1149 TENTOONSTELLING JOHAN DE WITT DORDRECHT 16 October-15 November 1925 32 jordrechtsche drukkerij en uitgevers maatschappij 1925 c Mr. JQHAN DE WITT. (Niet ter tentoonstelling aanwezig). Door C. Nktsoheb 1670. Prov. Mus. Hannover. TENTOONSTELLING JOHAN DE WITT DORDRECHT 16 October-15 November 1925 CATALOGUS DE DORDHECHTSCHE DRUKKERIJ EN UITGEVERS MAATSCHAPPIJ 1925 Aan den bezoeker. De tentoonstelling ter herdenking van den 300sten geboortedag van Johan de Witt (geboren op den 24sten September 1625) is voorbereid door eene bijzondere commissie uit het algemeene Comité, dat de viering van dezen herdenkingsdag ontwierp en leidde. De eischen eener degelijke voorbereiding brachten mede, dat de opening der tentoonstelling niet op den herdenkingsdag zelf kon plaats hebben. Het uitstel bleek gewettigd door de belangrijke toezeggingen, die eerst na den oorspronkelijk bedoelden openingsdag werden gedaan. De keuze van de plaats der tentoonstelling, de stad Dordrecht, waar Johan de Witt uit een aloud en invloedrijk geslacht werd geboren, heeft ten gevolge gehad, dat niet slechts aan de staatkundige figuur van den Raadpensionaris zelf aandacht werd geschonken, maar dat ook zijn verwanten, zijn voor- en nageslacht, zijn zusters en hun echtgenooten en in het bijzonder zgn vader Jaoob de Witt en zijn broeder Cornelis de Witt, beiden historische figuren van beteekenis, in den kring der tentoonstelling werden getrokken. Waar de historische rol, door den vader gespeeld, op de staatkundige opvattingen van Johan de Witt invloed had; waar de broeder in het particuliere en het staatkundige leven zoo nauw verbonden was met den Raadpensionaris en waar het terrein, waar vader en broeder optraden, hun aller geboorteplaats Dordrecht tot middelpunt had, meende het Comité, dat het van belang was aan te toonen, hoe ook een figuur van nationale beteekenis als de Raadpensionaris verknocht was met en niet te scheiden rv voorwoord van de rol, die zijn familie als invloedrijk regeeringsgeslacht in de Eerststemmende Stad van Holland door middel der stedelijke vertegenwoordigers in de hooge Colleges van Provinoie en Unie speelde. Johan's plaats in de politiek werd mede bepaald door de Dordtsche antecedenten van zijn geslacht, zijn invloed steunde voor een deel op dien van Dordrecht, zijn val is mede beïnvloed door de handelingen van Cornelis de Witt, Dordtsch regent, die het ontroerende lot van den grooten broeder deelde. In iedere oligarchie is de landsgeschiedenis deels een geschiedenis der geslachten en bij het uitbeelden van het leven van Johan de Witt kan de geschiedenis van zijn geslacht niet gemist worden. Men heeft gepoogd, de verschillende geschilderde portretten van Johan de Witt (bijna alle door meer of minder geslaagde herhalingen of copieën vermenigvuldigd) bijeen te brengen; van een type, dat door Nicolaas Maes zou zijn geschapen, en dat slechts uit vermeldingen in oude veilingscatalogi bekend is, is het niet gelukt een voorbeeld op te sporen. Waar echter vooral in vroeger dagen de identificatie van portretten en de toeschrijving aan bepaalde meesters vaak op bijzonder zwakke gronden geschiedde, is het vooralsnog onzeker, of zulk een Maestype inderdaad bestaan heeft. Het portret door Caspar Netscher uit het Provinciaal Museum te Hannover kon voor deze tentoonstelling niet verkregen worden; een afbeelding in den catalogus moet dit gebrek verhelpen. De portrettypes van Hanneman, De Baen, Verelst en Netscher geven ons een tamelijk uiteenloopend beeld van het uiterlijk van den Raadpensionaris, beïnvloed door het algemeene type, dat vele der toenmalige portrettisten onbewust aan alle hunne modellen gaven; de marmeren buste van Artus QTJELLrmis is wellicht het meest overtuigende document van zijn uiterljjk in de kracht zijner jaren en op het hoogtepunt van zijn loopbaan. De vele gravures, die het beeld van den staatsman onder het publiek brachten, gaan alle terug tot een der geschilderde portretten ; vele zijn tweedegraads-oopieën, voorwoord V naar andere gravures, en bezitten dus, naarmate de afstand van de origineele schilderij grooter wordt, geringere beteekenis. Teneinde overlading met onbelangrijk materiaal te vermijden, is uit die gravures een keus gedaan, waarbij ook aan de kunstwaarde en aan de beteekenis van den graveur aandacht is geschonken. Van Johan's vader, Jacob de Witt, den Loevesteiner, bezitten wij een aantal geschilderde portretten uit verschillende levensjaren in origineel of copie, die den indruk van het karakter van den stijfhoofdigen regent, dien men ■ zich uit andere bronnen vormt, bevestigen. Het origineele portret door Honthorst (hier vertegenwoordigd door een copie van Schouman) en het jeugdportret, waarnaar de copie uit de Collectie Hoog is gemaakt, zijn thans onvindbaar. De schilderijen door N. Maes en door J. de Baen zijn aanwezig. Van Cornelis de Witt bestaan vier bekende portrettypen : dat van de Baen, na den. tocht naar Chat ham vervaardigd ; dat van Bisschop op de regentengroep van het Gasthuis; het afwijkend portret-medaillon door denzelfde op diens allegorie van 's lands Gedeputeerde bij de Vloot en het portret door den Dordtschen schilder Ary Verveer, dat wij slechts uit de gravure kennen. Ook deze portretten stemmen niet geheel overeen. Johan's moeder, Anna van de Corfut, kennen wij uit de 18de-eeuwsche copie in de Coll. Hoog naar een jeugdportret en uit het gracieuse portret door De Baen, dat echter vele jaren na haa' dood, waarschijnlijk met gebruikmaking van een thans verloten origineel, geschilderd is. Gelijkenis waar de kan men dit portret slechts onder groot voorbehoud toekennen. Johan's echtgenoote, Wendela BiCker, kennen wij uit het portret van Verelst en uit een copie naar een onbekend origineel in de Coll. Hoog. Van de andere verwanten van Johan de Witt, voor zoover zij in zijn leven een rol speelden, is het mogelijk ge- vi VOORWOORD bleken portretten, aan redelijke eischen voldoend, bijeen te brengen. Behalve den Dordtschen kring zal men ook de Amsterdamsche verwanten van Johan's echtgenoote aantreffen, daar ook die kring van verwanten (in het bijzonder de behuwdoom Cornelis de Graeff van Zuidpolsbroek, machtig Amsterdamsch regent, wiens portretten door Qtjellinüs in het Rijksmuseum en door Elias in het Museum te Berlijn helaas niet beschikbaar waren) invloed op het staatkundige leven van den Raadpensionaris heeft gehad, door hem een intieme verbinding met het zoo machtige Amsterdamsche patriciaat te verschaffen. Om den Raadpensionaris groepeeren zich een aantal personen, die in zijn staatkundig leven als mede- of tegenstanders op den voorgrond traden ; ook zijn volle neef VrviEN, pensionaris van Dordrecht, behoort daartoe. Maar ook zij, die hem door anderen arbeid nader kwamen, als b.v. de wiskundigen Van Schooten en Hudde, en de verheerlijkers van zijn politiek, De la Gotjrt en De Wicquefort, mochten niet ontbreken. Waar een persoonlijke betrekking met den wijsgeer Spinoza nog steeds niet is bewezen, meenden wij een portret van dezen niet te moeten opnemen. Uiteraard is een keuze uit de vele personen, die met Johan de Witt, staatsman en geleerde, verwant met vele invloedrijke geslachten van Dordrecht en elders, in aanraking kwamen, betrekkelijk willekeurig. Naast deze geschilderde portretten, eenige allegorische schilderijen en een paar geschilderde afbeeldingen van gebouwen, waar Johan de Witt een gedeelte van zijn bestuurstaak heeft verricht, dient een in een afzonderlijk vertrek opgestelde prentverzameling tot het voltooien van het beeld van zijn omgeving ; portretten van Nederlandsche en vreemde krijgs- en s aatslieden, afbeeldingen van de voornaamste gebeurtenissen op staatkundig of krijgsgebied uit den tijd van zijn bewind, zinnebeeldige voorstellingen geven de vaste punten in zijn loopbaan aan. Ook hier is de keuze door eigen inzicht, dus betrekkelijk willekeurig be- voorwoord vn paald, terwjjl het ontbreken van goede gravures, betrekking hebbende op bepaalde gebeurtenissen, ongewenschte leemten veroorzaakt, Het uitgebreide, artistiek en documentair vaak geheel waardelooze prentmateriaal, door den moord op de gebroeders De Witt in het leven geroepen, heeft een schifting ondergaan. Handschriften en voorwerpen van bjjzonder suggestieve herinneringswaarde (waaronder de beker, door de Staten van Holland vereerd aan Cornelis de Witt na Chatham), vlugschriften en andere drukwerken over de De Witten van vroeger en later fcgd voltooien het beeld; prenten en voorwerpen uit den patriottentijd, toen de gebroeders als martelaren gevallen voor een democratische (!) regeeringsopvatting werden vereerd, spreken van waardeering in een ander tijdperk onzer geschiedenis. Voor de gravures en drukwerken hebben de verzamelingen, in de stad aanwezig, het grootste gedeelte opgeleverd; hier past het nog eens den naam van den verzamelaar Mr. Simon van Gijn in herinnering te brengen, aan wiens ijver en kennis de Atlas Dordracum Dlustratum (Gem. Archief) en de Historische Atlas in het naar hem genoemde Museum hun ontstaan te danken hebben. Verschillende Rijksverzamelingen stonden belangrijk materiaal af; bier mag een woord van dank aan de Regeering en aan de betrokken ambtenaren niet ontbreken. Ook de Gemeenten Amsterdam, 's-Gravenhage en Rotterdam vervulden bereidwillig den collegialen plicht van medewerking. Curatoren der Leidsche Hoogeschool stonden ons het portret van Prof. Frans van Sohooten af; het Kon. Oudheidkundig Genootschap dat van Joh. Hodde. Vele particulieren schonden het inwendige van hun woning, om ons in staat te stellen het beeld van den Raadpensionaris en zijn kring aan te vullen, of droegen, gelijk eenige Verzekeringsmaatschappijen, bij in de kosten van de tentoonstelling, Het Dordtsche Gemeentebestuur kwam ons in ieder op-' zicht tegemoet; Regenten van den Arent Maertenshof vrn voorwoord stonden ons familieportretten af ; Dordtsche firma's leenden ons technisch materiaal. Het is niet doenlijk denamen van allen, die ons hielpen, te noemen, maar een uitdrukkelijk woord van dank past het ons hier uit te spreken tot de Regeering van de Fransche Republiek, die den kostbaren beker, door de Staten van Holland geschonken aan Cornelis de Witt, uit het Museum Cluny, aan ons toevertrouwde en aldus dit in het bijzonder voor den Dordtschen historie-vriend zoo belangwekkende voorwerp op gemakkelijk te bereiken plaats ter bezichtiging stelde. Den Nederlandschen tgdelijken Zaakgelastigde danken wij voor zijne ijverige bemiddeling. Mr. JOHAN DE WITT. Door A. QtTEiiiiiïrtrs 1665. Dordrechts Museum. (Met welwillende toestemming van de Directie van het Weekblad „De Prins"). KORTE LEVENSBESCHRIJVING. 1 Mr. JOHAN DE WITT, Heer van Zuid- en Noord Linschoten, Snellerwaard, Heekendorp en Usselveere ; staatsman en wiskundige. Geboren te Dordrecht 24 September 1625, overleden te 's-Gravenhage 20 Augustus 1672 ; zoon van Mr. Jacob de Witt en van Anna van de Oorfut ; gehuwd te Amsterdam 16 Februari 1655 met Wen- DELA BlCKER. 1647 : Advocaat voor het Hof van Holland. 1650: Pensionaris van Dordrecht, pl. verv. raadpensionaris van Holland. 23-7-1653: Raadpensionaris van Holland, opvolger van Adriaan Pauw. Herbenoemd 1658, 1663 en 1668. 1660 : Stadhouder van de Leenen en Grootzegelbewaarder. 1665 en 1666 : Gedeputeerde op de Vloot. 21-6-1672 ; Aanslag op zijn leven. 4-8-1672: Vraagt en verkrijgt ontslag als Raadpensionaris en benoeming in den Hoogen Raad. 20-8-1672 ; vermoord te 's-Gravenhage. Hij was de feitelijke leider der Republiek in het eerste stadhouderlooze tijdperk, in de jaren harer ontwikkeling tot een der invloedrijkste Mogendheden van Europa. Hij organiseerde de vloot en herstelde de geldmiddelen van Holland. Als de krachtigste üguur in de Staatsgezinde Partij streed hij voor de 2 KORTE LEVENSBESCHRIJVING grondslagen onzer staatkundige inrichting, zooals die door de Groote Vergadering van 1651 opnieuw waren vastgelegd : een bondgenootschap van Souvereine Provinciën, met overwicht van Holland, autonomie der steden in die provinciën, overwicht der stedelijke regeeringsgeslachten, uitschakehng van een Eminent Hoofd(Stadhouder-Kapiteingeneraal). Intelligent, besluitvaardig en doortastend, onkreukbaar en onvermoeid, vertrouwen wekkend, overredend en verzoenend, bezat hij de eigenschappen, die ondanks de te groote decentraüsatie het voeren van een nationale politiek mogeüjk maakten. Marmeren buste door Artus Quellinus 1665. Dordreehts Museum. SCHILDERIJEN (Gouden nummerkaartjes) 2 MARIA VAN BERCKEL 1632—1706. Dochtervan Johanvan Berckel, ontvanger-generaal van Holland, en van Elisabeth Prtnce, huwt 1650 Mr. Cornelis de Witt, ruwaard van Putten (37). Krachtige figuur, blijkens haar gedrag bij de Herroeping van het Eeuwig Edict en na den moord op haren echtgenoot. Copie naar onbek. origineel. Coll. Hoog, Gem. Museum, 's-Gravenhage. 3 Mr. COENRAAD VAN BEUNINGEN 1622—1693. Bekwaam regent, staatsman en diplomaat; voornaam medewerker van Johan de Witt. Secretaris, pensionaris (1650—1660) van Amsterdam, later schepen en burgemeester aldaar. Tijdens het leven van De Witt : Gezant in Zweden 1652—'54; in bijzondere zending naar Denemarken 1656, naar Frankrijk 1660; gezant in Frankrijk 1664—1669; in Engeland 1670. Door Caspar Netscher. Rijksmuseum. 4 ABRAHAM VAN BEVEREN VAN BARENDRECHT 1604—1663. Schout, meermalen burgemeester van Dordrecht, gedep. ter Staten van Holland, lid van den Raad van State. Verving Mr. Jacob de Witt 1650 in het Coll. van Gecommitteerde Raden; sindsdien een der leiders eener Dordtsche regentenpartij gekant tegen het overwicht der familie De Witt. Arent Maertenshof, Dordrecht. schilderijen 5 CORNELIS VAN BEVEREN VAN STREVELSHOEK 1591—1663. Meermalen burgemeester van Dordrecht en gedep. ter Staten van Holland. In 1647 met Jacob de Witt middelpunt eener volksbeweging tegen de familieregeering, later, met Abraham v. Beveren, leider der partij in het patriciaat gekant tegen de familie De Witt. Middelpunt van eenen letterkundigen kring op zijn slot Develsteyn. H. E. Beelaerts van Emtnichoven, Zierikeee. 6 Mr JACOB VAN BEVEREN VAN ZWIJNDRECHT 1612—1676. Schout, schepen, veertig, burgemeester van Dordrecht, gecomm. ter Staten van Holland. Huwt 1637 Johanna de Witt (55), zuster van Johan. Arent Maertenshof, Dordrecht. 7 LIDEWIJ VAN BEVEREN 1522—1557. Eohtgenoote van Frans de Witt (43); overgrootmoeder van Johan. Copie naar onbek. origineel. Coll. Hoog, Gem. Museum, 's-Gravenhage. 8 Mr. HIERONYMUS VAN BEVERNINGK 1614— 1690. Goudsch regent, bekwaam diplomaat. Vriend en vertrouwd medewerker van J. de Witt. Tijdens diens leven o.a. vredesonderhandelaar te Westminster 1653—1654, te Breda 1667, te Aken 1668 (tusschen Frankrijk en Spanje), gezant naar Spanje 1671 ; thesaurier-generaal 1657—1665. Door J. de Baen. Bijksmuseum. 9 GEERTRUID BICKER 1635—1702. Zuster van Wendela Bicker, huwt 1652 Jean Deütz (18). J. van Reenen, h. Kranenburgh, Bergen N. H. 4 schilderijen 5 10 JACOBA BICKER 1640—1695. Zuster van Wbndela Bicker, huwt 1662 haren neef Pieter de Graeff van Zuidpolsbroek (20). Door Caspar Netscher 1663. A. Preyer, 's-Gravenhage. 11 Dr. JAN BIOKBR 1591—1653. Vader van Wendela Bicker, huwt 1625 Agnieta de Graeff (19); o.a. Burgemeester van Amsterdam. Stad Amsterdam, Rijksmuseum. 12 WENDELA BIGKER 1636—1668. Dochter van Dr. Jan Bicker en Agnieta de Graeff, huwt 1655 Johan de Witt. Zachtmoedig, aanhankelijk karakter, weinig op den voorgrond tredend. Copie naar onbek. origineel. Coll. Hoog, Gem. Musaum, 's-Gravenhage. 13 DEZELFDE. Door H. Vereist 1667. Stad Amsterdam, Rijksmuseum. 14 MAGDALENA OORNELIA BUGK, geb. 1742. Huwt 1761 Mr. Herman Cornelis de Witt (44), achterkleinzoon van Johan. Door G. Spinny 1765. Coll. Hoog, Gem. Museum, 's-Gravenhage. 15 ANNA VAN DE CORPUT 1599—1645. Moeder van Johan de Witt, huwt 1616 Mr. Jacob . de Witt (45). Copie naar onbek. origineel. Coll. Hoog, Gem. Museum, 's-Gravenhage. 16 DEZELFDE. Door J. de Baen, vele jaren na haar dood geschilderd. Dordrechts Museum. schilderijen 17 Mr. PIETER DE LA COURT 1608—1685. Vriend van Johan de Witt, schrijver van „Interest van Holland ofte Gronden van Hollands Welvaren", waarin de staatkundige opvatting van De Witt's partij verdedigd wordt. Beweerd wordt, dat Johan de Witt aan dit boek heeft medegewerkt. Door A. van den Tempel. Rijksmuseum. 18 JEAN DEUTZ 1618—1673. Huwt 1654 Geertruid Bicker (9), zuster van Wendela. Voornaam koopman en bankier, Keizerlijk factoor van het kwikzilver te Amsterdam, financieel raadsman van Johan de Witt. J. van Reenen, h. Kranenburgh, Bergen N. H. 19 AGNIETA DE GRAEFF 1603—1656. Moeder van Wendela Bicker; huwt 1625 Jan Bicker (11). Stad Amsterdam, Rijksmuseum. 20 PIETER DE GRAEFF VAN ZUIDPOLSBROEK 1638—1707. Zoon van burgem. Corn. de Graefe v. Zuidpolsbroek ; huwt 1662 zijne nicht Jacoba Bicker (10), zuster van Wendela. Door Caspar Netscher 1663. A. Preyer, 's-Gravenhage. 21 Mr. PIETER DE GROOT 1615—1678. Intiem medewerker van Johan de Witt; pensionaris van Amsterdam 1660, gezant in Zweden 1667, in Frankrijk 1670—1672. Door Adr. Hanneman 1655. o. f. baron Groeninx van Zoelen, 's-Gravenhage. 6 schild brijen 22 JOHANNA HEYMANS 1547—1602. Grootmoeder van Johan db Witt; huwt 1568 Cornelis db Witt (36). Door A. v. d. Burg 1725. Coll. Hoog, Gom. Museum, 's-Gravenhage. 23 Mr. DIEDERLK HOEUFFT 1610—1688. Schepen en Veertig te Dordrecht, Gecomm. ter Staten van Holland, ter Admiraliteit van Rotterdam en ter Generaliteitsrekenkamer, Bewindhebber W. I. C. Huwt 1641 Maria de Witt (56), zuster van Johan. Kon. Kabinet v. Schilderijen, 's-Gravenhage. 24 Mr. HERMAN VAN DEN HONERT 1645—1730. Schepen en Burgemeester van Dordrecht; huwt 1675 Anna de Witt (34), oudste dochter van Johan. Door A. van der Burg 1725. Coll. Hoog, Gem. Museum, 's-Gravenhage. 25 CATHARINAWILHELMINA VAN DEN HONERT 1698—1766. Dochter van voorg. ; huwt 1718 haren neef Mr. Cornelis de Witt (42), kleinzoon van Johan. Door a. van den Burg. Coll. Hoog, Gom. Museum, 's-Gravenhage. 26 JOHANNES HUDDE 1628—1704. Burgemeester van Amsterdam, wiskundige. Johan de Witt raadpleegde hem voor zjjn „Waardij e van Lijfrenten naar proportie van Losrenten", de berekening, die aan het levensverzekeringswezen ten grondslag ligt. Door M. van Musscher 1680. Kon. Oudheidk. Genootschap, Rijksmuseum. 8 schilderijen 27 FRANS VAN SCHOOTEN II 1615—1660. Hoogleeraar bij de philosophische faculteit te Leiden; gaf 1659 Johan de Witt's „Elementa curvarum linearum" uit. Door H. van der Mij naar a. Beeldemaker 1654. Senaatskamer, Leiden. 28 BEATRIX VAN SLINGELANDT, overl. 1555. Betovergrootmoeder van Johan de Witt; echtgenoote van Cornelis de Witt (35). Copie naar onbek. origineel. Coll. Hoog, Gem. Museum, 's-Gravenhage. 29 Mr. GOVERT VAN SLINGELANDT 1620—1690. Vertrouwde vriend van Johan de Witt ; diens opvolger als pensionaris van Dordrecht 1653, secretaris van den Raad van State 1664, gezant naar Zweden (tractaat van Elbing 1656), later naar Denemarken, Zweden en Polen. Jhr. G. van Tets, Zeist. 30 Mr. GILLIS VALCKENIER 1623—1680. Vele malen burgemeester van Amsterdam ; na den dood van Corn. de Graeff van Zuidpolsbroek de machtigste figuur in het Amsterdamsche patriciaat. Aanvankelijk medestander van De Witt, een der ontwerpers van het Eeuwig Edict, gedeputeerde tot de Educatie van den Prins van Oranje 1666. Keerde zich later van De Witt's politiek af en werd een zijner voornaamste tegenstanders. Door J. Weenix. Jhr. H. Hooft Graafland, Baarn. 31 Mr. NICOLAAS VIVIEN 1631—1692. Zoon van Anthony Vivien en Antonia van de Corput, volle neef en boezemvriend van Johan de Witt; pensionaris van Dordrecht, pl. verv. schilderijen 9 raadpensionaris van Holland 1664—1672 ; fungeerde als raadpensionaris bij de zitting op den dag van den moord. Door J. de Baen. Douair. Jhr. Gevaerts v. Simonshaven, 's-Gravenhage. 32 ABRAHAM DE WICQUEFORT 1598—1682. Brandenburgsch Resident te Parijs en oorrespondent van De Witt ; door diens invloed benoemd tot Geschiedschrijver van Holland; verheerlijkte De Witt's bewind. Door Caspar Netscher 1670. J. van Reenen, 't-Hof te Bergen N. H. 33 WILLEM III PRINS VAN ORANJE 1650—1702 als tienjarige knaap. Groeide op en ontwikkelde zich als krijgsman en staatsman tijdens het eerste stadhouderlooze tijdperk, waarin Johan de Witt de leidende staatsman was. Ondanks de maatregelen van Holland tegen den terugkeer der oude stadhouderlijke macht, bracht de volkswil hem in de voorvaderlijke waardigheden terug. • Kon. Kabinet van Schilderijen, 's-Gravenhage. 34 ANNA DE WITT 1655—1725. Oudste dochter van Johan ; huwt 1675 Mr. Herman VAN DEN HONERT (24). Door A. van der Burg 1724. Coll. Hoog, Gem. Museuro, 's-Gravenhage. 3ö CORNELIS DE WITT 1485—1537. Schepen en raad van Dordrecht; betovergrootvader van Johan ; huwt Beatrix van Sungelandt (28). Copie naar onbek. origineel. Coll. Hoog, Gem. Museum, 's-Gravenhage. 10 schilderijen 36 CORNELIS DE WITT 1545—1622. Schepen, veertig, raad en burgemeester van Dordrecht ; grootvader van Johan ; huwt 1568'Johanna Heymans (22). Copie naar onbek. origineel. Coll. Hoog, Gem. Museum, 's-Gravenhage. 37 Mr. CORNELIS DE WITT 1623—1672. Broeder van Johan ; huwt 1650 Maria van Berckel (2). Tesamen met Johan opgevoed, bleef hij diens getrouwe medewerker; overigens regent van meer locale beteekenis. Voor het eerst schepen van Dordrecht 1648; gecomm. ter A(lnnraliteit van Rotterdam 1652; ruwaard van Putten 1654; veertig 1655 ; schepen 1658 ; dijkgraaf van Mijnsheerenland, gasthuismeester 1657 ; baljuw van de Beijerlanden 1660; gecommitteerde raad van het Zuiderkwartier 1664 ; gedeputeerde te velde bij het leger van Johan Maurits van Nassau tegen den Bisschop van Munster 1665—1666 ; burgemeester van Dordrecht 1666; gedeputeerde bij de vloot van Michiel de Ruyter tegen Engeland (tocht naar Chatham) 1667 ; gedeputeerde te velde 1668 ; curator der Leidsche Hoogeschool; gecommitterde raad 1669; gezant naar Brussel om Spanje te bewegen tot een bondgenootschap tegen Frankrijk 1669, keert April 1672 terug na de oorlogsverklaringen van Engeland en Frankrijk; gedeputeerde op de vloot onder De Ruyter (slag bij Solebay); komt ziek terug, teekent op het ziekbed de herroeping van het Eeuwig Edict; wordt op lasterlijke aanklacht van Tichelaar wegens samenspanning tegen het leven van den Prins van Oranje vervolgd en op de Gevangenpoort te 's-Gravenhage opgesloten, veroordeeld tot verbanning en 20 Augustus 1672 met zijnen broeder door het volk vermoord. Door J. de Baen. Dordrechts Museum. schilderijen 11 38 Mr. CORNELIS DE WITT 1623—1672. Op regentenstuk van het Gasthuis te Dordrecht. Cornelis de Witt en zijne echtgenoote zitten op den voorgrond, naar elkander toegewend. Door C. Bisschop 1671. Dordrechts Museum. 39 DEZELFDE. Op een allegorische voorstelling van den Ruwaard als zegevierend vlootvoogd na den tocht naar Chatham copie naar (of ontwerp voor) schoorsteenstuk vroeger in de. groote zaal van het Raadhuis te Dordrecht, geschilderd door Jan de Baen ter uitvoering der resolutie van het Gerecht van 30 Juli 1667 en in 1672 door het volk vernield. Door of naar J. de Baen. Rijksmuseum. 40 DEZELFDE. Op een dergelijke apotheose. Door C. Bisschop 1668. Rijksmuseum. 41 DEZELFDE. Op een voorstelling van den Ruwaard op zijn ziekbed, onderteekenend de herroeping van het Eeuwig Edict. Door A. J. Lamme. Museum Mr. Simon van Gijn. 42 Mr. CORNELIS DE WITT 1696—1769. Schepen en burgemeester van Dordrecht, gedeputeerde ter Staten van Holland ; kleinzoon van Johan; huwt 1718 zijne nicht Cath. Wilh. van den Honert (25). Door A. van der Burg. Coll. Hoog, Gem. Museum, 's-Gravenhage. li SCHILDERIJEN 43 FRANS DE WITT 1516—1565. Acht te Dordrecht; overgrootvader van Johan ; huwt 1539 Lidewij van Beveren (7). Copie naar onbek. origineel. Coll. Hoog, Gem. Museum, 's-Gravenhage. 44 HERMAN CORNELIS DE WITT 1728—1778. Acht te Dordrecht, baljuw en dijkgraaf van de Merwede; achterkleinzoon van Johan ; huwt 1761 Maod. Corn. Buck (14). Door G. Spinny 1765. Coll. Hoog, Gem. Museum, 's-Gravenhage. 45 Mr. JACOB DE WITT 1589—1674. Zoon van Cornelis de Witt en Johanna Heymans, huwt 1616 Anna van de CpRPtrr (15); vader van Johan. Acht te Dordrecht, thesaurier der Nationale Synode 1618; veertig, dijkgraaf van Mijnsheerenland, schepen 1620; ontvanger der gemeenelandsmiddelen te Dordrecht 1625—1637 ; burgemeester 1639, 1646, 1654; gedeputeerde ter Staten van Holland en ter Staten-Generaal; gecommitteerde raad van het Zuiderkwartier 1637—1639, 1649—1650; lid der Rekenkamer van Holland 1643—1645; 1644 in gezantschap naar Zweden en Denemarken; middelpunt der volksbeweging tegen de familieregeering in 1647 ; lid der Chambre Mipartie ;. verzet zich 1650 tegen den stadhouder Willem II en wordt tengevolge hiervan op Loevestein gevangen gezet (30 Juli—17 Aug. 1650) en uit zijn ambten ontzet; na den dood van den stadhouder hersteld, behalve in het ambt van Gecommitteerden Raad; bewerkte 1651 in de Groote Vergadering de amnestie voor de schuldigen aan de staatsgreep van 1650; 1657 raad en rekenmeester der Domeinen van Holland; schrijver van godsdienstige gedichten; SCHILDERIJEN 13 woonde ten tijde van den moord ten huize van zijn zoon Johan op den Kneuterdijk te 's-Gravenhage. Copie naar onbek. origineel. Coll. Hoog, Gem. Museum, 's-Gravenhage. 46 Mr. JACOB DE WITT 1589—1674. Uit de serie dichtersportretten genaamd „panpoeticon batavum". Door A. Schouman naar G. Honthorst. Museum Mr. Simon van Gijn. 47 DEZELFDE. Door N. Maes 1657. Dordreohts Museum. 48 DEZELFDE. Door J. de Baen. Dordreehts Museum. 49 Mr. JOHAN DE WITT, raadpensionaris van Holland (Zie No. 1). Als pensionaris van Dordrecht. Door A. Hanneman 1652. Museum Boymans, Botterdam. 50 DEZELFDE. Door J. de Baen. Dordreehts Museum. 51 DEZELFDE. Door H. Vereist 1667. Stad Amsterdam, Rijksmuseum. 52 DEZELFDE. Oude copie. Museum Mr. Simon van Gijn. 53 ALLEGORIE OP DENZELFDE. De „Raadpensionaris", voorgesteld als een woedende zwaan, verdedigt zijn ei, „Holland" tegen een hond „De Viand van de Staat". Door J. Atselijn. Rijksmuseum. 14 schilderijen 54 Mr. JOHAN DE WITT 1662—1701. Secretaris van Dordrecht; zoon van den raadpensionaris; huwt 1692 zijne nicht Wtlhelmtna Cor- nelisdr. de WlTt (58). Goll. Hoog, Gem. Museum, 's-Gravenhage. 55 JOHANNA DE WITT 1616—1692. Zuster van Johan; huwt 1637 Mr. Jacob van Beveren van Zwijndrecht (6); in de laatste jaren buurvrouw van haren broeder Johan, vertegenwoordigde zij de familie na den moord. Arent Maertenshof, Dordrecht. 56 MARIA DE WITT 1620—1681. Zuster v,an Johan ; dichteres; huwt 1641 Mr. Die- derik HOETJFFT (23). Kon. Kabinet van Schilderijen, 's-Gravenhage. 57 MARIA DE WITT 1777—1861. Dochter van Mr. Herman Corn. de Witt (44) en de laatste van haar geslacht; huwt 1798 Mr. H. P. Hoog. Coll. Hoog, Gem. Museum, 's-Gravenhage. 58 WILHELMINA DE WITT 1671—1701. Dochter van Cornelis de Witt, den Ruwaard; huwt 1692 haren neef Mr. Johan Johansz. de Witt (54). Coll. Hoog, Gem. Museum, 's-Gravenhage. 59 DE GROOTE ZAAL OP HET BINNENHOF, tijdens de Groote Vergadering in 1651. Hier zegevierden de opvattingen der staatsgezinde partij ; Johan de Witt woonde de vergadering als pensionaris van Dordrecht bij. Door D. van Deelen. Kon. Kabinet van Schilderijen, 's-Gravenhage. 15 schilderijen 60 DE STATENZAAL VAN HOLLAND aan den Hofvijver te 's-Gravenhage. Gebouwd in 1652—1658 onder het raadpensionarisschap van Johan de Witt, onder leiding van Pieter Post, door De Witt daarvoor aangewezen. In den hoektoren rechts van de zaal: de werkkamer van den raadpensionaris; rechts op den voorgrond: de Gevangenpoort, waar de gebroeders De Witt zich onrniddellijk voor den moord bevonden; links het Groene Zoodje. Door G. Berckheyde. Gem.-Museum, 's-Gravnehage. 61 HET DORDTSCHE RAADHUIS, zooals het zich in de 17de eeuw vertoonde. Door J. Kutten. Museum Mr. Simon van Gijn. VERKLARING DER AFKORTINGEN. A. D. Prentverzameling der Gemeente Dordrecht, Gemeentearchief. D. L Dordracum Hlustratum (Coll. Mr. Simon v. Gijn), Gemeentearchief. S. G. Historische Atlas Mr. Simon v. Gijn, Vereen. OudDor drecht. Kgr. Kopergravure. Zwk. Zwartekunstgravure. d... n... door.... naar. Sch. Hoofdstuk Schilderijen van den Catalogus. M. F. Muller, Beredeneerde Beschrijving van Nederlandsche Historieprenten. TEEKENINGEN EN PRENTEN (Witte nummer kaartjes). 1 Mr. COENRAAD VAN BEUNINGEN (Zie Sch. 3). Kgr. d. J. Houbraken. S. G. 2 CORNELIS VAN BEVEREN VAN 8TREVELSHOEK (Zie Sch. 5). Kgr. d. G. Schalken n. S. van Hoogstraten* A. D. •3 Mr. HIERONYMUS VAN BEVERNJNGK (Zie Sch. 8). Buste in omlijsting ; reproductie van een gedeelte van het portret door J. de Baen (Sch. 8). Kgr. d. H. Bary. S. G. 4 WENDELA BICKER (Zie Sch. 12—13). Kgr. d. R. Vinkeles n. A. Teerling. A. D. 5 OLIVER CROMWELL, Lord Protector 1653—1658 van de Engelsche Republiek. Wegens de gemeenschappelijke gevaren van de zijde der beide afgezette, verwante dynastieën StUart eD Oranje en wegens gemeenschappelijke protestantsche belangen was hij bereid tot een nauw bondgenootschap met de Republiek. De strijdige belangen der beide concurreerende zeemogendheden maakten dit echter onmogelijk. 1651 : Acte van Navigatie, die den Hollandschen tusschenhandel op Engeland fnuikte; 1652—1654 : eerste Engelsche oorlog, beëin. digd door den vrede van Westminster, waarvoor van 18 teekeningen en prenten de Provincie Holland werd geëischt de Acte van Seclusie tot uitsluiting van het Huis Oranje uit de voorvaderlijke waardigheden. Zwk. d. J. Faber n. p. Lely 1653. S. G. 6 Mr. CASPAPv FAGEL 1634—1688. 1663: pensionaris van Haarlem op aanwijzing van De Witt ; een der voornaamste bewerkers van het Eeuwig Edict; 1670 griffier der Staten-Generaal; keerde zich 1672 tot de partij van den Prins. Opvolger van De Witt als raadpensionaris van Holland was hij voortaan een der voornaamste medewerkers van den Stadhouder. Kgr. d. J. Houbraken. S. G. 7 CORNELIS DE GRAEFF VAN ZUIDPOLS-. BROEK 1599,-1664. Machtigste figuur in het Amsterdamsche patriciaat ; vele malen burgemeester; ijvert voor de benoeming van De Witt tot raadpensionaris in 1653; krachtig medewerker, sinds 1655 behuwdoom van De Witt. Kgr. d. J. Houbraken n. J. Backer. S. G. 8 KAREL II STUART, Koning van Engeland, Schotland en Ierland. Door Cromwell's troepen in 1651 uit Schotland verdreven, keerde hij na zijn herstel op den Troon in 1660 over ons land terug; ontmoette toen De Witt en scheen voor diens invloed vatbaar. Later beurtelings bij de Repubüek en bij Frankrijk aansluiting zoekend, keerde hij zich aan Frankrijk's zijde tegen ons in 1672. Als oom en, na den dood der Princess-Royal, medevoogd over den minderjarigen Prins van Oranje, speelde hij ook een rol in onze binnenlandsche politiek. Anon. kgr. 8. G. teekeningen en prenten 19 •9 LODEWIJK XIV, Koning van Frankrijk, zelf regeerend sinds 1661. De aanspraken van den Koning op de Zuidelijke Nederlanden maakten op den duur de door De Witt gewenschte goede verstandhouding onmogelijk en leidden tot den oorlog van 1672. Kgr. d. en n. r. Nanteuil 1662. , s. G. 10 ADRIAAN PAUW VAN HEEMSTEDE 1585-1653. Vredesonderhandelaar te Munster 1648 ; voorganger van De Witt als raadpensionaris van Holland; gaf dezen, die als pensionaris van Dordrecht zijn plaatsvervanger was, ruim aandeel in de zaken. De Witt verving hem o.a. toen hij in 1652 in gezantschap naar Engeland ging om den dreigenden oorlog te voorkomen. Kgr. d. P. Holsteyn n. G. Terboreh. S. G. 11 Mr. ADRIAAN PAUW VAN BENNEBROEK 1621—1697. President van het Hof van Holland, dat Cornelis de Witt tot verbanning veroordeelde. Kgr. d. r. de Hooghe. S. G. 12 MICHIEL ADR.z. DE RUYTER 1607—1Ö76. Luitenant-admiraal-generaal, van Hólland en Westfriesland; beroemd zeeheld. Was zeer bevriend met De Witt ; commandeerde de vloot, toen Johan de Witt in 1665 en Cornelis in 1667 als Gedeputeerde op de Vloot in zee gingen.' Zwk. d. A. Blooteling n. J. Lievens. S. G- 13 Ds. SIMON SIMONIDES, overl. 1675. Predikant te 's-Gravenhage; was door zijn opruiing mede verantwoordelijk voor den moord op de De Witten. Kgr. d. H. Barty n. J. de Baen. A. D. 20 teekeningen- en prenten 14 CLAÜDE 'T SERCLAES GRAAF 'VAN TILLY. Ritmeester ; commandeerde de af deeling ruiterij, die voor de bescherming van de De Witten op de Plaats te 's-Qravenhage was opgesteld, doch zich later op bevel terugtrok. Kgr. d. L. Vorsterman. A. D. 15 SIR WILLIAM TEMPLE 1628—1698. Bekwaam Engelsen diplomaat; voorstander eener Engelsch-Nederlandsche samenwerking; bewonderaar van De Witt. Na den vrede van Breda door Karei, II naar Holland gezonden om eene toenadering te bewerken bracht hij de Triple Alliantie tot stand (26-1-1668). Gezant te 's-Gravenhage tot 1669; kwam later in 1674 den vrede van Nijmegen voorbereiden en bewerkte het huwelijk tusschen den Prins van Oranje en Prinses Mary Sttjart. Kgr. d. J. Houbraken n. P. Lely. 8. G. 16 CORNELIS TROMP 1629—1691. Beroemd vlootvoogd ; luitenant-admiraal 1666 ; sinds 1669 in onmin met Db Ruyter en wegens ondisciplinair gedrag ontslagen. Prinsgezind, was hij tegenstander van De Witt en gedroeg hij zich onwaardig na den moord. Kgr. d. H. Bary n. J. de Baen. 8. G. 17 Mr. GILLIS VALCKENIER (Zie Sch. 30). Kgr. d. T. Matham n. W. Vaillant. 8. G. 18 JACOB VAN WASSENAER VAN OBDAM 1610—1666. Met De Witt bevriend; lid der Hollandsche Ridderschap ; kolonel der ruiterij ; door De Witt overgehaald om een benoeming tot luitenant-admiraal te aanvaarden; bekend vlootvoogd. Anon. kgr. bij Clement de Jonghe. 8. G. teekeningen en prenten 21 19 WILLEM FREDERIK VORST VAN NASSAUDIETZ 1613—1664. Stadhouder van Friesland, Groningen en Drenthe. Stond op goeden voet met De Witt sinds diens bemiddeling in de Groningsche geschillen van 1655, vervreemdde echter van hem na de mislukking zijner benoeming tot veldmaarschalk. Kgr. d. A. Blooteling n. P. Nason. S. G. 20 ANNA DE WITT (Zie Sch. 34). Kgr. d. R. Vinkeles n. J. de Baen-A. Teerling. A. D. 21 Mr. CORNELIS DE WITT (Zie Sch. 37—41). Ovale buste in omlijsting ; gravure naar verloren gegaan portret. Kgr. d. J. Visscher n. A. Verveer. D. I. 22 DEZELFDE. Het fraaiste gegraveerde portret van den Ruwaard, tegenhanger van 30. Zwk. d. A. Blooteling n. J. de Baen (Sch. 37). D. I. 24 DEZELFDE. Penteekening van Leon. Venroij 1788 naar 23 met zinne- 26 DEZELFDE. Fraaie, doch waarscb. valsch 18de-eeuwsche gravure naar onbekend portret. 23 DEZELFDE. Kgr. d P. van Gunst, tegenhanger van 34. A. D. beeldig bijwerk. A. D. 25 DEZELFDE. Penteekening d. J. Faber. A. D. Zwk. d. W. Baillie 1774. S. G 22 teekeningen en prenten 27 Mr. CORNELIS DE WITT (Zie Sch. 37-41). Valsch portret; de gravure heeft reeds eerder dienst gedaan als portret van luit. adm. W. J. van Gendt, is echter een copie naar een echt portret van H. C. de la Tremoüille prins van Tarente hertog van Thouars. Kgr. ** 28 Mr. JACOB DE WITT (Zie Sch. 45—48). Gravure naar verloren origineel door G. Honthorst van 1639. Kgr. d. J. Houbraken. s- O- 29 DEZELFDE. Ets d. Jan Voth n. n. Maes (Soh. 47). D. I. 30 Mr. JOHAN DE WITT (Zie Sch. 49—52). Het fraaiste gegraveerde portret van den raadpensionaris. Zwk. d. a. Blooteling n. J. de Baen (Soh. 50). D. L 31 DEZELFDE. Een der bekendste portretten van De Witt, waarvan verschillende staten bestaan ; dit is de eerste staat, met op den achtergrond een gezicht in de zaal der Staten van Holland. Kgr. d. L. Visacher n. J. de Baen. D. I- 32 DEZELFDE. Tweede staat van voorgaande gravure. De statenzaal is vervangen door een portret van Cornelis de Witt, het vers van Bidloo door een tafereel van den moord. Als voren, met wijziging d. R. de Hooghe(?). D. I. teekeningen en prenten 23 33 Mr. JOHAN DE WITT. (Zie Soh. 49—52). Derde staat van voorgaande gravure. Het portret van Corn. de Wttt is vervangen door een tafereel van den moord, het vers van Bidloo is weer aangebracht. D. I. 34 DEZELFDE. Kgr. d. P. van Gunst, tegenhanger v. 23. A. D. 35 DEZELFDE. Een der fraaiste portretten van den raadpensionaris; geeft de origineele schilderij door C. Netscher (zie afb. catal.) echter niet zeer getrouw weer. Kgr. d. H. Bary n. c. Netscher. 8. G. 36 DEZELFDE. Duitsehe copie naar 35 met gewijzigden achtergrond. Kgr. bij Jac. Sandrart te Neurenberg. A. D. 37 DEZELFDE. Goede 18de-eeuwsche reproductie naar het portret door C. Netscher. Kgr. d. J. Houbraken. D. I. 38 DEZELFDE MET ZIJN BROEDER. Twee portretten op een blad met een gedicht van 1785. Kgr. v. Th. Koning 1780. D. I. 39 DEZELFDE. Penteekening door J. Faber. S. G- 40 DEZELFDE. Portret uit M. Balen, „Beschrijving van Dordrecht". Ets v. J. Oudaen. D. I. 24 teekeningen en pbenten 41 Mr. JOHAN DB WITT. (Zie Soh. 40—61). „Jean de Witte, pensionnaire de Hollande", phantastisobe 18de-eeuwsche gravure uit de hand gekleurd. Kgr. v. Duflos. A. D. 42 ALLEGORIE OP HET HUWELIJK VAN JOHAN DE WITT MET WENDELA BICKER 16-2-I6öö. Anonyme waterverfteekening. J. van Reenen, h. Kranenburgh, Bergen N. H. 43 HET HUIS VAN JOHAN DE WITT AAN DEN KNEUTERDIJK TE 's-GRAVENHAGE. 18de-eeuwsche voorstelling. Gekleurde teekening door J. E. la Fargue. Gemeente Museum, 's-Gravenhage. 44 DE STATENZAAL VAN HOLLAND TE 's-GRAVENHAGE VAN BINNEN GEZIEN. Voorstelling uit het begin der 18de eeuw. Zie Sch, 60. Kgr. d. J. C. Philips. S. G. 45 9-8-1653. Slag bij Duins, waar M. Hz. Tromp sneuvelde, Kgr. bij O. J, Vissoher, m. 2078. 8. G. 46 29-10-1658. Slag in de Sent tusschen V. WassenaerObdam en den Zweedschen admiraal Wrangel; de prent is gevat in hout afkomstig van een in de Sont gezonken Hollandsen oorlogsschip, Kgr. bjj C. J. Vissoher, M. 2134. S. G. 47 30-5» 1660. Gastmaal aangeboden aan Karei, II van Engeland door de Staten van Holland in het Mauritshuis. De Koning met z\jn tonte, de Koningin Mr. JOHAN DE WITT. Door A. Hannemah 1652. Mus. Boymans, Rotterdam. teekeningen en prenten 25 van Bohème, zijn zuster, de Princeas Royal, en zijn neef, den Prins van Oranje, aan het hoofd van de tafel. Kgr. d. P. Phllippe n. J. ToorenvHet. m. 2156.3. S. G. 48 7-6-1660. Toespraak van Karel II, staande tusschen Willem Frederik en Johan Maurits van Nassau, tot de Staten van Holland. Kgr. M. 2156.5. s- G 49 10-8-1665. Slag in de haven van Bergen in Noorwegen. Kgr. n. en d. C. Decker, M. 2220. S. G 50 11/14-6-1666. Vierdaagsche zeeslag tusschen De Ruyter en MonK. Kgr. d. N. Visscher, M. 2227. S. G. 51 19/23-6-1667. Tocht naar Chatham. Twee voorstellingen op een blad; „De stadt en rivier van Rochester" en „Het eylandt Shepey en 't fort Shirenasse". Ets d. R. de Hooghe n. W. Schellinks, M. 2256a. S. G. 52 — Het gevecht op de rivier met het nemen van de Royal Charles, met de portretten van C. de Witt, De Ruyter enz. Door den slag bij Doggersbank geïnspireerde voorstelling, met overneming van de compositie van een prent van den slag bij La Hougue. Kgr. d. M. de Sallieth n. D. Langendijk 1782, M. 2261. Part. Coll. 63 — Copie naar het ontwerp (?) voor de allegorie door J. de Baen (Sch. 39). Teek. d. A. Sehouman. D. I 26 teekeningen en prenten 54 — Allegorie op C. de Witt. A. Houbraken („Groote Schouburgh" II 310) vertelt, dat deze prent werd gemaakt naar een schets door hem zelf samengesteld naar de stukken van de vernielde schilderij. Ets d. B. de Hooghe, m. 2276. 8. G. 55 — Het emailleerwerk op den beker aan C. de Witt door de Staten van Holland aangeboden. Kgr. d. D. Veelwaard n. A. Teerling. D. I. 56 31-7-1667. Vrede van Breda. Het bezweren van den vrede, omringd door 8 andere kleine voorstellingen. Ets d. B. de Hooghe, M. 2284b. 8. G. 57 23-2-1672. De eedaflegging van den Prins van Oranje als kapitein-generaal. Ets d. B. de Hooghe, M. 2314. 8. G- 58 1672. Spotprent op de partij van De Witt. „Een nacht-gezicht waerin vertoont wordt den gebarsten koe". De gebroeders voorgesteld als zwevend monsters persen de Hollandsche koe uit. Kgr. M. 2309. D- L 59 April 1672. Zes portrettenen caricaturenin medaillon van de krijgvoerende vorsten en hoofdpersonen in den derden Engelschen oorlog : den Prins van Oranje, Lodewijk XIV, Karel II, de bisschoppen van Keulen en Munster, de gebroeders De Witt. Etsen d. B. de Hooghe (?), M. 2327. 8. G. 60 7-6-1672. De slag hrj Solebay van De Ruyter tegen den Hertog van York en adm. Montague. C. de Wrrr maakte den slag mede. Kgr. bq M. Doornik, M. 2344. 8. G. teekeningen en prenten 61 29-6-1672. Cornelis de Witt teekent de acte van herroeping van het Eeuwig Edict. Aquar. d. h. Hollander. A- D- 62 20-8-1672. „Witten Wonder Spiegel". De portretten der gebroeders, omgeven door 16 kleine voorstellingen uit hun loopbaan. Ets d. r. de Hooghe, M. 2390. S. G. 63 20-8-1672. De moord op de De Witten. Het moordtooneel op straat. Zwk. d. den meester der gekruiste ankers, M. 2400. D. I. 64 — Vier tafereelen uit den moord op een blad. Ets d. R. de Hooghe, M. 2401a. s- G. 65 _ De verschillende phases van den moord op een voorstelling. Ets d. R. de Hooghe, M. 2403a. D. I. 66 — De Moord. Kgr. d. I. Luyken, M. 2405. D- t 67 — Scène uit den moord; Johan aangevallen, Cornelis lijk naar de galg gesleept. Ets d. R. de Hooghe (?), M. 2406. D- l 68 — De verschillende phases van den moord in een voorstelling : „Spiegel van Staat of Recht der Borgers". Ets, M. 2409a. D- I* 69 — Variant op voorgaande prent. Kgr. M. 2411. D. I. 27 28 teekeningen en prenten 70 — Andere variant met opschrift: „De Spiegel van Staat vertoont in Mr. Kornelis en Jan de Witt". Kgr. M. 2413a. D. I. 71 — Andere variant. Kgr. M. 2414. D. I. 72 — De lijken aan de galg. Ets d. R. de Hooghe n. J. de Baen, m. 2417. D. I. 73 — Dergelijke voorstelling. Kgr. d. en n. G. Huyberts.M. 2418. D. I. 74 — Copie in kleuren naar voorg. voorstelling. Teek. d. w. Paats, M. 2418a. D. I. 75 De kamer in de Gevangenpoort, waar Cornelis gevangen zat en vanwaar de gebroeders naar buiten werden gesleept; na den moord. Aquar. d. J. L. Cornet. 8. G. 76 Afbeelding eener medaille ter eere der gebr. De Wrrr. Kgr. M. 2427c. A. D. 77 Zinneprent op den moord. Saturnus vertrapt het Eeuwig Edict en leunt op boek „Op- en Neergang der Grooten". Kgr. d. en n. C. Becker, m. 2423. D. I. 78 Zinneprent op den moord. „D'ijdele vlucht vertoont in de schielikke dood van Koen. en Jan de Witt". Voorstelling gemaakt op den val van Karel I van Engeland, later gebruikt voor Bernard van Galen, Bisschop van Munster, thans et een nieuw onderschrift toepasselijk gemaakt op de gebroeders De Witt. Kgr. M. 2422. D. I. TEEKENINGEN EN PRENTEN 29 79 „Reeskonter tusschen 2 Armiaen en 3 Calvinisteover het punt van haer edele heere de Witten en de prinsgesinde tot Amsterdam". Prent uit de 18de (?) eeuw. Kgr. M. 2426. D. I, 80 Spotprent op De Witt; „ondersoeckt de geesten, of se van den Duyvel sijn of niet". Johan en Cornelis als vliegende monsters voorgesteld. Kgr. d. en n. J. de 1' Ambre. D. I. 81 2-2-1674. Zinneprent op het erfstadhouderschap van den Prins van Oranje; „Anticurium van Loevesteyn, in wien na 't leven afgeschildert zgn de qualiteyten, van 't Edict met sijn factionisten". Ets d. R. de Hooghe (?), m. 2523. D. I. 82 Zinneprent. „De Doot van het Eeuwigh Edict geboren den 5 Aug. A°. 1667". Ets d. R. de Hooghe (?), M. 2534. A. D. HANDSCHRIFTEN EN DRUKWERKEN I. JOHAN HE WITT. 1 Een band met stukken, gedrukt em in handschrift, beitreffende de familie de Witt en aanverwante geslachten (fol.) Hierin o. a. de aanteekeningen over de reis door de gebroeders in 1645 ondernamen, geschreven door Johan de Witt. De meeste overige stukken zijn copieë». — Rijksarchief (coiL de Witt no. 1). 2 Menu en eigenhandige aanteekeningen over dagelijksche uitgaven door Mr. Johan de Witt, sedert Januari 1649, toen hij in Den Haag bij adv. Van Andel woonde, tRijksarchief (Holland 2666). 3 Resolutiën van den Oudraad van Dordrecht 1643—1652. 21 Dec. 1650, Mr. Johan de Witt tot pensionaris benoemd. — Archief Dordrv 4 Extract uit de Resolutiën van de Staten van Holland. 30 July 1643. Beëediging van Johan de Witt als Raadpensionaris van Holland. — Afschrift. 5 Resolutiën van de Staten van Holland. 2 Aug. 1653— 19 Dec. 1668. (hs. fol.). — Hierbij een gedrukt ex. 6 Acte van Seclusie 4 Mei 1654, get. door J. Cats en Herbert van Beaumont. Een charter met gebroken zegel. — Rijksarchief. 7 Minuut Resolutiën der Staten van Holland 1654. Hierin de minuut der Deductie der Staten van Holland. — Rijksarchief (Holland 412). 8 Lijst van genoodigde gasten op het huwelijk van Johan de Witt met Wendela Bickers. 1665. — Doortrek van het origineel. 9 Aanteekeningboekje van Mr. Johan de Witt, waarin instructiën en extracten uit resolutiën der Staten van Holland. Niet eigenhandig. ■— Rijksarchief no. 67. HANDSCHRIFTEN EN DRUKWERKEN 10 Soortgelijk ex. als vorig no. — Gem. Museum 's-Gravenhage. 11 Manuaal of Recueil van Mr. Johan de Witt, niet eigenhandig, bevattende Resolutiën van de Staten van Holland sedert 17 Maart 1581 enz. Dit Manuaal placht de Witt bij zich te dragen. — Rijksarchief no. 68. 12 Minuut der aanspraak van Mr. Johan de Witt bij zijn herbenoeming als Raadpensionaris, 1658. — In no. 1. 13 Acte van ontslag verleend aan Johan de Witt als pensionaris, door den Oudraad van Dordrecht. 5 Augustus 1658. — Afschrift. 14 Journaal van de inkomsten en uitgaven van Mr. Johan de Witt, 1664—1665. Niet eigenhandig. Groot folio. — Rijksarchief (coll. de Witt no. 13). 15 Register, inhoudende onderricht Van de wijze van boekhouden voor een particulieren boedel, opgehelderd door voorbeelden, ontleend aan de boekhouding van boedel van Mr. Johan de Witt, 1666—1668. Niet eigenhandig. Groot folio. — Rijksarchief (coll. de Witt no. 12). 16 Eenige aanmerkingen aangaande den ouden stand der gemeene -zaaken in Holland, zooals opgegeven zijn door den Heer J. de W. zoo 't schijnt, den 14 Dec. 1666. hs. fol. 17 Resolutiën der Staten van Holland 1671 (blz. 117—138). Waerdye van Lijfrenten naer proportie van Losrenten door J. Hudde met bijvoegsel van Johan de Witt. fol. gedrukt. — Gem. Archief. 18 Lofvers op Johan de Witt door J. Oudaen. 19 Grafschrift op Mr. Johan de Witt in no. 235. 20 Op de voorste vinger der Rechterhand van wijlen de Heer Raadpensionaris Johan de Witt, gebalsemt in eeu glasen fles bewaart, (fol.) — In no. 235. Brieven. 21 Brief van Johan de Witt aan Willem Nieupoort te Leiden gedeeltelijk in cijferschrift, 24 Nov. 1656, eigenh. geschr. en get. niet bij dr. Japikse. — Oud-Dordrecht. 31 32 HANDSCHRIFTEN EN DRUKWERKEN 22 Brieven van Mr. Johan de Witt aan P. Vogelsang, extra ordinair gedeputeerde bii den Koning van Denemarken en Zweden. 6 Febr. en 19 Maart 1660. Eigenh. geschr., geteekend en gecacheteerd. — Gem. Archief en OttdDordr. 23 Brief van Mr. Johan de Witt aan zijn neef Johan van Slingelandt, 30 Juni 1663. Eigenh. geschr. en geteekend. — Gem. Archief. 24 Brief van Artus Quellien aan Mr. Johan de Witt over zijn marmeren conterfeitsel. 30 Jan. 1665. Dit conterfeitsel bevindt zich op Dordreehts Museum, zie Cat. —■ Rijksarchief (Holl. 2S65). 25 Brief van Mr. Johan de Witt aan Wendela Bickers, aan boord van 't jacht van Hollandt in 't Nieuwe diep, 5 Aug. 1665. Eigenh. geschreven en geteekend. — Rijksarchief (coll. de Witt no. 16). 26 Extract uit de Resolutiën der Ho. Mo. Heeren Gedeput. en Gevolmachtigden van Ho. Mog. Heeren' Staten-Generaal, 24 Aug. 1665. (op 't schip Delflant). Get. door Johan de Witt. — Gem. Archief. 27 Brief van Mr. Johan de Witt als Gedep. en Gevolmach. tigde als voren, op hetzelfde schip, 29 Aug. 1665. Get. door Johan de Witt en den secr. Spronssen. — Gem. Archief. 28 Brief van een onbekende namens Jan Vos te Amsterdam aan Mr. Johan de Witt met dank voor een ontvangen pakket brieven. 29 Juni 1667. — Rijksarchief (Holl. 2858). 29 Brief van Mr. Johan de Witt aan Mr. Pieter de Groot, 8 Febr. 1669. Eigenh. geschr. en geteekend. — Gem. Archief. 30 Brief van Mr. Johan de Witt aan Mr. Pieter de Groot, 13 Nov. 1670. — Gem. Archief. 31 Brief van Mr. Johan de Witt aan Diederich Hoeufft over de snelle uitrusting van 's lands vloot. 26 Mei 1672. — Eigendom van Dr. J. P. Lotsy, Velp. HANDSCHRIFTEN EN DRUKWERKEN 33 32 Brief van Mr. Johan de Witt aan Diedench Hoeufft te Rotterdam over de beschuldigingen door Tichelaer tegen Mr. Cornelis de Witt ingebracht, 28 Juli 1672. Eigenh. geschreven en geteekend. — Eigendom van Dr. J. P. Lotsy, Velp. 33 Brief van Mr. Johan de Witt aan Diederich Hoeufft over het arresteeren van Tichelaer, en het overbrengen van Mr. C. de Witt en Tichelaer op de voorponte in Den Haag. 7 Aug. 1672. — Eigendom van Dr. J. P. Lotsy, Velp. 34 Brief van Mr. Johan de Witt aan Diederich Hoeufft over zijn ontslag als raadpensionaris en zijn zitting nemen in den Hoogen Raad van Holland. 7 Aug. 1672. Eigenh. geschreven en geteekend. — Eigendom van Dr. J. P. Lotsy, Velp. Gedrukte Brieven. 35 Brieven, Geschreven en gewisselt tusschen den Heer Johan de Witt, raedt-pensionaris en groot-segelbewaarder Van Hollandt en West-Vrieslandt Ende de Gevolmachtigden van den Staedt der Vereenighde Nederlanden enz. (1652 tot 1669). :s-Grav.. 1723—1725. 6 deelen 4°. met register. 36 Staetsstukken uit de pen van Mr. Johan de Witt, in leven raedpensionaris van Holland. Dordr. 1794. 8°. 37 Brieven van Johan de Witt naar de excerpten van prof. R. Fruin, uitgegeven door Dr. N. Japikse. 4 dln. 38 Brieven aan Mr. Johan de Witt, uitgegeven door Dr. N. Japikse. 2 dln. Geschriften van Mr. Johan de Witt. 39 Memoires de Jean de Witt. Ie druk. Den Haag 1709. 40 Memoires de Jean de Witt, Grand pensionaire de Holland. Traduits de POriginal en Francois, par Mr. dé * * * Troisième Edition. Ratisbonne, 1709. 41 Public Gebedt ofte Consideratie» over het Nominatim bidden in de publique kerken voor de Hooge en mindere Overheden en specialijk voor den laest overleden Heer 34 HANDSCHRIFTEN EN DRUKWERKEN Stadthouder door D. H. (Johan de Witt). 3 dln. in 2 bd. (Res. 13 en 21 Maart 1663). 's-Grav. 1707. 42 W. (I. D.); Horace en Curace, treurspel. 2de druk. Amsterdam, 1680. kl. 8°. 43 W. (I. D.); Horace en Curace uts. Amsterdam 1699, kl. 8°. Waarschijnlijk, niet van Mr. Johan de Witt, maar van zijn neef Johan de Witt. Zoo ook het vorig nummer. 44 Johannis de Witt Elementa Curvarum lineraum. Edita Opera Francisci a Schooten etc. Amst. 1659. 8 . — Kon. Bibl. Geschriften over Mr. Johan de Witt. 45 Sim ons (Mr. P.); Johan de Witt en zijn tijd. Amst. 1832—1842. 3 dln. 46 Knottenbelt (iW. C.); Geschiedenis der Staatkunde van Johan de Witt. Amst. 1861. 47 Kroon (A. W.); Jan de Witt contra Oranje. 1650—1672. Geschiedkundige bijdrage — met drie bijlagen, Bevattende onuitgegeven stukken, de verhooren van Cornelis de Witt, enz. Amst. 1868. 48 Wijnne (Dr. J. A.); Zuiver water, dat troebel gemaakt is. Recensie van A. W. Kroon, Johan de Witt contra Oranje. Zie vorig nummer. 49 Elberts (W. A.); Jan de Witt en zijn tijd. Dev. z. j. 50 Geddes (J.); 'History of the administration of John de Witt, grand pensionary of Holland. 1623—1654. Vol. 1 (eenig). The Hague, 1879. Onvoltooid gebleven. 51 Leven en bestuur van Johan de Witt. Uit het Engelsch door Dr. J. C. van Deventer. Haarlem, 1879— 1880, eerste (eenig) deel. Vertaling van vorig nummer. 52 Naber (J. C.); De staatkunde van Johan de Witt. (1882). 53 Lefèvre—Pontalis (A.); Vingt années de république. parlementaire au dix-septième siècle. Jean de Witt, grand pensionnaire de Hollande. Paris, 1884, 2 vol. gr. 8°. HANDSCHRIFTEN EN DRUKWERKEN 35 54 Wickevoort Crommelin (H. S. M. van); Johan de Witt en zrjn tijd. 1913. 8°. 55 Japikse (Dr. N.); Johan de Witt. Amst. 1915. II. CORNELIS L>E WITT. 56 Mandaat door Mr. Cornelis de Witt geteekend als Gevolmachtigde der Staten-Generaal in de expeditie te . velde 1668. — Origineel. 57 Testament van Mr. Cornelis de Witt en Maria van Berckel. 4 Oct. 1669. — Copie. 58 Herroeping van het Eeuwig Edict door den magistraat van Dordrecht, 29 Juni 1672. Origineel en facsimile. — Rijksarchief. 59 1 Brief van Maria van Berckel aan Mr. Cornelis de Witt, 25 Juli 1672. 2 van Mr. Cornelis del Witt aan Maria van Berckel, 26 Juli 1672. 3 van Maria van Berckel aan haar zuster Johanna de Witt, 20 Aug. 1672. — Lichtdrukken naar de origineel en. 60 Acte van Maria van Berckel. 10 April 1673. — Copie. 61 Kwitantie van Maria van Berckel, wed. Cornelis de Witt, wegens verkoop van land te Geervliet. 20 Apr. 1676. — Origineel. 62 Wapeniteekening van Mr. Cornelis de Witt als gevolmachtigde van de Ho. Mo. Heeren Staten-Generaal op 's Lands vloot. Teek. in kleuren. 63 Lofverzen op Mr. Cornelis de Witt door M. Balen, hs. 4 stuks. 64 Verzen door Matthijs Balen gezonden aan vrouwe Maria van Berckel op haren verjaardag. 1683, 1687, 1688. hs. 3 stuks. 65 Brieven, Van den Heer Cornelis de Witt, Gedeputeerde ende Gevolmachtigde van de Ho. Mog. Heeren StatenGenerael der Vereenigde Nederlanden. TJyt 's Landts 36 HANDSCHRIFTEN EN DRUKWERKEN Vloot, ged'ateert den 20 ende den 22 Junrj, Anno 1667. 4° M. 5526. 66 Derde en naerder Missive Van den Heer Cornelis de Witt, Gedeputeerde ende Gevolmachtigde van de Ho. Mog. Heeren Staten Generael der Vereenigde Nederlanden. Op 's Landts Vloot. Geschreven in 't Schip d'Agata den 28 Junii 1667. Leggende ten Ancker op de Reviere: van Chattam. 's-Grav. 1667. 4°. M. 5527. 67 Missive Van de Heer Cornelis de Witt, Ruwaert, Bailliu ende Opper-dijck-Graef van den Lande van Putte, Regeerende Borgemr. der Stadt Dordrecht, Gedeputeerde ende Gevolmachtichde van de Ho: Mo: Heeren Staten iGenerael Der Vereenigde Nederlanden, In derselver Vloote gheschreven in 't Schip de Seven Provinciën den 13 Iuly 1667. 's-Grav. 1667. 4». v. d. Wulp. no. 4402. 68 Verscheyde Brieven, Geschreven uyt 's Landts Vloot, zoo door den Heer Cornelis de Witt, Lt. Admirael Michiel de Ruyter, en andere, z. j. 4°. M. 6049. In no. 234. 69 't Verheerlückt Nederlandt, Door de Wapenen van de Ho: Mogende Heeren Staten Generael der Vereenighde Nederlanden, Onder 't Opper-beleyt van den Edelen Gestr: Heere de Heere Cornelis de Witt (enz.). 1668. 4°. 70 Resolutiën ende Verbael Van 't gebesoigneerde van den Ed: Heere Cornelis de Witt (enz.) als Gedeputeerde en Gevolmachtigde van de Ho: Mo: Heeren Staten Generael der Vereenighde Nederlanden, tot d'expeditie ende over 't Employ van 's lands vlote. 1668. (fol.). Hierbij een gedrukt ex. 71 Lofrede op Cornelis de Witt, 8 Nov. 1667, door Adriaen van Thienen. hs. 4°. 72 (Missive van de Ed. Groot Mog. Heeren Staaten van Holland en West-Vriesland geschreeven aan den Heer Cornelis de Witt, als Gevolmachtigde van den Staat op 's Lands Vlote. z. j. 8°. — Hierbij enkele stukken betreffende den hem vereerden beker. 73 Beelaerts (P. M.); Eenige korte aanteekeningen betreffende den Beker, geschonken aan Cornelis de Witt. lus. 4 bladz. HANDSCHRIFTEN EN DRUKWERKEN 37 74 Een beker van Cornelis de Witt. — Uit N. R. Ct. van 26 Jan. 1923. 75 Resolutiën van bet Gerecht van Dordrecht tot het vervaardigen van een tafereel ter eer© van Mr. Cornelis de Witt, 30 Juli 1667, 3 Juni 1670. — Gem. Archief. 76 Extract uit de Res. van den Gerechte van Dordrecht om een schilderij te doen maken ter eere van Mr. Cornelis de Witt, 30 Juli 1667, 3 Juni 1670. — Copie uit de Resolutiën. Zie vorig nr. 77 Ramaer (E. H.); Eene merkwaardige schilderij aangaande C. de Witt. Arnhem, 1859. Het proces tegen Mr. Cornelis de Wütt. 78 Stukken betreffende het crimineel proces contra C. de Witt, ruwaard van Putten, oud burgemeester en raad der stad Dordrecht, 1672. h.s. 1 deel folio'. 79 Twee Notarieele acten, die gediend hebben in het proces tegen Cornelis de Witt. — Gedr. 80 Ordinaris Amsterdamse Dingsdaeghse Courant, 9 Augustus 1672, no. 32. kl. fol. Waarin de brief van M. Az. de Ruyter, over zijne verhouding tot C. de Witt, 4 Augustus 1672. 81 Requeste wegens de Huys-vrouwe ende Vrunden van Mr. Cornelis de Witt. 82 Vertoog ofte Consideratien Den Hove van Hollandt met behoorlijck respect gesuggereert, ofte over-gegeven, bij, ofte van wegen de Huysvrouwe ende Vrunden van Cornelis de Witt, Oudt-Burgemeester der Stadt Dordrecht, jegenwoordig gedeiineert op de Voorpoorte van den voorschreven Hove, tot defentie van den zeiven, tegen de valsche' aenbrenginge oft beschuldiginge van Willem Tichelaer, Chirurgijn tot Piershil, 1672. 4°. M. 6101. — 2 drukken. 83 Consideratien en Circumstantien Te noteren tot begrijp ende overtuyginge van de innocentie van Cornelis de Witt (enz.). Uyt den name ende van wegen Maria van Barckel, Huysvrouwe, en de Vrienden van dem voorge- 38 HANDSCHRIFTEN EN DRUKWERKEN noemde Gedetineerde Aen den Voorsz Hove gesuppeditdeert ofte geremomereert, om des te eeren te mogen obtineeren sijn ontslaeginge ende decharge, lb7<5. i ■ M. 6105. — 3 drukken. 84 Sententie Van den Hove van Hollant, en West-Vrieslant, Tegen Mr. Cornelis de Watt, Oudt Burgemeester der .Stadt Dordrecht, &c. Gepronuncieert den 20. Augusti, 1672. fol. niet bij M. Met: Missive uyt den Haegh. — 3 drukken. 85 Oprecht Verhael Van 't gepasseerde ontrent de Detentie van Cornelis de With, Oudt Burgermeester der Stadt Dordrecht, Ruart van den Landen van Putten, &c. Mitsgaders De Sententie daer op gevolght, alsoock het Massacreren van den gemelte Cornelis de With, nevens desselfs Broeder Johan de With, gewesene Raet Pensionaris van Hollant ende West-vrieslandt op den twintighsten Augustij, 1672. 4°. M. 6108. 86 Waerachtigh Verhael, van 't gepasseerde, In, ende ontrent der saecken, tusschen Willem Tichelaer, Mr. Chirurgijn tot Piershil. En Mr. Cornelis de Witt, Ruward van Putten. Nopende de conspiratie tegens sijn Hoogheyt den Heere Prince van Orangien. 1672. 4°. M. 6119. 87 (M. Gr.) Op 't Waerachtigh Verhael van 't gepasseerde ontrent de Conspiratie tegens sijn Doorluchtige Hoogheyt den Heere Prince van Orangien. — In no. 236. 88 J. A. Wrjnne. Proces van Cornelis de Witt. — Uit de Tijdspiegel 1870. 89 Dalen (J. L. van); Mr. Cornelis de Witt. DordT. 1918. De beschuldiger van Mr. Cornelis de Witt. 90 Drie regels schrift met handteekening van Willem Tichelaar. 91 Declaratie van Willem Tichelaar van gemaakte onkosten en voor belooning in de zaak tegen Mr. Cornelis de Witt. — Copie. 92 Brieven en Bewijzen enz. rakende Willem Tichelaar. — Copie. Hierin geheimschrift. HANDSCHRIFTEN EN DRUKWERKEN 39 93 Verhaal van 't gene Willem Tichelaar na den dood van Willem III gedaan en zelf beleden heeft. 94 Extract uit het Crimineel Dingboeck van Rhijnlandt tegen Hendrik Verhoeff. 22 Nov. 1677. 96 Gedeelte uit Cornelis de Bruijns Reizen, waarin hij verhaalt, dat hij voor een der aanranders van Johan de Witt werd aangezien, (fol.) III. DE MOORD. 96 Verhael tot mijner memorie van het eynde der Heeren Mrs. Joan de Wit ende Cornelis de Wit door mij gesien en tot het eynde bygewoont in 's-Gravenhage den 20 Augusty 1672. — Zie ook Gedenkwaardige stukken. Copie. 97 Bundel stukken bevattende: 1. Dagverhaal van de Moord en Mishandeling der Heeren de Witt. 2. Brieven van Johan de Witt, 13 Dec. 1671, 12 Aug. 1672, 28 Aug. 1671. 3. Extract uit de Resolutiën van de Staten van Holland, 5 Aug. 1672, houdende ontslag van Johan de Witt als Raadpensionaris van Holland. 4. Copie van den brief van den Scherprechter aan Mevrouw de Witt. 6. Autograph van Ds. Kopmeyer, Aug. 1672. (Zeer merkwaardig). 6. Aantiekeningen van de Moord en Mishandelingen der Heeren Broederen Johan en Kornelis de Witt door een oog- en oorgetuige opgetiekent. 7. Eenige Mengeldichten ter gedagtenis van de onmenschelijke Broeder-moord, door Jacobus Lomannes „een oor- en ooggetuige int eerste gelid in de wapenen geweest zijnde". 98 Orders van Gecommiteerde Raden van Holland aan den Graaf van Tilly. 20 Aug. 1672, — Copie. 99 Brief van Ds. Copmeyer aan den advocaat Mr. Nicolaes Listingh te Amsterdam over den moord op de gebroeders de Witt, 20 Aug. 1672 's avonds over negenen. — Origineel. 40 HANDSCHRIFTEN EN DRUKWERKEN 100 Notulen van de Staten van Holland 1671—1675 door Cornelis Hop en Nicolaas Vivien. — Uitgegeven door Dr. N. Japikse. 101 Verhael van de Massacre der Heeren Cornelis en Jan de Witt, 20 Augustus 1672. h.s. fol. 102 Leven, en Doodt, Van de Heeren, en Meesters Cornelis en Johan de Witt. 1 deel. 1672. 4°. M. 6327. 103 De Haaghse Broeder-Moort gepleeght aen de Heeren Johan en Cornelis de Witt. 104 Het ontroerde Nederlandt door de wapenen des Konings van Vrankrijk enz. Amst. 1674. — Hierin Nieuwe Beschrijving van de Rampzalige Doodt van de Heeren Gebroeders Cornelis en Joan de Wit. 105 Witten Wonder Spiegel vertoonende Jan de Witt en Cornelis de Witt enz. 4°. Alle platen enz. opgezet. Zie M. 2390. — Hierbij enkele andere stukken. 106 Historisch Verhael en Politique Bedenckingen Aeugaende de Bestieringe van Staet- en Oorloghs-Saken, Voor-gevallen onder de Bedieningen van de Heeren Cornelis en Johan de Witt. Beginnende A°. 1653. en Eyndigende in het Jaer 1672. met hunne Doot. Amst. 1677. 8°. 107 Hoeven (E. van der); Leeven en Dood der doorlugtige heeren gebroeders Cornelis de Witt, Ruwaard van den Lande van Putten, enz. enz. en Johan de Witt, Raad Pensionaris van Holland en Westvriesland, enz. enz. Amst. 1705. 2 deelen 4°. in één band. 108 Histoire de la vie et de la mort des deux illustres fréres Corneille et Jean de Witt. TJtr. 1709. 2 vol. 12°. 109 J. A. Wijnne. De dood' der de Witten. — Uit de Tijdspiegel (1870). 110 Extract uit het Begraafboek der Nieuwe Kerk te 's-Gravenhage. — Copie. 111 Voogd v. d. Straaten (H. de); Iets over het stoffelijk overschot der Gebrs. Cornelis en Johan de Witt. Mr. JACOB DE WITT. Door N. Maes 1657. Dordreehts Museum. HANDSCHRIFTEN EN DRUKWERKEN 41 112 Nederduitse en latrjnse keurdigten bijeen verzamelt door de liefhebberen der oude Hollandsche vryheit. 10 dln. 4 bd. (Hierin vele verzen over Mr. Johan en Cornelis de Witt). 113 Maas (Jan van de); Johan en Cornelis de Witt. — Overdruk Dordr. Crt. Mei 1913. 114 Martijn (J. J. H.); De Martelaren van 1672, — Uit: Op de Hoogte Mei 1914. 115 Brugmans (prof. dr. H.); Johan en Cornelis de Witt. Rede gehouden bij de onthulling van het standbeeld te Dordrecht. — Uit: Onze Eeuw Oct. 1918. IV. LITTERAIRE STUKKEN. 116 R. (D. N.); De Laster-Kladde der Landverraderie Op de Heeren Magistraten Uytgeworpen, Afgekeert, en Neergetreden. 1672. 4°. M. 6347. Gedicht van J. Oudaen. — Zie Zwart Toneelgordijn. 2 drukken. 117 N. V. M. Tragoedie van den bloedigen Haeg, enz. 't Hantwerpen, z. j. 4°. M. 6345. 118 A. (V. P.); Bloedigen Haegh, of 't Godsaligh af-sterven van Jacob de Graef, de Jonge, op den 29 Junii 1672. Soon van Jacob de Graef, de Oude, Raeds-Heer van Hollandt en West-Vrieslandt en N. V. M. noyt-gehoorde wreede Broedermoort Van de Heeren Mrs. Cornelis en Jan de Wit, Op den 20 Augusty 1672. binnen 's Gravenhage. ïooneels-wn'se voor-gestelt. Treurspel. Hantwerpen, z. j. 4°. M. 6357. In 117. 119 Oudaen (J.); Haagsche Broeder-moord, Of dolle blijdschap. Treurspel. — Hier achter komen Aenmerkingen op de Beschuldigingen der Heeren de Witten door den zeiven Dichter. Frederik-stad, z. j. kl. 8°. 1674. 120 Gedenkwaerdige Stukken, Wegens Den moordt der Heeren Cornelis en Johan de Witt. Dienende tot opheldering van 't Treurspel, genaemt de Haagsche Broedermoordt, of dolle blijdschap, z. j. kl. 8°. v. d. Wulp, 4956. — Zeer merkwaardig relaas van den moord op 20 Aug. 1672. 42 HANDSCHRIFTEN EN DRUKWERKEN 121 Het swart Toneel-gordijn, Opgeschoven voor de Heeren Gèbroederen Cornelis en Johan de Witt, 1676. 4°. M. 7458. — Eerste zeldzame uitgave. 122 't Swart Tooneel-gordijn, Opgeschoven voor de Heeren Gebroederen Cornelis en Joan de Witt, lste deel, 3e druk, kl. 8°. 1677. 2de en 3de deel, 1° druk, 1677--1678. 123 't Zwart Tooneel-gordijn, etc. 1°. deel, 4de druk, 1678. 2de 3de deel, 1°. druk, 1677—1678. 124 G. H. Schuller; Het Swart Toneel-Gordijn en de penning met het veelhoofdig monster. — Uit De Navorscher. 125 Tieranny Van Eigenbaat In het Eiland van Vryekeur. Zinnespel. Amsterdam, kl. 8°. 1679. — In h.s. bijgevoegd de namen der voorgestelde personen. In no. 122. Hierbij nog een ex. met dubbelen sleutel. 2 drukken. 126 Op de Moord van de Broeders de Wit. h.s. 1714. 4°. 127 Duim (F.); De broedermoort van Koraehs en Joan de Wit. Treurspel. Amsterdam, 1744. — 2 drukken. 128 Moens (P.); De gebroeders de Witten. Utrecht, 1791. 129 Loosjes (Pz. A.); Johan de Witt, Raadpensionaris van Holland. Haarlem, 1805. 130 Wallis (A. S. O); Johann De Witt. Trauerspiel in funf Aufzügen. Leipzig-Utrecht, 1875. 131 Prins Willem III en de moord der gebroeders de Witt. Utrecht, 1875. — Verweer der schrijfster tegen prof. R. Fruin. 132 Alexander Dumas; De zwarte tulp. Roman, waarin de moord op de Gebroeders de Witt voorkomt. 133 Johan de Witt. Treurspel door Dr. H. C. Muller. 134 Boven (Majorie); Beschermer van het Geloof. Vertaald door M. F. de Bas. Haag, 1911. — Hierin speelt een denkbeeldige zoon Cornelis van Mr. Cornelis de Witt de rol van samenzweerder tegen Prins Willem III. 135 S. van Til's opdragt van zijn boek aangaande de DigtSang- en Speelkonst der Ouden aan Johan de Witt (zoon van den Raadpensionaris) gest. 1701. HANDSCHRIFTEN EN DRUKWERKEN V. JACOB DE WHTT ENZ. 136 Testament van Mr. Jacob van Beveren en Johanna de Witt. 13 Maart 1670. — Copie. 137 Grafschrift op Mr. Jacob de Witt door M. Balen. — Handschrift. 138 Inventaris en deeling- van de goederen nagelaten door Mr. Jacob de Witt, overleden 10 Jan. 1674. Opgemaakt door Abraham Stoop en Mr. Nicolaes Vivien. — Copie. Eigendom van Dr. J. P. Lotsy, Velp. Ook in no. 1. 139 Witt (Jacöb de); Eenvoudige uytdrucksels van GodtVruchtige Gedachten. Dordrecht 1674. — Gedichten van Jacob de Witt in zijn hoogen ouderdom geschreven. VI. PAMFLETTEN. 140 De rechte ontdeckinge Vande Hollantsche Regerende Loevensteynsche Heeren. Dordrecht 1652. 4°. M. 4096. Handelende over de oorlogstoerustingen tegen Engeland. 141 Schrijvens uyt de Helle Vande derde, ende naerdere Conferentie Ende t'samen-sprake gehouden tusschen Gustaves Olivier. Mazarijn en Jan de With, Anno MDLX, 4°. M. 4758. 142 Copye Van een Missive, Aen en goet Vrient geschreven, tot onderrichtinge van het gene gedurende de laetste expeditie ter Zee van consideratie is voorgevallen, ende hebbende tot bijlagen verscheyde Authentycque Resolutiën ende Missiven, streckende tot wederlegginge van de abusive impressie, die bij vele menschen daer ontrent schijnt te wesen opgevat, (etc). Delft, 1666. 4°. M. 5366. 143 Vos (J.); Zeetocht Van den Eed. Heer Joan de Wit, Heer van Heekendorp, Snelderwaardt, &c. Grootzeegelbewaarder, Stadthouder van de Leenen der Landen van Hollandt en West-Vriesland, Raadt en Pensionaris, &c. Rotterdam, 1666. fol. 144 Verhael van 't gepasseerde inde Zee-slach Tusschen de Vlooten van Engelandt ende van de Vereenighde Ne- 43 44 HANDSCHRIFTEN EN DRUKWERKEN derlanden, opgestelt volgens last ende ordre van de Heeren Staten Generael der selver Landen, in date den 24 Junrj 1666. (enz.), 's Gravenhage, 1666. 4°. M, 5393. 145 Onpartijdige Samenspraeek, Tusschen drie Persoonen, voorgevallen op de Wacht te Amsterdam. Zijnde het eenen een Assistent, en het ander een gemeen Soldaet, genaemt Harmen: En de derde een Liefhebber van de Yryheit, genaemt de Wit. Over en aengaende de onlanghs uytgekoomen Oprechten Hollandtschen Bootsgesel. Waer in eenige Valsheeden en Lasteringen, weederleyt en ten toon gestelt werden. Tot troost ende onderrechtinge van de vroome en wellievende Patriotten. Amsterdam, 1666. 4°. M. 5428. 146 Sententie Van den Hove van Hollandt en West-Vrieslandt, jegens Jacob van der Graef. Gepronuntieert den 29 Juny 1672. z. j. fol. M. 6064. — In no. 234. 147 Bericht Van de Heer Raedt-Pensionnaris Johan de Witt, Noopende de Secrete Correspondentie-Penningen; Nevens de Verklaringe Van de Ed. Mog. Heeren Gecommitteerde Raden dieswegen gedaen. 's Gravenhage, 1672, 4°. M. 6087.88. — 2 drukken. 148 Extract uyt de Resolutiën van de Heeren Staten van Hollandt ende West-Vrieslandt, in haer Edele Groot mog. Vergaderinge genomen op Donderdagh den 4 Augusti 1672. fol. M. 6096. — Waarbij aan Johan de Witt op zijn verzoek ontslag wordt verleend als raadpensionaris en hem zitting verleend wordt in den Hoogen raad. 149. Extract urjt de resolutie van de heeren Staeten van Holland genoomen op den 20 Augustij 1672. h.s. z. j. fol. — Nopens de mishandeling der gebroeders de Witt. 150 Waerlijck Verhael, Van 't geene (sonderling nae 't Wereltlycke) is voorgevallen Op en nae de Apprehensie, Sententie en Executie, den 21 en 29 Juny 1672, tegens den jongen Heer Jacob van der Graef, Als mede de Wonderlijcke Opmerckinge omtrent het Sterven van de twee Groote vermaerde Mannen Mr. Jan en Kornelis de Wit, 1672. 4°. M. 6356. — 2 drukken. 45 151 De WorsteHnge Jacobs, Vervattende de Wonderlrjcke Worstelinge, en salige Óverwinninge van Jacob van der Graef, Tot troost van alle geloovige, en op Godtbetrouwende Zielen. 6de druk. Amsterdam, 1672. M. 6354. — 2 drukken. 152 Verscbeyde consideratien over den tegenwoordigen toestant van ons Lieve vaderlant. Of een kort verhael van sommige Ghedenckwaerdige saecken, 1672. 4°. M. 6136. —- 3 drukken. 153 Het Onbevleckte Wit, Of het Doel van Hollandts ware intrest. Tegens zeecker Libel Genaemt Consideratien over den tegenwoordigen toestandt van ons lieve Vaderlandt. Batavia, 1672. 4°. M. 6140. — 2 drukken. 154 Het R-adt van Avontuere ofte den Onvervalschten Spiegel, waerin vertoondt werdt de verdrucking van vele patriotten om het huys van Oranje. Leiden, 1672. M. 6209. — 2 drukken. 155 Den Grooten en Witten Duyvel, Dat is Een Klaer Vertoon en Aenw'üsinge Dat den Koninck van Vranckrrjck niet door geweld van Wapenen, maer door de malitieuse directie van Jan de Witt Pensionaris, ende sijne Groote Complicen, onder 't Canon van Goude Lowysen soo veel Steden en Sterckten onses lieve Vaderlandts onder sijn gehoorsaemheydt heeft bekomen, z. j. 4°. M. 6223. — 4 drukken. 156 Appendix, Ofte Staert van den Grooten en Witten Duyvel (enz.). 1672. 4°. M. 6226. — 2 drukken. 157 Brillen voor alderhande gesichten. Uytrecht, 1672. 4°. M. 6229. — 3 drukken. 158 Brillen voor alderhande Gesichten. Tweede deel. tUytrecht, 1672. 4°. M. 6380. — 3 drukken. 159 Brillerus Sondags-praetje. Leyden, 1672. 4°. M. 6384. 160 Vriende-Praetjen over het Eeuwig Edict, Of stareken Eeuwigen Edick (Gelijck men seght) die de Hollandsche Asijnmakers soo suyr in de oogen begint te druypen in de Personen van den vluchtende de Groot, en gevangen Ruwaert. Achitophels Raedtslagen ontdeckende. 1672. 4°. M. 6234. — 2 drukken. HANDSCHRIFTEN EN DRUKWERKEN 46 HANDSCHRIFTEN EN DRUKWERKEN 161 Louys gulde Hartjenedagh, Om te vangen de verrotte harten in en ontrent het Leege-landt van de Hollantse tuyn. (enz.). 1672. 4°. M. 6236. — 3 drukken. 162 Onpartijdige Consideratien, Over de Missive van sijn Hoogheyt de Heer Prins van Orange, Geschreven Aen de Burgermeesters en Regeerders van meest al de Hollantse Steden (enz.). Muyden, 1672. 4°. M. 6239. 163 Een sociniaensche consultatie tusschen Jan en Arent. Gewesen Thesaurier Extraordinaris, (sonder sijn Prejuditie) (enz.). 1672. 4°. M. 6240. — 3 drukken. 164 Catalogus Van Boecken Inde Bybliateque Van Mr. Jan de Wit, Door sijn Discipel Den Pensionaris Vivien, z. j. 4°, M. 6245. — 2 drukken. 165 Appendix Van 't Catalogus van de Boecken van Mr. Jan de Wit, Bestaende in een partye Cuneuse en Secrete Manuscripten. Welcke verkocht sullen werden op de Zael van 's Gravenhage, Maendag den 5 Septemb. 1672. en de volgende dagen, den Haegh, z. j. 4°. M. 6330. — 5 drukken. 166 Appendix Van de Boecken Ofte Bibliotheek van Mr. Johan de Witt. Gedruckt voor Simon Goethals. 4 . M. 6333. 167 B (J.); Sleutel, Ontsluytende de Boecke-kas van de Witte-Bibliotheeck, Met sijn Appendix. Waer in de duystere namen der Boecken klaerlijck werden vertoont en bekent gemaeckt. 's Gravenhage, 1672. 4°. M. 6334. 168 Dortse en Haagse Woonsdag en Saturdag, Of nader opening van de Bibliotheecq Van Mr. Jan de Wittn, Zijnde een samenspraak tusschen een Hagenaar en Dortenaar. 1672. 4°. M. 6335. 169 Aanspraak aan de Bataviers. — In no. 235. 170 Waarschouwinge Aan alle Edelmoedige ende Getrouwe Inwoonderen van Nederlandt. 1672. fol. M. 6248. 171 Verhaal van het Secreet der Misse ofte uytvindinge van de rechte oorsake deser tegenwoordige oorlogen vertoont in een samenspraak tusschen twee Nimweegscne borgeren (enz.). M. 6261. HANDSCHRIFTEN EN DRUKWERKEN 47 172 Hollands Interest, Gestelt tegens dat van Jan de Wit; Voorgevallen tusschen Hans, Raads-Heer, En Arent, een Borger (enz.). Amsterdam, 1672. 4°. M. 6254. — 2 drukken. 173 Tweede echo. z. j. fol. M. 6260. — 2 drukken. 174 Echos echo. z. j. (1672). fol. M. 6262. 175 Echo's Antwoort Op de Vragen van Cornelis de Wit, Ruart van Putten. Met een Aanspraak aan de selve. 1672. 4°. M. 6263. 176 Antwoort van den Leeuw aen d'Echo. z. j. fol. M. 6261. 177 Erbarmelycke t'Samen-sprake, Over den toestandt van eenige ontdeckte saken, tusschen den Heer Pensionaris de With Ende de Heer Secretaris Beaumont. Gedaen te 's Gravenhage, 1660. fol. M. 6272. 178 Op d'Afbeelding Van Mr. Jan de Wit, Zo als het zelve onder de Print van zijn Beeltenis gevonden wordt, z. j. fol. M. 6275. 179 Trits van verstanden. Pen en Inkt. Brillaris en Pasquillus met zijn oude Profecyen, 1672. 4°. M. 6276. — 2 drukken. 180 Genees-middelen voor Hollants Qualen. Vertoonende De quade regeringe der Loevesteinse factie. Antwerpen, 1672. 4°. M. 6280. — 5 drukken. 181 Aanspraak aan den Gestrengen Heer Kornelis de Wit, Ruwaardt van Putten In zijn Gevangenis, 1672. fol. M. 6293. 182 Natuurlijke echo, Uytgegalmt Over 't eyndt Van Cornelis en Jan de Wit. Waer bij gevoeght is de Verhemelde Geest Van Henry de Fleury, Heere van Buat, &c, Amsterdam, 1672. 4°. M. 6294. — 3 drukken. In no. 234. 183 De Verhemelde Geest Van den Doorluchtigen OranjeMartelaer Henry de Fleury, Heere van Buat, &c. Ritmeester ten dienste der Vereenigde Nederlanden, Aen- 48 sprekende de Ranipsalige Geesten van Mr. Jan de Wit, Gewesen Raed-Pensionaris, en Groot-Zegel-bewaerder van Hólland en Westvriesland, ende Mr. Cornelis de Wit, Ruard van Putten, Oud-Burgermeester der Stadt Dordrecht, beyde vaerende in Charons Boot naar het Helsche Rijek, op den 20 Augusti 1672. z. j. fol. M. 6299. — In no. 234. 184 Het Geding ofte Proces Der Geesten, van Mr. Kornelis en Iohan de Wit. Met des Vols Replrjcq. 1672. 4°. M. 6302. 185 Duyvelsche beleeftbeidt aen Cornelis de Wit, betoont in 't passeeren van 't Helsche Veer sonder Passagie-Gelt. 186 Lucifers blytschap, haast in droefheyt verandert. 1672. 4°. M. 6305. 187 De Haeghse Anatomie. Door Mr. Borrebagh. Publijck op den 20 van Oegstmaent verricht. Nevens de Amsterdamse en Haegse kermis. 4°. M. 6306. 188 Sententie Van den generaïen Hove van Nederlandt, Tegen Mr. Cornelis de Wit, Oud-Burgemeester der Stadt Dordreght, etc. en Mr. Jan de WÜt, Gewesen Raedt-Pensionaris van Hollandt ende West Vrieslandt. Gepronuntieert voor langh, en ge-executeert den 20 Augusti 1672. 's Gravenhage, 1672. M. 6313. 4°. M. 6317. — 3 drukken. 189 Verscheyde Aenmerkingen Op eenige saken onlangs voorgevallen: Als de Doodt van C. en J. de Wit, 't Veranderen der Magistratnre; (enz.). In een Discours gehouden tussen twee Amsterdammers, d'Een Pieter en d'ander Jan genaemt. 1672. 4°. 190' Op de val van Eomelis en Johan de Witt door Willem Tichlaar. — In no. 235. 191 Den val Van de Witten. In een t'Samenspraek Tusschen Pieter en Klaes. 1672. 4°. M. 6318. 192 Den val Van de Witten, Met het Graff-Sehrift. In een t'Samenspraek Tusschen Pieter en Klaes. 1672. 4°. M. 6319. HANDSCHRIFTEN EN DRUKWERKEN Mr. CORNELIS DE WITT. Door j. db Bajsn. Dordreehts Museum. BANDSCHRIFTEN EN DRUKWERKEN 49 193 De Hel in Roeren, Ofte de Verslagentheyt en Schriels van de onderaertsche Geesten. Op de Aenkomst van de twee geanatomiseerde Hollandtsche Princen, Alias Jan en Kees de Wit. 1672. 4°. M. 6321. — 3 drukken. 194 De vast-gekuypte Loevestèynsche Ton Aen Duygen. Door den schrickelijcken Berghval van haer twee Princen. 1672. 4°. M. 6323. 195 't Leven en Bedrijf van Mr. Jan van Oldenbarnevelt, Over-eengebraght met dat van Mr. Jan de Wit; Beyde Pensionarissen van Hollant en Westvriesland.t 1672. 4°. M. 6325. 196 't Leven en Bedrijf van Mr. Jan van Oldenbarnevelt, •Nagevolght van Mr. Jan de Wit; Beyde Pensionarissen van Hollandt en Westvrieslandt. Als vogels van eenderley veeren. Vermeerdert en verbetert. 1672. 4°. M. 6326. 197 De Geest van Jan de Wit, aen den Heer Van Beverningh. z. j. 4°. M. 6349. 198 Waerlijck Verhael, Van 't geene (sonderling na 't Wereltlijcke) is Voorgevallen Op en nae de Apprehensie, Sententie en Executie, den 21 en 29 Juny 1672. tegens den jongen Heer Jacob van der Graef, Als mede de Wonderlijcke Opmerckinge omtrent het Sterven van de twee Groote vermaerde Mannen Mrs. Jan en Kornelis de Wit. 1672. 4°. M. 6355. — 2 drukken. 199 Den gevluchten TJyl, Of Rasenden Twentschen Duyvel, Overgebleven Procurator Generael van den gewesen Grooten Advocaet Den Witten Duyvel. Zijnde een kort bewijs der Personagien, die de Provintie van Over-LTssel tirannelijck gegouverneert, en vervolghlijk in desen bedroefden staet gebracht hebben. Delden, 1672. 4°. M. 6360. — 2 drukken. 200 Het Over-IJssels Uyle-Nest, Met al die Rasende Eygenhoorige Witte Gebroetsels, Of een Hogers Vertoog van de Uyl-achtige dominatie in Over-IJssel. z. j. 4°. M. 6362. 201 Dubbelsinnigh Rijm, z. j. fol. M. 6363. 202 Dit heeft een Rave roepende Cras, Cras, Cras, dat is Morgen, Morgen, Morgen, uyt haren beek door den 50 HANDSCHRIFTEN EN DRUKWERKEN Schoorsteen van de H. EL Staten Kamer in Holland laten vallen (enz.). — In no. 235. 203 Tooneel der Wereltse Verandering gesien in de Persoonen van Kornelis en Johan de Witt. In no. 235. 204 t'Samenspraeck Wegens den Rotterdamschen Paus En onervare Vroedwijf, Tusschen drie Hekelsters, Neel, Griet, ende Ael. 1672. 4°. M. 6368. 205 t'Samen-spraeck, Wegens den Rotterdamschen Paus En onervare Vroedwijf, Tusschen drie Hekelsters, Neel, Griet ende Aal. Hier achter is noch bij-gevoeght de seve Vragen van beyde de Witten. Midtsgaders Rotterdam herstelt, 1672. 4°. M. 6369. 206 Den Bedrogen Engelsman Met de handen in 't Hair, of t'Samenspraeck tusschen drie persoonen, Daniël, een Fransman. Robbert, een Engelsman, en Jan, een Hollander. Nevens een vergelijckinge tusschen den Marquis d'Ancre en Cornelis en Jan de Wit. 1672. 4°. M. 6373. 207 t'Samenspraak Van den Wonderlijken Droom Van Willem de Lange. 16T2. 4°. M. 6386. 208 Staat-kundige Droom, Passende zeer wel op deze tijden. Amsterdam. 1672. 4°. M. 6389. 209 Den Oprechten Patriot; Aangewezen tusschen een Amsteldammer en Hagenaer. tUytregt, 1672. 4°. M. 6393. 210 D'Oprechte Oranje Oogen-salf, Opgeveylt door een Hollantse Quaksalver, Aen alle Oranje Liefhebbers, 1672. 4°. M. 6392. 211 De gemartelde Trouw. Gedrukt voor de gestoorde Vryheyt in 't schriklijk schrikkeljaar 1672. 212 Nodige consideratien op den tegenwoordigen tijdt, En Een krachtige beweegh-reden, dienende tot opweckinge van alle Vaderlandlievende Ingesetene van Hollandt; (etc.) 1672. 4°. M. 6508. 213 A. (J.); Hydra of Monster-dier, Dat tzedert den Jare 1650. in de Vereenighde Nederlanden gewoedt heeft, en nu van Hercules wert bestreden: en airede eenige van sijn Hoofden heeft verlooren, en alsoo vérder staat t'onder gebracht te werden. Rotterdam, 1672. 4 . M. 6512. — 2 drukken. HANDSCHRIFTEN EN DRUKWERKEN. 51 214 A. (J.); Hydra of Monster-dier, Dat tzedert den Jare 1650. in de Vereenighde Nederlanden gewoed heeft, en nu van Hercules is bestreeden en overwonnen. Ook speciaèl vervattende een Antwoort op de Laster-boekjes tegen den Prince van Orannje, genaemt het Legerpraetje, &c. Het tweede Deel. Rotterdam, 1672. 4°. M. 6513. 215 't Ontdekte Vergift, gevonden in de Hollandtse Venezoen, 1672. 4°. 6531. 216 Een Varsche Saus, Op de Oubacke Engelsche Venesoen, in Hollandt opgedischt. z. j. 4°. M. 6532. 217 't Hollandts Venezoen in Engelandt gebacken, Wederleyt door d'Amsterdamse Pastey-backer, Tegen sijn Buyrman Brandt, z. j. 4°. M. 6533. 218 Leger-Praetje tusschen zes personen enz. Verschillende drukken. M. 6515—17. 219 Decreet der Louvesteynse Vaders ondckt. En tegen gegaen door de Liefhebberen des Vaderlants. 1672. 4°. M. 6536. 220 d'Orangie Vlagge op den Haegschen tooren: Of den tweeden Trits van verstanden, 1672. 4°. M. 6539. — 2 drukken. 221 Niet goet Frans, Maer Goet Prins. Of den Derden Trits van Verstanden, 1672. 4°. M. 6541. — 2 drukken. 222 De spreekende geest van Jan de Wit, Verschenen op het Theatrum van de Werelt. Tragedischer wijs. Gedruckt in het Jaer des onderganghs der Witten. M. 6595. 223 d'Opgaande Oranje son en 't dalende Wit door L.L. — ïn no. 235. 224 Hamans galgh of 't Witte stamhuys in 't swart. In no. 235. 225 De onvermakelijke Wandel-wegh naar den Hemel. De Hel- en Hemel-Reys van Jan en Cornelis de Wit en haer Wedervaren in het Vagevier. — In no. 235. 52 HANDSCHRIFTEN EN DRUKWERKEN 226 Een Waarschijnlijk verhael Ofte t'Samen-spraecke, tusschen d'Heer Pensionaris Johan de Wit Ende de Drommel, Het welke ettelijke Jaren heeft verborgen geweest, ende nu door de Almachtighe te voorschijn gekomen. 1673. 4°. M. 6696. 227 Aenmerkingen op de beschuldigingen, raakende de Heeren Gebroederen de Witten; van Lambert van den Bos, in zijnen Heyzende Mercurius de zelve Heeren te last gelegt. 1674. 4°. M. 7065. — 2 drukken. 228 Bos (L. v. d.); Het Mom-aanzicht afgetrokken: over zijne beschuldigingen rakende De Heeren Gebroederen de Witten, ofte een beantwoording op des zelfs verdere Verhandeling dezer Stoffe, in zijnen Franschen Mercurius. 1674. 4°. 229 Binnen-landtse Borgerlijke Beroerten in Hollandt en Zeeland Voor gevallen in den Jare. 1672, Behoorende tot het Ontroert Neederlandt, Amsterdam, 1676. 4°. 230 Historisch Verhael en Politique Bedeuckingen Aengaende de Bestieringe van Staet- en Oorloghs-Saken, Voor-gevallen onder de Bedieningen van de Heeren Cornelis en Johan de Witt. Amsterdam, kl. 8°. 1677. — 2 drukken. 231 Diverse Pasquillen. Bundel pamfletten betreffende de Witten. Ie deel. 4°. — De meeste stukken zie onder vorige nummers. 232 Miscellanae Wittiana. Verzameling pamfletten. Ie deel. 4°. — De meeste stukken onder vorige nummers. 233 Bundel stukken voor en tegen de Witt. 1 deel. 4°. — De meeste stukken onder vorige nummers. 234 Pamfletten betreffende de Witt. 1 port. en 14 dln. — De meeste stukken onder vorige nummers. 236 Een band met 24 stukken betreffende Mrs. Johan en Cornelis de Witt. Ingez. door J. van Groll, Amsterdam. 236 Het Karakter van den Raad-Pensionaris Johan de Witt en zijne factie door den graaf d'Estrades. 1757. — Naar aanleiding van deze brochure verschenen een groot aantal geschriften voor en tegen de Witt, bekend onder den naam „Bellum Wittianum". 6 en 9 dln. 237 Bellum Wittianum. Verzameling pamfletten. 6 dln. HANDSCHRIFTEN EN DRUKWERKEN 53 VIL VARIA. 288 Register van alle de Schriften (blauwe boekjes) onlanghs gedrukt. — Betreft Bellum Wittianum 1757. Hiervan bestaan verschillende uitgaven. 239 Catalogus van manuscripten grootendeels nagelaten door Johan en Cornelis de Witt. — Verkocht 21 Nov. 1791 te Leiden. Afkomstig van Mr. Johan de Witt te Brussel, aldaar overl. 1751 (zijn zoon Johan Januari 1783). 240 Gebroeders de Witt. Belangrijke verzameling van geschreven en gedrukte stukken. — Verkocht te Leiden 1877. 241 Catalogus van boeken, vlugschriften, portretten en prenten betreffende Johan en Cornelis de Witt, door van Stockums Antiquariaat 's-Gravenhage. 242 Catalogus der Tentoonstelling Gebroeders de Witt te Dordrecht Juni—Juli 1913. 243 Afbeeldingen van Gedenkpenningen op Johan. en Cornelis de Witt. — Hit: Bizot, Medalische Historie der Republiek van Holland. 4°. 244 Schotel (Dr. G. D. J.); De Wittiana. z. j. — Genealogie, Schilderij enz. 245 Veegens (Mr. D.); Historische Studiën. Hierin Geddes en Jacob de Witt; Johan de Witt als Publicist. Het Publiek gebed. Johan de Witt als dichter, Wendela Bicker, Maria van Berckel. De Woning van Johan de Witt. Iets over het graf der de Witten. 246 Waard (C. de Jr.); De geboorteplaats en geboortedatum van Johan de Witt. — Uit N. Rott. Crt. 247 De geboorteplaiats van Johan de Witt door Dr. N. Japikse. — Uit de Haagsche Post. 248 Maas (Jan van de); Het geslacht de Witt. — Overdr. uit de Dordr. Crt. 2 st. 249 Maas (Jan van de); De woonhuizen der de Witten. — Overdruk uit de Dordr. Crt. 54 HANDSCHRIFTEN EN DRUKWERKEN 250 De raadpensionaris Johan de Witt en de boekdrukker Hero Galama, 1667. — Overgedrukt uit de Nederlandsche Spectator, 1874. 251 Poëten in de familie de Witt. — Uit het Zondagsblad van het N. v. d. D. 252 De Witt-Herdenking. — Ingezonden stuk in de Dordr. Crt. tegen het oprichten van standbeelden voor de Gebrs. de Witt door 1913. 253 Sommier Vertoogh ende bericht gedaen maecken ende de Ed. Mog. Heeren Gedeputeerden van de Hoog Mog. Heeren Staten Generael der Ver. Nederlanden overgegeven by ofte van wegen de kinderen ende Erfgenamen van wijlen de Heer Mr. Johan de Witt enz. Noopende het aflossen van eenige penningen. 1676. — In no. 235 en afz. 264 Bruiloftsvers voor Mr. Joan de Witt en Wilhelmina de Witt. (Johan de Witt was een zoon van den Raadpensionaris Mr. Johan de Witt; Wilhelmina de Witt was een dochter van Mr. Cornelis de Witt.) VERKLARING DER AFKORTINGEN G. = Goud. Z. = Zilver. K. = Koper. Br. = Brons. O. D. = Ver. Oud-Dordrecht. P. K. = Penning Kabinet 's-Gravenhage. PENNINGEN 1 Moord van de gebroeders De Witt -te 's-Gravenhage, door Avry. Van Loon III, bl. 87, no. 1. Met meer nagelkoppen tusschen de geledingen van het harnas op den schouder ; op de keerzijde : Avry f, onder het kleed van Cornelis de Witt. Z. Ver. Oud-Dordrecht. 2 Dezelfde voorstelling door Avry, links op de keerzijde onder den uitgestrekten arm nabij de hand staat : Avry F., ook op de voorzijde gemerkt: Avry. Br. O. D. 3 Dezelfde voorstelling als no. 1. Afslag in lood. O. D. 4 De moord gepleegd op de gebroeders De Witt. Van Loon III, bl. 87, no. 2. Z. O. D. 5 Dezelfde voorstelling omgekeerd, met J. V. R. onder het vers op de keerzijde. Z. O. D. 6 Als voren met afbeelding der gebroeders De Witt, borstbeeld zonder kantschrift, met vers aan de keerzijde. Z. Van Loon III, bl. 87, no. 3. o. D. 7 Dezelfde voorstelling als no. 6 met kantschrift: Violenter, etc. Z. O. D. 58 penningen 8 Dezelfde voorstelling als no. 6 met kantschrift: Niemant geluckig voor syn doot. Anno 1672 den 20 Augustus. Z. O. D. 9 Dezelfde voorstelling der borstbeelden met kantschrift: Navemque Virosque etc, keerzijde: twee schepen in holle zee, met omschrift: Una mente et sorte. Z. Van Loon III, bl. 87, no. 4. O. D. 10 Dezelfde voorstelling als no. 9, maar zonder kantschrift. Z. O. D. 11 Dezelfde voorstelling als no. 9, met kantschrift: Violenta etc. Z. o. D. 12 Johannes de Witt nat. 1625, met vers aan de keerzijde. Door J. S(meltzing). Van Loon III, bl. 90, no. 1. Z. O. D. 13 Dezelfde voorstelling als no. 12. K. O. D, 14 Dezelfde voorstelling als no. 12. Lood. O. D. 15 De gebroeders De Witt, borstbeeld en omschrift: Joh. et Corne. de Wit, keerzijde : de wip op 't Groene zoodje. Van Loon III, bl. 90, no. 2. Z. O, D. 16 Als voren, borstbeelden zonder omschrift, keerzijde: wapen der familie De Witt. Van Loon III, bl. 90, no. 3. Z. O. D. penningen 59 17 Als voren, borstbeelden in eikenkrans, keerzijde als Van Loon III, bl. 90, o. 3 (zie no. 16) doch met plaatje als deksel, waarop gegraveerd: Spiegel onses tyts; onder het deksel 4 gegraveerde prentjes op papier : 1. het afhalen van de Gevangenpoort; 2. het neerschieten der gebroeders ; 3. de mishandeling der lijken ; 4. de lijken aan de wip. Z. O. D. 18 Dezelfde voorstelling als no. 15. Keerzijde als Van Loon III, bl. 90, no. 3, met kleiner plaatje, waarop gegraveerd : Spiegel onses tyts. Op de onderzijde van het deksel de tocht naar Chatham, op den grond het borstbeeld van Jan de Witt, benevens 2 zilveren plaatjes waarop de mishandelingen der gebroeders gegraveerd zijn. Z. O. D. 19 Dezelfde voorstelling met Joh. et Corne de Wit als omschrift (Van Loon III, bl. 90, no. 2); op het deksel gegraveerd het Binnenhof, waarboven 2 starren in abstitit una dies; op de onderzijde van het deksel een vers: Twee broeders zyn door 't vier des deugts omhoog gevoert etc; in de holte de lyken de gebroeders aan de wip. Z. O. D. 20 Als voren, borstbeelden met omschrift Van Loon III, bl. 90, no. 2, zonder deksel; op den spiegel de lyken aan de wip en: Aug. 20, 1672. Z. O. D. 21 Als voren. Vz. Borstbeelden links met omschrift: d'Heer Corn. et Joan de Wit. Kz. Een door den wind gebroken boom en gebogen korenhalm met omschrift: Altiores laedit 1672. K. O. D. 60 penningen 22 Als voren, Van Loon III, bl. 90, no. 3 ; met gegraveerde holl. inscriptie op de keerzijde. Z. o. d. 23 Als voren, Van Loon III, bl. 90, no. 3; opschrift op de keerzijde niet gegraveerd, maar verheven. Z. o. d. 24 Penningplaat met afbeelding van Johan de Witt, pensionaris van Holland en West-Friesland, met gedrukt achtregelig bijschrift door J. D. B. op de binnenzijde van het deksel. Door P. van Abeele. Z. o. d. 25 Ronde ivoren plaat met afbeelding der borstbeelden van de gebroeders, met het omschrift: Johannes de Witt, nat. A°. 1625, Cornelis de Witt, nat. A°. 1623. De drie banden onder de borstbeelden zijn niet leesbaar. o. d. 26 Ter gedachtenis aan Johan de Witt, pensionaris van Holland door Pingret. Uit de series Numismatica universalis virorum ülustrium MDCCCXLIV, Durand Edidit. Br. o. d. 27 Op den dood van Johan de Witt, door Simon. Br. o. d. 28 Gegraveerde koperen plaat met de beeltenissen der gebroeders De Witt. Door D. Jensma. Verg. v. Loon III, p. 97, 1. K. p. K. 29 De gebroeders De Wht te 's-Gravenhage vermoord met kantschrift: „Violenta morte Deleti, Hagae Comitis, 20 Aug. A°. 1672. v. Loon III, p. 97, 3. G. penningen 61 30 Afslag van denzelfden penning maar met een ander kantschrift: „Navemque Virosque sub oequore mersit". Hagae 20 Aug. A°. 1762. v. Loon III, p. 87, 3. G. p. K. 31 De gebroeders Db Witt vermoord; zinspelende op de verlossing van Woerden. Gegoten. Op het tableau gegraveerd een vesting, waarboven „Woerden" w ar een gekroond persoon (Lodewijk XTV?) een koppel windhonden vasthoudende wegsnelt, terwijl een ander persoon (Willem III ?) eveneens met een koppel honden, Woerden verlaat, en naar een niet met name aangeduide plaats zich begeeft. Boven de tweede persoon een hand, uit de wolken komende, mét zwaard- Z. P. K. 32 Ter eere van de gebroeders De Witt en Oldenbarneveldt gegoten. K. P. K. 33 Penningplaat met borstbeeld van Johan de Witt. Door K. Lanting ongeveer 1830 gedreven. Z. P. K. 34 Penningplaat met borstbeeld van Cornelis de Witt Door K. Lanting ongeveer 1830 gedreven. Z. P. K. 35 Plaquet met borstbeeld van Johan de Witt. Wedgwood. Basalt-Ware. 3de kwart 18de eeuw. A. O. van Kerkwijk, Den Haag 36 Plaquet met borstbeeld van Cornelis de Witt. Wedgwood. Basalt-Ware. 3de kwart 18de eeuw. A. O. van Kerkwijk, Den Haag. 37 Ivorei doosje met de beeltenissen der gebroeders De Witt. Einde 17de eeuw. A. O. van Kerkwijk, Den Haag. VOORWERPEN. 1 Beker in het jaar 1667 door de Staten van Holland aan Cornelis de Witt vereerd ter herinnering aan den Tocht naar Chatham Op den buik, in veelkleurig email, het verbranden van de Engelsche vloot door de Hollanders bij Chatham. De bovenzijde van het deksel is glad en versierd met het wapen van Holland in email. In het deksel staat een extract uit het besluit der Staten van Holland van 2 Juli 1667 gegraveerd. Op 3 Juli namen de Staten van Holland het besluit : „dat aan yeder van de heeren Mr. Cornelis „de Witt, Lt. Admiraal de Ruyter en Lt. Admi„raal van Gent uyt den name ende van wege „haer Ed. Groot Mo. sal werden vereert een Goude „Kop of ander stuck wercks, daer op het voorn, „exploict ende de verkregen victorie ten besten „uytgebeelt zij, niet tot eenige recompense, maar „alleenlick tot een gedenckteecken in haere familie „ende voorder posteriteyt ende sulcks te samen „ter waardye van duysent ponden Vlaems of „daeromtrent." De Beker bleef tot het jaar 1877 in het bezit van de Witt's afstammelingen, raakte doen in handen yan een antiquair uit Frankfort die hem op zijn beurt weer aan Baron Karl Meier von Rotschildt verkocht. Hoogte 30 c.M. Legs Sal. de Rotschildt, Musée de Cluny te Parijs. f Roodfluweelen Zak waarin Johan de Witt als Raadpensionaris Staatsstukken placht te bergen en te vervoeren. Ned. Museum v. Geseh. en Kunst te Amsterdam. INHOUD. Bladz. Voorwoord 111 Korte Levensbeschrijving 1 Schilderijen 3 Teekeningen en Prenten 1? Handschriften en Drukwerken 30 I. Johan de Witt 30 Brieven 31 Godrukte Brieven 33 Geschriften van Mr. Johan de Witt .... 33 Geschriften over Mr. Johan de Witt .... 34 II. Cornelis de Witt 35 Het proces tegen Mr. Cornelis de Witt .... 37 De beschuldiger van Mr. Cornelis de Witt... 38 TTT. De moord 39 IV. litteraire stukken 41 V. Jacob de Witt enz 43 VI. Pamfletten 43 VII. Varia 53 Penningen 57 Voorwerpen 62 TOEVOEGINGEN. SCHILDERIJEN. 2a MARIA VAN BERCKEL 1632—1706. Tegenhanger van 37a. H, C, Beyerman, Zeist. 37a Mr. CORNELIS DE WITT 1623—1672. Tegenhanger vaD 2a. H. C. Beyerman, Zeist. 51a Mr. JOHAN DE WITT 1625—1672. Door den schilder geteekende en gedateerde schilderij, waarvan het niet geteekende, doch zeker door Netscher zelf vérvaardigde portret te Hannover, (zie afb. t.o. den titel v. d. cat.) waarschijnlijk slechts een herhaling is. Door Caspar Netscher 1670. H. O. Beyerman, Zeist. TEEKENINGEN EN PRENTEN. 39a Mr. JOHAN DE WITT 1625—1672. Papierknipsel door Johanna Koerten— Blok, tusscheng las, H. C. Beyerman, Zeist. HANDSCHRIFTEN EN DRUKWERKEN. 18a Lat. gedicht op het overlijden van Wendela Bicker, gericht tot J. de Witt, door J. Turcq, z. j. (1668) f°. Gem. Archief, Atlas Dordracum Illustratum. 44a (Zie 17) „De waerdije van Lijf-Renten naar proportie van Los-Renten".'s-Gravenhage, Jao Scheltus 1671. Aparte uitgave dezer verhandeling. Bibl. der Vereen, voor Levensverzekering. 44b Herdruk van voorg. verhandeling in: Feestgave van het Wiskundig Genootschap te Amsterdam onder de zinspreuk: „Een onvermoeide arbeid komt alles te boven". Bibl. der Vereen, voor Levensverzekering. 55a „Johan de Witt en de Levensverzekering" door Dr. M. van Haaften, art. in tijdschrift: „De Levensverzekering" 2e j.g. n°. 4, 1 Oct. 1925. Bibl. der Vereen, voor Levensverzekering. 68a „Dordreehts Wellekomst aan haaren Borgemeester." Welkomstlied voor Corn. de Witt bij zijn terugkomst van de vloot (17 Juli 1667), door J. Oudaen. Rotterdam, Fr. v. Hoogstraten f°. Gom. Archief, Atlas Dordracum Illustratum. 244a Origineele, gezegelde verklaring van drie Wapenkoningen van den Duitschen Keizer in de Nederlanden, inhoudende de stamreeks van het geslacht De Witt, te beginnen bij Johan de Witt, die leefde in 1295, én gaande tot de achterkleinkinderen van den Raadpensionaris. Afgegeven 9 Maart 1731. H. 0. Beyerman, Zeist, I