1134 ESPOSIZIONE D'ARTE fff 1TAL1ANA IN OLANDA TENTOONSTELLINO VAN 1TAL1AANSCHE KUNST IN NEDERLAND D 17 STEDELIJK MUSEUM AMSTERDAM 22 OCTOBER-20 NOVEMBER 1927 ESPOSIZIONE D'ARTE ITALIANA IN OLANDA TENTOONSTELLING VAN ITALIAANSCHE KUNST IN NEDERLAND STEDELIJK MUSEUM AMSTERDAM 22 OCTOBER-20 NOVEMBER 1927 PULCHRI STUDIO DEN HAAG 9 DECEMBER—31 DECEMBER 1927 EERE-COMITÉ. Beschermheer: Zijne Excellentie PIETRO FEDELE, Minister van Onderwijs, Rome. Eere-Voorzitters: F. Graaf BARBARO, Buitengewoon Gezant en Gevolmachtigd Minister van Italië, Den Haag. Jhr. Mr. Dr. A. RÖELL, Commissaris der Koningin in Noord-Holland, Haarlem. W. DE VLUGT, Burgemeester van Amsterdam. Leden: GR. UFF. A. COLASANTI, Directeur-Generaal van de Schoone Kunsten, Rome. P. LOEB, Consul van Italië, Amsterdam. Cav. C. SAN GIORGI, Consul van Italië, Rotterdam. Comm. Ir. E. VANNI, Rotterdam. 3 COMITÉ VAN AANBEVELING. G. VAN DER AA, Ouderk. a d. Amstel Dr. C. J. K. VAN AALST, Hoevelaken Dr. E. J. A BRAHAMS, Amsterdam A. ANDRIESSE, Amsterdam A. ASSCHER, Amsterdam H. A. J. BAUER, Amsterdam Mr. E. H. VON BAUMHAUER, Amsterdam Jhr. Mr. Dr. E. A. VAN BERESTEIJN, Den Haag Mr. Dr. G. VAN DEN BERGH, Amsterdam CH. E. H. BOISSEVAIN, Blaricum WALRAVE BOISSEVAIN, Amsterdam W. C. BONEBAKKER, Amsterdam Prof. Dr. A. W. BIJVANCK, Leiden GOTTFR. H. CRONE, Amsterdam Dr. PAUL CRONHEIM, Amsterdam E. ENTHOVEN, Baarn J. H. A. L. VON FRYTAG DRABBE, Amsterdam J. TER HAAR Jr., Amsterdam Dr. M. DE HARTOGH, Amsterdam E. HELDRING, Amsterdam J. F. VAN HENGEL, • Amsterdam F. K. J. HERINGA, Den Haag Dr. G. J. HOOGEWERFF, Rome P. J. J. JONAS VAN 'sHEER ARENDSKERKE, Amsterdam Mr. J. KALFF Jr., Amsterdam 4 P. J. DE KANTER, Den Haag TH. M. KETELAAR, Amsterdam Mr. H. W. J. M. KEULS, Amsterdam Mevr. N. KOPP-WILMINK, Amsterdam D. KOUWENAAR, Amsterdam N. H. TER KUILE, Hilversum Mr. F. KRANENBURG, Amsterdam Prof. Dr. O. LANZ, Amsterdam HUIB LUNS, Amsterdam C. MAKS, Amsterdam G. H. DE MAREZ O YENS J.Czn., Amsterdam Dr. C. R. MENGELBERG, Amsterdam WILLEM MENGELBERG, Amsterdam Dr. M. L. H. S. MENKO, Amsterdam PAUL MICHE, Amsterdam MARTIN MONNICKENDAM, Amsterdam H. RUD. DU MOSCH, Amsterdam M. VAN NOTTEN, Driebergen A. F. PHILIPS, Eindhoven E. VOM RATH, Amsterdam HERMAN ROBBERS, Schoorl Prof. R. N. ROLAND HOLST, Amsterdam Mr. A. E. VON SAHER, Amsterdam Prof. Dr. J. J. SALVERDA DE GRAVE, Amsterdam E. R. D. SCHAAP, Ankeveen Mr. A. BaronSCHIMMELPENNINCK VAN DER OYE, Doorn F. SCHMIDT DEGENER, Amsterdam 5 Jhr. P. J. SIX, Amsterdam TH. SLEESWIJK—VAN BOSSE, Amsterdam Prof. Dr. D. F. SLOTHOUWER, Amsterdam JAN SLUYTERS, Amsterdam Jhr. Mr. D. F. TEIXEIRA DE MATTOS, Den Haag Mr. P. J. C. TETRODE, Amsterdam PAUL DEN TEX, Amsterdam J. TH. TOOROP, Den Haag C. G. VATTIER KRAANE, Amsterdam Dr. I. H. J. VOS, Amsterdam M. P. VOUTE, Amsterdam Mr. H. K. WESTENDORP, Amsterdam Mr. P. J. VAN WIJNGAARDEN, Rotterdam 6 UITVOEREND COMITÉ. C. W. H. BAARD, Voorzitter. Dr. ENRICO MORPURGO, Secretaris. W. A. VAN LEER, Penningmeester, 2e Secretaris. W. J. R. DREESMANN. ROMANO NOB. GUARNIERI. Dr. F. W. HUDIG. Dr. J. C. HARTOGS. ALBERTO SALIETTI. DONNA MARGHERITA SARFATTI. 7 De werken zijn verzameld in Italië, en naar Nederland gezonden door de groep '900 Dikwijls wordt mij de vraag gesteld: bestaat er eigenlijk een „moderne" Italiaansche schilderkunst? En dan bekruipt me bijna de lust om te antwoorden, dat alle „moderne" schilderkunst Italiaansch is. Daar in Italië het drukken van boeken over kunst niet zoo hals over kop geschiedt, is men in het buitenland, maar ook in Italië zelf, onwetend over het feit, hoeveel dit land heeft bijgedragen tot de moderne richting in de kunst. Ja, een moderne Italiaansche kunst bestaat. Maar hoe snel, met de hedendaagsche middelen, de smaak zich internationaal weet te maken, toch kan men niet verwachten in het verre Zuiden dezelfde manier van uiten te vinden als in het Noorden. Elk volk zoekt ontspanning of schept behagen op die wijze, welke het meest overeenkomt met zijn aard. En Italië heeft een wijze gekozen, die geheel verschilt van die der andere landen. Wij zullen de geschiedenis eens nagaan, om tot een klaarder begrip te komen. Toen Claude Monet, op een wandeling door Zaandam, een Japansche prent bekeek, die hij op straat gevonden had, en waarin 'n drogist zijn koopwaar had gepakt (juist op Hollandschen bodem gebeurde dit), kwam de gedachte in hem op, dat we de wereld met andere oogen dan die der traditie kunnen beschouwen. En zoo werd het impressionisme geboren. Een groep voortreffelijke schilders, die in een bevoorrechte omgeving leefden, bracht de nieuwe 9 school tot zoodanige bloei, dat Parijs het middelpunt werd van die jonge kunst. Zoo ging het in Frankrijk. Maar Italië, dat in die dagen door de Vrijheidsoorlogen in beroering was gebracht, rustte niet op de lauweren van vroeger dagen. Alleen in Napels bestond een saamhoorige groep kunstenaars, de „School van Posillipo", die niet vergeten was, wat Anton van Pitloo had geleerd, en er zelfs tè veel op doorging. Van Florence alleen — de Uitverkorene bij traditie —kon nieuw licht komen. In het Café Michelangelo vereenigden zich tusschen de jaren 1850 en '60 politici en kunstenaars, die in de korte oogenblikken van bezinning, die er overschoten tusschen één oorlog en den anderen, over de problemen van de schilderkunst discussieerden. En hier ontstond die groep van schilders, die, omdat ze géén gladde en vage kleuren op hun doeken wilden zetten, maar wèl met forsche streek wilden penseelen, den minachtenden en toch roemrijken naam van „macchiaioli" (verf-kladders) kregen. Zeker niet de minste hiervan is Antonio Puccinelli, die in 1852 zijn „Passeggiata del Muro Torto" schilderde, dat vijf jaar eerder ontstond dan de „Siësta" van Courbet. Overigens behoefde Italië den juisten weg niet ver te zoeken. Om het ademen van het plein-air te kennen behoefde het maar Tiepolo te aanschouwen, zocht het de klatering van het licht, dan was er Guardi. De nieuwe richting in Italië loopt tot aan het tijdstip van het cubisme, parallel met die in Frankrijk. 10 Geruimen tijd bestond al het verlangen, zich te bevrijden van de slavernij van het onderwerp. De impressionisten wilden het in licht verdrinken, de Italianen probeerden het te herscheppen door kleur: (Fattori, Previati)of het te doen vervagen (Ranzoni, Cremona). De eerste bewuste poging tot deformeering, gewaagd door Medardo Rosso, met den „Conciërge" in 1883, werd doodgezwegen of bespottelijk gemaakt. De cubisten alleen slaagden erin, er een theorie van te maken, die aanhangers vond en waarvoor werd gestreden, maar die niet levensvatbaar bleek: zij het, omdat ze niet den drang voelden, om de wereld te veroveren, zij het, omdat er dat „iets" ontbrak, dat altijd noodig is, om de menigte mee te slepen, voor men het heelal overhoop kan gooien! Omstreeks dezen tijd, of, om precies te zijn, in 1908, begon F. T. Marinetti opstandig te worden. Den 20 Februari 1909 wordt, vanuit Milaan, het „Manifesto futurista" de wereld ingeslingerd. Den 11 Februari 1910 dat der futuristische schilders. Ik zeg: ingeslingerd, omdat het, dank zij een onvergelijkelijke organisatie, overal toegang vond; zelfs in de ateliers van oude schilders, in de Academies, bij de krantenredacties, in de café's van elk gedeelte van den aardbol. En na een jaar was de wereld in rep en roer. In het laatste manifest werd verkondigd met woorden, die toentertijd vurig leken: „de beschaving van het verleden vernietigen; eiken vorm van nabootsing verachten; het huidige leven weergeven en verheerlijken". — Dat was het vervolg op hetgeen Marinetti een jaar te voren had beweerd: „wij willen de liefde voor het gevaar bezingen, de schoonheid van de 11 wereld is met de „snelheid" verrijkt; wij willen de musea en de bibliotheken vernietigen!".... En met de opoffering van apostelen, de zelfverloochening van martelaars, predikten de futuristen het nieuwe geloof, langs den weg en in de schouwburg, te midden van spot en beleediging. Al wat „jeugd" was, werd er voor gewonnen! Men voelde den geest bevrijd en den moed voor een eigen opvatting herboren. En juist dit was noodig. Tusschen het werk van de cubisten en de futuristen bestaat geen groot verschil: een oningewijde zou het zelfs niet van elkaar kunnen onderscheiden. Echter was, in theorie, dat verschil heel groot. De cubisten decomponeeren het onderwerp. De futuristen, die de eersten waren om van het onderwerp af te wijken, geven de sensatie weer. Bovendien vestigen zij de aandacht op nieuwe dingen: het overwinnen van de wetenschap, de snelheid van onzen tijd, dat is, om het met een futuristisch woord samen te vatten: de „modernolatrie". Op een conventioneel land als Italië, waar men, opzettelijk of niet, bij elke poging van de kunst, het voorbeeld aanhaalde van een vroeger genie, werkte deze reactie heilzaam. Het boek van Boccioni, „Schilderkunst, futuristische Sculptuur" werd bij enorme oplagen verkocht; juist nu verscheen er een herdruk van. Veel is er met hem en zijn voorspelling van den oorlog den spot gedreven, en de jury's van Italië bleven de jongeren, die zich „op een dwaalspoor hadden laten brengen" buiten sluiten. 12 Maar de oorlog brak uit, en onder de eersten, die sneuvelden was Boccioni. Theorieën en twisten werden in slaap gesust, al wat gisteren nog vijandig was, werd vereenigd in dezelfde groeve, alle klassen, gedachten en verlangens richtten zich op een doel. Na vier lange jaren vanstrijd (1915—'18), jaren, waarin de menschen werden verspreid, maar de gedachten zich vereenigden, voelden de teruggekeerde soldaten zich meer dan ooit verloren in het leven van eiken dag. Daarbij kwam, dat zij door den heerschenden chaos, den hernieuwden burgeroorlog, de uitbundige vrijheid, werden afgeleid van hun werk. De roep van de futuristen bleef daarom bijna zonder weerklank. Van de oude garde gaven slechts enkelen er aan gehoor, ook eenige jongeren volgden, voor wie het gemakkelijk was, op den zoo moeizaam gebaanden weg voort te gaan. Campigli, Carra, Conti, Funi, Severini, Soffici, namen, die een mooien klank hebben in de Italiaansche schilderswereld, hadden zich afgezonderd, omdat het futuristisch ideaal niet meer bevredigde. Er was iets bestendigers, iets expressievers noodig, (nooit zou het expressionisme kunnen aarden in Italië), en zoo ontstond de groep der „Valori Plastici", die door de „Primaverüe Fiorentina", in 1922, voor het eerst werkelijk contact kreeg met het publiek. Maar de tijd doofde iedere belangstelling, zoodat de kunstenaars ontmoedigd uiteen gingen. Meer succes had de poging, die gewaagd werd door 13 een handvol jongeren, bezield door hetzelfde ideaal van purificatie. Men zegde hun een zaal toe op de tweejaarlijksche expositie te Venetië, in het jaar 1924, en zij noemden zich: de schilders van '900. Twee jaar later organiseerden ze een eigen tentoonstelling in Milaan, en hun werk-tot-hernieuwing vond erkenning door de medewerking van Mussolini, die Italië ook op het gebied van de Kunst wil verjongen. Deze kunstenaars zijn het, die het werk, en niet van hun eigen leden alleen, bijeenbrachten, om de tentoonstelling in Nederland mogelijk te maken. Wanneer men de biografieën doorleest, kan men het streven van de Italiaansche kunst leeren kennen. Wij vinden er mannen van de wetenschap onder, die de studie heten varen om zich aan de kunst te wijden; schrijvers en critici, die zich eerst de hersens pijnigden op de doeken van de anderen, voor dat ze zelf waagden, vorm te geven aan hun gedachten; menschen uit het volk, die de kiem en den drang naar uitbeelden in zich droegen. Bij de kwalificaties „dynamisch", „constructief", die we uit het futurisme kennen, voegden zich nieuwe zooals: „gedisciplineerd", „essentiëel", „traditioneel", „plastisch", „klassiek". De kunstenaars zelf leerden ons deze woorden, die, naar ik geloof, het best geschikt zijn om onze hedendaagsche kunst te definieeren en als richtsnoer zullen dienen voor de toekomst. ENRICO MORPURGO. 14 DE KUNSTENAARS EN HUNNE WERKEN 15 BACCIO MARIA BACCI werd, uit een scbildersfamilie, negenendertig jaar geleden te Florence geboren. Hij werkte en studeerde in Italië, Duitschland en Frankrijk. Na de eerste periode van werken voelde bij zich aangetrokken tot het futurisme, omdat hij in deze beweging iets zag, dat het fenomeen van het „schilderen om het schilderen" te boven ging. Hij gelooft, dat de kunst een middel tot uitdrukken is, dus niet een eindpunt op zichzelf. Hij wil, afgescheiden van elke intellectueele afdwaling, het kunstwerk op primitieve wijze beschouwen, als een duidelijke en volkomen weergave van wat hij voelt en zich verbeeldt. 1. Portret van een Domenicaner, schilderij 2. Studie voor„Suzannainhet bad", schilderij 3. Huis in Fiesole, schilderij 16 Portret van een Domenicaner. UGO BERNASCONI. werd, uit Italiaansche ouders, in 1874 te BuenosAires geboren. Hij kreeg te Milaan een gymnasiale opleiding, en studeerde daarna wiskunde aan de Universiteit van Pavia. Vanaf 1900 gaf hij zich geheel aan de schilderkunst, en bezocht in Parijs gedurende eenigen tijd het atelier van Eugène Carrière. Teruggekomen in Italië, in 1904, woonde en werkte hij te Rome en Florence, en op het oogenblik in het berglandschap bij Como. Hij schildert als het-in-droom-geziene, en met gedragen klem-en, bij voorkeur figuur. Hij exposeert zelden, en vertelt met voldoening, dat hij nooit een premie behaalde. 4. Meisje, dat haar schoen vast¬ maakt, schilderij 5. Varkenskop, schilderij 6. De regenboog, schilderij 18 Meisje, dat haar schoen vastmaakt. 19 POMPEO BORPvA kwam ter wereld in Milaan, den 28 Januari 1898, en voltooide zijn studie in zijn geboortestad. Hij legt zich opnieuw, maar in moderne opvatting, toe op het schilderen van de figuur, die hij harmonisch op zijn doeken weet te brengen. In grootere composities wil hij breken met de traditioneele fijnen en zoekt naar nieuwe rythmen. 7. Vriendinnen, schilderij 8. Gezicht op een stad, schilderij 9. Landschap, schilderij 20 Vriendinnen. 21 AURELIO BOSSI werd geboren te Monticelli (Pavia), in 't jaar 1884. Bossi begon zijn loopbaan als lijstenmaker en decorateur De voorkeur geeft hij aan houtsnijwerk, dat door het oneffene, knoestige, waarvan hij 'n voortreffelijk gebruik weet te maken, juist goed voor zijn stijl past. t , Zijn werk, het in hout gesnedene zoowel als het brons, is eenvoudig, gaaf, helder van lijn, en levendigkrachtig. 10. Jeugd, brons 11. Het gebed, brons 22 Jeugd. 23 ANSELMO BUCCI kwam ter wereld te Fossombrone (provincie Marken) in het jaar 1887, en leerde alles uit zichzelf. Rustelooze natuur, leefde dan in Milaan, dan in Parijs, maar kan toch ook terugzien op een tamelijk langdurig verblijf in Sardinië en in Afrika. Het is goed te begrijpen, dat hij in den oorlog als aviateur heeft dienst gedaan! Als scherpzinnig opmerker heeft hij zich ook als schrijver doen kennen, voornamelijk thans door zijn „Autobiografieën in drie woorden", die verschijnen in de Fiera Letteraria. Zijn werk is decoratief, met breede lijnen. Door het reliëf, dat hij zijn figuren weet te geven — een kunst, die zich door zijn voorliefde voor het aquarel ontwikkelde, — beweert hij vaak: als ik graveer schilder ik, en als ik schilder, ben ik aan 't graveeren! 12. Muilezels, schilderij 13. Pinguïns, schilderij 14. Pompoenen, schilderij 24 Muilezels. 25 MASSIMO CAMPIGLI. In 1895 werd hij geboren; hij groeide op in Florence en Milaan. Van jongsaf voelde hij zich tot de futuristen aangetrokken; van hen leerde hij, hoe zich van alle schuchterheid te bevrijden. In zijn werk zien we een groote eenvoud, die samengaat met een opmerkelijk evenwicht van volume. Sinds 1919 is hij te Parijs gevestigd, maar hij blijft in nauw contact met zijn vaderland, Italië. Hij is autodidact; hij geniet als hij zich kan vermeien in de wijde vlakken van het fresco. 15. Acrobaten (1926), schilderij 16. De slapenden (1927), schilderij 17. Jongleurs (1927), schilderij 18. De schilder (1927), schilderij 26 Acrobaten. ALDO CARPI werd in 1886 te Milaan geboren. Eerst werkte hij bij Stefano Bersani, later aan de Brera Academie. Gedurende den oorlog gaf hij twee bundels lithografieën uit: „Heldhaftig Servië", en „Op de Adriatische Zee", tafereelen uit den zee-oorlog. Nooit voegde hij zich bij een richting: altijd is hij zichzelf gebleven. Door dit isolement rijpte de mysticus in hem, waardoor zijn werk in het begin te literair werd, maar later kwam hij terug tot de werkelijkheid. 19. Huizen te Varezze, schilderij 20. Augustusdag aan 't strand, schilderij 21. Hooischelven aan zee, schilderij 28 Augustusdag aan 't strand. 29 GARLO CARRA werd de n Februari 1881 geboren te Quargnento, in de provincie Alexandrië. Hij was een der stichters van het futurisme, waarvan hij zich echter in 1915 losmaakte. Hij werkte mede aan het futuristische tijdschrift Lacerba en aan La Voce, stond aan het hoofd van de schildersbeweging der „Valori Plastici", en is thans werkzaam als kunstcriticus aan tijdschriften en kranten. Hij woont in Milaan, waar hij zich, van de oprichting af, voortdurend bezig houdt met de '900. Zijn kunst kenmerkt zich door veranderlijkheid. Hij zoekt niet het schóóne maar het probleem, en is daardoor een rusteloos vorscher naar den ondergrond van elke kwestie. i De geschiedenis van zijn kunst is, kan men wel zeggen, het verhaal van de lijdensgeschiedenis der Italiaansche schilderkunst; overbodig te zeggen hoe hij is: hij belichaamt de voortdurende ontwikkeling. 22. In afwachting, schilderij 23. Huizen aan den berg, schilderij 24. Romaansche kerk, schilderij 25. Het veld, schilderij 26. Stilleven, schilderij 27. Toscaansch landschap, schilden) 28. S. Gandengio di Varallo, schilderij 29. Het huis van de liefde, schilderij 30 Stilleven. 31 FELICE CASORATI werd in 1886 te Novara geboren, en studeerde rechten in Padua, waar hij zijn graad haalde. Hij heeft het schilderen nooit geleerd, en maakte zijn eerste werk pas na de voltooing van zijn studie. Hij beziet de dingen op zijn eigen manier, en probeert een ideaal in de kunst te verwezenlijken, boven school en tijd uit. . . Zijn werk is daardoor lichtgevend, bijna doorzichtig, geworden en schijnt tegelijkertijd modern en primitief te zijn, al naar gelang de stemming waarm men het analyseert. Heftig zijn Casorati's doeken met, en toch spreekt er een groote kracht uit, die den toeschouwer boeit en gevangen houdt. 30. Twee vrouwen, schilderij 31. Vrouwelijk naakt, schilderij 32. Duet, schilderij 32 Het atelier. Collectie avv. Georgiadis. 33 LEONETTA CECCHI-PIERACCINI werd geboren te Poggibonsi (Siena), in het jaar 1883 en woont thans te Rome. Ze werkte te Florence, bij Fattori. Zij was een der voorgangsters van de avant-garde, waarvan ze haar soepelheid van streek heeft overgehouden. Een rustelooze verscheidenheid van kleur vinden we in haar doeken, waarbij komt, dat de schilderes uit iedere bijkomstigheid pittoresque elementen weet te halen. 33. Lezend meisje, schilderij 34. Italiaansche tuin, schilderij 35. Via Appia Nuova te Rome, schilderij 34 Via Appia Nuova te Rome. 35 GISBERTO CERACCHINI. Deze schilder werd te Foiano della Chiana geboren, in Toscane. Tot op zeventienjarigen leeftijd werkte hij op het landgoed van zijn vader, maar op een goeden dag ontwaakte de liefde voor de Kunst in hem, en hij trok naar Rome, waar hij begon te schilderen, alle onderwijs afwijzend. Hij bewaarde bierdoor een duidelijk geprononceerd, rustiek Zijn ideaal is om de schilderkunst tot op het geestelijk niveau van de groote Italiaansche Renaissance te brengen. 36. Judith en Holofernes, schilderij 37. De kuische Suzanna, schilderij 38. Landelijk tafereel, schilderij 36 Landelijk tafereel. 37 GIGI CHESSA is te Turijn geboren, in 't jaar 1898. Hij behoort tot de veelzijdig begaafden, zooals zoovelen in de periode van de Barok, is architect, scenograaf, decorateur en schilder. Het „Teatro di Torino" door hem geleid, werd door hem gerestaureerd en gedecoreerd. Hij bezit een verfijnde gevoeligheid voor licht en coloriet, en probeert de vervloeiende kleurschakeeringen op zijn doeken vast te leggen. Zoo ingetogen van compositie zijn schilderijen zijn, zoo uitbundig is zijn werk als decorateur. „Ik geloof in de waarachtigheid van mijn werk", schrijft hij, en dit bewijst ons vooral, met hoeveel innerlijke ontroering zijn doeken zijn geschilderd. 39. Naakt meisje, schilderij 40. Meisjeskop, schilderij 41. Stad, schilderij 38 Meisjeskop. 39 GIOVANNI COLACICCHI CAETANI werd geboren te Anagni (Rome) in het jaar 1900. In 1920, te Florence, gaf hij zijn studie m de letteren op, om zich geheel aan de schilderkunst te wijden. Door zijn langdurig verblijf in Toscane, en zijn groote bewondering voor de vroeg 15-eeuwsche Umbrisch-Toscaansche kunstenaars, kreeg zijn werk een evenwichtigheid en constructieve zekerheid, die hij duidelijk poogt te maken door een sobere en eenvoudige techniek: eigenschap van eiken autodidact. . , Na de eerste jaren van onzekerheid, die hem tusscnen het impressionisme en een meer metaphysische dan realistische schilderkunst deden weifelen, kreeg zijn werk langzamerhand een directer contact met de werkelijkheid. Op het oogenblik beschouwt hij de tallooze aspecten van de natuur en van het schematische moderne leven als zoovele woorden, waarmee het werk kan worden opgebouwd, en die eerst dan zin en dramatische beteekenis krijgen, als ze goed en op de juiste plaats worden aangewend. 42. Juni, schilderij 43 Onder de muren van Rome, schilderij 44. Onweer, schilderij 40 Onder de muren van Rome. 41 PRIMO CONTI. Deze kunstenaar behoort tot de allerjongsten: hij werd in 1900 te Florence geboren. Hij voegde zich bij de futuristische beweging; dichtte, en was zelfs als criticus werkzaam. Zijn werk bezit een sterke persoonüjkheid: pril en vroegrijp tegelijkertijd. Hij voelt zich nóch tot het gekunstelde archaïsme, noch tot het would-be buitensporige aangetrokken. De eigenaardige bekoring van zijn doeken vindt zijn oorsprong in het evenwicht tusschen het zingen van de kleur en de verstandelijke keuze van de vormen. 45. Portret van Umbrisch meisje, (1925) schilderij 46. Russische blouse, (1923) schilderij 47. Meisjesportret, (1925) schilderij 42 Russische blouse. 43 GIORGIO DE CHIRICO werd in de Levant geboren, uit een Italiaansche familie en woont thans te Parijs. Door zijn misanthropische levensopvatting warrelen veel fantastische dingen in hem, die zijn veelbewogen leven van schilder nog rusteloozer maken. Hij is een baanbreker en is dat altijd geweest van zijn eerste pogingen af om met de academische tradities te breken; bij zijn nieuwe periode van „somnambuul romantisme"; in zijn metafysische werken en in den tijd, dat hij deel uitmaakte van de groep der „Valon Plastici". De Chirico lijkt op een prisma, dat veel hcht uitstraalt; de kern van zijn wezen is die van een echten ras-schilder. 48. Romeinsche vrouwen, schilderij 49. Paarden aan het strand, schilderij 50 Stilleven met visschen, schilderij 51. Ulysses, schilderij 52. Stilleven met druiven, schilderij 44 Mannequins aan het strand. Collectie Guillaume. 45 RAFAELE DE GRADA kwam ter wereld in Milaan, in 1885, maar woonde in zijn jeugd te Zürich, waar hij zijn eerste studiejaren doorbracht. In 1915 keerde hij terug naar Italië. Zijn blijmoedige natuur en zijn verblijf in Zwitserland brachten hem tot het landschap-schilderen, bij voorkeur vergezichten op de wijze van een panorama; weliswaar modern van techniek, maar met de stemming, die we in oude prenten vinden. 53. Toscaansch landschap, schilderij 54. Avond, schilderij 55. Landschap, schilderij 56. Koren en margrieten, schilderij 46 Toscaansch landschap. 47 FILIPPO DE PISIS werd geboren te Ferrara, op den elfden dag van Mei, in 1896. Hij studeerde letteren te Bologna. Van zijn hand verschenen enkele essays over kunstgeschiedenis en eenige bundels gedichten. Hij gaf les aan middelbare scholen, en vertrok daarna naar Parijs. Als jongen al begon bij te teekenen, onder leiding van kundige meesters. Hij nam met enkele anderen het initiatief tot de richting die bekend staat als die der metaphysische kunst, en surrealisme, en waarvan we de sporen ook terugvinden in zijn verzen. 57. De duiker, (1926) schilderij 58. Stilleven, (1926) schilderij 59. De „Chambre des Députés", (1927) schilderij Députés", 48 De duiker. 49 ENRICO FONDA werd geboren te Fiume, een vijf en dertig jaar geleden. Hij volgde den cursus in architectuur aan de Academie van Decoratieve Kunsten te Budapest, maar, na voltooing van zijn studie, wijdde hij zich geheel aan het schilderen. Het Karstgebergte, waardoor Fiume wordt omringd, met zijn woeste en steenachtige natuur, drukte zijn stempel op het werk van veel schrijvers, (o.a. Slataper) en schilders uit die streek. Zoo vinden we dit forsche, krachtig-ruwe ook in de landschappen van Fonda. 60. LandschapinhetKarstgebergte, schilderij 61. Voorstad van Milaan, schilderij 50 Landschap in het Karstgebergte. 5i ACHILLE FUNI kwam in Ferrara, den 26 Februari 1890, ter wereld. Hij studeerde te Milaan, maar maakte zich al spoedig los van de Academie om zich bij de futuristen te voegen. Hij maakte den oorlog mee als officier bij de „bersagHeri" te fiets. Overtuigd volgeling van de oude Italiaansche meesters als hij is, probeert hij de schilderkunst opnieuw volume en plastiek bij te brengen. Het liefst penseelt bij figuur, en doet dit op verrassend expressieve wijze. j Hij behoort tot een der oprichters van de 900. 62. Ulysses, schilderij 63. Interieur, schilderij 64. Rebecca aan de bron, schilderij 65. Eva, schilderij 66. Stilleven, schilderij 67. Villa Borghese, schilderij 68. Piazza del Campidoglio, schilderij 69. Mannekop, schilderij 52 Interieur. 53 NICOLA GALANTE werd, als kind uit een handwerkersgezin, in 1883 te Vasto, in de Abruzzen, geboren. Na eerst bij zijn vader in de leer te zijn geweest, bekwaamde hij zich aan een ambachtsschool als schrijnwerker. In 1907 ging hij naar Turijn, waar hij zijn vak uitoefende. In het jaar 1912 legde hij zich toe op houtsnijwerk en schilderen; alleen 's avonds en de vrije Zondagen kon hij zich aan zijn kunst wijden. Zijn werk is als hijzelf: eenvoudig, oprecht, weinig gecompliceerd. 70. Landschap, (A927) gouache 71. Hooischelven in Toscane, (1927) gouache 72. Stilleven, (1927) gouache 73. Middeleeuwsch, (1913) houtsnede 74. Stilleven, (1913) houtsnede 75. Landschap, (1927) houtsnede 54 Landschap. 55 TULLIO GARBARI werd in 1892 te Pergine, in de provincie vanTrente, geboren. Hij bezocht korten tijd de Technische School en de Academie van Schoone Kunsten te Venetië. Hij is autodidact, die zich vormde door het bezoeken van musea en kerken in Venetië, Rome, Florence en Milaan. Na verschillende moderne evoluties is hij tot een realisme gekomen, dat niet geheel van archaïsme is ontbloot; een archaïsme, dat vooral bewaard is gebleven in de volkskunst van zijn provincie. Tullio Garbari beweert, dat een aesthetisch herboren worden moet samengaan met een geestelijke hernieuwing, die echter wortelt in de traditie. 76. Madonna met Kind en Heiligen, schilderij 77. Meisje, dat druiven eet, tempera 78. Rethisch' medaillon, penteekening 79. Huisvrouw, podoodteekening 80. Profiel eener vrouw, podoodteekening 56 Madonna met Kind en Heiligen. 57 VIRGILIO GUIDI werd te Rome geboren, in het jaar 1893, uit een familie van Toscaanschen oorsprong. Gedurende de eerste jaren neigde hij over naar het neo-classicisme; later echter kwam hij hiervan terug, en benaderde de natuur met grooter innigheid. Zijn werk is eenvoudig en doorzichtig, dat, hoewel het niets gemeen heeft met het primitieve, altijd een zekere prilheid houdt. 81. Lezende man, schilderij 82. Het bezoek, schilderij 83. Landschap, schilderij 84. Zelfportret, schilderij 85. Het bezoek, schets 58 Lezende man. 59 ACHILLE LEGA is geboren in het jaar 1899, te Brisighella, dat in de provincie van Ravenna ligt. Hij bracht zijn studietijd door in Florence. In 1916 exposeerde hij op de tentoonstellingen van de futuristen, waarvan hij zich thans heeft losgemaakt. Het ideaal van Achille Lega is de realistische richting. Hij werkt langzaam, ernstig en zonder uiterlijk effectbejag. Toch is, in zijn studies, niets te bespeuren van koude objectiviteit. De constructies van zijn vlakken zijn in een breed rythme uitgevoerd; terwijl de omtrekken van zijn motieven vervloeien met zijn kleuren. 86. Monte Ceceri, schilderij 87. Bellariva, schilderij 88. De Arno bij Rovezzano, schilderij 89. Huizen van Pignone, schilderij 60 Monte Ceceri. 61 OSVALDO LICINI is in Italië geboren, in het jaar 1894 en studeerde te Parijs. Hij weet, door vereenvoudiging van vorm, zijn doeken een bijzondere kracht te geven: de allergewoonste en meest geschilderde voorwerpen worden, onder zijn handen, als 't ware bezield met nieuw leven. 90. Figuur, schilderij 91. Een vrouw, schilderij 92. Landschap, schilderij 93. Stilleven, schilderij 62 63 Stilleven. ANTONIO MARAINI werd in 1886 te Rome geboren. Hij voltooide zijn studie in de rechten, maar volgde tegelijkertijd de colleges in de kunstgeschiedenis. Vóór het uitbreken van den oorlog begon hij zijn loopbaan van kunstenaar, en won, hoewel autodidact, de prijsvraag die was uitgeschreven voor het standbeeld van Adelaide Ristori, te Cividale. Na den oorlog, waarin hij dienst had gedaan als officier van de luchtvaart, vestigde hij zich te Florence. Hij vervaardigde het monument voor „de Italiaansche Moeder" (1924), den „Kruisweg" in de cathedraal van Rodi (1925) en het grafmonument voor Puccini (1926). Hij zoekt in de architectuur de redding van de sculptuur, die verdwaald is in het impressionistische reaüsme. Als schrijver won hij de prijsvraag voor critiek van de Tweejaarlijksche Tentoonstelling in Rome in het jaar 1921. Verder verleent hij zijn medewerking aan verschillende Italiaansche, Fransche en Engelsche tijdschriften. 94. De kus, (bas-relief), marmer 95. Eva, (bas-relief), brons 64 De kus. 65 ARTURO MARTINI. Hij werd geboren te Treviso, in het jaar 1889. De meest opstandige kunstenaars zijn hem tot leermeester geweest. Hij trok, te voet, heel Europa door om alle musea te bezichtigen. Martini exposeerde zoowat overal, op Italiaansche en internationale tentoonstellingen, zonder buitengewoon enthousiasme voor zijn eigen werk. Verrukt over de primitieven, — zij het Grieken of vijftiendeeeuwers, — probeert hij, door taaie studie, onmiddellijke en simpele oprechtheid aan zijn beeldhouwwerk te geven. 96. Adam en Eva, gips 97. Veulen, terracotta 66 Adam en Eva. PIETRO MARUSSIG is in Triëst geboren. Wannéér wil hij nooit zeggen, maar 'n jaar of veertig is dat wel geleden. Hij werkte in München, Rome en Parijs, los van elke richting. Uit zijn eerste werk spreekt een tot het uiterste gedreven impressionisme; hierdoor kreeg hij gelegenheid zijn kwaliteiten als teekenaar ten volle te benutten. Maar zijn ingeboren vitaliteit bracht hem, na verschillende wederwaardigheden, tot een meer menschelijke, vigoureuse, zij het iets klassicistische, kunst. . Zijn moderniteit uit zich hoofdzakelijk m de bijzondere intonatie en soepelheid van zijn doeken. ^ Hij is een der stichters van den „Gruppo del 900 . Hij woont in Milaan, waar hij véél werkt en zeer teruggetrokken leeft. 98. Vrouw met hondje, schilderij 99 Twee jonge meisjes, schilderij 100. Zigeunerin, schilderij 101. Muziekinstrumenten, schilderij 102. Muziekinstrumenten, schilderij 103. Meisje, sch!^erH 104. Meisje met tamboerijn, schilderij 105. Vrouw met anjelier, schilderij 68 Vrouw met hondje. 69 FRANCESCO MENZIO werd in 1899 géboren, in een klein stadje in Sardinië, en schildert pas sedert zeven jaar. Als jongen verzette hij zich tegen de school, en liep van huis weg om te kunnen schilderen. En het scheelde weinig, of hij had muren moeten witten. Hij leerde alles uit zichzelf, en probeert door hardnekkig zoeken zijn innerlijk verlangen naar ücht en volume in zijn werk tot uiting te brengen. Zijn vriendschap met Felice Casorati is hem hierin van grooten dienst geweest. „In mijn werk probeer ik de dingen zoo waar en levend weer te geven als ik ze zie", zegt hij van zichzelf. 106. Rivieroever, schilderij 107. Portret van een jongen man, schilderij 108. Cocotte, schilderij 70 Rivieroever. 71 GIUSEPPE MONTANARI werd te Osimo (provincie Marken) geboren, den 30 October 1889 en studeerde aan de Academie van Milaan. Gedurende de eerste periode was zijn werk eenvoudig, ver van elk probleem, maar na het intermezzo van den oorlog, dien hij geheel heeft meegemaakt, voelde hij de behoefte, al het overbodige uit zijn werk te bannen, en zijn figuren als in een synthese van kleur en lijn te sluiten. 109. Jongen (studie), schilderij 110. De Amfoor, schilderij in. De H. Berg te Varese, schilderij 72 De Amfoor. 73 CESARE MONTI werd in Brescia geboren, op den tweeden Maart 1891. Eerst was hij in dienst als smidsmaatje, leerde een paar andere handwerken, en ging, toen hij zestien jaar was, naar Parijs. Teruggekeerd in zijn geboortestad, was hij geheel vervuld van de schilderkunst, waaraan hij zich verder uitsluitend wijdde. Hij is autodidact. Na den oorlog begon hij te exposeeren. Zijn werk kenmerkt zich door eenvoud en zachtheid van kleur, gepaard aan een verlangen naar realisme. 112. Borgo di Dervio, schilderij 113. De Loggia van Brescia, schilderij 114. Via S. Faustino in Brescia, schilderij 74 Borgo di Dervio. 75 RENË PARESCE werd in 1890 te Genève geboren; zijn vader is Italiaan, zijn moeder een Russin. Hij studeerde physica aan de Universiteit te Palenno, en doceerde later wiskunde. Tegelijkertijd legde hij zich op het schilderen toe, waarvoor hij altijd een groote liefde had gekoesterd. In Parijs gekomen kreeg hij een aanstelling in het laboratorium van Zeiss, en daarna in het Internationale Instituut van Maten en Gewichten in het Park van St. Cloud. Ook als correspondent van verschillende Italiaansche bladen was hij werkzaam. Pas in 1915 kon hij zich geheel geven aan zijn kunst ; met Severini en Modigliani vertegenwoordigde hij de avant-garde van het jonge Italië. Ondanks zijn zin voor het modernisme, dat zich in zijn streek en zijn coloriet voornamelijk uit, vinden we een zekere smaak voor het verleden in zijn stillevens en landschappen terug. 115. Het venster, schilderij 116. Stilleven, schilderij 117. Landschap, schilderij 118. Het balkon, schilderij 76 Stilleven. 77 SIRO PENAGINI werd te Milaan geboren, in 1885. Hij is een volkomen onafhankelijk schilder, maar ondanks dat blijft, in zijn manier van werken, de oud-Italiaansche geest duidelijk en krachtig merkbaar. 119. Winter, schilderij 120. Stilleven, schilderij 121. Herder uit Sardinië, teekening 122. Kolenbrandster uit Aritzo, teekening 78 Stilleven. 79 ENRICO PRAMPOLINI werd te Modena geboren, een goede veertig jaar geleden. Sinds 1913 neemt hij deel aan de futuristische beweging: hij behoort er tot de meest energieke, actieve en krachtige voorstanders van. Hij is een veelzijdig begaafd kunstenaar: schilder, beeldhouwer en scenograaf. Hij is een der oprichters van het theater der avant-garde; als zoodanig verwierf hij bekendheid door het in scène zetten van werk van Pirandello, Marinetti, Antonelli en anderen. Ook als decoratief kunstenaar brengt hij belangrijk werk: ceramiek, gedreven metalen, tapijten, en verschillende ontwerpen. 123. Simultane constructie, tempera 124. Architectonisch rhythme tempera 80 De speelplaats der zinnen. 81 ESODO PRATELLI werd te Lugo di Romagna geboren, in het jaar 1892. Hij studeerde eerst aan de Academie te Rome, en daarna te Parijs. De gedachte, die aan zijn lamst ten grondslag ligt, bestaat voornamelijk uit de constructieve mogelijkheid van de vormen en uit de harmonie van de kleurschakeeringen, die het werk de essentièele expressie en het plastische leven geven. 125. Ochtend in Ligurië, schilderij 126. Eenzaam huis, schilderij 127. Matroos, schilderij 82 Ochtend in Ligurië. 83 DOMENICO RAMBELLI werd op 21 Februari 1886 geboren, dicht bij Faenza, in het land van de Majolica. Als klein kind al voelde hij zich aangetrokken tot alles wat leven en contour probeerde na te bootsen. De kneedbare leem zelf deed het verlangen ontwaken naar den vorm. Na de plaatselijke ambachtsschool doorloopen te hebben, zwierf hij rond in Florence en Parijs. Hij maakte den oorlog mee: waardoor de kunstenaar in hem rijpte. Op het oogenblik werkt bij te Faenza: het standbeeld voor de Gesneuvelden van Viareggio, een soldaat als zaaier, werd door hem vervaardigd, dat aanleiding gaf tot heftige polemiek en heel Italië in beweging bracht. Zijn stijl is sterk synthetisch; achter het strakke van de lijnen laait de emotie. 128. Stervende soldaat, brons 129. Zingende vrouw, terracotta 84 Stervende soldaat. ROMANO ROMANELLI. Deze beeldhouwer werd den vierden Mei 1882 te Florence geboren, uit een familie, die drie geslachten achtereen deze kunst beoefende. Hij kwam in dienst bij de Oorlogsmarine, waar hij 12 jaar bij bleef; (twee keer een reis om de wereld, drie keer oorlog!). Nadat hij in China een tropische ziekte had opgeloopen, wijdde hij zich geheel aan de kunst. Hij wil de sculptuur terugbrengen tot de evenwichtig plastische, dynamische kwaliteit der antieke tijden. Hij hervat de Etruskische traditie, en beschouwt de beeldhouwkunst als dochter van de architectuur. Hij bewerkt zijn materiaal op directe wijze. 130. Huilend jongentje, marmer 131. Een afgod, brons 86 Huilend jongentje. 87 ALBERTO SALIETTI is den 15 Maart 1892 te Ravenna geboren, uit een familie van decorateurs. Eerst volgde hij het beroep van zijn vader, later studeerde hij aan de BreraAcademie van Schoone Kunsten. In den oorlog vocht hij mee als soldaat. Hij heeft zich altijd onder de avant-gardisten geschaard, en was een der stichters van de '900. In zijn eerste werken scheen hij het archaïsme te huldigen, en toonde voorkeur voor de primitieven. Op het oogenblik is hij zich beter bewust van zijn richting en wil zijn werk klaarder en forscher maken in een hernieuwde opvatting, met vrijere kracht en grootere plastische levendigheid. 132. Jonge vrouw, schilderij 133. Toscaansch landschap, schilderij 134. Spoorbaan langs de Riviera, schilderij 135. Boerinnen, schilderij 136. Vischvrouw, schilderij 137. „Adriatico", schilderij 138. Bloemen, schilderij 139. De vuurtoren, schilderij 88 „Adriatico". 89 ADA VAN DER SCHALK, Hollandsche van afkomst, werd te Milaan geboren, en is, van aard en aanleg, door en door Italiaansche. Vóór alles is ze coloriste; in haar werk vinden we een juist gevoel voor verhouding en een subtiele kleurschakeering. 140. „Turriddu", Cavalleria Rusticana, schilderij 141. „La Rosetta", schilderij 142. De Delftsche molen, schilderij 90 ,,La Rosetta". 91 PIO SEMEGHINI werd in 1878 te Bondanello, Mantua, geboren. Hij begon pas laat ernstig te werken, na een periode van rusteloos vagabondleven, vèr van eiken kunstenaarskring en Academie. Hij leerde uit de ervaringen van de groote Fransche schilders uit de i9e-eeuw, die hem de werkelijkheid en de primitieven, bovenal de Italiaansche, als eenige leermeesters wezen. Tegenwoordig woont hij in Venetië, een stad die hij liefheeft, en waar hij rustig leeft en werkt temidden van eenvoudige menschen, vèr van elke ijdele kletspraat. Zijn kunst gaat uit van het impressionisme, en hoewel zijn kleuren ijl zijn, geeft hij vastheid van vormen, en preciesheid van licht. 143. Sneeuw in Venetië, schilderij 144. Voor de S. Giorgio, Venetië, schilderij 145. Portret van den schilder Guidi, schilderij 92 mmmmmmm 93 Voor de S. Giorgio, Venetië. GINO SEVERINI is geboren te Cortona (Arezzo) in het jaar 1883. Hij studeerde 'n tijd in Rome en 'n tijd in Parijs, maar, los van eiken dwang, volgde hij zijn eigen weg, zelfs nadat hij zich gevoegd had bij de futuristen. Van die periode dateert het portret van Marinetti, met 'n echten zwarten rok op het doek geplakt. Wanneer we zijn werk oplettend bekijken, zien we, hoeveel goeds het futurisme aan de hedendaagsche kunst heeft gebracht. Door Severini's decoratieven en harmonischen aanleg vinden we, in zijn doeken, een lijn die hij altijd als „Leitmotiv" weet te gebruiken, en die hij moduleert tot in de uiterste consequenties. 146. Moederschap, schilderij 147. Stilleven, schilderij 148. Portret, schilderij 149. Stilleven, gouache 150. Stilleven, schilderij 94 Stilleven. 95 PRIMO SINOPICO werd, 37 jaar geleden, in Cagliari (Sardinië) geboren. Primo Sinopico studeerde mathematica en werktuigkunde aan de Universiteit te Padua. Later wijdde hij zich aan de schilderkunst; uit zijn werk spreekt sterk dat bijna wiskunstige gevoel voor scherpte en hoekigheid: een invloed nog van zijn studie. Hij is een kundig illustrator, die zich niet beperkt tot het vertellen alléén, maar ook zijn meening weet te uiten. Voor alles, wat dynamisch en modern is, interesseert hij zich geweldig. 151. Eerste huizen in het dorp, tempera 152. Hoek van het dorp, tempera 153. De asfaldaan, tempera 96 Hoek van het dorp 97 MARIO SIRONI werd te Sassari (Sardinië) geboren, in de.. . vorige eeuw. Zijn werk werd geïnspireerd door het moderne leven. Hij is een der stichters van de '900. 154. Gezicht op een stad, schilderij 155. Gezicht op een stad, schilderij 98 Gezicht op een stad. 99 EMILIO SOBRERO. Hij werd geboren te Turijn, in December 1890. Van de meest representatieve moderne Italiaansche kunstenaars behoort Emilio Sobrero tot diegene, wier kunst zich aansluit bij de Italianen van de 19e eeuw. Nadat hij zich, na een eerste periode (1914—1920) bevrijd had van invloeden van school en omgeving, voegde hij zich bij die strooming der moderne Europeesche kunst, die zich oploste in de reactie van het neo-classicisme. Gebruik makend van de opgedane ondervinding, en aanvaardend wat er levensvatbaar en blijvend van was, kwam Sobrero tot het inzicht, welke waarde en rijkdom de kunst van de Macchiaioli („verfkladders"), waardige tijdgenooten van de groote Fransche 19e eeuwers, bevat. Zijn doeken zijn rustig en harmonisch, door-ademd van mildheid. Niettemin beschikt hij over een ongeloofelijke rijkdom van nuancen. 156. Tuinen, schilderij 157. Uien, schilderij 158. Bij kaarslicht, schilderij 100 Tuinen. 101 ARTURO TOSI is in Busto Arsizio, in 1871, geboren. Als beginneling volgde hij de model-klas aan de Academie Brera. Van een divisionistische schilderkunst uitgegaan, kreeg zijn werk al spoedig door aangeboren drang of volhardende studie, een benijdenswaardige rijkdom van kleur. Op het oogenblik wijdt hij zich niet meer, als vroeger, aan het figuur-, maar aan het landschap-schilderen, waaraan hij een bijzondere levendigheid weet te geven. 159. Vallei van Geriana, schilderij 160. Geploegd land, schilderij 161 Ligurische Riviera, schilderij 162. Levanto, schilderij 163. Bloemen, schilderij 164. Olijfboomen, schilderij 165. Villa aan zee, schilderij 166. Het roode huis, schilderij 102 Olijfboomen. 103 MARIO TOZZI die te Fossombrone (Urbino), den 20 October 1895 is geboren, volgde de Academie van Schoone Kunsten te Bologne. Na den oorlog vestigde hij zich te Parijs, waar hij steeds exposeert in de salons van de avant-garde. Nu is zijn werk bezadigder geworden; zijn stevig geconstrueerde figuren leven in een ruimte, waaraan hij op meesterlijke wijze diepte weet te geven. 167. Het morgentoilet, schilderij 168. Na het bad, schilderij 169. Interieur (met figuren), schilderij 170. Stilleven, schilderij 171. Stilleven, schilderij 104 Het morgentoilet. 105 LORENZO VIANI is in 1882 te Viareggio geboren. Hij schildert al sedert dertig jaar e 1 oefende eerst bovendien het beroep van barbier uit. Hij heeft veel gereisd; gedeeltelijk te voet. Naast het schilderen groeide het verlangen om te schrijven. Eerst waren het politieke manifesten, die door heftigheid van taal aandacht trokken, daarna schreef hij romans. Zijn bundel essays „Parijs" verwierf ook in het buitenland bekendheid. Als schilder penseelt hij karakteristieke dingen, meer fragmentarisch dan schetsmatig, en duidelijk weet hij er het grappige en soms groteske van te belichten. 172. Een Bank, schilderij 173. De straatzangers, schilderij io5 De straatzangers. 107 ADOLFO WILDT werd in 1868 te Milaan geboren. Wij vinden zijn leven geheel terug in zijn werk: het angstig-gejaagde pogen, steeds nieuwe en expressievere vormen te scheppen. In „De Kunst van het marmer", een klein geschrift over de bewerking van het hem zoo dierbare materiaal, zien we het resultaat van jarenlange ervaring en hard werken. Hij is een mysticus, die vooral in zijn teekeningen zijn zieleleven uitdroomt. Zijn sculptuur, die de sporen draagt van zijn geestelijke kwelling, getuigt van een machtig kunnen, een verbazingwekkende beheersching, waardoor elk van zijn werken bijna tot een wonder wordt. 174. Zelfportret, (masker in reliëf) marmer 175. Dina Wildt, (reliëf) marmer 176. Man uit de Oudheid, (kop) marmer 177. De Heilige Franciscus, (buste) marmer 178. Benito Mussolini, (masker) marmer 179. De idioot, (masker) marmer 108 Zelfportret. 109 GIGIOTTI ZANINI werd te Vigo di Fassa (in de provincie Trente) geboren, en wel op den tienden dag van Maart in het jaar 1893. Hij is schilder en architect. Er is veel over hem geschreven in kranten en tijdschriften; van den architect is er veel goeds gezegd, van den schilder veel goeds en heel veel kwaads. Hijzelf spreekt er altijd goed van. Hij heeft een speciale liefde voor de „ruimte"; hij weet de diepte in zijn doeken te brengen, daar de architectuur hem een verfijnde gevoeligheid voor perspectief bijbracht. 180. Zomersch landschap, schilderij 181. Zonsondergang bij herfst, schilderij 182. Toscaansch landschap, schilderij 183. Stad, aquarel 184. Stad, schilderij 110 Zomersch landschap. III 91 PRIJSLIJST DER SCHILDERIJEN. No. I 2 3 4 5 6 7 8 9 io. n 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 Bedrag in Lires. IO.OOO.— 5.OOO.— 3.OOO.— 5.OOO.— 3.OOO.— 4.OOO.— 7.OOO.— 2.000.— 2.000.— 3.OOO.— 2.000.— 5.OOO.— 4.OOO.— 3.000.— 7.OOO.— 5.OOO.— 5.OOO.— 5.CO0.— 4.OOO.— 4.COO.— 4.000.— 8.000.— 7.000.— 7.000.— 10.000.— 4.000.— 7.000.— No. 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 4i 42 43 44 45 46 47 48 49 50 5i 52 53 54 Bedrag in Lires. 7.OOO.— 8.000.— 20.000.— 8.0O0.— 20.000.— 4.OOO.— 2.600.— 2.7OO.— 7.OOO.— 7.OOO.— 7.OOO.— 5.OOO.— 4.OOO.— 4.OOO.— 4.OOO.— 4.OOO.— 6.000.— 10.000.— 0.000.— 3.500 — 30.000.— 25.000.— 25.000.— 30.000.— 10.000.— 4.500.— 3.000.— 113 No. 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 Bedrag in Lires. 3.OOO.— 2.5OO.— 2.000.— I.5OO.— I.50O.— 2.000.— 2.000.— 8.000.— 8.000.— 8.000.— 6.000.— 6.000.— 5.000.— 5.000.— 5.000.— 500.— 500.— 500.— 30.— 30.— 125.— 3.500 — 900.— 750.— 75°-— 750.— 6.000.— 6.000.— 2.500.— No. I 84 85 86 87 88 89 90 9i 92 93 94 95 96 97 98 99 100 101 102 103 104 105 106 107 108 109 110 III 112 Bedrag in Lires. 2.000.— 2.000.— 3.OOO.— 2.500.— 2.000.— I.500.— 3.000.— 3.OOO.— 2.000.— 2.000.— 13.OOO.— 10.000.— 3.OOO.— 2.OO0.— I2.000.— 10.000.— 4.000.— 4.000.— 5.OOO.— 3.50O.— 4.OOO.— 4.OOO.— 4.OOO.— 5.000.— 7.000.— 4.50O.— 6.000.— 3.000.— 5.000.— 114 BHHHHÉ No. 113 114 115 Il6 117 Il8 "9 120 121 122 123 124 125 126 127 128 129 130 131 132 133 134 135 136 137 138 139 I40. , 141 Bedrag in Lires. 3.500.— 3.5OO.— 3.500.— 2.000.— 2.O0O.— I.80O.— I7.OOO.— 4.200.— I.7OO.— I.7OO.— 3.OOO.— 3.OOO.— 4.50O.— 4.OOO.— 4.OOO.— 8.0O0.— 0.000.— 4.000.— 8.000.— 10.000.— 8.000.— 12.000.— 10.000.— 4.000.— 4.000.— 4.000.— 4.000.— 1.800.— 1.500.— No. 142 143 144 145 146 147 148 149 150 151 152 153 154 155 156 157 158 159 160 161 162 163. • 164 165 166 167 168 169 170 Bedrag in Lires. I.50O.— 10.000.— 6.000.— 6.000.— o.oöo.— 5.000.— 0.000.— 2.500.— 2.500.— 4.000.— 8.000.— 8.000.— 5.000.— 4.000.— 6.000.— 5.000.— 4.000.— 15.000.— 10.000.— 15.000.— 12.000.— 5.000.— 5.000.— 5.000.— 5.000.— 8.000.— 8.000.— 4.000.— 2.000.— "5 No. 171 172 173 174 175 176 177 Bedrag in Lires. 2.000.— 7.OOO.— 7.OOO.— 3O.OOO.— 20.000.— 25.OOO.— 20.COO.— No. 178 179 180 I8l 182 183 184 Bedrag in Lires. 22.000.— 9.OOO.— 6.000.— 5.OOO.— 3.000.— 1.000.— 5.OOO.— Il6 BACCI, BACCIO MARIA, via Fra Giov. Angelico u,Fiesole,Firenze. BERNASCONI, UGO, Villino Montressone, Cantü. BORRA, POMPEO, via Borgonuovo 7, Milano. BOSSI, AURELIO, via Statuto 12, Milano. BUCCI, ANSELMO, via Monte Napoleone 38, Milano. CAMPIGLI, MASSIMO, rue d'Alésia 235, Parigi, CARPI, ALDO, via Goito 5, Milano. CARRA, CARLO, via Vivaio 16, Milano. CASORATI, FELICE, via Mazzini 52, Torino. CECCHI—PIERACCINI, LEONETTA, Corso d'Italia XI, Roma. CERACCHINI, GISBERTO, Villa Strohl Fern, Roma. CHESSA, GIGI, via Napione 7, Torino. 117 COLACICCHI, CAETANI GIOVANNI, via Venezia 2, Firenze. CONTI, PRIMO, Corso Regina Elena 8, Firenze. DE CHIRICO, GIORGIO, rue Henri Bocquillon 2, Parigi. DE GRADA, RAFFAELE, Piazza Unganelli 9, Firenze. DE PISIS, FILIPPO, via Montebello 33, Ferrara. FONDA, ENRICO, via Bronzetti 35, Milano. FUNI, ACHILLE, via S. Maria Fulcorina 14, Milano. GALANTE, NICOLA, via S. Francesco da Paola 29, Torino. GARBARI, TULLIO, Pergine, Trentino. GUIDI, VIRGILIO, Uccelliera di Villa Borghese, Roma. LEGA, ACHILLE, via Giordani 6, Firenze. LICINI, OSVALDO, Monte Vidon Corrado (AscoU Piceno). MARAINI, ANTONIO, via Benedetto Castelli 6, Firenze. MARTINI, ARTURO, Vado Ligure (Savona). 118 MARUSSIG, PIETRO, via Felice Cavallotti 5, Milano. MENZIO, FRANCESCO, via Mazzini 2, Torino. MONTANARI, GIUSEPPE, Corso Vitt. Emanuele 53, Varese. MONTI, CESARE, via Bagutta n, Milano. PARESCE, RENÉ, rue Ernest Cresson 20, Parigi. PENAGINI, SIRO, Solcio di Lesa. PRAMPOLINI, ENRICO, via Rubicone 8, Roma. PRATELLI, ESODO, via Felice Casati 15, Milano. RAMBELLI, DOMENICO, via Contradino 10, Faenza. ROMANELLI, ROMANO, Piazza Bellosguardo, Firenze. SALIETTI, ALBERTO, via A. Sacchini 8, Milano. VAN DER SCHALK, ADA, Malnate (Varese). SEMEGHINI, PIO, Zattere, Calle Frati 940, Venezia. SEVERINI, GINO, La Roche (Fribourg) Svizzera. 119 SINOPICO, PRIMO, viale Romagna 35, Milano. SIRONI, MARIO, via Bronzetti 35, Milano. SOBRERO, EMILIO, via Santa Giulia 63, Torino. TOSI, ARTURO, via Principe Amedeo 5, Milano. TOZZI, MARIO, Rue de Rennes 44, Parigi. VIANI, LORENZO, Via S. Francesco 62,Viareggio. WILDT, ADOLFO, via Vivaio 14, Milano. ZANINI, GIGIOTTI, via Solferino 25, Milano. 120