I HET ONTSTAAN, STREVEN EN EINDDOEL DER VRIJMETSELARIJ If we waited till we could do things perfecdy, nothing would be done. N ewm an. JAC. P. VAN TERM HET ONTSTAAN, STREVEN EN EINDDOEL DER VRIJMETSELARIJ MET 333 CITATEN EN 6 FACSIMILES TWEEDE DRUK UITGEGEVEN IN HET JAAR MCMXXVIII BIJ DE N.V. PAUL BRAND'S UITGEVERSBEDRIJF TE HILVERSUM INHOUDS-OPGAVE Blz. Voorwoord , . . VII Lijst van geraadpleegde werken IX Algemeene Inleiding (cit. nos. 1—3) 1 AFD. I HET ONTSTAAN DER VRIJMETSELARIJ (cit. nos. 4-6) . . 6 Oude Geschiedenis: DE BOUWGILDEN (cit. nos. -7—15) 11 DE ALCHYMISTEN (cit. nos. 16—34) met plaat ... 24 DE TEMPELIERS (cit. nos. 35—54) 43 DE GNOSTIEKEN (cit. nos. 55—62) 66 DE MYSTERIËN (cit. nos. 63—71) met plaat .... 79 Nieuwe Geschiedenis: KARAKTER DER EERSTE LOGES (cit. nos. 7-2). . . 89 VERBREIDING EN VERSPREIDING. De tweedrachtsperiode: 1717—1813 93 De eendrachtsperiode : 1813—1914 (cit. nos. 73—76) . . 98 De nieuwe scheuring: 1914 (eit. nos. 77—79) 101 RITEN. EN GRADEN 105 De blauwe Vrijmetselarij (cit. nos. 80—101) 106 De rodde Vrijmetselarij (cit. nos. 102—108) 116 Het Schotsche stelsel (cit. nos. 109—112) 122 Het Tempeliers-systeem (cit. no. 113) 126 De Egyptische ritus (cit. nos. 114—115) 128 De Joodsche ritus (cit. no. 116) 131 Vrouwenloges (cit. nos. 117—130) ......... 133 V AFD. II. Biz. HET STREVEN DER VRIJMETSELARIJ (cit. nos. 131-133) 144 DE EENHEID DER VRIJMETSELARIJ (cit. nos. 134-149) 149 HET GEHEIM DER VRIJMETSELARIJ (cit. nos. 150—172) met plaat 162 DE POLITIEK DER VRIJMETSELARIJ (cit. no. 173) met plaat 180 In Nederland (cit. nos. 174—176) . 181 In België (cit. nos. 177—185) 184 In andere landen (cit. nos. 186—191) 191 HETGEZAGIN DE VRIJMETSELARIJ (cit. nos. 192-204) 195 DE MORAAL DER VRIJMETSELARIJ (cit. nos. 205-225) 203 DE REVOLUTIEGEEST DER VRIJMETSELARIJ (cit. nos. 226—243) 222 Het Vaderlandsbegiip (cit, nos. 244—253) ...... 236 HET GODSBEGRIP DER VRIJMETSELARIJ (cit. nos. 254-287) 248 AFD. III HET EINDDOEL DER VRIJMETSELARIJ met plaal .... 277 DE WERELDREPUBLIEK (cit. nos. 288-309) .... 281 DE WERELDGODSDIENST (cit. nos. 310-333) met plaat 299 Slotwoord 332 Erratum 333 VOORWOORD Het is verbazend, hoe weinig er ook in ontwikkelde kringen geweten wordt hS verlede ** ^erk.Wlj2e der Vrijmetselarij. Nog minder weet men aangaande het verleden de toekomstplannen van het genootschap. 9 Het onderhavig werk tracht in die leemte te voorzien ™ u eeni9S7ins moeilijke arbeid, omdat de stof zóó uitgebreid het SS W-matenat f° t9lrijk is' dat de schri)ver' wil hij helder en óver, zichtelijk blijven, zich de uiterste zelfbeperking moet opleggen. ) de samenstelling van dit werk is van de gedachte uitgegaan, dat de allereerste ve^ ot>° aetukiJ betrouwbaarheid. Het is dan £? uiSefd ge^ont i f, p 9etU)genissen van magonnieke schrijvers of sprekers zeiven Aan het leeadwojd' ko^Ulk de broo veïm.ld, 4S» ze ooi K l e' 15 de Jbladf)de' waar men de zinsnede(n) kan aantreffen ^-iist van'^ipi-aar!11? er te vinden in de hechter vo^nde uitgaven aenutte ,werken- D« door schrijver dezes zelf uit maConnieke au^urs zh'n ontleend T- Ta*™ \?emerkt: voor zoover ze aan andere en Wadziide ! if ' Steeds met vermelding van werk, schrijver van he' c"aa''dat ako°steeds SeevannHtlm9en ^u11 de °orsPronkelljke taal van den schrijver - of in mtaaaf ervan ma?° e' in ?' 9f?1 duS eveneens authentieke, vertalings- en druk eiaenaardinff^' i'6 ""j eerbiedi9in9 zelfs van de taalfouten „„ 5 . eigenaardigheden, zooals ze werden aangetroffen. Het heeft mij steeds metselareTaSr^f 96 9ew°°nte,van -profane" (aldus noemen de Vrij- "elkezH tere)u Schfijvers toegeschenen, dat zij de citaten. vertelina weernavin U V3 u • bLet°°9 invoerden, gewoonlijk enkel in wo?rd LnS FnT3fr et,h'er ^OCh 200 vaak °P een schakeering in een woord aankomt. En het euvel werd nog erger, als anderen zulke vertalinnen aetuinT" 6n, deZC dubbel'verkleede overzetting dan als voldingend Wllden doen doorgaan. Elk cifaat, uiteen vreemde taal overgenomen, in de lands^aaf waarh Nederlandschen lezer voorzien van eene vertolking aana van S )T1r,0p2U,Vereweer9ave van den zin- den gedachten- ffiTaele? °°rSfr°nkellJken ***** dan op een letterlijke, schoolsche verkanV™ 9 dle uiteraard aan de lezing iets gewrongens geeft. Iedereen Waadde vreemde r>TC T° ,UiStheid t' over2ettin9 nagaan of doen nagaan. HoSndtl^ t u alle, C,en vertaün9 naast zich hebben, kon voor de vorm in ïet weTk^TT* worden afgeweken, zonder de eenheid van ovemeaina dataHus het K if° HierV°°l' !? de, Fransche teal 9ekozen' uit erweging dat aldus het boek, zoo niet in den algeheelen tekst, dan althans als documentaire bron, ook eenige waarde zou kunnen hebben voor de velen buiten de grenzen van ons land, wien de Nederlandsche taal onverstaanbaar is. Op deze wijze kunnen wellicht de talrijke, vaak niet-onbelangrijke uitingen van Nederlandsche ma^onnieke schrijvers in meerdere mate gemeengoed worden voor de internationale bestudeering van het vraagstuk der Vrijmetselarij, dan zulks thans het geval is. De citaten zijn doorloopend genummerd, teneinde een verwijzing ernaar in den loop van het geschrift gemakkelijk te maken. Ten slotte: dit werk is geen propaganda-geschrift, geen bijdrage tot de reeds zoo veelomvattende pathos-literatuur van het pro of contra der Vrijmetselarij. Het beoogt, en streeft er eerlijk naar, te wezen een kalme, critische studie van het wereldbelangrijk onderwerp, teneinde den lezer in staat te stellen zichzelf een denkbeeld te vormen: hoe de Vrijmetselarij ontstaan is, hoe zij werkt, en wat zij eigenlijk beoogt. VOORWOORD TOT DEN TWEEDEN DRUK. Deze tweede druk is gelijk aan den eersten, behoudens verbetering van enkele schrijf- en drukfouten en van één citaat. Bij alle critiek heeft de magonnieke pers geen enkel valsch citaat kunnen aanwijzen. Het eenige foutieve citaat werd door den katholieken criticus p. Gruber S. J. ontdekt. Het was no. 326 in de eerste editie. De overdruk uit de geciteerde bron was juist, maar de bron zelve bleek zich vergist te hebben. Het citaat is nu door een ander, onbetwistbaar juist, vervangen, dat reeds in de voorrede der uitgave „Van Heidendom tot Paganisme" tot herstel gebracht werd. Na negen jaren alzijdige controle zijn de overige 332 citaten van dit boek alzoo onaanvechtbaar gebleken. De citaten uit „Morals and Dogma" van Albert Pike, in de eerste uitgave aan citeerende bronnen ontleend, zijn inmiddels door mij met het origineel vergeleken, alle juist bevonden en dus op mijn eigen verantwoordelijkheid gesteld. v. T. Lijst van geraadpleegde Werken De ma?onnieke werken zijn met het teeken (.*.) aemerkt De overige zijn „profane " De Acacia. Bloemlezing van Oorspronkelijke en Buitenlandsche Lettervruchten, verzameld op het gebied der Vrijmetselarij. Te Utrecht bij I G Andriessen. ' 9 Weekblad voor Vrijmetselaars. Orgaan der Vereeniging: „Eendracht maakt Machf. — Uitgevers Petit 6 Sikken, Amsterdam, Hartenstraat 10. A r4?xT^.Ch M®?onniek Tijdschrift, onder redactie van A. S. CARPENTI ER ALTING. — Samarang, G. C. T. van Dorp & Co. Abi^^°GTavkenhage)eUrkalender' 1898' iaaigang' ~ Lo9e "Hiram W De onafhankelijke Vrijmetselaarsloge Post Nublla Lux, te Amsterdam. Geschiedenis van haar wording en drie-en-dertigjarig bestaan. Naar authentieke bronnen bewerkt, door Dr. F. GüNST, Oud-Voorzittend Meester van bovengenoemde Loge. Amsterdam, J. F. Sikken, 1884. Jaarboekje voor Nederlandsche Vrijmetselaren. Uitgegeven ten voorder Louisa-Stichting. — s-Gravenhage, Gebroeders Giunta d'Albani. cr Weekblad, onder hoofdredactie van Br.-. L, P. WALBURGH oLnMlU 1, Arts, Amsterdam, C. L. Brinkman, (•'•) ^e Vrijmetselarij in drie zangen, door JAN SCHOUTEN, 2e druk — Te Rotterdam bij ƒ. Immerzeel, Junior, 1819. inde_serie "Pro en Contra," Holla dia-drukkerij, Baarn TERm V ,e ZUIDEMA. Contra JAC. P. VAN (•'•) Geschiedenis der Inwijdingen, in twaalf voorlezingen, inhoudende een WnTVerir V3nue &ebrUiLen' £le9ti9heden en leer aller geheime instelhngen der oude wereld. Naar het Engelsch van G. Oliver, door S. van Delden Az Met een voorberigt van Mr. T. W. van Marle. _ Deventer A. J. van den Sigtenhorst. 1857.3) ' n ?t (;' )i^ken a!leen 7°°' het ..Pro-'-gedeelte der brochure. brc^reelin R°/- K 'p leDS QavermdJd geschrift. Het Contra bestreden in denavermelde brochure van Br.. Klaver Een ma?.', inzender in „de Toekomst" van 2 Mrt. 1918 schreef- Ik herhaal myn-raad „Pro en Contra Vrijmetselarij" te lezen zonder vooroordi " rp 1%) " ) ,Ult de voorrede vf° Br.", van M«rle: „Het boek zelf houde ik voor eender besle van de wef d^rfaakkundtoen^ h" ,e^elsche? 'eerde en prediker G. Oliver, welke thans in hetTak wordfgeho^n" metSel™M V°°"den voornaamsten engelschen schrijver M. i. is het veeleer een synthetische verzameling van gebruiken «n plechtiaheden di, onwaarde heeft voor de kennis der geschiedenis van de godsdiensten dan voor die der Vrijmetselarij. Het Charter van Keulen, Anno MDXXXV. L. JUSTMAN JACOB. — Electr. Drukkerij „Luctor et Emergo," 's Hage, 1907. (.•.) Pit en Merg van de Eindigende en de Komende Eeuw en de daarmede in betrekking staande positie van Vrijmetselarij & Jezuitisme. Naar de Tweede Amerikaansche Uitgave. — Hollandia-drukkerij, Utrecht. (.*.) Geschiedenis der Vrijmetselarij sedert haar ontstaan tot op den tegenwoordigen tijd, door J. G. FINDEL. Naar de derde Hoogduitsche uitgave door S. H. Hertzveld, Lid der Commissie van Redactie van het „Bulletin van het Nederlandsch Groot-Oosten," Corresponderend Lid van den „Verein deutscher Freimaurer." Uitgegeven met toestemming van het Collegie van Groot-Officieren van het Groot-Oosten der Nederlanden enz. — Zutphen, P. Plantenga Bzn. 1875,') (.*.) De Vrijmetselarij; in hare ware beteekenis uit de oude en echte oorkonden der steenwerkers, masons en vrijmetselaars in het licht gesteld door GEORG KLOSZ, Med. Dr. en Professor. - Gouda, G. B. van Goor, 1847. *) Geschiedenis der Vrijmetselarij en der geheime gerootschappen van vroegeren en lateren tijd. Naar het Fransch van F. T. B. CLAVEL. — Derde druk. Gouda, G. B. van Goor, 1865.3) (.*.) Leerboek der Vrijmetselarij, haar geest en vorm, door J. G. FINDEL. Handboek voor hen die het zijn en willen worden. — Arnhem-Nijmegen, Gebr. E. & M. Cohen. (.'.) De Vrije Metselaren, door P. TEMPELS, Koninklijk Auditeur-Generaal bij het Hoog Militair Gerechtshof te Brussel. Vertaald met bewilliging van den schrijver door M. T. H. Perelaer. Uitgegeven ten voordeele van de Louisa-Stichting. — Ter drukkerij der Vennootschap „Het Vaderland" ('s-Gravenhage). (.'.) L'Union Fraternelle. Tijdschrift voor Vrijmetselaars, Redactie en administratie Heerengracht 226. — J. F. Sikken, Amsterdam. (.'.) Algemeen wijsgeerig, geschiedkundig en biographisch Woordenboek voor Vrijmetselaren, door eene vereeniging van Vrijmetselaren, 3 deelen. — Amsterdam, W. de Grebber, 1845. (.*.) Woordenboek voor Vrijmetselaren. Naar de beste bronnen bewerkt door A. S. CARPENTIER ALTING, Ged.\ Mr.\ V.'. E.\ der Loge „Excelsior" in het O.", van Dockum, Red.*, der L.\ Westfriesland" in het O.", van Hoorn, Redact. , van het „Mag. . Weekbl.'." — Haarlem. De Erven F. Bohn, 1884. ') Findel is redacteur geweest van het Duitsche ma^.'. hoofdorgaan die Bauhütte. ') „In Duitschland staan onder de nieuwere werken die van br. Dr. George Kloss, den vader der historische kritiek, ontegenzeggelijk bovenaan." (Gesch. der Vrqm., Findel p. 29). ») Dit is een authentieke Hollandsche uitgaaf van Clavel's vermaard standaardwerk Históirc pittoresqut de la Franc- Magonnerie. Wetboek voor Vrijmetselaren. Kaart in goud- en blauwdruk, zonder aanduiding van uitgave. Afkomstig van Br/. W, F, P. Enklaar, ridder Rozenkruis, secretaris der loge Le Préjugé vaincu te Deventer. Sinds 21 Sept. 1894 in het bezit van den schrijver. (.'.) Vrijmetselarij en de bronnen van prof. Bolland, door JOS. RAEMAEKERS, Meester-Vrijmetselaar. — Uitgevers: Stenfert Kroese & Van der Zande, Arnhem.1) (.-.) De Vrijmetselarij en prof. Bolland door A. KLAVER, predikant bij de Remonstr. Gemeente te Hoorn, Meester-Vrijmetselaar, Redenaar der Loge „West Friesland". — Baarn, Hollandia-drukkerij 1914 *) * * * Verslag van de Handelingen der Staten-Generaal, Tweeda,Kamer, zitting van 1913—1914. s-Gravenhage, ter Algemeene Landsdrukkerij. Handboek der Algemeene Kerkgeschiedenis, door P. ALBERS S. J., 2 dln. Tweede herziene en vermeerderde druk. — Nijmegen, L. C. G. Malmberg, 1908. De Vrijmetselarij voorheen en thans door G. J. P. J. BOLLAND, hoogleeraar der wijsbegeerte te Leiden. — Leiden, A. H. Adriani, 1913. (.*-.) La Lyre Magonnique, étrennes aux Francs-Magons et a leurs Soeurs, pour 1' année MDCCCIX, rédigée par le F.\ J. A. JACQUELIN, officier dign.". de la R.\ L.\ de Saint-Eugène, a 1' O.', de Paris, et dédiée è la R.\ L.'. de Sainte-Joséphine, par le F.'. Chaumerot, R.\ C.'. — A Paris, chez Jh. Chaumerot, Libraire, palais du Tribunat, galeries de bois, no. 188 1809. (• •) Mélanges de philosophie, d' histoire et dê littérature magonnique. — A Ostende, de 1' Imprimerie de Th. Vermeirsch, Libraire *) — MDCCCXXII. (•'•) Tuileur Général de la Franc-Magonnerie ou Manuel de 1' Initié, par J. M. RAGON. — Paris, Collignon, 31, Rue Serpente. ka Franc-Magonnerie. Examen critique de sa Doctrine, par BERNARD ACARRY père, ex-député du Grand Oriënt, et rédacteur du Bulletin officiel de /' Ordre. — Paris, 1<859. (..) Manuel des chevaliers de 1' ordre du Temple. Paris, chez le chevalier A. Guyot, imprimeur de la Milice du Temple, rue Mignon, no. 2. — 707-1825. (..) Acta Latomorum, ou Chronologie de 1 Histoire de la Franche-Magonnene Frangaise et Etrangère. Ouvrage orné de figures. A Paris, chez PierreElie Dufart, libraire, quai Voltaire no. 19, — 1815. 2 vols.4) 'en2) Beidé deze werkjes; zijn gericht tegen Ar Vrijmetselarij voorheen en tluzns, door prof. Bolland. i C oordeelen naar de „Introduction", p. IX van dit werk, was de redacteur ervan de Duin' kerksche Br/. Beraaert „rue du Lait battu" no. 59, te Oostende, waar hij (zie p. 165 t. a. p.) Red.", der loge les Trois Niveaux was. ) Volgens het Woordenboek voor Vrijmetselaren van 1844 ,,ontegenzeggelijk het beste wetenschappelijk werk over de Vrijmetselarij, hetwelk de Fransche letterkunde bezit". Zie verder aanteekenina od cit. no. 51. La Franc-Magonnerie Moderne, par ERNEST GILON. — Paris, librairie Fischbacher, rue de Seine 33, — 1894.9 (.".) Annales chronologiques, littéraires et historiques de la Magonnerie des Pays-Bas, a dater du Ier janvier 1814. — Or.\ de Bruxelles, des presses aes FF.'. Wahlen et Comp."., éditeurs. 5822. (.•.) Considérations sur Dieu et la religion en rapport avec les principes magonnïques. Conférence du Fr.'. A. — C. WESENHAGEN, faite le 19 décembre 1894 St.'. O.'., dans la loge Hiram Abiff dans 1' Or.\ de la Haye.— Bruxelles, P. Weissenbruch, imprimeur du Roi, éditeur 45, rue du Poingon, 45, - 1896. * • * Le voile levé pour les curieux, ou Histoire de la Franc-Magonnerie depuis son origine jusqu' a nos jours, par M. 1' abbé LEFRANC, supérieur des Eudiates de Caen, tombé sous la hache des assassins a Paris, le 2 septembre 1792. Avec continuation extraite des meilleuts ouvrages. — Liége, de 1' imprimerie ds Vve. Duvivier et fils, libraires, rue Vindre-d'ïle, no. 603. — 1826.2) Le Gnosticisme et la Franc-Magonnerie, considérée dans son origine, son organisation, ses bases, son but, les moyens employés pour atteindre le but proposé et ses destinées. Ouvrage posthume de M. EDOUARD HAUS, procureur du Roi a Gand, membre correspondant de 1' Académie de Législation de Toulouse, membre de la Société des Arts et des Sciences a Utrecht, chevalier de 1' ordre du Christ de Portugal. — Bruxelles, H. Goemaere, libraire-éditeur, imprimeur pontifical. — 1875. La Franc-Magonnerie Synagogue de Satan, par Mgr. LÉON MEURIN S. J. archevêque-évêque de Port-Louis. — Paris, Victor Retaux et fils, libraireséditeurs, 82 rue Bonaparte. — 1893.5) Le secret de la Franc-Magonnerie par Mgr. AMAND-JOSEPH FAVA, evêque de Grenoblfe. — Librairie H. Oudin. Paris & Poitiers, 1882.4) ') Gilon schreef ook „La lutte pour le bien-être". waarvan G. Keiler een Hollandsche vertaling maakte onder den titel „Maatschappelijke Noocfen. De strijd om welvaart". Er verscheen ook een Duitsche vertaling, die het werk vermeldt als „Preisgekrönt von der belgischen Akademie und vom Grossen Oriënt in Brüssel". ') Door Thory onder no. 262 van zijn cataloog vermeld. Van dit werk bestaat ook een Hollandsche uitgaaf: De opgeligte Sluijtr, of GescJutdertis der Vrijmetselarij, van haren omsprong tot op onze dagen. Door den abt Lefranc, overste der Eudisten van Caen. Uit het Fransch vertaald door Mr. B. Berends. — 's-Gravenhage bij de Gebroeders Langenhuysen. achter de Groote- of St. Jakobskerk, E. no. 23. — 1827. — 3 deelen. *) Ben werk, dat slechts met groote omzichtigheid kan gebruikt worden, daar het wel vele gegevens bevat omtrent de wijsbegeerte der oude Oostersche godsdienststelsels maar ten aanzien der nieuwere toepassingen op de Vrijmetselarij afgaat op beweringen, waarvan dö onhoudbaarheid afdoende bewezen is. *) Er bestaat van dit werk ook een, ietwat gewijzigde, 3e uitgaaf, verschenen bij Desclée, De Brouwer 6 Cie-, Lille, 1885. — Onze aanhalingen zijn uit de bovenvermelde editie. La Franc-Magonnerie soumise au grand jout de la publicité, a l'aide de documents authentiques. — 2 volumes. — AM AND NEUT, Gand. Deuxiéme édition, 1866, Les Francs-Magons peints par eux-mêmes Scènes de leur vie privée. — Bruxelles, chezC.J. Fonteyn, imprimeur-libraire, Marché-aux-Poulets, 26. — 1854.') La Franc-Magonnerie contemporaine. Quelques pages de son histoire et de sa doctrine adressées a un homme du monde a propos de l'encyclique du Pape Léon XIII, par AUG. ONCLAIR, prêtre. —Liége, imprimerie -de H. Dessain, rue Trappé no. 7. — 1885. Le libéralisme, la Franc-Magonnerie et 1'Eglise catholique, par le chanoine LABIS, professeur de théologie. Deuxième édition. .— Bruxelles, Victor Devaux & Cie., 1870. La femme et 1'enfant dans la Franc-Magonnerie universelle. d'après les documents offlciels de la secte (1730—1893), par A. C. DE LA RIVE, — Delhomme et Briguet, éditeurs. Paris, rue de 1'Abbaye 13; Lyon, avenue de 1 Archevêché 3. L union britannique des nations. Discours prononcé par le général SMUTS. ~ Hodder and Stoughton, Londres, New-York. Toronto, MCMXVII. iT?7c!ncla ^ranc"^a9onner*e dans 1' histoire moderne, par Alphooge BKUUWERS, professeur a Rolduc. Liége, H. Dessain, imprimeur-éditeur, nie Trappé, 7. Paris, Ch. Poussielgue, rue Cassette, 15. — Kerkrade (Limbourg-Hollandais), N. Alberts, éditeur. — 1892.2) A. DE LA RIVE. Le Juif dans la Franc-Magonnerie. — Paris, Librairie Anti-maconnique. A. Pierret, éditeur, 37, rue Etienne-Marcel. 1895.3) M. M. BACUEZ ET VIGOUROUX. Manuel biblique ou cours d' Ecriture bainte a 1 usage des séminaires. 4 tomes. — Paris, Maison Jouby et Roger, A. Koger et F. Chernoviz, éditeurs, libraires de la Faculté de Théologie de Fans. 7, rue des Grands-Augustins. .— 1884. La Franc-Magonnerie démasquée. Revue mensuelle des doctrines et faits magonniques. Paraissant le 19 de chaque mois. — Paris, Librairie catholique internationale de 1' Oeuvre de Saint-Paul, 6, rue Cassette.4) br°CjUre j? anoniem en heeft alleen waarde, in zooverre ze letterlijk heeft nagedrukt K» R ac i XaUX , Grande Fête Solsticiale-Nationale" van 24 Juni 1854, gedrukt bij Br.. Samuel, no. 7, rue des Secours, a Bruxelles. ) Zie een beoordeeling van dit werk in citaat no. 235. invk^en'Cht'9 " behandeIen' Is niet vri) van anti semitisme en vertoont hier en daar Taxilsche ,^dactfr £?ezer, uit9ave de abbé Tourmentin, van wien de Revue Ma^onnique, mars-avril P ,' , ,r j: "Deze Tourmentin is een loyaal tegenstander, die nooit opzettelijk iets on- TrHmLS1 ^ j n9ef,' V E?n feit is' dat h'i dingen te weten komt, die lang niet allen vrijmetselaars bekend zijn. Hoe hij die geheimen verneemt, is tot dusver een raadsel". Annales Parlementaires de Belgique, Session Législative ordinaire de 1912— 1913. Chambre des Représentants. — Bruxelles, Imprimerie du Moniteur Beige, 40, rue de Louvain. 1913. Lettres, Sciences, Arts. Encyclopédie Universelle. Dictionnaire des dictionnaire». Sous la direction de PAUL GUÉRIN — Paris, Librairies-imprimeries réunies, Mayet Motteroz, Directeurs, 2, Rue Mignon, 2. Le P. VINCENT MAUMUS, Dominicain. La crise religieuse et les lefons d histoire. Deuxième mille. — Paris, Bibliothèque-Charpentier, Eugène Fasquelle, éditeur, 11, rue de Grenelle. — 1902. Histoire de 1' Eglise, dédiée au Roi, par M. 1' Abbé DE BERAULT-BERCASTEL, Chanoine de 1 Eglise de Noyon. 24 vols. — A Maestricht, De 1'Imprimerie de P. L. Lekens, MDCCLXXX. Avec approbation. La FranC"Ma9onnerie dans sa véritable signification, ou son organisation, son but et son histoire. Par Ed.-Em. Eckert, Avocat a- Dresde. Traduit de 1' Allemand, disposé dans un nouvel ordre Et considérablement augmenté de documents authentiques sur la Franc-Magonnerie beige et frangaise, par 1' abbé GYR, prêtre du diocèse de Liége. 2 vols. — Liége, imprimerie de J.-G. Lardinois, éditeur, rue Soeurs-de-Ha£que no. 11. — 1854. I*®® Sociétés Secrètes et la société, ou philosophie de 1' histoire contemporaine. Par 1 Auteur du Monopole universitaire, destructeur de la Reliaion et des Lois. (N. DECHAMPS). 3 vols. — Avignon, Fr. Seguin ainé, imprimeur-éditeur, rue Bouquerie 13. — 1874. L' Ordre des Francs-Ma^ons trahi et le secret des Mopses révélé. — A Amsterdam, MDCCLXVI.1) Les Francs-Majons écrasés. Suite du livre intitulé ,,L' Ordre des FrancsMagons trahi." Traduit du Latin. — A Amsterdam, MDCCXLVII.3) Bulletin Antima^onnique. Organe mensuel illustré de „La Ligue Antimaconnique. — 131, rue de Stassart, Bruxelles.3) Biographie universelle on dictionnaire historique des hommes qui se sont fait un nom par leur génie, leurs talents, leurs vertus, leurs erreurs ou leurs crimes, par F. X. DE FELLER. Edition revue et continuée jusqu'en 1848, sous la direction de M. Ch. Weiss, conservateur de la bibliothèque de Besan^on, ') Vermeld in Thory's lijst der „Ouvrages historiques sur la Franche-Ma^onnerie" (Acta l-atomorum, 1, p. 354). Thory schrijft het auteurschap van dit werk toe aan den abbé Larudan. — 1 e oordeelen naar pag XXIX van een in ons bezit zijnd exemplaar zou echter de abbé Pereau unSvnr! moeten beschouwd worden. Het jaarcijfer is vermoedelijk een drukfout voor MDCCXLVI. Ihory geeft 1745 als verschijningsjaar. In ieder geval moet het anterieur geweest zijn aan Les Francs-Ma$ons écrasés. ) Volgens Fava (Le Secret de la Franc.Mafonnerü, p. 25) was de auteur van dit werk, dat eveneens door Thory onder de „Ouvrages historiques" vermeld wordt (Acta Latom. I. p. 365), de abbé Larudan Thory vermeldt het boek onder 't jaar 1778. Ons ex. geeft 1747 aan. ) Hiervan verscheen ook een Vlaamsche uitgaaf. membre de plusieurs Académies, et de M. 1' abbé Busson, ancien secrétaire du Ministère des affaires Ecclésiastiques et vicaire-général honoraire de Montauban. — Paris, }. Leroux, Jouby et Ce-, libraires, rue des Grands-Augustins 9 • Gaume frères. rue Cassette 4; Outhenin Chalandre, rue de Savoie, 5; Lille! L. Lefort, imprimeur-libraire; Besangon, Outhenin Chalandre fils. — 1*849. Dictionnaire de la Fable, ou Mythologie Grecque, Latine, Egyptienne, Celtique, Persanne, Syriaque, Indienne, Chinoise, Scandinave, Africaine Américaine, _ Iconologique etc. Par Fr. NOEL, ancien Professeur de Belles-Lettres dans 1' Université de Paris, Metnbre de 1' Athénée de Lyon, et de la Société d' Agriculture de la même Ville. - 2- vols. - A Paris, chez Le Normant Imprimeur-Libraire, rue des Prêtres. Saint-Germain-l'Auxerrois, no 42^ An IX. — 1801. La Franc-Magonnerie, dans ses origines, son développement physique et moral, sa nature et ses tendances. Etude faite sur documents authentiques empruntés la plupart aux adeptes de la secte, par la revue romaine la Civilta cattolica, mise en ordre, revue et traduite par AUGUSTE ONCLAIR, prêtre. — Bruxelles, H. Goemaere, libraire-éfditeur, imprimeur pontiflcal. 3874. JEAN BIDEGAIN. Le Grand Oriënt de France, ses doctrines et ses actes. Documents inédits. — Paris, Librairie Antisémite, 45, rue .Vivienne, 45, 1905.1) JEAN BIDEGAIN. Masques et Visages Magonniques. Documents inédits. — Librairie Antisémite, 15 Rue Vivienne, Paris. — 1906.') * * * A Pilgrimage to the Rockies. A souvenir of the 25th Triennial Conclave, Knights Templar. Denver, Col.. 1892. Knight, Leonard & Co., printers. (.-.) The Free Mason's Companion, or Pocket Preceptor. Compiled for 0/ithe(ClaftoBynIO,HN PHILLIPS, Past Master of Lodge no. 2; and Chief J. of the H. R A. C no. 52. ~ Philadelphia, printed by Bartholomew Graves, no. 40, N. Fourth-Street, 1805.2) <•'•) A concise history of Freemasonry, by ROBERT FREKE GOULD Past Senior Grand Deacon of England, Author of „The History of Free- 3 Br.-. Jos. Raemaekers(Vrijmetselarij en de bronnen van firof. Bolland, p. 17) haalt over RaaTvLeOrde. ^ ^ circuIaire n°- « van 1904, uitgegaan van den Franschen UferrTlTner'feentr0UJel0i0Ze.'' V vertoefde sedeft 2" jaar onder ons, in den boezem zelfs van het Groot-Oosten van Frankrijk. Langzamerhand had hi, zich opgewerkt en was sous-chef van ons secretariaat geworden. Daarin verwierf hij het vertrouwen van onzen waarden en moedigen Vad"Card' " wf ^gewijd in diens meeste geheimen. Hij heeft er gebruik van gemaakt tó^vertm, wH " t SchtDdt?-'hedriegelijk afschriften te nemen van stukken, die ons waren toevertrouwd, een zeker aantal dossiers te ontvreemden. ) In dit werkje is opgenomen de „Ahiman Rezon," digested and abridged (1783) doorïhorv fctT^'09 J A AfaJ^tor°^m sub no. 172 vermeld met de bijvoeging „Cet ouvrage fut publie par ordre de !a Grande-Loge de Pensylvanie." masonry," „A commentary on the Regius MS. , „Military Lodges, Etc., Etc. London; Gale & Polden, Ltd., 2 Amen Corner, Paternoster Row, E. C. 1903. (.-.) The New Age Magazine. The Official Organ of The Sppreme Council 33" A. & A. Scottish Rite of Freemasonry S. J. U.S.A. Puhlished at Sixteenth and S streets, N. W., Washington, D. C. (.*.) The Freemason's Quarterly Magazine and Review.1) The Catholic Encyclopedia, an international work of reference, in fifteen volumes. •—1 New-York, Appleton Company.") An Anti-Masonic Catechism of Freemasonry, in the words of English and English-speaking Masonic writers, by the Very Rev. FRANCiS M. WYNDHAM, M. A. — London, R, Washbourne, 18 Paternoster Row, E. C., and 9 Agar Street, Strand, W- C. (/.) Die Tempelherrn und die Freimaurer. Entgegnung auf die gleichnamige Schrift des Geheimen Archivrats Dr. Ludwig Keiler. Von Dr. WILHELM BEGEMANN. — Berlin 1906. Ernst Siegfried Mittler und Sohn, Königliche Hofbuchhandlung, Kochstrasse 68-71. /.•.) Freimaurerei, von C. Fr. HAUSMANN, gew. Grossmeister der Schweizerischen Grossloge „Alpina," St, Gallen. In: „Handwörterbuch der Schweizerischen Volkswirtschait, Socialpolitik und Verwaltung, herausgegeben voq Dr. jur. N. Reichesberg, Professor an der Universitat Bern; 34. Lieierung. Bern, Verlag Encyklopadie, 1903. (.-.) Allgemeines Handbuch dei Freimaurerei. Zweite völlig umgearbeitete Auflage von LENNING's Encyklopadie der Freimaurerei. — 3 Bande. — Leipzig, F. A. Brockhaus, 1863-1865-1867. Uitaever enz. der geraadpleegde Jaargangen kali ik niet meer opgeven, daar de exemplaren, waaruit ik de gebruikte aanteekeningen heb gemaakt, door versterf van den toenmaligen eigenaar ^OveThetïrtikeriFreemasonry," in dl. IX (1911) voorkomende, van de hand1 H. GIruber S I schreef wijlen generaal Anderson, 33.-., lid van den Mother Supreme Council (eerst te Charleston, later te'Washington) in The New ASc, Official Organ of ^ S^reme C^ncü A. and. A. Scottish Rite, Southern Jurisdiction of the U. .V A. ]une 1911, p 63b 638. „De historische uiteenzetting is in 't algemeen juist... De schrijver schijnt met onze ritual.en De^redacteur der New Age, de latere leider van den Supr. Council en tweede^ Pike Br.'. George Fleming Moore, 33."., voegde hieraan toe (p. 638)Het artikel is weten schappelijk het belangrijkste, dat, voor zoover wij weten, van katholieke ^„^ j^e^encyen de schrijver streefde er blijkbaar naar, fair te zijn ... Wanneer a e , ^ clopedie, die richtingen behandelen, welke door de katholieken beschouwd ~ den al™ Kerk vijandig, even goed geschreven zijn als het artikel Masonry, zal het. werk een eeretitei zijn voor het Amerikaansche katholicisme." (.*.) WILHELM OHR. Der französische Geist und die Freimaurerei. — Leipzig. Verlag von K. F. Koehler, 1916. * * * Kleines Handbuch der Freimaurerei.. Zugleich Bericht aus Deutschland Anti-Freimaurer-Congresz in Trient. Herausgegeben G ^ Manzf EWALD- Regensburg 1896. Nationale Verlagsanstalt (früher Der „giftige Kern" oder Die wahren Bestrebungen der Freimaurerei actenmaszig nachgewiesen von Hildebrand Gerber (P. HERM. GRUBER S T) Druckeid 'j1899' Veda9 ^ Germania' Actien-Gesellschaft für Verlag und Staatslexikon. Vierte Auflage. Unveranderter Abdruck der dritten, neubeareiteten Auflage. Unter Mitwirkung von Fachmannern herausgegeben im Auftrag der Gorres-Gesellschaft zur Pflege der Wissenschaft im katholischen Deutscbland von dr Julius Bachem in Köln. - Freiburg im Breisgau, Herdersche Verlagshandlung 1911. — Berlin. Karlsruhe, München, Straseburg. Wien, London und St. Louis, Mo. — 5 dln. Mazzini, Freimaurerei und Weltrevolution. Eine Studie zum dreissiasten Jahrestage der Eranahme Roms und zur Jahrhundertwende allen Freunden der offentlichen Ordnung gewidmet von HERM. GRUBER S. J. — Mit fcrlaubms der Ordensobern und Genehmigung des bischöflichen Ordinariats Kegensburg, — Regensburg 1901. Verlagsanstalt vorm. G. J. Manz. Buchund Kunstdruckerei A.-G, München-Regensburg. Der Odd-Fellow-Orden und das Decret der Congregation der Inquisition vorn 20 August 1894. Von HILDEBRAND GERBER. - Berlin Verlag Strass^fTi3' 18^6Ctie eSellSChaft für Verla9 und Druckerei, Stralauer WPItÏd und romanjsche Freimaurerei, von Dr. iur. HEINZ BRAUWËILER. — Koln 1916. Verlag u. Druck von J. P. Bachem. Der Freimaurer-Orden in seiner wahren Bedeutung. In zwei Schriften von Advocat Eduard Emil ECKERT. Redacteur der freimüthigen Sachsen.eitung. Dresden. Im Selbstverlage des Verfassers. 1852. Betrug als Ende eines Betruges. Oder: Die Kundgebung Leo Taxil's Vpm,.19, ,Ap"1 ?.897,und der Hereinfall, bezw. die Schwindeleien, deutscher „^ulturkampfer anlaszhch derselben. Von HILDEBRAND GERBER.2) — ■berlin 1897. Verlag der „Germania". Acf-Ges. für Verlag und Druckerei. An^n?Xrjil?e?eI'!ar schr£f °ve,r dU werk)e in de Preussischc Jahrbüchir van 1900 (I, p 24 ^ Seifdoniem van " 'eerriiken ^ Der freimaurerische Untergrund des Weltkrieges, von HERMANN GRUBER S. J„ derzeit in Exaten (Holland). — Artikel in Der deatsche Katholizismus im Weltkriege. Gesammelte Kriegsaufsatze. — Ferdinand Schöningh, Paderborn, 19ï5. Die .'.Brüder im Weltkrieg, von Dr. iur. HEINZ BRAUWEILER. Verlag und Druck von }. P. Bachem, Köln, 1916. Der Götze der Humanitat oder das Positive der Freimaurerei. Nach Dokumenten. Von G. M. PACHTLER. — Herderscbe Verlagshandlung, Freiburg im Breisgau, 1875.1) Der stille Krieg der Freimaurerei gegen Thron und Altar. Aus Dokumenten (M. PACHTLER S. J.) — Freiburg im Breisgau, Herder'sche Verlagshandlung. 1873. Stimmen der Zeit. Katholische Monatschrift für das Geistesleben der Gegenwart. — Herdersche Verlagshandlung zu Freiburg i. Br., Berlin, Karlsruhe, Köln. München, Strassburg, Wien. — No. van October 1917, art. Gruber: die Freimaurerei als Kulturmacht. ♦ * * Giuseppe Mazzini, Massoneria e Rivoluzione. Studio storico-critico di ERMANNO GRUBER S. J., dedicato a tutti gli amici dell' ordine pubbhco. Seconda edizione con i testi originali italiani, di molto accresciuta dall A. — Traduzione dal Tedesco di Eugenio Polidori S. J. — Roma; Desclee, Lefebvre & C. Editori, Via Santa Chiara, 20c~21. — 1901. Rivista Antimassonica. Pubblicazione mensile edita dall Unione Antimassonica. Roma, Piazza Capettrari 70, p°. 1°. (Palazzo Lante), — later: Roma, Via del Governo Vecchio n°. 84, p° 1°, La Massoneria Speculativa, ossia le sue definizioni, simboli, origini e principii, raccolti, tradotti ed officiali dei Frammassoni e sottoposti alla considerazione del clero e delle societa cattoliche, nella speranza di concorrere al trionfo dell' azione e del movimento cattolico, di assicurare il frutto del primo congresso antimassonico internazionale e di consolidare e propagare Unione Antfmasson.cain tutto il mondo, pel »c. VJNCENZO LONGO, co^gh». effettivo dell' Unione Antimassonica Romana e del Comitato Centrale esecutivo del relativo 10 Congresso Internazionale. — 6 vols. — Genova, Gio. Fassicomo e Scotti, Librai Editori. 1896. LORENZO de' baroni LEONI. La Massoneria e le annessioni degli btati Pontificii. — III vols. — Viterbo, Tipografia Agnesotti 1893. * * * i\ De aeleerde lesuïet PACHTLER, — Medewerker van de Monumenta paedagogia Germaniae schr van „Der stille Krieg wider Thron und Altar," cok in 't NederlandSch vertaald. Aldus (Br.-.) dr. W. Zuidema in „Pro Vrijmetselarij", serie 111, no. 9, van „Pro & Contra . (.\) Manual de la Masoneria, ó sea el Tejador de los Ritos Antiguo Escocés Frances y de Adopdon por ANDRES CASSARD, .. . Soberano Grande Insp.. General de 33. etc. etc. Edicion ilustrada con cromos. — Barcelona Deben dirigirse los pedidos a los Sres. Jané Hermanos, Editores.1) * * * La Masoneria ante la Iglesia y la Patria, por MAURICIO. Con licencia eclesiastica. Barcelona, 1897, Calle Nueva de San Francisco, 17. Astrologiae ivdiciariae ysagogica et totius divinatricis artis Encomia, L ami Iudaei & Lucae Gaurici dictis, Autore IOANNE l/yöJNlbK Hannonio, vtriusq. luris Doctore, Poëta laureato Mathematico in lucem aedxta. In Fpistola dedicatoria quatuor Mathematicae quantitates cum earum laudibus 6 utilitate notantur. — Coloniae, Apud Arnoldum Birckmannum, Anno 1559.-) Cabala. Speculum artis et natvrae, in alchymia; Exinde, quid, Lapis oophorum antiquissimus, rei sit, qui triplex & tarnen simplex lapis existi.. . Umnia hactenus ex varijs etiam scriptis paucis observata, singulis laboriosis amatoribus artis honons ergo, Deo annuente, tam perspicuè ac lucidissimo speculo, proposita, o quatuor aeneis laminis incisis Picturis exhibita- Per ianotum, attamen notum, sicuti insignia primae Figurae insculpta testantur, Nunc è Uermanico, Latino versa aStrenuo Sapientiae cultore, 6 vna cum praestantissimi cujusdam Philosophi Diagraphe hujus ipsius argumenti, Roseae Crucis raternrtati dicata edita, quö hac in materia amplius nil desideretur. — Impressum MDCLXVn? ' Sumptibus Ioannis Weh' Bibl: Augi Anno GABRIELIS CLAUDERI, D. Medici Ducalis Saxonici, Academici Curiosi, Dissertatie de Tinctura universali (vulgö Lapis Philosophorum dicta) qva I. Qvid Haec sit. 2 Qvod detur in Rerum Natura; an Christiano consultum sit immediatè in hanc inqvirere; 4 è qva Materia; 6 5. qvomodo praeparetur, per rationes, & Variorum experientiam perspicuè proponitur; aliaqve curiosa & utilia^ huic analoga adnectuntur. Ad Normam Academiae Naturae Curiosorum. Cum Serenissimi Electoris Saxoniae Privilegio. _ Altenburgi apud Godofredum Richterum. 1678.2) Br.-. J. J. Pardo, gr.-. 33, Groot-secretaris van het Gr.'. O.', van Venezuela de (Op cit^'prefacio 0ebied' ^ t0t dUSVer (1860) in de SP«nsche taal bekend "is" Deze zeld2ame ^erke° ter Gemeente-Bibliotheek te Maastricht aanwezig. ALGEMEENE INLEIDING Niet genoeg kan er tegen gewaarschuwd worden, het vraagstuk der Vrijmetselarij als een personen-kwestie te bezien. Het is al van zeer ondergeschikt belang, te weten w i e Vrijmetselaar is, zoolang men niet een ietwat juist omlijnd begrip heeft, wat de Bond is, waarvan de Vrijmetselaar deel uitmaakt. En wanneer men dit laatste weet, wachte men zich zorgvuldig voor aeneraliseeren bega men niet de oppervlakkigheid den persoon als de belichaming van het geheel te beschouwen. Zoo min als men b.v. eiken Russisch-orthodoxe als verantwoordelijk kan houden voor het doen en laten van het Grieksche ochisma, zoo min kan men eiken Vrijmetselaar aanzien als den standaard-drager van de beginselen zijner Orde als zoodanig. Er zal genoegzaam gelegenheid zijn om bij de inleidingen tot de hierna volgende hoofdstukken in onderdeden op dit punt terug te komen. Maar het doeTvoo'rafgaa a'9emeene waarschuwing hier uitdrukkelijk te ♦ * * Het hanteeren van citaten is een gevaarlijk gedoe; niemand, die er meer van overtuigd is dan schrijver-dezes zelf. Het gaat ermee als met de statistiek: oor het groepeeren van cijfers in een vooropgezette richting kan men er meestal wel de slotsom meê behalen, die men te bereiken wenscht. Zoo ook gaat het met het citeeren. The devil can.cite Scripture for his purpose: .de duivel kan zelfs de Schriftuur wel te zijnen gunste aanhalen", heeft Shakespeare in The Merchant of V'emce gezegd. Gelijk Brauweiler heeft bemerkt, kan men uit de magonnieke litteratuur evengoed een bloemlezing ter eere der Vrijmetselarij als een bundel distels te harer geeseling samenstellen. Zoo echter, dunkt ons, moet de kwestfe niet worden opgezet. De toestand is deze, dat in de litteratuur over dé Vrijmetselarij de „profane" geschriften in het algemeen een doorloopende aanklacht tegen de Orde vormen, terwijl on'LÏdf w het kle!n"e - der magonnieke geschriften daartegen apologetisch laa', de'"tera!"0t <*" P? °?en.barf? m^e."ing, staat du,s a,f rechter tusschen twee partijen. De vraag . wie heeft gelijk: degenen die de Vrijmetselarij als een nuttige en heilzame ofwel zij die als een gevaarlijke en bedenkelijke instelling beschouwen? voor^zich 'en heeft' neemt Ze de P-ten van aankTachi voor zich en hoort daarover getuigen en beklaagde-zelf. Breedsprakige oe- f ïf11 naaSt. M me]dedeelingen-ter-zake ook wel uitweiden over de . ' en, va.n beklaagde. De, rechtbank zal zulks echter terzijde laten loonTlL ^ aT- ; 61 Zi,n bepaalde Punten van aanklacht, en daarover oopt het geding daarop moet vrijspraak of schuldigverklaring volgen. e feitelijke verhouding is, dat de meeste profane schrijvers over Vrijmetselarij haar vrijwel eenstemmig een bepaalde reeks aanklachten ten laste leggen. De ongegrondheid of juistheid daarvan dient te worden onderzocht in geregeld verhoor Dit werk kan beschouwd worden als een proces-verbaal van zulk een verhoor vanTetuigen en beklaagde, - waarbij de nadruk wordt gelegd met op de verklaringen der eersten, maar op de vrijwillige uitingen der laatste. Ook daarbij dient intusschen behoedzaam te werk worden gegaan. Niet a aetuiaenissen van overigens volkomen betrouwbare en hoogstaande personen zitn zonder eenig voorbehoud te aanvaarden. Van Eckert, een der beste pro ane Duitsche schrijvers op ma^onniek gebied, schreef de jongere Brauweiler (een uST!B ambtgenoot hoewel geen geloofsgenoot . Eckert was advocaat en protestant, Biauweiler is advocaat en katholiek), dat zelfs diens.geschriften slechts met de meest critische reserve dienen gebruikt te worden ). Wat sterker is : niet eens alle ma?onnieke verklaringen in zake Vrijmetselarij mogen onvoorwaardelijk betrouwbaar worden geacht, afaeaeven om den lezer op een dwaalspoor te brengen. Zoo legt Br.. dr. frerd. Katsch — die door Gruber „een zeer nauwgezet, ijverig navorscher wordt genoemd - volgens dezen gedegen kenner der Vrijmetselarij ) Die Entstehana und der wahre Endzweck der Freimaureret.m 1897 te Berlijn verschenen, er herhaaldelijk nadruk op dat overal in de officieele vnjme selaars-uitgaven, met name ook in het Constitutie-boek van 1723, de toeleg merkbaar is, om door welbewuste, stelselmatige ver valschingen degenen, die het ware doel der Orde niet mogen weten, VRIJMfclbbLAARS EVENGOED ALS PROFANEN, op een dwaalspoor te brengen. Zie citaat no. 72. No. 1. LATOMIA, 1869, p. 12: TEXT: VERTALING: Dazu kommt noch, dasz wohl in keiner Daarbij komt nog, dat welin $jeen Gesellschaft so viele untergeschobene ander genootschap zooveel onderge «ndverdëchtiae Urkunden zum Vor- schoven en verdachte oorkonden te schein gekommen sind, deren man voorschijn zijn gebracht, waarvan men schmahlicherweise sich bediente, urn zich.laakbaar genoeg,bediende om ongeunhaltbare Ansichten zu begründen gronde opvattingen te vestigen en goedund Gliubigen Sand in die Augen zu geloovigen zand in de oogen te strooien st reuen. Geciteerd in „Der giftige Kern," Gerber, I, p. 85. Lezenswaardig zijn in dit opzicht ook de citaten nos. 47 en 48 in dit werk. Van den anderen kant moet men zich wachten, de draagwijdte van magonnieke uitingen-in-geschrift te onderschatten en deze te beschouwen als van niet meerdere waarde dan de uitdrukking der .gedachte van eenlingen. Zóó beperkt van strekking zijn ze gewoonlijk niet; de meeste magonnieke Grootmachten (aldus worden genoemd de Groot-Oostens, Groot-Loges en andere bondsbesturen van bepaalde magonnieke groepen) hebben den leden der aan haar ondergeschikte loges etc. verboden eenigerlei geschrift over magonnieke aangelegenheden in het licht te geven zonder hare voorafgaande toestemming. Hier volgen een paar voorbeelden: No. 2. ANNUAIRE DU GR.\OR.\DEBELGIQUEPour l andelaV.. L. .1848 p. 41. TEXT: DÉCISION DU 5e j.:. 2e M:. 5841. Le Gr/. Or.\ Ccnsidérant qu' il importe a la dignité et aux principes constitutifs de l' Ordre mag.', de ne pas placer le Gr.'. Or.\ ou les loges dans la pénible nécessité de devoir désavoner des principes qui seraient eri opposition avec ceux professés par i Ordre: Arrête: Art. Ier. Toute publication par la voie de la presse, ou tout discours a prononcer par des FF.', déléguês au nom du Gr.'. Or.\, devront être préalablement soumis a X examen et al' approbation du Grand Comité. Art. 2. Les loges de f Obédience sont invitées a faire soumettre a leur approbation les discours et publications que des FF.', appartenant a leur atelier, pourraient faire. Geciteerd in la Franc-Mafonnerie, Neut, t. I, VERTALING: Besluit van den 5. IV. 1841. Het Gr.'. Oosten, Overwegende, dat het in 't belang van de waardigheid en de grondbeginselen der Vrijmetselarij is, het Gr.*. O.', of de Loges niet in de pijnlijke noodzakelijkheid te brengen begrippen te moeten afkeuren, die met de door haar geleeraarde in strijd zijn, besluit: Art, 1. Geen geschrift zal door den druk mogen worden openbaargemaakt, geen redevoering door BBr.\ gedelegeerden namens hel Gr.-. Ö.\ mogen worden gehouden, tenzij vooraf onderworpen aan en goedgekeurd door het Hoofdbestuur. Art. 2. De onder ons staande lóges worden verzocht de door BBr.\ hunner werkplaats te houden redevoeringen en uit te geven geschriften aan hunne goedkeuring te laten voorleggen. ). 280. No. 3. COSTITIIZIONI GENERALI DELLA MASSONERIA IN ITALIA, discusse ed approvate dall' assemblea costituente del 1899. Roma (palazzo Giustiniani) 19ÜU. p. 48. VERTALING: Art. 134. Het is verboden boeken, die betrekking hebben op ritueële onderwerpen, uit te geven zonder verlof van de bevoegde hoogere overheden. Art. 135. Het is zoowel aan de Loges als aan de afzonderlijke Broeders, van welken graad of rang ook, behoudens de Grootmeester en de hoofden van riten, verboden, om welke reden en op welke wijze ook, in de profane wereld te veropenbaren: stukken, akten, circulaires, brieven, officiëele of officieuze geschriften, die de Vrijmetselarij raken, tenzij er tevoren uitdrukkelijk schriftelijk verlof van den Grootmeester voor verkregen is. Art. 136. Elke inbreuk op deze verbodsbepalingen vormt uit zichzelve, naar gelang van het gewicht en het onderwerp der openbaarmaking, een zware of lichtere schuld, die strafbaar is in den zin der onderhavige grond¬ regelen. Geciteerd in Ginseppe Mazzini, Gruber, p. 7-8. Blijkens het Duitsche vrijmetselaarstijdschrift Latomia, IV, p. 134, zeide de Vz.\ Mr.\ (d.w.z. voorzittend meester, president eener loge) Vivier, aat de door magonnieke sprekers gehouden redevoeringen, alvorens ze in druk verschijnen, somtijds gewijzigd worden ; en de redactie der Freimaurer-Zeitung (geciteerd bij Eckert, der Freimaurecorden, p. 251) verklaarde eveneens, dat „het gedrukte woord scherper wordt gekeurd (geprüft) dan het gesprokene . TEXT: Art. 134. È proibita la pubblicazione di libri che siriferiscono adargomenti rituali senza l' autorizzazione delle rispettive autorité superiori. Art. 135. Ê proibito tanto alle Logge, quanto ai sirigoli Fratelli di qualunque grado od ufficio, tranneal Gran Maestro ed ai Capi dei Riti, di pubblicare nel mondo profano per qualsisia motivo e con qualsisia mezzo, documenti, atti, circolari, lettere, scritti ufficiali od officiosi, attenentisi alla Massoneria. se prima non ne abbiano ottenuto per iscritto formale licenza del Gran Maestro. Art. 136. Qualunqueinfrazione aquesti divieti costituisce per sè sola, seconde l' importanza e 1' oggetto della pubblicazione, una colpa grave o lieve, punibile a sensi delle presenti Costituzioni. Een andere moeilijkheid in het bestudeeren van de magonnieke en anti-magonnieke litteratuur is de enorme omvang, dien ze geleidelijk heeft gekregen. De Bibliographie van Wolfstieg vermeldt meer dan 43.000 nummers, waarvan het overgroote deel alleen voor ingewijden bestemd en niet in den vrijen boekhandel verkrijgbaar is. sterfhuizen veIe daar.van,ten slotte langs tweede-handsboekhandels. huizen enz. toch in profane handen, maar wie zooveel mogelijk zijne uitgaven aan de kenn.sneming van anderen onttrekt, doet daarmee tevoren willens en wetens afstand van het recht om de andere partij te verwijten, dat zij geen h3nd,™t.Sr bïïohï. Z" °le' °ïet V0ld0e"de ke""'S Va° de V°<"' Schrijver dezes, geen lid eener loge zijnde, was er indertijd in geslaagd langs een omweg zich een abonnement te verzekeren op een magonniek tijdschrift Het duurde niet lang... Plotseling hield de toezending op 1 I,TrL !j Vr'imetselafs kunnen niet alle magonnieke stukken krijgen. Leerzaam is onder dit opzicht de uitlating van het Bulletin du Suprème Conseil de Belgtque, vermeld aan den voet van citaat no. 111. Dit is dan ook trouwens een der hoofdverwijten, die de anti-maconnieke SST! U YrreTlarij d°en: Waar°m' als zi> werk<** iets goeds na! sneeft stelt zij hare lectuur niet openlijk beschikbaar, gelijk de wsjsgeeriae ^?U,'9aVe° Va° alk >>•'• vo« eL' aaadfchTt'a'n dT l?oden,e lectm,r' in die wïrk ook veel K„„l ,.A aan de oud"e 'S geschonken, maar ómdat erin getracht wordt een Hpn nf t 9 , Van de Vriimetselar'j- niet louter zooals zij zich de laatste lóón IJ h» ,aren, ^too"t' gelijk zij zich gedurende den ganschen loop van hare ontwikkeling heeft doen kennen. HET ONTSTAAN DER VRIJMETSELARIJ Er zijn maar weinig geschiedenissen zoo moeilijk te beschrijven als die d?r Vrijmetselarij. En dit is te verklaren. Eerstens door haar karakter "van geheim genootschap, waarbij uiteraard veel niet aan het geschrift werd toevertrouwd doch mondeling overgeleverd; tweedens doordien van hetgeen in geschrift bestaat, zooveel mogelijk voor de profane buitenwereld verborgen wordt gehouden. Daarbij komt, dat van hetgeen in handschrift of in druk verveelvoudigd werd, niet alles onvoorwaardelijk vertrouwen verdient, gelijk de op blz. 2 aangehaald» verklaringen van Br.*. Ferd.. Katsch reeds te verstaan gaven. Lawrence Dermott, lid der Grootloge van Ancient Masons te Londen, zette dit in eenen wel ietwat krassen vorm, toen hij in zijn „Address to the Gentlemen of the Fraternity" (geciteerd in Br.". Thory s Acta Latomorum, 11, p. 53) beweerde: Strange as it may appear, we have no true history of the origin ofFreemasonry in this or any other kingdom in Europe, whatever people may* pretend to. Hoe vreemd 't ook moge klinken: een betrouwbare geschiedenis van den oorsprong der Vrijmetselarij hier of in eenig ander land van Europa bezitten we, wat men ook beweren moge. niet. Juister is Br.*. Mackey, als hij in een zijner meest bekende werken zegt: No. 4. LEXICON OF FREEMASONRY, Alb. Mackey, p. 296: TEXT: It is the opprobrium of Freemasonry that its history has never yet been written in a spirit of critical truth ; that credulity ... has been the foundation on which all masonic historical investigations hUve been built,... that the missing links of a chain of evidence have been frequenlly supplied by gratuitous invention, and that statements of vast importance have been carelessly sustained by the testimony of documents whose authenticity has not been proved. VERTALING: Het strekt de Vrijmetselarij niet tot eere, dat haar geschiedenis nog nooit geschreven is geworden in den geest van critischen waarheidszin. Alle geschiedkundige nasporingen van maijonnieke zijde berusten op lichtgeloovigheid. Vaak heeft men de ontbrekende schakels in een bewijsvoering maar eenvoudig met fantasie aangevuld, en stellingen van het hoogste belang worden maar gemoedelijk geschraagd met een beroep op documenten, waarvan de betrouwbaarheid nog geenszins vaststaat. Geciteerd in Cath. Encyclopedia IX, Gruber, i.v. „Masonry," p. 772. Gelijk men ziet, moet aan getuigenissen van magonnieke historieschrijvers geen overdreven waarde worden toegekend. Trouwens, zij zijn vaak met elkander in tegenspraak; wat de een als onomstootelijke waarheid verkondigt, wordt door den ander als fictie verworpen; de documenten, waarop de eene partij zich beroept, worden door een andere als vervalschte of ondergeschoven stukken uitgekreten; nergens wellicht is de polemiek hartstochtelijker, dan wanneer BBr/. elkander hunne opvattingen omtrent de geschiedenis hunner Orde uiteenzetten. iS ï6' z°öder weeromstuit gebleven ook op de profane schrijvers over dit onderwerp: Onclair') b.v. zoekt den oorsprong der Vrijmetselarij bij het Anglicanisme, Pachtler 2) bij de Engelsche deïsten der XVIIde, Fava3 bij de ltaliaansche Socinianen der XVIde eeuw, enz. Er moet dus hier met critische onderscheiding te werk worden gegaan en allereerst naar een uitgangspunt gezocht worden. Dit is gemakkelijk te vinden, want hieromtrent zijn alle auteurs — maconnieke en profane — het eens: No. 5. *DER FRANZÖSISCHE GEIST UND DIE FREIMAUREREI, Wilh Unr, p. 29: TEXT: VERTALING: DieGeburtsstande der Freimaurerei Het ontstaan der Vrijmetselarij in den im modernen Stnne des Worteswird hedendaagschen zin van het woord allgemein in das Jahr 1717 gelegt, wordt algemeen gesteld op het jaar als vier Londonec Logen die Gross- 1717, toen vier Londensche loges de loge von England begründeten. Grootloge van Engeland stichtten. ontt^n9eSClliJ IO°Pt nu,°ver de vfaa9: is de Vrijmetselarij zelfstandig In het "weede geval ■ U'^êltT VOOraf9aande voortgekomen? ♦ * ♦ SnLee^Clllb'feeini,SOCifteit' een,9,ew?ne vereenigtog grifweg haren oorsprong vindt in plaatselijke of gewestelijke behoeften van het oogenblik, heeft niets bijzonders en is niet meer dan natuurlijk Minder waarschijnlijk mag 't geacht worden, dat eene organisatie, die zich tasr1 H0' OVer Tfrschillende landen vertakt en hare leden bij toeval heèffenlenrl t V?u Cn omvan9riike uitbreiding louter aan het Vrijmet 1 danken. Zulk eene verspreiding had het genootschap der ') F. M. dans ses origines, p. 27. ') Der Götze der Humanitat, p. 112. *) Le Secret de la Franc-Mafonnerie, p. 9, v.v. Minstens blijkt uit deze omstandigheid, dat een groot deel van Europa een gunstigen bodem bood voor het wortelschieten derJ nieuwe zaailing; dat deze beantwoordde aan de stemming van veler geest. Te onderzoeken valt-dus, welke de gesteltenis van Europa onder dit opzicht was vóór de XVlIIde eeuw, en tot hoever de sporen dfer gesteltenis opklimmen. Er is een tweede reden, waarom dit onderzoek loonend kan geacht worden. Ook hieromtrent zijn alle schrijvers het tamelijk wel eens: dat in 1717 de Vrijmetselarij v o r m e 1 ij k uit de nog bestaande en verbasterde overblijfselen der metselaarsgilden is te voorschijn gekomen. Intusschen vertoont de Vrijmetselarij in hare gebruiken, symbolen enz. niet enkel zinnebeelden en uitdrukkingen, die uit het gildewezen stammen, maar ook die ontleend zijn aan het middeleeuwsche ridderwezen, de alchymie, de kabbalistiek, het gnosticisme enz. Dit noopt vanzelf tot een nagaan van de vraag, hoe die sporen zich in eene vroeg-achttiend' eeuwsche stichting hebben kunnen vastzetten. En indien dit onderzoek mocht leiden tot de zekerheid of desnoods de waarschijnlijkheid, dat men hier met een gemengden oorsprong te doen heeft, dan zou zulks slechts den algemeënen regel der geschiedenis bevestigen: dat wereldgebeurtenissen — en als zoodanig mag men de stichthlg van de Orde der Vrijmetselaren zonder overdrijving beschouwen — niet vanzelf ontstaan maar oplaaien uit een langdurig saamgemengd complex van oorzaken, waaruit een op-zichzelf soms betrekkelijk luttel feit de vonk kan doen springen, die de hangende gassen in vlam zet. De voorgeschiedenis der Reformatie en die der groote Revolutie bewijzen dit mede. Men leze citaat no. 5 aandachtig en zal zien, dat het jaar 1717 er uitdrukkelijk wordt aangegeven als het geboortejaar der Vrijmetselarij „in den modernen zin van het woord" of, zooals anderen plegen te zeggen: „in haren tegenwoordigen vorm". Hier wordt dus niets gepraejudiciëerd op het resultaat, dat een historisch verder-opklimmend onderzoek mogelijk zou kunneu opleveren. Wanneer men de geschiedenis van het koninkrijk der Nederlanden wil schrijven, kan men zeker volstaan met te zeggen, dat het in zijn tegenwoordigen vorm dateert van 1830—31, en dit tijdstip als uitgangspunt nemen. Dit zou echter zeker niet als een ernstige geschiedvorsching kunnen aangemerkt worden. Wie de geschiedenis' der Nederlanden schrijven wil, gaat terug tot de Republiek, het leenstelsel, de Friezen, Franken en Saksers, de Romeinen en Batavieren, zoo mogelijk tot de Kelten en voorhistorische bewoners. Nagegaan dient te worden, of deze methode ook op de geschiedenis der Vrijmetselarij toepasselijk is. Dit dwingt tot een averechtsche manier van werken. De gewone wijze van geschiedbeschrijving begint bij het oudste bekende tijdstip en ontwikkelt 2ich dan, door de latere tijden heen, naar den nieuwsten. Dit is echter slechts mogelijk, wanneer men van een betrouwbare basis kan uitgaan. Met de Vrijmetselarij is dit niet hei geval. Als Donnelly in zijn „Atlantis, the Antediluvian World" bv. den oorsprong der hem dierbare instelling tot het miocene tijdperk opvoert, zal geen ernstig schrijver neiging gevoelen om zich naast hem op dat platform te plaatsen. We moeten dus, bedenkende dat we geen vaststaand geschiedverhaal kunnen geven doch, opklimmend, uit de steeds achteruitschuivende feiten dienen te concludeeren, de zgn. inductieve methode volgen: van het vaststaande jaar 1717 steeds teruggaan, zooverre dit uit het feitenmateriaal mogelijk zal blijken. * * * Dit klemt tè meer, omdat men zelfs geen magonnieke geschiedbeschrijving kan gebruiken om, aan de hand daarvan en critisch te werk gaande, de gewone afdalende reeks der geschiedenis te volgen. Een der oudste en meest bekende auteurs der Vrijmetselaars-orde erkent, dat hij zijne geschiedbescnrijving ervan zoodanig gemaakt heeft, dat ze, in 't algemeen genomen, vrijwel onbruikbaar, althans voor slechts enkelen volkomen verstaanbaar is.* No. 6. HISTORY OF FREEMASONRY, Anderson, 1738 (Preface): TEXT: VERTALING: Only an expert Bröther, by the true Alleen een ervaren Broeder kan met iight, can readily find many üseful behulp van het ware licht op bijna hints in almost every page of this book elke bladzijde van dit boek voetstoots which Cowans and others not initiated vele nuttige wenken vatten, die profacannot discecn. nen en andere niet-ingewijden niet snappen kunnen. Geciteerd in The Catholic Encyclopedia, IX, i.v. Masonry, p. 773, Gruber. Profanen „en andere niet ingewijden . dat wil dus zeggen: niet-ingewijde vrijmetselaars. The Freemason's Chronicle (London, 1890, II, 145; vgl. Cath. Ene. IX, Gruber, „Masonry ) verwierp deze en dergelijke geschiedbeschrijvingen: The historical portion of old records Het historisch gedeelte van oude re- as written by Anderson, Preston, Smith, lazen,gelijk Anderson, Preston, Smith, Calcott and other writers of that gene- Calcott en anderen uit dien tijd ze ration was little more than a collection geschreven hebben, was niet veel meer of fables, so absurd as to excite the dan een bijeenraapsel van fabels, zóo smile of every reader. onzinnigdatelklezererommoetlachen. De vraag is echter, of The Freemason's Chronicle het werk der genoemde schrijvers, althans van de beide eersten, niet onderschat heeft, en of de Duitsche Br.'. Kraüse het boek van Anderson niet juister waardeerde, toen hij (in zijne Kunsturkunden, 1810, I, p. 525} onderstelde, dat Anderson zich allegorisch, als t ware in cijferschrift, heeft uitgedrukt. In elk geval toont het bovenstaande genoegzaam, dat men zich niet op een magonniek geschiedschrijver beroepen kan, zonder kans te loopen hem aanstonds door andere Vrijmetselaren gewraakt te zien. De profaan, die de geschiedenis der Vrijmetselarij wil nagaan, dient dit dus zelfstandig, en vooral onbevooroordeeld, ter hand te nemen. Sommige antimagonnieke schrijvers zijn' met het vooropgezet begrip te werk gegaan, dat de Vrijmetselaïij. wat haren oorsprong en hare afkomst betreft, geen hoogen ouderdom kon hebben. Uit een aandachtige lezing hunner geschriften valt af te leiden, dat, als zij zich van hun eigen gemoedsgesteldheid scherp rekenschap hadden gegeven, ?ij zich hadden moeten bekennen, dat naar hun gevoel de Vrijmetselarij niet uit eenhooge oudheid mocht gegroeid zijn, omdat zij meenden, dat de erkenning daarvan haar „oudere brieven" zou verschaffen dan het Christendom. Dit nu dient gemeden te worden, als zijnde al zeer weinig objectief. De zienswijs van zulke „vereenvoudigers" der magonnieke geschiedenis is daarenboven onjuist; zij staren zich blind op den vorm. 't Is niet enkel de vraag, wat het streven eener wereldbeweging is, sinds ze het hedendaagsch gewaad aantrok, maar vooral wat het wezen is, dat zich daarin kleedde. Een der meest bekende Fransche mag.', auteurs heeft dit anders uitgedrukt (Thory, Acta Latomocum II, p. 248), toen hij schreef: Je ne vois pas qu'une haute antiquité Ik zie niet in, dat een hooge ouderrendït la société des Fr. Ma?ons plus dom het genootschap der Vrijmetseillustre; c'est dans la constitution laren hooger aanzien zou verschaffen, actuelle dun corps, et non dans son Het nut van een instelling steekt niet origine, qu'il faut chercher son utilité. in heur oorsprong maar in haar tegenwoordige samenstelling. Waarom dan, vraagt men wellicht, die kwestie niet terzijde gelaten en de Vrijmetselarij alleen behandeld, zóo, als zij heden ten dage is ingericht en werkt? Het antwoord is kort en eenvoudig: omdat het streven-en-einddoel der Vrijmetselaars-orde niet ten volle te verstaan is, zonder dat men haar ontstaan kent, evenmin als de figuur van een Staatsman of hervormer ten volle te begrijpen -is, zonder dat men zijne levensbeschrijving kent. * * ■» Na het voorafgaande is het duidelijk, dat de historie der Vrijmetselarij in twee groote tijdperken moet gesplitst worden: de oude en de nieuwe geschiedenis. Hét keer- en scheidingspunt daarin is 1717. We gaan dus over tot een tweeledig overzicht: het eerste, de oude geschiedenis, beweegt zich daarin van genoemd jaar uit in teruggaande, het andere, de nieuwe geschiedenis, in voortgaande richting. OUDE GESCHIEDENIS DE BOUWGILDEN Dr. Jean Théophile Desaguliers, zoon van een uit Frankrijk gevlucht Calvinistisch predikant'), stond met dr. James Anderson, een Anglicaansch predikant, en George Payne, een geschiedkundige, volgens de meeste schrijvers, aan het hoofd der groep eereleden van vier Londensche metselaarsgilden, die in 1717 deze vier gilden tot een verbond wisten te vereenigen onder den naam „Groot-loge van Vrije Metselaren." Hiermede was de grondslag tot de moderne Vrijmetselarij gelegd. • * * De vraag, die zich allereerst voordoet, js: hoe konden beoefenaren van gansch andere beroepen dan het handwerk bestaande ambachtsgilden zoo geheel aan hunne bestemming onttrekken en in eene volslagen afwijkende richting stellen ? Om dit duidelijk te maken, is het noodig een eindweegs terug te gaan. In de middeleeuwen, toen het kunstambacht bloeide, en de adel de heerschende kaste vormde, bestond er tusschen beiden een goede verstandhouding. Vele edelen stelden er prijs op, hun steun aan een kunsthandwerk te verleenen, en de giidebroeders aanvaardden gaarne de bescherming van zoo machtige en invloedrijke personen. Zoo kwam het, dat meerdere gilden, hoewel met jaloersche zorg alle niet-vakgenooten uitsluitend, voor de edelen een uitzondering maakten en in lateren tijd hen zelfs als lid aannamen (accepted) op den voet als in sommige onzer hedendaagsche vakvereenigingen der XXstq eeuw personen, die zich voor de organisatie bijzonder verdienstelijk hebben gemaakt, ook wel benoemd worden als „lid van verdienste, met gelijke rechten als gewoon lid." Zoo werd In de Schotsche loge „Maria-kapel" te Edinburgh een lord Alexander omstreeks 1634 als lid aangenomen. *) • Het woord „loge" had toentertijd niet de beteekenis, die we er nu aan hechten onder het opzicht van het vereenigingsleven. Gelijk het woord thans nog in de bouwkunst leeft als aanduidende het bepaald onderdeel van een voornaam gebouw, heette in sommige landen de directie-keet op het bouwterrein „loge"; en in Engeland droegen daarnaar de plaatsen van bijeenkomst der georganiseerde bouwvakarbeiders vaak dienzelfden naam. Een „metselaars-loge" was dus een eigen of gehuurd gildehuis of lokaal van het betrokken ambacht. „To be lodged" beteekent in het Engelseh nog: te zijn gehuisvest. Hoe nu komt men aan den naam van V r ij metselaars ? Ook dit is zeer eenvoudig en natuurlijk. Van den aanvang af valt bij het bouwvak een tweeledige arbeid te onderscheiden: er zijn mpnschen, die het ruwe werk moeten doen: grond graven, steenen dragen, steenkappen, mortel mengen enz., er zijn er ook, wien heel ') Volgen» Begemann een natuurkenner (Dit Tempelherrn und die Freimattrer, Vorwort, p. V.) ') Geschiedenis der Vrijmetselarij, Findel, p. 110. wat hoogere eischen van bekwaamheid worden gesteld: de steen- en beeldhouwers, en vooral de teekenaars, de opzichters, de ontwerpers zeiven. Dezen allen maakten deel uit van het metselaarsgilde, zooals we thans wederom hier te lande in sommige vakbonden opperlieden, metselaars, stukadoors, steenhouwers enz. in één „Kalk- en Steenbewerkersgilde" vereenigd zien. Volgens Kloss maakten, althans in Engeland, zeifs aan den bouw verwante vakken, alzoo ook houtsnijdets, fresco-schilders, glasbranders enz., deel uit van de „masons. ') Dat in die middeleeuwsche gilden de lagere arbeiders en de hoogere, tusschen wie een groot verschil in maatschappelijken welstand en' geestelijke ontwikkeling was, zich op den duur niet passend naast elkaar voelden, ligt in den aard der dingen. Al spoedig ontstond dan ook tusschen hen eene splitsing in afzonderlijke organisaties. In Engeland noemde men de hoogere klasse dier bouwlieden the free Masons: de vrije Metselaren, ter onderscheiding van the Masons, de gewone metselaars. Reeds op het einde der XlVde eeuw treft men, blijkens archiefstukken uit dien tijd, de benamingen free masons en liberi muratori aan, en volgens een ma^onniek tijdschrift") zou er uit een later gevonden handschrift zelfs reeds in de Xllde eeuw sprake van geweest zijn. Dit doet intusschen weinig ter zake. Belangwekkender is de vraag; waarom werden die bouwmeesters en hoogere bouwvaklieden „vrijen" genoemd? Genoten zij dan zekeren vrijdom boven de andere? Dit was inderdaad het geval. Aan bouwvakarbeiders voor het ruwere werk was nooit gebrek. Elke jongen uit het volk, die een paar stevige armen en beenen tot zijn beschikking had, den leertijd doormaakte en een gemakkelijk proefstuk aflegde, kon het tot metselaar brengen. Voor de hoogere functies werd echter heel wat meer vereischt; evenals thans nog moet er veel aanleg èn toeleg bestaan, wil men het tot den rang van knap beeldhouwer, bouwkundig opzichter, teekenaar of architect brengen. En dat ook voorheen die hoogere eischen metterdaad gesteld werden, daarvan getuigen nu nog de kunstzinnige ontwerpen en uitvoering van de vele in Europa aanwezige middeleeuwsche gebouwen. Het was het bloeitijdperk der architectuur : het middeleeuwsche ; overal verrezen kerken, kloosters, stadhuizen, kathedralen, gildegebouwen, kasteelen. De bouwkundige arbeiders waren allerwegen in trek, werden overal gevraagd; op de eene plaats bood men hun al meer loon dan op de andere; en het gevolg was, dat plaatselijke besturen, wilden zij de onmisbare krachten voor hun bouwwerken houden of krijgen, hen trachtten te lokken met allerlei voorrechten en privilegiën. Een der voornaamste daarvan was, dat de uit den vreemde komende bouwkunstenaars zich niet zouden behoeven te onderwerpen aan het gezag en de rechtspraak van het plaatselijk metselaarsgilde, dat zelf i) Vrijmetselarij in hare ware beteekenis, Kloss, p. 289 en 297. *) The Freemasott's Chronicle, 1908, dl. I, p. 283 (geciteerd in Cath. Encycl. IX, i. v. „Maionry, Gruber.) niet in staat was den bouw met eigen krachten uit te voeren.]) Vandaar de naam Vrije metselaars. * * * Zoo trokken de vrije metselaren van deze plaats naar gene, van het eene land naar het andere. Was in de middeleeuwen het „op hun ambacht reizen" van de handwerkslieden toch reeds een veelvuldig voorkomend gebruik, in zéér sterke mate deëd het zich voor bij de vrije metselaren. Het is te begrijpen, dat het hun aan een groot gevoel van eigenwaarde niet ontbrak. Als in alle groepen, waarin zich dit verschijnsel voordoet — men denke b.v. aan de Duitsche officieren »— ontwikkelde zich daarmee tegelijkertijd een levendige korpsgeest; en deze is altijd exclusief: hij voelt zeer stérk voor de vakgenooten en weinig voor die daarbuiten staan. Bij de internationale verspreiding van de leden der vrije metselaarsgilden, waarbij de Bourgondiër, de Zwaab, de Schot elkaar soms in de bouwhut of loge op hetzelfde bouwterrein in een Fransche of Vlaamsche stad ontmoetten, deed zich de behoefte gevoelen aan herkenningsteekens, dat men . tot een gilde van vrije metselaars behoorde, en wel zoodanige dat niet elk ondernemend vulgairmetselaar van elders zich kon uitgevén als te behooren tot de hoogere kaste in zijn bedrijf. Zoo ontstonden er allengs wachtwoorden, teekens, kenspreuken, ie zich mettertijd tot een soort van geheim symbolen-stelsel ontwikkelden.2) ten vaststaand feit is, dat te allen tijde de mensch, in 't algemeen gesproken, den omgang zoekt bij voorkeur met zijns gelijken, — de minder ontwikkelde met zijns gelijken van stand, de intellectueele met zijns gelijken van geest. Het kon niet anders, of de vrije metselaren, die om hun kennis en ondervinding in hoog aanzien stonden, moesten tijdens hun verblijf — in een bisschopsstad b v., waar een nieuwe domkerk gebouwd werd — in aanraking komen met de meer ontwikkelde kringen van geestelijkheid en burgerij. Nu moet men wel in het oog houden, welke de toestand der gemoederen in de middeleeuwen was. Het is een onvergeeflijk-oppervlakkige opvatting, te meenen; „in de Middeleeuwen was alles katholiek, dus was iedereen katholiek. Is t op zichzelf reeds onaannemelijk, dat er onder millioenen menschen geen afwijkende opvattingen bestaan, de tallooze processen, in de Middeleeuwen gevoerd tegen personen, die van ketterij, tooverij en dergelijke afdwalingen van de katholieke leer werden beschuldigd, bewijzen genoegzaam, dat er — niet door de Staten, want publiekrechtelijk gold ht-t Katholicisme als Staatsgodsdienst — maar, in meerdere of mindere mate (dit verschilde naar gelang van tijd en plaats), door afzonderlijke Staatsburgers leerstellingen werden gehouden, die, soms zeer sterk, tegen de rechtsgeldige indruischten. De Middeleeuwen kenden de vrijheid van gedachte niet, die sinds de Fransche Kevolutie deel uitmaakt van den grondslag der meeste Staatsinstellingen. Het ') X9,1' N/W £ngl Dkttonary of ihe Fhilological Socüty, Oxford 1898 ) Vgl. Ars Quatuor Coronatorum, XI, p. 166—168. verkondigen, zelfs het persoonlijk aanhangen van afwijkende begrippen leverde voor den betrokken persoon een zeer handtastelijk gevaar voor verbeurte van vrijheid of zelfs van lijf en goed op, - en het is dus niet meer dan natuurlijk, dat het bestudeeren of beoefenen van buitennissige leerstellingen ot practiiken in het geheim werd beoefend. Evenmin is het zonderling, dat vrije metselaars, zeiven leden van een genootschap. dat in zekeren zin met een soort van geheimwezen vertrouwd was, bii hun verblijf in allerlei centra van verschillende geestesstroomingen. met sommige dier geheim-leeraren kennis maakten en aanrakingspunten vonden, somwijlen ook deelgenooten werden in hun levensbeschouwing. Een feit is het. dat, hoewel statuten en reglementen van de verschillende vrij e-metselaarsgilden, onderworpen als zij waren aan de controle der burgerde en geestelijke overheid, geregeld de kenmerken en het stempel van den algemeenen Staatsgodsdienst bleven vertoonen, de gedragingen der afzon - lijke leden lang niet altijd daarmee in volle overeenstemming waren. Dit wordt voldingend bewezen door de uiterlijke sporen daarvan, die men nog m sommige middeleeuwsche bouwwerken aantreft. In steen verzinnebee de schimpscheuten op de geestelijkheid, op het burgerlijk gezag, op de instellingen « de leer der katholieke Kerk zijn teruggevonden in kerkgebouwen hoogaangewelven. pilastèrs en sluitsteenen, die, van den beganen grond af moeilijk of met m biizonderheden vielen gade te slaan- Findel verhaalt, ) hoe men m.den dom te Brandenburg kan vinden een vos in geestelijk gewaad, preekende voor een Ld?ganzen; in de „nnsterkerk te Bern beviadt zich onder de verdoemden bi) een voorstelling van het Laatste Oordeel een Paus-figuur St; Sebalduskerk te Neurenberg waren een monnik en eene non in steen g Stn wtrvan de eerste zich tegenover de andere op onbeschaamde w.,ze gedraagt; in de bovengaanderij der groote kerk te Straatsburg zag men een ezel, die aan een altaar de Mis las, enz. . , Geheel onopgemerkt kon deze geestesgesteltenis van een heel) der leden van de vrije-metselaarsgilden in den loop der tijden natuurlijk niet bliiven • daartoe deed zij zich op te veel plaatsen en gedurende te langen tijd voor. Het Concilie van Avignon in 1326 vaardigde tpnpinrlp aan het verder dringen van zulk een mentaliteit paal en perk te stellen en in 1425, onder de regeering van Hendrik VI, werden in Engeland de bijeenkomsten der vrije metselaars als strijdig met de staatsorde kortweg Men°töorde zich daaraan echte, niet. en het roerig element ervan kwam MeTwelkOCdo!l?eeOngetwii(eld om zijn werkzaamheid in den ouden geest voort te zetten. En die geest werd door lord Henry Beaufort, gouverneur van den vierjarigen koning, oom van de beide regenten en bisschop van Winchester, gekarakteriseerd met de verzekering, dat de gildebroeders reeds ') Geschiedenis dtr Vrijmetselarij, p. 73—74. geruimen tijd gepoogd hadden het geloof en de rechten der Kerk te ondermijnen. Doordat men, om zich aan rechtsvervolging wegens overschrijding van de verbodsbepaling te onttrekken, de bijeenkomsten nu steelsgewijs en tersluiks hield, nam het gilde meer en meer het karakter van een geheim genootschap aan. fcn die verborgen bijeenkomsten werden den in verzet zijnden gildeleden eenigszins vergemakkelijkt, daar de plaatselijke overheden ze wel eens oogluikend toelieten, eensdeels omdat de gildebroeders onder den adel, de geestelijken en andere aanzienlijke personen invloedrijke vrienden bezaten anderdeels omdat zijzelven voor hunne bouwwerken vaak de vrije metselaars noodig hadden en zich een zoo wijdvertakt gildewezen niet te onvriend wilden maken. Niettemin letten de vergaderden scherp op, dat geen vreemden hunne bijeenkomsten bespiedden. Werd er een spion betrapt, dan werd deze op de achterplaats onder een dakgoot vastgebonden en onder den drup gezet Nog thans is bij de Vrijmetselarij, om aan te duiden dat er onraad is, het waarschuwingssein in zwang: „Het regent". Deze houding van een deel der vrije metselaarsgilden was niet zoo uitzonderlijk, als men misschien zou meenen. Een der magonnieke geschiedschrijvers, die tot de best beslagene mag gerekend worden, schetst den toestand zeer kernachtig als volgt: No. 7. "GESCHIEDENIS DER VRIJMETSELARIJ, Findel (Holl. uitgaaf), p. 74: TEXT: TRADUCTION: De corporaties der bouwlieden beston- Les corporations des métiers construc- den in een tijd, toen de orthodoxe teurs existaient au temps, oü 1 eglise kerk in den hoogsten bloei verkeerde, orthodoxe était en pleine prospérité. en het pausdom blijkbaar het toppunt La Papauté avait atteint le sommet , "erc'kt- doch ook ge- de sa puissance mais devait en même hjktijdig te kampen had met eene temps se battre contre un vaste illu- ver verspreide verlichting en vele zoo- minisme et contre plusieurs com- genaamde kettersche, gnostisch-mani- munautés gnostico-manichéennes qui chaeische, gedeeltelijk tot het zuivere, revenaient en partie au christianisme oorspronkelijke Christendom terugkee- pur et original: les Cathares, Albigeois. rende gemeenten (Katharen, Albi- Vaudois, Patarins etc., appelées héréti- gensers, Waldensers, Pateriners, enz.); ques. Dans ce temps-la, les initiés et in eenen tijd, waarin de gewijden en les adhérents de ces communautés par- aanhangers dezer gemeenten door ge- couraient toute 1'Europe, fondaient heel huropa trokken, nieuwe gemeen- d'autres communautés et y affiliaient ten stichtten, en met alleen edelen, non seulement des nobles, des hommes vrijen, stadsburgers en kooplieden, libres, des citadins et des commercants, maar ook monniken, abten en bis- mais même des moines, des abbés et schoppen opnamen des évêques Hier begint alzoo eene aanduiding te komen omtrent het karakter der geestesstroming, waarvoor een deel der vrije metselaren niet geheel ongevoelig Is gebleven. Hebben we hier met een betrouwbaar getuigenis te doen of wel met een op zich zelf staande persoonlijke opvatting van Findel? Vele uitspraken van geschiedschrijvers, magonnieke zoowel als profane, vallen aan te halen, die de bovenaangehaalde uitlating in haar wezen geheel dekken. Nemen we als voorbeeld eene passage uit Ragon, den „auteur sacré der Fransche Vrijmetselarij, wiens opvattingen omtrent de geschiedenis zijner Orde anders nogal gevoelig plegen af te wijken van de inzichten van den Duitschen historicus: No. 8. rraTHnnnviF MACONNIOUE. Raaon, p. 28 v.v.: vyiv X liiv/i-'*-'-'»-*" **-* -■> » ' " TEXT: En 1646 le célèbre antiquaire Elie Ashmole, grand alchimiste,... se fait ad«om» rlanc la confrérie des ouvriers magons, a War rington, dans laquelle VERTALING: In 1646 liet de beroemde oudheidkenner Elias Ashmole, een groot alchimist,... zich opnemen... in de broederschap der werkmetselaars te warnngton, magons, a warnngton, aans laqucuc — -» on commengaitaagréger ostensiblement waar men openlijk personen begon i _ • i aan te nemen, die buiten het bouwvak Vi»vw>» T O C J T_ - • des individus étrangers a l art de batir. Cette meme annee, une soctete ae noseCroix,... s'assemble dans la salie de réunion des Freemasons a Londres. Ashmole et les autres frères de la Rose-Croix, ayanl reccnnu que le nombre des ouvriers de métier était surpassé par celui des ouvriers de fintelligence, paree qüe le premier allait chaque jour en s' affaiblissant, tandis que le dernier augmentait continuellement, pensèrent que le moment était venu de renoncer aux formules de réception de ces ouvriers, quine consistaient qu en queiques ceremomes www». > r w aan te nemen, die buiten het bouwvak stonden. Datzelfde jaar kwam een genootschap van Rozenkruisers... bijeen in de vergaderzaalder vrije metselaars te Londen. Ashmole en de andere broeders van het Rozenkruis, die bemerkt hadden dat het aantal vakarbeiders overtroffen werd door dat der geestesarbeiders — het eerste toch nam dagelijks af, terwijl het andere voortdurend groeide — meenden, dat het oogenblik daar was om de toelatings-formaliteiten dier werklieden af te schaffen, welke slechts bestonden in eenige ceremonien, on- consista ent qu en queiques ceremomes —*a- , apeu prés semblables a celles usitées geveer gelijksoortig aan die. welke onder apeu pres *emu nildebroeders Gebruikelijk waren. parmi tous les yen* uc o - Geciteerd in Le Secret de la Frmvr-Ma(onnerie, Fava, p. 32 v.v. Ragon noemt hier alzoo met name een der geheime genootschappen, die hun invloed op het gilde der Vrije Metselaars deden gelden: de Rozenkruisers. Wie waren de Rozenkruisers? , , , Alvorens deze vraag na te gaan dient eerst onderzocht ^ ^ mogelijk was, dat dezen zich konden indringen in een gilde, hetwelk gang tot zijn lidmaatschap zoo zorgvuldig gesloten had gehouden voor alle niet-vaklieden, de voormelde adellijke beschermheeren dan uitgezonderd. In de XVlde eeuw was de Kerkhervorming over een groot deel van Europa gekomen en een der gevolgen daarvan was, dat het bouwen van nieuwe kathedralen, kerken, kapellen kloosters enz. daar nagenoeg geheel ophield. Het ridderwezen had zijn feodale beteekenis verloren, het gildewezen had zijn bloeitijd achter den rug,- en onder de eersten, die den economischen terugslag van dat alles ondervonden, waren de beoefenaren der bouwkunst. Geleidelijk maar zeker ging hun aantal achteruit, de beste krachten uit de burgerlijke maatschappij zochten hun broodwinning op ander terrein, de gilden der vriie metselaren bleven wel vormelijk bestaan, vooral in Engeland, waar het vasthouden aan de traditie een nationale karaktertrek is, doch neigden tot verval gekenschetst009 ^ andere omstandigheid bij, die door Findel als volgt wordt No. 9. -GESCHIEDENIS DER VRIJMETSELARIJ, Findel (Holl. uitgaaf), p. 116. TEXT: TRADUCTION: De menschheid was het stille streven L'humanité était venue a 1'encontre des der steenwerkers voorgekomen. Hunne silencieux efforts du guilde des macons ZiThT^ 9°dsdienf9e meeningen Leurs libres opinions religieuses sur le over het dogma en de kerkelijke leer- dogme et les articles de la foi, sur la f'K ov% de. dwingelandij van tyrannie du Saint Siége, et 1'immoralité hJrl ril 9 ■ ! ^ zfdeloof- des prêtres et des moines, opinions •• deTnn P" ,rS^n . m^mken, die quils n'avaient osé jusqu'ici exprimer hLldL J lü y e S?ot~ que par des ima9es satyriques, dites beelden, de zoogenaamde waarmerken, marqués, aux édifices, pouvaient être uit f rt 9lïOUWT ']adden gewaagd publiées maintenant sans aucune rétiuitte drukken, konden zij nu onver- cence; il n'y avait plus de secret holen luide uitspreken; er bestond voor pour eux. hen geen geheim meer. ^mpnlerd? langzaam-aan zoowel de erkende vergaderingen als de geheime samenkomsten mmder bezocht. Er trad een algemeene verslapping in Van! zelf werd dientengevolge al-minder de hand gehouden aan de oude strenge en m®n'9 kwijnend gilde nam gretig de gelegenheid te baat, wanneer een aanzienlijk, zij het ook niet-adellijk persoon zich bereid verklaarde m oor zijne toetreding tot het lidmaatschap den steun van zijn invloed he? h"9 SCufnkcen' Voor deze bIeef het echter een lapmiddel: aantal gildebroeders bleef gaandeweg slinken, zoodat in 1702 onder de regeering van koningin Anna van Engeland, van overheidswege zelfs de be sP±? tTi Uit9ev£!ardi9d' lieden van goeder naam eTfaam uit elken stand tot de metselaarsgilden konden toetreden met het recht van deelge- nootschap in al hun bevoegdheden en privilegiën. Van vele zijden stroomden nu leden uit niet-vakkringen in de metselaarsgilden toe, vooral dezulken die er een welkom middel in zagen om aldus met geestverwanten te vergaderen — want het recht van vereeniging was nog niet ingevoerd; dit zou eerst na de Fransche Revolutie komen — niet slechts zonder achterdocht op te wekken maar zelfs met toestemming en goedkeuring van den Staat. Op deze wijze kon het voorkomen, dat in enkele centra van geestelijk verkeer metselaars-loges bestonden, waar de meerderheid niet meer in handen der eigenlijke gildebroeders maar in die der „accepted" (al of niet /ree) „masons", d.w.z. der als metselaars (of vrije metselaars) „aangenomenen was, ën dezen hun wil aan de minderheid eenvoudig konden opleggen. Wanneer men na deze uiteenzetting citaat no. 5 alsmede den aanvang van dit hoofdstuk (p. 11) nog eens naleest, zal de beteekenis ervan heelwat duidelijker worden. * * Het -zal wel niet gewaagd kunnen worden geacht, uit het voorafgaande de slotsom te trekken, dat, zoo de stichters van de moderne Vrijmetselarij voor den vorm daarvan gebruik hebben gemaakt van eenige oude bouwgilden, het wezen daarvan op een anderen, zijwaarts liggenden oorsprong valt terug te voeren- ... , Magonnieke schrijvers, die meer oog voor de pit dan voor de schil der vrucht hebben, schromen dan ook niet, zich dienaangaande in zeer ste ligen trant uit te drukken. Dr. Gönst b.v. komt na een uitvoerig betoog tot de conclusie: No. 10. ♦DE ONAFHANKELIJKE VRIJMETSELAARS-LOGE „POST NUBILA LUX," Br.-. F. Günst, p. 144. TEXT; TRADUCTION: ...Vreesden wij niet te uitvoerig te ...Si nous ne craignions detre par worden, wij zouden nog andere auto- trop explicites, nous pourrions citer riteiten op magonniek gebied kunnen encore d autres sommités magonaanvoeren, tot staving van het be~ niques a lappui de la thèse: que la weren, dat de Vrijmetselarij geenszins Franc-Magonnerie ne doit son origine haar oorsprong te danken heeft aan de nullement aux corporations des conBouwcorporatiën der middeneeuwen. structeurs du Moyen-Age. Geheel in den zin van het boven-ontwikkelde drukt zich een ander ma?on-. niek schrijver uit, wiens uitlating hier volgt: No. 11. ♦DE ACACIA, jrg. X, p. 286. TEXT • TRADUCTION: ... toen de smaak voor rijke en gods- ... Le goüt pour les riches fonda- dienstige gestichten begon te verval- tions religieuses ayant commence a len, — toen werden ook van lieverlede décliner, les unions des arcbitectes ou de vereenigingen der bouwmeesters libres ma^ons se dispersèrent et disoj vrije metselaars verstrooid en ver- parurent. Elles perdirent leur destinadreven. Ztj verloren hun oorspronke- tion originelle, et il ne leur en restait hjke bestemming, en mets bleef van que ie nom, une societé et des formes hen over, dan de naam, een genoot- dont de tout autres gens se sont schapswezen en vormen, van welke emparés. Ceux-ci s'en servirent afin geheel andersoortige menschen zich d'atteindre un but et de propager des meester maakten en zich bedienden idéés qui n'avaient de commun avec tot bereiking van een doelen tot ver- le métier du maCon que des noms f' f ,Van denkbe,elden' die met et des symboles. La Franc-Magonnerie ILS ' namen en se transporta sur un terrain tout dif- zmnebeelden, gemeen hebben. De férent. et de loriginel il nen resta Vrymetselarij kwam op een geheel plus de vestige. ander terrein, en van het oorspronkelijke bleven geene sporen over. Dit citaat is ontleend aan een studie van .Br.-. H. M. C. van Oosterzee, te Oirschot. Deze laatste uitdrukking in het citaat neme men niet te letterlijk. Zeer zeker zijn er m de Vrijmetselarij nog sporen - en wel meerdere - van het oude, vrije metselaars-gilde aan te wijzen; de schrijver bedoelt dan ook, blijkens stSnmLT' t' f uF 90en Sp°ren Van het oorsPronkelijk doel ert der bestemming van het gilde restten. ^,fin,°(?k ~ we wejen reeds e«aer op de tegenstrijdigheid der inzichten I fren der ma?°nnieke historie - schrijvers, die met nadruk asthouden aan hun opvatting, dat de moderne Vrijmetselarij, ze moge dan eeuwS^h 9S hebben' in hoofdzaak uit niets anders dan de middeleeuwsche bouwgilden is ontstaan. Eigenaardig is, dat men deze opvattina larf1! L T ^v^rs tegenkomt. Nu wordt de Duitsche Vrijmetse- larij m het algemeen vaak door andere magonnieke groepen aangewreven tï'drl1109"19 VCrt00nt OD? fich een min of meer Christelijke? stempel' op te drukken, en niet onmogelijk zou het zijn, dat het standpunt van zulke vofXÏ™ Tnigermate i 'i verklaren ware door deze, misschien onbewuste s,eem ilTet be",^' c,MKlw*leafc« ^schouwing schijn, hun sy. i4..er ..echtf.r °°9 een andere factor bij hun vooringenomenheid in 'lïT i f 9®nei9d zich te beroepen op Wyatt Papworth" onderstelling ), dat werkkrachten, die in de XVIde en XVIIde eeuw uit den Hofland hebh nd k*Jamen' h"n 9ildeda9en en -gebruiken uit Duitschland en olland hebben ingevoerd, — ten betooge van den gilde-oorsprong der Orde van d/TT ^ stelling past echter niet in het geheel der nuchtere historische daadzaken en is te verklaren door de zucht van Duitsche magonnieke Sers nLrf « praCtljche \fwiiiin9 van hun cosmopolitisme, dat geen voorkeur voor bepaald-omgrensde streken dient te kennen) voor hWn vaderland eenig, zij 't ook zijde) Vgl. Geschiedenis der Vrijmetselarij, Findel, p. 79 en 80. lingsch aandeel in de eer der stichting van hun Genootschap op te vorderen. Door de voorstanders van de gilde-theorie wordt gewezen op verschillende gebruiken, bij de moderne Vrijmetselarij in zwang, en die volgens hen voldingend het kenmerk dragen, dat zij van Christelijken oorsprong zijn. Zoo voeren zij aan: de eer, waarin de naam van Joannes Baptista (Joannes den Dooper) bij de Vrijmetselaars gehouden wordt. Ook dit betoog blijft niet zonder tegenspraak. Zoo valt o.a. te lezen in het No. 12. ♦JAARBOEKJE VOOR NED. VRIJMETSELAREN, 5891, p. 111. TEXT: TRADUCTION: Johannes de Dooper is volgens erkende Selon des autorités de renom, Jean deskundigen niet geweest de alge- Baptiste ne fut p o i n t le patron génémeene schutspatroon der bouwgilden, ral des guildes constructeurs; ce n'est maar eerst door de Vrmij:, daarmede que depuis la F.-M. qu'on y a lié son in verband gebracht. nom. Waarom Joannes dan wèl bij de Orde van Vrijmetselaren in zeker aanzien staat, zal allicht uit het verder verloop van dit werk blijken. Voor het oogenblik vorme dit punt geen afwijking van het onderwerp. Meer van pas is hier te noteeren, dat ook andere betoogen van de voorstanders der gilde-theorie door de critiek gewraakt worden, — ten blijke het volgende, uit welks inhoud de strekking van de opwerping, waartegen het gericht is, voldoende blijkt: No. 13. ♦JAARBOEKJE VOOR NED. VRIJMETSELAREN, 5891, P. 105. TEXT: TRADUCTION: Les anciens serments servant d'explication au signal de détresse et d'autres signes du 2ième et 3ième degré, ne sont p o i n t dérivés des guildes constructeurs. Les punitions, énumérées dans ces serments, sont celles qui d'après la loi anglaise furent appliquées en cas de haute-trahison, comme il ressort, par exemple, d'une communication de Sir Thomas Armstrong, exécuté en 1684 a Londres pour une semblable cause. Quand il y avait des membres d'un guilde constructeur qui se rendaient coupables de trahison, ils De oude eeden, die als verklaring dienen van het halsteeken en andere teekenen in den 2den en 3den Graad, zijn niet ontleend aan de bouwgilden. De straffen toch in deze eeden genoemd zijn die, welke volgens de Engelsche wet toegepast werden bij hoogverraad, zooals wij o. m. a. kunnen zien uit een bericht van den in 1684 te Londen wegens hoogverraad terechtgestelden Sir Thomas Armstrong, Indien leden van een bouwgilde verraad pleegden werden op hen de straffen van „klein verraad" toegepast: deze bestonden uit geldboeten, gevangenisstraf of'ver- encouraient les punitions de la „trabanning uit het graafschap. hison inférieure," lesquelles consistaient en amendes pécuaiaires, emprisonnement ou bannissement hors du comté. Hoe de tekst van een der oude eeden luidde, zie men in cit. no. 132. Alhoewel er enkele moderne schrijvers zijn, die de gilde-theorie stevig vast» houden, mag toch wel gezegd worden, dat over het algemeen tegenwoordig een minder vereenvoudigde zienswijs omtrent den oorsprong der Vrijmetselaarsorde gehuldigd wordt. Zoo leest men dan ook in 't No. 14. ?£Fi9J£L®"LLETIN OF THE SUPREME COUNCIL OF CHARLESTON, 1884, p. 442 v.v. TEXT: Intelligent men would respect freemasonry more, if it would persuade its writers to indulge less in ridiculous inventions gravely published as „traditions ... and also if they will become ashamed of claiming as Freemasonic Associations the old working guilds of Stone-Masons... All o f these ptetences excite only the smiles of derision of scholars and antiquarians. VERTALING: Verstandige menschen zouden meer respect voor de Vrijmetselarij hebben, als •zij hare auteurs kon bewegen zich minder met dwaze verzinsels op te hou-' den, die ernstig worden uitgegeven voor „overleveringen"... en ook als ze zich ervoor gaan schamen, de oude werkgilden van bouwmetselaars voor te stellen als vrijmetselaars-genootschappen ... Al die beweringen ontlokken aen geieeraen en oudheidkundigen slechts een spotlachje. Geciteerd in Der giftige Kern", Gerber I, p. 99. Openhartiger dan het vermaard orgaan der Noord-Amerikaansche Vrijmetselarij is een Hollandsche Br.*, in het No. 15. ♦JAARBOEKJE VOOR NEDERLANDSCHE VRIJMETSELAREN, 5891, p. 105. TEXT: Vroeger nam men aan, dat onze hedendaagsche Vrmij.'. uit de Engelsche Bouwgilden zou ontstaan zijn; terwijl juist in het begin der 18de eeuw deze gilden een algemeen verval te gemoet gingen. Het is thans nagenoeg als zeker bewezen, dat een genootschap (z. Onzichtbaar Collegie) om ons nog onbe- TRADUCTION: Jadis, on supposa que notre F.-M.\ contemporaine provenait des guildes constructeurs anglais, quoique ces guildes, précisément au commencement du 18ième siècle, s'approchaient d'une décadence générale. Aujourd'hui, il est démontré comme a peu prés certain qu'une société (dite Collége Invisible) kende redenen, zich in de bouwgilden s'est fait agréer dans les guildes conliet opnemen om de bouwlieden van structeurs pour des causes que nous het vak weldra geheel te verdringen ignorons encore et bientöt y supplanta en op deze wijze een nieuwen bond complètement les gens du métier. Ainsi te stichten, die zich 1717 regelmatig elle fonda une organisation nouvelle constitueerde. Waarschijnlijk liot men qui se constituait régulièrement en 1717. zich in een bouwgilde opnemen om Probablement oa se fit inscrire alors de bescherming en erkenning te erlan- dans un guilde constructeur afin d'obgen, die Engeland aan de gilden bij tenir la protection et 1'autorisation, que de wet had geschonken. 1'Angleterre venait de leur octroyer légalement. De schrijver, Br.-. T. G. G. Valette, wijst er verder op, dat de symboliek der Loge slechts weinig van de bouwgilden heeft overgenomen. Hier wordt, evenals in citaat no. 8, gesproken van een genootschap, dat zich in de gilden der vrije metselaren vasten voet wist te verschaffen. Terwijl de Fransche auteur „de Rozenkruisers" noemt, gewaagt de Hollandsche van een zoogenaamd „Onzichtbaar Collegie". Het merkwaardige van het geval is, dat beide benamingen een en dezelfde groep aanduiden, 't Is dus in deze richting, dat we verder zullen moeten gaan zoeken. Vanzelf zal dan daarbij te sprake komen, door welken drang (de schrijver in het „Jaarboekje" geeft voor, dat hem die onbekend zouden zijn gebleven) de tijdens en naast de bouwgilden vlietende zijstroomen in het geestelijk leven der midden- en latere eeuwen, hun golving in de geschetste en te schetsen beddingen trachtten te stuwen. TH6 CHÖRT6R OF COLOGne _ Qnno mDXXXV Allegorisch-symbolische voorstelling van de inwijding der Rozenkruisers in de 16e en 17e eeuw. Afkomstig uit de schatkamer der Kathedraal te Trler en openbaar gemaakt door Br.-. L. Justman Jacob (Het Charter van Keulen, titelplaat). DE ALCHYMISTEN No. 16. ♦GESCHIEDENIS DER VRIJMETSELARIJ, Findel (Holl. uitgaaf), p. 122. TEXT: TRADUCTION: Vóór dat wij den draad van het ge- Avant de retourner au cours de notre schiedkundig verhaal weder opnemen, histoire, il faut d abord considérer is 't noodig eerst de factoren nader plus amplement les causes qui ont te beschouwen, die bepaaldelijk van influencé notoirement la réforme invloed zijn geweest op de hervor- du guilde des libres ma?ons. Ces ming der vrijmetselaars-broederschap, éléments sont, en plus de la littérature Deze factoren zijn, behalve de letter- en général et de tout 1 esprit du temps, kunde in 't algemeen en de geheele surtoutlesécritsdeComène, de Bacon rigting van den tijd, vooral de ge- et de Dupuy. comme aussi lesécrits schriften van Comenius, van Baco en et les collections des Ros e-C r o i x. van Dupuy, alsmede de geschriften en verzamelingen der Rozenkruizers. No. 17. *ACTA LATOMORUM, II, p. 248, v.v.; TEXT: VERTALING: Pour remonter a l'origine des Francs- Om tot den oorsprong der Vrijmet- Magons, je dois nécessairement m' selarij terug te gaan, moet ik noodza- arrêter a celle d' un autre établissement kelijk even stilstaan bij een andere, également illustre, celui de la Rose- evenzeer vermaarde instelling, die nl. croix der Rozenkruisers .... Beter inleiding tot dit hoofdstuk dan beide bovenstaande citaten kan men zich al moeilijk denken. Zoowel een bekend Duitsch als een niet minder vermaard Fransch geschiedschrijver der Vrijmetselarij noemen hier de Rozenkruisers als een factor, die op de vorming der stichting van 1717 van invloed is geweest. Met reden. De drie stichters der moderne Vrijmetselaars-orde (zie blz. 11) waren vermoedelijk allen Rozenkruisers ; dat minstens de hoofdstichter : Desaguliers, en zijn voornaamste helper: Anderson, tot het genootschap van het Rozenkruis behoorden, wordt dcor de historici als vrijwel vaststaande aangenomen. Zij waren zeer zeker de eenige leden van dat geheimzinnige gezelschap niet, welke dien stap deden. Een Belgisch Br.-, van hoog aanzien, graaf Goblet d'Alviella, getuigde1), dat de Rozenkruisers toentertijd met pak en zak tot de Vrijmetselarij overgingen, en de voornaamste Engelsche schrijver der ') Bulletin du Grand-Orient de Belgique, 1906, p. 108 v.v. Vgl. Buiktin Antima(onnique, mai'juin 1912, p. 90. moderne (ma^onnieke) Rozenkruisers, dr. W. Wynn Wescott, stelt er in zijn „Rosicrucians, their History and Aims" eene eer in, te betuigen dat de hedendaagsche Vrijmetselarij haar gansche moraal-filosofie aan de oude Rozenkruisers te danken heeft. Tot de Rozenkruisers van naam behoort ongetwijfeld Baco of Bacon van Verulam, en omtrent hem vinden we in een reeks, getiteld „Bijdrage voor een Geschiedkundig Woordenboek voor Vrijmetselaren", door Br/. T. G. G. Valette, Red.*, der R.'. L.\ de Ware Broedertrouw in het O.", van (d.w.z.: te) Gouda, het .volgende aangeteekend: No. 18. ♦JAARBOEKJE VOOR NEDERLANDSCHE VRIJMETSELAREN, 5891, p. 104. TEXT: TRADUCTION: BACON VAN VERULAM 1561— Bacon de Verulam 1561 —1626, auteur 1626. Schrijver van de Nova Atlantis, de la „Nova Atlantis", ouvrage qui, het werk dat volgens de nieuwste on- suivaat les plus récentes investigations, derzoekingen aanleiding gaf tot op- causa la fondation d'une société serichting van een geheim natuurkundig crète de sciences naturelles. Celle-ci, genootschap, waaruit volgens cfe meeste d'après la plus grande probabilité, donna waarschijnlijkheid onze hedendaagsche le jour a notre Franc-Ma?.', conVrmij:. is ontstaan. temporaine. Hieruit zou af te leiden zijn, dat de wezenlijke oorsprong der Vrijmetselarij uit het begin der XVIIde eeuw zou dagteekenen, en dus maar een eeuw aan de vormelijke grondvesting ervan zou zijn voorafgegaan. Is deze stelling juist? Het is de moeite waard, dit aan een nader onderzoek te onderwerpen. * * * Wat was dat „geheim natuurkundig genootschap", wie waren de „Rozenkruisers", waarvan in de beide voorafgaande citaten sprake is? Ziehier het antwoord: No. 19. ♦GESCHIEDENIS DER VRIJMETSELARIJ. Findel (Holl. uitgaaf), p. 124 TEXT: TRADUCTION: Geschiedkundig te bewijzen is ... dat II est historiquement prouvé... qu' zich voor de eerste maal in de 4e eeuw au cours du IVième siècle, pour la na Chr. de meening openbaarde, dat première fois 1'opinion se répandit men uit ligchamen, die geen goud en qu'il était possible d' extraire artifizilver bevatten, door kunst deze edele ciellement del'oretdel'argent des corps metalen kan verwekken. Tegen het ne renfermant pas ces métaux préeinde der 16e en het begin der 17e cieux. Vers la fin du XVIième et eeuw vormden zich, gedeeltelijk tot lecommencementduXVIIièmesiècledes godsdienstige doeleinden, gedeeltelijk sociétés spéciales se formaient, partielletot herschepping van onedele metalen, ment avec des buts religieux, partiellebijzondere genootschappen, zooals de ment pour la transmutation des métaux, aanhangers van Theophrastus Paracel- cqmme celles des partisans de Théosus, de Rozenkruizers en andere sekten. phraste Paracelse, de la Rose-Croix et d'autres encore. In ondubbelzinnige woorden bevestigt Br.*. Findel hier het, trouwens historisch erkende, feit, dat de groepeering der Rozenkruisers haar ontstaan niet aan eene generatio spontanea in het maatschappelijk geheel te danken had maar eene latere, meer moderniseerende aftakking van het sinds lang bestaande alchymisten-wezen is. Willen we tot de kern der dingen doordringen, dan moeten we dus heel wat hooger opklimmen dan de enkele eeuw, die de Hollandsche Br.-. Valette het eigenlijk ontstaan zijner Orde wilde achteruitleggen. We moeten terug naar de bent der goudmakers, de alchymisten der middeleeuwen. Ieder onzer heeft wel eens van deze groep onvermoeide vorschers met hun zonderlinge idealen gehoord: van hun zoeken naar het „elixir van langlevendheid," de „quadratuur van den cirkel," den „steen der wijzen," van hun „tooverij en geestenbezwering," enz., en menigeen heeft zich misschien verbaasd over de grilligheid der fantasten, die aan dergelijke dingen zóóveel onmiskenbare wetenschap, zóóveel schatten somwijlen, besteedden. Men heeft wel getracht dit verschijnsel uit de buitengewone naïveteit en lfehtgeloovigheid der Middeleeuwers te verklaren. Wie echter iets nader met de Middeleeuwen en hun geestesleven bekend is, aanvaardt die laatste onderstelling niet zoo grif. Er was, vooral onder de lagere klassen in dien tijd, ontegenzeglijk veel goed-, veel licht- en veel bijgeloovigheid, maar de meer ontwikkelde standen bevonden zich op een heelwat hooger peil van wetenschap en beschaving, dan thans wel algemeen bekend is. Welnu, de alchymisten, die zich bezighielden met scheikundige proeven, met sterrenwichelarij (waartoe, al nam ze veelal astrologische vormen aan, toch zekere astronomische kennis vereischt werd), met de studie van de Kabbala, hetgeen grondige kennis van het Hebreeuwsch vorderde, en dergelijke "wetenschappen, — de alchymisten kunnen onmogelijk ondersteld worden zulke naïeve sukkels te zijn geweest, dat zij zich na eeuwen van mislukte proefnemingen nog inbeeldden duiten in dubloenen of grijsaards in jongelingen te kannen herscheppen. Wat zij studeerden en oefenden, deden zij, omdat het voor de onontwikkelde menigte heel aannemelijk klonk, wanneer zij beweerden dergelijke dingen alleen in het diepste geheim te kunnen uitvorschen. Zij zochten het geheim, de afzondering. Met welk doel? Eene aandachtige herlezing van citaat no. 19, met name van den aanhef der tweede zinsnede, geeft hier reeds een vage aanduiding: een deel dezer men- schen streefde godsdienstige doeleinden na. Doeleinden, die blijkbaar afweken van de algemeen geldende, want anders zou er voor het verbergen van deze strevingen geen reden zijn geweest. • * * Wie waren de alchymisten? De meeste schrijvers leiden den naam alchymie af van het Arabische al en het Grieksche chêmeia (scheikunde). De samenkoppeling schijnt eenigszins vreemd, daar het eerste woord („de" of „het") volstrekt zonder beteekenis zou zijn. Etymologisch lijkt de veronderstelling van anderen aannemelijker, dat het woord afkomstig is van het Grieksche alkimos of ailchimos, wat „sterk" of „krachtig beteekent. Het zou dan beduiden het nasporen van verbergen natuurkrachten en passen in het kader, waarin het metterdaad gebezigd werd. De alchymie werd oorspronkelijk door Oostersche volkeren beoefend: Egypteharea, Joden, Arabieren waren groote liefhebbers van deze ietwat geheimzinnige en gemengde kunst, waarin het wetenschappelijk element zeer zeker niet ontbrak, maar waarin ook het toeschrijven van allerlei bovennatuurlijke kracht aan bepaalde steensoorten en metalen, aan zekere spreuken en gebaren, het toedichten van eigenaardige invloeden aan den stand der sterren enz. een groote rol speelde. Vermoedelijk hebben de Europeesche volken er op eenigszins uitgebreide schaal eerst kennis mee gemaakt tijdens het verblijf in die streken van tienduizenden Westerlingen in hunne hoedanigheid van Kruisvaarders. Enkele schrijvers noemen feiten, waaruit reeds in de Xllde en Xillde eeuw van het voorkomen van gevallen der alchymie-beoefening („zwarte kunst" noemde men ze in de middeleeuwen) blijkt. In elk geval moet ze einde der XIII e eeuw op grooter schaal in zwang zijn geweest, dan de schaarsche gegevens bewijzen, want reeds in het begin der XlVde eeuw (1317) vaardigde de Pauselijke Stoel, waarop toen Joannes XXII gezeteld was, een apostolische Constitutie uit tegen de alchymisten. Uit deze omstandigheid blijkt voldoende, dat de gebruiken en leerstellingen van het veroordeeld systeem niet in overeenstemming waren met de Roomsche Kerkleer. Toch blijkt de wetenschappelijke steun, dien de „hermetische" hulpwetenschappen van officiëele zijde ontvingen, uit de omstandigheid, dat, op aandrang vooral van den Spanjaard Raimondus Lullius, in 1312—1315 werd vastgesteld, dat aan elke der universiteiten van Bologna, Parijs, Salamanca, Oxford en in de plaatsen, waar het Hof van Rome zou resideeren, twee meesters voor het Hebreeuwsch, twee voor het Chaldeeuwsch en twee voor het Arabisch zouden worden aangesteld.') En in welke mate het stelsel om zich heen had gegrepen, kan men afleiden uit deze bijzonderheid, dat Geert Groote,3) die als Gerardus Magnus een der sieraden van de' katholieke wetenschap in de middeleeuwsche Nederlanden ') Histoire de 1'Eglise, de Berault-Bercastel, XIII, p. 319. ) Geb. 1340 te Deventer, gest. 1384. geworden is, in zijne jongelingsjaren eveneens tot de beoefenaren der „zwarte kunst" behoord heeft. Eerst tengevolge van angst voor een doorstaan stervensgevaar liet hij zijne tóoverhoeken openlijk op de Brink verbranden. Hoewel alzoo de Kerk, geholpen door den machtigen arm van den Staat, tegen de alchymie te velde trok, deed zich ook hier het verschijnsel gevoelen, waarop reeds in het hoofdstuk over de geschiedenis der Bouwgilden gewezen is: Rome ondervond lang geen algemeene gedweeheid ; velen hielden aan de begrippen vast. waarvoor zij neiging of voorliefde gevoelden ; alleen zorgden zij, om onaangename gevolgen \e ontgaan, hun practijkqn zooveel mogelijk aan den blik der overheid en harer spiedende getrouwen te onttrekken. Zoo naderde de XVde eeuw met hare steeds veldwinnende Renaissancebegrippen. De bodem werd steeds murwer voor het wortelen van nietgewenschte planten op den akker van het Roomsch-scholastieke leven, en het is wel merkwaardig, dat juist in Italië de beweging tot terugkeer naar de klassieke beschaving der oudheid zich het eerst en het levendigst deed gevoelen. Een der beste Italiaansche geschiedschrijvers, Cesare Cantü, schetst de gemoedsgesteltenis op het einde der XVde eeuw in sprekende kleuren. Te dien tijde werd men volgens hem niet meer als man van stand en beschaving aangezien, indien men niet op eenig punt eene meening voorstond, die van de door de Kerk geijkte leer afweek. Het was een ware mode geworden, dissident te zijn. 't Was niet zoozeer de massa, die daarin meeging, als wei de upper ten, of hundred, of thousand. de menschen die den toon aangeven en een bepaald tijdsgewricht hun stempel opdrukken. De groote menigte deed, wat de groote menigte ook nu nog altijd doet: zij liet den geestelijken passaatwind onbewogen over hare hoofden heenblazen maar gaf zich ook de moeite niet, in verzet te komen tegen hetgeen den hoogen heeren geliefde en geriefde. Deze laatsten noemden zich „wijsgeeren"; er waren er onder hen, die kaarsen brandden voor het beeld van Plato. Een accacfemia (wetenschappelijk genootschap, zette aan eene feestviering „klassieken" luister bij. door volgens de gebruiken van den vroegeren Heidenschen eeredienst een bok te slachtofferen; men greep naar oud-Romeinsche voornamen: Glaucus, Martius, Lucius, Callimachus, men verlatijnschte of vergriekschte zelfs ook de familie-namen, — en hoezeer deze beweging zich uitspreidde en nawerkte, weet ieder Nederlandsch lezer, die zich even herinneren wil, hoe Huig de Groot en Gerrit Gerritsz veel meer als Hugo Grotius en Desiderius Erasmus bekend zijn. Nog ten huidigen dage vindt men in Italië vele voornamen, die niet aan den Roomschen heiligenkalender ontleend zijn. De schilderkunst, de architectuur, de letterkunde vooral kwamen geheel onder den invloed der oud-Heidensche beschaving; de litteratuur uit dien tijd is onverstaanbaar voor wie niet deugdelijk met de Romeinsche en Grieksche fabelleer vertrouwd is. Zulk een beweging kon niet nalaten ook de geesten en gemoederen, die principieel eene geheel andere voorkeur waren toegedaan, in de zuigkracht van haren maalstroom te sleepen; in het verre Holland draaide zelfs de streng-Roomsche Vondel erin mee: zijn werken zetten voortdurend de coulissen op van den Parnassus en den Helikon, met de figuren van Apollo, de Muzen en gansch de oude mythologie. Nog heden ten dage, in het begin der XXste eeuw, sleept deze beweging haren staart door onze gymnasia en andere inrichtingen van onderwijs. De eenheid van opvatting in de maatschappij — althans in de overgroote meerdèrheid en uitwendige formatie der maatschappij — verdween meer en meer, om plaats te maken voor eene warreling van verschillende, onderling afwijkende, vaak tegenstrijdige inzichten. Het individualisme trad in zich steeds meer aflijnende vormen op den voorgrond: de maatschappij werd rijp voor de groote schokbeweging, die in het begin der XVIde eeuw haar uiterlijk nog éene, inwendig deels vermolmde godsdienstleven zou doorvaren. * * * Aldus brak de XVIde eeuw aan, wier aanvang de historisch zoo gewichtige figuur van den Augustijner monnik dr. Martin Luther op den voorgrond zag treden. Voor de verspreiding der geheimleer — van geheime genootschappen kan men nog niet spreken, wijl er van een aaneensluiting van alchymisten vóór 1500 niets stelligs bekend is — had de Kerkhervorming dit voordeel, dat zij in menig land de tijdelijke macht brak van de Roomsche Kerk, die steeds de onverzoenlijke bestrijdster was geweest van de alchymie en de daaraan verwante practijken. Nog in het jaar 1600 was de 52 jarige Dominicaner ex-monnik Giordano Bruno, wegens het aanhangen van door den H. Stoel veroordeelde leerstellingen der alchymisten, als ketter te Rome verbrand. Terloops moge hier opgemerkt worden, dat de moderne Italiaansche Vrijmetselarij de „zwarte kunst" als eéne der voorloopsters van hare organisatie erkent, niet alleen door de openlijke toejuiching en instemming, welke zij gaf, toen den 9 Juni 1889, onder het minister-presidentschap van Br.*. Crispi, een standbeeld voor Giordano Bruno te Rome werd ingehuldigd, maar ook door de uitlating van haar officiëel orgaan: No. 20. RIVISTA DELLA MASSONERIA ITALIANA, 1889, p. 133 v.v. TEXT: Oggi Roma inaugurava la religione del pensiero, principio di un' al tra eta... E qui è possibile fissare il njxovo millenario... O Roma universale, oggi tu veramente ti concili con la parola cattolica, non VERTALING: Heden heeft Rome den godsdienst van het denken ingehuldigd als de intree van een nieuw tijdsgewricht... Hier kan men den aanvang van het nieuwe duizendjarig rijk vaststellen... O, wereldstad Rome, thans verzoent ge u waarlijk met de „algemeene" leer, pronunziata dal dogma, ma dal pensiero, niet verkondigd door geloofsdwang concorde dellt nazioni. maar door de rede, dat verenigings¬ punt van alle natiën! Geciteerd in Giuseppe Mazzini, Gruber, p. 111 v.v. Woorden uit een feestrede van Br.'. Giovanni Bovio. In hoever de kerkelijke Reformatie invloed had op de geestesbeweging, die tot de vorming der latere Vrijmetselarij bijdroeg, — 't valt buiten het bestek van dit werk, zulks te onderzoeken. Dat er eenige wisselwerking moet hebben bestaan, is af te leiden uit een uitlating van een der aanzienlijkste ma^onnieke tijdschriften, die we hier laten volgen: No. 21. BAUHtiTTE, 13 Juni 1914, no. 24, p. 185: TEXT: VERTALING: Ohne die deutsche Reformation keine Zonder de Duitsche Hervorming geen Freimaurerei, ohne 1517 kein 1717! Vrijmetselarij; zonder 1517 geen 1717! So dürfen wir Freimaurer ihm (Luther) Zoo mogen wij. Vrijmetselaars, hem auch als Ahnherrn der Freimaurerei (Luther) ook als voorvader der Vrij- ein Denkmal setzen. metselarij een gedenkteeken stichten. Geciteerd in Deutsche und romanische Freimaurerei, Brauweiler, p 51. De woof-den zijn genomen uit een oproeping van de loge Ernst Jür Wahrheit, Freundschaft und Recht te Coburg, van 15 Mei 1914. waarin ze de Duitsche Vrijmetsel»ars uitnoodigde tot het schenken van bijdragen voor de oprichting van een Luther-monument aldaar. Reeds vóór het einde der XVde eeuw schijnt er hier en daar groepeering onder de alchymisten te hebben plaats gehad: bij Gould1) vinden we gewag gemaakt van een werk De Guildarum His tor ia, van zekeren- Fortuyn, dat zich (p. 54) beroept op een werk van zekeren Terpager: Ripae Cimbricae (p. 438) ten betooge dat er in 1484 te Sleeswijk in Denemarken een genbotschap van zgn. Rozenkruisers bestond. Dit is zeker, dat men al zeer kort na het historische Luther jaar 1517 groepen of societeiten van alchymisten aantreft. Eckert2) vermeldt het bestaan van eene „loge" van dien aard te Amsterdam, welke intusschen in 't jaar 1601 weer gesloten werd. « ** De schets, welke we van het godsdienstig bewustzijn der middeleeuwen in voorafgaande bladzijden vluchtig hebben uitgelijnd, wordt door een kerkelijk schrijver als Mgr. Fava, bisschop van Grenoble, eerder aangedikt dan verzwakt, waar hij getuigt,3) dat: i) A concise History of Freemasonry, p. 63. ') Der FreimaurerOrden, p. 51. •) Le Secret de la Franc-Mafonnerie, p. 7. 1'épidémie de paganisme qui s'abattit de vlaag van heidendom, die in de sur 1 Europe au Xlle siècle, pénétra Xllde eeuw over Europa woei, diep profondément la société chrétienne aux in de christelijke maatschappij der vol- siècles suivants. geilde eeuwen binnendrong. Het Protestantisme van Luther en Calvijn kwam niet over de Alpen henen, maar van de beroering der geesten bleef Italië niet vrij. Te Vicenza werd in 1546 een vergadering belegd van notabele alchymisten en andere beoefenaren van. geheime wetenschappen, om te beraadslagen over de houding, aan te nemen tegenover de onverzettelijke gedragslijn van den Pauselijken Stoel. Volgens de Feller1) werd er besloten tot de vernieling van het Katholicisme. De regeering der Venetiaansche republiek schijnt' van het karakter dezer bijeenkomst de lucht te hebben gekregen; ' twee deelnemers: ^5? Trevisa/io en Francesco di Rugo, werden gegrepen en ondergingen den verstikkingsdood. De anderen wisten te ontvluchten. Onder dezen waren twee leden der familie Sozzini: Lelio en Dario; Lelio had zich reeds als stichter van eene godsdienstige sekte, die zich naar hem de Socinianen heette, zekeren naam gemaakt. Zestien jaren na de bijeenkomst te Vicenza stierf hij en liet zijne geheime papieren na aan zijn neef Faustus, die het werk van zijn oom voortzette. De Socinianen verwierpen het leerstuk der Drievuldigheid; zij geloofden enkel aan een Opperwezen, dat het heelal en de natuurkrachten had geschapen. Zij ontkenden alle leerstellig gezag en stelden daarvoor de natuur en de menschelijke rede in de plaats. In zoover vertoonen zij een onmiskenbare gelijkenis met de latere Vrijmetselarij, die eveneens een „Opperbouwheer des Heelals" erkent, het naturalisme als haar godsdienstige basis, het rationalisme als haar wijsgeerigen grondslag aanvaardt. Ook in de beschouwing van den Christus als een zeer achtenswaardig godsdienstleeraar, in wien echter de wezenlijke hoedanigheid van Zoon Gods werd ontkend, achtenswaardig overigens als een Mahomed en een Confucius, verschillen Sozzini en de moderne Vrijmetselarij niet. raustus Socinus, zooals hij zich volgens de mode van den tijd noemde, was een groot propagandist van het door hem voorgestane stelsel; hij werkte in Zwitserland, in Hongarije, in Polen, hij arbeidde onder Unitariërs, Trinitariërs en Wederdoopers en zocht vooral, met voorbijgang van het onontwikkelde volk, zijn aanhang te werven onder de geschoolde en bemiddelde standen, hetgeen thans ook weer de tactiek der Vrijmetselarij is. De abbé Lefranc2) beweerde, dat de Socinianen, teneinde te verzinnebeelden, dat zij „een nieuwen e,?P ,' toe9ankelijk voor alle anti-kerkschen, zonder onderscheid van gezindte, wilden bouwen, zich met schootsvellen, driehoeken, waterpassen, troffels enz. ais zinnebeelden, uitrustten, — maar deze bewering schijnt niet genoegzaam gefundeerd om ze voetstoots te aanvaarden. In elk geval beschouwen de voorstanders van het vrije onderzoek en de vriie 2 ^onnairs Historigue, VII, i.v. Socin (Lélie), p. 601. en Socin (Fauste), p. 602. ) L* voile leve pour les curuux, p. 21. gedachte Faustus Socinus niet ten onrechte als een hunner werkzaamste voorgangers en pionniers. Op zijn graf hebben zij hem dan ook deze verzen gebeiteld: TOTA LICET BABYLON DESTRVXIT TECTA LVTHERVS, MVROS CALVINVS. SED FVNDAMENTA SOC1NVS : „Luther vernielde het dak, Calvijn de muren, maar Socinus tot de grondslagen zelf van Babyion" (Rome). * * * Tot degenen, die aan de geheime bijeenkomst van 1546 te Vicenza hadden deelgenomen en zich door de vlucht aan de vervolging weten te onttrekken, behoorde Bernardino Ochino, een bijna 60-jarige oud-Capucijn, die indertijd een buitengewone vermaardheid als volksredenaar had genoten doch zijn pij aan den kapstok had gehangen, zich voor de Hervorming had verklaard en in het huwelijk getreden was.1) Om de maatregelen der Venetiaansche republiek te ontgaan, vluchtte hij naar Engeland, waar hij een ijverig propagandist werd voor de Sociniaansche leerstellingen. Hij vond vooral onder de jongelieden van den beteren stand gehoor, en de meening dergenen, die hieraan de sterke ontwikkeling van het Engelsche deïsme in den loop der volgende eeuw toeschrijven, mag niet geheel onwaarschijnlijk worden geacht. De stelling, die de stichting van 1717 meer rechtstreeks aan den invloed van het deïsme toedicht, is alzoo niet in tegenspraak met de meening van hen, die den oorsprong der Vrijmetselarij hoogerop zoeken. De stellingen der Socinianen vonden ruimen weerklank onder de alchymisten, op wie de leer van den natuurlijken godsdienst en de aankanting te^en Rome een dubbele aantrekkelijkheid uitoefenden. Met name het intellectueel gedeelte der alchymisten ondervond de zuigkracht ervan. De zich steeds, in het aantal harer beoefenaars, uitbreidende alchymie ontging het lot niet van elke zich vulgariseerende beweging: er ontstond een groote groep lager- en een minder talrijke groep hooger-ontwikkelden onder, wier strevingen en inzichten op den duur niet parallel bleven loopen. Voor de meer stoffelijk gezinden — en dezen maken altoos en overal den grooten hoop uit — vormde de materiëele kant: het goudzoeken, het opsporen van geheime geneesmiddelen, het voorspellen der toekomst e.d. het groote aanloksel. Voor de in reactie tegen de bovendrijvende Christelijke strooming zijnden — hetzij dan de katholieke of de protestantsche — waren de eigenaardige eeredienst-practijken, die een phase van het stelsel vormden, de groote magneet. De zoogenaamde hekserij en tooverij was bij hen in grooten trek; wie daaraan twijfelt, herinnere zich slechts, hoe Pieter Breughel de Jongere (1564—1637) de toovenaars- en duiveloproepings-scènes bijna tot het uitsluitend onderwerp van zijn penseel koos, zoodat deze Antwerpsche meester thanS nog in de kunstgeschiedenis den naam van „Helschen Breughel" draagt. Slechts de ') Dictionnaire Historique, De Feller, i. v. Ochin (Bernardin). minderheid, de wijsgeerig-aangelegden onder de alchymisten, voelde meer voor de eigenlijke kern van het stelsel: het contemplatieve, de filosofie. In hun hoogere ontwikkeling zagen zij tamelijk wel het betrekkelijk onvruchtbare van het gezoek naar het levens-elixir, de kunst van goudmaken enz. in; hun naturalistisch-rationalistische aanleg deed hen weinig behagen scheppen in de tooverpractijken, die goeddeels berustten op een gebrouw van dranken, het samenstellen van vreemdsoortige bezweringsformulieren en tooverspreuken, waaraan het thans nog bekende woord „abracadabra" herinnert als een synoniem van onsamenhangend gebrabbel. Uiteraard moesten zij zich wel getrokken gevoelen tot een afgerond systeem als dat van Socinus, hetwelk zich overigens op menig voornaam punt met hunne wereldbeschouwing dekte. Was het wonder, dat zij de beoefenaren van goudzoekerij en tooverij aan hun lot overlieten en zich in eene meer ideologische richting afzonderden? Dat de toestand uit dien tijd hier niet te hel gekleurd is, moge de volgende aanhaling staven: No. 22. ♦GESCHIEDENIS DER VRIJMETSELARIJ, Findel"(Holl. uitgaaf), p. 124. TEXT: TRADUCTION: Reeds sedeit de kruistogten was er Depuis les Croisades déja, une tenfan uit het oosten eene neiging tot dance au mystérieux et aux sciences geheimzinnigheid en mystieke kennis mystiques, propre a 1'Orient, avait bijkans in alle takken van het Euro- envahi presque toutes les branches de pesche leven ingeslopen. Ook in Enge- la vie européenne. Au 16'ème et 17'ème land had men in de 16e en 17e eeuw siècle, 1'Angleterre avait accueilli avidehet Arabische mysticismus, een mengel- ment le mysticisme arabe, un amalmoes van natuurkunde, theosophie en game de physique, théosophie et nécrotoovenarij, scheikunde en alchimie, mancie, de chimie et alchimie, d'astrosterrekunde en sterrewigchelarij, met nomie et d'astrologie. Les fantaisies graagte ontvangen. De astrologische astrologiques avaient même regu le droomerijen hadden immers zelfs een soutien d'un Tychon Brahé! Quant a steun gevonden in Tycho Brahé! Wat 1'alchimie, ses plus anciens adhérents de alchimie aangaat, de oudste aan- soutenaient que leur art ne pouvait hangers daarvan waren van meening etre acqui$ que par une inspiration dat hunne kunst slechts door boven- surnaturelle... natuurlijke ingeving kon worden verkregen .. . Elders was 't al niet beter gesteld. In dien tijd was Duitschland overkropt met liefhebbers van de geheime kunst. Het was het bloeitijdperk der smeltkroes en der sterrenwichelarij... Wat Engeland betreft, hoeft men slechts de levensbeschrijvingen zijner geleerden 3 in de „Biographia Britannica" of in Wood's „Athenae Oxonienses" na te slaan, om te zien hoezeer die beide valsche wetenschappen er beoefend werden1)... Gelijk gezegd, wendde een deel der alchymisten' zich van dit gedoe af en vormde hier en daar afzonderlijke clubjes. Er zijn niet veel gegevens uit dien tijd, maar Gould2) maakt gewag van alchymistische genootschappen, door Henry Cornelius Agrippa reeds vóór 1510 te Parijs en na dien te Londen gesticht. De XVIIde eeuw deed hare intrede. In het jaar 1614 verscheen te Kassei een boek, getiteld Fama Fraternitatis Rosae Crucis, oder Entdeckung der Bruderschaft des loblichen Ordens des Rosenkreutzes. Dit werk verhaalde, dat er een geheime broederschap, genaamd der Rozenkruisers, bestond, die hare mysteriën uit oude Egyptische overleveringen had, welke door de Tempeliers naar Europa waren overgebracht, en was geschreven als opwekking aan alle wijze lieden om, buiten het oog der wereld, daarin toe te treden. Twee jaren later volgde een ander werk: de Chymische Hochzeit Christiani Rosenkreuz. Deze boeken waren klaarblijkelijk bestemd voor degenen, die men de hoogere klasse der alchymisten zou kunnen noemen. De aanduiding was voor dezen vrij duidelijk: No. 23. ♦ACTA LATOMORUM, II. p. 254. TEXT: VERTALING: ...Ia Fama fraternitatis.. et... la Noce ...De „Fama fraternitatis en... de chimique... avertissent que la pierre „MystiekeBruiloft"...bereidendenlezer philosophale n'est point le principal erop voor, dat het zoeken van den steen objet des travaux du sage, mais seule- der wijzen niet het hoofddoel moet zijn ment un accessoire. maar slechts een bijkomstig iets is. Fima Fraternitatis en Chymische Hochzeit maakten zulk een opgang, dat het beoogde doel: het doen intreden van het bewuste element in eene — al of niet reeds in wording zijnde — vereeniging van dien aard, werd voorbijgestreefd. Jan en Alleman wilde zich in de broederschap doen opnemen. Dit was de bedoeling niet geweest van den schrijver (vermoedelijk ook van het eerste, zeker van het tweede werk), den Wurttemberger Johann Valentin Andreae, doctor in de Hervormde godgeleerdheid, die zich onder den pennenaam Christian Rosenkreutz verborg, en hij wendde al spoedig alle mogelijke moeite aan — o.a- door de bewering, dat hij slechts ironie tegen de alchymisten bedoeld had, en er metterdaad geeu genootschap der Rozenkruisers bestond — om den toeloop te stremmen. ') Acta Latomorum, II, Thory, p. 252. ») A ctmctse Histofy- of Freemasonry, p. 69. De tijdgenooten geloofden aan die tegenspraak niet, en erkend moet worden, dat ook de latere critiek re niet gelooft. Wel zijn er schrijvers, vooral onder hen, die het verband tusschen de Rozenkruisers en de latere Vrijmetselarij ontkennen, die Andreae's ironie-bewering voor goede munt aannemen, ze althans als argument voor hunne opvatting aanvoeren, maar bij een zoo diepgaand kenner der Vrijmetselaren-geschiedenis, als Br.*. Thory was, vinden zij ten deze geen steun. Men leze: No. 24. *ACTA LATOMORUM, II, p. 248 TEXT: .. .tl y a de forts indices qu'Andrea qui était alors un jeune homme plein de feu, voyait les défauts des sciences, f f <««*.. « « ae ia tneoiogie et des moeurs de son temps; quil cherchait a les en purger, et que, pour y parvenir, il avaitimaginé de réunir en corps tous ceux qui, comme lui, étaient zélés admirateurs du bon et du beau moral. v.v. VERTALING: ... Er zijn sterke aanwijzingen, dat (Valentijn) Andrea, toenmaals een vurig jonkman, de gebreken inzag van de wetenschappen, de godgeleerdheid en de zeden van zijn tijd; dat hij ze trachtte weg te ruimen ; en dat hij daartoe allen, die met hem bewonderaars waren van al wat goed en schoon was, in een bond trachtte te vereenigen. Dr. Andreae s pogen baatte hem niet: hij had de sluis eenmaal opengezet, en de stroom vloeide. Ook de uitwerking van Baco's Nova Atlantis in Engeland (zie cit. no. 18), waarin een utopistische staatsregeling als na te streven doel werd geschetst! droeg het zijne hiertoe bij. Deze al te groote toeloop dreigde een gedeeltelijke openbaarheid te worden, en zulks strookte allesbehalve met de bedoelingen van de leiders der beweging! gelijk uit het volgende blijkt: No. 25. ♦ACTA LATOMORUM. II, p. 257, noot p. 250-251 : TEXTi VERTALING: ....le dussein des membres de la Rose- ....Nooit was het plan der leden van crorx n avait jamais été de rendre la het Rozenkruis geweest de waarheid vérité publique et lumineuse aux yeux publiek te maken en voor de oogen de la foule; ils l'enveloppaient d'un des volks in het licht te stellen ; ze voile qu ils ne levaient que pour les verborgen die veeleer achter een sluier, adeptes.... welken zij alleen voor de ingewijden oplichtten. (NO TE) Ce nom de Rose-croix est lui-même allégorique. La croix re-présente la sainteté de V union, et la rose est l' image de la discrétion. Ces deux mots > e'utiis stgnifient une sainte discrétion : la rose en fut toujours le symbok, ïémoin l'ancien proverbe subrosa; de la viennent les trois roses sur le tablier des FrancsMagons, et celles qu' ils se distribuent rnutu- ellement. (Noot) De naam Rozenkruis is zelf zinnebeeldig. Het kruis stelt voor de heiligheid van het verbond; de roos is het beeld der stilzwijge ndheid. De beide woorden samen beduiden een heilig stilzwijgen. De roos is daarvan altijd het symbool geweest; men denke slechts aan de oude uitdrukking „subrosa''. Vandaar ook de drie rozen op het schootsvel der Vrijmetselaars en de rozen, die zij elkander uitdeelen. Intusschen, het feit staat vast: het genootschap der Rozenkruisers breidde zich uit of ontstond — dit is onzeker, — maar in ieder geval: het was er. In de Nederlanden vond het al spoedig aanhang. Een der meest bekende alchymisten — hij heeft ook geschriften nagelaten — was zekere Isaac Hollandus. No. 26. 255. VERTALING: In 1622 bestond er metterdaad in den. Haag een genootschap van zich noemende alchymisten,... en zij heetten zich Rozenkruisers. Zij verzekerden bijeenkomsten te houden te Amsterdam, Neurenberg, Hamburg, Danzig, Mantua, Venetië en Erfurt. ♦ACTA LATOMORUM, II, p. TEXT: ...l'an 1622, il existait etfectivement a la Haye une société de soi disant Alchimistes; et... ils se faisaient appelier Rose-croix. Ils.... assuraient qu' ils tenaient leurs assembleés a Amsterdam, Nuremberg, Hambourg, . Dantzick, Mantoue, Venise et Erfurt. Blijkbaar wierven zij hun aanhang onder de hoogste standen. Sommige schrijvers1) noemen prins Frederik Hendrik, graaf Jan van Nassau en ^ den geleerden Constantijn Huygens als leden van „Frederik's Vreedendal", zooals de Haagsche alchymisten- en filosofen-loge zou geheeten hebben. Dat de bovenvermelde bewering der Haagsche Rozenkruisers omtrent de verre verbreidinq van het genootschap, waarvan zij deel uitmaakten geen grootspraak was, mag veilig worden aangenomen. Voor die verbreiding in verschillende landen zijn stavende getuigenissen genoeg voorhanden. Zoo schreef het No. 27. ♦JAARBOEKJE VOOR NED. VRIJMETSELAREN, 5891, p. (13. TEXT: Natuuronderzoekers. Dezen hadden reeds vroegtijdig geheime genootschappen om zich aan de bijgeloovige menigte (volk en priesters) te onttrekken, In TRADUCTION: Naturalistes. Ceux-ci avaient déja antérieurement des sociétés secrètes afin de se soustraire a la multitude superstitieuse (peuple et prêtres). En France l) O.a. Maf.-. Scheurkalender 1898, blaadjes van 27 Dec. en 5 Mei verso. FrankrijkrichttedePeiresce(1580-1637) het eerste genootschap op, 1634 de Abbé Bourdelot een tweede.... In Italië vinden wij 1603 Cesi aan het hoofd van de geheime Academia de Lincei; deze gaf 1623 te Rome het werk II saggiatore van hun medebroeder Galilei uit. Nadat G. Bruno en Vanini tot den dood, Campanella en Galilei tot de pijnbank en gevangenisstraf veroordeeld waren, werd het Genootschap ontbonden, doch 1657...weer in het leven geroepen en ook nu weer na een kort bestaan door de geestelijkheid verboden.... de Peiresce (1580—1637) fonda la première société, 1'abbé Bourdelot en 1634 la deuxième... L an 1603, en Italië, nous trouvons Cesi a la tête de 1'Académie secrète „dei Lincei"; celle-ci publia en 1623, a Rome, 1'ouvrage de son membre Galilei: „li saggiatore". Après que Bruno et Vanini eussent été condamnés a la peine capitsle, Campanella et Galilei a la torture et a 1'emprisonnement, la Société fut dissoute, mais en 1657... elle fut rétablie et, après une courte existence, de nouveau interdite par le clergé... Vooral in Engeland was de toestand van dien aard, dat de meer rationeeldenkenden er weinig voldoening in konden vinden. Door den te grooten toevloed van „Rozenkruisers" schijnt ook in dit gezelschap de klad te zijn gekomen. Althans, Thory schetst de omstandigheden, zooals ze daar in 1646 bestonden, aldus '): „Sterrenwichelarij en geestenoproeping waren in hun volle glorie. De scheikunde... was even duister als de rest. De beginselen en proeven ervan kende men niet anders dan omzwachteld met de zinnebeeldigheden der alchymisten en de raadselen van het Rozenkruis." Ter verduidelijking diene hier de volgende aanteekening uit Noël's woordenboek: THEURG1E, een soort tooverij, waardoor men meende zich in gemeenschap te stellen met de goede geesten... De theurgie was dus heelwat anders dan de zwarte tooverkunst of goëtie, waarbij men de helsche goden en booze geesten opriep, — maar het kwam maar al te veelvuldig voor, dat men zich aan beide soorten van bijgeloof tegelijkertijd overgaf. GOËTIE, de kunst om kwade geesten op te roepen. Donkere nachten, onderaardsche holen in de buurt van grafsteden, doodsbeenderen, slachtofferij van zwarte dieren, tooverkruiden, zuchten en stenen, het offeren van kleine kinderen, uit wier ingewanden men de toekomst zocht te lezen, dat waren de hulpmiddelen bi) die dwaze en noodlottige kunst... THÉURGIE. esoèce de manip nar lamipll» <-»n croyait entretenir commerce avec les divinités bienfaisantes ... La théurgie était donc fort différente de la magie goétique ou goétie, oü 1' on invoquait les dieux infernaux et les génies malfaisants; mais il n' était que trop ordinaire de s' adonner en même temps a ces deux superstitions.'J GOÉTIE, art d'évoquer les esprits malfaisants. Nuit obscure, cavernes souterraines a Ia proximité des tombeaux, ossements de morts, sacrifices de victimes noires, herbes magiques, lamentations, gémissements, sacrifices de jeunes enfants, dans les entrailles desquels on cherchait 1'avenir, tels étaient les accessoires de eet art ridicule et funeste... 3) ') Acta Latomorum, II, p. 259. *) Dictionnairc de la Fable, II, p. 660. ') Ibidem, I, p. 465. Het was dua niet te verwonderen, dat de meer rationalistisch en materialistisch aangelegden onder de Rozenkruisers een zuivering van hun gezelschap nastreefden. En de eenvoudigste manier om dit te bereiken, was ongetwijfeld, dat degenen, die aldus dachten, de massa der Rozenkruisers loslieten en zich een afzonderlijken kring schiepen, waar de keur bij de toelating scherper ge- Er'is aeen twijfel aan, of dit is inderdaad ook geschied. De gelegenheid om zulks te doen. zonder de aandacht van met-ge?J™c^ elementen in en buiten de bestaande geheime genootschappen te trekken lag voor de Tiand; het ontdekken ervan vereischte geen bijzondere scherpzinn g heid. Het was in het midden der XVIIde eeuw; de bouwgilden waren ift staat van verval en namen hier en daar reeds hoogstaande burgers als leden in hun midden op (zie blz. 17 en 18.) No. 28. *ACTA LATOMORUM, II. p. 242: TEXT- VERTALING: Le fameux antiquaire Elie Ashmole fut De vermaarde oudhf^n"rals^ recuFranc-Magon dés 1646.Ilse trouva Ashmole werd reeds in 1646 als vrije en 1682 le 11 mars, dans une loge metselaar aangenomen. Den a Londr'esè masons-Haïi; ilen nomme 1862 maakte hij deel uit van een loge les supérieurs et les personnesquifurent in het Metselaarsgebouw te Londen, recuesceiour-la (lYQuoiquesonjour- hij benoemde er de overlieden en de- nTn ait étt'imprimé qu en 1717. genen, welke dien dag werden toe- il est certain qu il a été écritdansle gelaten.1) Hoewel zijn dagboek eerst siècle passé, et il prouve incontestable- in 1717 werd gedrukt, staat het vast en dat de Vrijmetselaars reeds in 1646 bestonden. Voyez Memairs of tkat learnedAntiquary ') Vgl. de fl^nkschrift« van ta geleerden Elias Ashmole Esq written by himsdf, tnform chreven en in 1717 te Londen Met de aangehaalde woorden van Thory, waaar hij spreekt over Vrijmetselaars in 1646, moet men omzichtig zijn. De geleerde schrijver verwart Sh1« 1 vermoedelijk wel niet onopzettelijk - de vrije mefcelaren (wie bestaan in 1646 hij niet hoefde te bewijzen: ze waren er al eeuwen eerder) met de Vrijmetselaren, die pas van 1717 dagteekenen. Ook van andere zijde wordt de verbintenis van de filosofische Rozenkruisers met de bouwgilden erkend. Reeds het in 1638 door Henry Adamson uitgegeven werk The Muses' Threnodie houdt blijkens Gould1) de woorden in: „Wij zijn broeders van het Rozenkruis en hebben he(f paswoord der metselaars": For we are Brethern of the Rosie Cross, We have the Mason word and second sight. Nog een bewijs, dat Rozenkruisers zich in de oude gilden als eereleden nestelden, ligt in de mededeeling van Gould2), dat tot deze honoraire gildebroeders o.a. behoorde sfv Robert Moray, die een warm beschermer was van Thomas Vaughan, den bewerker der Engelsche vertaling (1652) van de bekende Rozenkruisersgeschriften Fama en Confessio Fratemitatis. No. 29. ♦JAARBOEKJE VOOR NED. VRIJMETSELAREN, 5891, p. 114. 119: TEXT: TRADUCTION: ^nr\ E?9ej*nd werd... in 1645... een En Angleterre, on fonda,... en 1645... „Onzichtbaar of Philosophisch Col- un „Collége Invisible ou Philoso- legie opgericht, dat te Londen verga- phique", qui tenait ses réunions a „ - Londres... d 1 oor Haafc* herkomstig uit de ... Théodore Haak, originaire du Palati- Paltr, en de groote Bouwkunstenaar nat. et le grand architecte Chris tophe Christoph Wren traden toe en ver- Wren s'y affllièrent et réunirent les bonden de Yorker Bouwloges... met dit loges constructrices de York... a Gezelschap.... cette Société... Nu dient men te weten, wat Thory voorzichtig verzwijgt, dat Elias Ashmole een beoefenaar van de alchymie was niet alleen, maar dat hij zelfs als auteur op dit gebied is opgetreden. Gould3) noemt onder zijne „hermetische" werken met name zijn in 1658 verschenen Way to Bliss, eene verhandeling over den Steen der Wijzen. Christopher Wren, van wien hier sprake is, behoorde ook tot de Rozenkruisers. Gould deelt mede,4) dat hij leerling was van den bekenden alchymist en Rozenkruiser Peter Stahl, van Straatsburg. Zoo schreed men de XVIIde eeuw uit en de XVIIIde in. eest men nu den aanhef van blz. 11 en daarna citaat no. 15 nog eens ja, , i.1®1 m®n' hLoe natuurlijk verloop de vorming der moderne Vrijmetselarij in 1/17 gehad heeft. ' ') A concise History oj Frecmasonry, p. 77. *) Idem, zelfde bladzijde. *) Idem, zelfde bladzijde. «) Idem, p. 77-78. Daar zijn er, die meenen, dat deze haren oorsprong alzoo dankt aan de samenvloeiing van twee elementen: de anti-clericale bestanddeelen der oude gilden en de ingefilterde factoren van het Rozenkruis. Deze opvatting schijnt minder juist. Blijkens het op blz. 17 vermelde, hadden bedoelde gilde-broeders hun bouwverenigingen — die officieel den, voor hen hinderlijken, geijkten kerkelijken vorm bleven behouden — den rug toegekeerd. Veeleer vallen de Rozenkruisers, al spaarden zij gedeeltelijk den vorm der gilden in hun reorganisatie, te beschouwen als degenen, die de stichting met hun geest hebben vervuld, haar de ziel hebben ingeblazen. Deze opvatting wordt dan ook thans door meerdere maconnieke schrijvers gehouden, o.a. in het No. 30. ♦JAARBOEKJE VOOR NED. VRIJMETSELAREN, 5891, p. 113. TEXT: TRADUCTION: De veelvuldige symbolen welke betrek- Les nombreux symboles qui se rap- king hebben (of hadden) op de natuur portent (ou se rapportaient) a la wijzen op den oorsprong der Vrmij.'., nature, désignent 1'origine de la F.'. op de Nova Atlantis. Daarom werd M.\, la Nova Atlantis. Aussi on a den zoekenden uitdrukkelijk gezegd, dat dit expressément aux aspirants que *n * 9eerl kennis van bovenna~ la L.\ ne désirait aucune connaissance ml'krachten werd verlangd. Dit de forces surnaturelles. Jadis, ceci était bleek noodzakelijk voor iemand die lid exigé de quiconque désirait s'associer van een Vereeniging van natuuronder- a une Union de naturalistes (le „Collége zoekers (het „Onzichtbaar Collegie") Invisibje") mais n'aurait plus raison wenschte te worden, doch zou thans d'être, dès lors... geen zin meer hebben.... Nog op een andere aanduiding wordt gewezen: No. 31. ♦JAARBOEKJE VOOR NED. VRIJMETSELAREN, 5891, p. 111. TEXT = • TRADUCTION: Ook de vorm der L.'. „van Oost naar La forme aussi de la L.\ „de 1'Est ]West, van Zuid naar Noord, van het a 1'Ouest, du Sud au Nord, du centre middelpunt der aarde tot aan den de Ia terre jusqu'au ciel" se trouve Hemel" is overeenkomstig eenebeschrij- conforme a une description dans la ving in de Nova Atlantis. Nova Atlantis. Welke de geest der filosofische Rozenkruisers was, dien zij in de Vrijmetselarij medebrachten, blijkt reeds in vage trekken uit de in dit hoofdstuk ontwikkelde geschiedenis van hun bestaan. Overigens laat Thory niet de minste onduidelijkheid over, als hij van een der meest op den voorgrond tredende Engelsche Rozenkruisers schrijft: No. 32. *ACTA LATOMORUM, II, p. 253. TEXT: RobertFludd en Angleterre... fit entendre qu'il était frère, et il eut un grand nombre de disciples.... La philosophie. y est toute Gnostique, pour ne pas dire Manichéenne, au point que je me [ais fort de montrer chez les Gnostiques tous les principes philosophiques de Fludd.... VERTALING: Robert Fludd, in Engeland, beweerde tot de broederschap te behooren, en hij kreeg een groot getal leerlingen... Zijne wijsbegeerte is door-en-door gnostiek, zoo niet manicheïstisch. Ik maak mij sterk om bij de Gnostieken alle filosofische grondstellingen van Fludd aan te wijzen... Misschien, dat men van oordeel is — en niet ten onrechte — dat tusschen het bloeitijdperk der Manicheeërs en den tijd der eind-XVIId'eeuwsche Rozenkruisers een afstand ligt, die her tot een oppervlakkigheid zou maken een dergelijke stelling zonder meer als bewezen aan te nemen. Maar het blijft ten deze niet bij ééne losse uitlating in de ma^onnieke litteratuur. Thory zelf komt op zijne verzekering nader als volgt terug: No. 33. *ACTA LATOMORUM, II, p. 258, noot. TEXT : II est fort singulier que, dans les ou~ vrages de ce temps, il se trouve ga et lades alhisions aux Templiers. Dans la NOCE CHIMIQUE. on choisit neuf prétendans, et après qu'ils ont passé par toutes les épreuves, on leur déclare qu'ils sont chevaliers, et ils portent chacun une bannière blanche, avec une croix rouge. Et dans la nouvelle ATLANTIS, celui qui accorde aux voyageurs la permission de.séjourner dans l'ile, porte un habit bleu, un turban blanc, avec une croix rouge dessus. Ce n' est pas ici le lieu de chercher la raison de ces allusions. VERTALING : Het is zeer eigenaardig, dat men in de werken van dien tijd hier en daar toespelingen op de Tempeliers aantreft. In de „Chemische Hochzeit" komen negen mededingers voor, aan wie verklaard wordt, nadat zij allerlei beproevingen hebben ondergaan, dat zij ridders zijn geworden; elk hunner voert een witte banier met rood kruis. En in de „Nova Atlantis" draagt degene, die den reizigers verlof geeft om op het eiland te vertoeven, een blauw gewaad en een witten tulband met rood kruis erop. Maar 't is hier de plaats niet om de reden van deze toespelingen na te speuren. En bij een zeker niet fantastisch auteur als Br.*. Findel lezen we in eene bespreking van een Rozenkruisgeschrift: No. 34. ♦GESCHIEDENIS DER VRIJMETSELARIJ, Findel (Holl. uitgaaf) p. 125, noot. TEXT: TRADUCTION: „ECHODERVONGOTTHOCH- „Echo de la Fraternité, hautement ERLEUCHTETEN FRATERNI- illuminée par Dieu. de tOrdre respecTaT DES LöBL. ORDENS R. C. labledelaR.C. Preuve exemplaire 'etc. D. i" ..EXEMPLARISCHER BE- Nous estimons eet ouvrage assez WEIS" enz Wij achten dit werk important... En vérité, sa doctrine, niet onbelangrijk ...Ofschoon met ge- quoique enveloppée d'usages desTembruiken der Tempelieren omkleed, berust pliers, repose sur des bases de la Rosedeze leerwijze toch inderdaad op grond- croix ... slagen van het Rozenkruis.... Findel spreekt bier van de Tempeliers, — eene instelling, welke zeker heel wat nader bij den alchymistischen oorsprong der Rozenkruisers ligt dan het tijdperk der Gnostieken. Immers, de Orde der Tempeliers werd in 1312 opgeheven, terwijl de alchymie reeds in 1317 door den Pauselijken Stoel werd veroordeeld en dus te voren in zekere mate van uitgebreidheid moet hebben bestaan. Trouwens, dat de alchymie in hare eerste, de Tempel-Orde in hare laatste jaren tijdgenooten zijn geweest, is zeer natuurlijk: de alchymie werd door de deelnemers aan de Kruistochten, waarin de Tempeliers eene rol van beteekenis hebben gespeeld, naar Europa overgebracht. Er is dus alleszins reden om nader te onderzoeken, in hoeverre het beweerde verband tusschen de Tempeliers en de Rozenkruisers werkelijk voorhanden is geweest, waarna verder eene critische beschouwing omtrent de juistheid van de beweerde gedachteneenheid tusschen Rozenkruis en Gnosticisme kan volgen, DE TEMPELIERS Wanneer men de maconnieke litteratuur op dit onderdeel der geschiedenis: de 1 empeliers, nagaat, wordt men er steeds drie stroomingen in gewaar: eene hangt metterdaad een stelsel aan, dat in gebruiken en sympathieën een kenschetsende verwantschap vertoont met de geestesrichting der oude ridderorde in hare latere jaren; eene tweede» buiten dit stelsel staande, neemt er de verdediging van op zich door de oude ridderorde vrij te pleiten van schuld aan de haar ten laste gelegde grieven; eene derde, eveneens buiten het stelsel, geeft den beschuldigers der oude 1 empeliers toe, dat dezen zich inderdaad aan misdrijven hebben plichtig gemaakt, doch stelt daartegenover, dat de eigenlijke Vrijmetselarij niets met de oude lempelheeren uitstaande heeft, en dat hunne navolgers in de Vrijmetselarij slechts een onrechtmatig en ongewenscht insluipsel vormen. Van anti-magonnieke zijde wordt de kenschetsing in ietwat andere bewoordingen gegeven. Eerst, zeggen deze profane schrijvers, had de oude geest der Tempeliers, door hunne nazaten, zich vastgezet in de moderne Vrijmetselarij. Toen dit uitlekte, trachtte de Vrijmetselarij te betoogen, dat daarin niets ten nadeele der Vrijmetselaars-Orde stak. Doch toen dit historisch onhoudbaar bleek, ging men tot de tactiek over om te beweren, dat de Vrijmetselarij met het zgn. Tempelierssysteem niets te maken heeft. Gelijk men ziet, maakt deze uiteenzetting al geen wezenlijk verschil met de hierboven gegeven opsomming der drie stroomingen, en is er dus voldoende grond om ze achtereenvolgens na te gaan. Omtrent de eerste strooming valt weinig te zeggen. Ze erkent het bestaan van een feit. No. 35. HISTOIRE PITTORESQUE DE LA FRANC-MACONNERIE, Clavel, p. 219. TEXT: VERTALING: ^ encore de^ nos jours un Ordce Nog heden ten dage bestaat er een du Temple qui n est qu une réforme Tempel-orde, die slechts een msjonmagonnique. nieke omwerking ervan is. Geciteerd in la Franc-Mafonnerie, Neut, I, p. 59. 'n lateren tijd en tot den huidigen dag, kwamen en komen de Tempel- • ridders als een erkende tak van de universeel-magonnieke groepeering voor. In de V. S. hielden zij in 1892 hun 25ste Driejaarlijksch „Conclaaf".1) ') A Pilgrimage to. the Rocküs, titelblad. Daarmee vervalt de betoogkracht der derde bewering vrijwel. Immers, of het Tempeliers-systeem al dan niet rechtmatig, al dan niet tersluiks in de Orde geworteld is. — het feit is, dat het erin zit, er zich handhaaft en er als regelmatige ritus in wordt erkend. Zoo het Tempeliers-systeem, hoe dan ook, vastzit aan de Vrijmetselarij, — de Vrijmetselarij zit eveneens en evenzeer vast aan het Tempelierenstelsel. Rest dus te onderzoeken, wat er al dan niet waar is van de beschuldigingen, den Tempeliers ten laste gelegd, in hoeverre de onschuldig-pleiters van de oude Orde gelijk hebben. Een objectief nagaan van de geschiedenis der ridderorde zal het best den daarbij rijzenden twijfel 'tot klaarheid brengen. * * * In 1118 werd de orde der ridders van Jerusalem door acht Fransche ridders opgericht. Doel: de bescherming van het Heilig Land en van de pelgrims aldaar. De inrichting was eenigszins kloosterlijk: de ridders moesten ongehuwd zijn en onder de gehoorzaamheid aan een overste in gezamenlijke gebouwen wonen. Buitengewoons heeft ze niets. 'Er hebben meerdere' militaire ridderorden bestaan. Een dergelijke, maar democratischer instelling werd einde der XIXde eeuw nog opgericht door den Franschen kardinaal Lavigerie, aartsbisschop van Algiers, primaat van Afrika, die een korps „Gewapende Broeders van de Sahara" vormde, kloosterling-soldaten, ter bestrijding van de slavernij. (De Fransche regeering hief deze instelling weder op). De ridderlijke stichting lag dus volkomen in de historische lijn der Katholieke Kerk, en het is geen wonder, dat Bernardus van Clairvaux, de prediker der Kruistochten, ze met bijzondere ingenomenheid begroette en ze aan Paus en vorsten aanbeval. Boudewijn van Vlaanderen, koning van Jerusalem, wees den ridders als kloosterkazerne een gebouw aan, ter plaatse waar volgens de overlevering de Tempel van Salomo had gestaan. Vandaar dat het volk den ridders den naam van „Tempeliers" gaf. De opzet der Orde was streng: de leden moesten leven in gehoorzaamheid en armoede, en volgden voor hun godsdienstig leven een regel, die aan dien der Benedictijner monniken was ontleend. Zij hadden hun familiën vaarwel gezegd, van de stichting van een eigen gezin afgezien, hun goederen ter beschikking van de Orde gesteld tot gemeenschappelijk onderhoud en hun leven gewijd aan de verdediging der Heilige Plaatsen: den dood te sterven op het slagveld beschouwden zij als een begeerenswaardig martelaarschap. Hun niets ontziende dapperheid, die hun telkens nieuwe, geestdriftige medeleden uit den romantischen riddertijd deed toestroomen, zoodat hun gelederen eer zwollen dan slonken, deed hun de zaak der Christenheid tegen den Islam de grootste diensten bewijzen. De H. Stoel verleende hun dan ook allerlei gunsten, onthief hen van het oppertoezicht van den patriarch van Jerusalem, schonk hun het recht van eigen kapelaans te hebben enz. Deze omstandigheid en de aan- was van de goederen der Orde, niet alleen door inbreng maar ook door erfstellingen van vrome families, ook niet-adellijke, die de verdediging des geloofs in Palestina aldus wilden steunen, bracht de Orde op steeds hooaer Pei. van aan2'en en rijkdom. De toevloed van leden werd allengs grooter, en in haar zucht om steeds sneller op dien weg voort te gaan, liet de Orde net in hare regelen voorgeschreven noviciaat langzamerhand buiten toepassing. Wie van adellijke geboorte was, den ridderslag had ontvangen, meerderjarig °°9ehuwd was en zich aanmeldde, werd aangenomen. Zoo geraakte geleidelijk een element in de Orde, dat weinig kloosterlijken zin meer had. De omgang met vrouwen, ofBciëel niet geduld, kwam zoowel voor in het Oosten, waar het strijdbaar gedeelte der Orde lag, als in het Westen, waar de ouderen, gekwetsten enz. zich met het beheer van de vele landerijen en andere bezittingen der Orde belastten. De wijn was onder de ridders zoodanig in eere, dat tot in deze XXste eeUw toe het „zuipen als een Tempelier" eene Hollandsche volks-uitdrukking is gebleven. Nog geen eeuw na de oprichting had de orde zich reeds twee openlijke benspingen van den Paus (in 1207 en 1213) op den hals gehaald.1) 994 ?r, m njkdoi° en weelderigheid toenam, blijke hieruit, dat zij in 1224, nauwelijks een eeuw dus na haar ontstaan, 9000 commanderijen bezat, ten commanderij was eene vestiging, waar een commandeur was aangesteld m, °ehulP van eenige hem toegevoegde ridders, het beheer te voeren hnnLÏ T u en ln den 0mt,rek 9ele9en landerijen, weiden, bosschen, P ^ ,jn ? 5fe onfoerende bezittingen der Orde. FranSilc S Wll<*f2) teldfe de Orde slechts vijftig jaren later, alleen in Frankrijk, Spanje en Engeland (ze had er ook elders: Moll3) geeft Tempelieren aan te Haarlem en tusschen Aarle en Rixtel) 40.000 commanderijen, waaruit ze de voor dien tijd ontzaglijke som trok van ruim VA millioen gulden s jaars. n °ref1 der StdiderS 9eene 9°ede «"werking hebben, en I hI °,°K ,niet* De 'aloTezie jegens andere ridderorden, met name jegens de TP 'P'Sa erS V3n St JaD' deed 2icb 9elden, in die mate dat ten slotte de lempeliers. waar zi, niet op den voorgrond konden treden in militaire hïr H'f1 , , ne medewerkin9 slechts met tegenzin, of schijn- of i S ? ?tlve v«lee"de»' *■"' lek «If. niet ontzagen den vijand vL h., I I brengen, wanneet het eene krijgsonderneming gold. waarvan het welslagen ter eere van hun medestrevers zou zijn gekomen. Reeds _ a,Z°° K'ste helf' =«nw - befchu,! digde de Tempeliers van verstandhouding met de Moslim. ?6 u j toestand zich verder ontwikkelde, wordt door Wilcke als volat geteekend. (De noten in het stuk zijn niet van Wilcke). 9 II Han<ü>0ek der Alg. Kerkgeschiedenis, Albers. II, p. 161. 3 9ecit bij Findel-Gesck-d- Vrijm' P- 775 vv- No. 36. •GESCHIEDENIS DER VRIJMETSELARIJ, Findel, Holl. uitgaaf, p. 780 v.v. TEXT: TRADUCTION: Lorsque le royaume de Jérusalem commenga a péricliter, un rapprochement toujours plus étroit se fit sentir entre Templiers et Sarasins; est-ce que les premiers ne s'étaient pas trouvés bien dans 1'alliance avec les sultans égyptiens?... Lorsque 1'enthousiasme clérical commenga a s'apaiser tant hors de 1 Ordre qu'au-dedans (ce qui eut lieu vers la fin du Xllième siècle) 1'abaissement moral, la débauche, 1'indifférence envers la religion et un illuminisme anticlérical trouvaient dans elle un abri... En Europe, le Catharisme et la volupté dans les boissons exergaient une infiuence indéniable sur les Templiers. Le chevalier mondain, affaibli déja dans sa conviction religieuse, arrivait dans 1'Orient, y communiquait ses idéés libérales et, généralement, en recevait en retour plus qu'il n'en donnait. .. Les Templiers ne croyaient pas en Jésus comme l'Homme-Dieu et le Sauveur de ce monde... A leurs yeux, le Christ était un faux prophéte. Puisqu il s est donné — ainsi disait la doctrine de 1'Ordre — pour le Verbe de Dieu, Messie céleste, nous le nions, nous conspuons la croix comme un emblème de son péché et de sa honte, le considérant comme un objet de méprisable superstition. A leur initiation, les Tem- • « V ■ 1 Mpfial/A 1 oor ,?s 5, ssssu. v„ o«~ P. 3. ™ Toen het rijk Jeruzalem in verval geraakte, had er steeds meerdere toenadering tusschen de tempelieren en Saracenen plaats ; zij hadden zich immers reeds vroeger bij het bondgenootschap van de Egyptische sultans zeer wel bevonden.... ....toen de kerkelijke geestdrift in en buiten de orde begon te verflauwen(en dit geschiedde omstreeks het einde der 12e eeuw), vonden zedelijke verbastering, ongebondenheid, onverschilligheid voor de godsdienst en onkerkelijke verlichting in haar een toevlugtsoord.... In het avondland oefende hel katharisme1) en het zwelgen in overvloed eenen onmtskenbaren invloed op de tempelheeren uit; de op deze mij ze reeds in zijne godsdienstige overtuiging verflauwde, wereldsgezinde tempelier kwam in het morgenland, deelde aldaar zijne vrijzinnige denkbeelden mede, en ontving er gewoonlijk meer dan hij gaf... Dé tempelieren geloofden niet aan Jezus als den godmensch en heiland der wereld2)... Christus was in hun oog een valsch profeet. Daar hij zich, zoo luidde de orde-leer. voor Gods woord en voor eenen hemelschen Rflessias uitgeeft, zoo verloochenen wij hem, beschimpen het kruis, als een hout van zijne zonde en zijn smaad en beschouwen het als een voorwerp van verachtelijk bijgeloof. De tempelieren spuw- den bij hunne aanneming op het kruis, dat zij buitendien reeds bij de Saracenen hadden leeren verachten en ver' loochenden Christus. Het kruis op den riddermantel was hun niets meer dan een orde-teeken en ging langzamerhand in het eenvoudige teeken van een T over1). Daarentegen erkenden zij Johannes den Dooper als schutspatroon2). Met den tijdstroom medegaande, huldigden zij ook de sterrenwigchelarij en alchimies) en vereerden bij de aannemingen eenen afgod, eenen magischen of kabbalistischen talisman, een hoofd dat geenen naam had (Baffomet...) . .. het gebruik werd ritus, de eenvoudige disciplinaire en economische kapittels*) werden loges, er ontstond eene geheime leer... De kerkelijke eeredien st had in de kapellen der orde in het openbaar en met allen luister plaats; de tempeliers-eeredienst daarentegen geschiedde heimelijk... Aan de gewone kapittels namen alle broederen deel. maar niet aan de geheime, welke zelfs voor de niet-ingewijde broederen werden verzwegen .. . Het voorname feest der orde was, overeenkomstig haat fohannistisch stelsel, de Johannesdag. De beeldtenis van fohannes den Dooper hing in de zaal van het kapittel') pliers crachaient sur la croix qu'ils avaient déjaappris a mépriser chez les Sarrasins, et nièrent le Christ.La croix sur leur grand manteau ne leur était rien deplusqu'un signe distinctif et fut changé peu a peu en simple forme de T. Ils vénérèrent au contraire Jean Baptiste comme leur patron tutélaire. S'adaptant a 1'esprit du temps, ils exergaient aussi 1'astrologie et 1'alchimie et lors des initiations adoraient un i d o 1 e, talisman magique ou cabbalistique, consistant en une tête qui n avait pas de nom (baphomet)... L'usage devint un rite; les simples réunions de chapïtres en session disciplinaire et économique, devinrent des loges. Une doctrine secrète naquit... Le culte divin eut lieu, dans les chapelles de 1'Ordre, en public et avec beaucoup de solennité; le culte templier au contraire avait lieu en secret;... Tous les frères participaient aux chapitres ordinaires, mais point aux chapïtres secrets.dont 1'existence même était ignorée des freres non-initiés... En accord avec son système joanniste, le jour de St. Jean était la fête principale de 1'Ordre ... La statue de Jean Baptiste se trouvait dans la salie du chapltre... In 1?65 was er reeds genoeg van de strevingen der Tempeliers naar buiten gebleken om den Paus aanleiding te geven de Orde met zware straffen te bedreigen. Deze stoorde zich daaraan echter niet, en Rome nam eene waarlijk verwonderlijke lankmoedigheid in acht. j D,e E,?yPte°arfn beschouwden deze letter als het zinnebeeld des levens. Vgl. Dictionn de la table, 11. p. 613. *) Zie citaat no. 12. ') Vgl. Hoofdstuk de Alchymisten, blzn. 24 v.v. 4) Kapittels in het kloosterleven zijn de vergaderingen der oversten met de hun uit de ondergeschikten toegewezen raadslieden. ) De aandacht verdient, dat Findel ten tweeden male hierop terugkomt. Nietegenstaande alle voorzorgen en eeden ter geheimhouding werd ten slotte het bedrijf, dat binnen de wanden der Tempelierskloosters plaats greep, door enkele medeleden - gedreven door tegenzin, door wrok of door welke beweegreden dan ook — aan de wereldlijke overheid verraden. Dit gebeurde m 13051), en het adres, waaraan de aanklagers zich richtten, was de Fransche koning. Philippe-le-Bel deed een wijdloopig onderzoek instellen, dat twee jaren duurde: in 1307 stelde hij in een persoonlijk onderhoud den Paus van de resultaten op de hoogte, deed den grootmeester en alle in zijn gebiedaanwezige I empeliers gevangen nemen en belegde hun goederen met beslag2). Onmiddellijk vingen de verhooren aan volgens de in dien tijd gebruikelijke rechtspleging, en e daaruit ontstane processen-verbaal waren van dien aard, dat twee jaren later ook een Pauselijke commissie van verhoor benoemd werd. Ihans werd ook in Engeland en Italië geïnstrueerd. Na nogmaals twee jaren van onderzoek werden de uitkomsten aan eene te Vienne gehouden algemeene Kerkvergadering onderworpen, en dezer uitspraak gaf den Paus aanleiding de orde in 1312 opaeheven te verklaren, haar te verdoemen en hare uitroenna in alle Chdstenstaten te gelasten. In Maart 1314 onderging op bevel des Franschen konings de grootmeester der Orde, Jean Bernard Molay, te Parijs den dood op den biandstapel. * * Het proces tegen de Tempeliers had in geheel Europa een geweldig opzien gebaard. Toen het doem- en banvonnis weerklonk, kwam allerwegen het gerecht in het geweer, en hier en daar ging ook het volk zich aan gewelddadigheden tegen de bewoners der commanderijen te buiten. Het verhaal gaat, dat van een commanderij in Zeeland des nachts alle bewoners overvallen en gedood werden, en dat slechts twee ridders ontsnapten, doordien zij niet thuis waren maar zich in een verdachte huizinge daarbuiten ophielden. In hoever dit verhaal juist is, valt niet na te gaan, maar het teekent de team, waarin deze ridders-kloosterlingen bij het volk stonden. Het cijfer terechtgestelden is intusschen gering geweest en bepaalde zich tot een aantal verantwoordelijke hoofden. De meeste Tempeliers hadden het lot, dat hun Orde dreigde, sinds jaren zien aankomen en waren onder allerlei vermommingen gevlucht. , , De „rouwmoedigen" — en hun getal was aanzienlijk, want een groot deel der Tempeliers behoorde niet tot de ingewijden in de verborgen mysterien— kregen de gelegenheid zich in andere militaire orden te doen opnemen ). ben deel ook der ingewijden, die hun veroordeeld stelsel verloochenden, keerde als gewone leeken naar hun familiën terug. Van niet allen was deze „bekeering" oprecht gemeend, en het is geheel volgens de menschelijke natuur, dat er onder de tienduizenden ridders, die zich aldus i) Geschiedenis der Vrijmetselarij, Findèl, p. 784. «) Handboek der Alg. Kerkgeschiedenis, Albers, II, p. lol. ') Vgl. Kerkgeschüdenis, Moll, II. II, p- 135 v.v. verspreid en van hun weelderig glorieleven plotseling verstoken zaaen meer deren waren bij wie de wrok bitter was, dfe slecht? zonnen op S teaen en Franschen koning en den Roomschen Paus, en wien een mogelijk herstel van hunne Orde als een nastrevenswaardig doel toelachte. 9 ' Ue omstandigheden waren hun niet ongunstig. Het geloof van den Europeeschen adelx) was er door de strooptochten en npHPe^ni9erYn het,Mor3enIand "«et vuriger op geworden. Berooid in zijne geldmiddelen kwam hij meestal terug in het land, waar hij bij zijn vertrek het vaderlijk erfgoed vaak verpand of zelfs verkocht had. Vandaar een scheroe verbetenheid tegen de geestelijkheid, die den Kruistocht gepreekt had en aan wier macht hij zijne verarming weet. De verwanten voelden al niet anders belw?n SaTnlk°mStenJwerd geboden door het deelnemen aan reeds bestÏÏdë gen dekmantel, dien het hun bood? °m dCD °ndoorzichti" No 37. -GESCHIEDENIS DER VRIJMETSELARIJ, Findel (Holl. uitgaaf) P. 784. lEXT: TRADUCTION: °"u'""<*■' *"™nh"vw- fa° ook' VOOn,aamsK <*>*»•»** schrijver* va» La.ijosch-Amerika schreef ') Vgl. Eckert, der Freimaurer-Orden, p. 50 v.v. No. 38. *MANUAL DE LA MASONERIA, Cassard, p. 4—5. TEXT. VERTALING: Convendremos con aIgunos que, a Wij geven toe. dat met uitzondering excepcion de la Masoneda azul, que van de Blauwe Vrijmetselarij, die de comprende los tres primeros grados, drie laagste graden omvat, de andere los que siguen son de invencion mo- van moderne invoering zijn, alhoewel detna, aunque hacen referenda a zij op tamelijk verwijderde tijdstippen tiempos algo distantes. Una gran parte duiden. Een groot deel ervan verwijst de ellos corresponden al tiempo de naar den tijd der Tempeliers, een ander los Templarios; ofra, parece anexo a deel schijnt verband te houden met los filósofos herméticos, cuando estos de alchymistische wijsgeeren, tijdens se ocupaban del descubrimiento de la dezen zich bezig hielden met het zoeken niedra filosofal naar den steen der wl)zen• • • Parece que se esta de acuerdo sobre Men schijnt het erover eens te zijn. la opinion de que los misterios ... han dat de mysteriën ... door de Kruis- sido traidosa Efuropapor los Cruzados... vaarders naar Europa zijn gebracht... Wanneer men nog even de citaten 33. 34 en 38 herleest, ziet men. datdrte van de meest geziene maconnieke schrijvers: een Franschman, een Duitscher en een Spaansch-Amerikaan, zeker verband tusschen de aichymisten en de Tempeliers erkennen. * * * Na de opheffing der Tempel-orde hadden zich oud-leden ervan in alle rich- Da9^er Vvele Tempelridders naar Schotland de wijk genomen hebben, is licht te verklaren. Koning Robert Bruce leefde er in onmin met Enge and. en de versterking van zijn leger met gepantserde, in den wapenhandel geoefende ruiterij was hem hoogst welkom, zoodat hij wel met al te scherp naar het gehalte zijner hulptroepen zal hebben gekeken. Men was trouwens in dien tijd over het algemeen niet gewend, hooge eischen vanmoralileitaan soldateska — adellijk of niet-adellijh — te stellen. Aan den slag van Bannockburne, waarin Bruce het Engelsche leger versloeg (1314). namenvcle. deel» Schotsche, deels van het vasteland overgekomen Tempeliers deel. zullen, gegeven de nauwe betrekkingen, die steeds tusschen Schotland e Frankrijk hebben bestaan, wel hoofdzakelijk Fransche Tempeliers geweest zijn. Volgens vele maconnieke schrijvers moeten eenigen hunner in Schotland overeenkomst zijn aangegaan, om de Orde in het geheim te doen voortduren, tot er gunstiger tijden voor zouden aanbreken. Het huwelijk werd, ter voor - Maqonniek Weekblad\ dl. III, p, 207. planting van dit streven, aan de leden der Schotsche groep toegestaan, geheime teekens werden vastgesteld, en zoo zou de groep een paar honderd jaren hebben voortbestaan, tot er voor de adellijken (voor de burgers geschiedde dit eerst veel later) gelegenheid bestond om zich als beschermheeren in de werkgilden der metselaars te doen opnemen. AIzqo zou in Schotland op het gildewezen rechtstreeks een invloed door de nazaten en geheime opvolgers der Tempeliers zijn uitgeoefend, dien zij op de Engelsche bouwloges indirect, door bemiddeling van de Rozenkruisers, hebben kunnen doen gelden. Uit geheele verhaal is echter zeer onzeker. Historischen vasthoü heeft men ten dezen maar schaars, alhoewel Eckert1) mededeelt, dat koningin Elisabeth van Engeland den 27 December 1561 de grootloge van York door soldaten deed omsingelen, omdat, naar vermoed werd, Tempeliers er zitting in hadden. Door de magonnieke Tempeliers van na 1717 is hun historie met allerlei bijzonderheden opgesmukt. Eén voorbeeld: No. 39. ^ALLGEMmNES HANDBUCH DER FREIMAUREREI (Lenning) B. 11, p. 359, i.v. Muil. TEXT: VERTALING: ¥¥LJl (1?,SeIJn ?er Wfs&üste von Muil eiland aan de westkust van Schot- Schottland) Hierhersoll, nach der land). Hierheen moet, volgens het ver- Erzahlungderstricten Observanz.Petrus haal der Strikte Observans, Pierre d' v. Aumont, Heermeister der Auvergne Aumont, legerhoofd van Auvergne, met mit 2 Lomthuren und 5 Rittern, als twee commandeurs en vijf ridders, als Maurer verkleidet, 1311 geflohen sein. metselaars verkleed, in 1311 gevlucht Am Johanmsfeste 1312 set einKapitel zijn. Op St. Jansdag 1312 moet een gehalten und die Beibehaltung des kapittel zijn gehouden, waarin tot in- Vrdens und seiner Ansprüche beschlos- standhouding van de orde en hare aan- sen, AumontzumGrossmeistererwahlt, spraken werd besloten, Aumont tot und dem Orden die jetzige Formge- grootmeester gekozen, en aan de orde geben Man habe Namen und Ge~ de huidige vorm gegeven. Men heeft, brauche der Maurer gewahlt, um das zoo heet het, den naam en de gebrui- Andenken za erhalten, dass Aumont ken der metselaars gekozen, ter her- Bedle,ter zwelJahre >an9 innering dat Aumont en zijne gezellen traoen™ ^ jareD lan9 genoodzaakt waren tragen. und sogae manchmal dieses geweest die vermomming te dragen en urhfh htJ™ Um Lebensan' menigmaal zelfs dat handwerk uit te terhalt zu haben. oefenen, om zich een bestaan te ver! schaffen. ') £>*r FriimatiTtr- Orden, p. 61 Iets schijnt ervan waar te zijn geweest, dat de oud-Tempeliers in Schotland zich tot een min of meer zelfstandige groepeering hebben gevormd. Zij werden althans door diegenen der overige oud-Tempeliers, die na den gewelddadigen dood van Jacques Bernard Molay, hun grootmeester, Jerusalem* als het centrum van hun verder geestesleven en den ridder Larmenius, die er de leiding had, stilzwijgend als hun chef bleven beschouwen, voor scheurmakers aangezien. Ook dit vindt men in de magonnieke literatuur weer in legèndarischen vorm gekleed: No. 40. ♦MANUELDES CHEVALIERSDE L'ORDRE DU TEMPLE, p. 8—12: TEXT: jacques de Molay prévoyant les malheurs qui mtnagaient l Ocdre. désigna pour son successeur Frère Jeèn Mare LARMENIUS, de Jérusalem, qu'il investit de la plénitude de l'autorité Patriarchale-Apostolique, et de la puissance Magistrale. Ce dernier GrandMaitre transmit les pouvoirs Souverains a Frère Thibault d'Alexandrie, ainsi qu'il constede la charte ae transmission que donna Jean-Marc Larmenius, en 1324, charte dont 1'orginal est conservé avec dautres écrits non moins précieux, etc., etc., etc., dans le tresor de l'Ordre du. Temple. Apres la mort dc Jacques de Molay des Templiers écossais étant devenus apostats, a linstigation du roi Robert Bruce. se rangèrent sous les bannières d'un nouvel Ordre institué par ce prince. et dans lequel les réceptions furent basées sur celles de l'Ocdre du Temple. C'est la qu'il faut chercher l'origine de la, Magonnerie écossaise, et même celle des autres Rites maconniques. Les Templiers écossais furent excommunies en 1324, par Larmenius, qui les déclara, eux, Templi desertores, ei les Chevaliers de Sami Jean de Jérusalem, Dominiorum Mili- VERTALING: De rampen voorziende, welke zijne orde bedreigden, wees Jacques de Molay Broeder Joannes Marcus Larmenius, uit Jerusalem, als zijn opvolger aan, dien hij met de volheid van het patriarchaal apostolisch gezag en met het magisterschap bekleedde. Deze laatste Grootmeester droeg de souvereine macht over aan Broeder Thebaldus van Alexandrië, zooals blijkt uit het overdrachts-charter, in 1324 door Joannes Marcus Larmenius verleend, en waarvan het origineel met andere niet minder kostbare geschriften enz. enz. enz. bewaard wordt in de schatkamer der Tempelorde. Na den dood van Jacques de Molay schaarden Schotsche Tempeliers, die op aansporing van koning Robert Bruce afvallig waren geworden, zich onder het vaandel eener nieuwe, door dezen vorst ingestelde orde, waarvan de inwijdingen eene navolging waren van die der Tempel-orde. Daar moet de oorsprong gezocht worden der Schotsche Vrijmetselarij en ook van andere magonnieke riten. De Schotsche Tempeliers werden in 1324 door Larmenius in den ban geslagen, die hen tot „deserteurs uit den Tempel" verklaarde, terwijl tiae spoliatores, placés a jamais hors du giron du Temple: Extra girum Templi, nunc et in futurum, volo, djco et jubeo. LIn parcil anuthêmc a, dcpuis, été lancé par divers Grands-Maïtres contre des Templiers rebelles a 1'autorité légitime. de ridders van St. Jan van Jerusalem : „roovers van de bezittingen der Orde," voor altoos uit den Tempel werden gestooten : „Ik wil, verklaar en beveel, dat zij zullen staan buiten den Tempelmuur, nu en voor altijd". Sedert dien is door verschillende Grootmeesters een dergelijke banvloek geslingerd tegen Tempeliers, die in opstand waren tegen het wettig gezag. Uit het in Schotland binnengeslopen schisma ontstond een groot aantal sekten. Bijna alle beweren van de Tempelorde af te stammen, en sommige zeggen ze zelve te zijn. De Tempel-orde heeft sinds de tijden der vervolging nooit opgehouden te bestaan, gelijk het Charter van overdracht bewijst, waar men de ambtsaanvaarding, eigenhandig geschreven, vindt van alle Grootmeesters van den Tempel, opvolgers van den roemruchten martelaar Jacques de Molay (aan wien eer zij en glorie). £ooals gezegd: men moet dit citaat niet in de letterlijke beteekenis nemen. yi r! ^ LarCTS staat inderdaad, maar de echtheid ervan wordt door andere magonnieke schrijvers op verschillende gronden betwist. blik Tn aan,16 P6™*5" of te verwerpen heeft, doet voor het oogen- blik niet ter zake, en het kan dus terzijde worden gelaten. Uit schijnt genoegzaam vast te staan : op welke wijze dan ook is de geest, Tempel-orde bezielde, in zekere mate in een deel der geslachten blijven oortleven en heeft tenslotte nieuwe vormen aangenomen in de latere Vrii- metselanj, waar de Tempelorde door velen met den nek moge worden aange- " hJSt°risch mogeQ worden betwist, maar waar ze metterloon In f l611 «kend en eenen invloed uitoefent, welke in den verderen loop van dit werk zal worden geschetst. Du schisme qui s'introduisit en Ecosse naquit un grand nombre de sectes» Presque toutes ont la prétention de dériver du Temple, et quelques-unes celle de se dire l Ordre lui-même. L'Ordre du Temple na jamais cesséd' exister depuis les temps de la persécution, ainsi qu on peut en juger par la charte de transmission, oü l on trouve lacceptation, manu prcpria, de tousles Grands-Maïtres du Temple, successeurs de l illustre martyr Jacques de Molay (auquel soit honneur et gloire). terhart? Vele ma«on"|eke schrijvers, wien de eer hunner Orde de oude o9rX H T JTen °m te be'°°9en- dat de Vrijmetselarij niets met de oude.orde der Tempelieren uitstaande heeft. tendenz ^ .eCJter,ook. ^rschei,dene, wien de historische waarheid boven de tendenz gaat, en die niet aarzelen een bestaand verband te erkennen: No. 41. DER PYTHAGORAISCHE ORDEN UND DIE FREIMAUREREI IN GEGENSEITIGEN VERHALTNISSEN, Br.', von Wedekind, gedruckt als Manuscript für Freimaurer. TEXT: Es ist nicht zu leugnen, dasz die Tempelherren eine eigene geheime Lehre hatten, disciplina arcani, welche die Curie miszbilligen muszte. Diese Lehre war eine Ausbeute ihrer im Oriënt erworbenen Kenntnisse. VERTALING : Het valt niet te ontkennen, dat de Tempeliers een eigen geheimleer hadden, de disciplina arcani, welke door Rome moest worden afgekeurd. Deze leer was gebouwd op de kundigheden, die zij in het Oosten hadden verworven. Geciteerd in der Freimaurer-Orden, Eckert, p. 46, zonder opgave der pagina van zijne bron. Mededeelzamer is Lenning: No. 42. ♦ALLGEMEINES HANDBUCH DER FREIMAUREREI (2° völlig umgearbeitete Auflage von Lenning's Encyklopadie der Freimaurerei) B. 111, p. 361-2, i.v. „Tempeiherren". TEXT: Die Klagen gegen die Uebergriffe des Ordens wurden schon im 12. Jahrhun~ dert so 'laat, dass selbst Papst Innocenz III, der grosse Freund der Templer, und welcher ihre Privilegien noch vermehrte, sich genöthigt sah unterm 13 Sept. 1208 ein Schreiben zu er lassen in welchem dem Orden die hartesten Vonvürfe und schon die damonischer Lehren gemacht wurden ... .,. und als Clemens* V. 2. Marz 1312 durch die Bulle: „Ad providam Christi Vicarii" den Templerorden ganz aufhob, war dessen Schicksal für immer entschieden. Der Process wurde nach Verhaltniss damaliger Begriffe auffallend mild geführt und so machten Molay nebst den Grosswürdentragern freiwillig dieselben Gestandnisse, welche VERTAUNG: De klachten over de buitensporigheden der Orde [van de Tempeliers] werden reeds in de Xllde eeuw zoo luid, dat zelfs Paus Innocentius III, de groote vriend der Tempeliers, en die hunne privileges nog uitbreidde, zich genoodzaakt zag den 13 Sept. 1208 een breve uit te vaardigen, waarin de orde de hardste verwijten, en reeds die van duivelachtige leerstellingen, werden gedaan , , . en toen Clemens V den 2en Maart 1312 door de bulle Ad providam Christi Vicarii de orde der Tempeliers geheel ophief, was dezer lot voor altoos beslist. Het proces werd naar de toenmalige begrippen opmerkelijk mild gevoerd, en zoo deden Molay en de grootwaardigheidsbekleeders vrijwillig dezelfde bekentenissen, die anderen leden door andern Mitgliedern durch die peinliche Frage waren abgenöthigt worden, und wurden nur ihres hohen Ranges wegen zu ewigem Gefangniss verurtheilt, welche Strafe den Schuldigen öffentlich vor versammeltem Volke verkündigt werden soKte. Da sie aber in Gegenwart der zusammengelaufenen Menge gegen die Wahrheit ihrer früher gemachten freiwilligen Aussagen protestirten und des Ordens Schuld leugneten, so wurden sie 18 Marz 1313 als rückfallige Ketzer — denn darauf laiitete die Hauptklage — lebendig in Paris verbrénnt. Die Ordensgüter wurden eingezogen, den Johannitern gegeben odersonst verwendet. Die nach dem RechtsbeWusstsein damaliger Zeiten pollkommen erwiesene Schuld des ganzen Ordens lasst sich wol am besten so zusammenfassen: der Orden bestand aas vielen unsittlichen, übermüthigen und unkirchlich gesinnten Gliedern, und beabsichtigte in Frankreich eine politische Macht zu gründen, welche dem Papste und dem Könige Gefahr drohte. de ondervraging op de pijnbank werden afgedwongen ; zij werden om wille van hun hoogen rang slechts tot levenslange kerkerstraf veroordeeld, welk vonnis den schuldigen in 't openbaar voor het verzamelde volk zou worden aangezegd. Daar zij echter in tegenwoordigheid der saamgestroomde menigte protesteerden tegen de waarheid hunner vroeger afgelegde vrijwillige bekentenissen en de schuld der Orde loochenden, werden zij den 18en Maart 1313 als in ketterij hervallenen — want hierop kwam de hoofdbeschuldiging neer — te Parijs levend verbrand. De goederen der Orde werden verbeurd verklaard, aan de Johannieten geschonken of anders besteed. — De, naar het toenmalig rechtsbewustzijn volledig bewezen schuld der geheele Orde, is het beste als volgt saam te vatten: de Orde bestond uit vele onzedelijke, overmoedige en onkerkelijk gezinde leden en beoogde : in Frankrijk eene staatkundige macht te grondvesten, die den Paus en den Koning bedreigde. Ziehier wat Br.". Cassard schreef: No. 43. *MANUAL DE LA MASONERIA, Cassard, p. 9, Introduccion. TEXT: VERTALING: Segun los documentos auténticos que hemos tenido a la vista, inmediatamente despues de la primera Cruzada,. se establecieron en Francia, Prusia g Escocia, los grados sublimes é inefables del Rito Escocés, los cuales, por oircunstancias desconocidas, permenecieron abandonados desde los anos 1658 . .. Blijkens de authentieke stukken, die wij onder de oogen hebben gehad, vestigden zich, onmiddellijk na den eersten Kruistocht, in Frankrijk, Pruisen en Schotland de verheven onuitsprekelijke graden van den Schotschen ritus, welke echter, wegens onbekende redenen, omstreeks het jaar 1658 werden losgelaten. Zouden die redenen werkelijk aan een zoo ingewijd schrijver als Br.". Cassard onbekend zijn geweest?... Wanneer men blz. 17-18 van dit werk herleest, en ziet dat in de helft der XVIIde :i :t0r? V°°r niet-metflaa,rs in,de b°uwgilden vrij algemeen werd H.V fL? , Gn ",nat"llr,kunJdigen. * dringt zich hier eene hypothese op, die toch met veel waarschijnlijkheidsgrond zou kunnen bepleit worden. De hoofdredacteur van een voornaam Fransch ma?onniek tijdschrift was syïiïïta Xa„ra,"°9 ov"toi9d e°verke,,de ,n9e- No. 44. LE GLOBE, t. I, p. 295 v.v. I^XT: VERTALING: Dans mon système, mesFrères, l' Ordre Naar mijne opvatting, BBr.\, moet de magonmque serait une emanation de i Vrijmetselarij een uitvloeisel zijn van de Ordre du Templedont vous connaissez Orde der Tempeliers, wier geschiede- l htstotre et les malheurs, et tl ne peut pas nis en rampspoeden gij kent; en rede- etre raisonnablement autre chose. La lijkerwijze kan ze ook niet anders zijn. Magonnene a du prendre naissance en De Vrijmetselarij heeft haren oorsprong bcosse. Elle fut certainement. a l ori- moeten vinden in Schotland. Aanvan- gtne, une forme prudente et habtlement kelijk was zij gewis een voorzichtige combinee, que des chevaliers de cepays en handig ineengezette vorm, door imagmerent afin de derober la conti- ridders van dat land uitgedacht om nuation de teur Ordre illustre auxyeux de voortzetting hunner roemruchte Orde clairvoyantsde leurs tout-puissants pro- fe verbergen voor den scherpen blik scnpteurs. hunner alvermogende vervolgers. Geciteerd in la Franc-Magotinerit, Neut, I, p. 39. Woorden van Br.', de Branville, oud-officier van het Fransche Gr.'. O.". Dit getuigenis mag van eenig gewicht worden geacht. Het magonnieke blad le Globe werd gesticht door Br/. Juge, 33-er.'. en bestuurslid van het Fransche Or.. U.., die gedurende drie jaren zelf de leiding der redactie voerde en zulk een onbeperkt vertrouwen en aanzien bij zijne BBr.\ genoot, dat Br.-. Bouillv vertegenwoordiger van den Grootmr."., hem reeds na het verschijnen der eerste aflevering verzekerde van de hoogachting der 35.000 BBr.\ in Frankrijk en van het nog grootere aantal daarbuiten. Het Groot-Oosten zelf besloot eervolle melding van het verschijnen der Globe te maken in zijn halfjaarlijksch Verslag. Ook de Zwitsersche Grootloge gewaagt in haar „Rapport" van 1839 met lof over de Globe en raadt al haren leden aan, zich erop te abonneeren. In het buitenland beschouwde men het blad als het officiéél orgaan der Fransche Vrijmetselarij.') Ten slotte: Cassard aarzelt niet, in zijn vermaard handboek categorisch te betuigen: ') La Franc-Mifonneric. Neut, I, p. 49—50, noten. No. 45. *MANUAL DE LA MASONERIA, Cassard, p 5 6 TEXT: H , „ VERTALING: Se™TeT^ ^ de meros, y no los comnnir^r^n • - sf men9esteld, die we aan de drie eerste aquellos adeptos cuya decision por el mld toegey;oe9d' en deelden ze enkel Orden les era reconocida. Los Tem heidr?®wi>den' Wier 9ehecht- plarios han desaparecido del óï d? °rde hun bekend was. dvil; pero han dejado por sucesores mLZ^ de burgerlijke a los Franc-Masones, y sus instiiucio- hpn ^ 3??'1- verdwenen, maar zij heb- nes han sobrevivido a su desaracia arht 6 1 ri,metSe, a's opvolgers su aesgracia. achtergelaten, en hun instellingen hebben hun rampspoed overleefd. * * categorieën9té verdeelt^ ee^di'fde156^1^' uit be~ri,ders vallen in twee eene die het verband tussch^ tLZ Tempeliers volhoudt, en Beide opvattingen moaen hier nna « uC CH jmetse'anJ ontkent. getoetst. 9 even achtereenvolgens aan de critiek worden gelegde, w^rinTroe^t^VirabLee11 u9^0"! het hun ten kste migen, die 't Lodewij? vaï VeTieÏr^Li^r^- N°9 ^ *,n er ^ een swaare misdaadt" bewenende* Ultjjoeye" dejer Tempelieren, als berouw getoont heeft, en ook daarop^gesttveneft daarover 9roet was naar6de^ijkr^ederen''der' t" ge!dver'!9jnheid verkeerde en begerig hebben gedeeld' 9 der TemPel>ers-Orde, die hij met den Paus zou AHereersT^zie9 ^ niet met de feiten" tusschen de eerste"formeele' aanïlach^r,(130571 overheen ziJn gegaan stelling van Molay. De aeldvprUr, u .jC9en de. Tempeliers en de terecht- dringend te zijn geweest; trouwens cle l' k°nin0 Schi>'nt dus niet minder opzienbarende middelen tér konin9en hadden wel andere. Buitendien zijn de goederen der Te!nS 9'u°m Zich 9eld te verschaffen.2) noch aan den PaJ, T den FranSchen konin9 Tistoriaal z „ k „ proceskosten - die in Frankrijk J) Vgl. La crise religieust, Maumus ,IX' P' 3?4'375' VaILeIoü^^e/orm.van Amsterdam.p. 184. weliswaar hoog waren — aan een andere militaire ridderorde, de Johannieten, toegewezen (waarvan nog thans de Protestantsche tak onder dezen naam, de Katholieke onder dien van Maltezer ridders, ook in ons land, bestaat) Degenen onder de Tempeliers, die onschuldig werden bevonden of voor vergiffenis in aanmerking kwamen, bleven hun levensonderhoud betrekken uit de goederen der Orde,') Hoe, trouwens, wanneer de Tempeliers onschuldig waren aan de hun ten laste gelegde ketterij (zie cit, no. 36) zou het te verklaren zijn, dat men in de kasteelen en kerken, op de graven der Tempeliers inschriften, symbolen, hiërogliefen gevonden heeft, welke volgens Clavel2) duidelijk van Gnostieken oorsprong zijn? Latere geschiedschrijvers van aanzien, zooals de Nederlandsche protestantsche kerkhistoricus prof. Moll, geven dan ook toe:3) „De ruwe vrijgeestigheid der broederschap, die niet alleen onkerkelijk maar inderdaad onchristelijk was, en hare onzedelijkheid en heerschzucht hadden haar reeds lang in verdenking gebragt, zoodat men alom offlciëele onderzoekingen had ingesteld, die geenszins tot haar voordeel uitgeioopen waren." Van maconnieke zijde wordt dit grif toegegeven: No. 46. ♦GESCHIEDENIS DER VRIJMETSELARIJ, Findel (Holl. uitgaaf) p. 783. TEXT: TRADUCTION „De politieke schuld der tempeliers- La culpabilité politique des Templiers orde kan niemand ontkennen, die de ne peut être niée par quiconque a geschiedenis der kruistogten nauw- attentivement suivi 1 histoire des Croi- lettend nagaat. Daarom wordt ook sades. Aussi c'est moins la politique minder de laakbare politiek en de los- blamable et la débauche des Templiers handigheid der tempelieren betwist, dan que leur doctrine secrète qu'on nie, wel hunne geheime leer, omdat inde puisque rien de celle-ci n apparaït dans uiterlijke geschiedenis der Orde daar 1'histoire extérieure de TOrdre. Et pour- niets van blijkt Toch ontbreekt het tant dans celle-ci les indices ne font ook daarin niet geheel aan aanwij- pas absolument défaut et le procés zingen en het proces tegen de orde contre 1 Ordre le montre a nu, sans onthult haar ontegenzeggelijk in hare contradiction, dans ses traits principaux, hoofdtrekken voor den onpartijdigen en alix regards de l'historien impartial et zorgvuldigen geschiedvorscher". minutieux. De aangehaalde woorden zijn van Ferd. Wilcke in diens Geschichte des Tempeïkerren-Ordens, welk werk door Br '. Findel (t. a. p., blz. 775) geroemd wordt als „uitstekend, grondig en onpartijdig'1 en als „een betrouwbare gids." Histoire de FEglise, de Berault-Berca3tel, XIII, p- 300. *) Histoire fiitt, de la F.-M., II, p„ 355. ') Kerkgeschiedenis, II, II, p. 135. Een Nederlandsch geschiedkundige, de heer Wijnne, antwoordde op eene ve^eednait dl'r9 »den beweerden bijzonderen vorm van gods- 3 ' t ?mPeI'e,rS vo 9t: »Het schijnt wel, dat de Tempeliers r" "9e gebruiken hadden. De meeste bekentenissen zijn door de pijnbank PRSj °° vri5wi"'9e bekentenissen waren voor hen bezwarend"1) No. 47. GESCHIEDENIS DER VRIJMETSELARIJ, F.ndel (Holl. uitgaaf), p. 782. TRADUCTION: De geheime leer der orde heeft veel strijd veroorzaakt en velerlei bedenkingen verwekt. Want de verdedigers der Tempelieren betwisten hunne heimelijke ketterij ; de tegenstanders verzinnen ongeloofelijke dingen en verzwaren de beschuldigingen. De eerstgemelden hebben zich steeds onbeschrijfelijk veel moeite gegeven om alle gedane beschuldigingen te wederleggen, terwijl zij öf de geschiedenis der orde vervalschten óf haar slechts gebrekkig kenden. Het meest is men in de vorige eeuw van de zijde der vrijmetselarij, die zich ten onregte voor eene dochter der tempeliersorde hield, er op uitgeweest, die orde als onschuldig en dus vrij van alle mysteriën voor te stellen. Men verzon tot dat einde niet enkel legenden en verhaalde ongeschiedkundige gebeurtenissen, maar men intrigeerde ook om de waarheid te onderdrukken. Waar Findel van „de vorige eeuw" spreekt, bedoelt hij (zijn geschrift is XIX deeuwsch) deXVIIIde No. 48. T?XT DENIS DER VRIJMETSELARIJ, Findel (Holl, uitgaaf) p. 782 D , TRADUCTION: La doctrine secrète de 1'Ordre a causé beaucoup de polémique et beaucoup de doutes. Les défenseurs des Templiers nient leur hérésie secrète, leurs antagonistes leur imputent des choses ïncroyables et grossissent les accusations. Ceux-la n ont cessé de se donner despeines indescriptiblesafin de repousser toutes les accusations; ou bien ils ralsifiaient 1'histoire de 1'Ordre, ou bien ils ne la connaissaient qu'imparfaitement. Au XVIIIième siècle c'est surtout la franc-maconnerie, se regardant a tort comme une fille de 1'Ordre Templier, qui s est efforcée de le présenter comme innocent et exempt de tout mystère. A cette fin, on ne se contentait pas de compiler des légendes et des historiettes maison intriguait même en vue de réprimer la vérité. slechts weinig exemplaren zijn in den boekhandel gekomen. Moldenhatver en Miintec (bij zijn statutenboek) wilden op hun geschrift een tweede, deel laten volgen, waarin zij het innerlijke wezen der orde zouden hebben besproken, doch hunne maconnieke betrekkingen beletten hun dit. Reeds verscheidene tientallen jaren vóór hen hadden de vrijmetselaais in hun onhistorisch streven zich aan eene wezenlijke vervalsching schuldig gemaakt. Dupuy had zijne „Geschiedenis van de veroordeeling der tempelieren" reeds in 1650 te Parijs uitgegeven en daarbij gebruik gemaakt van het origineel der processtukken volgens welke de schuld der orde aan geen twijfel onderhevig is... Een... maconniek tempelheer... gaf dit werk in 1751...met vele aanteekeningen, bijlagen en oorkonden uit, maar zoodanig verminkt dat het niet, zooals Dupuy, de schuld der orde maar hare onschuld bewijst. bilité de 1'Ordre. Peu d'exemplaires ont trouvé leur chemin chezles libraires. Moldenhawer et Münter (dans son recueil des statuts) voulaient faire suivre leur travail par un autre, dans lequel ils se proposaient de traiter 1'intérieur essentielde 1'Ordre, mais leurs relations magonniques les en empêchèrent. Plusieurs dizaines d'annees auparavant les francs-magons, dans leur invéracité historique, s'étaient déja rendus coupables d'une falsif ication réelle. Dupuy avait publié en 1650, a Paris, son „Histoire du verdict, des Templiers" et s'était servi des pièces justificatives originelles, qui ne laissent aucun doute contre la culpabilité de 1'Ordre ... Un ... Templier macon réédita eet ouvrage en 1751 , avec beaucoup d'annotations, de suppléments et de documents, mais tellement défiguré, qu'il ne démontre plus, comme le fit celui de Dupuy, la culpabilité de 1' Ordre mais son innocence. Hierna mag met de bewering omtrent de onschuld der Tempeliers wel afgerekend worden geacht. * * * Thans komt de bewering aan de orde, dat er tusschen de vroegere Tempeliers en de latere Vrijmetselarij geenerlei verband bestaat, — eene meening, die nog thans door vele magonnieke schrijvers, en op hun gezag ook door profane, met nadruk wordt volgehouden. Dat de geest der Tempeliers, met de vervallenverklaring van hunne Orde. plots spoorloos uit de wereldgeschiedenis zou zijn verdwenen, valt door niemand te aanvaarden, die een kijk op het samenstel der historie heeft. Men kan de bepaalde uiting Van een of andere geestesstrooming vernietigen, maar die strooming zelve niet. Zijn de Jesuïeten na de opheffing van hunne Orde verdwenen? Dat bleek bij de reconstructie ervan wel anders! Is er iemand, die meent, dat door de opheffing van de congregatie der Broeders van de Christelijke Scholen in Frankrijk de geest ervan mede spoorloos weggevaagd is? Hooren we ten aanzien van het verband met den geest der Tempeliers eenige gezaghebbende stemmen. LE GLOBE, t. I, p 294 v.v. TEXT: La plupart des grades de la haute Maconnerie.... commémore la fin tragique des Templiers. Nous dira-t-on que cela ne prouve tien, que les Magons n'ont voulu que rappe/er et honorer une grande infortune ? Mais....la catastrophe qui atteignit le Temple au qhatorzième siècle, est-elle la seule qui ait frappé les institutions et les hommes dans ces temps d' obscurantisme et de servage ?.... Mais si elle ne fut pas la seule, par quelle considération toute-puissanté, si aucun lien ne nous attaché a ceux qui en furent les victimes, s'est-il donc fait qu' ils soient les seuls dont vous ayez conservé la mémoire, et que leurs doctrines, toutes gnostiques, soient celles precisement que vous avez adoptées ? Geciteerd in La Franc-Maqonneri*, Neut, I. p. No. LE GLOBE, t. I, p. 295 v.v. TEXT: D ailleurs, mes Frères, comment expliquerions-nous, de la part d'une vaste association de philanthropes, réunis dans le bul honorable de répandre, a pleines mains, sur l' humanité souffrante, les consolattons et les aumónes de la charité chrétienne, ces précautions méticuleuses, ombrageuses, méfiantes même, ces défenses sévères de ne rien dire, de ne rien écrire, tracer ni buriner sur le but si louable de cette société secrète, sans encourir leseffets certains d' une vengeanceatroce.sanss'exposer enfin a avoir la gorge coupée, le coeur et les >. 49. VERTALING: De meeste graden der oppervrijmetselarij herdenken het tragisch uiteinde der Tempeliers. Men moet ons niet opwerpen, dat dit niets bewijst, en dat de Vrijmetselaars slechts een groot jammer hebben willen herdenken en eeren 1 De ramp, die de Tempeliersorde trof in de 14de eeuw, was toch de eenige niet, die in die tijden van duisternis en lijfeigenschap instellingen en menschen getroffen heeft!.. .Welnu, als dit het geval is, en geen enkele band ons aan de slachtoffers ervan verbindt, welke alvermogende teden heeft er dan toe geleid, dat juist zij de eenigen zijn, wier nagedachtenis gij huldigt, terwijl ook juist hunne geheel gnostieke leerstellingen door u zijn overgenomen ? 50 VERTALING: Trouwens, mijne BBr .. hoe zou 't van een uitgebreid genootschap van wijsgeeren, vereenigd met het edel doel om met volle hand de vertroostingen en aalmoezen der Christelijke liefdadigheid uit te strooien, te verklaren zijn, dat het zulke precieze, argwanende, zelfs achterdochtige voorzorgen nam; dat het zoo streng verbood iets te zeggen, te schrijven, te teekenen of te griffelen over het zoo lofwaardig doel van dat geheim genootschap, op straffe van een felle wraak te moeten verduren en de kans te loopen dat (den verrader) entrailles arrachés, le corps brülé et réduit en cendres, les cendres jetées au vent, et, en outre, a laisser une mémoire en exécration a tous les Macons.... Mais.... tout cela serait plus grave qu une bizarrerie fantastique, cela prendrait le caractère d'ane révoltart te absardité, si on lui enlevait l explication simple et satisfaisante pouc la raison du puissant intérêt qu avaient les chevaliers du Temple a se cacher a tous les yeux, sous le manteau de la Maconnerie, SPÊCIALEMENT ORGANISEE. DANS CE BUT. PAR EUX-MÈMES. Ainsi, mes Frêres, les Francs-Macons. continuateucs secrets des 7 empliers. ont préte des serments terribles. qu ils ont religieusement tenus, et ces précautions ont potté leur fruit ■. car le vêtitable secret de la Magonnerie. c'esta-dire le Temple, a été (idélement gardé. Geciteerd in la Franc-Mafonnene. Neut t. 1, p * De straffen, waarop hier wordt gezinspeeld, zijn Opgenomen als citaat no. 132. de keel zou worden afgesneden, hart en ingewanden uitgerukt, het lijk tot asch verbrand, de assche in den wind gestrooid, en dat zijne nagedachtenis door alle Vrijmetselaars zou verafschuwd worden ... Dit alles immers zou meer dan een fantastische gril, het zou een weerzinwekkende onzinnigheid zijn, tenzij men het de eenvoudige en redelijk alleszins bevredigende verklaring laat: da t de ridders van den Tempel er een overwegend belang bij hadden om zich voor aller oogen onder den dekmantel der Vrijmetselarij te ver¬ bergen. DIE VOOR DIT DOEL SPECIAAL DOOR HEN-ZELF GEORGANISEERD WAS. Op deze wijze, BBr.'., hebben de Vrijmetselaren als geheime voortzetters van (het werk der) de Tempeliers verschrikkelijke eeden gezworen, die zij nauwgezet gehouden hebben ; en die voorzorgen hebben vrucht gedragen, want het ware geheim der Vrijmetselarij : de Tempel, is getrouwelijk bewaard. 40—41. vermeld in den ouden eed der Vrijmetselaars» No. *ACTA LATOMORUM, t. I, p. 3' TEXT: Presque tous les Rites magonniques répandus en France et chez iétranger, présentent pour but final, dans leurs derniers grades, la restauration de l' Ordre du Temple et font rapporter toutes leurs allégories a la mort de Jacques Molay. 51. VERTALING: Bijna alle maijonnieke ritussen, zoo in Frankrijk als daarbuiten verbreid, vertoonen in hun hoogste graden als einddoel het herstel van de Tempeliersorde en brengen al hunne allegorieën in betrekking met den dood van Jacobus Molay. 2 tfl «-r. maft nntques des Pays-Bas (t. VI, p. 120) zeggen, dat de doorluchtiae Br • Thorv t.K de Vrijmetselarij zonder de tijdtafel van Br.-. Thory (Vgl. Neut, ij, 46, noot) «No. 52. ♦MANUAL DB LA MASONERIA, Cassard, p. 5. TEXT: Los caballeros hospttalarios de San Juan de Jerusalem, conocidos con el nombie de Templanos, ó sus sucesores los Franc-Masones, parecen ser, como hemos dicho, los autores de la mayorparte deestasaaiciones, Creeriamos que habian sido invenladas por aquellos caballeros en los tiempos de su esplendor, para aislarse de la multitud de iniciados, sino advirtiéramos que los nuevos grados de iniciacion tenian casi toda por objeto la restitueion del Orden despues de su caida. VERTALING: De hospitaalridders van St. Jan van Jerusalem, die onder den naam van Tempeliers bekend stonden, of bun opvolgers de Vrijmetselaars, schijnen» gelijk wij gezegd hebben, de makers van de meeste dezer toevoegingen te zijn. We zouden kunnen meenen, dat zij door die ridders in hun glanstijdperk ontworpen zijn om zich van de massa der ingewijden te onderscheiden, indien niet viel op te merken, dat de nieuwe inwijdingsgraden nagenoeg alle het herstel der Orde na haren val tot onderwerp hebben. •v. ,,Johannes von No. 53. ♦ENCYKLOPADIE DER FREIMAUREREI, Lenning, i. Jerusalem (St.) , II, p. 68. vertaald uit Marlcpv TEXT: VERTALING: ™Zie/StefderQM?'?rlo9e "*jr zaJe- De eerste of Moederloge was te lerurusalem dem St.-Johannes aewidmet salemaanSt a and w«rde daher genannt: Die Loge des heiligen Johannes von Jerusalem (rhe lodge of the holy St. John of Jerusalem). Von dieser Loge sind alle ubtigen ausgegangen, haben deshalb diesen generellen Namen beibehalten, welcher von einem andern Lokalnamen ° „ anderer Bezeichnung begleitet ist Alle freimaurerischen Urkunden führen — xTxwtutiiuyc wasi^jeril- salem aanSt. Joannes toegewijd en werd uddtum genoemd: de loge van den H. Joannes van Jerusalem. (The lodge of the holy St-.fohn of Jerusalem). Alle overige loges zijn van deze uitgegaan, hebben alzoo dezen geslachtsnaam behouden, onder toevoeging van een anderen, plaatselijken naam of andere aanduiding. Alle magonnieke oorkonden voeren deze woorden: „Uit de diese Worte: „ Von der Loge des heiligen Johannes von Jerusalem, unter der besondern Bezeichnung von Salomonsloge Nr. 1" (From the lodge of the holy St.-John of Jerusalem, under the distinctive appellation of Solomon's lodge Nr. 1) oder unter irgend einer andern lokalen Bezeichnung. Diese Ausdrucksweise haben alle auswartitigen Documente noch, und erst seii we :igen Jahren ist dieser .Gebrauch in Amerika abgeschafft worden. Daher sagen wir, dass jeder Maürer von einer solchen Loge komme, d. h. von einer gerechten und gesetzmassig constituirten Loge. Dr. Albert G. Mackey, de schrijver van A Lexicon of Freemasonry, containing a definition of all its communicabk terms, notices ofits history, traditions and antiquities, was groot-secretaris en groot-redenaar der Grootloge van Zuid-Carolina (V.S.) en een der aanzienlijkste magonnieke auteurs van Noord-Amerika. Den aandachtigen lezer van beide bovenstaande citaten zal het nu duidelijk zijn, waarom „St. Johannes" den Loges als een vereerenswaardige herinnering geldt. Na dit alles is het eigenlijk overbodig conclusies te trekken. Onverschillig of het feitelijk verband tusschen Tempeliers en Vrijmetselaars-orde langs de geschetste banen historisch-voldoende bewezen is of niet, — een feit is het, dat een aanzienlijk deel der Vrijmetselarij dat verband als vaststaande aanneemt, en dat het andere deel den samenhang der eene en der andere geestesrichting niet afwijst. Hoe men het wende of keere: de Tempeliers-traditie zit nu eenmaal vastgeworteld in de moderne Vrijmetselarij. Hier te lande bestaat een aparte „Afdeeling van den Meestergraad", bestaande uit leden, die den 30sten graad (dien van „Kadosch," Elu, Tempelier, hebben bereikt en zich U.'. Meesters (Uitverkoren Meesters) heeten. Trouwens, eerst als men de samenvloeiing van de drie oude groepeeringen aanvaardt, komt men tot een logische verklaring van den volledigen opbouw van het stelsel der moderne Vrijmetselarij. Ziehier het schema der vijf wezenlijke graden : 1° graad Leerling ) 2° „ Gezel > Gilden. 3° „ Meester ) 18° „ Rozenkruis Alchymie. 30° „ Kadosch Tempeliers. loge van den H. Joannes van Jerusalem, onder de bijzondere benaming van Salomons-loge no. 1" (From the lodge of the holy St.-John of jerusalem, under the distinctive appellation of Solomon's lodge Nr. 2) of onder de een of andere afwijkende plaatselijke benaming. Deze zegswijze hebben nog alle uitgaande stukken; eerst sinds korte jaren is in Amerika dit gebruik afgeschaft. Daarom zeggen wij, dat elk Vrijmetselaar uit zulk een loge komt, d.w.z. uit eene rechtmatige en regelmatig gevormde loge. Zóó is het systeem logisch. »tte^eTk0dar;iyriimet8ell,lij * te ^ ingezet en bestudeerd organigesteld 2°U m°gen aannemen- dat het n i e t logisch ware samen- Seliike laeftS^d^rdf°9" °m"Mt de ^ d°<" «"»»«- Meerdere. Éene ervan vindt men in het hier volgende: No. 54. n IpST™,rpP3l7ORESQUE DE LA FRANC-MACONNERIE , Clavel, ♦GESCHIEDENIS DER VRIJMETSELARIJ, Clavel. 3e dr.. » 366 VERTALING: Men heeft zich in de afgeloopen eeuw beijverd, het aandenken dezer Orde van allen blaam te zuiveren, en men is in 't harnas getreden tegen de beschuldigingen, waaraan zij in den loop van haar regtsgeding ten doel stond; doch onlangs gedane ontdekkingen bewijzen, dat de meeste der bijgebragte feiten volkomen met de waarheid overeen kwamen. Het is tegenwoordig buiten twijfel gesteld, dat de tempeliers een tak van het gnosticismus waren, en dat zij grootendeels de leerstellingen en de allegoriën van desecteder Uohieten hz-idrlort ransche text geciteerd in La Frattc.Magonnerie, Neut I p 57 vereerde (zie Wetzer unTWeh?s'h" s'an9 a's het zinnebeeld harer godheid als tegennatuurlijk. Volgens Arendzen (Ca/A Encv'cfoA ,^eschouv^en de homo-sexualiteit niet Cehum, VI, X&I, " GnOSticiSffl) Origene, On s est attaché, dans le siècle passé, ainnocenter la mémoire de TOrdre des Templiers, et l'on a contesté la vérité des accusations dont il avait été l objet dans le cours de son procés, mais de récentes découvertes établissent que la plupart des faits allégués étaiènt de la plus grande exactitude. II est démontré aujourd'hui que les Templiers étaient une branche du gnosticisme, et qu ils avaient adopté, en majeure partie, les doctrines et les allêgories de la secte des Ophites. DE GNOSTIEKEN De naam Gnosticismè is afgeleid van yvöjoig: gnosis, kennis, — yveoorixóg, gnostikos, wil dus zeggen: kundigen, wetenden. De omsprong van dit stelsel van menschen, die zich ter beoefening van de wetenschap afzonderden van de groote massa, boven welke zij zich hooglijk verheven achtten,1) dateert van vóór de Christelijke jaartelling, en wel verscheidene eeuwen. Het eigenlijke bloeitijdperk van het Gnosticisme duurde van kort vóór Christus' geboorte tot ongeveer vier eeuwen daarna, maar het heeft langen tijd zijne nawerking doen gevoelen-, vooral in het Oosten. Het ligt niet binnen het bestek van dit werk, een schets te beproeven van de vele sekten, waarin het Gnosticisme gesplitst was, — gesteld al dat de mogelijkheid daartoe bestond. Het eigenaardige van het stelsel is, dat het geen vaste leer had doch slechts eenige hoofdbegrippen, die op verschillende manieren, in verscheiden systemen, konden worden uitgewerkt, — welke stelsels alle door de Gnostieken erkend werden, al waren dezen voor zich een afwijkend gevoelen toegedaan, zooals thans nog de Vrijmetselarij verschillende Godsbegrippen duldt en variëerende ritussen erkent. Volgens Arendzen2) waren de Gnostieken trouwe beoefenaars der sterrenwichélarij, waarin zij een onwrikbaar vertrouwen stelden. Een ander gedoe, waarmee zij zich afgaven, was de magische kunst, de tooverij. Magiër (toovenaar) en wijze warens eensluidende begrippen. De beoefening daarvan geschiedde door middel van bepaalde woorden, spreüken, gebaren, daden, het mengen van stoffen enz. Deze tooverij was bij de Oostersche volken reeds van ouden datum. Uit het Bijbelverhaal omtrent het onderhoud van den Farao van Egypte met Mozes blijkt, dat er aan diens hof dergelijke magiërs waren verbonden. En uit dat omtrent het dispuut tusschen Simon den Toovenaar en Siïnon Petrus blijkt, dat na Christus dood deza practijk nog volop beoefend werd. Dit conflict tusschen het eerste opperhoofd der Christengemeenschap en een der voormannen van het Gnostieke stelsel symboliseert vrij teekenend den strijd, die er van den aanvang af tusschen het jonge Christendom en de in 't oude Heidendom wortelende Gnosis is gevoerd. De Gnostieken beweerden, dat Jesus van Nazareth tijdens zijne jeugd, die hij in Egypte doorbracht, in de leer der Gnosis is ingewijd: dat Joannes de Dooper ze zuiver predikte, Jesus echter niet, en dat het eigenlijke, het ware Christendom niet in de leer van Christus maar bij hen te vinden is. Vele historici schrijven dan ook de apocriefe Evangeliën, Acta, Apocalypsen e. d., die in de eerste eeuwen zoo talrijk verschenen, toe aan de zucht der Gnostieken om hunne leer tegenover het opkomend Christendom als de ware te ') In majonnieke geschriften kan men herhaaldelijk lezen, dat ook de Orde-leden a superior quality van menschen zijn. ') Cath. Encyclopedia, VI, i. v. „Gnosticism " «TJSS *°°vas° : at" (de esoterischeleer} T H° ^ WareD te bevatten' de ontwikkelden M Wwk,, Jö, to2&wg^iï\i7™Z? *"35JS s tósyr£.-ï tr&szdr tteï*' d= «f ««Ui. w^dï?oSr££zïï£ L zl L afD V3n..de Gnosis: °ri9enes (zie blz. 65, noot.) Ireïïeus in zijn. „adversus haereses. vooral Tertullianus, e. a. Drie eeuwen' heeft cW S '!, w°?te "9 9edm,rd: daan» be9°» h« stelsel van godsvereering en wijsbegeerte te vervallen. openbaar .Uit wil niet zeggeh, dat het spoorloos verdween. De wereldaeschiedenis kent born riH? stelse,s' d,e spontaan verrijzen en als kaf verwaaien. De Gnosis begrippen. °P " 660 VCrwant stelsel van ei«en vorm maar met sympathische Het kan niet meer dan natuurlijk geacht worden, dat dat deel van het loden dom. hetwelk met met de door Christus gepredikte leer wenschte mee tè gaan, zekere sympathie gevoelde voor den strijd der Gnosis teaen het ionap Chnstendom. v een deel berustte die sympathie ook op meer tanSk positieven grondslag. Te Alexandrië, in Egypte, had zich onder de vele aldaar verbhjvende wetenschappelijke Joden eene richting baan gebroken dfe sïrk onder den invloed stond der Helleensche filosofie, met nam? van de PlaSnfsche witensSnen11 v £estudeerj°9 der, verschillende godsdienststelsels en andere Het mïtPC an'fr*et °nbekend was 9ebleven met de Gnosis. et moet hen in t Gnosticisme, hetwelk als schepper der wereld eenen dbb"nUdat°het dT Ci' bouw.heer van 'f heelal) erkende, getroffen nebben, dat het dit wezen wel met als het eigenlijke Opperwezen erkend? fflXa vt, kS"r.T rle "■ ffkvet S f„n j-_ odsche voIk in t bijzonder was toevertrouwd.') was omstree^hrïddr'd611 ^ ^ J°odsC1h-fllosofische **ool te Alexandrië i j midden d«r eerste eeuw. de geleerde Philo. van wien een spreekt voJÏ, °PH u u uit9ing- Uit de geschriften nu van dezen Phiio strekking kerkhistoricus Rohrbacher,2) eene merkbare Gnostieke Deze geestesrichting deed zich ook gelden bij de studie, welke de Toodsche naamtn '"T H" BoA- en difonder den naam van „Kabbala bekend staat. In zijn overigens zeer lezenswaardig werk ') KirchenUxikon, Fessier. i. v. „Gnostiasmus." ) Htstoire umverselk, Rohrbacher, p. 41. keert Haus dan ook o. i. den waren staat van zaken om, als hij schrijft, dat de Gnostieke sekte berustte op de Kabbala'). Veeleer berustte de latere Kabbala op de Gnosis. Vast staat, dat het Gnosticisme zeer sterk onder de Joodsch-geblevenen in Alexandrië en ook in hunne niet-Joodsche omgeving om zich heengreep. In het jaar 134 reeds schreef keizer Adrianus, uit Egypte, over het volk van Alexandrië aan zijnen schponbroeder Servianus:2) „Er is geen synagoge-leider onder de Joden, geen Samaritaan, geen Christenpriester, die daar niet wiskunstenaar of sterrenwichelaar, waarzegger of beoefenaar der geheim-geneeskunst is. Zelfs de patriarch wordt, wanneer hij in Egypte komt, door de eenen gedwongen Serapis, door de anderen Christus te aanbidden." Serapis was een Egyptische godin. Onder den „patriarch" moet hier verstaan worden een synagogen-opzichter, afgezant van het Groot Sanhedrin van ]udea. Bij de Christenen bestond toenmaals de patriarchale waardigheid nog niet. Over deze dooreenmengeling van godsdienstige begrippen in de Gnostiek verwondere men zich niet. De Gnostieken verklaarden alle godsdiensten even goed te achten, omdat ze alle volgens hen uitvloeisels waren van éénzelfde goddelijk-natuurlijke macht.:) Zoo wezen zij de Syrische Gnostieken niet van zich af, hoewel dezen leerden, dat de demiurg, de Jahveh der Joden, een aan den oppersten God vijandig wezen was.4) Het is belangwekkend in verband hiermee te weten, dat een Nederlandsch ma<;.\ tijdschrift uitdrukkelijk erop wees, dat wel de O.-. B.*. d.\ H.\ maar „niet de vader onzes Heeren J. C. of de Vader, die in de hemelen is," in de Logés wordt aangeroepen.5) Het Opperwezen noemden de Gnostieken „Ensoph"; daaruit vloeiden volgens hen verschillende goddelijke krachten voort, emanaties, die zij „eonen" noemden. Die goddelijkheid concentreerde zich volgens hen in den mensch, in meerderen graad naarmate hij door wetenschap en wijsheid zich meer ontwikkelt en zijn geest hooger opvoert. „De vorm des menschen," zegt Simon-ben-Jochai tot zijne leerlingen, „bevat alles, wat in den hemel en op aarde is, de hoogere wezens zoowel als de lagere; daarom heeft de Oude der Ouden hem tot den zijne verkoren." 6) Op deze wijze drong het Gnosticisme diep in het Joodsche geestelijk leven door, zoozeer dat ook de samenstelling van den Talmud merkbaar onder den invloed daarvan gekomen is. Rohrbacher7) teekent aan, dat in den Talmud ') Le Gnosticisme, Haus, I, ch. 1, p. 1. *) Histoire universelle, Rohrbacher, p. 41. ') Vgl. Die Mysterien der Heidenkirche, Eckert, p. 49—50 pHtstoire xritique du Gnosticisme, Matter, I, 237 v.v. 4) Kirchenlcxikon, Fessier, i. v. „Gnosticismus." 5) Maf.- Weekblad, 31 Jan. 1853, p. 3. 6) La Kabbale, Franck, p. 133. ') Histoire universelle, V. p. 41. °°k ^ de sekte der Farizeeën hadden 2°reen"Toó0kf;Cl,RP fi'°fCe H' eeuwen 'an« Gehandhaafd en voort9ewij L ' *. Ju9e> 'er verklaring van den oorsprong der maconnieke wijsbegeerte, met eenige waarschijnlijkheid deze hypothese geven: No. 55. LE GLOBE, t. III, p. 307 v.v. TEXT VERTALING: véSfre'si' rTniL^ibien PrèS Óela Misschien • • • zou men vrijwel bij de verte... si Ion faisait apparaitce sur waarheid zijn... als men de Gnos! ks anostiques, etsiïonrele- tieken ten tooneele voerde en teoe aJils 1 paSSa!Jt Cette circ°nstance lijkertijd aan de omstandigheid herin ts croL^Tn^^ ^ rde' dat zi) 2ich tot dfn üjdTer • - , epoque des on- Kruistochten.... in de elfde twaalfde SS aTT' " sm"- «■ d»"»de eeuw hebben •SZtdTthancihaven; d' »• *• tot een SfLp! cisme hardies du gnosti- tieke godsdienstbegrippen uit het Oos¬ ten overgenomen en ten harent inaeD„ ., voerd. Srtkl?ït;dfraa,vv:"?,,os- Gecireerd in la Fratic-AIafonnerie, Neut, I, p. 45. ö"^;is,ddre een Andere magonnieke schrijvers steunen deze opvatting: No. 56. *MANUAL DE LA MASONERIA, Cassard, p. 5. TEXT: Otia parte [de los grados mas.\] parece set debida a un resto de Judaismo, conservado por los iniciados del Oriente a quienes Consideramos como verdaderos autores de los misterios actuales... Los iniciados permanecieron cristianos judios, la Biblia fué siempre su libro sagrado, su ley fundamental. y sus fórmulas permanecieron hebraicas. Que los misterios hayar, experimentado algunos cambios cvuindo los europeos se iniciaron en gran numero para formar una sociedad aparte, bien puede ser; pero sin separarse absolutamente de los Hebreos,. que les habian ensenado estos misterios. tomaron de su historia y de sus libros canónicos las palabras y emblemas de la Masoneria. VERTALING: Een ander deel (der magonnieke graden) schijnt verschuldigd te zijn aan een overblijfsel van Jodendom, dat bewaard was gebleven bij de ingewijden van het Oosten, die wij als de ware scheppers der tegenwoordige mysteriën beschouwen... De ingewijden bleven Joodsche Christenen, de Bijbel was altijd hun heilig boek, hun grondwet, en hun formulieren bleven Hebreeuwsch. Het kan wel zijn, dat de mysteriën eenige wijziging hebben ondergaan, toen Europeanen in grooten getale erin toetraden om een afzonderliik genootschap te vormen, — maar zonder zich geheel af te scheiden van de Joden, die hun deze geheimen hadden onderwezen, ontleenden zij aan dezer geschiedenis en gewijde geschriften de paswoorden en zinnebeelden der Vrijmetselarij. No. 57. ♦MÉLANGES DE PHILOSOPHIE, D'HISTOIRE ET DE LITTÊRATURE MAgONNIQUE, p. 191. TEXT: „La Franc-Magonnerie est une par„faite image de ïassocialion des Prêtres „Egyptiens, perpétuée jusqua nous. „par l'intermédiaire des Essénéens, des „Thérapeutes et des Ascètes fuifs, qui „sous le seul rapport allégorique sont „les auteurs de la Franc-Magonnerie." ANT. LAURENS. VERTALING: „De Vrijmetselarij is een volmaakte „afbeelding van het genootschap der „Egyptische Priesters, dat tot ons ge„komen is langs den keten der Esseners, „Therapeuten en Joodsche Asceten, „die — enkel onder het allegorisch „opzicht — de stichters der Vrijmetselarij zijn." ANT. LAURENS. zeiven het ÏSSd^'^S^eveTzS ;Se'2ednatwJe°;odsch-ma?°°nieke schrijvers _ No. 58. BaEA°LNtèt"BrNKILS VRI^ETSELAARS-LOCB „post NU. TEXT: ' F' n „^onArxrr, " TRADUCTION: Jn^uii ^ "ï00 passe et sacrés- de is de redelijke beteekeni* r!o ' j rituels et de certains de nos usages verklaring, het welverstaanin dpn°T f i°n ,trouvera 'a signification rationnelle, mud te vinden TwareTae^olt U ^ *xPlic?tioJ?' la bonne compré- daarover een Bouwsf. te leveren d hension dans lej Talmud. Si je devais zou het tot opschrift erven ■ Tnl™ ,pro"oncer un discours sur ce sujet, je dische elementen in de O' "' " d°nnerais comme titre: „Les éiHoe dit evenwel zii Mac'-'* ^"«udiqiies de 1'Ordre." inden Talmud of Talmudische'^U01 ?U1' ,en ®°jt- é'éments magonni- menten in de Vrijm * zii die nnrh !?■ Je talmud ou éléments tal- haar. noch hem genegen zijn zullJï, T q"-S ,dans la Franc-Magonnerie. door dat verband, door dié voe£„ 1??, ?' * run 111 lautre' s* verre van aangenaam gesticht werJl ntlront touchés assez désagréablement Integendeel, hun haat S/ïïieTS SL?" Au laster venijniger, hun afschuw die-nor i Ij ' ne sen accroïtra, hun aanval verwoeder worden ■ doch ** devi«ndra Plus véni- dat mag ons niet afschrikken ' ï fegout P,us Protond, leurs [scnnKKen. attaques plus furieuses. Mais tout cela ne doit pas nous retenir. Woorden uit een artikel „Ma;.'. Elementen in den Talmud,'' bouwst.'. geleverd in het „Achtb.". Logebond," O.', van Amsterdam, op Woensdag 5 Maart 1890 p.-. s.'. (= profane stijl.) Het is hier de plaats niet, om uitvoeriger op het door Br.'. Moscoviter behandelde onderwerp in te gaan. Dat er echter punten van overeenkomst tusschen Talmud en Vrijmetselarij zijn aan te wijzen, staat buiten kijf. De drie kardinale deugden volgens de magonnieke leer zijn Wijsheid, Kracht, Schoonheid. In mag.', geschriften kan men er herhaaldelijk van gewaagd vinden onder het letterformulier W.\ K.\ S.'. Welnu, de Talmud leert, dat de drie meest kenmerkende en treffende eigenschappen der schepping zijn: Chochma, (wijsheid), Koach (kracht) en Nogah (glans, schittering, schoonheid).') * * * Uit het voorafgaande blijkt, dat het Gnosticisme in de eerste eeuwen zijn invloed deed gelden zoowel op Joodsche als Christene elementen. Ook de Arabische stammen, die later in het Oosten doordrongen, ontkwamen er niet aan en toonden zich, nog later, tot zelfs in Spanje, groote beoefenaars van kabbalistiek, astrologie en daaraan verwante wetenschappen. De zucht der latere Europeesche geleerden om met de oorspronkelijke geschriften der meesters in de alchymie van nabij kennis te maken, verklaart de op blz. 27 vermelde instelling van leerstoelen in het Hebreeuwsch en het Arabisch aan de Westelijke universiteiten. Het Gnosticisme hield, ook na zijnen bloeitijd onder allerlei nieuwere vormen en namen ee uwen en eeuwen stand. In den gewijzigden vorm, dien de Pers Manes (lilde eeuw) eraan gaf, werkte het zoodanig door.datin 1061 PausNicolaas II nog tegen het „Manicheïsme," gelijk het stelsel toen heette, met kracht en nadruk optrad. In de elfde eeuw, zegt Arendzen,2) gistte het Manicheïsme nog zoozeer in veler gemoederen, dat het weer rijzen kon en zwellen tot de geweldige beweging der Katharen- (De Katharen, die zich van de XIde tot de XlIIde eeuw, van Bulgarije uit, over Zuid-Europa verspreidden, zijn hier beter bekend onder den naam, dien zij in Frankrijk voerden: Albigenzen). Brischar3) teekent de opmerkelijke bijzonderheid aan, dat de Albigenzen buiten hun protanen aanhang drie graden hadden : de Getroosten, de Volmaakten en de Bekleeden, en dat het St. Jans-Evangelie bij hen in groot aanzien stond. Vooral onder den adel verwierf hun leerstelsel aanhang. Waar in Christelijk Europa, niettegenstaande de geweldige tegenkanting van geestelijke en wereldlijke overheden, het Gnosticisme zóó lang wist staande te blijven, ligt het voor de hand, dat in Palestina, waar de sterke Saraceensche en Talmudische elementen het gnostieke Christendom veeleer gunstig gezind waren, de Gnosis nog volop beoefend werd tijdens het verblijf der Kruisvaarders in die streken. l) Br.'. S. ]. Moscoviter in Maf. Wil. 21 Apr. 1890, p. 256. ') Cath. Encyclopedia, IX, i. v. Manicheism. ') Kirchenltxikon, i. v; ..Albigenser." tsïs^Sïrs=sr&crr.-ar; wieo zii o a od nrnnH V,ol9el'n9en,van ^en apostel Joannes noemden, van IS gh'g"S' d1 Goos»' SSf èSlr' de woorden afnJanat 7W Ev^9eIie' J^t daartegen in. uitdrukkelijk met 399°;x„t%rbdbeete,^rnt) ta * «—*" -** »■ pltafroLt OM euI» werkelijkheid hebben Hl de Tem- ' rosec»oix P°" Pellers als voorbeelden, de Rozen krui- ïS^S^SSdJa^r: Se" » d= °haS«°n a d'H«„n^^^SSSÏ^ v°°'ladm 9ebad- Hunne leer is die aressive leur „«wf V-mtJfVon p5?" van Zoroaster en Hermes, hun reael par la hiërarchie et la fratp9^6 rf9 jf de 9eleidelijke inwijding, hun beginsel de f1^' eregeld door hiërarchie d' AlexandrirhedLre drft!' l " al9emeene broederschap. Zij zijn de initiations antiques Ce sont les Hpn " ™°'tzetters der school van Alexandrië, taires de 1'^ Apocalynse et^ duioZ' * (°?, de erf^namewas L'objet de leur culte, eest lavéritére- zTzificrf'"heide°sche ^wijdingen. ssssiBi^ss-^isst s^£££syr' 'e bi tó?Ts?tórsa svï? sociale. .Ddel Umté metselarijisde wederopbouw van Sa- lomon s tempel, maar het werkelijke is de herbouw der maatschappelijke eenheid. Geciteerd in la Fr. Af. démasquée, sept. 1897 d 304 HJTÏ ee^X°XrgirSdlen5t' d" OUde P— e 0"ar 15 een Kabbalistisch werk. ') Le Gnosticisme, Haus, p. 20. ) to l, 1 ; text der Vulgaat. e Vrijmetselaren noemen de met-ingewijden „duisterlingen." Zoo kon ook een „old Past Master in the Craft and Past Puncipal in R. A. degrees" — hij onderteekende Sit Lux — onder de „Correspondence" schrijven in No. 60. ♦FREEMASON'S QUARTERLY MAGAZINE AND REVIEW, 1850, p. 343—344. TEXT: ... allow me to say, that, from the day of my initiation, I became fascinated with Freemasonry, and as Iprogressed, feit an ardent desire to draw aside the veil by which it was shröudedin order to penetrate its mysteries: and by means ofsome years diligent attention to its mechanism and symbolism, I have not the slightest hesitation in saying that I arrived at the conclusion that its origin is Christian, and its design to present and preserve to the initiated a beautiful developement of the grand scheme ofHuman Redemption, bat „veiled in allegory and illustrated by symbols". The allegory, undoubtedly, is derived from Jewish history and tradition; the sublime truths veiled therein are undoubtedly Christian ; indeed the whole schtme ofHuman Redemption is veiled in Jewish allegory, andaü the types of Christianity contained in the Old Testament are, or we re, incorporated into the Masonic system. VERTALING: ... Laat ik zeggen, dat ik, van het begin mijner inwijding af, geheel in de Vrijmetselarij opging en, naarmate ik voortgang maakte, levendig verlangde den sluier op te lichten, waarin ze gehuld was, teneinde hare geheimen te achterhalen. Ten koste van meerdere jaren ijverig studeeren op hare inrichting en symboliek, ben ik tot de vaste overtuiging gekomen, dat haar oorsprong Christelijk is, en haar doel: den ingewijden een schoone uiteenzetting voor te houden van het groote plan der Verlossing van het Menschdom, maar [gelijk een bekende magonnieke formule luidt] „omsluierd in allegorieën en toegelicht met symbolen." De allegorie stamt ongetwijfeld uit de geschiedenis en overlevering der Joden, maar de daarin omsluierde hooge waarheden zijn buiten kijf Christelijk. Inderdaad is het heele plan der Verlossing van het Menschdom in Joodsche beeldspraak gesluierd, en al de typen van Christelijkheid, in het Oude Testament vernoemd, zijn, of werden, opgenomen in het magonnieke stelsel. Clavel (zie cit. no- 54) is van oordeel, dat de Tempeliers hun geheimen eeredienst vooral aan de Ophieten ontleend hebben. Vermoedelijk heeft Noël, als hij het hierna volgende over „de Gnostieken" vermeldt, bijzonderlijk deze Gnostieke sekte op het oog. waarvan bekend is, dat zij een slang als het zinnebeeld hunner godheid vereerden.') Ziehier wat de Fransche schrijver o. m. mededeelt.3) ') Wetzer u. Welte's Kirchenlexikon, ') Dtctionnaire de la Fable, Supplément, p. 29. isg»ras£ssï ds i-r *- lumières, regardaient le aénie nn la u «lichting boven anderen ver- puissance qtxi avait appris aux homm« fV?n e Z1j"' beschouwden den genius a Hanger du fruit de 1'arbre de science had te rten v , ™enschen geleerd du bien et du mal. comme la puissance van nn^ A U j ^0nl er kennis qui avait rendu au genre huS h.Ll u? k™ad' als de macht, die service le plus signalé; et ils 1'honoraient dienst hS h™ ° 9St"m°9elijken sous la figure qu elle avait onse™ £ ,had ,bewefn- en zij vereerden instruire les hLmes.ïlsSnt ^ t j * 9Ctante- welke had serpent enfermé dans une caaeet S^en ,on} de men^en te onder- lorsque le temDs de cétèhror u t ' hielden een slang opge- moire du servTce rendu au aen ! h,t' ^ en als belijd Sar main par la puissance auf ZL T J*8 T de 9edachtenis te eeren van figure d_un serpent, avait fait connaitre wezen wï 5*' et 1'appelaient :1e serpent venait mon zii jDSj ap^ad doenkennen. openden tait sur la table oüTaïenTlSSE ^ deur der kooi enriepe^n de slang; voL'TTl aP~ p?„ptr' bx*e^rf"^ .uciarMe. e. po„r „„ sacriflce parfait ataScrame^'w"f'V» E?' Vebbm 9ebedra' nemelschen vader en besloten aldus ^"Siïïsiiïss: elrIP°om ^ »- prés comme les discours des alchymistes. bargoeosch zoole betoogen der alchymisten. gevolgtrekkingen.ZUU de oms^and^hei^T °jbeluisde ongerechtvaardigde praktijken der Tempeliers de godsdienstige uitmaakt van de moderne Vrijmetselarij fol n^ TemPfliers-orde deel ook van de Vriimetselarii i ? f 10 geenec deele, dat nu óteTdt' $£*12? d^riCtE ^n^r alchymisten, die hJ^S^^o.TtocÊh-LrS ') Christen Kerkleeraar, gek h, 185, gest in 255 n. Chr. kabbala schijnen op te voeren, — zoo is het toch zeker, dat via Rozenkruisers en Bouwgilden alleen een deel van het filosofisch stelsel der Tempeliers in de nieuwe Vrijmetselarij kan ingefilterd zijn. In hoeverre deze filosofie zich in lateren tijd, ook binnen den boezem der Vrijmetselarij, hier en daar weer tot godsdienstige begrippen kon ontwikkelen, die nauwer aan hare afkomst herinneren, zgl men nader uiteengezet vinden in de hoofdstukken „Nieuwe Geschiedenis" van dit werk. De vraag, van waar het Gnosticisme op zijne beurt is afgestamd, behoeft eigenlijk geen beantwoording meer na den aanhef van dit hoofdstuk, in welken is aangestipt, dat het stelsel van vóór de Chystelijke tijdrekening dateerde. Ten overvloede wordt het nog zeer duidelijk gezegd in de volgende woorden: No. 61. LE GLOBE, t. I, p. 296 v.v. TEXT: VERTALING: La religion des chrétiens primitifs d' De godsdienst der eerste Oostersche Oriënt, qui fut secrètement pratiquée Christenen, die in de Tempeliers-orde dans I'Ordre du Temptepav ses grands- heimelijk beoefend werd door hare maïtres etpar un certain nombre d'ini- grootmeesters en een zeker aantal vertiésintimes.vientelle-même del'Egypte. trouwde ingewijden, stamt zelf uit Egypte. Geciteerd in la Franc-Maqonnerie, Neut, I, p. 41. Woorden van Br.', de Branville, oud-bestuurslid van het Fransche Groot-Oosten. De redacteur der Globe schreef, dat Br.*, de Branville den oorsprong der Vrijmetselarij zeer juist geschetst heeft (,J)arfaitement tracé," p. 294) Neut, t. a. p., blz. 42. En wie hiertegenover twijfel mocht voeden, bij den niet-enkel-Christelijken oorsprong van de Gnosis, of de strekking van de Branville's woorden ook buiten den kring der door hem genoemde Christenen mag worden uitgebreid, vindt een antwoord in de volgende categorische verklaring van gezaghebbende ma^onnieke zijde: No. 62. HISTOIRE PITTORESQUE DE LA FRANC-MACONNERIE, Cfevel einde He deel: TEXT : VERTALING : Toutes les associations secrètes et my- Alle geheime en geheimzinnige genootstérieuses qui se sont manifestées par schappen, die van de oudste tijden af des actes publics depuis les temps les tot op onze dagen zich vertoond heb- fr^&sLLsust.'ss SiSrKS tische mysteriën. Geciteerd ia la firanc-Mafonnerie, Neut, I, p. 45 noot «»:fn:r,e R.'. rn.'. Les ^rrjfs P^ilanthropes ,M° 2 AS'«»S« : 8. pue du P«rs!l, 3RUXSI.UES- 19* j.-. 1" m 5912. a S 1/4 h.-. de m.\ p_l •. St.\ prof.-. Mardi 19 mars 1912, a 8 1/4 h. trés précises. N° 25 17e Ten.', au Gr.*, d'fippr:'.. $ 1. Aft. . de fam.*. ; comm,'. div.\. 2. Lecture du procés-verbal de la ten.*, du 5 mars. 3. Install.-. de la Comm.-. des off.\ dign.\ pr.\. La tenue sera suivie d'une réunion intime. Par Mend.\ de la | • Le F.-. Secr •. G. S. Facsimile van een oproepingsbrief eener Brusselsche loge in 1912. Ontleend aan het Bulletin Antimagonnique van 1 April 1912. p. 63. DE MYSTERIËN SC« als kte VbjJenuitstekero^an^isc^eileaendaa^9JiVerVl0^eni.ti^':>ei:^en is' dat essentieel verschillend van het karakter™^ X? «genachti9 beschouwen, nu is onjuist. Hoewel er P,n , van den tijd, waarin wij leven. Dit opeenvolgende tijdperken uiteenloop -"p èn Ïf daa*?e bescbavin9 der 5T?(^eeft: h6t menSchdom' wezenlijk onveranderl 0^^' ** * 7 ,3., )aren was zoo goed mensch als ™ „ u j mensch van voor zedelijke begrippen, dezelfde mpncrV. i-u > zoo niet altoos dezelfde historie met de ^eést natuurliikp ui 9ev?elens aIs wij. Wie de oudé Dezf Ih J3ar karaktCr het nabTko'men * beSCh°UWen' zal h« juist godsdienstvorm: het veelaodendom - het volk in zwang zijnde licht bevattelijk voor het onontwikkeld l?,nC p?rsonificatiën en veelzijdigheid de hooger-ontwikkelden nie°^èrmocht te °C^- We2eil doch op den duur zijn voor de massa moeili^ te vemeTken t ^ AbStraCte be9riPPeo nog: in het eerste F«an& ~ °°k nü welker omstandigheden het onklin,™ 3 v°orkeur niet de periode, vaneen wereldbeheerscher^mooel kmaalT* ^ BuonaPa«e tot den rang Napoleon I. die zich een reS *1 lucht 9Evalle' een binnen zijn begripsvermoaen ralleïd h» f ! '? 9j ' veelvorm'9heid van te meer aan. naanLeA ^ ^^der ontwikkelde vallen. Ook op het volk is de waarho l f denkbeelden buiten zijn bereik delectat toepaSelijk. En SoÏLS?WfcT,* Spreuk: Va™ta* romantiek en het drastische. Zoo is rfï ^ het volk altoos een hang naar de zijne fabelleer van tal van aoden en nr j^Cep' oude Heidendom met tochten, plegende en onderaaan^l fli i vervuld van menschelijke hartsmassa's der oude geschiedenis had volkn™0*1^™11' °P-de weini9 ontwikkelde zoo krachtig, dat zelfs een ^L k .Volkomer? verstaanbaar. Die greep was monotheïsme was toegedaan zich ° st?and volk als het Joodsche, dat het gelijk de Bijbel °iet wist onttrekken, omzwerving der Joden in de woestijn e^on ? van het 9°uden kalf bij de Maar gelijk de ontwikkelde van thans nlLl £ T Patsen verhaalt der oude fabelen, die het volk zich w °m onaannemelijkheid ontwikkelden van toen hebben oedaan Fn ' Z°° ?°eten het de naren menschen van hooge ontwifckeüna dafh^11 °nder de oude Egypteteekenen van bouw- en andefe kunsten s?hittereode gedenk- waardeering van het non ! ' ' i P voor de waarnemina en Deze kunstenaïs geleerd»ZJZ hebben nac!elate^ zijn en aanleiding tot bijgeloof voor millioenen in de XX»«e eeuw, was de ware aard der natuurverschijnselen nog veel minder algemeen bekend in die ver afgelegen tijden, en werd door de massa de waarneming van bijna elke uitwerking eener natuurkracht aan de inwerking van een bovennatuurlijken geest toegeschreven. Zoo ontstond een god van den donder, een god van de zee enz. — en zoo ontstonden geleidelijk ook de godsbegrippen van het natuurlijk-abstracte: de liefde, de wijsheid enz. Bestudeering der natuur en de natuurlijke drang naar wijsbegeerte in den verstandelijk meer begaafden mensch moesten hem vanzelf en geleidelijk van meerdere dier begrippen losmaken. Aldus groeide een kern van geleerden, die, hun ontdekkingen wenschende bewaard en uitgebreid te zien, zich uit de meer-ontwikkelden leerlingen kozen en een school vormden. Het ware vergeefsche moeite geweest, te pogen zulke wetenschap tevulgariseeren; de hersenbrij der massa bood daartoe geen basis, De geleerde stand vormde zich tot een afzonderlijke kaste, en wat men allerwegen zag en ziet, waar de korpsgeest zich tot kaste-wezen toespitst, gebeurde ook hier: hij trachtte zich, naar zijne overtuiging in het belang der massa zelf, tot leidend element op te werpen en de menigte alè onwetend werktuig tot zijn doel te gebruiken. Deze wetenschappelijke stand organiseerde zich bij de Egyptenaren bij voorkeur in de priesterkaste? welke aldus een ontzaglijken invloed op het volk verwierf: zij werd zoodoende niet enkel de bedienaren van de godsdienstige plechtigheden der groote menigte maar ook hare geneeskundigen, hare weervoorspellers, hare raadgevers in alle mogelijke levens-omstandigheden. Dat ze maatregelen nam om tot haar kring van uitverkorenen alleen zoodanigen toe te laten, die zij daartoe waardig achtte, is niet meer dan natuurlijk. Aldus ontstond een stelsel van beproevingen en geleidelijke inwijdingen. De grondleer van deze priesterkaste berustte op hetgeen zij, met de betrekkelijk gebrekkige hulpmiddelen van dien tijd, waarnam van de natuur en op de daaruit afgeleide gevolgtrekkingen, waarbij zij uiteraard niet aan de groote algemeene lijn van den tijdgeest ontkwam. Die leer was dus de natuurgodsdienst, gemodelleerd op de vormen van het veelgodendom, maar in meer abstracte ideeën; we zouden zeggen een soort van vroegtijdig pantheïsme. — dat trouwens, hoewel gewijzigd, zich nog heden ten dage onder verscheidene gestalten der natuurfilosofie vertoont. tt Voor de groote menigte werd aldus de uiterlijke leer > de „exoterische gehandhaafd, terwijl in den kring der ingewijden een innerlijke, geheime leer .— de „esoterische" — onderwezen werd. * * * Tot de voornaamste kunsten en wetenschappen, die door de Egyptische priesters beoefend werden binnen de alleen voor hen en hunne vertrouwelingen toegankelijke ruimten, welke aan de voor het volk openstaande tempels verbonden Zoo stonden godsdienst en bouwkunst bij de oude Eotot^/ onderhngen samenhang. Voor het eiaenl ike vnlt 9 jP en, In mnigen vergenoegde zich zelf met het optrekken van huln « /I "" gcb°Uwd ; het maar voor de behoeftpn mn j j- "utten a't hout, stroo en leem- geheiligde vertegenwoordiger ervan werd beschouwd T" ^ fara?\ die als de paleizen en monumenten. Van de laatsten «/aren ' ^verrezen prachtige tempels, als koningsgraven bestemd maar vermoedelijk ook Jl py,ramiden niet a^een verrichting van plechtigheden, gewijd aan £ ui al® gelegenheidstempels ter ruïne, der o„d-Egyptis?he geieEl™ ge^ m vroege tijden op een zeer hoon n*;l kÜ J>' ? e bouwkunst reeds en archaeologisch staat het vrijwel vast mLoet hebben gestaan, invloed uitoefende op de kunstvormen van Ü 9yptlscbe ®tii1 een grooten de Pheniciërs, zoodat het zeer aannempliit • K °n volken, zooals wordt vermeld: dat Salomon werklieden uit TvrusfPh -••wf'j geschri£te voor den bouw van zijn tempel Het is 7plfs (Phënicie) deed overkomen eigenlijke bouwmeester van dit kunstiewrlh^ ' ' Tyriër de schiedschrijver Josephus oetuinf ZTuT geweest: de Joodsche ge- zelfden architect £rdodoS.1. T" t,zëU' «■> 'J<™ den Ook tijdens hnn véÖ'r ^vll!„7e' ™ H"Cule» e" « Tyrna. ° dragers en handlangers bi) 3e^«tooerino Zr" *" «* «I «b bezigd werden, moeten de TodenvanÏÏL °P«nbare werken ge- de bouwopzichters en leiders uit de priesterkaste L gemaakt ^ wT^T£^Lh"rk r'™.van 90d" werden beoefend, zal de st^ "cfaïrvai^ridb mf"', * priesters onttrokken hebben, die menb« a!fe™ nri^l?" T de wet zij' het natuurlijke en bovennafuurliike n,'«f ,T volken waarneemt: dat geneigd waren tot een vervaoina en inpp™J 6rp ^k^beidden maar veelal studie der natuurkrachten vofmen aan Te ' ,0renzen- Zo° nam de bekend stonden. De Feller rekent r?«. J?'w j ,r en naam van alchymie sprong te zijn., Volgens tm'^d^alTn ?k ,VM ^ptischen L,rMemphis beoefend en als een goddelijkeTunst h Va" hebe 611 dienstige gevolgtrekkingen viele? te miu n ?jSchouwd; waaruit godsvinding toe aan den aod Thof of =, t?' fdepten schreven hare uit- Groote); vandaar de naam hermetische TrismeSistus (den driewerf is Kliia,o„ j ..Hermetische kunst, dien zii c Groote); vaüdaar de naam J^istu, (den dri^'f is blijven dragen. ..hermetische kunst, dien zij zoolang in Europa i *** ) Vgl. Clavel, Geschiedenis der Vriimü• /u~ij •. > ,, > Dutionnaire historique, I. i. v. „Alchim^^" Wz- 86' Want dat de geheime leer der Egyptische priesters, ook lang na de verdwijning van dit korps zelf, is blijven voortleven, is aan geen twijfel onderhevig. De pi asters van Thebe en Memphis hadden de alchymie o. m. onderwezen aan de Grieken, met name ook aan de Grieksch-filosofische school te Alexandrië,1) en men weet, dat de Joodsch-filosofische school te dier plaatse daar nauwe betrekkingen mee onderhield. Zoo wordt de inwerking van alchymistische stellingen in de Alexandrijnsche school der vergriekschte Joden, in het vorig hoofdstuk geschetst, volkomen verklaarbaar. Ook aan de Arabieren is, bij hun opdringen in het Oosten, de alchymie bekend geworden, en zij hebben ze hunnerzijds door diepgaande studiën tot nieuwep opbloei gekweekt, zoodat zij ze in Spanje brachten, waar in de VlIIste eeuw zekere Jaffar of Djeber, te Sevilla, zich als alchymist een groote faam verwierf. Gelijk gezegd ging de alchymie gewoonlijk met zekere cultus-practijken gepaard, en zoo kan men bij een der klassieke historieschrijvers van de Vrijmetselarij lezen: No. 63. ♦GESCHIEDENIS DER IN WIJDINGEN, Oliver, Holl. uitgaaf, p. 20. TEXT: TRADUCTION: Men verzekert..., en waarschijnlijk On assure.,., et probablement non met eenige waarheid, dat zoowel in sans quelque fondement, que sous le Griekenland als in Rome, zelfs nog prétexte de réunions amicales, les ini- verscheidene eeuwen na de opstanding tiations furent célébrées tant en Grèce van Christus, de plegtigheden gevierd qua Rome, mêmeplusieurssièclesencore werdem onder het voorwendsel van après la résurrection du Christ. Psellur vriendschappelijke tezamenkomst. Psel- dit qu'elles furent célébrées a Athènes lus zegt, dat ze in Athene nog gevierd jusqu'au cours du huitième siècle, et werden tot in de achtste eeuw, en wij des écrits des Bardes de ce temps-la kunnen uit de geschriften der Barden on peut conclure avec une certitude van dien lijd met genoegzame zekerheid satisfaisante qu'elles furent fêtées en opmaken, dat zij in Wales en Schot- Galles et en Ecosse même dans le land nog gevierd werden tot zelfs in douzième siècle encQre de 1'ère chré- de twaalfde eeuw der Christelijke jaar- tienne. telling. Andere magonnieke schrijvers verzekeren, dat er nog veel later sporen van deze geestesrichting in West-Europa te vinden zijn. Volgens Br.". Schneider2), in het Neue Journal fiir Freimaurer, I, 4, § 481 bestond nog in 1725 het genootschap der Culdeeërs, in Engeland Culdees genoemd („Colidéens," zeggen l) Dictionnaire historique, De Feller,I, 1. v. „Alchimie." ') Geciteerd in La Franc-Maqonnerie, Onclair p. 168. „dienaren Gods."^Het wareï dericf' later™^9 T° ^ ^eltisthe celi De' Iersch-Schotsche kerk, die vele leerstukken .m°Dnike" van de oude grippen vermengd hadden. ' Manicheistisch-Gnostieke be- Het valt moeilijk uit te maken, wat er waar is van R<- • v ra Die drei altesten Documente der F. Af. I 2 ?9 datïrL r aanhangers in het (in 1717 gestichte) j w Culdeeers hun intreden, maar zeker is wel dat hi n? j w Vri^metselaren deden gedachtenis staat. Ten blijke: ^ de VriJ^etselarïj in eervolle DER ZIEGEtDECKER, Altenhurger Fretaaarer-lWhau, m? i ilXT : W ■ VERTALING: Wie eins" dUCuUkl?die^Vaèr W' houdls' vast aan het eeuwige * r .«■ * Jö; Schon schwinden die Wolken, im Sieges- ' ^ °DS 330 Rome' de eeuwige, Gehtherclich dfeS™e der wjkêl RefdsSe'^X^Sg^ll hn(l Rijst heerlijk der Waarheid [straal! de I'Orient d'AltenCurg!' lï^Wu'hab^dê P' l>9j °nclair noemt de bron „le F.-. Tuileur literatuur bekende VerVaD9eD d°°r d» — van het * * gaat in verbÏÏd het° eJenl^kTdoef vLddil " te,behandelen. apart boekdeel vereischen. Daarbii mu A i, j'er nie' aan » het zou een in hoeverre het juist is, dat de eiopnlüt ^ u vraag ter sprake komen, is, het oude Hindostan.' Dit is echter overtoÏia^U't f, Ma3iëf:?kunst I°dië zicht, in deze bladzijden vervat f f. , 9' ,Ult het geschiedkundig over- de bewering van die Vrijmetselaars welke v; ^°r?en aangenomen, dat schiedenis van de geestesstroominn HiV b ° ° ziin- dat de vóórgein vóór-Christelijken tijd dagteekent zoo nTf °r9anisatie het aanzijn gaf, tot althans een minstens zoo aroote waar^rl, i ar vaststaat- dan dergenen, die zulks ontkennen. a jnlijk aanbiedt als de meening et^heid van leven van verspreide volksmeeningen is eiken folklorist be) Herders Lexikon, i. v. „Culdees." kend. Zien'we niet thans nog, in ons eigen land. dat deels 16, deels 12 eeuwen geleden het Germaansche Heidendom voor het Latijnsche Christendom verwisselde, de oude heidensche vreugdevuren op St. Maartensavond branden? Het is dus niet bij voorbaat onaannemelijk te noemen, wanneer men leest: No. 65. REVUE MACONNIQUE, Avril 1895, p. 167. TEXT: VERTALING: La, Franc-Magonnerie dérive des So- De Vrijmetselarij stamt af van de ge- ciétés secrètes, des penseurs dumoyen heime genootschappen der middeleeuw- Par ses traditions, elle se rattache sche denkers. Door hare overleverin- aux religions dg la plus haute anti- gen klimt zij op tot de godsdiensten quité ... Institution exclusivement der hoogste oudheid... Ais uitsluitend philosophique, elle a pour mission de wijsgeerige instelling heeft zij tot taak former des Initiés, des I'enseurs, et Ingewijden, Denkers te vormen en hen de les conduite d&ns la, voie de la te geleiden op den weg der Wijsheid. Sagesss. Ses symboles sont tirés des Hare zinnebeelden zijn ontleend aan Sociétés initiatiques de tous les temps. de inwijdingsgenootschappen van alle Mais ils ont été fort simplifiés et tijden, maar ze zijn zeer 'rereenvou- réduits a leur forme la plus synthé- digd en tot hun meest beknopten vorm tique. Sous l apparence un peu spé- teruggebracht. Onder den ietwat eigen- ciale de leur destlnation architectu- dommelijken schijn van een bouwkun- raie, ils sont1 en réalité, une adoption dig doel zijn ze in werkelijkheid een de l hiéroglyphisme universei du overname van het algemeene beeld- grand livre de la Nature. schrift uit het groote boek der Natuur. Gecit. bij la Fr. M. dém., Oct.- 1897, p. 369. Woorden van H. Roraain M. G. I.". — Br.'. Romain was secretaris der Groupe ma;onnique d études initiatiques, die «en Lvurt dt l'apprcnti uitgaf, in welks voorrede staat: ..Efforcez-vous donc TT.'. CC.'. FF.'., paganda gekomen door het voorbeeld van de jongere ttggeKtaZek"e°' V0lk0me,, "> d= ~tt«r S.' aJieSj!,ZOLre ZiTsZ V*r ™"'-- rjWjrtM ft. gmwmin, supréne vï Woorden uan Alb„t Plk. . «"enkel opperbeslaur. p Tïrop»ls h.m d;a~ ™ ÏÏVri^r'Jl»™D1r~l" Pfe " "O»1» Br.', bet maeonnieke standaardwerk Marais and dorml\ tsel"en" j?lke de schrijver van sten Raad der Vrijmetselarij in de Zuidelijke V. S. varTNo^rdlA'r^lkaaDdeU'' vanden0PPel" De hooge graden zeiven zijn al van volmaakt hetzelfde oordeel: No. 105. SMSEUPO5R LA ™SlCE,0éte!™ °mA MAC°NNERIE ÉCOS- TEXT: . , VERTALING: tage en divers rites^reconnus^e^ap ,}\ °e Vf'i'™etjelaars-orde is ge- prouvés; ces rites tout en étant diffé £ u .In,Ver i"ende erkende en be- rents sont néanmoins tous issus de terschiflend"'^' ^!hoewel ond«ling la méme source et tendznt au même *11 „H" , nten niettemin but. 1 aU merne a'Ie aan dezelfde bron ontsproten en r .. . . , _ vloeien naar hetzelfde doel. d in la Franc-Mafonnerie, Onclair, p. 90. Trouwens, de eerste de beste Nederlandsche Vrijmetselaar kan zich van de juistheid van het hier vastgestelde overtuigen, als hij in de serie zijner officiëele Jaarboekjes grijpt en daar, na de naamlijst van bestuurderen (GrootOfficieren geheeten) van zijn Groot-Oosten, de naamlijsten vindt van de bestuurderen der „Hooge Graden" en van die der „Afdeeling van den Meestergraad" (oppergraden). Het geheel is zóó overduidelijk, dat het niet heeft kunnen nalaten nu en dan zekere achterdocht bij de Blauwe Vrijmetselaren te wekken. Zoo lezen we: No. 106. FREIMAURER-ZEITUNG, Juli 1850, no. 26. TEXT: VERTALING: Ilaben die Hochgrade Dinge in ihrem Schoosze, welche das Licht der Oeffentlichkei* scheuen mussen, so mogen sie zusehen, wie sie sich recht{er tig en! — Die J ohannismaurerei hat lceine Veröffentlichung zu fürchten; ia, es kann ihr nur zum Segen gereichen, wenn das Hochgradwesen seinem Ende entgegengedrangt wird. Das Misztrauen, welches gegen den Bund drauszen genahrt wird, und selbst in der Brüderscha{t nicht ganz- lich zu verhüten ist, hat seinen Le- Als de hooge graden dingen verbergen, die het daglicht niet mogen zien, dan moeten ze zelf maar trachten dat goed te praten. — De lagere Vrijmetselarij heeft geen openbaarheid te duchten ; het kan haar zelfs slechts ten voordeel strekken, als het oppergradenstelsel zijn einde tegemoet gaat. Het wantrouwen, dat de buitenwereld tegen de Orde koestert, en dat in de Broederschap zelve niet geheel en al uitblijft, vindt juist in de hoogere graden zijne oorzaak. Want aangenomen al, dat benskeim eben in den Hochgraden. zij ook hun goede zijden kunnen heb- Denn wenn man auch glauben will, ben, en dat ze meestal slechts berusten dasz dieselben ihre gute Seiten haben können, dasz sie meist nur durch Gewohnheit und Eitelkeit gehalten werden, so laszt sich doch dem Gedanken nicht ganzlich wehren, es sei möglich, dasz sich in ihnen eine Gewalt concentrire, die wenigstens gemiszbraunht werden könne zur Hinderung langst ersehnter Fortschritte auf der Bahn der Menschenbildung im Bunde. op gewoonte en ijdeltuiterij, dan valt toch de gedachte niet geheel end' al opzij te zetten, dat het toch mogelijk is, dat er in hen een bestuur ligt opgesloten, hetwelk althans misbruikt zou kunnen worden tot stremming van een lang-gewenschten voortgang op het pad der magonnieke vorming van de menschheid. Geciteerd in der Freimaurer-Orden, Eckert, p. 290-291. Het is een eigenaardig citaat, dat onwillekeurig den geringschattenden dunk bevestigt, dien mag.", groot-auteurs ten opzichte van de Blauwe Vrijmetselarij aan den dag legden (zie cit. nos. 88 en 93). Van de ware beteekenis der booaere en oppergraden blijkt de Duitsche Blauwe Br.'., die het voorgaande schreef niet het minste begrip te hebben : hij ziet de Rozenkruiserij en den Tempel.-.' voor een veeren- en linten-parade aan en meent te goeder trouw, dat de symbolieke graden de stuwende kracht zijn en in hun streven gestremd kunnen worden door de hoogere graden, terwijl het juist dezen zijn, die de symbolieke massa voortdrijven. Hoor de stoute en onbevangen verklaring van een — niet Schotsch of Fransch maar eveneens Duitsch — Br.-, in hetzelfde blad : No. 107. FREIMAURERZEITUNG, 1874, no. 19, p. 150: TEXT: VERTALING : UHSr?rer Arb?U Uegt Het zwaartepunt van onzen arbeid ligt m den Hochgraden. Dort machen wir jn de hooge graden. Daar maken wii WeltaTchkSe ^ den vooruitgang, de staatkunde en de vv eugescnicnte. wereldgeschiedenis. Geciteerd in der Freimaurer-Orden, Eckert. hW,-i?Vhet in den aard der 2?ak' dat de hoo9e en oppergraden het meest bloeien daar, waar een opgewekt magonniek leven heerscht. Waar de maconm.ke werkzaamheid be.rekkelljk „lap is. zooals i„ de „eeste Gecoa"S. doefSch ook" ts ?aïd"for9;t0elt,°P ■"*< de D» «-schijnsel No. 108. "JAARBOEKJE VOOR NED. VRIJMETSELAREN, 5891, p. 110-111. ^EXT : TRADUCTION : rjjantal Tn Hen\die in de Hooe Le nombre de ceux qui particioent Graden werken wordt aan oningewijd au travail des Hauts Grades nest pas tirlbekend. 9ernaakt; uit de ver- communiqué aux non-initiés II ressort rinth] bllïkt echter, cependant des divers annuaires que le dat het aantal kapittels en Bouwhut- nombre des Chapitres et des Chambres ten in ons land afneemt In 1R9() ri'Pinc j- i in Nederland 22 Kapittels en pays En" 18°20 ilTTvait c0'" Het Schotsche Stelsel In het land, waar de Vrijmetselarij een overwegenden invloed op de internationale Vrijmetselarij uitoefent: de V. S. van Noord-Amerika, is de Schotsche ritus de voornaamste. Ook in de Romaansche landen heeft zij practisch de., leiding der magonnieke beweging in handen. Gelijk de Latijnsche ritus in de katholieke Kerk, zoo staat de Schotsche ritus in de internationale Vrijmetselarij vooraan. In landen, waar de Blauwe Vrijmetselarij sterk verbreid is, m. a. w. in die landen, waar Groot-Oostens zijn gevestigd, bekleeden de leiders van den Schotschen ritus vaak tevens belangrijke plaatsen in die symboheke Vrijmetselarij. Dit is het geval in België en Frankrijk, in Engeland en Canada. Het Schotsche stelsel is in zijn tegenwoordigen vorm niet zoo oud als de Blauwe Vrijmetselarij; daarop zinspelend, hebben de mag.*, schrijvers vormelijk gelijk, wanneer zij het voorstellen als een uitvinding van lateren datum. Men verlieze voor dezen uiterlijken vorm echter het wezen niet uit het oog. Het Schotsche stelsel bestond ongetwijfeld vóór 1717, en de reorganisatie van 1801 heeft daaraan niets wezenlijks veranderd, het slechts gemoderniseerd en 't een nieuwen naam gegeven. » De ritus heette nl. vroeger de ritus van Herodom ('ieQos dó/ios = heilig huis — tempel). Dat deze ritus in Schotland is ontstaan, is aan geen historischen twijfel onderhevig. Vermoedelijk is hij afgestamd uit een geheim genootschap van naneven der Tempelieren, die zich, na de opheffing der orde, sinds 1313 vrij talrijk in Schotland vestigden (zie blz. 50) en onder een onschuldigen schijn hunne bijeenkomsten konden houden. Immers, na de t. a. p. vermelde zegepraal van Bannockburn stelde de Schotsche koning Robert Bruce, in zijne blijdschap over de overwinning, de militaire orde van St. Andries van den Distel in (St. Andreas was de patroon, de distel het nationale wapenteeken van Schotland) en benosmde daarin zijne ridders en de Tempeliers, die hem tot het verkrijgen van de victorie hadden bijgestaan. De gelegenheid werd den Tempelieren dus als van zelf geboden om weder in kapittels, voor nietleden ontoegankelijk, geoorloofde bijeenkomsten te houden, en zij zullen ongetwijfeld niet hebben nagelaten, onder de Schotsche ridderschap aanhangers te werven voor hun streven: wraak op het Fransche koning- en het Roomsche Pausschap, en herstel van hun gnostieke orde in den ouden luister. Het is een feit, dat de hoogere graden in de Vrijmetselarij, die over het algemeen wel vrij van Roomsche heiligenvereering kunnen geacht worden, niettemin een grooten eerbied aan den dag leggen jegens den H. Andreas, — wat men natuurlijk niet als eene persoonshuldiging maar als een symbool dient op te vatten. Teekenend is ook, dat, in den ritus van Herodom, *t in de eerste vraag der eerste sectie van den eersten graad luidde: Kleineerend heet het in: No. 133. IMMER WEITER, Jul. Goldenberg, p. 35 v.v. (Leipzig, ƒ. G. Findei, 1886). TEXT: VERTALING: Die Prinzipien von 1717 paszten— als De beginselen van 1717 pasten, als Einleitung recht voohl für ihre Zeit. inleiding, zeer wel voor hun tijd. Wat Heule aber... was beginnt da die moet de Vrijmetselarij thans echter Logenkunst tnit den glücklich wieder met de gelukkig hervonden „Oude aufgefundenen ,,Alten Pflichten"? Sie Plichten" aanvangen? Ze zal, gelijk wird wie der Mann, der hundert de man die een eeuw achtereen geJahre verschlafen hat, die Menschen slapen heeft, de menschen en de wereld und die Welt nicht wieder erkennen niet meer terugkennen en met ontstelund mit Entsetzen auf das eigene tenis op den eigen vergrijsden oudergreisenhafte Alter blieken. dom neerzien. Geciteerd in Der „giftig» Kern", Gerber I, p. 39-40. Ad IV. Dat in de Vrijmetselarij de practijk niet aan de theorie beantwoordt, ligt reeds in de historische lijn der gezelschappen, op wier leerstellingen en vormen een goed deel van het ma^onnieke systeem is gebaseerd. De Tempeliers hadden kerkelijk-rechtzinnige grondregelen, hetgeen huö niet belet heeft daarvan af te wijken op de wijze als bekend. De Bouwgilden hadden kerkelijk goedgekeurde statuten, en die gilden onder hen, wier leden beslist anti-kerkelijke strevingen vertoonden, droegen zorg den text hunner standregelen daarvan niet het minste blijk te laten geven. In hoeverre de Vrijmetselarij ook hierin een geschiedkundig voorbeeld gevolgd heeft, m. a. w. in hoeverre ook bij haar de woorden en werken verschillen, vereischt een meer uitgebreid onderzoek. De navolgende zeven hoofdstukken zijn uitsluitend aan dit onderwerp gewijd. DE EENHEID DER VRIJMETSELARIJ Eenheid in den strikten formeelen zin, d.w.z. eene volledige centralisatie met één besturend middelpunt, heeft de Vrijmetselarij niet. Een der jongst-verschenen werken van mac.\ oorsprong zegt hieronltrent zeer juist: No. 134. •DER FRANZÖSISCHE GEIST UND DIE FREIMAUREREI, W. Ohr, p. t. en j: TEXT: Es fehlt dem Freimaurerbunde durchaus jede internationale Orgcnisation, wie sie etwa der katholischen Kirche eigentümlich ist... Die einzelnen Groszlogen sind alle selbstandig und verhalten sich vielfach zueinander etwa wie die verschiedenen unter dem. Namen Protestantismus zusammengefaszten Religionsgemeinschoften des romfreien Christentums . .. Und so wie es über und zwischen den verschiedenen christlichen Bekenntnissen demnach ein Christentum gibt, das bei aller dogmatischer Verschiedenheit und bei allen theologischen Streitigkeiten dennoch das Recht gibt, von einer ,,Christenheid zu sprechen, so mag auch bei aller Verschiedenheit maurischer Lehrarten und GroszlogenuxUerschiede von einem geistigen Maurertum gesprochen werden. Diese an die Schranken von Volk und Staat ebensowenig wie an die Schranken von Loge und Groszloge gebundene Geistigkeit der Freimaurerei ist freilirh international, denn das liegt im Wesen des Geistes begrimdet. Dat Br.'. Ohr hier het karakter der eenheid juist weergeeft met de betuiging, K j 'jmetse'ari) noch aan bepaalde landen noch aan bepaalde systemen gebonden is, valt door een menigte aanhalingen uit mac.'. schrijvers van allerlei andaard en uit verschillende decenniën te staven. We laten er hier meerdere volgen, eerstens wat betreft de cosmopoliteit: VERTALING: De Vrijmetselarij mist geheel elke internationale organisatie, zooals die b.v. eigen is aan de katholieke Kerk... De afzonderlijke Grootloges zijn alle zelfstandig en verhouden zich onderling veelal ongeveer, zooals de verschillende buiten Rome staande kerkgenootschappen worden saamgevat onder den naam Protestantisme ... En gelijk er boven en tusschen de verschillende Christelijke gezindten dan ook een Christendom bestaat, dat bij alle leerstellig verschil en bij alle theologische disputen toch het recht geeft van een „Christenheid" te spreken, zoo mag er ook, trots alle verschil van maconnieke leeringen en Grootloges, van een intellectueele Vrijmetselarij worden gewaagd. Deze maconnieke geest, die evenmin aan ds grenzen van volk en Staat als aan die van loge en Grootloge gebonden is, is waarlijk internationaal, zooals trouwens in het wezén van het intellectualisme ligt. No 135. ♦NED. JAARBOEKJE VOOR VRIJMETSELAREN 5845 (1845). p. 145 TEXT: Eenheid in doel is een gewigtig kenmerk onzer Orde. Hoe vele ook de werkplaatsen zi\n mogen, welke zich op de oppervlakte des aardbodems bevinden, allen gaan van één en hetzelfde beginsel uit, allen trachten één en hetzelfde doel te bereiken. TRADUCTION: L'unité du but est un caractéristique important de notre Ordre. Quelque nombreux que soient les ateliers qui se trouvent sur la surface de la terre, tous partent d'un et même principe, tous tSchent d'atteindre le même et unique but. No 136. ♦MAgONNIEK WEEKBLAD, 5 Aug. 1872. p. 2: TEXT: Zooals wi\ boven zagen, is als beginsel der mac. constitutie aangenomen, dat alle (loges) van het heelal slechts éen enkele (loge) vormen, waarvan de Gr.-Oosten van ieder rijk de brandpunten zijn. De lengte dezer wereld-(loge) strekt zich uit van 'l Oosten naar 't Westen, hare breedte van 't Zuiden naar 't Noorden, hare diepte van de oppervlakte der aarde tot aan het firmament, en is .onder den naam van St. Jans-(loge) bekend. Deze woorden zijn ontleend aan een artikel van „den Br.-L." ]. L. Terneden, O.'. van Dordrecht. In plaats van de woorden „loge" en „loges" gebruikt de origineele text de ma?.', teekenen van den vierhoek en de twee dooreengestrengelde vierhoeken. No. 137. UNIVERS MAgONNIQUE, p. 413: TRADUCTION: Comme nous venons de le voir cidessus, on a accepté comme principe de la constitution mat;onnique que toutes les loges de 1'univers ne forment qu'. une seule loge, dont les Gr.-Orieuts de chaque Etat constituent les centres. La longueur de cette loge universelle s'étend de 1'Orient & 1'Occident, sa largeur du Sud au Nord, sa profondeur de la surface de la terre jusqu'au firmament, et elle est connue sous le nom de Loge de Saint Jean. TEXT: VERTALING: Magons anglais et hollandais Et tous ceux dont le Nord abonde, Sont Maqons comme les Francais, LOrient luit pour tout le monde. Engelsche, Hollandsche en alle andere noordelijke vrijmetselaren zijn evengoed magons als de Fransche: bet Oosten glanst voor iedereen. Geciteerd in La Franc.Maqonnerie, Onclair, p. 89. HET GEHEIM DER VRIJMETSELARIJ Vele ma")• b°« en dezen weer om ze te hoewel Br,, j! G Rndel zel° een bekend VOOr*tel ^ gnomen. boekhandelaar, er weinig heil van verwachttS?° S jVef' uit9ever en toch veel mag/0 matenla^gefeaéld ^'«tegenstaande de genomen voorzorgen, Zoo b v. de oproeoinasbrief dfilf 3nden Va° Profanen komt. 9 vindt afgedrukt naar eene fotografie^ervanP win^1 dlt ^erlc in facsimile magonnique van April—Mei 1911 D 32 H t °.m®nd In het Bulletin antider Doorniksche loge IT Frêles r'Jnï « ?n deze convocatie waarmee de namen der tot Gezel te bevorderen M T* '-geheimschrift," toe te laten profanen zijn aangeduid 1 d f nZ 9^.^ der als Leerlin9 vele leerlingen van laaere en mi'rM»lk "geheimschrift wordt ook door amusement toegepast — maa™ ilwen fC H ü uu^itC lande bi«* van nl. eerstens, dat blijkens den text om 4 url^ve w i® omstandigheid. Deze graadv^Gere,, dw,. da, de gewone U-l^ï^l.rïïSj *) Ibidem r» f WWfci ') Rivista Anlimassonica, Juli-Aug. 1900, p. «8. wezig zijn, en pas om half vijf deze Vrijmetselaren van den laagsten graad tot de werkzaamheden werden toegelaten. Tweedens dat de oproepingsbrief, aan den voet ervan, eiken ontvanger nog eens uitdrukkelijk het voorschrift inscherpt: „De eerste plicht van den Vrijm.*. buiten den Tempel is: het ma£.\ geheim te bewaren." Voor wie dit „geheimschrift" misschien niet zouden kennen, diene, dat het reeds in een in 1766 uitgekomen werk ') „onthuld" is; ziehier het schema ervan : Een a duidt men aan met den hoek, waarin ze staat; een b met denzelfden hoek, doch van een stip voorzien, enz., — zoodat het niet veel moeite kost de namen te lezen als F. Flofquin, F. Lefebure, C. Dhoore en: Sarolea en Demeyer. V LOrdre des Francs-Ma(ons trahi etc-, p. 142. sait-on pas que les anciens poëtes in den trant van a •• mitiés, parlant de la (ondalion d'une Men weet toch dit di P'°?' enfcndaient Vétablissement d' dicSeJ is man" mulas insignificantes y establecer S K otL J? asociaciones de caridad u beneiicenria Q u!j , llJd te verspillen mutua, para lo cual soVse Tecesüa tZ °nbed",dend« of om ver- un cobrador y un limosnero 'gingen te stichten van naastenmin y un umosnero. en onderlinge weldadigheid; hiertoe toch zijn een kassalooper en een arm- D , utturact vüiaoenae Bovenstaande is een toespraak, die in den Srhn<«.h.. •. , , Iingen van den 5den graad. rltus wordt Afhouden tot de v^neera m ^ Masontru, ante la I&Ha y la Patria, por Mauricio, P. 3. aanneme- „Groote vraagstukken van godgeleerdheid, wijsbegeerte en wetgeving. — dat is het, waarmee de Vrijmetselarij inderdaad zich bezighoudt. In hare oppergraden althans; onder den daartoe uitgelezen kring. Niet in de lagere araden, waar men 97% van de BBr.\ in duisternis laat ronddolen, (at. no. o9), en waar de telkens in hun periodieken opgaande klachten over de zinledig ei en onbeduidendheid der Vrijmetselarij genoegzaam de afwezigneid eener behandeling van diep in't leven grijpende vraagstukken aantoonen-In de organen der oppergraden zal men dergelijke klachten tevergeefs zoeken. Integendeel, men kan het orgaan van Alb. Pike schamper hooren verklaren: No. 166. OFFICIAL BULLETIN OF THE SUPREME CGUNCIL OF CHARLESTON, 1884, p. 442 v.v. TEXT * VERTALING The Blue Masonry ... pretends to be De Blauwe Vrijmetselarij... maakt what it is nol and does nol know aanspraak iets te zijn, wat ze niet is, what it is... It is even ingeniously en weet niét, wat ze is... Er wordt proclaimed that it is nol a Secret zelfs slimmelijk beweerd, dat ze geen Order in any true sense of the word, geheim genootschap is in de echte as If it was no more than a Tempe- beteekenis' van het woord, — alsof ze rance Society or an Order of Red niet meer ware dan een matigheidsMen and as if secresy were a crime, genootschap of een Bond van Roode Mannen, en alsof geheimhouding een misdaad zou zijn. Geciteerd in Der „giftige Keen," Gerber, I, p. 100 De „Red Men" vormen een der vele gehe;me genootschappen in de V S , zooals de ,,Odd Fellows Toch9is' het volkomen te begrijpen, dat de Vrijmetselarij niet enkel deze „esoterische" leer en alle beraadslagingen, waaruit daarover iets zou kunnen blijken, geheim houdt, maar dat ze ook hare formaliteiten zooveel doenlijk aan algemeen e kennisneming tracht te onttrekken. Ze heeft daartoe zeer practische redenen : No. 167. *MA£ONNIEK WEEKBLAD, Maandag 9 Sept. 1895, p. 508: TEXT* TRADUCTION: „Onze geheimen mag ik natuurlijk u II va sans dire qu'il ne m est pas perniet openbaren. Maar dit wil ik wel mis de vous communiquer nos secrets. zeggen: zij zijn van tweeledigen aard. Mais ce que je puis bien vous dire, ,,/n de eerste plaats houden wi( die c'estceci: ilsont un doublé caractère, zelfs onderling voor elkaar verborgen om daardoor des te beter elkaar te leeren kennen en te doorgronden. En in de tweede plaats vormen die geheimen onze taal. Waar onze Bond zijne leden heeft onder alle volkeren, over de gansche aarde, daar moet er een taal zijn, waardoor wij elkaar verstaan, waardoor wij spoedig kunnen bemerken, wanneer wij met een medelid der orde te doen hebben". D'abord nous nous les cachons méme les uns aux autres afin de nous connaïtre mieux et approfondir; en second lieu, ces secrets constituent notre langage. Puisque notre Ordre compte ses membres parmi toutes les nations, sur toute la terre, il nous faut une langue qui nous permet de nous comprendre, et par laquelle nous pouvons nous apercevoir, de prime abord, de ce qu'il est un confrère de 1'ordre qui nous accoste. Uit de rede van les plus timides voudraient arrêter le progrès des idees: les cceurs chauds, les ardents, les impatients de justice luttent énergiquement et leur triomphe assure la grandeur des Loges. De minder-durfachtigen, de meer-bedeesden zouden in de Vrijmetselarij zelve den voortgang der ideeën niet kunnen stremmen: de warmbloedigen, de vurigen, degenen die een streng gevoel van rechtvaardigheid hebben, strijden onversaagd voort, en hun zege¬ praal vormt de glorie der Loges. Het is geen overdrijving te zeggen, dat met name na den val van het derde keizerrijk de Fransche politiek steeds onder den, zich voortdurend scherper markeerenden, invloed der Vrijmetselarij heeft gestaan. In ITALIË maakte de Loge sedert de successen van de BBr.\ Mazzini, Garibaldi en Cavour geen geheim meer van haar politiek karakter: x) Maf.-. Scheurkalender 1898, blaadje van 4 Maart, verso. No. 188. RESOCONTI DELLA COSTITUENTE MASSONICA tenutasi nella valle del Tevere all'or.*. di Roma, 1872. —- p. 61. TEXT: VERTALING: La Massoneria è una associazione es- De Vrijmetselarij is een uiteraard poli' senzialmente politica. tiek genootschap. Geciteerd in de Rivuta Antimassonica, Juni 1898, p. 254. Woorden, gesproken in de zitting van 2 Mei 1872 door Br.*. Campanella, 33/., „niet ten onrechte genoemd den hersteller der Italiaansche vrijmetselarij," in een rede, toegejuicht door de geheele vergadering (Riv. Antim., t. a. p.) Evenwel werd er, gezien de toetreding van veel onberaden element in de lagere graden en het onstuimig karakter van de bevolking, vooral van de jeugd, een breidel aangelegd: het verlof tot politiseeren werd voorbehouden aan degenen, in wie door de Loge-leiders eene genoegzame rijpheid was erkend om althans tot het kernpunt van de lagere graden op te klimmen. En... ook dan nog hadden deze politici zich te bewegen binnen de grenzen en in de richting, hun van hoogerhand aangewezen: No. 189. RIVISTA DELLA MASSONERIA ITALIANA, Luglio 1900, p. 195: TEXT: VERTALING: Compete alle Loggie, exclusivamente Alleen aan de in den Meestergraad tn Camera di Maestro, di discutere werkende loges is het geoorloofd ook anche di questioni politieke . . . fermo over kwesties van politiek te beraadrestando al Grande Oriente il compito slagen ... blijvende 't aan het Grootdi determinare le linee generali della Oosten voorbehouden de algemeene politica sulla quale man mano de- politieke lijnen aan te geven, waaruit durre le norme da seguirsi da tutti. het door allen te volgen richtsnoer af te leiden valt. GeciJeerd in de Rivisia Antimassonica, Sept. 1900, p. 475. Het bovenstaande is een besluit van den „Raad der Orde," van 22 Juli 1900. IN SPANJE onthield de Vrijmetselarij zich evenmin van pogingen, om haren invloed op het Staatsleven te doen gelden: No. 190. BOLETIN OFICIAL Y REVISTA MASONICA del Gr.\ Or.\ de Espana, 30 de Abril de 1881, pag. 117: TEXT: VERTALING: La Masoneria puede y debe simulta- De Vrijmetselarij kan en moet tegeneamente exteriorizar, por decirlo lijkertijd hare denkbeelden om zoo te 13 asf, sus pensamientos, implantar sus zeggen veruiterlijken, hare beginselen principios al seno de las sociedades inplanten in den boezem der profane profanas, extender sü esfera de acción vereenigingen, hare werkingsfeer uit- y llevar su benéfïca y legxtima influ- breiden en haren weldadigen en recht- encta a todos los organismos del matigen invloed uitstrekken tot alle Estado. organismen van den Staat. Geciteerd in La Masoneria ante la Iglesia y la Patria, por Mauricio, p. 3. In Portugal, in Hongarije, in Zwitserland, — men mag zeggen: op het geheele vasteland van Midden- en West-Europa deden zich, mutatis mutandis, dezelfde verschijnselen voor. In vele dier landen, althans de Romaansche en Slavische, droeg de actie een bepaald revolutionnair karakter, gelijk uit citaten nos. 226—253 in dit werk blijken zal, — en zulks stond de Angelsaksische Vrijmetselarij maar matig aan. Vooral bij de Engelsche BBr.\, wier geest zich niet zoo licht van het historisch-conservatieve karakter van hun eilandenvolk kan losmaken als de steeds tot schommelingen en uitersten geneigde natuur der Romanen, viel het revolutionnair gedoe der continentale Broedergroepen in slechte aarde. En zoo luidde het dan ook in eene Engelsche correspondentie aan een Amerikaansch vrijmetselaarsblad: No. 191. THE NEW AGE, New-York, 1909. I. p. 177: TEXT: VERTALING: We {eel, that we in England are better We voelen, dat wij hier, in Engeland, apart from such. people. Indeed, Free- beter doen door ons van zulke lui masonry is in such bad odour on the afzijdig te houden. Inderdaad staat de Continent of Europe, by reason of its Vrijmetselarij op het vasteland van being exploited by Socialists and Europa, waar ze door socialisten en Anarchists, that we may have to break anarchisten wordt uitgebuit, zóó slecht off relations with more of the Grand in de geur, dat we misschien met meer- Bodies toho have forsaken our Land- dere Grootmachten, die onze Grond- marks. regels verzaakt hebben, de betrekkingen zullen moeten afbreken. Geciteerd in the Cath. Ert(yclofiedia, IX, Gruber, p. 783. Schrijven van J. Strahan, registrator der Londensche grootloge, aan de grootloge van Massachusetts over de Fransche Vrijmetselarij. Het is echter niet tot zulk een afbreken gekomen. Integendeel, nooit zijn de betrekkingen tusschen de Angelsaksische, de Romaansche en de Slavische vrijmetselarij zoo nauw geweest als sedert het uitbreken van den Grooten Oorlog, toen hunne landen samengingen tegen het Germanendom. HET GEZAG IN DE VRIJMETSELARIJ Tot het voeren van politiek in eendrachtigen zin, door verschillende, onafhankelijk naast elkander staande machten, is het handhaven van een krachtigen band onmisbaar. Aan de eene zijde moet er sterke en besliste leiding zijn aan de andere welwillende en bereidzame ondergeschiktheid. De Vrijmetselarij heeft dat zeer goed ingezien, en hare organisatie is dan ook geheel od dit beginsel gegrondvest: No. 192. LEXICON OF FREEMASONRY, Mackey, art. Obedience. TEXT: VERTALING: ïlt^nhiu1 °S ?bedien,ce ™nts through Deze geest van gehoorzaamheid doorthe whole system and constitutes one adert het geheele stelsel en vormt een of the greatest safeguards of our insti- der groote waarborgen Jan onze intution. The ma^on is obedient to the stelling. De vrijmetselaar is nphnnr rnaster and the lodge to the grand zaam ïanden Tees£ deVgfaan lodge and this, m its return to the de Grootloge, en deze op har? beurt said landmarks and ancient regula- aan voorzegde handvesten en oude drnL f h °ïer', ThUf iS ü duC re9'ementen der Orde. Op deze wijze degree of subordmation kept up and wordt een juiste graad van ondZae- tine vuritv Pr6$erVed m ltS Pri$- schiktheid bewaard en de instelling in hare oude zuiverheid gehandhaafd. Geciteerd in „La Franc-Ma(onnerüOnclair, p. 307-308, noot. ^ft^eSh!,idvan dit, hiër^hieke stelsel - dat niet altoos met den onafhankelijkheidszin strookte - wordt nadrukkelijk als volgt betoogd: No. 193. 1850EpF^MASON SQUARTERLYMAGAZINE AND REVIEW, TEXT: VERTALING: ïïrssx 1lh:«üsa s* V7f TtoZ s 'et ït -"s s governed in like manner bythesame beho°rt elke ondergeschikte loge het zou voor onze roemruchte Orde met haar eervol verleden onmogelijk zijn haar bestaan nog lang te handhaven zonder een volledige onderwerping in alles aan het Opperhoofd der Broederschap. Als de medebestuurderen en vertegenwoordigers van dat Opperhoofd (die allen uit de ondergeschikten voortkomen) feilen begaan in het beheer der zaken of Inbreuk maken op iemands grondwettelijke rechten, dan kan het euvel gemakkelijk verholpen worden door degenen, die eraan onderworpen zijn, n.1. door het kiezen en afvaardigen van zoodanige, vertegenwoordigers naat gezegd lichaam, als bekend staan om hun juisten kijk op het onderhavig twistpunt. In geen geval zal iemand gerechtigd zijn tot het bedrijven van „daden van geweld en verzet," die erop berekend zijn de Magonnieke Instelling in opspraak te brengen, omdat de bestuursleden en leden der Grootloge wetten en regle¬ menten aannemen, die niet strooken met onze inzichten ter zake. Woorden, overgenomen uit het Freemasons' Monthly Magazine. Hier wordt alzoo onderwerping aan het inzicht en den wil der oversten geeischt, eene organisatie die een merkwaardige overeenkomst vertoont met het hiërarchiek-clericale stelsel der Katholieke Kerk. Inmiddels acht men 't van mac-'- zijde noodig, tegenover verwijten dat de practijk der Loge niet in overeenstemming is met de in woorden gehuldigde vrijheid en democratie, nu en dan te betoogen, dat het systeem alleszins redelijk moet worden geacht: No. 194. ♦ALLGEMEINES HANDBUCH DER FREIMAUREREI, Art. Gehorsam, p. 481, lo kol.: be a matter of impossibility for our glorious and time-honoured Order to exist for any considerable length of time itiithout complete subordinütion in all things to the Supreme head of the Fraternity. If the officers and representatives of that Supreme head (who all go out from the subordinates) commit errors in the management of its affairs, or infringe upon the constitutional rights of any, the evil can easily be remedied by those who are subordinate to it, by electing and sending such representatives to said body, as are known to have correct views upon the question in dispute. It will not justify, by any means, any one in committing ,,violent and riotous acts", which are calculated to bring the Masonic Institution into disrepute, because the officers and members of Grand Lodge adopt laws and regulations which conflict with our views upon the subject. TEXT: Dieser Gehorsam ist daher fern von sklavischer Unterwürfigkeit und Willenlosigkeit; er beruht auf der Kennt- VERTALING : Deze gehoorzaamheid is alzoo verre van slaafsche onderwerping en willoosheid; ze berust op de kennis der wet- nisz der Gesetze sowie auf dem Vertrauen und der Achturig, welche die Logenmitglieder gegen die von ihnen gew&hlten Beamten hegen. ten alsook op het vertrouwen en de achting, welke de Logeleden den door henzelf gekozen ambtsdragers toedragen. Maar de Vrijmetselarij eischt van hare volgelingen meer dan eenvoudige gehoorzaamheid : het moet eene onderdanige, een toegewijde en nooit-talmende gedweeheid zijn; No. 195. THE BOOK OF CONSTITUTIONS, ch. IV: TEXT: These rulers and governors supreme and subordinate, of the ancient lodge, are to be oberjed in their respective stations by all the brethern, according to the old charges and regulations, with all humility, love and alacrity. VERTALING : Deze leiders en bestuurders, de hoogere zoowel als de lagere, van de oude Loge moeten in hun verschillende functiën gehoorzaamd worden door alle broeders, naar luid van de oude statuten en reglementen, in alle nederigheid, liefde en spoed. Geciteerd in „La Franc-Mafonnerü," par Aug. Onclair, p. 307. Onder zulke omstandigheden is uit den aard der zaak de rol, welke niet enkel het bestuur eener nationale maar ook dat eener locale ma?.'. organisatie te vervullen heeft, van overwegend belang tegenover de leden. De besturen erkennen hunnerzijds weder dengene, die met het voorzitterschap belast is, als hoofd, en zoo leidt het in de practijk ertoe, dat de mag.*, president — hij sta dan aan t hoofd van een Groot-Oosten, een Grootloge of een eenvoudige plaatselijke Loge — ten aanzien der hem onderhoorige leden eene ongewone machtsbevoegdheid krijgt. Ma?/, schrijvers erkennen dit ronduit: No. ♦DE VRIJE METSELAREN, door TEXT: De Vrijmetselarij vindt die kracht van samenhang ... in eene tucht, welker gestrengheid door allen gewild is; in eene onderwerping aan den Voorzitter, waarvan men het overeenkomstige in geen andere vereeniging aan- 196. P. Tempels, p. 34: TRADUCTION: La Franc-Ma?onnerie trouve cette fbrce de cohésion ... dans une discipline dont la sévérité est voulue par tous; et dans un assujettissement au président, dont on ne trouve 1'analogie dans aucune autre union. Prof. Bolland heeft van dit citaat (reeds verschenen in Pro en Contra Vrijmetselarijl) gewag gemaakt in rijn geschrift De Vrijmetselarij voorheen en thans, en dit gaf Br.-. Klaver2) aanleiding om het voor te stellen, alsof Br/. Tempels heel iets anders zou gezegd hebben. Schrijves dezes biedt Br.*. Klaver honderd gulden aan voor een door dezen aan te wijzen liefdadig doel, indien schr. niet in staat is hem het bovengenoemd werkje van Br.'. Tempels over te leggen met het citaat ter aangehaalde plaatse, — mits Br.*. Klaver zich bereid verklaart, zijnerzijds eenzelfdé bedrag te schenken voor een door schr. te bepalen doel, indien schr. dit bewijs wèl zou kunnen leveren. Kan het anders, of zulk samentrekken in één persoon van alle bevoegdheid! het recht tot voorstellen van dingen, die hem aangenaam, de macht tot tegenwerken van zaken, die hem onwelgevallig zijn, moet op den duur de geestkracht en den lust tot initiatief bij de leden verslappen, dooddrukken zelfs, indien de betrokken voorzitter, in stêe van met buitengewone gaven behept te zijn, onderscheidenlijk wat betweterig of zelfs heerschzuchtig is aangelegd ? Niet overal vindt men uitgelezen naturen; ook niet onder allen, die voor het presidium van een plaatselijke Loge in aanmerking komen, en zoo Kan men zelfs een mag.', auteur als Findel de klacht hooren aanheffen; No. 197. ♦LEERBOEK DER VRIJMETSELARIJ, Findel (Ned. uitgaaf) p. 128. TEXT : TRADUCTION: Wij kennen Loges, waar het geheele II y a des Loges, oü toute la vie se leven in den Voorz.'. Mr.~. bestaat;— concentre dans le Maitre-en-Chaire; hij is de alpha en de omega, hij is il y est le commencement et la fin, het bewegende en besturende ele- 1'élément moteur et directif; ce qu'il ment; wat hij wil, is wet, wat hij als veut, c'est la loi: ce qu'il considère recht beschouwt, is recht. comme droit, y est le droit. Deze toestanden komen veel meer Cette situation est de beaucoup plus frétj'oor, dan men wellicht meent. quentequ'onne serait incliné a le croire. Van de „democratie" komt, als begrijpelijk, in zulke Loges weinig terecht. Ze zijn nog wel democratisch in naam, maar de werkelijkheid is geheel anders. Er zijn Vrijmetselaren, die ook geen moeite doen zulks te ontkennen, het feit zelfs min of meer voor alle Loges toegeven: No. 198. ♦THE FREEMASON'S QUARTERLY MAGAZINE AND REVIEW, 1850, p. 43: TEXT: VERTALING: A lodge is a democracy; but no auto- Eene loge is eene democratie; maar geen crat was ever so powerfvl as the alleenheerscher was ooit zoo machtig als Master of a lodge. de Voorzitter eener Loge. ') Contra, ]ac. P. van Term, p. 28. *) Dt Vrijmetselarij en prof. Bolland, p. 11 v.v. Nog openhartiger BBr.\, het karakter hunner Orde bespiegelend, schromen zeüs met, de gansche „democratie" eruit weg te vagen als eene leus, die aeen echt wapenschild schraagt: Onze Bond is aristocratisch," aldus schreef Br.'. M. Reepmaker in het/aarboekjev.Ned. Vrijm.') Dit is geen uitzonderlijke opvatting. In het land, waar de moderne vorm der Vrijmetselarij zijn oorsprong nam. en waar de leiders geacht mogen worden de traditie het trouwst te hebben vastgehouden en den geest der stichting het best te kennen, heette het reeds eerder- EREEMASON'S CHRONICLE (London) 1885, I, p. 259: TEXT : VERTALING: Freemasonry has no right to be po- De Vrijmetselarij heeft het recht niet, pular. It is a secret society. It is for populair te zijn. Ze is een geheim e few not the many, for the select, genootschap. Zij is voor de enkelinnot for the masses. gen> niet £ VQor de korenen, niet de massa. Geciteerd in The Cath. Encyclopedia, IX, p. 777, Gruber rL7^",ThilL~and °Ver9en0men Uit het N-Amerikaansche vrijmetselaars-tijdschrift En in het land der democratie bij uitstek werd geschreven: No. 200. LE FRANC~MA£ON, Janv. 1854, p. 9 v.v. heeft omhooggeheven, zal er altijd zekere leegte om haar henen zijn, Geciteerd in la Franc-Mafonnerie, Neut, I, p. 27. ') 1893, p. 92. No. 199. TEXT: VERTALING: Mais pour assurer sa marche, elle [la Pranc-Magonnerie] ne procédé que par voie d'élection; elle laisse, entre elle et la foule, la distance qui lui permet de voir ceux qui s'avancent a sa téte, et ne veut grossir son cortège que de ces natures d'élite. Aussi, tant que ses doctrines n'auront pas prévalu, tant qu'elle n'aura pas élevé tout d son niveau, il se fera une sorte (Tisolement autöur d'elle. Maar om haren voortgang te verzekeren, gaat zij [de Vrijmetselarij] enkel langs den weg der uitverkiezing te werk; zij laat tusschen zich en de massa den afstand, die haar in staat stelt degenen te zien, die aan haar hoofd schrijden, en wil haren aanhang slechts met uitgelezen naturen vergrooten. Zoolang dan ook hare leer* stellingen niet de overhand hebben behaald, zoolang zij niet alles tot zich Het ii het oude stelsel alzoo, gelijk men het bij de Rozenkruisers, de Tempeliers, de Egyptische magiërs toepaste: het is bestemd voor een keurkring, voor bepaalde groepen uitgelezenen, niet voor het volk. Practisch wordt het lidmaatschap der Loges voor de leden der volksklassen ook ontoegankelijk gemaakt door de vrij hooge entree-gelden en contributiën, welke door de locale Werkplaatsen van hare deelnemers worden gevorderd. Ook heeft de democratie der Loge zelfs in een democratisch land als de V. S. van N.-Amerika hare leden er nog niet toe kunnen brengen, hun vooroordeel te overwinnen tegenover hunne mede-BBr.*. van het zwarte ras, dat algemeen inde Nieuwe Wereld als een tweede-rangs-ras beschouwd wordt. Trouwens, de humaniteit zonder aanzien van ras of kleur, al wordt ze in de Vrijmetselarij theoretisch geleeraard, wordt practisch niet oveial toegepast. Bij de bekende ramp van Krakatau, in 1883, toen inlanders en blanken — vooral inlanders — zwaar getroffen werden, trad een comité uit de Loge De Ster in het Oosten, op en collecteerde op eigen hand alleen voor de Europeanen, — eene daad, zoo onmagonniek, dat het Weekblad voor Vrijmetselaars1) er niet aan wilde gelooven. Een teekenend staaltje van „democratie" in Europa wordt van ma?.*, zijde als volgt verhaald: No. 201. MONDE MAgONNIQUE, t. I, p. 208: TEXT: VERTALING: Quelques vénéralfles députés onl vu Sommige afgevaardigden, logevoorzitleurs Frères servants, debout, der- ters. lieten hun dienende BBr.\ den rière eux, pendant tout le temps du geheelen duur van het feestmaal achter banquet, et ne leur ont pas fait offrir zich staan, lieten hun niet eens een une chaise ou une place a une table stoel aanbieden of een plaats aan een commune ... Pourquoi donc les hu- aparte tafel... Waartoe die vernedemilier? J'ai fait un signe a Vun d'eux, ring? Ik heb een hunner een teeken je lui ai versé un verre de vin de ma gegeven; ik schonk hem uit mijn flesch bouteille, et j'ai Irinqué avec lui: il een glas wijn in en klonk met hem; était évidemment heureux de cette hij was zichtbaar verheugd over dit marqué de sympathie fraternelle. blijk van broederlijke sympathie. Geciteerd in la Franc-Ma^onnerie, Neut, I, p. 33. De woorden zijn het besluit van een verslag, uitgebracht door Br.*. Léon Hollaenderski. 18.'., over het Ordefeest van het Gr.'. O,", der Nederlanden, den 30 Mei 1858~gevierd te 's-Gravenhage. Waar zulke dingen reeds van den kant van lagere Vrijmetselaren jegens nog lagere mogelijk zijn, make men zich geen luchtkasteelen over de verhoudingen, ') No. van 4 Nov. 1883, p. 347. Een geliefkoosde taktiek der Vrijmetselarij is dan ook, om bepaalden instellingen, die zij wenscht tot stand te brengen, niet haar stempel op te drukken — ze weet, dat dit velen ervan zou afschrikken, ■— maar ze als neutrale, voor ieder toegankelijke stichtingen te doen voorkomen, hetgeen het voordeel biedt, dat ze eenerzijds een groot aantal leden kunnen werven, anderdeels niet uit de logefondsen behoeven bekostigd te worden. Zulke instellingen zijn b.v. in Nederland de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, door Jan Nieuwenhuyzen gesticht, in Frankrijk de Ligue de 1'Enseignement van Br.'. Jean Macé, in Engeland de Boy Scouts. Natuurlijk is het voor de Vrijmetselarij zaak, daarbij te zorgen voor het behouden van een overwegenden invloed in het bestuur en de leiding van zulke lichamen. Moeilijk is dit niet, daar het mag.-, karakter van vele leden geheim kan worden gehouden, en dezen aldus hun invloed kunnen doen gelden. Deze schets van den toestand achte men niet een losse bewering. Ze kan met meerdere getuigenissen worden gestaafd. We zullen ons met enkele tevreden stellen: No. 206 ♦JAARBOEKJE VOOR NEDERLANDSCHE VRIJMETSELAREN, 1890, p. 141: TEXT: TRADUCTION: Het strookt'. .. volkomen met aard en II est parfaitement ... conforme a la roeping der Orde, dat niet de Loge nature et a la vocation de 1'Ordre que ce zelve met hare fondsen inrichtingen, n est pas la Loge elle-même qui fonde van welker riuttigheid zij overtuigd avec son argent les institutions, de is, in het leven roept... 1' utilité desquelles elle est convaincue. Ik voor mij geef weinig of niets om Quant a moi je ne fais peu ou poinc een gebouw, in welks gevel passer en de cas d'un édifice dont la fasade est winkelhaak prijken; maar ik hecht ornée du compas et de 1'équerre; mais veel aan instellingen, op het initiatief je tiens beaucoup è des institutions van \ rijmetselaren door profanen op- fondées par des profanes sur 1'initiative gericht, waarin de geest der Orde de F.'. M.'., dans lesquelles 1'esprit de woont en hare beginselen hoog ge- 1'Ordre demeure et oü ses principes houden worden . .. Zoodoende kun- sont vénérés ... C'est ainsi que nous nen wij op profaan gebied in vele pouvons obtenir, sur le terrain profane, dingen de leiding verkrijgen, die ons en maintes choses la direction qui nous toekomt... revient *. Deze woorden zijn geschreven door den gedeputeerden (d.w.z. „vice") grootmeester van het Nederlandsch Groot-Oosten, Br.'. A. M. Maas Geesteranus. Een tweede, dergelijk citaat is te vinden in het „Contra Vrijmetselarij" van schr. dezes ')• ■ i ') Pro en Contra, Iir, 9, p. 23. En wat betreft de bovenbesproken voorzorg om door het lidmaatschap van VrijmV. in besturen van bepaalde lichamen den invloed der Orde op den gang van zaken te waarborgen, leze men: No. 207. TRACÉ DES TRAVAUX DE LA GRANDE FÊTE SOLSTICIALENATIONALE, célébrée par le Gr.*. Or.\ de Belgique, le 24e/. J.\ du 4e M.\, 1'An de la Ve.\ L.\ 5854. TEXT: .. . partout oü Voccasion se présente d'étre utile, il faut qu'il y ait ld tin Mag.-.; il {aut que, dans toutes les administrations publiques, dans toutes les administrations de eharité et de bienfaisance, il faut que la Mag.-, soit la qui veille et qui combatte s'il le faut... VERTALING: .. overal waar de gelegenheid zich voordoet om nuttig te zijn, behoort een Vrijm.'. te wezen; in alle openbare besturen, in alle instellingen van w«ldadigheid en hulpbetoon dient de Vrijmetselarij aanwezig te zijn, wakende en, zoo noodig, strijdende .. . Geciteerd in Les F.-M. fieinls par eux-mémts, p. 32. Woorden van den Groot-Redenaar, Br.'. J. Bourlard. Het zal menig lezer wellicht verbazingwekkend voorkomen, dat een misleidend optreden door de Vrijmetselarij niet enkel, tegenover de profanen maar zelfs tegenover de eigen BBr.\, de „ingewijden," zooals zij zich meenen te zijn, wordt toegepast. Deze dupen zijn op de eerste plaats de Vrijmetselaars der lagere graden. De meest beroemde Amerikaansche grootmeester van den Schotschen ritus heeft het met ietWat prikkelende openhartigheid en durf neergeschreveri: No. 208. ♦MORALS AND DOGMA, A. Pike, p. 819. TEXT: The Blue degrees are but the outer court or portico of the Temple. Part of the symbols are displayed there to the Initiate; but he is inlentionnally misled by false interpretations. lt is not intended that he shall understand them; but it is intended, that he shall imagine he understands them. Their true explication is reser- VERTALING : De blauwe graden zijn maar de buitenhof of de portiek van den tempel. Een deel der symbolen wordt daar den ingewijde vertoond, maar hij wordt met valsche uitleggingen opzettelijk misleid. De bedoeling is niet, dat hij ze zal begrijpen; bedoeld wordt, dat hij zich zal verbeelden ze té begrijpen. De ware uitlegging ervan wordt be- ved for the Adepts, the Princes of Masonry . . . lt is well enough for the mass of those called Masons to imayine that all is contained in the Blue Degrees; and whoso attempts to undeceive them will labor in vain, and without any true reward violate his obligations as an Adept.., There must always be a common.place interpretation for the mass of initiates of the symbols that are eloquent to the Adepts. waard voor de doorkneden, de vorsten der Vrijmetselarij... Het is al mooi genoeg voor de massa der dusgenaamde Vrijmetselaren zich te mogen verbeelden, dat alles in de blauwe graden besloten ligt. Alwie probeert hen tot beter inzicht te brengen, zal vergeefsch werk doen en zonder eenige belooning van waarde zijn plichten als vertrouweling schenden. Van de symbolen, die voor de kenners welsprekend zijn, moet er altijd een nietszeggende uitleg wezen voor de massa inwijdelingen. Van Pike's Morals and dogma schreef de Londensche Br.". Cook, 33er.-. in het Off. Buil. of Charleston, 1884, p. 33 v.v., dat hij het in wereldwaarde onmiddellijk na den Bijbel en het (Angttcaansche) Common Prayer Book stelde (Gerber t. a. p.) Uit het bovenstaande blijkt, dat het niet in een tot de profane buitenwereld beperkten zin moet worden opgevat, als Pike in een andere passage van hetzelfde werk reeds uitdrukkelijk den opzet van het bedrog erkend had, waar hij zeide: No. 209. 'MORALS AND DOGMA; Alb. Pike, p. 105. TEXT: Masonry fealously conceals its secrets and intentionally leads conceited interpreters astray. VERTALING: Naijverig verbergt de Vrijmetselarij hare geheimen, en opzettelijk leidt zij sluwe navorschers om den tuin. Om ten overvloede aan te toonen, dat dergelijke misleiding zich niet tot de Angelsaksische of overzeesche Vrijmetselarij bepaalt, noch uit den laatsten tijd dagteekent, volge hier nog eene aanhaling uit een reeds oud werk van een Nederlandsch Vrijmetselaar, die in zijnen tijd in het ma?.', genootschap in hoog aanzien stond: No. 210. *DE VRIJMETSELARIJ IN DRIE ZANGEN, Br.*. J. Schouten, Voorrede, p. III. TEXT: TRADUCTION: Er is veel en in velerlei talen geschre- On a beaucoup écrit, en plusieurs ven over de Vnimetselarii. Wie in langues. sur la Franc-MaConnerie. Seul hare geheimen is ingewijd, weet al- celui qui estinitié dans ses secrets sait leen van uit die groote menigte van distinguer, dans eet énorme amas d' geschriften datgeen te onderscheiden écrits, ce qui a de la valeur ou non- wat meer en minder waarde heeft; tandis que ceux ó qui son caractère terwnl ziU die onbekend zijn met ha- et son but sont inconnus, tachent vaine- ren aard en strekking, zich vruchte- ment de découvrir la vérité paree loos vermoeden om zoo mogeUjH, qu'a chaque effort, ils sont misendé- rt Z til Z * f TCn' ïaaT rOUte Par des données variables et des zii bil elke poging ■tot onderzoek m explications contraires. verwarring gebragt worden door verschillende opgaven en tegenstrijdige uitleggingen. , Men leze dit citaat aandachtig. Uit de hos. 166 en 208 is gebleken, dat ook de lagere Vrijmetselaren door de hoogere worden geacht niet in de geheimen der Orde te zijn doorgedrongen. En het zullen toch ook wel Leerlingen Gezellen en Meesters zijn, allicht in grooter aantal dan „profanen," die door het bestudeeren van mag,', geschriften — voor hen trouwens gemakkelijker bereikbaar dan voor niet-Vrijmetselaars — nader van strekking en doel der Orde op de hoogte trachten te komen. Zij stuiten telkens op de moedwillia aanrrAnrarhffl fananrfm.'J.1»» • uuuyvwiuvuiv v,noti.ijvuiyc uiucyyinyen * * * Er is inderdaad voor de lagere BBr.\ een zekere critische zin en een stevige volharding noodig opi tegen dezen stroom van misleiding in te gaan Meer dan voor den profanen auteur, die het voordeel heeft, dat hij de hem in handen komende geschriften objectief kan bestudeeren, de tegenstrijdigheden zitten, zonder zich te behoeven weren tegen de suggestie, die van de eindelooze redevoeringen („Bouwstukken" noemt het mac.\ taaleiaen ze) in de Loges uitgaat. Uit den aard der zaak lijden die redevoeringen doorgaans aan holheid. De Meesters.'., zeiven slechts gebrekkig ingelicht en bovendien tegenover hunne Gezellen en Leerlingen aan zekere mate van geheimhouding gebonden, kunnen over t algemeen in hunne toespraken aan inhoud weinig zaaks bieden ' moete" hun fraebt zoeken in den vorm, en... niet elke Red.', is een geboren redenaar. Vandaar de klachten over de leegheid der „Bouwstukken," die men zoo vaak in de geschriften der lagere Vrijmetselarij tegenkomt en waarvan hier een enkel staaltje moge volstaan: No. 211. *MACONNIEK WEEKBLAD, 2 September 1872. TEXT: De phrase heeft bij ons veel grooter heerschappij gekregen dan men wellicht zou denken; daar zij in den regel met een zekere declamatorische hoogdravendheid optreedt, wint zij niet zelden ook de beteren, maakt ze zwak en kweekt een misvormd menschdom aan, dat zonder veerkracht is en nog slechts hecht aan het gerammel der woorden. TRADUCTION : Chez nous, la pbrase a obtenu une autorité de beaucoup plus grande qu' on ne serait enclin a le penser; en se présentant généralement non sans certaine emphase elle gagne souvent aussi les meilleurs, les amollit et fait surgir une humanité déformée qui manque de vigueur et qui ne s' attaché qu' au bourdonnement des paroles. Degenen, die niet weten door te dringen in den geest der Vrijmetselarij of, er wel in doordringend, haar niet op hare verdere banen wenschen te volgen, vinden dan ook in de lagere regionen, waar zij veroordeeld zijn te blijven, weinig bevrediging. En wat er dan gebeurt, hangt van de karakters af: de serieuzen, teleurgesteld, wenden zich van de Loge af, d.w.z. dat zij de bijeenkomsten niet regelmatig, ten slotte soms in 't geheel niet meer bezoeken; de oppervlakkigen, die met minder tevreden zijn, mopperen wat in hunne bladen maar schikken zich overigens zoo goed mogelijk: Eerste categorie: No. 212. *L'lINION FRATERNELLE, Tijdschrift voor Vrijmetselaars, jrg. I, p. 3 : TEXT: TRADUCTION: Waarom hebben zoo vele Br.-., die een sieraad zijn in de maatschappij, reeds korlen tijd na hunne opname, den tempel vaarwel gezegd? Waarom? Omdat zij daar bij de massa te vergeefs zochten naar dien adeldom van geest, naar dien moreelen ernst, die ons bezielt met den fieren onwrikbaren levensmoed, die in de eerste plaats noodzakelijk is bij 't streven naar ons grootsch, ons heerlijk ideaal ... Tant de frères qui sont un ornement dans la société civile ont tourné le dos au temple, peu de temps après leur initiation. Pourquoi cela? Puisqu' ils cherchaient en vain, dans la masse, cette noblesse d' esprit, ce sérieux moral qui nous anime d'un courage fier et indomptable, nécessité primordiale pour la recherche de notre grandiose et sublime idéal. Tweede categorie: Np. 213. FREEMASON'S CHRONICLE, (Londen) 1892, I. p. 246: TEXT: VERTALING: mand geevenaard of overtroffen. Geciteerd in the Cath. Encyloficdia, IX, Gruber. p. 781. Dat er aldus feitelijk een schifting, eene keur gemaakt wordt om te zien wie geneigd èn geschikt zijn om „verhoogd loon te ontvangen" (d.w.z. om tot een zeïven*nieten W° platen). zien de meeste BBr.-. waarschijnlijk * * * totVde Vriimfe®- /reden ,mafr weini9 leden uit de profane maatschappij voelen jT1 -1"' de beweegreden, dat zij zich zoozeer gedrongen ukslukenH^ «humane en andere idealen na te streven, die de Loge zegt a d meLï beoo9en. In verreweg de meeste gevallen - de mensch blijft ]d mensch _ vraagt degene, die over toetreding tot de Orde denkt zich deze ^ E< « zeker zich Pthir k9^? den, met de overweging, dat het eene voldoening geeft doch mees J Ts^nier ïf 9ezeIschap van gelijkgezinden na te streven, wereld k m i altr"lsme maar egoïsme de drijfveer. In de profane . ^aar. al te zeer het gerucht verspreid, dat men — vooral in bede besrhï6 m aau90Wefen carrières - bet hest vooruitkomt, als men zich ervan aanTènoJnni 1 lÊ 9^nootschaP verzekert door het lidmaatschap zuSr m cfl ^ zulke gevallen is soms eerzucht, een enkele maal win- die tót deSn660 " t "°tieven 9emengde beweegreden de stuwkracht, de aanvrage van het lidmaatschap drijft. 14 No. 214. FREÈMASON'S CHRONICLE (London) 1881. I. p. 66: VERTALING: TEXT: Numbers are being admitted.... whose scle object is to make their membership a means for advancing their pecuniary interest. Talloozen worden toegelaten,... wier eenig doel is hun lidmaatschap te gebruiken als een middel om hun geldelijk belang te bevorderen. Geciteerd in 7 he Cath. Encyclopedia, IX, p. 777, Grober. In Nederland maakt de Vrijmetselarij in deze al geen uitzondering: No. 215. ♦DE VRIJMETSELARIJ EN PROF. BOLLAND, Br '. Klaver, p. 37: TRADUCTION: TEXT: .. . terwijl het ideaal der magonnerie hoog is en heilig — is er in het logeleven .. . dikwijls veel laags en onheiligs .. .En al wordt ook nog zoo streng toegezien bij de toelating van nieuwe leden, ... — men kan niet lezen in iemands hart. En zoo kan het gebeuren dat de baatzuchtige — aangelokt door het sprookje van onderling hulpbetoon; de nieuwsgierige, door zucht naar het geheimzinnige; de „Streber" hopend door de loge gepousseerd te uxorden, binnenkomt... en' binnen blijft. Kleine geesten — men vindt ze in elke loge ... naamvrijmetselaren, die van het maQonniek olfabet zelfs de eerste letters niet ... si 1'idéal de la Magonnerie est élevé et sacré, dans la vie des loges il y a souvent beaucoup de vil et de profane. On a beau veiller rigoureusement sur 1'admission de nouveaux membres, on ne peut cependant lire dans le coeur humain. Ainsi il est possible que L'égoïste, alléché par la fable du secours mutuel, le curieux, par 1' attrait du mystérieux, 1'ambitieux, espérant trouver promotion, entrent dans la Loge... et y restent. De petits esprits, on les trouve dans chaque loge; ce sont des magons de nom qui ne savent même épeler les premières lettres de 1'alphabet magonnique. kunnen spellen. Is het dan waar, dat de Vrijmetselarij hare leden in het burgerlijk leven vooruit tracht te helpen ? In zekeren zin, ja: minder in het begunstigen van elkanders zaak of bedrijf (een koopman zal bij een Br.', niet duurder koopen dan bij een profaan!) als wel in het steunen en voorwaarts schuiven van die medeBBr.*., waarvan zij weten dat dezen in publiekrechtelijke colleges, als ambtenaren enz. de werkdadigheid den Vrijmetselarij kunnen bevorderen en soms in wijden kring kunnen helpen uitstrekken. No. 216. TASCHENBUCH FÜR FREIMAURER, auf das Jahr 1849, Br.-. Ludwig Bechstein, p. 272: TEXT: VERTALING: Die Maurerei macht sich im Staats- De Vrijmetselarij doet zich gelden ia e en ge end, sie verschaf ft den Brü- het leven van den Staat; zij bezorgt dern emehohere Stellung auch nach den Broeders eene hoogere positie. Auszen, diese Wirksamkeit ist er\reu- ook naar buiten. Deze werkzaamheid hch, und wxr sollen m dieser Rich- is verblijdend, en wij dienen in difc tung fortfahren zu wirken. richting voort te blijven gaan. Geciteerd in der Freimaurer-Orden, Eckert, p. 281. Metterdaad is de Vrijmetselarij blijven voortgaan in deze richting te werken. at zij onder republikeinsche, anti-clericale gouvernementen, wier inzichten veelal met die der Vrijmetselarij strooken, daarin geslaagd is, mag geen wonder eeten. oterker is, dat zelfs in vuistvast-bestutirde on-magonnieke landen de regenten den verborgen invloed van het Genootschap voelbaar gewaar werden. l . Blsmarck klaagde over den onzichtbaren dwang, dien hij vanwege het geheime genootschap had te verduren. In een geschrift „Ein offenes Wart an die glattbigenProtestanten" verhaalt vrijheer von Berlichingen, dat Bismarck zich m 1865 aldus tegenover Von Savigny heeft uitgelaten r „Ge zult het nauwelijks gelooven, Savigny, welk een geweldigen maar verborgen invloed de Vrijmetselaren uitoefenen op de regeeringszaken. Als ik den koning iemand voor een ambt voordraag, neemt hij zeer vaak mijne voordracht aan en onderteekent het benoemingsbesluit. Dan, terwijl het nog in het ministerie ligt, ter verzen ing gereed, word ik een paar dagen later weer bij den koning geroepen, en ij zegt me. „Bismarck, dien man, dien ge me daar voorgedragen hebt, unnen we den post niet geven: er hebben zich onverwacht bezwaren van particulieren aard voorgedaap. Neem liever dezen." Én dan noemt de koning mij een man dien ik nauwelijks ken; als ik achteraf naar hem informeer, is t altijd een Vrijmetselaar. Daarom zeg ik je: de Vrijmetselaars hebben een 28F Aug6" 9 H) ° waarte9en ik niet opgewassen ben." (Vgl. Köln. Vztg., Men houde hierbij in het oog, dat koning Wilhelm I van Pruisen zelf ook Vrijmetselaar was. ElCï^ ^laa't a,s P^ats aan, waar Bismarck zich over zulk gedoe beklaagde: Gedanken und Erinnerungen, 1898, I, 302 v.v. J" fCn, ,der Duitsdie Loge-organen: Bausteine (van Juni 1915) kan men rondweg verhaald vinden, hoe Ernesto Nathan, oud-burgemeester van Rome en oudroof meester der Italiaanscha Vrijmetselarij, den lucratieven post van regeerings-commissans bij de Wereldtentoonstelling te Chicago kreeg, welk ambt hij op zijne beurt weer benutte „ten profijte van zijne vrienden en beschermers" (t. a. p., blz. 99). Anderen profanen is het weer te doen om wat anders dan geld of officiëele eer. Het is de klasse der parvenu's, die door haar lidmaatschap van de Loge op vertrouwelijken, gelijken voet hoopt te komen met menschen, die door geboorte of beschaving hooger staan dan zij, en waarmee zij in het profane leven niet in aanraking kunnen komen. No 217. FREEMASON'S CHRONICLE, 1885, dl. I, p. 259: TEXT: VERTALING: In Masonry they find the means of In de Vrijmetselarij zien velen het reafly access to society, which is de- middel om gereedelijk toegang te krijgen nied to them by social conventionali- tot kringen, die hen om standsover- ties. They have wealth but neither by wegingen buitensluiten. Zij hebben geld, birth nor education are they eligible maar geboorte noch opvoeding ver- for polite and fine intercourse . . . oorloven hun deel te nemen aan beschaafd en welgemanierd onderhoud.... The shop is never absent from their Uit al hun woorden en daden spreekt words and deeds ... nog de toonbank ... The Masonic body includes a large De Vrijmetselarij bevat wèl 'n groot number of publicans ... getal plebejers!... Geciteerd in tht Cath. Encychpedia, IX, Gruber, p. 777. De teleurstelling voor dezulken is echter meestal groot. Binnen de wanden van den Tempel erkennen en aanvaarden de BBr.\ van denzelfden of lageren rang hen wel als huns gelijken, maar daarbuiten stolt veelal de intimiteit weer tot eene koele beleefdheid. Een sprekende karaktertrek in de Vrijmetselarij is die, welken men ook in de gesloten middeleeuwsche gezelschappen der bouwgilden en Rozenkruisers aantreft: de op de spits gedreven korpsgeest. Deze gaat zoover, dat hij niet meer vraagt naar recht of rede, maar louter: is het een eedgenoot, die er te helpen valt? De mogelijkheid, dat een eedgenoot ongelijk en zijn tegenstander recht heeft, oefent bij sommige ma?.", moralisten geen invloed op de overweging uit. De Vrijmetselaar van den Royal-Arch-graad belooft dan ook in zijne eedsformule: No. 218. AMERICAN RITUAL, Duncan, p. 229. TEXT: „I will assist a compahion R.A.Mason, when 1 see Mm engaged in (iny difficulty and will espouse his cause so as to extricate him from the same whether he be right or wrong". VERTALING: „Een mede-metselaar in den RoyalArch-graad zal ik bijstaan, waar ik hem ook in moeilijkheden zal zien; en ik zal 't voor hem opnemen om hem eruit te redden, onverschillig of hij in zijn recht ui m t unrecni. Geciteerd in the Cath. Encvcloéedia. IX. Gruber 777 Een dergelijken eed legt in den Schotschen ritus de Br.\ af, die tot den 30sten graad (Kadosch) gaat worden toegelaten : No. 219. THE INNER SANCTUARY, Pike, VI, p. 488. TEXT: „/ pledge myself never to harm a Knight Kadosh, either by word or deed . . .; / vow that if l find him as a foe in the battlefield, I will save his life, when he malies me the Sign of Distress, and that 1 will fj~ee him from prison and confinement upon land or watKr, even to the risk of my own life or my own liberty VERTALING : „Jk verbind mij nooit een Ridder Kadosch door woord of daad te schaden ; ....ik beloof, dat, mocht ik als vijand op het slagveld tegenover hem staan, ik hem 't leven zal redden, als hij mij het Noodteeken maakt, en dat ik hem vrijwaren zal van opsluiting en gevangenis, zoo te land als ter zee, zelfs ten gevare - —- van mi n eiaen leven en vn'iVi^irl Geciteerd in the Cath. Encychpedia, IX, Gruber p. 780. £l!n ?lne,fl0fte ranJ*nd tot het uiterste, zonder dat zelfs het voorbe- ovënutad m,!t? , V'"°,,«de onschuldi9 zij of althans niet van schuld * ♦ * Wat betreft de zedelijkheid, in den nauweren zin van het sexueele vraaostulc STS2KSÏ — voorzichtig en SdTÏkSÖ SLiVv™S.rOOK':llaPPen e° alle slekels tornen onder de aangedragen z.ch dezen of genen? maar: wat leert op dit stuk het Genootschap? In hare exoterische — voor de buitenwereld bestemde — leer onderwijst de Vrijmetselarij beginselen, die goeddeels met de edelste princiepen van den Mozaïschen en den Christelijken godsdienst' strooken. De lezer zij ten deze nogmaals verwezen naar cit. no. 131. In hare esoterische leer — die, welke alleen voor de ingewijden is bestemd, gelijk zulks ook het gebruik was in de Egyptische mysteriën — klinkt echter somwijlen een andere toon. Niet enkel Clavel en Ragon maar ook Pike en Mackey erkennen, dat de ma?.', symboliek verwijst naar den cultus der oude, bovenal der Egyptische mysteriën, waarvan de Vrijmetselarij de gelouterde traditie tracht te volgen. Hier nu is het Genootschap op een gevaarlijk terrein. Van de antieke mysteriën kan, van na-Christelijk standpunt bezien, weinig goeds getuigd worden. Een van Encyclopedistischen geest doortrökken schrijver als Noël1) getuigde ervan: Ces myStères dégénérèrent souvent en Deze mysteriën ontaardden vaak in infamies que le voile religieux favorisait, schandelijkheden, die onder een godset se célébraient dans des grottes plus dienstigen sluier bedekt werden, en propres a receler des crimes qu'a werden gevierd in grotten, die meer célébrer des cérémonies religieuses. geschikt waren om misdaden te verbergen dan om godsdienstige plechtigheden te vieren. Wanneer men de mythe van Isis en Osiris kent, en bedenkt dat te Athene, waar ze ook gevierd werd, bij de Phallische feesten afbeeldingen van de menschelijke geslachtsorganen in optocht bij klaar daglicht over straten en wegen werden rondgedragen, dan kan men zich een vaag denkbeeld vormen van de dingen, die er in de besloten nachtelijke mysteriën en liefdemalen bij de antieke Egyptenaren plaats grepen. Br.*. Mackey in zijn Lexicon (i.v. „Phallus"), Br.*. Oliver in zijn Signs and Symbols (p. 206—217)2) beschrijven het inwendige van het gedeelte van een Egyptischen tempel: The Middle Chamber and even the Het middenvertrek, en zelfs het Heilige Sancta Sanctorum, as adyta or most der Heiligen, als adyta of heiligste holy parts of each temple, usually con- deelen van eiken tempel, bevatten getained hideous objects of phallic wor- woonlijk afschuwelijke voorwerpen van ship. • phallus-vereering. Het is waar, dat de Vrijmetselarij deze uitspattingen als eene ontaarding van de zuivere natuurleer der Ouden beschouwt en met deze dingen zoo weinig gemeens wil hebben, dat in die reden vermoedelijk de oorzaak is te zoeken ') Dictionnaire de la Fable, II, p. 262, i.v. Mystères. ') Gecit. in Cath. Encyclopedia, IX, p. 779, Gruber. van het hardnekkig verzet van vele harer hoogste ingewijden tegen de gemengde Loges (zie nos. 126 en 129). Maar het zij herhaald: hier bevindt de Vrijmetselarij (we spreken niet van de Blauwe, waar deze symboliek geheel buiten valt) zich op gevaarlijk terrein. Historisch, theoretisch, in abstracto. kortom louter als symbool houdt de hoogere Vrijmetselarij de heugenis aan de oude mysteriën vast. Pike erkent, dat de zinnebeeldenkunst der Vrijmetselarij met name herinnert aan de zonne- en phallus-vereering der oude mysteriën,») als emblemen van de voortbrengende kracht in de natuur en in het menschdom, Welken dam kunnen Pike c.s. echter stellen, wanneer zich in de Orde hier en daar neigingen zouden openbaren, om die herinnering niet tot een louter historisch herdenken te bepalen ? Men achte deze mogelijkheid niet totaal uitgesloten ; ze heeft zich metterdaad reeds lang voorgedaan: No. 220. WIENER JOURNAL FüR FREIMAURER, 3 Jahrg., H. 4, p. 78 v.v.: TEXT: VERTALING: daJlZleZht' erinnT, Zï dÜ:ienu Ik 9eloof niet te hoeven herinneren, ZZu T UUSere tal$Che Züch- dat raen over o^e valsche zedigheid t gkeit hmweg seinmusz. Das For- moet henenstappen. Het zoeken naar schen nach Wahrheit ist em edler waarheid is een edele wensch, de W unsch, die heiligste aller Beschdf- heiligste aller bezigheden in onze getigungen m unseren Mystenen und heimenissen en in die van de godin indenen iener Gottm lsis, die als die Isis, die als de Zeer-Wijze in onze wirrï nl l"UUSeAen Teir'peln verehrt tempels wordt vereerd, als de aangewird als die Angenehmste. Wird naamste. Wordt niet om deze reden pellZ'gZZ?' Te"" °°2e l5to° Geciteerd bij G. M. Pachtler, Der Götze der Humaniteit, p. 294. Het mag veeleer beschouwd worden als een bewijs van het patuurlijk rechtschapenheidsgevoel van de massa der Vrijmetselaren, dat theorieën aï de uitgebreTdelchaaL1 aanle'dm9 hebben 9e9even tot schandaleuze practijken op tooaeïv^ÏÏ F'053116 SC,h7?vers' die' om de zedelijke verdorvenheid te beie i .. i°^e' afn^hngen uit ma£.\ zang- en liederenbundels voor- XlXde V7rkeUr UU hetLeinde der XVIIIde ^ 't allereerste begin der jV ef w" Zl) vergeten echter, dat zij daarbij minder bewijzen omtrent titó"akreda^on3"1!!19 I Vrij™ftseIarji dan wel Van het geheele toenmalige Franschp r,11f ♦ ,knn9en. d',e °nder den (toen ^eer sterken) invloed der _anschejcultuur stonden, zoowel in als buiten de Loge zijn invloed deed ) Marais and Dogma. p. 771 v.v., _ gec. in Cath. Encycbpedia, IX. 779, Gruber. gelden. Natuurlijk ontkwam de Vrijmetselarij daar te minder aan, wijl zij, krachtens haar doctrine van den natuur-godsdienst, op moreel gebied altijd eenigszins lossere opvattingen had dan degenen, die zich aan een dogmatisch godsdienststelsel vasthielden. Het zou ons niet moeilijk vallen eenige vellen druks te vullen met afdrukken van dubbelzinnige, en ergere, verzen en liederen uit ma?.', gezangboeken van die periode. Dit zou echter slechts een overdreven indruk geven en, gelijk gezegd, minder de Vrijmetselarij dan den tijd karakteriseeren, die, via een bloedige revolutie, nauwelijks uit de periode der markiezensalons vati mmes. de Pompadour, de Montespan e. a. ontsprongen was. De verdorvenheden der oude mysteriën treft men trouwens in de gedrukte monumentjes Uit dien tijd niet aan. Wat men er telkens en tot hetwulpsche toe in ontmoet, is de hang naar de vrouw, het echt-Fransche Cherchez la femme. Een enkel citaat moge, ter typeering, volledigheidshalve volstaan: No. 221. •LA LYRE MAgONNIQUE, p. 40: TEXT: ' VERTALING: IMPROMPTU VERSJE-VOOR-DE-VUIST A MADAME **» AAN EEN DAME*** AIR: J'ai vu parfcoutdans mes voyages. Wijze:)'ai vu partoutdans mesvoyages. VOUS étes franche, aimable et b/ohne, Gij zijt goed, lief en frank; Et vous savet nous captiver; gij weet ons in te palmen... Mais vous diïes être; Magonne, Maar gij zegt Metselarinne te zijn, C est ce qu il faudra nous prouver. en dat zult ge ons moeten bewijzen. Dans cel examen je dois mcttre Bij dit onderzoek moet ik En usage mes documens; van mijne documenten gebruik maken. D'abord vous devez me permettre Allereerst moet gij mij toestaan D'employer les attouchemens. de aanrakingen toe te passen. Par le F.:. COUPART. Door Br. COUPART. De attouchementen of aanrakingen maken deel uit van het ma?onnieke rituaal; vandaar de otikiesche zinspeling. Heelwat erger dan de zinnelijkheid, die uit het bovenstaande spreekt, moet het doelbewust streven worden geacht van vele ma?.-, voormannen, om met de zedelijkheidsbegrippen, die op het geopenbaarde Christendom opgebouwd zijh, radicaal te breken. Reeds vóór de Fransche Revolutie, in den bloeitijd der Encyclopedisten, werd deze leer door schrijvers van invloed verkondigd. 'tDoet er weinig toe, of de menschen niet deugen: 't is voldoende, als zij maar verlicht zijn, schreef in zijn De ïhomme, Br.". Helvetius. § 9, ch. 6.1) De Mag, Scheurkalender, 1898, Woensdag 12 Jan., verso, zegt: „Br.-- CLAUDIUS ADRIANUS HELVETIUS, een der beroemdste wijs- 1) Gecit. bij N. Dischamps, Les Sociéiés secrètes, t. I, p. 374. geerén van Frankrijk* schrijver van de werken: de l'Esprit en de l'Homme, in 1715 te Parijs geboren. Tot zijn dood {1771] was hij lid der Loge les Neuf Soeurs in het O.', van Parijs." Gelukkig hebben cynieke grondstellingen dis deze in den kring der Vrijmn.'. geen school kunnen maken. De natuurlijke rechtschapenheid weert het begrip, dat men gerust een knappe deugniet mag zijn, vanzelf af. Ernstiger invloed heeft het voortdurend verkondigen van de leer van den ^natuurgodsdienst", de „natuurlijke moraal". Dit leidt bij velen tof de gevolgtrekking, dat alles, wat niet beslist tegen-natuurlijk is, daarom ook onder alle omstandigheden als geoorloofd mag beschouwd worden: No. 222. *MAgONNIEK WEEKBLAD, UITGAAF VOOR BROEDERS, 21 Maart 1853: TEXT: TRADUCTION: Het is dus de natuur, die, bij het ge- C'est donc la nature qui doit nous bruik van onzen vrijen wil, ons leiden guider dans 1'usage de notre libre- moet. — Zoo lang en zoo ver onze arbitre. — Tant que nos inclinaisons neigingen met haar overeenstemmen sont d'accord avec elle et ne fran- en zich binnen hare grenzen bewe- chissent pas ses frontières nous osons gen, mogen wij dezelve volgen; wij les suivre. II faut cependant que nous moeten echter alles verwerpen wat rejetions tout ce qui lui est contraire, met haar in tegenspraak is, wat tegen tout ce qui se heurte contre ses lois, hare wetten, voorschriften en grond- ses prescriptions et ses principes. —... regelen indruischt. ■ ■... Ne voyons-nous pas, comme la nature Zien wij niet, hoe de natuur zich het se venge le plus rigoureusement envets strengst wreekt aan diegenen, die ceux qui contemptent sa sainte volonté, haren heiligen wil verachten, en hoe et que les penchants et actions non- onnatuurlijke neigingen en handelin- naturelles sont souvent suivis des con- gen dikwijls de onaangenaamste en séquences les plus désagréables et les treurigste gevolgen na zich slepen? plus tristes? Est-ce que cette vérité ne Zien wij dit niet aan den tegennatuur- nous apparaït pas clairement auspec- lijkcn wellusteling en brasser, wan- tacle que nous donne le débauché et neer zijn lichaam, als eene geknakte viveur anti-naturel lorsque son corps bloem, vergaat? Bewijst het ons niet périt comme une fleur brisée? Est-ce de liefdelöoze, de menschenhater, qUe cela ne nous est pas prouvé par wiens dagen eenzaam en vreugde- 1'homme sans amour, le misanthrope, loos, kleur- en vormloos, als met loo- dont les jouirs s'écoulent dans la soli- den wieken, voorbijgaan? tude et sans joie, sans couleur ni forme, comme sur des ailes de plomb? Uit een hoofdartikel getiteld „De natuur is het hoogste rigtsnoer tot veredeling van ons zelven," en onderteekend: PlautH. — Br.'. C. Schadlich. Tot welke toestanden een dergelijke zedelijkheidsopvatting in de maatschappelijke verhoudingen leidt, laat zich bij eenig nadeiiken licht inzien. Aangenomen al, dat de beoefenaar van de natuurlijke moraal breed genoeg van inzicht is, om zijne beschouwingen niet op egocentrischen maar op sociaalaltruïstischen grondslag te plaatsen, — aangenomen alzoo, dat hij, hoewel de polygamie niet als onnatuurlijk van persoonlijk standpunt beschouwend, toch uit de biologische wet, dat het aantal mannen en vrouwen op de wereld altijd om-ende-bij gelijk is, afleidt, dat de natuur éen vrouw voor éen man wil, dan zal daarin toch voor hem geen argument liggen voor de onontbindbaarheid des huwelijks, zooals die door het orthodox Christendom wordt onderwezen. Integendeel moet het instituut der echtscheiding in de burgerlijke wetgeving bij hem, krachtens zijn princiep, een overtuigden steun vinden. Dit is dan ook in het algemeen genomen, practisch vrijwel het geval. Den 14 Juni 1885 werd — naar een medewerker mij mededeelt op grond van een verslag, dat in het Weekblad voor Vrijmetselaars van 14 Juni 1885 moet voorkomen — te Geldermalsen een rede gehouden door Br.*. N. A. Calisch, die daarin o.m. betoogde: Vrijheid van echtscheiding zoowel bij „onderling goedvinden" der echtgenooten als bij gebleken „volhardenden wil" van een hunner, is, mits onder behoorlijke wettige waarborgen der vermogensrechten en van de opvoeding der kinderen, in een liberalen Staat een dringend vereischte. De rede schijnt aanleiding te hebben gegeven tot debat. Volgens denzelfden zegsman moet Br.'. C. J. M. Dijkmans toen luidens dezelfde bron gezegd hebben : Sous une suffisante garantie légale des droits financiers et de 1'éducation des enfants, la liberté de divorce, tant par consentement mutuel des époux que par la volonté assidue d'une des parties, est d'une nécessité urgente dans un Etat libéral. Is het huwelijk iets anders dan eene zekere vriendschap, gesloten tusschen twee personen ? Moet die vriendschap door de wet worden verplicht ? Het is een dwaasheid dit te beweren... Hij is met den inleider (Br.*. Calisch) eens, dat de V.". M.\ wel degelijk verplicht is er toe mede te werken, dat de weg worde gebaand tot eene gemakkelijke echtscheiding, en onze pers er in de eerste plaats toe moet medewerken aezonde denkbeelden daarom¬ trent te verspreiden. Volgens de hierboven gehuldigde natuurleer kan zelfs het euvel der prosti- Le mariage est-il autre chose qu' une espèce d'amitié conclue entre deux individus? Cette amitié, doit-elle être rendue obligatoire par la loi ? Le prétendre, c'est une folie.... Iladmetavec 1'orateur (le F.'. Calisch) que le F.". M.'. est sans aucun doute obligé de coopérer a rendre le divorce facile, et notre presse en premier lieu doit contribuer a répandre de saines idéés sur cette matière. naar dit „natuurrecht" eiet overhellen,'dat ten slotte het eenvoudigste gekarakteriseerd wordt in de leus „macht gaat boven recht"? Men kent uit de hedendaagsche Fransche geschiedenis de affaire des fiches, die, toen zij uitlekte, algemeene verontwaardiging veroorzaakte. Generaal Br.". André, de minister van oorlog, had een kaartenstelsel doen aanleggen, waarbij aanteekeningen werden gemaa*kt omtrent de godsdienstige en politieke gezindheid van alle officieren van het Fransche leger ; met de gebleken bedoeling om, alhoewel zulks tegenstrijdig was met Br.*. André's beweerd beginsel van verdraagzaamheid jegens en gelijke behandeling van alle godsdienstige en staatkundige gezindte, de officieren, die bepaalde gödsdienstige of politieke richtingen aanhingen, niet voor bevordering in aanmerking te doen komen en hen geleidelijk uit het hoogere kader te verwijderen. Uitvoerige bijzonderheden en facsimiles geeft daaromtrent de ex-Br.\ Bidegain1). Nu is het opmerkelijk, dat dit gedoe zelfs door een Duitsch loge-blad vergoêlijkt werd op grond dat de wensch tot machtsbehoud eene in zichzelf immoreele daad zou rechtvaardigen. Ziehier overigens den authentieken text: No. 224. DER HEROLD, no, 23, 1907. TEXT: VERTALING: Die Zeitelaffare ist ein V erge hen, das De kwestie der „fiches" is een ver- vom Standpunkt absoluter Moral ver- grijp, dat van het standpunt der strenge werflich erscheint... Allein eine zedelijkheid afkeurenswaardig lijkt... moralisch anfechtbare Hahdlting kalxn Maar eene moreel berispelijke hande- politis,ch zur Notwendigkeit werden, üng kan politiek noodzakelijk worden, wenn man gegen einen Gegner wanneer men tegenover een vijand kampft, der dem Bestehen der Staats- staat, die den bestaanden staatsvorm, form, wie sie als die beste für die welke de beste voor de volksbehoeften Verhaltnisse des Volks erscheint, den te achten is, met verdelging dreigt en Untergung droht und bereit ist, seine gereed is om zijn plan met alle geoor- Absicht mit allen erlaubien und un- loofde en ongeoorloofde middelen door erlaubten Mitteln durchzUsetzen; da te drijven; dan kan de moraal zich wel kann die Moral einmal das Haupt ver- eens 't hoofd moeten sluieren. hullen mussen. Geciteerd in Deutsche und romanisïhe Freimaurerei, Brauweiler, p. 76. Het is trouwens niets nieuws, wat het Berlijnsche Loge-orgaan, het meest gelezene van Duitschland, hier verkondigde. De machts-na zonder uitzondering, tegen oleeaTdeel ïZ re9eenngsvorm gericht. Wanneer de Vrijmelselarij daaraan i , nemen, en een mag.-, schrijver de aanwijzing van het feit met tr0tS wekt dit den indruk, dat het standpunt der Vrij- ötSn1 el'S™ koningschap bezwaarlijk er een kan zijn van onbi. Vrage : bevestigt of weerlegt de mag.', litteratuur — niet zooals ze hier of gehouden'wordt* —'dien indruk Yd' Iooals " BBr.-. voor- monarchalen regeenngsvorm aantreft, zoodat men zonder persoonlijke aeaevens v,™°dM±i' rï' ^ y*~ï is. zonder meer als anti-dyMstiek mag dood- ««te ontkennen, dat men die roya- iistiscne cür.. meestal ofwel in de Blauwe Vrijmetselarij — de laaere araden alzoo — ontmoet ófwel in de rangen van die mag.*, korpsen welke bii de }" fr°at.10naIe Vrijmetselarij in den roep van achterlijkheid staan. ÏÜSMS31 Strekkin9 der Vriimetselarij gericht naar eén doeldeel vanuit li L. ï S re9eerm9svorm moeilijk vereenigbaar is. Het laatste oonLwfw 1 ,Zal d,enaangaande nadere opheldering brengen. Voor het r kW ° vol,staan met het constateeren van het feit, dat de Loae t^Ga°S1S- hare wetenschap in strijd acht met het beginsel van het eenhoofdig gezag in het Staatsleven: y en No. 236. SEpK?£AD VOOR ^METSELAARS, verkiezingsnummer. * Juni 3?*^: . , TRADUCTION: Tegenover de aanwijzingen, dat de Loge het koningschap ongunstig gezind is. stellen sommige ma?.', schrijvers het feit, dat de Vrijmetselarij in verschillende landen zelve, vrijwillig, vorsten of prinsen van den bloede aan haar hoofd stelde en nog heeft. Het feit staat inderdaad historisch vast niet alleen, maar deed en doet zich zelfs veelvuldig voor. De kwestie is echter, of hieruit de betoogkracht voortvloeit, die degenen, welke er aldus mee argumenteeren, erin willen leggen. Immers, een Duitsche mag.', bron getuigt: No. 237. LATOMIA, Juli 1865, p. 62: TEXT: VERTALING: Wenn man den Fürsten die Leitung Als men de leiding van Loge-zaken der Logenangelegenheiten in die Hun- aan vorsten in handen geeft, gebeurt de giebt, so gescliieht dies nur zum dit slechts in schijn, en de GedepuSchein und die Deputierten decken teerden dekken hun eigen maatregelen ihre eigenen Massregeln mit dem met den naam des vorsten. fürstlichen Namen. Geciteerd in Kleines Handbuch der Freimaurerei, door Franz Ewald, bladz. 12. Deze aanhaling is opzettelijk ontleend aan een geschrift, verschenen, niet in een der landen waar voortdurend de geest van den opstand bromt, maar in een der Rijken, waar het monarchaal beginsel dieper in de levensopvattingen des volks was doorgedrongen dan in wellicht eenig ander land ter wereld. Het staat overigens niet alleen. Ziehier een tweede voorbeeld : No. 238. GESCHICHTE DER FREIMAUREREI Jeder (Venturini) 1824, p. 149: TEXT: Höchst erfreulich ist der Zutritt der Fürsten, Prinzen u.s.w. Wenn \ene Groszen auch nicht den Bau als Werkleute befördern dürfen und die Maurergerathe nur von Silber niedlich verjüngt im Knopjloch tragen, so sind sie doch für den Bund wichtig durch ihren Reichthum als Bauherrn oder durch ihren weit ausgedehnten EinJlusz im Staate. Zudem sind solche geheime Verbindungen, so frei und sjelbstandig sie auch erscheinen mogen,, do£h gar zu abhangig von gntem Wetter von Obenher, und gedeihen nur im Sonnenschein. Wo der Fürst VERTALING: Dat vorsten, prinsen e.d. toetreden, is zeer verblijdend. Al mogen die groote heeren aan het bouwwerk ook al niet als werklieden meêdoen en de metselaarsgereedschappen, netjes verkleind, slechts van zilver in het knoopsgat dragen, zoo zijn zij toch voor de Orde van belang door hun rijkdom als bouwheer of door hun wijd-omvattenden invloed in den Staat. Buitendien zijn zulke geheime genootschappen, hoe vrij en zelfstandig zij ook mogen lijken, toch maar al te zeer afhankelijk van de goede luim aan hoogerhand; ze bloeien slechts in den zonneschijn. Waar zul™rbauenS°1ilLr?S «*•> niet over dochterloges te vesti» j ? "* OD9evef alle Britsche koloniën wereldvrijmetselarifSo 1® , af'sl V3n, het A^elsaksische ras in de geschat worden 9 P * U ^ het geheele aantaI Loge-leden sï Di rL^° ?£zèrg£SiF1^ ') Der freim. Untergrund, p. 167, noot. No. 76. •DER FRANZOSISCHE GEIST UND DIE FREIMAUREREI, W. Ohr, TEXT: VERTALING: Wenn gar oft (vielleicht etwas öfter Zoo er nogal veel (misschien wat vaker ah innerlich gerechtfertigt)von,,Frei- dan wel gerechtvaardigd is) gesproken maurern ohïic Schuvz" npsnvoch prt «mrA*- •• i „,,w „ , 2 gesprochen wordt van „vrijmetselaars zonder wnrd, so darf darunter nicht verstan- schootsvel." moet daaronder niet worden werden, dasz es Menschen gabe, den verstaan, dat er lieden zijn die «»* C AussfrucknZiïe la^i^eSrXto 5o"erSL^ i^tZ7HétamThld"sz 's ta' «vete Sss ris, 9S~SE b/X" ^T^rsïsïïc srr V mV4°e"sT°s der mit nnh.rLh^n , rfer' 1S buiten kijf slechts hij, die, naast na- ar—"2r'tssssta tö es^Sh n^r,,C°ndr-- reed? in de °udheid b«taande systeem: > l ordening met, daaromhenen, exoterische (uitwendiae) groepeering herhaal, zich alzoo, in zekeren zin. prac.isch in den „odeTnen ♦ ♦ ♦ De nieuwe scheuring (1914). De°XIYdee Treldvrii?etSela,rij in eendracht een eeuw lang blijven werken, resultaten voor'haïr geweest 660 Üjdperk van on9ekende arbeidzaamheid en £ï GenotSlooi31 " 9Cen onderl'n9e geschillen in den boezem van geschillen van ritueelen aard, waaromtrent in het volgend hoofdstuk eenige bijzonderheden volgen, geschillen van historisch karakter, waaromtrent in de vorige hoofdstukken reeds een en ander is medegedeeld, geschillen van tactische orde, waarvan in het verder beloop van dit werk ook wel een en ander zal blijken, en zoo meer. Maar ten slotte, bleef, alles in 't groot verband saambeschouwd, de eenheid van het geheel ongedeerd, al was er verscheidenheid van opvatting en toepassing, en al ontbrak het aan een volledige organisatie, uitloopend in één centrum van leiding en beheer. Het uitbreken van den grooten Europeeschen oorlog, die zich alras tot een wereldoorlog uitdijde, in 1914, verstoorde die eenheid op onverwachte wijze. De Angelsaksische en Latijnsche Vrijmetselarij schaarde zich beslist aan den eenen kant der oorlogvoerende mogendheden. De Germaansche, die in haar opvattingen altijd eenigszins verwijderd had gestaan van de beide andere, voelde ten slotte meer voor het natuurlijke begrip der vaderlandsliefde dan voor de doctrine der cosmopoliteit... Eene scheuring werd onvermijdelijk. De Engelsche Vrijmetselarij ging over tot het doorsnijden van het tafellaken tusschen zich en de Duitsche Vrijmetselarij: in de Engelsche grootloge werd formeel het voorstel ingediend tot het afstooten van de Duitsche Vrijmetselarij, en het werd aangenomen. Kennis daarvan werd aan de Duitsche BBr.\ gegeven in een stuk, dat in de hoogste mate dezer verontwaardiging opwekte en tot de volgende uitlating aanleiding gaf: No. 77. BAUHÜTTE, 8 Mai 1915, p. 149 v.v. TEXT : VERTALING : Dieses Dokument englischer Heuche- Dit document van Engelsche huichelei, ein Gebrau aus miszverstandenem larij, een mengelmoes van kwalijk Nietzsche und ganz gewohnlicher begrepen Nietzsche-theorie en gemeene Lüge, reiht sich würdig den Beleidi- leugen, past waardig in de rij der giingeri der französischen Frcimaurer beleedigingen, die de Fransche Vrijgeven uns deutsche Briider an. Das metselaars ons, Duitschen Broeders, sind die Leute, wel'che uns über die hebben toegeduwd. Dat heeten dan de richtige Auffassung der K. K. beleh- lui, die ons omtrent de juiste opvatting ren wollen! Auch wenn man von der Kon. Kunst zullen inlichten! Ook ihren V erlautbarungen, alles abzieht, in mindering op hun uitlatingen brenwas man auf die durch den Krieg und gend alles wat men op rekening kan die Niederlage vielleicht erklarliche stellen van de door den oorlog en de Veberhitzung der Gemüter schieben nederlaag allicht verklaarbare opwinkönnte, so bleibt hier immer noch ding der gemoederen, houdt men hier genügend Bodensatz zurück, und die altijd nog genoeg bezinksel over; en deutschen Brüder, die s.Zl. in Berlin, de Duitsche Broeders, die indertijd te London, Paris und im Haag Reden tauschten, dürften vielleicht heute Erscheinungen an sich beobachten, die einem ,,Katzen\ammer" nicht ganz unahnlich sindl Ich glaube, diese Art, internationale Freimaurerei zu treiben, dürfte vorlaufig erledigt sein! Berlijn, Londen, Parijs en 's-Gravenhage speeches wisselden, voelen thans misschien aandoeningen, die aan een „kater doen denken. Ik geloof, dat het met deze manier om internationale Vrijmetselarij te spelen, nu voorloopig wei yeuaan zal zijn. Geciteerd in de Kölnische Volhszeitune, 29 Aua. 1915 Drifte* Ru„ * , (Etosseldorf)'D'e ^ ^ JTSEftSSC De aangehaalde woorden zijn geschreven door Br.-, dr. F. C. Schwabe (Jena). Het Fransche Groot-Oosten nam een zelfde houding aan tegenover de Duitsche Vrijmetselarij Bij besluit van 14 December 1914 gaf ze een Droclamatie uit die door het hoofdorgaan der geadresseerden in dezen zin werd saamgevat: No. 78. BAUHÜTTE, 5 Juni 1915, no. 23. TEXT : . . . dasz die Freimaurer solcher Beschaf fenheit unsere ganze Einrichtung entehren, deren samtliche Mitglieder von den reinsten Gefühlen der Menschlichkeit und Gerechtigkeit durchdrungen sein mussen; dasz ihre Kultur, die speziell von diesem preuszischen Militarismus gebildet wird, der auf alle Falie niedergeschlagen werden musz, sie auszerhalb der universellen Freimaurerei bringt. Geciteerd in Deutsche Uhd romanische Freimaurerii, Brauweiler, p. 20. patKStteSo^llJ Vri)'metseIalfii °iet allerwegen neutraal; hare symorganisatte der Ord.T t 9 ïet ,and' vanwdar de hedendaagse!* wi?ht on £ «L? ■ "ltg!9aan' en dat n°9 een onmiskenbaar overZwi'serhand alli mmg,en ,in de maconnieke denkwijze uitoefent. Zoo werd in VERTALING: ... dat Vrijmetselaars van zulk allooi tot schande strekken van onze geheele instelling, wier leden allen moeten doordrongen zijn van de zuiverste gevoelens van menschelijkheid en rechtvaardigheid; dat hunne Kuituur, die bijzonderlijk wordt gevormd door dit Pruisisch militarisme — hetwelk in elk geval moet neergeslagen worden hen buiten de wereldvrijmetselarij stelt. No. 79. LATOMIA, 3 Juli, 1915, p. 195: TEXT: Die Namen ,,Belgien, Löwen, Lusitaniaurn nur einige zu nennen, werden mit Blut in der Geschichte der Verbrechen gegen die Menschheit eingeschrieben bleiben. VERTALING : De namen „België, Leuven, Lusitania," om er maar enkele te noemen, zullen met bloed geboekstaafd blijven in de geschiedenis der misdaden tegen de menschheid. Geciteerd in de Kölnische Volkszeitung, 29 Aug. 1915, Drittes Blatt, Sonntags-Ausgabe, ineen artikel „Die Freimaurerei und der Weltkrieg. Aktenstücke. Mitgeteilt von Dr. H. Brauweiler (Dusseldorf). Naar aanleiding hiervan werd van Duitsch-magonnieke zijde dreigend geantwoord : Sollte es sich nicht noch nachtraglich herausstellen, dasz doch auch gegenteilige Meinungen der Schweizer Brüderschaft vorhanden sind, so dürfte damit zu rechnen sein, dasz in Zukunft die Groszloge Alpina auf irgend eine Gemeinsamkeit mit uns deutschen „V erbrechern'' keinen Wert mehr legen wird. Als niet achteraf mocht blijken, dat er in de Zwitsersche broederschap ook tegenovergestelde meeningen heerschen, moet er maar rekening mee gehouden worden, dat de grootloge Alpina in de toekomst geen prijs meer zal stel-> len op eenigerlei gemeenschap met ons, Duitsche „misdadigers." Geciteerd jn de Kb In. Vzg.. 29 Aug. 1915, t. a. p., die naliet de bron aan te geven, zoodat de uiting hier niet in de nummerserie kan worden geregistreerd. In hoeverre de Duitsche en Oostenrijksch-Hongaarsche loges (het loge-wezen in Bulgarije en Turkije kan, als van luttel beteekenis, buiten beschouwing worden gelaten) van eene gemeenschap met de Angelsaksische en Romaansche Vrijmetselarij blijvend zullen worden uitgesloten, valt in de ure, dat deze bladzijde geschreven wordt (het vierde oorlogsjaar) nog niet uit te maken. Vast staat evenwel, dat op het oogenblik de eenheid der wereldvrijmetselarij ernstig geschokt is. RITEN EN GRADEN Het ligt niet in de bedoeling in dit hoofdstuk een overzicht van het ritenen gradenstelsel der Vrijmetselarij te geven. Het is zóo omvangrijk, dat het een afzonderlijk boekdeel zou vereischen, en het nut dier opsommingen van vragen en antwoorden, van hamergeklop en handgrepen is vrij twijfelachtig. ..recht n°em"e Br-*. Castro ze „een onverteerbaren kluit vormelijkheden" (cumulo indigesto de senales)1). Uit sommige dingen valt vaak wel wat te leeren en te concludeeren, maar, gelijk gezegd, dit zou eene aparte behandeling vereischen, en deze valt buiten de omlijsting van dit werk. Om een voorbeeld te geven : men leert, zooal het einddoel, toch niet de historie en de werkzaamheid der Katholiëke Kerk het best door het bestudeeren van handboeken over Latijnsche en Oostersche liturgie. Wie op het gebied van het ma?onnieke ritueel meer wil weten, kan zich aanschaffen het handboek 7«ïn j 011 t Vrijmetselarij" (uitgegeven bij J. W. van Leeuwen, Leiden, ' e.n door ^eo Taxil geschreven, vóór hij zijne beruchte mystificatie-campagne begon. Blijkens vergelijking met officiëele ritualen der Vrijmetselarij is althans dit werk vrij betrouwbaar. Beter is het, hier een algemeene schets te geven van de wijze, waarop de Vrijmetselarij — wier ontstaan en verspreiding in vorige hoofdstukken besproken zijn — is ingericht en georganiseerd. Weet men aldus in hoofdlijnen, wat zij is in haren tegenwoordigen vorm, dan zal het begrijpen van de uiteenzetting m volgende hoofdstukken hoe zij werkt, des te gemakkelijker zijn. j deze Uiteenzetting goed te kunnen volgen, houde men vast aan hetaeen reeds uit de nieuwere geschiedenis der Vrijmetselarij gebleken is: dat er verschillende stroomingen in vielen waar te nemen: a. de Londensche richting (de zgn. modernen), die het zwaartepunt legden in de drie a v0r, n. yan Leerling, Gezel en Meester, de zgn. Blauwe Vrijmetselarij ; b de Yorker richting (de z.g.n. oude), die meer overwicht aan de Rozenkruisers in hunne reorganisatie van de oude bouwgilden wilde zien toegekend, c. de ochotsche richting, die bovendien den naneven van de Tempeliers den bun naar hare meening toekomenden invloed in de Vrijmetselarij wilde verschatten om daarmee langs Joodsch-gnostieke traditie, het verband met de oude Egyptische mysteriën vast te houden. Ongetwijfeld is de Schotsche richting de meest complete afspiegeling van den waren geest der Vrijmetselarij. Zij biedt niet alleen datgene, wat de beide andere stelsels geven maar bovendien ook nog dat, wat door enkele andere Hseerd11 wordtD tempeliers, den Egyptischen en den Joodschen ritus gespecia- Het is dan ook een zeer natuurlijk verschijnsel, dat de Schotsche ritus verreweg de meeste aanhangers telt. Wat de Londensche en de Yorker richting aangaat, heeft men gezien (blz. 97) ') Lilurgias, p. 154, gecit. in La Masoneria, Mauricio, p. 4. dat deze sinds 1813 zijn verbroederd. Hoewel de Rozenkruisers er deel van uitmaken in een zgn. „Royal-ArdT-graad, ligt hare kracht in het groote aantal beoefenaren der lagere graden. Het hereenigde Engelsche stelsel kan dus als het type der „Blauwe Vrijmetselarij" gelden. Behandelen we deze eerst afzonderlijk. De Blauwe Vrijmetselarij Wat hier omtrent de lagere graden gaat gezegd worden, is ook toepasselijk op verreweg de groote massa der Nederlandsche Vrijmetselaren. Dezen toch zijn, op een gering aantal na, louter leden van den len, den 2en of den 3en graad. Het Groot-Oosten der Nederlanden, dat hun nationaal hoofdbestuur vormt, staat geheel buiten de zgn. „Hooge Graden (den Rozenkruisersgraad), wier loges „kapittels" heeten en een eigen grootmeester hebben, en buiten de nog hoogere graden, (den Tempeliersgraad) die zich bescheidenlijk „Afdeehng van den meestergraad" noemen (niet te verwarren met den gewonen Meester, 3e gr.*.), en wier loges „bouwhutten" heeten. Deze opper-vrijmetselaren noemen zich „Uitverkoren meesters", en hun grootmeester heet zich „voorzitter der Kamer van Administratie van U.\ MM/.) Door dit bescheiden optreden trekken zij weinig de aandacht, zoodat de profane wereld meestal meent, dat het GrootOosten het opperbestuur der geheele Nederlandsche Vrijmetselarij vormt. Hetgeen niet juist is : het Gr.'. O.", bestiert alleen de lagere graden, de Blauwe Vrijmetselarij hier te lande. Het is een opmerkelijk verschijnsel, hoe vaak er in de tijdschriften der Blauwe Vrijmetselarij geklaagd wordt over het onbeduidende en onbeteekenende van hare actie. Enkele voorbeelden laten we hier volgen: No. 80. GESCHICHTE DER FREIMAUREREI, Boos, 2e Aufl., p. 198 v.v. TEXT* VERTALING : Was die Freimaurerei eigentlich be- Wat de Vrijmetselarij eigenlijk be- zweckte, wuszten die wenigsten, sie oogde, wisten er maar weinig; zij fühlien sich im Schosze dieser mach- voelden zich veilig geborgen in den tigen Verbindung wahl geborgen und schoot van het machtige genootschap machtén keine höheren Ansprüche, en haakten naar niets hoogers dan als hie und da gut zu essen und hier en daar lekker te eten en mooie schóne Reden zu halten oder zu hö- redevoeringen te houden of te hooren. ren. Die, welche politischen Umtrie- Die, welke zich met politiek gedoe ben sich hingaben, gehörten der onledig hielden, vormden de minder- Minderheit an. Für solche Zwecke heid. Met name in Belgie, Italië en wurde, zumal in Belgien, ltalien»und Spanje werd de Vrijmetselarij tot zulke Spanien, die Freimaurerei misz- doeleinden misbruikt. braucht. Geciteerd in Deutschb uud romanische Freimaurerei, Brauweiler, p. 32. De woorden hebben betrekking op den toestand tot 1870. Nn XI *L UNION FRATERNELLE, Tijdschrift voor Vrijmetselaars, jrg. I, p. 446 TEXT: Niemand zal ontkennen, dat er veel is in onze ceremoniën, wat ons doet glimlachen in plaats van ons ernstig te stemmen. Nu zouden wij nog wel geneigd zijn, om dat alles op den koop toe te nemen, wanneer er buiten dat nog iets anders was, iets wat waardiger, wat ernstiger is. Doch bijna overal wordt vaak de geheele avond besteed aan zulke kunstenmakerij, en voor waren arbeid blijft er geen tijd over. M/x jo «• ' v/« • FREEMASON'S CHRONICLE, 1884. II, p. 196. Trvr * TRADUCTION: Personne ne voudra nier qu'il n'yait beaucoup dans nos cérémonies qui nous fait sourire au lieu de nous donner une impression sérieuse. Nous voudrions bien nous en consoler, si en-dehors de cela il y avait encore autre chose de plus digne, de plus sérieux, mais presque partout on emploie souvent toute la soirée a de telles bouffonneries, de sorte qu'il ne reste plus detemps pourletravail véritable. TEXT: There are a goodly number again, who value Masonry solely for the convivial meetings attached to it.. . Again 1 have heard men soy openly, that they had joined to gain introduction to a certain class of individuals as a trading matter and that they were forced to do so because every one did ƒ0. Then there is the great class who join it out of curiosity or perhaps, because somebody in a position above them is a mason . . Near akin to this is that clflss of indi- VERTALING: En dan is er nog een heel aantal, die de Vrijmetselarij alleen waardeeren om de feestjes, die ermee gepaard gaan... Ik heb ook wel openlijk door menschen hooren zeggen, dat zij waren toegetreden om voor zaken toegang te krijgen tot een zekere klas personen, en dat zij zoo wel moesten doen, omdat iedereen het deed. Dan is er nog de groote groep, die lid wordt uit nieuwsgierigheid, of mogelijk omdat een hoogere in stand dan zij vrijmetselaar is... j-ncnt dij dezen staat de groep lieden, u, ulul. Dl, dezen staat de aroeo lieden viduals whowish for congenialsociety, die omn,*™ « , , O ö gwuuyvuuvicu. Oeciteerd in the Ca/h. Encyclopedia, IX, Gruber, p. 777. Dat de beteekems der lagere graden inderdaad gering is, mag geen wonder heeten. Den leden ervan wordt het steeds voorgesteld, alsof zii de eigenlijke, oorspronkelijke Vrijmetselarij vormden, INo. ÖJ. GH'ED^nis DER VRIJMETSELARIJ,Findel (Holl. uitgaaf),p. 12en 13 Z, * V TRADUCTION: Behalve de drie oorspronkelijke, met h&f t/lO"» /1Y1 rJ/iu MA ^ 1 - _ T •• woacu ucr in c i s e l ar i\ overeen Rn nlllC frr»ic nfrrj/4op /mna.'mm»» r —^jnyixiöUA, öC rapportant a 1'essence de la Ma^on- lcomstige graden, bestaan er bij eenige af deeling en (leersoorten) van het verbond ook zoogenaamde hoogere graden, die in Schotsche of Andreasloges, of ook in kapittels worden toegekend, doch deze zijn vreemd aan den waren geest der vriimetselarii en een misvormend toevoegsel uit den tijd d,er vrijmetselaarsaf dwalingen. nerie, il existe dans quelques divisions (rites) de 1'Ordre d'autres soidisants degrés supérieurs qu' on octroie dans les loges Ecossaises ou d'André, ou bien encoredans les chapitres. Ils sont cependant étrangers au véritable esprit de la Franc-Magonnerie et ne constituent qu' un élément difforme, datant de la période des erreurs magonniques. Br.*. Findel spreekt hier wel van de „kapittels" (vergaderingen der Loge-leden van den 18en gr.-.) maar gewaagt niet van de nóg hoogere „areopagen", waarin de BBr.\ van den 30sten gr.-, vergaderen. en alsof de hoogere graden praalzieke aanhangsels zijn. Zoo laat een orgaan der Engelsche blauwe vrijmetselarij zich over ma?onnieke toestanden in Amerika uit: No. 84. FREEMASON's CHRONICLE, 1880. II. p. 179. VERTALING: De Vrijmetselarij van dit werelddeel is verzot op hooge graden en klin¬ kende titels Wij waarschuwen de Dor.'., TEXT.- The Masonry of this continent has gone mad after high degreeism and grand titleism. We teil the brethern, that if they do not pay more attention to the pure, simple, beautiful symbolism of the Lodge and less to the tinseb, furbelow, fuss and feathers of Scotch Ritism and Templarism, the Craft will yet be shaken to its very foundations .. . Let the tocsin ' be sounded! dat, als ze niet meer acht geven op de zuivere, eenvoudige, schoone symboliek der Loge, en wat minder op het klatergoud, den opschik, de drukte en de pluimen van Schotschen ritus en Tempelorde, de Orde tot in haar grondvesten toe zal ontwricht worden... Laat men de noodklok luiden! Geciteerd in the Cath. Encfttopedia, IX, Gruber p. 780-781. Maar de ware beteekenis der lagere graden is, dat ze in de bedoeling der stichters een werfmaterieel vormen voor de hoogere graden, de eigenlijke Vrijmetselarij: No. 85. *THE FREEMASONS QUARTERLY MAGAZINE AND REVIEW, 1850, p. 348: TEXT: The treshold of Freemasonry is, and should be, open to all good men and true, though all may not. be able to reach the „Sanctum Sanctorum". VERTALING: De drempel der Vrijmetselarij is, en moet zijn, toegankelijk voor alle goede en oprechte menschen, hoewel niet allen in staat zijn, het „Heilige der Heiligen" te bereiken. P'n vrij duidelijk, zou men zeggen. En er zijn meer van zulke wenken tof de Bör.\ der lagere graden gericht. Bijvoorbeeld: No. 86. 'weekblad voor vrijmetselaars, 11 Juni 1882, p. 200. TEXT: TRADUCTION: Laat u niet wijs maken, dat de Orde Ne croyez pas ceux qui osent vous geen geheim zou hebben Ze heeft wel dire qué 1'Ordre na pas de secret degehih een geheim het is het geheim Certainement, il en a un ; ce secret est der waarheid die ieder deelachlig kan la vérité que celui pourra. aPPrendre worden zoodra hij n1p i9 geworden qui est müri pour cela par la connaisvoor dat geheim door de kennis der sance de la science maconnique avec rny nnieke wetenschap met haar Ses vérités absolues puisées dans la pure absolute waarheden, uit de zuivere doctrine de la nature natuurleer geput. Woorden van Br,'. H. A F. de VogelJte Arnhem in een ..Antwoord" aan Br ■ R H T r=>n a Huet. reg.-. mr.-. der loge Vicit Vim Virius te Haarlem. ' " J' Gallandat !£? tflfV dC Uitn,oodl,9in0' tot de Blauwe Vrijmetselaars gericht, om ™ . , bereiken van den Rozenkruisersgraad te streven, als een Fransch mag.. schrijver het volgende zegt: L No. 87. souv capr'inc dr - lr • CRO'xrp?Sosop,P,QUE des chev.% de France -—- 580*6*. C- - Par A.-G. Chéreau, officier-honoraire du G.\0.\ J.EXT:, VERTALING: u est des degrés supérieurs inconnus Er ziin hooaere ai- a 1 Tjf'arj mX p??'"h!"s ■■ ■ rs^'ZsSpZYs^el *l * — <•* essen Hels de la Maconnerie: i Is ne aihenfavliïm* 3 ™eze"">ke présentent que des svmboles In ! , l! Vn^etselan): zij vertoo- dignité de Rose-Croix est le nee plus heid tJ " :'a waardi9' ultra des distinctions de Compagnon- fel ike tn £02e"jcru's is de onovertref- nage, Maltrise, etc.; c'est dans ce Kl i Jonderscheidingen van het grade seulement que le Chevalier Aitl en Meesterschap enz. Eerstin u&xr""premier"»»" Ssitess ■*«•*»«* Geciteerd in la Franc-Mafonnerie, Neut. I, p. 61. Yïi°u""larl) 9aal «n «ap v=rd„, voorbij deo Royal-Arch-graad ligt' toog,epunt der v„jmetselarij nog No. 88. THE INNER SANCTUARY, Alb. Pike, IV, p. 388 v.v. TEXT: VERTALING: The pretended possession of mysterious secrets, has enabled Blue Masonry to numbei its initiates by tens of thousands. Never were any pretences to the possession of mysterious knowledge so baseless and so absurd as those of the Blue and Royal Arch Chapter Degrees. Het beweerde bezit van geheimvolle mysteriën heeft de Blauwe Vrijmetselarij in staat gesteld bare aannemelingen bij tienduizenden te tellen. Nooit waren aanspraken op het bezit van geheimzinnige kennis zoo ongegrond en dwaas als bij de Blauwe en RoyalArchgraden. Geciteerd in the Cath. Encyclopcdia, IX, Gruber p. 78P. Hoe te verklaren, dat na zulke vingerwijzingen de groote massa der Vrijmetselaren er nog geen erg in heeft, welke richting ze moet uitkoersen, indien j:e tot de ware kern van haar genootschap wil doordringen?... We zeggen „de groote massa," en dat dit niet overdreven is» kan blijken uit de volgende aanhaling: No. 89. ♦WEEKBLAD VOOR VRIJMETSELAREN, 18 Febr. 1883, p. 55: TEXT: Zeer weinige Orde-leden hebben het W.-.L.-. gezien, en ± 97 van de 100 laat men nog in de stikdonkere duisternis ronddolen. TRADUCTION: Trés peu de Frères ont découvert la Vraie Lumière, et encore on en laisse patauger environ 97% dans 1'obscurité compléte. De letters W.\ L.-. beteekenen Ware Licht. Er is toch waarlijk geen groote scherpzinnigheid noodig om uit de zinspelingen der hoogere ma*A*.-- « • ,.i Tweeden Graad bereikt of meent in SeconH ,aattemtle zijn meestersdiploma, het hoogste loon le salaire maximum aY°,]r.attei°t te hebben ontvangen als hij met ver maximum en leur diplome de wondering noort" dat er lZ . Te- ^ staah, die meer dan MMr ■ Vriim ■ i F* p£!tendant bétveren te zijn; die hunne 'eiaenae' ks Maïtres F" M'- heirnen, symbolen, teekenen moor Z! S fecrets ProPres- symboles, den en aanrakingen er op na hoTdZ, XVSSu du \ die, te midden der maconnieke we .1 monde ma^nnique reld levende, zich Zh nog in Zn °Utre dans afzonderlijk magonniek kringetje be- cercle _ magonnique et spécial. wegen. SttSfifttSrafer— ***■ *" ■*— «SïRïi.'ta'c-"' . , . 'VERTALING: ... Wie viele giebt es nicht unter w i euch, die von dem Geiste und dem 'J' ^ a,n fr onder u niet- die Zaveck des Ordens und seiner G?- 1!°^' ? d°el der °rde heimnisse eben so wenig und nur har* geheimen evenveel weten vielleicht weit unrichtigere Dinae aen T mijSc^ien no9vee] onjuister din- wissen, als die-Laten selbst! 0Cn dan de buit*nstaanders zeiven. Geciteerd in der Frtimaurer-Orden, Eckert p 125 No. 93. THE INNER SANCTUARY, Alb. Pike. I. p. 311: Ti, . VERTALING: teaches the grns* Yt * 4^* Hf . J T » vcujcutyen, weuicnt dat ik in dien gr.-, zal Vinden, wat ik zoek. Maar ik vraag u, waarom mij dan zoo onwetend gelaten» waarom nooit ofte nimmer eens verklaard, wat die kabalistische leekens en afbeeldingen op dat tableau beduiden? Wal ik maar niet begrijpen kan is dit dat men mij ooit tot Mr. . zal kunnen bevorderen. Welue zullen de eischen zijn, die men nu\ zal stellen? Dat is zeker, welke dat ook zijn: in ae A.'.Üf.' hp.Ti. ilt ni ot J. . "• wmc/ UUCZCll die is voor mij nog als een boek met zev™ zegelen gesloten — en het zou onbüliik zijn mij daaromtrent vraqen te doen.1) * 'Lf,~ Sci^ïtr b'h0eft züh nüt ongerust te Zit "' J, ?, den 3 Gr-~ wen gemakkelijk bekomen als alle andere Gr.-, d.w.z zonder eemge meerdere kennis der K.- A ■ RED 6 "-yiaucuc^umpagnon. eut-être que celui de Maitre pourra mA cofif i. »j. -w,«uoiauc, pem-ecre y trouverai-ie ce que je cherche. Mais jevousprie: pourquoidonc me laisser si ignorant7 Pourquoi ne m'a-t-on jamais expliqué la signification de ces signes et symboles cabalistiques sur le tableau? Qu'°n,puisse jamais m'octroyer le grade de Maitre, cela m est incompréhensible.' LJuelles seront les exigences qu'on me posera ? Voici ce qui est certain: quelles qu' elles soient, je ne suis pas instruit dans Art Royal; il m'est encore fermé comme un livre a sept sceaux, et ce serait bien injuste de m'examiner ladessus.J) ') Note de la Rédaction. Que lauteur ne s' ioquiète pas : il pourra obtenir le troisième aeare sans nln® A*. . , - ;r r—• — que rous les autres, c est 4 dire sans aucune autre connaissance de K-v. „ cause' Wl1 ze99en: Koninklijke Kunst = de 1»., .. — if iijuictseianj. f de Vrijmetselarij „ie, „„gewoon de candidaten naar hooaeren ranQ t toe9epast om de moeilijkheden voor standig genoea van ooK J 9 vf®eer^ren en te zien of zij zelfbrengen. wordt mede in het weV gesneld niet van de W,JS * ^en No. 97. OFFICIAL BULLETIN OF THE SUPREME COUNCIL OF CHARLESTON, 1884, p. 442 v.v. TEXT: Formulas, Lectures, Ceremonial, Degrees change; but Masonry remains and hides its secrets as \ealously as Isis did, even from the mass of those who think they are initiated ,.. Lt was never meant that our symbols shouid be explained to it; and our initiates now take for true the false explanations purposely invented and used to mislead those who had no right to know the true sense of the Order..The masters are not much more numerous now who truly understand the symbols; and none understand them fully. VERTALING: Formulieren, texten, ceremoniëel, graden veranderen, maar de Vrijmetselarij blijft en verbergt hare geheimen zoo zorgvol, als Isis deed, zelfs voor de massa dergenen, die zich ingewijden wanen ... Het ts nooit de bedoeling geweest, dat onze zinnebeelden hun zouden worden uitgelegd; en onze ingewijder nemen nu als waarheid de valsche uitleggingen aan, die opzettelijk zijn uitgevonden en gebruikt worden om hen te misleiden, die het recht niet hadden de ware strekking onzer Orde te kennen... Er zijn ook thans niet veel meesters, die werkelijk de zinnebeelden verstaan; en geen hunner begrijpt ze ten volle. Geciteerd in Der „giftig! Kern" Gerber I, p. 99-100. Onder deze omstandigheden is het geen wonder, dat de meeste Vrijmetselaren om den tuin worden geleid; de meerderheid der menschen, ook in de burgerkringen waaruit de Vrijmetselarij bij voorkeur hare adepten trekt, bestaat nu eenmaal niet uit zóó intellectueel en karaktervol ontwikkelden, dat zij met gezette studie en wilskracht door den wal van opzettelijk domhouden en misleiden vermogen henen te dringen. Bijna een halve eeuw geleden kon een der Nederlandsche Vrijmetselaarsorganen dan ook schrijven: No. 98. ♦MAgONNIEK WEEKBLAD, 5 Aug. 1872. p. 3: TEXT: TRADUCTION: leder Vm. zoekt het doel, Tiet geheim Tout Franc-ma^on cherche le but, le der Vmij.; weinige zijn er echter, die secret de la Franc-magonnerie; peu, het déar zoeken, waar zij het zouden cependant, qui le cherchent la oü ils kunnen vinden. pourraient le trouver. Het artikel is ongeteekend. Redacteur van het Weekblad was te dien tijde Br.', mr. J. Schouten, te Dordrecht. En een kwart-eeuw later luidde het nog evenzeer: No. 99. ♦MAgONNIEK WEEKBLAD, 29 Juli 1895. p. 443. TEXT: .. , TRADUCTION: „Vele vrijmetselaars" zeat Br- di.„- c Wirth in zijn boek voor den leer'. WfrThl ï dit ,eR'- hng, onlangs verschenen meenen ,!L son manuel du disciple. de orde te kennen, en toch hebben r ^ reCemment' "croient connaïtre * niet het minste veZoedenval * « * *«««* wat de orde eigenlijk is" aucunement de ce qui] est en vérité." Men kan niet nalaten de juistheid van iJLZL " d® reconnaïtre la deze opmerking te erkennen. , se de ce remarque. (Revue Mafonnique.) E D 'Revue Maï°nnique). E. D. Wer£° °P l>«9ebW troosten zich echter de moeite om J u? j Blauwe Vrijmetselaars gedeels geheimgehouden lectuur te leerenbennen ? — 1 V°°r meerende oogen kunnen openen. Alles wijst daarin vn 9fren Vrijmetselaars scheiden weet, naar den Rozenkru serïraad Ih n U lezc\en te onderder drie blauwe graden. Somwijlen wordt dft zelft n/ he,t eerst"befleerlijk doel heid, die niets te wenschen overlaat: Se^egd met eene duidelijk- No. 100. lestonli8s"lpe1™v°f the suprème council of char- TEXT: rpu , VERTALING: i he \argon of the old Rituals likP th* u „ , , TnaT °{hhe Alchemistsi had a mean- ds da? der had'even' f°r th°se who could discover it ÏL. , Alchymisten, een betee- / was never expected that men would u j v°or degenen, die ze eruit vinden hve.and thrive by tellingZe worU tï' *1" viel «iet te ver- everythmg. they could, in respect to door?•' W Wel bi]' zou varen the symbols and ceremonies of Mason- men kon n f teLvertellen wat ry. lt is fortunate that they can teil hr l V v zinnebeelden en ge- only the common and trivial inter- VriJ'metselarij! 't Is maar pretations, with which the Sages who v, 9' ?' 26 alleen de gewone en knew deluded the over-curious and lifT konden geven, waar- yhose satisfied with the food of babes t» • ,zen' dle wisten, de al g nieuwsgierige en degenen die me kinderpraat tevreden waren, afscheep- Gtciteerd l„ Der ,^ijUge Kern „ , p ^ ' En hewm ' "oTd^ S?" ^ "" H;d"m he* "rst ta9est«U"* koninkriUc Tuda 'ï rv CZ? 1U ktumJ Van den ber9 Moriah, in het ci i ' berg Moriah nu was dc plaats waar Ha TAmnoi Salomon en daarna de eerste hurrKf Au* t {• ' , « ? empel van ~sa,-ïstete«iï rvïvX: tusschen ingewijden en buitengeblevenen noa altiid beTbL,* onderscheld Bijna een kwart-eeuw nadat de Schotsche Vrijmetselarij zich lmfe* c . T.m^ïï4^ p^pa^tndY, ee°''°d T* hT«ÏÏ Amïïa _ ™ f9" twr zeke,e ffPhen «° J«S beiden evenee^ Jo7iD. h^TvoïdtT ' M°ZeS !?ayea en FlMdt»W Dacosta, «USn «nX«n^ ""!rd ,erVan9ea do°' TJr^r-T" -rr*» stateert, dat onder de verbreiders der hoon* if ï T° j' egemann' die con" rol hebben gespeeld.3) graden de Joden een overwegende j"*• Ja» de Gnostieke leer aan de T«,pel«ts *) Maconnish ji tr ' .. ""V1/K4U, UI. ljf p, a Rrau^U^T *""*** <* Bolland, p. 13. ) Brauweiler, Deutsche u rom. Freimaurerei, p. 60. No. 109. ♦THE FREEMASON'S QUARTERLY MAGAZINE AND REVIEW, 1851, p. 420: TEXT: VERTALING: He admittzd that it may be perfectly Hij gaf toe, dat het volkomen in een consistent in a Jew to apply Masonry Jood bestaanbaar kan zijn, de Vrijto the rcquirements of his own reli- metselaiij op de eischen van zijn eigen gion; but, he said, it was impossible godsdienst toe te passen; maar, zeide for the Christian to copy his example. hij, voor een Christen was het onmogelijk, diens voorbeeld na te volgen. De hij, waarvan hier wordt gewaagd, is dr. Manningham, die door den grooten schrijver der Britsche Vrijmetselarij, Rev. George Oliver DD., als volgt geteekend wordt: „Dr. Manningham, Deputy Grand Master, a Dr. Manningham, Gedeputeerd Grootmeester, „London physician of great eminence; who een Londensch geneesheer van groofe bekwaam- „proved a very active Master of the Lodge, heid, die een zeer werkzaam Voorz.'. Meester „and under hi» rule we rapidly increased in toonde te zijn, onder wiens bestuur wij snel „numbers and respectability." toenamen in ledental en aaiizien (*7he revelations of a square; in the Freem. Q. Mag. and R., 1851, p. 416). Twintig jaren na zijne verkondiging in de Nieuwe Wereld was de ritus van Herodom er reeds zoodanig uitgebreid, dat te Philadelphia eene vergadering der leiders belegd werd, waaraan Mozes Hayes, Jozef Mijers, Samuel Möller, Abraham Cardoso, Zadok Bernheim e. a. deelnamen. Tot propagandist voor de Antillen werd aangewezen zekere Mozes Cohen, voor Europa zekere Isaac Long, die naar Frankrijk reisde en zich daar met de door Ramsay gestichte Tempeliers in verbinding stelde. Het was deze Isaac Long, die in 1801 met den grootmeester John Mitchel — wederom een geloofsgenoot — de inspecteurs der orde samenriep en tot een moderniseering van den ritus overging. Het aantal graden werd van 25 op 33 gebracht, en de naam „Schotsche ritus van Herodom" veranderd in dien van „Oude en Aangenomen Schotsche ritus." Reeds in 1804 werd deze verandering door de Fransche Tempeliers-Vrijmetselaars aanvaard, hetgeen met sterken glans van waarschijnlijkheid doet denken aan tevoren getroffen afspraak. Als Gruber meent, dat de Schotsche ritus in Frankrijk, Begemann, dat hij in Amerika is ontstaan, hebben zij, wat den tegenwoordigen vorm betreft, in zekeren zin beiden gelijk. Dat hij in wezen echter zijn oorsprong vindt in het land, dat zijn traditioneele naam aanduidt, is o, i. aan geen twijfel onderhevig. Het feit der stichting van Joodsche zijde wordt bevestigd door: No. 110. •GESCHIEDENIS DER VRIJMETSELARIJ, Clavel. (Holl. uitgaaf) p. 215: TEXT : TRADUCTION: Wat heden bewezen schijnt is, dat de II sembie certain aujourd-hui j ou,de en aangenomen schotsche ritus rite écossais ancien et accepï ne date i7m ÏÏÏt Z>n, °rpr0ng dan Pas au dela de 1801; qu'il a été alors 1801; düt hii te dien jare in Charles- inauauré a Charléstr,™ town ter wereld werd gebragt door Juifs. nommés John Mitchell Frédéric vilt Joden genaamd John Mitchell, Dalcho, Emmanuel de la Motta Abra Fredenk Dalcho, Emmanuel de la ham Alexander et Isaac Au d Motta, Abraham Alexander en Isaac Auld... De nieuwe ritus maakte spoedig opgang in de andere landen. De beoefenaars der hooge graden zagen er het voordeel in. dat hij de meest complete samen£)"'n9 Vf, van al, wat de verschillende ritussen behelsden: In zijn lsten, den en 3den graad omvat hij de blauwe vrijmetselarij uit het aildenwezen • van den 4den naar den 18den graad geleidt hij den omhoog-strevenden Mr • naar den „prinslijken rang van Rozenkruis; van den 19den naar den 30sten va™ waaraau de ,oodsche naam In dezen oppergraad culmineert het systeem: No. 111. ♦BULLETIN DU SUPRÈME CONSEIL DE BELGIQUE, no. 22. p. 44: : VERTALING: Les Kadosh se sont fait une gloire de De Kadnsrh riHrWc l^kk relever Vordre du Temple, de reven- fa"steldde'ÏS as £ 2'°Urd'h™ "Ue ïamais• krachtiger eTLaadige^i" voorh«°' C"""' ■»"««< »9< 28. pag. 45, ™ quel que soit son grade, s'il n'est Darfaitement \^r 'f D°01t aan eeniQ vrijmetse- connu par Ie suprème C^nseU ^ar m t bijzonder, van welken rang ook, V supreme ^nse.1. tenzij hij volkomen bekend is bij den Oooer' sten Raad. fcr zijn nog wel drie graden boven den Kadosch-graad : de 31ste 32ste en Ito» j ... slechts een administratieve beteekenis neliik h „ , , en j3ste, maar dezen hebben majoor bereikt wordf, maar er^»k™ou aeneraals^ van^ hnn m jf6®" ree<^s door den generaal grootere groepsverbanden 9 9 ^ Va° hc>09eren ran bestaan voor de leiding van De groote verspreiding over heel de wereld heeft inmiddels niet overal den ouden Schotschen Herodom-ritus en den Franschen Tempeliers-ritus doen verdwijnen. Hier en daar bestaan er nog overblijfselen van, maar zij hebben practisch geene beteekenis en vallen in het niet tegenover den wereldinvloed van hunne, hun boven 't hoofd gewassen dochter. * * * Wat de historische beteekenis van het Schotsche stelsel aangaat, is een belangrijke verklaring afgelegd door Pike's vriend, den Amerikaanschen 33. .-er majoor Ben Perley Poor. No. 112. BAUHÜTTE, 1880, p. 178 v.v. TEXT: Als die Frage an Poor gerichtet wurde, ob er der Ansicht sei, dasz die Freimaurerei der Gegenwart mit altagyptischen Mysterien im Zusammenhang sei, antwortete er: „Ich bin auf eine Beantwortung dieser Frage nicht völlig vorbereitet. Es ist aber meine feste Ueberzeugung, dasz gleichartige Gesellschaften mit gleichartiger Symbolik, wenn auch unter verschiedenen Namen, bestanden, die sich schlieszlich sammtlich im schottischen Ritus der Jetztzeit wieder zusammenfanden ..." Geciteerd in Der 'giftige Kern,* Gerber, I, p. VERTALING: . Toen aan Poor de vraag gesteld werd, of hij van oordeel was, dat de tegenwoordige Vrijmetselarij samenhangt met de Egyptische mysteriën, antwoordde hij: „Op een beantwoording van deze vraag ben ik niet geheel voorbereid. Ik ben echter vast overtuigd, dat er gelijksoortige genootschappen met gelijksoortige symboliek, zij 't ook onder verschillende namen, bestaan hebben, die ten slotte in den Schotschen ritus van den tegenwoordigen tijd alle weer zijn saamgevloeid." 123. Het Tempeliers-Systeem De gedachte aan de Tempeliers heeft zoozeer de Vrijmetselarij doordrongen, dat ook buiten het Schotsche stelsel ritussen besta&n, die er in zeer sterke mate den invloed van vertoonen. Met name b.v. is dit het geval met de ritussen, die door de Groote Nationale Loge van Duitschland en door de Grootloges van Zweden, Noorwegen en Denemarken beoefend worden. De invloed dezer stelsels is echter buiten hunne landspalen zeer gering en zinkt in het niet, vergeleken bij den wereldinvloed, dien de Schotsche ritus uitoefent. Den gewonen Vrijmetselaar, die voor de historie van „vu.*. vrediging in een der speciale ritussen, welke zich den cultus ïan dit mL.l" eeuwsch gezelschap tot doel stellen Hit a Y dlt middel" die zij met denzelfden naam betitelen, als waarmee £ KaÏTJ* v°U< ï' srjrsisr« ha- ?££££?££& No. 113. *ACTA LATOMORUM, t. I, p. 342/3: TEXT: VERTALING: mière fois, dans le Chapitre de Cler hef Z pC .eerste, maa* ln0evoerd in mant, d Paris. Le baron de Hund qui Ctermnn^H'\ kapittel van en était rnembre, le transporta en i"- medelld baron von Hund AUemagne, oü il créa des Loges tem waar V T* °Vf D?ar Duit;ichland. plières, sous le nom de Stricte-Obser- Jer de L ? T® stichtteonvance. C'est depuis ce tempsquepres- Van Stren9e °bser- que tous les Rites maconniauesré T Sed^tdle« vertoonen bijna alle pandus en France et chez Vétranger vreemde'.nten' f Frankrijk en den présentent pour but final, dans leurl herstel van d^T hoo9ste 9raden h*t dermers grades, la restauration de doef en wiizen TJm,pel-°rde„als ei°d' l Ordre du Temple, et font ravvorter i j T hunne allegorieën toutes leurs allégories d la mort de Ten van Jacques Molay enz. Jacques Molay, etc. Chaque société een K .4 elk genootschap zich >'et créé, d eet égard, un sZème hehh^20^" stelLs?gevormd, en alle particulier, et toutes ont une chrono- S» r e.en verschillende tijdtafel van logie différenté des Grands-Maitres de ?n, ro°tmee?ters der Orde, waarui» VOrdre, de laquelle ü pZurTrlstl ™ ? te ,eiden' dat ~ als 't ter que, s'ü est vrai que les succes Iwt •' ? j °Pvolgers der Tempe- seurs des Templiers se soient réunis V,! er be9"nstiging der ge- J la faveur des tormes ecriLsdeZ ÏSE V°men Van de Vrijmetselarij Franche-Maconnerie, chaque peuple S m ^ ~ elk volk a élu son G.-M.; qu'ü en exifte en S heeft gekozen; dat er dus be- Suède, en AUemagne, en France et F iA f-f' in Duits<*land, in aüleurs, lesquels remplacent le J ' T j ers'den Gr°otmeester Viacent ie vervangende, die voorheen alle stich- tingen der Orde in Europa bestuurde. Grand-Maitre qui, anciennement, gouvernait seul tous les établissements de VOrdre en Europe. En France, VOrdre du Temple parait s'être perpp.tué dans le secret, et sans le secours des réunions magonni- ques. Volgens het tijdschrift The Freemason van Sydney, aangehaald in de Rivista Antimassonica van 25 Jan. 1897, p. 45, werd het aantal Tempelridders in de geheele wereld toen geschat op 78.000, waarvan alleen in Amerika 72.000. In Frankrijk schijnt de Tempel-orde heimelijk te zijn blijven voortbestaan zonder hulp van de ma^onnieke genootschappen. De Egyptische Ritus Bovengenoemde ritus heeft weinig anders dan een historische beteekenis; hij is niet veel meer dan een hulde aan het feit, dat de door de Tempeliers, Rozenkruisers en Vrijmetselaren beoefende mysteriën hun oorsprong aan het land van Isis en Osiris ontleenen. Opmerkelijk is, dat ook hier wederom Joden de stichters zijn. Als de vader ervan dient beschouwd te worden Giuseppe Balsamo, geboren op Sicilië, in 1743, uit Joodsche ouders. Reeds jong nog, beoefende hij de kabbalistiek, de alchymie en de kunst der geheime geneesmiddelen. Volgens Lorenzo LeoniJ) zou hij bij een Ier, zekeren Kolmer, die ook de leermeestei van Weishaupt geweest is, magie en Egyptische mysteriën gestudeerd hebben. Daarna reisde hij Europa rond en liet zich in Duftschland in de Vrijmetselarij opnemen.2) Denkelijk aangemoedigd door het succes van Ramsav's prediking der Tempeliersgraden in Frankrijk, wenschte hij nog een stap. verder te gaan en een Egyptischen ritus te vormen. Daartoe ontwierp hij, op grond zijner kennis van de oude mysteriën, een stelsel, dat hij „ritus van Memphis" noemde, en achtte 't voor het welslagen van zijn propaganda-arbeid in het land van den Franschen adel ('t was nog vóór de groote Revolutie) wenschelijk om zulks met groote praal en uiterlijk vertoon te doen gepaard gaan. Hij wilde sir A. M. Ramsay ovêrtroeven en nam den naam aan van „graaf di Cagliostro." Op grond hiervan, van zijn alchymistische „wonderdoenerij" en van een hem ten laste gelegd slecht levensgedrag (met de moraal schijnt Balsamo 't inderdaad niet nauw te hebben genomen) plegen de ma?.', auteurs hem voor de Blauwe lezers af te schilderen als een oplichter en kwakzalver. Deze wijze van voorstelling is echter alleen te bepleiten ten koste van het aanzien dei toenmalige Loge-wereld, want het is een feit, dat de Siciliaan niet enkel in Frankrijk maar ook daarbuiten in de ma?.'. werkplaatsen met geestdrift werd begroet J) La Massoneria, etc. dl. I, p. 39. ') Woordenboek voor Vrijmetselaren van 1844, dl. I, p. 87. SSËSSSSEbS^FÊSHS S^-^SS^SBS Van Cagliosiro s stelsel maakte ook deel uit de Vrouwen Vrfim.^l,, •• hij den naam gaf van „Magonnerie d'Adoption " jroetselanj. waaraan malTen vom ISJtXZ£?LT„«!* *-> '< "»"»-Propaganda „ te hooren, maakte zich (ir 1789Ï mp«t ■• re9eerin9 kwam dit echter 4» geacht * st zelfs 2ekeren Lacorne, die elnro.n de stichting^van vrouwenloges speelde, aan als „pourvoyeur des amours clandè stms van den mag/, grootmeester, den graaf de Cler.ont. weld^eTttd016^!^ SHinn9inSeltrOUW' WaaTede de Fransche Vrijmetselarij wera oestierd, dat de leiding ervan, na tientallen jaren de vrouwen-vriimet avï3d!%ïbir9eeti ze btae° k« p - - Een voorbeeld als het Fransche kon niet nalaten aanstekelijk te werken Jn {edl9ehee? 'l ZO , de vrouw ... van deze gewijde instel- femme a été ^due d^^01 '3 Img * uitgesloten? dan antwoorden tllU„n *£>£ Dat niet ten allen tijde en overal de partlré^nLr'AiLur8, t0lUi°UrS edele sexe hiervan vervreemd blppf rUc c j- ' , ^ Y avai' Er bestonden elders ZSkniaalseï fc''',ers fonde! e'ajd°i,1,'strês Pf des door vrouwen opgerigt en bestuurd' F™ 'w313 S0USJ?d'5ect:onde ook onder de Ui^ingVn" Br'Sren U' 0", '' Vri\e Metselaren; en dèdr waar zii np™, »«■=.,•? 1 Ordre ne les door het Opperbestuur der Orde niet ï^ '* C3S worden gedoogd - gelijk onder an- taterdSfcm éteitb^A i" deren hier te lande - geschiedde civils èt reliaieux ^ zulks... op grond van alle burgerlijke en godsdienstige wetten. ') Ned. Jaarboekje voor Vrijmetselaren, 5857, kalendarisch deel, blad Mei. Men ziet uit dit citaat het karakter der damesloges: zij worden niet toegelaten als zelfstandige magonnieke werkplaatsen met uitsluitend vrouwelijke leden maar als een soort filialen van de mannenloges, die er het toezicht over blijven houden en de verantwoordelijkheid van haar doen en laten dragen. Ze zijn in zekeren zin aangenomen kinderen; vandaar vermoedelijk het woord „Adoptie"-loges. Deze regeling is vrij omslachtig en werkt vaak belemmerend, zoodat de vrouwen-loges zich dan ook over het algemeen niet in de sympathie der mannen-loges mogen verheugen: No. 121. LE BRANC-MACON, Janvier 1854, p. 10 v.v. TEXT. VERTALING: 11 riy a pas de loges constituées de Erkende loges van Zusters-Vrijmetsoeurs magonnes, de pouvoir régula- selaars, een daarover het beheer voeteur qui les administre, et au \uge- rend gezag bestaan er niet. Naar ment de ceytains esprits, leur perma- sommiger oordeel zou een permanent nence aurait même des inconvénients bestaan ervan zelfs nadeel kunnen possibles. Ce rïest donc que par les meebrengen.Daarom kunnen de adoptiesoms et sous la responsabilité des werkzaamheden slechts plaats hebben loges devani Vautorité civile et magon- door de goede zorgen der loges, die nique, que les travaux d'adoption voor het burgerlijk en het maconniek peuvent avoir lieu. Aussi tout est-il gezag de verantwoordelijkheid dragen. a faire lorsquHl s'agit d'organiser une Als er een loge-vergadering.met Zustenue en loge de soeurs magonnes. ters moet plaats hebben, valt er dan Démarches, embarras, incertitudes, ook van alles te doen: besprekingen, dispositions, études, dépenses, perte beslommering, onzekerheid, schikkingen, de temps, mille choses sont• des ob- studie, uitgaven, tijdverlies en allerlei stacles . .. andere dingen werken belemmerend.... Cela explique le peu de fréquence des Vandaar dat de adoptie-feesten weinig fétes d'adoption, mais rien ne saurait voorkomen. Echter doet dit niets af en affaiblir le mérite, en diminuer les aan hun nut of aan de voordeelen, avantages. die zij bieden. Geciteerd In la Franc-Maqotineru, Neut, 1, p, 28. Nog in veel lateren tijd, dan waaruit vorenstaand citaat dateert, was de opinie van een der aanzienlijkste en invloedrijkste Europeesche Loge-leiders op dit punt niet gewijzigd. Aan de tafelloge, welke 24 April 1899 in het Gr.'. O.-, te Rome werd gehouden, sprak de Grootmeester der Italiaansche Vrijmetselarij, Br.*. Ernesto Nathan, over het nut der medewerking van de vrouw aan het magonnieke streven. Maar, zeide hij, ik herhaal, wat ik reeds opJbet congres van verleden jaar September te Turijn heb gezegd: Wij zien er thans van af, ons, in welken vorm ook, het vrouwelijk element toe te voegen; wij zien er thans van af, haar in onze Loges op te nemen; wij zien er thans van af om haar aan te sporen, eigene op te richten. Haar kostelijk hulpaandeel zal ons in verschillende vormen en wijzen van onberekenbare waarde zijn; hier zouden zij thans een nieuwe moeilijkheid voegen bij de vele, die reeds onzen weg belemmeren.') Toch zijn de leiders der Vrijmetselarij, die beter dan vele leden, naar het schijnt, het nadeel inzien, dat de Vrijmetselarij in de oogen der openbare meening door veelvuldige, besloten, voor niet-ingewijden ontoegankelijke bijeenkomsten van leden der beide sexen zou lijden, er niet in geslaagd de opkomst der vrouwelijke Vrijmetselaren zoozeer te weerhouden, als zij wel zouden wenschen. Reeds zestig jaar geleden heette het: No. 122. LE FRANC-MAgON, janvier, 1854, p. 9: TEXT : VERTALING: Ce nest pas pour flatter de vaines Toen de Vrijmetselarij mysteriën en espérances ni faire du prosélytisme feesten met bijzonderen ritus in bijzijn par tout moyen, que la Franc-Magon- van dames instelde, deed zij dit niet nerie a institué des mystères et des om ijdele verwachtingen te streelen, fêtes dun rite particulier, sous les noch om tot allen prijs propaganda auspices des dames. Sa mission, son te maken. Haar taak, haar doel, haar but, son ceuvre, eest lassociatwn, levenswerk is de vereeniging, — de t association par excellence ... vereeniging bij uitstek .. Beaucoup djpouses, filles ou soeurs Vele vrouwen, dochters of zusters van e Francs-Magons, sont initiées ou Vrijmetselaars, worden ingewijd of aanadoptees; la théorie de la Magonnerie genomen; het stelsel der Witte VriibUmche comme on Vappelle, est ex- metselarij, zooals men haar noemt, posee dans des cahiers oü se retrou- staat uiteengezet in geschriften, waar vent symboles depreuves de récep- men ook de zinnebeelden kan vinden tton instructions des grades, formu- van beproeving, ontvangst, gradenles d obligation, moyens de reconnais- onderrichting, verplichte formulen, midsance, fonctwns et cérémonial de delen tot herkenning, ambten en feest- nue" ceremonieel. Geciteerd in la Franc-Mafonnerie, Neut, I, p. 27-28. In de practijk houdt men zich dan ook weinig meer aan het verbod van dames-loges. Zelfs hier te lande wordt het besluit van het Gr.*. O.', van loiu met meer toegepast. Riruista stntimassonica, Aug. 1899, p. 365. No. 1-23. *L'UNION FRATERNELLE, Vrijmetselaars-weekblad, 12 Jan. 1894, p, 46: TEXT: Sedert vele jaren houdt men zoogen. dames-loges waartegen niemand zich verzet, hoewel ze in strijd zijn met de woorden der wet„ TRADUCTION : Depuis plusieurs années on tient ce qu'on nomme des „loges de dames," contre lesquelles personne n'oppose objection, quoiqu'elles soient contrai- res au texte de la Ioi. Zoo lezen we in den scheurkalender 1898 der loge Hicam Abiff te 's-Gravenhage, dat deze in 1887 haar eerste plechtige bijeenkomst hield met zusters1), dat ze in 1890 het vijftigjarig vrijmetselaarschap van haren voorz.*. mr.\ op dezelfde wijze herdacht3), en dat ze haar vierde bijeenkomst van dien aard hield in 1895 3), Uit deze getallen ziet men tevens, dat het aantal dier gemengde vergaderingen vrij schaarsch is Vaak ook dragen ze een min of meer openlijk karakter, wanneer n.1. behalve de ingewijde „Zusters" ook andere „Dames" van Vrijmetselaren mogen geïntroduceerd worden. Zoo gaf de loge „De Ster in het Oosten" te Batavia den 2 Mei 1885 .een Adoptie-feest, waarbij „Zusters en dames" tegenwoordig waren.4) Deze gemengde vergaderingen hebben meestal geen ander karakter dan die van feestvergaderingen. Eigenlijke maconnieke werkzaamheden hebben er niet plaats, en de mannelijke Vrijmetselaars moeten, om toegelaten te worden tot die bijeenkomsten, minstens den graad van Gezel hebben. De laagste graad, die der Leerlingen, is alzoo uitgesloten In het buitenland wordt de drang steeds sterker, om de zwakke kunne een ruimer aandeel te geven in de propaganda voor de maconnieke beginselen: No 124. CHAiNE D'UNION, juillet 1884, p. 262. TEXT: VERTALING: La femme est avide de cérémonie qui frappe ses sens... La femme éprouve le besoin d'enten- dre des paroles qui fassent vibrer sa sensibilité native ... C'est par ces moyens, mes FF.-., que, non seulement nous arracherons la ') Blaadje van Vrijdag 25 Maart. *) Blaadje van Zaterdag 26 Maart. ) Blaadje van Zondag 20 Maart. 4| Chaine d' Union, Juni 1885, p. 251 la F.-Af., p. 543. De vrouw is gesteld op vertoon, dat hare zintuigen treft... De vrouw heeft er behoefte aan, woorden te hooren, die op het haar aan» geboren gevoel werken .. •oor deze middelen, mijne BBr.\, zullen wij de vrouw niet alleen aan den v.v., geciteerd bij De la Rive, la Femme et l'Enfant dans femme a Vinftuence de nos pires ennemis, les hommes noirs, mats encore nous en ferons un agent convaincu, actif et dévoué de la propagande de nos idéés et que nous préparerons a la Mafonn. *. et a la France, une pépinière de bons et vrais Maqons. Les Ten.-. BI.-, et les fétes d'Adoption du protectorat sont donc d. tous égards un des plus puissants moyens de pro- puyunue qui soit a notre disposition. invloed onzer ergste vijanden, de zwartrokken, onttrekken, maar wij zullen er ook een overtuigd, werkzaam en ijverig propagandist van maken voor onze denkbeelden, en de Vrijmetselarij cu ATanKnjK een Kweekschool van goede en ware Vrijmetselaars bezorgen. De Vrouwenloges en Adoptie-feesten van het protectoraat zijn dus onder alle opzichten een der krachtigste propaganda-middelen, die te onzer be- r -I , r j- stniKKing staan. Oeciteerd in La femme et F enfant dans la F. Af., De la Rive. p 530. hïtSffd/hf A SChi,'Dt Küe te Zi'n 9evoerd- Een drietal jaren later kwam in hetzelfde blad o. a. een propagandistisch artikel voor. waarin gezegd werd! No. 125. CHAïNE D'UNION, février 1888, p. 69-70. TEXT VERTALING: Xfijme.selari) heeft ééo c'est pour eela gu'elle dit a la lemme 2, n loekomst voor te be- mère de nos enfants: Venez d nou* 5 Daarom zegt zij tot de vrouw, si vous ne voulez plus étre esclave " °nZ,er kind®ren: .-Kom tot venez a nous si vous nmile* At 1 i nie 0er s'avin wilt zijn; légale de Vhomme et si partaqeant '5°™tjtons'aIs9i{defleliikewi,tworden ses joies comme ses peines ses droüs - ,ma"' al.s 9'J z'Jne vermaken comme ses devoirs, vous voulez au'il ^ ^ 2I,n rech'en en P^hten n'y ait plus de disMcÜon Zrl 7 u als verIan9t- d* er Vhomme ei la femme et que le qenre Sl ** ,vrouw ,fleen ver' humain marche groupé, saus distinc S meer gemaakt _ worde, en dat 'ion, sous le drapeau de la Vrnfprr.it ■ ? menschdom zonder onderscheid et de VEgalité Universellèl" '' 'ezamen oprukke onder de banier der untverseUeI Universeele „Gelijkheid en Broeder- Geciteerd in La femme et Fenfant -dans la F.-/ltS 'la Rive, p. 573. Mfe ffb ^ f ^ tri°mfant: "Voor °nze d«*" teeken zult gij over^nnen "-) hulPtroePen geworven: de Vrouw. In dit * * ♦ * * F. Af., p. 597"10"' marS 1889' P' 67: gec,t bii de De la R've, La femme et F enfant dans la Maar dit alles bevredigde de feministen onder de Vrijmetselaren niet. Zij wenschten niet, dat de vrouw in een van de mannen-vrijmetselarij afhankelijke organisatie zou worden ondergebracht, om nu en dan opgeroepen en meestal thuis gelaten te worden, al naar de leiders der officiëele Vrijmetselarij zulks verkozen, maar dat de beide kunnen op voet van gelijkheid en met dezelfde rechten zouden worden behandeld. Dit werd een moeilijke kwestie. De vraag rees daarbij o. a., of de vrouwen afzonderlijke werkplaatsen met een eigen onafhankelijk hoofdbestuur moesten krijgen, ofwel komen te ressorteeren onder het gewone Groot Oosten of Oppersten Raad .— die dan uiteraard vrouwelijke leden („Groot-Officieren") in hun colleges zouden moeten toelaten — ófwel dat vrouwen lid konden worden van gewone loges, en de mannen-loges dus in gemengde moesten worden omgezet, waarbij de vrouwelijke leden dezelfde graden zouden kunnen bereiken, tot die van Rozenkruiser en Kadosch toe als de mannelijke. De maconnieke leiders weifelen. In plaats van eens en voorgoed het principe uit té maken, zoeken zij hun heil in opportunisme: No. 126. BULLETIN MAgONNIQUE déc. 1891, p. 256. TEXT.: II faut admettre que les magons se sentent insuffisamment préparés pour donner a la femme Vinitiation qui lui convient. Ils hésitent a. entrer dans une voie qiïil faudra forcément aborder un \our. Remettant donc a plus tard l'étude trés délicate des initiations ƒéminines, on préfère assurer avant tout la marche progressive de la MaQonnerie masculine. Cest agir avec sagesse .. . VERTALING: Toegegeven moet worden, dat de vrijmetselaars zich nog niet genoeg voorbereid achten om de vrouw de passende inwijding te geven. Zij aarzelen om een weg in te slaan, dien ze eensdaags toch onvermijdelijk zullen moeten kiezen. Het zeer kiesche vraagstuk van de inwijding der vrouwen dus tot later verschuivend, geeft men er de voorkeur aan, allereerst den geleidelijken opmarsch der mannen-vrijmetselarij te verzekeren. En dat is wijs gehandeld ... Geciteerd in La femme et F enfant dans ia F.-M., De la Rive, p. 608. Dat dralen en uitstel zoeken levert echter weinig baat; onstuimige Loges loopen op de beslissingen vooruit, en hier en daar laten enkele loge-besturen reeds vrouwelijke vrijmetselaren tot bijwoning van de werkzaamheden der mannenloges toe, — hetgeen dan weer ergernis wekt bij mannelijke vrijmetselaren, die van hunne overheid ófwel de formeele toelating ófwel het besliste verbod van zulke practijken eischen: No. 127. bruxelles!our de la l" les amis philanthropes de *EXT: VERTALING: Demande d'annulation ou de ratifica- Verzot w • ,, tion de la décision prise, en vertu de krSï? ■ nietl9verk laring of belamelle des SSS., appakmant "iel °p9rond loges .-. mixtes ont été admisei A j , z,rs' \ oehoorende tot ge- travaux le <11 novembre 1910. mengde loges, den 21 November 1910 n . , . Ti TT • ^tonze werkzaamheden zijn toeoelat^n Geciteerd in Bulletin 4ntima(onnique, avril-mai 1911, p. 31. Ter zelfde plaatse in het B. A. worden ook noa vermeld- een voordracht, den 21 November 1910 vermeld- , door Br.". Martin, uit Parijs, onder den titel TX,? ? 96 gehouden een voordracht, den 21 Januari 1911 Tn H» T.'l . m«te international"; gence et l Etoile réunies" dSr Br/ rï "rLa Parfaite l«dli- dans la magonnerie"; ame' over ..L entrée des femmes een rapport, den 12 Februari 1911 aan p . /-n bracht door Br.-. Renard over La création van België uitge- a Bruxelles"; " Creat,on dune EU*- féministed'adoption een voordracht, den 17 Maart 1Q11 a r St. Aldegonde" gehouden door Br• Fnn der,Antfwerpsche „Marnix van des femmes." ör" * F°ns Ch™tiaens over „La Magonnerie ve!ricTtten'Re^Lni882 wasWta fSJSkto?'te BfUSSel in 1910 niet als lid eener Adoptie-looe maar als nowón aism?s toe9elaten. selarij (De betrokken loge: Les Libres Pen^nr* O ^armelijke Vrijmetgeschorst). enseurs, O.. van Pecq, werd deswege STar*""* grar '»,,a vrijmetselaars-organen maakte van n • t fV^n' en een er v°ornaamste «°on gewag. I„ vo,9„d „ummer ' J,P^S..°P.^.ep'ische° No. 128. tSt NE D UNION' aoQt"sePt- 1880, p. 233-234: VERTALING: •. . Le campte-rendu nous a amené n,* i • i une lettre de la Resp.-. L • Hiias de " ' k vers'a^e heeft °ns een schrijMemphis, no. 1, légalement constituée n" ufZ°r0d de Eerbw--- Loge dans les VaUées de Mantua Carpetana T" Memphis," no- 1. wet- sous les auspices du Sérénissime Gr ■ f! 9e^ormd m de dalen van Mantua • ^rpetana onder het toezicht van het 0.\ d'Espagne; cette lettre qui porte la date (Oriënt et Vallée de Madrid), 27 juillet 1880 et qui est signée manu propria, la Sob.Ê. Maesl.'. Matilde R. Crespo et por accuerdo mi Resp. Loge, la Secreta.-. Incarnacion Conde, nous fait connaitre que depuis pas mal d'années, tl existe en Espagne des LL.\ composées exclusivement de Dames. La lettre cite: Les Hijas de Minerva, les Hijas del Sol, et finalemenl la loge Hijas de Memphis, qui fut installée en 1877. Doorluchtige Gr.*. O.*, van Spanje. Dit schrijven is gedateerd (Oosten en Dal van Madrid) 27 Juli 1880 en eigenhandig geteekend door de Souvereine Meesteresse Mathilde R. Crespo, en namens hare Eerbw. loge door de secretaresse Incarnacion Conde. Het bericht ons, dat er sinds tal van jaren in Spanje loges bestaan, die uitsluitend uit dames zijn samengesteld. De brief noemt: „De Dochters van Minerva," de „Dochters der Zon" en ten slotte de loge „Dochters van Memphis," die in 1877 geopend werd. Geciteerd in La ftrHme et F enfant dans la F.-M., De Ia Rive, p. 463. Het geval stond de Fransche redactie weinig aan, en veelbeteekenend schreef ze: No. 129. CHAïNE D'UNION, aoüt-sept. 1880, p. 234: TEXT: VERTALING i Les différentes MaQonnr. en général De verschillende Vrijmetselaars-groen'admettent pas encore Vinitiation de peeringen laten in het algemeen de la femme aux mystères purs de la vrouw nog niet toe ter inwijding in Magonn.-. Le Grand Oriënt National de zuiver mag.', mysteriën. Het Natiod'Espagne a fait une exception. Sera-t- nale Groot Oosten van Spanje heeft il suivi? A d'autres que nous de ré- hierop een uitzondering gemaakt. Zulsoudre ce point fort délicat. lener zoo meer volgen? Niet wij heb¬ ben over dit kiesche punt te beslissen. Geciteerd in La femme et Venfant dans la F.-M., De la Rive, p. 464. Uitgemaakt is, voor zoover we weten, dit beginsel nog niet. In elk geval, gelijkwaardig of niet aan de mannelijke Vrijmetselarij, is de vrouwelijke Vrijmetselarij in Adoptie-loges en „Driehoeken georganiseerd. Vooral in Noord- en in Zuid-Amerika schijnt het Vrijmetselarinnen-systeem wortel te hebben geschoten: No. 130. BULLETIN DES TRAVAUX DU SUPRÈME CONSEIL DE BELGIQUE, no. 27, p. 279. TEXT: VERTALING: Nous lisons dans La Abeja de Caracas: Wij lezen in La Abeja van Caracas: ,,Dans VAmérique du Nord, la Ma- „In Noord-Amerika telt de Adoptie- CW.V«. CeUe Mafofi.-ZT Ufs. V^ilW °"e „Es«-ce par ld que s'expliquent la Tf ? ? J heeft, vlJf flraden. supériarité et Vexcellence de la femme dat J misschien te verklaren, de, Etats-Unis, comparee « celled el tl de,vr°uwJI° de V. S. zoozeer die auires w? P ö C"6 der andere landen overtreft en voorbij- "C est une question d examiner On rw j* * j s'en occupe en France, mais lusou'a Ï,PFr ie?t.."ader "lf9emaaktte worden. présent, dans ce pays V dée ne l Frankn* houdt ™en er zich mee fait pas tortune". ' ^ "aar dusver... maakt het denkbeeld in dat land geen opgang " eeiteerd in La femme et Venfant dans la F. M\, De la Rive, p. 596. Anti"«"°°™* van 15 marzo 1897 van verschillende Arge„Vch«'C™e1mde rCfUt^warS*''"0''" I candidati che dovevano ricevere la De candidaten d,> h»t ■ , luce massonica erano le tre fialie dol l.vkf aten' die het magonnieke dr,< d"= "WC Sarsts? inrrtüD^sFhS^'T' 'ose virtuosi sentimenti ai quali erano ctaf» i ad een schitterend £«. in seno delta loro dis.in.a ^SMTZ^SSiSS't voelens ten toonk waarin zij waren opgevoed in den kring hunner geachte MargheritaMunoz. teme^eioquente ZiisKr wdenaaI's;er van deo Driehoek, dissertazione sul .erna, £ D..J, « . , . onderwerp: De Vrijs Gedachte. ChafneJvZJ?Sh£S£°Ph" r'a' Zustm'• de 2* De "•31 b" •— «•EK'l* d^weSllto°aTlht°;t' £d°"° HET STREVEN DER VRIJMETSELARIJ Het streven der Vrijmetselarij wordt door haarzelve beknoptelijk weergegeven als volgt: No. 131. ♦WETBOEK VOOR VRIJMETSELAREN, in plano, compleet: TEXT: Aanbid den Opper-Bouwheer des Heelals. Bemin uwen naaste. Doe geen kwaad — doe goed. Laat de menschen spreken. De ware eeredienst van den OpperBouwheer des Heelals, bestaat in goede zeden. Doe dus goed uit liefde voor het goede zelf. Houd altijd uwe ziel zoo rein, dat gij op eene waardige wijze kunt verschijnen voor den Opper-Bouwheer des Heelals, die God is. Bemin de goeden, beklaag de zwakken, vlied de boozen, maar haat niemand. Spreek spaarzaam met de grooten, voorzichtig met uws gelijken, oprecht met uwe vrienden, liefderijk met de armen. Vlei uwen broeder niet, dat is v'erraad; indien uw broeder u vleit, vrees voor misleiding. Luister altijd naar de stem van uw geweten. Wees de vader der armen; iedere zucht, welke uwe hardheid hun afperst, zal het getal verwenschingen vermeerderen, welke op uw hoofd zullen nederkomen. Eerbiedig den vreemdeling, help hem; zijn persoon zij u heilig. TRADUCTION: Adore le Grand-Archltectedel'Univers. Aime ton prochain. Ne fais pas le mal — fais le bien. Laisse bavarder les hommes. Le vrai culte du Grand-Architecte de 1'Univers consiste dans les bonnes njoeurs. Fais donc le bien par amour du bien même. Tiens ton ame toujours si pure que tu puisses paraïtre dignement devant le Grand-Architecte de 1'Univers, qui est Dieu- Aime les bons, plains les faibles, fuis les méchants, mais ne haïs personne. Parle parcimonieusement avec les grands, prudemment avec tes semblables, sincèrement avec tes amis, affablement avec les pauvres- Ne flattepas ton frère, c'est de la trahison; si ton frère te flatte, crains d'être sa victime. Ecoute toujours la voix de ta conscience. Sois le père des pauvres; tout soupir que ta dureté leur arrache, augmentera le nombre des malédictions qui viendront fondre sur ta tête. Respecte 1'étranger, aide-le; personne te soit sacrée. que sa Vermijd twist, voorkom beleedigingen, zorg dat de rede altijd aan uwe zijde zij. Eerbiedig de vrouwen, maak nooit misbruik van hare zwakheid en sterf liever dan haar te onteeren. Schenkt de Opper-Bouwheer des Heelal$ u een zoon, dank Hem, maar leef voor het u toevertrouwde pand; wees voor uw kind het beeld der Godheid. Zorg, dat hij tot 10 jaar u vreeze, tot 20 jaar u beminne en het geheele leven door u eerbiedige. Wees tot 10 jaar zijn meester, tot 20 jaar zijn vader en tot uw dood zijn vriend. Tracht hem veeleer goede grondbeginselen dan fraaie manieren te leeren; dat hij u veeleer eene verlichts leer, dan een ijdele zwier verschuldigd zij- maak liever 11 tiTk hum />/!« J - een bekwaam man. Indien gij over uwen stand bloost is het hoogmoed; denk niet dat het'de betrekking is, die u verhoogt of vernedert, maar wel de wijze, waarop qij ze vervult. Lees en trek er nut uit, zie en volg na denk na en werk. Doe alles ten nutte van uwe broederen strekken; dat is: voor u zeiven arbeiden. Wees over en met alles tevreden. Beoordeel de daden der menschen met te lichtvaardig; laak niet en prijs nog minder. Het staat aan den OpperBouwheer des Heelals, die de harten kent, het werk te waardeeren. Evite les querelles, préviens les offenses, prends sofn que la raison soit toujours ta conductrice. Respecte les femmes; n'abuse jamais de leur faiblesse et meurs plutöt que de les déshonorer. Si le Grand-Architecte de 1'Univers te donne un fils, rends-lui grace, mais continue a vivre pour le gage qui test conhé; sois pour ton enfant 1'image de la Divinité. Prends soin qu'il te craigne jusqu a CO ni'vtamn _ » . 1 .» — C diinee, qu li t aime jusqu a sa vingtième et te respecte durant toute la vie. Sois sori maitre jusqu a dix ans, son père jusqu a vingt et son ami jusqu a la mort. Efforce-toi de lui apprendre plutöt de bons principes que de belles manières; qu il te doivede préférence une doctrine ïJluminée qu'une vaine élégance; £ais de lui plutöt un honnête homme au'un homme capable. Si tu rougis de ton métier, eest de 1'orgueil; ne pense pas que ce soit la position sociale qui te rehausse ou t'abaisse, mais bien la manière dont tu la remplis.' Lis et en profite; vois et imite; réfléchis et travaille. Fais tout au profit de tes frères; c'est travailler pour toi-même. Sois content de tout et en tout. juge pas trop témérairement les actions des hommes; ne blame point, et loue moins encore. C'est au GrandArchitecte de 1'Univers qui approfondit les coeurs, d'aDorécier Deling va4 ket bovenstaande kan „ie. anders maken dan een süch.eliike» 10 Het stemt daarenboven overeen — mag er eene synthese van genoemd worden — met wat de stichters der Vrijmetselarij van 1717 in hun eerste Constitutie (1723) den leden van hun genootschap als leefregel voorhielden, hetgeen bekend staat onder den naam van Oude Plichten. Evenwel: alles dient in zijn kader beschouwd te worden, en het kader der moreele beginselen van de Vrijmetselarij is samengesteld uit de volgende vier omstandigheden: Ie. dat blijkens citaten nos. 1, 72, 95 e.a. en pag. 1. datgene wat van magonnieke zijde wordt vooropgezet, niet altijd met de feitelijkheid vermag te strooken; 2e. dat, indien uitsluitend het vorenvermelde de strekking der Vrijmetselarij aangaf, er niet de minste reden zou bestaan hebben noch bestaat om haar streven met zóóveel geheim te omringen, als metterdaad het geval is; 3e. dat de „Oude Plichten" en de daaruit afgeleide ethische beginselen tegenwoordig van gezaghebbende mac.'. zijde ook formeel worden losgelaten en verloochend. 4e. dat blijkens de feiten der historie en de afgedrukte erkentenissen van Vrijmetselaren zeiven de practijk lang niet altijd de omschreven theorieën dekt; Ad 1 geven de getuigenissen, in de daarbij aangehaalde citaten vervat, zoodanige bewijsvoering, dat verdere toevoeging daaraan overbodig mag geacht worden. „ Ad II valt op te merken, dat de in het „Wetboek der Vrijmet elaren opgesomde grondbegrippen, enkel en alleen op zich genomen, in geenen deele den eed van geheimhouding rechtvaardigen, dien de eerste Vrijmetselaren bij hunne aanneming moesten afleggen, en die als volgt luidde: No. 132. MASONRY DISSECTED, Samuel TEXT: I hereby solemnly vow and, swear, in the presence of Almighty God, and this right worshipful assembly, that I will hail and conceal, and never reveal the secrets or secrecy of Mason or Masonry, that shall be revealed unto me; unless to a true and worshipful Lodge of Brothers and Fellows well met. 1 furthermore promise and vow, that I will not write them, print them, Prichard, London, 1730: VERTALING: Ik beloof plechtig en zweer bij deze, voor het aanschijn van den Almachtigen God en voor deze zeer eerwaardige vergadering, dat ik verbergen zal en geheim houden en nimmer ontsluieren de geheimen of het geheim van de Vrijmetselaars of de Vrijmetselarij, die mij zullen ontnuld worden, tenzij aan een trouwe en eerwaardige Loge van Broeders en Gezellen regelmatig bijeen. Voorts beloof ik en betuig, dat ik ze niet zal schrijven, drukken stempelen. mark them, carve them, or engrave snijden of graveeren noch ze zal later» them, or cav.se them to be written, worden geschreven, gedrukt, gestem- prmted marked, carved, or engraved peld, gesneden of gegraveerd in hout on wood or stone, so as the visible of steen, zóó dat het zichtbare karak- character or impression of a letter ter of de indruk van een brief mocht may appear, whereby it may be un- ontstaan en deze in onrechtmatig bezit lawfully obtamed. zou kunnen geraken. AU this under no less penalty, than to Dit alles onder geen mindere straf have my throat cvt, my tongue taken dan dat mij de keel worde afgesneden' n/°"V ƒ ™°f °f mJ' mouth> rny heart de tong uit het verhemelte getrokken, plucked trom under my left breast; het hart uit de linkerzijde gerukt, en dat tT h. ll r , m hi °{ thC ^ daarna worde begraven in het zand sea, the lengtn of a cable rope from der zee. een kabellengte van de kust shore, where the tide ebbs and flows af. waar vloed en eb tweemalen per twice m twentyfour hours; my body etmaal stroomen; dat mijn lichaam^ot urnt to ashes, my ashes to be asch worde verbrand en mijne assche sca tered upon the face of the earth, over het aanschijn der aaide worde sothat there shall be no more remem- verstrooid, zoodat er geene herinnering brance of me arrvong Masons. meer aan mij zal ove9rblijven Metselaren. Geciteerd in La Franc-Mat;onnerie, Am Neut, I, 208. Ad III. Wel getuigde Br.-. Hausmann1) nog in het begin der XXste eeuw: Die in den ,,alten Pflichten ... nieder- De beginselen, neergelegd in de „Oude gelegten Prinzipien haben heute noch Plichten," ... zijn ook thans nog van ihre Gültigkeit, kracht, maar het maakt een eenigszins zonderlingen indruk, dat hij daarbij over het hoofd zag, hoe zijn eigen Zwitsersche Grootloge Alpina. waarvan hij nog wel Grootmeester geweest was, in hare 25ste jaarvergadering op 16—>18 November 1877 hare nieuwe Constitutie met de volgende inleidende beschouwing opende:2) „De oude oorkonden, bijzondorlijk de zoogenaamde Oude Plichten, „moeten niet als de grondslag der Vrijmetselaars-Orde, maar slechts „als eenvoudige historische documenten worden beschouwd." En niet alleen in Zwitserland, zelfs in landen waar de Vrijmetselarij den naam heeft van weinig vooruitstrevend te zijn, werden de beginselen, neergelegd in de oude formules, reeds einde der XIXde eeuw losgelaten. ') Frcimaurerei. p. 56. BuJktin of the Supreme Council of the jjd deerec for the Southern Jurisdtction Kern" p 39 °" CharUston 's7«, P-607, — geciteerd bijGerber: Der „giftige No. 138. COURS INTERPRÉTATIF DES INITIATIONS, Ragon, p. 40: TEXT: VERTALING: La Maconnerie n'est d'aucun pays; De Vrijmetselarij kent geen landaard: elle n est ni frangaise, ni écossaise, ni zij is noch Fransch, nocb Schotsch, amencaine; elle ne peut être suédoise noch Amerikaansch, zij kan evenmin a Stockholm, prussiennc d Berlin, Zweedsch te Stockholm als Pruisisch turque a Constantinople si elle y te Berlijn of Turksch te Constantinopel existe;elle est une et universelle. Elle zijn. als ze daar bestaat; ze is een en aplusieurs centres d action, mais elle algemeen. Ze heeft vele brandpunten na quun centre dunite .-..Si elle Van werkzaamheid maar ze heeft er perdaitce caractère dunité et duni- slechts één van eenheid... Als zij dit versahte, elle cesserait d etre la Ma- karakter van eenheid en algemeenheid fonnene. verloor, zou ze geen Vrijmetselarij meer zijn. Geciteerd in Le libéralisme, la Franc-Mafonnerie et VEt^lise catholiqut, par Labis p. 33. No. 139: *TUE ra?EMASONS' QUARTERLY MAGAZINE AND RE VIEW, 1852, p. 40: TEXTs VERTALING: God hath made man one mighty God heeft de menschen gemaakt tot nimcoit th m , [Brotherhood, [één machtige Broederschap, Uimself the Master, and the Zichzelven tot den Voorzitter en de [world their Lodge. [wereld tot hunne Loge. No. 140. PREEMASON'S CHRONICLE, 1906. II, p. 132. TEXT: VERTALING: The absolute oneness 0/ the Craft is De volslagen eenheid van de Orde is dnri*n°?%t , ''' b0UU~ een troostvolle gedachte.. Staats- ïnZ ,h°! 2 norvVas,t oceans sepa- grenzen noch zeeën kunnen de Ma9on- whe ril fÜS0T Frra!ermty- Every' nieke Broederschap verdeelen. Overal where tt is one... There is no uni- is ze één VZ-t Cl!TÏ U0 UniVerSal b°dy °l ••• Een algemeenekerk,eenalgemeene tern tu thn pZ " umvers.al Fra' P°l«^ke partij bestaat er niet; maar TrZer uZ 7, TS,m7h! wel is «een algemeene Broederschap. V m'mUr' ElkeBro«d«,. 1 die er een waardig lid van is, mag daar trotsch op gaan. Geciteerd in the Cath. EncycUptdia, IX, Gruber. p. 784. No. 141. Stück (Schön, Berlin, 1794). VERTALING: Een enkele keten omvademthetgansche, thans zoo ontzaglijk uitgebreide weefsel van alle geheime graden en stelsels van den aardbol. Alle vloeien samen in één enkel middelpunt der alwetendheid. Er is slechts één Orde. Haar einddoel is haar eerste geheim, en haar ontstaan benevens de middelen tot hare werkzaamheid Jieur tweede. FREIMAURERBIBLIOTHEK, 7tes TEXT: Eine einzige Kette umschlingl das ganze, nun so ungeheuer ausgedehnte Gewebe aller geheimen Grade und Systeme des Erdbodens. In einern einzigen Mittelpunht der Allwissenheit flieszen alle zusammen. Es ist nur ein Orden. Seine Bestimmung ist sein erstes Geheimnist und seine Entstehung nebst den Mitteln seiner Wirksamkeit sein zweites. Geciteerd bij Eckert, Der freimaurer-Orden, p. 125, 126. Nu moet moet men ook hier niet vergeten, dat de practijk niet altijd de theorie dekt. In weerwil van hare betuigingen, dat zij geen rassen-onderscheid kent, vertoont de Vrijmetselarij zelfs in het vooruitstrevende en democratische Noord-Amerika het verschijnsel, dat de blanke BBr.\ niet met de gekleurde in dezelfde werkplaatsen willen arbeiden, zoodat men daar afzonderlijke Loges voor negers en kleurlingen heeft. Evenmin als tot bepaalde nationaliteiten beperkt de Vrijmetselarij zich, in hare beginselen, tot belijders van een bepaald geloof of van bepaalde kerkgenootschappen of richtingen: No. 142. TRACÉ DES TRAVAUX DE LA GRANDE FÊTE SOLSTICIALENATIONALE, célébrée par le Gr.*. O.', de Belgique, le 24e J.\ du 4e M.\ 1'An de la Ve.'. L.'. 5854. TEXT: .. . un fait qui, pour nous, est un principe, c'est que la Magonn.-. est universelle; c'est que la Maconn.\ est une; c'est qu'il n'y a pas de MaQ.\ Beiges, Francais ou Allemands, Catholiques, Protestants ou Israélites. Nonl la Magonnr. ne connait pas ces qualifications; c'est une institution cosmopolite; elle appartient a tous les pays, d tous les cultes ... Cette institution a des régies, des principes, des statuts qui sont universels; dans ces VERTALING: Voor ons staat het als een beginsel Vast, dat de Vrijmetselarij universeel en één is, dat er geen Belgische, Fransche of Duitsche, Katholieke, Protestantsche of Israëlietische vrijmetselaren zijn. Neen, de Vrijmij.'. ként die onderscheidingen niet; ze is eene wereldinstelling; ze behoort tot alle landen, tot alle gezindten... Die instelling heeft regels, beginselen, statuten van algemeenen aard; die statuten gelden evenmin in 't bijzonder voor België statuts, qui ne sont pas plus applicables a la Belgique qu'a d'autres contrées, il y a des principes fondamentaux que la Magonn.-. a toujours respectés, qu'elle doit respecter toujours. II y n, entre les Mag.-., des traités; les Mag.-, beiges ont fait des traités avec la France, VAmérique, VAngleterre, etc., et ceux qui y ont adhéré ne peuvent les fouler aux pieds ... encore une fois, ... ne perdons pas de vue que la Magonn.-. est une et qu'elle ne peut se maintenir qu'a la condition de rester une. Geciteerd in Lts F-M. peints par euz-mémes, W7 J n r» * * — ' als voor andere streken en behelzen grondbeginselen, die de Vrijmij.-. altijd geëerbiedigd heeft en eerbiedigen zal. Er bestaan verdragen tusschen de Vrijmetselaren; de Belgische hebben er gesloten met Frankrijk, Amerika, Engeland enz., en wie ze eenmaal aangingen, kunnen ze niet meer met voeten treden... ... Nogmaals, laten we niet uit het oog verliezen, dat de Vrijmetselarij één is, en dat zij slechts kan blijven voortbestaan door één te blijven. _ ">r oc Woorden van Br.". P A. J. Stevens, Cr.-. Comm van den Opp.v Raad van België Schotschen ritus). Uok hier moet men eenen niet te volstrekten zin aan deze woorden hechten. up mz. iji reeas is aangestipt, hebben de Pruisische Grootloges ae- durende lange jaren de Joden wel degelijk van het lidmaatschap harer onder- hoorige werkplaatsen uitgesloten. En indien men de reden dezer uitsluiting veeleer in een rassen- dan in een godsdienst-vooroordeel wil zoeken, leze men om ook op dit punt overtuigd te worden, cit. no. 275. Gelijk trouwens reeds genoegzaam bleek uit hetgeen in het hoofdstuk „Riten en graden in dit werk is aangevoerd, deert ook het verschil van riten in i Gi Y ri',metsei' niet aan hare eenheid. Ziehier ten overvloede <»en uitdrukkelijke. betuiging: No. 143. NinnwArc TRAVAUX DE LA GRANDE FÊTESOLSTICIALENATIONALE, celebrée par le Gr.'. O.", de Belgique, le 24e T.\ du 4e M.- L.\ 5854. 1'An de la Ve TEXT: Mes FFF.-., la Magonn.-. doit être une, indivisible; laissons de cóté les formes; respectons-les; mais qu'en définitive, il n"y ait qu'une Magonn.-., qu'un seul et même principe. C'est l union qui, en Magonn.-. comme dans le monde prof.-., fait la force; Vunion non pas en paroles, mais en faih. Geciteerd in Les fi.-M. peints par eux-mêmes, VERTALING: Mijne BBr.\, de Vrijmij.'. moet een zijn en ondeelbaar. Laten we de vormen terzijde laten ; we kunnen ze eerbiedigen. Maar in beginsel mag er slechts ééne Vrijmij.., één enkel en zelfde uitgangspunt zijn. in de Vrijmij.*. zoowel als in de profane wereld maakt eendracht macht, — eenheid, niet enkel in woorden, maar in daden. _ ir - - — • hw-wotw, p. L1-LD. den° de « VfZ' IT-V VerhLaeg5,n naAr aanleidin9 van het bezoek van den grmr.'. van den Schotschen ritus m Belgie aan het Gr.. O.", der Blauwe Vrijmetselarij. Uit dit feit der zedelijke eenheid van de Vrijmetselarij over de gansche wereld vloeit vanzelf voort hare zedelijke verantwoordelijkheid als geheel voor alle daden van beteekenis, die door belangrijke afdeelingen van haar Verbond worden gesteld, in zooverre die daden bij de overige mag.", grootmachten geen uitdrukkelijke afkeuring vinden. Op dit punt bestaat veel misverstand. Het is eene geliefde tactiek van mac.'. apologeten, de verantwoordelijkheid te verzaken voor datgene wat in andere landen plaats grijpt en afkeuring vindt in het eigen land waar de begrippen nog niet genoeg gevorderd zijn om het bijval te doen vinden. Als bijv. de Vrijmetselarij in Brazilië en Portugal den monarchalen regeeringsvorm door den republikeinschen verving, ontbrak het in de dynastieke landen van Europa niet aan mac.'. stemmen om er nadruk op te leggen, dat er geen formeele eenheid in de Vrijmetselarij bestaat, dat elke mac.'. Grootmacht zelfstandig en dus voor hare eigen daden verantwoordelijk is, zoodat deswege aan de Vrijmetselarij in andere landen geen verwijt kan worden gemaakt Hoe onjuist deze opvatting is. blijkt wel hieruit, dat, toen Paus Leo XïII de Vrijmetselarij in zijn encycliek „Humanum genus" van 1884 nogmaals veroordeeld had en daarbij o. m. had gewezen op strevingen, die zich meer speciaal in de Latijnsche Vrijmetselarij naar buiten openbaren, de Angelsaksische Vrijmetselarij het ontoepasselijke dier afkeuring op haarzelve wilde betoogen doch door den voornaamsten woordvoerder dier Angelsaksische Vrijmetselarij zelf als volgt werd terecht gezet: No. 144. OFFICIAL BULLETIN, 1885, VII, p. 29, Alb. Pike: TEXT: VERTALING: When the journal in London which Toen het Londensche blad, dat over speaks of the freemasonry of the G. de vrijmetselarij van de Engelsche L. of England, deprecatingly protested Grootloge spreekt, minachtend be- that the English Freemasonry was tuigde, dat de Engelsche Vrijmetselarij innocent of the charges proferred by onschuldig was aan hetgeen de Pau- the Payal Buil against Freemasonry, selijke bul de Vrijmetselarij ten laste when it declared that English Free- legde, — toen het verklaarde, dat de masonry had no opinions political or Engelsche Vrijmetselarij geen politieke religious, and ihat it did not in the of godsdienstige richting voorstaat, en least degree sympathize with the loose dat het allesbehalve sympathiseerde opinions and extravagant utterances met de uitzonderlijke begrippen en of part of the Continental Freemason- buitensporige uidatingen van een deel ry, it was very justly and very con- der Vrijmetselarij op 't (Europeesche) clusively checkmaled by the Romish vasteland, — toen werd het zeer juist Organs with the reply, 'It is idle for en doorslaande vastgezet door de you to protest. You are Freemasons Roomsche oers met het antwoord: and you recognize them as Freema- „Uw protesteeren is te vergeefs: gij sons. You give them countenancc, rijt Vrijmetselaars en erkent ook hen encouragement and support and you als zoodanig. Gij geeft hun steun, are jointly responsible with them and aanmoediging en onderstand en zijt cannot shirk that responsability'. gezamenlijk met hen verantwoordelijk. Die verantwoordelijkheid kunt gij niet van u afschuiven." Geciteerd in the Cath. Encyclopedia, IX, p. 778, Gruber. Albert Pike. groot-commandeur van den Oppersten Raad te Charleston, later Washington (Moeder-loge van het Schotsche hooggradenstelsel) geldt als de grootste en meest gezaghebbende auteur in ma^onnieke zaken. Hij werd deswege wel „de Vrijmetselaars-paus" genoemd. De practijk van het werken der verschillende mac.\ Grootmachten beantwoordt inderdaad geheel aan hetgeen door den grmr.\ Albert Pike met zooveel ruiterlijkheid werd uiteengezet. Een bewijs uit de vele is, dat, terwijl in menig land de Vrijmetselarij verklaart bij uitstek de draagster der godsdienstverdraagzaamheid te zijn, het offlciëel orgaan der Italiaansche Vrijmetselarij kon schrijven: No. 145. RIVISTA DELLA MASSONERIA ITALIANA, 1886, p. 359. VERTALING: TEXT: Giungono da tutti i Grandi Orienti e Grandi Loggie di Europa indirizzi affettuosissimi e (elicitazioni ed incorraggiamenti al Grande Oriente d' Italia per la nobile ed energica iniziativa che esso ha saputo opportunamente prenderé contro le audacie del clericalismo italiano e mondiale. Gia nei precedenti numeri della Rivista accennammo a questo (atto che dimostra una volta di piü, come fra il Grande Oriente nostro e le Grandi Potenze Massoniche estere esista. la piü completa armonia di concetti e di azione contro il nemico comune. Van alle Europeesche Groot-Oostens en Grootloges geworden het Italiaansche Groot-Oosten hartelijke brieven van gelukwensching en aanmoediging wegens het edel en krachtdadig initiatief, dat het te geschikter tijd heeft weten te nemen tegen de stoutmoedigheden van het clericalisme in Italië en over de heele wereld. We hebben reeds in vroegere nummers van ons tijdschrift op dit feit gewezen, dat eens te meer bewijst, hoe er tusschen oö3 Groot-Oosten en de buitenlandsche ma^onnieke Grootmachten de volledigste overeenkomst van plannen en daden bestaat tegenover den gemeenschappelijken vijand. Geciteerd in Giuseppe Mazzitti, Gruber, p. 215. Het heeft niet aan pogingen ontbroken om de moreele eenheid der Vrijmetselarij de kroon op te zetten door het stichten van een organieke eenheid. No. 146. ♦DER FRANZÖSISCHE GEIST UND DIE FREIMAUREREI, W. Ohr, p. 3 en 4: TEXT: In weiten Kreisen war eine gewisse Sehnsucht, die Einheit der ',,Weltmaurerei" herzustellen und zahlreich waren die Versuche, durch Zusammenkünfte von Mitgliëdern der Logen allmahlig das anzubahnen, was jeder starken Strömung der abendlandischen Kultur vorschwebt: die Herstellung eines alle Gegensatze versöhnenden, alle Unterschiede frei umspannenden Bandes. Ein internationaler Bund ist die Maurerei trotz alledem nicht geworden. Wohl aber waren Krafte in der Maurerei lebendig, auf solch eine allumfassende Bundessehlieszung hinzuarbeiten. VERTALING: In breedé kringen bestond zeker innig verlangen om de eenheid der ..Wereldvrijmetselarij" tot stand te brengen, en door samenkomsten van loge-Ieden zijn tal van pogingen gedaan om geleidelijk datgene voor te bereiden, wat elke krachtige strooming der Westersche beschaving voor oogen staat: de vorming van een verbond, dat alle tegenstellingen verzoent, alle verschillen in vrijheid vereenigt. Trots dit alles is de Vrijmetselarij geen internationale Bond geworden, Wel echter waren er krachten in werkzaam, die 't op het sluiten van een alles-omvattend verbond aanlegden. Inderdaad, reeds in de eerste eeuw van haar bestaan was de Vrijmetselaarsorde in die richting werkzaam. De toen nog zeer los en in groote verscheidenheid uiteenstaande Loges zochten tot eenheid te komen op het bekende congres van Wilhelmsbad, nabij Frankfort a. Main, dat in 1781 gehouden werd, en waaraan vooral Br.'. Weishaupt zijn naam verbonden heeft. Sedert dien zijn er vele internationale bijeenkomsten van Loge- en Grootlogeafgevaardigden gehouden, bijzonder sedert het einde der XIXde en den aanvang der XXste eeuw. De Mag. Scheurkalender van 1898 vermeldt een Mag.'. Congres te Antwerpen in Juli 1894,') een Mag.'. Conferentie terzelfde plaatse in Juli 18952), het tweede internationaal Congres te 's-Gravenhage in Juli 1896.3) Op deze drie bijeenkomsten was het Ned. Gr.'. O.', vertegenwoordigd; de beide eerste werden gepresideerd door den grootmeester van het Belgische Gr.'. O.'., Houzeau Delahaye, de derde door dien van het Nederlandsche Gr.*, O.'., Vas Visser. Verder vinden we nog Congressen der Blauwe Vrijmetselarij vermeld, waaraan Nederlandsche, Belgische, Luxemburgsche, Fransche, Zwitsersche en Duitsche afgevaardigden deelnamen: in 1907 in der Schlucht, in 1908 te Bazel, in 1909 '} Blaadje van Donderdag 21 Juli. ') Blaadje van Zondag 24 Juli. 3) Blaadje van Maandag 25 Juli. te Baden-Baden, in 1911 te Parijs, in 1912 te Luxemburg, in 1913 te VGravenhage. Dat, hetwelk in Augustus 1914 te Frankfort a. Maiti zou plaats hebben is tengevolge van het uitbreken van den Wereldoorlog niet doorgegaan. De Schotsche Vrijmetselarij heeft getracht tot een afzonderlijke organisatie van haren ritus te komen. Congressen van vertegenwoordigers harer Opperstè Raden hadden plaats: in 1907 te Brussel, waar 22 van de 30 bestaande Onnerraden aanwezig waren; in 1912 te Washington, waar 19 Opperraden vertegenwoordigd waren. Tegen 1917 was wederom een congres belegd te Lausanne maar ook dit is door den wereldoorlog verhinderd, Opmerkelijk is, dat de Vrijmetselarij van Groot-Brittannië noch aan de Westpuropeesche congressen der Blauwe Vrijmetselarij noch aan de werkeliik nternationale conferenties der Schotsche Vrijmetselarij deelnam. Hoewel zoo in Engeland als in Schotland en Ierland naast de Blauwe Vrijmetselarij ook een Schotsche ritus bestaat, elk met een eigen Opperraad, onthielden zelfs dezen zich van aans uiting bij de andere Opperraden. Vermoedelijk is de E3Ï Tan t' Tkeü in heu fdt' dat de Vrijmetselarij in Groot-Brittannië rachtens haar historische rechten aanspraak maakt op het primaatschap in maconnieke wereld-organisatie, terwijl dit, in verhouding tot haar ledental VoWn°eR aa° yrijm,etScai.rij inL de Vereeni9de Staten zou toekomen. Volgens Brauweiler ) is de Schotsche ritus er inderdaad in geslaagd, een inter- slerhf1 organisatie van Opperraden tot stand te brengen. Hiermee zou dan slechts een ritus ~ zij t ook de voornaamste - en dan nog niet in zijn vollen omvang, tot formeele eenheid zijn gebracht. Het heet — doch hieromtrent is met stelligheid niets naar buiten uitgelekt — dat als eerste Grootmeester van het internationaal verband der Schotsche Oppergraden de N- ê,ra1maX P 9r°°tme,e;ter Alb,ert .?*e gekozen werd, en dat vandaar zijn bijnaam „de Paus der Vrijmetselarij ontstaan is. Later zou die functie zi n overgegaan op den Italiaanschen grootmeester en 33er.\ Ernesto Nathan, berPiH,en ïu"'- j ' J6" natuurli)'ke zoon van den ma?.', groot-wegereider mr. Mazzini en de Engelsche Jodin Sarah Nathan zou geweest zifn Er bestaat eene mag.-, legende, dat in de Schotsche graden reeds vroeger een eenhoofdig gezag zou hebben bestaan: No. 147. ëumucH"DER'RITUS UND TBXT: VEETALING: u,uj Sein, Z- ÊtÜTzï V Deutsche und romattische Freimaurerei, p. 59. ) La Masoneria ante la Iglesia y la Patria, p 20, voetnoot. iestat der König von Preuszen als Groszkommandeur des Ordens der Prinzen des Königlichen Geheimnisses von der ganzen Brüderschaft als Haupt der Erhabenen und Unaussprechlichen Graden der Maurerei überall in beiden Hemispharen anerkannt. de koning van Pruisen, als grootcommandeur der „orde van de Prinsen van het Koninklijk Geheim." door de geheele broederschap overal erkend als hoofd der Verheven en Onuitsprekelijke Graden van de Vrijmetselarij in de beide halfronden der wereld. Geciteerd in Deutsche und romanische Freimaurerei, Brauweiler, p. 39-40, De woorden zijn ontleend uit eene circulaire van 4 Dec. 1802 van den „Ancient and Accepted. Scottish Rite." • De juistheid van het hier beweerde wordt echter door verschillende mac.'. schrijvers op goede gronden in twijfel getrokken. Aangenomen nu al, dat het meerendeel van den Schotschen ritus onder een centraal gezag zou gebracht zijn, dan is deze toestand nog verre af van hetgeen men een volledige wereld-organisatie der Vrijmetselarij zou kunnen noemen: behalve de andere ritussen staat de geheele blauwe of Symbolieke Vrijmetselarij daarbuiten. Er zijn dan ook pogingen aangewend om, van alle centraal of federatief eenheidsstreven afgezien, meer voeling tusschen de verschillende mac.'. onderdeelen tot stand te brengen langs den weg van het internationale secretariaat. In 1831, zoo deelt de Belgische Br \ Goffin mede, ) vestigden Br.". Lechler te Leipzig, in 1832 Br.*. Jonas te Berlijn een „Correspondentie-bureau" voor vrijmetselaarsloges en het duurde niet lang, of alle loges van Duitschland, Zwitserland en Amerika stonden met elkaar in betrekking door middel van deze beide kantoren. Op den duur schijnen deze evenwel niet te zijn blijven bestaan. Een meer modern secretariaat werd den 1 Januari 1901 te Neuenburg opgericht door den Zwitserschen Br.*, Ed. Quartier la Tente, gewezen grootmeester van de Alpina. Het was in vollen arbeid, toen ook aan zijne werkzaamheid de Wereldoorlog in den zomer van 1914 een einde maakte. Zooals de verhoudingen tusschen de meeste mac-'. grootmachten thans zijn, vallen ze het best te vergelijken met de vriendschappelijke betrekkingen tusschen onafhankelijke Staten. Vele hebben bij elkanders Groot-Oosten vertegenwoordigers, die echter niet, gelijk diplomaten, uit het land van afvaardiging worden afgezonden, maar ongeveer als de honoraire consuls, uit de onderhoorigen van het betrokken Gr.'. O.', zelf worden gekozen. Zoo zijn Nederlandsche BBr.'. vertegenwoordigers bij het Ned. Gr.'. O.', van maij.\ grootmachten in Engeland, Duitschland, Frankrijk enz. en genieten als zoodanig zekere onderscheiding. Niet alle mac.'. grootmachten hebben bij alle broeder-organisaties vertegenwoordigers. i) Histoire populaire de la franc-Ma^nnnerie, Spa, 1863, p. 364. Somwijlen worden deze betrekkingen — evenals bij geschillen tusschen souvereine btaten het geval is — afgebroken. Zulks geschiedde b.v. in 1877 van den kant der Engelsche Vrijmetselarij tegenover de Fransche. omdat deze. aan atheïstiscben aandrang toegevende, het geloof aan den „Opperbouwheer • CS,nu „are Statuten had geschrapt, — geschiedde laatstelijk nog 'J? ? l V3jn j ^er Ffansche en Engelsche Vrijmetselarij tegenover de Duitsche, die door hen mede verantwoordelijk werd gesteld voor het verzet der Midden-Europeesche mogendheden tegen het streven der Gealliëerde anden, dat geheel in de lijn lag van dat der Angelsaksische en Latijnsche, en met name van de Schotsche Vrijmetselarij. Men ziet, hoe juist de toestand door den oud-grootmeester der „Alpina" wordt geteekend, als hij verklaart: No. 148. *FREIMAUREREI, Hausmann, p. 57. TEXT: VERTALING: der Freimaurerbund besitzt keine De Vrijmetselarij heeft geen opper- gczag- dat besturend en bevelend fehlend die Differenzen auszugleichen geschillen tracht op te lossen en in Met dat al blijft het tot stand komen van een algemeene eenheid, ook in den bestuurlijken vorm, een onderwerp uitmaken van het vurig verlangen dergenen, wien een hechte en sterke organisatie van de universeele Vrijmetselarij een waarborg te meer voor de kracht van haar optreden en de uitgebreidheid van haar invloed toeschijnt. In warmbloedige landen wordt wel eens op dien wensch vooruitgeloopen, gelijk blijken kan uit No. 149. RIVISTA DELLA MASSONERIA ITALIANA, 1895, p. 266. TEXT: VERTALING: ïltlnW familler Nous pensons que Een familie-feest. Ons dunkt, dat de trmü !S maconmque nest pas en- maconnieke familie niet door de grenzen fermée dans les frontières des Etats. der Staten wordt beperkt. G?XS tète dlTnSLJ? Sentiment; Cör Cn «veneens. want aan het hooW der JtadrefsV 1 QU€ V°U$ T?^eZ noodiging, die gij mij gezonden hebt. ^cLrJneazsrum^ <** Oui, Magonnerie universelle! C'esi Ta, Wereldvriimetselarii! IW R»I pour affirmer nettement la fraternité gische broeders hebben'mij hierheen et la solidarité qui nous unit, malgré les différences de race et de langue que vos {rères beiges m'ont envoyé vers vous. gezonden juist om uitdrukkelijk de broederschap en saatnhoorigheid tè doen uitkomen, die ons verbinden trots alle ras- en taalverschil. Geciteerd in Giuseppt Mazzini, Gruber, p. 234. Woorden van den Belgischen Grmr.*. Houz#;au Delahaye op de feestvergadsring van het Gr.'. O.', van Italië bij den 25sten gedenkdag der inneming van Rome. Meerdere bijzonderheden omtrent dit streven naar eene geperrectionneerde eenheid der Wereldvrijmetselarij zal men vinden ia de laatste afdeeling van dit werk: het Einddoel der Vrijmetselarij. Or.\ deTournai u ,/%, ••ƒƒ//. r—) o . Te" '- au 9r"'- * 'V-*'*"-//"(** Ordre desTrav.*. fc.fc,OHnnvOE. L.BULLJVnL . U.U31iniL. * *4 X '"**■•*• ®« ƒ< .*. • -£• »<»<• 'coJïc^ *51 ^ . «- V / '-».■. ?<. . * *yp //•• w*: V /^., %. *S:jy<; 6 F.-. i«' Secréi.. V // LeVén.- Mail.*. • ^ •e premier dcvoir du U«.-. hor. du Tcmple csl d'obsorvcr le «cret raaconn.-. 11 1 DaÜ' i"derdaad'l Profane schrijvers soms beter op de hoogte van toestanden Jt dezYT61^ ' X Ve!j lede" der ,a9ere graden zei ven, moge o.a. uit deze eigendommelijke vermelding blijken: In het Weekblad voor Vrijmetselaren van 22 Oct. 1882 schreef Br.\ David LdintC Doorn,een artikel lets over de hoogere graden." Naar aanleiding daarvan verscheen in een der volgende nos. van hetzelfde tijdschrift eene Daarin h?etVhetCen met een toe9evoegd naschrift van de redactie. No. 154. ♦WEEKBLAD VOOR VRIJMETSELAREN, 10 Dec. 1882, p. 411: TEXT: Br. . Samot deelt mede, dat hij zijne berichten geput heeft uil een geschrift\ tegen de Vrijmetselarij gericht. Nu zou ik wenschen te vragen: welken indruk het moet maken bij niet-Vrijmetselaars, voor wie 't Weekblad wel niet wordt geschreven, doch die dat ook, bij toeval, zooals zoovele n«wJÜX -1. .1I _ IA.. unacre slUKKen ae Urde betreffende t*1 !.. t •• . . TRADUCTION: Le F.'. Samot déclare avoir puisé ses données dans une publication dirigée centre la Franc-Magonnerie. Or, je voudrais poser cette question: qü'en doivent bien penser les profanes (il est vrai que le Weekblad ne leur est pas destiné, mais il pourrait leur tomber accidentellement entre les mains, comme c est Je cas avec tant d autres docöments in handen fcunneni^en indiïTzè docElments zien dat de RRr • vw™™ ' „>> j„_ , 9lda.nï 1 °rdre) quand ïls voient que in een blad, aan de belangen der Orde de rÖrdre' s,mstruisent sur les secrets gewijd, uit de pamfletten haver be- i 12 ttéJtT strijders, voorlichten over de qehei- namnWPï a pu'sant dans les men dier Orde. 9 Pamphlets de ses antagonistes. Kampen. N. U. [Wjj zijn het geheel met u eens, dat het zeer jammer is, wanneer Meesters Vrijmetselaars, om alle toestanden van de Orde te kennen, ter markt moeten gaan bij de bestrijders der Orde. Wij betreuren het, dat men soms beter daar inlichtingen krijgen kan dan bij de BBr.\ zeiven . DE RED.] Kampen. y Note de la Rédaction: Nous vous accordons volontiers que c'est bien déplorable que des Maitres MaCons soient obligés de 's adresser aux adversaires de 1 Ordre pour en apprendre les détails. Nous déplorons qu'on obtienne parfois chez eux de meilleures informations qu'auprès des F.F.'. mêmes... Alles saamgenomen, valt het niet redelijk te loochenen, dat de Vrijmetselarij ' een geheim tracht te verbergen. Ernstige ma?.*, schrijvers geven dit ook zonder omwegen toe: No. 155. *DE VRIJE METSELAREN, door P. TEMPELS, p. 50: TEXT • TRADUCTION: ledereen weet, dat de Vrije Metsela- Tout le monde sait que les Francs- ren een geheim hebben. Dienaan- Magons possèdent un secret En rap- gaande leggen zij een ernstigen eed port de cela ils font un serment solennel af, die door geen verrader ongestraft qu'aucun traïtre ne peut impunément verbroken wordt. violer. No. 156. ♦MANUAL DE LA MASONERIA, Cassard, prefacio, p. III. TEXT: Hace poco anos que, cediendo a las numerosas instancias de Masones Espanoles que me manifestaban repetidamente cudn urgente y necesaria era la publicacion en castellano de un MANUAL MASóNICO, ... sin dar d conocer nuestros augustos misterios, ni revelar las palabras sagradas, que constituyen el gran secreto de la Masoneria, .. . empecé a com- pilar esta obra. VERTALING: Het is enkele jaren geleden, dat ik, toegevende aan de vele verzoeken van Spaansche Vrijmetselaars, die mij herhaaldelijk betoogden, hoe dringend noodig de uitgave, in het Spaansch, van een Magonniek Handboek was... zonder dat dit onze hooge geheimen verried of de heilige paswoorden onthulde, die het groote geheim der Vrij» metselarij uitmaken, ... het samenstellen van dit werk ondernam. Den leden van de Vrijmetselarij werd dan ook van den aanvang af de geheimhouding als een strenge plicht opgelegd: No. 157. THE BOOK OF CONSTITUTIONS, 1723, ch. VI, § 4, 5. TEXT: You shall be cautious in your words and carriage, that the most penetrating stranger shall not be able to discover or find out what is not proper to be intimated; and sometimes you shall divert a discourse and manage VERTALING: Gij dient omzichtig te zijn in uw woorden en handelingen, zoodat de scherpstziende vreemdeling niet in staat zal zijn iets te ontdekken of te bemerken, wat niet voor mededeeling geschikt is. Somtijds zult gij afleiding geven aan il prudently for the honour of the worshipful fraternity. — You are to act as becomes a moral and wise man; particularly, not to let your family, friends and neighbpvrs know the concerns of the lodge etc. but wisely to consult your own honour, and that of the ancient brotherhood, for reasons not to be mention'd here. een gesprek en het voorzichtig wenden ter wille van de eer der eerwaardige broederschap. — Gij zult handelen, zooals een fatsoenlijk en wijs man betaamt; vooral moogt gij uw verwanten, vrienden en buren niets omtrent de loge enz. laten weten, maar ge zult wijselijk uw eigen eer en die der oude broederschao raadnlpnpn Am parlAsin. * I V^JLM LbUCUCU hier niet te vermelden. Geciteerd in La Franc~Ma(onncric, Aug. Ondair, p. 317-318. In de Nieuwe Wereld klonk al dezelfde toon als in de Oude: No. 158. *THE FREE MASON'S COMPANION, P, 23, 47. TEXT; VERTALING: AH1MAN REZON, AHIMAN REZON, digested and abridged. verkorte bewerking atva°i—>*- «», in ,ke American LCges, éc. Me,Setaa„ ° dlXentanSfC enz. 2. Wften in the presence of Strangers, who are not Masons. BEFORE those who are not Masons, you must be cautious in your words carriage and motions; so that the most penetrating stranger shall not be able to discover what is not proper to be intimated. The impertinent and ensnanng questions, or ignorant and idie discourse, of those who seek to pry mto the secrets and mysteries committed to you, must be prudently answered and managed, or the discourse wisely diverted to another sub- dirècT y°Ur discretion and duty shal1 ••••••» • 2. Als men in tegenwoordigheid ts Tvrv<,reemde!irngen' niet' Vrijmm.-, JcOtiJNb niet-Vrijmetselaren moet gij omzichtig zijn in uw woorden, gedrag en bewegingen, zoodat de scherpzinnigste vreemdeling niet ontdekken kan, wat niet geschikt is om meegedeeld te worden. Onbescheiden en indringerige vragen, of dom en ijdel gepraat van menschen, die de u toevertrouwde geheimen en mysteriën trachten te weten te komen, beantwoorde en behandele men voorzichtig, of men leide het gesprek handig op een ander onderwerp, naar gelang uw discretie en plichtgevoel u dit zullen ingeven. Ietwat zonderling klinkt een deel der argumentatie, waarmee als volgt de redenen tot die geheimhouding werden uiteengezet: No. 159. TASCHENBUCH FÜR FREIMAURER auf das Jahr 1849, Br.\ Ludwig Bechstein, p. 272. TEXT: VERTALING: . . . Die Maurerei besitzt aber noch ... De Vrijmetselarij bezit echter nog andere Schatze in ihren Symbolen, andere schatten, in hare symbolen. Ze die sie \enen ertheilt, die ihr Moral- deelt ze mee aan degenen, die hare zédengesetz in seinem ganzen Umfange wetinheur ganschen omvang toepasausüben. Hier haben wir eine höhere sen. Hier hebben wij een hoogere Nothwendigkeit, die Maurerei geheim noodzakelijkheid om de Vrijmetselarij zu halten. Die Maurerei musz ge- geheim te houden. Wat ze heeft geheimhalten die Einfachheit ihres Mo- heim te houden is: de eenvoud harer ralgesetzes, die allümfassende Tole- zedenleer, het alomvattende harer verranz, das Ritual und die Stufenfolge. draagzaamheid, haar rituaal en de rangorde harer graden. Geciteerd in der Freimaurer- Orden, Eckert, p. 281. Indien de moraal der Vrijmetselarij enkel en alleen die is, welke in citaat no. 131 omschreven staat, welke reden was er dan voor haar om die in het jaar 1849 meer geheim te houden dan ip het jaar 1894, toen het ctuk door een harer voormannen aan schrijver dezes werd toegezonden? Welke reden bestond er voor de Vrijmetselarij om hare „alles omvattende verdraagzaamheid" te verbergen, waar dit stelsel reeds vóór 1848 door het liberalisme openlijk werd voorgestaan? De ware reden der geheimhouding ligt elders. Vooral wordt in den tegenwoordigen tijd door de Vrijmetselarij aangedrongen, minder op geheimhouding van hare ritualen en gradenreeksen, die toch bekend zijn aan elk profaan, die ze wil weten, dan wel op de besprekingen en beraadslagingen, die in hare vergaderingen worden gevoerd. De Belgische grootmeester Br.*. Reisse eischte dan ook op het Gr.-. O.', van zijne BBr.'. slechts éene verbintenis: volgens „den allereersten plicht der Vrijm.*." de te voeren beraadslagingen geheim te houden. ) Waarom die geheimzinnigheid ? Is het dan niet in hoofdzaak met werkzaamheden van weldadigen en menschlievenden aard, dat de Loges zich bezighouden ? De filantropie, vooral tusschen de BBr.'. onderling, zoo kan men vaak hooren verzekeren, is de hoofdtaak der Vrijmetselaars-loge. Een der voornaamste map.', schrijvers heeft zich zelf met het antwoord op deze vraag belast: 1) Ruil. du Gr: Or:. de Belgique, 5890-91, p. 195: gecit. in de Annales parlementaires de Belgique, 1912-13, p. 581. LITURGIAS, por el h.' No. 160. TEXT: P. —i No es la hpnpfirpn rin m t'iftin v - ..vj IHWl u, u. _ L.' 'i . O nuestro obiéto? R. — Seriamos ridxculos si para esto nos rodearamos de simbolos y misterios. Castro, tomo I, pag. 63 VERTALING: Is de onderlinge weldadigheid Vr. niet ons Hnpl ? Antw. — Wij zouden bespottelijk zijn, als wij ons daarvoor met zinnebeelden cu yeneimenissen omringden. Geciteerd in La Masomria ante la Iglesia y la Patria, Mauricio, p. 3. Door dezen schrijver wordt Castro genoemd ..de fameuze Br.-. Castro een everiknte: ^ meeSter Diet VOnd in Amerika' misschien niet' zijn JDon Rafael de Rafael zegt in zijn werk La Masoneria pintada por sé misma ■ „Br. Castro die zooveel afbreuk heeft gedaan aan Spanfe's heersTaoDii q" p wasie" macht'9 Souverein Groot Commandeur van den ,s„ctr.i,An,illen en G™ - al"e°' Va° Wetaifl g*tina" ***"» beratl9' deze No. 161. EN FRANCFES T p°ISdG? mNSES LOGES DE FRANCS-MACONS FkANCE. par Em. Rebold, Paris 1864. n. 65? uw TEXT . . . Cette grande institution avait donc accompli une partie de sa tdche; malheureusement ses apötres . .. paraissent maintenant se contenter de se reposer sur leurs lauriers. En effet, la plupart.. se bornent au\ourd'hui a pratiquer la bienfaisanct: oeuvre noble saus doute, mais gui n*est pas le but essentiel de Vinstitution et pour laquelle d'ailleurs le jnonde profane nous dépasse sous tous les rapports. Geciteerd in la Frattc-Mafonneru, Neut, II, p. 209. VERTALING: ... AIzoo had deze grootsche instelling een deel harer taak vervuld ; helaas schijnen hare apostelen zich tegenwoordig tevreden te stellen met op hun lauweren te rusten. De meesten, inderdaad... bepalen zich tegenwoordig tot de beoefening van de weldadigheid, — ongetwijfeld een nobel werk, maar dat het wezenlijk doel onzer instelling niet is, en waarin wij trouwens onder ieder opzicht door de profane wereld overtroffen.worden. Is het dan ter beoefening van de wetenschap, dat de Vrijmetselaren zich voor hun bijeenkomsten in hun ontoegankelijke Loges terugtrekken? Dit zou geen zin hebben: de wetenschap wordt gemakkelijker aan universiteiten beoefend en in het openbaar gediend. Zulks ligt zoozeer voor de hand, dat een ander mag.*, auteur niet aarzelde te verklaren: No. 162. COURS PR ATIQUE DE FR ANC-MAQONNERIE, par Chemin-Dupontès, Ier cahier. Paris 1841, p. VII. TEXT; VERTALING: Ferons-nous dans nos ateliers des Moeten wij in onze werkplaatsen curcours d'astronomie, d'archéologie, de sussen geven in sterrenkunde, oudheidphysique? Cela ne servirait ni a faire kunde, natuurkunde? Dat zou ons geen de meilleurs maQons, ni a reculer les betere vrijmetselaars bezorgen en evenlimites de ces sciences. L'objet prin- min tot uitbreiding van die wetencipal de notre institution ce sont les schappen bijdragen. In onze instelling enseignements qxte nous donnent les zijn hoofdzaak: de leeringen, welke différents grades pour la conduite de ons ten aanzien van ons levensgedrag ia vie. in de verschillende graden worden gegeven. Geciteerd in la Fmnc-Ma(onnerie, Onclair, p. 252. De regeling van „la conduite de la vie," het levensgedrag der BBr.\, ziedaar inderdaad een der groote nevendoelen van de Vrijmetsélarij. Die regeling geschiedt langs vaste lijnen, is dus in een bepaald stelsel, om zoo te zeggen in eene eigen leer vervat. Als de Vrijmetselarij dan ook „metselt" en „bouwt," doet ze 't niet aan stoffelijke monumenten; haar passers en schietlooden en troffels zijn zinnebeelden van haar geestelijk werk. Br.'. Ragon reeds gaf het zoo duidelijk te verstaan, toen hij schreef: No. 163. ORTHODOXIE MACONNIQUE, Ragon, p. 14: TEXT: VERTALING: Le Francais savait bien qu'il ri'était De Franschman wist wel, dat er in pas question de bdtir le moindrq mur, 't minst geen sprake was van 't bou- en adoptant le titre de Franc-MaijGn, wen van het kleinste muurtje, als hij mais il comprit qvCinitié a des mys- den titel van Vrijmetselaar aannam; tères voilés sous le nom de Franc- maar hij begreep, dat bij, ingewijd in MaQonnerie, il devenait, maQon a la onder den naam van Vrijmetselarij manière d'Apollon, d'Amphion: ne omsluierde geheimen, metselaar werd DE POLITIEK DER VRIJMETSELARIJ In de eerste eeuw van haar bestaan heeft de Vrijmetselarij over het algemeen getracht de politiek uit haren boezem te weren. Bezield door de gedachte, dat zij toegankelijk wenschte te zijn voor BBr.\ van alle politieke overtuiging, poogde zij politieke geschillen en beraadslagingen zooveel mogelijk buiten te sluiten, vooral in die landen, waar de omstandigheden haar zulks raadzaam deden schijnen. Niet allerwegen was deze regel toepasselijk; uit een volgend hoofdstuk blijkt voldoende, dat de Fransche Vrijmetselarij in den loop der XVIIIde eeuw wel degelijk de Revolutie van 1789 heeft helpen voorbereiden. Op dit gebied is de regel toepasselijk, dat de Vrijmetselarij gebruik maakte van hare nationaal-zelfstandige indeelingen: al naar gelang van volkskarakter, landsregeering en andere omstandigheden, ging het eene Groot-Oosten voortvarender, het andere meer zorgzaam te werk. Er was verschil van toepassing, zonder dat echter door het geheel de groote richtingslijn van het einddoel uit het oog werd verloren. Na de Fransche Revolutie ontstond in de verschillende magonnieke groepen een levendiger aandrang om zich eveneens met de staatkunde in te laten, zoodat door de besturende mat;.', overheden zelfs remmend moest worden opgetreden. In 1808 verbood de Groot-Loge van Engeland haren onderhoorigen Loges politieke gevoelens aan den dag te leggen') Het heette strijdig met den geest zeiven der Vrijmetselarij, die immer personen van elk staatkundig inzicht tot haar lidmaatschap moet kunnen toelaten, binnen de muren harer tempels de politiek te brengen, omdat dit niet anders dan tot verdeeldheid en verwijdering aanleiding kon geven. De stroom was echter te machtig. Zelfs in een conservatief land als Duitschland openbaarde zich verzet tegen' die opvatting, en wérd betoogd, dat het voeren van politiek juist binnen hefe- kader der Vrijmetselarij ligt: No. 173. ASTRAA, TASCHENBUCH FÜR FREIMAURER, 1828, Friedr. von Sydow. -— Illmenau, bei Vogt: TEXT: Die Einführung • der Politik in die Maurerei, aus der man sie stets sorgsam fern hielt, gleicht der Bundeslade lsraels, an die den Leviten allein Hand zu legen erlaubt war, ist aller- VERTALING: Het binnenbrengen van de politiek in de Vrijmetselarij, waaruit men ze steeds zorgvuldig weerde, gelijkt op de Ark des Verbonds bij de Israëlieten, van wie alleen de Levieten eraan mochten raken; >) Mai;:. Sc/ieumulender 1898, blaadje van Woensdag 6 April. dings eine Neuerung; aber diese Neu- 'tis zeker een nieuwigheid, maar een erung liegt vollstdndig im Zwecke die volkomen met het doel onzer stichunserer Stiftung und ist durchaus ting strookt en door-en-door humaan is. menschenfreundlich. Geciteerd in der Freimaurcr-Orden, Eckert, p. 253. Vooral na 1848, toen de volksvrijheden zich meer en meer in de verschillende Staatsregelingen inburgerden, nam het politiek©leven ook binnen de vest© der Vrijmetselarij geleidelijk uitbreiding. Daar elk land zijne eigenaardige verhoudingen had en dus zijn eigen politieke eischen stelde, loopt, gelijk zooeven aangeduid, de werkwijs der Loges in de verschillende landen sterk uiteen, Op dit punt is het alzoo zaak niet te generaliseeren en de verschillende stroomingen zorgvuldig uiteen te houden. Het ligt niet in het bestek van dit werk, een volledig overzicht te geven van de politiek der Vrijmetselarij in de verschillende landen, Het volstaat, hier door het schetsen van het politiek gedoe in enkele ma^,'. verbanden aan te taonen, dat er in weerwil van meer dan één verbodsvoorschrift tot het voeren van politiek, feitelijk wel zeer stellig politiek gedreven werd. In Nederland. Tijdens het Grootmeesterschap der Oranje-vorsten: prins Frederik, broeder van Willem II, en prins Alexander, zoon van Willem III, heeft de Nederlandsche Vrijmetselarij inderdaad niet veel politiek kunnen drijven. De diepgaande invloed der prinselijke grootmeesters en vooral van hun machtigen, conservatieven aanhang, belette dit. Joch ont9'ng de Nederlandsche Vrijmetselarij ook niet geheel aan den geest, die de algemeene Vrijmetselarij bezielt, gelijk uit het volgende blijkt. In 1884 vierde het Groot-Oosten van België de vestiging der broederschapsbanden met het Groot-Oosten van Nederland door een feest, gegeven den 24 Februari, en op die bijeenkomst voerde ook Br.*. Wiersma. tweede Groot-Opziener van het Ned. Gr. O.'., het woord. Wat hij tot de Belgische BBr.\ zeide, laten we hier in romeinletter volgen, omdat we het citaat niet met het oorspronkelijke hebben kunnen vergelijken, en onze oude aanteekening ervan de vermelding mist van de bron, waaraan het citaat ontleend is, zoodat we het buiten de nummerserie houden; BULLETIN DU GRAND-ORIENT DE BELGIQUE, X-XI, p. 81-82. TEXT: VERTALING: Nous, fils de la Néerlande du Nord, Als zonen van Noord-Nederland brenportons hommage aux réformes que gen wij hulde aan de veranderingen, Wij, vrijmetselaren, zijn maar een Nous autres, Francs-Magons, nous ne kleine groep onder de burgers van sommes qu'un petit groupe parmi les Nederland, maar deze groep kan in habitants de la Hollande. mais dans die dagen de kern worden van groote ces jours ce groupe pourra devenir le groepen van gelijkgezinden, die een- noyau de grands centres de congénères drachtig optrekken om den plicht te qui marchent è 1'unisson pour faire leur doen. Laten wij één ding niet ver- devoir. N'oublions pas une chose: il geten: het gaat om onze eigen zaak. s'agit de notre propre cause. En projet, Voor een groot deel is, tn opzet, de la concentration a été pour une grande concentratie werk van de Vrijmelse- partie 1'oeuvre de la Franc-Magonnerie. laren geweest. Geciteerd door baron Van Wijnbergen, Hand. d. S/.-Gen., 1913-14, II, p. 460. No. 176. *Br.\ F. LIEFTINCK, Handelingen der Staten-Generaal, 1913-14, II, p. 662. TEXT: TRADUCTION: Ik geef gaarne den broeders de eer, Je rends volontiers aux Frères 1'hondie hun toekomt, dat zij de voovberei- neur qui leur revient, savoir qu'ils ont ders zijn geweest voor deze verkie- été les préparateurs de ces élections-ci. zingen. Woorden, uitgesproken in de Tweede Kamer, zitting van 9 December 1913. In hunne soberheid zijn deze aanhalingen welsprekend. In België. Ook voor de Belgische Vrijmij.'. bestond de oude geschreven regel, dat zij •zich niet met politiek mocht bezig houden. Ze heeft er zich niet ernstig aan gestoord. Reeds omstreeks de helft der XlXe eeuw getuigde een der coryphaeën van de Belgische Vrijmetselarij, dat het genootschap altijd politieken wachtdienst had gedaan: No. 177. TRACÉ DES TRAVAUX DE LA GRANDE FÊTE SOLSTICIALENATIONALE, célébrée par le Gr.*. Or.\ de Belgique, le 24e }.'. du 4e M.\, 1'An de la Ve.\ L.\ 5854. TEXT: VERTALING: Quand j'interroge le passé de notre Als ik het verleden van onze Instelling Institution, n'y vois-je pas que ld naga, zie ik dan niet, hoe de Vrijmet- Magonnerie a toujours été la vigie attentive qui veille a la marche du vaisseau politique? ... .. .Et devant ces progrès constants, d la veille de luttes décisives, la Magonnerie se cacherait honteusement dans ses Temples en disant: ,,Faisons silence, la politique nous est interditer selarij altijd de waakzame uitkijk is geweest voor den koers van het schip der politiek ?... ... En dan zou de Vrijmetselarij, staande voor zulk een aanhoudenden vooruitgang, op den vooravond van een beslissenden strijd, jammerlijk wegkruipen in hare tempels, zeggende: „Laten we zwijgen, de politiek is ons verboden!" Geciteerd in Les F-M. peints par eux-mêmcs, p. 17; Woorden van den vz.". grmr.'. Verhaegen. Een zijner Gr.'.-ofBcieren was het volmaakt met den Grootmeester eens en betoogde, dat het niet alleen het recht maar ook de plicht der Vrijmetselarij was zich met politiek — èn godsdienst — bezig te houden: No. 178. ïfd créd %sa 3£^.aux de la grande fête cêlébrée par le grand-orient de belgique, le 24e j.. du 4e M 1 An de la V.'. L.\ 5854, p. 30 v.v. TEXT: On veut bien reconnaitre que nous sommes des hommes sérieux...;mais on nous dit: ,,Vous resterez enfermés derrière cette cloison, et vous vous garderez bien de la franchir pour aller répandre au-dehors le fruit de vos études et de vos méditations". — Mes FFF. -., vous signaler cette situationx c"est avoir rés-olu a toujours qu'il est non seulement du droit, •mais encore du devoir de la Magon.'. de s'occuper de matières politiques et religieuses, paree que c est la que nous trouverons la réalisation de toutes les théories dont nous nous occujions. (Vive approbation.) VERTALING: Men wil wel toegeven, dat wij ernstige menschen zijn, maar, zegt men ons, ,,gij moet achtèr dit schotje opgesloten blijven en fcult het wel laten er langs henen te gaan om buiten de vrucht van uw studie en nadenken te openbaren. — BBr.\, het wijzen op dezen toestand alleen reeds is voldoende om voor altijd te besluiten, dat het niet alleen het recht maar ook de plicht der Vrijm ." is, zich met politieke en godsdienst-aangelegenheden te bemoeien ; daar toch kunnen wij de theorieën, waarmede wjj ons bezig houden, tot werkelijkheid brengen. (Luide toejuichingen). Geciteerd in la Franc-Marmer ie, Neut I, p 305 De woorden zijn van Br.-. Bourlard, Gr!". Redenaar van het Gr.-. O." définitivement Vinterdiction que la lettre nous impose. Au surplus, ... si la Magonnerie devait continuer a se confiner dans le cercle étroit qu'on voudrait lui tracer, je le demande, & quoi servirait la vaste organisatinn, Vimmense développement qui lui sont donnés. — S'il fallait ainsi la circonscrire, fermons plutót nos Templesnous trouverons assez au-dehors les moyens d'accomplir la faible tdche qui nous resterait a fournir. opgelegd verbod voor goed ter zijde te schuiven. Daarenboven,... als de Vrijmetselarij moest blijven voortgaan zich op te sluiten in het nauwe kringetje, dat men om haar heen wil trekken, waartoe dan, vraag ik u, zou de wijde ontplooiing, de geweldige uitbreiding dienen, die men haar gegeven heeft ? Als ze aldus moest worden opgesloten, laten we dan maar liever onze Tempels dicht doen; daarbuiten zullen we dan gelegenheid genoeg vinden om het weinigje zaaks te vervullen, dat ons dan nog te verrichten overbleef. Geciteerd in Les F.-M. peints par eux mêmes, p. 15-16. Woorden van den voorz. Grootmeester Verhaegen. En nadrukkelijk weer drong de Gr.'. Redenaar aan: No. 180. TRACÉ DES TRAVAUX DE LA GRANDE FÊTE SOLSTICIALENATIONALE, célébrée par le Gr.-. O.', de Belgique, le 24e J.\ du 4e M. 1 An de la Ve L.\ 5854. TEXT: Je vous le demande, mes FFF.-., pouvons-nous ... nous arrêter devant un article du règlement du G.\ Or.\ qui ne permette dans aucun cas aux Atel.'. maQonn.-. de s'occuper de matières politiques et religieuses? .. . Comment, on ne veut pas que nous nous occupions de matières politiques et religieuses ...? . . .On veut bien nous permettre de penser; mais on ne veut pas que nous puissions agir! (Applaudissements.) .. . Toutes les qrandes questions de principes politiques, tout ce qui a trait a. I organisation, a Vexistence, a la vie VERTALING: Ik vraag u, mijne BBr.'., kunnen wij... blijven stilstaan voor •een reglementsartikel van het Gr.'. O.'... . dat in geen enkel geval den magonnieken Werkplaatsen toestaat zich met politieke en godsdienstige onderwerpen bezig te houden ?... Hoe, men wil niet, dat wij ons bezighouden met staatkundige en godsdienstkwesties...?... Men wil ons wel toestaan te denken; maar men wil ons niet de mogelijkheid laten te handelen. (Toejuiching). . .. Alle groote staatkundige beginselkwesties, alles wat betrekking heeft op de inrichting, het bestaan, het leven d"un Etat, oh! cela ..., oui, cela.nous van een Staat, o, dat... ja, dat hoort appartient a nous en première ligne; óns allereerst toe; dat alles ligt binnen tout cela est de notre domaine .,. óns gebied.*, (Toejuichingen). (Applaudissements.) Geciteerd in Les F -M fieints par eux-mêmes. p. 28-29. Woorden van Br.-. Jules Bourlard, Gr.-. Redenaar In die richting is dan ook zonder aarzeling door de Belgische Vrijmij.'., de Blauwe zoowel als de Schotsche, gewerkt. Met behulp van welk publiekrechtelijk orgaan ze haar streven in het openbare leven overbracht, zonder zelve zich als zoodanig bloot te geven, blijkt genoegzaam uit de volgende uitlating: No. 181. BULLETIN DU GRAND-ORIENT DE BELGIQUE, 1874, p. 126. TEXT: Le parti libéral est lexpression profane de la Magonn.-. VERTALING: De liberale partij is de profane uitdrukking van de Vrm'j.\ Geciteerd in de Anna/es parlementair es de Belgique, 1912-13, p. 578, zitting van 11 Febr. 1913, rede van den minister-president de Broqueville De vertaling is ontleend aan het officiëele Vlaamsch Verslag. In 1884 moest de „profane uitdrukking der Vrijmetselarij" het bij de Kamerverkiezingen afleggen, hetgeen het Gr.', O.", tot ernstig overwegen van een rechtstreeksch ingrijpen in de partijverhoudingen bewoog: No. 182. BULLETIN DU GRAND-ORIENT DE BELGIQUE, 1885-86, p. 56: TtXT: ... Convaincu que Vimpuissance de nos amis a réagir contre cette situation si préjudiciable et si dangereuse, provient en grande partie des discussions qui règnent entre libéraux, le Grand Oriënt s'est demandé s'il ne lui appartenait pas de faire une tentative pour trouver un terrain d'enterite VERTALING: Overtuigd dat de onmacht onzer vrienden om dezen nadeeligen en gevaarlijken toestand te verhelpen, grootendeels voortkomt van de twisten tusschen liberalen, heeft het Groot-Oosten er aan gedacht om een verstandhouding tusschen de verschillige partijrichtingen mogelijk te maken, om een entre les diffcrentes fractions du parti, pour la rëdaction d'un programme commun et, d eet effet, il a résolu de convoquer une assemblée génerale de maQons. gemeenschappelijk programma op te stellen en te dien einde heeft het besloten een algemeene vrijmetselaarsvergadering bijeen te roepen. Geciteerd in de Annales parlementaires de Belgique, 1912-13, p. 578, zitting van 11 Febr. 1913, rede van minister-president de Broqueville. De vertaling is ontleend aan het oificiëele Vlaamsch Verslag. En hoopvol wordt eraan toegevoegd: No. 183. BULLETIN DU GRAND-ORIENT DE BELGIQUE, 1885-86, p. 56: TEXT: VERTALING: Uexpérience de 1876 a prouvé que, si une entente est possible entre les chefs du libéralisme, c'est surtout au sejn de la ma(onn.\ qu'elle peut s'opérer. De proef van 1876 heeft bewezen dat, zoo er een verstandhouding mogelijk is tusschen de leiders van het liberalisme, zij voornamelijk kan gebeuren in den schoot van de Vrmü.. Geciteerd in de Anna'es parlementaire* de Belgique. 1912-13, p. 578, rede de Broqueville. De vertaling is ontleend aan het officiëele Vlaamsch Verslag. Het streven der Vrijmetselarij mocht haar niet tot het beoogde doel voeren. Herhaaldelijk behielden de anti-liberalen aan de stembus de overhand. Thans luidt het in hetzelfde officiéél orgaan van het Gr.'. O.'.: No. 184. BULLETIN DU GRAND-ORIENT DE BELGIQUE, 1890-91, p. 105 G113. TEXT: Le parti libéral, sous Virrésistible poussée du mouvement démocratique, est entrainé vers une orientation nouvelle, politique et économique. C'est dans la Magonn.'. quHl trouvera son guide et un ferme appui. VERTALING: De liberale partij wordt onder den onweerstaanbaren drang van de demokratische beweging, gestuwd in een nieuwe politieke en ekonomische richting. In de Vrmü.'. zal ze haar gids en een krachtigen steun vinden. Uunion de tous les magons peut seule • janrg. n, neit 1, d. 00. TEXT: Wir wandeln, in dreifache Nacht gehiillt, mitten unter unseren Widerfachem und sehen ungesehen ihre Schwachheit und erringen uns so die Herrschaft über ihren Geist und über ihr Herz. Ihre Leidenschaften dienen uns als Triebfedern, durch die wir sie, ohne dasz sie Etwas gewahr werden, in's Spiel setzen, um sie unvermerkt zu zwingen, gemeinschaftlich mit uns zu arbeiten, indem sie ihre besonderen Wünsche zu befriedigen wahnen, Geciteerd in Der stille Krieg, Pachtler, p. 2. VERTALING: ' In drievoudige duisternis gehuld,dwalen wij te midden onzer tegenstanders, zien, zeiven ongezien, hunne zwakheid en veroveren ons zoo de heerschappij over hun hoofd en hart Hunne hartstochten dienen ons als drijfveeren, waarmeê wij hen, zonder dat zij er besef van hebben, in beweging brengen om hen ongemerkt te noodzaken met ons mede te werken, terwijl zij in den waan verkeeren, dat zij hun eigen wenschen vervullen. tutie, dat tot zooveel ellende voor personen, gezinnen en de maatschappij aanleiding geeft, pleiters vinden. En dat doet het ook. In een ander nummer van het aangehaalde Nederlandsche mai;.'. tijdschrift lezen we: No. 223. "WEEKBLAD VOOR VRIJMETSELAARS. 4 Juni 1882, p. 190-191. TEXT: TRADUCTION: Bij het beschouwen van een vraag- En considérant un problème, il faut qu' stuk moet de maatschappelijke en on distingue bien entre le cóté social zuiver moreele zijde er van wel on- et le cöté purement moral. derscheiden worden. Vrije liefde b.v. wordt nu maatschap- Al'heureactuelle,aupointdevuesocial, pelijk vooroordeeld, van een zuiver 1 amour libre, par sxemple, est conmoreel standpunt staat ze hoog. damnée; mais il est trés élevé par rapport purement moral. Zoo moet ook met de prostitutie te C'est ainsi qu' il faut aussi s'occuper werk worden gegaan. Enkele vormen de la prostitution. Quelques-unes de er van, vooral die waar het hoogere ses formes, surtout quand le sentiment liefdegevoel meer op den voorgrond supérieur de 1'amour vient en relief, treedt, zijn uit een moreel standpunt sont appréciables d'un point de vue te verdedigen, omdat ze in hoofdzaak moral, paree qu'elles sont principalement het gevolg zijn van gebreken in de la conséquence de défauts dans les consociale verhoudingen.. ditions sociales. Het is uit het bovenstaande duidelijk genoeg, dat de Vrijmetselarij, die zich toegankelijk zegt voor de belijders van alle godsdiensten, eene moraal verkondigt, welke in ieder geval met de Christelijke zedenleer, zoowel die der rechtzinnige protestanten als der katholieken, in tegenspraak is. * * * Buiten het gebied der zgn, „strikte moraliteit", verstaan in den zin van regeling der sexueele verhoudingen, moet een gevolgentrouwe toepassing van het beginsel der natuurlijke moraal ook nog tot andere gevolgtrekkingen leiden. Indien er geen andere vorm voor het zedelijkheidsbegrip is dan de blinde natuur, wat kan dan ten slotte het begrip van het recht bepalen ? Het natuurrecht is dan het recht in de natuur, en dit natuurrecht - de pogingen van P. Kropotkin in zijn „Wederkeerig dienstbetoon" om het te weerleggen, zijn nooit als afdoende kunnen erkend worden — proclameert overal het recht van den sterkste. Het hoogere dringt in de natuur het lagere weg ; het zwakkere gaat onherroepelijk te gronde tegenover het sterkere. Kan het wonder baren, als men onder de beoefenaars der natuurleer er ook No. 227. THE BOOK OF CONSTITUTIONS; Ch. II, The Charges: Ofthecivil magistrate supreme and subonjjinate. TEXT: VERTALING: So that if a brother should be a rebel Zoodat, als een Br.:, oproerling zou agamst the state, he is notto be coun- zijn tegen den Staat, hij niet gesteund enancd in his rebelhon, however he mag worden in zijn verzet; wel mag may be pitied as un unhappy; and, if hij als een ongelukkige beklaagd worconvictedof no other crime, though den. Hoewel de Broederschap zijn opAeloyal brotherhood must and ought stand loyaal moet afkeuren en dereo disown his rebelhon and give no geering van het oogenblik geen reden umbrage or ground of pohtical fea- Qf voorwendsel tot politieken naijver lousy to the government for the time behoort te geven, mag zij, als hij van bemg they cannot expel htm from geen andere misdaad overtuigd is hem the lodge, and his relation to it re- niet buiten de loge sluiten; zijn vermams indefecsible standhouding tot haar blijft ongedeerd. Geciteerd in la Franc-Mafonnerie, Onclair, p. 272. Vast staat alzoo, dat de Vrijmetselarij zich in hare constitutie niet principieel tegen het revolutionnair beginsel als zoodanig kant. Metterdaad laat zij dus den weg tot haar lidmaatschap vrij zoowel voor revolutionnairen als voor contra-revolutionnairen, en in zooverre blijft zij hare leus getrouw, dat zij niemand om zijne politieke beginselen buitensluit. De vraag is dus, wat er in de practijk gebeurt: of de revolutionnaire dan wel de contra-revolutionnaire richting onder de BBr.\en tusschen de Loges en Gr/.-machten de overhand heeft. Hier moet men zich allereerst weer voor generaliseeren wachten. Uiteraard zullen omstandigheden van nlaats, van historie, van ras en temperament, de BBr.\ onder het eene volk veel iichter tot het inslaan van revolutionnaire wegen verleiden dan die van het andere. In de Germaansche en Angelsaksische landen bv. is de revolutionnaire drang op verre na niet in die mate te bespeuren als in de Romaansche landen. Toch meene men niet, dat daar in t geheel geen revolutionnaire neigingen onder de rustige oppervlakte woelen.1) Eenige citaten, bij voorkeur van niet-Latijnsche herkomst zullen zoo aanstonds den waren staat van zaken schetsen. Zoo stelt een Engelsch schrijver over ma?.*, recht uitdrukkelijk vast, dat het deelnemen aan revolutionnaire bewegingen, zelfs met de wapens in de hand, met altijd en onder alle omstandigheden aan den Vrijmetselaar verboden is. Zelfs het verraad wordt erin goedgepleit: Deze regels waren geschreven vóór de gebeurtenissen van einde 1918. No. 228. TEXT BOOK OF MASONIC JURISPRUDENCE, Mackey. p. 510, noot 1. VERTALING: ... als verraad of opstand ma^onnieke misdaden waren, zou bijna elke Vrij¬ metselaar in de Vereenigde Kolomen, TEXT: . . . if treason or rebellion were masonic crimes, almost every masan in the United Colonies, in 1776, would have been subject to expulsion and every Lodge to a forfeiture af its warrant by the G.L.L. of England and Scotland, under whose iurisdiction they were at the time. in 1776, hebben blootgestaan aan ontzetting, en elke loge schuldig zijn geweest aan contractbreuk jegens de Engtlsche en Schotsche Grootloges, onder wier bestier zij te diefa tijde stonden. Geciteerd in the Cath. Encyclopedia, IX, p. 778, Gruber. Gezinspeeld wordt op den opstand van de Engelsche koloniën in N.-Amenka (thans de V. S.) tegen de Britsche Kroon. Een bekend loge-orgaan gaat nog verder en verklaart, dat opstand tegen het burgerlijk gezag voor den Vrijmetselaar zelfs ,»een heilige plicht kan zijn. No. 229. FREEMASON'S CHRONICLE, 1875, I, p. 81: TEXT: lf we were to. assert that under no circumstances had a Mason been found willing to take avms against a bad government, we should only be declaring that, in trying moments, when dut% in the mqSönic sense, to state means aniQgonism to the Government, they bad failed in the highest and most sacred duty of a citizen. Rebellion in some cases is a sacred duty, and none, but a bigot or a fooi, wiü say, that our countrymen were in the wrong, when they took arms against King James II. Loyalty to freedom in a case of this kind overrides all other considerations, and when to rebel means to be free or to perish, it would be idle to urge that a man must remember obligations which icere never intended to rob VERTALING: Als we moesten betuigen, dat nooit, onder geen voorwaarde, een vrijmetselaar bereid was gevonden de wapens op te nemen tegen een slechte regeering, zouden we enkel te kennen geven, dat zij in hachelijke oogenblikken, als in den magonnieken zin getrouwheid aan den Staat verzet tegen het gouvernement beteekent, tekort waren geschoten in hun hoogsten en heiligsten burgerplicht. Opstand is in sommige gevallen een heilige plicht, en alleen een kwezel of een dwaas zal beweren, dat onze landgenooten verkeerd deden, toen zij de wapens opvatten tegen koning Jacobus II. Trouw aan de vrijheid zet in een geval als dit alle andere overwegingen ter zijde; en als opstand beteekent vrijheid of ondergang, zou het noodeloos zijn te betoogen, dat de mda 'JliLn""" " humln b'ing v"Pl,d"toa« W«h«g moet einzen. 2ijn, die nimmer ten doel hadden hem van zijn waardigheid als menschelijk wezen en burger te berooven. Geciteerd in the Ca/A. Encyclopedia, IX, Gruber p. 785- De uiting werd geschreven, ter verdediging van een revolutionaire beweging in Spanje. Heeft de lezer acht geslagen op eene karakteristieke uitdrukking in laatstaangehaald citaat. Er wordt in den aanvang ervan gesproken over het opnemen van de wapens against a bad goOemment: „tegen een slechte regeering''. Wat nu verstaat de Vrijmetselarij onder slechte regeeringen? Uit den aard der zaak zoodanige, die een ander doel nastreven dan, een doel tegenovergesteld aan dat, hetwelk de Vrijmetselarij beoogt, en dat zij per se het goede acht, anders zou hare bestaansreden vervallen. Moet men dan aannemen, dat de Vrijmetselarij, in wezen revolutionnair staande tegenover regeeringen, die haar oer-type vinden in het gezagsbegrip, zooals dit voor de Groote Revolutie bestond, daarentegen getrouwe onderdanigheid zal betoonen jegens die gouvernementen, welke zich op den grondslaa der Encyclopedistische ideeën stellen? gronasiag aer Ongetwijfeld, en het wordt met onmiskenbare duidelijkheid erkend: No. 230. FREEMASON'S CHRONICLE, 1892, I. p. 259. TEXT: VERTALING: The consistent Mason will never be Nooit zal men den deaeliiken Vrii found engaged in conspiracies or metselaar betrokken r.Vn • KT of komplotteD-ten do"^: ma?onniek beginsel stellen van vrijheid en rechtsgelijkheid. Geciteerd in the Cath. Encyclopedia. IX, Gruber, p. 786 De woorden zijn afkomstig van the Masonic Voicc and Revieiu, Chicago. Sikh n,>fLSJaarCntTn W°-dt ^ standPunt der Vrijmetselarij, wanneer n "l' Tr "bumJanf- "democratische", „vooruitstrevende" - dit over reactionnairp rCriaan -^en ~ gouvernementen bevindt maar tegen- M m^rvelr/n ^ t-ïi^ssSsi'sssiïï 9ezaa -2eifs zkh ^ ™ hoort meer aan het Hoofd der O. te cendres. Qu' aucun prince royal ne se staan, dan als Beschermheer. Hun mette plus a la tête de 1'0.\, sinon hoog standpunt in de Maatschappij comme protecteur. Leur haute position kan niet anders dan nadeelig werken sociale ne peut que nuice au libre déve- op de vrije uiting van gedachten der loppement de nos idéés, quand les BB. tegenover Hem. Frères se trouvent devant Lui. Geciteerd in het Mafonnük Weekblad van 21 Oct. 1872 door Br/. Lenting, oud-Gr. Off. De schrijver van het Noodzakelijk Woord betoogt alzoo in beleefden vorm hetzelfde, wat in de citaten nos. 236 en 239 op ruwer wijs wordt geuit. Tien jaren later ontbrandde de strijd opnieuw: prins Frederik was gestorven, en prins Alexander, zoon van koning Willem III, was door het Hof aangewezen, om zijn vorstelijken oud-oom als hoofd der Symbolieke Graden op te volgen. In den boezem der Vrijmij.*. ging daartegen evenwel een geweldig verzet op. Een der mag.*, organen schroomde niet, zich als volgt uit te drukken No. 242. 'WEEKBLAD VOOR VRIJMETSELAARS 7 Mei 1882, blz. 149: TEXT: TRADUCTION: Moet een Vorst niet beschouwd worden als vertegenwoordiger van een tijd die voorbij is? En is het dus gewenscht, om aan het hoofd eener 0.\, die vooruitgang wil, een Br.-, te plaatsen wiens afkomst, wiens familie-traditie, wiens toekomst in lijnrechten strijd kan komen met het doel dat zij beoogt? Ne doit-on pas considérer un Prince comme le réprésentant d'une période passée? Et est-il donc désirable qu'on mette a la tête d'un Ordre qui veut le progrès, un F.*, dont 1'origine, la tradition de familie, 1'avenir poujrront se trouver en conflit direct avec le but qu'elle poursuit? Het verzet heeft niet gebaat. De meerderheid der BBr.'. wist zich nog niet aan de traditioneele hof-invloeden te onttrekken. Prins Alexander (die in 1876 als Vrijm.'. was aangenomen door prins Frederik, in tegenwoordigheid van den toenmaligen Duitschen kroonprins, later kortstondig keizer, Friedrichl) doch zich nadien niet meer om de Loge bekommerd had) werd tot grootmeester-nationaal gekozen tegenover zijn radicalen burgerlijken mededinger Br.'. Van Diggelen. De uitslag wekte onder de vooruitstrevende groep zooveel misnoegen, dat een vooraanstaand Br.', als de vz.\ mr.\ Baud zijn ontslag nam 2), Br/. Van Tets zijne verkiezing tot Gr.'. Off.\ (bestuurslid van het Gr.'. O.'.) >) Vgl. Maf.-. Scheurkalender 1898, blaadje van Dinsdag 26 Juli verso. ') Vgl. Weekblad voor Vrijmetselaars, 2 Juli 1882, p, 222. weigerde'), en een oogenblik ernstig geducht werd, dat de anti-monarchale groep zich tot een dissident Loge-verband zou vormen. Dit is echter niet geschied. Eerst na den dood van prins Alexander (Juni 1884) heeft de Ned. Vrijmetselarij zich van het persoonlijk verband met het Koningshuis kunnen losmaken. Het grootmeesterschap van Br/, Van Diggelen in 1885 was de aanvang eener meer democratische leiding in de zaken der Ned. Vrijmij.*. * * ♦ Tot zoover wat de verhouding van het koningshuis der Nederlanden tot de Loge aangaat. Ook in andere landen was een compromis tusschen vorstenhuis en Loge niet ongewoon. Frederik I, koning van Zweden, ging ertoe over, hoewel hij zoo weinig met de Orde dweepte, dat hij in 1738 niet minder dan de doodstraf bedreigde tegen alle Vrijmetselaren, die in vergadering zouden worden aangetroffen. Weldra echter kwam hij tot het inzicht, dat er meer te bereiken viel met den stroom te willen leiden dan te pogen hem af te dammen, en zoo trok hij zijn edict niet lang daarna in en liet zich zelf door de Broederschap „huldigen". *) Enkele vorstenhuizen, zooals bv. de Hohenzollern's en de Habsburgers, staan bij de mag.*, schrijvers over 't algemeen grootelijks in ongunst. Andere, zooals met name dat van Savoye en van Coburg, genieten er meer consideratie. De reden is, dat het Duitsche en het Oostenrijksche keizershuis beschouwd worden als eene verpersoonlijking van de middeleeuwsche Staatsinrichting, terwijl de andere den naam hebben zich meer plooibaar te toonen voor de eischen van den vooruitgang, zooals de Vrijmetselarij dien verstaat. Het Savooische koningshuis heeft daarvan blijk gegevev door zich bereid te verklaren, het oppergezag te aanvaarden in het eene Italië, nadat de tronen van Napels, de beide Siciliëa en den Kerkelijken Staat gevallen waren. Mazzini had gewild, dat Jong-Italië onmiddellijk den, in zijne oogen idealen, republikeinschen regeeringsvorm hadde aangenomen, maar de meerderheid der Vrijmetselarij was yan een ander gevoelen. Wat het huis Coburg betreft, wordt door allti-magonnieke auteurs verhaald, dat Barruel, de abt die tijdens de Fransche Revolutie vermoord werd, zou geschreven hebben: TEXT: Nous avons entendu dire par M. le pasteur Munier, président du consistoire de Genève, que Weishaupt, ayant trouvé un asile chez le prince de Cobourg, lui promit de 1'en récompenser, et la Ma- VERTALING: Wij hebben ds. Munier, voorzitter van het Geneefsche Consistorie, hooren zeggen, dat Weishaupt, ®) die een schuilplaats gevonden had bij den vorst van Coburg, dezen beloofd had hem daar- ') Weekblad voor Vrijmetselaars, 25 Juni 1882, p. 2H. ') Maf;. Scheurkalender, 1818, blaadje van Vrijdag 21 Oct., verio. *) Zie voor Weishaupt p. 235. <;onnerie a peuplé de Cobourg les trönes voor te zullen beloonen. Sedert dien de 1 Europe. heeft de Vrijmetselarij de tronen van Europa met Coburgers bevolkt. Léon Pagès, Valmy, p. 13, citeert hiervoor Deschamps, les Socutés secrètes, II, 112; wij hebben in het ons ter beschikking staande exemplaar deze passage evenwel niét t.a.p. gevonden. EckertJ) verhaalt iets dergelijks. „Het huis Coburg", zegt hij, „was 't, dat den stichter van den bond der Illuminaten: Weishaupt, opnam en met eer overlaadde." Hij vindt het eigenaardig, dat in den loop van slechts weinige jaren drie leden uit het huis Saksen-Coburg op een troon geplaatst werden. Na Frankrijk wilde de Loge 't allereerst het naburige België beheerschen, dat in het nieuwe Frankrijk stut en steun zou vinden; de afscheuring gelukte, en de kroon werd toevertrouwd aan prins Leopold van Saksen-Coburg, die den 6 Augustus 1813 te Bern in de Loge Zut Hoffnung als vrijmetselaar was aangenomen. Wat er van deze opvattingen juist is, valt moeilijk na te gaan. Onbetwistbaar kunnen de aangevoerde „argumenten" zeker niet genoemd worden. En met het in de citaten 250 en 251 aangevoerde kloppen ze slecht. Als vaststaand mag intusschen, na het hiervoren bijgebracht bewijsmateriaal, wel gelden, dat de Vrijmetselarij geene onvoorwaardelijke onderwerping propageert jegens de regeerende dynastie. Dit wordt trouwens door liare eigen woordvoerders verre van ontkend. We lezen bv. in: I No. 243. •WEEKBLAD VOOR VRIJMETSELAARS, 5 Nov. 1882, p. 371: TEXT = TRAD VCTION: „De Orde is getrouw aan Vaderland „L'Ordre est fidéle a la Patrie et au en Vorst . Dit is niet in alle gevallen Souverain." Cette vérité souffre des waar, zq is geirouw aan naar aoel, exceptions: 1 ordre est fidéle ' - - 1 , * VLULW tol UUC1C O ÖVJ11 en dit kan met het begrip van Vader- but, et ce but peut être contraire a land en Vorst in s-trijd zijn. 1'idée de la Patrie et de la Souveraineté. Deze woorden komen voor in eene recensie van den Tweeden Open Brief van Br.'. W. D. Brouwer, die daarin de tusschen aanhalingsteékens geplaatste verzekering had gebezigd. De recensent rekende deze tot de „kleine vlekjes," die Br. B.'s arbeid „ontsieren." Gelijk men ziet, wordt hier een nieuw element in debat gebracht. Een mag,*, orgaan keert zich hier niet enkel meer tegen de dynastieke opvatting maai ook tegen het Vaderlandsbegrip. Vrage: staat deze opvatting alleen, of vindt ze ook in uitgebreider mac.*. kring weerklank? ') Freimaurer- Orden, p. 175. ♦ * ♦ Het Vaderlands-begrip. De grondleer der Vrijmetselarij is: dat alle menschen broeders zijn, dat er geen verschil van ras, taal of godsdienst tusschen hen erkend mag worden, kortom dat allen gelijkelijk deel uitmaken van „de humaniteit." Consequent toegepast, vloeit uit dit beginsel voort, dat de Loge geene Staatsgrenzen ten aanzien van dit begrip aanneemt, gelijk trouwens reeds bleek uit de citaten in nos. 136, 137 e. a. (afd. „De eenheid der Vrijmetselarij). Practische toepassing — we kiezen opzettelijk een voorbeeld uit een land, waar de vaderlandsliefde door-de-bank sterk ontwikkeld is: No. 244. ♦ALLGEMEINES HANDBUCH DER FREIMAUREREI, II, p. 203: TEXT: VERTALING: Die Freimaurerei ist die einzige Gesellschaft auf Erden, welche sich die Pflege und Beförderung des Weltbürgertums zur Aufgabe gestellt kat. Demgemass dürfen die Logen nur weltbürgerliche und allgemein menschliche Bestrebungen befördern und sich nicht bei vater'landischen oder staatsbürgerlichen Bestrebungen betheiligen. De Vrijmetselarij is de eenige vereeniging op aarde, die zich het aankweeken en bevorderen van het wereldburgerschap tot taak heeft gesteld. Deswege mogen de loges slecht wereldburgerlijke en algemeen menschelijke oogmerken voorstaan en geen deel nemen aan vaderlandslievende of staatsburgerlijke strevingen. En nóg sterker: de Vrijmetselarij staat niet naast het Vaderlandsbegrip, niet negatief erneven, maar positief er tegenover: No. 245. *MA£ONNIEK WEEKBLAD, 3 Sept. 1872: TEXT: TRADUCTION: De Fm., die wereldburgerschap be- La Franc-Ma^onnerie, qui vise au doelt. .., zij kan in beginsel geacht cosmopolitisme... peut être censée en. worden, lijnrecht tegenover nationa- principe de se poser carrément contre liteit té staan, of althans tegenover la nationalité, ou du moins contre ce datgene, wat in den regel voor natio- qui apparaït ordinairement sous lenom naliteit doorgaat. dg nationalité. „Voor Koning en Vaderland/" is de „Pour ie Roi et la Patrie!" c'est la leus bij het éene volk. , ,Met God voor devise de ce peuple-ci. ,.Avec Dieu, Koning en Vaderland/" is de wapen- pour le Roi et la Patrie!" eest leerf kreet bij eene andere natie. Elders detelleautrenation. Ailleurson préfère: heet het: „Voor troon en altaar" pour le tróne et 1'autel" De nationaliteit, die alzoo wordt ge- Une nationalité exploitée de la sorte, exploiteerde is een vloek, een ergernis est un fléau, un scandale a 1'homme voor den vn\en man, een vooroordeel Hbre, un préiuoé des nlus fatak • *11a van het noodlottigste karakter; zij kan ne peut niet in den geest vallen van hen, die au cosmopolitisme... naar wereldburgerschap streven . . . Deze woorden zijn ontleend aan een artikel van Br.-. J. F. Jansen, te Harlingen. Toch neme men de theorie ook hier niet te strak. Ook hier is de practiik wel in strijd met de woorden. Een anecdote: F- Lieftinck. een der Gr/. Off.\ van de Ned. Vrijmetselarij, was in 1881 te otockholm in internationaal gezelschap; de „Wacht am Rhein" werd er gespeeld, en dit gaf epn nevenbuur van den Hollandschen bezoeker aanleiding tot mmder waardeerende opmerkingen over de onbekendheid van Nederlands volkslied. In de pauze ging Lieftinck naar den kapelmeester. Bij de hervatting van het concert heft het orkest het „Wien Neêrlandsch bloed" aan. „En de Hollander staat op, hij alleen onder al die honderden, en neemt eerbiedig zijn hoed af. ) — Het bloed kruipt, waar het niet gaan kan. Ook in oorlogstijden, als de vaderlandsche gevoelens zelfs in die harten, waar ze onder een taaie laag van theoretisch eendenkroos verzonken liggen, door de taaie korst opkoken, ziet men de natuur gaan boven de leer. In 1870 gaven tien Panjsche Loges een dagvaarding uit tegen Br/. Wilhelm I, koning, en Br.. briednch, kroonprins van Pruisen, wegens ma?/, eedbreuk. In 1914 Ï3EÏ?« t'' FraT*e ,en Engere ma?., Grootmachten chauvinistische anathema s tegen de Duitsche Vrijmetselarij. Voor een cosmopolietische wereldrepubliek is de wereld, en zelfs de mac • wereld, zeker nog niet rijp! # * * * Thans mogen enkele korte aanstippingen volgen, voldoende om aan te toonen f3, ' baar revolutionnair beginsel en haar voorkeur voor den republikeinschen boven den monarchalen regeeringsvorm betreft, de Vrijmetselarij hare eer niet allerwegen verzaakt maar ze integendeel bij zeer belangrijke gelegenheden metterdaad toegepast heeft. In sommige mag/, geschriften kan men nog altijd de ontkenning aantreffen voh uu f16 '?e9e9even daadzaak, dat de Groote Fransche Revolutie voltrokken is met medewerking van de Vrijmetselarij, en zelfs door deze is ') De Hollandsche Revue, 25 Juli 1917. Br.'. Voltaire, die jarenlang lid is geweest der loge Les NeufSoeurs te Parijs'), voorspelde reeds, volgens prof. Bolland2), den 2 April 1764 de geweldige gebeurtenis, die precies een kwart-eeuw later land en werelddeel in beroering zou zetten: TEXT: Tout ce que je vois jette les semences d'une révolution qui arrivera immanquablement, et dont je n'aurai pas le plaisir d' être témoin. Les Francais arrivent tard a tout, mais enfin ils arrivent; la lumière s'est tellement répandue de proche en proche, qu'on éclatera a la première occasion. Et alors ce sera un beau tapage: les jeunes gens sont bien heureux, ils verront de belles choses. VERTALING: Al wat ik zie, zaait een revolutie uit, die onvermijdelijk komen moet, maar die ik 't genoegen niet meer zal hebben te beleven. De Franschen komen met alles achteraan, maar ten slotte komen zij er toch. Het licht is zoodanig verspreid en nader gekomen, dat men bij de de eerste gelegenheid tot een uitbarsting komen zal. Dan zal 't een mooie herrie worden. Gelukkige jongkaerels ! ze zullen leuke dingen zien. Voltaire had goed gezien: de Groote Revolutie brak elf jaren na zijn dood uit. Een der nieuwere Fransche mag.', schrijvers eischt de eer daarvan als volgt voor zijn Genootschap op: No. 246. •LA FRANC-MAgONNERIE MODERNE, E. Gilon, p. 141-142. TEXT: Le triangle magonnique, le plus ancien des emblèmes, a Vhonneur de dominer toutes les images des tables glorieuses qui contiennent la Déclaration des Droits de VHomme et du Citoyen. La Révolution frangaise emprunte également d eet Ordre sa devise immortelle: Egalité, Liberté, Fraternité, dont Vapplication loyale régénérera le monde. VERTALING: Boven al de roemrijke tabellen, die de „Verklaring van de Rechten van den Mensch en den Burger" bevatten, prijkt de driehoek, het oudste der magonnieke zinnebeelden. Ook de Fransche revolutie heeft aan de Vrijmetselarij haar onsterfelijk devies „Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap" ontleend, waarvan de eerlijke toepassing de wedergeboorte der wereld zal veroorzaken. En hoe kwam de Orde aan dit devies ? Het is wellicht een weinig bekende bijzonderheid, die in het volgend citaat wordt meegedeeld: ') Mac '. Scheurkalender, 1898, blaadje van Maandag 28 Nov.. verso. ') De Vrijmetselartf voorheen en thans, p. 154. No. 247. DE VRIJE METSELAREN, door P. Tempels, vertaald door M. T. H. Perelaer, p. 31 : , TEXT : TRADUCTION: GELIJKHEID, BROEDER- LIBERTÉ. ÉGALITÉ, FRATER. l yv//;?e SC/f V.?nden *» NITÉ. Ce sont les loges allemandes Pmnlh ^ *atJVschrxl\ °P de qui, au XVIIIiènie siècle, ontinventé Fransche muntstukken voorkomen- Cette inscription. se trouvant sur les de uit De zinspreuk bevatte nauw- monnaies fran?aises. La devise conte- keung het ma^onnieke denkbeeld. nait exactement 1'idée magonnique. TemPeIs T" V°°rxr. eener loge te Brussel en had eene gezaghebbende stem in de len k'rf^T j W.esenha9en van hem eene voorrede verzocht ° "j ;0" *enl ConsuUrattons sur Duu et la Religion, eene brochure die indertijd ook hier te lande druk verspreid is, met het doel de menigte een beteren dunk van de Vrijmetselarij te doen opvatten, dan men uit de lezing harer geheime geschriften krijgt. Wat Br.. Gilon erkende, gaf ook de Monde magonnique van April 1883 toe, toen ze volgens een onzer aanteekerringen (we beschikken niet over het blad zelt, en de bron. waaraan we ze ontleenden, is ons ontgaan), schreef: TEXT: VERTALING: Ce qui est vrai, c est que les hommes Waarheid is, dat de voormannen der importants de la démocratie frangaise Fransche democratie meerendeels hunne les Loges1 ma'°nté dUCatiOD °pleidin9 5n de Loges 9ehad hebben. Ce qui est vrai encore, c'est.... que c'est Waarheid is ook dèt de Fransche nous qui avons fait la Révolution Revolutie door óns gemaakt is frangaise. Andere mag.*, auteurs, vooral in landen, waar geen onverdeelde bewonderina voor de daden en de beginselen der Groote Revolutie gekoesterd wordt, ontkennen het daarin door de Vrijmetselarij genomen aandeel op grond, dat er ook vele Loge-leden het leven bij hebben ingeschoten. Het argument kan moeilijk als steekhoudend gelden ; de geguillotineerde BBr.\ vielen niet als Vrijmetselaren maar als leden van aristocratische familiën of gewoonweg als „verdachten aan de woede van het losgelaten grauw ten offer. Robespierre iet vele zijner revolutionnaire vrienden op het schavot brengen en verloor ten slotte zelf zijn hoofd onder de valbijl Is er éen profaan geschiedschrijver, die zulks als uitgangspunt bezigt ten betooge van de stelling, dat Robespierre en zijne bentgenooten buiten de Revolutie zouden hebben gestaan? De voorbereiding der Groote Revolutie door de Loges wordt trouwens niet enkel door de Fransche maar door de internationale schrijvers der Vrijmet- selarij erkend. Sterker, zij bevestigen, wat het Mag:. Weekblad reeds toegaf (ziecit. no. 235): dat de Vrijmetselarij de hand heeft gehad in alle groote omwentelingen, die later den bestaanden toestand in Europa gewelddadig schokten : No. 248. FREIMAURER-ZEITUNG, 24 Dec. 1864 : TEXT: Die (ranzösische Revolution von 1789 ist nur ein Werk der Freimaurer gewesen; denn alle hervorragenden Manner jener Zeit waren Freimaurer. Nachher hat der Freimaurerbund daselbst gleichfalls die Revolution der Jahre 1830 und 1848 geleitet. Alle italienischen Umwalzungen vom Jahre 1822 bis zu den Jetzten glorreichen Ereignissen, wem soll man sie anders zuschreiben als dem Bunde? Sind nicht die Carbonari seine Söhne? VERTALING: De Fransche Revolutie van 1789 is slechts een werk der Vrijmetselaars geweest; want alle vooraanstaande mannen uit dien tijd waren Vrijmetselaars. Later heeft de Vrijmetselarij daar eveneens de omwenteling der jaren 1830 en 1848 geleid. Alle Italiaansche revoluties, van het jaar 1822 af tot de jongste roemrijke gebeurtenissen toe, aan wie anders dan aan de Orde zal men ze toeschrijven ? Zijn niet de Carbonari hare zonen ? betuiging ginselen, vangen Geciteerd in Kleines Handbuch der Freunaurerei, von Franz Ewald, p. 9 en 10. Met die „jongste roemrijke gebeurtenissen" werd gedoeld op de uitroeping van Victor Emmanuël tot koning van Italië den 17 Maart 1861. Wat met name de proclamatie betreft der Fransche Republiek van Februari, kan men in de officiëele „Moniteur" van 7 Maart 1848 lezen, hoe Br.". Crémieux (Isaac A l. 1 _ A 11 • T .1. TT .. v . . . . v "uu'fuc, suciuer aer rtinance israelite Universelle) als lid der voorloopige regeering den 6 Maart eene deputatie van Loge-leden ontving, om hunne nphii'nii'nrr iran incfammïnn 4-a I l J r t . luoitumixuy lc dduvddruen mei „aen rnomi nunner eigen bewaardoor „het geheele vaderland de magonnieke wijding had ontDe denutatie hnnrl Hf» vnnrlnnni^A r j. ^ . T , ' , — . -—ucu oicuii aau van ue 4(1 (11111 I r\rta /4*Mk k°" =™ Nederlandsch loge-orgaan dan ook No. 249. 'MAgONNIEK WEEKBLAD, 27 Febr. 1893, p 132- TEXT: „... .. TRADUCTION: I Z^n er trotsch op te kunnen zen- Nous ) Pit en merg, bit. 3- J) t. a. p. blz. 3. ') t. a. p. blz. 15. <) t. a. p. blz. 14 •) t. a. p. blz. 5. «) t. a. p. blz. 8. 7) t. a. p. blz. 15. 8) t. a. p. blz. 5. ) t. a. p. blz. 15. ,0) t. a. p. blz. 14. ") t. a. p. blz. 16. 12) t. a. p. blz. 16. ) t. a. p. blz. 18. ><) t. a. p. blz. 13. ,s) t. a. p. blz. 5. ") t. a. p. blz. 19. ") The New Age. Jan. 1918, p. 33. ,ls) Idem, p. 34. oneenigheid bestond wegens de bekende schrapping van den Opperbouwheer uit de liturgische formule. „In Engeland en in Frankrijk,. in België en Italië, en ten spijt van keizerlijke oekasen zelfs in Rusland is de Vrijmetselarij in stilte maar werkdadig gedurende eeuwen aan den arbeid geweest."') „Op staatsrechtelijk terrein is de eindstrijd begonnen... Zoowel aan gene zijde van den Rijn als in buiten-Germaansche kringen zal men trachten en wordt reeds getracht, een erkende zegepraal der magonnieke beginselen te verhinderen."2) „De bevrijding van Jerusalem is van bijzonder belang voor de Vrijmetselaars. Is het geen grootsch schouwspel: de bouw van een grooten Ma?onnieken Tempel in Jerusalem, opgericht uit de bijdragen van Loges der geheele wereld...?"3) „En wanneer eenmaal de vrede komt, ...zullen het oogmerk en de macht der Vrijmetselarij volkomen duidelijk worden."4) De teksten zijn door schrijver dezes rechtstreeks uit het origineel vertaald. In een mogelijk later te verschijnen, aanvullend werk over dezelfde materie, als in het onderhavig boek synthetisch behandeld wordt, kunnen de uitvoerige oorspronkelijke teksten, met vertaling, wellicht in een tweede nummerserie van citaten plaats vinden. Uit hetgeen aan dit derde deel is voorafgegaan, kan duidelijk genoeg worden afgeleid, dat de Vrijmetselarij een bepaald standpunt inneemt op staatkundig èn op godsdienstig gebied; men zie de beide desbetreffende hoofdstukken. Er valt dus te onderzoeken, of ook in beide lijnen, dan wel in éene ervan, het einddoel der Vrijmetselarij gelegen is, wanneer ze vagelijk spreekt van het beoogen eener wereldheerschappij. l) The New Age, Jan. 1918, p. 7. 2) Idem, p. 7. «) Idem, p. 18-19. ') Idem, p. 6. DE WERELDREPUBLIEK Het stoutelijk plaatsen van den voorschreven titel op dit hoofdstuk maakt het leveren van een onmiddellijk bewijs voor de juistheid ervan wenschelijk. Streeft de Vrijmetselarij inderdaad naar de vestiging van eene wereldrepubliek, d. w. z. eene republiek die alle Staten der wereld omvat? Ziehier een getuigenis: No. 290. ♦WEEKBLAD VOOR VRIJMETSELAARS, 18 Juni 1882, blz. 207. TEXT: De BBr.-., die ons voorgegaan zijn op den weg der verlichting, hebben reeds met inspanning gearbeid aan het werk der emancipatie. Mogen we ons hunner waardig toonenl Moge de Vriim.;. van het heden, door hun voorbeeld bezield, den weg banen voor de zending, die de Vrijm.-. dei toekomst te vervullen heeft: de verwezenlijking van de republiek die de geheele menschheid omvat. TRADUCTION Les FF.*, qui nous ont précédé dans la voie de 1'illumination ont déja travaillé forcément a 1'oeuvre émancipatrice. Montrons-nous dignes deux! Puisse la Franc-Mag.', actuelle, animée de leur exemple, ouvrir le chemin a la mission que la Franc-Mag.", de 1' avenir aura a remplir: la rêalisation de la république qui embrassera toute 1'humanité. Deze woorden zijn ontleend aan een door bovengenoemd Weekblad afgedrukten toost van den hoofdredacteur van le Glaneur bij een banket in de loge Justin tl VirUé te Salnt-Quentin. Deze twijfel alzoo buiten geding gesteld zijnde, kan de lezer het te volgen betoog met des te meer rust en evenwicht van oordeel nagaan. * * * Het valt niet te ontkennen: in het denkbeeld van een algemeenen bond van alle wereldstaten, een soort van V. S. der Aarde, waarin geen internationale oorlogen meer mogelijk zouden zijn, ligt iets aantrekkelijks, vooral voor ons. tijdgenooten van den grodtsten en gruwelijksten oorlog, dien ooit dc menschheid heeft aanschouwd. De denker echter weet, dat elke factie, elke fractie in haar program iets aanlokkelijks heeft. Eene groep, die met een program optrad, dat uitsluitend afkeer en tegenzin bij da groote massa opwekte, 2ou in trouwe niet veel vermogen te bereiken. De vraag is: met welken geest zal de stichting bezield zijn, die de Vrijmetselarij beoogt ? Het schoonste lichaam, waarin eene tot verkeerde dingen geneigde ziel huist, kan daden bedrijven, die talloozen tot een wrok en ergernis kunnen zijn. Zien we ook deze kwestie onder de oogen zonder vooropzet en zonder tegeningenomenheid. Nog geen 25 jaar na de stichting der Vrijmetselarij erkende een harer grootmeesters ondubbelzinnig, dat de stichting van eene universeele republiek van den beginne af aan bij de Orde heeft voorgezeten. Daaruit blijkt opnieuw, hoezeer de schrijvers zich vergissen, die meenen dat de groepeering van 1717 slechts een onbeduidend, societeits-achtig karakter had: No. 291. *DER FRANZÖSISCHE GEIST UND DIE FREIMAUREREI, Wilhelm Ohr, blz. 31, noot. TEXT: Les hommes ne sont pas distingués essentiellement par la différence des langues quHls parient, des habits qu'ils portent, des pays qu'ils occupent, ni des dignités dont ils sont revêtus. Le monde entier n'est qiïune grande République dont chaque nation est une familie et chaque particulier un enfant. C'est pour faire revivre et répandre ces essentielles maximes, prises dans la nature de l'homme, que notre Société fut d'abord étdblie. VERTALING: De menschen worden niet wezenlijk onderscheiden door het verschil der talen, die zij spreken, der kleeren die zij dragen, der landen die zij bewonen, noch der waardigheden die zij bekleeden. De heele wereld is slechts ééne groote Republiek, waarvan elk volk een gezin en elke persoon een kind is. Om deze aan 's menschen natuur ontleende grondbeginselen te doen herleven en ze te verspreiden, is ons Genootschap het allereerst gesticht. Deze woorden ontleent de schrijver aan eene redevoering, door den hertog van Antin als grootmeester der Fransche Grootloge bij een feest in 1740 gehouden. De mag.', grootmachten (Groot-Oostens of Groot-Loges) oefenen over de bij haar aangesloten loges en BBr.*. eene wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht uit. Heur streven is, die macht uit te breiden ook tot de organisaties en personen, die niet tot de haar vrijwillig onderhoorigen kunnen gerekend worden, en wel in den meest uitgebreiden zin, m. a. w. tot de Staten en Staatsburgers. Hoezeer het denkbeeld van eene samensmelting der Staten in magonnieken kring was doorgedrongen, kan men nagaan uit de omstandigheid, dat, toen Napoleon I door zijn krijgsgeluk landstreek na landstreek en gebied na gebied aan zijne Staten reide, hij door de Fransche Loges (t is Eckert, die de bijzonderheid mededeelt) beschouwd werd als de effenaar van Europa en voorbereider van de ééne wereldrepubliek. De Joden, die nog altijd hoper. op de stichting van een toekomstrijk, een Messiaansch gebied, waarin het Oude Volk de overwegende rol zal spelen (vandaar wellicht de bijzondere belangstelling in Joodsche kringen voor het werk der Vrijmetselarij), de Joden te Frankfurt en eldefs zagen, volgens Janssen, Napoleon zelfs voor den Messias aan. De slag van Waterloo en wat nadien gebeurde, sloeg dien verwachtingen den bodem in. Misschien zal men zich afvragen, hoe 't mogelijk is, dat de victoriën van een monarchistisch dictator, als Buonaparte was. beschouwd konden worden als successen in eene richting, waarvoor het anti-monarchaal beginsel eene onafwijsbare noodzakelijkheid is. Men vergete echter niet, gelijk we reeds eerder hebben doen uitkomen, dat de Vrijmetselarij met geduld en nog eens geduld te werk gaat. Zij weet, dat de historische buigingspunten in de geschiedenis der volken niet binnen een menschenleeftijd zichtbaar zijn; dat de natiën niet, gelijk de individuen, hunne geschiedenis bij jaren maar bij eeuwen tellen, en dat in de historie alles, om blijvend en duurzaam te zijn, z'n organischen groei uit den natuurlijken ondergrond moet hebben. Kunstmatige, hetzij met list of geweld ineengezette constructiën zijn niet tegen den adem van den tijd bestand. Als de Vrijmetselarij den republikeinschen regeeringsvorm als den idealen beschouwt, wil dit- niet zeggen, dat zij onpractisch genoeg is om, zonder rekening te houden met de omstandigheden van volksgeaardheid enz., bij élke gelegenheid een troon te doen verdwijnen. Het tot stand brengen van nationalistische republieken zou haar een sterker slagboom zijn op haren weg dan het vormen van cosmopolietisch-voelende monarchieën: wanneer 't eenmaal gewenscht wordt geacht, een schrede nader te treden tot het einddoel, is het omzetten van een regeeringsvorm — de jongste geschiedenis van Brazilië, Portugal, Rusland leerde het ten overvloede in de practijk — gemakkelijker dan hét keeren der mentaliteit van een millioenen-hoofdige massa. Zoo zeide dan ook een Israëlietisch filosoof en vrijmetselaar: No. 292. DER ALLGEIST, Grundzüge des Panpsychismus im Anschluss an die Philosophie des Unbewuszten, Mor. Venetianer. Berlin 1874, p. 278 v.v. TEXT: Die Idee der Nationaliteit steht im Widerspruche mit der Idee der Humaniteit, ist aber als Uebergangsstufe zu dieser in der Herstellung und Befestigung der Groszstaaten zin aoth- VERTALTNG: Het nationaliteitsbegrip is in strijd met het denkbeeld der humaniteit; als overgangsvorm tot dit laatste is het «chter in de vorming en bevestiging van groote mogendheden een noodzakelijk kwaad... wendiges Uebel. . . Das Endziel aller Het einddoel van alle maatschappelijke socialen xtnd staatlichen Entwicklung en politieke ontwikkeling is de vrije ist die fveie Arbeiter-Association und arbeiders-organisatie en eene republieeine die Menschheit umfassende Re- ken-pyramide, die het geheele menschpubliken-Pyramide. dom omvat. Geciteerd bij Pachtler, der Götzc der Humaniteit, p. 465. Het ligt inderdaad op den weg der Vrijmetselarij, dat de kleine natiën verdwijnen, niet als rasgroepen maar als zelfstandig bestuurde Staatslichamen. Het verdwijnen b.v. van kleinere Staten en het opnemen daarvan als onderdeelen van een of ander groot wereldrijk ligt geheel in de lijn der mag.*, bedoeling. Hoe kleiner ten slotte het aantal mogendheden wordt, des te gemakkelijker wordt het tot stand brengen van een onderlinge aaneensluiting. Dergelijke veranderingen op de wereldkaart vergen tijd, en de Vrijmetselarij weet dat. Een halve eeuw terug, juist toen een sterk Christelijk-monarchistisch Duitsch keizerrijk weer was opgerezen, waartegenover zij de herleving van het republikeinsch beginsel in Frankrijk slechts een schrale vergoeding kon achten, zag de Vrijmetselarij weinig horizont voor zich. En ze zuchtte: No. 293. *MAgONNlEK WEEKBLAD, 5 Augustus 1872, p. 3. TEXT: TRADUCTION: De tijd, dat zich de Vm.-bond in een Le temps oü la Franc-Magonnerie se algemeenen bond der menschheid op- résoudra dans une ligue universelle de lost, is helaas nog niet gekomen en 1'humanité, n'est pas encore arrivé, kan nog lang uitblijven. hélas, et peut-être se fera-t-il longtemps atteudre. Maar wanhopen deed de Vrijmetselarij niet. Met taaie wilskracht bleef ze het oog op haar doelwit gevestigd houden, en ze troostte zich: No. 294. *DE VRIJE METSELAREN, door P. Tempels, pag. 34. TEXT: TRADUCTION: Een materieele arbeid, hoe groot hij ook zijn moge, verkrijgt volvoering door de samenwerking van vernuft en kapitaal. Eene staatkundige orru wenteling, eën nieuwe godsdienst, eene maatschappelijke instelling slagen, wanneer zij pasklaar zijn voor den bestaanden toestand. Tout travail matériel, quelque grand qu'il puisse être, devient réalisable par la coopération du génie et du capital. Une révolution politique, une nouvelle religion, une institution sociale réussiront dés qu'elles s'adapteront a la situation du moment. Ook het Turksche Rijk, de medestander der beide groote Midden-Europeesche Rijken, is in den traditioneelen afkeer der Vrijmetselarij begrepen: No. 303. OPERE Dl GIUSEPPE MAZZINI, vol. XIII, p. 178 v.v., 181 v.v. TEXT: Guardate al Centro e all Oriente d'Europa. La si stendono... due grandi Imperi sui quali posa Vedificiö del dispotismo europeo, la negazionc del prinzipio nazionale: VImpero austriaco, simbolo d'immobïlita, vera China d'Europa; VImpero turco, simbolo del fatalismo asiatico, in, opposiziorie al progresso europeot e papato d'Oriente.... La rivoluzione europea ha oggi nome: Nazionalita. Essa significa — per chi Yintende a dovere — trasformazione della carta d'Europa; annientamento d'ogni trattato inaugurato della conquista, dalV artificio, dalV arbitrario delle razze regali... 11 riordinamento sociale non verra che dopo. Geciteerd in Giuscppe Mazzini, Gruber, p. 36. VERTALING: Zie naar Midden- en Oost-Europa. Daar strekken zich... twee groote Rijken uit, waarop het gebouw der Europeesche dwingelandij, de loochening van het nationaliteitsbeginsel rust: het Oostenrijksche keizerrijk, een zinnebeeld van logheid, een waar Chinain-Europa, en het Turksche Rijk, het zinnebeeld van de Aziatische noodlotsberusting, zich kantende tegen den Europeeschen vooruitgang, een Oostersch Pausschap... De Europeesche revolutie heet thans: Nationaliteit. Voor wie 't goed verstaat, beteekent dit: verandering der kaart van Europa, vernietiging van elk verdrag, dat uit verovering, arglist, willekeur der dynastieën is voortgekomen... Eerst daarna zal de maatschappij opnieuw geordend worden. En wat er voor de bestaande regeeringsvormen — met uitzondering wellicht, voorloopig, van het Turksche Rijk, dat als half beschaafd daarvoor nog niet rijp mag worden geacht —1 in de plaats moet treden, is door den grooten politieken erflater der Europeesche Vrijmetselarij reeds aangewezen, toen hij schreef: No. 304. . OPERE Dl GIUSEPPE MAZZINI, vol. I, p. 110, vol. XVIII, p. 89: TEXT: VERTALING: Listituzione republicana è la sola che Het republikeinsche stelsel isheteenige, assicuri questo avvenire. dat ons de toekomst waarborgt. La repubblica è Vunica forma legitti- De republiek is de eenige wettige en ma e logica di governo. redelijke regeeringsvorm. Geciteerd in Giuscppt Mazzini, Gruber. p. 45 en 47. * * <* Reeds langen tijd tevoren is de Vrijmetselarij in de aangegeven richting rustig en tactisch werkzaam geweest, geen hulpmiddel verzuimend,- dat haar doel bevorderlijk kon zijn. Hierin moet men ook de hoofdreden zoeken, waarom een deel der Vrijmetselarij, alhoewel het tegen den geest en de statuten der Orde indruischte, de werkzaamheid der vrouw binnen de invloedssfeer der Loge wilde brengen: No. 305. CHAINE D'UNION, sept. 1879, II. p. 409-410. TEXT: Quand la femme aura compris, qu'elle aura réprouvé les principes de cette éducation vicieuse pour se livrer avec la même ardeur aux mains des propagateurs de nos idees, que son éducation sera plus franche, plus virile, plus honnête, aura remplacé les principes actuels, nous verrons la grande Révolution sociale accomplie, caravec Vénergie et la volonté que la femme apporte a toutes ses actions, eïle fera de nos enfants de libres et forts citoycns qui, eux, feront la prospérité non-seulement de la France mais du monde entier, et nous conduiront a la République Universelle. Geciteerd in la Femme et Venfant dans la F. VERTALING: Eerst als de vrouw zal hebben ingezien, als zij die verkeerde opvoedingsbeginselen heeft losgelaten om zich met denzelfden ijver te stellen in de macht der verkondigers van onze ideeën; als hare opleiding frisscher, mannelijker, eerlijker zal zijn en de tegenwoordige beginselen zal hebben verdrongen, — dan zullen we de groote maatschappelijke Omwenteling vervuld zien. Immers, met de geest- en wilskracht, die de vrouw in al haar doen aan den dag legt, zal zij van onze kinderen vrije en krachtige burgers maken, die op hun beurt niet enkel Frankrijk maar gansch de wereld tot voorspoed zullen strekken en ons zullen leiden tot de Wereldrepubliek. -MDe la Rive, p. 446. Wie de uiteenzetting van de riten en graden der Vrijmetselarij (zie pag. 133—144) aandachtig heeft gevolgd, kan ook wel gissen, van welke richting de stoot tot het bereiken van het einddoel het sterkst is uitgegaan. Reeds einde der XIX<= eeuw werd het, omsluierd, door een der diepst-ingewijde Belgische Vrijmetselaars te verstaan gegeven: No. 306. ♦DE VRIJE METSELAREN, door TEXT: De Schotsche ritus omvat eene aaneenschakeling van leeringen, waarvan de wijsgeerige, wetenschappelijke en historische grondgedachten door overlevering vastgesteld zijn. Zij vormt eene uitgebreide onderneming . .. Die leeringen nopen tot de samenwerking van geleerden, en zijn wel geschikt, om zelfs de sterksten onder hen te bekooren. Wanneer dat Schotsche stelsel bestemd is, om zijn program te verwezenlijken, dan kan gezegd worden, dat een tijdperk van onbeperkte arbeidzaamheid geopend is Het resultaat zal zeer waarschijnlijk eene inderdaad machtige stichting zijn, de meest zonderlinge in haren vorm, die door menschen uitgedacht is. P. TEMPELS, p. 61. TRADUCTIÖN: Le rite écossais comprend une suite de doctrines, dont les principes philosophiques, scientifiques et historiques sont fixés par la tradition. Elle représente une vaste entreprise... Ces doctrines mènent forcément a la coöpération des savants et sont bien aptes a sourire même aux plus forts parmi eux. Si ce système écossais est destiné S réaliser son programme, on pourra dire alors: une période d'activité illimitée est ouverte... Le résultat en sera, selon toute probabilité, une institution vraiment puissante, la plus singulière dans sa forme que 1'humanite ait congue. Toen Br.'. Tempels deze woorden schreef, waren ze voor alle niet-ingewijden eene raadselachtige aanduiding. Op het oogenblik vormt de bedoeling ervan voor niemand een mysterie meer. Opmerkelijk is ook, met welk een voorliefde de Vrijmetselarij naar de uitvinding van het Esperanto gegrepen heeft, als zijnde naar hare meening eene internationale kunsttaal, die beantwoorden zou kunnen aan de behoefte der cosmopolietische stichting, welke zij beoogt. „De Vrijm'i.'. heeft een internationale hulptaal noodig, om tot al de leden-des menschdoms de broederbanden te kunnen uitbreiden, welke de Vrijm1).'. over gansch de oppervlakte der aarde verbinden," oordeelde het Gr.'. O.', van Frankrijk. En in 1905 zond de Esperanto-groep. „Franmasons" aan al de Loges een rondschrijven, behelzende het verzoek, dat alle werkpl.% zich met de nieuwe taal zouden bezighouden en de verspreiding ervan bevorderen.') Dezelfde bron zegt, dat het vrijm.". tijdschrift 1'Acacia van 5 April 1903 het ') Revue Internat, des Seciétés Secrètes, 15 Oct. 19J2, gecit. in het Anti- Vrijm. Tijdschrift van Nov. 1912, p. 215. heureux événement pour la Ma?onnerie fran- gelukkige gebeurtenis heeten voor de Fransche gaise; nous faisons des voeux pour qu' il Vrijmetselarij; wij wenschen het alle succes obtienne tout le succes qu' il mérite. toe, dat het verdient. Recevez T.-. C.-. F.'., 1'assurance de messen- Aanvaard, Z.-. W -. Br.-., de verzekering mijner timents fraternels. broederlijke gevoelens. Le' Grand-Maïtre Adjt de 1' Ordre etc. De toegevoegde Gr mr. der Orde enz, HEULLANT. HEULLANT. A 1' hon.'. F. Rebold, etc. Aan den Eerw.-. Br.-. Rebold, enz. Geciteerd in La Franc-Magonniric, par A. Onclair, p. 141. Hoe, aldus komt de vraag naar het negatieve, na deze uiteenzetting van het positieve, vanzelf op, — hoe is het atheïsme van sommige onderdeden der Vrijmetselarij te passen in haar deïstisch-pantheïscisch stelsel? Het past er heelemaal niet in, en het wordt dan ook verworpen. Niet enkel door de buiten het Fransche magonnisme staande Grootmachten, maar door Fransche Vrijmm.'. zeiven, die dieper tot de kerngedachte der Orde zijn doorgedrongên dan de talrijke groep Blauwe Vrijmetselaars, wier meerderheid het Fransche Groot-Oosten tot den voor dit zoo hachelijken stap bracht. Het is een der Fransche Loge-organen zelve (de redactie der officiëele Loge-bladen is bijna zonder uitzondering aan hooger-ingewijde BBr.\ toevertrouwd,) dat getuigde: No. 315. CHAINE D' UNION, aoüt 1882, p. 233 v.v. TEXT: La libre-pensée est tout simplement une proiestation contre .le catholicismé. Mais elle est tout a fait impuissante d fonder le nouveau code social. Elle est donc destinée a disparattre et a se fondre dans la loi nouvelle qui réunira les débris épars de notre BABEL MODERNE, pour [aire entrer la société dans une nouvelle époque organique. Ce sera, il faut Vespérer, Voeuvre de la fin du XX' siècle. VERTALING: De vrijdenkerij is eenvoudig een protest tegen het katholicisme. Maar ze is volslagen onmachtig om de nieuwe wetgeving der maatschappij te maken. Ze is dan ook bestemd om te verdwijnen en zich op te lossen onder de nieuwe wet, die de verspreide brokstukken van ons hedendaagsch Babyion hereenigen zal, om de maatschappij in een nieuw geordend tijdperk te doen treden. Dat zal, hopen we, het werk zijn van het einde der 20ste eeuw. Geciteerd in la Franc-Ma(onnerie contemporaine, Onclair, p. 275-276. De woorden zijn ontleend aan een rede van Br.-. ]. Régnier, gehouden 3 Mei 1882 te Lyon. Verworpen alzoo het atheïsme. Aanvaard een Godsbegrip. Wélk Godsbegrip, daaromtrent heeft het hoofdstuk „Het Godsbegrip der Vrijmetselarij" in dit werk reeds eenig uitsluitsel gegeven. Historisch voert de meerderheid der ingewijde vrijmm.'. niet den vorm maai wel het wezen van hun stelsel tot den natuurgodsdienst der oude mysteriën op (zie deel Oude Geschiedenis). Wat is natuurlijker, dan dat de godsdienst, waarvan de Vrijmetselarij de invoering over heel de wereld beoogt, een sterken trek van verwantschap met de antieke Geheimenissen vertoont? Een Spaanschschrijvend groot-auteur der Vrijmij.'. windt er gpen doekjes om, als hij verklaart: No. 316. ♦ MANUEL DE LA MASONERIA, Cassard, p. 2. TEXT: VERTALING: El Dios solo y ünico verdadero . .. es el Sér Supremo, que se adoraba en los sagrados recintos de los Templos antiguos dedicados a la Masoneria; que es la sola religion de los Templos Masónicos modemos. De eenige en waarachtig -eene God... is het Opperwezen, dat aanbeden werd in de heilige schuilhoeken der oude Tempels, toegewijd aan den opbouw, welke ook de eenige godsdienst is van de hedendaagsche Vrijmetselaarstempels. En op een andere plaats in het aangehaald werk zegt dezelfde schrijver: No. 317. * MANUEL DE LA MASONERIA, Cassard. p. 7, 8. TEXT: La iniciacion antigua era, pues, la verdadera religion, la que ... se ha conservado integra en los Templos de la Masoneria. Podriamos atestar igualmente, que hasta las formas del cullo y aun la gerarquia eclesidstica, en la religion católica, han sido tomadas de los usos y rituales de los iniciados, predecesores de los Franc-Masones . . . De cualquier modo que se considere la sucesion de los misterios hasta nosotros, parece evidente, por los emblemas que decoran las Lógias de los masones de todos los ritos, que a VERTALING: De antieke inwijding was alzoo de ware godsdienst, die ... ongeschonden in de tempels der Vrijmetselarij bewaard is gebleven. We zouden eveneens kunnen getuigen, dat tot de vormen toe van den eeredienst, en ook de kerkelijke hiërarchie, in den katholieken godsdienst ontleend zijn aan de gebruiken en plechtigheden der ingewijden, die den Vrijmetselaars zijn voorafgegaan.-.. Op welke wijze men ook de overlevering hunner geheimen tot op onze dagen beschouwt, het is uit de zinnebeelden, welke de vrijmetselaarsloges su introduccion en Europa, bajo el van alle riten tooien, overduidelijk, nombre de Franc-Masoneria, recono- dat men alleen reeds aan hunne incia ya un obieto religioso. voering in Europa, onder den naam van Vrijmetselarij, een godsdienstig oogmerk erkent. Bij de beoordeeling van deze aanhaling houde men, ten aanzien der tweede alinea, in het oog, dat Cassard een aanhanger is van de historisch-onjuiste stelling, dat de katholieke Kerk uit een Johannietisch stelsel zou ontsproten zijn, waarvan de stichting, gepredikt door Petrus en Paulus, eene judeoromaniseerende afwijking zou zijn. Het belang van het citaat steekt hoofdzakelijk in de eerste, en ten deele, als nadere bevestiging van het godsdienstgenootschappelijk oogmerk dec Vrijmetselarij, in de derde alinea. Wat in de oude Mysteriën gedoceerd werd, was het esoterisch Heidendom. Wil dan de Vrijmetselarij terug tot het Paganisme ? Wil ze de Renaissancebeweging, die de scheuring in wat zij aanziet als de Petro-Paulijnsche stichting voorafging, beschouwen als eene meer universeele en dieper gaande omwenteling, die niet slechts de artistieke en cultureele uitingen der menschheid wil zien ■Wedergeboren naar antiek model maar heel het zieleleven des menschdoms tot in zijn diepste trillingen: het godsdienstig bewustzijn, wil omvormen tot den toestand, waarin het verkeerde vóór de prediking van het Christendom ? Er is geen twijfel aan, dat in die richting haar streven ligt. Hoor slechts, met welke onverholen sympathie gewaagd wordt van den heidenschen cultus, met welke contrasteerende gevoelens van diens onverzoenlijken tegenstander, het geloof dat in de Middeleeuwen onder de beschaafde volken zijn hoogtepunt van tijdelijken invloed bereikte: No. 318. FREIMAURERJOURNAL, Manuskript für Freimaurerbrüder, II, 3, p. 21: TEXT: VERTALING : Die Sa.mothra.cier beteten anfangs nur Aanvankelijk aanbaden de Samothra- Ilimmel und Erde an, da ihnen die ciërs slechts hemel en aarde, wijl voor Natur Vater und Mutter war, und es hen de natuur vader en moeder was, noch keine Pfaffen und Despoten gab, en er nog geen papen en despoten die sie mit List und Gewalt, mit Aber- waren, die hen met list en geweld, glauben und Unterdrückung, mit in- met bijgeloof en onderdrukking, met nerem und auszerem Zwange dahin in- en uitwendigen dwang nood- brachten, ihren göttlichen Erzeuger zaakten hun goddelijken Schepper te zu verkennen und zu hassen. miskennen en te haten. Geciteerd In Der stille Krieg, Pachtler, p. 14. Het oude Heidendom, gelijk het in de Egyptische Mysteriën geleerd werd, was meervormig. Voor de inwijdelingen was de natuurgodsdienst; voor de hooger ingewijden het begrip van een eenig maar vaag Opperwezen, het „Pan", het Heelal, dat al het andere omvatte. Naast deze beide „esoterische" leervormen was voor het gewone onbeschaafde volk de „exoterische" leer bestemd: de pluriformiteit der verpersoonlijking van de afzonderlijke natuurkrachten tot eene onafzienbare schare van ondersteld-mannelijke en ondersteld-vrouwelijke godheden. Duldt de Vrijmetselarij desnoods ook deze exoterische leer onder hare aanhangers ? Zeer zeker. Zij zelve houdt, als zoodanig, de esoterische leer van den Opperbouwheer des Heelals, het „Pan"- der natuurkrachten, maar zij stoot geen aanhangers af, die zich tot de uitwendige vormen van het veelgodendom willen bepalen: No. 319. FREEMASON'S CHRONICLE, 1890, I, 243. TEXT: VERTALING: Individual members may believe in Persoonlijk kunnen de leden gelooven many gods, i{ their conscience and aan vele goden, als hun geweten en judgment so dictate. hun oordeel 'thun zoo voorschrijven. Geciteerd in The Catholic Encyclopedia, IX, Masonry, p. 774, Gruber. Ziedaar, zal men zeggen, een terugkeer tot het Heidendom in zijn zuiverst^n vorm. Wordt intusschen daarheen doelbewust en opzettelijk gestreefd? De vraag is, na al hetgeen voorafging, eenigszins overtollig te achten, maar voor wie ten overvloede hierop nog een stellig bescheid wenscht, strekke dit: No. 320. KIRCHENREFORM, Br.'. Mauritius Müller-Jochmus, III, p. 288: TEXT: VERTALING: Uns steht ein freies wahres Heiden- Een vrij en waar Heidendom staat thum naher, als ein engherziges ons nader dan een benepen ChristenChristenthum. dom. Geciteerd in der Frtimaurer-Orden, Eckert, p. 296. De woorden komen voor in een artikel, getiteld „Freimaurerei", dat in elk geval vóór 1853 verscheen. Toen reeds uitten zich dus paganistische tendenzen. De verschijnselen van den modernen tijd zijn, op godsdienstig gebied, niet in tegenstelling tot de beweging naar een heidensche renaissance. Het geloof van talloozen in svahastika-kruisen, Billekens-beeldjes en andere amuletten en 20 talismans heeft eene uitbreiding genomen, die een kwart-eeuw geleden nog niet denkbaar was. De oprichting van Boeddhistische tempels in Europeesche hoofdsteden wijst op een overplanting van Oostersch-heidensche begrippen in een sinds eeuwen gekerstende maatschappij. De uitbreiding van het theosophische stelsel bewijst, dat de zielsverhuizings- en goddelijke-emanatietheorieën, die zoowel aan het Boeddhisme als aan het antieke mysteriedom van de Nijl-delta eigen zijn, in ruimen kring hunne als-zaadvleugelige kiemen hebben rondgestrooid. In het magonnieke systeem, dat de humaniteit, zich steeds vernieuwend door het natuurlijke generatie-vermogen, als een onsterfelijke emanatie van de Godheid beschouwt, ziet dan ook een niet-magonniek wijsgeer *) de kiem, waarvan de theosophie de redelijke consequentie is. Het is hier de plaats om eene verklaring te geven van eene vraag, die allicht kan opdoemen in verband met hetgeen op menige steê in dit werk is naar voren gekomen: de groote belangstelling en de actieve medewerking van vele Joodsche kringen in het werken en streven der Vrijmetselarij. Waar het Jodendom toch gebaseerd is op het geloof in éénen, almachtigen en onverdeelden God, kan van een verzoening tusschen deze opvatting en het uitgewerkte stelsel der magonnieke Godsleer bezwaarlijk sprake zijn. Om beide feiten met elkaar in overeenstemming en redelijken samenhang te brengen, is het noodig allereerst te herinneren, dat het oude Mozaïsche geloof in zijne oorspronkelijke zuiverheid niet meer in het universeele Jodendom wordt aangetroffen. Het moderne Jodendom kent twee richtingen, de z.g.n. Duitsche (en hiertoe behoort verreweg de groote massa der belijders van den Israëlietischen godsdienst) en de Spaansch-Portugeesche, waarvan men o. a. eene communauteit te Amsterdam aantreft. Beiden komen hierin overeen, dat zij hun godsdienstige opvattingen baseeren op de glossen en commentaren, op de Mozaïsche wet en gebruiken gepiaakt door rabbijnen-groepen — een Jerusalemsche en een Babylonische — die onder twee nuances van denzelfden Gnostieken invloed stonden. Echte Mozaïsche Joden zijn er zoo goed als niet meer, en die er nog zijn, gelden bij het universeele Jodendom als dwalenden, als Karaïtische sekte (zie Darkest Russia, Sept. 21, 1891). Het streven der Vrijmetselarij ontspruit uit denzelfden Gnostieken wortel als de geloofs-filosofie der Talmudisten. De Vrijmetselarij wil een nieuwen tempel bouwen: dien der humaniteit, en den modernen Joden is dit streven sympathiek. Einde 1917 schreef „Het Oude Volk", een Nederlandsch orgaan voor vrijzinnige Joden2), over den derden tempel, die eenmaal verrijzen zal, maar alleen verrijzen kan op de ruïne's der vorige, omdat het nieuwe alleen ontstaat uit en door den ondergang van het oude. Dit inzicht kan en moet gepaard gaan met eerbied voor het oude. ') Prof. Bolland: De Vrijmetselarij voorheen en thans. *) Nieuwe Rotterdamsche Courant, 16 Nov. 1917, Avondblad A, 2e pag., Ie kol., ïubriek „Kerknieuws". Daarom. .— zoo schrijft het blad — zullen wij niet „spotten met de Mozaïsche wetten, waarvan vele èene onvergankelijke waarde hebben. Verkeerd achten wij het echter de wetten, welker navolging in den letterlijken zin thans geen doel meer heeft, te beschouwen als de levenswetten bij uitnemendheid, en iederen Jood, welke de wetten niet meer in overeenstemming met de rede gevoelt, te behandelen als een atheïst. „Wij wezen er reeds in vroegere artikelen op, dat zich allerwege de behoefte openbaart aan een religieuze verheffing, dat men die verheffing niet meer vinden kan in den ouden vormendienst. Daarom is aaneensluiting van hen, die in deze richting voelen, dringend noodzakelijk. Dan zal op de puinhoopen van het oude Jodendom een nieuw Jodendom gesticht worden, een Jodendom, dat zich in de allereerste plaats tot taak zal stellen, de leer der algemeene broederschap in practijk te brengen. Dat zal onze derde tempel zijn 1" ♦ * * Ziedaar dan twee samenwerkende krachten: de Vrijmetselarij, die op de puinhoopen van het dogmatische Christendom, het nieuwe Talmudisme dat op de puinen van het leerstellige Jodendom een nieuwe religieuze maatschappij wil stichten: de kerk der Humaniteit of van het vergoddelijkt Menschdom. Uiteraard moeten deze strevingen in de meest heftige tegenstelling komen tot de opvatting dergenen, die de Christelijke maatschappij niet vernietigd maar behouden, niet vervangen maar gelouterd en verbeterd willen zien. De botsing der gedachten is hier onvermijdelijk, onontkoombaar, en 't zou eene onnatuurlijkheid zijn, als twee zulke electrische polen in eikaars nabijzijn konden bestaan, zonder dat er vonken sprongen. Indien er onder de Joden en niet-Joden zijn, die nog aan de komst van een Messias gelooven, dan is 't veelal aan een stelsel, niet aan een persoon, dat door hen gedacht wordt. Zooals van den anderen kant door velen wordt aangenomen, dat met „den Antichrist," waarvan de Schrifturen spreken, zoo goed een stelsel als een individu bedoeld kan zijn. Onder dit opzicht is het volgende citaat merkwaardig: No. 321. •JAARBOEKJE VOOR NED. VRIJMETSELAREN, 5895. bl. 239: TEXT: TRADUCTION: De Christus van den nieuwen tijd, Le Christ de 1 ere nouvelle Die ons bevryden zal en richten, Nous libérera et jugera. Zal komen in een volkrenstrijd, II viendra au milieu d'un combat des nations, Bij onweérsgolm, met bliksem- Avec coups de tonnerre et de foudre, schichten, De zwarte benden te verstrooien, Afin de dévaster les bandes noires Die met den christennaam zich tooien. Qui s'ornent du nom de chrétiens. Het bovenstaande is een fragment uit „Een Lied om Bevrijding" door Br.'. ]. E. Banck. Bij het lezen ervan dringt zich eene parallel op aan den geest: a : rDe Christus van den nieuwen tijd, die ons bevrijden zal en richten, zal komen in een volkrenstrijd." — En de Apocalyps, XX, 7, zegt: ...Solvetur satan as de carcere suo, et cxibit, Satan zal worden losgelaten uit zijnen kerker, etseducetGentes... et congregabit tos inpraelium. en hij zal uitgaan en de volkeren verleiden en hen vergaren tot den strijd. b. „De Christus van den nieuwen tijd..... zal komen .... bij onweersgalm, met bliksemschichten." — En de Apocalyps, XVI, 18, zegt: Et facta sunt fulgura et voces ettonitrua. En er zullen zijn bliksem en geluiden ën donderslagen. c. „De zwarte benden te verstrooien, die met den christennaam zich tooien." — En de Apocalyps, XX, 8: Et ascenderunt (Gentes) super latiludinem terrae En de [door hem verleide volkeren] zullen neeret circuierunt castra sanctorum et civitatem strijken over het aardvlak en de burchten der dilectam. vromen en de bevoorrechte stad omsingelen. Uit den aangehaalden tekst van Br.\ Banck blijkt wel zeer duidelijk, dat hij van den door hem bedeelden „Christus" eene ««^'-christelijke actie verwacht. Freimaurerische Schriftsteller bezeichnen die Loge Maqonmeke schrijvers duiden de Loge rechtuit geradezu als die „Antikirche," aaa als de „Tegenkerk,' zegt dr. Brauweiler in „Dis ' Brüder im Weltkrieg,' p. 13. * * ♦ Het zal menig lezer misschien ietwat gewaagd lijken, het Satanismè hierbij te pas te willen brengen. Men moet hier vóór alles goed onderscheiden. Het Satanisme, als verschijnsel in de moderne godsvereering, bestaat feitelijk en metterdaad. Het is echter eene misvatting het als inhaerent aan eenig bepaald genootschap te willen verbinden. Het Satanisme bestaat in verschillende landen en onder verschillende vormen, en het wordt alzoo onder leden der Vrijmetselarij, die niemand om zijn godsbegrip buitensluit, óók al is dit eene duivelvereering (zie cit. no. 286 en 287) even goed ontmoet als onder niet-leden. Nu is 't een feit, dat gedurende den ganschen loop der middeleeuwsche historie sporen van duivelvereering zijn aangetroffen. In een zwakke, geheime, traditioneele reeks hebben zij zich als een ijl zwamsnoer, dwars door de Christelijke periode heen, uit het oude Heidendom een dunne lijn getrokken naar onzen nieuweren tijd, waarin zij hun zaadkiemen in ruimer menigte beginnen af te zetten. In hoofdstuk „Oude Geschiedenis" werd dienaangaande reeds een en ander meegedeeld. wanneer mijn laatste uur zal slaan, zult gij mij onverschrokken en kalm bereid vinden om te worden overgevoerd in uw eeuwig vuur". Gelijk gezegd, weert de Vrijmetselarij noch Luciferisten noch Satanisten uit haar lidmaatschap. Het officiéél orgaan der Italiaansche Vrijmetselarij, de Rivista della Massoneria Italiana (1909, p. 44) liet zich zeer duidelijk uit, toen ze schreef (we bezitten den oir-tekst niet en laten, om niet enkel een tweedehands-vertaling te geven, de oorspronkelijke overzetting volgen, zooals Gruber ze geeft in The Cath. Encycl. IX, p. 775): The formula of the Grand Architect, which is reproached to Masonry as ambiguous and absurd, is the most large-minded and righteous affirmation of the immense principle of existence and may represent as wel the God of Mazzini as the Satan of Giosue Carducci; God, as the fountain of love, not of hatred; Satan as the genius of the good, not of the bad. De formule van den Grooten Bouwheer, waarvan de Vrijmetselarij een verwijt wordt gemaakt als iets dubbel- en onzinnigs, is de breedste en beste erkenning van het mateloos Bestaansbeginsel en kan zoowel den God van Mazinni als den Satan van Giosue Carducci omvatten : God als bron van liefde, niet van haat, Satan als genius van het goede, niet het kwade. De nuanceering tusschen Luciferisme en Satanisme wordt niet altijd precies in t oog gehouden. In de Revue Magonnique, het meest gelezen Fransche vrijmetselaarsblad, kwam volgens Gruber ') in September 1896 een stuk voor, getiteld „Impressions magonniques du Fr.', du Bouays", waarin de schrijver verklaarde, dat hij, op den dag zijner aanneming als Loge-lid opgesloten zijnde (in de kamer der overpeinzingen) met eene afbeelding van Lucifer, daardoor niet geschokt was. „Om het ronduit te zeggen, wil ik wel bekennen, dat ik altijd vereering gevoeld heb voor dit eeuwig symbool van den opstand der Gedachte tegen de grenzenlooze bewondering jegens den Meester". Gelijk in de Vrijmetselarij een enkele tak (de Fransche) zich tot het atheïsme geneigd betoonde, is er ook een (de Italiaansche) die een merkbaren hang aan den dag legt naar het Satanisme. Immers, hoe anders te verklaren, dat het officiéél orgaan der Italiaansche Vrijmetselarij reeds een veertigtal jaren geleden de volgende woorden kon afdrukken : *) Der ,giftige Kern", p. 13. No. 322. RIVISTA DELLA MASSONERIA ITALIANA, 1879-80, p. 265: TEXT: II Genio delV avvenire, il nostro üio, di noi, porta in sè il germe della nuova legge del bene . .. Salutate il Genio rinnovatore, voi tutti che soffrite. In alto la fronte, o miei fratelli, perchè Egli arriva, Satana il Grande!! VERTALING: De Genius der toekomst, onze God, de onze, draagt in zich de kiem van de nieuwe wet des goeds.. Groet den vernieuwden Geest, gij allen die lijdend zijt. Omhoog het hoofd, mijne broeders, want Hij komt, Satan de Groote!! Geciteerd in de Kivisia Antimassonica, Marzo 1897, p. 128. De aangehaalde woorden zijn van Br.". G. G. Serafini. Voor degenen, die met de stroomingen in de Italiaansche Vrijmetselarij bekend waren, had deze uitlating niets nieuws. Immers, reeds een tiental jaren te voren had een ander officieel orgaan derzelfde ma?;", grootmacht de volgende verzen openbaar gemaakt: No. 323. BOLLETINO DEL GRANDE ORIENTE DELLA MASSONERIA IN ITALIA, 1868, vol. II, p. 332 v. v. TEXT: Gittö la tonaca Martin Lutero: Gitta i tuoi vincoli, Uman pensier o! E splendi e folgora Di fiamme cinto; Materia, inalzati; Satana ha vinto. Salute, o Satana, O ribellione, O forza vindice De la ragione! VERTALING: Hij wierp de kap weg, Martinus Luther. Schud af uw boeien, Menschlijke rede! Straal dan en schitter, Lichtend van vlammen. Stoffe, verhef u, Satan viert zege. Heil u, o Satan, Geest van den opstand, Wrekende sterkte Van onze rede! Sacri a te salgano GV incensi e i votil Hai vinto il Geova De i sacerdoti! Te uwer eer rijzen Wierook, gebeden. Gij hebt den Jahveh Der priesters verslagen! Geciteerd bi) Hildebrand Gerber, Die' Freimaurerei, 2e Aufl. p. 43. Gerber citeert in Duitsche vertaling; samensteller dezes gaf er echter de voorkeur aan, den oorspronkelijken tekst te geven naar het Italiaansche afschrift, dat hij van Carducci's Inno a Satana (want hieruit zijn de strofen ontleend) bezit. Deze hymne bestaat uit 50 coupletten, en de vier door Gerber vertaalde komen overeen met de coupletten 41, 42, 49 en 50 van voornoemd afschrift. Bisschop Fava vermeldt,') dat in 1882 in het Theater te Turijn gezongen werd : Voici qu' il passé, 5 peuples, voici Satan le grand. II passé bienfaisant, de lieu en lieu, sur son char de feu.... Salut, o Satan, salut, révolté! Que montrent sacrés vers toi notre encens et nos voeux! Tu as vaincu le Jéhovah des prêtres !... Deze tekst komt overeen met de strofen 47 (deels), 48, 49 (deels) en 50 van het in ons bezit zijnde afschrift van Carducci's Satanshymne. Daar genoemd gedicht een literarisch monument voor de Italiaansche Vrijmetselarij is, en er herhaaldelijk uit geciteerd en op gezinspeeld wordt, geven we 't hier in zijn geheel, S tïtre documentaire, weder. Het werd door Br.*. Carducci op 27jarigen leeftijd geschreven en behoort, technisch, tot de knapste verzen der jongere Italiaansche letterkunde. INNO A SATANA. LOFZANG OP SATAN. 1. 1. A te, de 1'essere Principio immenso, Materia e spirito, Ragione e senso; Tot u, des Wezens Maatloos beginsel, Geest en materie saam. Zinnen en rede; 2. 2. Mentre ne' calici II vin scintilla, Si come 1' anima Ne la pupilla; Als in de bekers de Vuur'ge wijn tintelt. Zooals de ziel straalt Uit 's menschen oogslag. ') Le secret de la F.M., p. 116.. Mentre sorridono La terra e il sole E si ricambiano D'amor parole, 4. E corre un fremito D'imene arcano, Da' monti e palpita Feconde il piano; 5. A te disfrenasi II verso ardito; Te invoco, o Satana, Re del convito. 6. Via 1' aspersorio, Prete, e il tuo metro ! No, prete, Satana Non t'orno in dietro! 7. Vedi: la ruggine Rode a Michele II brando mistico, Ed il fedele 8. Spennato arcangelo Cade nel vano. Ghiacciato è il fulmine A Geova in mano. 9. Meteote pallide, Pianeti spenti, Piovono gli angeli Da i firmamenti. Wanneer de zonne en De aarde lieflachen, Woorden van minne met Elkander wisslen, 4. En er een siddring van Heimlijke paring Vaart langs de bergen; Vlakten bevruchtend; 5. O, tot u steigren Stout dan mijn verzen! U eer ik, Satan, Koning van 't feestmaal. 6. Weg met uw wijwater En uw gezangen. Priester! Neen, Satan, Deinst niet terugge! 7. Zie, hoe de roest reeds 't Mystische slagzwaard Wegvreet van Michaël, En de getrouwe 8. Aartsengel vleugellam Tuimelt in 't ijle. Bliksems verstarren In Jahveh's vingren. 9. Als meteoren, Doffe gesternten, Regenen de engelen Neer uit de heemlen. 10. 10. Ne la materia Che mai non dorme, Re de i fenomeni Re de le fortne, 11. Sol vive Satana. Ei tien 1' impero Nel lampo tremulo D'un occhio nero, 12. O ver che languido Sfugga e resista, Od acre ed urnido Provochi, insista. 13. Brilla de' grappoli Nel lieto sangue, Per cui la rapida Gioia non langue, 14. Che la fuggevole Vita ristora, Che il dolor proroga, Chê amor ne incora. 15. Tu spiri, o Satana, Nel verso mio, Se dal sen rompemi Sfldando il dio 16. De' rei pontefici, De' rei cruenti; E come fulmine Scuoti le menti. In de materie. Die nimmer sluimert, Leeft, overheerschende Vormen en krachten, 11. Enkel nog Satan. In 't glanzend licht van Zijn zwarten oogslag Straalt zijne hoogheid, 12. 't Zij dat hij lusteloos Weerstaat en weggaat, 't Zij dat hij vinnig Uitdaagt en aandringt. 13. Hij glanst in 't druivenbloed Der wingerdtrossen. Waardoor de vreugde Nimmer zal kwijnen, 14. Die 't vluchtig leven Blijde herstellen, Smarten verdrijven, Liefde verwekken. 15.. Gij ademt, Satan, In mijne verzen, Wen ze me ontwellen, Tartend den God van 16. Schuldige Pausen, Bloedige vorsten; En als een bliksemschicht Schokt gij de harten. 45. 45. Sorvola i baratri; Poi si nasconde Per antri incognitii Per vie profonde; 46. Ed esce; e indomito Di lido in lido Come di turbine Manda il suo grido, 47. Come di turbine L'alito spande: Ei passa, o popoli, Satana il Grande, 48. Passa benefico Di loco in loco Su 1'infrenabile Carro del foco. 49. Salute, o Satana, O ribellione, O forza vindice De la ragione ! 50. Sacri a te salgano Gl' incensi e i votil Hai vinto il Geova De i sacerdoti! Heenvliegend over Afgronden, schuilt hij In stille grotten, Diepe ravijnen; 46. Dan weer, ontembaar, Komt hij te voorschijn. Oever tot oever trilt Van zijnen strijdkreet. 47. En als een stormwind Blaast hij zijn adem : Volkren, daar gaat hij, Satan de Groote. 48. Weldoende trekt hij Heinde en verre Op zijn onstuitbaren Vlammenden wagen. 49. Heil u, o Satan, Geest van den opstand. Wrekende sterkte Van onze rede! 50. Te uwer eer rijzen Wierook, gebeden. Gij hebt den Javeh der Priesters verslagen! Niet alleen in Italië doen zich uitingen van Satanisme voor; ook in andere Romaansche landen zijn ze waar te nemen. Volgens de Diario Calalan (Barcelona) ') heeft daar een Br.'. Bartrina een ') Geciteerd in de Rivista Antimassonica van 15 Oct. 1897, p. 473. Spaansche hymne op Satan gedicht „op last der Vrijmetselarij". In hoeverre deze laatste bewering juist is, kunnen we' niet controleeren; het feit, dat zulk een gedicht bestaat, valt wel niet te ontkennen. Onder mijne aanteekeningen bevindt zich sinds 1894 een afschrift van een Spaansch vers; het is zonder eenigen twijfel dat, waarop de Diario Catalan doelde. Het volgt hier in authentieken tekst en vertaling, zonder volg-no. als citaat, omdat ik de herkomst niet kan opgeven: REH ABILIT ACION. EERHERSTEL. Solo estaba Satan en el enfierno In de hel was Satan alleen Siglos hacia, cuando entro Caïn; Sinds eeuwen, toen Kaïn binnentrad. Ambos a Dios juraron odio eterno Beiden zwoeren eeuwigen haat aan God Y dar juraron a sü imperio fin. En zwoeren een einde te maken aan zijn Rijk. ~ S°yla revolucion, por Dios maldita, — Ik ben de opstand, die door God Desterrada por Dios, dijo Satan. vervloekt, Soy el trabajo, que a ese Dios irrita, Door God verjaagd is, zeide Satan. Dijo el terrible vastago de Adan. — Ik ben de arbeid, die God tegen zich heeft verbitterd, Zeide de vreeselijke Adamstelg. Miraronse : en la luz de la mirada Zij zagen elkander aan : in het licht Brillo rayo de colera en los dos. van dien oogslag Y la raza de Abel tremblo asustada, Scheen bij beiden een straal van toorn, Y hasta en su trono estremeciose Dios. En het geslacht van Abel sidderde angstig, En God beefde tot op zijn troon. La maldicion divina con su peso De zwaarte van Gods vloek No los hundio. — j Raza de Abel, atras! Deerde hen niet. — Achteruit, ras van i Plaza al triunfante carro del progreso, Abel! Quo arrastra Caïn y empuja Satanas! Maak plaats voor den zegewagen van H.\ JOAQUIN-MARIA- _ __ den vooruitgang, BARTRINA. en Kaïn trekt en Satan duwt! Br.-. JOACHIM MARIE BARTRINA. Luidens eene correspondentie van 31 Augustus 1897 uit Argentinië in voornoemd Spaansch blad werd den voorafgaanden Zondag, bij gelegenheid eener betooging ter eere van Garibaldi, te Buenos-Aires, langs den openbaren weg de beeltenis van Lucifer rondgedragen: „Op meer dan een dozijn banieren was de beeltenis van Satan geschilderd"'). ') Geciteerd in de Rtvista Antimassonica van 15 Oct. 1897, p. 473. 21 Met nog een derde staaltje van Satanistische letterkunde mogen deze aanhalingen besloten worden. Het zijn Franscbe verzen, en de schrijver ervan, Stanislas de Guaita, behoorde evenals Carducci en Bartrina tot de hoogere graden der Vrijmetselarij. Ze komen voor in zijn bundel La Muse Noire; we voorzien ze van een metrische vertaling: I. S'il est vrai, Dieu puissant, ö toi que j'adorai Qu' en paradis, oü dort ta muette indolence, Tu te laisses bercer au soupir qui s'élance De mon corps maladif et de mon coeur navré; O vieux sphinx impassible, 6 vieux juge abhorré, Qui, peseur scrupuleux a la fausse balance, Peux me sauver d'un mot — et gardes le silence, Moi, putrescible atome, oui, je t'insulterai! Avant que de rouler a 1'éternité d' ombre Oü doit rötir ma chair dans le grand brasier sombre. Les poings crispés au ciel, je hurlerai trois fois: „Monstre, sois anathème!" — Et ma rancoeur sublime Montera, mariée aux foqdres de ma voix, Comme un encens de haine exhalé de mon crime! II. Quant a toi. Lucifer, astre tombé des cieux, Splendeur intelligente aux ténèbres jetée, Ange qui portes haut ta colère indomptée Et gonfles tous les seins de cris séditieux; Par toi seul, j'ai connu le mépris oublieux Du Seigneur et de sa puissance détestée ; J'ai ressenti, — sceptique et railleur, presque athée, — Les plaisirs inouïs de 1'amour radieux! Tu m'ouvris 1'océan des voluptés profondes, Dont nul n'a su tarir les délirantes ondes; Tu m'appris a goüter le charme de 1'Enfer. On y souffre, il est vrai, on y jouit quand-même. Puisqu' on y peut baver sa bile. — O Lucifer, Mon bourreau de demain, je t'honore, — je t'aime! Mars 1883. I. Zoo 't waar is, machtig God, dien ik eertijds aanbad, Dat ge in uw paradijs, waar vadzig gij blijft zwijgen, U laat bewegen door de zuchten, die mij stijgen Uit 't kranke lichaam en het hopelooze hart; Dat, onbewogen sphinx, aloud gehaat gericht. Nauwkeurig wegend met uw steeds vervalschte schalen, Gij mij wel redden kunt maar liever voort blijft zwijgen, Dan hoon ik u, ja, ik, bederfelijk atoom ! En vóór ik tuimlen ga in 't eindelooze duister. Waar in het zwart fornuis mijn vleesch zal moeten roostren, Sla 'k met gebalde vuist driemaal den kreet omhoog : „Monster, anathema ! En mijn verheven wrokking Zal, samen met mijn kreet, opstijgen als een wolk Van wierookhaat, gedampt uit mijn misdadigheid. II. Gij, Lucifer, o ster, die van de heemlen viel, O schitterend verstand, verworpen in het duister, Hoog draagt gij, engel, uwe matelooze gramschap En vult eenieders hart met kreten van verzet. Van u heb ik geleerd de diep-verfoeide macht Des Heeren en hemzelf minachtend te vergeten; Vol twijfel en vol spot. Godloochenend bijna. Leerde ik der liefde róes en ongehoord geneugt! Gij hebt mij d'oceaan der wellusten geopend. Wier zwijmel vollen vloed nooit een heeft kunnen drogen, Gij gaaft mij smaak in de bekoring van de Hel. Men lijdt er, weliswaar; tóch is er ook genieten: Men braakt zijn wrok eruit. Gij, die mijn beul straks wordt, O Lucifer, ziehier: U eer ik, U bemin ik! Maart 1883. Andere bekende „occultisten" (beoefenaars van verborgenheden) zijn Ragon en de ex-abbé Constant, de laatste meer bekend onder zijn Hebreeuwschkabbalistischen schuilnaam „Eliphas Lévy". Ragon, tevens een der voornaamste mag.. auteurs — hij wordt herhaaldelijk in onze nummer-reeks aan- gehaald — bekleedde volgens Bolland den 33sten, Constant den 30sten graad in de (Schotsche) Vrijmetselarij '). De Leidsche hoogleeraar ging zelfs zoover, te verstaan te geven dat Vrijmetselarij en Occultisme wezenlijk — alzoo niet toevallig, gelijk ons voorshands enkel bewezen schijnt — verband houden. „Als vrijmetselaars", schrijft hij2), „zijn in vrijmetselaarskringen eigenlijk alleen mannen als Ragon en Eliphas Lévi groot geweest, en die zijn groot geweest als occultisten". Onaannemelijk schijnt dezen profanen bestudeerder van het Ma?onnisme als wijsgeerig verschijnsel de samenhang tusschen beide geestesrichtingen niet toe. „Denkbaar blijft het", schrijft hij3), dat... in de .zwarte' of hoogste vrijmetselarij, de kabbalistische, die, waarin men ... ridder Kadoosj wordt,... niets meer of minder wordt bereikt dan... de leer, waarin het goddelijke niet vrij van het duivelsche en het duivelsere niet verstoken van het goddelijke wordt geacht". Uit de eenstemmige verslagen der bladen van dien tijd staat vast, dat bij de Bres-feesten in September 1884 te Genua en bij de Giordano-Brunofeesten in Mei 1889 te Rome vaandels werden rondgedragen, waarop de beeltenis van den Satan voorkwam. Op laatstbedoeld feit zinspeelde Leo XIII in zijne Allocutie van 30 Juni 1889, toen hij zeide : „Quodque maxime horribile est, nee defuere signa cum simulaccis nequissimi, qui subesse in ccelis Altissimo recusavit": „En wat het afschuwelijkst is: er ontbraken zelfs geen banieren met af beeldingen van den Booze, die in den hemel weigerde zich aan den Allerhoogste te onderwerpen". " In elk geval staat vast, dat het officiëel orgaan der Italiaansche Vrijmetselarij, tegenover deze afkeuring van het gebeurde door den Roomschen Paus, de verheerlijking ervan op zich nam: No. 324. RIVISTA DELLA MASSONERIA ITALIANA, dl. XI, p. 265: TEXT: L'edificio sociale che crolla ha bisogna di una pietra angolare. E lui che la posera, e questa pietra angolare sara sulla terra e non nei cieli. Salutate il genio rinnovatore, o voi tutti che soffrite, levate dito le fronti, ') De VrijjneAselarij voorfucn en thans, p. 123. *) Idem, p. 1353) Idem, p. 102-103. VERTALING: Het ineenstortend maatschappelijk gebouw heeft een hoeksteen noodig. En hij zal dien leggen, en deze hoeksteen zal op aarde en niet in de hemelen zijn. Begroet den genius der vernieuwing. Fratelli diletti, perchè è Lui che ar- gij allen, die lijdt, heft hoog de hoofden, riva, Satana il Grande. geliefde Broeders, want Hij nadert: Satan de Groote. Geciteerd in de Rivista Antimassonica, April 1898, p. 169. En zinspelend op de Satans-hymne van Br.'. Carducci (zie de 49ste strofe) schreef het Italiaansche Loge-orgaan: No. 325. RIVISTA DELLA MASSONERIA ITALIANA, 1891, p. 243. TEXT: VERTALING: 11 periodo delle lagrime è venuto pel Het tijdperk der tranen is aangeVaticano. Le porte delV inferno hanno broken voor het Vaticaan: de poorten prevalso. Satana ha vinto; ha vinto der helle hebben overwonnen. Satan Egli, la Ribellione, la forza vindice heeft gezegevierd, Hij, de opstand, della ragione; ed ha vinto per omnia de wrekende kracht der rede; en hij saecula saeculorum. heeft overwonnen per omnia saecula saeculorum. Geciteerd in de Rivista Antimassonica. Marzo 1897, p. 129. Zelfs een grootmeester der Italiaansche Vrijmetselarij aarzelde niet een heildronk aan den Satan te wijden: No. 326. DISCORSI DEL GRAN MAESTRO ADRIANO LEMMI, Roma, G. Civelli 1893, p. 115: TEXT: lo bevo... al genio che inspirö al nostro Carducci un inno immortale, al genio della rivoluzione italiana. VERTALING: Ik drink... op den genius, die onzen Car» ducci een onsterfelijken lofzang ingaf, op den genius der Italiaansche revolutie. Deze aanhaling uit den bundel „Redevoeringen van den Grootmeester Adriano Lemmi" is genomen uit de toespraak, welke hij den 18 December 1892 aan een magonniek feestmaal te Napels hield. Nu wachte men zich, de draagwijdte dezer uitlatingen te overdrijven. De grootmeester en het officiëele Loge-orgaan zijn buiten kijf gezaghebbende stemmen in de Italiaansche Vrijmetselarij maar missen elke bevoegdheid om zich als herauten van eenige andere mac.'. grootmacht op te werpen. Bewezen kan dus enkel worden geacht, dat de officiëele Vrijmetselarij van Italië zich met het Satanisme heeft vereenzelvigd. Daarnaast valt zeker niet te ontkennen, dat de internationale Vrijmetselarij, die zich, zoo niet formeel dan toch moreel eene eenheid belijdt (zie hoofdstuk: De eenheid der Vrijm.'.) zedelijk de mede-verantwoordelijkheid draagt voor deze richting in de Italiaansche Vrijmetselarij, welke zij deswege nooit, gelijk de Fransche wegens haar atheïsme, van zich heeft afgestooten (zie citaten no. 144 en 149). * * * Intusschen is 't wel opmerkelijk, dat het juist de Italiaansche Vrijmetselarij is, die — met de meeste kansen op welslagen — aanspraak maakt, dat binnen haar gebied het toekomstige, godsdienstig en staatkundig, wereld-gouvernement der Vrijmetselarij zal worden gevestigd: No. 327. RIVfSTA DELLA MASSONERIA ITALIANA, 1897, TEXT: VERTALING : La Massoneria conta dei mïlionidi fra- De Vrijmetselarij telt millioenen Broetelli sparsi per tutto il globo; ma nes- ders, verspreid over.gansch den aardbol, suna Comunione Massonica ha i maar geen enkele ma?onnieke gemeendoveri che abbiamo noi. Da noi, da schap heeft de plichten, die wij hebben. Roma, ove abbiamo di fronte il Vati- Van ons, van Rome, waar wij het cano, deve partire la parola di fede Vaticaan tegenover ons hebben, moet del nuovo apostolato civile. het woord uitgaan des geloofs van .. . II XX settembre, data memoran- het nieuwe burgerlijk apostolaat. da, con la caduta del potere tempo- ... De 20 September, heuglijker gerale, con la unione di Roma alV Italia, dachtenis, toen de tijdelijke macht segna una vittoria mondiale del libero tenonder ging, en Rome bij Italië gepensiero, un punto di partenza per voegd werd, beteekent een wereldquella nuova epoca di civilta che zegepraal van de vrije gedachte, een Roma, simbola eterno di progresso, uitgangspunt voor het nieuwe tijdperk deve annunziare alle genti. Perciö la van beschaving, dat Rome, het eeuwig nostra grande responsabilila dinanzi zinnebeeld van den vooruitgang, den al mondo profano. volkeren moet verkondigen. Vandaar onze groote verantwoordelijkheid jegens de profane wereld. Geciteerd in de Rivista antimassonica 15 Luglio 1897, p. 349. De woorden werden' gesproken door den grootmeester Br.'. Ernesto Nathan in de Loge Fratcllama Universale te Pisa. En de Angelsaksische Vrijmetselarij, wier macht en ledental haar invloea verre boven de Romaansche Vrijmetselarij plaatst, schijnt déze aanspraken van de Italiaansche Grootloge te erkennen. Dezer officiëel blad drukte het volgend schrijven af, door een Engelsch Br.', ingenieur uit New-York aan een Italiaanschen mede-Br.'. geschreven: No. 328. RIVISTA DELLA MASSONERIA ITALIANA, p. 127. TEXT: VERTALING: Voi siete a combattere nel posto Gijlieden strijdt op den eerepost, te d onore, a Roma, dove ha la sua sede Rome, waar sinds eeuwen de groote secolare il gran nemico del progres- vijand zetelt van den vooruitgang, so, l autore del Sillabo, il sedicente de schrijver van den Syllabus, de man infallibile. Voi, Massoni italiaüi, siete die zich onfeilbaar noemt. Gij, Italiaanall avanguardia, siete anzi le senti- sche vrijmetselaren, betrekt de voornelle morte della civilla. La Masso- posten, ge zijt de terdoodgewijde neria universale vi invidia e vi am- schildwachten der beschaving. • De mira, augurandovi di perseverare Vrijmetselarij der geheele wereld bert e//a via impresa. Siate uniti; e il nijdt en bewondert u, roept u toe in trionfo finale vi sorridera. Se conti- de ondernomen taak te volharden. nuerete ad ayere l abnegazione di f&r Weest éendrachtig, en de eind-triomf tacSre qualsiasi dissenso, di dissipare za\ uw loon zijn. Als ge de zelfverqualsiasi equivoco, di stringervi sera- loochening blijft betoonen elk geschil pre piu in [alange macedone, Vora het zwijgen op te leggen, elk misfatale della caduta delV oscurantismo verstand weg te ruimen, u altijd meer morale suonera presto, come suonö in heldenscharen saam te dringen, dan quella del potere temporale teocra- zal het uur spoedig slaan van den val tlc0' der zedelijke duisternis, zooals dat van de theocratische tijdelijke macht reeds sloeg. Geciteerd in Gmseppe Mazzini, Gruber, p. 219. Vast staat voor de Italiaansche Vrijmetselarij, dat de mag.', wereldhervorming niet slechts een staatkundig maar ook een godsdienstig karakter moet dragen: No. 329. OPERE DI GIUSEPPE MAZZINI, vol. XIII, p. 178. TEXT: VERTALING: Noi non possiamo avere Roma, senza Wij kunnen Rome niet bezitten zonder miziare un epoca rehgiosa, senza een godsdiensttijdperk in te qaan en e7ssatlPare Uma dalV mcubo del daarbij het menschdom vrij te maken Passao- van de nachtmerrie van 't velleden Geciteerd in Giustppe Mateini, Gruber, p. 61. Eene uiteenzetting van het „waarom" dezer verklaring gaf reeds omtrent de helft der XIXde eeuw de ziener en profeet der moderne Vrijmetselarij: No. STRENNA 1890—91 DELLA R1 ITALIANA, 1890, p. 37: TEXT: 8 Maggio 1854 Pro Ecclesia Sancta Dei et Republica Romanorum. Questo motto scrisse Giuseppe Mazzini nelV album di persona intima. Chiestogli da un amico che cosa con quel motto intendesse precisamente di significare, rispose con la seguente lettera: ,,Fratello, voi mi chiedete commento al motto cKio scelsi per Valbum. Guardate un po' attentamente attraverso quanto ho scritto e tentato nella mia povera vita, e Vavrete. Roma e il mondo: la trasformazione religiosa che il mondo aspetta ed avra; e Roma, la cittd sacra, la oitta della sintesi unificatrice, la citta chiamata fatalmente, dal $imbolo della vecchia {ede che tiene fra le sue mura, a guardar di front e il problema religioso, iniziatrice futura di questa trasformazione: la Chiesa santa di Dio, non del Papa o di Cristo, o d'altro interprete costituito ed irrevocabile della legge divina, cioè Vassociazione di tutti i credenti in Dio, nella sua legge d'educazione progressiva, nella rivoluzione continua per tempo e spazio di questa legge attraverso Vumanita guidata liberamente dal genio e dalla virtü, nell' immortalita della vita, nella santita della terra, come grado nelV immensa scala dei mondi, nelV armo- VISTA DELLA MASSONERIA VERTALING : 8 Mei 1854. Voor de H. Kerk Gods en het Rijk der Romeinen. Dit motto schreef Giuseppe Mazzini in het album van een goede(n) kennis. Toen hera door een vriend werd gevraagd, wat hij met dat motto eigenlijk bedoelde te zeggen, antwoordde hij met het volgend schrijven: „Broeder, gij vraagt mij toelichting op het motto, dat ik voor het album koos. Beschouw eens ietwat aandachtig hetgeen ik in mijn arm leven heb geschreven en gepoogd, en gij zult het vatten. Rome en de wereld: de godsdienstige vervorming, die de wereld verwacht en krijgen zal; en Rome, de heilige stad, de stede der eenheidsidee, de stad die, door het symbool van het oude geloof, dat zij bevat binnen hare muren, noodlottigerwijze geroepen is om het godsdienstig vraagstuk in het gelaat te zien, de toekomstige inwijdster dier vervorming: de H. Kerk van God, niet van den Paus, of van Christus, of van een ander gevestigd en onafzetbaar vertolker der goddelijke wet, zij is de vereeniging van allen, die gelooven in God, in Zijne wet van geleidelijke opvoeding, in de door tijd en ruimte voortdurende omwenteling dier wet door de vrijelijk door genie en deugd geleide menschheid, in de heilig- Het program der Italiaansche Vrijmetselarij vindt niet alleen steun bij de Angelsaksische Vrijmetselarij, gelijk in cit. no. 327 werd aangetoond, maar wekt ook echo's bij de Germaansche Vrijmetselarij, zelfs bij de — betrekkelijk — onaanzienlijke Nederlandsche. Zoo kan men, hetgeen de internationale Vrijmetselarij beoogt, in een kort begrip saamgevat vinden in een Nederlandsche maq.\ uitgave: No. 333. * MAgONNIEKE SCHEURKALENDER 1898, uitgegeven door de loge „Hiram Abiff", blaadje van 18 Juli; TEXT: TRADUCTION: Wanneer het lijk van het Pausdom definitief begraven zal zijn, dan zullen de Vrijmetselaren de klove tusschen de eeuwige slad en het Vaticaan weer aanvullen. Het Vaticaan zal dan als de éérste Groot-Loge, de Dom van St. Pieter als de éérste Tempel van den Bond der Menschheid met nieuwe heerlijkheid verrijzen ... Br.-. M. G. GONRAD. Quand le cadavie de la Papauté sera enterré définitivement, les Francs-Maijons rempliront le gouffre entre la Ville Eternelle et le Vatican. Alors, leVatican ressuscitera revêtu d'une nouvelle splendeur comme la première GrandeLoge, la basilique de S. Pierre comme le premier temple de 1' Alliance de 1' Humanité. F.\ M.-G. GONRAD.