Prijs f 1,75 met Oefenreg. II Prijs Oefenreg. afz. f0,75 HET KOOPMANSBOEKHOUDEN en zijne toepassingen in de Praktijk door J.HAGERS. Vijfde Pee» (B) Bedrijfsstatistiek. Uitgegeven te 's-Qravenhage door de Uitg.Mij. VAN DER LAAN & Co. der n.v. xjitg.-mij va.iv 'der laan as co., '8-gbaV)3Nhage,!S| X. 1 e m.e ntaire Ie er "boelse n. J. HAGERS. Het Koopmansboekhouden en zijne toepassingen in de praktijk, 1. Dagelijksche Methode. • (Z-editie) met de registers 1 en 2 . ....... , f 2,50 * ■>. . . idém (T-cUitie)-i. a ,v , .{]'. . . » . - 2,25 •'• idem ' - (P-editie) f-taté • ■ ■ ^^Ê&jSBI^êSl^A „ - 2,25 : II.' Maandelijks'che Methode met de registèrs 1 en 2 . . . ':^Sn&^Ê^^SÊk^-K^ i III. De Boekhoudingvan Vennootschappen met Oefenregister 1 en 2 . . - 8,25 IV. De Boekhouding in verschillende bedrijven, met de registers 1 en 2 ... - 8,25 V. De Boekhouding van groote ondernemingen (concentratie) met Reg. I en II en Bedrijfsstatistiek • Wtpê^^J • • i'-vW^m^^fm^Um^ k '£ïjP&" 3,25 Afzonderlijk verkrijgbaar: ')^M% Deel Va en Oefenregistèr I f 1,75. Bedrijfsstatistiek en Oefenregister II, .JaW' - 1,75 Commentaren op. Koopmansboekhouden II, III en IV fJi^y- 1,50 Uitwerkingen 'op idem 1 f 3,— (nieuwe uitvoering), II I 0,75 (nieuwe uitvoering f4—); in ! 1,25, IV I 2,—, V 12,—. J. HAGERS. Vragen over Koopmansboekhouden deel II—IV f 0,40, V. . ;.'$$jt> - 0,60 1000 Examenvragen. Antwoorden op alle vragen en toelichting op alle opgaven uit Koopmansboekhouden, deel II, III en IV, pér deeltje . .f . , ... - 1,50 Registers A en B behoorende bij Koopmansboekhouden deel;I—V . f vroegere S - 0,75 Register VI behoorende bij K00Pmansboekhouden II . . .... . \ uitvoering f - 0,90 Registers bij Koopmansboekhouden deël I, II, III eri IV elk afzonderlijk . . . . .* 1,10 Deel V register I f 1,25, II f 0,75. J. HAGERS. DevBoekhouding eener Hypotheekbank C®§*'»«t»' 1« - 1,50 J. HAGERS. Eenvoudig Beheer (voor H. B. S. en H. S.) I ^ïtf^MifJjf^» i^J- 1,50 J. HAGERS.' Eenvoudig Beheer' „ U ^ii'gJStJ^ A'ï - 1»75 J. HAGERS, Eenvoudig Beheer ■ „ v èrfö » ■ 111 ^:^m^MW^0W '■" 2»75 Oefenregisters bij Eenvoudig Beheer I—III ter perse. Uitwerkingen op idem .1/11 1 0,75, deel III f 1,25. K- BES. Handleiding tot de beoefening van het dubbel boekhouden . . . . .. . - 0,50 K. BES. Beknopt leerboek voor de theorie en praktijk van het dubbel boekhouden - .1,80 K- BES. Theorie en praktijk van het enkel boekhouden . . . ï*vp&!S V^'* " J. HAGERS. Beknopt leerboek van het boekhouden, 5e, druk'';;B||p&» i s". . . '' - 1,50 Beknopter tekst, en evenveel opgaven als het 'le deel van Koopmansboekhouden, bovendien behandelt het de maandelijksche methode. ' J. HAGERS'et JOS. NOOTS. La Comptabilité pratique a 1'écoje . ."•iASgSSii. - 1.50 Solutions des Exercices > lï 4 'iïj - 1,— J. HAGERS. K,ern van het Boekhouden. . ^jA* A^' w'ift-'ily,', - 1,75 Oefenregisters bij idem per stuk . . s j ' jwS'wV^ •'"*.* •' " ®>"* Uitwerkingen bij idem (alleen voor leeraren) *\j*W','i \ t - 0,75 J. HAGERS. Ken Uw Zaak. Een boek1 over Organisatie en Bedrijfsleven, geb. .. - '6,.—, J. HAGERS. Het Kaartsysteem. (Met vele Modellen) S'X. - 1,25 Ken Uw'. Zaak.1 Leergangen over Boèkhoudën voor Klein- eh Middenbedrijven. (Winkel, Ambacht, Beroep, enz.) Les 1 I 1,25, Les 1 t/m. ip"^a|^^p^.- 12,50 Zjelfonderriclxt. J. HAGERS.' Repëtitieboek voor Examen-candidaten, 3e dr\^I0&Jff§tf^^^^f: t 1,75 ;Volledige uitwerkingen op idem . . ... yfv^tóe'i«'^«i'»vt^*'C'&'' f* 1»25 Praktijk-Examens 1921; Federatie, Vereen, voor Leeraren enz. .(Vijf Examens). Opgaven met uitwerkingen en Aanteekehingen . • •vWSkM**^" " Praktijk-Ëxarriéns 1922. Federatie, Vereen, van Leeraren enz. (Vijf Examens). Opgaven met Uitwerkingen eh Aanteekeningen . . - 1JW Praktijk-Examlens 1923. (Vijf examens) . . . .>» , . . iï *. J?VjN ï 1'»M Praktijk-Examens 1924. (Drie examens). . » . é$»ip ifv ^H^^^^^^^^^S^^K - — Praktijk-Examens 1925. (Drie examens) . .-. ,. Jtf,*» 'J,*^"8rt'*7» '*■ 1,— ZZX. Ezamens O. en T-tm O. J. J. DEN DÜLK. Logismografie. fW^^ÊÊSÊm^if '^tfMM'r I 1,50 J. J. DEN DULKi De Kameralistische Boekhouding . .'O**,! .% '.(V?1}*1! - 1,25 J. J., DEN DULK.'; De Constante Boekhouding. , . . . , . . . . . - 1,25 J. HAGERS. Hoe men studeeren moet voor een examen *"» 'geb. t 1,25, ingen. - 0,75 J. HAGERS. Het Boekhouden als Wetenschap •' |§®W$'<8eb- 1 2,75, ingen. - 1,50 K. BES. Bijdragen tot de geschiedenis en de theorie van het Boekhouden ... - 2,40 HET KOOPMANSBOEKHOUDEN en zijne toepassingen in de Praktijk door J. HAGERS. Vijfde Deel (B). Bedrijfsstatistiek. (Bij deel Vb behoort Oefenregister V'1.) DEPOT v. lNED.PUBI. Uitgegeven te 's-Gravenhage door de Uitg.-Mij VAN DER LAAN & Co. VOORBERICHT. Deze herdruk is deels uitgebreid, deels bekort, nl. door het weglaten van dubbelgangers van enkele voorbeelden. Het opnemen der oefeningen in het Oefenregister Vn biedt den lezer belangrijke tijdsbesparing. Wie zich bij de opleiding beperkt tot bestudeering van examenopgaven alleen, geeft zijn leerlingen steenen voor brood en stelt hen aan onaangename verrassingen bloot, zooals de uitslagen der examens doen blijken. Met op- en aanmerkingen verplicht men DEN SCHRIJVER. BEDRIJFSSTATISTIEK. § 1. Onder statistiek*) wordt verstaan de wetenschap, die zich bezig houdt met het verzamelen van gegevens en het maken van overzichten, noodig voor de beoordeeling der aangelegenheden, die het algemeen welzijn van een volk (of groep der bevolking) betreffen. Zij levert zoodoende aanwijzingen voor een goed landsbestuur. Al hetgeen dus met het oog op het welzijn van een volk van werkelijk gewicht is: gegevens omtrent het grondgebied, meteorologie, bevolking, geboorte en sterfte, physieken toestand der bevolking, economischen en socialen toestand der bevolking, volksnijverheid, handel, scheepvaart, verkeersmiddelen,' staatsbestuur, valt onder het bereik der statistiek. De statistiek is dus de wetenschap, wier taak het is, den economischen, politieken of socialen toestand weer te geven van een volk of een groep der bevolking. Als zoodanig wordt zij aangeduid met den naam demograpTiie. Wil de uitkomst van statistischen arbeid waarde hebben voor het doel, waarmede hij is verricht, dan moet hij het resultaat zijn van rechtstreeksche waarneming, en moeten de gegevens met oordeel, dat is logisch, zijn geordend en met juistheid worden verwerkt. Hiervan is de betrouwbaarheid der uitkomsten geheel afhankelijk. Werkwijze. De statistiek, als wetenschap, heeft hare eigene werkwijze, hare eigene methode van waarneming. I. Zij brengt de verschijnselen, die zij moet nagaan, onder getallen, door aan te geven, hoeveel malen zeker verschijnsel werd geconstateerd. H. Zij groepeert de verschijnselen, door de betrekkelijk permanente af te scheiden van de uitzonderingsgevallen. UI. Zij vergelijkt de verkregen gegevens met soortelijke, in andere tijdruimten of op andere plaatsen waargenomen. x) Het woord statistiek is zeer waarschijnlijk afgeleid van het Latijnsohe woord status, dat oorspronkelijk toestand, later staat beteekende, of van het Italiaansche woord statista = staatsman. 4 BEDRIJFSSTATISTIEK. IV. Zij verwerkt de verzamelde gegevens mathematisch, ten einde daaruit gevolgtrekkingen te kunnen afleiden. Deze werkwijze noemt men de statistische methode. Men onderscheidt dus de statistiek (die men wetenschap van het volkswelzijn zou kunnen noemen) en de statistische methode of werkwijze. Deze statistische methode of werkwijze kan belangrijke diensten bewijzen bij toepassing in andere takken van wetenschap, en in het handelsleven. In den handel heeft men immers behoefte aan juiste waarneming van tal van verschijnselen en de groepeering dier feiten, ten einde zoo tot gevolgtrekkingen te kunnen komen. Het is dus noodzakelijk, dat deze gegevens op statistische manier aangeteekend en verwerkt worden. Men dient goed te onderscheiden de wetenschap statistiek van de statistische methode, welke in onderscheidene wetenschappen en takken van menschelijk bedrijf kan toegepast worden. De statistiek als wetenschap gaat buiten den boekhoudkundige om, maar niet de statistische methode. Is de statistiek een hulpwetenschap der staathuishoudkunde, de statistische methode is geen onderdeel der boekhouding, integendeel, de boekhouding is een onderdeel der statistische methode, welke toegepast wordt ten dienste van eenig beheer over een geheel van stoffelijke zaken. Comptabele statistiek. Men spreekt wel van administratieve of comptabele statistiek, maar ten onrechte. Hiermede zou men willen te kennen geven de statistiek, die in de administratie van verschillende ondernemingen wordt aangewend. Statistiek is uit haren aard steeds administratief, en als zoodanig het onderscheidingswoord onjuist gekozen. Men bedoelt er mede: bedrijfsstatistiek, of nog juister, de toepassing der statistische methode in handel en bedrijf. De boekhouding en de administratie behooren beide tot de bedrijfsstatistiek, het boekhouden echter is het onderdeel ervan, dat gebaseerd is op de leer van debet en credit. Reeds in het eerste deel van dit werk heeft de lezer het terrein der statistiek betreden. Inderdaad is het boekhouden een onderdeel van de statistische methode, die overal hare aanwending vindt, waar verantwoording gegeven moet worden, of zekere feiten moeten worden nagegaan in hare oorzaken en gevolgen; dus ook en vooral in handel en bedrijf. BEDRIJFSSTATISTIEK. 5 Het dubbel boekhouden geeft uit zichzelf geen gedetailleerd overzicht van activa en passiva, van winsten en verliezen, neen, het laat dat toe, zonder aan het stelsel eenige afbreuk te zien toegebracht. Het is zoo elastisch, dat rekeningen naar willekeur kunnen gesplitst en saamgevoegd worden, zoodat de boekhouder zoo ver kan gaan met onderverdeelen en groepeeren der gegevens, als noodig blijkt. Dat onderverdeelen zelve is geen boekhouden meer, is reeds statistiek, ja, het inboeken der gegevens, gesorteerd naar hoofdsoorten, is ook reeds statistische arbeid. Splitsing der Goederenrekening. § 2. Zoo kan b.v. de goederenrekening op onderscheidene manieren gesplitst worden: 1. Naar de soorten der goederen: b.v. koffie, thee, suiker, tabak en verder gaande zou men elk dezer kunnen onderverdeelen en zelfs voor iedere soort of kwaliteit weder een afzonderlijke rekening openen. Het doel van een zoodanige verdeeling is een afzonderlijk (bruto) winstcijfer op elk dezer soorten, dus een verdere detailleering der Verlies- en winstrekening. Indien de verdeeling ver wordt doorgevoerd, verdient het ten zeerste aanbeveling, de splitsing van het grootboek toe te passen, en de talrijke rekeningen in een ondergrootboek te verzamelen. 2. In de rekeningen Goederen en Winst op goederen. In tal van gevallen is het praktisch onmogelijk, of hoogst bezwaarlijk, bij iederen verkoop van goederen de bruto winst te bepalen, zoodat daar van een dergelijke splitsing der goederenrekening geen sprake kan wezen. Alleen dan komt zij praktisch volkomen tot haar recht, wanneer de winst op de goederen (meest percentsgewijze) gelegd wordt, zooals dat vaak gebeurt bij reparatiewerk en niet-aangenomen werk van machineen andere fabrieken, technische bureaux en dergelijke. (Zie deel IV hst. V § 24.) Waar men deze winst als opslagcijfer in handen heeft, afzonderlijk berekenen moet, zou het een statistische fout wezen, deze eerst met het goederencijfer te vermengen, om ze later weder door een berekening te voorschijn te brengen. Vandaar het gebruik der grootboek-rekeningen: Winst op materialen, Winst op arbeidsloon, enz. 3. Ben derde splitsing der goederenrekening bespraken wij in het begin van deel V, Hst. I en wel die in de rekeningen Inkoopen, Verkoopen en Voorraad. Deze splitsing heeft voornamelijk ten doel, de statistische gegevens mét betrekking tot den omzet met nauwgezetheid te verzamelen. Zij heeft 6 BEDBJJPSSTATISTIEK. tevens tot nut, dat het verband tusschen de grootboekrekening en het in- en verkoopboek nauwer bewaard blijft en dientengevolge de controle vergemakkelijkt wordt. In verachillende fabrieken wordt een dergelijke splitsing der goederenrekening aangetroffen, eenvoudig hierdoor ontstaande, dat de ingekochte en de verkochte goederen van geheel verschillende soort zijn. Zoo zijn de rekeningen: Steenkolen, Cokes, Gas, Teer, Ammoniakwater in de boekhouding eener gasfabriek voorbeelden van een dergelijke splitsing. Een mooi voorbeeld van bedrijfsstatistiek is het statistiekboek in § 19 deel II. Aanwijzingen voor de statistiek. De vraag, welke statistieken in zeker bedrijf noodig en nuttig zijn, kan als volgt beantwoord worden: Bezie slechts de documenten, formulieren, facturen enz., die in een bedrijf voorkomen; omtrent vrijwel alle daarin voorkomende gegevens kan een statistiek zijn beteekenis hebben. Zoo levert de inhoud van een factuur, of de volledige omschrijving bij de posten, welke den goederenomzet betreffen, de noodige aanwijzingen voor te vervaardigen overzichten. 1. datum, 2. gekocht of verkocht, 3. afnemer of leverancier, 4. woonplaats van dezen, 5. beroep van dezen, 6. naam van het artikel, 7. land van herkomst, 8. soort, 9. kwaliteit, 10. verpakking, 11. gewicht of maat, 12. totaal hoeveelheid, 13. eenheidsprijs, 14. korting, 15. conditie van betaling, 16 bedrag, 17. muntsoort van het eindbedrag, 18. naam enz. van den tusschenpersoon, 19. diens provisie enz. enz. Al deze gegevens kunnen aanleiding wezen tot het maken van een afzonderlijke statistiek over de in- of verkoopen. Allereerst de datum. Men kan een overzicht vervaardigen van den omzet per dag of maand (hetzij in totaal, hetzij van de voornaamste artikelen afzonderlijk) en een staat ontwerpen, die gedurende een aantal jaren een overzicht geeft van de maandomzetten. Een statistiek naar de namen der afnemers, het door elk in zekere tijdruimte afgenomen bedrag, kan gemakkelijk aan het rekening-courantboek worden ontleend, zoo ook een statistiek naar de beroepen der afnemers; deze kan van waarde zijn om den afzet te verbeteren. Van grootere beteekenis is in den regel een statistiek, welke omtrent de verkochte hoeveelheden en kwaliteiten der artikelen, waarin men handelt, een overzicht geeft. Deze kan voor den bestuurder der zaak buitengewoon leerzaam wezen. Zoo ook is de verspreiding der afnemers over zeker gebied een factor van beteekenis, en een statistisch overzicht daarvan zal in vele gevallen voor den verkoop goede aanwijzingen BEDRIJFSSTATISTIEK. 7 kunnen geven. Even leerzaam kunnen overzichten zijn, waaruit blijkt, welke kwaliteiten het meest werden verkocht, welke verpakkingen het meest in trek zijn, welke de inhoud dier verpakkingen is, welke prijzen worden gemaakt, welke kortingen verleend, op welke betalingsconditiën verkocht, enz. Een goed bijgehouden, goed ingevuld tabellarisch verkoopboek en een van volledige omschrijvingen voorzien rekening-courantboek kunnen voor deze statistieken de noodige gegevens verschaffen, ook kunnen zij aan de carbon-copieën der uitgegane facturen worden ontleend. § 3. Eenige voorbeelden omtrent omzet-statistieken, laten wij thans volgen. Zij zijn ontleend aan een coöperatieve verbruiksvereeniging. a. Maand- en Jaaromzet. Model 1. Overzicht der Omzettotalen. Winkeldebiet „ , , en geleverd Geleverd Maanden aan hen, die bij aan afnemers TOTAAL TOTAAL TOTAAL elke thuis- die vooruit 1910. 1909. 1908. bezorging betalen, betalen. Januari f 99.352.30* f 87.859.67 f 187.211.975f 189.028.84» f 194.028.78 Februari - 98.243.116- 82.376.44 - 180.619.55»- 184.072.20 - 184.729.00 Maart - 109.285.72*- 90.474.68 - 199.760.40»- 204.916.41*- 188.076.60» April - 108.456.648- 95.254.02»- 203.710.67 - 195.749.44 - 190.369.01* Mei - 105.034.20» - 89.443.51 - 194.477.71* - 194.258.06 - 191.539.54 Juni - 98.689.686- 83.344.78 - 182.034.465 - 184.407.26 - 176.498.42» Juli - 101.575.17»- 79.874.83»- 181.450.01 - 184.786.70 - 174.693.75* Aug. - 99.432.28 - 79.927.50»- 179.359.78»- 174.852.14 - 171.739.48 Sept. - 106.341.54»- 88.831.13 - 195.172.67*- 188.976.88 - 180.290.76 October \ 111.630.48 - 83.116.61»- 204.746.99»- 198.188.86 - 196.424.64 Nov. - 112.176.55»- 93.658.63 - 205.736.18»- 201.261.65 - 190.751.28 Dec. - 125.787.80»- 100.494.61 - 226.282.41»- 223.288.10»- 215.448.74 f 1.276.005.52 f 1.064.656.33 f 2.340.661.85 f 2.323.724.94»f 2.264.480.07 Het volgende overzicht geeft de verkoopen in de verschillende winkels der vereeniging, tevens verdeeld over de zes af deelingen, waarin de goederen zijn ingedeeld, nl.: A. Kruidenierswaren, boter, kaas enz. B. Glas en aardewerk enz. D. Garen, band enz. C. Tabak en sigaren. E. Wijn, bier enz. F. Papier, kantoor- en schrijfbehoeften. 8 BEDBIJFSSTATISTTEK. Model 2. Afd. A. Hoofdgebouwen . Atjehstraat . . . Waldeck-Pyrmontkade Daguerrestraat . . . Nicolaïstraat .... Pansierstraat.... Frederik- Hendriklaan Wilhelm in astraat . . Ie v. d. Boschstraat Overzicht der 1909. Debiet met inbegrip van hetgeen verrekend is met andere rayons. f 634.283.946 62.969.598 - 523.087.58 - 104.566.328 78.844.98s - 209.360.76* f 196.451.678 37.372.918 omzetten in 1909. Werkelijk debiet dus hetgeen in elk rayon verkocht ia. 641.781.486 62.969.596 521.353.538 104.518.49* 76.439.498 207.711.19 194.791.06* 37.372.918 de 6 afdeelingen. 1910. 1910. Debiet met inbegrip van hetgeen verrekend is met andere rayons. f 600.191.818 61.184.17 - 516.937.468 - 104.999.25 81.533.43 - 201.886.57 40.199.45* - 199.683.12* 35.316.18 Werkelijk debiet dus hetgeen ia elk rayon verkocht is. f 608.354.58 - 61.184.17 - 514.681.13* • 104.999.25 81.533.43 ■ 197.676.045 40.199.46* ■ 198.087.218 35.316.18 f 1.846.937.77* f 1.846.937.776 f 1.841.931.46 f 1.841.931.46 Een zelfde overzicht wordt van de overige afdeelingen vervaardigd. Het eindtotaal wordt dan, over 1909 f2.323.724,94*, zie model 1. b. Omzetten per winkel. Model 3. Overzicht der Omzetten in elk der winkels. Hoofdgebouw Verkoopen afdeeling A f 134.265.19* B - 12.181.83 C - 13.484.43 D - 33.405.30 E - 10.968.34 F - 12.675.62* Filiale Atjehstraat f 218.970.72 A B C D £ F f 34.971.186 254.02 437.65 191.565 1.278.066 68. II8 - 37.200.60 Enz. enz. f 264.171.32 c. Omzetten der afdeelingen d.w.z. groepen van artikelen. Hieraan wordt toegevoegd een vergelijkende staat van den omzet in iedere afdeeling (groep van artikelen), die den vooruitgang aangeeft, welke het boekjaar 1910 vertoont in vergelijking met 1909. Daarin is tevens de vooruitgang in % aangegeven. Model 4. Vergelijkend Overzicht der omzetten in 1909 en 1910. Het totaal debiet over 1910 is als volgt over de verschillende afdeelingen der Winkelvereeniging te verdoelen: Afdeeling A (kruidenierswaren, boter, kaas, enz.). . . . f 1.841.931.45* „ B (Glas, aardewerk enz.) - 88.741.46* „ C (Sigaren en tabak) - 52.557.686 Overbrengen . . f 1.983.230.606 BEDRIJFSSTATISTIEK. 9 , I Overgebracht . . f 1.983.230,60* Afdeeling D (Garen, band, enz.) . 124.347.10 E (Wijn, bier, enz.) 196.481.09 „ F (Papier, kantoor- en schrijfbehoeften) ... - 36.503.06* (Totaal, zie model 1) f 2.340.561.85 Aan de leden geleverd voor 2.279.067.80 Zoodat gedurende 1910 aan «'«/-leden is verkocht voor . ~f 61.494.05 tegen f 63.621.43* in 1909. Het debiet ging in vergelijking met 1909. in Afd. A achteruit van f 1.846.937.77* tot f 1.841.931.45* minder 0.27% B „ - 90.555.90 C vooruit „ - 50.828.985 D „ - 120.209.10* E „ „ - 183.704.60 F „ „ - 31.488.58 88.741.46* „ 2.04% 52.557.68* meer 3.28% 124.347.10 ,, 3.32% 196.481.09 „ 6.50% 36.503.05* „ 13.73% d. Vergelijkend overzicht van de omzetten der filialen, geordend naar de hoofdsoorten der artikelen afdeelingen, hier rayons genoemd, zie model 5. e. Omzetten aan leden en ni et-leden. Een andere tabel, welke op den goederenomzetbetrekkingheeft, laten wij hier volgen (no. 6); zij geeft een overzicht van den verkoop van goederen aan leden en hun jaarhjksch verbruik. Aangezien de getallen zelve niet duidelijk genoeg spreken, is hier een percent-indeeling bijgevoegd, die eene vergelijking der verschillende jaren mogelijk maakt. De lezer zal opmerken, dat de percentcijfers van ieder jaar het getal 100 moeten vormen. Deze tabel is dus deels een primaire, deels een secondaire. f. Overzicht der hoeveelheden. Een ander voorbeeld van detailleering van den omzet geeft de tabel no. 7. Deze doet zien, welke hoeveelheden van elk artikel in eenige achtereenvolgende jaren verkocht werden, zoodat duidelijk blijkt, welke artikelen in omzet vooruit gingen en welke achteruit. Wij drukken slechts een deel van dezen staat af. Hij is ontleend aan het register van den magazijn voorraad. g. Vergelijkend overzicht der omzetten. Een overzicht van de omzetten in de afdeeling A. (kruidenierswaren) vergeleken met die in de vijf overige afdeelingen (B, C, D, E en F) samen, geeft de volgende staat (no. 8), die laat zien, welken invloed deze omzetten op het dividend hebben gehad, dat aan de leden in de jaren 1888—1910 werd uitgekeerd. Deze staat toont tevens, dat de daling van het dividend gepaard gaat met een betrekkelijk geringere stijging in de omzetten der Model 5. Omzet Depflt Waldeck Pyrmontkade en de MHalen Daguerre- en Nicolaistraat. Afd. A. Afd. B. Afd. C. 191°- w.w6V filiale f"iate filiale J^?6*, «Hale filiale Waldeck . Waldeck ~ „. , . Waldeck _ , _ t, , Daguerre- Nicolai- ,, Daguerre- Nieolai- „ 5 Daguerre- Nicolai- Pyrmont- Pyrmont- f , , Pyrmont- , lTj? v , straat. straat. * , straat. straat. * , straat. straat. kade. kade. kade. Januari . . 44197.75* 8318.938 6651.48 1938.52 30.02 39.79 1399.73 91.72 69.695 Februari . . 42525.87 8240.935 6495.94 1754.66 21.99 30.25 1464.66* 94.105 63.40 Maart . . . 46832.43 9111.74 7403.78 1940.08* 29.18* 24.05* 1500.746 96.19 67.62 April . . . 45492.09 8903.75* 7016.216 2446.72 43.22 71.49 1604.85 109.29 86.49* Mei .... 42487.98 8433.77* 6434.Ö95 2443.28* 25.85 34.49 1468.58* 100.39 93.39 Juni. . . . 39368.59 8234.97 6184.94 1839.87 24.63» 34.14 1449.22» 100.79 71.10» Juli .... 38931.22 8347.70* 6315.84* 1818.10 19.50 30.84 1510.90* 117.74 85.82 Augustus. . 38499.46 8734.11» 6570.16» 1726.39 21.28* 20.97* 1473.66» 120.11» 77.99 September . 42283.87* 8918.15* 6642.56* 2151.13 27.97 33.79 1527.05 87.44» 68.98» Oetober . . 43964.64 9067.23 7048.66» 2556.58 36.48 39.09 1363.51 101.90 87.88 November . 43890.83 8796.82 6907.16» 1959.02» 37.32 34.44» 1304.40» 107.43» 68.30 December . 48462.72» 9891.11» 7861.97» 1914.66* 35.48» 36.83 1793.70» 110.09 77.96 516937.46» 104999.25 81533.43 24489.03 362.94 430.18» 17851.04 1237.21 918.64 Totaal . . . 523087.58 104566.32» 78844.98» 34525.08 236.96 406.30» 18956.78 569.98* 731.72» id. 1909. —6150.11» + 432.92» +2688.44» —10036.05 + 115.98 + 23.88 —1105.74 + 667.22» + 186.91» — 3028.74» —9896.19 — 251.60 Meer in %• — — — Minder in %. 0.42 28.13 1.24 Model 6. Overzicht van het aantal leden en hun jaarlijksch verbruik. H _ -S Ma ■ M 5 M 5 M § M § M os M O ^ 3 ï a 1 » '3 S | "3 ih •ge» -g f 11 i| * lig * * i?i * in * *K * iïi * *° S ,_, p> ,_, p> cq [>■ -^i !> 25 F*^ f © 1887 2153 83 3% 296 13% 3Ö3 14 6Ï2 28% 55Ï 25% I 209 I 9% 68 3% 3Ï ï%~~ 1888 2509 82 3% 365 14% 301 12 856 26 643 26 310 12% 94 3*/4 58 2V4 1889 2777 101 3% 361 13 329 11% 740 27 J 718 26% 349 12% 117 4% 62 2V4 Model 7. Overzicht van de verkochte hoeveelheden der voornaamste artikelen. Voornaamste Artikelen. Eenheden. 1908. 1909. 1910. Koffie (gebrand) Kilo 72.000 73.400 64.505 CaffeineVrije Koffie Pakjes 1.458 7.200 11.550 Thee Kilo 36.380 36.440 37.490 Java-rietsuiker (direct aangevoerd). „ 14.800 14.100 11.500 Witte suiker „ 604.600 602.775 500.367 Basterd suiker „ 122.400 124.070 125.464 Kandij suiker „ 2.330 2.440 1.734 Gewone stroop en Golden syrup. . „ 25.034 28.690 29.168 enz. enz. Model 8. STAAT bevattende een vergelijking van den omzet in afdeeling A (kruidenierswaren enz.) met dien in alle overige afdeelingen te zamen. waaruit blijkt, Omzet. Omzet per lid. i e i "3 #S 1 la 'gfllls !s *■ I 2- 3- 1 4. | 5. [ 6. | 7. | 8. 9. ÏÖ7 1888 2509 f 782.118 f 530.257 f 191.861 287 211% 75% 35% 16 1889 2777 - 804.700 - 578.838 - 225.862 290 208% 81% 39 16 1890 3108 - 889.662 - 636.719 - 252.943 286 205 81 39% 15 1891 3480 - 987.028 - 710.430 - 270.698 283 204 79 38% 15 1892 3861 - 1.059.816 - 751.956 - 307.860 274 195 79 40% 16 1893 4226 - 1.111.572 - 779.416 - 332.156 263 184% 78% 42% 16 1894 4609 - 1.183.667 - 832.968 - 350.699 257 180% 76% 42% 15 1895 4977 - 1.258.699 - 894.290 - 364.409 253 179% 73% 41 16 1896 5371 - 1.349.021 - 968.791 - 379.230 251 180% 70% 39 16 1897, 6786 - 1.447.801 - 1.064.940 - 392.861 250 182% 67% 37 15 1898 6146 - 1.640.193 - 1.144.640 - 395.653 250% 186% 64 34% 16 1899 6387 - 1.681.460 - 1.197.887 - 383.673 247% 187% 60 32 16 1900 6666 - 1.658.726 - 1.263.017 - 395.709 248% 189% 59 31 14 1901 6945 - 1.720.739 - 1.315.862 - 404.877 248 189% 58% 31 14 1902 7324 - 1.816.695 - 1.403.210 - 413.485 248 191% 56% 29% 14 1903 7734 - 1.934.058 - 1.499.886 - 434.172 250 194 56 29 13 1904 8016 - 2.012.294 - 1.577.785 - 434.510 251 197 54 27% 18% 1905 8218 - 1.096.262 - 1.652.084 - 444.178 255 201 54 27 13% 1906 8456 - 2.156.024 - 1.711.195 ■ 444.829 255 202% 62% 26 12% 1907 8644 - 2.242.347 - 1.797.781 - 444.566 259% 208 51% 26 11»/ 1908 8742 - 2.264.490 - 1.804.825 - 449.665 258 206% 51% 25 11 * 1909 8849 - 2.323.724 - 1.846.937 - 476.787 262% 208% 53% 2fo% 11»/ 1910 9021 - 2.340.561 - 1.841.931 - 498 630 269% 204% 551/4 27% 11 * 12 BEDRIJFSSTATISTIEK. laatstgenoemde vijf afdeelingen, ten opzichte van die, welke waar te nemen valt in de eerste afdeeling. Wij moeten nog aangeven, hoe enkele dezer staten vervaardigd worden en aan welke registers of boeken zij worden ontleend. In de eerste plaats dient dan de opmerking, dat iedere filiaal of depót een eigen onder-adrninistratie heeft, waarin al dadelijk door verschillende bons de afdeelingen van het bedrijf gescheiden worden gehouden, en de contante verkoopen steeds rubrieksgewijze worden genoteerd, zoodat uit de verantwoording omtrent den verkoop deze verdeeling rechtstreeks voortvloeit. De gegevens voor het belangrijk overzicht van het door de leden in het boekjaar 1910 bij de vereeniging besteed bedrag (model 8) worden ontleend aan het dividendregister, dat toont, welk dividend aan elk der leden moet worden uitgekeerd. Dit register wordt bijgewerkt uit de verbruikboekjes der leden. Gevolgtrekkingen. Hier wordt een zeer gevaarlijk terrein betreden, het terrein der gevolgtrekkingen. Het samengaan' van twee verschijnselen (hier de daling van het dividend en de naar verhouding geringere uitbreiding der omzetten in bepaalde afdeelingen) toont op zich zelf volstrekt nog niet aan, dat het eene verschijnsel van het andere afhankelijk is. Het is op zichzelf genomen verklaarbaar, dat tusschen omzet en uitgekeerd dividend eenig verband wordt vermoed, echter zijn er andere, zeer belangrijke factoren, die op het uit te keeren dividend van invloed zijn, en deze kunnen natuurlijk niet uitgeschakeld worden. Verband tusschen feiten. Zeer zeker heeft dit overzicht de verdienste, dat althans op het samengaan der beide verschijnselen de aandacht wordt gevestigd. Een niet vermoed verband tusschen opgemerkte feiten wordt door de cijfers eener statistiek slechts hoogst zelden aangegeven. Met het trekken van conclusiëh dient men dus uiterst voorzichtig te zijn. Sommige deskundigen zijn zelfs van meening, dat de statistiek op zichzelf nog nimmer een bestaand verband tusschen waargenomen feiten aan het licht heeft gebracht. Correlatie. Men noemt dit correlatie, (van con = mede en relatie = betrekking, verband) Zoo kan er verband bestaan tusschen de prijsbeweging van een artikel en de verkochte hoeveelheden, maar zeker is dit allesbehalve. h. Vergelijkend overzicht van ontzetten en resultaten. Dit hebben de samenstellers van het verslag, waaraan wij de BEDRIJFSSTATISTIEK. 13 gegevens voor deze bespreking ontleenden, ook gevoeld, want zij voegen aan bet bedoelde overzicht een ander toe, dat wij er onmiddellijk op laten volgen, n.1. een overzicht van de uitkomsten van elke afdeeling afzonderlijk (model 9). Dit geeft allereerst (kolom 2) aan: de inkoopsbedragen in elk der zes afdeelingen, daarnaast (kolom 3) de onkosten op den aankoop, als vracht, rechten enz. die onmiddellijk bij deze bepaalde goederen en rubrieken behooren. Kolom 4 geeft de bedragen aan, die van de inkoopsommen in mindering moeten worden gebracht wegens vergoeding voor emballage, zoodat in kolom 5 de zuivere inkoopsom wordt uitgeworpen. Daarnaast verschijnt in kolom 6 het debietcijfer over 1910 en in kolom 7 de bruto winst in iedere'afdeeling behaald. Kolom 8 stelt daarneven, wat van de bruto winst in iedere afdeeling in mindering komt als aandeel in de algemeene onkosten, wegens in die afdeeling verbruikte materialen (touw, pakpapier, zakken, enz.) en wegens op die afdeeling drukkende afschrijvingen. De algemeene onkosten zijn aan het onkostenboek ontleend, en naar den omzet over de afdeelingen omgeslagen, zoo ook de afschrijvingen op gebouwen, terwijl de verbruikte materialen en andere benoodigdheden afzonderlijk voor elke afdeeling werden aangeteekend. Kolom 9 geeft een overzicht van het bestelloon, dat door die leden betaald wordt, welke goederen bij zich aan huis laten bezorgen (zij die goederen afhalen, betalen dien bijslag niet). Deze bedragen komen van de bruto winst in mindering, terwijl daarvan eveneens in mindering worden gebracht het winstaandeel van beambten, de bijdragen in Ondersteunings- en Reservefonds alsmede de bedrijfsbelasting, waarna voor de verschillende afdeelingen de netto winstbedragen overblijven, in kolom 11 aangebracht. Daarnaast (kolom 12) laat het overzicht het winstpercentage in iedere afdeeling zien. Door dezen staat krijgt de voorafgaande grootere beteekenis voor gevolgtrekking, want bier wordt aangetoond, dat behoudens een enkele uitzondering (C) het netto winstpercentage in de afdeelingen, die niet zoo sterk in omzet vooruitgingen als afdeeling A. in 't algemeen meer, soms zeer belangrijk meer bedraagt, dan in afdeeling A. De slotregel der totalen geeft als zuivere winst 10.60%; de aanteekening aan den voet van den staat wordt daarom verklaard, hoe de dividenduitkeering hooger kon worden, nl. doordat niet-leden geen dividenduitkeering bekomen. Model 9. STAAT der uitkomsten van elke afdeeling afzonderlijk. £ rt Gaat af Aandeel in 5s!§Jl lil S? Inkoopsom . vll , - : de exploita- -g ^ s P ® 3 *» £ ü I der in 1910 ^ g° ft""™, Zuivere Debiet ta Bruto öekosten, Zuivere 2*$3 tl 3 *S 1 irorVn^ht. onkosten op geretourneerd verbruikte Bestelloon. * .S « f 8 ê £ -2.2 a ventocnre goederen. of in inkoopsom. 1910. winst. materialen winst a> -sê'S S"a . Loonen (stijging boven het evenredige) „d. Diverse onkosten (id.) „e. Intrest (id.) „ƒ. Kasregisters (id.) „g. Minder bezorgloon (daling beneden het evenredige) „Totaal achteruitgang . . „af: Voordeelige verschillen: „Effecten f 2.755.30 „Afschrijving - 4.752.13 „Huur - 750.— - 8.257.43 32.208.89 7.301.25 9.781.76 1.450.— 8.493.19 f 112.392.51 „Blijft achteruitgang . . . f 104.135.08 „De verschillen zijn relatief, namelijk beschouwd in „verhouding tot de totale omzetten van de jaren 1898 en „1907; de bruto-winst op goederen is sinds 1898 niet gelijk„matig gestegen met den omzet, maar wijst in vergelijking „daarmede eene daling aan en de exploitatie-kosten zijn „sinds 1898 niet gelijkmatig gestegen met den omzet, maar „wijzen in vergelijking daarmede eene stijging aan." In het navolgende wordt dit nader uiteengezet: De relatieve daling van de bruto-winst op goederen ad f 53.157.42. Wij beginnen met op den voorgrond te stellen, dat stijging van den omzet niet als vanzelf sprekend gevolg medebrengt, dat ook de bruto-winst in evenredige mate moet stijgen. Stel, dat in een zeker aantal jaren de stijging van den totalen omzet 50 pCt. heeft bedragen. Indien nu in die periode 1°. de omzet van alle artikelen, met hunne groote verscheidenheid van winstpercentages gelijkmatig met 50 pCt. was gestegen; 2°. de percentages bruto-winst (verschil tusschen de inkoopen verkoopprijzen) gelijk waren gebleven; dan zou stijging van den omzet evenredige stijging van de brutowinst moeten medebrengen, maar iedere afwijking in de sub BEDRIJFSSTATISTIEK. 19 1°. en 2°. veronderstelden brengt verbreking van die evenredigheid mede. In het bovenstaande hebben wij reeds vermeld, dat de afwijking in de periode van 1898 tot 1907 heeft bedragen: ten opzichte van punt a (mutaties in de verkoopen) . . . f 17.544.34 " " »» » 6 (dalen der percentages bruto-winst) - 35.613.08 Samen ■ . . f 53.157.42 Wij hebben dat als volgt berekend: De totale omzet bedroeg in 1898 / 1.540.193.51$; de totale bruto-winst / 373.928,80$. De totale omzet bedroeg in 1907 / 2.242.347,63$; de totale bruto-winst / 491.240,65. Ware de bruto-winst evenredig gestegen met den omzet, dan had de totale bruto-winst in 1907 moeten bedragen/ 2.242.347,631 ƒ 1.540.193.511 X f 373-928,801 = / 544.398,07; zij bedroeg slechts / 491.240.65: de bruto-winst in alle afdeelingen samen is dus in 1907 / 53.157.42 gebleven beneden het bedrag, dat naar maatstaf van de uitkomsten van 1898, in 1907 zou verkregen zijn, indien de bruto-winsten in die twee jaren evenredig waren geweest aan de omzetten. Hiervan komt op rekening van het onevenredig stijgen van den omzet in minder voordeelige afdeelingen: /17.544,34, volgens de onderstaande redeneering: Was de omzet in alle afdeelingen sinds 1898 gelijkmatig gestegen, dan had die in 1907 als volgt over de verschillende afdeelingen verdeeld moeten zijn: In Afd. A f 1.650.665.95 B C D £ F 74.045.83 60.121.31 109.984.20 326.208.24 21.322.10% f 2.242.347.63% De omzet in 1907 was evenwel als volgt verdeeld: In Afd. A . . f 1.797.781.66 - 84.327.35 - 44.890.47 - 114.896.86 - 179.129.19 21.322.10% f 2.242.347.63% B C D E F 20 BEDRIJFSSTATISTIEK. De omzet was dus: In Afd. A naar verhouding hooger f 147.115.71 „ „ B „ „ hooger - 10.281.52 „ „ D „ „ hooger - 4.912.66 „ „ C „ „ lager f 15.230.84 „ „ E „ | lager - 147.079.05 f 162.309.89 f 162.309.89 Men ziet uit het bovenstaande, dat de omzet in Afd. A met ruim ƒ 147.000,— boven het gelijkmatige is gestegen, die in Afd. B met ruim ƒ 147.000,— beneden het gelijkmatige is gedaald. Buiten beschouwing latende de wijziging in de winst-percentages (die in de volgende rubriek onder cijfers worden gebracht), geeft deze mutatie, aangezien in Afd. A het winst-percentage 13,69 pCt. lager was dan in Afd. E, een nadeelig verschil van ƒ 20.216.—. Daarentegen voerden de afwijkingen in de andere afdeelingen tot de volgende voordeelige verschillen: In Afd. B f 567.55 „ „ C - 432.57 „ „ D - 63.86 „ „ E - 1.607.68 f 2.671.66" De mutatie van Afd. E naar Afd. A geeft dus een nadeel van f 20.216.— De overige mutaties geven een voordeel van - 2.671.66 Blijft pro resto een nadeel van f 17.544.34 Op rekening van de daling der winst-percentages in de verschillende afdeelingen moet volgens het navolgende geschreven worden ƒ35.613.08. De wijzigingen, die van 1898 tot 1907 in de percentages bruto-winst per afdeeling zijn te constateeren, bedragen als volgt: In'Afd. A was de bruto-winst in 1907: 2.49 pCt. van den omzet minder dan in 1898 m „ G „ „ „ „ 1907: 1.26 „ „ „ „ „ „ „ 1898 „ „ B „ „ „ „ 1907: 3.70 „ „ „ „ meer „ „ 1898 „ „ D „ „ „ „ 1907:3.40 „ „ „ „ „ „ „ 1898 „ „ E „ „ „ „ 1907: 1.50 1898 In cijfers uitgedrukt is dit: Het nadeel in Afd. A was 2.49 pCt. van f 1.797.781.66 is f44.760.96 , C „ 1.26 „ „ - 44.890.47 „ - 565.62 . " " - f45.326.58 „voordeel „ „ B „ 3.70 „ „ - 84.327.35 „ f 3.120.11 g D „ 3.40 „ „ - 114.896.86 „ - 3.906.46 , E „ 1.50 „ „ - 179.129.19,,- 2.686.93 " '- - 9.713.50 Het totaal nadeel uit dezen hoofde is dus . . . f 35.613.08 Hoe is de stijging ad f 50.977.66 verdeeld over de verschillende posten der Exploitatie-rekening? In 1898 en 1907 waren de exploitatie-rekeningen samengesteld als volgt: EXPLOITATIE-LASTEN. 1898. 1907. EXPLOITATIE-BATEN. 1898. 1907. Loonen en salarissen .... f 70.506 48 f 134.852 33 Bezorgloon f 20.755 8i5 f 21.725 21B Diverse onkosten - 40.290 98 - 66.024 29* Niet uitbetaald dividend . 11 66 - 74 65 Intrest - 2.325 12 - 13.166 875 Verhuurde huizen — — - 750 — Verlies op effecten - 1.892 50 — Saldo exploitatie - 101.766 19 - 199.137 73* Kasregisters — . 1.450 — Afschrijvingen - 7.518 58s - 6.194 10 f 122.533 665 f 221.687 60 f 122.533 666 f 221.687 60 In percenten van den geheelen omzet, In 1898 ad f 1.540.193.— en in 1907 ad 12.242.847.— uitgedrukt zijn deze bedragen: EXPLOITATIE-LASTEN. 1898. 1907. EXPLOITATIE-BATEN. 1898. 1907. Loonen en salarissen .... 4.58 pCt. 6.01 pCt. Bezorgloon 1.35 pCt. 0.97 pCt. Diverse onkosten 2.62 „ 2.94 „ Niet uitbetaald dividend . — — Intrest 0.16 „ 0.58 „ Verhuurde huizen — 0.03 „ Verlies op effecten 0.12 „ — Saldo exploitatie 6.61 „ 8.88 „ Kasregisters — 0.07 „ Afschrijvingen 0.49 „ 0.28 „ 7.96 pCt. 9.88 pCt. 7.96 pCt. 9.88 pCt 22 BEDRIJFSSTATISTIEK. 16. De relatieve stijging van de exploitatie-kosten ad f 50.977.66. De exploitatie-kosten, na aftrek van het geïnde bestelloon, bedroegen in percenten van den jaarlijkschen omzet uitgedrukt: In 1898 6.61 pCt. van den totalen omzet 1898 ad f 1.640.193.— „ 1899 7.01 „ , §| „ 1899 „ - 1.581.460.— „ 1900 6.69 „ „ 1900 „ - 1.658.726.— „ 1901 6.26 „ „ „ „ „ 1901 „ - 1.720.739.— „ 1902 7.26 , „ 1902 „ - 1.816.695.— „ 1903 7.95 „ „ , 1903 „ - 1.934.058.— „ 1904 8.13 , „ „ 1904 „ - 2.012.294.— „ 1905 8.33 „ „ „ „ ., 1905 „ -2.096.262.— „ 1906 8.71 „ „ „ „ „ 1906 „ - 2.156.024.— „ 1907 8.88 , 1907 „ - 2.242.348.— Uit dezen staat blijkt, dat na 1901, toen de exploitatie-kosten 6,26 pCt, van den omzet bedroegen, deze kosten regelmatig boven het evenredige gestegen zijn. Van 1898 tot 1907 bedraagt deze stijging 2,27 pCt. of ƒ 50.977.66. Volgens onze berekeningen is deze stijging over de verschillende posten der exploitatie-rekening als volgt verdeeld: S t ij ging boven het evenredige: Loonen 1.43 pCt. van f 2.242.347.36 is f 32.208.89 Diverse onkosten .... 0.32 „ „ - „ „ „ - 7.301.25 Intrest 0.43 „ „ - „ „ „ - 9.781.76 Kasregisters 0.07 „ „ - „ „ „ - 1.450.— Minder bezorgloon. . . . 0.38 „ „ - „ „ „ - 8.493.19 f 59.235.09 Daling beneden het evenredige: Effecten ... 0.12 pCt. van f2.242.347.63 is f2.755.30 Afschrijving . . 0.21 „ „ - „ „ „ - 4.752.13 Huur 0.03 „ „ - „ „ „ - 750.— - 8.257.43 Totaal der stijging boven het evenredige ... f 50.977.66 Onkosten. § 4. Wij gaven in de vorige deelen van dit werk reeds verschillende modellen van onkostenboeken, die voor een goede onkostenstatistiek, n.1. ter verzameling van de gegevens daarvoor dienen kunnen. Om hiertoe te geraken is het in de allereerste plaats noodig de onkosten te splitsen in bedrijfs-, verkoops-, en algemeene onkosten. Vooral in fabrieksondememingen is deze splitsing onontbeerlijk. Toch is zij niet uitsluitend aan die bedrijven eigen, zooals schrijvers over die onderwerpen wel beweren. 22 BEDRIJFSSTATISTIEK. 23 In nagenoeg ieder bedrijf kan, ja moet, deze onderscheiding worden gemaakt. Onder bedrijfsonkosten zijn allereerst die te verstaan, die nauw met het artikel, waarin gehandeld wordt, verband honden, als vrachten, rechten, inkoopsprovisie, onderhoud en bewerking van den voorraad. Ook in andere bedrijven, waarin van geen goederen-voorraad sprake is, treft men ze aan, b.v. in bet verzekeringsbedrijf, waar men ze acquisitiekosten noemt, n.1. alle onkosten gemaakt om de zgn. verzekeringsportefeuille te vormen d. i. de verzameling van alle loopende contracten. Een statistiek der onkosten eener zaak zal niet licht in te veel bijzonderheden afdalen. Hoe meer detailleering hoe beter, kan men in het algemeen zeggen. Daarom is hetgeen wij hiervoren in 't midden brachten omtrent de statistieken, die men uit de goederenrekening kan afleiden, ten volle van toepassing op de onkosten-statistiek. Men kan het materiaal voor zulk een statistiek op eenvoudige manier verzamelen door een of meer onkostenboeken aan te leggen, waarin voor iedere soort der onkosten een hoofd wordt geopend (evenals in een rekening-courantboek of grootboek). Deze wijze van detailleeren der onkosten heeft op de kolom-, men-manier voor, dat men niet gebonden is aan het aantal hoofden. Het is natuurlijk, dat de indeeling, die men volgt, jaar op jaar dezelfde moet wezen; anders zou men niet tot vergelijkende statistieken kunnen komen. Model 11. Productiestaat eener Verzekerings-maatschappij. Tarief A. Aantal Contracten. Gemiddelde Maand. _ . i 1 premie per Premie. „ , , 10 j. 5 j. 1 j. Totaal. Contract. Van kracht op 31 Deo. '10 f 62.277 50 2.098 635 142 2.875 f 21 66 Productie Jan. '11 . . . 945 32 26 14 3 43 2198 63.222 82 2.124 ~649 145 2.918 2Ï 66» Afgeschreven Jan. '11 . 548 67 9 3 5 17 32 275 Van kracht op 31 Jan. '11 62.674 15* 2.115 646 140 2.901 21 60* Productie Febr. '11 . . 770 06 24 7 2 33 23 335 63.444 2T 2.139 653*142 2.934 2162* Afgeschreven Febr. '11 . 815 43 18 6 5 29 28 12 Van kracht op 28Febr.'ll 62.628 TS 2.121 ~647 137 2.905 21 56~ Productie Maart '11 . . 642 85 15 6 3 24 26 785 63.271 63~ 2.136 653 140 2.929 2160* 24 BEDKUFSSTATISTIEK. Productie. Bij een verzekeringsmaatschappij is het voor het beheer van groot belang, een geregeld overzicht te hebben van de productie. Daartoe wordt een boek aangelegd, waarin elk tarief een folio heeft, en waarin van maand tot maand van ieder tarief te zien is het premie-inkomen met zijn wijzigingen, het aantal loopende contracten, en de gemiddelde premie per contract. Model no. 11 toont een folio uit dit productieboek. Zooals uit een nauwkeurige beschouwing blijkt, geeft de staat het premie-inkomen uit het betreffende tarief aan, alBmede de vermeerdering en de vermindering daarvan in elke maand, zoodat in de kolom Premie het premie-inkomen van iedere maand tot uitdrakking wordt gebracht. De kolommen naast deze geven aan, welke aantallen contracten van elke soort loopend zijn, alsmede het totaal. Het gemiddeld premiebedrag per contract geeft een denkbeeld van den aard der contracten, nl. of zij belangrijk zijn of niet. Dit bedrag is verkregen door de bedragen in de Premiekolom te deelen, door de daarbij behoorende totaalsommen der contracten. Over gemiddelden zullen wij in een latere § van dit hoofdstuk nader handelen. Deze statistiek wordt ontleend aan de polissen, die uitgegeven, dan wel geroyeerd worden. Onder premiebedrag wordt de jaarpremie verstaan. Indien dus de premie per kwartaal betaalbaar is, of voor een aantal jaren vooruitbetaald werd, wordt zij tot jaarpremie herleid. De van elk tarief gecreëerde of geroyeerde polissen worden in een daartoe bijzonder bestemd boekje opgeteekend en uit deze boekjes voor ieder tarief, de staten samengesteld welke wy thans bespreken. Vergelijkend overzicht van onkosten en premie-inkomen. Het is voor het beheer een zaak van gewicht, om voortdurend voeling te hebben tusschen onkosten en premie-inkomen. Immers in het premiebedrag is een opslagcijfer voor de onkosten begrepen en dat mag niet overschreden worden, althans niet dan bij hooge noodzakelijkheid. Nu zijn de onkostenbedragen, doordat zij de maandelijks betaalde sommen zijn, vrij ongelijkmatig, zoodat de percentages, die de lezer in model no. 12 achter de onkosten-, provisie- en totaalbedragen aantreft, dit dientengevolge ook zijn. Daarom wordt evenwel achter elke maand een overzicht gevoegd van de verloopen maanden van het jaar samen, waardoor het gevonden percentage steeds nader bij het jaarpercentage zal komen. Bij een oppervlakkige beschouwing lijkt het nut van dit overzicht niet zoo groot, BEDRIJFSSTATISTIEK. 25 Model 12. Vergelijkend Maandelijksch Overzicht van Onkosten en Premie-inkomen. te bB gé Jaar- Premie- On- | -2 Onk. en * +al Maand. . , . . g Provisie ö ö tal. mkomen. kosten. § "uvuue. g Provisie. 8 5 B ® OJ S 1^1 fa I 1924 Januari 7.22109 1.196 958 16.6 912 10 12.6 2.109 066 29.2 1925 idem 8.876 37 1.309 83 14.8 963 916 10.9 2.273 74* 25.7 1926 idem 11.182 19» 1.14616 10.2 1.372 28 12.3 2.518 44 22.5 enz. 1924 Februari 4.433 74 1.421 36» 32 668 99 12.8 1.990 34» 44.8 1925 idem 5.135 28 896 63 17.4 596 67 11.6 1.493 30 29 1926 idem 6.596 68 1.315 24 19.9 789 23 12 2.104 47 31.9 enz. Gecombineerd. 1924 Jan.—Febr. 11.654 83 2.618 31 22.5 1.48109 12.7 4.099 30 36.2 1925 idem 14.011 65 2.206 46 15.7 1.560 58» 11.1 3.767 04» 26.8 1926 idem ' 17.778 87» 2.46140 14 2.16151 12 4.622 91 26 enz. maar bij nadere kennismaking zal de lezer tot de overtuiging komen, dat juist door bet op den voet volgen van de premie- en onkostencijfers en de uitdrukking van deze in % van het premiebedrag, de stand van zaken te dezen opzichte bij voortduring blijkt. De directie kan alzoo maandelijks zien, hoever zij gaan kan met het maken van onkosten, en hoe in de achtereenvolgende jaren de verhoudingscijfers der gegevens waren. Het overzicht vult in het boek 12 folio's, waarvan bet bovengedeelte voor een maand afzonderlijk bestemd is en het ondergedeelte voor de totaalbedragen van de verloopen maanden van ieder jaar, zoodat elke afzonderlijke tabel in het boek een half folio vult. Op folio 1 treft men echter alleen de gegevens der Januari-maanden van 1904, 5 en 6 aan, terwijl immers eerst bij Februari sprake kon wezen van een totaal der verloopen maanden n.1. Januari en Februari samen. Premiën en Schaden. Het is noodig, dat men van een zeker tarief de premiën en schaden tegenover elkander kan stellen, om zoo te zien, of de eerste de laatste dekten, m. a. w. of de premievoet juist is gekozen. Van ieder loopend contract eener verzekering wordt in een goed geordende zaak een duidelijk overzicht gegeven, dat wel het best is in te richten volgens het kaartsysteem. Zoo 26 bedrijfsstatistiek;. Model 13. Beroep: Arts. Premievoet (Witte kaart). A 1.— B 1.50 C 2.80 Klasse III. Tarief A. Polis Verzekerde Bedragen. Herverzekerde Bedragen. No Aanteekeningen. A. B. C. A. B. C. ""H ! " Prelrlïe": 4947 10.000 30.000 10.— 5.000 15.000 5.— A 60 x f 1.— f 60.— 4965 15.000 20.000 7.50 5.000 5.000 2.50 B 87 x f 1.50 -120 50 4967 20.000 15.000 5.— 10.000 — — C 30 x f 2.80 - 84.— 4982 — 15.000 5.— — 15.000 — totaal f 264.60 4993 — 30.000 10.— — — 5.— Herverz. Premie. 5004 10.000 15.000 5.— — — — A 30 x f 1.— f30.— 5007 15.000 22.000 7.50 5.000 7.500 2.50 B 12.5x f 1.50 - 18.75 70.000 147.000 50.— 25.000 42.500 ÏX^ C 5 x f 2.80 - 14.— 10.000 60.000 20.— 5.000 30.000 10.— f 62.75 60.000 87.000 30.— 20.000 12.500 5~~~~ voor eigen rekening f201.85 Schade - 50.— f 151.85 (Gele kaart), i A 1.— Beroep: Arts. Premievoet B 1.50 Klasse iii. Tarief A. ^ ' C 2.80 Polis Verzekerde Bedragen. Herverzekerde Bedragen. jj0 Aanteekeningen. A. B. C. A. B. C. 1910. [ i 4993 — 30.000 10.— — 15.000 5.— 4947 10.000 30.000 10.— | 5.000 15.000 5.— 10.000 60.000 20.— 5.000 30.000 10— I (Blauwe kaart). Beroep: Arts. Klasse iii. Tarief A. Polis Betaalde Schaden. AurW ^ ^ Iberugontv. schaden No- A. | B. C. JJ* I van het on^- A. B. C. 4967 — — 60.— 10 Val met de fiets, — — — kneuzing rechterpols. BEDRIJFSSTATISXIÈK'. 27 houdt men in de zaak, waaraan ons voorbeeld is ontleend, van iedere polis een kaart aan, waarop alle bijzonderheden omtrent zeker contract (hoofdinhoud van de polis) worden aangetroffen, dus ook alles betreffende premiebetaling en schaden. Deze kaarten staan in een lade, in volgorde der polisnummers en geven daardoor geen aanwijzingen, of zeker tarief aan de maatschappij voordeel dan wel nadeel oplevert, dit kan eerst blijken, als de gegevens omtrent zekere groep van verzekerden bijeengegaard worden. Dit geschiedt ook weder door toepassing van het kaartsysteem. Gevarenklassen. Zoo moet b.v. een ongevallen-verzekeringsmaatschappij weten, in welke gevarenklassen zij de beroepen moet indeelen, onder welke zij verzekerden heeft. Een beroepsgewijze indeeling van premies en schaden is daartoe onontbeerlijk. Daartoe legt zij van ieder beroep een drietal kaarten aan. Op de eerste (een witte kaart) wordt iedere polis ingeschreven, die geteekend wordt en een verzekering in dat beroep betreft. In model 13 vindt de lezer van de liniatuur dezer kaart Zij bevat allereerst een kolom voor de polisnummers, daarachter de verzekerde bedragen in de drie afdeelingeD: 1. Uitkeering bij overlijden, 2. uitkeering bij invaliditeit, 3. uitkeering per dag bij ziekte tengevolge van een ongeval. In de tweede hoofdkolom worden de herverzekerde bedragen vermeld. Zooals men uit de opeenvolging der polisnummers kan bemerken, wordt deze kaart geregeld uit de contract-kaarten (die in contractnummer-volgorde staan) bijgewerkt. De royementen worden op een andere kaart, die geel van kleur is, verzameld, aldaar getotaliseerd en eindelijk op de oorspronkelijke (witte kaart) afgetrokken. Dit geschiedt aldus, om arbeid uit te sparen, immers, indien men de royementen dadelijk op de witte kaart aanteekende, zouden daarop vele optellingen en aftrekkingen moeten voorkomen, en daardoor zou ook de kans op fouten belangrijk worden vergroot. Een derde kaart, die op tarief A. klasse TH betrekking heeft, is blauw van kleur en bevat de schaden. Allereerst treffen wij daarop aan een kolom voor het polisnummer, een drievoudige kolom voor de betaalde schaden, een voor het aantal invaliditeitsdagen, een voor oorzaak en aard van het ongeval en eindelijk één voor de terugontvangen schaden (door de " herverzekeraars vergoed). Bezien wij nu de belangrijke kolom Aanteekeningen op de hoofdkaart (witte) dan bemerken wij, dat daarin allereerst het 28 BEDSUPSSTATISTIEK. premie-inkomen van de betreffende posten wordt beciiferd vervolgens de herverzekeringspremie daarvan en einde^ ^ t rZTJll°mm V°°r,eigen rekenÜlg de *^Ide sehaden mtTtT§iï°menIZ00dat dUMelijb bIÖkt'we* voor- o« nadeel diende £/ T ^ de voortvloeit. Zoo¬ doende kan de directie van iedere groep van verzekerden s r0ef i~T'waarin s ^ trekken berekende Premie voldoende is om het risico dieHmLbf0evgeei1 bet0,°g' dat * h0°Sst contracten, d* men in zekere groep heeft loopen, geen algemeene conclusie omtrent die groep zal kunnen getrokken worden, en een dergelijke statistiek eerst na jaren een bepaalde betrouwbaarheid verSjgl ?etllLZalZ1i aandEf * h6t beStnur °P de verschiUende ToT^ea en daardoor * zij ™ ^ bed^ - Opgemerkt moet nog worden, dat de drie (even groote) kaarten m de lade of bak onmiddellijk bij elkander geplaatst worden ^ P, a ^ V°lg0rde der beroePen ge^ndhaafd blijft. Voorts zal men met zelden van een beroep slechts een of twee kaarten aantreffen, nl. één kaart (witte), indien nog geen royementen of schaden met betrekking tot de posten op de witte kaart voorkwamen; twee kaarten (wit en geel),indien wel royementen doch geen schaden voorkwamen; een witteen een blauwe kaart, indien wel schaden doch geen royementen m de betrokken onderafdeeling zijn voorgekomen. °yemeiitel1 Overzichten. Wij stippen in verband met het verzekeringsbedrijf de volgende overzichten aan, die alle van groote beteekenis zijn- 1. verspreidmgvanhetaantalverzekerdenoververschillende landen, gewesten, gemeenten, enz. 2. Verspreiding en beteekenis der agentschappen. 3. Werkzaamheid der agenten, blijkende nit de door hen afgesloten bedragen per maand. Hieruit is met een oogopslag te zien, welke agenten geregeld goede aanwinsten voor de portefeuille maken, en welke als het ware bij vlagen werken. Ook u het gehalte yan de dQor .ederen a ra posten van groote beteekenis. Om dat te kunnen nagaan, bewijst ook het kaartsysteem zeer goede diensten. Men richt dan voor iederen agent een Kaart in, en plaatst daarachter van eiken door hem afgesloten verzekenngspost een kaart, waarop de bijzonderheden als 28 BEDRIJFSSTATISTIEK. 29 premie, enz. en vooral schaden worden aangeteekend, alsmede de royementen. Bij royeering van den post wordt over de geneele kaart daarvan een schuine dwarsstreep gehaald De kaarten van geroyeerde posten worden niet weggenomen, doch blijven op haar plaats staan. Zoodoende heeft men van iederen agent een dossier, dat alles bevat wat noodig is, om zijn activiteit en productiviteit te beoordeelen. 4. Ligging der verzekerde voorwerpen (bv. bij brandverzekering). Hier vindt het kartogram een uitgebreide toepassing. Het gemiddelde in de statistiek. § 5. De statistiek beoogt niet alleen het verzamelen van bepaalde gegevens, dit is slechts voorbereidende arbeid, haar eigenlijk hoofddoel is deze verzameling te benutten voor het bekomen van aanwijzingen, en indien deze aanwijzingen waarheid bevatten, kunnen zij den grondslag vormen van gevolgtrekkingen. Een verzameling van verschijnselen kan eindeloos in afwisseling wezen, uitzonderingsgevallen kunnen voorkomen van onderscheidene soort. Daarom is het gewenscht, ja noodig, een zekere constante te verkrijgen, zij het ook maar een betrekkelijke, voldoende voor de behoeften der statistiek, met andere woorden, uit een groot getal feiten moet een normaal geval, een betrekkelijk vast punt worden afgeleid. Dat is het gemiddelde. Wel is waar is het gemiddelde een abstract cijfer, maar daarom is het volstrekt niet fictief. Het is gebaseerd op de werkelijkheid. Doordat het uitzonderingsgevallen ter zijde stelt, kan men het een typisch cijfer noemen Subjectief. Het aldus verkregen gemiddelde noemt men het subjectief, ideëel of typisch gemiddelde, in het Engelsch average. Om een voorbeeld te noemen: men wenscht uit de resultaten van verschillende waarnemingen de gemiddelde grootte van den 18-jarigen Nederlander te berekenen. Men zal dan een type vinden, dat wellicht nergens in werkelijkheid wordt aangetroffen, maar toch kan gelden als het type van den 18-jarigen Nederlander. Dat soort gemiddelde komt in de statistiek veel meer voor dan de volgende. Objectief. Het objectief gemiddelde (Engelsch mem), vloeit voort uit afzonderlijke waarnemingen van eenzelfde verschijnsel Bij voldoend aantal der waarnemingen zal het de meest waarschijnlijke uitdrukking van het waargenomene geven. Quetelet gaf het volgende, klassiek geworden voorbeeld: Bij de plaatsbepaling van de poolster door het observatorium te Greenwioh 30 BEDRIJFSSTATISTIEK. werden tusschen 1836 en 1839 487 waarnemingen gedaan. Men nam nu het rekenkundig gemiddelde van die waarnemingen aan als de werkelijkheid, en vond, dat de afwijkingen der afzonderlijke waarnemingen boven en beneden 'dit gemiddelde elkaar vrijwel compenseerden. Ter verduidelijking geven wij nog bijstaand staatje. Afwijking van het gemiddelde. Aantal waarnemingen. absoluut. per duizend. 1 2 6 12 12 25 21 43 36 74 61 126 73 150 82 168 72 148 63 129 38 78 16 33 5 10 1 2 487 1000 — 3,5 graadboogseconde — 3 „ — 2,5 ,, — 2 | — 1,5 » — 1 ., ..... — 0,5 Z gemiddelde . . . + 0,5 graadboogseconde fi „ + 1,5 „ + 2 „ + 2,5 „ + 3 „ Het objectief gemiddelde zoekt dus iets bestaands vast te stellen in tegenstelling tot het subjectief gemiddelde. Is het eerstgenoemde berekend uit waarnemingen van eenzelfde verschijnsel op een bepaalde plaats en tijd, hier geldt het verschijnselen op verschillende tijdstippen en verschillende plaatsen, welke verschijnselen echter gelijkwaardig moeten zijn. . Voor de berekening van het gemiddelde behoort dus te worden gelet op: 1°. de gelijksoortigheid der gegevens, wat betreft den aard van bet verschijnsel, den tijd en de plaats van de waarneming. 2°. het voldoend aantal van de gegevens, die geen groote verschillen mogen aanwijzen. 3°. de onjuistheid, om het gemiddelde van gemiddelden te willen nemen. Toch wordt het gemiddelde vaak misbruikt. Men verhaalt van een statisticus, die sprekende van zekeren veldslag, na het getal gevallenen te hebben genoemd, gedood door het kanon, door het geweer en door het blanke wapen, daar heel laconisch op liet volgen: dat was gemiddeld zooveel. Een gemiddelde is alleen denkbaar bij grootheden van dezelfde soort. BEDRIJFSSTATISTIEK. 31 Rekenkundig Gemiddelde. Zoo kan men uit de noteering van eenzelfde artikel op één dag een gemiddelden dagkoers afleiden, die dan de uitdnu^king is van den type-prijs op dien dag. De som van de op dien dag bestede prijzen gedeeld door hun aantal, geeft het gemiddelde, dat, zoo berekend, rekenkundig gemiddelde wordt genoemd. Het rekenkundig gemiddelde komt in de praktijk veelvuldig voor, hetzij om den normaalomzet per dag, week, maand of andere periode te bepalen, betzij om den gemiddelden in- of verkoopsprijs enz. uit te drukken. Middencijfers. De beide uiterste grenzen van zekere gegevens, waarvan men het gemiddelde wenscht te zoeken, worden het minimum en het maximum genoemd. De som van minimum en maximum gedeeld door twee heet doorsnede of middencijfer, hetgeen wel van het rekenkundig gemiddelde is te onderscheiden. Het rekenkundig gemiddelde is van twijfelachtige waarde bij een klein aantal waarnemingen, immers dan hebben uitzonderingsgevallen te grooten invloed. Bij een groot aantal waarnemingen wordt de invloed van uitzonderingsgevallen belangrijk verkleind. Om dezen invloed zooveel mogelijk te beperken, bedient men zich wel van het Meetkundig Gemiddelde, d.i. de n-de machtswortel uit het product der waargenomen (n) eenheden. Is een dezer echter 0, dan is dit product ook 0 en dus het meetkundig gemiddelde dan niet bruikbaar. Gemiddelden komen voor o.a. pariteitentafels, waar tusschenliggende cijfers door interpolatie worden bepaald, of door extra-poleeren, als men nl. buiten de waargenomen grenzen gaat. Een beeld van de mate van afwijkingen in de afzonderlijke termen van een reeks krijgt men door gebruik van de z.g. Oscillatiegetallen. Zulk een getal wordt op de volgende manier verkregen. Men telt de afwijkingen van de afzonderlijke waarnemingen met het gemiddelde samen (zoowel + als —), deelt die som door het aantal waarnemingen en drukt dit quotiënt uit in % van bet gemiddelde. Het oscillatiegetal drukt de gemiddelde afwijking uit der afzonderlijke termen van een reeks van hun gezamenlijk gemiddelde. Verhoudingscljfers. Om vergelijkingen tusschen gegevens te vergemakkelijken drukt men die in deelen of veelvouden van een vast getal (bv. 100) uit. Door deze uitdrukking in percenten, zooals men dat noemt, spreken de getallen duidelijker. 32 BEDRIJFSSTATISTIEK.. Verhoudingscijfers hebben echter geen beteekenis, zonder daarbij ook de absolute cijfers te geven. Mediaan. Ook spreekt men van mediaan, deze is wel te onderscheiden van bet middencijfer, bet is nl. bet middelste van de naar de grootte gerangschikte waarnemingen. Middencijfer en mediaan hebben dus alleen bij een groot aantal waarnemingen beteekenis en naderen dan dicht het rekenkundig gemiddelde. De berekening van het gemiddelde heeft geen zin bij zeer sterk uit eenloop end e getallen. De wet der groote getallen. Terwijl men zich bij de natuurwetenschappen van de proefneming, het experiment, kan bedienen, heeft men ter opsporing van de regelmaat in bet voorkomen van economische verschijnselen en bij onderzoek naar de oorzaken de statistische methode noodig. Alle toevallige gebeurtenissen moeten uitgeschakeld worden, om de constant werkende oorzaken, de typische te doen uitkomen. Dit doel wordt bereikt' door het gemiddelde te berekenen van een groot aantal waarnemingen en door de toepassing van de wet der groote getallen, in de wiskunde bekend als het theorema van BernouiUi, door dezen behandeld in zijn in 1713 verschenen werk „Ars conjectandi". De stelling luidt, dat de waarschijnlijkheid van het optreden van zéker verschijnsel, hetwelk zich al dan niet kan voordoen, dichter door de waarneming zal worden benaderd, naarmate het aantal waarnemingen grooter is. De graad der nauwkeurigheid stijgt dus met uitbreiding van het aantal waarnemingen, en wel in verhouding van den vierkantswortel van het aantal van deze. Liggen in een vaas een groot aantal ballen, in kleur verschillende, witte en zwarte, doch overigens geheel aan elkaar gelijk, van iedere soort evenveel, dat is de kans, dat men een witte trekt = '/«• Westergaard nam de proef, en kreeg na 10000 trekkingen 5011 witte tegen 4989 zwarte ballen. Hetzelfde verschijnsel doet zich bij alle statistische waarnemingen voor. Het Theorema van Bernouilli is van het grootste gewicht voor de statistiek. Ondanks de fouten, die bij het waarnemen x) De productie van twee levensverz.mijen bedraagt b.v. o. 40millioen 6. 39 millioen. De doorloopende kosten per polis zijn bv. f 4,77 en f 0,54 dus voor a hooger. In % uitgedrukt van de premie echter voor a 3,65 voor b 6,23, dus voor a veel gunstiger, wql b zich voornamelijk beweegt op het gebied der volksverzekering. De eerste kosten waren voor o f 931 mille, voor b 1300 mille. BEDKIJESSTATISTTEK. 33 gemaakt worden, .is het mogelijk juiste conclusiën te trekken, aangezien de gemaakte fouten doorgaans elkaar geheel of grootendeels opheffen. Zijn nu een groot aantal gevallen op zekér gebied waargenomen en is daaruit een constante verhouding afgeleid, dan zijn wij daardoor in staat conclusies té trekken voor soortgelijke gevallen, die niet door ons geobserveerd zijn. Al zeer vroeg maakte men hiervan gebruik voor het levensverzekeringbedrijf. Is in een land van een groot aantal personen de levensduur nagegaan, hoelang zij b.v. op dertig-, op een-en-dertigjaren leeftijd enz. nog te leven hebben, dan heeft men aan de hand van deze waarnemingen een betrouwbare basis, hoeveel personen, die een levensverzekering sluiten, na een vastgesteld aantal jaren nog zullen leven, en hoeveel in dat jaar sterven. Hieruit kan het bedrag aan premiën berekend worden, dat noodig is om aan de nabestaanden van de overledenen een toegezegde uitkeering te doen. Ook laten zich op grond van de waarschijnlijkheidsleer voorspellingen doen. Had een stad bijv. in 1910 70.000 inwoners, in 1911 71.000, in 1912 72.110, in 1913 73.227, dan kan men met behulp van de leer der reeksen van hoogere orde, door interpolatie het vermoedelijk aantal inwoners in 1914 bepalen, laten wij zeggen, circa 74.325. Hierop kan een gemeentebestuur zijn maatregelen baseeren voor stadsuitbreiding enz. Ook voor den handel is deze wet van veel belang. Ramingen van het dividendrecord, van vermoedelijke omzetten enz. zoo ook de cijfers, die bij oprichten van zaken of bij kapitaalsuitbreiding in prospectussen gegeven worden en tal van andere becijferingen, steunen op de hier beschreven wet. Relatieve cijfers. Ook de bepaling van relatieve cijfers heeft voor de statistiek belangrijke waarde. (Zie model 10.) Grafische voorstellingen. § 6. De grafische voorstellingen dienen om zekere statistische feiten een gemakkelijk opneembaren vorm te geven. *) Hoewel van grafische voorstellingen veelvuldig gebruik wordt gemaakt, om voor den min of meer oppervlakkigen beschouwer zekere statistische feiten door pakkende uitbeelding te doen uitkomen, en zij niet zelden op effect berekend zijn (waarom zij veel op tentoonstellingen voorkomen), *) Deze voorstellingswijze, ook wel grafische statistiek genoemd, is van John Playiair, een wis- en natuurkundige (1748—1819), die in 1789 voor het eerst de leer der coördinaten in toepassing bracht, ter verkrijging van figuren, die den loop der Engelsche Staatsschuld aantoonden. Bedrijfsstatistiek. 3 34 BEDE, IJESSTATXSTIEK. kan men deze toch niet alle wetenschappelijke waarde ontzeggen. Lijndiagram. Bij de grafische voorstellingen maakt men voornamelijk gebruik van het lijndiagram. Deze voorstellingswijze is er op berekend, het verloop van een op eenzelfde eenheid betrekking hebbend cijfer aan te geven gedurende zekere periode. Bijvoorbeeld: de prijsbeweging van een artikel, de beweging van het omzetcijfer eener bepaalde zaak, van eenzelfde filiaal, van eenzelfde artikel. Evenals het gemiddelde heeft ook het bjndiagram alleen betrekking op grootheden van den zelfden aard. Abcisse. Het lijndiagram bestaat uit een horizontale lijn (abcisse); daarop staan verticale lijnen, op bepaalde afstanden van elkander, die door haar lengte de verschillende grootheden aangeven. De bovenste eindpunten van deze lijnen worden door een dwarslijn vereenigd, die al naar gelang de ligging dezer eindpunten is, een rechte, gebroken of kromme lijn zal wezen. Deze lijn heet curve. Moet men ongelijksoortige grootheden met elkander vergelijken, b.v. de omzetten van een aantal filialen, dan kan het lijndiagram geen dienst doen. Curve. De curve van het lijndiagram drukt een beweging uit, stelt de verandering voor van den eenen toestand in den anderen, en de verbinding der vastgestelde punten is eigenlijk niets anders dan een aanduiding van alle tusschengelegen punten, die men niet door afzonderlijke verticale lijnen heeft aangegeven. Deze punten zijn vaak min of meer benaderd, daar niet altijd de beweging zich even gelijkmatig van het eene bekende punt tot het andere zal hebben bewogen, zooale de verbmdingslijn aangeeft. Hoe meer punten men alzoo bepaald heeft, hoe duidelijker de curve de beweging zal aangeven. Zoo zal men van een prijsbeweging een duidelijk beeld krijgen,, als men de prijzen van zeker artikel op achtereenvolgende beursdagen door een lijndiagram aanschouwelijk maakt. Juister wordt de voorstelling echter, indien het mogelijk is, ook de schommelingen van den prijs op elk dier dagen daarin aan te geven. Dat zou kunnen geschieden door de prijsnoteeringen op verschillende uren in de voorstelling op te nemen. Een voorbeeld van een lijndiagram geven wij in model 14. Men bezigt het vlakdiagi am als men de verhoudingen van bepaalde grootheden wil voorstellen op één oogenblik of in één bepaalde periode. Vlakdiagram. Het viakdiagram beantwoordt aan zijn doel, als het Model 14. 36 BEDRIJFSSTATISTIEK. de voor te stellen hoeveelheden duidelijk doet uitkomen. Dit is het geval als de verhoudingen der grootten van de verschillende vakken in het oog springend is, zooals bij rechthoeken, waarvan de bases even groot zijn, en waarbij dus de lengteverhouding der opstaande zijden de oppervlakte-verhouding der stukken aangeeft. Zoo kan men door vlak-diagrammen aanschouwelijk voorstellen : den omzet in verschillende filialen van een onderneming, en ook de samenstellende deelen van zeker geheel. Om b.v. de samenstelling van zeker fabrikaat, b. v. een vloeistof, duidelijk te doen uitkomen, vult men wel een glazen buis met verschillend gekleurde vloeistoffen, die zich niet vermengen of ook wel verschillende gekleurde zand-soorten, welke in bepaalde hoeveelheidsverhoudingen genomen zijn. Ook kan men de samenstellende deelen van den kostprijs van zeker artikel aanschouwelijk maken door een rechthoek of zuil, die door verschillend gekleurde gedeelten de hoeveelheidsverhoudingen van de grondstoffen, arbeidsloonen, fabrikaats- en algemeene- en verkooponkosten laat zien. Daarbij kunnen ook negatieve cijfers voorkomen, n.1. de opbrengst van afval of bijproducten, die eveneens door een bepaalde kleur worden aangegeven, en wel in het gedeelte, dat de kosten van het grootste bestanddeel voorstelt. Een voorbeeld van een vlakdiagram geven wij in model 15. Met alleen rechthoeken doch ook andere meetkundige figuren benut men bij het vlakdiagram, zoo b.v. den cirkel. De samenstellende deelen worden dan door cirkelsectoren voorgesteld. Heeft men verschillende grootheden te vergelijken, die van meer dan een waarde afhankelijk zijn, dan wordt het vlakdiagram ook wel gebruikt. Zoo is de waarde van een productie gelijk aan het product van de hoeveelheid en den middenprijs. Wil men de geproduceerde waarden in verschillende tijden aanschouwelijk voorstellen, dan kan men dat doen door rechthoeken, waarvan de lengtezijden de hoeveelheden en de breedtezijden de middenprijzen voorstellen. Dergelijke voorstellingswijzen zijn echter niet zeer duidelijk, omdat de grootteverhoudingen der rechthoeken bij den beschouwer toch niet opvallen, en ten slotte de daarbij geplaatste cijfers hem terecht moeten helpen. Men past ook het vlakdiagram wel toe, waar het lijndiagram te kort schiet, nl. bij zeer uiteenloopende waarden. Men neemt dan zijn toevlucht tot vierkanten of kwadraten, waarvan de Model 15. Diverse onkosten. l:-:V::-:-:V:::i Verlies en afschrijvingen op onroerende goederen, dubieuse debiteuren, enz. t i Provisie, disagio en kosten pandbrieven. Deze drie rubrieken zijn uitgedrukt in % van de brutowinst in de jaren 1904-1905. Noot. In 1904 bedroegen verlies, afschrijvingen, enz. slechts 0,1% en zijn daarom weggelaten. (Ontleend aan De Accountant) 38 BEDRIJFSSTATISTIEK. lengten dan gelijk zijn aan de vierkantswortel der voor te stellen getallen. Ook deze voorstellingswijze is minder duidelijk. Deze duidelijkheid wordt nog geringer, indien men in dit geval den cirkel te baat neemt. De verhouding der oppervlakten van eenige verschillende cirkels is zonder bepaalde oefening op het eerste gezicht lang niet gemakkelijk te benaderen. Kartogram. Vermelden wij nogmaals het kartogram, dat dienst kan doen om de verspreiding van afnemers, agenten, verzekerden, verzekerde objecten enz. in zeker gebied voor te stellen. Zoo voegt een verzekeringsmaatschappij aan haar jaarverslag een kaart van Nederland toe, waarvan de provincies verschillend gekleurd zijn, al naar de verhouding van het aantal verzekerden in die provincie en het aantal inwoners, zoodat daaruit gemakkelijk is te zien, in welke provincies deze maatschappij het sterkst vertegenwoordigd is. Ook kan men door kartogrammen de verspreiding van agenten eener onderneming aangeven. In een kastje met lage, vlakke laadjes bevindt zich in ieder laadje de kaart van een provincie. Door spelden met verschillend gekleurde porceleinen kopjes worden dan hoofd- en subagentschappen aangegeven. Een brandverzekeringsmaatschappij heeft b.v. plattegronden van alle gemeenten, waar zij werkt, en geeft daarop door kleuren aan, welke perceelen zij verzekerd heeft. Deze mogen niet dicht aaneengesloten liggen, omdat daardoor het risico belangryk wordt vergroot. De Jndexnummers. § 7. Bij berekeningen, die ten doel hebben de rijzing of daling in de waarde van het geld na te gaan, of om de algemeene prijsbeweging der goederen om andere redenen weer te geven, maakt men vaak gebruik van de z.g. indexnummers. Ook ter vergelijking van arbeidsloonen, tractementen of honoraria in verschillende tijdvakken zijn zij noodig. De indexnxunmers zijn eenvoudig de rekenkundig gemiddelden van de in percenten berekende prijzen. De methode komt hierop neer, dat als uitgangspunt de prijzen dienen van een bepaald aantal artikelen, die daarvoor in aanmerking komen, in een met zorg gekozen economisch normaal jaar. Deze standaardprijzen worden gelijkgesteld met 100 en in de verhouding tot dit getal herleidt men in volgende jaren de prijzen. De aldus gevonden prijsverhoudingscijfers voor alle artikelen worden daarop samengeteld en vervolgens die uitkomsten gedeeld door het aantal artikelen. BEDRIJFSSTATISTIEK. 39 Zoo handelt men van jaar tot jaar of van maand tot maand, al naar gelang men noodig oordeelt. De eerste, die de indexnummers toepaste, was Jevons, die tot grondslag nam de prijzen van 1845—1850. De „Economist" zet met 22 artikelen zijn werk voort, waarvan zij iedere maand het resultaat publiceert. In Sept. 1916 was het indexcijfer 4423 tegen het gemiddelde cijfer van 1901—1905 2200, en dat van Juli 1914 2565. Het Sept. cijfer toont een stijging van 201 % tegen het gemiddelde van 1901—1905. De jaarlijksche indexnummers van den koopman Sauerbeck hebben betrekking op 45 artikelen. Den grondslag daarvan vormen de rekenkundige middenprijzen van de noteeringen in de jaren 1867—1877, gelijkgesteld aan 100. Aan de gepubliceerde cijfers door het „Journal of the Royal Statistica! Society" ontleenen wij het volgende: Voedingsmiddelen. | Grondstoffen. § 8 n' 8 :§ s "3 ®d "2* "3 J § 1900 62 85 54 69 108 66 71 80 75 1901 62 85 46 67 89 60 71 72 70 1902 63 87 41 67 82 61 71 71 69 1903 62 84 44 66 82 66 69 72 69 1904 63 83 50 68 81 71 67 72 70 1905 63 87 52 69 87 72 68 75 72 1906 62 89 46 69 101 80 74 83 77 1907 69 88 48 72 107 77 78 86 80 1908 70 89 48 72 89 62 73 74 73 Dr. Adolf Soetbeer nam tot basis van vergelijking de middencijfers van 1847—1850 van een lijst goederenprijzen, sameDgesteld door het Hamburgsch bureau van de handelsstatistiek, waaraan hij nog enkele andere prijzen toevoegde tot een aantal van 114. Met de cijfers van 1847—1850 op 100 gesteld, verkreeg hij voor de jaren 1886—1890 de volgende cijfers voor de respectieve producten: „Landbouw 101,07; dierlijke 130,64; tropische 126,10; Britsen-Indische 117,32; niineralen 76,13; textiele 84,86; diverse 81,69; Engelsche 95,88; totaal der 114 artikelen 104,46. Een bezwaar der beschreven methode is, dat alle opgenomen artikelen voor het doel niet gelijkwaardig zijn, aangezien het verbruik ongelijk is. Om aan dit bezwaar te gemoet te komen, 40 BEDRIJFSSTATISTIEK. heeft men getracht bij de berekening van het indexcijfer het betrekkelijk belang der goederen tot uitdrukking te brengen, door het indexnummer van ieder artikel te vermenigvuldigen met een cijfer, dat die betrekkelijke belangrijkheid voorstelt. Bij de indexnummers, gepubliceerd door Iglis Palgrave is hiermede rekening gehouden door toepassing van het samengestelde middencijfer. De hoeveelheid der goederen heeft hij berekend door bij de hoeveelheid van de productie, die van den import te voegen en daarvan de exporthoeveelheid af te trekken. Men verkrijgt nu een z. g. „weighted average", gewogen gemiddelde, waarbij dus rekening is gehouden met de hoeveelheid. De beteekenis van deze cijfers mag echter niet overschat worden, want in de eerste plaats is het moeilijk een betrouwr baar cijfer te krijgen, dat de betrekkelijke belangrijkheid uitdrukt; in de tweede plaats is deze geen standvastige grootheid, doch wisselt met de behoefte der menschen. De belangrijkste takken der Bedrijfsstatistiek. § 8. De bedrijfsstatistiek is eenvoudiger toe te passen in een handelszaak dan in een fabriek. Zij zal een heel ander aanzien hebben bij eene bank, dan bij eene verzekeringsmaatschappij, een hotel, of een tractieonderneming. In het volgende zullen wij ons beperken tot de behandeling van eenige der meest belangrijke afdeelingen der statistiek van een fabriekszaak. Magazijnstatistiek. Deze omvat in ruimeren zin de inkoopsstatistiek, de verkoopsstatistiek en de statistiek der voorraden. a. Inkoopsstatistiek. Aangezien de z.g. „konkurrenzfahigkeit" voor een groot deel afhangt van voorzichtigen en voordeeligen inkoop, moet in de eerste plaats aan de statistiek der inkoopsprijzen de grootste • zorg geschonken worden. De prijsbeweging van ieder artikel of ten minste van de belangrijkste grondstoffen, moet nauwkeurig bijgehouden worden uit beurs-, markt- en andere berichten en offerten, om op grond van deze opgaven en hare statistische bewerking het gunstigste oogenblik van aankoop te kunnen uitkiezen. Want, wat men op den inkoop bespaart, behoeft men op den verkoop niet te verdienen. Speciaal bij de inkoopsstatistiek kunnen de tabellen belangrijk aangevuld worden door invoerstatistiek. Met de aanteekening van de prijzen is de taak van de inkoopsstatistiek echter geenszins vervuld. Ze moet bedrijfsstatistiek:. 41 vooral iiüichtirigen kunnen verschaffen over' gegevens van vroegere jaren bij het afsluiten van jaarcontracten. Techniek. Nu nog iets over de techniek der statistiek. Het voornaamste cijfermateriaal levert het inkoopboek, dat het best tabellarisch kan zijn ingericht, met een kolom voor iedere groep materialen en dat bestemd is om alle ingekomen facturen op te nemen. Voor een boekdrukkerij bijv. als volgt: Loopend nummer, Datum, Leverancier, Bedrag, Papier, Letters, Oliché's enz. Vrachten, invoerrechten, kosten van emballage dienen natuurlijk evenzeer verdeeld te worden, hetzij direct, hetzij aan het eind van het jaar, door overboeking van een bijzondere vrachtrekening enz. op die van de betrokken materialen. Hoewel het laatste met wat meer arbeid gepaard gaat, verdient het in vele gevallen de voorkeur, daar een nauwkeurige contróle over de betaalde vrachten en de bepaling van de verhouding tot de hoeveelheid goederen mogelijk wordt. De maandtotalen van het inkoopboek worden overgenomen in de maandstatistieken. b. Verbruiksstatistiek. Het doel hiervan is tweeledig. Ten eerste moet zij, zooals reeds vermeld, in verband met de voorraadsstatistiek aanwijzingen geven voor de te besteden inkoopsprijzen. Ten tweede dient zij ter nauwkeurige contróle van het verbruik der grondstoffen. Praktische beteekenis verkrijgen de cijférs echter eerst in dit opzicht door vergelijking met die van de productiestatistiek, d.w.z. door vaststelling van de verhouding tusschen de verwerkte hoeveelheid grondstof en het verkregen fabrikaat. Bij gebleken wanverhoudingen dienen de oorzaken opgespoord te worden (veranderde prijzen der grondstoffen, materiaalverspilling, produc.tiewijzigingen, onjuiste berekening van den kostenden prijs van het fabrikaat, enz.). Van veel belang schijnt een verdeeling in f abrikatie-materiaal, (stoffen die in het product opgaan, als vetten en zeep) en bedrijfsmateriaal, d. z. al die stoffen die noodig zijn om het bedrijf als zoodanig aan den gang te brengen en te houden, als kolen, smeerolie, enz. Het verbruik van beide categorieën dient vooral in groote zaken nauwkeurig te worden nagegaan, want juist bij de laatste heeft vaak groote verkwisting plaats, die slechts door strenge contróle kan worden beperkt. c. Voorraadsstatistiek. Daar iedere onnoodige hooge vastlegging van het bedrijfskapitaal in grondstoffen en fabrikaten enoconomisch is, en 42 BEDRIJFSSTATISTIEK. voor ondernemiugen met beperkte middelen zelfs onder zekere omstandigheden gevaarlijk, moeten de voorraden grondstoffen, halffabrikanten en fabrikaten op gezette tijden opgenomen, worden. Door de ervaring leert men, hoe groot de voorraden van de voornaamste grondstoffen of fabrikaten moeten zijn om in het eerste geval eene ononderbroken productie te garandeeren, in het tweede geval alle bestellingen prompt te kunnen uitvoeren. Een belangrijke oversclmjding dezer noodzakelijke hoeveelheden, die voor ieder artikel naar het seizoen kunnen wisselen, is zooals gezegd in het algemeen oneconomisch (renteverlies, verlies in kwaliteit en kwantiteit, magazijnkosten enz.). Het opbouwen der voorraadsstatistiek geschiedt uit de magazijnadministratie, die meestal door toepassing van het kaartsysteem wordt bijgehouden.1) Onkostenstatistiek. Onder de rekeningen, die bij het bestudeeren van maandelijksche proefbalansen wel het eerst de aandacht van administrateurs, bestuurders en accountants vragen, neemt de onkostenrekening een belangrijke plaats in; want de op ieder gebied bestaande concurrentie dwingt elk" bedrijf, de grootste spaarzaamheid te betrachten. Een ver voorgevoerde onkostenstatistiek is daarom in tal van gevallen een noodzakelijke voorwaarde voor rentabiliteit en prosperiteit, want zij alleen stelt ons in staat onevenredig stijgen van onkosten vast te stellen, en te rechter tijd in te grijpen. Daarbij zijn te onderscheiden: a. Bedrijfs- of fabrikatieonkosten; b. Handelsonkosten of algemeene onkosten. Tot de eerstgenoemde behooren direct- en indirect productieve loonen, verwarming en verlichting van werkplaatsen, reparaties en afschrijvingen, bijdragen aan ziekte- en ongevallenverzekeringen, bedrijfsmaterialen. Tot laatstgenoemde behooren alle koopmansonkosten, als salarissen, bureaukosten, reiskosten, reclame, provisie, bankrente enz. Dikwijls kan de omslag van loonen slechts door raming geschieden, wanneer bijv. iemand werkzaamheden voor beide afdeelingen verricht. Voor de boekhouding en de kostprijsberekening beschouwt men de onkosten als uitgaven, die evenals de kosten van loonen en grondstoffen in het product opgaan. Daarom splitst *j Zie J. Hagers, Het Kaartsysteem, f 0,90. Dit werkje moet in verband met de statistiek noodzakelijk bestudeerd worden. Het geeft een groot aantal voorbeelden uit de praktijk. BEDEOTSSTATISTIEK. 43 men in de boekhouding de onkosten naar de bedrijf safdeelingen en de fabrikaten, om voor elke afdeeling afzonderlijk de baten en de lasten met elkaar in vergelijking te kunnen brengen. In de statistiek daarentegen beschouwt men de onkosten op zichzelf, en verdeelt deze naar haar aard en oorzaak, waardoor de overeenkomstige cijfers van verschillende tijdvakken onderling vergelijkbaar worden, en men de oorzaken van vermeerdering of vermindering van iedere groep van onkosten kan opsporen. Evenwel sluit de statistiek in zooverre bij de boekhouding aan, dat men de onkosten in den regel eerst naar haar aard en bron rangschikt, zonder die cijfers direct te vergelijken met die van vroegere boekjaren, of verder statistisch te verwerken, waarna de statistiek dan dit gesplitste cijfermateriaal door vergelijking met vroegere periode's, verder verwerkt, mede in verband met de behaalde winst, den omzet, bedrijfsdrukte en andere factoren. Zoo beschouwd kan men bij de onkostenstatistiek twee afdeelingen onderscheiden, en wel: 1. de statistiek der onkostensoorten. 2. de statistiek der onkostenaandeelen of onkostenomslag. Beide groepeeringen der onkosten vindt men heel dikwijls in één tabel vereenigd, zooals blijkt uit model 16: Bedrijfsstatistiek. Deze zal bijv. omvatten: loonen, materialen, drijfkracht, verlichting, reparaties en dergelijke. De jaarstatistieken worden oit de maandcijfers opgebouwd. Enkele rubrieken kunnen nog onderverdeeld worden. Zoo worden de loonen verdeeld in direct en indirect productieve; deze in loonen van vormers, draaiers, slotenmakers enz., gene in die van stokers, magazijnknechts, portier enz. Zoo ontstaat eene loonstatistiek, die nog weer kan worden uitgebreid tot bijv. verdeeling in stukloon en tijdloon, aandeel van vrouwelijke en mannelijke arbeiders in het geheel, verdeeling naar de werkplaatsen en takken van het bedrijf enz. Op dezelfde wijze kunnen ook de overige componenten van de bedrijfsonkosten verder ontleed worden. De aanwending van motorkracht kan worden berekend per werkuur, per geproduceerde hoeveelheid enz. Handelsonkosten-statistiek. Evenals de bedrijfsonkostenstatistiek moet de handelsonkostenstatistiek uiterst gespecificeerd zijn en overzichtelijk voorgesteld. De belangrijkste rubrieken zijn salarissen, huur, verwarming, 44 bedrijfsstatistiek:. Model 16. Statistiek van de automobiel-onkosten over het eerste kwartaal van 19 Materiaal-kosten. Benzine Vet, olie, petroleum, Banden leggen . . Reservedeelen . . TJitrustingskosten . Kleeding chauffeurs Loonen Reparaties in zijnwerkpl. „ door derden . Bijzondere kosten. Verzekering Belasting Inspectie Boeten Vrachten Kleine onkosten . . . Baten. Schadevergoeding . . . Opbrengstv. oudebanden Totaal .... Auto f. II. flti IV. V. Totaal. , Vori« > kwartaal. 23390 24060 48410 8061 I9J7O 123391 3875 5420 6925 1430 6225 6225 530— 80460 98210 84— 48390 288460 76422 80945 31460 33420 85505 407752 10430 6210 13020 1560 7240 38460 3442 3442 3442 3442 3442 17210 47684 47684 47684 47684 47684 238420 8060 9920 6315 8070 8760 41125 6090 7740 12410 2045 3145 31430 I 30— 30— 30— 30— 3oL 150— 27— 27— 27— 27— 27— 135'— 2030 2030 10- 10J- 460 24— 2860 4025 10370^ 2036 60^ 7895 30415 242678 281951 376611 228302~ 245486" T274928" 10460 10J60 100— 100— 30! 280\— 237678 271951 356151 128302 2424W1236468" o 7 » w^^ivjj ivionuoTCll, pi U V löXCj UtJ- lastingen, rente, porti enz. De absolute cijfers dienen door percentcijfers te worden aangevuld. Elke afzonderlijke rubriek der algemeene kosten kan weder onder verschillende gezichtspunten beschouwd worden, zoo bijv. salarissen naar de afdeelingen, directie, boekhouding, kostprijsberekening, statistiek, correspondentie, expeditie enz., zoo de reiskosten naar de districten, de reizigers of in verhouding tot den omzet. Speciale zorg moet ook aan de reclamekosten worden besteed, opdat men zich niet alleen vergenoege met de bepaling van het totaal der kosten, maar vooral ook het daarmede behaalde resultaat in het oog houde. Want een van de grootste gevaren, vooral voor kapitaalzwakke ondernemingen, vormt een in verhouding tot de beschikbare middelen overmatige of ondoelmatige reclame. Slechts eene nauwkeurige vergelijking van de aangewende middelen tot het bereikte resultaat, bijv. door het houden van een statistiek der reclameresultaten op grond van facturen, brieven en afzetstatistiek kan hier de noodige vinger- BEDEUFSSTATISTEBK. 45 wijzingen geven voor de toekomst, Zoo kan men aanteekening houden van het aantal verspreide catalogi, gratismonsters, geplaatste advertenties, aankondigingen in de verschillende districten met opgave der kosten; toeneming van deze in een volgend jaar; zoo ook van den omzet. De reclamekosten kan men van jaar tot jaar percentsgewijze uitdrukken in verhouding tot den omzet, of omslaan per stuk gefabriceerd product. Worden verschillende artikelen in den handel gebracht, dan is bovendien spitsing der reclamekosten naar de artikelen noodig. Verdeeling der onkosten in vaste en veranderlijke. De onkosten verdeelt men ook wel naar een ander gezichtspunt, als hiervoren besproken, en .wel in constante en in veranderlijke onkosten. Vaste onkosten zijn niet, of slechts in geringe mate afhankeHjk van de grootte der productie. Hiertoe kunnen zoowel bedrijfs-, als verkoopsonkosten behooren. Tot de vaste onkosten behooren salarissen van directie en van kantoorpersoneel, huren, kosten van vemarming, verlichting, reiniging verzekering en onderhoud van gebouwen, reclames, reiskosten en indirect productieve loonen. De veranderlijke kosten nemen daarentegen toe of af met de productie, en wel, of geheel in dezelfde verhouding (streng proportioneele onkosten, zooals de kosten van krachtverbruik en verpakking), of wel ten naastebij. Deze laatste verdeeling der onkosten kan men handhaven naast de verdeeling der onkosten in bedrijfs- en in verkoopsonkosten. De onderscheiding van vaste en veranderlijke onkosten is van belang: 1°. Voor de berekening van den kostenden prijs en wel bij de keuze van de grondslagen van omslag dezer kosten. 2°. Voor de prijspolitiek. Het is toch noodzakeüjk, dat de verkoopprijs van het product alle daaraan ten koste gelegde uitgaven moet dekken. In hoeverre zulks echter moet geschieden in tijden van ongunstige conjunctuur is een vraag, welke gewoonhjk aldus wordt geformuleerd: Dient men alle verkrijgbare opdrachten zonder rekening met den prijs te houden te accepteeren, uitsluitend maar om de fabriek aan den gang te houden, of is er een grensprijs, welke, hoewel deze ook beneden de zelfkosten ligt, ten rninste de kosten van grondstoffen, loonen en een deel der onkosten moet dekken, en waar beneden geene orders kunnen worden aangenomen. Men verkrijgt het antwoord door de onkosten volgens het 46 BEDRIJFSSTATISTIEK. besproken gezichtspunt te splitsen; de verkoopprijs moet dan nog de veranderlijke kosten dekken, want anders zou de uitvoering van de orders het verlies vergrooten. Dekt de verkoopprijs de veranderlijke kosten niet, dan is de order niet van invloed op het winstcijfer; laat deze een overschot boven de veranderlijke kosten, dan is hiermede nog wel niet de kostprijs bereikt, doch beteekent zulks in zooverre een voordeel, dat een gedeelte der vaste lasten, dat anders verlies zou zijn, nu ten minste gedekt wordt. Er bestaat in een aantal bedrijven een minimum-capaciteit, die niet overschreden mag worden, zullen de algemeene onkosten niet te zwaar drukken. Bij het aannemen van orders moet men daarmede rekening houden. Men noemt dat soms: voor de algemeene onkosten werken en neemt dan orders tot zulke lage sommen aan, dat de kosten nog juist gedekt worden doch geen winst overblijft. Eerst daarna gaat men er toe over, winst te nemen. Hieruit is het voor een deel te verklaren, dat bij inscbjijvingen voor een of ander groot werk zulke afwijkende sommen worden gevraagd. Productie-statistiek. De productiestatistiek heeft tot taak de bedrijfscontróle d. w. z. de contróle van het geheele productieproces. Zij bestaat: a. uit de productiestatistiek in engeren zin, die zich bepaalt tot het constateeren van de geproduceerde hoeveelheid (naar waarde en hoeveelheid) en het vergelijken van het verkregen resultaat met dat van vroegere jaren; b. de productiekostenstatistiek, die de productie beschouwt in het licht der rentabiliteit en tot grondslag der kostprijsberekening moet dienen. Bij het grootbedrijf kan bijv. aan de hand van de productieresultaten de gemiddelde arbeidsprestatie per machine berekend worden, of wel per arbeider of per werkuur. Door vergehjking van de gecalculeerde arbeidsprestatie per machine met hare productiecapaciteit kan de graad van gebruik worden vastgesteld. Al deze berekeningen hebben echter meer technische dan commercieele waarde; toch kan bijv. de kennis van den graad der benutting den commerciëelen leiders aanleiding geven tot intensiever reclame en reizigersbezoek. Wat hun echter in de eerste plaats belang zal inboezemen is de productiekostenstatistiek, die om een voldoend inzicht te verschaffen, de kostenelementen als grondstoffen, loonen, bedrijfskosten afzonderlijk moet aangeven. Bijzonderheden over de BEDBIJFSSTATISTIEK. 47 rubrieken grondstoffen, loonen, bedrijfskosten worden verstrekt door de vroeger besproken verbruiks-, loon- en bedrijfskostenstatistiek, die geregeld geraadpleegd dienen te worden. Men plaatse de overeenkomstige jaar- en maandcijfers in verzamelstaten naast elkander. (Zie model 17). Model 17. Productiestaat eener Gasfabriek. 1914 1915 1916 | [ 1679560 1640970 1671183 627351 494770 491566 31,4 30.1 29.4 277836 259912 258573 81 7 48522 50098 50308 113366 105836 88846 2264 2200 1996 821 852 679 46251 46000 50694 14313 11840 16192 23807 18036 2442» 4.5 3.6 4.fr 473 471 475 2 1 1 13 14 17 320 337 344 8 8, 9, 12 12 6 6, 7, 10 10 6 6, 7, 10 10 8 8, 9, 12 12 1171632 1131018 1186710 461370 468558 509334 77874 82376 82108 4833 4847 486T Gedistilleerde kolen K.G. Gasproductie j£8# Gas uit 100 K.G Part. gas voor licht en koken . . . „ verw. van lokalen . „ motoren per muntmeter Gem. „ voor licht . . „ verw. van lokalen . „ straatverlichting Eigen gebruik op de fabriek enz.. . Condensatie enz Idem in procenten.... Meters voor licht en koken .... „ „ verwarming van lokalen . . h n motoren >, n muntgas Gasprjjs „ licht en koken . . . .ets. p. M8 ,, verwarming van lokalen „ „ „ „ „ motoren n n » i, muntgas „ Cokesproductie in K.G. Cokesgebruik voor de ovens . . . „ Teerproductie Inwoners op 31 December Staatsexamen Handelskennis. (Akte U). (Schriftelijke Opg. en Uitwerk. 1922 eh 1923) f 0 75 14 Stenografische Examenverslagen Boekhouden 1915 .... . .... . . j' Examengids. De nieuwe eischen van het Examen Boekhouden M. O. . ! ' "'" - l — Sta1g2*xanle]gS22" Boeknouden' M. O. (Schriftelijke opgaven en Uitwerkingen 1921, ' Staatsexamens in Boekhouden M. O. en L. 6. 1924 . '. . ! : ! . ' ' " n'so Staatsexamens in Boekhouden M. O. en L. O. 1925 .'-,.'."] ■', \ \ \ . . , . . . . 0 50 X"S7\ 3^ OU O g-ra.fi eëllDe Boekhouding van Expeditiezaken ...... .'r'.<. ■'^^raSï "t%1075 Deze verhandeling zal op vele kantoren van cargadoors en'expediteurs ' met vrucht geraadpleegd worden. De Boekhouding op Advocatenkantoren . . .... Jf;?jl ')(mSSrrWF(' * vi _ 075 Beschrijft de boekhouding van twee advocatenkantoren.' " /' " " ' ALB. VAN ROOIJEN. Enkel of Dubbel Boekhouden, een voorgestelde middelweg -0 75 Het werkje is zoo eenvoudig en met zoo pakkende voorbeelden voor- ' zien, dat het voor zelfonderricht dienen kan. R. VAN DER PLOEG. De Gestichtsboekhouding. . . . . . ;VJffiÈ^ - 1 — Naar het Fransch van E. Dessart. (Overdruk uit Handelsstudie).' Óoic ' geschikt VOOr hotels, nensinnatpn instituten nencmn. J. C. BOKHOVEN. De Boekhouding van den Handelaar in Tabak. . '. j ,Qf*| - 0 75 J. C. BOKHOVEN. De Boekhouding van den Sigarenfabrikant . . . n'71! m ♦ sAZbNHOFEN. De Moderne (zichzelf controleerende) Boekhouding. »,vi. vu., iuitiumg van j. nnucita, accountant te s-üravenhage. ... . .3 Geen achterstand, geen fouten, scherpe contróle, onbegrensde statistiek' ' juiste kostprijsberekening, vlot disponeeren. Kaart- en Boeksvsteem vereenigd. , ''CIi\£E..VRIES- Een Praktische Boekhouding voor den Particulier en Huishoudelijk beheer .................... ingen. f 0,75, geb. 11,25 Handleiding voor onderwijs aan vak- en industriescholen en voor narticulieren. v CIi ?5 X.RIES- Da2boek voor den Particulier. Dagboek, behoorende bh' de Praktische boekhouding voor den Particulier t - 0 75 J. HAGERS. Huishoudboek. Eén regel per dag. Duurt 3 jaar'. '. '''''' . n'qo J. HAGERS. Kas-Accoord . . . . .... • •'. ' ' ' non J. HAGERS. Urentabel . . . . ... . WjÊ ' ' " " ' §§§§1 M "jj'fg I ÏJA2fR?-M Kas-ontvangsten en -uitgaven voor Kleinbedrijf' (2 boeken') 'elk '. - 0,90 J. HUrrMAN. De Administratie van den Uitvoerder van Bouwwerken - 1 50 ï' v; mpmdd D(k Bo'kl,,°!"lin8 VM «P Stoomhoutzagerij en Kistenfabriek ' .' -1,50 1 1 jPpSncpf Boekhouding van een Electro-Technisch Installatie-Bureau -150 L. J. AERNOUDSE. De Boekhouding van een Glasslijperij .... . . 1 50 R. FEENSTRA. De Boekhouding der Tuinbouwveilingen f . '. . . ..." ' * ' ' . i'5q ?• SA.Y-„d- YSSEL- De Boekhouding van een Bloembollenkweekerlj '. '. - i'su J. DE GROOT en A. G. JONKER. De Boekhouding van een Fabriek- en Aan- neming-Mij. . \$^W:>*. - 1 50 L.F.JANSEN. De Boekhouding van een Schelpkalkbranderij '. ! ' * ". An r' \v' OUWERKERK. De Boekhouding van een Schoenfabriek ....''- 1 50 p' viü*Jl^PHl?l\ Boekhouding van een Gemeentelijk Electrlsch Bedrijf - L50 a' 'lfci,KbNis- De Boekhouding van een Scheepvaartonderneming . . -2 — ' „• 5,Ljt^P;AJ?e Boekhouding van een Gemeentebedrijf: „Openbare Werkén" l - 1,50 u I C,5Ni De Boekhouding van een Autobus- en Vrachtauto-onderneming - 1 50 ia wFjImF^0^ go Landbouwboekhouding voor Middel- en Kleinbedrijf -150 J. A. KOLKMAN. De Boekhouding van een Landbouwbedrijf % - jj_ SWfefe Handelsiekeneii. T' ö' f^SHÏ?^ studIïn °P bet gebied van het Handelsrekenen . J^MM^x f 1 75 T. H. SCHOUTEN. Grepen uit het Handelsrekenen. ... . .'. . . . * { 75 G. J. VAN DIJK. Logarithmen, Reeksen en Samengestelde Intrest. . . . ' ' - 3 25 fi i vam ÈfM ""werkingen en antwoorden der opgaven in id. (2e driikj '. - 1,75 u ii, * 5'JK- De Rekening-Courant voor praktijk en examen ..: . -175 Hulp bij de Rekening-Courant voor praktijk en examen. . .... ~ " " ' . \ 4' S^^Pi" Ef,ecten-Arbitrage (met vele praktische tabellen)" '. .' ; .' .' ' ' ' . 250 J. HAGERS. Snelrekenen • .Atv*. § ... 1 75 MSl S and. els kennis, J. HAGERS Handelslexicon . . gUPpS gebonden 14,90 ten ware uitkomst voor tal van studeerenden en practici. Het verklaart ongeveer 10.000 termen op handelsgebied. ten Doet. . . . . Een boek voor studie en nraktiik. Het werkeliike handelsleven; Binnemandsche Goederen-, arieven der Spoorwegen door Practicus. . ., . • - 1 280, 300 en 195 Adviezen en Inlichtingen voor studeerenden in de Handelswet, elk - 0,75 W. ALONS. Wet op de Vermogensbelasting . . -CS^&'. . . . . .... . . -050 W. ALONS. De Wet op de Rijksinkomstenbelasting. . . ..... . . . 060 W. ALONS. Dividend- en Tantièmebelasting m ... . . . .... . ..." - 075 H. O. SCHUDDEBEURS. Transportverzekering (Beurskonditiën). ........ 2 — J. HAGERS. Nieuw Wetboek voor den Handel, bevat de belangrijkste wetten * op Handelsgebied :^»! . . . . • - 1 50 Handelseconomie. Belangrijke Opstellen voor Studeerenden . \ . '. . - 1 VII, Sta.tlstie3c J. HAGERS. Bedrijfsstatistiek (met gratis oefenregisters voor diagrammen enz.i. f 1.75 Speciaal voor de Praktijkexamens. 'Groote tijdbesparing. VIIL Scüioonscliiy ven. O. WECHGELAER. Verbeter uw handschrift. . I2T- Bngelsch. Oefenmateriaal voor Handelscorrespondenten (Engelsch). Opgaven en uitwerkingen met toelichtingen" voor studeerenden.' Uitnemend voor zelfstudie. J. A. STURM. Handels-Engelsen. 4e druk . . . ." ..*.*?>/„", . ^ . Een verzameling artikelen in de Engelsche handelstaal met "uitvoerige aanteekeningen. Een prachtboek voor H.S. en examencandidaten. Praktijk-Examens (Engelsch) 147 opgaven en 147 uitwerkingen . . . ...... 221. 13-u.ltscli- Oefenmateriaal voor handelscorrespondenten (Dultsch) . ' \ . Zie boven, onder oefenmateriaal Engelsch. W. L. THIEME. Handets-Duitsch . . .. . ..... .•• : {^^mm^S^^W, Keurig werkje met lees- en vertaaloefeningen voor H. S. ert exam'encand. Praktijk-examens der Federatie en Vereenlging van Leeraren (Dultsch) Alle opgaven 1904—1920 met volledige uitwerkingen. , Duitsche Handelstaal. Een bloemlezing op Handelsgebied. .,. '-^IBWHB H. AIKES en A. VAN ASSELT. Verbeter Uw Dultsch. Praktische 'Grammaticale Wenken voor Handelscorrespondenten .'ifeËSt, . 2TI- Pxanscli. Jé BRANDS. Les trols dernlers moto. Repetitieboek voor examencandidaten In Fransche Handelscorrespondentie.... iffiw» 1 Oefenmateriaal voor Handelscorrespondenten (Fransen*) *.,! .' | .*:,* . * " *i.' " * Zie boven onder Oefenmateriaal Engelsch. Praktijk-Examens der Federatie en Vereenlging van Leeraren (Fransch) 'i Zestien examens 1904—1908 met volledige uitwerkingen. Handels-Fransen .... . . . . . i , . . . . . . Verzameling artikelen in de Fransche handelstaal"uit „Handelsstudie'' met uitvoerige aanteekeningen. 2SZIX. ITederlaadsch. C. SCHRÖDER. Juist genoeg spraakkunst om zuiver Nederlandsen te schrijven Een speciaal werkje voor handelsscholen en candidaten der examens in Nederlandsche handelscorrespondentie. f 0,60 t 0,75 - 1,75 - 1,50 f 0,75 - I.— f 1,75 - 0,75 - 1,50 t 0,75 - 0,75 -0,75 -1,50 t 1,75 SANDEIdSSTITDIEL HBel"astoe Ms)~~ per laar' (Biibla<*en: De Examengids, Handelswetenschappen en de