1063 Q 51 i   AANSPRAAK, in naam der MUNI C'IPALITEIT t e L E T D E N, gedaan aan de GEWAPENDE BURGEREN dier GEMEENTE, door YSBRAND van IIAME LSVELD, Voorzittend Lid der Municipaliteit, bij gelegenheid, dat de gewapende burgers den schutterlijken eed hebben afgelegd. Op den 5. Maart 1795. Het eerfte "Jaar der Bataaffche Vrijheid. GEDRUKT VOLGENDS BESLUIT DER, MUNICIPALITEIT.   BURGERS! Heil en Broeclerfchap t Het geweld, uwen edelen heldenmoed duchtende, hadt u uwe wapenen ontnomen, de Vrijheid heeft ze u weder gefchonken ; u weder gefchonken, om haare en uwe rechten met kracht te befchermen tegen geweld en tegen oproer. — Uwe Voorvaders, Leydenaaren! hebben in eene voorige eeuw met hunne wapenen de aanvallen der Dwingelanden op deze vesten verduurd; zij hebben , met hongersnood en pest tevens kampende , zich bereid getoond, om den linke - arm te eten, terwijl de rechte-vuist tot den laatften levens-fnik het zwaard bleef zwaaijen, om het morrend oproei- van binnen te breidelen, en de dwingelandij van buiten te beftrijden. De Voorzienigheid zag hunnen moed en Vrijheids - liefde, en lagchte hen aan. — Zij hebben overwonnen. Neen ! Leydenaars! gij zijt geene verbasterde Nazaten van uwe dappere Voorvaderen. Ook ia  < 4 > in uwen boezem klopt dat zelfde hart, in uwe aderen ftroomt dat zelfde bloed voor de Vrijheid en de Rechten van den Mensch, het welk hen wonderen deedt verrichten. — De Vrijheid verwacht van t;T met grond befcherming. Deze ftad, de gemeente, uwe medeburgers, uwe dierbaarfte panden, vrouwen en kinderen, de afgeleefde grijsaart, en de tedere zuigeling, zij maken ftaat op rust en veiligheid onder de fchaduw van uwen gewapenden arm. — Het hollend oproer, de morrende muitzucht, verfchuilt zich in haar duister hol, verfchrikt door den glans van uw fchitterend ftaal. — Het gekletter uwer wapenen jaagt den Despoot en Aristcfr craat den fchrik in 't hart, en niemand durft beftaan de Vrijheid aan te randen, die een gewapenden hcldenftoct van vrije Burgeren tot haare lijfwacht heeft. Officieren en Burgers! dat die heldenmoed, die zucht voor Vrijheid, welke u thans de oogen uitdraait, ulicden eeuwig beziele ! zo het nodig mogt wezen, dat God verhoede! de wapenen daadlijk te gebruiken, dat dan niemand aarzele, dat dan niemand huiverig zij , om zijn leven veil te hebben voor de Vrijheid, voor de handhaving van onze algemeene belangen! Eerloos zij de Officier, die, wanneer de Vrn> heid te wapen roept, niet met bedaard beleid en onbezweken dapperheid zijne Burgeren voor-; treedt, en de gevaaren tart! Eerloos zij de Schutter, die dan zijne Officiers niet onverfchrokken volgt, die bedacht zou zijn, om zijne ge-  < 5 > " gelederen te verlaten, en naar zelfbehoud om te zien! Eerloos allen, die niet tot den laatftcn druppel zelfs van hun bloed opofferen, liever dan voor geweld te wijken, en de Vrijheid, Stad, en Vaderland door vuige lafhartigheid te verraaden! Burgers! Daar is niemand onder ons, of zijn geheele ziel is doortrokken, met die heuglijke waarheid : Wij allen zijn vrij! wij allen zijn ge[ lijk.' Niemand onzer zal ontrouw aan dezelve yzijn, en zijne Vrijheid en Gelijkheid willen verwisfelen voor eene onderwerping aan eenen Prins of aan eenige Grooten, om van die eenigzins heul te wachten. De Godsdienst zelve vervloekt elk, die op Prinfen of op ffienfchen vertrouwt, de Godsdienst roept ons tot Vrijheid en Broederfchap! Wij, uwe Vertegenwoordigers, door u zei ven verkozen, en met uw vertrouwen verwaardigd, uwe Officiers, en gijlieden, wij maken met onze overige Medeburgers flechts één ligchaam uit, in rechten even vrij, even gelijk. Vervloekt hij , die zich flechts één oogenblik verbeelden zou, meer rechts te hebben dan zijn vrijë Medeburger^ Maar — Burgers! deze Vrijheid en Gelijkheid beveelt tevens orde. Allerbijzonderst is orde en onderwerping aan de Wet noodzaaküjk , waar de wapenen moeten behandeld worden. — Indien hier de discipline en tucht ontbreekt, worden die zelfde wapenen, die de Vrijheid moeten befchermen, werktuigen des verderfs. — Burgers! gij bezeft dit zelve, anders zou ik u wij-  < 6 > wijzen op het voorbeeld van onze Broederen, de Franfchen. Zij kennen, zij gevoelen de Vrijheid en Gelijkheid; maar gij zijt zelve getuigen, hoe vaardig zij zijn, wanneer er te wapen geroepen wordt,hoe zij gehoorzamen, niet flechts aan de bevelen, maar zelfs aan den wenk van hunne Bevelhebbers, wanneer zij onder de wapenen zich bevinden, hoe getrouw en wakker zij zijn op hunne posten. Ja, ik heb hen, met onbefchrijflijk geduld, honger, gebrek, de felfte koude, en andere ongemakken zien lijden, zonder tegen de bevelen of de Wet zelfs te morren. Burger- OfBciers! gij zult altijd gedachtig zijn, dat het uwe vrije en gelijke Medeburgers zijn, die hun vertrouwen in u gefteld hebben, om hen te geleiden en voor te gaan. Burgers! gij zult flipt aan de bevelen, die u door uwe Officiers gegeven worden, wanneer gij onder de wapenen zijt, voldoen, ten einde deze orde magt make, en de ongehosrzaamheid aan de Wet uwe'wapenen niet'vruchteloos, opdat ik niet zegge verderflijk, doe wezen. Zie daar, Burgers! het geen de Vrijheid en Gelijkheid van ulieden eischt en vordert, het geen zij, door den mond van uwe Vertegenwoordigers , die ons in hunnen naam aan u gezonden hebben, op dit oogenblik verwacht, dat gij, als lieden van eer, onder plegtigen eede, voor God en de wereld, hier onder den blooten hemel, op het ftaatlijkst verklaaren cn belooven zult. — U wordt geen eed afgevorderd, om gebouw of getrouw te zijn aan eenig bij-  bijzonder perfoon, of perfonen, zoodanjgen eed Verfoeit mijn hart, en hij is den vrijen Burger onwaardig ; maar gij fzult de veiligheid der Stad en Gemeente, gij zult de handhaving van goede orde, gij zult de weering van dwinglandij, en de beteugeling van oproer en muitzucht, gij zult onderwerping aan de Wet en aan de wettige bevelen van uwe Officieren en Vertegenwoordigers, tot deze einden (trekkende, belooven en zweeren, — En geen Burger is er, of hij bezeft de noodzaaklijkheïd en het gewigt van dezen eed. — Burgers! door dezen plegtigen eed zult gij tevens kracht bijzetten aan den eed, dien wij als uwe vertegenwoordigers, en aan den eed, dien fommigen van uwe Officieren, al reeds hebben afgelegd, en bij welken zij bij deze gelegenheid verklaren, te volharden, en waarbij wij en zij dezelfde getrouwheid, die wij van u verwachten , aan de Stad en Gemeente gezworen hebben. — Dus, Burgers! zullen wij, wanneer gij dezen eed aflegt, op het heiligst en onfchendbaarst aan en met eikanderen verbonden wezen, om als een cenig man voor de vrijheid, de rust, de veiligheid,.te waken, en geweld en oproer te weeren, dus zullen wij allen te geruster op eikanderen vertrouwen, daar God in den hemel zelve getuige is, hoe wij ons tot onzen pligt in zijne tegenwoordigheid verbonden hebben. — Het alomtegenwoordig Wezen vervulle ons met zijnen eerbied! doe ons in waarheid bij zy-  < 8 > zijnen naam zweeren! En make ons allen ge» trouw aan eed en pligt, opdat wij zijne zege» rangen voor ons en ons nagedacht, tot in de laarfte dagen, genieten mogen'. Formulier van den eed der gewapende burgermagt der gemeente van leyden. Wij beloven en zweeren, op de erkende j, gronden van Vrijheid en Gelijkheid, geves„ tigd op de onvervreemdbaare Rechten van den „ Mensch en Burger, de goede Inwooners de„ zer Gemeente in alles gehouw en getrouw „ te zijn, derzelver Rechten te handhaven en „ te befchermen , de Rust en Veiligheid te helpen bewaaren, alle geweld en oproer ?, trachten tegen te gaan en te beteugelen, en, „ des noods, goed en bloed voor onze en alv Ier Vrijheid up te offeren , ons onderwer„ pende aan de wet, en aan de beveelen, welke j, ons 'door onze Vertegenwoordigers en Bev velhebbers ten dien einde zullen gegeven wor„ den.