'^■■■■■■■•■■■■■■I j|; De N..,Rott. CöuraivÉ iclireef: p ^ ' SffgW'f ffc -fWT^f I A^'-^^^^^wro au ÖranWïr"; lljo IjJSHrgT^VU I fc»?«**>*efs hadden .;wi}>'iii''-^Ióliand hié^' ikT ^^^^^^>^^^^^^yejchl, wet fa Frankrijk . P] 11 a n Ö i l. $^#r t y J en 4^DAA0leÉi afstandsmarscheI j? 30 jaar wandelsport Bi t 16 J c. dudok de wit I I | (KEES DE TIPPELAAR) b**™*' 1 Uitgave Firma A G. DE MOOIJ,"Zi | | WANDELSPORT I EN 4-DAAGSCHE AFSTANDSMARSCHER 30 JAAR WANDELSPORT L. C. DUDOK DE WIT (KEES DE TIPPELAAR) HERDACHT DOOR Wm. SUTHERLAND Uitgave Firma A. C. de Mooij — Zierikzee. 1 Aan de nagedachtenis van „KEES DE WANDELAAR". Bekend in alle streken, Waar Sport de spieren staalt en zelfvertrouwen kweekt. Die, hoe het staleji ros, de spoor, zich baan mocht breken, Dit stoomend tuig negeert, te voet zich baan zelf breekt. Aan „Kees de Wandelaar", die groot was in al zijn' daden, Ook als groot menschenvriend bekend was .wijd en zijd. Die jongeren graag steunde, welwillend steeds wilde raden. Aan hem, dèn Mensch, dèn Vriend, is dit geschrift gewijd .... Rotterdam, 6 Juni 1925. DE SCHRIJVER. 1* 35 K.M. Mobilisatie Afstandsmarsch te 's-Gravenhage, 6 Juni 1915. Prijsuitreiking door ZExc. Generaal C. J. SNIJDERS, Opperbevelhebber van Land- en Zeemacht, op het H. V. V. terrein. Serg.t BERLOTT, ontvangt den korpsprijs (Zilveren Beker) voor het Detachement Jagers (Commandant Kapitein J. C. 'WAGNER). — 2e Detachement Mariniers, speciale vermelding — Goed vóórgaan, doet goed volgen. — DE WANDELSPORT. Het was den 6en Juni 1915, dat te 's-Gravenhage een afstandsmarsch voor burgers en militairen werd gehouden, waarvan o.a. de correspondent van de Nieuwe Rotterdamsche Courant schreef: „Holland leert wandelen", „de massa in beweging". Zoo spontaan als het idéé was opgekomen, een idéé dat echter reeds bijna 20 jaar sluimerde bij een der navolgers van „Kees de Tippelaar", eigenlijk genaamd L. C. Düdok de Wit, van Huize „Slangenvecht" te Breukelen, zoo spontaan was ook de deelname, het succes en wat wel de kroon op het werk. mocht heeten, was ook de bereidwilligheid van niemand minder dan Zijne Excellentie, den Heer Opperbevelhebber Generaal C. J. Snijders, om de aankomst van deze 35 K.M. Mobilisatie wandeltocht bij te wonen en de prijzen uit te reiken. Een idéé van - en georganiseerd door schrijver dezes, met het doel: te toonen, dat werkelijk de wandelsport — middels afstandsmarschen — de sport is waarmede men de massa, niet alleen tot lichamelijke ontwikkeling, maar ook — en dit is m. i. voor de volksopvoeding van belang — tot onthouding van het gebruik van sterke drank brengt, naast het verschaffen van nuttige, en gezonde ontspanning en tevens bevorderende orde en tucht, véél beter dan het kweeken van enkele „Wedstrijd"menschen; hetgeen niemand minder dan Dr. W. P. Hubert van Bleijenbtjrgh, zéér juist schetste als: „een „uitwas van de Sport, n.l. de training voor Wedstrijden". Daarom past hier ook in het bijzonder een woord van hulde aan ZExc. Generaal C. J. Snijders, (de man, die ondanks zijn gewichtige taak van Opperbevelhebber, in 6 dien zóó critieken tijd, toch ook nog aandacht schonk aan de ontspanning van de militairen), door wiens toedoen en met medewerking van Mr. Dr. Mees, Secretaris van het toen pas opgerichte Bureau voor Ontwikkeling en Ontspanning, dit lang gekoesterde plan kon uitgevoerd worden. Het is dan ook dit Bureau *), dat — naderhand uitgebreid —, als Militair Bureau onder de energieke leiding van Generaal Kleynhens, ressorteerende onder het Departement van Oorlog, zooveel nut en genoegen en niet het minst „ontwikkeling", den militairen heeft bijgebracht. Waar nu sedert dien gedenkwaardigen dag, toen ruim 300 burgers en militairen spontaan gevolg gaven aan de reeds lang door schrijver dezes gedachte en beschreven (o. a. in De Revue der Sporten en „De Landstorm") manier, om zoowel de toekomstige militairen — dus de burgers — te brengen tot een meer speciale beoefening van den oogenschijnlijk zoo eenvoudigen loopsport, — waarvan o. a. J. C. Schröder in het zoo fraaie prachtwerk van Jan Feith, „Het Boek der Sporten", zegt: „dat is juist de groote eigenschap van deze sport, „dat „alles op den looper zelf aankomt en geen greintje van „zijn succes afhankelijk is van min of meer volmaakte „werktuigen". en tevens de reeds in dienst zijnde militairen het door velen hunner — zij het dan ook ten onrechte — dikwijls verwenschte marscheeren, meer aangenaam te maken en hen te doen kennen het nut van die oefeningen — alom in den lande het maken van afstandsmarschen zoo in den smaak viel en eindelijk dus deze — juist voor de groote massa zoo gemakkelijk te beoefenen — tak van lichamelijke ontwikkeling populair geworden, genoemd mag worden, acht ik het niet van belang ontbloot, over de wandel- *) Bjj het eindigen van den mobilisatietijd opgeheven. 1*9 Snelheidsmarsch Den Haag—Rotterdam, 4 Juli 1915 (le aank. COELAND). 8 sport en de afstandsmarschen in Nederland eenige meerdere bijzonderheden te publiceeren, in hope en met de bedoeling, dat die gegevens de wandelsport nog bij velen beoefening zal doen vinden en de autoriteiten aan dezen tak van volksontwikkeling meer hun aandacht zullen schenken. Allereerst dient even gememoreerd, dat als de eenige en voornaamste werken (in Nederland) op het gebied van „athletiek", waaronder de loopsport eenigermate ressorteert, genoemd moeten worden: 1°. „Athletiek en Voetbal" door Willem Müllier, (opgedragen aan Jhr. Mr. J. W. M. Schorer), hetwelk echter — uit den aard der zaak — doordat in dien tijd slechts enkele Cross Country's (Veldloopen), doch geen afstandsmarschen werden gehouden, — over het wandelen weinig bijzonderheden vermeldt. 2°. „Het Boek der Sporten", door Jan Feith, dat over het wandelen, daar zeer juist „stappen" genoemd, meer bijzonderheden geeft. Zooals in laatst genoemd werk begonnen wordt met de vermelding van „Kees de Tippelaar", zoo moet ook ik beginnen met te zeggen: „En toch leefde in dien tijd — 1890 — te Breukelén ook reeds de Heer L. C. Dudok de Wit, bijgenaamd „Kees de Tippelaar!" — Ook vond reeds in 1893, op initiatief van den Heer O A. A. Dudok de Wit (Amsterdam) — de zoogenaamde „Minister van Sport", een broer van „Kees de Tippelaar" van Huize Slangevecht te Breukelen — en met medeWerking van den Heer O F. Jibben, een bekend Amsterdamsen sportman, dien we — 25 jaar later — bij de Athletiekfeesten te Nijmegen — 1917 — als Directeur van het Rijkstelegraafkantoor aldaar, en Lid der Athletiekfeest-Commissie, die ons bij aankomst van onzen Afstandsmarsen Den Haag—Nijmegen zoo hartelijk verwelkomde, weder hebben mogen ontmoeten, — op naam van het weekblad „de Clown", een wandeltüedstHjd plaats, CD Merkwaardige adressen van brieven, gezonden aan wijlen „KEES" DUDOK DE WIT. 10 Amsterdam—Utrecht, over Hilversum en terug over Breukelen, een afstand van ± 85 K.M. De uitslag daarvan was: 1. G. Adolfs, Amsterdam, in 11- uur 50 min. 2. J. Heintjes, id. „ 12 „ 24 3. J. C. Konz, N. Amstel, „ 12 „ 30 4. O. Hisqen Sr., Amsterdam „ 12 „ 37 „ 5. B. J. Vogelsang, id. „ 12 „ 38 6. B. Dicke, id, „13 „ 12 „ Deze namen zijn die van de meest bekende wandelaars uit dien tijd, waarvan we — na 25 jaar alleen nog den Heer Konz daadwerkelijk aan de wandelsport zagen doen. Op 24 Juli 1897 had door den inmiddels opgerichte Amsterdamsche Athletische Club „De Germaan", op ditzelfde traject een nationale wandelwedstrijd om het kampioenschap van Nederland plaats. De uitslag was als volgt: 1. George Büff, Rotterdam in 10 uur 8,30 min. (nog steeds Nederl. record). 2. F. G. C. Fliegel, Utrecht, in 10 uur 12 min. 30 sec. 3. W. Wensel, Amsterdam, in 10 uur 22 min. 30 sec. Voorts kwamen binnen de 11| uur nog aan: W. Beyne, Amsterdam; P. Maasbommel en Schoub, uit Rotterdam; J. Poster, Joh. L. SwetsJr., Hagenaar en J. O Konz, allen uit Amsterdam. De Heer L C. Dudok de Wit mag zeer zeker wel Neerlands stoutsten wandelaar genoemd worden, daarbij tevens een sportman — (hoe dikwerf matigen sommige personen, die nooit of nimmer aan eenige daadwerkelijke sportbeoefening deden, zich ten onrechte dezen titel aan!) — die gastvrijheid paarde aan hartelijkheid. — Naast Kees de Wit moeten nog genoemd worden de Heeren Streubel en Witkamp, deze laatste de bekende Aardrijkskundige, die zijne topographische kennis al slenterende op deed ! 11 Gij jongeren, die thans aan de zoo schoone wandelsport doet, komt ge ooit langs Huize „Slangevecht" in Breukelen, aan den Rijksstraatweg van Amsterdam naar Utrecht, bedenk dan, dat daar eens leefde en werkte: CORNEILLE UüDOK DE WlT. De Dudok de Wit's zijn afstammelingen van de Hugenooten, die in de tweede helft van de zeventiende eeuw uit Frankrijk naar ons land emigreerden ; in 1741 kwam een der voorvaderen van dit geslacht, dragende den naam van Le Blanc, door aanhuwelijking in het bezit van den tweeden naam Dudok, zijnde een Engelsch geslacht, waarvan het wapenteeken twee honden vertoont, Du (twee) dogs (honden). De grootvader van den laatsten Heer van „Slangevecht", Dudok de Wit, was Makelaar in suiker ter Amsterdamsche beurze; hij maakte een fortuin in zijn vak, en aangezien het toen nog tot de goede gewoonte behoorde om als aanzienlijk Amsterdamsch koopman een buitenverblijf aan de Vecht te bezitten, kocht hij een landhuis aan de stille mooie rivier tusschen Amsterdam en Utrecht, even buiten het dorp Breukelen. Het ontving den naam „Slangevecht", hetgeen niets te maken heeft met vechtende slangen, doch een samenvoeging is van „Slange" in de beteekenis van „slingeren", en den naam der rivier. Het was op dit buiten, dat de twee gebroeders Dudok de Wit een groot gedeelte van hun jeugd doorbrachten;' hun opvoeding berustte in handen van hun moeder en den grootvader, aangezien de vader der twee broers eenige weken na de geboorte van Kees kwam te overlijden. Vandaar de groote vereering, welke èn Kees èn Bram Dudok de Wit steeds voor hun moeder zijn blijven koesteren. Aan hun grootvader hadden zij hun fortuin te danken, waardoor het Kees mogelijk was, zijn leven in te richten zooals het hem beliefde, want hij had geen „zit" om op het suikermakelaarskantoor van den grootvader te komen! Kees de Wit kwam er steeds voor uit, 12 dat hij nooit kans had gezien één cent ter wereld te verdienen; doch aan den anderen kant gaf hij steeds gul zijn geld uit, bij voorkeur aan arme drommels, omdat hij ook nooit de moeite had gekend van zelf geen geld te bezitten. Dus, in het jaar 1865, liet de familie den jongen man de vrijheid om de wijde wereld in te trekken; hij was toen twee-en-twintig jaar. En dadelijk maakte Kees van zijn vrijheid gebruik, door de wereld te gaan zien op de manier, welke hem de eigenaardigste leek. Het reizen was in die jaren heel wat moeilijker dan heden ten dage; doch dit was juist wat hem aantrok. Per zeilschip voer hij naar onzen Oost en na een reis van 96 dagen zette hij den voet te Soerabaja aan wal. Van deze plaats begon hij zijn sedert beroemd gebleven wandeltocht, dwars door Java; vóór hem had nog niemand er aan gedacht en het ook niet aangedurfd, om Java te voet te bereizen. Kees de Wit had als eenige bagage een handvaliesje bij zich, een paar ruime ijzersterke schoenen, die hij later nog bijna onversleten in zijn Museum kon vertoonen, en zijn reisparasol, die hem later nooit in den steek heeft gelaten; bovendien verzamelde hij onderweg zooveel mogelijk wandelstokken, die later eveneens hun plaats in het reismuseum kregen. De manier van reizen van den eigenaardigen toerist was al uiterst eenvoudig; bij vooikeur gebruikte hij zijn maaltijden aan den kant van den weg, soms dwaalde hij een kampong binnen, en bijna altijd kocht hij zijn sober maal in een „warong", waarlangs de weg hem voerde. Zijn typische trots was het, om later te kunnen vertellen, dat die eerste Indische reis hem aan voeding niet meer dan twintig cent per dag kostte. Natuurlijk werd de ondernemende jonge man overal hartelijk ontvangen, zoowel door de plantagebezitters, als vanwege de Regeeringsambtenaren. Door zijn introducties kon hij tal van merkwaardigheden zien; en aangezien hij een reiziger was vol 13 belangstelling, onderzoch en nog wat; in kisten vol zonden. De verdere reis en Celebes, waar hij o. a. de geheele Minahassa doorwandelde (329 palen in 56 dagen). Toen hij bij het verlaten van Indië in 1866 zijn afgelegde trajecten eens te zamen telde, kwam hij tot een cijfer van 2361 f palen (een paal is 1507 meter) — of ± 3560 K.M.! ! — en hij kon er zich op beroemen, dat dit de grootste wandeling was, die nog nimmer een bezoeker van Indië, vóór hem, had volbracht. De terugreis werd gemaakt over Singapore , Hongkong, Shanghai', Yokohama, San-Franciso, Panama; in Juni 1867 kwam hij te Amsterdam terug. Eenige jaren bleef Kees de Wjt nu honkvast, maar daarna beving hem weer de oude tippellust. Zijn wandeling naar Parijs in 9 dagen, resp. 122£ uur, (per dag liep hij gemiddeld 13.61 uur) t, kocht en verzamelde hij van alles werd dit dan naar Amsterdam gestrekte zich uit over de Molukken L. C. DUDOK DE WIT, bijgenaamd „Kees de Tippelaar", van „Huize Slangevecht", vanwege de gastvrijheid ook wel genaamd „het huis zonder deuren" te Breukelen. 14 had plaats in het jaar 1874; daarna volgde zijn bezoek aan Amerika, waar hij meer wandelde dan treinde. In 1875 maakte hij zijn wandeltocht naar Weenen, waarvoor hij 26 dagen of 235£ uur gebruikte. De tentoonstellingen in Philadelphia en Chicago bezocht hij van uit NewYork, natuurlijk te voet; .de Amerikaansche bladen waren zeer goed te spreken over den excentrieken Dutchman, die liever liep dan reed. Vooral De Wit's eigenaardigheid, dat hij eeuwig en altijd met hetzelfde valiesje en in hetzelfde ouwe reispakje reisde, stal het hart der Amerikanen; ook Kees' gewoonte om met een afstandmeter eiken stap aan te teekenen, bezorgde hem aan den overkant van den grooten plas een goede pers. Na zijn vierde Amerikaansche reis meende Kees de Wit dat hij nu genoeg van de wereld had gezien; het buitenhuis aan de Vecht stond leeg en hij nam er zijn intrek, om het niet meer te verlaten, dan om er, op bijna zeventigjarigen leeftijd te worden uitgedragen naar het kerkhof te Breukelen. Geb. 3 0ctober („Hutspot datum") 1843, overl. 30 Maart 1913. Het lag echter toen volstrekt niet in het voornemen van den onrustigen man, om daar zijn verdere leven stil te blijven vegeteeren! Integendeel, hij heeft kans gezien van Breukelen een der drukst bezochte en meest bekende plaatsen van de Vecht te maken; de stroom van bezoekers, uit ons land zelf, even goed als uit het het buitenland, nam elk jaar toe en voor iedereen was de joviale gastheer altijd thuis. Slechts twee weken per jaar brak hij zijn huishouden op, om zijn jaarlijksche wandeltochten door ons land te maken; er kon niets ter wereld bedacht worden, wat hem daarvan terughield, weer of geen weer, hij wandelde van huis, dan eens deze provincie in, dan weer naar die provincie, en zijn dag was niet goed, indien hij niet minstens acht tot tien uur in zijn schoenen had. Toen hij wat ouder werd, kwam er ook nog zijn jaarlijksche reis naar Londen bij; dit 15 werd dan ook een vast nummer op zijn jaarprogramma. En het typische hiervan was, dat hij nooit alleen ging; bij voorkeur vroeg hij een der dorpelingen uit Breukelen mee, soms eens zijn slager, dan weer zijn bakker; en de Heer van „Slangevecht", die zijn leveranciers eerst over de wonderen van de groote wereldstad zooveel had verteld, toonde zich dan een even royaal als hartelijk gastheer. Men behoeft niet te vragen of Kees de Wit op die manier ook populair was in zijn dorp! Van zijn goedhartigheid zou het lang vertellen zijn. Zoo uit 1891, na' den strengen winter van 1890. Er was veel armoede en ellende in Breukelen, en Kees de Wit kwam op het denkbeeld, om zijn verschillende reisherinneringen in zijn huis ter bezichtiging te stellen, waarvoor hij de bezoekers dan een entrée-geld liet betalen. Dit geld verdeelde hij onder de dorpelingen. Doch hieruit volgde het oprichten van het sedert zoo bekend geworden Museum aan de Vecht; al die reis-herinneringen, al de geschenken, welke hy van heinde en ver van alle deelen der aarde toegezonden kreeg, al zijn curiosa, die hij op wandeltochten had verzameld, al de nieuwigheden, als automaten, gramofoons, speeldoozen, stalde hij uit, en hij bouwde er een flink gebouw om heen, dat den naam van Museum wel verdiende. *) Hij vroeg aan niemand entrée; iedereen, en hoe meer hoe liever, was er welkom; het eenige genoegen, dat de gastvrije man er van had', was, dat hij zelf met elk der bezoekers wilde rondgaan, om zijn verzamelingen te vertoonen. En hij bedankte zelfs nog met de grootste hartelijkheid, wanneer de bezoekers hun handteekening wel wilden plaatsen in het bezoekersboek, dat hij had aangelegd; degeen, die zijn *) Helaas, na zijn overigden, verstrooid .... Ware een goed begin voor een Beis- of Sportmuseum geweest! De eenige herinnering is, meen ik, nog, dat ieder jaar op 3 October de schoolkinderen onthaald worden, waartoe, KEES" een fondsje schonk. (Noot van den schrgver). ïê handteekeniug vergezeld liet gaan van een aardigheid, van een versje, van een koddig krabbeltje, behield Kbes de Wit eeuwig tot een dankbaren vriend. Zoo :was het ook met de briefkaarten-collectie van den bewoner van „Slangenvecht"; het was zijn grootste glorie en echte trots, wanneer er weer een briefkaart door den Breukelschen postbode op zijn Buiten werd besteld, waarvan het adres een puzzle was geweest voor de Nederlandsche Posterijen; trouwens deze maakte het zich later gemakkelijk, want elke onbestelbare briefkaart werd eenvoudig naar Breukelen gezonden. En strafport scheen niet voor Kees de Wit te bestaan! Een uitgerafelde manchet, met niets anders dan het woord „Kees" erop, of een zool van een ouden schoen, waarop het woord „Breukelen", vormden de onschatbaarste documenten in deze zonderlinge verzameling, waarop elk Postmuseum trotsch zou zijn. Këes de Wit liet zich van zijn kant niet onbetuigd. In de eerste plaats noodigde hij jaarlijks de Postvereeniging van brievenbestellers op zijn buiten en dronk hun dan toe, met een aardige toespeling op de moeite, die hij hun onwillekeurig veroorzaakte. Zelf richtte hij zijn correspondentie liefst zoo gek mogelijk in. Hij hield er evenwel practische visitekaartjes op na, die in één moeite dienden voor gelukwensch, bezoek, dankbetuiging en rouwbeklag, daartoe had hij niets anders te doen dan een der hoekpunten om te buigen. Een andere gewoonte van Kees was bij de prompte beantwoording van zijn correspondentie, om in een cirkel te schrijven; en dan had hij sommige afkortingen, zoodat hij bijvoorbeeld nooit het woord „acht" schreef, doch voor „hoogachtend" steeds „hoog8eud" zette. Omdat elk van zijn bezoekers het zwak voor briefkaarten-zonderlingheden van Kees de Wit kende, trachtte de een steeds den ander te overtreffen. , Maar ook op andere manier kon men den hartelijken gastheer believen. Met een ouden afgedankten pop uit Groep van een der Eerste Vierdaagsche Afstandsmarschen van den Nederlandschen Bond voor Licbamelpe Opvoeding, Arnhem 1911 (midden voor de kranige Sergeant MIDDENDORP). 18 het „Panopticum" was hij in de wolken; die Werd in den tuin voor het huis uitgestald en bij feestelijke gelegenheden — en die waren er vele aan de Vecht! — werden de poppen extra mooi aangekleed, den gasten ter eere. Wie met zulke fratsen niet behoorlijk meedeed, viel uit den toon, en deed trouwens beter thuis te blijven. Wanneer men bleef logeeren, had men er in te berusten, wanneer de gastheer zich zelf op de ouwe sofa in de werkkamer uitstrekte, want Kees de Wit sliep nooit op een bed; vier uurtjes rust op zijn canapé was genoeg voor hem. Ook deed men verstandig niet te schrikken, als 's morgens de gasten werden gewekt met een geweldig geweerschot onder het slaapkamervenster afgeschoten, gevolgd door het wekliedje, waarbij het kleine, dikke mormelhondje op droefgeestige wijze het refrein meejankte. En wilde men in den stijl van „Slangevecht" blijven, dan behoorde men te klokke zeven uur het bad van den gastheer mee te maken; op dit uur trad Kees uit den achterkant van het huis, over een met riet gedekt vloertje en begaf zich te water, 's zomers om een geruimen tijd in de Vecht rond te zwemmen, 's winters, om driemaal achtereen in de in het ijs uitgehakte bijt onder te dompelen. En hoe gekker men zich dan in het badcostuum toetakelde — er was een uitgebreide garderobe altijd in huis voorradig! — des te beter vond de excentrieke gastheer dit. Tot op zijn ouden dag heeft Kees de Wit deze ochtendbaden volgehouden; hij beweerde altijd, dat het hem gezond heeft gehouden. Want ziek is Kees de Wit nooit geweest. Of het moest de ziekte zijn, die voor dezen spreekwoordelijk vroolijken man het verdriet van zijn leven is geweest, en wel een zielsziekte, eene herinnering aan iemand, die hij eenmaal zeer lief had. Het was dan ook een bezoek aan dien wereldwandelaar, dat eenige Haagsche jongelui er in 1895 toe bracht, 19 de athletiek, en in 't bijzonder de wandelsport, te gaan beoefenen. Door Perelaer, W. Sutherland en v. Andel was daartoe in 1895 te 's-Gravenhage, de Haagsche Athletiekclub „Hollandia" opgericht, welke reeds spoedig eenige Cross Country's en wandelwedstrijden organiseerde. „De eerste bona fide wandel- of te wel „stap"-wedstrijd „(zie „Het Boek der Sporten"), gaf de Haagsche „Hollandia" „in 1895 op den Leidschen Straatweg over 30 K.M., „waarin v. d. Wijngaardt (Utrecht) wint in 3 uur 27 „min. 20 sec." Voorts gaf „Hollandia" een wandelwedstrijd Den Haag—Delft en terug om zeer bescheiden prijsjes, doch waaraan flinke sportsmen, als Muntinga (Rotterdam) (le prijs); v. d. Wijngaardt (Utrecht), „ Abram Prikkie" (pseudoniem van den helaas te vroeg overleden sjovialen Buskop) Rotterdam, deelnamen. Buskop wint ook een 30 K.M. wandelwedstrijd. Als bijzondere goede snelwandelaars uit dezen tijd moeten genoemd worden: P. M. Soudijn (thans wonende te Oegstgeest), dien we nog aantroffen bij den 25 K.M. wandelwedstrijd van V. C. S. in 1919; George Büfp, Wensel, Wurpel en Swets. In dezen tijd wordt ons land ook nog al eens bezocht door „Wereldwandelaars", zooals het echtpaar Kander, dat uit Linz (in Oostenrijk) om een, weddenschap van 100.000 Oostenrijksche guldens (!) trachtten de wereld om te wandelen en hun weg namen over Londen, New-York, San-Francisco, Caïro, Constantinopel en zoodoende weer op Linz aan. Voorts door een typischen Franschraan, Victor Cointet, die een half dozijn jassen van verschillende snit over elkander droeg! en die in zes jaar tijds ook al de aardbol wilde omtippelen. Deze „Wereldwandelaar", op een nacht in Rotterdam slapende tegen eene heining aangetroffen, antwoorddé op de vraag van een politie-agent, waarom hij niet in 2* 20 De „Wereld-Wandelaar" (met wel 6 jassen over elkaar) VICTOR COINTET. 21 een hotel was gegaan: „dat hij zich bij voorbaat al „trainde tegen de koude, welke hem in het hooge „ Noorden te wachten stond" !! Het eigenaardige van al deze wereld wandelaars was wel dat zij — in Holland zijnde — steeds een bezoek brachten aan Kees de Wit te Breukelen en aan schrijver dezes te 's-Gravenhage. Dat men echter niet altijd op de zuiverheid van hunne Wandelsportliefde kon rekenen, bleek mij wel, toen op een goeden dag, ook weer zoo een „Wereldwandelaar" (een Italiaansche Jockey) zich te mijnen huize vervoegde, na ook reeds bij den Heer De Wit zich vervoegd te hebben, die, nadat ik hem logies en eenig zakgeld gegeven had, toen ik hem een eindweegs naar Hoek van Holland wilde vergezellen, beweerde eerst met den trein (!) naar Rotterdam te moeten om z'n bagage (!) te halen. Opmerkelijk — en jammer — moet het ook genoemd worden, dat men nimmer van het winnen der aangegane weddenschappen vernam! Tijdens het corrigeeren van dit werkje, lees ik juist het volgende berichtje, dat dus mogelijk een uitzondering op den regel vormt! Uit Nairobi (Britsch Oost-Afrika) wordt gemeld, dat daar deze week de Hollandsche wandelaar Gijsbertus Seurbring is aangekomen, die op 1 Mei 1921 uit Haarlem vertrokken is. Hij heeft te Nairobi zijn dertiende paar schoenen weggedaan, na een afstand van 25,000 Eng. mijlen afgelegd te hebben. Seurbring is van plan door Afrika te trekken, dan langs de westkust naar het Noorden en langs de noordkust naar het kanaal van Suez. Vervolgens zal hij door Azië, Amerika en Engeland naar huis wandelen. Hij denkt daar nog negen jaar voor noodig te hebben. In 1897 gaf de H. A. O. „Hollandia" nog verschillende Wandelwedstrijden op den toen nog zoo lommerrijken Leidschen straatweg — (wat al niet veel - en gezellige to Snelheidsmarsch Den Haag—Amsterdam, 65 K.M. binnen 8 uur. Geheel links DIDAMA; met wit tricot in 't midden WATERBERG, Kampioen 25 K.M.; daarachter de bekende Veteraan KONZ; daarnaast DE VRIES; daarvóór de bekende Wandelsport-propagandist W. SUTHERLAND. 23 wedstrijden zijn hier gehouden) — waaraan deelnamen W. H. Wuepel Jr., Amsterdam; F. H. Muntinga, „Kenau"; „Trainer", „Cesar" (pseudoniems waren toendertijd erg in de mode!) George Büff en Van Mastrigt, allen uit Rotterdam, Keijser uit Aalsmeer, J. H. v. d. Wltngaabdt, Utrecht; Grimmel nu Bois, Willem Buskop (pseudoniem „Abram Prikkie") en Alex. Barten, allen uit Rotterdam, waarvan J. H. v. d. Wijngaardt uit Utrecht, een 30 K.M. Wandelwedstrijd in 3 uur 27 min. 20 sec. won, 2e „Kenau", 3e W. H. Wurpel. In 1897 behaalde „Victoria" (Willy Sutherland) een le prijs in den Wandel wedstrijd te Baarn, 2e Mulder, 3e Dijkstra, beiden uit Utrecht. Wurpel won in Amsterdam nog eenige le prijzen in heftige concurrentie met Joh. Swets. Hij kreeg echter bovendien in den jongen Büff een ernstigen concurrent. Zoo maakten we het mede, dat een zeer fraaien Kanipioensprijs en sjerp, reeds toegedacht aan „Pim" Wurpel, door Büff mede naar Rotterdam werd genomen. „Victoria", die ook in dat jaar in Antwerpen in een „Internationale" 10K.M. (Wandel-) „Gaan"wedstrijd (zeggen de Belgen) in den zeer fraaien tijd van 56 min. 23 sec. (Fransch record toenmaals 57 min. 32 sec.) den Hollandschen naam hoog hield, met als tegenstanders de bekende Belgische loopers: de Propt, van Reeth, L. van Aelst, F. de Roeck, L. Peeters en v. Ruyseveldt ; won in datzelfde jaar ook aldaar een 5e prijs in een Internationale Cross Country en liep zijn tocht Brussel— Den Haag in een looptijd van 25 uur 31 min., gecontroleerd en begeleid door den helaas te vroeg ontslapen „all round" Belgischen journalist en sportman Constant de Haes; benevens door H. Driedonks (Zevenbergen), George Büpp (Rotterdam) en van Maasbommel (id.), waarvan we hier het verslag uit de toenmalige „SportRevue" even aanhalen, waarin, B. J. Zuiderhof schreef: 24 1895 — GEORGE BÜFF. — 1925 Voorzitter van de Rotterdarnsche Voetbal- en AthletiekVereeniging „Pro Patria". Kampioen Wandelaar v. Nederland 1897. Kampioen Hardlooper 5-, 10s' en 25 E.M. 25 „Een aardig voetreisje' Wandelen, wij doen het allen op zijn tijd. Het dient als verstrooing, als ontspanning na al het geroezemoes, na al de inspanning, de gejaagheid, die de dagelijksche arbeid van ons vergt. Wij gevoelen ons ruim en vrij op onze wandeling, want onze gedachten worden niet met een bepaald doel bezig gehouden. Wij hebben ons niet te agiteeren om op bepaalden tijd ergens te zijn. Wij wandelen en wij genieten. Een ieder wandelt in zijn vrije uren naar zijn vermogen. „O, wat word ik moede", zucht een persoon, die over weinig ausdauer of kracht beschikt, „ik kan niet meer", als hij of zij een paar uurtjes gewandeld heeft. Het zijn heele bazen, ' die 3 of 5 uur achtereen wandelen. Het is al iets heel ergs, als wij hooren, dat iemand van Amsterdam naar Utrecht of van Rotterdam naar Den Haag geloopen heeft. Men kijkt dan tegen zoo iemand op met een nietig gevoel van zichzelf en men slaat de Afstandsmarsen Brussel— Den Haag, in 25 uur 31 min., op 6 en 7 Juni 1897, door W.m SUTHERLAND. Aankomst te Roosendaal. 26 ORANJA, Uit versch aangevoerde sinaasappelen geperst. De nog niet geëvenaarde fijne kwaliteit. Door geheel Nederland het laagst in prijs. Vraagt bij elke flesch of bij elk glas onze Limonaderietjes in de Oranja huisjes. MILCO. De allerfijnste Cacaodrank die gemaakt kan worden. Voetbal, Fietsen, Turnen, Zwemmen, Allemaal gezonde sport, Doch men doe met zijn waardeering Aan het wandelen niet te kort, Ieder, die niet thuis blijft zitten, Maar per dag zijn wand'ling maakt, Weet hoe hij in 't vrije uurtje Naar zijn vaste rondgang haakt, 't Loopen houdt je lichaam lenig, •y» Waarbij het je geest versterkt, En je voelt dat het weldadig Op je heele wezen werkt. Zit niet stil, spaar nooit je beenen, De beweging geeft,hun kracht, Let eens op welk een genoegen U een frissche wandeling bracht. Wilt Gij, 't toppunt van vérrukking Na een fiinken wandeltocht Rust dan uit, waar onze MILCO En ORANJA wordt verkocht. NX Vruchtenwijn- en Conservenfakiek, z i e r i k z e e. 27 handen ineen. Want het is een verschrikkelijk verre afstand. Maar onze hooit te vergeten Kees të Breukelen zal dat niet doen. Dat is voor hem, wat voor ons een wandelingtje door de stad is. En de opvolger van onzen Kees, wij zouden haast zeggen: Kees No. 2, Wtlly Sutherland, loopende onder den naam „ Victoria" en woonachtig te 's Hage, lacht er ook even hard om. Hij volgt de schreden van zijn sportpapa! Na reeds enkele aardige voetreisjes achter den rug te hebben, heeft hij zijn Pinksterdagen eens benut met een record Brussel—Den Haag te scheppen. Alles voor zijn pleizier. Ga je gang maar. Wie doet het hem na? En dan in den tijd waarin hij het deed! Dat is verbazend, dat is indrukwekkend, maar niet een tippelingtje van Amsterdam naar Utrecht. Onze „Victoria" dan, een 18-jarige jongeling, die flink en stevig gebouwd is, maar wat voorover gebogen loopt, is Zondag 6 Juni 1897, 's middags om 4 uur 40 min., van Brussel vertrokken. Na zich eerst eenige weken geleden in den weg vergist te hebben, ontbrak het hem een volgenden keer aan gangmakers van af Dordrecht en beproefde hij het thans voor de 3e maal. Zon het nu beter slagen? Het weder was gunstig. „Victoria" begon met eerst naar Vilvoorde te loopen, toen naar Chapelle au Bois, waar hij om 7 uur 42 min. aankwam, vervolgens naar Boom, daarna naar Kiel en Antwerpen, waar hij in 't holst van den nacht arriveerde, om 11 uur 28 min. Tot hiertoe had hij geen rust gehouden. De weg lag vrij rustig en gelukkig was het niet al te duister. Zijne gangmakers steunden hem flink, maar het kostte hem geld! Om 11,43 vertrok hij weder uit Antwerpen, nu naar Esschen, in één stuk door, een afstand van 6 uur. Hij liep half slapende, 28 doch studdy door en zwaaide zoo nu en dan met zijn arm tegen een boom aan. De dag brak aan en hij kwam vervolgens aan ons grensstation Roosendaal. Toen was het half tien in den morgen. Nu moest hij toch even Na 25 jaar Wandelsport. Een ongedachte hulde-krans van alle deelnemers der 4-daagsche afstandsmarschen bij hef volbrengen van de 5e jaarlijksche 4-daagsche en verkrijgen van het Eerekruis der N. B. L. O. een langere rust nemen en wel van over het uur. Hier werd hij gastvrij ontvangen door de Rooseudaalsche Wielerclub, terwijl de Zevenbergsche Wielerclub met den Voorzitter H. Dbibdonks (thans te Rdam) — een bekend sportman — hem te gemoet was gekomen. 29 Vervolgens ging hij naar Oudenbosch, waar hij den trein pakte om de Merwede over te steken en om 1 uur 23 min. te Willemsdorp aan te komen. Hier begon hij weder zijn tippel. In Dordrecht arriveerde hij om 3 uur 10 min. Dat was me daar een opgewondenheid. Iedereen moest hem begroeten en de hand drukken. Men had daar respect voor hem. De Burgemeester van OudDordrecht sprak hem toe en schonk hem de antieke medaille. Met belangstelling hoorde men hem vertellen. Hij was zoo erg moede niet eens. Tot 6 uur hield men hem aan de praat, waarna hij in gezelschap van zijn mede-geleiders Büff en v. Maasbommel, op weg ging naar Rotterdam, om aldaar bij tienen aan te komen op de Sporttentoonstelling. Hij. zag er nog vrij frisch uit en maakte ook hier met deze en gene een praatje. Om over Elven vertrok hij met zijne sportvrienden naar Den Haag. Hij stapte nog flink door en arriveerde aldaar orn drie uur 23 minuten 's morgens. In Amsterdam was onderwijl naast de A. A. C. opgericht de Athletiekclub „De Germaan", (Voorzitter W. H. Wubpel), waarnaast — evenals in 's-Gravenhage naast de H. A. C. „Hollandia" de H. A. V. ,'s Gravenhage" — (in dit sportwereldje schijn! nu eenmaal weinig eensgezindheid te kunnen heerschen) de Athletiekclub „De Bataaf", met Joh. Swets aan het hoofd, werd opgericht. In Rotterdam was „Pro Patria" gekomen, onder leiding van Geobqe Büff, dat tot heden — eerstdaags 30 jaar — onder diens leiding nog teeken van leven geeft en vrijwel de athletiek van de R. V. en A. V. „Sparta" overnam. Hierbij mogen wij niet vergeten de heer W. C. Habtmann, de ijverige Oud-Voorzitter en nog Eere-Voorzitter van de N. A. U. te noemen, die nog heden ten dage de athletiek in Rotterdam steunt met daad en woord. Na Soudijn , we kunnen wel zeggen — naast hem — ihag wel George Büff genoemd worden als de beste wandelaar. Hij won o. a. maar eventjes 41 eerste-, 8 tweede- en 5 derde prijzen. Wij laten daaromtrent onzen „Old Friend" zelf aan het woord: „Vanaf het verlaten van de school werd door mij het cricket- en voetbalspel beoefend, terwijl ook in de gymnastiekzaal van den heer Brakman alhier, de vrije- en orde-oefeningen mij het meest bekoorden. Het was op aanraden van onzen vriend Buskop (Abram Prikkie), dat ik in 1894 voor het eerst deelnam aan een loopwedstrijd over 22 K.M., een zoogenaamde „Go as You please race", waar ik als derde in aankwam. In 1895 richtte ik met Boskop de Vereeniging „Pro Patria" op en van toen af ging ik mij toeleggen op regelmatige oefening. Een „Sprinter" was ik niet, dit had ik al spoedig bemerkt, en dus ging ik de MIDDEL en LANGE afstand beoefenen. Mijne eerste successen boekte ik op de wedstrijden van de Haagsche Athletiekclub „Hollandia" in Den Haag, waar 'de eminente Voorzitter, de he.er Sutherland (die 25 jaar later „Pro Patria" ook nog zou komen huldigen) enorm veel propaganda voor de loopsport maakte. Steeds waren deze wedstrijden gezellig en kameraadschappelijk en zijn voor mij dan ook eene prettige herinnering gebleven Sutherland, die zelf ook deelnam aan wedstrijden, toonde zich een ware sportman, hetgeen mij een herinnering in de gedachte brengt, n.1. er was door zijn toedoen weer eene opleving in de athletiek gekomen, en bij een dier wedstrijden won hij een 100 Meter hardloopwedstrijd, in drie maal loopen. Tweede werd een zekeren Vas Diaz uit Amsterdam die, hoewel volkomen verslagen, toch erg gepikeerd was over zijne nederlaag, met gevolg dat hij O» Navolgers van L. C. DUDOK DE WIT. W. VAN WOERDENS en Wm. SUTHERLAND, bij hun aan komst te Nijmegen, van hun afstandsmarsch Den Haag—Nijmegen (132 K.M. in 21 uur 55 min.), 16 Sept. 1917. Beiden behaalden ook het Eereteeken voor Lichamelijke Ontwikkeling v. d. Nederl. Bond v. Lich. Opvoeding. 32 Sutherland uitdaagde tot een match, en wel volgens zijn uitdrukkelijk verlangen, om een groot verguld zilveren kruis. Deze vond, hoewel daartoe geenszins moreel verplicht, die uitdaging direct goed en den daarop volgenden Zondag zou de match geloopen worden, die ook toen weer tot resultaat had, dat Vas Diaz het verloor, maar nu komt het mooiste, de Secretaris van „Hollandia", de heer Groenkveld, die op verzoek van Vas Diaz de medaille besteld had, waarvan de kosten natuurlijk door Vas Diaz betaald moesten worden, kreeg op zijn vraag naar betaling, vari Vas Diaz ten antwoord, „attenooy, nu heb ik verloren, moet ik nu ook den prijs nog betalen?" Geen wonder, dat er een algemeen gelach opging en Sutherland dubbel geluk werd gewenscht met de overwinning, maar ook inet den zoo bijster fraaien prijs, waar Vas Diaz zoo op gerekend had . . . Enfin, om nu weer op mijn eigen sportloopbaan terug te komen, inmiddels had ik mij een paar Engelsche werkjes, voor training aangeschaft, o. a. van W. G. George en Schuibb, waarnaar ik mijn oefenen inrichtte. Vele wandeltochten werden door mij gemaakt om het uithoudingsvermogen te sterken, zooals: Rotterdam— Leiden en terug, Rotterdam naar Utrecht (per spoor terug) en Rotterdam naar Amsterdam (per spoor terug). Mijn eerste wandelwedstrijd waaraan ik deelnam, was op 24 Juli 1897 te Amsterdam (zie pag. 10), waar mijne vlijtige training bekroond werd met het Kampioenschap van Nederland, waarbij ik tevens een record vestigde, dat nog heden op mijn naam staat (85 K.M. in 10 uur 8 min. 30 sec.) Mijn ideaal was echter een „Marathon" te winnen op een Olympiade, hetgeen mij helaas nimmer gelukte, in hoofdzaak er in dien tijd geen sprake was van eenige verzorging van een Hollandsch looper in den vreemde, hetgeen ook heden ten dage nog veel te wenschen overlaat. 33 Respectievelijk werden door mij de Kampioenschappen van Nederland behaald op 5, 10 en 25 Kilometer hardloopen. Op 22 October 1899 won ik op laatstgenoemden afstand het Kampioenschap en maakte toen den recordtijd van 1 uur 28 min. 47 sec; no. 2 was de heer F. Reuvkrs, die 19 min. na mij aankwam. Mijn tijd werd echter helaas niet erkend, aangezien door de slechte regeling van tijdwaarneming, de officieele tijdwaarnemer nog niet aanwezig was .... erg prettig, maar ik had wel kunnen huilen, want anders zou ook dezen tijd nu nog wel op mijn naam staan. Ik had een enorm snel tempo van het begin tot het einde, en den laatsten Kilometer had ik tot gangmaker den — ook zooveel voor de loopsport gevoelende — welbekenden heer W. C. Habtmann, die zelf een eminent looper op de één-Kilometer steeds was en mij in zijn athletiekcostume opwachtte, om zoo snel mogelijk den laatsten Kilometer af te leggen. Mijn eerste buitenlandsch succes was in Antwerpen, waar ik in een Cross Country over 10 Kilometer van de Antwerp Football Alliance, als eerste aankwam van 74 deelnemers. In een handicap-nummer over 2400 Meter, op de Zurenborgbaan in Antwerpen, was ik minder gelukkig. De prijzen waren geschonken door Zijne Majesteit Koning Leopold, die ook zelf bij de wedstrijden tegenwoordig was. Ik moest van meet, terwijl de voorgiften opgevoerd werden tot 220 Meter .... Van de 32 deelnemers was ik 4e aankomende. In Tervueren (Brussel) won ik op een grasbaan de 5000 Meter in 16 min. 10 sec. In 1900 op de Parijsche Olympiade, was ik van de 54 deelnemers de 5de aankomende. 3 03 ■ Huldiging van „Pro Patria" bij het 25-JARIG BESTAAN door Majoor WAGNER, namens den Minister van Ootlog, Generaal W. F. POP, 10 Juli 1920 in het Sparta-Stadion. 35 |—|ET Telefoon 12724. Café-Restaurant voor Sport- en Zakenman te ROTTERDAM IS: Caf é - Restau rant „NEUF", Coolsingel 25. Sportbladen ter lezing! Middag- en Avondconcert! — Lekker Eten! — Prima consumptie! Zeer billijke prijzen! HIER ontmoet men sportvrienden. 3' 36 Ook hier weder zonder verzorger of masseur, kon ik tevreden zijn met dit resultaat, meen ik. Hier zag ik voor het eerst de Amerikanen aan het werk. Long zag ik de 400 Meter winnen in 49f sec., Kraenzlein de 60 Meter in 7 sec, 110 Meter horden in 15f, 200 Meter horden in 25£ en het verspringen met ruim 7 Meter . . . laatstgenoemde Amerikaan sleepte dus maar eventjes vier eerste prijzen in de wacht. Gezien de behandeling, die elke buitenlandsche athleet daar had, gepaard met eene serieuse training volgens vastgesteld schema, was mijne overtuiging, dat onze sprinters nog zeer ver achter waren met de tijden en de eerste jaren geen schijn van kans zouden hebben. In mijne verdere training voor London, liep ik door een verkeerde massage, een lichte ontsteking op aan de knie. Ondanks dat ik mij onder behandeling stelde van Dr. Keeven, was ik in de Marathon-race te Londen, nadat ik ongeveer een uur geloopen had, genoodzaakt te stoppen. Mijn knie begon pijn te doen en hoewel ik met slechts drie man in de voorhoede zat, dus zeker was een goede kans. te hebben, oordeelde ik het beter om maar niet verder mede te loopen. De start was ontzettend snel, ondanks het zeer warm weer was. De beroemde looper Longboot (Canada) had de leiding genomen met eenige Engelsche loopers. De eerste Engelsche Mijl (1609 Meter) werd afgelegd in 4 min. 50 sec. Ik was zoo wijs in de achterhoede te blijven. Na ongeveer 8 Kilometer liep ik met Taninan (Canada) zoo wat alles gemakkelijk voorbij en passeerde ook mijne landgenooten, Beaams, Vosbebgen en Wakker, die allen veel te hard van stal waren gegaan en nu nog slechts in een sukkeldrafje liepen. 37 No. 4, GUBBELS (winnaar) 10 K.M. Snelwandelen, April '25 te Rotterdam, uitgeschreven door de R. S. V. „D. O. S." 38 Wij bereikten nu de voorhoede, die bestónd uit Hefferon (Zuid-Afrika) en Jackson (Engeland). Zooals ik hierboven al gezegd heb, moest ik toen, na ongeveer 17 Kilometer geloopen te hebben, stoppen. Mijn laatste wedstrijd liep ik in België, de zoogenaamde Marathon Beige, 32 K.M., waaraan vele Engelsche en Fransche loopers aan deelnamen. Ik eindigde bier als goede tweede, achter Celis (Brussel); de weg liep van Wavre naar Brussel en de aankomst was op het terrein van de Union St.-Gillois". Tijdens Büff's successen kwamen Jan en Piet Ruimer meer en meer op den voorgrond, • want Büff is ook een geboren leider en trainer en houdt er van anderen op te leiden en te helpen met raad en daad. Hetgeen hij heden ten dage nog doet met Gubbels, die thans onverslaanbaar is. Nog onlangs behaalde Gubbels te Berlijn een zeer mooie overwinning. De Gebroeders Ruimers waren ook geruimen tijd onverslaanbare wedstrijd-wandelaars. Zij brachten weder zekeren Aratoon op het „wandelpad", die eveneens langen tijd onverslaanbaar was. Aratoon is ook wel het bewijs, dat Sportbeoefening geenszins studie en maatschappelijke positie behoeft te doen verwaarloozen, want ondanks mededoen aan vele binnenen buitenlandsche wedstrijden, zorgde hij voor intense studie en is momenteel (te Amsterdam woonachtig) reeds Medisch candidaat, en zal wel spoedig met de noodige energie den Doctor's-titel behalen. Wij laten ook hem even aan het woord: „In Indië in 1913—'14 begon ik mijn sportcarrière met worstelen. In 1914 in Holland gekomen zette ik aanvankelijk deze sport nog voort, maar spoedig leerde ik in 1915 bij „Pro Patria" Rotterdam 't snelwandelen kennen. De eerste de beste wedstrijd reeds gelukte het mij een derde prijs te behalen in een voorgiftswedstrijd. Dat jaar sleepte ik 4 prijzen in de wacht. 39 W. J. A. ARRATOON. Kampioen van Nederland 1920—-'22. Kampioen van Zuid-Holland 1917—'18—'19. Kampioen van Amsterdam 1920. Kampioen van Noord-Holland 1922. Ned. Recordhouder 1ji Eng. mijl 1 m. 32V, s. 40 ^.ILMIM'.il:l ,|lHi!' :PU 1'Ü 'IIilÜÜ'.!' I'I' " I' 'iiJ i! I -!:/1 hP.rIM ,; WC* Het CLUBLOKAAL der R. A. & V.V. „Pro Patria" is ! ü Ü :l !; !i :!■ 1,1.11 i! I. N.!:,! IÜ! i I-II' ^il il '|: i: |i i| M ü l:;! i: I : il I- J ■ CAFÉ- RESTAURANT „HOLLAND IA" LINKER ROTTEKADE, ROTTERDAM. — ~ TELEFOON 1942. ~ ■IlillllllllilIIIIIIIIII Gezellige Tuin. Prima consumptie. IWP" Te bereiken met lijnen 3 en 15. ~%Kk bi!' III' II i: II ■!! II'; li II .1 II' III' i! .11 h .1 :|- ■!!: I. :i. I' I. :l. 1'! i,- i i-il li li'11,1 h! ï 41 't Volgende jaar 1916 bracht me 5 prijzen op. Uit dat jaar is me nog de 3500 M. tijdens de nationale Olympische spelen in Amsterdam 't duidelijkste in herinnering gebleven. Nog steeds gevoel ik groote spijt, als ik aan dezen wedstrijd terugdenk. Kort voor het einde had ik een goeden voorsprong op den toenmaligen kampioen v. d. Hurk en den in dat jaar opkomende ster Groenesteijn. Ik had de overwinning reeds in den zak, toen ik tijdens de laatste ronde hevige kramp in de maagstreek kreeg. Ik moest inhouden en was direct naar de vijfde plaats afgezakt. Door een geweldige krachtinspanning gelukte 't me nog haast gelijk met Groenesteijn over de eindstreep te gaan. Later bleek 't dat er een ronde te veel was geloopen. Als pleister op de wonde bracht ik in 't najaar 't Ned. record over \ Eng. mijl op mijn naam met 1 min. 32^ sec. 1917 leverde mij vier prijzen op, waaronder 't kampioenschap van Zuid-Holland over 10 K.M ; 1918 vijf prijzen. Wederom won ik 't kampioenschap van Zuid-Holland, ditmaal over 1500 M, Dit jaar had ik me er speciaal op voorbereid de in die jaren onoverwinnelijke Groenesteijn te slaan. Een tijd vóór den wedstrijd om het kampioenschap van Ned. over 1500 M. ging ik naar buiten en daar in rustige stilte, oefende ik ine voor den grooten strijd. Door en door getraind verscheen ik dan ook aan den start. Groenesteijn nam den kop en ik volgde hem steeds op de hielen, 't Kostte me totaal geen inspanning. De roem van zijn onoverwinnelijkheid maakte me echter bang hem te passeeren, wat me ten slotte het Kampioenschap kostte. De laatste halve baan schoot G. plotseling vooruit en nam 1 M. voorsprong op mij. Deze voorsprong was niet zuiver verkregen, getuige wel de waarschuwing, die Groenesteijn onmiddellijk kreeg, 't Gelukte me niet dezen Meter ten volle in te halen, met miniem verschil werd ik Tweede. Beiden waren we bin- 42 nen Nederlands recordtijd, die toenmaals op naam van G. stond met 6 min. 37 sec. Groenesteijn was totaal uitgeput en ik zoo frisch als een hoentje. Wat hf.d ik toen een spijt, dat ik niet mijn volle kracht had gegeven. Hetzelfde jaar nog, in 't najaar, overleed Groenesteijn aan de griep. 1919 bracht mij een nieuwen tegenstander in den persoon van Aug. Schotte, de weer amateur geworden professional. Ik begon dit jaar slecht, ik bleef beneden mijn vorm van 1917 en verloor eenige wedstrijden tegen Schotte. Tijdens den wedstrijd om 't kampioenschap van ZuidHolland, ditmaal weer over 1500 M., maakte ik echter korte metten met hem en handhaafde zoodoende mijn titel. Dat jaar vergaarde ik wederom vier prijzen. Zeer succesvol was 1920 voor mij. Ik behaalde niet minder dan Elf prijzen en bovendien 't kampioenschap van Nederland (3500 M.). Dat getal Elf wordt verklaard door 't grooter aantal wedstrijden, dat jaar gehouden. Ook nog 't Kampioenschap van Amsterdam (3000 M.) In 1921 moest ik examen doen en nam ik maar aan één wedstrijd deel met als resultaat een Eerste prijs. Met vacantie in Duitschland zijnde, nam ik, buiten mededinging, deel aan een wedstrijd over 5000 M. en bezette de 4e plaats in een veld van ruim 30 deelnemers, 't Was tijdens dezen wedstrijd dat in mij de liefde voor langere afstanden geboren werd. Het Kampioenschap van Nederland (3500 M.) werd in alle stilte zonder bekendmaking, in Den Haag verloopen, zoodat ik hoewel in Holland terug zijnde, mijn titel niet heb kunnen verdedigen. Eindelijk dan 't glansjaar van mijn sportcarrière, n.1. 1922. Zeer vroeg oefende ik mij speciaal voor den langen afstand. In April trok ik naar Berlijn, om deel te nemen aan den grooten monsterwedstrijd „dwars door Berlijn" (25 K.M.) Van de ruim 50 deelnemers, 43 eindigde ik als 9e. De 25 K.M. werden door mij binnen Ned. recordtijd afgelegd. Tevens sloeg ik de kampioenen van Zwitserland, Noord-Duitschland en den Duitschen legerkampioen. Ziehier tevens de ommekeer in mijn carrière. Vóórdien was 't me nog nooit gelukt een 25 K.M. te loopen en was ik 't sterkst op de korte afstand. Nu kreeg ik een hekel aan korte afstanden, vooral de 1500 M., daarmede had ik het 't meeste te kwaad. Het werd een buitengewoon druk jaar voor me. Ik zat meer in den trein dan thuis. Zondag in, Zondag uit startte ik in wedstrijden, zoowel in Nederland als daarbuiten. Het record in dit opzicht sloeg ik in Juli. 2 Juli startte ik in'Almelo voor 't kampioenschap van Nederland 3500 M. Met miniem verschil werd ik door Gübbels geslagen. Dien zelfden avond reisde ik door naar Praag (Tzecho-Slowakije), waar ik Maandagavond arriveerde. Des Woensdags startte ik in een 2 K.M. wedstrijd en won den 4en prijs. Donderdag een 5 K.M. wedstrijd, welke mij den 3en prijs bracht. Vrijdag vroeg reisde ik naar Rotterdam, waar ik Zaterdagmiddag arriveerde. Zondag in Rotterdam eerst 1500 M. en een uurtje later 5000 M., met als resultaat 4e op de 1500 M. en een derde prijs op de 5000 M. Een record dus van vijf wedstrijden in eene week. Eind Juli was ik eindelijk eens één Zondag vrij. Uit blijdschap eens wat rust te kunnen nemen, reisde ik naar Berlijn. Daar werd ik echter ontdekt en tegen wil en dank getransporteerd naar Zuid-Duitschland. Na een treinreis van een geheelen nacht, kwam ik in Aschaffenburg en den volgenden dag moest ik met geleende schoenen, trui en broekje, 20 K.M. loopen. Met de 25 K.M. in Berlijn is dit wel de verschrikkelijkste wedstrijd geweest, dien ik geloopen heb. De dokter aan de eindstreep, schrok toen hij me zag aankomen. 44 Vraag Uwen Schoenwinkelier de „MONTA"-SCHOEN Wat de Keur is op het Goud is het merk: ^™ „MONTA" op den „N. R. V." WA NDELschoen. Gecreëerd op advies en met medewerking der NEDERLANPSCHE REiSVERE ENIG ING! CN. R. V.) De IPEAAL-SCHOEN voor Wandelaars en Touristen. 45 Hij verheugde zich zeer over 't feit, dat ik een a s. collega van hem was en verzorgde mij extra goed. Een mooie zilveren beker als le prijs, was 't resultaat van deze mislukte vacantie. Dit seizoen besloot ik met 't Kampioenschap van Nederland over 25 K.M., waarbij ik 't Ned. record met 2£ minuut sloeg en bracht op 2 uur 16 min. 9^ sec. Voordien behaalde ik ook nog 't Kampioenschap van Noord-Holland (1500 M.) Tevens was dit jaar 't einde van mijn carrière. In '23 stond 't Mediscli candidaatsexamen op 't program en beteelcende tevens 't einde van mijn sportloopbaan. Nu 1925, 't Medisch doctoraalexamen". Tot zoover onze vriend Aratoon, die met een „Spurtje" zijn „doctoraal" ook wel zal „winnen". Hij verdient het wel. Om op ons onderwerp terug te komen, er waren dus gtnoeg Wedstrijd-gevende Vereenigingen, doch genoemde clubs hielden echter in hoofdzaak wandel-wedstrijden, waarin dus slechts enkelen uitblonken. Het idéé van schrijver dezes, om de massa — de burgers — een soort vóórgeoefendheid voor marschvaardigheid bij te brengen, dat in 1895 met „Hollandia", met pover resultaat — 6 man — bekroond was, werd, zij het in hoofdzaak voor Militairen, nader uitgewerkt door den Bond voor Lichamelijke Opvoeding, als ik mij niet al te zeer vergis, het idee van -, en georganiseerd door, het toenmalige Hoofd-Bestuurslid —*de stuwende kracht — Luitenant Th. A. Boeroe), welk lichaam in 1909 de erkenning wist te verkrijgen van een Eereteeken voor Lichamelijke Ontwikkeling, hetwelk kan worden behaald door allen, die de éénmaal {véél te weinig) 'sjaars gehouden Vierdaagsche afstandsmarschen, resp. van 40 K.M. per dag voor Militairen met volledige bepakking of van 50 K.M. per dag voor de bereden militairen en 46 die met lichtere bepakking en van 55 K.M. per dag voor Burgers, met goed gevolg hebben geloopen, nadat zij den laatsten dag nog een extra vaardigheidsproef - direct na aanloopen, springen ben volbracht, begonnen in 1909 marschen sedert den gehouden en nog te onbekend schrijver dezes, dens den Mo1915 een gunstig om thans het zoo lang gekoesloopsport zoowel Militairen meer ken, uit te voe- komst - in Harden klimmen hebWaar echter, deze afstands1912 niet wervoor de burgers waren, meende dat het juist tijbilisatietijd in oogenblik was, door hem reeds terde plan, de bij Burgers als populair te maren. Vermelding verdient echter eerst nog, dat de Kapitein der Jagers (thans Luitenant-Kolonel en Commandant v. d. Brigade Jagers) J. C. Wagner, ook reeds (ik zou zeggen : „Stil! going stroug") blijk had gegeven van initiatief en wandelsportliefde door o. a te loopen (Sept. 1908) 'van Amersfoort naar den Haag, 89 K.M. in 14J uur, voorts Den Haag—Arnhem, 127 K.M. in 23 uur en over wiens tocht met 64 man, „Sportnieuws" d.d. 20 Juni 1914, het volgende schreef: Het Daghet in het Oosten! Een kranige tocht van Kapitein Wagner en zijn vrijwilligers. „— Kapitein Wagner van de Jagers, heeft van Vrijdag 12 Juni tot Maandag 1.1. (1914) met 64 man van zijn compagnie, die zich geheel vrijwillig aanboden, een militairen marsch gemaakt en welk een marsen! Kapitein J. C. WAGNER (thans Luitenant-Kolonel; Commandant der Brigade Jagers). 48 Vrijdagmiddag halfdrie afmarsch; te Sassenheim werd overnacht in schuren op stroo. Zaterdag over Haarlem en Halfweg naar Amsterdam, terwijl te Halfweg de maaltijd uit de keukenwagens werd gebruikt. Daarna werd de marsch naar Amsterdam voortgezet, waar een oefening werd gehouden, bedoeld als aanval op Edam, dat om half een 's nachts werd bereikt. Te Edam werd overnacht. 's Ochtends hadden de militairen gelegenheid ter kerk te gaan; 's middags werd een landingsoefening gehouden eindigend met een aanval op Edam. Om halfdrie werd de terugreis over zee aangevangen, het Centraalstation Amsterdam werd te half zeven bereikt en de Jagers aanvaardden hun terugmarsch Door Amsterdam werd getramd; te Fort Aalsmeer kwam de troep om kwart vóór twaalf 's nachts aan, waar de keukenwagens weer wachtten. Na een verkwikkende nachtrust van 7 uur, weder op stroo, werd om 9 uur vm. afgemarcheerd en om 42 uur 's nachts marcheerde de troep de Oranjekazerne alhier (Den Haag) binnen in volkomen gevechtswaardigen toestand, zonder één achterblijver. In 81 uur waren 130 K.M. afgelegd onder moeilijke omstandigheden. Dat de stemming er nog in zat, bewees de troep bij de voorlaatste rust om halftien in 't „Huis ten Deyl" en vóór 't inrukken brachten de mannen een warme ovatie aan hun Kapitein, dank zij wiens bekwame leiding, zij in staat waren geweest deze kranige proeven van militaire geoefendheid af te leggen. Waar schrijver dezes reeds lang in het openbaar zijne verwondering te kennen gegeven heeft — nog onlangs op de jaarvergadering van den Bond voor Lichamelijke Opvoeding — over het door de Militaire autoriteiten zoo weinig nota nemen van de Loopsport — daar is het hem thans een groot, zeer groot genoegen, een verslag te mogen geven van den zeer bijzonderen tocht van den CO Afstandsmarsch te Deventer. Geheel rechts (zittend) wijlen GERRIT VANiTONGEREN. 50 Kapitein der Jagers, J. C. Wagner te 's-Gravenhage, de vorige week van Den Haag naar Edam en terug. — Kapitein Wagner, de man van Den Haag—Arnhem in 23 uur, wat ook reeds een zeer kranige praestatie is — blijkt ook een eminent leider en commandant te zijn — want als men zelf iets onderneemt, dan heeft men met zijn eigen wilskracht te doen, maar met 64 man bij zich! Dat verandert de zaak en kan veel roet in 't eten werpen. Maar — niet bij de mannetjes van Kapitein Wagner, zij hebben getoond niet alleen in willen, maar ook in kunnen één te zijn met hun commandant. Daarom naast de hulde aan den leider, een woord van bewondering voor die 64 flinke soldaten. En waar dit een woord is van zelf een oud-looper, zullen zij er uit kunnen zien, dat hunne praestatie kranig, ja zeer kranig is. En mogen de Militaire autoriteiten nu en verder ook eens meer waardeering toonen voor die tak van Lich. Opvoeding, welke gewoonweg „Loopen" heet, maar waar zeer veel nut in zit. Het zij zoo I 's-Gravenhage, 15 Juni 1914. Niet dan nadat doof mij in verschillende bladen, o. a de Revue der Sporten, de Landstorm enz. op het nut van afstandsmarschen was gewezen en o. a. in adressen aan de Ministers van Binnenlandsche Zaken, Oorlog en Marine, aan het Olympisch Comité, den Bond voor Lichamelijke Opvoeding en de Nederl. Athl. Unie (niet ten onrechte Na U genoemd) er op was aangedrongen thans — 1915 — toch wat op dat gebied te doen, hoewel beleefd beantwoord, zonder eenige uitwerking bleven, meende hij dan maar zelf de koe bij de horens te moeten pakken. Op 6 Juni 1915 was het dan den gedenkwaardigen dag, dat ruim 300 burgers en militairen aan den oproep om een 35 K.M.-marsch te maken, gevolg gaven, waar- 51 Comité voor de Mobilisatie-Afstandsmarsen op 6 Juni 1915. V.l.n.r. zittende: W. DE BORDES en Wm. SUTHERLAND, Voorz. Staande le rij: J. A. TUYN, J. S. F. GUNZEL, J. W. VAN AKEN. 2e rij: M. LIERNUR, P. BAERENDS, P. R. GUYKENS, W. DE GEUS en W. J. M. LIERNUR. Nogmaals hulde voor hun belangloos ijverig controleeren en verzorgen der deelnemers, hetgeen zooals bij den Wandelwedstrijd Den Haag—Amsterdam, ook al een praestatie op zich zelf is. 4* 52 onder detachementen Grenadiers, Pontonniers, Jagers, ja, zelfs de Mariniers — met de Pijpers voorop — (nog nimmer gezien in onze Residentie) waartoe ZExc. de Minister van Marine, Ramboknet, direct aan schrijver dezes. toestemming verleende. Het detachement Jagers, onder kranige leidiug van den sergeant Berlott, mocht den uitgeloofden Groepsprijs (Beker) winnen. Vermelding verdienen voorts nog het detachement Mariniers, onder leiding van den Luitenant ter Zee Jhr. Van Lijnden , welk detachement met volledige bepakking (de marsch was uitgeschreven zonder bepakking) eene bijzondere praestatie dus leverende, de marscb in prachtige conditie volbracht en dan ook zeer terecht door Generaal Snijders gecomplimenteerd werd, en dat der Pontonniers, onder leiding van Jhr. v. d. Brandeler. Hierbij bleek, dat dé Militaire parade-pas (zie photo's), waarmede het detachement Pontonniers den marsch maakte, verkeerd is voor snelle lange afstandsmarschen. Als le burger kwam aan de 18-jarige Hendeik v. d Mëee, een nieuweling, die slechts eenige malen onder leiding van schrijver dezes had geoefend en die de 35 K.M. in zeer zuiveren en fraaien stijl volbracht in 4 uur 56 min.; 2e H. Schroedkb, Haarlem. Eerstaankomende Militair, tevens no. 3 van al de aankomenden, was de milicien H. Kuster, v. d. Meer en Kuster kregen ook een Extra Prijs als resp. le Burger en le Militair bij het keerpunt (Haagsche Schouw). Van af dit oogenblik bleek alom in den lande zulk een lust voor de Wandelsport gekomen te zijn, dat schrijver dezes niet anders kon doen, dan aan den drang van vele verzoeken, om hier en daar zulke tochten te organiseeren, gevolg te geven, te meer, daar de betrokken bonden bleven slapen. Al direct kwam een comité van Belgen tot hem, om Verkeerde Loop-pas. Groep Pontonniers, onder commando van Luitenant Jhr. v. d. BRANDELER (xi, tijdens den Mobilisatiemarsch. Mooie Parade-pas. doch verkeerd voor snelheid en langen^afstand. (Geheel vooraan COELAND, die later zelfs 24 uur*wandelde, doch bij dezen Marsch nog al eens langs den weg lag, ook al van wege verkeerde (zeer vermoeiende) beenstrekking. |Goede Loop-pas. De GOEDE loopwijze, GEEN gestrekte beenen. De kranige VETERAAN-Wandelaar J. C. KONZ (x) uit Amsterdam, die ook reeds in 1893 een goed snel-wandelaar was. (3e in Amsterdam-Utrecht en terug). 54 Tweede Mobilisatiemarsch, 35 K.M. Rust bij de „Haagsche Schouw"; in witte trui Hendrik v. d. Meer. De troep'op Houtrust. Vóór het vertrek. 55 in verband met in het „Stadion" te houden liefdadigheidsfeesten, eene afstandsmarsen — als „clou" — te organiseeren. Schrijver dezes kwam op het idéé thans een snelheidsmarsch 's-Gravenhage—Amsterdam (via de Haarlemmermeer) te organiseeren. Ook hiervoor bleek een kolossale belangstelling te bestaan, niet minder dan 300 deelnemers meldden zich aan, waaronder de Nederlandsche kampioen Gkkrit van Tongehen uit Deventer (helaas aan de griep overleden), de 60-jarige „Opa" van den Bor, terwijl de jongste deelnemer 16 jaar was. Hoewel het den 27en Juni 1915 een snikheete dag was, bleek toch de marschvaardigheid en het uithoudingsen doorzettingsvermogen van Neerland's zonen — zelfs van eene dame (Mej. Bruna uit Amsterdam) — buitengewoon. De tijd door den sympathieken Deventernaar — onzen te jong gestorven eenvoudige ware sportman Gerrit van Tongeren — gemaakt, ruim 62 K.M. in 6 uur 57 min., zijn lichamelijke toestand en vlugge tred, bij aankomst in het „Stadion" was een ware propaganda voor de Wandelsport en in het bijzonder van het nut daarvan ten opzichte van de Lichamelijke Ontwikkeling. Tegenover de jalouzie en terzijdestelling — waaraan helaas dat kleine Nederlandsche sportwereldje, waarin voor het meetendeel menschen, die zelf nimmer iets op sportgebied praesteerden, den toon aangeven, zoo rijk is — was het succes voor de Wandelsport, alsmede de hartelijke ontvangst van Gerrit van Tongeren, o. a. onder het gedreun van schoten uit een klein kanon, door Deventer sportvrienden medegebracht, mijne grootste voldoening, en hoewel niet juist van „bevriende" zijde afkomstig, ook wel het oordeel van den Haagschen verslaggever van de Nieuwe Rotterdamsche Courant, die over den tocht Den Haag—Amsterdam zeide: „Er zat iets Fransch in, iets'wat wij allen, sportlui, „kennen uit „La vie au grand air" en andere sport- 66 Oudste en jongste deelnemer aan Wandelwedstrijd Den Haag-A'dam van het Comité Hollando—Beige. Oude heer v. d. BOR (60 jaar) volbracht den tocht Den Haag—Amsterdam op een paar huispantoffels! Wilt Ge werkelijk de Sportbeoefening steunen, wordt dan LID of DONATEUR van de Rott. Athl.- en Voetbal-Vereeniging „PRO PATRIA" te ROTTERDAM. Koninklijk goedgekeurd. Opgericht 1895. SECRETARIAAT: BEUKELSDIJK 122a. 57 „periodieken, iets wat onsjaloersch (!) maakte en waarvan „we zeiden: voor zoo iets moet je in Holland niet wezen, „daar moet je voor in Frankrijk zijn! „En nu, juist in een tijd waarvan aanvankelijk ge„meend werd, dat hij voor sport totaal ontoegankelijk „zou zijn, hebben we dan dat begeerde internationale „karakter, dat vertrek „en masse" voor een groote „praestatie, gehad" . . . Deze beoordeeling spreekt boekdeelen, en 't is dan ook geen wonder, dat sommige „sportmenschen" werkelijk jaloersch werden. Echter, ik deed wat ik meende, dat in het belang van de Lichamelijke Ontwikkeling van het Nederlandsche volk was en de bovenaangehaalde recentie is voor mij de mooiste — ongedachte zelfs — belooning. Mijn initiatief had eindelijk toch ook navolging; in Leiden organiseerde men den 9den Augustus 1915 een Wandelwedstrijd: Leiden—Hoek van Holland en terug, waarbij kranige praestaties geleverd werden, doch verzorging, regeling en wegwijzing, veel, zéér veel te weuschen over lieten. In dit verband moet ik hier alsnog de namen van J. S. F. gunzel, W. J. M. LlBRNUE, W. de geus, F. r. Guijkens, W. G. de Bordes, J. A. Tutjn, J. W. van Aken, M. Liernur en P. Baerends,. aan de vergetelheid ontrukken als de onvermoeide en belanglooze helpers, als controleurs en verzorgers van de deelnemers bij de door mij georganiseerde afstandsmarschen. Als een der weinige „buitenstaanders", die steeds bereid tot hulp als jurylid bij athletiek-wedstrijden was, moet ik in. het bijzonder vermelden den heer C. A. C. Last, die menige Zondag geheel belangloos offerde, om Sportbeoefenaren van dienst te zijn. De namen der eerste 10 aankomenden in den afstandsmarsen Haag—Amsterdam zijn: 58 Een Sportief kiekje. H. A. V. Wandeltocht 's-GravenhageAntwerpen visa versa, binnen 60 uur, met inbegrip van rust. Aankomst te Dordrecht, 59 AUG. SCHOTTE, le prijs, Kampioenschap van Nederland. ,:A. V, Marsch, 100 K.M. start Groenmarkt, 's-Gravenhage. 60 1. Gerrit van Tongeren, Deventer, le prijs, in 6 uur 57 m. 2. Militair v. d. Hurk 2e „ » 7 „ 6 „ 3. Sergeant v. d. Kley 3e „ „ 7 „ 19 „ 4. Van Wandelen, (Sergeant). . . 4e „ „7 „ 22 „ 5. Coeland, 's-Gravenhage .... 5e „ „ 7 „ 27 „ 6. de Lange, id. .... 6e „ „ 7 „ 27 „ 7. H. v. d. Meer, 's-Gravenhage .7e „ „ 7 „ 27 „ 8. Oenstra, id. .8e „ „ 7 „ 27 „ 9. Bolt (militair) 9e „ „ 7 „ 27 „ 10. v. Hoven 10e „ „ 7 „ 30 „ Kort hierna vond, ter gelegenheid van de „Pro Patria"-wedstrijden te Rotterdam, de wandelwedstrijd Den Haag—Rotterdam plaats, waarbij Coeland (Den Haag) in zeer vlugge stijl als No. 1 op het „Pro Patria"terrein arriveerde. Ook bij dezen tocht, evenals bij vorige, kwamen de Padvinders „Wij zijn Bereid" — die flinke nette jongens uit.de volksklasse — kranig uit, goed en liefderijk verzorgd door den heer Van Ruyven, iemand die steeds toonde voor Holland's jeugd en voor de Lich. Ontwikkeling een warm kloppend hart te hebben. Mijn artikel in „De Landstorm" over „Loopsport in het Leger" had o. a. tot gevolg, dat de afd. v. Dam, van de Rotterd. Vrijw. Landstorm, waarbij onze vriend Brugman (de „Beef-eater") die reeds den tocht Haag— Amsterdam had medegemaakt, voor hare afdeeling een nachtelijke marsch Utrecht—Rotterdam organiseerde, waarbij ook kranig uithoudingsvermogen, o. a. van dien dikken sergeant (in het dagelijks leven chef van den Wijnkelder!), wiens uniform geen drogen draad meer had, aan den dag werd gelegd en waarbij schrijver dezes de eer genoot van de partij te mogen zijn en eveneens de fraaie, door het Weekblad „De Landstorm" aangeboden herinneringsmedaille mocht ontvangen. Een tocht, even gezellig als sjoviaal. Cjr n<; B-Mi« jt rx' ^%ri&Ts Tongehen 3e£. 6 Qfec 1889 ©aezf. 16 OTcm. 1918 le AANVULLINGSBLAD voor boefcje „Wandelsport en Afstandsmai»c< SM - m. sutherland, Uitgave A. C. de' Mooy, Zierikzee, Prijs 90 cent aflom verkrijgbaar in den Boekhandel. GERRIT VAN TONGEREN GEB. 6 DEC. 1889, OVERL. 16 NOV. 1918, TE DEVENTER*) „STILL GOING STRONG" zoo schreef ik in 1916, als zijnde ten volle van toepassing op dezen eenvoudigen hartelijken sportmakker. Én hoe kort daarop was dit krachtige jonge leven afgesneden. 't Was geen zucht naar roem of om van zich te „laten spreken" die dezen eenvoudigen snelwandelaar tot de sportbeoefening bracht — maar daarom waarschijnlijk juist te meer — in het zoo sportieve Deventer geacht en bemind. Maar daar in Deventer was hij thuis, daar liep hij rustig en heeft hij ook de meeste records gemaakt en is hij niet geagiteerd van lange reizen enz. Een Deventer sportman schonk hem dan ook zijn „EERSTE" medaille. Hij was een geweldig wandelaar versloeg in Almelo niemand minder dan Jan Ruimers. — In November 1912 maakte hij op de 1 mijl den Recordtijd van 7 m. 40 sec; behaalde het Kampioenschap van Nederland te Venlo. In 1913 het Kampioenschap Snelwandelen over 3500 M. in 1914 het 10 K.M. Kampioenschap, in 1915 behaalde hij 7 Eerste prijzen en deed zijn schitterende intocht als eerste in den wandelwedstrijd Den Haag - Amsterdam in den Recordtijd van 6 u, 57 m.! *) In 1916 won hij te Groningen een Intern. Wandelwedstrijd, waaraan 12 Engelschen en 7 Hollanders deelnamen. Veertien dagen later bracht hij maar eventjes 3 Nederl. recods op zijn naam n.i. de 25 K.M. in 2 u. 18 m., de 20 K.M. in 1 u. 48 min. en de 10 Eng. mijl in 1 u. 26 min., voorts de V-i mij 1 in 1 m. 354^5 sec. en de % mijl in 4 m. 35 sec, zoodoende maar even 7 Ned. Wandelrecords op"zijn naam brengende. Hij was een kranig lid van „Daventria" en een waardig Nederl. Sportman. Zijn nagedachtenis zal bij ons allen in hartelijk nadenken blijven. —j Rotterdam Juni '27 Wm. S. *) Zie Pagina 61, „Wandelsport en Afstandsmarschen" Fa. J. IIJ. VAW HELI HOF-- EN RIJK?LEVERANCIERS 9, NOORDEINDE, DEN HAAG TELEF. INTERC. 12246 - GIRO 13992 LEVERANCIERS VAN ALLE RIDDERORDEN EN LINTEN Steeds voorhanden: KLEIN~MODEL N. B. L. O. AFSTANDSMARSCHEN - KRUIZEN met lint f 2.~ Directe Levering Eere-Teefcen N. B. v. L. O. ^ 1 v..,,. v5—, Mobilisatie Kruizen, model en klein model Hier is Uw REO! „De Vliegende Stofwolk" SNELHEID OP „PRISE" VAN 3 TOT 120 K.M. worden gebcuwd ïn 6 modellen vanaf f 3950.— Compleet uitgerust MET BUMPERS, VOOR EN ACHTER. 4 STUKS BALLOON SCHOKBREKERS, KOFFERREK MET FRAAIEN KOFFER, RESERVE BAND MET HOES, STOPLAMP EN BINNENSPIEGEL TE ZIEN EN TE BEPROEVEN: Showroom: Reo Auiomobiel Mij, Pletterijkade 13-17 Tel. 72500-73140 den Haag CÜFÉ IR K 8TÜUR3.NT „IN" E XJ F" COOL^INGEL 25 J^ToJ^ telefoon 12724 DE BESTE GELEGEKHE11. TE ROTTEHDJIM om goed en goedkoop te dineecen jpeiï.t rUTTJ jour met soep e 1is . h^iuncihc e. i.as diners e l.rSO, e 2.00 é 2.5Ö PRIMA HOLL. KEUKEN GEZELLIG INTÉRIEUR MIUlDiJS.Gr- en avondconcert Restjitjhjint 1ste Etage EIGENflA IPS JTJÏ.C köhler 03: Aankomst G. v. TONGEREN in bet Stadion. le Aank. in Wandelwedstrijd Den Haag—A'dam, tijd: 6 uur 57 m , 27 Juni 1915. (Voorts ziet men op deze photo 3 bekende sportmenschen. links: GEORGE BUFF, rechts W. SUTHERLAND en v. LEEDWEN). 62 SCHOTTE, de geweldige snelwandelaar, verscheidene malen Kampioen van Nederland. 63 Van deze kranige Landstormers behaalden een paar jaar later velen het Vergulden Kruis van den Bond voor Lichamelijke Opvoeding met de 4-daagsche afstandsmarschen, o. a. Sergeant Izebotjd, een waar Sportman. Nog steeds bleven N. A. U. en N. B. L. O. slapen en daarom dat schrijver dezes ook nog in 's-Hertogenbosch, Haarlem, Deventer en Leiden wandeltochten organiseerde , welke een enorm succes hadden, doch over welke nuttige pogingen hij van de zijde van de Nederlandsche Athletiek Unie, met aan het hoofd kapitein Scharroo, die hem toch had geschreven: „Geloof mij, dat ik Uw arbeid in Den Haag hoogelijk waardeer", de meest verfoeielijke jaloezie en verdachtmakingen moest ondervinden. Het eenige lichaam, dat regelmatig afstandsmarschen (al is daarbij het tempo van loopen wat langzaam) houdt, is het Nederl. Gymnastiek Verbond, aan welks hoofd tot voor kort stond, de 200 eenvoudige sjoviale Heer Hbijnen. Werkelijk, het regelmatig, b. v. maandelijks, houden van afstandsmarschen, met b.v. tot besluit, als eindproef, de 4-daagsche afstandsmarschen van den Bond voor Lichamelijk Opvoeding, kan tot een voor ons Volk zéér nuttige en verheffende opvoeding leiden. Het kan niet anders of mijne propaganda had tot gevolg, dat in Amsterdam, Den Haag (hier was het weer naijver), Leiden en Haarlem, Wandelclubs werden opgericht, waarvan de Amsterdamsche Wandelvereeniging wel de meest spontane was, wier bestuur zelfs een speciale Wandelaars-medaille ontwierp en liet vervaardigen. Doch door de weinige leiding (meer stille tegenwerking) die de N. A. U. (waarvan de Bestuursleden het door al die Wandeltochten en Wedstrijden erg druk kregen („te druk"!), zie een der verslagen dier N. A. U. Bestuursvergaderingen !) aan mijne met zooveel succes bekroonde pogingen gaf, werd niet die band gelegd, die allen had 64 Sergeant IZEBOUD. 65 Een aardige groep Wandel-enthousiasten. SCHOTTE als winnaar van de H. A. V.-beker. Verder: D1NKHUYZEN, MARYT. KORLVINKE, de Heer en Mej. FRESCO etc. 6 66 kunnen vereenigen, maar ik twijfel niet of dit boekje zal alsnog de oogen openen van ben, wier bart werkelijk voor een zóó inslaand middel om de massa aangenaam en nuttig te ontwikkelen, warmer klopt dan van vele der tegenwoordige voormannen der Licb. Opvoeding — enkelen, als genoemd, uitgezonderd. — Dit neemt niet weg, dat er tocb blijvende resultaten van te boeken zijn, als ik memoreer, dat er een nieuw aantal Sportbeoefenaren, zoowel Wielrenners als Wandelaars, door gekweekt is, waarvan ik in 't bijzonder moet noemen Didama, Wesseling, van Oeveren, Dinkhuijsen, Beinema en Metselaar, laatstgenoemde, dien we nog dit seizoen met succes aan een 10 K.M. Wandelwedstrijd van „Pro Patria" zagen deelnemen, wachtmeester Katsma e. a., die als spontane propagandisten wel verder zullen werken. In 1916 kregen wij dan eindelijk weer de 4-daagsche Afstandsmarschen van den Bond voor Licb. Opvoeding, waarbij al dadelijk bleek, dat door de vorenvermelde Wandeltochten, zoowel de belangstelling van Burgers voor die Bondsmarschen was gewekt, als dat de marschvaardigheid belangrijk was verhoogd en vele deelnemers aan die Wandeltochten, thans ook aan de 4-daagsche marschen, deelnamen. Zoo dient vermelding, dat we daar o. a. ontmoetten H. v. d. Meer, den Haag; De Vries en v. Oeveren, Amsterdam; A. Eoosloot, Haarlem; G. W. van Woerdens, den Haag; sergeant Izeboud en niet te vergeten onze' hartelijke sportbroeder D. Coumou uit Nijmegen, wiens leven helaas (door een ongeluk in de burgermaatschappij) veel te vroeg is afgesneden. Deze brave jonge man, met edel opgewekt karakter, missen wij thans telken jare. De dood heeft onder onze Wandelvrienden wel veel slachtoffers gemaakt, waar wij hier met weemoed moeten herdenken onzen — ook veel te vroeg overleden sjoviale vrienden Gerrit van Tongeren, Groenesteijn en Vos- 67 Waar de massa naar vraagt! 35 K.M. afstandsmarsch te 's-Hertogenbosch. Opgeluisterd bij terugkomst door het muziekkorps van de firma GOULMY & BAER. Haarlem's Jeugd aan het wandelen. 35 K.M. marsch te Haarlem, georganiseerd door Wm. SUTHERLAND, waardoor velen er van meerdere malen het N. B. L. O.-kruis verwierven. 5* 68 Afstandsmarsch Den Haag—Delft en terug, met vele Padvinders. (Links bij de Militairen, de Heer A. C. L. ipiNKHDYSEN, die — op middelbaren leeftijd toen begonnen — 'later een geducht wandelaar werd en zelfs 5 jaar lang de vier|daagsche Afstandsmarschen volbracht en onnoemelijk veel voor Wandelsport-propaganda deed). Meer dan menig N. A. U. of N. i<§ C. Official. 69 bergen (deze laatste de kranige winner van de zoogen. Haagsche Marathonloop Scheveningen—Den Haag in 1913), waarbij last not least, helaas nog komt de eenvoudige, doch zoo werkzame Leider der vierdaagsche Afstandsmarschen, Dr. M. Meijers, die zoo onvermoeid de laatste jaren Neêrlands jeugd bij de Vierdaagsche Afstandsmarschen de weg wees (en controleerde) om te komen tot een krachtig maatschappelijk leven. Zij rusten in vrede, hun nagedachtenis zal in warm aandenken blijven. „Vèr boven het kleingeestige gedoe der menschen'!! evenals ik bij het verscheiden van Leo van Stein schreef! Zijn de jaarljjksche 4-daagsche afstandsmarschen eene heerlijke ontspanning in de dagelijksche maatschappelijke tredmolen, niet minder worden zij allengs meer en meer een jaarlijksche samenkomst van hen, die zich zelve een niet geringe taak van wilskracht en doorzettingsvermogen opleggen; praestaties welke meer waardeering bij pers en buitenstaanders verdienen. Waar ik hier de pers noem, mag en wil ik niet verzwijgen, dat de 4-daagsche afstandsmarschen door de pers zoo wat geboycot worden — en dit beweer ik met open vizier — door de animositeit van de Nederl. Athl. Unie en het Olympisch Comité ten opzichte van den Nederl. Bond voor Lich. Opvoeding (waarvan wel de naam grootscher is dan de door hem gepraesteerde diensten, doch wat niet wegneemt, dat de 4-daagsche afstandsmarschen een veel nuttiger doel hebben, dan het kweeken van „wedstrijd"-mensohen). Het is dan ook hoog noodig dat er één lichaam kome, — wars van alle principe-ruiterij — dat werkelijk alle soorten sportbeoefening — onpartijdig — propageere en particulier initiatief steune. Ik ga uit van de meening, dat alle sportbeoefening nuttig kan zijn, doch de voetbal-wetfeiri/d-manie, waarbij 22 spelenden — onvoldoende athletisch onderlegde — 70 De gezellige Afstandsmarsen van de Amsterdamsche Wandelvereeniging. Bestaursleden: GROENENDIJK, MOLL en MOCK. Rust te Aalsmeer. 35 K.M. Afstandsmarsch te Leiden, (Militair: de Korporaal-Kok v. d, MBÜLEN, een enthousiast Wandelaar. 71 De kranige H. A. V. groep bij de vierdaagsche Afstandsmarschen, ondei leiding van den onvermoeibaren Heer A. C. L. DINKHUYSEN met jjverigen verzorger A< FRESCO, de Groep behaalde ook de Korpsmedaille. 72 jongelui soms 22 duizend menschen een Goddelijke Zondagmiddag boeien, maar tevens van eigen lichamel. sportbeoefening af houden, acht ik niet genoeg af te keuren. De Olympische „gedachte" is een zeer mooie en edele, doch hier te lande is die in de sportwereld nog vèr te zoeken. Mogelijk, dat met een Edelman thans aan het hoofd, zooals ik meen te mogen zien in Mr. A. Baron Schimmelpenninck van der Ote, het Nederl. Olympisch Comité werkelijk worde, het (meer Democratische — zie Art. van Dr. Hubert v. Bleijenburgh in de „Revue der Sporten", d.d. 22 Juni '25) alle takken van sportbeoefening „propageerende" lichaam. Eu dat nu eens gebroken worde met de gewoonte om van pas opgerichte vereenigingen — in plaats van ze te steunen direct hooge contributiebijdragen te eischen. Want wat er voor de „massa" in Nederland wordt georganiseerd door de Bonden, is bedroevend weinig. Als een der weinigen die eens een flinke praestatie wilden toonen, behoort zeer zeker J. M. Coeland uit Den Haag te worden genoemd, die een kranige uiting van „willen is kunnen" heeft gegeven, door in 24 uur 156 K.M. te wandelen. En dat de sportbeoefening juist door den prikkel van „verbeteren" gediend wordt, kan bewijzen het feit, dat bovenvermelde kranige praestatie (waarbij echter hulp en verzorging veel te wenschen over liet) een jaar later verbeterd werd door J. H. van Oeveren, die zeer kranig (doch ook beter begeleid en verzorgd) in 24 uur 167,8 K.M. wandelde. Van Oeveren, dien we het eerst op de door ons te Haarlem georganiseerden Afstandsmarsch leerden kennen, is het bewijs hoe nuttig de Wandelsport en de propaganda daarvoor is en hoe men door ernstige traming met gemak groote praestaties kan volbrengen. ïn dit verband wil ik er op wijzen, dat „Wandelen", 73 Vijf kranige Padvinders van de Vierdaagsche N. B. L. O. Marschen. Staande: WESTERBORG, H. v. DEVENTER en A. WORTMAN; zittende: A. W. GRAAF v. HOGENDORP en H. H. DALMAN, verwierven allen het N. B. L. O. Kruis. 74 J. H. VAN OEVEREN. Recordhouder 24 uur Wandelen: 167.8 K.M het oogenschijnlijk zoo eenvoudige loopen, een der zwaarste takken van Sport, doch tevens de beste is, orn al de spieren van het lichaam lenig te maken. Daarom, ik herhaal het, dient er meer aandacht aan geschonken te worden, welk een wilskracht er door de deelnemers aan de 4-daagsche Afstandsmarschen wordt getoond. Tevens wil ik hier nog eens even memoreeren, de hartelijke leiding van hunne onderhebbenden door de verschillende Commandanten van Afdeelingen Militairen, „De kranige Cavaleristen" met hun' humanen Commandant Jhr. v. d GOES uit Amersfoort. Werd er ergens gerust, dan werd eerst voor de manschappen gezorgd. Door vooruit gezonden ordenans werd alles besteld, en was er in een of ander Café niet genoeg Melk, dan kon de Commandant wel zonder Maar die was o. a. ook een der kranige deelnemers aan"den{Rit te paard_Ostende—Spa, die met Luit. PAHUD DE MORTAGNE, een mooi'succes voor Nederland behaalde Groep Mariniers bjj de Vierdaagsche Afstandsmarschen, onder flinke leiding van Luitenant BOUDEWIJNSE. De jonge tambonrs gaven blijk van bjjzondere wilskracht, ook de Marine-matrozen sloegen een kranig figuur. Hier ook bleek, wat welwillende leiding vermag! 76 waarvan ik in 't bijzonder noem den len Luitenant der Huzaren Jhr. v. d. Gobs, den Luitenant der Mariniers Boudewijnse, wijlen Jhr. Greve, ook bekend door zijn spontane deelname aan de redding bij een schipbreuk te Noordwijk, Luit. Olsman, enfin door allen, 't zij meerderen of minderen. Zoo ergens, dan is bij de Vierdaagsche Afstandsmarschen van toepassing: „Goed vóórgaan, doet goed volgen". — Juist die hulpvaardigheid voor elkander, het allen naar éénzelfden doel streven, broederlijk naast en met elkander, ieder voor zich een bewijs van wilskracht en kunnen willende geven, maken deze 4-daagsche Afstandsmarschen — ook uit een sociaal opvoedkundig oogpunt — tot zéér nuttige samenkomsten. Het was dan ook een heugelijk feit, dat niemand minder dan de toenmaals tot Minister van Oorlog en Marine benoemde Luitenant-Generaal W. F. Pop, de laatste jaren, de kloeke Hollandsche jongens de eer aandoet, hun de werkelijk met volharding behaalde onderscheiding uit te reiken. Wij twijfelen, dan ook niet of Z.Exc. oud-Generaal Pop zal thans deze voor de Lichamelijke Opvoeding van ons Volk zóó nuttige tak van Sport wel eenigermate meer doen beoefenen dan tot heden het geval is. Tevens is het te hopen, dat door Minister de Visser en zijn ambtgenoot van Arbeid, Minister Aalberse, meer aandacht wordt geschonken aan de weinige leiding en organisatie, welke er van de daartoe toch bestaande Bonden uitgaat. Men breekt zich het hoofd (althans men doet zóó) hoe men de massa nog meer tot pradische sportbeoefening kan brengen, houdt nu en dan een lezing, maar zelf organiseeren, dat kan of wil men blijkbaar niet. En als er al nu en dan eene Vereeniging wordt opgericht, dan dwingt men de jongens lid te worden van de „Organisatie" (!) . waardoor de club direct f 10,— contributie moet betalen 4-daagsche Afstandsmarschen 1916, van uit het t amp te Milligen. Een groep Burger- en Militaire deelnemers. Staande v. l.n. r.: ROOSLOOT, Haarlem; Wm. SUTHERLAND, 's Gravenhage; C. v. d. I.JSSEL en J. VERKRUIJSEN, 's Gravenhage. 78 b.v.; hetgeen het enthousiasme in de meeste gevallen direct aardig bekoelt. Om een voorbeeld te noemen: Dr. van Wijk, de eminente jeugdleider van het clubhuis „De Arend" te Rotterdam, had voor zijn jongens ook een paar voetballen gekocht, de beschikking over speelvelden weten te krijgen en . . . ook de openluchtsport zou bij „meester" hare intrede gedaan hebben, de jongens zouden ook in een competitie gaan spelen, doch . . . daar kreeg „meester" (zooals z'n jongens hem uit eerbied noemen) allerhande reglementen en voorwaarden toegezonden. Z'n jongens zouden zich moeten aansluiten bij den Z.-H. Voetbalbond, den Nederl. Voetbalbond enz. enz. . . . Maar „meester", die een idealistisch mensch is, waren al die „voorschriften" te lastig, en toen uit met voetbal. 1 Welnu, zoo gaat het ook met de athletiek-beoefening, men aast direct op de povere centen van hen, die door den drang van het lichaam aan sport willen doen en in plaats eerst de „jongens"-club met raad en daad (een kleine subsidie b.v.) bij te staan, stuurt men ze (in hun oogen) dwangbevelen! In dit verband wil ik er nogmaals op wijzen, dat ook de Instructies voor de Inspecteurs voor Lichamelijke Opvoeding, geen opdracht geven tot bevordering van sportbeoefening. Hun taak is een grootendeels „passieve", terwijl die eene actieve, organiseerende moest zijn. — Je reinste bureaucratische systeem! En toen ik deed, wat ik meende te moeten doen, stond men paf, maar zat dien zelfden Zondag, een stoer belangeloos werker voor de athjetiek, den heer W. C. Hartman, beentje te lichten! Erg sportief! En waar velen mij al vroegen, hoe ik over het Millioen voor de Olympische spelen dacht, wel, ik wil het hier ook voor anderen herhalen, als „business" zal het voor Nederland belang kunnen hebben, doch voor de Lichame- 79 Kranige navolgers van „Kees de Tippelaar": J. VAN RIJSWIJK, PAUL SCHEEFHALS, 's Bosch, Wm. SUTHERLAND, Den Haag; deelnemers 4-daagsche afstand- marschen 1918, max afstand 55 K M. per dag. Behaalden resp. voor de 2e, 1 en 5e maal het Eereteeken voor Lichamelijke Ontwikkeling van den Nederlandschen Bond voor Lichamelijke Opvoeding. 80 lijke ontwikkeling van de massa, is het weggegooid geld, waarmede veel meer en beter werk ware te doen geweest. Het Olympisch Comité, is geboren en leeft in een tijd, dat hier in Nederland, nog lang niet het meerendeel van de jeugd bekend is met sportbeoefening in alle soorten. Nuttiger lichamen acht ik de respect. Jeugd Raden en Ambtenaren voor de Rijpere Jeugd, zooals Rotterdam er een heeft in den heer Bodaan. Zulke menschen kunnen een studie maken van wat wenschelijk is, en zoover zijn we pas hier in Holland. Ons heerlijk „verdeelde" Holland, waar haast meer „Vereenigingen" zijn dan menschen! En waar ieders Haan moet koning kraaien. Ik wil dit werkje niet besluiten zonder ook iets over de wijze van loopen aan te halen en wel in het bijzonder over de „Raoulsche Pas" (de zoo terecht door Kapitein Wagner voorgestane loopwijze). Want hoewel de beschrijving in de volgende regelen niet vrij van overdrijving is, is het toch een feit, dat voor lange afstandsmarschen het loopen met gestrekte beenen absoluut verkeerd (veel te vermoeiend) is. Een nieuwe wijze van loopen. (Zie ook „Marschvaardigheid" van Dr. J. Gerard Milo, in „Studies over Licnamel. Opvoeding", uitgave M.ij Elsevier). "' De „Raoulsche Pas", door Wm. Sutherland. Door den kranigen marsch van den Kapitein der Jagers, J C. Wagner, met zijn 64 man, het vorige jaar volbracht, is ook weer ter sprake gekomen eene andere wijze van loopen, genaamd de „Raoulsche Pas". Hieronder willen wij daaromtrent eenige nadere bijzonderheden geven. Co- 05 Afstandsmarsch Den Haag—Bergen-op-Zoom door Wm. SUTHERLAND, DIEDEMA (Haagsche Politie) en v. WOERDENS, 1 Juli 1917, 82 KM. in 11 u. 40 m. (Aankomst op de Wielerbaan te Bergen-op-Zoom). §2 Wij merken echter op, dat de vooroefening niet gemakkelijk is en sommige aangegeven voorschriften niet onze onverdeelde goedkeuring hebben. Het geldt hier niet meer of minder dan een geheel nieuwe wijze van loopen. De methode dagteek ent oorspronkelijk echter reeds van 1872, toen de majoor van Raoul begon zich te oefenen en tengevolge dezer langdurige oefening heeft hij een wijze van marcbeeren of snelloopen ontdekt, welke wordt aangeduid als „la marche et la course en flexion". In tegenstelling van onze loodrechte, stijve parademarsch, Wordt daarbij het lichaam naar voren gebogen, de knieën sterk gebogen en de voeten slechts laag opgetild. Men glijdt dan over de wereld met de snelheid en behendigheid van een kat. Volgens de door Majoor van Raoul Verkregen uitkomsten kan men op deze wijze bij gewoon gaan 8 K.M. en in den snellen pas 12 K.M. per uur afleggen, zonder zich daarbij meer te vermoeien dan bij het gewone gaan en loopen in denzelfden tijd. Eenige voorafgaande oefening van het lichaam is echter noodzakelijk. Bij het instrueeren van den pas moet men met korte maar snelle schreden beginnen (160 in de minuut). Men moet gaandeweg de lengte der schreden grooter nemen, zoodat men eindelijk zoover komt, dat dat men de eerste K.M. in 7 en een kwart minuut, de tweede in 6 en een kwart minuut, de derde in 5 en driekwart minuut en de zesde in 5 en een halve minuut aflegt. Soldaten die voor deze wijze van mareheeren bijzonder geschikt waren, liepen na een oefeningstijd van drie maanden in volle uitrustmg twaalf K.M. per uur. Deze snelheid wordt niet direct bij het afgaan ontwikkeld, maar eerst langzamerhand, wanneer het lichaam als het ware den gang heeft. Evenzoo moet de snelle loop niet plotseling afgebroken worden, maar men moet, voor het einddoel bereikt wordt, iets langzamer gaan loopen. 83 DIDAMA. Lid van het Haagsche Politiecorps, KampioenWorstelaar van Westfalen. Bleek ook een groot liefhebber van Afstandsmarschen. Een eenvoudig, degelijk sportman, in den waren zin des woords. 84 Bergaf gaat het natuurlijk nog sneller. De knieën worden dan iets meer gebogen en men gaat met reuzen schreden naar het dal Bergop loopt men vanzelf langzamer, omdat men dan kortere passen maakt; ook wordt het lichaam meer voorover gebogen. Daar ook hierbij de schreden iets langer worden, komt men bergop toch ook tot een veel snelleren loop, zonder zich buitengewoon te vermoeien. Omdat men slechts langzamerhand tot de grootste snelheid komt, zal men niet zoo spoedig buiten adem komen. Het is aan te bevelen het hoofd iets achterover te houden, den mond te openen en na iedere vijf of zes keer ademen, eenmaal diep adem te halen. Op deze wijze kon iedere man tusschen de 20 en 60 jaar (zegt VIllustration) zoolang loopen als zijn voeten hem dragen kunnen, zonder ook slechts de geringste bemoeilijking van de ademhaling te ondervinden, terwijl men bepaald jong en krachtig moet zijn, om onze gewone turnpas mee te maken. Het is volkomen waar, de Raoulsche pas is minder bevallig dan onze loodrechte militaire loopmanier. Ook schijnt het aan bedenking onderhevig, in ons ruw Hollandsen klimaat veel met den mond open te loopen. Maar toch zou de nieuwe methode het mogelijk maken, dat de mensch het na eenige oefening kou opnemen in snelheid en uithouding tegen een middelmatig paard. En dat wil toch al iets zeggen. De voordeelen van de nieuwe loopwijze worden daardoor verklaard, dat het krachtgebruik zeer gering is, het lichaam wordt bij de verschillende schreden slechts weinig opgeheven, maar blijft steeds op dezelfde hoogte. Ook worden de spieren der beenen gespaard, omdat de knie niet bij iedere schrede gestrekt behoeft te worden. Tenslotte worden ook de stooten en de schuddingen van het lichaam vermeden, welke bij het gewone marcheeren en loopen nog al beduidend zijn. Lenigheid en elasticiteit zijn de kenteekenen van dezen Indianenpas. CO Groep deelnemers 4-daagsche afstandsmarschen. Nijmegen —'1915. 86 Van verschillende zijden is deze loopmanier reeds besproken met het oog op de gezondheid en men komt dan tot de volgende resultaten. Dat de snelle pas op zichzelf een gezonde oefening is, zal niemand tegenspreken. Lijders aan bloedarmoede, tuberculum en sommige hartkwalen moeten veel loopen — niet slechts gaan. Maar onze gewone looppas veroorzaakt bemoeilijking der ademhaling, omdat de beweging vermoeiend en onnatuurlijk is. De op zich zelf gezonde en nuttige oefening, die het lichaam dienen moest, is door de stijve houding tot een gevaarlijke werkzaamheid geworden, omdat tengevolge door gebrek aan adem het bloed geen voldoende zuurstof meer op kan nemen, wat van nadeeligen invloed op het hart is. Geheel anders is het bij het loopen met gebogen knieën. Geen sprake van bemoeilijkte ademhaling. De bloedsomloop wordt niet gestoord, maar bevorderd; de pols slaat sneller, terwijl toch de ademhaling niet horten gaat. De longen zuigen met volle stroomen de frissche lucht in, waardoor het bloed zijn werking kan doen. En niettegenstaande dat, geen groot verbruik van kracht, omdat het lichaam niet geschud wordt. Nadat men zoo een half uur a drie kwartier geloopen heeft, zal men opgewekter en frisscher zijn, dan toen men begon. Wordt de beweging op verstandige wijze versneld en wordt een zekere snelheid niet overschreden, dan loopt ook een zwaarlijvige of asthmalijder geen gevaar, buiten adem te komen. Dit zijn de voordeden van de nieuwe, liever van de zeer oude, wellicht bij de oermenschen reeds beoefende, wijze van loopen. Door de toenemende beschaving en het veelvuldig gebruik van transportmiddelen, is hoogst waarschijnlijk deze manier in onbruik geraakt. En na dit alles nog eene kleine vingerwijzing, wat 87 men dient te doen om aan afstandsmarschen, in het bijzonder de 4-daagsche, met succes te kunnen mede doen. Is men 16 jaar, dan: Primo, naar een dokter gaan (wat ook ieder, die aan voetbal gaat doen, moest toepassen) en hart en longen lateD onderzoeken. Zijn die goed en voldoende sterk, dan eenige marschen maken, b.v. van 10- of 20 K.M., te loopen in resp. 2 en 4 uur. Vóór men op weg gaat de voeten met wat reuzel of een ouderwetsch „vetkaarsje" insmeren en wat „talk"poeder in de (niet te dunne) sokken of kousen strooien. Een paar dunne met daarover een paar dikkere sokken, is zeer goed. Wat suikerklontjes en een paar reepen chocolade mede nemen, een fietshandle in iedere hand, geen nieuwe schoenen (geen lage), een citroen of sinaasappel bij zich steken, de 10 K.M. in twee gedeelten zien te loopen, met een snelheid van 1 K.M. in 12 minuten, met een uur rust na de 5 K.M. Gedurende de rust de beenen laten rusten, minstens even hoog als het lichaam, liever iets hooger en de beenen en dijen goed wrijven {van beneden naar boven) met een mengsel van 10 ets. kajaputh-olie, met tweemaal zooveel sla-olie vermengd. Bij thuiskomst ook beenen en dijen goed, (opwaarts) niet naar beneden, wrijven. Na een paar dagen weer een marsch, waarbij men denzelfden afstand, b.v. nu 20 K.M., in 3 gedeelten met iederen koer \ uur rust, in 3 uur eu 15 min., tracht te volbrengen. Onder het loopen niet veel spreken, nu en dan een klontje suiker opknabbelen en bij de rust steeds melk, karnemelk (zeer goed) of spuitwater drinken, beslist geen alcohol, ook geen bier. Een week later 35 KM. zien te loopen binnen 6 uur, ■dus de K.M. in 10 minuten. Ook weer om massage van de beenen denken! Daarop volgende week, liefst met meer personen, een tocht van 60 K.M. in 10 uur volbrengen, met rust mede- 88 gerekend in 12 uur; na de eerste 20 K.M. een half uur rust, na 40 K.M. een uur en na 50 K.M. nog een half uur rust en dan naar huis loopen. En direct wrijven! Daarna 20 K.M. zien te loopen (steeds „stappen", niet hard loopen of op een draf) in 3 uur zonder rust. Goede slingerbeweging van de armen verhoogt de snelheid. Eenigszins voorover loopen, zoodat de eene voet als het ware van zelf op den grond komt, als de andere er van af gaat. Geen groote stappen nemen. En als men dan eindelijk 60 K.M. met wat minder rust binnen 10 uur heeft volbracht, minstens 2 maal in de maand, dan kan men met succes aan de 4-daagsche afstandsmarschen mededoen. Een wollen trui, korte broek en een paar goede oude schoenen zijn de geschikste kleeding. De 4-daagsche afstandsmarschen worden meestal in de maand Juli gehouden. Het bureau van den leider der 4-daagsche afstandsmarschen van den Nederl. Bond voor Lichamelijke Opvoedingis, te 's-Gravenhage gevestigd, (Jhr. Mr. J. W. Schorer, Tamarindestr. 3), waarheen men kan schrijven om zich voor deelname aan te melden, en voor nadere inlichtingen. De kóstén van deelname bedragen met inbegrip van logies en voeding voor de 4 dagen (ook de vóór- en na:nacht> ± f 6,—. Er heeft ook een geneeskundig onderzoek vóór en tusschen de marschen plaats. Wie de marschen met vaardigheidsproef, goed volbrengt, krijgt het vergulde N. B. L. O.-kruis, voor het 2e jaar met kroon, het 3e, 4e en 5e jaar met de cijfers 3, 4 en 5, alsmede het 5e jaar, het Geëmailleerd Zilveren Eerekruis, welke Eereteekens officieel erkend zijn, en ook door Militairen in dienst mcgen worden gedragen. Van de uitgereikte groot model kruisen zijn ook „klein model" te koop. 89 De marschen beginnen 's morgens om 5,30 a 6 uur, na ontbijt en men komt — als burger — meestal om 5 a 6 uur weder in het kamp of de kazerue terug. Burgers moeten zelf hunne reiskosten betalen. Men heeft onderweg natuurlijk ook nog wel wat geld noodig voor melk en brood (om 12 uur), een pepermuntje, een kwattareep of een banaan. Middageten heeft plaats in het kamp of de kazerne na terugkomst om 6 uur, en de kosten daarvan zijn onder het inleggeld begrepen. \ En nu ... . aan het oefenen! En dan verschillende landstreken „bezichtigen" „Willen is Kunnen". Rotterdam, Juni 1925. Wm. S. co o Een groep echte Sportmenschen. Jury en Deelnemers aan den 6-daagschen Afstandsmarsen te Paard. Ostende-Spa, 1924. - PrgsuitreUing te Spa. Hier waren het ook weer (X) Luit. Jhr. v. n. GOES en PAHUD DE MARTAGNE d.e hoewel henuostgoed verzorgd, een zeer kranig figuur voor Nederland maakten. - Hulde aan Kol. MARIS en Luit. WESTERAU ^. MEETEREN, voor hunne hulp in deze 6 moeilpe (regen) dagen. AUTEURSRECHT VOLGENS DE WET Eere-Teeken N.B.v.L.O. EERE-COMITE Z. Exc. Genl. C. j. SNIJDERS GEORGE BUFF Oud-Opperbevelhebb. van Land Voomtter Rotterd. Athl. Ver. en Zeemacht. < 10 JAAR VIER-DAAGSCHE AFSTANDSMARSCHEN 1916^1926 AFDEELING HUZAREN le REGT. onder leiding van le Luit. Jhr. A. VAN DER GOES WANDELAARS DOOR AFRIKA Uit Oost-London (Kaapkolonie) werd d.d. 16 Maart gemeld dat daar de Rotterdammers Koevoet en Frankfort waren aangekomen na een reis „door de heele lengte van Afrika". Zij zouden van Kaapstad hun reis waarschijnlijk naar Durban vervolgen. Bij de Vierdaagsche Afstandsmarschen in 1924 gebruikte het Detachement JAGERS, tot algemeene tevredenheid, WRIGLEY'S KAUWGOM. Het voortdurend kauwen, maakt, dat mond en keel niet droog worden. Wrigley's Kauwgom voorkomt dorst, verdrijft ieder gevoel van vermoeidheid of eentonigheid. Vroeger kauwden vele Sportmenschen op een rietje, doch zulks KAN schadelijk zijn. WRIGLEY'S KAUWGOM is dus veel beter en bovendien goed voor Gebit en de Maag. DE HAARLEMMER SEURBRING! * De Bulawayo Chronicle van 27 Februari bevat een beschrijving van de avonturen van den Haarlemmer G. Seurbring, die te Boeloewajo is aangekomen na een trek door Afrika en nadat hij sinds het verlaten van zijn land bijkans 40,000 mijlen had afgelegd. Na omzwervingen door allerlei Europeesche landen was hij, volgens zijn mededeelingen aan het blad, in September 1923 in Egypte aangekomen. Van daar ging hij eerst een korten tocht naar Arabië doen en na zijn terugkeer te Kaïro vervolgde hij zijn wandeltocht langs den Nijl door Nubië en Soedan naar Chartoem. Den Blauwen Nijl volgende kwam hij in Abessinië en zoo verder. Op weg naar Darfur kwam hij bijkans van dorst om, maar zijn kameelen wezen hem den weg naar een plaats waar water te vinden was, die hij op handen en voeten kruipend bereikte. Naderhand moest hij zijn leven tegen woeste Derwisjen verdedigen. In noordelijk Kongo werd hij op een avondfeest van kannibalen genoodigd, maar in plaats van hieraan gevolg te geven, maakte hij beenen. Vóór hij kon ontsnappen, werd hij door een pijl in het been gewond. Door Britsch- en Portugeesch Afrika heen bereikte Seurbring Rhodesië. • Zie ook Pag. 21 „Wandelsport en Afstandsmarsdien, 30 jaar Wandelsport" Prijs 90 ets. in iederen boekhandel te bestellen. le Luit. Jhr. v.d. OOES met zijn flinke Huzaren Fa. J. M. J. VAN WIELIK HOF- EN RIJKSLEVERANCIERS 9, NOORDEINDE DEN HAAG TELEF. INTERC. 12246 - GIRO 13992 LEVERANCIERS VAN ALLE RIDDERORDEN EN LINTEN Steeds voorhanden: MODEL- en KLEIN-MODEL N.B.L.O. AFSTANDSMARSCHEN - KRUIZEN Klein model met lint f 2.~ Eere-Teeken N.B.v.L.O. Directe Levering Mobilisatie Kruizen, model en klein model <3s^© (a^® (S^sS^© Qsg^ë) Od^© ©s^© Q^=g) (Oss^© Qa^© tot billijke prijzen. < Voor elke hand j ¥717]^ Voor elke beurs I Ü» ü W * II* IN • WALKER's losbladige Zakboekjes in groote keuze steeds voorradig. fgSggg/^ GEEN FILIALEN. fffHHHHB HOOFDSTEEG5 ROTTERDAM