HET ^CHIEPBER GliDERSCHE REKEN- COMMISSARISSEN^ELAS#ME^HET BEHfe^^N DE GEÏJl^CHE jhr. mr. a.1h, martens wy| seve^oven RIJKSARCHIEF IN GELDERLAND HET ARCHIEF DER GELDERSCHE REKENKAMER, 1559-1795, en van de COMMISSARISSEN, BELAST MET HET BEHEER VAN DE GELDERSCHE DOMEINEN, 1543-1559, door Jhr. Mr. A. H. MARTENS VAN SEVENHOVEN DEEL I 's-gravenhage — algemeene landsdrukkerij — 1925. T m INLEIDING. I. DE GESCHIEDENIS VAN DE REKENKAMER. Het in dezen inventaris beschreven archief heeft betrekking op het beheer van de Geldersche domeinen. Nadat het tractaat van Venlo van 12 September 1543 KAREL V in het bezit had gesteld van de landsheerlijke rechten in Gelre en Zutphen, werd den Hollandschen rekenmeester GERARD VAN RENOY, heer van Spijk, den 21sten van die maand gelast, zich naar Arnhem te begeven om met den Stadhouder (den prins van Oranje) en LODEWIJK VAN VLAANDEREN, heer van Praet, te beraadslagen over den toestand der Geldersche domeinen. Uit zijn eerste rapport aan de Regentes, waarvan Mr. J. J. S. baron SLOET een uitgaaf heeft bezorgd*), blijkt, dat hij 6 of 7 October te Arnhem aankwam. Hij vond daar in een nevengebouw van het hertogelijke hof, waar hertog KAREL in 1538 overleden was, de van dien hertog afkomstige rekeningen, charters en registers en als bewaarder daarvan den secretaris JOHAN BELL. Deze had reeds in de laatste regeeringsjaren van hertog KAREL als zoodanig gefungeerd en was ten tijde van hertog WILLEM VAN KLEEF belast met het nazien van de rekeningen, die vervolgens door gecommitteerden van dien hertog werden afgehoord. In deze functies werd hij door den Stadhouder gecontinueerd en 5 Maart 1544 werd hem door den Keizer commissie gegeven als secretaris van de rekenkamer, charterbewaarder en conciërge van het gebouw, waarin zich de charterkamèr bevond en waar de rékenkamer, de leenkamer en de kanselarij zouden worden vereenigd. Onder de rekenkamer heeft men hier niet te verstaan een college, doch het vertrek, waar de daartoe bevoegde personen zich zouden bezighouden met het nazien en afhooren van domeinrekeningen. RENOY werd 5 Juni 1544 opnieuw naar Gelderland gezonden, om de domeinen te inspecteeren. 30 Januari 1545 werd hij benoemd tot rentmeestergeneraal van de Geldersche domeinen. Als zoodanig was hij onderworpen aan het toezicht van de Brabantsche Rekenkamer te Brussel, uit welk college GREGORIUS VAN DlEVE 30 Juni 1546 naar Gelderland werd gezonden, o. m. om met RENOY de rekeningen der subalterne rentmeesters en van de tollenaars en officieren af te hooren. 1 Januari 1549 werd RENOY als rentmeester-generaal opgevolgd door den Brabander THOMAS GRAMAYE, een broeder van den ontvanger-generaal van Brabant JACQUES GRAMAYE. Tegelijkertijd werd bepaald, dat de comptabele ambtenaren in Gelderland zich naar Brussel hadden te begeven, om in de Rekenkamer aldaar hunne rekeningen te doen afhooren, een 1) Ontleend aan het archief van hat Hof (Bijdr. en Meded. Gelre XI, blz. 395 vlg.). maatregel, waartegen veel verzet ontstond. RENOY en VAN DlEVE bleven tot in den herfst van 1557 zich bij tusschenpoozen in Gelderland ophouden voor het beheer van de domeinen. Zij slaagden er in, dat beheer op Bourgondisch-Oostenrijksche leest te schoeien, hetgeen o. m. blijkt uit de uniforme inrichting der rekeningen, afwijkende van die in den hertogelijken tijd. Bovendien wisten zij vele verduisterde domeinen op te sporen en een groot aantal verpande domeinen te lossen. Het laatste geschiedde met behulp van een in 1547 door de Staten toegestane bede. In November 1557 overleed JOHAN BELL, die tot zijn dood een belangrijk aandeel aan het domeinbeheer heeft genomen. Hij werd in zijn verschillende functies opgevolgd door den klerk van de kanselarij REINER DlBBETS, die dus voortaan de eenige helper te Arnhem was van den rentmeester-generaal GRAMAYE. De verre afstand van Brussel en de geest van verzet tegen de regeering aldaar maakten het toen onvermijdelijk, dat te Arnhem een college belast werd met het domeinbeheer, dat bovendien zeer in omvang was toegenomen door de bovengenoemde lossing van domeinen. De koninklijke ordonnantie, waarbij dit college werd ingesteld en van een instructie voorzien, is van 5 Februari 1559 1). De instructie was ontleend aan die van de Rekenkamer te Rijsel, van 5 October 1541. Voortaan zouden onder de Kamer van Finantiën te Brussel vier Rekenkamers ressorteeren, te Rijsel, Brussel, 's-Gravenhage en Arnhem. De ondergeschikte verhouding tot de Kamer van Finantiën kwam hoofdzakelijk hierin uit, dat deze brieven van ordonnantie af moest geven voor alle buitengewone betalingen, uit de inkomsten dèr domeinen te doen. Zoolang GRAMAYE landrentmeestergeneraal was, tot en met 1562, werden zijn rekeningen afgehoord door de Rekenkamer ih Brabant, maar overigens heeft dit college zich niet meer ingelaten met het beheer van de Geldersche domeinen. Er werd echter voor zorggedragen, geen Gelderschman in de Rekenkamer te benoemen. De eerste rekenmeesters waren REINER VAN DER DOES en BOUDEWIJN VAN DER BOE. Auditeur werd DlRK VAN BUREN, terwijl de bovengenoemde REINER DlBBETS £rltf secretaris in functie bleef. De bedieningen van charterbewaarder en conciërge van de kanselarij behield hij daarbij en hij bleef ze behouden, ook toen hij in 1570 auditeur werd naast VAN BUREN, in verband met de vermeerdering van werkzaamheden tengevolge van het aan de Rekenkamer opgedragen beheer van in beslag genomen goederen. Daar DlBBETS eerst in 1598 overleed, heeft hij er voor kunnen zorgen, dat in de troebele tijden de noodige continuïteit bij het domeinbeheer werd in acht genomen. Na het overlijden van VAN BUREN in 1578 is er geen tweede auditeur meer benoemd. Aangezien in dit stuk de Paaschstijl is gebruikt, is het gedateerd 1558. Het is verwonderlijk, dat noch VAN HASSELT, noch NlJHOFF dit ontdekt heeft, terwijl hun toch moet zijn opgevallen, dat de Rekenkamer eerst in 1559 in functie is getreden. 6 7 De ambten van auditeur en charterbewaarder bleven vereenigd. VAN DER DOES is 20 Januari 1563 als eerste rekenmeester opgevolgd door THOMAS GRAMAYE, in wiens plaats de klerk GEDEON VAN DER HOUVE landrentmeester-generaal werd. In 1570 werd in verband met de bovenvermelde vermeerdering van arbeid een derde rekenmeester benoemd, ditmaal een inlander, JOHAN BENTINCK. 2 November 1578 heeft graaf JAN VAN NASSAU de geheele Rekenkamer, met uitzondering van den auditeur DlBBETS, ontslagen. Dat ontslag geschiedde met consent van het Hof en was in overeenstemming met het besluit van den Landdag om de Kamer van Finantiën te Brussel „niet te kennen". Toch is aan GRAMAYE, die zich te Antwerpen bevond, nog gedurende eenige jaren tractement uitbetaald en eerst 28 Juni 1580 hebben drie nieuwe rekenmeesters, t. w. GOOSSEN VAN VARICK, RUTGEP TULLEKEN en JACOB VAN OMMEREN, commissie ontvangen. Hoewel de Landdag 24 April 1580 besloten had, die uit eigen naam te verleenen, heeft het Hof dit toch nog in naam des Konings gedaan. Dit was juist, want vóór de afzwering van den landsheer bestond er geen aanleiding voor de Staten om zich als eigenaars van diens domeinen te gedragen. Na de afzwering hebben zij dit wel gedaan en zoo was dus sinds 1581 de Rekenkamer een college, dat aan de Staten van Gelderland ondergeschikt was en belast met het beheer der domeinen van het gewest en bovendien met het bewaren van charters en andere archivalia, die aan de Landschap toebehoorden. Het domeinbeheer in de aan den Koning trouw gebleven gedeelten van Gelderland is sindsdien van Roermond uit gevoerd. 28 Juni 1581 droeg de Landdag aan het Hof op, een nieuwe instructie voor de gereorganiseerde Rekenkamer op te stellen. Tegelijk werd besloten, dat voortaan ieder der drie kwartieren beurtelings een nominatie aan den Landdag zou doen voor de vervulling van de drie rekenmeestersplaatsen. Dat besluit werd zoo uitgelegd, dat men de zittende leden tot hun dood liet zitten. Afgezien daarvan en van het feit, dat van 1585—1593 een der plaatsen onbezet is gebleven, zijn de drie rekenmeesters uit de drie kwartieren benoemd tot 1795. De voorzitter heette „eerste rekenmeester", terwijl één auditeur en één secretaris (aanvankelijk klerk genoemd) aan het college bleven toegevoegd. Het college werd veelal genoemd „Die van de Rekeninge". Wat de in 1581 van het Hof verlangde instructie betreft, hiervan is eerst in 1603 een concept tot stand gekomen. Destijds en gedurende den verderen tijd van het bestaan der Rekenkamer kostte het zooveel moeite, op dit punt overeenstemming te bereiken, dat men zich tot 1795 heeft moeten behelpen met het concept van 1603, dat in vele opzichten aansloot bij de instructie van 1559. 8 Bij besluit van den Landdag van 11 Februari 1795 werd de Rekenkamer, welker leden de provincie hadden verlaten, opgeheven en werden hare werkzaamheden voorloopig opgedragen aan het Provintiaal Collegie van algemeen welzijn en finantiën. De taak van de Rekenkamer bestond in het algemeen in het afhooren van rekeningen en het verrichten van andere daden van beheer (verpachtingen, inspecties, vaststelling van toltarieven, benoeming van beambten, enz.) met betrekking tot de landsheerlijke domeinen, Om ons van die werkzaamheid een voorstelling te kunnen maken, moeten we nagaan, waarin die domeinen bestonden en welk rechtskarakter er aan behoort te worden toegekend*). De domeinen vormden het vermogen van den landsheer, waarvan de bestanddeelen volgens onze begrippen ten deele van publiekrechtelijken, ten deele van privaatrechtelijken aard waren, doch die in den tijd, waarin de Staten ze zich toeeigenden, alle zekere geldswaarde hadden en voornamelijk uit dat oogpunt werden beschouwd. De hertogen hadden met de inkomsten uit die domeinen in de eerste plaats hun particuliere uitgaven bestreden, doch het in bezit nemen er van door de Staten had natuurlijk tengevolge, dat sindsdien alleen publieke belangen er mede werden gediend. Toch bleven de Staten daarbij in de historische lijn, want de eerste en voornaamste betaling uit de domeinen was die van de tractementen en andere onkosten ten behoeve van den Stadhouder en het Hof, van wie de eerstgenoemde de vertegenwoordiger was van den landsheer, terwijl het Hof als opvolger van de voormalige hertogelijke raden moet worden beschouwd. In dit verband verdient bijzondere opmerking, dat de opbrengst der domeinen nimmer gebruikt is voor de voldoening van generaliteitslasten en de bekostiging van de staatshuishouding in de autonome kwartieren. De domeinen waren en bleven een afzonderlijk vermogen ten dienste van enkele bepaalde belangen der drie kwartieren gemeenschappelijk. Daarnaast verdient opmerking, dat sommige landsheerlijke rechten langzamerhand het karakter van rendabele vermogensbestanddeelen hebben verloren en overheidsfuncties zijn geworden, die vrij groote kosten ten laste van de andere domeinen medebrachten. Dit geldt in de eerste plaats van het recht van jurisdictie. Tot aan de revolutie werd dit recht in uitgestrekte deelen der provincie nog door anderen dan de landsoverheid uitgeoefend en dientengevolge waren niet alle officieren van justitie aan de Rekenkamer rekenplichtig. Ook bij het recht van de munt, het recht op de groote stroomen is ten tijde van het beheer door de Rekenkamer de ontwikkeling van een particulier domein van den vorst tot een overheidsfunctie onmiskenbaar. Tot de domeinen behoorden echter ook *) Zie daarover mijn bijdrage ,,'s Landschaps vermogen tijdens de Republiek", in Bijdr. en Meded. der vereeniging Gelre XX, blz. 189 vgl. 9 vele landerijen, tienden, erfpachten en andere objecten, die nooit een publiekrechtelijk karakter gehad hebben. Intusschen komt het mij niet noodzakelijk voor, de domeinen op te sommen in de inleiding tot een inventaris, die in dit opzicht voor zichzelf spreekt. Ik wil er slechts op wijzen, dat de Rekenkamer tot taak had, een complex van bezittingen te beheeren, waarvan zoowel de bestemming, die aan de opbrengst werd gegeven, als het publiekrechtelijk karakter, dat aan een gedeelte er van moet worden toegekend, tengevolge gehad hebben, dat dit college een voornamere plaats in den lande heeft ingenomen dan die van een administrateur van eenige publieke eigendommen. Dit komt ook hierin uit, dat de rekenmeesters toegang hadden tot de vergaderingen van het Hof en dat zij verplicht waren, in bepaalde zaken met dat hoogste centrale regeeringscollege in de provincie samen te werken of overleg te plegen. Het Hof gaf in naam van de Staten commissie aan de rentmeesters, officieren van justitie en andere comptabele ambtenaren. Die Staten zeiven bemoeiden zich ook in sommige gevallen met het werk van hun rekenmeesters. De Rekenkamer was n.l. verplicht, verschillende rechtshandelingen aan de beslissing van den Landdag te onderwerpen. De aankoop van domeinen geschiedde ten name van de Staten van Gelderland. Sinds 1690 werden de rekeningen van den landrentmeester-generaal, in wiens kas de batige overschotten van die der andere comptabele ambtenaren werden gestort, afgehoord ten overstaan van een commissie uit de Staten. Naast het beheer der landsvorstelijke domeinen zijn aan de Rekenkamer in de 16de eeuw tijdelijk administraties van bijzonderen aard opgedragen geweest, waaromtrent men aanteekeningen zal vinden bij de beschrijving der desbetreffende stukken in de vierde afdeeling van den inventaris. In verband daarmede zij gewezen op het feit, dat de geseculariseerde geestelijke goederen niet door de Landschap, maar door kwartieren en steden in bezit waren genomen, dat zij dus vóór de Revolutie niet met de landsheerlijke domeinen vereenigd zijn geweest en dat het beheer er van niet tot de gewone taak van de Rekenkamer behoorde. De bederekeningen, die vóór de afzwering van den landsheer op ongelijke tijdstippen zijn afgelegd door de landrentmeesters-generaal, zijn niet in de afdeeling der stukken van bijzonderen aard ingedeeld, omdat de. beden en schattingen het karakter droegen van een aanvulling van de inkomsten uit de domeinen en als zoodanig van ouds door de domeinbeheerders geïnd en verantwoord waren. Vermindering heeft de werkzaamheid van het college ondergaan door de afscheiding van het Overkwartier. Alleen de domeinen in de stad en het ambt Gelre, tot 1572 de douairie der hertogin-weduwe ELISABET VAN BRUNSWIJK, zijn tot aan het bestand door de Rekenkamer beheerd. Overigens heeft deze na 1578 niet veel meer te doen gehad in dit kwartier, 10 waar vanouds een belangrijk deel van de domeinen der Geldersche hertogen gelegen was. Ook de westelijke helft van het kwartier van Nymegen lag gedurende een aantal jaren buiten haar bereik, sinds de verovering van Zalt-Bommel door de Geuzen in 1572. Evenzoo afwisselende gedeelten van het Zutphensche kwartier, waar eerst de verovering van Grol door FREDERIK HENDRIK in 1627 voor goed een einde gemaakt heeft aan de Spaansche macht, die zich van Roermond uit zooveel mogelijk ook met de domeinen in die streken had bemoeid. In de tweede helft der 17de eeuw zijn door de Staten maatregelen genomen tot „redres" der domeinen, die hierop neerkwamen, dat een aantal landerijen, tienden en andere bezittingen verkocht werden en met de opbrengst verpande domeinen werden gelost. Daarna zijn de domeinen herhaaldelijk, tot aan het einde van het bestaan der Rekenkamer, door lossing en vooral door aankoopen, in den regel met behulp van de gewone jaarlijksché inkomsten, aanzienlijk uitgebreid. Een ambtenaar, die de Rekenkamer als adviseur ter zijde stond, was de momber, de advocaat van den lande. In processen over domeinzaken vertegenwoordigde deze de Landschap. Het ambt is ingesteld met de benoeming van JOOST CRANEVELT in 1547. Over de door de mombers nagelaten papieren zal elders in deze inleiding worden gehandeld, terwijl aan het hoofd van bijlage A bij den inventaris eenige bijzonderheden omtrent dit ambt zijn vermeld. II. DE GESCHIEDENIS VAN HET ARCHIEF VAN 1543 TOT 1915. GERARD RENOY trof, gelijk gezegd is, in het laatst van 1543 in het hertogelijke hof te Arnhem de door hertog KAREL nagelaten archivalia aan. Hiervan heeft hij met den secretaris BELL onmiddellijk de inventarisatie ter hand genomen. De vrucht van dien arbeid is, voorzoover bewaard, vermeld op blz. 53 van dezen inventaris. RENOY en BELL en ook VAN DlEVE en GRAMAYE hebben tengevolge van hun werkzaamheid dit archief met stukken betreffende het domeinbeheer in de jaren 1543—1559 uitgebreid, doch eerst de oprichting van de Rekenkamer in het laatstgenoemde jaar heeft aanleiding gegeven tot de vorming van een zelfstandig archief. Een gedeelte van de rekeningen en andere stukken uit den tijd der koninklijke commissarissen is eerst na 1559 uit Brussel haar Arnhem gezonden. In 1563 werden voor de Rekenkamer twee kamers aan de kanselarij aangebouwd, waarvan ééne bestemd was voor het bewaren van het archief. Uit een summieren inventaris, die in 1578 is vervaardigd door een commissie 11 uit den Landdag en het Hof, na de verandering van zaken in dat jaar (n°. 290 van den inv.), blijkt, dat het door de Rekenkamer zelve gevormde archief destijds nog niet was vermengd met de oude hertogelijke archivalia. In 1605 is het geheele archief, inclusief de hertogelijke stukken, in een nieuwe kast op de brandkamer (de bovengenoemde archiefkamer) geplaatst door den auditeur VAN DE SANDE en den secretaris SCHRASSERT, die tevens zekere orde hebben aangebracht, liassen hebben gemaakt, enz. *). In 1648 is het verhuisd naar het z.g. Hof van Nassau, dat door de Staten was aangekocht om er de regeeringscolleges te herbergen, voor wie de kanselarij te klein was geworden8). Inmiddels was het archief in 1632 aanmerkelijk uitgebreid tengevolge van het in beslag nemen van dat der Rekenkamer te Roermond na de verovering van die stad. Het gedeelte daarvan, dat betrekking had op de domeinen in Overijsel en de drie noordelijke provincies, is naar Zwolle doorgezonden. Het overige is ten deele naar Roermond teruggezonden in 1682, terwijl nog in 1895 en 1925 stukken aan het Rijksarchief in Limburg zijn overgedragen, die ten onrechte in 1632 met het archief der Rekenkamer te Arnhem waren vereenigd. De inbeslagname had echter een gevolg, dat van groote en blijvende beteekenis voor Gelderland is geweest: bij die gelegenheid zijn te Arnhem beland de archivalia van hertog ARNOLD, die te Grave hebben berust, in 1540 zijn geplaatst in de Rekenkamer te Brussel en door de Aartshertogen aan die te Roermond in bewaring zijn gegeven. Een belangrijk gedeelte van de nog bewaarde hertogelijke archieven van vóór 1473 (waaronder de oudste aanwezige charters) is daarmede voor Gelderland behouden gebleven. Behalve de archieven uit den hertogelijken tijd had de Rekenkamer een aantal charters, dossiers en andere stukken van belang in bewaring, behoorende tot het archief der Staten van Gelderland, doch niet op de domeinen betrekking hebbende. De vergaderingen van' den Landdag toch werden beurtelings te Nymegen, Zutphen en Arnhem gehouden. Een eigen secretarie hielden de Staten der drie verbonden kwartieren er niet op na. Het gevolg daarvan is geweest, dat de in de vergaderingen ingekomen stukken en opgestelde minuten in de archieven der drie hoofdsteden zijn blijven berusten. Ook het Hof, dat namens de Staten briefwisseling voerde wemneer dezen niet vergaderden, heeft vele stukken verzameld, die tot het Statenarchief moeten worden gerekend. Bovendien heeft echter de Landschap in bepaalde gevallen de Rekenkamer het geschiktste depot voor 1) Zie de betalingsordonnantie (n°. 1692 van dezen inv.), uitgegeven door VAN HASSELT in Geldersche Oudheden, blz. 38. *) Het Ho! van Nassau is in de'19de eeuw vervangen door het tegenwoordige paleis van justitie. Zie mijn bijdrage daarover in Bijdr. en Meded. Gelre XXV, blz. 140, en voorts het aangeteekende bij nos, 554—557 van dezen inventaris, 12 hare documenten geacht en hieraan moet worden toegeschreven, dat in het archief van dat college een officieel exemplaar van de landdagsrecessen berustte, alsmede een aantal andere stukken van belang, waaronder het archief van de Geldersche gecommitteerden ter Generaliteit en eenige charters en dossiers, die „ad perpetuam rei memoriam" in de charterkamer waren gedeponeerd. In die charterkamer placht ook de in hetzelfde gebouw gevestigde Leenkamer hare charters te bergen, onder de hoede van den auditeur, die, gelijk gezegd is, den titel charterbewaarder voerde. Wanneer we nog in aanmerking nemen, dat de Rekenkamer behalve deze officieele depots ook nu en dan kleine verzamelingen van stukken aan haar archief heeft toegevoegd, die er niet toe behoorden (o. a. in 1572 een verzameling Zutphensche charters *)), dan wordt het duidelijk, dat reeds ten tijde van het bestaan van de Rekenkamer haar archief zeer veel bevatte, dat er niet toe behoorde. De verhuizing in 1648 heeft vermoedelijk aan de orde in die groote verzameling veel kwaad gedaan, terwijl het mij waarschijnlijk voorkomt, dat er bij die gelegenheid stukken zijn vernietigd. In 1784 heeft de secretaris Mr. GERARD VAN HASSELT2) een rapport over de charterverzamelmg aan de Rekenkamer uitgebracht en daarbij een inventaris overgelegd, dien hij zelf van een klein gedeelte dier verzameling had gemaakt. (Zie n°. 292 van dezen inv.). Uit dat rapport en de daarbij overgelegde stukken blijkt, dat er sinds 1578 geen inventaris van het archief was gemaakt (afgezien van lijsten van stukken betreffende nieuw aangekochte domeinen, in de 18de eeuw vervaardigd), van de charterverzameling zelfs niet sedert de dagen van RENOY en BELL. Van de in 1632 uit Roermond overgebrachte hertogelijke charters bezat men een ouden inventaris. De aanleiding tot het rapport van VAN HASSELT was het verzoek van den historieschrijver der provincie prof. Mr. PlETER BONDAM om de charters te zijnen huize te mogen afschrijven voor zijn charterboek. Ter voldoening aan dit verzoek heeft VAN HASSELT destijds 2100 charters willekeurig van nummers in dorso voorzien en ze bij honderdtallen in kistjes verpakt Prof. BONDAM ontving tien van die kistjes ter leen3) en heeft van die 1000 charters er 722 in een inventaris beschreven zonder op het onderling verband !) Zie daarover mijn bijdrage in Nederl. archievenblad 1922/23, blz. 29. 2) VAN HASSELT is 24 Maart 1779 adjunct-secretaris geworden, 25 September 1783 secretaris. Auditeur en charterbewaarder was destijds Mr. GERARD PRONCK. VAN HASSELT kreeg den titel charterbewaarder eerst in 1802. *) 27 charters zijn tengevolge van die uitleening zoekgeraakt. Daarentegen zijn 16 tot het huisarchief van Batenburg behoorende charters (misschien ook enkele van elders herkomstige) waarschijnlijk door de erven Bondam bij vergissing met die van de Rekenkamer naar Arnhem gezonden en dientengevolge door NUHOFF in zijn charterioventari* opgenomen. 13 van die stukken te letten. Daarbij bleef het destijds. Voor een volledige ordening schenen de tijd en de lust te ontbreken. In 1794 zijn de charters en andere papieren van het Hof en de Rekenkamer wegens de nadering der Franschen per schip naar Amsterdam vervoerd, doch in het volgende jaar zijn zij in ongeveer 400 kisten teruggezonden. Mijn veronderstelling, dat die maatregel voor de archieven niet gunstig is geweest, zal wel geen tegenspraak ontmoeten. 25 Februari 1795 rapporteerde de subst. momber Mr. H. A. RAPPARD in de vergadering van het Provintiaal Collegie, dat er in de momberskamer (de kamer, waarover de momber in het Hof van Nassau beschikte) militairen ingekwartierd waren, die een gedeelte van de aldaar bewaarde, papieren verbrand of op andere wijze vernietigd hadden. Daarbij zijn vermoedelijk archivalia van de Rekenkamer verloren gegaan, want de momber was gerechtigd, de stukken in te zien, die betrekking hadden op de door hem te behandelen zaken. Tengevolge daarvan schijnt het mombersarchief steeds vermengd te zijn geweest met stukken, die aan de Rekenkamer en het Hof toebehoorden. Het Provintiaal Collegie heeft toen de nog aanwezige papieren tot zich genomen, tengevolge waarvan thans nog een aantal dossiers en andere stukken, van de mombers afkomstig, bij het archief der Rekenkamer geplaatst zijn. Aan dit archief schijnt overigens in het revolutiejaar geen schade te zijn toegebracht— In het bewogen tijdperk, dat daarop volgde, is de voormalige secretaris VAN HASSELT de eenige man'geweest, die zich het lot der archieven van de opgeheven Rekenkamer aantrok. Hij liet zich 1 Juli 1802, toen de geest des tijds niet meer zoo fel als tevoren gekant was tegen een Oranjeman als hij was, benoemen tot charterbewaarder en is in die functie gebleven tot 1810. De oude charterkamer in het Hof van Nassau (destijds paleis van justitie genoemd) bergde in dien tijd weer de charterverzameling; ook de overige archivalia waren in dat gebouw vereenigd. Toen die bewaarplaats in 1811 ontruimd zou worden, heeft VAN HASSELT vergeefs zijn diensten aan Napoleon aangeboden. Er is toen op last van den prefect door den advocaat Mr. H. W. VAN MEURS een zeer globale inventaris gemaakt van de archieven, afkomstig van de Rekenkamer, den momber, het college tot de beneficieering van Nederrijn en IJsel en de sinds 1795 in de provincie opgetreden autoriteiten1). Dit alles is toen overgebracht naar de bovenste verdieping van het palets van justitie. l) De (incomplete) inventaris berust in het Rijksarchief. Nummers in groote ronde cijfers op sommige stukken herinneren aan die volkomen waardelooze inventarisatie. NlJHOFF schreef daarover in 1820 aan Ged. Staten: „Een enkel oog, in denzelven geslagen, zoude U Edel Groot Achtb. kunnen overtuigen, dat de verwarring daardoor meer is toegenomen dan verminderd, omdat veelal in dezelfde kist de meest ongelijksoortige 14 Het charterbewaarder schap van VAN HASSELT, van 1802—1810, in een tijd, toen men meende, met het oude te hebben afgerekend en de oude archieven als rariteitencollecties te mogen beschouwen, is voor het archief der Rekenkamer nogal schadelijk geweest. VAN HASSELT putte er destijds de gegevens uit o. a. voor zijn publicaties „Geldersche oudheden", „Geldersch maandwerk" en „Geldersche bijzonderheden". Hij heeft toen, „ten einde aan zijne edele zucht voor vaderlandsche oudheden te voldoen" (de woorden zijn van NlJHOFF), vele liassen van brieven en acquitten losgemaakt. Sommige van die stukken heeft hij naar eigen inzicht herbonden en zoodoende een blijvende verwarring gesticht. Hierbij liet hij het helaas niet: hij pleegde ernstiger vergrijpen tegen de regels van een behoorlijk archiefbeheer. De stukken, die hij afdrukte, heeft *hij in vele gevallen vernietigd nadat ze aldus, naar hij meende, voldoende bekend waren geworden; andere heeft hij naar zijn huis meegenomen, waar hij ze met de tallooze afschriften en extracten uit rekeningen, die hij zelf vervaardigde of door een klerk liet maken, alsmede met origineelen en afschriften naar stukken uit het archief van Arnhem, van welke stad hij „charter-secretaris" was, in banden vereenigde. Dientengevolge bevatte de uit 150 folio-deelen bestaande handschriftenverzameling, die VAN HASSELT bij zijn overlijden in 1825 naliet, een groot aantal oorspronkelijke stukken uit het archief van de Rekenkamer, meerendeels dateerende uit de 16de en de eerste helft der 17de eeuw2). Het is zeer te betreuren, dat die verzameling, die in 1861 openbaar is geveild, destijds niet door de provincie is aangekocht. Zestig deelen zijn toen in de openbare bibliotheek te Arnhem beland. De overige kwamen aanvankelijk in particuliere handen. Op verschillende tijdstippen heeft het provinciaal (later het Rijks-) archief er daarvan een veertigtal verworven, door schenking en aankoop, doch van die deelen bevatten slechts een betrekkelijk klein getal origineele stukken, aangezien men aanvankelijk vooral prijs gesteld heeft op het bezit van de door VAN HASSELT vervaardigde indices, die tot de in 1861 geveilde handschriften behoorden. Nadat in 1814 de provincie Gelderland was herboren als onderdeel van het koninkrijk, werd bij koninklijk besluit van 10 Juli 1817 litt. W tot opzichter van het provinciaal archief benoemd ISAAC ANNE NlJHOFF, in de plaats van wijlen H. W. DE ROOS, die deze betrekking slechts enkele stukken vereenigd zijn; nog meer zal U Edel Groot Achtb. zulks blijken, wanneer ik de eer zal hebben, U Edel Groot Achtb. te doen observeeren, dat die Inventaris onder de 1278 Nummers, welke hij bevat, er zeer velen telt, die aan hun opschrift geenszins antwoorden." 2) Zie over deze verzameling: Is. An. NlJHOFF in Alg. Kunst- en Letterbode 1861, blz. 362. en H. M. werner in Geld. volksalmanak 1890, blz. 51. 15 maanden had bekleed. NlJHOFF, de zoon van den Arnhemschen boekhandelaar PAULUS NlJHOFF, wiens zaak hij na diens overlijden 'naast zijn archiefbetrekking heeft gedreven, was bij zijn benoeming 22 jaar oud. Uit de instructie, hem 30 October 1817 door de Gedeputeerde Staten gegeven, blijkt, dat men van hem in de eerste plaats verwachtte de „schifting" en inventarisatie van het archief der voormalige Rekenkamer. Dit bevond zich nog, vermengd met andere archieven, in de drie bovenvertrekken van het z.g. Hof van Justitie, het voormalige Hof van Nassau, waar het, gelijk is medegedeeld, in 1811 was geborgen. Tot 1839 is het in dat bouwvallige gebouw blijven berusten. In dat jaar werden vier vertrekken onder de nieuwe vergaderzaal der Provinciale Staten, die bij het ter plaatse van het voormalige Stadhoudershof verrezen Gouvernementsgebouw was aangebouwd, ter beschikking van NlJHOFF gesteld. Deze vereenigde daar de archivalia uit het Hof van Justitie met die, welke zich toen reeds in het Gouvernementsgebouw bevonden. Intusschen was het hem opgedragen werk der ordening en inventarisatie van het archief der Rekenkamer in 1839 reeds lang afgeloopen. Alleen de uitgaaf van de „Gedenkwaardigheden uit de geschiedenis van Gelderland", waartoe dat archief de stof leverde, zou hem tot zijn dood in 1863 in voortdurende aanraking doen blijven met het archief der Rekenkamer en in het bijzonder met de daarin gedeponeerde hertogelijke archieven. In overeenstemming met den wensch der Staten splitste NlJHOFF het archief voor de inventarisatie in vieren: 1° de verzameling perkamenten brieven, 2° de stukken, die destijds nog van actueel belang werden geacht, en die, waaraan historische waarde moest worden toegekend, 3° stukken van weinig belang, waaronder in de eerste plaats bijlagen bij rekeningen, 4° volkomen onbelangrijke stukken, die ter zijde werden gelegd. De laatstgenoemde groep heeft hij in 1830 doen vernietigen1). Zijn inventarisatie begon hij met de eerste groep. Hij voltooide den charterinventaris van Mr. PlETER BONDAM, die, gelijk gezegd is, van de 2100 door VAN HASSELT genummerde-charters er bij zijn overlijden slechts 722 had geïnventariseerd. Den inventaris van alle 2100 charters bood hij 10 Januari 1821 aan de Staten aan. Van eenige orde in dien inventaris is geen sprake, aangezien NlJHOFF zich, in navolging van BONDAM, hield aan de volkomen willekeurige nummering van VAN HASSELT. Inmiddels vond hij in een kist en in verschillende andere schuilhoeken nog een belangrijk gedeelte van de verzameling. Deze charters nummerde hij eveneens willekeurig, 2101—2929. Hij bood er 2 Februari 1823 een supplement-inventaris van aan en x) Mr. J. F. BlJLEVELD heeft dit van een ooggetuige vernomen, blijkens een aanteekening van zijn hand in zijn exemplaar van het gedrukte archiefverslag over 1881. 16 vervaardigde tegelijkertijd een „alfabetisch register op de voornaamste onderwerpen, voorkomende in een aantal van 2929 oorspronkelijke perkamenten brieven", om het onderzoek in de feitelijk ongeordende verzameling te vergemakkelijken. In 1826 ontving hij van het Hof eenige charters, die hij als nos. 2930—2944 bij de collectie voegde. Zij behooren, met uitzondering waarschijnlijk van n°. 2943, tot de hertogelijke archieven. Inmiddels was hij reeds in 1825 gereed gekomen met het tweede gedeelte van het archief. Hij legde daarvan een „algemeen register" aan de Staten over. Vóórin dit register, dat als inventaris heeft dienstgedaan tot de voltooiing van den thans bewerkten inventaris, vermeldde hij in een summiere lijst de stukken „van minder aangelegenheid", vormende het bovenbedoelde derde gedeelte van het archief. Onder die stukken, in 60 kisten geborgen, bevonden zich o. m. de bijlagen bij de rekeningen, voorzooverre nog bewaard, alsmede de rekeningen en andere stukken, betrekking hebbende op het Overkwartier. Die verzameling werd in een zoldervertrek van het Hof opeengestapeld en is in September 1863 vernietigd op last van den griffier der Staten B-AUER, die reeds in 1839, bij gelegenheid van de verhuizing van het archief, NlJHOFF mondeling had gemachtigd, de 18de-eeuwsche tolrekeningen tot scheurpapier te maken, van welke machtiging toen een ruim gebruik is gemaakt. Alleen de rekeningen betreffende het Overkwartier, een incomplete verzameling van allerhande minuten, een aantal dossiers, van de mombers afkomstig, alsmede de bijlagen bij de muntmeestersrekeningen, zijn in 1863 gespaard gebleven en later door den archivaris VAN RIEMSDIJK met het archief hereenigd. Opmerking verdient, dat NlJHOFF de stukken betreffende het Overkwartier ten deele heeft willen ruilen met Pruisen tegen archivalia, die hij van meer belang voor Gelderland achtte. Hiervan is niets gekomen. Bij het gedeelte van het archief, dat belangrijk genoeg werd geacht om te worden verzorgd en geïnventariseerd, voegde NlJHOFF een aantal stukken, die hij uit het archief van het Hof ontving, waaronder een klein gedeelte van het archief der Leenkamer. De charters van de Leenkamer toch waren wel van ouds in de charterverzameling van de Rekenkamer geplaatst, doch overigens had het archief der Leenkamer onder den leengriffier berust en was het na de definitieve opheffing van de Leenkamer, in 1811, vereenigd met dat van het voormalige Hof. Uit dit gedeelte van het Leenkamerarchief bracht NlJHOFF naar dat van de Rekenkamer o. a. over het bekende door VAN REID aangelegde register in vijf deelen, dat door de vereeniging „Gelre" in druk is uitgegeven. Aangezien het archief der Rekenkamer reeds ten tijde van het bestaan van het college een groote hoeveelheid stukken bevatte, die er van elders in waren gedeponeerd, en het door NlJHOFF ook nog verrijkt werd met bestand- 17 deelen, die er niet toe behoorden, geeft NlJHOFF's „algemeen register" den indruk, dat er een min of meer heterogene verzameling in is beschreven. De naam „kerncollectie NlJHOFF" is daarvoor niet onaardig uitgedacht door den archivaris BONDAM, doch men houde wel in het oog, dat de kern der verzameling en de groote meerderheid der stukken van de Rekenkamer afkomstig was. Het „algemeen register" van NlJHOFF is alfabetisch ingericht. De hoofden, waaronder hij de stukken in alfabetische volgorde indeelde, herinneren aan de twee redenen, waarom men ze van belang achtte: waarde voor de toenmalige autoriteiten en historische merkwaardigheid. Afdeelingen als „bosschen en zanden", „erfpachten", „limiten" bijv. waren van belang voor de kennis van 's Rijks rechten en gerechtigheden; groepeeringen als „Karei van Egmond", „Spaansche onlusten" waren blijkbaar gevormd met het oog op de studie der historie. Onder „Spaansche onlusten" namen uiteraard de stukken betreffende geconfiskeerde goederen de grootste plaats in, omdat de Rekenkamer door het beheer daarvan met die onlusten in aanraking kwam, maar er zijn stukken, van het Hof afkomstig, bij gevoegd om de historie op te helderen. De geheele charterverzameling is pro memorie vermeld onder „charters" n°. 1, als: „verzameling van ongeveer drieduizend oorspronkelijke perkamenten charters, vorstelijke brieven en privilegiën". Alle rekeningen, het hoofdbestanddeel van het archief, vindt men in ééne afdeeling „rekeningen", in onderafdeelingen gesplitst. Die van na 1543 zijn daar zeer globaal beschreven. Over onderwerpen, die NlJHOFF belangrijk achtte, voegde hij losse stukken uit de daarvan bestaande, uit haar verband gerukte, verzameling bijeen en dientengevolge bevat de inventaris de beschrijving van een groot aantal schijnbare dossiers, die de Rekenkamer niet als zoodanig gekend heeft. Dat deze ordening en beschrijving zeer gebrekkig waren, behoeft niet nader te worden betoogd. Aan NlJHOFF mogen we biervan intusschen geen verwijt maken, want hij was gebonden in de eerste plaats door zijn instructies, die een volledige reconstructie van het archief niet toelieten, in de tweede plaats doordat tegelijkertijd de zorg voor de archieven der autoriteiten, die van 1795—1813 in Gelderland hebben gefungeerd, zijn tijd in beslag nam. Vooral in den eersten tijd van NlJHOFF' s opzichterschap over de oude archieven werden de laatstgenoemde archieven veelvuldig geraadpleegd. Hij vervaardigde er een inventaris en een alfabetisch register op en moest er dikwijls inlichtingen uit geven. In die omstandigheden is het verwonderlijk, dat hij de beschrijving van de charterverzameling en van de overige archivalia der Rekenkamer met zoo groote nauwkeurigheid heeft volvoerd, dat men er doorgaans zeker van kon zijn, dat zij met den inhoud der stukken overeenkwam. 2 18 Na de voltooiing van zijn „algemeen register" zette NlJHOFF zich tot het vervaardigen van een chronologisch diplomatisch register op de charterverzameling, waartoe de Minister van Onderwijs hem in 1823 had üitgenoodigd. Ten vervolge op die uitnoodiging werd hij, bij Kon. besluit van 22 October 1826, belast met het maken van een vervolg op BONDAM's charterboek, dat met het jaar 1286 was afgebroken. Met het oog op die opdracht achtte hij het evenwel noodig, eerst het chronologisch diplomatisch register af te maken. Daarvan bood hij 30 Juni 1827 het eerste deel aan de Gedeputeerde Staten aan, loopende van 1288—1343. Het bevatte een omschrijving in regestvorm en in chronologische orde niet alleen van de charters, maar ook van de in cartularia en elders in het archief aangetroffen oorkonden. Dit register is de grondslag geworden voor NlJHOFF's wetenschappelijke hoofdwerk, de „Gedenkwaardigheden uit de geschiedenis van Gelderland", waarvan het eerste deel, het bovengenoemde tijdperk omvattende, is uitgekomen in 1830. Dit werk is een samensmelting van het chronologisch diplomatisch register (door NlJHOFF voltooid tot aan het einde van hertog KAREL's regeering) en de voorgenomen voortzetting van het charterboek van BONDAM. Het bevatte n.1. niet alle in het register opgenomen oorkonden. Vooral uit den tijd van hertog KAREL zijn er vele weggelaten, omdat ze onbelangrijk werden geacht. Evenzoo vele oorkonden betreffende het Overkwartier. Daarentegen is het werk in zooverre een voortzetting van het charterboek, dat er een groot aantal oorkonden volledig in is opgenomen, terwijl het ook met enkele oorkonden uit het Arnhemsche stadsarchief en dat der heeren van Culemborg is uitgebreid. Het heeft niet in de bedoeling gelegen, het werk met het jaar 1538 te doen eindigen. In verband met de behandeling van het tijdperk van den tachtigjarigen oorlog is reeds in NlJHOFF's tijd een gedeelte van de brievenverzameling van het Hof in het provinciaal archief geplaatst. NlJHOFF heeft zijn werk echter niet verder dan tot 1528 kunnen uitgeven. In 1875 eerst is het laatste deel, betrekking hebbende op hertog KAREL's laatste regeeringsjaren, 1529—1538, door Mr. Ed. LENTING in het licht gegeven. De in NlJHOFF's „Gedenkwaardigheden" beschreven oorkonden zijn voor het meerendeel te vinden in de onder de Rekenkamer berust hebbende hertogelijke archieven, doch ten deele ook in het hier beschreven archief van de Rekenkamer in engen zin, aangezien deze ook wel stukken van vóór 1538 in verband met hare werkzaamheid % heeft verkregen. Het vormt dus voor de oudere bestanddeelen van de Rekenkamerarchivalia een aanvulling op NlJHOFF's inventarissen en het heeft er toe medegewerkt, die voor wetenschappelijk onderzoek eenigermate toegankelijk te maken. NlJHOFF heeft in 1834 in het archief der Rekenkamer kunnen terugbrengen een aantal daartoe behoorende kaarten, gevonden in de nalatenschap van 19 den gewezen landmeter van de Rekenkamer W. VAN OMMEREN, wiens executeur testamentair hij was. Na NlJHOFF's dood (1863), onder het korte archivariaat van zijn zoon PAUL en dat van diens opvolgers GERDES OOSTERBEEK en VAN PERSIJN, bleef het archief in den toestand, waarin het verkeerde, behoudens dat er nu en dan iets aan werd toegevoegd, in de meeste gevallen stukken, die er niet toe behoorden. Reeds NlJHOFF had zoodoende o. a. de charterverzameling met enkele nummers uitgebreid. Zijn zoon PAUL en later de archivaris BlJLEVELD hebben die methode voortgezet door allerlei aanwinsten, veelal van particulieren verkregen, bij die verzameling in te deelen. Jhr. Mr. Th. H. F. VAN RIEMSDIJK, die in 1877 tot archivaris in Gelderland werd benoemd, wijdde zijn bijzondere aandacht aan dit archief, het merkwaardigste en belangrijkste van de aan zijn zorg toevertrouwde archieven. Dit blijkt uit de „memorie over de ordening der archieven van het Landsvorstelijk en Domeinbestuur van Gelderland" van 28 Augustus 1882, door hem bij zijn jaarverslag over 1881 gevoegd. Hij had toen Gelderland reeds verlaten en we hebben die memorie te beschouwen als een ambtelijk testament, bestemd voor wie na hem de aangevangen ordening van die archieven zou voortzetten. Intusschen was het archief in den zomer van 1880 van het gouvernementsgebouw overgebracht naar het in dat jaar in gebruik genomen nieuwe rijksarchiefdepot, waarin het zich nog bevindt. De charters en de kaarten zijn toen in daarvoor bestemde kasten geborgen, terwijl het overige gedeelte in de orde van NlJHOFF's „algemeen register" geplaatst is. De daarin niet opgenomen stukken, die aan de vernietiging in 1863 waren ontkomen, werden er in de afdeeling „rekenkamer" tusschengevoegd. Aan die orde heeft de door VAN RIEMSDIJK ondernomen inventarisatie niets veranderd. Eerst de schenking van de daarop betrekking hebbende aanteekeningen door VAN RlEMSDIJK's dochter in 1923 heeft doen zien, dat hij reeds veel arbeid met dat doel had verricht. Voor den thans voltooiden inventaris kon dit werk niet meer van nut zijn. Blijkens zijn bovengenoemde memorie heeft VAN RIEMSDIJK ingezien, dat de hertogelijke archieven behoorden te worden afgescheiden van dat der Rekenkamer zelve en afzonderlijk moesten worden geïnventariseerd. Het groote gebrek van zijn werkplan was dit, dat hij wenschte vast te houden aan een afzonderlijk depot van perkamenten brieven, omdat hij het onuitvoerbaar achtte, het verband van die brieven tot de overige archivalia op te sporen. In dat opzicht zou dus ook de scheiding tusschen de hertogelijke archieven en dat van de Rekenkamer in engeren zin op hoogst gebrekkige wijze zijn tot stand gekomen, indien hij zijn plannen had uitgevoerd. Van de uitvoering van VAN RlEMSDIJK's plannen is intusschen niets 20 gekomen, want zijn opvolger, de rijksarchivaris Mr. J. F. BlJLEVELD, had het te druk met de rechterlijke archieven, waaronder in de eerste plaats het in 1880 overgenomen archief van het Hof zijn aandacht trok, om een nieuwe ordening van de Rekenkamerarchieven ter hand te nemen. Wel heeft de chartermeester Mr. J. J. S. baron SLOET van enkele onderdeden een uitvoerige beschrijving gemaakt, doch een nieuwe ordening was daarvan niet het gevolg en daar bovendien die beschrijvingen grootendeels op hertogelijke archivalia betrekking hebben, kunnen ze bier buiten bespreking blijven. Gedurende het beheer van de archivarissen VAN RIEMSDIJK en BlJLEVELD zijn verschillende stukken met het archief hereenigd, die waren weggeraakt, doordat ze aan domeinbeheerders na de Rekenkamer waren terhandgesteld. In 1881 (ten deele reeds in 1867) heeft het bestuur der registratie en domeinen een verzameling liggers van tynsen en dergelijke inkomsten overgedragen, in 1893 zijn door bemiddeling van den Algemeenen Rijksarchivaris de stukken terug ontvangen, die in 1814 (ten deele reeds eerder) waren overgegeven aan den directeur der registratie en domeinen G. VAN RIEMSDIJK. Daartoe behoorden nagenoeg alle stukken, betrekking hebbende op de heerlijkheid Steenwaard. Het is te betreuren, dat Mr. BlJLEVELD niet alleen de stukken van G. VAN RIEMSDIJK en enkele andere, die uit het archief waren weggeraakt en door koop of schenking konden worden verworven, daarmede hereenigd heeft, maar dat hij ook verschillende andere aanwinsten en stukken uit andere archieven er bij heeft gevoegd, uitgaande van de overweging, dat het z.g. archief der Rekenkamer al in NlJHOFF's tijd een verzameling was van archivalia van diverse herkomst. Bedenkelijker nog is, dat hij stukken verwijderd heeft, die tot het archief behoorden, omdat hij meende, dat ze elders in het depot beter geplaatst waren. Gelukkig heeft hij van die overbrengingen meestal aanteekening gedaan in NlJHOFF's „algemeen register" en zoodoende is het hemzelf en den samensteller van dezen inventaris in het algemeen wel gelukt, die fouten te herstellen. Hij is n.1. zelf in de latere jaren van zijn archivariaat tot een ander inzicht gekomen. De overdracht in 1895 van de nog aanwezige archivalia, herkomstig van de Rekenkamer te Roermond, aan het Rijksarchief in Limburg toont, dat hij destijds voldoende respect des fonds bezat om de bestanddeelen van een archief te onderscheiden van wat daar niet toe behoort. Verschillende door NlJHOFF uit de archieven van het Hof en de Leenkamer gelichte stukken zijn eveneens door hem teruggebracht ter plaatse, waar ze behooren. Met de stelling van' VAN RIEMSDIJK, dat de charterverzameling een afzonderlijk depot moest vormen, heeft hij evenwel niet gebroken. PAUL NlJHOFF heeft die verzameling uitgebreid met willekeurige aanwinsten onder de nos. 21 2946—2981, BlJLEVELD bracht het op die manier tot 3011, afgezien nog van een aantal tusschen de andere gevoegde bisnummers. HL DE ORDENING EN BESCHRIJVING VAN HET ARCHIEF, De archivaris Mr. A. C. BONDAM droeg in het laatst van 1915 aan den samensteller van dezen inventaris, destijds commies bij het Rijksarchief, op, een onderzoek in te stellen naar de herkomst der bestanddeelen van wat hij de keurcollectie NlJHOFF noemde. Dit onderzoek heeft veel tijd in beslag genomen, Vooral omdat werd ingezien, dat de geheele charterverzameling er in moest worden betrokken, aangezien het standpunt van VAN RIEMSDIJK, die deze als een afzonderlijke collectie wenschte te inventariseeren, niet tot een afdoende ordening en beschrijving van de door de Rekenkamer nagelaten archieven zou kunnen leiden. Het verwijderen van de in de 19?? heid betrekking hebbende. 329. Ordonnantie van de Kamer van Finantiën te Brussel, waarbij aan de Rekenkamer wordt toegestaan, op zekere voorwaarden de pandsommen, op domeinen geschoten, te verhoogen. 1565. 1 charter. 'N.B. Ch. n°. 934. 330. Commissiebrief voor de rekenmeesters BOUDEWIJN VAN DER BOE en JOHAN BENTINCK en den landrentmeester-generaal THOMAS GRAMAYE den Jongen, tot het verpanden en belasten van domeinen, 1575. 1 charter. N.B. Ch, n°. 1314. Op deze werkzaamheid heeft betrekking de rekening van GRAMAYE onder n°. 2202. 331. Correspondentie en minuutakten betreffende z.g, verhooging van pandschappen, in den vorm van pacht, door de pandhouders boven 61 de door hen geschoten pandsommen op te brengen, 1610—1614. Met een kaart van de verpande landerijen onder Rheden, 1610. 1 pak en 1 kaart. N.B. Zie K. n°. 209. 332. Stukken betreffende den afkoop van erftynsen, door de Staten toegestaan in 1627. 1 omslag. 333. Verbaal van de in 1652 gehouden openbare verkooping van domeinen in de drie kwartieren en Salland, met aanteekening der ontvangen betalingen, 1652—1661, alsmede verbaal van de onder n°. 334 bedoelde verkooping in 1676 (afschrift). 1 band. 334. Stukken betreffende de openbare verkooping van domeinen in de drie kwartieren, gehouden in 1676. 1 omslag. 335. Stukken betreffende de publieke hernieuwde verpanding van domeinen in 1677. 1 omslag. 336. Rekening van de door wijlen WILLEM COCK, secretaris van de Rekenkamer, ontvangen penningen voor den vrijkoop van tyns, 1693—1700, afgehoord 1701. 1 katern. N.B. Deze rekening berust op een resolutie van 14 Juli 1693, waarbij de Kamer haren secretaris gelastte, de bedoelde gelden voorloopig onder zich te houden. Er wordt in verwezen naar het register onder nos. 322 en 323. 337—339. Stukken, door de Rekenkamer verzameld ter beantwoording van een drieledige vraag, door den Landdag in het besluit van 22 October 1751 gesteld met de bedoeling om het wegraken van de onder verschillende titels op langeren termijn afgestane domeinen tegen te gaan, 1752, 1753. 337. (1°). Lijst van verpande ambten, (1752). 1 stuk in omslag. 338. (2°). Stukken, van pandhouders van verschillende domeinen ingekomen tot staving van hunne pandrechten, 1752, 1753. 1 pak. N.B. Deze stukken zijn geliasseerd geweest. Zij zijn in verschillende deelen van het archief teruggevonden en vormen waarschijnlijk niet meer de volledige voormalige lias. 339. (3°). Lijsten van tynsen en erfpachten, alsmede verschillende gegevens, voor het samenstellen van die lijsten van rentmeesters en particulieren ingekomen, 1752, 1753. 1 pak. N.B. Deze stukken vormen ten deele een lias. 62 340. Aanteekeningen betreffende de beantwoording der vragen, bedoeld in nos. 337—339, (1752, 1753). 1 omslag. b. Stukken betreffende de verpanding enz. van bepaalde domeinen. 341. Reversbrieven, houdende de erkenning door de pandhouders, dat zij de daarin vermelde domeinen onder bepaalde voorwaarden in pand bezitten, (1557) — 1643. 25 charters. N.B. Hieronder enkele concepten, die vermoedelijk door een vergissing of nalatigheid niet geteekend zijn. Dergelijke brieven zijn ook te vinden onder de bijlagen bij de rekeningen nos. 2159 en 2202. Deze verzameling betreft: De raaitiend te Elspeet, (1557), 1612 (Ch. nos. 2352 en 2293); de tienden Glinde en Sorgdam onder Barneveld, 1564, 1581, 1599, 1627 (Ch. nos. 2801—2803, 2785); de tiend het Derde Lot onder Apeldoorn en de raaitiend te Garderen, 1566, 1634 (Ch. nos. 1381 en 2139); de Schothorstertiend te Ede, 1566 (Ch. n°. 1340); de Schothorstertiend te Ede en de raaptiend aldaar en de novale tienden onder Barneveld, 1610, 1626 (Ch. nos. 2771 en 1387); den hof te Loo en de Scherpewaard te Spankeren, 1568, 1612 (Ch. nos. 2513 en 2514); de Andere Hoeve te Lunteren, 1573, 1612 (Ch. nos. 1400 en 918); het Sluiskampje te Rheden, 1610 Ch. n°. 1251); de Koeweide, de Ossenkamp en de Zijdemaat, met de tiend, onder Rheden, 1610 (Ch. n°. 3135); de tienden het Rietbroek, het Veertigste broek en het Oosterhierderbroek onder Ermelo, 1610 (Ch. n°. 2761); de smalle tienden te Epe, Vaasen en Oen, 1612 (Ch. n°. 1352); de smalle tienden in het ambt Ede, 1612 (Ch. n°. 1343); de oude Hollickertiend onder Nykerk, 1613 (Ch. n°. 1389); de twee Manenswaarden beneden Wageningen, 1626 (Ch. n°. 1367); de wei- en zaailanden, behoorende tot den hof te Lochem, 1626 (Ch. n°. 1392); den hof te Wapsum onder Brummen, 1635 (Ch. n°. 2742); de goederen Nyenhuis en Leeuwenkamp onder Lochem, 1643 (Ch. n°. 1391). 342. Voor uitgifte bestemde pandbrieven, die de Rekenkamer vermoedelijk niet hebben verlaten, 1576—1650. 8 charters. N.B. Deze verzameling bevat: Brief, waarbij den kerspellieden van Lottum voor een som gelds wordt toegezegd, dat de heerlijk/ heid en voogdij aldaar in 20 jaar niet zullen worden verkocht of verpand, 1576 (Ch. n°. 1315); pandbrief van 's Hertogenslag in het schependom van Zutphen, 1576 (Ch. n°. 1311); pandbrief van een erfpacht uit het veer op den IJsel te Zutphen, 1576 (Ch. n°. 1312); pandbrief van twee hoeven lands onder Ede, 1576 (Ch. n°. 1313); pandbrief van % der heerlijkheid Elmpt, 1576( Ch. n°. 1316); brief betreffende de verhooging van de pandsom op 18 of 19 morgen van het Rosendaalsche land met 63 de tiend, onder Rheden, 1598 (Ch. n°. 2746); pandbrief van de hooge heerlijkheid Groesbeek, 1642 (Ch. n°. 1239); pandbrief van een middelwaard in den Usel tusschen Gorsel en Sinderen, 1650 (Ch. n°. 1940). De brieven van 1576 zijn waarschijnlijk wegens de troebelen niet aan de pandhouders ter hand gesteld; van Ch. n°. 1313 is een afschrift overgelegd bij de rekening van den landrentmeester-generaal over 1664 (n°. 1894) omdat de oorspr. brief verloren heette te zijn; die van 1598 schijnt geen effect te hebben gesorteerd, die van 1642 is ongeldig gemaakt, doch niet bij gelegenheid van de lossing; evenmin schijnt die van 1650 in handen van den pandhouder geweest te zijn. •348. Stukken door de commissarissen bijeengebracht in verband met de voorgenomen lossing van de door hertog KAREL verpande inkomsten van het dijkgraafambt langs den Usel, 1546. N.B. De hier bedoelde lossing is destijds niet tot stand gekomen (zie de desbetreffende kantteekeningen in de rekeningen van de rentmeesters van Veluwe). De hier beschreven stukken komen onder de nos. 222—224 voor in den inventaris van de rekeningen e. a. stukken, die ter Rekenkamer berustten c. 1560 (n°. 288). 343. Staat van de inkomsten van het ambt, overgeleverd door den voormaligen dijkgraaf JOHAN VAN KNIPPENBORCH 1546 October 28. Met aanteekeningen van RENOY. 1 katern. 344. „Dijckgraefschap neffens d'IJsselen in der Velouwen". Afschriften van 1° het dijkrecht van hertog EDUARD d.d. 1370 October 31 (zie Gedenkw. II n°. 175), 2° commissieen pandbrieven 1461—1544. (Zie reg. nos. 212, 294, 312, 327, 338, 366, 540, 612, 613, 620, 754 en 755), 3° den staat van n°. 343. 1 deel. 345. 346. Afschriften van eenige brieven, voorkomende in n°. 344. 345. 1461—1544. 4 stukken in omslag. N.B. Zie reg. nos. 212, 294, 338, 366, 540, 612 en 613. 346. 1480—14%. 1 lias. N.B Zie reg. nos. 294, 312, 338 en 366. 347. Afschriften van den staat der inkomsten van het ambt. 2 katerns. N.B. Het afschrift, getiteld „dyckgraiffschap beneffens der IJsselen op Veluwen", bevat enkele aanteekeningen van RENOY. Het tweede is iets anders ingedeeld dan de oorspr. staat. 348. Afschriften van brieven betreffende het dijk- en waterrecht van 1470 en 1519. 2 stukken in omslag. N.B. Zie reg. nos. 263 en 531. 64 349—353» Stukken betreffende een door de landvoogdes in 1550 met BERNT VAN HACKFORT gesloten overeenkomst terzake van diens pandbezit van het slot Schuilenburg en de daarbij behoorende goederen, 1548—1550. N.b. De bedoelde goederen waren in 1534 door hertog karel aan bernt van Hackfort verpand, terwijl sinds 1531 ook johan van WlTTENHORST er hypotheek op had. Een proces voor het Hof tusschen de erfgenamen van den laatstgenoemden en hackfort heeft aanleiding gegeven tot de overeenkomst met de landvoogdes, van 23 October 1550, waarbij bepaald werd, dat HACKFORT de hypotheek der familie VAN WlTTENHORST zou overnemen en dat hij voor hetgeen de Schuilenburgsche goederen boven de hem verschuldigde rente zouden opbrengen tot zijn dood als drost de beschikking over het slot zou behouden. Dat de overeenkomst is uitgevoerd, blijkt uit de rekening onder n°. 2073, waarbij de pandbrief der WlTTENHORSTEN gecasseerd is overgelegd (n°. 2097); voorts uit de stukken betreffende de lossing na het overlijden van Van HACKFORT (nos. 461—475). Bij de laatstgenoemde stukken is de overeenkomst in afschrift te vinden (n°. 2); het origineel behoorde tot de door de erven van HACKFORT overgelegde stukken, die verloren zijn gegaan; daarentegen is de in 1551 op grond van de overeenkomst gegeven pandbrief wel bewaard (n°. 8). 349. Brief van het Hof aan de landvoogdes, d.d. 1549 Februari 16, nopens een in 1548 door den raadsheer FREDERIK VAN KEPPEL TOT VERWOLDE en den landrentmeester RENOY gehouden inspectie van het slot Schuilenburg, met 5 bijlagen, waaronder het verbaal der beide gecommitteerden met teekening en plattegrond van het slot, 1548, 1549. 1 omslag en 1 kaart. N.b. Zie K. n°. 294. 350. Verbaal van een inspectie van den Schuilenburg en de daarbij behoorende goederen door VAN DlEVE, 1549. 1 katern. 351. Rekening van de door BERNT HACKFORT tot den herbouw van het slot Schuilenburg gemaakte kosten, 1535/36. 1 deel. N.b. Deze rekening, opgemaakt door den huiskapelaan héér thomas, vicaris te Etten, en den werkmeester DlRICK VAN DlEKHUISEN, is door HACKFORT overgelegd tot staving van zijn verzoek om verhooging der hypotheek.. 352. Commissie- en pandbrief voor JOHAN VAN DER HORST, ambtman op den Schuilenburg, 1531 (afschr. c. 1548). 1 stuk in omslag. N.b. Zie reg. n°. 626. 65 353. Leenakte van den Schuilenburg, 1430 (afschr. c. 1548). 1 stuk in omslag. N.B. Zie reg. n°. 88. 354—356. Stukken betreffende de verpachting van Wachtendonck, 1548— 1564. 354. Brief, waarbij GODDARD VAN BOCHOLT erkent,, in pand te hebben ontvangen de stad, het slot en de heerlijkheid Wachtendonck, 1548, alsmede vidimusbrief van de door hem van de vorige pandhoudster ontvangen quitantie, 1548, en twee oudere brieven rakende de door hem overgenomen pandrechten, 1505, 1517. 4 charters. N.B. Ch. nos. 2481, 2906, 2907 en 2921. Zie reg. nos. 433 en 512. Blijkens den reversbrief was VAN BOCHOLT gehouden, de quitantie en den pandbrief van 1517 over te leveren in de Rekenkamer te Brussel. Hoewel niet met zekerheid is gebleken, dat dit inderdaad is geschied, kunnen we toch wel aannemen, dat de nos. 2906, 2907 en 2921 langs dien weg in de Geldersche Rekenkamer zijn beland. De brieven van 1505 en 1517 zijn echter niet gecancelleerd. 355. Brief, waarbij GODEVAART VAN BOCHOLT als pandheer van Wachtendonck een door hem met den Raad van Finantiën gemaakte overeenkomst over bet onderhoud en de versterking van het slot te Wachtendonck bevestigt, 1562. 1 charter. N.B. Ch. n°. 2316. 356. Bestek en attestatie van den stadhouder betreffende een aanbouw bij het slot te Wachtendonck, door den pandheer bij de Rekenkamer ingediend, en concept-besluit van deze daaromtrent, 1564. 1 omslag. 357, 358. Stukken betreffende de voorgenomen lossing van de aan het klooster Monnikhuizen verpande tienden in het Nybroek en tynsen onder Voorst, 1551, 1552. N.B. Deze domeinen zijn in 1558 gelost (zie n°. 2159, fol. X). 357. Brieven en aanteekeningen, 1551, 1552. 1 omslag. 358. Afschriften van de pandbrieven van het klooster, met aanteekeningen van GRAMAYE en BELL, 1552. 1 katern. N.B. Zie reg. nos. 348, 353, 404, 424, 506, 507, 509 en 519. 359. Rapporten en brieven betreffende de voorgenomen lossing van den hof te Deesd, 1552 (minuut). 1 omslag. N.B. Deze hof en de daartoe behoorende goederen waren in handen van een groot aantal pandhouders, tegenover wie de landrent- 5 66 meester er niet in slaagde, 's konings rechten te bewijzen (vgl. n°. 2073, fol. 20); blijkens de rekeningen van de landrentmeesters van Nymegen is dit domein nooit gelost, doch is er een proces over gevoerd, waarvan de stukken te Brussel zijn blijven berusten. 360—366. Stukken betreffende de teruggave van de Batenburgsche pandgoederen op de Veluwe, die door hertog KAREL in beslag waren genomen, aan de pandhouders, 1558, 1559. N.B. Hertog ARNOLD had in 1431 zijn domeinen onder Barneveld, Nykerk, Putten, Ermelo en Scherpenzeel, voorzoover hij er nog over kon beschikken, verpand aan den landrentmeester UDO TALHOLT, die zijn rechten daarop overdroeg aan den heer van Batenburg, van wiens erven ze eerst in 1683 zijn ingelost. Evenwel had hertog KAREL ze in beslag genomen, omdat JACOB VAN BRONKHORST EN BATENBURG voor de Bourgondiërs partij had gekozen. Een vonnis van den Grooten Raad te Mechelen van 23 September 1557 herstelde de familie VAN BRONKHORSTBATENBURG in haar pandbezit, doch aangezien de bedoelde goederen destijds weer geruimen tijd met de andere domeinen op de Veluwe, onder het beheer van den rentmeester aldaar, vereenigd waren geweest, was de uitvoering van het vonnis niet gemakkelijk. De hier beschreven stukken betreffen de werkzaamheid van vier daartoe aangestelde commissarissen. Er zijn eenige door RENOY al eerder verzamelde stukken bijgevoegd, omdat deze waarschijnlijk met het oog op de verplichte teruggave van die goedéVen bijeengebracht zijn. Voor het innen van de tynsen heeft RENOY aangelegd de tynsboeken, vermeld onder nos. 1301—1303. Voorst zijn in dezen inventaris nog stukken betreffende de Batenburgsche pandgoederen te vinden in de Vierde Afdeeling (nos. 7231—7234), daar zij opnieuw geconfiskeerd zijn geweest van 1568—1576 en, voorzoover het aandeel van den heer van Anholt betreft, in 1581 en vlg. jaren. 360. Verbaal van de commissarissen tot uitvoering van het vonnis van den Grooten Raad te Mechelen betrekkelijk de teruggave van de pandgoederen, 1558 (afschrift). 1 katern. 361. Staat van de vruchten der pandgoederen, die de koning verschuldigd was, opgemaakt door den momber, den landrentmeester-generaal en den rentmeester van Veluwe, 1558 (afschrift). 1 katern. 362. Antwoord van de heeren van Batenburg en Anholt aan het Hof op de bedenkingen tegen hunnen eisch tot teruggave van de pandgoederen, met bijlagen, alsmede eenige brieven 67 betreffende de Batenburgsche pahdschap, 1431—1543, samengebonden vermoedelijk in 1545. 1 lias in omslag. N.B. De bijlagen bij het antwoord zijn gemerkt A—G (zie reg. nos. 155, 333, 480, 482, 572 en 573); de andere afschriften zijn gewaarmerkt door BERTY, t. w. 21 naar copieën, door de heeren van Batenburg en Anholt overgelegd aan de landvoogdes, één naar een te Arnhem berustenden brief (zie reg. nos. 95, 103, 147—151, 153, 157, 161, 276, 395, 454, 484, 492, 530, 763 en 775). 363. Rekeningen, aanteekeningen e. a. stukken, verzameld door RENOY, 1545. 1 lias in omslag. N.B. Deze lias bevat: Rekening van JOHAN VAN WORCHEM, rentmeester van de Batenburgsche pandgoederen, 1488/89, met daarin gehecht manuaal, 1499, rekening van de haver- en roggerenten van den heer van Batenburg, 1507/8, staten en aanteekeningen betreffende de pandgoederen, afschriften in duplo van brieven uit de jaren 1431—1534, (Zie reg. nos. 95, 103, 632, 668 en 717). 364. Lijsten van heerenguldens, onder Nykerk verschuldigd, overgeleverd door den scholtis van Barneveld namens dien van Nykerk in 1545. 1 lias in omslag. 365. Accoord tusschen JOHAN en DlEDERIK VAN BRONKHORST over het bezit van de heerlijkheid Batenburg en de pandgoederen op de Veluwe, 1559 (concept). 1 stuk in omslag. 366. Brief, waarbij de koning de afbetaling van de aan de pandhouders verschuldigde renten regelt, 1559 (afschrift). 1 stuk in omslag. 367—372, Stukken betreffende de verpande heerlijkheden Oyen en Dieden, 1559—1594. N.B. Deze heerlijkheden zijn verpand geweest, totdat zij in 1594 aan de toenmalige pandhouders in leen zijn gegeven. Pandhouders waren leden van de familie VAN GENT, behalve in de jaren 1559—1578, toen KAREL VAN BRIMEU graaf van Megen en zijn erven als zoodanig te boek stonden. Vgl. n°. 2159, fol, 72 en 72 verso. 367. Brief, waarbij de koning de overdracht van het pandbezit der heerlijkheden aan den graaf van Megen bevestigt, 1559. 1 charter. N.B. Ch. n°. 3132. Deze brief is vermoedelijk in 1578 in de Rekenkamer gedeponeerd. In dorso een aanteekening, waarbij de Rekenkamer de ontvangst, in 1561, van eenige stukken erkent, waaronder het hierna beschreven charter van 1523. 368. Stukken betreffende de overdracht van het pandbezit door de weduwe van WALRAVEN VAN GENT aan den graaf van 68 Megen, waaronder een verbaal van 1560 over de grenzen tusschen het graafschap Megen en de heerlijkheden Oyen en Dieden, 1559, 1560, alsmede een bij gelegenheid van die overdracht in de Rekenkamer gedeponeerde pandbrief van 1523. 1 omslag en 1 charter. N B. Het charter Ch. n°. 913. Zie reg. n°. 556. 369. Reversbrief, waarbij de graaf van Megen erkent, de heerlijk- " heden Oyen en Dieden in pand te hebben genomen, met een daaraan gehechte en door hem onderteekende lijst van de tot die heerlijkheden behoorende domeinen, alsmede akte, waarbij hij verklaart, dat de Rekenkamer hem vergund heeft, den Maastol van Oyen gedurende 6 jaar te Megen te heffen, 1561. 3 stukken in omslag. N.B. De reversbriel (waarvan het zegel is verloren) was door VAN HASSELT gebonden in zijn „Stukken van groot belang voor het Quartier van Nymegen". 370. Request van den graaf van Megen aan den Raad van Finantiën te Brussel, met 2 bijlagen, waaronder een rekening over 1562/65, ter zake van door hem bekostigde kribben en hoofden onder Dieden, 1566 (afschriften). 1 omslag. N.B. Deze stukken zijn door den Raad van Finantiën in handen van de Rekenkamer gesteld. 371. Brief, waarbij de weduwe van WALRAVEN VAN GENT erkent verplicht te zijn tot het onderhoud van een gedeelte van den dijk en den molenweg te Oyen, 1568. 1 charter. N.B. Ch. n°. 922. 371a. Correspondentie, door de Rekenkamer met de regeermg te Brussel gevoerd over de verpanding van de heerlijkheden, na het overlijden van den graaf van Megen, aan JOHAN VAN GENT, 1578. 1 omslag. 372. Stukken betreffende de verandering van de beide verpande heerlijkheden in leengoederen ten behoeve van JAN VAN GENT in 1594, met name retroacta, 1511—1581 (zie reg. nos. 466a en 595a), door VAN GENT in de Rekenkamer overgeleverd, en minuten van door dezen daaromtrent genomen besluiten, 1593, 1594. 1 omslag en 1 charter. N.B. Het charter Ch. n°. 921, een door vocht nagenoeg onleesbare leenbrief van 1578. De overige stukken zijn gevonden in VAN HASSELT's „Stukken van groot belang voor het Quartier van Nymegen". 69 373—378. Brieven, in de Rekenkamer overgeleverd en ongeldig gemaakt bij gelegenheid van de hernieuwde verpanding aan de stad Nymegen van den rijkstol aldaar in 1560. N.B. Deze stukken zijn vermeld in den pandbrief van 9 September 1560, waarvan een afschrift is te vinden onder n°. 2187. Zie voorts de rekening van den landmeester-generaal over 1560, fol. 10. 373. Brieven, waarbij hertog ARNOLD ten behoeve van de stad Nymegen jaarrenten vestigt op den rijkstol, 1425, 1431, 1441. 3 charters. N.B. Ch. nos. 1254 en 1257. Zie reg. nos. 81, 97 en 152. 374. Schuldbrief van KATHARINA VAN KLEEF en haren zoon AüOLF ten behoeve van de stad Nymegen, 1465. 1 charter. N.B. Ch. n°. 1262. Zie reg. n°. 235. 375. Commissiebrief voor den tollenaar- WILLEM VAN DER HOEVELWIJC, 1431, en akte van overdracht door diens erven van hunne rechten op den tol aan de stad, 1487. 2 charters. N.B. Ch. nos. 1252 en 1255. Zie reg nos. 96 en 324. 376. Brief, waarbij hertog KAREL de tollenaar- en bezienerambten aan de stad verpandt, ter voldoening van hare vorderingen op den tol, 1498. 1 charter. N.B. Ch. n°. 1253. Zie reg. n°. 387. 377. Commissiebrief voor den tollenaar HENRICK VAN HUESSEN, die een som op dit ambt had geschoten, 1498, en overeenkomst tusschen de stad Nymegen en den schepen THOMAS VAN TRIEST ter zake van diens van VAN HUESSEN verworven recht, 1544. 2 charters. N.B. Ch. nos. 1258 en 1259. Zie reg. n°. 386. 378. Rentebrieven, door hertog ARNOLD gevestigd op den grooten Gelderschen tol te Lobit, ten behoeve van de stad Nymegen, 1449, en van de steden Nymegen, Arnhem en Zutphen gezamenlijk, 1452. 2 charters. N.B. Ch. nos. 1260 en 1261. Zie reg. nos. 175 en 186. 379—381. Brieven, in de Rekenkamer overgeleverd en ongeldig gemaakt bij gelegenheid van de vervanging van verschillende daaruit voort- 70 ' vloeiende verplichtingen aan het kapittel der St. Stephanuskerk te Nymegen door eene vaste rente, in 1563. N.B. Zie over deze schuldvernieuwing de rekening van den landmeester-generaal over 1564, fol. 55. De nieuwe rentebrief is 30 Januari 1563 opgemaakt en is, hoewel bij op den Lobitschen tol te Nymegen gevestigd was, tot en met 1624 ten laste van het landrentambt-generaal geweest. Over deze zaak is voorts iets te vinden in de correspondentie van thomas gramaye den Ouden. 379. Testament van CATHARINA VAN BOURBON, hertogin van Gelre, met een transfixbrief, houdende de bekrachtiging daarvan door den officiaal te Keulen, 1469. 2 charters. N.B. Ch. n°. 1244. Zie reg. nos. 254 en 257. 380. Brief waarbij hertog KAREL het testament van zijn moeder ten behoeve van het St. Stephanuskapittel te Nymegen bevestigt, 1515. 1 charter. N.B. Ch. n°. 1245. Zie reg. n°. 496. 381. Rentebrief op den Lobitschen tol te Nymegen, door hertog KAREL aan het St. Stephanuskapittel gegeven onder de verplichting om jaarlijks een mis te lezen, 1522. 1 charter. N.B. Ch. n°. 1243. Zie reg. n°. 551 r 382. Rekening van JOHAN VAN AEFFERDEN, rentmeester van de hertoginweduwe van Gelre, wegens herstellingen, in 1563 en 1564 aan den burg te Gelre verricht, afgehoord 1564. 1 katern. N.B. De burg was een tijdelijk vervreemd domein, aangezien de hertogin-weduwe er als vruchtgebruikster zelf het beheer over liet voeren. 383. Reversbrief van FREDERIK DE RüYTER als pandhouder voor Vs gedeelte van het richter- en dijkgraafambt Wageningen, 1564, stukken betreffende een schikking tusschen hem en de andere rechthebbenden op dat ambt, hetwelk door CORNELIS VAN WYHE zou worden waargenomen, 1564, en akte, waarbij DE RUYTER voornoemd alle rechten er op verwerft, 1567. 1 charter en 1 omslag. N.B. Ch. n°. 1121. 384. Brieven van den stadhouder over een op den tol te Nymegen te vestigen hypotheek, 1567. 1 omslag. 385. 386. Stukken betreffende de verpande heerlijkheid Bredevoort, 1562, 1612, 1613. 71 N.B. Deze heerlijkheid, met het slot en de overige daartoe behoorende domeinen, is verpand geweest totdat zij in 1697 door de Staten is geschonken aan den toenmaligen pandheer, den koning-stadhouder. 385. Brief, waarbij de Rekenkamer wordt gemachtigd tot den verkoop van domeinen onder Bredevoort om de pandsom terug te betalen, 1562. 1 charter. N.B. Ch. n°. 929. Bredevoort is destijds gelost door de erven van • MAARTEN VAN ROSSUM, doch van den bedoelden verkoop is niets gekomen en het is opnieuw vej-pand. 386. Stukken betreffende de overdracht van de pandrechten door de graven DlEDERIK en HANS JACOB VAN BRONKHORST—■ ANHOLT aan prins MAURITS, 1612, 1613. 1 omslag en 1 charter. N.B. Ch. n°. 920. 387. Stukken betreffende de onderhandeling met WLLLEM VAN HEERDT over de verpanding van den hof te Loo en de Scherpewaard te Spankeren, 1567. 1 omslag en 1 kaart. N.B. Zie K. n°. 216. 388. Stukken betreffende plannen tot verkoop van de Epserwaard aan de stad Deventer, 1567. 1 omslag. N.B. De verkoop is niet doorgegaan, doch de waard is in 1576 aan de stad verpand. 389. Correspondentie van de Rekenkamer met den Raad van Finantiën te Brussel en daartoe betrekkelijke stukken aangaande de voorgenomen verpanding van het Heeren- of Woltveen onder Zelhem aan CHRISTOFFEL SCHENCK VAN TAUTENBORCH, die dit pandbezit wenschte over te dragen aan CORNELIS VAN STEENSEL, 1576—1578. 1 omslag. 390. Stukken betreffende een geschil tusschen de pandhouders van de smalle tiend onder Epe en een tiendplichtigen aldaar, waarin de eerstgenoemden de tusschenkomst van de Rekenkamer inriepen, 1605. 1 omslag. 391. Correspondentie met den ambtman JACOB MOM, den momber en anderen (oorspr. en minuut) over de lossing van het ambt van Maas en Waal en de verplichting van de erfgenamen en rechtverkrijgenden van GILLIS VAN RieMSDIJCK, die het indertijd in pand verkregen had, om rekening af te leggen, 1604—1613. Met desbetreffende stukken, waaronder retroacta, 1564—1572, en een katern, houdende afschriften (c. 1610) van pand- en commissiebrieven van 1463—1545. 1 lias. 72 N.B. Zie reg. nos. 230, 585, 630 en 703. Het hof wees 13 April 1614 vonnis contra MOM (zie Inv. Hof door P. NlJHOFF, blz. 46) en vergunde 15 April d.a.v. aan de stad Nymegen, de pandrechten op het ambt over te nemen (zie inventaris Oud-Archief Nymegen, door P. NlJHOFF, blz. 132). 392. Brief, waarbij POUWEL BITTER en WOLTER HAECK erkennen te hebben overgenomen de pandrechten van de familie van BRONKHORST—BATENBURG op zekere domeinen, t. w. de eerstgenoemde op de Ossenwaard onder Herwen, de Biesselertienden te Doornspijk en een uitgang uit den molen te Barneveld, de laatstgenoemde op den hof te Wapsum onder Brummen, alsmede enkele andere stukken betreffende de bedoelde herverpanding, 1616. 1 charter en 1 omslag. N.B. Het charter: Ch. n°. 2683. Over deze zaak is een geschil gerezen tusschen de vroegere en de latere pandhouders, waarover in het archief van den momber gegevens zijn te vinden. 393. Brieven betreffende den afstand van de pandrechten, bedoeld in n°. 392, door de familie VAN BRONKHORST—BATENBURG, 1609—1615, overgelegd door BITTER en HAECK in 1616. 8 charters. N.B. Ch. nos. 1350, 2779, 2782, 2794—2798. Blijkens een inventaris van deze brieven onder n°. 392 ontbreekt een pandbrief van 1559 (1560?). 394. Stukken betreffende de aflossing en hernieuwde verpanding van de Manenswaarden bij Wageningen in 1626. 1 omslag. 395. Stukken betreffende de aflossing en hernieuwde verpanding van de tienden Glinde en Sorgdam onder Barneveld in 1627. Met retroacta. 1 omslag. 396. Stukken betreffende den afstand door WOLTER HAECK van zijn pandrechten op den hof te Wapsum onder Brummen, 1632. 1 omslag. 397. Stukken betreffende herstellingen, door de pandhouders van den Oxerhof aan het huis aldaar verricht vóór de hernieuwing der verpanding in 1633. 1 omslag. 398. Akten betreffende den afstand door de Landschap van zekere tynsen en novale tienden onder Apeldoorn en Voorst tegen te-leen-making van het huis Gietelo of de Pol onder Voorst, 1635 (gelijktijdige afschriften). 1 omslag. 399. Rapport van den rekenmeester VAN BEMMEL over de goederen Nyenhuis en Leeuwenkamp onder Lochem, naar aanleiding van de verpanding daarvan uitgebracht in 1644 (in duplo, met concept en aanteekeningen). 1 omslag. 73 Stukken betreffende de lossing van verpande domeinen en Tan hypotheken, op domeinen gevestigd. N.B. In 1547 is door de vier kwartieren een bede toegestaan, waarvan de opbrengst grootendeels gestrekt heeft tot aflossing van de door de hertogen verpande domeinen. (Zie de bederekeningen van GRAMAYE, nos. 2071—2074.) Onder PHILIPS II zijn vele van die domeinen opnieuw verpand en bezwaard. Hoewel er toen en in lateren tijd nu en dan wel schuld afgelost werd, is toch de geregelde inlossing van domeinen eerst in het laatst van de 17de eeuw, in verband met het „redres" van de domeinen, aangevangen, met het gevolg, dat in de laatste jaren van het bestaan der Rekenkamer nog slechts enkele domeinen verpand of met hypotheken bezwaard waren. Deze aflossingen werden in den regel door den landrentmeester-generaal betaald, in sommige gevallen door andere rentmeesters. Dientengevolge vindt men onder de bijlagen bij de rekeningen van die rentmeesters tal van pand- en rentebrieven, die ongeldig zijn gemaakt. De Rekenkamer bewaarde .deze ten deele in liassen bij de rekeningen, ten deele onder de eigendomsbewijzen. Zij zijn thans alle onder de bijlagen bij de rekeningen beschreven. Voorzoover nu de stukken betreffende de lossing van domeinen niet als dergelijke bijlagen konden worden aangemerkt, is er deze afdeeling voor ingericht. -407. Stukken betreffende de inlossing van verpande domeinen, door den landrentmeester-generaal THOMAS GRAMAYE verantwoord in zijn rekeningen van de in 1547 toegestane bede (nos. 2071—2074). 400. „Quoyer van den lossingen ". Ligger van de verpande domeinen, opgemaakt door GRAMAYE op last van de Kamer van Finantiën te Brussel in 1551. Met aanteekeningen omtrent de inlossing, 1551—1560. 1 deel. N.B. Voor de samenstelling van dezen ligger is gebruik gemaakt van in de charterkamer te Arnhem berustende stukken en van „onlancx" door de pandhouders ingeleverde afschriften van hunne pandbrieven, welke afschriften geregistreerd zijn in de boeken onder nos. 402—405. 401. Onvolledig afschrift van den ligger onder n°. 400, met andere aanteekeningen dan in het origineel (1551 of iets later). 1 katern. 402—405. Registers van pandbrieven, door de pandhouders bij GRAMAYE ingeleverd in of omstreeks 1551, samengesteld (c. 1554). 4 deelen. N.B. De akten zijn ten deele gecollationneerd door BELL; bij sommige aanteekeningen omtrent de inlossing. In de deelen betreffende Nymegen, Zutphen en Arnhem inhoudsopgaven van de hand van Is. An. NlJHOFF. 74 402. „Nymmeghen". 1 deel. N.B. Zie reg. nos. 36, 67, 73, 74, 80, 94, 100, 114, 247, 347, 367, 399, 456, 559, 578, 591, 617, 683 en 697. 403. „Averquartier". 1 deel. N.B. Zie reg. nos. 9, 85, 98, 107, 115, 198, 203, 329, 349, 360, 362, 382, 383, 385, 392—394, 417, 423, 432, 437—447, 463, 468, 490, 504, 579—581, 614, 625, 638, 702, 736 en 738. 404. „Zutphenn". 1 deel. N.B. Zie reg. nos. 71, 82, 90—92, 164, 284, 351, 397, 398, 400, 401, 471, 491, 494, 550, 570, 574, 654, 701, 705, 762, 770 en 773. 405. „Arnhem". 1 deel. N.B. Zie reg. nos. 65, 83, 108, 118, 138, 159, 169, 170, 187, 193, 206, 215, 218, 244, 258, 302, 334, 340, 348, 353, 375, 377, 389, 390, 404—406, 424, 425, 506—509, 519, 520, 523, 563, 601, 660, 765, 785 en 793. De pandbrieven ten behoeve van het klooster Monnikhuizen (fol. 20—37) zijn met een andere hand dan de overige afgeschreven en gecollationneerd door den notaris anthon1us wolff. 406. Gedeeltelijk afschrift van het onder n°. 405 vermelde register, gecollationneerd door BELL (c. 1554). 1 deel. N.B. De door wolff gecollationneerde brieven komen er niet in voor; daarentegen achter in dit deel twee elders niet voorkomende brieven (reg. nos. 165 en 173). Wellicht zijn deze afschriften (die tot een lias behoord hebben) als bijlagen bij een rekening (van den rentmeester van Veluwe?) overgelegd. 407. „Opteykenisse van diverssche geloste partiën van den domey- nen ". Lijst van de tijdens de regeering van KAREL V ingeloste domeinen (c. 1555). 1 deel. 455. Stukken betreffende de lossing van de aan de rechtverkregenhebbenden van ALPHERT SCHLMMELPENNINCK verpande domeinen van Zutphen en de terugbetaling van hun nog verschuldigde gelden uit de in 14% van hen geloste korenrenten van Veluwe, 1546—1557. Met retroacta. N.B. alphert SchimmelpENNINCK, van 1460—1466 landrentmeestergeneraal, had als zoodanig aan hertog arnold 24 000 rijnsgld. voorgeschoten en daarvoor in 1463 pandrechten verkregen op alle nog niet verpande domeinen onder het rentambt Zutphen, tegen inlossing van de som, die de rentmeester johan van holthuysen daarop had staan. Inhetzelfde jaar had hij de korenrenten van Veluwe (t. w. tienden en andere inkomsten, die in rogge en haver betaald werden) in pand ontvangen. Aan zijn broeders sander en andries, alsmede aan johan van steenbergen, johan van holthuysen en johan grutter, die voor hem borg waren gebleven, droeg hertog adolf in 1466 al die pandrechten 75 over, behoudens dat de laatstgenoemde alleen in het bezit van de Veluwsche korenrenten deelde. KAREL DE STOUTE trok deze domeinen weer aan zich, doch daar de schuld aan de pandhouders niet kon worden afbetaald, werden dezen door MAXIMILIAAN in hun bezit hersteld. In 1496 maakte KAREL VAN EGMOND een einde aan de verpanding der Veluwsche korenrenten, waarbij hij zich verbond, een aantal daarop gevestigde schuldbrieven, meerendeels ten behoeve van Arnhemsche burgers en reeds dateerende uit den tijd van ALPHERT SCHIMMELPENNINCK, over te nemen van de pandhouders. Aangezien hij aan zijn verplichtingen slechts ten deele had voldaan, waren bij het optreden van het Oostenrijksche bestuur in 1543 de toenmalige pandhouders van de Zutphensche domeinen nog met enkele schulden op het z.g. korenambt van VELUWE bezwaard, waarvan zij de rente uit die domeinen plachten te betalen. Ook deze domeinen waren hun wederrechtelijk door hertog KAREL ontnomen, in 1533, doch nadat deze ze ruim 4 jaren had laten beheeren door den Zutphenschen proost SWEDER VAN KERVENHEM (die in dien tijd kans gezien he'eft, den pandhouders verschillende stukken afhandig te maken), waren ze hun in 1537 teruggegeven. Het keizerlijk besluit tot de lossing van dit groote domeinencomplex en de overname van de op de korenrenten van VELUWE gevestigde schulden is 17 September 1547 genomen, nadat reeds voorloopige onderhandelingen over deze zaak hadden plaats gehad. De pandhouders zouden van het totale hun nog verschuldigde bedrag, dat op 18 000 car. gld. geraamd werd, de helft in contanten ontvangen, de wederhelft, door aan den keizer over te doen de bovenbedoelde schuldbrieven en ook andere, waarmede zij zich hadden bezwaard. Daarvoor zouden nieuwe, op de domeinen verzekerde, rentebrieven worden uitgegeven, die de pandhouders desgewenscht in betaling zouden kunnen aannemen. 17 December 1547 bewilligden dezen in het voorstel. De hier beschreven stukken hebben ten deele op de voorbereiding, doch grootendeels op de uitvoering van deze overeenkomst betrekking, waarmede eenige jaren gemoeid zijn geweest. Tot de verplichtingen van de pandhouders behoorde de overgifte van alle nog onder hen berustende stukken betreffende de verpanding en het beheer der verpande domeinen. Van daar, dat hier een aantal retroacta zijn beschreven, die uit den hertogelijken tijd dateeren en vermengd waren met de hertogelijke archivalia. 408—417. Stukken betreffende de onderhandelingen over de lossing, 1546—1549. 408. Brief van den kanselier SASBOUT en RENOY aan de landvoogdes, houdende een voorstel tot aflossing, beantwoord met opgave van de punten, waarover behoort onderhandeld te worden (1546) (afschriften). 1 katern. 76 409. Opteekening van de voorstellen der pandhouders, 1546 (klad). 1 stuk in omslag. 410. Memorie van de bedenkingen, door RENOY en BELL ingebracht tegen de rekeningen over 1538—1544, die door den rentmeester-pandhouder SANDER SCHIMMELPENNINCK in 1545 waren overgeleverd, (1546). (minuut). 1 katern. 411. Aanteekeningen, op last van SASBOUT en RENOY uit de Zutphensche rentmeesters-rekeningen over 1494—1532 door BELL gemaakt en aan de pandhouders overgelegd in 1546 (minuut). 1 deel. 412. Aanteekeningen uit de rekeningen der pandhouders over 1467—1531. (1546?). 1 katern. 413. Aanteekeningen betreffende de Veluwsche renten, ten deele uit hertog KAREL's tijd dateerende, verzameld en geliasseerd door RENOY en BELL, vermoedelijk in 1546. 1 omslag. 414. Brief van de pandhouders aan SASBOUT over een te houden onderzoek naar de hoorige goederen, 1546. 1 stuk in omslag. 415. „Liquidatie der renten ende dominyen des lands Zutphen gedurende anno 1548". Verbaal van het ter uitvoering van het verdrag van 17 December 1547 ingestelde onderzoek naar de Zutphensche domeinen door FREDERIK VAN KEPPEL, heer van Verwolde, raad, en GERARD RENOY, 1549 (net, concept en minuut). 3 deelen. N.B. In het net-exemplaar afschriften van het besluit des keizers d.d. 1547 September 17 tot lossing van de domeinen, van de commissie der beide heeren en van de 2 andere akten, hunne werkzaamheid betreffende. Op fol. 65 en 66 een voorstel omtrent de betaling, fol. 68 vlg. een opsomming van de aan anderen verpande domeinen. Bij het concept is een katern gebonden, houdende opteekening van binnen de stad Zutphen verschuldigde erftynsen. Vermelding verdient, dat de latere rentmeesters van de Zutphensche domeinen dit verbaal bij de inrichting van hunne rekeningen tot voorbeeld hebben genomen. 416. Bijlagen bij het verbaal van VAN KEPPEL en RENOY, genoemd onder n°. 415. Afschriften van akten betreffende de Zutphensche domeinen, 1382—1546, en enkele desbetreffende aanteekeningen, bijeengebracht in 1548. 1 pak en 1 omslag. N.B. De stukken in het pak hebben een lias gevormd, die uit elkaar genomen en over het geheele archief verspreid was. Er bevinden 77 zich enkele oorspr. brieven in en eenige vóór 1548 gemaakte afschriften; voorts een door Bell opgemaakte lijst van onbetaalde tynsen, die den pandhouders in rekening moesten worden gebracht. Onder de stukken in omslag, die niet geliasseerd zijn geweest, een lijst van de waren in Dommer in 1383 (afschr.) en een opteekening van de door den heer van Wisch aan verschillende personen verpande goederen in de Graafschap. De akten, voorzoover dateerende van vóór 1543, vindt men in de regestenlijst onder nos. 21, 23, 26, 33, 41, 56, 57, 71, 82, 83, 86, 87, 99, 104, 120—122, 124—133, 135, 136, 139—145, 164, 176, 200, 202, 217, 228, 242, 249, 259, 266, 267, 280, 284, 286, 293, 295, 320, 321, 326, 343, 344, 350—352, 354, 355, 369, 373, 374, 380, 391, 414, 450, 453, 455, 458—461, 464—466, 471, 473, 474, 476, 477, 481, 486, 487, 491, 497, 498, 500, 502, 503, 513, 518, 522, 535, 536, 539, 543, 550, 563, 575, 576, 598, 615, 622, 631, 643, 656, 658, 662, 665—667, 670, 673, 682, 706—712, 714, 716, 721—726, 740, 743, 744, 757, 764, 767 en 782. 417. „Belastinge noch staende op den kornampte op Veluwe ind Zutphen". Afschriften van rentebrieven, 1459—1533, lijsten van dergelijke brieven, aanteekeningen omtrent de lossing, oorspr. brieven aan de pandhouders over rentebetaling, 1539, 1540, bijeengebracht (c. 1548). 1 omslag. N.B. Zie reg. nos. 204. 211, 222, 234, 241, 274, 278, 279, 281, 317—319, 336, 369, 403, 429, 493, 528, 590, 655 en 657. 418—441. Stukken door de pandhouders overgelegd in 1549. N.B. Blijkens den inventaris onder n°. 419 behooren tot deze stukken eenige nog aanwezige rekeningen van de Zutphensche domeinen, alsmede een ligger der inkomsten van die domeinen en uit het korenambt, van welke stukken op grond van uit- en inwendige kenmerken is aangenomen, dat de pandhouders ze óf ten onrechte óf slechts ten dienste van hunne administratie onder zich hebben gehad, hoewel zij in 's hertogen archief behoorden te berusten. Zij zijn daarom thans in het hertogelijk archief geplaatst en blijven hier onvermeld. 418. Quitantie, door de pandhouders afgegeven wegens de lossing van de Zutphensche domeinen en de terugbetaling van gelden, nog verschuldigd voor het in 1496 geloste korenambt van Veluwe, 1549. 1 charter. N.B. Ch. n°. 2586. Van deze kwijting is een afschrift bij de le rekening van GRAMAYE wegens de schatting van 1547 (n°. 2067) overgelegd; blijkens een aanteekening aldaar (fol. 23) is echter het oorspr. stuk met andere betreffende de bedoelde lossing aan VAN DlEVE ter hand gesteld. Het bedoelde afschrift is verloren, evenals ook een rekening betreffende de afwikkeling van deze zaken, die VAN DlEVE blijkens een aanteekening t.a.p. moet hebben ontvangen. 78 419. „Inventaris van de brieven, registren ende papieren, by den vrunden pantholders to Zutphen overgelevert in Julio 1549". (Oorspr., opgemaakt door de pandhouders, en notarieel afschr.) 2 katerns. N.B. In dezen inventaris worden genoemd brieven, in dorso gemerkt A—T, waarvan ontbreken A, K, L, N, O, P en Tj voorts rekeningen, tynsboeken en kohieren, waarvan de meeste verloren zijn. 420. Brief, waarbij hertog ARNOLD zijn geldelijke verhouding tot den landrentmeester ALPHERT SCHIMMELPENNINCK regelt, 1461. 1 charter. N.B. Ch. n°. 2421. In dorso: C. Zie reg. n°. 211. 421. Pandbrief van de korenrenten van Veluwe; 1463. 1 charter. N.B. Ch. n°. 2599. In dorso: D. Zie reg. n° 222. 422. Vidimus van een brief van 1466, houdende opdracht van de pandrechten op de Veluwsche korenrenten en de domeinen van Zutphen aan JOHAN VAN STEENBERGEN c. s.( 1538. 1 charter. N.B. Ch. n°. 2268. In doros: E. Zie reg. n°. 734. 423. Overeenkomst tusschen gemachtigden van hertog ADOLF en de pandhouders der korenrenten, 1481 (notarieel afschrift). 1 charter. N.B. Ch. n°. 2496. In dorso: H. Dit stuk, van 7 November 1481, is niet in regest gebracht, omdat het bijna onleesbaar is. 424. Akte, waarbij de stadhouder-generaal de pandhouders herstelt in het bezit van de korenrenten, 1482. 1 charter. N.B. Ch. n°. 2132. In dorso: F. Zie reg. n°. 301. 425. Brief, houdende erkenning van de rechten der pandhouders door MAXIMILIAAN en PHILIPS DEN SCHOONEN, 1486. 1 charter. N.B. Ch. n°. 2502. In dorso: I. Zie reg. n°. 315. Deze brief is den pandhouders afhandig gemaakt door SWEDER VAN KERVENHEM en heeft dientengevolge berust in het hertogelijk archief, als hoedanig hij het nummer 281 draagt, waaronder hij was opgenomen in een der libri copiarum. 426. Overeenkomst tusschen hertog KAREL en de pandhouders der korenrenten aangaande de lossing daarvan, 14%. 1 charter. N.B- Ch. n°. 2501. In dorso: G. Zie reg. n°. 369. 427. Brief betreffende zeker voorschot, door ALPHERT SCHIMMELPENNINCK voor den hertog gedaan aan diens rentmeester te Grave, 1460. 1 charter. N.B. Ch. n°. 2487. In dorso: B. Zie reg. n°. 205. 79 428. Schuldbrieven ten laste van de pandhouders der korenrenten en door dezen afgelost, waarvan twee met aangehechte quitanties, 1463—1499. 8 charters. N.B. Ch. nos. 2243 en 2244 (in dorso: M), 2246 (Q), 2138 (R), 2570 (S), 909 (vgl. 2570). Zie reg, nos. 227, 237, 238, 252, 277, 303, 388 en 402. Hertog Karei zou deze brieven ingevolge het contrakt van 1496 (n°. 426) te zijnen laste nemen, doch dit is niet geschied. 429. Rekeningen van ALPHERT SCHIMMELPENNINCK van de korenrenten van Veluwe, 1462—1466. 4 katerns. N.B. Deze rekeningen zijn met die onder n°. 430 en vier rekeningen van de Zutphensche domeinen (zie n°. 432) vereenigd in een band, waarop in dorso: „pro amicis". 430. Rekening van JOHAN VAN STEENBERGEN c. s. van de korenrenten van Veluwe, 1466/67. 1 katern. N.B. Zie de noot bij n°. 429. Op het 1ste en laatste blad aanteekeningen omtrent de verpanding der korenrenten. 431. Rekening van PETER VAN STEENBERGEN van de korenrenten van Veluwe, 1490/91. 1 katern. N.B. Deze rekening is gebonden met die der Zutphensche domeinen over 1486—1491 (n°. 433). De dateering is die der laatste van die rekeningen, waarnaar in het hoofd wordt verwezen. Blijkens de onderteekening van den rentmeester LANGEVELT en twee achterin gehechte briefje* van denzelfden, d.d. 1491 October 24 en December 20, zijn de bedoelde rekeningen alle afgehoord in de Bourgondische Rekenkamer te Arnhem. Op het omslag: „behoort den vrunden". 432. Rekeningen van JOHAN VAN HOLTHUYSEN van de domeinen van Zutphen, 1464—1472. 7 katerns. N.B. De eerste 4 rekeningen zijn met andere samengebonden (zie de noot bij n°. 429), de overige zijn aaneengehecht met het opschrift: „behuert den vrunden". De 1ste rekening is gehouden voor ALPHERT SCHIMMELPENNINCK, de óverige voor de gezamenlijke pandhouders. In de rekening over 1464/65 een lijst van de aan den jonker van Wisch verpande renten. Die over 1465/66 ontbreekt. 433. 434. Rekeningen van BERNT VAN HOLTHUYSEN van de domeinen van Zutphen, 1486—1511. 7 katerns. 433. 1486—1491. 5 katerns. N.B. Deze rekeningen zijn gebonden met die van de korenrenten over 1490/91 (n°. 431). In denzelfden band een katern, houdende afschriften van brieven betreffende de verpanding, van 1463 en 1486. Zie reg. nos. 221, 222 en 315. 80 434. 1509—1511. 2 katerns. N.B. Deze rekeningen zijn voor den hertog en de gezamenlijke pandhouders gehouden. 435—437. Manualen, afkomstig van de rentmeesters der Zutphensche domeinen, JOHAN, BERNT en JOHAN BERNTSZOON VAN HOLTHUYSEN, 1477—1514. 10 deelen.. N.B. Van deze manualen zijn er vijf vereenigd in één band, die in den inventaris van 1549 omschreven is als „een olt langworpich registre van annotatien van renten ende restanten van cleynder importantie . De overige vijf Jtijn vermoedelijk de eenig overgeblevene van „XIX manualen rentboecken van olden tyden van cleynder importantie", 435. Manualen van achterstallige inkomsten over 1477— 1483 en 1484. 3 deelen. 436. Manualen, waarin alle verschuldigde renten en de gedane betalingen zijn aangeteekend, verschenen Lamberti en Martini 1484, 1485 (waarbij die, verschenen Petri 1486), Martini 1499, Lamberti en Martini 1510, 1511, 1514. 6 deelen. 437. Manuaal, houdende aanteekeningen omtrent verpachte tienden, 1520. 1 deel. 438—441. Liggers van erf- en hoofdtynsen in de graafschap Zutphen, met aanteekening van de ontvangsten over 1532— 1537. 4 deelen. N.B. Deze liggers zijn afkomstig van DIRK VAN ZOELEN, richter te Vorden, later te Steenderen, sinds 1535 rentmeester onder SWEDER VAN KERVENHEM. Zij zijn volgens een aanteekening van den laatstgenoemden op een stuk in het hertogelijk archief, door VAN ZOELEN aan de Schimmelpennincks overgeleverd en blijkens een gelijkluidende aanteekening op die omslagen door den rentmeester SANDER SCHIMMELPENNINCK in 1547 overgelegd. De inventaris van 1549 omschrijft ze als „vier boecken, daerop DlERlCK VAN ZOELLEN, in zynen tiit rentmeester, die thynsen in den lande van Zutphen ontfangen heeft". De ontvangsten zijn door letters in margine vermeld. 438. „Tynsboeck bynnen Zutphen op Martini". 1 deel. 439. „Lochem". 1 deel. 440. (Hengelo). 1 deel. 441. „Doesborch". 1 deel. 442—446. Rekeningen van de Zutphensche domeinen, voor de pandhouders opgesteld, doch tijdens de onderhandelingen over de lossing 81 en de uitvoering van het verdrag aan de keizerlijke commissarissen overgegeven, 1543—1549, alsmede enkele andere stukken betreffende het destijds door de pandhouders gevoerde beheer. 442. Rekeningen van SANDER SCHIMMELPENNINCK, 1543—1547. 4 deelen. N.b. De 1ste rekening is in 1545 aan VAN DlEVE en RENOY ter hand gesteld en door dezen afgehoord in 1549, tegelijk met die over 1538—1543, die evenwel verloren zijn. (Zie n°. 410.) De overige zijn in 1549 overgelegd, door de commissarissen gewijzigd, doch niet gesloten. 443. Stukken, behoorende tot de rekeningen van SANDER SCHIMMELPENNINCK (n°. 442), 1543—1547. 1 omslag. 444. Tweede en laatste rekening van JOHAN VAN VOORTHUYSEN. 1548/49, afgehoord door VAN DlEVE en RENOY in 1549. 1 deel. 445. Brief, waarbij WILLEM ILMERINCK door den rentmeester SANDER SCHIMMELPENNINCK als hofhoorig man in den hof te Zutphen wordt aangenomen, 1544, met een magescheidsbrief betreffende het goed Ilmerinck van 1539 (reg. n°. 747). 2 charters. N.b. Ch. nos. 862 en 2283. 446. Akte betreffende een wissel van hoorige lieden tusschen den keizer en BERNT VAN HACKFORT, 1548. 1 charter. N.b. Ch. n°. 2829. 447—455. Stukken betreffende de uitvoering van de overeenkomst omtrent de lossing nadat de pandgoederen waren teruggegeven, 1551—1557. 447. Instructie voor den landrentmeester-generaal (oorspr. en concept) en andere stukken rakende de vestiging vaü nieuwe rentebrieven op de domeinen tot afdoening van de schuld aan de pandhouders, 1551, 1554. 1 omslag. 448—455. Stukken, dateerende van 1459—1557, door den secretaris der stad Zutphen namens de pandhouders overgelegd in 1557. 10 charters. N.b. Deze stukken hebben een lias gevormd, die door Is. An. NlJHOFF is opgenomen in de charterverzameling. Van de nos. 818 A—O waren reeds in NlJHOFF's tijd C, D, K, L en M weg. L heeft hij van de erven van Mr. PlETER bondam terug ontvangen en alsnog in zijn inventaris opgenomen onder n°. 2149. Van de overige is de inhoud bekend uit afschriften in de van dezen herkomstige verzameling. 6 82 De rentebrieven in deze lias hadden de pandhouders te hunnen laste genomen. Na de overgifte zijn zij door den landrentmeestergeneraal ongeldig gemaakt en door andere brieven ten behoeve van de schuldeischers vervangen. 448. Volmacht van de pandhouders op MARSILIUS BLANCKEBYELL, secretaris van Zutphen, 1557. N.B. Ch. n°. 818, O. 449. Rentebrief, gevestigd op het goed 't Joeynck onder Vorden, 1459. N.B. Ch. n°. 2149. Zie reg. n°. 204. 450. Rentebrief, gevestigd op een huis te Zutphen, 1460, met een akte van overdracht, 1550. 2 charters. N.B. Ch. nos. 818, E en 818, F. Zie reg. n°. 209. 451. Akte van consent tot de vestiging van een jaarrente op het leengoed Enserinck onder Vorden, 1462, 'met een akte van overdracht van die jaarrente, 1464. 2 charters. N.B. Ch. nos. 818, H en 818, G. Zie reg. nos. 214 en 231. 452. Rentebrief, verzekerd op het goed Massinck onder Warnsveld, 1465. N.B. Ch. n°. 818, N. Zie reg. n°. 236. 543. Rentebrief, op het goed Verlehorst onder Lochem gevestigd, 1474. N.B. Ch. n°. 818, B. Zie reg. n°. 275. 454. Akte, waarbij het goed Ter Blaickt onder Voorst wegens achterstallige rente van een daarop verzekerde schuld wordt toegewezen aan het klooster te Diepenveen, 1477. N.B. Ch. n°. 818, L Zie reg. n°. 285. 455. Quitantie wegens door de pandhouders betaalde 250 gld. voor achterstallig tractement van JOHAN VAN VARRICK c.s. ten laste van het korenambt, 1549 (afschr.). N.B Ch. n°. 818, A. 456. Stukken betreffende de lossing van de domeinen in Salland: eerste rekening van JOHAN VAN KEPPEL als pandhouder van den Oxerhof en de daarin behoorende lieden en goederen, van 1543 Mei 1 tot 1544 April 30, in duplo. 2 deelen. N.B. Het ex. op perkament is 4 Maart 1545 aan Van DlEVE overgegeven, die het van aanteekeningen heeft voorzien, doch niet gesloten. Het doel van dit overleggen was dan ook slechts, het bewijs te leveren, dat de rendant van de hem verpande goederen niets had ontvreemd. Deze domeinen zijn gelost in 1549. (Zie n°. 2072, fol. 19). Andere stukken betreffende deze lossing zijn niet bewaard. Vóóriu het ex. op perkament zijn gehecht afschriften van brieven over de verpanding van 1478, 1506 en 1524 (zie reg. nos. 291, 434, 435, 564 en 567), alsmede een aanteekening van den rendant. 457. Gecasseerde brieven betreffende de burggraaf- en richterambten van Nymegen, 1450—1537, aan RENOY terhandgesteld door REYNIER YAN WYHE bij gelegenheid van zijn aanstelling tot burggraaf en richter in 1545. 6 charters. N.B. Ch. nos. 1054, 1198, 1200, 1214, 1719, 2336. Zie reg. nos. 178, 243, 542, 562, 713 en 715. VAN WYHE heeft 9 Juni 1545 commissiebrieven van den keizer gekregen, die weer zijn ingetrokken in 1550 en overgelegd bij de 2de bederekening van TH. GRAMAYE (n°. 2072), waarbij zij evenwel niet bewaard zijn gebleven. Het opschrift in dorso op den oudsten van de hier bedoelde brieven maakt hunne herkomst duidelijk. 458. Stukken betreffende een voor het Hof gevoerd proces over de aflossing van de pandschulden op de Geldersche waard en den Pol, 1548—1551. 1 omslag. N.B. Zie reg. nos. 617, 627, 683 en 749. 459. Pandbrieven, 1528 en 1530, volmacht en quitantie, 1549, betreffende de lossing van stad en ambt Montfort in 1549. 4 charters. N.B. Ch. nos. 2601—2604. Zie reg. nos. 599 en 621. Deze aan elkaar gehechte charters zijn blijkens een aanteekening in n°. 2071 (fol. XXIH verso) aan VAN DlEVE ter hand gesteld, terwijl een afschrift der quitantie met recepis bij die rekening zijn overgelegd. 460. Akte, waarbij de weduwe en kinderen van LOEF VAN EGEREN, drost te Gelre, ten behoeve van den keizer afstand doen van hunne pandrechten op de heerenguldens en andere domeinen in de ambten Apeldoorn en Voorst, 1553, alsmede twee daarbij overgelegde brieven, 1546, 1553. 2 charters en 1 stuk in omslag. N.B. Ch.' nos. 2389 en 2435. 83 84 475. Stukken betreffende de lossing van het slot Schuilenburg en de daarbij behoorende goederen in 1558. Met .retroacta, N.B. Zie over deze verpanding de noot bij nos. 349—353. De pandheer van den Schuilenburg BERNT VAN HACKFORT overleed 22 Maart 1557, waarna dit domein van zijn beide dochters, JACOBA, echtgenoote van GOOSSEN VAN RAESFELT, en AGNES, gehuwd met EVERT VAN HEECKEREN TOT NETTELHOKST en RODERLO, is gelost. Dezen ontvingen daarvoor hypotheek op andere domeinen in de Graafschap. Bij deze gelegenheid verzocht de landdrost van Zutphen, HERMAN VAN BOCHOLT, tevens tot drost van den Schuilenburg te worden aangesteld, doch dit verzoek is niet ingewilligd. De Schuilenburg is in 1575 opnieuw verpand. De stukken onder nos. 461—466 zijn geliasseerd geweest. Vermoedelijk heeft VAN HASSELT deze lias losgemaakt; de stukken zijn althans verspreid in het archief aangetroffen. 461. Stukken betreffende de onderhandelingen over de lossing, 1558. 1 omslag. N.B. Deze stukken bestaan uit: Brief van van DlEVE en GRAMAYE aan den Raad van Finantiën, waaraan gehecht: 1°. het verbaal van de te Zutphen gevoerde onderhandelingen, 2°. dat van het met den landdrost Van BOCHOLT verhandelde, 3°. een opgaaf van de aan de erven van HACKFORT verschuldigde gelden, 4°. het advies van de Rekenkamer te Brussel met daarop aangeteekend besluit van den Raad van Finantiën, houdende goedkeuring van de voorgestelde overeenkomst met de erven van HACKFORT en van het voorstel om het verzoek van van BOCHOLT af te slaan, met oorspr. exemplaren, minuten en afschriften van de genoemde bijlagen, alsmede ontwerpen voor een nieuwen pandbrief en verschillende aanteekeningen. 462—475. Stukken, door de erven VAN HACKFORT overgelegd tijdens de onderhandelingen in 1558 en na het sluiten van de overeenkomst, in 1559. 462. Afschriften van de na het sluiten van de overeenkomst over te leggen stukken, (1558). 1 omslag. 463. Lijsten der jaarlijksche inkomsten van den Schuilenburg, (15587). 1 omslag. 464. Akte betreffende de overname van het op den Schuilenburg aanwezige geschut en meubilair door BERNT VAN HACKFORT in 1534. 1 stuk in omslag. 465. Rekening van BERNT VAN HACKFORT en zijn schoonzoon GOOSSEN VAN RAESFELT wegens herstellingen aan het huis Schuilenburg, over 1550—1558. 1 omslag. 85 466. Akte betreffende het maken van een sluis bij den Schuilenburg, 1551 (afschrift). 1 stuk in omslag. 467—474. Pand- en rentebrieven, 1448—1552. 9 charters en 1 stuk in omslag. N,B. Deze stukken, alsmede dat onder n°. 475, zijn geregistreerd in het derde boek van allerhande akten (n°. 194), fol. 45 verso vgl. Zij zijn in dorso gemerkt A—O, aan welke serie evenwel B, D en E ontbreken. Enkele zijn door GOOSSEN VAN RAESFELT alleen overgelegd. 467. Pandbrief van den Schuilenburg, 1534. N.B. Ou n°. 2176. In dorso: A. Zie reg. n°. 670. 468. Brief, houdende een verhooging van de pandsom op den Schuilenburg, 1551. N.B. Ch. n°. 2508. In dorso: C. 469. Pandbrief, ten deele op goederen onder den Schuilenburg betrekking hebbende, 1501. N.B. Ch. n°. 2493. In dorso: F. Zie reg. n°. 414. 470. Rentebrief op Driversgoed onder Etten, 1448, met een akte van overdracht aan GOOSSEN VAN RAESFELT, 1552. N.B. Ch. nos. 2477 en 2478. In dorso: G en H. Zie reg. n°. 167. 471. Pandbrief van eenige goederen onder den Schuilenburg, 14%. N.B. Ch. n°. 2479. In dorso: I. Zie reg. n°. 363. 472. Uitspraak van den Landdag te Zutphen over een hypotheek op de Schuilenburgsche goederen, 1538. 1 stuk in omslag. N.B. Zie reg. n°. 739. In dorso: K. 473. Pandbrief van het Goed de Wals, 1484, en akte betreffende den ruil van daartoe behoorend land tegen houtgewas aldaar, 1550. N.B. Ch. nos. 2183 en 2482. In dorso: L en M. Zie reg. n°. 311. 474. Rentebrief, op twee stukken land onder Doetinchem gevestigd, 1472. N.B. Ch. n°. 2134. In dorso: N. Zie reg. n°. 266. 86 475. Afschrift van het verbaal der te Zutphen gevoerde onderhandelingen, (1558). 1 omslag. N.B. In dorso: O. 476. „Registerken van zekere kueren van Veluwen, by z. Mauritio Mauriss, ontfangen". Lijsten van keuren, door de pandhouders geïnd in verschillende jaren tusschen 1494 en 1545, in de Rekenkamer overgegeven door den keurmeester OT VAN HEZEVELT in 1559. Met een inventaris (minuut). 1 band en 1 stuk in omslag. N.B. Het keurambt is in 1550 gelost, bij welke gelegenheid de erfgenamen van den pandhouder MAURITIUS MAURITII gehouden waren, hunne desbetreffende stukken over te leggen. 477. Eenige afschriften van oudere akten betreffende de waarde van den rijnsgulden in pandbrieven, bijeengebracht in verband met ,,de losse van Warrenburch", (c. 1560). 1 omslag. N.B. Zie reg. nos. 113 en 268. Fragment van een met letters gemerkt dossier, vermoedelijk de lossing van een rentebrief op de domeinen van Kriekenbeek betreffende. 478—486. Stukken betreffende de lossing van het ambt van Bommel, de Bommeler- en Tielerwaarden en Heerewaarden in 1563. N.B. In 1421 was het ambt door hertog REINALD IV verpand aan FRANCK PlECK, van wiens talrijke erfgenamen het in 1563 krachtens een verdrag, door Hof en Rekenkamer met hen aangegaan, is gelost tegen de overgifte van drie nieuwe rentebrieven op andere domeinen. Vgl. den desbetreffenden post in de landrentmeestersrekening over 1562, fol. 78. 478. Stukken betreffende de onderhandelingen over de lossing en de overgifte der oude pandbrieven door de pandhouders, 1562—1565. 1 omslag. N.B. Deze stukken zijn blijkens gemeenschappelijke beschadiging vereenigd geweest met den brief onder n°. 482, waarmee zij door NlJHOFF onder n°. 2071 van de chartercollectie beschreven waren. Toch zijn zij vóór de overgifte van den bedoelden brief bij de Rekenkamer ingekomen. 479—486. Stukken, na de lossing door den ambtman AELBERT DE RUYTER in de Rekenkamer overgeleverd namens de erven van FRANS PlECK, 1565. N.B. Blijkens den inventaris (n°. 486) is slechts één stuk verloren, t. w. een attestatie van de Regulieren te Zalt-Bommel, dat de brief van 1494 (n°. 481) met de andere pandbrieven in hun klooster bewaard is geweest. 87 479. Pandbrief van het ambt en akte tot regeling van de jurisdictie te Driel, 1421. 2 charters. N.B. Ch. nos. 2067 en 2069. Zie reg. nos. 64 en 66. 480. Brief terzake van een verhooging der pandsom, 1422. 1 charter. N.B. Ch. n°. 2068. Zie reg. n°. 70. 481. Akte van bevestiging der verpanding, 1494. 1 charter. N.B. Ch. n°. 2070. Zie reg. n°. 356. 482. Brief, waarbij hertog ARNOLD aan FRANCK PlECK en zijn erven vergunt, een ambtman in hunne plaats aan te stellen, 1434 (afschr. 1560). 1 charter. N.B. Ch. n°. 2071. Zie reg. n°. 109. 483 Akte, waarbij de pandhouders erkennen, nieuwe rentebrieven te hebben ontvangen, en zich verbinden tot de overgifte der pandbrieven, 1564 (oorspr. en concept). 2 charters. N.B. Ch. nos. 2072 en 2074. 484 Stukken, van de pandhouders afkomstig, de onderhandelingen over de lossing en de afgifte der pandbrieven betreffende, 1562—1565. 6 stukken in omslag. 485. Volmacht van de erven PlECK op AELBERT DE RUYTER tot de afgifte der pandbrieven en het in ontvangst nemen van de rentebrieven, 1565. 1 stuk in omslag. 486. Inventaris der afgegeven brieven, 1565. 1 stuk in omslag. 487, 488. Stukken betreffende de lossing van een op s k°«nf ^ard^ onder Herwen en Aerdt gevestigde hypotheek van ELISABETH VAN BRONKHORST—BATENBURG, huisvrouw van JOHAN VAN RENESSE TOT ELDEREN, in 1565. 487. Quitantie, door de pandhoudster afgegeven 1565. 1 charter., N.B. Ch. n°. 2023. „ ,„ Deze quitantie is aan den rekenmeester THOMAS GRAMAYE afgegeven; in de rekeningen van den landrentmeester-generaal is hieromtrent evenwel niets te vinden. 488 Brief, houdende de overdracht, in 1556, van den niet meer aanwezigen rentebrief van 1553, alsmede een quitantie van 88 1553, die aan den oorspr. brief moet gehecht zijn geweest, tezamen overgelegd bij de lossing in 1565. 2 charters. N.B. Ch. nos. 2022 en 2024. 489—490. Stukken betreffende de lossing van het landdrostambt van Veluwe van de erfgenamen van WILLEM VAN SCHERPENZEEL ingevolge een in 1571 gemaakt verdrag. 489. Betalingsordonnantie aan den landrentmeester-generaal ten behoeve van de genoemde pandhouders, 1572. 1 charter. N.B. Ch. n°. 1572. Deze ordonnantie is niet overgelegd door den landrentmeester-generaal bij een van zijn rekeningen. 490. Quitantie, door de pandhouders afgegeven, 1581. 1 charter. N.B. Ch. n°. 1324. Uit dit stuk blijkt, dat de erven meerdere pandbrieven en rekeningen hebben ingeleverd. 491. Gecancelleerde pandbrief van 1513, door de pandhouders overgelegd in 1572. 1 charter. N.B. Ch. n°. 1326. Zie reg. n°. 479. 492. Brieven betreffende de verpanding van de helft der z.g. Gemensche tienden onder Driel, 1383, 1384, 1481, 1485, 1502, 1518, overgeleverd bij de lossing van die tienden in 1605. 7 charters. N.B. Ch. nos. 1278—1293. Zie reg. nos. 19, 24, 298, 313, 419, 524 en 527. Zie over de andere helft van deze tienden n°. 1011. 493. Vidimus van een brief van 1579, waarbij de prins van Oranje aan de erven van jhr. DlRCK VAN HAEFTEN, gouverneur van Zalt-Bommel, eenige domeingoederen in de Bommeler- en Tielerwaarden verpandt, w. o. de Hertogenwaard en de Gravenwaard onder Gameren en Nieuwaal, 1603; brieven betreffende de overdracht der pandrechten op die beide waarden aan anderen, 1591, 1592, 1604, en aan de Rekenkamer, 1607. 10 charters en 1 stuk in omslag. N.B. Ch. nos. 1295—1298, 1300, 1302, 1303 en 2161. 494. Bommelsche schepenbrieven rakende het verwin der goederen van JAN en WILLEM QUADEN ten verzoeke van GOESSEN WEMMERSZOON, doch waartegen de gouverneur van Zalt-Bommel jhr. DlRCK VAN HAEFTEN zich verzette, 1575. 7 charters. N.B. Ch. nos. 1299, 1301, 1304, 2278 en 2341. Deze stukken zijn waarschijnlijk (terecht of ten onrechte) vermengd geweest met de in n • 493 beschreven brieven. 89 495. Stukken betreffende de lossing van den markttol te Nymegen, 1617— 1619- 1 omslag. N.B. De op den tol geschoten pandsom kwam grootendeels toe aan de weduwe van WALRAVEN VAN WYCHEN. In 1617 is met haar afgerekend, waarna de Rekenkamer den tol in bezit heeft genomen. Met de rechthebbenden op resp. 2/» en ^ van de Pandsonl is echter eerst in 1619 overeenstemming verkregen. 496. Transportbrief van den markttol voornoemd, bij de lossing in 1617 overgelegd, 1485. 1 stuk in omslag. N.B. Zie reg. n°. 314. . . . De pandbrief, rekeningen, tollijsten, enz., die bij de lossing behoorden te worden overgelegd, zijn in het archief niet aangetroffen. 497—505. Stukken betreffende de lossing van den Meurschen tol van KAREL graaf VAN EGMOND in 1619. Met retroacta. 497. Correspondentie tusschen den gemachtigde van den pandhouder en den secretaris van de Rekenkamer, conceptcontracten en andere stukken, de onderhandelingen over de lossing betreffende, 1619. 1 omslag. 498—504. Stukken, bij de lossing overgelegd, 1351—1617. 498. Pandbrieven, 1351, 1359. 2 charters. N.B. Ch. nos. 1282 en 1283. Zie reg. nos. 10 en 12. 499. Transportbrief, houdende opdracht van de pandrechten door de erfgenamen van GEORGE EVERHARDT graaf VAN SOLMS aan SABINA gravin VAN EGMOND geboren gravin VAN SOLMS, en desbetreffende akte van volmacht, 1605. 2 charters. N.B. Ch. nos. 1284 en 1285. 500. Brieven van den tollenaar te Tiel aan den pandhouder graaf VlNCENTIUS VAN MEURS over een actie tot inwinning van den tol, door JOHAN VAN BUREN c.s. ingesteld, (1463?). 5 stukken in omslag. 501. Uitspraak van hertog ADOLF in het geschil tusschen graaf VlNCENTIUS VAN MEURS en den heer van Culemborg over de pandrechten op den tol te Tiel, 1465, en andere desbetreffende stukken, 1463, 1464. 4 stukken in omslag. N.B. Zie reg. n°. 239. 90 502. Brief, betrekking hebbende op den oorsprong der geschillen, die ongeveer een eeuw later tusschen den graaf van Meurs en den heer van Novelles hebben plaats gehad over een vordering, die de laatstgenoemde op den tol te Tiel pretendeerde, 1464. 1 charter. N.B. Ch. n°. 2193. Zie reg. n°. 232. 503. Stukken, afkomstig van de graven WILHELM, HERMAN en ADOLF VAN NlEUWENAAR EN MEURS, rakende de handhaving hunner rechten op den tol te Tiel en het beheer van dien tol, 1541—1582. 1 pak. 504. Schepenakte van Tiel, houdende bevestiging van het pachtcontract, door den graaf van Egmond met den tollenaar BRUIN VOSCH gesloten, 1617. 1 charter. N.B. Ch. n°. 1281. 505. Stukken betreffende een verlenging van den termijn, waarop een aantal personen geld geschoten hadden tot lossing van den Meurschen tol, 1623. 1 omslag. 506. Akte, houdende opdracht aan den landrentmeester-generaal van de rechten, door BRUIN VOSCH verkregen op zekere vorderingen, die de graaf van Egmond nog op den tol te Tiel pretendeerde, 1637, met aangehechte verwinsbrieven van 1631 en een desbetreffend dossier, 1619—1637. 8 charters en 1 omslag. N.B. De charters Ch. nos. 3149 en 3150. 507. „Stucken, gedient hebben (de) tot justificatie van de pretentien van verschot en verbeteringe door de panthol deren van de Manensche weerden", bij gelegenheid van de lossing, 1668. 1 omslag. 508. 509. Stukken betreffende de lossing van de Batenburgsche pandgoederen op de Veluwe in 1683. N.B. Zie over deze pandgoederen de noot bij nos. 360—366 en voorts de rekeningen en andere stukken betreffende het voor het beheer na de lossing ingestelde rentambt. 508. Rapporten en correspondentie betreffende de commissie van den secretaris WILLEM COCK naar Amsterdam tot het opnemen van een kapitaal voor de lossing, alsmede eenige met dat doel opgestelde obligaties aan toonder, die niet zijn uitgegeven, 1683, 1684. 1 omslag en 7 charters. N.B. De charters Ch, nos. 2202, 2456, 2630—2634, 91 509. Akte, waarbij de landdrost van Veluwe verklaart, dat de te Amsterdam aangegane schuld door drie Geldersche heeren is overgenomen, 1686. 1 charter. N.B. Ch. n°. 2628. 510. Stukken betreffende de renteverhooging en daarop gevolgde lossing van op de Schuilenburgsche domeinen verzekerde kapitalen, 1698—1700. 1 omslag. 511. Quitantie van den heer van Obdam wegens een door de Rekenkamer overgenomen schuldvordering, groot 19 000 gld., op den Meurschen tol te Tiel, 1712. Met daarbij overgelegde retroacta, 1586, 1593, 1639, 1690. 1 omslag en 1 charter. N.B. Het charter Ch. n°. 3148. De quitantie is bijlage geweest bij de rekening van den rentmeester der Batenburgsche pandgoederen over 1711, doch blijkens aanteekening aldaar vervangen door een Kopie, ten einde haar met andere eigendomsbewijzen afzonderlijk te bewaren. De bedoelde hypotheek was in 1593 door den toenmaligen pandhouder gevestigd op den tol ten behoeve van DlEDERIK VAN EYIX. 512. Stukken betreffende de aflossing van een jaarlijksche rente uit den tol te Zalt-Bommel, 1712. 1 omslag. 513. Stukken betreffende de aflossing van een op het ambt van Nederbetuwe gevestigd kapitaal, 1712, 1716. Met afschriften van desbetreffende retroacta. 1 omslag. 514. Stukken betreffende de terugbetaling door de Rekenkamer van een in 1676 van de drie kwartieren tot herstel van schade aan de domeinen opgenomen kapitaal, groot 100.000 gld., in 1714. 1 omslag. 515. Stukken betreffende de lossing van de tienden onder Hattem van den heer van Zalk, 1716. 1 omslag. 516. Stukken betreffende de aflossing van twee kapitalen, verzekerd op de domeinen van Veluwe, aan de gravin van Bentheim en een daaraan voorafgegaan proces voor het Hof over de waarde van den goudgulden uit hertog KAREL's tijd, 1720—1725. 1 pak. 517. Correspondentie en aanteekeningen betreffende de lossing van verschillende verpande domeinen, 1717—1760. 1 pak. 518. Mombersadviezen en daartoe behoorende stukken aangaande de pogingen, door de Rekenkamer aangewend om het door hertog 92 KAREL verpande slot Rosendaal met de domeinen te hereenigen, 1721. 1 omslag. N.B. De Landdag heeft 29 April 1722 besloten, niet op de voorstellen van de Rekenkamer in te gaan. Een afschrift van dat besluit ligt bij de stukken. D, Stukken betreffende de werkzaamheden van Hoi en Rekenkamer gezamenlijk. N.B. Zie Tegenw. Staat van Gelderland, blz. 176. Uit de instructie van de Rekenkamer en het onder nos. 519—522 beschreven register blijkt, dat de beide colleges in uiteenloop ende zaken samenwerkten, in het algemeen op grond van de overweging, dat het hoogste besturende en het hoogste beheerende college in het gewest, die tezamen den landsheer vertegenwoordigden, elkaar als zoodanig aanvulden en dus ook in gewichtige aangelegenheden konden bijstaan. Intusschen moet men de meeste van die aangelegenheden meer tot de bestuurs- dan tot de beheerszaken rekenen en men zal derhalve de desbetreffende stukken eerder in het archief van het Hof dan in dat van de Rekenkamer zoeken. De medewerking van de Rekenkamer bij de vaststelling van de landgrenzen bijv. houdt met het domeinbeheer slechts een zeer verwijderd verband. Nu is de verdeeling van die stukken tusschen de archieven der beide colleges eenigszins willekeurig geweest, blijkens de inventarissen van de beide archieven, resp. door Is. AN. NlJHOFF en zijn zoon PAUL. De inventaris van het archief van de Rekenkamer vermeldt de oorspr. resolutie- en brievenboeken (waarbij later een onvoltooid afschrift is geplaatst), enkele dossiers en een aantal kaarten, verband houdende met de werkzaamheid der twee colleges gezamenlijk. Ook de charterverzameling van de Rekenkamer bergt enkele stukken van die herkomst. Daarentegen heeft een zeer belangrijke verzameling dossiers van dien aard blijkens den inventaris van P. NlJHOFF (zie blz. 414, 416) onder het Hof berust. Sommige stukken in het Rekenkamerarchief bleken die dossiers aan te vullen. Het feit nu, dat in de 18de eeuw de Rekenkamer afschriften van de belangrijkste stukken ontving, wijst er op, dat de bedoeling was, dat het Hof de dossiers zou bewaren. Van de kaarten en charters is de Rekenkamer wellicht de bewaarster geweest, evenals zij dit was voor de Landschap. Daarentegen waren de oorspr. brievenen resolutieboeken ook onder de berusting van de Rekenkamer (blijkens den inventaris van VAN MEURS van 1811), hoewel men ze in één bewaarplaats bij de dossiers zou verwachten. Het scheen praktisch, op deze voormalige onregelmatigheden niet te letten, doch thans in den inventaris van de Rekenkamer alleen op te nemen afschriften en duplikaten, betrekking hebbende op de werkzaamheid der beide colleges, daarentegen de oorspronkelijke stukken aan het Hof toe te wijzen, met uitzondering van 93 enkele, waarvan blijkt, dat rij bepaaldelijk voor de Rekenkamei bestemd zijn geweest. De verbalen van de muntbusopeningen ten overstaan van gecommitteerden uit Hoi en Rekenkamer vindt men onder nos. 612—614. I. Afschriften en duplikaten. 519—522. Register van resolutie en uitgegane brieven van het Hof en de Rekenkamer gezamenlijk, 1667-1750 (afschrift). 4 deelen. Rekenkamer gezamenl 519. 1667—1709. N.B. Achter in 520. 1710—1722. 521. 1723—1734. 522. 1735—1750. 523. Kopie van een kaart van de Geldersch-Stichtsche grens in de venen, betrekking hebbende op een door Hof en Rekenkamer verrichte inspectie van die grens in 1599. N.B. Zie K. n°. 242. 524. Rapport van een commissie uit Hof en Rekenkamer tot het onderhandelen in Den Bosch, met afgevaardigden van den prins-bisschop van Luik over de door Luik aan Gelderland betwiste souvereiniteit op de Maas tegenover Bokhoven, 1671. 1 stuk in omslag. N.B. De blijkens dit rapport door den heer van Ammerzoden aan de commissie vertoonde kaart is vermoedelijk voor het Archief aangekocht in 1887. Het is niet waarschijnlijk, dat deze kaart tot het archief van de Rekenkamer heeft behoord. 525. Kaart van de omgeving van Schenkenschans, met afschrift van het daarbij behoorende rapport van den landmeter VAN HEUVEL, alsmede eenige afschriften van landdagsrecessen, betrekking hebbende op geschillen met Kleef over de Geldersch-Kleefsche grens op de aangewassen gronden bij Schenkenschans, 1733, 1765. 1 kaart en 1 omslag. N.B. Zie K. n°. 142. Van de kaart bevindt zich een tweede exemplaar in het archiet van het Hof. 526. Eenige afschriften van overeenkomsten en rapporten betreffende de grensbepaling tusschen Gelderland en Munster, alsmede kopie van de kaart, vervaardigd na het in 1765 met Munster gesloten grensverdrag, 1732—1774. 1 pak en 1 kaart. N.B. Zie K. n°. 185. ' x i 94 527. Gedeeltelijk afschrift van éen advies van den momber aan het Hof over het recht der Staten van Gelderland op de rivieren, naar aanleiding van een geschil tusschen den heer van Poederoyen en de Staten van Holland, 1747. 1 stuk in omslag. 528. Afschriften van rapporten en besluiten betreffende de geschillen tusschen Gelderland en Utrecht over de souvereine rechten op de Marsch tegenover Rhenen, 1757—1761, 1778. 1 pak. II. Eenige oorspr. stukken, op de handhaving van 's Lands hoogheid betrekking hebbende. 529. „Inventaris van die stuucken, heeren doctor GERRARDT VOET, raidt, medegegeven op Franckefoirt om te defendieren dat die schanssen op 's Graefvenweert ende IJsseloirt in die hoecheyt van Gelderlandt liggen". Lijst van afschriften en extrakten van stukken in de archieven van Hof en Rekenkamer, opgemaakt door REYNER DlBBETS (minuut), (c. 1594.) 1 stuk in omslag. 530. Rapport, met bijlagen, van den rekenmeester BARTOLT VAN GENDT wegens zijn commissie, namens Hof en Rekenkamer, naar Nymegen tot de terugvordering van een in 1607 aldaar gedeponeerd kapitaal tot lossing van het Kleefsche ambt Duffel, 1637. 1 omslag en 1 charter. N.B. Het charter Ch. n°. 3134. Vgl. n°. 7320. 531. Stukken betreffende geschillen met Kleef over stukjes grens onder Beek en Groesbeek en een daarop in 1668 gevolgde grensbepaling. 1658—1668. 1 omslag en 2 kaarten. N.B. Zie K. nos. 114, 135. Onder de stukken bevinden zich 5 kaartjes (zie K. nos. 115—119). Dit dossier is gevormd door de Rekenkamer, aan wie het Hof deze grensbepaling nagenoeg geheel heeft overgelaten, vermoedelijk in verband met het beheer van het Nederrijkswald door de Rekenkamer. Het is daarom niet overgebracht naar het archief van het Hof, gelijk geschied is met andere dossiers betreffende de landgrenzen, die geheel of ten deele onder de Rekenkamer waren blijven berusten. 532. Mombersadvies aan de Rekenkamer over de vraag/ of Dalem tot Gelderland dan wel tot Holland behoort, 1693. 1 stuk in omslag. 533. „Deductie van het recht, de provintie van Gelderlant competerende op den Rijnstroom", voorzoover dit door het Sticht werd betwist (minuut, c. 1700). 1 stuk in omslag. 95 534. Mombersadviezen aan de Rekenkamer en eenige bijbehoorende stukken, betrekking hebbende op de vraag, of Anholt tot Gelderland behoorde, over welke vraag de momber langdurige processen vóór het Hof heeft gevoerd, 1709, 1739—1741. 1 omslag. 535. Stukken betreffende geschillen tusschen Hof en Rekenkamer naar aanleiding van zekere voor het Hof gevoerde processen, over de jurisdictie van den heer van Dorth in den kring van Dorth, en over inbreuken, door den heer van Borculo gepleegd op de souvereine rechten van de Landschap, in welke zaken de Rekenkamer medezeggenschap had, 1770—1773. 1 pak. TWEEDE AFDEELING. STUKKEN BETREKKING HEBBENDE OP ONDERDEELEN VAN HET DOMEINBEHEER (UITGEZONDERD REKENINGEN EN BIJLAGEN). A. Stukken betreffende het landrentambt-generaal. N.B. De landrentmeester-generaal, de opvolger van den hertogelijken landrentmeester, inde de batige sloten van de rekeningen der subalterne rentmeesters en van andere rekenplichtige ambtenaren en deed daarvan verschillende betalingen ten dienste van den landsheer, sinds 1581 van de Landschap. Vóór de oprichting van de Rekenkamer beheerde hij ook de domeinen in de Overen Nederbetuwe, voor zoover niet verpand, die sindsdien onder het beheer van den Nymeegschen rentmeester zijn gesteld. Zie over dit rentambt ook de noot aan het hoofd van B, I in de 3de Afdeeling. Afgezien van de hierboven vermelde inkomsten en uitgaven van den landrentmeester-generaal zij er hier op gewezen, dat deze de domeingebouwen te Arnhem beheerde en de uitvoering en instandhouding van verschillende werken van algemeen nut bekostigde, waaromtrent men hier stukken zal aantreffen. L Algemeen. 536—538. Ingekomen en enkele minuten van uitgegane stukken, 1568—1794. 536, 537. Brieven over verschillende onderwerpen. 2 omslagen. 536. 1568—1601. 537. 1694—1792. 538. Brieven betreffende het beheer van de tot het domein behoorende gebouwen te Arnhem, 1697, 1743—1794. 1 pak en 6 teekeningen in 3 omslagen. N.B. Zie K. nos. 296, 300, 303 en 304. De teekeningen behooren bij brieven d.d. 1758 Maart 8, 1766 September 3, 1787 December 3. 539. Rekeningen, door GEDEON VAN DER HOUVE, . klerk van den landrentmeester-generaal THOMAS GRAMAYE, aan dezen afgelegd wegens voor hem gevoerd beheer, van 1551 December 1 tot 1554 Januari 2, afgehoord 1551—1554. 24 stukken in 1 band. 540. Rekeningen, door BARTHOLOMEUS DE GROOT, klerk van den landrentmeester-generaal THOMAS GRAMAYE, aan dezen afgelegd, van 97 1561 Augustus 3 lot 1562 Juni 12, afgehoord in 1561 en 1562. 6 stukken in 1 band. N.B, Exemplaren v»or den rendant, die blijkbaar onder den landrentmeester-generaal zijn blijven berusten. 541. Stukken betreffende de borgstelling van GEDEON VAN DER HOUVE en correspondentie daarover met de Kamer van Finantiën te Brussel, 1563—1574. 4 charters en 1 omslag. De charters Ch, nos. 22651 en 2265II. 542. Commissiebrief voor WlLLEM BENTINCK, rentmeester van Veluwe, om voorloopig het door het overlijden van GEDEON VAN DER HOUVE opengevallen landrentambt-generaal te beheeren, 1574. 1 charter. N.B. Ch. n°. 1329. 543. Stukken betreffende de borgstelling en de eedsaflegging van THOMAS GRAMAYE den Jongen, 1574, 1575. 1 charter en 1 omslag. N.B. Het charter Ch. n°. 2094. 544—547. Stukken betreffende de afrekening met THOMAS GRAMAYE den Jongen en zijn erven na zijn ontslag in 1580. 1580—1593. N.B. GRAMAYE is als Spaanschgezinde ontslagen, terwijl men verschillende door hem gedane betalingen niet wenschte te erkennen. 544. Quitantie ten behoeve van den landrentmeester-generaal wegens zekere som, door de Geldersche Staten ter beschikking te stellen van den postmeester-generaal te Antwerpen, 1579. 1 charter. N.B. Ch. n°. 2594. Blijkens een aanteekening in dorso is deze quitantie in 1580 door de Rekenkamer van onwaarde verklaard. 545. Stukken betreffende een niet gehonoreerde vordering van CHRISTIAEN 'S GROOT, wien het vervaardigen van een atlas was opgedragen, 1577—1582. 3 stukken in omslag. 546. Stukken betreffende de onderhandelingen, door Hof en Rekenkamer gevoerd met THOMAS GRAMAYE na diens vertrek uit Arnhem in 1584 en met zijn schoonzoon JAQUES MAURIQUE te Dordrecht, over het door den eerstgenoemden wegens het slot zijner laatste rekening verschuldigde, 1534— 1593. 1 omslag. 547. Schepenakte van Dordrecht, houdende ratificatie van de overeenkomst, tusschen de Rekenkamer en JAQUES MAURIQUE als echtgenoot van ANNA GRAMAYE aangegaan tot 7 98 vereffening van het door THOMAS GRAMAYE nog verschuldigde, 1593. 1 charter. N.B. Ch. n°. 1740. II. Stukken betreffende het beheer van bepaalde domeinen. 548—565. Stukken betreffende de tot het domein behoorende gebouwen te Arnhem, waarvan het beheer tot de taak van den landrentmeester-' generaal behoorde, 1555—1787. N.B. Zie ook n°. 538. Vele stukken betreffende deze gebouwen zijn uit het archief weggeraakt. De belangstelling er voor van VAN HASSELT moeten we in dit opzicht betreuren. Het is o. a. opmerkelijk, dat er buiten de rekeningen niets te vinden is over den herbouw van het Prinsenhof in 1618 en dat zelfs geen behoorlijke plattegrond van het Prinsenhof is bewaard. De uitvoerige posten in de rekeningen van de landmeesters-generaal en de in de ordonnantieboeken opgcteekende betalingsordonnanties vormen daarom een meer volledige bron voor de geschiedenis der bedoelde gebouwen dan de stukken, die in deze afdeeling zijn bijeengebracht. 548. Inventarissen van op 's konings hof te Arnhem aanwezige meubelen en voorraden, 1555, 1560. 3 stukken in omslag. 549. Bestek voor een verbouwing der kapel van het Hof in de St. Eusebiuskerk te Arnhem, alsmede een desbetreffende brief van de kerkmeesteren aldaar aan de Rekenkamer, (1572). 1 omslag. 550. Stukken betreffende een met den magistraat van Arnhem aangegane overeenkomst tot de uitvoering van zekere werken ten behoeve van het stadhuis tegen den muur van 's Landschaps Bussenhuis, 1593, 1594. 1 omslag. 551. Akten, houdende de erkenning van door verschillende particulieren verkregen rechten om te timmeren tegen en servituten te hebben ten laste van de gebouwen van het Prinsenhof en de kanselarij, 1593, 1594, 1605, 1627, 1631. 1 omslag. 552. Twee gevelteekeningen van 's Landschaps Bussenhuis te Arnhem, 1597, 1612. N.B. Zie K. nos. 305 en 306. Dit Bussenhuis is in 1615 afgebroken. 553. Akte, houdende de erkenning door de Gedeputeerden van het Kwartier van Arnhem van het-hun door de Rekenkamer verleende recht om ten behoeve van de nieuwe Ridderkamer 99 een privaat te maken in zekeren aan de Landschap toebehoorenden' muur, 1626. 1 charter. N.B. Ch. n°. 3137. 554 557, Stukken betreffende den aankoop van het Hof van Nassau te Arnhem, waar sindsdien Hof en Rekenkamer geresideerd hebben, in 1648. N.B. Het Hof van Nassau is het huis van den landrentmeester-generaal THOMAS GRAMAYE den Ouden geweest. Een charter, dat er betrekking op heeft, is te vinden onder de stukken betreffende de verrekening met THOMAS GRAMAYE den Jongen en zijn schoonzoon (n°. 547). In den Tegenw. Staat van Gelderland (blz. 447) is ten onrechte vermeld, dat het aan de stad Arnhem behoord heeft; deze heeft niet den eigendom van het huis afgestaan, maar de jurisdictie, omdat het na den aankoop door de Staten bij het rechtsgebied van het Hof moest worden ingelijfd, dat onttrokken was aan de macht van de stedelijke regeering. De aankoop heeft reeds in 1647 plaats gehad: zje de rekening van den landrentmeester-generaal over 1647 en de bijlagen daarbij. De transportbrief is echter van 1648 en de daarop gevolgde akte, houdende ruil van jurisdictie, die abusievelijk 1648 is gedateerd, is van 1649. 554 Transportbrief, houdende de overdracht van het Hof van Nassau door WILLEM FREDERIK graaf VAN NASSAU aan de Staten van Gelderland, 1648. 1 charter. N.B. Ch. n°. 2658. 555 556. Stukken, bij het transport overgedragen. N.R Deze stukken zijn genummerd 1-10, doch de nos. 3 en 6 ontbreken. 555 Akte van overdracht van het huis aan graaf LODEWIJK GUNTHER VAN NASSAU, krachtens door de Staten van Gelderland gedane schenking, 1602. 1 charter. N.B. Ch. n°. 2659 t 556. Stukken betreffende op het huis gevestigde schulden en de uitwinning daarvan door de Landschap, 1585—1601. 7 charters en 1 stuk in omslag, N.B. Ch. nos. 2652—2657. 557. Akte, waarbij Hof en Rekenkamer eenerzijds en de magistraat van Arnhem andererzijds het rechtsgebied over het Hof van Nassau ruilen tegen dat over de oude kanselarijgebouwen, 1649. 1 charter. 100 N.B. Ch. n°. 3138. Blijkens het liasgaatje is dit stuk vermoedelijk bij de bijlagen van de rekening Van den landrentmeester over 1647 overgelegd; de Rekenkamer heeft het daaruit reeds verwijderd. 558. Twee plattegronden van het Hof van Nassau, vermoedelijk bij of kort na den aankoop vervaardigd, (1648?). N.B. Zie K. n°. 299. 559. Brieven van W. VAN OMMEREN omtrent de inrichting van het voorplein van het Hof bij het houden van het leengericht in 1786 en 1787. Met twee bijlagen. 1786, 1787. 1 band. N.B. Zie K. nos. 301 en 302. 560. Bestek en teekeningen betreffende zekere uitbreiding van het gevangenhuis boven de St. Janspoort te Arnhem, 1684. 1 stuk en 3 teekeningen in omslag. N.B. Zie K. n°. 308. 561. Eigendomsbewijzen van een hof aan St. Wolburgen te Arnhem, door de Rekenkamer in 1711 aangekocht als bouwterrein, o. a. voor de huizen van de mombersdienaars bij het tucht- en verbeterhuis, 1694, 1711, alsmede akte, waarbij de regeering van Arnhem afstand doet van de jurisdictie aldaar ten behoeve van de Staten van Gelderland, 1711. 3 charters. N.B. Ch. nos. 2780, 2781 en 2787. De grond voor den bouw van het tucht- en verbeterhuis zelf was, met de jurisdictie, reeds 3 November 1710 door de stad aan de Staten opgedragen, doch de desbetreffende transportbrief is in dit archief niet bewaard. 562. Akten, houdende de uitgifte in erfpacht van stukken grond bij het tuchthuis te Arnhem door de Rekenkamer aan particulieren, 1739, 1740, 1743, 1755. 4 stukken in omslag, 563. Bestekken, teekeningen en andere stukken, den bouw van het tucht- en verbeterhuis te Arnhem betreffende, 1710— 1713. 1 pak en 6 teekeningen in omslag. N.B. Zie K. n°. 309. 564. Teekeningen van tot het domein behoorende gebouwen te Arnhem, (c. 1700). 2 omslagen. N.B. Zie K. nos. 297, 298 en 310. 566. Teekeningen van de steenen galg op den Galgenberg bij* Arnhem, 1734. 1 omslag. N.B. Zie K. n°. 311. 566. Stukken betreffende het huishoudelijk beheer van het tucht- en verbeterhuis te Arnhem, 1712—1781. 1 pak. ïoi 567—570. Stukken betreffende de afdamming van het Vorensche gat en het Heerewaardensche kanaal en het onderhoud van die dammen, 1721—1793. N.B. Deze dammen zijn aangelegd omdat er te veel water van de Waal naar de Maas afliep tot schade van 's Landschaps tollen. Aanleg en onderhoud werden door den landrentmeester-generaal bekostigd. 567. Twee kaarten van de situatie vóór de afdamming, 1721, 1727. N.B. Zie K. nos. 70 en 71. 568. Stukken betreffende den aanleg van de dammen, 1728—1730. 1 pak. 569. Stukken betreffende het onderhoud van de dammen, 1734—1793. 1 pak en 3 kaarten. N.B. Zie K. nos. 72—74. In het pak een kaartje bij een brief van 1734 November 23 (K. n°. 140). 570. Contract, met den heer van Geldermalsen gesloten over zekeren uitweg bij den dam in het Vorensche gat, en desbetreffende correspondentie, 1736—1738. 1 omslag. 571—573. Stukken betreffende den weg van Arnhem naar Nymegen, 1741 —1793. N.B. De Rekenkamer heeft in 1741 het onderhoud van den z.g. Góltdijk, die de verbinding tusschen Arnhem en Nymegen vormde, van die beide steden overgenomen, met den op dien weg geheven tol. 571. Stukken betreffende de overname en het onderhoud van dijk en weg, 1741—1792. Met enkele retroacta (afschriften). 2 pakken, 1 kaart en 2 teekeningen in omslag. N.B Zie K. nos. 166 en 281. 572. Pachtcontracten e. a. stukken, het beheer van den tol aangaande, 1742—1793. 1 omslag en 1 kaart. N.B. Zie K. n°. 280. 573. Stukken rakende de geschillen met het ambtsbestuur van Overbetuwe over een door dat bestuur op zekere voorwaarden toegestaan subsidie, 1753—1768. 1 omslag. 574—576. Stukken betreffende den Kanonsdijk tusschen Zutphen en Brummen, 1760—1793. N.B. Het gedeelte van den Kanonsdijk, waarover de weg Arnhem— Zutphen loopt, tusschen de herberg het Kanon en de Assenstraat, is bij landdagsbesluit van 27 AprÜ 1771 onder het beheer van de Rekenkamer gesteld, omdat het door het ambtsbestuur van 102 Brummen onvoldoende werd onderhouden. Tevens werd aan de Rekenkamer toegestaan, daar een weggeld te heffen. De desbetreffende inkomsten en uitgaven werden door den landrentmeester-generaal verantwoord. 574. Stukken betreffende de verbetering van dijk en weg in 1771 en 1772, met enkele retroacta en een kaart. 1760—1772. 1 pak en 1 kaart. N.B. Zie K. n°. 226. De stukken vormen ten deele een dossier, in dorso gemerkt A—S, waarbij ook de kaart behoort. 575. Rekeningen met bijlagen en correspondentie, de heffing van het weggeld betreffende, 1771—1790. 1 pak. 576. Stukken betreffende de verhooging en verbreeding van den Kanonsdijk in 1792 en 1793. 1 omslag. 577. Stukken betreffende de verbetering en het onderhoud van den weg van Voorthuizen naar de Stichtsche grens, 1778—1791. Met een kaart van 1772. 1 pak en 1 kaart. N.B. Zie K. n°. 240. Hoewel de aanleiding tot deze werken was de tolheffing bij Terschuur, ressorteerende onder het rentambt van de Batenburgsche pandgoederen, zijn de stukken hier beschreven, omdat de landrentmeester-generaal de kosten betaalde. 578. Inventaris van stukken betreffende de inbeslagname van de goederen van het Karthuizerklooster te Winsen en het beheer van die goederen, 1784—1786, alsmede een desbetreffende aanteekening, evenals de inventaris vermoedelijk opgemaakt in 1786. 1 omslag. N.B. De in den inventaris vermelde stukken zijn in dit archief niet bewaard. Wel komen de inventaris zelf en het andere hier beschreven stuk voor in den inventaris van stukken betreffende aangekochte domeinen in het kwartier van Nymegen. De goederen zijn gesteld onder het beheer van den landrentmeestergeneraal. III. Stukken betreffende de invordering van beden. 579. Ordonnantie van de landvoogdes, waarbij de wildfursters van Veluwe ten aanzien van de schattingen worden gelijkgesteld met ridderschap en steden, 1549. 1 charter. N.B. Ch. n°. 1954. 580. Akte van borgtocht voor GEDEON VAN DER HOUVE als beurder van de in 1570 toegestane bede, 1570. 1 charter. N.B. Ch, n°.*2923, 581. Overeenkomst tusschen den hertog van Kleef en den hertog van Alva ter zake van den aanslag der Kleefsche onderdanen, die goederen bezitten in het graafschap Berg, in de bovenbedoelde schatting, 1571. 1 charter. N.B. Ch. n°. 1195. 582. Memoriën omtrent de invordering der bovenbedoelde schatting en beklag wegens ongelijkheid daarvan, 1571 (minuut). 2 stukken m omslag. 583-586. Kohier van de meergemelde schatting, met aanteekening van de aan GEDEON VAN DER HOUVE en THOMAS GRAMAYE den Jongen gedane betalingen, (1574, 1575). 4 deelen. 583. Nymegen. 584. Roermond. 585. Zutphen. 586. Arnhem. 587. Lijst van plaatsen, waarvan de schatbeurders nog geen rekening hebben afgelegd, (klad, c. 1575). 1 katern. IV. Stukken, op yerschillende onderwerpen betrekking hebbende. 588. Brief, waarbij de keizer den medicinae doctor te Arnhem een jaarlijksche toelage van 18 gld. verleent, door den landrentmeester-generaal uit te betalen, 1552. 1 charter. N.B. Ch. n°. 2400. 589. Mandaat aan den landrentmeester-generaal ter zake van een traktementsverhooging van kanselier en raden, 1559. 1 charter. N.B. Ch. n°. 3131. 590. Stukken betreffende de commissie van den landrentmeester-generaal en den momber naar Wageningen tot het overgeven van geschut, munitie en andere goederen op het kasteel aldaar aan den nieuw benoemden drost WILLEM VAN BOICKHOLT, 1559, 1560. 1 omslag. 591. Stukken betreffende den afstand van de jurisdictie te Lienden en te Driel (in de Bommelerwaard) door den abt van St. Paulus te Utrecht aan den koning gedurende diens leven, 1560. 1 charter en 1 omslag. NB Het charter Ch. n°. 939. De gedeeltelijke afschriften van brieven, ' ' door vroegere Geldersche hertogen betreffende dezelfde transactie afgegeven, die in het omslag te vinden zijn in een katern 103 104 (vroeger n°. 379 der charterverzameling), zijn niet in regest gebracht, omdat de dateering ontbreekt en volledige afschriften in het hertogelijk archief zijn te vinden. 592. Teekening voor de klaarbank te Engelanderholt, (1563). N.B. Zie K. n°. 315. De uitvoering van dit werk kwam ten laste van het landrentambt-generaal. 593. Stukken betreffende een geschil tusschen den landrentmeester-generaal en den rentmeester van Veluwe over de waarde der daalders en een door de Rekenkamer te dier zake ontworpen algemeene regeling, 1566. 1 omslag. 594. Correspondentie met den Raad van Finantiën e. a. stukken betreffende verschillende maatregelen en betalingen in verband met het overlijden van de hertogin-weduwe van Gelre, 1572. Met gecancelleerde commissie- en pandbrieven van het drostambt van Gelre, 1519, 1546 en 1559. 1 omslag en 3 charters. N.B. De charters Ch. nos. 1240—1242. Zie reg. n°. 534. Bij de stukken in omslag een ontwerp voor een grafmonument (zie K. n°. 318). Daar het ambt Gelre tot de douairie der vorstin had behoord, moest de verhouding van den drost en den rentmeester aldaar tot de Rekenkamer geregeld worden. Vandaar enkele desbetreffende stukken. 595. Stukken betreffende den aankoop van rouwkleederen door Hof en Rekenkamer na het overlijden van den stadhouder graaf van Nieuwenaar en Meurs in 1589. 1 omslag. 596. Stukken betreffende de uitwinning door den landmeester-generaal van een in 1585 door den rentmeester van Veluwe WILLEM BENTINCK voor den achterstand zijner rekeningen tot onderpand gestelden rentebrief, gevestigd op het huis Staverden c. a., 1585, 1587, 1592. 4 charters. N.B. Ch. nos. 2218, 2766, 3139 en 3140. WILLEM BENTINCK heeft in 1590 van zijn rentambt afstand gedaan. 597. Rentebrief op de domeinen van Veluwe, 1559, met een akte van overdracht van 1584, vermoedelijk gelost bij gelegenheid van de afrekening van den landrentmeester-generaal met den rentmeester van Veluwe WILLEM BENTINCK in 1592. 2 charters. N.B. Ch. n°. 1250. 598. Akte, waarbij de koopers van het huis van GAERT COCK, tollenaar te Arnhem, beloven, den koopprijs aan den landrentmeester-generaal te zullen afdragen in drie termijnen, alsmede akte van opdracht van een jaarrente uit twee huizen te Arnhem door den genoemden tollenaar 105 aan den landrentmeester-generaal, 1604, met drie oudere transportbrieven van die jaarrente, 1562, 1583, 1598. 5 charters. N.B. Ch. nos. 2793, 2789, 2790, 2791, 2788. De koopprijs van het huis en de rentebrief moesten strekken tot betaling van een som, die de tollenaar blijkens zijn rekeningen aan de Landschap was schuldig gebleven. Zie daarover de rekening van den landrentmeestergeneraal over 1604, fol. 29. 599. Stukken betreffende het vergieten van 7 stuks geschut, die te Arnhem gestaan hadden, in drie halve kartouwen, te 's-Gravenhage voor rekening van de Rekenkamer, 1612, 1613. 1 omslag. 600. Stukken betreffende het vergieten van een kanon van 1531, met het wapen van Gelderland, in twee veldstukken, ten behoeve van de Rekenkamer, 1665, 1666. 1 omslag. 601. Bestekken tot de verbouwing van het jachthuis te Hoog Soeren ten behoeve van den prins van Oranje, met een teekening, 1677, alsmede opdrachtsbrief van het goed Hoog Soeren aan de Staten van Gelderland, 1682. 1 omslag en 1 charter. N.B. Het charter Ch. n°. 2629. Zie K. n°. 316. De Landdag machtigde de Rekenkamer tot den aankoop van dit goed en de verbouwing van het jachthuis om den prins een hem aangenaam geschenk te kunnen geven. Verkooper was JACOB baron VAN WASSENAER, heer van Obdam, aan wien de koopsom gedeeltelijk in geld werd voldaan, gedeeltelijk door den afstand van tienden onder Ede, die niet onmiddellijk kon plaats vinden, zoodat ook de overdracht van Hoog Soeren eerst in 1682 geschiedde. De koopsom in geld en de bouwkosten weiden door den landrentmeester-generaal betaald. Zie hierover: landdagsreces 31 Januari 1677, resol. Rekenkamer 29 December 1676 en voorts: F. A. HOEFER, Het Oude Loo en de Cannenburch, blz. 34. 602—604. Stukken betreffende den aankoop door de Rekenkamer van de rechten, die de erfgenamen van JOHAN VAN BRAKELL TOT KERMESTEYN bezatten op de jurisdictie te Lienden en te Driel in de Bommelerwaard, 1709. N.B. JOHAN VAN BRAKELL had de bedoelde rechten in 1676 gekocht van de Staten van Utrecht als beheerders der goederen van de voormalige abdij van St. Paulus. Daar de Geldersche landsheeren deze jurisdictie van ouds in erfpacht hielden, waaromtrent 15 September 1599 het laatste contract was gesloten (zie over vroegere contracten n°. 591), had deze aankoop geen andere beteekenis dan dat de jaarlijksche betaling van een canon er door ophield. Te Lienden werd de jurisdictie gedeeld met een particulieren heer, terwijl Driel sinds langen tijd met het ambt van de Bommeleren Tielerwaarden was vereenigd. 106 602. Akte van overdracht, alsmede mombersadvies en andere stukken betreffende die overdracht, 1709. 1 charter en 1 omslag. N.B. Het charter Ch. n°. 2660. 603. Transportbrief ten behoeve van JOHAN VAN BRAKELL, 1676. 1 charter. N.B. Ch. n°. 2659II. 604. Afschriften van brieven van 1492 en 1560 betreffende de bedoelde jurisdictie, (c. 1600). 2 stukken in omslag. 605. „Stukken specterende tot den overlaat van Baartwijk", tot een dossier vereenigd in 1766. Met een kaart van 1754. 1 omslag en 1 kaart. N.B. Zie K. n°. 268. De Rekenkamer heeft voor het bedoelde werk, dat door Holland ondernomen is om het land van Heusden van overtollig water te ontlasten, een subsidie toegestaan. 606. Afschriften, aanteekeningen en andere varia, het landrentambt-generaal betreffende, (c. 1565)—1678. 1 omslag. B. Stukken betreffende het beheer van de munt. N.B. De munt is op last van het Hof wegens de onveilige ligging van Nymegen in 1584 van daar naar Harderwijk overgebracht. Het toezicht op den muntslag deelde de Rekenkamer met het Hof, in het archief van welk college de meeste desbetreffende stukken zijn te vinden (zie inv. P. NlJHOFF, blz. 416). Men onderscheide derhalve de commissies uit Hof en Rekenkamer tot bijwoning van de periodieke muntbusopeningen van die uit de Rekenkamer tot inspectie van de munt. De rapporten van de laatstgenoemde commissies naar Harderwijk zijn in den regel opgenomen in die over de Veluwsche domeinen (n°, 280). De inspecties betroffen de muntgebouwen, de werktuigen, enz. I. De munt te Nymegen. 607. Instructie voor 's keizers muntmeester in Gelderland, (1543). 1 deel. N.B. Deze instructie is door den Geheimen Raad te Brussel uitgevaardigd. Tusschen fol, 5 en 6 is gehecht een gelijktijdige speciale instructie voor REINIER VAN EEMBRUGGE; achterin denzelfden band een instructie van 1556, betrekking hebbende op de nieuwe munten van koning PHILIPS. 608. Stukken betreffende de vernietiging van de muntstempels van REINIER VAN EEMBRUGGE en JASPER FLEMMINCK, muntmeesters van de laatste twee hertogen van Gelre te Nymegen, in 1543. 1 omslag. N.B. Zie reg. nos. 618, 732 en 733, 107 609. Stukken betreffende de eedsaflegging door JOHAN WILLEMSZOON VAN HUECKLOM als essayeur van de munt te Nymegen, 1566, 1567. 1 omslag. 610. Stukken rakende de inbeslagname van de door den muntmeester AERNDT GEEL VOET nagelaten muntstempels, w.o. een inventaris (oorspr. en twee afschriften) van de te Nymegen aangetroffen muntstempels e. a. voorwerpen, voor het munten benoodigd, 1571—1575. 1 omslag. II. De munt te Harderwijk. 611. Ingekomen stukken. Brieven van de muntmeesters en anderen, met bijlagen, 1622, 1686—1793. 1 pak. 612—614. Verbalen van muntbusopeningen, te Harderwijk gehouden door de generaalmeesters van de munten der Vereenigde Nederlanden ten overstaan van gecommitteerden uit Hof en Rekenkamer, 1631—1792. N B De muntbusopening was een periodieke inspectie. Over dezelfde periode, waarop dit onderzoek betrekking had, leverde de muntmeester eenigen tijd later zijn rekening in aan de Rekenkamer. Daar in die rekeningen de opteekening der ontvangsten aan aangemunt } 7** tol geweest. 2375. lste rekening over 1627 van Maart 25 tot September 30. 2376. 2de rekening 1627/28. 2377. 3de rekening 1628/29. 2378. 4de rekening 1629/30. 2379. 5de rekening 1630/31. 2380. 6de rekening 1631/32. 2381. 7de rekening 1632/33. 2382. 8ste rekening 1633/34. 2383. 9de rekening 1634/35. 2384. 10de rekening 1635/36. 2385. 11de rekening 1636/37. 2386. 12de rekening 1637/38. 2387. 13de rekening 1638/39. 2388. 14de rekening 1639/40. - 2389. 15de rekening 1640/41. 2390. 16de rekening 1641/42. 289 2391. 17de rekening 1642/43. 2392. 18de rekening van 1643 October 1 tot 1649 Februari 28. 2393. Rekening van WILHELM MENTHEN van 1655 Maart 1 tot 1663 Maart 4, afgehoord 1665. In duplo. 2 deelen. N.B. De rendant heeft van 1653—1655 den tol als pachter geïnd. Hl. Rekeningen van de ontvangers van den grooten Gelderschen tol te Arnhem en te IJseloord, 1663—1679, 1688/90, 1739—1741. 2394—2404. Rekeningen van GlJSBERT VAN BRIENEN, 1663—1675, afgehoord 1665—1677. 11 deelen in 10 banden. N.B. Het boekjaar loopt van 1 Maart tot 28 Februari. Over 1673/74 is geen rekening afgelegd. De 10de en de 11de rekening zijn in een band vereenigd. In de lste rekening een afschrift van de commissie van den rendant van 1663. 2394. lste rekening van 1663 April 1 tot 1664 Maart 31.' 2395. 2de rekening van 1664 April 1 tot 1665 Februari 28. 2396. 3de rekening 1665/66. 2397. 4de rekening 1666/67. 2398. 5de rekening 1667/68. 2399. 6de rekening 1668/69. 2400. 7de rekening 1669/70. 2401. 8ste rekening 1670/71. 2402. 9de rekening 1671/72. 2403. 10de rekening 1672/73. 2404. 11de rekening 1674/75. 2405—2408. Rekeningen van EVERT VAN LOO, 1675—1679, afgehoord 1677 —1679. 4 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 1 Maart tot 28 Februari. In 1679 is de tol verpacht. 2405. lste rekening 1675/76. 2406. 2de rekening 1676/77. 2407. 3de rekening 1677/78. 2408. 4de rekening 1678/79. 19 290 2409. Rekening van DERCK MARCUS, van 1688 November 1 tot 1690 Februari 28, afgehoord 1690. 1 deel. N.B. De rendant was pachter van den tol, doch heeft deze rekening overgelegd in verband met de vernieuwing van het pachtcontract. 2410, 2411. Rekeningen van JASPER SCHULDER, 1739—1741, afgehoord 1740, 1741. 2 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 12 Maart tot 11 Maart. De rekeningen van dezen tollenaar over 1741—1775 zijn in 1839 . vernietigd. 2410. lste rekening 1739/40. 2411. 2de rekening 1740/41. 2412. Eenige bijlagen bij de rekeningen van JASPER SCHULDER over 1739— 1741. 1 omslag. IV. Rekeningen van de ontvangers van den springtol te Lexkensveer bij Wageningen, 1739—1774, 1790, 1791. N.B. Deze tol werd jaarlijks van 25 Juli af gedurende 21 dagen geheven, in den regel door den tollenaar van den grooten Gelderschen tol te Arnhem. De landrentmeester van Veluwe verantwoordde de opbrengst in zijn rekeningen. Deze rekeningen zijn niet in den inventaris van NlJHOFF beschreven. Vermoedelijk waren ze in zijn tijd uit het archief van de Rekenkamer weggeraakt en zijn ze zoodoende aan de vernietiging van de 18de eeuwsche tolrekeningen in 1839 ontkomen. Mr. J. F. BlJLEVELD heeft ze met dit archief hereenigd. Zij zijn beschadigd door muizen. De rekeningen van den opvolger van dezen rendant, 1793—1809, zijn geplaatst in de archieven der colleges, die na de Rekenkamer de domeinen hebben beheerd. 2413. Rekeningen van JASPER SCHULDER, 1739—1774, afgehoord 1740— 1776. 24 deelen in een pak. N.B. De rendant heeft 36 rekeningen uitgebracht,' waarvan evenwel verloren zijn de 4de, de 7de, de 10de, de 19de t. m. de 24ste, de 26ste, de 29ste en de 32ste. 2414. Stukken, behoorende tot de rekeningen van JASPER SCHULDER over 1739—1774. 1 omslag. 2415. Rekeningen van JAN HARM DAMEN, 1790, 1791, afgehoord 1791. 2 deelen in een omslag. N.B. De eerste 6 rekeningen van dezen rendant zijn verloren. 291 V. Rekeningen van de ontvangers van den grooten Gelderschen tol te Nymegen, 1543—1679, 1688/90, 1702/03, 1739—1741. N.B. Deze tol is van 1585—1591, tijdens de bezetting van Nymegen door de Spanjaarden, te 's-Gravenweerd geïnd. 2416—2418. Rekeningen van WILLEM POITTOU, 1543—1546, afgehoord 1545—1547. 3 deelen. N.B. De lste rekening is afgehoord door RENOY, de andere door RENOY en Van DlEVE. In de lste rekening afschriften van den commissiebrief van den tollenaar van 1543, van die van de andere beambten van den tol van 1543 en 1544, van vijf andere brieven betreffende die bedieningen (reg. nos. 560, 639, 647, 652 en 730) en van een instructie van 1545, door Renoy naar aanleiding van bezwaren tegen deze rekening gemaakt voor alle tollenaars en tolbeambten, in welke instructie de ordonnantie op de tollen van hertog KAREL van 1532 is opgenomen. 2416. lste rekening van 1543 October 21 tot 1544 October 20. 2417. 2de rekening van 1544 October 24 tot 1545 October 23. 2418. 3de rekening van 1545 October 24 tot 1546 November 30. 2419. Rekening van de borgen van wijlen JACOB MUNTEN, van 1546 November 29 tot 1547 Juni 30, afgehoord 1549. 1 deel. N.B. Deze rekening is afgehoord door VAN DlEVE en renoy. De borgen waren de Arnhemsche burgers JAN ten berge en Geryt ten Broucke. In de rekening zijn gehecht afschriften van de commissie van den tollenaar van 1546 en van een door den keizer 16 September 1547 bekrachtigd verdrag tusschen de genoemde borgen en merten VAN andelst, ter beëindiging van zeker geschil over dit tolambt. 2420. Stukken, behoorende tot de rekening van JACOB MUNTEN over 1546/47. 1 omslag. 2421—2434. Rekeningen van AERNT ANTHONISZOON, 1547—1562, afgehoord 1549—1563. 14 deelen. N.B. Van deze rekeningen is de lste afgehoord door VAN DlEVE en RENOY, de 2de, de 3de en de 4de in de Rekenkamer te Brussel, de 5de t. m- de 8ste door Van DlEVE en Bell. De 12de is verloren. Het boekjaar loopt in de laatste 2 rekeningen van 1 October tot 30 September. In de lste en de 7de rekening zijn gehecht afschriften van commissiebrieven van 1547 en 1554, in 292 de 9de een afschrift van een brief van 1558, waarbij FLORIS AeRNTSZOON tot substituut en eventueel opvolger van zijn vader AERNT ANTHONISZOON is benoemd. 2421. lste rekening van 1547 Juli 1 tot 1548 December 31. 2422. 2de rekening over 1549. 2423. 3de rekening over 1550. 2424. 4de rekening over 1551. 2425. 5de rekening over 1552. 2426. 6de rekening over 1553. 2427. 7de rekening over 1554. 2428. 8ste rekening over 1555. 2429. 9de rekening over 1556. 2430. 10de rekening over 1557. 2431. 11de rekening over 1558. 2432. 13de rekening over 1560 tot September 30. 2433. 14de rekening 1560/61. 2434. 15de rekening 1561/62. 2435. Eenige bijlagen bij de rekeningen van AERNT ANTHONISZOON over 1547—1562. 1 omslag. N.B. In dit omslag een concept-rekening van den bouw van een tolhuis te Haalderen, zijnde een bijlage bij de 7de rekening. 2436. Stukken, behoorende tot de rekeningen van AERNT ANTHONISZOON over 1547—1562. 1 omslag. 2437—2440. Rekeningen van GERRIT VAN GOCH, 1563—1567, afgehoord 1564—1567. 4 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 1 October tot 30 September. De 4de rekening is verloren. In de lste afschriften van de akte van aanstelling van den rendant en van zijn commissie, van 1563, in de 3de afschriften van zijn instructie en van een memorie over het 2de artikel daarvan, den tolbeziener betreffende, van 1564. 2437. lste rekening over 1563 van Mei 19 tot September 30. 2438. 2de rekening 1563/64. 2439. 3de rekening 1564/65. 2440. 5de rekening van 1566 October 1 tot 1567 Maart 21. 293 2441. Stukken, behoorende tot de rekeningen van GERRIT VAN GOCH over 1563—1567. 1 omslag. 2442—2446. Rekeningen van MATTHIJS JACOBSZOON, 1568—1572, afgehoord 1569—1574. 4 deelen. N.B. De tol is van 1567—1572 aan dezen rendant verpacht geweest, behoudens de opbrengst van breuken en confiskaties en van de vertolling van goederen, den burgers van 's-Hertogenbosch toebehoorende. De rekeningen onder er betreffen derhalve alleen die niet verpachte inkomsten, alsmede enkele betalingen, die den tollenaar waren opgedragen. a. Rekeningen uit den tijd der verpachting van den tol. N.B. De lste en de 5de rekening zijn verloren. Het boekjaar loopt van 22 Maart tot 21 Maart. 2442. 2de rekening 1568/69. 2443. 3de rekening 1569/70. 2444. 4de rekening 1570/7J. 2445. 6de rekening over 1572 van Maart 22 tot April 30. 2 bladen in het deel onder n°. 2446. 6. Rekening na afloop van den pachttijd. 2246. Rekening over 1572 van Mei 1 tot October 4. 2447, 2448. Rekeningen van GERRIT VAN GOCH, 1572—1579, afgehoord 1575, 1580. 2 deelen. N.B. Deze tollenaar heeft reeds vóór de verpachting den tol gecollecteerd (zie nos. 2437—2440). Na de verpachting heeft hij 12 rekeningen afgelegd, over 1572—1584, waarvan er slechts 2 tot ons zijn gekomen. In de lste rekening een afschrift van zijn provisioneele commissie van 1572. 2447. lste rekening van 1572 October 28 tot 1573 September 30. 2448. 7de rekening van 1578 October 1 tot 1579 September 30. 2449. Bijlagen bij de lste rekening van GERRIT VAN GOCH, over 1572/73. 1 omslag. 2450, 2451. Rekeningen van GAERT COCK, 1589—1592, afgehoord 1593, 1594. N.B. Deze tollenaar heeft den tol tot 1591 te 's-Gravenweerd geïnd (zie de noot aan het hoofd van deZe afd.), daarna te Nymegen. In 1592 is de tol verpacht. De lste rekening is verloren. Bij de 2de is bewaard een contrarolle over 1590 Maart— Mei. 294 2450. 2de rekening van 1589 September 1 tot 1590 September 30. Met contrarolle. 1 deel en 1 katern. 2451. 3de rekening van 1590 October 1 tot 1592 Februari 29. 1 deel. 2452—2458. Rekeningen van CORNELIS VAN DE WARDT, 1598—1606, 1625 —1627, afgehoord 1600—1607, 1627. 7 deelen. N.B. Van 1603—1605 heeft deze tollenaar den tol als pachter geïnd. Van zijn rekeningen vóór de verpachting zijn de lste, de 2de en de 4de verloren, van die na de verpachting de 2de t. m. de 20ste. Het boekjaar loopt van 1 October tot 30 September. a. Rekeningen vóór de verpachting. 2452. 3de rekening 1598/99. 2453. 5de rekening 1600/01. 2454. 6de rekening 1601/02. 2455. 7de rekening 1602/03. b. Rekeningen na de verpachting. 2456. lste rekening 1605/06. 2457. 21ste rekening 1625/26. 2458. 22ste rekening 1626/27. 2459. Rekening van WILLEM VAN DE WARDT, van 1628 October 1 tot 1629 September 30. 1 deel. 2460—2479. Rekeningen van HENDRIK SWEM, 1636—1675, afgehoord 1638—1676. 20 deelen. N.B. De tol is van 1649—1655 verpacht geweest. Van 26 Mei 1672 tot 21 April 1674 is hij wegens den inval van de Franschen niet geïnd. Van de rekeningen vóór de verpachting zijn de lste, de 4de, de 5de en de 7de t. m. de 13de verloren, van de overige de 2de, de 3de en de 6de. Het boekjaar loopt vóór de verpachting van 1 October tot 30 September, daarna van 1 Maart tot ultimo Februari. a. Rekeningen vóór de verpachting. 2460. 2de rekening 1636/37. 2461. 3de rekening 1637/38. 2462. 6de rekening 1640/41. 2463. 14de rekening 1648/49. 295 6. Rekeningen na de verpachting. 2464. lste rekening 1655/56. 2465. 4de rekening 1658/59. 2466. 5de rekening 1659/60. 2467. 7de rekening 1661/62. 2468. 8ste rekening 1662/63. 2469. 9de rekening 1663/64. 2470. 10de rekening 1664/65. 2471. 11de rekening 1665/66. 2472. 12de rekening 1666/67. 2473. 13de rekening 1667/68. 2474. 14de rekening 1668/69. 2475. 15de rekening 1669/70. 2476. 16de rekening 1670/71. 2477. 17de rekening 1671/72. 2478. 18de rekening over 1672 van Maart 1 tot Mei 26. 2479. 19de rekening van 1674 April 21 tot 1675 Mei 19. 2480. Bijlagen bij de 12de rekening van HENDRIK SWEM over 1666/67. 1 omslag. 2481—2484. Rekeningen van JOHAN VAN GAESBEECK, 1675—1679, afgehoord 1677—1679. 4 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 1 Maart tot 28 Februari. In 1679 is de tol verpacht. 2481. lste rekening van 1675 Mei 19 tot 1676 Februari 29. 2482. 2de rekening 1676/77. 2483. 3de rekening 1677/78. 2484. 4de rekening 1678/79. 2485. Rekening van DERCK MARCUS, van 1688 November 1 tot 1690 Februari 28, afgehoord 1690. 1 deel. N.B. De rendant was pachter van den tol. Vgl. n°. 2409. 296 2486. Rekening van de pachters van den tol van 1702 April 12 tot 1703 Maart 12, afgehoord 1703. 1 deel. N.B. Deze rekening is afgelegd om de pachters schadeloos te kunnen stellen voor de verliezen, door de sluiting van den Rijn bij Dusseldorp en Keizersweerd geleden. De verovering van Rijnberk maakte aan die stroomsluiting een einde in 1703. 2487, 2488. Rekeningen van PETER VAN GALEN, 1739—1741, afgehoord 1740, 1741. 2 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 12 Maart tot 11 Maart. Deze tollenaar heeft geen andere rekeningen afgelegd. Die van zijn opvolger HENDRIK PRINSEN zijn in 1839 vernietigd. 2487. lste rekening 1739/40. 2488. 2de rekening 1740/41. 2489. Eenige bijlagen bij de rekeningen van PETER VAN GALEN over 1739 —1741. 1 omslag. 2490. Stukken, behoorende tot de rekeningen van PETER VAN GALEN over 1739—1741. 1 omslag. VI. Rekeningen van de ontvangers van den markttol te Nymegen, 1621—1678. N.B. Deze tol werd 2 maal 's jaars te Nymegen op de Waal ontvangen. Van 1317—1617 is hij verpand geweest. Zie over de lossing n°. 495. 2491. 3de rekening van CORNELIS VAN DER WART, 1621/24, afgehoord 1627. 1 deel. N.B. Van dezen rendant zijn geen andere rekeningen van den markttol bewaard. 2492. Bijlagen bij de 3de rekening van CORNELIS VAN DER WART over 1621/24. 1 omslag. 2493. Rekeningen van HENDRIK SWEM, 1636/40, 1658—1675, afgehoord 1642, 1662—1676. 6 deelen in een pak. N.B. De tol is van 1649—1655 verpacht geweest. Van vóór die verpachting zijn vermoedelijk 4 rekeningen verloren, van na de verpachting de lste. De inval van de Franschen heeft de collecte er van verhinderd van Mei 1672 tot April 1674. Aan de rekening over 1636/40 is een contrarolle gehecht. 2494. Rekeningen van JOHAN VAN GAESBEECK, 1675—1678, afgehoord 1678, 1679. 2 deelen in omslag. N.B, Deze rendant heeft geen andere rekeningen van den markttol afgelegd. VIL Rekeningen van de ontvangers van den Gelderschen tol te Tiel, 1563—1679, 1739—1741. N.B. Vóór de vereeniging van Tiel met Gelre in. 1339 was deze tol Brabantsch, in tegenstelling tot den z.g. Meurschen tol aldaar, die van ouds Geldersch moet geweest zijn. De langdurige verpanding van den laatstgenoemden is de oorzaak, dat juist de hier bedoelde tol als de Geldersche bekend was. Er behoorde een z.g. wacht toe aan de Maas te Heerewaarden, die in den regel verpacht was. De tol is van 1572—1578 te Nymegen geïnd; zie de noot bij nos. 2501 en 2502. 2495—2499. Rekeningen van HERMAN VAN BERCK, 1563—1566, 1569— 1570, afgehoord 1565—1567, 1572. 5 deelen. a. Rekeningen van vóór de verpachting van den tol aan Ulrich Pels. N.B. De lste rekening is verloren. Het boekjaar loopt van 1 October tot 30 September. 2495. 2de rekening 1563/64. 24%. 3de rekening 1564/65. 2497. 4de rekening van 1565 October 1 tot 1566 April 30. b. Rekeningen betreffende de lijdelijke waarneming van het tolambt na de afzetting van den pachter Ulrich Pels. N.B. De pachter was op last van den hertog van Alva afgezet, doch trad 1 Mei 1570 weer als zoodanig op. 2498. lste rekening over 1569 van Februari 20 tot September 30. 2499. 2de rekening van 1569 October 1 tot 1570 April 30. 2500. Stukken, behoorende tot de rekeningen van HERMAN VAN BERCK over 1563—1570. 1 omslag. 2501, 2502. Rekeningen van GERRIT VAN GOCH, 1572—1578, afgehoord 1575, 1580. 2 deelen. N.B. Naar aanleiding van de inneming van Zalt-Bommel en het gevankelijk daarheen voeren van ULRICH PELS, den pachter van dezen tol, besloot de Rekenkamer, de tollen van Zalt-Bommel en Tiel over te brengen naar Nymegen en belastte zij 26 September 1572 GERRIT VAN 297 298 GOCH, tolschrijver (korten tijd daarna collecteur) van den Lobitschen tol aldaar, met de inning van de tolgelden. De 2de t. m. de 5de rekening van dezen tollenaar zijn verloren. In de lste een afschrift van zijn commissie van 1572. 2501. lste rekening van 1572 September 26 tot 1573 September 30. 2502. 6de rekening van 1577 October 1 tot 1578 Januari 31. 2503. Stukken, behoorende tot de rekeningen van GERRIT VAN GOCH over 1572—1578, 1 omslag. 2504—2511. Rekeningen van JAN BEIJER, 1579—1619, afgehoord 1581— 1621. 8 deelen. N.B. De rendant is van 1599—1605 pachter van den tol geweest. Zijn grootendeels verloren rekeningen hebben geloopen over 1578—1599 en 1605—1619. Het boekjaar loopt van 1 October tot 30 September. a. Rekeningen vóór de verpachting. 2504. 3de rekening 1579/80. 2505. 5de rekening 1581/82. 2506. 10de rekening 1586/87. 2507. 11de rekening 1587/88. 2508. 22ste rekening 1598/99. b. Rekeningen na de verpachting. 2509. 3de rekening 1607/08. 2510. 13de rekening 1617/18. 2511. 14de rekening 1618/19. 2512, 2513. Rekeningen van DlRCK HENRICKSZOON, 1621—1627, afgehoord 1623, 1628. 2 deelen. N.B. Deze tollenaar heeft van 1619—1637 rekening afgelegd. Het meerendeel van zijn rekeningen is dus verloren, evenals ook die van zijn opvolger, die tot aan de verpachting in 1649 den tol heeft gecollecteerd. Het boekjaar loopt van 1 October tot 30 September. 2512. 3de rekening 1621/22. 2513. 8ste rekening 1626/27. 2514—2520. Rekeningen van RUTGER ADRIAENSZOON DE MAN, 1655— 1662, afgehoord 1657—1662. 7 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 1 Maart tot uit. Februari. In de 5de rekening zijn enkele bijlagen gehecht. 2514. lste rekening 1655/56. 2515. 2de rekening 1656/57. 2516. 3de rekening 1657/58. 2517. 4de rekening 1658/59. 2518. 5de rekening 1659/60. 2519. 6de rekening 1660/61. 2520. 7de rekening van 1661 Maart 1 tot 1662 Januari 23. 2521. Eenige bijlagen bij de rekeningen van RUTGER ADRIAENSZOON DE MAN over 1655—1662. 1 omslag. 2522, 2523. Rekeningen van GERRIT SCHUL, 1662—1670, afgehoord 1663. 1670. 2 deelen. N.B. Van de 9 rekeningen van dezen tollenaar zijn er 8 verloren. De lste hier beschreven rekening is een vervolg op de laatste van RUTGER DE MAN. 2522. (lste) rekening over 1662 van Januari 24 tot Februari 28. 2523. 8ste rekening van 1669 Maart 1 tot 1670 Februari 28. 2524. lste rekening van PETER DE VRIES van 1671 Maart 1 tot 1672 Februari 29, afgehoord 1676. 1 deel. N.B. Deze tollenaar heeft van 1671—1675 gefungeerd, doch niet geregeld rekening afgelegd vanwege den inval van de Franschen. 2525—2528. Rekeningen van GEORG FREDERIK WUESTEN, 1675—1679, afgehoord 1677—1679. 4 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 1 Maart tot uit. Februari. De tol is in 1679 verpacht. 2525. lste rekening van 1675 Maart 25 tot 1676 Februari 29. 2526. 2de rekening 1676/77. 2527. 3de rekening 1677/78. 2528. 4de rekening 1678/79. 2529, 2530. Rekeningen van JAN DERKSE VAN LEEUWEN, 1739—1741, afgehoord 1740, 1741. 2 deelen, 299 300 N.B. Het boekjaar loopt van 12 Maart tot 11 Maart. Deze tollenaar heeft geen andere rekeningen afgelegd. Die van zijn opvolger PETER VAN GALEN zijn in 1839 vernietigd. 2529. lste rekening 1739/40. 2530. 2de rekening 1740/41. 2531. Bijlagen bij de rekeningen van JAN DERKSE VAN LEEUWEN over 1739—1741. 1 omslag. VIII. Rekeningen van de ontvangers van den gelosten Meurschen pandtol te Tiel, 1624—1637, 1758/59. N.B. Deze tol is in 1359 verpand aan den graaf van Meurs, door hertog KAREL tijdelijk in beslag genomen, doch eerst in 1619 gelost (zie nos. 497—505). Van 1639—1758 is hij verpacht geweest. Ook tot dezen tol behoorde een z.g. wacht aan de Maas te Heerewaarden. 2532—2535. Rekeningen van BRUIN VOSCH, 1624—1628, afgehoord 1626— 1628. 4 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 24 Juni tot 23 Juni. In de lste rekening afschriften van de commissie en de instructie van den tollenaar van 1624. 2532. lste rekening 1624/25. 2533. 2de rekening 1625/26. 2534. 3de rekening 1626/27. 2535. 4de rekening 1627/28. 2536. Bijlagen bij de 2de rekening van BRUIN VOSCH, 1625/26. 1 omslag. 2537—2543. Rekeningen van JOHAN VAN ECK, 1628—1637, afgehoord 1630 —1637. 7 deelen. N.B. De rendant heeft den tol 9 Mei 1634 voor 3 jaar gepacht, doch reeds in 1635 ontheffing van die overeenkomst gekregen. In de lste rekening van vóór de verpachting afschriften van zijn commissie en instructie van 1628. Het boekjaar loopt van 24 Juni tot 23 Juni. a. Rekeningen vóór de verpachting. 2537. lste rekening 1628/29. 2538. 2de rekening 1629/30. 2539. 3de rekening 1630/31. 2540- 4de rekening 1631/32. 2541. 5de rekening 1632/33. h. Rekeningen na de verpachting. 2542. lste rekening 1635/36. 2543. 2de rekening 1636/37 (concept). N.B. Het titelblad ontbreekt. De rekening is overgegeven in de Rekenkamer, doch niet afgehoord. 2544. Eerste rekening van Mr. OTTO VAN ECK, van 1758 Juni 24 tot 175y Juni 24, afgehoord 1759. 1 deel. N.B. De overige rekeningen van dezen tollenaar, die tot 1777 heeft gefungeerd, zijn in 1839 vernietigd 2545. Bijlagen bij de lste rekening van Mr. OTTO VAN ECK over 1758/59. 1 omslag. 2546. Stukken, behoorende tot de rekeningen van Mr. OTTO VAN ECK over 1758—1777. 1 omslag. DL Rekeningen van de ontvangers van den tol te Zalt-Bommel, 1542—1677, 1739—1741. N.B. Tot dezen tol behoorde een z.g. wacht aan de Maas te Heerewaarden, die in den regel verpacht was, doch in 1573 en vlg. jaren tijdelijk te Batenburg is gecollecteerd (zie de aant. bij nos. 2553—2558). Van 1572—1589 is de tol voor den prins van Oranje gecollecteerd. Van 1572 1578 werd hij bovendien voor de Rekenkamer geïnd te Nymegen (zie de aant. bij n°. 2551). 2547—2549. Rekeningen van ANDRIES GERITSZOON, 1542—1545, afgehoord 1546. 3 deelen. N.B. De lste en de 2de rekening zijn afgehoord door RENOY, de 3de door VAN DlEVE. In de lste rekening afschriften van de provisioneele commissie van den tollenaar van 1543, van zijn commissie van 1538 (reg. n°. 741) en van 5 andere akten betreffende dit tolambt. Zie reg. nos. 247, 347, 499, 593 en 781. 2547. lste rekening van 1542 December 1 tot 1543 December 31. 2548. 2dè rekening over 1544. 2549. 3de rekening over 1545 tot Augustus 2. 2550. Eenige bijlagen bij de rekeningen van ANDRIES GERITSZOON over 1542—1545. 1 omslag. 301 302 2551. Rekening van GERRIT VAN GOCH, van 1572 September 26 tot 1573 September 30, afgehoord 1575. 1 deel. N.B. Na de inname van Zalt-Bommel en de gevangenneming van den pachter van den tol aldaar ULRICH PELS werd aan VAN GOCH opgedragen, den tol, evenals ook den Tielschen, te Nymegen te innen. Blijkens de rekeningen van de landrentmeesters-generaal heeft hij deswegens 6 rekeningen uitgebracht, tot uit. Januari 1572, waarvan alleen de lste bewaard is. In deze rekening een afschrift van zijn commissie van 1572. Hoe zijn verhouding was tot BARTHOLOMEUS GlJSBERTSZOON, die van 1573—1576 den Bommelschen tol te Batenburg inde (zie nos. 2553—2555), kon bij ontstentenis van zijn rekeningen uit die jaren niet met zekerheid worden vastgesteld. 2552. Bijlagen bij de rekening van GERRIT VAN GOCH over 1572/73. 1 omslag. 2553—2558. Rekeningen van BARTHOLOMEUS GlJSBERTSZOON, 1573— 1576, afgehoord 1577, 1578. N.B. De rendant was ontvanger van den destijds geconfiskeerden tol van den heer van Batenburg te Batenburg. In 1573 besloot de Rekenkamer, de z.g. wacht op de Maas te Heerewaarden, behoorende tot den Bommelschen tol, door hem te doen innen en sedert hetzelfde jaar heeft hij ook den Bommelschen tol zelf in overleg met GERRIT VAN GOCH te Batenburg geïnd. Zie daarover de noot bij n°. 2551. In 1576 is hij door de rebellen opgelicht op de reis van Batenburg naar de Arnhemsche Rekenkamer en te Zalt-Bommel gevangen gezet. Zijn boekjaar loopt van 1 December tot 30 November. Bij iedere rekening is een conceptrendantsexemplaar bewaard. In de lste rekening zijn 3 brieven gehecht, gewisseld tusschen de Rekenkamer en GERRIT VAN GOCH, 1573, 1577. a. Rekeningen van den Bommelschen tol. 2553. lste rekening 1573/74. 2 deelen. 2554. 2de rekening 1574/75. 2 deelen. 2555. 3de rekening 1575/76. 2 deelen. b. Rekeningen van den Heerewaardschen tol. 2556. lste rekening 1573/74. 2 deelen. 2557. 2de rekening 1574/75. 2 deelen. 2558. 3de rekening 1575/76. 2 deelen. 303 2559. Bijlagen bij de 3de rekening van BARTHOLOMEUS GlJSBERTSZOON over 1575/76 (n°. 2555). 1 omslag. 2560. Stukken, behoorende tot de rekeningen van BARTHOLOMEUS GlJSBERTSZOON over 1573—1576. 1 omslag. 2561. 9de rekening Van GOESSEN WEMMERSSEN, van 1602 October 1 tot 1603 September 30, afgehoord 1604. 1 deel. N.B. Deze tollenaar heeft den tol geïnd van 1589—1605. 2562. Bijlage bij de rekening van GOESSEN WEMMERSSEN over 1602/03. 1 stuk in omslag. 2563. 2564. Rekeningen van GlJSBERT GORIS, 1614—1617, afgehoord 1616, 1618. 2 deelen. N.B. Deze tollenaar heeft van 1605—1630 gefungeerd. Zijn boekjaar loopt van 1 October tot 30 September. 2563. 10de rekening 1614/15. 2564. 12de rekening 1616/17. 2565—2572. Rekeningen van JOHAN GORIS, 1635—1661, afgehoord 1637— 1662. 8 deelen. N.B. Deze tollenaar heeft van 1630—1649 en van 1655—1661 den tol gecollecteerd. Van 1649—1655 was de tol verpacht. In de lste periode liep zijn boekjaar van 1 October tot 30 September, in de 2de van 1 Maart tot uit. Februari. a. Rekeningen vóór de verpachting. 2565. 6de rekening 1635/36. 2566. 7de rekening 1636/37. 2567. 12de rekening 1641/42. 2568. 18de rekening 1647/48. b. Rekeningen na de verpachting. 2569. 3de rekening 1657/58. 2570. 4de rekening 1658/59. 2571. 6de rekening 1660/61. 2572. 7de rekening over 1661 van Maart 1 tot December 12. 2573, 2574. Rekeningen van JOHAN GEISWEIT, 1671—1675, afgehoord 1675, 1676. 2 deelen. 304 N.B. Deze tollenaar heeft gefungeerd van 1661—1675. Uil zijn 11de rekening blijkt, dat de Fransche inval het collecteeren van den tol tijdelijk belet heeft. 2573. 10de rekening van 1671 Maart 1 tot 1672 Februari 29. 2574. 11de rekening over 1672 van Maart 1 tot Mei 19, over 1673 van December 26 tot 29, van 1674 Maart 23 tot 1675 Februari 28. 2575, 2576. Rekeningen van WILLEM GEISWEIT, 1675—1677, afgehoord 1677. 2 deelen. N.B. De rendant heeft den tol geïnd tot aan de verpachting in 1679. Zijn boekjaar loopt van 1 Maart tot uit. Februari. .2575. lste rekening 1675/76. 2576. 2de rekening 1676/77. 2577, 2578. Rekeningen van GOVERT VAN NlEL, 1739—1741, afgehoord 1740, 1741. 2 deelen. N.B. De rendant heeft den tol geïnd van 1739—1782. Zijn overige rekeningen zijn in 1839 vernietigd. Het boekjaar loopt van 12 Maart tot 11 Maart. 2577. lste rekening 1739/40. 2578. 2de rekening 1740/41. 2579. Bijlagen bij de rekeningen van GOVERT VAN NlEL over 1739—1741. 1 omslag. X. Rekeningen van de ontvangers van den tol te Zutphen, 1544—1672. N.B. Deze tol is van 1679—1804 verpacht geweest. 2580—2583. Rekeningen van JOHAN VAN CALIS, 1544—1548, afgehoord 1546—1549. 4 deelen. N.B. De lste rekening is verloren. De 3 volgende zijn afgehoord door VAN DlEVE en RENOY. De 5de is een onvolledig concept. De rendant is tot uit. December 1548 in functie geweest. Het boekjaar loopt van 1 September tot 31 Augustus. In de 5de rekening is gehecht een afschrift van de commissie van den tollenaar van 1537. Zie reg. n°. 719. 2580. 2de rekening 1544/45. 2581. 3de rekening 1545/46. 2582. 4de rekening 1546,47. 2583. (5de) rekening 1547/48. 305 2584. Bijlage bij de 3de rekening van johan van calis over 1545/46, 1 stuk in omslag, 2585. Stukken, behoorende tot de rekeningen van johan van calis over 1544—1548. 1 omslag. 2586. Eerste en laatste rekening van EVERT MEYERINCK, over 1549, afgehoord 1550. 1 deel. N.B. Deze rekening is afgehoord in de Rekenkamer te Brussel. 2587. Bijlagen bij de rekening van EVERT MEYERINCK over 1549. 2 stukken in omslag. 2588—2599. Rekeningen van CORNELIS ANTHONISZOON VAN SCHOONHOVEN, 1550—1562, afgehoord 1552—1563. 12 deelen. N.B. RENOY belastte den rendant, die landrentmeester van Zutphen was, met het tolambt, nadat hij onregelmatigheden in het beheer van den vorigen tollenaar had ontdekt. In 1563 werd de tol voor 3 jaar verpacht. De eerste 5 rekeningen zijn afgehoord in de Rekenkamer te Brussel (de 2de is evenwel verloren), de 6de door VAN DlEVE en BELL. In de lste afschriften van de commissie en de instructie van den rendant en van het door den beziener opgegeven toltarief van 1549. Van 1559 af loopt het boekjaar van 1 October tot 30 September. 2588. lste rekening over 1550. 2589. 3de rekening over 1552. 2590. 4de rekening over 1553. 2591. 5de rekening over 1554. 2592. 6de rekening over 1555. 2593. 7de rekening over 1556. 2594. 8ste rekening over 1557. 2595. 9de rekening over 1558. 2596. 10de rekening over 1559 tot September 30. 2597. 11de rekening 1559/60. 2598. 12de rekening 1560/61. 2599. 13de rekening 1561/62. 2600. Eenige bijlagen bij de rekeningen van CORNELIS ANTHONISZOON VAN Schoonhoven over 1550—1562. 1 omslag. 20 3Ó6 2601. Stukken, behoorende tot de rekeningen van cornelis anthoniszoon van Schoonhoven over 1550—1562. 1 omslag. 2602. Rekening van JOHAN GARBRANTS over 1566 van Maart 1 tot April 20, afgehoord 1568. 1 deel. N.B. In deze rekening een afschrift van een brief van 5 Maart 1566, waarbij de Rekenkamer den rendant (landrentmeester van Zutphen) gelast, den tol te collecteeren tusschen het eindigen van den laatsten pachttijd en het. begin van een nieuwen. 2603. 2604. Rekeningen van derick bueckefoort, 1573—1575, afgehoord 1576. 2 deelen. N.B. De lste rekening is verloren. De rendant is tot 1578 in functie geweest, doch was onwillig, zijn rekeningen uit de latere jaren over te leggen. Zijn boekjaar loopt van 1 October tot 30 September. 2603. 2de rekening 1573/74. 2604. 3de rekening 1574/75. 2605. Bijlage bij de 2de rekening van derick bueckefoort, 1573/74. 1 stuk in omslag. 2606. Extrakt uit de (verloren) lste rekening van derick bueckefoort, over 1573 van Februari 24 tot September 30. 1 katern. N.B. Dit extrakt bevat een groot aantal posten van de rekening. Het is in de Rekenkamer van aanteekeningen voorzien, Het doel, waarmede dit geschied is, is niet gebleken. Misschien heeft het behoord tot de lias onder n°. 268. 2607—2609. Rekeningen van THOMAS ESSELINCK, 1581—1583, afgehoord 1582, 1583, 1596. 3 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 1 Octöber tot 30 September. De lste rekening is verloren. De 4de is door den zoon van den tollenaar na diens overlijden voltooid en eerst in 1596 ter Rekenkamer overgeleverd. 2607. 2de rekening over 1581 tot September 30. 2608. 3de rekening 1581/82. 2609. 4de rekening 1582/83. 2610—2614. Rekeningen van WYNANDT VAN LlNDT, 1596—1613, afgehoord 1598—1605, 1612, 1614. 5 deelen. N.B. De rendant heeft den tol geïnd van 1591—1614, behoudens dat deze van 1604/05 verpacht is geweest. Het boekjaar loopt van 1 October tot 30 September, 307 a. Rekeningen voor de verpachting. 2610. 6de rekening 1596/97. 2611. 11de rekening 1601/02. 2612. 13de rekening 1603/04. b. Rekeningen na de verpachting. 2613. 6de rekening 1610/11. 2614. 8ste rekening 1612/13. 2615. Rekening van GAERT COCK, pachter van den tol, van 1604 October 1 tot 1605 Juli 18, afgehoord 1606. 1 katern. N.B. Deze rekening betreft enkele inkomsten en uitgaven, die niet in de pacht waren begrepen. 2616. lste rekening van JAN VAN LlNDT van 1614 October 1 tot 1615 September 30, afgehoord 1616. 1 deel. N.B. De rendant heeft den tol voor zijn vader WïNANDT geïnd van 1614—1617. 2617—2643. Rekeningen van HENRICK TEN BROECK, 1617—1649, afgehoord 1620—1655. 27 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 1 October tot 30 September. De 2de, de 3de, de 4de en de 7de rekening zijn verloren. In 1649 is de tol verpacht. 2617. lste rekening 1617/18. 2618. 5de rekening 1621/22. 2619. 6de rekening 1622/23. 2620. 8ste rekening 1624/25. 2621. 9de rekening 1625/26. 2622. 10de rekening 1626/27. 2623. 11de rekening 1627/28. 2624. 12de rekening 1628/29. 2625. 13de rekening 1629/30. 2626. 14de rekening 1630/31. 2627. 15de rekening 1631/32. 2628. 16de rekening 1632/33. 2629. 17de rekening 1633/34. 2630. 18de rekening 1634/35. 308 2631. 19de rekening 1635/36. 2632. 20ste rekening 1636/37. 2633. 21ste rekening 1637/38. 2634. 22ste rekening 1638/39. 2635. 23ste rekening 1639/40. 2636. 24ste rekening 1640/41. 2637. 25ste rekening 1641/42. 2638. 26ste rekening 1642/43. 2639. 27ste rekening 1643/44. 2640. 28ste rekening 1644/45. 2641. 29ste rekening 1645/46. 2642. 30ste rekening 1646/47. 2643. 31ste rekening van 1647 October 1 tot 1649 Februari 28. 2644. Bijlagen bij de 10de rekening van HENRICK TEN BROECK over 1626/27. 1 omslag. 2645. Contrarolle, 1626/27, en andere stukken, behoorende tot de rekeningen van HENRICK TEN BROECK over 1617—1649. 1 omslag. 2646. Rekening van HERMANNUS WlLBRENNINCK van 1655 Maart 1 tot 1656 September 30, afgehoord 1659. 1 deel. 2647. Bijlagen bij de rekening van HERMANNUS WlLBRENNINCK over 1655/56. 1 omslag. 2648. 2649. Rekeningen van FOLCKERT TOLL, 1664—1666, afgehoord 1667. 2 deelen. N.B. De eerste 8 rekeningen zijn verloren. 2648. 9de rekening van 1664 November 11 tot 1666 Februari 26. 2649. 10de rekening over 1666 van Maart 1 tot Mei 15. 2650. Bijlagen bij de 9de rekening van FOLCKERT TOLL over 1664/66. 1 omslag. 2651-2656. Rekeningen van ALEXANDER FARGHARSON, 1666—1672, afgehoord 1669—1690. N.B. Deze tollenaar heeft gefungeerd van 1666—1679, in welk jaar de tol is verpacht. Het boekjaar loopt van 16 Mei tot 16 Mei. Bij de 2de, de 4de, de 5de en de 6de rekening concepten. In de 2de t. m. de 6de rekening zijn bijlagen gehecht. 309 2651. lste rekening 1666/67. 1 deel. 2652. 2de rekening 1667/68. 2 deelen. 2653. 3de rekening 1668/69. 1 deel. 2654. 4de rekening 1669/70. 2 deelen. 2655. 5de rekening 1670/71. 2 deelen. 2656. 6de rekening 1671/72. 2 deelen. 2656a. Contrarollen, gehouden door den tolbeziener JOHAN GYSEN, 1667— 1672. 5 deelen. XI. Rekeningen van de ontvangers van den tol te Roermond, 1551—1561, 1639—1646. N.B. Deze tol is bij wijze van represaille van 1621 tot aan den vrede van Munster te Grave geheven. De enkele uit dien tijd bewaarde rekeningen zijn mede hier beschreven. 2657, 2658. Rekeningen van CLAES DUYVEN, 1551, 1552. N.B. Deze rekeningen zijn aan den landrentmeester-generaal ter hand gesteld, doch niet afgehoord. Het minst volledige exemplaar van de lste is met dat van de 2de samengebonden. 2657. lste rekening van 1551 Juli 1 tot 1552 Februari 12, in duplo. 2 katerns. 2658. 2de rekening over 1552 van Februari 24 tot December 24. 1 katern. 2659—2667. Rekeningen van DlERICK SCHEREN, 1553—1561, afgehoord 1555—1561. 9 deelen. N.B. De lste en de 2de rekening zijn afgehoord in de Rekenkamer te Brussel, de 3de door VAN DlEVE en Bell. In de lste een afschrift van de commissie van den rendant van 1552, in de 3de een afschrift van zijn instructie van 1553. 2659. lste rekening over 1553. 2660. 2de rekening over 1554, 2661. 3de rekening over 1555. 2662. 4de rekening over 1556. 2663. 5de rekening over 1557. 2664. 6de rekening over 1558. 2665. 7de rekening over 1559. 2666. 8ste rekening over 1560 tot September 30. 2667. 9de rekening van 1560 October 1 tot 1561 Mei 31. 310 2668. Stukken, behoorende tot de rekeningen van DlERICK SCHEREN over 1553—1561. 1 omslag. 2669—2671. Rekeningen van DANIËL VAN ECK, 1639—1646, afgehoord 1640—1646. 3 deelen. N.B. De tol werd destijds te Grave geïnd. In de lste rekening een afschrift van de commissie van den rendant van 1639. Zijn boekjaar loopt van 1 Maart tot uit. Februari. 2669. lste rekening 1639/40. 2670. 2de rekening 1640/41. 2671. 7de rekening 1645/46. XII. Rekeningen van de ontvangers van den Middelaarschen tol op de Maas, 1559/60, 1581—1646. N.B. Deze tol behoorde tot het domein van Middelaar. JOHAN CONINCK, 1543—1553 renmeester van dat domein, deed in zijn rekeningen als zoodanig tevens rekening als collecteur van den tol. Onder zijn opvolgers is de tol veelal verpacht geweest. De bezetting van Middelaar door de Spanjaarden deed de Staten besluiten, hem te Kuik, later te Zalt-Bommel en te Grave, te doen innen. De opbrengst vindt men vermeld in de rekeningen van de rentmeesters in het kwartier van Nymegen, die tevens rentmeesters van Middelaar waren, sinds 1640 in die van den landrentmeester-generaal. Bij den vrede van Munster is deze tol aan den koning van Spanje teruggegeven. 2672. Fragment van de 4de rekening van JAN DIE LEEUWE, van 1559 October 1 tot 1560 September 30. 1 katern. 2673, 2674. Rekeningen van JACOP HOCQUE, 1581—1585, afgehoord 1583, 1603. 2 deelen. N.B. Deze tollenaar heeft den tol te Kuik geïnd. Vermoedelijk woonde hij sinds 1583 te Grave; het blijkt echter niet, of de tol toen ook daarheen is overgebracht. Hij heeft zijn ambt bekleed van 1577—1585. 2673. 4de rekening van 1581 October 1 tot 1582 September 30. 2674. 7de rekening van 1584 October 1 tot 1585 December 31. 2675—2678. Rekeningen van HERMAN VAN CROMMENY, 1595—1600, afgehoord 1598—1601. 4 deelen. 311 N.B. Deze tolontvanger heeft den tol geïnd te Zalt-Bommel, waarheen hij in 1586 was overgebracht. Zijn 5de en zijn 6de rekening zijn verloren. Het boekjaar loopt van 1 December tot 30 November. 2675. lste rekening 1595/96. 2676. 2de rekening 1596/97. 2677. 3de rekening 1597/98. 2678. 4de rekening 1598/1600. 2679. Stukken, behoorende tot de rekeningen van HERMAN VAN CROMMENY over 1595—1600. 1 omslag. 2680. Tolboek van den Middelaarschen tol, gehouden door de pachters JAN VAN RiemSDIJCK en JOHAN HAENEN, van 1603 October 11 tot 1605 October 9. 1 deel. 2681. 2682. Rekeningen van JOHAN VAN RIEMSDIJCK, 1624—1626, afgehoord 1626, 1629. 2 deelen. N.B. Deze tolontvanger heeft den tol geïnd te Grave, met behulp van substituten te Mook en te Gennep. Hij is van 1621—1639 in functie geweest. Het boekjaar loopt van 1 November tot 31 October. 2681. 4de rekening 1624/25. 2682. 5de rekening 1625/26. 2683. Rekening van den substituut-tolontvanger te Mook wijlen WYNANDT GERARDTS, van 1623 November 1 tot 1631 Januari 31, afgehoord 1635. 1 deel. N.B. De rendant was subsituut van JOHAN VAN Riemsdijck. 2684—2686. Rekeningen van DANIËL VAN ECK, 1641—1646, afgehoord 1643, 1646. 3 deelen. N.B. Ook deze tollenaar inde den tol te Grave. Zijn (verloren) 8ste rekening was de laatste, die hij aan de Rekenkamer uitbracht', in Januari 1648 is de tol aan den koning van Spanje afgestaan. Het boekjaar loopt van 1 Maart tot uit. Februari. 2684. 3de rekening 1641/42. 2685. 6de rekening 1644/45. 2686. 7de rekening 1645/46. 312 E. Rekeningen van de rentmeesters der subalterne rentambten. N.B. Afgezien van de rentambten in het Overkwartier en van enkele rentambten, die in de 16de eeuw met dat van de Veluwsche domeinen zijn vereenigd, is alleen het keurmeesterambt op de Veluwe in 1795 afgeschaft. Van de overige rentambten, waarvan hier rekeningen beschreven zijn, vindt men daarbij aanslcuitende rekeningen in de archieven der colleges, die na de opheffing van de Rekenkamer de domeinen hebben beheerd. L Rekeningen van de rentmeesters der domeinen van Middelaar, in de stad én het Rijk van Nymegen, tusschen Maas en Waal en in de Overen Nederbetuwe, 1543—1794. N.B. Bij den overgang van Gelderland aan KAREL V waren de domeinen in het kwartier van Nymegen meerendeels Verpand. JOHAN CONINCK beheerde alleen het rent- en tolambt van Middelaar; de weinige niet verpande domeinen in het kwartier van Nymegen waren destijds onder het beheer van den landrentmeestergeneraal. De volgende rentmeester, wiens rekeningen hier beschreven zijn, PlETER PLOENIS, was dit nog in de eerste plaats van Middelaar, doch kreeg er jaarlijks domeinen tusschen Maas en Waal en in het Rijk van Nymegen bij, die door VAN DlEVE en RENOY waren gelost. Zoo ook de 3de rentmeester, JACOB GARBRANTS, doch toen deze er het beheer van alle domeinen in Over- en Nederbetuwe (tot dusverre öf verpand öf onder den landrentmeester-generaal ressorteerende) bij kreeg, noemde hij zich, in zijn 3de rekening het eerst, rentmeester des rijks en quartiers van Nymegen en van de domeinen onder Middelaar. Onder WILLEM SNAB vormden de domeinen van Middelaar grootendeels, onder FRANS DE BEYER geheel memorieposten. In den titel van den rentmeester worden ze nog tot 1673 in de rekeningen genoemd. Opmerking verdient, dat het Nederrijkswald door den waldgraaf werd beheerd en dat ook de in 1768 aangekochte heerlijkheid Groesbeek niet tot dit rentambt heeft behoord. JOHAN CONINCK was tevens collecteur van den tol op de Maas bij Middelaar en deed van die collecte verantwoording in zijn domeinrekeningen; onder zijn opvolger was die tol verpacht. Zie daarover verder het aangeteekende bij de nos. 2672 vlg. 2687—2696. Rekeningen van heer JOHAN CONINCK, priester, 1543—1553, afgehoord 1546—1561. 13 deelen. 313 N.B. Het boekjaar loopt van 11 November tot 10 November. De eerste 5 rekeningen zijn afgehoord door VAN DlEVE en RENOY, de overige door VAN DlEVE, terwijl de 8ste en de 9de bovendien in de Rekenkamer te Brussel zijn gesloten, de 9de vier jaar later nogmaals in de Rekenkamer te Arnhem. Van de 10de is alleen een onvoltooid concept bewaard, terwijl bij de 5de een exemplaar van den rendant en een onvoltooid concept behooren, bij de 6de een afschrift. De voor den keizer bestemde exemplaren vormen een trousse, uitgezonderd de 7de, die niet naar Brussel is opgezonden geweest. In de 6de zijn de acquitten gehecht. In de lste zijn afschriften gehecht van commissiebrieven van 1539 (zie reg. n°. 759) en 1546. 2687. lste rekening 1543/44. 2688. 2de rekening 1544/45. 2689. 3de rekening 1545/46. 2690. 4de rekening 1546/47. 2691. 5de rekening 1547/48. 3 deelen. 2692. 6de rekening 1548/49. 2 deelen. 2693. 7de rekening 1549/50. 2694. 8ste rekening 1550/51. 2695. 9de rekening 1551/52. 2696. 10de rekening 1552/53. 2697. Eenige bijlagen bij de rekeningen van JOHAN CONINCK over 1543 1553. 1 omslag. 2698. Stukken, behoorende tot de rekeningen van JOHAN CONINCK over 1543—1553. 1 omslag. 2699. Stukken betreffende de afrekening met de erfgenamen van JOHAN CONINCK in 1561. 1 omslag. 2700—2703. Rekeningen van PlETER PLOENIS, 1552—1557, afgehoord 1561. 4 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 11 November tot 10 November. De rekeningen vormen een trousse. In de lste een afschrift van de commissie van den rendant van 1553. 2700. lste rekening 1552/53. 2701. 2de rekening 1553/54. 2702. 3de rekening 1554/55. 2703. 4de rekening van 1555 November 11 tot 1557 September 23. 314 2704, 2705. Eenige bijlagen bij de rekeningen van PlETÉR PLOENIS over 1552—1557. 2704. Bijlagen bij de 2de rekening over 1553/54. Brief van den Raad van Finantiën aan den rentmeester, vergezeld van een inventaris van de geconfiskeerde goederen van den wegens ketterij geëxecuteerden HUBRECHT PIETERSZOON te Wychen, 1554. 1 omslag. 2705. Bijlage bij de 4de rekening over 1555/57. Akte, waarbij de Rekenkamer den pachters van de korentiend te Groesbeek het nog over 1556 verschuldigde ten deele kwijtscheldt, 1560. 1 charter. N.B. Ch. n°. 2152. 2706—2726. Rekeningen van JACOB GARBRANTS, 1557—1578, afgehoord 1561—1578. 21 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 24 September tot 23 September. Van de 19de rekening is alleen een afschrift bewaard, dat vermoedelijk voor den rendant was bestemd. De 21ste is wel in 1579 door den rentmeester te Arnhem overgeleverd, doch niet afgehoord, terwijl een duplikaat van dezelfde rekening in 1602 te Roermond is gesloten. Dit exemplaar is", met de grootendeels uit memorieposten bestaande 22ste rekening, als behoorende tot het archief van de Spaansche Rekenkamer, overgedragen aan het Rijksarchief te Maastricht. De lste en de 2de rekening zijn aan elkaar gehecht. In de lste is de commissie van dtn rendant van 1557 afgeschreven, in de 3de een besluit van 1560 tot verhooging van zijn wedde, in de 10de zijn instructie van 1567. 2706. lste rekening 1557/58. 2707. 2de rekening 1558/59. 2708. 3de rekening 1559/60. 2709. 4de rekening 1560/61. 2710. 5de rekening 1561/62. 2711. 6de rekening 1562/63. 2712. 7de rekening 1563/64. 2713. 8ste rekening 1564/65. 2714. 9de rekening 1565/66. 2715. 10de rekening 1566/67. 315 2716. 11de rekening 1567/68. 2717. 12de rekening 1568/69. 2718. 13de rekening 1569/70. 2719. 14de rekening 1570/71. 2720. 15de rekening 1571/72. 2721. 16de rekening 1572/73. 2722. 17de rekening 1573/74. 2723. 18de rekening 1574/75. 2724. 19de rekening 1575/76. 2725. 20ste rekening 1576/77. 2726. 21ste rekening 1577/78. 2727. Eenige bijlagen bij de rekeningen van JACOB GARBRANTS over 1557—1578. 1 pak en 2 charters. N.B. De chart ers Ch. nos. 2580 en 2595. N°. 2595, vidimusbrief van 1568, houdende de in 1558 aangegane huwelijksvoorwaarden tusschen Herman van Wyhe, drost van Gelre, en edel van langen, is overgelegd bij de 10de rekening, n°. 2580 bij de 20ste. 2728. Provisioneel tarief van de tolgelden op den watertol te Middelaar, 1561 (afschr.). 1 charter. N.B. Ch. n°. 2326. Dit afschrift naar een in 1561 door VAN DER HOUVE uitgegeven exemplaar is vermoedelijk overgelegd bij de 11de rekening van JACOB GARBRANTS, fol. 37 vlg. 2729. Stukken, behoorende tot de rekening van JACOB GARBRANTS over 1557—1578. 1 omslag. 2730—2749. Rekeningen van willem SNAB, 1579—1599, afgehoord 1581— 1602. 20 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 24 September tot 23 September. In de lste rekening een afschrift van de commissie van den rentmeester van 1579. De 18de is overgeleverd door FRANS BEYER, klerk van wijlen den rentmeester, de 19de door zijn weduwe BEL BEYER, de 20ste door JELIS ENGELEN namens die weduwe. 2730. lste rekening 1579/80. 2731. 2de rekening 1580/81. 316 2732. 3de rekening 1581/82. 2733. 4de rekening 1582/83. 2734. 5de rekening 1583/84. 2735. 6de rekening 1584/85. 2736. 7de rekening 1585/86. 2737. 8ste rekening 1586/87. 2738. 9de rekening 1587/88. 2739. 10de rekening 1588/89. 2740. 11de rekening 1589/90. 2741. 12de rekening 1590/91. 2742. 13de rekening 1591/92. 2743. 14de rekening 1592/93. 2744. 15de rekening 1593/94. 2745. 16de rekening 1594/95. 2746. 17de rekening 1595/96. 2747. 18de rekening 1596/97. N.B. Bij fol. 66 verso is een dossier gehecht betreffende het traktement van den burggraaf en richter van Nymegen, 1594—1598. 2748. 19de rekening 1597/98. 2749. 20ste rekening 1598/99. 2750. Eenige bijlagen bij de rekeningen van WILLEM SNAB over 1579— 1599. 1 pak. 2751. Stukken, behoorende tot de rekeningen van WILLEM SNAB over 1579—1599. 1 omslag. 2752—2782. Rekeningen van FRANS DE BEYER, 1599—1637, afgehoord 1604—1640. 31 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 24 September tot 23 September. De 22ste rekening is verloren. In de 2de afschriften van de commissie en de instructie van den rentmeester van 1599 en 1604. 2752. 2754. 2753. lste rekening 1599/1600. 2de rekening 1600/01. 3de rekening 1601/02. 317 2755. 4de rekening 1602/03. 2756. 5de rekening 1603/04. 2757. 6de rekening 1604/05. 2758. 7de rekening 1605/06. 2759. 8ste rekening 1606/07. 2760. 9de rekening 1607/10. 2761. 10de rekening 1610/13. 2762. 11de rekening 1613/15. 2763. 12de rekening 1615/16. 2764. 13de rekening 1616/17. 2765. 14de rekening 1617/18. 2766. 15de rekening 1618/19. 2767. 16de rekening 1619/20. 2768. 17de rekening 1620/21. 2769. 18de rekening 1621/22. 2770. 19de rekening 1622/23. 2771. 20ste rekening 1623/24. 2772. 21ste rekening 1624/25. 2773. 23ste rekening 1626/27. 2774. 24ste rekening 1627/28. 2775. 25ste rekening 1628/29. 2776. 26ste rekening 1629/30. 2777. 27ste rekening 1630/31. 2778. 28ste rekening 1631/32. 2779. 29ste rekening 1632/33. 2780. 30ste rekening 1633/34. 2781. 31ste rekening 1634/35. 2782. 32ste rekening 1635/37, 2783. Eenige bijlagen bij de rekening van FRANS DE BEYER over 1599— 1637. 1 pak. 2784. Stukken, behoorende tot de rekeningen van FRANS DE BEYER over 1599—1669. 1 omslag. 318 2785—2811. Rekeningen van JOHAN VAN LENNEP, 1637—1667, afgehoord 1640—1669. 27 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 24 tot 23 September. De 9de, de 10de en de 18de rekening zijn verloren. In de lste een afschrift van de commissie van den rentmeester van 1639. 2785. lste rekening 1637/38. 2786. 2de rekening 1638/39. 2787. 3de rekening 1639/40. 2788. 4de rekening 1640/41. 2789. 5de rekening 1641/42. 2790. 6de rekening 1642/43. 2791. 7de rekening 1643/44. 2792. 8ste rekening 1644/45. 2793. 11de rekening 1647/48. 2794. 12de rekening 1648/49. 2795. 13de rekening 1649/50. 2796. 14de rekening 1650/51. 2797. 15de rekening 1651/52. 2798. 16de rekening 1652/53. 2799. 17de rekening 1653/54. 2800. 19de rekening 1655/56. 2801. 20ste rekening 1656/57. 2802. 21ste rekening 1657/58. 2803. 22ste rekening 1658/59. 2804. 23ste rekening 1659/60. 2805. 24ste rekening 1660/61. 2806. 25ste rekening 1661/62. 2807. 26ste rekening 1662/63. 2808. 27ste rekening 1663/64. 2809. 28ste rekening 1664/65. 2810. 29ste rekening 1665/66. 2811. 30ste rekening 1666/67. 319 2812. Bijlage bij de (verloren) 18de rekening van JOHAN VAN LENNEP. Akte van overdracht van de helft van een rentebrief op de groote Geldersche waard, 1625, overgelegd bij de lossing van die waard in 1655. 1 charter. N.B. Ch. n°. 2182. 2813—2817. Rekeningen van JOHAN VAN LENNEP (jr.), 1667—1673, afgehoord 1670—1677. 5 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 13 September tot 13 September. De 3de rekening is verloren. De 5de is wel overgeleverd in de Rekenkamer, doch niet van een reces voorzien. 2813. lste rekening 1667/68. 2814. 2de rekening 1668/69. 2815. 4de rekening 1670/71. 2816. 5de rekening 1671/72. 2817. 6de rekening 1672/73. 2818—2850. Rekeningen van JOHAN VAN HEUCKELOM, 1675—1708, afgehoord 1676—1710. 33 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 11 Februari tot 11 Februari. De 31ste rekening is afgehoord op een landdag te Tiel. In die rekening zijn eenige stukken gehecht betreffende het door den rentmeester bekleede ambt van conciërge van het Valkhof te Nymegen. 2818. lste rekening 1675/76. 2819. 2de rekening 1676/77. 2820. 3de rekening 1677/78. 2821. 4de rekening 1678/79. 2822. 5de rekening 1679/80. 2823. 6de rekening 1680/81. 2824. 7de rekening 1681/82. 2825. 8ste rekening 1682/83. 2826. 9de rekening 1683/84. 2827. 10de rekening 1684/85. 2828. 11de rekening 1685/86. 2829. 12de rekening 1686/87. 2830. 13de rekening 1687/88. 320 2831. 14de rekening 1688/89. 2832. 15de rekening 1689/90. 2833. 16de rekening 1690/91. 2834. 17de rekening 1691/92. 2835. 18de rekening 1692/93. 2836. 19de rekening 1693/94. 2837. 20ste rekening 1694/95. 2838. 21ste rekening 1695/96. 2839. 22ste rekening 1696/97. 2840. 23ste rekening 1697/98. 2841. 24ste rekening 1698/99. 2842. 25ste rekening 1699/1700. 2843. 26ste rekening 1700/01. 2844. 27ste rekening 1701/02. 2845. 28ste rekening 1702/03. 2846. 29ste rekening 1703/04. 2847. 30ste rekening 1704/05. 2848. 31ste rekening 1705/06. 2849. 32ste rekening 1706/07. 2850. 33ste rekening 1707/08. 2851—2857. Rekeningen van WILHELM ENGELEN, 1708—1715, afgehoord 1711—1716. 7 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 21 Februari tot 21 Februari. 2851. lste rekening 1708/09. 2852. 2de rekening 1709/10. 2853. 3de rekening 1710/11. 2854. 4de rekening 1711/12. N.B. In deze rekening is gehecht een dossier betreffende een onderzoek naar eenige sinds langen tijd niet ontvangen posten. 2855. 5de rekening 1712/13. 2856. 6de rekening 1713/14. 2857. 7de rekening 1714/15. 321 2858—2893. Rekeningen van DERCK SlNGENDONCK, 1715—1752, afgehoord 1718—1754. 36 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 21 Februari tot 21 Februari. De 21ste rekening is verloren. 2858. lste rekening 1715/16. 2859. 2de rekening 1716/17. 2860. 3de rekening 1717/18. 2861. 4de rekening 1718/19. 2862. 5de rekening 1719/20. 2863. 6de rekening 1720/21. 2864. 7de rekening 1721/22. 2865. 8ste rekening 1722/23. 2866. 9de rekening 1723/24. 2867. 10de rekening 1724/25. 2868. 11de rekening 1725/26. 2869. 12de rekening 1726/27. 2870. 13de rekening 1727/28. 2871. 14de rekening 1728/29. 2872. 15de rekening 1729/30. 2873. 16de rekening 1730/31. 2874. 17de rekening 1731/32. 2875. 18de rekening 1732/33. 2876. 19de rekening 1733/34. 2877. 20ste rekening 1734/35. 2878. 22ste rekening 1736/37. 2879. 23ste rekening 1737/38. 2880. 24ste rekening 1738/39. 2881. 25ste rekening 1739/40. 2882. 26ste rekening 1740/41. 2883. 27ste rekening 1741/42. 2884. 28ste rekening 1742/43. 2885. 29ste rekening 1743/44. 2886. 30ste rekening 1744/45. 2887. 31ste rekening 1745/46. 21 322 2888. 32ste rekening 1746/47. 2889. 33ste rekening 1747/48. 2890. 34ste rekening 1748/49. 2891. 35ste rekening 1749/50. 2892. 36ste rekening 1750/51. 2893. 37ste rekening 1751/52. 2894. Stukken, behoorende tot de rekeningen van DERCK SlNGENDONCK over 1715—1752. 1 omslag. 2895—2904. Rekeningen van Mr. CORNELIS WALRAVEN VONCK, 1752— 1762, afgehoord 1755—1764. 10 deelen. 2895. lste rekening 1752/53. 28%. 2de rekening 1753/54. 2897. 3de rekening 1754/55. 2898. 4de rekening 1755/56. 2899. 5de rekening 1756/57. 2900. 6de rekening 1757/58. 2901. 7de rekening 1758/59. 2902. 8ste rekening 1759/60. 2903. 9de rekening 1760/61. 2904. 10de rekening 1761/62. 2905. Stukken, behoorende tot de rekeningen van Mr. CORNELIS WALRAVEN VONCK over 1752—1762. 1 omslag. 2906—2936. Rekeningen van Mr. CORNELIS WEYER VERMEHR, 1762—1794, afgehoord 1765—1795. 31 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 21 Februari tot 21 Februari. De 14de rekening is verloren. De 24ste t. m. de 32ste zijn door de weduwe en de kinderen van den rentmeester overgeleverd. In de lste rekening is gehecht een afschrift van den commissiebrief des rentmeesters van 1763. N.B. Het boekjaar loopt van 21 Februari tot 21 Februari. 2906. 2907. 2908. 2909. lste rekening 1762/63. 2de rekening 1763/64, 3de rekening 1764/65. 4de rekening 1765/66. 323 2910. 5de rekening 1766/67. 2911. 6de rekening 1767/68. 2912. 7de rekening 1768/69. 2913. 8ste rekening 1769/70. 2914. 9de rekening 1770/71. 2915. 10de rekening 1771/72. 2916. 11de rekening 1772/73. 2917. 12de rekening 1773/74. 2918. 13de rekening 1774/75. 2919. 15de rekening 1776/77. 2920. 16de rekening 1777/78. 2921. 17de rekening 1778/79. 2922. 18de rekening 1779/80. 2923. 19de rekening 1780/81. 2924. 20ste rekening 1781/82. 2925. 21ste rekening 1782/83. 2926. 22ste rekening 1783/84. 2927. 23ste rekening 1784/85. 2928. 24ste rekening 1785/86. 2929. 25ste rekening 1786/87. 2930. 26ste rekening 1787/88. 2931. 27ste rekening 1788/89. 2932. 28ste rekening 1789/90. 2933. 29ste rekening 1790/91. 2934. 30ste rekening 1791/92. 2935. 31ste rekening 1792/93. " 2936. 32ste rekening 1793/94. 2937. Bijlagen bij de 26ste rekening van Mr. C. W. VERMEHR over 1787/88. 1 omslag. 2938. Stukken, behoorende tot de rekeningen van Mr. C. W. VERMEHR over 1762—1794. 1 omslag. 324 EL Rekeningen van de waldgraven van het Nederrijkswald, 1543—1795. N.B. Zie het aangeteekende aan het hoofd van EII in de 2de Afdeeling. 2939—2967. Rekeningen van THOMAS VAN APPELTERN, heer tot Persingen, 1543—1572, afgehoord 1545—1573. 34 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 13 Juli tot 12 Juli. De lste rekening is afgehoord door BELL, de 2de t. m. de 5de door VAN DlEVE en RENOY, de 6de t. m. de 9de in de Rekenkamer te Brussel, de 10de t. m. de 13de door VAN DlEVE en BELL, de 14de te Persingen door VAN DlEVE. Van de lste rekening is een concept bewaard, van de 4de een exemplaar voor den rendant, van de 5de 2 concepten, van de 28ste een concept. Daarvan zijn de 2 eerstgenoemde en een concept van de 5de aan elkaar gehecht. De 13de t. m. de 28ste rekening vormen een trousse. Deze waldgraaf was in 1534 door hertog KAREL aangesteld. In zijn lste rekening een katern, bevattende afschriften van 10 brieven betreffende het ambt uit de jaren 1478—1541 (reg. nos. 287, 371, 410, 451, 586, 661, 664, 771, 774 en 780), alsmede van een instructie voor den waldgraaf van 1543. De laatste rekening is overgelegd door 's waldgraven zoon OTTO VAN APPELTERN, 2939. lste rekening 1543/44. 2 deelen. 2940. 2de rekening 1544/45. 2941. 3de rekening 1545/46. 2942. 4de rekening 1546/47. 2 deelen. 2943. 5de rekening 1547/48. 3 deelen. 2944. 6de rekening 1548/49. 2945. 7de rekening 1549/50. 2946. 8ste rekening 1550/51. 2947. 9de rekening 1551/52. 2948. 10de rekening 1552/53. 2949. 11de rekening 1553/54. 2950. 12de rekening 1554/55. 2951. 13de rekening 1555/56. 2952. 14de rekening 1556/57. 2953. 15de rekening 1557/58. 2954. 16de rekening 1558/59. 325 2955. 17de rekening 1559/60. 2956. 18de rekening 1560/61. 2957. 19de rekening 1561/62. 2958. 20ste rekening 1562/63. 2959. 21ste rekening 1563/64. 2960. 22ste rekening 1564/65. 2961. 23ste rekening 1565/66. 2962. 24ste rekening 1566/67. 2963. 25ste rekening 1567/68. 2964. 26ste rekening 1568/69. 2965. 27ste rekening 1569/70. 2966. 28ste rekening 1570/71. 2 deelen. 2967. 29ste rekening 1571/72. 2968. Eenige bijlagen bij de rekeningen van THOMAS VAN APPELTERN over 1543—1572. 1 omslag. 2969. Stukken, behoorende tot de rekeningen van THOMAS VAN APPELTERN over 1543—1572. 1 omslag. 2970. Rekening van FREDERICK VAN VOIRST van 1575 November 22 tot 1576 October 4, afgehoord 1582. 1 deel. N.B. Deze rekening is de- eenige van dezen waldgraaf, wiens commissie van 1575 er in is afgeschreven. 2971—2974. Rekening en van HERMAN VAN OY, 1576^—1580, afgehoord 1581, 1582. 4 deelen. N.B. Het boekjaar liep oorspronkelijk van Juli tot Juli, doch de Rekenkamer heeft in de eerste 3 rekeningen de begin- en einddata gewijzigd in 5 en 4 October, om ze te laten aansluiten bij die van den vorigen waldgraaf. De rekeningen zijn in een trousse vereenigd. De 4de is te Nymegen afgehoord door den landrentmeester-generaal. In de lste een afschrift van de commissie van den waldgraaf van 1576. 2971. lste rekening 1576/77. 2972. 2de rekening 1577/78. 2973. 3de rekening 1578/79. 2974. 4de rekening 1579/80. 326 2975. Stukken, behoorende tot de rekeningen van HERMAN VAN OY over 1576—1580. 1 omslag. 2976. lste rekening van ADAM VAN STOCKUM, van 1580 Januari 22 tot 1581 Januari 21, afgehoord 1582. 1 deel. N.B. Deze rekening is de eenige, die van dezen waldgraaf bewaard is. Zijn commissie van 1580 is er in afgeschreven. 2977. Verbaal van een in 1580 gehouden houtverkooping en andere stukken, betrekking hebbende op de rekening van ADAM VAN STOCKUM, 1580/81. 1 omslag. 2978—2983. Rekeningen van WILHELM VAN BRONCKHORST TOT HULSEN, 1591—1604, afgehoord 1594—1605. 6 deelen in 2 banden. N.B. Van 1594—1602 liep het boekjaar van 27 Juli tot 26 Juli. De lste t. m. de 5de rekening zijn in een band vereenigd. In de lste een afschrift van de commissie van den rendant van 1592. In de 6de zijn bijlagen gehecht. 2978. lste rekening van 1591 Januari 1 tot 1593 April 16. 2979. 2de rekening van 1593 April 17 tot 1594 Juli 26. 2980. 3de rekening 1594/97. 2981. 4de rekening 1597/1600. 2982. 5de rekening 1600/02. 2983. 6de rekening van 1602 Juli 27 tot 1604 Mei 26. 2984—2990. Rekeningen van GODART VAN EWICK, 1619—1632, afgehoord 1623—1634. 7 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 18 Juli tot 17 Juli. De eerste negen rekeningen, alsook de 12de, de 18de en vermoedelijk 4 volgende zijn verloren. In de 15de is een lias bijlagen gehecht. 2984. 10de rekening 1619/21. 2985. 11de rekening 1621/23. 2986. 13de rekening 1626/28. 2987. 14de rekening 1628/29. 2988. 15de rekening 1629/30. 2989. 16de rekening 1630/31. 2290. 17de rekening 1631/32, 327 2991—3007. Rekeningen van CORNELIS VAN GENT, 1647—1654, afgehoord 1638—1657. 17 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 10 Januari tot 9 Januari. In de lste rekening een afschrift van de commissie van den rendant van 1637. 2991. lste rekening 1637/38. 2992. 2de rekening 1638/39. 2993. 3de rekening 1639/40. 2994. 4de rekening 1640/41. 2995. 5de rekening 1641/42. 2996. 6de rekening 1642/43. 2997. 7de rekening 1643/44. 2998. 8ste rekening 1644/45. 2999. 9de rekening 1645/46. 3000. 10de rekening 1646/47. 3001. 11de rekening 1647/48. 3002. 12de rekening 1648/49. 3003. 13de rekening 1649/50. 3004. 14de rekening 1650/51. 3005. 15de rekening 1651/52. 3006. 16de rekening 1652/53. 3007. 17de rekening 1653/54. 3008—3022. Rekeningen van JACOB GORIS, 1654—1669, afgehoord 1658— 1671. 15 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 24 Februari tot 23 Februari. 3008. lste rekening 1654/55. 3009. 2de rekening 1655/56. 3010. 3de rekening 1656/57. 3011. 4de rekening 1657/58. 3012. 5de rekening 1658/59. 3013. 6de rekening 1659/60. N.B. Het laatste blad, en daarmede het reces, ontbreekt. 3014. 7de rekening 1660/61. 3015. 8ste rekening 1661/62. 328 3016. 9de rekening 1662/63. 3017. 10de rekening 1663/64. 3018. 11de rekening 1664/65. 3019. 12de rekening 1665/66. 3020. 13de rekening 1666/67. 3021. 14de rekening 1667/68. 3022. 15de rekening 1668/69. 3023. Bijlage bij de 7de rekening van JACOB GORIS. Gecasseerde brief betreffende de uitgifte in erfpacht van een konijnwarande, 1655. 1 charter. N.B. Ch. n°. 2901. 3024—3031. Rekeningen van FREDERIK HENDRIK VAN RANDWIJCK, heer tot Rossum, 1669—1677, afgehoord 1674—1678. 8 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 24 Februari tot 23 Februari. 3024. lste rekening 1669/70. N.B. Het laatste blad, en daarmede het reces, ontbreekt. 3025. 2de rekenittg 1670/71. 3026. 3de rekening 1671/72. 3027. 4de rekening 1672/73. 3028. 5de rekening 1673/74. 3029. 6de rekening 1674/75. 3030. 7de rekening 1675/76. 3031. 8ste rekening 1676/77. 3032—3036. Rekeningen van FRANcOIS ROMSWINCKEL, 1677—1682, afgehoord 1679—1683. 5 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 24 Februari tot 23 Februari. 3032. lste rekening 1677/78. 3033. 2de rekening 1678/79. 3034. 3de rekening 1679/80. 3035. 4de rekening 1680/81. 3036. 5de rekening 1681/82. 3037—3069. Rekeningen van ADRIAAN VAN HEERDT, 1682—1714, afgehoord 1685—1714. 33 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 24 tot 23 en van 26 tot 25 Februari. 329 3037. lste rekening 1682/83. 3038. 2de rekening 1683/84. 3039. 3de rekening 1684/85. 3040. 4de rekening 1685/86. 3041. 5de rekening 1686/87. 3042. 6de rekening 1687/88. 3043. 7de rekening 1688/89. 3044. 8ste rekening 1689/90. 3045. 9de rekening 1690/91. 3046. 10de rekening 1691/92. 3047. 11de rekening 1692/93. 3048. 12de rekening 1693/94. 3049. 13de rekening 1694/95. 3050. 14de rekening 1695/96. 3051. 15de rekening 1696/97. 3052. 16de rekening 1697/98. 3053. 17de rekening 1698/99. 3054. 18de rekening 1699/1700. 3055. 19de rekening 1700/01. 3056. 20ste rekening 1701/02. 3057. 21ste rekening 1702/03. 3058. 22ste rekening 1703/04. 3059. 23ste rekening 1704/05. 3060. 24ste rekening 1705/06. 3061. 25ste rekening 1706/07. 3062. 26ste rekening 1707/08. 3063. 27ste rekening 1708/09. 3064. 28ste rekening 1709/10. 3065. 29ste rekening 1710/11. 3066. 30ste rekening 1711/12. 3067. 31ste rekening 1712/13. 3068. 32ste rekening 1713/14. 3069. 33ste rekening over 1714 van Februari 26 tot Juli 13. 330 3070. Rekening van ADRIAAN VAN HEERDT wegens geleverde eikentakkenbossen uit het Nederrijkswald, ten behoeve van de fortificatie van Nymegen, over 1701 van Maart 14 tot Mei 19, afgehoord 1702. 1 deel. 3071. Bijlagen bij de rekening van ADRIAAN VAN HEERDT wegens geleverde takkenbossen over 1701. 1 omslag. 3072—3080. Rekeningen van ARENT VAN DEN STEEN, 1714—1723, afgehoord 1717—1728. 9 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 19 Juli tot 19 Juli. De laatste rekening is door de erfgenamen van den rendant afgelegd. Deze werd verwalter-waldgraaf genoemd, evenals zijn opvolger STEVEN SCHULL. 3072. lste rekening 1714/15. 3073. 2de rekening 1715/16. 3074. 3de rekening 1716/17. 3075. 4de rekening 1717/18. 3076. 5de rekening 1718/19. 3077. 6de rekening 1719/20. 3078. 7de rekening 1720/21. 3079. 8ste rekening 1721/22. 3080. 9de rekening van 1722 Juli 19 tot 1723 Februari 6. 3081. Rekening van STEVEN SCHULL over 1723 van Februari 8 tot April 28, afgehoord 1729. 1 deel. 3082—3093. Rekeningen van STEVEN ADRIAAN VAN WELDEREN, 1723— 1735, afgehoord 1732—1736. 12 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 28 April tot 28 April. In de lste rekening een afschrift van de commissie van den rendant van 1723. 3082. lste rekening 1723/24. 3083. 2de rekening 1724/25. 3084. 3de rekening 1725/26. 3085. 4de rekening 1726/27. 3086. 5de rekening 1727/28. 3087. 6de rekening 1728/29. 3088. 7de rekening 1729/30. 3089. 8sterekening 1730/31, 331 3090. 9de rekening 1731/32. 3091. 10de rekening 1732/33. 3092. 11de rekening 1733/34. 3093. 12de rekening van 1734 April 28 tot 1735 Januari 27. 3094. Stukken, behoorende tot de rekeningen van STEVEN ADRIAAN VAN WELDEREN over 1723—1735. 1 omslag. 3095. Rekening van OTTO ÖERK VAN RANDWIJCK als verwalter-waldgraaf. over 1735 van Januari 27 tot November 1, afgehoord 1740. 1 deel. N.B. In deze rekening een afschrift van de commissie van den rendant als verwalter van 1735. 3096—3115. Rekeningen van OTTO ÜERK VAN RANDWIJCK, 1735—1755, afgehoord 1741—1759. 20 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 1 November tot 1 November. In de lste rekening een afschrift van de commissie van den waldgraaf van 1735. 3096. lste rekening 1735/36. 3097. 2de rekening 1736/37. 3098. 3de rekening 1737/38. 3099. 4de rekening 1738/39. 3100. 5de rekening 1739/40. 3101. 6de rekening 1740/41. 3102. 7de rekening 1741/42. 3103. 8ste rekening 1742/43. 3104. 9de rekening 1743/44. 3105. 10de rekening 1744/45. 3106. 11de rekening 1745/46. 3107. 12de rekening 1746/47. 3108. 13de rekening 1747/48. 3109. 14de rekening 1748/49. 3110. 15de rekening 1749/50. 3111. 16de rekening 1750/51. 3112. 17de rekening 1751/52. 3113. 18de rekening 1752/53, 332 3114. 19de rekening 1753/54. 3115. 20ste rekening 1754/55. 3116. Bijlage tot de 5de rekening van OTTO DERK VAN RANDWIJCK over 1739/40. 1 stuk in omslag. 3117—3127. Rekeningen van WALRAVEN VAN BALVEREN, 1755—1766, afgehoord 1760—1769. 11 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 1 November tot 1 November. 3117. lste rekening 1755/56. 3118. 2de rekening 1756/57. 3119. 3de rekening 1757/58. 3120. 4de rekening 1758/59. 3121. 5de rekening 1759/60. 3122. 6de rekening 1760/61. 3123. 7de rekening 1761/62. 3124. 8ste rekening 1762/63. 3125. 9de rekening 1763/64. 3126. 10de rekening 1764/65. 3127. 11de rekening 1765/66. 3128. Stukken, behoorende tot de. rekeningen van WALRAVEN VAN BALVEREN over 1755—1766. 1 omslag. 3129—3147. Rekeningen van C. N. J. F. L. VAN BYLANDT, 1766—1786. afgehoord 1769—1787. 19 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 1 November tot 1 November. De 13de rekening is verloren. De 14de en vlg. zijn afgelegd door de erfgenamen van den waldgraaf. In de lste een afschrift van zijn commissie van 1766. 3129. lste rekening 1766/67. 3130. 2de rekening 1767/68. 3131. 3de rekening 1768/69. 3132. 4de rekening 1769/70. 3133. 5de rekening 1770/71. 3134. 6de rekening 1771/72. 3135. 7de rekening 1772/73. 3136. 8ste rekening 1773/74. 333 3137. 9de rekening 1774/75. 3138. 10de rekening 1775/76. 3139. 11de rekening 1776/77. 3140. 12de rekening 1777/78. 3141. 14de rekening 1779/80. 3142. 15de rekening 1780/81. 3143. 16de rekening 1781/82. 3144. 17de rekening 1782/83. 3145. 18de rekening 1783/84. 3146. 19de rekening 1784/85. 3147. 20ste rekening van 1785 November 1 tot 1786 Februari 1. 3148. Stukken, behoorende tot de rekeningen van C. N. J. F. L. VAN BYLANDT over 1766—1786. 1 omslag. 3149—3157. Rekeningen van GERRIT WILLEM VAN BALVEREN, 1786—1795, afgehoord 1790—1797. 9 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 1 Februari tot 1 Februari. Deze waldgraaf is eerst in 1797 vervangen door een rentmeester, doch in overeenstemming met het aangenomen beginsel voor de afbakening van dit archief zijn zijn rekeningen over 1795—1797 buiten deze beschrijving gelaten. De 5de t. m. de 9de rekening zijn afgehoord door het Provintiaal Collegie. 3149. lste rekening 1786/87. 3150. 2de rekening 1787/88. 3151. 3de rekening 1788/89. 3152. 4de rekening 1789/90. 3153. 5de rekening 1790/91. 3154. 6de rekening 1791/92. 3155. 7de rekening 1792/93. 3156. 8ste rekening 1793/94. 3157. 9de rekening 1794/95. 3158. Bijlage bij de 9de rekening van GERRIT WILLEM VAN BALVEREN over 1794/95. 1 stuk in omslag. 334 HL Rekeningen van de rentmeesters der heerlijkheid Groesbeek, 1768—1794. N.B. Zie het aangeteekende aan het hoofd van EIII in de 2de Afdeeling. 3159_3165. Rekeningen van JOHANNES TEN BUSCH, 1768—1774, afgehoord 1772—1776. 7 deelen. N.B. Van dezen rentmeester zijn 2 of 3 rekeningen verloren. 3159. lste rekening over 1768. 3160. 2de rekening over 1769. 3161. 3de rekening over 1770. 3162. 4de rekening over 1771. 3163. 5de rekening over 1772. 3164. 6de rekening over 1773. 3165. 7de rekening over 1774. 3166. Bijlage bij de 6de rekening van JOHANNES TEN BüSCH over 1773. 1 stuk in omslag. 3167. Stukken, behoorende tot de rekeningen van JOHANNES TEN BüSCH over 1768—1774. 1 omslag. 3168—3184. Rekeningen van B. MOS, 1777—1794, afgehoord 1784—1796. 19 deelen. N.B. De rekeningen loopen voor sommige posten van 22 Februari tot 22 Februari, voor andere van 1 Mei tot 1 Mei. De revolutie' heeft in deze administratie geen verandering gebracht, doch de rekeningen van dezen rentmeester over 1794—1805 zijn buiten dit archief gehouden. De 7de rekening is aanvankelijk afgehoord in 1789, daarna in gewijzigden vorm in 1790. Die gewijzigde rekening is in duplo bij de andere geplaatst De 16de en de 17de zijn afgehoord door het Provintiaal Collegie. 3168. lste rekening 1777/78. 3169. 2de rekening 1778/79. 3170. 3de rekening 1779/80. 3171. 4de rekening 1780/81. 3172. 5de rekening 1781/82. 3173. 6de rekening 1782/83. 3174. 7de rekening 1783/84. 3 deelen. 335 3175. 8ste rekening 1784/85. 3176. 9de rekening 1785/86. 3177. 10de rekening 1786/87. 3178. 11de rekening 1787/88. 3179. 12de rekening 1788/89. 3180. 13de rekening 1789/90. 3181. 14de rekening 1790/91. 3182. 15de rekening 1791/92. 3183. 16de rekening 1792/93. 3184. 17de rekening 1793/94. 3185. Stukken, behoorende tot de rekeningen van B. MOS over 1777 1794. 1 omslag. IV. Rekeningen van de rentmeesters der domeinen van Zalt-Bommel, de Bommeler- en Tielerwaarden, Beesd, Renooi en Akkooi, 1543—1794. N.B. Zie het aangeteekende van het hoofd van EIV in de 2de Afdeeling. 3186—3190. Rekeningen van ANDRIES GERITSZOON, 1543—1548, afgehoord 1545—1549. 7 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 23 Februari tot 22 Februari. Bij de 3de en de 4de rekening zijn korte concepten op papier geplaatst. De lste en de 4de zijn afgehoord door RENOY, de overige door RENOY en Van DlEVE. In de lste rekening afschriften van de commissiebrieven van den rentmeester van 1538 (zie reg. n°. 741) en 1543. 3186. lste rekening 1543/44. 3187. 2de rekening 1544/45. 3188. 3de rekening 1545/46. 2 deelen. 3189. 4de rekening 1546/47. 2 deelen. 3190. 5de rekening 1547/48. N.B. Op het laatste blad een rekening van restanten, door de erfgenamen van den rentmeester afgelegd en een maand na de rekening zelve afgehoord. , 3191. Enkele bijlagen bij de rekeningen van ANDRIES GERITSZOON, 1543— 1548. 1 omslag. N.B. Onder deze bijlagen een akte van 1516. Zie reg. n°. 501. 3192. Stukken, behoorende tot de rekeningen van ANDRIES GERITSZOON over 1543—1548. 1 omslag. 3193—3205. Rekeningen van HENRICK DE GROOT, 1548—1561, afgehoord 1551—1561. 13 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 23 Februari tot 22 Februari. De lste, de 2de, de 3de en de 5de rekening zijn afgehoord in de Rekenkamer te Brussel, de 4de is aldaar overgeleverd, doch omtrent het afhooren blijkt niets, evenmin als in de 7de, die aan VAN DlÉVE en RENOY is ter hand gesteld. De 6de rekening is door VAN DlEVE afgehoord. De 6de t. m. de 13de vormen een trousse. In de 13de een afschrift van een besluit van 1560 betreffende de wedde van den rentmeester. 3193. lste rekening 1548/49. 3194. 2de rekening 1549/50. 3195. 3de rekening 1550/51. 3196. 4de rekening 1551/52. 3197. 5de rekening 1552/53. 3198. 6de rekening 1553/54. 3199. 7de rekening 1554/55. 3200. 8ste rekening 1555/56. 3201. 9de rekening 1556/57. 3202. 10de rekening 1557/58. 3203. 11de rekening 1558/59. 3204. 12de rekening 1559/60. 3205. 13de rekening 1560/61. 3205a. Bijlagen bij de 12de rekening van HENRICK DE GROOT, 1559/60. Stukken ten bewijze, dat de heer van Aalst zekere rente niet meer verschuldigd is, ingekomen in 1559. 1 omslag. 3206. Stukken, behoorende tot de rekening van HENRICK DE GROOT over 1548—1561. 1 omslag. 3207—3217. Rekeningen van PETER DE GROOT, 1561—1572, afgehoord 1563—1572. 11 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 1 September tot 31 Augustus. De 10de en de 11de rekening zijn bij de inname van Zalt-Bommel in beslag genomen, 31 Juli 1577 door den rentmeester te Arnhem overgeleverd, doch daar niet goedgekeurd. De 11de is vermoedelijk de laatste van dezen rentmeester geweest. In de lste een afschrift van zijn commissie van 1560. 336 337 3207. lste rekening van 1561 Februari 23 tot 1562 Augustus 31. 3208. 2de rekening 1562/63. 3209. 3de rekening 1563/64. 3210. 4de rekening 1564/65. 3212. 6de rekening 1566/67. 3213. 7de rekening 1567/68. 3214. 8ste rekening 1568/69. 3215. 9de rekening 1569/70. 3216. 10de rekening 1570/71. 3217. 11de rekening 1571/72. 3218—3221. Enkele bijlagen bij de rekeningen van PETER DE GROOT over 1561—1572. 3218. 3219. Bijlagen bij de 5de rekening over 1565/66. 3218. Brief, waarbij de vrouwe van Ammerzoden afstand doet van de rechten, voortvloeiende uit zekeren ouden pandbrief van den tol te Zalt-Bommel, dien zij niet vinden kan, 1564, en quitantie van dezelfde wegens ontvangen rente van een nieuwen brief, 1566. 1 charter en 1 stuk in omslag. N.B. Het charter Ch. n°. 2919. 3219. Afschrift van een pandbrief van de gruit te ZaltBommel, 1435. 1 stuk in omslag. N.B. Zie reg. n°. 114. 3220. Bijlagen bij de 9de rekening over 1569/70. 2 stukken in omslag. 3221. Bijlage bij de 11de rekening over 1571/72. 1 stuk in omslag. 3222. Stukken, behoorende tot de rekeningen van PETER DE GROOT over 1561—1572. 1 omslag. 3223. Rekening van GERAERT VAN GATEN genaamd COOLENS over 1577 en 1578. 1 deel. 3211. 5de rekening 1565/66. N.B. Deze rekening is van aanteekeningen voorzien, vermoedelijk door een gemachtigde van den prins van Oranje, op wiens commissiebrief van 1577 Februari 4 de rentmeester fungeerde, doch zij is niet gesloten. 22 338 3224—3229. Rekeningen van GERRIT GERRITSZOON, 1579—1587, afgehoord 1592. 6 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 1 September tot 31 Augustus. Deze rekeningen zijn op één dag afgehoord te 's-Gravenbage door 2 gecommitteerden van prins MAURITS, die, in verband met het eigenmachtige optreden van de stad Zalt-Bommel, het beheer der domeinen en van de geestelijke goederen in die streken aan zich had getrokken. De rentmeester had 4 December 1579 commissie van den prins van Oranje ontvangen. In 1596 zond de Raad van State deze rekeningen en die van de geestelijke goederen naar Arnhem. De 3de en de 4de rekening zijn verloren; "van de lste en de 2de zijn alleen exemplaren voor den rendant bewaard. 3224. lste rekening 1579/80. 3225. 2de rekening 1580/81. 3226. 5de rekening 1583/84. 3227. 6de rekening 1584/85. 3228. 7de rekening 1585/86. 3229. 8ste rekening 1586/87. 3230—3262. Rekeningen van HERMAN VAN CROMMENY, 1587—1624, afgehoord 1597—1625. 33 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 1 September tot 31 Augustus. Deze rentmeester heeft aanvankelijk dienst gedaan op een commissie van LEICESTER van 1587, die in de lste rekening is gehecht (in afschrift). In 1597 ontving hij commissie en instructie van het Geldersche Hof. Zijn rekeningen zijn evenwel alle in de Rekenkamer te Arnhem afgehoord. De 11de en de 33ste zijn verloren. De 34ste en de 35ste zijn door de weduwe van den rentmeester afgelegd. 3230. lste rekening 1587/88. 3231. 2de rekening 1588/89. 3232. 3de rekening 1589/90. 3233. 4de rekening 1590/91. 3234. 5de rekening 1591/92. 3235. 6de rekening 1592/93. 3236. 7de rekening 1593/94. 3237. 8ste rekening 1594/95. 3238. 9de rekening 1595/%. 339 3239. 10de rekening 1596/97. 3240. 12de rekening 1598/99. N.B. Op de binnenzijde van het omslag het toltarief van IJseloord van 12 Februari 1563 (zie n°. 193, fol. 187), met aanteekeningen voorzien. 3241. 13de rekening 1599/1600. 3242. 14de rekening 1600/01. 3243. 15de rekening 1601/02. 3244. 16de rekening 1602/03. 3245. 17de rekening 1603/04. 3246. 18de rekening 1604/05. 3247. 19de rekening 1605/06. 3248. 20ste rekening 1606/07. 3249. 21ste rekening 1607/08. 3250. 22ste rekening 1608/09. 3251. 23ste rekening 1609/12. 3252. 24ste rekening 1612/13. 3253. 25ste rekening 1613/14. 3254. 26ste rekening 1614/15. 3255. 27ste rekening 1615/16. 3256. 28ste rekening 1616/17. 3257. 29ste rekening 1617/18. 3258. 30ste rekening 1618/19. 3259. 31ste rekening 1619/20. 3260. 32ste rekening 1620/21. 3261. 34ste rekening 1622/23. 3262. 35ste rekening 1623/24. 3263. Eenige bijlagen bij de rekeningen van HERMAN VAN CROMMENY over 1587—1624. 1 omslag en 4 charters. . N.B. De charters, Ch. nos. 2447 en 2494, zijn brieven, overgelegd bij de 22ste rekening tot staving van zekere proceskosten. In het omslag o. m. de pachtcondities van het veer te Zalt-Bommel van 1621, door P. NlJHOFF vermeld in zijn „Kort overzigt", blz. 34, zijnde een bijlage tot de 32ste rekening. 340 3264. Stukken, behoorende tot de rekeningen van HERMAN VAN CROMMENY over 1587—1624. 1 omslag, 3265—3267. Rekeningen van PETER VAN ENSCHEDE, in naam en vanwege JAN TRIP, 1624—1627, afgehoord 1626—1628. 3 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 1 September tot 31 Augustus. 3265. lste rekening 1624/25. 3266. 2de rekening 1625/26. 3267. 3de rekening 1626/27. 3268—3283. Rekeningen van PETER VAN ENSCHEDE, 1627—1647, afgehoord 1629—1647. 16 deelen. N.B. Het boekjaar loopt tot 1630 van 1 September tot 31 Augustus, daarna van 26 Mei tot 26 Mei. De lste rekening is als 4de van dezen rentmeester aangeduid, doch uit de nummering van de overige blijkt, dat we zijn zelfstandige rekeningen als een nieuwe serie moeten aanmerken. De 2de, de 6de, de 7de en de 12de zijn verloren. De 5de t. m. de 13de zijn, voor zoover bewaard, gemerkt H—Q, de 15de t. m. de 18de S—X. In de 3de afschriften van de commissie en de instructie van den rendant van 1627. 3268. lste rekening 1627/28. 3269. 3de rekening 1629/30. 3270. 4de rekening 1630/31. 3271. 5de rekening 1631/32. 3272. 8ste rekening 1634/35. 3273. 9de rekening 1635/36. 3274. 10de rekening 1636/37. 3275. 11de rekening 1637/38. 3276. 13de rekening 1639/40. 3277. 14de rekening 1640/41. 3278. 15de rekening 1641/42. 3279. 16de rekening 1642/43. 3280. 17de rekening 1643/44. 3281. 18de rekening 1644/45. 3282. 19de rekening 1645/46. 3283. 20ste rekening 1646/47. 341 3284. Enkele bijlagen bij de rekeningen van PETER VAN ENSCHEDE over 1627—1647. 1 omslag. N.B. Een van deze stukken is een afschrift van een akte van 1435, die misschien bij de 10de rekening is overgelegd, doch waarvan het verband daartoe niet geheel vaststaat. Zie reg. n°. 116. 3285. Stukken, behoorende tot de rekeningen van PETER VAN ENSCHEDE over 1627—1647. 1 omslag. 3286—3291. Rekeningen van PETER VAN ENSCHEDE den Jongen, 1647— 1656, afgehoord 1649—1660. 6 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 27 Mei tot 26 Mei. De 4de, de 6de en de 7de rekening zijn verloren. In de 2de afschriften van de commissie en instructie van den rentmeester van 1647. 3286. lste rekening 1647/48. 3287. 2de rekening 1648/49. 3288. 3de rekening 1649/50. 3289. 5de rekening 1651/52. 3290. 8ste rekening 1654/55. 3291. 9de rekening 1655/56. 3292—3305. Rekeningen van DlRCK JONGBLOET, 1657—1673, afgehoord 1661—1679. 14 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 27 Mei tot 26 Mei. De lste, de 4de en de 12de rekening zijn verloren. 3292. 2de rekening 1657/58. 3293. 3de rekening 1658/59. 3294. 5de rekening 1660/61. 3295. 6de rekening 1661/62. 3296. 7de rekening 1662/63. 3297. 8ste rekening 1663/64. 3298. 9de rekening 1664/65. 3299. 10de rekening 1665/66. 3300. 11de rekening 1666/67. 3301. 13de rekening 1668/69. 3302. 14de rekening 1669/70. 3303. 15de rekening 1670/71. 342 3304. 16de rekening 1671/72. 3305. 17de rekening 1672/73. 3306. Stukken, behoorende tot de rekeningen van DlRCK JONGBLOET over 1657—1673. 1 omslag. 3307, 3308. Rekeningen van JURRIAEN VAN BlJSTERVELT, 1673—1675, afgehoord 1683, 1691. 2 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 27 Mei tot 26 Mei. De rendant is in 1673 wegens de afwezigheid van DlRCK JONGBLOET tijdelijk met het beheer van dit rentambt belast. 3307. lste rekening 1673/74. 3308. 2de rekening 1674/75. 3309—3329. Rekeningen van HENDRIK DE RUUCK, 1675—1699, afgehoord 1677—1702. 21 deelen. N.B. Het boekjaar begint en eindigt op verschillende data in Juni en Juli. De 7de, de 16de en de 17de rekening zijn verloren. 3309. lste rekening 1675/76. N.B. Het lste blad is verloren. 3310. 2de rekening 1676/77. 3311. 3de rekening 1677/78. 3312. 4de rekening 1678/79. 3313. 5de rekening 1679/80. 3314. 6de rekening 1680/81. 3315. 8ste rekening 1682/83. 3316. 9de rekening 1683/84. 3317. 10de rekening 1684/85. 3318. 11de rekening 1685/86. 3319. 12de rekening 1686/87. 3320. 13de rekening 1687/88. 3321. 14de rekening 1688/89. 3322. 15de rekening 1689/90. 3323. 18de rekening 1692/93. 3324. 19de rekening 1693/94. 3325. 20ste rekening 1694/95. 343 3326. 21ste rekening 1695/96. 3227. 22ste rekening 1696/97. 3328. 23ste rekening 1697/98. 3329. 24ste rekening 1698/99. 3330. Stukken, behoorende tot de rekeningen van HENDRIK DE RüUCK over 1675—1699. 1 omslag. 3331—3340. Rekeningen van JOHAN GEY, 1699—1709, afgehoord 1702— 1711. 10 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van Juli tot Juli. 3331. lste rekening 1699/1700. 3332. 2de rekening 1700/01. 3333. 3de rekening 1701/02. 3334. 4de rekening 1702/03. 3335. 5de rekening 1703/04. 3336. 6de rekening 1704/05. 3337. 7de rekening 1705/06. 3338. 8ste rekening 1706/07. 3339. 9de rekening 1707/08. 3340. 10de rekening 1708/09. 3341—3349. Rekeningen van /JOHAN GEY JR., 1709—1718, afgehoord 1712—1720. 9 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van Juli tot Juli. Vermoedelijk is er een 10de en laatste rekening geweest, die verloren is. 3341. lste rekening 1709/10. 3342. 2de rekening 1710/11. 3343. 3de rekening 1711/12. 3344. 4de rekening 1712/13. 3345. 5de rekening 1713/14. 3346. 6de rekening 1714/15. 3347. 7de rekening 1715/16. 3348. 8ste rekening 1716/17. 3349. 9de rekening 1717/18. 344 3350—3382. Rekeningen van JOHAN DlTYMAER, 1719—1752, afgehoord 1722—1754. 33 deelen. N.B. Deze rekeningen beginnen en eindigen op verschillende data tusschen 30 Juni en 2 Augustus. 3350. lste rekening 1719/20. 3351. 2de rekening 1720/21. 3352. 3de rekening 1721/22. 3353. 4de rekening 1722/23. 3354. 5de rekening 1723/24. 3355. 6de rekening 1724/25. 3356. 7de rekening 1725/26. 3357. 8ste rekening 1726/27. 3358. 9de rekening 1727/28. 3359. 10de rekening 1728/29. 3360. 11de rekening 1729/30. 3361. 12de rekening 1730/31, 3362. 13de rekening 1731/32, 3363. 14de rekening 1732/33. 3364. 15de rekening 1733/34. 3365. 16de rekening 1734/35. 3366. 17de rekening 1735/36. 3367. 18de rekening 1736/37. 3368. 19de rekening 1737/38. 3369. 20ste rekening 1738/39. 3370. 21ste rekening 1739/40. 3371. 22ste rekening 1740/41. 3372. 23ste rekening 1741/42. 3373. 24ste rekening 1742/43. 3374. 25ste rekening 1743/44. 3375. 26ste rekening 1744/45. 3376. 27ste rekening 1745/46. 3377. 28ste rekening 1746/47. 3378. 29ste rekening 1747/48. 3379. 30ste rekening 1748/49. 345 3380. 31ste rekening 1749/50. 3381. 32ste rekening 1750/51. 3382. 33ste rekening 1751/52. 3383. Bijlagen bij de 6de rekening van JOHAN DUYMAER over 1724/25. Brieven, overgelegd en ongeldig gemaakt bij de lossing van 3 kapitalen, op den tol te Zalt-Bommel staande, 1563, 1564, 1570, 1590, 1625, 1674. 7 charters. N.B. Ch. nos. 2821, 2822, 2874 en 2875. 3384. Stukken, behoorende tot de rekeningen van JOHAN DUYMAER over 1719_1752. 1 omslag. 3385—3422. Rekeningen van FRANCOIS WILLEM DE VlRIEU, 1752—1791, afgehoord 1756—1795. 38 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 16 Juli tot 16 Juli. De 26ste rekening is verloren. De laatste is afgehoord door het Provintiaal Collegie. In de lste zijn gehecht afschriften van de commissie en de instructie van den rendant van 1752. 3385. lste rekening 1752/53. 3386. 2de rekening 1753/54. 3387. 3de rekening 1754/55. 3388. 4de rekening 1755/56. 3389. 5de rekening 1756/57. 3390. 6de rekening 1757/58. 3391. 7de rekening 1758/59. 3392. 8ste rekening 1759/60. 3393. 9de rekening 1760/61. 3394. 10de rekening 1761/62. 3395. 11de rekening 1762/63. 3396. 12de rekening 1763/64. 3397. 13de rekening 1764/65. 3398. 14de rekening 1765/66. 3399. 15de rekening 1766/67. 3400. 16de rekening 1767/68. 3401. 17de rekening 1768/69. 3402. 18de rekening 1769/70. 346 3403. 19de rekening 1770/71. 3404. 20ste rekening 1771/72. 3405. 21ste rekening 1772/73. 3406. 22ste rekening 1773/74. 3407. 23ste rekening 1774/75. 3408. 24ste rekening 1775/76. 3409. 25ste rekening 1776/77. 3410. 27ste rekening 1778/79. 3411. 28ste rekening 1779/80. 3412. 29ste rekening 1780/81. 3413. 30ste rekening 1781/82. 3414. 31ste rekening 1782/83. 3415. 32ste rekening 1783/84. 3416. 33ste rekening 1784/85. 3417. 34ste rekening 1785/86. 3418. 35ste rekening 1786/87. 3419. 36ste rekening 1787/88. 3420. 37ste rekening 1788/89. 3421. 38ste rekening 1789/90. 3422. 39ste rekening 1790/91. 3423. Bijlage bij de 27ste rekening van FRANCOIS WILLEM DE VlRIEU over 1778/79. Afschrift van de pachtcondities van het veer van St. Andries, 1778. 1 stuk in omslag. 3424. Stukken, behoorende tot de rekeningen van FRANCOIS WILLEM DE VlRIEU over 1752—1791. 1 omslag. 3425—3427. Rekeningen van JACOB DE VlRIEU, 1791—1794, afgehoord 1795, 1796. 3 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 16 Juli tot 16 Juli. De rendant heeft nog 3 rekeningen na deze uitgebracht, die hier niet zijn beschreven, omdat zij niet kunnen geacht worden, tot dit archief te behooren. De hier beschreven rekeningen zijn afgehoord in het Provintiaal Collegie. 3425. lste rekening 1791/92. 3426. 2de rekening 1792/93. 3427. 3de rekening 1793/94. 347 3428. Stukken, behoorende tot de rekeningen van JACOB DE VlRIEU over 1791—1794. 1 omslag. V. Rekeningen van de rentmeesters der baronie Hedel, 1700—1794. N.B. Zie het aangeteekende aan het hoofd van EV in de 2de Afdeeling. 3429—3473. Rekeningen van JACOB ELZEVIER, 1700—1744, afgehoord 1702—1747. 45 deelen. 3429. lste rekening over 1700. 3430. 2de rekening over 1701. 3431. 3de rekening over 1702. 3432. 4de rekening over 1703. 3433. 5de rekening over 1704. 3434. 6de rekening over 1705. 3435. 7de rekening over 1706. 3436. 8ste rekening over 1707. 3437. 9de rekening over 1708. 3438. 10de rekening over 1709. 3439. 11de rekening over 1710. 3440. 12de rekening over 1711. 3441. 13de rekening over 1712. 3442. 14de rekening over 1713. 3443. 15de rekening over 1714. 3444. 16de rekening over 1715. 3445. 17de rekening over 1716. 3446. 18de rekening over 1717. 3447. 19de rekening oVer 1718. 3448. 20ste rekening over 1719. 3449. 21ste rekening over 1720. 3450. 22ste rekening over 1721. 3451. 23ste rekening over 1722. 3452. 24ste rekening over 1723. 3453. 25ste rekening over 1724. 3454. 26ste rekening over 1725, 348 3455. 27ste rekening over 1726. 3456. 28ste rekening over 1727. 3457. 29ste rekening over 1728. 3458. 30ste rekening over 1729. 3459. 31ste rekening over 1730. 3460. 32ste rekening over 1731, 3461. 33ste rekening over 1732. 3462. 34ste rekening over 1733. 3463. 35ste rekening over 1734. 3464. 36ste rekening over 1735. 3465. 37ste rekening over 1736. 3466. 38ste rekening over 1737. 3467. 39ste rekening over 1738. 3468. 40ste rekening over 1739. 3469. 41ste rekening over 1740. 3470. 42ste rekening over 1741. 3471. 43ste rekening over 1742. 3472. 44ste rekening over 1743. 3473. 45ste rekening over 1744. 3474- Bijlagen bij eenige rekeningen van JACOB ELZEVIER over 1700—1744. 1 pak. N.B. De oorspronkelijke bijlagen zijn verloren. De hier beschreven stukken zijn duplikaten, gevonden onder de stukken betreffende het beheer van het rentambt, doch die hier beter dan elders geplaatst zijn. 3475_3492, Rekeningen van PETER ELZEVIER, 1745—1767, afgehoord 1748—1771. 18 deelen. N.B. De 12de en de 16de t. m. de 19de rekening zijn in 1837 uitgeleend aan ADRIAAN LOTEN en sindsdien verloren. De laatste 2 zijn door de erfgenamen van den rendant afgelegd. 3475. lste rekening over 1745. 3476. 2de rekening over 1746. 3477. 3de rekening over 1747, 3478. 4de rekening over 1748, 349 3479. 5de rekening over 1749. 3480. 6de rekening over 1750. 3481. 7de rekening over 1751. 3482. 8ste rekening over 1752. 3483. 9de rekening over 1753. 3484. 10de rekening over 1754. 3485. 11de rekening over 1755. 3486. 13de rekening over 1757. 3487. 14de rekening over 1758. 3488. 15de rekening over 1759. 3489. 20ste rekening over 1764. 3490. 21ste rekening over 1765. 3491. 22ste rekening over 1766. 3492. 23ste rekening over 1767. 3493. Enkele bijlagen bij de rekeningen van PETER ELZEVIER over 1745— 1767. 1 omslag. 3494. Stukken, behoorende tot de rekeningen van PETER ELZEVIER over 1745_1767. 1 omslag. 3495—3520. Rekeningen van PETER DE ROOCK, 1768—1794, afgehoord 1772—1798. 26 deelen. N.B. De 2de rekening is verloren. De revolutie bracht in deze administratie geen verandering, doch op grond van de in het algemeen aangenomen grens voor dit archief zijn de rekeningen van dezen rentmeester over 1795—1807 hier niet beschreven. De 23ste t. m. de 26ste rekening zijn afgehoord door het Provintiaal Collegie, de 27ste door het Intermediair Administratief Bestuur. 3495. lste rekening over 1768. 3496. 3de rekening over 1770. 3497. 4de rekening over 1771. 3498. 5de rekening over 1772. 3499. 6de rekening over 1773. 3500. 7de rekening over 1774. 3501. 8ste rekening over 1775. 3502. 9de rekening over 1776. 3503. 10de rekening over 1777. 350 3504. 11de rekening over 1778. 3505. 12de rekening over 1779. 3506. 13de rekening over 1780. 3507. 14de rekening over 1781. 3508. 15de rekening over 1782. 3509. 16de rekening over 1783. 3510. 17de rekening over 1784. 3511. 18de rekening over 1785. 3512. 19de rekening over 1786. 3513. 20ste rekening over 1787. 3514. 21ste rekening over 1788. 3515. 22ste rekening over 1789. 3516. 23ste rekening over 1790. 3517. 24ste rekening over 1791. 3518. 25ste rekening* over 1792. 3519. 26ste rekening over 1793. 3520. 27ste rekening over 1794. 3521. Eenige bijlagen bij de rekeningen van PETER DE ROOCK over 1768— 1794. 1 omslag. 3522. Stukken, behoorende tot de rekeningen van PETER DE ROOCK over 1768—1794. 1 omslag. VI. Rekeningen van de rentmeesters der domeinen van stad en ambt Gelre, 1572—1609. N.B. Zie de aanteekening aan het hoofd van E VI in de 2de Afdeeling 3523—3526. Rekeningen van JOHAN VAN AEFFERDEN, 1572—1576, afgehoord 1575, 1577. 4 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 12 Juli tot 12 Juli. In de lste rekening zijn enkele bijlagen gehecht. Van de 5de en de 6de rekening zijn staten afgehoord, waarvan alleen de laatstgenoemde in afschrift bewaard is (n°. 3528). 3523. lste rekening 1572/73. 3524. 2de rekening 1573/74. 3525. 3de rekening 1574/75. 3526. 4de rekening 1575/76. 351 3527. Stukken, behoorende tot de rekeningen van JOHAN VAN AEFFERDEN over 1572—1576. 1 omslag. 3528. Staat van de 6de rekening van JOHAN VAN AEFFERDEN, 1577/78, afgehoord 1578 (afschrift). 1 deel. N.B. Deze staat is overgeleverd door den zoon en opvolger van den rentmeester, GODERT VAN AEFFERDEN. Het afschrift is met andere stukken geliasseerd geweest. 3529—3543. Rekeningen van CAERL CATZ, 1579—1609, afgehoord 1581— 1611. 15 deelen in 14 banden. N.B. Het boekjaar loopt van 13 Juli tot 12 JuH. 3529, Rekening van het in 1579 uit het bosch den Bruel te Gelre verkochte hout en de van de opbrengst aan de fortificatie der stad bestede uitgaven, 1579/80. N.B. In één band met n°. 3530. 3530—3543. Rekeningen van het gewone domeinbeheer. N.B. In de 3de rekening afschriften van de commissie en de instructie van den rendant van 1579 en 1580. In de 5de is gehecht een opteekening van ontvangen korenrenten van 1586 tot 1595, door den, rentmeester overgelegd bij de verrekening van achterstallige posten in 1595. In de 10de rekening zijn bijlagen gehecht. 3530. lste rekening 1579/80. 3531. 2de rekening 1580/81. 3532. 3de rekening 1581/82. 3533. 4de rekening 1582/83. 3534. 5de rekening 1583/84. 3535. 6de rekening 1584/85. 3536. 7de rekening 1585/86. 3537. 8ste rekening 1586/87. 3538. 9de rekening 1587/99. 3539. 10de rekening 1599/1601. 3540. 11de rekening 1601/03. 3541. 12de rekening 1603/05. 3542. 13de rekening 1605/07. 3543. 14de rekening 1607/09. 352 3544. Enkele bijlagen bij de rekeningen van CAERL CATZ over 1579—1609. 1 omslag. 3545. Stukken, behoorende tot de rekeningen van CAERL CATZ over 1579—1609. 1 omslag. VIL Rekeningen van de rentmeesters der domeinen van Kriekenbeek c. a., 1544—1582. N.B. Zie de aanteekening aan het hoofd van EVH in de 2de Afdeeling. 3546. Rekening van JOHAN VAN DALEN, van 1544 Juni 1 tot 1546 Mei 31, afgehoord 1547. 1 deel. N.B. Deze rekening is afgehoord door VAN DlEVE en RENOY. De commissie van den rentmeester van 1545 is er in afgeschreven, 3547—3559. Rekeningen van THOMAS MAESZOON VAN BREYEL, 1546— 1560, afgehoord 1547—1561. 14 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 1 Juni tot 31 Mei, De lste rekening is afgehoord door VAN DlEVE en RENOY, de 3de t. m. de 8ste en de 10de in de Rekenkamer te Brussel, de 9de door VAN DlEVE en BELL. De 2de is verloren. Bij de 6de is een exemplaar voor den rendant bewaard. Bij de laatste is gebonden een „doleancie" of rekening van achterstallige inkomsten, afgehoord in 1561. In de lste rekening een afschrift van de commissie van den rendant van 1546. 3547. lste rekening 1546/47. 3548. 3de rekening 1548/49. 3549. 4de rekening 1549/50. 3550. 5de rekening 1550/51. 3551. 6de rekening 1551/52. 2 deelen. 3552. 7de rekening 1552/53. 3553. 8ste rekening 1553/54. 3554. 9de rekening 1554/55. 3555. 10de rekening 1555/56. 3556. 11de rekening 1556/57. 3557. 12de rekening 1557/58. 3558. 13de rekening 1558/59. 3559. 14de rekening 1559/60. 353 3560. Enkele bijlagen bij de rekeningen van THOMAS MAESZOON VAN BREYEL over 1546—1560. 1 omslag. 3561. Stukken, behoorende tot de rekeningen van THOMAS MAESZOON over 1546—1560. 1 omslag. 3562—3566. Rekeningen van WYNANT VAN POLL, 1560—1565, afgehoord 1561—1568. 5 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 1 Juni tot 31 Mei. 3562. lste rekening 1560/61. 3563. 2de rekening 1561/62. 3564. 3de rekening 1562/63. 3565. 4de rekening 1563/64. 3566. 5de rekening 1564/65. 3567, Stukken, behoorende tot de rekeningen van WYNANT VAN POLL over 1560—1565, 1 omslag. 3568—3576. Rekeningen van PETER VAN DER HATERT, 1565—1575, afgehoord 1567—1578. 9 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 1 Juni tot 31 Mei. De 6de rekening is verloren. De 8ste is een exemplaar voor den rendant. De 10de is de laatste van dezen rentmeester, die te Arnhem is afgehoord. Zijn commissie en instructie van 1565 zijn afgeschreven in de lste rekening. 3568. lste rekening 1565/66. 3569. 2de rekening 1566/67. 3570. 3de rekening 1567/68. 3571. 4de rekening 1568/69. 3572. 5de rekening 1569/70. 3573. 7de rekening 1571/72. 3574. 8ste rekening 1572/73. 3575. 9de rekening 1573/74. 3576. 10de rekening 1574/75. 3577. Stukken, behoorende tot de rekeningen van PETER VAN DER HATERT over 1565—1575. 1 omslag. N.B. In dit omslag o. a. een katern, zijnde een concept op papier voor een rekening, eindigende 1578, doch waarin geen cijfers zijn ingevuld. 23 354 3578. 3de rekening van MlCHlEL CRAENEN, van 1581 Juni 1 tot 1582 Mei 31, afgehoord 1583. 1 deel. N.B. Andere rekeningen van dezen rentmeester zijn in dit archief niet bewaard. VIII. Rekeningen van de drosten-rentmeesters van Kessel en de voogdij Lottum, 1543—1578. N.B. Het drostambt en het rentambt werden door denzelfden persoon bekleed, die van beide ééne rekening uitbracht. 3579—3601. Rekeningen van JOHAN VAN WlTTENHORST, heer tot der Horst, 1543—1569, afgehoord 1546—1570. 25 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 1 Augustus tot 31 Juli. De lste rekening is afgehoord door RENOY op het huis ter Horst, de 3de, de 4de en de 5de door RENOY en VAN DlEVE te Arnhem, de 6de t. m. de 9de in de Rekenkamer te Brussel, de 11de en de 12de door VAN DlEVE en BELL te Arnhem, de 13de door VAN DlEVE te Grave. De 2de, de 10de en de 19de zijn verloren. Bij de 8ste en de 9de zijn concepten bewaard. De afgeboorde exemplaren daarvan zijn aan elkaar gehecht, terwijl ook de 12de t. m. de 19de rekeningen een trousse vormen. In de lste afschriften van brieven betreffende het ambt van 1523 en 1535 (zie reg. nos. 554 en 681). 3579. lste rekening 1543/44. 3580. 3de rekening 1545/46. 3581. 4de rekening 1546/47. 3582. 5de rekening 1547/48. 3583. 6de rekening 1548/49. N.B. In deze rekening is een stuk gehecht, houdende aanteekeningen omtrent de aan den graaf van Meurs verpande domeinen onder het rentambt Kessel (c. 1550). 3584. 7de rekening 1549/50. 3585. 8ste rekening 1550 51. 2 deelen. 3586. 9de rekening 1551/52. 2 deelen. 3587. 11de rekening 1553/54. 3588. 12de rekening 1554/55. 3589. 13de rekening 1555/56. 3590. 14de rekening 1556/57. 3591. 15de rekening 1557/58. 355 3592. 16de rekening 1558/59. 3593. 17de rekening 1559,60. 3594. 18de rekening 1560/61. 3595. 20ste rekening 1562/63. 35%. 21ste rekening 1563/64. 3597. 22ste rekening 1564/65. 3598. 23ste rekening 1565/66. 3599. 24ste rekening 1566/67. 3600. 25ste rekening 1567/68. 3601. 26ste rekening 1568/69. 3602—3606. Eenige bijlagen bij de rekeningen van JOHAN VAN WlTTENHORST over 1543—1569. 3602. Bijlagen bij de lste rekening over 1543/44. 4 stukken in omslag. N.B. Zie reg. nos. 515, 516, 644 en 777. 3603. 3604. Bijlagen bij de 6de rekening over 1548/49. 2 katerns. 3603. Tynsboek van Venraai in het land van Kessel (afschr. 1549). 3604, „Dat herberchskaeren unde den herenpacht". Kohier van de onder Venraai verschuldigde korenrenten (afschr. 1549), 3605. Bijlage bij de 8ste rekening over 1550/51. Tynsboek'slands van Kessel (afschr. 1552). 1 katern. 3606. Bijlage bij de 18de rekening over 1560/61. 1 stuk in omslag. N.B. Zie reg. n°. 786, 3607. Stukken, behoorende tot de rekeningen van JOHAN VAN WlTTENHORST over 1543—1569. 1 omslag. 3608—3616. Rekeningen van JOHAN VAN WlTTENHORST Jr., heer tot der Horst, 1569—1578, afgehoord 1571—1581. 10 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 1 Augustus tot 31 Juli. Bij de 7de rekening een duplikaat op papier (vermoedelijk voor den rendant bestemd geweest), dat vollediger is dan het ex. op perkament, omdat van het laatstge- 356 genoemde het omslag is afgescheurd, waarop o. a. het reces was aangeteekend. In de lste rekening zijn gehecht een concept en een afschrift van de instructie van den rendant, gewijzigd bij het afhooren van die rekening. 3609. 2de rekening 1570/71. 3610. 3de rekening 1571/72. 3611. 4de rekening 1572/73. 3612. 5de rekening 1573/74. 3613. 6de rekening 1574/75. 3614. 7de rekening 1575/76. 2 deelen. 3615. 8ste rekening 1576/77. 3616. 9de rekening 1577/78. 3617. Bijlage bij de 5de rekening van JOHAN VAN WlTTENHORST Jr. over 1573/74. 1 stuk in omslag. 3618. Stukken, behoorende tot de rekeningen van JOHAN VAN WlTTENHORST Jr. over 1569—1578. 1 omslag. XIX. Rekeningen van de rentmeesters der domeinen van Roermond, Montfort en Erkelentz, 1544—1576. 3619—3636. Rekeningen van Mr. PETER HUEST, 1544—1563, afgehoord 1549—1565. 19 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 13 Juli tot 12 Juli. De lste, de 3de en de 4de rekening zijn afgehoord door VAN DlEVE en RENOY, de 5de t. m. de 9de en de 12de in de Rekenkamer te Brussel (de 8ste is evenwel niet gesloten), de 10de en de 11de door VAN DlEVE en BELL, De 2de rekening is verloren. Bij de 11de een concept. In de lste afschriften van de commissiebrieven van den rendant, van 1531 (zie reg. n°. 623), en diens voorganger, van 1530 (zie reg. n°. 607). De laatste rekening is afgelegd door de weduwe en erfgenamen van den 9 December 1562 overleden rentmeester. 3608. lste rekening 1569/70. N.B. Fol. 16—19 ontbreken. 3622. 3619. 3620. 3621. lste rekening 1544/45. 3de rekening 1546/47. 4de rekening 1547/48. 5de rekening 1548/49. 357 3623. 6de rekening 1549/50. 3624. 7de rekening 1550/51. 3625. 8ste rekening 1551/52. 3626. 9de rekening 1552/53. 3627. 10de rekening 1553/54. 3628. 11de rekening 1554/55. 2 deelen. 3629. 12de rekening 1555/56. 3630. 13de rekening 1556,57. 3631. 14de rekening 1557/58. 3632. 15de rekening 1558/59. 3633. 16de rekening 1559/60. 3634. 17de rekening 1560/61. 3635. 18de rekening 1561/62. 3636. 19de rekening 1562/63. 3637. Eenige bijlagen bij de rekeningen van Mr. PETER HUEST over 1544— 1563. 1 omslag. N.B. Onder de bijlagen bij de 11de rekening afschriften van oorkonden van 1463 en 1467. Zie reg. nos. 220 en 246. 3638. Stukken, behoorende tot de rekeningen van Mr. PETER HlTEST over 1544—1563. 1 omslag. 3639—3645. Rekeningen van ARNT POLLART, 1566—1573, afgehoord 1568 —1575. 10 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 12 Juli tot 12 Juli. De eerste 3 rekeningen zijn-verloren. Bij de 6de, de 8ste en de 10de zijn exemplaren voor den rendant bewaard. 3639. 4de rekening 1566/67. 3640. 5de rekening 1567/68. 3641. 6de rekening 1568/69. 2 deelen. 3642. 7de, rekening 1569/70. 3643. 8ste rekening 1570/71. 2 deelen. 3644. 9de rekening 1571/72. 3645. 10de rekening 1572/73. 2 deelen. 358 3646. Bijlage bij de (verloren) lste rekening van ARNT POLLART. Conceptborgtochtsbrief, 1563. 1 charter. N.B. Ch. n°. 2180. De oorspr. brief in n°. 111. 3647. Stukken, behoorende tot de rekeningen van ARNT POLLART over 1566—1573. 1 omslag. 3648—3650. Rekeningen van DERICK POLLART, 1573—1576, afgehoord 1575, 1577. 3 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 12 Juli tot 12 Juli. De 3de rekening is niet gesloten. In de lste is gehecht een katern, houdende o. m. afschriften van de commissie en de instructie van den rendant van 1573. 3648. lste rekening 1573/74. 3649. 2de rekening 1574/75. 3650. 3de rekening 1575/76. X. Rekeningen van de rentmeesters der domeinen van Zutphen, 1549—1795. N B. De z.g. landrentmeester van Zutphen beheerde alle domeinen in het kwartier van Zutphen en in Salland sedert de lossing van het meerendeel van die domeinen in 1549. De rekeningen van den in dat jaar met het beheer van dit rentambt belasten Hollander cornelis anthoniszoon sluiten dientengevolge in hoofdzaak aan bij die van de pandhouders der Zutphensche domeinen, welke dezen bij de lossing hebben overgelegd (zie de nos. 442 en 444). Zij zijn echter uitvoeriger en eenigszins anders ingericht, naar het voorbeeld van het verbaal van Van Keppel en Renoy (n°. 415). 3651—3665. Rekening en van CORNELIS ANTHONISZOON (van Schoonhoven), 1549—1564, afgehoord 1552—1566. 20 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 22 Februari tot 21 Februari. De eerste 5 rekeningen zijn in de Rekenkamer te Brussel afgehoord, de 6de is afgehoord te Zutphen en gesloten te Arnhem door van DlEVE. Bij de lste t. m. de 4de en de 9de zijn exemplaren voor den rendant bewaard. In de lste een afschrift van diens commissie van 1549 en instructie van 1550, in de 2de een afschrift van een akte van 1550 betreffende zijn wedde. In de 11de rekening is op fol. 104 een brief van den Raad van Finantiën afgeschreven, d.d. 1558 October 31, waarbij den rentmeester gelast wordt, den van de erven van bernt van hackfort gelosten Schuilenburg c. a. in beheer 359 te nemen (vgl. nos. 461—475). Dientengevolge vindt men fol. 105 vlg. een ingelaschte rekening betreffende dat domein; in de volgende rekeningen vormt deze een hoofdstuk. 3651. lste rekening 1549/50. 2 deelen. 3652. 2de rekening 1550/51. 2 deelen. 3653. 3de rekening 1551/52. 2 deelen. 3654. 4de rekening 1552/53. 2 deelen. 3655. 5de rekening 1553/54. 3656. 6de rekening 1554/55. 3657. 7de rekening 1555/56. 3658. 8ste rekening 1556/57. 3659. 9de rekening 1557/58. 2 deelen. 3660. 10de rekening 1558/59. 3661. 11de rekening 1559/60. 3662. 12de rekening 1560/61. 3663. 13de rekening 1561/62. ♦ 3664. 14de rekening 1562/63. 3665. 15de rekening 1563/64. 3666. Enkele bijlagen bij de rekeningen van CORNELIS ANTHONISZOON over 1549—1564. 1 omslag. N.B. Meerendeels overblijfselen van liassen, in de rekeningen gevonden. 3667. Stukken, behoorende tot de rekeningen van CORNELIS ANTHONISZOON over 1549—1564. 1 omslag. 3668—3679. Rekeningen van JOHAN GARBRANTS, 1564—1576, afgehoord 1568—1578. 13 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 22 Februari tot 21 Februari. Deze rentmeester was blijkens de commissie van zijn opvolger in 1579 nog in functie, doch afwezig. Vermoedelijk heeft hij over 1576—1579 geen rekeningen ingediend. Bij de 12de rekening is een afschrift daarvan geplaatst, dat door den opvolger JOOST TER VlELE is gemaakt en gebruikt is bij het afhooren van diens lste rekening. In de 12de rekening komt de Schuilenburg c. a. pro memorie voor, aangezien dit domein 20 Augustus 1575 opnieuw is verpand. In de lste rekening afschriften van de commissie van den rentmeester van 1563 en van zijn instructie van 1564. 360 3668. lste rekening 1564/65. 3669. 2de rekening 1565/66. 3670. 3de rekening 1566/67. 3671. 4de rekening 1567/68. 3672. 5de rekening 1568/69. 3673. 6de rekening 1569/70. 3674. 7de rekening 1570/71. 3675. 8ste rekening 1571/72. 3676. 9de rekening 1572/73. 3677. 10de rekening 1573/74. 3678. 11de rekening 1574/75. 3679. 12de rekening 1575/76. 2 deelen 3680, 3681. Enkele bijlagen bij de rekeningen van JOHAN GARBRANTS over 1564—1576. 3680. Bijlage bij de lste rekening over 1564/65. 1 stuk in omslag. 3681. Bijlagen bij de 9de rekening over 1572/73. Stukken betreffende de verpachting van het veer te Doesburg in 1571. 1 omslag. 3682. Stukken, behoorende tot de rekeningen van JOHAN GARBRANTS over 1564—1576. 1 omslag. 3683—3692. Rekeningen van JOOST TER VlELE, 1579—1602, afgehoord 1581—1605. 10 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 22 Februari tot 21 Februari. Deze rentmeester, die gedurende de afwezigheid van JACOB GARBRANTS diens ambt zou waarnemen, is 19 Augustus 1579 in functie getreden (zie de aanteekening in zijn lste rekening, fol. 111, in welke rekening ook afschriften van zijn commissie van 1579 en instructie en akte van borgtocht van 1580). In 1583 is hij door de Spanjaarden uit Zutphen verdreven, terwijl zijn' papieren verbrand werden, zoodat hij over 1581 en 1582 geen rekening heeft kunnen uitbrengen. In de jaren 1583—1592 heeft hij tengevolge van den oorlogstoestand slechts een klein gedeelte van de inkomsten van zijn rentambt kunnen innen; vandaar, dat de 3de rekening loopt over een tijdvak van 13 jaar. De in verband met deze omstandigheden zeer talrijke- achterstallige posten zijn, voor zoover zij in de rekeningen vermeld 361 waren, doorgehaald door de Rekenkamer, doch later afgehoord naar een afzonderlijke rekening, die 's rentmeesters erven daarvan hebben ingediend (n°. 3695). 3683. lste rekening 1579/80. 3684. 2de rekening 1580/81. 3685. 3de rekening 1581/93. 3686. 4de rekening 1593/94. 3687. 5de rekening 1594/97. 3688. 6de rekening 1597/98. 3689. 7de rekening 1598/99. 3690. 8ste rekening 1599/1600. 3691. 9de rekening 1600/01. 3692. 10de rekening 1601/02. 3693. Enkele bijlagen bij de rekeningen van JOOST TER VlELE over 1579— 1602. 1 omslag. 3694. Stukken, behoorende tot de rekeningen van JOOST TER VlELE over 1579—1602. 1 omslag. 3695. Rekening van de restanten der rekeningen van JOOST TER VlELE, 1579—1602, overgeleverd door zijn zoon LUDOLF en afgehoord in 1607. 1 deel. 3696. Stukken, behoorende tot de restantenrekening van JOOST TER VlELE, 1579—1602. 1 omslag. 3697. „Liquidatie over die thien reeckeningen ende quoyer van restandten van zal. JOOST TER VlELE ", door de Rekenkamer gesloten in 1614, alsmede een door de Rekenkamer opgemaakte lijst van de bij de afrekening der restanten niet terecht gekomen posten, die blijkbaar tengevolge van den oorlogstoestand waren verdonkerd, 1616. 2 deelen in 1 band. 3698—3751. Rekeningen van JACOB SCHIMMELPENNINCK VAN DER OYE, 1602—1660, afgehoord 1605—1664. 54 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 22 Februari tot 21 Februari. De 6de, de 16de, de 24ste en de 57ste rekening zijn verloren. In de lste rekening afschriften van 2 commissiebrieven van 1602, in de 5de afschriften van de instructie van den rentmeester van 1607 en van zijn akte van borgstelling van 1605. De laatste rekening is overgelegd door den zoon van den in 1661 overleden rentmeester. 362 3698. lste rekening 1602/03. 3699. 2de rekening 1603/04. 3700. 3de rekening 1604/05. N.B, In deze rekening meester sommige 3701. 4de rekening 1605/06, 3702. 5de rekening 1606/07, 3703. 7de rekening 1608/09, 3704. 8ste rekening 1609/10, 3705. 9de rekening 1610/11. 3706. 10de rekening 1611/12. 3707. 11de rekening 1612/13. 3708. 12de rekening 1613/14. 3709. 13de rekening 1614/15. 3710. 14de rekening 1615/16. 3711. 15de rekening 1616/17. 3712. 17de rekening 1618/19. 3713. 18de rekening 1619/20. 3714. 19de rekening 1620/21. 3715. 20ste rekening 1621/22. 3716. 21ste rekening 1622/23, 3717. 22ste rekening 1623/24. 3718. 23ste rekening 1624/25. 3719. 25ste rekening 1626/27. 3720. 26ste rekening 1627/28. 3721. 27ste rekening 1628/29. 3722. 28ste rekening 1629/30. 3723. 29ste rekening 1630/31. 3724. 30ste rekening 1631/32. 3725. 31ste rekening 1632/33. 3726. 32ste rekening 1633/34. 3727. 33ste rekening 1634/35. is een brief gehecht, waarin de rentposten toelicht. 363 3728. 34ste rekening 1635/36. 3729. 35ste rekening 1636/37. 3730. 36ste rekening 1637/38. 3731. 37ste rekening 1638/39. 3732. 38ste rekening 1639/40. 3733. 39ste rekening 1640/41. 3734. 40ste rekening 1641/42. 3735. 41ste rekening 1642/43. 3736. 42ste rekening 1643/44. 3737. 43ste rekening 1644/45. 3738. 44ste rekening 1645/46. 3739. 45ste rekening 1646/47. 3740. 46ste rekening 1647/48. 3741. 47ste rekening 1648/49. 3742. 48ste rekening 1649/50. 3743. 49ste rekening 1650/51. 3744. 50ste rekening 1651/52. 3745. 51ste rekening 1652/53. 3746. 52ste rekening 1653/54. 3747. 53ste rekening 1654/55. 3748. 54ste rekening 1655/56. 3749. 55ste rekening 1656/57. 3750. 56ste rekening 1657/58. 3751. 58ste rekening 1659/60. 3752—3755. Rekeningen van JACOB SCHIMMELPENNINCK VAN DER OYE TOT HOLTHUISEN, 1662—1667, afgehoord 1667—1676. 4 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 22 Februari tot 22 Februari. De lste en de 4de rekening zijn verloren. In de lste was de commissie van den rendant van 1661 afgeschreven. 3752. 2de rekening 1662/63. 3753. 3de rekening 1663/64. 3754. 5de rekening 1665/66. 3755. 6de rekening 1666/67. 364 3756—3758. Rekeningen van ASSUEER SCHIMMELPENNINCK VAN DER OYE TOT HOLTHUISEN, 1669—1673, afgehoord 1675—1677. 3 deelen. N.b. Het boekjaar loopt van 22 Februari tot 22 Februari. De lste, de 2de en de 4de rekening zijn verloren. In de lste was de commissie van den rendant van 1667 afgeschreven. 3756. 3de rekening 1669/70. 3757. 5de rekening 1671/72. 3758. 6de rekening 1672/73. 3759. Rekening van JOHAN HENDRIK SWAEFFKEN TOT SüYRHUYS, van 1673 Februari 22 tot 1674 Februari 22, afgehoord in 1677 en 1679. 1 deel. N.b. De rendant was tijdelijk met het beheer van het landrentambt Zutphen belast. 3760—3790. Rekeningen van ALEXANDER SCHIMMELPENNINCK VAN DER OYE TOT HOLTHUISEN, 1674—1706, afgehoord 1678—1708. 31 deelen. N.b. Het boekjaar loopt van 22 Februari tot 22 Februari. Deze landrentmeester, geboren in 1669, volgde zijn vader assueer als zoodanig op. Tijdens zijn onmondigheid nam zijn grootvader aan moederszijde, gerrit kreynck tot de beele, het ambt waar. Zijn voornaam vindt men aan het hoofd van de 21ste rekening voor het eerst vermeld, terwijl in de lste rekening zijn commissie van 1675 is gehecht zonder vermelding van den voornaam. De 17de rekening is verloren. 3760. lste rekening 1674/75. 3761. 2de rekening 1675/76. 3762. 3de rekening 1676/77. 3763. 4de rekening 1677/78. 3764. 5de rekening 1678/79. 3765. 6de rekening 1679/80. 3766. 7de rekening 1680/81. 3767. 8ste rekening 1681/82. 3768. 9de rekening 1682/83. 3769. 10de rekening 1683/84. 3770. 11de rekening 1684/85. 365 3771. 12de rekening 1685/86. 3772. 13de rekening 1686/87. 3773. 14de rekening 1687/88. 3774. 15de rekening 1688/89. 3775. 16de rekening 1689/90. 3776. 18de rekening 1691/92. 3777. 19de rekening 1692/93. 3778. 20ste rekening 1693/94. 3779. 21ste rekening 1694/95. 3780. 22ste rekening 1695/%. 3781. 23ste rekening 16%/97. 3782. 24ste rekening 1697/98. 3783. 25ste rekening 1698/99. 3784. 26ste rekening 1699/1700. 3785. 27ste rekening 1700/01. 3786. 28ste rekening 1701/02. 3787. 29ste rekening 1702/03. 3788. 30ste rekening 1703/04. 3789. 31ste rekening 1704/05. 3790. 32ste rekening 1705/06. 3791—3795. Rekeningen van ALLARD SCHIMMELPENNINCK, 1706—1711, afgehoord 1709—1714. 5 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 22 Februari tot 22 Februari. In de lste rekening een afschrift van de commissie van den rendant van 1705. De laatste is ingediend door de curatoren van den insolventen boedel des rentmeesters, die inmiddels afstand van zijn ambt had gedaan. 3791. lste rekening 1706/07. 3792. 2de rekening 1707/08. 3793. 3de rekening 1708/09. 3794. 4de rekening 1709/10. 3795. 5de rekening 1710/11. 366 3796, 3797. Enkele bijlagen bij de rekeningen van ALLARD SCHIMMELPENNINCK over 1706—1711. 37%. Bijlage bij de 2de rekening over 1707/08. Geloste pandbrief van de goederen Nyenhuis en Leeuwenkamp in het scholtambt Lochem, 1643. 1 charter. N.B. Ch. n°. 2701. 3797. Bijlagen bij de 3de rekening over 1708/09. Geloste rentebrieven op landerijen onder Steenderen en den Oxerhof, 1540 (zie reg. n°. 773), en op den watertol (te Zutphen?) en de tynsen te Zelhem, 1550. 2 charters. N.B. Ch. nos. 2692 en 2819. 3798—3820. Rekeningen van COENRAAD VAN MUNSTER, 1711—1734, afgehoord 1714—1737. 23 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 22 Februari tot 22 Februari. In de lste rekening afschriften van de commissiebrieven van den rentmeester van 1711. De laatste rekening is namens zijn weduwe overgegeven door N. H. OLMIUS. 3798. lste rekening 1711/12. 3799. 2de rekening 1712/13. 3800. 3de rekening 1713/14. 3801. 4de rekening 1714/15. 3802. 5de rekening 1715/16. 3803. 6de rekening 1716/17. 3804. 7de rekening 1717/18. 3805. 8ste rekening 1718/19. 3806. 9de rekening 1719/20. 3807. 10de rekening 1720/21. 3808. 11de rekening 1721/22. 3809. 12de rekening 1722/23. 3810. 13de rekening 1723/24. 3811. 14de rekening 1724/25. 3812. 15de rekening 1725/26. 3813. 16de rekening 1726/27. 3814. 17de rekening 1727/28. 3815. 18de rekening 1728/29. 367 3816. 19de rekening 1729/30. 3817. 20ste rekening 1730/31. 3818. 21ste rekening 1731/32. 3819. 22ste rekening 1732/33. 3820. 23ste rekening 1733/34. 3821—3847. Rekeningen van ADRIAAN VERHUELL, 1734—1761, afgehoord 1738—1763. 27 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 22 Februari tot 22 Februari. In de lste rekening een afschrift van de commissie van den rentmeester van 1733. 3821. lste rekening 1734/35. 3822. 2de rekening 1735/36. 3823. 3de rekening 1736/37. 3824. 4de rekening 1737/38. 3825. 5de rekening 1738/39. 3826. 6de rekening 1739/40. 3827. 7de rekening 1740/41. 3828. 8ste rekening 1741/42. 3829. 9de rekening 1742/43. 3830. 10de rekening 1743/44. 3831. 11de rekening 1744/45. 3832. 12de rekening 1745/46. 3833. 13de rekening 1746/47. 3834. 14de rekening 1747/48. 3835. 15de rekening 1748/49. 3836. 16de rekening 1749/50. 3837. 17de rekening 1750/51. 3838. 18de rekening 1751/52. 3839. 19de rekening 1752/53. 3840. 20ste rekening 1753/54. 3841. 21ste rekening 1754/55. 3842. 22ste rekening 1755/56. 3843. 23ste rekening 1756/57. 368 3844. 24ste rekening 1757/58. 3845. 25ste rekening 1758/59. 3846. 26ste rekening 1759/60. 3847. 27ste rekening 1760/61. 3848. Stukken, behoorende tot de rekeningen van ADRIAAN VERHUELL over 1734—1761. 1 pak. N.B. Onder deze stukken verklaringen van den secretaris van Zutphen omtrent de graanprijzen aldaar. 3849—3882. Rekeningen van HENDRIK ADRIAAN WILLEM VAN ROUWENOORT, 1761—1795, afgehoord 1766—1795. 35 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 22 Februari tot 22 Februari. Deze rentmeester heeft gefungeerd tot 1797, doch zijn rekeningen over 1795—1797 zijn buiten deze beschrijving gelaten. De 27ste t. m. de 34ste rekening zijn afgehoord door het Provintiaal Collegie. De 22ste is een rendantsexemplaar, dat in 1884 is ontvangen van den heer P. F. DE BRUYN TENGBERGEN te Doesburg. Het is bij deze serie gevoegd omdat het voor de Rekenkamer bestemde exemplaar verloren is. Bij de lste rekening een niet afgehoord exemplaar, gesteld op naam van den substituut Mr. JOHAN COOPSEN. In de beide exemplaren van die rekening afschriften van de commissies van den rentmeester >als zoodanig en als hof- en tinstichter, van 1760. 3849. lste rekening 1761/62. 2 deelen. 3850. 2de rekening 1762/63. 3851. 3de rekening 1763/64. 3852. 4de rekening 1764/65. 3853. 5de rekening 1765/66. 3854. 6de rekening 1766/67. 3855. 7de rekening 1767/68. 3856. 8ste rekening 1768/69. 3857. 9de rekening 1769/70. 3858. 10de rekening 1770/71. 3859. 11de rekening 1771/72. 3860. 12de rekening 1772/73. 3861. 13de rekening 1773/74. 3862. 14de rekening 1774/75. 369 3863. 15de rekening 1775/76. 3864. 16de rekening 1776/77. 3865. 17de rekening 1777/78. 3866. 18de rekening 1778/79. 3867. 19de rekening 1779/80. 3868. 20ste rekening 1780/81. 3869. 21ste rekening 1781/82; 3870. 22ste rekening 1782/83. 3871. 23ste rekening 1783/84. 3872. 24ste rekening 1784/85. 3873. 25ste rekening 1785/86. 3874. 26ste rekening 1786/87. 3875. 27ste rekening 1787/88. 3876. 28ste rekening 1788/89. 3877. 29ste rekening 1789/90. 3878. 30ste rekening 1790/91. 3879. 31ste rekening 1791/92. 3880. 32ste rekening 1792/93. 3881. 33ste rekening 1793/94. 3882. 34ste rekening 1794/95. 3883, Stukken, behoorende tot de rekeningen van H. A. W. VAN ROUWENOORT over 1761—1795. 1 pak. XI. Rekeningen van de ontvangers van den landtol ter Hunnepe, 1552—1619. N.B. Deze tol werd geïnd in Epse aan den weg naar Deventer bij de Geldersch-Overijselsche grens. Hij is in 1551 gelost van den graat van Limburg Stirum. De opbrengst werd verantwoord door den landrentmeester van Zutphen, veelal in den vorm van een pacht, aan welke omstandigheid hoofdzakelijk moet worden toegeschreven, dat er weinig rekeningen van dezen tol in het archief van de Rekenkamer zijn bewaard. 3884—3890. Rekeningen van LUCAS AVERCAMP, 1552—1559, afgehoord 1554—1560. 7 deelen. N.B. De lste en de 2de rekening zijn afgehoord in de Rekenkamer te Brussel, de 3de en de 4de te Zutphen door 24 370 VAN DlEVE en BELL. De 7de en de 9de zijn verloren. Ia 1561 is de tol aan dezen tollenaar verpacht. In de lste rekening afschriften van zijn commissie van 1551 en van de ordonnantie van het Hof op den tol d.d. 1552 Juni 23. 3884. lste rekening over 1552. 3885. 2de rekening over 1553. 3886. 3de rekening over 1554. 3887. 4de rekening over 1555. 3888. 5de rekening over 1556. 3889. 6de rekening over 1557. 3890. 8ste rekening over 1559. 3891. Bijlage bij de 3de rekening van LUCAS AVERCAMP over 1554. 1 stuk in omslag. 3892. Stukken, behoorende tot de rekeningen van LUCAS AVERCAMP over 1552—1559. 1 omslag. 3893. 3894. Rekeningen van ADOLF BERNSSEN, 1577—1579. N.B. De rendant is tot 1574, als opvolger van AVERCAMP, pachter van den tol geweest, behalve van 1572/73, over welk jaar zijn rekening als collecteur evenwel niet bewaard is gebleven. Sinds 1574 heeft bij 6 rekeningen opgesteld, waarvan de eerste 3 verloren zijn, de laatste wegens den oorlogstoestand niet is ingeleverd bij de Rekenkamer, die vervolgens gedurende eenigen tijd de opbrengst van den tol niet heeft geïnd. Van de beide bewaarde rekeningen zijn 2 exemplaren bewaard, waarvan één voor de Rekenkamer bestemd was, in welk ex. bijlagen zijn gehecht. Alleen het voor de Rekenkamer bestemde ex. van de 4de rekening is gesloten, in 1580. Het boekjaar loopt van 1 October tot 30 September. 3893. 4de rekening 1577/78. 2 deelen. 3894. 5de rekening 1578/79. 2 deelen. 3895. Stukken, behoorende tot de rekeningen van ADOLF BERNSSEN over 1577—1579. 1 omslag. 3896—3898. Rekeningen van CASPER VAN DlCKHUYSEN, 1603—1619, afgehoord 1606, 1620. 3 deelen. N.B. De rendant is van 1598—1609 en van 1615—1621 collecteur van den tol geweest, van 1609—1615 pachter. Als 371 collecteur heeft hij geregeld rekeningen overgelegd, die echter ten deele verloren zijn. Het boekjaar loopt van 1 October tot 30 September. 3896. 4de rekening vóór de verpachting, 1603/05. 3897. 2de rekening na de verpachting, 1616/17. 3898. 3de rekening na de verpachting, 1617'19. 3899. Bijlage bij de 4de rekening vóór de verpachting van CASPER VAN DlCKHUYSEN over 1603/05. 1 stuk in omslag. XII. Rekeningen van de rentmeesters der Schuilenburgsche goederen, 1667—1794. N.B. Zie de aanteekening aan het hoofd van E XI in de 2de Afdeeling. 3900—3903. Rekeningen van HENDRIK TENGBERGEN, 1667—1670, afgehoord 1670—1677. 4 deelen. 3900. lste rekening over 1667. 3901. 2de rekening over 1668. 3902. 3de rekening over 1669. 3903. 4de rekening over 1670. -3953. Rekeningen van ARNOLD hoord 1678—1723. 50 deelen. 3904. lste rekening over 1671. 3905. 2de rekening over 1672. 3906. 3de rekening over 1673. 3907. 4de rekening over 1674. 3908. 5de rekening over 1675. 3909. 6de rekening over 1676. 3910. 7de rekening over 1677, 3911. 8ste rekening over 1678. 3912. 9de rekening over 1679. 3913. 10de rekening over 1680. 3914. 11de rekening over 1681. 3915. 12de rekening over 1682. 3916. 13de rekening over 1683. 3917. 14de rekening over 1684. 372 3918. 15de rekening over 1685. 3919. 16de rekening over 1686. 3920. 17de rekening over 1687. 3921. 18de rekening over 1688. 3922. 19de rekening over 1689. 3923. 20ste rekening over 1690. 3924. 21ste rekening over 1691. 3925. 22ste rekening over 1692. 3926. 23ste rekening over 1693. 3927. 24ste rekening over 1694. 3928. 25ste rekening over 1695. 3929. 26ste rekening over 1696. 3930. 27ste rekening over 1697. 3931. 28ste rekening over 1698. 3932. 29ste rekening over 1699. 3933. 30ste rekening over 1700. 3934. 31ste rekening over 1701. 3935. 32ste rekening over 1702. 3936. 33ste rekening over 1703, 3937. 34ste rekening over 1704, 3938. 35ste rekening over 1705, 3939. 36ste rekening over 1706. 3940. 37ste rekening over 1707. 3941. 38ste rekening over 1708. 3942. 39ste rekening over 1709. 3943. 40ste rekening over 1710. 3944. 41ste rekening over 1711. 3945. 42ste rekening over 1712. 3946. 43ste rekening over 1713. 3947. 44ste rekening over 1714. 3948. 45ste rekening over 1715. 3949. 46ste rekening over 1716. 3950. 47ste rekening over 1717. 373 3951. 48ste rekening over 1718. 3952. 49ste rekening over 1719. 3953. 50ste rekening over 1720. 3954—3959. Rekeningen van HENDRIK TENGBERGEN, 1721—1726, afgehoord 1725—1728. 6 deelen. 3954. lste rekening over 1721. 3955. 2de rekening over 1722. 3956. 3de rekening over 1723. 3957. 4de rekening over 1724. 3958. 5de rekening over 1725. 3959. 6de rekening over 1726. 3960—3972. Rekeningen van MARIA VAN RODENBERG, weduwe HENDRIK TENGBERGEN, 1727—1739, afgehoord 1729—1742. 13 deelen. N.B. maria van rodenberg nam het rentambt waar voor haren minderjarigen zoon arnold justinus tengbergen, die 9 October 1734 commissie als rentmeester ontving (abusievelijk onder den naam arnold T.). Ook na die aanstelling bleef de moeder, die inmiddels hertrouwd was 'met andreas Loderus, predikant te Terborg, zich met de administratie bemoeien, wat haar bij resolutie van de Rekenkamer d.d. 1740 November 5 is verboden. Vandaar dat, alhoewel op de rekeningen over 1735, 1736 en 1737 reeds de naam van den zoon voorkomt, diens rekeningen eerst geacht werden een aanvang te nemen over 1740. Dit komt ook tot uitdrukking in de nummering van de rekeningen, die vóór 1740 aansluit aan die van de rekeningen van hendrik teng¬ bergen. 3960. 7de (lste) rekening over 1727. 3961. 8ste (2de) rekening over 1728. 3962. 9de.(3de) rekening over 1729. 3963. 10de (4de) rekening over 1730. 3964. 11de (5de) rekening over 1731. 3965. 12de (6de) rekening over 1732. 3966. 13de (7de) rekening over 1733. 3967. 14de (8ste) rekening over 1734. 3968. 15de (9de) rekening over 1735. 3969. 16de (10de) rekening over 1736. 374 3970. 17de (11de) rekening over 1737. 3971. 18de (12de) rekening over 1738. 3972. 19de (13de) rekening over 1739. 3973_4011. Rekeningen van ARNOLD JUSTINUS TENGBERGEN, 1740 1778, afgehoord 1743—1785. 39 deelen. 3973. lste rekening over 1740. 3974. 2de rekening over 1741. 3975. 3de rekening over 1742. 3976. 4de rekening over 1743. 3977. 5de rekening over 1744. 3978. 6de rekening over 1745. 3979. 7de rekening over 1746. 3980. 8ste rekening over 1747. 3981. 9de rekening over 1748. 3982. 10de rekening over 1749. 3983. 11de rekening over 1750. 3984. 12de rekening over 1751. 3985. 13de rekening over 1752. 3986. 14de rekening over 1753. 3987. 15de rekening over 1754. 3988. 16de rekening over 1755. 3989. 17de rekening over 1756. 3990. 18de rekening over 1757. 3991. 19de rekening over 1758. 3992. 20ste rekening over 1759. 3993. 21ste rekening over 1760. 3994. 22ste rekening over 1761. 3995. 23ste rekening over 1762. 3996. 24ste rekening over 1763. 3997. 25ste rekening over 1764. 3998. 26ste rekening over 1765. 3999. 27ste rekening over 1766. 4000. 28ste rekening over 1767. 375 4001. 29ste rekening over 1768. 4002. 30ste rekening over 1769. 4003. 31ste rekening over 1770. 4004. 32ste rekening over 1771. 4005. 33ste rekening over 1772. 4006. 34ste rekening over 1773. 4007. 35ste rekening over 1774. 4008. 36ste rekening over 1775. 4009. 37ste rekening over 1776. 4010. 38ste rekening over 1777. 4011. 39ste rekening over 1778. 4012. Stukken, behoorende tot de rekeningen van ARNOLD JUSTINUS TENGBERGEN over 1740—1778. 1 omslag. 4013—4028. Rekeningen van HENDRIK TENGBERGEN, 1779—1794, afgehoord 1787—1797. 16 deelen. N.B. De erfgenamen van dezen rentmeester hebben de rekeningen over 1793—1797 afgelegd. De revolutie bracht dus in deze administratie geen verandering. De rekeningen over 1795—1797 zijn echter buiten deze beschrijving gelaten. De 8ste t. m. de 16de rekening zijn afgehoord door het Provintiaal Collegie. In de 9de zijn bijlagen gehecht. 4013. lste rekening over 1779. 4014. 2de rekening óver 1780. 4015. 3de rekening over 1781. 4016. 4de rekening over 1782. 4017. 5de rekening over 1783. 4018. 6de rekening over 1784. 4019. 7de rekening over 1785. 4020. 8ste rekening over 1786. 4021. 9de rekening over 1787. 4022. 10de rekening over 1788. 4023. 11de rekening over 1789. 4024. 12de rekening over 1790. 4025. 13de rekening over 1791. 376 4026. 14de rekening over 1792. 4027. (15de) rekening over 1793. 4028. (16de) rekening over 1794. 4029. Stukken, behoorende tot de rekeningen van HENDRIK TENGBERGEN over 1779—1794. 1 omslag. Xin. Rekeningen van de rentmeesters der bannerheerlijkheid Baar en Latnm, 1736—1794. N.B. Zie de aanteekening aan het hoofd van E XII in de 2de Afdeeling. 4030—4050. Rekeningen van JAN WILLEM SCHOLTEN, 1736—1757, afgehoord 1739—1758. 21 deelen. N.B. Deze rekeningen betreffen de ontvangsten, jaarlijks geïnd op Martini (11 November) en in het d.a.v. jaar op Petri (22 Februari). 4030. lste rekening 1736/37. 4031. 2de rekening 1737/38. 4032. 3de rekening 1738/39. 4033. 4de rekening 1739/40. 4034. 5de rekening 1740/41. 4035. 6de rekening 1741/42. 4036. 7de rekening 1742/43. 4037. 8ste rekening 1743/44. 4038. 9de rekening 1744/45. 4039. 10de rekening 1745/46. 4040. 11de rekening 1746/47. 4041. 12de rekening 1747/48. 4042. 13de rekening 1748/49. 4043. 14de rekening 1749/50. 4044. 15de rekening 1750/51. 4045. 16de rekening 1751/52. 4046. 17de rekening 1752/53. 4047. 18de rekening 1753/54. 4048. 19de rekening 1754/55. 377 4049. 20ste rekening 1755/56. 4050. 21ste rekening 1756/57. 4051. Stukken, behoorende tot de rekeningen van JAN WILLEM SCHOLTÊN over 1736—1757. 1 omslag. 4052—4088. Rekeningen van Dr. OTTO RUDOLF VAN HEMESSEN, 1757— 1794, afgehoord 1759—1798. 37 deelen. N.B. Het boekjaar komt overeen met dat van de nos. 4030—4050. De 34ste t. m. de 36ste rekening zijn afgehoord door het Provintiaal Collegie, de 37de door het Interm. Adm. Bestuur. 4052. lste rekening 1757/58, 4053. 2de rekening 1758/59. 4054. 3de rekening 1759/60. 4055. 4de rekening 1760/61. 4056. 5de rekening 1761/62. 4057. 6de rekening 1762/63. 4058. 7de rekening 1763/64. 4059. 8ste rekening 1764/65. 4060. 9de rekening 1765/66. 4061. 10de rekening 1766/67. 4062. 11de rekening 1767/68. 4063. 12de rekening 1768/69. 4064. 13de rekening 1769/70. 4065. 14de rekening 1770/71. 4066. 15de rekening 1771/72. 4067. 16de rekening 1772/73. 4068. 17de rekening 1773/74. 4069. 18de rekening 1774/75. 4070. 19de rekening 1775/76. 4071. 20ste rekening 1776/77. 4072. 21ste rekening 1777/78. 4073. 22ste rekening 1778/79. 4074. 23ste rekening 1779/80. 4075. 24ste rekening 1780/81. 378 4076. 25ste rekening 1781/82. 4077. 26ste rekening 1782/83. 4078. 27ste rekening 1783/84. 4079. 28ste rekening 1784/85. 4080. 29ste rekening 1785/86. 4081. 30ste rekening 1786/87. 4082. 31ste rekening 1787/88. 4083. 32ste rekening 1788/89. 4084. 33ste rekening 1789/90. 4085. 34ste rekening 1790/91. 4086. 35ste rekening 1791/92. 4087. 36ste rekening 1792/93. 4088. 37ste rekening 1793/94. 4089. Bijlage tot de 37ste rekening van Dr. OTTO RUDOLF VAN HEMESSEN over 1793/94. 1 stuk in omslag. 4090. Stukken, behoorende tot de rekeningen van Dr. OTTO RUDOLF VAN HEMESSEN over 1757—1794. 1 omslag. XIV. Rekeningen van de rentmeesters der domeinen van Veluwe, 1543—1794. N.B. Zie de aanteekening aan het hoofd van, E XII! in de 2de Afdeeling. 4091—4095. Rekeningen van SANDER BENTINCK, 1543—1548, afgehoord 1546—1550. N.B. Het boekjaar loopt van 13 Juli tot 12 JulL De rekeningen zijn afgehoord door Van DlEVE en RENOY. Van de eerste 3 heeft de rentmeester aanvankelijk exemplaren in korteren vorm ingeleverd, overeenkomende met die over 1538—1543, die tot het hertogelijk archief behooren. In de algehoorde rekeningen vindt men de verpande domeinen pro memorie vermeld, terwijl de omschrijving van de posten in het algemeen uitvoeriger is en de splitsing van inkomsten en uitgaven strenger is doorgevoerd. Bij de lste rekening zijn bovendien bewaard een gedeeltelijk concept van het afgehoorde exemplaar en een klad van dat in korteren vorm; bij de 2de een gedeeltelijk concept. In de lste rekening (afgehoord ex.) afschriften van 3 brieven betreffende dit rentambt, van 1500, 1501 en 1504 (zie reg. nos. 409, 416 en 426). De laatste rekening is door de erfgenamen van sander BENTINCK overgelegd. 379 4091. lste rekening 1543/44. 4 deelen. 4092. 2de rekening 1544/45. 3 deelen. 4093. 3de rekening 1545/46. 2 deelen. 4094. 4de rekening 1546/47. 1 deel. 4095. 5de rekening 1547/48. 1 deel. 4096—4102. Eenige bijlagen bij de rekeningen van SANDER BENTINCK over 1543—1548. 7 omslagen. N.B. Deze bijlagen vormen de overblijfselen van liassen, die, waarschijnlijk omdat de meeste afschriften van oudere akten bevatten, voor vernietiging bewaard zijn, doch op verschillende plaatsen in het archief zijn aangetroffen. De verwijzingen naar de regestenlijst hebben betrekking op de bedoelde oorkonden, uit de 15de en de 16de eeuw dateerende. 4096. Bijlagen bij de lste rekening over 1543/44. N.B. Zie reg. nos. 172, 328, 335, 409, 416, 422, 428, 546, 619, 650 en 793. 4097. Bijlagen bij de 2de rekening over 1544/45. N.B. Zie reg. nos. 690 en 756. 4098—4100. Bijlagen bij de 3de rekening over 1545/46. 4098. Geliasseerde acquitten. 4099. Brieven, die het overblijfsel van een 2de lias vormen. N.B. Zie reg. nos. 426 en 427. 4100. Brieven, in de rekening gevonden, die daarbij na de indiening waren overgelegd. N.B. Zie reg. nos. 288—290. 4101. Bijlagen bij de 4de rekening, 1546/47. N.B. Zie reg. nos. 470 en 679. 4102. Bijlagen bij de 5de rekening, 1547/48. 4103. Stukken, behoorende tot de rekeningen van SANDER BENTINCK over 1543—1548. 1 omslag. 4104—4125. Rekeningen van JOHAN BENTINCK, 1548—1570, afgehoord 1551—1577. 22 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 13 Juli tot 12 Juli. De lste t. m. de 4de en de 6de rekening zijn afgehoord in de Rekenkamer te Brussel, de 5de te Arnhem door Van Dieve en BELL. In de 2de t. m. de 10de rekeningen zijn die 380 van de domeinen van Hattem gebonden (zie de aanteekening bij XVI hierna). De 21ste en de 22ste zijn minder uitvoerig dan de voorgaande tengevolge van een in de 17de door de Rekenkamer geplaatste opmerking over de al te royale inrichting van de rekeningen. In de 2de rekening is gehecht een afschrift van de commissie van den rentmeester van 1548, in de 4de een, afschrift van een brief betreffende zijn wedde, van 1553, in de 12de extrakten uit de tynsboeken van Barneveld, Nykerk, Ermelo en Putten betreffende de niet tot de Batenburgsche pandgoederen behoorende tynsen aldaar, opgemaakt in 1561 (zie de aanteekening fol. 22 verso aldaar). In de 20ste rekening is de commissie van den rentmeester van 1567 afgeschreven. 4104. lste rekening 1548/49. 4105. 2de rekening 1549/50. 4106. 3de rekening 1550/51. 4107. 4de rekening 1551/52. 4108. 5de rekening 1552/53. 4109. 6de rekening 1553/54. 4110. 7de rekening 1554/55. 4111. 8ste rekening 1555/56. 4112. 9de rekening 1556/57. 4113. 10de rekening 1557/58. 4114. 11de rekening 1558/59. 4115. 12de rekening 1559/60. 4116. 13de rekening 1560/61. N.B. Bij fol. 212 verso is een blad ingehecht. 4117. 14de rekening 1561/62. 4118. 15de rekening 1562/63. >f* 4119. 16de rekening 1563/64. N.B, Daar eenige bladen verloren zijn, ontbreekt het reces. De achterste der aanwezige bladen zijn beschadigd. 4120. 17de rekening 1564/65. 4121. 18de rekening 1565/66. 4122. 19de rekening 1566/67. 4123. 20ste rekening 1567/68. 381 4124. 21ste rekening 1568/69. 4125. 22ste rekening 1569/70. 4126. Eenige bijlagen bij de rekeningen van JOHAN BENTINCK over 1548— 1570. 1 omslag. N.B. Evenals de bijlagen bij de rekeningen van SANDER BENTINCK min of meer toevallig bewaarde overblijfselen van liassen. Enkele zijn gevonden in VAN HASSELT's verzameling „Stukken van groot belang voor 't quartier van Veluwe". De bijlage bij de 2de rekening, die bewaard is, bevat een akte van 1536 (zie reg. n°. 6%). 4127. Bijlage bij een der rekeningen van JOHAN BENTINCK? „Thynsboick van den thynssen by Harderwijck, ghelosset van den erffgenamen GARRYTS HOICKELS, schultz tot Dorenspyck, anno etc. een und vifftich", overgeschreven naar een destijds in het hertogelijk archief aanwezig boekje van 1480 door HENRICUS HAEN in 1553. 1 deel. N.B. De lossing van de bedoelde tynsen is verantwoord in de 3de bederekening van GRAMAYE (n°. 2073), doch de tynsen zijn sindsdien vermengd onder de andere tynsen, die tot het rentambt Veluwe behoorden. Waarschijnlijk is dit boekje, dat geliasseerd is geweest, bij een der Veluwsche rekeningen overgelegd geweest, doch het is niet gebleken, bij welke. 4128. Stukken, behoorende tot de rekeningen van JOHAN BENTINCK over 1548—1570. 1 omslag. 4129—4146. Rekeningen van WILLEM BENTINCK, 1570—1589, afgehoord 1580—1590. 18 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 13 Juli tot 12 Juli. De 16de en de 20ste rekening zijn verloren. In de lste rekening afschriften van de commissie van den rendant' van 1570 en van zijn instructie, waarbij gehecht afschriften van akten van borgstelling. Op het lste blad van de 5de rekening is een besluit van de Rekenkamer van 17 Mei 1581 aangeteekend (herhaald in de 6de t. m. de 10de), waarbij den rentmeester gelasT wordt, zijn rekeningen over 1575—1580 wegens den grooten achterstand korter en eenvoudiger dan gewoonlijk te maken. Ook de 11de rekening is nog zoo behandeld. De perkamenten omslagen van deze korte, op papier geschreven, rekeningen zijn vermoedelijk gescheurd uit een (onvoltooid?) exemplaar in den ouden vorm van de 5de rekening. De 12de rekening is weer met de gewone zorg behandeld. In de 11de is gehecht een afschrift van de ordonnantie 382 van het Hof van 29 Augustus 1580 op de waardeberekening van den goudgulden bij de inning der heerenguldens en tynsen op de Veluwe. WILLEM BENTINCK is 25 Juni 1590 ten verzoeke van den momber door het Hof geschorst, op grond van klachten van den landrentmeester-generaal, en vervangen door zijn substituut. 4129. lste rekening 1570/71. 4130. 2de rekening 1571/72. 4131. 3de rekening 1572/73. 4132. 4de rekening 1573,74. 4133. 5de rekening 1574,75. 4134. 6de rekening 1575/76. 4135. 7de rekening 1576/77. 4136. 8ste rekening 1577/78. 4137. 9de rekening 1578/79. 4138. 10de rekening 1579/80. 4139. 11de rekening 1580/81. 4140. 12de rekening 1581/82. 4141. 13de rekening 1582/83. 4142. 14de rekening 1583/84. 4143. 15de rekening 1584/85. 4144. 17de rekening 1586/87. 4145. 18de rekening 1587/88. 4146. 19de rekening 1588/89. 4147. Staat van de (verloren) 16de rekening van WILLEM BENTINCK, 1585/86, met bijgevoegde aanteekeningen van de Rekenkamer. 1 omslag. 4148. Eenige bijlagen bij de rekeningen van WILLEM BENTINCK over 1570—1589. 1 omslag en 3 charters. N.B. Overblijfselen van liassen, verspreid aangetroffen in het archief en in de collectie VAN HASSELT. De charters, Ch. n°. 1294, zijn 3 aaneengehechte ongeldig gemaakte brieven, overgelegd bij de 7de rekening bij gelegenheid van een schuldvernieuwing, aangegaan met den rechthebbende op een rente uit tienden onder Voorst, waarop die brieven betrekking hebben. 383 4149. Stukken, behoorende tot de rekeningen van WILLEM BENTINCK over 1570—1589, waaronder een afschrift van een brief van 1493, 1 omslag. N.B. Zie reg. n°. 348. 4150—4153. Rekeningen van den substituut-rentmeester OSWALD VAN HETTERSCHEYDT, 1590—1594, afgehoord 1593—1595. 4 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 13 Juli tot 12 Juli. De rendant, die de plaatsvervanger geweest was van den vorigen rentmeester, tot diens schorsing in 1590, werd ook na zijn zelfstandig optreden substituut-rentmeester genoemd. In de 2de rekening een afschrift van zijn commissie van 1590. 4150. lste rekening 1590/91. 4151. 2de rekening 1591/92. 4152. 3de rekening 1592/93. 4153. 4de rekening 1593/94. 4154, Stukken, behoorende tot de rekeningen van OSWALD VAN HETTERSCHEYDT over 1590—1594. 1 omslag. 4155—4183. Rekeningen van JOHAN VAN GOLTSTEIN, 1594—1623, afgehoord 1596—1625. 29 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 13 Juli tot 12 Juli. De 30stc rekening is vermoedelijk verloren.-In de lste afschriften van de akte van borgtocht en de instructie van den rentmeester, van 1594, in de 3de een afschrift van zijn commissiebrief van hetzelfde jaar. 4155. lste rekening 1594/95. 4156. 2de rekening 1595/96. 4157. 3de rekening 1596/97. 4158. 4de rekening 1597/98. 4159. 5de rekening 1598/99. 4160. 6de rekening 1599/1600. 4161. 7de rekening 1600/01. 4162. 8ste rekening 1601/02. 4163. 9de rekening 1602/03. 4164. 10de rekening 1603/04. 4165. 11de rekening 1604/05. 4166. 12de rekening 1605/06. 384 4167. 13de rekening 1606/07. 4168. 14de rekening 1607/08. 4169. 15de rekening 1608/09. 4170. 16de rekening 1609/10. 4171. 17de rekening 1610/11. 4172. 18de rekening 1611/12. 4173. 19de rekening 1612/13. 4174. 20ste rekening 1613/14. 4175. 21ste rekening 1614/15. 4176. 22ste rekening 1615/16. 4177. 23ste rekening 1616/17. 4178. 24ste rekening 1617/18. 4179. 25ste rekening 1618/19. 4180. 26ste rekening 1619/20. 4181. 27ste rekening 1620/21. 4182. 28ste rekening 1621/22. 4183. 29ste rekening 1622/23. 4184—4186. Enkele bijlagen bij de rekeningen van JOHAN VAN GOLTSTFJN over 1594—1623. 4184. Bijlage bij de 2de rekening over 1595/96. 1 stuk in omslag. 4185. 4186. Bijlagen bij de 5de rekening over 1598/99. 4185. Kohier van de in 1594—1599 door den rentmeester ontvangen tynsen, getrokken uit de tynsboeken om de Rekenkamer in staat te stellen, de tijdens het beheer van vorige rentmeesters onbetaald gebleven posten te doen innen, overgelegd in 1603. 1 deel. 4186. Quitantie, 1599. 1 stuk in omslag. 4187- Stukken, behoorende tot de rekeningen van JOHAN VAN GOLTSTEIN over 1594—1623. 1 omslag. 4188— 4226. Rekeningen van RUTGER HUYGEN, 1624—1667, afgehoord 1627—1671. 39 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 13 Juli tot 12 Juli. De 7de, de 15de, de 28ste en de 40ste rekening zijn verloren. In de lste afschriften van dè commissie en de instructie van den rendant van 1623. 385 4188. lste rekening 1624/25. 4189. 2de rekening 1625/26. 4190. 3de rekening 1626/27. 4191. 4de rekening 1627/28. 4192. 5de rekening 1628/29. 4193. 6de rekening 1629/30. 4194. 8ste rekening 1631/32. 4195. 9de rekening 1632/33. 4196. 10de rekening 1633/34, 4197. 11de rekening 1634/35. 4198. 12de rekening 1635/36. 4199. 13de rekening 1636/37. 4200. 14de rekening 1637/38. 4201. 16de rekening 1639/40. 4202. 17de rekening 1640/41. 4203. 18de rekening 1641/42. 4204. 19de rekening 1642/43. 4205. 20ste rekening 1643/44. 4206. 21ste rekening 1644/45. 4207. 22ste rekening 1645/46. 4208. 23ste rekening 1646/47. 4209. 24ste rekening 1647/48. 4210. 25ste rekening 1648/49. 4211. 26ste rekening 1649/50. 4212. 27ste rekening 1650/51. 4213. 29ste rekening 1652/53. 4214. 30ste rekening 1653/54. 4215. 31ste rekening 1654/55. 4216. 32ste rekening 1655/56. 4217. 33ste rekening 1656/57. 4218. 34ste rekening 1657/58. 4219. 35ste rekening 1658/59. 4220. 36ste rekening 1659/60. 386 4221. 37ste rekening 1660/61. 4222. 38ste rekening 1661/62. 4223. 39ste rekening 1662/63. 4224. 41ste rekening 1664/65. 4225. 42ste rekening 1665/66. 4226. 43ste rekening 1666/67. 4227. Enkele bijlagen bij de eerste 3 rekeningen van RUTGER HUYGEN over 1624—1627. 1 omslag. N.B. Fragmenten van liassen, ten deele in de collectie van Hasselt gevonden. 4228. Rekening van den verwalter-rentmeester EVERT WlLBRENNINCK wegens gelden, door en aan zijn principaal RUTGER HUYGEN verschuldigd, over 1667, afgehoord 1676. 1 deel. 4229—4244. Rekeningen van HENRICK HERMAN VAN DER HELL, 1667— 1684, afgehoord 1673—1686. 16 deelen. N.B. De 3de rekening is verloren. Het boekjaar loopt van 13 Juli tot 12 Juli. 4229. lste rekening 1667/68, 4230. 2de rekening 1668/69. 4231. 4de rekening 1670/71. 4232. 5de rekening 1671/72. 4233. 6de rekening 1672/73. 4234. 7de rekening 1673/74. 4235. 8ste rekening 1674/75. 4236. 9de rekening 1675/76. 4237. 10de rekening 1676/77. 4238. 11de rekening 1677,78. 4239. 12de rekening 1678/79. 4240. 13de rekening 1679/80. 4241. 14de rekening 1680/81. 4242. 15de rekening 1681/82. 4243. 16de rekening 1682/83. 4244. 17de rekening 1683/84. 387 4245. Enkele bijlagen bij de rekeningen van HENRICK HERMAN VAN DER HELL over 1667—1684. 1 omslag. 4246—4259. Rekeningen van JOHAN VAN DER HELL, 1684—1699, afgehoord 1686—1701. 14 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 14 Juli tot 13 Juli. De 8ste rekening is verloren. 4246. lste rekening 1684/85. 4247. 2de rekening 1685/86. 4248. 3de rekening 1686/87. 4249. 4de rekening 1687/88. 4250. 5de rekening 1688/89. 4251. 6de rekening 1689/90. 4252. 7de rekening 1690/91. 4253. 9de rekening 1692/93. 4254. 10de rekening 1693/94. 4255. 11de rekening 1694/95. 4256. 12de rekening 1695/%. 4257. 13de rekening 16%/97. 4258. 14de rekening 1697/98. 4259. 15de rekening 1698/99. 4260—4269. Bijlagen bij de 14de rekening van JOHAN VAN DER HELL over 1697/98. N.B. Achterin de bedoelde rekening vindt men de verantwoording door den rentmeester van zekere gelden, hem voor de lossing van rentebrieven op de domeinen ter . hand gesteld. De daarbij overgelegde brieven moeten mitsdien als bijlagen bij die rekening worden beschouwd. Zij bevinden zich alle in de charterverzameling. Zij waren genummerd 1—15; de nos. 6, 7, 12, 13, 14 en 15 ontbreken. 4260. Geloste rentebrief op de Zuidewaard onder Rheden, 1553, met een akte van overdracht van 1604. 2 charters. N.B. Ch. nos. 2858 en 2849. 4261. Geloste rentebrief op de tienden onder Wapenvelde en de tynsen in 't Oldebroek, 1551. Met transfixen van 1578, 1606 en 1662. 4 charters. N.B. Ch. n°. 2859. 388 4262. Geloste obligatie, 1671. 1 charter. N.B. Ch. n°. 2899. 4263. Geloste rentebrieven 1°. op het korenambt van Veluwe, 1551, met twee akten betreffende de overdracht in 1566; 2°. op de tienden en tynsen onder Voorst en Nybroek, 1553, alsmede 2 transportbrieven van die beide rentebrieven, 1594. 6 charters. N.B. Ch. nos. 2860—2863. 4264. Transportbrief van een rente uit de tynsen van Veluwe, 1610. 1 charter. N.B. Ch. n°. 2864. 4265. Transportbrieven van de Duisttiend onder Nykerk, 1490, 1551, 1647. 3 charters. N.B. Ch. n°. 2865. Zie reg. n°. 332. 4266. Geloste rentebrief op de tienden en tynsen onder Voorst en in 't Oldebroek, 1550, met een akte van overdracht van 1637. 2 charters. N.B. Ch. n°. 2869. 4267. Geloste rentebrief op de Geldersche waard, met een aangehechte quitantie, 1553, en een transfix van 1550. 3 charters. N.B. Ch. n°. 2870. 4268. Geloste rentebrief op het korenambt van Veluwe, 1551. 1 charter. N.B. Ch. n°. 2871. 4269. Geloste rentebrief op de tienden te Voorst, 1551. 1 charter. N.B. Ch. n°. 2856. 4270—4286. Rekeningen van STEVEN VAN DELEN, 1699—1716, afgehoord 1701—1719. 17 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 14 Juli tot 13 Juli. 4270. lste rekening 1699/1700. 4271. 2de rekening 1700/01. 4272. 3de rekening 1701/02. 4273. 4de rekening 1702/03. 4274. 5de rekening 1703/04. 4275. 6de rekening 1704/05, 389 4276. 7de rekening 1705/06. 4277. 8ste rekening 1706/07. 4278. 9de rekening 1707/08. 4279. 10de rekening 1708/09. 4280. 11de rekening 1709/10. 4281. 12de rekening 1710/11. 4282. 13de rekening 1711/12. 4283. 14de rekening 1712/13. 4284. 15de rekening 1713/14. 4285. 16de rekening 1714/15. 4286. 17de rekening 1715/16. 4287, 4288. Eenige bijlagen bij de rekeningen van STEVEN VAN DELEN over 1699—1716. 4287. Bijlagen bij de 2de rekening over 1700/01. Geloste rentebrief op de tienden Capelle Lunteren onder Ede, 1553, met quitantie, 1554, en 3 transfixen, 1578, 1628, 1641. 5 charters. N.B. Ch. n°. 2866. 4288. Bijlagen bij de 7de rekening over 1705/06. Geloste rentebrief op de domeinen van Veluwe, 1551, met 2 transfixen, 1665, 1692. 3 charters. N.B. Ch. n°. 2820. 4289—4325. Rekeningen van HENDRIK JAN VAN ESSEN TOT DEN SCHAFFELAAR, 1716—1754, afgehoord 1720—1757. 37 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 13 Juli tot 13 Juli. De 37ste rekening is verloren. 4289. lste rekening 1716/17. 4290. 2de rekening 1717/18. 4291. 3de rekening 1718/19. 4292. 4de rekening 1719/20. 4293. 5de rekening 1720/21. 4294. 6de rekening 1721/22. 4295. 7de rekening 1722/23. 4296. 8ste rekening 1723/24. 4297. 9de rekening 1724/25. 390 4298. 10de rekening 1725/26. 4299. 11de rekening 1726/27. 4300. 12de rekening 1727/28. 4301. 13de rekening 1728/29. 4302. 14de rekening 1729/30. 4303. 15de rekening 1730/31. 4304. 16de rekening 1731/32. 4305. 17de rekening 1732/33. 4306. 18de rekening 1733/34. 4307. 19de rekening 1734/35. 4308. 20ste rekening 1735/36. 4309. 21ste rekening 1736/37. 4310. 22ste rekening 1737/38. 4311. 23ste rekening 1738/39. 4312. 24ste rekening 1739,40. 4313. 25ste rekening 1740/41. 4314. 26ste rekening 1741/42. 4315. 27ste rekening 1742/43. 4316. 28ste rekening 1743/44. 4317. 29ste rekening 1744/45. 4318. 30ste rekening 1745/46. 4319. 31ste rekening 1746/47. 4320. 32ste rekening 1747/48. 4321. 33ste rekening 1748/49. 4322. 34ste rekening 1749/50. 4323. 35ste rekening 1750/51. 4324. 36ste rekening 1751/52. 4325. 38ste rekening 1753/54. 4326. Bijlagen bij de 38ste rekening van HENDRIK JAN VAN ESSEN over 1753/54. 1 omslag. 4327. Stukken, behoorende tot de rekeningen van HENDRIK JAN VAN ESSEN over 1716—1754. 1 omslag. 391 4328—4337. Rekeningen van ANTHONY GEORGE VAN ECK, 1754—1764, afgehoord 1758—1766. 10 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 13 Juli tot 13 Juli. 4328. lste rekening 1754/55. 4329. 2de rekening 1755/56. 4330. 3de rekening 1756/57. 4331. 4de rekening 1757/58. 4332. 5de rekening 1758/59, 4333. 6de rekening 1759/60. 4334. 7de rekening 1760/61. 4335. 8ste rekening 1761,62. 4336. 9de rekening 1762,63. 4337. 10de rekening 1763/64. 4338. Stukken, behoorende tot de rekeningen van ANTHONY GEORGE VAN ECK over 1754—1764. 1 omslag. 4339—4349. Rekeningen van JAN APELDOORN, 1764—1775, afgehoord 1768—1779. 11 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 13 Juli tot 13 Juli. 4339. lste rekening 1764/65. 4340. 2de rekening 1765/66. 4341. 3de rekening 1766/67. 4342. 4de rekening 1767/68. 4343. 5de rekening 1768/69. 4344. 6de rekening 1769/70. 4345. 7de rekening 1770/71. 4346. 8ste rekening 1771/72. 4347. 9de rekening 1772/73. 4348. 10de rekening 1773/74, 4349. 11de rekening 1774/75. 4350. Bijlagen bij de 10de rekening van JAN APELDOORN over 1773/74. 1 omslag. 4351. Stukken, behoorende tot de rekeningen van JAN APELDOORN over 1764—1775. 1 omslag. 4352—4371. Rekeningen van C. W. VAN HAERSOLTE, 1775—1794, afgehoord 1781—1800. 20 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 13 Juli tot 13 Juli, sinds 1790 over een geheel kalenderjaar, door welke wijziging een reeds langen tijd bestaande praktijk formeel werd erkend. De 15de, de 16de en de 17de rekening zijn afgehoord door het Provintiaal Collegie, de 18de en de 19de door het Intenn. Adm. Bestuur, de 20ste door de commissarissen tot adm. der domeinen. 4352. lste rekening 1775/76. 4353. 2de rekening 1776/77. 4354. 3de rekening 1777/78. 4355. 4de rekening 1778/79. 4356. 5de rekening 1779/80. 4357. 6de rekening 1780/81. 4358. 7de rekening 1781/82. 4359. 8ste rekening 1782/83. 4360. 9de rekening 1783/84. 4361. 10de rekening 1784/85. 4362. 11de rekening 1785/86. 4363. 12de rekening 1786/87. 4364. 13de rekening 1787/88. 4365. 14de rekening 1788/89. 4366. 15de rekening 1789/90. 4367. 16de rekening over 1790. 4368. 17de rekening over 1791. 4369. 18de rekening over 1792. 4370. 19de rekening over 1793. 4371. 20ste rekening over 1794. 4372. Stukken, behoorende tot de rekeningen van C. W. VAN HAERSOLTE over 1775—1794. 1 omslag. XV. Rekeningen van de rentmeesters der korenrenten van Veluwe, 1543—1549. N.B. Het z.g. korenambt van Veluwe is een afzonderlijk rentambt geweest tengevolge van afzonderlijke verpanding van de in koren verschuldigde renten, die tot de 392 393 domeinen van Veluwe behoorden. Het beheer is in 1544 aan den klerk van den Veluwschen rentmeester MATHIJS SCHULL opgedragen, terwijl het in 1549, na het optreden van JOHAN BENTINCK, weer tot de taak van dien rentmeester is gebracht. 4373. Rekening van JACOB VAN TUYLL van 1543 Juli 13 tot 1544 Juli 12, afgehoord 1546. 1 deel. N.B. Deze rekening is afgehoord door VAN DlEVE en RENOY. 4374—4378. Rekening en van MATHIJS SCHULL, 1544—1549, afgehoord 1546—1550. N.B. Het boekjaar loopt van 13 Juli tot 12 Juli. De lste t. m. de 4de rekening zijn afgehoord door VAN DlEVE en RENOY. De 5de is een concept, waaronder de rentmeester van Veluwe zijn handteekening heeft geplaatst. Bij de lste en de 3de zijn exemplaren voor den rendant bewaard, bij de 3de en de 4de concepten. 4374. lste rekening 1544/45. 2 deelen. 4375. 2de rekening 1545/46. 1 deel. 4376. 3de rekening 1546/47. 3 deelen. 4377. 4de rekening 1547/48. 2 deelen. 4378. 5de rekening 1548/49. 1 deel. 4379, Bijlage bij de 5de rekening van MATHIJS SCHULL over 1548/49. 1 stuk in omslag. 4380. Stukken, behoorende tot de rekeningen van MATHIJS SCHULL over 1544—1549. 1 omslag. XVI. Rekeningen van den rentmeester der domeinen van Hattem, 1543—1548. N.B. Het rentambt Hattem is in 1548 onder het beheer van den rentmeester van Veluwe gesteld. Dientengevolge is van de 6de rekening van HENRICUS HAEN, over 1548/49, het concept opgenomen in de gelijktijdige van den rentmeester van Veluwe (n°. 4104). In de rekeningen van den laatstgenoemden rentmeester t. m. die over 1557/58 zijn nog afzonderlijke rekeningen betreffende Hattem gebonden, doch in de latere herinnert alleen de vermelding van de Hattemsche domeinen in afzonderlijke hoofdstukken achter de andere aan de voormalige zelfstandigheid van het Hattemsche rentambt. 394 4381-4385. Rekeningen van HENRICUS HAEN, 1543—1548, afgehoord 1545_1549. 5 deelen. N.B. Van deze rekeningen is de lste afgehoord door RENOY, de 2de t. m. de 4de door RENOY en VAN DlEVE, terwijl in de 5de, die een weinig beschadigd is door muizen, het reces ontbreekt. Zij is echter te Brussel overgelegd. Het boekjaar loopt van 12 November tot 11 November. In de lste rekening zijn gebonden een afschrift van de commissie van den rentmeester van 1544 en een katern, houdende door hem gewaarmerkte afschriften van retroacta betreffende het scholtambt Hattem. Zie reg. nos. 233, 413, 467, 533 en 751. 4381. lste rekening 1543/44. 4382. 2de rekening 1544/45. 4383. 3de rekening 1545/46. 4384. 4de rekening 1546/47. 4385. 5de rekening 1547/48. 4386. Bijlagen bij de 4de rekening van HENRICUS HAEN over 1546/47. Quitantie van den kapellaan te Hattem voor zekere uitkeering uit de tienden aldaar, 1546, en afschrift van een desbetreffenden brief van 1411. 1 omslag. N.B. Zie reg. n°. 514. 4387. Stukken, behoorende tot de rekeningen van HENRICUS HAEN over 1543_1548. 1 omslag. XVTI. Rekeningen van de rentmeesters der geloste Batenburgsche pandgoederen op de Veluwe, 1683—1794. N.B. Zie de aanteekening aan het hoofd van EXIV in de 2de Afdeeling. 4388—4399. Rekeningen van WILLEM COCK (secretaris van de Rekenkamer), 1683—1700, afgehoord 1690—1701. 12 deelen. N.B. De lste rekening betreft de lossing van de verpande goederen, de overige hebben betrekking op het beheer. De laatste 3 zijn door de erven van den rendant overgegeven. 4388. lste rekening van 1683 Maart 5 tot 1685 December 31. - 4389. 2de rekening over 1686—1689. 4390. 3de rekening over 1690 en 1691. 4391. 4de rekening over 1692. 4392. 5de rekening over 1693. 395 4393. 6de rekening over 1694. 4394. 7de rekening over 1695. 4395. 8ste rekening over 16%. 43%. 9de rekening over 1697, 4397. 10de rekening over 1698. 4398. 11de rekening over 1699. 4399. 12de rekening over 1700. 4400, 4401. Bijlagen bij de rekeningen van ^X/ILLEM COCK over 1683—1700. 4400. Bijlagen bij de lste rekening over 1683/85. Geloste obligaties, 1683. 16 charters. N.B. Ch. nos. 2900V—XX. 4401. Bijlage bij de 12de rekening over 1700. Geloste obligatie, verzekerd op de Schuilenburgsche goederen, 1666. 1 charter. N.B. Ch. n°. 2703. 4402. Stukken, behoorende tot de 12de rekening van WILLEM COCK over 1700. 1 omslag. 4403—4417. Rekeningen van STEVEN VAN DELEN, 1701—1715, afgehoord 1704—1719. 15 deelen. 4403. lste rekening over 1701. 4404. 2de rekening over 1702. 4405. 3de rekening over 1703, 4406. 4de rekening over 1704. 4407. 5de rekening over 1705. 4408. 6de rekening over 17%, 4409. 7de rekening over 1707. 4410. 8ste rekening over 1708. 4411. 9de rekening over 1709. 4412. 10de rekening over 1710. 4413. 11de rekening over 1711, 4414. 12de rekening over 1712. 4415. 13de rekening over 1713. 4416. 14de rekening over 1714. 4417. 15de rekening over 1715. 396 4418—4432. Bijlagen bij eenige rekeningen van STEVEN VAN DELEN over 1701—1715. 4418. Bijlagen bij de 4de rekening over 1704. Geloste obligaties, 1686, 1698. 3 charters. N.B. Ch. nos. 2881, 29001 en 2900II. 4419—4421. Bijlagen bij de 5de rekening over 1705. 4419. Geloste rentebrief op den tol Terschuur, 1546, met akten van overdracht van 1579 en 1635. 3 charters. N.B. Ch. n°. 2844. 4420. Geloste rentebrief op de tynsen van Veluwe, den tol te Zalt-Bommel en de domeinen onder Herwen, 1557, met gelijktijdige quitantie en akte van overdracht van 1612. 3 charters. N.B. Ch. n°. 2841. 4421. Geloste obligaties, 1686, 1698. 3 charters. N.B. Ch. nos. 2879, 2900III en 2900IV. 4422. Bijlagen bij de 8ste rekening over 1708. Geloste obligaties, 1669, 1699. 3 charters. N.B. Ch. nos. 2848, 2880 en 2897. 4423. Bijlagen bij de 9de rekening over 1709. Stukken, overgelegd bij de lossing van de in 1455 verpande tienden Glinde en Sorgdam onder Barneveld, 14%, 1564, 1627. 3 charters. N.B. Ch. nos. 2140, 2222 en 2905. Zie reg. nos. 194 en 359. 4424. Bijlagen bij de 12de rekening over 1712. Pandbrief van 1575, met aangehechte brieven van 1612, 1641, 1653 en 1662, overgelegd bij de lossing van de tienden Wekerom en Lunteren in 1715. 5 charters. N.B. Ch. n°. 2857. 4425. Bijlage bij de 13de rekening over 1713. Geloste pandbrief van tienden en landerijen onder Hattem, 1649. 1 charter. N.B. Ch. n°. 2751 L 4426. Bijlagen bij de 14de rekening over 1714. Stukken, overgelegd bij de lossing van de in 1557 verpande smalle tienden onder Epe, 1633, 1701, 1712. 2 charters en 1 deeltje in omslag. N.B. De charters Ch. nos. 2783 en 2784. 4427—4432. Bijlagen bij de 15de rekening over 1715. 397 4427. Stukken, overgelegd bij de lossing van de in 1557 verpande „andere hoeve" te Ede, 1612, 1663. 2 charters. N.B. Ch. n°. 2854. 4428. Geloste pandbrieven van tienden in Aarderbroek onder Voorst, 1575, 1583, 1641. 3 charters. N.B. Ch. nos. 2850 en 2855. 4429. Geloste pandbrief van 3 tienden te Terwolde, 1575, met transportbrief van 15%. 2 charters. N.B. Ch. n°. 2852. 4430. Geloste pandbrief van een tiend te Twello, 1575. 1 charter. N.B. Ch. n°. 2853. 4431. Geloste pandbrief van tienden te Twello en te Almen en tynsen onder Brummen, Voorst en Vaassen, 1557. 1 charter. N.B. Ch. n°. 2851. 4432. Tiendrollen en andere stukken, overgelegd bij de lossing van enkele der bovengenoemde tienden, 1694 —1718. 1 omslag. 4433—4470. Rekeningen van HENDRIK JAN VAN ESSEN TOT DEN SCHAFFELAAR, 1716—1753, afgehoord 1720—1757. 38 deelen. 4433. lste rekening over 1716. 4434. 2de rekening over 1717. 4435. 3de rekening over 1718. 4436. 4de rekening over 1719. 4437. 5de rekening over 1720. 4438. 6de rekening over 1721. 4439. 7de rekening over 1722. 4440. 8ste rekening over 1723. 4441. 9de rekening over 1724. 4442. 10de rekening over 1725. 4443. 11de rekening over 1726. 4444. 12de rekening over 1727. 4445. 13de rekening over 1728. 4446. 14de rekening over 1729. 398 4447. 15de rekening over 1730. 4448. 16de rekening over 1731. 4449. 17de rekening over 1732. 4450. 18de rekening over 1733. 4451. 19de rekening over 1734. 4452. 20ste rekening over 1735. 4453. 21ste rekening over 1736. 4454. 22ste rekening over 1737. 4455. 23ste rekening over 1738. 4456. 24ste rekening over 1739. 4457. 25ste rekening over 1740. 4458. 26ste rekening over 1741. 4459. 27ste rekening over 1742. 4460. 28ste rekening over 1743. 4461. 29ste rekening over 1744. 4462. 30ste rekening over 1745. 4463. 31ste rekening over 1746. 4464. 32ste rekening over 1747. 4465. 33ste rekening over 1748. 4466. 34ste rekening over 1749. 4467. 35ste rekening over 1750. 4468. 36ste rekening over 1751. 4469. 37ste rekening over 1752. 4470. 38ste rekening over 1753. 4471—4475, Bijlagen bij eenige rekeningen van HENDRIK JAN VAN ESSEN over 1716—1753. 4471. Bijlagen bij de 3de rekening over 1718. Geloste pandbrieven, 1530 (zie reg. n°. 610), 1585, 1598, en andere stukken betreffende de lossing van den windmolen te Wageningen in 1720. 3 charters en 1 omslag. N.B. Ch. nos. 2747—2749. De brief van 1585 is geschreven op een rekening van den door den pandhouder bekostigden herbouw van den molen na den brand in 1582, voor welke kosten de verschuldigde pandsom werd verhoogd. 399 4472. Bijlagen bij de 4de rekening over 1719. Twee geloste rentebrieven op de Hekerensche waarden bij Doesburg, 1576, met akten van overdracht, 1625, 1631, 1677. 5 charters. N.B. Ch. nos. 2842 en 2843. 4473. Bijlage bij de 6de rekening over 1721. Geloste rentebrief op de domeinen van Veluwe, 1526. 1 charter. N.B. Chvn°. 2674. Zie reg. n°. 583. 4474. Bijlage bij de 7de rekening over 1722. Geloste rentebrief op de domeinen van Veluwe, 1448. 1 charter. N.B. Ch. n°. 2685. Zie reg. n°. 171. 4475. Bijlagen bij de 12de rekening over 1727. Geloste rentebrief op de domeinen van Veluwe, 1489 (zie reg. n°. 331), met akte van overdracht, 1647. 2 charters. N.B. Ch. n°. 2811. 4476. Stukken, behoorende tot de rekeningen van HENDRIK JAN VAN ESSEN over 1716—1753, 1 omslag. 4477—4486. Rekeningen van ANTHONY GEORGE VAN ECK, 1754—1763, afgehoord 1758—1766. 10 deelen. 4477. lste rekening over 1754. 4478. 2de rekening over 1755. 4479. 3de rekening over 1756. - 4480. 4de rekening over 1757. 4481. 5de rekening over 1758. 4482. 6de rekening over 1759. 4483. 7de rekening over 1760. 4484. 8ste rekening over 1761. 4485. 9de rekening over 1762. 4486. 10de rekening over 1763. 4487, Stukken, behoorende tot de rekeningen van ANTHONY GEORGE VAN ECK over 1754—1763. 1 omslag. 4488—4497. Rekeningen van JAN APELDOORN, 1764—1773, afgehoord 1768—1778. 10 deelen. 400 4488. lste rekening over 1764. 4489. 2de rekening over 1765. 4490. 3de rekening over 1766. 4491. 4de rekening over 1767. 4492. 5de rekening over 1768. 4493. 6de rekening over 1769. 4494. 7de rekening over 1770. 4495. 8ste rekening over 1771. 4496. 9de rekening over 1772. 4497. 10de rekening over 1773. 4498. Stukken, behoorende tot de rekeningen van JAN APELDOORN over 1764—1773. 1 omslag. 4499—4518. Rekeningen van C. W. VAN HAERSOLTE, 1775—1794, afgehoord 1781—1800. 20 deelen. N.B. De 15de, de 16de en de 17de rekening zijn afgehoord door het Provintiaal Collegie, de 18de en 19de door het Interm. Adm. Bestuur, de 20ste door de commissarissen -tot adm. der domeinen. 4499. lste rekening over 1775. 4500. 2de rekening over 1776. 4501. 3de rekening over 1777. 4502. 4de rekening over 1778. 4503. 5de rekening over 1779. 4504. 6de rekening over 1780. 4505. 7de rekening over 1781. 4506. 8ste rekening over 1782. 4507. 9de rekening over 1783. 4508. 10de rekening over 1784. 4509. 11de rekening over 1785. 4510. 12de rekening over 1786. 4511. 13de rekening over 1787. 4512. 14de rekening over 1788. 4513. 15de rekening over 1789. 4514. 16de rekening over 1790. 401 4515, 17de rekening over 1791, 4516, 18de rekening over 1792, 4517, 19de rekening over 1793, 4518, 20ste rekening over 1794. 4519. Bijlagen bij eenige van de rekeningen van C..W. VAN HAERSOLTE over 1775—1794. 1 pak. 4520. Stukken, behoorende tot de rekeningen van C. W. VAN HAERSOLTE over 1775—1794. 1 omslag. XVIII. Rekeningen van de keurmeesters op de Veluwe, 1557—1795. N.B. Zie de aanteekening aan het hoofd van E XV in de 2de Afdeeling. De keurmeester inde uit de nalatenschappen der keurmedige lieden, bastaarden en uitheemschen, die in Veluwe en Veluwezoom stierven, de keur, d. i. het beste stuk roerend goed of de waarde daarvan in geld; voorts een deel der nalatenschap van de hoorige lieden en andere recognities, uit het hofrecht voortvloeiende. Het toenemende gebruik om de met de hoorigheid samenhangende verplichtingen in geld te voldoen maakte de laatstgenoemde inkomsten van het keurambt van zoo overwegend belang, dat er in 1571 een afzonderlijke serie rekeningen voor werd aangelegd. Tengevolge van het in onbruik geraken van de betaling der keuren werden de rekeningen, die de oorspronkelijk voornaamste inkomsten betroffen, steeds minder belangrijk, totdat zij in 1719 geheel zijn afgeschaft. De in 1571 ingestelde serie wordt kortheidshalve „rekeningen van de misbruiken" genoemd; de titel luidt in den regel „rekening van de recognitiën der heeren-, eigenen vrije goederen". Het niet uitvoeren van een hofrechtelijke verplichting werd n.1. misbruik genoemd. Kocht men zulk een verplichting af, door tevoren consent voor het niet nakomen er van te verwerven (d. i. oprukking) of wel door compositie nadat een handeling in strijd met het hofrecht was verricht, dan werd dus een gepleegd of nog te plegen misbruik goedgemaakt. Hierop hebben de bedoelde rekeningen in hoofdzaak betrekking. 4521. 4522. Rekeningen van OTTO VAN HEZEVELT, 1557—1559, afgehoord 1559, 1561. 2 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 2 Augustus tot 1 Augustus. De 2de rekening is gehecht aan die' van SYBERT VAN 26 402 HEZEVELT (nos. 4523—4538). Zij is door de erfgenamen van den keurmeester overgeleverd. In de lste afschriften van eenige brieven rakende de verpanding van het keurambt in Augustus 1557. 4521. lste rekening 1557/58. 4522. 2de rekening 1558/59. 4523—4541. Rekeningen van SYBERT VAN HEZEVELT, 1559—1575, afgehoord 1562—1576. N.B. Het boekjaar loopt van September 17 tot September 16, doch de lste rekening van de lste serie vangt 1 Augustus aan. De rekeningen van de lste serie zijn met de 2de van OTTO VAN HEZEVELT (n°. 4522) in een trousse vereenigd; in de 13de, 14de en 16de zijn bijlagen gehecht. Die van de 2de serie zijn in een band gebonden. Van dezen keurmeester (die de Spaansche zijde heeft gehouden) zijn in dit archief geen andere rekeningen bewaard. 4523—4538. Rekeningen van het keurambt in 't algemeen, 1559 —1575. 16 deelen. 4523. lste rekening 1559/60. 4524. 2de rekening 1560/61. 4525. 3de rekening 1561/62. 4526. 4de rekening 1562/63. 4527. 5de rekening 1563/64. 4528. 6de rekening 1564/65. 4529. 7de rekening 1565/66. 4530. 8ste rekening 1566/67. 4531. 9de rekening 1567/68. 4532. 10de rekening 1568/69. 4533. 11de rekening 1569/70. 4534. 12de rekening 1570/71. 4535. 13de rekening 1571/72. 4536. 14de rekening 1572/73. 4537. 15de rekening 1573/74. 4538. 16de rekening 1574/75. 4539—4541. Rekeningen van de misbruiken, 1571—1575. 3 deelen. 4539. lste rekening 1571/73. 403 4540. 2de rekening 1573/74. 4541. 3de rekening 1574/75. 4542. Rekening van JORDEN JANSZOON, van 1580 Juli 12 tot 1581 November 23, afgehoord 1582. 1 deel. N.B. In .deze rekening zijn geen misbruiken verantwoord. De commissie van den rendant van 1580 is er in afgeschreven. 4543_4551. Rekeningen van HENRICK WORM, 1582—1596, afgehoord 1584 —1600. N.B. Het boekjaar loopt van Februari 23 tot Februari 22. Van de lste serie ontbreken de 3de en de 4de rekening, van de 2de de 2de t. m. de 6de rekening. In de lste rekening van de lste serie afschriften van de commissie en de instructie van den keurmeester van 1582. 4543—4548. Rekeningen van het keurambt in het algemeen, 1582 —1596. 5 deelen en 1 omslag. 4543. lste rekening 1582/84. 4544. 2de rekening 1584/85. 4545. 5de rekening 1587/88. 4546. 6de rekening 1588/89. 4547. 7de rekening 1589/94. Fragmenten van 2 exemplaren. 1 omslag. 4548. 8ste rekening van 1594 Februari 23 tot 1596 December 21. 4549 4551, Rekeningen van de misbruiken, 1582—1596. 3 deelen. 4549. lste rekening 1582/83. 4550. 7de rekening 1589/94. 4551. 8ste rekening van 1594 Februari 23 tot 1596 December 22. 4552. Bijlagen bij de 8ste rekening van HENRICK WORM van het keurambt in het algemeen over 1594/96. 1 lias in omslag, 4553—4563. Rekeningen van GlJSBERT VAN LEESTEN, 1596—1605, afgehoord 1600—1607, N.B. Het boekjaar loopt van October 19 tot October 18. In de lste en de 2de rekening van de 2de serie afschriften 404 van de commissie en de instructie van den keurmeester, beide van 1596. In alle rekeningen van de lste serie en in de lste en 2de van de 2de serie zijn bijlagen gehecht. 4553—4557. Rekeningen van het keurambt in het algemeen, 15% —1605. 5 deelen. 4553. lste rekening 15%/99. 4554. 2de rekening 1599/1600, 4555. 3de rekening 1600/02. 4556. 4de rekening 1602/03. 4557. 5de rekening van 1603 October 10 tot 1605 Augustus 23. 4558—4563. Rekeningen van de misbruiken, 1596—1605. 6 deelen. 4558. lste rekening 15%/99. 4559. 2de rekening 1599/1600. 4560. 3de rekening 1600/01. 4561. 4de rekening 1601/02. 4562. 5de rekening 1602/03. 4563. 6de rekening van 1603 October 19 tot 1605 Augustus 23. 4564. Stukken, behoorende tot de rekeningen van GlJSBERT VAN LEESTEN betreffende het keurambt in het algemeen over 1596—1605. 1 omslag. 4565—4582. Rekeningen van CORNELIS DlBBETS, 1605—1623, afgehoord 1607—1625. N.B. Het boekjaar loopt van 6 September tot 5 September. In de lste rekening van de lste serie afschriften van de commissie en de instructie van den keurmeester, van 1605, en 2 akten van borgtocht. Van de 2de serie zijn de 2de en de 11de rekening verloren. In de 15de zijn bijlagen gehecht. 4565—4568. Rekeningen van het keurambt in het algemeen, 1605 —1622. 4 deelen. 4565. lste rekening 1605/07. 4566. 2de rekening 1607/10, 4567. 3de rekening 1610/18. 4568. 4de rekening 1618/22. 405 4569—4582. Rekeningen van de misbruiken, 1605—1623. 14 deelen 4569. lste rekening 1605/06. 4570. 3de rekening 1607/08. 4571. 4de rekening 1608/09. 4572. 5de rekening 1609/12. 4573. 6de rekening 1612/13. 4574. 7de rekening 1613/14. 4575. 8ste rekening 1614/15. 4576. 9de rekening 1615/16. 4577. 10de rekening 1616/17. 4578. 12de rekening 1618/19. 4579. 13de rekening 1619/20. 4580. 14de rekening 1620/21. 4581. 15de rekening 1621/22. 4582. 16de rekening 1622/23. 4583. Bijlagen bij de 3de rekening van het keurambt in het algemeen van CORNELIS DlBBETS over 1610/18. 1 omslag. 4584. Stukken, behoorende tot de rekeningen van CORNELIS DlBBETS over 1605—1623. 1 omslag. 4585—4590. Rekeningen van ALARDT HERBERTSZOON, 1623—1631, afgehoord 1627—1632. N.B. De rendant nam het keurambt waar voor CORNELIS DlBBETS. Het boekjaar loopt van 6 September tot 5 September. Van de 2de serie zijn de eerste 4 en de 6de verloren. 4585—4587. Rekeningen van het keurambt in het algemeen, 1623 —1631. 3 deelen. 4885. lste rekening 1623/25. 4586. 2de rekening 1625/28. 4587. 3de rekening van 1628 September 6 tot 1631 December 31. 4588—4590. Rekeningen van de misbruiken, 1627—1631. 3 deelen. 4588. 5de rekening 1627/28. 4589. 7de rekening 1629/30. 406 4590. 8ste rekening van 1628 September 6 tot 1631 November 30. 4591. Bijlage bij de 8ste rekening van ALARDT HERBERTSZOON betreffende de misbruiken over 1630/31. 1 stuk in omslag. 4592—4606. Rekeningen van GERRIT DENIS, 1631—1661, afgehoord 1633 —1670. N.B. Van de 2de serie zijn 17 rekeningen verloren; ook de lste is vermoedelijk slechts ten deele bewaard. In de lste rekening van de lste serie afschriften van de commissie en de instructie van den keurmeester van 1631. 4592, 4593. Rekeningen van het keurambt in het algemeen, 1631 —1640. 2 deelen. 4592. lste rekening van 1631 December 1 tot 1634 December 31. 4593. 2de rekening over 1635—1640. 4594—4606. Rekeningen van de misbruiken, 1631—1661. 13 deelen. 4594. lste rekening van 1631 December 1 tot 1632 December 31. 4595. 3de rekening over 1634. N.B. Van deze rekening zijn enkele bladen verloren, zoodat het reces ontbreekt. 4596. 4de rekening over 1635. 4597. 5de rekening over 1636. 4598. 15de rekening over 1646. 4599. 16de rekening over 1647. 4600. 17de rekening over 1648. 4601. 18de rekening over 1649. 4602. 19de rekening over 1650. 4603. 21ste rekening over 1652. 4604. 22ste rekening over 1653. 4605. 29ste rekening over 1660. 4606. 30ste rekening over 1661 tot October 21. 4607. Bijlage bij de lste rekening van GERRIT DENIS van de misbruiken over 1631/32. 1 stuk in omslag. 407 4608—4611. Rekeningen van BERNT MEULEMAN, 1661—1664, afgehoord 1666—1670. 4 deelen. N.B. Deze rekeningen betreffen alleen de misbruiken. Vermoedelijk zijn een aantal rekeningen van dezen rendant verloren, aangezien hij tot 15 April 1672 in functie is geweest. In de lste rekening een afschrift van zijn commissie van 1661. 4608. lste rekening over 1661 van November 4 tot December 20. 4609. 2de rekening over 1662. 4610. 3dex rekening over 1663. 4611. 4de rekening over 1664. 4612—4620. Rekeningen van HENDRIK OTTERS, 1672—1685, afgehoord 1679—1693. N.B. Tot de 2de serie hebben vermoedelijk meer rekeningen behoord, In de lste rekening van elke serie afschriften van 2 commissiebrieven, van 1672 en 1675, en een instructie van 1672. 4612. 4613. Rekeningen van het keurambt in het algemeen, 1672 —1685. 2 deelen. 4612. lste rekening van 1672 April 16 tot 1676 December 31. 4613. 2de rekening over 1677—1685. 4614—4620. Rekeningen van de misbruiken, 1672—1678. 7 deelen. 4614. lste rekening over 1672 van April 1 tot December 31. 4615. 2de rekening over 1673. 4616. 3de rekening over 1674. 4617. 4de rekening over 1675, 4618. 5de rekening over 1676. 4619. 6de rekening over 1677. 4620. 7de rekening over 1678. 4621—4644. Rekeningen van DERCK OTTERS, 1686—1720, afgehoord 1690 —1723. N.B. Van de 2de serie zijn de 7de en 8ste, alsook de 9de, 10de en 11de rekeningen aan elkaar gehecht; de 15de, 16de, 17de en 26ste zijn verloren. In de lste rekening van elke serie afschriften van commissie- en instructiebrieven van 1685. 4621—4624. Rekeningen van het keurambt in het algemeen, 1686 —1720. 4 deelen. 408 4621. lste rekening over 1686—1691. 4622. 2de rekening over 1692—1694. 4623. 3de rekening over 1695 en 1696. 4624. 4de rekening over 1697—1720. 4625—4644. Rekeningen van de misbruiken, 1686—1719. 20 deelen 4625. lste rekening over 1686. 4626. 2de rekening over 1687. 4627. 3de rekening over 1688. 4628. 4de rekening over 1689. 4629. 5de rekening over 1690. 4630. 6de rekening over 1691. 4631. 7de rekening over 1692. 4632. 8ste rekening over 1693. 4633. 9de rekening over 1694. 4634. 10de rekening over 1695. 4635. 11de rekening over 16%. 4636. 12de rekening over 1697. 4637. 13de rekening over 1698. 4638. 14de rekening over 1699. 4639. 18de rekening over 1703. 4640. 19de en 20ste rekening over 1704 en 1705. 4641. 21ste rekening over 17%. 4642. 22ste—25ste rekening over 1707—1710. 4643. 27ste—29ste rekening over 1712—1714. 4644. 30ste—34ste rekening over 1715—1719. 4645—4653. Rekeningen van de erfgenamen van NlCOLAAS POTGIETER, 1719—1746, afgehoord 1747—1754. 9 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 3 November tot 2 November. Deze rekeningen betreffen uitsluitend de misbruiken. In de lste afschriften van de commissie en de instructie vap NlCOLAAS POTGIETER van 1719. 4645. lste—3de rekening 1719/22. 4646. 4de—6de rekening 1722/25. 4647. 7de—9de rekening 1725/28. 409 4648. 10de—12de rekening 1728/31. 4649. 13de—15de rekening 1731/34. 4650. 16de—18de rekening 1734/37. 4651. 19de—21ste rekening 1737/40. 4652. 22ste—24ste rekening 1740/43. 4653. 25ste—27ste rekening van 1743 November 3 tot 1746 April 17. 4654. Stukken, behoorende tot de rekeningen van de erfgenamen van NlCOLAAS POTGIETER over 1719—1746. 1 omslag. 4655—4660. Rekeningen van MELCHIOR GREVE, 1746—1766, afgehoord 1758—1767. 6 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 30 April tot 29 April. Deze rekeningen betreffen uitsluitend de misbruiken. In de lste afschriften van de commissie en de instructie van den rendant van 1746. 4655. lste—4de rekening 1746/50. 4656. 5de—7de rekening 1750/53. 4657. 8ste—10de rekening 1753/56. 4658. 11de—14de rekening 1756/60. 4659. 15de—18de rekening 1760/64. 4660. 19de—21ste rekening van 1764 April 30 tot 1766 Augustus 27v 4661. Bijlagen bij de rekeningen van MELCHIOR GREVE over 1746—1766. 4 liassen in een omslag. 4662. Stukken, behoorende tot de rekeningen van MELCHIOR GREVE over 1746—1766. 1 omslag. 4663—4670. Rekeningen van Mr. SAMUEL QUINTIJN BROUWER, 1766— 1795, afgehoord 1773—1810. 7 deelen en 3 katerns. N.B. Het boekjaar loopt van September 17 tot September 16. De rekeningen betreffen uitsluitend de misbruiken. De 25ste—28ste zijn afgehoord door het Provintiaal Collegie, de laatste door Landdrost en Assessoren. In de lste afschriften van de commissie en de instructie van den rendant van 1766. In de laatste rekening (ten onrechte de 28ste betiteld) zijn geen inkomsten verantwoord en onder de uitgaven alleen die voor het opmaken van de rekening. 4663. lste—4de rekening 1766/70. 4664. 5de—8ste rekening 1770/74. 410 4665. 9de—12de rekening 1774/78. 4666. 13de—16de rekening 1778/82. 4667. 17de—20ste rekening 1782/86. 4668. 21ste—24ste rekening 1786/90. 4669. 25ste—28ste, rekening 1790/94. 4670. 29ste rekening van 1794 September 17 tot 1795 Januari 20. In triplo. 3 katerns. 4671. Eenige bijlagen bij de rekeningen van Mr. S. Q. BROUWER over 1766—1795. 1 omslag. 4672. Stukken, behoorende tot de rekeningen van Mr. S. Q. BROUWER over 1766—1795. 1 omslag. XIX. Rekeningen van de boschmeesters op de Veluwe, 1543—1795. N.B. Zie de aanteekening aan het hoofd van E XVI in de 2de v Afdeeling. 4673—4676. Rekeningen van ARNT JACOBSZOON, 1543—1548, afgehoord 1546—1550. 2 katerns in 1 band en 2 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 1 October tot 30 September. In den band, die de lste en de 2de bevat, was ook de 3de rekening gebonden, die verloren is. Vóórin afschriften van commissiebrieven van 1541 (zie reg. n . 778) en 1543. In de 4de rekening een afschrift van de instruptie van den boschmeester van 1546. De rekeningen zijn afgehoord te Arnhem door VAN DlEVE en RENOY. 4673. lste rekening 1543/44. 4674. 2de rekening 1544/45, 4675. 4de rekening 1546/47. 4676. 5de rekening 1547/48. 4677. Ceelen van uitbetaald arbeidsloon aan binders van hout in de heggen (1544?) en enkele andere stukken, behoorende tot de rekeningen van ARNT JACOBSZOON over 1543—1548. 1 omslag. 4678—4681. Rekeningen van JOACHLM ARNTSZOON, 1548—1556, afgehoord 1555, 1560. N.B. Naast de exemplaren op perkament zijn van de lste rekening een ex. voor den rendant en een concept op papier bewaard, van de 4de een ex. voor den rendant. Het boekjaar van de lste en 2de loopt van 1 October tot 30 September. De lste t. m. de 3de zijn afgehoord door VAN DlEVE en BELL. In de lste en de 3de afschriften van de commissie van den boschmeester van 1550, in de 3de bovendien van een akte van 1539 betreffende dit ambt (zie reg. n°. 746). 4678. lste rekening 1548/49. 3 deelen. 4679. 2de rekening 1549/50, 1 deel. 4680. 3de rekening van 1550 Augustus 14 tot 1554 Augustus 13. 1 deel. 4681. 4de rekening van 1554 Augustus 14 tot 1556 April 22. 2 deelen. 4682. Bijlage bij de lste rekening van JOACHIM ARNTSZOON over 1548/49. 1 stuk in omslag. 4683, 4684. Rekeningen van HENRICK STRUYCK, scholtis van Renkum, boschmeester ad interim, 1555—1557. N.B. Deze rendant is 2 Mei 1555 op bevel van den rentmeester van Veluwe tijdelijk als boschmeester opgetreden. Op deze waarneming heeft de oudste rekening betrekking. Na het overlijden van JOACHIM ARNTSZOON werd hij, na in April 1556 door het Hof als zoodanig, ontslagen te zijn, 2 Mei d.a.v. door VAN DlEVE en den rentmeester van Veluwe aangesteld om voorloopig de plaats van den overledene te vervullen. De op die functie betrekking hebbende rekening loopt tot den datum van de benoeming van G. MOM en F. VAN RENESSE tot boschmeesters. De rekeningen zijn overgeleverd, doch omtrent het afhooren is geen aanteekening gedaan. Aan de laatste is de minuut gehecht van een contract tusschen de Rekenkamer en den rendant van 1560. 4683. Rekening van 1555 Mei 2 tot 1556 April ... In duplo. 2 katerns. 4684. Rekening van 1556 Mei 2 tot 1557 Maart 26. 1 katern. 4685. Rekening van GOESEN MOM en FREDERICK VAN RENESSE, van 1557 Maart 27 tot 1559 Maart 1, afgehoord 1566. 1 deel. N.B. In deze rekening een afschrift van de commissie der beide boschmeesters van 1557. MOM overleed 5 Augustus 1558: de rekening is door den voogd van zijn kind te zamen met VAN RENESSE overgelegd. 411 412 4686 -4688, Rekeningen van FREDERICK VAN RENESSE, 1559—1573, afgehoord 1567—1573. 3 deelen. N.B. De lste rekening is die van den rendant met GOESEN MOM (n°. 4685). De 2de begint 2 Maart; overigens loopt het boekjaar van 16 Maart tot 15 Maart. In de 2de rekening een afschrift van de commissie van den rendant van 1559, in de 3de van die van 1566, alsmede van zijn instructie en akte van borgstelling. 4686. 2de rekening 1559/65. 4687. 3de rekening 1565/70. 4688. 4de rekening 1570/73. 4689. Bijlage bij de 4de rekening van FREDERICK VAN RENESSE over 1570/73. 1 stuk in omslag. 4690. Akte, waarbij de weduwe van den boschmeester een gevolmachtigde voor het afleggen van de rekeningen benoemt, 1573. 1 stuk in omslag. 4691—4699. Rekeningen van HENRICK VAN RENESSE, 1573—1582, afgehoord 1574—1583. 9 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 16 Maart tot 15 Maart. In de lste en de 3de rekening afschriften van commissies en instructies van 1573 en 1574. In de 6de en de 9de zijn bijlagen gehecht. 4691. lste rekening 1573/74. 4692. 2de rekening 1574/76. 4693. 3de rekening 1576/77. 4694. 4de rekening 1577/78. 4695. 5de rekening 1578/79. 4696. 6de rekening 1579/80. 4697. 7de rekening 1580/81. 4698. 8ste rekening 1581 82. 4699. 9de rekening over 1582 van Maart 16 tot Augustus 10, 4700. Enkele bijlagen bij de rekeningen van HENRICK VAN RENESSE over 1573—1582. 1 omslag. 4701—4706. Rekeningen van ANTHONIS VAN RENESSE, 1584—1622, afgehoord 1586—1623. 6 deelen. N.B. De eerste 2 rekeningen zijn verloren. Vermoedelijk hebben deze bestaan uit ééne rekening, die de nummers 1 en 2 droeg en over 2 jaren liep, gelijk dit met de 3de en 4de het geval is. Het boekjaar loopt van 9 October tot 8 October. In de 7de rekening zijn bijlagen gehecht. 413 4701. 3de en 4de rekening 1584/86. 4702. 5de rekening 1586/88. 4703. 6de rekening 1588/93. 4704. 7de rekening 1593/99. 4705. 8ste rekening 1599/1609. 4706. 9de rekening van 1609 October 9 tot 1622 April 28. 4707.. Bijlagen bij de 9de rekening van ANTHONIS VAN RENESSE over 1609/22. 1 omslag. 4708. Stukken, behoorende tot de rekeningen van ANTHONIS VAN RENESSE over 1584—1622. 1 omslag. 4709—4714. Rekeningen van DANIËL T* ZAS, 1622—1665, afgehoord 1628—1671. 6 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 6 Mei tot 6 Mei. In de lste rekening een afschrift van de commissie van den rendant van 1622. In de lste, 5de en 6de zijn bijlagen gehecht. 4709. lste rekening 1622/27. 4710. 2de rekening 1627,32. 4711. 3de rekening 1632/41. 4712. 4de rekening 1641/45. 4713. 5de rekening 1645/55. 4714. 6de rekening 1655/65. 4715. Rekening van JOOST en JAN NOORMAN van 1665 Mei 13 tot 1676 December 31, afgehoord 1679. 1 deel. 4716, 4717 Rekeningen van DERCK OTTERS, 1685—1719, afgehoord 1697, 1721. 2 deelen. N.B. In de lste rekening afschriften van de commissieen instructiebrie ven van den boschmeester van 1685. In die rekening zijn ook eenige bijlagen gehecht. 4716. lste rekening van 1685 November 9 tot 1695 November 9. 4717. 2de rekening van 16% November 25 tot 1719 November 25. 4718. Rekening van NlCOLAAS POTGIETER van 1719 November 3 tot 1734 November 3, afgehoord 1735. 1 deel. 4719. Rekening van de erven van NlCOLAAS POTGIETER van 1734 November 3 tot 1745 November 3, afgehoord 1750. 1 deel. 4720. Stukken, behoorende tot de rekeningen van NlCOLAAS POTGIETER en zijn erven over 1719—1745. 1 omslag. 414 4721—4723. Rekeningen van MELCHIOR GREVE, 1746—1766, afgehoord 1758—1768. 2 deelen en 1 katern. N.B. In de lste rekening afschriften van de commissie en de instructie van den rendant van 1746. 4721. lste rekening van 1746 April 30 tot 1756 April 30. 4722. 2de rekening van 1756 April 30 tot 1766 Augustus 27. 4723. Supplement van de 2de rekening. 1 katern. 4724. Stukken, behoorende tot de rekeningen van MELCHIOR GREVE over 1746—1766. 1 omslag. 4725—4731. Rekeningen van Mr. SAMUEL QUINTIJN BROUWER, 1766— 1795, afgehoord 1773—1796. 7 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 17 September tot 16 September. De 7de rekening is uitgebracht door de erven van den boschmeester en afgehoord door het Provintiaal Collegie. In de lste rekening afschriften van de commissie en de instructie van den rendant van 1766. 4725. lste rekening 1766/70. 4726. 2de rekening-1770/74. 4727. 3de rekening 1774/78. 4728. 4de rekening 1778/82. 4729. 5de rekening 1782/86. 4730. 6de rekening 1786/90. 4731. 7de rekening van 1790 September 17 tot 1795 Januari 20. XX. Rekening van den brandmeester op de Veluwe, 1544/45. N.B. De brandmeester had tot taak, heidebrand te beletten en boete te vorderen van hen, die op de afgebrande heide schapen lieten weiden. 4732. Rekening van JASPER VAN DER SCHUEREN van 1544 Januari 26 tot 1545 December 20. Met een ex. voor den rendant en een concept. 3 deelen. N.B. Het rendantsexemplaar loopt tot 1544 December 31, welke datum in de voor den keizer bestemde rekening is veranderd. Die rekening is te Arnhem ingeleverd 9 Mei 1556, doch of zij is afgehoord blijkt niet. Er bevindt zich een afschrift in van den commissiebrief des brandmeesters van 1553. Andere rekeningen zijn van dezen, in 1556 overleden, ambtenaar niet bewaard. Van de na hem benoemde brandmeesters zijn geen rekeningen ingekomen. XXI. Rekeningen van den rentmeester van de Pleyen, 1773—1795. N.B. Zie de aanteekening aan het hoofd van E XVII in de 2de Afdeeling. 4733—4739. Rekeningen van Dr. GERHARD PRONCK, 1773—1795, afgehoord 1789—1796. 7 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 22 Februari tot 22 Februari. De 6de en de 7de-rekening zijn afgehoord door het Provintiaal Collegie, tot het archief van welk college behoort de lste rekening van Mr. H. H. VlTRINGA, 1792/95, die tot aanvulling van de 7de van Dr. G. PRONCK strekt. 4733. lste rekening 1773/77. 4734. 2de rekening 1777/80. 4735. 3de rekening 1780/83. 4736. 4de rekening 1783/86. 4737. 5de rekening 1786/89. 4738. 6de rekening 1789/92. 4739. 7de rekening 1792/95. 4740. Bijlagen bij de rekeningen van Dr. GERHARD PRONCK over 1773— 1795. 1 omslag. 4741. Stukken, behoorende tot de rekeningen van Dr. GERHARD PRONCK over 1773—1795. 1 omslag. XXII. Rekeningen van den rentmeester van de Steenwaard, 1793—1795. N.B. Zie de aanteekening aan het hoofd van E XVIII in de 2de Afdeeling. 4742. 4743. Rekeningen van Dr. GERARD VAN HASSELT, 1793—1795, afgehoord 1796, 1797. 2 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 22 Februari tot 22 Februari. De rekeningen zijn afgehoord door het Provintiaal Collegie, tot het archief van welk college behoort de lste rekening van Mr. H. H. VlTRINGA, 1794/95, die tot aanvulling strekt van de 2de van Dr. G. VAN HASSELT. In de lste rekening afschriften van het koopcontract en 2 andere akten betreffende den aankoop van de Steenwaard, 1792 en 1793. 4742. lste rekening 1793/94, 4743. 2de rekening 1794/95. 415 416 F. Rekeningen van de officieren van justitie. N.B. Deze rekeningen betreffen in hoofdzaak de baten, uit het landsheerlijke recht van jurisdictie voortvloeiende, en de kosten, waarmede de uitoefening daarvan gepaard ging. In den tijd, waaruit zij date eren, overtroffen de kosten steeds de baten. In de rekeningen van sommige officieren zijn posten te vinden, die men eerder in rentmeestersrekeningen zou zoeken en die herinneren aan het feit, dat in de middeleeuwen die officieren tevens domeinen beheerden. Tegelijk rentmeester en officier van justitie is altijd geweest de waldgraaf van het Nederrijkswald, terwijl ook het drost- en rentambt van Kessel in ééne hand waren. In overeenstemming met de rekeningen van de landrentmeesters-generaal, waarin de bedoelde waldgraven en drosten tot de officieren van ontvang worden gerekend, zijn hunne rekeningen onder E hiervóór opgenomen. In 1795 zijn de meeste officiersambten blijven bestaan, zij het in vele gevallen onder andere titels. Het landdrostambt Veluwe en het richterambt van Arnhem en Veluwezoom zijn toen in een aantal zelfstandige richterambten gesplitst. Men zoeke de desbetreffende rekeningen, die dus bij de hier beschrevene aansluiten, in de archieven van de opvolgers der Rekenkamer in het domeinbeheer, van 1802 af in het archief der voor het afhooren dezer rekeningen ingestelde Auditiekamer. I. Rekeningen van de burggraven en dijkgraven des Rijks van Nymegen, 1543—1795. N.B. De rekeningen over 1591—1605 hebben tevens betrekking op het richterambt van de stad Nymegen, die over 1678—1706 niet op het dijkgraafambt. 4744, 4745. Rekeningen van HERMAN VAN BONENBORCH genaamd VAN HONSTEIN, 1543—1545. 2 deelen. N.B. De lste rekening is afgehoord door RENOY. Vóórin een blad, houdende afschriften van 2 brieven van 1542 (zie reg. nos. 783 en 788) betreffende de aanstelling van den rendant. De 2de is te Arnhem ingeleverd, doch niet gesloten. Zij is gebonden bij een dergelijk exemplaar van de lste rekening van VAN WYHE (n°. 4746). 4744. lste en laatste rekening van 1543 September 12 tot 1545 Juli 11, afgehoord 1546. 4745. Rekening van 1543 September 12 tot 1545 Januari 1. 4746—4748. Rekeningen van REYNER VAN WYHE, heer tot Hemen, 1545— 1551, afgehoord 1549, 1562. 417 N.B. Het boekjaar loopt van 12 Juli tot 11 Juli. De lste en de 2de rekening zijn afgehoord door VAN DlEVE en RENOY, Van de lste is een concept bewaard, dat met een exemplaar van de rekening van den vorigen burggraaf (n°. 4745) in een band is vereenigd. In het afgehoorde exemplaar een katern, houdende afschriften van brieven betreffende het burggraaf-, richter- en dijkgraafambt, van 1496 en 1537 (zie reg. nos. 365 en 713), en van de commissie van den rendant van 1545; voorts een aantal stukken, op het afhooren betrekking hebbende. In de 2de rekening afschriften van een brief van het Hof van 1545 over de ambtsaanvaarding van den rendant en van zijn commissies van 1545 en 1548; achterin gehecht een opteekening van 1492/95 ontvangen dijkbreuken. 4746. lste rekening 1545/46. 2 deelen. 4747. 2de rekening 1546/48. 1 deel. 4748. 3de rekening van 1548 Juli 12 tot 1551 Maart 7. 7 bladen. N.B. Deze rekening vormt een deel met die van den rendant als richter van Nymegen (n°. 4909). 4749_4754. Rekeningen van ZEGER VAN GROESBEECK, heer tot Groesbeek, 1551—1557, afgehoord 1555, 1559. 7 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 1553 af van 3 April tot 2 April. In de lste rekening ontbreekt het reces, de 2de t. m. de 5de zijn afgehoord in de Rekenkamer te Brussel. Van de 6de is het duplikaat in 1572 bij de Rekenkamer ingekomen ter vervanging van het minder uitvoerige oudere exemplaar, dat daar niet was goedgekeurd; het is echter niet afgehoord. In de lste rekening is een onvolledig concept gehecht, alsook enkele stukken betreffende de ambtsplichten van den rendant. Zijn commissie van 1550 is er in afgeschreven. In de 2de rekening zijn 5 bijlagen gehecht, in de 6de 2 perkamenten brieven, te vgl. met de bijlagen bij die rekening in omslag. 4749. lste rekening van 1551 Maart 3 tot 1552 Maart 2. 4750. 2de rekening van 1552 Maart 3 tot 1553 April 3. 4751. 3de rekening 1553/54. 4752. 4de rekening 1554/55. 4753. 5de rekening 1555/56. 4754. 6de rekening van 1556 April 3 tot 1557 December 31. In duplo. 2 deelen, 27 418 4755. Eenige bijlagen bij de rekeningen van ZEGER VAN GROESBEECK over 1551—1557. 1 omslag. 4756. Stukken, behoorende tot de rekeningen van ZEGER VAN GROESBEECK over 1551—1557. 1 omslag. 4757. Rekening van GOERT BAERT, provisioneel burggraaf en dijkgraaf, van 1558 Mei 16 tot 1560 Augustus 10, afgehoord 1561. 1 deel. N.B. In deze rekening een afschrift van den brief van het Hof d.d. 1558 Mei 16, waarbij de rendant, als stadhouder van den vermoorden burggraaf FRANS VAN GAELEN, met de waarneming van diens ambt werd belast. 4758—4762. Rekeningen van heer JOERIEN VAN LYNDEN, ridder, 1560— 1566, afgehoord 1562—1572. 5 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 11 Augustus tot 10 Augustus. De rekeningen vormen een trousse. In de lste is de commissie van den rendant van 1560 afgeschreven. 4758. lste rekening 1560/61. 4759. 2de rekening 1561/62. 4760. 3de rekening 1562/63. 4761. 4de rekening 1563/64. 4762. 5de rekening van 1564 Augustus 11 tot 1566 Mei 14. 4763. Stukken, behoorende tot de rekeningen van heer JOERIEN VAN LYNDEN over 1560—1566. 1 omslag. 4764. Akte, houdende een door den burggraaf bezegelde getuigenverklaring in een civiel proces, 1566. 1 charter. N.B. Ch. n°. 3167. Dit stuk is gevonden in een der boven-' vermelde rekeningen. Het moet tot een proces-dossier behoord hebben en niet tot de bijlagen bij die rekening. Aangezien er elders geen geschikte plaats voor gevonden is, is het er bij gelaten. Het zegel is dat van 's burggraven stadhouder, H. VAN BONENBORCH gen. VAN HONSTEIN. 4765—4768. Rekeningen van HENRICK VAN BONENBORCH genaamd VAN HONSTEIN, 1566—1570, afgehoord 1575. 4 deelen. N.B, Het boekjaar loopt van 15 Mei tot 14 Mei, Van dezen burggraaf, die tot 1575 heeft gefungeerd, zijn geen andere rekeningen bewaard, In de lste rekening (misschien ex. voor den rendant?) ontbreekt het reces. De commissie van den burggraaf van 1565 is er in afgeschreven. 419 4765. lste rekening 1566/67. 4766. 2de rekening 1567/68. 4767. 3de rekening 1568/69. 4768. 4de rekening 1569/70. j 4769. Bijlage bij de lste rekening van HENRICK VAN BONENBORCH genaamd VAN HONSTEIN over 1566/67. 1 stuk in omslag. 4770—4773, Rekeningen van GERHARDT VAN OY, heer tot Oy, 1575—1585, afgehoord 1583—15%. 4 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 7 Juli tot 6 Juli. De 2de t. m. de 6de en de 8ste rekening zijn verloren. In de lste afschriften van 2 commissiebrieven van 1575; in die rekening is een bijlage gehecht. 4770. lste rekening 1575/76. 4771. 7de rekening 1581/82. 4772. 9de rekening 1583/84. 4773. 10de rekening van 1584 Juli 7 tot 1585 Maart 6. 4774. Bijlage bij de lste rekening van GERHARDT VAN OY over 1575/76. 1 stuk in omslag. 4775—4785. Rekeningen van CORNELIS VAN GENT, heer tot Meinerswijk, 1591—1605, afgehoord 1594—16%. 11 deelen in 1 band. N.B. Het boekjaar loopt van 12 November tot 11 November. De 12de en vlg. rekeningen van dezen in 1614 overleden burggraaf zijn verloren. Zijn rekeningen hebben ook betrekking op het richterambt van de stad Nymegen. Bij de 4de, 5de, 8ste en 10de zijn een aantal brieven van den rendant aan de Rekenkamer, met bijlagen, en minuten van de Rekenkamer gebonden, het afhooren van deze rekeningen en de daarin gevonden zwarigheden betreffende. In de lste afschriften van de commissie en de instructie van den rendant van 1591. 4775. lste rekening 1591/93. 4776. 2de rekening 1593/95. 4777. 3de rekening 1595/97. 4778. 4de rekening 1597/98. 4779. 5de rekening 1598/99. 4780. 6de rekening 1599/1600. 4781. 7de rekening 1600/01. 420 4782. 8ste rekening 1601/02. 4783. 9de rekening 1602/03. 4784. 10de rekening 1603/04. 4785. 11de rekening 1604/05. 4786. Bijlagen bij de 6de rekening van CORNELIS VAN GENT over 1599/1600. Brieven betreffende de inbeslagname van goederen van een doodslager onder Niftrik, 1599. 2 charters. N.B. Ch. nos. 26731 en 2673II. 4787—4796. Rekeningen van BERNARD VAN WELDEREN, 1616—1652, afgehoord 1623—1656. 10 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 16 Maart tot 15 Maart. De 2de, de 9de en de 11de rekening zijn verloren. 4787. lste rekening 1616/21. 4788. 3de rekening 1624/27. 4789. 4de rekening 1627/30. 4790. 5de rekening 1630/33. 4791. 6de rekening 1633/36. 4792. 7de rekening 1636/38. 4793. 8ste rekening 1638/40. 4794. 10de rekening 1642/44. 4795. 12de rekening 1647/51. 47%. 13de rekening van 1651 Maart 17 tot 1652 Mei 14. 4797. Enkele bijlagen bij de rekeningen van BERNARD VAN WELDEREN over 1616—1652. 1 omslag. 4798—4805. Rekeningen van DlEDERIK VAN WELDEREN, 1652—1678, afgehoord 1659—1691. 6 deelen en 2 katerns. N.B. Het boekjaar loopt van 15 Mei tot 14 Mei. In de lste rekening een afschrift van de commissie van den rendant van 1652. 4798. lste rekening 1652/58. 4799. 2de rekening 1658/60. 4800. 3de rekening 1660/63. 4801. 4de rekening 1663/67. 4802. 5de rekening 1667/70. 4803. 6de rekening 1670/76. 4804. 7de rekening van het burggraafambt van 1676 Mei 15 tot 1678 Januari 21. 1 katern. 4805. 7de rekening van het dijkgraafambt van 1676 Mei 15 tot 1678 Januari 21. 1 katern. 4806. Bijlagen bij de 7de rekening van DlEDERIK VAN WELDEREN als dijkgraaf, over 1676/78. 1 omslag. 4807. Rekening van JOHAN VAN WELDEREN van 1678 Januari 22 lot 1681 April 5, afgehoord 1692. 1 deel. N.B. Deze rekening betreft uitsluitend het burggraafambt. 4808—4813. Rekeningen van FREDERIK HENDRIK VAN RANDWIJCK, heer tot Rossum, 1681—1697, afgehoord 1691—1701. 6 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 18 April tot 18 April. De rekeningen betreffen uitsluitend het burggraafambt. Aan de lste zijn gehecht afschriften van de akte van aanstelling en de commissie van den rendant van 1681. 4808. lste rekening 1681/84. 4809. 2de rekening 1684/87. 4810. 3de rekening 1687/91. 4811. 4de rekening 1691/93. 4812. 5de rekening 1693/96. 4813. 6de rekening van 1696 April 18 tot 1697 Mei 30. 4814—4835. Rekeningen van JACOB VAN RANDWIJCK, heer tot Rossum, 1697—1725, afgehoord 1701—1726. 22 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 25 Augustus tot 25 Augustus. De eerste 6 rekeningen hebben alleen op het burggraafambt betrekking. Aan de lste, de 3de, de 4de, de 6de t. m. de 10de, de 16de t. m. de 19de en de 22ste zijn bijlagen gehecht. 4814. lste rekening 1697/1700. 4815. 2de rekening 1700/01. 4816. 3de rekening 1701/02. 4817. 4de rekening 1702/03. 4818. 5de rekening 1703/04. 4819. 6de rekening 1704/06. 4820. 7de rekening 1706/09. 421 422 4821. 8ste rekening 1709/11. 4822. 9de rekening 1711/12. 4823. 10de rekening 1712/13. 4824. 11de rekening 1713/14. 4825. 12de rekening 1714/15. 4826. 13de rekening 1715/16. 4827. 14de rekening 1716/17. 4828. 15de rekening 1717/18. 4829. 16de rekening 1718/19. 4830. 17de rekening 1719/20. 4831. 18de rekening 1720/21. 4832. 19de rekening 1721/22. 4833. 20ste rekening 1722/23. 4834. 21ste rekening 1723/24. 4835. 22ste rekening van 1724 Augustus 25 tot 1725 Juli 30. 4836. Rekening van OTTO ROELEMAN FREDERIK VAN DEN BYLAND van 1725 Juli 31 tot 1726 Januari 15, afgehoord 1726. 1 deel. N.B. De rendant nam de burggraaf- en dijkgraafambten tijdelijk waar. Aan de rekening zijn bijlagen gehecht. 4837—4865. Rekeningen van ADRIAAN VAN LYNDEN, heer van Nederhemert, 1726—1754, afgehoord 1727—1755. 29 deelen. N.B. In de lste rekening een afschrift van de commissie van den rendant van 1726 .. 4837. lste rekening over 1726. 4838. 2de rekening over 1727. 4839. 3de rekening over 1728. 4840. 4de rekening over 1729. 4841. 5de rekening over 1730. 4842. 6de rekening over 1731. 4843. 7de rekening over 1732. 4844. 8ste rekening over 1733. 4845. 9de rekening over 1734. 4846. 10de rekening over 1735. 4847. 11de rekening over 1736. 4848. 12de rekening over 1737. 4849. 13de rekening over 1738. 4850. 14de rekening over 1739. 4851. 15de rekening over 1740. 4852. 16de rekening over 1741. 4853. 17de rekening over 1742. 4854. 18de rekening over 1743. 4855. 19de rekening over 1744. 4856. 20ste rekening over 1745. 4857. 21ste rekening over 1746. 4858. 22ste rekening over 1747. 4859. 23ste rekening over 1748. 4860. 24ste rekening over 1749. 4861. 25ste rekening over 1750. 4862. 26ste rekening over 1751. 4863. 27ste rekening over 1752. 4864. 28ste rekening over 1753. 4865. 29ste rekening over 1754 tot Augustus 3. 4866—4897. Rekeningen van FRANS GODARD VAN LYNDEN, heer tot Hemmen, 1754—1786, afgehoord 1755—1787. 32 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 21 September tot 21 September, In de lste rekening is gehecht een afschrift van de commissie van den rendant van 1754. 4866. lste rekening 1754/55. 4867. 2de rekening 1755/56. 4868. 3de rekening 1756/57. 4869. 4de rekening 1757/58. 4870. 5de rekening 1758/59. 4871. 6de rekening 1759/60. 4872. 7de rekening 1760/61. 4873. 8ste rekening 1761/62. 4874. 9de rekening 1762/63. 4875. 10de rekening 1763/64. 4876. 11de rekening 1764/65. 423 424 4877. 12de rekening 1765/66. 4878. 13de rekening 1766/67. 4879. 14de rekening 1767/68. 4880. 15de rekening 1768/69. 4881. 16de rekening 1769/70. 4882. 17de rekening 1770/71. 4883. 18de rekening 1771/72. 4884. 19de rekening 1772/73. 4885. 20ste rekening 1773/74. 4886. 21ste rekening 1774/75. 4887. 22ste rekening 1775/76. 4888. 23ste rekening 1776/77. 4889. 24ste rekening 1777/78. 4890. 25ste rekening 1778/79. 4891. 26ste rekening 1779/80. 4892. 27ste rekening 1780/81. 4893. 28ste rekening 1781/82. 4894. 29ste rekening 1782/83. 4895. 30ste rekening 1783/84. 4896. 31ste rekening 1784/85. 4897. 32ste rekening van 1785 4898, 4899. Rekeningen van WILLEM VAN LYNDEN, heer van Hemmen, 1786—1787, afgehoord 1787, 1788. 2 deelen. 4898. lste rekening van 1786 Februari 21 tot 1787 Februari 21. 4899. 2de rekening over 1787 van Februari 22 tot Juni 12. 4900. Bijlagen bij de 2de rekening van WILLEM VAN LYNDEN over 1787. 1 omslag. 4901. Rekening van OTTO FREDERIK VAN LYNDEN, heer van Nederhemert, van 1787 Juli 7 lot 1788 Mei 21, afgehoord 1789. 1 deel. N.B. In deze rekening zijn bijlagen gehecht. 4902—4906. Rekeningen van JAN ELIAS VAN LYNDEN, 1788—1793, afgehoord 1789—1794. 5 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 30 Mei tot 30 Mei. 4902. lste rekening 1788/89. 4903. 2de rekening 1789/90. 4904. 3de rekening 1790/91. 4905. 4de rekening 1791/92. 4906. 5de rekening van 1792 Mei 30 tot 1793 April 29. 4907, 4908. Rekeningen van JACOB CAREL VAN LYNDEN, 1793—1795, afgehoord 1794, 1806. 2 deelen. N.B. De 2de rekening is afgehoord door den Raad van Finantiën. In beide rekeningen zijn bijlagen gehecht. 4907. lste rekening van 1793 Mei 7 tot 1794 Mei 7. 4908. 2de rekening van 1794 Juni 7 tot 1795 Maart 20. O. Rekeningen van de richters der stad Nymegen, 1545—1591, 1713—1795. N.B. De rekeningen van den burggraaf CORNELIS VAN GENT, 1591 1605 (zie nos. 4775—4785), hebben tevens betrekking op dit richterambt. Eenigen zijner opvolgers vereenigden ook beide ambten, doch hebben geen rekeningen betreffende het richterambt nagelaten. De rekeningen over 1713—1795 bestaan bijna uitsluitend uit memorieposten tengevolge van het feit, dat de magistraat der stad het recht op de breuken had gekregen en het richterambt alleen pro forma gehandhaafd bleef. 4909. Rekening van REYNER VAN WYHE, heer tot Hernen, van 1545 Augustus 1 tot 1551 November 17, afgehoord 1562. 8 bladen, behoorende tot een deel. N.B. Deze rekening is met de 3de van den rendant als burggraaf (n°. 4748) in een deel afgeschreven. Hij was n.1. in 1545 tot beide ambten gecommitteerd, doch verzuimde aanvankelijk, van de in de stad geïnde breuken rekening te doen. 4910. Rekening van GOERT BAERT van 1551 Maart 7 tot 1553 Juni 26. 2 deelen en 1 katern. N.B. Een der deelen is een exemplaar voor den rendant, het katern een onvoltooid concept. De rekening is niet afgehoord. In het voor den keizer bestemde deel afschriften van 1°. een brief van het Hof d.d. 1551 Maart 7, waarbij hij belast werd met de waarneming van dit tegelijk met het burggraafambt van REYNER VAN WYHE geloste ambt, dat daar voortaan van zou worden gescheiden, 2°. een brief d.d. 1553 Juni 26, waarbij het Hof kennis geeft van de aanstelling van JOHAN VAN BOEDBERGEN als richter. 425 426 4911—4932. Rekeningen van JOHAN VAN BOEDBERGEN, 1553—1576, afgehoord 1555—1576. 23 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 15 tot 14 Juni. De lste rekening is afgehoord door VAN DlEVE en BELL. Bij die rekening een exemplaar voor den rendant. In die rekening en in de 2de afschriften van de commissie en de instructie van den richter van 1553. De 2de t. m. de 12de en de 13de t. m. de 22ste rekening zijn in troussen vereenigd. In de 14de is gehecht een afschrift van de koninklijke ordonnantie d.d. 1567 April 22 ter regeling van eenige punten van civiel procesrecht te Nymegen, w.o. het hooger beroep te Aken, alsmede een gelijktijdige lijst van de door burgemeesteren te berechten zaken. In de 5de, de 9de, de 14de, de 15de, de 17de t. m. de 22ste rekening zijn bijlagen gehecht. 4911. lste rekening 1553/55. 2 deelen. 4912. 2de rekening 1555/56. 4913. 3de rekening 1556/57. 4914. 4de rekening 1557/58. 4915. 5de rekening 1558/59. 4916. 6de rekening 1559/60. 4917. 7de rekening 1560/61. 4918. 8ste rekening 1561/62. 4919. 9de rekening 1562/63. 4920. 10de rekening 1563/64. 4921. 11de rekening 1564/65. 4922. 12de rekening 1565/66. 4923. 13de rekening 1566/67. 4924. 14de rekening 1567/68. 4925. 15de rekening 1568/69. 4926. 16de rekening 1569/70. 4927. 17de rekening 1570/71. 4928. 18de rekening 1571/72. 4929. 19de rekening 1572/73. 4930. 20ste rekening 1573/74. 4931. 21ste rekening 1574/75. 4932. 22ste rekening van 1575 Juni 15 tot 1576 Mei 1. 4933. Stukken, behoorende tot de rekeningen van JOHAN VAN BOEDBERGEN over 1553—1576. 1 omslag. 4934_4938. Rekeningen van WERNER VAN LENNIP, 1577—1582, afgehoord 1581, 1582. 5 deelen. N.B. Deze rekeningen vormen een trousse. Het boekjaar loopt van 6 tot 5 Augustus. Een 6de en vlg. zijn vermoedelijk nooit opgesteld. Er is een twist geweest over het ambt tusschen dezen richter en JOHAN POEYN, die reeds in 1580 was aangesteld, doch niet vóór 1586 het ambt heeft aanvaard. In de rekeningen zijn enkele bijlagen gehecht. 4934. lste rekening 1577/78. 4935. 2de rekening 1578/79. 4936. 3de rekening 1579/80. 4937. 4de rekening 1580/81. 4938. 5de rekening 1581/82. 4939—4942. Rekeningen van JOHAN POEYN, 1586—1591, afgehoord 1594. 4 deelen in 1 band. N.B. Het boekjaar loopt van 14 tot 13 Januari. In de lste rekening afschriften van de commissie van den richter van 1580 en andere akten, zijn aanstelling betreffende. Vergelijk over die aanstelling de noot bij nos. 4934— 4938. 4939. lste rekening 1586/87. 4940. 2de rekening 1587/88. 4941. 3de rekening 1588/90. 4942. 4de rekening van 1590 Januari 14 tot 1591 September 21. 4943. Rekeningen van JACOB VAN RANDWIJCK, heer tot Rossum, 1713— 1725, afgehoord 1715—1726. 12 deelen in een pak. N.B. De eerste 10 rekeningen van dezen rendant zijn verloren. 4944. Rekeningen van DERCK SlNGENDONCK, 1726—1752, afgehoord 1729 —1753. 26 deelen in een pak. 4945. Rekeningen van Mr. CORNELIS WALRAVEN VONCK, 1754—1762, afgehoord 1755—1762. 8 deelen in een omslag. 4946. Rekeningen van Mr. FRANCOIS VAN DEN STEEN, 1763—1780, afgehoord 1764—1780. 18 deelen in een pak. 427 428 4947. Rekeningen van FRANS GODARD VAN LYNDEN, heer tot Hemmen, 1780—1786, afgehoord 1781—1787. 6 deelen in een omslag. 4948. Rekeningen van WILLEM VAN LYNDEN, heer van Hemmen, 1786— 1787, afgehoord 1787, 1789. 2 deelen in een omslag. 4949. Rekeningen van JAN ELIAS VAN LYNDEN, 1787—1793, 'afgehoord 1789—1806. 5 deelen in een omslag. N.B. De 5de en laatste rekening is afgehoord door den Raad van Finantiën. 4950. Rekeningen van JACOB CAREL VAN LYNDEN, 1793—1795, afgehoord 1806. 2 deelen in een omslag. N.B. Deze rekeningen zijn afgehoord door den Raad van Finantiën. IH. Rekeningen van de ambtlieden en dijkgraven tusschen Maas en Waal, 1543—1555, 1722—1795. N.B. Deze ambten zijn langen tijd verpand geweest, o. a. van 1614—1689 aan de stad Nymegen (zie inv. oudarchief Nymegen door P. NlJHOFF, blz. 132 en 135). In deze verpanding moet de oorzaak gezocht worden, dat van 1556—1722 geen rekeningen zijn afgelegd aan de Rekenkamer. Zie over de verhouding van de Kamer tot de pandhouders: n°. 1619. De dijkgraafsrekeningen zijn wegens haren korten en onderling weinig verschillenden inhoud niet stuk voor stuk beschreven. 4951—4953. Rekeningen van GlJSBERT VAN DEN POLL, 1543—1555. N.B. De rendant legde rekening af namens de weduwe en erfgenamen van den pandhouder GILLIS VAN RIEMSDIJK. De eerste 2 zijn te Arnhem van aanteekeningen voorzien, doch het blijkt niet, dat zij zijn goedgekeurd. De 2de is bewaard in 2 exemplaren voor den rendant en een concept. 4951. (lste) rekening van 1543 September 20 tot 1544 December 31. 1 deel. 4952. rekening over 1545 (fragment). 1 katern. 4953. 2de rekening over 1549—1555. 3 deelen. 4954—4957. Rekeningen van STEVEN VAN RANDWIJCK, 1722—1725, afgehoord 1724—1726. N.B. Het boekjaar loopt van 16 December tot 16 December. In de 2de ambtmansrekening een afschrift van de commissie van den rendant van 1721, 4954 4956. Rekeningen als ambtman, 1722—1725. 3 deelen. 4954. lste rekening 1722/23. 4955. 2de rekening 1723/24. 4956. 3de rekening 1724/25. 4957. Rekeningen als dijkgraaf, 1722—1725. 3 deelen in een omslag. 4958—4999. Rekeningen Van OTTO ROELEMAN FREDERIK VAN BYLANDT, 1726—1766, afgehoord 1727—1767. N.B. In de lste ambtmansrekening is een afschrift van de commissie van den rendant van 1726 gehecht, 4958 4998, Rekeningen als ambtman, 1726—1766, 41 deelen, 4958. lste rekening over 1726, 4959. 2de rekening over 1727. 4960. 3de rekening over 1728. 4961. 4de rekening over 1729. 4962. 5de rekening over 1730. 4963. 6de rekening over 1731. 4964. 7de rekening over 1732. 4965. 8ste rekening over 1733. 4966. 9de rekening over 1734. 4967. 10de rekening over 1735. 4968. 11de rekening over 1736, 4969. 12de rekening over 1737. 4970. 13de rekening over 1738. 4971. 14de rekening over 1739. 4972. 15de rekening over 1740. 4973. 16de rekening over 1741. 4974. 17de rekening over 1742. 4975. 18de rekening over 1743. 4976. 19de rekening over 1744. 4977. 20ste rekening over 1745. 4978. 21ste rekening over 1746. 4979. 22ste rekening over 1747. 4980. 23ste rekening over 1748. 429 430 4981. 24ste rekening over 1749. 4982. 25ste rekening over 1750. 4983. 26ste rekening over 1751. 4984. 27ste rekening over 1752. 4985. 28ste rekening over 1753. 4986. 29ste rekening over 1754. 4987. 30ste rekening over 1755. 4988. 31ste rekening over 1756. 4989. 32ste rekening over 1757. 4990. 33ste rekening over 1758. 4991. 34ste rekening over 1759. 4992. 35ste rekening over 1760. 4993. 36ste rekening over 1761. 4994. 37ste rekening over 1762. 4995. 38ste rekening over 1763. 49%. 39ste rekening over 1764. 4997. 40ste rekening over 1765. 4998. 41ste rekening over 1766 van Januari 10 tot September 16. 4999. Rekeningen als dijkgraaf, 1726—1766. 41 deelen in een pak. 5000—5009. Rekeningen van WALRAVEN VAN BALVEREN TOT WEURT, 1766—1775, afgehoord 1768—1776. N.B. Het boekjaar loopt van 11 September tot 11 September. De 9de ambtmansrekening is verloren. Aan de lste is gehecht een afschrift van de commissie van den rendant van 1766. 5000—5008. Rekeningen als ambtman, 1766—1775. 9 deelen. 5000. lste rekening 1766/67. 5001. 2de rekening 1767/68. 5002. 3de rekening 1768/69. 5003. 4de rekening 1769/70. 5004. 5de rekening 1770/71. 5005. 6de rekening 1771/72. 50%. 7de rekening 1772/73. 431 5007. 8ste rekening 1773/74. 5008. 10de rekening over 1775 van September 11 tot December 6. 5009. Rekeningen als dijkgraaf, 1766—1775. 10 deelen in een pak. 5010—5025. Rekeningen van JACOB NEOMAGUS VAN RANDWIJCK, 1775— 1790, afgehoord 1777—1791. N.B. Het boekjaar loopt van 14 December tot 14 December. 5010—5024. Rekeningen als ambtman, 1775—1790. 15 deelen. 5010. lste rekening 1775/76. 5011. 2de rekening 1776/77. 5012. 3de rekening 1777/78. 5013. 4de rekening 1778/79. 5014. 5de rekening 1779/80. 5015. 6de rekening 1780/81. 5016. 7de rekening 1781/82. 5017. 8ste rekening 1782/83. 5018. 9de rekening 1783/84. 5019. 10de rekening 1784/85. 5020. 11de rekening 1785/86. 5021. 12de rekening 1786/87. 5022. 13de rekening 1787/88. 5023. 14de rekening 1788/89. 5024. 15de rekening van 1789 December 14 tot 1790 April 29. 5025. Rekeningen als dijkgraaf, 1775—1790. 15 deelen in een pak. 5026—5030. Rekeningen van NlCOLAAS HANS WILLEM VAN DELEN TOT DRUTEN EN DEN L.AKENBURG, 1790—1793, afgehoord 1791—1796. N.B. Het boekjaar loopt van 7 Mei tot 7 Mei. In de lste ambtmansrekening is een afschrift van de commissie van den ambtman van 1791 gehecht, aan de 4de een lias bijlagen. De laatste rekening van iedere serie is afgehoord door het Provintiaal Collegie. 5026—5029. Rekeningen als ambtman, 1790—1793. 4 deelen. 5026. lste rekening 1790/91. 5027. 2de rekening 1791/92. 5028. 3de rekening 1792/93. 432 5029. 4de rekening over 1793 van Mei 7 tot September 11. 5030. Rekeningen als dijkgraaf, 1790—1793. 4 deelen in een omslag. 5031—5033. Rekeningen van GODARD ADRIAAN VAN RANDWIJCK, 1793— 1795, afgeboord 1798. 4 deelen. N.B. De lste rekening van iedere serie is afgehoord door het Provintiaal Collegie, de 2de door het Interm. Adm. Bestuur. 5031, 5032. Rekeningen als ambtman, 1793—1795. 2 deelen. 5031. lste rekening van 1793 October 1 tot 1794 October 1. 5032. 2de rekening van 1794 October 1 tot 1795 Februari 17. 5033. Rekeningen als dijkgraaf, 1793—1795. 2 deelen in een omslag. IV. Rekeningen van de ambtlieden en dijkgraven van Overbetuwe, 1543—1795. N.B. De rekeningen over 1655—1722 hebben, voor zoover bewaard, niet op het dijkgraafambt betrekking. Een belangrijk hiaat is ontstaan doordat CASPAR ANTHONIS VAN LYNDEN, die van 1671—1697 ambtman was, geen rekeningen heeft ingediend. 5034-5036. Rekeningen van DERICK VAN WELY, 1543-1547. 3 deelen. N.B. Deze rekeningen zijn te Arnhem overgeleverd en van aanteekeningen voorzien, doch niet gesloten. Die over 1546, genoemd in een inventaris, vermeld op blz. 53, is verloren. 5034. rekening van 1543 September 15 tot 1544 December 31. 5035. rekening over 1545. 5036. rekening over 1547. 5037, 5038. Rekeningen van BERNDT HACKFORT, 1543-1553. 2 deelen. N.B. Deze rekeningen zijn te Arnhem overgeleverd, doch niet gesloten. Die over 1549/50, genoemd in een inventaris, vermeld op blz. 53, is verloren. De 3de is een exemplaar voor den rendant. 5037. (lste) rekening van 1548 April 23 tot 1549 Juli 13. 5038. 3de rekening van 1550 Juli 13 tot 1553 Juni 27. 5039—5047. Rekeningen van HENRICK VAN GENT, heer tot Gent, 1553— 1563, afgehoord 1556—1573. 10 deelen. 433 N.B. Het boekjaar loopt van 4 Juli tot 3 Juli. Deze rekeningen vormen een trousse, terwijl de 2de, de 3de en de 4de in een band zijn vereenigd. Bij de lste is een gelijktijdig afschrift bewaard, dat niet tot de trousse behoort. Die rekening is afgehoord door VAN DlEVE en BELL. De commissie en de instructie van den rendant van 1553 zijn er in afgeschreven; in de 2de rekening diens commissie van 1556. De laatste is afgelegd door een gevolmachtigde van de weduwe en erfgenamen van den ambtman. 5039. lste rekening 1553/55. 2 deelen. 5040. 2de rekening 1555/56. 5041. 3de rekening 1556/57. 5042. 4de rekening 1557/58. 5043. 5de rekening 1558/59. 5044. 6de rekening 1559/60. 5045. 7de rekening 1560/61. 5046. 8ste rekening 1561/62. 5047. 9de rekening van 1562 Juli 4 tot 1563 Mei 15. 5048. Eenige bijlagen bij de rekeningen van HENRICK VAN GENT over 1553—1563. 1 omslag. 5049. Stukken, behoorende tot de rekeningen van HENRICK VAN GENT over 1553—1563. 1 omslag. 5050—5071. Rekeningen van KAERL VAN LYNDEN, 1563—1585, afgehoord 1565—1592. 22 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 16 Mei tot 15 Mei. De rekeningen zijn in troussen van 10 en 12 deelen vereenigd. In de eerste een afschrift van de commissie van den rendant van 1562, in de 2de een afschrift van zijn instructie van 1563. In de 14de en de 18de t. m. de 22ste zijn bijlagen gehecht. 5050. lste rekening 1563/64. 5051. 2de rekening 1564/65. 5052. 3de rekening 1565/66. 5053. 4de rekening 1566/67. 5054. 5de rekening 1567/68. 5055. 6de rekening 1568/69. 5056. 7de rekening 1569/70. 434 5057. 8ste rekening 1570/71. 5058. 9de rekening 1571/72. 5059. 10de rekening 1572/73. 5060. 11de rekening 1573/74. 5061. 12de rekening 1574/75. 5062. 13de rekening 1575/76. 5063. 14de rekening 1576/77. 5064. 15de rekening 1577/78. 5065. 16de rekening 1578/79. 5066. 17de rekening 1579/80. 5067. 18de rekening 1580/81. 5068. 19de rekening 1581/82. 5069. 20ste rekening 1582/83. 5070. 21ste rekening 1583/84. 5071. 22ste rekening 1584/85. 5072. Eenige bijlagen bij de rekeningen van KAERL VAN LYNDEN over 1563—1585. 1 omslag. 5073. Stukken, behoorende tot de rekeningen van KAERL VAN LYNDEN over 1563—1585. 1 omslag. 5074—5085. Rekeningen van JOHAN VAN GENT TOT LOINEN, 1591—1616, afgehoord 1594—1617. 12 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 21 December tot 20 December. De rekeningen vormen een trousse. Die over 1616—1621 zijn verloren. In de lste rekening zijn enkele bijlagen gehecht. In die rekening afschriften van de commissie en de instructie van den rendant van 1591. 5074. lste rekening 1591/92. 5075. 2de rekening 1592/93. 5076. 3de rekening 1593/94. 5077. 4de rekening 1594/95. 5078. 5de rekening 1595/98. 5079. 6de rekening 1598/1601. 5080. 7de rekening 1601/04. 5081. 8ste rekening 1604/06. 435 5082. 9de rekening 1606/08. 5083. 10de rekening 1608/10. 5084. 11de rekening 1610/14. 5085. 12de rekening 1614/16. 5086, 5087. Eenige bijlagen bij de rekeningen van JOHAN VAN GENT over 1591—1616. 5086. Bijlagen bij de 5de rekening over 1595/98. 1 lias. 5087. Bijlagen bij de 6de, de 7de en de 8ste rekening over 1598— 1606. 1 lias. 5088. Rekening van JOHAN VAN BRONCKHORST (over 1621 van Maart 1 tot October 3), afgehoord 1625. 1 deel. N.B. De rendant nam het ambt tijdelijk waar. Hoewel de dateering wegens beschadiging van de eerste 2 bladen niet nauwkeurig vaststaat, is aangenomen, dat de rekening loopt van den datum van het overlijden van den vorigen ambtman tot dien, waarop zijn opvolger commissie heeft gekregen. 5089—5092. Rekeningen van DlEDERIK VAN LYNDEN, heer tot Hemmen en Blitterswijk, 1623—1637, afgehoord 1628—1642. 5 deelen, N.B, Het boekjaar loopt van 4 tot 3 October. De lste rekening, alsook die over 1637—1652, zijn verloren. De 3de is in duplo, de 5de slechts als concept bewaard. 5089. 2de rekening 1623/26. 5090. 3de rekening 1626/29. 2 deelen. 5091. 4de rekening 1629/32. 5092. 5de rekening 1632/37. 5093—5095. Rekeningen van CORNELIS VAN BRONCKHORST TOT DEN POL, 1655—1664, afgehoord 1667. 3 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 4 Juni tot 3 Juni. De rekeningen betreffen alleen de ambtmannie. De lste, alsook die over 1664—1671, zijn niet bewaard. 5093. 2de rekening 1655/58. 5094. 3de rekening 1658/61. 5095. 4de rekening 1661/64. 5096. Stukken, behoorende tot de rekeningen van CORNELIS VAN BRONCKHORST over 1655—1664. 1 omslag. 436 5097—5099. Rekeningen van DlEDERIK VAN LYNDEN TOT RESSEN, 1697— 1711, afgehoord 1706, 1709, 1716. 3 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 8 Maart tot 8 Maart. De rekeningen betreffen alleen de ambtmannie. In de lste een afschrift van de commissie van den rendant van 1696. In de lste en de 2de zijn bijlagen gehecht. . 5097. lste rekening 1697/1700. 5098. 2de rekening 1700/09. 5099. 3de rekening 1709/11. 5100—5102, Rekeningen van CASPAR ANTHONIS VAN LYNDEN TOT RESSEN, 1711—1718, afgehoord 1716, 1718. 3 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 10 September tot 10 September. De rendant was tijdelijk waarnemer van de ambtmannie, waarop zijn rekeningen uitsluitend betrekking hebben. In de lste een afschrift van zijn commissie van 1711. 5100. lste rekening 1711/15. 5101. 2de rekening 1715/17. 5102. 3de rekening 1717/18. 5103—5105. Rekeningen van WALRAAD VAN STEENHUYS, heer van Heumen en Malden, 1718—1722, afgehoord 1722, 1723. 3 deelen in 1 band. N.B. Het boekjaar loopt van 9 November tot 9 November. De rekeningen betreffen niet het dijkgraafambt. In de lste rekening een afschrift van de commissie van den rendant van 1718. 5103. lste rekening 1718/19. 5104. 2de rekening 1719/20. 5105. 3de rekening van 1720 November 9 tot 1722 Mei 17. 5106. Rekening van JAN WALRAVE VAN BALVEREN TOT OLDENHOF van 1722 Mei 18 tot 1723 Mei 5, afgehoord 1724. 1 deel. N.B. De rendant nam het ambt tijdelijk waar. 5107—5109. Rekeningen van ADRIAAN VAN LYNDEN, 1723—1726, afgehoord 1724—1726. 3 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 1 Mei tot 1 Mei. In de lste rekening een afschrift van de commissie van den rendant van 1723. 5107. lste rekening 1723/24. 437 5108. 2de rekening 1724/25. 5109. 3de rekening van 1725 Mei 1 tot 1726 Januari 16. 5110—5153. Rekeningen van STEVEN VAN RANDWIJCK, 1726—1769, afgehoord 1727—1770. 44 deelen. N.B. In de lste rekening een afschrift van de commissie van den rendant van 1726. 5110. lste rekening over 1726. 5111. 2de rekening over 1727. 5112. 3de rekening over 1728. 5113. 4de rekening over 1729. 5114. 5de rekening over 1730. 5115. 6de rekening over 1731. 5116. 7de rekening over 1732. 5117. 8ste rekening over 1733. 5118. 9de rekening over 1734, 5119. 10de rekening over 1735. 5120. 11de rekening over 1736. 5121. 12de rekening over 1737. 5122. 13de rekening over 1738. 5123. 14de rekening over 1739. 5124. 15de rekening over 1740. 5125. 16de rekening over 1741. 5126. 17de rekening over 1742. 5127. 18de rekening over 1743. 5128. 19de rekening over 1744. 5129. 20ste rekening over 1745. 5130. 21ste rekening over 1746. 5131. 22ste rekening over 1747. 5132. 23ste rekening over 1748. 5133. 24ste rekening over 1749. 5134. 25ste rekening over 1750. 5135. 26ste rekening over 1751. 5136. 27ste rekening over 1752. 438 5137. 28ste rekening over 1753. 5138. 29ste rekening over 1754. 5139. 30ste rekening over 1755. 5140. 31ste rekening over 1756. 5141. 32ste rekening over 1757. 5142. 33ste rekening over 1758. 5143. 34ste rekening over 1759. 5144. 35ste rekening over 1760. 5145. 36ste rekening over 1761. 5146. 37ste rekening over 1762. 5147. 38ste rekening over 1763. 5148. 39ste rekening over 1764. 5149. 40ste rekening over 1765. 5150. 41ste rekening over 1766. 5151. 42ste rekening over 1767. 5152. 43ste rekening over 1768. 5153. 44ste rekening over 1769 tot Juli 18. 5154. Rekeningen van verschotten, ter zake van de visitatie van doode lichamen, door den ambtman ingediend bij de Rekenkamer in 1746 en 1747. Met bijlagen. 2 liassen in een omslag. N.B. Deze rekeningen zijn niet afgesloten, de bijgevoegde declaraties niet gequitteerd. 5155—5171. Rekeningen van OTTO FREDERIK VAN LYNDEN, heer van Nederhemert, 1769—1787, afgehoord 1771—1788. 17 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 2 Augustus tot 1 Augustus. De 7de rekening is verloren. In de lste een afschrift van de commissie van den rendant van 1769. 5155. lste rekening 1769/70. 5156. 2de rekening 1770/71. 5157. 3de rekening 1771/72. 5158. 4de rekening 1772/73. 5159. 5de rekening 1773/74. 5160. 6de rekening 1774/75. 5161. 8ste rekening 1776/77. 5162. 9de rekening 1777/78. 5163. 10de rekening 1778/79. 439 5164. 11de rekening 1779/80. 5165. 12de rekening 1780/81. 5166. 13de rekening 1781/82. 5167. 14de rekening 1782/83. 5168. 15de rekening 1783/84. 5169. 16de rekening 1784/85. 5170. 17de rekening 1785/86. 5171. 18de rekening van 1786 Augustus 2 tot 1787 Juli 7. 5172—5177. Rekeningen van JACOB CAREL, VAN LYNDEN, 1787—1793, afgehoord 1788—1793. 6 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 14 Juli tot 14 Juli. In de rekeningen zijn bijlagen gehecht. In de lste een afschrift van de commissie van den rendant van 1787. 5172. lste rekening 1787/88. 5173. 2de rekening 1788/89. 5174. 3de rekening 1789/90. 5175. 4de rekening 1790/91. 5176. 5de rekening 1791/92. 5177. 6de rekening van 1792 Juli 14 tot 1793 Mei 14. 5178, 5179. Rekeningen van GEORGE VAN RANDWIJCK TOT GAMEREN, 1793—1795, afgehoord 1794, 1805. 2 deelen.* N.B. De 2de rekening is afgehoord door den Raad van Finantiën. In de rekeningen zijn bijlagen gehecht. In de lste een afschrift van de commissie van den rendant van 1793. 5178. lste rekening van 1793 Mei 14 tot 1794 Mei 14. 5179. 2de rekening van 1794 Mei 14 tot 1795 Januari 31. V. Rekeningen van de ambtlieden en dijkgraven van Nederbetuwe, 1543—1795. N.B, De rekeningen tot 1627 hebben, voor zoover bewaard, ook betrekking op het richterambt van Tiel en Zandwijk. Sinds 1682 zijn afzonderlijke rekeningen van de ambtmannie en van het dijkgraafambt afgelegd; die van het dijkgraafambt zijn niet stuk voor stuk beschreven om dezelfde reden, waarom dit t.a.v. de dijkgraafsrekeningen van tusschen Maas en Waal is nagelaten. 5180—5206. Rekeningen van CLAES VlJGH, 1543—1570, afgehoord (ten deele) 1571. 27 deelen in 3 banden. 440 N.B. De lste t. m. de 10de rekening, in een band, zijn in 1554 te Arnhem overgelegd, doch niet afgehoord. Blijkens het opschrift waren zij voor den rendant bestemd. Verder zijn de 11de t. m. de 20ste en de 21ste t. m. de 27ste samengebonden. In iederen band een afschrift van den brief van 1458 (zie reg. n°. 199) betreffende de verpanding van de ambten aan JOHAN VAN ROSSUM. Die rekeningen zijn in 1571 afgehoord, nadat het Hof den rendant tot de overlegging verplicht had. Deze heeft n.1. een langdurig proces over zijn rechten op deze ambten gevoerd. Tot 1597 hebben eerst hij en vervolgens zijn zoon DlEDERIK weer geweigerd, rekening te doen. 5180. lste rekening van 1543 September 12 tot 1545 Januari L 5181. 2de rekening over 1545. 5182. 3de rekening over 1546. 5183. 4de rekening over 1547. 5184. 5de rekening over 1548. V • 5185. 6de rekening over 1549. 5186. 7de rekening over 1550. 5187. 8ste rekening over 1551. 5188. 9de rekening over 1552. 5189. 10de rekening over 1553. 5190. 11de rekening over 1554. 5191. 12de rekening over 1555. 5192. 13de rekening over 1556. 5193. 14de rekening over 1557. 5194. 15de rekening over 1558. 5195. 16de rekening over 1559. 5196. 17de rekening over 1560. 5197. 18de rekening over 1561. 5198. 19de rekening over 1562. 5199. 20ste rekening over 1563. 5200. 21ste rekening over 1564. 5201. 22ste rekening over 1565. 5202. 23ste rekening over 1566. 5203. 24ste rekening over 1567. 441 5204. 25ste rekening over 1568. 5205. 26ste rekening over 1569. 5206. 27ste rekening over 1570. 5207. Bijlagen bij de rekeningen van CLAES VlJGH over 1543—1570. 1 lias. 5208. Stukken, behoorende tot de rekeningen van CLAES VlJGH over 1543 —1570. 1 omslag. 5209. Eenige rekeningen van CLAES VlJGH, alleen het dijkgraafambt betref- ' fende, 1543—1550. 11 deelen in een pak. N.B. Deze rekeningen zijn niet goedgekeurd, omdat zij alleen het dijkgraafambt betreffen. De inhoud is vervolgens opgenomen in de hiervóór beschreven rekeningen betreffende de drie ambten. 5210. Stukken, behoorende tot de rekeningen van CLAES VlJGH, het dijkgraafambt betreffende, over 1543—1550. 1 omslag. 5211—5221. Rekeningen van DlEDERIK VlJGH, heer tot Zoelen, 1597—1608, afgehoord 1599—1621. 11 deelen in 2 banden. N.B. Het boekjaar loopt van 1 April tot 31 Maart. De lste t. m. de 6de en de 7de t. m. de 11de rekening zijn samengebonden. In 1597 was de rendant reeds eenige jaren in functie geweest zonder rekening af te leggen van zijn beheer. Zijn rekeningen over 1608—1615 zijn verloren. In de- lste rekening afschriften van zijn commissie en instructie van 1597 en van den pandbrief van 1458 (zie reg. n°. 199); in de 3de is een request aan de Rekenkamer gehecht, met apostillaire beschikking, ter zake van de inkomsten, waarop hij als pandhouder recht had. 5211. lste rekening 1597/98. 5212. 2de rekening 1598/99. 5213. 3de rekening 1599/1600. 5214. 4de rekening 1600/01. 5215. 5de rekening 1601/02. 5216. 6de rekening 1602/03. 5217. 7de rekening 1603/04. 5218. 8ste rekening 1604/05. 5219. 9de rekening 1605/06. 5220. 10de rekening 1606/07. 5221. 11de rekening 1607/08. 442 5222—5233. Rekeningen van CAREL VlJGH, heer tot Zoelen en Ubbergen, 1615—1627, afgehoord 1625—1641. 12 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 1 April tot 31 Maart. In de 9de rekening afschriften van de commissie en de instructie van den rendant van 1615. De 6de t. m .de 12de zijn afgelegd door zijn erfgenamen. 5222. lste rekening 1615/16. 5223. 2de rekening 1616/17. N.B. Het laatste blad is verloren, zoodat het reces ontbreekt. 5224. 3de rekening 1617/18. 5225. 4de rekening 1618/19. 5226. 5de rekening 1619/20. 5227. 6de rekening 1620/21. 5228. 7de rekening 1621/22. 5229. 8ste rekening 1622/23. 5230. 9de rekening 1623/24. 5231. 10de rekening 1624/25. 5232. 11de rekening 1625/26. 5233. 12de rekening 1626/27. 5234—5236. Rekeningen van ARNDT VlJGH, heer tot Zoelen, 1631—1645. 3 deelen, N.B. Het boekjaar loopt van 1 April tot 31 Maart. Deze ambtman-dijkgraaf is van 1627—1662 in functie geweest, doch er zijn geen andere rekeningen van hem bewaard dan de 3 door zijn erfgenamen overgelegde, die hier zijn beschreven. Zij zijn niet afgehoord. 5234. 5de rekening 1631/32. 5235. (15de) rekening 1641/42. 5236. 18de rekening 1644/45. 5237. Bijlagen bij de (verloren) 8ste rekening van ARNDT VlJGH over 1634/35. 1 lias. 5238, 5239. Rekeningen van CAREL VlJGH, heer tot Zoelen, 1669, 1670. N.B. Van dezen ambtman-dijkgraaf, die van 1662—1682 heeft gefungeerd, zijn slechts de 2 hier beschreven rekeningen bewaard, die niet zijn afgehoord. Bij de eerste een concept. 443 5238. rekening over 1669. 2 deelen 5239. rekening over 1670. 1 deel. 5240—5245. Rekeningen van BERNARD VAN WELDEREN TOT VALBURG, 1682—16%, afgehoord 1686—1698. N.B. Het boekjaar van de rekeningen als ambtman loopt van 24 Juli tot 24 Juli. In die rekeningen zijn bijlagen gehecht. 5240—5244. Rekeningen als ambtman, 1682—16%. 5 deelen. 5240. lste rekening 1682/83. 5241. 2de rekening 1683/84. 5242. 3de rekening 1684/85. 5243. 4de rekening 1685/86. 5244. 5de rekening van 1686 Juli 24 tot 1696 Augustus 6. 5245. Rekening als dijkgraaf over 1689. 1 deel. 5246—5272. Rekeningen van JOHAN VAN WELDEREN TOT VALBURG, 1696—1723, afgehoord 1697—1724. N.B. Het boekjaar van de ambtmansrekeningen loopt van 6 Augustus tot 6 Augustus. In de lste en in de 3de t. m. de 16de van die serie zijn bijlagen gehecht. De 18de is in duplo bewaard. Evenzoo de 21ste dijkgraafsrekening. De dijkgraafsrekeningen loopen over een geheel kalenderjaar. 5246—5271. Rekeningen als ambtman, 1696—1723. 26 deelen. 5246. lste rekening 1696/97. 5247. 2de rekening 1697,98. 5248. 3de rekening 1698/99. 5249. 4de rekening 1699/1700. 5250. 5de rekening 1700,01. 5251. 6de rekening 1701/02. 5252. 7de rekening 1702/03. 5253. 8ste rekening 1703/04. 5254. 9de rekening 1704/05. 5255. 10de rekening 1705/%. 5256. 11de rekening 17%/07. 5257. 12de rekening 1707/08. 5258. 13de rekening 1708/09. 444 5259. 14de rekening 1709/10. 5260. 15de rekening 1710/11. 5261. 16de rekening 1711/12. 5262. 17de rekening 1712/13. 5263. 18de rekening 1713/15. 2 deelen. 5264. 19de rekening 1715/16. 5265. 20ste rekening 1716/17. 5266. 21ste rekening 1717/18. 5267. 22ste rekening 1718/19. 5268. 23ste rekening 1719/20. 5269. 24ste rekening 1720/21. 5270. 25ste rekening 1721/22. 5271. 26ste rekening 1722/23. 5272. Rekeningen als dijkgraaf, 1696—1723. 28 deelen in een pak. 5273—5317. Rekeningen van BERNARD VAN WELDEREN, heer van Ubbergen en Oploo, 1723—1766, afgehoord 1724—1767. N.B. Het boekjaar van de ambtmansrekeningen loopt van 6 Augustus tot 6 Augustus. In de lste een afschrift van de commissie van den rendant van 1723. De dijkgraafsrekeningen loopen over een geheel kalenderjaar. 5273—5316. Rekeningen als ambtman, 1723—1766. 44 deelen. 5273. lste rekening 1723/24. 5274. 2de rekening 1724/25. 5275. 3de rekening 1725/26. 5276. 4de rekening 1726/27. 5277. 5de rekening 1727/28. 5278. 6de rekening 1728/29. 5279. 7de rekening 1729/30. 5280. 8ste rekening 1730/31. 5281. 9de rekening 1731/32. 5282. 10de rekening 1732/33. 5283. 11de rekening 1733/34. 5284. 12de rekening 1734/35. 5285. 13de rekening 1735/36. 445 5286. 14de rekening 1736/37. 5287. 15de rekening 1737/38. 5288. 16de rekening 1738/39. 5289. 17de rekening 1739/40. 5290. 18de rekening 1740/41. 5291. 19de rekening 1741/42. 5292. 20ste rekening 1742/43. 5293. 21ste rekening 1743/44. 5294. 22ste rekening 1744/45. 5295. 23ste rekening 1745/46. 52%. 24ste rekening 1746/47. 5297. 25ste rekening 1747/48. 5298. 26ste rekening 1748/49. 5299. 27ste rekening 1749/50. 5300. 28ste rekening 1750/51. 5301. 29ste rekening 1751/52. 5302. 30ste rekening 1752/53. 5303. 31ste rekening 1753/54. 5304. 32ste rekening 1754/55. 5305. 33ste rekening 1755/56. 53%, 34ste rekening 1756/57. 5307. 35ste rekening 1757/58. 5308. (36ste) rekening 1758/59. 5309. (37ste) rekening 1759/60. 5310. (38ste) rekening 1760/61. 5311. (39ste) rekening 1761/62. 5312. (40ste) rekening 1762/63. 5313. (41ste) rekening 1763/64. 5314. (42ste) rekening 1764/65. 5315. (43ste) rekening 1765/66. 5316. (44ste) rekening over 1766 van Augustus 6 tot Octo¬ ber 24. 5317. Rekeningen als dijkgraaf over 1724—1766. 43 deelen in een pak. 446 5318—5333. Rekeninggn van JAN WALRAAD VAN WELDEREN, 1766—1781, afgehoord 1767—1782. N.B. Het boekjaar van de ambtmansrekeningen loopt van 24 October tot 24 October. Aan de lste is een afschrift van de commissie van den ambtman van 1766 gehecht. De dijkgraafsrekeningen loopen over een geheel kalenderjaar. Die over 1781 is verloren. 5318—5332. Rekeningen als ambtman, 1766—1781. 15 deelen. 5318. lste rekening 1766/67. 5319. 2de rekening 1767/68. 5320. 3de rekening 1768/69. 5321. 4de rekening 1769/70. 5322. 5de rekening 1770/71. 5323. 6de rekening 1771/72. 5324. 7de rekening 1772/73. 5325. 8ste rekening 1773,74. 5326. 9de rekening 1774/75. 5327. 10de rekening 1775/76. 5328. 11de rekening 1776/77. 5329. 12de rekening 1777/78. 5330. 13de rekening 1778/79. Ifll 5331. 14de rekening 1779/80. 5332. 15de rekening 1780/81. 5333. Rekeningen als dijkgraaf, 1767-1780. 14 deelen in een pak. 5334—5347. Rekeningen van STEVEN WALRAVEN VAN RANDWIJCK, 17811795, afgehoord 1783—1794, 1806. N.B. Het boekjaar van de ambtmansrekeningen loopt van 20 October tot 20 October. De dijkgraafsrekeningen loopen over een geheel kalenderjaar. De 12de ambtmansrekening is verloren. De 13de en de 14de, alsook de laatste rekening van het dijkgraafambt, zijn afgehoord door den Raad van Finantiën. 5334—5346. Rekeningen als ambtman, 1781—1795. 13 deelen. 5334. lste rekening 1781/82. 5335. 2de rekening 1782/83. 5336. 3de rekening 1783/84. • 447 5337. 4de rekening 1784/85. 5338. 5de rekening 1785/86. 5339. 6de rekening 1786/87. 5340. 7de rekening 1787/88. 5341. 8ste rekening 1788/89. 5342. 9de rekening 1789/90. 5343. 10de rekening 1790/91. 5344. 11de rekening 1791/92. 5345. 13de rekening 1793/94. 5346. 14de rekening 1794/95. 5347. Rekeningen als dijkgraaf, 1782—1794. 13 deelen in een pak. 5348. Bijlagen bij de 14de rekening van den ambtman STEVEN WALRAVEN VAN RANDWUCK over 1794/95. 1 omslag. VI. Rekeningen van de richters en dijkgraven van Tiel en Zandwijk, 1643—1795. ■ N.B. De rekeningen van de ambtlieden-dijkgraven van Nederbetuwe van 1543—1627 hebben, voorzoover bewaard, ook op het richterambt van Tiel en Zandwijk betrekking. 5349—5371. Rekeningen van ARNDT VlJGH, heer tot Zoelen, 1643—1666, afgehoord 1650—1670. 23 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 22 Februari tot 21 Februari. De 19de t. m. de 23ste rekening zijn afgelegd door de erfgenamen van den richter. In de lste een afschrift van diens commissie van 1643. 5349. lste rekening 1643/44. 5350. 2de rekening 1644/45. 5351. 3de rekening 1645/46. 5352. 4de rekening 1646/47. 5353. 5de rekening 1647/48. 5354. 6de rekening 1648/49. 5355. 7de rekening 1649/50. 5356. 8ste rekening 1650/51. 5357. 9de rekening 1651/52. 5358. 10de rekening 1652/53. 5359. 11de rekening 1653/54. 448 5360. 12de rekening 1654/55. 5361. 13de rekening 1655/56. 5362. 14de rekening 1656/57. 5363. 15de rekening 1657/58. 5364. 16de rekening 1658/59. 5365. 17de rekening 1659/60. 5366. 18de rekening 1660/61. 5367. 19de rekening 1661/62. 5368. 20ste rekening 1662/63. 5369. 21ste rekening 1663/64. 5370. 22ste rekening 1664/65. 5371. 23ste rekening 1665/66. 5372. lste rekening van LODEWIJK VAN BRAKELL TOT DEN KERMESTEYN over 1675, afgehoord 1692. 1 deel. N.B. Van dezen richter-dijkgraaf, die van 1675—1678 heeft gefungeerd, zijn geen andere rekeningen bewaard. 5373—5386. Rekeningen van DlEDERIK VAN BRAKELL TOT DEN BRAKELL, 1678—1692, afgehoord 1681—1692. 14 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 15 Februari tot 15 Februari. Aan de lste rekening is gehecht een afschrift van de commissie van den rendant van 1678, aan de 3de een lias bijlagen, aan de 4de een stuk, overblijfsel van een dergelijke lias. 5373. lste rekening 1678/79. 5374. 2de rekening 1679/80. 5375. 3de rekening 1680/81. 5376. 4de rekening 1681/82. 5377. 5de rekening 1682/83. 5378. 6de rekening 1683/84. 5379. 7de rekening 1684/85. 5380. 8ste rekening 1685/86. 5381. 9de rekening 1686/87. 5382. 10de rekening 1687/88. 5383. 11de rekening 1688/89. 5384. 12de rekening 1689/90. 449 5385. 13de rekening 1690/91. 5386. 14de rekening 1691/92. 5387—5416. Rekeningen van FLORIS ADRIAAN VAN BRAKELL TOT DEN BRAKELL, 1692—1722, afgehoord 1693—1724. 30 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 15 Februari tot 15 Februari. In de lste rekening is gehecht een afschrift van de commissie van den rendant van 1691. Aan de 4de t. m. de 19de rekening zijn bijlagen gehecht. # 5387. lste rekening 1692/93. 5388. 2de rekening 1693/94. 5389. 3de rekening 1694/95. 5390. 4de rekening 1695/%. 5391. 5de rekening 16%/97. 5392. 6de rekening 1697/98. 5393. 7de rekening 1698/99. 5394. 8ste rekening 1699/1700. 5395. 9de rekening 1700/01. 5396. 10de rekening 1701/02. 5397. 11de rekening 1702/03. ' 5398. 12de rekening 1703/04. 5399. 13de rekening 1704/05. 5400. 14de rekening 1705/%. 5401. 15de rekening 17%/07. 5402. 16de rekening 1707/09. 5403. 17de rekening 1709/10. 5404. 18de rekening 1710/11. 5405. 19de rekening 1711/12. 5406. 20ste rekening 1712/13. 5407. 21ste rekening 1713/14. 5408. 22ste rekening 1714/15. 5409. 23ste rekening 1715/16. 5410. 24ste rekening 1716/17. 5411. 25ste rekening 1717/18. 5412. 26ste rekening 1718/19. 450 5413. 27ste rekening 1719/20. 5414. 28ste rekening 1720/21. 5415. 2^ste rekening 1721/22. 5416. 30ste rekening over 1722 van Februari 15 tot Juni 9. 5417. Rekening van JACOB NlCOLAAS VAN DEN STEEN, van 1722 Juni 20 tot 1723 Juni 20, afgehoord 1724. 1 deel. N.B. De rendant nam de richter- en dijkgraafambten tijdelijk waar. 5418—5425. Rekeningen van CHRISTIAAN REYNALD VAN WYHE, 1726— 1733, afgehoord 1727—1734. 8 deelen. 5418. lste rekening over 1726. 5419. 2de rekening over 1727. 5420. 3de rekening over 1728. 5421. 4de rekening over 1729. 5422. 5de rekening over 1730. 5423. 6de rekening over 1731. 5424. 7de rekening over 1732. 5425. 8ste rekening over 1733. 5426—5453. Rekeningen van DlEDERIK LOUIS VAN BRAKELL TOT DEN BRAKELL, 1734—1761, afgehoord 1735—1770. 28 deelen. 5426. lste rekening over 1734. 5427. 2de rekening over 1735. 5428. 3de rekening over 1736. 5429. 4de rekening over 1737. 5430. 5de rekening over 1738. 5431. 6de rekening over 1739. 5432. 7de rekening over 1740. 5433. 8ste rekening over 1741. 5434. 9de rekening over 1742. 5435. 10de rekening over 1743. 5436. 11de rekening over 1744. 5437. 12de rekening over 1745. 5438. 13de rekening over 1746. 451 5439. 14de rekening over 1747. 5440. 15de rekening over 1748. 5441. 16de rekening over 1749. 5442. 17de rekening over 1750. 5443. 18de rekening over 1751. 5444. 19de rekening over 1752. 5445. 20ste rekening over 1753. 5446. 21ste rekening over 1754. 5447. 22ste rekening over 1755. 5448. 23ste rekening over 1756. 5449. 24ste rekening over 1757. 5450. 25ste rekening over 1758. 5451. 26ste rekening over 1759. 5452. 27ste rekening over 1760. 5453. 28ste rekening over 1761 tot Mei 12. 5454—5456. Rekeningen van BERNHARD COCK, 1761—1764, afgehoord 1762—1764. 3 deelen N.B. Het boekjaar loopt van 14 Mei tot 14 Mei. De rendant nam de richter- en dijkgraafambten tijdelijk waar. Zijn commissie van 1761 is in afschrift aan de lste rekening gehecht. De laatste is door zijn weduwe afgelegd. 5454. lste rekening 1761/62. 5455. 2de rekening 1762/63. 5456. 3de rekening van 1763 Mei 14 tot 1764 Februari 13. 5457—5482. Rekeningen van JACOB DIRK VAN BRAKELL, 1764—1790, afgehoord 1765—1791. 5457—5459. Rekeningen als provisioneel richter en dijkgraaf, 1764 —1766. 3 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 14 Februari tot 14 Februari. In de lste rekening is een afschrift van de commissie van den rendant van 1764 gehecht. 5457. lste rekening 1764/65. 5458. 2de rekening 1765/66. 5459. 3de rekening over 1766 van Februari 14 tot December 4. 452 5460—5482. Rekeningen, na de definitieve aanstelling afgelegd, 1767—1790. 23 deelen. N.B. De 13de rekening is verloren. In de lste een afschrift van de commissie van den rendant van 1766. 5460. lste rekening over 1767. 5461. 2de rekening over 1768. 5462. 3de rekening over 1769. 5463. 4de rekening over 1770. 5464. 5de rekening over 1771. 5465. 6de rekening over 1772. 5466. 7de rekening over 1773. 5467. 8ste rekening over 1774. 5468. 9de rekening over 1775. 5469. 10de rekening over 1776. 5470. 11de rekening over 1777. 5471. 12de rekening over 1778. 5472. 14de rekening over 1780. 5473. 15de rekening over 1781. 5474. 16de rekening over 1782. 5475. 17de rekening over 1783. 5476. 18de rekening over 1784. 5477. 19de rekening over 1785. 5478. 20ste rekening over 1786. 5479. 21ste rekening over 1787. 5480. 22ste rekening over 1788. 5481. 23ste rekening over 1789. 5482. 24ste rekening over 1790 tot April 17. 5483—5487. Rekeningen van STEVEN WALRAVEN VAN RANDWIJCK, 1790— 1795, afgehoord 1791—1794, 1806. 5 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 28 Mei tot 28 Mei. De laatste rekening (op het lste blad abusievelijk de 4de genoemd) is afgehoord door den Raad van Finantiën. 5483. lste rekening 1790/91. 5484. 2de rekening 1791/92. 453 5485. 3de rekening 1792/93. 5486. 4de rekening 1793/94. 5487. 5de rekening van 1794 Mei 28 tot 1795 Januari 29. VII. Rekeningen van de ambtlieden en dijkgraven van Zalt-Bommel, de Bommeler- en Tielerwaarden en Heerewaarden, 1543—1795. N.B. Deze ambten zijn in 1563 gelost van de erven van Franck Pieck, aan wie zij in 1421 verpand waren (zie nos. 478—486). Bij gelegenheid van die lossing zijn de rekeningen over 1543—1563 tegelijk afgehoord. Van 1572—1602 zijn, in verband met de afscheiding van het bedoelde gebied van Gelderland, geen rekeningen overgelegd. Het dijkgraafambt placht hier te worden uitgeoefend door eên dijkgraaf in de Bommeler- en een in de Tielerwaard, die beiden rekenplichtig waren aan den ambtman als dijkgraaf van het geheele gebied. In de rekeningen van den laatstgenoemden vindt men soms de verantwoording van het beheer der beide dijkgraven, soms van één hunner, ook wel van geen van beiden. Hierop zal telkens gewezen worden. 5488—5492. Rekeningen van HENDRICK DE RUYTER, 1543—1548, afgehoord 1563. 5 deelen. N.B. Deze rekeningen vormen een trousse. VAN DlEVE en Renoy hebben in 1549 de verantwoording van de inkomsten afgehoord, doch de Rekenkamer heeft deze rekeningen eerst gesloten in 1563, bij de lossing van het ambt. De inkomsten en uitgaven Van de beide dijkgraven zijn er in verantwoord. In de lste rekening is een katern gehecht, houdende afschriften van brieven betreffende het ambt, 1421—1543 (zie reg. nos. 64, 70, 109, 339, 356, 729, 748, 753 en 761); in de 5de een katern, houdende een samenvatting van den inhoud der 5 rekeningen en tegelijk daarmede door de Rekenkamer afgehoord; bovendien enkele stukken betreffende het afhooren van de rekeningen en het lossen van het ambt. 5488. lste rekening van 1543 September 12 tot 1544 December 31. 5489. 2de rekening over 1545. 5490. 3de rekening over 1546. 5491. 4de rekening over 1547. 5492. 5de rekening over 1548 tot September 20. 5493. Bijlagen bij de 5de rekening van HENDRICK DE RUYTER over 1548. 1 omslag. 454 5494. Stukken, behoorende tot de rekeningen van HENDRICK DE RüYÏER over 1543—1548. 1 omslag. 5495. Aanteekening van inkomsten en uitgaven van JOEST PlECK als dijkgraaf van de Tielerwaard in 1543, 1544 en 1545, getrokken uit het dijksignaat en door den dijkgraaf overgegeven in 1545. 3 stukken in omslag. 5496—5498. Rekeningen van WOLTER VAN BAEXEN, 1548—1558, afgehoord 1563. N.B. Het boekjaar loopt van 12 tot 11 October. De afgeboorde exemplaren rijn in een trousse vereenigd. Bij de 2de en de 3de zijn minuten bewaard, met behulp waarvan de erfgenamen van den ambtman deze rekeningen hebben opgesteld; bij de 2de bovendien een afschrift. Deze minuten en dit afschrift zijn geliasseerd geweest. Het beheer van de dijkgraven is niet verantwoord (zie lste rekening, fol. 12). In de lste rekening een afschrift van de voorloopige commissie van den rendant (voorloopig omdat ,het ambt nog niet formeel gelost was) van 1548. 54%. lste rekening 1548/53. 1 deel. 5497. 2de rekening 1553/56. 3 deelen. 5498. 3de rekening 1556/58. 2 deelen. 5499. Bijlage bij de 3de rekening van WOLTER VAN BAEXEN over 1556/58. 1 stuk in omslag. 5500. Stukken, behoorende tot de rekeningen van WOLTER VAN BAEXEN over 1548—1558. 1 omslag. 5501. lste rekening van JOHAN VAN ASPEREN EN VAN VUREN, van 1558 October 12 tot 1561 October 11, afgehoord 1563. 1 deel. N.B. De 2de rekening, 1561/63, die tegelijk met deze is afgehoord, is verloren. Omtrent de dijkrekening een aant. op fol. 17. In deze rekening een afschrift van de voorloopige commissie van den rendant van 1558. 5502. 5503. Eenige bijlagen bij de rekeningen van JOHAN VAN ASPEREN EN VAN VUREN over 1558—1563. 5502. Bijlagen bij de lste rekening over 1558/61. 3 charters en 1 omslag. N.B. De charters, Ch. nos. 2255—2257, betreffen een compositie met een moordenaar te Driel. 455 5503. Bijlagen bij de (verloren) 2de rekening over 1561/63. 1 omslag. N.B. Deze stukken hebben een lias gevormd, die nagenoeg volledig bewaard schijnt te zijn, met uitzondering van 2, die geen liasgaatjes vertoonen. 5504, 5505. Rekeningen van AELBRECHT DE RUYTER, 1563—1566, afgehoord 1574. 2 deelen. N.B. Deze rekeningen zijn aan elkaar gehecht. Zij hebben niet op het dijkgraaf ambt betrekking. Het boekjaar loopt van 22 October tot 22 October. In de lste een katern, houdende afschriften van de commissie en de instructie van den rendant van 1563. 5504. lste rekening 1563/65. 5505. 2de rekening 1565/66. N.B, Op den omslag en in den aanhef is ten onrechte vermeld, dat deze rekening 1563 aanvangt. 5506. Enkele bijlagen bij de lste rekening van AELBRECHT DE RUYTER over 1563/65. 1 charter en 1 stuk in omslag. N.B. Het charter Ch. n°. 2446. 5507—5509. Rekeningen van ROBBRECHT VAN HEERDT, 1566—1569, afgehoord 1568, 1571. 3 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 23 October tot 22 October. De rekeningen betreffen niet het dijkgraafambt: de beide dijkgraven zouden afzonderlijke rekeningen uitbrengen (zie 2de rek. fol. 33 verso), doch deze zijn niet tot ons gekomen. In de lste en de 2de rekening afschriften van de commissie en de instructie van den rendant van 1566; in de 2de ook van een 19 Maart 1568 door de Rekenkamer met dezen gesloten overeenkomst over de baten, uit de berechting van het crimen lese majestatis voortvloeiende. 5507. lste rekening 1566/67. 5508. 2de rekening 1567/68. 5509. 3de rekening 1568/69. 5510. Stukken, behoorende tot de rekeningen van ROBBRECHT VAN HEERDT over 1566—1569. 1 omslag. 5511. Bijlage bij een verloren rekening van JOHAN VAN ASPEREN EN VAN VUREN. Brk4*0aM den griffier ROOS aan den ambtman, met last tot het oproepen van alle nog niet in het ridderboek beschreven ridder- 456 matigen in zijn ressort, opdat de griffier hen, na beoordeeling van hunne bewijzen, zou kunnen inschrijven, blijkens aant. in dorso door den ambtman bij zijn rekening overgelegd, 1570. 1 stuk in omslag. 5512—5527. Rekeningen van JOOST VAN GHIESSEN, 1603—1620, afgehoord 1607—1622. 16 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 31 Maart tot 30 Maart. De lste rekening, in 1602 aangevangen, en de 3de zijn verloren. De rekeningen betreffen niet het dijkgraafambt. 5512. 2de rekening 1603/04. 5513. 4de rekening 1605/06. 5514. 5de rekening 1606/07. 5515. 6de rekening 1607/08. 5516. 7de rekening 1608/09. 5517. 8ste rekening 1609/10. 5518. 9de rekening 1610/11. 5519. 10de rekening 1611/12. 5520. 11de rekening 1612/13. 5521. 12de rekening 1613/14. 5522. 13de rekening 1614/15. 5523. 14de rekening 1615/16. 5524. 15de rekening 1616/17. 5525. 16de rekening 1617/18. 5526. 17de rekening 1618/19. 5527. 18de rekening van 1619 Maart 31 tot 1620 Juni 30. 5528. Bijlage bij de 9de rekening van JOOST VAN GHIESSEN over 1610/11. 1 stuk in omslag. 5529. Stukken, behoorende tot de rekeningen van JOOST VAN GHIESSEN over 1603—1620. 1 omslag. 5530—5540. Rekeningen van JOHAN TORCK, heer tot Nederhemert, 1620— 1637, afgehoord 1625—1640. 11 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 1 Juli tot 30 Juni. De 6de, de 7de, de 10de t. m, de 12de, de 16de, de 18de en de 19de rekening zijn verloren. Aan de lste zijn gehecht afschriften van de commissie en de instructie van den rendant van 1620. De rekeningen betreffen niet het dijkgraafambt. . . 5530. lste rekening 1620/21. 5531. 2de rekening 1621/22. 5532. 3de rekening 1622/23. N.B. Tengevolge van het verlies van 5 bladen ontbreekt het reces. 5533. 4de rekening 1623/24. 5534. 5de rekening 1624/25. 5535. 8ste rekening 1627/28. 5536. 9de rekening 1628/29. 5537. 13de rekening 1632/33. 5538. 14de rekening 1633/34. 5539. 15de rekening 1634/35. 5540. 17de rekening 1636/37. 5541. Bijlage bij de 17de rekening van-JOHAN TORCK over 1636/37. 1 stuk in omslag. 5542, Stukken, behoorende tot de rekening en van «JOHAN TORCK over 1620 —1637. 1 omslag. 5543—5550. Rekening en van BARTOLT VAN GENT, heer tot Loenen en Meinerswijk, 1641—1651, afgehoord 1642—1652. 8 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 8 tot 7 Maart. De eerste 2 rekeningen zijn verloren. De laatste is door de erven van den rendant afgelegd. De rekeningen betreffen niet het dijkgraafambt. 5543. 3de rekening 1641/42. 5544. 4de rekening 1642/43. 5545. 5de rekening 1643/44. 5546. 6de rekening 1644/45. 5547. 7de rekening 1645/46. 5548. 8ste rekening 1646/47. 5549. 9de rekening 1647/50. 5550. 10de rekening 1650/51. 5551. Bijlagen bij de 8ste rekening van BARTOLT VAN GENT over 1646/47. Brieven betreffende den verkoop van de goederen van een voortvluchtigen moordenaar te Zalt-Bommel, 1646. 7 charters. N.B. Ch. n°. 2609. 457 5552, 5553. Rekeningen van HERMAN VAN BLOEMENDAEL, heer tot Est, 1651—1653, afgehoord 1657. 2 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 8 Maart tot 7 Maart. De rendant nam het ambt tijdelijk waar. Zijn rekeningen betreffen niet het dijkgraafambt. 5552. lste rekening 1651/52. 5553. 2de rekening 1652/53. 5554—5563. Rekeningen van CORNELIS VAN GENT, heer tot Loenen, 1654 —1682, afgehoord 1657—1681, 1700. 10 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 29 Juli tot 29 Juli. De rekeningen betreffen niet het dijkgraafambt. De laatste is een concept, bij compositie afgedaan 31 Mei 1700. 5554. lste rekening van 1654 Februari 1 tot 1655 Juli 29. 5555. 2de rekening 1655/56. 5556. 3de rekening 1656/57. 5557. 4de rekening 1657/58. 5558. 5de rekening 1658/59. 5559. 6de rekening 1659/60. 5560. 7de rekening 1660/64. 5561. 8ste rekening 1664/68. 5562. 9de rekening 1668/72. 5563. 10de rekening van 1672 Juli 29 tot 1682 (Mei 31?) 5564—5567. Rekeningen van DlEDERIK VAN ELS, 1682—1703, afgehoord 1692—1711. 4 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 1 Juni tot 1 Juni. De rekeningen betreffen niet het dijkgraafambt. 5564. lste rekening 1682/86. 5565. 2de rekening 1686/92. 5566. 3de rekening 1692/98. 5567. 4de rekening 1698/1703. 5568—5588. Rekeningen van JOHAN DE COCK VAN DELWIJNEN, heer tot Wadenoyen, 1703—1724, afgehoord 1705—1725. 21 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 31 Maart tot 31 Maart. De rekeningen betreffen de ambtmannie en het dijkgraafambt. 458 459 5568. lste rekening 1703/04. 5569. 2de rekening 1704/06. 5570. 3de rekening 1706/07. 5571. 4de rekening 1707/08. 5572. 5de rekening 1708/09. 5573. 6de rekening 1709/10. 5574. 7de rekening 1710/11. 5575. 8ste rekening 1711/12. 5576. 9de rekening 1712/13. 5577. 10de rekening 1713/14. 5578. 11de rekening 1714/15. 5579. 12de rekening 1715/16. 5580. 13de rekening 1716/17. 5581. 14de rekening 1717/18. 5582. 15de rekening 1718/19. 5583. 16de rekening 1719/20. 5584. 17de rekening 1720/21. 5585. 18de rekening 1721/22. 5586. 19de rekening 1722/23. 5587. 20ste rekening 1723/24. 5588. 21ste rekening over 1724 van Maart 31 tot December 26. 5589. Rekening van BARTHOLT VAN HAEFTEN, heer van Wadenoyen, van 1724 December 27 tot 1726 Januari 17, afgehoord 1726. 1 deel. N.B. De rendant nam de ambten (ook het dijkgraafambt) tijdelijk waar. 5590—5610. Rekeningen van WALRAVEN VAN HAEFTEN, heer van Ophemert en Zennewynen, 1726—1746, afgehoord 1727—1747. 21 deelen. N.B. De rekeningen betreffen ook het dijkgraafambt. In de lste een afschrift van de commissie van den rendant van 1726. De laatste is door zijn erven afgelegd. 5593, 5590. 5592, 5591 lste rekening over 1726. 2de rekening over 1727. 3de rekening over 1728. 4de rekening over 1729. 460 5594. 5de rekening over 1730. 5595. 6de rekening over 1731. 55%. 7de rekening over 1732. 5597. 8ste rekening over 1733. 5598. 9de rekening over 1734. 5599. 10de rekening over 1735. 5600. 11de rekening over 1736. 5601. 12de rekening over 1737. 5602. 13de rekening over 1738. 5603. 14de rekening over 1739. 5604. 15de rekening over 1740. 5605. 16de rekening over 1741. 56%. 17de rekening over 1742. 5607. 18de rekening over 1743.. 5608. 19de rekening over 1744. 5609. 20ste rekening over 1745. 5610. 21ste rekening over 1746 tot October 1. 5611—5631. Rekeningen van BARTHOLT VAN HAEFTEN, heer van Wadenoyen, Ophemert en Zennewynen, 1746—1766, afgehoord 1747— 1767. N.B. Over de jaren 1755—1765 heeft de dijkgraaf van de Tielerwaard, die tot dusverre rekenplichtig was aan den ambtman-dijkgraaf, voor de Rekenkamer rekeningen afgelegd (zie n°. 5633). 5611. Rekening, als waarnemend ambtman-dijkgraaf afgelegd, van 1746 September 30 tot 1747 Januari 20. 1 deel. 5612—5631. Rekeningen, afgelegd na de definitieve aanstelling, 1747—1766. 20 deelen. 5612. lste rekening over 1747. 5613. 2de rekening over 1748. 5614. 3de rekening over 1749. 5615. 4de rekening over 1750. 5616. 5de rekening over 1751. 5617. 6de rekening over 1752. 5618. 7de rekening over 1753. 461 5619. 8ste rekening over 1754. 5620. 9de rekening over 1755. 5621. 10de rekening over 1756. 5622. 11de rekening over 1757. 5623. 12de rekening over 1758. 5624. 13de rekening over 1759. 5625. 14de rekening over 1760. 5626. 15de rekening over 1761. 5627. 16de rekening over 1762. 5628. 17de rekening over 1763. 5629. 18de rekening over 1764. 5630. 19de rekening over 1765. 5631. 20ste rekening over 1766 tot Mei 1. 5632. Enkele bijlagen bij de rekeningen van BARTHOLT VAN HAEFTEN over 1746—1766. 1 omslag. 5633. Rekeningen van JAN WALRAVEN DE COCQ VAN HAEFTEN TOT OPHEMERT, dijkgraaf van de Tielerwaard, 1755—1765, afgehoord 1756—1766. 11 deelen in een pak. N.B. De dijkbreuken van de Tielerwaard zijn vóór en na de genoemde jaren in de rekeningen van de ambtlieden verantwoord. In de lste rekening een afschrift van de commissie van den dijkgraaf van 1751. 5634—5648. Rekeningen van JAN WALRAVEN DE COCQ VAN HAEFTEN, heer van Wadenoyen, 1766—1782, afgehoord 1767—1786. 15 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 1 Mei tot 1 Mei. De rekeningen betreffen ook het dijkgraafambt. De 3de is verloren. 5634. lste rekening 1766/67. 5635. 2de rekening 1767/68. 5636. 4de rekening 1769/70. 5637. 5de rekening 1770/71. 5638. 6de rekening 1771/72. 5639. 7de rekening 1772/73. 5640. 8ste rekening 1773/74. 5641. 9de rekening 1774/75. 462 5642. 10de rekening 1775/76. 5643. 11de rekening 1776/77. 5644. 12de rekening 1777/78. 5645. 13de rekening 1778/79. 5646. 14de rekening 1779/80. 5647. 15de rekening 1780/81. 5648. 16de rekening 1781/82. 5649. Enkele bijlagen bij de rekeningen van JAN WALRAVEN DE COCQ VAN HAEFTEN over 1766—1782. 1 omslag. 5650—5652. Rekeningen van ZENO DlEDERIK WALRAAD VAN TENGNAGELL, 1783, 1784, afgehoord 1784, 1785. N.B. De rendant nam de ambten tijdelijk waar. In zijn lste ambtmansrekening een afschrift van zijn commissie van 1783. 5650, 5651. Rekeningen als ambtman, 1783, 1784. 2 deelen. 5650. lste rekening over 1783. 5651. 2de rekening over 1784 tot November 18. 5652. Rekeningen als dijkgraaf, 1783, 1784. 2 deelen in een omslag. 5653—5662. Rekeningen van REINIER VAN HAEFTEN, heer van Ophemert en Zennewynen, 1784—1795, afgehoord 1786—1794, 1802. 10 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 18 November tot 18 November. De rekeningen betreffen de ambtmannie en het dijkgraafambt van de Ttélerwaard. De 9de en de 10de zijn afgehoord door de commissarissen tot adm. der domeinen. In de lste afschriften van de commissiebrie ven van den rendant van 1783 en 1784. 5653. lste rekening 1784/85. 5654. 2de rekening 1785/86, 5655. 3de rekening 1786/87. 5656. 4de rekening 1787/88. 5657. 5de rekening 1788/89. 5658. 6de rekening 1789/90. 5659. 7de rekening 1790/91. 5660. 8ste rekening 1791/92. 5661. 9de rekening 1792/93. 5662. 10de rekening 1793/95. 463 5663. Rekeningen van REINDERT VAN RANDWIJCK, dijkgraaf van de Bommelerwaard, 1782—1794, afgehoord 1784—17%. 13 deelen in een pak. N.B. De rekening over 1794 is afgehoord door het Provintiaal Collegie. Die over 1795 en 1796 zijn buiten dezen inventaris gehouden. In de lste rekening een afschrift van de commissie van den rendant van 1780. VUL Rekeningen van de ambtlieden van Beesd en Renooi, 1543—1554, 1656—1794. N.B. Dit ambt is sinds 1414 verpand geweest aari leden van de familie PlECK. Hertog WILLEM VAN KLEEF stelde in plaats van WALRAVEN PlECK GOERT VAN ERP tot ambtman aan. Zijn rekeningen over 1543—1554 zal men hier beschreven vinden. Na zijn dood is het ambt echter opnieuw aan een PlECK verpand. Tot 1595 hebben de pandhouders geweigerd, rekening af te leggen. Sinds dien tijd hebben zij het wel gedaan, doch die rekeningen zijn slechts van 1656 af bewaard. In 1726 is Marienwaard van het ambt afgescheiden. 5664—5669. Rekeningen van GOERT VAN ERP, 1543—1554, afgehoord 1547, 1549, 1559. N.B. Deze rekeningen zijn, behalve de laatste, afgehoord door VAN DlEVE en RENOY; van de 2de is echter het afgehoorde exemplaar verloren. Bij de lste zijn een exemplaar voor den rendant, een concept en een afschrift bewaard, van de 2de alleen een concept en een afschrift, bij de 5de een concept, bij de 6de een afschrift. In het afgehoorde exemplaar van de lste een katern, houdende afschriften van 3 brieven van 1414, 1420 en 1422, de verpanding van het ambt betreffende. Zie reg. nos. 48, 62 en 72. 5664. lste rekening van 1543 September 12 tot 1544 December 31. 4 deelen. 5665. 2de rekening over 1545. 2 deelen. 5666. 3de rekening over 1546. 1 deel. 5667. 4de rekening over 1547. 1 deel. 5668. 5de rekening over 1548. 2 deelen. 5669. 6de rekening over 1549—1554. 2 deelen. 5670. Stukken, behoorende tot de rekeningen van GOERT VAN ERP over 1543—1554. 1 omslag. 464 5671—5677. Rekeningen van JACOB PlECK, 1656—1675, afgehoord 1662— 1687. 7 deelen. N.B. De lste, de 2de en de 6de rekening zijn verloren. Deze ambtman is in 1650 zijn vader JELIS PlECK opgevolgd. 5671. 3de rekening van 1656 November 1 tot 1660 October 31. 5672. 4de rekening van 1660 November 1 tot 1662 October 31. 5673. 5de rekening over 1663 en 1664. 5674. 7de rekening over 1667 en 1668. 5675. 8ste rekening over 1669 en 1670. 5676. 9de rekening over 1671 en 1672. 5677. 10de rekening over 1673—1675. 5678. Rekening van de erfgenamen van JAN HERBERT VAN BRONCKHORST, van 1684 Januari 1 tot 1688 October 28, afgehoord 1698. 1 deel. N.B. In deze rekening afschriften van 2 commissiebrieven van den overleden ambtman van 1683. 5679—5703. Rekeningen van CAREL PlECK, heer van Brakel, 1688—1724, afgehoord 1694—1725. 25 deelen. N.B. In de lste t. m. de 11de rekening - zijn enkele bijlagen gehecht. In de lste bovendien een afschrift van de commissie van den rendant van 1688. lste rekening van 1688 November 12 tot 1691 December 31. 2de rekening over 1692 en 1693. 3de rekening over 1694—1697. 4de rekening over 1698 en 1699. 5de rekening over 1700 en 1701. 6de rekening over 1702 en 1703. 7 de rekening over 1704 en 1705. 8ste rekening over 1706. 9de rekening over 1707. 10de rekening over 1708. 11de rekening over 1709. 12de rekening over 1710. 13de rekening over 1711. 14de rekening over 1712. 15de rekening over 1713. 5679. 5680. 5681. 5682. 5683. 5684. 5685. 5686. 5687. 5688. 5689. 5690. 5691. 5692. 5693. 465 5694. 16de rekening over 1714. 5695. 17de rekening over 1715. 5696. 18dc rekening over 1716. 5697. 19de rekening over 1717. 5698. 20ste rekening over 1718. 5699. 21ste rekening over 1719. 5700. 22ste rekening over 1720. 5701. 23ste rekening over 1721. 5702. 24ste rekening over 1722. 5703. 25ste rekening van 1723 Januari 1 tot 1724 Maart 11. 5704, 5705. Rekeningen van HENDRIK WILLEM PlECK, heer tot Zoelen, 1724—1726, afgehoord 1727, 1729. 2 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 12 Maart tot 11 Maart. De rendant was verwalter van het ambt. In de lste rekening een afschrift van zijn commissie van 1724. 5704. lste rekening 1724/25. 5705. 2de rekening 1725/26. 5706—5738. Rekeningen van WILLEM HENDRIK PlECK, heer tot Brakel, 1726—1758. 33 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 12 Maart tot 11 Maart. In de lste rekening een afschrift van de commissie van den ambtman van 1726. 5706. lste rekening 1726/27. 5707. 2de rekening 1727/28. 5708. 3de rekening 1728/29. 5709. 4de rekening 1729/30. 5710. 5de rekening 1730/31. 5711. 6de rekening 1731/32. 5712. 7de rekening 1732/33. 5713. 8ste rekening 1733/34. 5714. 9de rekening 1734/35. 5715. 10de rekening 1735/36. 5716. 11de rekening 1736/37. 5717. 12de rekening 1737/38. 466 5718. 13de rekening 1738/39. 5719. 14de rekening 1739/40. 5720. 15de rekening 1740/41. 5721. 16de rekening 1741/42. 5722. 17de rekening 1742/43. 5723. 18de rekening 1743/44. 5724. 19de rekening 1744/45. 5725. 20ste rekening 1745/46, 5726. 21ste rekening 1746/47. 5727. 22ste rekening 1747/48. 5728. 23ste rekening 1748/49. 5729. 24ste rekening 1749/50. 5730. 25ste rekening 1750/51. 5731. 26ste rekening 1751/52. 5732. 27ste rekening 1752/53. 5733. 28ste rekening 1753/54. 5734. 29ste rekening 1754/55. 5735. 30ste rekening 1755/56. 5736. 31ste rekening 1756/57. 5737. 32ste rekening 1757/58. 5738. 33ste rekening over 1758 van Maart 12 tot October 27. 5739_5747, Rekeningen van ANNE FRANS WILLEM PlECK, 1758—1767, afgehoord 1759—1770. 9 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 27 October tot 27 October. In de lste rekening een afschrift van de commissie van den rendant van 1758. 5739. lste rekening 1758 59. 5740. 2de rekening 1759/60. 5741. 3de rekening 1760/61. 5742. 4de rekening 1761/62. 5743. 5de rekening 1762/63. 5744. 6de rekening 1763/64. 5745. 7de rekening 1764'65. 467 5746. 8ste rekening 1765/66. 5747. 9de rekening van 1766 October 27 tot 1767 October 13. 5748—5750. Rekeningen van ZlGISMUND COENRAAD ROELEMAN VAN BYLANDT, 1767—1770, afgehoord 1770. 3 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 13 October tot 13 October. In de lste rekening een afschrift van de commissie van den ambtman van 1767. 5748. lste rekening 1767/68. 5749. 2de rekening 1768/69. 5750. 3de rekening van 1769 October 13 tot 1770 April 24. 5751, 5752. Rekeningen van GODERT ADRIAAN VAN RANDWIJCK, 1770, 1771, afgehoord 1772. 2 deelen. N.B. De rendant was verwalter-ambtman. In de lste rekening een afschrift van zijn commissie van 1770. 5751. lste rekening van 1770 April 24 tot 1771 April 24. 5752. 2de rekening over 1771 van April 24 tot December 24. 5753—5775. Rekeningen van OTTO WILLEM HENDRIK VAN BYLANDT, 1772—1794, afgehoord 1773—1794, 1806. 23 deelen. N.B. De laatste rekening is afgehoord door den Raad van Finantiën. In de lste een afschrift van de commissie van den rendant van 1771. 5753. lste rekening over 1772. 5754. 2de rekening over 1773. 5755. 3de rekening over 1774. 5756. 4de rekening over 1775. 5757. 5de rekening over 1776. 5758. 6de rekening over 1777. 5759. 7de rekening over 1778. 5760. 8ste rekening over 1779. 5761. 9de rekening over 1780. 5762. 10de rekening over 1781. 5763. 11de rekening over 1782. 5764. 12de rekening over 1783. 5765. 13de rekening over 1784. 468 5766. 14de rekening over 1785. 5767. 15de rekening over 1786. 5768. 16de rekening over 1787. 5769. 17de rekening over 1788. 5770. 18de rekening over 1789. 5771. 19de rekening over 1790. 5772. 20ste rekening over 1791. 5773. 21ste rekening over 1792. 5774. 22ste rekening over 1793. 5775. 23ste rekening over 1794. IX. Rekening van den drost van Middelaar, 1558/66. N.B. Deze rekening is de eenige, die van dit drostambt bij de Rekenkamer is ingekomen. 5776. lste rekening van VlNCENTIUS VOS VAN SWARTZENBORCH, van 1558 December 15 tot 1566 December 14, afgehoord 1570. 1 deel. X. Rekeningen van de drosten van Stralen, 1543—1560. N.B. Na 1560 is door de pandhouders van dit drostambt geen rekening meer afgelegd in de Rekenkamer te Arnhem. 5777_5784. Rekening cn van A.L1JT VAN B AIR, weduwe van. EVERT VAN BREMPT, en haren zoon ENGELBERT VAN BREMPT, 1543—1560, afgehoord 1561. 7 deelen in 1 band en 1 omslag. N.B. De eerste 4 rekeningen zijn door de drostin reeds in de jaren 1546—1549 overgeleverd en door RENOY van kantteekeningen voorzien. ENGELBERT heeft het ambt 18 December 1556 aanvaard, zoodat de 7de rekening door hem en zijn moeder te zamen is afgelegd. Vervolgens is er een twist over bet ambt tusschen moeder en zoon ontstaan en hebben zij geen van beiden meer rekening gedaan. In de lste rekening een katern, houdende afschriften van brieven betreffende de verpanding van het ambt in 1409, 1455 en 1498 (zie reg. nos. 40, 195 en 384), alsmede een aanteekening van de Rekenkamer over het ambt. 5777. lste rekening van 1543 September 12 tot 1545 December 31. 5778. 2de rekening over 1546. 5779. 3de rekening over 1547. 469 5780. 4de. rekening over 1548. 5781. 5de rekening over 1549. 5782. 6de rekening over 1550. 5783. 7de rekening over 1551—1560. 5784. Concept-rekeningen 1543/45, 1544/50, 1544/56. 1 omslag. 5785. Bijlage bij de 3de rekening van ALIJT VAN BAIR over 1547. 1 stuk in omslag. 5786. Stukken, behoorende tot de rekeningen van ALIJT VAN BAIR over 1543—1560. 1 omslag. XI. Rekeningen van de scholten van Venlo, 1543—1562. N.B. De scholten, die pandhouders van het ambt waren, hebben zeer ongeregeld rekening afgelegd. 5787. lste rekening van THIJS HAGEN, van 1543 September 12 tot 1547 December 31, afgehoord 1548. Met een concept. 2 deelen. N.B. Deze rekening is afgehoord door RENOY en BELL; ingeval dezen zich van den Paaschstijl bediend hebben, wat niet waarschijnlijk is, heeft dit in 1549 plaats gehad. Vóórin een afschrift van de commissie van JASPER VAN HOEVELER van 1532 (zie reg. n°. 646). De rendant heeft vermoedelijk nog éene rekening overgelegd, die verloren is. 5788. Stukken, behoorende tot de lste rekening van THIJS HAGEN over 1543/47. 1 omslag. 5789. Rekening van BALTHASAR BRAYT, van 1558 Maart 17 tot 1562 December 31, afgehoord 1563. 1 deel. N.B. In deze rekening een afschrift van de commissie van den rendant van 1558. XII. Rekeningen van de drosten van Kriekenbeek en Erkelentz, 1543—1577. N.B. Onder dit drostambt behoorden de gerichtsbanken van de stad Erkelentz, Viersen, Grevenraad, Lobbroek, Hensbeek, Wankum, Leut, Cruchten en Berk. 5790—5797. Rekeningen van DERICK VAN WESTRUM, 1543—1561, afgehoord 1547—1562. 11 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 12 of 11 September tot 11 of 10 September. De eerste 3 rekeningen zijn afgehoord door VAN DlEVE en RENOY, de 4de en de 5de in 470 de Rekenkamer te Brussel. Bij de 5de is één, bij de 6de zijn twee concepten bewaard. In de lste rekening een afschrift van een brief van 1546 betreffende het ambt. De laatste is afgelegd door de weduwe en den zoon van den drost. 5790. lste rekening 1543/45. 5791. 2de rekening 1545/46. 5792. 3de rekening 1546/48. 5793. 4de rekening 1548/52. 5794. 5de rekening 1552/54. 2 deelen. 5795. 6de rekening 1554/55. 3 deelen. 57%. 7de rekening 1555/59. 5797. 8ste rekening van 1559 September 11 tot 1561 Januari 8. 5798. Stukken, behoorende tot de rekeningen van DERICK VAN WESTRUM over 1543—1561. 1 omslag. 5799_5801. Rekeningen van JOHAN VAN ERP genaamd WARRENBORCH, 1561—1569, afgehoord 1564, 1567. 3 deelen. N.B. De 3de rekening is niet afgehoord; er is een lias bijlagen aan gehecht. In de lste een afschrift van de commissie van den drost van 1562, in de 2de een afschrift van zijn instructie. 5799. lste rekening van 1561 Juni 28 tot 1563 September 30. 5800. 2de rekening van 1563 October 1 tot 1567 September 30. 5801. 3de rekening van 1567 October 1 tot 1569 Juni 3. 5802. Eenige bijlagen bij de lste en de 2de rekening van JOHAN VAN ERP genaamd WARRENBORCH over 1561—1567. 1 omslag. 5803—5805. Rekeningen van JOHAN VAN STALBERGEN, 1569—1577, afgehoord 1573, 1581. 3 deelen in 2 banden. N.B. Het boekjaar loopt van 3 Juni tot 2 Juni. De eerste 2 rekeningen in één band. In de lste afschriften van de commissie van den rendant van 1569 en van zijn instructie. Op de keerzijde van den omslag der 3de is een brief van 1577 afgeschreven betreffende de inkomsten van den drost. 5803. lste rekening 1569/71. 5804. 2de rekening 1571/72. 5805. 3de rekening 1572/77. 471 5806. Stukken, behoorende tot de 3de rekening van JOHAN VAN STALBERGEN over 1572/77. 1 omslag. XIII. Rekeningen van den scholtis van Kessel en de voogdij Lottum, 1551—1557. N.B. Deze rekeningen betreffen alleen het civiele scholtambt. Het drostambt in hetzelfde gebied was gecombineerd met het rentambt (zie nos. 3579 vlg.). Andere rekeningen dan de hier vermelde zijn er van dit ambt niet bij de Rekenkamer ingekomen. 5807—5809. Rekeningen van JOHAN VAN DER VOORT, 1551—1557. N.B. Het boekjaar loopt van 13 Juli tot 12 Juli. Bij de lste rekening zijn een afschrift en een onvolledig concept bewaard, de 2de is niet afgehoord. De 3 concepten in omslag zijn vermoedelijk door de Rekenkamer te Brussel afgekeurd. In de lste rekening een afschrift van de commissie van den scholtis van 1551. 5807. lste rekening 1551/54. 3 deelen. 5808. 2de rekening 1554/57. 1 deel. 5809. Concept-rekeningen over 1552, 1553, 1554. 1 omslag. XIV. Rekeningen van den scholtis van Roermond, 1543—1547. N.B. De scholten van Roermond, die pandhouders van het ambt waren, hebben in de Rekenkamer te Arnhem geen andere rekeningen afgelegd dan de hier vermelde. 5810—5812. Rekeningen van DlRCK VAN CRUCHTEN, 1543—1547, afgehoord 1546, 1547, 1562. 3 deelen. N.B. De lste en de 2de rekening zijn afgehoord door Van DlEVE en RENOY. In de lste een afschrift van een brief betreffende het ambt van 1472 (zie reg. n°. 269). 5810. lste rekening van 1543 September 12 tot 1545 December 31. 5811. 2de rekening over 1546. 5812. 3de rekening over 1547. 5813. Stukken, behoorende tot de rekeningen van DlRCK VAN CRUCHTEN over 1543—1547. 1 omslag. 5814. Bijlage bij een (verloren) rekening van JOHAN VAN CRUCHTEN over 1553. 1 stuk in omslag. N.B. JOHAN VAN CRUCHTEN was de opvolger van DlRCK als scholtis van Roermond. De aanwezigheid van deze bijlage is niet verklaarbaar, aangezien JOHAN VAN CRUCHTEN geen rekeningen te Arnhem heeft overgelegd. 472 XV. Rekeningen van de drosten van Montiort, 1543—1571. 5815—5820. Rekeningen van DlEDERICH, heer tot Milendonck, Drachenborch en Meyderick, 1543—1548, ten deele afgehoord 1546, 1547. 5 deelen en 1 omslag. N.B. Het boekjaar loopt van 13 Juli tot 12 Juli. De lste en de 2de rekening zijn afgehoord door RENOY en BELL. De overige zijn concepten. Die over 1546/47 betreft alleen de groote breuken. Er ligt een bijbehoorende akte van 1550 in. In de lste afschriften van brieven van 1528 en 1530 betreffende het ambt (zie reg. nos. 599 en 621). 5815. lste rekening 1543/45. 5816. 2de rekening 1545/46. 5817. 3de rekening 1546/47. 2 stukken in omslag. 5818. rekening over 1545. 5819. rekening over 1546. 5820. rekening over 1548. 5821—5832. Rekeningen van JOHAN VAN WlTTENHORST, 1549—1570, afgehoord 1554—1571. 12 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 13 tot 12 Juli. De lste en de 2de rekening zijn afgehoord in de Rekenkamer te Brussel. In de 5de een afschrift van een brief van 1558 betreffende een verhooging van de op het ambt ge¬ schoten som. 5821. lste rekening 1549/51. 5822. 2de rekening 1551/53. 5823. 3de rekening 1553/56. 5824. 4de rekening 1556/58. 5825. 5de rekening 1558/59. 5826. 6de rekening 1559/61. 5827. 7de rekening 1561/62. 5828. 8ste rekening 1562/64. 5829. 9de rekening 1564/65. 5830. 10de rekening 1565/66 5831. 11de rekening 1566/67. 5832. 12de rekening 1567/70. 473 5833. Rekening van WILHELM VAN MERWICK TOT KESSEL, van 1570 Juli 13 tot 1571 Juli 12, afgehoord 1572. 1 deel. 5834. Stukken, behoorende tot de rekening van WILHELM VAN MERWICK TOT KESSEL over 1570/71. 1 omslag. XVI. Rekeningen van de landdrosten van Zutphen, 1543—1635, 1702—1795. N.B. Van 1559—1626 is het scholtambt Lochem, dat vóór hertog KAREL's tijd een van de richterambten was, waarin het landdrostambt was ingedeeld, weer met het landdrostambt vereenigd geweest. De groote hiaten in deze serie rekeningen zijn in hoofdzaak te wijten aan verlies van rekeningen, voor een klein gedeelte aan verzuim om ze in te dienen. 5835. lste rekening van JOHAN VAN KEPPEL, van 1543 September 20 tot 1544 December 31, afgehoord 1545. 1 deel. N.B. Deze rekening is afgehoord door RENOY. Er is een afschrift in gehecht van den commissiebrief van den landdrost SWEER VAN VOORST van 1528 (zie reg. n°. 597). 5836. Bijlagen bij een (verloren) rekening van HERMAN VAN BOICKHOLT. Stukken betreffende de compositie van een te Doetinchem gepleegden doodslag, 1554. 1 lias in omslag. 5837. 7de (laatste) rekening van JOHAN VAN MEECKEREN, van 1565 December 22 tot 1568 December 20, afgehoord 1573. 1 deel. 5838. 2de rekening van ANDRIES VAN ANDERLECHT, van 1570 Juli 13 tot 1573 Juli 13, afgehoord 1584. 1 deel. 5839. Bijlagen bij 2 verloren rekeningen van SEINE VAN DORTH, 1586, 1597, 1598. 1 omslag. 5840. 5841. Rekeningen van DlEDERICH VAN DORTH, heer tot Dorth, 1611 —1619, afgehoord 1615, 1624. 2 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 12 Juli tot 12 Juli. Deze landdrost heeft gefungeerd van 1605—1626. In de 3de rekening zijn bijlagen gehecht. 5840. 3de rekening 1611/14. 5841. 5de rekening 1617/19, 474 5842. 2de rekening van WALRAVEN VAN HEECKEREN TOT NETTELHORST, van 1628 November 8 tot 1635 November 7, afgehoord 1641. 1 deel. N.B. In deze rekening een afschrift van de provisioneele commissie van 1626 van den rendant, die van 1626— 1645 landdrost is geweest. 5843. Bijlage bij een verloren rekening van EVERHARDT VAN HEECKEREN TOT NETTELHORST. Bevelschrift aan den landdrost, gesteld op een request van de geërfden van Hummelo, Hengelo en Zelhem, om een weg onder Hummelo te doen herstellen, 1658. 1 stuk in omslag. 5844. lste en laatste rekening van JOHAN VAN LlNTELO TOT DE MARSCH, van 1702 Maart tot 1706 Maart .In duplo. 2 deelen. N.B. Deze rekening, door de weduwe van den landdrost opgesteld, is niet afgehoord. 5845—5875. Rekeningen van JACOB DERCK VAN HEECKEREN TOT BARLHAM EN ENGHUIZEN, 1706—1740, afgehoord 1708—1740. 31 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 22 Februari tot 22 Februari. Aan de 3de, de 4de en de 5de rekening zijn bijlagen gehecht. De 6de is verloren. In de lste afschriften van de commissie van den landdrost van 1706 en van zijn instructie. 5845. lste rekening 1706/08. 5846. 2de rekening 1708/10. 5847. 3de rekening 1710/11. 5848. 4de rekening 1711/12. 5849. 5de rekening 1712/13. 5850. 7de rekening 1714/15. 5851. 8ste rekening 1715/16. 5852. 9de rekening 1716/17. 5853. 10de rekening 1717/18. 5854. 11de rekening 1718/19. 5855. 12de rekening 1719/20. 5856. 13de rekening 1720/21. 5857. 14de rekening 1721/22. 5858. 15de rekening 1722/23. 5859. 16de rekening 1723/24. 5860. 17de rekening 1724/25. 475 5861. 18de rekening 1725/26. 5862. 19de rekening 1726/27. 5863. 20ste rekening 1727/28, 5864. 21ste rekening 1728/29. 5865. 22ste rekening 1729/30. 5866. 23ste rekening 1730/31. 5867. 24ste rekening 1731/32. 5868. 25ste rekening 1732/33. 5869. 26ste rekening 1733/34. 5870. 27ste rekening 1734/35. 5871. 28ste rekening 1735/36. 5872. 29ste rekening 1736/37. 5873. 30ste rekening 1737/38. 5874. 31ste rekening 1738/39. 5875. 32ste rekening 1739/40. 5876—5902. Rekeningen van FRANS JAN VAN HEECKEREN TOT ENGHUIZEN, 1740—1767, afgehoord 1741—1767. 27 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 29 April tot 29 April. In de lste rekening afschriften van de commissie van den landdrost van 1740 en van zijn instructie. 5876. lste rekening 1740/41. 5877. 2de rekening 1741/42, 5878. 3de rekening 1742/43. 5879. 4de rekening 1743/44. 5880. 5de rekening 1744/45. 5881. 6de rekening 1745/46. 5882. 7de rekening 1746/47. 5883. 8ste rekening 1747/48. 5884. 9de rekening 1748/49. 5885. 10de rekening 1749/50. 5886. 11de rekening 1750/51. 5887. 12de rekening 1751/52. 5888. 13de rekening 1752/53. 5889. 14de rekening 1753/54. 476 5890. 15de rekening 1754/55. 5891. 16de rekening 1755/56. 5892. 17de rekening 1756/57. 5893. 18de rekening 1757/58. 5894. 19de rekening 1758/59. 5895. 20ste rekening 1759/60. 5896. 21ste rekening 1760/61. 5897. 22ste rekening 1761/62. 5898. 23ste rekening 1762/63. 5899. 24ste rekening 1763/64. 5900. 25ste rekening 1764/65. 5901. 26ste rekening 1765/66. 5902. 27ste rekening 1766/67. 5903—5920. Rekeningen van JOHAN HERMAN SlGISMUND VAN NAGELL TOT OUDEN- EN NiEUWENAMPSEN, 1767—1784, afgehoord 1768— 1789. 18 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 20 Mei tot 20 Mei. In de lste ■ rekening afschriften van de commissie van den rendant van 1767 en van zijn instructie. 5903. lste rekening 1767/68. 5904. 2de rekening 1768/69. 5905. 3de rekening 1769/70. 5906. 4de rekening 1770/71. 5907. 5de rekening 1771/72. 5908. 6de rekening 1772/73. 5909. 7de rekening 1773/74. 5910. 8ste rekening 1774/75. 5911. 9de rekening 1775/76. 5912. 10de rekening 1776/77. 5913. 11de rekening 1777/78. 5914. 12de rekening 1778/79. 5915. 13de rekening 1779/80/ 5916. 14de rekening 1780/81. 5917. 15de rekening 1781/82. 477 5918. 16de rekening 1782/83. 5919. 17de rekening 1783/84. 5920. 18de rekening over 1784 van Mei 20 tot October 30. 5921—5931. Rekeningen van JACOB DERK CAREL VAN HEECKEREN TOT RODERLO, LICHTENBERG EN KELL, 1784—1795, afgehoord 1786— 17%. 11 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 11 November tot 11 November. In de lste rekening afschriften van de commissie van den rendant van 1784 en van zijn instructie. De laatste is afgehoord door het Provintiaal Collegie. 5921. lste rekening 1784/85. 5922. 2de rekening 1785/86. 5923. 3de rekening 1786/87. 5924. 4de rekening 1787/88. 5925. 5de rekening 1788/89. 5926. 6de rekening 1789/%. 5927. 7de rekening 1790/91. 5928. 8ste rekening 1791/92. 5929. 9de rekening 1792/93. 5930. 10de rekening 1793/94. 5931. 11de rekening van 1794 November 11 tot 1795 Juli 11. XVII. Rekeningen van de scholten binnen en buiten Zutphen, 1543—1795. N.B. Van 1570—1595 hebben de WESTERHOLT's, die dit ambt in pand hadden, geen rekening afgelegd. Overigens zijn de hiaten in deze serie aan verlies van rekeningen te wijten. 5932—5952. Rekeningen van GOOSSEN VAN RAESFELT, 1543—1565, afgehoord 1547—1570. 31 deelen. N.B. De eerste 5 rekeningen zijn afgehoord door VAN DlEVE en RENOY, de 6de en de 7de door de Rekenkamer te Brussel, de 8ste t. m. de 12de te Zutphen door VAN DlEVE en BELL. De 19de is verloren. Bij de lste rekening een concept, evenals bij de 4de. Bij de 2de, de 4de t. m. de 10de exemplaren voor den rendant. In het afgehoorde exemplaar van de lste een afschrift van den brief van 1544, houdende de aanstelling van den scholtis 478 met inachtneming van de bepalingen van een ingelaschten brief van 1518, welke pandbrief door VAN RAESFELT's schoonvader, BERNDT VAN HACKFORT, was overgenomen (zie reg. n°. 517). 5932. lste rekening van 1543 September 12 tot 1544 December 31. 2 deelen. 5933. 2de rekening over 1545. 2 deelen. 5934. 3de rekening over 1546. 5935. 4de rekening over 1547. 3 deelen. 5936. 5de rekening over 1548. 2 deelen. 5937. 6de rekening over 1549. 2 deelen. 5938. 7de rekening over 1550. 2 deelen. 5939. 8ste rekening over 1551. 2 deelen. 5940. 9de rekening over 1552. 2 deelen. 5941. 10de rekening over 1553. 2 deelen. 5942. 11de rekening over 1554. 5943. 12de rekening over 1555. 5944. 13de rekening over 1556. 5945. 14de rekening over 1557. 5946. 15de rekening over 1558. 5947. 16de rekening over 1559. 5948. 17de rekening over 1560. 5949. 18de rekening over 1561. 5950. 20ste rekening over 1563. 5951. 21ste rekening over 1564. 5952. 22ste rekening over 1565. 5953. Eenige bijlagen bij de rekeningen van GOOSSEN VAN RAESFELT over 1543—1565. 1 omslag. 5954. Stukken, behoorende tot de rekeningen van GOOSSEN VAN RAESFELT over 1543—1565. 1 omslag. 5955. 5956. Rekeningen van JOHAN VAN RAESFELT TOT HACKFORT, 1566, 1567, afgehoord 1570. 2 deelen. 5955. lste rekening over 1566. 5956. 2de rekening over 1567. 479 5957. Eenige bijlagen bij de rekeningen van JOHAN VAN RAESFELT over 1566, 1567. 1 omslag. 5958, 5959. Rekeningen van HENRICK VAN WESTERHOLT, 1568, 1569, afgehoord 1570. 2 deelen. 5958. lste rekening over 1568. 5959. 2de rekening over 1569. 5960. Stukken, behoorende tot de rekeningen van HENRICK VAN WESTERHOLT over 1568, 1569. 1 omslag. 5961—5968. Rekeningen van ADRIAEN SCHIMMELPENNINCK VAN DER OYE, 1595—1603, afgehoord 1621. 8 deelen. N.B. In de lste rekening een afschrift van de commissie van den rendant van 1595, 5961. lste rekening van 1595 November 18 tot 1596 December 31. 5962. 2de rekening over 1597. 5963. 3de rekening over 1598. 5964. 4de rekening over 1599. 5965. 5de rekening over 1600. 5966. 6de rekening over 1601. 5967. 7de rekening over 1602. 5968. 8ste rekening over 1603. 5969—5978. Rekeningen van BURCHART VAN WESTERHOLT TOT HACKFORT, 1604—1613, afgehoord (ten deele) 1632—1644. 10 deelen. N.B. De 11de en vlg. rekeningen van dezen scholtis, die tot 1631 dit ambt heeft bekleed, zijn verloren. De 9de en de 10de zijn niet afgehoord. In de lste afschriften van de commissie en de instructie van den rendant van 1604. 5969. lste rekening over 1604. 5970. 2de rekening over 1605. 5971. 3de rekening over 1606. 5972. 4de rekening over 1607. 5973. 5de rekening over 1608. 5974. 6de rekening over 1609. 5975. 7de rekening over 1610. 5976. 8ste rekening over 1611. 480 5977. 9de rekening over 1612. 5978. 10de rekening over 1613. 5979. Stukken, behoorende tot de rekeningen van BURCHART VAN WESTERHOLT TOT HACKFORT over 1604—1613. 1 omslag. 5980. Rekening van HENDRICK TEN BROICK, van 1631 September 8 tot 1633 Juni 19, afgehoord 1642. In duplo. 2 deelen. N.B. De rendant nam het scholtambt tijdelijk waar, op een commissie en een instructie van 1631, in deze rekening afgeschreven. 5981—5984. Rekeningen van HENRICK VAN ECK TOT MEDLER EN HARSELOO, 1633—1645, afgehoord 1640, 1642, 1652. 4 deelen. N.B. Deze scholtis is van 1644—1655 in functie geweest. In de lste rekening een afschrift van zijn commissie van 1633. 5981. lste rekening van 1633 Juni 19 tot 1634 December 31. 5982. 2de rekening over 1635 en 1636. 5983. 3de rekening over 1637 en 1638. 5984. 4de rekening over 1639—1645. 5985. Rekening van MAURITS HERMAN RlPPERDA TOT VORDEN, van 1676 Maart 9 tot 1689 Juli 2, afgehoord 1694. 1 deel. 5986—5988. Rekeningen van JACOB SCHIMMELPENNINCK VAN DER OYE TOT DE CLOESE, 1689—1701, afgehoord 1696—1702. 3 deelen. N.B. In de lste rekening zijn bijlagen gehecht. In die rekening afschriften van 2 commissiebrieven van den scholtis van 1689 en van zijn instructie. 5986. (lste) rekening van 1689 Augustus 8 tot 1695 December 31. 5987. (2de) rekening over 1696—1698. 5988. (3de) rekening van 1699 Januari 1 tot 1701 Augustus 29. 5989, 5990. Rekeningen van JOHAN VAN LlNTELO TOT DE MARSCH, 1701 —1706. 3 deelen. N.B. De 2de rekening is niet afgehoord. In de lste afschriften van de commissie en de instructie van den rendant van 1701. 5989. lste rekening van 1701 Augustus 30 tot 1703 Augustus 30. 5990. 2de rekening van 1703 Augustus 30 tot 1706 Februari 20. 481 5991—6000. Rekeningen van HENRIK WILHELM VAN WESTERHOLT TOT HACKFORT, heer tot Scherpenzeel, 1706—1721, afgehoord 1708— 1721. 10 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 22 Februari tot 22 Februari. In de lste rekening afschriften van de commissie en de instructie van den scholtis van 1706. 5991. lste rekening 1706/08. 5992. 2de rekening 1708/10. 5993. 3de rekening 1710/12. 5994. 4de rekening 1712/14. 5995. 5de rekening 1714/16. 5996. 6de rekening 1716/17. 5997. 7de rekening 1717/18. 5998. 8ste rekening 1718/19. 5999. 9de rekening 1719/20. 6000. 10de rekening 1720/21. 6001. Bijlagen bij de 6de rekening van HENRIK WILHELM VAN WESTERHOLT over 1714/16. 1 omslag. 6002. Rekening van HENDRIK VAN ROUWENOORT TOT DEN ULENPAS over 1721 van Maart 10 tot April 23, afgehoord 1722. 1 deel. N.B. De rendant nam het scholtambt tijdelijk waar. 6003—6011. Rekeningen van ALEXANDER VAN DER CAPELLEN TOT DEN BOEDELHOF, 1721—1730, afgehoord 1723—1730. 9 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 24 April tot 24 April. In de lste rekening een afschrift van de commissie van den scholtis van 1721. 6003. lste rekening 1721/22. 6004. 2de rekening 1722/23. 6005. 3de rekening 1723/24. 6006. 4de rekening 1724/25. 6007. 5de rekening 1725/26. 6008. 6de rekening 1726/27. 6009. 7de rekening 1727/28. 6010. 8ste rekening 1728/29. 6011. 9de rekening van 1729 April 24 tot 1730 Januari 30. 31 482 6012. Rekening van Dr. EUSTATTUS PLEGHER over 1730 van Januari 30 tot April 24, afgehoord 1730. 1 deel. N.B. De rendant nam het scholtambt tijdelijk waar. 6013. Bijlage bij de rekening van Dr. EüSTATIUS PLEGHER over 1730. 1 stuk in omslag. 6014—6020. Rekeningen van CHRISTIAAN CAREL VAN LlNTELO TOT DE EHZE EN WALVAART, 1730—1736, afgehoord 1731—1737. 7 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 25 April tot 25 April. 6014. lste rekening 1730/31. 6015. 2de rekening 1731/32. 6016. 3de rekening 1732/33. 6017. 4de rekening 1733/34. 6018. 5de rekening 1734/35. 6019. 6de rekening 1735/36. 6020. 7de rekening over 1736 van April 25 tot December 12. 6021—6024. Rekeningen van JACOB SCHIMMELPENNINCK VAN DER OYE TOT DE CLOESE, 1736—1740, afgehoord 1738—1741. 4 deelen. N.B. De rendant nam het scholtambt tijdelijk waar. Het boekjaar loopt van 13 December tot 13 December. 6021. lste rekening 1736/37. 6022. 2de rekening 1737/38. 6023. 3de rekening 1738/39. 6024. 4de rekening van 1739 December 13 tot 1740 April 28. 6025—6035. Rekeningen van MAURITS CAREL GEORG WILLEM VAN RlPPERDA TOT VORDEN, 1740—1751, afgehoord 1741—1751. 11 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 29 April tot 29 April. 6025. lste rekening 1740/41. 6026. 2de rekening 1741/42. 6027. 3de rekening 1742/43. 6028. 4de rekening 1743/44. 6029. 5de rekening 1744/45. 6030. 6de rekening 1745/46. 6031. 7de rekening 1746/47. 483 6032. 8ste rekening 1747/48. 6033. 9de rekening 1748/49. 6034. 10de rekening 1749/50. 6035. 11de rekening van 1750 April 29 tot 1751 Maart 14. 6036. Rekening van TOBIAS GUTBERLETH PLEGHER over 1751 van Maart 15 tot Mei 3, afgehoord 1751. 1 deel. N.B. De rendant nam het ambt tijdelijk waar. 6037—6041. Rekeningen van FREDERIK ROBBERT EVERT VAN DER CAPELLEN TOT DEN BOEDELHOF, 1751—1755, afgehoord 1752—1756. 5 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 27 April tot 27 April. In de lste rekening is gehecht een afschrift van de commissie van den rendant van 1751. 6037. lste rekening 1751/52. 6038. 2de rekening 1752/53. 6039. 3de rekening 1753/54. 6040. 4de rekening 1754/55. 6041. 5de rekening over 1755 van April 27 tot Juli 28. 6042. Rekening van TOBIAS GUTBERLETH PLEGHER over 1755 van Juli 29 tot Augustus 20, afgehoord 1756. 1 deel. N.B. De rendant nam het ambt tijdelijk waar. 6043—6045. Rekeningen van WALRAVEN ROBBERT VAN HEECKEREN TOT DEN BRANDSENBORG, 1755—1758, afgehoord 1756—1758. 3 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 20 Augustus tot 20 Augustus. In de lste rekening een afschrift van de commissie van den scholtis van 1755. 6043. lste rekening 1755/56. 6044. 2de rekening 1756/57. 6045. 3de rekening van 1757 Augustus 20 tot 1758 Juli 15. 6046—6054. Rekeningen van JAN HERMAN SlGISMUND VAN NAGELL TOT OUDEN- EN NiEUWENAMPSEN, 1758—1767, afgehoord 1760—1767. 9 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 9 Augustus tot 9 Augustus. In de lste rekening een afschrift van de commissie van den scholtis van 1758. 484 6046. lste rekening 1758/59. 6047. 2de rekening 1759/60. 6048. 3de rekening 1760/61. 6049. 4de rekening 1761/62. 6050. 5de rekening 1762/63. 6051. 6de rekening 1763/64. 6052. 7de rekening 1764/65. 6053. 8ste rekening 1765/66. 6054. 9de rekening van 1766 Augustus 9 tot 1767 Mei 20. 6055—6069. Rekeningen van WILLEM HENDRIK VAN R0UWEN00RT TOT DEN ULENPAS, 1767—1782, afgehoord 1769—1785. 15 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 20 Mei tot 20 Mei. In de lste rekening afschriften van de commissie en de instructie van den rendant van 1767. De 12de is verloren. 6055. lste rekening 1767/68. 6056. 2de rekening 1768/69. 6057. 3de rekening 1769/70. 6058. 4de rekening 1770/71. 6059. 5de rekening 1771/72. 6060. 6de rekening 1772/73. 6061. 7de rekening 1773/74. 6062. 8ste rekening 1774/75. 6063. 9de rekening 1775/76. 6064. 10de rekening 1776/77. 6065. 11de rekening 1777/78, 6066. 13de rekening 1779/80. 6067. 14de rekening 1780/81. 6068. 15de rekening 1781/82. 6069. 16de rekening over 1782 van Mei 20 tot November 27. 6070, 6071. Rekeningen van JACOB DERK CAREL VAN HEECKEREN TOT RODERLO, LICHTENBERG EN KELL, 1782—1784, afgehoord 1784, 1785. 2 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 4 December tot 4 December. In de lste rekening afschriften van de commissie en de instructie van de scholtis van 1782. 485 6070. lste rekening 1782/83. 6071. 2de rekening van 1783 December 4 tot 1784 November 10. 6072. Rekening van AUGUST ROBBERT VAN HEECKEREN TOT SUYDERAS, van 1784 November 11 tot 1785 Februari 2, afgehoord 1785. 1 deel. N.B. De rendant nam het scholtambt tijdelijk waar. 6073—6080. Rekeningen van JACOB ADOLF VAN HEECKEREN TOT ENGHUIZEN EN BEURSE, 1785—1792, afgehoord 1786—1792. 8 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 27 Januari tot 27 Januari. In de lste rekening afschriften van de commissie en de instructie van den rendant van 1785. 6073. lste rekening 1785/86. 6074. 2de rekening 1786/87. 6075. 3de rekening 1787/88. 6076. 4de rekening 1788/89. 6077. 5de rekening 1789/90. 6078. 6de rekening 1790/91. 6079. 7de rekening 1791/92. 6080. 8ste rekening over 1792 van Januari 27 tot Februari 20. 6081—6084. Rekeningen van AUGUST ROBBERT VAN HEECKEREN TOT SUYDERAS, 1792—1795, afgehoord 1793—1797. 4 deelen. N.B. De eerste hier beschreven rekening heeft de rendant als verwalter afgelegd. De overige loopen van 31 Maart tot 31 Maart. In die over 1792/93 afschriften van de commissie en de instructie van den scholtis van 1792. De 3de is bij zijn afwezigheid (hij was naar het buitenland geweken) uitgebracht door zijn stadhouder arnold Op ten noort; zij is afgehoord, doch niet gesloten door het Provintiaal Collegie. 6081. Rekening over 1792 van Februari 29 tot Maart 31. 6082. lste rekening 1792/93. 6083. 2de rekening 1793/94. 6084. 3de rekening 1794/95. 486 XVIII, Rekeningen van de richters binnen en buiten Doesburg, 1543—1795. N.B, Van 1575—1600 zijn geen rekeningen afgelegd. In 1557 is het kerspel Latum, dat door Karel VAN Egmond bij het richterambt Doesburg gevoegd was, tot de jurisdictie van den bannerheer van Baar teruggebracht, waartoe het tot 1795 behoord heeft. Tot 1575 noemen de rendanten van deze rekeningen zich „scholtis en richter". 6085—6087. Rekeningen van de weduwe en erfgenamen van GlJSBERT VAN DEN WALLE, 1543—1545, N.B. In deze rekeningen hebben RENOY en BELL aanteekeningen gemaakt, doch omtrent het afsluiten blijkt niets. Het voor den keizer bestemde exemplaar van de lste is met de 2de in één band vereenigd. In de lste zijn gehecht afschriften van brieven van 1463, 1470 en 1482 (zie reg. nos, 223, 262 en 299), alsmede een extrakt uit een richtersrekening van 1499, betreffende de verpanding van het ambt. Bij die lste rekening 2 rendantsexemplaren. 6085. lste rekening van 1543 September 12 tot 1545 Juni 9. 3 deelen. 6086. 2de rekening over 1545 van Juni 9 tot Juni 22.- 1 deel. 6087. Concept-rekeningen over 1543/44 en 1544/45. 1 omslag. 6088—6099. Rekeningen van HENDRICK VAN SCHERPENZEEL, 1545—1557. 13 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 23 Juni tot 23 Juni. Deze rekeningen zijn vermoedelijk ten deele door VAN DlEVE en RENOY, ten deele door de Rekenkamer te Brussel afgehoord, doch aanteekeningen hiervan ontbreken. De 6de t. m. de 10de zijn samengebonden, de 11de en de 12de zijn in een band vereenigd met nos. 6100—6102. Bij de lste een concept. In het voor den keizer bestemde exemplaar een afschrift van de commissie van den richter van 1545. De 12de is tevens de lste van JOHAN VAN scherpenzeel, die het ambt voor zijn zieken vader waarnam. In die rekening een afschrift van een akte van 1556, de overdracht van het richterambt aan den zoon betreffende. 6088. lste rekening 1545/46. 2 deelen. 6089. 2de rekening 1546/47. 6090. 3de rekening 1547/48. 6091. 4de rekening 1548/49. 487 6092- 5de rekening 1549/50. 6093. 6de rekening 1550/51. 6094. 7de rekening 1551/52. 6095. 8ste rekening 1552/53. 6096. 9de rekening 1553/54, 6097. 10de rekening 1554/55. 6098. 11de rekening 1555/56. 6099. 12de rekening 1556/57. 6100—6107. Rekeningen van JOHAN VAN SCHERPENZEEL, 1557—1565, afgehoord (ten deele) 1564. 9 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 23 Juni tot 23 Juni. De lste rekening is tevens de 12de van HENDRICK VAN SCHERPENZEEL (n°. 6099). In de 2de t. m. de 4de en de 9de ontbreekt het reces. De 2de t. m. de 4de zijn met de laatste 2 van HENDRICK VAN SCHERPENZEEL (nos. 6098 en 6099) in één band vereenigd, de 5de t. m. de 8ste zijn ook samengebonden. Bij de 4de een exemplaar van den rendant. 6100. 2de rekening 1557/58. 6101. 3de rekening 1558/59. 6102. 4de rekening 1559/60, 2 deelen. 6103. 5de rekening 1560/61. 6104. 6de rekening 1561/62. 6105. 7de rekening 1562/63. 6106. 8ste rekening 1563/64. 6107. 9de rekening van 1564 Juni 23 tot 1565 Augustus 1. 6108. lste rekening van BALTHAZAR VAN ROSSUM, van 1570 October 27 tot 1575 October 26, afgehoord 1576. 1 deel. N.B. In deze rekening een afschrift van de commissie van den rendant van 1570. 6109—6115. Rekeningen van MANTE SWAEFKEN, 1600—1637, afgehoord 1602—1640. 7 deelen in 1 band. N.B. Het boekjaar loopt van 26 tot 25 April. In de lste rekening een afschrift van de commissie van den richter van 1600. 6109. lste rekening 1600/01. 6110. 2de rekening 1601/07. 488 6111. 3de rekening 1607/11. 6112. 4de rekening 1611/16. 6113. 5de rekening 1616/21. 6114. 6de rekening 1621/29. 6115. 7de rekening van 1629 April 26 tot 1637 Maart 10. 6116—6120. Rekeningen van ALEXANDER VAN DER CAPELLEN TEN BOE• DELHOF EN MERVELT, 1637—1656, afgehoord 1643—1660. 7 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 16 October tot 16 October. In de beide exemplaren van de lste rekening afschriften van de commissie en de instructie van den richter van 1637. Aan een van beide zijn bijlagen gehecht. 6116. lste rekening 1637/40. In duplo. 2 deelen. 6117. 2de rekening 1640/41. In duplo. 2 deelen. 6118. 3de rekening 1641/50. 6119. 4de rekening 1650/54. 6120. 5de rekening 1654/56. 6121—6123. Rekeningen van GERLACH VAN DER CAPELLEN TOT MERVELT, heer van 's-Heer-Aartsberg, Crayesteyn en Rysselt, 1656-— 1667, afgehoord 1664, 1669. N.B. Het boekjaar loopt van 14 November tot 14 November. De lste rekening is door den rendant als verwalter afgelegd. Zijn commissie als zoodanig is er in afgeschreven; de definitieve commissie van 1657 in de 2de rekening. Aan de 3de zijn bijlagen gehecht. 6121. lste rekening van 1656 Juli 4 tot 1657 November 14. In duplo. 2 deelen. 6122. 2de rekening 1657/62. In duplo. 2 deelen. 6123. 3de rekening 1662/67. 1 deel. 6124—6126. Rekeningen van GEORC RlPPERDA, heer van Verwolde, 1667— 1675, afgehoord 1669—1678. 3 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 25 Juni tot 25 Juni. In de lste en de 2de rekening afschriften van de commissie van den rendant van 1667. De 3de is afgelegd „met voorbehout ende reserve van hetgeene rendant nog soude vorder competeren van die Franse jaren". 6124. lste rekening 1667/69. 6125. 2de rekening 1669/71. 489 6126. 3de rekening van 1671 Juni 25 tot 1672 December 31 en van 1674 Mei 11 tot 1675 Februari 11. 6127. Bijlagen bij de 3de rekening van GEORG RlPPERDA over 1671—1675. 1 omslag. 6128, 6129. Rekeningen van HENDRIK SCHIMMELPENNINCK VAN DER OYE TOT HET VELDE EN SINDERÉN, 1675—1683, afgehoord 1682, 1685. 2 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 18 December tot 18 December. In de lste rekening een afschrift van de commissie van den richter van 1675. In de 2de zijn enkele bijlagen gehecht. 6128. lste'rekening 1675/80. 6129. 2de rekening 1680/83. 6130—6135. Rekeningen van HERMAN SCHIMMELPENNINCK VAN DER OYE, 1683—1701, afgehoord 1696—1701. 6 deelen. N.B. De lste rekening loopt van 15 October tot 15 October, de overige van 7 November tot 7 November. In de lste een afschrift van de commissie van den rendant van 1683. 6130. lste rekening 1683/94. 6131. 2de rekening 1694/97. 6132. 3de rekening 1697/98. 6133. 4de rekening 1698/99. 6134. 5de rekening 1699/1700. 6135. 6de rekening 1700/01. 6136—6146. Rekeningen van JOHAN JOOST VAN LlNTELO TOT DE MARSCH, 1701—1716, afgehoord 1703—1716. 11 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 7 Augustus tot 7 Augustus. De eerste 2 rekeningen zijn afgelegd door JOHAN VAN LlNTELO TOT DE MARSCH namens zijn minderjarigen zoon. Aan de 5de, de 7de en de 11de zijn bijlagen gehecht. 6136. lste rekening 1701/03. 6137. 2de rekening 1703/05. 6138. 3de rekening 1705/07. 6139. 4de rekening 1707/09. 490 6140. 5de rekening 1709/10. 6141. 6de rekening 1710/11. 6142. 7de rekening 1711/12. 6143. 8ste rekening 1712/13. 6144. 9de rekening 1713/14. 6145. 10de rekening 1714/15. 6146. 11de rekening van 1715 October 27 tot 1716 Januari 6. 6147. Rekening van D. SCHIMMELPENNINCK VAN DER OYE TOT DE BLANCKENA, over 17I&6 van Januari 6 tot Mei 11, afgehoord 1716. N.B. De rendant nam het ambt tijdelijk waar. Aan de rekening zijn eenige bijlagen gehecht. 6148—6152. Rekeningen van ALEXANDER VAN DER CAPELLEN TOT DEN BOEDELHOF, 1716—1721, afgehoord 1717—1721. 5 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 11 Mei tot 11 Mei. 6148. lste rekening 1716/17. 6149. 2de rekening 1717/18. 6150. 3de rekening 1718/19. 6151. 4de rekening 1719/20. 6152. 5de rekening van 1720 Mei 11 tot 1721 April 24. 6153—6171. Rekeningen van FRANS JAN VAN HEECKEREN TOT ENGHUIZEN, 1721—1740, afgehoord 1722—1740. 19 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 24 April tot 24 April. In de lste rekening een afschrift van de commissie van den rendant van 1722. 6153. lste rekening 1721/22. 6154. 2de rekening 1722/23. 6155. 3de rekening 1723/24. 6156. 4de rekening 1724/25. 6157. 5de rekening 1725/26. 6158. 6de rekening 1726/27. 6159. 7de rekening 1727/28. 6160. 8ste rekening 1728/29. 6161. 9de rekening 1729/30. 6162. 10de rekening 1730/31. 491 6163. 11de rekening 1731/32. 6164. 12de rekening 1732/33. 6165. 13de rekening 1733/34. 6166. 14de rekening 1734/35. 6167. 15de rekening 1735/36. 6168. 16de rekening 1736/37. 6169. 17de rekening 1737/38. 6170. 18de rekening 1738/39. 6171. 19de rekening 1739/40. 6172—6191. Rekeningen van Mr. GERHARD JACOB JONGKINDT, 1740— 1760, afgehoord 1741—1760. 20 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 29 April tot 29 April. In de lste rekening een afschrift van de commissie van den richter van 1740. 6172. lste rekening 1740/41. 6173. 2de rekening 1741/42. 6174. 3de rekening 1742/43. 6175. 4de rekening 1743/44. 6176. 5de rekening 1744/45. 6177. 6de rekening 1745/46. 6178. 7de rekening 1746/47. 6179. 8ste rekening 1747/48. 6180. 9de rekening 1748/49. 6181. 10de rekening 1749/50. 6182. 11de rekening 1750/51. 6183. 12de rekening 1751/52. 6184. 13de rekening 1752/53. 6185. 14de rekening 1753/54. 6186. 15de rekening 1754/55. 6187. 16de rekening 1755/56. 6188. 17de rekening 1756/57. 6189. 18de rekening 1757/58. 6190. 19de rekening 1758/59. 6191. 20ste rekening 1759/60. 492 6192. Rekening van ADOLF WERNER CAREL WILHELM VAN PALLANDT TOT WAL VAART over 1760 van Mei 4 tot October 16, afgehoord 1760. N.B. De rendant nam het ambt tijdelijk waar. Een afschrift van zijn commissie is in de rekening gehecht. 6193—6195. Rekeningen van LUDOLF HENDRIK BORCHARD SlLVTUS VAN HEECKEREN TOT DE KEMNADE, 1760—1762, afgehoord 1762, 1763. 3 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 16 October tot 16 October. In de lste rekening een afschrift van de commissie van den richter van 1760. 6193. lste rekening 1760/61. 6194. 2de rekening 1761/62. 6195. 3de rekening over 1762 van October 16 tot November 7. 6196. Rekening van JACOB EVERHARD CHRISTIAAN MARIA ALBRECHT VAN HEECKEREN TOT BARLHAM van 1762 November 7 tot 1763 April 23, afgehoord 1763. 1 deel. N.B. De rendant nam het ambt tijdelijk waar. 6197—6212. Rekeningen van FREDERIK WILLEM FtORIS VAN PALLANDT TOT KEPPEL, 1763—1779, afgehoord 1764—1781. 16 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 23 April tot 23 April. De 16de rekening is verloren. 6197. lste rekening 1763/64. 6198. 2de rekening 1764/65. 6199. 3de rekening 1765/66. 6200. 4de rekening 1766/67. 6201. 5de rekening 1767/68. 6202. 6de rekening 1768/69. 6203. 7de rekening 1769/70. 6204. 8ste rekening 1770/71. 6205. 9de rekening 1771/72. 6206. 10de rekening 1772/7,3. 6207. 11de rekening 1773/74. 6208. 12de rekening 1774/75. 6209. 13de rekening 1775/76. 6210. 14de rekening 1776/77. 493 6211. 15de rekening 1777/78. 6212. 17de rekening over 1779 van April 23 tot November 24. 6213—6228. Rekeningen van ALEXANDER HENDRIK VAN DER CAPELLEN TOT DEN BOEDELHOF, 1779—1795, afgehoord 1781—1796. 16 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 29 November tot 29 November. De laatste rekening is afgehoord door het Provintiaal Collegie. 6213. lste rekening 1779/80. 6214. 2de rekening 1780/81. 6215. 3de rekening 1781/82. 6216. 4de rekening 1782/83. 6217. 5de rekening 1783/84. 6218. 6de rekening 1784/85. 6219. 7de rekening 1785/86. 6220. 8ste rekening 1786/87. 6221. 9de rekening 1787/88. 6222. 10de rekening 1788/89. 6223. 11de rekening 1789/90. 6224. 12de rekening 1790/91. 6225. 13de rekening 1791/92. 6226. 14de rekening 1792/93. 6227. 15de rekening 1793/94. 6228. 16de rekening van 1794 November 29 tot 1795 Juli 5. XIX. Rekeningen van de scholten binnen en buiten Lochem, 1627—1795. N.B. Van 1559—1626 is het scholtambt Lochem met het landdrostambt van Zutphen vereenigd geweest. 6229—6240. Rekeningen van WILHELM VAN LlNTELO TOT DE EHZE, 1627—1659, afgehoord 1636—1663. 15 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 8 November tot 7 November. De lste, de 9de en de 11de rekening zijn verloren. In de 6de afschriften van de commissie en de instructie van den scholtis van 1626. 6229. 2de rekening 1627/29. 6230. 3de rekening 1629/31. 494 6231. 4de rekening 1631/33. 6232. 5de rekening 1633/35. In duplo. 2 deelen 6233. 6de rekening 1635/37. 6234. 7de rekening 1637/39. 6235. 8ste rekening 1639/41. 6236. 10de rekening 1643/45. 6237. 12de rekening 1648/52. 6238. 13de rekening 1652/54. In duplo. 2 deelen. 6239. 14de rekening 1654/57. In duplo. 2 deelen. 6240. 15de rekening 1657/59. 6241. Bijlagen bij de 10de rekening van WILHELM VAN LlNTELO over 1643/45. 1 omslag. 6242. Rekening van WOLTER DE RODE VAN HEECKEREN TOT RUURLOO, van 1659 September 17 tot 1672 September 17, afgehoord 1685. In duplo. 2 deelen. N.B. Aan deze rekening is een lias bijlagen gehecht. De hierna beschreven stukken in omslag zijn door den zoon van den rendant nagezonden. 6243. Eenige bijlagen bij de rekening van WOLTER DE RODE VAN HEECKEREN over 1659/72. 1 omslag. 6244—6247. Rekeningen van JACOB SCHIMMELPENNINCK VAN DER OYE TOT DE CLOESE, 1674—1691, afgehoord 1682—1698. 4 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 11 Mei tot 11 Mei. In de lste rekening afschriften van 3 commissiebrieven van den rendant van 1674 en 1675 en van zijn instructie. Aan de 4de zijn bijlagen gehecht. 6244. lste rekening 1674/76. 6245. 2de rekening 1676/80. 6246. 3de rekening 1680/90. 6247. 4de rekening 1690/91. 6248—6252. Rekeningen van Harman Henrik Schimmelpenninck van der oye TOT langen, 1691—1707, afgehoord 1695—1707. 5 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 5 Mei tot 5 Mei. In de lste rekening afschriften van 2 commissiebrieven van den rendant van 1691 en van zijn instructie. 495 6248. lste rekening 1691/95. 6249. 2de rekening 1695/98. 6250. 3de rekening 1698/1701. 6251. 4de rekening 1701/04. 6252. 5de rekening 1704/07. 6253—6275. Rekeningen van CHRISTIAAN CAREL VAN LlNTELO TOT DE EHZE, 1707—1730, afgehoord 1708—1730. 23 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 6 of 7 Juli tot 6 of 7 Juli. In de 4de, de 5de en de 9de rekening zijn bijlagen gehecht. 6253. lste rekening 1707/08. 6254. 2de rekening 1708/09. 6255. 3de rekening 1709/10. 6256. 4de rekening 1710/11. 6257. 5de rekening 1711/12. 6258. 6de rekening 1712/13. 6259. 7de rekening 1713/14. 6260. 8ste rekening 1714/15. 6261. 9de rekening 1715/16. 6262. 10de rekening 1716/17. 6263. 11de rekening 1717/18. 6264. 12de rekening 1718/19. 6265. 13de rekening 1719/20. 6266. 14de rekening 1720/21. 6267. 15de rekening 1721/22. 6268. 16de rekening 1722/23. 6269. 17de rekening 1723/24. 6270. 18de rekening 1724/25. 6271. 19de rekening 1725/26. 6272. 20ste rekening 1726/27. 6273. 21ste rekening 1727/28. 6274. 22ste rekening 1728/29. 6275. 23ste rekening van 1729 Juli 12 tot 1730 April 23. 496 6276—6285. Rekeningen van MAURITS CAREL GEORG WILLEM VAN RlPPERDA TOT VORDEN EN WELDAM, heer van Verwolde, 1730—1740, afgehoord 1731—1741. 10 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 23 April tot 23 April. 6276. lste rekening 1730/31. 6277. 2de rekening 1731/32. 6278. 3de rekening 1732/33. 6279. 4de rekening 1733/34. 6280. 5de rekening 1734/35. 6281. 6de rekening 1735/36. 6282. 7de rekening 1736/37. 6283. 8ste rekening 1737/38. 6284. 9de rekening 1738/39. 6285. 10de rekening van 1739 April 23 tot 1740 April 29. 6286—6288. Rekeningen van HENRIK JACOB VAN NAGELL TOT AMPSEN EN MARHULSEN, 1740—1742, afgehoord 1742, 1743. 3 deelen. 6286. lste rekening over 1740 van April 29 tot Augustus 9. 6287. lste rekening (2de gedeelte) van 1740 Augustus 9 tot 1741 Augustus 9. 6288. 2de rekening van 1741 Augustus 9 tot 1742 Maart 10. 6289. Rekening van STATIUS REINIER WESTENBERGH over 1742 van Maart 10 tot Juni 8, afgehoord 1743. 1 deel. N.B. De rendant nam het ambt tijdelijk waar. 6290—6316. Rekeningen van JOOST JAN OP TEN NOORT, 1742—1768, afgehoord 1744—1769. 27 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 8 Juni tot 8 Juni. 6290. lste rekening 1742/43. 6291. 2de rekening 1743/44. 6292. 3de rekening 1744/45. 6293. 4de rekening 1745/46. 6294. 5de rekening 1746/47. 6295. 6de rekening 1747/48. 6296. 7de rekening 1748/49. 6297. 8ste rekening 1749/50. 497 6298. 9de rekening 1750/51. 6299. 10de rekening 1751/52. 6300. 11de rekening 1752/53. 6301. 12de rekening 1753/54. 6302. 13de rekening 1754/55. 6303. 14de rekening 1755/56. 6304. 15de rekening 1756/57. 6305. 16de rekening 1757/58. 6306. 17de rekening 1758/59. 6307. 18de rekening 1759/60. 6308. 19de rekening 1760/61. 6309. 20ste rekening 1761/62. 6310. 21ste rekening 1762/63. 6311. 22ste rekening 1763/64. 6312. 23ste rekening 1764/65. 6313. 24ste rekening 1765/66. 6314. 25ste rekening 1766/67. 6315. 26ste rekening 1767/68. 6316. 27ste rekening over 1768 van Juni 8 tot September 13, 6317—6343. Rekeningen van JOHAN ADOLF HENDRIK SlGISMUND VAN Dorth tot het Velde en Holthuizen, 1768—1795, afgehoord 1770—1796, 27 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 22 September tot 22 September. De laatste rekening is afgehoord door het Provintiaal Collegie. 6317. lste rekening 1768/69. 6318. 2de rekening 1769/70. 6319. 3de rekening 1770/71. 6320. 4de rekening 1771/72. 6321. 5de rekening 1772/73. 6322. 6de rekening 1773/74. 6323. 7de rekening 1774/75. 6324. 8ste rekening 1775/76. 6325. 9de rekening 1776/77. 32 498 6326. 10de rekening 1777/78. 6327. 11de rekening 1778/79. 6328. 12de rekening 1779/80. 6329. 13de rekening 1780/81. 6330. 14de rekening 1781/82. 6331. 15de rekening 1782/83. 6332. 16de rekening 1783/84. 6333. 17de rekening 1784/85. 6334. 18de rekening 1785/86. 6335. 19de rekening 1786/87. 6336. 20ste rekening 1787/88. 6337. 21ste rekening 1788/89. 6338. 22ste rekening 1789/90. 6339. 23ste rekening 1790/91. 6340. 24ste rekening 1791/92. 6341. 25ste rekening 1792/93. 6342. 26ste rekening 1793/94. 6343. 27ste rekening 1794/95. XX. Rekeningen van de landdrosten van Veluwe, 1543—1795. N.B. Zie over de lossing van het drostambt van de erven van Willem van Scherpenzeel in 1572: nos. 489—491. Van 1572—1579 is het gesplitst geweest in de drostambten Overveluwe (het oosten) en Nederveluwe (het westen), waarvan de grenzen zijn aangegeven op het kaartje in n°. 1665. De titel landdrost is in de rekeningen het eerst gevoerd door robert van arnhem, sinds 1646. Van 1641—1716 zijn de meeste rekeningen gedateerd van gericht tot gericht, waarbij niet altijd blijkt, of het vóór- oi najaarsgerickt is bedoeld. Van 1694—1702 is het ambt Apeldoorn ten deele, van 1748—1795 geheel van het landdrostambt gescheiden geweest als heerlijkheid Het Loo. Een index op een gedeelte dezer rekeningen en de verloren bijlagen onder n°. 7389. 6344_6357. Rekeningen van WILLEM VAN SCHERPENZEEL, 1543—1557, afgehoord 1571, en over 1570. 16 deelen. N.B. Deze rekeningen zijn -afgehoord in 1571 bij gelegenheid van de lossing van bet drostambt, behalve de laatste; 499 waarom deze en de 15de (over 1558—1569 ?), die verloren is, niet zijn gesloten, is er uitvoerig in toegelicht. Bij de lste een concept, dat tot 12 September 1544 loopt; bij de 3de een exemplaar voor den rendant. In de lste zijn gehecht afschriften van pandbrieven van 1501 en 1513 (zie reg. nos. 415 en 479) en van een brief van 1543 betreffende de beëediging van den drost. De 4de rekening is, evenals de 15de, verloren. De 5de t. m. de 14de vormen een trousse. 6344. lste rekening van 1543 September 12 tot 1544 December 31. 2 deelen. 6345. 2de rekening over 1545, 6346. 3de rekening over 1546. 2 deelen. 6347. 5de rekening over 1548. 6348. 6de rekening over 1549. 6349. 7de rekening over 1550. 6350. 8ste rekening over 1551. 6351. 9de rekening over 1552. 6352. 10de rekening over 1553. 6353. 11de rekening over 1554, 6354. 12de rekening over 1555. 6355. 13de rekening over 1556. 6356. 14de rekening over 1557, 6357. 16de rekening over 1570 tot September 6, 6358, 6359. Eenige bijlagen bij de rekeningen van WILLEM VAN SCHERPENZEEL over 1543—1570. 6358. Bijlagen bij de 11de rekening over 1554. Stukken betreffende de compositie wegens een te Barneveld gepleegden doodslag, 1554. 1 omslag. 6359. Bijlagen bij een niet aanwezige rekening over 1567. Stukken betreffende de compositie wegens een te Ede gepleegden doodslag, 1570. 1 omslag. 6360—6366, Rekeningen van FREDERICK VAN ZUYLEN VAN NYEVELT, drost van Nederveluwe, 1572—1579, afgehoord 1575—1582. 7 deelen. N.B. Bij de splitsing van het drostambt Veluwe in 1572 behield VAN ZUYLEN, die sinds 1570 drost was, alleen het westelijk deel van zijn ambtsgebied, de Neder- 500 veluwe. Het boekjaar loopt van 19 Mei tot 18 Mei. In de lste rekening een-afschrift van de commissie van den rendant van 1572; in de 2de zijn enkele bijlagen gehecht, in de 6de een volmacht van de weduwe van den drost op ARNDT VAN STEENLER om rekening van het drostambt af te leggen, 1582. 6360. lste rekening 1572/73. 6361. 2de rekening 1573/74. 6362. 3de rekening 1574/75. 6363. 4de rekening 1575/76. 6364. 5de rekening 1576/77. 6365. 6de rekening 1577/78. 6366. 7de rekening 1578/79. 6367—6373. Rekeningen van HENRICK BENTINCK, drost van Overveluwe, 1572—1579, afgehoord 1574—1581. 7 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 19 Mei tot 18 Mei. In de lste rekening een afschrift van de commissie van dezen bij de splitsing van het drostambt Veluwe in 1572 aangestelden drost. 6367. lste rekening 1572/73- 6368. 2de rekening 1573/74. 6369. 3de rekening 1574/75. 6370. 4de rekening 1575/76. 6371. 5de rekening 1576/77. 6372. 6de rekening 1577/78. 6373. 7de rekening 1578/79. 6374. Bijlage bij de 4de rekening van HENRICK BENTINCK over 1575/76. 1 stuk in omslag. 6375. Stukken, behoorende tot de rekeningen van HENRICK BENTINCK over 1572—1579. 1 omslag. 6376. 6377. Rekeningen van HENRICK BENTINCK, 1579—1581, afgehoord 1581. 2 deelen. N.B. In 1579 is de splitsing van het ambt weer opgeheven ten behoeve van den drost van Overveluwe. Dientengevolge hebben de hier beschreven rekeningen op het geheele drostambt betrekking, hoewel de nummering aansluit bij 501 die van de rekeningen van Overveluwe. In de lste rekening een afschrift van de commissie van den rendant van 1550. Het boekjaar loopt van 19 Mei tot 18 Mei. 6376. 8ste (lste) rekening 1579/80. 6377. 9de (2de en laatste) rekening 1580/81. 6378. Bijlagen bij de 8ste (lste) rekening van HENRICK BENTINCK over 1579/80. 1 omslag. 6379—6389. Rekeningen van JOHAN VAN SCHERPENZEEL, 1581—1617, afgehoord 1583—1618. 11 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 19 Mei tot 18 Mei. De 3de, de 6de, de 7de, de 9de, de 16de, de 17de en de 19de rekening zijn verloren. Zie ook n°. 6393. In de lste een afschrift van de commissie van den drost van 1581. 6379. lste rekening 1581/82. 6380. 2de rekening 1582/83. 6381. 4de en 5de rekening 1584/86. 6382. 8ste rekening 1592/94. 6383. 10de rekening 1596/98. 6384. 11de rekening 1598/99. 6385. 12de rekening 1599/1601. 6386. 13de rekening 1601/04. 6387. 14de rekening 1604/06. 6388. 15de rekening 1606/09. 6389. 18de rekening 1614/17. 6390, 6391. Rekeningen van SWEDER VAN APELTORN, 1622—1645, afgehoord 1627, 1653. 2 deelen. N.B. Deze drost heeft gefungeerd van 1619—1645. Zijn laatste rekening is gedateerd van gericht tot gericht. 6390. 2de rekening van 1622 Juli 17 tot 1625 September 15. 6391. 8ste rekening 1644/45. 6392. Bijlagen bij de (verloren) lste rekening van SWEDER VAN APELTORN, 1620. 2 stukken in omslag. 6393. Rekening van achterstallige crimineele breuken, gevallen ten tijde van den drost JOHAN VAN SCHERPENZEEL, afgelegd door SWEDER VAN APELTORN en afgehoord 1625. 1 deel. 502 6394. Rekening van ROBERT VAN ARNHEM, heer tot Rosendaal, 1646/48, afgehoord 1649. 1 deel. N.B. De rekening loopt van gericht tot gericht. 6395—6398. Rekeningen van HENRICK VAN ESSEN TOT HELBERGEN EN VANENBURG, 1650—1675, afgehoord 1661—1695. 4 deelen. N.B. Deze landdrost heeft van 1656—1680 gefungeerd. Zijn rekeningen loopen van gericht tot gericht. 6395. lste rekening 1650/54. 6396. 3de rekening 1658/62. 6397. 5de rekening 1666/70. 6398. 6de rekening 1670/75. 6399. 2de rekening van L.UC4S WILHELM VAN ESSEN TOT HELBERGEN, OLDENHAVE EN SCHAFFELER, 1684/88 (concept). 1 deel. N.B. Deze landdrost heeft van 1680—1701 gefungeerd. De rekening loopt van gericht tot gericht. 6400—6403. Rekeningen van JAN VAN ARNHEM TOT HARSSELO, heer van Rosendaal, 1701—1716, afgehoord 1708—1718. 4 deelen. N.B. De rekeningen loopen .van gericht tot gericht. 6400. lste rekening 1701/06. " 6401. 2de rekening 1706/10. 6402. 3de rekening 1710/13. 6403. 4de rekening 1713/16. 6404. Bijlagen bij de lste rekening van JAN VAN ARNHEM over 1701/06. 2 stukken in omslag. 6405. Rekening van JOHAN VAN WIJNBERGEN TOT DE GLINTHORST, van 1716 December 12 tot 1717 Maart 13, afgehoord 1718. 1 deel. N.B. De rendant nam het landdrostambt tijdelijk waar. 6406—6409. Rekeningen van WILLEM VAN HAERSOLTE TOT YRST, 1717— 1728, afgehoord 1724—1730. 4 deelen. N.B. De rekeningen loopen van gericht tot gericht. 6406. lste rekening 1717/21. 6407. 2de rekening 1721/24. 6408. 3de rekening 1724/27. 6409. 4de rekening 1727/28. 503 6410. Rekening van Hendrik Jan van Essen tot Schaffeler over 1728 van Juli 4 tot Augustus 31, afgehoord 1730. 1 deel. N.B. De rendant nam het ambt tijdelijk waar. 6411. Rekening van GODERT ADRIAAN VAN REEDE TOT HAR VELD, van 1728 September 1 tot 1730 Mei 2, afgehoord 1731. 1 deel. 6412. Rekening van JOHAN VAN WIJNBERGEN TOT DE GLINTHORST over 1730 van Mei 3 tot October 12, afgehoord 1732. 1 deel. N.B. De rendant nam het ambt tijdelijk waar. 6413—6426. Rekeningen van lubbert adolf torck, heer van Rosendaal en Petcum, 1730—1758, afgehoord 1732—1758. 14 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 12 October tot 12 October. 6413. lste rekening 1730/32. 6414. 2de rekening 1732/34. 6415. 3de rekening 1734/36. 6416. 4de rekening 1736/38. 6417. 5de rekening 1738/40. 6418. 6de rekening 1740/42. 6419. 7de rekening 1742/44. 6420. 8ste rekening 1744/46. 11 6421. 9de rekening 1746/48. 6422. 10de rekening 1748/50. 6423. 11de rekening 1750/52. 6424. 12de rekening 1752/54. 6425. 13de rekening 1754/56. 6426. 14de rekening 1756/58. 6427- 6435. Rekeningen van ANDRIES SCHIMMELPENNINCK VAN DER OYE TOT BEIDE DE POLLEN, 1758—1777, afgehoord 1760—1778. 9 deelen. N.B. De rekeningen loopen van gericht tot gericht. In de lste afschriften van de commissie en de instructie van den landdrost van 1758. De 9de is verloren . 6427. lste rekening 1758/60. 6428. 2de rekening 1760/62. 6429. 3de rekening 1762/64. 6430. 4de rekening 1764/66. 504 6431. 5de rekening 1766/68. 6432. 6de rekening 1768/70. 6433. 7de rekening 1770/72. 6434. 8ste rekening 1772/74. 6435. 10de rekening 1776/77. 6436. Stukken, behoorende tot de 10de rekening van ANDRIES SCHIMMELPENNINCK VAN DER OYE over 1776/77. 1 omslag. 6437—6441. Rekeningen van GOOSSEN GEURT BENTINCK TOT DEN BRIELER, ALLER EN BERENCAMP, 1776—1786, afgehoord 1779—1787. 5 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 25 November tot 25 November. In de lste rekening afschriften van de commissie en de instructie van den landdrost van 1776. 6437. lste rekening 1776/78. 6438. 2de rekening 1778/80. 6439. 3de rekening 1780/82. 6440. 4de rekening 1782/84. 6441. 5de rekening van 1784 November 25 tot 1786 Juni 23. 6442. Stukken, behoorende tot de rekeningen Van GOOSSEN GEURT BENTINCK over 1776—1786. 1 omslag. 6443—6445. Rekeningen van WILLEM VAN HAERSOLTE TOT YRST, 17861791, afgehoord 1789—1794. 3 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 4 Juli tot 4 Juli. In de lste rekening afschriften van de commissie en de instructie van den rendant van 1786. 6443. lste rekening 1786/88. 6444. 2de rekening 1788/90. 6445. 3de rekening van 1790 Juli 4 tot 1791 Juli 17. 6446—6448. Rekeningen van FREDERIK GODART VAN REEDE TOT DEN PARKELER, 1791—1795, afgehoord 1793—1796. 3 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 23 Juli tot 23 Juli. De 3dc rekening is afgehoord door het Provintiaal Collegie. In de lste afschriften van de commissie en de instructie van den rendant van 1791. 6446. lste rekening 1791/93. 6447. 2de rekening 1793/94. 6448. 3de rekening van 1794 Juli 23 tot 1795 Mei 4. 505 6449. Stukken, behoorende tot de rekeningen van FREDERIK GODART VAN REEDE over 1791—1795. 1 omslag. XXL Rekeningen van de richters in het Nybroek, (1598)—1611. N.B. Het richterambt in het Nybroek is in 1603 gelost van het klooster Monnikhuizen. Het Hof gelastte toen den richter, rekening af te leggen in de Rekenkamer. Blijkens de rekeningen van de landrentmeesters-generaal hebben de opvolgers van GERRIT VAN HEERDT geen rekeningen meer uitgebracht, hoewel zij hiertoe wel verplicht waren, gelijk o. a. blijkt uit de instructie van den richter GERHARD VOET van 1635 (n°. 79, fol. 19). In criminalibus behoorde het Nybroek tot het landdrostambt van Veluwe. 6450. Eerste en laatste rekening van de weduwe en erfgenamen van JOHAN VAN BLOIS, (1598)—1605, afgehoord 1609. 1 deel. N.B. Deze rekening is niet gedateerd. Daar er uit blijkt, dat de richter 26 October 1598 in functie was en hij 22 Februari 1605 vervangen is door GERRIT VAN HEERDT, zijn als mogelijk aanvangsjaar en als eindjaar aangenomen 1598 en 1605. Er is een dossier in gehecht betreffende het afhooren, 1607—1610. 6451. Eerste rekening van GERRIT VAN HEERDT, van 1605 Februari 25 tot 1611 Februari 24, afgehoord 1615. 1 deel. N.B. Van dezen richter zijn vermoedelijk enkele rekeningen verloren. In de rekening afschriften van zijn commissie en instructie van 1605. XXII. Rekeningen van de richters van Arnhem en Veluwezoom, 1543—1795. 6452—6458. Rekeningen van JOHAN MOM, 1543—1552, afgehoord (ten deele) 1556. 10 deelen. N.B. De 6de en de 7de rekening zijn afgehoord door VAN DlEVE en BELL, in de overige is geen desbetreffende aanteekening gemaakt. In de lste zijn gehecht afschriften van pandbrieven van 1447 en 1458 (zie reg. nos. 165 en 201). Bij de 2de en 4de een concept, bij de 7de een exemplaar voor den rendant. Die 7de rekening (op den band abusievelijk de 8ste genoemd) is afgelegd „bij provisie", omdat de richter sinds 21 Maart 1551 geen pandrecht meer op het ambt kon doen gelden. De commissie van den rendant als provisioneel richter, van 1551, en zijn ontslagbrief van 1552 zijn er in afgeschreven. 506 6452. lste rekening van 1543 September 12 tot 1544 December 31. 6453. 2de rekening over 1545. 2 deelen. 6454. 3de rekening over 1546. 6455. 4de rekening over 1547. 2 deelen. 6456. 5de rekening over 1548. 6457. 6de rekening van 1549 Januari 1 tot 1551 Maart 21. 6458. (7de) rekening van 1551 Maart 21 tot 1552 Mei 31. 2 deelen. 6459. Onvolledige rekeningen van JOHAN MOM, 1544—1552. 6 deelen in een pak. N.B. Deze rekeningen zijn ter registerkamer overgeleverd, waar den rendant vermoedelijk is gelast, ze anders in te richten, volgens de eischen, daaromtrent door de regeering te Brussel gesteld. In de laatste, 1551/52, zijn eenige bijlagen gehecht. 6460, 6461. Rekeningen van JOHAN VAN BOICKHOLT, 1552—1554. N.B. De lste rekening is afgehoord in de Rekenkamer te Brussel en in één band vereenigd met de 2de, die niet is afgehoord. Buiten dien band een concept van de lste. In de lste rekening een afschrift van de commissie van den richter van 1552. De 2de is na het overlijden van den richter uit zijn nagelaten papieren opgesteld. 6460. lste rekening van 1552 Juni 1 tot 1553 Mei 31, afgehoord 1554. 2 deelen. 6461. 2de rekening van 1553 Juni 1 tot 1554 Januari 19. 1 deel. 6462—6465. Rekeningen van COENRAET VAN MEKEREN, 1554—1564, afgehoord 1556—1566. 5 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 14 Mei tot 13 Mei. De lste rekening is afgehoord door VAN DlEVE. In die rekening afschriften van de commissie en de instructie van den richter van 1554. Van die rekening bovendien een concept. 6462. lste rekening 1554/55. 2 deelen. 6463. 2de rekening 1555/56. 6464. 3de rekening 1556/61. 6465. 4de rekening van 1561 Mei 14 tot 1563 Maart 13. 6466, 6467. Rekeningen van EVERT VAN MEKEREN, 1564—15671, afgehoord 1567, 1568. 2 deelen. N.B. In de lste rekening afschriften van de commissie en de instructie van den richter van 1564. 507 6466. lste rekening van 1564 Maart 14 tot 1566 April 7. 6467. 2de rekening van 1566 April 8 tot 1567 December 3. 6468—6472. Rekeningen van HENRICK BENTINCK, 1567—1573, afgehoord 1569—1574. 5 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 4 December tot 3 December. In de lste rekening afschriften van de commissie en de instructie van den richter van 1567. 6468. lste rekening 1567/68. 6469. 2de rekening 1568/69. 6470. 3de rekening 1569/70. 6471. 4de rekening 1570/71. 6472. 5de rekening van 1571 December 4 tot 1573 Januari 3. 6473—6476. Rekeningen van PELGRUM VAN DEN GRUYTHUYS, 1573—1590, afgehoord 1581, 1594. 4 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 4 Januari tot 3 Januari. In de lste rekening ontbreekt het reces. Dé commissie en de instructie van den richter van 1572 zijn er in afgeschreven. Deze is tot October 1590 in functie geweest. 6473. lste rekening 1573/74. 6474. 2de rekening 1574/75. 6475. 3de rekening 1575/76. 6476. 6de rekening 1588/90. 6477—6483, Rekeningen van JOHAN VAN ARNHEM, 1590—1607, afgehoord 1593—1610. 7 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 9 October tot 8 October. De 2de en de 8ste rekening zijn verloren. In de lste afschriften van de commissie en de instructie van den rendant van 1590. 6477. lste rekening 1590/92. 6478. 3de rekening 1594/96. 6479. 4de rekening 1596/98. 6480. 5de rekening 1598/1600. 6481. 6de rekening 1600/02. 6482. 7de rekening 1602/04. 6483. 9de rekening van 1606 October 9 tot 1607 Maart 15. 508 6484. Bijlage bij de 3de rekening van JOHAN VAN ARNHEM, 1594/96. 1 stuk in omslag. 6485—6489. Rekeningen van JOHAN VAN GOLTSTEIN, 1607—1623, afgehoord 1613—1625. 5 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 7 Mei tot 6 Mei. In de lste rekening afschriften van de commissie en de instructie van den richter van 1607. 6485. lste rekening 1607/11. 6486. 2de rekening 1611/14. 6487. 3de rekening 1614/16. 6488. 4de rekening 1616/21. 6489. 5de rekening van 1621 Mei 7 tot 1623 Juli 24. 6490. Bijlage bij de 4de rekening van JOHAN VAN GOLTSTEIN over 1616/21. 1 stuk in omslag. 6491—6496. Rekeningen van HENRICK VAN ESSEN, 1623—1639, afgehoord 1627—1642. 6 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 8 October tot 7 October. De 2de rekening is verloren. In de lste afschriften van de commissie en de instructie van den rendant van 1623. 6491. lste rekening 1623/25. 6492. 3de rekening 1627/29. 6493. 4de rekening 1629/30. 6494. 5de rekening 1630/34. 6495. 6de rekening 1634/37. 6496. 7de rekening 1637/39. 6497. Bijlage bij de 7de rekening van HENRICK VAN ESSEN over 1637/39. 1 stuk in omslag. 6498—6508. Rekeningen van FREDERICK VAN ESSEN, 1639—1671, afgehoord 1644—1677. 11 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 8 October tot 8 October. In de lste rekening afschriften van de commissie en de instructie van den rendant van 1640. 6498. lste rekening 1639/41, 6499. 2de rekening 1641/43. 6500. 3de rekening 1643/47. 509 6501. 4de rekening 1647/52. 6502. .5de rekening 1652/56. 6503. 6de rekening 1656/63. 6504. 7de rekening 1663/65. -6505. 8ste rekening 1665/66. 6506. 9de rekening 1666/67. 6507. 10de rekening van 1667 October 8 tot 1670 October 17. 6508. 11de rekening van 1670 October 17 tot 1671 October 2. 6509. Rekening van EVERHARD VAN DELEN VAN LAER, van 1672 Maart 29 tot 1675 Februari 25, afgehoord 1691. 1 deel. N.B. In deze rekening een afschrift van de commissie van den richter van 1672. 6510. Bijlagen bij de rekening van EVERHARD VAN DELEN over 1672/75. 1 lias in omslag. 6511—6516. Rekeningen van JOHAN VAN ARNHEM TOT HARSSELO, heer van Rosendaal, 1674—1701, afgehoord 1683—1702. 6 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 25 tot 24 October. In de lste rekening afschriften van 3 commissiebrieven van den rendant van 1675. 6511. lste rekening van 1674 November 2 tot 1682 October 24. 6512. 2de rekening 1682/86. 6513. 3de rekening 1686/90. 6514. 4de rekening 1690/95. 6515. 5de rekening 1695/99. 6516. 6de rekening van 1699 October 25 tot 1701 Augustus 19. 6517. Bijlagen bij de lste en de 2de rekening van JOHAN VAN ARNHEM over 1674—1686. 2 liassen in omslag. 6518—6528. Rekeningen van WILLEM VAN HAERSOLTE TOT YRST, 1701— 1717, afgehoord 1706—1717. 11 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 27 Augustus tot 27 Augustus. In de lste rekening een afschrift van de commissie van den richter van 1701. Aan de 3de t. m. de 6de zijn bijlagen gehecht. 6518. lste rekening 1701/05. 6519. 2de rekening 1705/07. 510 6520. 3de rekening 1707/09. 6521. 4de rekening 1709/10. 6522. 5de rekening 1710/11. 6523. 6de rekening 1711/12. 6524. 7de rekening 1712/13. 6525. 8ste rekening 1713/14. 6526. 9de rekening 1714/15. 6527. 10de rekening 1715/16. 6528. 11de rekening van 1716 Augustus 27 tot 1717 Maart 13. 6529—6540. Rekeningen van GODERT ADRIAAN VAN REEDE TOT HARREVELT, 1717—1728, afgehoord 1718—1729. 12 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 13 Maart tot 13 Maart. In de lste rekening een afschrift van de commissie van den richter van 1717. 6529. lste rekening 1717/18. 6530. 2de rekening 1718/19. 6531. 3de rekening 1719/20. 6532. 4de rekening 1720/21. 6533. 5de rekening 1721/22. 6534. 6de rekening 1722/23. 6535. 7de rekening 1723/24. 6536. 8ste rekening 1724/25. 6537. 9de rekening 1725/26. 6538. 10de rekening 1726/27. 6539. 11de rekening 1727/28. 6540. 12de rekening over 1728 van Maart 13 tot September 1. 6541. Bijlage bij de 10de rekening van GODERT ADRIAAN VAN REEDE over 1726/27. 1 stuk in omslag. 6542, 6543. Rekeningen van LUBBERT ADOLF TORCK, heer van Rosendaal, 1728—1730, afgehoord 1730. 2 deelen. N.B. In de lste rekening een afschrift van de commissie van den richter van 1728. 6542. lste rekening van 1728 September 1 tot 1729 Augustus 31. 6543. 2de rekening van 1729 September 1 tot 1730 October 12. 511 6544—6554. Rekeningen van ALEXANDER VAN DEDEM TOT VOSBERGEN, 1730—1741, afgehoord 1731—1741. 11 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 12 October tot 12 October. In de lste rekening een afschrift van de commissie van den richter van 1730. 6544. lste rekening 1730/31. 6545. 2de rekening 1731/32. 6546. 3de rekening 1732/33. 6547. 4de rekening 1733/34. 6548. 5de rekening 1734/35. 6549. 6de rekening 1735/36. 6550. 7de rekening 1736/37. 6551. 8ste rekening 1737/38. 6552. 9de rekening 1738/39. 6553. 10de rekening 1739/40. 6554. 11de rekening van 1740 October 12 tot 1741 September 11. 6555. Rekening van CAREL VAN ESSEN TOT HELBERGEN over 1741 van September 11 tot October 30, afgehoord 1742. 1 deel. N.B. De rendant nam het ambt tijdelijk waar. 6556—6567. Rekeningen van HENDRIK JAN VAN ESSEN TOT SCHAFFELER, 1741—1753, afgehoord 1743—1753. 12 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 29 October tot 28 October. In de lste rekening eeri afschrift van de commissie van den rendant van 1741. 6556. lste rekening 1741/42. 6557. 2de rekening 1742/43. 6558. 3de rekening 1743/44. 6559. 4de rekening 1744/45. 6560. 5de rekening 1745/46. 6561. 6de rekening 1746/47. 6562. 7de rekening 1747/48. 6563. 8ste rekening 1748/49. 6564. 9de rekening 1749/50. 6565. 10de rekening 1750/51. 512 6566. 11de rekening 1751/52. 6567. 12de rekening van 1752 October 29 tot 1753 Juli 29. 6568—6573. Rekeningen van ANDRIES SCHIMMELPENNINCK VAN DER OYE TOT BEIDE DE POLLEN, 1753—1758, afgehoord 1754—1758. 6 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 7 Augustus tot 7 Augustus. In de lste rekening een afschrift van de commissie van den richter van 1753. 6568. lste rekening 1753/54. 6569. 2de rekening 1754/55. 6570. 3de rekening 1755/56. 6571. 4de rekening 1756/57. 6572. 5de rekening 1757/58. 6573. 6de rekening over 1758 van Augustus 7 tot October 17. 6574—6578. Rekeningen van HENDRIK FREDRIK SCHIMMELPENNINCK VAN DER OYE, 1758—1763, afgehoord 1760—1763. 5 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 17 October tot 17 October. In de lste rekening een afschrift van de commissie van den richter van 1758. 6574. lste rekening 1758/59. 6575. 2de rekening 1759/60. 6576. 3de rekening 1760/61. 6577. 4de rekening 1761/62. 6578. 5de rekening van 1762 October 17 tot 1763 April 23. 6579. Rekening van ALEXANDER DlEDERIK VAN SPAEN TOT BILJOEN over 1763 van April 27 tot October 21, afgehoord 1764. 1 deel. N.B. In deze rekening een afschrift van de commissie van den (provisioneelen) richter van 1763. 6580—6590. Rekening van ANTHONY GEORGE VAN ECK TOT NERGENA, 1763_1774( afgehoord 1765—1775. 11 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 21 October tot 21 October. In de lste rekening een afschrift van de commissie van den renHant van 1763. De 6de is verloren. 6580. lste rekening 1763/64. 6581. 2de rekening 1764/65. 6582. 3de rekening 1765/66. 513 6583. 4de rekening 1766/67. 6584. 5de rekening 1767/68. 6585. 7de rekening 1769/70. 6586. 8ste rekening 1770/71. 6587. 9de rekening 1771/72. 6588. 10de rekening 1772/73. 6589. 11de rekening 1773/74. 6590. 12de rekening over 1774 van October 21 tot November 4. 6591. Bijlagen bij de 12de rekening van ANTHONY GEORGE VAN ECK over 1774. 1 omslag. 6592—6594. Rekeningen van GOOSSEN GEURT BENTINCK TOT DEN BRIELERT, ALLER EN BERENCAMP, 1774—1776, afgehoord 1775— 1777. 3 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 22 November tot 22 November. In de lste rekening een afschrift van de commissie van den rendant van 1774. 6592. lste rekening 1774/75. 6593. 2de rekening 1775/76. 6594. 3de rekening over 1776 van November 22 tot November 25. 6595. Bijlagen bij de 3de rekening van GOOSSEN GEURT BENTINCK over 1776. 1 omslag. 6596—6601. Rekeningen van HEILwTCH DERK VAN LYNDEN TOT LANDFORT, 1776—1782, afgehoord 1778—1783. 6 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 26 November tot 26 November. In de lste rekening een afschrift van de commissie van den richter van 1776. 65%. lste rekening 1776/77. 6597. 2de rekening 1777/78. 6598. 3de rekening 1778/79. 6599. 4de rekening 1779/80. 6600. 5de rekening 1780/81. 6601. 6de rekening van 1781 November 26 tot 1782 April 15. 6602. Bijlagen bij de 6de rekening van HEILWICH DERK VAN LYNDEN over 1781/82. 1 omslag. 33 514 6603. Rekening van JACOB WILLEM VAN ECK TOT OVERBEEK over 1782 van April 16 tot Mei 27, afgehoord 1783. 1 deel. N.B. In deze rekening een afschrift van de commissie van den (provisioneelen) richter van 1782. 6604. Bijlage bij de rekening van JACÖB WILLEM VAN ECK over 1782. 1 stuk in omslag. 6605—6609. Rekeningen van WILLEM VAN HAERSOLTE TOT YRST, 1782— 1786, afgehoord 1783—1787. 5 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 28 Mei tot 28 Mei. In de lste rekening een afschrift van de commissie van den rendant van 1782. 6605. lste rekening 1782/83. 6606. 2de rekening 1783/84. 6607. 3de rekening 1784/85. 6608. 4de rekening 1785/86. 6609. 5de rekening over 1786 van Mei 28 tot Juli 4. 6610—6614. Rekeningen van FREDERIK GODERT VAN REEDE TOT DEN PARKFLER, 1786—1791, afgehoord 1787—1792. 5 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 6 Juli tot 6 Juli. In de lste rekening een afschrift van de commissie van den rendant van 1786. 6610. lste rekening 1786/87. 6611. 2de rekening 1787/88. 6612. 3de rekening 1788/89. 6613. 4de rekening 1789/90. 6614. 5de rekening van 1790 Juli 6 tot 1791 Juli 23. 6615—6618. Rekeningen van WILLEM ANNE SCHIMMELPENNINCK VAN DER OYE, 1791—1795, afgehoord 1792—1796. 4 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 28 Juli tot 28 Juli. De laatste rekening is afgehoord door het Provintiaal Collegie. In de lste een afschrift van de commissie van den rendant van 1791. 6615. lste rekening 1791/92. 6616. 2de rekening 1792/93. 6617. 3de rekening 1793/94. 6618. 4de rekening van 1794 Juli 28 tot 1795 Mei 8. 515 XXIII. Rekeningen van de scholten binnen en buiten Hattem, 1668—1795. ' ' N.B. Dit scholtambt is verpand geweest aan de familie blanckebiel, van wie de rechten er op in 1588 door huwelijk overgingen aan de Van Keppel's. In 1668 is het van de laatstgenoemde familie gelost en eerst na die lossing zijn deswegens rekeningen uitgebracht. 6619, 6620. Rekeningen van GERARDT VAN HEERDE, 1668—1675, afgehoord 1688. 2 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 5 September tot 4 September. In de lste rekening een afschrift van de commissie van den scholtis van 1668. 6619. lste rekening 1668/69. 6620. 2de rekening 1669/75. 6621. Bijlagen bij de lste rekening van GERARDT VAN HEERDE over 1668/69. 1 omslag. 6622—6630. Rekeningen van WILLEM VAN HAERSOLTE TOT YRST, 1675— 1701, afgehoord 1686—1702. 9 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 9 Februari tot 8 Februari. In de lste rekening afschriften van 2 commissiebrieven van den rendant van 1675. 6622. lste rekening 1675/76. 6623. 2de rekening 1676/79. 6624. 3de rekening 1679/82. 6625. 4de rekening 1682/85. 6626. 5de rekening 1685/90. 6627. 6de rekening 1690/93. 6628. 7de rekening 1693/96. 6629. 8ste rekening 1696/99. 6630. 9de rekening van 1699 Februari 9 tot 1701 Augustus 15. 6631. Bijlagen bij de 5de rekening van WILLEM VAN HAERSOLTE over 1685/90. 1 omslag. 6632, 6633. Rekeningen van WOLF VAN HAERSOLTE TOT YRST, 1701— 1706, afgehoord 1705, 1707. 2 deelen. N.B. In de lste rekening een afschrift van de commissie van den rendant van 1701. 6632. lste rekening van 1701 Augustus 15 tot 1705 Augustus 14. 6633. 2de rekening van 1705 Augustus 15 tot 1706 Februari 2. 516 6634—6685. Rekeningen van Dr. OSWALD TULLEKEN, 1706—1757, afgehoord 1707—1757. 52 deelen. N.B. Het boekjaar" loopt van 1 April tot 1 April. In de lste rekening afschriften van twee commissiebrieven van 1706. In de 21ste t. m. de 47ste (op enkele uitzonderingen na) zijn bijlagen gehecht. 6634. lste rekening 1706/07. 6635. 2de rekening 1707/08. 6636. 3de rekening 1708/09. 6637. 4de rekening 1709/10. 6638. 5de rekening 1710/11. 6639. 6de rekening 1711/12. 6640. 7de rekening 1712/13. 6641. 8ste rekening 1713/14. 6642. 9de rekening 1714/15. 6643. 10de rekening 1715/16. 6644. 11de rekening 1716/17. 6645. 12de rekening 1717/18. 6646. 13de rekening 1718/19. 6647. 14de rekening 1719/20. 6648. 15de rekening 1720/21. 6649. 16de rekening 1721/22. 6650. 17de rekening 1722/23. 6651. 18de rekening 1723/24. 6652. 19de rekening 1724/25. 6653. 20ste rekening 1725/26. 6654. 21ste rekening 1726/27. 6655. 22ste rekening 1727/28. 6656. 23ste rekening 1728/29. 6657. 24ste rekening 1729/30. 6658. 25ste rekening 1730/31. 6659. 26ste rekening 1731/32. 6660. 27ste rekening 1732/33. 6661. 28ste rekening 1733/34. 517 6662. 29ste rekening 1734/35. 6663. 30ste rekening 1735/36. 6664. 31ste rekening 1736/37. 6665. 32ste rekening 1737/38. 6666. 33ste rekening 1738/39. 6667. 34ste rekening 1739/40. 6668. 35ste rekening 1740/41. 6669. 36ste rekening 1741/42. 6670. 37ste rekening 1742/43. 6671. 38ste rekening 1743/44. 6672. 39ste rekening 1744/45. 6673. 40ste rekening 1745/46. 6674. 41ste rekening 1746/47. 6675. 42ste rekening 1747/48. 6676. 43ste rekening 1748/49. 6677. 44ste rekening 1749/50. 6678. 45ste rekening 1750/51. 6679. 46ste rekening 1751/52. 6680. 47ste rekening 1752/53. 6681. 48ste rekening 1753/54. 6682. 49ste rekening 1754/55. 6683. 50ste rekening 1755/56. 6684. 51ste rekening 1756/57. 6685. 52ste rekening over 1757 van April 1 tot Augustus 16. 6686, 6687. Rekeningen van Dr. BURCHARD JOHAN DAENDELS, 1757— 1759, afgehoord 1758, 1759. 2 deelen. N.B. De rendant nam het ambt tijdelijk waar. In de lste rekening een afschrift van zijn commissie van 1757. 6686. lste rekening van 1757 November 3 tot 1758 November 2. 6687. 2de rekening van 1758 November 3 tot 1759 Januari 22. 6688—6708. Rekeningen van WYNAND MAXIMILIAAN JACOB VAN RENESSE TOT DEN BRINCK, 1759—1781, afgehoord 1760—1781. 21 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 23 Januari tot 22 Januari. De 15de rekening is verloren. In de lste is gehecht een afschrift van de commissie van den rendant van 1759. L 518 6688. lste rekening 1759/60; 6689. 2de rekening 1760/61. 6690. 3de rekening 1761/62. 6691. 4de rekening 1762/63. 6692. 5de rekening 1763/64. 6693. 6de rekening 1764/65. 6694. 7de rekening 1765/66. 6695. 8ste rekening 1766/67. 6696. 9de rekening 1767/68. 6697. 10de rekening 1768/69. 6698. 11de rekening 1769/70. 6699. 12de rekening 1770/71. 6700. 13de rekening 1771/72. 6701. 14de rekening 1772/73. 6702. 16de rekening 1774/75. 6703. 17de rekening 1775/76, 6704. 18de rekening 1776/77. 6705. 19de rekening 1777/78. 6706. 20ste rekening 1778/79. 6707. 21ste rekening 1779/80. 6708. 22ste rekening 1780/81. 6709. Bijlagen bij de 10de, de 16de, de 18de en de 21ste rekening van W. M. J. VAN RENESSE over 1768—1780. 1 omslag. 6710—6717. Rekeningen van GODART ADRIAAN BENTINCK, 1781—1789, afgehoord 1782—1789. 8 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 13 Maart tot 12 Maart. In de lste rekening een afschrift van de commissie van den scholtis van 1781. 6710. lste rekening 1781/82. 6711. 2de rekening 1782/83. 6712. 3de rekening 1783/84. 6713. 4de rekening 1784/85. 6714. 5de rekening 1785/86. 519 6715. 6de rekening 1786/87. 6716. 7de rekening 1787/88. 6717. 8ste rekening van 1788 Maart 13 tot 1789 Januari 4. 6718—6723. Rekeningen van WILLEM ANNE VAN SPAEN TOT HARDENSTEIN, 1789—1795, afgehoord 1790—1797. 6 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 28 Maart tot 27 Maart., De laatste rekening is afgehoord door het Provintiaal Collegie. In de lste een afschrift van de commissie van den rendant van 1789. 6718. lste rekening 1789/90. 6719. 2de rekening 1790/91. 6720. 3de rekening 1791/92. 6721. 4de rekening 1792/93. 6722. 5de rekening 1793/94. 6723. 6de rekening van 1794 Maart 28 tot 1795 Februari t. XXIV. Rekeningen van de scholten van Elburg, 1543—1559. N.B. Het scholtambt Elburg omvatte alleen de stad en haar schependom, geen buitenambt als bijv. die van Hattem en Wageningen. Daaruit moet verklaard worden, dat de stadsregeering de rekenplichtigheid van den scholtis aan de Rekenkamer niet heeft willen erkennen én er dientengevolge slechts enkele rekeningen van dien ambtenaar in dit archief bewaard zijn. 6724, 6725. Rekeningen van DlRCK VAN WETTEN, 1543—1550. N.B. Van de lste rekening is een exemplaar bewaard, waarin RENOY aanteekeningen heeft gemaakt, doch dat niet is gesloten, alsmede een concept; van de 2de twee concepten. Een 3de is verloren. In de lste een afschrift van een brief van 1543 betreffende de eedsaflegging van den rendant. 6724. lste rekening van 1543 September 12 tot 1545 December 31. 2 deelen, 6725. 2de rekening over 1546—1550, 2 deelen. 6726. Bijlagen bij de 2de rekening van DlRCK VAN WETTEN over 1546— 1550. 2 stukken in omslag. 6727. Stukken, behoorende tot de rekeningen van DlRCK VAN WETTEN over 1543—1550. 1 omslag. 520 6728. Akte betreffende den uit het goed den Top te Kootwijk verschuldigden tyns, 1515. 1 charter. N.B. Ch. n°. 3168. Dit stuk is gevonden in een rekening van DlRCK VAN WETTEN, ten overstaan van wien de akte was verleden. Misschien is het bij vergissing daar in gekomen. Daar het echter elders niet kon worden geplaatst, is het er bij beschreven. 6729. Eerste rekening van JOHAN ROLOFFSZOON genaamd MAGERHEYN, van 1553 Maart 3 tot 1556 Maart 2, afgehoord 1561. Met een rendantsexemplaar. 2 deelen, N.B. In deze rekening een afschrift van de commissie van den scholtis van 1553 en van oudere akten, het ambt betreffende (zie reg. nos. 37, 283 en 310). Deze scholtis heeft in 1556 een doodslag begaan en daarna het land verlaten. 6730. Rekening van HENRICK AERNTSZOON, van 1556 October 30 tot 1559 Mei 2, afgehoord 1561. 1 deel. N.B. Deze scholtis heeft geen andere rekeningen afgelegd. 6731. Bijlage bij de rekening van HENRICK AERNTSZOON over 1556/59. 1 charter. N.B. Ch. n°. 2169. XXV. Rekeningen van de richters en dijkgraven van Wageningen, 1564—1795. N.B. Vóór de in 1564 gemaakte schikking tusschen de pandhouders van deze ambten, waarover stukken in n°. 383, hebben dezen geen rekeningen van hun beheer afgelegd. 6732. Eerste rekening van CORNELIS VAN WYHE, van 1564 Augustus 1 tot 1565 Juli 31, afgehoord 1566. 1 deel. N.B. In deze rekening afschriften van de commissie en de instructie van den rendant van 1564 en 1565. Zijn 2de rekening is verloren. 6733. Rekening van FREDERICK DE RUYTER, van 1567 September 12 tot 1572 Juli 1, afgehoord 1583. 1 deel. N.B. De eerste 3 bladen ontbreken en daarmede ten deele een afschrift van een brief van 1564 betreffende de verpanding van het ambt. In de rekening voorts een .\' afschrift van de commissie van den rendant van 1567. 6734. Rekening van HENRICK VAN ECK, van 1572 Juli 25 tot 1576 September 15, afgehoord 1583. Met een rendantsexemplaar. 2 deelen. N.B. In deze rekening afschriften van de commissie van den richter van 1572 en 2 andere brieven betreffende zijn aanstelling. Hij heeft geen andere rekeningen afgelegd. 521 6735. Rekening van JAN DE RUYTER, van 1593 Maart 2 tot 15% Mei 31, afgehoord 1603. 1 deel. N.B. In deze rekening (de eenige van den rendant) zijn bij-, lagen gehecht en is de commissie van den richter-dijkgraaf van 1594 afgeschreven. 6736. Rekening van JOHAN DE RUYTER ROELOFSZOON, van 15% Juni 1 tot 1602 December 31, afgehoord 1614. 1 deel. N.B. In deze rekening (de eenige van dezen richter-dijkgraaf) zijn bijlagen gehecht, terwijl de commissie van den rendant van 15% er in is afgeschreven. 6737—6739. Rekeningen van FREDERICK DE RUYTER, 1603—1638, afgehoord 1626, 1635, 1639. 3 deelen. N.B. De laatste rekening van dezen in 1643 overleden richter„ dijkgraaf is verloren. Aan de rekeningen zijn bijlagen gehecht, aan de lste bovendien afschriften van de commissiebrieven van 1603 en 1609 van henrick van brienen en aelbert van Ermel, die tijdens de onmon' digheid van frederick de ruyter de ambten hebben waargenomen, alsmede van een brief van 1492 (zie reg. n°. 346). In die rekening een afschrift van de commissie van frederick de ruyter van 1611. 6737. 1 ste rekening over 1603—1624. 6738. 2de rekening over 1625—1-633. 6739. 3de rekening over 1634—1638. 6740—6742. Rekeningen van LUBBERT TORCK, 1644—1672, afgehoord 1660, 1664, 1685. 3 deelen. N.B. In de lste rekening afschriften van de commissie en de instructie van den rendant van 1644 en 1658. Aan de 2de zijn bijlagen gehecht. De 3de is verloren. Het boekjaar loopt van 27 Augustus tot 27 Augustus. 6740. lste rekening 1644/56. 6741. 2de rekening 1656/62. 6742. 4de rekening 1667/72. 6743—6747. Rekeningen van ASSUEER TORCK, 1675—1689, afgehoord 1686—1690. 5 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 11 Februari tot 11 Februari. De eerste 2 rekeningen zijn afgelegd door peter van amerongen, die het ambt voor torck waarnam. In de lste een afschrift van de commissie van den laatstgenoemden van 1675. 522 6743. lste rekening 1675/76. 6744. 2de rekening 1676/81. 6745. 3de rekening 1681/84. 6746. 4de rekening 1684/86. 6747. 5de rekening van 1686 Februari 11 tot 1689 December 6. 6748—6792. Rekeningen van LAMBERT JAN BEERNT BENTINCK TOT DEN BRIELERT, 1689—1736, afgehoord 1692—1736. 46 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 4 December tot 4 December. In de lste rekening afschriften van 2 commissiebrieven van den rendant van 1689 en zijn instructie. 6748. lste rekening 1689/91. 6749. 2de rekening 1691/92. 6750. 3de rekening 1692/93. 6751. 4de rekening 1693/94. 6752. 5de rekening 1694/95. 6753. 6de rekening 1695/%. 6754. 7de rekening 1696/98. 6755. 8ste rekening 1698/99. 6756. 9de rekening 1699/1700. 6757. 10de rekening 1700/01. 6758. 11de rekening 1701/02. 6759. 12de rekening 1702/03. 6760. 13de rekening 1703/04. 6761. 14de rekening 1704/05. 6762. 15de rekening 1705/06. 6763. 16de rekening 1706/07. 6764. 17de rekening 1707/08. 6765. 18de rekening 1708/09, 6766. 19de rekening 1709/10. 6767. 20ste rekening 1710/11. 6768. 21ste rekening 1711/12. 6769. 22ste rekening 1712/13. 6770. 23ste rekening 1713/14. 523 6771. 24ste rekening 1714/15. 6772. 25ste rekening 1715/16. 6773. 26ste rekening 1716/17. 6774. 27ste rekening 1717/18. 6775. 28ste rekening 1718/19, 6776. 29ste rekening 1719/20. 6777. 30ste rekening 1720/21. 6778. 31ste rekening 1721/22. 6779. 32ste rekening 1722/23. 6780. 33ste rekening 1723/24. 6781. 34ste rekening 1724/25. 6782. 35ste rekening 1725/26. 6783. 36ste rekening 1726/27. 6784. 37ste rekening 1727/28. 6785. 38ste rekening 1728/29. 6786. 39ste rekening 1729/30. 6787. 40ste rekening 1730/31. 6788. 41ste rekening 1731/32. 6789. 42ste rekening 1732/33. 6790. 43ste rekening 1733/34. 6791. 44ste rekening 1734/35. 6792. 45ste rekening van 1735 December 4 tot 1736 Maart 11. In duplo. 2 deelen. 6793. Rekening van JAN VAN WIJNBERGEN TOT DE GLINTHORST, van 1736 April 24 tot 1737 Juni 22, afgehoord 1737. 1 deel. N.B. Deze rekening is afgelegd door de weduwe van den rendant. Een afschrift van zijn commissie van 1736 is er aan gehecht. 6794—6817, Rekeningen van JAN CAREL VAN ECK TOT NERGENA, 1737— 1760, afgehoord 1739—1761. 24 deelen. N.B. De eerste hier beschreven rekening heeft de rendant als verwalter afgelegd. Van de overige loopt het boekjaar van 14 October tot 14 October, 6794. Rekening over 1737 van Juni 26 tot October 14. 524 6795. lste rekening 1737/38. 6796. 2de rekening 1738/39. 6797. 3de rekening 1739/40. 6798. 4de rekening 1740/41. 6799. 5de rekening 1741/42. 6800. 6de rekening 1742/43. 6801. 7de rekening 1743/44. 6802. 8ste rekening 1744/45. 6803. 9de rekening 1745/46. 6804. 10de rekening 1746/47. 6805. 11de rekening 1747/48. 6806. 12de rekening 1748/49. 6807. 13de rekening 1749/50. 6808. 14de rekening 1750/51. 6809. 15de rekening 1751/52. 6810. 16de rekening 1752/53. 6811. 17de rekening 1753/54. 6812. 18de rekening 1754/55. 6813. 19de rekening 1755/56. 6814. 20ste rekening 1756/57. 6815. 21ste rekening 1757/58. 6816. 22ste rekening 1758/59. 6817. 23ste rekening van 1759 October 14 tot 1760 September 21. 6818—6822. Rekeningen van GODART ADRIAAN VAN REEDE TOT HERREVELD, 1760—1764, afgehoord 1762—1765. 5 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 24 October tot 23 October. In de lste rekening een afschrift van de commissie van den richter-dijkgraaf van 1760. De laatste is door zijn weduwe afgelegd. 6818. lste rekening 1760/61. 6819. 2de rekening 1761/62. 6820. 3de rekening 1762/63. 6821. 4de rekening 1763/64. 6822. 5de rekening over 1764 van October 24 tot November 27. 525 6823—6851. Rekeningen van DERK VAN LYNDEN TOT SWANENBURG, 1764—1792, afgehoord 1765—1793. 29 deelen. N.B. De eerste hier beschreven rekening is door den rendant als verwalter afgelegd. Zijn commissie als zoodanig is er in afschrift in gehecht. In de lste rekening als richterdijkgraaf een afschrift van zijn commissie van 1765. Het boekjaar loopt van 3 Mei tot 3 Mei. 6823. Rekening van 1764 November 28 tot 1765 Mei 3, 6824. lste rekening 1765/66. 6825. 2de rekening 1766/67. 6826. 3de rekening 1767/68. 6827. 4de rekening 1768/69. 6828. 5de rekening 1769/70. 6829. 6de rekening 1770/71. 6830. 7de rekening 1771/72. 6831. 8ste rekening 1772/73. 6832. 9de rekening 1773/74. 6833. 10de rekening 1774/75. 6834. 11de rekening 1775/76. 6835. 12de rekening 1776/77. 6836. 13de rekening 1777/78. 6837. 14de rekening 1778/79. 6838. 15de rekening 1779/80. 6839. 16de rekening 1780/81. 6840. 17de rekening 1781/82. 6841. 18de rekening 1782/83. 6842. 19de rekening 1783/84. 6843. 20ste rekening 1784/85. 6844. 21ste rekening 1785/86. 6845. 22ste rekening 1786/87. 6846. 23ste rekening 1787/88. 6847. 24ste rekening 1788/89. 6848. 25ste rekening 1789/90. 6849. 26ste rekening 1790/91. 526 6850. 27ste rekening 1791/92. 6851. 28ste rekening over 1792 van Mei 3 tot Mei 8. 6852. Rekening van ASSUEER JAN TORCK TOT DEN ROSENDAAL, van 1792 Mei 18 tot 1793 Februari 21, afgehoord 1793. 1 deel. 6853, 6854. Rekeningen van ALEXANDER VAN DEDEM TOT VOSBERGEN, 1793_1795( afgehoord 1794, 17%. 2 deelen. N.B. De 2de rekening is afgehoord door het Provintiaal Collegie. 6853. (lste) rekening van 1793 Juli 18 tot 1794 Juli 18. 6854. (2de) rekening van 1794 Juli 18 tot 1795 Januari 31. G. Rekeningen van de griffiers van het Hof wegens het zegelrecht, 1553—1794. N.B. Deze rekeningen betreffen het groot zegel, met uitzondering van die, waarbij vermeld is, dat 'zij op het klein zegel betrekking hebben. Enkele er bij aansluitende rekeningen zijn bewaard in de archieven der opvolgers van de Rekenkamer in het domeinbeheer. 6855. Rekeningen van BAPTISTE BERTY, 1553, 1554. 2 katerns in een omslag. N.B. In de rekening over 1553 is een bijlage gehecht. Blijkens een aanteekening op die van THOMAS ROOS over 1559/60 hebben zij te Brussel berust. Die over 1554 is in 1556 gesloten door THOMAS GRAMAYE, van de andere blijkt hieromtrent niets. 6856. Rekeningen van THOMAS ROOS, 1556, 1559—1578, afgehoord 1561— 1581. 20 katerns in een pak. N.B. De rekening over 1556 is, met de bijlagen gehecht geweest aan die van BERTY (n°. 6855), de lste t. m. de 9de vormen een trousse, de overige zijn in een band vereenigd en in 1581 afgehoord in de Rekenkamer te Roermond, vanwaar zij in 1632 naar Arnhem zijn overgebracht. In verband met hare aanvankelijke bestemming zijn zij in het archief van de Arnhemsche Rekenkamer geplaatst. Die over 1556 is niet gesloten. 6857. Eenige bijlagen bij de rekeningen van THOMAS ROOS over 1559— 1578. 1 omslag. 6858. Stukken, behoorende tot de rekeningen van THOMAS ROOS over 1559—1578. 1 omslag. 527 6859. Rekeningen van WILLEM SLUYSKEN, 1578—1612, afgehoord 1582— 1613. 32 katerns in een band. N.B. In den band zijn ook de bijlagen gebonden. 6860. Rekeningen van ENGELBERT ENGELEN, 1612—1619, afgehoord 1613 —1619. 8 katerns in een band. N.B. In de lste rekening een afschrift van de commissie van den tendant als griffier en lsten secretaris van het Hof van 1612. 6861. Rekening van JOHAN DlBBETS over 1620, van Januari 20 tot December 31. 1 katern. N.B. Deze rekening is gehecht aan de eerste 15 van JOHAN SLUYSKEN in n°. 6862. 6862. Rekeningen van JOHAN SLUYSKEN, 1621—1649, afgehoord 1623— 1650. 29 katerns in 2 banden en een omslag. N.B. De lste—15de zijn met die van JOHAN DlBBETS (n°. 6861) gebonden, de 16de—22ste zijn eveneens samengebonden. In de lste rekening een afschrift van de commissie van den rendant. 6863. Rekeningen van OTTO ENGELEN, 1649—1677, afgehoord 1651—1678. 21 katerns in een pak. N.B. De eerste 9 rekeningen zijn aan elkaar gehecht. Aan de lste is gehecht een afschrift van de commissie van den rendant van 1650. Sommige rekeningen zijn in één katern bijeengevoegd en tegelijk afgehoord. 6864. Rekeningen van ENGELBERT ENGELEN, 1677—1688, afgehoord 1681 —1689. 8 katerns in een omslag. N.B. De 8ste rekening is verloren, terwijl vermoedelijk de 9de niet de laatste is geweest. 6865. Rekeningen van JOHAN VAN ECK, 1693—1705, afgehoord 1697—1719. 3 katerns in een omslag. 6866. Rekeningen van WILLEM KLERCK, 1706—1734, afgehoord 1719, 1743. 2 deelen in een omslag. 6867. Rekeningen van JOHAN VAN ESSEN, 1735—1743, afgehoord 1743, en 1759/60. 1 deel en 1 katern in een omslag. N.B. De 2de, de 3de en de 4de zijn verloren, de 5de is een concept over 1759/60, door de erven van den griffier overgelegd. 528 6868. 3de rekening van F. w. van den steen, van 1783 Februari 15 tot 1794 November 22, afgehoord 1795. 1 deel. n.B. De lste en de 2de rekening van dezen griffier zijn verloren. 6869. Rekeningen van engelbert engelen, johan van eck, willem Klerck, Jan van Essen, E. j. Brantsen en F. w. van den Steen van het klein zegel, 1679—1794. Met bijlagen en andere stukken, behoorende tot die van van den steen, 1764—1794. 1 pak. H. Rekeningen van de leengriffiers wegens de heergewaden der leenen, 1543—1795. n.B. In 1795 is het ambt van den leengriffier afgeschaft. 6870—6878. Rekeningen van johan schenck, 1543—1552, afgehoord 1545—1554. 13 deelen. n.B. De 2de en de 3de rekening zijn in een omslag gebonden, evenzoo de 8ste en de 9de. Van iedere rekening een exemplaar op perkament; van de lste bovendien 2 concepten op papier, van de 2de en de 7de ieder 1 zoodanig concept. De lste rekening is afgehoord door RENOY, de 2de, 4de en 5de door VAN DffiVE en RENOY, de overige door de Rekenkamer in Brabant. De laatste drie zijn voor den rendant bestemd geweest. In de lste rekening is een afschrift gehecht van de commissie van den leengriffier, terwijl op het lste blad het tarief der verschuldigde heergewaden is opgeteekend. 6870. lste rekening van 1543 October 16 tot 1544 December 31. 3 deelen. 6871. 2de rekening over 1545. 2 deelen. 6872. 3de rekening over 1546. 6873. 4de rekening over 1547. 6874. 5de rekening over 1548. 6875. 6de rekening over 1549. 6876. 7de rekening over 1550. 2 deelen. 6877. 8ste rekening over 1551. 6878. 9de rekening over 1552. 529 6879--6901. Rekeningen van PlETER VAN ST. PIETERS, 1552—1574, afgehoord 1555—1575. 27 deelen. N.B. De 3de t. m. de 11de rekening zijn in één band vereenigd. Van de lste, de 2de, de 3de en de 22ste zijn exemplaren voor den rendant bewaard. In de lste en de 2de is niet aangeteekend, dat zij zijn afgehoord, de 3de is afgehoord in de Rekenkamer te Brussel, de 4de door VAN DlEVE. In het hoofd van de lste rekening is de commissie van den rendant ingelascht, in de 12de is een blad gehecht, houdende het tarief van de emolumenten der officieren van de leenen (1563). In de 11de en vlg. rekeningen loopt het boekjaar van 1 October tot 30 September. De rekeningen van dezen leengriffier over 1574—1585 zijn bij de Rekenkamer te Roermond ingediend en bevinden zich thans in het Rijksarchief in Limburg. Het huisarchief van Rosendaal bezit een exemplaar van de rekening over 1575. lste rekening over 1552 van Juni 13 tot December 31. 2 deelen. 2de rekening over 1553. 2 deelen. 3de rekening over 1554. 2 deelen. 4de rekening over 1555. 5de rekening over 1556. 6de rekening over 1557. 7de rekening over 1558. 8ste rekening over 1559. 9de rekening over 1560. 10de rekening over 1561 tot September 30. 11de rekening 1561/62. 12de rekening 1562/63. 13de rekening 1563/64. 14de rekening 1564/65. 15de rekening 1565/66. 16de rekening 1566/67. 17de rekening 1567/68. 18de rekening 1568/69. 19de rekening 1569/70. 34 6880. 6881. 6882. 6883. 6884. 6885. 6886. 6887. 6888. 6889. 6890. 6891. 6892. 6893. 6894. 6895. 68%. 6897. 530 6898. 20ste rekening 1570/71. 6899. 21ste rekening 1571/72. 6900. 22ste rekening 1572/73. 2 deelen. 6901. 23ste rekening 1573/74. 6902. Eenige bijlagen bij de rekeningen van PlETER VAN ST. PIETERS over 1552—1574. 1 omslag. 6903—6913. Rekeningen van EVERHARDT VAN REIDT, 1578—1595, afgehoord 1581—1597. N.B. Van deze rekeningen, uitgezonderd de 6de, de 7de en de 8ste, zijn exemplaren voor den rendant bewaard, die in twee banden vereenigd zijn; de exemplaren voor de Landschap zijn alle in één band gebonden. In de lste rekening is een afschrift van den commissiebrief van den rendant gehecht. In de 4de tot en met de 7de loopt het boekjaar van 1 October tot 30 September. 6903. lste rekening van 1578 Juni 8 tot 1580 November 29. 2 deelen. N.B. In het exemplaar voor de Landschap ontbreken de bladen 1—13. 6904. 2de rekening van 1580 November 30 tot 1581 Juni 25. 2 deelen. 6905. 3de rekening van 1581 Juni 26 tot 1582 September 30. 2 deelen. 6906. 4de rekening 1582/83. 2 deelen. 6907. 5de rekening 1583/84. 2 deelen. 6908. 6de rekening 1584/86. 1 deel. 6909. 7de rekening 1586/88. 1 deel. 6910. 8ste rekening van 1588 October 1 tot 1593 April 6. 1 deel. 6911. 9de rekening over 1593 van Maart 26 tot September 30. 2 deelen. 6912. 10de rekening van 1593 October 1 tot 1594 September 30. 2 deelen. 6913. 11de rekening van 1594 October 1 tot 1595 December 1. 2 deelen. 6914. Eenige bijlagen bij de rekeningen van EVERHARDT VAN REIDT over 1578—1595. 1 omslag. 531 6915—6944. Rekeningen van JOOST VAN REIDT, 1595—1626, afgehoord 1597—1628. 30 deelen. N.B. De 17de rekening is verloren. De lste t. m. de 16de en de 22ste t. m, de 30ste zijn in troussen vereenigd. Het boekjaar loopt van 1 October tot 30 September. In de lste rekening een afschrift van de commissie van den rendant. In de 9de t. m. de 11de en de 22ste t. m. de 31ste.rekening zijn bijlagen gehecht. 6915. lste rekening van 1595 December 2 tot 15% September 30. 6916. 2de rekening 15%/97. 6917. 3de rekening 1597/98. 6918. 4de rekening 1598/99. 6919. 5de rekening 1599/1600. 6920. 6de rekening 1600/01. 6921. 7de rekening 1601/02. 6922. 8ste rekening 1602/03. 6923. 9de rekening 1603/04. 6924. 10de rekening 1604/05. 6925. 11de rekening 1605/06. 6926. 12de rekening 1606/07. 6927. 13de rekening 1607/08. 6928. 14de rekening 1608/09. 6929. 15de rekening 1609/10. 6930. 16de rekening 1610/11. 6931. 18de rekening 1612/13. 6932. 19de rekening 1613/14. 6933. 20ste rekening 1614/15. 6934. 21ste rekening 1615/16. 6935. 22ste rekening 1616/17. 6936. 23ste rekening 1617/18. 6937. 24ste rekening 1618/19. 6938. 25ste rekening 1619/20. 6939. 26ste rekening 1620/21. 6940. 27ste rekening 1621/22. 6941. 28ste rekening 1622/23. 532 6942. 29ste rekening 1623/24. 6943. 30ste rekening 1624/25. 6944. 31ste rekening 1625/26. 6945. Eenige bijlagen bij de rekeningen van JOOST VAN REIDT over 1595— 1626. 1 omslag. 6946—6966. Rekeningen van JOHAN DlBBETS, 1626—1647, afgehoord 1629—1649. 21 deelen. N.B. De eerste 7 rekeningen vormen een trousse. Het boekjaar loopt van 1 October tot 30 September. In de lste rekening een afschrift van de commissie van dén rendant. In de 2de t. m. de 8ste en in de 10de t. m. de 13de rekening zijn bijlagen gehecht. 6946. lste rekening 1626/27. 6947. 2de rekening 1627/28. 6948. 3de rekening 1628/29, 6949. 4de rekening 1629/30. 6950. 5de rekening 1630/31. 6951. 6de rekening 1631/32. 6952. 7de rekening 1632/33. 6953. 8ste rekening 1633/34, 6954. 9de rekening 1634/35. N.B. Van deze rekening is het laatste blad verloren, tengevolge waarvan het reces ontbreekt. 6955. 10de rekening 1635/36. 6956. 11de rekening 1636/37. 6957. 12de rekening 1637/38. 6958. 13de rekening 1638/39. 6959. 14de rekening 1639/40. 6960. 15de rekening 1640/41. 6961. 16de rekening 1641/42. 6962. 17de rekening 1642/43. 6963. 18de rekening 1643/44. 6964. 19de rekening 1644/45. 6965. 20ste rekening 1645/46. 6966. 21ste rekening 1646/47. 533 6967. Bijlage bij de 19de rekening van JOHAN DlBBETS over 1644/45. 1 stuk in omslag. 6968. Rekening van OTTO ENGELEN, waarnemend leengriffier, van 165Ö April 22 tot 1652 December 22, afgehoord 1653. 1 deel. N.B. In deze rekening zijn bijlagen gehecht. 6969. Rekening van OTTO DlBBETS, van 1653 Januari 20 tot 1658 Januari 3, afgehoord 1661. 1 deel. N.B. In deze rekening zijn bijlagen gehecht. 6970. Rekening van OTTO ENGELEN, waarnemend leengriffier, van 1658 Januari 14 tot 1660 Januari 19, afgehoord 1661. 1 deel. N.B. In deze rekening zijn bijlagen gehecht. 6971—6978. Rekeningen van JOHAN OP TEN NOORT, 1660—1694, afgehoord 1671—1697. 8 deelen. N.B. In de lste rekening een afschrift van de commissie van den leengriffier. In de lste, de 4de, de 5de en de 7de zijn bijlagen gehecht. 6971. lste rekening van 1660 Januari 18 tot 1663 December 31. 6972. 2de rekening over 1664 en 1665. 6973. 3de rekening over 1666—1669. 6974. 4de rekening over 1670—1673. 6975. 5de rekening over 1674—1681. 6976. 6de rekening over 1682—1686. 6977. 7de rekening van 1687 Januari 1 tot 1690 September 8. 6978. 8ste rekening van 1691 December 15 tot 1694 Mei 30. 6979. Eenige bijlagen bij de rekeningen van JOHAN OP TEN NOORT over 1660—1694. 1 omslag. 6980. Rekening van JOOST OP TEN NOORT, van 1690 September 9 tot 1691 November 4, afgehoord 1695. 1 deel. N.B. In deze rekening zijn bijlagen gehecht. 6981—7015. Rekeningen van ENGELBERT OP TEN NOORT, 16%—1738, afgehoord 1701—1739. 35 deelen. N.B. De lste en de 5de rekening zijn verloren. Het boekjaar loopt van 1 Mei tot 30 April. In de 2de t. m. de 4de en de 7de t. m. de 16de zijn bijlagen gehecht. 534 6981. 2de rekening 1696/98. 6982. 3de rekening 1698/1700. 6983. 4de rekening 1700/02. 6984. 6de rekening 1704/06. 6985. 7de rekening 1706/08. 6986. 8ste rekening 1708/10. 6987. 9de rekening 1710/11. 6988. 10de rekening 1711/12. 6989. 11de rekening 1712/13. 6990. 12de rekening 1713/14. 6991. 13de rekening 1714/15. 6992. 14de rekening 1715/16. 6993. 15de rekening 1716/17. 6994. 16de rekening 1717/18. 6995. 17de rekening 1718/19. 69%. 18de rekening 1719/20. 6997. 19de rekening 1720/21. 6998. 20ste rekening 1721/22. 6999. 21ste rekening 1722/23. 7000. 22ste rekening 1723/24. 7001. .23ste rekening 1724/25. 7002. 24ste rekening 1725/26. 7003. 25ste rekening 1726/27. 7004. 26ste rekening 1727/28. 7005. 27ste rekening 1728/29. 7006. 28ste rekening 1729/30. 7007. 29ste rekening 1730/31. 7008. 30ste rekening 1731/32. 7009. 31ste rekening 1732/33. 7010. 32ste rekening 1733/34. 7011. 33ste rekening 1734/35. 7012. 34ste rekening 1735/36. 7013. 35ste rekening 1736/37. 535 7014. 36ste rekening 1737/38. 7015. 37ste rekening over 1738 van Mei 1 tot Augustus 8. 7016. Eenige bijlagen bij de rekeningen van ENGELBERT OP TEN NOORI over 1696—1738. 1 pak. 7017. Rekening van JAN VAN ESSEN en EVERT JACOB BRANTSEN, waarnemende het ambt van den leengriffier, over 1738 van Augustus 9 tot October 11, afgehoord 1740. 1 deel. 7018. Bijlage bij de rekening van JAN VAN ESSEN en EVERT JACOB BRANTSEN over 1738. 1 stuk in omslag. 7019—7062. Rekeningen van WILLEM JAN TULLEKEN, 1738^-1782, afgehoord 1740—1785. 44 deelen. N.B. De 32ste rekening is verloren. Het boekjaar loopt van 1 Mei tot 30 April. In de lste, de 2de en de 13de rekening zijn bijlagen gehecht. 7019. lste rekening van 1738 October 11 tot 1739 April 30. 7020. 2de rekening 1739/40. 7021. 3de rekening 1740/41. 7022. 4de rekening 1741/42. ' 7023. 5de rekening 1742/43. 7024. 6de rekening 1743/44. 7025. 7de rekening 1744/45. 7026. 8ste rekening 1745/46. 7027. 9de rekening 1746/47. 7028. 10de rekening 1747/48. 7029. 11de rekening 1748/49. 7030. 12de rekening 1749/50. 7031. Ode rekening 1750/51. 7032. 14de rekening 1751/52. 7033. 15de rekening 1752/53. 7034. 16de rekening 1753/54. 7035. 17de rekening 1754/55. 7036. 18de rekening 1755/56. 7037. 19de rekening 1756/57. 7038. 20ste rekening 1757/58. 536 7039. 21ste rekening 1758/59. 7040. 22ste rekening 1759/60. 7041. 23ste rekening 1760/61. 7042. 24ste rekening 1761/62. 7043. 25ste rekening 1762/63. 7044. 26ste rekening 1763/64. 7045. 27ste rekening 1764/65. 7046. 28ste rekening 1765/66. 7047. 29ste rekening 1766/67. 7048. 30ste rekening 1767/68. 7049. 31ste rekening 1768/69. 7050. 33ste rekening 1770/71. 7051. 34ste rekening 1771/72. 7052. 35ste rekening 1772/73. 7053. 36ste rekening 1773/74. 7054. 37ste rekening 1774/75. 7055. 38ste rekening 1775/76. 7056. 39ste rekening 1776/77. 7057. 40ste rekening 1777/78. 7058. 41ste rekening 1778/79. 7059. 42ste rekening 1779/80. 7060. 43ste rekening 1780/81. 7061. 44ste rekening 1781/82. 7062. 45ste rekening over 1782 van Mei 1 tot Augustus 30. 7063. Eenige bijlagen bij de rekeningen van WILLEM JAN TULLEKEN over 1738—1782. 1 pak. 7064—7074. Rekeningen van Mr. RUTGER TULLEKEN, 1782—1795, afgehoord 1786—1803. 11 deelen. N.B. De 10de en de 11de rekening zijn verloren. De 6de t. m. de 9de zijn afgehoord door het Provintiaal Collegie, de 12de door het Interm. Adm. Bestuur, de 13de door de commissarissen tot administratie der domeinen. Het boekjaar loopt van 1 Mei tot 30 April. In de lste rekening is gehecht een afschrift van den brief van 1774, waarbij de rendant tot adjunct-Ieengriffier werd benoemd. 537 7064. lste rekening van 1782 Augustus 31 tot 1783 April 30. 7065. 2de rekening 1783/84. 7066. 3de rekening 1784/85. 7067. 4de rekening 1785/86. 7068. 5de rekening 1786/87. 7069. 6de rekening 1787/88. 7070. 7de rekening 1788/89. 7071. 8ste rekening 1789/90. 7072. 9de rekening 1790/91. 7073. 12de rekening 1793/94. 7074. 13de rekening 1794/95. 7075. Eenige bijlagen bij de rekeningen van Mr. RUTGER TULLEKEN over 1782—1795. 1 omslag. 7076. Stukken, behoorende tot de rekeningen van Mr. RUTGER TULLEKEN over 1782—1795. 1 omslag. 538 VIERDE AFDEELING. STUKKEN BETREFFENDE TIJDELIJK AAN DE REKENKAMER OPGEDRAGEN WERKZAAMHEDEN. A. Rekeningen en andere stukken betreffende de defensie. I. Rekeningen en andere stukken, in hoofdzaak de fortificatie van steden betreffende, 1548—1577. 7077. Rekening van JENNIN BELLENS wegens de fortificatie der frontiersteden Grol, Gelre en Lochem over 1548—1550 (concept), in duplo. 2 deelen. N.B. De benoodigde gelden waren door den rentmeestergeneraal te Brussel verschaft; de rekening was voor den stadhouder in Gelderland bestemd. 7078. Bijlagen bij de rekening van JENNIN BELLENS over 1548—1550. 1 lias in omslag. 7079. 7080. Rekeningen van NlCOLAS CAULIER wegéns de fortificatie van verschillende steden, 1551, 1552, afgehoord 1561. 2 deelen. 7079, lste rekening over 1551. N.B. Deze rekening betreft de vestingen Grol, Hattem en Harderwijk. 7080, 2de rekening over 1552. N.B. Deze rekening betreft Grol, Harderwijk, Wachtendonk, Roermond en Wageningen. 7081—7083. Rekeningen van Mr. MERCELIS KELDERMANS (bouwmeester van den lande van Gelre) wegens de fortificatie van Grol, Harderwijk, Wachtendonk en Roermond, 1553—1555, afgehoord 1561, 1562. 3 deelen. 7081, lste rekening over 1553. 7082, 2de rekening over 1554. 7083, 3de (laatste) rekening over 1555. 7084. Plattegrond van de vesting Gelre, (c. 1560). 1 kaart. N.B. Zie K. n°. 184. 7085. Koopakten van twee stukken hofland binnen Lochem aan den stadswal, waarop een rondeel was gebouwd, 1565. 2 charters. N.B. Ch, nos, 2273 en 1776. 539 7086. Commissiebrief, door het Hof gegeven aan den subst. momber en den auditeur van de Rekenkamer tot het overbrengen van geschut uit Nymegen en Arnhem te velde, 1568, 1 stuk in omslag. 7087. Posten in de rekeningen van den landrentmeester-generaal TH. GRAMAYE over 1551—1557, de fortificatie van steden betreffende, geëxtraheerd door VAN BUEREN, (15757). 1 katern. 7088. Rekening van MlCHlEL NlJS wegens de proviandeering van zes vendelen Spaansche soldaten in Januari en Februari 1571, afgehoord 1571. 1 deel. N.B. De rendant was door de Rekenkamer belast met de zorg voor het onderhoud van het regiment van Lombardije, dat was uitgezonden om de stad Berg en het slot Ulft te belegeren. 7089. lste en laatste rekening van ARNDT VAN STEENLER wegens de fortificatie der stad Arnhem, van 1574 Mei 27 tot 1577 Januari 1, afgehoord 1580. 1 deel. N.B. De landvoogd had voor de bedoelde werken 7000 pond toegestaan. In de rekening een afschrift van den commissiebrief van den rendant van 1574. 7090. Bijlagen bij de rekening van ARNDT VAN STEENLER over 1574/77. 1 pak. N.B. Deze stukken hebben een lias gevormd. II. Rekeningen betreffende de uitrusting en het onderhoud van krijgsvolk en oorlogsbodems, 1580—1584. N.B. De Rekenkamer heeft deze rekeningen meer als deskundige dan als belanghebbende nagezien. De kosten van de bedoelde uitrustingen toch kwamen niet ten laste van de domeinen. Meerendeels werden zij door de Geünieerde Provinciën betaald. 7091. Rekening van LODEWICK BRUNINCKS wegens verschillende diensten, door hem ten behoeve van het leger verricht ingevolge een hem door het Hof verleende opdracht, 1580/81, afgehoord 1581. 1 deel. N.B. Deze rekening is de 2de, doch andere zijn van dezen rendant niet bewaard. 7092. Stukken, behoorende tot de rekening van LODEWICK BRUNINCKS over 1580/81. 1 omslag. 540 7093, 7094. Rekeningen van WEMMER NOOT, busmeester te Arnhem, wegens den ontvangst van munitie van de Geünieerde Provinciën en de distributie daarvan, op bevel van het Hof en den Raad der stad Arnhem, aan het leger, 1580—1582, afgehoord 1582. 2 deelen. 7093. lste rekening van 1580 October 3 tot 1581 October 3. 7094. 2de rekening van 1581 October 3 tot 1582 Maart 18. 7095. Opteekening van uitrustingsstukken, door den busmeester WEMMER NOOT geleverd aan den luitenant BONGART te Arnhem in 1580. 1 stuk in omslag. 7096. Rekening van JAN VAN SCEVICHAVEN wegens proviand, aan het krijgsvolk op de Geldersche waard geleverd in 1581, afgehoord 1581. 1 deel. 7097. Rekening van HANS HENCKEL, proviandmeester, wegens de aan het leger voor Bronkhorst geleverde levensmiddelen, over 1582 van Januari 13 tot Mei 31, afgehoord 1583. 1 deel. N.B. Deze rekening is de lste, doch andere rekeningen van dezen 'rendant zijn niet bewaard. 7098. Rekening van HANS BITTER, roedrager der stad Arnhem, wegens arbeidsloonen en geleverde materialen voor de schans voor Bronkhorst, over 1582 van Januari 23 tot Februari 21, afgehoord 1582. 1 katern. N.B. De bedoelde uitgaven zijn gedaan op bevel van de Gedeputeerden van het kwartier van Arnhem. De Rekenkamer heeft de rekening wel afgehoord, doch niet gesloten en den rendant verwezen naar het Hof, teneinde ordonnantie op den licentmeester van de Generaliteit te Nymegen te ontvangen. 7099. Rekening van Mr. WEMMER NOETH en JOHAN SMIT zaliger, busmeesters, c. s. wegens de overbrenging van geschut van Arnhem naar de schans voor Zutphen en terug, in 1584, afgehoord 1584. 1 katern. N.B. Aan deze rekening zijn gehecht een afschrift van de commissie der busmeesters van 1584 en 3 andere bijbehoorende stukken. 7100. Rekening van HENRICK WOLTERSZOON wegens verschillende leveranties, door hem bezorgd ten behoeve van de schepen van oorlog 541 op Usel, Rijn en Waal, over 1580 van Mei 4 tot Augustus 27, afgehoord 1581. 1 deel. N.B. In deze rekening afschriften van 2 commissiebrieven van den rendant van 1580. 7101. Rekening van HENRICK WESSELS, kapitein van een oorlogsschip, wegens op den Bovenrijn ten behoeve van de Geünieerde Provinciën mét dat schip verrichten dienst in 1580. 1 deel. N.B. Deze rekening (exemplaar voor den rendant) is door de Rekenkamer afgehoord, doch niet gesloten. Er zijn in afgeschreven twee commissiebrieven van 1580. 7102. Rekening van CHRISTIAEN HARMANSZOON VAN DOEYENBORCH, kapitein op een Hollandschen kromsteven, genaamd den Pellicaen, wegens op de Geldersche rivieren verrichten dienst, van 1580 Mei 10 tot 1581 Maart 9, afgehoord 1581. 1 deel. 7103. Rekening van JOHAN CAETER, kapitein van een in Holland geworven jacht, wegens den met zijn schip op de Geldersche rivieren verrichten dienst, van 1581 Mei 8 tot 1582 Januari 2, afgehoord 1581. 1 stuk in omslag. 7104. Bijlagen bij de rekening van JOHAN CAETER over 1581/82, 3 stukken in omslag. 7105. Rekening van JOHAN CORNELISZOON VAN HORN, kapitein van een jacht, (wegens den op de Geldersche rivieren met zijn schip verrichten dienst) over 1581 van December 2 tot December 31, afgehoord 1581. 1 stuk in omslag. N.B. Aan deze rekening is er tenminste ééne voorafgegaan, die verloren is, 7106. Bijlagen bij de rekening van JOHAN CORNELISZOON VAN HORN over 1581. 3 stukken in omslag. 7107. Rekening van RENSSE CORNELISZOON, kapitein van eenige galeien, wegens zekere onkosten, door hem gemaakt toen hij met zijn schepen op den Rijn vóór het Spui lag, 1581/82. 1 stuk in omslag. N.B. De rekening is door de Rekenkamer afgehoord, maar niet gesloten. Er is een bijlage aan gehecht. 7108. lste en laatste rekening van JOHAN ARENTSZOON, kapitein van den Gelderschen Ram, wegens op de Geldersche rivieren verrichte diensten, van 1582 Februari 17 tot 1584 Juni 30, afgehoord 1584. 1 deel. N.B. In deze rekening een afschrift van de commissie van den rendant van 1582. 542 7109—7111. Rekeningen van JOHAN LAMBERTSZOON, kapitein van een uitlegger, wegens diensten, op de Geldersche rivieren verricht, 1582—1584, afgehoord 1582—1584. 4 deelen. N.B. Bij de lste rekening een exemplaar voor den rendant, waaraan 3 stukken betreffende de afrekening met dezen zijn gehecht. Aan dat voor de Landschap zijn 3 bijlagen gehecht. In de 3de rekening 3 bijlagen en een brief over de afrekening. 7109. lste rekening over 1582 van Augustus 22 tot December 13. 2 deelen. 7110. 2de rekening over 1583 van Maart 19 tot Juni 22. 7111. 3de rekening van 1583 Juni 23 tot 1584 Maart 31. 7112. Bijlage bij de 2de rekening van JOHAN LAMBERTSZOON over 1583. 1 stuk in omslag. 7113. Brief van de Gecommitteerden tot de zaken der admiraliteit in Holland aan het Hof, houdende opgave van de kosten van onderhoud van de Hollandsche oorlogsbodems op de Geldersche rivieren, 1580 (gelijktijdig afschrift). 1 stuk in omslag. 7114. Contract tusschen het Hof en JACOB BREE BERNTSZOON, volgens hetwelk deze de Landschap met zijn oorlogsschip zal dienen, 1582 (concept). 1 stuk in omslag. B. Stukken betreffende het beheer van de in Gelderland gelegen goederen der in 1568 door den Raad van Beroerten te Brussel veroordeelde personen, alsmede van de in 1572 in beslag genomen bezittingen der stad Zutphen. N.B. Dit beheer heeft aanleiding gegeven tot de benoeming in 1570 van een 3den rekenmeester en een 2den auditeur, terwijl in 1574 nog een extra-ordinaris-auditeur is aangesteld. Na de pacificatie van Gent in 1576 zijn de geconfiskeerde goederen aan de eigenaars teruggegeven. I. Algemeen, 7115. Register van vonnissen van den Raad van Beroerten, waaruit de inbeslagname van in Gelderland gelegen goederen voortvloeide, 1568. 1 deel. 543 7116. „Instructiën ende resolutiën aengaende die gesequestreerde geconfisqueerde goederen uuyt saecke der troublen, etc". 1568—1570. 1 band; N.B, Deze band bevat: 1°. de instructie voor de gewestelijke Rekenkamers en de ontvangers der bedoelde goederen, met begeleidend schrijven van ALVA aan de Geldersche Rekenkamer, 1568; 2°. de genoemde instructie, gewijzigd en in het Fransch, met een dergelijk schrijven, 1569; 3°. twee brieven van ALVA aan de Rekenkamer over het beheer van die goederen, 1568 en 1570, 7117. Afschriften van de instructies, voorkomende in n°. 7116, (1569 of iets later). 2 katerns in een omslag. 7118. „Registre van commissien ende instructiën uuyt saecken van de troublen ende confiscatiën". Commissies van gecommitteerden tot het in beslag nemen van de goederen en van rentmeesters, alsmede enkele akten, het beheer van de goederen betreffende, 1568—1574, 1 deel. 7119. „Register van airehanden acten ende appoinctementen ", het beheer van de in beslag genomen goederen, in hoofdzaak die van den graaf van den Berg, betreffende, 1568—1576. 1 deel. 7120. Correspondentie (oorspr. en minuut) met de regeering te Brussel, in 't. bijzonder met den hertog van Alva, over de confiskaties en het beheer van de in beslag genomen goederen, 1568—1575. 1 omslag. N.B. Onder de in de lste Afdeeling beschreven ingek. en uitg. stukken vindt men er enkele, die, wat den inhoud aangaat, in deze verzameling zouden thuis behooren, doch niet konden worden gescheiden van die, waarmede zij daar zijn vereenigd. 7121. Lijst van de rentmeesters der geconfiskeerde goederen en opgave van de door eenigen hunner aan den tresorier des konings afgedragen gelden, van 1567 November tot 1570 Juni 21, In duplo. 2 katerns in / een omslag. 7122. Rol van rentmeesters en officieren der geconfiskeerde goederen, houdende aanteekening van de door hen af te leggen rekeningen, 1566—1569. 1 deel. 7123. Koninklijke ordonnantie betreffende het te gelde maken van geconfiskeerde huizen, tuinen en boomgaarden door de Rekenkamer, 1571. 1 charter. N.B. Ch. n°. 2304. 544 II. Beheer der goederen van den graai van Culemborg, 1568—1576. 7124. Verbaal van den rekenmeester BOUDEWIJN VAN DER BOE en den leengriffier PETER DE SANCTO PETRO van hunne verrichtingen te Culemborg tot de inbeslagname van de goederen van FLORIS I graaf van Culemborg. Met bijlagen. 1568. 3 deelen. N.B. Deze deelen, gemerkt A, B en C, zijn overgegeven aan den Geheimen Raad te Brussel. De bijlagen zijn er in gehecht; zie ook n°. 7125. 7125. Inventarissen van de roerende goederen en papieren des graven van Culemborg, door de in n°. 7124 vermelde commissarissen op het slot en elders te Culemborg aangetroffen, alsmede afschrift van een inventaris van de door den tollenaar te Arnhem in beslag genomen goederen van den graaf, 1568. 1 deel. N.B. Dit deel is een bijlage bij het verbaal onder n°. 7124. 7126. Minuutbrieven aan den hertog van Alva en andere stukken, afkomstig van de commissarissen, in n°. 7124 genoemd, 1568, 1571. 1 omslag. 7127. Rekening van JAN VAN CUYCK HENRICXZOON wegens verschotten, voor den graaf van Culemborg en den landrentmeester-generaal gedaan in de jaren 1566—1568. In duplo. 2 katerns in een omslag. N.B. Vermoedelijk is één exemplaar voor den landrentmeester-generaal, één voor de Rekenkamer van de confiskaties te Brussel bestemd geweest. Zij zijn van aanteekeningen voorzien, doch niet gesloten. 7128. „Registre van den thynsen des graeffschaps Culenborch", met aanteekening der ontvangsten over 1567—1570. 1 deel. N.B. Deze ligger is door den rentmeester JAN VAN CUYCK opgemaakt in 1567 en aan de Rekenkamer overgeleverd 14 December 1571. Vóórin een geografisch ingerichte tafel van de huizen en andere goederen binnen en buiten de stad Culemborg, waaruit tyns verschuldigd was. De ontvangsten zijn in margine opgeteekend door jaarlijksche bijschrijving van een letter van het woord „rentmeester". 7129. Verbaal der verpachting van de molens, gruit en andere grafelijke domeinen te Culemborg door JAN VAN CUYCK HENRICXZOON, 1568. 1 katern. 7130. Rekening van JAN VAN CUYCK HENRICXZOON wegens den verkoop van een gedeelte van de te Culemborg in beslag genomen meubelen 545 van den graaf, op het slot aldaar in Januari 1570, afgehoord 1572. 1 deel. N.B. Deze rekening is afgehoord (in de Rekenkamer van de confiskaties) te Brussel. Blijkens het bevelschrift van den hertog van Alva, waarvan een afschrift in deze rekening is gehecht, werden enkele meubelen ten behoeve van den superintendent ROBERT VAN LYENDEN buiten de verkooping gehouden. 7131. Bijlagen bij een (verloren) rekening van JAN VAN CUYCK HENRICXZOON, het onderhoud van het slot te Culemborg en de bezetting aldaar betreffende, 1572, 2 stukken in omslag. 7132. lste en laatste rekening van JAN VAN CUYCK HENRICXZOON namens zijn overleden zoon Mr. ANTHOENIS VAN CUYCK, griffier van de leenen van het graafschap Culemborg, van 1571 April 1 tot 1573 Februari 14, afgehoord 1576. 1 deel. N.B. Deze rekening is afgehoord te Culemborg (door den landrentmeester-generaal?). In deze rekening afschriften van de commissies van den griffier en van den stadhouder van de leenen. 7133. Bijlage bij een niet aanwezige rekening van JAN VAN CUYCK HENRICXZOON. Quitantie wegens door den rendant te Brussel afgedragen geld, verschuldigd door de weesmeesters te Culemborg, 1572. 1 charter. N.B. Ch. n°. 1700. 7134. Akte, houdende verklaringen omtrent de militaire bezetting van het slot te Culemborg in de jaren 1572—1574, door den gouverneur DlEGO DE LERMA voor de stadsregeering aldaar afgelegd, 1575. 1 charter. N.B. Ch. n°. 1866. Vermoedelijk bijlage bij een verloren rekening van den rentmeester JAN VAN CüYCK, 7135. Rekening van den schout ANTHOENIS THOENIS GOBELSZOON wegens het morgen- en molengeld en de daarvan gedane uitgaven ten behoeve van het gemeene land van Culemborg, van 1567 November 11 tot 1568 November 10, afgehoord 1569 (afschrift, 1571), 1 deel. N.B. Deze rekening is afgehoord door den superintendent en de stadsregeering te Culemborg. Het afschrift is aan de Rekenkamer overgelegd door den rentmeester VAN CüYCK. 35 546 7136. Akte, houdende verklaringen, door schout en heemraden van het gemeene land van Culemborg voor de stadsregeering aldaar afgelegd ter zake van de door de overstroomingen in 1570 en 1571 aangerichte schade, 1573. Met een gelijktijdig extrakt uit het register van certificatiën der stad Culemborg. 1 charter en 1 stuk in omslag. N.B. Ch. n°. 1771. Het afschrift is in 1573 aan THOMAS GRAMAYE terhandgesteld. 7137. Staat der te verwachten inkomsten uit de goederen des graven van Culemborg in het graafschap Buren, van 1567 November 11 tot 1568 November 10, opgemaakt door den rentmeester LOUFF VAN CULENBORCH, (1567). Met een exemplaar voor den rendant. 2 deelen. . N.B. Deze staat in duplo is door Van der Boe en DE sancto PETRO in de Rekenkamer overgeleverd in 1568. 7138. Brief van de weduwe van LOUFF VAN CULENBORCH aan de Rekenkamer te Brussel, ter zake van het door dezen gevoerde beheer van de Culemborgsche goederen onder Buren, met een bijlage, 1577. 2 stukken in omslag. 7139. Ligger van de tynsen des graven van Culemborg in het land van Buren, met aanteekening van de ontvangsten over 1539—1546, alsmede van de voor het tynsgericht verleden akten, 1540—1555. 1 deel. N.B. De rentmeester GfflJSBERT VAN DlCHTEREN heeft de ontvangsten aangeteekend door jaarlijksche bijschrijving van de letters van zijn naam. 7140—7145. Rekeningen van ADRIAEN VAN MAURICK, rentmeester van de in beslag genomen goederen van den graaf van Culemborg in de Nederbetuwe, 1567—1576, afgehoord 1572—1581. 6 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 11 November tot 10 November. De lste en de 3de t. m. de 5de rekening zijn verloren. De 2de is afgehoord in den Geheimen Raad te Brussel. In die rekening afschriften van de commissie en de instructie van den rendant. 7140. 2de rekening 1567/68. 7141. 6de rekening 1571/72. 7142. 7de rekening 1572/73. 7143. 8ste rekening 1573/74. 7144. 9de rekening 1574/75. 7145. 10de rekening 1575/76. 547 7146. Eenige bijlagen bij de rekeningen van ADRIAEN VAN MAUWCK over 1567—1576. 1 omslag. 7147. Staten van te verwachten inkomsten en uitgaven in 1568 en 1571. 2 deelen. 7148. (10de) rekening van ADRIAEN VAN MAURICK, rentmeester van de goederen des graven van Culemborg in de Nederbetuwe, 1565/66, uitgebracht aan den graaf en door dezen afgehoord in 1567 (afschrift). I deel. N.B. Dit afschrift is door de commissarissen tot de annotatie der Culemborgsche goederen in de Rekenkamer overgeleverd in 1568. 7149—7158. Rekeningen van CORNELIS VAN BADEN, rentmeester van de in beslag genomen goederen des graven van Culemborg in de buurschap Manen onder Ede, 1566—1576, afgehoord 1570—1581. II deelen, N.B. Het boekjaar loopt van 11 November tot 10 November, sinds 1570 van 1 Mei tot 30 April. De 5de en de 6de rekening zijn afgehoord in de Rekenkamer van de confiskaties te Brussel. In de 3de afschriften van de commissie en de instructie van den rentmeester en van diens vader HUBERT VAN BADEN als substituut. Bij de 2de een concept. 7149. lste rekening 1566/67. 7150. 2de rekening 1567/68. 2 deelen. 7151. 3de rekening 1568/69. 7152. 4de rekening van 1569 November 11 tot 1570 April 30. N.B. In deze rekening zijn de vruchten van den zomer van 1569 verantwoord. 7153. 5de rekening 1570/71. 7154. 6de rekening 1571/72. 7155. 7de rekening 1572/73. 7156. 8ste rekening 1573/74. 7157. 9de rekening 1574/75. 7158. 10de rekening 1575/76. 7159. Stukken, behoorende tot de rekeningen van CORNELIS VAN BADEN over 1566—1576. 1 omslag. 548 7160. Staten van te verwachten inkomsten en uitgaven in 1571, 1572 en 1575. 3 deelen, m. Beheer der goederen van den graai van den Berg, 1568—1576. 7161. Rekening van PlETER VAN ST. PIETERS als griffier van de geconfiskeerde leenkamer van het graafschap Berg, van 1570 Maart 15 tot 1571 October 26. 1 deel. N.B. Exemplaar voor den rendant, door dezen overgelegd in 1572, doch niet afgehoord. 7162. Stukken betreffende een door JOHAN HUECKENHORST aan den Raad van Beroerten te Brussel gericht verzoek om kwijtschelding van de pacht van zekere landerijen in het graafschap Berg, 1571. 1 omslag. 7163. Verbaal van een in 1573 te Didam gehouden holtspraak der geërfden van de Diemerbosschen, alsmede brieven aan de Rekenkamer en andere stukken betreffende deze en vroegere holtspraken, 1571—1573. 1 omslag. N.B. De graaf van den Berg was erfholtrichter. Als zoodanig werd de koning in 1573 vertegenwoordigd door PlETER van St. PIETERS en den rentmeester van het graafschap Berg MICHIEL NlJS. 7164. Lijst der gerechtigden in de Diemerbosschen omstreeks 1505. 1 deeltje in omslag. N.B. Dit deeltje is door den markeschrijver overgeleverd aan de Rekenkamer 6 October 1568. 7165. Commissiebrief voor JOHAN VAN HARST als kastelein van het slot Ulft en brief betreffende zijn wedde, 1568. Met 2 gelijktijdige afschriften. 2 charters en 2 stukken in omslag. N.B. De charters Ch. nos. 2221 en 2223. 7166. Commissiebrief voor JOHAN GARBRANTSZOON (rentmeester der domeinen van Zutphen) als rentmeester van de goederen des graven van den Berg onder de bannerij Wisch, Doetinchem en Doesburg, —1571. 1 charter. N.B. Ch. n°. 2597. 7167. 7168. Rekeningen van JOHAN BOUWMEESTER, rentmeester van de goederen des graven van den Berg in de heerlijkheid Wisch, 1566 —1568. 2 deelen in een band. N.B. Deze rekeningen waren bestemd voor de Rekenkamer van de confiskaties te Brussel, doch zijn niet afgehoord. Het boekjaar loopt van 11 November tot 10 November. 549 7167. lste rekening 1566/67. 7168. 2de rekening 1567/68. 7169. Afschriften van een staat der renten en domeinen van den heer van Wisch en van een gedeelte eener rekening betreffende die domeinen over 1482/83, vermoedelijk gemaakt in verband met het beheer der geconfiskeerde Bergsche goederen (c. 1568). 1 omslag. 7170. Rekening van JOHAN BOUWMEESTER, rentmeester van de goederen des graven van den Berg in de heerlijkheid Wisch, uitgebracht aan den graaf, 1565/66 (afschrift, in duplo). 2 deelen. N.B. Deze rekening is niet afgehoord. De afschriften zijn na de confiskatie der goederen gemaakt. 7171. Rapport van den momber Mr. JOHAN URD en JACOB BOTTER, landschrijver van Veluwe, omtrent de in beslag genomen goederen van den graaf van den Berg te Pannerden, Bylandt, Herwen en Aerdt, 1568. 1 deel. 7172. Begrooting van den rentmeester JACOB GARBRANTS aangaande bet beheer der in n°. 7171 vermelde goederen, van 1568 Mei 1 tot 1569 April 30. 1 katern. 7173. Achtste en laatste rekening van JACOB GARBRANTS wegens het beheer der in n°. 7171 bedoelde goederen, van 1575 Mei 1 tot 1576 April 30, afgehoord 1577. 1 deel. N.B. Deze rekening is afgehoord in de Rekenkamer van de confiskaties te Brussel. 7174. Rekening van REYNER PETERSZOON wegens het beheer der goederen van den graaf van den Berg onder Ochten, van 1555 November 11 tot 1556 November 10. 1 deel. 4 N.B. Deze rekening is door de weduwe van den rendant terhandgesteld aan den rentmeester HENRICK STOIR, die haar ter Rekenkamer heeft overgeleverd in 1569, waar zij evenwel niet is gesloten. 7175. Staat van den rentmeester HENRICK STOIR van te verwachten inkomsten en uilgaven der Bergsche goederen onder Ochten, over 1568—1572, naar Arnhem gezonden in 1573. 1 deel. 7176. Stukken, behoorende tot den in n°. 7175 genoemden staat, 1574. 1 omslag. 550 7177. Beschikking van de Rekenkamer tot de overbrenging van zekere betalingsordonnantie ten laste van den rentmeester JACOB GARBRANTS op HENRICK STOIR, met 2 bijlagen, 1572 (afschriften). 1 omslag. 7178. Rekening van GERRIT VAN ECK, heemraad, wegens de werken tot herstel van het door den graaf van den Berg gelegde hoofd vóór den dijk onder Ochten, in 1568, afgehoord 1569. 1 deel. N.B. Deze rekening is afgehoord door AMELIS VAN AEMSTEL VAN MIJNDEN en BOUDEWLIN VAN DER BOE, koninklijke commissarissen. Er zijn in gehecht afschriften van 1°. de commissie en de instructie, door het dijkbestuur van Nederbetuwe in samenwerking met de genoemde commissarissen aan den rendant verleend; 2°. een resolutie van Hof en Rekenkamer d.d. 1569 December 20 betreffende de verdeeling van de kosten tusschen den rentmeester der Bergsche goederen en de dijkgenooten. 7179. Rekening van ANTHON1US VAN DOIRNINCK wegens het herstel der Bergsche dijken onder Ochten, over 1576 van October 19 tot November 30, afgehoord 1577. 1 deel. 7180. Correspondentie van de Rekenkamer (oorspr. en minuut), met bijlagen, betreffende het herstel van het door den graaf van den Berg gelegde hoofd onder Ochten en het onderhoud van den dijk aldaar, 1568—4576. 1 omslag. 7181. Stukken betreffende de verpachting van een boerderij onder Eist, tot het beheer van den rentmeester der Ochtensche goederen van den graaf van den Berg behoorende, 1569, 1571. 1 omslag. 7182. Rapport van den momber Mr. JOHAN URD en JACOB BOTTER, landschrijver van Veluwe, omtrent de in beslag genomen goederen des graven van den Berg, behoorende tot de heerlijkheid Hedel, 1568. 1 deel. 7183. Rekening van PALICK VAN HEERDT, rentmeester van de heerlijkheid Hedel, van 1552 November 11 tot 1553 November 10. 1 deel. N.B. Deze, voor den graaf van den Berg bestemde, rekening is ter Rekenkamer overgeleverd door den drost van Hedel in 1570, doch niet afgehoord. 7184. Staat van den rentmeester PETER DE GROOT van de te verwachten inkomsten en uitgaven in de heerlijkheid Hedel, van 1568 Mei 1 tot 1569 April 30, overgeleverd in 1568 (oorspr. en minuut). 2 deelen. 551 7185. Staat der morgen talen onder Hedel, afgesloten door schepenen en heemraden in 1569. 1 deel. 7186. Rekening van ARIEN JANSZOON en GlIERT BARENSZOON, burgemeesteren van Hedel, wegens hun geldelijke beheer als zoodanig, over 1566 en 1567 (concept en afschrift). 2 deelen. 7187. Stukken betreffende de verpachting van de tot de grafelijke Bergsche goederen behoorende Beynemer- of Wetterswaard tegenover Doesburg, 1558, 1572. 2 stukken in omslag. * 7188. Staat van den rentmeester LUBBERT TEN HAVE van de te verwachten inkomsten en uitgaven ter zake van het beheer der Bergsche tienden onder Doornspijk en Oldebroek, yan 1568 Juli 13 tot 1569 Juli 12. 1 katern. 7189. 3de rekening van OSWALT VAN HETTERSCHEYT, rentmeester der Bergsche tienden op de Veluwe, van 1574 Juli 12 tot 1575 Juli 13, afgeboord 1577. 1 deel. N.B. Deze rekening is afgehoord in de Rekenkamer van de confiskaties te Brussel. 7190. Afschriften van de stukken, in 1569 door de raden des hertogen van Kleef aan het Hof gezonden terzake van een geschil over de ' vraag, of het kerspel Beek tot het hertogdom Kleef of wel tot het graafschap Berg behoorde, (1569). 1 omslag. N.B. De oorspr. stukken bevinden zich in het archief van het Hof. 7191. Aanteekening van de Rekenkamer, met 2 bijlagen, betreffende de heerlijkheid Beek in de Lymers, (1568). 3 stukken in omslag. IV. Beheer van de bezittingen en inkomsten der stad Zutphen, 1572—1575. 7192—7195. Rekeningen van JOHAN GARBRANTS, rentmeester van de geconfiskeerde inkomsten der stad Zutphen, 1572—1574, ten deele afgehoord 1574. 4 deelen. N.B. De rendant was door de Rekenkamer belast met dit beheer ingevolge een bevel van den hertog van Alva d.d. 1572 November 22. De rekening over 1572 betreft uitsluitend landpachten en op de inkomsten gevestigde renten. In de andere zijn onder de uitgaven geboekt de kosten van de door ALVA gelaste fortificatie der stad, behalve het daaronder begrepen herstel van de IJselbrug, waarvoor de rentmeester een afzonderlijke rekening heeft ingediend. 552 7192. Rekening over 1572. 7193. lste rekening van 1572 Februari 22 tot 1573 Februari 21 (concept). 7194. 2de en laatste rekening van 1573 Februari 23 tot 1574 Februari 22. N.B. Op den omslag abusievelijk „eerste" rekening. 7195. Rekening van 1573 Februari 24 tot 1574 Juni 28 (concept). 7196. Bijlage bij de 2de rekening van JOHAN GARBRANTS over 1573/74. '1 stuk in omslag. 7197. Staten voor de lste en de 2de rekening, met aanteekeningen van de Rekenkamer, 1572—1574. 2 deelen. 7198. Eerste en laatste rekening van JOHAN GARBRANTS terzake van het herstel van de brug over den Usel te Zutphen, van 1573 Mei 28 tot 1574 April 24, afgehoord 1574. 1 deel. 7199. Rekening van HENRICK VAN DER MAESE, rentmeester der stad Zutphen, van 1571 Februari 22 tot 1572 Februari 21 (afschrift). 1 deel. N B. Dit afschrift is ten dienste van garbrants vervaardigd en gewaarmerkt door den landrentmeester-generaal. 7200. Ordonnantie van den hertog van Alva tot het herstel, op stadskosten, van het klooster en de kerk der Predikheeren te Zutphen, 1573 (gelijktijdig afschrift). 1 stuk in omslag. 7201—7203. Stukken betreffende de inbeslagname van archivalia te Zutphen in 1572 en de teruggave daarvan in 1575. 2 deelen en 11 stukken in 2 banden. N.B. Mr. Willem van Gendt en Boudewijn van der Boe zijn op bevel van den hertog van Alva gecommitteerd om te Zutphen archiefstukken van de stad en .van stichtingen en particulieren aldaar in beslag te nemen. Die stukken zijn eerst te Nymegen, later in de Rekenkamer te Arnhem gedeponeerd. De teruggave is door requesens bevolen. Dat er niettemin Zutphensche archivalia in de Rekenkamer zijn blijven berusten (zie blz. 567), heeft een andere oorzaak. Zie daarover: Ned. Archievenblad 1922/23, blz. 29 vlg. 7201. Brieven, afkomstig van de gecommitteerden tot de inbeslagname, 1572—1574. 11 stukken, gebonden bij n°. 7202. 553 7202, 7203. Register, houdende afschriften van in beslag genomen oorkonden uit de jaren 1190—1570, vervaardigd in 1574 en 1575. 2 doelen. N.B. Bij ieder deel is een inventaris gebonden van stukken, die blijkens daarbij gevoegde akten aan de Zutphensche stadsregeering zijn gerestitueerd. Er blijkt uit, dat de afschriften slechts op een gedeelte van de teruggegeven stukken betrekking hebben. De banden zijn gemerkt A en B. 7202. (A). 1190—1549. 7203. (B). 1489—1570. V. Beheer der goederen van verschillende personen in het kwartier van Nymegen, 1568—1576. 7204. Stukken betreffende de confiskatie van huizen en inboedels te Nymegen, 1568—(c. 1575). 1 pak. N.B. Deze stukken bestaan uit: Inventarissen van de huizen en de inboedels, door den richter JOHAN VAN BOEDBERGEN in beslag genomen, gewaarmerkt door de regeering der stad, 1568; inventaris van de zich in en buiten de Munt bevindende goederen van den muntmeester, opgemaakt door den muntmeester-generaal WILLEM BUCKET en REYNER DlBBETS, 1569 (afschrift), waaraan gehecht inventarissen van de roerende goederen van wijlen BERNDT VAN HOEN, rijdenden bode der stad, en van SYBERT VAN GOCH, te Gennep gevangen, 1569 (afschriften); rekening van JACOB GARBRANTSZ. van de opbrengst der roerende goederen van den gewezen muntmeester HENRICK HANSZOON, overgeleverd te Arnhem (c. 1570), afgehoord te Brussel 1574; taxatie van de huizen, 1571; brieven van den richter aan de Rekenkamer, houdende verzoek om het huis van,wijlen MARTEN VAN ANDELST te mogen huren, 1571; voorwaarden, waarop de huizen voor 3 jaar publiek verhuurd zullen worden, 1572; aanplakbiljet bebetreffende den verkoop van de huizen; (c. 1575). 7205—7208. Rekening en van BARTHOLOMEUS GlJSBERTSZOON van den Maastol te Batenburg, 1572—1576, afgehoord 1577. 4 deelen. N.B. De rendant was sinds 1566 pachter van den tol, aanvankelijk van de vrouwe van Batenburg en haren zoon WILLEM, sinds 1569 van den koning, die hem in 1572 tot rekenplichtig ambtenaar maakte, omdat het hem wegens de troebelen moeilijk viel, de pacht op te brengen. Daar de pacificatie van Gent den tol terug- 554 bracht aan de erven van den inmiddels overleden WILLEM VAN BATENBURG, staat in de 4de rekening (fol. 26) aangeteekend, dat de tolgelden sinds 24 Juni 1576 aan de vrouwe van 'Batenburg toekomen; de later gedateerde posten zijn pro memorie vermeld. Het boekjaar loopt van 25 Juli tot 24 Juli. • De rekeningen (exemplaren voor den rendant) zijn gesloten in de Rekenkamer van de confiskaties te Brussel. 7205. lste rekening 1572/73. 7206. 2de rekening 1573/74. 7207. 3de rekening 1574/75. 7208. 4de rekening 1575/76. 7209. Ordonnantie van de vrouwe van Batenburg op den Batenburgschen tol, 1566. 1 charter. N.B. Ch. n°. 2325. Het stuk is van onderen afgesneden. Het is niet geheel zeker, dat het tot het archief van de Rekenkamer behoort. 7210. Stukken betreffende zekere landerijen van het klooster Holtmeer onder Horsen, waarvoor de vrouwe van Batenburg achterstallige pacht verschuldigd was, (1570). 1 omslag. 7211. Correspondentie rakende den verkoop van tw<;e tot de Batenburgsche goederen behoorende bouwhoeven in het ambt van tusschen Maas en Waal en de overbrenging van een daarop gevestigde hypotheek op de overige Batenburgsche goederen, 1573, 1574. 1 omslag. 7212. Akte van verpachting van de goederen, afkomstig van REYN BEYER, door JOHAN VAN MANEN, rentmeester van de verbeurdverklaarde goederen van particulieren in het kwartier van Nymegen (minuut), met bijlage. 1576. 2 stukken in omslag. 7213. Brieven (oorspr. en minuut, met bijlagen), afkomstig van BOUDEWIJN VAN DER BOE en PlETER VAN ST. PIETERS als gecommitteerden tot het opsporen van de deelnemers aan de troebelen te Tiel, ZaltBommel, in de Tieler- en Bommelerwaarden, Beesd, Renooi, Dalem en Boxmeer en de inbeslagname van hunne goederen, 1568, 1569. 1 bundel. N.B. Blijkens een aanteekening in dit dossier hebben de verbalen der commissarissen, alsmede hunne oorspr. commissie en instructie (waarvan afschriften onder deze ' stukken), onder den Raad van Beroerten te Brussel berust. In dit dossier een kaartje (zie K. n°. 168). 555 7214. Inventaris van de roerende en onroerende goederen van CLAES VlJGH, door dezen voor schepenen van Tiel opgemaakt in 1568 (afschrift). 1 katern. N.B. Dit afschrift is door de commissarissen, bedoeld in n°. 7213, aan de Rekenkamer overgegeven 12 Januari 1569. VI. Beheer der goederen van verschillende personen in het Overkwartier, 1569—1575. 7215. Brief van AERNT POLLAERT, rentmeester van de geconfiskeerde goederen in de stad Roermond 'en het ambt Montfort, aan den Raad van Beroerten te Brussel, met beschikking in margine, 1570. 1 stuk in omslag. 7216. Inventaris van de roerende en onroerende goederen, in de stad en het ambt Gelre in beslag genomen door den commissaris WILLEM VAN GENDT, 1569. 1 deel. 7217. Register, houdende afschriften van de bijlagen tot de rekeningen van JAN VAN AEFFERDEN van de verbeurdverklaarde goederen in stad en ambt Gelre over 1570—1575 April 30, (1575 of iets later). 1 deel. N.B. De bedoelde rekeningen zijn te Roermond afgehoord en behooren tot de in 1895 naar Limburg overgebrachte stukken. 7218. Stukken, behoorende tot een der rekeningen van JAN VAN AEFFERDEN, onder n°. 7217 genoemd, 1570. 2 stukken in omslag. 7219. Staat van de inkomsten, ontvangen voor den koning door GEORGIEN VAN UYTWIJCK, rentmeester van de goederen onder Weerd en Wessem, die geconfiskeerd waren' van wijlen PHILIPS VAN MONTMORENCY, graaf van Horn, overgeleverd 1571. 1 katern. 7220. Stukken, betrekking hebbende op het afhooren van de rekening over 1569 van den rentmeester, bedoeld in n°. 7219, 1571. 1 omslag. VH. Beheer der goederen van verschillende personen in het kwartier van Zutphen, 1568, 1569. 7221. Inventaris van onroerende goederen, opgemaakt door Dr. PETER VAN APPELTÖRN en door JOHAN GARBRANTS aan de Rekenkamer gezonden in 1568. 1 stuk in omslag. 7222. Inventaris van de gereede goederen, door JOHAN GARBRANTS en den landdrost ANDRIES VAN ANDERLECHT aangetroffen in het door GlJSBERT VAN BROICHUYSEN verlaten huis Barleham onder Doetinchem, 1569. 1 stuk in omslag. 556 7223. lste rekening van JOHAN GARBRANTS, van 1568 Mei 1 tot 1569 April 30. 1 deel. N.B. In deze rekening een afschrift van de commissie van den rendant van 1568. Zij is hem teruggegeven, omdat de begrooting van het bedoelde jaar reeds als rekening was afgesloten. De overige rekeningen zijn vermoedelijk te Brussel gebleven. 7224. Besluiten van den Geheimen Raad, naar aanleiding van de begrooting van GARBRANTS over 1568/69 genomen in 1570. 1 katern. VUl. Beheer der goederen van verschillende personen in het kwartier van Arnhem, 1568—1575. N.B. Zie omtrent de op de Veluwe gelegen goederen der graven van Culemborg en van den Berg blz. 547 en 551. De goederen in de steden en in Veluwezoom zijn tot 1574 onder het beheer geweest van GlDEON VAN DER HOUVE. 7225. 7226. Rekeningen van JOHAN BENTINCK wegens de onder het drostambt Veluwe gelegen goederen, 1568—1570, afgehoord 1570, 1581. 2 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 1 Mei tot 30 April. De lste rekening is als staat naar Brussel gezonden, doch te Arnhem gesloten. Er is in gehecht een alfabetische index van de voormalige eigenaars der goederen, door den rentmeester tegelijk met 3 niet meer aanwezige inventarissen ingediend. In de 2de rekening een afschrift van de commissie van den rendant van 1571 (moet zijn: 1568) en een extrakt uit de instructie van de Rekenkamer ter zake van het beheer der geconfiskeerde goederen. 7225. (lste) rekening 1568/69. 7226. 2de rekening 1569/70. 7227. Stukken, behoorende tot de rekeningen van JOHAN BENTINCK over 1568—1570. 1 omslag. 7228, 7229. Rekeningen van OSWALT VAN HETTERSCHEYT wegens de onder het drostambt Veluwe gelegen goederen, 1570—1572, afgehoord 1581. 2 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 1 Mei tot 30 April. In de lste rekening afschriften van de commissie van den rendant van 1570 en van de instructie van de Rekenkamer betreffende de geconfiskeerde goederen. 557 7228. lste rekening 1570/71. 7229. 2de rekening 1571/72. 7230. Rekening van OSWALT VAN HETTERSCHEYT wegens de in Veluwe en Veluwezoom gelegen goederen, van 1574 Mei 1 tot 1575 April 30, afgehoord 1582. 1 deel. N.B. Deze rekening heet de 5de, in aansluiting aan de rekeningen van- den rendant, die alleen de goederen onder het drostambt Veluwe betreffen (nos. 7228 en 7229). 7231. Rekening van CORNELIS ARNTSZOON, rentmeester van heer WILLEM VAN BRONKHORST EN BATENBURG, vrijheer van Batenburg en Steyn, van de Batenburgsche pandgoederen op de Veluwe, van 1566 Juli 13 tot 1567 Juli 12 (concept). 1 deel. N.B. De Batenburgsche pandgoederen behooren tot die, waarop de rekeningen onder nos. 7225—7230 betrekking hebben. 7232—7234, Liggers van erftynsen, behoorende tot de aan de heeren van Batenburg verpande hertogelijke domeinen op de Veluwe, aangelegd in 1561, bijgehouden, met aanteekening der ontvangsten, tot 1576. 4 deelen in 3 banden. N.B. Deze boeken zijn afgeschreven (inclusief de aanteekening der ontvangsten van 1549 af) naar vier in 1548 door Renoy samengestelde liggers (nos. 1301—1303). 7232. „Barnevelt", 1549—1576. 7233. „Thynsboick van der Nykercken", 1549—1576. 7234. „Thynsboick van den ampten van Ermell ende Putten", 1549—1576, 2 deelen in een band. 7235. Inventaris van de te Harderwijk en Elburg geconfiskeerde huizen, (1568). 1 stuk in omslag. 7236. Stukken betreffende het beheer van de goederen te Wilp van jr. JOHAN VAN RENESSE (afschriften, 1568 of later). 1 omslag. 7237. Inventaris van.de gereede goederen, op het huis Staverden in beslag genomen (afschrift 1571). 1 katern. 7238. Stukken betreffende het beheer en den verkoop van huizen te Arnhem, 1572. Met retroacta. 1 omslag. 7239. Twee kaarteni van de geconfiskeerde venen van CRISPLNUS VAN SALSBURCH onder Ede, 1572. N.B. Zie K. nos. 244 en 245. 558 7240. Akte, waarbij de Rekenkamer zeker accoord bevestigt ter zake van de tot de Batenburgsche pandschap behoorende Jolenbroeker tiend, die herverpand was aan de familie SCHRASSERT c. s., 1576. 1 charter. N.B. Ch. n°. 2778. LX. Beheer der goederen van verschillende personen te Culemborg, 1568—1576. 7241. Kohier der onroerende goederen, toebehoorende aan personen, die in verband met de troebelen veroordeeld waren, opgemaakt door den kapitein ROBERT VAN LYENDEN, drost en superintendent van Culemborg, 1570. 1 deel. N.B. van lyenden was 24 December 1568 door den hertog van Alva met de inbeslagneming belast. Op fol. 29 vlg. vindt men een herhaling van het daarvóór opgeteekende, doch gewijzigd na de ontvangst van gegevens van den rentmeester Van Cuyck. In dit deel is een alfabetische index van de eigenaars der goederen gehecht. 7242. Staat van de lasten, staande op en de onkosten, te maken ten behoeve van de in beslag genomen huizen en erven, opgemaakt door den rentmeester Jan van Cuyck, 1571. l deel. N.B. In dit deel is gehecht een afschrift van de verkoopvoorwaarden der bedoelde huizen. 7243—7248. Rekeningen van JAN VAN CUYCK HENRICXZOON wegens het beheer van de in beslag genomen onroerende goederen, 1568—1576, afgehoord 1581. 7 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 11 November tot 10 November. De 3de en de 7de rekening zijn verloren. In de lste afschriften van de commissie en de instructie van den rendant en van de vonnissen, die de inbeslagname tengevolge hadden. Bij de 4de een duplikaat in het Fransen, dat in 1572 te Brussel is afgehoord. 7243. lste rekening 1568/69. 7244. 2de rekening 1569/70. 7245. 4de rekening 1571/72. 2 deelen. 7246. 5de rekening 1572/73. 7247. 6de rekening 1573/74. 7248. 8ste rekening 1575/76. 7249. Rekening van JAN VAN CUYCK HENRICXZOON wegens den verkoop van de in beslag genomen roerende goederen, (1571), afgehoord te Brussel 1572. 1 deel. N.B. Het kohier der roerende goederen, waarnaar in deze rekening wordt verwezen, is verloren. 559 C. Stukken betref Jende het beheer van goederen, in beslag genomen ten nadeele van personen, die de Spaansche zijde hielden, 1581—1598. N.B. De Rekenkamer is tot dit beheer gemachtigd door den Landdag van Juni 1581. 7250. Register van commissies en instructies van rentmeesters van geconfiskeerde goederen, 1582. 1 deel. N.B. Dit register bevat slechts de commissies en de instructies voor den beziener van den Anholtschen tol en den rentmeester andries van mehen. 7251—7253. Rekeningen van WILLEM SNAB, rentmeester van de geconfiskeerde goederen in het kwartier van Nymegen, 1580—1583, afgehoord 1593, 1597. 3 deelen. N.B. Deze rekeningen betreffen de in beslag genomen goederen van Jan Peuin, Jacob Garbrantsz. en Clemens VAN DEN KERCKHOFF (ingezetenen van Nymegen), van heer DlEDERIK VAN BRONKHORST EN BATENBURG en zijn zoon Jacob, heer tot Anholt, Balthasar van Rossum en joost van cranevelt. Het boekjaar loopt van 18 Juli tot 18 Juli. In de lste rekening afschriften van 3 commissiebrieven van 1580. 7251. lste rekening 1580/81. 7252. 2de rekening 1581/82. 7253. 3de rekening 1582/83. 7254. Stukken betreffende de afrekening met de weduwe van WILLEM SNAB ter zake van diens 3de rekening, 1598, 1599. 1 omslag. 7255. Rekening van JORDEN JANSZOON, rentmeester van de geconfiskeerde goederen op de Veluwe en in Veluwezoom, over 1581, afgehoord 1582. 1 deel. N.B. In deze rekening een afschrift van de commissie van den rendant van 1581. 7256. Eerste rekening van GlJSBERT VAN LEESTEN, rentmeester van de geconfiskeerde goederen op de Veluwe en in Veluwezoom, van 1582 Januari 10 tot 1583 Januari 9. 1 deel. N.B. Een niet afgehoord concept, in 1587 in de Rekenkamer overgeleverd. Er zijn 2 commissiebrieven van 1581 in afgeschreven. 7257. Stukken, behoorende tot de rekening van GlJSBERT VAN LEESTEN over 1582/83. 1 omslag. 560 7258. Rekening van JOHAN VOGELSANCK, rentmeester van de geconfiskeerde goederen onder Epe en Heerde van FREDERIK VAN PALLANDT, heer tot Keppel, over 1581, afgehoord 1581. 1 deel. 7259. Bijlagen bij de rekening van JOHAN VOGELSANCK over 1581. 2 stukken in omslag. 7260. Pachtboek van de Keppelsche tienden onder Epe en Heerde, 1581. 1 deel. 7261—7266. Rekeningen van GlJSBERT VAN LEESTEN, rentmeester van de geconfiskeerde goederen onder Epe en Heerde van FREDERIK VAN PALLANDT, heer tot Keppel, 1581—1587, afgehoord 1586, 1596. 6 deelen. N.B. Het boekjaar loopt van 1 Mei tot 30 April. Aan de lste rekening is gehecht een afschrift van de instructie van den rentmeester van 1582 (gedeeltelijk afgescheurd). 7261. lste rekening 1581/82. 7262. 2de rekening 1582/83. 7263. 3de rekening 1583/84. 7264. 4de rekening 1584/85. 7265. 5de rekening 1585/86. 7266. 6de rekening 1586/87. 7267. Stukken, behoorende tot de rekeningen van GlJSBERT VAN LEESTEN over 1581—1587. 1 omslag. 7268. Correspondentie over de arrestatie te Utrecht van den rentmeester GlJSBERT VAN LEESTEN, terwijl deze onderweg was naar Hattem voor de verpachting van de Keppelsche tienden, 1585. 1 omslag. 7269. Rekening van CRISPINUS VAN SOLTZBRUGGEN ter zake van de inname en de bewaring van het aan de gravin van Bronkhorst toebehoorende huis te Eerbeek, van 1581 December 2 tot 1582, afgehoord 1582. 1 deel. N.B. In deze rekening een afschrift van de commissie van den rendant van 1581. 7270. Eerste rekening van GlJSBERT VAN LEESTEN, rentmeester der geconfiskeerde goederen van de gravin van Bronkhorst te Eerbeek, Hal en Velp, van 1582 Januari 10 tot 1583 Januari 9 (concept). 1 deel. N.B. Dit concept is overgeleverd in 1587, doch niet afgehoord. 561 7271—7278, Stukken betreffende het beheer van de geconfiskeerde goederen van DlEDERIK VAN BRONKHORST EN BATENBURG en zijn zoon JACOB, heeren van Anholt, 1581—1598. N.B. Deze confiskatie is eerst in 1600 opgeheven (zie VAN SPAEN, Inl. I, blz. 391). Tot de goederen behoorden o. a. de bannerheerlijkheid Baar en Latum en de helft van de Batenburgsche pandgoederen op de- N.W. Veluwe, waarvan de wederhelft toekwam aan den heer (tot 1594 de vrouwe douairière) van Batenburg. Het beheer van die goederen voerde de Rekenkamer samen met den rentmeester van Batenburg. Zie ook de rekeningen nos. 7251—7253. 7271, 7272. Rekeningen van den rentmeester ANDRIES VAN MEHEN, 1581—1583, afgehoord 1591. N.B. Het boekjaar loopt van 12 Juli tot 11 Juli. Bij iedere rekening een exemplaar voor den rendant. In de lste een afschrift van diens commissie van 1581. 7271. lste rekening 1581/82. 2 deelen. 7272, 2de rekening 1582/83. 2 deelen. 7273. Bijlage bij de 2de rekening van ANDRIES VAN MEHEN, 1582/83. 1 stuk in omslag. 7274. Ingekomen brieven, minuut-akten en andere stukken betreffende het door de Rekenkamer met den rentmeester van Batenburg gevoerde beheer van de Batenburgsche tienden onder Barneveld en den tol Terschuur, 1582—1593. 1 pak. 7275. Correspondentie van de Rekenkamer met den rentmeester ANDRIES VAN MEHEN over het indienen van zijn rekeningen, 1598. 1 omslag. 7276. Verzoekschrift van GAERT WOLTERSZ. aan de Rekenkamer om te worden aangesteld tot beziener van den geconfiskeerden Anholtschen tol te Arnhem, (1582), waaraan gehecht de commissiebrief van zijn vader (?) als beziener op de Geldersche tollen aldaar op Rijn en Usel van 1574. 1 charter met aangehecht stuk. N.B. Ch. n°. 2288, De requestrant is niet aangesteld blijkens de commissie van den opvolger van CORNELIS CAEN, in wiens plaats hij wenschte benoemd te worden, van 1582, geregistreerd in het boek onder n°. 7250. 7277. Rekeningen van den rentmeester van Bredevoort wegens zijn aldaar voor de vrouwe van Anholt, als pandhoudster van die heerlijkheid, gevoerde beheer, 1586/87, 1591/92. 2 deelen. N.B. Deze rekeningen zijn niet afgehoord. 36 562 7278. Opteekening van de door DlEDERIK VAN BRONKHORST EN BATENBURG, heer tot Anholt, als pandheer van Bredevoort in de jaren 1562-^1564 bestede kosten tot herstel van het slot aldaar en bijbehoorende gebouwen (afschr. c. 1590). 1 deel. D. Stukken betreffende het beheer van de geestelijke goederen, 1581—1597. N.B. Het beheer der geseculariseerde geestelijke goederen is 31 Mei 1580 aan een bijzondere kerkelijke Rekenkamer opgedragen, die echter niet in werking is getreden. Ingevolge een door den Landdag in Juni 1581 aan het Hof gegeven opdracht heeft deze in November van dat jaar een door het Hof ontworpen reglement op het beheer van de geestelijke goederen aangenomen, waarbij aan de Rekenkamer het afhooren van de rekeningen en de zorg voor de kerkelijke archieven werd opgedragen. Alleen de goederen in de Bommeler- en Tielerwaarden waren, in verband met de afscheiding van ZaltBommel, aan dit beheer onttrokken. De Rekenkamer heeft zich over deze vermeerdering van haar werkzaamheden herhaaldelijk beklaagd en er vermoedelijk na 1597 niets meer aan gedaan, hetgeen ten gevolge gehad heeft, dat in 1599 de Kwartieren zich het beheer hebben aangetrokken (in dat van Nymegen ten deele de regenten in steden en ambten). In het archief van de Rekenkamer zijn opmerkelijk weinig stukken hieromtrent bewaard, terwijl die van hare opvolgers in dat beheer die leemte niet kunnen aanvullen. Voor een deel althans moeten wij dit gemis aan VAN HASSELT wijten. De opdracht om oudere archivalia in bewaring te nemen schijnt de Rekenkamer niet te hebben uitgevoerd. Enkele van de hier beschreven stukken (o. a. die van 1580) zijn vermoedelijk van het Hof afkomstig, doch door dit college aan de Rekenkamer overgedragen. 7279. „Staet der geestelicke gueder in diè grafschap ende quartier van Zutphen, van den inconien ende betalinge dese jare LXXX, overgelevert [aan het Hof?] by den rentmeester BERNT MOCKINCK den 1 December LXXX". 1 katern. 7280—7292. Staten (begrootingen) van de inkomsten en uitgaven der geestelijke goederen, 1593—1598, door de rentmeesters aan de Rekenkamer overgeleverd en aldaar afgehoord en gesloten 1594— 1597. 13 katerns. N.B. Deze stukken zijn geliasseerd geweest. 563 7280. Staat van WILHELM DUENSBURCH, rentmeester van het klooster Bethlehem, van 1593 Februari 22 tot 1594 Februari 22. 7281. Staat van DERICK VAN LEWEN, rentmeester van het kapittel der St. Stevenskerk te Nymegen, van 1594 Juli 14 tot 1595 Juli 13. 7282. Staat van DERICK VAN LEWEN, rentmeester van de Regulieren te Nymegen, van 1594 Juni 14 tot 1595 Juni 13. 7283. Staat van ERNST JOESTENS, rentmeester van de commanderie van St. Jan te Arnhem, van 1594 Juli 13 tot 1595 Juli 12. N.B. Deze staat is afgehoord, doch niet gesloten. 7284. Staat van WILHELM DüNSBERCH, rentmeester van het klooster Bethlehem, van 1594 Juni 1 tot 1595 Mei 31. N.B. Deze staat is, blijkens een daarin gehechten minuutbrief aan den rentmeester, voorloopig niet gesloten omdat er bezwaren tegen bestonden. 7285. Staat van DERICK VAN LEWEN, rentmeester van het kapittel der St. Stevenskerk te NymegeW, van 1595 Juli 14 tot 1596 Juli 13. 7286. Staat van DERICK VAN LEWEN, rentmeester van het Regulierenklooster te Nymegen, van 1595 Juli 14 tot 1596 Juli 13. 7287. Staat van DERICK VAN LEWEN, rentmeester van het Predikheerenklooster te Nymegen, van 1595 JuH 14 tot 1596 Juli 13. 7288. Staat van HENRICK HUIBERTS, rentmeester van het klooster Mariendaal, van 1595 Juni 19 tot 1596 Juni 18. 7289. Staat van DERRICK TER HELL, rentmeester van het klooster Klarewater, van 1595 Juli 1 tot 1596 Juni 30. 7290. Staat van HENRICK VAN SCHEVICKHAVEN, rentmeester van het kapittel van St. Walburg te Arnhem, van 1596 Juni 12 tot 1597 Juli 11. 7291. Sta«tr van HENRYCK VAN ESSEN, rentmeester van de Fraters te Harderwijk, van 1597 Juli 12 tot 1598 Juli 11. 7292. Staat van HENRYCK VAN ESSEN, rentmeester van het St. Catharinaklooster te Harderwijk, van 1597 Juli 12 tot 1598 Juli 11. 7293, „Inventaris van die thyenden und goeder, tot dat cloester Belheem und Schaar gehoerende", 1580. 1 katern. 564 7294. Aanteekeningen betreffende de inbeslagname van de geestelijke goederen te Harderwijk door het Hof in 1581. 2 stukken in omslag. N.B. Op een der stukken is aangeteekend, dat het aan de raden in het Hof VOET en VAN DEK CAPELLEN is overgegeven. Daar VAN HASSELT deze stukken gebonden had in zijn „Stukken van groot belang voor het Quartier van Veluwe", is het niettemin waarschijnlijk, dat zij behooren tot het archief van de Rekenkamer. Vermoedelijk vormen zij het overblijfsel van een dossier in dit archief. 7295. Stukken betreffende den afstand aan de stad Harderwijk van een op de domeinen van Veluwe ten behoeve van de Minrebroeders aldaar, gevestigde rente, 1577, 1578, 1583. 1 omslag. 7296. Brieven van HENRICK VAN ESSEN, rentmeester der kloostergoederen van Harderwijk, aan de Rekenkamer, alsmede 2 afschriften van huurcontracten, het beheer van die goederen betreffende, 1584— 1595. 1 omslag. N.B. Deze stukken vormen een fragment van een lias; zij waren door VAN HASSELT gebonden in zijn „Stukken van groot belang voor het Quartier van Veluwe". 7297. Opteekening van het verhandelde tusschen de Rekenkamer en den Magistraat van Arnhem over het recht op de steenen van het klooster Bethanië, 1594 (minuut). 1 stuk in omslag. N.B. De Rekenkamer, die op de steenen recht pretenteerde als beheerende de geestelijke goederen van de Landschap, wenschte ze voor herstellingen aan de hofgebouwen te gebruiken, de Magistraat meende er recht op te hebben, omdat het klooster binnen het schependom lag, en wilde ze voor de vernieuwing van de Velperpoort dienst laten doen. 7298. Correspondentie van de Rekenkamer met de regeering van Zwolle terzake van een aan die regeering verleend consent om de Kater veerschepen te laten landen op grond van het klooster Klarewater, 1594, 1597. 1 omslag. 7299. Akte, waarbij de rentmeester van Monnikhuizen als huider door de Geldersche Leenkamer wordt beleend met goederen onder Rheden, 1592. 1 charter. N.B. Ch. n°. 1305. 7300. Akten, waarbij de Rekenkamer wegens het door haar gevoerde beheer der Veluwsche kloostergoederen beleend wordt met goederen van de kloosters Hulsbergen en Klarewater, 1597. 6 charters. N.B. Ch. nos. 1306—1310, 2308. 565 VIJFDE AFDEELING. IN DE REKENKAMER GEDEPONEERDE ARCHIVALIA. A. De archieven van de graven en hertogen van Gelre. N.B. Deze archieven, die bij de oprichting van de Rekenkamer aan hare zorgen zijn toevertrouwd, behooren in een afzonderlijken inventaris beschreven te worden. De vermelding hier is pro memorie. De na 1543 van deze archieven vervaardigde inventarissen en registers zijn pro memorie vermeld op blz. 53 en 54. B. Archivalia, afkomstig van Bourgondische en Oostenrijksche ' autoriteiten in Gelderland vóór 1543. N.B. Deze archivalia zijn met die van de graven en hertogen van Gelre vermengd geweest en behooren daarmede beschreven te worden. Hier dus eveneens: pro memorie. C. Charters en andere stukken, door de Landschap in de Rekenkamer gedeponeerd. N.B. De Landdag gaf nu en dan stukken van belang in bewaring aan de Rekenkamer. Ook deze stukken zullen elders beschreven moeten worden en zijn daarom hier pro memorie vermeld. D. Stukken, behoorende tot het archief van de Rekenkamer in Brabant, doch door deze vermoedelijk aan de Geldersche Rekenkamer overgedragen, omdat zij betrekking hebben op het beheer van de Geldersche domeinen vóór de oprichting van het laatstgenoemde college. N.B. Tot deze stukken behooren enkele inventarissen, die in de lste Afdeeling pro memorie vermeld zijn (zie blz. 53 en 54) en daarom hier niet Opnieuw zijn gememoreerd. 7301. Brieven van den landrentmeester-generaal en anderen over Geldersche domeinzaken aan de Rekenkamer te Brussel, 1551—1555. 1 omslag. 7302, 7303. Registratuur van akten betreffende de Geldersche domeinen, gehouden door de Rekenkamer te Brussel, 1543-r-1560. 2 deelen. 566 7302. „Régistre de la chambre des comptes a Bruxelles pour les affaires de la duchié de Gelres, commenchant le XIIe jour de septembre XVcXLIII." 1543—1558. N.B. Gemerkt: L. Vóórin een inhoudsopgave. Het register bevat akten van allerlei aard. 7303. „Régistre van den brieven van vercochten renten ende andere partyen, daermede de domeynen des hertooghdoms van Gelre ende graeffschap van Zutphen belast zijn zindert den jare 1549 tot" (1560). N.B. Gemerkt: X. Op het lste en de laatste 4 bladen een inhoudsopgave. Vanaf fol. 77 verso zijn de geregistreerde akten die betreffende de door Van DlEVE c. s. 1557— 1560 op de domeinen gevestigde hypotheken, eveneens te vinden in n°. 316. 7304. Afschriften van vier in het Kleefsche archief berustende brieven van 1473 betreffende de schenking door KAREL DEN STOUTEN van Geldersche landsheerlijke rechten en geld aan den hertog van Kleef (c. 1550). 1 katern. N.B. Zie reg. nos. 270—273. 7305, 7306. Afschriften van in de registerkamer te Arnhem bewaarde archivalia, vermoedelijk ten behoeve van de Rekenkamer te Brussel vervaardigd (c. 1550). 2 deelen. N.B. De oorspr. deelen, waarnaar deze afschriften Vvervaardigd zijn, bevinden zich nog in het hertogelijk archief. 7305, „Van den verpanden ende onverpanden renten ende domeynen slantz van Gelre ende mede- van den ampten, wie die heeft ende bedient." Overzicht van 's hertogen inkomsten uit de domeinen, pondschattingen, enz., samengesteld in 1494 of iets later. 7306. „Van den quartier van Sutphen, van der pantscappen ende anders." Register van pandbrieven, op de domeinen in het kwartier van Zutphen gevestigd, samengesteld (c. 1500). E. Vier klaarboeken en twaalf gerichtsboeken van Veluwe (15de en 16de eeuw). N.B. Deze, in den inventaris van NlJHOFF vermelde, boeken moeten reeds in 1570 onder de Rekenkamer hebben berust, blijkens een schrijven van DlBBETS aan den 567 hertog van Alva, waarvan de minuut in n°, 287 is te vinden. Zij zijn thans bij de rechterlijke archieven van de Veluwe geplaatst en worden derhalve hier pro memorie vermeld. F. Charters, afkomstig uit verschillende archieven en van particulieren in de stad en het kwartier van Zutphen (14de, 15de en 16de eeuw), N.B. Deze charters zijn vermoedelijk in 1572, na de plundering van Zutphen, door de Rekenkamer aangekocht. Zie daarover! Nederlandsch Archievenblad 1922/23, blz. 29 vlg. Daar zij ten deele voor overdracht aan de gemeente Zutphen, ten deele voor de plaatsing in andere archieven in het Geldersche archiefdepot in aanmerking komen, zijn zij hier slechts pro memorie vermeld. G, Rekeningen van Gerrit Gerritszoon, rentmeester van Zalt-Bommel c. a„ van de geestelijke goederen in de Bommeler- en Tielerwaarden, 1580—1587. N.B. Zie over dezen rentmeester de noot bij de nos. 3224— 3229. Zijn rekeningen van de geestelijke goederen zijn hier pro memorie vermeld, omdat zij wel tegelijk met de andere in 15% in het archief van de Rekenkamer zijn gedeponeerd en er dus feitelijk toe behooren, doch het niettemin wenschelijk scheen, ze elders te plaatsen. Nadat toch aan het eigenmachtig optreden van de stad Zalt-Bommel t. a. v. de domeinen en de geestelijke goederen door de bemiddeling van den prins van Oranje een einde was gekomen, is het beheer van de laatstgenoemde goederen door de ambtsjonkers ter hand genomen. De Rekenkamer heeft zich dus nimmer met dat beheer ingelaten. Daar zich nu in hei Rijksarchief enkele stukken bevinden, die geacht moeten worden, tot het archief van dat ambtsbestuur te behooren (zie P. NlJHOFF, „Kort overzigt van het oud provinciaal archief van Gelderland", blz. 33), zijn de hier beschreven rekeningen bij die stukken geplaatst om ze meer tot haar recht* te doen komen. Vijf er van zijn exemplaren voor den rendant. De lste rekening, over 1579/80, schijnt verloren te zijn gegaan nadat NlJHOFF zijn inventaris maakte. In het Algemeen Rijksarchief bevindt zich nog een rekening over 1586/88. H, Stukken, afkomstig van leden van de Rekenkamer en anderen. 7307. Stukken, afkomstig van GERARD VAN RENOY als heer van Spijk. Afschriften van privilegiebrieven en andere oorkonden, hoofdzakelijk 568 de beneden-Lingestreek betreffende, met eigenhandige aanteekeningen van RENOY en vermoedelijk door dezen bijeengebracht (c. 1560). 1 band. N.B. Zie Kron. Hist Genootsch. 2de serie, 1852, blz. 323: in 1607 is deze band opgevraagd van de weduwe van PAULUS MERULA te Leiden. Er is in de 2de helft van de 18de eeuw een verzameling afschriften, afkomstig yan de Rekenkamer te Roermond, bij gebonden. Mr. PlETER BONDAM heeft van die samengevoegde stukken een inhoudsopgaaf gemaakt. Thans zijn ze weder gescheiden. 7308. Stukken, afkomstig van BOUDEWIJN VAN DER BOE, betrekking hebbende op werkzaamheden, voor den keizer buiten Gelderland verricht vóórdat hij rekenmeester in Gelderland werd, (c. 1550). 1 omslag. 7309. Brief van de Staten-Generaal te Antwerpen aan den rekenmeester JOHAN BENTINCK, houdende kennisgeving, dat hij is gecommitteerd tot de directie der generale middelen, met een afschrift zijner instructie, 1578. 2 stukken in omslag. 7310. Stukken, afkomstig van den rekenmeester FREDERIK HENDRIK VAN GENT en betrekking hebbende op den boedel van NlCOLAAS VAN GENT, overleden te Vianen in 1708. 1 omslag. 7311. „Titulatuurboek voor de Rekenkamer in Gelderland", vervaardigd ten eigen gebruike door den secretaris Mr. G. VAN HASSELT (c. 1780). 1 deel. 7312. Commissiebrieven voor WILLEM HENRICKSZOON MENTHEN als klerk (provisioneel en definitief) van de Rekenkamer, 1633. 2 charters. N.B. Ch. nos. 2087 en 2089. 569 BIJLAGEN TOT DEN INVENTARIS. Bijlage A. Stukken, afkomstig van de mombers en hunne substituten, N.B. De momber of advocaat-fiscaal was ambtenaar van het Hof en de Rekenkamer. Zie over zijn ambt: Tegenw. Staat van Gelderland blz. 177. Een substituut-momber stond hem terzijde. Hun taak bestond in het handhaven van 's Lands hoogheid en rechten, hetgeen o. a. medebracht, dat zij voor de Rekenkamer processen voerden en aan haar adviezen uitbrachten (zie nos. 112—122) over aangelegenheden, die met het beheer der domeinen verband hielden. Dientengevolge zijn door verschillende mombers en hunne substituten papieren nagelaten, die geacht kunnen worden, het archief van de Rekenkamer aan te vullen. De in 1795 in de momberskamer ten Hove gevonden stukken (zie Inleiding blz. 13) bestonden grootendeels in archiefstukken, van de Rekenkamer en het Hof afkomstig, die de momber op grond van zijn instructie niet onder zich mocht behouden. Zij zijn, ten deele destijds en ten deele ook later, teruggebracht naar de archieven, waartoe zij . behooren. De hier beschreven verzameling wordt in hoofdzaak gevormd door minuten en andere stukken, van de mombers zelf afkomstig, die slechts voor een klein gedeelte door NlJHOFF in zijn alfabetisch register waren opgenomen, voor het overige in de lijst vóórin dat register kort zijn vermeld. 7313. Mombersadviezen aan de Rekenkamer (minuut), met enkele bijbehoorende stukken, 1703—1719. 1 band. 7314. Mombersadviezen aan de Rekenkamer in zake de naasting van Hedel, 1699 (minuut). 1 band. 7315. Mombersadviezen aan de Rekenkamer, 1688—1762 (afschriften). 1 deel. 7316—7318. Mombersadviezen aan het Hof, 1730—1762 (afschriften). 3 deelen. 7316. 1730—1747. 7317. 1745—1756. 7318. 1757—1762. 7319—7369. Door de mombers gevormde dossiers, bevattende minuutadviezen en -rapporten, aanteekeningen, afschriften, ook enkele oorspr. bij het Hof en de Rekenkamer ingekomen stukken, 1604—1762. 570 7319. Stukken betreffende processen over tienden onder Apeldoorn, 1604—1624. 1 omslag. 7320. Verbaal van den landrentmeester-generaal en den momber omtrent hunne commissie naar Nymegen tot deponeering van een kapitaal aldaar voor de lossing van het Kleefsche ambt Duffel, 1607 (minuut). 1 stuk in omslag. N.B. Vgl. n°. 530. 7321. Mombersadvies aan het Hof (minuut) en bijbehoorende stukken ter zake van een proces met de abdis van Elten over de verplichtingen der vrouwengoederen op de Veluwe, 1612. 1 omslag. 7322. Stukken betreffende eischen, door den momber ingesteld tegen de grafelijke familie van den Berg tot erkenning van het novale tiendrecht van de Landschap onder Doornspijk en Heerde, 1613, 1628. 1 omslag. 7323. In handen van den momber gestelde stukken over een geschil met den kelner van Putten, die beweerde, dat zeker heerengoed onder Voorthuizen in den hof te Putten hoorig was, 1618. 1 omslag. 7324. Eenige afschriften van akten betreffende de Epserwaard, verzameld uit het archief van de Rekenkamer en geliasseerd (in 1619?). 1 omslag. 7325. Stukken betreffende het proces tusschen den momber, namens den landrentmeester-generaal, en de erfgenamen van JOOST TER VlELE, landrentmeester van Zutphen, over den achterstand van diens rekeningen, 1622. 1 pak. N.B. Vgl. n°. 3697. 7326. Stukken betreffende een geschil over de overdracht van zekere pandrechten door de familie van Bronkhorst-Batenburg aan PAUL BITTER c. s., 1627, 1628. 1 omslag. N.B. Vgl. nos. 392 en 393. 7327. Stukken betreffende een geschil met de regeering van Nymegen over het wegvoeren van tiendvruchten, 1633. 1 omslag. 7328. Stukken betreffende een proces over het bezit van een bij Dieren aangewonnen zand, 1639, 1640. 1 omslag. N.B. Dit dossier moet door den momber gelicht zijn van de griffie van het Hof. 571 7329. Stukken betreffende de handhaving van 'sLands hoogheid door den momber tegenover den heer van Dalem, 1646. 1 omslag. 7330. Stukken betreffende de grensregeling tusschen de kerspelen Winterswijk en Vreden in de Mastermark, 1649, 1650. 1 omslag. . N.B. Dit dossier is in de Rekenkamer gevormd, doch moet in de 18de eeuw door den momber gelicht zijn voor het uitbrengen van zijn adviezen tot regeling van de Geldersch-Munstersche grens. Verschillende kaarten en andere stukken, die op deze grensregeling betrekking hebben, zijn te vinden in het archief van het Hof. 7331. Stukken betreffende adviezen, aan het Hof uitgebracht over de Geldersch-Munstersche grens, (1649—1671). Met retroacta. 2 pakken en 1 kaart. N.B. Zie K. n°. 186. Vermoedelijk overblijfselen van verschillende dossiers, waarin sommige stukken, die de momber uit het archief van het Hof had gelicht. In de 18de eeuw zijn deze stukken opnieuw gebruikt door den momber. 7332. Stukken betreffende geschillen over tolvrijheid op de riviertollen van de burgers van verschillende steden, 1655—1669. 1 pak. 7333. Stukken betreffende processen, door den momber gevoerd tegen onrechtmatige gebruikers en schenders van het Ruurlosche Broek, 1656—1720. 1 pak. 7334. Stukken betreffende een proces, door den momber gevoerd tegen WESSEL ROELOFSZ. over de tiendplicht van zeker land onder Baak, 1665. 1 pak. 7335. Stukken betreffende een proces met de gravin van den Berg over het bezit van de raaitiend te Gendringen, 1667. 1 omslag. 7336. Stukken betreffende een advies over proceskosten in zake een te Nunspeet beganen doodslag, 1667. 1 omslag. 7337. Minuten van eenige deducties, opgesteld door den momber OP TEN NOORT ter zake van grensgeschillen met Kleef in 1668. 1 omslag. N.B. De oorspr. deducties bevinden zich in het archief van de Landschap. Deze stukken»zijn in 1866 geschonken door Mr. J. M. DE KEMPENAER. 572 7338. Stukken betreffende de handhaving van het recht van de Landschap op de novale tienden onder Rheden, 1669, 1670, 1678. 1 omslag. 7339. Stukken betreffende de geschillen tusschen den landrentmeester-generaal en den gewezen landrentmeester van Zutphen jacob schimmelpenninck over den achterstand van diens rekeningen, 1677. 1 pak. 7340. Stukken betreffende het accoord, door de Rekenkamer aangegaan met jr. thomas van heuvel tot heuckingh en geertruid van bronckhorst over hun aandeel in de Batenburgsche pandgoederen op de Veluwe, 1679. 1 omslag. 7341. Stukken betreffende een door den momber gevoerd proces tegen de steden Nymegen, Tiel en Zalt-Bommel over de door deze steden gepretendeerde tolvrijheid op de Maas, 1688. 1 pak. n.b. De graaf van Hora en de heer van Oyen hadden zich bij den momber gevoegd. Vgl. n°. 745. 7342. Stukken betreffende het optreden van den momber tegen onrechtmatig plaggenmaaien in het Nederrijkswald, 1694. 1 omslag. 7343. Stukken betreffende een proces, door den momber tegen de regenten en geërfden van Dalem gevoerd over de verplichting tot herstel van den dijk aldaar, 1698. 1 omslag. 7344. Stukken betreffende een door den momber ingestelden eisch voor de Rekenkamer als beheerende de geconfiskeerde goederen van den commies op het fort St. Andries, 1700. 1 pak. n.b. Vgl. nos. 1032—1034. 7345. Stukken, betrekking hebbende op de plooierijen te Nymegen, te Tiel, te Zalt-Bommel en te Hattem, 1702—1704. 1 pak. 7346. Stukken betreffende de invordering van een boete, door Joost Vincent van Asbeck en Jan Volkerinck te Winterswijk verschuldigd, 1703. 1 omslag. 7347. Minuutrapport van den momber, met een desbetreffend stuk, over het recht op de novale tienden van de tot bouwland ontgonnen voormalige bosschen onder Didam, 1703. 1 omslag. 7348. Mimrutrapport van den momber en andere stukken, de plooierijen te Groenlo betreffende, 1704. 1 omslag. 573 7349. Minuutadvies, met bijlagen, over de vertolling van pijpaarde te Zalt-Bommel, 1704. 1 omslag. 7350. Stukken betreffende den eiseh van den landrentmeestergeneraal aan den waldgraaf van het Nederrijkswald tot betaling van den achterstand van diens rekeningen, 1705. 1 omslag. 7351. Stukken betreffende een proces over de novale tiend van buitendijksch land onder Heilouw, 1705. 1 omslag. 7352. Stukken betreffende een geschil over de indiening van declaraties door een advocaat en een procureur te Zalt-Bommel in de zaak tegen den rentmeester GEY, 1707—1717. 1 omslag. N.B. Vgl. n°. 991. 7353. Stukken betreffende eischen, door den momber ingesteld tegen verschillende personen wegens te Wageningen plaats gehad hebbende ongeregeldheden, 1708. 1 pak. 7354. Stukken betreffende een klacht over het wegvoeren van tiendvruchten onder de Bevermeersche tiend (rentambt Zutphen), 1708. 1 omslag. 7355. Mombersadvies (minuut), met bijbehoorende stukken, over de alimentatie van vondelingen, 1710. 1 omslag. 7356. Stukken betreffende een met den graaf van den Berg gevoerd proces over het recht van de Landschap op de novale tiend in het Didammerbosch, 1711. 1 pak. 7357. Requesten, door de Rekenkamer in handen van den momber gesteld, betrekking hebbende op tienden onder Steenderen en den tol in den Toldijk aldaar, 1711. 1 omslag. 7358. Stukken betreffende de voorbereiding en de uitvoering van de conventie tusschen de Landschap en den heer van Doorwerth over de grenzen van diens heerlijkheid en den ruil van domeingrond, tot stand gekomen in 1712. Met "enkele retroacta. 1 omslag. N.B. Vgl. nos. 1668 en 1669 en het advies van den momber in n°. 114. 7359. Stukken betreffende een advies over het recht van verhaal van een boete op het vermogen der moeder van den veroordeelde, 1712. 1 omslag. 7360. Stukken betreffende een proces voor het Hof over verbreking 574 van trouwbeloften, waarin 's mombers advies was gevraagd, 1714. 1 omslag. 7361. Minuutadvies aan het Hof, met bijbehoorende stukken, in zake een valschen eed, die te Voorst zou zijn afgelegd, 1714. 1 omslag. 7362. „Gelders waterrecht." (vermoedelijk een niet aanvaard concept voor het waterrecht van 1715). 1 stuk in omslag. 7363. Stukken betreffende een proces, door den momber gevoerd tegen de erfgenamen van L. J. B. BENTINCK TOT DEN BRIELER over hunne verplichting om door de levering van tiendrollen den omvang aan te toonen van de door hen in pand en pacht bezeten domeintienden onder Barneveld, 1716. 1 pak. 7364. Minuutadviezen aan het Hof in een crimineel proces tegen inwoners van Renkum, 1716. 1 omslag. 7365. Stukken betreffende een proces van den momber tegen HARMEN JALINK wegens ongeregeldheden, te Groenlo gepleegd, 1716, 1 omslag. 7366. Stukken betreffende een proces over een te Nykerk onwettig voltrokken huwelijk, 1716, 1 omslag. 7367. Stukken betreffende zekere commissie van den momber naar Zalt-Bommel en Echteld in 1718. 1 omslag. 7368. Stukken betreffende een geschil tusschen den momber en den landdrost van Veluwe over eenige posten in diens rekening, 1752. 1 omslag. 7369. Stukken betreffende de handhaving tegenover den landdrost van Zutphen van het recht van dienstvrijheid van twee onder het rentambt Schuilenburg behoorende erven, 1762. 1 pak. 7370. Afschriften van processtukken betreffende de Batenburgsche pandgoederen, vervaardigd door den landschrijver van Veluwe VAN STEENLER, 1603. 1 deel. 7371. „Register van de pampieren, dewelke in de momberscassen sijn", (c. 1700). 1 deel. N.B. Van de in dezen inventaris vermelde stukken zijn slechts enkele nog in dit mombersarchief te vinden. 575 Bijlage B. Stukken, afkomstig van den verwalter-rentmeester der Zutphensche domeinen F. de Bruyn. N.B. Deze stukken zijn in 1884 aan het Archief geschonken door den heer P. F. DE BRUYN TENGBERGEN, tegelijk met een aantal rendants-exemplaren van rekeningen, waarvan slechts één in dezen inventaris is ingedeeld, omdat het oorspr. exemplaar ontbrak (zie de noot bij nos. 3849 vlg.). De hier beschreven liggers sluiten in het algemeen aan bij die onder nos. 1128—1130. 7372. Liggers van tynsen, onder het rentambt Zutphen verschuldigd, met aanteekening van de ontvangsten, 1765—1792. 3 deelen. 7373. Lijsten van in 1791 en 1792 ontvangen tynsen. 3 katerns in een omslag. 7374. Processen-verbaal van tiendverpachtingen, 1761—1790. 1 pak. Bijlage C. Eenige indices en inhoudsopgaven van tot dit archief behoorende deelen, N.B. Ten deele op verschillende tijdstippen voor het Archief aangekocht. a. Indices, enz., vervaardigd door den secretaris Mr. Gerard van Hasselt. 7375. Index op de „dagelijksche notulen" (nos. 67—71), 1701—1763, onvolledig bijgehouden tot 1785, 1 deel. 7376. Inhoudsopgaaf van de commissieboeken (nos. 76—85), 1559—1785. 1 deel. 7377. Index op het „eerste register" (n°. 102). 1 deel. 7378. Index op de registers van uit Brussel ingekomen brieven (nos. 103 en 104), 1563—1578. 1 deel. 7379. Index op het register van uitgegane brieven (nos. 140—155), 1675— 1784. 1 deel. 7380. Index op het register van brieven aan den Erfstadhouder (n°. 190), 1749—1779. 1 deel. 7381—7383. Inhoudsopgaaf van het register van allerhande akten (nos. 192—204), 1559—1781. 3 deelen. 7381. 1559—1658. 7382. 1646—1715. a&f 7383. 1716—1781. 576 7384, 7385. Index op de appointementboeken (nos. 247—250), 1604—1778. 2 deelen. 7384. 1604—1778. 7385. 1720—1773. 7386. Index op de ordonnantieboeken (nos. 258—267), 1604—1784. 1 deel. 7387. Index op de registers van „allerhande verscryvongen" enz. (nos. 297 en 298). 1 deel. 7388. Inhoudsopgaaf van het register van akten betreffende de vervreemding van domeinen (nos. 322 en 323), 1690—1777. 1 deel. 7389. Index op de rekeningen van de landdrosten van Veluwe en hare bijlagen, 1713—1780. 1 deel. N.B. Niet door VAN HASSELT persoonlijk géschreven. De bedoelde bijlagen zijn alle verloren. b. Indices, vervaardigd door Mr. Is. An. Nijhoff. 7390. Index op de memorie- en resolutieboeken (nos. 38—44), 1667—1794. 1 deel. 7391. Index op het register van allerhande akten (nos. 192—204), 1559— 1794. 1 deel. INHOUD DEEL I Blz. Inleiding 5 Inventaris 31 Eerste Afdeeling. Algemeen 31 A. Stukken, afkomstig van de keizerlijke commissarissen tot het beheer der domeinen in Gelderland en van hun secretaris, 1543—1559 31 B. Resolutiën, registratuur en andere stukken van algemeenen aard 34 I. Stukken betreffende de inrichting en den werkkring van de Rekenkamer 34 II. Resolutiën en registers 36 III. Ingekomen stukken 40 IV. Uitgegane stukken 7.. 42 V. Rapporten, staten en aanteekeningen betreffende den toestand van de domeinen in 't algemeen 49 VI, Stukken, betrekking hebbende op het beheer van dit archief vóór 1795 51 VII. Diverse afschriften en teekeningen 55 C. Stukken betreffende de verpanding, bezwaring en vervreemding van domeinen en de inlossing van verpande en bezwaarde domeinen 57 I. Stukken betreffende verpanding, bezwaring en vervreemding en verschillende bemoeiingen met verpande domeinen 57 er. Registratuur e. a. stukken van algemeenen aard .... 57 b. Stukken betreffende de verpanding enz. van bepaalde domeinen 62 II. Stukken betreffende de lossing van verpande domeinen en van hypotheken, op domeinen gevestigd 73 37 578 Blz. D. Stukken betreffende de werkzaamheden van Hof en Rekenkamer gezamenlijk 92 I. Afschriften en duplikaten 93 II. Eenige oorspronkelijke stukken, op de handhaving van 's lands hoogheid betrekking hebbende 94 Tweede Afdeeling. Stukken, betrekking hebbende op onderdeelen van het domeinbeheer (uitgezonderd rekeningen en bijlagen) 96 A. Stukken betreffende het landrentambt-generaal 96 I. Algemeen 96 II. Stukken betreffende het beheer van bepaalde domeinen 98 III. Stukken betreffende de invordering van beden 102 IV. Stukken, op verschillende onderwerpen betrekking hebbende 103 B. Stukken betreffende het beheer van de munt 106 I. De munt te Nymegen 106 II. De munt te Harderwijk 107 C. Stukken betreffende het beheer van de rivieren 110 D. Stukken betreffende het beheer van de riviertollen 117 I. Algemeen 117 II. Dossiers betreffende vrijstelling van tol en geschillen over de tolheffing 121 III. Stukken betreffende het beheer van eenige tollen in het bijzonder 125 IV. Stukken betreffende bemoeienissen, in het belang van de domeintollen, met den tol van net Utrecntscne Kapittel van St. Marie te Schenkenschans en dien van den heer van Anholt te Arnhem 128 V. Toltarieven, tolordonnanties en andere handschriften!, betrekking hebbende op riviertollen 129 E. Stukken betreffende het beheer van de subalterne rentambten 130 I. Rentambt Nymegen 130 a. Algemeen 130 6. Domeinen van Middelaar 131 c. Domeinen in de stad en het Rijk van Nymegen, 579 Blz. tusschen Maas en Waal en in de Over- en Neder¬ betuwe 132 II. Nederrijkswald 142 UI. Rentambt Groesbeek 146 IV. Rentambt Zalt-Bommel ca 149 a. Algemeen 149 6. Domeinen, tot het rentambt behoorende 150 c. Buitengewone administraties 154 V. Rentambt Hedel 156 VI. Rentambt Gelre 161 VII. Rentambt Kriekenbeek 162 VIII. Drost- en rentambt Kessel 163 IX' Rentambt Roermond, Montfort en Erkelentz 164 X. Rentambt Zutphen 164 a. Algemeen 165 b. Stukken, betrekking hebbende op rechten en verplichtingen, uit de hofhoorigheid voortvloeiende, alsmede op de betaling van tyns 166 c. Verschillende domeinen 170 XI. Rentambt Schuilenburg 174 XII. Rentambt Baar en Latum 177 XIII. Rentambt Veluwe 183 a. Algemeen 184 6. Tynsen en erfpachten 186 c. Verschillende domeinen1 198 XIV. Rentambt van de geloste Batenburgsche pandgoederen 206 XV. Keurmeesterambt op de Veluwe 209 a. Het ambt in 't algemeen 209 b. Stukken betreffende heerengoederen 210 c. Stukken betreffende abts- en vrouwengoederen .. 214 XVI. Boschmeesterambt op de Veluwe 216 XVII. Rentambt Pleyen 217 XVIII. Rentambt Steenwaard 218 37* 580 Blz. F. Stukken betreffende het beheer van de justitieele ambten .. 222 I. Kwartier van Nymegen 223 II. Overkwartier 22o III. Kwartier van Zutphen 225 IV. Kwartier van Arnhem 229 Derde Afdeeling. Rekeningen en bijlagen 234 A. Rekeningen betreffende den inwendigen dienst in de Rekenkamer 234 I. Rekeningen van de secretarissen en conciërges van de Rekenkamer wegens de behoeften der kanselarij, 1560— 1670 234 II. Rekeningen van de auditeurs van de Rekenkamer wegens de jura van geëxpedieerde akten ett pehnegelden 235 B. Rekeningen van de landrentmeesters-generaal 236 I. Rekeningen van de landrentmeesters-generaal Wegens hun gewone beheer, 1543—1794 236 II Bederekeningen van de landrentmeesters-generaal, 1548 —1574 258 III. Rekeningen van de landrentmeesters-generaal wegens de vervreemding en bezwaring van domeinen, 1557/60— 1574/76 271 IV. Rekeningen!, namens de landrentmeesters-generaal afgelegd in verband met de naasting van de baronie Hedel en de aflossing van de daarop gevestigde schulden, 1699—1750 277 C. Rekeningen van de muntmeesters 278 I. Rekeningen van de muntmeesters te Nymegen, 1558— 1584, en te Harderwijk, 1584—1620, 1652—1664, 1704— 1795 • 278 II. Rekening van een muntmeester te Zutphen, 1582/83 281 D. Rekeningen van de ontvangers der riviertollen 282 I. Rekeningen van de ontvangers van den grooten Gelderschen tol te Arnhem, 1543—1663 282 II. Rekeningen van de ontvangers van den grooten Gelderschen tol te IJseloord, 1543—1663 285 581 Blz. III. Rekeningen van de ontvangers van den grooten Gelderschen tol te Arnhem en te IJseloord, 1663—1679, 1688/90, 1739—1741 289 IV. Rekeningen van de ontvangers van den springtol te Lekskensveer bij Wageningen, 1739—1774, 1790, 1791 290 V. Rekeningen van de ontvangers van den grooten Gelderschen tol te Nymegen, 1543—1679. 1688/90, 1702,03, 1739—1741 291 VI. Rekeningen van de ontvangers van den markttol te Nymegen, 1621—1678 296 VII. Rekeningen van de ontvangers van den Gelderschen tol te Tiel, 1563—1679, 1739—1741 297 VIII. Rekeningen van de ontvangers van den gelosten Meurschen pandtol te Tiel, 1624—1637, 1758/59 300 IX. Rekeningen van de ontvangers van den tol te ZaltBommel, 1542—1677, 1739—1741 301 X. Rekeningen van de ontvangers van den tol te Zutphen, 1544_1672 304 XI, Rekeningen van de ontvangers van den tol te Roermond, 1551—1561, 1639—1646 309 XII. Rekeningen van de ontvangers van den Middelaarschen tol op de Maas, 1559/60, 1581—1646 310 E. Rekeningen van de rentmeesters der subalterne rentambten 312 I. Rekeningen van de rentmeesters der domeinen van Middelaar, in de stad en het Rijk van Nymegen, tusschen Maas en Waal en in de Over- en Nederbetuwe, 1543—1794 312 II. Rekeningen vaM de waldgraven van het Nederrijkswald, 1543—1795 324 III. Rekeningen van de rentmeesters der heerlijkheid Groesbeek, 1768—1794 334 IV. Rekeningen van de rentmeesters der domeinen van Zalt-Bommel, de Bommeler- en Tielerwaarden, Beesd, Renooi en Akkooi, 1543—1794 335 V. Rekeningen van de rentmeesters der baronie Hedel, 1700—1794 347 582 Blz. VI. Rekeningen van de rentmeesters der domeinen van stad en ambt Gelre, 1572—1609 350 VII. Rekeningen van de rentmeesters der domeinen van Kriekenbeek c. a., 1544—1582 352 VIII. Rekeningen van de drosten-rentmeesters van Kessel en de voogdij Lottum, 1543—1578 354 IX. Rekeningen van de rentmeesters der domeinen van Roermond, Montfort en Erkelentz, 1544—1576 356 X. Rekeningen van de rentmeesters der domeinen van Zutphen, 1549—1795 358 XI. Rekeningen van de ontvangers van den landtol ter Hunnepe, 1552—1619 369 XII. Rekeningen van de rentmeesters der Schuilenburgsche goederen, 1667—1794 371 XIII. Rekeningen van de rentmeesters der bannerheerlijkheid Baar en Latum, 1736—1794 376 XIV, Rekeningen van de rentmeesters der domeinen van Veluwe, 1543—1794 378 XV. Rekeningen van de rentmeesters der korenrenten van Veluwe, 1543—1549 392 XVI. Rekeningen van den rentmeester der domeinen van Hattem, 1543—1548 393 XVII. Rekeningen van de rentmeesters der geloste Batenburgsche pandgoederen op de Veluwe, 1683—1794 .. 394 XVIII. Rekeningen van de keurmeesters op de Veluwe, 1557—1795 401 XIX. Rekeningen van de boschmeesters op de Veluwe, 1543—1795 , 410 XX. Rekening van den brandmeester op de Veluwe, 1544/45 414 XXI. Rekeningen van den rentmeester van de Pleyen, 1773—1795 415 XXII. Rekeningen van den rentmeester van de Steenwaard, 1793—1795 '. 415 583 Blz. Rekeningen van de officieren van justitie 416 I. Rekeningen van de burggraven en dijkgraven des Rijks van Nymegen, 1543—1795 416 II. Rekeningen van de richters der stad Nymegen, 1545—1591, 1713—1795 425 III. Rekeningen van de ambtlieden en dijkgraven tusschen Maas en Waal, 1543—1555, 1722—1795 428 IV. Rekeningen van de ambtlieden en dijkgraven van Overbetuwe, 1543—1795 432 V. Rekeningen van de ambtlieden en dijkgraven van Nederbetuwe, 1543—1795 439 VI. Rekeningen van de richters en dijkgraven van Tiel en Zandwijk, 1643—1795 447 VII. Rekeningen van de ambtlieden en dijkgraven van Zalt-Bommel, de Bommeler- en Tielerwaarden en Heerewaarden, 1543—1795 453 VIII. Rekeningen van de ambtlieden van Beesd en Renooi, 1543—1554, 1656—1794 463 IX. Rekening van den drost van Middelaar, 1558/66 .. 468 X. Rekeningen van de drosten van Stralen, 1543—1560 468 XI. Rekeningen van de scholten van Venlo, 1543—1562 469 XII. Rekeningen van de drosten van Kriekenbeek en Erkelentz, 1543—1577 , 469 XIII. Rekeningen van den scholtis van Kessel en de voogdij Lottum, 1551—1557 471 XIV. Rekeningen van den scholtis van Roermond, 1543— 1547 471 XV. Rekeningen van de drosten van Montfort, 1543—1571 472 XVI. Rekeningen van de landdrosten van Zutphen, 1543— 1635, 1702—1795 473 XVII. Rekeningen van de scholten binnen en buiten Zutphen, 1543—1795 477 XVIII. Rekeningen van de richters binnen en buiten Doesburg, 1543—1795 486 584 Blz. XIX. Rekeningen van de scholten binnen en buiten Lochem, 1627—1795 493 XX. Rekeningen van de landdrosten van Veluwe, 1543— 1795 ' 498 XXI. Rekeningen van de richters in het Nybroek, (1598)— 1611 505 XXII. Rekeningen van de richters van Arnhem en Veluwezoom, 1543—1795 ■. 505 XXIII. Rekeningen van de scholten binnen en buiten Hattem, 1668—1795 515 XXIV. Rekeningen van de scholten van Elburg, 1543—1559 519 XXV. Rekeningen van de richters en dijkgraven van Wageningen, 1564—1795 520 G. Rekeningen van de griffiers van het Hof wegens het zegelrecht, 1553—1794 526 H. Rekeningen van de leengriffiers wegens de heergewaden der leenen, 1543—1795 528 Vierde Afdeeling. Stukken betreffende tijdelijk aan de Rekenkamer opgedragen werkzaamheden 538 A. Rekeningen en andere stukken betreffende de defensie .... 538 I. Rekeningen en andere stukken, in hoofdzaak de fortificatie van steden betreffende, 1548—1577 538 II. Rekeningen betreffende de uitrusting van krijgsvolk en oorlogsbodems, 1580—1584 539 B. Stukken betreffende het beheer van de in Gelderland gelegen goederen der in 1568 door den Raad van Beroerten te Brussel veroordeelde personen, alsmede van de in 1572 in beslag genomen bezittingen der stad Zutphen 542 I. Algemeen 542 II. Beheer der goederen van den graai van Culemborg, 1568—1576 ; 544 III. Beheer der goederen van den graaf van den Berg, . 1568—1576 548 585 Blz. IV. Beheer der bezittingen eri inkomsten van de stad Zutphen, 1572—1575 551 V. Beheer der goederen van verschillende personen in het kwartier van Nymegen, 1568—1576 553 VI. Beheer der goederen van verschillende personen in het Overkwartier, 1569—1575 555 VII. Beheer der goederen van verschillende personen in het kwartier van Zutphen, 1568, 1569 555 VIII. Beheer der goederen van verschillende personen in het kwartier van Arnhem, 1568—1576 556 IX. Beheer der. goederen van verschillende personen te Culemborg, 1568—1576 558 C. Stukken betreffende het beheer van goederen, in beslag genomen ten nadeele van personen, die de Spaansche zijde hielden, 1581—1598 559 D. Stukken betreffende het beheer van de geestelijke goederen, 1581—1597 562 Vijfde Afdeeling. In de Rekenkamer gedeponeerde archivalia .... 565 A. De archieven van de graven en hertogen van Gelre (pro memorie) 565 B. Archivalia, afkomstig van de Bourgondische en Oostenrijksche autoriteiten in Gelderland vóór 1543 (pro memorie) 565 C. Charters en andere stukken, door de Landschap in de Rekenkamer gedeponeerd (pro memorie) 565 D. Stukken, behoorende tot het archief van de Rekenkamer in Brabant, doch door deze vermoedelijk aan de Geldersche Rekenkamer overgedragen, omdat zij betrekking hebben op het beheer van de Geldersche domeinen vóór de oprichting van het laatstgenoemde college 565 E. Vier klaarboeken en twaalf gerichtsboeken van Veluwe (15de en 16de eeuw) (pro memorie) 566 F. Charters, afkomstig uit verschillende archieven en van particulieren in de stad en het kwartier van Zutphen (14de, 15de en 16de eeuw) (pro memorie) 567 586 Blz. G. Rekeningen van Gerrit Gerritszoon, rentmeester van ZaltBommel c. a., van de geestelijke goederen in de Bommeleren Tielerwaarden, 1580—1587 (pro memorie) 567 H. Stukken, afkomstig van leden van de Rekenkamer en anderen 567 Bijlagen tot den inventaris 569 Bijlage A. Stukken, afkomstig van de mombers en hunne substituten 569 Bijlage B. Stukken, afkomstig van den verwalter-rentmeester der Zutphensche domeinen F. de Bruyn 575 Bijlage C. Eenige indices en inhoudsopgaven van tot dit archief behoorende deelen 575 . a. Indices, enz., vervaardigd door den secretaris Mr. Gerard van Hasselt 575 b. Indices, vervaardigd door Mr. Is. An. Nijhoff 576 HET ARCHIEF DER GELDERSCHE REKENKAMER, 1559-1795, EN VAN DE COMMISSARISSEN, BELAST MET HET BEHEER VAN DE GELDERSCHE DOMEINEN, 1543-1559, DOOR Jhr. Mr. A. H. MARTENS VAN SE VEN HOVEN. VERBETERINGEN EN BIJVOEGINGEN. In 1926 zijn eenige verbeteringen en bijvoegingen bij het bovengenoemde werk afzonderlijk uitgegeven. De bijvoegingen waren noodzakelijk tengevolge van het overnemen van stukken uit de verzameling VAN HASSELT van de Openbare Bibliotheek te Arnhem (zie Rijksarchiefversl. 1926, II blz. 70). Het zijn vooral eenige inmiddels van het Zutphensche gemeentearchief overgenomen stukken, ten deele uit dezelfde verzameling afkomstig, die nieuwe bijvoegingen noodig hebben gemaakt. Daar er niet veel van dien aard meer te verwachten schijnt te zijn, zijn thans al deze bijvoegingen en ook alle correcties (daarin begrepen die van het verbeterblad achter in het eerste deel van den inventaris) in één supplement vereenigd. Daarbij is weggelaten de in het eerste supplement telkens herhaalde mededeeling, in welk deel van VAN HASSELT's verzameling de betrokken stukken zijn gevonden, aangezien dit voor den gebruiker van het archief niet van belang is. Evenmin scheen het noodig, bij de talrijke nummers, die met stukken uit de collectie VAN HASSELT zijn aangevuld zonder dat dit uit de beschrijving behoeft te blijken, hiervan in noten melding te maken. DEEL l Blz. 24. 3186; lees: 3187. 17. Voeg bij: 1 deel. Tusschen 86 en 87 voege men in: 86a. Instructie voor WARNER SCHALCK, scholtis te Roermond. Concept, ter Rekenkamer gemaakt, waarnaar het Hof de inn°. 79 geregistreerde instructie heeft uitgevaardigd. 1634. 1 katern. N.B. Wellicht het overblijfsel eener verzameling bijlagen bij het register van commissies en instructies. 2 128. Men voege het jaartal 1716 bij. 136. Men voege bij: 1610. 229. 1783; lees 1784. 239—241. 2 deelen en 1 katern; lees: 3 deelen. 241. 1 katern; lees: 1 deel. 268. Lees voor 1556: (1544). Voeg bij in de noot: Uit de verzameling VAN HASSELT konden met deze lias worden hereenigd: „Lestat du revenu et charges de la duchie de Geldres et conté de Zutphen avec ses appartinences", (1544); „officien ende diensten in den hertochdom van Gelre ende graefscip van Zutphen", (1544 of 1545); memorie, houdende een berekening van de opbrengst in de vier kwartieren van de in 1547 toegestane bede (afschr. c. 1550). Tusschen 292 en 293 voege men in: 292a. Duplikaat van het rapport onder n°. 292. Met afschriften van oude inventarissen van de hand van VAN HASSELT. 1 deel. 313. 7 omslagen; lees: 8 omslagen. 314, 315. Lees: 2 deelen in een band. 354—356. Verpachting; lees: verpanding. 372. reg. n°. 466a; lees: reg. n°. 467a. Tusschen 395 en 396 voege men in: 395a, Stukken betreffende de verpanding van den Schuilenburg ca. aan den graaf van Culemborg, 1629—1633. 1 dossier in omslag. 437. 1520; lees: 1502. 460. 1 stuk; lees: 2'stukken. 461. Men vuile de noot aldus aan: Hierbij is gevoegd een waarschijnlijk met deze stukken geliasseerd geweest afschrift van een brief betreffende een verhooging van de pandsom, met een verklaring aan den voet, dat TH. GRAMAYE den oorspronkelijken brief heeft teruggegeven, 1551. 462. Men voege bij: alsmede inventaris van de overgelegde stukken, met aanteekening, dat de daarin vermelde brieven te Arnhem zijn ontvangen, (1559). N.B. Dit stuk is geliasseerd geweest met de overige onder dit nr. 3 475. 1 omslag; lees: 1 katern. 492. 1278; lees: 1288. 614. Voeg bij: N.B. Vóór in dit pak een opteekening van hetgeen voor de opening van de muntbus uit de Rekenkamer moet worden meegenomen. 674. Lees: 1567, 1583—1656. Er is n.1. een stuk van 1567 uit de verzameling VAN HASSELT bijgevoegd, dat vermoedelijk een overblijfsel is van een dossier betreffende het in bezit nemen van een zand in den Usel. 718—725. Statuten; lees: staten. 745. In de noot voege men bij: zie ook n°. 7341. 871. 1 omslag; lees: 2 omslagen. 916—918. 3 kaarten; lees: 2 kaarten. 1005, Perikheeren; lees: Predikheeren. 1041. 1 stuk in omslag; lees: 1 charter, N.B. Ch. n°. 3187. 1063. 3 omslagen; lees: 2 omslagen. 1108—1111, Ingekomen; lees: Ingekomen (en enkele minuten van uitgegane). 1123 (noot). Twente; lees: Salland. Na 1173 voege men in: 1173a. Stukken betreffende herstellingen, aan het huis Schuilenburg verricht, 1610—1616. 1 omslag. 1173b. Ordonnanties en quitanties, in hoofdzaak herstellingen aan het huis Schuilenburg en de boerderij Ticheloven betreffende, 1665, 1666. 1 omslag. N.B, Deze stukken zijn geliasseerd geweest en vermoedelijk bijlagen tot een niet bewaarde rekening van HENDRIK TENGBERGEN. Tusschen 1214 en 1215 voege'men in: 1214a. Register van ontvangsten van het rentambt, aangelegd ih 1758, bijgehouden tot 1800. 1 deel. 1214b. Register van uitgaven van het rentambt, aangelegd in 1758, bijgehouden tot 1797. 1 deel. 1284. Het hier beschreven deel behoort tot de stukken betreffende het keurambt en zou derhalve beter geplaatst zijn geweest vóór n°. 1516. 4 Blz. 198, regel 6 van boven: Ch. 1373; lees: 2254. Vóór 1403 voege men in: 1402a. Staat van sinds 1658 in het schependom van Arnhem ontgonnen landen, vermoedelijk met het oog op de inning van novale tiend opgemaakt door I. VAN GEELKERCK (c. 1670). 1 stuk. Tusschen 1431 en 1432 voege men in: 1431a. Rekening van SANDER BENTINCK en GEERLICH VAN DER CAPELLEN, raden in het Hof, wegens hunne commissie tot den verkoop van de roerende goederen op het kasteel te Harderwijk, (1581). 1 katern. N.B. Deze rekening is vermoedelijk voor de Rekenkamer bestemd geweest, doch zij is niet gesloten. 1690. Lees: Eenige bijlagen bij de rekeningen onder n°. 1689. Quitantie wegens het vervaardigen van muntijzers voor de munt te Nijmegen, 1559, quitanties uit de jaren 1563—1576 wegens geleverde waskaarsen en andere behoeften voor de diensten in de St. Anna- of Raadskapel, quitantie wegens het aanbrengen van het Geldersche wapen op lederen brandemmers in de kanselarij, 1567, en enkele andere stukken. 1 omslag. 1805. Voeg bij: Ordonnanties en quintanties betreffende het vervaardigen van het groot zegel der provincie en zilveren bussen voor de boden der kanselarij, 1582. In plaats van 3 stukken leze men: 9 stukken. Tusschen 1809 en 1810 voege men in: 1809a. Bijlage bij de 12de rekening over 1592. Afschrift van de commissie van den ambtman van Overbetuwe van 1591. 1 stuk in omslag. 1841—1882. 1662; lees: 1622. Tusschen 1886 en 1887 voege men in: 1886a. Bijlagen bij de 7de rekening over 1628. 1 omslag. Tusschen 1887 en 1888 voege men in: 1887a. Bijlagen bij de 12de rekening over 1633. 1 omslag. 1887b. Bijlagen bij de 18de rekening over 1639. Ordonnanties wegens het aan N. VAN GEELKERCK verschuldigde voor het in kaart brengen van de provincie, ter zake van het kopieeren van het portret van hertog Karei, voor 19 exemplaren van Pontanus' Historie en voor het vervoer van exemplaren van dat werk van Harderwijk naar Nijmegen, Tusschen 1911 en 1912 voege men in: 1911a. Bijlagen bij de 6de rekening van VINCENT ADOLF VAN BAER over 1675. 1 omslag. 1947. Voeg bij: Dossiertje betreffende den afkoop van tynsen in 1699. 2087. Voeg bij: alsmede 2 stukken in omslag. Vóór 2242 voege men in: 2241a. Bijlagen bij de 7de rekening van JACOP DERRICXZOON ALEWIJN, 1588/93. 1 omslag. Vóór 2312 voege men in: 2311a. Bijlage bij een verloren rekening van GAERT COCK, 1602. 1 stuk in omslag. Tusschen 2458 en 2459 voege men in: 2458a. Rekening van GEERHARDT VAN DOMPSELER, pachter van den tol, wegens confiscatien, compositien en breuken, 1604/5, afgehoord 1606. 1 deel. Tusschen 3680 en 3681 voege men in: 3680a, Bijlage bij de 7de rekening over 1570/71. Commissie voor een boschbewaarder van den Schuilenburg, 1570 (afschr.). 1 stuk in omslag. 3697. Voeg bij: N.B. Zie ook n°. 7325. Na 3751 voege men in: 3751a, 3751b. Enkele bijlagen bij de rekeningen van JACOB SCHIMMELPENNINCK VAN DER OYE over 1605—1664. 3751a. Bijlage bij de 9de rekening over 1610/11. 1 stuk in omslag. 3751b. Bijlage bij de 49ste rekening over 1650/51. 1 stuk in omslag. 3760—3790. 31 deelen; lees: 32 deelen. In de noot vervalt: de 17de rekening is verloren. Tusschen 3775 en 3776 voege men in: 3775a. 17de rekening 1690/91. 4774. 1 stuk; lees: 2 stukken. 4949 (noot). Lees: de 5de rekening ontbreekt; de 6de en laatste is afgehoord, enz. 5 6 5511. Lees: Bijlagen bij een verloren rekening van JOHAN VAN ASPEREN EN VAN VUREN. Brieven van den griffier ROOS aan den ambtman, waarvan één met last tot het oproepen, enz., de beide andere met last om tot vervolging van de joden te Zalt-Bommel over te gaan, 1570. 3 stukken in omslag. Vóór 5551 voege men in: 5550a. Bijlage bij de (verloren) 2de rekening van BARTOLT VAN GENT, 1640. 1 stuk in omslag. 5753—5775. Het jaartal 1806 vervalt. 6406—6409. 4 deelen; lees: 5 deelen. 6409. Men voege bij: In duplo. Tusschen 6734 en 6735 voege men in: 6734a. Bijlage bij de rekening van HENRICK VAN ECK over 1572—1576. Bevelschrift van het Hof aan den richter tot herstel van den postweg in de Grebbe, 1573. 1 stuk in omslag. Men voege in na 7083: 7083a, Ordonnantie van de door de officieren in de Graafschap voor den bouw van de vesting Grol te leveren diensten, opgemaakt door het Hof in 1555. 1 katern. 7C85. Na het jaartal 1565 vuile men aan: alsmede stukken betreffende de verzoeken om schadevergoeding van de eigenaren, die tot den aankoop hebben geleid, 1563, 1564. Na 2 charters: en 1 omslag. Tusschen 7113 en 7114 voege men in: 7113a. Ordonnantie van het Hof, waarnaar zich de bemanningen der oorlogsschepen in Gelderland te gedragen zullen hebben, (1582) (afschr.). 1 katern. 7196. Bijlage; lees: bijlagen. 1 stuk in omslag; lees: 1 katern en 1 stuk in omslag. Voeg bij: N. B. Het katern bevat een verbaal van de publieke verpachting van het wijnhuis en van andere inkomsten der stad Zutphen in 1573. Na 7200 voege men in: 72CCa. Atlas van de aan de stad Zutphen toebehoorende grondenr vervaardigd in 1573. 1 deel. N.B. Zie K. n°. 187c. Blz. 575. Men leze: Bijlage B. Stukken, afkomstig van comptabele ambtenaren. a. Afkomstig van Dirck Jongbtoet, rentmeester der domeinen van Zalt-Bommel ca. 7371a. Ligger van tynsen, onder het rentambt Zalt-Bommel ca. verschuldigd, met aanteekening van de ontvangsten over 1656—1663. 1 deel. N.B. Fol. 136 verso—146 zijn eenige inkomsten van anderen aard opgeteekend. Dit boek is gevonden in het archief der gemeente Tiel. b. Afkomstig van den verwalter-rentmeester der Zutphensche domeinen F. de Bruyn. N.B. enz. 7372. Liggers, enz. 7373. Lijsten, enz. 7374. Processen-verbaal, enz. c. Afkomstig van Johan Geisweit, ontvanger van den tol te Zalt-Bommel. 7374a. Tolboek of contrarolle van den tol te Zalt-Bommel, 1671—1674. 1 deel. N.B. Dit deel is gevonden in het gemeentearchief van Beusichem. DEEL II. REGESTENLIJST. 5. Loven; lees: Lonen. 6. Juli 2; lees: Juli 16. LIJST VAN KAARTEN EN TEEKENINGEN. Blz. 223. Noot bij I: den Rijn; lees: de Waal. 7 8 187a. „Caertenboeck", houdende 19 kaarten van de aan de stad Zutphen toebehoorende en voor den koning in beslag genomen gronden, met opgaaf van den aard en de grootte der perceelen en de namen der pachters, op last van de Rekenkamer geteekend door THOMAS WlTTEROOS in 1573 (gekleurd). Inv. n°. 7200a. N.B. Op het titelblad een algemeene, bij iedere kaart een bijzondere toelichting. Op enkele kaarten perspectiefteekeningen van gebouwen. HET ARCHIEF DER GELDERSCHE REKENKAMER, 1559—1795, en van de COMMISSARISSEN, BELAST MET HET BEHEER VAN DE GELDERSCHE DOMEINEN, 1543-1559, door Jhr. Mr. A. H. MARTENS VAN SEVENHOVEN. Verbeteringen en bijvoegingen, meerendeels noodzakelijk geworden tengevolge van de overneming in 1926 van de in de Openbare Bibliotheek te Arnhem berust hebbende archivalia, afkomstig van Van Hasselt. (Zie deel I, blz. 27, noot 1.) DEEL i. 3. Men voege in de noot: In dit omslag zijn uit VAN HASSÈLT's „Varia van en voor de Rekenkamer" gevoegd 1 katern („acten, by den greffier van de cantzelrye gemaickt noepende der condempnacien van den scholtissen op Velouwen over den ontfanck der heerenguldens", 1557) en 1 stuk, groot 2 bladen („memoriaell belangende die renthen, tho den huyss tho Hattem gehoerich, die erschienen synt int voerleden jaer XLIII", overgeleverd aan VAN DlEVE in 1546). Tusschen 86 en 87 voege men in: 86a. Instructie voor WARNER SCHALCK, scholtis te Roermond. Concept, ter Rekenkamer gemaakt, waarnaar het Hof de instructie, geregistreerd in n°. 79, heeft uitgevaardigd. 1634. 1 katern. N.B. Dit stuk, gevonden in VAN HASSELTS „Varia van en voor de Rekenkamer", is wellicht het overblijfsel eener verzameling bijlagen bij het register van commissies en instructies. 100. Men vuile de noot aldus aan: Hierbij zijn gevoegd 1 stuk uit VAN HASSÈLT's „Remissorium", 2 uit „Raepiaemus". 2 101. Men vuile de noot aldus aan: Hierbij zijn gevoegd 3 brieven van PAULUS MERULA, gevonden in VAN HASSÈLT's „Geldersche Historieschrijvers". 128. Men voege het jaartal 1716 bij, daar een stuk van dat jaar uit VAN HASSÈLT's „Varia van en voor de Rekenkamer" is bijgevoegd. 268. Lees voor 1556: (1544). In de noot voege men bij: in 1926 zijn aan dit pak toegevoegd de volgende stukken, die oorspronkelijk met de andere geliasseerd geweest zijn, doch door VAN HASSELT waren gevoegd in zijn „Raepiaemus" (de beide staten) en „Schat van Geldersche stukken" IV (de memorie): „Lestat du revenu et charges de la duchie de Geldres et conté de Zutfen avec ses appartinences", (1544); „officien ende diensten in den hertochdom van Gelre ende graefscip van Zutfen" (1544 of 1545); memorie, houdende een berekening van de opbrengst in de vier kwartieren van de in 1547 toegestane bede (afschr. c. 1550). 313. 7 omslagen; lees: 8 omslagen. 314, 315. Lees: 2 deelen in een band. 354—356. Verpachting; le es: verpanding. 460. 1 stuk; lees: 2 stukken. 614. Men voege de volgende noot bij: Vóór in dit pak een opteekening van hetgeen voor de opening van de muntbus uit de Rekenkamer moet worden medegenomen; gevonden in VAN HASSÈLT's „Varia van en voor de Rekenkamer". 620. Men voege bij: N.B. Hierbij zijn gevoegd 1 katern en 1 stuk, gevonden in VAN HASSÈLT's „Varia van en voor de Rekenkamer", 674. Lees: 1567, 1583—1656. Er is n.1. een stuk van 1567 uit VAN HASSÈLT's „Remissorium" bijgevoegd, dat vermoedelijk een overblijfsel is van een dossier betreffende het in bezit nemen van een zand in den Usel. 718—725. Statuten; lees: staten. 748. Men voege bij: N.B. Hierbij zijn gevoegd 2 katerns, gevonden in VAN HASSÈLT's „Varia van en voor de Rekenkamer". 1005. Perikheeren; lees: Predikheeren. Vóór 1403 voege men in: 3 1402a. Staat van sinds 1658 in het schependom van Arnhem ontgonnen landen, vermoedelijk met het oog op de inning van novale tiend opgemaakt door I. VAN GEELKERCK (c. 1670). 1 stuk. N.B. Gevonden in VAN HASSÈLT's „Klooterboek" 6. Tusschen 1431 en 1432 voege men in: 1431a. Rekening van SANDER BENTINCK en GEERLICH VAN DER CAPELLEN, raden in het Hof, wegens hunne commissie tot den verkoop van de roerende goederen op het kasteel te Harderwijk, (1581). 1 katern. N.B. Deze rekening, gevonden in VAN HASSÈLT's „Varia van en voor de Rekenkamer", is vermoedelijk voor de Rekenkamer bestemd geweest, doch zij is niet gesloten. 1690. Lees: Eenige bijlagen bij de rekeningen onder n°. 1689. Quitantie wegens het vervaardigen van muntijzers voor de munt te Nijmegen, 1559, quitanties uit de jaren 1563—1576 wegens geleverde waskaarsen en andere behoeften voor de missen in de St. Anna- of Raadskapel, quitantie wegens het aanbrengen van het Geldersche wapen op lederen brandemmers in de kanselarij, 1567, en enkele andere stukken. 1 omslag. N.B. Ten deele gevonden in VAN HASSÈLT's „Schat van Geldersche stukken" VIII, „Remissorium" en „Raepiaemus". 1745. Men voege bij: Aangevuld met een stuk, gevonden in VAN HASSÈLT's „Schat van Geldersche stukken" VIII. 1805. Men voege bij: Ordonnanties en quitanties betreffende het vervaardigen van het groot zegel der provincie en zilveren bussen voor de boden der kanselarij, 1582, N.B. Dit nr. is aangevuld uit VAN HASSÈLT's „Schat van Geldersche stukken" V. In plaats van 3 stukken leze men: 9 stukken. 1840. Men voege bij: N.B. Dit pak is belangrijk aangevuld uit VAN HASSÈLT's „Schat van Geldersche stukken" VIII, „Geldersche Historieschrijvers" en „Repertorium" I. 1841—1882. 1662; lees: 1622. 1883—1895. Men voege bij: N.B. De nos. 1883, 1885 en 1886 zijn aangevuld met stukken, gevonden in VAN HASSÈLT's „Repertorium" I en „Schat van Geldersche stukken" X. 4 Tusschen 1886 en 1887 voege men in: 1886a. Bijlagen bij de 7de rekening over 1628. 1 omslag. N.B. Deze stukken zijn gevonden in VAN HASSÈLT's „Geldersche Historieschrijvers" en „Repertorium' I. Tusschen 1887 en 1888 voege men in: 1887a. Bijlagen bij.de 12de rekening over 1633. 1 omslag. N.B. Deze stukken zijn gevonden als die onder n°. 1886a. 18876. Bijlagen bij de 18de rekening over 1639. Ordonnanties wegens het aan N. VAN GEELKERCK verschuldigde voor het in kaart brengen van de provincie, ter zake van het kopieeren van het portret van hertog KAREL, voor 19 exemplaren van PONTANUS' Historie en voor het vervoer van exemplaren van dat werk van Harderwijk naar Nijmegen. N.B. Deze stukken zijn gevonden in VAN HASSÈLT's „Repertorium" I. Tusschen 1911 en 1912 voege men in: 1911a. Bijlagen bij de 6de rekening van VINCENT ADOLF VAN BAER over 1675. 1 omslag. N.B. Gevonden in VAN HASSÈLT's „Schat van Geldersche stukken" V. Vóór 2242 voege men in: 2241a. Bijlagen bij de 7de rekening van JACOP DERRICXZOON ALEWIJN, 1588/93. 1 omslag. N.B. Gevonden in VAN HASSÈLT's „Remissorium". Vóór 2312 voege men in: 2311a. Bijlage bij een verloren rekening van GAERT COCK, 1602. 1 stuk in omslag. N.B. Gevonden in VAN HASSÈLT's „Geldersche Historieschrijvers". 2727. Men voege bij de noot: In het pak zijn gelegd 2 quitanties, gevonden in VAN HASSÈLT's „Remissorium". 3666. Men voege bij de noot: Aangevuld met een stuk, gevonden in VAN HASSÈLT's „Raepiaemus". 4774. 1 stuk; lees: 2 stukken. N.B. Een der stukken is gevonden in VAN HASSÈLT's „Raepiaemus", 5511. Lees: Bijlagen bij een verloren rekening van JOHAN VAN ASPEREN EN VAN VUREN. Brieven van den griffier ROOS aan den ambtman, waarvan één met last tot het oproepen, enz., de beide andere met last om tot vervolging van de joden te Zalt-Bommel over te gaan, 1570. 3 stukken in omslag. N.B. De beide laatstgenoemde stukken zijn gevonden in VAN HASSÈLT's „Schat van Geldersche stukken" VI. Vóór 5551 voege men in: 5550a. Bijlage bij de (verloren) 2de rekening van BARTOLT VAN GENT, 1640. 1 stuk in omslag. N.B. Gevonden in VAN HASSÈLT's „Schat van Geldersche stukken" VIII. Tusschen 6734 en 6735 voege men in: 6734a. Bijlage bij de rekening van HENRICK VAN ECK over 1572—1576. Bevelschrift van het Hof aan den richter tot herstel van den postweg in de Grebbe, 1573. 1 stuk in omslag. N.B. Gevonden in VAN HASSÈLT's „Schat van Geldersche stukken" VIII. Tusschen 7113 en 7114 voege men in: 7113a. Ordonnantie van het Hof, waarnaar zich de bemanningen der oorlogsschepen in Gelderland te gedragen zullen hebben, (1582) (afschr.). 1 katern. N.B. Gevonden in VAN HASSÈLT's „Schat van Geldersche stukken" IV. DEEL II. Regestenlijst 5. Loven; lees: Lonen. „ 6. Juli 2; lees: Juli 16. 5 VERBETERINGEN EN BIJVOEGINGEN Blz. 24. nos. 2945—3186; lees: nos. 2945—3187. 229. 1783; lees: 1784. 239—241. 2 deelen en 1 katern; lees: 3 deelen. 241. 1 katern; lees: 1 deel. 372. reg. no. 466a; lees: reg. no. 467a. 437. 1520; lees: 1502. 745. In de noot voege men bij: zie ook no. 7341. 1041. 1 stuk in omslag; lees: 1 charter. N.B. Ch. no. 3187. 1063. 3 omslagen; lees: 2 omslagen. 1123 (noot). Twente; lees: Salland. Tusschen 1214 en 1215 voege men in: 1214a. Register van ontvangsten van het rentambt, aangelegd in 1758, bijgehouden tot 1800. 1 deel. 1214b. Register van uitgaven van het rentambt, aangelegd in 1758, bijgehouden tot 1797. 1 deel. 1284. Het hier beschreven deel behoort tot de stukken betreffende het keurambt en zou derhalve beter geplaatst zijn geweest vóór no. 1516. Tusschen 1809 en 1810 voege men in: 1809a. Bijlage bij de 12de rekening over 1592. Afschrift van de commissie van den ambtman van Overbetuwe van 1591. 1 stuk in omslag. 2087. Men voege bij: alsmede 2 stukken in omslag. 3697. Men voege bij: N.B. Zie ook no. 7325. 3760—3790. 31 deelen; lees: 32 deelen. In de noot vervalt: de 17de rekening is verloren. Tusschen 3775 en 3776 voege men in: 3775a. 17de rekening 1690/91. 4949 (noot). Lees: de 5de rekening ontbreekt; de 6de en laatste is afgehoord, enz. 6406—6409. 4 deelen; lees: 5 deelen. 6409. Men voege bij: In duplo. HET ARCHIEF DER GELDERSCHE REKENKAMER, 1559-1795, en van de COMMISSARISSEN, BELAST MET HET BEHEER VAN DE GELDERSCHE DOMEINEN, 1543-1559, door Jhr. Mr. A. H. MARTENS VAN SE VEN HOVEN. verbeteringen en bijvoegingen. In 1926 zijn eenige verbeteringen en bijvoegingen bij het bovengenoemde werk afzonderlijk uitgegeven. De bijvoegingen waren noodzakelijk tengevolge van het overnemen van stukken uit de verzameling van hasselt van de Openbare Bibliotheek te Arnhem (zie Rijksarchiefversl. 1926, II blz. 70). Het zijn vooral eenige inmiddels van het Zutphensche gemeentearchief overgenomen stukken, ten deele uit dezelfde verzameling afkomstig, die nieuwe bijvoegingen noodig hebben gemaakt. Daar er niet veel van dien aard meer te verwachten schijnt te zijn, zijn thans al deze bijvoegingen en ook alle correcties (daarin begrepen die van het verbeterblad achter in het eerste deel van den inventaris) in één supplement vereenigd. Daarbij is weggelaten de in het eerste supplement telkens herhaalde mededeeling, in welk deel van van hassèlt's verzameling de betrokken stukken zijn gevonden, aangezien dit voor den gebruiker van het archief niet van belang is. Evenmin scheen het noodig, bij de talrijke nummers, die met stukken uit de collectie van hasselt zijn aangevuld zonder dat dit uit de beschrijving behoeft te blijken, hiervan in noten melding te maken. DEEL L Blz. 24. 3186; lees: 3187. 17. Voeg bij: 1 deel. Tusschen 86 en 87 voege men in: 86a. Instructie voor warner schalck, scholtis te Roermond. Concept, ter Rekenkamer gemaakt, waarnaar het Hof de inn°. 79 geregistreerde instructie heeft uitgevaardigd. 1634. 1 katern. n.b. Wellicht het overblijfsel eener verzameling bijlagen bij het register van commissies en instructies, 2 128. Men voege het jaartal 1716 bij. 136. Men voege bij: 1610. 229. 1783; lees 1784. 239—241. 2 deelen en 1 katern; lees: 3 deelen. 241, 1 katern; lees: 1 deel. 268. Lees voor 1556: (1544). Voeg bij in de noot: Uit de verzameling VAN HASSELT konden met deze lias worden hereenigd: „Lestat du revenu et charges de la duchie de Geldres et conté de Zutphen avec ses appartinences", (1544); „officien ende diensten in den hertochdom van Gelre ende graefscip van Zutphen", (1544 of 1545); memorie, houdende een berekening van de opbrengst in de vier kwartieren van de in 1547 toegestane bede (afschr. c. 1550). Tusschen 292 en 293 voege men in: 292a, Duplikaat van het rapport onder n°. 292. Met afschriften van oude inventarissen van de hand van VAN HASSELT. 1 deel. 313. 7 omslagen; lees: 8 omslagen. 314, 315, Lees: 2 deelen in een band. 354—356, Verpachting; lees: verpanding. 372, reg. n°. 466a; lees: reg. n°. 467a. Tusschen 395 en 396 voege men in: 395a, Stukken betreffende de verpanding van den Schuilenburg ca. aan den graaf van Culemborg, 1629—1633. 1 dossier in omslag. 437. 1520;lees: 1502. 460. 1 stuk; lees: 2 stukken. 461. Men vuile de noot aldus aan: Hierbij is gevoegd een waarschijnlijk met deze stukken geliasseerd geweest afschrift van een brief betreffende een verhooging van de pandsom, met een verklaring aan den voet, dat TH. GRAMAYE den oorspronkelijken brief heeft teruggegeven, 1551. 462. Men voege bij: alsmede inventaris van de overgelegde stukken, met aanteekening, dat de daarin vermelde brieven te Arnhem zijn ontvangen, (1559). N.B. Dit stuk is geliasseerd geweest met de overige onder dit nr. 3 475. 1 omslag; lees: 1 katern. 492. 1278; lees: 1288. 614. Voeg bij: N.B. Vóór in dit pak een opteekening van hetgeen voor de opening van de muntbus uit de Rekenkamer moet worden meegenomen. 674. Lees: 1567, 1583—1656. Er is n.1. een stuk van 1567 uit de verzameling VAN HASSELT bijgevoegd, dat vermoedelijk een overblijfsel is van een dossier betreffende het in bezit nemen van een zand in den Usel. 718—725. Statuten; lees: staten. 745. In de noot voege men bij: zie ook n°. 7341. 871. 1 omslag; lees: 2 omslagen. 916—918. 3 kaarten; lees: 2 kaarten. 1005. Perikheeren; lees: Predikheeren. 1041. 1 stuk in omslag; lees: 1 charter. N.B. Ch. n°. 3187. i* 1063. 3 omslagen; lees: 2 omslagen. 1108—1111. Ingekomen; lees: Ingekomen (en enkele minuten van uitgegane). 1123 (noot). Twente; lees: Salland. Na 1173 voege men in: 1173a. Stukken betreffende herstellingen, aan het .huis Schuilenburg verricht, 1610—1616. 1 omslag. 1173b. Ordonnanties en quitanties, in hoofdzaak herstellingen aan het huis Schuilenburg en de boerderij Ticheloven betreffende, 1665, 1666. 1 omslag. N.B. Deze stukken zijn geliasseerd geweest en vermoedelijk bijlagen tot een niet bewaarde rekening van HENDRIK TENGBERGEN. Tusschen 1214 en 1215 voege men in: 1214a. Register van ontvangsten van het rentambt, aangelegd in 1758, bijgehouden tot 1800. 1 deel. 1214b. Register van uitgaven van het rentambt, aangelegd in 1758, bijgehouden tot 1797. 1 deel. 1284. Het hier beschreven deel behoort tot de stukken betreffende het keurambt en zou derhalve beter geplaatst zijn geweest vóór n°, 1516, Blz, 198, regel 6 van boven: Ch. 1373; lees: 2254. Vóór 1403 voege men in: 1402a. Staat van sinds 1658 in het schependom van Arnhem ontgonnen landen, vermoedelijk met het oog op de inning van novale tiend opgemaakt door I. VAN GEELKERCK (c, 1670). 1 stuk, Tusschen 1431 en 1432 voege men in: 1431a. Rekening van SANDER BENTINCK en GEERLICH VAN DER CAPELLEN, raden in het Hof, wegens hunne commissie tot den verkoop van de roerende goederen op het kasteel te Harderwijk, (1581). 1 katern. N.B. Deze rekening is vermoedelijk voor de Rekenkamer bestemd geweest, doch zij is niet gesloten. 1690. Lees: Eenige bijlagen bij de rekeningen onder n°. 1689. Quitantie wegens het vervaardigen van muntijzers voor de munt te Nijmegen, 1559, quitanties uit de jaren 1563—1576 wegens geleverde waskaarsen en andere behoeften voor de diensten in de St. Anna- of Raadskapel, quitantie wegens het aanbrengen van het Geldersche wapen op lederen brandemmers in de kanselarij, 1567, en enkele andere stukken. 1 omslag, 1805, Voeg bij: Ordonnanties en quintanties betreffende het vervaardigen van het groot zegel der provincie en zilveren bussen voor de boden der kanselarij, 1582. In plaats van 3 stukken leze men: 9 stukken. Tusschen 1809 en 1810 voege men in: 1809a. Bijlage bij de 12de rekening over 1592. Afschrift van de commissie van den ambtman van Overbetuwe van 1591. 1 stuk in omslag. 1841—1882. 1662; lees: 1622. Tusschen 1886 en 1887 voege men in: 1886a. Bijlagen bij de 7de rekening over 1628. 1 omslag. Tusschen 1887 eri 1888 voege men in: 1887a. Bijlagen bij de 12de rekening over 1633. 1 omslag. 1887b. Bijlagen bij de 18de rekening over 1639. Ordonnanties wegens het aan N. VAN GEELKERCK verschuldigde voor het in kaart brengen van de provincie, ter zake van het kopieeren van het portret van hertog Karei, voor 19 exemplaren van Pontanus' Historie en voor het vervoer van exemplaren van dat werk van Harderwijk naar Nijmegen. 4 Tusschen 1911 en 1912 voege men in: 1911a. Bijlagen bij de 6de rekening van VINCENT ADOLF VAN BAER over 1675. 1 omslag. 1947. Voeg bij: Dossiertje betreffende den afkoop van tynsen in 1699. 2087. Voeg bij: alsmede 2 stukken in omslag. Vóór 2242 voege men in: 2241a. Bijlagen bij de 7de rekening van JACOP DERRICXZOON ALEWIJN, 1588/93. 1 omslag. Vóór 2312 voege men in: 2311a. Bijlage bij een verloren rekening van GAERT COCK, 1602. 1 stuk in omslag. Tusschen 2458 e» 2459 voege men in: 2458a. Rekening van GEERHARDT VAN DOMPSELER, pachter van den tol, wegens confiscatien, compositien en breuken, 1604/5, afgehoord 1606. 1 deel. Tusschen 3680 en 3681 voege men in: 3680a. Bijlage bij de 7de rekening over 1570/71. Commissie voor een boschbewaarder van den Schuilenburg, 1570 (afschr.). 1 stuk in omslag. 3697. Voeg bij: N.B. Zie ook n°. 7325. Na 3751 voege men in: 3751a, 3751b. Enkele bijlagen bij de rekeningen van JACOB SCHIMMELPENNINCK VAN DER OYE over 1605—1664. 3751a. Bijlage bij de 9de rekening over 1610/11. 1 stuk in omslag. 3751b. Bijlage bij de 49ste rekening over 1650/51. 1 stuk in omslag. 3760 3790. 31 deelen; lees: 32 deelen. In de noot vervalt: de 17de rekening is verloren. . Tusschen 3775 en 3776 voege men in: 3775a. 17de rekening 1690/91. 4774. 1 stuk; lees: 2 stukken. 4949 (noot). Lees: de 5de rekening ontbreekt; de 6de en laatste is afgehoord, enz. 5 6 5511. Lees: Bijlagen bij een verloren rekening van JOHAN VAN ASPEREN EN VAN VUREN. Brieven van den griffier ROOS aan den ambtman, waarvan één met last tot het oproepen, enz., de beide andere met last om tot vervolging van de joden te Zalt-Bommel over te gaan, 1570. 3 stukken in omslag. Vóór 5551 voege men in: 5550a. Bijlage bij de (verloren) 2de rekening van BARTOLT VAN GENT, 1640. 1 stuk in omslag. 5753—5775. Het jaartal 1806 vervalt. 6406—6409. 4 deelen; lees: 5 deelen. 6409. Men voege bij: In duplo. Tusschen 6734 en 6735 voege men in: 6734a. Bijlage bij de rekening van HENRICK VAN ECK over 1572—1576. Bevelschrift van het Hof aan den richter tot herstel van den postweg in de Grebbe, 1573. 1 stuk in omslag. Men voege in na 7083: 7083a, Ordonnantie van de door de officieren in de Graafschap voor den bouw van de vesting Grol te leveren diensten, opgemaakt door het Hof in 1555. 1 katern. 7085. Na het jaartal 1565 vuile men aan: alsmede stukken betreffende de verzoeken om schadevergoeding van de eigenaren, die tot den aankoop hebben geleid, 1563, 1564. Na 2 charters: en 1 omslag. Tusschen 7113 en 7114 voege men in: 7113a. Ordonnantie van het Hof, waarnaar zich de bemanningen der oorlogsschepen in Gelderland te gedragen zullen hebben, (1582) (afschr.). 1 katern. 7196. Bijlage; lees: bijlagen. 1 stuk in omslag; lees: 1 katern en 1 stuk in omslag. Voeg bij: N. B. Het katern bevat een verbaal van de publieke verpachting van het wijnhuis en van andere inkomsten der stad Zutphen in 1573. Na 7200 voege men in: 720üa, Atlas van de aan de stad Zutphen toebehoorende gronden, vervaardigd in 1573. 1 deel. N.B. Zie K. n°. 187a. 7 Blz. 575. Men leze: Bijlage B. Stukken, afkomstig van comptabele ambtenaren. a. Afkomstig van Dirck Jongbloet, rentmeester der domeinen van Zalt-Bommel ca. 7371a. Ligger van tynsen, onder het rentambt Zalt-Bommel c.a, verschuldigd, met aanteekening van de ontvangsten over 165(3—1663. 1 deel. N.B.. Fol. 136 verso—146 zijn eenige inkomsten van anderen aard opgeteekend. Dit boek is gevonden in het archief der gemeente Tiel. b. Afkomstig van den verwalter-rentmeester der Zutphensche domeinen F. de Bruyn. N.B. enz. 7372. Liggers, enz. 7373. Lijsten, enz. 7374. Processen-verbaal, enz. c. Afkomstig van Johan Geisweit, ontvanger van den tol te Zalt-Bommel. 7374a, Tolboek of contrarolle van den tol te Zalt-Bommel, 1671—1674. 1 deel. N.B. Dit deel is gevonden in het gemeentearchief van Beusichem. DEEL IL REGESTENLIJST. 5. Loven; lees: Lonen. 6. Juli 2; lees: Juli 16. LIJST VAN KAARTEN EN TEEKENINGEN. Blz. 223. Noot bij I: den Rijn; lees: de Waal. 8 187a, „Caertenboeck", houdende 19 kaarten van de aan de stad Zutphen toebehoorende en voor den koning in beslag genomen gronden, met opgaaf van den aard en de grootte der perceelen en de namen der pachters, op last van de Rekenkamer geteekend door THOMAS WlTTEROOS in 1573 (gekleurd). Inv. n°. 7200a. N.B. Op het titelblad een algemeene, bij iedere kaart een bijzondere toelichting. Op enkele kaarten perspectiefteekeningen van gebouwen.