BIBLIOTHEEK RU GRONINGEN 1793 4387 In en om de Gemeente Emmen zonder het territoir, aldus aangeduid, ook maar één seconde te verlaten. Er zijn weinig streken in ons land, mij van zoo nabij bekend als deze en ik kan dus uit eigen wetenschap, gelijk het inde rechtstaal heet, verklaren, dat iedere Hollander verstandig handelt met zijn kennis te verrijken door aan dit land een bezoek te brengen. Hij zal dan toestanden ontmoeten, hem vroeger volkomen vreemd, maar hij zal niet slechts den geest, doch ook het lichaam verkwikken op een wijze, die hem ten volle zal bevredigen. J. B. KAN, Oud-Minister van B. Z. en L. (Eere-voorzitter der V.V.V.) Is het begrip ..Emmen" schier reeds even onbestemd als dat, hetwelk men als heelal pleegt aan te duiden, ~Emmen en Omstreken" is de oneindigheid zelve. Men kan er uren lang dwalen langs hei en bosch. Met vreugde begroet de Vereeniging tot bevordering van het Vreemdelingenverkeer te Emmen, die reeds meer dan 25 jaren doende is het natuurschoon van dezen, te lang vergeten, hoek des lands te cultiveeren, de krachtige poging, die met dit rijk geïllustreerde boekske wordt ondernomen om het landsdeel, dat nog voor velen niet anders bekend is dan als het land van hei- en veenvlakten, voor den vreemdeling te helpen ontdekken. De snel voortschrijdende ontginning en ontvening mogen aan de magische rust van het Drentsche landschap een eind hebben gemaakt, zij zijn het variabele en expressief schoone daarvan ten goede gekomen. De ongeëvenaard snelle groei van Zuid-Oost-Drenthe heeft om de schilderachtig gelegen ..zanddorpen" tal van plaatsen met een nijvere bevolking doen ontstaan, die het levende heden met de eertijds eenzaam liggende woeste velden en in deze streken verspreid liggende monumenten der oudheid, door kunstlievende hand voor verwoesting bewaard, wel sterk doen contrasteeren. Zuid-Oost-Drenthe moge dus niet meer het land van immense rust zijn, den bezoeker van deze contreien worden bij een verblijf temidden onzer heerlijke bosschen L.S. Dat Vreemdelingenverkeer op deze plaats met enkele regelen belangstelling toont inde verschijning van den Gids ~In en om de gemeente Emmen is even begrijpelijk als buitengewoon groote ingenomenheid met de royale uitgaaf daarvan, waarin op meer dan oppervlakkige wijze den lezer wordt verteld van het verleden, het heden en de toekomst van Zuid-Oost-Drenthe. en dreven, met het schoone, modern aangelegde en zich sterk uitbreidende dorp Emmen, als middelpunt, een rust en verpoozing geschonken, welke weldadig aandoen en maar al te weinig elders meer worden gevonden. Waar de Gids als trouwe bondgenoot van Vreemdelingenverkeer op zoo doeltreffende wijze de aandacht op Emmen en omgeving als toeristen- en vacantieoord wil vestigen, wenschen wij hem van harte toe, dat hij daarin mag slagen en velen tot mentor strekken. Het Bestuur van de Vereeniging tot bevordering van het Vreemdelingenverkeer te Emmen : W. TEN KATE, Voorzitter. H. A. PRINS, Secr. (Telef. no. 12). Het is nog niet lang geleden, dat Emmen voor het Vreemdelingenverkeer werd ontdekt. Dank zij echter de voortdurende propaganda van de Vereeniging tot bevordering van het Vreemdelingenverkeer is het reeds tienduizenden bij ervaring bekend, dat Emmen werkelijk „mooi’’ is en alle verwachting telkenmale overtreft. De groote toeristenvereenigingen hebben Emmen opgenomen inde aanbevelenswaardige rondritten en hebben ingezien, dat bekendheid met deze omgeving aan overig Nederland niet langer mag worden onthouden. De geïllustreerde bladen wijden nog steeds tal van artikelen aan het treffend schoon van deze omgeving. De bijkans dagelijks uit de Noordelijke provincies aanrollende autobussen bewijzen, dat onze bosschen reeds een bijzondere aantrekkingskracht uitoefenen op tal van natuurvrienden. Emmen werd voor ontelbaar velen een plaats van ontspanning en rust. Deze nieuwe gids bedoelt dit nog weer eens te onderstreepen dooreen reeks van deskundige artikelen en een keur van goedgeslaagde foto's. Ik acht deze wijze van samenstelling, hoewel afwijkend van de gewone methode, buitengewoon geslaagd en gelukkig. De verklaring en de rechtvaardiging liggen, naar mij voorkomt, in het geheel bijzondere van het object: de gemeente Emmen en omgeving, in haar talrijke variaties en aantrekkelijkheden. Aldus bewerkt geeft deze gids gelegenheid tot dubbel genieten. Immers, een omgeving is dan eerst rijk aan natuurschoon, wanneer reizen meer dan enkel zien, meer dan enkel aanschouwen kan zijn. Gaarne wensch ik den uitgever geluk met deze schitterende uitgaaf. En juist dien rijkdom bezit Emmen! Hier kan men dubbel genieten! Het zien prikkelt hier tot begrijpen, tot weten, tot kennen. Een schat van wetenschappelijk genot ligt hier begraven in esch en hunebed, in zand en veen. Dit is juist het bijzondere kenmerk van de aantrekkingskracht dezer streek. Hierdoor laat zij tal van zusteren in schoonheidswedstrijd achter zich. Wat wordt het steeds maar uitvinders aantrekkende veen toch anders, wanneer men weet van ontstaan en vergraving, van moeras en krijgsgeschiedenis! Wat loopt men met meer genieting door de technisch zoo uitmuntend verzorgde bosschen, wanneer men een weinig kennis heeft genomen van de moderne boschcultuur! Wat doorleeft men niet aan indrukwekkende oudheid, wanneer men in stilte bij een hunebed de beteekenis verstaat! Wat verruimt zich de blik tot over den tijd. wanneer men midden op de esch naar de omliggende in ’t groen verscholen schilderachtige dorpjes blikt en iets kent van de vroegere levenswijze, gewoonten en gebruiken ! Ja waarlijk, dan geniet men dubbel. Naast het onvergetelijk schoon van het aanschouwen ondergaat men dan iets wat men elders niet vindt. Moge deze gids ook vooral tot dit dubbel genieten iets bijdragen. Dit is mijn wensch. J. L. BOUMA, Burgemeester. Inspecteur der Volksgezondheid. Zuid-Oost Drenthe en vooral de uitgestrekte gemeente Emmen, die het grootste deel van dit gebied omvat, heeft een tijd in kwaden reuk gestaan met betrekking tot den gezondheidstoestand der bevolking. Dat was zeer ten onrechte. Er zijn wel eenige ziekten, waaraan de sterfte in Emmen grooter is dan die in overig Nederland, maarde sterfte aan tuberculose is er b.v. beduidend lager dan de sterfte aan deze ziekte in Nederland (in het jaar 1927 was de sterfte aan tuberculose der ademhalingsorganen per 10.000 inwoners in Nederland 7.07, in Emmen slechts 2.63). Emmen heeft dan ook geen ongunstiger gemiddeld sterftecijfer dan Nederland en dus is het sterftecijfer er laag te noemen. Zuid-Oost Drenthe is een gezonde streek, want er zijn groote bosschen en heidevelden en de bevolking woont zeer verspreid. Het landschap is buitengewoon mooi en o.m. het turfgebied, dat bezig is te verdwijnen, maakt op de meerderheid der bezoekers een onvergetelijken indruk. Een bezoek aan de Drentsche veenstreken is dan ook altijd voor den vreemdeling een aangenaam uitstapje. Een langer verblijf zal ieder, die rust zoekt, bevredigen, want de aanblik van nooit geziene natuurschoonheden in ongerepten staat, die op allerlei wijzen aan lang vervlogen tijden doen denken, is een uitstekend middel ter afleiding. Ik beschouw dan ook Emmen als een vacantieoord bij uitnemendheid, dat veel te weinig wordt gekend. EEN GEZOND LAND, door Dr. J. H. TUNTLER, De stichting van Emmen gaat zóóver inde oudheid terug, dat wij daarvan weinig met zekerheid kunnen zeggen. Vast staat dat Emmen, Embini, Emne of Empne, zooals ’t vroeger genoemd werd, vóór 1600 een kleine plaatswas. (Wijlen prof. Gallee brengt het woord Emmen in verband met „aanbe”, een Germaansche naam voor water.) Het oudste stuk, dat is opgediept kunnen worden, dateert van 1137. Uit deze oorkonde blijkt tevens, dat Emmen toen geen zelfstandige parochie was. Het oppergezag over Drenthe behoorde vroeger aan den Bisschop van Utrecht. In 1024 schonk Hendrik 11, Keizer van Duitschland, als leenheer, Drenthe aan de Bisschoppen van Utrecht. In naam van den Bisschop werd de Oude Landschap bestuurd dooreen Drost of Slotvoogd of Kastelein, die te Koevorden woonde. Niet altijd was het tusschen Bisschop en Drost pays en vree. Onder de Slotvoogden, die in opstand kwamen, moet vooral genoemd worden Rudolf 111 (1195—1229). In 1215 kwam deze in botsing met Bisschop Otto van der Lippe (Otto II). Inden strijd der Groningers tegen genoemden Bisschop had Rudolf de zijde der eersten gekozen en nu bracht de Bisschop een leger bijeen, dat van Ommen over Hardenberg en Koevorden en verder door Drenthe zou optrekken naar Groningen. Rudolf trok met een kleine schare tegen den Bisschop op, maar stelde een minnelijke schikking voor. Deze werd afgewezen en een oorlog was dus onvermijdelijk. Toen het Bisschoppelijk leger, waarbij zich vele ridders hadden aangesloten, zich in slagorde stelde, wist Rudolf zijn stellingen zóó te kiezen, dat bij een stormloop het vijandelijk leger wegzonk in het natte veen bij Ane. Rudolf viel nu met zijn Drenthenaren aan, met het gevolg, dat van het Bisschoppelijk leger meer dan 400 mannen sneuvelden, waaronder ook de Bisschop. Uit wraak over deze nederlaag besloot Willebrand, de nieuwe Bisschop, Drenthe op zes plaatsen tegelijk aan te vallen. Zoo trok in 1228 een leger, bestaande uit Twentsch voetvolk, voorbij Coevorden en verwoestte in 1229 het dorp Emmen met omliggende gehuchten, In dezen strijd sneuvelden ook de gebroeders Gerlach en Theodoor van Empne. Bij den vrede tusschen Coevorden en Utrecht werd o.a. de bepaling gemaakt, dat een groot aantal Drenthenaren, ook uit Emmen, in Lijfland moesten strijden tot uitbreiding van het Christendom. EMMEN’S GESCHIEDENIS, door H. T. BUISKOOL. Zembla te bezoeken”. Inden avond van den 29sten December 1672 kreeg Emmen bezoek van kolonel Eibergen met HOO strijdbare mannen, vergezeld van Mijndert van der Thijnen, schoolmeester te Coevorden. Dit legertje, dat tengevolge vaneen sneeuwval eenigen tijd oponthoud had te Emmen, trok langs den ouden heirweg van Groningen over Gasselte, Drouwen, Borger, Ees, Odoorn, Emmen naar Coevorden, welke vesting door de welberekende plannen en persoonlijken moed van genoemden schoolmeester werd genomen. Inden Franschen tijd had Emmen, als andere plaatsen, veel van de plunderijen te lijden. Oudtijds bezat Emmen met Odoorn en Roswinkel één Schout. De werkzaamheden van zoon Schout of Schultus kwamen veel overeen met die vaneen notaris van onzen tijd. De kerkte Emmen bezat twee vicarijen of samenvoegingen van kerkelijke goederen, uit welker opbrengsten helpers 'bij de beoefening van den godsdienst werden beloond. Gemeentelijk behoorden tot Emmen het kerkdorp Roswinkel en kerkelijk In 1593 trok Graaf Willem Lodewijk van Emmen uit over den Veendijk naar Roswinkel en verder naar Bourtange, een tocht, waarbij, volgens de Drie Podagristen, die in 1846 een werk over Drenthe schreven, evenveel moed behoorde „als een berenjager noodig heeft om vanuit Noordelijk Rusland Nova Het landelijke Gemeentehuis Emmen ook de buurtschappen Angelsloo, Den Oever, Noord-Barge, Zuid-Barge, Westenesch en Weerdinge. Tot zoover de geschiedenis. Zoo was Emmen : weinig bevolkt, slecht begaanbare wegen, ja van de veenzijde zoo goed als ontoegankelijk. En nu? Telde in 1796 de gansche gemeente, groot 29093.76.15 H.A., slechts 1280 inwoners, thans is dit aantal gestegen tot pl.m. 42000. De bloei en vooruitgang van het dorp Emmen hielden hiermee gelijken tred. Riant gelegen, concentreeren zich handel en verkeer van geheel Zuid-Oost Drenthe op Emmen. Men vindt te Emmen een Ned. Herv. kerk, een Ned. Herv. kapel, een Geref. kerk, een Israëlietisc'he kerk, een mooi post- en telegraafkantoor, registratiekantoor, kantoor van den belasting-inspecteur en rijksontvanger, een Kantongerechtsgebouw in schilderachtigen bouwtrant, met in het plantsoentje een monument voor mr. Van Haersma Buma, vele jaren Kantonrechter alhier en bekend om zijn groote milddadigheid, meerdere scholen (zie het desbetreffende artikel), een Rijkslandbouwwinterschool (met het Willem Emmens-gedenkteeken, opgericht ter eere van wijlen den heer Emmens, inleven leeraar aan de Rijkslandbouwwinterschool alhier, bekend spreker en publicist over landbouwkundige onderwerpen), Landbouwhuishoudschool, twee drukkerijen (Uitgave Emmer Courant en Drenthina), ruime, nette, naar de eisëhen des tijds ingerichte hotels, fraaie Kantongerecht met Mr. Van Haersma Buma-monument. Emmen. Rijker dan eenige andere gemeente is Emmen aan overblijfselen uit den praehistorischen tijd. Men vindt er 11 hunebedden : Weerdingerveld 3, Odoornerweg 1, Westenesdh 2, winkels, Oosting-Instituut voor Kleinveeteelt, consultatie bureau, kousen fabriek, drie bankgebouwen, twee notariaten Hoofdstraat. W eerdingerstraat. Emmen. Emmen. Sc'himmeresch 1 (grafkelder), Emmer Dennen 1, Angelsloo—Barger-Oosterveld 2, Noord-Barge 1. De Emmer Dennen vormen de groote attractie voor Emmen. Het groote wandelbosch, in zijn rustieke schilderachtigheid, is eender meest geliefkoosde zomeruitspanningen in het Noorden. (Men zie het artikel „Emmens bosschen”.) Aan de verfraaiing van Emmen is vooral sedert het optreden van burgemeester mr. J. L. Bouma in 1927, zeer veel zorg besteed. Het ontwaken vaneen gezonde belangstelling voor Emmen is vooral te danken aan een op 12 en 13 Juni 1930 op initiatief der V.V.V. gehouden pers-excursie, die in alle bladen van beteekenis zeer waardeerende artikelen over plaats en omgeving deed verschijnen. Hoofdstraat. Emmen, Van het Marktplein af komt men door de Westen esscherstraat in het dorpje, waaraan deze weg zijn naam ontleent. Deze straatwas vroeger eender vermaardste wandelwegen van Drenthe. Schoon nog heel aardig, is voor en na een deel van 't geboomte gekapt, de molen en de schilderachtige, oude Saksische wallen zijn verdwenen, de grond is dienstbaar gemaakt aan andere doeleinden. Grond is geld, daarvan is ook reeds de Drentsche landman overtuigd. Westenesch, ten Westen van de Emmeresch, vandaar de naam, is een rijk, schilderachtig plaatsje met veel bekoorlijks. Er liggen twee hunebedden. In Mei zijn zeer mooi de hooge kanaalwallen begroeid met den bloeienden brem, die hier Pinksterbloem heet. De foto geeft de Dorpsstraat inden zomer-namiddag, terwijl de brikken op weg zijn naar de weiden, waar het vee gemolken wordt. WESTENESCH Dorpsstraat. Westenesch. Zuid-Barge vormde vroeger met Noord-Barge Bargum. Hiernaar zijn genoemd Barger-Compascuum, Barger-Westerveen. Barger-Oosterveen, Barger-Oosterveld, Bargermeer. Zuid-Barge is een vriendelijk landbouwdorp, evenals Noord-Barge, gelegen aan het Oranjekanaal. Het z.g. „Stort” leidt naar Westenesch ; ter weerszijden veelal bosch, in het midden het diep tusschen de wallen kabbelende water van het Oranjekanaal. Een aan beide zijden met boomen beplanten klinkerweg verbindt Emmen met Zuid-Barge en de veenkoloniën Erica en Nieuw-Amsterdam. Aan den weg langs het kanaal naar Oranjedorp vertegenwoordigt de afgebeelde molen het tijdperk van de windkracht inde malerij. Overblijfselen uit den prae-historischen tijd zijn hier niet gevonden. Bij zoutboringen vond men op 89 M. diepte dezelfde grondsoort (zand met bruinkool) als te Emmen op 51 M. en te Weerdinge op 41 M. Men onderscheidt te Zuid-Barge den Garminghoek van den Sikkenhoek en den Huizinghoek. Vroeger, toen iedere Barger boer tevens visscher en jager was, gold het rijmpje : Zuud-Barge ligt in 't ronde, Twaalf hoezen en veer en twintig honden. De „relaties” van Zuid-Barge en Schoonebeek waren niet altijd vriendschappelijk. Tientallen van jaren hebben de ZUID-BARGE Tegen den avond, Zuid-Barge, NOORD-BARGE. De z.g. Zandsteeg verbindt Noord-Barge met het hoofddorp. De oude, begroeide wallen ter bescherming zijn verdwenen. Boomaanplant zal hier een mooie entree van Emmen geven. Tot voor eenige jaren stond inden z.g. Rosinghof in dit oude Hondsrugdorp de antieke woning van Job en Jonas, dateerende van 1597. De muren waren opgetrokken geheel van want (twijg, met leem aangestreken) en geen enkele spijker werd aan het huisje gevonden. Dit woninkje op het doek te brengen werd door geen enkelen schilder verzuimd. dorpen een pleidooi gevoerd over de grensscheiding. Dit ~monsterproces” kostte den Barger boeren ~een wagen vol geld”. Zuid-Barge moest aan Schoonebeek hanen leveren, en die moesten zoo groot zijn, dat ze over de „unnerbaander” konden vliegen. Was het tusschen Zuid-Barge en Schoonebeek alzoo niet altijd pays en vree, de grensscheiding was ook oorzaak van de twisten tusschen de Barger boeren met die van Schwartenberg overeen veenstrook van 1800 H.A., gelegen tusschen Barger-Compascuum en de Duitsche grens. Het tractaat van 1824 maakte een eind aan den jarenlangen, vaak bloedigen strijd. De venen van Noord- en Zuid-Barge hadden een oppervlakte van 14348 H.A. Een nog gespaarde windmolen. Zuid-Barge Nog aanwezig, midden in het dorp, is de oude scheperij, het woninkje van den vroegeren schaapherder, die belast was met de zorg voor alle woldragers uit de „boerschap”. De primitieve leefwijze van deze eenvoudigen, die een zoo belangrijken post waarnamen, is uit de woning nog wel heel goed te zien. Bekend is de voor-historische plek het Hooge Loo. In 1845 werden hier een 20-tal Romeinsche beeldjes, terra-cottabeeldjes en andere voorwerpen, als een bronzen Mercurius, een rood bronzen voetstukje, een Juno-beeldje, het bovenste gedeelte vaneen Venus-Proserpina van gele gebakken aarde, een borstbeeld vaneen Romeinschen veteraan, van dezelfde aarde, een paar adelaarspooten enz. gevonden. De toenmalige conservator van het Museum van Oudheden te Leiden, dr. Jansen, die in 1846 een onderzoek instelde, was zoo gelukkig eveneens een 20-tal voorwerpen te vinden uit den Romeinschen tijd, welke voorwerpen nog heden te zien zijn in het Museum van Oudheden te Assen. Inden herfst van 1921 werden onder leiding van dr. Van Giffen, nadat de onderzoekingen op de Kamperesch onder Weerdinge waren beëindigd, proefontgravingen verricht. Gevonden werden fragmenten van aardewerk uit den vóór-Karolingischen tijd en na-eeuwschen tijd (de tijd van de z.g. volle volksverhuizing), een sloot aan de binnenzijde vaneen wal, zooals te zien was aan de grondsporen, iets verder buitenwaarts overblijfselen van palissaden van eikenhout, welke verbrand zijn. Verder eenigermate versierde brandurnen van fraai zwart, dunwandig aardewerk, welke gediend hadden Dorps-intimiteit. Noord-Barge. Tusschen Noord-Barge en Erm ligt, ter rechterzijde van den weg, een hunebed, bestaande uit de „Dikke Steen”, die een gewicht heeft van 50.000 K.G. (juist gewogen!). Op den esch heeft men een prachtig gezicht op Emmen. vooral inde lente zijn hier de verschillende kleurschakeeringen eenig. WEERDINGE. Neemt men de Markt te Emmen als uitgangspunt, dan leidt een wandeling van drie kwartier Noordwaarts langs een beplanten klinkerweg naar het dorp Weerdinge, door velen „De Oude Wereld" genoemd, een benaming echter, die het zich, sinds het opgenomen werd inde spoor- en tramnetten van N.O.L.S. en E.D.S. niet meer laat aanleunen, al is er nog wel oude schoonheid overgebleven, getuige het plaatje met de typische oud-Saksische boerenwoning. Heel lief en zonnig ligt het dorpje daar op en tegen den Hondsrug, Ter rechterzijde van den straatweg, voorbij de kousenfabriek, ongeveer in ’t midden van den afstand Weerdinge—Emmen, liggen de z.g. ter bewaring van de bij-gaven, welke aan de dooden werden meegegeven. Ze stonden op brandresten van menschenbeenderen. Hier had men blijkbaar een „Ustrinum” of lijkenverbrandplaats. De Hooge Loo beheerschte den ouden heirweg naar Coevorden. Drentsche boerenwoning. Wolfsbargen, een oud hunenkerkhof. Evenals zoovele Drentsche dorpen heeft ook Weerdinge veel van de schoonheid ingeboet door het vellen van bosschen. Gelukkig zorgt het Staatsboschbedrijf voor nieuwen aanplant. Tusschen Weerdinge en Valthe, inde nabijheid van de vermaarde Romeinsche brug (ontdekt in 1818) lag voorheen „De Weerdinger Holt", een heilig bosch, waar bij „klimmende Zonne” de Germaansche Volksvergaderingen werden gehouden. Bij het viaduct kan men duidelijk de dalingen en verheffingen van den Hondsrug waarnemen en ziet men voor zich liggen de bloeiende veenkolonie Nieuw-Weerdinge, dateerende van 1872. Ter-Apel en Roswinkel hadden vroeger het recht leem te graven onder Weerdinge. Roswinkel betaalde hiervoor de „Meypacht”, de stad Groningen voor haar bezittingen te Ter-Apel vijftig cents, welk bedrag moest worden betaald vóór twaalf uur van den langsten dag. Was de som op dat uur niet gestort bij den voorzitter der volmachten, maar om één uur, dan was de pacht verdubbeld, enz., steeds continueerend. Niet altijd werd het bedrag op den bepaalden tijd gestort ; uit de continuïteit volgt, dat Weerdinge beslag kan leggen op een groot deel van de rijke bezittingen van Groningen ! Reeds lang voor 1839 had Weerdinge een spoorweg. Maar... een spoorweg van ijs. In het veen tusschen Weerdinge en Saksische boerderij. Weerdinge Langs de Schoolstraat en den mooien Weerdinger molen komt men over Emmerhout, inde wandeling „Knarphoorn" genoemd, en ~Klein Rusland” aan de miniatuurvesting Emmerschans, aangelegd door Lodewijk van Nassau, die in Augustus 1593 van Emmen uit zijn vermaarden tocht over den Veendijk naar Roswinkel ondernam. Van ~de Schans” wandelt men door de mooie Emmer Dennen ineen goed halfuurtje naar Emmen. ANGELSLOO. Volgt men een eindje de Wilhelminalaan, dan leidt een weg tussc'hen de beide kerkhoven naar den Angelsloërdijk, thans een prachtige verharde weg voor auto-verkeer, die naar de 'buurtschap Angelsloo voert, Deze buurtschap, gewoonlijk „Angelsen” genoemd, was vroeger eigendom van de Drosten van Drenthe, die van 1046—1522 ook het jachtrecht in het Landschap bezaten. Deze heeren hadden te Angelsloo een jachthuis, gesticht door den heer Vander Borg, en in 1816 afgebroken. Er werd jacht gemaakt op wolven en wilde zwijnen, welk wild zich ophield in het Barnarbosch, achter Angelsloo. Inde rijpheid der esschen, meermalen ook op last der regeering, werden jachten gehouden. Met trommelslag en ketelmuziek trok ~de boer” (de gezamenlijke bewoners der buurtschap) op, om het wild schrik aan te jagen en steeds nauwer ineen kring te sluiten. Den schouten en trommelslagers werd van regeeringswege schadeloosstelling verleend voor het bijwonen dezer „klopjachten”, terwijl voor het dooden der wolven premiën werden uitgeloofd door het Landschapsbestuur. De verdere onkosten van deze jachten werden eveneens bestreden uit de Landschapskas. DEN OEVER. Den Oever is een nederzetting aan het vroegere Bargermeer. Dit meer, pl.m. 150 H.A.. en bekend door z’n rijkdom aan Roswinkel had men twee ondiepe greppels gegraven, op een afstand van wagensporen. Inden herfst liepen deze onder water, des winters, bij vorst, werd hierdoor een „spoorweg van ijs gevormd. Had Weerdinge den oudsten spoorweg van ons land, het dorp had ook de eerste steenbakkerij in Drenthe, thans reeds lang verdwenen. visch, had z’n uitloozing door de Oude en Nieuwe Delft in het Drostendiep. Achter Emmen en bij Den Oever vond men ’n eendenkooi. Haagsche heeren wenschten indertijd het vischrecht te koopen, voor ƒ 3000, wat afgeslagen werd. De bewoners van Den Oever en Angelsloo gebruikten aalvet voor verlichting ; van het aalvel werden vlegelriempjes vervaardigd. Het meer liep droog bij het graven van het Oranjekanaal. Visch werd toen gevangen bij „wannen vol”. Wat Den Oever vooral bekoring verleent is het merkwaardige „Oeversche Boschje . volgens erkende deskundigen waarschijnlijk eender oudste boschresten inden lande, een echt stukje „jungle” vol bekoring en geheimzinnigheid. Een hoekje, dat verdient bewaard te blijven. Bij het Oeversche boschje. door Dr. A. E. VAN GIFFEN, Directeur van het Biologisch-Archeaeologisch Instituut te Groningen en Conservator van het Museum van Oudheden te Assen. Emmen, eertijds Embini, is rijk aan oude cultuuroverblijfselen : Hunebedden (10), Steenkelders, Tumuli, Legerplaatsen, Urnenvelden, Wildgraven, Weerwallen, Veenbruggen (Emmer voetpad en weg van Klazienaveen). Vernield is de Saalhof (een oud-Romeinsche nederzettinq in het dorp Emmen, D. v.d. B.). De Emmer oudheden alleen kunnen een beeld geven van de Drentsche prae-historie. Beginnend met de klein-vuursteenindustrie ineen zeer vroeg verleden, en reeds in het 3de of althans inde eerste helft van het 2de millennium vóór Ghr. met de cultuur der hunebedden en individueele grafheuvels een culminatiepunt bereikend, eindigen zij met den Karolingischen tijd, inde 10de eeuw na Christus. Hunebedden. Wij zullen enkele der belangrijkste hunebedden wat nader bezien, en wel : I. Ganggraf, hunebed inde Emmer Dennen, na de groote steengraven van Borger en Havelte ten onzent HM MEN EN DE PRAE-HISTORIE, Het eenige in Nederland. Langgraf Schimmeresch. het grootste in zijn soort en provinciaal eigendom. Het is een rechthoekige, typische massagrafkelder, reuzenkamer, met poort en krans, sterk gehavend, op en gedeeltelijk ineen heuvel, schilderachtig gelegen. De kelder bestaat uit 2 sluitsteenen, 19 (8 paar + 1 drietal) zijsteenen en oorspronkelijk 9 deksteenen. Overeenkomstig den gewonen regel is de lengte-as O.—W. en de Westkant breeder dan de Oostkant. De binnenhoogte zal 1.50—1.70 M. bedragen. De poort, als gewoonlijk in het midden van den Zuid(zon)kant, rudimentair, heeft aanvankelijk vermoedelijk bestaan uit 4 poortzijsteenen met een poortdeksteen. Van de krans, die van de poort uitgaat, zijn nog 12 steenen aanwezig. Zij is niervormig van omtrek. Hier spreekt het verleden. Aanvankelijk zijnde kieren tusschen de draagsteenen met stopsteenen gedicht geweest en was de ruimte tusschen krans en kelder, minstens tot den onderkant der deksteenen, met aarde aangevuld. In kelder en poort bevindt zich een plaveisel als bij een ouderwetsche Drentsche dorpstraat, op den overgang van poort in kelder, een drempelsteen. De keldervloer is met granietgruis geëffend. Daarop werden de lijken in zittende of gestrekte houding met bijgaven bijgezet. De laatste bestaan uit fraaie, streng geometrisch versierde potten inden stijl der Noordzeemegalithceramiek, voorts uit vuursteenen bijlen, dito trapezoidale pijlpunten, mikrolistische schrabbertjes en mesjes, discoidale knodsen van kwartsiet, koralen van git en brandsteen, enz. enz. Het Hunebed inde Emmer Dennen Opmerking : Het was dit hunebed, op welks grootsten, platten deksteen Lodewijk Napoleon bij zijn bezoek aan Drenthe te paard gestaan zou hebben en op een van welks steenen de vinger-indrukken vaneen reus zijn aan te wijzen ! 11. Langg ra f. Vaneen ander type is het z.g. langgrafhunebed op den Schimmeresch (Duitsch Hünenbet), het eenige van dit type in Nederland. In Nd.-W.-Duitschland en Denemarken zijn ze zeer veelvuldig. Ons land inbegrepen komen ze daar uitsluitend voor. Rijkseigendom. Het hunebed bestaat uiteen rechthoekige, ruim 40 M. lange, Nd.-Zd. gerichte steenzetting. Deze is echter bij de ~restauratie” even na 1870 aan den Zuidkant met 6 M. verlengd. De steenkrans omgeeft een zandrug, de resten van het z.g. plateau, waarin 2 steenkeldertjes van rondgraf-, resp. grafkeldertype (vergl. sub. 111 en IV). Het gedenkteeken is in 1914 door dr. J. H. Holwerda systematisch onderzocht. De krans was aanvankelijk volledig, de kranssteenen stonden regelmatig een weinig binnenwaarts overneigend, de ruimten er tusschen waren met stopsteenen aangevuld. Als een gesloten rechthoekige, circa 1.50 M. hooge, muur omgaf hij aanvankelijk het van zand en plaggen opgetaste plateau, dat in het midden nog iets boven den steenkrans uitstak. Het plateau was toegankelijk via een lageren kranssteen, een soort drempel, inden Westelijken muur. Inden zandkern werden aangevulde kuilen (graven) De geloofsvoorstelling dier dagen bracht mede, dat men telkens opnieuw spijs en drank aan de afgestorvenen bracht, vandaar de massa’s aardewerk : ineen kelder als deze circa 12 schepelsche manden vol ! Skeletdeelen zijn begrijpelijkerwijze zeldzaam, overblijfselen van (offer)- vuren daarentegen gewoon. Wanneer de vloer vol dooden lag, maakte men een secundaire bestrating voor een volgende rij en zoo vervolgens tot de kelder gevuld was. Daarna gebruikte men de poort voor de laatste bijzettingen. In Zweden vond men een enkele maal de overblijfselen van meer dan 100 skeletten ineen kelder. Soms komen sporen eener andere laatneolithische z.g.n. bekercultuur voor, wijzend op verschillenden oorsprong. Dit hunebed is niet onderzocht, wel gestoord. is toegankelijk dooreen poortje aan den Zd.-0.-kant, via een drempel ; is waarschijnlijk gesloten geweest als het straks sub 111 te noemen steengraf. De lage zijsteen zal oorspronkelijk wel niet als drempel gefungeerd hebben. De kelderinhoud was geschonden ; voor zoover aanwezig was hij gelijk aan dien der gewone hunebedden (I). Een langgraf is een aanvankelijk met een hoogen steenmuur afgezet, smal-rechthoekig plateau. Het sluit in : een of meer steenkelders, waarvan de deksteenen al of niet met aarde overdekt waren en die men kon betreden of tusschen twee kranssteenen door, of via een drempelsteen inden muur en dan vanaf het plateau. Voorts diende het om een menigte eenvoudige graven in zijn zandkern op te nemen. 111. Grafkelder, rondgraf zonder poort, hunebed Ndl. van Emmen, aan den weg naar Odoorn, eigendom van de Provincie. Kleine, i.c. gerestaureerde, rechthoekige steenkelder, be- gevonden, er onder een tweedeelig rechthoekig plaveisel (grafvloer) van veldsteenen. De beide circa 1.50 M. hooge kelders met veldsteenvloeren zijn van verbasterd type I ; zij wijken af door den toegang en het bezit vaneen massa (bevestigings-) steenen, die den kelder omgeven. De Noordelijke kelder Hunebed aan den Odoornerweg. Emmen. staande uit 2 sluitsteenen, 8 draagsteenen, aanvankelijk paarsgewijze 4 deksteenen torsend en voorts met de overblijfselen vaneen ronden dekheuvel. Lengteas circa 0.-W. Het hunebed, in 1809 dooreen steenprikker ontdekt, werd 3 dagen daarna door J. Hofstede, den broer van den toenmaligen Landdrost, onderzocht. Het was oorspronkelijk een groote tumulus, waarin zich meerdere steenkappen bevonden. Deze overdekten een geheel gesloten grafkelder. De groote steenen daarvan waren met stopsteenen gevoegd, en van binnen effen. In dien kelder bevond zich onder een hol gebleven ruimte een dubbele keienvloer, daartusschen lagen de vondsten. Deze bestonden uit de overblijfselen van circa 14 urnen en 3 potjes, de laatste van bijzonderen vorm. De eerste waren langs de wanden, de laatste, waaronder 1 kraag • hals- of z.g. tranenflesdije, daarentegen in het midden geplaatst. Dit is blijkbaar de laatste vorm van hunebed, voorstellend den overgang tot de eigenlijke steenkisten en sterk herinnerend aan den Zuidelijken grafkelder in het langgraf sub 11. IV. Rondgraf, (Duitsch Rundgrab), hunebed aan den ouden zandweg Emmen—Valthe, in ’t Weerdingerveld, Rijkseigendom. Het grafteeken werd in 1918 door dr. A. E. van Giffen onderzocht. Kleine rechthoekige, Nd.-Zd. gerichte kelder met mantelheuvel. De kelder bestaat uit 2 sluitsteenen, 2 paar draagsteenen, 2 deksteenen en 1, oorspronkelijk 2, poortzijsteenen. Lengteas vrijwel N.-Z. ; poort in het midden aan de Oostzijde. De kelder is gebouwd als I, doch de toegang als die van het Noordelijke steengrafje sub 11. Heuveloppervlakte met veldsteenen geplaveid. Deze bevinden zich ook voor de poort. Heuvel, van den beginne af, reikend tot den onderrand der deksteenen. Kelder gebouwd ineen standkuil, versterkt dooreen massa bevestigingssteenen tegen en rondom zijn basis, op dezelfde wijze als die sub II en 111. Inden heuvel een steenen weg, waarlangs de steenen zijn aangevoerd. Kelderinhoud geschonden ; voorzoover aanwezig, gelijk aan dien der bovengenoemde hunebedden. De hunebedden zijnde graven van de oudste, oer-Germaansche bewoners van Drenthe. Dezen kwamen inde laatste helft lets Noordelijker liggen het in 1843 verstoorde hunebed van Weerdinge, tal van grafheuvels, zoomede een plek, waar schaarsche resten de plaats eener neolithische nederzetting of werkplaats aanduiden. Meer Oostelijk bereikt men de van ouds bekende begraafplaats bij het Kampereschje tusschen Weerdinge en Valthe, met bijzettingen uit steen-, brons- en ijzertijd. Tumuli (Grafheuvels). Naar analogie met de overeenkomstige monumenten elders kan men onderscheiden en onderstellen : A. Tumuli zonder kringgreppel : Deze zijn rond en lang. Zij weerspiegelen de veranderingen in het grafritueel en de verbastering der oudere grafteekenstructuren, I. De ronde tumuli bestaan I°. somtijds uit zulke, die gemaakt zijn van min of meer zuiver zand. Zij behooren tot den jongeren steentijd, pl.m. 2000 v. Chr. en iets later. Ze bedekken een niet of al. doch dan weinig, inden bodem ingelaten, in hurkende houding bijgezetten, doode, met bijgave van steen of aardewerk, inden vorm van bekers met touw- en kerfspatelversiering. Het zijnde individueele graven tegenover de massagraven, die wij boven leerden kennen. Soms vertoonen zij overblijfselen vaneen vroegeren houtbouw er in. 2°. niet zelden uit zulke, die van omgekeerd gelegde plaggen zijn opgetrokken en dooreen afzonderlijken vloer van wit zand van den ondergrond zijn afgescheiden. Deze behooren tot den ouderen bronstijd, circa 1800—1200 v. Chr. of nog wat later. Zij overdekken een rechthoekigen grafkuil, waarin een met zand gevulde boomkist. In dat zand teekent zich in gunstige gevallen dooreen plaatselijk donkerder verkleuring het geheel vergane lijk als silhouet af. Soms komen na-bijzettingen voor uit denzelfden of uit lateren tijd en dan inden vorm van urnen. Het kistgraf is nu eens met steenen opgezet, dan weer niet. Soms bezitten de heuvels een steenkrans. (N.B. Beide soorten van graven zijn nauw verwant aan die in Nd.-West Duitschland en Denemarken, speciaal van het 3de millennium v. Chr. uit Nd.-W. Duitschland in onze streken. Hun uitgangs- en kerngebied waren de landen Westelijk om en inde Oostzee. De oprichters dreven landbouw en veeteelt. de laatste. Blijkbaar representeeren deze dan ook een nieuwe naschuiving, een opfrissching van bevolkingselementen uit dezelfde gebieden als die, waar het uitgangspunt onzer hunebeddencultuur ligt. De eerste daarentegen vertoonen ook Zuidelijke invloeden en wijzen althans ten deele op een invasie van geheel andere stammen. ) 3°. gewoonlijk echter uit zulke, die evenals de sub 2°. genoemde uit omgekeerd gelegde plaggen bestaan. In tegenstelling echter met de laatste bezitten zij geen afzonderlijken vloer, doch zijn opgeworpen over de overblijfselen van ’n brandstapel en dein asch en houtskooldeelen verspreide lijk-brandresten. Somtijds bevinden zich daartusschen enkele bijgaven of de fragmenten daarvan. Dikwijls ontmoet men echter in deze heuvels, meestal inden voet, meerdere neven- of vrijwel synchrone na-bijzettingen. Zij komen voor inden vorm van kleine hoopjes gecalcineerde beenderen : de povere grafjes van lithen of hoor'gen inde meer sprekende grafteekenen van de vrijen. Deze grafheuvels kan men brandheuvels noemen. Zij behooren tot den tijd tusschen de bovengenoemde en straks nog nader te noemen kringgreptumuli en den laatkarolingischen tijd. Zij typeeren den vroegen en lateren Volksverhuizingstijd. Een enkele maal komen inde tumuli ook na-bijzettingen voor inden vorm van later ingegraven skeletgraven. Zij wijzen op het begin der opgedrongen christianiseering en vormen, om zoo te zeggen, de illustratie van Karei den Groote’s verbod : Jubemus ut corpora Christianorum Saxonum ad coemeteria ecclesiae deferantur et non ad tumulos paganorum. 11. De lange heuvels zijn min of meer gevormd als I sub 2, doch lang uitgetrokken. Bij geringe hoogte meten zij circa 10 X 30 M. Dit soort van tumuli is zeldzaam in Drenthe. Een weinig meer Nd.-O. bij het Kampereschje (Weerdinge) zijn er twee. De een bleek gebouwd als I sub 2, doch bezat twee veldsteenkisten inde brandpunten van het heuvellichaam, voorts tal van na-bijzettingen inden vorm van kist- en schachtgraven als I sub 2 en eindelijk resten vaneen steenkrans inden heuvelrand. Het grafteeken behoort thuis inden ouderen bronstijd en vertegenwoordigt het volledig gedegenereerde langgraf, genoemd sub 2 : hunebedden. Dergelijke, dikwijls zeer lage grafheuveltjes met kringgreppels rondom kenmerken o.a. een urnenveld, dat gelegen was een weinig ten Noorden van het sub 4 genoemde rondgraf, een dito inde Wolfsbergen en voorts een bij de Emmer Dennen, 4—6 Min doorsnede metende, donker gekleurde breede cirkels inden moederbodem teekenen cirkelronde of langovale en met donkere, humusrijke aarde gevulde kringgreppels af. Deze omgeven dein het centrum geplaatste lijkbrandresten, welke al of niet ineen urn bijeengerakeld zijn. Daaroverheen is een nauwelijks zichtbare kleine uit den kringgreppel opgeworpen tumulus. Dit soort van urnenvelden is kenmerkend voor den La-Tènetijd (500 v. Chr.). Legerplaats. Een weinig meer Oostelijk, Ndl. van Westenesch, ligt een z.g. Romeinsche of juister, heidensche legerplaats. Deze bestaat uit resten eener inheemsche nederzetting uit den tijd van de kringgrep-urnenvelden en nog daarna tot inde eerste drie eeuwen na Chr, Zij manifesteert zich als een complex van perkjes, welke door lage circa 0.40—0.60 M. hooge en 10 M. breede walletjes van elkaar afgescheiden zijn. De zijden daarvan schommelen tusschen 40 en 60 M. De elders (bij Zeijen) daarin gevonden cultuur-overblijfselen bestaan uit (hut) kommetjes, enkele haarden, paalgaten en voorts uit aardewerk. Zij stemt overeen met de z.g. „Celtic fields”. De Hooge Loo. Ten besluite zij nog de aandacht gevestigd op een historische plek in deze gemeente. Daarmede is bedoeld Noord-Barge, een gehucht of boerschap, gebouwd ineen verdieping, gedeeltelijk op een blijkbaar kunstmatige randverhooging. Aan den Oostkant ligt het hoogste punt, de z.g. „Hooge Loo”. Deze beheerscht de geheele omgeving en den ouden weg B. Tumuli met kringgreppels : Deze zijn eveneens lang en rond ; soms ook handspiegelof sleutelgatvormig. Zij weerspiegelen in hunnen vorm de voortgaande verbastering en vervlakking inde grafritualistiek. Anderzijds wijzen zij juist daardoor op samenhang met de oudere grafteekenen, zoowel als tusschen de betreffende stam-elementen en die uit den voortijd. naar het Noorden. Oostelijk lag het Bargermeer; aan de overzijde zou het legendarische Barnar (Stad der Zeven Heuvelen) hebben gelegen. Ineen heuvel op den Brink werd voor eenige jaren een steenkelder vernield. Op de Hooge Loo zijn in 1845 en 46 meerdere, thans in het Asser Museum bewaarde, Romeinsche bronzen en terracotta beeldjes gevonden. Zij wijzen op een vernield heiligdom, een heidenschen tempel uit het begin onzer jaartelling. In 1920 werd een proefonderzoek ingesteld aan den Oostrand van Hooge Loo. Het resultaat was : 1. dat hier op den eschrand inderdaad sporen eener kunstmatige omwalling met twee grachten en houten palisadeering daartusschen voor den dag kwamen ; 2. dat er tezamen met inheemsch aardewerk uit het begin onzer jaartelling nog enkele Romeinsche cultuuroverblijfselen (kruikfragmenten) werden opgedolven ; 3. dat op de helling naar het Bargermeer, buiten de grachten (sub 1 ), nog bouwsporen en verderop urnen werden aangetroffen. Het zou van het grootste belang wezen, dit onderzoek voort te zetten. Enkele losse vondsten uit het Frankische tijdperk besluiten de reeks van archaeologica in deze gemeente, die op zichzelf in groote trekken een beeld der prae- en protohistorische verschijnselen in Noord-Nederland kunnen geven. Daarbij Miniatuur-Hunebed voor het Gemeentehuis Emmen. treft het ons, dat typische Saksische oudheden hier althans tot nu toe, ten eenenmale ontbreken. (In het voorjaar van 1931, nadat dr. Van Giffen zijn interessant opstel voor dezen gids afstond, heeft de Leidsche archeaeoloog dr. F. C. Bursch enkele grafheuvels onderzocht ten Zuiden der Emmer Dennen (van Emmen uitte bereiken door den weg achter de Marechausseekazerne langs te volgen) en daarbij o.m. opgedolven het miniatuur-hunebedje, dat in het gazon voor het gemeentehuis werd geplaatst. Men heeft hier te doen met een grafteeken op een kindergraf, waaraan, wellicht uit piëteitsoverwegingen, den vorm van het hunebed der voorgeslachten gegeven werd. Het hier bedoelde terrein is nog meerdere heuvels rijk en de Vereeniging ~Oud-Emmen”, heeft er haar aandacht op gevestigd om te pogen hier een historische plek in ongerepten staat te bewaren. D. v.d. B.) DE BOSSCHEN RONDOM EMMEN, door Ir. F. W. MAI.SCH, Secretaris van den Boschraad. Dennenschoonheid. Emmen. Deze wijze van ontginning van de Drentsche heide is vanaf omstreeks 1895 bezig zich te voltrekken. Sinds dien tijd toch vond het gebruik van kunstmest ingang en konden de heidevelden op grooter schaal worden ontgonnen. Met de bebossching ging het aanvankelijk minder snel. Uitgestrekte, meerendeels hoog gelegen, heidevelden bleven tot voor korten tijd nog onaangeroerd liggen in hun wijdsche schoonheid, met schier onbegrensden horizon. Hier vond nog langen tijd de scheper met zijn kudde een rustige verblijfplaats en gaf een eigen karakter aan dit mooie land. Al moet het in velerlei opzicht worden betreurd, dat deze grootsche schoonheid van het Drentsche heidelandschap steeds meer teloor gaat, voor de noodzakelijke economische ontwikkeling van de provincie is de ontsluiting van het Oude Landschap en de ontginning van zijn woeste gronden onafwendbaar. Met waardeering zij vermeld, dat de Vereeniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland, daartoe in staat gesteld door giften van het Nederlandsche volk, een zeer fraai heidelandschap in Drenthe, bij Dwingeloo, ter grootte van 650 H.A., voor het nageslacht heeft kunnen bewaren. Tegen het einde van de vorige eeuw besefte men meer en meer, dat het bosch in ons land een rol heeft te vervullen, waaraan onvoldoende aandacht werd geschonken. Aangezien het hout in onze samenleving onmisbaar is en de vraag daarnaar steeds toeneemt, is het een economische eisch om de gronden, die alleen voor houtproductie geschikt zijn, zooveel mogelijk te bebosschen. Dit klemt temeer, omdat door de ongelooflijke verwoesting inde bosschen, die de behoefte aan zwaar hout van de wereld moeten dekken, de vrees gewettigd is, dat inde toekomst een houtschaarschte, zoo niet een hout-tekort, zich zal doen gevoelen. Men zag in, dat het Nederland is een van de meest bosch-arme landen van Europa, doch nog rijk aan woeste gronden (heide en zandverstuivingen), die voor het grootste gedeelte geschikt zijn voor boschaanleg. In Drenthe lagen van oudsher zeer uitgestrekte heidevelden, die echter door ontginning tot gras- en bouwland en bosch reeds sterk in oppervlakte achteruit zijn gegaan. De gesteldheid van den grond en zijn ligging wijzen aan, wat van het heideveld gemaakt zal worden ; zoo ziet men in het algemeen, dat de goede, laaggelegen heide wordt ontgonnen tot grasland, de meer hooggelegen heide tot bouwland, terwijl de hooge heidevelden worden herschapen tot boschcomplexen. Ook de zandverstuivingen, die hier en daar op de hooge heidevelden voorkomen, zijn voor bebossching geschikt. op den weg van den Staat ligt, om zelf de bebossching ter hand te nemen, omdat boschbeheer, wil het economisch zijn, tot in lengte van dagen over groote aaneengesloten complexen moet worden uitgeoefend. Door de groote kapitalen die er in steken en den langen duur alvorens rente wordt verkregen, leent het zich, in verband met de wisseling inde particuliere vermogens, minder goed voor een particulier bedrijf. Spoedig na de oprichting van het Staatsboschbeheer (1899) is ook in Drenthe met de bebossching begonnen, waarvoor inden beginne zandverstuivingen (b.v. bij Dwingeloo, Appelscha en Odoorn) werden uitgekozen. Nadien vond geleidelijk uitbreiding van deze terreinen plaats, terwijl vooral inde jaren 1921—1923 een aanzienlijke oppervlakte heideveld is aangekocht, waarvan de bebossching dienstbaar werd gemaakt aan de werkloosheidsbestrijding. Thans bedraagt de oppervlakte grond van het Staatsboschbeheer in Drenthe (met inbegrip van de gronden nabij Appelscha, in Friesland) ongeveer 8000 H.A. Reeds vóór dat de Staat tot deze bebossching overging, hadden particulieren, vereenigingen en maatschappijen op verschillende plaatsen bosch aangelegd; deze oudere bosschen vormen thans ware lustoorden. Of in Drenthe thans nog bosschen voorkomen, die als oerbosschen zijn te beschouwen, valt zeer te betwijfelen. Een tweede vraag is echter, of vroeger in Drenthe niet „van huis uit" veel bosch is geweest, dat door toedoen van den mensch of door natuurlijke oorzaken is verdwenen. Archeaeo- logische studiën doen zulks vermoeden. Wat de groote heidevelden betreft, tast men in het duister; het schijnt echter aannemelijk, dat deze velden geen bosch hebben gedragen, althans niet overal. Slechts van enkele plekken, waar thans veelal nog eiken- Bekoorlijk dennenweggetje. Uit oude kaarten (b.v. Pynacker, 1634) zou afgeleid moeten worden, dat op de hooggelegen uitgestrekte heidevelden veelal bosch moet zijn geweest. Of men met gesloten bosch te doen had, dan wel met verspreide opslag van houtgewas, is moeilijk na te gaan. Wel is het zeker, dat op den Hondsrug over de geheele lengte van Groningen tot iets ten Zuiden van Emmen, veel houtgewas voorkwam. Hiervan is zeer veel verdwenen. Door de schapenhouderij werd de groei van het bosch sterk belemmerd en kon de heide vorderingen maken. Ook het heidebranden een oud gebruik, dat voor de bosschen uit onzen tijd een groot gevaar beteekent ! en dat voor de schapenhouderij noodig was om frissche jonge heide te verkrijgen, heeft veel bijgedragen tot het verdwijnen van het bosch. Hoe dit alles ook zij, zeker is het, dat zoo goed als alle thans in Drenthe aanwezige bosschendoor menschenhand zijn aangelegd, struiken worden gevonden en de grond van geheel andere samenstelling is dan overigens in het veld, mag worden vermoed, dat deze van oudsher bosch zijn geweest. Of de esschen bij de dorpen door ontginning van heideveld zijn ontstaan, is geenszins zeker. Waarschijnlijk zullen de oudste bewoners zich in gebieden hebben gevestigd, waar houtgewas groeide, mogelijk een bosch was, waarna zij, om aan bouwland te komen, het bosch hebben opgeruimd. Een aanwijzing hiervoor zou kunnen zijn, dat aan de randen van veel esschen thans nog eiken-struikgewas wordt gevonden op oer-oude eikenstoven, De esch van het dorp Schoonlo is hiervan nog een typisch voorbeeld. Zwanen voeren aan het Zandmeer, Een van de oudere boschcomplexen vormen de Emmer Dennen. Blijkens oude kaarten zou vroeger de verstoven grond ten Oosten van Emmen, waar thans de Emmer Dennen liggen, geen houtgewas hebben gedragen ; wel echter de strook tusschen dit terrein en het veengebied (nabij Emmerhout, waar de grond een sprekende boschgrond-structuur heeft en waar vóór de ontginning veel resten van boomgroei waren te vinden). De Emmer Dennen zijn dan ook zeer waarschijnlijk door zaaiïng van grove den en planten van berk (om de verstuiving tegen te gaan) tot stand gebracht. De grond was in gemeenschappelijk bezit en behoorde aan de Markgenooten van Emmen en Westenesch. Door veilingen, die weer werden aangevuld door natuurlijken opslag van houtgewas, moet het bosch in die tijden, waarin het nog geen bezoekers mocht herbergen, een natuurmonument bij uitnemendheid zijn geweest. In 1910 werd een N.V. opgericht, die de gronden van de Markgenooten kocht en ten doel had ze verder in cultuur te brengen en, waar mogelijk, te exploiteeren. Vele jonge aanplantingen werden daarna aangelegd ter aanvulling van het bestaande bosch, terwijl in samenwerking met de Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer wandelpaden werden aangelegd en banken geplaatst, waardoor het bosch voor de bezoekers werd ontsloten. Toen echter door den wereldoorlog de houtprijzen tot ongekende hoogte stegen, heeft de N.V. het overgroote gedeelte van het kaprijpe hout verkocht, waarna het Staatsboschbeheer Nog een Zandmeer-idylle Deze maatregelen zijn noodig om het bosch aan zijn doel te laten beantwoorden. Dit doel toch is – voor de bosschen in het algemeen inde eerste plaats, om duurzaam de hoogst mogelijke houtproductie te verkrijgen. De boschbouw moet er dus op gericht zijn, om den grond ineen toestand te brengen en te houden, waarbij een maximale houtproductie mogelijk is. Dit doel kan niet worden bereikt dooreen intensieve grondbewerking en bemesting ; boomen hebben een te langen levensduur, veelal 100 jaar en meer, om hiermede te kunnen volstaan, terwijl steeds herhaling van deze maatregelen te kostbaar wordt. Wel kan op daarvoor geëigende woeste gronden door bemesting en verbouw vaneen gewas van gele lupinen de grond geschikt worden gemaakt voor houtsoorten, die zonder dat minder kans van slagen zouden hebben. Deze houtsoorten zijn b.v. eik, douglasspar en lariks. in 1918 het complex, ter grootte van 235 H.A., heeft overgenomen. Deze boschaankoop is aanleiding geweest tot de stichting van de Boschwachterij „Emmen", die thans een oppervlakte van 1050 H.A. beslaat. Na de overname van de Emmer Dennen is dit bosch door aankoop van aangrenzende perceelen afgerond tot zijn huidige grootte van 400 H.A., terwijl zoo spoedig mogelijk met de herbebossching van de kaalgekapte vlakten is begonnen en tevens de ter afronding bijgekochte perceelen zijn beboscht. Bovendien eischten de reeds aanwezige bosschen een doelmatige verpleging en moesten vele te ijle boschgedeelten met verschillende houtsoorten worden aangevuld. Zóó pronken de lupinen in Juni. Door menging daarvan met els, en tusschenzaaien van de fraaie blauwe lupinen, wordt de kunstmatig verkregen betere grondtoestand zooveel mogelijk vastgehouden en de overgang van heidegrond naar boschgrond gemakkelijker gemaakt. Overigens moeten in bestaande bosschen de verbeteringsmaatregelen langs natuurlijken weg en met een minimum van kosten worden aangebracht. Zij moeten voortvloeien uit het bosch zelve, dooreen gunstige wisselwerking van den boschgrond met zijn begroeiing en den eigenlijken houtopstand, die samen het „bosch” vormen. Om deze gunstige wisselwerking te bereiken is het gewenscht, dat de grond beschaduwd blijft, dat hij bedekt blijft met afgevallen bladeren, naalden en takken, die geleidelijk vergaan en aan den grond de structuur van teelaarde geven. Het is daarvoor noodig, dat de bladeren en naalden van bepaalde houtsoorten gemengd voorkomen, daar het blad of de naalden van elke houtsoort op een bepaalden grond ineen bepaald klimaat een eigen wijze van verteren hebben. Deze en vele andere problemen waaronder b.v. de economische, in verband met den houtafzet bepalen de wijze, waarop jonge bosschen worden aangelegd en de oudere bosschen worden verpleegd. Moge het bovenstaande ertoe bijdragen om voor u, die in het bosch verstrooiing zoekt, van hetgeen u ziet ook het waarom eenigszins aan te voelen. Keeren wij nu tot de Emmer Dennen terug, waar thans geleidelijk de uitwerking van de sinds 1919 aangebrachte ver- Rustgelegenheid aan mooie wandelpaden. doorn, zilverden en, vooral niet te vergeten, van den snelgroeienden douglasspar met zijn ijle, fraaigroene takken. Op veel plaatsen bemerkt u deze soorten nog nauwelijks, vooral daar, waar zij kort geleden door zaaiïng zijn aangebracht en nog ten deele tusschen de boschruigte verborgen zijn. Op andere plaatsen, waar de onderplanting wat ouder is, geven zij het bosch een geheel ander aanzien. Hier begint de gunstige werking van het mengsel van blad en naalden reeds merkbaar te worden dooreen goeden groei van de oude dennen en een betere grondgesteldheid, waardoor allerlei onkruiden optreden. Het dikwijls eentonige dennenbosch, met gelijk-oude boomen op gelijken afstand en met een met naalden bedekten grond, heeft plaats gemaakt voor ’n afwisselend bosch, met ontelbare kleur- en vormschakeeringen, waarin een gezond en rijk natuurleven van planten en dieren mogelijk is. Op open plaatsen kan de veel licht behoevende en snel groeiende lariks een plaats vinden. Deze fraaie naaldhoutsoort, vrijwel de eenige, die 's winters de naalden laat vallen, draagt in 't voorjaar door het jonge groen veel bij tot verfraaiing van het bosch. Door de uitbreiding van het Staatsboschbezit wordt Emmen van het Noord-Westen tot het Oosten geheel omsloten door een boschmantel, waardoor een prachtige wandelgelegenheid wordt geschapen. plegingsmaatregelen merkbaar begint te worden. In verschillende oudere dennenbosschen zijn onderplantingen aangebracht van beuk, fijnspar, lijsterbes, prunussoorten, Amerikaansche en gewone inlandsche eiken, tamme kastanje, esch- Fiets- en wandelpaden doorkruisen de Dennen Inde Emmer Dennen, die onmiddellijk bij de kom van het dorp aansluiten, vindt de wandelaar, die niet ver van huis wil gaan, een afwisselend natuurschoon van oud en jong bosch. Het boschpad rechts van de Marechausséekazerne voert naar het Zandmeer, dat met zijn beboschte oevers een aantrekkelijke pleisterplaats is. Met de jaren, als het bosch langs de randen ouder wordt, zal dit plekje ongetwijfeld nog veel aan schoonheid winnen. Een geheel in overeenstemming met de omgeving gebouwd theehuis biedt hier den wandelaar gelegenheid lafenis te bekomen. Neemt men het eerste boschpad links van den verharden weg, door het beukenlaantje, dan is al gauw een van de hunebedden bereikt, die inde gemeente Emmen liggen. Ongeveer 350 M. verder gaande langs dit pad, bij de kruising van den tweeden brandweg, vindt men rechts een eenvoudige eere-steen, die vanwege de Vereeniging ter Bevordering van het Vreemdelingenverkeer is opgericht, ter huldiging van hen, die tot het behoud van het bosch hebben bijgedragen. Meer in Noord-Oostelijke richting voert een slingerend pad over heuvels naar de zandverstuiving bij het ~Haantjebak", waar de stuifzandheuvels een altijd nieuwe aantrekkelijkheid voor de jeugd vormen. (En niet minder is dat het geval met het inden winter van 1931—1932 door werkloozen uitgediepte en vergrootte meertje nabij de zandduinen, waar „Zandvoortsche" bad-genoe- Theehuis Zandmeer. Indien men de boschwandeling verder wenscht uitte strekken, kan de weg gevolgd worden, die ongeveer in het midden van de Noordgrens van de Emmer Dennen dit boschcomplex verlaat en met een wijden boog door nog zeer jongen gens het jonge volkje graag vergund worden. Men hoopt van dit meertje nog in 1932 een goed-geoutilleerd zwembad te maken, wat de vreemdeling zeker zal weten te waardeeren, D. v.d. B.) Behalve deze punten vindt men inde Emmer Dennen overal elders fraaie plekken. Een net van wandelpaden geeft den bezoeker gelegenheid ze zelf te zoeken. Emmen is dankbaar voor 't behoud van het boseb boschaanleg (50 H.A.) naar een overgang over de spoorbaan voert. Deze ronde weg loopt tusschen twee groote grafheuvels door en kruist den ouden Roswinkelerweg. Vanaf den spoorwegovergang de verbinding volgend naar den verharden weg naar Weerdinge, is de uiterste Oosthoek vaneen 450 H.A. groot boschcomplex bereikt, dat zich uitstrekt tot aan den verharden weg van Klijndijk naar Valthe en, met uitzondering van het oudere dennenbosch in het De Duinen inde Dennen (bij „Haantjebak"). Emmen’s zwembad. in hunne heideomgeving temidden van het bosch zijn uitgespaard. Laten wij verder dit uitgestrekte nog zeer jonge boschcomplex rusten, dat inden loop der tijden dooreen rijke afwisseling van houtsoorten steeds meerdere schoonheid zal Valtherzand. inde jaren 1923 tot 1930 is aangelegd. Volgt men den straatweg en slaat men daarna den eersten weg links af, dan is spoedig het dennenbosch in ’t Valtherzand bereikt, aan de Noordpunt waarvan een 3-tal kleinere hunebedden krijgen. De terugweg kan worden genomen langs de Westzijde van het oudere dennenbosch, waarna men op den verharden weg van Emmen naar Odoorn uitkomt, of langs de Oostzijde daarvan, die de kortste verbinding geeft met Emmen en wel verder langs den Weerdingerweg. Volledigheidshalve zij nog gewezen op het afzonderlijk gelegen boschcomplex, ter grootte van 250 H.A., aan weerszijden van den weg van Noord-Barge naar Erm, dat sinds 1921 is aangelegd en dus nog geheel uit jong bosch bestaat. En tenslotte moge worden vermeld, dat sedert 1928 de houtvesterij Emmen is gevestigd, omvattende de boschwachterijen Emmen, Odoorn, Éxloo en Hardenberg. door Ir. J. C. HORCH. Van de pl.m. 29000 H.A., die het oppervlak der gemeente Emmen uitmaken, was pl.m. 20000 H.A. veen en kwam dus oudtijds slechts pl.m. 9000 H.A. voor bewoning in aanmerking ; de rest was onbewoonbaar en op enkele plaatsen na ook onbegaanbaar moeras. Het oudtijds bewoonbare zandgedeelte ligt in ’t midden-Westen der gemeente en in het centrum daarvan vindt men het dorp Emmen, met daaromheen de andere zanddorpen : Westenesch, Weerdinge, Noord- en Zuid-Barge, die zich als haar oudste kinderen rond het moederdorp groepeeren. Het veengebied omsluit, zoowel aan de Oost- als aan de Zuidzijde het zandgedeelte der gemeente, hoewel uitloopers van den Hondsrug, op welks helling Emmen gelegen is, zich vooral in Zuid-Oostelijke richting in het veen voortzetten. Gelukkig was eertijds het gedroogde veen -de turf een zeer gezochte brandstof, zoodat Vondel terecht, al was het met een wat barbaarsche woordspeling, kon zingen : Gezegend is het land Waar ’t kind zijn moer verbrandt. Ik zeg gelukkig, want daardoor ging men er toe over het veen voor het winnen van turf te vergraven en het land vrij te maken van de zwarte kluisters, die het omsloten hielden. Op zichzelf zou zulks nog geen ander gevolg hebben gehad, dan dat een lager liggende woesternij was ontstaan, die wel geen moeras was het turfgraven maakte een goede afwatering noodzakelijk maar die alleen voor het Drentsche schaap of voor een liefhebber van wijde perspectieven aantrekkelijkheden zou bezitten, ware het niet, dat al spoedig de achtergebleven bovenlaag van het veen, die te los en te zacht was om goede brandturf te leveren, met zand vermengd een uitstekende cultuurbodem (dalgrond) bleek voor wisselbouw van rogge en aardappelen, hetwelk echter eerst van bijzondere beteekenis werd na de toepassing der kunstmeststoffen, Geen wonder, dat de overheid, in verband met het ontstaan dezer cultuurgronden, eischen ging stellen aan de vervening en de provincie Drenthe, het voorbeeld volgende van de vroedschap der stad Groningen, die door haar wijs beleid de nu zoo bloeiende Groninger veenkoloniën schiep, niet achter- DE VEENKOLONIËN IN DE GEMEENTE EMMEN, bleef en provinciale verordeningen in het leven riep, die voor elke verveningsconcessie een plan van aanleg voorschreven, waardoor na de vervening een aan alle eischen voldoende cultuurstreek kon ontstaan. Zoo is, onder regeling en toezicht der overheid, over het geheele Oostelijke en Zuidelijke veengebied van Emmen de vervening begonnen door de vorming van veenschappen en ontstonden de verschillende veenkoloniën, waarvan enkele nu reeds boerendorpen geworden zijn, welke zich schaarden inde rij van Emmens kinderen, de vele dorpen en dorpjes. De gemeente bestaat thans uit 26 centra, welk aantal inde toekomst vermoedelijk nog wel zal worden uitgebreid. Voor de „opening” vaneen veencomplex is inde eerste plaats noodig een hoofdkanaal voor den afvoer van de turf. Konden de Noordelijke venen, als het Roswinkeler- en het Weerdingerveen, hiermede direct aansluiten op het Stadskanaal van Groningen, met de ontginning van de Zuidelijke venen kon men eerst beginnen, nadat de Verlengde Hoogeveenschevaart werd gegraven en in verbinding gebracht met het Duitsche Nord-Südkanaal. De namen van hen, die daarvoor hun geld, arbeid en moeite hebben over gehad, leven nog voort in Echtenstein (Van Holthe tot Echten), den naam van het voormalige notarishuis te Nieuw-Amsterdam, Heemskerksluis en Kalffsluis (beide sluizen inde Verlengde Hoogeveenschevaart tusschen Nieuw-Amsterdam en Erica), Dommerskanaal, het hoofdkanaal van het Zuidelijkste veen, Inde kom van het dorp. Nieuw-Amsterdam. van de veenkoloniën ontstond. Stadskanaal en Wildervank in Groningen zijn daarvan wel de meest typische voorbeelden. Zoo verrees in het Weerdingerveen Nieuw-Weerdinge, nu reeds een er welvarend uitziend boerendorp ; zoo groeide Nieuw-Amsterdam op het punt, waar de Verlengde Hoogeveenschevaart inde gemeente Emmen treedt en werd een flink dorp met station en postkantoor, tramverbindingen (E.D.S. en D.S.M.) en een goed hotel; zoo werd Erica (E.D.S. en D.S.M.) en een goed hotel, terwijl het aan cafés met groote vergadergelegenheid niet ontbreekt ; zoo werd Erica gebouwd een goede 5 K.M, verder aan de Verlengde Hoogeveensc'hevaart ; zoo kwam Klazienaveen ter wereld op 't punt, waar het Scholtenskanaal, uit de Hoogeveensc'hevaart komende, moest dienen om ook een gedeelte van de middenste venen te ontsluiten, zoo gaf de oprichting van het veenschap Emmer-Compascuüm het aanzijn aan de plaats van dien naam ; zoo ook ontstond Emmer-Erfscheidenveen en zijn Oranjedorp en Barger-Compascuüm bezig zich te ontwikkelen ; zoo is, vooral inde laatste jaren, ook Zwartemeer, op het punt waar het hoofdkanaal van het waterschap Barger- het Amsterdamscheveld, Stadniskywijk, Van Cruyswijk, Van Beeckwijk, Meineszwijk, Crommelinwijk (alle zijkanalen van het Dommerskanaal), Scholtenskanaal (het kanaal tot opening van het Klazienaveen, ook wel Smeulveen genoemd). Langs de hoofdkanalen der verveningen ontstonden uit den aard der zaak de veendorpen, die zich steeds langs dit kanaal uitbreidden, waardoor de eigenaardige langgerekte vorm Huize „La Paix” Nieuw-Amsterdam Compascuüm uit de Hoogeveenschevaart wordt afgetakt, zich sterk aan het uitbreiden en heeft in het Amsterdamscheveld, aan het begin van het Dommerskanaal, zich reeds een centrum gevormd, wat eveneens het geval is met de plaats, waar de Griendtsveen Turf strooisel Mij. haar kantoor en electrische centrale heeft en zal zich op den duur in dit veld nog een derde centrum vormen, waarvan de plaats nu reeds is vastgelegd door den bouw vaneen R,K. kerk met zusterhuis en school. Na deze meer algemeene beschouwing noodig ik u uit tot een rondrit door de veenstreken van Emmen, die mede, dank zij de werkverschaffing (zoo heeft ieder kwaad ook nog z’n goede zijde) van behoorlijke straatwegen zijn voorzien, op welken rondrit ik u als een goede cicerone op nadere bijzonderheden kan wijzen. We kiezen natuurlijk een mooien zomerdag – regen versombert de venen al tezeer en nemen als punt van vertrek het vriendelijke stationnetje van Nieuw-Amsterdam. U kijkt, voor u inde Ford stapt, natuurlijk even naar het veilingsgebouw. Nee, ’t is geen turfveiling ; men is bezig de rogge- en aardappelcultuur in deze contreien gedeeltelijk te vervangen door die van tuinbouwgewassen en de Veilingsvereeniging ~Spes Nostra” veilt hier de niet op contract verbouwde gewassen harer leden. Maar u bent gekomen voor een reis door de venen. Bekijkt u dan later eens de Tuinbouwschool, die Amsterdam in Eender bruggen. Amsterdamscheveld. Aardig panorama : het druk bevaren kanaal, geflankeerd door hooge boomenrijen, die u bovendien verraden, dat Nw.~ Amsterdam den 75-jarigen leeftijd al overschreed en daarachter de huizenrijen : moderne, riante bouwwerken en overblijvertjes uit de jeugdjaren. Wij verlaten de Hoogeveenschevaart om Zuidwaarts te rijden langs den Zijtak, die de verbinding vormt met het Stieltjeskanaal en merken op, dat ook hierlangs zich Nieuw-Amsterdam aan ’t uitbreiden is. Ongeveer halverwege den Zijtak komen we in 't Amsterdamscheveld, het gebied, dat door de in 1850 te Amsterdam opgerichte Drentsche Landontginning Mij. werd aangekocht en dat met z’n 2256 H.A. veen het geheele Zuidelijke gedeelte van de gemeente Emmen beslaat, ’t Is één der mooiste punten van het ontgonnen veengebied, dank zij de omstandigheid, dat de administrateur van de Drentséhe Landontginning Maatschappij, de heer L. B. J. Dommers, zeer veel gevoelde voor boom-aanplanting en zijn zorg voor het nageslacht hier veel mooi geboomte heeft nagelaten. Ook de villa van de Maatschappij, ~La Paix” ge- Noord-Holland aan Amsterdam in Drenthe schonk, en maak ook nog eens een tochtje naar ’t Ermerveld, waar ter leering der tuinbouwers een flink proefbedrijf werd gevestigd vanwege de Centrale Vereeniging voor den Opbouw van Drenthe. Ziezoo, de Stationsstraat uit en – ziet u wel ? de veenkolonie : lange huizenrijen langs de Verlengde Hoogeveensche Vaart Veenkoloniale boerderij. Nieuw-Amsterdam naamd, naar de moeder van den heer Dommers, en op het punt gelegen, waar Zijtak, Stieltjeskanaal en Dommerskanaal tezamen komen, kan bogen op veel en fraai opgaand houtgewas en de beplanting van het Dommerskanaal, waarlangs wij nu in Oostelijke richting rijden, geeft al evenzeer blijk van z’n zorgen. Merkt u op, dat naarmate we verder rijden, de boomen steeds jonger zijn, totdat we een gedeelte krijgen, v/aar ze geheel ontbreken en nog een begin met den aanplant moet worden gemaakt ? Een rit langs het Dommerskanaal is zeer interessant en leerrijk, omdat daarbij duidelijk is te zien hoe een streek na de vervening worden kan, gedurende de vervening is en vóór de vervening was. Het eerste gedeelte, tot aan het centrum van de Griendtsveen Turfstrooisel Mij., voert u langs een geheel ontgonnen veenstreek. waarbij de cultuurgronden en de daarbij behoorende groote boerderijen opvallen, terwijl daartusschen zoowel oude als nieuwe arbeiderswoningen verspreid liggen. Het centrum van de Griendtsveen Turfstrooisel Mij., die in 1890 de Drentsche Landontginning Mij. als dochter-Mij. in zich opnam, heeft, zooals de naam aanduidt, niet meer als hoofddoel de ontginning, maar het bereiden van turfstrooisel. Het bleek n.1., dat de op het zwarte veen, dat alleen voor de fabricage van brandturf geschikt is, voorkomende losse laag, meer bekend onder den naam van bolsterveen, zeer geschikt is voor strooisel in stallen inde plaats van stroo. Deze ontdekking bracht v/eer een nieuwe overheidszorg mede en wel Fabrieken der Griendtsveenmij. Amsterdamscheveld en meer in zwang gekomen. Ook wordt fijn turfstrooisel veelvuldig voor verpakkingsdoeleinden (tomaten op de Canarische eilanden) gebruikt. De Griendtsveen Mij. was in staat door het bezit van het Amsterdamscheveld, waarop een vrij dikke laag bolsterveen aanwezig is, een nederzetting te stichten en instand te houden, die met haar kantoor, electrische centrale, werkplaatsen, magazijnen, beambten- en arbeiderswoningen een geheel dorp uitmaakt. Naast het vervaardigen van turfstrooisel zorgt deze Mij. er bovendien voor, dat het zwarte veen verdwijnt en waardevolle dalgronden ontbloot worden. Het gedeelte van het Dommerskanaal, waarlangs wij na het passeeren van het Griendtsveendorp rijden, doet u een veenderij zien, welke in afgraving is. Hierbij trekken de aandacht de drie turfstrooiselfabrieken, die met het oog op brandgevaar op vrij groote afstanden van elkaar gebouwd zijn en electrisch worden gedreven door de eigen centrale. Na de laatste fabriek houdt de beplanting van den weg op en zien we, wanneer we aan de overzijde van het kanaal weder Noordwaarts gaan rijden, aan onze rechterhand een veengedeelte, dat juist deze, dat de provincie voorschreef, dat tenminste 50 c.M. van de bovenlaag na de vervening moest achterblijven, opdat het ontstaan van goeden cultuurgrond niet in gevaar werd gebracht door het tot strooisel verwerken der geheele bolsterlaag. Naast het gebruik van strooisel voor paardestallen is de toepassing ook voor ander vee, zoowel klein als groot, meer Dordschebrug Klazienaveen op het punt staat ontsloten te worden door verlenging van het hoofdkanaal. Hier is de bolster op de afbonklaag na reeds verwijderd, maar is het zwarte veen nog aanwezig. Op dit punt is het, dat hare Kon. Hoogheid Prinses Juliana inden zomer van 1928 op bezoek met H.M. de Koningin en Z.K.H. de Prins, op de hoogte werd gebracht met de vervening en alles wat daarmede annex is. Wij doorrijden nu ’t Amsterdamscheveld inde volle breedte en kijken daarbij aan weerszijden tegen veenwanden aan. Onder normale omstandigheden zou het nog jaren geduurd hebben voor hier een verharde weg was gekomen, maar we hebben het aan de werkverschaffing te danken, dat hier dwars door het veen een direkte verbinding van Emmen met Nieuw-Schoonebeek kon ontstaan. Wij bevinden ons als ’t ware ineen hollen weg, die zich alleen op de plaats, waar het veldspoor van de Griendtsveen Turfstrooisel Mij. hem snijdt, verheft tot het niveau van het nog ongegraven veen, waar wij even het vrije uitzicht kunnen genieten over de vele hectaren welke daar nog op vergraving wachten en die zich inden nazomer zullen tooien in het paarse gewaad van de caluna. Wanneer de holle weg dan een kleine s-bocht maakt komen v/ij uit het Amsterdamscheveld in het Barger-Oosterveen, het grootste veenschap van de gemeente Emmen. Al spoedig passeeren wij hier een brug, gelegen overeen der hoofdwijken, waaruit ge dus al kunt besluiten, dat dit gedeelte van het veenschap, waar wij ons bevinden, reeds, wat met een vak- Ned. Herv. Kerk en R.-K. Kerk. Barger-Compascuüm. Wij komen nu aan de Verlengde Hoogeveenschevaart en het dorp Klazienaveen en draaien met een scherpe bocht naar rechts, om langs de Zuidzijde van het genoemde kanaal ons inde richting van de Duitsche grens naar het Oosten te begeven. Klazienaveen, dat een schepping is van nu wijlen den heer J. E Schollen te Groningen, die deze nieuwe veenkolonie naar zijn moeder noemde, ziet er ongeveer uit als Nieuw-Amsterdam, alleen is er minder beplanting. Ook hier weer een lange streek met vrij dicht aan elkaar gebouwde woningen en winkels, die echter naarmate we verder komen aan de Noordzijde bijna geheel ophouden en aan de Zuidzijde, waar we rijden, steeds wijder uit elkaar komen te staan. Na eenigen tijd ontdekt ge aan de Noordzijde, dus over het kanaal, een fabriek, het is de coöp. turfstrooiselfabriek ~Barger-Oosterveen”, waarin verschillende veeneigenaren hun bolster tot turfstrooisel laten verwerken. Weldra komen de huizen weer dichter op elkaar te staan, een kenmerk dat zich hier weder een centrum aan ’t vormen is. De naam hiervan is Zwartemeer. Vroeger was in deze omgeving een vrij groot meer, waaraan de jonge plaats haar naam ontleent, maar dat door de ontwatering van de venen geheel is verdwenen. term heet. ..aan de snede" is, hetgeen mede blijkt uit de min of meer van veen ontbloote gronden langs den weg en de aanwezigheid van vele nieuwe woningen naast de nog op het bovenveen (onvergraven veen), staande oudere. Dorpscentrum Emmer-Compascuüm. We zwenken nu over de Hoogeveenschevaart links-om en rijden langs de Oostzijde van het hoofdkanaal van het waterschap Barger-Compascuüm recht naar het Noorden. Dit hoofdkanaal, ook wel Verlengde Oosterdiep geheeten, loopt van Zwortemeer tot Emmer-Compascuüm over 7 K.M, in een rechte lijn door. De veenkolonie Barger-Compascuüm dateert van 1870 en is zich inde laatste jaren sterk aan het uitbreiden langs het Verlengde Oosterdiep. Voor het grootste gedeelte is het nog alles veen wat ons oog ziet, alleen op ongeveer 3 K.M. van Zwartemeer bemerkt men een verharden weg aan de linkerhand, welke naar Klazienaveen-Noord voert, Op dit punt is zich het centrum van Barger-Compascuüm aan ’t vormen, waar zich het aardige kerkje der Nederlandsche Herv. Evangelisatie, gesticht door de Vereeniging ~Geestelijke en Maatschappelijke Zorg in Drenthe", en even Zuidwaarts een mooie R K kerk met school bevinden. Op de plaats waar wijde Oostzijde van het kanaal verlaten om aan de Westzijde onzen tocht te vervolgen, komen wij in het waterschap Emmer-Compascuüm en daarmede ai spoedig in het jongste gedeelte dat bebouwd is : Emmer-Compascuüm-Zuid, voornamelijk gelegen tusschen het Oosterdiep en het daarmede op een afstand van ongeveer 250 M. Westelijk evenwijdig loopende Westerdiep. Het is een eigenaardigheid van de jongere veenkolonies, dat zij twee hoofdkanalen hebben, welke op eenigen afstand van elkaar loopen, met het kennelijk doel, dat tusschen beide de huizenbouw zal plaats vinden, terwijl de cultuurgronden zich dan aan weerszijden uitstrekken. Het aan E.-Compascuüm-Zuid aansluitende E.-Compascuüm-Noord, is een veel oudere kolonie en heeft dan ook maar één kanaal, het Compascuümerkanaal. dat tenslotte op het Stadskanaal van Groningen aansluit. Emmer-Compascuüm-Noord kan men reeds als geheel verveend beschouwen, en dateert feitelijk van 1874 toen de N.V. ..Het Emmer-Compascuüm” daar ongeveer 760 H.A. veen kocht. Nu is het een florissant dorp met winkels, bakkerijen en hotels, groote dalboerderijen en een veenkoloniale proefboerderij, gesticht door den Veenkolonialen Boerenbond, de boerenorganisatie, die zooveel voor den veenkolonialen landbouw deed. Vrijwel aangebouwd aan Emmer-Compascuüm-Noord is het dorp Munsterscheveld, echter ook nog gelegen in 'het waterschap ~Emmer-Compascuüm”. Munsterscheveld heeft een grootendeels Katholieke bevolking en bezit, behalve een We slaan al spoedig linksaf om ons naar Roswinkel te begeven en men merkt al direct een geheel ander aspect aan den rechterkant dan ter linkerzijde, wat komt doordat het oude dorp Roswinkel aan den rechterkant geen veenkolonie is. De gemeente Emmen werd vroeger verdeeld in 4 Marken, die van Emmen en Westenesch pl.m. 2800 H.A., die van Noord- en Zuid-Barge pl.m. 13000 H.A., die van Weerdinge pl.m. 2300 H.A. en die van Roswinkel pl.m. 520 H.A. Sommige van die marken hadden hun gemeenschappelijke weiden (het jus-Compascui, waaruit de namen met Compascuüm hun oorsprong vonden). Roswinkel lag op een zandrug (tang) in het veen, maar overigens zeer geïsoleerd, met slechte toegangswegen, waardoor het inden volksmond ook wel ~modderwinkel” genoemd werd. Aan de Westzijde van Roswinkel lag Het Leege of Mandemoer, dat nu door het Roswinkeler veenschap tot ontginning komt, en aan het oude dorp Roswinkel een veenkoloniale uitbreiding gaat brengen. Even voorbij de kom van Roswinkel passeeren we aan onze rechterhand den straatweg, die via het arcadische dorpje Maten, ook nog tot de gemeente Emmen behoorende, naar Ter-Apel voert om ten slotte eenige K.M, verder Zuidwaarts weer inde gemeente Emmen, n.l, in Nieuw~Weerdinge te komen, waar wij, linksom de brug passeerende, langs het hoofdkanaal van het denzelfden naam dragende water- mooie kerk, een R.K. jongens- en een R.K. meisjesschool, benevens een Zusterschool. 't Landelijke kerkje. Roswinkel. schap in Zuid-Westelijke richting verder rijden. Ongeveer 1 K.M. in tegengestelde richting als waarin wij rijden, sluit dit hoofdkanaal door middel van den Weerdingermond op het Groninger Stadskanaal aan. Nieuw-Weerdinge dateert van 1872 en hoewel in 1880 bijna geheel verbrand, is het uit zijn asch verrezen en nu een bloeiende veenkolonie, die met haar met fraai geboomte beplanten weg (helaas is daarvan door de iepziekte veel geveld), hare florissante dalboerde- Zon en schaduw in ’t kanaal Veenkoloniale boerderij. Nieuw-Weerdinge Nieuw-Weerdinge. Inden tijd van de veen-campagne, van April tot den langsten dag, levert het veld, bezet met ontelbare turfmachines, gedreven door locomobielen, een eigenaardigen aanblik op. Hier viert dan n.l. de fabricage van de baggelturf hoogtij en wellicht kan ik den tijd, welken wij nu noodig hebben om over Emmen en Emmerschans een ander veengebied te bereiken, benutten om u iets over deze turffabricage te vertellen. Op vele plaatsen n.l. komt onder de bolsterlaag en de daaronder liggende oudere hoogveenformatie een soort overgangsveen voor, dat zich lastig tot z.g. handsteekturf laat vergraven. Men maakt er daarom onder toevoeging van water ’n papje van, spreidt deze pap op het veld uit, waardoor rijen en vele langs den weg staande woningen een echt veenkolonialen indruk maakt. Steeds meer bekend wordt de machinefabriek „Werkland” in Nieuw-Weerdinge, vooral op het gebied van baggermateriaal. Wij passeeren zoo het Eerste en Tweede Kruisdiep en komen langzamerhand weer meer inde turf terecht, totdat wij even vóór Weerdinge den Hondsrug oprijden en als het ware plotseling van de turf in het zand komen. Laten we even van de noodzakelijkheid, om hier langzaam te rijden, wegens de kruising vlak achter elkaar vaneen tram- en een spoorbaan, gebruik maken, om een blik achter ons te slaan over dein de diepte liggende aan de snede zijnde venen van Nieuw-Weerdinge en Roswinkel. Bij de baggermachine. het water er gedeeltelijk weer uitlekt, trapt de massa vast aan (turftrappen), snijdt ze vervolgens met behulp vaneen mes op wieletjes in stukjes en laat de stukjes door opstapelen op elkaar verder drogen, om ze daarna in bijzondere ronde bultjes (stobben) gereed te zetten voor de verlading. Ziedaar, het baggelbedrijf. Ging oudtijds het graven, mengen en over het veld uitspreiden op de primitiefste wijze met kruiwagen, mengtrog en sdhepemmer, nu geschiedt dit machinaal (elevator, pomp en menginrichting), hoewel het graven nog steeds met de hand gebeurt en ook de verdere bewerkingen alle nog op de oude wijze plaats vinden. Intusschen hebben we Emmen bereikt, waarbij wij, steeds links houdende, voorbij het station en over de spoorbaan nu dwars door de bekende Emmer Dennen rijden, waarvan ik u in stilte wil laten genieten (en waarover in dit boekje elders anderen vertellen). Wanneer wij het bosch door zijn, passeeren we Emmerschans en dalen weer merkbaar van den Hondsrug af om nu langs het hoofdkanaal vaneen der jongste Emmer veenkoloniën in Oostelijke richting te rijden. Het is Emmer-Erfscheidenveen, dat, hoewel nog midden in de turf liggende, reeds op een aardige ontwikkeling kan bogen. Aan het einde van het hoofdkanaal, waaraan nog een tweede op een 300 M. afstand in Noordelijke richting evenwijdig aan het eerste loopt (nieuwste veenkoloniale type), Gesneden baggerturf. de plaats, waar we hier overeen brug passeeren, aan onze linkerhand den straatweg naar Emmer-Compascuüm voorbij rijden, passeeren wij nogmaals aan onze linkerzijde den straatweg naar Emmer-Compascuüm, om daarna de bocht van het kanaal te nemen, waar dit in Westelijke richting gaat loopen. Bij deze bocht treft ge een oorlogsinvalide aan : een ammoniakfabriekje, dat even vóór het einde van den oorlog gereed was, maar toen de vrede kwam niet meer kon concurreeren en moest worden stopgezet. We zijn nu inde ontginning ..Klazienaveen”, de N.V. Veenderij en Turfstrooiselfabriek , .Klazienaveen", voorheen W. A. Scholten te Groningen, en rijden met een zwenking naar links, nu Zuidwaarts langs het Scholtenskanaal en door het z.g, Klazienaveen-Noord. Wanneer wij dan de Oostzijde van dit kanaal voor de Westzijde verlaten, komen wij weder in het waterschap Barger-Oosterveen en naderen wijde veenkolonie Klazienaveen-Zuid. Aangezien wij langs het geheele Scholtenskanaal niet veel zullen aantreffen, dat onze aandacht trekt dan de mooie kerk met toren van ~den domineer van Turfland ', (de bekende evangelist, de heer W. de Weerd) en een model-boerderij van de firma Scholten op bovenveen, welke kanalen ten slotte gezamenlijk doorloopen naar het Oostcrdiep, waarlangs wij reeds in Emmer-Compascuüm passeerden, zwenken wij rechts om langs een in Zuidelijke richting loopend kanaal, de Willemsvaart, welke één van de hoofdkanalen is van het Smeulveen, Nadat wij van de Oostzijde naar de Westzijde van dit kanaal zijn gegaan en op Het „vuren’' van de droge baggerturf. 200 zal ik den tijd, dien wij noodig hebben om Klazienaveen-Zuid te bereiken, gebruiken om u iets te vertellen van de handgestoken turf. De handgestoken turf wordt gegraven langs de kanalen en wijken. Het eerste graven op de plaats waar een kanaal of wijk moet komen noemt men splittingwerk. Bij het gewone werk graaft men aan de zijde van de wijk een stuk af van 5 M. breed ; de afgraving noemt men de kuil. Het afgraven geschiedt in rechthoekige stukken, ongeveer even hoog als breed en pl.m. 3 keer zoolang. De afmetingen verschillen, hoewel zeer weinig naar de plaats waar gegraven wordt (Groninger- of Drentsch bestek) en naar den aard van de veenspecie (groot of klein werk). Het op maat steken van de stukken geschiedt met een stikker (steker), een langwerpig, plat, aan de onderzijde scherp, ijzer, waaraan in de richting van het ijzer loodrecht op den snijkant een rechte steel is bevestigd, terwijl de laatste steek voor het ondervlak geschiedt met den oplegger, een langwerpige houten lepel aan een steel inde richting van het lepelvlak, welke lepel de breedte en lengte heeft van het gestoken stuk en van voren voorzien is vaneen ijzeren snijkant (den stikker vindt men in het wapen van Emmen). Door het afsteken met den stikker komt de zode dus daarop te liggen en wordt met een handigen zwaai op een voor den graver staanden kruiwagen gedeponeerd. Op deze wij worden 16 zoden in twee lagen voor vervoer naar het droogveld gereed gemaakt. Turfstrooiselfabriek te Amsterdamscheveld. vergraven kuil, die in klemmen, dat is de hoogte vaneen turfzode, wordt aangegeven (een normale kuil heeft vijf klemmen, pl.m. 75 c.M.). Vooreerst legt men de turven van den kruiwagen 2 op elkaar, vlak naast elkaar over de breedte van het droogveld (het leger). De volgende zoden worden dan tegen dit leger door kippen van den wagen rechtop aangezet (de stort). (Door den heer J. Trip te Nieuw-Weerdinge is verleden voorjaar een andere werkwijze voor ’t ~aan slag zetten” toegepast, n.l. het vervangen van den kruiwagen dooreen lange lorrie op rails, die 72 zoden ineens naar het zetveld vervoert en aanmerkelijke besparing brengt, wanneer het zetveld op eenigen afstand van de kuil ligt. Na zes stort wordt weder op eenigen afstand een leger gelegd en gaat men op deze wijze door tot de beschikbare kuillengte is afgegraven. De turf ligt dan zoogenaamd in slag, waarbij elke slag dus bestaat uit 1 leger en 6 stort. Het werk vaneen turfgraver wordt nu vastgesteld naar de lengte stort, die hij heeft gegraven, en wel naar een stok van 2/ M. 50 stok vormen een dagwerk, die één man ongeveer ineen week kan graven. De naam dagwerk komt van het werken in ploegjes van 6 man, wat oudtijds geschiedde en die dus 50 stok ongeveer in 1 dag konden graven. Het droogwerk Dit droogveld is, al naar er ruimte is, boven op het veen, naast de kuil of wel naar de zijde van de wijk op het afbonksel van het vroeger gegraven gedeelte ; men zegt dan, dat de turf in het 'hooge staat of in het lage. De breedte van het droogveld is uit den aard der zaak afhankelijk van de Persturfmachine in bedrijf. van de turf bestaat hierin, dat dein stort liggende turf wordt opgebroken en successievelijk wordt opgestapeld tot zoogenaamde ringen. Het hangt van de droogte van den zomer af of het droogwerk hiermede is afgeloopen, of dat de turf nog eens moet worden omgeringd. Is de turf droog, dan wordt ze in bulten verzameld (gevuurd), welke bulten dikwijls nog met minderwaardige turf worden afgedekt. Bij het in bulten zetten wordt de turf meteen gesorteerd (geschift). We zijn nu langzamerhand genaderd aan Klazienaveen-Zuid. Terwijl ons aan de rechterzijde een hoog heerenhuis opvalt, de dokterswoning van de firma Schollen, krijgen wij aan onze linkerhand het gezicht op een fabrieksterrein : het is dat van de Purit-fabriek, oorspronkelijk opgezet door de firma Scholten, later echter overgenomen door de Norit Maatschappij. Hier wordt uit turf ineen drietal hooge ovens z.g. geactiveerde kool bereid, welke dient voor zuivering van verschillende vloeistoffen. Aan de overzijde van het kanaal gelegen, passeeren wij dan eerst de fraaie directeurswoning en die van den bedrijfsleider, daarna eenige machtige bulten turf, die naast de enorm hooge ovens staan. Op deze hoogte vinden wij aan onze rechterzijde het hotel van de firma Scholten, welks fraaie tuin, waarbij een goed geoutilleerde kinderspeelplaats, ons uitnoodigt een verfrissching te nemen. Turfstrooiselfabriek inde Schoonebeeker venen de firma Sc'holten heen om onzen weg naar het Westen te vervolgen, nu aan de Noordzijde van het kanaal, waarvan wijde Zuidzijde gevolgd hebben toen wij van het Amsterdamscheveld kwamen en ons naar Zwartemeer begaven. Wij passeeren den weg, dien wij toen af kwamen aan onze linkerhand en merken op, dat deze aan onze rechterzijde doorloopt en de verbinding geeft met Emmen over Nieuw-Dordrecht, Barger-Oosterveld en Angelsloo. Wij merken op, dat de weg oploopt, daar de waterspiegel van het kanaal steeds dieper onder ons komt te liggen, een teeken, dat wij weer rijden op een uitlooper van den Hondsrug. Op bijna het hoogste punt slaan wij rechtsom en rijden langs den hoogen oever van het Oranjekanaal, dat via een sluis uit de Hoogeveenschevaart komende, de Emmer venen met Friesland verbindt. De veenkolonie Oranjedorp. die hieraan haar ontstaan te danken heeft, telt vele flinke dalboerderijen. Waar het Oranjekanaal den straatweg Zuid-Barge—Erica snijdt, gaan we linksom de brug over, om ons langs dezen straatweg naar Erica te begeven en zullen nu verder tot aan Nieuw-Amster- Wanneer we dan onze reis weer voortzetten, treffen wij aan de linkerzijde over het kanaal de nu stopgezette turfstrooiselfa'briek van de firma Sc'holten aan, met daarnaast het aardige kantoorgebouw, terwijl wij links passeeren een modern, als postkantoor bedoeld gebouw, dat echter om zuinigheidsredenen nog niet verder is gekomen dan hulppostkantoor. Wij draaien dan om de mooie woning van den bedrijfsleider van Inden speeltuin van hotel Wierenga Klazienaveen dam door het waterschap „Barger-Westerveen” rijden. De weg van Zuid-Barge tot Erica biedt' niet veel nieuwe aspecten. De grond aan weerszijden van dezen weg is niet van de beste, omdat er weinig of geen bolster veen op aanwezig was en ik wil den tocht langs dezen weg even benutten, om u nog iets te zeggen over de machinale turfbereiding. Evenals bij het maken van baggelturf heeft men ook voor de hoogveenturf naar mechaniseering van het bedrijf getracht. De machines, die inde Drentsche venen, maar nog meer in de Overijsselsche toegepast worden, bestaan uiteen elevator, waarin de turf door gravers wordt gespit op dezelfde wijze als zulks geschiedt bij het maken van baggelaar. De zoo opgevoerde veenspecie wordt nu echter niet met water vermengd, maar over ’t algemeen direct toegevoerd aan een dubbele schroefpers, die de veenspecie kneedt en mengt, en uiteen mondstuk als een doorloopende streng uitgeperst, vandaar ook wel de naam van persturf. Deze streng wordt op plankjes opgevangen, daarop op maat gehakt en vervolgens door middel vaneen dubbele staaldraad-transporteur over het droogveld gevoerd. Hier worden de plankjes met de turfzoden door werklieden van den transporteur afgenomen en de zoden naast elkaar op het droogveld neergelegd, terwijl de leege plankjes door het terugloopende deel van de staaldraden weer naar de machine worden teruggevoerd. De Zóó ligt de veenspecie op het veld. Wij zijn nu te Erica aangekomen, dat zijn ontstaan dankt aan de boekweitteelt, een teelt, die nu vrijwel verdwenen is inde venen, De eerste bewoner, in 1863 uit Slagharen daarheen gekomen, had blijkbaar villa-bewoners-neigingen en tevens een poëtischen aanleg, want hij noemde zijn keet Erica. Uit deze keet heeft zich ontwikkeld een florissant dorp, met twee kerken, drie openbare en twee bijzondere Scholen, terwijl men als industrie kan noemen een fabriek waar cementen voorwerpen worden vervaardigd en fabricage van bloempotjes uiteen mengsel van mest en turfstrooisel. Voorts is Erica de zetel der N.V. Turfstrooiselfabriek v./h. A. Veldkamp. We zijn hier al weder aan de Hoogeveenschevaart gekomen en draaien rechts af, om onzen weg langs de Noordzijde van dit kanaal naar Nw.-Amsterdam te beëindigen. Wij machine en de transporteur worden gedreven dooreen locomobiel. Goedkoopere turf krijgt men door deze werkwijze niet, wel is de gedroogde turf harder en als brandstof dus iets meer waard. Een verbetering is inde laatste jaren verkregen door den automatischen zodenaflegger van Lodder (de heer Lodder is de directeur der eerder genoemde machinefabriek ..Werkland ’). De kosten van fabricage worden daardoor minder dan die van handgestoken turf, ofschoon nog niet voldoende om te kunnen concurreeren met steenkolen. Er zal dus nog grootere mechaniseering moeten worden doorgevoerd, waartoe plannen bij de Griendtsveen Turfstrooisel Maatschappij reeds eenige jaren in studie zijn. Verlengde Hoogeveensche Vaart. Erica. hebben hier het uitzicht over de vlakten van Barger-Westerveen, dat al reeds bijna geheel ontgonnen is. Langs vele en groote boerderijen, waartusschen wij hier en daar ook reeds broeiramen van den tuinbouw ontdekken, komen wij nu van een andere zijde, dan bij den aanvang van onzen tocht, weder in Nw.-Amsterdam aan, waar wij in hotel Brouwer, vlak tegenover het station, wellicht even den tijd hebben om ons te verpoozen en onze indrukken nog even de revue te laten passeeren. Ik hoop, dat gij een machtigen indruk gekregen hebt van het reusachtige werk, dat reeds inde veengebieden van Emmen verricht is, maar ook, dat gij zijt gaan beseffen, dat de verdere ontwikkeling nog veel en zwaar pionierswerk vereischt. Wethouder van Onderwijs. Het onderwijs inde gemeente Emmen is voor autoriteiten altijd een zaak van bijzondere zorg geweest. Door de groote oppervlakte der gemeente en den snellen aanwas der bevolking inde laatste 25 jaren was het noodzakelijk, dat de aandacht steeds op dit onderwerp gevestigd bleef, met het gevolg, dat, wat het voorbereidend, het lager, het middelbaar en het nijverheidsonderwijs betreft, de toestand thans zoodanig is, dat men op allerlei gebied, zoowel wat de richting als het soort van onderwijs aangaat, z’n keuze kan doen. Een opsomming vaneen en ander moge dit duidelijk maken. Het aantal openbare lagere scholen bedraagt 36. Het aantal bijzondere scholen is op het oogenblik 30. Verder is er in het dorp Emmen een openbare en een bijzondere u. 1.0. school, terwijl ook Emmer-Compascuum sedert kort een openbare u. 1.0. school bezit en te Nieuw-Amsterdam aan de stichting wordt gewerkt. Tevens is er een bijzondere school met den Bijbel, voor u. 1.0. en lager onderwijs te Dordschebrug en een R.K, u. 1.0. meisjesschool, waaraan verbonden een internaat, te Emmer-Compascuum (Munsterscheveld). De gezondheid der leerlingen van al deze scholen wordt spe- DE VERZORGING VAN HET ONDERWIJS IN EMMEN, door A. SIBON, Rijkslandbouwwinterschool. Emmen. ciaal behartigd door twee schoolartsen, die onvermoeid in de weer zijn zich van hun taak te kwijten en zich uitsluitend daarmede bezighouden. Verder is er bij zoo goed als iedere school een kleuterschool, terwijl aan een enkele school, waar zoon inrichting nog niet aanwezig is, of de zaak reeds zoover gevorderd is, dat men met den bouw kan beginnen of plannen in voorbereiding zijn om eerlang tot het beoogde doel te komen. De Centrale Vereeniging voor den Opbouw van Drenthe verleent in deze gewaardeerde medewerking. Dit, wat betreft het lager en voorbereidend onderwijs. Verder hebben we inde gemeente Emmen een Rijkslandbouwwinterschool, welke niet alleen door leerlingen uit Emmen doch tevens door jongelieden uit omliggende gemeenten wordt bezocht. Deze onderwijsinrichting wedijvert dan ook in bloei met de hier aanwezige Ambachtsschool. Wat deze laatste betreft, daaraan is naast de dagschool verbonden een avond vakschool, waaraan de volgende cursussen gegeven worden : 1. Electrotechniek ; 2. Machinistencursus ; 3. Vakteekenen ; 4. Schilderscursus ; 5. Cursus uitslaan kappen en trappen ; 6. Cursus wis-, natuur- en werktuigkunde ; 7. Cursus Kleermaken. (*Dit gebouw is tijdens het afdrukken van den Gids op 17 Juni 1932 afgebrand. Ambachtsschool. *) Emmen. Emmen mag zich voorts verheugen in ’t bezit vaneen Landbouwbuisihoudschool en Emmer-Compascuüm ineen R.K. Huishoud- en Industrieschool. Aan de Landbouwhuishoudsdhool te Emmen, waaraan verbonden is : a. een dagschool met 2-jarigen cursus ; b. een dagschool met 3-jarigen cursus, worden verder afzonderlijke cursussen gegeven in : 1. Costuumnaaien ; 2. Linnennaaien en verstellen ; 3. Inmaken en koken. Ook deze inrichting verheugt zich ineen stijgende belangstelling. Verder hebben we het Oosting-Instituut tot voorlichting bij de kleinveeteelt. Onvermeld mogen niet blijven de schooltoomen, welke bij diverse scholen in deze gemeente zijn ondergebracht en waardoor de schooljeugd, onder toezicht van het onderwijzend personeel, praktisch wordt onderricht in het verzorgen van kippen en soms ook konijnen. Daarnaast zijn er in deze gemeente inde laatste jaren tal van buurthuizen opgericht, welke eveneens veel bijdragen tot opvoering van het ontwikkelingspeil der bevolking. Na het voornaamste te hebben opgesomd, wat op het gebied van onderwijs inde gemeente Emmen wordt gevonden, meen Voorts zijn in deze gemeente nog 4 teekencursussen gevestigd, n.l. te Nw,-Amsterdam, Nw.-Weerdinge, Klazienaveen en Emmer-Compascuum. Ook deze cursussen mogen zich in de voortdurende belangstelling verheugen van ouders en leerlingen. Openbare u. 1.0. school. Emmen ik goed te doen nog even te vertellen welke van deze inrichtingen in het dorp Emmen zelf gelegen zijn. Men vindt er de volgende inrichtingen : 1. een openbare u. 1.0, school ; 2. een bijzondere u. 1.0, school ; 3. twee (binnen kort drie) openbare lagere scholen ; 4. een Gereformeerde lagere school ; 5. een Hervormde lagere school ; 6. een Rijkslandbouwwinterschool; 7. een Ambachtsschool met verschillende cursussen (zie boven) ; 8. een Landbouwhuishoudsdhool met verschillende cursussen (zie boven) ; 9. het Oosting-Instituut ; 10. 2 kleuterscholen. Ik mag dit overzicht niet besluiten zonder te vermelden, dat de Vereeniging ~Emmer Lyceum”, ijvert voor de oprichting vaneen lyceum te Emmen, opdat de jongelui, die middelbaar of voorbereidend hooger onderwijs behoeven, niet langer zullen zijn aangewezen op een inrichting voor zoodanig onderwijs elders. En eveneens te Emmen wordt geijverd voor een prot.-chr. Kweekschool voor onderwijzers (essen). De lezer ziet uiteen en ander, dat Emmen ook in dit opzicht poogt aan alle te stellen eischen te voldoen. Chr. u. 1.0. school. Emmen. Het bekende Oosting-Instituut. Inden tuin van het Oosting-Instituut. Emmen Het in exploitatie brengen van de uitgestrekte veencomplexen inde gemeente Emmen was oorzaak vaneen grooten toevloed van arbeidersgezinnen uit andere gewesten, vooral toen het brandstoffentekort inde mobilisatiejaren nijpend werd en de turfwinning in uitermate geforceerd tempo moest worden aangepakt. Wat destijds de turf kostte kwam er niet opaan, als er maar brandstof aan de markt gebracht werd. Er werden dus buitengewoon hooge loonen betaald en de arbeiders stroomden naar het veengebied. Voor behoorlijke huisvesting kon niet gezorgd worden en die eischten vele der nieuwe ingezetenen ook niet. Emmen kreeg op deze wijze een onevenredig groot gedeelte aan den zelfkant der maatschappij levenden onder zijn inwoners, terwijl de volkshuisvesting er heel veel te wenschen overliet. Toen na het teekenen van den vrede de bedrijfstoestanden normaal werden en later de steenkolenprijzen op een niveau kwamen, dat de turf als concurrentie-artikel uitsloot, was Emmen in last. De gelegenheids-veenarbeiders en velen meer geraakten werk- en broodeloos, er heerschte in waarheid ellende inde venen en de gemeente Emmen was niet bij machte daaraan een einde te maken. Van particuliere zijde werd steun geboden, maar ook misbruik gemaakt van den toestand. Men herinnert zich allicht de collecte-schandalen van omstreeks 1925. Eenmaal de aandacht op de arbeiders-koloniën gevestigd zijnde, kwam men alras tot het inzicht, dat men er met verschaffing van voedsel en kleedij niet was, dat er meer gebeuren moest. En onder leiding van den toenmaligen Commissaris der Koningin in Drenthe, mr. J. T, Linthorst Homan, werd gevormd de Centrale vereeniging voor den Opbouw van Drenthe, die met ruimen steun der regeering den reuzenarbeid van den cultureelen, economischen en hygiënischen opbouw van Zuid-Oost Drenthe aanpakte. De vereeniging wilde inde eerste plaats een einde maken aan den chaotischen toestand op het gebied der steunverlening. De Rijkswerkverschaffing voorzag inde meest dringende behoefte aan arbeid, daarnaast verschafte het Burgerlijk Armbestuur in het meest noodzakelijke levensonderhoud. Het Centraal Steuncomité te Emmen werd ontbonden, aan de particuliere inzamelingen kwam een einde en de Centrale Vereeniging begon met door volksopvoeding inde eerste en voornaamste plaats blijvende verbetering te scheppen. OPBOUW VAN DRENTHE, door D. v.d. BOSPOORT. In verschillende centra werden buurthuizen opgericht, waar gelegenheid gegeven werd voor het volgen van cursussen in eenvoudig koken, naaien, woning-hygiëne, zuigelingenverzorging enz. Bovendien kwamen er cursussen voor opleiding van dienstboden, elementaire vakopleiding enz. De buurthuis-leidsters, dames, die voor maatschappelijk werk opgeleid waren, verleenden bemiddeling bij plaatsing van dienstboden en boerenknechts uit deze streek elders inden lande, evenals de Centrale Vereeniging medewerkte aan verplaatsing van geheele arbeidersgezinnen naar industrie-centra, waar gelegenheid was om in eigen onderhoud te voorzien. De invloed vaneen en ander was weldra merkbaar. Hoewel in bepaalde onderdeden de werkwijze, aan de hand van opgedane ervaringen bij dit op deze schaal in ons land geheel nieuwe werk moest worden veranderd, wordt de arbeid toch in hoofdzaak thans nog op gelijke wijze voortgezet. Buurthuizen zijn thans gevestigd in Emmerschans, Emmer-Erfscheidenveen, Zwartemeer, Barger-Compascuum en Nw.- Dordrecht voor zooveel de gemeente Emmen betreft, alsmede te Witteveen, het uit de Rijkswerkverschaffing geboren dorpje inde gemeente Westerbork. Inde zanddorpen bestaat uiteraard aan deze instellingen geen behoefte. Basis voor dezen arbeid was de stelling, dat de wantoestanden niet waren op te heffen, zoolang niet het desbetreffende bevolkingsdeel begreep, zelf te moeten medewerken om een hooger levenspeil te bereiken. Buurthuis. Emmer-Erfscheidenveen. Naast het algemeen sociaal opvoedingswerk worden de buurthuizen gébruikt als consultatiébureaux voor zuigelingen-verzorging en t.b.c.-bestrijding, welke onderdeelen de speciale zorgen genieten van de Commissie voor de Hygiëne van Moeder en ICind en de Prov. Drentsdhe vereeniging „Het Groene Kruis”. Nieuwere onderdeelen van de actie der Centrale Vereeniging zijn het kleuteronderwijs en de jeugd-organisatie. In het buurthuis te Nieuw-Dordrecht is ondergebracht een cursus voor opleiding van kleuterschool-leidsters, waarvoor groote belangstelling bestaat. De Centrale Vereeniging bevordert voorts de stichting van kleuterscholen, die de laatste jaren in groot getal gevestigd werden in meerdere dorpen en model-inrichtingen genoemd worden. De bezoeker van Emmen neme maar eens een kijkje inde beide schooltjes aldaar. In meerdere plaatsen des lands werden door inrichtingen voor middelbaar en nijverheidsonderwijs voor meisjes gelden voor een kleuterschool bijeengebracht. Een unicum voor het Nederlandsche platteland is voorts het instituut voor jeugdleiding, gevestigd in het buurthuis te Emmerschans. Hier is bijeengebracht een keurcollectie lectuur, handenarbeid-modellen enz., ten dienste van allen, die met jeugdleiding belast zijn. Bovendien organiseert het instituut (onderdeel der Centrale Vereeniging) cursussen voor vorming van jeugdleiders, lezingen enz. Op deze wijze poogt men de jeugdorganisatie in zoodanige banen te leiden, dat zij zoo- Zóó dorscht men inden esch de rogge. zijdigheid daarvan. Vermeld moet daartoe nog worden, dat, mede dank zij de bemoeiingen der Vereeniging de Tuinbouwschool en het pracht-proefbedrijf van den tuinbouw te Nieuw-Amsterdam tot stand kwamen, terwijl ook het Oosting-Instituut haar steun geniet. Dat ook bij de organisatie van geestelijk gezonde ontspanning al wat de Centrale Vereeniging doet, gedragen wordt door zoo strikt mogelijke godsdienstige en politieke neutraliteit is vanzelfsprekend. Als orgaan, dat den Opbouw dient, mag ook genoemd worden de anti-revolutionnaire „Groen van Prinstererstichting”, die beoogt daartoe gesdhikte arbeiders gelegenheid te geven om vooruit te komen, door 'hen op gemakkelijke voorwaarden aan een woning met een lap grond te helpen en die bovendien te Klazienaveen het tuinbouw-voorbeeldbedrijf „Groen van Prinsterer" stichtte, dat in 1929 door prof. Hugo Visscher werd geopend. Op ongeveer gelijk terrein, zij het wat bescheidener, bewegen zich de R K. stichting „Drenthe Vooruit”, die voornamelijk veel mogelijk dienstbaar wordt gemaakt aan verbetering van het moreele en intellectueele levenspeil. Het bestek van dit opstel laat geenszins toe volledig den arbeid der Centrale Vereeniging en haar sub-organen te schetsen, doch wil slechts een algemeen beeld geven van de veel- Marechaussee-Kazerne. Emmen. in Erica en omgeving werkt en de liberale stichting „Klein Grondbezit”, gevestigd in Nieuw-Amsterdam. Door het stichten van arbeiderswoningen ter vervanging van krotten en keeten doet voorts het gemeentebestuur van Emmen (met regeeringsgelden) practisch opbouwwerk. Een en ander heeft, dat mag reeds nu geconstateerd worden, ondanks het nog altijd voortduren vaneen economische constellatie, welke groote werkloosheid met zich brengt, tot resultaat, dat het dreigende verval van talrijke arbeidersgezinnen tot volslagen pauperisme voorkomen werd. Op het gebied van sociaal-cultureelen verheffingsarbeid levert Zuid-Oost-Drenthe alzoo een schitterend voorbeeld van wat bereikt kan worden in nog geen tien jaren. Emmen in het verkeer. Emmen ligt aan de spoorlijn Zwolle—Stadskanaal van de Noord-Oosterlokaalspoorwegmaatschappij en is daardoor zoowel uit het Zuiden als uit het Noorden (Groningen—Assen—Gasselternijeveen) per trein bereikbaar. Voorts geeft de Eerste Drentsche Stoomtramwegmaatschappij tram- en autobusverbindingen met Hoogeveen en tusschenliggende plaatsen, alsmede met Ter-Apel. Er zijn autobusdiensten (driemaal per week) op Groningen, terwijl dagelij'ksche diensten onderhouden worden op de provinciale hoofdstad Assen en op de veenkoloniën Emmer-Compascuüm, Klazienaveen enz. De voornaamste wegen van Zuid-Oost-Drenthe doorsnijden alle Emmen. De belangrijke Rijksweg Coevorden—Groningen loopt mede door het dorp. Sedert kort is de kortste weg Groningen—Munster die van Emmen over Klazienaveen, Zwartemeer, Meppen etc. Mede uit het vrij drukke autoverkeer tengevolge der gunstige ligging is voortgekomen de vestiging van meerdere uitstekende garages en herstelwerkplaatsen ten dienste van automobilisten. WETENSWAARDIGHEDEN. Electr. Speeltuin inde Emmer Dennen. Expl. H. ]. Deden Emmen. Ofschoon Emmen geen directe waterverbinding heeft, loopt toch het Oranjekanaal door Westenesch en Noofd-Barge, vlak langs het hoofddorp, waardoor goederenvervoer te water geen bezwaar ontmoet. Van geenerlei verkeer is de plaats dus verstoken en geïsoleerde ligging behoeft geen reden te zijn om Emmen niet te bezoeken. Vereenigingsleven. Gelijk tegenwoordig vrijwel overal, bloeit ook te Emmen het vereenigingsleven. Voor den toerist van het meeste belang is het bestaan der Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer, die op velerlei wijze werkzaam is, om Emmen als tijdelijk en permanent verblijf een goeden naam te verschaffen. Zij wijdt haar zorgen aan verfraaiing der plaats, aanleg van wandelwegen, plaatsing van wegwijzers, voorlichting van pensionhouders, en al wat overigens den vreemdeling gerieven kan, terwijl zij daarnaast een intensieve propaganda voert. De Vereeniging verhuurt billijk kampeertenten, organiseert desgewenscht clubtochten door deze streek. Adresseeren aan : Secretariaat der Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer te Emmen is voldoende, om pensiongids en alle mogelijke gewenschte informaties te verkrijgen. Naast deze vereeniging bestaat, ook dat is van belang voor Hotel Postma. Emmen, De Vereeniging voor Volksvermaken organiseert des zomers feestelijkheden en exploiteert het mooie Sportterrein in het centrum der plaats gelegen. Verder zijn er verschillende voetbalvereenigingen, zwemvereeniging, korfbalclub, tennisclub (met eigen banen), rijvereeniging, een tweetal muziekgezelschappen en tal van zangverenigingen, een tooneelclub. een afdeeling der Maatschappij tot nut van ’t Algemeen, die alle het hare doen ten behoeve van sport en ontspanning en volkskunst. Tal van humanitaire verenigingen zijn zegenrijk werkzaam. Een en ander getuigt van den zin der Emmenaren om in het openbare leven hun plaatsnaar behooren in te nemen. Hotelwezen. Te Emmen zijn meerdere hotels gevestigd, waarvan een vijftal in aanmerking komt voor herberging van pensiongasten. Voorts zijn er diverse eenvoudige, doch goede particuliere pensions. Er zijn twee buitengewoon veel bezochte speeltuinen. Pensionlijst verkrijgbaar : Secretariaat V.V.V., Emmen. den vreemdeling, de stichting „Oud Emmen”, die eerlang een oudheidkamer hoopt te openen en de zorg voor praehistorisch-Emmen aan zich getrokken heeft. Hotel Van Dalen. Emmen Kampeerterrein. Kampeerterreinen zijn beschikbaar inde Emmer Dennen Vergunningen aan te vragen aan de Houtvesterij Emmen telefoon no. 84. Bouwterreinen. Bouwterreinen zijn vlak bij Emmen en de Dennen beschikbaar tegen zeer billijke prijzen. Aan te vragen bij het Gemeentebestuur van Emmen, telefoon no, 6. Volksgezondheid. De toestand der volksgezondheid is te Emmen goed te noemen. Aan dit onderdeel harer bemoeiingen wordt trouwens van overheidswege, op niet genoeg te loven wijze, aandacht gewijd. Ten Emmen zijn gevestigd drie huisartsen, twee schoolartsen, een tandarts. Voor geneeskundige hulp wende men zich tot : dr. }. N. Post, Weerdingerstraat, telefoon no. 57 of tot de artsen Hospers en Van Zanten. Hoofdstraat en Wilhelminastraat, telefoon nos 56 en 100 Emmen is de zetel eener Gezondheidscommissie. Er zijn consultatiebureaux voor zuigelingenverzorging, t.b.c.- bestrijding en ten behoeve van misvormden. Hotel Grimme. Emmen. De totstandkoming eener drinkwaterleiding is in voorbereiding. Op de volkshuisvesting wordt toezicht gehouden dooreen woninginspectrice, die in hoofdzaak inde veenstreken werkt onder hen, die een gemeentewoning bewonen. Burgerlijke overheid. Het eenvoudige Emmer gemeentehuis, een oude heeren-boerderij, typeert het landelijk karakter der gemeente, ondanks zijn ligging midden in het dorp, aan de Markt. De gemeenteraad besloot op 1 October 1880 tot aankoop van gebouw en tuin, benevens gedeelte pootrecht op het Noordelijk aangrenzende terrein, van de heeren W. Gosselaar en W .Haasken te Assen Op 17 Maart werd aan den aannemer Jan Linzel te Stadskanaal de verbouwing opgedragen en op 11 April 1881 nam de gemeentelijke administratie toen heel wat minder omvattend dan thans het nieuwe gemeentehuis reeds in gebruik. Sedertdien is het als zoodanig in gebruik en inden loop der jaren inwendig een en ander maal verbouwd. In 1930 werd het aanmerkelijk uitgebreid. Niettemin is 'het veel te klein voor de herberging van de talrijke gemeentelijke diensten. De dienst van Openbare Werken betrok in 1931 het mooie Speeltuin Grimme, tegenover het Station. Emmcn Politie. De gemeente heeft geen politiebureau. Wie de diensten der politie behoeft, vervoegt zich bij den ohef-veldwac'hter, wonende naast het gebouw van Openbare Werken aan den Kerkweg, telefoon no 96 Verder heeft Emmen een Marechausseekazerne aan de Boschlaan, waarin gehuisvest een brigade der Koninklijke Marechaussée, onder commando vaneen Opperwachtmeester, telefoon no. 50. De majoor-districtscommandant der rijksveldwacht woont aan de Wilhelminastraat, telefoon no. 29. Kerkelijk leven. De Ned. Hervormde kerk, uit bouwkundig oogpunt weinig belangrijk, is in het midden der vorige eeuw afgebroken en nieuwe gebouw aan den Kerkweg, het laatste werk van den overleden architect A Meintema. De dienst der Arbeidsbemiddeling is gehuisvest in het typische oude schoolgebouw aan de Schoolstraat. De kantoren van den gemeente-ontvanger en van den dienst van de controle der gemeente-financiën zijn ondergebracht in het Oosting-Instituut. Ned. Herv. Kerk. Emmen, nieuw opgebouwd. Het onderstuk van den toren dateert nog van eeuwen her. Een bezoek waard is de kerk om de muuren raamschilderingen, aangebracht door den kunstzinnigen predikant, ds. H de Groot (1914—1928), die mede het nieuwe interieur ontwierp. Ned. Herv. Kapel. Gereformeerde Kerk met Pastorie. Emmen. Emmen, Het orthodoxe deel der Ned. Hervormde gemeente, sinds bijna 70 jaren georganiseerd inde Evangelisatievereeniging, bezit een fraai kerkgebouw aan de Kapelstraat, in 1923 gebouwd door de bekende kerkbouwmeesters Gebr. Stuyvenga te Zeist. In 1930 verrees voor deze vereeniging aan Sterrenkamp een eenvoudig gebouw, ten dienste van vergaderingen enz De Gereformeerde kerk aan de Wilhelminastraat werd gebouwd in 1921—-22 door den architect wijlen den heer Van Veen te Groningen. Een vereenigingsgebouw is in 1931 achter de kerk verrezen. De eenvoudige Synagoge der Israëlietische gemeente bevindt zich aan de Julianastraat en werd daar gebouwd in 1878. Emmen heeft geen R.K, kerk. De enkele er wonende katholieken zijn aangewezen op de Gerardus Majellakerk te Barger-Oosterveld, een fraai kerkgebouw, sedert enkele jaren gesticht en sinds belangrijk verbouwd en verfraaid, ineen der armste deelen der gemeente. Ook Munsterscheveld, Barger-Compascuum, Zwartemeer, Klazienaveen, Erica en Amsterdamscheveld hebben mooie parochiekerken. Synagoge. Emmen. R.K.- Kerk. Interieur R.-K. Kerk. Barger-Oosterveld. Munsterscheveld. Door kerkeraad en kerkvoogdij van de Ned. Herv. gemeente te Emmen werd in 1930 besloten het bestaande oude armwerkhuis te vervangen dooreen meer modern tehuis, dat de oudjes der gemeente, en voor zoover er plaats zou zijn, ook andersdenkenden, tot een huis der rust kon zijn. Het plan werd met algemeene sympathie begroet en spoedig kon tot de uitvoering worden overgegaan. De architecten, de heeren R Kliphuis te Emmen en G. Lamberts te Noord-Barge, kregen opdracht daartoe en op 4 November 1931 werd het nieuwe huis ingewijd. Het kerkbestuur deed bij die gelegenheid de mededeeling, dat de vele moeiten, welke ds. A. de Kat Angelino zich voor de totstandkoming getroostte, blijvend herdacht zouden worden, door het huis den naam „Angelino-stichting te geven, De stichting neemt zoowel diaconie- als betalende oude menschen op, die desverlangd de beschikking over eigen zit- en slaapkamer kunnen bekomen. De dagelijksche leiding berust bij de huisouders, het bestuur is in handen eener commissie uit kerkeraad en kerkvoogdij, onder presidium van den predikant. Het bezichtigen van het mooie huis, dat den charitatieven zin der Ned. Hervormde Emmenaren tot eere strekt, wordt gaarne toegestaan aan hen, die zich daartoe tot de huisouders wenden. De Angelino-stichting. De gemeente Emmen telde op 1 Januari 1932 een inwonertal van 42010, over de verschillende dorpen en gehuchten verdeeld als volgt: Amsterdamscheveld . . . 1377 Angelsloo ..... 258 Barger-Compascuum . . . 2366 Barger-Erfscheidenveen . . 512 Barger-Oosterveen . . . 3515 Barger-Oosterveld . . . 954 Emmen . . . . . 3519 Emmer-Compascuum . . . 2967 Emmer-Erfscheidenveen . . 3658 Erica ...... 2663 Emmerschans . . . . 414 Klazienaveen .... 2327 Maten ..... 593 Munsterscheveld .... 704 Nieuw-Amsterdam . . . 2310 Nieuw-Dordrecht . . . 832 Nieuw-Weerdinge . . . 4466 Noord-Barge .... 1202 Den Oever . . . . . 131 Oranjedorp ..... 932 Roswinkel . . . . . 1716 Weerdinge ..... 977 Westenesch .... 372 Wilhelmsoord .... 254 Zuid-Barge ..... 572 Zwartemeer . . . . 2419 Totaal . . 42010 DE BEVOLKING DER GEMEENTE EMMEN. „Emmen, met intiem dorpsschoon en landelijke rust, wordt niet ten onrechte genoemd „de Parel van den Hondsrug” Het is bovendien rijk aan oude cultuuroverblijfselen.” „Het Levert" van 21 Juni 1930. „Er zijn vier streken in Drenthe, die ik speciaal voor vacantieverblijf kan aanraden, omdat er een uitstekende gelegenheid voor het maken van fietstochten is: le van Veenhuizen tot Zuidlaardermeer ; 2e de omgeving van Emmen, waar een halve cirkel van jonge bosschen geplant is.” (Kate de Ridder in „De Telegraaf van 29 Juni 1930.) , er zijn weinig streken, waar ge zoo alles bij elkaar vindt : met rijke flora, bosch, heide, veengebied, oude en jonge cultuur Wie van wandelen houdt met een autoritje of fietstocht er tusschendoor hij ga naar Emmen en snuive de natuur en de historie in.” Neen, dat bosch (de Emmer Dennen), moge in uitgestrektheid niet halen bij de Veluwe, de natuur is hier veel rijker en afwisselender. Zie de lanen met de bloeiende ap~ cacia's, de tusschenbeplanting van witte els en eik, de larixen ! De flora is ook niet die van simpel dennenbosch :de zoeker vindt er meer dan wilde boschbessen en bramen. Daar is ook duivenkervel, het walstroo en veel meer, Tusschen de PERSSTEMMEN. Rond Emmen. Den Oever. heuvels zijn kostelijke hoekjes waar de jeneverbes groeit en de wilgenroos.” ~Algemeen Handelsblad” van 19 Juni 1930. „Is Emmen waard om door toeristen bezocht te worden ? Ons antwoord is een kort en krachtig ja, ja, ja !" ..De Nederlander" van 17 Juni 1930. „Heerlijk, rijk bevoorrecht Emmen, „waar de natuur haar wond ren wrocht, en kwistig spreidt ten toon !” Men behoeft hier niet naar natuurschoonheid te zoeken. Waar men den blik ook wendt, telkens weer blijft men vol ontroering staan. Ontroering is tenslotte een zeer subjectieve zaak maar niemand kan de omstreken van Emmen doortrekken zonder van die ontroering iets te doorleven. Mooi, rijk Emmen inderdaad „parel van den Hondsrug”. We hebben genoten van prachtige autotochten, van nog heerlijker wandelingen. We stonden verrukt over zeldzame panorama’s en onvergetelijke boschgezichten. En gedurig weer moesten we denken aan een lang vergeten liedeke, maar dat hier als vanzelf teruggleed inde herinnering : Zoudt gij, o mensch, nu suffend staan, Door bange zorg gekneld ? Kom mee en staar Gods wonderen aan In open lucht en veld !” ~De Rotterdammer" van 17 Juni 1930. Wilhelminastraat. Emmen Emmen op z’n drukst, dat is Emmen tijdens de weekmarkt, op Vrijdag en niets toont zoo duidelijk de 'beteekenis van het dorp als centrum van Zuid-Oost-Drenthe aan als de bloei van het marktwezen. DE EMMER MARKTEN. Paardenmarkt-panorama Op de veemarkt. Van alle kanten begeeft men zich op de marktdagen al vroeg inden morgen Emmenwaarts, waar rundvee, varkens, schapen, pluimvee en eieren verhandeld worden en standhouders van allerlei te koop aanbieden, wat in bedrijf of huishouding te pas komt of het verhemelte streelt. Eiermarkt. Vanouds verzorgt de Drentsche boerin de ~hoender" en verkoopt de eieren, In 1928 verrezen de overkappingen van eier- en varkensmarkt. De vroeger veertiendaagsche rundveemarkt werd in 1931 omgezet ineen wekelijksche en verschillende verbeteringen inde markt-inrichting kwamen tot stand. Zoowel koopers als verkoopers vinden er hun gerief ca Emmen vaart wel bij den drukken markthandel. Behalve de weekmarkten worden jaarlijks eenige paardenmarkten gehouden, die extra-drukte teweegbrengen. De eerste dier markten is aangewezen als de dag voor de Emmer kermis, die, eenigen tijd afgeschaft geweest zijnde, in 1926 weer ingesteld werd, doch heel wat van den ..luister” van weleer moest inboeten, al wordt zij nog druk bezocht. Ook inde andere dorpen der gemeente worden af en toe markten gehouden, doch van veel beteekenis zijn die niet. Menigeen, die het plattelandsche marktgedoe niet kent, zal Vrijdags in Emmen kostelijke ervaringen rijker kunnen worden ! Voor hen, die daarin belangstellen, laten we hier nog volgen een opgave van alle marktdagen. EMMEN. Weekmarkt : (Rundvee, varkens, schapen, geiten, pluimvee, eieren, ooft enz.) iederen Vrijdag. Paardenmarkt : De eerste markt in Maart ; de markt vóór den eersten Woensdag in Mei ; de markt vóór den eersten Dinsdag in September en de markt vóór den derden Dinsdag in October. Markten, die vallen op een Chr. feestdag, worden daags te voren gehouden. NIEUW-AMSTERDAM. Markten voor rundvee, varkens, schapen en geiten: Op den eersten Woensdag inde maanden April, Mei, Juli, Augustus, September, October en November. ERICA. Varkensmarkt : 's Woensdags om de veertien dagen, uitgezonderd wanneer deze samenvalt met eender drie te Erica bestaande jaarmarkten of met die te Nieuw-Amsterdam, of valt op een erkend chr. feestdag of dank- en biddag. Is de Emmer markt al oud, in bloei toegenomen is zij vooral de laatste jaren. De opkomst der pluimveeteelt maakte de eiermarkt van veel meer beteekenis ; hetzelfde geldt voor den handel in pluimvee en konijnen, die in groote aantallen verhandeld worden voor export. Jaarmarkt : Den tweeden Woensdag in Mei ; den derden Woensdag in Juli en den tweeden Woensdag in September. BARGER-OOSTERVEEN. Maandmarkten voor rundvee, varkens, schapen en geiten : Den tweeden Donderdag der maanden Maart tot en met November. Markten, vallende op een erkend chr. feestdag, worden daags tevoren gehouden. Jaarmarkt: Den derden Woensdag in April; den laatsten Woensdag in September. Kermissen : Te Emmen op den eersten Vrijdag in September ; te Erica op den tweeden Woensdag in Mei ; te Nieuw-Amsterdam op den eersten Woensdag in Octdber ; te Barger-Oosterveen op den laatsten Woensdag in September. De wandelaar is er nog en hij zal er altijd blijven, zoolang onze aarde door menschenkinderen bewoond wordt en de schrijvers van boekskes als dit, die bestemd zijn om als vacantiegids te dienen, zullen met den loopenden mensch zich meer bezig moeten houden naar gelang de motor voortgaat de wereld te veroveren. Klinkt dat paradoxaal ? t Schijnt wel zoo, maar mij dunkt niet voor tegenspraak vatbaar is de bewering, dat het wandelen als vacantiesport in toenemende mate beoefend zal worden als het gedwongen loopen afneemt. Hoe gejaagder het leven van allen dag wordt, hoe sterker behoefte aan rust zich zal laten gelden en de mensch, die het gansche jaar zich tusschen de wielen laat voortbewegen, in snelle vaart voorbij schietend langs de vlakke banen, waarbij de details van het schoone inde natuur hem ontgaan, zal temeer de gelegenheid zoeken en te baat nemen om van die details te genieten, zoodra hij vrij is van den tot haasten dwingenden arbeid. Ligt daarin niet de verklaring voor de onmiskenbare en gelukkige toename der belangstelling voor landschapsschoon en natuurleven ? En is dus de hier geponeerde stelling niet al bewezen ? De natuur is ten slotte sterker dan de techniek en zij zal haar WANDELEN OM EMMEN, door D. VAN DE BOSPOORT. Berken aan den landweg. Emmen, Daarom kan als eender voornaamste aanbevelingen voor het doorbrengen vaneen vacantie-periode in Emmens omgeving gelden, dat het zulk een uitgezocht wandeloord mag heeten. Terecht noemt dr. Jac, P. Thijsse in ~Ons Nederland" Emmen als eender uitgangspunten voor wandelaars, die in dit „oord van schoonheid en vreugd” een wijle toeven willen. De kostelijke bosschen, waarover hiervoor geschreven werd, zijn met hun net van stille weggetjes en verdoken paadjes, hun schat van planten- en dierenleven een dorado voor den tot bezonken meditatie geneigden doolaar, maar ook voor den op ontdekkingen belusten natuurkenner en den minnaar van wat er kruipt en springt en vliegt in Gods schepping. Ze worden zeldzaam, de oorden, waar de stilte woont en de veiligheid niet door jakkerend snelverkeer illusoir geworden is, maar hier, waar een groot deel der bosschen ontoegankelijk is zelfs voor den wielrijder, is het ongestoord genieten nog volop mogelijk. En niet alleen woudmansvreugd kunnen deze contreiën serveeren ; daar zijn ook de kronkelende weggetjes door de rechten opeischen, ook waar het geldt het gebruik van de door haar den mensch geschonken ledematen. Hoezeer men trachten moge door de beoefening van alle mogelijke takken van sport op geforceerde wijze te voorzien inde behoefte aan lichaamsbeweging, het wandelen blijft de meest normale voorziening in die behoefte en onze hygiënisten zullen dan ook zonder twijfel de beste propagandisten worden voor het uit wandelen gaan. Aan den rand van ’t Zandje Bij Westenesch. Drentsche esschen, uitgespaard inde golvende korenzeeën, door de kleurige weide-vlakken, over de onberoerde heidevelden. De wandelaar, die de stille schoonheid van den esch rond Naarden esch. Toen de schaapskudden nog talrijk waren . Emmen. Emmen. En het lachende weiland, zonder eentonigheid, heeft ook zijn aparte waardij, terwijl wij van de heide niet anders behoeven te zeggen dan : er zijn nabij Emmen nog echte schepers en echte kudden, al zal het, helaas, niet vele jaren meer zoo zijn. Er is mij een beperkte ruimte toegemeten en dat is goed, want het enthousiasme van den kenner doet zoo gemakkelijk vergeten, dat de echte wandelaar zelf de schoonheden van den weg, dien hij volgt, wil vinden en niet wil gaan langs paden, welker geheimenissen hem reeds door anderen werden aangewezen. Ik zou dus den gast van Emmen een slechten dienst bewijzen, wanneer ik met nauwkeurigheid het landschap trachtte af te schilderen, al zou ik daarin niet slagen omdat de visie vaneen enkeling geenszins in staat is de veelheid der bekoringen te omvatten en ware dat al zoo, de kleur der teekening voor eens anders oog in veel gevallen onecht zou lijken. Daarom, lezer, kan ik volstaan met ’n beroep op uw goede gezindheid mij te willen gelooven als ik u zeg, dat het land van den Hondsrug een wandelaarsland bij uitnemendheid mag heeten en u toe te roepen : Kom en wandel en geniet! Allicht zijn er onder Emmen’s vacantie-gasten evenwel, die in dezen Gids in ieder geval willen vinden een opgave van eenige wandeltochten, die, zonder al te zeer te vermoeien, ge- Emmen in zomertooi van zee-groen of goud-gelend koren geniet, ondergaat er wel een heel sterk bekorenden invloed van. Winkels inde Hoofdstraat. Emmen legenheid bieden Emmens naaste omgeving te leeren kennen. Daarom mogen hier een paar trajecten worden aangegeven, welke voor allerlei variaties zich leenen, maar steeds voldoening zullen schenken. Wandeltochtjes door de Dennen laat ik maar geheel aan het initiatief van de(n) lezer (es) over daarin ten overvloede reeds 'bijgestaan door de vanwege den A.N.W.B. aangebrachte richtingaanwijzers doch voor het overige zijnde volgende wandelingen aan te bevelen : Van Emmen uit langs de Westenesscherstraat of langs het Noordeinde den Schimmeresch in. Langs het beroemde langgraf, bij den tweeden landweg links af, door de bouwlanden, langs het boschje (vergeet hier niet het hunebed in het Zand je te bekijken !) naar het Oranjekanaal, dan weer links af, naar Westenesch en over den straatweg of door het Zuidelijk deel van den esc’h terug naar Emmen. Duur \y2 a 2 uur. Vanaf de Markt, achter de Ned. Herv. kerk langs, tusschen kosterij en gemeentehuis over het aardige Dreschje, over den Ermerweg naar Westenesch ; via de brug 'bij Wed. Struik het Oranjekanaal passeeren, doorloopen naar ’t Westen tot het Staatsbosch en, linksom, door het bosch naar den grooten weg Noord-Barge—Erm. Over dezen weg door Noord-Barge naar Emmen. Duur pl.m. 2 uur. Van Emmen uit langs den Meerweg naar ’t Noorden : de Aan de Hoofdstraat. Emmen. Weerdingerweg, Oude Roswinkelerweg (vóór textielfabriek en langs voormalige exportsladhterij), door hei en bouwland naar den Oostelijken rand der Emmer Dennen, door het bosch terug. Duur Ix/i uur. Boschlaan—Boschweg, tot aan den laatsten brandweg inde Dennen, rechts af, achter het Zandmeer langs naar de heide. Van hier Zuidwaarts naar den Angelsloërdijk (over het tumuliveld, waar dr. H. C. Bursch in Mei 1931 interessante opgravingen deed). Langs den Angelsloërdijk naar Emmen. Duur l)/2 uur. Aan den Zuidkant Emmen uit, langs 0.1. school II den Bargermeerweg op. Voorbij boerderij Nijhoff rechts af naar Zuid-Barge. Langs den straatweg via Noord-Barge terug naar Emmen. Duur uur. Dordschestraatweg op, tweede weg over den spoorlijn (voorbij de Woningbouw) rechtsaf lang de Boksloot tot boerderij Wilms, voorbij deze boerderij links af naar Den Oever (Oeversche Boschje!) en over den Angelsloërdijk naar Emmen. Duur a 3 uur. bosschen van ’t Weerdingerveld door, langs ’t Valtherzandje, terug langs de tennisbaan. Duur 1/2 uur, doch kan in het bosch naar believen verlengd worden. Men zoeke bij deze wandeling in het Weerdingerveld de hunebedden en het bekoorlijke vennetje op ! Plantsoentje Weerdingerdwarsstraat Emmen. Door den esch, langs den Kerkweg naar Noord-Barge, langs het Oranjekanaal naar station Zuid-Barge, vandaar óf langs den straatweg óf door het Bargermeer terug naar Emmen. Duur 2y2 uur. Door de Emmer Dennen naar Emmerzand (Klein Rusland), langs den nieuw aangelegden weg via Emmerholt naar Weerdinge. Langs den straatweg of langs de spoorlijn door de Wolfsbergen terug naar Emmen. Duur 2Yi a 3 uur. Wanneer naar Emmen? Voor een bezoek aan Emmen zal men als regel zijn aangewezen op vacantieweken, die men niet willekeurig bepalen kan. De vacantiemaanden Juli en Augustus komen uiteraard het meest in aanmerking. Men houde, voor zoover men vrij is in zijn keuze, echter met het volgende rekening : April—Mei geven bijzondere bekoring aan de bosschen en de weilanden en toonen de rijke schakeering van het natuurleven op haar mooist. Van 21 Maart tot 21 Juni is het veenbedrijf in vollen gang en voor den belangstellende het meest interessant. De korenesschen zijn het mooist in Juni—Juli, als de rogge tot vollen groei gekomen is en de korenbloemen bloeien. Naar het „Dreschje”. Emmen Eind Juni en begin Juli is de hooi-oogst in vollen gang, wat den stedeling zeker boeien kan. In ’t laatst van Juli, begin Austustus heerscht inde korenesschen de aantrekkelijke drukte van den oogst. Dan klinken en blinken de sikkels en zijn weller en bindsters inde weer van den morgen tot den avond en is het een lust te genieten van dezen poëtischen en nochtans zoo zwaren arbeid. In Augustus en September bieden de esschen een eigenaardig schouwspel, waar de hooge korenbulten staan, die het landschap het aspect van negerdorpen geven, gelijk de heer A. C. van Dokkum het eens in „De Kampioen” zoo juist typeerde. October is een schoone maand voor hen, die de najaarstinten liefhebben. Schitterend zijn dan vooral de jonge aanplantingen van Amerikaansche eiken, overtogen met bloedrooden gloed als dan de bladerkronen zijn. De larix vraagt dan de aandacht voor het goud-borduursel van haar naaldenpracht. Zoo heeft ieder jaargetij voor Emmen's omgeving zijn eigen sieraden. Men behoeft geenszins inden vollen zomer er te zijn om volop te genieten ! Dorpscentrum. Emmen. Dank zij Emmen’s ligging op een knooppunt van verkeerswegen kan men er per fiets naar alle zijden op uittrekken als de wandelingen inde naaste omgeving geen nieuws meer hebben op te leveren. DOOR DE VEENKOLONIËN. Zonder een tocht door de veenkoloniën krijgt men geen volledig beeld van het Zuid-Oost Drentsche landschap. De autotocht, door ir. J. C. Horch elders beschreven, duurt per fiets te lang en wordt daardoor wat eentonig. Aanbeveling verdient het bij kort verblijf te Emmen er een gedeelte van te nemen en bij langer verblijf het geheel over b.v. drie dagen te verdeelen. Het traject is te splitsen als volgt : 1. Emmen, Emmerschans, Emmer-Compascuum, Munsterscheveld, Roswinkel, Maten, Ter-Apel (met bezoek aan Klooster en Wandelbosch), Nieuw-Weerdinge, Weerdinge. Emmen. Afstand pl.m. 40 K.M. 2. Emmen, Angelslo, Barger-Oosterveld, Nieuw-Dordrecht, Klazienaveen, Emmer-Compascuum, Emmer-Erfscheidenveen, Emmerschans, Emmen. Afstand pl.m. 35 K.M. 3. Emmen, Zuid-Barge, Erica, Amsterdamscheveld, Nieuw-Amsterdam, Barger-Erfscheidenveen, Noord-Barge, Emmen. Afstand 22 K.M. DOOR ’T BOERENLAND EN DE BOSSCHEN. 4. Emmen, Noord-Barge, Erm, Zuid-Sleen, Noord-Sleen, Westenesch, Emmen. Afstand pl.m. 35 K.M. 5. Emmen, Noord-Barge, Erm, Holsloot, Oosterhesselen, Meppen, Aaiden, Zweeloo, Noord-Sleen, Westenesch, Emmen. Afstand pl.m. 35 K.M. 6. Emmen, Noord-Barge, Erm, Holsloot, Dalen, Coevorden, Dalen, Oosterhesselen, Zweeloo en verder als onder 5 aangegeven. Afstand pl.m. 50 K.M. 7. Emmen, Klijndijk, Odoorn, Exloo, Valthe, Weerdinge, Emmen. Afstand pl.m. 22 K.M, (Kan van Valthe af ook door de Staatsbosschen gemaakt worden.) FIETSTOCHTEN VANUIT EMMEN. 9. Emmen, Noord-Sleen, Zweeloo, Witteveen, Westerbork, Schoonoord, Odoornerveen, Klijndijk, Emmen (of Schoonoord, Kibbelveen, Noord-Sleen, Emmen). Afstand pl.m. 50 K.M. 10. Emmen, Borger, Rolde, Assen (38 K.M.). Rolde, Grolloo, Schoonlo, Elp, Westerbork, Orvelte, Zweeloo, Noord-Sleen, Emmen (terugreis pl.m. 50 K.M.) Totaal p.lm. 100 K.M. (Men kan ook per tram of trein naar Assen gaan en de heen- of terugreis fietsen.) 11. Emmen, Borger, Gasselte, Gieten, Eext, Annen, Zuidlaren (met Zuidlaarder meer), Tinaarloo, Oudemolen, Taarloo, Loon, Assen (zie verder onder 10). Totale afstand p.lm. 120 K.M. Tot Assen p.lm. 80 K.M. 12. Emmen, Zweeloo, Westerbork, Beilen, Spier, Eursinge, Pesse, Hoogeveen, Nieuweroord, Zwinderen, Oosterhesselen, Erin, Noord-Barge, Emmen. Afstand pl.m. 75 K.M. De 'hier vermelde tochten zijn ook alle per auto te maken Wie ze achter den rug heeft kent Zuid-Oost-Drenthe. 8. Emmen, Odoorn, Borger, Buinen, Buinerveen, 2de Exloërmond, Valthermond, Nw.-Weerdinge, Weerdinge, Emmen. Afstand pl.m. 55 K.M. Inde Hoofdstraat Emmen. EEN EN ANDER OMTRENT OMLIGGENDE PLAATSEN.*) BORGER. Een zeer florissant dorp, gelegen aan den ouden Drentschen hoofdweg Coevorden—Groningen en aan den weg Assen—Borger, Het grootste hunebed van Nederland te Borger trekt jaarlijks veel bezoekers. Veel natuurschoon. Boschaanplanting (150 H.A.), zandverstuiving (het bekende „Drouwenerzand”), bosch en heide, groot 750 H.A., met schitterende wandelwegen. Rondom Borger liggen inde heide verspreid nog een 7-tal hunebedden. Te Nieuw-Buinen, inde gemeente, groote glasblazerijen. COEVORDEN. Eens vesting van Europeesche vermaardheid. De verovering daarvan in 1672, onder aanvoering van den schoolmeester Meindert v.d. Thynen, is van algemeene bekendheid. De wallen zijn geslecht en hebben ruimte gemaakt voor een villa- en wandelpark, genaamd naar den bedwinger van Atjeh, generaal Van Heutsz, hier geboren ; voor spoor- en tramweg-emplacementen en voor goed gelegen industrie-terreinen. Coevorden strekt als een spinnewefb zijn spoor-, tram-, land- en waterwegen uit naar den Noord-Oosthoek van Overijssel en den Zuid-Oosthoek van Drenthe. Het biedt uitstekende gelegenheid voor allerlei industrieën, omdat het beschikt over de moderne verkeersmiddelen die het fabriekswezen eischt en *) Cliché’s welwillend afgestaan door de Prov. Drentsche Vereen, voor Vreemdelingenverkeer, aan welker Gids ook de tekst werd ontleend. Molen. Borger. Kerk. over geschikte en voldoende arbeidskrachten. De week- en jaarmarkten zijn van groote beteekenis, De onderwijsinrichtingen kunnen zich beroepen op onmisbaarheid voor de geheele streek. De schoolkring van de H.8.5., Kweekschool en Vakschool voor Meisjes is grooter, dan de provincie Utrecht. De tuinbouw ontwikkelt zich hier gestadig. DALEN. Een welvarend, schilderachtig dorp met veel bekoorlijks, gelegen aan de straatwegen naar Coevorden—Emmen en Oosterhesselen—Hoogeveen. Kerk en toren dateeren van pl.m. 1200. Een tweetal welbekende hotels met logeergelegenheid, het eene met prachtigen speeltuin. Verbinding zoowel met spoor als tram naar Assen en Zwolle. Prachtige wegen, beplant met bruine beuken en kastanjes. Sierlijke tuinen. Mooie landwegen om het dorp met magnifieke vergezichten. Uitgestrekte wei- en hooilanden langs het Drosten- en Loodiep. Heeft een eigen electrische centrale. Groote zuivelfabriek. Kapitale boerderijen met uitstekend melk- en fokvee. ~Wer rins typische Drente mit seinen schonen Dörfern, die Standbeeld v.d. Thijnen. In het dorp. Het Kasteel. Coevorden. Oude Gevel. Dalen. Griebens Reiseführer : Holland. ODOORN. Eender grootste plattelandsgemeenten in Drenthe. Te verdeelen ineen zand- en veengedeelte. De oude dorpen Odoorn, Valthe en Exloo, schilderachtig gelegen aan den rand van den Hondsrug, hebben nog zeer veel van hun landelijk schoon behouden. Vanuit deze dorpen, inde buurt waarvan een 7-tal tunebedden en uitgestrekte bosschen een oppervlakte beslaande van pl.m, 1200 H.A. zijn prachtige wandelingen te maken. De natuurliefhebbers kunnen er hun hart ophalen. Een bezoek aan de veenkoloniën Valthermond en Exloërmond loont ook zeer de moeite. Een vreemdeling zal verbaasd staan over de prachtige boerderijen, die daar worden aangetroffen en inden zomer is het een lust de vruchten te aanschouwen, die daar op de afgeveende gronden worden verbouwd. Het veenbedrijf krimpt in, toch is inde eerste jaren dat bedrijf nog wel in zijn vollen omvang te zien. OOSTERHESSELEN. Dorp gelegen aan het kruispunt van de tramlijnen der E.D.S. wie Oasen in der Heide entstanden sind, kennen lernen will, musz eine Radtour machen von Coevorden ueber Dalen, Emmen, Odoorn, Exloo, Borger, Drouwen, Gieten, Annen und Zuidlaren, Noordlaren und Haren nach Groningen.” Ned. Herv. Kerk Odoorn. Tot de gemeente Oosterhesselen behooren verder de karakteristieke Drentsche dorpen Gees en Zwinderen en de veenkoloniale streek Nieuwlande—Zwinderscheveld, waar een geheel nieuw dorp ontstaat, gunstig gelegen aan kunstweg en vaarwater. Inde gemeente liggen voorts een tweetal uitgestrekte heidevelden, waarvan één, het Geeserveld, grootendeels in handen is van het Staatsboschbedrijf en het andere, het Zwinderscheveld, wordt in cultuur gebracht door de N.V. Ontginnings Maatschappij ~Het Lantschap Drenthe". Hier bestaat gelegenheid tot vestiging van landbouwbedrijven. SCHOONEBEEK. Twee langgerekte dorpen, Oud- en Nieuw-Schoonebeek, aan den straatweg Meppen (Duitschland)—Coevorden. Deze plaatsen wijken af van de Drentsche brinkdorpen in hun Verbindingen met Coevorden, Assen, Hoogeveen en Nieuw-Amsterdam. Boschrijke en natuurschoone omgeving Merkwaardig is het kerkgebouw met alleenstaanden toren, dateerend uit het laatst der 14e eeuw en in 1930 geheel gerestaureerd. Inde onmiddellijke omgeving ligt, doorsneden door den kunstweg naar Sleen en Emmen, het oude landgoed ~De Klencke”, groot 265 H.A., waarvan pl.m. 16 H.A. gemengd bosch. De oude burcht, dateerend uit 1637, is gerestaureerd en als zomerverblijf in gebruik bij den Jeugdonthoudersbond. „De Klencke Oosterhesselen. bouw, bevolking, zeden en gewoonten. In alles vindt men een groot deel van Duitsche herkomst terug. Goeddeels is alles nog in ongerepten natuurstaat. Geheel eenig in Nederland is het tweetal boöen (oude Saksische veehutten). Schilderachtige plekjes vindt de natuurliefhebber in ~de Oostersche bosch” te Oud-Schoonebeek en inde omgeving der R.K. kerkte Nieuw-Schoonebeek. Verondersteld wordt, dat hier de invalspoort ligt, waarlangs de oude Germaansche volksstammen Drenthe zijn binnengedrongen. Landbouw, veeteelt en veenderij zijnde middelen van bestaan. Inde turfstrooiselfabriek van den heer Veldkamp, aan den Nieuw-Amsterdamschen straatweg wordenl de veenbloempotjes vervaardigd, welke in meststoffen gedrenkt, naast het voordeel van gemakkelijk overpoten, in zich dragen de vruchtbaarheid dier meststoffen. SLEEN. Een typisch Drentsche plaats aan den hoofdweg van Coevorden naar Assen. De toren van Sleen (Gothische bouwstijl) dateert van ongeveer 1400 en in 1923 gerestaureerd onder toezicht van ’s Rijks Monumentenzorg. Schitterende wandelingen langs rustige landwegen inde omgeving van Sleen, Diphoorn en Noord-Sleen. Bij Noord-Sleen vindt men 3 hunebedden, waarvan twee groot en zeer bezienswaardig. Tusschen Noord-Sleen en Schoonoord bevindt zich een groot bosch- Gemeentehuis. Sleen. WESTERBORK Flink, ruim gebouwd, dorp. Kerk en toren dateeren van pl.m. 1400. Nieuw gemeentehuis. Hotel aanwezig. Mooie omgeving. Aardige wandelingen. Heide, veld, bosch. Gelegenheid tot kampeeren. Inde gemeente Westerbork de ontginning Witteveen, groot 1000 H.A., met het nieuw-gestichte gelijknamige dorp. Tusschen de gehuchten Bruntinge en Mantinge het z.g.n. Bruntingerboschje, interessant door de buitengewoon hooge varens en jeneverbessen. Bij Mantinge het Mantingerzand, eigendom van de Vereeniging tot béhoud van Natuurmonumenten. De géhuchten Orvelte en Elp zeer intrek bij kunstschilders. Voornamelijk Orvelte om de typische bouwwijze. Kudde heideschapen met „scheper” nog aanwezig. Nabij Orvelte textielindustrie „Ortex”. ZWEELOO. Een mooi dorp aan den straatweg, vol afwisseling, van Emmen naar Beden Het oude Romaansche kerkje dateert uit het tijdvak van 1200—1300 en werd in 1930 gerestaureerd met medewerking van ’s Rijks Monumentenzorg. Er is mooie gelegenheid tot wandelen door de hei en langs landwegen. Werd voor en na door schilders bezocht. Tot de gemeente Zweeloo behooren de dorpen Zweeloo, Wezup, Meppen, Aaiden, Benneveld, Wezuperbrug en Ellertsveld. complex, waarin de Vrijzinnig Chr. Studentenbond zijn bijeenkomsten pleegt te houden. Dit complex is onlangs overgedragen aan den Staat, die er de boschwachterij „Sleenerzand zal vestigen. Ned. Herv. Kerk. Zweeloo. Dorpsstraat. Wij willen dezen Gids niet besluiten zonder onzen dank te hebben vertolkt jegens degenen, die ons bij de samenstelling van het boekje, dat haast een boek geworden is, welwillend terzijde stonden. Velen hebben door het bereidwillig afstaan van copie of foto’s getoond sympathie te gevoelen voor ons doel : Emmen meer bekendheid te geven inden goeden zin van het woord, en wij zijn daarvoor zeer erkentelijk. Moge ~ln en om Emmen’’ met evenveel sympathie door vele Emmen-bezoekers gelezen worden, opdat, mede daardoor, onze mooie streek in alle deelen des lands vrienden verwerve. DE UITGEVER. Maar wel kan het de ontspannings= plaats voor het aan natuurschoon niet rijke Groningen en een belangrijk deel van Drenthe wezen. EEN DAG ozon happen inde Emmer Dennen, is een dag voorraad inslaan, voorraad vernieuwde kracht voor lichaam en geest. VREUGDE en gezondheid gaan samen en beide verschaft Emmen met z’n bosschen en z’n speelgelegenheden, z’n Duinen en z’n meertjes, z’n eekhoorns en z’n zwanen. & KINDEREN bewijst U daarom geen grooter weldaad dan hen af en toe een dag mee te nemen naarMooi Emmen EMMEN kan niet ieders woonplaats zijn. SPECIAAL PLUIMVEETEELT Geeft voorlichting en adviezen BEZOEKT HET INSTITUUT NUTTIG EN LEERZAAM OOSTINGINSTITUUT VOOR KLEIN VEETEELT Sleeds hei besie op dit gebied & Mei Bouwsema s öcblendvoer de meesie eieren Firma J. NABER BANKETBAKKERIJ GRONINGEN, Heereweg 28 TELEFOON 3549 EMMEN, Hoofdstraat TELEFOON 104 Inde Zomermaanden Roomijs SPECIALITEIT IN FIJNE BONBONS EN LUXE DOOZEN Fa. Bouwsema ë Ftlbepls ‘Pluimveevoeder fabriek Smmen – 7eZ. No. 87 „WERKLAND” NIEUW-WEERDINGE VERVAARDIGT: MACHINES, WERKTUIGEN EN INSTALLATIES VOOR AARDAPPELMEELFABRIEKEN, ZUIVELFABRIEKEN, TURFSTROOISELFABRI EKEN ENZ. BAGGERMOLENS. ZANDZUIGERS, CENTRI FUGAALPOM PEN. MACHINES VOOR HET VEENBEDRIJF, VOORZIEN VAN DE NIEUWSTE VERBETERINGEN GROOTE VOORRAAD ONDERDEELEN VAN ALLE SOORTEN TURFMACHINES DRAAI-, SCHAAF-, SMEEDWERK, AUT. EN ELECTRISCHE L ASC HIN R I C HTI N G REPARATIES DOOR VAKKUNDIG PERSONEEL SPOEDIG EN BI LLIJK STEEDS TE HUUR: LOCOMOBIELEN, CENTRIFUGAALPOMPEN EN MOTORPOMPEN = KOSTENBEGROOTINGEN EN ADVIEZEN GEVEN = WIJ GAARNE ZONDER VERPLICHTING = MACHINEFABRIEK DRUKKERIJ – LEESBIBLIOTHEEK UITGAVE: Weekblad „DRENTHINA” Speciaal adres voor Prentbriefkaarten DE TWENTSCHE BANK N.v. Kapitaal en reserve f57.000.000. BIJKANTOOR EMMEN REKENING-COURANT – DEPOSITO’S EFFECTEN EN COUPONS INCASSO’S – ASSURANTIES VREEMD GELD – SAFE-INRICHTING BEWARING VAN WAARDEN Binnen- en Buitenlandsche Boekhandel A.TONKENS Jr„ EMMEN Zon en zomer inde Dennen, Topvorm Emmer-Dennen-wandelweer; Besjes schuif’len, bengels rennen Tot ze zuchten: ’k kan niet meer. Dan, amechtig neergezonken Op een Theehuis-Zandmeer-stoel En een frissche teug gedronken: Topvorm van tevredenheidsgevoel! Dennen-wand’laar inden morgen, Emmenaar, pensiongast of logé, Laat Theehuis Zandmeer voor uw koffie zorgen En, middag-tippelaar, drink er thee! Zomeravond met een blanke maan, . Zwijgend spel van schaduwen en licht, Zilv ren meer met donzen zwaan: Theehuis Zandmeer nog niet dicht. ’n Koel glas ranja met een rietje, Schuimend bier of roomzacht ijs Bij Theehuis Zandmeer, dan geniet je En .... betaalt nooit een te hoogen prijs! Altijd kwaliteits-consumptie. De bediening immer tip-top, af, Daar hebt ge, lezer, in resumptie Wat Theehuis Zandmeer reputatie gaf! v.d. B. Exploitant J. NIJEMANTING, Emmcn Telefoon 40 VRAAGT SPECIALE GEZELSCHAPS-TARIEVEN! Theehuis Zandmeer EMMEN EERSTE KLAS REPARATIE- EN = VERHUUR-INRICHTING = JOH. F. SMIT, EMMEN BLOEMENMAGAZIJN KWEEKERIJ, TUINARCHITECTUUR TELFEOON 86 – POSTREKENING 138504 Bloemenmanden – Bruidsbouquetten Kransen Kamerplanten – Perkplanten Aangesloten bij de Bloemen-Expresse, waardoor eenvoudige levering van Bloemstukken door geheel Nederland zonder prijsverhooging. Beleefd aanbevelend. GARAGE POELSTRA Noordeinde 4- Telefoon 132 EMMEN Gelegen tegenover trein- en tramstation en bij de schoone Emmer Dennen HET aantrekkingspunt inde Noordelijke Provincies voor SCHOOLREISJES. DE ATTRACTIES VAN DEZEN TUIN: Zweefmolen, Draaimolen, door paardje getrokken, Turksche Molen, Familieschommel, Luchtschommels, Volières met verschillende Siervogels, Levende en opgezette dieren, Aquarium enz. In het Hotel prachtige gelegenheid voor Koffietafel (koud of warm) en diner voor groote gezelschappen. Ten gerieve der bezoekers is een donkere kamer ingericht voor hen, die fotografeeren. Goede consumptie! Uitstekende keuken! VRAAGT SPECIAAL VERLAAGDE TARIEVEN VOOR GROOTE GEZELSCHAPPEN Telefoon 2. Verwarmde Auto-Garage. Voor pensiongasten een uitstekende, rustige pensiongelegenheid. Billijke prijzen. GRIMME’S SPEELTUIN t.o. het Station – Telef. No. 2 Geheel opnieuw gerestaureerd ! Centrale Verwarming ! Op alle kamers vaste waschtafels met stroomend water, koud en warm. Badkamer beschikbaar. VERWARMDE AUTOGARAGE! Voor pensiongasten een uitstekende rustige gelegenheid, tegen billijke prijzen. DAMES- EN HEERENCONFECTIE MODE-ARTIKELEN MANTELS – JAPONNEN KLEEDING NAAR MAAT GORDIJNEN – KARPETTEN – BEDDEWINKEL EMMEN – EMMER-COMPASCUUM HOTEL-CAFÉ-RESTAURANT MET ZIT- EN SPEELTUIN J, GRIMME – EMMEN Parel van den Hondsrug Uitgestrekte, heerlijke Wandelbosschen Schilderachtig gelegen Meer Hunebedden en Grafkelders Groote Hotels Familie-Pensions Speeltuinen Gelegenheid tot Kampeeren Vraagt inlichtingen bij de Vereeniging tot Bevordering van het Vreemdelingenverkeer Secretariaat: H. A. PRINS Stationsstraat 13 – Emmen Telefoon 121 BEZOEKT MOOI EMMEN UW BEZOEK aan EMMEN is niet AE' indien U DEDEN’s Electrischen Speeltuin niet heeft bezocht! Vele attracties, o.a: electr. Zweefmolen, Glijbaan, Rolbaan, verschillende Schommels, enz. Aanbevelend, H. J. DEDEN, Speeltuin inde Emmer Dennen. GARAGE BEUGELING HOOFDSTRAAT 22 – EMMEN EERSTE EMMER AUTOBUS-ONDERNEMING VERHUUR VAN LUXE-AUTO’S VERTROUWDE CHAUFFEURS RUIME STALLING, WAARONDER BOXEN REPARATIE-IN RICHTING BELEEFD AANBEVELEND BOEKHANDEL W. TEN KATE EMMEN s T heeft een schitterende collectie Prentbriefkaarten: DORPSGEZICHTEN D BOSCHPARTIJEN S *T WANDELKAART VAN EMMEN n EN OMGEVING E PRIJS 25 CENT u I—o —■—■— Zoekt U lichte Ontspanningslectuur ? Komt U dan even bij ons kijken! Wij zijn h ruim gesorteerd zoowel voor jong, als voor oud. |V POSTPAPIER o IN LUXE DOOZEN EN MAPPEN R CARTES DE CORRESPONDENCE R A i ALBUM D PHOTO- PASTA I ‘ HOEKJES G Coöp. Zuivelfabriek en Korenmalerij „EMMEN” te Emmen Gebruikt U reeds onze Producten? Wij leveren U: GEPASTEURISEERDE MELK in flesschen SLAG- EN KOFFIEROOM in onze speciale bekerverpakking KARNEMELKSPAP, KARNEMELK, ook in flesschen VRAAGT uitsluitend ONZE ROOMBOTER Let op het merk ERICA 32 Valt Uw haar uit door roos, gebruikt Medina. Wenscht ge U pijnloos te scheren en geen last te ondervinden van schrijnen, dan is Medina het middel, dat U van pas komt. Door ’t gebruik van Medina verkrijgt U een zachte, blanke huid. Medina mag in geen huisgezin ontbreken. Medina kost slechts 30, 45 en 60 cent per flacon. Vraagt het bij uw Drogist of Kapper. EMMEN MEDINA H. O VING, EMMEN WILHELMINASTRAAT – EMMEN EERSTE KLAS GROENTEN-, FRUIT- EN COMESTIBLESHANDEL BEZOEKT het Hotel WIERENGA te KLAZIENAVEEN met den grootsten Speeltuin in geheel Drenthe Alle dagen de allernieuwste muziek Scholen en Clubs speciaal tarief Aanbevelend, M. WIERENGA AAN DEN BRINK – EMMEN Gunstig gelegen aan den Hoofdverkeersweg, onmiddellijk bij de Grafkelders en de Emmer Bosschen GESLOTEN SERRE EN TERRAS ~ STROOMEND WATER _ .. . Zalen voor Vergaderingen en Feestmaaltijden BONDSHOTEL A.N.W.B. Bekende Keuken – Logies met ontbijt f 2.50 J. VAN DALEN, eig. Fotografisch Atelier W. FRANK Spoorstation – Emmen Biedt zich beleefd aan voor het vervaardigen van FOTO’s, ook opnamen van schoolkinderen en gezelschappen. Is ook aan huis te ontbieden. Accurate afwerking. Billijke prijzen. Grootere afname speciale prijzen. Fotobehoeften verkrijgbaar. Aanbevelend, W. FRANK. Ontwikkelen en afdrukken van Foto’s Ook levering van Cliché's, vraag prijsopgaaf Hotel-Pension MEIJER Drentsche Land-Ontginning- Maatschappij Gevestigd te ROTTERDAM» Boompjes 83 D. L. O. Mij 2000 H.A. grond 30 K M. kanalen Tel. 8282 Rotterdam Tel. 7 (doorverbinding) Nw.-Amsterdam UITGESTREKTE VEENDERIJ te AMSTERDAMSCHEVELD gemeente EMMEN Hoofdvaart: Dommerskanaal, aansluitende op het Stieltjeskanaal naar Coevorden en door Zijtak op de Hoogeveensche Vaart te Nw.-Amsterdam (Emmen) . ... LEVERING VAN ~ HOOGVEENSTEEKTURF PRIMA BLAUWE, WANBLAUWE, DARG, KOLIGE in diverse qualiteiten FABRIEKSTURF van zeer goede SCHERPE tot GRAUWE VUURAANMAKERS HAVERSTROO of BOLSTER, groot en klein formaat a.d. MARKT – EMMEN z=j==:~ Telefoon No. 21 GROOTE NAAR DE EISCHEN DES TIJDS INGERICHTE CONCERTZAAL, TEVENS HOTEL Centrale verwarming Stroomend water op alle kamers Groote autogarage BEZOEKT HOTEL „CORNELES” i ■ DALEN r~ ■ GELEGEN IN DE KOM VAN HET DORP. VOORZIEN VAN ALLE MODERNE COMFORT, MET MOOIE, LOMMERRIJKE THEE- EN SPEELTUIN BIJ UITSTEK GESCHIKT yW VOOR LANGER VERBLIJF ” MATIGE PRIJZEN! ▲ AANBEVELEND, W. UDEMA M. GROOTHUIS REPARATIE-INRICHTING FORD SERVICE SHELL BENZINE VERHUUR VAN LUXE-AUTO’S GARAGE THEDINGA AAN DE MARKT – TELEFOON 15 RUIM GESORTEERD IN UITSLUITEND BEKENDE PRIMA MERKEN I /■% * Q |k I ALSMEDE IN DE MEEST GANGBARE wlOAl\tLlN| soorten SIG AR ETTEN . 1 BELEEFD AANBEVELEND JAN VAN PEER – EMMEN POSTCHEQUE- EN GIRONUMMER 11828 INTERCOMMUNAAL TELEFOON No. 36 MEUBELEN, UURWERKEN, NAAIMACHINES, GALANTERIEËN, GLAS, PORSELEIN EN AARDEWERK, LUXE- EN HUISHOUDELIJKE ARTIKELEN, TAPIJTEN, GORDIJNEN, LINOLEUM, ARTIKELEN VOOR VERLICHTING EN VERWARMING 25 TOONKAMERS – FILIAAL: A. SOER, KLAZIENAVEEN JU GROOTE SORTEERING Souvenirs en Ansichtkaarten AMATEUR-EOTOTOESTELLEN H EN -BENOODIGDHEDEN H AFWERKEN VAN A M ATEURFOTO’S SPEELGOEDEREN M. KUIK – Noordeinde – EMMEN SALON VOOR SCHEREN EN HAARKNIPPEN Ruime keuze in Rookartikelen Beleefd aanbevelend SIGARENMAGAZIJN EMMEN W. HARWIG STATIONSSTRAAT 1 (v H. L. JAKOBS) TELEFOON 122 A. VELDKAMP – ERICA (Holland) TELEFOON No. 5 (DAG EN NACHT) FABRICEERT PRIMA HOLLANDSCHE TURFSTROOISEL voor bloembed, stal, hok, ren of bemesting. Levering in ieder gewenscht kwantum, zoowel per schip als per wagon – VRAAGT OFFERTE – STEEDS VOORRADIG DIVERSE SOORTEN TURF EXPLOITATIE EIGEN VEENDERIJEN o a BAGGER, STEENBAKKERS-, FABRIEKS- EN PERSTURF De door ons af te geven machinale persturf is de haardbrand bij uitnemendheid. SCHERP CONCURREERENDE PRIJZEN. N.V. OUD-SCHOONEBEEKER TURFSTROOISELFABRIEK EN VEENDERIJEN I (ï EDI PLO M EER D A. SIERSEMA, EMMEN KAPELSTRAAT – TELEFOON 45 Knippen Onduleeren Wasschen Watergolven Parfumerieën COOP. VERBRUIKSVEREEN. „STEEDS VOORWAARTS" EMMEN TELEF. No. 64 Vereenigingen en instellingen, die Emmen bezoeken, laat Uw broodmaaltijden door ons verzorgen. Inlichtingen worden gaarne verstrekt. HET BESTUUR. DAMESKAPSTER DERKSSTRAAT 2, EMMEN J» Breng, wanneer U in Emmen Komt, een bezoeK aan het Eerste Emmer Electrisch Fotografisch Atelier * Vlugge en artistieke afwerking van alle Amateurs=bezigheden & Ruime sorteering Camera’s, Rolfilms, Platen, Filmpaks enz., enz. in diverse merken Jt Maak gebruik van onze Camera- Verhuurinrichting, f 0.50 per dag Aanbevelend, Fotohuis BREUKELMAN DERKSSTRAAT 2 J» EMMEN FOTO ELECTRIC Firma D. VOORDEWIND GOUDSMEDERIJ – UURWERKMAKERIJ OPGERICHT 1875 HOOFDSTRAAT 17 – EMMEN REPARATIE RUILING Coöp. t „EMMEN” te NOORD-BARGE TELEFOON 79 BOTER bek roond: met gouden medaille F. N. Z. met zilveren beker van de DrentscLe Zuivelbond met vele kwaliteits-diploma s Geeft uw Kinderen onze : Gepasteuriseerde Melk, d. 1. Veilige JVielk ! Gebruikt onze dagelijks versclie : Roomboter d. 1. voedzaam en heerlijk ! Onze R oom, Karnemelk en Pap: geeft gezondheid en kracbt ! Onze venters bezorgen U alles aan buis. AUTO VERHUUR=IN RICHTING W. BOER i» EMMEN WILHELMIN ASTRA AT 16 A TELEFOON 101 A Steeds Luxe=wagens beschikbaar BELEEFD AANBEVELEND INKOOP VERKOOP TER-APEL Hoofdstraat H 483 GROEPEN VERGROOTINGEN LIJSTEN Ruime keuze Camera’s en verdere benoodigdheden. AFWERK-GENTRALE OVERAL TE ONTBIEDEN! Tel. No. 90 Tel. No. 90 FOTO-ATELIER F.C.W.H.LUNOW ROSÉ & VAN KLINKEN J. ROSÉ Accountant JOH. VAN KLINKEN Leeraar Boekhouden M.O. Belasting-Consulent BOEKHOUDINGEN BELASTINGZAKEN KANTOREN: STADSKANAAL EMMEN «Stationslaaii 7 ~ Tel. 135 /Stationsstraat 1 Hoofdkade 63 – Tel. 36 Tel. 105 CAFÉ GROOTHUIS WEERDINGE TELEFOON 39 (EMMEN) TEGENOVER STATION N.O.L.S. TRAMSTATION E.D.S. BONDSCAFÉ A.N.W.B. RUIME BERGPLAATS VOOR RIJWIELEN EN MOTOREN ACCOUNTANTSKANTOOR ONTWERPEN VAN BURGERLIJKE ZOOWEL ALS WATERBOUWKUNDIGE WERKEN. Telef. No. 76. Giro No. 19533. HOTEL-PENSION POSTMA EMMEN Bondshotel A.N.W.B. Telef. Interc. No. 4 Zeer gunstig gelegen bij Spoor- en Tramstation en bij het prachtige bosch de Emmer Dennen, Hunebedden, enz. FRISSCHE LOGEERKAMERS – PRIMA KEUKEN EIGEN PARKEERTERREIN EN AUTOGARAGE Gelegenheid voor Clubdiners. Holl. Koffietafel vanaf f I.—. Pensionprijs in het seizoen vanaf f3— p. d. per persoon. Bij lang verblijf of gezinsformatie na overleg zeer matige prijzen. CENTRALE VERWARMING! Stroomend warm en koud water op alle kamers. Beleefd aanbevelend, S. POSTMA, Eigenaar. E. H. BOS – architect – Nw.-AMSTERDAM ZWARTEMEER TELEFOON No. 6 (DAG EN NACHT GEOPEND) LEVERT ALLE SOORTEN Prima Turfstrooisel TEGEN CONCURREERENDE PRIJZEN VRAAGT OFFERTE Veenderij en Turfstrooiselfabriek Fa. A. VELEMA, DE JONG 6 Co. SCHOENHANDEL ELECTRISCHE REPARATIE-INRICHTING Eerste Drentsche Stoomtramweg=Mij. Zeer vlugge verbinding voor personen» vervoer per tram en autobus tusschen Hoogeveen»Emmen»Ter»Apel en Assen» Coevorden * DagelijKsche vrachtgoederendiensten vanaf Groningen en Meppel en omgekeerd Voor gezelschappen luxe Autobussen beschikbaar * Billijke tarieven A DE DIRECTIE G. v. D. BOS – EMMEN ~ TELEFOON No. 25 : EERSTE EMMER BRANDSTOFFENHANDEL EN MACHINALE KOLENBREKERIJ MINERAALWATER FABRIEK EN BIERHANDEL GROSSIER IN GEDISTILLEERD N.V. v.h. D. KALVERLA WILHELMINASTRAAT 17 EMMEN SMEDERIJ – HOEFSMID A.N.W.B. WILHELMINASTRAAT 69, 70, 71 TELEFOON 46 LANDBOUWWERKTUIGEN IJZERWAREN, GEREEDSCHAPPEN GEËM. EN HUISH. ARTIKELEN = HAARDEN EN KACHELS = Electrische Timmerfabriek „DE HONDSRUG” H EM M EN Sn Levert alle voorkomende Tim= merwerken, ook uit voorraad Verwerkt uitsluitend kunstmatig gedroogd hout St Aanbevelend, R. VOS H. DE LANGE – EMMEN POSTGIRO 162422 – TELEFOON 93 BIER- EN BRANDSTOFFENHANDEL CAFÉ LEVERT ALLE SOORTEN ANTHRACIET H, BERENDS, EMMEN UW ADRES VOOR SIGAREN en SIGARETTEN B. Tj. BE U KE M A SCHOOLSTRAAT – EMMEN N.V. Drentsclie Xextiel-Industrie WEERDINGERWEG – EMMEN GEVESTIGD TE AMSTERDAM- HEERENGRACHT 483 -SOKKEN EN KOU-SEN P. WESSEMIUS, EMMEN KOPERSLAGER – ZINKWERKER H WILHELMIN ASTRA AT H Houdt zich beleefd aanbevolen voor alle voorkomende Loodgieterswerken en het maken van Bronwellen en andere Watervoorzieningen.