/ PUBLICATIE VAN HET UITVOEREND BEWIND, DER BATAAFSCHE REPUBLIEK. TOT AANMANING AAN DE INGEZETENEN DEZER REPUBLIEK , TER BETALING VAN DEN EERSTEN TERMYN IN DE ALGEMEENE GELDHEFFING VAN 8 PER CENT. Den 20 Maart 1798. Het vierde Jaar der Bataaffche fïryheid* tn den HAAG, ter 'sLands Drükkery. 1798. KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK I Vont, Plakkateo 5 26 Ma 1 I   C 3 ) GEL YK HEID, VRYHEID, BROEDERSCHAR. PUBLICATIE. Het UITVOEREND BEÏV1ND ter Bataaffchc Re. publtek aan alle Burgers en Ingezetenen van dezelve RepubJiek, Heil en Broederfchap! Door de voormalige Nationaale Vergadering, repre. fenteerende het Volk van Nederland, by baare Publicatie, in dato 5. December des voorigen" iaars, tot handhaving van de Onafhanglykheid en het behoud der dierbaarfte belangen van den Staat, noodig geoordeeld zynde eene algemeene Geld-heffing van Aet ten Honderd van het jaarlyksch Inkomen van elk der Ingezetenen deezer Republiek vast te rtellen , tevens met invocatie van de Vaderlandsliefde en bereidwilligheid der Meervermogenden, om grootere contributien ten behoeve der Gemeene Zaak te doen, — hebbenwyhet als onzen hoogden pligt gerekend, deezen zoo hoogst, noodzatklyken maatregel, met alle onze vermogens en alle de magt aan ons toebetrouwd, te handhaaven en de uitvoering daarvan ten ftrengflen daar te ftellen. En daar wy door onzen Agent der Financiën zyn geïnformeerd geworden , dat veele Ingezetenen in een verkeerd denkbeeld omtrend den inhoud deezer Publicatie fchvnen te verfeeren, of derzelver inhoud met geene JL noegzaame attentie te hebben opgemerkt, als hebbende dezelven tot dus verre aan hunne verpligting itt den Eerften Termyn geenszins voldaan; en daar echter deez" Ioopende maand, by Art. 16. van meergemelde PublN catic tot de yoorfchrevene voldoening Is bepaald" en de 31 fte derzeive maand derhalven als den laatften da! moet worden befchouwd , op welken de geheekEer* t,?A- C/myn beh00r? te zVn aangezuiverd , en wy deeze tardive fourneering niet ongemerkt kunnen laaten voorby bn?e?SnISH,>?T'Kdat wy' deeze • alle onze Medeourgeren, die aan hunne verpligting in geselde eersten A'* ter-  C 4 ) termyn, tot "dus verre, zyn in gebreke gebleven, nog* maais ten ernftigften aanmaanen, om hét door hun aan den Lande, uit hoofde van gemelde Heffing, verfchuldigde, ten fpoedigften, en wel uiterlyk voor den eersten April aanftaande, te voldoen, onder bezef van het pligtverzuim, waaraan zy zich, by gebrek van dien, aan het Vaderland fchuldig zouden maaken, en het gevaar, waaraan de kwaadwilligen zich zeiven blootftellen, als zullende het ©nderzoek ten opzichte van dezelven, of van hen , die niet genoegzaam hebben gefourneerd, niet alleen ten rigoureusten worden te werk gefteld, en den inhoud van het 49de Articul der voorn. Publicatie, en de daarby vastgeltelde poenaliteit op hen van. applicatie gemaakt; maar zy ook daarenboven als Vyanden des Vaderlands worden aangemerkt en als zodanig geflxaft. Vermanende wy daarenboven de zoodanigen, welken in ftaat mogten zyn, by anticipatie, voor den tweeden termyn te fourneeren, om ter liefde en behoud van het Vaderland, ook deeze verpligting geftand te doen, in het bezef, dat van de Aanbouwing en Equipeering eener refpectable Vloot veelligt de politicque exiftentie deezer Republiek, in den loop van dit jaar, ten eenenmaale afhangt. En op dat niemand hiervan eenige ignorantie zoude kunnen voorwenden, zoo gelasten wy de Administrative Beituuren der voormalige Gewesten, deeze Publicatie alömme te doen Publiceeren en Affigeeren, daar zulks te gefchieden gebruikelyk is. In den Haag, den ao. Maart 1798. Het vierde Jaar der Bataaffche Vryheid. (was Geparapheert) WYBO FYNJE vt. (Onderftond) Ter ordonnantie van hetzelve (was Geteekend) W. H. ÜROGHOORN. loco Sèieretarii.