f OOKOP HET LAND VILLEW DE VROUWfti SELUKKiq LEVtN- UITGAVE *. BOND VAIV -SOC.DEM VRpIA/ENCLI/BS AMSTERDAM-WEST- / ~ r NAAR.U GAAT ONS HART UIT Ja, aan u denken wij, veel en lang, aan u, vrouwen, die inde dorpen woont, die daar de zware tijd van tegenwoordig beleeft. Aan de vrouwen van de landarbeiders en kleine boeren. Aan de vrouwen van de vele, vele werklozen. Aan haar, die op het land moeten arbeiden, als de man inde werkverschaffing is, of op zoek naar werk. Aan de vrouwen, die in het goede seizoen voor dag en dauw het huis moeten verlaten voor een klein dagloontje. Die dan ’s namiddags doodvermoeid weer moeten klaar staan voor hun huishouden, voor de verzorging van kinderen, van eten, van de was. En die ’s winters zonder die bijverdienste niet weten, hoe ze aan man en kinderen genoeg te eten zullen geven. Om van kleren maar niet te spreken. Naar u allen gaat ons hart uit. Of gij op de Zeeuwse kle: of inde Drentse en Groningse venen woont, waar dan ook, wij denken aan u allen, die daar vlak bij de natuur zijt, die leeft tussen de vrije velden, dicht bij bos en hei soms, en voor wie de zon en de lucht en de wolken niet als in dichtgebouwde steden door hoge daken en smalle straten verborgen zijn. Maar, niet alleen denken wij aan u, omdat wij met uw bezwaren medeleven, omdat wij u wat beters toewensen, dan deze moeizame strijd om het bestaan, waarin alles moet gaan om de eerste levensbehoeften. Neen, wij denken in ’t bijzonder aan u, en ons hart gaat daarom ook met warme drang naar u uit, omdat wij van u veel verwachten. Diep in uw ziei Diep in uw ziel, soms zelfs voor uzelf verborgen, leeft het verlangen naar een beter leven voor uw man, uw kinderen, voor uzelf. Door het zorgen, door het jakkeren van elke dag, door het voortdurend ontberen ook, is er bij velen van u een soort doffe onverschilligheid gekomen. „Het is niet anders, het zal nooit anders worden.” Zo zeggen velen van u, zo denken er nog meer. De man zal werkloos blijven, of voor een schamel loon zich moeten aftobben, tot hij niet meer kan. Maar al moogt gij dit denken en ook dikwijls zeggen, er zijn ogenblikken, wanneer er stilte om u is, misschien, wanneer gij alleen zijt en tot rust komt, dat in u een stem spreekt, die u aanmaant, dat gij dit alles zo niet moogt blijven aanvaarden. Want dat gijzelf, en niet minder man en kinderen, te kort komt aan alles, wat het leven bieden kan, en daarom ook aan alles wat den mens verheft. Een bestaan den mens waardig Want, wie slechts aan de eerste levensbehoeften moet denken, hoe men de maag enigszins kan vullen; een dak boven het hoofd kan houden; wat kleren om aan te trekken; wat dekking, als men dodelijk vermoeid gaat slapen, die leeft geen leven, dat den mens waardig is. Met zulk een bestaan mogen de vrouwen inde dorpen geen genoegen nemen. Ook zij, en hun man en hun kinderen, hebben recht om mens te zijn. Mens inde hoogsté betekenis. De vrouwen moeten breken met de oude gedachte, dat het toch altijd wel zo zal blijven. Zij moeten meewerken om den arbeider een behoorlijk loon te geven en arbeidszekerheid. Zij moeten meewerken om uit de nood van heden, de nood, die haarzelf en hun gezinnen doet ontberen en verschrompelen, een vrije en gelukkige samenleving te bouwen. Waarlijk niet alleen voor de stoffelijke behoeften! Die zijn slechts doel; want wie kan waarlijk mens zijn, z’n geest ontwikkelen, z’n ziel ontdekken, wanneer men van ’s morgens tot ’s avonds voor ’n armzalig bestaan voortzwoegt! Niemand, niet waar! Daarom moet er welvaart gebracht worden in uw woningen. Geluk in uw gezinnen. Onafhankelijkheid voor uw man. Vooruitzichten voor uw kinderen. Daarom moet er een einde komen aan de crisis, die ook De kinderen zullen opgroeien om hetzelfde te worden als hun ouders; de meisjes: tobbende, oververmoeide huisvrouwen; de jongens: slecht betaalde landarbeiders of iets dergelijks, als ze tenminste ooit werk zullen krijgen. de dorpen zo teistert door de geringe uitvoer naar het buitenland, door de afhankelijkheid van grondeigenaars en door nog zoveel andere dingen. Velen komen nu tot u Velen komen nu tot u, en vragen uw stem voor de aanstaande verkiezing van de leden der Tweede Kamer. Weet, wat gij doet! Ziet naar het verleden en ziet naar de toekomst. Het verleden gaf u niets, uw toestand bleef hetzelfde, wanneer deze niet nog slechter werd. Uit het verleden is geen hulp te halen. En de toekomst? In sommige dorpen schijnen de grote boeren de N.5.8.-beweging te willen steunen; zij menen, dat die hun voordeel zal brengen. Hoe bedrogen zullen zijn uitkomen! Voor u zou dit in elk geval een ramp betekenen: de grootst mogelijke afhankelijkheid, terwijl uw mond zou worden gesnoerd, als gij die toestand niet zoudt prijzen. Alleen het grote Plan van de Arbeid van de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij x) kan uw man aan werk en arbeidszekerheid, kan u en uw gezin aan een beter bestaan helpen. Het Plan van de Arbeid wil door zeer krachtig ingrijpen de werkloosheid inperken, de uitvoer vergroten en verdere crisissen onmogelijk maken. Slechts het Plan van de Arbeid bergt ook voor de dorpen het vooruitzicht vaneen gelukkiger leven, vaneen leven met meer geestelijke inhoud. Naar u gaat ons hart uit, vrouwen van de dorpen. Van u verwachten wij veel. Steunt onze strijd om ook u te geven, wat u toekomt. Stemt 26 Mei op de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij Wij vertrouwen op u! C. P.—S ') En laat u nu vooral niet wijsmaken, dat sociaal-democraten hetzelfde is als communisten, want niets is minder waar. Sommigen zeggen dit alleen maar om u van het Plan van de Arbeid afkerig te maken.