OVER. DE WAPENING, DOOR ■ > y. B. VINDER MEERSCH. VRYHEID, GELYKHEID, BE.0EDEK.SCHA?'. WAARDE MEDEBURGERS ï XDaar uit het Dagblad, bevattende de Zitting der Municipaliteit der Stad Amfterdam, gehouden des Vrijdags Voormiddags, den ao Maart i795, mij gebleeken is, dat de organifatie van de Nationaale Guarde dezer Stad vertraagt word, uit hoofde men met zig zeiven niet eens is, wien, men moet wapenen, wien men op den ouden voet, als Contribuant, behoort aan te neemen, en deze zwarigheid voornaamentlijk hier uit fchijnt voort te fpruiten, om dat men van de eene zijde te regt begrijpt, dat in een Land, wiens Conftitutie te vestigen is op de gronden van Vrijheid en Geliilcheid,men geene ingezetenen het regt van de A Wa-  C » > Wapenen tedraagen,kan ontnemen, enter betaa hngvaneenecontribudeverpli^en^danalleenlu , van w,en men ten vollen overtuig: is,datzijmet2 t-revolutionairegevoelens beziel^ gnppen, omtrent het eeren van God, (want niemand kan zo verblind zijn, die niet bezeft, dat"er eenGoda.wiedehandehngen derMenfchcngaade %iFen, en die voorzzjne menigvuldige vveldaaden van ons menfehen moet geëerd en geiend wordenO hu» verbieden, allen ujden, wanneer zulks vereischt wordt, de wapenen aan te .orden; en van de andere zijde men mede te ren vastibld dat die geenen, van wiens antirevolutie denkw^n men overtuigt is, de Wapenen behooren toebetrouvvt te worden musgaders dat zij van de wapening behooren 3L «cofeerd, en, als Contribuanten, aangenoomen te worden, welke verklaaren, dathun gedaan wegens het eeren van het Opperwezen, hnn bui-' tenftaacfleUen, om altoos, wanneer het ver eischt wordt, de Wapenen aan te gorden, jfe «eb ,k nujn gedagten haten gaan, of'er geen nnddel rtj te denken was, waar door deze zwalghe!f Wde weg gmiimd worden, e„ hebben T^T-' f** ** g^den te hebben, gebnuke ik de vrijheid, het zelve ter ovenveeg,,, aan mijne Medeburgeren mede te Het  C 3 > Het zelve beftaat hier in: Dat men alle Ingezeetenen, welke tot het draagen der Wapenen gefchikt zijn, en die niet door daad en getoont hebben , het voormaalig beftuur te begunftigen, en op derzelvcrherftclling nog huiden te hoopen, (want zodanige lieden zijn het draagen der Wapenen onwaardig, en watzijookverklaaren, aan hun verklaaring kan geen geloof gegeevenworden,) eeft declaratoir ter teckening aanbiedt, bij het welke zij verklaaren ; te erkennen en te eerbiedigen de Regt en van den Mensch en Burger, zodanig ah dezelve bij Publicatie pan de Provifoneele Representanten van Hofland in dato 31 ^anuarij 17 05 zijn rastgejield, en de Oppermagt te berusten in deo boezem van het Volk, mitsgaders zig te verbinden , om ten allen tij den, als zulks ver eischt wordt, de Regt en van Vrijheid en Gelijkheid en het bejluur daarpp gegrond met' goed en bloed te verdeedigen en zig te verzetten tegen alle één of veelhoofdig willekeurig gezag ; en voorts vastfteld, alle die Ingezeetenen , welke dit declaratoir zullen geteekend hebben, bij deorganifatie van de Nadonaale Guarde dezer Stad, te wapenen, en hun, welke het zelve weigeren te onderteekenen, als contribuanten aan te neemen. Op deze wijze en op deze wijze alleen fchijnt het mij toe, dat de vraag, wie zal men wapenen, wie zalmen ak Contribuiint aannecmen, kan beantwoord worden, A 2 Nie-  < 4 ) Niemand , die van eene antirevolutionaire denkwijs is, en op eene Contrarevolutie hoopt, zal dit declaratoir tekenen , dewijl hij daar door zig buiten ftaat zoude ftellen , om in de genoegens en voordeelen van zijne gehoopte Contrarevolutie, die eens plaats hebbende, te deelen, daar niemand meer de verachting en verfmaading van zijne Medeburgers verdient, dan hij, dewelke bij iedere Revolutie de bovendrijvende Partij aankleeft. Niemand, die niet begrijpt, dat hij, zonder de pligten aan God verfchuldigt, te verwaarloozen, altoos, als zulks vereischt word, de Wapenen mag aangorden, zal zig verbinden, cm het beftuür, op Vrijheid en Gelijkheid gegrond, ten alle tijden met goed en Bloed te verdeedigen : door het teekenen immers van zodanig een Declaratoir behaalt hij geen voordeel, hij bevrijd zig flegts van het betaalen van eene Contributie > en daar de verteeringen geduurende de wagten en de boetens ligtelijk de fom der Contributie te boven gaan, zoude eigen belang ieder een aan zetten, om liever Contribuant, dan werkend Schutter, te worden; daar en boven haalt hij, die Lid van een kerkelijk genoodfehap is, van het welk de Leeraars begrijpen, dat men niet altoos en op alle daagen de Wapenen aan mag gorden, zig de haat van zijne gelocfsgenooeen op den hals, zij befchouwen hem als een. Ket-  ( 5 ) Ketter, en de minkundige, die niet begrijpt, dat men God niet verheerlijkt , maar integendeel verfmaad, zomen een daad nalaat, welke men üig verbeeld, dat hij niet verbied, en de reden ons leerd, dat men aan zijn Vaderland fchuldig is, zal hem zelfs een Godlochenaar noemen. Indien men zodanig een Declaratoir niet doet tekenen aan alle die geenen , welke men de Wapenen toebetrouwt, is men niet zeker, dat men dezelve niet in handen van zijne Vijanden geeft: hun, die nimmer iemand verfmaad, maar als ffilJeBurgers, altoos geleeft hebben; en met ieder, van welke gevoelens omtrendhetpolitiquehij waare, vriendfchappelijk hebben omgegaan mag men met mistrouwen, dog men kan hun egter niet volieedig vertrouw en, ten zij zij eene daad verrigten, weke hun bij eene contrarevolutie zoude fchaden , nadien men hun denkwijzen niet kent, enmennieman Js denkwijzen anders, als uit zijne handelingen kan of mag beoordeelen,jahet eene flegte gemoedscefteltetüé te kennen geeft, iemand zonder bewijzen te verdenken, het voormaalig beftuur toegedaan geweest te zijn, en zig over deze wuiding van zaaken niet te verheugen. Indien men iemand, die geen duidelijke bewijzen van antirevolutionair te denken gegeeven heeft, aonder dat hij weigert, zodanig een declaratoir te tekenen , de wapenen onthoudt, en hem t.er betaaling van eene coatributie verwijst,.A 3 ha»-  C 6 ) handelt men ftrijdig met de beginzelen der VriiheidenGebjkheid. Vrijheiden Gelijkheid brenl -ede dat ieder ingezeeten dezelfde regten en ell heefC; ^ dez^ egten aan Zljne medeingezeeten niet, indien men hem dwingt geld te geeven, om bevrijdt te van zyne Vrijheid, zonder welke hij niet f leCVen> tC hel^ verdeedigen, fchoon J de wapenen vorderd, en zijn bloed ved heeft, ^ verdediging van dezelve. Indien men iemand , zonder hem in perfoon «dajnig declaratoir ter tekening aan te bieden van de wapemng uitfluit, om dat men begrijpt, da hij zodanige begrippen wegens het eeren van he Opperweezen koestert, die hem buiten ftaat fcJlen, om ten allen tijden, als zulks vereischt wordt de Wapenen aan te gorden, fehend men iemands regten: men fchrijft hem onverhoord begrippen wegens het eeren van het Opperweeën toe, welke men zelfs verkeerd oordeelt. De natuurlijke Godsdienst en de Bijbel bevatten de eemge regels van ons geloof en leeven. Wat dezelve leeren,moet een ieder voor zig zeiven onderzoeken ennagaan. Geen derdc,geen Leeraars van eene Gemeente kunnen bepaalen, »at de Vet verhedt, indien men door de wet de natuurlijke GpdsdtenstendenBijbel verfiaat; en geen andere Wtenalsde Bijbel bevatten regels van iemands ffcfetfa xceven. Wat de natuurlijke Godsdienst leert,  C 7' ) leert, moet ieder zelfs gevoelenj en wat déBijbel leert, moet ieder door leezing van dezelve voor zig bepaalen. Leeraars van eene Gemeente kunnen wel opgeeven, wat het gevoelen van hun, en van die geenen, wier begrippen zij volgen, is, of geweest is, maar geenszins wat de Heilige Schrift leert. Niemand door zig tot Lidmaat van een? Gemeente te hebben doen aanneemen, kan ook geacht werden, zig verbonden te hebben, om de gevoelens van die Gemeente altoos te zullen blijven aankleeven, om de Heilige Schrift altoos op dezelve wijze te zullen verklaaren en zijne daaden en handelwijs, volgenshet begrip dierGemeente, altoos te blijven inrigten. Integendeel blijkt het ten klaarften, dat door Lid van een Gemeente te blijven, men niet te kennen geeft alle de gevoelens der Kerk te blijven omhelzen, dewijl eenige van de Doopsgezinde Gemeente de Wapenen hebben aangegord, andere weder zig bij de Municipaliteit vervoegt hebben, om van de Wapening geè'xcufeert te zijn, en op den ouden voet, als Contribuanten, aangenoomen te worden, en egter beide leden der Gemeente blijven. Ziedaar, waarde Medeburgers! mijnegedagten, wegens de oplosfmg van die vraag, gedagten, welke, indien zij aangenoomen worden, de braave Jood en aankleever van de Mofaïfche wet de Wapenen in handen krijgt, terwijl de fchelm-  < 8 ) achrigen Smous, die toont voor de Vrijheid r.irt: gefchikt te zijn en volgens zijne uitlegging der Wet, ■ verbooden wordtde Vrijheid te helpen verdeedigen, tot betaaling van eene Contributie zig zeiven verwijst , aangenaam zal het mij zijn, zo gijlieden met mij begrijpt, dat op deze wijs de zwarigheid wegens de Wapening , kan weggenoomen worden ; daar ik voor den jaare 1787 het genoegen gehad hebbe, dat meer dan een genoodfchap van Wapenhandel mij met hun vertrouwen verëert,en mij in de Commissie tot het formeeren van hunne wetten geroepen heeft, heb ik gemeent, dat, zonder egter mijne gevoelens aan iemand te willen opdringen, niemand het mij ten kwraden kan duiden, deze mijne Confideratiën te hebben medegedeeld, terwijl ik na toewenfching van Heil en Broederfchap mij noeme UW MEDEBURGER! J. B. van der MEERSCH. Amfterdam den 27 Maart 1795. # Het eer [Ie Jaar der BataafJl'he Vrijheid. ■ Te AMSTERDAM, bij HENDRIK GARTMAN, 1795. , Het eerjle Jaar der Bataaffche Vrijheid.