3*4 HEDENDAAGSCHE zyn dood werdt Boheemen met den tytel van Koningryk vereerd, door Keizer Hendrik IV., en Uiadiflaus regeerde in hoedanigheid van Koning. Hy heeft XX Koningen tot opvolgers gehad, tot op het Jaar 1307, wanneer Hendrik, Hertog van Carinthie, en Koning van Boheemen, afgezet werdt. Sedert dien tyd hebben 'er XVII Koningen, en eene Koningin , uit den Huize van Luxemburg, en uit dut van Oostenryk, Boheemen geregeerd, welker eerile was Jan van Luxemborg, Zoon van Keizer Hendrik VII. Thands maakt Bthecmen een deel der Oostenrykfche Erflanden uit. XIII. De Geschiedenis der Koningen van Hongaryen. Het Land dat wy thands Hongaryen noemen , werdt eertyds Pannoni'èn geheeten. De Hunnen een Gothisch Volk, zettede zich aldaar federt neder, en daarvan heeft het den naam van Hungarye'n verkreegen. Attila, de Overfte der Hunnen , maakte de Stad Sicambie tot de ïloofdftad zyns Ryks, en noemde die na den naam zyns Broeders Buda, thans wordt deeze Stad Offen geheeten. Doch men weet weinig van de Gefchiedenisfen deezes Lands in dien tyd te melden, dewyl de Hunnen zig weinig bemoeiden met hunne daaden te befchryven. Dit egter weet men, dat 'er ten eerften Her. to'  GESCHIEDENIS. 32S togen over dit Land geregeerd hebben, en dat bet eerst in het Jaar ioco tot een Koningryk verheeven werdt, ten behoeve ymStephanusl. genoemd de heilige, die het eerst den tytel van Koning van Hongaryen aannam. Deeze Koning heeft LXVI Opvolgers gehad, tot op heden, nu het Ryk, even als Boheemen, meede tot de Keizerlyke Erflanden behoort. XIV.DeGeschiedenis van Polen. Polen werdt in de aloude tyden Sarmatia, en deszelfs Inwooners Sarmaten geheeten. Men weet niet, dan zeer verwardelyk, dat dit Land terftond door Hertogen of Vorften, ten getale van XII., federt Craeo en zyn Broeder LechusL, geduurende byna 45° Jaaren, dat is, federt het Jaar J. C 550, tot op 999 geregeerd zoude zyn geweest; en dat in dit laatstgenoemdejaar, Polen tot een Koningryk verheven werdt, door Otho III., dat 'er vervolgends IV Poolfche Koningen geweest zyn, die te famen 8a Jaaren agter een geregeerd hebben; dat de laatfte deezer Koningen Boieflaus de II., genoemd de Wreede, door zyn kwaad gedrag den tytel van Koning verloor, zo dat Polen vervolgends federt 1081, tot op 1-70, door XII Vorften beheerscht werdt, onder welken de beruchte Piastus voorkomt; dat dit Land voords in het Jaar 1370 den tyX 3 *l  GESCHIEDENIS. 3*7 eigene Hertogen geregeeïd werden: 2Y werden naa eenige Oorlogen in door deDn:tfche Ridders overwonoen, en in 1525 t?oor de Tooien overmeesterd 3 van Branden¬ burg, de laatfte Grootmeester der ïhiilicbe Ridders, verkreeg bet Land van de Poolfche Kroon, met den tijtel van Hertog van Pruis* fen. In 1683 Werdt het ©nal'hangelyk verklaard, en in 1688 kreeg Fredrik i. het beftuur deezesKyks in banden, en liet hetzelve, naa het Ryk zo in inkomften als magt aanmerkelyk vetbeeterd en tot een Koningryk verheven te hebben, aan zynen grooten Zoon den Wysgecr en Koning Fredrik de II., over, die het ten top van magt en grootheid gebragt heeft, zo als het nu door zynen Neef Fredrik Willem II. bezeeten wordt. XVI. De Geschiedenis van het Koningryk van Denemarken. Zoo men gelooven wil het geen 'er van gezegd wurdt, cn zelfs het geen men 'er van heeft durven fcbryven, dan moet men deeze Gefchiedenis beginnen met Gom er II. , Agter • Kleinzoon van ^japhet, die het Cimbrisch Half- Ei.'and of Cherfonefus bewoonde, 1800 Jaaren naa de Schepping der Waereld, 193 Jaaren naa den Zondvloed cn 2098 Jaaren vóór de geboorte van J. €., dat toen het Land terftond door XI op elkander gevolgde Rechters geregeerd X 4 zou*  GESCHIEDENIS. $91 zyn. Ubbo volgde zynen Broeder Suenooy,&v. fticbtte, na men zegt, de Stad Upfal. Hierop volgde een volgreeks van XXV Fabelachtige Koningen, federt Magog tot op Bothavil, welke tot op de geboorte van J. Christus voordgaat. De Midden - Eeuwen deezes Ryks beginnen met de regeering van Alaric, en naa hem Eric II., en gaan voort tot op Ingo II. of Ingel, beflaande een tydvak van 800 Jaaren; daar onder begreepen zynde de regcering van XXXV Koningen, waar van men niet veel zeekerer naricht heeft, dan van die der aloude tyden. De Hedendaagfche Hiftorie van Zweden, begint met de Koningen Karl en Biorn, omtrent het Jaar 831. De Keizer Lodewyk de Qoedertierne, zondt Ansgarius, Bislchop van Bremen en Hamburg, naar Zweden, om aldaar het Euangelium te prediken , en de Christelyken Godsdienst werdt in dat Koningryk aangenomen. Sedert Karl tot op Suercher II., dat is tot op het jaar 1150, zag men nog XXII Koniugcn, geduurende den tyd v:ui 30* Jaaren in Zweden heerfchen; en federt Eric IX. of de Heilige, die mSuecherll. volgde, treft men een volgreeks van XL Koningen aan, welke den Throon van Zweden bezeten hebben , en welk veertigtal door Koning Adolph Fredrik, uit den Huize van Iloiftein bel lot en werdt 9  332 HEDENDAAGSCHE werdt, op welken de thans regeerende Koning Go staaf, in dit Koningryk opgevolgd is, geduurende wiens regeering 'er eene groote omwenteling in het beftuur deezes Ryks is voorgevallen, waar door de Koning zig grooter magt heeft weeten te bezorgen, dan zyn Voorzaaten te beurt gevallen was. De Gefchiedenis van Lapland is, zoo men ser eenige Hiftorie van vormen kan, ten eenemaal met die van Zweden verbonden. XVIII. De Geschiedenis van Rus. % a n d. Al wat men over de aloude Gefchiedenis van1 Rusland weeten kan, is alleenelyk, dat dit Land het algemeene oorfprongs oord is, van alle die Volken die Europa, een gedeelte van Azia en Africa overftroomd hebben; edoch het zoude een ydele en dwaaze onderneeming zyn, wanneer men naarvorfchingen wilde doen over de aloude Hiftorie en die der Midden - Eeuwen, van deeze uitgebreide Landen, aangezien 'er niets ovct gefchreeven is, dat tot onze kennis is gekomen. De grondflagen van dit uitgeftrekt en gedugt Ryk, dat door de zorg van Peter de Groote, en der Vorflinnen , die den Rusfifchen Scepter naa hem gezwaaid hebben, befchaafd is, werden niet voor in de IX^e Eeuw der gemeene jaartelling, gelegd. Men geeft gemecnJyk aan dit Volk denzelfden oorfprong, als aas  GESCHIEDENIS. 333 aan dat van Polen en Bohemen. De Taal, welke men de Sclavoonfche noemt, en die door alle deeze Volken flegts met een gering onderfcheid van uitipraak gebruikt wordt, fchynt deeze gisfing te bevestigen. Alle de Volkplantingen van de groote Natie der Sarmaten, namen in de VId« Eeuw den naam van Sclaven aan, daar meede willende beteekenen dat zy naar roem trachtten, want op dit woord heeft dien naam, in de Sclavonifche Taal, eenige betrekking. De naam van Rusfen, Rusfia cn Rosfere, beduidt een verfpreid Folk, en deeze afleiding wordt bevestigd door Procoplus, een Grieksch Gefchiedfchryver van de VTde Eeuw, terwyi het flegts hedendaagfche Illyrifche of Dalmaatfche Gefchiedfchryvers zyn, die eenen Rusfus, Broeder van Lechus en Czekhus, uitgedagt hebben, die dat Land zyii naam zoude gegeeven hebben. In het Jaar 861 en R62, verkoozen de Inwooners van Rusland, drie Varegifche Vorften om hen te befttiuren, te weeten: Rurike, die terftond zyn Hofplaats te Ladoga, Sineus , welke die tsBello -Ofero, en Truvere, die dezelve te Isborsko hieldt. Deeze twee laatstgenoemden ftierven zonder Kinderen naatelaaten, geduurende den loop van twee Jaaten; Paria Rurike werdt dus alleen Opperhoofd  GESCHIEDENIS. 337 trent de Tartaaren byvoegen, en daar meede de Moderne Gefchiedenis der Europeaan fche Staaten befluiten; alhoewel die flegts gedeeltelyk tot dezelve behoort. Aziatisch Tartaryën, 't welk men ook Groot Tartaryën noemt, dat zo weinig door de Landbefchryvers gekend wordt, als de opvolging der Opperhoofden, die hetzelve beftuurd hebben, by de Hiftoriefchryvers of Tydrekeriaars bekend is. Het zyn intusfchen deeze Tartaaren, welke zig in den Jaare 1280 meesters van China gemaakt hebben, als wanneer het geflagt, genoemd Iven, begon te regecren. 'Er zyn IX Keizers uit dat Huis geweest , dat 89 Jaaren ftand gehouden heeft. In het Jaar 1569 werden de Tartaaren uit China verdreeven; maar in 1645 kwamen zy 'er weder invallen , onder het gebied van hunnen Chan of Koning Xun ■ Chi, welken men de groote Chan van Tartaryën noemde: zy bragten toen geheel China onder hunne magt, cn het geflagt van deezen Tartaarfchen Vorst, bezit nog werkelyk den Zetel des Chineesfchen Keizerryks. Klein Tartaryë bevat al het Land, dat tusfchen den Don, of Tanais, en den Nieper, of Boryfthenes, begreepen is. Men weetniet juist, omtrent welken tyd de Tartaaren zig meesters van dat Land gemaakt hebben, en de gevoelens der Hiftoriefchryvers ZESDE AFDEEL1.NG. Y ZyiX  SYNCHRONOLOGISCHE E N BIOGRAPHISCHE TAFELS, Van de Schepping der Waereld tot op het Jaar, na de gemeene jaartelling, 1790. Behoorende by het Me. Deels le. Stuk van den CATECHISMUS . der WEETENSCHAPPEN, SCHOONE KUNSTEN en FRAAIJE LETTEREN, saamgesteld volgends de Schets van den Baron van   C 4 ) der Ryfcen en Staaten van Europa opheldert; deszelfs Biographifche Kaart, waarin men den gelyken leef tyd van Vorften, Geleerden en Kunftenaars vindt, is zeekerlyk meer beantwoordende aan het verlangen der Historieminnaars; maar, wyl daar in weder flegts enkel naamen en geene gevallen aangeftipt worden, meede niet volkomen aan ons oog« merk voldoende; dat is, om tevens de naamen der voornaame Mannen, Kunftenaars en Geleerden, en ook de voornaamfte gevallen, in één Tafereel, den Leezer voor oogen te flellen, behalven dat de prys van beide deeze Kaarten van Priestley voor veele Liefhebberen wat te hoogftygt; dat egter, wegens de kosten der uitvoering van zulke onderneemingen , onvermydbaar is. Wy trachten dan door deeze Tafelen dit vak eenigzins aan te vullen, en hebben, ten grondflag der Historifche Tafelen, gebezigd, die van de Heeren Chevigny en Limiers, (•) maar dezelve aanmerkelyk aangevuld en vermeerderd met eene Colom, iq welke wy de voornaamfte voorvallen van ons Land gefteld hebben; ook hebben wy, onder de O Te vinden in het Franlche Werkjen, betyteld: La Science des perfonnes du Cour, d'Epêe 6? de Robe. 8vo j, Tom.  ( s ) de Hhtorifche Tafeh, waar de plaats 2ulks eenigzins begunftigde, een groot aantal aanmerkingen, gevoegd van zulke gebeurtenisfen, welken wy niet gemakkelyk in de Colummen konden befluiten; zynde het formaat, waar aan wy in eenige opzichten gebonden waren, te klein, om alles in de Colummen te vervatten; waarom wy ook verpljgc geweest zyn om fommige byzondere Staaten, welke niet lang beftaan hebben, of niet aanmerkelyk zyn, van de Tafels af te laaten, doch zullen de Naam- en Tydlysten van derzelver Koningen hier agter laaten volgen; ten einde men dezelve, op derzelver Plaats, te gelyk voor oogen kan neemen; de nieuwlings ontftaane Staaten, die in de oud. heid een duisteren wortel hebben, hebben wy reeds in den Catechismus zeiven, onder den Tytel van Hedendaagfche Gefchiedenis, aangeweezen, en derzelver Koningenen den tyd hunner Regeering aangeftipt, zo dat men die gemakkelyk in de Tafels op hunne plaat» kan invullen. Daar 'er nu in de Tydrekenkunde een gróoü verfchil onder de Geleerden is, in wat tyd men de Geboorte van den Zaligmaaker plaatfen moet, terwyl 'er een groot aantal Schryvers hier over aanmerkelyk verfchillen; hebben wy in deeze Tafels het meest gebeA 3 *ig4  C 6 ) zigde gevoslen gevolgd; plaatfende, gemakshalven, den tyd der Geboorte van den Zaligmaaker in het faar der Waereld 4000, en Hellende het eerfte Jaar der gemeene Jaartelling van Dionysius Pütitus, welke algemeen aangenomen is, maar die vier Jaaren te kort fchiet, gelyk met het Jaar 4C04 des Waerelds; zo dat, wanneer men by het Jeezen van fommige Historiefchryvers mogelyk eenig verfchil met onze Tafels mogt ontdekken ; zq hebbe men agt te geeven op de rekening die zodanig een Autheur in de bere • kening van den tyd van Christi Geboorte volgt, ten welken einde wy hier, uit Val* le m o n t, het verfchil deezer Schryvers zullen bybrengen, ten einde de Leezer in ftaat zy, alle verfchillen van onze Tafels, met andere Autheuren, zoo die ontftaan uit de verfchillende plaatfïng van Christus Geboortejaar, zelve te kunnen vereffenen. De genoemde Geleerde Historiefchryver geeft in zyn doorwrochte Historiezaal dit verfchil ia deeze Lyst op: Ver-  ( 7 ) Verfcheide Schryvers welke verfchillen over het! Jaar der Waereld waar in de Mïssiah geboorenis* Rabbi Naason. • • 37°7- R. Abkam, R. Levi, R. Gerson, 3754' De Chronyk der Hebreen. . . 376o. Eenige Talmudisten. . . 3784- Ben. Arias. . . . 3849* JacobusGordon. . , 3880. David Pareus. . . 3928. P au lus Aphje. . . 3937- St. HlERONYMUS. . . 3941- Joh. Carion. . : . 3944* Calvisinus, Helvicus, Alstedius. 3947* Origanüs Argole. . . 3949- Scaliger, Ubbo Emmius. . 395°* C. a Lapide. . . . 3951' Beda, Herman, Her wart. . 3952« Lansberge. . . . 3958- Joan Picus Mirandula. . 39S9« Lutherus Scultetus, Johannes Lucidus. . . . 3960. Beroaldus. . . 3961. SixTusa Sijena, Abbas Urspergien- sis, Chitkjeus. . . 39<52. To-status , Melanchtiion Func- cius. . . . . 3963- G. Mercator, Opmeer. . 3966. Butting, Santphardius. . 3967.' bulingerus. . . . 3969. Nigrinus,Pantaleon. . 397°« Breutzhein, Bucholzer. . 3971. Theophilus van Antiochia. 3974Bibliander. . . . 3979, P. Petavius. . . . 3984. P. Tivinus, Usserius, Capellus, Thomas Lydiatus Anglus. 4000. Wilhelmus Langids. . 4040. Torn tellus, Salienus, Sponde. 4052. Labbe, Mullerus. . . 4053. R. Mozes. . . . 4058. Jos. Ben. Mathatias. . 4103. A 4 Lau-  3789 Nederlaag der Romeinen by Cannes. Jaarte"'n^ De oude S c 1 p 1 o fterft, en de jonge S c 1- J pio doet veel veroveringen in Spanje, en maakt eindelyk vrede met Carthago,en eindigt den tweeden Punijchen Oorlog. Vyftïg Jaaren verliepen 'er, eer de derde en voor Carthago noodlottige Punijche Oorlog voorviel, in dien tyd fterft Hannibal, die zig vyanden te Carthago verwekt hadt, en aan 't Hof van Pr u3822 sias, Koning vmBithymèn, hunne woe- i8-> , de on tvlugt was, aan vergif; dit zelfde Jaar fterft ook Scipio,en Philopemen, inmiddels kreegen de Canhagers verfchil met Massinissa, Koning van Numidic, 't welk gelegenheid gaf tot den Uien. Punijchen Oorlog. 3841 Duurt 17 Jaaren, en eindigt in de geheele 161 verwoesting van Carthago. De jonge Scipio, of derde van dien naam, komt in Africa met een Vloot, en belegert Carthago, dat eindelyk overgegeeven wordt. 3858 Hasdrubal verbrandt zig met zyn ge-, ad heei Huisgezin. * Volgreeks der Shilitanfche Vorften, welke7 Gefchiedenis in veel opzichten met die der Canhagers vermengd zyn. Het Eiland Siciliên werdt' eerst bewoond door de Lestrigonen, Trinacnérs, Sicaniërs, of, volgends de Fabel-Hiftorie, dooide Cyclopen, vervolgends werdt dit Eiland door den Grieken bezeten, welken 'er ten tyde van den Archon. S295 Ar chi as ftichtte de Stad Syracitja, die 700 de Hoofdftad des Eilands werdt, en een byzonder Grondgebied hadt. 3525 De ee-fte Tyran welke een oppermagti> 4.70 vermogen aldaar uitoefende, was Gelo n. Hy werdt door de Carthaginenjen onder Hamilcar beoorloogd, en hieldt  ( «7 > Taaren der Jaaren voorde gem. Waereld. , , J'«"eUmg. hieldt verftandhoiiding en bondgenootfcbap met Xerxes, en maakte vrede met de Carthagers. 3532 Zyn Broeder Hiero volgde hem op; 472 deeze was een vriend van den Dichter Simonides, en een voorftander der Geleerdheid, zo dat de voornaamfte Dichters van zyn tyd zig aan zyn Hof begaven, onder welken Pindarus, Ba cchilides en Epicharmus uitmunten; fchoon de eerstgenoemden toen reeds hoog bejaard waren. Hy voerde Kryg met den Koning van Agrigenten. 3543 Zyn Broeder Trasybulus volgde hem 4ó"i op, doch was een wreed Vorst; en veroorzaakte dat de Syracujaanen hem verjoegen , en eene Democratijche llegeering van byna 60 Jaaren oprichten;en, naa, geduurende dien tusfchentyd, verfcheide zwaare en vernielende Oorlogen gevoerd te hebben tegen de Athenienjers en Carthagers, verkooren zy eindelyk weder een Tyran , of Koning, te weeten : 3598 Dionysius, de Oude, een Staatkun- 406" dig en Eerzuchtig Vorst, doch groote begunftiger der Dichtkunst; in zyn tyd kwam Plato aan zyn Hof, uit groote vriendfchap voor Diok, de Broeder zyner Gemalinne; Dionysius voerde zwaare Oorlogen tegen de Carthagers en Athenienjers, en liet het Ryk aan zyn Zoon over, in zyn tyd is het voorval der twee vrienden, Damon en Pythias, en het geval van Damocles gebeurd, '3632 Dionysius, de Jonge, regeerde eeni- 372 gen tyd, onder opzicht van den braaven D1 o n en zyn vriend Plato, doch hy werdt weldra warsch van hunne Zedeles. fen, verzondt Diok in ballingfchap, en deedt Plato zyn Hof verlaaten „ wordende, door de vleiery zyner Hovelingen, B een  C i8 ) tedd" Jaarenvoordegem. een vol/lagen Tyran , 't welk D i o j, ^™"'"g' fluiten deedt, om tegen hem op te trekken, en zyn Vaderland dus te bevryden, 't geen hem gelukte. Doch Dionysius vondt weder middel om den Throon te beftygen, doch werdt door den CormhiJe/ien Generaal Timouok geheel tq onder gebragt, en naar Corinthen gezonden, waar hy genoodzaakt was, wilde hy beftaan,een Kinderfchool op te richten. 5085 Naa dat Timoleon de rust aldus op 3™ Siciliën herfteld hadt, leefde hy 'er nog eenigen tyd,door elk bemind,en ftierf eindeJyk,door allen betreurd;naazyn dood wierp zig aanftonds een nieuwen Tyran op, te weeten: A g a t ii o c l e s , een zeer wreed Vorst, die een zwaaren Oorlog tegen de Carthagers, onder Hamilcar, gevoerd heeft. 3700 Op Agathocles volgde Hierq II. 304 een braaf Vorst en bevorderaar van den Landbouw; de Dichter Theo critus deedt hem voor gierig doorgaan, om dat hy.zeer fpaarzaam zynde, de Kunftenaars niet ryk beloonde. De Wiskunftenaar Archimedes werdt echter, als een nuttig Burger voor Syracufa, zeer door hem geacht. 5789 Zyn Zoon Hieronimus volgde hem 215 in 't Ryk op, doch was in lange naa zo verftandig en braaf niet als zyn Vader, zyn Tyranny haalde hem een vroegtydigen dood op den hals; naa welk voorval Siciliën nog een korten tyd door opgeworpen Generaals, en door het Volk, geregeerd werdt, tot het eindelyk zig aan de alom dwingende magt der Romeinen, onderwerpen moest; daar de Romeinfche Conful , Marcellus, Syracufa en het geheele Eiland bemagtigde, by welke gelegenheid de groote Wiskunftenaar Ar-  ( 19 ) Tsaren der Jaaren voof de gerrt» Br . B . j««dii««. Archimedes door een Romeinsen bol3792 daar, die hem niet kende, van't leven 21a beroofd werdt. Volgreeks van de Aheenjchi Gefchiedenis. 2448 CECROPs,een Egyptenaar, beheerschte 1556 het eerfte het oude Jttica of Aiheenjclw Gebied. . 2768 Voords heerschten naa hem nog zestien I23G Koningen, waarvan vooral in aanmerking komen Tiieseus, en de laatfte Koning 2930 Codrus. • • • I074 0249 Naa de dood van Codrus begonnen de 75S altoosduurende Archonten te regeeren; doch hunne Regeering werdt, om het misbruik, op tien Jaaren, en vervolgends op 3319 één Jaar bekort. • . 685 3380 Onder deeze Archonten is Draco be- 624 kend, die zeer ftrenge Wetten aan Atheenen gaf, welke men daarom zei de met bloed gefchreeven te zvn. 3390 Ontftondt 'er een Oorlog tusfchen de Athee- 614 ners en Mityleeners, die egter door Periander bevredigd werdt. 3401 Werdt het vuur dei' onlusten door Cy- 003 lon te Atheenen verwekt, gelukkig gelukkig gebluscht, en de oude Wetten van Dracö werden door Solon afgefchaft, en in derzelver plaats nieuwe ingevoerd , welke de grondflag tot het Romeinsch Burgerlyk Recht gegeeven hebben, niettegenftaande deeze wyze Wetten, wist 3445 Pl si stratus die egter kragteloos te 559 maaken, en de Regeering voor zig alleen in handen te krygen. 3478 Zyn twee Zoonen HipparchüS en 52G Hippias zouden hem zeekerlyk in de Regeering gevolgd hebben; doch het volk, de Tyranny niet kunnende dulden, vermoorde den eerften, en verdreef den tweeden, zo dat de Democratie weder ingevoerd B a werdt,  C 30 ) &a" Jaaren voor degerrr. werdt, doch deeze innerlyke onrusten en6""'** geweldige handel wyze des volks, bragt hen met de Lacedemoniërs of Peloponneezers en bpartamien, in een allerhevigften Oorlog, waarom zyzig onder de befcherming van den Perfifchen Koning D a r i u s moesten begeeven; zy redden zig hier meede uit deezen neteligen toeftand: doch deeze vnendfchap met de Perfiaanen duur3502 de niet lang,- maar veranderde in een cn, openbaare vyandfchap, die onder de Re35ro geering van Darius Hystaspis vol- aqi komen uitbrak; doch de Perfiaanen leeden onder hunne Generaals Mardonius DATEsen Artapherne s, een grooo5i4 ten neerlaag in den flag by Marathon. De dao dappere Griekfche Generaals Milt iades, Aristides en Themistoc l e s , wier leven door Nepos befchreeyen is, toonden in dien tyd hunne Krygskunst; doch Miltiades werdt zeer ondankbaar behandeld, daar hy,wyl hem de verovering van het Eiland Paros mislukt 3515 was, in de Gevangenis geworpen werdt, 48n en ook daar m ftierf, weinig tyd daar naa 4 9 trachtte X e r x e s, den hoon zynen Voorzaat aangedaan, te wreeken, en kwam met een ontzachlyk Heir, vereend met de Larthagers, op Atheenen aanvallen, doch de Athenienjers vereenigden zig terftond in deezen nood met de overige Griekfche Staaten, en zonden Themistocles &a- Aristides den vyand te gemoed, 3524 die denzeiven in een Zeeflag bySatamis 480 een aanmerkelyk naadeel toebragten.Deeze gelukkige Krygsdaad. maakte den Grieken zo ftout dat zy het vredensaanbod van de Perfiaanen affloegen, die daarop zo vergramd werden, dat ze op nieuw ^25 een aanval op Atheenen deeden, en de 470 Stad tot den grond toe vernielden; doch Pau-  ( 21 ) Wereld. _ , , J*a"ellu* P ausanias en Aristides reddeden hun Vaderland in een befiisfenden Veldllag, in de vlakte van Platcea,en men won ook een 3526 Zeeflag by Mycale in Joniën. Naa deeze 478 overwinning werdt de Kryg vryer en minder eenzydig gevoerd, en Cimon behaalde voords nog veele voordeelen op 3533 de Perfiaanen, zo dat zy, naa het verlie- 471 zen van een Veldflag by Eanmedon, van zeiven den vrede moesten verzoeken. Atheenen verkreeg door deeze glorieryke overwinningen , de voornaamfte magt onder alle de overige Griekfche Staaten, die zy zelfs onder eene fchatting bragt, waar voor zy derzelver befcherming op zig nam. Maar in deezen heuren grootften bloei, werdt het zaad tot heuren ondergang gezaaid; want, naa dat zy in heur' eigen boezem veel naadeels door den Heerschzuchtigen Peeicles geleden hadt, ontftondt de fchadelyke onmin tusfchen Atheenen en Lacedcemon , welke 3557 den naam van Peloponefifchen Oorlog voert, 447 en den Grieken ten ondergebragt heeft. Zevenentwintig Jaaren duurde deeze Kryg, waarby de Atheeners veel fchade leeden, en genoodzaakt werden een fchandelyken vrede te maaken, de muuren van 3600 hun Stad te flegten, en eene Olicharchie, 404 of Regeering van weinigen, in te voeren, welke door de zogenoemde dertig Tyran- nen gevoerd werdt, alhoewel in deezen ongelukkigen Kryg hunne beroemde Veldheeren Pericles, Cleon, Alcibiades en Co non, wonderen van 3601 moed hadden gedaan; zeer kort regeerde 403 dit dertigtal; want, naa dat zy meer dan veertien honderd Burgers gedood hadden, bevryde Thrasybulus zyn Vaderland van deezen ondraaglyken last. 2610 Dit herftelde de magt der Atlieeners we- 394 B 3 der,  C aa ) CV" Jaoronvoordegen, der - Co wok bouwde de muuren ^e™8' Stad weder op, en Atheenen was weder in ftaat om met veel roem zig in den twist der Lacedcemoniers en Thebaaners te mengen in welken Kryg de Generaals Iphïcrates, Timotheus en Chabrias groote daaden deeden. 3646 Maar het duurde niet lang, of zy geraak- 10 ten in oneenigheid met Philitpus Koning van Macedoniën, die hen in verdeeldheid wikkelde met hunne Bondgenooten de Chiërs, Rhodiërs, Cosfers By zanuners, Locriërs en Beotiërs, ter wyl zy zig meede in den Phocifchen of Heiligen Oorlog mengden, dat hen mede veel nadeels verwekte. Philipp us, Koning van Macedoniën,\vht inmiddels de Atheeners zodanig in flaap te wiegen, dat zy na de vermaanmgenvanDEMosTHENEsnietwil.,656 den luisteren, waardoor hy grooteverove- aa& ringen deedt, die den Atheeners eindelyk de oogen opendeden hen door Demosthenes een Oorlogsverklaring tegen Philippus deeden opfeilen; doch zy werden o001" gebrek aan goede Veldoverflens, in «2 3666 den fiag by Chteronia overwonnen, en genoodzaakt vrede te maaken, welke vrede hen reeds zeer afhangelyk van Philip3658 pus maakte. Philippus werdt kort vtd daarop vermoord, en zyn Zoon Alexander volgde hem op; en werdt door I nocioN,toen het floofd der Atheeners zeer vleijend en laag om vriendfehap aan3679 gezogt 't welk Demosthenes niet ,2< konde doen, dat hem een ballingfchap 5 veroorzaakte. ^ 3681 Naa de dood van Alexander heb- ,0, ben de Atheeners zig nog eenigen tyd te3685 gen Antipater en Cassander qiq verdeedigd, 'er werdt door Demetrius 3698 Poliorcetes weder eene Democratie 305 - in-  C 23 ) To.«n Her lanen voor de gem, ingevoerd; in welken tyd de Gallen een -5725 inval in Griekenland deeden, maar door 279 Calippus weder uitgedreeven werden, doch zy geraakten op nieuw in moeilykheeden, daardeZoonvan Demetrius, 3736 Antigonus Gonatus hem vyand- 268 lykheeden aanleedt.zy zochten daarop te 3804 Rome hulp; hierop belegerde Philip- 20a pus Atheenen, doch werdt welhaast in zyn toeleg gefluit; maar zy behandelde 3016 den Romeinen in derzelver Oorlog tegen 88 Mithridates zeer ondankbaar, waar- 3017 om ook de Romeinfche Veldheer Sylla 87 hen gevoelig ftrafte. Hunne wankelmoe- 3944 digheid deedt hen in 't vervolg eerst de co party van Pompejus, daar naa die van Brutus en Cassius, en eindelyk die 3962 van Antonius, aanhangen. . 42 Onder Augustus en zyn Opvolgers bleeven zy nog hunne vryheid behouden; maar Vespasianus beroofde 'er hen ten eenemaale van, doch N e r v a gaf hen dezelve weder, en Hadrianus herbouwde op nieuw de Stad; doch in het Jaar naa de Gemeene Jaartelling 268, plunderden de Gothen de Stad ten eene maal, en by de verdeeling des Ryks, onder T h e o d o s 1 u s, is zy onder het Oosterfche Ryk betrokken geweest, en eindelyk, met deszelfs val, in handen der Turken gekomen, die nog het bloeijend Griekenland bezaten, maar van Atheenen is niet meer dan een zeer gering Steedjen voor handen Dit meenden wy nog by de Historifche Tafels ter inlasfching te moeten byvoegen, wyl deeze byzondere Gefchiedenisfen in dezelve niet aangeweezen zyn. Wat  VJe. .TYDPERK. Van Troije's verwoesting 2820, tot Salomon s.99 r. Een tydvak'van i?i Taaren. Taaren J f J voorde der VV. Gem. JaarH- Rechters. I Asfyriers. Lydiërs. Lacedamon. Atheeners. Latynen. Gem. Aanmerk, iing. 2S20 XVI. 1 '2- Verovering van 1184 sü23 Abefan 7. i Vervolg van Vervolg van Demophontes IV. Troje. n8i XVII. III. den eerften den eerften of Demo lEnjsas 2825. 28-0 Ahialon !o. Ninias. Staat der Ly Staat der La- phoon 33. % ... 1174 0831 XVIII. diers. cedsmoniè'rs Ascanius 2828. Ninias doodt 1173 2040 Abdon 8. ..... .... totopdeHe .... zyne Moeder 1164 XIX. racliden. . . . Semiramis-, 2848 Heli 4.0. .... om over de 115* XX. • « • Asfyrié'rs te 2850 Philiftynen4o .... I ... . heertenen. 1154 28?0- ƒ....ƒ.... JOilmHei la-ISySviw ) . . . ,hS *8*8 xxï.Apbias'r'. . . . * * ' "* B86p Samfon 20 g • ... . . „35 2877 .... ..... .... . ... l6. ... . . . ii27 2887 XXII. Hier is een lee . . . , .... Melantaus37. . . . Samfon fterft 1117 s888 Samuël 21. dig Tydruim van . . onder de ruïnen m& 406 Jaareu. VII. vanDagonsTem- 2g0, .... • [f'*sl* Sylvius. pel. r „ t .* 93 Heli fterft. . 2900 .... .... ... .*■•••, .... . . . . .1104 2902 Kon.vanjuda. Aanvang der ,I02 I. Regeering der S9oo Saul 40. Heracliden ; . ; 1095 * * deeze Staat 17. 5014 ... duurt268Jaar. Codrus. 1093 «gig I • ' VIH. David gebooren. 1085 2924 Latims Sylvius. . . .1080 2Q2<; .... . • . • ... .... !,*•, ** • • • • 107S> oo« Altyduurende . . . David verflaat 106* 9 II. Archonten, Goliath. 2940 David 33 deeze Staat . . . 2de. Staat van 1055 ^ duurt 316 Jaar. IX. Tyrus onder XII 297. 1 • • • Alba Sylvius. Koningen, in 1030 III. 2946" 3 CXCIII. XL7II. XIV. T,0* ... . . . lan XX. ... Lodewfk X. Alpbonf. XI Inftelling van 1308 s XXIII. de Orde der „ia . . . Lodewyk Begynen. 1312 0 van Beiereu. CXCIV. XL .II. i,t_ Bened. XI. . . . Phüipps V 131+ 3 * XXIV. CXCV. 3ai7 . . . Fredrik III. Clem. VI . 131Z 3 / LXX. CXCVL XLX. XV. VIIL Andion. III . • • Innocent.VI. . . . CbarleiIV. Petrus de Eduard III De Tempeliers 1325 II. van Vabis. Wreede. worden ver 3,37 Orchram. . 1 volgd. 1327 ' LXXI. CXCVII. «28 Jan V. ... ürbanus V. 1328 3 J III. L XVI. IX. LVII. ,,20 Amurath. Philip. VI. Henrik II. Richard II. David II. XXI. . . . 1329 LXXII. CXCVIII. Huis van Willem IV. I ia_o Tan VI. ... Gregor. XI Stuart. 1336- Het Daupbiné 134° 34 J XXV. LI. I. XXII. wordt aan ia_7 . . . Karei IV Jan. Robett II. Margaretha. Vrankryk ge- 1347 XXVI. CXCIX. IX XVII. 1345- fchonken. 3-j78 . . . Wenceflaus. Urbanus VI. ... Karei \ Jan I. ....... XXIII. Uitvinding van 1378 LXXIII. Huis van het Buskruid «a8A Andron. IV öeyeren. Ao, 1380. 1384 LXXIV. ' CC. IV. LUI. Willem V. door Berthold J387 Emanuè'f . . • Bonifac.IX. Bajafet. Karei VI. ... Tak van Lan . . . 1350. Schwartz. 1387 PalKologus. XXVII. XVIII. caster. Begin der ,,80 . . . Robert. • • Hendr. III. X. II. lloekfcbe . . . 1389 1 r CCI. Hendrik IV. Robert III. en Kabbel. 3400 Innocent.VII. ... • • • . . , jaauwfche . . . 1400 T Tamerlan Tweefpalt. t Viernedett XXIV. - ——• XV \ W\*tet \ Albregt. XV. \ CCVV. 1 \ \ '3%J>- jKerbvergaae- Eeu«V iioï' ' .".-** ' • • '• Gregor. XII. V. . . -. XlX, facob I. XXV. ring van Can- 140» i 4 ƒ XXVIII. CCIII. [fazebel.. jan II. XI. Willem VI. Rans. ,.IT . Sigismund, Alexand. V. VI. , . . ^etf. Hendiik V. ... 1404. Kerkvergade- 1411 LXXV CCIV. Soliman. I4I3. IV. XXVI. ring te Bafel. ,.l8 tan ' . • Tan XXIIL VII xlï. Jacob II. Jacoba.1417.Inftelling der 1418 14 S XXIX. Mofes. LLV. Henrik VI. Zuid-Hol- Janitfaaren. 3A?8 . . Albert. . • • • • • Karei VII. . . . uaa. ... landfcbe 1438 343 * XXX. CCV. VIIL Waardbreekt' . . . . • Fredrik. IV./Martinus V. Mahomet I. ... ... ... ... door. 1421. Uitvinding der 3443 LXXVI* CCVL IX- XXVII. Boekdruk- tai<; Confhnt' ... Eugenius IV. Amurath. Huis van kunst. 1445 pXoIok CCVIL i X. Bourgonjen. Mahomet II. • • • Nicolaas V. MahometII. . , . \ Philips I. ... 1455 neemt Con CCVIIL \ XX. V. 1433- Ji6i ftantinopo- . . • Calistus III. Sedert het / . . . Mem-ik IV. ... Jacob III. XXVIII. De Portugee- H6t 4 }en in F CCiX. inneemen ƒ LV- 1454- XIII. Karei I. zen ontdekken ix7a Einde'van • • ♦ Pius II. van Conftan /Lodewyk XI. . . . Eduard IV. . . . 1467. Guiné. 1474 Ihet Keizer- CCX. cinopolen I XXIX. C. Columbus rvk in 't Paul IL neemen de \ LVI. XXI. XIV. VI. Maria. i477.ontdekt Ame- X481 Oosten. • • • CCXL Sultans denkatel VLlL FerdinandV. Eduard V. Jacob IV. XXX. pica. I48r * " Sixtus IV. tytel van Huis van | s.q2 . . . CCXIL Keizer aan. Huis van Or- . . . Richard III. . . . Oostenryk. 'Spaanfche In- 1491 4> ' ' XXXI. [nnoc. VIIL XI. //eans. ƒ van Ricbem. /Philips II. quifitie inge- tj.08 . . . Maximil.L CCX1II. iBwfet IL' I LVII. {. . . { -£----! - - - Ot»d«fl*W. 14?* W ' ' !P™ ■ ■ viexand. VI. \Lodew]k XII. Menrik VII. Voogdy van -vr Maximiliaan. XVI. 1 CCXIV Raas en f Eeuw. *e™* . . . Pius III. ' ... . « . Huis van . ... . . Broods Volk . J . 1503 1503 * * ' CCXV. XII. Oostenryk. J II. in Holland. . , . Tuiius II. Selim. Huis vmiAn- I. Henrik VIIL . . . 1495. . . . 1512 1312 ' CCXVI. goulême, Philippus. 1509. VII/ XXXI. f„. ... ... Leo X • • 1505. • • • lacobV. Karei II. . . . 1513 1513 ' LV1I1. 1506. Onder TCT{. Fran9oisL Voogdy van ... I5T5 J515 ... ^ Maximiliaan. ïSl6 karei V. ... i5«S Geduurende dit Tydperk werdt Bajafet I. door Tamerlan verwonnen, en in een Yzeren Kooi gevangen gebouden 1502. De Venetiaanen beezigen het eerst het Buskruid tegen de Genueezen. DeVaudoifen in 1160, en deAlbigenfen in 1176 ontftaan en beroeren de Catholyke Kerk, gelyk ook de Husfiten in Bohemen 1407. Paus Clemens V. verplaatst den Pausfelyken Zetel van Rome naar Avignon, welke daar 71 Jaaren blyft, tot op 1376, wanneer dezelve weder naar Rome verplaatst werdt. De Kunst van 't Schilderen in Olyverwen werdt door Jan en Huikrt van Eik uitgevonden 1410.  Vtffc. NIEUWE TYDPERK. ! Van deu aanvang der Reformatie, A». 1519, tnt op den Vrede van Carlowitz, 1699. Vervattende een Tydvak van 1S0 Jaaren. Jaaren —— ■ — , 'volg. J««w« degen». Keizers. Paufen. 'mlfche Keiz. 'ton.v. Prankr. Kon. v. Spanje. 'ün.v.Engel. Kon.v.Schoft Needer landen. Cemèhqde 'sgèm J™"611- Yvvn ,r , . Aanmerkingen. rJarteJ.; **Xu. Vervolg der 1519 Karei V.wor.i ...... ... Koningen uit ... ... Graaven van Hol- Lutherus (laat lt-I0 ie Ak-;n ge- CCXVIL XIII. het Oosten- land. ten eenemaal te- 1520 kroond. Vdrwn VI. jalkian II. ... rykfcheHuis . . . gen de Room- eCXVIH. fche Kerk op. 3 1522 Hy wordt in Ome-s VI. 1 . . . ... 1520. Uoursondiën CCXIX. 1523 tot Koning Paul III. De Reform, dringt Zwinglius her- Ivan Lombar CCXX. III. I door. ' vormt Zwitftr- 1527 jdyën ge- Julius III Eduard VI. i • . . Vrede teCameryk.'and. jtroond. CCXXL VUL 1529. Concilie van 3 ' r54? ... Marcellus II. ... Maria Stuart. Herdoopers in de Trente. lS4a CCXXII. LIX. IV. 1 Nederlanden. 1535. Calviiius bet- J553 / • • • Paul IV. ... Henrik II. ... [ohanna. . . . Delft verbrand. 'ormt Geneve. T° ""\ kxxvii: m^Z"lM'*'' , . . ; Ss».d. vnOori,. t : -. l6l, 1619 Ferdinand II. Innocent. IX. . . . . ; 1 Vpr™i0;n» «™ r<,n CCXXXVI. XIX. * * v* ' ' * * *■ • ïe^GodKt 9 l6" XXxVlII*. cSxvn11'0^ ' * * PhiJW" IV. .. . . III. rotMfeo. *fcr pfrdiranH ii rC tv a X\ „, lL Fredrik Hendrik. Oprechten det ï637 Ferolnand "Itoèmem; IX. (AmunHh IV. Karei L 1625. öosMndifche 1637 , q fc, AXXV"L rL XXL Onthoofd. 1649- Maatfchappy in ÏÖ£b ' * * f 7^vvv"v bTnSl„,; Geboorte van . ; . Cromwel, ProteAor. j . . „ Neederland.1602. 1638 CCXXXiX. XXII. Lodew.XIV. 1619. i*43 • • • I*oceniXl. MahomethIV. LXV. . % ; M IV. ... 1643 , ' Lodew.XIV. Karei II. Willem IL 1647. 4 yyVivw,.. ' Huwelyk des ... . , MunfterfcbeVrede. . . . 104.8 XXXIX. XXIII. Konings met / IV. 1648. l658 Leop. Ignat. Soliman II. Maria Th ere- . . . Jacob II. V. Geboorte van itf<8 . CCXL. XXIV. öa van Oos- VI 1 Willem III. 1672 n l? 5 «687 - • ■ Mexand.VIII. Achmet II. Uyk. KareUI Nimweegfche 7 ?SID",p 1687 i69i . LSlT l66°- V- rr Vrede' J67t H-kdiftvan ^ CCXLl' ^üftapha 11 Willem III. . . . Nantes wordt j69i l695 . . . Innocent.XII. . . . faCOb „ Ko- ... I "ÏSgSS^5' ^ m ........ . fcaSnS^ftl ..-{... B Vrede te Car in Vrankryk. 1 \* * * 'W %ï~ 1 *j • • • ; • • . . I ; ; I , . . . \ . . . w*k; . . ^p In den a«nvanp; van dit Tydvak bloeide te Rotterdam de uitmuntende Geleerde Defiderius Erasmus. Lutherus werdt door den Keurvorst Fredrik van Saxen befchermd. Keizer Karei V. houdt in 1521 te Worras, en voords in Neurenberg, Regensbur/en Augsburg, Ryksdagen, om de Hervorming te fluiten; en eindelyk een generaal Concilie te Trente; waar teeen LuthVr 11 rlr yyn protesteerden, en van daar den naam van Proteftanten bekwamen; daar op volgde het Verbond der Proteftantfche Vorsten te Smalcalden, en Lutherus gé zyn Belydenis, te Augsburg, den Keizerin handen. Voords werden 'er in dh Tvdvak vXrf den nieuwe Geestelyke Ordens begonnen. Karei de V. doet afïland aan zyn Zoon Philips. De opftand derNeederlandm r«m Spanjen vangt aan m 1568. Zwitferland Tiervormt zig 't eerst. In 163S wordt Lodewyk XIV. gebooren, en de Kardinaal Maza rtn beftuurt Vrankryic naa Richelteu. In Ao. 1649 wordt Karei de I. iti Londön onthoofd; en Cromwel neemt dit beftuur onder den tytel van PreuSer aan; ook werdt gelykertyd Sultan Ibrahim, te Cjnftactinopolen geworgd. Het Keizerryk China valt oa  IX*e. NIEUWE TYDPERK. 'Van de dood van Paus Benediéhis XUI. 171(9, tot den Jaare 1755. Vervattende een Tydvak van 26 Jaaren. Jaaren __—__ ._ — — - ~" 'volg. DuilfekeRyk. | Paufen. Turken. IKon.v.Prank, W. Spanje.Ko,.. Engel Rusland. Nederlanden. ^X». JaS Jaarteli. CCY\ V vyvII IV. rr. AaVona. nuX vil \Tahom»t V . . • Anna ivanovv-Viaanen komt Vidor Amadeus. 1730 I73o TweedeEeuv, .lemens XII. ^o^a V aan Holland. Koning van Sar- FeestderAugs naaacAtzet- dienie, ftaat de burufche Con nog vm Ach- Kroon aan zyn I7,i Waarvan . • • " • Twist over de De-Infant Don De Konlmt . . . De Staatetï Th2£A«niHr«, *73' 7 Km Bulle Unigeni-C.rlos wordt treedt in 't treeden in't I harnas kouhkan Weenen' -cus. Hertog van Weener Trac- Traftaat van overheert Perfiën. Parraa. taac Weeneh 1732. 1732. T,„ Oor'osr. met De Cardinaal . . . Koning Stani- Oran in Africa Verdreeven Naade dood van 173J I7j3 ?r,nk°rgyk, Coscia valt in üaus van Poo veroverd. «djyr. «J^** Spanje, en jngenade. len wordt on- ontfangen. .g i^o e , Sardiniëa. derfteund. en Staniflaus .... D> Kroon- De Rusfen . . . Leczinsky, bei- 1734 *'34 * * V " primes trouwt belegeren den verkoren. .,»- . ... üe Turken . . . (De Infant Don met den Prins Dantzig. . • • Koningstaniuaus 1735 *7*5' • ' «otden door CavtoB worde waa Onafr. v!uchc ult üanc- de Perfiaanen Koning van Z1S- geflagen. Napels. _ , . d DoHertosrvar, . . . Oorlog met , ... Oorlog met . . . De dappere Pr.ns i7& f Sr £usrden,, deTurken- zers oudfte Perliaanen. ^ ^ T-rsv Oorlof met de Het beroemde Oorlog tegens Koning Stani ï.. 't Hertogdom' . . . wordt Koning 1737 737 Turken Huis van Me-den Roomsch ,kus wordt Couriand van Corfica. 1UI Jicis fterft uit. Keizer. Hertog van komt aan DeGraaf van Bon- . . . Vrede met Lotharingen. Oorlog tegen Oorlog met Rus/and. ... nevai maakt ZIS *73» !739 • ' ' Ruslanden "ü'flariJ Engeland. Spanjet Samenzwee- om deezen tyd m CCXLVI den Keizer. j ring tegen de ■ i urfcyeu zeer be- wg^gg • • • KdT- K5iB.?«™. -w ae vi. item. 1 Wn andet Ibraaken. te wordt Koning ~ ,rM,0 . ; . - . , l » \ . « • VToogdy. Woord aan de van Ptuisfcn. 1741 ^74I Oostenrykfche VL Ulneezenlel J SuccesfieOor ElifabetA. Batavia. \ lo8- Oorlog mee • r. , , ; . ...... Zweden. ... . . "„ 174a: ^742 Carel VII. . . . • • yrede met ... J - . - \ 1743 1743 ,Zweden. < \ . - • Oorlog tegen . . . Oorlog met ... Prins Carels , . ? 1744^ J744 •.. ... Engeland, en Frankryk. tocht over den \ deKoningm \ Rhyn. / 7' vanHongaryën. y r.„i e ; ; ; ... .si Inval van der »' ï » Slag by Fan- Zwaare Runder 1745 27-45 Keizer ^arei Pretendent in senoi. pest itr de Neder- VIIX^„C; Schotland. landen. Franciscus I. ^ , ; Ferdinand VI • Brusfel inge- SlagbyRaucoux. 174$ ï74<5 • • • nomen. VI. Verandering in 1 Oorlog tegen ... ... ... Willem IV. de Staatsgefteld- 1747 i7t-' • * de Staaten. wordt Stad- heid derNeder- houder. landen. T-™s Vrede teAaken • - Vrede met En- , \ . Vrede met • . . Vrede met den Zwaare Beroer 1748 174.0 vi=« geland, Hon- Vrankryk. Koning van tens in de Neder- garyën,ende Frankryk. landen. Nederlanden. . ... ... Beroerte te ... i7?o C7S° Mieuwkerk. . ; . 'j , ■ . . Dood van den . . . Willem IV. Oost-Indifche 1751 3'51 " ' Prins van fterft. Zyne Compagnie te Willis. Weduwe Snibden opge*ordtGouver rigt. 1758 S , • .? ■ • I . ^nte. Maatlfchappy der mz '° Weetenfchappen Verdrag van te Haarlem opge- I7<, ... . ; ; ... . .. T . 5 . ..... Koophandel dgt. I753 i75i Tiet den Ko ning van Napels. -rfrcvi ... ... ... . : . . ", , . • ... De Rhyn en ... 1754. 375+Ysfeldyken ' breeken door. Lisfabon door J7<<. ; . ... . • Oorlog tegen . . . Otrlog met . . . Oorlog met een verfchriklyke 1755 /i;> " ' de Engelfcb,en. Vankryk. de Algerynen. Aarbeeving ver- I 1 l woest.  X* NIEUWE TYDPERK. Van den Oorlog in Duitschland, tot den Jaare 1772. Vervattende een Tydvak van 17 Jaaren. . Jaaren Jaaren — — — [ volg. teGem. Duitfche Ryk. Paufen. Turken. Kon.v. Frank, Kon.v. Spanje. Kon.v. Engeü Rusland. Nederlanden. ^erSgen. j-SSl Jaarteli. XXVIII r7-rf Verbond met . . , Osman III.' Verbond met . • . Verbond met ... ... De Koning van 1756 X7a6 F2?Sk, 5 de Koningin Jen Koning hét'Srvomen Oorlo/met van Hong"- ™n Prulsfün' ° 1^urvorsten- den RonTng ryën,enOor- * Oorlog te- t™t " van Pruisfen. log tegen En ^Vrankryk. bezit. geland- 17,7 Bataille by De Koning Oorlog tegen 175? Praag. wordc door deD Kon,nS CCXLVII XXIX Damiëns ge- van Pruislen. t,,o . Clemens XIII. Muftapha III. kwetst. De Rusfen Brand derKer Batailje by Zorn- 1753 A'-> verwoesten miskraamen dort. Custrin. in 's Hage. 77 Vrede te Hu- . . . Vrede met En Vrede met En-Vrede met throond. De Volkplan- De Nederland- 1753 bertsburg ' * * geland en Por geland en Por Spanje en "III. ting de Berbi- fche Koophandel hugal. cugal. Frankryk. Catharina II. ces wordt af- lydt veel door \ ö 17Ö2. geloopen. Bankbreuken. J764 De Aartshertog . j, \ . . Vs Koning*' • • • Leengerlcht StanlOaus Ponia- 176*4 * WepbuswotdA } WseteZoo»,. iteZutphen towsfcy wordt 1 Roomscb Ko- j f Iwordc Bis- gehouden. Koning van Po- tjing-. / fchop van len. XLIV. Osnabrugge. * T76< Tofc-phus II. . . ' • De Dauphin 'sKonings De Weduwe De Aarts-Hertog 1765 ' 3 J * * 'lerft. Broeder, den van Jan Willem Peter Leopold Hertog van Frifo fterft. wordt Groot-Her Panna, fterft. VIL tog van Toscane -rr » ... 's Konings \ . . . Prins Willem De Oude Ridder ^66 I J'm * ' * * Schoonvader, V. van St.Joris fterft. Stanillaus, ge, weezen Ko- I aing van Po- I , .... len, fterft. De Jefuiten Prins . - . 1767 ■ 1707 I • • • worden uit Willem V. I Spanje geban- trouwt met nen. de Kroon- I ne paus ver- Oorlog tegen De Koningin Oorlog met Prinfes van De Franfchen J7C9 I l76* " ' ' Mest de Siad Rusland. derft. de Turken. Pruisfen. ontneemen den Avignon. ' lil AvtgB°°' w CCX.LVIIÏ 1 1 riemens XlvVtorioa teeen Corficaaande Bataille aan . . . Pascal Paöli, J75p :. . . Clemens AlV. Oorlog tegen ^ den Niester. Verdeediger der /y ru Corficaanlche J Vryheid, wykt . De Jonge Dau- ... naar Engeland. J77° ' ' phin trouwt met de Aarts Hertogin van De Koning van Oostenryk. Polen wordt „ , ... • d0or eenige 1771 »' * ' Moordenaars overvallen, en zwaar gewond. De Graaven Stru- . De Amfter. enfee en Brandt 1772 1772 • • • ... dimfche worden te Cop Schouwburg penhagen ontI verbrandt. nalst.  XI*. NIEUWE TYDPERK. i Van den Jaare 1773, tot het tegenwoordige Jiar 1793. Vervattende een Tydvak van 18 Jaaren. Jaaren faarers volg. —' ~ ' "olg. dcgcro. (ie gen l».meU.\Duitfehe Ryk Paufen. Turkfche Keiz. Kon.v. Frankr. Kon.v. Spanje. Kon. v. Engel. Rus/and. Nederlanden, f Gemengde faartei Aanmerkingen. 1773 ... ... ... ... Invoering der Karei liroanuè'l, l7j* Nieuwe Pfalm- Koning van Sar- XXX. LXVIE >eryming. diniën, fterft. 1774 Achmet IV. LodewykXVI ... Tweede Eeuw- De Orde der je- 1774 Feest van Ley- luiten vernietigd. CCXLIX. dens verlosfing. 1775 . . . Pms VI. Vrede met • . Vrede met Zwaare Dykbreu- . . . \~?5 Rusland en de Turken, ken en Overftroo- 1 Polen. mingen. 1776 ... Huwelyk van Storm en Waters . . . I77a den Groot- nood. i Vorst, met J dePrinfes van I Wurtemberg. 1777 Maximiliaan, ...... ... ... ... Zwaare Wa- Oprigcing van den Keurvorstelyk j77j Uaatfte Keur- tersnood te Oeconomifchen Paleis te Bonn jvorst van Beye- Petersburg. Tak. brandt af. ren, fterft. 1778 Oorlog in ... Smirna door De Americaa ... De Ameri- Washington ver- j-yS Duitschland, een Aardbee- nen onder- caanen vallen deedigt de Vry- overdeNaalaa- ving verwoest, fteund, en af, en Oorlog heid van Noord- tenfehap des Schriklyke Oorlog met met Frank- America. Keurvorsts van Pest te Con- Engeland. ryk. Beyeren,doch Itantinopolen. eindigt fpoedig. 1779 Oorlog met Oorlog met De Keizerin Nederlands Con- Tweede Eeuw- 1773» Engeland. Spanje. ftelt de Ge- vooi door de En Feest der Unie wapende gelfchen geno- van Utrecht. Neutraliteit men. 1780 MTaria There- ... ...... Vrugteloosbe-Elliot verde- in. JKoning vanZwe- Tweehonderd 172» fia, Keizerin eg van Gi- dtgt Gibral- den in Holland, jaarig Jubelfeest Koningin van braltar. tar. Oorlog tegens de der Augsburgfche Boheemenenz. Oorlog met EngeTchen. Confesfie. fterft. de Nederlan- Onlusten in Ne- den. i derland neemen ;en aanvang. 1781 De Keu er . , De KeizerinRoemryke Over- St. Eultatius door i7ix tragt de Oor- , , tragt de Oor- winning op Dog- den Engelfchen logende Mo- logende Mo- gersbank. ingenomen, genaheeden tt : ' , gendheeden Keiz.et Jofephu» V oevredigen. , tebevredi- in Holland. 1782 .. .. . . . ... gen. Noord-America De Keizer doet 1782 wordt door de de Barrière-Steden Staaten onafhang- flegten. Het Groot lyk verklaard. 1783 • -. • • De Stad Mes- J . . Oorlogs- Ma- Vrede met Vrede met .... Affchaffing der ... 1783 fina door een . >ïazvn te Bresi Engeland. Vrankryk, Drostendiensten Aardbeeving verbrandt. Spanje, en de 'n Overysfel. verwoest. Vrede metEn- Amerikanen. ■ 1784 De Keizer \ . ... geland. . . . Vrede met . . . ZwaareGefchillen Zwaare Water- 1781 3ischt de ope. de Neder- met den Keizer, vloed in Gelder- ning der Schei- landen. Vrede met Enge- land. de van de Ne- land. 17S5 derlandfche De Koning Exercitie Ge- ... iTS< Staaten. tragt vrugte- nootfehappen loos de onlus opgericht. ten in Neder . 1 land te ftillen. i?86 Verbond met i Hattem en ElburgFrederik de 178& de Nederlan ingenomen. jGroote, Koning _ , , den- vanPruisfen,fterft. 1787 Oorlog met de . Oorlog met ... ... ... Oorlog met Omwenteling in ... 087 Turken. den Keizer en de Turken, de Nederlanden. Keizerin van Rusland. 1738 . Oorlog met Aftogt der Pruis- 'Drievoudig Ver- 17SS denZweeden. fen uit de Neder bond tusfchen Enlanden. Igeland, Pruisfen en de Nederlan- XXXI. V. den. 1789 De Onlusten . . . Selim III. Staatsömwen- Karei IV. Zwaare De Rusfen ... ... 178a met de Braban- teling in Ziekte des oehaalen ders en Luike Vrankryk. Konings. groote Over naars neemen winningen op een aanvang. de Turken. 1790 Keizer Jofepb I7oo 11. fterft. I ' ■  H co P ♦—^ J: .« — n >, c .5 -1* „ rS -? Zl t= T3 gaife-a <*>— ^OreS-O-^.CJ-a 5 "O 3 w „ _,, so to -0 5 c co "* S a , 3 '.tï O w -O _ b0~ r>i » . r ^ 1 1 id .... ! W o jo <5 m> é 3" tg td eo Z cfeo OO OOOOOOOO OOooO\ "-IOOOmOOOOOOOO^OO O O O # O ft n tv. 0"«5'* w fc>_C\ Vdco 0—f.'H-^-u-)t>«>, t,NM c\ 0\l0M»-ii-i-.i-ii-,l-leleic<<:«e< c' eocomm R S u mm cicicincinciM ti a n n « mtijfJWmejnCTdïromnm cj «roMen y  % NAAM- kn TYDLYST Jaaren I Hiflorie-Schryvers. ' ' Dichters. Wysgeeren. , Kunften. en Gem. Aanmerk. fSo SSsM^ Alcma, * ' * Solon.Anacharfi, Papirius, Rechtsgel. S37.° . Alcajus, Sappho. 327? • ^Efopus, Sreflchorus. 5375 • feremias, Zephania, Haba- knk. 332° .... JVlimnermus, Ibycus. .... Theognis, Thespis. S4oo .... Ezechiêl, Daniël. .... 34°9 . • .... .... Phalarij, de Tyran, zegt • nien, eenige Brieven te heb- t*10 ..... . • . • . . .... bennaagelaaten. Pythagoras, Simonides. Pythagoras keert uit Egyp- •'430 .... Phocylides. .... ten naar Griekenland weder, 344o .... Anacreon. Pythagoras, Anaximenes, alwaar hy zig van de wys- S45o .... Epicharmus. Pherecydes, Cieobulus, heid der Egyptenaaren voor- 3^o .... Pmdarus. Zamolxis. zien hadt. ten tyde van Ko- 34?o .... iEfchylus. ning Amafis. 3480 Charon Lainpfacus. Haggaï en Zacharla. .... Phidias, Beeldhouder. .... Achaius, Sophocles, Phry- Hersclitus, Parmenides, Thimantes, Sch. ; 34P° Hellanicus heeft de eerfte nicus,Philonides, EUripides.j Zoroaster, Confucius, Zeuo, Themiftocles zoude eenige Griekfche Gefchiedenis ir Eleat. Brieven naagelaaten hebben. Profa gefchreeven. .• .... Pana;mus, Parrhafius, Po-' 3500 Herodotus, heeft eene al- Bacchylides. Democritus, Leucippus. lycletus, Zeuxis, Schilders. remeene Hiftorie befchree- Antifthenes, Charondas. Hippocrates. S5ro ven. . . , ; OcellusLucanus.Uit welken GorgiasLeontinus, waseen Ariftoteles veel overgenoo- Sophist of Letterkundige. 3520 Thucydides, heeft over den .... men heeft. Empedocles. Antiphon, deeze waseen Oorlog der Peloponefers en Hippocrates. Redenaar. Atheeners gefchreeven. Andocides, een Redenaar. 353* • • * • . Cratinus, Blyfpel enFabef .... Polybus, een Geneeskun- Dichter. dige. Agathon, Treurdichter. .... 3540 Hanno, Gr, Hift. Sdryv. Piato, Blyfpeldichter. 3550 Ksdra. Nehemias, die het .... Lyfias, een Redenaar vervolg■ op Esdra gefchree R"polis,Blyfpeld.Malachias, Socrates, Epicharmus, ven heeft. De Autheur var Ariftophanes, Blyfpeld. het Boek Esther. Saleucus, Wetgeever der 3560 Ctefias, hy heeft deRebu? .... Locrenfen. Tima;us Loer. Indicis gefchreeven. Melisfus, Leucippus. Xenophon. Cebes. l%° P?°PomPus- .... Ifocrates, Plato, Cebes, Ifieus, een Redenaar. C tpboius. . . . . Anacharchus, Ctito. Demosthenes en iEfchi. o59o .... .... /Efcfnnes. 'nes, Redenaars. , Hyperides. .... .... .... Chion, Brieffchryver. «rf,r omiu»,. a . » * AlexanderMagnus.als Brief- 3048 Phiwtus. .... Ariflippus, Aotisthenes. fchryver. Diogenes, Ariftoteles, Euclides, Wiskunftenaar 3650 Megasthenes.Chalaeeuwsch .... Crates, Hipparchia,Hera- Theophrastus.P/antkuudiÉe. yver' Alexis, Comicus. clides, Ariftoxenus, Zeno, Denarchus, Redenaar, aftóo Ctefibilus, Tirnteus Sicul. Philemon, Comicus. Theophrastus, Apelles, Schilder Abydenus, Palrjphatus. Menander, Comicus. Pyrrho, Philolaus, Pole- Demetrius Phaleraius Rhe« 3»7° .... Diphilus, Apollodorus, mon, Speufippus, Arcefi- tor. Pofidippus, Lycophron, laus, Dictearchus. Crantor. Protogenes, Schilder 3600 Antigonas heeft een Verza- Simmias de Rhodier, Stilpo Megarens. Praxiteles, Schilder * jielmg van wonderlyke Ge Theocritus, Callimachus, Hermachus. Eratosthenes, Aftrónomiir ichiedemsfen befchreeven. Aratus, Apollonius, de Epicurus.Strato. Diodorus. Pamphilus.Sch Dinocra.P* 3690 l Beiofus, van Asfyriëi.. / Rhodier. Theodorus. | Bouwk. LycippusVBeeidh.  van GELEERDE MANNEN, taaren Hiflorie-Schryvets. \ Dichters. Wysgeeren. Kunfien. en Gem. Aanmerk. der W. 3700 Maneton, van Egypten. Cleanthes, Zoïlus. .... Ariftarchus, Atlronomus. LXX Overzetters. 37io Ariflaïus, een Jood, be- Philetas. .... fchryft de Gefchiedenis van Livius Andronicus. Jefus Syrach. de Overzetting des Bybels. 3720 .... .... .... Archimedes.Wiskunltensar. 3730 Fabius Piétor, zogenoemd Apollonius Rhodius. .... Apollonius Pergeus, Wis- om dat hy den Tempel Sa- kunftenaar. Conon,Wisk. lutis uitgefchilderd hadt, is Naivius. de eerfte Romeinfche Hifto- Enuius, de eerfte goede La- riefchryver geweest. tynfche Dichter. 27So .... Plautus. .... 3770 Polybius heeft in'tGriekscb Ccecilius, Terentius, Bly- Critolaus. Cato, Cenfor of Major, den tweeden Oorlog der Ro- fpeldichters. fchreef de Re Rustlca. meinen en Carthagers, of den Hyphiles, Wiskunftenaar. Punifchen Oorlog, befchree- Arillarchus, Criticus. 3780 ven. Pacuvius. Tragicus. ' Philo Senior, Schryver van het Apocryphe Boek der VVysheid Salomons. 3790 .... .... .... Nicander, over 't Vergif. 3800 Calpuruius Pifo Annales Bion, van Smyrna. Mofchus. Carneades, Pansetius. Apollodorus, eenMytholo- 3810 Rom. Ezechiel, een Jood, zoude Critolaus. Hegefinus. gist. een Grieksch Treurfpel ge Aristo Ccecus. Dofuheus, Wiskunftenaar. fchreeven hebben. Accius, Diocles, Wiskunftenaar. 3820 . . . . Treurdichter. 3830 Ccelius Antipater de Bello Lucilius, Hekeldichter. Punico II. Sempronius Hift. fua; temporis. S850 .... Scymflus. Posildonius. Geminus, over de Verh'e* 3860 Quadrigarius Annales. ; J velingen. C. Sifenna Hift. Romana. Tyrannio, Criticus. 3880 . . . . Aphranius. Zeno gyr. Asclepiades, Geneesheer. 3800 DiodorusSicu!us,Alg.Hift. Lucretius Carus. Laberius. Antiochus, Charaidas. Spurinna, Wiskunftenaar. Salu«tius Crispus de bello Atheniott. T. Varro, fchreef over de Catiiinarum & jugurthinum. Archias Epigrammatistes. Latynfche Taal. Trogus Porupejus. Catullus P. Syrus. Sofigenes, Wiskunftenaar. 393° .... Propertius, Tibullus. Xenocrates. Timomachus,eenRomevnsch 394° .... Ovidius, Gratius Faliscus, Celfus. Schilder. over de Jacht, een Gedicht. Menecrates. Roscius, een beroemd Ro- Ca;farGermanicus,raaakt een Cicero. ' meinsch Tooneei/peeier. j vertaaling van den Gr. Dichter * Muza, Lyfmedicus van VAtams m LatynfcUe Verten. Augustus, fchreefeenigeGe- \W,l5eTi -houden -hem voor 1 wceiVxiwdvga Ttaftaaxjens. den beroemden Germanicus / Macer, over de Planten, den Zoon van Drufus, an-/ Valerius Fiaccus, de Ver- deren voor Domitiaan. borura Significatione. Pedo Albinovanus, Ludius, Schilder, vriend van Ovidius. ^fopus, een beroemd Tco- Phtedrus. neelfoeeler 3950 Julius Csfar de Bello Gal- .... neenpeeier. lico.C.NeposExell.Virorum. ' „•„„ nu j> , „ , ,. eefchreeven heeft üioumus, Ciitomachus. de nog Brieven van voorhan- Afmius Pollio. ' Onofander. den zyn. Dioscorides, een Mesfala Corvinus, de Pro. tjIkki uln , ms' Vitruvius, Bouwkundige, genie Csfaris. T. Livius. "Ille1- Maecenas,een voorftandet N. Damafcenu». ' va» Weetenfchappen.  4 NAAM- en TYDLYST Jaaren Hiftorie - Schrp 'trs. I Dichters. \ Wysgeeren, \ Kunften. enOem.Aanmerk. naaChr. Geb. Strabo, Geogr. i • . .... Johannes de Dooper. Jfisus Christus. Hygiims, de Fabelfchryver*. is de eerfte Schryver welke 10 Feneftella deRom.Potest, Dionyfius Periegeta.of de Rabbi Jonathan ,GnmaIiël, onder de Christen Jaartelling Reiziger, heeft eene Aar)- Onkelos, Philo, Juda;us. (gebooren is. Asconius Gafryksbefchryv. in Verfen ge- lus, Criticus. 30 Velleius PaterCulus Hift. R. maakt. . ... Manillus.eenWiskunftenaar. Pomp. Mela. Geogr. M. Sa- Celfus fchreef de ReMedica binus. en ComraChristianos. Menu- 30 .... Pha;drus. Thrafyllus, Chjereraon. crates Geneesk. Seneca Rhetor, de Oude. Jefus Christus wordt gezegd 33 «... ... . .... een Brief aan Abgarus ge- fchreeven te hebben. Pontius Püatus eenBrief aan 40 Mattheus Euangelist. Va- . . 1 . .... Christus. lerius Maxi mus, fchreef enke- Maria meede een Brief. Ie Charadters der Romeinen. Coluraella de Re Rustics Val. Probus Grammaticus. 5° .... • , . ~ « . ; ; Pa!a;mon. idem. Scribonius Largus, Medi- , _ _ , c"s te Rome. Petrus, Ta. 60 Joannes Euangelist, Tho Seneca, deTreurfpeldichter. Seneca,de Wysgeer. cobus, Judas, Brieffchr. mas, Nicodemus, Marcus, Perfius, Petronius, Luca- Nicomachus Gerafenus , Paulus, Brieffebryver. BarLucas, Petrus, Paulus, «us. een Platonisch Wysgeer. nabas, Dionyfius de Areopa- fchryven om deezen tyd. Mufonius. giter. Oiophantes, Ant. Libe- ralis. Rhetor. Ariftides, over de Muzyk. Turpilius, Sch. t . , Hermas Pastor, een Tra ét. fo Lmus, vsn het Lyden Pe- Siüusltalicus.heeft den Hden Cerinthus, Ketter, de Vita Beata. Piinius Se- tri en Pauli. Punifchen Oorlog in Heroic. cundus, Natuurkundige. Pachonis, Leven van Joan- Carm. bezongen. Asconius Ptedianus, Scho- 0 D£ï' • r r , . ValeriusFlaccusjArgonaut. ApolloniusThyaneus,Pyth. «'ast van Cicero. Apollonius ƒ'avius^Jofephus,Joodfche .... Wysgeer, wordt als een te- Thyaneus, Brieffchryver en Lift. rn 't Gneksch. genbeeld van Christus ge- Pythagoriesch Wysgeer. Curtius, het Leven var. fteld, door de Heidenen. Onmens Romanus, een Brief- Alexander. Longinus Hift. fcr.ryver. Proculus, Solinus, Pegafus. Su!picia\ Plinius Major, Wisk. $0 iDiétys de Cretenfer. Martialis Epigram. .... Qumailianus, Oratoria. ' ) Juvenalis Satyra. Philobibnus, Criticus. \ statius. 1 "Frontinus, Criticus. Agrippa.Mathem. Menelaus, Maihem. „,.„.,, . Polycarpus Epist. Ignatius. 100 Piutarchus, Gnekscti . . . , ApuIejusR.AkibaR.Aquila. Lucianus. """ ' Tacitus, Latyn. I Epiftetus Stoicus. Cr't°> Rufus , Soranus, Ciemens, Rom. Oudvader. Geneeskundigen. Papias, Oudvader. Papias. 110 Plmius Minor Panegyricus .... Aicinous Phil. Platonicus. Dio Chryfoftomus, Orator. T"jan- „ . Aretaïus, Medicus. Theon 1-iorus, Suetonius. Polemo, die zo van 'tPo Sen. Diogenes Laertius. degra gekweld werdt, dat Javolenus Priscus. Rh-tor. IM Hegefippus vervolgt Jofe. , . . . hy zig daarom uithongerde. Apollonius Dvfc. Apollod» Phus. Paufatms. nio Pruföenfis. rus,Bouwkunfteraar D°mZ ^Mnus. A rianus, de üitgeever van 'trius Phal. Sectm Jus Hrro- Epidtetus Werken, en zyn dus Atticus. Polvteous AriJ Discipel. jflides, Hermogenes, Criticus.  van GELEERDE MANNEN. 5 Jaaren Hiftorie- Schryvers. Dichters. I Wysgeeren. Kunften. en Gem, Aanmerk. naa Chr. Geb. 130 Appiamis Alexandrinus , .... Justinus. Polycarpus, Rabbi Pomponius Sextus, Rhet. heeft verfcheide Boeken over Jud. Hakkadosch. Artemidorus , over de de Oorlogen der Romeinen Chilpetn, Mardon, Valenti- Droomen. Rabbi Akiba. gefchreeven anus, Ketters. Agula, die de eerfte nieuwe Phlegon Trallianus, over Bafilides, Ketter, overzetting van't O.Testara. de Olympifche Spelen. in„1 pr' >. heeft- 140 Justinus heeft de verlooren .... Phavor.nus, Wysg. Hephtestion Thebanus Me- Gefchiedenis van Trogus Ariftides, Ketter. dicus. Pompteus verkort. Juftinus Martyr. Kerv. Herodes van Marathon, de Republicis. Aul. Gellius. Apicius,over de Keukenzaaken. jeo Apollonius Alexandrinus , .... Apuleus. Herodianus, Grammat. 0 Hiftoria Commemuia. Po Itensus, tegen de Ketters. J. Paulus,Rechtsg. Cajus,. lytenus, Stratagemaca. CeHus, Wysg. Hadmn. Rhetor. Papnna.- Paufanias * , Ptolomeus, nus' Kecïusg. Aardryksbefchryvers. ,g .... M. Sidetes. Athenteus. Hermogenes, een Rede- Aulus Gellius. naar, wien het geheugen naa Theophilus, Kerkv. zyn 25 Jaar geheel verliet, Irenteus, Kerkv. en by wiens ontleding naa zynen dood het hart onmaatig groot en geheel ruig bewasfen, gevonden werdt. _ . ; ; - ; „ J. Antoninus Pius, Romein- Aristides, een Redenaar. ' fche Keizer. Apollonius van Phrynichus, idem. Scajvola, Chalcis, Leven van Marcus Rhet. Ulp.Marcellus, RechtsAurelius, als ook Tib. Clau- geleerde. Melito , Hegefipdius Herodes. pus, Tatianus, Theodation', M. Aurelius Antoninus , een Vertaaier van het O. T. Romeinsch Keizer. Magnus, in 'tGrieksch. Athenagoras, zyn Lyfmedicus. Marinius Hermias, Mtecianus, Rhet. Tyrius, de Leermeester van Keizer Verus. Apthonius Criticus. * fi , .... Diogenes Laertius. Lucianus van Samos. Sex- 1B0 tus Empiricus,Med. Pollux Gramm. I00 .... Dionyfius Cato. Clemens de Alexandryner, Quintus Calaber *. Kerkvader. Tertullianus, id. 200 Philoftratus heeft het Le- Oppianus Anazarbeus, was R. Gamaliel. Julius Solinus, Philologus. ven van ApolloniusThyana:us een Dichter, welke Griek- Rabb. S. Jarchi. Rabb. ]o- Symmachus beeft het O. T. befchreeven. fche Gedichten over het vis- chanan. m t Grieksch overgezet. Agathemer, Geogr. fchen en jaagen gefchreeven Theodotion, Kerkvader. Zenobius of Zenodotus, heeft. Keizer A. Caracalla Minucius Feiix. Lexicograph. hieldt hem in zo hoog eene Origenes, Cyprianus, Gre- Galenus, Geneesheer. Philo waarde, dat hy hem voor el- gorius, Dionyfius, Al. Pio- van Thyane, Wisk. ken regel van zyn Dichtftuk- tinus, Kerkvader. PantK- Philoftratus Wisk. Perfeu», ken, die te famen uit 20000 nus, Kerkvader. > Wisk. beftonden, een gouden penning fchonk.  6 NAAM- o TYDLYST mTcZ. ScirJVerS' | DkhterS' Wieren. Kunjten. enQem.Aanmerk. Geb. 210 .... Sammonicus, een Medicus Alexander .Apnrodifienfis Diogenianus , Adasiar van Caracalia , vervaardigde een Ariflotelisch Wysgeer. Script. * eenCarmen Heroïc.in laudem Serenus Wisk Medicina.*, hadt een Biblio Athenseus van Naucrates theek van meer dan 62000 Schryver van het UoekZfctó' Banden, en werdt door Ca- mfiphiftei, was een Graai- racalla over tafel vermoord. inaticus Quintus Calaber *. Antipater van Hieropo/is, Rhet. Leermeester van Caracalla. i2o Claudius JEIianns, feireef .... .... Philoftratus, Tunior, een zyn Boek van veele Ge chie- Sophist. Minutius Felix dèmsfen, m de Gnetche fchreef een Vertoog, betv' Yr Jr > teldi OSarltf, ter retdcdi. Julius Afncanus, Chrono- ging van , lo&lst- Godsdienst. Hlppo|y(« , Ammonius Saccas, of de * Zakkendrager. Uipiantu, Modestinus , Pomponiu. , Rechtsgel. 230 Cenfonnus, een Chronolo- .... Origenes, een Kerkvader Aprines, een Sophist MI. gist. DioCasfius, heeft een die meer dan 6000 fchriften nucianus, id -m Romeinfche Hiftorie in 't vervaardigd heeft. Grieksch gefchreeven. 240 Herodianus,heeft VIIL Boe- ; . . . Philoftratus. Cenforinus Criticus ken, Romeinfche Historiën, Philoftratus, Jub. Critic 11 in 't Grieksch gefchreeven, >j«-vr..u.»u. van M. A. Antonius af, tot op Balbinus en Maximus toe. a5o Pontius, het Leven van den Paliadius, Carmen de Re Plotinus, Kerkvader. .... LVIart. Cypnanus. Rustica. Salonina, Gemalin van Kei» zer Galiienus, begunltigde de Platonifche Wysbegeerte. £60 .... .... DionyfiusLonginus,fchreef Cyprianus, een Kerkvader een Wysgeerig Traftaat,ai?} Pontius, Gregorius Thau" vxuvs, of overhet Verheve- maturgus,ofdewonderdaadine, was een P.aad van Ko- ge, Theologus. ninginne Zenobia.en werdt, naa dat zy door Keizer Aure lianus verwonnen was, door denzelven gedood. «70 .... Terentianus, fchreef een .... HefychiusAlexandr.fchreef Carmen in verfcheiden foor. eea Glosfarium. Ach iles ten van voeten en maaten. Tatius, een Griekfche Ro¬ man, de Clitoph en Leucipr> , . , T P's Amoribus. 280 iPvSaf' hetLevMVan ' ■ ' - .... PorphyriusModestus/chreef Vulcatius op bevel des Keizers Taci. j vuicatius. tus, een Boek over de Krygs< I kunst.  vau GELEERDE MANNEN. 7 Jaaren BJhrh-Sckrymt. Dichten. Wjtgeeren. Kunfien.enGem. Aanmerk. naa Chr, GS'o Spartianus, befchreef he, Nemefianus, een Gedicht Ma««. Panl Stmofttenw, ^^w^chufA I»«pn vm Adriinus Aur over de Tacht. Fermillianus , Gregomis , Rabbi AdJa, Wisic. w^dl£nB>b-^ '^^-ffi ^fcrteMtangeo. DU». Alexand. Anatolius, Mameruuus, een Redenaar. Septimius Severus, Pefcen Kerkv. nius Niger. Caracalla en GTuL'capitolinus, befchreef Viftorinus , Methodius , het Leven van A. Pius, Porphytms, M. Am. de Philof. Ant. Ve- rus, Pertinax, enz. tot Bal binus. iElius Lampridius , ver fcheide levens der Keizers, tot op Alexander Severus. GaUicanus, het Leven van Ayidius Casfius. ïrebellius Pollio, verfcheide levens der Keizeren. Fiavius Vopiscus van Au relianus tot Bonofus. Deeze zes fiiftoriefchryvers, te weetentSpanianus, Lampridius, Gallicanus, Jul. Capkol., Trebellius en Fla vius Vopiscus , worden Scriptores Hiftoria Auguiti Minores geheeten. .... Thryphiodorus. * Rab. Hillel. ae. 3 Osflari, eerfte Eng. Dich Arnobius.een Kerkvader, ter, fchreef Adverftis Gentes, Aibanius, Kerkvader. Hierocles, de eerfte Chris ten die de Openbaaring be fireeden heeft, en een Deïst geworden is. Hier mede eindigen de Schryvers van de Oude, en beginnen die der Middeneeuwen. 3I0 .... .... Laétantius, Kerkv. Keizer Conftantinus Mag- nus, een Redevoering in het Concilie van Nica;a. 320 Eufebius, een algemeene Juvencus, heeft de Euan- Odilbert van Milaan, fchryft Publius Optatianus Pór. Waereid-Chronyk, gelifche Historie in Veifen op bevel van Conft. Mag phyrius, Panegyricus Conft. Ampelius. befchreeven. nus over den Doop. Magni. Chalcidius , aanteek. op Plato. ,,0 .... .... Jamblichus de iEgypt. Val. Harpocration, Rhetor. aa Myster. Athanafius , een Redevoe¬ ring tegen de Heidenen. Hemerius, Rhetor. Jul. Firmicus Maternus , van de dwaaling der Heidenen. Heliodorus, Roman vanTheagenes en Chariclea, in't Grieksch. Nazarius. Eumenius, Rhetor, wiens beeld ' te Geef bewaard wordt.  S NA A-M- en TYDLYST Jaarrn Hiftorie •Schryvers. Dichters. . Godgel. en Wysgeeren» Mergelfchryvers. Kunft. enz. raa Chr. Geb. 34° • . Cyrillus, Antonius Mona- .... chus, Kerkv. 35° ... 1 Gabrias, MCop. Fabelen in Hilarius. Lucifer. Phssba- • Lat. Versfen. • dius. Eunonius. Apollina- Mamertinus , Panegyricus rius. Titus Victorinus, Da- Juliani- j mafus, Libanius. Ariffena;- Themistius, Latynfche Ver- tus, Brieffchryver. Donatus, feu. Gramm. 360 Aurelius, Viélor. .... Juliaan, de afvalligeR.Kei .... Eutropius Rufus. zer. 370 Optatus, Befchryving van Gregor. Nafianzenus, Car- Epiphanius, Kerkv. Theodorus Priscianus, Med. Numidiën. mina. Ephraëm van Syrië. Bafi Oétavius Horatius, Med. Mare. Heracleotes, Geogr. Amphilochus, Carmina. lius Magnus, Gregorius Nys- Paulus Alexandrinus, Wisk. Fslconia Proba , fchreef fenus. Gregorius Nazianze- Pappas Alexandr. Wisk. Centones Firgilianum, de rebus nue. Didymus Macarius. Divinis, 38o Ammianus Marcellinus , .... Ambrofius, Kerkv. Hege Oribafius, Medicus. Vege- fchryft eene Historie van Kei. lippus. Hieronymus , Kerkv. dus, Crit. zer Nerva, tot op Valens. Evagrius. Philastrius. Psatus, Redenaar. Priscillianus. Ammonius, Grammaticus. Harpocratio , Crit. Theon Jun. Wisk. 300 Flavius, Lucius, Dexter. Claudianus. Johannes, Hierofolymit. Q. Aurel. Symmachus , Eunapius. Aufonins. Toranius Rufinus. Q. Au- Bneffchryver. Obfequens, relius, Symmachus. H.Mar- Criticus. Marcellus, Medic. tinus. Palladius Gallus. Ampelius, Schryver ter Boeks Liber Memor. Vegetius, de Re mi Ut art. Heliodorus, Critic. 400 Sulpitlus Severus, Hifi:. Pauilinus, Festus Avienus, Augustinus, Kerkv. Macrobius, Saturnalia, enz. Ecclef. eene vert. van den Griek CbryfoiTomus, Kerkv. Peccmüs,Panegyricus,Tfieod. Heraclides. fchen Dichter ^-«/«s, in Lat. Marcus Ascetes. Sophronius. Palladius, vtta Patrum. Verfen. Prudentius. Pelagius, Ketter. Severianus, Orator. Teren- Alexander Anianus. Quintus Calaber.'*. Epiphanius. Innocentius I. tianus, Crit. Kerkv. Atticus van Sebasta, Brief' fchryver. 4IO Olympiodorus, Rom. Hist. Nonnus Mufeus * Theod.Mopfuestenus.Com» Festus, Grammat. Cl. Rutile Numatianus. mentat. Biblis .benevens zyn Ifidorus, Brieffchryver. Pallas Agathias Broeder Polychronus, Bis Servius, Critic. Thryphiodorus *. fchoP van Apamea. Syne. Hypatia, Wiskundige. Coluthus *. ^us,540 Orofafius, Histor.Ad?. Pag. Servius, Commentator van cyri"ns. Marcus Mercator. Julianus, Bisfchop van HitPriscus van Panio, Hist. Virgilius. Cornutus, Ccm- Leontius, Ath. Wysgeer. pinien, Brieffchryver. Fragm. Zozimus.Roni. Hisr. raent. van Perfius. Acronen van Augustus, tot op Hono- Porphyrius, over Horatius. nus. 430 ïheodoietus, Hist. Ecclef. Eudocia, Dochter van den Marcinus, Bisfchop van Nonnus Marcellus, Gramm» Philottorgius,hist, Ecclef. Ath. Wysgeer Leontius , TuriD- Job. Casfianus. Nesfchryft Carmina Heroica. tonus. Pauhnus, Kerkv. Hilarius.  van GE LEERDE MANNEN. 9 Jaaren Hijltrie Schryvers. Dichters. Ge-fal. cn Wysgeeren, Mengelfchryvers. Kunfl. mz. naa Chr. Geb. 440 Theodoratus, Kerk. Hist. Claud. Mar. Viftor of Vic- Petrus Chryfologus. Eucherins, Brieffchryver. Zozirnus. Socrates, vaoCon- torinus, van Marfeille,heeft Proclus. Vincent Linnen- Nilus, van Conftainnopo' ftantinopolen, eene Kerke- drie Boeken Geestelyke Ge- fis, tegen de Ketters. Paus len, Crit. aver 'c Haogi lyke Gefchiedenis. dichten gefchreeven. Ca;li- Leo I. veele Leerredenen. Lied. Hermias Sozomenus, van us Sedulius,een Schot. Dra- Salvianus, een Franschman, Palestina, mede een Kerke- contius, een Gedicht aan trouwde Hypatia , fchoon lyke Historie. Theodofius, de Jonge. toen nog Heidensch zynde, Olympiodorus, Rom. Ge- en fchreef veele zedelyke fchiedenis. Verkl. over de H, Schrift. 4.r0 Idatius, een Chronyk, Eudocia, Marullus. Tiro Prosper. iEtius Alex. Geneesk. Herocles, Commentator van Bafilius, Oiator. Aphthonius, van Antiochi- Pythagoras, Gulde Lied. ' en, Crit. 4<5o Stephanus Byzantinus, een Benediftus Pauliuus , VI. . . . . Paulus iEgineta, Geneesk. Historisch Werk, over de Boeken in Heldendicht. Arnobius, de Jonge, Crit. herkomst van Steden en Vol- Claud. Mamertus, eenige ^ over de Pfalraen. ken. * Gedichten. _0 ..... Meriinus. , . - ...... Apollinaris Sidonius, eenige Gedichten. 4g0 . P , . Marcian. Capella, Dichter. Faultus, over de Genade Remigius, Brieffchryver. en vryen Wil. Viftorius van Aquitaniè'n, Vigilius tegen Nestorius en Wisk. Eutyches. Martianus Capella , Crit. 400 Viftor Viticenfis, eene Ge- - i St. Patricius, Kerkv. Ant. Carpus, Wisk. fchiedenis van Genferik. iEnseas Gazeus Plat. Wys- Aclepiodoius, Wisk. Gennadius, Levens van Ker- geer. Johannes Stobteus, * een kelyke Schryvertn. Alcinius Avitus, over denlBoek van Gedenkwaardige Oorfprong der Waereld en 'Spreuken. Malchus Critic. eenige Leerredenen. Gela- Theon van Alexandrie, een fms, Kerkv. Sophisr. 500 ... . Helpidius. Proclus Lycius Plat. Wysg. Aredius, Rechtsgei. Ana- nus Rechtsg. 510 f Epiphanius, Scolasticus. Ennodius, Dichter en Brief- Fulgentius van Lepta, Leer. Fab. Plancid. Fu'gentius , fchryver. redenen. over de Mythologie. Lau- rentius, Wisk. Thius Athen. Wiskunst. 520 Dioniïius Exiguus, Kerkel. CointusSmyrna;us,ookwel An. Manl. Torq. Severin. Piocopius, eenSophist. Gefchied. en Tydrekenkunde. QuintusCalaber, een Gedicht' Boethius, over de vertroost. Alexander Trallianus, Geover Homerus. Coluthus de der Wysbegeerte. neesk. Egypten. een Gedicht overi J°h- Maxentius, tegen de Tribonianus, Rechtsgef. Ae CcVtMVmg van HeJena Nestorianen. S<»p*.vm . G**- D"\oa. &Xo- Thrypbiodorus, een Gedicht f Ammonius , Hermans fii. nüchus, Wisk. op Trojes ondergang. * Heid. Wysgeer. Prifcianus, Crit. Theophilus, Rechtsgef. 530 Procopius.Perfifche.Wan- .... Agapetus, zedelyke verFl. Anicius J™a«us daalfche enGothifche Oorlo- maaningen aan Keizer Justi-jRoomsch Ke,zer,lietheiCor nianus. ipus Juns Civilis opftellea. r.0 ' Arator.de Gefchied der Victor,overeenft.derEuan-Theodorus, fchilder. Apostelen, in Verfea. gelisten. • i Marcellinus, Criticus. Facundus, Kerkv. Dama.' PhLoponus, Criticus, fcius, Heid. Wysgeer. j Hermolaus, Wiskunst. Simplicius, Heid. Wysgeer.' 5_5o StephanusByzantmus. • Columba, Kerkv. ' j ^^anus?Grammat. Charifius, Grammat. Diomedes, Gramraas.  io NAAM- en TYDLYST rlfchr. Woric-Schryvers. Dichters. Godgel. en Wysgeeren. Mengelfchryve,s. Kunfl. ent. Geb. 560 Agathias, het leven van Florus, een Gedicht over Euftratius, over den rtsat P. Rutilius Ludih Annii* Justin.aiius de Kerk van St. Sophia, te der Geftorvenen. Romanus. Curius Fonunatus Viétor Afncan. Chronyk- Conftantmopolen. en Madus Vi Jr nUS dee"e fchryver. Venautius Hon. Ciem- For- vier zvn b-kend L.r M. Aurel. Casfiodofc Se tunatus, eenige Gedichten. „aam 1\ RhefoLZtlul nator, een kerkelyke Hts- Eugyppius, Thef. SeTen- tcne- tiar. Martinus, een verzameling' n.t, TT* • r 1 van fpreoken. 570 Gildas, Historiefchr. .... j0h. Scholasticus. Araftafius Sinaita, Crir. o ~ ™ ■ ~ Zanzates, Kerkv. Choricius, Criticus. 580 Georg.FlorennusGregonus .... Jacob Abardaï, Kerkv. .... van lours, Hist. van Viank Eulogius tegen de Ketters. 590 Ev=grius, Kerkelyke His- , . . . . johannes jejunator, Leer- Steph.Athenienfis,Geneesk. redenen* 6co J. Malelas, Historiefcfcr. . . . • St. Azaph, Kerkv. Aaron, Geneesk. Paulus 2^?ml^Zl VS" .... Paus Gregorius de Groote, ^heoThü^Geneesk. Keizer Mauritius. Commentator. Biblicus. (520 Georgius Secundus,'t Le- Columbsnus. Augustinus Monachus. T. Philoponus. Crir vfh van H. J. Chryfciltanus. Honorius Papa, Egigram- Hefychius, over Leviticus. ' jcsniies Actiochenus, een mat. en Brieven. Leonüus Byzantinus. Chronyk. Wukondige. Genefius, Historiefchr. Witikind, een Sax, Historie der Saxen. Luiiprandus, Gefchiedenis zyns tyds, enz. 960 is^SridKa^bT,?1"' ^i°ndüS\Vevenvanf Abn. Ashari Mahommed. Nonus, Geneesk. tsiaiani ai ti-ateb. Hist. Wilfned en Audoënus, in Wysgeer. ^ , ^at- Heldendicht. Eliricus. Theol. Trafl: 970 Abbo van Orleans, Leven Motanabbi Ar. Dichter. . . der Pauzen. ... • • . . Thabeth. Ebn. Sinan. Arab. Hist. * jsrawvx S££2£*£Sl 3&&i2ïïte to I. en verfcheide Levens Oecumenius, aanteek. op poo Abn Jaafar, Arabic His. TulSrluSsfch. van Char- * ^ ^ Barchar. rch tonefchryve, ^t^^* ™ fiS^S^^ andere Schriften. Kerkelyke Decreeten, tot op Amoinus of Aimoir, van Wv'saeS ' J°°dSCh fJZf en eCa Weik 0Ver Aquitaniën, een Hiftorie der WySS6er' lifc?' ur , Franken , fints de vetove- a • Z ' 2^ , ring van Troje, tot op Ko t bn* Hofein » Arab. ningPepin; volgends deezen pi„ - . Gefchiedfchryver rekent de a « joums > Wisk. Franfche Koningen hun Ge- Altrampfychus, Wisk. 'llagt tot op den Trojaanl&en Eneas. 10IO Dithtnarus, eene Chronyk .... c Levi Toodich VJv*v v, u j van Henrik I. Otto I, l[ a. Levi, joodsch Wysg. Burchardus, Rechtsg. III. en Henrik II. ' Suidas, Critic. ^ cïrrySyve?.011"3^Berengarius eene Belyde- Al. Haithen. Arab. Wisk. Nilus! Gefchieden. der Ze Thlonh/nl?* Flanco> Wisk' tels van de Patriarchen. LLneÏÏnen "* ' Glaber Radulphus , Histo- Leerredenen, riën van 't Jaar£00 tot 104J.  van GELEERDE MANNEN. 13 Jaaren Hiftorie - Schryvers. Dichters. Godgel, en Wysgeer en, Mer.gelfchryvers. Kunji, enz. dei 3 v^nr, Geb. 1050 .... Michaët PfellusV Jui. Coa- Paus Leo VIIL Leerrede J. Argyrius, Wisk. ftantinopolitanus, 'onrferwy uen en Brieven. Harmannus Contractus , ■zer van Keizer Mkkiè'1 Du- Simeon Mimantes, Junior, Wisk. cas, Beeft Lat. Gedichten en! Leerredenen. Hunibertus, eenige Stryd. 't Hoogelied, in Verfen ge- i Michaël Cerularius.Godgel fchriften. , „ , fchreeven. M. Piellus, Jun. Wisk. 1000 Georg. Cedrenus, KortBe- J. Mauropns, Lat. Dicht I Petrus de Honestis, Brie .... grip der Algem.Historie, tot Metellus Tegerenfis, Lat. ven, Leerredenen en Leven op Ifaac Comnenus. Dicht. van Heiligen. Marianus Scotus, eene al- G. de Arezzo, Dichter. Johannes Xiphiiinus, Leergem. Chronyk, tot 1083. rédenen. Bertholdus, een Munnik van Costnitz, en gezwooren vyand van Keizer Henrik IV. een Historie zyns tyds, van 1053-1100. 1070 n ... . .... Petrus Daraiani, Godgel. Alkazen, Arab. Wük, Sumna Qjiam, Chineesch Lanfrsncus, aant. over de Chronykfchryver. Brieven van Paulus, enz. Theophylaétus van Conftantiisopolen, over de Euange lis;en. 1080 Lambertus Schafnaburge- ; . . . Bruno CarthuGanus, ver Paus Gre?orius VII eenise nus, een Chronyk van de fcheide Godgel. Traftaaten. Brieven ' Schepping, tot op ic?7. Gregorius VII. Paus en Simeon Sethus, Geneest Adarrius Bremenfis , eene Godgel. Rob. Loranus, Wisk. Kerkelyke Hist. van Bremen. Ar2achel WisUutlst, Xiphiiinus. ' Joh. Scylitzes, bygenoemd Curopaiates., eene Hist. van '1 Oostersch Keizerryk, van 811-1081. Benno , Leven van Paus Gregor. VIL Paus Vidor III. over de miraculen van St. Benedictus. 1090 .... . Anfelmus van Aosta, ver- Ivo, Abt van St. Quintin.ver. fcheide Traétaaten. I zamelt de Kerkelyke De- 1100 Robertus, een Benedifty. JoanuesdeMediokno.Lat. Urbanus II. Paus, fchryft^Wilem Snires Wisk ner tViunnik, fchryft een Hls. Dichter. eenige Brieven. } HebatiJla, Geneesk. Si'6 hl* ,Jem m Guibertus, Theol. Tra&a-j Ha!iEbn.Abbas,Ar.Geneesk. Sij ■ebertus,.een Munnik van ten. ! Alkindus, Ar. Wisk. Gemblours, fchryft eenChro- Petrus de Hermiet, Godgel. ( Godofridus van Anders nyk van Ao. 381-ma. & ; fchryit Teel; Brieven enz ' mo lngulphus van Croyland, Theodorus Prodronius.Lat. Anfelmus.Diaken vanLaon, \ Histoneichr. Dicht. Comment. over 't O. en N. Bravomus, Historiefchr. Togray, Lat. Dicht. Test. Eultratius, Bisfchop van Nicsea, Comment over de Politica van Arifloteles. U2c Nicephorus Bryennius, Sannundus, Lat. Dichter, Arnulphus, Godgel. Euthymrus, Geneesk, SS6 Rupertus eenMunnik.cier AlbuJazes/ATab Geueftk. z7sen- da Dneeenheid. Anna Comnena, Dochter • Bernhardus van Bourgon- van den Oosterfchen-Keizer diën, Leerredenen, enz. Alexis Comnenus, befchryft net leven van heur' Vader.  H NAAM- en T Y D L Y S T na-Chr Worie • Schryvers. Dichters. j Godgel. en Wysgeer en. iMengelfchryvers.Kuufi.zm, Geb. 1120 Jo. Zonaras, een kor: be- .... petms Abelardus, bekend .... grip van Gefchiedenisfen. door zyn rampfpoedige Min- Aibertus, of Albericus ,Ka- nehandeling met Heloïfa , nunnik te Aix, fchryft een fchryft veel Leerredenen en . Gefchiedverhaal van het be- Commentariën over de H. leg van Jerufalem, door Got- . Schrift, fried van Bouillon. Hugo de St. Viétore , Com Michaël Glycas, Jaarboe- ment. over de H. Schrift, ken. Bruno Infuber, Godgel. Eadmerus of Edmundus, een Chronyk zyns tyds. 1130 Fulcherius, Kapellaan van .... Honorius Augustodunenfis, Petrus Clumaceofi* Brief¬ den Broeder des Hertogs van Godgel. fchryver. Bouillon ,befchryft de Kruis- Hildebêrtus de Lavardini, vaart der Franfcben. GAneesk Wilhelmus mimsburlenas, Athelu'das, Wisk. tngelfche Gefchiedenis van 4491127. 1140 OttoFrifingenfls.eenChro Innocent II. Paus. Humerius, Wisk. Alkimteon, uyk der Waereld, tot op zy- petrus Lombardus zyn Li- Wisk. nen tvd' ber fententiarum, behelzen- Gratianus, Broeder van P. de een kort begrip van de Lombardus, verzamelt KerTheologie. kelvke Decreeten H50 Odoricus Vitalis, Historie. , Adriaan IV. Paus. Alpetragius, Wisk. fchryver. llichardus, een Schot, ver- Conftant. Heraeiopulut. Htnricus Hunt.ngtonienfis, fcheide Godgel. Traéi. een verzameling van Kerkei Gelchieuen» van Engeland, lyke Wetten, tot op zyn tyd. Geoffrey van .Vlonmouth, Eng. Hist. H6b Johannes Cinnamus, Gram- .... Rudolphus Niger, over Le- Obertus de Orto, Reohtsg. maticus, fchryft het Leven viticus. Alex Ariftenus Rechtw van Joan. en Manuël Com. Petrus BlefenGs.ofvanBIois, WBIB» S* nsnus- Brieven eu Theol. Trad. Simeon Durham, Eng. Historiefchryver. Helmoldus, een Chronyk der Sclavoniers. Aulredus , Eng. Historie fchryver. I i;o Petrus Cornestor, een Ker- Euftathius, Bisfchop van Li- Aben Esra, Joodfche Rab. Hildegardis, Abtdisfe in het kelyke Gefchiedenis cign, fchryf[ Commentariën bi en Wysgeer. Kloostfr van Bingen fchrvft Gothoiredus van Viterbo, 0Ver Homerus en over Dio- Odo Cantfianus, Godgel. heur Gezichten en oDSa. Hofprediker van de Keizers „yfi^ perieg-eta, en matkt Thotn. Becket, Godgel. ringen. ««penoaa H?™kVI fchryftetchro zf\L^fche Ver*n. . JoannisSalisburiênfis.fchryft tienriK vi. ïcnryneen i^nro Gothofredus van Viterbo, een Satvre od de7edn 7vna nyk, tot op Paus Urbanus fchryft zyn Chronyk ook in tyds. P y * HL Verfen. Saxo, Grammaticus, een Joannes Tzetzes, een Griek, Chronyk van Denemarken, fchryft Scholia over Hefiodus en Lycophron, en maakt zelve verfcheide Dichtftuk. / ken. 1180 Guilielmus , Aartsbisfchop Phil. Gualterus,Lat.Dicht. TheodorusBalfamon, Com- Gariopontus. Geneoek van Tyrus, befchryft de daa- ment. over de H. Schrift. Glanville, Rechtse den der Westerfche Vorsten m Petrus, Abt van Troves ^ 't Oosten, van 1095-1180. ■ Theol. Trad. 1 ' Alanusdelnfulis, Godgel, Rachiman, Joodsch Wysg.  van GELEERDE MANNEN. Jaaren Hiftorie Schryvers. Dichters. GodgiL cn Wjsgeeren. Mengelfehryvers. Kmft. enz» naa Chr. j Geb. I Jipo Gulielmus NewburyofPar- Iscanius Lat. Dichter. R. Sal. Jarchi, Joodsch Wernerus, Rechtsgel. vus, fchryft eene Engelfclie Wysgeer. David Morlteus, Wisk. Gefchiedenis van zynen tyd. 1200 Galfridus of Guaitetus de Galfridus, een Gedicht op Paus Innocentius III. Leer- Hali Ben. Rodokam, GeVino Salvo, Historie van de Koning Richard van Enge- redenen, enz. neesk. Reis van Koning Richard land. Maimonides, Joodsch Wys Campanus, Wiskunften. naar 't beloofde Land. jEgidius, Latynsch Dicht. geer. Th. Balfamon, Rechtsg. Nicetas Acominates Cho Matthajus Vindocin. Lat. Averroes, Arab. Bovennaniates, een Gefchied. der Dicht. tuurk. Oost. Keizers van zyn tyd. Brito, Dichter. Joachim de Calaber, God Gervafe van Canterbury, gelEng. Gefch. 1210 Hovedenus, Historiefchr. Gualterius Mapes, Kapel- St. Franciscus van Asfife, Gilbc-rt, Geneesk. Rodericus Ximenius, His- laan van Kon. Henrik II. van Leerredenen en Brieven, torte van Spanjen, en eene Engeland, fchreef een bit-j Paus Gregor. IX. Godgel. Gefchiedenis der Osïrogo-jtere Saryre legen deGeette- Innocenüus llï. Godgel. ) then, Hunnen, Wandaalen ,//ykheid, in Verfen. Arabieren en Romeinen. Arnoud de Mereuil, Fran- Arnoldus, Proost van Hil- fche Dicht. desheiui,heeftHelmoldsScla- Gumherus, een Heldendicht vifche Chronyk vervolgd. over de daaden van Keizer Guntherus , Historie van Fredrik Barbarosfa. het inneemen van Conftantinopolen. nao Conradus Urspergenfis of .... Langthon, Eng. Godgel. Aclarrous, een Rechtsge!. van Lichtenau, een Chronyk Alanus de Infulis, Com-fchryft Comment. over de tot op zyn tyd. ment. over de H. Schrift. Pande&en, het Corp. Jutis Giraldus Cambrenfis, His- St. Antonius van Padua, en de Novellen, toriefchryver. Leerredenen en Comment. 1230 Epko van Repkou, Duit- .... Germanus II. Patriarch van Rolandus, Geneesk. fctie liistoriefctiryve.r. Conft. Leerredenen en Brie¬ ven. Guillelmus van Auvergne, Theol. Traft. Alexander de Hales, Com. meat. over de H. Schrift. mo Matthsus Paris, eene Ge Snorra Sturlezon, Dichter. Robert Grosthead,of Capi ; ; fchiedenis der oude Eng. to, verfcheide Theol. TracL Koningen. en ook over de Spbaira. R. Sal. Kimchi, Joodsch Wysg. ..-o Vincentius Bellovacienfis, .... Joh- de St. Geminiano, Marco Polo, Reiziger. 3 een fpiegel der Historie. Leerredenen. Wilh. de Saliceto, Geneesk, Nicephorus Blemmida , Petrus d'Appono, Wisk. Theol. Traft. Almanuzali, Geneesk. 12g0 Albertus Stadenfis , een Barbarini, Ital. Dicht. Albertus Magnus, fchryft Brafton, Rechtsg. Chronyk tot op zyn tyd. veel Commentariën over de Sacroboscus, Wisk, Gregoras Log.Historiefchr. H. Schrift, en oeffent zig Cogia Nafir, Arab, Wisk, dermaate in de Natuurkunde, Vitellio, Wisk. dat hy voor een Toveraar gehouden wordt. Thomas Aquinas, verfcheidene Philof. en Theol. Tractaaien. Bonaventura, met den By naam Doft Seraphicus , 'fchryft veel Theol. Werken.  i6 NAAM- en TYDLYST Jaaren Hiftcrse • S^ryrers. Dichters. . Godset, en Wjsgeeren. Mengetfehryvers, Kunfl. enz, tiaaChr. I Teb. \ !27o .... . . . : Hugo Cardin. Godgel. Margaretone, Schilder. 1280 Martinus Polonus , een . • . . Joh. Becens of Veccus, Theod Meletoniota, Wisk. Chronyk tot op 1277. Theol. Trad. Paus Johannes XXI. fchryft Joinville, Franfche Histo- Rairaundus Martini, Theo!- Geneeskundige Werken, riefchryver. Trad. P. de Crefcenthis, Geneesk. Georgius Pachyineres, His Henrik Goedhals of Boni- Rogerus Bgconus, fchryft torie van de Keizers Michaëi collius, Theol. Trad. Wis-en Natuurkundige Wer¬ en Hendr. Palreologus. ken. Abulpharai, Arab. Hist. 1290 Jacobus de Voragine, eene .... Levi BenGerfom,Joodsch M.Scotus,Wisk. Albe-tet, Historie der Lombarden en Wysgeer. Wisk. Leven der Heiligen. Richard de Mediavilla of Matheus Sylvaticus, Ge- Thomas Wiks. Eng. Hist. Midleton, Comment. over neesk. de H. Schrift. Ciraabue, Schilder. \ Egidius de Columna, Theol. GulielmusDurantes.Rechts- » Traa. gel. fchryft evn Spiegel der Rechten. P. Dacius, Wisk. Thomas Magister, Crit. Thebit, Wisk. - Calisthus, Rechtsg. Niceph. Alexaudr. Geneesk. ,00 Theodorus Metochita, een jvjelïs Stoke, fchryft zyn Joh. Duns Scotus, een Thornton, Rechtsg, Flavio, Ji kort begrip der Rom. Hist. Chronyk in Ned. Verfen. Wvsgeer, fchryft verfcheide Wisk. Melis Stoke, fchryft een Werken, fticht de Sede der Aduarius, Geneesk. Need. Chronyk. Scotisten. Hengham, Rechtsg. 1310 SifFridus, fchryft een Chro- Dantes Alberius een Flo- Herveus* Natalis, eenige Arnaud de Villa Nova, nyk, rentynsch Dichter. Theol. Trad. Mordacbai, Geneesk. . Hastonus , Eng. Historie- Joodsch Wysg. Breton, Rechtsg. fchryver. Franciscus Mairon, Theol. Pedemontatus, Geneesk. Trad. Home, Rechtsg. Willem Lollard, Godgel. Gaddo Gaddi, Sch. ,,20 Albertinus Musfatius, Le- Manuel Philes, Lat. Dicht. Nicolaus de Lyra, Com- Marfilius Menandrinus , ven van Keizer Henrik VII. ment. over de H. Schrift. Rechtsg. N. Terwet, Historiefchr, Loranzetti, Schilder. Walther van Hinningford, Gaddesden, Geneesk. Eng. Hist. 1330 Petrus van Duisburg, een < _ . . j0h. Basfolis, Comment, Wallingford, Wisk. Chronyk van Pruisfen en over Petrus Lombardus. M. Blastharés, Rechtsg. Hist. der Duufche Ridders. joh. Baconus, Comment. Leontius Pilaws, Crit Nicephorus Callisius, een oVer Lombardus,Barlaam van Qiotto, Schilder, Suisfet Kerkelyke Gefchiedenis. Calabrie, Godgel. Wisk. ' Abulieda, Arab. Aardryks- GuiUielmus Occam, fchryft Robert Holkock Wisk befchr. verfcheide Wysgeerige en Barwiek, Wisk. ' Theol. Trad. en fticht de j0h. Andrreas, Rechts?. Sede der Occamisten. Ba- rchryft over -t Leenrecht , contorp, Godgel. enZ- ' l24o Nicephoras Gregoras, His- Manhuis Planudes, verza- Robert Holkof, Comment. 'Es'twood , Wisk. torie van Byzantien. me!t Griekfche Epigramma- over Petrus Lombardus. Barlaam vanCalabrie.fchryft Johannes Cantacufenus , ta onder den Tytel van An. .Thomas Bradwardinus , regen het Recht van denPak Keizer van Conlhntmopo- thologiai Theol. Trad. Gregor. Paté- Bradwardin, Wisk, len, befcnrytt zyn eigene mas, Godgel. daaden. Joh. Sprott, Joodsch Wys¬ geer. - ■ ' ■ :~ - H • I ' 4 Ï  ▼ ah GELEERDE" MANNEN. fy Jaaren Hiftorie• Schryven. \ Dichters. t Godgel. en Wysgeeren. Mengelfchryvtrs. Kanji. enz. naa Chr; Geb. 1350 Nicolaus Cabafilas, het Le- Franclscus Petrarca, fchryft Joh. Wiclef, Theol. Trad. Barfholus, een Rechtsgel. ven van Christus. veele Wysgeerige en flich- JohanHes Ruisbrok , van fchryft over het Burgerlylc terlyke Werken. Brusfel, Godgel. Trad. Thau- Recht. lerus. Godgel. Stephan, Schilder. St. Brigitta , uit een Ko- Planudes, Crit. 136*0 Becanus, Hist. Johannes Boccatius, fchreef ninglyken Stam van Zweden, S. Bredan, Wisk. Carleon; John Brompton, Hist. verfcheide Gedichten. fchryft heure Openbaaringen Wisk. en Leerredenen. J. de Rupefcipa , Wisk. ManuelCaleca.Theol.Traft. Ebn. Snater, Wisk. Pelacanis, Wisk. 1370 MatfhamsWestmonasteriën- .... St. Catharina, van Siena, Maundeville, Reiziger. R. fis, eene Chronyk tot opzyn fchryft over de Voorzienig Lavingham , Wisk. tyd. heid Gods. Petrus Baldus de Ubaldis, Rechtsgel. fchryft verfcheide Comment. over het Corp. Juris. Conft. Harmenopulus , Rechtsgel. lj3o Higden, Engelsch Histo- .... RaymundusJordanus,Tlieol. Keizer Emanuel II. Palreoriefchr. Trad. logus, fchreef over de op¬ voeding der Vorsten, enz. Ph. de Leidis, Rechtsgel. ijpo Henry Knigthon, Historie. . . > . Petrus de Alliaco, of Alie, Egraunda, Wisk. fchryver. Theol. Iraft. ï400 Froisfart, Fransch Hist. GOwer, Engelsch Dichter. Joh. Hufs, fchryft Theol. Emanuel Chryfoloras, verGascoigne, Historiefchr. Trad. en wordt om 't Geloof gelyking tusfchen Oud en verbrand. Nieuw Rome, en Gramma- ticaale Werkjens. Batecumb. Wisk. [1410 Theodorus de Niem, over ; : ; i Hieronymus van Praag If- Hollandus, Chymist. de Pausfelyke Gefchillen. Godgel wordt verbrand Francisc. Zabarella, fchryft Gobelinus Perfona , een T0h. Charlerius de Gerfon, Rechtsgel. Werken. C.,.Dyk- , ■,, Theol. Trad. Th. Arundel, Jan van Eyk en zyn Broe- Alain, Historiefchr. Godgel. der Huibert , gebruiken 't Vincent Ferrerius, Theol. eerst de olyverwen in NeTrad. derland. 1420 LeonardusBrunus Aretinus, ; . . . Nicolaus de Clemangiis, Petrus Ancharanus,Rechts- Historie van Florence. \TY\eo\. Trad. gel. Trad. ■\o\\. ïtaïic\scas Voggras \ O'idcasrte, Goagel. Bafil. Valentini, Cbyinjtt. Fiorentinus, Hisr. van F/o- j. Gerfon, Godgei. Aii Cusghi, Wisk. rence, enz. Gazulus, Wisk. Th. Walmigham, Hist. 1430 Georgius Phranza , Ge . . , , Bernardinus Senenfis. Th. Johannes deImole,Rechts- fchiedenis van de Byzantyn- Trad. gel. fche zaaken. NicolausTudeschus,Rechts- gel. 1440 Georgius Gemisthius Ple. .... Cheley, Godgel. LAURENS COSTER , tho, over de Griekfche His« Laurentius Justinianus van Haarlem, vindt de torie, enz. Theol.Trad. Boekdrukkunst uit. Alphonfus Tostatus, Com Lynwood, Rechtsgel. ment over de H. Schrift. Eduard, Koning van PorDe Kardinaal Beslarion , tugal, fchryft Rechtsgeleerde fchryft Wysgeerige en Theol. Werken, j Werken. J. Whethamfled, Crit. Eugenius, Paus, Godgel.  NAAM- en TYDLYST taVcïr hiftorie •Schryvers. Dichters. Gedgel. en Wysgeeren. Mengelfchryyers. Kunft. enz. Geb. 145© Flavius Blondus, fchryft Karei, Prins van Navarre, Georgius Trapezuntius , Laurentius Valla rrhrvft Romeinfche Gefchiedenis- fchryft Latynfche Verfen. fchryft Wysgeerige Werken, het eerst over deVchoonh fen. Paus Nicolaus V. Godgel. der Latynfche Taal. Fufo- Antomnus, een Florentyn , Eneas Silvius.of Paus Pius rius, Wisk. Toharnes Picu< fchryft verfcheidene Hist. II. Thom. a Kempis. Mirandula Werken. Ambrof. Calmalduenfis, een B.Facius, Hist. Formulier van Lenigheid tusfchen de Griekfche en Latynfche Kerk, Martheus Vegius, over de T _ , j Opvoeding der Kinderen. I475 jan Gerbr. van Leyden. Angel. Poiitianus, Bspt. R-Agricola, Gansfortius. Nicolaas Cufa, Kardinaal, Alb. Crantüus, R. Snoyus. Mantuanus. verfcheide JMengelfchriften en Mathematifche Werken. Fortefcue, Rechtsgel. Einde van de Schryvers der Middeneeuwen, en aanvang der Moderne of Hedendaagfche Auteuren. J500 Pirkheimer, Hist. P. de Trisfino , J. J. Pontanus, Trithemius,Oecolampadius Cuspinianus,Rechtsgel AiComines, Hist. H. Boetius, janus Secundus, Ariosto, Bucer, P. Martyr,Melanch- ciatus, Rechtsg. Crantzius,P.Bembus,01aus Sannazarius, T. en H. Stroz- thon , Castellio , Calvinus, C. Rhodjginus, Mufurus Magnus. za, Molfa, Vida. Fracasto- Lutherus, Loyola, Zwing- Budams. A. Manutius Reuch- rius. N. Amaltbeus. lius, Jac. Faber, Cranmer linus. J. C. ScaIiger,L.Vi- Pagninus, Colet, Savanaro- ves, Rabelais, B. Rhe'nanus la,Knor,Latimer,Erasmus, Alexander ab Alexandro' Pomponatius. Critic. Alexander de VI, Paus, Georgione, Schilder. Fra Sadoletius. Julius de H, Paus. Bartholomeo , Sch. And. del Leo de X, Paus. Captanus, Sarto, Holbein, Jul. Rómano A. Palearius. Alb. Durer. Lucas van Lei- FranciscusXimenius,Aartsb. den, Sch. Aldegraaf, pjaw van Toledo. fnyder.Titiaan,Raphael,M. Wisfulinus. Angeio, Parmegiano. Leon. Adriaan de VI. Paus. da Vinei. A. Corregio, Schilder. Frobenius, voorn. Boekdrukker 1525 Sleidanus, P. Emilius. Beatrix Galindo. Michaë! Servetus. Glaube'r, Dodonïeus Car- P. Jovius, Viglius ab Aita. Simon Gryneus, Antonins MennoSimensz. LeliusSo- P«s Zinacer, Cornaro. Gen. Heda, Chronykfchryver. Guevara. cinus> Bi Walterus f paracelfus . \ mvmtteras, ScAionetus , A- ƒ / chillini, C. Agrippa, Ge¬ nees- en Naruurkundigen. Copernicus, Sterrek. Lucas de Borgo , Wisk. Stiborius, D. Novaras, Paciolus, Vernerus, Stoeflerus. Machia- J5SO Baronius,Thuanus,Bucha Buchananus.Tasfo,Guarini, El Levita, Bullmgerus. D. lalddn^Duarenn, Mfc SBÜEES^ft S?iUsUakSe=' MaI" Snu^Faïr ocinir ^C^™ ^ gang Lafius. GuSciardin. Corn! MST**.. SE'Fr^us§Öt Fiaccus Illyr.cus, Hieron. de VIII, Paus. Pole, Card. leerden* H. Tunius OudCardanas, Corn. Gemma. D. V. Koornhert, Molina, heidkundige. Leunc'lavius Gregorius v. Paus, Zach. Lambinus, J. Lipfius, Ca' Urunus, merarius , Pei'rescius , ƒ. Douza , Sigonius. P. Manutius. Rob. Stephanus, M. ( Stephanus, J. Scaiiger, Ca?  van GELEERDE MANNEN. 19 Jaaren Hi^Schrymu \ X*»*- Go^l. en Wysgeeren. MeHWnveru Kunft. enr. naa Chr. Geb. .... ftubonus, Gruterus, Meur- 155° .... . • • • qUSj Erpenius,Fulvius Urfi- nus, Critic. en Oudheidkundigen. Baroccio, Tintorer, Georgio Vafari, Paui Veroneze, Basfano , A. Blokland , Goltfius, Schilders. De Keyzer, Beeldhouwer, D- en W. Crabeth, Glasfchil. ders. Palladio, Bouwkund. Plantyn, Boekdrukker. Philips Marnix, Crit. ~ t. r j i c;™,* v Pons Thend P' Forestus. Nostradamus, 1575 Hubert Goltfius. Hor. Tur- Sambucus P. Ronfard J. S.xtus V. Paus Theod. Qm ^ Eafta_ fellinus , Everard Reida B.Houwaard,Cornelms Scho- Beza , Cezar barjnius . ^ ^ Fa„opius > Vefalius § nus, Pontus Heuterus, N. neus. Mornav ' Bacón Verulamius. Heurnius, P. Alpinus, Agri- Rapin, Ern. van Meteren. Morna> ' bacon veruiamiu'" cola, Clufius, Gesner , Ge¬ nees- Ontleed, en Plantkuu. digen. M. de Montagne,Crit. P. Ramus, Ciaconiüs, Buteo, Mercator, Cardanus , Commandine, Clavius, Tar. talea, Tycho Brahe. Manlycus, Sturmius, Nonius, Richard. Telefius, Wiskunfte. naars. Antonio Magino,Wisk. _ . T . r_T,1(rr>f:roriiis P C. Hooft. Hugo Grotius, T- Bohna H. Grotius. Gothofredus S6oo nHugo Grotius. Johan Ifaac Hugo.Grothm, e. £• hoo b , j ^ de ^ ^ Pontanus. P. C. Hooit, Us- D H^nfius. J. Cats ^ , ^ ^ ^ ^ ■ he™»S.mron,P.Bor,Lo^ D Heinfius , G. J. Vos- j-.ar.us Petavius, Chronoo- f 0"\B'3 Cml3eus f A1*bot , Hubert fius, B. Scioppius, Barth- gist. Camdenus , Spelman. Janus Kutgernus. Chmingworth> Paus t Reinefius. Ed. Pococ- P Cluyenus.P. Scnverius Urb.VHI Arminius.Gomarus, ke, Critic. Guido Rheni , Aardryksbefchr. D. üaudius. JaCüb L Kon> van Engeland. Bloemaart, Rubbens, Schil- Ubbo Lmmius. der< Fredr# Taubman , Crit. , ' »on.,wim P Winfemius T ot.es de Veea M. Opits, Petrus Cuneus, j Unenbo- Elzevier, Boekdrukker. 1 le, Crit. Metius, G.J. Blaauw, Kepierus, Otigbttred. Lord Bacon, Zach. Janfen, Descartes, Galilei, Gasfendi,Harrior, Brigs, Wis- en Sterrekundigen. a65© Brandt,Bosfuet, Herbelot, Molière, Corneille, Raci- Puffendorf, Bayle, Sabatai] Huber, Hale , Rechtsgel. Marsham, Samuel Puffen- , e, Milton. Boileau, Broek- jZevi, Spinoza, Malebtanche D. Heinfius, Kircherus, Bodorf. huizen. LaFontaine, Beroni Dodwel, Barclay, Fok, Har- chart, H. Valefius, Salma- Heilen, Dugdale Vaillant, ciUS , A. M. Schuurman, ringthon, Hobbes, Locke. dus, S.Petitus,Tan.r-aber, Oudheidk. L. v. Aitfema, Conft.Huigens, Jer. de Dek- Ligtfoot, Cudworth, duFresne, Gronovius, Span- C. Commelyn. B. Nani, L. ter. Stellingfleet,Labadie,eocce-heim, Gravius , Morhof, ivrnrerv ius,Voetius. Hottingerus, Golius, Crit. Morery. . Chtistoph Wren, Fr. van Mieris, W. van Mieris , van der Helst, Potter, C. Visfcher, Schild. J. van Campen , Bouwk.J. Calot, Plaatfnyder.  j-g li| XI n iYi« cm -"• *. ~- — Jaaren Hiflorte-Schryvers. Dichters. CoJgel. en Wysgeeren. Menselfchryvers.Ku9jl.ttxt. riaiChr. Lety, i.Kaous. mont, Rotgans, C Lefcail- A.van Ostade, Schilders. je, L. Smid! P. Francius. Diemerbroek, Sydenhatn , L. Bake. L. Bidlo. Barthohnus , Ma pigh.us , van der Linden, G. Bidlo, Leeuwenhoek. Borelli , Stahl, B. Albinus, Genees. Ontleed- en Scheik. Bernouilli, Hevelius, Torri. celli, Hudde, N. Witfen, Huigens, Leibnitz, Casfiuf Digby , Ricceolus, Otto | van Geuriche, Barrouw, Swammerdam, Ray, Hooke, Boyle , B. Nieuwen, tyd, Newton, Wis- en Na* tuurkundigen. I/00 Hearne, Basnage, Du Pin, Addifon.H. C. Poot? Claas Schaftesbury^ Aterbury K^^jg. 7 Burnet,Arnold,Cave, Beau- Bruin, Dancourt. l^p'Sf 'S"„'wê Matheus, Rechtsgel. fobre , Prideaux, Ant. Ma- dal, P«f«n. De;«en. we Montft£ Qudheidk. theus, Rollin.Tailhie. «nfe , Le Clercq, Clarke, PerizoniuSt 'SurmanjHem-- J. Perifonius, J. de Larrey, • woo-stcm. fterhuis, Fontenelle, Wesfe- D. Huët, J. Halma, Basna- Vhü. van Limburg, Fene- Ung.Dra'kenborg,Kapner, Fa. ge, C. Fieuri, D. van Hoog- - 10"* brictus, Rollin.Richardfon, ftraaten, de 1'Isle, J. Hub- w. uoeree. Stee,e> Spanheim> Reland. ner. S. de Vries, Vallemont. Ten Kate, Bentley, Critic. Simon, Crit. Ridder van der Werf f G. de Lairesfe, Schilders. J. Luiken, Plaatfnyder. S. le Clerc, Plaatfnyder. Van der Heiden, L. Bak» huizen, Schilders. R. de Hooge, Plaatfnyder. Geminiani, Muzikant. Mead, Hofman, F. Ruisch, Boerhave, Hales, Genees» kundigen. . ,.„,.,, , TT Dacier, Mad. Dacier,Crit. Le Sage, Bolingbroke,van Dirk Smits , Langendyk, Bohngbroke, v. d, Hanert, Keil, Saunderfon, Cotes, ' 5 Lton, Montesquieu, Fr. v. Feitama, de Marre, Mauri- Voltaire. Hartfoeker, WolrT, Halley, M.etis, Dumbar. «usi Destouches. Homberg, 'sGravefande , ' Thoresby.H.Sloane, Struik, Wis- en Natuurkundigen. Musfchenbroek, Wisk. Blackftone, Rechtsg. Winkelman, Caylus, Meerman, Oudheidk. Lesfing, Critic. Schradec Rabener, Critic. Fielding, Swift. L. Schultens, Ernesti, Crit. L. van Holberg, Crit. Roubilliac. Pigalus, Beeldhouwers. Van Huizum, R. Ruisch, Schild. J. deVVitt, * A. Houbraken,Picard,Goe. ree, Paatfnyders. NAAM. en TYDLYST  van GELEERDE MANNEN. ' * 11 uuujjütti/Ji 1VJ. A 1\ IN Jl< i\. 21 Jaaren Hiftorie < Schryvers. Dichters. Godgel. en Wysgeeren. Mengelfchnvers, Kunft. enz, naa Chr. 'Geb. »75o J. Wagenaar,,Hame, Vor- HnWetoper , Rabener , J. J. Rousfeau, Wysgeer. R.Mengs,Troost, Hogarth, ville, A. Mosheim. Holberg, Akenfide, Young, Barbeirac, Hutchelön, Zint Moucheron Schilders Voltaire, Pope, Hoogvliet, zendorf, Thomafius, Lard- Wandelaar' Eysfen ' GraP. Burmannus Secundus , ner , Scherlock , Turredn , velot, Plaat'fnyders. Gesner Metastafio, Tomp- Doddridge , Foster5 Mid. s. Fokke, Tac. Houbraken, ion , Halier, Gleim , Uz. dleton, Geilen, Ifelin,Tay- P. Tanjé, Plaatfnyders. B"tlef' B-TIde £osch. lor, Hoadley, Sulfer, Wet. Garrick, LeKain, T.Punt, Fredrik II koning van ftein , Clemens de XIV. Js. Duim, Tooneelfpeelers. Prmsfea, Dichter en Wys- Ganganelli, Butler. Handel, Corelli, Locatelli, g!,er* „, , , Hervey, Lilienthal. Vivaldi, lust. Esfer, Com. Pater, Elvervelt, op den ponisten en Muzikanten. M7S S00?'\ de Lann^'A' G- J« Nahuis, Buurt ,Hurd, Van Doeveren, Hahn. Al- Hartfen,BeUamy ,L. W. van Bachiene, J. J. Bjornsthal. binus, Gaubius, Morgagne Merken, H. J. Roullaud. vanSwieten, Halier, Unzer, Genees- en Ontleedk. Mechel, Maupertuis, Re > aumur, Algarotti d'Alembert, Lambcrt Smit, Noliet, Bradley, Euler , Linnajus, P. Camper, B. Franklin. Priestley, Wis- en Natuurkundigen. H. Cobell, Scheepsfchilder. Grandjean, Schilder. Montgolfier, Uitvinder van de Luchtbollen. 1 j Pilastre du Rofhr. Blan. chard, Luchtreizigers.      i  CATECHISMUS DER WEETENSCHAPPEN, SCHOONE KUNSTEN E N FRAAIJE LETTEREN, Uit verfcheidene beroemde Schryveren, en inzonderheid volgends de Schets vau den beroemden BARON VAN BIELFELD, zamengefteld, met Dichtregelen verrykt, en opgedraagen aan de Maat» fchappye der Verdienften, Onder de Zinrpreuk: F EL IX M E R I TI S, DOOR 'AREND FOKKE, Simonsz. Medelid der zeiver Maatfchappyè', Hoofdlid van het Amtleldamfche Dicht- en Letteroefenende Genoot' fchap; Lid van het Rotter damfche Dicht- en Letterlievende Genootfchap, ten Spreuke voerende : Studium Scientiamm Genhrix, enz. DERDE DEEL. BEHELZENDE DE WEETENSCHAPPEN DES GEHEUGENS. DERDE DEELS, Ie. STUK. FRAAIJE LETTEREN. FABELKUNDE. IÏD REKENKUNDE. GESCHIEDKUNDE' Indotli discant ament meminisfc periti. Te AMSTERDAM, By AREND FOK K E j Simonsz. MDCCXC,  Quantum est, q:iod Scimusl O Quantwn, quod Nefcimus !  VOORBERICHT VAN DEN UITGEEVER. De menigvuldigheid der ftojfe, welke als 't ware , onder het behandelen aangegroeid is, heeft veroorzaakt, dat dit gedeelte der Fraaije Letteren, Jlegts één Jluk des Derden Deels lefiat, in het Tweede Stuk deszelfs zal de Jlof afgehandeld kunnen worden , en het Derde zal de Naalcczingen, en het Register op het gantfche Werk, inhouden, en met een hinjlige Tytelplaat voorzien zyn. Men arbeidt heden werkelyk aan eene verzameling van Synchronologifchc Tafels, . welke tot de AU gemeene Gefchicdenis, en dus tot dit Deel, he. hooren; en zodra de naauwkeurigheid, waarmecde diergelyke Tafels behoren uitgevoerd te iwjsiB, zulks toelaat, het licht zuüen zien, en ook afzonderlyk te bekomen zullen zyn. — Decze Tafels 'zullen zodanig ingelicht worden, dat men in dezelve, met één opflag van 'r oog, zal kunnen zien, wat 'er aanmerkelyks, gelyklydig, in Europa, Jedert de Schepping , * 2 tot  iv VOORBERICHT» tot heden, is voorgevallen, oj welke Koningen, Keizers, en voornaame Mannen, tevens ons Waerelddeel geregeerd hebben. > Zo wel lenkend vo'gends Jaaren der Waereld, alsjaa- ren voor en naa de Gemeene Jaartelling. Tevens zal by deeze Tafels nog byzonder worden uitgegeevm, Synchronologifche Tafels, van de voornaamfe, zogewyde als ongewydc, Aloude, Midden-Eeuwige en Iiedendaagfche Schryvers, waarin men den tyd wanneer elk bloeide, in met wien elk tevens gelyktydig gebloeid heeft, benevens hunne voonaamfle Werken , zal hm' r.en vinden Deeze Tafels , die tot geen gering gebruik, zo der beoefenaars der jïlgemeene Gefchiedlur.de, als die der Hijloiïe der Geleerdheid, zullen verfrekken, zouden al te overhaast hebben moeten bewerkt worden, om tevens met di; Stuk gereed te kunnen zyn ; waarom wy die Heft tot ccne naadsre gelegenheid zullen befpaaren. An HerJam, den 17 hov. 1789. I N-  INHOUD. I. Samenfpraak over de Fraaije Letteren en Weetenfchappen des Geheu • geus, in 't Algemeen. Pag. 3 a. ——-— over de Fabelkunde. - 29 3* ———— over de Tydrekenkunde - 75 4« ' over de Gefchiedkunde. - 153 5« 1 over de aloude Gefchiedenis. 187 6. ——— over de Gefchiedenis der Midden • Eeuwen» - 235 «/, ■ over de Hedendaagfche Ge¬ fchiedenis. - - fl"9  BERICHT aan den BINDER. De TAFEL van de VERDEELING DES TYDS, moet geplaatst worden tegen over pag. - • • 130 FRAAI-  FRAAIJE LETTEREN. ÏESDE AFSEILINS* A   EERSTE SAMENSPRAAK. OVER. DE FRAAIJE LETTEREN EN WEETENSCHAPPEN DES GEHEUGENS IN 'T ALGEMEEN. (Humaniora et Scientia Memoria.} INHOUD. Inleiding, w9t wen onder Fraajje Letteren ver» jlaat. — Verfchil der Geleerden in de bepaaling deszelfi. — Wat de Scbryver"er onder begreepen wil hebben, en wat bet woord Humaniora beteekcnt,—welke Weetenfchappen onder den naam van Fraaije Letteren betrokken kunnen worden , — Aanmerking wegens de gefcbiktjle orde in bet fiudeeren. — Nut der Gejchiedkunde. — Hisioriesch geloof, wat men daar door verftaat, deszelfs paaien. Hifloriefche onwaarbeeden, oorzaaken derzelve. Tydwortel der geloof waar. digfle Gefchiedenisfen ~ Men behoort de beoefening aan debefpiegelende kennis der tltfloriejche Deugdenlesfen te verbinden. Ernestus. W^y zyn, naa het groote veld der algemeene Geleerdheid, met wyde fchreeA a den»  4 FRAAIJE LETTEREN. den overgeftapt te zyn, eindelyk tot dat vak deszelfs genaderd, waarin zig de Weetenfchappen des Geheugens onthouden ; naa dat wy dit ter loops ingezien, en nog eenige bykomende zaaken, daar by in aanmerking zullen genomen hebben,kunnen wy ons beroemen datwy van óeWeetenfchappen, Scboone Kunften tnFraaije Letteren eene flaauwe fchets gezien hebben. De Almagtige Schenker van alle Ziels en Lig' haamsgaaven, verleene ons daartoe de behoorlyke aandagt, gezond oordeel na de Ziel, en tydelyk welvaaren na het Lighaam, op dat wy, onbezorgd en onverzwakt, dat groot einde bereiken mogen, 't welk wy ons by den aanvang onzer gefprekken voorgefteld hebben, te weeten, om, door debefchouwing der verwonderenswaardige bekwaamheeden der menfchelyke Ziele, derzelver Schepper zo veel in ons vermogen is te verheerlyken ! Leonard. God verleene ons daar toe zynen zegen! Petrus. Dat is ons aller wensch. Karei. Zullen wy dan nu met de Weetenfchappen des Geheugens een aanvang maaken. Ernestus. Wy hebben, by onze eerfle verdeeling der algemeene Geleerdheid, dezelve gefchift in Weetenjchappen van den Geest, Weetenjchappen des Vernufts en Weetenfchappen des Geheugens s onder de terjle foort rang- fchik-  FRAAIJE LETTEREN. $ fchikten wy die Weetenfchappen , welke het ver/tand, het oordeel en denkvermogen, alleenlyk bezig hielden, als zyn de vier voornaame Faculteiten, welke op de Academiën by uitneemenheid onderweezen worden ; te weeten: de Godgeleerdheid', Rechtsgeleerdheid, Geneeskunde en Wysbegeerte; onder de tiveede Joort plaatften wy die Weetenfchappen , welke de voortbrenging van eenige vernuftige kunstftukken ten doeleinde hebben , en noemden die Scboone Kunjïen; onder de derdefoort, eindelyk, waar mede wy nu eenen aanvang ftaan te maaken, begreepen wy die Weetenfchappen, welke alleenlyk in het geheugen plaats kunnen vinden, en begreepen daar onder te Fraai je Letteren, over welke wy deezen avond, by wyze van Inleiding, een voorloopig gefpl'ek, onder begunftiging van uwlieder aandagt, zullen houden. Kornelis. Wat zyn eigentlyk Fr aatje Leiteren? Myn Heer! Ernesiui. Derzelver juiste grenzen zyn niet gemakkelyk te bepaalen, althans niet wanneer men zyne voorgangers daarover raadpleegen en zig na hunne verdeeling rigten wil; want zy zyn in dit ftuk allen van eikanderen afgeweeken en volgen elk eene byzondere baan; *t zy men de woordenboeken naêrfla; 't zy men de verhandelingen over de Studiën raadA 3 plee*  6 FRAAIJE LETTEREN. pleege; welkers tytels naamlyk de wyze van iludeeren en de Fraaije Letteren te onderwyzen belooven te verklaaren; men vindt nergens, noch eene klaare bepaaling, noch eene be« knopte verklaaring van het woord Fraaije Letteren; noch een faambegrip dier Weetenfchappen, welke men onder deeze algemeene en in eengetrokkene benaaming bevat. Het fchynt een zwervende en onbepaalde naam te weezen , onder welken elk, na zynen zin , al wat hy ilegts verkieze, begrypen kan. Roll'm zegt daarom in zyne grondige maniere cfenfeigner & d'etudier les Belles Lettres. Dan eens verzeekert men ons dat de Humaniora, ,, of de Fraaije Letteren, beflaan in de kennis „ der Dichters en Redenaars; dan eens dat „ de waare Fraaije Letteren zyn de Natuur5, kunde , de Meetkunde en de grondige Wee„ tenfchappen; dan weder eens dat de kunsten „ van den Oorlog en de Zeevaart 'er onder „ begreepen zyn; dan eindelyk eens, plaatst „ men in dit vak al wat men Ilegts weet of „ wil, en over de Fraaije Letteren handelen„ de, fpreekt men zelfs van het gebruik der „ Bondzegelen , enz." Eindelyk men zou geen einde vinden wanneer men de,optelling wilde onderneemen van alle de deelen der Letterkunde, welke de onderfcheidene Wysgeeren onder deezen naam begrypen. Dezelfde  FRAAIJE LETTEREN. 7 de befluiteloosheid heeft ook plaats in het denkbeeld dat men aan het woord Humaniora, Letteren van beleefdheid (tiumanitês) hecht, onder welke men zeer willekeuriglyk meerdere of mindere dier voorbereidende Kunften en Weetenfchappen rangfchikt, welke de Leerlingen, die gefchikt zyn tot hoogere Weetenfchappen , in hunne jeugd leeren, 't zy van Meesters of Praceptoren, 't Zy in de laage Schooien of Collcgien, als zyn de Spraak- of Letterkunst, de Redeneerkunde, Dichtkunde, enz. Daar wy nu, door dit onovereentebrengen verfchil, ons genoodzaakt zien een Houten ftap te waagen; zullen wy, elk byzonder gevoelen van zo veele groote mannen met eerbied in waarde laaiende , zelve eene , met ons plan overeen komftige, bepaaling der Fraaije Letteren moeten uitvinden. Kornelis. En welke zal die zyn, MynHeer! ik zal ze terftond opfchryven. Ernestus. Gy zyt te ongeduldig Kornelis ï wees meer bezadigd in de ftudie van dit vak; want, wyl het hier meest op »t geheugen aankomt, zo is 't hier inzonderheid onze plicht cedaardelyk en langzaamlyk voort te wandelen; egier, om uwe nieuwsgierigheid niet te lang te rekken, zo weet dan, dat wy hier onder den naam van Fraaije Letteren bevatten: alle die aangenaams en onderwyzende Weetenfchappen , A 4 viel'  8 FRAAIJE LETTEREN. welke het geheugen en het oordeel ten zetel heb» ben, en geen deelen van de hoogere Weetenfchappen zyn . noch ook onder de Schoone Kunften , de Werktuigkundige Kunjlen , noch beroepen, enz.behooren. Wy zullen deeze derde en laatfte afdeeling der algemeene Geleerdheid aan deeze Weetenfchappen wyden, en Jioopen geene derzelve, welke 'er natuurlyk toe behooren, te zullen overflaan. Kornelis. Ik hebbe deeze uwe bepaaling opgeteekend, Myn Heer! en verzoeke nederig verfchooning voor myne drift? Ernestus. Zy is my zelfs zeer aangenaam, alzo zy een brandenden lust tot weeten kenmerkt; maar ik wilde u alleenlyk deeze vermaaning doen, op dat ge in 't vervolg te meer vrucht uit de lesfen. die wy over deeze Weetenfchappen zullen beoefenen , zoudet hebben ; want heure kennis wordt, by uitzondering, boven anderen, door geduld en herhaalde be~ lpiegeling verkreegen. Karei. Maar, Vader, eer gy verder voortgaat , verklaar ons toch, waarom men de eerde voorbereidende Kunften en Weetenfchappen , gelyk ook fomtyds de Fraaije Lettexen, Humaniora noemt, en wat dit woord betekent. Ernestus. Men pleeg die Weetenfchappen, welke inzonderheid bevallig zyn , en den mensch,  FRAAIJE LETTEREN. 9 mensen, als 't ware, verfieren, en in den Maatfchappyelyken ommegang gezogt en aangenaam rnaaken, menfebelyker Weetenfchappen (Scientia Humaniora') te noemen, in tegenftelling van die, welke enkel ernftig nuttig zyn, zonder eene fchitterende bevalligheid te bezitten en welke men, wyl ze meest in afgetrokkene befchouwingen onzer ziele beftaan , Godijker Weetenfchappen (Scientia Divinioraj zoude kunnen heeten; hieruit kan men zien, dat men onder Humaniora de fchoone Kunften en Fraaije Letteren of Literatuur, en onder Droitsiora, de vier Faculteits Weetenfchappen te verftaan hebbe. Petrus. Maar welke Weetenfchappen zullen wy onder de Fraaije Letteren begrypen? Ernestus. Wy zullen in dit vak deeze Weetenfchappen plaatlen, welke alle het geheugen ter bewaarkamer hebben, als zyn: de Fabel, kunde , de Tydrekenkunde , de algemeeue GeJchiedkunde en deszelfs verdeeling in de aloude Gefchiedenis, de Gefchiedenis der MiddelEeuwen en de Hedendaagfcbe Gefchiedenis s de geivyde Gefchiedenis der voornaamfle Volken; de Gefchiedenis der Christelyke Kerk, der Ketterden , der Pausfèn en Kerkhervormers. De Oudheeden, de Medailles en Munten. DeCbarterkunde of Diplomatica. De Weetenfcbap van btt Staatsbelang (Statisticaj. De Reizigers en A S buntiq  jo FRAAIJE LETTEREN. hunne Reizen. De Aardhefchryving , de GeJlachtrekenkunde, de Wapenkunde, de Taalkunde in 't algemeen, de Oostcvfbe Taaien, de Geleerde Taaien, welke men doode Taaien noemt en de Gefchiedenis der Taaien waarby komt de fchryfwyze der Ouden (paleographiej. De levende Taaien, de Gefchiedenis der Weetenfchappen, de kennis der Scbryveren en Levensbefchryvingen, en de befchouwing der Oordeelkunde , Boekerycn en Letterkundige Tydfchriften. Dit zyn atle Weetenfchappen waarmede men reeds in de kindsheid de Studiën moest aanvangen; wyl de Gefchied- en Taalkundige Weetenfchappen niets meer ter aanleeringe vorderen , dan het gezicht en het geheugen, dan zoude men in meergevorderde jonglings-jaaren tot de beoefening der Weetenfchappen van den Geest dienen overtegaan; wyl deeze, laater rypwordende, beeter gefchikt is om vergelykingen te maaken , van het byzondere tot het algemeene te befiuiten, ftelfelen te vormen en dezelve tot Weetenfchappen te brengen; de derde trap des klimmenden ouderdoms, te weeten de jeugd, is eigentlyk die waarin de Weetenfchappen des Vernufts met vrucht beoefend worden ; wyl het vernuft met behulp der zinnen, des geheugens en des Gcestes, nieuwe waarheeden uitvindt, fchept of ontdekt, en ook onverwagte famenkoppe- lin-  FRAAIJE LETTEREN. n Iingen, fchitterende vergelykingen of treffende beelden vormt. Dit immers fchynt genoeg overeenkomftig met den natuurlyken loop der vatbaarheeden of bek waamheeden der menfchelyke ziele, en deeze loop kan den mensch in het renperk der Studiën geleiden. Men moet zig vroegtydig toeleggen op die Weetenfchappen, welke het geheugen oefenen, vervolgends overgaan tot die welke aan het oordeel onderworpen zyn, en zig in dit vak verheffen tot de hoogereWeetenfchappen, welke den geest bezig houden,en eindigen met eene vlucht tot de verhevene verblyfplaats der Schoone Kunften , welke de vruchten zyn van een verrykt Geheugen,een verfierden Geest, en een vruchtbaar Vernuft, Leonard. Ik begryp, na my dunkt , zeer wel hoe UEd. den loop der Studiën regelen wildet. Den kinderen zoudt gy enkel de taaien en een ruuwe en onbewerkte fchets der Gefchied- en Tydrekenkunde met derzelver by weetenfchappen in het geheugen prenten; den Jongeling zoudt gy leeren redeneeren door middel eener beoefening der Redenkunst en Wysgeerige Weetenfchappen, en dan zoudt ge hem de gefchiedenis en derzelver deelen nog eens, meer beredeneerd, herhaaien , en eindelyk zoudt ge hem, in een nog meer gevorderden ouderdom, zei ven laaten uitvin-  14 FRAAIJE LETTEREN. vinden, fchryven en de fchoone Kunften beoefenen , en hem dus tot een geleerd en fraai vernuft tevens opleiden. Ernestus. Gy hebt myne meening volkomen begreepen, en duidelyk voorgedraagen. Karei. De Gefchiedenis en derzelver beoefening fchynt in dit plan van geleerde opvoeding een der aanmerkelykfte plaatfen te beflaan, alzo ze eerst den kinderen door middel van het bloot geheugen ingeprent, en vervolgends nog in de jeugd herhaald en beredeneerd moet worden. UEd. fchynt veel gewigt in de Gefchiedkunde en deszelfs Hulpweetenfchappen te ftellen, Vader! Ernestus. Zo is 't ook myn Karei; en daarom heb ik die u ook, in uwe byzondere Letteroefeningen, ten hoogften aangepreezen. De Gefchiedkunde maakt bovenal de Studie der befchaafde lieden uit, zy is een algemeene voorraadfchuur van alle Weetenfchappen; een School van alle deugden; en wanneer wy dezelve wel willen beftudeeren moet men zig alvorens eene Tydrekenkundige aaneenfchakeling van alle de voornaamfte en weetenswaardige voorvallen in het geheugen prenten, waarvan de gefchiedenis melding maakj, federt de fchepping der Waereld tot aan onze dagen, wel naauwkeurig oplettende op de gelyktydigbeid (Syncbronismusj of de gevallen, wel»  FRAAIJE LETTEREN. 13 welke op denzelfden tyd in verfcheide Landfchappen en Ryken der Waereld zyn voorge» vallen; zonder welke regelmaatige fchets de gefchiedenis niet dan een Bajert van verwarring zoude zyn. Deeze volgreeks van zaaken zig wel in het geheugen geprent hebbende, kan men, met vrucht, tot een beredeneerde overweeging en herhaalde befchouwing der Gefchiedkunde overgaan, en daaruit lesfen trekken,welke,geput uit de omftandigheeden der befchouwde voorvallen, zaaken en charaders, deugden en ondeugden derPerfoonen, die in de Gefchiedenis voorkomen, ons tot een levensregel en algemeen beproefd Zedenfchool kunnen ftrekken. Kornelis. Myn Heer! mag ik u wel eens eene vra-sg doen, die mogelyk belagchelyk is, en waarvoor ik alvoorens verfchooning verzoeke. EmestHs. 6 Ja! gerustelyk myn waarde Kornelis'. door vraagen wordt men wys, zegt het waaragtig fpreekwoord, en geene vraag, die in eenvoudigheid gedaan wordt en waarlyk uit eene twyfeling fpruit, is verwerpelyk! Kornelis. Ik wilde'vraagen of men niet in de Studie der Gefchiedenisfen veel op het geloof moet laaten aankomen; of wel alles geloofbaar is wat men wel geboekt heeft, en of men  z4 FRAAIJE LETTEREN. men geen gevaar loopt van zyn geheugen en verftand met een groot deel leugens en dwaalingen optevullen. Ernestus. Deeze uwe vraag is, in plaats van belagchelyk, zeer wel gepast en vernuftig, 't Is niet meer danaltewaar,datwy,inhetbeftudee ren der Gefchiedenisfen, in die Aar aloude Volken genoodzaakt zyn veele fabelen te dulden en zelfs te beftudeeren; in die der Middel ■ Eeuwen , veele onzeekerheeden voor zeeker moeten onderfteMen , en dat ons in de Hedendaagfcbe Gefchiedenis veel partydige vernaaien door partydige Schryvers opgebeld , voor egt en waar opgedrongen worden, 't Is daarom hier geen ongefchikte plaats om van de trappen van geloof, welke een redenmaatige geest aan de waarheid der Gefchiedenisfen toefchryven kan, eenige woorden te zeggen, of liefst te verklaaren wat men onder de benaaming van Hijtoricscb Geloof verftaat. Een geval , voorval of gebeurtenis is niets anders als de uitkomst of het refultaat, het voortbrengzel der menfchelyke werkingen of van de uitwerkfelen der natuure; daaruit worden gefteldheeden, betrekkingen en omftandigheeden gebooren : men moet zig wel inprenten dat deeze menfchelyke daaden, alhoewel zy fomtyds verwondering wekken en ongemeen zyn, egter nooit bovennatuurlyk en wonder- daa-  FRAAIJE LETTEREN. ij daadig geweest zyn ; noch dat ook immer zullen weezen; immers wanneer wy daarvan afzonderen die fchitterende wonderwerken, welke, in de gewyde fchriften des Ouden era Nieuwen Verbonds, verhaald worden als gebeurd zynde om den Joodfchen en ChristelykenGodsdienst, welkers grondflagen zyzyn, te ftaaven. Het Euangelh'scb, het Levendmaa kende Geloof moet daarvan de waarheid en blykbaarheid erkennen. Integendeel het Bittoriesch Geloof is, wanneer ik my zo uit mag drukken, meer redeneerend; het onderzoekt, het twyfelt en houdt de twyfeling voor het beginfel der Wysheid ; want 'er ligt, na 't zeggen van den Abt Vallemont ,geene'verdienfle voor Gode nocb voor de Menfcben in, om zig van een dom geloof te beroemen. Petrus. 'Er zal dan veel dat door de Hiftorie-Schryvers als waar geboekt is, logenagtig gevonden worden. Ernestus. Zeer veel. Men moet zig dus wel wagten van het Hirtoriesch Geloof tot in zo verre uitteftrekken om geloof te verleenen aan alle de wonderen, aan alle de fabelen, aan alle de buttenfpoorigheeden, welke deongewyde en voornaamentlyk de aloude Gefchiedenisfen ons verhaalen. Het zoude dwaasheid zyn in twyffel te trekken, dat 'er een Cyrus. ëen Altxander of een Caefar geleeft heeft, en  16 FRAAIJE LETTEREN. en dat deeze Vorften groote veroveraars geweest zyn; maar het zoude een nog veel grooter dwaasheid Weezen, om geloof te geeven aan al het wonderbaarlyke dat de HiftorieSchryvers 'er ons van vernaaien , 't zoude dolheid zyn te gelooven, dat Romulus en Remus door eene wolvinne gezoogd zyn ; dat Numa Pompilïus onderhandelingen en famenfpraaken met de Nymphe Egerïa gehouden; dat het hoofd van Ancus Martius op het Capitool gebrand ; dat Curtius zig in eenen Vuurpoel geworpen heeft; dat de Goden door den mond der Oraculen gefproken zouden hebben, en diergelyke dingen meer. Het is zelfs belagchelyk genoeg,om, in de agttiende eeuw des Christendoms, eene geleerde, fcherpzinnige en geheel ernftige redevoering te doen , ten bewyze dat de Oraculen by den komst van Christus niet opgehouden hebben te fpreeken; dit, zegge ik,te willen bewyzen in eenen tyd waarin het,voor elk gezond verftand, klaarblykelyk en openbaar is, dat 'er nooit Jupiter noch s/polio geweest is, en dat ze, by gevolg, nooit hebben kunnen fpreeken. Diergelyke dingen behoorde men onder de Fabelen te rangfchikken, en zo dikwyls als men in de ongewyde Gefchiedenisfen diergelyke wonderen en buiten^ (poorigheeden aantreft, dan moet het Hifto- riesch  FRAAIJE LETTEREN. ï? • riesch geloof, of liefst de ligtgeloovigheid der menfchen ophouden, en de verftandigen moeten aldus redeneeren: of wel de Goden begingen eenen misflag met de orde der Natuur zodanig te fchikken, dat zy niet voldoende was om de geheele gelukzaligheid der fchepfelen, en bovenal die der menfchen, uittewerken, of deeze zelfde Goden begingen eene dwaasheid , met de eens geregelde ordeindeNatuuf , te verwarren , om uitwerkfelen voorttebren* gen, welken zy zouden hebben kunnen daarftellen, door eenvoudiglyk de eeuwige orde te volgen. Doch ik herhaal het andermaal, wy fpreeken hier alleenlyk van de Goden der Heidenen. Kornelis. Egter wanneer zo veel menfchetj een wonderwerk gezien hebben, en de Schryvers, welke hetzelve verhaalen, in den eigen tyd waarin het gebeurd is, en het, zo veel als terftond naa het voorval, te boek (lellen, kan men dan gelooven , dat, byaldien zodanig wonder bedrog of in 't geheel een logen ge« weest ware, zulk een Schryver hetzelve waereldkundig zoude hebben durven maaken. By voorbeeld 5 zouden de Heidenfche Dichters, of andere Schryvers, ernlïig van de Oraculen hebben durven fchryven, in eenen tyd, in welken men de waarheid derzelve onderzoe- ZËSDE AFDEEUNG. B ken»  18 FRAAIJE LETTEREN. ken, en, zoo 'er niets aan ware, zeer ligtelyk valsch zoude hebben kunnen bevinden? Ernestus. ö Ja; dit alles kan zeer gemakkelyk plaats hebben. De ligtgeloovigheid der menfchen, welke naêr het wonderbaarlyke neigt, en daardoor gevoed wordt, laat zig zeer gemakkelyk,zelfs van degrootfteen lompfte ongerymdheeden overreden. Voorts is het Historiesch geloof op niets anders dan alleenlyk op de getuigenis van menfchen gegrond , en deeze grond is by ongeluk zeer zwak. Welke waarborgen hebben wy dat de getuigen der gebeurtenisfen nooit hebben kunnen bedroogen worden en nooit hebben willen bedriegen ': Wy kunnen dit zelfde, dat wy van de getuigen zeggen, en nog zelfs meer, ook op de Historiefchryvers toepasfen, die zeer zeldzaam zelve oor- of ooggetuigen geweest zyn van de daaden en voorvallen die zy vernaaien, en die ze dus meest flegts van hooren zeggen hebben. Men moest onderzeilen dac deezs getuigen en deeze Historiefchryvers Engelen waren ; want 'er is geen mensch onfeilbaar. Hoe meer getuigen 'er by een- wonderwerk tegenwoordig geweest zyn, hoe verdagter dat het wordt; wyl de menigte altoos kwalyk ziet, aan het wonderbaarlyke een welbehaa- gen heeft, en de ftem van het klein getal gezonde oordeelaars verdooft, Lee-  FRAAIJE LETTEREN. 19 Leonard. Ik wil gaarne gelooven dat 'er verfcheidene wonderen en wonderwerken in de gefchiedenis voorkomen, die zelfs van in dien tyd leevende Schryvers geftaafd worden, en toch flegts op bedrog gegrond zyn; Ernestus. Men weet immers hoe hoog men nog in het begin deezer Eeuw geloopen heeft met de wonderbaarlyke geneezingen , welke door de aanraaking van het graf van den geestdryver Paris, veroorzaakt werden. Deeze geneezingen,alhoewel door duizende getuigen , door veele Schryvers, ja zelfs door rechterlyk gezag geftaafd zynde, werden naa vervolg van tyd egter bevonden op louter bedrog gegrond te zyn geweest (*). —> Pt' (*) Op hoedanig eene vvyze dï mensch , door1 valfche sniractilen , wonderlyke geneezingen , en diergelyke be. driegeryen misleid kan worden , is zeer omftandig door Profesfor J. C. Iknnings , ontwikkeld, in deszelfs doorwrochte Verhandeling von /Ihndungen uni fijionen (yoorgi•jaelens en fchyngezichten ,~) in welke de wysgeerige Schryver de wonderwerken op het graf van Paris in Prankryk, en de wondefdaadige geneezinr*?n van zekeren Gafzner in Duitichland, naauwkeurïg onderzoekt, en de wyze aantoont op welke die valfche wonderwerken , aan den voorirge" noonicn aanfehouwer, als boven natuurlyke werkingen kunnen voorkomen. De Nederduitfche uitgave van dit lezenswaardig werk, dat met des Arnhems Verhandelingen over de Gets. ten yDtOQïïien cnSlaapwandtlaaren een volledig onderzoek om» B 2 trent  so FRAAIJE LETTEREN. Petrus. Maar hoe is 't mogelyk, dat zulke voorvallen in deeze laatere Eeuwen, zo algemeen kunnen hekragtigd worden? Ernestus. De menigte volgt altyd daar waar eenig voornaam man hen voorgaat, en zulk een voornaam man, kan, als mensch, zeerligtelyk bedroogen worden, of om eenige inzichten, zeer ligtelyk zelve bedriegen. Daarom, ver* laaten wy ons nimmer op vernaaien van wonderdaaden of onnatuurlyke voorvallen, welke wy by de ongewyde Schryvers aantreffen. De ontoereikendheid der menfchelyke zintuigen, de onvolkomenheid van het doorzicht, en redeneerkragt der menfchen van de eene, en de gemoedsdriften aan de andere zyde, maaken deeze foort .van getuigenisfen en vernaaien doorgaands verdagt. Hoort flegts de verhaaien, welke twee Generaals of andere Officieren , die zig in een zelfden Veldflag bevonden hebben, van denzelven geeven; leest de nieuwspapieren welke de gebeurtcnisfen, die in onze dagen, en dikwyls onder onze oogen, voorvallen, vernaaien,en befluit daaruit trent al de oorzaaken en uicwerkfelen van geesten, fpooken, droomen, voorgevoelens, gezichten, benevens al wat het bygeloof ooit voor monüers gebaard heeft , bevat, is by den Uiigeever deezes op de pers, en ftaat eerlang volledig her licht te zien.  FRAAIJE LETTEREN. 21 uit tot in hoeverre gy op de juiste waarheid deezer daaden (laat kunt maaken ; oordeelt eindelyk daaruit hoeveel 'er te houden is van de verhaalen der Wonderlyke daaden, welke onder minder verlichtte Natiën dan de onze , voorgevallen zyn,in verre verfchovene tyden, in welken men naauwJyks leezen noch fchryven konde, waarin de drukkunst niet beftondt, waarin de oordeelkunde de logenaars niet in ontzag hieldt. En (lelt, volgends deeze aanmerkingen en volgends duizend andere,die gy zelve zoudet kunnen maaken, doch die wy met ftilzwygendheid voorbygaan , juiste paaien aan uw Historiesch geloof. Karei. Maar Vader! hoe is 't te gelooven dat de Historie-Schryvers en Dichters, welke deeze ongelooffelyke daaden verhaalen, maar ook tevens in andere zaaken doorflaande blyken van gezond oordeel en goeden trouw geeven, zo ligtelyk bedroogen zyn, of zo arglistig hebben willen bedriegen ? Ernestus. Dat is zeer mogelyk, myn Zoon! Schryvers die anders gezond oordeel toonen te bezitten , hebben zeekerlyk de menigte en het Volk of de Grooten willen vleijen, en dus willen bedriegen. De gemoedsdriften der Stervelingen werpen geftadig eeren fluijer voor de waarheid. Het is een aloude zegswyze , «en Historie-Schryver beheerde noch B 3 r De Egyptenaaren waren jaarlyks gewoon het overvloeijen des Nyls den Landlieden door zekere figuuren, welke of op de Hondftar, of op de Aarde, de Zon, de Maan, of den vloed des Nyls toefpeeling hadden, bekend te maaken; O/iris was de Zon, Ifis de Maan, Borus de Aarde, Canopus,èt Nyl, enz. Deeze wyze van beeldfchrift werdt Bieroglypbia genoemd, en zy verlooren door langheid van tyd eindelyk zelve de beteekenis deezer figuuren, dien ze vervolgends voor Goden aanbaden, en toen de Grieken met hen in Scheepvaart en Handel bekend geraakten, bragten die deeze verzierde Goden meede tot hunnent, en voegden 'er rog veel Fabelen by, die vervolgends door de Romeinen nog meer vermeerderd zyn. Genoeg is (*) In zyn doorgeleerde Ntmelgefchhdems, IHiJitire Ceefle) vertaald door le Long. — 2 dcete» in 8vo. Men zie ook myne Verh. met den Mercuriusder Ouden, ia ba ^«4« Kol/met van Kooph. 2de Stuk.  FABELKUNDE. 43 is het egter te zien dat alle deeze Heidenfche Fabelen toch op eenen Oppergod en deszelfs beduur gegrondvest zyn. Petrus, Wanneer deeze oorzaaken ook alle tevens gewerkt hebben, dan is 't geen wonder dat de verdandigde zelve, door vooroordeel en dwang van gewoonte en opvoeding daardoor medegefleept zyn. Ernestus. Zy hielden de Fabelleer voor zo vernuftig uitgedagt, en zo bekwaam om de menfchen in hunne plichten te onderwyzen, dat hunne Wysgceren zeiden: Een God moet de vinder des Fabels geweest zyn. Kornelis. Vindt men dan de geheele Godenleer in deeze Fabel-Weetenfchap of Mythologie? Ernestus. Voorzeeker en wel zeer volledig. Wanneer de Studie der Mythologie wel, en zo als \ behoort, behandeld wordt, dan vangt zy aan met geleerde navorsfchingen te doen na den eerden oorfprong der Fabelleer, als ook die des Heidendoms en der Afgodery die 'er het gevolg van is, zy klimt, om dat oogmerk te bereiken, tot den oorfprong der Waereld op, en, naa gevonden te hebben dat Laban, de Schoonvader van den Patriarch Jacob, reeds Afgoden gemaakt heeft, en dat hy kleine Huisgoden by zig hieldt, welke hy van gebakkene aarde vervaardigde, het geen de grootfte Oudheid des Afgodendiensts bewyst, gaat zy  44 FABELKUNDE. zy voort tot de verklaaring der Waereldniording en Godenteelt (Cosmogonia et Theogonid) of het geloof der eerfte Waereldbewooners, over de wyze op welke het Heelal gefchapen en gevormd zy, en de Godsgeleerdheid der Heidenen , welke de geflachtlyst der valfche Goden onderwyst. Zy begint met de overleevering (Traditio) der Cbalde'én , een zo oud Volk dat Nimrod, kort naa den Zondvloed, deszelfs eerfte Koning gezegd wordt geweest te zyn# Maar een Volk dat tevens zo ligtgeloovig en bygeloovig geweest is, dat wy hetzelve voor de vinders van alle Fabelen, en de eerfte uitftrooijers der Geestelyke verfchyningen, die naaderhand de menschlyke reden veelal geheel verdoofd hebben, kan houden. Leonard. Wy zouden zeer gaarne een kort begrip van de algemeene Leer des Heidendoms uit uwen mond hooren. Ernestus. Ik wil u daarvan gaarne 't geen ik 'er van weet mededeelen: wees dan aandachtig : volgends de overlevering der Cbaldeèn, rees 'er, vóór de geheele ontbinding des mengelklomps (Chaos) uit de Zee een Monfter, half mensch , half visch , dat zy Oannes of Oes noemden, en dit gaf wetten aan den Cbaldeèn; eene Vrouw, geheeten Omorca, regeerde over den geheelen Aardbodem, Bel hakte haar doormidden, en maakte van een heurer dee-  FABELKUNDE. 45 deelen den Hemel en van de andere de Aarde. Zy fielden ook bovendien nog twee eerfte of grondwezens , van welke een goed en een kwaad was. Het goede wezen dat zy Orosmasdes noemden , hadt het beftier des Hemels, en het kwaade, utrimanius geheeten, dat der Helle. De Perjtaanen vonden 'er voorts nog een middenwezen by uit, dat zy Mitbrct noemden. Leonard. Dit is een zeer belagchelyk gevoelen; hoe hebben geheele Volken zig diergelyke onnoozele vertellingjes kunnen laaten wysmaaken ? Ernestus. Dat is zeer ligt geloofbaar; al wat den menfchen als Goddelyk en aanbiddenswaardig voorgedraagen wordt, vindt veelal by het gemeen zeer ligt geloof. De Weetenfchap der Fabelkunde geeft ons daarvan voldoende bewyzen aan de hand. De Pbanitïers geloofden dat de VVaereld uit een ey voortgekomen , en even als een vogel - ey door God uitgebroeid ware, gelyk uit hunne Theogonie en Cosmogonie, die door Sanchuniaton befchreeven is, blykt. Deeze was een Priester van Beryte, die voor den Trooijaanfchen kryg, en meer dan 400 jaaren voor Hejtodus en Homerus geleeft heeft, en van wiens Schriften door Eusebius alleen eenige aanmerkelykeFragmenten bewaard en tot ons overgebragt zyn. Dit gevoelen over het Waereid-ey, was ook niet  46 FABELKUNDE. niet vreemd aan den Egyptenaaren, wier eerfte Schryver en Oprichter der Natie Thot of Jbaut, anders Hermes Trismegistus genoemd , geweest is, uit wien men zegt dat Sancbuniatbon zyn Berichten en Wysbegeerte ontleend zoude hebben. Men vindt veel mei» ding van deezen Thot, welken fommigen voor eenen zoon van Japhet houden, by de Griekfche Historie- Schryvers, bovenal by He r o d otus, Di0D00R,de Siciïtaan, en by den boven aangehaaldenEusEBius van Caejaraa. Voorts leert de Fabelkennis ons nog de Godenleer der Atlantifcbe Volken, of die van het westelyk deel van^jrjca,van welkeDiodorus van Sieilien ons alleen de berichten bewaard heeft. Voorts naadert zy tot de Theogtnie der Grieken, die ons zo veel te bekender is, daar verfcheidene Griekfche en Latynfche Schryvers Vr meer of min omftandig over gehandeld hebben. Deeze ïheogonïe in den grond dezelve met die der Romeinen zynde, en deeze laatftén dezelve alleenlyk flegts uitgebreid * en by de Griekfche Godheeden eenige Goden en halve Goden bygevoegd hebbende, die zy van hunne Helden en eenige Zinnebeeldige en Figuurlyke Godheeden vormden, leert de Fabelkennis ons die beide tevens kennen, en by deeze gelegenheid verklaart zy voornaamentlyk de Cosmogonie en Theogonie vanOvimus» Deszelfs Dichtftuk over de gedaantevcrwisfe- lin-  FABELKUNDE. 47 langen, Metamorpbofevn ge noemd, bevat het omflandigfte en volleedigfte ondervvys , dat wy over de Fabelkunde der Ouden kunnen wenfchen; wy vinden daarin, onder anderen , hun geloof over het verblyf der Gelukzaaligen naa hunnen dood in de Elizeefche Velden, als ook overzie Helle, Tenartis of Tartarus geheeten , over den helhond Cerberus, die de poort der Helle bewaakte, de voerman Cbaron, die de zielen der afgeftorvenen over den Hellevloed Styx voerde, waarom de Grieken den dooden een teerpenning voor Cbaron, en een /lokbrok of eenige tot een bal gekneede fpyze mede gaven om den Helhond voortewerpen en zyn gebas daar meede te ftillen ; de Fabelkunde verklaart ook de overige Hemel enHellebewoonfcrs, als ook de vier vloeden die den Tarta> rus befproeijen, de Styx, de Cocytus, de vloeden Pblegetbon en Letbe, uit welken laatften al de zielen dronken om al he-t aardfche te vergeeten, enz. De Wysgeeren hebben voorts nog veele onderzoekingen en gelukkige ontdekkin* gen gedaan over de Godenleer der oude Oermaanen, Cellen, Scythen en der Hyperbori/cbe Cof Noordfche) Volken. Eindelyk geeft deeze Weetenfchap nog groot licht aan de Godenleere en Godengeflachten der Indifche Bramins en Treglodyten, Volken weleer in 't Zuidelykfte gedeelte van Africa gewoond hebbende,  48 FABELKUNDE. de, Indiaanen,Cbineezenen zelfs der/Imcrieaanen, by welke men verfcheidene overblyffelen der aloude Fabelleer aantreft, waardoor men zo veel te meer in de meening gefterkt is, dat America, door middel der nu van het vaste land afgefcheidene Eilanden , ten Noorden , aan Kamtfcbatka en Japan gehecht geweest is, waardoor de Zeden der Oude Scythen en Gymnofopbistcn tot hen doorgedrongen en voortgeplant zyn. De Fabelkunde eindigt voorts den kring heurer leere met een naauwkeurig onderzoek over de Heidenfche Godenleer en byzonder over die hunner Dichteren. 'Er is ook nog veel over de Goden der beide Oosterfche Volken, en over die der nog Heidenfche Natien , te zeggen; doch wy zullen dat tot de Gefchiedenis der Godsdienflen verfchuiven. Karei. Maar, Vader! ik kan nog niet zien, dat 'er veel nuttigheid in zo een moeijelyk onderzoek liggen kan, dat de tyd en arbeid die 'er aan opgeofferd moet worden, kan vergoeden. Ernestus. 't Is ook ieders zaak niet om tot de Mythologie tot in zo verre intedringen. 'Er is zelfs nog meer in heuren wyden omvang te leeren. Wanneer al de opgenoemde zaaken wel beftudeerd zyn, moet men, wanneer men deeze Weetenfchap nog dieper indringen wil, . nog naavotlchingen doen over den tyd , de tyd«  FABELKUNDE. 45 tydwortel (Jzpocba) en de plaa-s wsar de Afgodendienst het eerst in gebruik gekomen is, en men bewyst dat de Heidenen, en voornaamelyk de Cbaldeè'n, daartoe den eerden grond gelegen hebben, door de aanbidding van de Sterren, van het Uitfpanfel en van de Hemelfche Lighaamen. Men befchouwt vervolgends den voortgang des Afgodendiensts; welke de tempelen der Heidenen geweest zyn, hunne altaaren, hunne hoogten en geheiligde bos* fchen , hunne vryplaatfen waar men geen Misdaadiger uit kon fleepen , daarom van * niet en {»An eene prooi (azylon) geheeten ; de Afgods-beeldjes en beelden hunner Heiligen ; op welke wyze men dezelve verbeelde; hunne Sileenen of dikgebuikte Godenbeeldjes, in welken een kostbaarer Godenbeeldje, als in een kasje, verborgen was, en by welken Akibiades zynen Meester Socrates, om dat hy zeer mismaakt was, vergeleek; zeggende: de mismaakte Sileen draagt een Ede/gevormde en kostelyke Godheid met zig om, zo ook draagt de mismaakte Socrates eene Goddelyke en welgevormde Ziel in zig. Van dit zeggen noemden de Grieken, en thans nog de Geleerden, den menfchen in 't algemeen Sileenen van Alcibia. des, bedoelende daarmeede, dat de Goddelyke Ziele des menfchen, in de brooze kas des LigSkpi AreiEUMo. D haams  50 FABELKUNDE. haams befloten is, even als de Godsbeeldjes in eenen misraaakten Si/een. Nog onderzoekt de Fabelleer, welke de Offerhanden en de Offers waren die men deeze Goden offerden, en de Dieren welke men hen flachteden; welke de geheiligde vaten waren die men in de offerhanden gebruikte als zynde wierookbusfen, en de overige werktuigen tot den offerdienst, drank-en pleng-offeren (Libationes") en andere Godsdienstplegtigheeden , welke hunne Priesters, Priesteresfen en anderen byftanders voor den dienst van elke Godheid waren, welke de Feesten waren, die by de Oosterlingen , Grieken en Romeinen gevierd werden; de Bede- of Boetedagen, de Godenmaaltyden, of Le&ijlemia, de Geestelyke aanroepingen ofDevotien, de Godsdienstplegtigheeden welke by het bouwen van Steeden waargenomen werden, enz. Petrus. De verfcheidene Godfpraaken en Oraculen, moeten zeekerlyk meede onder het vak der Mythologie begreepen worden. Ernestus. Zonder twyffel, en ik zoude 'er ook zo terftond van gewaagd hebben. Het vooruitzien en de voorzegging van het toekomende, door middel der Wichgelaary, maakt zeekerlyk een groot deel des Heidenfchen Godsdienst uit, fpruitende uit hun algemeen ge-  FABELKUNDE. gr gevoelen van de beftuuringe des Heelals, door een onveranderJyk noodlot, welks fchikkingen den mensch in de Oraculen en Wichgelaaryen geopenbaard werden. De Mythologie betrage daarom de Oraculen, en wel in 't byzonder; (d) het Oracul te Dodona, het oudfte van geheel Griekenland; Qj dat van $üpit er Hammon,of Ammon,'m Lyhie;'c) dat van Jupiter Philius; (rf) en dat van Apollo beide te Heliopolis; (e) dat van Apollo te Delphes, voor wiens Tempel de gulden Ipreuk: kent u zeiven, geleezen werdt; (ƒ) dat van Tropho» nius in Beoliën; (§•) dat van Venus van Aphacite, eene plaats, gelegen tusfehen Byblos en Heliopolis, langs een kleen meertje en (hjnog een groot aantal van andere Oraculen van minder aanbelang in Griekenland en elders veffpreid. Zy onderzoekt Voorts op welk eene wyze de antwoorden deezer Oraculen of Godfpraaken gegeeven werden, en vindt dat de Priesters onder het Oraculbeeld in ondiepe kelders op den rug liggende, door een buis de vraagen hoorden en denzelven daar door weder, egter altoos zeer dubbelzinnig, beantwoorden; zy befchouwt ook de Plechtigheeden welke by het raadpleegen met het Oracul waargenoomen werden. De lighaamswringingen der Pythifche Priesteresfen op den drievoet, en die der andere Priesters; zy tragt Da te  5* FABELKUNDE. te doorgronden of 'er in der daad Sibyllen, of waarzeggende vrouwen, geweest zyn , weilier getal op twaalf bepaald wordt, die van de geboorte , het leven, lyden en dood van den Zaligraaaker onder de Heidenen voorzegd zouden hebben (en wier naam, volgendsfommigen van Zeus Botilê of Raadsvrouwen Gods afgeleid wordt) 't welk egter nog zeer twyfelagtig blyft, wat men 'er ook van zeggen moge, en zy trekt uit alle de bronnen der Oudheid eene ibort van Gefchiedenis deezer Sibyllen en hunne voorzeggingen , welker egtheid egter door geen mensch die gezond oordeel bezit, bepleit wordt; zy gaat voorts over tot het onderzoek der wichgelaary uit de Vogelvlucht (Au. guria,) uit het Vogelgefcbret (Aufpïcïd) ingewand] abouvsing der Slachtbeesten en Vogelen (Harujpicia) ; Voorkennis (Pr af agio) en voor beduidende Wonderwerken (Prodigia) Luchtverfchyn/elen (Pbcnomena), Schuld offerbanden (Jlxpiationes), Scbuldzuiveringen (Ablutiones% Toverkunst (Magia) , en Sterrenwichgelaary (Astrologia) der Ouden, enz. Hy die deeze dingen wel doorgrond heeft, kan met een vasten tred in de duisternisfen der Oudheid wandelen, en zelfs de natuur hunner Goden van naby onderzoeken. Petrus. De Historie der Goden van de Heida-  FABELKUNDE. SS denen zal alleenelyk wel een byzondere ftudie vereisfchen. Leonard- Deeze zal zeekerlyk, al na maate men die aanvangt, meer of min omflagtig en meer of min nuttig zyn. Ik begryp dat wy niets met den aart deezer Goden, wanneer wy 'er Wysgeerig over denken, van nooden hebben j wyl zy toch allen verdicht en valsch zyn geweest. Ernestus. Dat is zo, en het boek van Cicero over de natuur der Goden (de Natura Beorum ), kan hier een groot licht over verfpreiden. Maar willen wy ons in het vak der Historie- en Oudheid plaatfen , dan moeten wy ten minften weeten welke natuur men hen in 't algemeen en byzonder toevoegde, welke de ooifprong, het geflachtregister, de rang, de bedieningen, de magt en de werken waren, welke men aan elke der Goden toelag. Kornelis. Hadden die Goden dan elk hun bepaald werk te verrichten, Myn Heer! Ernestus, ö Ja, en dat werdt hen door den menfchen voorgefchreeven; was dat geen fraaije Theologie? Karei. Vader! wees zo goed van ons daar wat nader in te verlichten. Ernestus. De Goden der Oude Grieken en Romeinen waren alle of van Croote, of van D 3 tnin-  54 FABELKUNDE. mindere Volken (Majorum vel Minorum Gestium) dat is: van den eerden of van eenen minderen rang. De eerfte of de Dei Majortm Gentium werden ook, in hetLatyn,Co»/ra/«, Mngni Confultores, groote Hemelraaden, enz. geheeten. Volgends Ennius was 'er een twaalftal zulke Oppergoden , welker naamen hy in deeze Latynfche verfen begreep: Juno, Vesta, Minerva, Ceres, Diana. Ve- nus Mars, Mercurius , Jovis , Neptunus , Vulcanus, Apollo. men voegde nog agt andere Godheeden, onder den naam van Selecli y of uirgeleezenen by , dit getal, te weeten: Sol, Luna, Tellus, Genius, Janus, Saturnus, Liber en Pluto. De tweede foort of de Dii Minorum Gentium, noemden zy ook Adfcriptitii, Medioximi, Minufcularii, Putatitii , Indigetes ,Semones, enz. De voornaamfte deezer zyn: Efculapius, Bacbcbus, Castor, Polhix, Faunus, Hercules, de Lares; Haardgoden, de Penates; Huisgoden Qjiirinus, Semo Sancus of Dius Fidius en anderen. Volgends de tweede verdeeling, fchifte men alle de Godheeden in l.) Uemeljcbe of Hemelgoden s 2.) Aardjcbe of Aardgoden en Zeegoden,  FABELKUNDE. 55 den. 3.) Helfcbe of Heigoden, Qtifert). De Hemelgoden waren Jupiter, Juno , Apollo , Aurora, Cupido, Cybelé, de Gratiën, Hebe, IJis, Luna, Mars, Mercurius, Minerva, Ne* mejis , Saturntis, Ibemis, Venus, en 7. De Aardgoden waren Eolus, Arifteeus , A/lraa, Ceres, Diana, de Faunen, Feronia , Flora, Janus, Momus, de Muzen, Pales, Pan, Pq. mona, Priapus, de Satyrs, Silenus, Silvanus, de God Terminus, Vejta of Rbea, Cybele of Berec^ntbia, Vulcanus, Harpocrates,enz. De Zeegoden waren Neptunus, Ampbitrite, Tbetis Canopus, Glaucus, lno, enz. De Nereiden, Nereus , Oceanus, Palemon, Triton, enz. De Helfcbe Godheeden waren Pluto , Projerpina , Cbaron, Minos, Eacus, Rhadamantes, de Fari n , de Dood , de Nacht, de Parken of Schikgodinnen, Plutus, enz. De derde verdeeling fchifte deeze Godheeden , in zulke welke hun beftier hadden 1) over de zwangerheid der Vrouwen {Dii pragnantiuni), 2.) over de bevallingen (Pariarïéntiurii). 3,) over de geboorte (Na/centiumj. 4.) over het Overfpel, 5.) de Bruiloften, by welk e men nog voegen kan, de Zedelyke Goden (Dit Morales) en 6.) de Lykgoden (Dit Funebres). De Goden der Zwangerheid zyn Pilumnus, Intercidona en Deverraj die der Rsvallingen , Jmo Lucina , Diana , Egeria, D 4 Pm»  55 FABELKUNDE. Prorfa, Poflverta, Menagenata, Latona, de Goden des Arbeids(D« Nixiij, enz. De Goden der Geboorte waren Janus , Opis , Najcio, Ci/;w;f'Zanggodinnen, waren de gezellinnen van Apollo in dit zyn afgezonderd Landleven, men noemde ze ook wel de wyze Zusters, de negen Zusters, de Camoenen, Helitcniaden , Parnasftden , Aoniden , Piëriden 9 Pegafiden , Agamppiden , Tbespiaden, Libeibriden en Castalulen. Het waren de Godinnen der Weetenfchappen en Kunften in het algemeen, alle Dochters van Jupiter en Mne> mozyne. Men fchreef O aan Clio de Gefchiedkunde tr>e; 2 ) aan Melpomene, het Treur/pel; 3 ) aan Tba/ia, het Blyfpel; 4.) aan Euterpe, het gebru>k der Fluiten en andere blaastuigen ; j.) aan Terpfichorè de Harpen den Dans; 6.) aan Erato l< w en Z«//y 7.) aan Calliope het Heldendicht j 8,) aan Urania de Sterrekunst, en 9O aan Polyhymnia de Redeneer- kunsi.  FABELKUNDE* kunst en Welfpreekendbeid. De BevaHigheeden (Gratiën) bekend by de naamen Aglaia, Eupbro/tne en Thaüa verlieten ook fomtyds het gezelfchap van Venus, om heur hof by Apolh te maaken. Kornelis. Maar wat betekende dit alles i Myn Heer! ik meene van u verftaan te hebben, dat te Mythologie een zinverberging, onder figuurlyke voorftellingen » is. Het moet dus eenige beduiding gehad hebben. Ernestus. 'Er is veel van de betekenis der Fabelen, door langheid van tyd, verlooren ge* raakt, en veel kunnen wy nog in dezelven ontdekken. Gy ziet hier de Weetenfchappen en Kunften door een God zeiven befchermd,en als gezusters onderling vereenigd , en uit God zeiven, in hetGeheugcn (Mnemozyne) voortgefprooten; zy leeven in een afgefcheide rust, dat ons de zo noodzaakelyke afzondering,' welke de Jiudiën vorderen, aantoont; de verheven vlucht van het moedig Ros, de menfchelyke Geest, doet een bron ontfpringen, wier water, elk die het nuttigt, tot een Dichter maakt. Deeze zinnebeeldige befchryving kenmerkt ons het waare wezen der Dichtkunst, dat in de verheven vlucht der gedachten beftaat; wie zal ontkennen dat deeze wyze van uitdrukking der denkbeelden, die men ten dien tyde over het aankweeken van Schoone KunE a ften  68 FABELKUNDE* Hen en Weetenfchappen hadt, niet zo vernuf* tig en aangenaam, als der uitvindinge mogelyk was, geweest zy. Alle de overige mogelyke voorwerpen die het Heidendom bevat, zyn met denzelfden fmaak en fieraad behandeld , en hoe valsch de Heidenfche Godsdienst over 't algemeen ook geweest moge zyn, men moet nogthans bekennen , dat hy by uitftek gunftig voor de Schoone Kunften was, door middel der edele , bevallige , befchaafde en lustige beelden, die hy dezelve onophoudelyk aanbiedt, en door de bekoorlyke onderwerpen die hy toen, en zelfs nog heden, voor de arbeid der Dichters , Schilders, Beeldhouwers en andere navolgende Kunftenaaren opleeverde. Leonard. 't Is opmerkelyk dat een Godsdienst, die, alhoewel ten uitterften door het blinde gemeen misbruikt, egter op geen geheel verwerpelyke gronden fteunde, zo eensklaps ten val geraakt is. Ernestus. Dat zal ons niet meer zo vreemd voorkomen, zo dra wy ilegts in aanmerking neemen , dat de zinlykheid en vernuftigheid deezes Godsdiensts niet volftaande was om denzelven tegen de wankeling, den val en de vernieling, die eindelyk alle zaaken deezer waereld verzelt en overkomt, te behoeden. Deeze Godsdienst, die by de vyfduizend jaaren en byna van den oorfprong des menfchely- ken  FABELKUNDE. 69 fcfln geflachts af, beftaan hadt, geraakte allengskens in verval, na maate het licht des Christendoms en de fakkel der Wysbegeerte het Menschdom verlichte, en hunnen geest op* klaarde; want, alhoewel de Heidenfche Godsdienst en de Fabelleer, waarop dezelve gegrond was, aangenaam en gunftig voor de Kunften zyn, zy waren ondertusfchen niet gefchikt, noch om Wysgeerige geesten bezig te houden, noch om het tydelyk en eeuwig heil van redenlyke menfchen, die het waare geluk zogten, uittewerken. Het is zelfs verwonde* ringswaardig dat een zo fraai vernuft als Keizer Julianus was, op eene ernftige wyze getragt heeft, de asch des Heidendoms , welks flaauwe fcheemering, onder de Regeering van Conjlantyn de Groote, in 't begin der IV. Eeuw, geheel gebluscht werdt, weder aantevuuren. Julianus beezigde daartoe alle de hulpmiddelen van zynen geest, welfpreekendheid, vermogen, ja zelfs tot zyn eigen droevig voorbeeld toe, om dezelve te doen herleeven ; doch te vergeefs. Het noodlottig tydsgewricht voor het Heidendom was gekomen, niets kon hetzelve voor zyn ondergang behoeden. De raazende Theodo/ïus , aan welken Priesters en fommige zwakdenkende Schryvers den bynaam van de Groote gegeeven hebben, verdelgde het eindelyk ten eenemaale, tegens E 3 het  •jö FABELKUNDE. het einde derzelfde Eeuw, verwoeste de Hei* denfche Tempels en Altaaren die toen nog beftonden, verfpreide de byeenkomfïen en rooide de Priesters uit. —— Nooit heeft het Heidendom zig van deezen wreeden val kunnen herftellen, en federt dit tydvak is 'er van hetzelfde niets dan zekere verflrooide brok ken s in fommige hoeken des Waereids, en by fommige kleine en byna onbekende Volken, overgebleeven, by welken deeze zo algemeene als bloeijende Godsdienst tot een grove en fchan* delyke Afgoderye is ontaart. O P  FABELKUNDE. jt O P D E FABELKUNDE. Het heerlyk aanzien van de grootfche Hemel' zaaien, Waarin het Starrenheir , waar Zon en Maan in praaien, Verfchoont de dwaaling by 't verblinde Heiden» dom, Dat zig, in 't Hemelsheir een' talleloozen drom Van Godheên inbeeldt, die de Hemelen bewoe» nen; En de Aard' beheerfchend, hunne Magt alom ver» toonen. Doch nimmer was het brein der menfchen zo ver» dwaald, Dat niet een zuivre ftraal der Godheid hen be. ftraald, £4 Of  73 FABELKUNDE. Of flaauw omfcheenen heeft; 't is in hun School gebleeken Dat hunne Wyzen niet van k zuiver denkbeeld weeken, Dat Reden van ééu God, ééne eenige Almagt voedt. Die Plato ons zo juist, als Godlyk, kennen doet; Maar 't Volk , altyd te zwak om dieper in te treeden, Tot in de waare Leer van die verborgenheeden, Die ilegts de Wysgeer kent, ontaart to; Bygeioof, En blyft voor Redens taal en Wysheids lesfen doof; Het vormt zig Goden, uit beroemde en groote Helden Wier aanzien en geluk hunne Oorlogsdaên verzelden, En vindt een talloos tal van zulke Godheên uit: Waardoor zig 't Priesterdom verrykt ziet met een* buit Vsn Offerhanden en onfchatbaare Altaargaven, Waarmeê ze, als opgehoopt, d'onleschbren Gouddorst laavqn. 2»  FABELKUNDE 73 Zcj ileeg het Bygeloof ten top , maar viel ter neêr, Teen rees het Christendom, en Reden heerschte weêr. Tflt zo lang dat bedrog en domheid de Aard* be* roerden, Sri Paufen het gebied op ieders denkwys voerden. Toen viel dit Christendom hetzelfde lot te beurt; Het brak door eigen zwaarte en werdt niet op gebeurd, Maar hier en gintsch verftrooid, geknakt in veele leeren, Die elk denzelfden God,, als hunnen Vader, eeren. De Fabelkennis toont ons 't fchaduwryk gebied Der Ouden Godenleer, als in een fiaauw verfchiet, En legt daarmêe den grond tot die Gefchiedenisfen, Waarvan wy egter veel door 't vroèa der tydefl misfen. Gefchiedenisfen, die de Aloudheid ons verhaalt, Wanneer ze ons een tafreel van heure Helden maalt. ?ï Dat  74 FABELKUNDE. Dat, fchoon met eenen reeks van Fabelen doorweeven, Niet naalaat eenig licht in 'sWaerelds Haat te geeven, Die in den vroegften tyd ons oog geheel ont» vloodt, Zoo de oude Fabelleer ons niet heur' byftand boodt.  DERDE SAMENSPRAAK, OVER DE TYDREKENKUNDE. (Cbronologia.) INHOUD. Wat de tyd is, ten opzichte der Tydrekenkunde. Boe dezelve na de Bemellichten berekend •wordt, waarom Mozes van Hebt /preekt eer by van de Zon gewaagd s op welke eene •wyze de Sterrekmst den grond tot de Tydrekenkunde legt. Naatnsoor/prong van bet woord Chronologia ; de Tydrekenkunde wordt verdeeld in eene Wiskundige, Staatkundige en Ce/cbiedkundige. — In de Wiskundige verdeel ing komen voor, Dag en Nacht, Natuurlyke dag, Astronomifche en Europi/che Vuren. Verfchil in dag en jaartelling by veele Volken. Italiaan fche , Baby lont- fche en Joodjcbe Uur en ,• Cbaldeeuwfche Helakim , Scrupels of Uurdeelen s Zevendaagfche Weektelling Verklaaring der Naan&n en Almanachs tekens der Weekdagen; Zondags letter en gebruik derzelve; Zonne en Maan-  76" TYDREKENKUNDE, Maan-Maanden en Jaar en, Schrikkeljaaren. JI. De Staatkundige Tydrekening, vervat bet Juliaansch en Gtegoriaanscb Jaar , het Egyptiefche, van Nahonasfar, de Perjifche Jaaren of Fezdegird, het Syriescb , Attisch, Jlrabiescb , Hedendaagsch en Zonnejaar der Jooden. Wat het woord Almanach betekent en op hoedanig eene wyze de Almanacben vervaardigdworden. UI. De GefchiedkundigcTydrekenkunde fteunt op vier gronden , als a.) Sterrekundige waarneemingen, b.) Getuigenis der Schryveren, c.) AlombekendeTydvakken, ó.j Medailles en oude overblyf/elen. Nuttigheidvan den Bybel in deTydrekenings zwaarigheeden waaraan dezelve onderhevig is 3- gelyk ook die, welke op de ongewyde Schriften gebouwd wordt. Ernestus. Op de Fabelleer volgt onmiddelyk de waare Hiftorie kunde s egter wy kunnen ons op de groote Zee der Gefchiedenisfen niet veilig waagen, zonder ons al voorens van het Compas der Tydrekenkunde voorzien te hebben. — Wy zullen dus eerst een oogenblik ftil moeten ftaan ter beantwoordinge.van de vraagen, welk denkbeeld wy bevatten wanneer wy tyd noemen, en wat daarby optemerken valt? Kornelis., ik zoude zulk een eenvouwdige vraag  TYDREKENKUNDE. 77 vraag niet eens durven waagen, Tyd is immers genoeg bekend; ieder immers weet wat men door den Tyd verftaat? Ernestus. Dat is waar, wy zyn zo gemeenzaam met dat woord, dat wynaauwlykskunnen begrypen dat bet denkbeeld ,'tgeen wy door het zelve uitdrukken, duister voor ons begrip kan zyn, en egter dit is zo; Tyd is ons byna zo vreemd als Eeuwigheid, wy weeten deeze denkbeelden kwalyk van eikanderen te onderfchei> den en (lellen dezelven nogthans fteeds tegen eikanderen over. Mabometb, die vernuftige volksverleider, geeft in zynen Koran of Geestelyk en Burgerlyk Wetboek, blyken, dat hy fyne Wysgeerige denkbeelden omtrent de bepaaHng van den Tyd gehad hebbe; doch de nette bepaaling desTyds kunnen wy aan den overnatuurkundigen over laaten; in de Tydrekenkunde is het ons genoeg te weeten, dat men door dat woord de duuring en onderlinge opvolging der Schepfelen gewoon is te verftaan; deeze duuring egter, moet in deelen verdeeld worden, welken wy met eene vaste maat moeten kunnen vergelyken en 'er dus de hoegrootheid [van leeren kennen. Leonard. Deeze vaste maat is immers, reeds vroeg, by de eerfte Aardbewooners in de beftendige verfchyning en verdwyning der Heraelfche lichten gevonden.  78 TYDRE KEN KUNDE. Ernestus. ö Ja , doch daar men toen nog geloofde dat de Zon rondom de Aarde draaide, heeft men deeze daaglyklche en jaarlykfche omwenteling tot een gemeene tydmaat doen dienen, en volgends deeze tydmaat heeft men de duuring der wezens in jaaren, maanden, weeken, dagen, uuren, oogenblikken, fecunden of polsflagen, enz. verdeeld. Petrus. Maar, Myn Heer! 'er waren immers reeds drie dagen verloopen, volgends het verhaal vanyWozex, in Gene/ss, eer de Zon gefchapen werdt; op hoedanig eene wyze werden deeze dagen dan verdeeld ? Ernestus. Dit is zo zeer geen vraag die regtftreeks in het vak der Tydrekenkunde behoort ; de gewyde Oordeelkunde bevlytigt zig om die taak op zig te neemen en de zwaarig'heeden en duisterheeden, welke men in het Bybelboek aantreft, optehelderen en wegteneemen. Ik zal u daarom met den Oordeelkundigen Hoogleeraar Scheidius (*) antwoorden , dat het nog niet volkomen beweezen is of het Hebreeuwfche woord , dat door de Vertaalers met Scheppen vertolkt is, iets uit niet voortbrengen betekene; zyn Hooggel. is van (*) In zyno Aanmerkingen over Genefis, gedrukt te Har» tfcrwyk, 178&  TYDREKENKUNDE. 79 Van gevoelen dat het enkel, in gef'bikte ordé brengen, betekent, en dat de Aarde door de Schepping , by Mozes 'verhaald , flegts uit een voorheen geledene omkeeiing en Chaos weder in ftaat herfteld werdr,zo dat wy, door het Scheppen der Zon, enkel het weder herftellea der Zon in heure loopbaan, zouden moeten verdaan, en 'er dus een Zon, en licht en d igen hebben kunnen genoemd worden, eer'er van het juiste herltel der Zonne in heure loopbaan gewag gemaakt werdt. Leonard. Dit gevoelen komt my al zeer vry voor. Karei. Maar , Vader ! de Heilige Schrift zegt immers, met nadruk: in den beginne, enz. is hier niet klaar genoeg, de wording der dingen, alvoorens zy beftaan hadden, uit op te maaken? Ernestus. Zoo wy nog in die Eeuwen en onder die Volken leefden, daar het Hebreeuwsch een Volkstaal was; zouden wygeen moeite vinden in deeze zwaarigheid uit den weg te ruimen; maar wy weeten riet zeeker wat zin zy aan het woord, door ons met begin vertolkt, gehecht hebben, nogthans neemt dat de meening van den Hooggeleerden Heer Scheidius niet weg, die bedoelt dat in den beginne hier vóór de fatfieneeringe der Aarde, gelyk hy het woord Scheppen wil ver-  to TYDREKENKUNDE. Vertolkt hebben, betekene. — Maar laaten ivy deeze onzeekerheeden daar laaten, 't is genoeg dat de H. Schriften den mensch gegeeven zyn om het Geloof en den Godsdienst te re* gelen, maar niet om hen in de Sterre-en Tydrekenkunde te onderwyzen, zonder welke bepaaling wy veel onmoogelyke verhaalen na den Letter zouden moeten opvatten , gelyk zyn, het ftilftaan van Zoq en Maan, ten tyde van Jojua, het teruggaan der fchaduw op de Zonnewyzer van Acbab, en andere diergelyke onmoogelyke en tegennatuurlyke gebeurtenisfen. Petrus. Maar, Myn Heer! wat zal 'er van de geheele Tydrekenkunde worden, zoo wy geen vast punt van begin, geen eerfte jaar der Schepping bepaalen kunnen; wantikmerke, zo dra 'er een fchakel van de keten der Tydrekening gemist wordt, dat dan de geheeie keten uit elkander valt. Ernestus. Ik kan niet ontkennen dat 'er fommige Geleerden gevonden worden, die zwaarigheid maaken, om de ouderdom der Aarde tot zo weinige Eeuwen, als wy die, door behulp der Tydrekenkunde, brengen kunnen, te bepaalen; zy ftellen dan, of dat wy in de berekening der aloude jaartelling misfen; of dat 'er menfchen vóór Adam (praadamiten) geweest zyn, of zelfs wel dat de Waereld van  TYDREKENKUNDE. Sz Van eeuwigheid beftaan heeft; want fchoon men hen tegenwerpe, dat de nieuwe uitvindingen en ontdekkingen, die nog dagelyks gedaan worden, deeze hunne gevoelens logenftraffen> en zelfs de nieuwheid der Aarde zonneklaar fchynen te ftaaven, zy zeggen daar weder opt dat dePhyfike ftaat der Aarde een hooger oudheid, en zelfs een oneindige verwisfcling kenteekent ,• zy ftaaven dit hun gevoelen, met voorbeelden, welke leeren, dat'er in het hart des vasten lands, zeer verre van de zeeafgele» gen, ja zelfs in de ingewanden van fommige Bergen, verfleende Zeegewasfen en Visfchen, gevonden zyn, die ten duidelykften kenmerken , dat deeze oorden niet anders dan opgedroogde Zeeën zyn, wier verdrooging, of afleiding , een dubbel getal Eeuwen zoude vorderen, als de Tydrekenkunde aan de Aarde toe» kent; ook brengen zy tot hun voordeel dent langzaamen aanwasch der delfltoffen te berde, welke egter in zo groote meenigte aangetroifen worden, dat'er in alle oorden des Waerelds voor de gravers nog voorraad genoeg overfchiet* en het zig aan laat zien, dat de Waereld nog wel zes duizend jaar zal kunnen beftaan, eer 'er gebrek aan de nu nog voorhanden zynde voorraad derzelve , is. En wat de zwaarigheid belangt, aangaande de nieuwe uitvindingen; men kan daar tegen 4 met zeer goede gronden , 3ESD& AFÜEEilNa F b¥  Sa TÏDRÊKENKUWDE. by brengen, dat 'er byna niets voornaams inde Weetenfchappen , Wysbegeerte of Schoone Kunften , uitgevonden is , dat den Ouden niet reeds bekend was; gelyk men uit derzelver , ons naagebleevene,Schriften, nog duidelyk ontdekken kan; fchoon hunne verloorene werken ons daaromtrent nog beeter zouden hebben kunnen verlichten. Immers een groot Fransch Ge* leerde, heeft zig de moeite gegeeven, om uit deSchriften der Ouden, en met hunne eigene woorden, aantetoonen , dat onze meeste uitvindingen, die wy als geheel nieuw bewonder ren, reeds by den Ouden bekend geweest en sdt hunfle Schriften geput zyn (*). Alhoewel het nu ondoenelyk is de keten der Tydrekening in haar geheel te bewaaren, kunnen wij nogthans eene gantfche reeks vanfehakelen derzelve, by een behouden, en wel door behulp der nuttige Sterrekunde, die de grondflag der Tydrekenkunde, met recht, genoemd kan worden. Karei. Op hoedanig eene wyze is dan de Sterrekunde de grondöag der Tydrekenkunde 5 Vader J- Er. (*) Zie net Hitffluntend geleerd werk vsn L. Dutens, b*tyteld: Recherches Jür COrig'ne 'les deccwenes atlriht.t éai-r madtrnet, II. Tonre», Paris 17CÖ. ia Bv«.  TYDREKENKUNDE. 83 Ernestus. Sedert dat Copernicus, op bet Voetfpoor der Ouden, ontdekt heeft, da: de Zon onbeweegelyk is, en dat de Aarde rond. om dezelve heenen loopt, begrypt onsverftand ligtelyk, dat de maat des tyds in de beweeging van onzen bol zeiven gelegen is; maar, wyl de Tydrekenkunde op de klootfche Sterrekunde, of, op dat deel dér Sterrekunde, dat de hemelfche lighaamen, en derzèlver beweeging, alleenlyk gelyk ze zig aan onze zinnen voordoen, betragt, gegrond is, en dua heure berekeningen in die gevolgtrekking maakt; zo moet ook al wat wy in het vervolg over de Tydrekenkundige uitrekeningen zullen zeggen , betrokken worden tot het ftelfel van dat deel der Sterrekunde , dat zig na dén oogeufcliyn regelt. Petrus. UEd. zoudt ons verplichten met deeze Weetenfchap nog wat duidelyker téoinfchryven. Ernestus. De Tydrekenkunde {Chronologi* van het Griekfche xftw Tyd en x«y»t Weetenfihap) heeft, Avanneer men het woord in al deszelfs uitgebreidheid neemt, drie voorvver» pen, welke drie van elkander gefcheidê Weetenfchappen uitmaaken, doch die door heureii aart faamverbonden zyn. Het eerfte voorwerp is ae maat en de verfchillende verdeelingen van den tyd zeiven, en dit deel der Tydrekenkunde:  f4 TYDREKENKUNDE. grenst aan de Sterre. en Rekenkunde, en behoort, by gevolg , onder de Wiskutiftige Weetenfchappen. Door deszelfs behulp zyn wy in ftaat eenen Almanach, of volleedigen dagwyzer op te itellen. Het tweede voorwerp is de Staatkundige inftelling van fommige Vorflen, die men daarom de Staatkundige Tydrekening noemt. Het derde Voorwerp is de bepaaling der datums , of'dagtallen ,van alle de gebeurtenisfen, welke ons door de Hiftorie bekend gemaakt en verhaald worden, en dezelve te rangfchikken in de verdeeling der tyden waarin ze waarlyk voorgevallen zyn. Deeze is de Gefchiedkundige Tydrekening. Het eerfte deel der Tydrekenkunde dient dus ten grondflag aan het tweede; maar dit laatfte heeft nog andere onderfteuningen noodig ; gelyk als zyn de Oordeelkunde (critica) het getuigenis der Schryveren (Testimonium Autlorum) de medailles, munten, oude opfchriften, enz. gelyk ook van zekere Tydwortels, in de Gefchiedenis, die zo baarbiykelyk zyn, dat zy niet betwist kunnen worden; voords nog van Sterrekundige waarreemingen, Zon-en Maan-E clipfen, enz. Wy zullen , volgends deeze natuurlyke verdeeling, de ontwikkeling (Analyfis) der Tydrekenkunde onderneemen, en dezelve onder deeze diie gezegde oogpunten befchouwen. Ka-  TYDREKENKUNDE. 83 Karet. De eerfte verdeeling was die welke op de Sterrekunde gevestigd is ; wat valt daaromtrent voor eerst optemerken? Vader! Ernestus. Wy noemen dag, den tyd welken de Zon gebruikt, met eene keer rondom de Aarde te doen; wy noemen ook dag den tyd welken de Zon zig boven onzen gezicht-einder ophoudt, ennaeht, dien, geduurende welken, zy zig onder onzen gezicht - einder bevindt; daar nu de eigene beweeging der Zon in de afaardigheid (apogea) of in hetverfteafftandpuntder Aarde, van het brandpunt heuvev El/ips, (dat de: Zon is) langzaamer is, dan in het naaste punt of de byaardigheid (perigea). (Men houde in '•het oog dat wy hier, na den fchyn als of de Zon zelve rondom de Aarde wentelde, fpreeken; daar deeze wenteling en plaatsverandering wezentlyk door de Aarde zelve verricht wordt; doch dat hier geen verfchil maakt, en in dzWiskunftige Sterrekunde, in het vak der IVysbegeerte, brecder door ons behandeld en verklaard is) Zo volgt uit deeze ongelykheid "van voortgang dat de dagen van den eerftcn rang, welken men natuurlyke dagen noemt, veel korter in den Zomer, dan in den Winter, moeten zyn. Men verdeelt den natuurlyken dag in 2.4 uuren, het uur in Co minuuten, en de minuut e in 60 fecundtn , en wyl men het uur van den middag, of het uur wanneer de F 3 Zon  85 TYDREKENKUNDE. 5^on door den Meridiaan , die over des waar» jieemers ftandplaats getrokken is, gaat, best waarneemen kan, zo beginnen de Sterrekundigen den dag met den middag, en tellen vieren twintig uuren agter een ; deeze zo berekende uuren worden Astronomifche , of Sterrekunaige, uuren gebeeten. Egter beginnen wy in tegendeel den natuuriyken dag ter middernacht en tellen voords twaalf uuren tot op den middag, en van den middag tot middernacht, andere twaalf uuren, en noemen deeze Europi-. fche uuren. Kornelis. Zyn 'er dan, by andere Volken, in andere Landen , andere wyzen van dag- en ïiurtelling in gebruik ? Ernestus. Ja, voorzeeker, en althans, wat hel gebruik in de gefchiedenisfen betreft, moeten wy wel zorgvuldig agtgeeven op de wyze van uurtelling welke weleer by de Oude Volken heeft plaats gehad. De Oude Arabieren en Umbriërs begonnen den dag even gelyk de Sterrekundigen; maar de Egyptenaars en Romeinen juist gelyk wy; de Italiaanen en Chineezen beginnen even als oudstyds de Atheeners, den dag met het ondergaan der Zonne; en de hedendaagfqhe Grieken beginnen dien in naavolging der Babyloniers , met het opgaan der Zonne. De uuren, welke op de eerfte wyzen, U weeteu van der Zonne ondergang , afgeteld  TYDREKENKUNDE. geteld worden, noemt men ItaUaanfche- en die de tweede telling volgen, Babylonifche uuren , •op beide de wyzen worden vier-en -twintig agtereenvolgcnde uuren geteld, om eenen dag uit ite maaken. Dc Jooden (tellen het begin van den .dag meede by Zonnen ondergang; oudstyds verdeelden zy eiken dag, 't zy die lang of •kort ware, in 12 uuren, en eiken nacht op dezelfde wyze. Deeze ongelyke uuren werden Joodfche uuren of Planeeten uuren genoemd; ien zyn in de lange dagen lang,en in de korte, kort. De Chaldeeuwfche fcrupel is het (le gedeelte van een uur. De Jooden, de Arabieren en andere Oosterfche Volken bedienen' zig van deeze verdeeling, en noemen die fcrupeh, Helakim: agttien Chaldeeuwfche fcrupels .syn gelyk aan ééne minuut, en by gevolg 15 minuuten aan 270 fcrupels. Leonard. Ik meene ook dat ze leeds weekeu s/an zeven dagen, telden. Ernestus. Deeze weektelüng is heur oorfprong aan het zevendaags (cheppeusverhaal van Rlozes verfchuldigd. Zelfs de Aartsvaders heb,ben reeds een diergelyke weefetelling gebezigd, en de laatere Jooden hen hierin naagevolgd zynde, is deeze gewoonte tot de meeste Volken doorgedrongen. De Heidenfche Perfiaanen tellen egter niet by weeken , zo min als fommige Indiaatdché Volken. F 4 Pt»  88 TYDREKENKUNDE. Petrus. Maar, Myn Heer! zyn de naamerf die wy gewoon zyn aan de dagen der week te geeven , ook van zo hoogen ouderdom? Ernestus. 6 Ja! de Oosterfche Oudheid was. zeer ingenoomen met de Sterre- en Sterrenvoorzegkunde, welke wezens zy daarom terflond met onderfcheidene naamen voorzagen; cn wyl zy ftelden dat elke der zeven dwaaifterren, een uur lang het bewind der Waereld uitoefende , zo noemde men de dagen der weeke na die dwaalfter, die 'er het eerfte uur van den dag van regeerde. De Saterdag werdt by hen voor den eerften dag der weeke gehouden , e^n zy telden dien op een diergelyke wyze in deorde, gelyk ze op dit lystjen volgen; f? Dies Saturnus, Saturnusdag of Saterdag. © Dies Solis , Zonnedag — Zondag. 3 Dies Luuee , Maandag -» Maandag, bet Lood en -% Tin, welker tekens geheel onderfcheidene figuuren opleveren, Koper 5 , Yzer cTen Kwikzilver $3 als meer de volmaaktheid naderende, als in hardheid of glansen kleur nabykomende aan het Goud, hebben ook het cirkeltje van volmaaktheid, en het f der onvolmaaktheid, en zo ook de verfte Planeeten, als zyn t; Saturnus en |C jupiter, als geheel van de Zon verwyderd zynde, voeren het volkomenheids-teken niet, dat egter door Marti Venus en Mercurius, om derzelver naabyheid aan de Zon, gedeeltelyk gevoerd wordt. Zie daar een kort antwoord op uwe eerfte vraag. Op de tweede vraag, tevveeten, waarom wy geen Jupite*sdag, Mandag, Fenusdag, enz. zeggen, gelyk de Latyncn, maar, voor deeze naamen, de woorden Dings, Donder, Woens, Fry, enz. bezigen, dient dat onze taal niet uit de Latynfche of Griekfche, die deeze dagen ook anders noemde, maar uit de lentonifche of Keltifche ontdaan is; in welke taal, deeze Goden een anderen naam veerden, Icbooo dezelfde wezens 'er meede bedoeld werden. By voorbeeld jupiter heeten Tfiunre (waaifcbyne Ivk  TYDREKENKUNDE. ?t lyk van den Donder, en zo veel als Donderaar) van daar noemden zyzynen dagThunredeag,ea wy hebben daarvan Donderdag ontleend; Mercurius was by hen Wodan, en zyn dag Wodansdeag , waarvan onze Woensdag ; Mars was by hen Tuisco, zy dienden, in hem, een hunner Aloude Koningen, en noemden deezen zynen dag Tuiscodeag van waar wyDingsdag fchryven ; Venus heete by hen Friga, van; waar Frigadeag onzmFrydag veroorzaakt heeft. Seater was by hen Saturnus,waarvan Seaterdeag-, by ons, in Saturdagovergegaan is. De Zon en Maan, hadden by hen den naam dien wy nog aan dezelve geeven: hun Sonnandeag en Movandeag heeft flegts een geringe verandering ondergaan. En in de Engelfche taal is deeze oorfprong nog kennelyker in de naamen der dagen. Karei. Ik ben met deeze verklaaring volkomen te vreden; maar ik heb wei eens voor de dagen der weeke, in den Almanach , in plaats van deeze tekens, letters van 't Alphabeth gefield gezien; tot wat gebruik dienen deeze? Ernestus. Dat zyn de Zondagsletters (Litens Dominicales} wyl de Christenen de Zonnedag der Heidenen aan den dienst van den waaren God geheiligd hebben, zyn zy ook geraaden dien dag de eerfte plaats in de dagtelliug tegeeyeo, noemende hem, om het gemak der rekening,  Jï TYDREKENKUNDE. fling- A. en zo vervolgends de overige dagen der weeke tot G toe , die den Saturdag te beurt valt; wanneer nu de eerfte dag des Jaars Zondag is, dan is de Zondagsletter door het geheele Jaar A. Wanneer de eerfte Jaardag egter op Maandag valt, is zy B, en zo vervolgends ; maar, door de ongelykheid der dagen in net Jaar, verfchiet elk Jaar de Zondagsletter, •wyl elk Jaar op een volgenden weekdag be. gint. Wanneer het Jaar nu op Zondag begonnen is, zal het ook op Zondag eindigen, en het volgend Jaar met Maandag beginnen, en dus deezen eerften dag A noemende, zal men, tot G tellende, den Zondag hebben, en do Zondagsletter zal in dat Jaar G zyn; waaruit voortkomt dat de Zondagsletters van G tot A tellen. Leonard, Maar gelyk wy nu zeven op elkander vólgende dagen , tot een week vereenigd hebben , zo vereenigen wy ook vier van deeze weeken, tot een Maand, en noemen die vier weeken den tyd, dat de Zon een twaalfde deel van heuren loopkring ten einde brengt; doch dit komt immers niet al tyd gelyk uit, Myn Heer! Ernestus. 6 Neen , wy kunnen in het gemeene leven zo juist niet by minuuten rekenen, en van daar komt het dat wy in een Maand fomtyds veele uuren overhouden ofte kort  TYDREKENKUNDE» $>J fcort komen, by den waaren loop der Zon. Wy hebben daarom deezen waaren loop alleen in agt te neemen, om daarna onzen burgerlyken tyd, die naa langheid van duuring veel met den waaren tyd begint te verfchillen, 't zy dan door het bydoen, 't zy door het afdoen van eeniga uuren, met den waaren tyl gelyk te maaken. Daartoe leert de Sterrekundige Tydrekenkunde ons den tyd verdeelen in Zonnemaanden en Maanmaanden , Zonnejaa* ren en Maanjaaren, en leert ons'onze burgerlyke Tydverdeeling daarmeede, naa verloop van een zeker getal Jaaren, vereffenen. Petrus. Verklaar ons deeze byzondere Maanden en Jaaren als 't UEd. gelieft, een weinig klaarer. Ernestus. Zeer gaarne. Een Zonnemaand is die tydruimte, welke de Zon bezigt, om door middel van heure eigene beweeging een teken van den dierenriem te doorloopen. Wy hebben reeds in de Sterrekunde geleerd, dat de dierenriem veroorzaakt wordt door die Sterrebeelden, in welke wy de Zon, geduurende heuren loop, by opvolging zien intreeden en uitgaan. Ieder deezer tyden , die de Zon befteedt om door een teken te loopen, zyn aan eikanderen gelyk. of worden dooreen gemid» delde rekening aan eikanderen gelyk gefield; want het is in de daad waar, dat de Zon Cof de  n TYDREKENKUNDE. deAarde) meer tyds befteedt met de eene helft deg dierenriems door te loopen dan de andere; egter,na eene gemiddelde telling,heeft zy tot het doorloopen van een teken noodig 50 dagen, 10 uuren ac/ 5". Doch men ziet ligtelyk dat deeze berekening'eener Maand in den gemeenzaamen ommegang onbruikbaar is ,• waarom men zig genoodzaakt vindt by volle dagen te rekenen. Een Maanmaand nu is de tydruimte van de eene nieuwe Maan tot de andere, en de duuiing van een Maanmaand 29 dagen, 12 uuren, 44'. 3". zynde, zoude meede niet in het Burgerlyke leven te bezigen zyn. Een Zonnejaar is de tyd, welke de Zon bezigt met de 12 tekens van den dierenriem doorteloopen, en is bygevolg uit 11 Zonnemaanden famengefteld. Maar hier omtrent zyn twee gewigtige aanmerkingen te maaken. De eerfte is dat het Zonnejaar, beftaande uit 365 dagen, 5 uuren en 49 minuuten, meede niet in het burgerlyke leven gebezigd kan worden, en dat 'er groote verwarringen zouden ontdaan , bv aldien het Jaar niet naauwkeuriglyk met een bepaalden dag begon. Men moet dus aan het gemeen Zonnejaar 365 dagen geeven, en wanneer de overfehietende uuren en minuuten weder eenen dag maaken, dien dan by het Jaar voegen , en liet tot 366 dagen uitftrekkeu. De tweede gewigtige aanmerking is, dat wannéér  TYDREKENKUNDE. $$ neer men 365 door 12 deelt, hetproduft 30^ is; en hier uit volgt dan, dat het Zonnejaar 12 Maanden hebbende, zeven deezer Maan* den van 30 en vyf van 31 dagen moeten zyn, €n dat in de Jaaren vnn 366 dagen, zes Maanden van 30, en zes van 31 moeten vallen. Edocli in onze Tydrekening worden de zaaken door andere getallen geregeld. In de gemeene faaren van 365 dagen, zyn de MaandenJanuary, Maart, May, July, Augustus, Oétober en December van 31 dagen, die van April, Jttny, September en November van 30, en die van February van a8 dagen, en in de Jaaren vafi 366 dagen , heeft de Maand February éénen dag over. Een diergelyk Jaar wordt een Schrikkeljaar genoemd (Annus Bisfextilis, by de Romeinen, om dat zy den zesden dag der Maand in die geval verdubbelden , en 'er dus een Maand mei een dubbelen zesden dag, dat de waare vei taaiing van het woord Bisfextilis is, van maakten) en de dag die men 'er infchuift, wordt AèfehNk'keldag of verfchuifdag geheeten; moogelyk o n dat de eerde dag der Maand Maart, door deezen ingef'choven dag, zo veel verfchrikt of verfchoven wordt; (by de Grieken heette die da» «/K/SoA^msf (EmboliHhcus*) o F meedegereekende , en by de Latynen {Intercalatis) tus/cheudaagIche dag). Hy wordt bgevuld naa den 23 Fe- bnia-  56 TYDREKENKUNDE. bruary , en dus heeft deeze Maand by gevolg 29 dagen. Het is voords nog opmerkenswaardig, dat, gelyk het overfchot boven de 365 dagen, beftaat in 5 uuren, 49 minuuten, men noodzaakelyk in den tyd van honderd Jaaren 24 fchrikkeldagen in fcbuiven moet, en on« danks deeze vermeerdering , zullen 'er nog* 5 uuren en 40'overblyven, die, in detydruim* te van vier honderd Jaaren , 32 uuren en 4 minuuten, of byna éénen dag zullen uitmaaden, welken men, om een effen tyd te verkrygen, naa verloop van vier Eeuwen,nog in 't Jaar zal moeten invlechten. Petrus. Zyn 'er geen Volken geweest die na den loop der Maan hunne Jaaren telden? en hoe veel dagen werden 'er wel tot zo een Maanjaar vereischt? Ernestus. Ja, verfcheiden Volken, onderde Ouden, rekenden hunne Jaaren na den omloop der Maan; welken zy uit twaalf Maanmaanden deeden beftaan. De maat van zulk een Maanjaar was 354 dagen, 8 uuren, 4S' en 36", en bygevolg het verfchil tusfchen een Zonneen Maanjaar komt op 10 dagen, ai uuren, O minuuten en 24 fecunden. De Tydrekenkunde wyst in de berekening deezer Maanjaa. ren, met behulp der Sterrekundige rekening , aan , dat men in honderd Maanjaaren byna 53Maanden tusfchen fchuivcn moet; zoo men riet  TYDREKENKUNDE. niet wille dat het begin des Jaars alle de fatzoenen doorloope , en dan eens in den Zomer, dan weder eens in den Winter valle. Kornelis. Is het beginfel des Jaars door alle Volken niet in den Winter, of, gelyk by ons, op den iftenjanuary, gedeld geweest? Ernestus. ó Neen, en dit veroorzaakt mede een groote onzeekerheid in de Tydrekening. De Hebreen , Chaldeen, Egyptenaaren en Per* fiaanen begonnen het Jaar, by voorbeeld, in den Herfst, de Grieken op den langflen, de Romeinen , daarentegen, op den kortflen dag'. De Mahometaanen ten tyde van de Nachtevening in de Lente. De Indiaanfche Heidenen op den eerden dag van Maart; de Arabieren by het ingaan der Zonne in het teken van den Leeuw; ja men heeft zelfs eerst in den Jaare naa Christus geboorte 1569. in Vrankryk, het Jaar, op bevel van Koning KareiIX. , op den iden January begonnen; daar het aldaar, vóór dien tyd, op Paasfchen begon. Leonard. Maar 'er zyn immers , behalven deeze Zon- en Maanjaaren, nog veele andere Jaartellingen, die men aan byzondere perfoonen te danken heeft. Ernestus. Ja, Myn Heer! maar de opgetelde rekent men * onder de Sterrekundige Tydrekening, en deeze, die door byzondere perfoonen of Volken ingedeld zyn, worden onder de ZESDE AFDEELING. Q Staaf'  9« TYDREKENKUNDE. Staatkundige Tydrekening (Chronologia poli» tica) gerangfchikt. Zy zyn i.) Het Juliaan. fche Jaar. 2.) Het Gregoriaanfche jaar. 3.} De Egyptifche Jaaren van Nabanasfar. 4.) De Perfiaanfche Jaaren of de Perfifche Tezdegird. 5O Het Syrifckf Jaar. 6.) Het Attisch Jaar der Grieken. 7.) Het Arabiesch of Mohammedaansch Jaar. 8 ) Het Jaar der Hedendaagfche Jooden. 9.) Het Zonnejaar der Jooden; van alle welke Jaartellingen ik Ui. liever eene gefchreevene fchets wil geeven,dan u dezeive mondelings meede deelen; want noch myn geheugen is bekwaam om Ulieden, eene nette onderfcheiding deezer Jaartellingen te geeven , noch uwlieder geheugen is in ftaat, om, al konde ik dat doen, 'er iets van te be. houden; dus zoude al onze tyd Ilegts verkwist zyn. Ik zal Ui. liever, by ons fcheiden een kort begrip van Tydrekenkunde, dat ik 8a een Latynsch Manufcript vertaald hebbe, en zeer beknopt is, in handen geeven; dit kan door UJ. afgefchreeven worden, dan heeft elk gelegenheid om ten allen tyde de zwaarigb.ee. den die hem invallen, natezien, zonder het geheugen , met zo veele verfcheidene getallen te bezwaaren. Egter ik zoude Ul. alvoorens nog met eenige Tydrekenkundige Kunstwoorden gemeen moeten maaken , maar kan dit meede bekorten, alzo de verklaaring derzelve in de  TYDREKENKUNDE. 9> de Tydrckcnkundige fchets, die ik Ül. terhanct treilen zal, voorkomt. Karei. Welke zyn die, Vdder! Ernestus, Deeze zyn de Tydrekenkundigi merktekens (Characleres Chronologici) , de Mra, de Epochcé of Tydrekenings wortels, de Olympiaden en de Luflrum, waarvan ik hier haa toch nog een woord melden zal, gelyk ik Uiieden ook nog zoude moeten noemen, welke middelen de geleerden uitgevonden hebben om de verfchillende Tydrekeningen der Oude Volken met eikanderen te vereenigen; als by Voorbeeld , de Zonnecirkel, de Maancirkel\ de Epacten, het gulde getal en de Roomfchö Indiclie. Dit alles maakt de Wis- en Staatkundige Tydrekenkunde uit; en is breedvoerig ia de bygaande fchets verklaard, wy zullen dus tot het derde deel der Tydrekenkunde kunnen overgaan, naa eerst nog iets over het famert* (lellen van Almanachen gefprooken te hebben 9 alzo dit nog tot de Wiskunftige Tydrekenkunde. behoort. Petrus. Wat beteekent toch hét woord Alman ach? Myn Heer! Ernestus. Dat is een Arabiesch woord, ge» Ivk gy ligtelyk van het voorzetieM/, dat niet anders dan het Lidwoordje de beteekent, afleiden kunt. Zo dat men Al-koran, Al-chymie^ Al.manach, moet overzetten, de Koran, de  ïoo TYDREKENKUND E. Chymie, de Manach; maar wat nu beteekent het woord Manach;niet anders dan telling, en dus de telling,of de dagtelling. Karei. Is 'er niet veel berekening en moeite aan vast, om een Almanach te maaken? Hoe gaat men daar toch meede om? Vader! Ernestus. De moeite is groot of gering, na gelang van het gebruik dat men van den Almanach maaken moet. By voorbeeld, die Almailactiën, welke ten gebruike van Geleerden en Zeevaarenden ftrekken, vereisfchen dejuistfte Astronomifche berekeningen, en zyn werken , welke de grootfte geleerden zig nietfchaamen, gelyk zyn de Franfche Connoisfance des Temps» de Engelfche Nautical Almanach, en ós Almanach voor Zeevaarenden, die hier ter fteede, nog onlangs,door de geleerde arbeid der alomberoemde Wiskunftenaars van Swinden , Nieuwland, enz. zo naauwkeurig berekend is. Deeze zyn van een geheel anderen aart als de gewoone, wier famenftelling zo zeer raoeijelyk niet is, wyl 'er veele, voor veel jaaren berekende dagtafelen (Ephemerides) wat de Zons en Maans op- en ondergang betreft, voorhanden zyn. Men heeft dus alleenlyk dit ten grondflage in 't oog te houden: in den Almanach der Christenen, worden de feesten in beweegelyke en onbeweegelyke verdeeld. De beweegelyke feesten, die niet op den zelfden dag des  TYDREKENKUNDE. loï des Jaars wederkomen, zyn de Witte Donder* dag en goede Prydag, Paasfchen, Pinxteren , Hemelvaartsdag, H. Sacramentsdag, H, Drievuldigheid, enz. De onbeweegelyke Feestdagen zyn de Nieuwjaarsdag, de Driekoningen dag, de drie Feestdagen der H. Maagd, St> 'Jan, St. Michael. St. Nicolaas , de Kersdagen t Allerheiligen dag, enz, Leonard. De Paaschdagen zyn toch immers door kerkelyke fchikkingen bepaald; hoe kan UEd. die dan onder de bevveegelyke feesten rekenen? Ernestus. Om dat zy bepaald zyn op tyden die door het verloop des tyds, niet bedendig op dezelfde dagen en datums kunnen vallen; het Concilie of de Kerkvergadering te Niceea heeft door derzelver Canons en Decreeten, de volgende fchikkingen daaromtrent gemaakt, tiet Paaschfeest zal heflenclig gevierd worden op den eerften Zondag die op de volle Maan , naa de Lente Nachtevening, volgt, en zoo de volle Maan op Zondag valt, dan zal men het Paaschfeest, acht dagen laater vieren. De Wiskundige Tydrekening onderwyst bier verfcheidene wyzen om , volgends dit Decreet, dat door de geheele Christenheid in agting gehouden wordt, dien dag van het Jaar te berekenen, op welken het Paascbfeest telkens weder komt, zo wel na de Juliaaifche als Cregoriaanfche TydreG 3 ke-  Soa TYDREKENKUNDE", Jcening. Deeze berekeningen (lellen dan de gevvoone Alinanachmaakers in (laat om hunnen arbeid te verrichten; waarby zy het naavolgende waarncemen. i.) Zy zoeken vooreerst volgends deeze tafelen het Paaschfeest en den Zondagsletter. 2.) zy verdeden vervolgends den altoosduurenden Almanach in weeken , en regelen de beweegetyke feesten volgends het gevonden Paaschfeest; voorts teekenen zy ,teu zelfden tyde , de onbeweegelyke feesten op, benevens de naamen der Heiligen die op eiken dag gevierd worden, 3.) daarnaa raadpleegen zy de reeds genoemde dagtafelen (Eph emert' des) en fchryven naast eiken dag de plaats der Zon en Maan, in den Dierenriem, gelyk ook de Aspeclen der dvvaalflerren, egter dit wordt door weinigen , wegens het zeldzaam gebruik daarvan in het burgerlyke leven , in agtgenoojnen; zy berekenen dan meede den op- en ondergang der Zon en Maan , en de lengte der dagen en nachten, 4.) Sommige merken ook op den tyd wanneer een dwaalfter voor ons zichtbaar is , en den tyd van deszelfs ingang en verberging in de draaien der Zonne, 5.) Eindelyk voegen zy 'er den tyd by wanneer de verfghillende Jaargetyden beginnen , wan. neer het hoog water, of wanneer het eb en vloed langs de kusten is. Als ook de %M' en Maan-Eclipfen, en die van andere  TYDREKENKUNDE. 103 Hemelfche Lighaameu , waarby zy eindelyk, om hun Almanach zo veel te gemakkelyker aan den man te helpen, 6.) voorzeggingen of liefst Aftrologifche gisfingen over het weder, den regen , het fchoone weêr , dc fneeuw , den vorst, enz. 'er byvoegen. Het overige dat nog tot de Wiskundige en Staatkundige Tydrekening behoort, zult ge, wyl het bezwaarlyk te onthouden zoude zyn , beeter in de fchets, die ik u ter hand dellen zal, vinden , dan wy het in onze onderlinge gefprekken zouden kunnen plaatfen. Ik zal my dus haasten om tot het derde deel der Tydrekenkunde over te gaan. Leonard. Dat was, na ik onthouden hebUe , de Hifforiefche Tydrekenkunde; Is 'er veel onderfcheid in dit vak der Weetenfchap by het Wiskundige en Staatkundige? Ernestus. 't Is zeekerlyk van een geheel an« deren aart, als kerende ons de Gebeurtenisfen , welke door de Gefchiedenis verhaald worden, in de orde des tyds, waarin zy voorgevallen zyn, kennen en rangfchikken. Deeze Weetenfchap heeft vier voornaame grondfhgen, op welke zy al heure geleerde naavorfchingengronit; gelyk wy reeds in de bepaaling en fchifting der Tydrekenkunde in 't algemeen aangemerkt hebben, en deeze zyn: 1.3 De Steirekundige waarneemingen, en G 4 in  104 TYDREKENKUN DE.' in 't byzonder de Zon- en Maan-Eclipfen, faamgefteld met de Wiskundige Tydrekeningen , over de verfchillende Tydperken en Jaaren der Volken. 2.) De getuigenis van geloofwaardige Schryvers. 5.) De beroemde Tydvakken, welke zo beIlendig en klaarblykelyk in de Gefchiedenisfen aantetreffen zyn, dat niemand derzelver waarheid tegenfpreekt. 4.) De medailles, munten, oude overblyffelen en opfchriften. Laaten wy deeze vier beftanddeelen van het Tweede Deel der Tydrekenkunde, te weeten de Hifloriefche, eens wat nader, edoch kortelyk, overzien, en eindelyk dit ons lang gefprek befluiten, met eene algemeene befchouwing van eenige onzeekerheeden, welke, ondanks deeze vier grondflagen, rog in deeze Weetenfchap overblyven; zoo 't UI. lust, nog deezen avond die Weetenfchap geheel te befchouwen. Leonard. Met het grootfte vermaak zullen wy UEd. lesfen daaromtrent hooren; 't is altyd tyd om te leeren, en behalven dat, wy zyn zo zeer aan geenen tyd gebonden. Ernestus. 't Zal toch in 't vervolg beeter zyn dat wy een uurtje vroeger byecnkomen; want het geene ik UI. in 't vervolg betreffende 4c Gefchiedenisfen voortedraagen hebbe, is t|  TYDREKENKUNDE. 105 te omflagtig om in een korten tyd afgedaan te worden, en het laat zig niettemin niet wel fcheiden, noch verdeelen. Petrus. Wy zyn daar zeer wel toe geneegen; inmiddels, Myn Heer! laat ons geenen tyd verzuimen, UEd. zoudt ons de gronden der Hifloriefche Chronologie verklaaren. Leonard. De eerfte deezer gronden lag, na myn onthoud, in de Slerrekundige Waarneemingen. Ernestus. Zo ist, en 't is met veel recht dat men de Zons- en Maans-verduisteringen, of Eclipfen, en de Aspecten, of verfchillende (tanden der dwaalfterren, de algemeene en Hemelfche kentekens der Tyden , genoemd heeft; wyl derzelver berekening, de Tydrekenkundigen met onfeilbaare en overtuigende bewyzen voorziet van de juiste Tydvakken (Epocha) waarin een groot getal van de allermerkwaardigfte voorvallen der Gefchiedenis, gebeurd is. Ook kan men in de Weetenfchap der Tydrekenkunde geene groote vorderingen maaken ; zoo men het gebruik der Sterrekundige Tafelen , en de berekening der Eclipfen niet kent. De Ouden merkten deeze laatstgenoemde verfchynfelen aan als voortekens van het verval van Ryken en Staaten, het verliezen van veldda«en, den dood der Grooten, enz. En het is aan dit bygeloof, aan deeze dwaaze omvee» G 5 tend-  jcS TYDREKENKUNDE. tendheid, dat wy gelukkiglyk de nnauwkeurigtf Zorg verfchuldigd zyn , welke de Hiftoriefchryvers bewogen heeft om 'er ons een zo groot getal zo juist te boeken, alswy die in hunne werken aantreffen; zo kan men zien hoe dat een fchyngebrek een nuttig gevolg kan hebben; want fchoon zy in de Hemelloopkunde en den aart der verfchynfelen niet bedreeven waren , hebben zy egter de verfchynfelen , die hen als tegennatuurlyke tekens voorkwamen, overal te boek gefield; 't geen zy voorzeeker niet zouden gedaan hebben, byaldien zy meer Wysgeerig deeze verfchynfelen betragt, en dezelve dus, als ten eenenmaale buiten verband met de Waereldfche gebeurtenisfen, befchouwd hadden; de onkunde moest onder hen dus een bron van kunde voor het naageflagt doen ontfpringen. — De bekwaamfte Tydrekenaars hebben deeze verfchynfelen nog met meer vlyt bycen verzameld. Calvisius, by voorbeeld, grondt zyneTydrekening op i7oMaans cn 144 Zon - verduisteringen, welke hy zegt berekend te hebben. De grooteConjun&ie der twee dwaalfterren, Saturnus cn Jupiter, die zig, volgends Keflerus, ten einde van 8cp Jaaren, in denzelfden graad van den Zonsweg bevinden, en waarvan 'er nier meer dan acht federt de Schepping zyn voorgevallen , (zynde de laatfle in de maand December des jaars 1703 ge-  TYDREKENKUNDE. lof gebeurd) kan nog, buiten de Eclipfen, orbe« twistbaare bewyzen in de Tydrekenkunde verfehaffen. Van het zelfde gewigt is meede de beruchte voorbygang van Venus over de fchyf der Zonne, welke wy nog in onzen leeftyd waargenoomen hebben, en al zulks aspecten Att dwaalfterren , die zelden voorkomen. Maar buiten deeze Hemelfche en Natuurlyke merktekens der tyden, zyn 'er ook die men Burgerlyke , of Kunftige, noemt, en die egter meede onder het vak van Sterrekundige berekeningen betrokken kunnen worden. Karei. Welke zyn die? Vader» Ernestus. Zodanige zyn de Zon en Maancirkel (Cyclus Solaris & Lunaris). Be Roomfche Inatclie. Het Paaschfeest, het Schrikkeljaar , de Jubilees, de Sabbathsjaaren, de Olympifche fpelen der Grieken, de Hegira of het Jaar van Mahomets vlucht van Mecca naar Me* dina , dat den Turken ter Jaarrekening verftrckt, enz. Men kan ook onder deeze Kunst, middelen tellen de Perioden, Aeras, Epochas , en de Jaaren der verlcheidenc Oude en Hedendaagfche Volken, en wy zullen by deeze gelegenheid alleenlyk aanmerken, dat de periode, of de ara der Jooden, van de Schepping der Waereld begint; die van de oude Romeinen federt de bouwing van Romen; die der Grieken van de inftellmg der Olympifche fpelen; die  lég TYDREKENKUNDE. die van Nabonasfar federt den komst van dee« zen eerden Babylonifchen Koning tot den Throon; de Tezdegerdifche Jaaren federt de Regeering van den laatften Perfifchen Monarch die deezen naam voerde; de Hegira der Turken , gelyk Ik reeds zeide , federt de vlucht van Mahomet, ten tyde dat hy, om de nieuwheid zyner leer en geestdryvery, door zyne Landgenooten vervolgd werdt. Het Jaar van de geboorte des Zaligmaakers, valt, volgends de gemeene telling, in het 4713. Jaar der Juïiaanfche periode. De Tydrekenkunde leert op deezen voet, in welk Jaar van de Juïiaanfche Tydrekening alle deeze opgenoemde Tydwortelen hunne juiste plaaifing erlangen. De tweede grofldflag is de getuigenis der Schryvers; want alhoewel wy zeekerlyk, niet op de onfeilbaarheid derzelve kunnen betrouwen ; wyl 'er geen mensch onfeilbaar is , en zy daarom geen van allen het gezag van eene onfeilbaare Godfpraak hebben , zoude het egter zeer liegt over het menschdom gedagt zyn , om hen allen of voor bedrogenen , of voor bedriegers te willen houden, en op zodanig eene wyz-e de algemeen aangenomene goede trouw te fchenden, door te twyfelen aan de oprechtheid van zekere Schryvers, die algemeen geagt zyn , en van zekere zaaken die algemeen geloofd worden, en ons geloof verdienen. Het zoude zelfs  TYDREKENKUNDE. ïó| ïelfs eenigzins buitenfpoorig zyn , te twyfelen of 'er wel een Carthago , Athene , Sbarte , Rome, enz. geweest zy, of 'er wel een Xerxes in Per/ten, of Augustus te Rome, geheerscht hebbe, of Hannibal wel in Italien gekomen zy, of Conflantinus de fh.d Conftantinopoïïs wel gebouwd hebbe, enz. Het overeenfteminend getuigenis der agtingwaardigfte Gefchiedfchryvers laat ons geenen twyfel omtrent deeze voorwerpeu toe; zodra, — dit immers is de proef der waarheid in deGefchiedverhaalen, — zodra het blykt, dat een Historiefchryver niet heeft kunnen bedrogen worden, noch ook heeft willen bedriegen, wegens eenige zaak of daad die hy verhaalt, dan is zyn getuigenis onomftootelyk. Leonard. Dat kan niet anders dan waar zyn; egter , hoe weeten wy altyd dat een Schryver niet bedrogen is, noch heeft willen bedriegen ? Ernestus. Men kan, ter verkryginge deezer kennis, deeze vier onderfcheidene middelen bezigen. i.) Men moet, boven allen , hen gelooven, die in dien zelfden tyd gefchreeven hebben, in welken de gebeurtenisfen zyn voorgevallen; immers zoo zy niet door eenig gelykrydig leevend Schryver tegengefprooken worden. Wie zoude, by voorbeeld, kunnen twyfelen aan de waar-  ito TYD REKENKUNDE» waarheid der Befchryving van de Proviriclc Guiana, in America, welke door den Heef J. J. Hartsinck, naa een grondig onderzoek, opgemaakt, en in 't licht gegeeven is, in eenen tyd , dat veele, dat land kennende lieden, den Schryver zouden hebben kunnen logendraffen; zoo hy de minde fnorkery gebruikt , of de geringde valschheid geboekt hadde. 2. ) Naa de gelykleevende Schryvers moet men , wanneer 'er zodanige niet voorhanden zyn, zig meer betrouwen op die, welke naast by den tyd dat de voorvallen gebeurden, leefden, dan wel op die, welke een langen tyd liaaderhand hunne gefchiedboeken vervaardigd hebben. Zo is 't veiliger Melis Stoke over de Regeering der eerfte Graven van Holland te raadpieegen, dan eenig Schryver van deeze Eeuw; wyl hy 't naast by de tyden der eerfte Graaven geleefd heeft, en 'er dus de jongde berichten van hebben konde. 3. ) De Gefchiedenisfen, welke onecht fchynen, en door eenen Autheur vervaardigd zyn» wien men niet altewei kent, of dienieuwis, moeten van geenerlei gewigt by ons zyn, zoo zy de reden, of de bedendig aangenoomene overlevering , kwetfen. Zulke zyn, by voorbeeld, de ongeloof baareLegenden, of levensgefchiedenis* fen, van fommige Heiligeni de ongeloof baare won-  TYDREKENKUNDE. tit Wondergïbeurtenisfen , welke ons door fommige Schryvers geboekt zyn, enz. 4.) Men moet de juiste waarheid eener ge* fchiedenis mistrouwen, die ons door hedendaagfche Schryvers verhaald wordt, voornaamelyk dan, wanneer zy omtrent verfcheidene omfiandigheeden derzelve niet onderling over* eenftemmen, noch ook met de Oude Hiftoriefchryvers, welke men de bronnen (fontei) der Gefchiedenisfen noemt, overeenkomen. Men moet zig, by voorbeeld, wagten van eenig Hiftoriesch geloof te hechten aan die fchitterende afbeeldingen , Welke, naa verloop van veele Eeuwen, tot vermaak alleen gemaakt worden » van zulke Perfoonen, welken de Schryvers noch gezien, noch ooit waarlyk gekend hebben, Deeze aanmerking leert ons de fraaije Tafereelen der Dichters te mistrouwen , die in hunne Heldendichten, den Held, wel dichterlyk fchoon, maar niet altyd, of wel zelden, Hiftoriesch waar, verbeelden. Leonard. Ik merk dus dat men maar zeer weinig op de innerlyke waarheid der aloude Gefchiedverhaalen bouwen kan; egter wy bezitten immers een boek, dat wy gelooven dat door ingeeving der Goddely kt Waarheid zelve, vervaardigd is; kan men dat niet ten grondfkge eener juiste TyJrekening leggen, en kan men op de volkomeue, eenvouwdige waarheid van  m TYDREKENKUNDE. van de daarin verhaalde Gefchiedenisfen niet gerustelyk ftaat maaken. Ernestus. De zuiverde en vruchtbaarfte bron der aloude Gefchiedenisfen is, zonder twyfel, deBybel. Dit zal ons zeifs biyken , fchoon wy eens , vooreen oogenblik, het Goddelyke dat in denzelven gevonden wordt, ter zyde (lellen. Onderneemen wy eens om denzelvcn als een ongewyd boek te befchouwen; 't zy men zyn aandagt vestige op de vervaardigers der boeken van het Oude Testament, welken men nu eens als ooggetuigen der voornaamfte door hen geboekte daaden, dan weder als agtingwaardige Gefchiedfchryvers befchouwen kan ; 't zy men het eigenaartige hunner verhaalen en den zweem van waarheid, die 'er in heerscht, in aanmerking neeme, of wel de moeite die de meeste Volken , regeeringen en geleerden in alle Eeuwen genoomen hebben, om ten text des Bybels voor bederf te verzeekeren; 't zy men agtgeeve op de gelukkige overeenfiemming der Heilige Schriften, wat betreft de Tydrekening, met deonge« wyde Gefchiedenis; 't zy men de wonderlyke overeenkomst deezer boeken met verfcheidene der agüngwaardigfte Gefchiedfchryvers , ge> lyk zyn Flavius Josephus en andere, bewondere; 't zy men eindelyk bedenke dat dit Bock alleen, ons eene juiste gefchiedenis der Waereld, federt derzelver Schepping, van de  TYDREKENKUNDE, tig de Jaaren der Aartsvaders, der Rechters * der Koningen en Vorften van het Hebreeuwfche Volk aan de hand geeft; zo , dat men , met deszelfs behulp , byna volkomen de volgreeks des tyds tot aan de geboorte des Zaligmaakers, of tot op de regeering van Augustus, een tydkring van bynaa 4000 Jaaren* aaneenfchakelen kan ; op eenige weinige vak» ken naa, welke de Schrift ftilzwygende voorbygaat, maar welk gebrek de ongewyde Gefchiedenis genoegzaam en ligtelyk vervult;zoo men, zegge ik, alle deeze opmerkingen maakt* zal men altyd moeten overeenkomen in de uitfpraak dat de H. Schrift een boek is, dat. met groot recht,aanfpraak kan maaken op de eerfte plaats onder de bronnen der aloude Gefchiedenisfen; maar men heeft, gelyk 'er geen zaak ter waereld is, die niet zyn beftryders heeft, ook op de zeekerheid dier bron, veele aanmerkingen gemaakt. Kornelis. Hoe is 't mogelyk, Myn Heerj Heeft men dan zelfs den Bybel durven wantrouwen ? Ernestus. Laat u dit zo vreemd niet voorkomen , myn waarde Kornelis. Ik zal u deeze z waarigheeden , uit beroemde Schryveren, voor» draagen, en dan zal, denk ik, uwe verwondering daaromtrent grootelyks afheemen 2 zy zeggen dan ,, I. 'Er is een zeer groot onder» 2esué. afueeliiso H feheid  114 TYDREKENKUNDE. „ feheid tusfchen den Griekfchen Bybel der ze* „ ventig Overzetters en den gemeenen Latyn„ fchen (Vulgata), wat betreft deTydreke„ ning, dit baart eene onoplosbaare verwarring j te meer, dewyl men niet ftellig verzeeke,, ren kan, in welken van beiden de dwaaling „ gezogt moet worden. De Griekfche Bybel „ telt,by voorbeeld, federt de Schepping der „ Waereld tot op de geboorte van Abraham, „ een geheele reeks van 1500 Jaaren meer dan de Hebreeuwfche en Latynfche By bel, enz. II. De H. Schrift laat ons verlegen ten opzichte der Regeering, Geboorte „ en Sterfjaaren, daar zy nergens aanwyst, „ of het Joopende of volkomen Jaaren zyn, die zy daaromtrent opgeeft; moet men,by v. „ gelooven, dat een Aartsvader , Rechter of „ Koning, juist 169—100, — óoofgojaa. „ ren gtleeft hebbe, en niet eenige maanden „ en dagen meer of minder, dat egter op zo „ veele Jaaren een merkelyk verfchil maaken „ kan. III. 'Er is een zeer groot verfchil in de „ benaamingen welke deSchrift aan de Asfyriers, Egyptenaars en Perfiaanen geeft, met die, „ welke de Grieken 'er aan gegeeven hebben; 5, waarby nog komt, dat men den imam vaneenig ,, Vorst dier Volken op verfcheidene wyzen ge„ boekt vindt. Drie of vier Vorften droegen den 4, naam vmAhasveros, en, zoo men, by voor» beeld,  TYDREKENKUNDE. 115 „ beeld, niet wiste dat Nebucadnefar, Nabtt„ chodonofor, Nabucodrofor en Nabacolasfar, ,, dezelfde perfoon geweest zy , zoude men ,, veel werks hebben om dit te kunnen geloo,, ven. Sargon is Sennacherib; Ozias is Aza» ,, rias; Sedectas is Mathanias; Joachas heet ,, fomtyds Sellum; Afaraddon heet dan eens Efarhaddon , dan weder Afarhaddon , en „ wordt, door de Kutheërs, Afenaphar ge„ noemd. Hoe veele Pharo's treft men ook „ niet in de gewyde Schriften aan, die, daar ,, dit een gemeene naam der Egyptifche Ko. ,, ningen was, zeer zwaar en raadfelagtig om „ te bepaalen zyn;" behalven nog de zwaarigheeden die de Bybelbeflryders, of zydie tegen het Goddelyk gezag deezes gewyden boeks, gefchreeven hebben, bybrengen; doch die reeds door groote geleerden zo omitandig wederlegd zyn, dat ik ze UI. niet eens optellen wil, om den tyd niet met overtolligheeden te flyten. Karei. Deeze zwaarigheeden ftellen zeekerlyk de Tydrekening op losfe fchroeven, Va. der! en zullen zelfs hunnen invloed, na 't my voorkomt, op onze aangenoomene Jaarrekening, ook moeten hebben; want wanneer het Jaar der Waereld, waarin Christus gebooren is , aan betwisting onderheevig wordt, dan hebben wy geen vast punt om H % on«  iïtT TYDREKENKUNDE. onze rekening aan te knoopen, zoude 'er dan nu wel waarlyk 1789 Jaaren, federt de geboorte van den Zaligmaker, verloopen zyn? Ernestus. Men is daar, gelyk gy zeer wel aanmerkt, nog niet volkomen zeeker van. Het Christendom hadt reeds 1500 Jaaren ftand gegreepen, vóór men naauwkeurig konde bepaalen, hoe veele Jaaren 'er fints de geboorte van den Zaligmaaker verloopen waren. Men zag toen wel dat de gemeene Tydrekening te kort was, maar men is eerst zeer laat tot de ken. nis gekomen, dat 'er zelfs geheele vier Jaaren aan ontbreeken, dat zy niet tot de geboorte des Zaligmiakers ftygt. De Abt Dionysius, Cgenoemd de kleine (Exiguus") in tegenftelling van Dionysius van Halicamasfus~) die in den Jaare Chr. 532 onder de Christenen het eerst een Tydrekeningpunt, in deezen grooten Tydwortel, bepaalde, en de Jaaren, van dat punt af, federt dien tyd begon te tellen, ten einde de Tydrekening geheel Christelyk te maaken, bedroog zig in zyne rekeningen, en ileepte geheel Europa met zig in de dwaaling. Men heeft zelfs 132 verfchillende meeningen van Schryvers opgeteld, welke, ten opzichte van het Jaar der Waereld, dat de Mesfiat gebooren is, niet overeenkoomen. De Heer de Vallemont noemt 'er in zyne Hiftorie» zaal 64 op, wier naamen alle beroemd zyn. 'Er  TYDREKEN K'U N D E. «7 'Er is wel onder alle deeze Schryvers geene die meer dan 7000, noch minder dan 3700 Jaaren tellen ; maar dit verfchil is egter al te groot voor eene nette berekening. De meesten en gemaatigdften ftellen het geboorte Jaar des Heeren, op het Jaar der Waereld, 4000, doch hunne redenen daartoe , zyn volftrekt willekeurig. Wy drukken ons dus naauwkeurigst uit, wanneer wy dit loopend e Jaar noemen, na de gemeene Tydrekening 1789-, naa de geboette Christi 1793. Deeze verfchillende meeningen heb ik Ulieden Ilegts willen bybrengen , om te toonen dat 'er geen al te groote zeeker* heid in de Tydrekenkundige berekeningen ligt. Kornelis. 'Er zyn egter nog twee gronden voorde Tydrekenkunde over, MynHeer! die UEd. ons nog zoudt verklaaren; wy hebben ons met den tweeden grond, rustende op de geloofwaardigheid derSchryveren, zolang opgehouden , dat de twee nog volgende gronden wel ligtelyk vergeeten zouden kunnen worden. Zouden deeze ook meer zeekerheid aan de Tydrekenkunde byzetten? Ernestus. Gy hebt grootelyks gelyk, en doet zeer wel my dezelven te herinneren. Ons fchiet nog over om den derden en vierden grond der Tydrekenkunde te onderzoeken; deeze zyn de beroemde, en in de Gefchiedenisfen onbctwistbaare,7j'^»'or/f/i?» enTydverdeelingen, en laatftelyk de kennis der Medailles; H 3 wy  H8 TYDREKENKUNDE. wy zullen 'er kortelyk nog iets van zeggen; maar draa bemerken dat deeze authentique fiukken ons wel van de zeekerheid der gebeur, de dingen op zekeren tyd overtuigen; maar ons geen aaneenvolgende juiste reeks van voorvallen bezorgen ,• zo dat zy wel in flaat zyn om ons van zeker tydpunt af, naauwkeurig den tyd te doen kennen, maar ons, wegens het gebeurde vóór dat bekende tydsflip, toch in dwaaling en onzeekerheid laaten. De Tydwortelen (Epocha} dan maaken den derden grondflag der Tydrekening uit; 't zyn bepaalde punten, gegrondvestop de voornaamfte gebeurtenisfen in de Gefchiedenis, welke niemand betwist, en waaraan men zelfs in't ge« ringfte niet twyftelt. De Tydrekenaars zoeken deeze gebeurtenisfen in de Gefchiedenis willekeurig genoeg op, om 'er hunne Tydvvortelen van te maaken ; egter daar is zeer wei. nig aan gelegen, zoo de dagtellingen deezer Tydwortels maar overeenftemmen, en 'er geen tcgenfpraak in den grond der daaden is. Wan. neer wy de Gefchiedenis zelve onderhanden hebben, zullen wy onderweegs alle de voor' naamfte Tydwortelen aanwyzen. Het zoude onnoodig zyn dezelven tweemaalen te herbaaien. Maar, om ze wel te begrypen en eiken Tydwortel op zyne natuurlyke plaats te rangfehikken, is het noodig dat men zig de volgende uitdrukkingen eigen maake ; waarom ik de ■ zei-  TYDREKENKUNDE. Ho zeiven ook in de gefchrevene fchets nog eens geboekt hebbe; wyl men dezelve in deeze Wee. tenfchap niet ontbeeren kan. Zy zyn deeze: Seculum, een Eeuw,is de volgreeks van honderd Jaaren of honderd Zonnetochten. Luftrum, is een Tydruimte van vyf Jaaren. De Dichters maaken meestal van deezen Tydwortel gebruik. Roomfche Indictie, is een tydkring van I5jaaren, weleer door de Romeinen in de fchattingen gebezigd. Olympiade is een Tydvak van vier Jaaren, welke de Grieken telden federt de viering van de eene Olympifche fpelen tot de andere; zy werden, volgends de Fabelleer, door Hercules eerst ingefteld , maar door Iphitus , in het Jaar der Waereld 3228., en dus 776 Jaaren vóór onze gemecne Jaartelling, weder vernieuwd, federt welken tyd men dezelven by deHiftorieSchryvers tot een tydmaat gebezigd vindt. Epocha, of Tydwortel, dit woord is reeds verklaard; maar men moet 'er nog by aanmerken , dat de Tydrekenaars drie fooiten van Epochtz tellen; als eerftelyk Gewyde, ten tweede Kerkelyke en ten derden Burgerlyke. JEra is een Latynsch woord, afkomflig van Aes, dat metaal betekent, om dat de Romeinen de Jaaren, federt het gebeuren van een voornaam voorval verloopen , met metaalen fpykers, op borden, daartoe in hunne TempéII 4 Jen  Ï30 TYDREKENKUNDE. len opgehangen, pleegen te teekenen, flaande, by het begin eens Jaars, een nieuwen nagel in die borden; anderen gelooven dat dit woord door de onweetendheid der nafchryvers van oude Romeiniche Archiven, ontdaan zy, in welken zy dikwyls deeze letteren vindende: A. E. R. A. betekenende Annus Erat Regni /lugusti, of, Het was, of gebeurde, in het Jaar der bloeijende Regeering, enz. 'er het woord Aera uit gefmeed hebben. De Aera verfchilt van de Epocha daarin, dat de Aeras vastbepaalde punten zyn, door eenig Volk of Natie beftemd en de Epocha alleenlyk zulke tydsbepaaiingen , welke de Tydrekenaars gemaakt hebben. Ook bevat het denkbeeld van Aera eene zekere volgreeks van Jaaren, welken op een vastbepaald tydpunt gevolgd zyn, en de Epocha, of Tyd wortel, is dat vastbepaalde punt zelve. Zo begint by voorbeeld de Aera Christiana, of Aera der Christenen , van den Tydwortel, of Epocha, af, welken de Geboorte van Christus in de Gefchiedenis maakt. De Aera der Seleuciden, van welke de Macedoniers begonnen te tellen , wordt ook de Griekfche Jaartelling genoemd , waarvan de Jooden voornaamentlyk gebruik gemaakt hebben , federt zy aan de Macedonitrs onderworpen geweest zyn. Zy begint van Seleucus, pygenoemd Nicator, lèdert het Jaar der Wae? rei  TYDREKENKUNDE. m reld 3692. en dus 312 Jaaren vóór der Christenen laartelling. De Aera Hispanka, of SpaanfcheJaartelling, begint federt het Jaar der Waereld 3966. en dus 38 Jaaren vóór de gein eene telling. Zy is zeer beroemd in de Conciliën en oude gedenkftukken van Spanje. Nog zyn 'er twee, de Tydrekening alleenlyk eigene, kunstwoorden, te weeten Synchronismus en Anachronismus ; Synchronismus betekent gelyhydigheid, of de behandeling van zulke gebeurtenisfen als op verfcheidene plaatfen des Aardbodems ,op denzelfden tyd, zyn voorgevallen; en Anachronismus of ongelyktydigheid, is die misdag welken men in de Gefchiedenis en Tydrekening begaan kan, met, in tyd van eikanderen verfchillende voorvallen, en Perfoonen. in eenen zelfden tyd byeentevoegen. Zo begaat Virgilius eene Anachronismus, die hem toch, alsDichter, weke vergeeven is, wanneer hy Eneas en Dido als in denzelfden tyd lee« venden maalt, daar de Iaatfte meer dan 300 Jaaren jonger in tyd dan de eerfte geplaatst moet worden; zulk een misflag zoude in een Gefchiedfchryver of Tydrekenaar onverfchoonlyk zyn, doch II o r a t 1 u s zegt: in arte Poëtica, Pictoribus atque Poetis QuiJlibet audendi femper juit gedaante. I ^Schnkkel. (fasfexttltsl) .', M f"Gemeen. Veeneeenvou <■ iVJaan,^TusfchenvervUi'd. (Emiolimaui.) twg , welke J 1 Numa Pompilius. ishet Burger ƒ / fu/iaans^ (van J. Cmfar.) lykJaar, zyn- / Gregoriaanse» (van Gregorius de lilde) de ... I Aegyptiesch of van Naboaasfar. IAetiopiesch of Actiesch. „, Syriesch. Ten nanzien j r„ . - Lderinfteuing.1 Perf.esch (g^S' der Grieken, of der Olympia's, fof in ge- Macedoniesch flacht, als: 4 Syriesch-Macedoonsch, Paphiesch. I Eythiniesch. fTyd, beteekent, of een onophoudelyken voortgang van tyd, of's Menfchen leeftyd. Eeuw, is een tyd van honderd Jaaren. fden Tyd al. Luftrum» is een van vyf Jaaren. e' IS' J |en drleiMTig (Triennium, Trintatus.) I ten vierjaarig , (Ouadriennium, Ouadrimatus.) ten vyfjaarig (Quinquennium. Quimatm.) l_Een zesjaang (Sexennium.) eene faamge-, fTweejaarig, (Biennus, Bimus.") titelde maat J Driejaarig, (Triennus, Trimus.1) Vierjaarig, ((htadrinus.) . . Vyfjaarig, (Quinquennis, feu QuinquennaKs.) de zaak met Zesjaarig, (stxennis.1 l derzelver Zevenjaarig, ISeptennis.') Iyn 7°r' ^ Tienjaarigf ; ïreiienae, j Eenjaarig, als een Eenjaarig Lam, (Flornus, Uomm agnus.~) 1 Eenjaarig, als Eenjaarige Vruchten, vruchten die dit Jaar verzameld zyn, (Hormtlnus, jrumentum I Hornotinum.') Tweemaal vyfjaarige tyd, {Tempus biluftris.') aangemerkt. . I begint te klimmen, 0f annus xx>pxxrw,.^ Gr*gL V ^Eenvoudige, welke zyn de Burgerlyke maanden, door zo veele verfcheidene eige naamen geteekend, als 'er volken aan het Jaar eene gedaante gegeeven hebben, c n tJ . C Tweemaandfche (Tyd3 (Bimestris.) Saamengeftelde, welke aan de ) Driemaandfche —— (Ttimestris) zaaken verbonden zyn, als:) Vyfmaandfche (OmnquemestrU.-) Weeken Zesmaandfche (semestris.) fSterrekundige of gelyke, wier beginfel is: $ ^ren0 Tusfchen ïngefchikie OntercaIares.~) c f Feestdagen, tot Godsdienftig gebruik ingefteld. Onverwagte, ter oorzaak eener beugchelyke gebeurtenis, door den Vorst ingtfteld. I I I ( Staaiige, of zekere dagen ter eere van eenig God of vergooden Held ingefteld. I f f 1 fZwtter Feesf. als Marktdagen (Nun/Hti*) genoemd, om dat ze alle 9 Da* \ \ Vierdaeen J Aleemeene. < sra vif 4e ^omemm se^o«4m noim. 1 ^"""s* • \ ^ jifet een peeit, als: het Feest van Saturnus (Saturnalia.) enz. / v fAls 't Feest van Claudia Emilia (eene Vestale welke heuren Vader van de I f van Huisge- ) , , , , .„^ v Dagen. . ^Burgerlyke A binnen. \^^^m.¥enu I Werkdagen, of gewoone dagen, waarop elk zyn zaaken waarneemt. I Rechtdagen (dies Fafti) als aile woorden zonder boete voor den Rechter gefprooken mogten worden. IRechts-ftilllanddagen (dies Nefafli) op welken deeze woorden ik geeve, ik zegge toe, of ik zegge af, {Do, dtco, aliicd) voor den Rechter niet mogten gefprooken worden, ais oeeien | Gebroken dagen {dies Intercifi) welke ten deele Feest- en ten deele Werkdagen waren vin het ge- I Vergaderdagen {Comitiales) op welken de zittingen der Comitia gehouden werden. V^heel. ^ \ l_Stryddagen , op welken het geoorlooft was den Vyand door geweld afbreuk te doen. -— 1 (Tekendagen, waarop de tekens der ziekten moeten waargenoomen worden, als: de 4, 11, 17, 24, 'der Genees-) 31, 37, 44, 5», 57 ■> 6"4, 7*» 77» 8*« 9L 97- Lheeren. \Beflisfende dagen, (op welken leven of dood beflist wordt,) als: 7 , 14, 20, 27, 34, 40, 47, 54, C 60,67,74,80,87,04,100. (Babylonifche, van den opgang der Zon tol 24 toe uitgeftrekt. Iltattaanfche, van den ondergang der© tot 24 toe gefteld. Sterrekundige van den Middag, of Middernacht, tot 24 toe. , Europeaanfche van Middernacht tot 12 uuren 's Middags, en weeder van den Middag tot fgelyke, als: I2 uuren Middernachts. II Neurenbergfche, welker Daagfche uuren van den opgang der ©, en deïïachtelyke van den f Uuren. . | ondergang geteld worden, wordende de iengce van Dag en Nacht aldaar door de Re1 L geering bepaald. I deelen van I [ongelyke, als: De Planeetfche, welke twaalfde gedeelten des Natuurlyken Dags en Nachts zyn. 1 den Dag 4 Eerfte deeltje is het zestigfte gedeelte van een gelyk uur. (een minuut.) I 1 Tweede deeltje is het zestigfte gedeelte van een eerfte deeltje Ceen feconde.) j I Chaldeeumchdeeltje {HeMindU het töbs gedeelte van een gelyk uur. Hier zoude men nog by kunnen voegen 1 Terts, I L zynde het ^ deel van een uur, een i deel, quart uur, en i deel, halfuur. , 1 ( Eerfte Nachtwake, van het begin des Nachts tot aan de vierde uure, is , na delengte der Nachten, ongelyk, en wordt 1 S ook wel genoemd eerfte Fakkelfchyn Com dat men ter dier uuren eerst de Nachtlichten of Fakkelen aanftak, als by ! ^y?.manV ons ^ Lantaarns) {Prima Fax.-) , ,, , , Nachtwa. \Tweede Nachtwake, welke van het einde der derde uure tot den Middernacht duurt j J Derde Nachtwake, het begin der negende uure. [ Vierde Nachtwake, van daar tot den Morgenftond of opgang der Zon. (♦) Men zoude hier nog by kunnen voegen, dat de uuren des dags by de Jooden meede, of /nificiee'e, of Natimrlyh waren. ^Artificieele rekenden zy van den opgang der Zon tot derzelver ondergang Natuurlyke van i — voor een Dag en Nacht. Hier van 't geen men vindt by Joh. Xt. vs. 9. Mi*» «rn ip«i t« ^!fas ; Z)n 'er geen twaalf uuren ■ den Dag? ne FeesldaScn, begonnen van den ondergang tot den opgang der Zon, en hunne Nacht was verdeeld in 4 Nachtwaken of Tempel, uuren; de eerfte noemdennen , tttp, ]3ate; de tweede/««"»'*»■'•»» mefomktion , middernachtfch ; de derde «ASKTépsip,,/* , alektorDphonia.hy 't haanengekraai, en de vierde ^f«T, procj', in den morgenftond^'t welk dient ter verklaaring van de woorden Jefu Chrifti, by Manus, in Cap. XIII. vs. 35, waar hy fpreekt: VflVop"»'» •»» (""* yty ffóri i xifies eUlas ip#r*«, «Y£ •> 1 ..,«./.» * eeMKUfcOmaii'v frim) dat is: waakt gyliedendan; want gy weetniet wanneer de Heer van den Huize komen zal, Laat, &s Middcnachit, oi met het Haanengekraai, of ]TZ Morg^' V«*taal.r.   6 € H E T S TYDREKENKUNDE. D e Tydrekenkunde , eene onontbeedyke Weetenfchap voor hen, die zig met de gefchiedenisfen der Waereld tragten bekend te maaken, is, dvts befchouwd zynde , zeekerlyk eene aanpryzenswaardige geestoefening , en , op den voet op welken ze thands gebragt is, eene zeer geregelde kundigheid; maar niemand zie dezelve voor onfeilbaar aan; neen, zyis alleen eene, door de kunstuitgevondene , Tydbepaaling, waar aan ieder Natie, en byzondëf Volk des Aardbodems , een byzonder beginfei verzonnen heeft, inzonderheid die, welke naa de fchepping -der Waereld, of naa Romens bouwing, of diergelyke nog onbekende Tydvakken (Epocha) begint, die naa laater voorvallen gerigtis, hsefc -eene zo veel grootere zeekerheid, gelyk die der Christenen, welken naa de geboorte van den Zaligmaaker hunne Jaartelling beginnen; die der Turken , welke naa Mahomeths vlucht van Mecea naar Medina, de Hegira genoemd, aanvangt; die der Olympiaden kan men mede onder de meer zeekere Tydbepaalingen rekenen, maar, met recht mistrouwe men de rekeningen van de Schepping af, tot op Romes Bouwing , alzo men een groot gedeelte derzelver, althands tot verre over den Zondvloed^ jnaar uit één Schryver, Mofes naamentlyk, putten kan, wiens oogmerk in zyn fchryven niet geweest js om ons de Tydrekenkunde te leeren, maar om ons in de wegen Gods, met de Kinderen Israè'Is, te onderwyzen; en wat het laatfte gedeelte van die Tydvak , tot op Romes bouwing, betreft, hieriii zyn zo veele byzondere meeningen, byzondere rekeningen en byzondere bewerkingen vooihanden, dat een onpartydig Leezer niet weet waaraan hy zig houden zal; hier by komen nog de onderfchei. dene Jaartellingen der byzondere Volken, welker Jaarboeken ons nog naagebleeven zyn, uit welken onder elkander verwarden klomp, onmoogeiyk eene aan elkander gehegte nette fchakel gevormd kan worden; en, zoo men deeze verfchillen al, met groote moeite en ltudie, op eenen byna effen bodem gebragt hadde, konde men zeer ligtelyk zyn geheet Werk door één enkel Jaarboek der Chiaeezen ia ZESDE AFDEKUNG. I fiulfc.  13° SCHETSde* ftukken zien vallen, daar zy hun eerften koning Fokt toe meer dan driehonderd Jaaren vóór den Zondvloed doen opklimmen, en derzelver Jaartelling tot lang vóór de Schepping (na onze rekening) loopt. Maar dit gezegde van de Tydj-ekening der Ouden in t algemeen, wil ik niet betrokken hebben tot de byzondere kunftige bewerkingen (ts^w«d)welker grondflagen hier geleerd worden ; neen , deze kunst behoudt heure waarde en ftrekt zelfs tot een Fakkel, welke niet alleen de dikke en duistere nevelen der verre verwyderde oudheid, eene flaauwe fehemenng byzet, maar wier heldere fchynfel den Naakoomelingen tot een zeeker geleide in de volgende Eeuwen vertrekken zal. Laaten wy die dan ils zodaanig hoogachting toedraagen, en de verklaanng van derzelver Weetenfchap en kunstwoorden op deeze wyze aanvangen: De Tydrekenkunde Is eene Weetenfchap, om de tyden der Gefchiedenisfen aftemeeten en te onderfcheiden. Tyd is het getal der beweegingen van Hemelfche Lighaamen, bepaalende de voorige en de laatere. De beweeging der Hemelfche Lighaamen is de maat des Tyds. De eindpaalen des Tyds , of uitterften, zyn de oogenblikiten, het eerde oogenblik , naamentlvk. en het laaifte. 3 * Het eerfte oogenblik is het zeekere beginfel des Tyds, dat niet verdeeld kan worden. _Het laaifte oogenblik is het zeekere einde des lyds, dat niet verder uitgeftrekt kan worden. De Tydrekenhigswortel {Epocha) noemt men die fcheiding waar het laaifte oogenblik des voorgegaan, nen Tyds eindigt, en het eerfte oogenblik des Volgenden lyds begint. DeJyd, cSn aanz'e" van deszelfs foort, of Na» tuureyk of Kunftig. De Natuur lyke Tyd is die, welke de Natuur zelv door zeekere tekenen aantoont, in welken zy de wisfeliteeren en regelingen der dingen bewaart en be- huur. De Kunftige Tyd is die, welke groote Mannen, en , boven de Natuur der Stervelingen, alleen bekwaame Uitleggeren des Hemels en der dingen, door zekere wetten, uit de Natuur genoomen. bepaald hebben. - TA-  TYDREKENKUNDE. 131 m; ■ ■■ f De gedaante van het Jaar van Romulus. Macroèfus, I. Boek Satumal. zegt: Romulus ftelde een Jaar van tien maanden en driehonderd en vier dagen in, en hy verdeelde de maanden dusdaanig, dat vier derzelve dertig dagen en een dag, en de zes overigen dertig dagen hadden; welk getal, 'e welk noch met den loop der Zon, noch mee dien der Maan overeen kwam, niet zelden door het gebruik veroorzaakte, dat de koude in de Zomermaanden, en daartegen de hette in de Wintermaanden inviel. Wanneer 'er, als zulks gebeurde, zo veele dagen zonder eenigen naam van een maand mogten voorbygegaan worden, als 'er tot dien tyd des Jaars moesten verloopen, in welken de gefteldtenis des Hemels voor de aankoomende maand bekwaam gevonden werdt (dat is: wanneer het nog Zomer, of genoegzaam Zomer was, als de maand November ten einde liep, dan moest 'er naar de Winterfche koude gewagt worden, alvoorens mea de maand December begon, en deeze tusfchen verloopende dagen droegen geenen naam van eenige» maand). De gedaante van dit door Romulus ingefteld Jaar, duurde ilegts vyf- en • veertig Jaaren , wier maandorde en getal van dagen, aldus gefteld wordt: Martiüs heefc dagen . . . . 3*. Aprilis Majus 3»? Junius . ...... .-o. Quintilis (nu July) de vyfde maand. . 31. Sextilis (nu Aug.) de zesde maand. . . 30. September, de zevende maand. . . 30. Odtober, de agtfte maand. . . . 31. November, de negende maand. . , 30. December, de tiende maand. . . 30. I 2 De  ti& SCHETS d e pT Be gedaante van het Jaar van num a p o mpil i us. Numa Pompilius, de opvolger van Romulus, bragt het beginfel des Jaars over van den Evennacht der Lente, tot den kortften dag, eri voegde tOt Romulus maanden nog twee toe, zo dat het getal der maanden van één Jaar tot op twaalf aangroeide, en het geheele Jiar hadt driehonderd en vyf en-vyftig dagen, daar het Maanjaar 354, en het Zonnejaar 365 dagen en 6 uuren inhieldt, dus ontbraken 'er aan het Maanjaar, elk Jaar 11 dagen en 6 uuren, uit welke Numa de vo.'gende gedaante des Jaars fkmenltelde: 1. Uit de bovenftaande getallen vondt hy een omloop van XXXVt Jaaren uit, en ftelde die in, op dat hy de dagen der door hem ingeftelde Jaa. ren, volgends de paaien en loop der Zon beftuuren en altyd bewaaren mogt. 2. Élke twee Jaar voegde hy by de tweede maand, welke hy Februarius noemde, zekere dagen tusfchen in , welke de Romeinen tusfchengefchovene iintercahres') noemden , te weeten het eerfte twee Jaar 32, bet tweede twee Jaar 23, en zo, reet weederkeerende beurt, opkli.nraende tot 'c 12de twee Jaar toe, welke omtrek het laatfte Jaar befloot, in 't welke de 23 intefchuivene dagen geheeüyk veronachtzaamd en overgeflagen werden,als geheel overtollige dagen. 3. Pluiarchus noemde de dagen, welken Numa. tuslchengefchoven hadt, een Mercedonifche maand, die altyd, naa den 23 February ingelascht werdt, wyl deeze, om de inlasfching, voor de laatfte van liec Jaar gehouden werdt, en zy hachten de overigs vyf aan de Mercedonifche maand, Waarom deeze maand niet zelden 27 en fomtyds 28 dagen telde. 4. De eerde dag van elke maand werdt Calenad , froep of noemtïag) genoemd, om dat op deezen das;- het Volk door den Priester opgeroepen werdt, of oft' rde, enz. De volgende dag hadt in fommiga jaswiiden 6, en in andere 4 zevendaagfche dagen, CC*.  TYDREKENKUNDE. 133 (Calenda nonarunt) ,ten gevolge; maar de dagen naa de zevendaagfche dagen C»e»«), werden de achtdeelda. gen genoemd (.Idus), en alle de overige dagen naa den deeldag (Idus), werden dagen der maand welke volgde (Calenda menfis) geheeten. Nogtands telden zy de dagen, zowel van de zevendaagfche dagen (Non*), als van de deeldagen (Idus), en van de maanddagen (Calenda) van agteren af. Hoeveel zevendaagfche dagen en maanddagen elke maand loegevoegd werden, leeren de volgende versjes: Prima dies menfis cujusque eft didta calenda;, Sex Majus nonas, Oftober, Julius & Mars. Cjuatuor at reliqui; dabit Idus quilibet Ofto. Inde dies reliquos omnes die eslè galendas. dat is: De eerfte dag van elke maand wordt de noemdag geheeten, Zes CO dagen van Mey, Oftober, July en Maart worden zevendaagfche (r.ona) gerioemd. Maar in de overige maanden Ilegts (2~> vier dagen ; daarnaa volgen in elke maand acht deeldagen (Idus) c3> > Voorts zult gy alle de overige dagen, maanddagen (Calenda') noemen. {O Zes dagen, enz. naamlyk de 2de, 3de, 4Je. 1 5de, 6de en 7de. f-2) De non* vervatten in de andere maanden maar de 2de, sde, +de en 5de dag. (3) Achter de non* volgen de Idus, welke vervat' ten acht dagen in elke maand, zo dat de 15de dag van de vier voorzeide maanden genoemd werdt: Idus Maji, Idus O£lobrh, Idus 'Julii en Idus Martii. 5 Doch de ingelaschte maand werdt tweezins genomen: teweeun voor die inlacht, dat is: voor de Mercedonifche en voor die. in welke ingelajcht werdt, dat is: de maand February, en dan werden de maanddagen. zevendaagfche dagen en I 3 deel-  is4 Schets des deeldagen der Mercedonifche maand eerfte folucb ~,f/" g55°?n?d\en de Maanddagen van Maart wa. ren laatfte ïnlasch - maanddagen. w. ^"r-6' Ó00*Nuniauitgevondene, gedaante des Jaars heeft zes Eeuwen geduurd, en zig tot in de zevende Eeuw uirgeflrekt, welker ordl en getal van maa„den ls vo|gt> na we|ke,nffl m * werden : der °Ude Rouieinen heïfteld Januarius heeft dagen . . „0 Februarius * „<* Martius . . . ' ' Aprilis . * A Majus * ' • • 29. T • • • • . -li, Junius m t Quintilis, de vyfde van Maart," . . " Sextilis, de zesde . . September, de zevende . „o* Oétober, de achtite . November, de negende . . »0* December, de tiende . . * 2^#' De gedaante des Jaars van Juliüs en Augustus C/esar, Als Ju/itis Cafar het Jaar, door der Priesteren verzuim, die het vermoogen in handen hadden om de vere.schte dagen intelasfchen en van wien de geheele fchikkmg des Jaars afhing, geheel verwardeiyk zag vervallen, zo dat de Wintermaanden in den Zomer, en daarentegen de Zomermaanden des Winters voorkwamen, heeft hy, wyl hv zelf Opperpriester en Oppergezaghebber (Diaator)wu. en alles onder zyn magt en gezag hadt, naa zigmet Sojygenes, een uitmuntend Wiskundigen, beraaden te hebben, alle de maanden weder in hun plaats herfteld ; maar hy heeft de nieuwe gedaante des Jaars, die byna met de beweeging der Zonne overescftemde.tot burgerlyk gebruik bekwaam gemaakt, op  TYDREKENKUNDE. 335 op dien voet, dat drie Jaaren van 365 dagen ver* loopen zynde, het vierde één dag langer zyn zou» de, welke dag, uit vier vierden ftamgenomen, volgends de oude gewoonte, doorin!asfching,aande maand February gehecht werdt, tusfchen de Terminalia, Feesten ter eeren van den afgod Terminus, of den Perkgod, welke op het einde van February, of op den 22 dag van die maand gehouden werden, volgends het getuigenis van Varro, en de Regifugium CVlucht des Konings) ter gedagrenisfe van de vlucht van Tarquinius uit Romen , gevierd in 't begin van Maart, volgends Macrobius, zo dat elk viertal Jaaren verloopen zynde, het laa'fte Roomfche Jaar met de drie voorige faamgenooinen, in 1461 dagen begreepen werdt. De orde der maanden deezes Jaars, en hat getal der dagen, is als hier volgt: Januarius heeft dagen » . . .31. Februarius » * . . . s8. Martius . . . ,31. Aprilis —— - . . * . 30. Majus ——— . . . .31. Junius .... 30. "Quintilis, de vyfde ra» naa Maart . .31. Sextilis, de zesde . . , , 31, Septemb. de zevende • . . .31. Oftober, de achtfte . , . 30. Novemb.de negende .... 31. Decemb. de tiende . , .30. Cafar Augustus heeft 38 Jaaren naa deeze inftelling van Julius Cxfar, weder het door de misfligen der Priesteren, 'in het inlasfchen der dagen, bedorvene, Juliaanfche Jaar, herfteld, en de naamen der maanden Quintilis en Sextilis in Julius en Augustus veranderd, en geboodt, gelyk Sofygenes aangeweeZen hadt, elke drie eerfte Jaaren aftemeeten, met 365 dagen, maar dat het vierde 356 zoude tellen , welk Jaar een Schrikkeljaar genoemd werdt. Over de gedaante van dit Jaar zyn alle Volken aodanig verwonderd geweest, dat zy hetzelve, als I 4 een  *3<5 SCHETS der een groot goed van Gode aan de Stervelingen toe* gedaan, met pen groote vreugd omringen : de Britten, Grieken en andere Volken gebruiken hetzelve tot heden toe. en de Tydreken en Sterre. kundigen kunnen hetzelve niet ontbeeren, om dat het met zo ligtelyk, in het tellen, aanleiding totdwaa-, lmg geeft, als wel de verwarde Cregoriaanfche wyze. De orde der maanden, en het getal der dagen van dit Jaar, is op deeze wyze; Januarius heeft dagen 31. Julius heeft dagen sr. Febmarius— 98. Augustus 31. Martius t 31. Septemb. 30. .Aprilis 30# o'ctober 31. jVlsjus 3r. Novemb. 5©. Junius Stj. Decemb. . . 31. De wyze om de dagen en der dagen getallen welke men by de Latynfche Schryvers vindt, uit te Ipreeken, is als volgt: A. D. Calend. (ante Diem Calendarum) betekent vóór den maanddag, welke fpreekwyze den maanddag zeiven begonnen, en niet vervuld, aanwyst. . Ante Calendas, \üór den maanddag, is 't zelfde. Ingaande of uitgaande maanddag, is op den maanddag zeiven. Op den maandag, als: op den n Calend. (maand, dag) van May, op den 5 Calend. van den eerst ingefchoovcn maanddag, enz. r C Calcndarnm zyn de dagen voor of naa de Pridie&J maanddagen, zeven dagen (nonarum), S'os/i idie. I deelóaeen ilduum), de dagen voor of 1 naa het Feest der Overwinningen vmSylla. CCalerJarum (de dagen voor of naa) de Inati*, Iduum , fpelen van Augustus, en Wykfeësten, waardoor verdaan worden - w < de tyd voor of een weinig r.aa deeze dafostriaie. . gen, 't welk ook veelmaalen uitgedrukt j wordt; gelyk de aanvang des maandags: I naa of vóór de zevendaagfche dagen \fnona), deeidagen (Iduum), enz. A. D. 3 Csltnd. ftfouarii (wordt dus uitgefproo- ken  tydrekenkunde;. 13? leen Ante Dicmtertium Cakndarum Februari!') ofvóór den %den dag van de maanddagen van Febi uarius,'t welk 't zelfde is als of men zeide: voor den derden geëindigde» dag vóór de Maanddagen van Februarius „ dat is: op den aanvang van denzelfden 3den dag. t Vóór den %den dag van Nona van Mat, dat is: vóór den derden geëindigden dag van de nona van Mai, zo ook de 3de Nona is zo veel als de 3de dag vóór de nona, dat is deeze begonnen zynde. Zo beduidt de 3de Nona van January, de achtfte Calend. van September, den 3den en Sften dag vóór die maanden. ■ Wanneer wy dan zeggen vóór den 4den dag der maanddagen (Calenda, of den4den maanddag, ofwel den 6den,5den, 3den, enz. wordt altyd de dag der Calenda, mede ingefloten, en is de eerfte dag van deze getallen, zo wordt de 3de maanddag genoemd die dag die waarlyk niet dan de tweede voor de maanddagen in rang ftaat. Zo is, naa drie dagen of naa den derden dag 't zelfde, alsof den derden dag eerst kwame, zo ook naa het dofte Jaar is 't zelfde alsof het (Softe Jaar eerst inging , of tegenwoordig ware. Dit is de waare zin dier Romeinfche fpreekwyzen. ' De gedaante van het Gregoriaanfcke Jaar, Wyl het Juliaanfche Jaar eenige minuuten groo» ter was dan het Zonnejaar, en dat hierdoor de evennachten en Zonneftanden van J. Cafars tyd af, byna veertien daggn afgeweeken waren, heeft Gregorius i//.Paus van Romen,(in A. C. 1582.; opdat hy de overtolligheid van het Juliaanfche" Jaar weg mogte neemen, door het Concilie van Trenten, met het vermoogen om zulks ter uitvoer te brengen, voorzien zynde, uit de maand October, wyl dit zyn geboortemaand was, naa den vierden dag dier maand tien dagen uitgenoomen, zo dat, daar men anders moest fchryven de 5de dag van Oftober, 'er gefchreeven werdt (naa zyne verandering) de 15de dag van October, en verders geboodt hy in elka Eeuw, teweeten in drie 3p elkander volgende Eeu. I S wen  SCHETS der wen de fchrikkeljaaren over te flaan , en in in welke een Tempel voor Jupiter Olympus gefticht was, tot wiens eer, elke vier Jaaren gewoonelyke Feesten , door zekeren Pelops ingevoerd, gevierd werden, welke voords door Hercules met nieuwe ceremoniën verrvkt en afgekondtgd, en eindelyk door/^7«,, Koning van van Lhs, met groote godsdienftigheid vernieuwd en op beftendige wetten gegrond zynde, den naam van Olympifche Spelen verkregen, en de Grieken voegden by den tyd of ruimte van de eene Olympiade tot de andere, tot het gezicht van welkers ilryden, byna geheel Griekenland gewoon was toe te vloeijen , naa elk afgeloopen vierde faar één dan gebooren uit de vier overblyffelen der viertal Taal ren en dit deeden zy in het begin van elke Olympiade, het begin van elk Jaar genoomen zynde van den Zomer-Zonnertand af. De orde der maand es en heure naamen zyn als volgt: e xecrtft^xiav (Plekatombaïoon.) MMwywr*» (Metageitoon.) Bctiiftfiim (Boedromioon.) MxipaKTvp^, (Maimakterioou.) jivxvs^d, (PuanepiioonJ a»«<«p;»V r Antesterioon.) n»i/3;>A<«, (Elaphebolioon.) taowvx,'*» (Mounuchioon.) ©apyuA**» (TargelioonO 2«ifY«^(if(4i, (Skirioforioon.) Dit waren de naamen der Attifche Maanden maar byna elke der verfchillende Volken hadt in zyne eigene Taal de naamen zyner maanden, e»  TYDREKENKUNDE, 143 en verfchillende beginfelen des Jaars: gelyk de oude Macedoniers, welken wel de wyze van Jaartelling met de Attiers gemeen hadden, maar het beginfel» des Jaars was in den Wïnterfchen Zonneftand, ea de naamen der maanden, deeze: AT»? (Dios.) t-nfclrut (Artemifios.) AniMtiïoi (Apellaios.) Aawi«s (Daifios.) AuJu^sf^Auduriaios.j n«>s,«oj (Panemos.) l7spsTT»s (Perottos.) Aiia (Loo-os.) /iusTfof (Dystros.) Topstarts (Gorpiaios.) Sm&ixtf (Zallikos.) Xfif^tfiTMos (tiyperbere- taios.) Het Nieuwere Macedonifche is een Zonnejaar, zyn vast beginfel hebbende in de eerfte dagen (Calenda) van Januarius, na den Juliaanfchen ftyl, met welken het ook vervolgends overeenkomt, behoudende de oude benoeming der maanden. De Attiers, zeker Volk in Griekenland, gebruiken wel hetzelfde Zonnejaar , maar verfchillen in het beginfel des Jaars en in de benoeming der maanden, welker maanden faaraenhang met de maanden der Romeinen, dus gekend wordt: Syro - Macedonifche Maanden. KxtfpiftTmof (Hyperberetaios.) Ar« (Dios.) A*-»ri>a«f.s (Appellaios.) k'vSvio.~ic( (Audunaios.) iiiphut CPeritiosO A»«Tf«* (Dystros.) S'<é»T«6«j (Santikos.) AfTipIrut (Artemifios.) A*''"»5 CDaifios.) v&Hfus (Panemos.) ■*«'«,■ (Loo-os ) r«p/«»7#j (Gorpiaios.) | Paphifche Maanden. A'ê?»hri»t (Apbrodifios.) hnoytuxlt i^Apogonikos.) A"!x«« (Ainikos.) I f«ba<« (I. ou los.) K*i-*ip ms (Kaifairios.) 2s/3«5T»f (Sebastos.) ' A»V.«^«T«f"H (Dionyfios.) n'BiK\S»i (Herakleios.> A~et (Dios ) Bi»J(Ji*74; (Bendedaios.) ^Tfariyio; (Str.itegios.) AfSts (Areios.) ijteitmn (Periépios.-) A^ps^ViDj (Ephrodifios.) Aiftr,Tfi<)t (Dimetrios.) Romeinfche Maanden. September 24. October 24. November 23. December 24. Januarius 23. Februarius 22. Martius 25. Aprilis 25. Mafus 25. Junius 2$. Julius 25. Augustus 25. Gedaante van het Oude Joodfche of Hebreeuwfche Jaar. Het Jaar der Jooden is, volgends de beweegiiifder beide Lichten, naamlyk der Zon en der Mian , fcepaald; de maanden van dit Jaar, zuivere Maanmaanden zynde, worden, door een zekere wet van inlasfching, met die der Zon verbonden. Zommigen meenen dat de Jooden elke acht Taaien 90 dagen inlaschten, te weeten elk tweede vierde en zevende Jaar van die achttal Jaaren, een maand van 30 dagen, en deeze maand nu, (telden ze agter de elfde maand, of wel vóór de nvaalfd» dat is de maand Attar, waarom ze die ingevoegde maand ook wel de voorde Adar noemden. De rang. fehikkmg , getal en naamen hunner maanden is deeze: Nifan of Abib. Ab. Cis!eiI. Yar of Zio, Ziu. Elul. Thebeth. S.wan- Thisri of Ethanim. Schebatb*. ihamus. Marchesvan of Bul. Adar. Van deeze maanden is Nifan 't hoofd van hec Kcrkelyke Jaar, en Thisri dat van het Waereldlyk; Ittt.  TYDREKENKUNDE, 145 tusfchen deeze beiden is een naauw verband met den dag der evennachten, op deeze wyze: dat elke vyftiende maan, invallende op den dag des Lente evennachts, of welke dag ook op "deezen voorigen volgt, aan deeze maand Nifan wordt toegevoegd, en de vyftiende dag deezer maand wordt, waarom 'er van de nieuwe maan Nifan , welke den evennachtdag fomtyds vóórgaat en fomtyds volgt, veertien dagen afgetrokken worden. Gedaante van het Nieuwe Joodfche Jaar, Het nieuwere Joodfche Jaar is, op gelyke wyze', éen zuiver Maanjaar, beftaande uit 12 maanden in een gemeen- en uit 13,in een Schrikkeljaar,'t welk in den tydkring van 19 Jaaren is het 3de, ,.6de", üfte, nde, 14de, 17de en 19de Jaar. Het be.ginfel des Jaars wordt faamgehecht met de Herfséevennachtfche nieuwe maan van het voorgaande Jaar. De hoegrootheid en naamen der maanden zyis aldus. Thisri , 30. Schebat 30. Siran 30. Marchesvan 29. Adar 29. Thamus 29. Cisleu 30. Nifan 30. Ab 313. Thebeth. 25. Ijar 29. Elul 29. In een Schrikkeljaar telt de maand Fe - Adar 30 dagen. In een overvloedig Jaar telt de maand Marchesvan 30 dagen; en in een bekort Jaar telt de maand Cisleu maar 29. De gedaante van het Jaar der Arabieren en Turken. Het Arabifche en Turkfche Jaar is een zuiver Maanjaar, beftaande uit twaalf Maanmaanden , en geene inlaschmaand toelaatende , 't welke beftuurd - ZliBZ AFDEELING. K WOrcU  *4 De Hiftorie der Edomiten, afftammelingen van Edom, Zoon van Ifaac, tot op den tyd van den Koning der Jooden Joram, wanneer zy te ondergebragt werden. 54  ALOUDE GESCHIEDENIS. 199 5. ) De Hiftorie der Amalekiten, welker Stamvader Amalek, de Kleinzoon van Efau was, tot op den tyd van Saul en David, wanneer zy ophielden een volk te zyn. 6. ) De Hiftorie der Cananieten, eigentlyk dus genoemd, fints hunnen Stichter Canaan, Zoon van Cham, tot op den tyd van Salomo», wanneer ze zig onder den gemcenen naam van Phxniciers verborgen. 7O De Hiftorie der Philiftytien , federt Misraim, Zoon van Cham, heur Stamvader, tot op de tyden wanneer zy verzwakt werden, gedeeltelyk door den Koning Iliskia, en wanneer hunne Hoofdftad Asdod, verwoest werdt door de Asfyriers, en eindelyk, wanneer de laatfte Koningen van Caza, van deeze Natie, door de Egyptenaaren overwonnen, en hunne Natie geheel uitgeroeid werdt. 8. ) De Hiftorie der oude Syriers, zo wel die \a.\\Zobah, als die van Damascus, federt Rebob, hun eerften Koning, die ten tyde van David leefde, tot op den tyd van Jeroboam. die Damascus verwoestte. 9. ) De Hiftorie der Phozniciers, federt Age» tior, eerfte Koning van Sidon, die aldaar een weinig voor den Troijaanfchen Oorlog regeerde, (hoewel volgends Josephus, Sidon de pudfte Zoon van Canada, zynen naam aan N 4 dee-  aco ALOUDE GESCHIEDENIS. dee;e Stad, en het omliggende Land, zoude gegeeven hebben,} tot op den tyd dat deeze Stad, gejyk ook de Stad Tyrus, onder het juk van Alexander de Groote moest bukken. io.) De Hiftorie der Asfyriers, van Pul of Phul. tot np Sardanapalus, de Hoofdftad deezes Ryks was Ninive. li) De Hiftorie der Babyloniers of Chatdeen , dit Koningryk is ouder dan dat der Asfyriers r Nimrod heeft hetzelve gefticht, en Nabonasfar was deszelfs eerfte Koning, deeze is de Koning Ninus, die de vermaarde Semi' ramis ten vrouwe hadt. Nebucadnefar, de XVlTde Koning van Babylomèn , verwoestte het Ryk der Asfyriers, en dat der Babyloniers verviel op zyne beurt, in de magt der Meden en Perfiaanen, onder de Regeering van zyn XXften Koning Nabonadus- die de Ahafuerus der Heilige Schrift is. 12.) De Hiftorie der Meden, welkers ryk op de overblyffelen van dat der Asfyriers gegrondvest was, of liever, ciie magtig werde-n wanneer dat Volk zig aan het juk der Asfyriers ontheeven hadt. Hun eerlte Koning was Arbaces. De Tydwortel van hunne grootheid plaatst men geduurende de regeering van hunnen VII Koning Cyaxares, die met Nebucadnefar vereenigd, de Stad Niniri veroverde. Zy ver- kree«  ALOUDE GESCHIEDENIS, ao* kreegen ook nog onder die zelfde Koningen, door de Perfiaanen bygedaan wordende, de Stad Babtl of Babyion, en eindelyk bezat Aftyagts ( door den Propheet Daniël Bel/afar geheeten) dit geheele Ryk. I \") De Hiftorie der Perfiaanen of der Elatniten, die hunnen oorfprong aan Elam, dea Zoon van Sem, verfchuldigd zyn, hun eerite Koning, waar van melding in de H. Schrift gemaakt wordt, was Kedorlaomer. Cyrus de grondlegger van het nieuwe Ryk der Perfiaanen , maakte zig ten zelfden tyd meester van dat der Meden en Babyloniers. Hun laatfte Koning Darius , bygeuoemd Codomannus , werdt door Alexander verwonnen. 14. ) De Hiftorie der Scythen of Chomeren9 die men ook C'mhren en Celten of Kelten noemt, en die van Corner, de oudfte Zoon van Japhet afdammen. Hun eerde Koning was Scythes, na men wil, een Zoon van Hercules , en de laatde Atheas, die door Philiopus, 'Koning van Macedoniën, overwonnen werdt. 15. ) De Hiftorie der Phrygiers, welken mea zegt, afdammelingen van Thogarma, Zoon van Gomer, te zyn. Midas wa» een van hun. re alleröudde Koningen. Hy regeerde een weinig naa den Zondvloed van Deucalion» Naa den dood van A'lrastes , welke leefde ten N 5 tyde  S02 ALOUDE GESCHIEDENIS. tyde van Crcefus; het Koninglyk Huis werdt verdelgd, en Phrygie werdt een wingewest van Lydie. 16O De Hiftorie van klein Phrygie oïTroijen, Dardanus en Teucer, waren deszelfs eerfle Koningen, en Eneas de laatfte. 17. ) De Hiftorie der Myjters. De Berg Olympus ligt in Myfie, en de eerfte Koning van dat Volk wordt ook Olympus in de Gefchiedenisfen genoemd. De laatfte is Arius, alhoewel 'er nog melding gemaakt wordt van de Koningen van Myfijê. ten tyde der Attalifche Koningen van Pergamus. 18. ) De Hiftorie der Lydiers. Hun eerfte Koning was Mones, en de laatfte was Crafus, die door Cyrus verwonnen werdt. 19. ) De Hiflorie der Syriers. Hun oorfprong cn een groot deel van hunne Gefchiedenis, behoort tot de Fabeltyden. Een hunner Koningen , Cybernisfus genoemd, was Bevelhebber op de Vloot die Xerxes tegen de Grieken zondt. ao.-) De Hiftorie der Ciliciers. Men wil dat dit Volk zyn oorfprong nam van Tarfis, de Zoon van Javan, die Cilicien bevolkte, en zynen naam aan de Stad Tarfus gaf. Deeze Volken hadden Koningen te Thebe en te Lyrtitsfa. die den gemeenen naam van Syennefa ge-  ALOUDE GESCHIEDENIS. 205 gedragen hebben. Cilicie werdt niet eerder een wingewest van Macedonien, dan naa de verwoesting van het Koningryk Perfien. Dee-r ze allen zyn de voornaamfle aloude Volken welke eenigzins met de gewyde Gefchiedenis der Jooden vermengd zyn, en waarvan ons, alhoewel zeer gebrekkig, eenige berichten toegekomen zyn. Karei, De gewyde Schriften des ouden Testaments, gaan echter niet verder dan tot op. de tyden van den ondergang der Perfifche AU leenheerfching; vervolgends gaat F/avlj/s Jofephus tot op de verwoesting des Joodfchen Volks door de Romeinen; dit is zeekerlyk eene geheele vervulling voor de Gefchiedkunde ; maar in welken tyd moet men den laatften Schryver der gewyde boeken des Ouden Testaments plaatfen , en welken der gewyde Schryveren is met recht voor den laatften te houden; Vader! Ernestus. De Schryver van het boek van Esther, wordt voor den Jaatiten Schryver gehouden , fchoon men verdeeld is in het gevoelen, aan wien men hetzelve moet toeëige. nen, fommigen het aan Esdra, anderen den Iloogenpriester Joachim toefchryvende: immers , hoedanig 't ook daar meede gelegen zy, men Itelt beide deeze Schryvers omtrent het  204 ALOUDE GESCHIEDENIS. het Jaar der Waereld 3550, en dus gelyktydig met den Griekfchen Ariftophanes , tien jaaren vóór Ifocrates en Xenophon , en dus, behelst de gewyde Gefchiedenis, zo als dezelve in den Bybelrol vervat is, eene volgreeks van Gebeurtenisfen, die zig juist zo verre uitftrekt tot dat de Hiftoriefchryvers van de overige toen uitbottende Volken begonnen opteftaau; welker Gefchiedenisfen onze tweede verdeeling der aloude Hiftorie uitmaaken, welke bevat: De Gefchiedenis der overige Ryken, AU leenheerfchingen, Koningryken , Gemeenebesten en mindere Staat en , die oudtyds in de waertld beftaan hebben, en welker kennis men niet dan uit de ongewyde Gefchiedenisfen putten kan; en waarin men, by gevolg, meer duifterheeden , minder orde, minder verband , en minder zeekerheid vindt. Petrus. Eer wy verder gaan, Myn Heer! zy het my vergund é.éne vraag voor te Hellen, die my altoos in het ftudeeren der aloude Gefchiedenis, als een ftruikelblok gehinderd heeft; en deeze beftaat hier in: Wy leezen dat Noachs naakroost, eece onderlinge verdeeüng des Aardryks, naa den Zondvloed,gemaakt heeft; dat Japhet, by vooib,. Europa, Sem Azia, en Cham Africa, bevolkt heeft; en dewyl America, by deszelfs ontdekking, dooide Europeaanen in de XVde Eeuw naa Christus,  ALOUDE GESCHIEDENIS. 205 tus, reeds alom bewoond en bevolkt was, deeze Volkeren door het Noordelyk deel van Azia, aldaar geplant moeten zyn geweest, en. hunnen oorfprong meede in Sems naakroost vinden; maar daar de H. Schrift, dat ons oudfte Gefchiedboek is, alleenelyk de Gefchiedenis van een klein hoopjen volks, dat zig flegts in een klein gedeelte van Azia ophieldt, uitvoerig befchryft , zonder iets van al de overige Aardbewooners, de Europeaanen, en zelfs een groot deel der Aziaanen en Africaanen , ik laate daar de Amcricaanen , tc gewaagen; wat moet men dus omtrent de bevolking dier Landen, te dien tyde, denken? Zouden daar geen Menfchen gewoond hebben? Zoude de geheele Waereld zo laat woest en onbewoond geweest zyn, op een klein gedeelte van Azia na? Ernestus. Deeze uwe bedenking toont ons ten duidelykflen, dat flegts Azia alleen in die aloude tyden befchaafd geweest is , en het daarom zeer waarfchynelyk, en genoegzaam beweezen is, dat aldaar de eerfte menfchen gebooren werden, en hunne woonplaats vestig» den, van daar zyn de bevolkers der aarde uitgegaan, maar, na maate zy zig van dit middenpunt der befchaafdheid verwyderden, zyn zy ontaart, en tot een flaat van woestheid vervallen , die hen voor een langen tyd in de kluis-  ^5 ALOUDE GESCHIEDENIS. Kluisters der vergeetenheid gekeetend hieldt. Wen wist vervolgends in het befchaafde Azin, zo miq van de zeden en gewoonten van het middenpunt van Europa, 'tgeen men mDuhschland, of bepaaldelvk in Frankenland zoeken moet, dan men nu van de zeden der bewooners van het middenpunt van Africa, de Monomotapiêrs en Monoëmugiërs, by voorb. weet, de kusten alleen waren egter flaauwelyk bel'.end- alhoewel deeze Landen, te dien tyd, zelfs reeds bewoond, en wel zeer bevolkt ge! weest zyn. Doch naa dat de Romeinen hun! ne wapens in het Oosten en Noorden uitgebreid, en deeze ruuvve volken door het zenden van Zendelingen, befchaafd, en'er hun Ryk meede vergroot hadden, weiden zy eerst bekend, cn ais uit de duistere barbary, in het «ebt van befchaafdheid ten voorfchyn ge. oragt; dus blyven wy tot dien tyd toe wel verftooken van Gefchiedenisfen, maar verliezen 'er daarom niets by, daar de Gefchiedenis van een woest volk, geene leerzaamheid ter waereld, voor een befchaafd volk, vervatten kan; even min als ons de Gefchiedenis van een Volkplanting van Ourang Outans, of groote Aapen, zoude kunnen baaten. Gy moogt, om U op uwe vraag te dienen, wel voorzee! ker gelooven, dat naa de verfpreidinge en voortduurendeu aanwasch des Menfchelyken- Ge.  ALOUDE GESCHIEDENIS. 20? Geflagts, deeze Landen , waarvan 'men nog geen gewag, noch in de gewyde Schriften, noch in de aloude ongewyde Gefchiedfchry-. vers vindt, egter grootendeels wel bewoond zyn geweest, maar door menfchen, wier levenswyze zo na aan die der beesten grensde, dat onder hen niets heeft kunnen gebeuren, dat onze aandacht waardig is. Integendeel is 5t van veel gevvigt voor ons, onderweezen te worden in de Gefchiedenis dier befchaafde Volken, die oudtyds Azia, en deszelfs naby gelegene Landen, bewoond hebben, en om daaromtrent orze nieuwsgierigheid te voldoen, vinden wy een toereikende voorraad in de Jaar- en Gefchied-boeken, die deeze befchaafde Volken ons hebben agtergelaaten. Kornelis. Zyn 'er geene algemeene Tydverdeelingen door de Ouden in agt genoomen? Ernestus. Ja, van daar hebben wy nog de verdeeling van Varro , welke de Gefchiedenis in III Tydvakken fchiftte, als: I. De duistere en onzeekere tyd, fints deii oorfprong des Menfchelyken Geflachts, tot op den Zondvloed van Ogyges, A. M. 8208. en dus 1796 Jaaren vóór de gemeene Tydrekening, en 1020 Jaaren vóór de eerfte Olympiade. De II. bevat den Fabeltyd, begin nende van den Zondvloed van Ogyges, en duurende tot aan de Olympiaden, dat t«, tot op het Jaar der Waereld 3223 en 776 Jaa-  255 ALOUDE GESCHIEDENIS, Jaaren vóór de gemeene Jaartelling, deeze duurt 1020 Jaaren; de IIF. bevat den Hiftóti» fchcn tyd, en begint met de Olympiaden ,'dac is, in het Jaarder Waereld 322S, en 775 vóór de gemelde Tydrekening, men noemt die de Hifiorifche tyd, om dat de zon der waarheid, fints de in (telling der Olympiaden , de Gefchiedenis begint te verlichten. De Dichters daartegen hebben meede eene tydsyerdeeling ep hun zeiven. Zy onderfchetden en noemen: ï.> De Gouden Eeuw, den tyd wanneer Saturnus en Rhea regeerden. 2.) De Zilveren Eeuw, den tyd der regeering van Jupiter, tot op den tyd dat 'er magtige menfchen op aarde ontflonden, den Hemel beftormden , en den naam van Titans droegen; dus gaat deeze Zilveren Eeuw tot op Nimrod, Kleinzoon van Cham, Stichter van Babel,tv\ Grondlegger der Asfyrifche of Chaldeeuwfche Monarchy, A. M. 1772. en 115 Jaaren naa den Zondvloed. Ten 30 De Koperen Eeuw, begint, toen de Menfchen den een over den ander begonden te heerfchen ; van Nimrod af tot op den tyd der eerfle Olympiade, zy bevat dus den Troijaanfchen Kryg, en de Krygsdaaden der Helden en halve Goden. Ten 4.) De Tzeren Eeuw, beginnende met de eerfte Olympiade, of het jaar der Waereld 3208 , tot op den tegenttoordigen dag, waar vanQvidius zingt,dat alle mis-  ALOUDE GESCHIEDENIS. 209 misdaaden in dezelve, de overhand over de deugden, en den hoogden top beklommen hebben. Leonard. Zy, die gewoon zyn de waereld van heure flegtfte zyde te befchouwen, de HeracUeten deezer Eeuw, zullen dit gewillig toeftemmen, maar zulke Democrieten, die alles ten besten voegen, vinden nog altyd eenig goud onder dit yzer vermengd. Maar, Myn Heer! tot dus verre heeft UEd. ons al» leenlyk de Volken, voor zo verre zy tot de gewyde Hiftorie betrekking hebben, en in dien tyd leefden , doen kennen, UEd. zoudt nu voortgaan, met ons die Volken aanteltippen, van welken wy alleen by de ongewyde Schryvers een net bericht kunnen putten. Ernestus. Zo is 't, en ik zal UL. daaromtrent zien te vergenoegen. 'Er zyn zes voornaame Volken, welker Gefchiedenis in de aloude Hiftorie, of aanvangt, of geheel bevat is, en dat zyn: 1.) De Chineezen. 2.) De Egyptenaars. 3.) De Asfyriers. 4.) De Perfiaanen. 5.) De Grieken. En eindelyk 6.) De Romeinen. Petrus. Zoo wy flegts een korte aanwyzing van de opkomst en ondergang dier Volken, van UEd. moogen hooren , zullen wy die aanteekenen , ten einde dezelve vervolgends iai de Schryvers nader te beftudeeren. ZEiDE AFDEELUNG. O Br*  3io ALOUDE GESCHIEDENIS. Ernestus. Dit doende, zult gy den kortten en gemakkelykten weg door dit onbekende Land gevonden hebben. Wy zullen vooreerst dan: 10 De Chineezen in aanmerking neemen. Men fpreekt veel van de Tydreekening van dit Volk, dat, volgends het bericht van den Vader le Comte, meer dan 40,000 Jaaren, iints de Stichting van hun Ryk telt. Maar zo lang ons niet duidelyk beweezen wordt, dat de Chineezen hebben kunnen leezen en fchry. ven, feedert den tyd van 4o5ooo Jaaren, hou. den wy deeze tydrekening veilig voor fabelachtig, harsfenfchimmig en zeer belachgelyk ; want 'er zyn geene overleveringen, geene andere overblyfzelen of bewyzen, die zo verre kunnen gaan; en, geteld zynde, dat de Chineezen zo lang beftaan hadden , zouden 'er dan geene andere Menfchen op de waereli geweest zyn? Zouden de Indien en de nevensliggende Landen van China onbewoond geweest zyn? Of zouden deeze Volken geduurende 40,000 Jaaren , het leezen en fchry, ven niet van de Chineezen afgezien hebben? ïs 't wel mogelyk, dat de Communicatie, tot op dat punt naa, beftendig tusfchen gebuur. volken zoude onderbrooken zyn gebleeven? voor 't overige ftrekken de fabelen en be'. lachgelyke vertellingen, waar meede de oude Chi-  ALOUDE GESCHIEDENIS. Zit Chineefche Hiftorie, van 't een tot het ander einde, vervuld is , om aan eiken redenlyken geest veragting voor hunne zo zeer geroemde Tydrekening inteboezemen. Ook onder» ftellen de wyste hunner Hiftoriefchryvers, dat hun eerfte Koning Fohi. den throon beklommen heeft, 2952 Jaaren vóór de geboorte van Christus; welke Tydkring tot op AW£, met welken hunne Fohi veel gelykenis heeft, even als met Satumus, waar van de Dichters fpreeken , uitloopt. Confucifis , Wysgeer, Priester en Wetgeever der Chineezen, bloeide omtrent 550 Jaaren vóór de gemeene Jaartelling. In het Jaar Chr. 1279 maakte deTartaaren zig meester van dit Ryk, en hun naagcflacht draagt den naam van Iven. II. De Gefchiedenis van Egypten. De Tydrekening der Egyptenaars is even zo buitenfpoorig als die der Chineezen , en heeft geene beetere grondflagen. De Chaldeen en Babyloniers telden meede duizenden van Jaaren fints de vestiging hunner alleenheerfching; de Egyptenaars wilden hen hierin niet toegeeven. Hunne Priesters en zogenoemde Wysgeeren, verzeek erden, dat de Goden en halve Goden in Egypten 42984 Jaaren vóór de Egyptifehe Koningen aldaar geheerscht hebben. Ik zoude gaarn weeten door wat middel die kennis tot hen gekomen is, onderfield zynde , dat de O % zaak  aia ALOUDE GESCHIEDENIS. zaak waar ware? Zy vonden ondertusfchen een middel om deeze droomeryen geloof by te zetten, en dezelven aan Diodorus de Sici. liaan, Herodottjs, Manethon, ert andere ligtgeloovige en zwakke geesten, die vermaak in wonderen fchepten, optedringen. De onvermoeide zorgen des geleerden Ridders J. Marsham, gevoegd by die van Usserius, en fommige andere bekwaame TydreItenaars, hebben gediend om op eenige wyze deeze waare Egyptifche duisternisfen te verlichten , en de Gefchiedenis van dit Land, zo fabelachtig als dezelve in derzelver oorfprong ook zyn mooge, tot een redenlyk goed famen. Hel te brengen. Deeze Gefchiedenis wordt dus verdeeld in Dynastiën, dat zekere opvolgingen en gedachten van Vorflen zyn, welke in Egypte geregeerd hebben. Zeven deezer Dynastiën, behelzen de Regeering derGoden, van Vulcanus tot op Thypkon; negen de Regeering der halve Goden, van Orus tot op den half God Jupiter; men gevoelt ligtelyfc wat men daar van gelooven moet. Vervolgends komen de duistere Dynastiën ter baan , te weeten die van de Koningen van Thebe, Tam, Memphis en Heliopolis, en dit alles geleidt den draad der Gefchiedenis tot op Sefiflris, Séthofis of Sefac, welke in het Jaar der Waereld 3033, veroveringen in Azia deedr, en  ALOUDE GESCHIEDENIS. 313 en Jerufakm innam, in het vyfde Jaar des Konings Roboatn, Koning van Juda. Hier verlaaten veel Gefchiedfchryvers den Ridder Marsham, en volgen de meening van Usseuius; zy beginnen de Gefchiedenis van Egypte in het Jaar der Waereld 1760, en befchouwen dit Koningryk, l.) onder onbekende Koningen , geduurende lób Jaaren ; 2.^ onder zes Koningen Herders, geduurende 260 Jaaren, dat is: tot op het Jaar 2180, wanneer Amafts deeze Herder-Koningen verjoeg. 3.) Onder agtënveertigKoningen, die men dzPharaonen noemt, geduurende 1299 Jaaren, dat is tot op het Jaar 3479, wanneer Cambyfes, Koning van Perfiën, Egypte bemagtigde. 4.) Onder de Koningen van Perfiën, geduurende 164 Jaaren , dat is tot op het Jaar 3673, wanneer Alexander dit Land by zyne veroveringen voegde. 5.) Onder de Grieken, te weeten, onder Alexander. geduurende den tyd van zes Jaaren. 6.) Onder de dertien Ptolo» meen, en onder Cleopatra, de laatfte Koningin van Egypten, geduurende 294 Jaaren, te weeten, tot op het Jaar 3973, wanneer Aw gustus, naa den dood van Cleopatra, Egypten tot een wingewest van het Romeinfche Gebied maakte; en eindelyk 7.) onder de Regeering der Califen en der Ottomannen, fints de Calif of Erfgenaam van Mahomet, Omar O 3 II.  214 ALOUDE GESCHIEDENIS. II. Egypte, in het Jaar na onzegem. tellingO's? , veroverde. III. De Gefchiedenis van de Asfyrifche AU leenheerfching. Wy hebben die reeds onder die der Volken, waarvan de H. Schrift gewag maakt, aangeflipt, maar kunnen dezelve hier niet voorbygaan, wyl zy ook als een der vier Monarchiën moet aangemerkt worden, welke zodanig by uitzondering genoemd werden, en onder welker benaaming men niet zelden de geheele aloude Waereldgefchiedenis bevat. Onder dit oogpunt befchouwen wy dus de Asfyriers niet als eene byzondere Natie, maalais de beheerfchers van Syrië, Mefopotamie, Babyloniën, Perfië, en in één woord van ge* heel Azia, als men 'er de Indiën van uitfluit. Deeze Landen werden allen onder den naam van het groote Asfyriesch Ryk begreepen, en maakten het Gebied van Ninus en Semiramis uit, 't welke men daarom de eerfie Monarchie of Alleenheerfching, ook wel die der Bahyio. tiiers, Chaldeën en Asfyriers noemde; welke naamen altyd hetzelfde Ryk ter bedoeling hebben, dat men om die reden eerst met NU mis, den Zoon van Bel of Belas, en zyne Vrouw Semiramis, in het Jaar der Waereld 2737 •> doet aanvangen, en eindigen met BeU fafar of' Beltafar, die door de Krygsknechten , by gclegendheid van het inneemen van Baby.  ALOUDE GESCHIEDENIS. a*;>•<;. 47- -JA»y«. 48. 49. Z)e £,7^»' *«  ALOUDE GESCHIEDENIS. &19 kenland, en heur verèenigde kragten weerftonden lang, de aanvallen van alle heure gemeene vyanden, maar inzonderheid tegen de poogingen der Perfiaanen, die dikwyls kwalyk door de Grieken behandeld werden. Ondertusfchen moet men zig geen al te groot denkbeeld van alle deeze Koningryken en Gemeenebestcn vormen, 't Waren voor 't meerderdeel eenvouwdige Steeden, omringd van een kleine ftreek Grondgebied. De magt der Grieken beftondt meer in hun moed en voorzichtigheid, als wel in de uitgebreidheid van hun Land, dat nogthans ongemeen bevolkt was; zy die zig op de ftudie der Griekfche Hiftorie willen toeleggen, moeten zig voornaamentlyk bemoeijen, om de verfchillende lotgevallen te leeren kennen der Sicyoniers, Ar'giers, Arcadiers, Spartaanen of Lacedcemoniers, die van Athene, Corinthe, Thehe, Micene en Mes/ene. Daar vindt men groote voorbeelden van allerleifoort,en daar is 't,dat men overtuigd kan worden, dat de grootfte Weetenfchap, en het fchoonst vernuft, by een zelfd Volk, verëenigd kan zyn met den grootften en fchoonften moed. Uit het vooraf bygebrachte blykt dus ,dathet Koningryk van Macedonië, een gedeelte van Griekenland uitmaakte. Deszelfs eerfte Koning was Caranus , geboortig van Argine, en een  220 ALOUDE GESCHIEDENIS. een Kleinzoon van Hercules. Deszelfs Naakomelingfchapheerschte aldaar, geduurendeXVII Geflagten, tot op den tyd van Alexander. Philippus, de Vader van deezen grootenHeld, Tras een heerschzugtigVorst, bekwaam Krygsman en groot Staatkundige. Hy lag de grondflagen van die onmeetbaare magt, welke zyn Zoon verkreeg door alle zyne overwinningen, die hem, tot aan het einde der eeuwen, berucht zal doen zyn. De Propheet Danicl vergelykt hem by een gevleugelden Luipaard, en inderdaad hy fcheen van de eene verovering naar de andere te vliegen, en onderworp zig in den tyd van zes Jaaren en tien Maanden Thracië , Griekenland, Egypte, een gedeelte van Arabie en Africa , van Syrië. Pampkylië, de twee Phrygiën, Carië, Lydiê, Paphlagonie, Asfyrie, Sufiane, Drangiane. Arachofie, Gedrafie, Arig, Batlriane, Sogdia. we. Parthie, Hyrcaniê, Armenië, Per [ié, Balylonig, Mefopotamië en Indië. Alle deeze zeer uitgeftrekte Landen, werden aan Macedonién gehecht, in het Jaar der Waereld 3674. Alexander werdt tot Koning van Azia verklaard. Hy deedt pragtige Offerhanden aan de Goden , en verdeelde onder zyne Vrienden zyn Rykdommen, Steeden en Wingewesten, 'er voor zig echter de Oppermagt over behoudende. Maar zo veele voordeden duurden niet  ALOUDE GESCHIEDENIS. 2tt niet lang; een geweldige heete koorts, rukte deezen jongen Monarch, in het Jaar der Waereld 3681, den 21 der Maand Mai, in] den ouderdom van 33 Ja«en» uit het leven* Naa den dood van Alexander- waren de groote Mannen, die geholpen hadden om de Griekfche of Macedonifche Alleenheerfching te grondvesten, de eerften om deezen Colosfus om te werpen en te verdelgen; zy verdeelden deeze geheele Monarchie in tien Wingewesten, welkers Bestuurers van vier voornaame Hoofden fcheenen aftehaugen; te weeten: I.) van Ptolomeus die Egypten bekwam; o.) Seleucusy die te Bahyloniën en Syrië regeerde; jO van Casfander, in wiens magt Macedoniën en Griekenland geraakten; en 4.) van Antigonus, dien klein Azia ten deel viel. Doch deeze fchikking duurde niet lang; want elk hunner gaf zig den toon van onaf hangegelykheid , en eindelyk eindigden alle de Staaten, Ryken en Wingewesten, die uit de opvolging van Alexander gebooren , en door zyn opvolgers geregeerd werden, met onder de magt der Romeinen te moeten bukken. Alle deeze zo groote als kleine vloeden ftortten eindelyk in den Oceaan der Romeinfche Alleenheerfching, welke wy iaatftelyk moeten befcliouvven. V.  fl22 ALOUDE GESCHIEDENIS. V. De Romeinfche Alleenheerfching. De Tydboeken der Volken ftellen ons niets grooters voor oogen, dan het gebied des Roomfchen Ryks, zo wel wat betreft de uitgeiTrektheid van deszelfs Grensfcheidingen, en deszelfs magt, zynde onvergelykelyk magtiger en uitgeflrekter geweest dan de overige drie Monarchyèn die hetzelve voorgegaan hebben , als wegens de in hunne foort groote mannen' die het in alle fooiten heeft voortgebragt! Om zig een juist en duidelyk denkbeeld van deezetGefchiedenis te vormen, moet men den draad zeer hoog opvatten, en zig tot in het Land der Latynen opvoeren. Dit Gewest, het beroemdfte van geheel Italië, verkreeg zyn naam a Latendo, of van het verfchuilen; dewyl Saturnus door zyn Zoon Zeus of Jupiter, uit zyn Ryk verjaagd zynde, zig aldaar kwam verfchuilen. Dit Land werdt eerst bewoond door de Aborigines , voords door de Egues, Aufoniers, Herniciers, Latynen, Ru. tulen en Volsquen. Thands wordt het eigentlyk Latium, Campagna di Roma geheeten. Vóór de Stichting van Rome, dat 'er naderhand de Hoofdftad van werdt, werdt het door Koningen beheerscht, waarvan een zestal be. kend is, als: i.) Picus, Zoon van Saturnus, eerfte Koning der Lutyuen, genaamd Abori. gen».  ALOUDE GESCHIEDENIS. 223 Ptni, dat is, Inboorlingen desLands, Deeze Koning begon te regeeren in 't Jaar der Waereld 2708, en regeerde 37 Jaaren. Hem volgde 2.) Fattmts, zyn Zoon, regeerde 44 Jaaren. 3.) Laiinus, zyn Zoon, regeerde 34 Jaaren. 4.) Eneas, de Zoon van Venus landde, naa de verwoesting van Troijen, in Italië', en huwde daar aan de Dochter van den Koning Latinus, Lavinia; Hy regeerde naa zynen Schoonvader flegts 3 Jaaren. 5.) Ascaatt, zyn Zoon, en veertien onbekende Koningen, zyn opvolgers, regeerden in Latium tot op Numitor en zyn Broeder Amulius, tot op het Jaar der Waereld 3249. 6.) Romulus en Re» mus, Neeven des laatstgenoemden Konings , liggen de grondflagen van Romen, en van een Nieuw Ryksgebied. Dit Nieuw Romeinsch Ryksgebied laat zig onder verfcheidene verfchillende Staaten befchouwen. 1.) Onder VII Koningen, federt Romulus tot op 'Farquinius Superbus, geduurende 245 Jaaren. 20 Als een Gemeenebest onder de Confules of Burgemeesters, te weeten, tot op het Jaar der Waereld 3960, dat C Conftantinus Paleeologus. Koningen van Jerufalem en Colchis of Trebifonde en Adrinopolis. Keizers van het Westen, elf in getal, van Honorius tot op August ulus. Groote verreijing der Volken , en derzelver naamen, verwarring daar door in de Hiftorie. ontftaan. Het Westersch Ryk nats Auguftulus tot op Nar fes, onder negen Koningen,voords nog onder drie-en-twintig Lombardifchc Vorften, tot op Karei de Groote. Longinus fticht  23^ GESCHIEDENIS Jlicht het Exarchaat te Ravenna, en beeft zestien Opvolgers in hetzelve. Oorfprong var^ verfcheidene Koningryken uit het verval van het Keizerryk. Het Ryk der Wandaalen in Africa. Ernestus. Daar wy de aloude Hiftorie nu ter loops overzien hebben, moeten wy nu ooit een opflag van het oog op die der MiddenEeuwen weipen, en daar die niet algemeen beperkt,en eensgezind bepaald is, zal het ons vergund zyn om dezelve hier in twee groote Tydvakken te bevatten, welke den geest aandoen, zig in het geheugen prenten, 'er zig onuitwischbaar in graveeren , en eene zo juistfnydende verdecling der Gefchiedenis vormen , dat de Chronologifche orde der zaaken zig ontwikkelt, opgehelderd en gemakkelyk begeepen wordt. Leonard. Zo eene duidelyke verdeeling zal ons in deeze duistere Tydvakken van grootcn dienst zyn. Karei. Wees toch zo duidelyk als u moogelyk is, Vader! en geef ons telkens de Chronologifche orde 'er by op, dat heeft ons in de voorige les, zeer veel voordeel gedaan. Ernestus. Wy zullen daarom onder de Hiftorie der Midden.Eeuwen begrypen, dat agt-  DE li MIDDE N-EEUWEN. 237 agttal Eeuwen, 't welk verloopen is, federt de geboorte vanj. Christus of het begin der gemeene Jaartelling, tot op de herftelling van het Westerfche Keizerryk door Karei de Groete (Charkmagne), die op Kersdag, van het Jaar 800, door Paus Leo III., te Rome tot Keizer gekroond werdt. Petrus. Wy hebben de aloude Hiftorie, met de geboorte van Christus beflooten , die ten tyde van Augustus voorviel, dus zal zeekerlyk Augustus ons weder den draad der Gefchiedenis moeten in de hand geeven, die ons in de Gefchiedenis der Midden-Eeuwen geleiden zal. Ernestus. Zo is 't. Geheel de Aarde, uitgezonderd het Keizerryk China, en fommige toen nog onbekende, of geheel kleine, en niet waardige Landen , was ten tyde van Christus geboorte, onder de magt van Augustus, en aan het Roomfche Ryk onderworpen; dus zyn de lotgevallen van alle de volken der Waereld, geduurende de Midden-Eeuwen, geheel begreepen in de Jaarboeken der Romeinfche Alleenheerfching; en zo dra 'er, een tot daar toe onbekend volk, gelyk by voorbeeld, de Wandaalen, de Herulen, de Sarraceenen en andere , op het tooneel der Waereld verfchynt, en invallen of veroveringen in de landen en bezittingen des Keizerryks doet, moet de Gefchiedfchry ver zorg draagen om dat volk, en deszelfs  GESCHIEDENIS zelfs byzondere Gefchiedenis te doen kennen, voor zo veel het mogelyk is, 'er zig eenig bericht van te bezorgen. Want men kan niet ontkennen, gelyk Leonard te recht aanmerkt, dat 'er in de Gefchiedenis der Midden-Eeuwen veel duisterheid plaats heeft, en dat me;t 'er groote gaapingen in de byzondere Hiftorie van verfcheidene volken, in aantreft, die, of aan het Roomfche Ryk onderworpen waren, of in de Waereld verfebeenen, en met de Romeinen in oorlog geraakten. Kornelis. Als UEd. ons maar weder langzaam voor leest, zullen wy uwe Schets inmiddels naafchryven; of zoo UEd. het in het net gcl'chreeven heeft, wel van elkander Jeenen. Ernestus. Ik zal 't UL. eerst voorleezen en vonrds aan Leonard overhandigen, die het rond kan laaten gaan. Wy ontmoeten dus om de bygebragte reden, ia de Gefchiedenis der Midden-Eeuwen, terftond de Romeinfche Alleenheerfching, onder zeven - en - veertig Keizers, federt Augustus tot op Theodofius de Groote. die een Tydruim van 395 agterëenvolgende Jaaren, over de bekende Aarde geheerscht hebben, en de verplaatfing des ZeK'ls, van dit onmeetbaar Ryk, van Rome naar Coafiantinopolen. Men vindt 'er voords de rerdeeling des Ryks, tusfchen de twee Zoo • Md van Theodofius, Arcadius en Honorius, en de  DER. MIDDEN.EEUWEN. 23$ de vestiging van de twee Keizerryken van het Oosten en Westen, die uit deeze verdeeling ontftonden. Men leert 'er ten derden in, de omwentelingen en gebeurtenisfen, voorgevallen in dat gedeelte der Waereld, dat tot het Oostersch Keizerryk behoorde, waar van Co«ftantinopokn de Zetel, en Arcadius de eerfte Keizer was, tot den tyd dat, gelyk wy gezegd, hebben , Charkmagne dit Ryk herfteld, of liefst een ander op de puinhopen van het oude gevestigd heeft. Wy moeten dit alles in een meer omftandig licht ftellen, om een waar denkbeeld te verkrygen van het geen men in de Hiftorie der Midden-Eeuwen te leeren heeft; ten dien einde heb ik deeze Tafelen vervaardigd, welke een Tydvak van 800 Jaaren beUaan; ziet daar deeze eerde, welke de Regeering van XLYTI op elkander volgende Keizers, benevens dejaaren hunnerRegeeringenz. bevat, volgends welke men eene min of meer regelmaatïge Tydrekening verkrygt; gelyk uit deeze Tafel blykt: Jsar. Maand. Dag. 1. Augustus regeerde, federt de geboorce van den Zaligmaker, nog 15 : o : o. 2. TiBERiuSjZynaangenomenZoon 22 : 7: 7. 3. Ca lig ('la, Zoon van Genua' "icus 3 : 9 : 18. 4. Claudius, Zoon van Drttfus 13 : 8 : 20. 5. N«ro, zyn aangenoomen Zoon 13 : 8 : o. 6.  *fo GESCHIEDENIS Jaar. Maand. Darr. o. G al b a , Zoon van Servius Galba. ; 6 : 7. J. Otho, Zoon van Salvius Otho. . : 3 : o. 8. Vitellius, van een duistere afkomst. . . . . : 8 : 2. 9. Vespasianus, Zoon van Titus Flavius Sabtnus. . . . 9:6:2. 10. Titus, Zoon vanFespafianus, re- gee« . . . 2 : 2 : 10. ir. Domitianus regeerde . 15: 6 ï 5. 12. Nerva, een Grysiiart, regeerde 1 : 4 : 9. Ï3. Trajanus, een Spanjaard , reg. 19 : 6 : 16. 14. (I adria nus regeert . . «o : 10 : 29. SS. Antoninus regeert . . 22 : 7 : 16. Ma ucus A ure li ub, regeert 19 : o : o. 17. Comhod'js, Zoon van M. Au reHus, regeert . . 12 : 9 : o. j>8. Pertinax, Zoon van een Pan- nebakker, regeert . . 0:3:0. 19. DiniDs Julianus, koopt het Keizerryk , en regeert flegts o ; o .- 66. 20. Sevekus, «erft in Torci, naa eene Regeering van . . 17 : 8 : 3. 31. C ar ac a;, la en G eta, volgen hunnen Vader in het Ryk op ; maar Carracalia doodt zynen Broeder Gcta, naa 1 Jaar en 22 dagen geregeerd te hebben , en heerscht in 'c geheel . , , fj : 2 : 5. 22 Macrinus regeert . . 1 « j - 26 23. Heli 0 gab al vs regeert . 3:9:4. 24. AlexanderSeverusregeert 13 : 9: 0. 55. Ma x iminu s van Thracië, reg. 2: 7: o. 26 Popicnus tnBalbienus reg. 1 : 0 : o. 57. GoiidhïU's regeert . .6:2:0. 28.  DER MIDDEN-EEUWEN. 24Ï Jaar. Maand. Dag» aè. Philippus, de Arabier, benevens zynZoon Philippus H. 5 : 01 °« ao. Decius, bygenoemd Trajanus, regeert . • • 2 : o i o. 30. Gallus, benevens zyn Zoon Volusianus, regeeren . 2:0:0.' 31. Emilianus, regeert flegts . o : 3 : o. 32. Valeiiianus en Gallie- n u s, Valerianus regeert . 7:0:0. J3. En zyn Zoon Gallienus naa hem, regeerde alleen . . 8:0: ö. Onder deszelfs Regeering (bonden de XXX Tyrannen op. 33.. Clauöius II. gezegd de Goth, regeert . • • I : 10 : 120' 35. Aurelianus regeert . 5 •" 11 °* 36. Tacitus regeerde flegts . 0:6: zdi 37. Probus, Zoon van een Tuinman, regeerde . • . 6 4 : o. 38. carus,regeerdemetzynZoonen Carinus en Numerianüs, een weinig meer dan , 2:0:0. 39. Diociktianüs regeerde met Maximianus . . 18 : o : o. 40. constantius chlorus Ti- geerde . • • 2 : 3 : oi 41. CoNSTANTiNus, bygenoenid Magnus, of de Groote regeert 30 : 9 : zfi Hy bragt den Zetel des Keizerryks naar Byzantium over, en noemde Üie Stad, na zynen naam Conflan. iinopolen, Hy verdeelde ook het Ryk in twee deelen, in het Oostersch en PFestersch. Het Öostcrsch Keizerryk bevatte: Hcngatyên , Zevenbergen, Walachyën, Moldavië,Thracië, Macedonië, het Koningryk Pontus, Azia en Egypte, zesde afdeeliks. q Hes  24a GESCHIEDENIS rr „7 , „ Jaar. Maand. Dag. Het Westersch Ryk begreep: Duitschtand, Dalmatiï, Sclavont;, Italië, de beide Gaulen, Engeland, Spanje en Jfüca. 42. CONSTANS, constantius en Constantirtus, drie ge. broeders, deelden het Ryk hunnes Vaders Conjlantinm onderling. Deeze was een tyd van gcduurige onlusten en ongeregeldheeden, welke duurden byna . 24 : o • o 43. Julianus, bygenoemd de Afvallige, regeerde flegts . 1 : 8 : 0. 44. Jovianus, de Pannoniër, re- geerde flegts . . 0:7; 22. 45. Valentinianus I. en Va- lens regeerden . . 11 : 8 - 22 46". Gratianus, Zoon van Valentinianus, deelt het Keizerryk met den Jongen Valentinianus, Cratianus regeert . . 16 ' o ' 26 En Valentinianus II. re- " " geert 16 Jaaren 5 Maanden en 24 dagen. 47. Tiieod osius de Groote, regeert 16 : o : 20. Leonard. DitLystjen , geeft na my dunkt , al een vry nette aanëenfchakeling van tyd aan de hand, dat men in die oude tyden fchaarsch bekomen kan. Ernestus. Ja, volgends deeze verdeeling, bevat de regeering van deeze XLVIi Keizers ' een Tydruim van 395 Jaaren, en de Gefchiedenis van alle de te dien tyde bekende Volken , is onder dezelve begreepen; wyl alle de bekendeLanden,toen onder het gebied derRo- mei.  DER MIDDEN.EEUWEN. 243 meinen Honden, of het onderwerp van de begeerigheid van dat magtig Volk waren, dat tegen de nog onverheerde Volken geduurig ftryd voerde, om ze meede nog onder zyn juk te doen bukken. Karei. Hoe is het toch mooglyk, Vader! dat één Volk zo veele anderen te onder brengen konde ? Ernestus. De groote ovetmagt en meerdere befchaafdheid der Romeinen aan de eene, en de verdeeldheid der kleine Vorften en Volken , onder welken zy geduurig verdeeldheid en twist wisten te zaaijen, benevens derzelver woestheid, llegte krygstucht, en onbedrevenheid in het voorzichtig krygvoeren, aan de andere zyde, maakten dat de aanwasch des Roomfchen Ryks, tot zo groot eene hoogte fteeg, dat het byna de geheele bekende waereld dwong, even als Alexanders magt weleer gedaan hadde. Dit is juist zo moeilyk niet om te bevatten; maar Alexander bezat zyn groot gebied flegts een. korten tyd, en de Roomfche Keizers hebben de Waereld by de 400 Jaaren, onverdeeld, beheerscht, en dat is zecker vry aanmerkelyk. Petrus. Eindelyk moest toch die groote Colosfus, door zyn eigen zwaarte gedrukt, ia ft ukken vallen. Ernestus. De verdeeling des Ryks, door CoNSTANTisus Magnus , 'en deszelfs Q 2 var-  344 GESCHIEDENIS verplaatfing van den Rykszetel naar 't Oosten 4 hebben den eerften grond tot den val van de Romeinfche Monarchie gelegd; door zig ver van Rome te verwyderen, liepen de zaaken in het Westersch Ryk wel haast in den war, en door 't Ryk te verdeelen, fchepte hy twee even groote magten, die elkander zo lang beftreeden, tot ze zig onderling vernielden. Inzonderheid begon dat werkelyk plaats te hebDen, naa dat Theodosius het Ryk onder zyne twee Zoonen Arcadius en Honor 1 u s verdeeld hadt : Wy zyn door deeze Ryksfchifting genoodzaakt eene fchifting in onzen Hiftorifchen leiddraad te maaken, en alhoewel het Oostersch en Westersch Ryk eenigen tyd tevens beftaan heeft, egter het Oostersch eerst te befchouwen, vooreerst om deszelfs langen duur, die zig in de moderne Gefchiedenis zelfs uitftrekt; en ten tweeden , om dat Arcadius, deszelfs eerfte Keizer, in rang, voor Honorius gaat, dien het Westersch gebied ten deel viel, als zynde de oudfte Zoon van Keizer Theodojius; en eindelyk, ten derden , wyl het Keizerlyk gebied in het Oosten uitgeftrekter en magtiger was dan dat van het Westen. Kornelis- Heeft het Oostersch Ryk zo lang geduurd, Myn Heer? Ernestus. 'Het heeft een reeks van io<3 Jaa-  DER MIDDEN-EEUWEN. 245 Jaaren onder de beheerfching van LXXVI Keizers fland gehouden, te weeten van Honorius tot op Conftantinus Palaologus, die ineuvelde in de verovering van Conftaxtinopolen door Mahornet II. A. Chr. 1453. naa den dood van welken Keizer, dit zo magtig Ryk, onder de magt der Ottomannen, bezweek. Daar nu deeze tydruimte te groot is, om in deszelfs geheel gemakkelyk befchouwd te worden, heeft men die weder in twee Tydvakken (.Perioden ) verdeeld. De Eerfte Periode der Gefchiedenis van het Oostersch Keizerryk, daalt dus af van Arca~ dim tot op Nicephorus Logotbeta XXlXte Keizer, die door het leger naa de dood van Keizerin Irene, tot heuren opvolger verkooren werdt,indenjaare,na de gemelde telling, 802, en tot daar toe behoort deeze Gefchiedenis onder het groot tydvak der Midden-Eeuwen. De Tweede Periode begint van dien laatstgenoemden Keizer, en eindigt met de verovering van Conftantinopolen, en de volflagen ondergang der Keizers in het Oosten. Dit Tydvak bevat de agterëenvolgende regeering van XLV1II Keizers, tot op Conftantinus Palceologus, geduurende 641 Jaaren. Dit laatfte Tydvak maakt, eigentlyk gezegd, een deel van de moderne of hedendaagfche Hiftorie uit, en men kan hetzelve zeer gevoegelyk daar onder Q 3 be-  24(5 GESCHIEDENIS begrypen. Ondertusfchen zullen wy, omniet genoodzaakt te zyn van den draad der Gefchiedenis te kort af te breeken, en dus in de verpligting te komen om denzelven in onze volgende byeenkomst , die, behalven dat , reeds vry lang zalduuren, weder aantehechten, beeter doen, deeze Gefchiedenis hier geheel ten einde te brengen; dat weder zeer gemakkelyk, door middel van deeze Tafeitjes, die ik UL. flegts voorleezen zal, en die gy enderling nafchryven kunt, gefchieden kan. Kornelis. Dat 's goed, dat UEd. daar voor gezorgd hebt, om dat alles zo gereed cn zo net in orde berekend op fchrift te hebben, dat zal ons geheugen niet weinig verfterken. Ernestus. Daarom heb ik ook dien weg best willen inflaan; want of ik UL. mi al een aanëengefchakeld verhaal van de Gefchiedenis des Roomfchen Ryks in handen gave, zoude dit, vooreerst veel te cmflagtig voor de bepaaling van onze taak zyn, en ten tweeden UL. geheugen ontflippen. Nu hebt ge altyd een geregelde, en door middel van eene zo naauwkeurige Tydrekening, als my mogelyk was te vervaardigen , opgehelderde fchets van de Gefchiedenisfen voor oogen, en gy kunt, lust het U de Gefchiedenis verder te beftudeeren, eerst met een kort begrip der Algemeene Hiftorie aanvangen, en vervolgends na deeze Tafelen de by.  DER MIDDEN-EEUWEN. 24? byzondere Regeering der Keizers, en de Gebeurtenisfen onder dezelven voorgevallen, in omftandiger Schryvers beftudeeren, dat de beste weg is, welken ik nog ter beoeffeninge der uitgeftrekte Gefchiedkunde heb kunnen uitdenken. Ik zal egter deeze Tafelen UL. weder eerst eens voorleezen, of 'er eenige aanmerkingen op vielen, die ik dan nog alvorens zoude tragten op te losfen; ten einde UL. niet ver. geefs of in den blinden te doen werken. Leonard. Wy zyn daar volkomen meede te vreeden; wees ilegts zo goed van een aanvang te maaken, wy hooren alle met aandacht. Ernestus. De eerfte Periode der Gefchiedenis van de Oosterfche Keizers, die nog tot de Gefchiedenis der Midden-Eeuwen betrokken kan worden , vervat dan de naavolgende Regeeringen: Jaar. Maand. Dag. x. Arcadius regeert . 13 : 3 : 15. 2. Tueodosius II. regeert 42 : 2 : 28. 3. Marcianus regeert . 6 : 6 : o. cLegI. 7>ïr5*  DER MIDDEN-EEUWEN. 2?f Jaar. Maand. Dag. k. Luitbert, zyn Zoon, regeert • flegts . . - o: 8 : o, iö. Racombert, Hertog van Tic rin, regeerc • • 0:3:0. 17. Aribert II. regeert . 8:0:0. 18. Ausprand fterft naa eene korte regeering van • • 0:3:0. 19. Ausprand, zyn Zoon, reg. 31: 7- °' 20. Hildebrand, zyn Kleinzoon, regeert flegts . • 0:7:0. si, R ach is regeert . . 5 •' 6 : °22. Astulfus regeert . 6:0:0. 43. D1 d 1 e r, Hertog van Etruris, regeert . • • 17 : o: o. Hy wordt in den Jaare 781 door Karei de Groote overwonnen , en het Koningryk der Lombarden neemt met hem een einde. Petrus. Het Exarchaat van Ravenna ontftond, na ik verftaan hebbe, geduurende de Regeering der Gothfche Koningen in het Westerfche Keizerryk; maar kan UEd. ons meede een tafeltjen geeven, waarop de Exarchen, benevens den tyd hunner Regeering, uitgedrukt {laan. Ernestus. Wanneer ik daar voor niet gezorgd hadt, zoude ik UL. geen volleedig famenftel der Midden-li euwen gegeeven hebben. Ik zal het geen daaromtrent voorgevallen is, nog eens dienen te herhaalen, omUL. dit Tafeltjen meer verftaanbaar te maaken: Naa  tyi GESCHIEDENIS Naa dat Nar/es, gelyk wy reeds gezien hebben, oproerig geworden was, en terwyl AU boinus zig bezig hieldt met het Koningryk der Lombarden te vestigen; zondt, gelyk ik reeds gezegd hebbe', Keizer Justinus de II. die toen in het Oosten het gebied voerde, Longi. ttus naar Ravenna, om aldaar de verdere invallen der Barbaaren te fluiten, en de zaak des Keizerryks te verdeedigen; maar Longi««smaakte zig Hertog van Ravenna, en nam den tytel van Exarch aan, welke zo veel beteekent als iemand die geenen Heer boven zig erkent. Men telt met hem gemecnelyk i<5 deezer Exarcheïi, die geduurende den tyd van byna 184 Jaaren te Ravenna regeerden, tot dat Aftutfus, de voor laatfte Koning der Lombarden, de Stad veroverde, en een einde aan het Exarchaat maakte. De Exarchen die door fommigen ook wel Vicarisfen en Prefedien geheeten worden, zyn : Jaar. Maand. Da?. 1. Loncinus, die regeerde 15 : 0 .• o. 2. Smaragdus hadt het beftuur 3.- o: o. 3. Rom anus regeerde . Ut o: o. 4. Callenicus regeerde . 4 : o ; ©, Smaragdus, reeds hoog bejaard, regeert opnieuw . 9:0:0. 5. Johannes Remiges regeert 4 .- 6 : o. 6. Eleuiheres . . 3:" o.' 0. 7.  DER MIDDEN-EEUWEN. a?j Jaar. Maand. üasr. /. Isaacius regeerde . =3 ° •' °8. Theodorus Calliopas 8: o: o. g. Olympius . . 3:0:0. Theodorus Calliopas wordt herfteld en regeert . • 34 •' 0 : °' 10. Theodosius of Theodorus, re- geert flegts . • 0:6:0. 11. Johannes Platini of Plaio regeert . . • 15 : o ; o. 12. Theophylactes regeert 8 : o : o. 13. Joannes Risocopus of Trifo- copus . , . 5 : o .■ o. 14. Scholasticus . 10 : o : o. 15. Paulus . . . 2 o : o. 16. Eutichius, laatfte Exarch 24 : o ; 0, Naadat hy door Aftuifus, de Koning der Longobarden, verdreeven was, week hy naar Conflantitiopolen, waar hy voords zyn leven ten einde bragt. Karet. Maar ontftonden 'er geduurende dit toeneemend verval des Westerfchen Keizer» ryks, geene nieuwe Ryken of Vorftendom» men in Europa; want ik denk immers niet, dat die Barbaarfche Koningen, deeze uitge» ftrekte Gewesten zo wysfelyk hebben kunnen beftuuren, dat 'er geen opgeworpen nieuwe Koningen hun gebied hebben kunnen verzwakken ? Ernestus. Neen, 't waren geen Altxan» ZESDS AFDEEUKO. S dm >  274 GESCHIEDENIS ders, geenRoomfche Burgemeesters,noch Cefars; die tyden van uirgeftrekte alleenheerfching en wunderlyke , als 't ware, overal tegenwoordige magt, waren reeds uit; men zag wel haast overal op de waereld, maar wel inzonderheid in Europa, nieuwe Koningry. ken, en andere onafhangelyke Statteni, zig aan 't gebied derGotfche Koningen onttrekken, by voorbeeld; want deeze voorvallen behooren nog onder de Gefchiedenis der MiddenEeuwen , in den Jaare 420. regeerde Pharamond reeds onafhunglyk in Vranh-yk: reeds feedert het Jaar 410 ontftondeu 'er Gotbfche en Wandaalfche Koningen in Spanje» enz. Maar dewyl deeze nieuwe Ryksvestigingen den oorfprong dier Ryken bevatten, welke nog heeden beftaan, zullen wy die, te meer daar onze bepaalde tyd reeds verftreekeu is, tot de volgende byeenkomst, waarin wy van de Hedendaagfche Hiftorie zullen fpreeken, verfchuiven. Alleen zal ik UL. nog een Tafeltje vertoonen , waarop de Wandaalfche Vorften in Africa, na hunne volgorde en regeertyd onder elkander gefield zyn. Kornelis. De Wandaalfche Vorften in Afri. cal behooren die meede tot de Gefchiedenis der Europifche Staaten? Ernestus. Zy hebben in de V*. en Vf.de. Eeuwen  DER MIDDEN.EEUWEN. 27S Éeuwen zo veel deel in de zaaken van Italië gehad , dat wy hen hier niet wel voorby kun^ hen gaan, te meer, dewyl hun Ryk vóór het einde der Midden-Eeuwen reeds te niet gegaan is , naa byna 108 Jaaren ftand gehouden te hebben, en dat wel onder een zestal Koningen , die hier op de ry gefield zyn : als: Jaar. Maand. Dag. f. G en seric, Koning der Wandaalen , ftichtte dat Ryk in het Jaar 427, en regeerde . 48 : o : «. 8. Huneric, Schoonzoon van Valentinianus III.; volgt zynen Vader op, en regeert . 8 : • : 0, 3. Gundebaldus, Kleinzoon van Huneric, regeert . . II : o : o. 4. Trasimündus volgt zynen Broeder in de Regeering op, èn regeert . . . 26* : o : o. 5. Hilderic regeert . 8:0:0. 6. Gilimer werdt in de plaats van Hilderic gefteld, welken men te onrecht verjaagd hadt. Hy re- geerde flegts . . . 9 : o : O* Waarnaa hy door Belifarius in den Jaare 534 overwonnen werdt, en het Koningryk der Wandaalen alzo eindigde. Wy zullen hier de Gefchiedenisfen der Midden - Eeuwen befl uiten ; Ik hoop flegts dat ik UL. eenig licht in de duisternisfen S 2 deg*  476 GESCHIEDENIS deezer Eeuwen heb kunnen verfchaffen, en dat ik in myn voorneemen, om UL. een regeimaatig en klaar plan deezer verwar-le Ge» fchiedenis voor oogen te leggen, niet ongelukkig geflaagd ben. Leonard. Wy blyven UEd. ten hoogden dankbaar, en zullen niet naalaaten onze Studiën, in dit vak, volgends UEds. Plan , dat ons zeer klaar voorkomt, interichten.  DER MIDDEN.EEUWEN. *77 OP DE GESCHIEDENIS der MIDDEN -EEUWEN. A ugust, die alles overheerde, En byna heel deeze aard regeerde, Werdt opgevolgd door 't veertigtal Dat nog te Rome 't hof bleef houén; Tot Conftantyn zyn Stad deedt bouwen, Ten grondflag van oud Rome's val. Zyn onvoorzichtige verdeelen, Deedt Tweedragt haast heur bloedrol fpeelen, Daar Tkeodofiui 't gebied, By zyn, voor 't Ryk te ontydig, flerven, Aan bei zyn Zoonen liet beërven, Wier haat men dra ontbranden ziet. Een Tweedragt die niets goeds deedt wagten, Voor tallelooze naageflagten, Groef toen voor 't Oosten reeds een graf; De welvaart was voor lang verbannen, Als 't woedend Heir der Ottomannen, Het Ryk den laatften nekflag gaf. S 3 Toea  S78 GESCHIEDENIS en*. Toen werkten Mahomets bannieren, Alom gewoon te zegevieren; Conftantinopels ondergang: Geen weerftand kon den Christnen baaten. Men zag hen Vest en Burgt verlaaten, De Keizer fneuvelde in 't gedrang. Het Westen, door Honoor bezeeten, Telt flegts elf fchakeJs aan de keten Der Vorften die 't regeeren zag; Was't door Augustus moed begonnen, ?T werdt in Augustulus verwonnen, En Odoacer gaf 't den flag. Inmiddels zag men gantfche ftroomen Van vreemde Volken overkomen; Het Noorden baarde een nieuw geflagt, Wandaalen, Gothen en Alaanen, Zag men een' weg naar Rome baanen, Toen lag de aldwingende oppermagti Paar Piften, Longobarden, Hunnen, Het Westen overmeestren kunnen, Ontfangt heel 't Oosten reeds de wet, Van blinde en woeste Saraceenen Die zig uit roofzucht faam verëenen, En ftryden onder Mahoniet. Hier naa werdt de aarde op nieuw herbooreu Heel 't aloude aanzien ging verlooren, Elk Volk verhief een Ryksgebied: Dit deedt ftaag nieuwe Ryken groeijen, Wier magt men thans alömme bloeijen,' Zn heel Euroop beheerfchea ziet. z £.  ZEVENDE SAMENSPRAAK. OVER DE HEDEN DAA GSCIIE GESCHIEDENIS. ( Hiftoria recentiora.) INHOUD. Overgang tot de Hedendaagfche Gefchiedenis. Staat van Europat ten tyde van Karei de Groote. Ingewikkeldheid en groot gewigt der laatere Gefchiedenis. Het Nieuw Westersch of H. R. Ryk, geduurende drie Tydvakken, tot heden. Het Oostersch Ryk, onder beftuur der Turken, in twee Tydvakken. De Gefchiedenis van Portugal, Spanje, Vfankryk, Lotharingen, Zwitzerland, Italië, Groot - Brittar.niën, de Nederlanden, Duitschland, Btheemen, Hongaryën, Poolen , Pruisfen, Denemarken, , Zweden, Rusland. Aanwyzing van de Gefchiedenis der Ryken in Azia, Africa en America. Befluit. Ernestus. T^ot hier toe genaaderd zynde, en den onöverzienbaaren Chaos van zo veele S 4 nieu.  28c HEDENDAAGSCHE nieuwe Ryken en Staaten, geduurende een' tyd Van by de twee duizend Jaaren te door^ worllelen hebbende, moogen wy met groot recht, dea uitroep van fommige Redenaars beïigen: Waar zullen wy beginnen', waar eindigen! Lang hebbe iic op de beste middelen gepeinsd , om UL. door dit uitgeftrekte doolhof heenen te geleiden, zonder dat ons beflek, door deszelfs omwegen, te zeer vergroot wierde, en eindelyk is het my gelukt, een» ruwe fchets op te Hellen, die egter tot UL. oogmeik, immers zo ik hoope, voldoenend zal zyn? Leonard. Wy zyn te wel verzeekerd, dat de al te groote uitgeftrektheid der Hedendaagfche Gefchiedkunde niet toelaat, om iets meer dan eene zeer riaauwe fchets daar van te geeven, in den korten tyd, dien wy daar aan wyden kunnen, zullen wy anders ons doelwit om den geheelen omvang der geleerdheid, in een kleinen tyd te overzien, bereiken. Dus hoe beknopt UEd. ook voor ons gearbeid hebt, het zoude ons altyd nog veel te omflagtig , en het geheugen te zeer bez waaiende zyn; zoo wy niet door UEds. yver in (laat gefteld wierden om uwe fchetfen tot onzent meer uittewerken, ten einde 'er ons in eene ernfligcr itudie van te kunnen bedienen. Parus. Wy hebben alle uwe fchetfen vermeer»  GESCHIEDENIS* 281 meerderd, met by de Lysten der Keizers een beknopt verflag van hun leven en daaden, uit andere Schryvers ontleend, te voegen. Kornelis. Myn Copy is daar door reeds tot een aanzienlyk boekdeel aangegroeid. Karei. Ik ben daar thans ook meede bezig, wanneer wy die elk afgefchreeven hebben, moesten wy ze eens te famen vergelyken, en uit elkanders arbeid elk zyn werk volkomen maaken. Ernestus. Dan eerst zult ge zien wat voordeel u die geraamten der Gefchiedenis gedaan hebben, wanneer elk der deelen met deszelfs behoorlyke vervulling voorzien is ; en dit was ook myn oogmerk, met U Lieden deeze fchetfen in handen te geeven : uw yver beloont dubbclvouwd myne moeite, en het vermaak dat my uwe leerlust verfchaft, is alleen in ffaat geweest, om my in het famenftel deezer Schets der Hedendaagfche Gefchiedenis moed en kragt te geeven; die anders onder den last der taak weldra bezweeken zouden zyn geweest. Wy kunnen dit laatfte deel der Gefchiedenisfen niet wel by onderlinge gefprekken of mondelinge voordragt afdoen; ik zou te veel vergecten, en Uwlieder anders zeer gepaste vraagen, zouden, daar ze in de andere takken van Geleerdheid my dikwyls zaaken herïnnerS 5 den,  232 HEDENDAAGSCHE den, die my anders niet voor den geest zouden gekomen zyn, in dit geval ons meer van den weg helpen, dan op het regte fpoor geleiden. Ik ben dus thans genoodzaakt , ULieder onafgebrokene aandagt, op de voorleezing van deeze myne Schets, te verzoeken, entevens om dezelve, zo min mogelyk, door invallende vraagen te onderbreeken; ik zal UL. egter, waar het zulks lyden kan, gelegenheid geeven,om,zoo ge eenige duisterhee. den ontmoet, my daarvan te kunnen verwittigen. Karei- Ga flegts voort, Vader.' wy hooren allen met aandagt. Ernestus. Wy hebben in onze laatfte gehoudene byeenkomst, genoegzaam geheel Europa in de handen der woeste overllroomers Gothen , Alaanen , Sueeven , enz. gelaaten. Het Oostersch Ryk in het bezit der Turken; en het Westerfche, in dat der Longo» barden. Zodanig Honden de zaaken in Europa, toen Karei de Groote op hetTooneel der Waereld verfcheen. Hy was de Zoon van Pepin, Hofmeester van Cbilderic III., laatfle Koning van Frankryk,vau den Merovingifcheii Stam, waarvan hiernaanaader; maar in den Jaare 758 werdt Pepin zelve tot Koning verkooren, en ftierf in 768. Karei werdt in het Jaar 741 in Duitschland, en wel in Frankenland, ge- boo-  GESCHIEDENIS. 283 fcooren. Hy vestigde den zetel des Ryks, dat hy ftichtte, te Aken; hy en zyn Hovelingen fpraken Duitsch; de publicque Ordon* yantiën werden meede in de Duitlche taal opgefteld; hy onderwierp de overige Volken zyner Natie, bekeerde hen tot het Christendom, en onderwees hen in het leezen en fchryven van hunne natuurlyke taal. Toen by den throon vsxiFrankryk beklom, in den Jaare768, regeerde Conftantinus V- het Oostersch Keizerryk, en naa dien Keizer, Leo IV,, Conftantin VI., de Keizerin Irene en TSicephorus» Italië was in de magt van Aftul/us, Koning der Longobarden. Stephanus IV. en naa hem Hadrianus L en Leo III. bezaten den Pausfelyken zetel. Duitschland bevatte verfcheide ■weinig befchaafde Volken, en Wittekind was het hoofd der Saxen. Wenceftaus, en naa hem Crzezoniftas, regeerden in Boheemen. Gothric of Sigfroi, regeerde in Denemarken. Biorno III. en naa hem Alaric III. beheerschten Zweden. Lescus I. was Hertog van Poolen. De Saxen waren meesters van Engeland, en hadden aldaar verfcheidene kleine Koningryken gevestigd, die in den Jaare 801 veiëenigd werden, ondzxEgbert, eerfte Koning van dat Eiland. Tergufius, en naa hem Solvatius, Achajus en Congallus, regeerden in Schotland. Aurelius, en naa hem Silo, Mauregatus, ke-  s?4 HEDEN DAAG SC HE Veremond en Aiphonfus de kuifche, regeerden Afluriën en het Koningryk van Leon. Het overige van Europa was geheel wild en ónbefchaafd, en het gedeelte dat men befchaafd noemde, was niet veel beeter. Zodanig was de ftaat van Europa, toen Karei de Groote naa de dood van zynen Vader, het Koningryk Vrankryk begon tc befhiuren. Maar deeze Held hadt 't oog welhaast op nieuwe veroveringen gevestigd, houdende in de eenehand het zwaard, en in de-andere het Euangelie. Door de vernietiging van het Ryk der Longobarden in 773, verkreeg hy geheel Italië; door de vermeestering der Saxen en door hunne bekeering tot het Christendom, maakte hy zig meester Van Duitschland ; door de veikiezing welke het Roomfchë Ryk in den Jaare 800 deedt, verkreeg hy het Westerfche Keizerryk en den tytel van Keizer, cn 'er ontbrak weinig aan, ofbyhadtby alle deeze zyne uitgeftrekte Staaten in het laar 809, en weinig voor zyn dood, nog het Koniflgryk Spanje bekomen. 'T is dus mot de opkomst van deezen Monarch tot de Keizerlyke waardigheid, met de herllclling van het Westerfche Ryk in het eerfle Jaar van de IX Eeuw, dat de Gefchiedenis, welke men Bedettdaagfche of Moderne noemt, hcur aanvang neemt. Europa verandert  GESCHIEDENIS. 285 tiert van gedaante; het wordt Christelyk en befchaafd tevens. De hedendaagfche Koningryken , Gemeenebesten en Staaten, worden of gevestigd of verkrygen hun wezentlyk beftaan. Deeze laatfte tyd-ouderclom duurt langs een reeks van 989 Jaaren tot op heden. De middelen waarvan de Goddelyke voorzienigheid zig bediend heeft, om Europa, en byna alle Volken der bekende waereld, binnen dat tydperk , min of meer te befchaaven ; de op een volgende voortgang en aanwasch der Kunften en Weetenfchappen; de nieuwe uitvindingen van allerlei foort; de volmaaktheid waartoe de nuttige Kunften en Hindwerken gebragtzyn; de ontdekking der nieuwe waereld ; de Inftelling der Reiswegen , Posten en Postwagens, publieke Papieren, en van alle middelen van onderlinge gemeenfehap des aienschdoms; de volmaakte Zeevaart, en duizend dergelyke onderwerpen, verdienen zo wel om in de hedendaagfche Gefchiedenis naagezogt, beftudeerd en doorgrond te worden, als de Staatkunde der Koningen; de listen der Staatsdienaars; de daaden der groote Helden, en Leger-of Vlootvoerders, en de opftanden en veranderingen in Ryken en Staaten. Ik reken het van mynen pligt, om U Lieden eenen draad aan te bieden, dien U in dit groot doolhof geleiden kan; maar verfchoon my, dat ik u niet  stó HEDENDAAGSCHE niet al de verborgendfte hoeken deszelfs doé zien, wy zouden gevaar loopen, om 'er vari onzen weg afgevoerd, en op duizend omwegen geflingerd te worden. Leonard, UEd. weet best wat ons hier in dienftig is. Wy volgen op uw geleide met gerustheid uwe voetftappen. Ernestus. Wy zullen ons dan moeten vergenoegen met de naavolgende voornaamfte Ryken en Staaten oppervlakkig te befchouwen: voor eerst dan om voort te gaan : I. Dk. Geschiedenis van het Nieuw Westersch Keizerryk, dat men thans gewoon is het Heilige Roomfche Ryk te noemen * en wel a.) vóór deszelfs tusfchen regeering, £.) geduurende dezelven, en c.) daarnaa •, volgends dit Lystje: Vóór de Twsfchen ■ regeering. 1. Onder IX. Carolovingifche Keizers of afftarnmelingen van Karei de Groote, te weeten.- a.) Karel de Groote, b.) Lodewyk I. de Goedertierne, c.) Lotharius, d.) Lodewyk II., e.) Karei deKaaIe, f.) Lodewyk III. de S'aamelaar, g.) Karei III. de Dikke, h.~) Arnulphus, *.) Lodewyk de IV. gezegd het Kind, die,zonderErfgenaamen naa te laaten, overleedc in den Jaare . . qi.> 2. Onder VI. Saxifche Keizers, te weeten.- al) Conradus de 1., Hertog van Frankenland, b.} Henfrik I. de Vogelaar, c.) Otho de I. de Groote, d.) Oiho de II., e.) Otho de III. ae fVonderlyke, f.) Hendrik II. de Heilige, die flierf . M>2$ 3. Onder V. Ftanki'fche Keizers, te weeten, a.) Conradus II. de Saliïr, b.) Heudrik III. de Zwarte, «••)  GESCHIEDENIS. 287 r.) Hendrik IV., d.~) Hendrik V., ei) Lotharitis die ftierf . . . . 1137 4.) Onder VI. Swaahfche Keizers, te weeten a.) Coenraad III. de Swaab . b.~) Frederic Barbarosfa, c.) Hendrik VI. de Gejlrenge, d.') Philippus, e.) Otho IV. ƒ.) Fredrik II. die vergeeven werdt in het Jaar . . . . 1250 Geduurende de Tusfchen - regeering, een tyd van onrust en verwarring, die 23 jaaren geduurd heeft, binnen welken door verfchillende partyën ten Keizer verkooren werden: Fredrik IV., e.") Maximiliaart I. dj Karei V., eO Fordinand 1., ƒ) Maximiliaan II. , g) Rudolph II-, A.) Matthias, f.) Ferdinaad II., h) Ferdinand III., /.) Leopold, m.) Tofephus en ».) Karei VI. die overleedt in . i7^9 3. Onder Keizer Karei VII. Keurvorst van Bevelen , geftorven in . . , 4. Onder den Keizer Franciscus de\. Hertog van Lotharingen, Groot-Hertog vanToscaanen , welke ftierf 1765, en op hem volgde de tegenwoordig regeerende Keizer Josephus II. II. De Grschiedenis van het Oostersch Keizerryk, thans bezeeten wordende door de Turkjche Sultans , of Keizers, of de Ottomannifche Porte. Deeze Gefchiedenis laat zig van zelve in twee deelen fchiften; in het eerfte zoekt men den oorfprong der Turken of Ottomannen, en de lotgevallen deezer Volken, tot op Mahomet 11., die Conflantinopolen innam , en aldaar zynen zetel vestigde. In de tweede afdeeling geleidt men de gefchiedenis van het Ottoinannifche Ryk, federt Mahomet IL tot op onze dagen. In het Eerfte Gedeelte ziet men dus, dat de Arabieren of Saraceenen, Volken die van Ir. maël, Zoon van Abraham en Hagar, afftamEien, het Land dat men Arabië noemt, bewoonden , welken naam hetzelve verkreegen heeft van het Oostersch woord Araba, dat eenzaamheid beteekent; deeze Arabieren worden ook fomtyds Ismaëlieten} fomtyds Haga- ree*  GESCHIEDENIS. 2S9 reenen, en ook wel Saraceenen genoemd, van het Arsbifche woord Saraz, dat roovers beteekent; om dat zy het land afliepen, en de groote wegen onveilig pleegen te maaken. In den Jaare 571 werdt Mahomet, de valfche Propheet, onder hen gebooren, en onderwees hen een nieuwen Godsdienst, dien zy aannamen , gelyk wy dat in eene volgende byeenkomst nader aanvoeren zullen. Mahomet, of'Mohammed, die Propheet, Wetgeever en Veroveraar tevens was, verhief zig tot Opperhoofd deezer Arabieren of Saraceenen, en zyne Opvolgers droegen voords den naam van Califhen. Omtrent honderd Jaar naa de dood van Mahomet, kwam 'er een Scythiesch Volk , Turken of Herders genoemd, door de Caspifche engtens, trok den Berg Caucafus over, en vestigde zig in die Landftreek waar thans Georgië, Turcomanni'ê en Diarheck geleegen zyn. De Saraceenen geraakten wel dra met deeze nieuw aangekomene gasten in Oorlog; doch in het midden der Vllffte Eeuw, maakten zy vrede,en verëenigden zig met eikanderen, onder voorwaarde , dat de Turken denMahometaanfchen Godsdienst moesten aanneemen , en zig by hen zouden voegen om tegen de Christenen te ftryden, die reeds opgekomen waren om hen in Azia te verontrusten. Deeze twee verëenigde Volken vormden dus flegfs één ZESDE AFDEEIJNG. T Volk,  acte HEDENDAAGSCHE Volk, en de naamen van Saraceenen en Arabieren gingen in die van Turken over; alhoewel zy zelve zig liever Muzulmannen, dat is waare Geloovigen, laaten noemen. De Calh phen verbreiden, als Opvolgers van Mahomet, hunne magt naar alle zyden, a.) Qttoman, wiens geboorte en oorfprong onzeeker is, maakte zig meester van de Magt en Staaten van alle de overige Caliphen en Sultans, die ten zynen tyde in het Oosten regeerden, lag de grondflagen van het Keizerryk, dat nog na zynen naam, het Ottomannifche genoemd wordt, en nam den naam van Sultan aan, 't welk gebeurde in het Jaar 1303. Hy hadt tot Opvolgers: b.) Orchan, c.) Amurath, d.) Bajazeth, e.) Izarebel, f.)Soliman, g.) Mozes, Mahomet, i.) Amurath IL, en eindelyk Mahomet II. In het Tweede gedeelte der Gefchiedenis van de Alleenheerfching des Ottomannifchen Ryks, ziet men Mahomet II. het Keizerryk der Griekfche cn Oosterfche Keizers verdelgen , zig van Confiantinopolen meester maaken, aldaar den zetel zyner Alleenheerfching plaatfen, en den tytel van Keizer en Groote Heer aanneemen. Deeze groote gebeurdtenis viel voor in het Jaar 1453, 0p den 29 van de Maand May Mahomet II. hadt ten Opvolgers a.)Bajazeth Ut P.ySelim, c.) Soliman II. d.) Se/im 11. e.) Am». rath  GESCHIEDENIS. aoi rath III. , ƒ.) Mahomet III., g.) Achmet, 6.) Muftapha, /.) Osman, k.' Amurath IV., l.)Ibrahim, m.) Mahomet IV. ».) Soliman III. o.) Achmet IL, ƒ>) Muftapha li., £.) ^e^metllL, r.j Mahomet V. j.)Ott»<.»II. /.) M»« III. ».) Achmet, IV. en v.j de thans regeerende Sultan Selim HL, 't welk opgeteld in het é?er/?« Tydvak, federt Ottoman tot op Mahomet II,, X., en federt denzelven tot op heden XXL, dus te famen XXXI Sultans of groote Heeren uitmaakt. Naa dat wy nu de Gefchiedenis der twee groote Ryken, het Oostersch en Westersch Keizerryk, gebragt hebben tot op de tyden die wy thans nog beleeven; kan ik niet beeter doen dan omtrent de Gefchiedenis van alle de Keizerryken, Koningryken, Gemeenebesten , en andere hedendaagfche Europifciie Staaten, de Geographifche orde te volgen, zo als die Staaten op de Kaart van Europa zig aan het oog voordoen, beginnende met het Westen, en altyd naar het Oosten voortgaande, tot ons die weg eindelyk in Azia, en verder Westwaards terug, over Africa naar America brengt,om aldaar de Gefchiedenis dier Volken te leeren, welke deeze andere Waerelddeelen bewoonen; deeze reis zal UL., denk ik, in de Hiftoriekunde met veel vrucht doen vorderen. Leonard. De reis is zeekerlyk zeer groot; doch ons reistuig is ook zeer fnel.  spa HEDENDAAGSCHE Petrus. Met dat al begin ik meer en meer te zien, dat wy, gelylc de Timmerlieden hunrie eerfte opftallen noemen, een hecht Molen, werk der algemeene Gefchiedenis voor ons zul. len hebben, wanneer die groote Letterreis afgeloopen zal zyn. Karei. Alles begint my meer duidelyk en geregeld te worden; ik kan zelfs reeds by het hooren van den naam van een of ander Oostersch of Westersch Keizer, denzelven terftond in myn geheugen, op deszelfs plaats gerangfchikt vinden; hoe is 't mogelyk dat een zo uitgeftrekt, en door de groote menigte van Vorften zo duister en verward tafereel, als dat der algemeene Waereldgefchiedenis waarlyk is, zig zo duidelyk ontwikkelen, en regelmaatig befchouwen laat? Ernestus. De orde alleen, die deGefchiedfchryvers in het verdeelen der groote Tydperken in agt genomen hebben, gevoegd by den yver der Tydrekenaaren, heeft ons deeze juistheid, voor zo verre, die in deeze zaak te bereiken was, bezorgd. Kornelis. Maar nu hebben wy nog maar in de Hedendaagfche Gefchiedenis het Oostersch en Westersch Keizerryk befchouwd, en zyn dus, na het my voorkomt, nog kvvalyk begonnen; want, wat zyn'er nog een Ryken en Staaten, behalven het Duitfclie en Oosterfche Keizerryk/ Er-  GESCHIEDENIS. a93 Ernestus. Houdt flegts goeden moed, het overige zal zig meede wel laaten vinden; itaat my flegts toe, dat ik UL. enkel myne Schets voorleeze, dat bekort ongemeen den tyd, daar toch de Gefchiedenis niet anders dan een verhaal van 't gebeurde is, waaromtrent weinig ophelderingen behoeven gevraagd te worden. Leonard. Laat ons dan voortfpoeden, UEd. zeide, wy zouden de Kaart van Europa flegts volgen, zal dan Portugal niet het eerst aan de beurt liggen ? . Ernestus. Juist, myne Schets vangt dan ook, naa het Oostersch Ryk , aan met III. De Geschiedenis van Portoo a l , die zig in de volgende tydperken laat verdeelen: i.) De oorfprong der Luzitaniérs, de befchryving van het oude Luzitanïèn, en der Volken die hetzelve bewoonden. 2.) Het begin der Gefchiedenis der Luzitaniërs, onder het beftuur der Romeinen, federt het Jaar van Rome 607, tot op het Jaar van J. C. S95» 3.) De wyze waarop Luzitani'è door de Barbaaren van het Noorden overrompeld werdt, en het geen voorviel tot op het Jaar 800. 4»> De Lotgevallen van Luzitanië, geduurende de Midden-Eeuwen, tot cp het Jaar 107^. 50 Het gebied der Mooren in Portugal. 6.) Het verheffen van Portugal tot een GraafT 3 fchap,  S94 HEDENDAAGSCHE fchap, en de Regeering van Hekrik en Alphonfus Henriques. 7.) De verheffing van Portugal tot een Koningryk, en de regeering van Aiphonfus de I. gezegd Henriques, van Sanche, en Alphonfus II. 8.) De regeeringen van IL gezegd Capel, van Alphonfus HL* van Alphonfus IV., Don J>«fr, en Ferdinand, tot op het Jaar 1383. 9.) De Tusfchen-regeeiing. 10O De regeeringen van Don Juanl., Eduard, Alphonfus V., Don Juan II., Emanuël, genoemd de Groote, Don ^kot III., van Sebastiaan en de Kardinaal Hendrik , tot op het Jaar 1580. 11 ~) De regeering van Philippus II., Koning van Spanjen, die ook Koning van Portugal werdt. 12.) De zaaken van Indien, onder de drie laatfte Koningen Sebastiaan, Hendrik en Philips de H>, tot op het Jaar 1640. 13.3 De regeering van Philips IV., en de opftand ten voordeele van den Hertog van Braganca, die tot Koning verklaard werdt, onder den naam van Don Juan of Juan IV. 14.) De gevolgen van deezen opftand, en de Oorlogen der Tortugeezen tegen Spanje, tot in 1656. 15.3 De Regeering van Alphonfus VI., cn de gevolgen des Oorlogs tegen Spanje; de afzetting van deezen Vorst, en de komst van Don Pedro zyn Broeder, tot den Throon van Portugal,  GESCHIEDENIS. 99* tugal, en de regeering van Juan oïjuan V., voords de regeering van Jofeph de L , tot die der tegenwoordig regeerende Koninginne M ariaFranciscaIsabella. IV. DeGeschiedenis van Spanje, die de naavolgende aanmerkelyke Tydperken bevat: iV) De aloude Gefchiedenis, welke ten dee* le duister en fabelagtig is, federt Japhet en Tubal, tot op de VIII"*. Eeuw, naa de Geboorte van Jefus Christus, als wanneer de Saraceenen tot in Spanje doordrongen. Deeze Tydverdeeling bevat omtrent 2862 Jaaren, en wordt in drie aanmerkelyke Tydvakken onder verdeeld, te weeten; a. ) In het geen 'er voorgevallen is in Spanje met de Romeinen. b. ) Het geen aldaar voorgevallen is onder de Romeinen. c. ) De lotgevallen der Spanjaarden, naa de beheerfching der Romeinen. 2.3 De Midden ■ Hiftorie van Spanje, welke bevat het geen 'er gebeurd is, naa den inval der Saraceenen en Mooren tot op den tyd van hunne geheele uitdryving. Een Tydperk dat omtrent 1779 Jaaren vervar, en geduurende het welke, verfcheide Barbaarfche en Christen Koningen, over verfcheide Landfchappen van T 4 Span-  29ö* IIEDENDAAGSCHE Spanje heerscïiten, en de Koningryken van Casiiliën, Leon, Navarre, Jrragon, Portngal, behalven nog dat der Saraceenen vestigden, en die tot het Jaar J. C. 1474 loopt. 3v) -De Hedendaagfche Gefchiedenis van Spanje, die met de regeering van Ferdinandde Catholyke een aanvang neemt, welke onder zynfceprer alle de Koningryken, Landfchappen en Volkplantingen die tot Spanje behoorden, verèenigde, en 'er een magtige Alleenheerfching van fmeede. Dit laatfte Tydvak dat ?>l5 Jaaren bevat, en tot op hetloopendc Jaar 1789 voortgaat, bevat de naavolgende merkwaardige regeeringen, als van a.~) Ferdittand V., genoemd de Catholyke. bfi VI Koningen uit het huis van Oostenryk, te weeten: Philips I. 0f de Schoone, Zoon van Keizer Maximiliaan I. c. ) Keizer Karei de V. d.) Philtppus II. Philippus III. ƒ.) Philippus IV. g.) Karei de II., en voords van drie Koningen uit het Franfche Huis. h.) Philips de V. /.) Ferdinand VI. k.) Karei de III.; en /.) de tegenwoordig regeerende Koning Karei. IV. Men moet ook in deeze laatfteTydverdeeling aandagtig opmerken, hoe veele Wingewesten in Africa, Italië, de Nederlanden, enz. aan de Spaanfche Monarchie gehegt zyn geworden; hoe America ontdekt, en onder de beheerfching van Spanje gekomen is,  GESCHIEDENIS. 297 is, benevens verfcheidene andere zeer merkwaardige voorvallen. V. De Geschiedenis van Vrankryk. De Hiftoriefchryvers welke met M. de Mezeray gelooven, dat de Romeinen het eerst den naam van Gaulen aan de uitgeftrektheid der Landen, die tusfchen de Alpen en Pyreneefche Gebergten, de Middellandfche Zee, Oceaan en Rbyn gelegen zyn, gegeeven zouden hebben, febynen minder grond en bewyzen ten voordeele van hun gevoelen te hebben, dan zy, die ftaande houden dat dit uitgeftrekte en fchoone Land , reeds van den vroeglten ouderdom der Waereld af, zeer bevolkt geweest is, gelyk dat uit de oude overblyffelen niet onduidelyk blykt; dat dit Volk waarfchynlyk voor de tyden der Romeinen reeds een naam gehad heeft, dat zy zig Qalli noemden, dat deeze Ga/li, tot hunnent te zeer benaauwd, de Alpen overtoogen, by den aanvang der Romeinfche Republiek, en een gedeelte van Italië befloegen , 't welk daar van daan genoemd werdt Gallia Clfalpina; dat zy zelfs hunne Volkplantingen tot in Azia overbragten, waar zy een Land bewoonden dat Gallatie genoemd werdt , een naam die de Grieken aan de Gaulen gaven, en dat dc overige gedeelten zig naar Duitschlaud, aan deeze zyde des Rhyns , verfpreiden. Wat 'er van t 5 zy>  25? HEDENDAAGS CHE zy, immers men kan de Gefchiedenis vaB Vrankryk in verfcheide Tydvakken verdeden; welker voornaamfte door merkwaardige ge. beurdtenisfen gekenmerkt, en dus zeer gefchikt zyn, om het geheugen van ben, die in deeze Gefchiedenis ftudeeren, te onderfteunen. Het eerfte Tydvak bevat, de aloude Gefchiedenis der Gaulen , tot op den tyd dat Julius Ccefar de verovering van dat Land ten einde bragt, omtrent 48 Jaaren voor de geboorte van den Zaligmaaker. Het tweede Tydvak bevat, den tyd dat Gallia onder de beheerfching der Romeinen bukte , tot dat de Franken 'er in vielen , en 'cr zig volkomen in gevestigd hadden, dat omtrent 4co Jaaren uitmaakt. Het derde Tydvak dat omtrent het Jaar Cbr. 4t2 begint, vervat de vestiging der Franken Hl Galliën, en loopt flegts tot op het Jaar 420. Sedert dien tyd werdt het Koningryk Vrankryk geregeerd door Koningen die uit Doorlugtige Stammen (Races) voortgefprooten waren. Deeze Stammen zyn ten getale van vyf, en vormen hier zo veele juist verdeelende cnklaare afdeelingen der Gefchiedenis van dit fchoon e Koningryk. Het vierde Tydvak bevat, de Gefchiedenis van Vrankryk onder XXH Koningen van den Mc-  GESCHIEDENIS. 299 Merminfifchen Stam , federt Koning Phara. mond l. , te weeten , federt het Jaar 420, tot op het Jaar 752, dat Childrik III. naa den dood van Karei Martel, van zyn Staaten verftooken verklaard , en Pepin in zyn plaats verkoozen werdt. Dit Tydvak behelst 332 Jaaren. Het eerfte Tydvak behoort tot de oude Hiftorie; het ide, 3de en 4de, behooren tot die der Midden-Eeuwen; het 5de, en alle de daaropvolgende, tot de Hedendaagfche Ge. fchiedenis. Het vyfde Tydvak behelst de regeering van XIII Koningen van den Caroiovingifchen Stam, federt Pepin le Bref, tot op Lodewyk V. gezegd de beuzelaar, dat is van het Jaar 752, tot op het jaar 987 , geduurende 235 Jaaren. Het zesde Tydvak behelst de Regeering van XIV Koningen uit den Capetifchen Stam, federt Hugo Capet, tot op Karei IV. of de Schoo. we, dat is federt het Jaar 987 tot op 1328, geduurende 341 Jaaren. Het zevende Tydvak behelst de regeering van XII Koningen, van den Valais-fchen Stam, of uit het Huis van Valois, federt Philips VI. van Valois, tot op Henrik JU., dat is federt het Jaar 1328 tot op 1589, geduurende 2öi Jaaren. Het agtfle Tydvak behelst de regeering van IV Koningen, van den Bourbonjchen Stam, ot  3C0 HEDENDAAGSCIIE of het Huis van Bourbon, federt Eenrik IV. gezegd de Groote, tot op Lodewyk XVf., dat is federt het Jaar 1592 tot op den tyd dien wy bekeven, en dus eenïydruim van 197 Jaaren; waar in de onlangs beroepene zeer aanmerkelyke Algemeene Staatsvergadering, en de onlusten die Vrankryk heden ten dage vcrdeelen, benevens de groote omwenteling in het Staatsbeftuur, waar aan thans met zo veel yver gearbeid wordt, een zeer opmerkenswaardig deel uitinaaken. VI. DeGeschiedenis der Kokingen van Bourgonjs , die niet alleenlyk bepaaldelyk verbonden is met die van Vrankryk en DuitschJand, maar zig ook tot in Spanje en de Nederlanden verfpreidt, enz. Men moet hier zorgvuldiglyk onderfcheiden: a.~) de Koningen van het eerfte Koningryk Bourgondi'èn, en zig herinneren, dat ten tyde dat de Wandaalen, Sueven en Alaanen , Duitschland verlieten, den Rhyn over kwamen inGallië, zig de Bourgondiërs onder hen meede bevonden , zig nevens den Rhyn nederzetten , en vestigden aldaar eenKoningryk, dat 128 Jaaren geduurd heeft, van het Jaar 486 tot op 534, en dat tegen zyn einde, het Hertogdom van Bourgondiën, het Tranche Comtê, het Dauphind en Savoyen bevatte. Onder V Koningen, te weeten: ï.Gondicarius; 2. Gonderic en Chilperic, Gebroeders; 3. Gondehaut, Godege/ele, Chilperic ep Coh-  GESCHIEDENIS. 301 Gmdemer, vier Gebroeders; 4. Sigismundas en 5. Gondemer, die van het Ryk beroofd werdt door de Opvolgers van Clodomir, Koning van Frankryk, waar door zyne Staat aan Frankryk gehecht werdt- b.) De Koningen van Bourgondién over den Jura , een Gebergte tusfchen Vrankryk en Zwitferland lla Bourgondie Trans. Juraney, men zal zig wel herinneren, dat omtrent het Jaar 888 , naa de ontthrooning van Keizer Karei de Dikke, Raoul of Rudolph , Zoon van den jongen Conradus , en Kleinzoon van Hugo, het Land tusfchen Monfjeu en de Alpen bezat, dat nu Savoyen en Zwitferland genoemd wordt, en dat hy zig te St. Maurice, in Valois, tot Koning van Bourgondién over den Jura, liet kroonen. Dit Koningryk duurde 145 Jaaren onder IV Koningen, te weeten: 1.) Raoul L 2.) Raoul IL 30 Conrad, en 4.) Raoul III. genoemd de Beuzelaar. Conraad hadt by zyn Koningryk nog dat van Arles gevoegd, en Raoul III. zig zonder naakomelingfchap bevindende, liet geheel zyne ryke bezitting aan Conraad II., gezegd de Salier, derwyze dat naa zyn dood dit Koningryk tot die Keizers moest overgaan , welken op Coenraad volgden , en dus een deel van het Duitfche Keizerryk moest uitmaaken. c.) De Koningen van Arles of Provence; Lodewyk de St aamelaar, Ko.  332 HEDENDAAGSCHE Koning van Vrankryk, overleeden zynde, en met dan flegts zeer jonge Prinsfen naagelanten hebbende, (lichtte Bofon, een Broeder van de Koningin Ricbilda, de Gemaalin van Keizer Karei de Kaale, dit Koningryk van Arles Qregnum Arelaten/e), en wierp zig ten KoBajg op. Dit Koningryk was vervat tusfchen de Saóne, de Rhóne en Alpen. Het heeft ei. gentlyk flegts 53 Jaaren geduurd, en niet meer dan twee Koningen gehad, te weeten: 1.) Bofon, die te Weenen door den Aartsbisfchop van Lions gekroond werdt, en 2.^ Lodewyk Zoon van Bofon, die door Berengarius, tl Verona gevangen genoomen, en de oogen uitgellooken werdt; nogthans bleef Lodewyk de Blinde, nog a3 Jaaren lang regeeren, en het een Zoon naa genoemd Karei Conftantyn. Maar dewyl deeze nog zeer jong was, verkoozen de Provenfalen Hugo, Koning van Italië, tot Koning van Arles, 'Er ontllonden heevige twisten tusfchen deezen Hugo en Raoul II. Koning van Bourgondién, edoch, hunne vrienden beflisten dezelven. Raoul Hond het Koningryk van Italië af, en Hugo liet aan hem , in vergelding daar voor, al wat hy in Bresfe, het Vienneefche en Provence bezat, en liet hem zelfs den lytel van Koning van Arles, welk Koningryk toet, gehecht werdt aan dat van Bourgondién over den Jura. Het  GESCHIEDENIS, 303 Het zoude hier de plaats syn, om van de Hertogen van Nermandyën, en de Prinsfen van Orange te fpreeken, maar ons bedek laat die min noodige uitbreiding niet toe, te meer daar wy nu van ter zyde het oog op onze Republiek zullen Haan, wanneer wy in de Gefchiedenis der Verëenigde Nederlanden , toch meede de Prinsfen van Orange zullen gedenken. VII. De Geschiedenis der Ver* eenigde Nederlanden vangt aan, met die Volken, die waarfchynlyk vóór den Gmberfchen Vloed, die in het Jaar der Waereld 3650 voorviel, de Landen tusfchen de Maas en Rhyn bewoond hebben, en die deia naam van Kimbren of Cimbren voerden; inaa deezen grooten Watervloed, die deeze Inwoonders noodzaakte om het Land te ruimen; namen naa verloop van eenigen tyd, en wel honderd Jaaren vóór onze Tydrekening, de Batavieren 'er bezit van, dit was een Volk dat uit Hesfeniand overkwam, dewyl zy aldaar met de Katten, hunne Naabuuren in verfchil geraakt waren ; dat hen noodzaakte om te verhuizen; naa dat zy nu eenigen tyd, alhier vreedzaam, onder het beftuur van een Vorst, ■en eenige van deszelfs Raaden , (door de Romeinen Comités of Verzellers genoemd, van waar de naam Conus voor Graaf afltamt) ia  304 HEDENDAAGSCHE in tyd van Vrede, en in tyd van Oorlog, onder dat van een Heirtochtenaar (Hertog'), gewoond hadden , floegen de Romeinen, die geenen Nabuur met rust konden laaten, hun begeerig oog op het Eiland Atv Batavieren, alzo na hunnen eerften Vorst Bato, of, volgends anderen, na Bat-auwe of beeter grond, dan dien zy te vooren bewoonden, genoemd. Julius Ccefar taste dus ook wel haast de Batauwers of Ba» tavieren, met zyne wapenen aan, en het gevolg daar van was, dat dit ftrydbaar Batavisch Volk , het zo verre bragt, dat de Romeinen hen niet als overwonnen Volken, maalais Broeders en Vrienden des Roomfchen Ryks , aanmerkten; als wanneer zy ook den Romeinen in hunne Oorlogen onderfteunden, en de beste Lyfwacht des Keizers uitmaakten; dit duurde zo lang tot Gaiba dit volk begon te onderdrukken ; waarom Ciaudius Civilis, te dien tyd Veldheer der Batavieren, wiens Broeder door Gatba's last onthoofd was, de wapenen tegen den Keizer opvatte, en ook zo gelukkig ftreedt, dat by de Romeinen noodznakte , het verbond, na genoegen der Batavieren te hernieuwen. Sedert hebben de Batavieren het Land vreedzaam bezeten , tot dat in den [aare Christi 253 de Franken in Bataviën vielen ; wanneer de naam van Batavieren allengskens verfmolt, tervvyl in 't vervolg de Aiemaanen,  GESCHIEDENIS. 30$ Saliers, Chamaven, Quaaden, enz. zig met de eerfte Inwooners des Lands vermengden, en geduurig met de Keizers in Oorlog waren, tot dat eindelyk Keizer Valentiniaan, dit Volk geheel aan zig onderwierp; maar naaderhand kwam 'er weder een vloed Sneven, Her uien , Sclaven en Wïlten, al naabuurige Volken, deeze Landen kwellen, terwyl inmiddels de Franken meer en meer aanwiesfchen; die ook eindelyk de overhand op deeze andere Volken bekwamen , en het Land door hunne Koningen beftuurden. Wy kunnen dus befcheidentlyk alhier de Gefchiedenis beginnen te verdeelen, en wel L Van de aankomst der Batavieren tot op de Koningen der Franken. II. Onder de Frankifche Vorften, als i,)C/ovis, de eerfte Christen Koning; zyn Zoonen, als 2.3 Theoderick, en voords 3.) Theodebald, 4.) Tneodebert, en 5.) Clotaris, 6.) Sigebert, 7.)ChildeijertlL, 8.) Sigebertll.9 9.) Dagobert II. en 10.) Iheodorick; in wiens tyd Rad' boud, de Koning der Vriefen, benevens zyn Volk, Christen wilde worden, maar gedoopt zullende worden, den doop weigerde, II.) Karei Martel bragt hen egter tot gehoorzaamheid, en liet by zyn affterven in 741 het Ryk en deeze Landen aan zyn beide Zoonen 12.} ZESDE AÏDEELIKG. V Car"  3o5 HEDENDAAGSCHE Carïoman en u.) Pepyn, welke laatfte jn 754 overleeden zynde, het Pvyk op 14.) Karei de Groote verviel, die, of zo als anderen willen, zyn Naazaat Karei de Kaale, hier te lande Graaven aanftelde, om het Land tegen de invallen der Noordfche Volken te verdedigen. Dit gebeurde in den Jaare 863. lil. De derde Tydverdeeling befchouwt dus bet Land onder het beftuur van XX Graaven Bit het HÖJlaudfche Huis; IV uit dat van Henegouwen ; IV uit dat van Beieren, III uit dat van Bourgondién, en eindelyk V uit dat van Oostenryk, dus tc farnen een getal van XXXVI Graaven uitmaakende , die dien naam van den Jaare 863 tot op 1648, wanneer dc Staaten met den Koning van Spanje een eeuwigen Vrede flooten, en dus een tyd van omtrend 800 Jaaren kunnen gezegd worden gevoerd te hebben. De Graaven uit het Hollandfche Huis waren Dirk ï., Dirk II., Amout, Dirk III., Dirk IV., Floris I., Geertruid en Robbert de Vries , Dirk de V., Godevaart met den Bult, Floris de 11. of de Vette, Dirk VI., Floris lil., Dirk VII., Ada, Willem I., Floris IV., Willem II., Floris V., en zyn Zoon Jan I., dit Tydperk duurt van den Jaare 863 tot op 1299, als wanneer Jan de I. aan den rooden loop overleeden zynde, zyn Voogd Jan van Ayen'  GESCHIEDENIS. 307 Avenues, Graaf werdt, en het Graaffchap in het Huis van Henegouwen deedt overgaan. De Graaven uit het Huis van Henegouwen, waren Jan II. van Avennes, Willem de Hl. of de Goede, zyn Zoon Willem IV., en Mar garetha van Henegouwen. De Graaven uit het Huis van Beieren waren htm Zoon Willem V.,in wiens tyd deHoekfche en Cabbeljaauwfche Kryg voorviel; Albrecht, Willem VI., Jacoha van Beyeren , welke Tydverdeeling duurt tot op het Jaar I433, als wanneer Philips van Bourgondién, een Oom van Jacoha, ten Graaf gehuldigd werdt, en het Graaffchap dus in het Bourgondifche Huis overging. De Graaven uit het Huis van Bourgondiër waren, deezen genoemden Philips I. of de Goede, Karei I. oï de Stoute, Maria, Maxiliaan en Philips If. de Schoone, en Karei de V. die de Nederlanden aan zyn Zoon Philips de II. afftond, geduurende welks harde regeering, de Nederlanden van het Spaanfchc Ryk afgefcheurd werden,wanneer de zeven Provintiën , in den Jaare 1579, te Utrecht, eene Unie of Vèrbiirdtenis floten, waarby de Republiek zig ontfloeg van Spanje, en heure Regeering, onder beftuur der Staaten Generaal bevestigde ; terwyl de toezigt of het beftuur der Krygsmagt aan den Stadhouder bevolen werdt. V 2 Dus  So5 riEDENDAAGSCHE Dus kan men zeggen, dat alhier van de zyda des Lands, het Graaflyk beftuur eindigde ; fchoon de tytel van Graaf van Holland, nog door de Spaanfche Koningen gevoerd werdt, tot dat Phiiips de IV. Koning van Spanje , ten tyde van den Munfterfchen Vrede, Ao. 16=18, geheel van dien tytel afzag. De FVde Tydverdeeiing brengt ons de Stadhouderlyke Regeering voor oogen, die met de Unie van Utrecht kan gezegd worden begonnen te zyn, en tot op den heedigen dag duurt. Men telt tot heden agt Stadhouders, welke alle den tytel van Prinsfen van Orange gevoerd hebben, als afkomftig van Rene de Chalon, Prins van Orange, zy zyn : Willem I., Maurits, Fredrik Hendrik, Willem II., Willem III., Jan Willem Frifo, die egter flegts Stadhouder van Vriesland was, en aan den Moerdyk verdronken is, en zyn Zoon Willem IV7., wiens Zoon Willem V. thans de Stadhouderlyke waardigheid bekleedt. Ik kan UL. niet meer van de Gefchiedenisfen der Verëenigde Nederlanden, zoo ik myn beftek niet te buiten wil gaan, hier melden; maar zoo ge in een beknopt beftek de geheele Gefchiedenis onzes Lands, zo wel Chronologisch als Hiftorisch wilt behandeld zien, zo gebruik het kleine Boekjen, genoemd de Vade r-  GESCHIEDENIS. 309 derlandsche historie in themata, in het welke dezelve tot op deezen tyd toe, volkomen vervat is (*). Leonard. Wy zullen het gebruiken om 'er deeze Schets meede aantevullen, op die wyze gelyk wy met de andere Gefchiedenisfen gedaan hebben. Ernestus. Gy zult daar zeer wel aan doen, en op deeze wyze veel in de Gefchiedenisfen vorderen; inmiddels kunnen wy ten fpoedig. Hen tct de Republiek van Zwitzerland overgaan. VIII. De Geschiedenis van Zwitserland, of der XIII Cantoris, lydt de naavolgende verdeelingen. De Volken welke men thans Zwitfers noemt, waren oudtyds Helvetiers, en hun Land Helvetia geheeten. Zy dceden omtrent 56 Jaaren vóór de Geboorte van J. Chr. een inval in Gallia; maar de Gaulen, den Romeinen te hulp geroepen hebbende, verjoegen niet alleen de Helvetiërs, maar (*) De gelieele Tytel van dit Wcrkjen, dat by den Uitgeever deezes meede uitgegeeven wordt, is: De Vaderlandfche Hijioric inTkemata, vervattende, in eene zaakelyke en bekmpte orde, alle de yoornaamjle Gebeurtenisfen , die, van den aanbeginne des Lands, tot heden toe, in ons Vaderland zyn voorgevallen. In 8vo. Welk Werkjen men meede met een keurig ftelletjen van XXIX Kunstplastjens verfierd, bekomen kan. V3  3ï° KE DEN DAAG SC HE maar onderwierpen dezelven ook ten eenemaaJ onder de beheerfching van den Romeinfchen Senaat en het Roomfche Volk. De Hoofdftad van hun Land was te dien tyde Aventkum genoetnd, en was flegts een klein Stadjen, dat tegenwoordig Wiflesburg (Jvenches) genoemd wordt, by de Stad Freiburg, in bet Canto» van dien naam, gelegen. De aanmerkelykfte Tydvakken der Gefchiedenis van Zwitferland naa dit eerfte Tydvak zyn: 1. ) De tyd dat de Helvetiers zig aan de Romeinen moesten onderwerpen. 2. ) De tyd waarin het grootfte gedeelte van Zwitzerland, in de magt der oude Koningen van Bourgondién overging. 30 De tyd waarin, naa de verdelging der Bourgondifche Koningen, Zwitferland tot eca Wingewest van Vrankryk gemaakt werdt. 4. ) De tyd waarin Zwitferland aan het Koningryk van Lotharingen gehecht werdt, 5. ) De tyd waarin Zwitferland een Wingewest van het Duitfche Keizerryk begon uitte» mnaken. 6. ) De tyd, dat dit Land een deel van het Koningryk van Arles (Regnum Areohtenfe) werdt. 7. ) De tyd, dat dit Land onder de beheerfching der Duitfche Keizers verviel. 8. ) De tyd, dat Zwitferland dit juk aflchiul- de,  GESCHIEDENIS. 311 de, als wanneer de Cantons, in 1349» zig *e zaam verbonden, en een Gemeenebest uit■maakten. 9O De tyd die 'er federt deeze onderlinge verëenrging, der XIII vrye Cantors, tot op beden verloopen is, by het welke men nog voegen kan. 10. ) De Gefchiedenis van het Land der Graauwbunders, en 11. ) De Gefchiedenis der met de Republiek Zwitferland faam verhonden Landen ; en eindelyk: 12. ) De Gefchiedenis van de Stad en het Ge* meenebest van Geneve. IX. De Geschiedenis vanItalie, federt Karei de Groote, dat is, federt het begin der IX Eeuw tot op heden, in deeze algemeene Hiftorie van Italië, moeten wy op deeze byzondere Gefchiedenis het oog vestigen. 1. De Gefchiedenis der Pausfen, in betrekking als Waereldlyke Vorften en tydelykeOppermagten, befchouwd. 2. . van het Koningryk van Sar- diniën. 3. __—— Napels. 4. ■ Sicilicn. 5. Corfica. 6» 't Groot Hertogdom Tos» caanen, en dat van Florence. V 4 7. De  Si2 HEDENDAAGS C HE 7- De Gefciiiedenis van de agt voornsarade Heri tog- en Prinsdommen, als: van de Hertogdommen Savoye en het Graaffchap Piemonr *0 Milaan. c.) Montferrat. 2494  C 12 ; Jaaren der T Waereld. Jaaren voor de gem. 2494 Amenophis, fommigen houden deeS'S' voor den Pharao, die in de Roode 5 Zee verdronk, doch anderen houden 'er den volgenden voor. 2513 S es os tris, geduurende zyn Regeering, 1401 fchryftDioDORus de Siciliaan,was 'er eeneongewooneEb in de Roode Zee; men houdt Jaartelling. 3049 Z ar a oorloogt tegen Aza, Koning van o5S Kysis was een blind Vorstander zyn Regeering trok Sae^us, Komng. vin Ethiopië, in Egypten, en vermeesterde het zelve i doch keerde weder naar zyn Land, en liet den Throon weder aan Akïsis over. , . „sn sethok, deeze Koning werdt door 724 Ezechias, in weerwil der vermaamng van den Propheet Jeremias, tegen SENNACHERiR,te hulp geroepen. go Tharaca regeert achttien Jaaren, 70S 3 naa zyn dood is 'er een Regeenngloosheid van twee Jaaren. Ille. Tak. ; ; ; • 3004 1042 X. , fchen. 1056 Noach. . y •> ; . Seth fterft. " ' 29^ _n4° ......... Enos fterft. 28Ó4 1200 . 2S04 "35 Kenan fterft. 2769 I29° • • *..... Mihalaleël fterft. 2714 T400 • • • • ' • '. .' .* .' '.'.*.'.". IfoT Noach ontfangt het gebod om een Ark, of Schip, te Jered fterft. 2582 *536 bouwen, waar aan 100Jaaren lang gebouwd werdt, 2.j63 zy befloeg 300 elleboogen in de lengte, 50 inde breedte, en 30 in de hoogte, en derzelver ge- 8 . _ heele inhoud was 675000 voeten. , 1 ' ' \ ' ' ' * 'j 1 '_■ '. " " « ' Methufaiah fterft, oud 069 f2404, l6S« • ■ ■ I . . . Zondvloed QQmuijmiiO. Jaaren. ™" | ^4* Geduurende dit Työperir is Caïn, door j,amert, die Heat voor een wild Sier aanzag. ver(Iazen OokheeftC^ een Stad gebouwd, diehy, na zyn Zoor, .Hunoch noemde; voordsis de YzJSeS i°n%ïl ÏTS en,netfpeelen op Inftrumenten, tevens met het maaken derzelve, door JwS ZZiïïLEd1* °°kIale Weetenfchappen en Kunften, door welkers behulp dei m7c« S. bouwd worden, mede in dit Tydperk uitgevonden moeten zyn geweest. Henoch wordt door God  tl«. TYDPERK. Van den Zondvloed ió"56,,tot op Abraham 2040. .Bevattende 384 Jaaren. !Sem valt Azia, van denEuphraat tot den Oosterfchea Oceaan, te beurt. LUarn, onttangt Syne, Egypten en geheel Africa. Japhei valt ten deel Africa, van de Rivier de Euphraat tot den Tanais en geheel Europa. "der VV Aartsvaders. Asfyriers. Sicyotüers. Cememde Aanmerkingen. vóór XII. I Chrisr. I($--8 Arphaxad. De Sicyoniers worden be- • Mesraïm, of Menes, zoon 234$ r6pg XIII. kend, een volk woonende I van Cham, vestigt zig in Egyp- 2311 ,. " balein. op het Eiland Morea. Ook ten, en geeft het Land zynen • j-co XIV. ifte. Staat der Asfyriers, on-genoemd Peloponefus, 11a naam. 2304 .1,, [-leber. der onbekende Koningen, totPelops, die uit Phceniciëa 2281 ' XV. ip de Cbldee'n. jgeftevend, daar een Volk- l757 Phaleg. (planting fticht», rje Daani pf,aleg betekent ver- 2247 j XVL . . . . .- • 1 .• • deeling, dewyl geduurende zyn 2233 j-8/ 3.ehu. Belus, of Nimrod, zoen j leven, de bovengenoemde ver- 2217 ■ van Chus, Kleinzoon van deeling der aarde, onder Noachs , Cham, bouwt Babel. . Zoonen, gefchied is. . 1g00 . . . Vervolg der onbekende Ko- "ifte. Staat vanSicyonièon De Toren van Babel wordt 2204 ungen, fints Nimrod tot op der 26 Koningei, federt Egia- gebouwd. Ie Chaldeeuwfche Vorften. leus, tot op let einde der Verwarring der fpraaken. jgoo . • • Deeze Staat duurt 471 Jaa-Regeering van Zeuxippus. . . . . . 2I9S 1816 XVII. en- Een nieuw Koningryk ontflaat 2188 i3i9 Sarug. ..... .... in Egypten. 2Ig5 1820 j XVIII. • • • ...... 2184- 184.9 ,Nachor. ..... . . 2155 1878 ! XIX. ..... ..... ..... 2T26" ié98 Tharach. *j, . 2006 . _J . . . . ... Egialeus. ... . . . . ipco I . . . • •' • « ..... . . . , 2104 1920 ... li- De Koningen Herders, of No- 2084 1950 ... - '. - • • • . Europs. maden, vestigen zig in Egypten. 2054 1994 I . . IU 2010 1995 .Phaleg fterft. Telchin. 2009 1997 Nachor fterft. ..... j ■ ï • * 2007 . ... ...... ..... Het leven der Menfchen wordt ■ 2000 Noach fterft .... . meer dan drie-vierden vermin- 2004 200Ó .oud 950 Jaaren. derd. 1998 XX. 2008 'Abraham. IV, 1996 ] 2015 / . ) hj>\t, i08p £040 I . . . | Thelxion. ipfy Geduurende dit Tydperk ontfangt de Taal, die Hebers naageflacht, naa de verftrooijing der fpraa. lten behoudt, den naam van Hebreeuwsch. De Jagt en Vogelvangst wordt door Nimrod eerst geoefend. De Sterre- en Wiskunde leert Abraham van de Chaldeën, in de Vuurftad Ur. Zoroaster, Koning der Baftrianen, vindt de Natuurkunde (Magia) uit. ■ De Kinderen van Noach be¬ volken de aarde. F om fticht het Keizerryk China. De Pyramiden van Egypten worden gebouwd.  ÏÏiJe. T Y D P E R K. Van Abraham 2083, tot op Mofes 250'. jacren Beflaande een tydruim van 424 Jaaren. voorde _ Gem. Jaaren ETydre. Aartsvaders. Asfyriers. Sicyotiiers. Argiers. Atheenen. Gemengde Aanmerkingen. kenlnS 3084 Abraham komt ...... Stevenen uit Phe . . . Verfchil tusfchen de kneg- 1920 ter oorzaake niciën, en zetter ten van Abraham en van van den Hon- zig neder in het Lot. Apophis of Pharao gersnood af Noorderdeel var regeert in Egypten. 2001 naar Egypten. 6 het Eiland Mores . . . Inltelling der befnydenis. 191$ Hy redt Lot " Egidrus leeft 34Jr. of Peloponefus. Melchizedee zegent Abra- uit de hand hiln* zyner vyanden , . en verflaat 10 7. -* aioo Koningen. . . . Thurimachus 45. • • • • • i°°4 XXL L 2io3 Ifaac tnachus 50. . . Sodora, Gomorrha, enz. 1896 SI47 8. verSaat' !8q^ 2,48 XXII. . . . Leucippius 5;. ^ H. • • • X • - • . • 2168 Tacob. . . Phoroneus 60. . . . Thetmofis.of A mafts,xsgztn 1836 21g0 . in Egypten, en verjaagt de 1824 < ' ' Koningen Herders. ■ 22CO \ 9' Zondvloed van Ogyges in 1804. 2208 . . . 2de, Staat van Mefapus 47. ^. • _ * . 334a Jacobkrygt de Lfyrien onder . ?e Egypnfche Dynastiën of 1762 sa+5 overhand op rChaldeew- . . . I»- . • • Landvoogdyen beginnen. 1759 2258 Efau. fche Koningen. . . Apis 3S- . • ■ Apis de Koning der Argiers, 1746 2*89 Jofeph wordt „4 Jaaren. 10. wordtin Egypten onder de 171S 9 /nEgyptenge- "4 J Eralus 46. „ van een S"er aan vangen. IV. geoeueu. ^ ' ... Argus 70. ... {jjer begint de zevenjaarige 170? «98 Jaèob trekt" '. \ \ * '. '. '. hongersnood over Egyp-.en, 1706^ " naar Egypten. enz- 2300 ' • • * 2315 Jacob fterft In ' * ' ' löbs> Egypten. n. . 2317 ... ... piemneus 48. „. , v- • • • ' [ ' 16*1 «3é3 ... ... 12. Criafis 54- • r' ■ ' ' 4 Orthopolis 63. . Z369 fofeph fterft • 5 ' 1033 naa 80 Jaaren in Egypten ge ƒ leerscht te j ƒ hebben. . _ 1 saoo \ i vi. . 1604. HT7 '. '. \'. \ . \ ". * . Moto» 35. \ ... I . . • -1 1587 / . . hfamhon330. [ • • • } . . . [Ramefus Mismus, Pharo l 157/ * ' .'.i,nlr ' ........ van Egypten, verdrukt de 1574 5430 v.T«!!snnr ' " ' «4. VII. i. Iftaëliten. 157T 2433 Vlofes geboor. . . . Mmt^*ao. Triopas 46. Cecrops 50. . . . 1556 aléfi . . . 3de- Staat der i5« • „•, ' • • „ , • 1 / , ,* , 1538 -Y" Asfvriers onder Echireus 55. VIII. 2. De Areopagus, of rechtbank 1507 ' 6 ArabifcheKo- • • . Crotopus 21. Cronaus 9. in het veld van Mars, wordt 2c0C . . . ningenduurt27i , ,.3- te Atheenen gefticht. f1504 2507 . . . Jaaren. ... . Amphiétion. 10 «1497 Geduurende dit Tydperk verreist Abraham van Ur naar Canaa'11, doch moet, wegens Hongersnood , naar Egypten trekken God bevee't hem zyn' Zoon lfaac te offeren. Sodom en Gomorrha, enz. worden door 'tHemelsch vuur verteerd. De vier Dynastiën of Prinsdommen van Egypten, zyn: Thebe, Thin , Memphis en Tanis. Met het Jaar 2160 Tofephsfterfiaar, eindigthet eerfte boek van Mofes, genoemd Gene/is. De 10 Koningen die Abraham verwon, benevens dtn Koning Kedorlaomer, den Koning der Llamiten, enz. bewyzen, dat 'er buiten Egypten, en de overigs hier gefielde Ryken, reeds nog andere Koningryken waren; egter fommigen beweereu, dat dit flegts kleine buurten of famenwooningen van zeer weinige Menfchen, even als Dorpen geweest zyn.  IVJe. TYDPERK. Van Mofes 2513, tot op Jephta en het Beleg van Troije 2817. Jaaren pen tydruimte van 304 Jaaren. G°e°^ !™re" « , Tydr'e- der Wf • ! kening. Rechters Aspiriers f Sicyonièrs. Argiers Atheeners. | Troijaanen. Gent. Aanmerking. I. ' Vervoig des der- IX. De tien plaagen ■ 4q$ "2600" .' ! ! ! .... 3. „ 6- 3. 1. Staat der Lace- 1404 „6o7 ip. A^as 23> Ereéteus 50. Tros 70. dajinoniers in 2633 '397 ~nf.-o ', '. . Sicyon 45. 4. 7. ... duurende 269 Jaa- 1384 26^3 V. iPretus 19. Qecrops ir. ren. 1365 ï66i Eglon Tyran .1 5, . . . »34J „Ó79 VI. ....... .... Acrifius3i ... 1 1325 Aod. Einde van't 8. 4. Beginfel van'tKo. 2682 .... Bel regeert in 20. Koningryk Pandion li. Ilus 54. ningryk Mycene 1322 Babyloniëa naa Polybus 40. Argos in 2693. in 2692. VII. de Arabieren. I a6oc Jabin Tyran. . . ; . . y. . • . • 12°5 _ .... Ide.MoKARCHrE.. 11. .... Q. 5. Picus Ifte. Koning • 2-00 VIII. 4.üïaat d«r As- Janiscus. ai. Egeus48. Laoniedon jö. van Latium 2708. 1304 2719 Debora. fyriers , onder de .... .... .... . . . 2. Faunus 2745. 1285 9. Asfyr. Kon. in Stichting van de 2752 , OeMadianiten 2737, duurt 520 . '. . . .... * Stad Tyrus. !25* Taaren. X. I. ' 2759 Gideon. Ninus. . 22. • • . . '• *. . . ... 1245 XI. . Phestus 8. Thefeus 30. {Abimelech.. I XII. II. 3> Latinus regeert 2772 Thola SemiiiniisAï. 23. ... . . . . 6. m Latiura 4789. 1232. XIII. Adrastus 4. Priam 4©, Paris fchaakt He- 170? faïr. < • . . . . . lena, de Vrouw 1209 14. van Menelaus. 8799 : DePhiliftynen. . . , . . ... ... . ... . . Het Koningryk der 1205 : 11. [ Lydiers begint • 2?oo ^Ienefteus23. . . . [2781. 1204 2810 Einde van het I . . . l Beleg van Troije. 1194 XV. ƒ Koningr. van I ) 2817 j Jephta. j . . « . Sicyonië. ... s | ... 1187 • Geduurende dit Tyiirak is in *t Jaar der Waereld 2513 , de Wet op Stoa? gegeeven, in 2553 fterft Mofes, oud 120 Jaar», hier eindigen de Vyf Boeken Mofes; 2570 fterft Jofna; in 2744 bouwde Laomedon de Stad Troije; in 2810 werdt Troije belegerd, om de fchaking van Helena, Dogter van Tyndarus, en Vrouwfan Menelaus, Koning der Spamanen, door Paris, Zoon van Priam, Koning der Troijaanen; dns moet men in deezen tyd rangfchikken, alle de Helden by Homerus geboekt, als zyn Achïlles, Koning van ThesfadS, Agamemnon, Koning van Mycene, Utysfes, Koning van Ithaca, Nestor, Koning van Pylos, Heclor, Zoon van Priam, enz. gelyk ook hieromftreeks moet gegeplaatst worden de Gefchiedenis van Thefeus, van Perfeus, Andromeda, de tocht der Argosvaarders, Jafon en Medea, Minos, Rhadamantus. Ca%tor, Pollux, Enaas, Sarpedon, als ook de gefchiedenis vau Oedipus, benevens zyn Zoonen Eteocles en Pplyniees, ge/yk mede de belegering der Stad Thebe, het onderwerp van den Zang van Statius.  vide. tydperk. i Van de Inwyding van Salomons Tempel 3Q00, tot opjoathan 3249. 'jaaren Jassen En dus 249 Jaaren. [voorde oer W _____ IGem. . —— — — Jaarcel* Koningen v.Juda.\K»ningenvJsraH Asfyriers. lydiërs. Lacedamon. \ Atheeners. f Latynen.. 3000 Salomon wydt | X. den Tempel in. ... ... Capeius 24. 1004 3013 De Koningin van . . . Vervolg van Vervolg van Vervolg der Vervolg der s*\nmnn scheba bezoekt het ydel van den eerften Heracliden. altyddufrende v ,X „t " Sa!omo"V 406 J«ren. Staat der Ly Archonten. AfoSJf n , lv- J I. diers. &^aety. 30:9 Lvoboam 17. Jeroboam ca. vT S°3' * v.• - : C*P" *S- 9$ 3046 Abia 3. VI. - } j ' * * • • ' 955 3049 Afa 41. 2t 3°5° • • • Nadab l ....... . . . . . lil 3°f • • • Baafa- • • ... XII. 9<3 *005 * * ... CapetusII.13. 939 3'V4 • • • |Ela 2. ....... ...... . . . P30 S°75 * • • Zambri 7. ... ... ... 923 6' XIII. 3°<78 ' '• * Amri 12. ... ... Tiberinus 18. 925 g_ joraphï 25. Achab . • • ; • ♦ • A^°- ;;j 1 8. ..... 31=0 • « • OchoQiS 2. , . ; . . ; . 904 pt 'viii. JoramL : * ::: :: ;g 3112 [oraai-ix. • K. 3119 Ochofia» 1. Jehu. . . : , . . . . , , ... . .. SS; XV |IS6 Ioas 4°- ... ... Arenralusip. 878 fa45" • • • n. ... XVI. 859 ~H*> ' - ' Joachas 17. .... ...... nide. Staat van Aventinus 37. 855 - vr _ IS- ƒ Tyrus, onbe 3163 XI. Joas 16. kend geduu- ... 841 3165 Amauas 29. ï3. IIIde. Staat der fende 2SOTaa. ... 839 3i<58 • • • Jeroboam II. .... ... Lacedsemon. in ren. XVII. 836 3i82 XU. <• .... ... 3170, onder de . . Procas 23. 822 3194 ülias 54. ... Koningen ge- Pygmalion en .... 810 ■ duurende 80 Dido. XVIII. 3200 ..." } . . .... ... Jaaren. De eerfte Numitor. W>5 ... H. Olympiade XIX. 804 3J32 «. Zacharks. Lycurgus. neemt een aan Amulius 44. 79^ 15. vang 3238, Romulus en 772 Selïum. herfteld door Remus wor- 16. Sardanapalus Ipbitus. den gebooren 3233 • : Manasfeh 10. laatfte Koning ... ... ... 3231. 771 1 17. der Asfyriers 3343 . . . Phaceia 2. begint teregee ... ... ... Numitor 761 3245 XIII. 18. ren in 3237, ... wordt door 759 3246 foathan 16. Phacjcus 20. geduurende 20 ... Romulus 758 3249 ... I . Jaaren. ... herfteld. 755 Salomon fterft A".M. 3029. X Stammen vallen van Roboam af, 3050. Jeroboam doet Afgoden oprichten te Dan enEthel!. Achab, getrouwd zynde aan Jefabel, een Dochter van Etobal, Koning der Tyriers en Syriers, doodt Na'ooth, om dat by hem een Landhoeve weigerde te veikoopen. De Propheet Elia» voorzegt zyn elendige dood, sis ook die van Jefabel. Achab fterft in den liryd tegen Jofa. phst 3108. EUfeus leeft ten tyde van Jehu. Arbaees nicht het Koningryk der Meden 3237. Lycurgus geeft zyne Wetten in Laee. dasraon. Dido, Zuster van Pygmjlion, Koning van Tyrus, vraagt zo veel Lands als zy met een Stiershuid beleggen kan, dit worde haar toegeftaan . en zy fnydt de huid in zeer fmalle reepen, ligt die in de rondte aan een , en bouwt op den grond dien zy daarmeede btfloeg, de %tz&Byrza, die naaderhand Carthago genoemd werdt, in A*. M. 3210; of liever, zy fcogt van de Imvooners des Lands dien plek gronds, en betaalde denzelven met lederen Geldfpeciën, waar op het beeld eens Stiers, In bet Phceniciscli Byrza geheeten, gedrukt ftondt. in dit Tydvak propbeteerdea Mozeis, Joël, Araos, Obadi», Zacliarias, Ifaias, Jonas en Micha; ea zongen cok Hf merus en Iküaius.  VIJA TYDPERK. ; . V-an Rome's Bouwing 32.50, tot op Cyrus 34,9» Vervattende 199 Jaaren. jaaren j„„ _ ter. Koningen v.jfuda. Koningen v.IsraH. /hfyriers. 1 Lydiërs. Laced Lydiërs, • • • ' | . * <<3 2. Salathiel. Cambyfes 3468 Laborofoar. wordt door * j S+48 • • • geftorven zynde chod. Cyrus ver- ... ...... ttf volgt Cyrus hen 12. wonnen. ... 3449 - > • op. Belfafar. I , •', ... 555 Geduurende du Tydvak zyn de volgende aanmerkelyke Gebeurtenisfen voorgevallen: Romulus doodt zvn Broe der Remus, en bouwt de Stad Rome. Sedecias wordt in 3416 gevangelyk vervoerd, en de Tempel verbrand Jeremta en Baruc propheteeren deeze omwenteling. Jeremias wordt vergund in Jerufaletn te blvven woonen" waar by zyne Klaagliederen opftelt. Numa Pompilitis voert den Godsdienst by de Romeinen in. Tanaauil Do» ter van Servtus Tulltus, rydt over heur Vaders lyk. Nebucadnefar wordt met wildheid geftraft. BeirJcar'wavAi op een Feest gedood. Daniël propheteert; en Darius wordt, om dat zyn Paard het eerst tegen de Zon brieschte tot Koning verkooren. De naamen der zeven wyzen waren Tkales, van Mileten, leefde ten tvde van Crefat- pn z.Ptttacus, van Mitilene. 3. Bias, van Priene. 4. Solon, vanAtheene. 5- Mifo, Yin Chenes , eene Stad in Lacedasaomen (anderen noemen Periander). 6. Ckohu/us, van Lindus. 7. Uilen, m Sparta of Lacedsernoa.  | VTII^ TYDPERK, Van de Herftelling der Jooden door Cyrus 3468, tot 3800. Dus ^32 Jaaren. fajreu J'> J voor Jaaren . .. de gem. der \V. Jaartei- Veogefriesters. Foorouders J Perfen. \Laced^emon.\Atheeners. \Macedoniers. I Tyriers. j Romeinen 'mg. van J. Chr. f I en gem Aanm. If. " 3. I [/'.Monarchie. Vervolg Vervolg | De Ifte. Staat IVde. Staat I VII. 3468 Tafusofjo- Zotobabel I. der Epho derjaarlyk der Macedo- j van Tyrus on-' Tarquinius 535 fua. herbouwt Cyrus J. ren. fche Ar- niërs, die be bekend, ge Superbus 24. 3J71 , , _ lerufalem. II. ... chomen. gonnen heeft Iduurende 203! 'i'otnyris 533 £475 . ', '. . Cambyfes 7. ... . ■ • met Caranus 'Jaaren, tot doodt Cyrus. 529 UI. 321° > duurt I Alexander de I 3,53 ... Darius I. ... ... iotop Alexan 1 Groote deeze ... 52r Ï495 • • • der de Groote. Stad belegerde.) Ilde. Staat 509 ?>97 , . . . ... ..... . . . . [van Rome, 507 —i \ _J[_. : 1 - i- f ■ ionder de Con . — 3-]co in. 4j, 'V • • .../... 'Mes, duurt 504 3502 Joakiui. Refa. '465 Jaar. Bru- 50a 5. tus. 3511 Joanna' Slag by Tribuni Ple- 493 6. IV. Vhrathon bis ingefteid. 3519 . . . Juda. Xerxes. . . . 3514. ... 485 3«-i ]V. 7. Artaxerxes Esdras her- 473 3542 Eliaüb. Jofepb. \ ■ (lelt de Jood- 462 %. . fche Wee. 3^0 . . . Simei. ... Wet der 454 V. 9. " XII Tafelen. 3563 Joiaaaf. Mathat'as. ... • Oorfprong 441 10. VI. Oorlog te Pelopo- des Room- 3583 . . . Mahat. Xerxes II. gen de A- neesfche feben Rechts. 424 VIL. Itheeners Oorlog te- jjSr Secondianus duurt 27 ^en de La ... ... ... 423 ir. enOchusVIII. Jaaren. cedsmon. . 3600 . . . Hfggd IX. ... duurt 27 Alexander ... De Senoni- 404 VT. 12. Artaxerxss II, [aaren. gebooren te nifche Gaulen 3607 j(nath*n. Helfi. . . . XXX Ty- Pella 3648. . . . vallen in Ita. 397 13. X. rannen re- j jlië gfjii. 304 4 . Nahum. Artaxerxes . . . ^eeren . .-.'[. . . . . . 360 ' . 14. III. Atheenen. I Arcos, VIL 15. a6r* ïad 'us. Mathaöa?. XL . . . 350 $666 \ Arfes. 338 xi r. 36(58 . . .... Darius Cc- Ilde. Staat Tyrus wordt Regeeting- 335 doman. der Macedo- door Alexan- loosheid te 3Ö74 ... ... IIL Monar- ... ... niers onder der belegerd Rome. 330 chie der Grie Mexander. 3672. VÏIL ió". ken. Syriers in 3692. 3680 Onias. Jofeph. Alexander Alexander I. ... 324 Ëp de Groote. Her ft 3681. Seleucus. . 3700 IX. 17. IHde- Staat ... Dictators 304 3:04 Simon. Joanna. . . . Parthen. . . . van Macedo ... . worden te 300 X. 18. Ifte. Staat oIS onder H. Rome geko- 3717 I Eleazar II. Melchi. . . . onder 27 Atheenen XVII Konin- Antiochus I. zen. 287 XI. Koningen wordt bele gen, geduu in 3724. | I. Puntfche 3737 Manssfe. ged. 4S0 Jr. gerd door rende 155 Jaa \\\. of Carthag. 267 XII. I. Oemetrius. ren. Antiochus II. Oorlog. 3762 Oniss II. ... ... Arsaces 2742. ... 24a XIII. ip. 3754. IV. 3771 Simon IL Levi. ... Seleucus IL . . 233 3754- 37"7 ... . , V. II. Punifche 227 II. Seleucus III. Oorlog in 3"So Arsaces II VI. 378Ó. 224 —-— 3726. Antiochus III. - i-00 ' • I . ' ... ... # 204 Geduurende dit Tydvak, wordt Luereiia door Tcirquinlus verkracht. Brutus doet zyn Zoonen derven. Oorlog der Romeinen tegen ï'orfenna. M. ücawla. il. Tor^u^us, Fabrilius, lieguluSfHanmial en Corwlatws, maaken _ig beroemd, ilrtraus plundert Rome.  , K*. TYDPERK. | Sedert de Verwoesting van Carthago Ao. 38o2, tot naa Julius Csfar 40:0. Jaaren Een tydvak van ic8 Taaren. Jaaren der W. J jvóórde — ■■ /Gem. dooiers. j Pannen. Meeners. Macedoniër*. | Syriën. Romeinen. fi?* |Jfy * 4 • • • ... ... Vervolg van j VIL Scipio over- 302 r / XIv. * '* aenlIIdenStaat.! Seleucus IV. wint en ver- 187 S828 Onias III 1. , , „I .VIII. woestCartha. 3 - Einde des Ma Antiochus IV. go. Hannibal 176 -8,0 cedonifchen I IX. vlucht, en ver- a * Kyks, dat een 1 Antiochus V. I geeft zig in het 164. ., „ RomeinschWin-j x. ! Hof van Pru- °"4 * yv* * 3849 zenden gewest wordt. Demetrius I. fias, Koning ióa 18 y * ... . . . ... ... Antiochus XI. Cicero ont- 95 ,oro . rVIL XXIII. dekt het ver- 3910Arfaces. ... ... Philippus. raad van Cati- 94 ,0II ' 3914. J XXIV. Hna 394!. " ** ... ... Demetrius III. i Pharfalifche 93 2012 . I XXV- Sla« 3955- ■ *ƒ••• ... ... Antiochus XII, Ctelar ver. 52 «ott / / „ . , XXVI. 1 wintPompe- m7 ' ' ' \39iSAthee- . . , Tigranes. t jus, en fticht 87 3920 . Lr Vn' xxvn- A°-M* 3955 -XTf * \ * * " V ' • * * door Syl' * * * Antiochus XIII. de IVde Mo- 84 I9!6 . . . \ \V€Iöverd- { Einde der Konin- narchie. _„„„ \ra„-, nu - tt \ I I Het Ryk der PtoloA Julius CseAt I S925 • • • Levt. PhnacnlU ) meen in Egypten, [wordt ia den / 60 . rxxl' S936. naaAlexandersdood, Raad ver- 3953 Je,"s* r ... IX. ... . ... met Ptoloraeusl.by» moord 39ó'o. *r „ XXI1- Orodus 3938. genoemd Lagus, be- Ovidius 390'!. 3966 Simon. ... *• ... ... gonnen, beftaat ge- Augustus ver- qg DeKoningl. Mithridates. duurende 292 Taaren wint Cleopatra 3977 waardigheid ... XI. ... ... onder XII Koningen 3973. ny vervak by de 22. Pacorus I. van dien naam, tot Virgilius fterft 3pop Tooden , en de Jofeph. XII. De Athee- . . . op Ptolorneus XI. en te Brar.dufium < Rom. ftellen j Phraates III. ners worden Cleopatra, die door I 3975. Herodes tot XIII. Icynsbaar-aan Augustus overheerd! Horatius fterft 4000 IViervorst aan. 1 • . . Tiridates. 1de Romeinen. , ; . wordt. 13995- 4 Seteucus iv. oygenoema rmiopater, zondt geduurende dit Tydvak zynen Hoofdman Heliodorus uit, om den Tempel te Jerufalem te berooven, doch hy werdt door Engelen wederhouden en geftraft. AntiochusW. Epiphanes verdrukt de Jooden, en dwingt hen het Beeld van Jupiter Olympius te dienen. Judas Macchabeu* verzet zich tegen den Afgodendienst. AnttochusV. Eupator maakt vreede met de Macchabeè'n. Aanvang der Pharifeën, Saduceën en Esfeën onder de Jooden. 3855 Ontftaat de 3de Punifche Oorlog,wegensMasfanisfa, die een deel van 't Carthaagsch gebied van de Romeinen bekwam. Pub. Scipio was aan de zyde der Romeinen. Asdrubal aan die van Carthago. Oorlog der Romeinen tegen lugurtha, Koning vanNumidie, wordt gevoerd doorMetellus, en ten eiude gebragt door Martus. Lucullus verwint Mithridates en Tigranes. Samenzweering van Catilina tegen Rome, wordt door Cicero ontdekt. Marius en Sy/ta verwekken een Burgerkryg. Ca/ar wordt in den Raad vermoord. Augustus , Lepidus eaAntomus vormen een Driemanfchap, van 't welke Augustus, naa den Slag by Actium 3973, alleen overblyft. De Uatavieren neemen een aanvang, omtrent 100 Jaaren vóór Christus Geboorte, uit Hesfenland, alwaar zy aan den oever der Andrana ,of de Eder, woonden, naar Nederland afgezakt zynde, wegens een twist die zy met hunne Nabuuren, is Katten, over het gebruik van Zoutputten, kreegen. Zy noemden deeze Landftree Tim Bat - auu>e, t welk in hun fpraak beduidt beeter Grond, dan dien welken zy verlieten, van daar ontftondt de naam van Batavta, die nog in de Betuwe overgebleeven is. Schoon andere Schryvers-willen, dat de twist over de Zoutputten eerst onder Nero, den Katten naar Batavia gelokt heeft. Dat ze door zekeren Prins Bato, zouden aangevoerd zyn, wordt wederfprooken; immers dit is zeeker, dat Julius Cafar toen hy Germaniën onder zyn magt kreeg, ook met den Batavieren een Verbond floot, federt welken tyd zy Broeders en Vrienden desReomfchen Ryks genoemd werden; gelyk het opfchrift op een Steen, naaby Leyden gevonden, aanwyst.  P". N ï E U W E TYDP E R K. Sedert de Geboorte van J. Christus -Ao. M. 4000, tot op CónflaattnüS Ao. Chr. 306. 'LareB Een Tydvak van 306 Jaaren. jvóór de gem. jaaren _______ - , {Ja_rtei- derWj Kejzs. | Partken. I Faufen. Cew. Scnryv.iOnge». Schryv. Ketters. I Bataven. Gemengde .fag. .[I I hnmeiktng. _ . Chr. Geb. o 4^4 Au^uslU- ■ XÏV '\'aade ^m..!. 400q | . . . Vononesl ïeb- Christ' ^ ~~ ,,t Dood van I. v *» • • • ... ... ... \ugustus 14. Eeuw. Eeuw T.benu». Dood van *._OvWstfterft . ■ Haoto 16. 14 J4 xv ^0 j-. ... Arminius Moord van 19 __ •! . *. Artaban. \ '. .' St. Matthe^s. Tiras Livius. Sim.deTov. Veldheer Sejanus _ö *° xvl derCherus- *o. 23, . . . PhrWsIV. . . . St. Marcus. Strabo. Hymeneus. een. Christ. fterft. ZS 4 IV XVII. Ao- 3I' ,7 Jaliaula. Tiridates II. . . . St. Lucas. Phil. dejood. Phyletus. . . . *3 Maart. 37 ó/ V. XVIII. A1 Claudius. Golarfes. . . . Johannes. Perfius. Phigelius 41 'XIX. St. Barnabas. at . . , Bardanes. . . St. Jacobus. Lucanus. Alexander. ... • ♦ • 47 47 XX. St. Petrus Judas. Seneca. We Conci- _8 . . . Meherdatej. en Paulus te CiemensRom. Plinius. Menander. . . . ie te jeruia- 48 * XXI. Rome gedood Papias. Quintiliaan. Cerinthus. lem. Ao. 50. <0 • • • VononesII, ao 67. \ ■ • • ] Cora. Tacitus. NicoJaïcen. . . . We vervol _0 50 VI. 5cx.U. \ _? ( / ging der Chr. <_ Nero. Vologefus. Linus. \ . . . \ Ao. 64. 54 54 VIL ged. 11 Jaar. \ Petrus en 68 Galba. ....... • - f"Ius te 68 63 VIII. II. 1 Rome ge- g0 otho. • • • Cletus 12. Ignatius. . Juvenalis. . . . Oorlog te-marteid. _9 9 IX. XXIII. { gen de Ro-Ao. 67. Virellius Pacorus IL Martialis. Ebion. meinen. Beleg van X. XXIV. III. Claudius Jerufalem. ?Q t7 Vespafiaan. Chosroes. Clemens 9. Polycarpus Civilis. ade vervol- ?3 73 xi XXV. Veld over- ging. Ao.93. ,0 Titus.* Parthefiaftus. _ ... . fte. 3 de vervolg. 79 XII XXVI. Verbranding 8l Domitiaan. Vologefus. van Rome. 8l XUl. o6 Nerva. • - • 96 o XIV. IV. 98 £_ frajaiius. • - - Anacletus. Juft. Mart. Piutarchus. Gnoftiken. ... I De Jooden _______ ' J y /worden ver- jj, Veil', , ... Evarisms. Meliton. Dio Sueton. Valentinian. . . . K'00J.d'het Eeuw. XV VI Chr.Gel.ver IOI 117 tfadrianus. • • • Alexander. Athenagoras. Aul. Genius. Opaten. . . . Kd,«J 117 ' XXVII. VIL IBylantium T,p Artaban II. Sixtus Theophilus. Ptolomeus. Caïniten. . . . vernield. i_8 * XVI. VIII. T,o Antonius Nieuw Per Telesphorus. Ha;gefippus. App./Ëlianus. Setbistnen. ... • • • 133 ó° XVII. C'sch Ryk IX. _r l6l Mare. Aurel.duurt 421 Hyginus • • • • • • 4°emVf^ 161 XVIII Jasr. onder X. colum. van ,8i Commodus. 27 Koningen./ pjus. Tatian.Jen. Phlegon. Marcioniten . . , Trajaan. XtX. XL \ „ ra* Pertlnax. ) ■ ■ - Anicetus. Terc»man. _.»ci_>«v... - - t . . . __.w*aie XX / r* XIL brand te Ko. Did. Tulian. Artaxerxes. s0ter. ff en te XXI XIII. Llon- . 1U Severus. Elemherus. Clem.vanAl. Juft. vanApul. Montanisten ... ... m. Eeuw XXII. XIV. , „ , Eeuw. in Catacalia. • • • Viftof. Min. Felix. Diog.Laërtius. • • • ... Jde Vervolg. aiI XXUL XV. ai8 Macrinus. • • • Zephirinns ... ... ... _ig XXLV. XVL 2I9 Heiiogab. « • • Calistus. Origines. Philoflratus. Sabelhon. ... • • • . 219 XXV. XVII. „ es. Al. Sever. • • • Urbanus. Hippolitus. Oppianus. Paul van ...... 223 XXVI. XVIIL Samofate. 2-6- Msximinian. • . . Pontian. Greg. Taum. Papinianus. • • • ... 6de Vervolg. ^6 J XXVII. XIX. „o Pup enBalb.' . • . Anterus. Methodicus. Ulp. Paul. ... ... Concilie 238 XXVIII 2. XX. vanLanibefe. 0,0 Gordianus. Sapor. Fabian. Pont.Diac. Dion. Casfius. Manicheën. . . . 7de Vervolg. 239 69 XXIX. XXL —. - Philippus. . • . Cornelius. Den.deAlex. Athenodo,rus. ... ... ... 245 45 XXX. xxu. 1 nAr> Decius. . . . Lucius. Jul. African. Cenforiüus. ... ... I. Schisma 343 '4y XXXL XXUL of Kerk- Gallus. . . . Stephanus. Cyprianus. Longmus. ... ... [fcheuring der 25c XXXir. jNovatianen. 253 Emilianus. Porphyrius. • • • Inval der ... 253 XXXIIL XXIV. Franken in I SS4 Valer. Gallin. • • . Siélus II. Arnobiuï. Herodianus. • • • Batavia. ,8fte Vervolg. 254, XXXIV. XXV. 261 Galiio. • • • Denis. Viftorinus. Serenus. I • • • aÖ1 3oTvrannen. / XXXV. XXVI. , •69 Claud. II. ... Felix. . . . Lampridius. 9de Vervolg. 269 XXXVI. 3. i XXVII. 271 Aurelianus. Hormisdates. Eutichianus. * . . Spartianus. • • • ... De Marco 271 XXXVII. 4. XXVIII. mannen wor. _7_ Tacitus. Varanes I. Cajus. . . . Capit.linus. den ëeflla- 276" XXXVIII. 5. Sen- Probus. Varanes II. Zenobia XxxiX. 6. XXIX. overwonnen 2R2 Cajus. Varanes III. Marcellinus A°' ,272; 28a 284 I XL. 7. 7y<_ïerlC 284 ■ Diocletian. Narfes Jer Ma»Ê- .—Z. IV. «M»» Of jy Eeuw. XLI. 8. XXX. Laftantins. Juvencus. Dmatisten. . . . ^raDioc/et. 3euw< 301 Conft. Chi. , Hormisdates. Marcellus. Eufebius var . . . ;0Qe Verv. 301 304 XLII. Csefareen. 304 300 Conftantinus ... ... I ... ... 30Ó  I II". NIE U W E TYD P E R K. I Van Conftamiaus de Groote A. Chr. 312, tot op ThcoJoiïus li. A0. Chr. 4:0. 1 ! Geduurende oü Jaaren. ïleen; Jaartel- liartel. , — — [jing> 'n£' Keizers, | Perfen. Paufcn. Conciliën, j GeW.Scknfv. J Ketters, j Belgia. j Mengel. Groote en beruchte Vervolg XXXI. . , l . ai-> Sus van Conftantinus van het Eufebius. Concilie van Hnnicus. Anus. . . . Conftantinus 312 * ..gin M.xsntM nieu v Per- XXJÜl. Rjme. | . L . wordt naa „ fiach Ryk. M-lchiades. . . . |St. Antomus. Coluthus. . . . den dood 313 * 6 XXXUI. 1 vanDiocle . Sapor IL Syfvester. Concilie van Serapion. Audeus. . . . tranus.Maxi 314. ó * ' regeert 70 XXXIV. Aries. I mlanus en 1-0 Verdeeling des K?i haren. Marcus. Te Ancyra. Eufebius van Photums. . . . Galerius, 33 zarryks, ouder de drie Neoctefarea. Emelen. volkomen Zoonen van Cooftan- lAlexindrië. fmeesterdes anus, te weeteu Gangre. u„ i.',j, xlm. XXXV. 325. Ifte alge- Macedo- Hy wordt a,7 Conftans, Conftan . . . Juiius. meene Conci- Doröthea. rdu?. . . . /-lek , laat 337 .iusenConftantinusII. lie vanNlcsea. Hilarius. Eunomius. Uig doopen, ,_8 . . . Eerfte Con . '. , $ fterf_.te 3"*8 343 XXXVI. cüievanCar- Nicomedia. -S8 ... ... Libenus. thago. . . • Theophro- Julianus ( • • • 35» XLIV. 359. Concilie nitus. inedwingt itr F C lulianus. ... van Rimini. Zeno. Apollinaris. deSaliè'rs. ... 361 301 ' ' XLV. " Titus. De Collyti | i6\ Tovianus. Optatus van diëts. . . . Magnentius 33 XLVI. Milevium. wordt door %6± Valentiuianus en I . . . XXXVII. 381. Ifte alge- St. Athanafius. Priscillia- . . . zynKrygs _ 2^4 °* Varens Damafes. meene Conci- nus. volk tot Kei XLV1I. XXXVIII. lie te Conftan- Helvidius. zer uitge- Vc I Gratiaous. Artaxerxes. Sirices. tinopolen. Apollinarius. Jovinianus. . . . roepen. 375 ' XLVIII sapor Hl H- vau Ca^- fcphremns. ' Juhaan de 3SP Theodolius de Groote Varanes IV. XXXIX. Ill.vanCarth. Baüllus. • Afvallige 39a 'verdeelt het Ryk on- AnaltafiusL.IV. van Cartb. Cyrillus. wordt weder der zyne Zoonen. V. van Carth. Aufonius. "eiden Oost. K. i West. K. in 308. v Theodofius 1 XLIX 1 boete *09 Arcadius. Honorius Concilie van Gregorius. . . • De Gothen over den 3op r ■ l I Alexandria. Ambrofius. en andere . ^ 1 vreemde Thesfalonica V. Teuw f xl Volkeren Eeuw. jj ... ... ~. .!__«_■ • • ■ ViSi p, . . . %t * n ... 1 ... 1 • • I . . . W>twieïmus. Ivigilamius. ... ... 407 IS Then'd II *■/***/"./. • • Joan- c^y RuGnus. I . . . ... ƒ 408 408 Theod. 11. .../... / . . fofiomus. Pelagius. Alaric, Ko ' _ t ..... . ning der 41» 4x0 Conftan- | Gothen,valt \t._i wordt . | inlta.lën.tn \voot An- ) plundert SSÏÏL'*! 1 \ I I Contlantlnm tegen Mdxentius ftrydende, wordt gezegd een Kruis ra de Logt gezien te hebb^m"t^x^üh van vuurige letters, in de Griekfche Taaie, betekenende tnét teken»,» « overwinnen, dit voorval deedt hem, na 't verhaal dier Schryvers, het Christendom yoorftaan. waart)? nog kwam dat z^ne Moeder üelena het overfchot van het Kruis van den Zaligmaaker vondt. Geduurende dit Tydvak zyn 'et veele Ketteryën ontftaan, onder welken die van Arm, welke de één wezenheid des Woords met den Vader ontkende, en in de Ifte Algemeene Kerkvergadering te Nictez veroordeeld werdt; voords bouwde de Keizer de Stad Conftantinopolen, ter piaatfe alwaar eerst * * TJvfarltium feeftaan hadde, in Thracië, thans Romanië geheeten. Hy oorloogde ook nog tegen LtctJus die tegen hem opgedaan was, en bragt dien geheel ten onder. Van zyn Zoonen werdt Conjtantt* nus Ao. 340, te Aquilaja, en Conftans Ao. 350, te Rousfillon gedood, door Magnentius, die naaderhand weder door Conftantius Ao. 353. in Pannoniën overwonnen en gedood werdt. Juhanus, zyn Opvolger was een groot voorftander der Heidenfche Wysbegeerte, en vervolger der Christenen. Doen. zvn Godslastering, by zyn dood, wordt door veelen voor een fabel gehouden, 'jtvianus begunftigde de Christenen, gelyk ook Gratiaan; en Theodoftus gaf het Heidendom den laatften flag, docti bragt meede, door de verdeeling des Ryks onder zyne twee Zoonen, het verval deszelfs te weeg. Stilico en Gildo, derzelver Voogden, werden om hunne Sttat.zugt verdelgd. De Gothen vallen m Italiën en plunderen Rome.  III-K KIEU W E TYDPERK. j Opkomst van nieuwe Alleenheerfehingen, iints Ao. Chr. 430, tot 797. Een Tydvak van 377 Jaaren. Taaren „ — ■ —— _— . —■ ■ raarer> 'Chr. -nrKeizers. Pe'fen. 1 Paufen. Kon.vJ&ankr.\Kon.v.Sl>anj..Kon.v.EngelJKim.v.Sckotl.\Neder!andeP.. Gemengde Oosterfcbe Westerfche.! XLI. I. jDe Britten \ I. Aanmerkingen. aio \ . , . i L. jVaraaêsV. iozimns. Pharamond. Spanjen was vormen om Fergus 421. De Franken De Beelden 420 j ' /alentinian.f XLtl. II. omtrent het jtrent het Jaar 1 II. 1 maaken zig worden in de 4-,3 , t . H.424. hdigprdes ionific. I. Clodion. jaar 411 ver-^49, VII jEugenius 427.jmeesr.er van [Kerken inge laximus |IL XLUF. III. Jeeld in twee.kleme Ko- III. (Batavia. voerd. 4._ . . Jenferic. Peröfël. ^elesunus. Merovéus. Koningry]?en,mingryken. Don gard 449.1 . . . Aanroeping 44S * XÏF. ' LI. Hobalas. XLIV. datderGo- . 1. Angei- 1 IV. f der Heiligen. 4ixtu<; III. ... then en dat (Saxen. Conftantin . . . Aanbidding 4^5 jV. LIL XLV. I der Sueeven. 2. Noord- 451. der H. Reli- 4.S7 Leo LenII Ylaiorianus. Zamafphes. Len I. Saxen. ... ... quiêa inge- 457 J XL VI. IV. 3. Oost- V. voerd. .rg Hilarius- Childericr. I. . . . Saxen. Gongallus . . . 't Laatfte Olie 45$ V. LUI. XLVH. 4. West- 469. fel wordt inge- 47< Zeno. Sevetus. . . . Simplicius Angel-Saxen. . . . ... voerd. 475 * L1V. XLV1IL V. 5. Koningr. Ongehuwde _81 ... Anthemius. . . . Felix II. Clovis I. . . . van Mercië Staat der Ker 48r VI. LV. XLIX. 6. van Nor- kelyken wordt 401 Anaftafius. Anicius. . . . Gelafus. ... ... thumberland. ... ... ingevoerd, ge- 49* ^ LVI. L. . 7. West- lyk ook het Glicerius. Anaftafiuf. Saxen. vasten en het LVII. LI. zegenen met Ju!. Nepos. Symmacbus. het Kruis. LVIII. LH. Inval der Wan Auffustulus. Hermidas. daalen in Vrank. „ IVde Staat li Hl; Verlosfing van yj des Room [an I. ' I Parys aan St. VI. _eu"w fchenRvks, LIV. VI. Hun Ifte Ko VI. Genovevatoe- Eeuw. . . . Sonder IX • . . 'elix III. Childebert. . . . ning wasCer (Conranes. . . . .refchreeven. 511 VIL IHeru'fche LV. dicius, Ao. VU. Val des Wester- «;i8 Tuftinusl. en VIH O- Cbosroè's I. Sonifac. II 510. Eugenius. . . . 'chen Ryks. 518 Viil. iftrogothi- LVI. Hy hadt ze- VIIL ^etVagevuur r0? ITuftinianusI. IcheKoning. ... [an II. ...... ven Opvol- Gongalus. II. ... wordt uitge- 527 ' 02 Jaaren. LVII. VII. gers, diere vonden. Xt. I Benediét. I. Sueeven on- sjesten enlnfti- Mauritius. • • • Cbosroesll' LXI1I. . . . der gebragt ... ... ... tuten des 583 Pelag. II. X. hebbende Roomfchen 594 ! . . . ... j . . , LXIV. Clotarius II. Ao. 580". [Rechts. 594 1 | i Gregorius. : . lExarchen van - VIL | LXV. Vervolg der Vervolg der XI. ' Ravenna. VII. Eeuw. XII. Vervolg dei Sabinianus. Gotfche Ko- WestSaxi lennet. De Paus neemt Eeuw. 602' Phocssi Lombardi- . . , LXVI. . . . ningen in fche Vor- XII. . . . den tytel van 602 XIÜ. fcheKoiiin- Bonif. HL XI. 'Spanjen. ften. Üugenius IV. (Algemeenen 611 Heraclius. ÜeD- . . . LXVIL Dagobert I. ...(.. . XIII. . . . Bisfchop aan. 6rr Bonif. IV. ?erquard I. 620 ... • • • Siroes. LXV1II. . . . / XIV. ... ... 62* Oeodatus. Jonaldus. 6^8 ... • • • Adefer. LXIX, ...... ... XV. ... ... 6*2 XIV. Sarbarazas. Bonif. V. \ XU. Ferquard II. 6±i Conftant.H. • • • tï.tmudas LXX> Clovis U. XVI. ... . .' . 641 XV. (I. Ho'iorius I. Malduinus. Heracleonas. Perfiën ver LXXL XVII. valt onder seyeriniis, Eugenius V. ie mant de= LXX1.I. XVIII. Turken ,na; IN IV. Eugenius VI. \gi Jaaren LXXIH. XVI. mder deSs Theodorus. 642 Conftans IX. -afeenen ge LXXIV. ... ' Vlucht van Ma- 642 •■veest te iartimis. XIII. hornetvanMec- 655 ... ... iyn. LXXV. Clotarius III. ca naar Medina. 6"55 XVII. Lugenius. X1V. Begin der He- 660 Conft. Pog LXXVI. Childeric II. . . . ... ... ... ^ra. 669 Vi«lianus. be Majordomi f5^4 ... LXXVII. ... ... ... ... ... of Beftuurers 674 XVIH. Vdeodatus. XV. des Ryks wor «585 Juftinian. II. LXXVIII. Qir!_ 2, den in Vrank 635 I tOomiws. I !Ty's aangefteld. 691 ... ... . . " LXXIX \ . ... 6or XIX. Igathon. ^ XVI. (Snij Leontius. ... ... LXXX. Clovis III. ... . ... 696 I XX. Leo II. XVII. épp Apftinarus LXXXI. Childebert II. . , . ... ... Willebrord ... 699 3enedi . 'HoLXlV- ftfnoSuV . . . Alpbonfus Henrik III UvdeConc.van 12-S ,_o6 iHeurik. ... '"T^y^L ' " * IX. Koning L«etaan,waar XVI. h j rü „,„ r eon ... ... ... lm de Leer der/ 1208 I2o8 . . . Otho IV. ^xn|jXV-In-he'tTa„r " ' ' wonrdtmees- Tranfubftantia- ,t t nr 1 J j rPr van Cas- lle bevestigd LXV. XVII. Uibannsnr. x 214 wordt nk . I . . . . . . fwerdt in 1215.» taitf I2I< P. de Cour- Predtik U. \ CbXXÏ. Soliman . - . ""en. f - \ Jrenai. . . Damiate ver-f . .•. 1219 I2i0 / - • • ... ^AAJi. taaren uit ... • » * ... OVerd RoS1' Sol S56' • • . FerdS-'uL j . . AlexanderIII. XV DeKardinaalen I22> 1222 Roberr. . . - . CL-fXXl. areeven. vr ttt XT ' Floris de IV.Iontfangen Vor- Ia28 ....... CLSn: ... LodïïïIII. Alph«nf.X ^ ^W^- „„bS'Ïl .. . S; o««, v; • • • • ««■"ffïS'»' y XVIII. anXIX. Ifte Koning R^Ji'r YVT nas t,<_ I2« - . • ConradusII., CLXXXV. der Tartaa- ^duard I. . - . ™- Pas' 15 XIX. Nicol.II. ren in Per- S LXVIII. Rudolf, uit CLXXXVI. Qën. XL1Y*TV . . 5 VII Keurvor- t3.# toóo M.Paleolo- den Huize Martinus IV. Zyn Opvol-.Lodewyk IX. . _. „«, gus., v«0o"en-CLXHm . _ Siciiiaanfche I27S . • • ryk, van Honorius IV. ren c Ryk XLV. bancno 111. ... uPsrlP,- ,,o8 /3 1273 LXIX. Habsburg. CLXXXVIII. tot op Ta f^™* • j. „wKchf' I28^ T282 Andronicus. . . . NicolaasiV. merlan. XLVi. aur. « 1202 II. XX. CLXXXïX. Philippus de Ferdin. IV. Sta t. I292 . . . Adolphus. CelestinV. . . . Schoone ^VIII. JJ^StM» 129Z _ 9XC,'T7TT . ... ... 1296. falem, en maakt 1295 1295 • • • * ' ' BonifacVtlI *XIJL een einde aan I a,„r F Huis van A- deChristenRe- 1298 1298 • • • Albertusyanj t vennes_ geering, onder Oostenryk. jan de u Gui ,vanLuzig- | 129P. nan. In dit Tvdperk werden de Kruisvaarten, door de bewerking van eenen Geeitefyken, genoemd Petrus de Hertmet, ondernoomen, en wel in bet Concilie van Clermont 1095, onder voorzitting van Paus ürbanus II. Jerufalem wordt genooraen 1090, en door de Turken liernoomen 1208. In Engeland ontftaat 1138 de twist, welke naaderhand de tweelpalt tusfchen de Huizen van Lancaster en Tork, onder het teken van de Roode en Witte Roos, ten gevolge hadt, duurende tot op Henrtk VIL t welk door een Huwelyk bygelegd wetdt. Ferdinandll. Koning van Arragon, verëenjgt de Spaanfche Koningryken, en verjaagt de Mooren uit Spanjen.  Vim'. NIEUWE TYDPERK. J„ren Vw de" *m™D£ der tegenwoordige Eeuw, tot het Tradaat van Sevilië 1729. Volg. Vervattende een Tydvak van 10 faaren. ! are* de gem ° '0lg- laarteli — . . _ , degen* " ' 1 Jaarteïk XVIH. Duitfche Rjka Paufen. \Turifche Keiz. Km.v.Vrank,Kon.V.Spanje. Kon. y. Enge/. Rusland. 1 Nederlanden, f Gemengde xluT I I CCXLII. j Aanmerkingen, fceuw. ,700 I • • - Clemens IX. Dood van . , . Cz..r Peter . . . De Keurvorst va, 170o I YYVr Karei 11. de Groote, Brandenburg ttot 8eCTin des Suc- ArhmX ttt Koningen uit Grcgtdlegger wordt Koning L Vrankryk. chie. 1702 XXPhilippus V. Willem III. . . . tfoofeeWatervIoed. Overwinning te t7c2 V0S Joftphus I. 'sPausfen Bul IlerftyI ^igos. regens de Jan xJa ' ' ' * « Veldflag by Ebe> i7oS fenisten At3Ba' retl I7°3- J70Ó DeKeurvors- ... Batailje by Hoch- ten van Beye- ' f * Ited l-0^ ijcë ren en Keulen „ indenRyks- Batairje by Oude- oan naarden 1708. ' ji .«»(.. . fcxaar Peter- , . . iS/sg by Maïpfy. ™w ^f^j laat de Tur- .quet. Karei VI* ,. ken voor 'Geboorte van VlI .rei vi. ... ... oe pauphu Fuitowa. fan Willem Frifo ; Lodewyk de XV. t,„ . , , fterIt' „.... „ verdrinkt. »7io. 1712 Ph.l.pV. re- ... SIagbySt.Denain, .712 nuncieert van 'j ' ' de Franfche VI3 . . . Bul tegens Pa Karei de XII. Vrede met Kroon. Vrede met . . . Vrede te Utreck ' i«a terQuesnei. Koning van Engeland. Vrankryk en Utrecht. . . . 1713 Zweeden, te Spanje J7I4 Vrede te Ra- V«ö«zukt Bender. De Kardinaal Barcelona ver- riood 'van tVoordfcne 0or 4 groote twis- Nouailles es overd. Koningin , g tusfchen Rus- ' 4 te°- andere Gees- Anna. ia£fd, Zweden ei telyken, ver- Huis van Ha üenemaiken. zetten zig te- nover. ^en 's Paufen f. 1715 • * ' ... Oorlog met Bul- De Kardinaal George I. n„ „ . Venetiën. Duod van Lo- Alberoni 1714. De Hertog van 1715 dewyk XIV. wordt Eerfte Samenzwee- ^ITpib n , LXVI. Staatsdienaar, ring tegens RegentvanFrank- 1716 Oorlog met ... ... Lodewyk XV. . . . de« Koninss n n • 7 . • ~ de Turken. * Familie önl- ' * ' Sjfiï"" " S?*** " P°° *™ - - Verbond ■« . . . dekt _ ... Eü. . . . m- lngSett\ W'V Verbond met En I7'7 S7lS Wrede te Pasl . . ... ^ . W «©SSg l UndenFrankryk lürowits. ) ) } Engeland en Verbond. ) * * * J ' " ' aeSlLKo : ,f/S ƒ ff Vrankryk. Oorlog tegerj f Mngvan Zwe- 3719 • " ' ..'./... Oorlog tegen •. . . Spanje. . den, fneuvelc. Spanje * * ' j * • De Baron GatU I7,9 1720 • Papier in ... Zuidzee Vrede met . . VerSlvke Ac CCXLIII. fS! SDeP,S,C d« TurkeD- : ^andeM- 1720 „„ . inr.nc xill «Vëencnt. ryk ^ jLr,geland en J72i . mnoc. aui , ... Czatr peter Oorlog met de Holland. bevredigt zigAlgeryneü. 7'1 net Zwe- i;22 , . Zwaare Pest . : . ; . , jen. 'w C H FnTr, vMzrMUe. Togt van Prins ^nbran e* * " I?22 CzaarPeter wordt StaHh.in *7>2 P"ns Regent IHp V. legt . , . 01ir PerfiënCr S« C?Mr Peter do« fterft. de Ktoon ue- Czaar Peter cn r,r.r;,,^ ,? J723 - CCXL1V. der. fficht eea V G,oninSen' ^ne Gemaahn 3724 . . . Bened. XIII II. , ; . cademie te *xoomn' docdhZkftL Pete"bUrg- ' ' ' ^ enzyaVadêr n ^ng tegen de 1725 Vrede met Concilie te Oorlog met Lodewyk XV. herneemt de Traftaat van Catharina I Sn " I Spanje. Rome. de Perfiaanen. rouwt Mssria woon. Hanover I ' J, . i-r, Leczinsky. Oooten! Oost-Indifche Rilland%n Menzikoft t Hanoversch Ver-richt. Zweeden tt ^ert Rus-bond Menzikoff naar . ia"d. Moeriën geban- V-7 George. Hf. . . nen. 6 t«q . (Twist met n Peter IL Oprichting van I aouons. /che Oompsgnie ' te Alfona. • • Geboorte van Thétut van . . . ... Ontrewoon Noor Te Conftantino- 1700 j den Dauphin. Seviehe. derlicht in de Ne- polen werdt eefl I derlanden. Drukkery opger.