1132 f
GENOOTSCHAP „NEDERLAND-FRANKRIJK"
WETENSCHAPPELIJKE SECTIE
COMMISSIE TOT HET SAMENSTELLEN VAN
CATALOGI VAN FRANSCHE WERKEN OP HET GEBIED VAN Wis-, Natuur-, Sterre- en Scheikunde, Geneeskunde, Biologie, Werktuigkunde, Civiele Wetenschappen, Electrotechniek, Mijnbouw, Scheepsbouw, Veeartsenijkunde, _ Landbouw- en Militaire Wetenschappen. *—
CATALOGUS
VAN
FRANSCHE WERKEN
OP HET GEBIED DER
LANDBOUWWETENSCHAPPEN
VERZAMELD DOOR
§||| DR. F. C. WIEDER
Bibliothecaris der Landbouw-Hoogeschool EN
PROF. DR. S. C. J. OLIVIER
UITGAVE VAN HET GENOOTSCHAP
ADRES VOOR DE SAMENSTELLING EN VERSPREIDING DER CATALOGI:
Dr. J. VAN DER HOEVEN LEONHARD. AMSTERDAM
1924












GENOOTSCHAP „NEDERLAND-FRANKRIJK"
WETENSCHAPPELIJKE SECTIE
COMMISSIE TOT HET SAMENSTELLEN VAN
CATALOGI VAN FRANSCHE WERKEN OP HET GEBIED VAN
Wis-, Natuur-, Steire- en Scheikunde, Geneeskunde, Biologie, Werktuigkunde, Civiele Wetenschappen, Electrotechniek, Mijnbouw, Scheepsbouw, Veeartsenijkunde, — Landbouw- en Militaire Wetenschappen- —
Hl ^/v 1 aluuuo
VAN
= FRANSCHE WERKEN =
OP HET GEBIED DER
LANDBOUWWETENSCHAPPEN
VERZAMELD DOOR
- DR. F. c. WIEDER
Bibliothecaris der Landbouw-Hoogeschool EN
Prof. Dr. s. c. J. OLIV1ER
UITGAVE VAN HET GENOOTSCHAP ADRES VOOR OE SAMENSTELLING EN VERSPREIDING DER CATALOGI: Dr. J. VAN DER HOEVEN LEONHARD. AMSTERDAM
1924






Bij de bewerking van dezen Catalogus mochten wij belangrijke inlichtingen ontvangen van den Bibliothecaris van het „Institut National Agronomique" te Parijs, in het bijzonder betreffende de beteekenis van elk der in Frankrijk verschijnende algemeene landbouwtijdschriften. Onder verwijzing naar onze alphabetische lijst voor de technische bijzonderheden van uitgever, prijs en wijze van verschijnen, meenen wij niet beter te kunnen doen dan de daarop betrekking hebbende inlichtingen hier af te drukken:
„PRINCIPAUX PÉRIODIQUES FRANCAIS
relatifs a 1'Agriculture.
Pour suivre le mouvement agricole, en France, il convient d'abord de lire les „Comptes rendus des Séances de 1'Académie d'Agriculture „de France". Tous les travaux intéressant 1'Agriculture y sont signalés et discutés. On trouvera ensuite, dans le „Bulletin Mensuel des Renseignements Agricoles" des renseignements d'ordre a la fois technique & administratif.
AGRICULTURE GENERALE. 1°). Périodiques plus spécialement Scientifiques:
„Annales de la Science Agronomique Francaise & Etrangère".
„Annales de 1'Institut National Agronomique".
„Annales de 1'Ecole Nationale d'Agriculture de Grignon".
„Annales de 1'Ecole Nationale d'Agriculture de Montpellier".
„Annales de 1'Ecole Nationale d'Agriculture de Rennes". Ces quatre derniers périodiques peuvent être facilement échangés contre des périodiques étrangers du même ordre. Pour les abonnements ordinaires, s'entendre avec les éditeurs.
„Les Publications des Instituts Agricoles annexés aux Facultés des Sciences de Nancy (Professeur Gain) et de Toulouse".
2°.) Joumaux Agricoles: Les plus connus sont: „Journal d'Agriculture Pratique". „La Vie Agricole & Rurale".
„Le Progrès Agricole & Viticole" (traitant spécialement des cultures du Midi de la France). II existe, en outre, un grand nombre de périodiques régionaux dont le plus connu, „Le Progrès Agricole du Nord" publié a Lille. Les joumaux les plus lus par la grande masse des Agriculteurs sont: „Le Petit Journal Agricole". ,jL'Agriculture Nouvelle". Ces joumaux, destinés & instruire les Agriculteurs ne contiennent pas de recherches ou travaux originaux de laboratoire".
Van de verdere inlichtingen hebben wij in de verschillende rubrieken van onzen Catalogus een dankbaar gebruik gemaakt.



IV
Een enkel woord over de prijzen. Met een wijziging van het bekende spreekwoord, kan men hier zeggen: „II faut juger les prix d'après lenrs dates". In het algemeen kan men als regel aannemen, dat de prijzen van voor den oorlog thans verdubbeld moeten worden; voor de werken uitgegeven door de firma's Baillière, Challamel en de „Librairie agricole de la Maison Rustique" zijn zij in onzen Catalogus vermeld volgens de jongste opgaven van den uitgever.
De meeste der in dezen Catalogus genoemde boeken en tijdschriften zijn aanwezig in de Bibliotheek der Landbouwhoogeschool te WageTjiTigan, vanwaar zij uitgeleend kunnen worden, ook buiten Wageningen.
Voor de grondleggende wetenschappen, als wiskunde, natuurkunde, chemie etc, welke — behoudens eenige reeds direct op de landbouwwetenschappen gerichte werken — niet in dezen catalogus zijn opgenomen, raadplege men dien van Prof. Barrau.



INHOUD.
Bladz.
Tijdschriften 1
Encyclopedieën. Woordenboeken. Algemeene Handboeken . 8
Algemeene Onderwerpen 14
Landbouwaardrijkskunde 14
Frankrijk, 14. — Fransche Koloniën, 15. — Overige landen, 16.
Landbouw-Onderwijs en -Instituten 17
Weerkunde 17
Scheikunde 18
Microbiologie 19
De Bodem. Agrogeologie 20
Irrigatie. Drainage 21
Bemesting 21
Landbouwplantkunde 22
Algemeene Plantenteelt 28
Bizondere Plantenteelt 25
Aardappel, 25. — Aardnoot, 25. — Banaan, 25. — Beetwortel, 25.— Cacao, 25. — Calotropis, 26. — Cassave, 26. — Castorolieplant, 26. — Citroen, 26. — Graan, 26. — Haver, 26. — Bang-ilang, 27. — Kamfer, 27. — Katoen, 27. — Koffie, 27. — Kola, 27. — Lavendel, 27. — Maté, 27. — Palmen, 28. — Parfums, 28. — Ramehplant, 28. — Rubber, Caoutchouc, Guttapercha, 28. — Sisal, 29. — Soja, 29. — Suikerriet, 29. — Tabak, 29. — Thee, 30. — Truffels, 30. — Vanille, 30. — Wijn, 30. — Artsenijgewassen, 30.
Tuinbouw 81
Algemeene Werken, 31. — Tuinaanleg, 32. — Vruchtenteelt, 33. — Groententeelt, 34. — Bloementeelt, 34. — Boomteelt, 35.
Boschbouw 36
Plantenziekten. Insecten. Schadelijke invloeden .... 38
Veeteelt. Landbouwdierkunde 41
Algemeene Werken, 41. — Veevoeding. Weiden, 41. — Hygiëne en Ziekten van het Vee, 42. — Paarden, 43. — Ezels,
44. — Runderen, 44. — Schapen en Geiten, 44. — Varkens,
45. — Pluimvee en Konijnen. Wild. Gevogelte, 45. — Visch,
45. — Kreeft. Oesters. Slakken. Kikvorschen, 46. — Bijen,
46. — Zijdeteelt, 47. — Honden, 47.



VI
Bladz.
Zuivelbereiding 48
Technologie. Bewerking van Landbouwproducten 60
Levensmiddelen in het algemeen, 50. — Koeltechniek, 51. — Graanbewerking, 51. — Vruchtenbewerking, 52. — Suiker, 52, — Wijnbereiding. Spiritualiën, enz., 53. — Vleesch, 53. — Oliën, 53. — Textielwaren, enz., 54. Landbouwwerktuigen. Machines 54
KüLTUURTECHNIEK 56
Economische en Juridische onderwerpen 58
Wetgeving, 58. — Landbouweconomie, 58. — Landbouworganisatie. Coöperatie. Handel, 59. — Landbouwbedrijfsleer, 60.



Tijdschriften.
Agkiculture (L') nouvelle. Paris, 18 rue d'Enghien.
Per jaar frcs. 7.50. Tweemaal in de maand, opgericht in 1890. Agriculttjre (L') pratique des pays chauds. Revue d'agronomie tropicale. Paris, Challamel, 1901—1914. De serie frcs. 890.—.
Agronomie (L') coloniale. Organe de 1'Ecole nationale supérieure d'Agriculture coloniale. Paris, Larose. Per jaar frcs, 15.—,
Maandblad, opgericht in 1918. Annales de 1'Ecole nationale d'Agriculture de Grignon. Paris, Libr. agric. de la Maison Rustique. Verschillende prijzen.
Verschijnt per deel, opgericht in 1910, Annales de 1'Ecole nationale d'Agriculture de Montpellier. Montpellier, Coulet. Per jaar frcs. 10.—,
Driemaandelijksch, opgericht in 1885. Annales de 1'Ecole nationale d'Agriculture de Rennes. Annales de la science agronomique francaise et étrangère. Organe des Stations agronomiques et des Laboratoires agricoles. Publiées sous les auspices du Ministère de 1'Agriculture. Paris, Berger-Levrault.
Per jaar frcs. 86.—.
Tweemaal in de maand, opgericht in 1884. Annales de 1'Institut national agronomique, publiés par le Ministère de 1'Agriculture. Paris, Libr. agric. de la Maison Rustique.
Geen vaste prijzen. Verschijnt ongeregeld, opgericht in 1876, deel 17 in 1923. Annales de la brasserie et de la distillerie, publiées par Hernbach de 1'lnstitut Pasteur. Paris, Dutot. Per jaar frcs. 28.—.
Tweemaal in de maand, opgericht in 1898. Annales du Musée Colonial de Marseille, dirigées par H. Jumelle. Paris, Challamel. Geen vaste prijs.
Verschjjnt ongeregeld, opgericht in 1898. Annales du Service des Epiphyties, publiées par la Direction des Services scientifiques du Ministère de 1'Agriculture. Exposé annuel des travaux exécutés sous la direction de P. Marchal. Paris, Lhomme. Tome 8 verscheen in 1922. Annales de Gembloux. Organe mensuel de 1'Association des ingénieurs sortis de PInstitut agricole de 1'Etat. Bruxelles, Weissenbruch. Opgericht in 1891.



2
Tijdschriften
Annales de Flnstitut Pasteur. Paris, Masson. Per jaar frcs. 55.—.
Maandblad, opgericht in 1887. Annuaire de Pagriculture et des associations agricoles. Lyon, Silvestre. 4°. Per jaar frcs. 30.—.
Jaarlijksch, opgericht in 1902, van 1915—1919 niet verschenen. Annuaire du Ministère de 1'Agriculture.
Annuaire de la Station agronomique de 1'Etat a Gembloux. Bruxelles, Misch et Thron.
Opgericht in 1912.
Annuaire de la houille blanche f rancaise, publié par Aug. Pawlowski. Paris, 12 pl. de Laborde. Opgericht in 1917. Annuaire international de législation agricole. Rome, Institut international d'Agriculture. Per jaar frcs. 60.—. Opgericht in 1911.
Annuaire international de statistique agricole. Rome, Institut international d'Agriculture. Per jaar frcs. 30.—. Opgericht in 1910. Apiculteur (L'). Organe mensuel de la Fédération des Sociétés francaises d'Apiculture. Paris, 28 r. Serpente. Per jaar frcs. 10.—. Maandblad, opgericht in 1856. Bulletin de la Société nationale d'Acclimatation. Paris, 198 Boul. Saïnt-Germain. Per No. frcs. 3.—. Maandblad, opgericht in 1854. Bulletin agricole du Congo beige. Bruxelles, 4 r. de Berlaimont.
Per jaar frcs. 20.—.
Driemaandelijksch, opgericht in 1910. Bulletin de 1'Institut scientifique agricole de Saigon. Paris, Challamel. Per jaar frcs. 25.—. Maandblad, opgericht in 1919. Bulletin des renseignements agricoles et des maladies des plantes. Rome, Institut international d'Agriculture, 1910—1922.
Voortgezet als: Revue internationale des renseignements agricoles.
. Bulletin mensuel de 1'Office des renseignements agricoles du Ministère de 1'Agriculture. Paris, Berger-Levrault Per jaar frcs. 12.—. Maandblad, opgericht in 1902. Bulletin de la Société des Agriculteurs de France. Paris, 8 rue d'Athènes. Per jaar frcs. 20.—.
Maandblad, opgericht in 1868. Bulletin mensuel des séances de la Société nationale d'Agriculture de France. 1837—1914. 75 dln. en Index 1837—1894, verschenen in 1899. Voortgezet als: Comptes rendus des séances de 1'Académie d'Agriculture de France. Bulletin de la Société centrale d'Agriculture et de Pêche. Paris, 34 r. de Lille.



Tijdschriften
3
Bulletin bibliographique hebdomadaire. Rome, Institut international d'Agriculture, 1910—1915.
Bulletin de 1'Association des planteurs de caoutchouc Organe agricole, technique, commercial et financier. Anvers, 1909—1914. VoL 1—6.
Bulletin de 1'Office colonial. Paris, Gal. d'Orléans, Palais Royal.
Per jaar frcs. 12.—.
Hierin een overzicht van de werkzaamheden van de Service d'études des Productions Coloniales; chef de Service Heim. Bulletin économique de 1'Indo-Chine. Hanoi' (Tonkin), Impr. d'Extrême Oriënt. Per jaar frcs. 22.—.
Bulletin des institutions économiques et sociales. Rome, Institut internationale d'Agriculture, 1910—22.
Voortgezet als: Revue internationale des institutions économiques et sociales.
Bulletin de la Société centrale forestière de Belgique. Bruxelles, 7 r. de la Charité. Lidmaatschap per jaar frcs. 20.—■
Maandblad, opgericht in 1894. Bulletin mensuel des renseignements frigorifiqu.es, publié par FInstitut international du Froid. Paris, 9 av. Carnot. Per jaar voor aangesloten landen frcs. 36.—, voor andere frcs. 48.—.
Opgericht in 1920. Bulletin de 1'Institut Pasteur. Paris, Masson. Per jaar frcs. 56.—.
Tweemaal in de maand, opgericht in 1908. Bulletin de la Société mycologique de France. Paris, 84 r. de Greneüc Per jaar frcs. 34.—.
Driemaandelijksch, opgericht in 1885. Bulletin de FAssociation des Chimistes de sucrerie et de distillerie. Paris, 156 Bd. Magenta. Per jaar frcs. 45.—.
Maandblad, opgericht in 1918. Bulletin de la Société de Pathologie végétale de France. Paris, 63 r. de Buffon. Per jaar frcs. 16.—.
Verschijnt ongeregeld, opgericht in 1920. Bulletin suisse de pêche et de pisciculture. Organe francais de la Société suisse de Pêche et de Pisciculture. Neufchatel. Maandblad.
Bulletin de statistique agricole et commerciale. Rome, Institut international d'Agriculture. Per jaar frcs. 36.—.
Maandblad, opgericht in 1909. Caoutchouc (Le) et la gutta-percha. Organe mensuel du caoutchouc, de la gutta-percha et des industries qui s'y rattachent; (fils et cables, amiante, fibres vulcanisées, celluloid, etc). Red.: Pierre Breuil. Paris, 49 r. des Vinaigriers. Per jaar frcs. 40.'—.
Maandblad, opgericht in 1904. Cidrerie (La) francaise. Revue mensuelle, pratique et commerciale de la pomologie et des industries qui s'y rattachent. Paris, 3 r. Séguier.
Per jaar frcs. 12.—.
Opgericht in 1889.



4
Tijdschriften
Comptes rendus des séances de 1'Académie d'Agriculture. Paris,
Libr. agric. de la Maison Rustique. Per jaar frcs. 30. .
Weekblad, opgericht in 1915, als vervolg op: Bulletin mensuel des séances de la Société nationale d'Agriculture de France.
Comptes rendus hebdomadaires des séances de 1'Académie des
Sciences. Paris, 55 quai des Grands-Augustins. Per jaar frcs. 140.—.
Opgericht in 1835.
Droit (Le) ruraL Paris, 14 r. de Beaune. Per jaar frcs. 6.—.
Maandblad, opgericht in 1898.
Eleveur (L'). Paris, 12 Bd. Poissonnière. Per jaar frcs. 25.—.
Weekblad, opgericht in 1885.
Fruits (Les meilleurs) au XXe siècle. Société nationale d'Horticulture de France.
Gazette du village. Rédacteur en chef F. Lesourd. Paris, Libr. agric. de la Maison Rustique. Per jaar frcs. 20.—.
Geïllustreerd Weekblad, opgericht in 1864.
Génie ruraL Revue technique de néoculture. Paris, 30 Avenue de Messine. Per jaar frcs. 15.—.
Maandblad, opgericht in 1907.
Hotjille (La) blanche. Revue générale des emplois coordonnés de 1'énergie hydraulique et de la houille noire. Grenoble. 4°.
Per jaar frcs. 40.—.
Maandblad, opgericht in 1904.
huiles, graisses, graines oléagineuses, céréales, fourrage, engrais chimiques. Amsterdam, 286 N.Z. Voorburgwal. Per jaar frcs. 50.—. Weekblad, opgericht in 1921. Hygiëne (L') de la viande et du lait. Paris, rue des Merillons, 40. Opgericht in 1907.
Industrie (L') du beurre. Organe des laiteries coopératives des Charentes et Poitou. Niort, 1 r. Nivert.
Industrie (L') laitière. Bulletin officiel de la Société frangaise d'encouragement a llndustrie laitière. Paris, 3 r. Baillif.
Per jaar frcs. 15.—.
Weekblad, opgericht in 1876.
Jardin (Le). Journal d'horticulture générale. Paris, 84bis r. de Grenelle.
Tweemaal in de maand, opgericht in 1887. In 1921 opgenomen in de Revue horticole.
Jardin (Le Petit). Réd. Ch. Arranger. Paris, Libr. agric de la Maison Rustique Geïllustreerd. Per jaar frcs. 12.—.
Verschijnt 2 maal per maand, opgericht in 1902.
Journal (Le Petit) agricole. Paris, 61 rue Lafayettc
Per jaar frcs. 9.—.
Weekblad.



Tijdschriften
5
Journal d'agriculture pratique. Rédacteur en chef Henry Saignier. Paris, Librairie agric. de la Maison Rustique. Geïllustreerd.
Per jaar frcs. 48.—.
Weekblad, opgericht in 1837 door AL Bixio, in 1909 vereenigd met Journal d'agriculture, opgericht in 1866. 86e Jg. loopend in 1922. Journal d'agriculture pratique et d'économie rurale pour le midi de la France. Toulouse, 26 r. St. Antoine. Per jaar frcs. 10.—.
Maandblad, opgericht in 1803. Journal d'agriculture tropicale, (agricole, scientifique et commercial). Paris, 27 r. Lafitte.
Maandblad, opgericht in 1901, tijdelijk gestaakt in 1919. Journal forestier suisse. Organe de la Société des Forestiers suisses. Berne, Büehler.
Maandblad, opgericht in 1850. Journal de la Société nationale d'Horticulture de France. Paris, 84 r. de Grenelle. Per jaar frcs. 25.—.
Maandblad, opgericht in 1827. Journal de médecine vétérinaire et de zootechnie, publié par 1'Ecole nationale vétérinaire de Lyon. Paris, Asselin. Per jaar frcs. 18.—.
Maandblad, opgericht in 1845. Lacta, revue mondiale de 1'industrie laitière. Paris, 15 r. Béranger.
Per jaar frcs. 26.—.
Maandblad, opgericht in 1920. Lait (Le). Revue générale des questions laitières. Lyon, 2 quai Chauvau. * Per jaar frcs. 35.—,
Maandblad, opgericht in 1921. Laiterie (La) et les industries de la ferme. Directeur P. Dubreuil. Paris, 18 r. Clauzel. Per jaar frcs. 28.—.
Tweemaal in de maand, opgericht in 1891. Mémoires publiés par la Société des Agriculteurs de France. Paris, 8 r. d'Athènes.
Mémoires de la Société nationale d'Agriculture de France. 1761— 1917.
Voortgezet in 1918 als: Travaux et notices publiés par 1'Académie d'Agriculture de France. Mémoires du Laboratoire de biologie agricole de 1'lnstitut Pasteur. Dl. I. L. Blaringhem, Valeur spécifique des divers groupements de blé (Triticum). 100 bladz. Met 2 pl. en 12 afb. frcs. 8.—.
Dl. II. Id., Etude anatomique des pailles de blés. 56 bladz. Met 2 pl. en 10 afb. frcs. 6.—.
Moniteur (Le) d'horticulture et d'arboriculture. Paris, 14 rue de Sèvres.
Opgericht in 1877. Néoculture (La). Revue mensuelle de technique agricole moderne. Paris, 18 Boulevard Beaumarchais. Per jaar frcs. 15.—.
Opgericht in 1920.



6
Tijdschriften
Phosphate (Le) et les engrais chimiques. Paris, 47 r. de Maubeuge.
Per jaar frcs. 45.—.
Tweemaal in de maand, opgericht in 1893. Progrès (Le) agricole dn Nord. Lille.
Progrès (Le) agricole et viticole, fusionné avec „Le Messager agricole du Midi" et „La Vigne américaine", publié sous la direction de L. Degrully et L. Ravaz. Montpellier, rue d'Albisson 1.
Per jaar frcs. 32.—. Weekblad, opgericht in 1883, gereorganiseerd in 1902. Recueil de médecine vétérinaire et de zootechnie, publié par 1'Ecole
nationale vétérinaire d'Alfort. Paris, Asselin. Per jaar frcs. 30. j
Tweemaal in de maand, opgericht in 1824. Revue agricole de 1'Afrique du Nord. Alger, 7 Boul. Baudin.
Per jaar frcs. 24.—.
Weekblad, opgericht in 1910.
Revue internationale des renseignements agricoles. Rome, Institut international d'Agriculture. Per jaar frcs. 45.—.
Driemaandelijksch, opgericht in 1923, als vervolg op: Bulletin des renseignements agricoles et des maladies des plantes. Revue (La) avicole. Bulletin mensuel de la Société centrale d'Aviculture de France. Paris, 34 rue de Lille. Per jaar frcs. 17.—.
Tweemaal in de maand, opgericht in 1890. Revue de botanique appliquée et d'agriculture coloniale. Paris,
Laboratoire d'Agronomie coloniale. Per jaar frcs. 30. .
Maandblad, opgericht in 1923. Revue d'économie rurale. Journal des cultivateurs et propr iétair es fonciers. Paris. Per jaar frcs. 10.—.
Weekblad, opgericht in 1856.
Revue internationale des institutions économiques et sociales. Rome, Institut international d'Agriculture. Per jaar frcs. 25.—.
Driemaandelijksch, opgericht in 1923, als vervolg op: Bulletin des institutions économiques et sociales.
Revue générale du froid et des industries frigorifiques. Organe officiel de 1'Association francaise du Froid. Paris, 9 av. Carnot.
Per jaar frcs. 36.—.
Maandblad, opgericht in 1909. Revue des eaux et forêts. Paris, Berger-Levrault
Per jaar frcs. 28.—.
Maandblad, opgericht in 1842. Revue horticole. Rédacteurs en chefs H. Martinet et F. Lesourd. Paris, libr. agric. de la Maison Rustique. Geïllustreerd.
Per jaar frcs. 22.—.
Maandblad, opgericht in 1829. Revue générale du lait. Lierre, Van In. 1901—1914. 9 dln. Revue francaise d'ornithologie scientifique et pratique. Paris, Ménégaux. Per jaar frcs. 20.—.
Maandblad, opgericht in 1909.



Tijdschriften
7
Revue de viticulture, dirigée par P. Viala. Paris, 35 Bd. Saint Michel. I*er Jaar ^rcs- 35.—.
Weekblad, opgericht in 1893. Revue de zootechnie. La revue des éleveurs, mensuelle ülustrée. Fondation de H. de Rxrthschild. Paris, 24 rue de Londres.
Per jaar frcs. 45.—.
Maandblad, opgericht in 1921. SÉKiciCULTUBE. Rapports publiés par le Laboratoire d'études de la Soie, fondé par la Chambre de Commerce de Lyon. Lyon, Rey.
Statistique agricole annuelle, publiée par le Ministère de 1'Agriculture. Paris, Berger-Levrault. Per jaar frcs. 12.—. De cijfers over 1920 verschenen in 1923. Travaux et notices de rAcadémie d'Agriculture de France.
Opgericht in 1918 als voortzetting van: Mémoires de la Société nationale d'Agriculture de France. Travaux du Laboratoire de Pisciculture de lUniversité de Grenoble. Publié par la Faculté des Sciences de Grenoble, sous la direction de L. Léger.
Travaux de POffice national des matières premières végétales. Paris, Larose. Verschillende prijzen.
Ongeregeld, opgericht in 1919. Vie agricole et rurale (La). Revue hebdomadaire ülustrée. Paris, Baillière. 4°. Per jaar frcs. 35.—.
Weekblad, opgericht in 1912. Vie (La) agricole et rurale en 1917. Agriculture et guerre. Paris, 1917.472 en 208 bladz. Met afb. frcs. 3.—.
Vie (La) technique, industrielle, agricole et coloniale. Paris, 18 r. Ségnier. Per jaar frcs. 46.—.
Maandblad, opgericht in 1919. Wéry (G.), Agenda aide-mémoire agricole. Paris, Baillière.
Verschijnt elk jaar, frcs. 5.—, gebonden met Almanak frcs. 10.—. Wéry (G.), Agenda aide-mémoire viticole et vinicole. Paris, Baillière. Verschijnt elk jaar, frcs. 6.—, gebonden met Almanak frcs. 10.—.



Encyclopedieën. Woordenboeken. Algemeene Handboeken.
Encyclopédie agricole. Publiée sous la direction de G. Wéry. Paris, Baillière. 86 dln. Per deel frcs. 10.—.
1. Schribau et Nanot, Botanique agricole. 2a. André, Chimie agricole végétale. 2b. André, Chimie du sol.
3. Cord, Géologie agricole.
4. Dienert, Hydrologie agricole.
5. Kayser, Microbiologie agricole. 2 dln.
6. Guénaux, Zoölogie agricole.
7. Guénaux, Entomologie et parasitologie agricoles. 8a. Guillin, Analyses agricoles.
8b. Guillin, Analyses alimentaires.
9o. Diffloth, Agriculture générale. Le sol et les labours. 2 dln. 9b. Diffloth, Agriculture générale. Les semailles et les récoltes. 2 dln.
10. Garola, Engrais. 2 dln.
11. Garola, Céréales.
12. Garola, Prairies et plantes fourragères.
13. Hitier et Roger Saint Maurice, Plantes industrielles.
14. Hitier, Plantes sarclées. Pomme de terre et betterave.
15. Bussard, Cultures potagères.
16. Bussard et Duval, Arboriculture fruitière.
17. Fron, Sylviculture.
18. Pacottet, Viticulture.
19. Pacottet et Dairat, Cultures de serres.
20. Rivière et Lecq, Cultures méridionales (du Midi.)
21a. Delacroix, Maladies des plantes cultivées. Maladies non parasitaires.
216. Delacroix, Maladies des plantes cultivées. Maladies parasitaires.
22a. Diffloth, Zootechnie générale. Production et amélioration du bétail.
226. Diffloth, Zootechnie générale. Elevage et exploitation des bovidés et des équidés.
22c. Diffloth, Zootechnie générale. Elevage et exploitation des moutons et des porcs.
23. Diffloth, Zootechnie. Races bovines.



Encyclopaedieën
9
24. Diffloth, Zootechnie. Races chevalines.
25. Diffloth, Zootechnie. Moutons.
26. Diffloth, Zootechnie. Chèvres, porcs, lapins.
27. Voitellier, Aviculture.
28. Hommel, Apiculture.
29. Guénaux, Pisciculture.
30. Vieil, Sériciculture.
31. Gouin, Alimentation des animaux.
32. Cagny et Gouin, Hygiëne et maladies du bétail. 38. Regnard et Portier, Hygiëne de la ferme.
34. Bonnefont, Elevage et dressage du cheval.
35. Lesse (De), Chasse, elevage du gibier, piégeage.
36. Rolley et Provost, Pratique du génie rural.
37a. Coupan, Machines agricoles; machines de culture.
376. Coupan, Machines de récolte.
38. Brunet, Matériel viticole.
39. Brunet, Matériel vinicole.
40. Danguy, Constructions rurales.
41. Muret, Arpentage et nivellement. (topographie).
42. Risler et Wéry, Irrigations et drainage.
43. Petit, Electricité agricole.
44. Klein, Météorologie agricole.
45. Ammann, Meunerie.
46. Saillard, Sucrerie.
47. Boullanger, Brasserie.
48. Boullanger, Distillerie.
49. Warcollier, Pomologie et cidrerie.
50. Pacottet, Vinification.
51. Pacottet et Guittonneau, Eaux-de-vie et vinaigres.
52. Martin, Laiterie.
53. Rolet, Conserves de fruits et de légumes.
54. Pluvinage, Industrie et commerce des engrais.
55. Jouzier, Economie rurale.
56. Jouzier, Législation rurale.
57. Convert, Comptabilité agricole.
58. Poher, Commerce des produits agricoles.
59. Vuignier, Comment exploiter un domaine.
60. Caziot, Valeur de la terre en France.
61. Bussard, Le livre de la fermière.
62. Seltensperger, Précis d'agriculture.
63. Seltensperger, Lectures agricoles.
64. Seltensperger, Dictionnaire d'agriculture. 2 dln.
65. Vilatte des Prugnes, La pêche et les poissons d'eau douce.
66. Rolet, Plantes a parfums etc.
67. Pacottet et Guittonneaux, Vin de champagne etc.
68. Fron, Plantes nuisibles a 1'agriculture.
69. Caziot, Expertises rurales et forestières.
70. Bellair, Parcs et jardins.
71. Coquidé, Amélioration des plantes cultivées et du bétail.
72. Leroux, Osiériculture.
73. Rolet, Plantes médicinales. Culture et cueillette des plantes sauvages.
74. Guénaux, Ornithologie. (Oiseaux utiles et nuisibles etc).



10
Encyclopaedieën
Bibliothèque des connaissances UTiLES. Paris, Baillière. 67 dln.
Per deel frcs. 7.50. Economie rurale, agriculture, horticulture, elevage.
Aide-mémoire de 1'Agriculteur, par B. Brunet. Constructions rurales et améliorations agricoles, par C. Arnould. Le Sol én Agriculture, par Hall et Demelon. Les Plantes d'appartement et les Plantes de fenêtres, par D. Bois.
Les Orchidées, manuel de Pamateur, par D. Bois.
Le Petit Jardin, par D. Bois.
Manuel du Jardinier, par J. Rudolph.
Les Arbres fruitiers, par G. Bellair.
Manuel de Floriculture, par Ph. de Vilmorin.
Les Fleurs du Midi, par M. Granger.
Les Cultures sur le littoral de la Méditerranée (Provence, Ligurie, Algérie), par M. Sauvaigo.
Manuel de Viticulture pratique, par E. Durand.
La pratique de la Viticulture, par Mme la duchesse de FitzJames.
Les Maladies de la Vigne et les meilleurs cépages francais et américains, par Jules Bel.
Les Ennemis de la Vigne, par E. Dussuc
L'Amateur d'Oiseaux de volière, par Henri Moreau.
Les Oiseaux de parcs et de faisanderies, par Rémy-Saint-Loup.
Canards, Oies et Cygnes, par A. Blanchon.
La Basse-Cour. Guide pour 1'élevage pratique et économique, par C. Arnould.
La Plume des oiseaux. Préparation et mise en oeuvre de ba plume, usage, conservation, par Lacroix-Danliard.
Le Rucher. Manuel pratique d'apiculture, par C. Arnould.
Les Matières grasses, caractères, essais et falsifications des beurrés, huiles, graisses, suifs et cires, par Beauvisage.
Les Eaux-de-vie et la fabrication du cognac, par A. Baudoin.
L'Essai commercial des vins et des vinaigres, par Du jardin.
L'Alcool, au point de vue chünique, agricole, industrie!, par Larbalétrier.
La Fabrication des Liqueurs, par J. de Brévans.
Le Pain et la Viande, par J. de Brévans.
Les Conserves alimentaires, par J. de Brévans.
Les Légumes et les Fruits, par J. de Brévans.
L'Industrie des Fleurs artificielles et les Fleurs conservées, par Blanchon.
Guide pratique de 1'élevage du Cheval, par L. Relier. Le Cheval anglo-normand, par A. Gallier.
L'Elevage du cheval et du gros bétail en Normandie, par G. Guénaux.
Les Maladies du jeune cheval, par P. Champetter. L'Age du cheval et des prindpaux animaux domestiques, par M. Dupont.
Guide pratique de 1'acheteur de Chevaux, par A. Gallier.
L'Examen du cheval en vente, par Le Hello.
Le Chien, hygiëne, maladies, par J. Bertus.
Nos Chiens, races, dressage, élevage, par P. Mégnin.



Encyclopaedieën
11
Les Vaches laitières, par E. Tbierry. Les Industries annexes de la laiterie, par A. Rolet. Manuel pratique d'Alimentation du bétail, par R. Dumont. L'Art de conserver la Santé des animaux dans les campagnes, par Fontan.
Les Industries des Abattoirs, commerce et inspection des viandes, boucherie et charcuterie, par L. Bourrier.
Manuel de Médecine vétérinaire homoepathique, par Gunther et Prost-Lacuson.
L'Aquarium d'eau douce et ses habitants, animaux et vegetaux, par H. Coupin.
La Pêche et les Poissons des eaux douces, par Arnould L-ocard. La Pisciculture en eaux salées, par Alph. Gobin. La Pisciculture en eaux douces, par Alph. Gobin et G. Guénaux. Les Pêcheries et les Poissons de la Méditerranée, par P. Gourret. L'Amateur de Coléoptères, chasse, préparation et conservation, par H. Coupin.
L'Amateur de Papillons, par H. Coupin.
L'Amateur d'Insectes, chasse, préparation et conservation, par Ph. Montillot. Les Insectes nuisibles, par Ph. Montillot.
L'Art de détruire les Animaux nuisibles, par H. L. A. Blanchon. L'Art de découvrir les Sources et les capter, par Auscher. Le Poil des animaux et des fourrures, par Lacroix-Danliard. Les Secrets de PEconomie domestique, a la ville et a la campagne, par A. Héraud. Les Secrets de 1'Alimentation, par A. Héraud. Manuel de lTSpicier, par L. Arnou. Manuel du Confiseur-Liquoriste, par L. Arnou. LTSlectricité a la maison, par Marec
Le Chauffage et les applications de la chaleur dans 1 industrie et 1'économie domestique, par J. Lefèvre.
Aide-mémoire de Photographie, par L. P. Clerc.
Les Industries d'amateurs. Le papier et ba toile, la terre, la cire, le verre et la porcelaine, le bois, les métaux, par H. de Graffigny.
Le Dessin et la Peinture, par Ed. Guyer.
Nouvelle Médecine des families a la ville et a la campagne, par A. C. de Saint-Vincent. Bibliothèque (Nouvelle) du Culttvatetjb, publiée sous la direction de Henry Sagnier. Paris Libr. agric. de la Maison Rustique, 1913 en volgg. * Per deel frcs. 4.50.
Max Ringelmann, Logements des animaux. 4 dln. Id., Principes généraux. 1918.
Id., Ecuries, étables. 1919.
Id., Bergeries, procheries. 1920.
Id., Basses-cours, chenils, ruchers, magnaneries.
1922.
Id., L'aménagement des fumiers et des purins.
1913.
E. Rabaté, La destruction des mauvaises herbes. 1922.
IA, La taille des arbres fruitiers de plein vent. Prunier d'ente, reine-claude, pêches, pommier. 1922.
F. et P. Berthault, Le blé.
L. Brétignière, Les plantes industrielles.



12
Encyclopaedibën
H. de Lapparent, Prairies et paturages.
L. Mangin, Parasites végétaux des plantes cultivées. 2 dln.
H. Hitier, Systèmes de culture et assolements.
T. Ballu, La^enaison par les procédés modernes.
H. de Lapparent, Elevage des bêtes bovines.
J. E. Lucas, La vache laitière et le lait
Huard du Plessis, La chèvre.
B. Gouin, Le porc.
Lavalard, L'alimentation du cheval.
A. Ch. Girard, Les engrais.
H. Girard et Jannin, Le mouton (édition resumee). Moreau Bérillon, L'alimentation des bêtes bovines. Marchadier et Goujon, Les empoisonnements du betail par les aliments.
Sagot et Delépine, Les abeilles. Millet-Robinet, Basse-cour, pigeons et lapins. Rouart et Bives, Les hybrides producteurs directs. Tricaud, Le chataignier. L. Mathieu, Vinification. Lavalard, La maréchalerie.
L. Francois, Les semences des plantes cultivées. F. Lesourd, Le noyer.
A. Gouin et Andouard, Elevage intensif. Veaux et porcs. J. Couanon, Le bon vigneron. BibliothèQUE de la Gazette du viLLAGB. Paris, Libr. agric. de la Maison Rustique. deel *
A. E. Clément, La construction économique des ruches et du matériel apicole. Fél. Lesourd, La culture de 1'osier. Id., La culture du cresson. P. Zipcy, La culture de 1'écrevisse
Ars. Thévenot et Tél. Lesourd, L'escargot et la grenouille comestibles.
BlBLIOTHÈQUE DE LA société DES AGRICULTEURS DE FRANCE. Paris,
La Coopération en viticulture, par Michel Gervais. 1913.^313
Paf echnique des traitements contre les insectes de la Vigne, par L. Bernard. 1914. 364 pages avec 95 figures. frcs. 7.5U.
Utilisation des sous-produits de la Vigne et du Vin, par V. Vermorel et E. Dantony. 1910. 166 pages avec 10 *^ref jfrcs. 5.-.
1'Elevage en Europe et en Amérique, par de Vdlebre^sme. W10.
65LP Cheval de trait léger, par Charpy, préface par Henry de Robien. 1909. 140 pages avec 16 planches. ircs. b.—.
La Crise rurale, par Paul Roux et George de FontenouiUe. 1910.
21LePSmer faux-acacia, par M. Vaulot. 1914. 264 pages avec figures.



Algemeene handboeken. Woordenboeken
18
Agriculture (Cours moyen d') et de zootechnie, par F. G. M. 5e éd. Tours, Mame. (1922). 640 pages. Met vele afb.
agriculture (Lecons d') et dTiorticulture, par une réunion de professeurs Tours, Mame, 1919. 8 en 408 bladz. Met vele afb.
barrad (J. a.), Dtetionnaire d'agriculture^«^^«^f^ compléte, continué par H. Sagmer. Paris, Hachette, 1885-1892.g Met afb. 4 dln. . , . , ,
Boussingault (Jean Bapt.), Agronomie dumie ^«^Ji'S^ logie. 3e éd. revue et augm. Paris, Gauthier-Vülars, 1887 ^»5™;
Brétignière (L.), Eapports techniques sur les taavaux de 1920 et de Uf campSne(agricoleP de 1920-1921. Paris, Libr. agric. de la
Maison Itusuque, iac*. „ Brunet, Aide-mémoire de 1'agriculteur. - Zie bladz. 10: ftbl. conn. utiles CongrÊs international d'agbiculture. Comptes rendus et rapports L Paris, 1889.
II. La Have, 1891. frcs' 40 -
HL Bruxelles, 1895. Uitve'rkoéht ■m Tj.^o^oot 1Röfi UitverKocni
V. Lausanne, 1898. .,
VI. Paris, 1900.
VII. Rome, 1903. frcs 40 —
Vni. Vienne, 1907. ™£ *{■_•
IX. Madrid, 1911. " 40—
X. Gand, 1913. g£
XI. Paris, 1923. Ircs* 40Congres de l'agriculture francaise.
Het vijfde in 1923 te Parijs. Coquidé, Amélioration des plantes cultivées et du bétail. — zie bladz. 9: Encycl. Wéry, 71. ■ Diffloth, Agriculture générale. - Zie bladz. 8: Encycl. Wéry 9
Larousse agricole. Encyclopédie ülustrée. Paris, Larousse.^1920—22. 2 dln. 4° .
1860. 5 dln. te zamen 2700 bladz., met 2500 afb.
DL L Agriculture proprement dite. *rcs- 10- •
DL II. Cultures industrieües, animaux domestiques.^^^
DL W. fgricuCe^Iorestière; législation et adngstr^ rurales. frcs i5^_.
Dl. V. Horticulture.
sagnier (Henry), ^^Xtt^^'S culture moderne. Paris, Hachette, (1920). 6 en 794 DlaQZjr£g dan 1000 afb. fol.



14
Algemeene onderwerpen. Landbouwaardrijkskunde
Sébastian (V.), L'agriculture moderne. Encyclopédie de 1'agriculteur. Paris, Larousse, (1919). 692 bladz. Met 671 afb. frcs. 13^-.
Seltensperger (Ch.), Dictionnaire d'agriculture et de viticulture. 2e éd. Paris, Baillière, 1923. 1064 bladz. Met 1721 afb. frcs. 20.—.
Seltensperger, Lectures agricoles. Précis d'agriculture. — Zie bladz. 9: Encycl. Wéry, 63.
Algemeene onderwerpen.
Constantin (J.), Le transformisme, appliqué a l'agriculture. Paris, Alcan, 1906. 295 en 32 bladz. Met 105 afb. frcs. 6.—.
Diffloth (P.), Les nouveaux systèmes de culture. (Dryfarming, méthodes chinoise et russe, système Jean, système Devaux). Paris, Baillière, 1917. 100 bladz. Met 37 afb. frcs. 2.—.
Henry (Yves), Le programme agricole. Paris, Mary, 1922. 83 bladz.
frcs. 5.—.
Lab at (Emmanuel), L'ame paysanne. La terre, la race, 1'école. Paris, Delagrave, 1919. 333 bladz.
Leroux (Ern.), Les deux agricultures (France et Allemagne). Préface de Fern. David. 1916.
Leterrien (Francois), L'appel de la terre (1916—1918). Préface de H. Hitier. Paris, Payot, 1919. 400 bladz. Met 8 pltn. frcs. 10.—.
Martin (A.), Questions agricoles d'après-guerre. Rouen, impr. du „Journal de Rouen", 1922. 200 bladz. Met afb.
Méline (Jules), Le salut par la terre et le programme économique de 1'avenir. Paris, Hachette, 1919. 272 bladz. frcs. 7.90.
Pradier (P. P.), L'agriculture et la guerre. Préface de F. David. Paris, Baillière, 1919. 220 bladz.
Rapport technique sur les questions agricoles. Genève, Bureau international du travail, 1921. 10 en 680 bladz. frcs. 25.—.
Vilmorin (Ph. L. de), Influence des découvertes scientifiques sur le développement de l'agriculture. Paris, 1912. 28 bladz.
Zolla (Daniël), L'agriculture moderne. Paris, Flammarion, 1913. 327 bladz. 8.50.
Landbouwaardrijkskunde
FRANKRIJK.
Arbos (Ph.), La vie pastorale dans les Alpes francaises. Etude de géographie humaine. Paris, Colin, 1922. 720 bladz. Met 16 pL en 54 afb. frcs- 28-—■



Landbouwaardrijkskunde
15
Augé-Laribé, Le paysan frangais après la guerre. Paris, Garnier, 1928. 292 bladz. frcs. 6.—.
Berger (A.), Une ferme sur les confins de Ut Normandie et de la Picardie. Paris, Teqoi, 1920. 157 bladz. Met plan. — Diss.
Bleicber (G.), Les Vosges. Le sol et les babitants. Paris, Baillière, 1890. 8 en 320 bladz. Met 28 afb. frcs. 3.50.
briot (F.), Les Alpes frangaises. Etudes sur Féconomie alpestre et 1'application de la loi du 4 avril 1882 a la restauration et a 1'amélioration des paturages. Paris, Berger-Levrault, 1896. frcs. 25.—,
Briot (F.), Les Alpes frangaises. Nouvelles études sur 1'économie alpestre. Diverses questions générales et monographies. Paris, BergerLevrault, 1907. frcs. 20.—.
Franc (P.), Une ferme a Hurepoix. Portiers, Société frangaise d'imprimerie et de librairie, 1921. 94 bladz. Met 2 afb. — Diss.
Fromantin (H.), Un domaine a Poitou, Saint-Pierre-le-Cel. Poitiers, Société frangaise d'imprimerie et de librairie. 1921. 128 bladz. Met plaat. — Diss.
Halévy (Dan.), Visites aux paysans du Centre. Paris, Grasset, 1921. 170 bladz. frcs. 6.—.
Hédiard (L.), Le mouvement agricole en Normandie, 1903—1913. Paris, Baillière, 1914. 118 bladz. frcs. 2.—.
Maumy (Gabriel), La Creuse agricole. Paris, Larose, 1919. 6 en 292 bladz. — Diss.
Pérette (j.), Mitonville. Histoire d'un viUage agricole. Paris, Chez 1'Auteur, 1903. 61 bladz. frcs. 0.60.
Triboudeau (M.), Monographie agricole du Pas-de-Calais. Paris, Société d'encouragement pour 1'industrie nationale, r. de Bennes, 44. 1904. 296 bladz. Met 9 kaarten. 4°.
Zacharewicz (Ed.), Le Vaucluse agricole, ses principales_ cultures. Agriculture, horticulture, arboriculture, viticulture et sériciculture. Avignon, Durand, 1898. 8 en 404 bladz. Met 106 afb. frcs. 3.50.
FRANSCHE KOLONIËN.
(Zie ook bij Plantenteelt, bladz. 23).
Bruel (Georges), L'Afrique équatoriale frangais. Le pays, les babitants, la colonisation, les pouvoirs publics. Préface de Merlin. Paris, Larose, 1918. 9 en 558 bladz. Met 7 krtn. 94 pl. en 33 afb.
frcs. 18.—.
Congres d'agriculture coloniale. 21—25 Mal 1918. Compte-rendu des travaux. Tome 2—4. Paris, Challamel, 1919—20.
Cosnier (H.), L'Afrique du Nord. Son avenir agricole et économique. Paris, Larose 1922. 52 en 358 bladz. Met 16 pL en krtn. frcs. 20.—.
Cosnier (Henri), L'Ouest africain francais, ses ressources agricoles, son organisation économique. Paris, Larose, 1921. 26 en 254 bladz. Met 19 pL en 2 krtn.
Ducellier (L.), Les paturages du Maroc Considérations générales sur 1'amélioration de ba production fourragère dans 1'Afrique du Nord. Alger, Bibl. du Colon du Nord de 1'Afrique, 1919. 52 bladz. frcs. 2.50.



16
TjANDBOTJWAAEDEIJKSKUNDE
Goulven (J.), Le Maroc. Les ressources de ses régions, sa mise en valeurPréfa^'de Aug. Terriër. 2e éd. Paris, Larose,
Aux bureaux de la Sucrerie indigène et coloniale, 1905. 190 bladz. Met
^061^71*'), Le domaine colonial de la France. Paris, ^°gn, 1922. 343 bladz. Met 10 kaarten. ™- tr~'
Sans (B.), Manuel d'agriculture marocaine. Préface de M. Etesse. Paris, Delagrave, 1922. 168 bladz. Met vele afb.
OVERIGE LANDEN.
Appelmans (A.), Au Pays des fruite et fc^JfSX phique sur la situation écononüque et sociale a louest de B^zeUM Malines, Dierickxbeke, 1905. 95 bladz. •
Basilesco (Nic), La réforme agraire en Roumame, ^"^Akanj 1919. 6 en 292 bladz. . " m
Colonies (Les) allemandes d'Afrique d'après les rapporto consulaires anglaisl Paris, Larose, 1916. 122 bladz. Met 4
Maupas (Alb.), Quelques précisions sur les methodes «dturales d'oute^Rhin ün^iypt deqpetite ferme allemande moderne Pref ace de Brétignière. Paris, Librairie agricole de la Maison Rustique, 1920.116 bladz. Met afb. , 7T,A ■'
Monographie agricole de la Belgique. Bruxelles, Ministère de 1 Agriculture, 1899—1902. 9 dln. . .
Ardenne. — Campine. — Condrez. — Dunes. - Regiem jurassicjUe — Région limoneuse et sablo-bmoneuse. — Polders. — Région sabloneuse des Flandres. — Herve.
Pageot (G.), Lnpressions de voyage d'un agriculteur a travers le monde Paris/ Libr" agric. de la Maison Rustique, 1913. 368 bladz. Met 52 afb. %!'AlJ
Rolland (Louis), Une mission agricole aux Pays-Bas. Rodez, Carrère, 1921. 68 bladz. Met vele pl. en krt.
: Schkafp (Eug.), La questioni agraire en Russie. Conta^taona Pldstoire de la propriété foncière. Paris, Rousseau, 1922.13 en 336 bladz.
Schou (Rud.), L'agriculture au Danemark, texte, planches et gravuresfpréparés sous les auspices de teCommission danoise » L«gpcStion universelle de 1900 a Paris. Paris, Libr. agr. de £ Maison Rustique, 1900. 7, 334, 47, 59 bladz. en 24 platen. 4. frcs. 18.—.
Vtipbergh (E) et R. Ulens, La population agricole de la rlesba™xïLsi^e! Bruxelles, Hayez, 1909. 650 bladz. Met 1 kaart.



Landboüw-Onderwijs en -Instituten. Weerkunde
17
Landbouwonderwijs en ^Instituten.
André (Ed.), L'Ecole nationale d'Horticulture de Veraailles. Parijs Libr. agric. de la Maison Rustique. 64 bladz. Met gekl. plat. en 12 afb.
frcs. 4.—.
Berghe (J. van den), Le Laboratoire Agricole provincial de la Flandre Occidentale a Roulers. A 1'occasion da 25e anniversaire de sa fondation. 1876—1901. Historique, organisation, travaux. Roulers, De Meester, 1901. 43 bladz. Met 2 kaarten.
BrétigniÈre (L.) et L. Risch, Histoire de Grignon. Chateauroux, Ecole nationale d'Agriculture, 1910. 244 en 74 bladz. Met pl. én afb.
frcs. 2.26.
Dabat (L.), Enseignement spécial agricole. Rapports du jury international. (Exposition universelle internationale de 1900 a Paris.) Paris, Imprimerie Nationale, 1904. 2 dln.
Enseignement (Rapport sur 1') agricole en France. I. Considérations générales et législation. II. Monographie des diverses institutions d'enseignement agricole. Paris, 1894. 2 dln.
Gbandeau (L.) et Charles de Saint-Cyr, L'agriculture et les insti-: tutions agricoles du monde au commencement du XXe siècle. Paris, Rivière, 1905—11. 5 dln. Met kaarten, platen en afb. gr. 8°.
frcs. 70.—.
Guyot (Ch.), L'enseignement forestier en France. L'école de Nancy. Paris, Larose, 1898. 6 en 302 bladz. Met 40 afb. frcs. 15.—.
Nanot (J.) et Ch. Deloncle, Histoire et description de 1'Ecole nationale d'Horticulture de Versailles. Paris, Libr. de ba France agricole, 1898. 319 bladz. Met afb.
Ronna, Rothamsted. Un demi-siècle d'expériences agronomiques de Lawes et Gilbert. Paris, Libr. agric. de la Maison Rustique, 1900. 607 bladz. Met 26 afb. frcs. 20.—.
Vincent (Albert), L'école rurale de demain. Paris, Nouv. Libr. Nationale, 1920. 14 en 240 bladz. frcs. 6.—.
WÉRY (G.), L'Institut national agronomique. Historique, 1848—1900. Paris, Libr. agric. de la Maison Rustique. 65 bladz. Met 6 afb.
frcs. 4.—.
Weerkunde,
Angot (A.), Instructions metéorologiques. 5e éd. Paris, GatrtirierVillars, 1911. 6 en 162 bladz. Met afb. frcs. 4.50.
Angot (A.), Traité élémentaire de météorologie. 2e éd. Paris, Gauthier-Villars, 1907. frcs. 12.—.
Baldit, Etudes élémentaires de météorologie pratique. Paris, Gauthiers-Villars, 1923. 9 en 448 bladz. Met 118 afb. frcs. 24.—.



18
Weerkunde. Scheikunde
Bbounopf (P.), Les cultures agricoles et le temps. Notice relative a 1'adaptation des agriculteurs aux conditions climatériques. St. Pétersbourg, 1912.
Dumas (Léon), Physique-météorologique. Théories nouvelles déduites de 1'observation directe. Applications intéressant Phygiène et 1 agriculture. Huy, Mignolet, 1896. 218 bladz. Met 64 afb. frcs. 3.—.
Guilbert (Gabr.), La prévision scientifique du temps. Traité pratique. Paris, Challamel, 1922. 440 bladz. Met pl.
houdahxe (F.), Météorologie agricole. Le soleil et l'agriculture. Avec un appendice sur la lune et les influences lunaires. Paris, Masson, 1893. 541 bladz. Met 82 afb. frcs- 5-_-
Klein, Météorologie agricole. — Zie bladz. 9: Encycl, Wéry, 44,
Scheikunde.
Andeê, Chimie agricole végétale. Chimie du sol. — Zie bladz. 8: Encycl. Wéry, 2.
Balland (A.), Les aliments, chhnie, analyse, expertise, valeur alimentaire. Paris, Baillière et fils, 1907. 2 dln. 432 en 508 bladz.
Berthelot (M.), Chimie végétale et agricole. Paris, Masson, 1899. 4 dln. frcs- 86-—
Breteau (P.), Guide pratique des falsifications et altérations des substances alimentaires. Paris, Baillière, 1907. 386 bladz.
Bkuno (A.), Beurres et graisses animales. Paris, Béranger, 1912. 300 bladz.
Chancrin (E.), Chimie générale appliquée a 1'agnculture. 6e ed. Paris, Hachette, 1920. fTCB- 4>BU-
Collection des manuels pratiques d'analyses chimiques a 1'usage des laboratoires officiels et des experts. Paris, Béranger. 16 vol. parus. Alcools, matières grasses, vins, eaux-de-vie, etc. Dechérain (P. P-), Traité de chimie agricole. 2e éd. Paris, Masson, 1902. * . '
Effront (J.), Les catalyseurs biochimiques. Paris, Dunod et Pinat, 1914. 772 bladz.
effront (J.), Les enzymes et leurs applications. Paris, Carré et Naud, 1899. 370 bladz. Ircs- a' •
Sucrase, mélasses, amylase, maltose, fermentation panaire, malt, maltase, hydrates de carbone, glycérides, glucosides, zymase, oxydases, . Fournier (Lucien), Les stimulants radio-actif s en agriculture. Paris, Librairie de 1'Institut national agronomique, 1922. »cs. a. (o.
Gatn (Edmond), Précis de chimie agricole. 2e éd. Paris, 1918. 510 bladz. Met 137 afb.



Scheikunde. Microbiologie
19
Grandeau (L.), Traité d'analyse des matières agricoles. 3e éd. Paris, Maison Rustique, 1897. 2 dln. Met 171 afb. en 50 tab.
frcs. 30.—.
Geanier (C.), La question de 1'azote. La cynamide calcique. Son emploi dans 1'industrie et dans l'agriculture. Paris, Gauthier-Villars, 1921. 4 en 116 bladz. , Ircs- 7-—'
Guillin, Analyses agricoles. Analyses alimentaires. — Zie bladz. 8: Encycl. Wéry, 8.
Lagatu (H.) et L. Sicard, Précis d'analyses volumétriques appliquées aux substances agricoles. Paris, Masson, 1902. frcs. 4.—.
Larbalétrier (Alb.), Traité pratique de chimie agricole a 1'usage des écoles d'agriculture, écoles normales d'instituteurs et des cultivateurs praticiens. Paris, Garnier, 1900. 2 en 263 bladz. frcs. 2.—.
Maquenne (L.), Les sucres et leurs principaux dérivés. Paris, Carré et Naud, 1900.1032 bladz. trCB-16—'
Maumené (A.), Nouvelle méthode de culture forcée des arbres et des plantes soumis a 1'action de 1'éther et du chloroforme. Paris, Libr. agric. de la Maison Rustique. 80 bladz. Met 3 afb. frcs. 4.—.
MÜntz (Acbille), Méthodes analytiques appliquées aux substances agricoles. Paris, Dunod, 1888. frcs- Z5-—•
Schloesing fils (Th.), Principes de chimie agricole. 2e éd. Paris, Masson, 1897. frcs-. 2 f •
Villavecchia (Vittorio), Traité de chimie analytique appliquée. Méthodes et régies pour 1'examen chimique des principaux produits industriels et alimentaires. Traduit et annoté par Paul Nicolardat. Paris, Masson, 1919. 2 dln. Met afb.
VrviER (A.), Analyse et essai des matières agricoles. Paris, Baillière, 1898. 470 bladz.
Microbiologie.
Daufresne (Alex.), Guide pratique pour les travaux de microscopie agricole. Paris, Libr. agric. de la Maison Rustique. 620 bladz. Met 260 afb. 80---
Descour (L.), Pasteur et son ceuvre. Paris, Delagrave, 1921. 296 bladz. Met portr.
Kayser (Edm.), Microbes et fertilité du sol. Paris, Payot, 1923. 160 bladz. frcs. 4-.
Kayser, Microbiologie agricole. — Zie bladz. 8: Encycl. Wery, 5.



20
Bodem. Agrogeologhs
De Bodem. — Agrogeologie.
Zie ook bn: Kuituurtechniek, bladz. 56.
André (Gustave), Propriétés générales des sols en agriculture. Paris, Colin, 1928. 6 en 182 bladz, frcs. 5.—.
Barré (O.), L'architecture du sol de la France. Essai de geograpnie tectonique. Paris, Colin, 1908. 889 bladz. Met 189 afb. frcs. 12^-%
Coquidé (E.), Recherches sur les propriétés des sols tourbeux de la Picardie. Paris, Amat, 1912. 180 bladz. Met 8 pL en 24 afb. frcs. 10.—.
Cord, Geologie agricole. — Zie bladz. 8: EncycL Wéry, 3.
Dumont (R.), Les sols humides. Paris, Larousse, 1911. 183 bladz. Met 52 afb. txea- 3-~-
Eecke (Ch. van), Exploitation industrielle de la tourbe. Paris, Dunod et Pinat, 1918. 370 bladz. Met 168 afb. frcs. 25.—.
Hall et Demelon, Le sol en agriculture. — Zie bladz. 10: BibL conn. utiles.
Henry (Edmond), Les sols forestiers. Paris, Berger-Levrault, 1908. Met 5 pl., 2 kaarten en 3 diagr. frcs- "-60'
Hitier, Culture et assolements. — Zie bladz. 12: N. Bibl. cultiv.
Houdaille (F.), Mineralogie agricole. Paris, Alcan, 1900. Met 107 afb. 3-60-
Larbalétrusr (Alb.), La tourbe et les tourbières. Paris, Masson, 1901. 190 bladz. Met afb. frcs. 2.50.
Petit (A.), Les propriétés physiques du sol. Paris, Libr. agric. de la Maison Rustique, 1912. 100 bladz. Met 5 afb. frcs. 4.60.
ROUX (J. A. CL), Traité historique, critique et expérimental des rapports des plantes avec le sol et de bi chlorose végétale. Préface de Ant. Magnin. Paris, Masson, 1900. 22 en 469 bladz. Met 21 pltn. en 1 tab. frcs- 15—
Vibert (Armand), La tourbe. Traité et étude de sa formation, de tous les procédés d'exploitation, de fabrication, d*utilisation rationelle, industrielle, commerciale, etc. de ce combustible connus k ce jour. Carbonisation et charbons, sous-produits et dérivés. Législation et junsprudence. Paris, Michel, 1917. 10 en 223 bladz. frcs. 6.—.



Irrigatie. Drainage. Bemesting
21
Irrigatie. Drainage.
Barral, Drainage des terres arables et législation du drainage, des irrigations et autres améliorations foncières Pe™anentes- 3<r *,arlos' Libf agric. de la Maison Rustique. 3 dln. 1620 bladz. Met 10 pL en 470 afb. IrCS- *
Eerste druk in 1854.
Bélime (E.), Les irrigations du Niger. Abbeville, Paillart, 1923. 118 bladz. Met kaart.
Broeck (E. van den), Les cavernes et les rivières souterraines de la Belgique. Bruxelles, Lamertin, 1910. 2 dln.
Henry (Yves), Irrigations et cultures irriguées en Afrique tropicale, Avec la collaboration de J. Lemmet. Préface de E Tisserand. Paris, Larose, 1918. 5 en 292 bladz. Met 6 krtn., 14 pL en 35 afb. frcs. 12.—.
Henby (Yves), Les irrigations du Niger et la culture du cotonnier. Paris, Larose, 1922. 185 bladz. 7-W-
Irrigation (Les différents systèmes d'). Documente officiels precédés de notices historiques. Tome I: Inde Septentrionale, Punjab, Provinces Unies, et Provinces Centrales. Loi sur les canaux secondaires du Punjab, Birmanie, Bombay, Madras. Les irrigations en Extréme Oriënt Tome II: Canada, Columbie brittamque, Etats Unis de 1'Amérique du Nord. Tome III: Espagne. Tome IV: Algene, Tunisie. Bruxelles, Institut Colonial International, 1906. 4 dln.
Risler et Wéry, Irrigations et drainage. — Zie bladz. 9: EncycL Wéry, 42.
Ronna (A.), Les irrigations. Paris, Didot, 1889—90. 3 dln. Met 474 afb. frcs. 36.—.
Bemesting.
Beauvisage, Matières grasses. — Zie bladz. 10: Bibl. conn. utiles.
Demoussy (E.), Engrais, amendements, produits anticryptogamiques et insecticides. Paris, Béranger, 1919. 10 en 297 bladz. Met 12 afb.
Fritsch (J.), Emploi des engrais chimiques en horticulture. Ouvrage contenant les résultats de 110 expériences culturales toedites avec noms et adresses des expérimentateurs. Paris, Laveur, 1912. 6 en 178 bladz. Met 22 afb. frcs. 4.50.
Garola, Engrais. — Zie bladz. 8: Encycl. Wéry, 10.
Girard, Engrais. — Zie bladz. 12: N. Bibl. cultiv.
Müim (Achille) et A. Ch. Girard, Les engrais. Paris, Didot, 1888 -91. 3 dln. .. frcs- 18'—
Phosphate (Le) et les engrais chimiques. — Zie Tijdschriften.
Pltjvinage, Industrie et commerce des engrais. — Zie bladz. 9: EncycL Wéry, 54.



22
Landbouwplantkunde
Landbouwplantkunde.
Bernard (Noël), Principes de biologie végétale. Paris, Alcan, 1921. 216 bladz. Met afb. frcs. 8. .
Blaringhem (L.), Mutations et tratimatismes. Études sur 1'évolution des formes végétales. Paris, Alcan, 1908. Met 8 pl. frcs. 10. .
Bonnier (Gaston), Les plantes des champs et des bois. Paris, Baillière, 1919. 8 en 568 bladz. Met 903 afb.
Camus (A.), Les fleurs des prairies et des paturages. Paris, Lechevalier, 1921. 125 bladz. Met 100 gekl. pl. en 100 afb. frcs. 12.—.
Camus (A.), Les fleurs des marais, tourbières, cours d'eau, lacs et étangs, plantes palustres et aquatiques. Paris, Lechevalier, 1921. 112 bladz. Met 96 gekl. pl. frcs. 1&—.
Cauchois (A.), Manuel du champignonniste professionnel et amateur. Préface d'Albert Maumené. 5e éd. Paris, Librairie horticole, 1904. 6 en 235 bladz. Met 32 afb. frcs. 4.—.
Chevalier (A.), Etudes sur kt flore de 1'Afrique centrale frangaise (bassins de 1'Oubangui et du Chari). Tome I. Paris, Challamel, 1913.
frcs. 30.—.
Chevalier (A.), Exploration botanique de 1'Afrique occidentale francaise. Tome I. Paris, Lechevalier, 1920. 16 en 798 bladz.
Met Carte botanique, forestière et pastorale de 1'Afrique occidentale francaise. 1912. 65 bij 95 cM.
Costy (P.), Uréase et urée chez les champignons supérieurs. Paris, les Presses universitaires de France, 1923. 89 bladz. Met afb.
Deluard (H.), De 1'influence des radiations solaires sur le développement de la belladone et sur sa teneur en alcaloides. Le Mans, Association ouvrière, 1922. 71 bladz.
Dubard (Marcel), Botanique coloniale appliquée. Cours professé a 1'Ecole supérieure d'Agriculture coloniale. Préface de Gaston Bonnier. Paris, Challamel, 1913. 6 en 347 bladz. Met 146 afb. frcs. 24.—.
Dumée (P.), Nouvel atlas de poche des champignons comestibles et vénéneux. Paris, Lhomme, 1895—1911. 2 dln. Met 128 gekl. pL
frcs. 24.—.
Eberhardt (Ph.), Précis de botanique coloniale, agricole, industrielle et médicale. Paris, Challamel, 1920. frcs. 8.—.
Gadeceau (E.), Les fleurs des moissons, des cultures, du bord des routes et des décombres (plantes envahissantes). Paris, Libr. agric de la Maison Rustique. 108 bladz. Met 100 gekl. pL, 87 afb. en 4 krtn.
frcs. 12.—.
_ Guéguen (Fernand), Champignons mortels et dangereux. Descriptions, figures et remèdes. 2e éd. Paris, Larousse, (1917). 35 bladz. Met 7 gekl. pL frcs. 1.50.
Guignard (L.), Le jardin botanique de 1'Ecole supérieure de Pharmacie de Paris, Avec la liste des plantes cultivées. Paris, Maloine, 1903. 177 bladz. Met krt frcs. 6.—.
Leclerc du Sablon, Traité de physiologie végétale et agricole. Paris, Baillière, 1911. 7 en 610 bladz. frcs. 10.—.



Algemeene Plantenteelt
23
Masclef (A.), Atlas des plantes de France utiles, nuisibles et ornementales. Paris, Klihcksieck, 1889—1891. 3 dln. Met 400 gekL pl.
frcs. 90.—.
molliard, Nutrition chez la plante. Paris, Doin, 1922. 820 bladz.
frcs. 14.—.
Pobéguin (H.), Essai sur la flore de la Guinee francaise. Produits forestiers, agricoles et industriels. Paris, Challamel, 1906. Met 80 Platen. frcs. 50.—.
Revue de botanique appliquée. — Zie Tüdschriften.
Schribau et Nanot, Botanique agricole. — Zie bladz. 8: Encycl. Wéry, 1.
Algemeene Plantenteelt.
Bottel (A.), Herbages et prairies naturelles. Paris, Didot, 1887. 786 bladz. Met 120 afb. frcs. 16^-.
Brétignière, Plantes industrielles. — Zie bladz. 11: N. Bibl. cultiv.
Brocadet (A. P.), Plantes utiles du Brésil. Préface de Em. Perrot. Paris, Vigot, 1921. 8 en 144 bladz. Met 26 afb. frcs. 15.—.
Bulletin de 1'Office colonial. — Zie Tijdschriften.
Candolle (Alph. de), Origine des plantes cultivées. 2e éd. Paris, Baillière, 1883. frcs. 6. .
Charabot (E.), Les productions végétales des colonies frangaises. Paris, Challamel, 1908. Met 92 afb. frcs. 10.—.
Chevalier (A.), Les végétaux utiles de 1'Afrique tropicale frangaise. Paris, Challamel, 1905—1917. 9 dln.
Congres d'agriculture coloniale. Mai 1918. Compte rendu des travaux. Paris, Challamel. 4 dln. frcs. 144. .
Cbevost (Ch.) et Ch. Lemarié, Les produits de FIndo-Chine. Paris,
Challamel. frcs. 48. .
Tome I. Produits alimentaires et plantes fourragères, 1917. Met 46 platen en 137 afb.
Dybowski (J.), Traité pratique de cultures tropicales. Paris, Challamel, 1902. frcs. 24.—.
Fauchère (A.), Guide pratique d'agriculture tropicale. Paris, Challamel, 1918 en volgg.
I. Principes généraux. 1918. 159 bladz. frcs. 13.—.
II. Les grandes cultures: Farachide, le cacaoyer, le caféïer, la canne a sucre. 1922. 468 bladz. frcs. 40.—.
In bewerking:
III. _ Les grandes cultures: les caoutchoutiers, le cocotier, le cotonnier, le palmier a huile.
IV. Id.: le riz, le tabac, le thé, etc
Fokkens (H.), Les grandes cultures dans 111e de Java. Paris, Challamel, 1909. frcs. 20.—.
Francois, Semences des plantes cultivées. — Zie bladz. 12: N. Bibl. cultiv.



24
Algemeene Plantenteelt
Heney (Yves), Eléments d'agriculture coloniale. Plantes a 1'huile. Paris, Colin, (1920). 4 en 220 bladz. Met afb. frcs. 5.—.
Heney (Yves) e.a., Matières premières africaines. Tome I. Paris, Larose, 1918. 508 bladz. Met kaarten en afb. frcs. 25.—.
Heuzé (Gustave), Les plantes alimentaires des pays chauds et des colonies. 2e éd. Paris, Libr. agric. de la Maison Rustique. 1899. 12 en 396 bladz. Met 59 afb. frcs. 8.60.
Hitier, Plantes industrielles. Plantes sarclées. — Zie bladz. 8: Encycl. Wéry, 13 en 14.
Hubeet (P.), Bibliothèque pratique du colon. Paris, Dunot. 1906 en volgg. Met afb.
Ananas. 1908. Met 52 afb. frcs. 5.—.
Bananier. 1907. Met 46 afb. frcs. 6.—.
Cocotier. 1906. Met 39 afb. frcs. 6.—.
Plantes a parfums. 1908. Met 178 afb. frcs. 5.—.
Fruits des pays chauds. L 1912. 10 en 728 bladz. Met 227 afb.
frcs. 15.—.
Manioc. 1910. 10 en 368 bladz. Met afb. frcs. 8.—.
Palmier a huile. 1910. 9 en 314 bladz. Met 100 afb. frcs. 8.—. Jumelle (H.), Les ressources agricoles et forestières des colonies frangaises. Paris, Challamel, 1907. frcs. 18.—.
Jumelle (H.), Les cultures coloniales. 2e éd. Paris, Baillière, 1913—15. 7 dln. Per deel frcs. 1.50.
I. Plantes a fécules et céréales. 108 bladz. Met afb. II. Légumes et fruits. 122 bladz. Met 33 afb. HL Plantes a sucre, café, cacao, thé, maté. 127 bladz. Met 42 afb.
IV. Plantes a ccndiments et plantes médicinales. 120 bladz. Met afb.
V. Plantes oléagineuses. 100 bladz. Met 47 afb. VI. Plantes textiles. 122 bladz. Met 33 afb. VII. Plantes a latex et a résines. 128 bladz. Met 41 afb. Laceoix (A.) e.a., Nos richesses coloniales. Paris, Challamel, 1918.
frcs. 14.—.
Mémoiees du Laboratoire de biologie agricole de llnstitut Pasteur. — Zie Tijdschriften.
Peeeot et Gentil, Productions végétales du Maroc. Paris, Larose, 1922. 170 bladz. frcs. 25.—.
Peudhomme (Em.), Plantes utiles des pays chauds. Paris, Larose, 1920. 138 bladz. Met vele afb.
Rivièee et Lecq, Cultures méridionales. — Zie bladz. 8: Encycl. Wéry, 20.
Sauvaigo, Cultures Méditerranée. — Zie bladz. 10: Bibl. conn. utiles.
Soenay (P. de), Les plantes tropicales alimentaires et industrielles de la familie des légumineuses. Paris, ChallameL 1913. 486 bladz. Met vele pl. en afb. frcs. 30.—.
Tbavaux de 1'Office national des Matières premières végétales. — Zie Tijdschriften.
Wildeman (E. de), Les plantes tropicales de grande culture. Paris, Challamel, 1908. f*»- 20-—•



Bijzondere Plantenteelt
25
Bijzondere Plantenteelt.
Aardappel.
Bellenoux (E. S.), Cent mille kilos de pommes de terre a 1'hectare. Nouveau système de culture a grand rendement. Paris, Amat, 1912. 8 en 78 bladz.
Brétignière (L.), La pomme de terre et le topinambour. Culture, utilisation, récolte, maladies. Paris, 1921. 200 bladz. Met 26 afb.
frcs. 7.50.
Girard (Aimé), Recherches sur la culture de la pomme de terre industrielle et fourragère. 2e éd. Paris, Gauthier-Villars, 1900. 9 en 267 bladz. Met atlas van 6 pl. frcs. 5. .
Mottet (S.), La pomme de terre. Conseils pratiques pour améliorer sa culture. Paris, Librairie agricole de la Maison Rustique, 1920. 72 bladz. Met portr. en 35 afb.
Vilmorin (Philippe L. de), Recherches sur 1'emploi des plantes de pommes de terre imparfaitement murs. Paris, Académie d'Agriculture de France, 1917. 64 bladz.
Aardnoot.
Dumas (M.), L'arachide. Culture, récolte et commerce. Paris, Challamel, 1907. 16 bladz. met 1 plaat. Uitverkocht
Banaan.
Hubert (P.), Le bananier. Paris, Dunot, 1907. Met 46 afb.
frcs. 5.—.
Beetwortel.
Geschwind (L.) et E. Sellier, La betterave agricole et industrielle. Paris, Gauthier-Villars, 1902. 10 en 668 bladz. Met 129 afb.
frcs. 20.—.
Cacao.
Chalot (Ch.) et M. Luc, Le cacaoyer au Congo frangais. Préface de J. Dybowski. Paris, Challamel, 1906. 8 en 60 bladz. Met kaart.
frcs. 3v—.
Chevalier (A.), Le cacaoyer dans FOuest Africain. Paris, Challamel, 1908. 248 bladz. Met plaat en 7 afb. frcs. 8. .
Elot (Aug.), Culture et préparation du cacao & la Trinidad. Paris, Challamel, 1900. 32 bladz. Met afb. frcs. 1.50.
Fauchêre (A.), Culture pratique du cacoyer et préparation du cacao. Paris, Challamel, 1906. 176 bladz. Met afb. frcs. 14.—.
Henry (Yves), Le cacao. Production, culture, préparation. Paris, Challamel, 1913. 105 bladz. Met kaart en 11 afb. frcs. 7.—.
Jumelle (M.), Le Cacaoyer, sa culture et son exploitation dans tous les pays de production. Paris, Challamel, 1900. 210 bladz. Met afb.
frcs. 7.—.



26
Bijzondere Plantenteelt
Oliviéri (F. E.), Le cacaoyer. Plantation, culture et préparation dn cacao. Manuel pratique du planteur. Traduit de 1'anglais. Paris, Challamel, 1908. 200 bladz. Met afb. frcs. 14.—.
Preuss (Paul), Le cacao, sa culture, sa préparation. Société d'études coloniales en Belgique. Paris, Challamel, 1902. 127 bladz. Met 7 pl. en afb. frcs. 5.—.
Zehnter (Leo.), Le cacaoyer dans 1'Etat de Bahia. Berlin, Friedlünder, 1914. 12 en 156 bladz. Met 48 afb. en tab. Mark 12.—.
CcUotropis.
Berteau (A.), Les calotropis, arbres a soie. Utilisation de Fécorce. Fibres de la tige. Aigrette caoutchouc et gutta. Paris, Challamel, 1913. 91 bladz. Met 10 afb. frcs. 3.50.
Cassave.
Colson (L.) et L. Chatel, Culture et industrie du manioc. Paris, Challamel, 1906. 8 en 95 bladz. Met 1 pl. en afb. frcs. 8.—.
Hubert (P.) et E. Dupré, Le manioc. Paris, Dunod, 1910. 10 en 368 bladz. Met afb. frcs. 8.—.
Ca8toroliepïant.
Dubard (M.) et Ph. Eberhardt, Le ricin. Botanique, culture, industrie et commerce. Paris, Challamel, 1902. 88 bladz. met afb.
frcs. 3.50.
Citroen.
Guillaumin (A.), Les citrus cultivés et sauvages. Paris, Challamel, 1917. 80 bladz.
Guitet-Vauquelin (P.), La culture des citrus. Paris, Challamel, 1917. 104 bladz.
Graan.
Berthault, Blé. — Zie bladz. 11: N. Bibl. cultiv.
Ducellieb (L.), Les blés du Sahara, Alger, Bibl. du Colon du Nord de 1'Afrique, 1920. 56 bladz. Met 13 afb. frcs. 3.75.
Dumont (R.), Les céréales. Culture productive. Paris, Larousse, 1920. 240 bladz. Met 116 afb. frcs. 9.—.
Garola, Céréales. — Zie bladz. 8: Encycl. Wéry, 11.
Bet (Emile), La culture rémunératrice du blé. Paris, Baillière, 1914. 164 bladz. Met 44 afb. frcs. 2.—.
Zolla (Dan.), Le blé et les céréales. Paris, Doin, 1909. 8 en 298 bladz. Met krtn. frcs. 5.—.
Haver.
Denaiffe et Sirodot, L'avoine. Paris, Baillière, 1902. 840 bladz.
Met 210 afb. frcs. 7.50. Met 2 supplementen, 1914.



Bijzondere Plantenteelt
27
Ilang-ilang.
Desruisseatjx (P. A.), L'Ylang-YIang.. Culture, préparation, commerce. Pajris, Challamel, 1911. 58 bladz. Met afb. frcs. 3.60.
Kamfer.
Peerot (E.) et V. Gatin, Le camphrier et ses produits. Paris, Vieot, 1920. 60 bladz.
Katoen.
Heney (Yves), Culture pratique du cotonnier. 2e éd. Paris, Challamel, 1913. 464 bladz. Met afb. frcs. 12. .
Vuillet (F.), La culture du coton égyptien dans PArizona. Paris, Larose, 1922. 88 bladz. Met afb.
Koffie.
bouttlly (V.), Le caféier de Libéria. Sa culture et sa manipulation. Paris, Challamel, 1900. 8 en 140 bladz. Met afb. frcs. 3.50.
Caféier. — Manuel pratique de la culture du caféier et du cacaoyer au Congo Beige. Bruxelles, Ministère des Colonies, 1908. 94 bladz. Met pl. en afb.
Fauchêee (A.), Culture pratique du caféier et préparation du café. Paris, Challamel, 1908. 198 bladz. Met 63 afb. frcs. 20.—.
Lalièee (A.), Le café dans 1'Etat de Saint Paul (Brésil). Paris, Challamel, 1909. 14 en 417 bladz. Met 98 pL en afb.
frcs. 10.—. (Uitverkocht). Pierrot (E.), Culture pratique et rationnelle du caféier et préparation du grain pour la vente. Paris, Challamel, 1906. 95 bladz. Met afb.
frcs. 10.—.
Raoul (E.), et E. Darolles, Culture du caféier. 2e éd. Paris, Challamel, 1897. Met plaat. frcs. 14. .
Kola.
Chevalieb (A.) et E. Perrot, Les kolatiers et les noix de kola. Paris, Challamel, 1911. Met platen. frcs. 40. .
Vuillet (J.), Les kolatiers et les kolas. Paris, Challamel, 1907. 32 bladz. Met 1 pl. frcS. 1.50.
Lavendel.
Moubbe (Ch.), La lavande frangaise, sa culture, son industrie, son analyse. Paris, Gauthier-Villars, 1928. 22 en 151 bladz. frcs. 10. .
Maté.
Anastey (Em.), Le maté au point de vue agricole, médical, hygiénique, militaire et commercial avec ses modes de préparation. Cavaillon. Mistral, 1916. 64 bladz.
Demersay (A.), Etude économique sur le maté ou thé du Paraguay. Paris, Challamel, 1867. frcs. 6. .
Moeeau de Tours (A.), Le maté. Etude historique, chimique et phy.siologique. Paris, Steinheil, 1904. 74 bladz. Met 9 afb. frcs. 2.50.



28
Bijzondere Plantenteelt
Palmen.
Adam (Jean), Les plantes oléifères de 1'Afrique occidentale francaise. I. Arachide. II. Le palmier a huile. III. Le cocotier. Paris, Challamel, 1908—15. 3 dln. Met kaarten en afb,
Annet (Emile), Le palmier a huile au Cameroun et en Afrique tropicale. Variétés, culture, exploitation. Paris, Larose, 1921. 154 bladz. Met afb.
Henry (Yves) et Houard, Etudes et projets d'amélioration de 1'exploitation du palmier a huile. Paris, Larose, 1922. 140 bladz. frcs. 10.—. Hubert (P.), Le cocotier. Paris, Dunod, 1906. 133 bladz. Met 39 afb.
frcs. 5.—.
Hubert (P.), Le palmier a huile. Paris, Dunod, 1911. 9 en 314 bladz.
frcs. 8.—.
Prudhomme (E.), Le cocotier. Paris, Challamel, 1906. Met 80 platen.
frcs. 28.—.
Parfums.
Hubert (Paul), Plantes a parfums. Paris, Dunot et Pinat, 1909. 610 bladz. Met 172 afb. frcs. 10.—.
Rolet, Plantes a parfums. — Zie bladz. 9: Encycl. Wéry, 66.
Ramehplant.
Michotte (F.), Traité scientifique et industriel de la ramie. Paris, Michelet, 1890—93. 2 dln. en Appendice. Met 98 afb. frcs. 18.—.
Rubber, Caoutchouc, Getapercha.
Baby (Paul), Le caoutchouc. Paris, 1923. 6 en 254 bladz. Met 50 afb.
frcs. 29.—.
Bouasse (M. H.), Sur les modules d'élasticité de traction du caoutchouc vulcanisé. 1904.
Bulletin de 1'Association des Planteurs de caoutchouc — Zie Tijdschriften.
Caoutchouc (Le) et la gutta-percha. — Zie Tijdschriften.
Dubosc (A.) et A. Luttringer, Le caoutchouc. Sa chimie nouvelle. Ses synthèses. Paris, Cillard, 15 rue Ticquetonne, 1914. frcs. 20.—.
Eberhardt (Ph.) et M. Dubard, L'arbre a caoutchouc du Tonkin et du Nord-Annam. Paris, Challamel, 1910. frcs. 2.50.
Essences. — Manuel pratique de la culture et de 1'exploitation des essences caoutchoutifères indigènes et introduite au Congo Beige. Bruxelles, Ministère des Colonies, 1909. 126 bladz. Met 29 pl. en afb.
Fayol (A.), Le caoutchouc Paris, Béranger, 1909. 138 bladz.
frcs. 7.50.
Henry (Yves), Le caoutchouc dans 1'Afrique occidentale francaise. Paris, Challamel, 1906. Met kaart en vele platen. frcs. 18.—.
Jumelle (Henri), Les plantes a caoutchouc et a gutta. Exploitation, culture et commerce dans tous les pays chauds. Paris, Challamel, 1903. 542 bladz. Met 57 afb. frcs. 24.—.



Bijzondere Plantenteelt
29
Jumelle (H.) et H. Perrier de la Bathie, Les plantes a caoutchouc
de louest, du Sud-ouest et du Nord de Madagascar. Z dm. Paris,
Challamel, 1911. frcs. 2.
Luc (M.), Un arbre a caoutchouc du Congo. Le Fontumia elastica
Pans, Challamel, 1907. frcs. 1.50
Mathieu (C), Culture du caoutchouc de Para (Hevea brasiliensis) Manuel du planteur en Malaisie. Paris, Challamel, 1909. Met afb.
frcs. 36.—
Moulay (A.), Le Manisoba (Manihot Glaziovi). Paris, Challamel 1905. frcs. 1.50
Neep (A.), Le caoutchouc synthétique Etat actuel du problème Liège, 1913.
PoNno (M.), Analyse du caoutchouc et de la gutta-percha. Paris Gauthier-Villars, 1909. frcs. 2.50
Romburgh (P. van), Les plantes a caoutchouc et a gutta-percha
cultivées aux Indes néerlandaises. Paris, Challamel, 1903. Met 15
platen. frcs. 50.
Rigotard (L.) et R. Thillard, La culture des arbres a gutta-percha
a Java. Paris, Challamel, 1913. frcs. 1.75
RrPEAU (F.), Caoutchoucs. (Heveas Brasiliensis) amazoniens et
asiatiques. Pans, Larose, 1914. frcs. 4.—
Spire (C. et A.), Le caoutchouc en Indo-Chine. Etude botanique.
industrielle et commerciale. Paris, Challamel, 1906. 8 en 262 bladz. Met
kaart, 35 platen en vele afb. frcs. 36.—,
Ventou-Duclaux (L.), Les caoutchoucs artificiels. Paris, Dunod
et Pinat, 1913. 114 bladz. frcs. 3.75
Walle (Paul), Au pays de 1'or noir. Le caoutchouc du BresiL Nouv,
éd. Paris, Guilmoto, 1911. Met kaarten en afb. frcs. 8.50
Sisal.
Marqués (A.), Culture et préparation du sisal. (henequèn). Paris, Challamel, 1909. 96 bladz. Met afb. frcs. 4.50.
Soja.
Li-Yu-Ying et L. Grandvoinnet, Le soja. Sa culture, ses usages alimentaires, thérapeutiques, agricoles et industriels. Paris, Challamel, 1912. 144 bladz. Met 3 platen en afb. frcs. 10.—.
Suikerriet.
Boname (Ph.), Culture de la canne a sucre a la Guadeloupe. 2e éd. Paris, Challamel, 1888. frcs. 5.—. (Uitverkocht).
Colson (L.), Culture et industrie de la canne a sucre aux Hes Hawai et k la Réunion. 2e éd. Paris, Challamel, 1905. 22 en 431 bladz. Met afb. frcs. 24.—.
Somay (P. de), La canne a sucre k 1'ile Maurice. Paris, Challamel, 1920. 8 en 677 bladz. Met 32 platen. frcs. 50.—.
Tabak.
Blérard (E. D.), La culture du tabac a la Martinique. Paris, Challamel, 1898. 92 bladz. Met 16 afb. frcs. 1.50.



30
Bijzondere Plantenteelt
Collet (O. J. A.), Le tabac. Sa culture et son exploitation dans les régions équatoriales Publication de la Société d'Etudes coloniales de Belgique. Bruxelles, Falk, 1903. frcs. 10.—.
Thillard, La culture du tabac de Sumatra au Cameroun. Paris, Larose, 1922. 102 bladz. frcs. 7.50.
Thee.
Guigon (C. A.), Le thé, manuel de 1'importateur. Paris, Challamel, 1901. frcs. 14.—.
Neuville (H.), Technologie du thé. Paris, Challamel, 1905. 269 bladz. Met 29 afb. frcs. 14.—.
Truffels.
Mouillefert, La truffe. Paris, Libr. agric. de la Maison Rustique. 88 bladz. Met 18 afb. frcs. 2.—.
Vanille.
Chalot (Ch.), Culture et préparation de la vanille. Avec la collaboration de H. Bernard. Paris, Larose, 1920. 218 bladz. Met 37 afb.
Wijn.
Brunet, Matériel vinicole, viticole. — Zie bladz. 9: Encycl. Wéry, 38 en 39.
Brunet (R.), A travers les grands vignobles francais et étrangers
Paris, Libr. agric. de la Maison Rustique, 1913. 272 bladz. Met 3 pl en 150 afb. frcs. 15.—,
Chancrin (E.), Viticulture moderne. 2e éd. Paris, Hachette, 1909
332 bladz. Met 208 afb. frcs. 10.—,
Couanon, Bon vigneron. — Zie bladz. 12: N. Bibl. cultiv.
Durand, Viticulture pratique. — Zie bladz. 10: Bibl. conn. utiles.
Fitz-James, Viticulture. — Zie bladz. 10: Bibl. conn. utiles.
Grandvoinnet (J.), Les cépages américains pour la reconstruction du vignoble francais. Description 'des variétés principales porte-greffes et producteurs directs. Précédé d'une introduction sur Fétude de ces cépages par Menault. Paris, Doin, 1900. 108 bladz. Met 45 gekl. pl.
frcs. 3.50.
La Laurencie (De), Pratique de plantation et greffage des vignes américaines. 2e éd. Paris, Libr. agric. de la Maison Rustique, 1889. 174 bladz. Met 26 afb. frcs. 1.25.
Mouillefert (P.), Les vignobles et les vins de France et de 1'étranger. Paris, Libr. agric. de la Maison Rustique, 1891. 560 bladz. Met 7 krtn. en 117 afb. frcs. 20.—.
Pacottet, Viticulture. — Zie bladz. 8: Encycl. Wéry, 18.
Revue de viticulture. — Zie Tijdschriften.
Artsenijgewassen.
Beille (L.), Précis de botanique pharmaceutique. Paris, Maloine, 1904—1909. 2 dln. Met 14 gekl. pl. en 875 afb. frcs. 20.—.



Bijzondere Plantenteelt, Tuinbouw
31
Congres national de Ia culture des plantes médicinales.
frcs. 10.—.
Het tweede in 1922 te Bourges. Lons-le-Saunier, Declume. 1922. 112 bladz. Met afb.
Cobbevon (H.), Le jardin de 1'herboriste. Propriétés et culture des plantes médicinales et simples. 2e éd. Genève, Kundig, 1900. Met vele aIb' frcs. 3.60.
COUPIN (H.), Les plantes médicinales. Paris, Schleicher, (1908). 314 bladz. Met 30 gekl. pl.
Garrigues (Alb.), Les plantes en médecine. Paris, Doin, 1921. 2 dln.
Per deel frcs. 8.—.
Le seigle et 1'ergot. 254 bladz. Met 22 afb. Les blés. 804 bladz. Met afb. Leclerc (Henri), Précis de phytothérapie. Essais de thérapeutique par les plantes frangaises. Paris, Masson, 1922. 16 en 298 bladz.
frcs. 12.—.
Rolet, Plantes médicinales. — Zie bladz. 9: Encycl. Wéry, 73.
Tuinbouw.
Algemeene Werken.
Baltst (Ch.), L'art de greffer. Arbres et arbustes fruitiers, arbres forestiers ou d'ornement, plantes coloniales, reconstruction du vignoble.
10e éd. Paris, Masson, 1920. 8 en 540 bladz. Met 220 afb. frcs. 7. .
De eerste druk verscheen in 1868.
Bellair (Georges), Traité d'horticulture pratique. 4e éd. Paris, Doin, 1914. 7 en 1348 bladz. Met 602 afb. (In herdruk), frcs. 8.—.
Bellair (G.), L'hybridation en horticulture. Production des variétés, des métis, des hybrides et des races. Croisements, sélection. Paris, Doin, 1909. 340 bladz. Met 123 afb. frcs. 10.—.
Bois (D.), Dictionnaire d'horticulture. Paris, Klincksieck, 1893— 1899. 2 dln. Met 6 pl. en 959 afb. frcs. 60.—.
Bois, Petit jardin. — Zie bladz. 10:- Bibl. conn. utiles.
Chevalier (A.) e.a., Manuel d'horticulture coloniale. Paris, Challamel, 1913. Met afb. frcs. 20. .
Congres international d'horticulture.
Liège, 1905. Bruxelles, Impr. des travaux publics, 1905. frcs. 6.—. Bruxelles, 1910. Bruxelles, J. Goemaere. 2 dln. frcs. 5.10.
Decaisne (Joseph) et Ch. Naudin, Manuel de 1'amateur des jardins, traité général d'horticulture. Paris, Didot, 1862—72. 4 dln. Met afb.
frcs. 30.—.
Jardin (Le). — Jardin (Le Petit). — Zie Tijdschriften.
Jardinier (Le bon), Encyclopédie horticole rédigée par D. Bois et G. T. Grignan. 150e éd. Paris, Libr. agric. de la Maison Rustique, 1915. 1000 bladz. Met meer dan 500 afb. frcs 28 —



32
Tuinbouw
Jardinier (Nouveau), illustré par Herincq, Lavallée, Neumann, Verlot, Courtcis-Gérard, Pavard, Cels et Burel. 48e éd. Paris, Libr. agric. de ba Maison Rustique. 1760 bladz. Met 580 afb. frcs. 15.—. Verschijnt bijna elk jaar sedert 1866.
Journal de la Société nationale d'horticulture de France. — Zie Tijdschriften.
Leleu (L. A.), Etude des principaux terrains de Saint-Germain-enLaye en vue de 1'application des engrais aux cultures horticoles. Paris, Libr. agric. de la Maison Rustique, 1921. 28 bladz. Met 1 krt.
Moniteur (Le) d'horticulture et d'arboriculture. — Zie Tijdschriften.
Oberthur (René), Henri Dauthenay e. a., Répertoire de couleurs pour aider a la déternünation des couleurs des fleurs, des feuillages et des fruits, publié par la Société francaise des Chrysanthémistes. Paris, 1905. 82 en 11 bladz. Met 365 losse gekl. pltn. frcs. 50.—.
Revue horticole. — Zie Tijdschriften.
Rudolfh, Manuel du jardinier. — Zie bladz. 10: Bibl. conn. utiles. truffaut (Georges), Comment on soigne son jardin. Paris, chez 1'auteur, 1914. 432 bladz. Met afb. frcs. 1.—.
Tuinaanleg.
Alphand (Adolphe), Les promenades de la ville de Paris, Bois de Boulogne et de Vincennes, parcs, squares et boulevards de la ville de Paris. Paris, Rothschild, 1873. Met 103 pl. en 487 houtsneden. 2 dln. foL
frcs. 480.—.
André (E.), L'art des jardins. Traité général de la composition des parcs et jardins. Paris, G. Masson. (1879). 8 en 888 bladz. Met 521 afb. 4°. frcs. 35.—.
Bellair, Parcs et jardins. — Zie bladz. 9: Encycl. Wéry, 70.
Congres Cinquième Congres des jardins ouvriers. Compte rendu par Lemire. Paris, 1920. 226 bladz. frcs. 7.50.
Het eerste congres had plaats in 1903.
Forestter (J. C. N.), Les gazons. Paris, Laveur, 1908. 121 bladz. Met pl. en afb. frcs. 5.—.
Forestier (J. C. N.), Jardins. Carnet de plans et de dessins. Paris, Emile-Paul, 1921. 240 bladz. Met 127 pl. frcs. 75.—.
Gressent, Parcs et jardins. 10e éd. Paris, Libr. agric. de la Maison Rustique. Met 318 afb. frcs. 15.—.
De eerste druk verscheen in 1877.
Ligne (Prince de), Coup d'ceil sur Beloeil et sur une grande partie des jardins de 1'Europe. Nouvelle éd. Paris, Bossard, 1922. 333 bladz. Met portr.
Riat (Georges), L'art des jardins. Paris, May, 1900. 390 bladz. Met
180 afb. ircs. a.w
VÉRA (A.), Les jardins. Paris, Libr. agric. de ba Maison Rustique 160 bladz. Met talrijke afb. frcs. 120.—
Véra (A.), Le nouveau jardin. Paris, Paul, 1912. 5 en 292 bladz
Met houtsneden, gr. 4°. ircs. m



Tuinbouw
33
Viaud-Bbuant (J.), Jardins d'artistes. Peintres et jardiniers. ïïlustrations par Raphaël, Roll, Ernest, Laurent, etc. 5e éd. Poitiers, Soc. franc, d'imprimerie et de librairie, 1916. 272 bladz. Met vele afb.
frcs. 6.—.
Vruchtenteelt.
Baltet (C), Traité de la culture fruitière, commerciale et bourgeoise. 5e éd. Paris, Masson, 1914. Met 502 afb. frcs. 6.—.
De eerste druk verscheen in 1884.
Baltet (C), La pépinière, fruitière, forestière, arbustive, vigneronne et coloniale. Paris, Masson, 1903. Met 285 afb. frcs. 8.—.
Bellair, Arbres fruitiers. — Zie bladz. 10: Bibl. conn. utiles.
Bussard et Duval, Arboriculture fruitière. — Zie bladz. 8: Encycl. Wéry, 16.
Congbès de la pomme. Rennes, 4, 5, 6 Novembre 1921. Bennes, Imprimeries réunies, 1922. 358 bladz. frcs. 10.—.
Decaisne (Joseph), Le jardin fruitier du Muséum ou Iconographie descriptive des différentes espèces et variétés d'arbres fruitiers cultivés dans eet établissement, avec leur description, leur histoire etc. Paris, Didot, 1857—78. 9 dln. frcs. 600.—.
Fbuits (Les meilleurs) au XXe siècle. — Zie Tijdschriften.
Gressent, L'arboriculture fruitière, comprenant la culture intensive et extensive des fruits de table. 13e éd. Paris, Libr. agric. de la Maison Rustique. Met 485 afb. frcs. 15.—.
Hariot (P.), Le pommier. Origine, culture, utilisation, le cidre, les ennemis du pommier. Paris, Laveur, 1906. frcs. 3.—.
Hubeet (P.), Fruits des pays chauds. Tome I. Paris, Dunod, 1912. 10 en 728 bladz. Met 227 afb. frcs. 15.—.
Latière (H.), Cultures fruitières de plein vent. Leur exploitation industrielle. Paris, Coulet et fils, 1905. 10 en 208 bladz. Met afb. en 1 Pb frcs. 3.—.
Leroy (A.), Dictionnaire de pomologie. Paris, Goin, 1867—73. 4 dln.
frcs. 40.—.
Mas (Alphonse), Le verger, ou histoire, culture et description des variétés de fruits le plus généralement connues. Paris, Masson, 1873. 8 dln. Met gekleurde platen. frcs. 200. .
Mas (Alphonse), Pomologie générale. (Suite de la publication périodique le Verger). Paris, Masson, 1872—83. 12 dln. frcs. 144.—.
Mazièbes (E. de), Le figuier, 1'abricotier, le prunier et 1'industrie des fruits séchés. Paris, Baillière, 1920. 90 bladz.
Mortillet (M. P. de), Arboriculture fruitière. Les meilleurs fruits par ordre de maturité et par série de mérite, culture et soins qu'ils réclament. Silhouettes et dessins des fruits, fleurs et noyaux en grandeur naturelle. Grenoble, Prudhomme, 1865—68. 3 dln. Met platen.
frcs. 36.—.
Olivier (Pour 1'). Compte-rendu des travaux du 5e Congrès international d'oléiculture, a Marrahech et a Rabat 25 nov.—10 déc. 1922. Paris, Libr. agric. de la Maison Rustique, 1923. 340 bladz. Met 24 platen. frcs. 50.—.



34
Tuinbouw
Rabaté, Taille des arbres fruitiers. — Zie bladz. 11: N. Bibl. cultiv.
Seyot (P.), Etudes morphologiques et physiologiques sur le cerisier. Rennes, Impr. des Arts et Manufactures, 1908. 188 bladz. Met 58 afb. — Diss. frcs. 8.—.
Groententeelt.
Brévans (De), Légumes et fruits. Zie bladz. 10: Bibl. conn. utiles.
Brunet (Raymond), Manuel pratique de la culture de 1'artichaut, de Fasperge et du cardon. Paris, Mulo, 1902. 6 en 132 bladz. Met 13 afb. frcs. 2.—.
Brunet (Raymond), Manuel pratique de la culture du fraisier. Paris, Mulo, 1902. 6 en 136 bladz. Met 28 afb. frcs. 2.—.
Brunet (Raymond), Manuel pratique de la culture du melon, de la citronelle et du concombre. Paris, Mulo, 1902. 6 en 132 bladz. Met
üö aiD. frcs. 2.50
Bussard, Cultures potagères. — Zie bladz. 8: Encycl. Wéry, 15 Chenevard (W.), Culture maraichère et de nrimeurs du Sud-Est
du Midi et de 1'Afrique du Nord. Paris, Baillière, 1918. 128 bladz. Met
74 aio. frcs. 2.50
Gibault (Georges), Histoire des légumes. Paris. Librairie horticole
1912. 8 en 404 bladz. Met vele afb. frcs. 5.—.
Henri (le Frère), Traité pratique de culture maraichère. Rennes
üahon-Kault, 1922. 278 bladz. Met afb. Hubert (P.), Ananas. Paris, Dunot, 1908. Met 52 afb. frcs. 5.
Lambertye (Léonce de), Le fraisier, sa culture en pleine terre et h
rair uwe. ze ed. Jfaris, Com, 1907. 104 bladz. frcs. 1.
Lebrun (L.), Culture du chou a choucroute. Fabrication de la choucroute. Paris, Libr. agric. de la Maison Bustique, 1918. 82 bladz. Met
z aiD. frcs. 2.—.
Nanot (J.) et B, Vuignier, Fruits et légumes de primeur. Paris
l,iDr. agric. üe la Maison Kustique, 1915. 2 dln. Met 4 pl. en 157 afb.
frcs. 20-
Touraine (F.), Les fraisiers remontants. Paris, Librairie horticole,
±»u». ïiD Diaaz. met geKi. pi. en 8 aiD. frcs. 1.50,
Vilmorin-Andrieux et Cie., Les plantes potagères. Description et
culture aes principaux légumes des climats temperés. 3e éd. Paris, Vilmorin, 1904. 20 en 804 bladz. Met 58 gekl. pL en afb. frcs. 20.—',
Bloementeelt.
Bellair (G.) et L. Saint-Léger, Les plantes de serre. Description, culture, emploi des espèces ornementales ou intéressantes, cultivées dans les serres de PEurope. Paris, Doin, 1900. 12 en 1672 bladz. Met 627 afb. frcs. 16.—.
Bois, Orchidées. — Zie bladz. 10: Bibl. conn. utiles.
Bois, Plantes d'appartement. — Zie bladz. 10: Bibl. conn. utiles.
Costantin (Julien), La vie des orchidées. Paris, Flammarion, 1917. 185 bladz. Met 17 afb. frcs. 2—.
Granger, Fleurs du Midi. — Zie bladz. 10: Bibl. conn. utiles.



Tuinbouw
35
Kerchove de Denterchem (O. de), Le livre des orchidées. Paris, Masson, 1894. 8 en 601 bladz. Met 31 pL en 310 afb. frcs. 30.—.
Pacottet et Dairat, Cultures de serres. — Zie bladz. 8: Encycl. Wéry, 19.
Simon (L.), Nomenclature de tous les noms de roses connus, avec indication de leur race, obtenteur, année de production, couleur et synonymes, etc 2e éd. Paris, Librairie horticole, 1906. 24 en 176 bladz.
frcs. 3.50.
Vilmorin (Mme Lacoin de), Les bouquets. Paris, Libr. agric de la Maison Rustique. 156 bladz. Met 8 gekl. pL en «0 afb. frcs. 12.—.
Vilmorin-Andrieux, Les fleurs de pleine terre. Description, culture et emploL 5e éd. Paris, Libr. agric. de la Maison Rustique. 1376 bladz. Met meer dan 1800 afb. frcs. 26.—.
De eerste druk verscheen c 1860.
Vilmorin, Floriculture. — Zie bladz. 10: Bibl. conn. utiles.
Boomteelt.
Cardot (E.), Manuel de 1'arbre, pour 1'enseignement sylvopastoral dans les écoles. Paris, Hachette, 1907. 94 bladz. Met vele afb.
frcs. 1.50.
Chancerel (Lucien), Flore forestière du globe. Paris, GauthierVillars, 1920. 4 en 738 bladz. frcs. 45.—.
Henry (Yves) et P. Ammann, Acacias a tanin du SénégaL Paris, Challamel, 1913. 53 bladz. Met afb. frcs. 1.40.
Jaccard (Paul), Nouvelles recherches sur 1'accroissement en épaisseur des arbres. Essai d'une théorie physiologique de leur croissance concentrique et excentriquc Lausanne. 1919. 12 en 200 bladz. Met 130 afb.
Leroux, Osiériculture. — Zie bladz. 9: Encycl. Wéry, 72.
Lesourd, Cresson. — Zie bladz. 12: Bibl. Gaz. village.
Lesourd, Noyer. — Zie bladz, 12: N. Bibl. cultiv.
Lesourd, O sier. — Zie bladz. 12: Bibl. Gaz. village.
Mouillefert (Pierre), Traité des arbres et arbrisseaux forestiers, industriels et d'ornement, cultivés ou exploités en Europe et plus particulièrement en France, donnant la description et 1'utilisation de plus de 2400 espèces et 2000 variétés. Paris, Klincksieck, 1892—98. 2 dln. Met atlas van 195 pl. frcs. 106.—.
Pardé (L.), Iconographie des conifères fructifiant en France. Paris, Lhomme, 1912. frcs. 560.—.
Tricaud, Chataigner. — Zie bladz. 12: N. Bibl. cultiv.
Vaulot, Robinier faux-acacia. — Zie bladz. 12: BibL Soc. Agric.



36
boschbouw
Boschbouw.
Adrian (A.), Barême forestier. Cubage des bois abattus, des bois
en grume d'apres la arconlerence et le diametre et des bois équarris,
JJebit et equarrissage des bois. (Jubage et estimation des bois sur pied 10e éd. Nancy, 1920. 4, 214 en 4 bladz. Met 3 afb.
Beauverie (j.), Le bois. Paris. Gauthier-Villars, 1905. 2 fascicules
Met 485 afb. waarbij 16 platen. frcs. 20.—.
Bertin (A.), Mission d'études forestières, envoyée dans les Colonies
frangaises par les Mmistres de la Guerre et l Armement, et des Colonies,
DL I. Fans, Larose, 1918. Met afb.
I frcs. 7.50, II12.—, III 25.—, IV 20.—, V 18.—
Bouteiller (M. le), Exploitations forestières et scieries. Paris Dunod, 1923. 309 bladz. Met afb. frcs. 19.50
Breton-Bonnard (L.), Le reboisement par les résineux. Paris, Baillière, 1918. 276 bladz. Met 61 afb.
Bulletin de la Société Centrale Forestière de Belgique. — Zie Tijdschriften.
Chancerel (L.), Traité pratique de sylviculture, exploitation forestière et boisement. Paris, Gauthier-Villars, 1920. 373 bladz. Met 87 afb. , frcs. 2L—.
Chevalier (A.), La forêt et les bois du Gabon. Paris, Challamel, 1916. 8 en 470 bladz. Met 56 afb. frcs. 40.—.
Daubree (Lucien), Statistique et atlas des forêts de France, d'après les renseignements fournis par les Agents des Eaux et Forêts. Paris, Ministère de 1'Agriculture, 1911—13. 2 dln. fol. frcs. 60.—,
Demontzey (P.), Traité pratique du reboisement et du gazonnement des montagnes. 2e éd. Paris, Rothschild, 1882. 528 bladz. Met 105 afb.
frcs. 30.—.
Demontzey (P.), L'extinction des torrents en France par le reboisement. Paris, Ministère de 1'Agriculture, 1894. 2 dln. Met 32 pL en 127 afb. door Ch. Kuss. Niet in den handel.
Descombes (P.), La défense forestière et pastorale. Paris, GauthierVillars, 1911. 11 en 410 bladz. Met kaarten en afb. frcs. 12.—.
Dumesny (Paul) et j. Noyer, Industrie chimique des bois, leurs dérivés et extraits industriels. Préface de D. Fleurant. Paris, Tignol, 1906. frcs. 12.—.
Feon, Sylviculture. — Zie bladz. 8: Encycl. Wéry, 17.
George (j.), Dégats causés aux fórets par les balles du fusil de 1'armée. L'indemnité qu'ils exigent et son règlement. Paris, BergerLevrault, 1903. 84 bladz. Met afb. en platen. frcs. 4.—.
Gerschel (j.), Vocabulaire forestier frangais-anglais-allemand- 4e éd. Paris, Berger-Levrault, 1905. 5 en 203 bladz. frcs. 6.—.



boschbouw
37
Henry (E.), Préservation des bois contre la pourriture par le sol, les champignons et les insectes. Recherches sur la valenr comparative de divers antiseptiques. Paris—Nancy, Berger-Levrault, 1907. Met 10 pl. frcs. 4.—.
Huffel (G.), Economie forestière. 2e éd. Paris, Libr. agric. de la Maison Rustique. 3 dln. I, II frcs. 40.—, 1H in bewerking.
Jolyet (A.), Traité pratique de sylviculture. 2e éd. Paris, Baillière, 1916. 724 bladz. Met afb.
Jolyet (A.), Le transport des bois dans les forêts coloniales. 2e éd. Paris, Challamel, 1912. frcs. 2.50.
Journal forestier suisse. — Zie Tijdschriften.
Le Bouteiller (M.), Exploitations forestières et scieries. Paris, Dunod. 308 bladz. frcs. 19.50.
Marc (M.), Notes sur les forêts de 1'Algérie. Alger, Direct, des forêts. Paris, Jourdan, 1916. 334 bladz. Met krt. en 4 graph. voorst
Mathey (A.), Traité d'exploitation industrielle et commerciale des bois. Paris, Laveur, 1906—08. 2 dln. frcs. 35.—.
Mélard (A.), Insuffisance de la production des bois d'ceuvre dans le monde. Paris, Ministère de 1'Agriculture, 1900. 119 bladz.
Meniaud (J.), La forêt de Ut Cóte d'Ivoire et son exploitation. Paris, Larose. frcs. 50.—.
Morvan (J.), Le barême pratique. Méthode compléte de calculs rapides. Paris, Dunod et Pinat, 1919. 141 bladz. frcs. 6.—.
Mouillefert (J.), Traité de sylviculture. Paris, Alcan, 1903—04. 2 dln. Met 102 pl. en 97 afb. frcs. 13.—.
Régime (Le) forestier aux Colonies. Paris, Challamel, 1914. 3 dln.
frcs. 60.—.
Revue des eaux et forêts.'— Zie Tijdschriften.
Rouget (Fernand), Pourquoi et comment il faut développer Pexploitation des bois coloniaux. Paris, Larose, 1919. 4 en 119 bladz.
Rouleau de Ut Roussière (R.), Cubage des bois sur pied et abattus. Manuel pratique. 2e éd. Paris, Libr. agric. de la Maison Rustique, 1919. 159 bladz. Met 10 afb. en 17 tab. frcs. 6.—.
Thil (A.), Description des sections transversales de 120 espèces de bois indigènes et exotiques. Paris, Laveur, 1904. 49 bladz. en 6 platen. 4°.
frcs. 40.—.



38
Plantenziekten
Plantenziekten. — Insecten. — Schadelijke invloeden.
Annales dn Service des Epiphyties. — Zie Tijdschriften. Annales de 1'Institut Pasteur. — Zie Tijdschriften. Balbiani (G.)f Le Phylloxéra du chêne et le phylloxéra de la vigne. Etude d'entomologie agricole. Paris, Gauthier-Villars, 1883. 4°.
frcs. 5.—.
Baebey (A.), Traité d'entomologie forestière k 1'usage des forestiers, des reboiseurs et des propriétaires de bois. Paris, Berger-Levrault, 1913. 14 en 624 bladz. Met 358 afb. frcs. 20.—.
Beaueegaed (H.), Les insectes vésicants. Paris, Alcan, 1890. Met 34 pL en afb. frcs. 25.—.
Bel, Maladies de la vigne. — Zie bladz. 10: Bibl. conn. utiles.
Beenaed, Insectes de la vigne. — Zie bladz. 12: Bibl. Soc. Agric
Blanchon, Art de détruire les animaux nuisibles. — Zie bladz. 11: Bibl. conn. utiles.
Boisdhval (J.), Essai sur 1'entomologie horticole, comprenant 1'histoire des insectes nuisibles k 1'horticulture, avec 1'indication des moyens propres a les éloigner ou k les détruire, et Fhistoire des insectes et autres animaux utiles aux cultures. Paris, Donnaud, 1866. Met 125 afl>. frcs. 6.—.
Bouecaet (Emmanuel), Les maladies des plantes, leur traitement raisonné et efficace en agriculture et en horticulture. Paris, Doin, 1910. 6 en 655 bladz. Met 14 afb. frcs. 18.—.
Brunet (Raym.), Les maladies et insectes de la vigne. Paris, Libr. agric. de la Maison Rustique, 1914. 12 en 228 bladz. Met 12 gekl. pL en 53 afb. frcs. 9._.
Bulletin de 1'Institut Pasteur. — Zie Tijdschriften. Bulletin de la Société mycologique de France. — Zie Tijdschriften. Bulletin de la Société de Pathologie végétale de France. — Zie Tijdschriften.
Coenu (Max.), Etude sur le phylloxéra vastatrix. Paris, GauthierVillars, 1878. Met 24 pl. 4°. frcs. 10.—.
Decopfet (M.), Le hanneton. Biologie, apparition, destruction. ün siècle de lutte dans le canton de Zürich. Expériences récentes. Lausanne, Payot, 1920. 134 bladz. Met vele afb. en krtn. fol. frcs. 15.—.
Delaceoix, Maladies des plantes cultivées. — Zie bladz. 8: Encycl. Wéry, 21.
Delaceoix (G.), Les maladies et les ennemis des caféiers. 2e éd. Paris, Challamel, 1900. 2 en 212 bladz. Met 50 afb. frcs. 10.—.



Plantenziekten
39
Delaceoix (G.) et A. Maublanc, Maladies des plantes cultivées dans les pays chauds. Paris, Challamel, 1911. 9 en 595 bladz. Met afb.
frcs. 22.—. (Uitverkocht). Dongé (E.), Atlas de poche des insectes de France, utiles ou nuisibles, suivi d'une étude d'ensemble sur les insectes. Paris, Klincksieck, 1896. Met 72 gekl. platen door L. Planet. frcs. 6.50.
DONGÉ (E.) et P. Estiot, Les insectes et leurs dégats. Paris, Libr. agric. de la Maison Rustique. 118 bladz. Met 100 gekl. pl. en 91 afb.
frcs. 15.—.
DüSSUC, Ennemis de la vigne. — Zie bladz. 10: Bibl. conn. utiles. Ebikson (J. J.), Maladies cryptogamiques des plantes agricoles. Paris, Libr. agric. de la Maison Rustique. 250 bladz. Met 110 afb.
frcs. 18.—.
Etudes de biologie agricole. — Zie Tijdschriften. Fbon (G.), Les maladies des arbres et des plantes. 25 muurplaten en atlas.
Fbon, Plantes nuisibles a l'agriculture. — Zie bladz. 9: EncycL Wéry, 68.
Gastine (G.) et G. Couanon, Traitement des vignes phylloxérées; emploi du sulfure de carbone contre le phylloxéra. Paris, Masson,' 1884. frcs. 5.—.
Goueeau (Ch.), Les insectes nuisibles aux arbres fruitiers, aux plantes potagères, aux céréales et aux plantes fourragères. Avec 2 suppl. Paris, Masson, 1862—63. frcs. 10.—.
Guénaux, Entomologie et parasitologie agricoles. — Zie bladz. 8: Encycl. Wéry, 7.
Houabd (C), Les zoocécidies des plantes d'Afrique, d'Asie et d'Océanie. Description des galles. Paris, Hermann, 1923. 1056 bladz. Met afb.
Kehrig (Henri), La protection des oiseaux. Agriculture, hygiène, esthétique, pour nos vignes, nos vergers, nos champs et nos forêts. Paris, Hachette, 1921. 88 bladz. Met 32 afb. frcs. 3.—.
Mangin, Parasites végétaux des plantes cultivées. — Zie bladz. 12: N. Bibl. cultiv.
Maechal (Paul), Rapport sur les travaux par la mission d'étude de la cochylis et endémis pendant 1'année 1911. Paris, Béranger, 1912. 330 bladz. Met 2 pl. en 60 afb. frcs. 15.—.
Mayet (Valery), Les insectes de la vigne. Paris, Masson, 1889. Met 5 pl. en 80 afb. frcs. 10.—.
Montillot, Amateur d'insectes. Insectes nuisibles. — Zie bladz. 11: Bibl. conn. utiles.
Navel (H. C), Les principaux ennemis du cacoyer aux iles de SanThomé et de Principe. Rapport sur une mission d'étude agricole et phytopathologique. Paris, Larose, 1921. 136 bladz. Met 4 gekl. pl., 53 afb. en 2 krtn.
Neveu-Lemaiee (Maurice), Parasitologie des plantes agricoles. Préface par E. L. Bouvier. Paris, Lamarre, 1913. 12 en 720 bladz. Met 430 afb. frcs. 15.—.



40
Plantenziekten
Prillieux (Ed.), Maladies des plantes agricoles et des arbres fruitiers et forestiers causées par des parasites végétaux. Paris, Didot, 1895. 2 dln. Met 484 afb. frcs. 12.—.
Quanjer (H. M.), Recherches sur la leptonécrose de la pomme de terre et les maladies apparentées. Avec la collaboration de H. A. A. van der Lek. Traduites par V. Antoine. Paris, 1918. 96 bladz. Met 13 afb.
Quanjer (H. M.) et J. Oortwijn Botjes, L'enroulement des feuilles, leptonécrose, et la frisolée mosaique de la pomme de terre. Nancy, 1919. 24 bladz. Met 12 afb.
Rabaté, Destruction des mauvaises herbes. — Zie bladz. 11: N. Bibl. cultiv.
Revue frangaise d'ornithologie scientifique et pratique. — Zie Tijdschriften.
Robin (Ch.), Histoire naturelle des végétaux parasites qui croissent sur 1'homme et sur les animaux vivants. Paris, Baillière, 1853. 708 bladz. Met 3 afb. en atlas, 24 bladz. en 15 pltn. frcs. 18.—.
Truffaut (Georges), Les ennemis des plantes cultivées (maladies, insectes). Paris, Larousse, 1920. frcs. 15.—.



Veeteelt. Landbouwdierkunde
41
Veeteelt. — Landbouwdierkunde.
Algemeene Werken.
Bulletin de la Société nationale d'acclimatation. — Zie Tijdschriften.
Congrès, Rapports et Compte rendu des travaux dn Premier Congres International de PElevage et de FAlimentation. Bruxelles, Société beige de Zootechnie, 1910.
Dechambre (P.), Zootechnie générale. 3e éd. Paris, Asselin, 1915. 16 en 587 bladz. Met afb. frcs. 6.—.
Diffloth, Zootechnie. — Zie bladz. 8: Encycl. Wéry, 22—26. Eleveur (L'). — Zie Tijdschriften.
Ginieis, La connaissance du bétail. Paris, Amat, 1922. 434 bladz.
frcs. 15.—.
Gouin et Andouard, Elevage intensif. — Zie bladz. 12: N. Bibl. cultiv.
Guénaux, Zoölogie agricole, — Zie bladz. 8: Encycl. Wéry, 6.
PlERRE (C), L'élevage dans 1'Afrique occidentale francaise. Paris, Challamel, 1906. Met 2 kaarten en vele afb. en platen. frcs. 20.—.
Reul (Ad.), Précis du cours d'ethnogénie et d'ethnographie des animaux domestiques. Bruxelles, Vanbuggenhoudt, 1902. 396 bladz.
frcs. 13.—.
Saint-Hilaire (Geoffroy), Acclimatation et domestication des animaux utiles. 4e éd. Paris, Libr. agric. de la Maison Rustique, 1861. 534 bladz. Met 47 afb. frcs. 18.—.
Saint-Hilaire (H. Geoffroy), L'élevage dans 1'Afrique du Nord. — L'élevage au Maroc. Paris, Challamel, 1919, 1920. 2 dln. Met kaarten en afb. frcs. 40.— en 24.—.
Revue de zootechnie. — Zie Tijdschriften.
Sanson (A.), Traité de zootechnie ou économie du bétail. Nouv. éd. Paris, Libr. agric. de la Maison Rustique. 5 dln. 2016 bladz. Met 236 afb. frcs. 35.—.
De eerste druk verscheen van 1866—1874.
Villebresme, Elevage. — Zie bladz. 12: Bibl. Soc. Agric.
Veevoeding. — Weiden.
Alquier (J.), Analyse immédiate des aliments végétaux du bétail. Paris, Masson, 1912. 183 bladz. frcs. 2.—.
Bérillon, Alimentation des bêtes bovines. — Zie bladz. 12: N. Bibl. cultiv.
Bussard (L.) et G. Fron, Tourteaux de graines oléagineuses. Paris, Amat, 1905. Met afb. frcs. 16.—.



42
Veeteelt. Landbouwdierkunde
Coirard (Henri), Amélioration de l'élevage des animaux de 1'espèce bovine par la création de prairies temporaires a base de légumineuses et de graminées et 1'entretien rationel des prairies naturelles. Paris, Baillière 1918. 92 bladz. Met 16 afb.
Congres annuels de la Société de 1'Alimentation rationelle du Bétail. Paris, 69 rue de la Victoire.
Cornevin, Les plantes vénéneuses considérées au point de vue de 1'empoisonnement des animaux de la ferme. Paris, Libr. agric de la Maison Rustique. 524 bladz. Met 60 afb. frcs. 20.—.
Cornevin (Ch.), Des résidus industriels dans 1'alimentation du bétail. Paris, Didot, 1892. 552 bladz. Met 40 afb. frcs. 12.—.
Dumont, Alimentation du bétail. — Zie bladz. 11: Bibl. conn. utiles.
Garola, Prairies naturelles et artificielles. 5e éd. Paris, Libr. agric de la Maison Rustique, 1928. 312 bladz. Met 111 afb. frcs. 10.—.
Garola, Prairies et plantes fourragères. — Zie bladz. 8: Encycl. Wéry, 12. y |
Gouin, Alimentation des animaux. — Zie bladz. 9: Encycl. Wéry, 31.
Heuzé (Gustave), Les plantes fourragères. 7e éd. Paris, Libr. agric. de la Maison Rustique. 2 dln. 720 bladz. Met 142 afb. frcs. 14.—.
Lapparent (De), Prairies et paturages. — Zie bladz. 12: N. Bibl. cultiv.
Lhoste (Albert), Les succédanés des fourrages. Paris, Baillière, 1918. 96 bladz. 12°.
Marchadier et Goujon, Empoisonnements du bétail. — Zie bladz. 12: N. Bibl. cultiv.
Moreau-B érillon, L'Alimentation rationnelle des bêtes bovines. Paris, Libr. agric de la Maison Rustique, 1919. 160 bladz. Met 12 afb.
Tanret (G.), Recherches chimiques et physiologiques sur la graine de Galega. Paris, Berger-Levrault, 1917. 54 bladz. Met pL — Diss.
Hygiëne en Ziekten van het Vee.
Cadiot (P. J.) et J. Almy, Thérapeutique chirurgicale des animaux domestiques. Paris, Asselin & Houzeau, 1901—1903. 2 dln. Met afb.
frcs. 28.—.
Cagny et Gouin, Hygiëne et maladies du bétail. — Zie bladz. 9: Encycl. Wéry, 32.
Chauveau (Aug.), Arloing et P. X. Lesbre, Traité d'anatomie comparée des animaux domestiques. Paris, Baillière, 1903—1905. Met 745 afb. 2 dln. frcs. 30.—.
Curot (E.), Fécondation et stérilité dans les espèces domestiques. 2e éd. Paris, Amat, 1908. 287 bladz. frcs. 12.—.
Curot (E.), Hygiëne et alimentation du jeune bétail. Paris. 966 bladz. frcs. 20.—.
Curot (E.), Maladies du jeune bétail. Paris. 412 bladz. frcs. 20.—.
Fontaine et Huguier, Nouveau dictionnaire vétérinaire. Paris, Baillière, 1921. 800 bladz. Met vele afb. frcs. 45.—.
fontan, Santé des animaux dans les campagnes. — Zie bladz. 11: Bibl. conn. utiles.



Veeteelt. Landbouwdierkunde
43
Gombault (J. E.), Le vétérinaire populaire ou traité pratique des principales maladies des animaux domestiques. 17e éd. Paris, Baillière. 550 bladz. Met afb. frcsDe eerste druk verscheen in 1884.
Gunther et Prost-Lacuson, Médecine vétérinaire homoepathique. — Zie bladz. 11: Bibl. conn. utiles.
Journal de médecine vétérinaire et de zootechnie. — Zie Tijdschriften.
Montané (L.) et E. Bourdelle, Anatomie régionale des animaux domestiques. Paris, Baillière, 1913—20. 3 dln. Met afb.
Moussu (G.), Traité des maladies du bétail. 3e éd. Paris, Asselin et Houzeau, 1911. 6 en 1005 bladz. Met 18 pl. en 348 afb. frcs. 60.—.
Neveu-Lemaire (Maurice), Parasitologie des animaux domestiques. Maladies parasitaires non-bactériologiques. Paris, Lamarre, 1912. Met 770 afb. frcs- 16~-
Batlliet (A.), Traité de zoölogie médicale et agricole. 2e éd. Paria» Asselin & Houzeau, 1895. Met 892 afb. frcs. 20.—.
Becueil de médecine vétérinaire et de zootechnie. — Zie Tijdschriften.
Paarden.
Bénion et Dupas, Traité des maladies du cheval. Paris, Libr. agric. de la Maison Bustique. 510 bladz. Met 80 afb. frcs. 12.—.
Bonnefont, Elevage et dressage du cheval. — Zie bladz. 9: Encycl. Wéry, 34.
Champetieb, Maladies du jeune cheval. — Zie bladz. 10: Bibl. conn. utiles.
Chabpy, Cheval de trait léger. — Zie bladz. 12: Bibl. Soc. Agric. Cubot (E.), La ferrure de course du galopeur et du trotteur au haras et a 1'entrainement. Paris, Laveur, 1908. 200 bladz. Met 42 afb.
frcs. 10.—.
Cubot (E.) et P. Fournier, Comment nourrir le pur-sang au haras et a 1'entrainement. Paris, Asselin, 1907. frcs. 20.—.
Dechambee (P.), Les équidés. Paris, Amat, 1922. 442 bladz.
v frcs. 20.—.
Düpont, Age du cheval. — Zie bladz. 10: Bibl. conn. utiles.
Foubnier (P.), Le demi-sang, trotteur et galopeur. Paris, Laveur, 1907. 340 bladz. Met 26 afb. •*«*• •
Fouenieb (P.) et E. Curot, Le pur-sang. Hygiène, lois naturelles, croisements, élevage, entrainement, alimentation. Pans, Laveur, 1906. Met 26 afb. frcs. 30.—.
Fouenieb (P.) et J. Duret, Traité pratique de 1'élevage et de 1'entrainement du cheval de course. Paris, Laveur. 480 bladz. Met 54 afb.
frcs. 50.—.
galld3b, Acheteur de chevaux. — Zie bladz. 10: Bibl. conn. utiles. Gallieb, Cheval anglo-normand. — Zie bladz. 10: Bibl. conn. utiles.



44
Veeteelt. Landbouwdierkunde
Gallier (A.), Le cheval de demi-sang. Races frangaises. Paris. Laveur, (1908). 6 en 332 bladz. frcs. 2. .
Guénaux, Cheval et gros bétail en Normandie. — Zie bladz. 10: Bibl. conn. utiles.
Lavalard, Alimentation du cheval. — Zie bladz. 12: N. Bibl. cultiv.
Lavalard (E.), Le cheval. Paris, Didot, 1888—1893. 2 dln. Met 134 zft*- frcs. 32.—.
Lavalard, Maréchalerie. — Zie bladz. 12: N. Bibl. cultiv.
Le Hello, Examen du cheval en vente. — Zie bladz. 10: Bibl. conn. utiles.
Lesbre (P. X.), Précis d'extérieur du cheval et des principaux mammifères domestiques. 2e éd. Paris, Asselin, 1920.
Lévêque (P. F.), H. Mamelle, L. J. Ponscarme, ca., Les soins a donner au cheval, hygiëne et maladies. Préface de J. le Rouzic. Grignon, Le livre du cultivateur, 1919. 450 bladz. Met 136 afb. frcs. 10.—.
Musset (R.), L'élevage du cheval en France. Précédé d'une bibliographie. Préface de H. de Robien. Paris, Libr. agric. de la Maison Rustique. 232 bladz. frca. jjj. b
Relier, Elevage du cheval. — Zie bladz. 10: Bibl. conn. utiles.
Simonofp (L. de) et J. de Moerder, Les races chevalines, avec une etude spéciale sur les chevaux russes. Précédé d'une lettre de Faverot
jreÏTrech* Paris» Libr- asrnc. de la Maison Rustique, 1894. 332 Dladz. Met 32 gekl. pl. en 70 photograv. naar Samokisch en Bounine.
frcs. 50.—.
ioniHIA^KY <Em:>» Le^eval. Paris, Libr. agric de la Maison Rustique, 1901. Album met 5 platen en 87 afb. 4°. frCs. 4.—!
Ezels.
Diffloth (P.), Anes et muiets. (Races, élevage, exploitation, maladies et hygiëne). Paris, Baillière, 1918. 120 bladz. Met 33 afb.
frcs. 2.—.
Runderen.
Borie (V.), Les animaux de la ferme, espèce bovine. Paris, Libr. agric de la Maison Rustique, 1867. 336 bladz. Met 46 gekl. pl. naar 01. de Penne en 65 afb. 4°. frcs. 50. .
Dechambre (P.), Les bovins. Paris, Amat, 1922. 630 bladz.
frcs. 20.—.
Lapparent (De), Elevage des bêtes bovines. — Zie bladz. 12: N. Bibl. cultiv.
Maine-Anjou herd book. Société des éleveurs de la race. 4e éd. Chateau-Gonti, Jacqueline, 1921. 3 en 304 bladz. frcs. 8. '.
Thierrt (Em.), Le bceuf. Paris, Libr. agric de la Maison Rustique, 1900. Met 5 platen en 36 afb. in -8 oblong. frcs. 3.50.
Schapen en Geiten.
Crepin (Joseph), La chèvre, son histoire, son élevage pratique, ses bienfaits, ses services. Avec préface d'Edmond Perrier. 2e éd. Paris, Hachette, 1918. 16 en 340 bladz. Met vele pl. en afb.



Veeteelt. Landbouwdierkunde
45
Girard (Henry) et Georges Jannin, Le mouton. Exploitation rémunératrice du troupeau. Préface de Fernand David. Paris, Libr. agric. de la Maison Rustique, 1920. 16 en 336 bladz. Met 85 afb. frcs. 15.—.
Huard du Plessis, Chèvre. — Zie bladz. 12: N. Bibl. cultiv.
Thierry (En.), Le mouton. Paris, Libr. agric. de la Maison Rustique, 1901. frcs. 3.50.
Varkens.
Gouin, Porc. — Zie bladz. 12: N. Bibl. cultiv.
Grisdale (J. H.), Porcs a bacon en Canada. Notes sur la zootechnie, 1'alimentation et le soin des porcs, avec comptes rendus d'expériences. Ottawa, Ministère de 1'Agriculture, 1905. 62 bladz. Met afb.
Thierry, Le porc, zoölogie, anatomie et physiologie. 3e éd. Paris, Libr. agric. de la Maison Rustique, 1901. 84 bladz. Met 5 beweegbare platen en 32 afb. frcs. 8.—.
Pluimvee en Konijnen. — Wüd. — Gevogelte.
Arnould, Basse-cour, — Zie bladz. 10: Bibl. conn. utiles. Babet-Charton, Sous-produits de la basse-cour et du clapier. Paris, Libr. agric. de la Maison Rustique, 1920. 206 bladz. Met afb.
frcs. 5.—.
Blanchon (H. L. A.), L'industrie du canard. Nouv. éd. Paris, Amat, 1911. Met afb. frcs. 4.—.
De eerste druk verscheen in 1905.
Blanchon, Canards, oies et cygnes. — Zie bladz. 10: Bibl. conn. utiles.
Brechemin (L.), La basse-cour productive. Paris, Libr. agric. de la Maison Rustique, 1914. 4 dln. Met 314 afb. frcs. 24.—.
Congrès (Travaux du premier) mondial d'aviculture tenu k La Haye. Assen, Floralia, 1922. 420 bladz. en Appendix.
Guénaux, Ornithologie. — Zie bladz. 9: Encycl. Wéry, 74.
Larbalétrier (A.), Les animaux de basse-cour. Nouv. éd. Paris, Garnier, 1911, 12 en 571 bladz. Met 106 afb. frcs. 3.50.
Lesse (De), Chasse, élevage du gibier, piégeage. — Zie bladz. 9: Encycl. Wéry, 35.
Menegaux (A.), L'élevage de 1'autruche. Récolte et commerce des plumes. Paris, Challamel, 1913. Met afb. frcs. 10.—.
Millet-Robinet, Basse-cour. — Zie bladz. 12: N. Bibl. cultiv.
Moreau, Oiseaux de volière. — Zie bladz. 10: Bibl. conn. utiles.
Rémy-Saint-Loup, Oiseaux de parcs. — Zie bladz. 10: Bibl. conn. utiles.
Revue (La) avicole. — Zie Tijdschriften.
Voitellier, Aviculture. — Zie bladz. 9: Encycl. Wéry, 27.
Visch.
Bulletin suisse de pêche et de pisciculture. — Zie Tijdschriften. Daeboux (G.) e.a., L'industrie des pêches aux colonies. Paris, Challamel, 1907. 2 dln. frcs. 86V-.



46
Veeteelt. Landbouwdierkunde
Gauckler (Philippe), Les poissons d'eau douce et Ia pisciculture. Paris, Baillière, 1880. Met 37 afb. frcs. 8.—.
Gobin, Pisciculture. — Zie bladz. 11: Bibl. conn. utiles.
Goubbet, Pêcberies de la Méditerranée. — Zie bladz. 11: Bibl. conn. utiles.
Guénaux, Pisciculture. — Zie bladz. 9: Encycl. Wéry, 29.
Locabd, Pêche. — Zie bladz. 11: Bibl. conn. utiles.
Petit (H. G. Alb.), Catalogue de la Bibliothèque de pêche de H. G. Albert Petit. Chartres, Durand, 1921. 295 bladz.
Peution (A.), Traité pratique de pisciculture. Avec un appendice sur la culture des bois. Paris, Berger-Levrault, 1898. frcs. 7.50.
Ravebet-Wattel (C.), La pisciculture industrielle. Paris, Doin, 1914. 8 en 412 bladz. Met 74 afb. frcs. 5.—.
Roule (Louis), Traité raisonné de la pisciculture et des pêches. Paris, Baillière, 1914. 8 en 734 bladz. Met 301 afb. frcs. 20.—.
Roule (L.), Les poissons migrateurs, leur vie et leur pêche. Paris, Flammarion, 1922. 175 bladz. frcs. 4.50.
Travaux du Laboratoire de Pisciculture de lUniversité de Grenoble. — Zie Tijdschriften.
Vilatte des Prugnes, La pêche et les poissons d'eau douce. — Zie bladz. 9: EncycL Wéry, 65.
Kreeft. — Oesters. — Slakken. — Kikvorschen.
Zipey, Ecrevisse. — Zie bladz. 12: Bibl. Gaz. village.
Brocchi (P.), Traité d'ostréiculture. Paris, Libr. agric de la Maison Bustique, 1883. 300 bladz. frcs. 7.—.
Pottieb (Bené), Les huitres comestibles et 1'ostréiculturc Paris, Soc. d'éditions scientif., 1902. Met kaarten en afb. frcs. 8.—.
Thévenot et Lesourd, Escargot et grenouille. — Zie bladz. 12: Bibl. Gaz. village.
Bijen.
Apiculteur (L'). — Zie Tijdschriften.
Alphandéry, (Ed.), Le livre de 1'abeüle. Paris, Libr. agric. de la Maison Bustique, 1907. 300 bladz. Met 300 afb. frcs. 9.—.
Arnould, Bucher. — Zie bladz. 10: BibL conn. utiles. Bertrand (Ed.), Conduite du rucher. 10e éd. Paris, Doin. Met afb.
frcs. 2,50.
De eerste druk verscheen in 1887. Clément, Construction des ruches. — Zie bladz. 12: Bibl. Gaz. village.
Hommel, Apiculture. — Zie bladz. 9: Encycl. Wéry, 28.
Lemaire (Paul), Apiculture pratique Les ruches. Choix et aménagement. Paris, Baillière, 1918. 83 bladz. Met 52 afb.
Perret-Maisonneuve, L'apiculture intensive et l'élevage des reines. Paris, Maurice-Mendel, 1928. 450 bladz. frcs. 24.—.
Sagot et Delépine, Abeilles. — Zie bladz. 12: N. BibL -cultiv.



Veeteelt. Landbouwdierkunde
47
Zijdeteelt.
Fauchère (A.), La sériciculture en pays tropical. Etude pratique d'acclimatation du ver a soie et du mürier a Madagascar. Paris, Challamel, 1917. 119 bladz. Met 26 afb. frcs. 9.—.
Laurent de L'Arbousset (A.), Cours de sériciculture pratique. 4e éd. Alais, Brabo, 1899. frcs. 3.—.
Maillot (Eug.) et Lambert, Traité sur le ver a soie du mürier et sur le mürier. Montpellier, Coulet, 1906. Met 3 pl. en 169 afb.
frcs. 10.—.
Mozziconacci (A.), Le ver a soie du mürier. Fonctions physiologiques, élevage, production des cocons. Paris, Lahure, 1921. 240 bladz. Met 62 afb. frcs. 12.—.
Sériciculture — Zie Tijdschriften.
Vieil, Sériciculture. — Zie bladz. 9: Encycl. Wéry, 30.
Honden.
Bertus, Chien. — Zie bladz. 10: Bibl. conn. utiles. Dechambre (P.), Le chien. Paris, Libr. agric. de la Maison Bustique. 260 bladz. Met 8 gekl. pl. door O. de Penne en 37 afb. frcs. 20.—. Mégnin, Chiens. — Zie bladz. 10: Bibl. conn. utiles.



48
Zuivelbereiding
Zuivelbereiding.
Blarez (Ch.), Du lait au point de vue de 1'alimentation humaine. De son expertise judiciaire. Bordeaux, Gounouilhou, 1917. 96 bladz.
Bord as (F.) et F. Touplain, Laiterie (Lait, crème, fromages, ceufs). Paris, Béranger, 1913. 289 bladz. frcs. 6.—.
Bruno (A.), Beurres et graisses animales. Margarines, saindoux et eraisses alimentaires. Paris, Béranger, 1912. 300 bladz. Met afb.
frcs. 6.—.
Congres international de laiterie. Comptes-rendus. 1°. Bruxelles, 1903. 2°. Paris, 1906. 3°. La Haye, 1907. 4°. Budapest, 1909.
Corvez (A.), Manuel du laitier-crémier. Lait, beurre, fromage, fruits, légumes et ceufs. Production et commerce. Paris, Baillière, 1923. 308 bladz. Met 114 afb.
Coudon (M. H.) et M. E. Rousseau, Rapport sur la compositum des beurres néerlandais, suivi d'une étude sur les conditions de ba production du beurre dans les Pays-Bas. Paris, Impr. nationale, 1901. 62 bladz. Met 1 kaart.
Daire (P.), Les microbes dans l'industrie laitière. Paris, Baillière, 1914. 132 bladz. Met 30 afb. frcs. 2.60.
Dechambre (P.), La vache laitière. 2e éd. Paris, Amat, 1912. 14 en 317 bladz. Met afb. frcs. 3.—.
Dornic (Pierre), Le contrdle pratique et industriel du lait. 4e éd. Paris, Baillière, 1921. 164 bladz. Met 19 afb.
Duclaux (Em.), Le lait. Etudes chimiques et microbiologiques. Paris, Baillière, 1894. 336 bladz. Met afb. frcs. 8.60.
Duclaux (Em.), Principes de laiterie. Paris, Colin, 1893. frcs. 3.50.
Ducloux (A.), Lait, beurre, fromage. Paris, Baillière, 1913. 134 bladz. Met 71 afb. frcs. 1.50.
Fouard (E.), Pasteurisation et stérilisation du lait. Paris, Libr. agric. de ba Maison Bustique. 120 bladz. frcs. 3.—.
Fouassier (Mare), La connaissance du lait a la ferme, a la laiterie, dans les écoles. Préface d'Alfred Massé. Paris, Baillière, 1922. 186 bladz.
Hygiène (L') de la viande et du lait. — Zie Tijdschriften. Industrie (L') du beurre. — Zie Tijdschriften. Industrie (L') laitière. — Zie Tijdschriften. Lacta. — Zie Tijdschriften. Lait (Le). — Zie Tijdschriften.
Laiterie (La) et les industries de la ferme. — Zie Tijdschriften. Larbalétrier (A.), Les vaches laitières. Nouv. éd. Paris, Garnier, 1911. 7 en 341 bladz. Met 37 afb. frcs. 8.50.



Zuivelbereiding
49
Lassablière (P.), Le lait condensé. 2e éd. Paris, Maloine, 1921.
frcs. 7.—.
Lezé (R.), Préparation et maturation des caillés de fromagerie. Paris, Asselin, 1905. 4 en 116 bladz. frcs. 2.—.
Lindet (L.), Principes de l'industrie laitière. Le lait, la crème, le beurre, les fromages. Paris, Gauthier-Villars, 1917. 10 en 347 bladz.
frcs. 24.—.
Lissot (G.), Amélioration du bétail par le controle laitier. Paris, Baillière, 1922. 52 bladz. Met afb. frcs. 3.50.
Lucas, Vache laitière. — Zie bladz. 12: N. Bibl. cultiv.
Martin, Laiterie. — Zie bladz. 9: Encycl. Wéry, 52.
Mertz (J.) et J. Desmoulins, Le paiement du lait suivant sa richesse en matière grasse suivi d'un exposé sur la pasteurisation des crèmes et son utilité. Paris, Libr. agric. de la Maison Bustique, 1914. 108 bladz. Met afb. frcs. 6.—.
Monvoisin (A.), Le lait. Physiologie, analyse, utilisation. 2e éd. Paris, Asselin, 1920. 12 en 540 bladz.
Moreau (Léon), Monographie comptable de laiterie coopérative. Arlon, Simonis, 1912. 135 bladz.
Perrin (J. M. et P.), Guide pratique pour 1'analyse du lait. Préface par J. Courmont. Paris, Baillière, 1909. 8 en 344 bladz. Met 24 tab. en 140 afb. frcs. 3.—.
pouriau et Ammann, La laiterie. Art de traiter le lait, de fabriquer le beurre et les principaux fromages frangais et étrangers. 7e éd. Paris, Libr. agric. de la Maison Bustique, 1922. 6 en 630 bladz. Met 194 afb.
frcs. 15.—.
Razous (P.), La conservation du lait, du beurre et du fromage. Suivie d'une étude sur 1'utilisation des sousproduits de l'industrie laitière. Paris, Dunod, 1917. 93 bladz. Met 11 afb.
Revue générale du lait. — Zie Tijdschriften.
Rigaux (E.), Laiterie, beurre et fabrication des fromages. 2e éd. Paris, Gauthier-Villars. 820 bladz. Met 73 afb. frcs. 6.—.
Rolet, Industries annexes de la laiterie. — Zie bladz. 11: Bibl. conn. utiles.
Rotschild (H. de), Bibliographia lactaria. Bibliographie générale des travaux parus sur le lait et sur 1'allaitement jusqu'en 1899. Préface de E. Duclaux, Paris, Doin, 1901. 12 en 584 bladz. frcs. 20.—.
Met 2 supplementen, 1900, 1901.
Rotschild (H. de), L'industrie laitière au Danmark. Paris, Doin, 1904. 107 bladz. Met 32 platen, 5 afb. en 8 tab. frcs. 6.—.
Rotschild (H. de) et Pr. Porcher, L'industrie des buts concentrés et la fraude. Paris, Doin, 1917. 28 bladz. Met 5 pl.
Sauve (J.), La race bovine parthenaise et la production beurrière dans les Deux-Sèvres. Beauvais, Prévot, 1920. 172 bladz. Met pltn. — Diss.
Sidersky (D.), Production hygiénique du lait. Paris, Amat, 1908.
frcs. 2.50.
Simonnet (H.), L'analyse biologique du lait. Vannes, Lafolye, 1922. 56 bladz.



50
Zuivelbereiding. Technologie
Thierry, Vaches laitières. — Zie bladz. 11: Bibl. conn. utiles.
Variot (G.), Les laits condensés et leur utilisation dans 1'alimentation humaine. Paris, Gamber, 1922. 32 bladz. frcs. 2.—.
Vevey (E. de), Manuel d'industrie laitière. 2e éd. Paris, Baillière, 1916. 340 bladz. Met 5 platen en 110 afb.
Wauters (P.) et Haentjens, La laiterie moderne. Lait, beurre, fromage. Paris, Larousse, 1921. 128 bladz. Met 75 afb.
Zune (A. J.), Traité général d'analyse des beurres, préparation, caractères, compositum, altérations et falsifications. Méthode générale d'analyse, discussion et appréciations des résultats. Bruxelles, Lamertin, 1893. 2 dln. Met 14 pl. en 853 afb. frcs. 25^-.
Technologie. Bewerking van Landbouwproducten.
Levensmiddelen in het algemeen.
Arnou, Manuel de 1'épicier; du confiseur-liquoriste. — Zie bladz. 11: Bibl. conn. utiles.
Bargeron (L.), Les résidus des industries agricoles. Compositions, utilisations industrielles et agricoles. Epuration. Sucrerie de betterave et de canne, vinification, brasserie, cidrerie, laiterie, distillerie, féculerie, amidonnerie. Préface de ü. Dufresse. Paris, Société d'éditions techniques, 1910. frcs- 6.—.
Breteau (P.), Guide pratique des falsifications et altérations des substances alimentaires. Préface par Cazeneuve. Paris, Baillière, 190T. Met afb. frcs. 7.—.
Brévans (De), Conserves alimentaires. — Zie bladz. 10: Bibl. conn. utiles.
Brévans (De), Pain et viande. — Zie bladz. 10: Bibl. conn. utiles.
Coupin (H.), La conservation des fruits, des légumes, des graines et des racines bulbeuses. 2e éd. Paris, Doin, 1899. 172 bladz. frcs. 2.—.
Diffloth (Paul), La conservation des récoltes, grains, fourrages, racines et tubercules, pulpes, plantes industrielles, dessiccation des produits et résidus agricoles. Paris, 1917. 144 bladz. Met 42 afb.
frcs. 6.—i
Du jardin (J.), Notice sur les instruments de précision appliqués a 1'oenologie et a la pomologie. 5e éd. Paris, Libr. agric de la Maison Bustique, 1923.1000 bladz. Met 12 pl., 47 tab. en 450 afb. frcs. 26.—.
Girard (Ch.), Analyse des matières alimentaires et recherche de leurs falsifications. Avec la collaboration de Sanglé Ferrière et de Brévans, Truchon, Génin, e.a. 2e éd. trés augm. Paris, Dunod, 1904. Met afb. frcs- 26.—.



Technologie
51
Kling (André), Méthodes actuelles d'expertise employees au Laboratoire municipal de Paris et documents sur les matières relatives a 1'ahmentation. Paris, Dunod, 1921—23. 5 dln.
frcs. 32.—, 32.—, 29.50, 39.—, 14.—.
Lavoine (L>.), Les conserves alimentaires. Fabrication ménagère et industrielle. 7e éd. Paris, Hachette, 1921. frcs. 3.60.
Macé (E.), Les substances alimentaires, étudiées au microscope, surtout au point de vue de leurs altérations et de leurs falsifications. Paris, Baillière, 1891. 7 en 512 bladz. Met 24 gekl. pL en 408 afb.
frcs. 14.—,
Rocques (X.), Les industries de la conservation des aliments. Préfaces par P. Brouardel et A, Muntz, Paris, Gauthier-Villars, 1906. 11 en 502 bladz. Met 114 afb. frcs. 15.—.
Villiers (A.), E. Collin et M. Fayolle, Traité des falsifications et altérations des substances alimentaires. Aliments principaux et condiments. 2e éd. Paris, Doin, 1909—191L 6 dln. Met T91 afb. frcs. 50.—.
Koeltechniek.
Bulletin mensuel des renseignements frigorifiques. — Zie Tijdschriften.
. Congres international du froid. Paris, 1908. Comptes-rendus, rapports et Communications. Paris, 10 r. Denis-Poisson, 1909. 3 dln.
frcs. 30.—.
Congres. — Comptes-rendus, rapports et Communications du Congres francais du Froid. Paris, Dunod.
L Lyon, 1909. 187 bladz. frcs. 10^-.
II. Toulouse, 1912. 2 dln. frcs. 20.—.
Marchis (L.), Le froid industriel. Paris, Alcan, 1913. 8 en 328 bladz. Met 104 afb. frcs. 3.50.
Monvoisxn (A.), La conservation par le froid des denrées périssables. Préface de A. Banier. Paris, Dunod, 1923. 22 en 502 bladz. Met 178 afb. frcs. 56.50.
Pacoret (E.), La technique de la production du froid et de ses applications modernes. Paris, Dunod, 1920. 12 en 416 bladz. Met 169 afb. frcs. 52.—.
Revue générale du froid et des industries frigorifiques. — Zfc Tijdschriften.
Graan b e iv er hing.
Ammann, Meunerie. — Zie bladz, 9: Encycl. Wéry, 45.
Arpin (Marcel), Farines, fécules et amidons, pain, patés alimentaires, patisseries. Paris, Béranger, 1913. 190 bladz. Met 8 pL frcs. 6.—.
Bruyntng Jr. (F. F.), La valeur boulangère du froment. Recherches et analyses. Haarlem, 1905. 217 bladz. Met 4 platen.
Fritsch (J.), Fabrication de la fécule et de 1'amidon. Paris, Rousset, 1906. 322 bladz. Met 112 afb. frcs. 7.50.
Frttsch (J.), Fabrication de la glucose, de la dextrine et de 1'amidon soluble. Paris, Rousset, 1906. 218 bladz. Met 33 afb. frcs. 6.—.



52
Technologie
Hendoux (Léon), Traité pratique de meunerie et boulangerie. Paris, Gander, c. 1900. 8 en 784 bladz. Met 94 afb.
Lindet (L.), Le froment et sa mouture. Traité de meunerie, d'après un manuscrit inachevé d'Aimé Girard. Paris, Gauthier-Villars, 1903. Met pL frcs. 24.—.
Nadeaü (Aurèle), La grande erreur du pain blanc. Préface d'Arth. Rousseau. Québec, Ministère de 1'Agriculture, 1916. 86 bladz.
Vruchtenbewerking.
Arnou (Ch.), Les industries de la conservation des fruits. Paris, 1917—21. 4 dln. Chez 1'auteur, 16 rue du Débarcadère.
Per deel frcs. 10.—.
La pomme, 1917. 122 bladz. Met 61 afb.
Fruits k noyaux. Abricots, pêches, prunes, poires, coings. 1918. 72 bladz. Met vele afb.
Fruits divers. 1921. 128 bladz. Met 37 afb.
Les fruits. Conservation par la chaleur. 212 bladz. Met 77 afb. 1920.
Cidrerie (La) frangaise. — Zie Tijdschriften.
Maraval (M.), La pratique des conserves de fruits et de légumes. 2e éd. Paris, Librairie agricole. 1917.
Nanot (J.) et C. L. Gatin, Traité pratique du séchage des fruits et des légumes. 2e éd. Paris, Libr. agric de la Maison Rustique, 1913. 16 en 324 bladz. Met 67 afb. frcs. 3.50.
Rolet, Conserves de fruits et de légumes. — Zie bladz. 9: Encycl. Wéry, 58.
Sidersky (D.), Les sécheries agricoles. Paris, Laveur, 1910. 6 en 176 bladz. Met 14 afb. frcs. 6.—.
Warcollier, Pomologie et cidrerie. — Zie bladz 9: Encycl. Wéry, 49.
Suiker.
Bulletin de 1'Association des Chimistes de sucrerie et de distillerie. — Zie Tijdschriften.
Horsin—Déon (P.), Traité théorique et pratique de la fabrication du sucre de betteravc 3e éd. Paris, Geisler, 1911—12. 2 dln. frcs. 30.—.
Pagès (G.), Le sucre et 1'utilisation de ses sous-produits a la ferme Paris, Hachette, 1914. frcs. 1.50.
Eouberty (J.), Manuel de sucrerie. Technologie sucrière, betterave, canne a sucre. Histoire, fabrication, controle chimique. Paris, Baillière, 1922. 296 bladz. Met 41 afb.
Saillard, Sucrerie. — Zie bladz. 9: EncycL Wéry, 46.
Sidersky (D.), Manuel du chimiste de sucrerie, de raffinerie et de glucoseric Paris, Baillière, 1909. 360 bladz. Met 72 afb. frcs. 5.—,
Sidersky (D.), Polarisation et saccharimétrie. 2e éd. Paris, GauthierVillars, 1908. frcs. 2.50.
Sidersky (D.), Les densités des solutions sucrées a différentes températures. Paris, Dunod et Pinat, 1908. frcs. 3.50,



Technologie
53
Wijnbereiding. — Spiritualiën, enz.
Annales de la brasserie et de Ia distillerie. — Zie Tijdschriften.
Baudoin, Eaux-de-vie. — Zie bladz. 10: Bibl. conn. utiles.
Boullanger, Brasserie. — Zie bladz. 9: Encycl. Wéry, 47.
Boullanger, Distillerie. — Zie bladz. 9: Encycl. Wéry, 48.
Brévans (De), Liqnenrs. — Zie bladz. 10: Bibl. conn. utiles.
Du jardin, Essai des vins. — Zie bladz. 10: Bibl. conn. utiles.
Larbalétrier, AlcooL — Zie bladz. 10: Bibl. conn. utiles.
Mathieu, Vinification. — Zie bladz. 12: N. Bibl. cultiv.
Monis (Antoine), Les vins de Bordeaux. Paris, 1910.
Pacottet et Guittonneau, Eaux-de-vie et vinaigres. — Zie bladz. 9: Encycl. Wéry, 51.
Pacottet et Guittonneau, Vin de champagne. — Zie bladz. 9: Encycl. Wéry, 67.
Pacottet, Vinification. — Zie bladz. 9: Encycl. Wéry, 50. Rodier (Cam.), Le vin de Bourgogne (La Cote-d'or). Dijon, Damidot, 1920. 14 en 300 bladz. Het vele pl., afb. en krtn. Sidersky (D.), La distillerie agricole. Paris, Amat. 1909.
frcs. 3.—-
Sidersky (D.), Les usages industriels de Falcool. Paris, Baillière, 1903. frcs. 5.—.
Vermorel et Dantony, Sous-produits de la vigne. — Zie bladz. 12: Bibl. Soc. Agric.
Vleesch.
Bourrier, Industries des abattoirs. — Zie bladz. 11: Bibl. conn. utiles.
Lezé (B.), Utilisation des débris des animaux et déchets de la boucherie. 2e éd. Paris, Amat, 1914. frcs. 8.75.
Martel (H.), L'examen des viandes. Paris, Dunod, 1909. Met 4 pL en 100 afb. frcs. 9.—.
Pdsttre (Maur.), Hygiëne alimentaire. Inspection des viandes et des aliments d'origine carnée. Industrie et législation. Préface de N. Martel. Paris, Baillière. — Deel I. Viande saine, 1921. 8 en 439 bladz,
Poher (E.) et P. Bazous, Les déchets et sous-produits d'abattoirs, de boucherie et de fabriques de conserves de viande, (Utilisation, désinfection). Paris, Dunod, 1908. 103 bladz. Met 12 afb. frcs. 3.—.
Bazous (P.) et B. Nourissé, Les divers procédés de conservation des viandes k 1'usage des fabricants de conserves de viande, des bouchers, des charcutiers, des expéditeurs de volailles et des services municipaux d'abattoirs. Paris, 1907. 2 en 79 bladz. Met 11 afb.
Bennes (J.), Traité de 1'inspection des viandes de boucherie, volailles et gibiers, poissons, etc. 2e éd. Paris, Le Francois, 1921.
OHën.
Baillaud (E.) et A. Stieltjes, Les amandes et 1'huile de palme. Préparation, commerce, industrie. L'enquête du Comité anglais des Graines oléagineuses. Marseille, 1920. 24 en 346 bladz.



54
Technologie. Landbouwwerktuigen
Bassières (E.), Le bois de rose de La Guyane et son huile essentielle. Suivi d'un note de Bertheau sur quelques caractères de ce bois. Paris, Challamel, 1913. 42 bladz. frcs. 2.—.
Fritsch (j.), Fabrication et raffinage des huiles végétales. 3e éd. Paris, Desforges, 1922.
Huiles et graisses. — Zie Tijdschriften.
Produits oléagineux et huiles végétables. Étude statistique sur leur production et leur mouvement commercial. Rome, 1921. 32 en 444 bladz.
Textielwaren enz.
Bernard (Francis), Culture et industrie du coton aux États-Unis. Paris, Challamel, 1906. 12 en 108 bladz. Met 61 afb. frcs. 5.—.
Beauverie (j.), Les textiles végétaux. Préface de H. Lecomte. Paris, Gauthier-Villars, 1913. 13 en 730 bladz. Met 290 afb. frcs. 18.—.
Blanchon, Fleurs artificielles. — Zie bladz. 10: Bibl. conn. utiles.
Lacroix-Danliard, Plume des oiseaux. — Zie bladz. 10: Bibl. conn. utiles.
Lacroix-Danliard, Poil des animaux. — Zie bladz. 11: Bibl. conn. utiles.
Landbouwwerktuigen. — Machines.
Annales de 1'Office agricole régional de Sud-Ouest. Fascicule 1. La Semaine d'électromotoculture d'Ondes en 1921. Toulouse, Impr. régionale, 1922. 124 bladz. Met afb.
Annuaire de la houille blanche frangaise. — Zie Tijdschriften.
Ballu (Tony), La motoculture, ses applications pratiques. Préface de Victor Boret. 2e éd. Paris, Libr. agric. de la Maison Bustique, 1920. 8 en 366 bladz. Met 121 afb. frcs. 12.—.
Chauveau (C), Notes de culture mécanique. Paris, Baillière, 1917. 551 bladz. Met vele afb.
Congres du carburant national et de la motoculture, Paris 12 Oct. 1921. Fédération nationale des syndicats et coopératives de culture mécanique et Conféderation générale des planteurs de betteraves. Paris, Libr. agric. de la Maison Bustique, 1922. 152 bladz.
Coupan, Machines agricoles. Machine de culture, de récolte. — Zie bladz. 9: Encycl. Wéry, 37.
Gougis (A.), Manuel du conducteur de machines agricoles. Préface de De Vogué. Paris, Libr. agric. de la Maison Bustique, 1921. 352 bladz. Met 193 afb. frcs. 12.—.



Landbouwwerktuigen
55
Graffigny (de), Instruments et machines agricoles. Issoudun, Birtègue et Garderault, 1923. 226 bladz. Het afb.
Guieu (P.) et F. Barbey, La honille blanche dans la petite industrie agricole et rurale. Paris, Garnier, 1921. 6 en 315 bladz. Met afb.
frcs. 6£0.
Jüijen (C.), La motoculture. Principes agronomiques, travail mécanique, pratique agricole. Nouv. éd. Elustrée par P. Huchard. Paris, Jouve, (1918). 318 bladz. Het afb. en platen. frcs. 5.—.
Labue (Pierre), Le matériel agricole pour petites et moyennes exploitations. Paris, Baillière, 1920. 370 bladz. Het 240 afb.
Lequerïter (Eoger), Aménagement de kt ferme. L'eau, Ia force motrice, 1'éclairage, etc Paris, Garnier, 1919. 6 en 252 bladz. Met 87 afb. frcs. 5.20.
Lequertter (Roger), Les machines agricoles. Paris, Garnier, 1921. 10 en 240 bladz. Met 111 afb. frcs. 5.—.
LÉVY-Salvador (Paul), Le róle de Futilisation des chutes d'eau dans Fextension de 1'activité industrielle et agricole. Paris, Dunod, 1919. 4 en 112 bladz. frcs. 7.50.
Pacoret (Etienne), La technique de la houille blanche. Préface de H. A. Blondel. 3e éd. Paris, Dunod, 1919—20. 4 dln. Met vele afb.
frcs. 66.—.
Rtngelmann (Max), Traité des machines agricoles. Paris, Libr. agric. de la Maison Bustique. 3 dln. Het vele afb.
Deel I uitverkocht, II en III frcs. 25.—. L'électricité dans la ferme. 1899.
Machines et ateliers de préparation des aliments du bétail. 1895. Les moteurs thermiques. 1899. Ringelmann (Max), Le matériel agricole a 1'exposition de 1900. Paris, Dunod, 1901. 224 bladz. Met 363 afb. frcs. 10.—.
Rtngelmann (Max), Le matériel agricole au début du XXe siècle. Paris, Libr. agric. de la Maison Rustique, 1913. 2 fase 124 en 84 bladz. Met 20 en 14 afb. frcs. 12.—.
Rtngelmann (Max), Travaux et machines pour la mise en culture des terres. Enlèvement des obstacles. Défrichements. Charrues défonceuses, sous-soleuses et fouüleuses. Treuils de défoncements. Travaux divers. Paris, Libr. agric de la Maison Rustique, 1902. Met 267 afb.
frcs 5.—.
Tresca, Le matériel agricole moderne Paris, Didot, 1893—95. 2 dln. Met 580 afb. frcs. 24.—.
TüRPAIN (Alb.), Vers la houille blanche Motoculture et electro-motcculture. Paris, Dunod, 1919. 12 en 76 bladz.



56
(Cultuurtechniek
Kuituurtechniek.
Abadie (Mars), La ferme moderne. Traité des constructions rurales. 4e éd. Paris, Larousse, (1920). 256 bladz. Met 388 afb. frcs. 7.50.
Agache (A.), Nos agglomérations rurales, comment les aménager. Etude monographique analytique comparée d'un concours de plans de bourgs et villages. Préface de G. Risler. Paris, libr. de la Construction Moderne, 1917. 36 en 236 bladz. Met een honderdtal afb.
Arnould, Constructions rurales. — Zie bladz. 10: Bibl. conn. utiles.
Auscher, Art de découvrir les sources. — Zie bladz. 11: Bibl. conn. utiles.
Champly (R.), L'électricité & bi campagne. 2e éd. Paris, Desforges, 1921. 294 bladz. frcs. 13.—.
Constructions agricoles. — Modèles-types de constructions agricoles. Fermes, granges, étables, écuries, bergeries, etc. Maisons de fermiers et d'ouvriers, usines coopératives, etc Paris, Libr. de la Construction Moderne, 1916. 2 Albums met platen en tekst. foL,
Danguy, Constructions rurales. — Zie bladz. 9: Encycl. Wéry, 40.
Dienert, Hydrologie agricole. — Zie bladz. 8: Encycl. Wéry, 4.
Duplessis (J.), Traité de nivellement. 3e éd. Paris, Béranger, 1903. 340 bladz. Met 112 afb. frcs. 20.—.
Dutruel (E.), La reconstitution d'une ferme dévastée. Lille, Desclée, 1921. 92 bladz.
Génie rural. — Zie Tijdschriften.
Grandvoinnet (J. A.), Les bergeries. Paris, Libr. agric. de la Maison Bustique, 1869. 314 bladz. Met 169 afb. frcs. 40.—.
Guide (Le) du constructeur. Album de 63 modèles de cottages et constructions rurales. Paris, 1912. 172 bladz. tekst en pltn. fol.
Houille (La) blanche. — Zie Tijdschriften.
Lepèvre, Chauffage. — Zie bladz. 11: Bibl. conn. utiles.
Lévy-Salvador (P.) et P. Frick, Hydraulique agricole. Paris, Dunod. 3 dln.
De eerste druk verscheen van 1896 tot 1900. I. Cours d'eau non navigables ni flottables. frcs. 12.—. II. Des irrigations. frcs. 15.—.
III. Assainissement et desséchement. Colmatage. Polders. Drainage. Utilisation des eaux d'égout. Met 2 platen en 279 afb
frcs. 15.—.
Mager (H.), Les sourciers et leurs procédés. Paris, Dunod, 1913. Met vele afb. frcs. 24.—.
Maillet (E.), Essais d'hydraulique souterraine et fluviale. Paris, Hermann, 1905. 6 en 218 bladz. Met 48 tabellen. frcs. 11.—.
Marec, Electricité a la maison. — Zie bladz. 11: Bibl. conn. utiles.
Muret, Arpentage et nivellement. — Zie bladz. 9: Encycl. Wéry, 41.
NÉocuLTURE (La). — Zie Tijdschriften.



{Cultuurtechniek
57
Petit, Electricité agricole. — Zie bladz. 9: Encycl. Wéry, 43.
Pochet (L.), Etudes sur les sources. Hydraulique des nappes aquifères et des sources et applications pratiques. Paris, Dunod, 1905. 527 bladz. Met 81 platen. frcs. 27.50.
Preux (Henri de), Etude pratique sur la construction des routes de montagne et la correction des torrents dans les régions élevées. Paris, Attinger, 1918. 6 en 148 bladz. Met vele afb.
Rtngelmann (Max), De Ui construction des batiments ruraux. 4e éd. Paris, Hachette, 1919. frcs. 2.—.
Rtngelmann (Max), Culture mécanique. Paris, Libr. agric. de la Maison Rustique, 1917—1921. 7 dln.
Dl. I—IV zijn uitverkocht, DL V—VII frcs. 50.—.
Ringelmann (Max), Essai sur 1'histoire du génie rural. Paris, Libr. agric. de la Maison Rustique, 1903. Verschenen zijn:
Dl. I. Période préhistorique. Les Temps anciens, 1'Egypte. Met 149 afb. Uitverkocht. II, III, IV. Temps anciens. Met 362 afb. frcs. 120.—.
Er zullen nog volgen deelen over Les Temps anciens, le Moyenage en les Temps modernes, te verschijnen bij hoofdstukken in de Annales de 1'Institut national agronomique. Ringelmann (Max), Génie rural, appliqué aux Colonies. Paris, Challamel, 1908. 700 bladz. Met 955 afb. frcs. 15.—. (Uitverkocht).
Ringelmann (Max), Habitations rurales et batiments de la ferme des régions libérées. Paris, Libr. agric. de la Maison Rustique, 1920.
Ringelmann (Max), Logements des animaux. Fumiers et purins. — Zie bladz. 11: N. Bibl. cultiv.
Rolley et Provost, Pratique du génie rural. — Zie bladz. 9: Encycl. Wéry, 36.
Ronna (A.), L'agriculture et les cours d'eau. Paris, Libr. agric. de la Maison Rustique, 1899. Met 65 afb. frcs. 2.50.
Silverijser (FL), Cours de constructions rurales. Hasselt, Crollen, 1904. 241 en 11 bladz. Met afb.
Tixier (J.), Dispositifs d'un domaine. Architecture rurale. Notes et croquis. Limoges, Dumont, 1923. 24 bladz. frcs. 2.—
Thiéry (E.), Restauration des montagnes, correction des torrents, reboisement. 2e éd. Avec une introduction par C. Lechalas. Paris, Béranger, 1914. 480 bladz. Met 126 afb. en 5 tabellen. fcrs. 6.—.



58
Economische en Juridische onderwerpen
Economische en Juridische onderwerpen
Wetgeving.
Annuaire international de législation agricole. — Zie Tijdschriften.
Dalloz, Code forestier, suivi des lois sur la pêche et la chasse et Code ruraL etc. Paris, Dalloz, 1922. 294 bladz.
Fons (Sylvain), Manuel de droit ruraL Paris, Baillière, 1923. 444 bladz, frcs. 10.—
Guyot (Ch.), Cours de droit forestier. Paris, Laveur, 1908—12. 8 dln. frcs. 90.—.
Guyot (Ch.), Manuel de droit forestier a 1'usage des particuliers propriétaires de bois. Nancy, Berger-Levrault, 1921. 7 en 340 bladz.
frcs. 12.—.
Pineau (J.), L'impêt sur les bénéfices agricoles. Toulouse, Marqueste, 1923. 138 bladz. — Diss.
Puton et Guyot, Code de la législation forestière. 2e éd. Paris, Laveur, 1904. frcs. 14.—.
Landbouweconomie.
Bellet (Daniël), L'alimentation de la France et les ressources coloniales ou étrangères. Paris, Alcan, 1917. 253 bladz. frcs. 3.50.
Caziot, Expertises rurales et forestières. — Zie bladz. 9: Encycl. Wéry, 69.
Caziot, Valeur de la terre en France. — Zie bladz. 9; Encycl. Wéry, 60.
Hauser (Henri) et Henri Hitier, Enquête sur la production francaise et la concurrence étrangère. Paris, Association nationale d'expansion économique, 1917. 6 en 70 bladz. 4°.
Héraud, Alimentation. — Zie bladz. 11: Bibl. conn. utiles.
Jacquet (L.), L'AlcooL Etude économique générale, ses rapports avec l'agriculture, l'industrie, le commerce, ba législation, 1'impót, 1'hygiène individuelle et sociale. Préface de G. Clémenceau. Paris, Masson, 1912. 18 en 945 bladz. frcs. 17.—.
Jouzier, Economie rurale. Législation rurale. — Zie bladz. 9: Encycl. Wéry, 55, 56.
Latr (Maurice), Le socialisme et l'agriculture francaise. Paris, PlonNourrit & Co., 1922. 99 bladz.
Organisation (L') des services de statistique agricole dans les divers pays. Rome, Institut international d'agriculture, 1910—18. 2 dln.
frcs. 6.—.
Propriété (La petite) rurale en France. Enquêtes monographiques (1908—1909). Paris, Ministère de 1'Agriculture, 1909. 14 en 348 bladz. Met 18 kaarten en tabellen.



Economische en Juridische onderwerpen
59
Réforme (La) agraire en Russie. Résultats des travaux des Commissions agraires, 1907—1911. Pétersbourg, 1913. (Tabl. graph.).
Régime (Le) foncier aux Colonies. Documents officiels, précédés de notices historiques. Bruxelles, Institut Colonial International. Paris, Challamel, 1899—1905. 6 dln. Chaque vol. frcs. 20.—.
Roux et De Fontenouille, Crise rurale. — Zie bladz. 12: Bibl. Soc. Agric.
Roux (P.), La question agraire en Italië. Le latifundium romain. Pari», Alcan, 1910. 268 bladz. frcs. 3.50.
SÉE (Henri), Esquisse d'une histoire du régime agraire en Europe aux XVIHe et XLXe siècles. Paris, Giard, 1921. 276 bladz. frcs. 15.—.
Soulgé, Essai d'introducüon a la publication de terriërs forréziens. Le régime féodal et la propriété paysanne. Paris, Champion, 1923. 404 bladz. frcs. 40.—.
Statistique des superficies cultivées, de la production végétale et du bétail dans les pays adhérents. Rome, Institut international d'Agriculture, 1910.
Trocheris (Georges), Le crédit foncier et l'agriculture. Paris, Giard, 1917. 4 en 152 bladz. — Diss.
Landbouworganisatie. —>• Coöperatie. — Handel.
Bellettre (G.), Le marché anglais des fruits et la coopération des agriculteurs en vue de 1'exportation. Préface de Maurice Berteaux. Paris, Amat, 1910. frcs. 4.—.
Bibliothèque du syndicalisme agricole, publiée sous la direction et J. H. Ricard. Paris, Payot.
P. Caziot, La terre a la familie paysanne. 1919. 160 bladz.
frcs. 4.—.
C. Metton, Un village syndicaL 1920. frcs. 4.—.
E. Martin Saint-Léon, Syndicalisme ouvrier et syndicalisme agricole. 1920. 160 bladz. frcs. 4.—.
A. Courtin, Les Congres nationaux des Syndicats agricoles. 1920. 160 bladz. frcs. 5.—.
A. Toussaint, L'Union centrale des Syndicats agricoles. Ses idéés directrices. 1920. 157 bladz. frcs. 5.—.
Commerce. Notice sur le commerce des produits agricoles. I. Production végétale. IL Production animale. Paris, Ministère d'Agriculture, 1906—1908. 2 dln.
Congrès national de la mutualité et de la coopération agricoles.
Het 10e Congres werd te Niort gehouden in 1922. Gervais, Coopération en viticulture. — Zie bladz. 12: Bibl. Soc. Agric. Lacroix (André), Participation k 1'étude de 1'adaptation du colonat partiaire a la culture mécanique du sol. Toulouse, Guitard, 1921. 108 bladz. — Diss.
Laubier et J. Duplessis, Manuel pratique des institutions sociales agricoles. Préface d'Albert de Mun. Paris, Bonne Presse, 1913. 356 bladz. frcs. 3.—.
Poher, Commerce des produits agricoles. — Zie bladz. 9: Encycl. Wéry, 58.



60
Economische en Juridische onderwerpen
Retraites. — Recueil de documents sur les retraites ouvrières et paysannes, réunis par le Ministère du Travail. Lois, décrets et arrêtés. Paris, Imprimerie nationale, 1922. 294 bladz.
Risler (6.), Le travailleur agricole frangais. Préface de J. Méline. Paris, Payot, 1923. 282 bladz. frcs. 10.—.
Vidière (E.), Précis d'expertises après incendies des récoltes et des bois. Paris, Libr. agric. de kt Maison Rustique, 1919. 484 bladz. Met 6 pl. en talryke afb. frcs. 24.—.
Villiers (H.) et A. Larbalétrier, Manuel pratique de 1'achat et de la vente du bétail. Paris, Garnier, 1913. 8 en 279 bladz. Met 51 afb.
frcs. 3.50.
Landbouwbedrijfsleer.
Arnould (C.), Fortune de la fermière. Occupations féminines a la campagne. Paris, Delagrave, 1918. 213 bladz. Met 56 afb.
Bussard, Le livre de la fermière. — Zie bladz. 9: Encycl. Wéry, 61.
Convert, Comptabilité agricole. — Zie bladz. 9: Encycl. Wéry, 67.
HÉRAUD, Economie domestique. — Zie bladz. 11: Bibl. conn. utiles.
Hérisson (A.), Registre des feuilles de semaine des exploitations rurales. Paris, Libr. agric. de kt Maison Bustique. frcs. 16.—.
Regnard et Portier, Hygiène de la ferme. — Zie bladz. 9: Encycl. Wéry, 33.
Saint-Vincent, Médecine des families. — Zie bladz. 11: Bibl. conn. utiles.
VuiGNlER, Comment exploiter un domaine. — Zie bladz. 9: Encycl. Wéry, 59.
Clerc, Photographie. — Zie bladz. 11: Bibl. conn. utiles. Coupin, Aquarium d'eau douce. — Zie bladz. 11: Bibl. conn. utiles. Couftn, Amateur de coléoptères; de papillons. — Zie bladz. 11: Bibl. conn. utiles.
Graffigny, Industries d'amateurs. — Zie bladz. 11: Bibl. conn. utiles. Guyer, Dessin et peinture. — Zie bladz. 11: Bibl. conn. utiles.