc. verraden den invloed der photographie. Inde laatste jaren (houten) naakt, portret (veel slechter dan vroeger) en bloemen (doode achtergrond !). Witsen is een man van beschaving, die schildert. S. VAN WITSEN is 29 October 1833 in Den Haag geboren en daar 24 November 1911 gestorven? Leerling van B. J. van Hove en van H. v. Hove Bzn. Lang goed vriend van J. Israëls. Verzamelaars. J. H. W. WITTENBERG is 30 Januari 1886 N. G. WOLBERS is 27 Mei 1856 te Heemstede geboren. Hij zou eerst décoratieschilder worden. Later les van Vester, en van A. J. van Wijngaerdt. Beeste, en landschapschilder. B. WOLFF is in 1759 te Dessau geboren en 15 October 1825 in Amsterdam gestorven. H. J. WOLTER is 15 Juli 1873 te Amsterdam geboren. Hij was eerst op de militaire school te Haarlem. Leerling van de Antwerpsche Akademie ('95—'99); koninklijke subsidie van '97—1900. Hij is een schilder van landschap, van figuur in landschap, portret, en van den waterkant in Holland zoowel als in Engeland. Hij maakte verder Amsterdamsch stadsgezicht, en ateliers der groote confectiezaken, etc. Een kundig schilder, soms een gevoelig luminist. Hij lithographeerde, etst. P. C. WONDER is io Januari 1780 te Utrecht geboren en 12 Juli 1872 te Amsterdam gestorven. Hij studeerde in Dusseldorf; copieerde Rubens en van Dijck; 's winters teekende hij model en antieken. Portrettist; binnenhuizenschilder. te 's-Gravenhage geboren. Leerling van de Haagsche Akademie (1908—1910) 1911—1912 winteravendcursus; naakt. Daarvoor \ jaar op het atelier van Fl. Arntzenius. Hij kwam sinds 1910 tot 1913 veel bij Willem van Konijnenburg. Hij woonde in Zierikzee (13—14); in Dordt (14—16) in Rhoon (16—18), in Dordt (18—20), dan in Zwartewaal. Hij is een zedig schilder, die figuur, landschap, stadsgezicht, en stilleven schildert. Houtsneden (vanaf 1919) een 12 stuks; litho's vanaf 1919 een achttal (geg. 1921). H. WOUTERS is 6 Mei 1866 te Zwolle geboren. Lessen van Huibers, leerl. van de Rijksnorm, voor teekenonderw. te Amsterdam, van de Amsterdamsche Akademie. Hij schildert binnenhuis, figuur; buiten; etc., portretten. Hij etste, en lithographeerde. W. H. M. WOUTERS is 6 Februari 1887 in Den Haag geboren. Leerling van de Amsterdamsche Akademie (± 1910—1914). Tijdens de mobilisatie, een half jaar les van Derkinderen (een paar dagen inde week). Hij woont te Volendam, en schildert daar plaatselijke figuren. Maakte graphisch werk. MEVR. E. L. H. WOUTERSEN-VAN DOESBURGH geboren 7 December 1875 te Amsterdam, leerling van de Akademie te Amsterdam ('92—*99); dan 1 jaar leiding van Rob. Haug te Stuttgart, 2 jaar leiding van J. C. Ritsema te Amsterdam? Sedert 1905 in hoofdzaak miniatuurportretten. Soms Haarlemsche hofjes. Zij etste. ALEX WÜST is 13 December 1837 te ...... ge- boren en 3 Mei 1876 te ...... gestorven. Leerling van zijn vader. Hij ging met W. Maris naar Noorwegen ? P. ? Th. VAN WIJNGAERDT is 7 Maart 1816 te Rotterdam geboren en stierf te ...... in ...... Genre. P. VAN WIJNGAERDT is 4 November 1873 te Amsterdam ? geboren. Leerling van de Amsterdamsche Akademie ('90—'95). Veel figuur bij kunstlicht; 1911 figuur buiten; landschap en bloemen, etc. Hij etste. B. WIJNVELD is 13 Augustus 1820 te Amsterdam geboren en stierf 18 Februari 1902 te Haarlem. Historieschilder. J. H. WIJSMULLER is 13 Februari 1855 te Amsterdam geboren. Leerling van de teekenavenden in Felix Meritis (?) van den avendcursus van de Amsterdamsche Akademie. Hij schildert landschap en stadsgezicht. Hij werkte te Brussel, in Den Haag (1879 tijdelijk daar) en in Amsterdam. Verder: Naaktteekeningen zijn van hem bekend. Hij etste. A. C. F. WIJTHOFF is 29 October 1863 te Amsterdam geboren. Lessen van Witkamp (1877) leerling van de Amsterdamsche Akademie (’8i'B6). Aquarelleerles van Witkamp. Les van Haverman op Felix Meritis naar model (aq.). E. IJDEMA is 23 Juli 1876 te Oudenga (Wymbritseradeel) geboren. Eerst huisschilder; door steun van Biesing, den kunsthandelaar, geheelen-al aan het schilderen. Enkle wenken van Tholen, Landschappen (uit Friesland en uit Giethoorn). J. A. ZANDLEVEN is 6 Februari 1868 te Koog a. d. Zaan geboren. Hij was inden handel tot 1902. Hij is daarna gaan schilderen. Hij werkte 1902— 1904 Beverwijk, Gorssel, vanaf 1907 in Hengelo, daarna in Rhenen. Hij schildert bloemen, boschgezichten, stillevens P, van Wijngaerdt is een schilder ineen zwaar gamma, dikwijls met een fel accent op een partij. Hij houdt de vormen zoo groot mogelijk; hij bezit „kleur". stadsgezicht etc., ineen eigenaardige factuur. MEJ. BÉ ZEEGERS is 15 Maart 1891 te Amsterdam ? geboren. Leerlinge van de dagteeken- en kunstambachtschool te Amsterdam. Penteekeningen van bloemen. MEJ. Ag. VAN ZETHRAEUS is 23 December 1872 te Amsterdam geboren. Leerlinge van Mej. Kerlen op de dagteekenschool (1890). In 1904 weer gaan schilderen. Les van Hanau; C. Kuypers; P. Mondriaan, P. van Wijngaerdt. Stadsgezicht. C. L. PHILIPPE ZILCKEN is 21 April 1857 in Den Haag geboren. Leerling van Klinkenberg; Mauve ?; van de Haagsche Akademie. In 1877 (±) gaat hij etsen. Hij schildert binnen- en buitenslands; maakt oorspronkelijke zoowel als reproduceerende etsen; Droge naalden. Reist veel. Schrijft. J. W. GERSTENHAUER ZIMMERMAN is te Monnikendam in 1816 geboren en stierf te Rotterdam in 1887. Leerling van de Amsterdamsche Akademie, en te Haarlem van J. A. Kruseman. Portret. J. ZON is 21 April 1872 in Den Haag geboren. Leerling van de Haagsche Akademie, van Willem Maris, A. de Vriendt (Antwerpen), van Cormon. Hij schildert figuren op het land; intérieur (te Heeze etc.) fransch landschap, en maakt ook decoratief, reclamewerk. A. F. ZÜRCHER is 14 April 1826 te DR. J. ZURCHER is 18 October 1851 te Amsterdam geboren en 9 Maart 1905 Den Haag gestorven (op zijn doodsbed geëtst door Derkzen van Angeren). Zijn vader A. F. Zürcher was de historie- en portretschilder; de overgrootvader was teekenaar, de grootvader pennekunstenaar Zürcher is niet dadelijk gaan schilderen. Eerst was hij leeraar; studeerde te Leiden; promoveerde te Berlijn op: Ein Beitrag zur Descendenztheorie. Hij schreef „Roeping” autobiographisch; verder kunstkritiek. Daarna is hij gaan schilderen. In dit werk vindt ge een mengeling van Renaissance en van M. Maris; zwoele stoeten van kleur, en onverzaad verlangen; meer wensch dikwijls dan kunnen, maar uiteen ruimen romantischen geest komende. Hij etste. D. ZWAANSHALS is 20 November 1862 te Vlissingen geboren. Schilder van Brabantsch landschap. etc. M. ZWART, een landschapschilder die in 1911, 1912 te Domburg tentoonstelt. Hij woont daar wel. P. DE ZWART is 29 Februari 1880 in Den Haag geboren. Leerling van zijn broeder Willem de Zwart, van de Haagsche Akademie en van Koppend. Landschapschilder. Hij etst. W. H. P. J. DE ZWART is 16 Mei 1862 in Den geboren en hij stierf 14 April 1876 te Studiegenoot van J. Israëls. Figuur. Haag geboren. Leerling van de Haagsche Akademie en van Jacob Maris 1885—1890 Zanderijen. Hij woonde toen Beeklaan Den Haag; vrouwefiguren zijn eveneens uit dien tijd. Breitnerachtig; stadsgezichten, stations met paarden, beregende straten. Hij gaat naar Hilversum. Hij etste, teekende. Begon de veemarkten met de boeren in hun blauwe kielen; schildert nu in Den Haag, woonde in Voorburg, etc. werkte in Scheveningen etc. Hij maakte goede etsen. De Zwart, die alles geschilderd heeft, is een werkelijk begaafd colorist. Hij is in later werk soms wat rauw, (inde veemarkten) maar er bestaan een aantal schilderijen van hem, die zuiver en sterk den tijd al hebben weerstaan: figuur, bloemen, landschap etc. D. j. VAN DER ZWEEP is 10 AprÜ 1890 te Utrecht geboren. 1905—1910 Kunstnijverheidschool te Utrecht (teekenen van T. v.d. Laars). Hij is lithograaph ? Hij maakt stilleven. W. ZIJDERVELD is in 1796? te Amsterdam geboren en 24 December 1846 daar gestorven. Historieschilder. JHR. D. ALEWIJN is 7 Maart 1797 te Amsterdam geboren en 9 Maart 1837 daar gestorven. P. VAN ALFF, 20ste eeuw. Hij maakte twaalf steenteekeningen van Haagsche Hofjes (uitgave Nijhoff 1915). S. VAN BEEK is 11 Juni 1878 te Amsterdam geboren. Hij is autodidakt; leerde zich zelven. Hij teekent etc. voornamentlijk dieren, naar wie hij ook litho's maakte. MEVR. N. BEETS-COURT, 20ste eeuw. Schildert bloemen. JONKVR. A. BARONESSE BENTINCK, leerling van W. Roelofs, den Jonge. Zij maakt poppenstillevens, waar ge niet den geest in vindt, die Lizzy Ansingh's poppenvoorstellingen zóó psychologisch-levendig maakt. MEVR. S. BISSCHOP-ROBERTSON stierf 18 October 1922. MEJ. SARA BISSCHOP, dochter van Suze Robertson, is io Februari 1894 in Den Haag geboren. Leerlinge van de Haagsche en Rotterdamsche Akademies; op de laatste geschilderd onder leiding Oldewelt. Daarna geëtst, vervolgens meer gaan schilderen (vogels etc.). In etsen zoowel als in schilderwerk aanwijzingen vaneen talent. Plasschaert 34 TOEVOEGINGEN ENZ. D. BLANES is 10 Mei 1896 te Amsterdam geboren. Leert o.a. van de Amsterd. Akademie. Hij schildert Joodsche onderwerpen. Litho's. J. H. BOOT, 20ste eeuw. Hij woont te Utrecht. Stadsgezicht. MEJ. GR. BRAAKENSIEK, 20ste eeuw. Zij schildert figuur, ging naar Indië. Zij is een dochter van den teekenaar, en leerlinge van de Amsterdamsche Akademie. G. H. BREITNER overleed den 5 Juni 1923 te Amsterdam. A. LE COMTE stierf 3 Jan. 1921 in Den Haag. CH. DANKMEYER stierf 11 Maart 1923 Den Haag. A. VAN DOBBENBURGH is 30 September 1899 te Amsterdam geboren. Leerling van de Quellinusschool te Amsterdam. Hij lithographeerde; versierde eene kerkte Utrecht. G. VAN DER DOES stierf in 1921? in Den Haag. F. N. M. EEKMAN is 9 Aug. 1889 te Brussel geboren als Hollander. Hij werd eerst voor bouwkunst opgeleid; ontwikkelt zich daarna tot een talent van strakgeteekende symbolische voorstelling (inhoud: de moeiten etc. der menschen) terwijl hij er naar streeft alles zoo vlak mogelijk te houden. Hij maakte houtsneden, lithographeerde. J. ELSINGA is 5 Dec. 1894 te Wommel (Fr.) geboren. Leerling van de Amsterdamsche Aka- H. VON ESSEN is n April 1886 te Soerabaya geboren. Hij is bouwkundig ingenieur. Hij begon zijn serie etsen in Maart 1922. B. ESSERS is Maart 1893 op Java (te Kraaksaan) geboren. Leerling van Piersma (A'dam) van het Royal College, St. Kensington (prof. Leathaby); etstechniek Graadt van Roggen. Hij teekende, etste, maakt houtsneden. Werk: houtsneden (uit Sicilië) de Etna; 't Haantje; de Hel. Dan Lente's landing; de Meditatie; portret Herman Gorter en A. Roland Holst (teekeningen) composities uit Don Quixote; illustraties Roland Holst's „Deirdre”; latere titelbladen van hetzelfde werk; voor Adama van Scheltema’s „Kunstenaar en Samenleving”. Vroeger illustraties voor de „Zwerver verliefd” van A. van Schendel; zes dingen voor Boutens’ „Beatrijs”. Een groote compositie: Herten in duinland, een kop van Don Quixote. Veel koppen eveneens inden laatsten tijd... Zeker een talent, vol eenzaamheid en phantaisie. A. J. EYMER is 17 Juni 1803 te Amsterdam geboren en stierf 21 Januari 1863 te Haarlem. Leerling van C. Steffelaar. Hij wijdde zich (eerst was hij koopman in granen) na 1834 geheel en al aan ’t schilderen. Landschap. Zijn dochter M. EYMER schilderde bloemen. Zij stierf in 1903; zijn zoon L. J. EYMER werd in 1843 te Haarlem geboren, f 8 Aug. 1895 te Brummen. Hij was ingenieur. Hij teekende portret en landschap. H. FRAUENFELDER stierf in 1922 aan de Kaag. demie. Koninkl. subsidie. Hij schildert figuur, portret, landschap. JONKH. F. H. P. J. GEVERS is geboren 21 September 1866 in Den Haag en 6 September 1921 in Zürich gestorven. Hij had les van H. Klijn. Hij schilderde stilleven en landschap. Hij etste. J. R. GOCKINGA is 21 Sept. 1894 te Padang geboren. Op zijn elfde jaar naar Holland. Eerst voor militair opgeleid. Eenige lessen van Krabbe. Hij .teekent Scènes a la Beardsley. JONKVR. J. B. VAN HEEMSKERCK VAN BEEST f 3 Aug. 1923 te Domburg. JAN A. G. VAN HERWIJNEN is 4 November 1889 te Delft geboren. Autodidakt. ' Van Herwijnen bewees dooreen aantal studies, koppen van krankzinnigen, etc., dat hij een talent is vol psychologischen zin. Monden en oogen, uitdrukkingen van de koppen, alles is telkens opnieuw met nieuwe geestelijke schakeering. W. J. ISING is 8 Januari 1858 in Amersfoort geboren. Leerling van Van Thol en van Monnickendam. J. G. VAN JOLE is in 1876 of 1877 geboren en stierf 22 Febr. 1919 in Den Haag. Landschap etc. F. H. Ch. JONAS is 8 Mei 1878 te Maastricht geboren. Leerl. o.a. van de Amsterdamsche Akademie. Landschap,Houtsneden, meest als illustratie. J. W. F. KACHEL stierf in 1873. CHR. LEBEAU is 26 Mei 1878 te Amsterdam geboren. Leerling van de Quellinusschool en van de avendlessen der Amsterdamsche Akademie. Leeraar burgeravendschool te Amsterdam (± 1896); hoofdleeraar kunstnijverheidschool te Haarlem daarna. Hij teekent damastontwerpen ± 1905; na zijn batikperiode gaat hij in ± 1907 naar de Antwerpsche Akademie, waar hij Vermeyre den beeldhouwer, vindt (in Antwerpen). Een talent, dat zich vermeit in alle technieken; de natuur van den propagandist. H. J. MELIS stierf in Maart 1923 te Rotterdam ? H. MEURS is 17 Jan. 1891 te Wageningen geboren. Leerling o. a. van Raemaeckers, van de Kunstnijverheidschool en Akademie te Amsterdam. Hij schildert stilleven, landschap en figuur. Hij werkte in Frankrijk. Hij etste, graveerde; litho's, hout- en linoleumsneden. W. NOORDIJK is in 1887 geboren. Leerling van de Haagsche Akademie. J. RAEDECKER geboren in 1885, de begaafde beeldhouwer, schilderde en teekende figuur. W. SINEMUS is 6 Febr. 1903 te Amsterdam geboren. In 1920 gaan teekenen. Leerling van N. Baak te Amsterdam; leerling van de Haagsche Akademie. Graphisch werk. W? VAN STOLK stierf 8 Aug. 1923 te Parijs, H. KLIJN, 19de en 20ste eeuw. Landschapschilder en portrettist. Hij copieert. negenentwintig jaar oud. Hij was lid van het schildergenootschap La Tulipe. J. TAANMAN stierf in 1923. J. VOERMAN JR. lithographeerde A.W. VAN VOORDEN stierf in 1921 te Rotterdam. MEVR. M. v.d. WERK-KRUYFF is 19 Nov. 1870 te Sassenheim geboren. Leerlinge van de Amsterdamsche Akademie; eenige lessen van Breitner en van Vander Vaik. Zij schildert voornamelijk dieren; publiceerde kinderprentenboeken; maakte enkele portretten. Tijdens haar eerste huwelijk schilderde zij onder den naam van Stork-Kruyff. MATTHIEU WIEGMAN, geboren 31 Mei 1886 te Zwolle, leerling van de Akademie te Amsterdam, is eender „Jongeren”, die de meeste zekerheid geven voor een toekomst. Hij kan strak zijn; breed, wijdomvaêmend den vorm; hij heeft soms statigheid, soms vreugde (in zijn Franschlandschap); hij kan ruim en gemakkelijk een vrouwelichaam als dat van Magdalena formeer en; hij kan een Christus doen aanvaarden; hij heeft soms een kleur, die aan Thorn Prikker herinnert hij is een schilder met innerlijk. P. C. C. WIEGMAN is in 1885 te Zwolle geboren. Hij copieerde van zijn 22—25ste jaar, daarna vestigde hij zich te Schoorl, waar hij 8 jaar werkte. Vervolgens te Amsterdam waar hij voor het eerst met houtsneden begon. Hij schilderde een zeer goed binnenhuis etc. W. J. WILLEMSEN is 15 Aug. 1866 te Arnhem geboren en daar 9 Jan. 1914 gestorven. Leerling o.a. van de Amsterdamsche en Antwerpsche Akademies. Hij schilderde landschap en portret. Hij etste. W. WITSEN stierf 12 of 13? Maart 1923 te Amsterdam. P. VAN WYNGAERDT maakte naast zijn levendige etsen ook litho, en droge naalden. J. A. ZANDLEVEN stierf Juli 1923. PLATEN BEHOORENDE BIJ ALB. PLASSCHAERT KORTE GESCHIEDENIS DER HOLLANDSCHE SCHILDERKUNST LITHOGRAFIE VAN AUG. ALLEBÉ VAN SANTEN KOLFF, A. DERKZEN VAN ANGEREN ZELFPORTRET LIZZY ANSINGH MEVROUW VAN UL LIZZY ANSINGH DE BERISPING M. BAUER SPHINX BOSBOOM KERKINTERIEUR wooasoa •[ (mnaa iaaaH «*) G. H. BREITNER ZELFPORTRET HEIWERK BREITNER. LIGGEND NAAKT BREITNER A. BRIËT OSSENWAGENS LITHOGRAFIE VAN C. A. LION CACHET KALENDERBLAD LITHOGRAFIE VAN A. J. DER KINDEREN TITELBLAD 26 Plasschaert LITHOGRAFIE VAN WAL TER VAN DIEDENHOVEN AFFICHE K. VAN DONGEN ROUGE ET JAUNE VROUW OP DIVAN VAN DONGEN GABRIËL MOLEN VINCENT VAN GOGH CAFÉ TE ARLES Verzameling Mevrouw Cohen-Gosschalk VAN GOGH BOERENPORTRET HAVERMAN MEVR. B. (1900) LITHOGRAFIE VAN H. J. HAVERMAN duinvlindertjes LITHOGRAFIE VAN R. N. ROLAND HOLST AFFICHE LITHOGRAFIE VAN H. J. HOLSWILDER Politieke prent uit „de lantaarn" ! LITHOGRAFIE VAN TH. VAN HOYTEMA CACTUS IN DÈiBRANDING JOZEF ISRAËLS DE WETSCHRIJVER JOZEF ISRAËLS LITHOGRAFIE VAN JOZEF ISRAËLS KINDERKOPJE Plasschaert 37 ISAAC ISRAËLS igde EEUW BROEIKAS SINT JORIS W. VAN KONIJNENBURG DE SLAPENDE BAKKER KORFF SCHILDERIJ B. VAN DER LECK JAN MANKES GEIT LITHOGRAFIE F. H. WEISSENBRUCH EN M. MARIS MATTHIJS MARIS PRIMA VERA MATTHIJS MARIS ig de EEUW JACOB MARIS KIPPEN VOEREN MOEGEWAAKT JACOB MARIS JACOB MARIS JAGERTJE JACOB MARIS MOLEN HOND EN KAT WILLEM MAR IS GEVLEKTE KOE WILLEM MARIS STAD MET SNEEUW J. MASTENBROEK 38 Plasschaert HEIDELANDSCHAP anton mauve HEIDERAND ANTON MAUVE WANDELRIT ANTON MAUVE *J£ .«TAnvw ‘V N3H3ATV2T HIHQ H. W. MESDAG ZEEGEZICHT EVOLUTIE PIET MONDRIAAN z w S o o CQ w Q Z w w o p m z < < S p z o S H W E UITSTALLING M. MONNICKENDAM BINNENHUIS MET KAT ALB. NEUHUYS A. NEUHUYS BOEREVROUW GOOIERS F. BART NIBBRIG HART NIBBRIG UITZICHT K. NIEHAUS PORTRETTEN PORTRET H. KAMERLINGH ONNES KRUISAFNAME CHRISTUS J. THORN PRIKKER igde EEUW COBA RITSEMA Plasschaert 39 COBA RITSEMA PORTRET SUZE ROBERTSON OUDE VROUW albert roelofs DE VROUW VAN DEN SCHILDER ALB. ROELOFS DE WIEG £ w s o w UI n* O w o G. RUETER A. ALLEBÉ LOUIS SCHELFHOUT LES ANGLES A. SCHELFHOUT ie HELFT XlXe EEUW J. SLUYTERS PORTRET J. SLUYTERS NAAKT W. B. THOLEN KINDERPORTRET J. TH. TOOROP APOSTEL PAULUS J. TH. TOOROP BIDDENDE BUER LITHOGRAFIE (PORTRET) JAN VETH SIERPOMPOENEN FL. VERSTER F. VERSTER GEPLUKTE VOGELS TUIN WEISSENBRUCH VERSTER Plasschaert STILLEVEN EXPRESSIE A. DE WINTER W. DE ZWART SNEEUWLANDSCHAP THEO VAN DOESBURG NIEUW ONTWERP THEO VAN DOESBURG NIEUW ONTWERP BIJ DE MAATSCH. VOOR GOEDE EN GOEDKOOPE LECTUUR IS MEDE VERSCHENEN: W. J. STEENHOFF NEDERLANDSCHE SCHILDERKUNST IN HET RIJKSMUSEUM DRIE DEELEN VERSCHENEN ELK DEEL:A TEKST EN BPLATEN PRIJS PER DEEL: INGENAAID f 3.05 IN TWEE BANDEN f4.05 S. MOULIJN DE LITHOGRAFISCHE PRENTKUNST INGENAAID f 1.20 – IN BAND f 1.70 BIJ DE MAATSCH. VOOR GOEDE EN GOEDKOOPE LECTUUR IS MEDE VERSCHENEN: PROF. AUG. VERMEIJLEN GESCHIEDENIS DER EUROPEESCHE PLASTIEK EN SCHILDERKUNST TWEE DEELEN VERSCHENEN ELK DEEL: A TEKST EN B PLATEN PRIJS PER DEEL INGENAAID f 3.30 IN KEURBAND f 4.30 THEO VAN DOESBURG DRIE VOORDRACHTEN OVER DE NIEUWE BEELDENDE KUNST MET 39 AFBEELDINGEN INGENAAID f 0.95 – IN BAND £1.45