JREGISTER ■■ LEE N 4 E T E N B O E KE || li ^AH BET H yWsTEpQM GELRÊ EN 6RAA?S°>4'^^ ^ HET KWÜ»TIBR VAK NYMBGBN, g g REGISTER op de LEEITAKTEIBOEKEI van het VORSTENDOM GELRE en GRAAFSCHAP ZUTPHEN. HET KWARTIER VAN NYMEGEN. O DEC 1924 - GEL RE. VEREENIGING TOT BEOEFENING VAN GELDERSCHE GESCHIEDENIS, OUDHEIDKUNDE EN RECHT. REGISTER of de LEENAKTENBOEKEN van het VORSTENDOM GELRE en GRAAFSCHAP ZUTPHEN. NAAR HET OORSPRONKELIJKE HANDSCHRIFT uitgegeven dooe Mr. J. J. S. Baron 8LOET, ür. 4. 8. VAN VEEN en Jhr. Mr. A. H. MARTENS VAN SEVENHOVEN. • . HET KWARTIER VAN NYMEGEN. Bewerkt dook Mr. J. J. S. Baron SLOET en Jhr. Mr. A. H. MARTENS VAN SEVENHOVEN. ARNHEM, S. GOUDA QÜINT. 1924 VOORWOORD. In de rekening van den landrentmeester-generaal der Geldersche domeinen over 1598 vinden we een post, die betrekking heeft op het hierna afgedrukte Geldersche leenregister: „Aen Everhardt van Bheydt, gewesene leengriffier in Gelderlant, vierhondert und viiftich ponden, hem toegetaxiert voer dat hy by tyde synes dienstes groeten arbeyt, moeyten und neersticheyt aengewendt heeft int maecken van die registeren der olde leenboecken deses Purstendoms und Graeffschaps, by gebreecke van diewelck voele leenen albereyts verduystert waeren und noch daegelicx meer geschaepen waeren toe verduysteren". De rekening over 1599 vermeldt: „Aen Joest van Bheydt, leengriffier, driehondert ponden, hem toegetaxiert voer dat hy die nyhe indices der leenboecken int reyn geschreven und daeroever groeten arbeyt gedaen heft". Hoe zijn de van Beidt's tot dit werk gekomen? In de leenkamer van den Gelderschen landsheer plachten de akten, die daar werden opgesteld met betrekking tot verschillende rechtshandelingen, die uit het leenrecht voortvloeiden, in tijdsorde te worden ingeschreven. Alleen ten tflde van de Bourgondische overheersching, in 1473 en vlg. jaren, is zekere geografische orde daarbjj in acht genomen. Zoodoende ontstond een. leenprotokol, dat in den tijd der van Beidt's reeds een aanzienlijk getal deelen omvatte, doch waarin men niet gemakkelijk de lotgevallen van een bepaald, leen kon nagaan. Dientengevolge was het voor den leengriffier moeiljjk, personen te achterhalen, die verzuimd hadden, aan hunne verplichting te voldoen om van de bovenbedoelde rechtshandelingen akten ter leenkamer te doen opmaken en het daarvoor verschuldigde te betalen. Deze omstandigheid heeft E verhard van Beidt, die van 1578 tot 1595 leengriffier was, doen besluiten tot het vervaardigen van een naar geografische orde ingerichten index, waarin aan ieder leen een hoofd gegeven werd, ten einde met een oogopslag te kunnen zien, hoe het er mede gesteld was. Hij las daartoe de aktenboeken door en teekende voor ieder leen op een afzonderlijk blad den korten inhoud op van de akten, die hij aantrof, met een verwijzing naar de vindplaats. Zijn zoon Joost, van 1595 tot 1626 leengriffier, schreef deze aanteekeningen af in vjjf deelen, bevattende de leenen in de vier Geldersche kwartieren en die buiten het toenmalige gewest Gelderland i). In ieder deel zijn de leenen gerangschikt onder de kerspelen of andere 1) Men bedenke, dat Buren en Culemborg, alsmede de Lymers en andere Kleefsche enclaves, niet tot Gelderland behoorden. TI VOORWOORD. geografische eenheden, waaronder zg behooren. Verder zette hft het werk voort door de tijdens zijn ambtsduur verleden akten op dezelfde wijze bij te schrijven. De latere leengriffiers hebben zich beijverd om dezen index, waarvan zij in de praktijk veel nnt trokken, geregeld bij te honden. Veelal schijnt de inschrijving daarin vóór die in het protokol zelf te hebben plaats gehad. Dit is af te leiden uit de omstandigheid, dat somtijds eene akte in het protokol ontbreekt. De index is bijgehouden tot 25 Februari 1811, toen de laatste akte ter leenkamer is opgemaakt. De leenkamer is n 1. wel in 1795 afgeschaft, doch provisioneel in stand gehouden tot 1811 vanwege de groote belangen, die er mede gemoeid waren. Wat het Overkwartier betreft, is de registratie al veel vroeger gestaakt, omdat de leenen aldaar aan den koning van Spanje zijn verbleven bij de afscheiding van dat kwartier van Gelderland. De vijf deelen, die op deze wijze ontstaan zijn, werden door Is. An. Nijhoff, in wiens tijd het archief van de leenkamer grootendeels onder het Hof te Arnhem berustte, geplaatst in het provinciaal archief onder zijn beheer. Zij zijn thans in het Rijksarchief te Arnhem hereenigd met het leenkamerarchief. Sinds Nijhoff's tijd hebben zij voor menige studie op genealogisch en topografisch gebied en tot bewijs van rechten het materiaal verschaft. Op grond van het drukke gebruik, dat er van werd gemaakt, besloot het bestuur van Gelre kort na de oprichting der vereeniging, in 1898, tot de uitgave in druk. De aanvankelijke bewerkers daarvan waren de heeren Mr. J. J. S. Baron Sloet en Dr. J. S. van Veen. De eerstgenoemde heeft de deelen betreffende de leenen in het Overkwartier en buiten Gelderland geheel, die in 't kwartier van Nijmegen ten deele uitgegeven, de laatstgenoemde heeft de uitgave bezorgd van het Zutphensche en het Arnhemsche register. Mr. Sloet was in 1915 wegens ziekte genoodzaakt, het werk over te dragen aan Jhr. Mr. A. H. Martens van Sevenhoven, die het Nijmeegsche register van blz. 529 af bewerkt heeft. De indices der persoonsnamen in de deelen betreffende Nijmegen, Zutphen en Arnhem zgn van de hand van den Heer J. D. Wagner te 's-Gravenhage. Aan het copieeren van een gedeelte van het Nijmeesche register heeft de Heer J. W. G. van Haarst te Arnhem welwillend medegewerkt. De Heer P. N. van Doorninck heeft voor een bijvoegsel hg ieder deel een Geldersch leenaktenboek in het Dusseldorpsche archief over 1376—1402 bowerkt, dat door hem ook geheel is uitgegeven l). Het leenprotokol vangt aan met 1377. Bovendien is voorin het oudste aktenboek gehecht, een deeltje, dat eene lijst bevat van leenmannen, die in 1826, na den dood van graaf Beinald I, door diens zoon Beinald II zgn beleend. Van Reidt heeft ook dit deeltje in zgn index verwerkt en bovendien heeft hjj gegevens geput uit het z.g. 1) Haarlem 1901. L VOORWOORD. VII „alste register", dat tot hét hertogelijk archief behoort, doch meerendeels andere dan leenakten bevat 1). Van het aktenboek A, dat loopt over 1377—1423, heeft van Beidt niet het oorspronkelijke exemplaar gebruikt, doch een officieel afschrift van 1563, dat nog in het archief van de leenkamer bernst. De door de vervaardigers in het leenregister geplaatste verwijzingen naar de aktenboeken, die alle gefolieerd en door letters in dorso van elkander onderscheiden zijn, zijn in deze nitgave niet overgenomen. De uitgevers hebben er evenwel gebruik van gemaakt om den index te verineeren. Het is hun n.1. gebleken, dat de leengriffiers herhaaldelijk fouten hebben begaan bij het overbrengen van den inhoud der akten in den index. Aangezien zij niet dadelijk tot dit inzicht zijn gekomen, zijn de eerste drie vellen van de deelen betreffende Nijmegen, Zutphen en Arnhem, de eerste twee van het deel'Overkwartier en het eerste van het deel Uitheemsche leenen zonder die correctie afgedrukt. De vergelijking met de akten heeft er toe geleid, hier en daar in noten bijzonderheden aan het werk toe to voegen. Vooral in de 18de eeuw toch werd in de akten veel vermeld, dat in den index kortheidshalve achterwege moest blijven. Daarentegen is er in den loop van het werk toe besloten, tijdelijke bezwaringen van leengoederen, die op de opvolging in het leenbezit niet van invloed geweest zijn, niet af te drukken, hoewel ze in het register vermeld zjjn. Daardoor is het werk vrjj aanzienlijk bekort. Ook de omslachtige en inconsequente betiteling van personen door de 18deeeuwsche leengriffiers is, voorzoover mogelijk, weggelaten. Voorts is een bekorting verkregen door, ingeval een leen van zekeren datum af dezelfde lotgevallen bleek te hebben als een tevoren vermeld leen, te verwijzen naar dat leen. Intusschen kan niet worden ontkend, dat in deze opzichten zekere inconsequentie te betreuren valt, een gevolg van het feit, dat meerdere medewerkers gedurende een groot aantal jaren zich met dezen* arbeid hebben beziggehouden. Tot aan den dood van hertog Karei in 1538, doch met uitzondering van den tijd der Bourgondische overheersching, werden de leenakten gedateerd volgens den heiligen-kalender. Van Beidt heeft deze data weggelaten en mitsdien voor de meeste akten van vóór 1538 alleen het jaartal vermeld. De uitgevers hebben het niet noodzakelijk geacht, hem in dit opzicht aan te vullen. Men zij er echter op bedacht, dat in de oorspronkelijke aktenboeken de data in den regel te vinden zijn. De nummers, waarmede de artikelen betreffende verschillende leenen onderscheiden worden, zijn die der folia van het oorspronkelijke werk. Do door latere leengriffiers daarin wegens plaatsgebrek gevoegde bladen zijn door de letters a, b, enz. onderscheiden, terwijl § 1, enz. beteekent, 1) Het deeltje van 1326 heeft van Doorniock uitgegeven als „het oudste leenactenboek van Gelre, 1326* (Haarlem 1898), het alste register onder den titel .Acten betreffende Gelre en Zutphen, 1107—1415* (Haarlem 1908). VIII VOORWOORD. dat tengevolge van de splitsing van een leen een nienw hoofd moest worden aangelegd. De vette druk van de omschrijving der leenen en de gespatieerde van de- namen der leenbezitters zijn van de uitgevers. Wat de spelling betreft, behoeft het niet te verwonderen, dat een index, die door een aantal griffiers in een tijdsverloop van ongeveer 220 jaren is samengesteld naar aktenboeken, die uit een nog veel langer tijdperk dateeren, geen eenvormigheid vertoont. Ware het geheele werk geschreven in de spelling van Joost van Eeidt en in een handschrift, even keurig als het zijne, dan zon de taak der uitgevers aangenamer zijn geweest dan thans het geval was. Ten slotte een opmerking over den inhoud van het leenregister. Men bedenke, dat de leenen, die van de Geldersche leenkamer releveerden, een vrij willekeurig getal goederen en rechten vormden, die op verschillende wijzen aan de graven en hertogen van Gelre zijn gekomen. De talrijke Kuiksche leenen bijv., die als zoodanig in het leenregister worden aangeduid, zgn in 1400, bij de verkrijging van Grave en het grootste gedeelte van het land van Knik, door Willem van Gulik bij de Geldersche gevoegd1). Bekend is, dat velen hunne goederen vrijwillig aan den landsheer in leen opdroegen, hetgeen nog in de 18de eeuw wel geschiedde, destijds natuurlijk ten behoeve van de Staten van Gelderland, die als leenheeren zijn opgetreden na de afzwering van den laatsten hertog. Sommige goederen werden na lang verzuim om de noodige akten te laten passeeren in lateren tijd weêr als leenen erkend. Niettemin zijn tal van belangrijke goederen in Gelderland te allen tgde allodiaal geweest of wel leenen, die van andere leenkamers dan de Geldersche afhankelijk waren. Omtrent die goederen zijn dus in dit werk geen bijzonderheden te vinden. Men plaatse de vijf deelen in deze volgorde: I. Nijmegen, II. Overkwartier, III. Zutphen, IV. Arnhem, V. Uitheemschen. 1) Zie het proefschrift van Jhr. Dr. W. A. Beelaerts van Blokland, De praktijk van het leenrecht in Gelderland (Leiden 1910), blz. 95. EBGI8TEE OP DE LEENAKTENBOEKEN HET VORSTENDOM GELRE en GRAAFSCHAP ZUTPHEN. KWARTJE» VAN NIJMEGEN. 1. SCHEPENDOM VAN NIJMEGEN. Vijffentwintich goede alde gulden schilde, ofte ander goet payement den voors. schilt geleek goet in der tgt der betalinge, tot eenen Zutphenschen leen met eenen ponde goets gelts te verhergewaden, alle jaer op santé Martins dagh in den winter uut den tol to Nijmegen te heffen ende te beuren, op losse; daermede is Robbert van Appelteren, ridder, beleent, a°. 1402. Johan van Apeltern, van hertogen Edouard, Willem, Reinold ende Arent 25 alde Franckrijcksche schilden sjaers uut den Ngmegschen tol tot een manieën gedragen hebbende, erft dieselve op Johan Z e 11 a r, die se voort getransporteert heeft tot behoeff Henricks van Bylant, ritters, heer to Wel, a°. 1479. Hondert schilde an den tol to Nijmegen, op onser Vrouwen Lichtmissen dagh alle jaer te beuren tot Zutphen, heeft Reinold van Coverden ontfangen, a°. 1408. Elisabet van Buren, h'uysfrouw Gerhards van Culenborch, heer to Weerde, als erve hares vaders Johans van Buren, heeren to Ewick, beleent met C alde schilden uut den tol voorn., 20 Septembris a°. 1442. Idem tuchtigt haren man voorn., eodem die. Jasper, soon Gerhards heer to Culenborch, beleent als erve sgner moder, a°. 1452. Nijmegen. 2 Idem, a°. 1470. Idem tuchtigt sijn vrou Joanna de la Roche 1), eodem die. Idem eedt vernyeut, a°. 1484, 3 Novembris. Seatich E. gulden 's jaers tot een manieën uut den tol to Nijmegen gegeven. Heer Scheyffert van Merode, heer to HemersL. verandert uut den tol to Lobede jaerlix op st. MartenB m,„M sim leven lanck te beuren, vermitz van den tol to Nijmegen wevnieh quam, a°. 1445. J Vijff marck gelts uut den thinse to Nijmegen. Joannes de Ubbergen helt die, a°. 1326. Sestieh alde schilde jaerlix uut den tol van Lobede die hertog Willem van Gelre heeren Gerhard gr even van Blanckenheim gegeven. Hondert alde schilde jaerlix op Petri ad cathedram trut den tol van Nijmegen die heeren Arendt greven van Blanckenheim gegeven.' Item hondert Rlujnsche gulden jaerlix nut der handt den voorn, heeren Gerhard gelooft. Elisabet, heeren Gerhards dochter, beleent deur heuren huider Johan altste soon tot Heynsberch, a4. 1407. Vijftieh overlantsche rjjnsche gulden tot een rechten manleen jaerlix uut den tol to Nijmegen. Johan heer to Gemen ontfinck dit, a°. 1428. Den vont van des Rijcks walde ende soveel gruets als hjj in sgn huys behoeft uut der gruyt to Nijmegen, geholden bij heer Johan van Groesbeke, a°. 1326. Den vorsterampt opt Rijxwalt, tot alsulcke rechten als dat gelegen is. Dirck Boloffsz. vercoopt sjjn recht2), a°. 1329. Henrick Bonart gift dit over8), a°. 1330. Johan van Assel ontfangen, a°. 1401. Idem van wegen Dirck Passers versterff, a°. 1403. ') Gewoonlijk genoemd Johanna van Bourgondië, dochter van Antonis van Bourgondië den grooten basterd. ') Aan Johan Moliart ten behoeve van den Graaf'. ') Aan den Graaf. . , 3 - . 2. OT. Sevendenhalven mergen landts in der Oye gelegen, geheyten die Praexacker, een Kuyx leen, tot eenen Zutphenschen rechte bij Claes van der Duven ontfangen, a°. 1402. Johan van der Duven ontfangen een stuck lants geheiten des Praetz acker gelegen in der Oye bij Nijmegen, met der eener sijden an erve «Jh Claes van der Duven ende met der ander sijden an de gemeyn straet, tot Zutphenschen leensrechte met eenen ponde, a°. 1424. Claes van der Duven ontfangen, a°. 1430. In margine: gevrgt. Willem keilener van Burmundebij transport Claessen voorn., a°. 1442. Arnoldus van Goor, sijner F. G. averste rentmeister, bij transport Willem keileners, a°. 1444. Arnoldus voorn, verset dit an Jan Busselman ende Mette, sijn huysfrouw, a°. 1444. Gevrget. 3. OY. Des Greven weerdt met sijn tobeboren, met eggen ende met enden, als hij gelegen is. Johan bastert van Gelre, hertog Willems soon, bij sijnen vader hieran geguet na dode der furstin, die daeran haer tucht hadde, a°. 1401. Idem tuchtigt sijn wijff Hadewich, heeren Dircks dochter vanSinderen, an hondert olde schilden 's jaers uut desen goede, a°. 1401. Herberen van Oye ontfinck eenen weert, die gelegen is in Oyer kerspel, angaende boven an Priemkens lande, streckende langs de Wael nederwert an Doenens weerdt toe, tot Zutphenschen rechte, a°. 1402. Gerrit van Oye ontfinck eenen weerdt, gelegen in den kerspel van Oy, boven an Lemmenweert, streckende met der eener sijden langs de Wale, met den anval ende allen sjjnen tobehoren, in maten als Johan van Oye, Gerrits vader, van hertog Willem ontfangen hadde, tot Zutphenschen recht met eenen ponde, a°. 1424. Johan van Oye, greve tot Ubbergen, als erve sijnes vaders Gerrits beleent, a°. 1425. Idem tuchtigt sijn wijff Hille grevinne tot Ubbergen so lange sjj na sijnen doot onverandersaet bljjft *), eodem die. Arendt van Oy, greve tot Ubbergen, als erve sjjnes broders Johans beleent, a°. 1444. Idem eedt vernyeut, a°. 1465. Idem, a°. 1473, 22 Octobris. Idem, a°. 1481. Idem, a°. 1493. Hillegonde, huysfrou Henricks van Bonenborch, als erve hares vaders Arendts van Oy beleent, a*. 1500. ') In do akte staat: nyet en veranderwerfft. 4 Eadem na dode hares mans deur Johan van Bonenborch *) eedt vernrit, a°. 1503. Johan van Bonenborch van Honstein, greve tot Ubbergen, crijgt uutstel, a°. 1508. Herman ende Henrick van Bonenborch, gebroder, als erven harer moder Hillegonde van Oy beleent, mitz dat an Mechtelt C o n i n c k s, weduwe hares broders Arente van Oy, jaerlix uutgericht sal werden 32 molder roggen ofte 64 hora gulden, losbar met 350 philips gulden, 3 Junii 1529. Herman van Bonenborch gênant van Hontstein eedt vernyeut, 22 Octobris 1538. Idem eedt vernyeut, a*. 1544. Idem, 16 Aprilis 1556. Henrick van Bonenborch gênant van Hoentstein crijgt uutstel, lOMartii 1559. Idem als erve sijnes vaders Hermans beleent, 21 Aprilis 1559. Idem tuchtigt sgn vrou Anna van Oye, met bescheyt, so hg kinder nalaet sal die tucht alleen sijn an C kronen sjaers, eodem die. D'oltste soon Henricks voorn., noch onmundich, erhelt uutstel, 16 Junii 1576. Herman van Bonenborch, onmundich, Henricks soon, crigt uutstel, 29 Aprilis 1577. Idem beleent, 30 Maii 1577. Herman ende Reiner van Bonenborch gênant van Hoenstein, gebroder, hebben den 16 Januarii 1588 consent verworven dit leen te .verpanden voor 4000 gulden an Willem van Herwarden, burger to Nijmegen, ende Altgen Toumans, sijn huysfrou, die tijt van ses jaren; daerop Willem van Herwarden confirmatie erholden, mitsgaders uutstel van andere ses jaren tot der aflosse, 19 Julii 1594. Ende voor Herman van Bonenborch uutstel die leenplicht te voldoen durende sijn afwesen, eodem die. Herman van Bonenborch gênant Honstein vernijt eedt, 21 Februarii 1598. Idem, aflossende 2000 g., neemt dit leen weder an ende laet Willem van. Herwarden noch een stuck, wesende 2 campen weylants beyde bij den anderen gelegen, geheiten dat grote ende eleyne Endenvlot, het een 8 ende het andere 2'Za mergen ongeveer groot sijnde, om oyck binnen 2 jaren met 2500 g. aff te lossen, 26 Martii 1598. Idem doet uut in gebruyck eenen camp van 5 mergen, gelegen in der Oy op Bemmelbergsweerde beneden het Endenvlot; noch een kempken daer beneden gelegen met het butenste castreepken langs tselve kempken naest der Walen angelegt, groot ongeveer eenen mergen; noch een stuck groot 3 mergen, genoomt dat raylant, onder den leene 's Gravenweert gehorende, an Jacob van Haeften, burger to Nijmegen, voor 500 daler, 8 Augusti 1598. Idem stelt te warborg een stuck van tleen an Henrick Allewin ende Henrick Roloffs, 10 Januarii 1604. Idem belast twee parceelkens, het een geheiten die Koeweide, groot ongeveer vijff mergen, ende het ander die derdehalff mergen daer allernaest gelegen, met 70 g. sjaers, te lossen in 6 jaren, tot behoeff van Jacob Biel ende Fenneken Ubbens, echteluden, 13 Januarii 1604. ') Haren znon volgens de akte. 5 Idem stelt dit leen tot warborg voor een vercoft vrij erff, genoomt die Bnnsseweerdt, int Rijck van Nijmegen gelegen, 19 Septembns 1606. Idem belooft bg verdrag van den 15 Martii 1605 an Henrick van Bonenburch 2500 g. of 200 g. jaerlix, van 12 mergen gênant die Legeweerden, a°. 1607. Idem stelt te warborg huis, hof, hongert, bou- ende weiland, groot 26 mergen, met de beterschap van de Endevlotten daerbij gelegen, groot 12 mergen, voor vercofte 35 mergen vrij g°ets to Dodewert ende 60 mergen to Hyen, 10 Maii 1608. Henrick van Bonenborch gênant van Honstein ontfengt eenen weert in den Egcke van Nijmegen in der Oye gelegen, boven an Lemmenweert, inet eener sjjde langs de Wale, met anval ende allen tobehoor, genoomt 's Gravenweert, hem deur affsterven sijnes neven Hermans uut cracht van hilixvorwarden tusschen Hermans olderen Henrick van Bonenborch ende Anna van Oye opgericht angevallen, 19 Novembris 1614. Otto heer van Oy, drost to Sparenberg, erve sijnes neven Hermans, beleent, 7 Martii 1615. Johan van Bonenborch gênant van Honstein, erve sijnes vaders Henrix, beleent, 24 Novembris 1615. Gerhard Herman heer tot Oy, erve sijnes vaders Otten, beleent, 1 Martii 1622. Dorethea van Loe, weduwe van Otto van Oy, doet affstant van haere tucht tot proffijt van ooren soon voors., alsmede van de margengave, ende compt ten overstaen van vrunden overeen dat, naer affsterven van den soon sijnne nalatenschap, voor soo veel deselve bestaet in leen, sal erven op sijnne olste suster van de eerste ehe, met seclusie van sijnne moeder sampt broeders ende susters in de tweede ehe bij de moeder te procreeren, 7 Meert 1628. Margreta Judit van Oy, erve haeres broeders Gerhart Herman, beleent, 4 Februarij 1634.. Boelant heere van den Bylant, als mombor sjjnner kinderen bij vrouwe Margreta Judit van Oy verweckt, beleent, 27 Juljj 1646. - Idem draegt dit leen met consent van de momberen sijner kinderen op aan het Ampt van Overbetuwe, hetwelck door Cornelis van Bronckhorst, amptman, daermede beleent is, 30 November 1660. Dit leen is van de leenplicht g e v r ij d t tegen te leenmaeckinge van het miys den Pol tot Bommel, 6 Junij 1665. 4. OT. Eenendertich mergen landts op den Weerde ende in den Broke, te vijff marcken, helt Dibbolt v a n W e 1 y, a°. 1326. Gaert van Blitterswijck, schuldich wesende ij° alde gulden schilde, te beleggen an erffnis, maeckt daervoor te leen 31 mergen landts in den Tirsbroicke, gelegen met den eenen eynde an des Hertogen stege, met den anderen eynde an Abjt Peters landt, met der eener sjjde beneven die lange stege, met der ander sijde an erve Henricks van der Hautert, transporterende tselve leen op sijnen soon Peter, tot Zutphenschen rechte, a4. 1407. Peter van Blitterswijck beleent, na transport sijnes vaders Gaerts, eodem die. 6 Idem, a°. 1424. Jacob van Driel beleent, a°. 1448. Hadewich, Jacobs dochter van Driel, beleent als erve Peters van Blit- terswick voor ende hares vaders na, a°. 1461. Eadem eedt vernjjt deur Henrich van der Haltert, a°. 1465. Joffrou Arckenraedt van Blitterswick, weduwe Jacobs van Driel beleent, a4. 1473. Eadem deur Herman van der Veten eedt gedaen, 16 Augusti 1475. Eadem deur Peter van Andelien eedt gedaen, 6 Augusti 1481. Peter van Andelien beleent als erve sjjner moyen Arckenraedt, 18 Januarii 1485. Idem eedt vernyeut, a°. 1503. Sweerken van Andelien beleent als erve hares vaders Peters, ende haer huider is Lambert van Sallant, harer moder broder, a*. 1539,25 Martii. •Eadem eedt vernijt deur haren man Loeft" de Jeger, 12 Julii 1544. Iidem eedt vernijt, 11 Junii 1556. Sweerken voorn, eedt vernijt deur Gerrit Ingen Nulant, 11 Decembris 1564. Assuera van Andelien x) eedt vernjjt deur mr. Johan van den Have, rekenmeester der stadt Nijmegen, 22 Januarii 1582. Bernt de Jeger, erve sijner moder Assuerae, beleent sijnde tucht sjjn vrou Elisabet Schimmelpennincks, ende so sjj beyde sonder gebeurt sterven, maeckt het sijnes broders Assueri soon Reiner de Jeger, 6 Augusti 1608. Reyner de Jeger uuyt cracht van de bovenstaende makinge van sj'n oom Bernt de Jeger beleent, 27 Augusti 1631. 5. OY. Die boren tot Oye ende wat Bartold van Oy van den keyser te holden plach wort te leen gegeven bjj Willem Roomsche coninck an Otto grave van Gelre, 1 Julii 1300. Gerrit heer van Oy ontfing die borch ende voorboreht tot Oy, end dat gerichte, hoge ende lege, buten 2) den uutersten cingelgrave om de borch vors. end daerenbinnen, end'voort 'dat gericht hoge ende lege, tusschen den alden Wyele ende den Wale op den Snabbe toe; item die visscherie ten halven diepen toe in den Wale, boven angaende tegen die straet, die tot Loit 3) uut den dorpe gaet op den Wale, geheiten Laterhelle, ende keert beneden tegen die Panaven bij Nijmegen, ende alle strenge ende waden daertnsschen gelegen, die indertijt sijn off hiernamaels daertnsschen werden mogen; ende die merschen tusschen der Putcupen ende der Oyhruggen gelegen, a°. 1402. Reinhart heer tot Oy beleent, a°. 1424. ') Assuera = Sweerken. *) Zoo staat in bet door van Beidt gebruikte copieboek ; in .bet oorspronkelijke aktenboek staat: binnen. - 3) In het oorspr. aktenboek staat: Loet; in latere beleeningen : Leut. 7 Eeiner van Oy bij transport sijns vaders Beiners, a°. 1460. Hier start noch bg: Item den weert achter den huyse tot Oy geheiten den Huysweert. Idem eedt vernijt, a°. 1473, 7 Octobris. Gerrit heer tot Oy beleent, a°. 1498. Uutgelaten den weert. Idem tuchtigt sijn vrou Anna van Stepraet an öc rgnsche gulden sjaers nut sijn erfgoeder ende bij gebreck uut dit leen, eodem die. Otto heer tot Oy beleent als erve sijnes vaders Gerrjts 12 Man 1581. Hier start te verhergewaden der hoger herlickheyt halven met thien golden rijnsgulden. Lijffart heer tot Oy als erve sijnes broders Otten beleent, a . 1532, U Septembris. Idem tuchtigt sijn vrou Sophia van Bod bergen an ü« golden chur- furster rijns gulden jaerlix, eodem die. Idem eedt vennj't, 11 Septembris 1538. Idem, 11 Junii 1544. Idem, 11 Junii 1556. Gerhard van Oy tuchtigt sijn vrou Anna v a n M e r o d e so sij na snnen doot onverandersaet blijft, 5 Maii 1573. Otto van Oy, erve sijns vaders Gerhards, 17 Maii 1593. Hier is die weert weder bjjgeset. Idem raaeckt spen oom Herman van Oy dit leen, 5 Augusti 159d. Gerhard Herman van Oy, onmundig, erve sijns vaders Otten, beleent, 1 Martii 1622. Dorothea van Loo, weduwe van Otto van Oy, doet affstant van haere tucht tot proffijt van oeren soon voors., alsmede van de morgengave, ende compt ten overstaen van vrunden overeen dat, naer attsterven van den soon, sijnne nalatenschap vóór sooveel deselve bestart in leen sal erven op sgnne olste suster van de eerste ehe, met seclusie van snnne moeder sampt broeders ende susters in de tweede ehe bij de moeder toe procreeren, uuytgenamen dat m sulcken vall de kinderen van de tweede ehe uuytte alinge nalatenschap sullen eens genieten soeven duysent rixdaler, 7 Meert 1628. Margreta Judit van Oy, erve haeres broeders Gerhart Herman van Oy, beleent, 4 Februari) 1634. Boeleman baron van Beydt, heere tot Oy, crholt uuytstel voor drie maenden, 18 Meert 1646. Roelandt heere Tan den Bylant und Beedt, heer totOy beleend als momber sijnner kinderen bij Margreta Judit van Oy verweckt, 27 Julij 1646. Idem laet de houlijxe vorwaerden approberen tusschen sjjn soon Florens Otto Hendrick baron van Bylant ende Eheet ende vreulnn Louisa gebooren burchgraevin ende graevin van Dona opgericht, 12 Mey 1665. Florens Otto Henry van Bylant, des B. Eijcks grave, vrgheer tot Eheet, heer tot Oey, Persingen, Palstercamp, erve sijnes vaders Eoeleman baron van Bheet, beleent, 8 September 1690. Albertina Charlotta van Quaet ende Wyckraet, douagiere van Eoeleman Frederick van Bylant, des B. E. graeve laet registreren een apointement, waerbij het Hoff den heer stadtholder 8 der lenen versoeckt tnsschen dit ende aenstaende Lantlijcke vergaderinge over geen beswaeren off alienatie te staen van de heerUjckheden Oy ende Persingen, eer deselve van haer deuchdelick achterwesen voldaen is, 16 September 1691 1). Amelia Louisa Willemina, erfgenaem haers vaders Florens Otto Henry, beleent, 3 Maert 1701. Otto Eoeleman Frederik, onmundige soon van wijle Frederik Eoeleman, erfgenaem sijns grootvaders Florens Otto Henry van den Byland, beleent, 22 Maert 1701; reg. 29 Jan. 1703, alsdoen eerst betaeld. De voogden van de onmundige kinderen van Eoeleman Frederick Neomagus grave van Bylant laten registreren 'sHoves apointement van 18 May 1703, waerbij de stadhouder word versogt over geen alienatien of beswaer te staen alvorens hare pupillen uit kragt van de gelibelleerde huweigxvoorwaerden sullen wesen voldaen van hetgeen haer competeert, 21 May 1703 a). Petronella van Vuren, douariere boedelhouderse ende tugterse van Florens Otto Henry grave van Byland, laet dergelijke apointement van den 4en deses registreren, alvorens sij geconsequeert heeft de effecten van de landregten uit een wettig huwelijk met haren eheheer gecontracteert, 6 Junij 1703 8). Johan Philips d'Eynatten ende Amelia Wilhelmina gebore Byland, egtelieden, renuntieren op sodane regt als deselven enigsints gehad hebben op dit leen, ten behoeve van de onmundige kinderen of soon van wijle Eoeleman grave van Byland, 7 October 1706. Otto Eoeleman Frederik van den Byland, meerderjarig geworden sijnde, vernieuwd den eed, 12 October 1740. Carel Neomagus Jan Frederik Lodewijck grave van Bylandt, erve sgns vaders Otto Eoeleman Frederik grave van Byland, beleend, 19 April 1768. Frederik Christoffel Willem Lodewijk grave van Byland, nae dode van sijn broeder Carel Neomagus Jan Frederik Lodewijck en als succes- seur feudaal, beleend, 7 Juljj 1786. Otto Willem Hendrik van Byland, erfgenaam sgns vaders. Frederik Christoffel WiUem Lodewijk, beleend, 16 Julij 1790. Idem en Carolina van Byland *), ehelieden, laten haar besloten testament van den 27 October 1790 approberen, 30 November 1790. Afgespleten van 5. 5 § 1. Een huys staande op de plaats omtrent de Pol van het afgebroke casteel, tot de voormaalige hooge en vrg'e heerhjkheid Ooy gehoord hebbende, cum annexis, en daarteegens overstaende bakhuys; voorts een groote stalling en annexe voortoorn met de onlanden, willigepasje en bepootinge daartoe gehoorende; nog de grond van het afgebroke casteel, nevens een voorhofje en volgende grooten hof en moesland in zjjn gragt en begraavinge geleegen en daartoe van ouds gehoorende; ') Het apointement is to vinden by de loss,? bescheiden in de Leenkamer.; a) Idem. 3t Idem. ') Zie hierna 5 § 1. 9 nog een boomgart ter zijde de gragt, naast de landen den Haaverkamp en Wtfkstuk gelegen, uitwegende over den dam ; nog bouwland, van ouds de Piggelkampen, nu uytgerooyt bosch en hoff met omstaende bepootinge van eyke als andere boomen en hiepholt en willigepasje, en vordere bepootinge van eycke, peppelen en knootwilligen, kennelijk geleegen, zijnde beswaart met thienden, gemeene capitaalen op den Oovschen polder genegotieert, voorts jaarlpsche verponding, dijkgelden, 'sheeren-, ampts-, dorps- en gemeene lasten; sijnde thans een bijsonder leen en afgespleeten van de hooge en vrije heerlijkheid Ooy. Godert Adriaan van Randwfck tot Beek en 8. C. C. vanBylandt, ehelieden, laaten registreren een transport de dato 15 Augustus 1803, door Otto Wilhem Hendrik van Byland en C. van Wassenaar Starrenburg, ehelieden, ter haerer behoeven gepasseert, en laaten uyt hoofde van dien dit leen ter hunlieder naamen overteekenen, 26 Augustus 1803. 6. PEBSINGEN. Die heerliekheyt van Persingen met den gerichte, hoge ende lege, woe ende waer die gelegen is, tot Zutphenschen leenrechten ontfangen bij Johan van Appelteren l) als erve sijnes vaders, a°. 1420. Henrick van Apeltern versekert sijnen oom Johan van Apeltern uut de heerliekheyt ende slot van Persingen met der visscherien ende anderen heuren tobehoren 100 rhjjnsg. 'sjaers op Paschen te beuren, a°. 1444. Idem ontfenckt dat huys ende heerliekheyt van Persingen met der visscherien ende met allen sijnen tobehoren, a°. 1444. Idem crigt consent te verpachten in erffpacht an Willem Tengnagel van Sandwijck 8 morgen lants tot der heerliekheyt van Persingen gehorende, met namen 2 stuck lants tot Persingen op den Geeste gelegen; dat averste stuck haldende 4 mergen ofte daeromtrent, oostwert gelegen an erve st. Dionisius tobehorende, westwert an erve Willem' Tengnagels voorn., suydwert langs die gemeyn straet ende noortwert langs Aleydencamp, Henrick voorn, tobehorende; het ander stuck lants ant ander eynde van denselven Geeste gelegen, haldende 4 mergen ofte daeromtrent, oostwert gelegen an den wagenwech die van den huyse van Persingen dwers over den Geest geet, westwert an eenen wagenwech die van den kerekhoff te veldewert ingeet, suytwert langs den voetpat achter der wranden aldaer ende noortwert langs den Loecamp, Henrick voorn, tobehorende. Noch een hont lants ' daer Willems voors. husinge op steet, met een cleynen coelgaerden. Beheltlick den erfpacht van den erve vurs. an die heerlicheyt van Persingen vurs. te bliven ende den altar mede te leen ontfangen te werden 2), a°. 1444. Henrica van der Leek, huysfrou Henricks voorn., wort getuchtigt, maer so sij verandersaet sal sij alleen an c r. g. sjaers getuchtigt sijn, 1452. — ' • . ') In de akte staat nog: heren Henrichs soen. *) De laatste zin is in het Register onduidelijk en daarom uit de akte zelf overgenomen. 10 Henrick van Apeltern ontfinck, met voorbeholt der voors. tucht, dat huys ende heerliekheyt van Persingen met allen heuren rechten ende tobehoren, met den hogen gericht ende dagelicksehen gericht noge ende lege, met der visscherien, vogelrien, met den thienden ende ploeehrecht ende met allen anderen herlicheiden, ende met der kerckgiften daeraff, nyet untgescheyden. Welcke herlichevt angaet van den Calendijck in der Meer binnen der voors. herlichevt gelegen, met den meulencamp, tot Oyweert an de Duffelsche straet langs die daer dient, voort opwert to Werchgen toe; ende voort aver l) den kerckhoff op den dijck tot der Putcupen toe, ende voort neder m die wetennge van der voors. Putcupen tent in der A, ende voort van der A an heerhcheyt des greven van Ubbergen, a°. 1465. Johan van Apeltern Henricks soon beleent, sijner moder tucht voorbenolden, ende belooft openinge 2), a°. 1467. Henrick van Apeltern als erve sijns vaders Henricks beleent, sijner moder tucht beholden, 2 Novembris 1473. Idem^ eedt vernyeut, a°. 1487, 9 Februarii, ende tuchtigt sijn wijf Geertruyt vanBronckhorst8). Idem, a°. 1497, de tucht sjjner moeder voorbeholden *). Thomas van Apeltern als erve sijns vaders Henricks, 21 Aprilis 1541. Thomas van Apeltern eedt vernyeut, a°. 1544. Idem eedt vernyeut, 1556, 16 Aprilis. Otto van Apeltern als erve sijnes vaders Thomas beleent, 6 Maii 1573. Idem tuchtigt sgn vrou Cornelia van Opweert so lange sn nyet verandersaet, eodem die. Henrick van Apeltern als erve sijnes vaders Otten beleent, 28 Martii 1580. Henrick van Apeltern, onmundig, Henricks ende Odiliae van Eos- sems soon, als erve sijnes vaders beleent, 28 Augusti 1591. Idem stelt dit ter waringe voor de vercofte heerliekheyt Puderoyen an Johan Millander, secretaris van s\]n Excellentie, 26 Junii 1598. Idem crigt consent tot vercopinge, 1 Julii 1619. Gerhart Herman van Oy, heere tot Oy, bij transport Hendricks van Apeltern voorn, beleent, 12 Augusti 1628. Margreta Judit van Oy, erve haeres broeders Gerhart Herman, beleent 4 Februarii 1634. ' Eoelant heere van den Bylant als momber sijnner kinderen bn vrouwè Margreta Judit van Oy verweckt beleent, 27 Julg 1646. Idem laet de houlijxe vorwaerden approberen tusschen sijn soon Florens Otto Henry baron van Bylant ende Bheet ende vreuhj'n Louisa gebooren borchgraevin ende graevin zu Dona opgericht, 12 Mey 1665. Florens Otto Henry van den Bylant, des E. B. grave, baron tot Bheet, heer tot Oey, Persingen, Palstercamp etc, erve sgnes vaders Eoeleman van den Bylant, beleent, 8 September 1690. Albertina Charlotte vanQuaetendeWyckï-aet, douagiere van Roeleman Frederick van Bylant, des E. E. graeve, laet registreren een apostil, waerbij het Hoff den heer stadtholder der lenen ver- ') In het Register staat verkeerd: an. *) Namelijk het huis voor den Hertog te zullen openen. 3) Uit de akte. *) Idem. 11 soeckt tusschen dit ende de aenstaende Lantlijcke vergaederinge over geen alienatien off heswaer over dit leen te staen, eer deselve van haer deuchdelick achterwesen voldaen is, 16 September 1691. Amelia Louisa Willemina van Byland, erfgenaem haers vaders Florens Otto Henry, beleent, 3 Maert 1701. Otto Eoeleman Frederick van den Byland, onmundige soon van wjjle Frederick Eoeleman, erfgenaem sgns grootvaders Florens'Otto Henry, beleent, 22 Maert 1701. Eeg. 29 Jan. 1703 als doe eerst betaeld. De voogden van de onmundige kinderen van Eoeleman Frederick Neomagus grave van Bylant laten registreren 'sHoves apointement van den 18en deses, waerbij de stadhouder van de lenen versogt werd tussen dit ende aenstaende Landschapsvergadering over geen heswaar, alienatien of transporten te staen voor aleer deselven voldaen sijn uit kragt van de huwelijxe voorwaerden gemelt van hetgeen haer competeert, 21 May 1703. Petronella van Vuren, douariere boedelhouderse en tugterse van Florens Otto Henry grave van Byland, laet dergelijke apointement van den 4en deses registreren alvorens sij geconsequeert heeft de effecten van de landregten uit een wettig huwelijk met haren eheheer gecontracteert, 6 Junij 1703. Johan Philips d'Eynatten en Amelia Wilhelmina geboren Byland, egtel., renuntieren op sodane regt als deselven enigsints gehad hebben op dit leen ten behoeve van de onmundige kinderen of soon van wflle Eoeleman grave van Byland, 7 October 1706. Otto Eoeleman Frederik van den Byland, meerderjaerig geworden sijnde, vernieuwd den eed, 12 October 1740. Karei Neomagus Jan Fredrick Lodewgck grave van Byland, erve sijns vaders Otto Eoeleman Fredrick, beleend, 19 April 1768. Fredrik Christoffel Willem Lodewgck grave van Byland, nae dode van sijn broeder Carel Neomagus Jan Fredrik Lodewijck en als successeurfeudaal, beleend, 7 Julij 1786. Otto Willem Hendrik van Byland, erfgenaam sjjns vaders Fredrik Christoffel Willem Lodewijck, beleend, 16 Julg 179&. Idem en Carolina van Byland 1), ehelieden, laten haar besloten testament van 27 October 1790 approberen, 80 November 1790. 7. UBBEEGEN. Dat huys tot Ubbergen met der erffnisse, hoge ende lege, die daer omme ende bij gelegen sijn, met den pachte ende thinsgoede daertoe behorende, bussche, heyde, weyde ende water, ende die heerliekheyt, hoge ende lege, in allen desen goeden, uutgenomen een stuck lants in den Hogenvelde gelegen van elff honden. Item die heerliekheyt; hoge ende lege, op den alden kirekhoff, met der huysingen ende erffnissen ende met den thinse ende pachtgoede in derselver herlicheyt gelegen, uutgenomen die thiende, cleyn ende groff, in allen desen voors. goederen, die Arent van Ubbergen in eenen erffpacht heeft van de heeren van santé Apostelen. ') Zie hiervoor 5 § 1. 12 Arendt van Ubbergen ontfinck dit, a°. 1403. Hilleken van Ubbergen deur haren momber Geiis van Ubbergen ontfangen die graeffschap van Ubbergen, só wie die m'et allen heuren tobehoren van alts gelegen is, met den gerichten, hoge ende lege, gelijck men die van ons haldende is tot eenen Kuyckschen leensrechte, a°. 1409. Hille grevinne van Ubbergen ontfinck die heerliekheyt van Ubbergen tot eenen Kuyxschen leene, met vijfthien enckel gulden te verhergewaden, haer huider Johan van Ubbergen, a°. 1416. Hilleken van Ubbergen Arents dochter deur haren man Johan van Oye erkent die greeffschap van Ubbergen, met den gerichte hoge ende lege, met mannen, water ende lande, a°. 1420. Johan van Oy ontfinck tselve gelijckt van der heerliekheyt Gelre roerende is tot Kuyxsen leenrechte, a°. 1424. Arendt van Oy als erve sijnes vaders *), a°. 1444. Idem tuchtigt sijn vrou Mechtelt van der Donck an C, ende so sij sich verandert sal sij hebben alleen vijftich franckrgeksche schilden sjaers, a°. 1460. Idem ontfinck dit, a°. 146B. Idem, 22 Octobris 1473. Idem eedt vernijt, 19 Augusti 1481. Hillegonde van Oy, weduwe Henricks van Bonenborch, als erve hares vaders Arendts beleent, a4. 1503. Johan van Bonenborch crijgt uutstel, a°. 1508. Idem als erve sjjner moder Hillegonde beleent, 28 Julii 1530. Idem tuchtigt sijn vrou Margriet van Voorst, eodem die. Idem crjjgt uutstel so hg cranck was, 27 Septembris 1538 a). Carll Vijgh maeckt dit leen bij testament sjjnnen tweeden soon Claes . Vg'gh, 10 Februarii 1627. Claes Vijgh uuyt cracht van testament beleent, den 8 Augusti 1628. Idem noch beleent bjj transport sijnnes olsten broeders Arnts, den 26 Meert 1633. Idem laet sgnne houwelixe vurwarden met joflr. Odilia van Raetsvelt opgericht appröberen, 13 December 1643. Idem tucht sijn huysfrouw vrouwe Odilia van Baetsvelt tot herhglekens toe, 22 Januarij 1647. Hendrick Vijch, erve sijnes vaders Claes Vijch, heer tot Ubbergen, beleent, 4 Martii 1664. Geertruyt Vijch, getrout aen Louys van Steenlant, drost tot Buyren, erve haeres broeders Hendricks beleent, 6 Julij 1675. Eadem ende haer eheman tuchtigen malkanderen, 29 Martii 1676. Deselven laten haer beslote dispositie appröberen, 13 Januarij 1709. Odilia Louisa ende Margariet Gijsberta van Steenland, gesusteren, laten hare beslote conventie appröberen, 20 Januarij 1702. ') Zoo staat ook in de akte, doch in de voorafgaande akte staat: so hem dat ankomen is van versterff Jans sijns broders. Zie hiervoor 3. s) Daar Ubbergen een Kuiksch leen was, zijn de beleeningen tusschen 1538 en 162" te vinden in de Kuiksche leonboeken, berustende in het Rijksarchief in den Haag. L 13 Margareta Gijsberta van Steenland laet appröberen sekere acte van revocatie en renuntiatie den 28 Januarij 1709 door haer gepasseert voor de leenkamer van Buren, 12 Augustus 1709. Eadem revoceert sekere sogenoemde conventie van den 28 November 1701 tussen haer en haer suster Odilia Louisa over de toekomende successie in de nalatenschap der lenen van hare ouders aengegaen, eodem die. Floris Adriaen van Brakel, als man en momber sijner huysvrou Margareta Gijsberta van Steenland, laet appröberen het maaggescheid tussen sijn vrou en desselfs suster Odilia Louisa den 20en Mey laestleden opgerigt, 29 Jung 1711. Geertruid Vijg, douariere Louis van Steland, Johan van Weideren en Odilia Louisa van Steland, egtelieden,'Floris Adriaen van Brakel en Margariet Gijsberta van Steland, ook egtelieden, samentljjke weduwe en boedelhouderse en kinderen van Louis van Steland, laten casseren ende royeren het testament den 24en Mey 1708 bij Louis van Steland en vrouwe Geertruid Vijg, egtelieden, gemaekt en hier geregistreert, 19 September 1711. Odilia Louisa van Steenland, erfgenaem haers moeders Geertruid Vg'g, beleent, 14 Junij 1715. Eadem en Johan van Weideren, egtelieden, laten appröberen hare beslote reciproque tugtmakinge, 16 September 1716. Bernard grave van Weideren en vrouwe Genoveva Maria van Steenhuys *) beswaaren dit leen met 30.000 guldens, 9 November 1740. Odilia Louisa van Steeland stelt na dode Johans van Weideren tot huider Hendrik van Meurs, 15 Maart 1741. Bernhard van Weideren beleent met dit leen, gelgkerwgs hem hetselve bij huwbjksvoorwaarden van den 11 September 1722, den 9 November 1740 ter Leenkamere geapprobeert en per clausulas concernentes geregistreert, aangekomen is, 10 November 1753. Idem draagt dit leen op uyt kragt van de clausule bij het magescheyd van den 15 May 1752 vervat, huyden dato bij extract geexhibeert en geapprobeert, aan Genoveva Maria van Steenhuys, Heumen etc, die daar weder mede beleent is, eodem die. Odilia Louise van Steeland, douariere van Keppel, na bekomen confirmatie van 't accoord van den 28 Maart en 21 May 1754, doet afstand van al het regt, so van eygendom, possessie, vrugtgebruyk als anders als tot dato deses gehad heeft ofte sonde hebben kunnen of mogen praetenderen uyt kragt van hijlijksvoorwaarden etc. aan dit leen, ten behoeve van Genoveva Maria van Weideren geb. van Steenhuys, 22 Januarij 1755. Genoveva Maria gravinne van Weideren geb. van Steenhuys draagt dit leen op aan Abraham Adriaen en Jacob Theodorus de Mist, die daar weder mede beleent sijn, 31 Julij 1764. Deselve benevens hare vrouwen dragen dit leen op, nytgenomen dat daar van afgespleten en afsonderlijk verheft is, aan ') In de akte genoemd vrouwe van Ubbergen. 14 31 Januarij 1786 liegen, namens voors. stad beleend, Arend Anthony Roukens raad Eadem en haer man Engelbert Frederick de Brias, grave van Itrias laten appröberen het contract van koop tussen haer en Herman denTMaeri°Ï69d9. Nor. 1698 Iidem dragen dit leen op aan ReTmZjï»TJrï te ^a.chtendonk en Anna Maria baronE eodem die' egteheden' die daer «>k weder mede beleent m3 «^.WM^a^,.h^Wt te Gr°esb8ek' de" ™d * «- * tienden te 23 Joh. Wilh. vrijheer van Wachtendonk, onmnndig, erfgenaem sijns vaders Herman Adriaen, heieent, 31 Aug. 1703. Hermen Arnold van Wagtendonk, erfgenaem sijns broeders, onmnndig, beleent, 24 November 1717. Caerl Frans van Wagtendonk, oudste oom en bloedmomber van sijn onmundige neef Hermen Arnold, beswaert dit leen met 14000 g., 13 Dec. 1717. (Verder volgen een aantal registraties van consent om te procedeeren en besaat). Johan Coenraad Copes van Hasselt, momboir deser Landschap, laat q.q. registreren, 't transport van de heerlijkheyd Groesbeek, ten behoeve van de Domainen deser provincie aangefcoft, de dato den 31 Decemb. 1768, 5 May 1769. 10. GROESBEECK, Johans hoeve van Malden in der Gunnen, in den kerspel van Groesbeeck gelegen, thiendevrij, tot Zutphenschen leensrechte ontfangen bij Louis van Beynhem als erve sijnes ooms Henricks van Beynhem, a°. 1403. Henrick van Weerthusen crijgt uutstel, a°. 1421. Idem ontfangen een stuck landts, omtrent 28 mergen, in der Gunnen, in den kerspel Groesbeeck gelegen, met eenen eynde an dat Walt ende met den anderen eynde an den wech van der Vraessem, met allen sijnen tobehoren, a°. 1423. Henrick van Weerthuysen als erve sijnes vaders Henricks, die sulx van Louis van Beynhem vercregen had, beleent, a°. 1424. Johan van Huessen bij transport Henricks voorn., a°. 1441. Dirck van Huessen bij transport sijnes vaders Johans, met consent sijnes oltsten broders Henricks, beleent met dat erve ende goet in der Gunnen, in den kerspel van Groesbeeck gelegen, schietende met den eenen eynde ant Walt ende met den anderen eynde an den wech van der Vraesemerstraten, thiendvrg, a*. 1465, ende tucht sijnen vader. Idem, a°. 1473. Johan van Huessen, onmundich, erve sijnes ooms Dircks, a4. 1481. Henrick van der Hoevelick bij transport Johans voorn, beleent, op wederlosse binnen ses jaren met 213 gg., beheltlick joffer Otte van H a e 11 e, weduwe Henricks van der Hoevelick, sijner moder, haer tucht, eodem die. Henrick van der Heuvelwijck bast. bij transport sijnes vaders Henricks, 15 Junii 1531. Otto van der Heuvelwijck doctor als erve sijnes broders Henricks beleent, 28 Junii 1537. Idem eedt vernijt, a°. 1538, 24 Septembris. Henrick van der Hoevelw|jck beleent als erve sijnes bast. broders Henrick voor ende sijnes vaders na, 22 Junii 1539. Otto van der Hovelwijck doctor eedt vernyeut, a°. 1543. 24 Idem crijgt uutstel tot eedsvernyeuwinge, 20 Junii 1556. Idem eedt vernyeut, 9 Martii 1557. Johan van der Heuvelwick beleent als erve sjjnes vaders Otten, 18 Octobris 1558. Gertrud van Lommersum, erve hares soons Johans voorn., 8 Februarii 1569. Gertrud Lummeschen, huysfrou mr. Dircks van der Straten, erve harer moder Gertrud, 18 Januarii 1585. Hendric Straetman, erve sijnner moeder Geertruyt, beleent, den 2 October 1632. Idem transporteert dit leen aen sjjn soon Derck Althet Hendrick Straetman, die daer mede beleent is, den 12 Junij 1665. Deselve tuchtigt sijn huysvrou Maria Mechtelt Moliart tot weder- hijlickens toe, eodem die. Derk Alphert Hendrick grave van Straetman, erfgenaem sijns vaders Derk Alphert Hendrick, beleent, den 18 Februarg 1697. Idem transporteert hetselve aen Johan Maurits Blaespyl, die daer mede beleent is, eodem die. Susanne Magdalene gravin van Finkensteyn gebooren van Hoff beleend met dit leen, gebjk hetselve door dode van Johan Mauritz Blaspil uyt kragt van testamentaire dispositie van den 29 Januarij 1722 is gedevolveert op desselfs ehegemalinne Dorothea Henriette van Blaspil geboren Hof, en van die op haar, 7 April 1750. Fridrich Ludwig graf von Finkensteyn, erfgenaem sijns moeders Susanne Magdalena, beleend, 12 Junjj 1754. Idem draagt dit leen op aan Arnold Georg M a r c k e r, die daar weder mede beleent is, 31 Augustus 1754. Maria Susanna Marcker, minderjarig, erfgenaam haars vaders Arnold Georg beleent, 5 Julij 1759. 11. WYCHEM. Een huys ende hoff op den Eist met sjjnen tobehoren, in den kerspel van Wychem gelegen, tot eenen Zutphenschen leenrechte. Johan van Holthusen, van wegen sgnes wjjffs Alpts, die sulx anbestorven was, ende dat Sweders van Malburgen plach te wesen, transporteert 't voors. leen op WiUem van Galen, a°. 1401. Idem beleent, a4. 1403. Idem, a°. 1424. Otto van Galen Willems soon, a°. 1438. Idem tuchtigt sjjn huysfrou Salome, a°. 1452. Willem van Galen, erve sijnes vaders Otten, beleent, a°. 1462. Idem, a°. 1465. Idem eedt vernjjt, a°. 1473. • 25 Arendt van der Lanwick als erve sjjnes vaders Dircks beleent, 20 Aprilis 1531. Anna Uutenenge, huysfrou we Otten van Mekeren, erve hares voorsoons Arendts van der Lawick, crigt confirmatie des maechgescheydts tusschen haer ende haren man eens ende Amelis Uut den Enge, heer Jacob deken, heer Cornelis scholaster der kercken van ste Peter tutrecht, Frerick Uut den Enge, ende Adrian van Bochorst, als man van Beatrix Uut den Enge anderdeels opgericht, 11 Aug. 1547. Derfgenamen Otten van Mekeren crigen uutstel te verheffen een huys ofte hoffstadt, in den Rijcke van Njjmegen in den kerspel van Wychem gelegen, geheiten in den Eist, met vier hont landts daeran, neven de gemeyn straet gelegen, met den thinsen end allen renten end goederen daerto gehorende, 12 Martii 1556. Fredrick Uut den Enge vermitz maechgescheyt beleent, 9 Julii 1557. Johan van Weideren bgtransportFredricksvoorn., 16Octobris 1562. Gijsbert ende Magdalene van Weideren Johans kinderen crigen 3 maanden uutstel, 20 Junii 1601. Bernt van Weideren, erve sijnes vaders Johans, beleent, 26 Augusti 1601. Gflsbertt van Weelderen versoeckt ende vercrjjgt approbatie van t magescheyt tossen hem, sijnne broeders ende suster opgericht den 23 Januarij 1599. Gijsbertt van Weelderen uyt cracht van tselve magescheyt beleent, ende draegt nevens dat noch mede te leen op een hont lants ongeveerhje, bij hem van de heeren Staten deser landtschap angecoft luyt acte van den 15 Augusti 1615, daer naest gelant sijn oostwert hij Gijsbertt van Weelderen, zuytwert Sondach Janssen, westwert Hendric Michiels ende noortwert de gemeente; ende noch vijn7 mergen een hont lants, aen t voors. leen gelegen soo achter, voor, als tegensover den huyse, den 18 December 1628. Christina van Gent1) beleent met dat huys ende hoffstadt met vier hont lants als tuchterse, ende de andere 1 hont ende 5 mergen een hont halff als tuchterse ende halff als eygenerse, den 11 Junij 1636. Johan van Weelderen, capiteyn, erve sgnnes ooms Gijshert van Weelderen, beleent, den 3 Aprill 1638. Beernt van Weelderen, erve sijnnes vaders, beleent, den 6 Meert 1649. Gerrit Voss als oom ende bloetmomber doet hulde. Idem doet selve eedt, dén 23 Martii 1664. Idem draecht dit leen op aen Jan van Weelderen, die daermede beleent is, den 26 April 1689. Idem draegt dit leen op aen Derk Hendrix, die daermede beleent is, den 19 Febr. 1700. Teuniske Bigters, weduwe en boedelhouderse van Derk Hendrix, en Hendrik Derx, erfgenaam van Derk Hendrix sijn vader, beleent, 30 April 1722. Deselven dragen dit leen op aen het Oude borgergasthuis tot Nijmegen, dat daer weder mede beleent is, eodem die. Huider Cornelis van Heuven. ') In de leenaktp wordt zij genoemd: weduwe van den luitenant collonel Gijsbert v Weelderen. 26 Hetselve steld na dode van Cornelis van Heuven tot een nieuwen huider Matthias van der Lynden, 13 October 1744. Hetselve steld nae dode van Mathias van der Linden tot een nieuwen hnlder Mr. Willem Engelen, 7 Julg 1785. 12. WYCHEM. Den Leler met sijnen tobehoor; item den vont ende die heytgraeffschap in Wycher kerspel, tot Zutphenschen rechte bij Berent van Galen ontfangen, a°. 1403. Idem, a°. 1424. Butger van Galen als erve sijnes vaders Bernts ontfangen een huys, hoffstat, bosch, met eener bouwinge daeran, met heuren tobehoor; item twee stucken landts, dat een geheiten dat Hogelandt, dat ander die Stekelbrugge; item die halve Meer; item die vont to Wychem; item die heytgraeffschap aldaar j item die keurmuetsche ende eygene luyden, a°. 1429. Jacob van Galen als erve sijnes vaders Butgers beleent mitz sijnen huider ende oom Johan van Galen, a°. 1455. Hierbij staet (na die halve Meer), item die Leler. Idem selffs eedt gedaen, a°. 1457. Idem, a4. 1465. Idem verset 16 alde schilden sjaers hieruut an' sijne nichten Jorden, Henrick ende Nese, Otten dochteren van Galen, met belofte van weder te vrijen op pene van 16 alde schilden voor furstel. gen., a°. 1466. Idem eedt vernijt, 9 Octobris 1473. Idem eedt vernijt, a°. 1497. Butger van Galen bij transport sijnes vaders Jacobs, a°. 1504. Idem verbind sich bij revers die voors. 16 schilde binnen een jaer te lossen, eodem die. Bernt van Galen als erve sijns neven Jacobs beleent, eodem tempore. Butger crigt consent te verschriven 16 enckele r. guld., twee hornsguld. voor den r. g. gerekent, an Gerrit van der Schuren uut den Leler, die in val van opwinninge een besunder leen sal sijn, losbar voor sijn furst. genade met ij« r. guld., a°. 1506. Bernt voorn, transporteert sijn gerechticheit op Eeiner van Gelre b., heer to A r s s e n, a°. 1516. Alijt Schencks van Nidegen, wedewe Beiners voorn., transporteert weder haer actie op Jacob van Galen Butgers soon, die tgantze leen ontfengt, ende tuchtigt sijn moder Gertrud Schencks bast. an den halven Leler ende an 7« mergen van den bosch, doende sijnen oom Johan van Galen voor üjc goltg., hem bij maechgescheyt commende, den halven bosch 12 jaren in gebruyck, met belofte van aflosse, 29 Maii 1527. Jacob van Galen tuchtigt sgn vrou Barbara van Eckeren, 12 Junii 1532. Herman van Bronckhorst, heer to Batenborch, bij transport Jacobs van Galen, 5 Januarii 1536. Idem tuchtigt sgn vrou Petronella van P r a e t, eodem die. Idem eedt vernijt, a°. 1543. 27 Jorrien van Galen, Hille x) ende Maria, sgn susters, vertgen op haer recht an een derdendeels deses leens, 21 Aprilis 1547 *). Herman voorn, verbint dit leen tot voltreckinge der hijlixvorwarden sijns soons Willems ende Johanna van Sant Thomars gênant van Morbecque, douagiere van Bosinchem, 21 Jannarii 1550. Willem van Bronckhorst bjj transport sjjner olderen Hermans ende Petronellae voorn., 16 Novembris 1553. Idem, als nntlendich doe tvoors. transport geschiede, crigt nutste! tot de beleninge, 20 Junii 1556. Idem, 19 Martii 1557. Willem van Bronchorst, heer to Batenborch, na beleninge, transporteert tvoors. leen weder op sijnen broder Carl, 3 Junii 1557. Petronella van Praet, weduwe ende douagiere van Batenborch ende Steyn, beleent bg transport Carls, 4 Februarii 1563. Gijsbert van Bronchorst beleent bij transport sgner moder Petronellae, 15 Junii 1563. Idem bevestigt eenige condicien, 16 Augusti 1563. Gertrud van Dalen, weduwe Anthonis Backeliers, beleent, vermitz verwin voor schuit, 10 Novembris 1595. Eadem doet protest tegen voorhebbende verheffinge Herman Diedricks van Bronchorst, 4 Octobris 1596. Herman Diedrick van Bronchorst beleent, eerst als erve sijnes ooms Ggsberts, ende na als erve sgnes vaders Willems, 10 Decembris 1596. Gertrud Bacliers, weduwe doctor Fredrick B o y m e r s, bij transport Gertrud van Dalem voorn, beleent, 7 Decembris 1601. Emilia princes van Portugal ende van Orange, gravin van Nassou Catzenelnbogen, etc, gemalin van don Emanuel prince van Portugal,-bij opdragt van Gertrud van Dalem ende harer neeff ende nichten Fredrick, Constantia ende Magdalena van Boymer, beleent, 10 Junii 1609. Naerder bestediging deser opdragt ende belening, 9 Septembris 1609. Elisabet van Bronckhorst ende van Batenborch, vrou douagiere van Holoigne, Busin, Failons, erve hares neven Herman Diedricks voorn., beleent sjjnde, draegt op tvoorn. leen, met todoen hares outsten soons Balduin van Luxembourg, heer van Holoigne, mede sich sterck makende voor den tweeden soon Herman van Luxembourg, buten lands wesende, op vrou Emilia voorn., 24 Octobris 1622. Don Emanuel de Portugael beleent, den 12 Meert 1630. Emilia Louisa princesse van Portugael beleeninge, haer Exc. ende derselver susters angecommen van haer vrouw moeder Emilia princesse van Portugael etc, den 8 April 1630. Eustatiüs van Hemert ende Everharda Mom, eheluyden, bij opdracht van Emilia Louise, Anna Louise, Juliana Catarina, Elionora Maurice, Sabina Delphica, gesusters ende gebaeren princessen van Portugael, in gevolge van de coepcedule van den 8 October 1639, ende op die conditiën daerin vermeit, die ooc wort geapprobeert, den 13 Meert 1640. ') Blijkens de leenakte gehuwd met Wylhem van Vylsteren. *) In de leenakte staat nog: dat Jacob van Gailen, hoir broeder, verkofft heeft. 28 Idem en sijn huysfrou belast dit leen met de somma van 22000 g., sijnde den tweeden ende darden termijn van de coopspennongen ten behoeve van de voors. princessen van Portugael, den 13 Meert 1640. Philippe de Nassau ende Maria Margreta *) van Cortenbach, eheluyden, bij opdracht van Eustatio van Hemert ende Everharda Mom beleent, 6 Augusti 1640. Idem bewijst losse van 12000 g. op 22000 als reste van de coopspennongen, den 25 Julij 1642. Don Emanuel prince van Portugael, olste soone, vreulijns Emilia Louisa, Anna Louyse, Juliana Catarina, ende Elionora Maurice, voor haer selven ende vervangende ende hun sterck makende voor don Louys Guilielmo, haeren uuytlantsen broeder, ende voor het vreuljjn Sabina Delphica, haer Excies. absente suster, appröberen de beleeninge van haere Excie. princesse Emilia van Portugael den 30 Aprill 1680 genomen, alsmede de opdracht den 13 Meert 1640 aen Eustaes van Hemert gedaen, dieselve overgegeven an Philippe de Nassau, heere van Grimhuysen, de beyde opdrachten nochmaels approberende ende opten eygendom rennncierende, met belofte van waernisse volgens coopcedulle, ende heeft Philippe de Nassau tselve wederomme opt nieuw to leen ontfangen, den 17 Junij 1646. Don Guiliame prince van Portugael ende vrouwelijn Sabina Delphica princesse rennncieren opt voors. leen den 14 September 1649, ende Philippe de Nassou daermede opt nieuwe beleent. Philippe de Nassouw ende Maria Margareta van Cortenbach reciproque tucht geapprobeert, den 81 October 1651. Idem laet sijn besloten dispositie appröberen, den 19 November 1661. Idem ende sjjn huysvrouwe tuchtigen malcanderen, 16 September 1662. Anna Margareta van Nassouw, vrouwe tot Aefferden, Elijenbeeck, etc, laet de houlyxe vorwaerden appröberen tusschen Diederyck S c h e n c k van Nidecken, heer tot Bbj'enbeeck, ende haer den 9December 1659 opgericht, den 10 Junij 1664. Philippe de Nassau licht sjjn besloten testament ende revoceert hetselve op den 24 Augusti 1667. Idem verbint die helfte van dit leen voor 8500 g. ten behoeve van heer Willem Adriaen graeve van en tot Hornes, als man ende momber van vrouwe Anna van Nassau, sjjn gemaelinne, den 4 Martii 1668. Johan Gerart van Oostrum ende vrouwe Anna Margareta van Nassauw laeten haer acte van approbatie van het bovenstaende verbant registreren, den 27 Mei 1668. Philippe de Nassou, heer tot Grimhuysen, belast dit leen met 1700 g. ten behoeve van Willem Adriaen graeve van ende tot Hornes, als man ende momber van vrouwe Anna van Nassauw, den 25 April 1672. Johan Gerret van Oostrum tot Moersbergen, als man ende momber van vrouwe Anna Margareta van Nassouw, erve haeres vaders Philippe de Nassou, beleent, den 12 Martii 1676. Johan Gerart van Oostrum, heer tot Moersbergen, als geauthoriseerde momber van de kinderen deur hem bjj Anna Margareta van Nassouw verweckt, wegens deselve kinderen als erfgenaemen haeres moeders beleent sijnde, draegt dit leen op aen ') In het Register staat verkeerd : Anna Margaretha. 29 Meinart de Perceval, gouverneur tot Hulst, die daer mede beleent is, den 30 Jung 1680. Ambrosius de Perceval, erfgenaem sgnes vaders Meinart de Parceval, gouverneur tot Hulst, sub beneficio legis et inventarii beleent, onmundich sijnde; Dr. Ameldonck Coets is huider, den 15 December 1693. ' Hillegunda Maria de Parcheval, naeste leenvolgerse en so veel nodig of dienstig erfgenaem sub beneficio inventarii haers broeders Ambrosius, beleent, den 12 Augustus 1699. HuiderCourt Jan van Swansbel, haer man. Diderick Herman Adriaen van Swansbel, onmundig, erfgenaemsjjns moeders Hillegunda Maria de Parcheval, beleent, 20 Julij 1703. Huider sijn vader. Aloff van Swansbel en Joost Vincent van Asbeek, als mombers van de onmundige kinderen van Court van Swansbel, laten registreren de auctorisatie van de Landschap van den 23 December 1704 om hier op te mogen negotiëren 8000 g., den 6 Maert 1706. Diderik Herman Adriaen van Swansbel, onmundig, eed vernieuwt door de dood sjjns hulders Court Jan van Swansbei, sgn vader; huider Adolf Warner van Swansbel, sjjn neef, 11 Maert 1707. Diderik Herman Adriaen van Swansbel, meerderjarig, doet self eed, 1 December 1719. Derk Hermen Adriaen van Swansbel laet appröberen bet maeggescheid den 17 Julij 1722 tussen hem en sgne susters opgerigt, waerbij hem dit leen toegedeelt is, 14 Pehr. 1724. Idem draegt dit leen op aan Steven van E a n d w ij k, die daer weder mede beleent is, eodem die. Steven van Eandwijk en Gijsberta van Weelderèn, egtelieden, dragen dit leen op, na voorgaande renuntiatie en annullatie van koop van den 14en Febr. 1724, aen Derk Hermen Adriaen van Swansbel, die daer weder mede beleent is, 8 Julij 1724. Idem draegt dit leen op aen Johan Francois van Scherpenzeelen Maria Ignatia van den Sandvoort, egtelieden, die daer weder mede beleent sijn, 26 October 1724. Frans Willem van Gangsebe en Maria Mechtelt Josina van Gangsebe gebore Swansbel, egtelieden, en Galandina Sophia van Swansbel renuntieren van het verband van 8000 g. in dit leen gedaen bg maeggescheid tussen haer en haer broeder, geapprobeert den 14 Februarij laestleden, 26 October 1724. Gerhard Norbert van Scherpenzeel, erfgenaem sjjns broeders Johan Francois van Scherpenseel, beleent, 16 April '1735. Maria Ignatia van Santvoort steld na dode van Johan Francois van Scherpenseel tot een nieuwen huider Pieter Kleyn, 5 Junjj 1747. Johan Antony van Wevelinckhoven, erfgenaam sgns moeders Maria Ignatia van Santvoort, beleent, 8 November 1752. Hendrik Jan Francois van Scherpenseel, erfgenaam sgns vaders Gerhard Norbert van Scherpenseel, beleent, 25 Juhj' 1758. Idem, gehj'k ook Jan Antony van Wevelinchoven,. dragen dit leen op aan 30 Hendrik Balthasar van Wevelinchoven, eodem die. Cornelia Petronella van Wevelinchoven, erfgenaam van haar broeder Hendrik Balthasar, beleend, 20 Junjj 1771. Eadem, benevens haar man Joan O s y, dragen dit leen op aan haar kleynsoon Joan O s y, die daar weder mede beleend is, eodem die. 13. WYCHEM. Den thiende gelegen op der Tyerssen, van Heynken Bukens huys tot Johan Venboitz huys to, langs Wychemer heyde met den eenen eynde ende langs den Tiersdgck met den Duyckenborchschen velde an deen sgde ende an den Maldenschen bosche met der ander sjjden. Ende so wes binnen den paelsteden voors. tot nijen lande gemaeckt wordt hoort in den thienden. Tot Zutphenschen rechten bij Peter Lauwert ontfangen, a°. 1424. Sweder van Boicholt1) bij transpórt Peters voorn., wiens vrouw Ljjsbet van Bomel haer tucht oick transporteert, a°. 1427. Gule, huysfrou Steeskens van Eedinchaven, ende nicht Sweders, die haer hiermede uutbestadet hadde, beleenta), a°. 1432. Albert van Eedinchaven, als momher ende tot behoeff sjjner kinderen, van sijn broder Steesken, a°. 1439. Henrick van der Woerde beleent, a°. 1449. Albert van Eedinchaven Steeskens soon beleent, a°. 1450. Henrick van Bronckhorst die jonge bij transport Henricks van der Woerde beleent, a°. 1455. Die Hertog behelt sfc'n losse met vc alde schilde. Idem, a°. 1465. Idem, a°. 1473, 20 Octobris. Idem, a°. 1481, 5 Decembris eedt vernyeut. Henrick van Bronchorst voorn., dit getransporteert hebbende op sgn soon Johan, ontfenckt het wederom als erve desselven, a°. 1508 "). Henrick van Bronchorst van Hulsen beleent als erve sgnes vaders Willems, a°. 1542. Idem vernyeut eedt, a°. 1544. Idem vernjjt eedt, 16 Aprilis 1556. Willem van Bronchorst van Hulsen als erve sijnes vaders Henricks beleent, 4 Januarii 1569; met den thienden to Hattert gelegen op den hogen velde, bjj der stadt Njj megen, op der Tierssen, enz. Wilhem van Bronckhorst van Hulsen, erve sgnes vaders Wilhems, beleent 18 Decembris 1605 met den thiend to Hatert, streckende van den Tiers af tot an de Maldensche steeg to langs Wychemer heide, met den eenen eynde langs den Tiersdjjck, met den Dnkenborgschen velde an deen sjjde. >) ln de leenakte staat er by: proigt tot Eist. ') Idem: krachtens testament. ») Als Hendriks vrouw wordt in de akte genoemd: Jobanna Collertz. 81 Bernhart van Bronchorst bg transport sijnnes vaders Willems ') beleent, den 6 October 1641. Idem laet sijnne houwelixe vnrwarden met Catarina Ottina van Beest van Renoy ingegaen a) appröberen, den 6 Otober 1641. Idem tucht sijn huysfrouw voorn, an dit leen, nevens noch an sgn andeel in de Eldericksche weerden, tot Ochten in den ampte van Nederbetuwen gelegen, oer leven lang, eodem die. Idem verbint dit leen tot securiteyt ende vrginge van sgn tegenwoordige huysvrouwe s) voor allen schaede wegens hetgene des suppleants voorkinderen naemaels souden willen pretenderen, 14 Febr. 1655. Hendrick Paling vercrijcht consent van de Lantschap om op dese tienden ten lantrechte te mogen procederen, den 1 Febr. 1677, geregistreert den 7 Mey 1678. Desselfs weduwe laet registreren een extract uyt het gerichtsprothocol der stadt Nimmegen van den 5 December 1679, sijnde een immissie in desen tient, ende daer onder staende weet van den 13 Mey 1680, over een summe van 3790 g., op den 26 Mey 1680. De weduwe van Hendrick Paling, als het recht ende cessie hebbende van Juliana van Bronckhorst, wed. Baesvelt, laet registreren een acte van besaet, met consent van de Lantschap den 25 November 1680 geinterponeert ende denselven dach geinsinueert, om aen dese tienden *) te verhaelen 1800 g. volgens sententie van het Hoff, op den 26 November 1680. Justinus de B ey er, borgermeester tot Nimmegen, dit leen bg' gerichtelgcke subhastatie gecocht hebbende, is beleent den 30 Augusti 1681. Justinus de Beyer, onmundig, erfgenaem sijns grootvaders Justinus, beleent door sijne moeder Geertruid Kuper, 25 Maert 1718. Idem, meerderjarig, doed self eed, 11 Mey 1725. Leonard de Beyer, erfgenaam sgns vaders Justinus, beleend, 6 Februarij 1778. Johan Peter Arnold van Hymmen laat registreren een gerigtelgk transport den 28 Februarg 1801 ten zijnen behoeven gedaan, en uyt hoofde van dien dit leen ten zgnen naamen overtekenen, 6 Jung 1801. 14. WYCHEM. Die thienden in der Eyekhorst gelegen, in den kerspel van Ngmegen ende van Wychem, tot Zuthenschen rechten bg' Eembout van Beeck getransporteert tot behoeff van Dirck Bieseman, a°. 1441. Gerrit Bieseman als erve sijnes vaders Dircks ontfinck tvoorn. leen met sgnen tobehoren, a°. 1456. Idem, a°. 1461. Idem 3 Januarii 1476 eedt vernijt. Egbert Biesman als erve sgnes vaders Gerrits, a°. 1497. Gerrit Biesman, onmundich, erve sgnes vaders EgTberts, a°. 1509. ') En Elisabet van den Bongart, eheluyden. (Leenakte.) ") Den 11 Juljj 1638. (Idem.) a) Dit de Losse bescheiden blijkt dat zij heette: Johanna Wilhelmina van de Pol . ') Toebehorende aan Jurriacn van Bronckhorst, zoon van Bernhard. (Leenakte.) 32 Idem ontfangen, 11 Maii 1521. Idem eedt vernyeut, 24 Septembris 1538. Idem, a°. 1544. Idem crggt uutstel, 3 Junii 1556. Idem eedt vernijt, 22 Augusti 1558. Egbert Biesman, erve sgns vaders Gerrits, 31 Decembris 1571. Gerrit Biesman, onmundich, erve sgnes vaders Egberts, 1 Septembris a°. 1575. Jacob Biesman, erve sgnes neven Gerrits, 20 Julii 1580. Idem eedt vernyeut, 12 Septembris 1581. Christophel Biesman, erve sgnes vaders Jacobs, beleent, 13 Junii 1600. Idem maecktt datt dit leen naer sijnnen doot erven ende succedieren sall op Wijnant Bieseman van de Graeff, soone van Hilleken Biesemans, sgnne suster, onder conditie nochtans datt deselve Wijnant Bieseman daervan geen proffijt trecken sall off profiteren soo lange Jenneken Biesemans, huysfrou van Jan van den Hoevel, in leven sijn sall, dat deselve de opcompsten vant selve leengoet bij forme van lgfftocht saU genieten haer leven lanc. Ende daer de voors. Wijnant Bieseman deser werltt quame te overigden sonder echte gebuert na te laten, datt in sulcken vall tselve leen erven ende succedieren sall opte olste dochter van Gerrit Bieseman alsdan in leven sijnde, den 10 Nov. 1627. Wgnant Bieseman van de Graeff, uuyt cracht van tvoors. testament erve sijnnes ooms Christoffels, beleent, den 10 Mey 1634. Gijsbertgen Biesemans beleent uuyt cracht van dispositie van haer oom Christoffel Bieseman, den 19 Mey 1636. Johan van Bryenen, haer man, is huider. Eadem maeckt ende tuchtigt haer man Johan van Bryenen, den 19 Mey 1636. Eadem laet eedt vernieuwen haren tweeden man Peter Noot, ende tuchtiget deselve sgn leven lang, makende dit leen onder haere kinderen deylbaer, den 23 Pebr. 1642. Eadem laet haere naerdere dispositie appröberen, den 5 Augusti 1670. Johan Noot ende Dr. Gerart Noot, professor juris tot Franeker, laeten haer moeders dispositie openen, ende is hetselve geregistreert ende Johan Noot voor hem selfs ende wegen Gerart Noot daermede beleent, den 17 Augusti 1680. Johan Noot ende Geertruyt TJ r m o n d t, ende Dr. Gerart Noot, professor juris in de academie tot Leiden, ende Sara Maria van der Marck geven dit leen over aen Dominus Engelbertus Beeckman, predikant tot Nimmegen, ende Wilhelma Kelffken, den 13 April 1687. Peter Beekman, erfgenaem sijns vaders Engelbert, beleent, 16 Aug. 1709. Wilhelma Elisabet Beekman, erfgenaem haers broeders Peter, beleent, 20 Oct. 1718. Eadem draagt dit leen op aan Abraham Vos en Maria van de Sande, ehelieden, die daer weder mede beleent sgn, 13 Novemb. 1761. Sara Antonia Vos, mitsgaders Johan Vermeer en Theodora Hermina Vos, ehelieden, erfgenamen harer ouders en schoonouders, beleend, 8 Novemb. 1781. 33 Deselve dragen dit leen op aan Johan B r a n t s e n, die daar weder mede beleend is, eodem die. Idem laat sijne huwlpsche voorwaarden, den 24 Maart 1786 met Wilhelmina Carolina Petronella van Loben Seis opgerigt, appröberen en per clausulas concernentes registreren, 4 Augusti 1786. Wilhelmina Carolina Petronella van Loben Seis, als tugtenaresse, nae overlijden van haren eheman Johan Brantsen beleend, 4 Novemb. 1788. Hendrik Brantsen als successeur feudaal van sijn broeder Johan beleend, 6 Aug. 1790. Idem draagt dit leen op aan Hendrik Willem van Wijnbergen en Theodora Oliviera van D o r t h, ehelieden, die daar weder mede beleend sgn, eodem die. 15. EWICK. Huys ende hoffstadt met 13 mergen landts % tot Ewich tusschen Mase ende Wale gelegen, tot Zutphenschen rechten, bg Johan Walravens soon a°. 1403 ontfangen, ende tuchtigt sijn wijff Bate, Henricks dochter van Bronchorst, an 21 alde schilden. Henrick Tydman beleent, a°. 1426; tusschen 13 ende 14 mergen. Idem tuchtigt sip vrou Lijsbet van den Hautert, a°. 1430. Johan Tydman, erve sijnes vaders Henricks, a°. 1462. Beheltlick sgne moder oere tucht. Idem, a°. 1465. Idem eedt vernijt, 21 Octobris 1473. Hier staet noch bij: daer boven naest gelandt is Ariaen die Vaecht ende beneden Otto van der Hautert. Idem tuchtigt sijn vrou Ermgart van E r p, eodem die. Idem eedt vernijt, a°. 1487, 10 Februarii. Librecht van Bronckhorst, erve sijnes vaders Johan Tydmans gênant van Bronckhorst, a°. 1501. Idem tuchtigt sijn vrou Margriet Enters, a°. 1505. Johanna van Bronchorst, erve hares vaders Librechts, 19 Augusti 1534. Gerrit van Lennep, rentmeester to Coverden, is haer huider. Johanna voorn, transporteert dit op haer suster Cristine van Bronchorst, huysfrou Fredricks vanDoirne, 30 Septembris 1538. Johannae man is Goossen van Straten. Cristine voorn, tuchtigt haren man voorn., eodem die. Eadem vernijt eedt, 11 Junii 1544. Gaert van S t e p r a d e bij transport Cristine voorn., 21 Aprilis 1545. Dirck van Steprade, onmundich, erve sijnes vaders Gaerts, 11 Junii 1556. Idem, mundich, eedt vernijt, 27 Septembris 1571. Idem tuchtigt sijn vrou Alijt van Dorsten, 30 Martii 1573. 0 Op den kant staat met eene hand uit het midden der vorige eeuw: gemeenlijk aen Uylenburg genaamt. Nijmegen. 2 34 Gaert van Steprad, erve sijnes vaders Dircks, beleent, 15 Januarii 1623. Johan van Stepraed, erve sgnnes vaders Guerts, onmundich, beleent, den 2 Septemb. 1628. Johan van Meeckeren is huider. Johan van Stepraed doet selver eedt, den 2 Februarg 1637. Idem ende joffer Reynera van Stepraet, dochter ten Doddendael, laten haere hglixvurwarden appröberen, den 29 Junij 1639. Geurt Jan van Stepraet, onmundich, erve sgns vaders Johans, beleent, den 18 May 1655. Reinier van Stepraet laet seecker accoort de dato den 3 Julij 1655 tusschen hem ende sgnnen broeder Diderick van Stepraet opgericht appröberen, den 13 Augusti 1655. Vrouwe Reinera van Stepraet. weduwe van Jan van Stepraet tot den Uylenborch, mitsgaders Geurt van Stepraet, heer tot den Donck, moeder ende soon, verbinden dit leen ten behoeve van Willemina Heimeryx, weduwe van Antony Vos, in sgn leven burgermeester tot Nimmegen, voor dartien hondert gl., ende laet registeren de volmacht daertoe door den overleden Jan van Stepraet op sgn weduwe gepasseert, den 21 Jung 1666. Frederick Hendrick van Rantwgck, heer tot Rossem etc., borchgreef des Rijcks ende richter der stadt Nimmegen, bg gerichtelicke subhastatie, uyt cracht van verwin gedaen, dit leen aen hem gecocht hebbende, wort daermede beleent, den 25 April 1689. Idem en vrouwe Stephania T u r c k laeten haer besloten dispositie appröberen, den 14 November 1693. Jacob van Randwgck, erfgenaem sgns vaders Frederick Hendrick, beleent, den 25 Jung 1698. Idem draegt dit leen op aen sgn soon Frederik Hendrik Neomagus, die daer weder mede beleent is, 11 Maert 1715. Jacob van Randwgk, erfgenaem sgns soons Frederik Hendrik Neomagus, beleent, 22 November 1720. Idem draegt dit leen op aen sgn soon Steven van Randwgk, die daer weder mede beleent is, eodem die. Jacob Neomagus grave van Randwgck laat appröberen en registreren een extract magescheyd van den 22 Aug. 1769, 22 December 1769. Idem, erve sgns vaders Steven grave van Randwgck en uyt hoofde van het geaprobeerde magescheyd, beleent, voorbehoudens het regt van lgftugt vrouwe Geertruyda Ggsberta gravinne van Weideren daaraan competerende, eodem die. Jacob Neomagus grave van Randwgck draagt dit leen op aan Gradus de Haart en Johanna Smits, ehelieden, die daar weder mede beleend sgn, 23 December 1783. 35 15a. Het huys te Weurt met sijn bouwhuys, hoven, bomgaert ende straet; seecker parceel bouwlands genaemt denHooflfacker, den Bunsacker ende noch drie ackers tegenover den barch; noch een stuck lants genoemt den achtersten Schampert, groot omtrent vijf margen; item het Corte riet, de Waeyweyde met de gerechticheyt aen de annexe visscherije; den Waeyacker met den willigenpas, mette gerechticheyt ende visscherije onderdijcks, ende laestelgck vier hont in den Crommen camp; alles onder Weurt in den Rijcke van Nimmegen gelegen; van vrije ende allodiael goet aen den vorstendom Gelre ende graeffschap Zutphen ten Zutphenschen rechten met een paer hantschoen van twintich st. te verheergewaeden overgegeven door Bartram vanEckvanPanthaleon ende Elisabeth L e e u w e n s echteluyden, die daermede oock beleent sijn, den 10 Juhj 1678. Deselve laeten haere dispositie appröberen, den 27 Mey 1679. De kinderen van Bartram van Eek van Panthaleon ende Elisabeth Leeuwens beleent als erfgenaemen haerer ouderen door Dr. Peter Vos als huider ende momber, den 19 Junij 1689. Bartram van Ek van Pantaleon, onmundig, erfgenaem sijns vaders Diderik beleent »), 22 November 1712. Huider Derk Sweers. Idem, meerderjarig, doet self eed, 20 Jan. 1720. Frederik Wilhem van Diest laet appröberen de huwelijksvoorwaerden den 9 Mey 1706 opgerigt tussen Diderik van Ek van Pantaleon en Elisabet van Diest, egtelieden, 20 Septemb.,1721. Gerhard Wilhem van Ek van Pantaleon 2), erfgenaem 'sijns moeders Elisabet Leeuwens, wed. van Bartram van Ek van Pantaleon, en mt kragt van geapprobeerde contract van den 14 Martii 1695 tussen desselfs ergenamen, beleent, 24 October 1722. Frederik Wilhem van Ek van Pantaleon, onmundig, erfgenaem sijns broeders Bartram van Ek van Pantaleon, beleent, 26 Oct 1722 door srjn grootvader Frederik Wilhem van Diest. Gerhard Wilhem van Eek van Panthaleon laat registreren een declaratoir contra de beleninge door Frederik Wilhem van Eek van Panthaleon den 26 Oct. 1722 geimpetreerd, 8 Jan. 1749. Walraven v a n B a 1 v e r e n, testamentaire erfgenaem sijns' ooms Gerhard Wilhelm van Eek van Panthaleon, beleend, 21 April 1751 N.B. Den agtersten Schampert, groot vijf mergen, en den Raeyakker met t willige pasje, gehorende onder 't huys te Weurt cum anexis van de leenpligt ontslagen en daartegens weder te leen gemaekt vier parceelen: 1°. de seven hond; 2°. de Geer- 3° 'tBiet en 4 . een parceel lands tot een bosje aangelegt, in confbrmité vari sHoves resolutie van den 27 Novemb. 1756; 17 Maart 1757 Gerrit Willem van Balveren, erfgenaam van sijn oom Walraven van Balveren, beleend, 4 November 1776. Het Korte riet van de leenpligt ontslagen, en daartegens weder te leen gemaakt een stuk lands, 't Uytgeroeyde bosch genaamt, 4 Pebr. 1777. m2 ™ ^"J"1 Bartram was volgens de leenakte Glaudina van Groenendiiok Hier wordt de Waeyacker genoemd den Eaeyakker "«roenenaijok. ') Jongere broeder van Diderik. (Leenakte.) 36 16. EWICK. Die heerliekheyt, in hogen, in nederen, in drogen ende in natten, borch, huys ende hoff tot Ewiek, groot wesende eenendertich mergen lants, ront daeromme gaende, metter kerckgiften van Ewiek. Item die weerden gelegen in den Wale, van Buynsweert nederwert tot Winsenre kerck toe, met aanvalle ende tovalle ende met heuren tobehorèn, ende die visscherie buten denselven weerden. Item dat veerstat opter Wale, tusschen der Dylake ende Wolferen, tot Zutphenschen rechte, Heer Dirck van Apeltern plach dit te hebben. Elisabet, Johans dochter van Buren, heeren to Ewiek, huysfrou Gerards van Culenborch, heeren to Weerde, ontfenckt het, a°. 1442, 20 Septembris. Eadem tuchtigt haren man, eodem die. Jasper, Gerhard van Culenborchs soon, erve sijner moder, a4.1452. Idem, a°. 1470. Ende tuchtigt sijn vrou Johanna de la Boche *), eodem die. Idem, a°. 1474, 3 Julii eedt vernijt. Beheltelick oick dat joncker Gherit heer tot Culenborch, sijn vader, sijn tocht hebben sall a). Johan Bol, ridder, bij transport Jaspers voorn., 3 Novembris 1484. Gaert van Stepradebij transport Johan Bols, 6 Februarii 1491. Idem eedt vernijt, a°. 1501. Dirck van Steprade, erve sijnes vaders Gaerts, a°. 1515. Idem tuchtigt sijn vrou Agnes van Doirnyck, a°. 1521, 14 Decembris '). Idem sijn huys Doddendal an hertog Carl a°. 1526 vercoft hebbende, coopt ende ontfenckt het wederom, a°. 1529, 17 Decembris. Ende tuchtigt daeran sijn vrou Agnes van Doirnick. Sijne broders ende susters sullen hare deelen van haren oltsten broder ende sijnen erven wederom te leen ontfangen. Oyck sal Doddendael open huys sgn. Die weduwe Dircks voorn, crigt uutstel, 26 Augusti 1538. Henrick van Steprade, erve sijnes vaders Dircks ende sijnes broders Johans, a°. 1544, 13 Julii. Idem tuchtigt sijn vrou Catrine van Gelre, eodem die. D'onmundige kinderen Henricks voorn, crigen 6 maent uutstel, 23 Martii 1555. Dirck van Steprad, onmundich, erve sgns vaders Henricks, 30 Julii 1555. Idem eedt vernyeut deur Johan van Sallant, 18 Junii 1556. Peter van Steprad voor sgn broders kinderen uutstel, 12 Maii 1558. Beiner van Steprad, onmundich, erve sijns broders Dirck, 30 Junii 1558. Idem, mundich, selver eedt gedaen, 22 Aprilis 1570. Idem eedt vernijt, 21 Septembris 1581. Johan van Steprad, erve sgnes vaders Beiners, 25 Junii 1593. >) Zie hiervoor, 1. =) Het laatste uit de leenakte. *) Dit staat niet in het Register. 87 Idem tuchtigt sijn huysfrou Maria van Dort, 1 Octohris 1596. So lange sij nyet verandersaet ant heele leen, anders alleen an jjc gulden sjaers, ende so sij herhijlickende geen kinder hedde, sal oick die tucht geheel bliven. Idem crigt vertich van sjjnen broder Joost vant */» der veerstad op der Walen tuschen Dilack ende Wolferen, ende van '/» van een huysstedeken tusschen den Doddendalschen uterweert ende Doddendalschen Ossencamp opt oever liggende ende bijna over boort gelopen, daer tveerhuys gestaen heeft l), hem vercoft voor 80 gl. den 26 Aprilis 1608, voorbeholdende sijn leven vrije overvaert, 19 Decembris 1609. Eeyner van Stepraedt, erve sjjnnes vaders Johans, beleent, nevens twee parceeltgens bij opdrachtt van Derck van Stepraet, heere tot Walbeeck, gênant het Rot ende Silversehiltt, voor desen vant huys Doddendaell voor den darden voet affgedeyllt, den 28 Martii 1629. De broederlicke ende susterlicke deylunge 2) wort geapprobeert, den 24 Julii 1639. J Idem belast twee campen weydelandts van dit leen, gênant die grote ende cleyne nieuwe weyde, met die somme van 5300 g. ten behoeve van Gijsbert Cuysten, den 3 Julij lö52. Idem belast van dit leen seeven mergen landts gênant die Eoth met die somme van 2500 g. ten behoeve vant Armen weeshuys binnen die stadt Nijmeghen, den 3 Julij 1652. Idem belast den bovensten Pol mit 2000 g. ten proflte van Adam Wanray, den 19 Julij 1654. Idem bekent gevesticht te hebben in seker leengoet, den benedesten Pol genaemt, vrouwe Johanna Maria van Doornick, weduwe van Diederick van Stepraedt, in leven heer tot Walbeeck ende Twe- steden, mit de somma van 3600 g., den 20 Martii 1655. Eeinder van Stepraet laet appröberen het contract met Diederyck van Stepraet 3) den 3 Julij 1655 ingegaen, den 13 Augusti 1655. Idem draecht tot voltreckinge van het accoort den 1 September 1664 tusschen hem ende Jan van Stepraet, heer tot Indoornyck, ingegaen dit leen op aen Jan van Stepraet, heer tot Indoornyck, den 3 September 1664. Idem laet sijn dispositie appröberen, den 5 Augusti 1666. Idem laet sijn naerdere dispositie appröberen, den 9 Augusti 1666. Idem laet de verclaeringe sijner voorgaende dispositien appröberen, den 13 Augusti 1666. WilleJ? jan Ulft, heer tot Laeckhuysen, nonime uxoris Johanna Maria van S-tepraet, laet sich op seeckere conditie hiermede beleenen, den 14 Novemb. 1666. Peter Eeinder van Stepraet uyt cracht sijnes broeders Johans dispositie beleent, den 13 May 1667. Johan van Gent tot Winsen, eerste Eeeckenmeester in Gelderlant, is huider. ») Bij magescheid van 1 Aug. 1604 aan Joost toebedeeld. (Leenakte.) ) Namelijk tusschen Maria van Dort, wed. Johan van Stepraet en hare kinderen Keyner, Diederick, Catarina en Beynera den 9 Mei 1688 gemaakt. (Leenakte.) "■) Heer van Indoomick, zjjn broeder. 38 Johanna van Voorst tot Duystervoorde, weduwe Diedrick Tan Stepraet, als moeder ende mombersche van Peter Beinder van Stepraet, heer tot Doddendael, verbint dit leen voor de evictie van de heerlgckheyt Vaerick aen Prans van Dort vercocht, den 30 November 1670. Peter Reinder van Stepraet, heer tot Doddendael, mundich geworden sijnde, doet selfs eet, den 5 Oct. 1677. Idem laet sgn houlijxe vorwaerden met vrouwe Maria Johanna van A m s t e 1 tot Loenresloot opgericht, als oock sijn ende sijner ehevrouwen mutuele dispositie appröberen, den 30 April 1681. Derk Jan van Stepraed, erfgenaem sgns vaders Peter Beinder, beleent, 11 Nov. 1720. Idem laet appröberen de huwelgxvoorwaerden den 2 November 1714 opgerigt met Johanna Elisabet van Steenbergen, sgn huisvrou, 4 Decemb. 1720. Willem Caspar van Doornick, nomine uxoris vrouwe Maria Agnes van Stepraed, beleend, 10 Nov. 1744. Idem, Christina Sophia van Stepraed ') en Johanna Elisabeth van Doorninck ') laten appröberen en registreren 't magescheyd van den 4 Jung 1766, 29 Jung 1769. Herman Adolph van Nagel tot Turnholt en Johanna Elisabet van Doorninck, ehelieden, laten appröberen en registeren de huwlgkse voorwaarden van hare ouders den 2 Jung 1743 opgerigt, eodem die. Idem, nomine uxoris, erfgenaem van haare moeder Maria Agnes van Stepraed, beleend, eodem die. Willem Caspar van Doorninck, voorts Herman Adolp van Nagel en Johanna Elisabet van Doorninck, ehelieden, laten appröberen en registreren twe magescheyden van een en denselven inhoud de dato 15 Julg 1769, met de verbanden daarin begrepen, 15 Julg 1769. Willem van Nagell, minderjarig, erfgenaam sgner ouderen Hermen Adolph van Nagel en Johanna Elisabeth van Doornick, beleend, 25 April 1783. Wilhelm van Nagel, meerderjarig geworden, laat eed vernieuwen, 21 November 1794. ') Zuster van Maria Agnes voorn. (Leenakte.) *) Eenige dochter van voorn. Maria Agnes. (Leenakte.) 39 16a. Het nederste eynd van den Pollen an den Doddendal, gelijck tselve tegenwoordelick affgepaelt is. Noch het derdendeel van seker middelweertgen, daervan Johan van Gent die twee andere deelen besit. Noch twee par- ceelkens gelegen an den Doddendal, het een genoomt het Rot, het ander het Silversehilt. Item den Bues- dalsehen weert met sg'nen in- ende tobehoren; een hoffstad genoomt Henrick Rijcken hoffstad met het Sayweertgen ende den Hoyweert; die halve Ossen- eampen; het derdendeel van alle Doddendalsche rijsweerden, het derdendeel van tCleyn Bertgen; het derdendeel van de vischerien op de Wael met den derdendeel van tveer. Voorts het derdendeel van alle middelweerden, noch ongescheyden, met het derdendeel van alle an- ende toval; tsamen in den Eijcke van Ngmegen, in den kerspel van Ewiek gelegen, ende van den Doddendalschen leengoederen voor den derden voet affgedeylt; ontfangen tot Zntph. rechten bij Diedrick van Steprad also, so hg sonder echte gebeurt sterft, dat sgn tweede broder ofte bg gebreck sijn oltste suster, tot de 7Ï$t Van hen vÖ*611' di6 voorn- parcelen te leen dragen sal, 1 Martii 1606. Joost van Steprad tucht sgn vrou Johanna van B r i e n e n, an den Buesdalschen weert met sgn in- ende tobehoren enz., als boven *) 14 Februarii 1614. Derck van Stepraedt draegt op het Rot ende Silversehilt aen Reyner van Stepraedt, heere tot Doddendael, sgnnen neve, om met het huys Doddendael geunierd en wederom tot een leen ontfangen te worden den 28 Martii 1629. Joost van Stepraed ende Johanna van Brienen, eheluyden, laten haer magescheyt tusschen haere kinderen opgericht appröberen, den 29 Augusti 1652. Eeinier van Stepraet, heer tot Doddendael. belast dit leen met een somma van 3600 g. ten behoeve van Johanna Maria van Doornick *) ende Eemier Johan van Stepraet4), den 20 Martii 1655. Joost ende Eeinier 5) van Stepraet stellen dit lheen te bonre voor een som van 5000 g., den 30 April 1656. Elisabeth van Stepraet, erve haeres vaders Joost, beleent, den 27 November lb63. Haer man Bernart Turck is huider. De kinderen van Eeinier van Stepraet uyt cracht van houlijxe vorwaerden ende dispositien van haer bestevader Joost van Stepraet huider April 1664' Pet6r Van Brienen' Infant, is. Joost Hendrick van Stepraet tot den Pluymenborch doet selver eet, den o Jung 1668. ') Krachteus magescheid van 28 Febr. 1 i njejjeueeiu on magescneid van 1 s) Weduwe van Diederick van Stepraet, ') Haar zoon. *) Zoon van Joost. 606. (Leenakte.) Ang. 1604. (Leenakte.) heer tot Walbeeck ende Twesteden. 40 Berent Jan van Stepraet tot den Plnymenborch als erve sijnes broeders Joost Hendrick beleent sijnde, verclaert sijn uyterste wille te sgn, soo hij sonder kynt off kinderen comt af te sterven dit leen sal vererven op Jacob van Lantscroon, ende bij desselfs voor afsterven op Frans van Lantscroon, sonen van sijn schoonvader Fransois van Lantscroon, den 5 Martii 1686. Jacob van Lantscroon nyt cracht van voorn, dispositie .beleent, den 24 Augusti 1691. Idem draegt dit leen op aen Peter Beinier van Stepraet, die daermede beleent is, den 29 April 1696. Derk Jan van Stepraet, erve sgns vaders Peter Beinier, beleent, 16 Januarg 1743. Willem Caspar van Doornick, nomine uxoris Maria Agnes van Stepraed, beleend, 10 Nov. 1744. Verder als 16. 16b. Omtrent eenen morgen lants, gelic die afgegraven ende affgetuynt is, daer Jan Arnts op te woonen plach, bij den Doddendael, met noch alsulcken zomp als achter den otden wger gelegen, is; noch een aendeel off soo veel weyden van den Hoogen pol als Jan Arnts voors. dat in gebruyck gehadt heeft, ende gelick dat affgetuynt ende affgegraven is ende een affdeylunge vant leen den huyse Doddendael, luyt maegescheyt int jaer 1545, op Goedesdach, des anderen daeges na st. Matijs dach apostels, opgericht '); to leen ontfangen, ten Zutphensen rechten met een pont goet gelts to verheergewaden, bij Sibilla van Eek, wed. Ha ef ft en, die tselve voort opgedraegen aen Dimmer de R a e t, die dienvolgens ooc daermede beleent is, den 23 Meert 1642. Henrica Abels beleent, 26 Sept. 1655. Huider Dr. Johan Bors. Wouter Peters beleend, 8 Augusti 1741. Peter Wouters, erfgenaam sijns vaders Wouter Peters, beleend, 19 Jung 1767. 17. EWICK. Dat goet tot Ewiek, dat Sanders van Bedichaven was, ontfangen bg Griet Wellekens, Bandeken Lauwreys wgff, a°. 1377. ') Tusschen Hendrick van Stepraet, heer tot Iudoorninck, Godert, Peter en Beel van S. en Claes van Gent als momber zijner kinderen bij Anna van S. (Leenakte.) 41 Aeht mergen landts, tot Ewiek op Ewickerhoeve gelegen, daer naest gelandt is Johan van Boitbergen ende die ander sijde Otto van Boningen; Kuycx leen. Hille van Herwen als erve hares vaders Wolters beleent, a°. 1439. Eadem tuchtigt haren man Otto van Boningen, eodem die. Eadem, a°. 1465. Hier: naest gelant Henrick van Amersoyen. Eadem post obitum Ottonis to eynen huider gesat Peter van Zevst a°. 1469 »). Eadem eedt vernijt deur Henrick Gruter als huider, 5 Septembris 1473. Gerrit van Hagenbeeck, erve sijner moeijen Hille voorn., a°. 1515. Hier staet: Zutphenschen rechten. Henrick Gruter gênant Hagenbeeck als erve sijnes broders Gerrits beleent, 4 Aprilis 1519. Goossen van Essen, burger to Nijmegen, beleent bij transport Henrick Gruters van Hagenbeeck, 12 May 1519. Johan Gerritsz. ontfangen bij transport Goossens voorn. 8 mergen landts in den Bijcke van Nijmegen, in den kerspel van Ewiek, in Hagenbeecks hoeven gelegen, daer an d'een sijde naest gelandt sijn die nagelatene kinderen zelige Liberts van Bronckhorst ende an d'ander sijde Gerrit Kerskorf, schietende met den eenen eynde op de alde weteringe, 23 Februarii 1530. Idem tuchtigt sijn vrou Henrick, Dirck Otten dochter, eodem die. Idem eedt vernijt, 26 Septembris 1538. Dirck Jansz., erve sijnes vaders voorn., 13 Julii 1544. Idem, noch onmundich, eedt vernyeut deur Jan Wiljemsz., 11 Junii 1556. Goossen Dircksz., erve sijns vaders voorn., onmundich, beleent deur sijnen huider Sander Claesz., 24 .lulii 1576. Bart J o o s t e n, erve sijnes neven Goossens voorn., 29 Junii 1592. Wilhem Bartssoon, erve sgnes vaders, beleent met 8 mergen lands, daer naest geland sijn an d'oostsijde Wilhem van Dans, Cornelis Kerckhoff ende Johan de Haes, an de westsijde schietende met eenen eynde suydwert an de gemeyne weteringe ende noortwert an de conninckstraet, 23 Martii 1620. Idem transporteert dit leen aen Hendrick Jansen en Jenneken Dercks den 8 Martii 1650. Hendrick Jansen draecht van dit leen op drie margen aen Adriaen van Elderen, die daermede beleent is, den 13 May 1662 a). Jan EeiAdricks, voor hem selfs alsmede voor sijn broeder Eeinder Hendricks, mitsgaders twee susters ende een susters kint, als erfgenaemen haerer olderen Hendrick Jansen ende Jenneken Dercks beleent met vijf margen, sijnde een gedeelte van acht margen, den 30 October 1686. Maria Willems, erfgenaem haers ouders Wilhem Gerrits en Jenneken Janssen, na approbatie van de koop en opdragt van den 16 Jan. 1700 door Jan Hendriks cum suis aen haer ouders gedaen voor geerfdens, beleent met vg'f mergen lands, sjjnde een gedeelte van de agt mergen, 6 Febr. 1738. ') Dit staat niet in het Eegister. ") Zie 17 § 1. 42 Deselve tugtigt haer man Derk aen den Toorn, en maekt hetselve deilbaer tussen haer kinderen, eodem die. Jan aan den Toorn cum suis, erfgenamen harer ouderen Derk aan den Toorn en Maria Willemsen, heleend, 7 October 1745. Deselven dragen dit leen op aan Jan Christiaans, die daarmede weder beleend is, 8 Januarg' 1746. Jenneken Jansen Christiaens, erfgenaam haars vaders Jan Christiaans en uyt hoofde van geapprobeert magescheyd, beleend, 6 Oct. 1751. Huider Lamert Verheyen, haar man. Jan Verhij en laat appröberen en registreren het magescheyd den 10 December 1784 over den ouderlijken boedel opgerigt, 11 Decemb. 1784. Denselven (nae afgemaakt versuym) beleend met dit leen, aller gestalte hetselve hem door dode van sgn moeder Jenneke Janssen Christiaans en uyt kragt van het geapprobeerde magescheyd aangekomen is, eodem die. Afgespleten van 17. 17 § 1. Een parceel weyland, de Haegbeekse hoeve genoemt, groot ongeveer drie morgen, gelegen onder het kerspel van Ewfjk, in het Rgk van Ngmegen, in Hagenbroeks hoeve, daer qostwaerts naest geland is Derk van Dans, suydwaerts die olde weteringe, westwaerts Kerkhofs hof, noordwaarts Hendrik Janssen, als een bjjsonder leen en afgesplit van agt mergen lands aldaer gelegen, door gerigtelgke verkopinge van den 9«n October 1727 uit den desolate boedel van Adriaen van Elderen aengekoft, ende beleent door Johan Gijsbert Ludolf Adriaen van Nieukerken genaemt Niwenheim, 8 October 1728. Idem nevens sgn vrouw Zeyna Margaretha van Wghe dragen dit leen op in handen van den heer stadhouder der leenen ten behoeve van Derk van 't Lindenholt, 30 Junij 1759. Derk van 't Lindenholt uyt kragt van afstand beleend, 30 Meert 1765. Diderick van 't Lindenholt pro se et nomine sociorum als erfgenamen haars vaders Derk beleend, 20 Februarg 1767. Idem draagt dit leen op aan Peter Wouters, die daer weder mede beleend is, 19 Jung' 1767. 43 18. BEUNINGEN END E WÏCK. Die thiende tot Ewiek ende Boningen gelegen, tot Zutphenschen rechten, Heer Jacob van M i r 1 a r plach die te halden; Die heer van Gemen heeft daeran sgn lijftucht; Heer Robert van Apeltern, ridder, ontfenckt se, a°. 1402. Otto van "W y 1 a c k e bij transport Johans van Appeltern, raet, die thienden to Boningen end Ewiek, groff end smal, met allen heuren tobehoren, nyet daervan uutgescheyden, a°. 1444. Otto bekent dat Johan den thiend binnen ses jaren, wedercopen magh met 748 churf. r. g.; end verpacht hem oick denselven 6 jaren, so hij in leven blijft, voor 51 r. g. sjaers, eodem die. Gerrit van Ossenbroeckbij transport Otten voorn., a°. 1464. Idem eedt vernet, a°. 1467 en 1469 *). Idem eedt vernijt, 18 Octobris 1473. Hier staat: i/8. Herman van Ossenbroeck, bg' consent sgnes broders Johans, erve snnes vaders, 30 Septembris 1485. Idem als erve sgns vaders Gerrits, a4. 1498. Idem tuchtigt sgn vrou Beerte van Culenborch, eodem die. Idem transporteert tselve tot behoeff van Gerrit Kerskorff, a°. 1510. Herman van Bergelbg transport Hermans van Ossenbroeck, sgner moder vader, dien hg ende oick sijn eygen vrou Alnt tuchtürt. 25 Martii a°. 1536. Idem eedt verngt, 24 Octobris 1538. Hier staet: */2- Idem eedt verngt, 20 Novembris 1545. Hier staet weder: i/8. Herman van den Bergel, erve sijns vaders Hermans, crigt uutstel, 22 Julii 1584. Idem met sgn susteren Cristin end Algt, huysfrouwen Gerhard Angelme c h e r s, olt burgemeister to Collen, ende Diedrichs van den Stein, 29 Julii 1595 "). Henrick van den Bergel Hermanssoon crigt uutstel tot 31 Maii 1607 29 Novembris 1606. Idem noch uutstel tot 31 Augusti, 15 Maii 1607. Idem beleent voor zich selven ende sijner moy Christin, weduwe Gerhards Angelmecher, 7 Octobris 1607 8). Cornelis Kerskorff bg opdragt sgnes swagers Henrix voorn, beleent met de helft van '/s van den thienden groff ende smal to Ewiek end Boningen, daervan die wederhelft Cristinen van den Bireel tocomt, 18 Augusti 1617. Cristin van den Birgel, weduwe Gerhardten Angelmechers, laet eed vernijen Steven Ripperbant van halve derdendeel, 2 Julii 1626.' Bruno Angelmecher als erve sgnner moeder Christina van Birgel beleent, den 29 Meerit 1628. Herman van Steen doet hulde, overmits Bruno innocent is. ') Nadat hfl dit leen a«. 1465, des Vrijdaiges post Ascensionem, „om der veden wille" opgezegd had. (Leenakte.) •) Namelijk Herman de helft, en z{jn zusters de andere helft. (Leenakte.') ") Samen het '/.. ' 44 Johan Ha es hij transport van de curatoren van Bruno voorn, beleent, den 28 Septemb. 1630. Derck van Zeiler als man ende momber van Johanna de Haes beleent voor hem ende sijnne consorten mettet 1je, daer Cornelis Kerskorff zal. mede beleent was, den 21 Mey 1634. Arnolt van Zeiler, erve sijnes vaeders Dercks, beleent met een vierendeel van een derdendeel ofte de helft van een sestendeel van dit leen, den 7 November 1662. Idem tuchticht sijn huysvrouw, den 1 Martii 1664. Johan Cornelis Keerskorff beleent met een vierendeel van een derdendeel als erve sijnes vaders, den 13 September 1664. Arnolt van Seller ende Jóhan Cornelis Keerskorff draegen op yder haer helfte van een sestendeel van dese tienden aen de heere stadtholder der leenen, versoeckende dat daer weder mede beleent mach worden Cornelis van Munster, den 2 Junij 1665. Cornelis van Munster uyt craeht van de bovenstaende overgifte beleent met een sestendeel van dese tienden, den 7 Martii 1666. Gerart van Munster, der rechten licentiaet, erve sgnes vaders Cornelis, beleent, den 12 November 1674. Maria van Munster, erve haeres vaders Gerart, beleent, den 27 October 1679. Haer ohem Dr. Jacob van Munster is huider. Johan H i 1 g e r s, commissarius van het Ceurvorst. gericht tot Ceulen, beleent met een sestendeel deser tienden, hem aengecomen door dode sgnes grootvaders Johan Haes, den 25 Julij 1683. Ignatius Franciscus de Hase, baron d'Obbendorp, Keys. Maj. hofraet, als erve sijnes vaders Johan Haes beleent, den 24 Jung' 1692. Helena de Gruter, wed. Donckerts, laet registreren een apointement van de Lantschap, om een sententie voor het gericht des Eijx van Nimmegen ad 300 gl. op het contingent deser tienden van de erfgenamen van Johannes Josephus de Haes ter executie te steüen, den 25 Mey 1693. Johan van Triest laet registreren 's Hoves apointement van heden, waerbij de stadhouder van de lenen word versogt om tussen dit ende aenstaende Landschapsvergadering over geen alionatien of beswaer te staen van het gesustineerde regt van Jacob van Munster tot het '/e deel in desen tiend, als van het leen self voor het */« part, 26 April 1710. Het classis van Ng'megen wegens de Viduale beurze met een sesde part van die tienden, uit kragt van verwin en opgevolgde verkopinge, voor dato van het verwin volgens opdragtsbrief toegekomen hebbende der regten licentiaet Jacob van Munster, beleent, 28 Oct. 1735. Huider Laurentius van den Berg. De gecommitteerde door de classis van Ng'megen tot de Viduale beurs stellen na overlijden van Laurentius van den Berg tot huider Nicolaus Gerhardus Geistman, 9 August. 1774. 45 Afgespleten van 18. 18 § 1. De helfte van een derden deel, sijnde een sestendeel van de tienden grof en smal tot Ewiek en Boeningen met allen haren toehehoren, in den Epe van Nimwegen gelegen, onder de voors. tienden gehorende, als een hijsonder leen ontfangen bij Johan Hilgers, erfgenaem sijns ooms Ignatius Franciscus baron de Hase, den 8 Sept. 1699. Idem draegt dit leen op aen Johan Eeinder van Stepraed, die daer weder mede beleent is, 4 October 1717. Odilie Louise Stepraed, erfgenaem haers vaders Johan Eeinder, beleent, 30 Julij 1729. Eadem, benevens haer eheman Antoin Maximiliaen grave van Pas de Peuquieres, dragen dit leen op aan Johannes de. Leeuw van Coolwgk, die daar weder mede beleent is, 16 Maart 1763. Martinus de Leeuw van Coolwp, erfgenaam van sijn broeder Johannes beleend, 17 Julij 1781. Idem draagt dit leen op aan Gpbertus Cornelius in de Betouw, minderjarig, die daar weder mede beleend is, eodem die. Huider Johannes in de Betouw, sp vader. Idem, meerderjarig geworden, vernieuwt eed, 6 Maart 1793. Afgespleten van 18. 18 § 2. Een sestendeel van de thienden grof en smal tot Ewiek en Beuningen met allen heuren toebehoren, in den Epe van Nijmegen gelegen, als een bijsonder leen, so als bg Dr. Jacob van Munster weleer is beseten geweest, te leen ontfangen bij Christiaan Eeynout van Wijhe, die daarmede beleend is, 21 Junii 1741. J Seyna Jacoba Isabella van Wijhe beleend met dit leen, gelp hetselve door dode haars vaders Christiaan Eeinaud op haar suster Philippina en door dode van die op haar gedevolveerd is, 9 Septemb. 1749. Huider Libart van Axele. Eadem stelt na dode van Libart van Axele tot huider Cornelis David van Gorkum, 4 Sept. 1764. Eadem laat haar besloten testament van den 9 Mav annroberen 4 Julii 1772. y Christina Engelen krijgt consent om op dit leen te mogen procederen ter bekominge van een wissel van sevenduysend gl., 12 Sept. 1775. Willemina van Quad, geb. van Wijhe krijgt consent om op dit leen te mogen procederen ter bekominge van 1°. sesduysend gl. uyt hoofde van een wissel en 2°. van vijfentwintig duysend gl. uyt hoofde van een obligatie, van Seyna Jacoba Isabella van Wijhe te vorderen hebbende, 16 Febr. 1776. 46 Otto Wgdeman krijgt consent om hierop te mogen procederen ter bekominge van* twaalfduysend gl., uyt hoofde van drie differente wissels door J. J. van Wassenaer geb. Wijhe ten behoeve van hem afgegeven, 19 Maart 1777. Willem de Haen krijgt consent om te procederen op dit leen ter bekominge van een wissel groot ses duysend gl. van J. J. J. douariere van Wassenaer geb. van Wijhe te vorderen hebbende, 25 April 1778. Jacoba Josina Isabella van Wghe, douariere van Wassenaer, draagt dit leen op aan. Frans Carel H e s h u s i u s, die daar weder mede beleend is, 10 Julij 1778. Willem Anne van Wassenaer krijgt consent om op dit leen na landregten te mogen procederen tot maintien en behoud van sijn regt door een werkeljjke, schoon onderhandse, donatie van sijn moeder Jacoba Josina Isabella van Wghe, douariere van Wassenaer, verkregen, 7 Julg 1779. Frans Carel Heshusius draagt dit leen op aan Willem Lodewgk van Wassenaer, die daar weder mede beleend is, 9 Julg 1779. 18a. Den groten acker an den Boninck bg' Loe, tusschen den tween groten skaten, te manleene Ggsbert van Broeckhusen, a°. 1326. 18b. Alt goet, dat Willem van Apelterne te Boningen heeft, is leen te Zutphenschen rechte, sonder drye mergen landts, die hij gecoft heeft. Willem van Apelterne, a°. 1326. Willem van Apelteren, a°. 1405. Hier staet: een bouwinge landts, gelegen op den Boninck, in dén kerspel van Boningen. Idem, a°. 1423. Hier staet: een bouwinge geheyten tgoet to Boningen, dat gelegen is in den kerspel van Boningen. Bernt van Wees Kinderen vercoft hebbende an Alart Willemssoon, schout tot Wuert, ende desselven weduwe ende kinderen an Lucas Gerritssoon, wort dieselve beleent met een bouwinge met haren tobehorenden bon- ende weylanden ende allen heuren rechten ende gerechticheyden, gelegen in den Bijcke van Ng'megen, in den kerspel van Boningen, holdende ongeveerlick 46 mergen; te weten 6 mergen boulands, daervan omtrent een mergen hongert is, gênant den Boninck; 5 mergen genoomt die Ouwen; een stuck van 28 mergen gênant die Honnen, wesende 7 geweinden; 3 mergen gênant tBroeek, over de alde weteringe; 6 mergen onder Boningen over de weteringe gelegen; tè Zutphenschen rechten. Met beding wanneer hg' ofte sijne vercopers connen bewijsen dat die voors. Willem van Apelteren een ander goet als die voors. parcelen te Boningen te leen gedragen heeft, dat alsdan dese parcelen van der leenplicht wederom vrij sgn sullen, 19 Octobris 1622. 47 Gerrit Lucassoon bij opdragt sijnes vaders beleent, den 1 Septembris 1623. Idem sjjnne dispositie approbeert, den 19 Augusti 1635. Gerrit ende Metgen Lucas, erve haeres vaders Gerrits, beleent, den lesten Junii 1637. Roeloff van Seller als momber der kinderen van Gerrit Lucas opt nieUw beleent met lediger hant, also desen bouhoff bij informatie bevonden wortt groot to sijn 60 mergen, den 22 Novemb. 1638. Anna Elisabeth van Wees ') beleent, den 5 May 1654. Gerrit Lucas ontfanght dit leen met lediger handt, den 6 October 1656. Mechtelt Lucas laet het magescheit tusson haer ende Gerrit Lucas opgericht appröberen, den 3 Decemb. 1656. Gerrit Lucas maeckt dit leen deilbaer onder sgne kinderen, den 9 Decemb. 1660. Idem belast dit leen met vier duysent gl. ten behoeve van Jan Heufst, voor hem selfs ende in naem sjjner susteren ende broederen, den 18 Julij 1662. Idem belast hetselve leen met een duysent gl. ten behoeve van denselven, den 2 April 1664. Idem belast dit leen met ses hondert gl. ten behoeve van Derck van Hogen, den 13 Februarij 1667. Johan Hen ft, schepen tot Nimmegen, uyt cracht van verwin beleent, den 2 October 1675. Peter Hoeuft, onmundich, erve sijnes vaders Johan, beleent, den 17 Sept. 1685. Idem, meerderjarig, vernieuwt den eed, 2 Aug. 1706. Idem laet sgn beslote dispositie appröberen, 7 Junij 1731. Nicolaes Hoeufts ende Agneta Catharina Hoeufts laten openen het testament van Peter Hoeufts en registreren, 6 October 1736. Agneta Catharina Hoeufts uit kragt van ges. testament haers broeders Peter Hoeufts beleent, 12 Octob. 1736. Huider Jan Floris van Aldenburg. Nicolaas Hoeufts, erfgenaam sijns susters Agneta Catharina, beleend, 25 Januarg 1751. Bernhard Benjamin van Oven en Petronella Agneta Catharina van Sugtelen, ehelieden, laten registreren het testament van wijlen haar oom Nicolaas Hoeufts, 6 Sept. 1758. Deselven na dode van Nic. Hoeufts en uyt kragt van voors. testamentaire dispositie beleend, eodem die. Deselve ehelieden dragen dit leen op aan Herman Knuyver en Maria Ewoudt, ehel., die daar weder mede beleend sijn, 16 Aug.. 1786. Deselve laten hare reciproque lijftugt appröberen, 12 Novemb. 1791. A. Knuyver en J. E o e 1 o f s e n, ehel., laaten quoad cc. cc. registreren een maegescheid met haar moeder Maria Ewout, wed. H. Knuyver en verdere condividenten opgerigt, 21 April 1803. ') Haar man is Simon Francoys in der Velde. (Leenakte.) 48 Deselve laaten uyt hoofde van dien dit leen ter hunner naamen overteekenen, eodem die. Mejuffrouw A. E. van Swanenhorgh laat registreren een gerigtelijk transport d.d. 10 December 1808 door A. Knuyver pro se en als vader en voogd sijner minderjaarige kinderen ter harer behoeve gepasseert, en laat uyt hoofde van dien dit leen ter harer namen overteekenen, 31 Decemb. 1808. Alexandrina Ernestina van Swanenhorgh laat de superscriptie van haar testamentaire dispositie registreren, 21 Jan. 1809. Afgespleten van 18b. 18b § 1. Soeven mergen lants, Robertscamp genamt, in den Ricke van Nijmegen, kerspel Boeningen, gelegen; voor desen vercoft an Godartt van Ewiek, in sgnnen leven waltgreeff, als allodiael goet ende to lantrecht opgedraegen; gecommen uuyt het voorgen. leen van tsestich mergen; tot een besonder leen opgedraegen bij Roeloff van Seller als bloetmomber van de onmundige kinderen van Gerrit Lucas, met namen Gerrit ende Metgen Lucas, op Aleyda Maria van E w i c k, die sulx door oeren man ende momber in desen Adriaen van B e m m e 1 tot een besonder leen to leen ontfangen heeft, den 22 Novemb. 1638. Nicolaes Overschie laet registreren een apointement van de Lantschap van den 15 Jan. 1685, om het gedeelte van Willem van Benrmel, ritmeester, niet te beswaeren off te alieneren, den 26 Jan. 1685. Johan van Bemmeltot Bemmel laet appröberen een maechgeschéyt over de erffenisse haeres vaders met sgn broeder ende susters deri 7 Jan. 1684 opgericht *), den 1 April 1685. Idem als erve sgnes moeders 2) beleent, eodem die. Adriaen van Bemmel, erfgenaem sgns vaders Johan, beleent, 31 Maert 1710. Jan Boudewgn van Bemmel, erfgenaam sijns broeders Adriaen, beleent, 28 Mey 1720. Johan Adriaen van Bemmel, erfgen. sijns vaders Johan Boudewijn, beleent, 2 May 1760. ') Tusschen hem, zijn vrouw Anna Maria Mechtelt van Heemskerck, Willem van Bemmel, ritmeester, en Maria van Bemmel, kinderen van Adriaan van Bemmel. (Leenakte.) a) Alida Maria van Ewijck. (Leenakte.) 49 Afgespleten van 18b. 18b § 2. Een camp lants, groot omtrent ses mergen, edoch soo groot ende soo cleyn deselve met alle sijne rechten ende toebehooren gelegen is in den kerspel van Wichen, in 't Boeninger broeck, paelende oostwaerts aen de landerijen van Jan Bos cum suis ende Jacob Dercks, suydtwaerts de erfgenaemen van Peter Adriaens, westwaert Lambert Willems ende noortwaerts de gemeine weteringe; sgnde een gedeelte van het goet den Beuningen genoemt; door Gerart Lucas tot een besonder leen, ten Zutphenschen rechten met een pont goet gelts te verheergewaeden leenroerich, opgedraegen aen Hendrick Willems ende Bernsken Gerrits, echteluyden, die daer mede weder beleent sgn, den 9 December 1660. Derck Hendricks, erve sgns vaders Hendrick Willems, beleent, den 2 Oct. 1662. De onmundige kinderen van Derck Hendricks beleent door haeren momber Peter Hendricks, den 1 October 1667. Henderske en Derske Derx, 'meerderjarig, na afgemaekt versuim laten self eed doen, 28 Oct. 1709. Jan Hendriks, erfgenaem sgns moeders Henderske Derx en moey Derske Hendrix, beleent, 15 Decemb. 1722. Elisabeth Hendriks, erfgenaam van haar broeder Jan Hendriks, beleend, 6 Februarg 1772. Huider Boelof li o e 1 o f s, haar man. Eadem steld dit leen in handen van den heer stadhouder der leenen ten behoeve van Joan Osy, 3 May 1775. Joan Osy uyt kragt van dien afstand beleend, 9 Aug. 1775. Afgespleten van 18b. 18b § 3. Huys, schuer, coornberg en verder getimmer, voorts hoff en boomgaard, mitsgaders het daarbij gelegen bouwland, genaamt den groten en kleynen Beuningen, in sgne bekende bepalinge onder Beuningen, Bgke van Ng'megen, gelegen; waartoe behoren: 1 °. drie parceelen bouwland genaamt den Ouwen; 2°. de twe voorste gewynte bouwland in de Hoeve; 3°. twe campen weyland in de Hoeven aan de wetering; 4°. een parceel weyland genaamt het Broek; en 59. een parceel weyland genaamt het Roodslag; sgnde de voors. goederen en landerijen te samen ongeveer groot dartig mergen, en uytmakende een gedeelte van een bouwinge groot ongeveer seven en veertig a agt en veertig mergen, ook den Beuning genaamt, in den Bgke van Ngmegen, kerspel Beuningen gelegen, als een bgsonder leen opgedragen door Bernard Benjamin van Oven en Petronella Agneta Catharina van Suchtelen, ehelieden, aan Bernhard Hendrik Schwartz en Margareta van de Sande, ehel., die daar weder mede beleend sgn, 6 Maart 1772. Nijmegen. 4 50 Wdlem Schwartjes laat registreren een transportbrief, den 80 Decemb K95 door Margaretha van de Sande cum suis met relatie tot dit leen gepasseert, en doet vervolgens hetselve ten name van hem en sijn vrouw *) overtekenen, 22 Januarij 1796 !9- BONINGEN. Het adelicke huys ende geseet genoomt den Blanckenborch met den voorgeborchte, hongerden, cingelen, thiendvrg' dijckvrij ende weteringvrij, met sijn bepotinge in sgn dubbelde graften, ende voorts met allen sijnen rechten gerechticheyden ende tobehoren, groot omtrent drye mergen' gelegen in den Egcke van Ngmegen, in den kerspel van Boningen an den Wilden heuvel, met der collatie van ste Annen vicarie luyt der fundatie, sitplaets ende begreffnis in derselver kercke; daerbeneven alle renten, thinsen, thmshoenderen ende erffpachten in den voorn, kerspel van Boningen _ gelegen. Noch eenen alingen bouhoflf gênant den Boningen, met eenen uterweert gênant den langen Vernalduscamp, groot omtrent tsamen 63 mergen. Noch drie campen lants gênant Dekenscampen, groot ongeveer 10 ofte 11 mergen8), met alsulcken dijck ende weteringe als met recht tot de voors. goederen gehoort; tot een onversterflick erff- ende stamleen, tot Egekschen rechten met een pond goets gelts te verheergewaden, bij Otto van Wijhe, heer to Echtelt, ende Cristina van Wghe van Hemen, eeluyden, te leen gemaeckt, om op haren tweeden soon te erven, die langstlevende sgn tucht beholdende, 13 Martii 1597; also dat het van den rechten stam daervan het hergecommen is nummermeer vererven, maer altoos op den oltsten soon, bg gebreck van sonen op de oltste dochter, oyck van een kind opt ander, ende nyet op de olderen, noch op oldevader, noch op oldemoder, ende na dode des lesten kinds steets terugge in denselven bosem, daeruut het gesproten is, vallen sal. Welverstaende, dat het oltste kind sgnen broderen ende susteren afgoedinge van den derden voet na goeder mannen kennisse doen sal; mitz alleen het huys Blanckenborch sampt voorgeborcht, hongerden, cingelen, cingelgraven, met sgn bepotinge, omtrent drye mergen groot, neffens de collatie van ste Annen vicarie luyt der fundatie, sitplaets ende begrefnis in derselver kercke, item alle renten, thinsen, thinshoeneren ende erfpachten in den voorn, kerspel van Boningen sonder afdeylinge vrn vooruut beholdende. Iidem, na afsterven hares tweeden soons Walravens, maken dat dit leen erven sal op haren derden soon Herman, so die sonder gebeurt sterft op haren vierden soon Johan, ende so die oick sonder lijfferven sterft op haren lesten soon Jochim van Wijhe, 12 Aprilis 1611. ') Maria Jansen. s) In niargine staat: dese 10 ofte 11 worden bevonden te s(jh maer 7 mergen. 51 Herman van Wghe voorn, wort dit togedeylt in broderscheidinge, geconfirmeert 28 Junii 1622 1). Idem heieent, 25 Septembris 1622. Eeyner van Wijhe, erve sijnnes broeders Hermans, beleent, den 17 Mey 1643. Idem laèt sijnne dispositie appröberen, den 18 Augusti 1648. Idem revoceert sijnne vorighe dispositie ende laet sgnne naerdere appröberen, den 26 October 1655. Otto van Wghe a), onmundich, beleent, den 26 Januarij 1658. De heer van Hemen *) huider. Idem doet selfs eedt, den 22 Mey 1661. Idem en vrouwe Seina van Delen, egtelieden, laten haer beslote dispositie appröberen, den 13 October 1704. Christiaen Eeinhard, Evert Jan, Anna Elisabet, Christina 4) en Wilda B), kinderen en erfgenamen van Otto van Wijhe, laten appröberen het maeggescheid den 24 Maert 1732 opgerigt, 5 Mey 1732. Christiaen Eeinhard van Wghe, erfgenaem sgns vaders Otto van Wghe en uit kragt van het geapprobeerde maeggescheid beleent, eodem die. Seyna Jacoba Isabella van Wghe 6) beleend met dit leen, gelgk hetselve door dode haars vaders Christiaan Eeinoud van Wijhe op haar suster Philippina, en door dode van die op haar gedevolveert is, 9 September 1749. Huider Libart van Axele. Eadem stelt na dode van Libart van Axele tot huider Cornelis David van Gorkum, 4 September 1764. Eadem ') laat haar besloten testament van den 9 May 1772 appröberen, 14 Julg 1772. Eadem 8) draagt dit leen op (buyten en behalven de drie kampen lands genaamt Dekenskampen, groot seven mergen) aan Aaldert Jacobs, die daar weder mede beleend is, 17 Febr. 1774. Idem belast dit leen met ses duysend guld. ten behoeve van 't Oude burgeren.gasthuys der stad Nijmegen, 13 May 1774. Denselven krijgt prolongatie van het verband, 28 Novemb. 1792. i) in de al;te van boedelscheiding wordt als oudste zoon genoemd Reiner, verder Christian, geh. met Ermgart van Wnllen, Herman, Joachim en Margriet. a) Zoon van Christiaan voorn. (Leenakte.) ») Adriaen Reinier van Rhede (Leenakte.) 4) Douariere Bentink. *) Douariere van Brakel. .. •) Haar man is: Fredrik Hendrik van Wassenaer, heer van beyde Katwijcken en 't Zand. 7) Bier douariere genoemd. 8) Met haren zoon Willem Anne. 52 Afgespleten van 19. 19 § 1. BONINGEN. Een leengoed, sijnde drie aan een liggende parceelen weyland, de Dekenskampen genaamt, in het kerspel van Beuningen, Rijke van Nijmegen, gelegen, groot ongeveer seven mergen, met allo sodane regten, active en passive servituten, als van ouds daartoe gehorende sijn, als een bijsonder leen en afgespleten van het adelpe huys en gesete genaamt den Blankenburg, aan den Furst. Gelre en Graafschap Zutfen voor een onversterflijk erf- en stamleen ten Rijksen regten, met een pond goed gelds te verheergewaden, leenroerig, opgedragen door Jacoba Josina Isabella van Wijhe, douariere van Wassenaer, aan Aart Eerstens, die daar weder mede beleend is, 16 Novemb. 1774. Gpbert Eerstens, erfgenaam van sijn vader Aart Eerstens, beleend, 14 October 1783. Jan F aas en junior en W. Wouters, ehelieden, laaten registreren een transport d.d. 8 November 1802 door Gijsbert Eerstens cum suis voor erfpagteren des Rps van Npiegen ten zpen behoeven gepasseert, d.d. 19 November 1802, en laaten uyt hoofde van dien dit leen ten hunner naamen overteekenen, eodem die. 20. OVERASSEL. Twaelff mergen landts geheyten die Bosehe, in den kerspel van Overassel gelegen, tot Zutphenschen leenrechten l) Heer Johan van Groesbeeck, erve spes vaders Segers, beleent, 1404. Idem, anno 1424. Seger van Groesbeeck bg transport sps vaders Johans, a°. 1465. Idem, a°. 1483. Idem eedt vernp a°. 1497. Johan van Groesbeeck beleent, a°. 1513. Idem eedt vernijt, 17 Septembris 1538. Idem eedt vernp, 27 Aprilis 1547. Idem eedt vernp, 13 Octobris 1557. Johan van Groesbeeck, onmundich, beleent na dode spes oldevaders uut cracht des maechgescheyts, 9 Aprilis 1565. Idem, mundich, vernijt eedt, 7 Augusti 1573. ') In margine staat: Dit wort verheft te geljjck met thuys to Heumen, fol. 8. 53 20a. OVERASSELT, Een goet, gelegen in den Ampte van Maes ende Wael, in den kerspel van Overasselt, groot omtrent vijfftich mergen, ter goeder maten, met allen sijnnen getimmer, holtgewas, mitsgaders alle appendentien ende dependentiën van dien, nyet met allen nuytgesondert, daervan tegenwoordich pachter is Johan Carsten, voor desen Kerst Janssen, to leen gemaeckt, opgedragen ende ontfangen ten Utrechtsen Stichtsen rechten bij Geertruyt van Lennep, weduwe wijlen Johan van Suylen, in sijnnen leven heere van Drakenborch, den 24 Jung 1643. Johan van Weede als vader van sgnen onmundighen soon Johan Warner van W. bij sgne huysvrouw Johanna van Lennep, mede namens Anna van Renesse van Mourmont en Anna Maria van Lennep, als erffgenamen van Geertruyt van Lennep, beleent ende draeght wederom op aen Johan van der Meulen, 3 Januari 1658 *). Steven van Lennep, erve sgns vaders Warners van Lennep, die leenvolger geweest was van vrouwe Geertruyt van Lennep, douariere van Draeckenborch, beleent sijnde, draecht dit leen op aen Georgh van Lennep, die daermede beleent is, den 11 Mey 1661. Johan van der Meulen tot Overasselt ende vrouwe Mechtelt van Randtwgck laeten haer besloten dispositie appröberen, den 16 Jung . 1677. Arnolt van der Moeien tot Schonenberch, majoor, erve sijnes vaders Johan van der Meulen tot Overasselt, beleent, den 18 Julij 1689 3) Mechtelt van Randwgck, douariere van der Meulen, doet citeren de geinteresseerdens bij het openen des testaments van den 16 Junij 1677, den 12 December 1697 3). Eadem laet die beslote dispositie openen, registreren en de originele aen de liasse hangen, den 31 December 1697. Eadem remitteert aen haer dogter vrouwe Sophia van der Meulen sodane last van de helft van twaelf duisent vgf hondert gl., die deselve volgens testament van 16 Junij 1677 most uitkeren aan Margareta van der Meulen, bij forme van opene dispositie, den 15 April 1698. Eadem casseert en revoceert alle dispositien, testamenten en donatien als sg gemaekt heeft in enigerley wijse na de mutuele testamente den 6 November 1686 opgerigt, sodanig dat hetselve alleen verblgven sal in sijn volkome weerde, 15 October 1698. [Zie verder 20b § 2.] •) Deze beleening is overgenomen uit de akte zelf, daar ze geheel foutief in het Register was opgeteekend. s) In de akte wordt het goed genoemd: de Schatkuyl. ») De geciteerden zijn: Steven van Delen, heer tot Druten, als man van Jannette Agnes van der Meulen; Egbert Alezander de Rengers, heer tot Westerop, als man van Sophia van der Meulen en Margaretha van der Meulen. 54 20b. OVERASSELT. 1°. Een adelgcke havesaet genoemt het huys te Overasf»lt, sgnde bij de invasie der Franschen in Maes ende Wael het huys afgebrant den 1 Mey 1676, met hoff, bomgaert, met alle sijn recht ende gerechticheden, naementlgck het vrije, veer op de revier de Maese voor de stadt Graeve als' andersins, den groten coorntient des voorn, dorps Overasselt, ende den Hogenweert, Kameren ende den weert van Jr. Bommel aengecocht, paelende gemelde parceelen suyden de reviere de Maese, noorden den Bantdijck, oosten den Kaelendijck, westen Godert van Bunnichhuysen. Noch twee campen genoemt de Halle vrowen, gelegen in het noorden aen de gemeine wetering, in het oosten aen de Veedgck, sijnde de straet nae de hey off van de hey comende, suyden de Spellingsche straet, westen sgnde alleen door een erfstraetjen van Piecken Halle vrow gescheiden; dese bovènstaende twee parcelen sijn onder den dorpsen polder gelegen. Eenen bouhoff genaemt het Duyfhuys, voor desen de Geer genaemt, met dese ondergehorige landerijen; eerstelick de Geer boulandt, het boulandt van meister Jurrien of sgne erven angecoft daeran gelegen, met het landt daer het huys op staet, de Groinvoor, voorschreven huys ende Groinvoor angecoft van de erfgenaemen van Geurt Peters; met noch een stucksken lants daeraen gelegen, van gelijken genomt de Groinvoor, met noch een acker lants tussen het huys ende de Groinvoor gelegen, daer Jann van Uem op plag te woonen, met noch een stuck boulandt bg gomelde Duifhuys gelegen, dat alleen gescheiden wordt door een aecker tot de pastory gehoerig. De weylaiiden ende de bossen hier onder gehoerig sgn dese: den Buckweytencamp met het campken daeraen gelegen, den Holtcamp, de Broeekbenden met het campken genaemt Stemperkampken, van Jann Willems angecoft, de Vyer mergen, de Kortbossen, schietende van de Broeekbenden tot aen de Spellingse straet, sijnde omtrent groot in bou- ende weylanden ses ende veertig mergen, daer onder begrepen de bossen. Eenen bouhoff genaemt den Bakelaer, naest bij den Puell gelegen, waervan het huys met sijn getimmer in sgn graften aen de Leegestraet gelegen; de boulanden, waeronder begrepen het Bakelaerse bosken, den Leegen hoff tussen de Hoege ende de Leegestraet, de fordere boulanden over de Hooge straet, palendo noorden aan gemelde Hooge straet, oosten de comparantens erven, westen den Bottercamp, suyden aen de Sandtstraet ende den wegh schietende van het dorp nae Ewijck; noch dese parcelen boulandt, namelijck de Steenkampkens ende den Engelsacker; noch eenen camp weylandt, gelegen nefen Niewkloosters landt, de Swipperdonck genaemt, onder den Schoenenbergson polder, met het Gaessels campken, over het straetyen schuyns tegen gemelden kamp over gelegen; bestaende desen bouhoff omtrent in achtien mergen landts. 55 Enen bouhoff genaemt den Meulenberg, met sgn getimmer ende het landt daeraen gelegen, den Kaleneamp, den Dries, de landerijen bij den Dries gelegen, den Kiemen Vallickcamp ende het Koycampken daeraen gelegen, met die Dell ende Goeningaerts boulandt, den pass aen de straet van de hey gelegen, weylandt met die wertyens in het noorden nefens den Kalenkamp onder den Dries gelegen, suyden langs de ondiepen; bestaen dese voornoemde parcelen omtrent in twintig mergen lants. 2°. Adelicke havesaet genaemt Sleeberg, gelijck deselve de heer ende frow comparante bg koop is aengekomen van de frow tot Ubburge ende haeren erven, waeronder gehoe: rig het recht van eollacie van de vicarie van ons lief Fraw altaer tot Overasselt; daeraen gehoerig tien mergen weylandt in vyer campen verdeylt, om ende bg het huys gelegen, genaemt de Grooten ende Kleinen Sleebergsenkamp, den Erryttcamp met het kampken in het noorden aen de Sleebergse straet gelegen, m het oosten aen de graften van gemelde havesaet, gelijck gemelden Erritkamp van gelijcken in het noorden; eenen camp genaemt den Buelenboss, groot vier mergen, gelegen aen de oost, suyden, noordensg'de nefens het erf van Goedert van Bunnickhuysens erven, west aen de gemeine straet ende erf van Geurt Seelen zal., gewesen scholtis tot Overasselt. Piecken Halle vrow, paelende oost ende west nefens de heer ende frow comparantens erven, waertussen maer een kleyn straetyen aen de oost sijde, noorden nefens de gemeine weterong, suyden nefens de Spellingse straet; Noch eenen camp genaemt de Piecken, vier mergens, daer en tegensover over de straet gelegen, paelende noorden aen gemelde Spellingse straet, oost ende suyden nefens het ert van de heer ende frow comparantens, westen nefens het erf van de frow abdissin van Niewenklooster. Eenen camp genaemt de Roelenberge, gelegen noorden langs de gemeine weterong, oost Bloemers tot Grave, west de frow abdissinne van Niewklooster, suyden aen de gemeine bleebergse straet. Eenen camp genaemt den Broeckacker, onder den Worsomsen polder gelegen, oostwarts )... noorden nefens het erf van de heer ende frow comparanten, suyden de frow van Niewklooster, westen die gemeyne straet. Enen camp genaemt Lowerenscamp onder den Heysenpolder, paelende in het oosten aen de heerliekheyt Hoemen, noorden die gemeine straet, westen nefens de heer ende frow comparantens erf, suyden nefens het erf van die frow abdis* sinne van Niewklooster. Noch eenen camp broecklandt, paelende aen de westsgde nefens den Beersencamp, tuestendig de heer ende frow comparanten, noorden aen de gèmeine leygraef in het gescheid van Overasselt ende Malden suyden de gemeine hey, oosten de erven van Cornelis Lueben, of wie met recht daer langs mag geerft wesen. Bij die voornoemde goederen onder de voorgemelde haevesaet Sleeberg gelegen worden noch bijgefoegt dese naer- ') Niet ingevuld. 56 volgende parcelen. Eerstelick de Maarpass, groot vier mergen, onder den Worsomsen polder, paelende aen de suyde sjjde aen den Hoegenweerdt, de heere ende frow comparanten toestendig, alwaer den Bandjjck doorgaet, oost nefens het erf van Bruyst Hermens, noorden aen de Fallyckstraet, west nefens het erf van Goedert van Bunnickhuysen. Noch eenen camp, in het noorden daertegenover gelegen onder den Worsomsen polder, genaemt den Vlonshoevell, palende aen de suyde sijde aen gemeldo Hogestraet, west ende noorden de heer en de frow comparantens erf, oosten nefens het -erf van Jan Cornelissen smidt, of wie met recht daer langs mag geerft wesen. Noch de Vijfdreef, onder den Worsomsen polder nefens den Hogenweerdt, noorden nefens de Pallickstraat, west nefens het erf van Bruyst Hermens, oost het erf van Jann Lambers, of wie met recht daer langs magh geerft wesen. Noch eenen bouhoff onder den Worsomsen polder, genaemt den Heegsen hoflf, bestaende in bou-, wey-, broeck- ende heylanden ende holtgewas, soo als die bij frow Mechteld van Bandewijck van haer heer vaeder zal. angeerft, mit name de heer Hans Willem van Bandewijck, ende ten howeljjck is aengebracht, met die daertoe gehorige tynsen, van alts genoemt den Meemjjeksen tyna. Ende eenen camp utterweerdtTge--" naemt den Klömper, onder Hoemen, met een stuck van de Stranck, groot omtrent drie mergens, paelende oostwarts nefens het erf van Jacob Lueben zal., suyden de Maes, west den Heegsen, noorden tussen het erf van gemelden Cloempert ende den Bandijck gelegen. Onder Overasselt de polders, aen den anderen gelegen, paelende den bovensten aen de heerliekheyt Hoemen in het oosten, den benedensten in het westen aen den Bandijck, met Randewieksweerdt, paelende oost, noorden aen gemelde polders, suyden de reviere Maes, west aen den Kaelendjjck, of wie met recht daer langs mag geerft wesen; sgn dese voornoemde weertlanden op het Overasselts groot omtrent negendenhalven mergen. Dient voor bericht dat den bovensten polder bij de heer ende frow comparanten is aengecoft van Jacob Lueben zal. Noch eenen bouhoff genaemt den Puell, onder den Worsomsen polder, bestaende in huys, hoff, schuir ende sijn vorder getimmer, met het daerbij gelegen weylandt in twe mergens. De boulanden: eerstelijck den Eyckelencamp, de HoeveU, Sleeekeneamp ende Sniedershofstadt. Weylanden: eenen kamp, groot omtrent vier mergen, paelende noorden aen den Errytcamp, oosten aen het Sleebergse straetyen ende de gemeine straet, suyden aen voorgemelden Sleckenkamp. Noch eenen camp genaemt den Koeyeamp, in het westen aen den voorgemelden kamp gelegen, paelende noordtwarts ende ostwarts aen het erf van sr. Bloemers tot Grave ende de goederen van Sleeberg, suyden langs den Hoevell. Noch het Peertscampken, met het oosten aen gemelden kamp gelegen, noorden de pastory, suyden ende westen de Nagelhorst. Den grooten FalUckcamp, met die vier mergens onder den Schoenenbergsen polder. 57 Bedraegen dese parcelen int geheel omtrent acht en twyntig mergens. Nimbt gemelden bouhoff in het suyden sgnen aenfanck aen de Fallickstraet, streckt sich uyt aen de oostspe nefens de Garstkampse straet, aen de westsijde langs de goederen van de Nagelhorst, noordtwaerts tot aen de goederen van Sleeberg, Bloemers ende de pastory. Noch eenen bouhoff onder den Heysen polder, genaemt de Schuirgraeff, aen de hey gelegen, met het landt daer het huys ende schuyr op staet, met sijn holtgewas groot ses mergen. De Driedreeff, de Ganssekuyll, het Weterongheampken, van Jacob Lueben zal. angecoft; de negen mergen onder den Heysen polder genamt de Seherpekamp, Boenekamp, de Langedrees met de Gooren; nimbt de Seherpekamp in het suyden sijnen aenfanck aen de Spellingse straet, streckt sigh uyt over de wotering in het oosten nefens de erven van Derck Martini, sijnde goederen van de Nagelhorst tot aen den Gooren, vorders in het noorden bys aen het Myrlandt, de heere ende frow comparanten toestendig; die andere genoemde erven, daeraen en dicht hg gelegen, worden eenige alleen onderscheiden door een acker ofte aeckers tussen beijen gelegen, tuestendig aen de erven van Peter Cloosterman met den Rgskamp ende Schuirgrafsen kamp, in het oosten nefens het Worsomse broeck gelegen, in het noorden schiet aen de gemeine leygraeff in het gescheid van Malden ende Overasselt, in het suyden aan de gemeine hey, in het westen nefens het erf van de erfgenaemen van Antony Schimmelpenning zal., genaemt de Boxhuiten. Noch een hoffstadt in de heerliekheyt Hoemen gelegen, van alts genoemt van Wiehens hofstadt, in het noorden, oosten ende suyden gelegen nefens het erf van den heer ter gemelder plaetse, in het westen nefens de gemeine hey, sijnde angecoft van die van Hulst; met noch eenen slechten weykamp, sijnde omtrent groot vier mergens, schietende oostwaerts ten deele aen de Rynckae van de Steenkampse waey ende erfenis van den heer ter gemelter plaets, suydtwaerts aen den Bandijck gaende nefens de Steenkamp, noortwaerts den gemenen weg, westwaerts die met recht daer langs geerft is. Noch twee kampkens in het broeck gelegen genaemt de Sehwaenekampkens. 3°. Een havesaet genaemt Schonenberg, in den Schoenenbergsen polder gelegen, met huys, plaets ende getimmer noch daerop staende, met het recht van collatie van de capell aldaer, ende dese daeronder gehoerige landerijen: namentlijck het Hoege Rodt, het Leege Rodt, de Bijkampkens, de bossen van Schoenenberg, sgnde de voors. bossen onderleen aen den huyse Heumen, den Peertseamp, in het noorden nefens de landerijen van de Gaesselt, oost ende suyden nefens de heer ende frow comparantens erf, westen nefens het Gaesselse straetyen. Op het Neerasselts behoeren dese folgende landerijen tot gemelde havesaet: de Breeheek met die daeraan gelegene boulanden, Lijske van Goehskampken, schietende in het suyden langs gemelde Breeheek. Een kampken van N. Geurtsen, in de wandeling genaemt 58 den averrechtsen, angecoft, schietende in het suyden van gemelden van G-ochs kampken. Noch een kampken genaemt het Kromkampken, in het suyden schietende aen het campken van N. Geurtsen, den averrechsen genoemt, in het oosten dese drie voornoemde kampkens aen de hossen van Schoenenberg, het leste in het noorden van erfenis van Jann Flipsen zal., in het westen die met recht daer langs mag geerft wesen, sijnde met holt bepaet, met noch een halve mergen aen de oostsijde aen gemelde van Gochs kampken, sich uytstreckende suydtwaerts nefens gemelde Breeheek, westwaerts aen de Lessenaers, sijnde met holt bepaet. Weylandt onder gemelde havesaet: het Sluyskampken, Wieherskampken, een kampken van Wichman Andriessen angecoft, het Menlderskampken; noch vier mergen van Claes Peters angecoft, sijnde all aen een ander gelegen, schietende meest aen de landerijen onder de Gaesselt gehoerig in het noorden, in het oosten het Sluyskampken aen de Gaesselse straet, sijnde in het gescheid van Over- ende Neerasselt, ende erf onder de Gaesselt gehoerend ende N. Geurtsen genoemt den averrechsen, in het suyden aen de straet, die van Schoenenberg naer Neerasselt gaet, in het westen nefens erfenis van de heere Frederick Henderick van Randewick, heer tot Bossum, of wie met recht aen ende nefens dese goedern mag gelegen ofte geerft wesen. Enen bouhoff genaemt het Rodt, onder gemelde havesaet van Schoenenberg gehoerig, met de landerijen daer huys ende schuyr op staet ende die daer aen sgn gelegen, groot 4'/2 mergen, gelijck die van de erfen van Faes Tonnissen sgn angekomen; den Steenoven ende Maasberg, voor desen aen het adelicke stift van Niewenclooster tuestendig, palende suydtwaerts aen erfenis van gemelde abdisse, oosten de erven van Derrick Huebers, noorden ende suyden de heer ende frow comparantens erve; den Boss, paelende suydwaerts den Bandijck aen het erf van Geurt Seelen, voor desen scholtis tot Overasselt, tegens Doppersdgck, noordtwaerts de heer ende frow comparantens erf, oostwaerts nefens het erf van Jann Gielen off sgn frowe kinder, westwarts het erf van Derrick Kuiper zal., nu sgn erven; de Oosterroey met den acker daer bg gelegen, sijnde in het oosten ende noorden gemelden acker gelegen nefens de heer ende frow comparanten, in het suyden op de gemeine straet, in het westen nefens het erfenis van de predicant Troyen; gemelde Oosterroey in het westen ende oosten van géhjeken nefens het erf van gemelde predicant Troyen, noorden de heer ende frow comparantens erf, suyden die gemeine straet gaende naer Neerasselt, samen boulandt. Aengehoerige weylanden onder gemelden bouhoff onder Neerasselt: het Rixdaer; twee campen langs de weterong gelegen, waervan den bovensten schiet aen de straet in het gescheid van Overende Neerasselt; noch twee kampen daer tegenover op het Overasselts gelegen, waervan den eersten aen de suydtsgde door de weterong van de andere voornomde kampken 59 wordt gescheyden, schieten beyde de gemelde kampen in het westen aen het Neerasselts, den tweden in het norden langs de Coeningswijbenden, in het oosten nefens het erf van Jan van Rijnen zal. ende die van de Sandt, of wie met recht daer langs mag geerft wesen. Bestaen dese landerijen, soo onder Over- ende Neerasselt gelegen ende tot voorgemelden bouhoff gehoerig, omtrent bg de 28 mergen. Een ander bouhoff onder gemelde havesaet gehoerig, genaemt den Gaelensen camp, met huys, hoff ende sijn vorder getimmer, bou- ende weylanden daer aen gelegen, met de heer ende frows comparantens andeell in de Peerenboomse camp, met het oosten aen gemelde goederen gelegen, met een campken van Henderick Aerts angecoft, met die meeren aen een ander gelegen, samen slecht landt, paelende in het suyden aen de gemeine Ewickse straet, den Hoogen ende Leegen Galensen kamp, paelende oostwaerts aen de straet gaende uyt het Leegfeldt nae Ewgck; den Leegen waaraen den Hoegen Gaelensen kamp gelegen is, noordwaerts aen de straet gaende naer Neerasselt; den Elscamp met het oosten aen gemelden Leegen Gaelensen kamp gelegen, noorden ende westen nefens de heer ende frow comparantens erf, gelijck mede ten deelen in het suyden, ende forders wie met recht daer langs mag geerft wesen; den Hamm tegensover gemelden Leegen Gaelensen kamp gelegen, sijnde alleen door de gemeine straet onderscheiden, met het landt daeraen gelegen, van Jann van Emmeren aengecoft, sijnde alleen door eenen aecker, tuestendig aen de erven van Jann Greven, van een gescheiden ; met vier mergen boss, genaemt de Clootyes, all aen een ander gelegen, paelende gemelde Clootyes aen de Swipperdoncken in het noorden, tuestendig aen de fraw abdissinne van Niewclooster, westen aen het Gasselsestraetyen ende de boulanden aen erfenis van Jann Plipsen zal., oosten aen erfenis van Jann Masimilian hingecomen, nu, gebruyckt bij sgne naegelaete weduwe Gertruyd de la Eiviere, suyden de gemeine straet gaende nae Neerasselt. Weylanden: de Graften, in het noorden aen de Paepen eisen schietende, suyden nefens erf "van Lowisen van den Broeck zal., oosten ende westen de heer ende frow comparantens erf; met de vier mergens ende het campken van Peter Willems erven angecoft, samen ofte beyden groot omtrent vijf mergens, sijnde gemelden bouhoff omtrent groot 35 mergen. Utterweerden onder gemelde havesaet van Schoenenberg gehoerig: eerstelijck den Lijskamp, den Bloemencamp, den halven mergen tussen beyde de kampen gelegen, de Kalverkamp, de Weertyens, Fissersweerdt, den Holtacker, die Externesten, den Scherpekamp, den Wallkamp, Doppersdijck over het Maesstraetyen gelegen met den Peertskamp, sgnde gemelde, weylanden all aen den anderen gelegen, worden niet anders van oen gescheiden als door het gemeine Feerstraetyen, beginnende in het oosten aen erfenis van Rein Hermensen, Jann Cornelissen smidts erfens erf ende erf van Peter van Gelder 60 zal., suyden de reviere Maes, noorden den Bandijck ende den bungeler tot Graeve sijn erf, westen Reyn Hermens ende de erven van Derck Martini zal. Noch eenen camp, genaemt den Steenoven, schietende suyden aen de Ondiepen, westen nefens erf van die van de Sandt, noorden aen den Bandijck, oosten nefens erf van Jan Dopper, of wie met recht daer langs mag geerft wesen. Yan vrij allodiael goet door Johan van der Meulen tot Overasselt ende vrouwe Mechtelt van Eandtwijck den 11 Junij 1677 aen de Edele mogende heeren Staeten des Vorstendoms Gelre ende Graeffschaps Zutphen opgedraegen ende wederom te leen ontfangen bij Johan van der Meulen tot Overasselt ende vrouwe Mechtelt van Bant wij ck, tot een leen ten Zutphenschen rechten met een pont goet gelts te verheergewaeden leenroerich, den 16 Junij 1677. Deselve laeten haere dispositie ende verdeilinge haerer goederen onder haere kinderen appröberen, den 16 Junij 1677. Arnolt van der Meulen tot Schonenberch, majoor, erve sgnes vaders Johan van der Meulen tot Overasselt, beleent, den 18 Julg 1689. Chenet Agnes van der Meule, na afgemaekt versuim, beleent uit kragt van verdeiling met de havesaet Schonenberg, Schonenbergse bonhof bet Roth, Gaelse kamp, Duifhuis, het huis op den Bos, Smitshuis en Schatkuil, hof, boomgaerd, de tienden, thins, visserije, het vrije veer voor de Graef, collatie, de uiterweerden Dopperdgck, Peertskamp, Walkamp, Scherpenkamp, Externesten, met het benedenste deel van Yissersweert, so breet als de Externesten sgn; alles met sijn weiden en houtgewas so veer sig hetselve is uitstreckende tot aen de Heyse straet, uitgenomen de kamp van Hendrick Vos aengekoft, alsmede Visserskampke, den 20 Junij 1697. Steven van D e le n, haer man, is huider. Egbert Alexander de Bengers, nomine uxoris Sophia van der Meulen, laet appröberen de verdeling der goederen den 11 November 1695 gemaekt tussen vrouwe Jannetta Agnes van der Meulen, .vrouwe tot Druten en sijn eheliefste, den 6 Julij 1697. Idem laet appröberen de huwelijxvoorwaerden tussen hem en sijn eheliefste den 16 May 1696 opgerigt, eodem die. Vrouwe Sophia van der Meulen beleent met sodane parcelen als bij de acte te sien '), eodem die. Mechtelt van Eandwijck, douariere van der Meule, doet citeren de geinteresseerdens bij het openen des testaments van den 16 Junij 1677, den 12 December 1697 2). Eadem draegt de havesate Sleburg, voorbehoudens haer het regt van tugt en vrugtgebrüik, so en in der voegen als Egbert Alexander de Bengers daermede beieent is, op aen Egbert Alexander de Bengers, die daer ook so, mede beleent is, den 15 April 1698. Sophia van der Moeien op nieuw beleent met deselve parcelen als waermede sij beleent is geweest den 6 Julij 1697, als met de havesate Sleburg etc, den 13 Junij 1699. ') De havesate Sleeberg, enz. *) Zie 20a. 61 Eaden laet verniwen de approbatie van de huwelijxvoorwaerden tussen haer en haer man Egbert Alexander Eengers opgerigt, eodem die. Eadem laet opnieuws appröberen de verdeling der goederen tussen Steven van Delen, desselfs eheliefste en haer gemaekt, alsmede de voor desen gemaekte lijftugt universeel en reciproq tussen haer en haer man, en doet deselve alnog op nieuw constitueren, eodem die. Eadem en haer man Egbert Alexander de Eengers belasten haer leen met tien duisent gulden ten behoeve van vrouwe Susanna Cromhuisen, wed. Lunnikhuisen, eodem die. Eadem laet haer beslote dispositie appröberen, den 19 Junij 1699. Eadem en haer man belast dit leen met vijf duisent gl. ten behoeve van Dr. David ten Hove, den 31 Julij 1705. Eadem en Egbert Alexander Eengers, egtelieden, geven dit goet over in pandschap aen vrouwe Susanna Cromhuisen, wed. Lunnikhuisen voor de tien duisend gis. den 13 Junij 1699 hier in gevestigt, en aen Dr. David ten Hove voor de bovenstaende vijf duisend gis. van heden, eodem die. Deselven verbinden haer leengoet ten behoeve van vrouwe Susanna Cromhuisen, wed. Lunnikhuisen voor negentien duisent gis. en geven hetselve over in pandschap aen deselve, den 11 November 1705. Derk Jan van Eemen laet registreren als man sijner huysvrouwe, vrouwe Margareta van der Meulen J), een acte van besatinge op de leengoederen van Egbert Alexander de Eengers, om te hebben ses duisend twe hondert en vijftig gulden cum interesse a tempore morae, den 20 May 1706 gedaen uit kragt van dispositie en verdeilinge door den heer en vrou van der Moeien sal. gemaekt, 22 May 1706. Denselve laet registreren een acte van besaet uit kragt van special consent van de Landschap op de leengoederen van Egbert Alexander de Eengers, om kost- en schadeloos gehouden te worden van borgtogten volgens acte van 1 Dec. 1705 gepraesteert, 9 Julij 1707. Steven van Delen ende Chenet Agnes van der Moeien, egtel., laten haer reciproque ljjftugt appröberen, 31 Mey 1709. Egbert Alexander Eengers, pro se et nonime uxoris, verkrijgt consent om te procederen op de leengoederen van Steven van Delen en vrou Agnes van der Molen, egtel., om daeraen te verhalen twe darde parten van 39671 gids en verscheide andere posten, 13 Mey 1712. Steven van Delen ende Chenet Agnes van der Moeien, egtel., laten haer beslote dispositie appröberen, 31 Aug. 1713. Jeannette Agnes van der Moeien na afsterven haers mans ende hulders doet eed verniwen, 9 Julij 1717. Huider Jan Hendrik van Delen, haer soon. David ten Hove verkrijgt consent om op de beterschap van de leengoederen, waeronder die onder Heumen gelegen, van Egbert Alexander Eengerg en Sophia van der Moele te procederen, om te krjjgen betalinge van 6367-3-8, 100 dukatons, van 3 obligatien ad 1202-18-10,1070-9-12. 591-6-12, van een sum van 852-11-8 en van 299-13-, 27 April 1718. l) Oudste dochter van Johan van der Meulen. 62 David ten Hove en Susanna Kromhuisen, wed. Lunnikhuisen, uit kragt van verwin beleent met de leengoederen van Egbert Alexander Rengers en Sophia van der Moeien, egtel., voor so veel deselven in Overasselt gelegen sgn, en uit kragt van opdragt door deselven, voor so veel die in de heerlgkheit van Hoemen, Rgke van Nijmegen, gelegen sgn, 26 Mey en 28 Julij 1719. David ten Hove draegt op sgn gedeelte als hem hierin komt aen Melchior ten Hove, die met dat gedeelte, ook als erfgenaem sijns grootmoeders Susanna Kromhuisen met het ander, dus met het geheel beleent is, 1 Febr. 1726. David ten Hove, erfgenaam sijns vaders Melchior ten Hove, beleent, 10 Nov. 1750. Wendela Eleonora ten Hove als oudste dogter en erfgename feudaal van haar vader David ten Hove, na afgemaakt versuym, beleend, 17 April 1788. Eadem laat haar besloten testament van den 1 May 1789 appröberen, 13 Oct. 1789. Deselve laat een open codicil van den 29 Junij 1793 appröberen en registreren, 16 September 1793. Eadem laat de superscriptie van haar testament, den 9 Oct. 1797 gepasseert, registreren, 11 October 1797. Afgespleten van 20b. 20b § 1. OVERASSELT. Vide 20 Junij 1697. De havesate Schonenberg met de onderhorige parcelen, gespeciflceert in de beleninge van den 11 October 1721 met sodane lasten en onderhout van dgken als tot de voorn, goederen sgn behorende, als een bijsonder leen ende afgespleten van de havesate van Overasselt, wesende vrouwe Chenet Agnes van der Meulen, ehevrouwe van Steven van Delen met Schonenburg den 20 Jung 1697 beleent geweest, met een pond goed gelts te verheergewaden leenroerig. Nicolaes Hans Wilhem van Delen en Jacob Jan van Delen laten appröberen het maeggescheid den 29 Martii 1719 opgerigt, waerbij dit leen den eersten is toegedeelt, 11 Octob. 1721. Nicolaes Hans Wilhem van Delen, erfgenaem sgns moeders Chenet Agnes van der Meulen, beleent, eodem die. Idem laet sijn beslote dispositie appröberen, eodem die. Idem verbind dit leen ten behoeve van Leonard Verspgk en Hendrina Ingenool, egtel., voor twaelf duisend guld., 12 Julij 1722. Idem en Dina Henrietta van Cronstrom, echteluydén, verbinden dit leen ten behoeve van Mathias Lambertus Singendonk en Adam Jacob Smits voor dartig duysend guld. cum interesse, den 24 Meert 1739. ') Zie hiervoor op 20 Junij 1697. 63 Isacq Steven van Delen, onmundig, erve sijns vaders Nicolaes Hans Willem van Delen, beleend, 27 Nov. 1744. Dina Henrietta van Cronstrom, douariere van Delen, bij provisie op haar pericul en onder de gewoonlijke clausnlen van salvo jure domini et cuiuscunque na inhoud van 's Hoves resolutie van den 2 Maart 1773 als eenige en universele erfgenaam van haar soon Isacq Steven van Delen beleend, 17 Maart 1773. Eadem krijgt approbatie van haar besloten testament van den 29 Maart 1773, 30 Maart 1773. Eadem verkrijgt approbatie van haar besloten testament van den 29 May 1773, 2 Junij 1773. Eadem laat registreren sekere acte van cessie van een capitaal ten haeren lasten pro resto van twaalf duysend gul., den 23 Meert 1778 voor schepenen van 's Hertogenbosch door B. H. Gansneb gen. Tengnagel jfit_den JLuttenborg en S. T. Smits, ehel., ten behoeve van H. J. van Tuyl van Serooskerken en H. M. Singendonck, ehel., gepasseert, 23 May 1778. Margaretha Gijsberta van Brakel 1, douariere van Isaac Steven van Delen, laat registreren het geopende testament van Dina Henrietta van Cronstrom, d.d. 25 Maart 1773, en uyt hoofde van dien dit leen ten haaren naeme overtekenen, 3 April 1800. Afgespleten van 20b. 20b § 2. OVEBASSELT. Vide 20 Junij 1697. Den bonhof de Schatkuil, met het daer onder gehorende bou- en weyland en houtgewas, so als 't in sgn wallen en sloten gelegen is, en gelijk 't tegenwoordig bij den bouman Jan Groenen word gebruikt. De weyden bestaende in de weykempkens bij 't huis en de ses mergen, weteringskampken, een halve rouw, en de twe Pieke kortbossen. De koorntienden over Overasselt, so gelgk altgd geheven sijn geworden. Houtgewas, de Lessenaer en wedersgde van de niwe weg met de brede heg en 'tGeerhoekjen, so als 't ten ooste de gemene straet, westen den Bandgk en den Stalburg, noorden 't Kromkempken, en suiden de Middelbos gelegen is. De klootjens met 't Galen hamken houtgewas, palende oost den Ham van van Gelder, west 't Swipperdonks straetjen, noorden de Swipperdonk en suyden den Ham en gemene straet. De Peerboomse kampen met 't streepken en drieske, so als ten ooste den Lege Gaelse kamp en meren, westen het bouland bg Schonenburg en 't Bot gehorende, noorden den Elsekamp en suiden de meren gelegen is; met sodane lasten en onderhout van dgken als tot de voorn, goederen sijn behorende, als een bgsonder leen en afgespleten van de havesate Schonenburg, waermede vrouwe Chenet Agnes van der Meulen, ehevrouwe van Steven vanDelen tot Druten den 20 Junij 1697 is beleent geworden, met een pond goed gelts te verheergewaden leenroerig. 64 Jacob Jan van Delen, erfgenaem sgns moeders Chenet Agnes van der Meulen en uit kragt van op heden geapprobeerde maeggescheid, beleent, 11 Octob. 1721. Idem laet appröberen de huwelgxvoorwaerden met sijn ehevrouwe Maria Clignet den 26 Julij 1719 opgerigt, 20 Oct. 1721. Idem laet sgn beslote dispositie appröberen, 27 Maert 1724. Steven van Delen, testamentaire erfgenaam van Jacob Johan van Delen, beleend, 7 Aug. 1743. Maria Pollexina Henrietta van Zobel, ehevrouw van Steven van Delen tot Lent, beswaart dit leen pro se en q.q. l) met sestien duysend gld. ten behoeve van Willem Grevelaer en Johanna Harting, ehel., 12 December 1754. Jacob Jan van Delen, erfgenaam sgns vaders Steven van Delen, beleend, 21 Oct. 1763. Idem draagt dit leen op aan Johanna Agnes Christina van Delen tot Lent, die daar weder mede beleend is, 1 May 1766. Huider Jan Walraven de Cock van Haeften tot Ophemert, haar eheman. E. E. Collot d'Escury pro se et nomine uxoris Gabriel Sophia van Eek k'rggen consent om op dit leen ten landregten te mogen procederen ter bekominge van vijftien duysend gld. van J. W. de Cocq van Haaften en wglen desselvs ehegemalinne J. C. A. van Delen tot Lent te vorderen hebbende, 31 Aug. 1781. Anna Catharina B r o e n laat appröberen en registreren een gerigtelgk transport d. d. 9 Septemb. 1788 met relatie tot dit leen, ensiguyt dien hoofde daarmede beleenen, 23 Septemb. 1788. 21. OVEEASSELT. Acht mergen landts, gelegen in den gerichte van Overassel bij Schonenberch. Item 14 mergen, die van heeren Seger van Groesbeeck geholden worden, die dieselve 14 mergen voort helt van der heerlicheit Cuyck; ontfangen bij Henrich van Merwich, a°. 1401. Idem ontfangen alsulck erve ende goet als hij te holden plach van der —ïeerlickheyt Cuyck, in den kerspel van Overassel ende Nederassel gelegen, tot eenen onversterflicken Kuyx leen tot Zutphenschen leenrechten met een ponde, anno 1402. Johan Tengnagel van Meerwyck ontfinck 8 mergen lants, gelegen in den kerspel van Overassel achter Schonenberger bosch, tot Kuyckschen rechten, a°. 1434. Johan van Merwyck, Johan Tengnagels soon van Merwick, ontfinck 8 ~'hollanfsche"mergen lants in den kerspel van Nederassel achter der Heggen gelegen, met der averste sgde neven erve der abdissen van den Ngenclooster, met der nederste sgde neven erve Jacob Doppers ') Als administratrice over haar mans boedel. 65 tot Schönenbergh gehorende, tot Zutphenschen rechten, a°. 1459. Beheltlich Geertruden, Jan Tengnagels echter huysfrouwen, sijnre moider, oiren tuchten dairan *). Idem eedt verngt, a4. 1465. Idem a°. 1473, 20 Octobris, eedt vernijt. Idem a°. 1482, 12 Decembris. Ende tuchtigt sgn vrou Magdalene van den S t a y e. Idem vermeerdert dit leen met 4 hont vrg goets tot Overassel gelegen, weert vier oort gulden jaerlix, met den eenen eynde schietende op erve end hegge Jan Palix van Merwick, met den anderen eynde op een scheytswege tuschen der heggen, 4 Martii 1483. Magdalena van Lookhorst, huysfrou Willems van der Meulen, erve hares oldevaders Johans van Merwick Tengnagels, na versuym "beleent, 8 Junii a°. 152T Willem van der Meulen eedt vernijt. Hier staet van een goet geheyten die Hegge 2), 5 Septembris 1538. Idem eedt verngt, 10 Junii 1544 s). Willem Vermeulen, erve sgner moder Mechtelt van Lookhorst, beleent, 9 Maii 1570. Johan van der Meulen, erve sgnes broders Wilhems, beleent sgnde, maeckt dit sgnen tweeden soon Henrick in bgwesen sgnes oltsten soons Wilhems, 9 Novembris 1619. Johan van der Meulen tot Overasselt ende Druyten, beleent sgnde, laet sijn besloten dispositie appröberen, den 11 October 1677. Arnolt van der Meulen, majoor, erve sijnes vaders Jan van der Meulen tot Overasselt, beleent, den 18 Julij 1689. Verder als 20a. 22. NEDERASSEL. Acht mergen landts tot Nederassel gelegen, tot eenen Kuyckschen leene, ontfinck Henrick van den Berge van Nederassel, a°. 1402. Henrick Jacobsz. van den Berge, tot Nederassel wonende, a°. 1424. Hier staet: boven naest gelandt die moniken van Camp, beneden Roloff Berch. Herman van den Berge, a°. 1430. Luytken Hermans dochter van den Berge, erve hares vaders, beleent, noch onmundich, a°. 1441. Johan van den Berge geheyten van Diegden, erve Luytkens voorn., sgnes broders dochter, a°. 1453. Gerrit van den Heek, a°. 1454. Wgnand van den Heek, erve sijns vaders, a°. 1460. Idem eedt verngt, a°. 1465. ') Het laatste uit de Leenakte. 2) Gelegen in den gericht van Aver ind Nederassel!. (Leenakte.) *) Hier staat weer: tho Overassell gelegen. Nijmegen. 5 66 Idem, 1 Octobris 1473. Hier staet: met der eener sijden boven Peter Otten ende beneden neven des pastors erve. Claes van Heek, a°. 1481, 31 Julii. Idem eedt verngt, a°. 1493. 23. NEDERASSEL. Sevenentwintich mergen landts, acht hoener end twee schillingen thins, in den kerspel van Nederassel gelegen, tot Zutphenschen rechten, Euix leen. Rembolt Remboltssoon, erve sgnes vaders Rembolt Ricolts, beleent, noch onmundich, a°. 1401 Idem, a°. 1410 deur eenen anderen huider. Idem selffs, a°. 1414 2). Rembout Remboutsz. van Beeck ontfangen 27 mergen, 4 hoenre, 2 schell., tot Zutphenschen rechten, a°. 1424. Bembolt van Beke transporteert negen stucken landts genoomt Keldonck, Faddenpoel, Br ueckinck, Rijckoltscamp, Oostenrade, die Berch, die Werneersmeer, die Harlacker, die Crommendijck, met alsulcke weteringe ende dijeken als van olts daerto behoort; item alle alsulcke thins, pacht ende hoenre als Bembolt voorgen. hadde in den kerspel van Nederassel tot behoeff van Johan Quaedpaep van Beerse, die na beleninge daeran tuchtigt Mechtelt, Steven Jansdochter, sgn wgff, a°. 1427. Jan Woltersz. van den Bosch als erve sgnes neven Johan Quaedpaeps, a°. 1453. Peter van der Wercken ontfengt die helft bg transport Jan Woltersz., a°. 1457. Idem tuchtigt sijn vrou Heylwich, eodem die. Idem ontfengt tgantze leen, a°. 1465. Idem, a°. 1473. Idem, a°. 1479. Idem, a°. 1481, 30 Julii. Thonis van den Broeck bij transport der erven Peters voorn., na quijtscheldinge des versuyms, beleent, 14 Junii 1522. Gaert van den Broecke, erve sgnes vaders Thonis, 21 Augusti 1534. Idem eedt verngt, 1 Octobris 1538. Jacob van den Broecke bij transport sgnes broders Gaerts, met beding, so hij sonder kinder sterft, dat Gaert ende die sijne weder erven sullen, 18 Octobris 1538. Jacob voorn, transporteert 't voors. leen aen Johan Kreeft mit den eenen deeU und Peter Ploeniss mit den anderen, 3 Januarii 1542. ') Uit de akte blijkt, dat Rembolt Ricolts er in 1395 mede beleend is door Johanna, jonkvrouwc van Kuiek. *) In de akte staat: Rembout Remboutssoen van Beke, onse burger ende ondersaite van Nijmegen. 67 Johan Kreeft ontfengt weder d'een helft, nemlick eenen camp to Nederassel int broeck gelegen, geheyten Rijekoltscamp, haldende omtrent tusschen 8 end 9 mergen, daeran hij oyck Guela van den Broecke, sijn huysfrou, tuchtigt, 17 Januarii 1542. 23a. Die helfte van den leene voorgen. ontfangen bij Herman van Wam el, bij transport Jan Woltersz., a°. 1457. Johan van Aken als erve Hermans voorn, beleent sgnde, transporteert dese helft voort op Peter van der W er eken, a°. 1461. Hier staet: Keldonck ende Paddenpoel holden tsamen 14 hont 33 roden; Brueckinck 21/» mergen; Rgckoltscamp ende Oosterrade 8 mergen 4x/a hont 25 roden; den Berch ende Wernersmeer tsamen 6l/a hont 13 roden; Karlacker 41/» mergen min 40 roden ende Krommendijck 1 l/« mergen 40 roden. Peter P1 o e n i s, bij transport Jacobs van den Broecke, ontfengt dese stucken, 17 Januarii 1542. Idem tuchtigt sgn vrou Margret Kreefts, eodem die. 24. NEDEBASSEL. Den Moleneamp, gelegen in den kerspel van Nederassel, daer boven gelandt is die pape van Nederassel ende beneden Pyecke van den Endel, tot eenen Zutphenschen leene bg Boloff Lauw art, burger to Nijmegen, ontfangen, a°. 1402. Herman van Mekeren Hermanssoon, a°. 1405. Herman van Mekeren Gadertssoon, a°. 1408. Hier staet: den Moleneamp ende een halven mergen lants; item een stuck landts geheiten Hobbenhege, van vier mergen, tot Nederassel; item tot Overassel een stuck landts geheiten die Grafte, item vierdenhalven mergen. Sesthien mergen landts, in den kerspel van Nederassel gelegen, tot eenen Zutphenschen leen Ude die Boese ontfangen, a°. 1402. Herman van M a r w i c k holt te leen dat Ude de Bose te hebben plach, *~ neml. èen"hoffstadt haldende omtrent 5 mergen.; dat Broeck achter den Hoeven, haldende omtrent 4 mergen; den Groten acker in den beemt gelegen, haldende omtrent 5 mergen, ende dat Sant met den dgek ende visscherien, haldende omtrent 2 mergen. Dit heeft Herman voorn, Walrave van Nijdegen, sijner dochter man, metgegeven, ende erggt hèT van der leensweer gevrijt tegen eenen camp landts geheiten den Eyler, in den gerichte van Loer, haldende omtrent 8 mergen, daer boven naest gelegen is erve Uden Jansz. ende beneden Herman van Merwick, met den overstënTyndê" Poithusêrberge, ende beneden -Bcbeydende Derck Vjjghen erve, daermede Walrave voorn, beleent ie als mêt een Kuyx leen, a°. 1449. 68 Dat sestendeel van der groter thiende tot Nederassel, met beuren rechten ende tobehoren; item seventtalen mergen lants ende weerden daerto behorende, in den kerspel van Nederassel gelegen, tot eenen Kuyckschen leen bij Herman van Mekeren ontfangen, a°. 1403. Agnese Gerrit Bosen dochter, a°. 1432. Hier staet: daer die heeren van Camp die ander deele van hebben. Johan de Bose, als erve Agnesen voorn., crigt dit gevrijt tegen een stnck erffs, in den kerspel van Haren tusschen Maes ende Wael gelegen, geheyten Elscholt metter Wolffdonck, haldende omtrent 18 mergen landts, schietende met den oosten an Harenreberch, met den westeneynde an erve Anserus van den Berge, ende te beyden sijden an erve Gerit Streppers van Haren, met der smaler thienden des kerspels van Haren, nntgescheyden die thienden, die daer heeft 't clooster van Camp, voort pacht ende thinse to Haren gelegen, omtrent 2 olde schilde sjaers, tot Kuyckschen rechten, a°. 1459 '). 25. HTBNEN. Die herlicheit van Hyrnen met den huyse van Hymen ende al sijner erffnisse, hoge end lege, in bosch end in broeck, met der halver meulen end allen haren tobehoren, nyet nntgescheyden, als heer Alert van Driel, ridder, te leen houd, dacran tucht end beleent hertog Edouard sgn wijff, vrou Elisabet van Driel, in den jare 1369. HYRNEN. Dat huys ende heerliekheyt van Hirnen, met mannen, dienstmannen ende allen beuren tobehoren, ontfangen bg Herman van Mekeren, a°. 1402. Elisabet van Mekeren, huysfrou Johans van Wghe, erve hares vaders Hermans, a°. 1406. Hier staet : ontfinck dat huis tot Hirnen metten dordel van der heerliekheyt. Lubbert van Tgl voor sgn soon Gerrit van Tgl ende Algt van Wghe, tocommende eeluyden, bg transport Elisabets voom. beleent, a°. 1420. Herman van Wghe beleent, a°. 1465. Hier staet: huys ende heerliekheyt van Hyrnen met den erve, mannen, dienstmannen, gerichten, hoge ende lege, ende met allen anderen heuren tobehoren ende rechten, tot Zutph. rechten. Idem, a°. 1473, 5 Octobris. Hier staet: gecóft tegen heer Albert van Driel, die ende sgn olderen sulx te holden plegen. Idem, a°. 1481. Reiner van Wghe, a°. 1492. Johan van Wghe, erve sgnes vaders, a°. 1498. >) Zie 26. 69 Joachim van Wghe, erve sijns broders Johans, a°. 1511. Idem tuchtigt sgn vrou Rutgera V ij g h e, 6 Augusti 1520. Reiner van Wghe, erve sijnes vaders Jochims, 18 Septembris 1544. Idem tuchtigt sgn vrou Margriet van Egeren, 2 Maii 1552. Idem eedt vernijt, 10 Junii 1556. Idem tuchtigt sijn vrou Anna Pieck, 3 Septembris 1566. Jochim van Wghe, erve sijns vaders Reiners, onmundich, 28 Martii 1572. Maria van Wijhe; erve hares vaders Jochims, 26 Julii 1591. Haer oom Otto van Wghe, heer to Echtelt, is huider. Eadem tucht haren man Gerhard van Rhede, heer to Saesfelt, 12 Febr. 1613. Ariaen Reyner de Reede bg transport sgns vaders Gerhart van Reede ende moeder Maria van Wije beleent, onder conditie nochtans dat sij transportanten, beyde off een van oen gestorven sijnde, diegeene diewolcke overleven sal, op het huys Hymen alleene sullen moogen woonen ende het vruchtgebruyc der goederen alleene genieten, soo als sij tot noch toe gedaen hebben ende noch doen, welc voors. vruchtgebruyck ende wooningh eerst nae doode van de comparanten beyde op haeren jongsten soone voors. sall vervallen ende met den eygendomb geconsolideert worden, uytgesondert dat hg Adriaen Reyner de Reede de hooge ende lege jurisdictie van Hymen, sampt profiten ende gerechticheyden daervan dependerende, datelic bg' haer leven salimoogen hebben, exerceren ende genieten, den 17 Julij 1646. Idem laet sijnne houwelixe vurwarden met joffer Anna van Lienden, dochter tot Hemmen ende Blitterswick, den 20 Augusti deses jaers ingegaen, appröberen, den 22 October 1647. Idem laet sijnne tucht reciproquelic met sijn huysfrouwe gemaeckt appröberen, den 30 October 1648. De bloetmomberenN van juffr. Joachima van Reede ende voor soo veel nodich van de andere dochteren 1), kinderen van Adriaen Reinier van Rede, heer tot Hernen, ende vrouwe Anna van Linden, beleent sgnde, draegen dit leen op aen Philips Hendrick van Steenhuys, heer van Cappel, Beckesteynetc, die daermede beleent, den 27 October 1682. Willem Fransois van Steenhuis, onmundich, erve sgnes vaders Philips Hendrick, beleent, onvercort het recht van den jongeren broeder, den 19 Julg 1691. Idem vernieuwt self eet in sijn meerderjarigheit, den 26 Maert 1697. Maria Catharina de Belviere a), grootmoeder en bloedmomber van haer onmundige neef JaCobus Ferdinandus Antonius van Steenhuis, soon van Guilliam Francois van Steenhuis en haere dogter Isabella Anna van Ligtervelde, laet appröberen akte van bewijs of maeggescheid, den 12 Febr. laestleden opgerigt tussen haer q. q. en Guilliam Francois van Steenhuis, waerbij dit leen voor de helft den onmundige voorn, wordt toegedeelt, voorbehoudens de vader de rèvenues tegens de opvoeding, 23 Jung 1718. ') Anna, Gornelia, Johanna, en Heilwich Theodora. 2) Baronnes de Ligtervelde, vrouw van Ammersode, Wel etc. 70 Huibert Danen, administrateur van den boedel van Guilliam Francois de Steenhuis en van desselfs .minderjarige soon Jacobus Ferdinandus Antonius de Steenhuis, verbint dese twe lenen *) aen Jacob Adam Smits en Anna Maria Souwens, egtel., voor tien duisend gulden, 23 Sept. 1727. Jacobus Ferdinandus Antonius van Steenhuys, erfgenaem sijns vaders, beleend, 7 Junij 1738. Idem laat appröberen en registreren een extract concernerende sekere clausus en belofte met relatie tot dese leenen, begrepen in de huwlijksvoorwaarden van sijn soon Anthonius Bruno Frans van Steenhuys en vrouwe Marie Victoire Felicité Josephe geb. marquise Dennetieres, gravinne van Mouseron etc, 15 Junij 1771. Anthonius Bruno Franciscus van Steenhuys, erfgenaam sgns vaders, beleend, 16 April 1791. Alexander Francois de Steenhuys laat registreren een acte van donatie inter vivos, d.d. 6 Julij 1802 door zijn vader A B. F. van Steenhuys pro se en als gevolmagtigde van zijn vrouw M. V. F. J. d'Ennetieres ten zijnen behoeven gepasseert, d.d. 11 Julg 1803, en laat uyt hoofde van dien deeze twee leenen ten zgnen naamen overteekenen. 26. HAREN. Een stuck erffs in den kerspel van Haren, tusschen Maes ende Wael gelegen, geheyten Elscholt met der Wolffdonck, haldende omtrent 18 mergen lants, schietende met den oosteynde .an Harenerberch, met den westeneynde an erve Anserus van den Berge, ende to beyden sgden an erve Gerit Streppers van Haren, met der smaler thienden des kerspels van Haren uutgescheyden die thiende der drier haeff des cloosters van Camp, voort pacht ende thinse in den kerspel van Haren gelegen, omtrent twee olde schilden sjaers weert, tot Kuyckschen rechten. Johan die Boese maeckt ende ontfenckt dit te leen in plaetsc van een gevrgt leengoet to Nederasselt, a°. 1459. Idem, a°. 1465. Idem, a°. 1473, 11 Octobris. Henrick van Hemert als vercregen van Jan deBose, a°. 1481, 30 Julii. Idem eedt verngt ende tuchtigt sgn vrou Mechtelt des Bosen, a°. 1493. Johan van Hemert, erve sgns vaders Henrix, a°. 1515. Idem tuchtigt sgn vrou Gertrud van Zeler, aw. 1521, 27 Septembris. Elisabet van Hemert, huysfrou Henrix de Bailliou, vercoopt an Eeiner van Wghe, heer to Hemen, 20 Maii 1559, ende hg was . beleent 18 Maii 1548. Jochim van Wie, onmundich, erve sgnes vaders Reiner, 20 Augusti 1571, Idem laet na bg deylinge sgner dochter Cristin van Wghe, huysfrou Otten van Wghe, heer to Echtelt, die beleent is, 26 Novembris 1600. ') Namelijk de twee helften. 71 Herman van Wije als erve sijnner moeder Christina beleent, den 13 Novemb. 1630. Ottho van Wije tot Echtelt, erve sgnes ohems Harmans, beleent, den 22 Mey 1661. Christiaen Eeynout van Wijhe laet appröberen het maeggescheid, den 24 Maert 1732 opgerigt tussen hem, sijne broeder en susters Evert Jan, Anna Elisabet, Christina douariere Bentink, Wilda douariere van Brakel, kinderen en erfgenamen van Otto van Wijheen Seyna van Delen, egtel., waerbg hem dit leen is toegedeelt, 26 Jung 1734. Idem na afgemaekt versuim beleent, eodem die. Maria van Wijhe erfgenaam haars vaders Christiaen Beinaud van Wijhe en uyt hoofde van geapprobeerd magescheyd *), beleend, 26 Febr. 1750. Christiaan Eeynold van Byland, minderjarig, erfgenaam van sgn moeder Maria van Wijhe nae afgemaakt versuym beleend, 16 April 1771. Christiaen Beinold grave van Byland, meerderjarig geworden, vernieuwt eed, 7 April 1772. Idem cum sorore ") dragen dit leen op in handen van den heer stadhouder der leenen, ten eynde om daar mede te willen belenen Hermen Jacob Heshusius, eodem die. Hermen Jacob Heshusius uyt kragt van dien afstand beleend, 14 April 1772. Herman Jacob Heshusius en Anna Hoes, ehel., laten hare huwüjksche voorwaarden van den 14 Aug.' 1772 appröberen en registreren, 15 Junij 1789. Isabella Adelheyd Singendonck *) krg'gt consent om op dit leen te mogen procederen ter bekominge van meer als tien duysend guld., salvo calculo, van wglen Herman Jacob Heshusius en desselvs weduwe Anna Hoes wegens administratie te vorderen hebbende, 23 Sept. 1789. Johan Heshusius, minderjarig, na dode van desselvs vader Herman Jacob beleend, 27 Julij 1790. Anna Hoes, als hiertoe speciaal bij den gerigte van Batenburg en door den amptman van tussen Maas en Waal geauthoriseert, draagt dit leen namens haar minderjarigen soon Johan Heshusius op aan Isabella Adelheyd Singendonck, wed. Leonard de Casembrood, die daar weder mede beleend is, 7 Aug. 1792. Eadem draagt dit leen op aan Aoneas Mackay, die daar weder mede beleend is, 22 May 1793. *) Getrouwt met S. C. R. grave van Byland (Leenakte). a) In het magescheid worden genoemd: Seyna Jacoba Isabella, Maria douariere van Willem Hendrik van Borssele, Johanna Wilda, Willemina Frederica, Christina, Louise Henriette en Philippina, en de moeder Henriette Philippina van Brakel. 3) Anna Constant ia Henrietta (Leenakte). *) Douariere van Leonard de Casembrood (Leenakte). 72 26a. HAEEN. Yierthien mergen lants, in den ampte tusschen Maes ende Wael, in den kerspel van Haren in Harenrebroeck in vijff deelen hegraven, geheiten Pieckskempe, daer oostwert . naest hg is gelegen den Baetschen camp, den convent opgen 'Holtmer tobehorende, westwert een stuck lants geheiten Nabbencamp, den clooster van Camp tobehorende, noortwert den Deyschen leygrave ende den Afferschen zeedijck, end suydwert den Wetergkschen wal, tot Zutphenschen rechten. Claes V g g h e maeckt dit te leen in plaets van eenen gevrgden hoff opgen Kesput bg Kgxwalde gelegen, 7 Septembris 1534. Idem, amptman in Nederbetuwe, eedt verngt, 13 Octobris 1557. Idem tuchtigt sgn vrou Anna van Gelre bast. 24 Januarii 1560. Dirck Vgghe Carls soon bg transport Claes voorn. Met voorbeholt eener tucht, ende off hg dit vercopen wilde, dat hg sulx moet doen an sgnen oom Dirck ofte sgnen kinderen voor xc keysersg., 8 Junii 1578 '). Diedrick Vggh, amptman in Nederbetuwe, bg transport Dircks voorn., nadat Dirck selffs eedt gedaen had, beleent, 14 Septembris 1598. Idem crigt bevestigt erffscheydinge 2) 22 Julii 1605, 3 Decembris 1612. Theodora P i e c k, wed. Derck Vggh, beleent uuyt cracht van maegescheyt, den 21 December 1630. Joost Vggh, erve sgnner moeder Theodora Piecks, beleent, den 3 Decemb. 1639. Adriana Vggh beleent als erve van haer moeder met een derdendeel van dit leen, en heeft hetselve in handen van de heer stadtholder overgegeven ten behoeve van juffr. Joachima de Eede, outste dochter van Adriaen Eeinier de Eede, heer tot Hernen, den 22 Pebr. 1666. Juffr. Joachima de Eede uyt cracht van de bovenstaende overgifte beleent met het selve derdendeel, den 5 Martii 1666. Derck Jacob Vgch, heer tot Isendoorn, erve sgnes vaders Joost Vgch, beleent sgnde, laet sgn dispositie appröberen, den 30 Septemb. 1666. Idem doet selfs eet ende laet sgn naerdere dispositie appröberen, den 5 October 1670. Frans van Linden, heer tot Hemmen, beleent met twee derdeparten, door jufferen Anna Cornelia ende Joachima van Eede van Hirnen geacquireert, 18 December 1693. Frans van Linden, heer tot Hemmen 8), laet sgn besloten dispositie appröberen, 1 Januarij 1694. Elbertina van Lynden, erfgenaem haers vaders Frans, beleent, 22 Aug. 1722. ') In deze akte staat nog: ende alsnu een vogelskoey daerop staende. •) Namelijk met zijn vrouw Theodora P i e c k over zijn voorkinderen Carl, Johan, Anna en Philippa Sidonia, huisvrouwen van Johan van Egmont en Philips van Lochiers baron van Soliers; en nakinderen Joost, Claes, Heilwig en Adriana; en vier natuurlijke kinderen by Elisabet Christians. (Leenakte). ») En zijn vrouw Charlotte van Brienen (Leenakte). 73 26b. Het slot, stadt ende heerlijekheit van Batenborch, hooch ende lege, met allen sijnen toebehooren, met manschappen, luyden, vrijheiden, gerichten, hooch ende lege, met den Maesstroom alsoo veer ende lange, als de'heerlgckheyt van Batenborch te lande sich streckt, als de voorheeren van Batenborch van sijn Keiseri. Majesteyt daermede beleent sgn, namentlijck een vrije munt, gruit ende in drie tijden van het jaer vrije jaermerckten tot Batenborch, waervan den eenen aengaet drie dagen voor st Wolburch avont, geheyten Meyavont, die ander drié dagen voor st Peter avont ad vincula, de derde drie dagen voor st Catharinen avont, welcke drie jaermerckten vorder duyren sullen van den eersten sondach naer een yderen heyligen avont als st Wolburgen, st Peter ende st Catharijnen voorbenoemt, ses weecken ende drie daegen, welcke drie dagen voor ende naer ygelg'cken jaermarckt voorgenoemt staen op halven tol, alsoo dat die van Batenborch ende oere erven ende naercomelingen in dese drie jaermerckten ende tijden voorgenoemt van een ygelijck besonder tol hebben ende nemen sullen mogen van allen tolbaeren goederen ende haeve, te waeter ende te lande, van wat landen die komen ende verkeert worden in die heerlijckheyt van Batenborch op die Maesstroom voorgenoemt, volgens specificatie in den leenbrief naerder geexprimeert, ende wie eenige van dese drie jaermerckten ontvreemdet off tot eenigen tijt sgnen toll ontvoerde, die sal verbeuren lijf off goet gelijck het van olts geweest is; sgnde een leen van sgn Keyserl. Majesteyt ende den Eoomschen rgcke, ende overmits sijn Keyserl. Majesteyt aen vrouwe Johanna, geboren van Bronckhorst Batenborch, graevinne douagiere van Hornes, als eenichste erfgenaem haeres broeders Frederyck Wilhelm van Bronckhorst, heer tot Batenborch etc. de beleeninge verweigerde, is volgens de resolutie van de Ed. Mog. heeren Staeten deser Lantschap van den 26 Martii 1664 daarmede beleent Vrouwe Johanna geboren van Bronckhorst Batenborch, vrouwe tot Batenborch, graevinne douagiere van Hornes, den 31 Martii 1664. Willem Adriaen graeve van ende tot Hornes, heer tot Batenborch, Kessel, Oderkercken, erffborchgreef des eerstichts Ceulen, generael van de Artillerye der Vereenichde Nederlanden, gouverneur van de steden Heusden, Gorrecum etc, erve sijnes moeders, vrouwe Johanna graevinne douagiere van ende tot Hornes, beleent, met insertie van dese clausule, volgens resolutie van de Ed. Mog. heeren Staeten van Gelderlant van den 29 Februari 1676, dat het bovenstaende leen altijt in het geheel op des leenmans outste ende naeste bloet, hetsg man off vrou, de man in pari gradu gepraefereert voor de vrou, sal vererven, voorbehoudens den heer graeve van ende tot Hornes ende de possesseurs ende eygenaers van hetselve leen haer vrg'e dispositie over hetselve, 1 Martii 1676. Idem laet sijn besloten dispositie appröberen, den 25 April 1676. Idem treckt in sijne voorgaende dispositie ende laet sgn naerdere dispositie appröberen, den 19 Januarij 1677. 74 Idem verbint dit leen aen Frederick Hendrick van Rantwijck, heer tot Rossem, borchgreef des Rijcks ende richter der stadt Nimmegen, voor een summe van vier duysent gl., den 26 November 1686. Vreulgn Isabelle Justine graevinne van ende tot Hornes laet de besloten dispositie van de heer vader openen, laet deselve op het leenboeck registreren ende neemt het principael testament nae haer, ende wort uyt cracht van die dispositie met de heerlijckheit Batenborch beleent, den 1 Martii 1694. Eadem vertoont een versloten pampier, waerin geschreven is een contract tusschen vrouwe Anna geboren van Nassouw, graevinne douagiere van ende tot Hornes *) ende deselve op den 8 April 1694 opgericht, ende laet hetselve appröberen, den 16 April 1694. Eadem laet nevens Ernest grave tot Bentheim, egtel., de huweigxvoorwaerden tussen haer opgerigta) appröberen, den 4 Julij 1701. Carolus Paulus Ernestus grave van Bentheim, Steinfort, etc, minderjarig, erfgenaem sijns grootmoeders Isabella Justina gravinne van en tot Hornes, uit kragt van huwelgxvoorwaerden tussen sijn grootmoeder voorn, en Ernest grave van Bentheim, Steinfort etc, sijn grootvader, den 15 April 1701 opgerigt en den 4 Julij daeraenvolgende geapprobeert als anders beleent, 10 Julij 1734 3). Francisca Charlotte gravinne douariere van Bentheim, moeder, en Transisulanus Wilhelmus grave van Bentheim, oom en bloedmomber van Carolus Paulus Ernestus grave van Bentheim, belasten dit leen met dartig duysend guld. ten behoeve van Wilhem Jan van Dedem, 3 Julij 1737. Carel Poul Ernst grave tot Bentheim, Steinfort etc, meerderjarig geworden, vernieuwt eed, 29 Junij 1762. Lodewijk Willem Gelricus Ernestus tot Bentheim Steinforth, eenige soon en opvolger van desselfs vader Carolus Paulus Ernestus, beleend, 10 October 1780. Idem benevens desselfs ehegemalinne Juliane Wilhelmine hertogin van Holsteyn Gluksbourg laten registreren twee acten van renuntiatie, door haer beyde susters, met name Eleonora Augusta Amalia Carolina en Augusta Clementina Louisa Hedwig geboren gravinnen van Bentheim Steynfort, benevens derselfer gemaelen 4) in datis 28 Julg 1779 en 23 October 1780 ten haren behoeve gepasseert, 19 Julg 1781. 27. HOBSSEN. XXVIII mergen lants in den kerspel van Horssen gelegen, tot Zutphenschen rechten bg Floris van Kessel ontfangen, a°. 1424. Jan van den Polle, erve sgnes aldevaders Floris voorn., ontfengt xviii mergen to Horssen gelegen, a°. 1442. ') Haar moeder. =) Den 15 April. 3) Zijn vader was blijkens de akte: Frederik Belgieus Carolus graaf v. B. . i) Ernst Casimir regerende graaf tot Tsenburg en Budingen en Ferdinant Casimir crfgraaf tot Tsenburg. 75 Die hoffstadt to Aschwaert met xxim mergen landts, gelegen in den gerichte van Horssen, ten Zutphenschen leen Gerrit Hoeft ontfangen, a°. 1380. Idem, a°. 1402. Hier staat: up die Assvoirt xxirn mergen lants mit der hoifstat dar dat huiss uppe steit an eynen plat geleigen. Gadert Hoeft, erve sijnes vaders Gerrits, a°. 1404. Idem, a°. 1424. Asswoirt. Gijsbert Hoeft bij transport Gaderts; a°. 1424. Johan Hagentack, hijlickende an Rutger Gadert Hoefts dochter, bij transport Ggsberts voorn., a°. 1454. Idem tuchtigt sgn vrou Rutger, eodem die. Idem, a°. 1465. Idem, a4. 1473. Idem, a°. 1481. Hier staet dat den clooster opgen Holtmer hieruut versat sgn acht alde schilden sjaers. Goirt Jan Hageltacks, buten lants ter scholen gaende, wordt beleent deur sijnen momber Gerrit Hoeft Gijsberts., 6 Augusti 1482. Gerrit Hoeft Gijsbertssoon bg transport sijner nichten AgneseHageltax om sekere weldaet, 7 Novembris 1488. Idem, a°. 1493. Ggsbert Hoeft, erve sgnes vaders Gerrits, 5 Novembris 1521. Cunera Hoeft bij transport hares broders Ggsberts, eodem die. Ggsbert Hoeft, erve sgner suster Cunerae, 17 Septembris 1530. Margret Hoeft bg transport hares broeders Ggsberts, eodem die. Derck van Mekeren bij transport Margriet Hoeft, huysfrou Jaspers van Holtmeulen. Ende indien daer gebreck valt an Ggsbert Hoefts onderholt, sal hg dit leen weder mogen anveerden als Margriet sgn suster heeft moeten beloven, 6 Decembris 1538. Idem eedt verngt, a°. 1544. Agnes van E n s e b r o e c k bij transport Dercks voorn., met condicie, so sg sonder Igffserven sterft, dat dit leen weder vallen sal op hem ende Cornelia, sijn vrou, ofte heure erven, 29 Maii 1554. Eadem eedt verngt, 20 Junii 1556. Eadem, huysfrou Adrians van Riemsdgck, eed verngt, 10 Novembris 1562. Eadem tuchtigt haren man Gijsbert van L i e n e n an die helft 1), • ultima Februarii 1582. Catrin van Riemsdgck, huysfrou Wolters Dirckssoon van Zoelen, erve harer moder Agnes voorn., 19 Julii 1594. Eadem maeckt haren oltsten soon dit leen, mitz dat hij sgnen anderen broderen ende susteren boven den derden voet uutrichte 400 gl., gelgcklick te verdeylen, 19 Junii 1606. Adrian Wolters, erve sgner moder Catrin, beleent, 18 Aprilis 1615. Idem als mundig doet selffs eed, 20 Januarii 1619. Idem maeckt dit leen onder sgnne kinderen deylbaer, ende den olsten na sgnnen doot belenende drie mergen vooruuyt ende dan mette andere te gelicken deylunge van de reste gaen, den 22 Junij 1630. >) Daervan de ander helft. mr. Hilger Broils kinderen tobehoort. (Leenakte.) 76 Idem tucht sgn huysfrouwe Maria Ariaens haer leven lang, ende revoceert sgn voorgaende dispositie ende maeckt naerder testament, den 27 Mey 1645. 28. HORSSEN. Die gerechte helft van een goet geheiten die Asfoirt, met huys ende hoff ende allen anderen sgnen tobehoren, daer omtrent twaelff mergen landts in gehoren, tsamen in den ampte tusschen Maes ende Wael in den kerspel van Horssen gelegen, tot Zutphenschen rechten bij Dirck vanMekeren besunder te leen ontfangen, bij transport Agnes van Ensebroeck, 10 Novembris 1562. Idem tuchtigt sijn vrou Gijsberta van Riemsdijck, eodem die. Johan Broil Hilgerssoon bij deylinge, 18 Januarii 1564. Thomas van Mekeren, onmundich, erve sijns vaders Dircks, 11 Martii 1572 Hilger Broil, erve sgns soons Johans voorn., ende Bartholomeus Broil, erve sgns vaders Hilgers, 18 Februarii 1595. Herman Broil, erve sgnnes vaders Bartolomeus, beleent, den 30 Jung 1647. Idem laet sgnne dispositie appröberen, den 6 Meert 1648. Johan Broil, erve sgnnes vaders Herman, onmundig, beleent, den 24 April 1649. Bartolt Breul, schepen tot Nimmegen, erve sgnes broeders Johan, beleent, den 3 November 1681. Dr. Johan de Beyer, erfgenaem onder beneficio van inventaris van Bartolt Breul, beleent, den 31 Martii 1687. Idem draegt dit leen op aen Hendrick Jansen van de Kerckhoff, die daermede beleent is, den 15 Februarg 1688. Michiel van de Kerckhoff, onmundich, erve sgnes vaders Hendrick, beleent, den 5 Mey 1698. Idem, meerderjarig, doet self eed, 13 Jung 1725. Idem laet sijn uiterste wil appröberen, eodem die. Jan van Kerckhoff, erve sijns vaders Michiel, beleend, 29 November 1750 s). Idem laat sgn open testament van den 29 Februarij 1780 appröberen en registreren, waarbg hg dit leen deylbaar maakt onder sgne seven kinderen, 4 Maart 1780. Bernardus van Sagten en Johanna van Kerkhoff, ehelieden, laten appröberen en per claus, concern, registreren het erfmagescheyd den 6 Maart 1789 over den ouderlijken boedel3) opgerigt, 23 Maart 1789. Deselve ehelieden beleend met dit leen, eodem die. Johanna van Kerckhoff steld nae dode van haar man Bernardus van Sagten tot huider Jan Voerman, 9 April 1790. ") Bulder is zijn oom Johan van Biemsdjjck. ») Zijn moeder is blijkens de Leenakte Jenneke Willems. 3) Van Jan v. K. en Maria van Swambach. 77 28a. HOBSSEN. De heerlicheyt Horssen met alle sijnne appendentien ende dependentiën, to landtrecht .opgedragen ende wederomme te leen ontfangen, ten Zntphensen rechten met een paer hantschoen van eenen rixdaller to verheèrgewaden bg Johan van Wgnbergen, heer tot Horssen, colion el, gouverneur van Sluys, die volgens ooc sijnne dispositie laet appröberen, den 11 Januarij 1649. Desselffs naerdere dispositie geapprobeert, den 12 Augusti 1650. Idem vergroot dit leen met den hoff Utendick, den 13 Junij 1653. Idem laet sijnne nadere dispositie appröberen, eodem die. Dithmar van Wijnbergheh uyt cracht van sgn ooms Johan van Wijnberghen dispositie beleent, den 1 Junij 1659. Idem laet appröberen sijn houlgxe vorwaerden met vrouwe Anna van Apeldoorn tot de Pol, den 1 Jung 1670. Idem laet appröberen sijn ende sgner eheliefsten dispositie ende lg'ftucht, den 11 Mey 1687 binnen Zutphen opgericht, den 20 Mey 1687. Wolter Joseph van Wgnbergen, erve sgns vaders Ditmars, beleent, den 19 December 1699. Ditmar van Wgnbergen, erfgenaem sgns vaders Wolter Joseph, beleent, 4 Febr. 1722. Idem *) draegt dit leen op aen Jan Hendrik van Delen, die daer weder mede beleent is, 6 Febr. 1723. Johan Hendrik van Delen en Maria van den Kerkhof, egtelieden, verbinden hetselve voor seven duysend glns. aen Arnold in de Betuw en Anna Maria van Dilsen, egtelieden, 12 Julij 1727. Maria van den Kerkhof, wed. en getugtigde boedelhouderse van Hendrik van Delen, en namens de onmundige kinderen Jan Hendrik, Nicolaes Hans Wilhem, Steven en Antonetta bij denselve verwekt, voor de helft beleent, 28 November 1733. Deselve pro se en als moeder en voogdesse van haer onmundige kinderen draegt dit leen op aen Adam Jacob Smits, die daer weder mede beleent is, 23 Sept. 1734. Jacobus Smits, erfgenaam sgns broeders Adam Jacob, beleend, 16 Julg 1742. Idem draagt dit leen op aan Anna Maria B o u w e n s, wed. Smits, die daer weder mede beleend is, 6 Nov. 1742. Jan Bouwens, erfgenaam sgns moeys Anna Maria Bouwens, beleend, 12 Aug. 1747. Idem laat appröberen een acte van tugt d.d. 6 Aug. 1788 ten behoeve van desselvs vrouw W. A. Kien gepasseert, 26 Aug. 1788. Pieter Bouwens, erfgenaam sijns broeders Jan, beleend, 16 Febr. 1789. Wilhelmina Aletta Kien als usufructuaire erfgename van wijlen baaren man Jan Bouwens beleend, 17 Maart 1789. Pieter Bouwens, minderjarig, erfgenaam sgns vaders Pieter a) beleend, 26 Julg 1791. ') Zijn vrouw is Anna Elisabeth Schimmelpenninck van de Pol. (Leenakte.) *) Zijn moeder is vólgens de Leenakte Margaretha Berckhout. 78 Afgespleten van 28a. 28a § 1. HORSSEN. De geregte halfscheyd van de heerlijkheyd Horssen met alle sijne* ap- en dependentiën, en daartoe mede den hoff Uttendijk genoemt, groot ongeveerlijk zes en dartig margen lands, edog so groot en kleyn denselven in de voorn, heerlijkheyd Horssen met allen sgnen aan- en toebehoren, oude en nieuwe geregtigheden, gelegen is, als een bijsonder leen en afgespleten van het geheel opgedragen door Maria van den Kerkhof f, wed. en boedelhouderse van Jan Hendrik van Delen, so voor haar selven en als moeder en voogdesse van hare kinderen, nog onmondig sgnde, aan Anna Maria Bouwens, wed. van Adam Jacob Smits, die daar weder mede beleend is, 5 Julg 1742. N.B. Volgens 's Hoves resolutie van den 12 October 1742 is dit gedeelte wederom met 't voorgaande geconsolideert. 29. LOER. Een camp landts geheiten den Eyler, in den gericht van Loer, haldende omtrent acht mergen,, daer boven naest gelegen is erve Uden Jansz., ende beneden Herman van Merwick, met den oversten eynde Poithuser berge ende beneden scheydende Derck Vijghen erve, tot een Kuix leen. Herman van Marwick maeckt dit te leen tegen een gevrijt goet tot —Nèderasselt, ende wordt daermede beleent sgn dochter, quae videtur uxor Walravens van N i d e g g e n, a°. 1449. Idem, a°. 1465. Idem, a°. 1473, 18 Octobris. Idem, a°. 1481, 30 Julii. Zie 24. 29a. APELTEREN. Die wihdmeulen tot Apeltern met den gemale tot Apeltern ende tot Altvorst met al heuren tobehoren, tot Zutphenschen rechte bij Johan van Apelteren ontfangen, a°. 1402. Arnt van Apelteren bg transport Otte, huysfrou Dircks van 6 u 1 i c k, a4. 1431. Hier staet vorder, dat die van Apeltern ende Altvorst nergent malen sullen dan op de voors. meulen, ende wie als wederspennich daer nyet malen en wolde, die sullen verbreuken vier pond. Mechtelt van Weerdenborch van Ngwal, erve hares oldevaders, Arnts voorn., a°. 1444. Huider haer man Wilhem vanBerchem1). Eadem, a°. 1469. ') Het laatste uit de Leenakte. 79 Lgsbet van Berchem, huysfrou Wolters van Hamel geheiten van E1 d e r e n, ridders, bij transport Mechtelts voorn. a°. 1473, 18 Septembris. Eadem, a°. 1481, 30 Julii. Jacob van Gent Willemssoon, a°. 1492 2). Lgsbet voorn., wed., eedt vernyeut, ende na voort opgedragen tot behoef van Derck Auwrijn, a°. 1496. Johan van Elderen bg transport Dirck Auwergns, a°. 1520. Eustachius van Brimeu, grave to Megen, bg transport Johans voorn., eodem die. Idem eedt verngt, 27 Septembris 1538. Idem eedt vernijt, 28 Septembris 1545. Carl van Brimeu, grave to Megen, erve sijns vaders Eustachii, 14 Julii 1550. Maria van Brimeu Georgens dochter, princesse van Chimay, erve hares ooms Carl, beleent, 11 Augusti 1595. Anna van Hi 1, gemael Johans van Groesbeeck *), erve Mariae voorn., beleent, 8 Augusti 1610. Eadem crigt vertich van Carl van Hil ende sgn soon Carl geconflrmeert, 9 Augusti 1611. Jean Constant de Merode4), onmundig, erve sgnner grootmoeder Anna van Hil, beleent, den 28 Mey 1639. Ferdinand Maximiliaen de Merode, erve sijnes broeders 5) Jean Constant, beleent den 21 Julij 1652. Catharine Terese de Merode, erve haeres vaders Ferdinant Maximiliaen, beleent, den 5 Mey 1686. Vrouwe Albertine Marie Magdalene Bonne de Merode e), vrouwe douagiere tot Groesbeeck, renuntieert van de bovenstaende beleninge, ende laet haar selfe belenen als erfgenaem van haer soon Fransois Egon van Merode, den 28 October 1687. Wilhelmine gravinne van Merode ') laet appröberen het accoort van den 23 Novemb. 1689 tussen Albertine 8), Catharine Teressa 9) gravinnen van Merode en haer opgerigt, den 17 Febr. 1696. Eadem uit kragt van dit accoort en daerbg' gedane cessie beleent, eodem die. Balthazar Philippus grave van Merode, na afgemaakt versuym, beleend met de halfecheyd van dit leen, gelijk sulks door doode van Wilhelmina gravinne van Merode op Jeanne Philippine gravinne van Merode, en door dode van die op Jean Charles grave van Merode, marquis de Deynse, en door dodelgken afgank van dese laatsten gedevolveert was op den grave van Merode voorn., 17 Januarg 1775. Engelbert Frederick Ferdinand grave van Brias beleend met de wederhelfte deses leens, als hetselve hem door dode sijns moeders Wilhelmina gravinne van Merode aangekomen is, 9 Aug. 1775. ') Haar moeder, die in deze akte weduwe genoemd wordt. ') De beleening met het gemaal schijnt een fout in de leenakte te zijn. Zie onder 31. *) Graaf van Megen. ♦) Oudste zoon van Johan de M. en Maximiliana Anna Ferdinande van Groesbeeck. ') In het Register staat: vader. ') Geb. marquise de Westerlo. Zie ook hiervoor, bl. 22. ') Haar man is: Fredrick Engelbert grave van Brias. 8) Haar moeder. *) Gehuwd met Mazimilian Francois grave van Merode. 80 Balthazar Philippus grave van Merode en Engelbert Fredrik Ferdinand grave van Brias dragen dit leen op aan Leonard de Casembrood en Isabella Adelheyd S i n g e nd o n c k, ehelieden, -die daar weder mede beleend sijn, 21 Maart 1776. Isabella Adelheyd Singendonck steld nae dode van haar man Leonard de Casembrood tot huider Otto Budolph van Hemossen, 15 Sept. 1781. Eadem laat hare twee beslotene testamenten van den 9 Jung 1785 appröberen, 11 Jung 1785. Jan Kol als executeur testamentair laat appröberen en registreren het open testament van wijlen Isabella Adelheyd Singendonck d.d. 9 October 1793, 22 October 1793. Idem laat het geopende testament van den 9 Junij 1785 registreren, eodem die. Jan Matthias Singendonck, erfgenaam testamentair van sijnemoeije Isabella Adelheyd Singendonck, laat dit leen ten sijnen naeme overtekenen, 27 Maart 1799. Afgespleten van 29a. 29a § h APELTERN. De halfscheyd van den wind en het gemaal van twee kerspelen, van Apeltern en Altforst, enz., te leen ontfangen bij Charlotta Maria de Casembrood, aller gestalte hetselve op haar als oudste snster en successoresse feudaal van wijlen haren broeder Leonard de Casembrood gedevolveert en verstorven is, 24 December 1782. Deselve laat appröberen en registreren een acte, waarbij sg renuntieert van de tugt aan dit leen ten behoeve van haar schoonsuster Isabella Adelheyd Singendonck desselvs leven lang, eodem die. IsabeUa Adelheyd Singendonck laat appröberen en registreren sodaene schiftinge, scheydmge en deylmge als sg met Charlotta Maria de Casembrood, oudste suster en successeurse feudaal van haar overledene man, en verdere bloedverwanten heeft opgerigt en waarbg haar dit leen is toe en aanbedeeld, 29 Jung 1784. Deselve beleend, eodem die. Verder als hier voor. 30. APELTEREN. Thien mergen landts, in den kerspel ende gerichte van Apeltern gelegen, an drye blocken, dat een geheiten die Morman, dat ander die Grote Rijsacker, ende dat derde die Cleyne Rijsacker, met den anwas die daeran commen magh tot in den diepen van der Masen, gelgck die gelegen sgn op den enge, daer Willem van Berchem naest gelandt is, tot Zutphenschen rechten. Willem van Berchem bg transport Willems van Apeltern, die dit van den huyse Apeltern affsplgt, a°. 1443. Idem, heer to Maesacker, a°. 1469. 81 Lijsbet Tan Berchem Willemsdochter, huysTrou Wolters Tan Hamel geheyten Tan Elderen, ridders, a°. 1473, 18 Septembris. Eadem, a°. 1481, 30 Julii. Eadem, weduwe, eedt Ternijt, a°. 1496. Johan Tan Elderen, erre sijner moder Elisabet, a°. 1520. Eustachius Tan Brimeu, graeff to Megen, bij transport Johans voorn., eodem die. Verder als 29a. Afgespleten van 30. 30 § 1. APELTERN. De halfscheyd van tien morgen lands gelegen tussen Maas en Waal, in den gerigte van Apeltern aan drie blokken, enz. Als 29a § 1. 31. APELTEREN. Dat huys ende hoffstadt tot Apelteren; dat derden deel van den hogen gerichte tot Apelteren ende tot Altvorst; dat dagelix gericht tot Apelteren ende tot Altvorst, ende die vonden; item dat gericht tot Horssen, gelijck des Wgsen kinderen dat voort van heer Daniël halden tot Horssen; die schouwe tot Apelteren; die keurmoetsche luyden, die tot de hoffstat tot Apelteren gehoren; die meule met den gemale tot Apeltern ende Altvorst *); die thiende die tot Apeltern tobehoren; een camp lants geheiten die averste Bergacker ende eenen camp geheiten die nederste Bergacker, gelegen voor 14 mergen lants; eenen camp geheiten in de seven malder saet, gelegen voor 8 mergen; eenen camp op de Weertacker, die ligt voor 11 mergen; 3*/a mergen geheiten op Jacobs landt; eenen camp op de alde Sluse, ligt voor 5 mergen; 6 mergen op den Leideacker ende op den Ghilrebosch, tot Zutphenschen rechten. Heer Daniël van Apeltern, ridder, a°. 1379. Willem van Apeltern, erve sgns vaders Daniels, a°. 1404. Idem tuchtigt sgn vrou Heylwich, a°. 1421. Willem van Apeltern Danielssoon, a°. 1424. Hier staet: huys ende hoffstat, gelegen tot Apeltern, wiele ende visscherie met heuren uutvlieten, vonde ende dat dagelixe gerichte in den kerspelen van Apeltern ende Altvorst, ende voort alle alsulcke erve ende goet als heer Jacob van Apeltern te halden plach. >) Zie 29a. Nijmegen. 6 82 Idem transporteert van desen leen thien mergen op Willem van Berchem, a°. 1443 Idem tuchtigt sijn wgff Egbert Ut en we er de, a°. 1463. Idem vernijt eedt, ende tucht sijn vrou Engbert, 18 Septembris 1473. Johan van Lewen, erve sgnes ooms Willems voorn., van wegen sgner moder Heylwich van Apeltern a), a°. 1482, 3 Aprilis. Hier staet huys ende hoffstadt end die dagelixe heerlickheyden tot Apeltern ende Altvorst, met der kerckgiften tot Apeltern, met den wielen, visscherien, vonden met heuren vlieten boven ende beneden, streckende van der sluysewiele tot der Masen toe; item 8 mergen geheyten den oversten Bergacker, 6 mergen geheyten dat Hoykempken, 7 mergen geheyten den nedersten Bergacker, 21]a mergen bij der meulen tot Apeltern gelegen, 2 mergen 2 hont geheyten op den Ham, 8 mergen geheyten dat Somersaet; voort met allen sgnen tobehoren, so heer Jacob van Apeltern voor ende heer Daniël na te halden plagen. Willem van Gent, heer to Eickstel, bg transport Johans voorn., eodem die. Idem ontfengt oyck die tucht van joffer Egbert Utenweerde, 1482,10 Aprilis. Idem tuchtigt sgn vrou Jacoba van N y v e 11, 28 Octobris 1484. Hier staet heer tot Oy. Jacob van Gent, erve sgnes vaders Willem, a°. 1492. vide hic andere ende meerder specificatie ende bepalinge. Willem van Honepel gênant van der Ympel, erve sgnes olden ooms Willems van Apeltern, a°. 1501. Jasper van Gent Jacobssoon beleent, a°. 1515. Idem tuchtigt sgn vrou Agnes P o e 1 m a n s, 20 Januarii 1537. Idem eedt verngt, 25 Septembris 1538. Idem, a°. 1544. Idem, a°. 1556, 16 Junii. Henrick van Gent, heer to Gent, erffkemerlinck, bg transport Jaspers voorn., 9 Novembris 1561. Idem tuchtigt sgn vrou Catrin U t e n e n g e, eodem die. Willem van Gent, onmundich, erve sgnes vaders Henricks, 3 Januarii 1573. Idem eedt verngt, 24 Aprilis 1595. Johan van Gent, erve sgnes vaders Wilhelms, bg deylinge beleent, 23 Augusti 1625. Idem eedt vernieuwt, den 17 Julg 1656. Catarina van Gent, erve hares broeders Johan, beleent, den 23 Augusti 1658. Huider haeren man Floris van Meverden. Eadem laet appröberen een acte voor het gericht van Gent opgericht, waerbg sg belooft haer man te guaranderen voor de penningen tot reddinge van de boedels haerer broederen Hendrick ende Jan opgenomen ende noch opte nemen, den 26 Julg 1660. Eadem laet eedt vernieuwen naer het afsterven haeres mans Floris van Meverden door Jordaen Francken, den 13 Decemb. 1661. a) Volgens de akte: die.aldste suster dess -vurs. Wilhems. 83 Willem van Eenesse de Baer, heer tot Bardewijck, etc., erve sijner moeije vrouwe Catharina van Gent, beleent, den 29 Augusti 1664. Mechtelt Adriana de Eenesse, vrouwe tot Gent, als erfgenaem haer vaders Willem van Eenesse van Baer beleent, den 14 Martii 1679. Haer man Elbert Assuèer Eeinder van Yoorst tot Schoonderbeeck is huider. Jacob Ferdinant Sweers de Landas, uyt cracht van gerichtelicke subhastatie opdracht door den heer amptman becomen hebbende, laet hem belenen, den 6 April 1687. Idem laet sijn besloten dispositie appröberen, den 15 Mey 1689. Caspar van Els tot Swanenborg, als volmagtiger van vrouwe Elisabet van Els, douariere van Jacob Ferdinand Sweers, als móeder en momber van haer kinderen, die mede bemagtigt was van Marten Christiaen, Frederick Hendrick en Maria Gratiana Sweers, laet openen de beslote dispositie van den 15 May 1689 van Jacob Ferdinand Sweers de Landas, en vermits den testateur versogt had dat nimant opening van sijn boedel sonde worden gegeven, versogte hij dat aen de vrouwe douariere een copie autentiq van gemelte dispositie mogte gegeven, het testament weder toegesloten en op de leenkamer bewaert mogt worden, om na seventien jaren geopent te mogen worden door de kinderen, na den 17 May 1689 te rekenen, den 12 Julg 1694. Ermgarde Louise Sweerts de Landas ') laet appröberen haer huwehjxvoorwaerden met Hans Christoffel van der Capelle den 4 Jung 1709 opgerigt, alsmede de staten en inventarissen uit dien hoofden opgestelt, 14 Maert 1712. Eadem, na afgemaekt versuim, beleent uit kragt van testamentaire dispositie, eodem die. Hans Christoffel van der Capellen, Frederik Jacob Derk, Jasper Gerrit en Margareta Sibilla van der Capellen laten appröberen het maeggescheid den 20 Augustus 1733 opgerigt tussen den eersten als vader ter eenre, en de drie laetsten als desselfe kinderen ter andere sijde, waerbij dit leen, voorbehoudens de vader de togt, word aenbedeelt Frederik Jacob Derk van der Capellen, 10 October 1733. Frederick Jacob Derk van der Capellen uit kragt van bovengenoemde maeggescheid beleent, eodem die. Johan Derk van der Capellen, erfgenaam sijns vaders Frederik Jacob Derk, beleend, 3 December 1780. Anna Elisabeth van der Capellen, erfgename van haar vader Johan Derk, beleend, 10 Augustus 1788. Eudolph Christiaan van Eechteren en Anna Elisabeth van der Capellen, ehelieden, laten hare huwüjksche voorwaarden van den 24 December 1784 appröberen en registreren, 14 May 1790. Deselve ehelieden laten hare opene testamentaire dispositie van den 1 May 1790 appröberen en registreren, eodem die. *) Dochter van Jacob Ferdinand S. de L. (Akte.) 84 Afgespleten van 31. 31 § 1. APELTEREN. Vijf morgen, sgnde een gedeelte van agt morgen geheiten dat Somersaet, dog so groot en klein als hetselve van onds en met regt gelegen leid xn sijne bepalinge, in den kerspel Apelteren, amte van Maes en Wael, palende oostwaerts de gemeine straet, suiden Engel Dcrx, westen de kerk tot Apelteren, noorden de erfgenamen van Jacob Coenen en Gerritje de Vaen, of wie van ouds en met regt naest dit voors. goed mogte geland sgn, afgesplit van het huis en hofstad tot Apelthern, als een bijsondeileen, ten Zutphense regten leenroerig, ontfangen bg Gerrit Gosens, die daer mede beleent is, 10 Jung 1721. Idem draegt dit leen op 7 April 1723 aen Arnold Frans Schade van Westrum, heer van Dompselaer. Arnold Frans Schade van Westrum uit kragt van die opdragt beleent, 6 Mey 1734. Ernst Frans Schade, erfgenaem sgns vaders Arnold Frans, beleent, 17 Mey 1736. Idem draegt dit leen op aen Adriaen B u y s t e r 1 i n g, die daer weder mede beleent is, den 18 Mey 1736. Johanna Buysterling nae dode van haar vader Adriaan, onverkort het regt van hare susters, beleend, 1 Julg 1783. Huider Severgn Schift, haar swager. 32. MAESBOMMEL. Den nterweert gelegen tot Maesbommel, gelijck als die vrou van den Velde den van Butger van Bomel tot eenen onderleen hielt, met allen sgnen tobehoren, an d'een sgde die nge Mase, d'ander sgde die alde Mase, dat mijns Heeren vischerie is, dat een eynde boven die griende neven die grave van der eener Masen tot der ander, beneden gelegen Buloff die Kymp met den steert van den weerde van der nger Masen tot der ander, Kuyx leen, ontfangen ofte opgedragen bg Butger van Bomel tot behoeff van Derich van Bronckhorst Henrickssoon, die daeran tucht sgn wgff Stgne van Zeiler, a°. 1420. Idem, a°. 1424. Henrick van Ga el Willemssoon bg transport Dercks voorn., voorbe- holden een losse binnen 3 jaren, a°. 1434. Idem tuchtigt sgn vrou Catrine, dochter Willems van Alfteren, heer to Hamel, eodem die. Margriet van Gael, erve hares vaders Henricks, beheltlick harer moder Catrinen hare tucht, a°. 1452. Jacob van Hemptyn, heer van Wangen, ridder, sal hulde doen voor sijn vrou Margriet voorn., in plaetse van haren neve Ot van Gael, a°. 1454. 85 Jacob van Hemptin, heer van Waignies, Henripont, etc, erve sijner aldemoder Margriet van Gael, a°. 1547. Hier gênant Galantzen weerd. Goossen van Honseler bij transport Jacobs voorn., eodem die. Idem crigt 2 maenden uutstel, 3 Junii 1556. Idem eedt verngt, 23 Junii 1558. Jeronimus van Honseler, erve sgnes vaders Goossens, bg refutatie sgnes broders Alberts, 4 Augusti 1562. Idem tuchtigt sgn vrou Cornelia van den Pol, 30 Aprilis 1569. Bernt van Wese bij transport Jeronimi voorn., 1 Julii 1569. Jeronimi volmechtige, Christian van Benthem, protesteert, off sgn principal kranck wesende voor dese opdracht sturve, dat sulx nyet nadeelich sal sijn. Jeronimus schrgft an Cristian dit transport te doen. Bernt van Wese doet eedt, 26 Novembris 1581. Gosen van Wees, erve sgnes vaders Bernts, erft op zgnen broder Cornelis van Wees, onmundig, 27 Novembris 1609. Cornelis, Gerhard, Marcus, voorsonen *), ende Bernardina, nadochter wijlen Bernts van Wees, bedingen bij maechgescheyt, so die moder Catelina van de Voort haer dochter voorn, overleeft, dat sg voor haer versterff sal affstaen met eens vc. gulden. Cornelis van Wees, mundig, doet selffs eed, 24 Augusti 1611. Idem crigt vertich van sgn broder Marcus deel, 27 Januarii 1616. Adam Wilhem Schellart van Obbendorp, heer to Doreweert, Gurtznich, etc, bg opdragt Cornelis van Wees beleent sgnde, belooft die 14000 g. coopperininx an den leengriffier tot behoeff der crediteuren te tellen, 2 Julii 1624. Idem tucht sijn vrou Anna Sophia van Boetberg, 3 Julii 1626. Johan Schellert, erve sgns vaders Adams, beleent, 24 Martii 1628. Idem doet selver eedt, den 10 Meert 1642. Idem laet sijnne houwelixe vurwarden met vrouwe Anna de Hornes ingegaen appröberen, 3 Meert 1643. Idem ende sijnne broeders heere Adam Willem Schellert, heere tot Gurtsennich, etc, ende Francois Casner Schellert, heere tot Grempten, laten haere finale erffscheydinge ende maegescheytt appröberen, den 17 Mey 1648. Idem laet sgnne houwelixe vurwarden met vrouwe Doroteha Terrese S e 11 e, baronnesse, den 8 November 1648 opgericht, appröberen, den 15 December 1648. Johan Aelbrecht des B.R. grave van Schellart laet sgne houlgxe vorwaerden appröberen met vrouwe Sophia Anna van Pipenpoy, vrgvrouwe tot Marchten, den 22 Martii 1659 opgericht, den 4 Febr. 1660. Steven van Herwaerden, na afgemaakt versuym, beleend met de twe benedenste parceelen van desen uyterweerd van ongeveer sestien mergen, als een bijsonder leen, 23 Novemb. 1759. Idem draagt dit leen op ') Bij Elisabet Ingen Nulaut. 86 Otto van Eek en Johannes Mathias L o w i e s e, die daarmede pro indiviso heieent sijn, 9 Febr. 1760. Jacob Nicolaas van Eek als oudste soon en leenvolger, onverkort het regt van sijne broeders en susters *), en ongepraejuditieert de tugt desselvs moeder *) hieraan competerende, nae dode van desselvs vader Otto met de helfte deses leens beleend, 17 December 1782. Mechteld van Zwolgen, wed. Willem Bijl, laat registreren een gerigteuj'k transport d.d. 31 December 1799 door de executeurs testamentair wglen Otto van Eek en C. M. van den Steen, in leven ehelieden, ten haaren behoeve gepasseert, en uyt hoofde van dien dit leen ten haaren naeme overtekenen, 5 Februari 1800. Afgespleten van 32. 32 § 1 MAASBOMMEL. De twe bovenste parceelen van ongeveer sesthien mergen in den alingen uyterweert tot Maasbommel gelegen, nu den Galense weerd genaamt, als een bijsonder leen, ten Cuykschen regten leenroerig, te leen ontfangen bij Willem van Zoutelande, capiteyn, die daarmede beleend is, 3 Jung 1741. Jacoba Francoise8), Elis. Ernestina en Johanna Wilhelmina4) van Zoutelande, erfgenamen van Willem Jean Jeacque van Zoutelande, bèleend, 7 November 1749. Deselven dragen dit leen op aan Otto van der Ster, die daar weder mede beleend is, eodem die. Geertruyd van der Stern nae dode van haar brooder Otto Geurtse van der Stem, vermits gedane renuntiatie door haar oudere suster Aletta, beleend, 26 Julg' 1782. Aletta van der Stem, erfgename van haar suster Geertruyd, beleend, 18 April 1789. Afgespleten van 32. 32 § 2. MAASBOMMEL. De halfscheyd van de twe benedenste parceelen van ongeveer sestien mergen in den alingen uyterweerd tot Maasbommel gelegen, de Galantsche weerden genaamt, als een bijsonder leen, ten Cuyksen regten leenroerig, te leen ontfangen bij Matthias Jacobus Louwiese, erfgenaam van sgn oudtste broeder Johannes Matthias, 10 May 1775. Ggsberta Wilhelmina Louwiese, erfgename van haar vader Matthias Jacobus, beleend, 26 May 1785. Catharina Elisabeth Louwiese, nae overlijden van haar suster Ggsberta Wilhelmina, beleend, 12 Jung 1786. *) Lambert Engelbert, Arent Hendrik, Margareta Lamberta en Cornelia. a) C. M. van den Steen. ') Vrouw van A. van Zuylen van N j' o velt, Generaal majoor der cavallerie. *) Vrouw van Joseph F a 1 a i s e a u, colonel. 87 33. MAESBOMMEL. Die hoffstadt tot Bommel met 8 mergen lants daer sg inne gelegen is, met der heerlicheyt ende al neuron tobehoren, manne, dienstmanne ende koermoetsche luyde, die daerto behoren; item den uterweert tot Bommel, artlandt, rijsweert, huys, hoffstadt ende alinck, so hg gelegen is tusschen der alder ende nijer Masen, gelijck hg Goossens van Bommel te wesen plach; item die windmeule to Bommel, ende 4 mergen lants op der Tangen, 5 mergen op de grienden, 7 mergen op der Heerengesclach, 3 mergen in den Luysbeemt, 9 mergen in den Uteren beemt, 1 mergen in den Leutershovel; item den Newencamp alinck als hg' gelegen is; al tsamen tot Maesbommel tot eenen Kuykschen leene bg> Butger van Bomel ontfangen, a°. 1403. Idem tuchtigt sgn wgff Elisabet an de hofstat in den weerde, met 6 mergen daervoor liggende, met den rgsweert daer besgden, ende an 10 alde schilden sjaers uut der windmeule tot Bommel, a°. 1415. Idem, a°. 1426. Dat veerstat tot Maesbommel. Idem, a°. 1427. Hier staet noch: item een marek thins dat hg heeft uut mijns Heeren thins van Gelre. Henrick van Bommel, erve sijns vaders Butgers, a°. 1431. Lijsbet van Bommel, erve hares vaders Henrick, a°. 1440. Hier staet een hoffstat geheiten den Verger. Johan van d er D u s s e n, heur man ende momber. Olifler van Berchusen bij transport Lijsbets voorn, ontfengt dat huys ende hofstat tot Maesbommel, met omtrent 8 mergen geheiten die grote ende corte Verger met al heuren tobehoren, in hogen, legen, diepen, drogen met allen heuren rechten ende vrgheyden, dat gemael ende veerstat to Maesbommel, met eenen marck tuis uut mgns gen. Heeren tins; item alle gifte, geestlick ende wertlick, man ende manieën daerto gehorende, tot Kuyckschen leensrechten, a°. 1448. Jacob van Biemsdijck ontfinck die heerlicheit van der hofstat van Maesbommel met al heuren tobehoren, gelijck Fierken van Berchusen die to te horen plach, a°. 1455. Henrick van Riemsdgck, a°. 1464. Idem, a4. 1465. Idem als erve sijnes vaders Jacobs eedt vernijt, a°. 1473, 10 Octobris. Idem, a°. 1481, 21 Julii. Idem, a4. 1503. Giellis van Biemsdijck, heer tot Isendorn, seggende sijns vaders Jacobs oltste soon te wesen, ende dat sgn broder Jacob dit leen onrecht beseten, latende sgn jongoren broder Henrick eedt doen, wort beleent ende transporteert et op Joost van Delft ende sijn suster Beerte, weduwe Hermans van den Pol, a°. 1505. Johan van Biemsdgck, Jacobs oltste soon, onmundich, bg transport sgnes oldevaders Henricks voorn., a°. 1524, 2 Julii. Jacob van Biemsdgck eedt verngt, 26 Septembris 1538. 88 34. MAESBOMMEL. Drye mergen landts gelegen beneden op den nterweerdt tot Maesbommel, geheiten die Stert, daer boven gelegen vrou Mechtelt van Bommel, weduwe Johans van den Velde, ritters, ende voort nederwert tusschen der alder ende nger Masen, met sgnen anworpe ende anvalle buten ende binnen, tot eenen onversterflicken Kuyckschen rechte ontfangen bg Rutger van Berchusen, bg transport Rutgers van Bommel, a°. 1403. Seger Oliphierssoon, a°. 1410. Gcrefaes van Bommel ontfengt dit uut genade als een versuymt ende vervallen leen, a°. 1454. Idem, a°. 1467. Idem, 10 Octobris 1473. Gerrit van Bommel, erve Gerefaes voorn., a°. 1481, 10 Januarii. Gelis Gaertssoon bg transport Gerrits voorn., eodem die. Henrick van Riemsdgck, erve sgns broders Jacobs, a°. 1511. Giellis van Riemsdgck bg transport sgns vaders Henrix, eodem die. Jacob van Riemsdgck, Jacobs tweede soon, onmundich, bg transport sgnes oldevaders Henricks, a4. 1524, 2 Julii. Idem eedt verngt, 26 Septembris 1538. 34a. Het huys den Croonenboreh, met den bongaert, hoff, gepaet ende aencleven van dien, soo 't selve binnen Maesbommel in sgn oude bepaelinge is gelegen, streckende tot in de Maeze; met noch twee campen liggende tegen het voors. huys over, recht over de gemeine straet, groot sestenhalven mergen, genoemt de Gaensacker ende Bliek, oostwaerts de gemeine straet, suyden Wouter ïhoenissen ende de kereken- ende gasthuyskempken, west eenen camp lants genoemt de Geer, ende noorden Harmen Jacobs van Dans ende een parceel lants genaemt de Lucht; sgnde vrg ende allodiael goet, opgedraegen aen de heer stadtholder van de leenen ende weder te leen ontfangen ten Zutphenschen rechten bg Johan van Bommel, den 12 April 1660. Idem laet sgn beslooten testament appröberen, 13 April 1660. Idem licht hetselve testament ende laet een ander besloten testament appröberen, den 17 Jung 1665. Balthazar van Erp x) laet naer dode Johans van Bommel openen het voorn, besloten testament, den 30 December 1667. Balthasar van Erp beleent sgnde, draecht dit leen op aen >) Gehuwd met de zuster van Johan v. Bommel. (Leenakte.) 89 Everart van Bleyswgck, onmundich, ') den 11 Mey 1670. Idem draegt dit leen op aen Aerent Hogenhoeck, die noch onmundich sijnde beleent is door sijn huider Abraham Koeckenbacker, den 16 November 1671. De voochden van Aerent Hogenhoeck draegen dit leen op aen Evert van Bleyswgck, onmundige soon van Mr. Franco van Bleyswgck, dewelcke als vader van sijn soon den eet doet, den 19 Julij 1675. Evert van Bleyswijck, erve sgns broeders,1 beleent door sgn vader Mr. Frans van Bleyswgck, den 13 Augusti 1693. Franco van Bleiswgk en Anna Hogenhoek, egtel., voogd en voogdesse van hun soon Evert, dragen dit leen op aen Agnes Maria van Ravenschoot, douariere van Frans Philip Edler van Platho, die daer weder mede beleent is, 22 Aug. 1713. Eadem laet haer beslote dispositie appröberen, 20 Julg 1714. Joura Engelberts *) laet openen de beslote dispositie van Agnes Maria Baveschot, wed. van Frans Philip edelen heer van Plato, 19 Maert 1720. Idem beleent uit kragt van bovenstaende dispositie, eodem die. Joura Engelberts en Maria Anna de Leeuw, ehelieden, verbinden dit leen voor een duysend guld. ten behoeve van Willem Story en Gerdina van Baak, ehel., 22 December 1745. Jacobus Engelberts, erfgenaam sgns vaders Joura, beleent, 21 Febr. 1756. Arnoldus Engelberts, minderjarig, erfgenaam sgns vaders Jacobus, beleend, 24 October 1775. Arnoldus Engelberts, meerderjarig geworden, vernieuwt eed, 17 Oct. 1788. 35. MAESBOMMEL. Dertien mergen landts to Maesbommel gelegen, helt Lamme Heynemanssoon, a°. 1326. Twee mergen landts gelegen ih den kerspel van Maesbommel, tot eenen Zutphenschen rechte ontfangen bg Fyrkin van Berchusen, a°. 1405. Olifier van Berchusen transporteert 2 mergen gelegen in eenen camp bg Maesbommel, geheyten Swanenbeent, tusschen erve Eeinerts van Caster an eener sgden ende Willem Butkings an der ander sgden ende Beiner van Caster ontfangt se weder te leen, a°. 1405. ') Zoon van Johan van BI. ') Dienaar van voorn, weduwe. (Leenakte.) 90 Seven mergen landts, gelegen tot Maesbommel op der Weyden, 5 mergen ende 2 mergen op den joeeheler, tot Zutphenschen leen ontfangen bij Wijer Kutgerssoon, a°. 1405. Rutger W g' e r s s o o n ontfangt 5 mergen met een hofstat an der Sluse bij den Leydegrave, a°. 1410. Eutger van Bommel, a°. 1488. Twee mergen landts op den Joeeheler, getransporteert bij Wg'er Eutgerssoon tot behoeft Olifiers van Berchusen, a°. 1405. 35a. DRUETEN, PUPLICK. Landerien ende erven in den ampte tusschen Maes ende Wael, in den kerspelen van Drueten ende Puflick, groot omtrent sesthien mergen, met huys, hoff ende hongert, die bepaelt is die gemeen straet ten oosten, Adrian van Drueten, Gerrit Segers, Herman Jans, Wilhem Otten suydwert, Mechtelt van der Vorst met Cornelis Herberens westwert, Jan van den Kerckhoff noortwert; d'andere landerien bepaelt naest Wilhem Otten, Wilhem Jans, Panck Jans, die heer van Wadenoy, Wolterken Michielen, Jan van Kauwen, Eeinier Bor, die heer van Hillenrade, die Pollen, Floris Jacobs, kerckenland te Drueten, Jan Gerrits, Jan Jacobs, mr. Peter, Cornelis Herberens, Art Stevens; van vrg' goet ten Zutphenschen leen gemaeckt ende verheft deur Mechtelt van der Vorst, weduwe van wijlen Johan Vosch van Avesaet ende huysfrou van Hugo van Nijehoff, lieutenant, 19 Aprilis 1623. Eadem maeckt dat hares mans jongste kinderen Johan ende Mechtelt beërven sullen huys, hongert ende hofstadt, groot eenen mergen, ende die semptlicke vgff kinderen Willem, Herman, Johan, Elisabet ende Mechtelt die ander 15 mergen, 7 May 1623. Wilhem, Herman, Johan, Elisabet ende Mechtelt van Nijhoff, onmundig, vermoge makinge harer stiefmoder Mechtelt voorn, beleent, 25 Julii 1625. Willem van Nijhoff ontfangt tot een besonder leen sgn aendeel ende gerechticheyt aen 15 mergen lants tot Drueten gelegen, alsmede het gedeelte van deselve 15 mergen hem angeerft van sijn broeder Herman van Nijhoff, den 16 Jung' 1644. Johan van Nghoff ontfangt tot een besonder leen de helfte van eenen mergen met huysinge ende bongart daerop staende, daervan sgn suster Mechtelt de ander helft toecompt, mitsgaders sgü aendeel ende gerechticheyt aen .vijfftien mergen lants tot Drueten gelegen, als ooc het gedeelte van deselve 15 mergen hem angeerft van sijn broeder Herman, ende laet sijnne dispositie appröberen, den 16 Jung' 1644. 91 Hugo van Nijhoff, erve sijns vaders Wilhem, beleent met sgn aendeel aen 15 mergen lants tot Druten, alsmede het geheele gedeelte van deselve 15 mergen sijn vader aengeerft van sijn broeder Herman, den 10 Febr. 1654. Mechtelt van Ng'hoff, huysvrouwe van Wölphart van Brederode geseyt Cloetingen, ende Elisabeth van Ng'hoff, den eedt vernieut hebbende, voor haer selfs ende mede als volmacht hebbende van Hngo van Nijhoff ') ende van de moeder ende momher van het onmundige kint van Johan van Nijhoff ende Catharina B e c k s a), transporteren dit leen op Harman Beyersen, die daermede weder beleent is, den 30 Mey 1662. Geurt Willemsen, erve sgns grootvaders Harman Beyersen, beleend, 20 Junij 1741. Geertruyd van Bergen, wed. van Johan van der Veer, en Johannes van der Hurck cum sociis, erfgenamen van Geurt Willemsen, pro indiviso beleent, 20 Januarg' 1762. Afgespleten van 35a. 35a § 1. DBUTEN, PUFLICK. Twe mergen vier hond genaemt Seheyenakker, gelegen onder den kerspel van Puflick, ampt van tussen Maas en Waal, beland oost Hendrik Willems, west Geertruyd van de Veer, suyd Hendrik Willems, noorden Andries van Wihssen, sgnde een gedeelte van enige landerijen en erven groot omtrent sestien mergen, als een bijsonder leen opgedragen door Johannes van der Hurck en Willemina Derks, ehelieden, cum sociis, aan Mcolaas Hans Willem van Deelen, die daar weder mede beleend is, 7 October 1763. Afgespleten van 35a. 35a § 2. Een en een halve mergen, de voorste weyde genaamt, mitsgaders een stuk bouwland, mede groot een en een halve mergen, den Vrijnenheuvel genaamt, beyde onder het kerspel van Puflick gelegen, sijnde een gedeelte van sestien mergen, als een bijsonder leen opgedragen door Geertruyd van Bergen, wed. van Johannes van der Veer, aan Jan van Someren en Jan Tennissen de mulder, die daar weder mede pro indiviso beleent sijn, 7 Julg' 1767. ') Blijkens de leenakte was zijn moeder Elisabet Margareta van der Heiden s) Nu gehuwd met Abraham Pelser. 92 Afgespleten van 35a § 2. 35a § 2a. Een stuk bouwland, groot anderhalve mergen, den Vrijnenheuvel genaamt, onder het kerspel van Puflick gelegen, sgnde een gedeelte van sestien mergèn, ompaald ten oosten Jan van der Wiele, west Paul van der Horst, zuyden den heer van Bruten en noorden Hendrik Willems, sgnde thans een bgsonder leen, opgedragen door Jan Tennissen de mulder aan Gerrit Claassen, die daar weder mede beleend is, 21 Julg 1780. Willemina de Kat, nae dode van haar man Gerrit Claassen, in qualiteyt als boedelhouderse beleend, 2 Julg 1789. Huider Jan van den Heuvel, haar schoonzoon. Eadem draagt dit leen op aan Geertruyd Rademakers, die daar weder mede beleend is, 8 April 1791 Afgespleten van 35a. 35a § 3. Een mergen en een half hond bouwland, in de kerspelen van Druten en Puflick gelegen, alwaar nu een huys op staat, ompaalt ten oosten de gemeene straat, westen Gerrit Claassen, suyden Jan de Smit en ten noorden de schout van Druten, sgnde een gedeelte van sestien mergen, als een bgsonder leen opgedragen door Jenneken F e n t e n aan Gerrit Claassen, die daar weder mede beleend is, 28 April 1780. Willemina de Kat, nae dode van haar man Gerrit Claassen, in qualiteyt als boedelhouderse beleend, 2 Julg 1789. Eadem draagt de helfte deses leens op aan Jan Bademakers, die daar weder mede beleend is, 8 April 1794 Afgespleten van 35a § 3. 35a § 3a. De halfscheyd van eene mergen en een half hond bouwland, alwaar nu een huys op staat, ompaalt ten oosten de gemeene straat, westen Jan de Smit, zuyden Willemina de Kat' en noorden Jan Rademakers, sgnde thans een bijsonder leen, uytmakende een gedeelte van sestien mergen, opgedragen door Willemina de Kat aan Hermanus van Zijderveld en Wilhelmina R a d e m a k e r s, ehelieden, die daar weder mede beleend sijn, 8 April 1794. 93. Afgespleten van 35a. 35a § 4. Drie mergen bouwland, of soo groot en klijn als deselve kennelijk gelegen sgn, volgens quohier der verpondinge genaamt Lievendaal, bepaald ten oosten en noord den heer van Druten, west Jan Hanns, zuyden Jan van Someren, sgnde een gedeelte van sestien mergen, zgnde thans een bgsonder leen, opgedragen door Johanna Janssen aan Francis Joosten Eek hout en Derkske Janssen, ehel., die daar weder mode beleend sijn, 3 Julij 1787. Afgespleten van 35a. 35a § 5. Een parceel bouwland, het Hoogstuk genaamt, en de helft van een parceel bouwland, die Vrijnheuvels, groot ongeveer drie mergen vijf en een half hond, zgnde een gedeelte van sestien mergen, als een bgsonder leen te leen ontfangen bg Jacob Geurts van Wely, allergestalte hetselve hem als oudste broeder en leenvolger door dode van sgn suster Judith Geurts aangekomen is, 29 May 1789. Idem draagt dit leen op aan Willemina de Zat, wed. Gerrit Claassen, die daar weder mede beleend is, 8 Julg 1790. Eadem draagt dit leen (te weten het Hoogstuk) op aan Claas Eadem akers, die daar weder mede beleend is, 8 April 1794. Afgespleten van 35a § 5. 35a § 5a. De helfte van een stuk bouwland, die Vrijnenheuvel, voormaals onder het Hoogstuk gecomprehendeert geweest, onder het kerspel van Puflick gelegen, sijnde een gedeelte van sestien mergen, sgnde thans een bgsonder leen, opgedragen door Willemina de Kat aan Geertruyd E a d e m a k e r s, die daar weder meede beleend is, 8 April 1794. 36. ALPHEN. Die thiende tot Alphen met heuren tobehoren, tot Zutphenschen rechte ontfangen bij Wolter van der Cl o eken, a°. 1403. Willem van Isendorn Alartssoon bg' cope van Wolters erven, a°. 1424. 94 Adriana van Brakel bg transport hares mans Willems voorn., voorbehalden dat sij nyet vercope noch besware, maer op henrer beyder kinderen erven late, eodem die. Alart van Isendorn, erve sgner moder Adrianae voorn., a°. 1429. Willem van Isendorn, erve sgnes soons Alerts voorn., eodem, die. Johanna van Isendorn bij transport henres vaders Willems beleent deur heuren huider Ggsbert de Cock, a°. 1437 *). Gaert van den Polle, a°. 1449. Idem eedt vernijt, 16 Octobris 1473. Herman van den Polle, erve sijnes vaders Gaerts, 11 Januarii 1481. Arnt van Broechusen bg maechgescheyt, a°. 1492. Gaert van Broechuysen, erve sgns vaders Arnts, a°. 1516. Walburch van Haeften Walravens dochter, erve harer moder Joannae van Broeckhuysen, 5 Octobris 1521. Eadem deur haren vader eedt verngt, 12 Junii 1539. Eadem deur haren man Jasper van Wijhe to Echtelt, 15 Septembris 1542. Eadem eedt vernijt, 8 Maii 1544. Eadem eedt verngt, 31 Maii 1556. Eadem, weduwe, crigt uutstel om heuren soon Otto van Wghe in plaetse sgnes vaders tot huider te stellen, 15 Decembris 1569. Eadem eedt verngt deur haren soon Otto, 18 Martii 1570. Otto van Wghe, erve sgner moder WalburCh, 4 Julii 1577. Idem verngt eed, 5 Decembris 1600. Margriet van Wghe *) wort dit togedeylt, 28 Junii 1622. Eadem beleent, 25 Septembris 1622. Margreta van Arnhem, onmundig, erve haerer moeder Margreta van Wge, beleent, den 23 November 1633 *). Eadem laet hare houwelixe vurwarden met Seger van Bechteren, heere van Almelo, opgericht appröberen, den 19 Meert 1645. Otto van Wghe tot Echtelt % onmundich, beleent, den 26 Januarg' 1658. Adriaen Beinier de Ehede, heer tot Hemen, huider. Idem doet selfs eedt, den 22 Mey 1661. Idem en vrouwe Seina van Delen, egtel., laten haer beslote dispositie appröberen, den 13 October 1704. Christiaen Eeinhard, Evert Jan, Anna Elisabet, Christina en Wilda van Wghe, kinderen en erfgenamen van Otto van Wghe, laten appröberen het maeggescheid den 24 Maert 1732 opgerigt, 5 Mey 1732 B). Christiaen Eeinhard van Wghe, erfgenaem sgns vaders Otto van Wghe, en uit kragt van het geapprobeerde maeggescheid beleent, eodem die. ') Zii was een dochter van Willems eerste vrouw Adriana van Brakel. (Leenakte.) ») Dochter van Otto voorn, en Christina van Wijhe van Hemen. De andere kinaeren zijn: Reiner, Christiaan geh. met Ermgart van Wullen, Herman en Joachim. (Leenakte.) •) Haar vader is Zeger van Arnhem tot Kernum. «) Zoon van Christiaan. (Leenakte.) °) Zie hiervoor onder 19, bl. 51. 95 Christina van Wghe, erfgenaam haars vaders Christiaan Eeinaud, en nvt kragt van geapprobeert magescheyd ') beleend, 26 Febr. 1750. Nicolaas Hans Willem van Delen beleent met dit leen, gelijk hetselve door dode sgner ehevrouw Christina van Wghe op haar dogter Stephania Maria Pollexina Hendrietta van Delen en door dode van die op hem gedevolveert ende verstorven is, 18 December 1759. Idem draagt dit leen op aan Otto grave van Bylandt, die daar weder mede beleend is, 9 Aus. 1766. ö Carel grave yan Byland, erve sijns vaders Otto Boeleman Fredrik en moeders Anne Constantia vanSevenaer, in leven ehel., beleend JO December 1768. ' Idem draagt dit leen op aan sijn broeder Sigismund Coenraad Boeleman grave van Byland, die daar weder mede beleend is, 3 October 1769. Christiaan Eeynold van Byland, minderjarig, erfgenaam sijns vaders Sigismund Coenraad Boeleman grave van Byland a), beleend, 16 April Christiaan Bemold grave van Byland, meerderjarig geworden, vernieuwt eed, 7 April 1772. Idem cum sorore Anna Constantia Henrietta laten so veel nodig appröberen en registreren 't magescheyd den 3 Februarij 1770 tussen wijlen haarl. vader S. C. E. grave van Bijland en Adriaen Jan van Borselen 8) opgerigt, 20 May 1772. Deselve dragen dit leen op aan Carel, Daniël, Theodora Geertruyd en Derk Hendrik Sterk, die daar weder mede beleend sijn, 16 Julg' 1772. 37- BEECHEM. Vier en twintieh mergen landts an eenen stucke geheiten die Tussehenriet ende die Stege, in den kerspel van Berchem op Haere meere gelegen, tot allen alsutcken rechten als sg liggen bg Dirich dochter Marcelis van Os, huysfrou Arent Stamelers van Uden, ontfangen, a°. 1403. B ?,lr d62 boed?1 TanTC' R- van W«he eD Henrietta Pbillippina van «rakel tusschen Seyna Jacoba Isabella geh. met Frederik Hendrik van Wassenaer• C&i^L^LTe mi!tm HeSdJ!k ™n B0rSSüle: Johanna Wila*: Willem^aTrededca; i/nrisiina; Louise Henriette en Philippina. ") Zijn moeder was Maria van W ij h e. (Leenakte ) (I.eenakteOaS ^ 2°°n ™ TaD Wijhe 6D h"e eersten man W' H- Tan Bo^sele. 96 37a. DRUETEN. Eenen weert met allen sgnen tobehoren, gelegen butendgcks in den ampt tuscben Maes ende Wael, in den kerspel van Drueten, in der buyrschap van Diest, hierbevorens van den Ochtenschen goederen gesplit, tot Zutphenschen rechten, ende Margrieten van Egmont in hglkvorworden medegegeven1) door Willem heer t Egmont, a°. 1481. Lubbert Tnrck, heer to Hemert, erve sgner moder Margriet, a°. 1533, 23 Junii. Idem eedt verngt, 27 Maii 1546. Gaert Turck, heer to Hemert end Bochaven, erve sgnes vaders Lubberts, 8 Novembris 1548. Willem Turck bij sijnes broders Gaerts transport, eodem die. Idem eedt vernijt, 1 Junii 1556. Idem verbint dit leen sgnen broder Fredrick voor ym ^me hü van de 9800 g. ofte de rente van dien ontfangen sal hebben, so verre Willem die heerliekheyt Hemert tegen die vrou van Bochaven afgewesen wort, 11 Aprilis 1557. Idem crigt confirmatie sgner makinge voor sgn vrou ende kinderen, 21 Junii 1557. Lubbert Turck, onmundich, erve sijnes vaders Willems, 29 Augusti 1S58. Margriet Turck, huysfrou Werners van Haetzvelt heer to Weyswiller, ontfangt haer portie des derden voets, 28 Aprilis 15bJ. Lubbert Turck, heer to Heesbeen, eedt verngt, 6 Augusti 1594. Idem maeckt dit leen, so hg sonder echte gebeurt sterft, <£J^ Heylwich Torck, vrou tot Malle, Mansny^etc, ende na haer op haren soon René van Renesse, bannerheer tot Elderen, Hem Schalckhoye, heer van Rencourt, Wasnes, etc, ofte op sgnen pesten erve^ mitz sgnen tweeden broder Wilhem van Renes, heer tot Malle, Beerse Vorseler, etc, derden broder Niclas van Renes, heer tot Vosmer vierden broder Johan George van Renes ende suster Maria van Renes ek uut te richten 6000 g., waartegen Rene ontlast sal sgn van den derden voet, 29 Maii 1612. Na veraietiginge deser makinge die voors. summen vermeerdert tot 4 mael 8000 g.; 21 Maii 1617. René van Renesse, heer van Elderen, Mansny.^^^g' Hem, Schalchoven, Engelant, etc, erve sgnes ooms Lubbert loreks, beleent, 9 Novembris 1620. Idem verbind dit leen an sgnen broder Wühem van Renesse ende neve Peter van Rhode, tot indemniteit van hare borgtocht van vercofte landén gelegen in out ende ngen Engelant onder Portugal ende Hogevliet, 8 Martii 1626. Johan van Renesse, erve sgnnes vaders René, onmundich sgnde, ontfanckt dit leen, den 30 May 1628. Georg Fredric van Renesse, erve sgnnes broeders Johans, beleent, den 23 Septemb. 1643. /Idem draegt dit leen op aen i) Met hare overleden man Jan soin tot Nyenraide. (Leenakte.) 97 Dr. Lucas Occo advocaet, ende Hendrick Staats, die daermede beleent sgn, den 14 Martii 1671. Dr. Lucas Occo cedeert sgn helfte aen Hendrick Staats, den 26 Augusti 1681. Gerardus Jacobus Staets, erve sgnes vaders Hendrick, beleent, den 19 Januarij 1689. Helena Maria Staets, huysvrou van Henricus Theodorüs de Jong van de grote Lindt, als erve haeres vaders Hendrick Staets beleent sgnde, laet haere dispositie appröberen, den 11 November 1691. De onmundige dogters en kinderen van Gerhardus Jacobus Staats, ehelijk verwekt bij Clementia Theresa Wittert, erfgenamen haers vaders, beleent, 10 Oct. 1707. Huider Hendricus Theodorüs de Jong, haer momber. Maria Staets, oudste dogter van Gerhardus Jacobus Staets, meerderjarig, vernieuwt eed, 19 Nov. 1717. Huider Theodor George Pelichy, haer man. Jan de Pelichy, erfgenaam sgns moeders Maria Staats, beleend, 14 Dec. 1740. Theodorüs de Pelichy, erfgenaam sijns vaders Jan, beleend, 26 Januarij 1793. 38a. DEOEMEL. Thien mergen landts opten Beemde, in den kirspel van Droemel gelegen, tusschen erve der kircken ende der papeliken provende der kircken van Droemel ende Hubert van Deest an die eyn sgde, ende Herman van den Poll an die ander sijde, tot Zutphenschen rechten, bg Johan van den Pol Johanssoon bg transport Eutgers van den Pol ontfangen, a°. 1407. Peter van den Polle Arentssoon, a°. 1418. Idem, a°. 1424. 38b. Vier mergen landts in den kerspel van Drömel, geheyten dat Langlandt, tusschen erve Gerrits van Buren Eoverssoon an beyden sijden, bg Gerrit van Buren Eoverssoon ontfangen bij transport Eutgers van den Pol, a°. 1407. Henrick die Eoever van Buren ontfengt vier mergen after den Pol ende drie mergen in de Hengemaet, a°. 1424. Nijmegen. 7 98 38c. Acht mergen lants gelegen in den Ganskampe, 4 mergen in den Sandtcamp ende daerentenden butendp, 8 hont boven op de Slepe, 1 mergen in den Brunt, 1 mergen in den Langen campe, tot Zutphenschen leensrechten. Arent van den Polle maeckt dit te leen tegen 13 mergen 2 hont ende 3 hoffsteden in den kerspel van Eyerichem, in den lande van Buren, die hij vrij crijgt, a°. 1406. Peter van den Polle Arentssoon ontfengt, neffens die 10 mergen sub 38a, 3 mergen op den Slepe, 2 mergen in den Sandtcampe ende 7 mergen in den Ganskampe, a°. 1418. Idem die leste 7 mergen, a°. 1424. 38d. Vijff mergen landts in den kerspel van Drömel gelegen, tnschen erve Segers van den *) ende erve Henrix die Koeter, tot Zutphenschen rechte. Goossen Helle ontfengt dit bij transport Butgers van Buren Eemboltssoon, a». 1403. 38e. Vijff mergen lants geheyten die Lambertswey, daer an d' een spe naest geerft is die Heyligen geest, an d' ander Butger Timmerman, tot Zutphenschen rechten. Peter van den Pol maeckt dit eerst te leen, a°. 1442. 38f. Seven mergen landts min 2 hont, daervan 3 Va in den Broecke, 7 hont opten Rade ende 2 mergen opt Hogevelt, Kuix leen, tot Zutphenschen rechten, bij Martin Johanssoon van Drömel ontfangen, a°. 1403. Johan Martinssoon, erve spes vaders, a°. 1405. Idem eedt vernp, a°. 1424. Martin Janssoon, a°. 1427. ') In de akte opengelaten. 99 m Vier maal seven honden lands, agter malkanderen gelegen, grensende de geestelijke goederen ten westen, de Lege stege ten noorden, de Bergstege ten suyden, Eijer Ggsberts ten oosten; nog een stukje land van veertien hond, neven aan in twe parceelen, dus te samen seven mergen, afgespleten van thien mergen genaamt de Beenden *) nu Bemmers, in den kerspel van Dreumel gelegen, als een bijsonder leen, ten Zutphense regten leenroerig, ontfangen bg Thijs Veerthuysen, die voor sig en namens desselfs huysvrouw Maria Brands daarmede beleend is, 8 Augusti 1741. 39. DKÖMEL. Dat veerstat tot Drömel met sgnen tobehoren, ontfangen bg Lamme van Berchusen, helt dat veerschap te Zeriëwgn, a°. 1326. Ludeken van Middelwgck, a°. 1379. Idem tuchtigt sgn wgff Lijsbet van Hessen an 25 geld. guld. jaerlix, te beuren uut de veerstat tuschen Zeneweden ende Dromel gelegen' a°. 1401. 6 6 ' Ludolph van Middelwick, die veerstat avergaende tusschen Drömelrelant ende Sonwerlandt, tot eenen Zutphenschen leene, a°. 1402. Loyff van Middelwgck, erve sgns vaders Ludekins, a°. 1404. Wendelmoet van Middelwgck deur haren huider Lambert van Middelwick bastart, a°. 1408. Ludolph van Middelwgck, a°. 1415, 11 Julii. Walraven van Zulen, a°. 1436. Ot van Zulen, a°. 1455. •lohan van den Pollebg transport Otten van Zulen, a°. 1461. Sander van Tuyl van wegen deB onmundigen kindts Johans van den Polle Segerssoon, a°. 1464. Johanna van den Pol Johansdochter, a°. 1473, 15 Octobris. Sander van Tuyl momber. Eadem deur heuren hulder Claerbout de Hase, a°. 1481. Eadem, huysfrou Goossens van Va riek, eedt vernijt, 31 Maii 1486. Eadem, ultima Februarii 1487. Eadem, a°. 1503. Goossen van Vauderick Goossenssöon, erve snner moder Johannae. 23 Decembris 1528. Idem eedt verngt, 12 Julii 1544. Cornelis van Varick bg transport sgnes vaders Goossens, 11 Julii 1553. Idem crigt uutstel, 31 Octobris 1557. Idem eedt verngt, 4 Januarii 1558. ') Zie 38a. 100 Goossen van Varick Cornelissoon, onmundich, crigt uutstel, 29 Novembris 1560. Idem als erve sgnes vaders Cornelis deur Philips van Varick beleent, 81 Martii 1561. Idem eedt verngt, 20 Octobris 1581. Philips van Varick, gouverneur van 't fort op de Voorn ende capitain, erve sgns vaders Gosens, beleent, 10 Aprilis 1623. Cornelis van Vaerick, erve sgnnes vaders Philips, beleent, voorbehouden sgn moeder vrouwe Lubberta van Golsteyn haer tucht, den 2 October 1689. Idem tuchticht sgn huysvrouw juffr. Assuera Maria van Bemmel, den 19 Julg 1661. Philips van Vaerick, erve sgnes vaders Cornelis, beleent, den 12 Januarij 1664. De raetsheer Essen is huider. Idem doet selfs eet, den 30 Sept. 1687. Idem transporteert dit leen aen Frans van Dort, heer tot Vaerick, die daermede beleent is, 11 Mey 1689. Zeger van den Steenhuys, erfgenaem sgns moederlgke grootvader Frans van Dort, na afgemaekt versuim beleent, den 11 May 1701. Idem laet sgne opene dispositie appröberen, den 13 Sept. 1701. Idem draegt dit leen op aen Eeinhard vanHaeften, die daer weder mede beleent is, 3 December 1707. Walraven van Haeften, erfgenaam sgns vaders Eeynhard, beleend, 25 April 1741. Barthold van Haaften, erfgenaam sijns broeders Walraven, beleend, 25 Jan 1747. Jan Walraven de Cock van Haeften *) laat registreren per clausulas concernentes het geapende testament van Barthold van Haeften en vrouwe Margriet vanLynden, in leven ehelieden, 5 Februarij 1773. Eeinier van Haaften, erfgenaam sgns vaders Barthold, en uyt hoofde van derselver testamentaire dispositie beleend, 21 Jung 1775. i) Oudste zoon van Barthold v. H., Eeinier was de tweede zoon. 101 40. DRÖMEL. Die weerde, die gelegen sgn tusschen den Kokesweert ende den Voren, ontfangen bg Seger van den Pol, a°. 1326. Seger van den Polle ontfengt die weerde ende die sande, die gelegen sgn in den Wale tegen Drömel, ende die sande, die daerin vallen mogen, in diepen ende in drogen, met allen heuren tobehoren, van Wamelrestocke dwers over den Wale nederwert te Zeenwender meulen toe end voort dwers over den Wale, met den dagelixen gerichte ende vonden met recht daertoe behorende, tot eenen Zutphenschen leensrechten, a°. 1402. Idem tuchtigt sijn wijff Catrin van den Polle *) an 40 schilde, a°. 1406. Seger van den Pol Segerssoon crigt uutstel tot sijnen mundisren iaren to, a°. 1410. J Idem als erve sgnes vaders beleent, a°. 1413, Hier staet met den halven dagelix gerichte. Idem, a°. 1435. Idem tuchtigt sgn vrou Johanna van den Polan40 alde fr. scilde sjaers, eodem die. Johan van Balveren, erve sijns oldevaders Segers voorn., a°. 1470. Hier wort een stuck lants afgesplit ten besunderen leen voor Catrin van den Pol, sgner moder suster, huysfrou Jaeobs van Biemsdijck. Idem, soon Adrianae van den Pol Segers dochter, a°. 1473. Idem eedt verngt, a°. 1481. End tucht sgn vrou Bely van Varick an c guld. van 20 stuver. Idem, Adrian van Balverens soon, a°. 1494. Seger van Balveren, heer to Isendorn, erve sgnes vaders Johans, 21 Aprilis 1531. End tucht sgn vrou Mechtelt van Biemsdgck. Maria van Balveren, huysfrou Jacob Piecks, erve hares vaders Segers, 15 Septembris 1535. Hier wordt den Eyerweert uutgesondert ten besunderen leen voor Anna van Balveren 2), huysfrou Elberts van Bodbergen. Herman P i e c k, erve sijner moder Mariae voorn., ontfengt die overste weerden wes tot den Koeweert, Voellen end Bandweerde toe, naemlick den Burenschen weert, die Staetkamer, Kustersweyde ende den Start bij makinge, a°. 1545. Idem, ongeacht sijner moder testament 8), erhelt die weerden onverdeylt te mogen ontfangen, mitz sgner suster Isabellae, Johan Schencks vrou, gevende 100 g. sjaers, met 2000 te lossen, 3 Decembris 1554. Idem eedt vernijt, 1 Decembris 1556. Halve dagelix gericht. Herman Pieck, erve sijnes vaders Hermans, 3 Januarii 1562. Huider Jacop Pieck. Idem, mundich, selffs eedt gedaen, 2 Decembris 1570. Idem eedt verngt, 7 Decembris 1581. ■) Dochter van Henrich van Apelteren (van Doorninck, Acten betreffende Gelre en Zutphen, 1877—1897, bl. 180). ■) Zuster van Maria voort. (Leenakte). *) En met goedvinden van zijn vader (Leenakte). 102 Idem stelt waerschap int vercopen van 6 mergen *), 2 Julii 1591. Idem belast dit leen met 3384 g. 14 st. an Dirck Vijgh ende Theodora Piex, eeluden *), welcke belastinge hij noch vermeerdert met 1215 g. 6 st., 2 Septembris 1601. Idem crigt comfirmatie van erffscheydinge s), 10 Aprilis 1611. Barbara Piecks, huysfrou Gerhards van den Pol, uut cracht van erffscheydinge hares vaders Hermans beleent met dén halven daglixen gericht des kerspels Dromel ende die vonden met recht daerto gehorende, daerbeneven haer andeel an de weerden ende sanden aen ende in den Waelstroom tegen Dromel in den ampte tuschen Maes ende Wael gelegen, ende die sanden, die daerin vallen mogen, in diepen, in drogen, met allen heuren tobehoren, van Wamelerstock dwers over de Wael, 3 Decembris 1612. Eadem, verbeterende haer voors. leen met d'ander helft des voorn, gerichts ende vonden, maeckt dat haer leenvolger sal uutkeren 1500 g. an sijnen broder ende 2000 g. an sijne susteren, 12 Septembris 1621. Mechtelt Jacoba van de Pol, erve haeres moeders Barbara Piecks, beleent sgnde, tuchticht haeren man Ploris van Eyck, den 3 Martii 1652. Eadem, vermits haeren eheman als huider overleden, eedt vernieuwt door haeren huider Caspar Antonis van Lynden, den 17 Septembris 1658. Eadem maeckt haer nichte Barbara Catharina van Scherpenzeel naer haer doot uyt dit leen 250 g. jaerlijx, te lossen met 5000 g., den 21 Jung 1664. Eadem draecht op dat geheele daegelijcks gericht des karspels Dreumel ende die vonden met recht daertoe gehoorende aen Gerret van Scherpenzeel, die daer mede beleent is, den 13 Jung 1667. Juffer Catharina van de Pol, erve haeres susters Mechtelt Jacoba, beleent met het aendeel aen de weerden ende sanden aen ende in de Waelstroom tegen Dreumel in den ampte van tusschen Maes ende Wael gelegen, ende die sanden, die daerin vallen mogen, in diepen ende in drogen, met alle heuren toebehooren, van Waemelerstock dwars over de Wael, draecht hetselve leen op aan Cornelia van de Pol, weduwe van Johan van der C1 o u s e, heer tot Waelderen etc, die daer mede beleent is, den 30 Martii 1672. Eadem beleent uyt haer eygen hoofde als leenvolgersche van haer suster Mechtelt Jacoba van de Pol, den 25 May 1672. Gerret van Scherpenzeel, heer tot Dreumel, verbint het dagelgx gericht des karspels Dreumel judicatum solvi des Hoves van Gelderlant tusschen hem ende vrouwe Cornelia van de Pol, weduwe van der Clouse, den 7 Julg 1673. Cornelia van de Pol, weduwe van Johan van der Cluse, vrouwe tot Isendoorn, draecht haer aendeel van dit leen op aen haer soon Gerart Huybert van der Cluse, die daermede beleent is, den 18 November 1678. ') Aan de crediteuren van zijn overleden broeder Anthonis (Leenakte). *) Zijn schoonzoon en dochter (Leenakte). ») Tusschen zijn kinderen Herman, Johan' (onnoozel), Barbara, vrouw van Gerhard van den Pol en Theodora, vrouw van Dirck Vjjgh. Zgn le vrouw was Adriana van Balveren, zijn 2e Maria C1 o e c k (Leenakte). 103 Nadat vrouwe Barbara Catharina van Scherpenzeel, douagiere de Mierlo, het aendeel der weerden, in specie den Ossen- en Veulenweert, ingewonnen had, daermede beleent, den 9 Sept. 1690. Gerhard van Scherpenzeel, erfgenaem sijns vaders Gerrits, beleent met het dagelgx gerigt des kerspels Dreumel en die vonden met regt daertoe gehorende, 26 Julg 1712. Barbara Catharina van Scherpenzeel iaet haer beslote dispositie appröberen, 30 April 1716, 12 Oct. 1722, 23 Sept. 1723, 22 Maart 1726, 14 Sept. 1726, 14 Junij 1735. Gerhard Norbert van Scherpenseel beleent uit kragt van testament van Barbara van Scherpenseel, douariere Erasmus van Grevenbroek, vrouwe van Mierlo, 30 April 1736. Barbara Catharina van Baussele, douariere Gerhard Norbert van Scherpenseel, in qualiteit als getogtigde boedelhouderse beleend met 't gehele dagelijks gerigt des karspels Dreumel ende die vonden met regt daartoe gehorende, daarbenevens met 't aandeel der weerden ende sanden in de Waalstroom tegenover Dreumel, sgnde twe leenen, 4 Novemb. 1741. Hendrik Jan Francis van Scherpenseel, minderjarig, erfgenaam sgns vaders Gerhard Norbert van Scherpenseel, beleent met de twe leenen, in voegen hier voren vermeit, 20 Jung 1753. Huider Carel Floris van Baussele. Idem, meerderjarig geworden, eed vernieuwt, 19 Februari 1759. Idem laat sgn besloten testament appröberen, 28 November 1760. Idem l), na bekomen approbatie van de donatio inter vivos, draagt dese leenen op aan sijn suster en swager Ida Francisca Maria Hyacintha Catharina de Heuseh, geb. van Scherpenseel, en mede aan Jan Louis Carel de Heusch, ehelieden, die daarmede weder onder sekere conditiën, bij d' acte uytgedrukt, beleend sgn, 15 Jung 1765. Deselve laten haar besloten testament appröberen, 13 Aug. 1772. Ida Francisca douariere de Heusch, geb. van Scherpenseel, laat aproberen het besloten testament den 9 November 1775 met wijlen haar man opgerigt, 6 Julg 1778. Het geopende testament van Jan Louis Carel de Heusch en Ida Francisca Maria Hyacintha Catharina van Scherpenseel, in leven ehelieden, quo ad claus. conc. geregistreert, 15 October 1791. Marie Gerard Carel van Scherpenseel Heusch, erfgenaam sgns moeders Ida Francisca Maria Hyacintha Catharina van Scherpenseel, beleend, 15 Jung 1792. ') In deze akte genoemd: baron van S. 104 40a. T andeel an de weerden ende sanden an ende in den Waelstroom tegen Dromel in den ampte tuschen Maes ende Wael gelegen, ende die sanden, die daerin vallen mogen, in diepen, in drogen, met allen heuren tobehoren, van Wamelerstock dwers over de Wael, te Zutph. rechten bg Theodora Piecks, huysfrou Diedrick V g g e n, uut cracht hares vaders Hermans erffscheydinge ontfangen, 3 Decembris 1612. Eadem stelt tot nieuwen huider Diederick van Lienden, heere tot Hemmen etc. den 21 December 1630. Joost Vggh, erve sg'nner moeder Theodora Piecks, beleent, den 3 December 1639. Juffer Adriana Vijch, beleent sgnde als erve haerer moeder met een derden deel van dit leen % draegt het op aen de heer stadtholder ten behoeve van juffr. Anna Cornelia de Rede, dochter van Adriaen Reinier de Rede, heer tot Hernen, den 22 Febr. 1666. Anna Cornelia de Rede uyt cracht van de bovenstaende overgifte met hetselve derdendeel beleent, den 5 Martii 1666. Derck Jacob Vijch, heer tot Isendoorn, ervé sgnes vaders Joost Vgch, beleent sgnde, laet sgn dispositie appröberen 8), den 30 Septemb. 1666. Idem doet selfs eet ende laet naer voorgaende revocatie van sijn vorige dispositie sgn naerdere dispositie appröberen *), den 5 October 1670. Adriaen Ponsen laet registreren sgn verwin ende des Lantschaps approbatie, den 20 Novemb. 1675. De weduwe van Hendrick van Griethuysen laet registreren haer coopbiedinge op dit ende andere leenen gedaen, den 12 Januarg 1680. Frans van Linden, heer tot Hemmen, beleent met twee derde parten in de helfte van den Ossenweert ende die halve Coeweert, mitsgaders weerden ende sanden aen ende in de Waelstroom tegen Dreumel in Maes ende Wael gelegen, eertgts de heer van Isendoorn toegehoort hebbende ende bg Adriaen Ponsen bg subhastatie aengecocht, den 18 December 1693. Idem laet sijn besloten dispositie appröberen, den 1 Januarg 1694. Elbertina van Lynden, erfgenaem haers vaders Frans, beleent, 22 Aug. 1722. Frans Jan v a n H e k e r e n, erfgenaam van Elbertina van Lynden, en uyt hoofde van geapprobeerd magescheyd van 25 May 1/29, beleend, 16 Oct. 1740. Florentine Henriette van Heeckeren, erfgename van haar vader Frans Jan, en uyt hoofde van geapprobeerd extract magescheyd, beleend, 29 Januarg 1768. Eadem laat haar besloten testament appröberen, 13 Februarg 1768. Eadem draagt dit leen op in handen van den heer stadhouder der leenen ten behoeve van Engelbertus Tiberius Haring van Haringsma toe Heeg, 9 August. 1769. >) Haar schoonzoon (Leenakte). 'l De Koe- ende Voorweerden (Leenakte). s) Ten behoeve zijner moeder Anna de Cock van Opnncn (Leenakte). 4) Ten behoeve zijner vrouw Maria van Meverden (Leenakte). 105 Deselve uyt kragt van dien afstand beleend, 12 Sept. 1769. Idem en so veel nodig desselfs ehevrouw J) laten haer huwüjksvoorwaerden van den 14 Julij 1773 appröberen en registreren, 12 Julg 1774. 41. DROMEL. Een stuck landts gesplit uut den weerde to Dromel, angaende op eenen dam ende meydgck liggende tegen erve Gerrit Hollen an dat nederste eynde, met 3 roden lants breet buten denselven meydijck, 'den meydgck dairuyt te dgcken ende sijnen orber te doen, opwert gaende ant nederste eynde beneden an hofstat Sweders van Kloetwgck, end dat recht aver to sien an nederste eynde beneden an hofstadt Derck Willems to Senwijnen, so recht aver streckende tot in den Wale, end dat landt ende dat erve so voort opstreckende an mijns gen. Heeren erve geheyten des Hertogen weert, met alsulcken anvalle als daer anvallen magh. Ende indien t'eeniger tijt die middelweerden an malcanderen lenden, so sal dat gescheiden sgn ter laetster sijpen ter halver killen, met alsulcken potinge ende timmeringe als daerop staet, tot een Zutphensch leen. Catrina van den Pol Segersdochter, huysfrou van Jacobs van Riemsdgck, a°. 1470. Ende tuchtigt haren man. Eadem, bij transport Johans van Balveren, a°. 1473. Eadem, a°. 1481. Eadem eedt verngt, a°. 1493. Adrian van Balveren ter begeerte sijnes vaders Johans, beheltlick Catrine voorn., weduwe, hare tucht, beleent, a°. 1504. Ende tucht oyck sijnen vader. Idem eedt verngt, 17 Septembris 1538. Idem eedt vernijt, 17 Maii 1544. Idem tuchtigt sgn huysfrou Lamberta van Bronckhorst, eodem die. Johan van Balveren, erve sgnes vaders Adrians, 9 Martii 1552. Met den halven dagelijexen gericht to Droemel 3). Idem eedt verngt, 15 Junij 1556. Margret, weduwe Johans, crigt uutstel, 3 Februarii 1574. Adrian van Balveren, onmundich, erve sijns vaders Johans, 9 Aprilis 1574. Adriana van Balveren, huysfrou Herman Piecks, erve hares broders Adrians voorn., 24 Januarii 1577. Herman Pieck crigt dit leen, wesende omtrent 6 mergen, gevrgt van de leensweer, om te vercopen an wijlen sgnes broders Anthonis crediteuren, makende wederom te leen het Steenkempken, met een stuck landts gênant den Perck, oyck omtrent 6 mergen, in der heerlicheyt van Isendorn gelegen, 2 JvM 1591. Hier staet sgn huysfrou Barbara van Balveren genoomt. ') Maria ürsula Sophia van O 1 d e n n e e 1 tot den Hecrcnbrink. ') Leenakte. 106 42. DEÖMEL. Den Eyerweerdt, tusschen Maes ende Wael to Drömel gelegen, angaende boven an der Kerckenweerdt van Tiel, tot Zutphenschen rechten bij Seger van Balveren van sijne weerden ende sanden affgesplit, ende in hijlick medegegeven an sijn dochter Anna van Balveren, huysfrou Elberts van Bodbergen, 15 Septembris a*. 1535. Eadem eedt vernijt, 17 Septembris 1538. Eadem tuchtigt haren man, 25 Februarii 1542. Eadem eedt verngt, 28 Maii 1545. Eadem eedt verngt, 10 Junii 1556. Eadem, weduwe, eedt vernijt deur haren soon Seger van Bodbergen, 26 Sep■ tembris 1562. Seger van Boetbergh, erve sijner moder Annae voorn., heeft dit leen overgegeven Henrick van Boetbergh, sijnen broder, in deylinge, tot wiens behoeff sulx ontfengt Elbert van Boetbergh, sijns broders Johans soon, 14 Aprilis 1599. Elbert van Boetbergh, erve sijnes ooms Henricks, beleent, 8 Julii 1616. Idem verpacht dit leen an Dirck Henricks ende Henrick Dircks 5 jaren, sjaers voor 600 g., daeran te corten tgene tot bewaringe des weerts verkribt wort, ende so 't verschot die pacht overtreft, tselve bg verlengering ofte anders oick ant leen te verhalen, 17 Octobris 1618. Johan van Boetberg, erve sijnes broders Elberts, beleent, 29 Octobris 1623. Den halven Eyerweert. Sweder van Brakel bg opdragt Johans voorn, beleent, 22 Januarii 1624. Idem sijnne dispositie approbeert *), den 10 October 1636. Casper van Brakel, onmundich, erve sijnnes vaders Sweders, beleent, den 9 Augusti 1642. Assuerus Willem van Braeckel beleent, noch onmundich sgnde a), den 20 Jung' 1656. Met het achte part van den Eyerweert. Philips Jacob van Spangen, heer van Spangen, beleent als erfgenaem van Assuerus van Braeckel, den 14 October 1681. Philips Christiaen van Spangen, erve sgnes vaders Philips Jacob, onmundich, beleent, den 4 October 1686. Charles de Ja Torre, heer van Valkenesse, Middelhernis, Tol, Spangen, etc. "), erve van Philips Christiaen van Spangen, beleent, 16 December 1691. Philips Louis Joseph van Spang e, erfgenaem sijns soons Huibert van Spange verwekt bij Justina Adriana de la Torre, eenige dogter en successeurse feudal van Maria Cornelia van Spange verwekt bij Charles de la Torre, die enige successeurse en erfgenaem feudal was geweest van haer broeder Philips Christiaen van Spange, beleent, 17 Julij 1720. ') Ende Anna Mom, sijnne liuysfrouwe (Leenakte). •) Zoon van Casper voorn, en Anna Juliana Renesse van Baar (Leenakte). ') Gehuwd met Maria Cornelia van Spangen, zuster van Philips Christiaen (Leenakte). 107 Idem draegt dit leen op aen Antony van Geytenbeek en Luyteravan Lutterveld, egtekeden, Petrus van Stuyveriberg en Gerritje van den P a u w e r t, egtelieden, die daer weder mede beleent sijn, 17 Julij 1720, 42a. Den halven Eyerweert, met anwas, diepen, drogen end allen tobehoren, gelegen in den ampte tusschen Maes ende Wael, in den kerspel van Drömel, te Zutphenschen rechten opgedragen bij Elbert van Boetbergtot behoeff van Jacob Mom end Cornelia van Culenborch, eeluden, 16 Sentembris 1620. Anna Mom, huysfrou Assuers v a n B r a k e 1 s, erve hares vaders Jacobs, beleent, 6 Februarii 1623. Anna Mom beleent, den 31 Martü 1655, met seven achtsten parten van den Eyerweert. Hendrica van Brakel J) bij transport Anna Mom beleent, eodem die. Eadem laet haere dispositie appröberen, den 1 Febr. 1659. Philips Jacob van Spangen, heer van Nyecoop, voor hem selfs ende voor sgn andere broeders ende susters uyt cracht van de bovenstaehde dispositie sijnes. moeders beleent met seven achtste gedeelten van den Eyerweert, met alle sijne diepen, drogen, aenwassen, toebehooren ende aencleven van dien, soo tegenwoordich ende toekomende, daeronder gehoorende den uytgeroeyden rgsweert bij Derck Cornelissen, pachter van het clooster Senweiden, gepacht, met alle apende depententien van dien, gelegen aen de Tielsche sijde ende nochtans gehoorich onder het karspel Droemel in Maes ende Wael, daer oostwaert den Kerckenweert, zuydwaerts den Waelstroom, westwaerts het Kijfweertjen ende noortwaerts de commandurie van Tiel, den Cruys- ende Gasthuysweert naest gelegen sijn, den 13 Januarii 1664.' Philips Christiaen van Spangen, erve sijnes vaders Philips Jacob, beleent, den 4 October 1686. Verder als 42. >) Haar man is Cornelis yan Spangen (Leenakte). 108 43. DRÖMEL. Een middelweert beneden den Eyerweert tegen Senwenden an de Tielreweertsche sgde, affgesplit van de weerden ende sanden in de Wael, tot Zutphenschen rechten ontfangen bij Johan van Goltstein bij transport Herman Piecks, heeren to Isendorn, 2 Julii 1594. Wilhelm van Goltstein, erve sgnes vaders'Johans, beleent, 15 Januarii 1621. Idem verclaert datt dit leen onder sijnne samentlicke na te latene kinderen gelickelijk sall deylbaer sijn, soo veel de weerde van dit leengoet angaet, mits dat tselve ongesplit sall blijven ende tegens sgn ander allodiael goet gelic sall gedeylt worden, den 14 Junii 1636. Aleyda van Goltsteyn, huysvrouw Frederix van de Velde, bg deilinge uyt craeht van bovenstaende dispositie haeres vaders beleent sijnde, tuchticht haeren man tot wederhglickens toe, ende maeckt hetselve leen onder haere kinderen deilbaer, den 2 November 1663. Frederyck van de Velde, luytenant colonel, als respective stiefvader ende vader ') van de kinderen van Aleyda van Goltstein beleent uyt cracht van de geapprobeerde moederlijcke dispositie, den 27 Julij 1681. Adriaen van de Velde laet sgn dispositie appröberen, den 30 Jung* 1682. • Aleida Geertruit van de Velde, erve haers vaders Frederik, beleent, den 9 Maert 1695. Eadem laet haer beslote dispositie appröberen, den 23 Junij 1698. Otto van Beest van Renoy laet sijn ope dispositie appröberen 2), den 27 Oct. 1700. Anna Magdalena van Beest van Renoy, douariere H e e r m a, erfgenaem haers halve susters Aleida Geertruid van de Velde, beleent, 30 Aug. 1706. Hülder Otto Carel Anteny van Heerma, haer soon. Ottto van Beest van Renoy draegt sijn vijfde part in dit leen op aen Derk Joosten, die daer weder mede beleent is, 25 Aug. 1711. Otto Carel Antony van Heerma, erfgenaem van sgn vrou moeder Anna Magdalena van Beest, beleent, 19 Maart 1716. De Pestenweert. Idem laet registreren de dispositie testamentair van den 20 Jung 1696 van Aleida Geertruid van de Velde 3), 23 October 1716. Idem en Maria Agnis van Hoeve 1, egtelieden, verbinden vier vijfde parten van dit leen voor twee duisend ses hondert gulden aen Gerhard van Geland en Elisabet Bissier, egtelieden, 6 Novemb. 1716. Idem draegt dit leen op aen Gerhard van Geland, die daer weder mede beleent is, 8 Octob. 1720. Idem draegt dit leen, sijnde vier vgfde parten, op aen Nicolaes Hamel, die daer weder mede beleent is, 4 Febr. 1727. Idem en Maria van Geelandt, ehelieden, dragen dit leen op aan i) Stiefvader van: Otto en Anna Magdalena van Beest van Renoy; vader van: Adriaan, Aleida Geertruid en Louisa Clara (Leenakte). *j Zijn vrouw is Elisabeth d è Ruyter (Leenakte). 3) Haar erfgename is Anna Magdalena van Beest van Renoy goh. met Therart van Heerma tot Holwinde, die o.a. 8/6 in dit leen ontvangt (Leenakte). 109 Elisabeth B i s s i e r, wed. G e e 1 a n d t, die daarmede weder beleend is 8 Febr. 1747. Nicolaas Hamel, nomine uxoris Maria van Geeland, erfgename haares moeders Elisabet Bissier, beleend, 11 May 1757. Idem en Maria van Geeland, ehelieden, dragen dit leen op aan Namna van Hoyterna, die daar weder mede beleend is, 5 Sept. 1757. Deselve laat registreren twee acten van renuntiatie de dato den 20 Aug 1757, eodem die. David van Hoytema beleend met dit leen, gelijk hetselve door dode van Namna van Hoytema op wglen desselfs vader Dominicus en van de laatste op hem gedevolveert is, 7 April 1774. Dominicus Namna van Hoytema als leenvolger van sijn broeder David beleend, 20 May 1788. Idem laat appröberen een extract uyt sijn testament de dato 1 Aug. 1788, 14 Aug. 1788. 43 § 1. DROMEL. Een geregt vijfde part van enen middelweerd beneden den Eyerweerd tegen de Senwerden en Tilerweerdse sgde gelegen, afgesplit van de weerden en sanden in de Wael, in den amte van Maes en Wael, kerspel Dreumel gelegen, gênant Pestenweerd. Elisabet Joost en, huisvrou van Albert van Oort, Jantjen Joosten en ses kinderen van Aeltje Joosten, erfgenamen haers broeders en ooms Derk Joosten, respective beleent, 11 Febr. 1732. Deselven dragen dit leen op aan Nicolaas Hamel, die daarmede weder beleend is, 11 May 1757. Verder als 43. 43a. Een uterweert, deser t\jt rijsweert wesende, angaende an den Wamelschen stock, eensdeels liggende hoven annex den bandijck gênant Critersoort ende voorts over die kille an des graven van Burens middelweerdt; noch eenen middelweert, daer t'eyndens over die kille gelegen, streckende nederwerts langs Balverens-ende Burens weert, met de voors. Balverens-ende Burens olde weerden streckende tot den Koeweert ende den hogen Volenweert, den Hubert van Doirnick deser tjjt in pachting heeft; van al twelck een afradinge gemaeckt ende palen geslagen sullen werden, so die voors. partijen in haren bepalingen van outs ende tegenwoordigh gelegen sgn; ende den butenweert met allen sijnen rechten ende tobehoren met anwas ende anval, in hogen ende legen, diepen ende drogen, vischerie ende vogelrie, ende voorts alle middelsanden tegen de voors. weerden anvanck ende afganck deser tijt gelegen, ende voorts die in tocommenden tijden in den Waelstroom solden mogen 110 opcommen, volgende die beleninge ende verscbrivinge des heeren van Isendorns voorolderen daervan ende vant recht van dien gegeven; welcke partgen van de weerden sende sanden in de Wael tegen Drömel gelegen affgesplit ende ten besnnderen Zutphenschen leen opgedragen sgn bij Herman Pieck, heeren to Isendorn, tot behoeff van sgner dochter man Diedrick V g g h, amptman in Nederbetuwe, ende sgn huysfrou Theodorica Piecks, 24 Novembris 1599. Carl Vggh, raet, is sgns vaders huider. Heylwich Vggh uuyt cracht van maegescheyt beleent, den 21 December 1630. Diederick van Lienden, heer tot Hemmen ende Blitterswic, oer man, huider. Berent Aelbert Diederick van Lynden, heer tot Wel ende Blitterswijck, erve sgnes vaders Diederick, in sgn minderjaericheyt beleent l), den 30 November 1653. Idem doet selver eet, 10 December 1669. Frans van Linden, heer tot Hemmen, beleent als erfgenaem sgnes neven Berent Aelbert Diederick van Lynden, 20 Jutg 1670. Idem laet sgn besloten dispositie appröberen, den 1 Januarg 1694. 44. DRÖMEL. Een stuck uterweerts genoomt den Start, noch een stuck daer beneden an gelegen, geheyten het Sayweertgen, met een stuck van den Burenschen weerdt, allet an malcanderen in den kerspel van Drömel in den ampte tusschen Maes ende Wael gelegen, tsamen groot stijft' 15 mergens lants, met allen heuren tobehoren, met eggen, eynden, patingen ende graven, daer noortwert die benedenste Balverensche weert, oostwert dieselve Balverensche weert, met den grienden ende butenpassen an den bandgck aldaer behorende, westwert die reste van den voorn. Burenschen weert, den heer van Isendorn noch tobehorende, ende suydwert die oude Koeweyde ende Koeweert, met tgene Gerrit Petersz., molener te Tiel, den voorn, heer van Isendorn affgecoft heeft, naest gelant ende gelegen sgn; met 2 erflicke untwegen tot deselve 15 mergen te gebruken, den eenen over den ouden meydijck deur des heeren van Isendorns weerden, ende deur den drayboom tot op den bandgck to, ende den anderen over des heeren van Isendorns weerdt genoomt den Burenschen weert tot op den Waelstroom to; welcke 15 mergen van den weerden ende sanden in de Wael tegen Drömel gelegen sgn affgesplit, tot Zutphenschen rechten ontfangen bg Cornelis Both ende Johan Splinters, bg transport Herman Piecks, die sgn reste van den Burenschen weert te waerschap stelt, 16 Octobris 1595. Anna Bots, huysfrou Cornelis van den Pol, ontfanger der gemeynen midlen slands van Utrecht, als erve hares vaders Cornelis beleent, 10 Julii 1613. Die helft. *) Zijn moeder is Agnes Catharina gravin van Lintborg Stirnm (Leenakte). 111 Nathan C1 a u t i e r bij opdragt yan Cornelis van de Pol ende Anna Bots, item van Johan van de Pol ende Anthania Bots, beleent met tgeheel, 17 Julij 1623. Johan Clautier, erve sgnnes vaders Nathans, beleent sgnde, draegt dit leen op aen Joost Vijgh, den 14 Januarij 1631. Derck Jacob Vgch, heer tot Isendorn, erve sijnes vaders Joost, beleent sgnde, laet sgn dispositie appröberen, den 30 September 1666. Idem doet selfs eet ende laet, naer voorgaende renuntiatie van sijn voorige dispositie, sijn naerdere dispositie appröberen, den 5 October 1670. Adriaen Ponsen laet registreren sijn verwin ende des Lantschaps approbatie, den 20 November 1675. De weduwe Griethuysen laet registreren haer coopbiedinge, den 12 Januarg 1680. 44a. Die helfte van een stuck uterweerts genoomt den Start, enz. opgedragen bij Johan Splinter tot behoéff van Johan van don Pol, 10 Julii 1613. Comt bij de vorige helft weder an een. 45- DRÖMEL. Vijff mergen vijff hont ende omtrent derdehalve rode uterweerts, ter goeder maten an den anderen liggende, in den ampte tuschen Maes ende Wael, in den kerspel van Drömel, in den nedersten Balverenschen weert van beneden opwerts, als die den 16^ Aprilis 1597 bij Adrian Pelgrimsz., gesworen lantmeter to Buren, gemeten ende afgepaelt sgn, streckende van den grave van den Start van d" een sgde ten halven die kille deurgaens op tot an Pels des veermans huysken, ende voorts ten halven grave tot an den dwarssloot ofte dwarsgrave, daermede die benedenste ende bovenste Balverensche weerden van malcanderen gescheiden werden, ende an d'ander sgde eensdeels langs den grave van den Start voors. ende den Burenschen weert schiéff op na" den voors. dwarssloot, daer noortoostwert die heer van Isendorn, den bandgck suydoostwert, Cornelis Both ende Johan Splinter tutrecht met Gerrit Petersz. suydwestwert, ende die heer van Isendorn na de riviere van de Wale noortwestwert naest gelandt sijn, met eggen, met eynden, met allen haren rechten ende tobehoren; ende daerto eenen vrgen op- ende affganck over den ouden meydijck, deur des voorn, heeren van Isendorns weerden, deur den drayboom tot op den bandijck to, ofte deur die kille ende grienden daeran gelegen, alwaer den uutwech bequaemst 112 bevonden sal worden; noch eenen anderen uutwech over des heeren van Isendorns Balverenschen weert tot op den Waelstroom to; welcke 5 mergen 5 hont ende 2Vs rode van des voors. heeren van Isendorns weerdon ende sanden in de Wael tegen Drömel gelegen sgn affgesplit, tot Zutphenschen rechten ontfangen bij Johan S t r i c k bij transport Herman Piecks, heeren to Isendorn, 7 Maii a°. 1597. Adrian Strick, advpcat voor den hove tutrecht, erve sgnes vaders Johans, beleent, 23 Octobris 1605. Johan Strick, doctor, bij transport sgnes broders Adrian beleent, 7 Septembris 1614. Cornelis van de Geyn bij opdragt Johans voorn, beleent, 6 Januarii 1624 Nathan.Clautier bij opdracht van Cornelis van de Gevn beleent, den 28 Septembris 1626. Verder als 44. 46. DRÖMEL. Een huys ende hofstat gelegen an de Vergert, ende eenen pasch met willigen, hoven an erve Arnts erfgenamen van den Pol ende beneden bi de gemeyn straet, ende ovor de ander sgde van der straten eenen pasch met willegen; item een hofstat gelegen over de straet, boven bg Arents erve van den Pol, beneden bg Predrich Roloffssoons erfgenamen; noch 71/s mergen opt Hogevelt geheyten die Baeckacker, boven bg erve Henrix van den Pol, benéden Jan van Bomel; item drie mergen op de nederste Hoffwaden, daer boven gelegen sgn die 7'/s mergen voors., beneden die gemeyn straet; noch 7 mergen gelegen opt. Hogevelt, dat Eutgers van den Pol te wesen plach, geheyten dat Langelandt, an beyden sgden gelegen Gerrits erfgenamen van Buren, met den eenen eynde streckende op Roloff Schonehsoons erfgenamen lant ende . die ander sgde an de Bergensche stege, tot Zutphenschen rechten ontfangen bg sv%}',<-ï Gerit van Buren, a°. 1450. Idem eedt verngt, 9 Octobris 1473. Adrian van Buren, erve sgnes vaders Gerrits, 30 Junii 1481. Idem transporteert op Jan van Balver en 3 mergen gênant die nederste Hoffway, 19 Februarii 1487. J) Idem bekent sgnen broder Henrick ende suster Agnes '/•» eodem die. Henrick van Buren, erve sijns broders Adrians, a°. 1504. Agnes van Buren, weduwe Henricks van Doorn, erve hares broders Henrix, a°. 1519. Henrick van Dom is sgner moder huider. Eadem eedt verngt deur haren soon Evert, 17 Septembris 1538. Henrick van Doorn Henrickssoon, onmundich, 23 Junii 1544. ') Deze 8 morgen komen echter later steeds in de beleening voor. 113 Idem eedt vernijt, 16 Juni 1556. Rembolda van Doorn, huysfrou Wilhem Tor cks, heeren tAelst, erve hares vaders Henricks, beleent sijnde, draegt dit op, 7 Julii 1614, harer dochter joffrou Johannae Torcks, huysfrou Henrix Lieveston van Abercoorn, 26 Septembris 1615. Beernt Turck bij opdracht van Johanna, sijnne suster, weduwe, beleent, den 27 Augusti 1632. Idem sijnne dispositie approbeert *), den 9 Jung' 1635. Johan van Brakel bij opdracht van Beernt Tnrck beleent, den 2 Septemb. 1642. Johan van Braeckel, erve sgnnes vaders Johan, beleent, den 13 Martii 1657. Adriaen Bartholomeus van Heek ende Cornelis Martensen de Graeff bij opdracht Johans van Braeckel, eodem die. 47. WAMEL. Vier mergen landts geheiten in den Beyt, in den kerspel van Wamel gelegen. Udeken van Mekeren maeckt dit te leen tegen een gevrgt goet, den Nulandt, haldende 4 7a mergen, a°. 1406. Negen mergen landts geheiten in Daelhem, gelegen in de maelschap van Wamel tusschen Maes ende Wael, tot eenen Zutphenschen leensrechte bij Derich van Bylandt Johanssoon ontfangen, a°. 1402. Heymerich van Droeten bast. gecoft ende ontfangen van Dirck van Bylandt, ridder, a°. 1413. Vijff mergen landts ende een hont, gelegen in den kerspel van Wamel, geheiten den Boenreweeh, tusschen lande Jacob Poel vijs an d'een ende Mi ehel van den Riemsdijck an d'ander sijde, streckende met beyden eynden ah de gemeyne straet, tot Zutphenschen rechten. Margriet, Willem Millincks wijff, maeckt dit te leen, a°. 1442. ') En die zgner vrouw Philippina M e 1 a n d e r. (Leenakte). Nijmegen. 8 114 Acht mergen in den gericht van Wamel gênant op den Byeshovel, gelegen met der eener sgden heer Lambreeat Millinx erven, met der ander sijde Hille van Delft én«te henre kinder, alst Johan van Benthem Hillen van Boningen voortgts beleent heeft, tot Zutphenschen rechten ontfangen bg Godart van Delft, a°. 1420. Roloff Pieck vernijt eedt, 19 Octobrif 1473. Evert Bairs Pieck beleent, 2 Augusti 1481. Jut van Hoeve, erve hares broders Everts, beleent deur Claes Wolboecker, 7 Septembris 1485. 48. WAMEL. Dat halve veerstadt, gelegen tusschen Tiel ende Wamel, Zutphensch leen, ontfinck Lubbert B o s e m o n t, a°. 1379. Ude de Bose bg transport des heeren van Arckel, op losse met 450 alde schilde, beleent, a°. 1408. Hubert van Beesde ontfangt dat halve veerstat tot Wamel, a°. 1441. Herman de Bose, richter tot Doesburch, tuchtigt sgn vrou Aleyt an 15 alde sch. sjaers uit de halve veerstat, a*. 1450. Idem ontfengt % a°. 1465. Gerrit de Bose, erve sgnes vaders Hermans, 27 Septembris 1473. Idem eedt verngt, 12 Decembris 1481. Herman de Bose, erve sijnes vaders Gerrits, beleent, beheltlick sijner moder Stgne Lerinck die tucht an 15 alde schilde sjaers, 20 Augusti 1484. Stgn Lerinx, erve hares soons Hermans, a4. 1494. Gertrud Bosen, huysfrou Andries van Bermytlo, erve harer moder Stgn voorn., 4 Aprilis 1500. Johan van Middachten beleent, 8 Februarii 1522. Johan van Middachten, erve sgnes vaders Johans, 19 Martii 1545. Idem eedt verngt, 1 Julii 1556. Herman Pieck, heer to Isendorn, bg transport Johans van Middachten, 1 Decembris 1556. Idem tuchtigt sgn vrou Barbara van Middachten, eodem die. Herman Pieck, onmundich, erve sgnes vaders Hermans, beheltlick sgner moder Barbara hare tucht, 3 Januarii 1562. Idem,^niundich, eedt gedaen, 2 Decembris 1570. Anthonis Pieck crigt uutstel eedt te verngen, 30 Septembris 1581 *). Diedrick Vijgh, amptman in Nederbetuwe, bg transport Herman Piex, 16 Maii 1594. Joost Vggh, onmundich, na dode sgnes vaders Diedrix bg maechgescheyt beleent, 18 Septembris 1616. Huider sgn broder Carl. *) Zijn vrouw wordt hier genoemd Aleyd van Vynckwijck. *) Hoewel de akte ook zoo luidt, moet dit een vergissing zijn. 115 Idem doet selver eedt, den 3 Decemb. 1639. Idem laet appröberen een acte van tuchtmaekinge, den 7 October 1640 ten behoeve van sijn huysvrou Anna de Cock van Op ij n en voor Sweder van den Boetzelaer tot Leeuwen, amptman ende richter van Maes ende Wael, gepasseert, den 31 December 1662. Derck Jacob Vijch, erve sijnes vaders Joost, beleent sijnde, laet sijn dispositie appröberen, den 30 September 1666. Idem doet selfe eet ende laet sijn naerdere dispositie appröberen, den 5 October 1670. Idem belast dit leen ten behoeve van Adriaen Ponsen met tienduysent gl., 8 September 1671. Adriaen Ponsen laet registreren sijn verwin op dit leen ende andere parceelen gedaen, als oock des Lantschaps approbatie, den 20 November 1675. De magistraet der,stadt Ti el uyt cracht van gerichteHjke vercopinge des verwins sgn met dit leen beleent , door Dr. Johan van Lidt de Jeude, secretaris der stadt, als huider, den 13 December 1682. De stad van Tiel na afsterven haers hulders beleent, 23 October 1727. Huider Jacob Nicolaes van den Steen, borgermeester. Idem, 3 Pebruarg 1780. Huider Jacob Nicolaas van Eek. 49. LEUWEN. Dat halve dagelix gericht to Leeuwen. Otto van der Masen, a". 1326. Huys ende hoffstadt tot Leuwen op den berge, met sijnen tobehoren, voor een vrij goet; item 40 mergen lants daerom gelegen, itlicke van den voors. leenen tot eenen Zutphenschen rechte; item twaalf 'Geldersche gulden jaerlixer renten tot Grave uter gruiten, endë twee manne van leen aldaer, tot eenen Kuixschen rechte ontfinck Herberen van Lewen, ridder, a°. 1402. Johan van Lewen, erve Herberens voorn., a°. 1423. Idem tuchtigt sijn wijff Else an een huys ende hofstat, gelegen tot Lewen, met den groten Berge ende Bergacker, den langen ende corten Bösinchoevél ende dat grote ende eleyne Nijelant, met allen heuren tobehoor, tot Zutphenschen rechten, a°. 1424. Noch een Kuix leen van 6 gulden erflicks manleens. Idem tuchtigt sijn wijff Walrave van Apeltern an sijn huys ende hofstat met sijn tobehoren ende an sijn windmeulen to Lewen, an 40 mergen lants ofte daeromtrent, bij ende omtrent den huyse gelegen; so hij kinderen nalaet, alleen sjaers te beuren dertich alde franckrijeksche schilde, a°. 1426. Idem a°. 1427 «). *: f-S ') In deze akte staat niet de laatste bepaling. 116 Agnese van Lewen, huysfrou Arnts van Hessen, als erve hares vaders Johans .beleent, a°. 1447. Eadem, weduwe, a°. 1459. Johan van Hessen met believen sijnes oltsten broders Arnts beleent, a°. 1467. Idem eedt vernijt, 11 Julii 1481. Henrick van Baexen bij transport Johans voorn., 12 Junii 1491. Idem ontfenckt ende tuchtigt sijn vrou Franse Velckeners, a°. 1507. Agnes van Hessen, weduwe Johans van Eek, erve hares vaders, beleent, 4 Junii 1518. Opten berch, mitter moeien, gelegen in den ■ kerspell Leeuwen. Agnes, Hilligont ende Otte van Hessen, huysfrou Johan Valkeriborchs, drye gesusteren, Johans dochteren, tasten dit goet weder an deur misbetalinge ende transporteren het deur heuren momber Herman van Delft, Agnes man, bg ng verdragh op Wolter van Baecx Henrickssoon, a°. 1531. Franse, Wolters moder, geeft over haer tucht, ende hg tuchtigt weder sgn vrou Peter van Echtelt, 6 Martii 1533. Wol ter van Baecx eedt verngt, 27 Septembris 1538. Idem eedt verngt, 11 Jnnii 1544. Idem, 19 Decembris 1556. Idem tuchtigt sgn vrou Johanna van Bgn, 17 Augusti 1558. Dirck van Malburgen ontfahekt dit, totdat hem Wolter van Baecx erven sgn erlegte 250 g.g. voldaen hebben, 5 Aprilis 1559. Henrick van Baex, erve sijns broders Wolters, 29 Decembris 1559. Maximilian van Baexen, erve sgns vaders Henrix, 24 Aprilis 1595. Henrick van Baexen '), erve sgnes vaders Maximilians, erft voort op Fredrick van Baexen, sijnen soon, onmundig, 28 Julii 1606. Jacob Baxen bg transport Fredericks, sgn broeder, beleent, den 13 Oct. 1630. Diederick van Baexen, capteyn, erve sgns vaders Jacob, beleent, den 2 Julij 1664. Balthasar van Baexen, heer van Hermeien, erve sgnes broeders Diedericks, beleent, den 28 Julij 1666. Idem verbint dit leen voor twee duysent acht hondert gl. aen Dr. Everart van Harscamp bg insnffisanco van de heerlgckheit Hermeien, 19 Jung 1680. Idem draegt dit leen 2) op aen Everart van" Harscamp, der beiden rechten Dr. ende secretaris tot Utrecht, die daermede beleent is, den 12 Augusti 1682. Everart van Harscamp, onmundich, erve sijnes vaders Dr. Everart, beleent door sgn huider ende momber Bernart van Harscamp, burgermeester tot Arnhem 8), den 16 Martii 1692. Idem, meerderjarig geworden sgnde, doet self eed, den 2 Maert 1702. Everhard en Bernhard Diderik van Harscamp dragen dit leen op aen ') ZJjn weduwe is: Johanna van Zuylen van Nyevelt (Leenakte). ') Bier genoemd: Leeuwenberch, een out, vervallen huys. 3) Zijn grootvader (Leenakte). 117 Koelof Aerts, die daer weder mede beleent is, 29 Jnlij 1712. Johanna, Maria, Cornelia en Petronella Eoelofs, erfgenamen haers vaders Koelof Aerts, onmundig, beleent door haer moeder Barbara Peterse Brant, 9 Sept. 1717. Maria Roelofs van Soelen laet appröberen het maeggescheid den 31 Augusti 1737 opgerigt tussen Geurt Jacobse Mulder, weduwnaer en boedelhouder van Barbara Brand ter eenre en haer mitsgaders Petronella Eoelofs van Soelen, kinderen en erfgenamen van Barbara Peterse Brant, 13 Novemb. 1737. Deselve, erfgenaem haers moeder, uit kragt van voorn, maeggescheid beleent, eodem die. Huider Antony, Hendrixe Smit, haer man. Eoelof Smits, erfgenaam sijns moeders Maria Eoelofs van Soelen, beleend, 30 May 1753. Idem maakt dit deylbaar onder sijne natelaten kinderen, 25 Novemb. 1756. Idem tugtigt sijn toekomstige vrouw Beerntje Heymeriks Koppers haar leven lang, 29 Decemb. 1756. Anthony Eoeloff Smits, minderjarig, erfgenaam sijns vaders Eoeloff Smits, beleend, 19 Aug. 1775. Huider Heymerik Cuppes, sijn grootvader. Deselve minderjarige Anthony Eoelof Smits de novo beleend, benevens Gerrit van Eek. nomine uxoris Maria Smits als erfgenaam van haar vader Eoeloff Smits, en uyt kragt van desselfs testamentaire dispositie ieder voor de halfscheyd pro communi indiviso, 27 Oct. 1775. Anthony Eoeloff Smits, meerderjarig geworden, vernieuwt eed van sodanig gedeelte in dit leen,, waarmede hg met en nevens sijn suster Maria Smits is beleend geweest, 3 Maart 1780. Gerrit van Eek pro se en mede namens sijn vrouw Maria Smits dragen haarl. gedeelte in dit leen op aan Anthony Eoeloff Smits bovengemelt, die oversulks met dit geheele leen beleend is, eodem die. Denselven laat sijn opene testamentaire dispositie, met desselvs ehevrouwe "■) gepasseert, appröberen en registreren, 28 Pebruarij 1785. Berentje en Antonia Smits, onmundig, erfgenamen van haar vader Anthony Eoeloff Smits, beleend a), 30 Maart 1785. Huider Derk Libotte, haarl. grootvader en voogd. Berentje Smits, onmondig, nae dode van haar suster Anthonia voor het geheel beleend, 25 April 1786. Huider Derk Libotte. Derk Libotte en Hendrik Smits, momboirs over de onmondige Berentje Smits, laten appröberen en registreren het magescheyd met de verbanden daarin begrepen, den 25 Julij 1792 met Aartje Libotte, moeder van haar pupil, opgerigt, 3 Aug. 1792. i) Aartje Libotte (Leenakte). >) Het loen bestaat nog alleen uit het huis en den molen, groot morgen. De Berchacker, Boesinkheuvel en Nijelant» zijn reeds lang verdwenen. 118 Afgespleten van 49. 49 § 1. LEUWEN. De voorste Steenkampen, welke het naast aan de molen sijn gelegen, bestaande in twee akkers bouwland naast de molenstraat, met den soogenaamden Eykenpas en de drie akkers bouwland beneden gemelte pas gelegen, blijvende den uytweg tussen dit en de middelste Steenkampen in gemeenschap, en de halve slooten 'van dit en al de parceelen blijven in éygendom bij deselve, groot ongeveer twee mergen, sijnde thans een bgsonder leen en afgespleten van den Leuwenberg, opgedragen door Anthony Eoelofs Smits aan Geurt Albers van Elk en Maria E ij k e n, ehelieden, die daar weder mede beleend sijn, 26 Jung 1780. Deselve ehelieden dragen dit leen op aan Hendrik Schans, Hendrik Derksen van der Hurck, Jan Janssen van Lent en Arent Derks Soetekouw, die daar weder mede als een onverdeeld leen beleend sgn, 9 April 1783. Afgespleten van 49 § 1. 49 § 2. LEUWEN. Een huys met aneie bouwland en houtgewasch, te samen groot ongeveer vier hond, ompaald ten oosten Hendrik Schans, 'ten westen Huybert Janssen, ten zuyden de weduwe Anthony Smits en ten noorden Derk van Someren, staande en gelegen nabij de molenstraat, sijnde thans een bgsonder leen en afgespleten van de. voorste Steenkampen, opgedragen door Jan Janssen van Lent, soo voor sig als namens zgn vrouw Geuske van Tien, aan Tennis Johan nissen van der Hurck, die daar weder mede beleend is, 20 Pebruarg 1786. Deselve en Aligonda van de Niers, ehelieden, belasten dit leen met seven honderd gl. ten behoeve van Anna Maria van Coolwgk, 24 Maart 1791. 119 Afgespleten van 49. 49 § 3. LEUWEN; De middelste Steenkampen, strekkende tot aan den uytweg, welke tot een scheydinge moet blijven met de agterste Steenkampen, in soo verre dat den eygenaar van de agterste Steenkampen, alleenljjk den uytweg voor hem daarover sal kunnen gebruyken, sullende de gemelde scheydinge over den langen akker bouwland, naast de molenstraat gelegen, doorgaan tot de gemelde straat, en wel ter breedte van gemelde scheydinge, groot ongeveer twee mergen, sgnde thans een bgsonder leen en afgespleten van den Leuwenberg, opgedragen door Anthony Eoelofs Smits aan Derk van Someren, Hendrik Derks van der Hurck, Cornelis Janssen E ij k e n en Gerrit Timmerman, gder voor een vierde, die daar weder mede als een onverdeeld leen beleend sgn, 26 Jung 1780. Afgespleten van 49 § 3. 49 § 4. LEUWEN. Een parceel lands met een daarop staande huys, sgnde een-vierde gedeelte van de middelste Steenkampen, thans een bijsonder leen en afgespleten van de middelste Steenkampen, opgedragen door Hendrik Derks van der Hurck (nae bekomen approbatie van coop) aan Otto Meynhardt, die daar weder mede beleend is, 18 April 1789. Afgespleten van 49 § 3. 49 § 5. LEUWEN. Huys, hof, boomgaardje en een akker bouwland, te samen groot twee hond, beland ten oosten Hendrik Dirks van der Hurck, westen Cornelis Egken, zuyden Arent Soetekauw en noorden Gerrit van Heek, sgnde thans een bijsonder leen en afgespleten van de middelste Steenkampen. De voogden over de drie minderjarige kinderen van wijlen Gerrit T i mm e r m a n s, soo in eerste als tweede ehe verwekt 1), laten (naedat dit leen ten naeme der geseydè onmondigen was overgebragt) registreren een gerigtelgk transport d.d. 25 May 1796, waarbij sij hetselve cederen aan Johannis Dikkers en Mijntjen van Toor, ehelieden, verzoekende oversulks dat hetselve op" haarl. als koopers worde overgetekent, 26 May 1796. ») Teuntien, kind van Engelina van Tongeren, Engel en Hermina, kinderen van Jennekon G u b b e 1 s (Leenakte). 120 Afgespleten van 49. 49 § 6. LEUWEN. De agterste Steenkampen, groot ongeveer twee mergen, sgnde thans een bijsonder leen en afgespleten van den Leuwenberg, opgedragen door Anthony Eoelofs Smits aan Gerrit van Heek en Maria Smits, ehelieden, die daar weder mede beleend sgn, 26 Jung 1780. Afgespleten van 49. 49 § 7. LEUWEN. De drie akkers bouwland, gelegen voor het huys van Geertruyd van Merkenhoff, groot ongeveer drie hond, sgnde thans een bgsonder leen en afgespleten van den Leuwenberg, opgedragen door Anthony Eoelofs Smits aan Derk Soetekauw en Geertruy van der Mark, ehelieden, die daar weder mede beleend sijn, 26 Junij 1780. Geertruy van der Mark draagt dit leen op aan haar schoonsoon en dogter Nicolaas B a r b a r y en Petronella Soetekauw, ehelieden, die daar weder mede heleend sgn, 13 May 1794. Afgespleten van 49. 49 § 8. LEUWEN. De pas boven en rondomme de drie akkers bouwland gelegen, strekkende aan den oostenkant tot de sloot van twee akkers bouwland, blgvende den uytweg, gaande en leggende in dit parceel, ten gebruyke van de eygenaars van het sesde en sevende parceel, met conditie dat de eygenaars sullen moeten gedogen, dat Hermen Peld gedurende sgn leven het gebruyk van het huys, waarin hij woont, nevens het hoekje land sal behouden, sullende nae sgn overlijden gemelte huys door sgne erfgenaemen ten haren voordeele moeten worden afgebroken, maar het hoekje land nevens het land des huysplaatse sal aan de eygenaars verblijven, groot ongeveer eene mergen, sgnde thans een bijsonder leen en afgespleten van den Leuwenberg, opgedragen door Anthony Eoelofs Smits aan Willem Fransen van Dreumel en Gijsbertje Spijck, ehelieden; Hent Meges en, Maria Franssen van Dreumel, ehel.; Francis van Dreumel en Maria H e n g s k e s, ehel., die daar weder mede als een onverdeeld leen beleend sijn, 26 Junij 1780. Willem Fransen van Dreumel voor sig en namens sijne medeparticipanten draagt dit leen op aan Jan'Cornelis Soetekouw, die daar weder mede beleend is, 28 April 1790. 121 Afgespleten van 49. 49 § 9. LEUWEN. Het huys staande aan de ringkade met twee akkers bouwland daar anex, met bet houtgewasch staande aan de suydekant van de ringkade en. strekkende soo verre gemelte land is leggende, groot ongeveer eene mergen, sijnde thans een bgsonder leen en afgespleten van den Leuwenberg,. opgedragen door Anthony Eoelofs Smits aan Derk Peeters van Ooyen en Johanna S p g c k, ehelieden, die daar weder mede beleend sgn, 26 Jung 1780. Afgespleten van 49. 49 § 10. LEUWEN. Al het houtgewasch binnen de ringkade met de visserijen, voor soo verre den eygendom van deselve aan Anthony Eoelofs Smits heeft behoort, met de pas en bepotinge buyten de ringkade agter de kerk, voor twee hond in de quel, sgnde thans een bgsonder leen en afgespleten van den Leuwenberg, opgedragen door Anthony Eoelofs Smits aan Johannes van der Hurck en Willemina Derksen, ehelieden, die daar weder mede beleend sgn, 26 Jung 1780. Johan van der Hurck als oudste soon nae dode sgner ouderen voor sig en namens sgn vrouw Seyntie van Soelen beleend, 23 Novemb. 1790. Deselve ehelieden dragen dit leen op aan Eembout van Biemsdijck, die daar weder mede beleend is, 15 Aug. 1792. 50. LEWEN. Thuys to Lewen, met den tween voorgeborchten, inet graven ende hongerden, ende met sestich hollantsche mergen landts daerto gehorende, gelegen in den kerspel van Lewen, tusschen Maes ende Wael, tot Zutphenschen rechten bg Heymerich van Drueten opgedragen, a°. 1417. Willem van Drueten tuchtigt sijn vrou Gudelt van Drueten, a°. 1420. Idem ontfenckt sgne borch ende huys tot Lewen, als dat boven ende beneden met. den voorgeborchte, met graven ende wateren binnen, den cingel gelegen, ende als heer Willem van Drueten, ridder, zal. had doen timmeren; voort alle artlant ende erve, dat tot den voors. borch ende huys gehoort ende daer omher gelegen in den kerspel van Lewen tot den meulenwerff to an dat overste eynde, tot der straten to bij der hoffstat, daer Aleyt Hugen op plach te wonen, an dat nederste eynde, ende an die Wale to an d een sgde, ende voort tot der straten to die van Puflick tot Lewen gaet an d'ander sijde; item eenen weert, gelegen in den gerichte van Lewen in den Wale, boven Steven Heylwichensoon, tusschen Bullinxweerde an d'een sgde ende den dgck van Lewen an d'ander sgde, a°. 1424. Heymerich van Bynsfelt transporteert dit also op sijnen broder 122 Werner van Bynsfelt, a°. 1452. Gadert van den Poll, ridder, bij transport Werners voorn., a°. 1455. Herman van den Poll, erve sijnes vaders Gaerts, 11 Januarii 1482. Idem eedt vernijt, a°. 1501. Gaert van den Poll, erve sijnes vaders Hermans, a°. 1514. Gijsbert van den Poll, erve sijnes broders Gaerts, 22 Januarii 1525. Idem eedt verngt, 24 Octobris 1538. Idem, 8 Maii 1544. Idem, 26 Junii 1556. Herman van den Poll, erve sijnes vaders Gijsberts, 17 Martii 1560. Idem tuchtigt sijn vrouw Maria van Isendorn, 5 Novembris 1566. Gertrud van den Poll, huysfrou Diedrix van den Boetzeler, erve hares vaders Hermans, 22 Septembris 1596. Ggsbert van den Boetzler, erve sijner moder Gertrud, beleent, 1 Januarii 1602. Derck van und in dem Boetseler als erve sijnnes vaders Ggsberts beleent, den 23 Aprill 1629. Zweder van den Boetseler beleent uuyt cracht van maegescheyt "•), den 27 Februarg 1635. Idem laet de tucht in sijnne houwelixe vurwarden angetagen appröberen, den 30 October 1641. • Idem vergroot dit leen met een camp lants, groot ses margen, genoemt den Juffereneamp, met een camp, groot vier margen, de veertien roeden genoemt, een camp, groot sevende halve margen, genoemt de Saeyweert, een camp, groot drie margen, den Stoekweert genoemt, noch een camp, groot veertienden halven margen, genoemt het Middelstuck, item een camp, groot vijf margen, genoemt Princensant, noch een camp genoemt Copsweert, groot seven margen, noch eenen camp genoemt den ouden weert, groot tien margen, soo ende in aller gestalte deselve landerijen gelegen sijn buytendgcks in den karspel van Druyten, in den ampte tusschen Maes ende Wael; ende dan noch een boomgaert, groot vierdehalven margen, genoemt de Keulsche hofstadt, gelegen binnendijeks over ende lanx de Puffelijxe straet, ende eyntelijck noch een boomgaert, groot drie margen, langs de voors. straet aen de oostsijde ncffens den voors. boomgaert almede binnendijeks gelegen in den karspel van Leeuwen, mitsgaders de timmeringen ende melioratien aen den borch ende huys tot Leeuwen ende daeronder gehoorende goederen gedaen; alle welcke parceelen van vrij ende allodiael goet tot leen gemaeckt sijn om met het huys ende borch tot Leeuwen als een leen verheft te worden; ende is in dier voegen daermede beleent Sweder van den Boetzelaer tot Leeuwen, amptman in Maes ende Wael, den 23 Mey 1670. Idem ende vrouwe Johanna Adelheyt van Plodroff laeten haer dispositie appröberen, eodem die. Vrouwe Johanna Adelheyt van Flodroff, weduwe, beleent, den 18 Mey 1680. ') Blijkens het extract magescheid den 12 Juni 1629 opgericht, aanwezig in de Losse bescheiden, was by de derde zoon van Gijsbert; vorder worden nog als kinderen genoemd Diederik, Arnoult, Catarina en Geertruyt. 128 Johanna Dorothea Quaet van Wyckraet, erve haeres grootvaders Sweder van den Boetzelaer, heieent, den 3 Mey 1682. Johan Arnolt Quaet van Wyckraet, haer vader, is huider. Eadem, mundich goworden sijnde ende eedt vernieuwt hebhende door Johan Bartram Arnolt van Diepenbroeck, haer eheheer, laet haere besloten dispositie appröberen, den 11 December 1691. Dorothea Sibilla van Diepenbroeck, dochter van der Empel, beleent uyt cracht van dispositie van vrouwe Dorothea Johanna van Quaet van Wyckraet, ehegemalinne van Johan Bartram Arnolt van Diepenbroeck, heer van der Empel *), den 25 October 1692. Steven Vincent van Quaet van Wyckraet, heer tot Cruysbergen, erve ab intestato sijnes susters vrouwe Dorothea Johanna van Quaet van Wykraet, vrouwe tot der Empel, den 18 Martii 1693. Jacob heer van en tot Wassenaer-Opdam laet, 'nae voorgaende communicatie aen de naeste vrienden, de besloten dispositie van Sweder van den Boetzeler tot Leeuwen en vrouwe Johanna Adelheyt van Elodroff openen en het origineel aan de liasse hechten, den 28 Febr. 1694. Steven Vincent van Quaet van Wyckraet tugtigt sgn ehevrouwe Elbertina Johanna Maria van en tot der Hoeven, den 6 Septemb. 1695. Idem ende vrouwe Elbregt Janne Marie van ende tot der Hoeven, egtelieden, laten haer besloten dispositie appröberen, den 2 Septemb. 1696. Elbertina Johanna Maria van en tot der Hoeven, erfgenaem haers mans voorn., ex testamento beleent, den 2 Maert 1697. Eadem doet, na voorgaende citatie van de naeste geinteresseerdens, de beslote dispositie openen, den 31 May 1697. Anna Catarina van en tot deh Boetselaer, erfgenaem van Stephen Vincent van Quaet van Wykraet, beleent door haer man Johan Albrecht van Wylick, den 18 Junij 1697. Eadem renuntieert van de aditie sub beneficio inventarii en laet haer als pure erfgenaem belenen door haer man, den 1 Octob. 1697. Elbertina Johanna Maria van en tot der Hoeve doet den eet verniwen na de dood van haren huider, den 23 Julij 1700. Anna Catarina van Wylich van den Boetselaer a) laat appröberen de huwelijxvoorwaerden ende de verbanden daerin begrepen tussen Alexander van der Capellen tot Hagen en haer dogter Sophia Margaretha Catherina den 24 Julij 1705 opgerigt, en een copieautentiq besloten op de Leenkamer leggen, den 7 Aug. 1705. Eadem laet appröberen de huwelijxvoorwaerden tussen Samuel van Hertenvelt en haer dogter Maria Anna Isabella den 28 Martii 1702 opgerigt, 18 Aug. 1705. Caerl Frederik van Wylik tot den Boetselaer, swaksinnig, erfgenaem sijns moeders Anna Catharina van en tot den Boetselaer, beleent door sijne mombers, 26 April 1715. Deselve sijne mombers dragen dit leen op aen Caerl Philip graef van Flodroff, die daer weder mede beleent is, eodem die. *) Haar schoonzuster (Leenakte). ■') Zij wordt in deze akte douariere genoemd. 124 Antonis Hoppenbsouwer, Joost Solner en Eustatius Pleger laten registreren haer protest tegens de opdragten te doen door de graven van Flodrof en Stirnm, nit kragt van de procedure op het regt van koop door de graven en gravinnen van Stirnm verkregen voor 't scholtegerigt van Zutphen, 17 Nov. 1729. Michiel Onkruyt, als hoven, 19 Novemb. 1729. Johan Mes, als boven, 22 Novemb. 1729. J. C. Copes van Hasselt, gesubstitueerde volmagtiger van den prince Wisniowilski, gemael en momber van vrouw Tecla princesse Wisniowilska, geborene princesse' Radzevill, krijgt consent om op dit leen te procederen voor'een summa van twemael honderdduysend guld., so ras de approbatie van de overgifte van den grave van Flodroff en vervolgens transport door denselven aan de familie van Styrum sal sgn geschied, om daardoor te gewinnen effect van sekere conventie, 28 Novemb. 1739. Carel Philip grave van Flodroff verbind dit leen, bevorens hetselve te 'transporteren aan de familie van Styrum, voor alle actiën, so verscheyden crediteuren van den grave en gravinne van Styrum onder het scholtampt van Zutphen bij peyndinge of arrest hebben geëntameerd op alle actiën, in specie sommige op het regt van koop alleen, ten sijnen behoeve, 20 May 1740. Idem draagt dit leen op'aan den Grave en gravinnen van Styrum1), die daarmede beleend sijn, eodem die. Deselven stellen dit leen in handen van den heer stadhouder der leenen, eodem die. Georg grave van Flemming laet appröberen twee conventien, naementhjk van den 1 Jung 1737 en van den ... Aug. 1739, en die quoad clausulas concernentes registreren, eodem die. Diederik Christoffel van Godschal, generale volmagtiger van de princesse Wisniowiiska, verklaard het gestipuleerde bg gemelte conventien te •sijn voor rekeninge van den grave van Flemming, eodem die. Mr. Johan Coenraed Copes van Hasselt, volmagtiger van voorn, grave van Flemming, versoeckt en obtineerd investiture met dit leen, eodem die. Isabella gravinne van Fleming, eenige dogter en universele erfgename van haar vader Georg Ditloff grave van Fleming, beleend, 7 April 1772. Adam Czartprysky en Isabella geb. van Fleming, ehegemalin, dragen dit leen op aan Salomon Johan van Gersdorff, die daermede pro se et nomine uxoris Maria Barbara Desobry beleend is, 17 Maart 1773. Deselve ehelieden laten hare twe eensluydende testamenten van den 3 April 1779 aproberen, 6 April 1779. Deselve ehelieden dragen dit leen (nae bekomen approbatie van het coopscontract) op aan Adriaan Boesses, die daar weder mede beleend is, 19 Decemb. 1783. ') Otto Ernst Gelder, gen. met Anna Lucia van Klinkenbergh, voorts Maria Anna en Eleonora Amelia Frederica v. Limburg Styrum (Leenakte). 125 Idem en Anna Sybylla Haselkamp, ehelieden, laten haar besloten testament yan den 29 Aug. appröberen, 23 Septemb. 1790. 51. PUFLICK. Een hoffstadt ende huysinge geheyten Schorrenberch, gelegen in den kerspel yan Puflick, haldende omtrent 18 mergen landts daerto gehorende, met den eenen eynde langs de gemeyn straet ende met der eener sijden, ende an d'ander sijde naest geerft Kijcolt yan Herwerden ende sijn kinderen ende Gerrit Breuwen kinderen, ende an dat nederste eynde Herman yan Schorrenberch ende Mette Vluggers met heuren kinderen, waerah Herman yan Schorrenberch. tuchtigt. sgn huysfrou Heylwich, a°. 1445. Idem ontfangen, 30 Julii 1481. Hier staet: gelegen hg erffnisse Henricks yan Mekeren, tot Zutphenschen rechten. Idem eedt vernijt, a°. 1501. Hier staet: daer naest gelant is Heymerick yan. Mekeren Gaertsz. an d'een sgde end die gemeen stege an d'ander sijde. Dirck yan Mekeren Janssoon bg transport Jacobs yan Scharrenberch, sgns ooms, a°. 1517. Idem tuchtigt sgn huysfrou Elisabet van W ij h e, 12 Martii 1529. Idem eedt verngt, 25 Septembris 1538. Idem, 29 Junii 1544. Herman van Mekeren, erve sgnes vaders Dircks, 23 Maii 1547. Idem eedt verngt, 24 Junii 1556. Johan van Mekeren bg maechgescheyt beleent, 23 Junii 1573. Idem Dirckz. crigt octroy over sgne leen te dispenseren 1), 29 Octohris 1588. Derck van Mekeren, erve sijnes ooms Johans, crigt 4 maenden uutstel, 22 Februarii 1602. . Idem ontfengt, 28 Aprilis 1604 2). Idem bekent tselvè leen ontfangen te hebben tot behoeff sijnes neven Wilhelms van Erp, die na eedsvernijinge maeckt, so hg sonder echte lgffserven sterft, dat het op sgne neven Wilhem ende Henrick Vermeulen, gebroder, erven sal, om deur eenen voor een, ofte deur beyde voor twee leenen erkent te werden, ende so een sijns neven val nyet beleeft, dat het desselven kinderen half beërven sullen, 27 Martii 1618. Idem, 22 Januarii 1619. Balthasar van Erp, onmundich, erve sgnes vaders Willem, beleent, den 15 Julg 1643. Idem doet selve eedt, den 13 April 1660. Willem van Erp, erve sgnes ohems Balthasar van Erp, beleent, den 25 Nov. 1692. Diderik Aernt van Erp, erve sgns broeders Willem, beleent, 22 Oct. 1709. ') Omdat hij bij zijn vrouw Alerda van We li geen kinderen had (Leenakte). *) In deze akte wordt Johan van Mekeren „sgner moder broder" genoemd? 126 Balthasar Assueer van Erp, erve sijns broeders Diderik Aêrht, beleent, '5 Oct. 1716. Idem draegt dit leen op aen *) Aernt E y m e r s en sijn vrou Griet jen H e r m e n s, die daer weder mede beleent sgn, 17 Oct. 1719. De erfgenamen van Aernt Eymers en sijn vrou uyt hoofde van geapprobeerd maghescheyd beleend, 17 May 1741. Deselven dragen dit leen op aan Anthony Smits, die daarmede beleend is, eodem die. Idem, na bekomen approbatie 'van' sekere donatie en overgifte, draagt dit leen op aan Hendrik Smits, minderjarig'2), die uyt kragt van dien daar weder mede . beleend is, 4 April 1752. 52. PUPLICK. Dat huys ende hoffstadt tot Puflick, geheiten opten Holté, met twintich mergen landts daerbg gelegen, daer boven gelegen is die gemeyne leygrave van Puflick ende daeran beneden geerft is Alert van Puflick, voort een. molenstadt, bij den voors. huyse tot Puflick gelegen, tot Zutphenschen rechten. Alert van Puflich tuchtigt hieran sijn vrou Agnes, a°. 1400. Werner van Puflick ontfengt" een huys, hofstat, eenen wech ende molonstat, geheiten dat Holt, met xx mergen lants bij der hofstat gelegen, streckende op de Vischweert, a°. 1434. Henrick van Puflick bg overgifte Agnes van Apelterns, weduwe Alerts van Puflick, beleent, a°. 1455. Idem, a°. 1465. Idem eedt verngt, 30 Julii 1481 3). Alert van Puflick, erve sgnes vaders Henrix, a°. 1504. Henrick van Puflick, erve sgnes vaders Alerts, 16 Junii 1524. Idem tuchtigt sgn vrou Maria van Mekeren, 31 Maii 1527. Idem eedt verngt, 25 Septembris 1538. Idem, 4 Julii 1544. Idem, 20 Junii 1556. Ggsberta van Puflick ende Willem van Holthusen yersuecken confirmatie eener makinge ende behinderinge, dat Henrick voorn. nyet alienere, 21 Julii 1573. Eadem, weduwe Willems van Holthusen, beleent bg transport Henricks voorn., die sgn tucht behelt, 23 Novembris 1577. Eadem laet eed verngen haren man Balthasar van Nukereken gen. Ni ven hem, 20 Decembris 1600. Sandrina van Steenhuys, huysfrou Hermans van Se yen er, erve harer halven suster Ggsbertae voorn., beleent, 18 Aprilis 1603. ') Zijn vrouw is volgens de akte Antonetta van Voorst. 2) Zijn zoon (Leenakte). *) In deze akte wordt Agnes zijn moeder genoemd. 127 Eadem tucht haren man voorn., 17 Septembris 1604. Wilhem van Bomel, erve sijner nicht Sandrinae, beleent, 27 Martii 1618. Wilhem van Erp *) bij opdragt Wilhems van Bomel .beleent, 8 Novembris 1623. Baltasar van Erp, erve sgnnes vaders Willems, beleent, den 1 Meert 1654. Idem tnchticht sijn vrou Geertruyt van Bommel in dit leen haer leven lanck, den 12 May 1670. Willem van Erp, erve sgnes ohems Balthasar van Erp, beleent, den 25 Novemb. 1692. Idem draecht dit leen op aen sijn broeder Johan van Erp, die daermede beleent is, eódem die. Diderik Aernt van Erp, erve sgns broeders Willems,'beleent, 22©ctob. 1709. Balthasar Assueer van Erp, erve sgns broeders Diderik Aernt, beleent, 5 Oct. 1716. De drie onmundige kinderen van wijlen Wilhelm Assueer van Erp en ' Anna Christina van Hoen, in leven ehelieden, na afgemaakt versuym heleend, 20 April 1742. Deselven dragen dit leen op aan Frans van der Linden, borgemeester der stad Njjmegen, die daarmede wederom beleend is, eodem die. Hendrik van der Linden, erfgenaam sgns vaders Frans, beleend sijnde, draagt dit leen op aan Geurt J a c o b s e n, die daar weder mede beleend is, 24 May 1743. Willemina Smits, voormaals weduwe van Geurt Jacobsen, uyt hoofde van geapprobeerd magescheyd beleend, 5 Novemb. 1749. Huider Anthony van der S a n d, haar man. Jan 'en Barbara Geurts benevens de momberen van de minderjarige kinderen van Geurt Jacobsen en Willemina Smits, naderhand hertrout aan Anthony van dé Sand, laten appröberen en per clausulas concernentes registreren 't magescheyd van den 31 December 1761, 17 Novemb. 1762. Deselve uyt dien hoofde en na dode van Willemina Smits (voorbehoudens de tugt levenlank aan Anthony van de Sand) beleend, eodem die. 53. PUFLICK. Dat dagelix gericht tot Puflick, met sijnen tobehoren, item die hoffstat geheiten Darup, met heuren tobehoor, item 7 mergen landts gelegen op den Vlierwert, item die Meijer, met heuren tobehoren, gelegen te samen in den kerspel van Puflick, tot eenen Zutphenschen leene ontfangen bij Otto van Puflick, a°. 1402. Lijsbet van Puflick, huysfrou Florens van Mekeren, a°. 1416. Otto van Mekeren, erve sijnes vaders Floris, a°. 1461. Idem, a°. 1481. ') In de akte wordt zga vrouw genoemd Gijsberta van Nyk-erck gen. Nyvenheim. 128 Dirck van Mekeren Janssoon bij overgifte sijnes vaders beleent met een hofstat lants achter der kercken- van Puflick, holdende' omtrent 4 mergen, geheiten Dropt, noch 7 mergen lants to Puflick, geheiten die Vlierweèrt '), noch die Pufücksche Meire met der dagelixer heerliekheyt aldaer gelegen, a°. 1515 *). Idem tuchtigt sgn huysfrou Elisabet v a n W ij h e, 12 Martii 1529. Idem eedt verngt, 25 Septembris 1538. Idem eedt verngt, 24 Junii 1544. Johan van Mekeren, erve sgnes vaders Dircks, 3 Junii 1547. Idem eedt verngt, 20 Junii 1556. Idem tuchtigt sgn vrou Alart van Wely, 3 Januarii 1578. Derck van Mekeren, erve sijnes ooms Johans, beleent, 7 Julii 1601. Idem maeckt sgnen tweeden soon Arndt dit leen 8), 10 Martii 1621. Johan van Mekeren, erve sgnes vaders Dércks, beleent, 24 Augusti 1625. Adam van Meeckereri, erve sgnès vaders Johans, beleent, den 23 'Octob. 1663. Jan Joost van Meeckeren, erve sgnes vaders Adam, beleent, den 21 Pebruarij 1671. Idem draecht dit leen op aen Sweder van den Boetzelaer tot Leeuwen, amptman in Maes ende Wael, die daermede beleent is, den 24 Martii 1672. Vrouwe Johanna Adelheyt van Flodroff, weduwe van Sweder van den Boetzeler tot Leeuwen, beleent, den 18 Mey 1680. Verder1 als 50. ■ 54. PUPLICK. Acht mergen landts, geheyten den Blomenacker, an beyden sgden ende ant een eynde Willem van Druten, ende ant ander eynde Werner van Puflick ende sgn broder; item vgff mergen, geheiten den Bosencamp, an d'een sgde Baldeken van Lent ende an d'ander sgde Gerrit van Hoemen, ant een eynde Floris van Mekeren ende 't ander eynde schietende op der stegen, die geet tot Werners hoffstadt van Puflick, gelegen tsamen in den kerspel van Puflick, tot Zutphenschen rechten, bij Werner van Hese te leen gemaeckt tegen een gevrgt goet, naemlick 572 hont lants, gelegen in dat Broick, in den kerspel van Wadenoye, an d'een sijde Wemmers kinderen van den Steenhuys ende an d'ander sgde Jan Meynert Janssoon; item een hoffstadt, gelegen an den dgek, an d'een sgde Henrick van den Steenhuys ende an d'ander sgde der kercken erve; item 11 hont lants, gelegen op de Vergerden, an d'een sgde die Dompraest van Utrecht ende an ') In latere akten genoemd: Vliervoert. >) In het Leenboek staat: To gedencken; dat men Johan van Mekeren nyet en vyndt in den leenbuecken sel. hertogen Arnds, noch in den Bourgonschen, noch mijns gen. liefsten heren tegenwoordich, mer Ött van Mekeren heeft in den B'ourgonschen boeck ontfangen,. dat schijnt ditselven to wesen. «) Zjjn vrouw is Theodora van Woldenborch; zijn andere kinderen Johan en Maria (Leenakte). 129 d'ander sijde Jan van Wgck; item 51/» mergen lants, gelegen in de Henich, an beyden sijden gelegen Henrick Swarten erfgenamen ; item noch 5l/a mergen, gelegen op Anderingen, an d'een sgde Gerrit van Aerssen ende an d'ander sijde Henrick Swarten erfgenamen, a°. 1438. Eenige stucken landts geheiten den Krommencamp, den Rijpeamp, die Seventich roden, die Weyde, die Hoochlopen, den Korencamp, den Regenboge, een stuck op Apeltergeer; noch die windmeule tot Puflick, een thiende tot Zoelen, dat sestendeel van der groter thienden tot Avesaet; dat goet, dat Elsken van Benthem in tuchte besit, tot Meteren gelegen; al te verhergewaden met xv goltgulden. Otte van Apeltern, huysfrou Berichs van Gulick, is hiermede beleent, a°. 1425. 55. WYNSSEN. Wyndtsenreweert, thiendevrg, boven Kyvotzweert, met sijnen tohehoren, also verre als Diedrich Buttelier die te hebben plach, met den gerichte op denselven weerde, hoge ende lege, ende voort van Kyvotsweerde neder tot den hoiffgrave end tot den alden dijck, met allen sijnen anwasse, tot eenen Zutphenschen leene. Goossen van Wyndtsen ontfinck dit, a°. 1402. Heymerich van Wyntzen, erve sijns vaders Goeswijns, a°. 1414. Hier staet: streckende van den alden dijck bis ten halven diepen toe in de Wale, in de breyde ende in de lengde also verre als Wyntzender kerspel geet. Johanna van Winssen ontfengt den Winsenschen weert met sijnen tobehoren, als Floris vader den te halden plach, ende Floris is haer huider, a°. 1420. Johan van Wynsen bij transport sijner moder Johannae, weduwe Gosens van Wynsen, die hij weder tuchtigt, a°. 1424. Claes van Hyen bg transport Johans voorn., beheltlick Johannae hare tucht, a°. 1426. Derck Va eek bg transport Claes voorn., a°. 1428. Derck Vaeck Derckssoon beleent, beheltlick Joannae voorn, hare tucht, a°. 1436. Dat Carthuser clooster to Bemund bg transport Dircks voorn., ende Henrick Bover Dirckssoon js haer huider, a°. 1437. Meynert Boye, huider, in plaetse Henrick Bovers, a°. 1440. Idem, a°. 1465. Wilhem Noit, huider, a°. 1492. Johan van Huckelhaven, huider, a°. 1501. Peter van den Bosch, secretarius, huider, a°. 1520. Peter Not van Nijmegen, huider, a°. 1525. Nijmegen. ® 130 Derck Tan der Heyden, huider, 25 Septembris 1538. Idem eedt vernijt, a°. 1544. Eeiner van Gangelt, huider, 12 Junii 1556. 56. WINSSEM. Wolfenreweerdt, die Goossen van Winssen te halden plach, gelegen tot Winssen, boven naest Roevers erve, dat Johan van Eist nu besit, ende beneden die Carthuser van Rurmnnde, dat sij te leen halden, tot Zutphenschen rechten bg Floris van Winssen ontfangen, a°. 1439. 57. . OIJEN. Die heerliekheyt van Oije, met artlandt, bosch, broeck, water, weyde, in hogen, legen, natten ende drogen, met allen heuren rechten ende tobehoren. Ott van Broeckhusen, weduwe Segers van Broeckhusen, wordt getuchtigt, a°. 1465. Joh an van Gent, duslange in pandschap geholden hebbende, erhelt van de Landschap beleninge van de twee heerlickheyden Oijen ende Dieden voor twee besundere leenen, met sijn huys, conijnwranden, visscherien, sampt 13 mergen lants, daer het verbrande huys op gestaen heeft, noch 5 mergen genoomt Coelgens lant, item den Ossencamp, voort huys liggende, als onversterflicke erff- endestamleenen ten Zutphenschen rechten, 9 Januarii 1594. Idem tucht sijn vrou Wilhelma van Wachtendonck, 22 Octobris 1603. Walraven van Gent Johanssoon crigt 6 maenden uutstel, 14 Januarii 1615. Idem beleent, 19 Octobris 1615. Johan van Kettler, vrjjheer to Monjoye ende Amboten, churf.Brandenburgscher geheimbdte raet, bestalter kriegsoverste ende in den Clevischeni Gulickschen, Bergschen ende angehorigen landen verordente stadholder, bij opdragt Walravens van Gent beleent, 2 Septembris 1620. Johan Sigismund, Frederic Willem en Agnes Anna van Ketteler tot Monjoye als erfgenamen haeres vaders Johans beleent, den 19 Julij 1630. De weduwe van Johan Ketteler *) met oere soonen Hans Sigismund ende Fredric Willem belasten dit leen met 4000 silvore rixdaller ten proffijte van Arnolt frjjheeren van Wachtendonc, den 11 Februarij 1684. Fredrick Willem van Ketteler beleent uuyt cracht van broederlicke erfscheydunge ende deylinge den 5 Junij 1640 opgericht, den 27 Augusti 1646. Idem sijnne tucht *) ende dispositie approbeert, den 27 Augusti 1646. ') Catharina van Loo tot Wissnm (Leenakte). *) De tucht zijner vrouw Maria Sophia van Rockelfingh (Leenakte). 131 Idem laet sijnne lg"fftochte ende vordere beneficiën, als deselve sijnne huysfrou bij hihxvurwarden in dato den 7 December 1643 ver- spraecken heeft, appröberen, den 16 Meert 1649. Johan Henrick van Ketler, onmundig, erve sgnes vaders Willem Frederick, beleent, den 1 Julij 1650. Dr. Henrick Eygel, volmagtiger sijner moeder, is huider. Idem doet selfs eet, den 30 Jung 1669. Idem ende Jacob Ferdinant Sweers, heer tot Lantschadenhoff, nomine uxoris Louisa Catharina van Ketler 1), laeten appröberen het maechgescheyt op den 11 November 1669 binnen Arnhem opgericht ende renuntieert Louisa Catharina van den derden voet deses leens, den 11 November 1669. Idem. beswaert dit leen met 4000 g. ten behoeve van Jacob Ferdinant Sweers, als hij comt te trouwen off te sterven, eodem die. Idem laet appröberen sgn houlijxe vorwaerden met juffer Anna Margareta van derBoeijen geboren van Macken den 21 Mey 1671 opgericht, den 14 Sept. 1671. Hendrick Jan van Ketler ende vrouwe Anna Margareta van der Boegen draegen dit leen op aen Jacob Ferdinant Sweers de Landas, heer tot Lantschaedenhoff, ontfanger van de beden in Brabant ende president der stadt'sHartogenbosch, ende is daermede beleent, 20 Julg' 1680. Idem laet appröberen de houlijxe vorwaerden met vrouwe Elisabeth van Els, dochter tot Boelenham, den 18 Augusti opgericht, den 16 Octob. 1682. Idem vergroot dit leen met het recht van den tol op de rivier de Maese, te heffen ende te doen ontfangen op den voet ènde lgste als de andere tollen onder ende boven op de Maese ontfangen ende geheven worden, volgens institutie van keiser Carel de Vierde in dato den 17 Oct. 1366, alsmede het toLhuys; item hoff ende bomgart over het tolhuys liggende; item den coornwint- ende rosmeulen ende meulenhuys ende hoff; item alle de thinsen, soo in geit als hoenderen ende impost op de bieren; item het lant genoemt den Bausaert, steenhoven met des vorsters huys, bomgaerden ende alle gehoofften daeraan ende in leggende, soo ende gelijck hetselve landt rontom in de gemeine straet gelegen is; item den legen bomgaert, elsbos aen de conijneriwarande gelegen ; item eenen camp genoemt Jan van Lierscamp, gelegen aen den Zeedijck; item die twee middel weerden met annex e rgss weerden, rontom in de Mase gelegen, den eenen over de Ogense kercke ende den anderen over het dorp van Alphen; item de veeren op de Mase, soo met de pont als schuyten; item den Hogencamp met de annexe weert langs de Mase liggende; item de helft van de thienden der voors. heerlgckheyt Oijen; den 13 Novemb. 1682. Johan Sigismunt van Bylant, heer tot Halt, beleent, den 30 Sept! 1685. Jacob Ferdinant Sweers, heer tot Oijen ende Lantschaedenhoff, Appelthern etc, laet sgn besloten dispositie appröberen, den 15 Mèy 1689. Derck Jacob Sweers de Landas, onmnndig, erve sgnes vaders Jacob Ferdinant, beleent door sgn hulder Emont van Els, den 26 Martii 1694. ■) Zuster Tan Joban Hendrik voorn. (Leenakte). 132 Caspar van Eist tot Swaenenborch, als volmagtiger van vrouwe Elisabeth van Eist, douagiere van Jacob Ferdinant Sweers, als moeder ende voochdesse van haere kinderen, die mede bemachtigt is door Marten Christiaen Sweers de Landas, Hendrick Sweers de Landas ende juffer Maria Gratiana Sweers, heeft vertoont de besloten dispositie van Jacob Ferdinant Swéers de Landas, doén openen ende lesen, ende overmits den disponent versocht hadde, dat aen niemant openinge van sijnen boedel sonde worden gegeven, versochte hg, dat aen de vrouwe douagiere een copye authentyck van hetselve gegeven sgnde, hetselve testament weder toegesloten ende in de Leencamer bewaert mochte worden, hetwelck toegestaen is, den 12 Julg 1694. De weduwe van Johan Sigismund grave van Bylant, nomine fllii, beleent, den 7 Maert 1695. Jacob Derk Sweers de Landas, meerderjarig geworden, vernieuwt den eed, 6 Mey 1709. Idem laet appröberen het maeggescheid tussen hem en sgn susters *) opgerigt, waerbg hem dit leen toe werd gedeelt, 24 Mey 1709. Idem laet sgn beslote dispositie appröberen, 23 Aug. 1710. Hans Christoffel van Capelle en Ermgarda Louise Sweers de Landas, egtelieden, Jan Christoffel van Munchausen en Isabella Maria Sweers de Landas, egtelieden, en Johanna Elisabet Sweerts de Landas geven over, dat Johan Jacob van Westrenen en Helena Elisabet van Westrenen, wed. Bam sullen wesen gepraefereert met 35000 gulden, reets genegotieert, en nog van 40000 guldens, van deselven nog te negotiëren door Jacob Derk Sweers de Landas, voor sodane 50150 g. als deselven van haer voorn, broeder moeten hebben uit kragt van maeggescheid over den ouderlijke boedel den 24 Mey 1709 geapprobeert, 2 Maert 1725. Isabella Maria Sweers de Landas a), erfgenaam haars broeders Jacob Dirk> beleent, 19 Febr. 1756. Eadem, douariere van wglen Jan Christoffel van Munchausen, krggt consent om dit leen in vrgwillig verwin te mogen overgeven aan de crediteuren, ongepraejudicieert haar bereets verkregen regt van affectatie, 2 Oct. 1756. Elisabet Johanna Sweers de Landas, douariere van Borgert Hilmar van van Munchausen, beleent met het verkregen verwin, 18 Novemb. 1756. Isabella Maria Sweerts de Landas, douariere van Munchausen, draagt dit leen op aan Herbert Vermeulen, die daar weder mede beleend is, 8 Meert 1763. Idem en sgn vrouw Antonia Dorothea' Stein van Golonesse laten haar besloten testament van den 9 Decemb. 1766 appröberen,- 13 Decemb. 1766. Idem laat sgn besloten testament van den 7 October aproberen, 12 Oct. 1776. Gerrit Adriaan Vermeulen, erfgenaam ■ van sgn broeder Herbert, beleend, 20 Nov. 1784. ') Ermgarda Louisa, Isabella Maria en Johanna Elisabeth (Leenakte). *) In de akte wordt zij douariere en oudste zuster genoemd. 133 57* !9(i OIJEN. Een hofstat gelegen tot Oijen, tuschen erve Schillinx kinder op d' een spe ende die gemeyne straet op d' ander spe, welcker hofstat 2 hont is; item een mergen lants, tuschen erve Dircks Eoever Janssoons erfgenamen op d' een spe ende Johan Poelmans erfgenamen op d' ander spe, ontfinck Herman Poelmanssoon, a°. 1403. Een kempken lants van 17 honden met den graven, gelegen met eener spen heneven Jan Smeets kampe, met der ander spen benevens erven des heeren van Sevenbergen, voort met derselver sijden beneven erven Uden kinder van Tefelen, ontfinck Briene E1 i a s s o o n, a°. 1403. 4 hont lants op Dwermaden, met eener spen beneven der kercken lant; item x/2 mergen lants op den Uterdijck opt Nurot, met eener spe beneven erve des heeren van Megen, met der ander spe beneven erve Beien van Zuylen, item "ty2 mergen lants op den Middelweert, met der eener spe beneven Bompots erve, met der ander spe beneven erve Dircks Roever Arnts Musschensoon, item 5 hont op den Middelweert, tuschen erve des heeren van Gelre ende met der ander sijden beneven erve Erckenraide Dirck Sobben dochter; item 2 hont in de Nunigen, met der eener spen beneven erve Egens van Hoemen ende met der ander spen beneven erve Dirck Roevens Jan Boenen soons, ontfinck Ude van Tefelen Winandtssoon, a°. 1403. Wolter van Tefelen Willemssoon ontfinck eene camp lants van 16 honden met den graven, in den kerspel van Oijen gelegen, met der eener sijden Hermans erfgenamen van Dijck ende met der ander spen Herman van Bronckhorst, met den eenen eynde schietende op Henrix bouwinge van Lyer ende met den anderen eynde op Willems hofstat van Dpk, tot Zutphenschen rechten, a°. 1478. Catrin, Willem Elen dochter, ontfengt den Leencamp, holdende 3 mergen lants, tuschen Henrick van Bronckhorst ende Henrick van Lyers erfgenamen, 16 Februarii 1487. Bymmelsberg, drost tot Oijen, verwinnende dit met dpkrecht, heeft tselve verwin opgedragen Johan Schrage, diet segt te willen verheffen, eodem die. Willem van Tefelen erft eenen camp lants van 16 honden met den graven op spen soon Johan van Tefelen, a°. 1514. ') Deze beleeningen zijn door van Beidt gebracht op het Register der leenen buiten Gelderland, aldaar 55; zij staan hier beter op hare plaats. 134 Willem van Hnesden tot behoeft des gasthnyses van st. Job voor Utrecht an st. Catrinenpoort gelegen, hij transport Johans voorn., ontfengt 3 mergen lants, 12 Decembris 1518. Johan Krab hij transport des gasthuses ontfengt 3 mergen ofte 16 hont lants, daer an d' een sijd naest geerft is Peter Henrixsoon, an d' ander mijn joncker van Batenborch, noch an een ander sg'de '"ggsbert Peter Moerts, ende Bernt Peter Ggsbertssoon noch an een ander sgde, a°. 1520. Idem verngt eedt, 23 Septembris 1538. Derck Krab, erve sijnes vaders Johans, 25 Januarii 1548. Thonis Dirckssoon Krab crigt uutstel, 11 Martii 1555. Idem noch 2 maenden uutstel, 9 Junii 1556. Idem, als erve sgnes vaders beleent, 4 Novembris 1556. Herman Krab, onmundig, erve sijnes vaders Thonis, beleent, 18 Anrilis 1579. * Grietgen, Thonis dochter, erve hares broders Hermans, beleent, 7 Novembris 1600. Ende haer man Peter Janssoon doet hulde. Peter Eeinerssoon Pauwen, schultis t'Oijen ende Dieden, na opdragt Grietgen voorn, beleent, 18 Maii 1614. De Leencamp. Beiner Petersen Pauw, erve sijnes vaders Peter Eeiners off sijns broeders Jan Petersen, beleent, den 11 Decemb. 1652. Peter Pauw, erve sijnes vaders Beiner Petersen, beleent, 26 Martii 1677. Johanna Pauw, erfgenaem haers vaders Peter, beleent, 14 Decemb. 1703. Huider Beinier Tap, haer man. Reinier Tap en Johanna Pauw, egtelieden, dragen dit leen op aen Hendrik Pauw, die daer weder mede beleent is, 7 Sept. 1723. Anthony Willems, erfgenaem sgns neefs Hendrik Paeuw, beleent, 25 Mey 1735. Lambert Willems, erfgenaem sijns broeders Anthony, beleend, 25 May 1764. Jacob Huyperts, erfgenaam sijns ooms Lambert Willems, beleend. 30 May 1765. Jan de Paauw, erve sijns ooms Lambert Willems, beleend, 18 Junij 1765. Idem laat registreren een acte, ter griffie van desen Hove gepasseert, waarbij denselven renuntieert van sijn regt tot dit leen, 16 Januarii 1766. v Jacob Huyperts van Mensel draagt dit leen op aan Pieter Carel Jan Louwiese, die daar weder mede beleend is, 12Novemb. 1776. 135 58. DIEDEN. Die heerliekheyt van Dieden, duslange in pandschap heseten ende voortan te leen erholden als een onversterflick erffende stamleen, te Zutphenschen rechten, bij Johan van Gent, 9 Januarii 1594. Idem tucht sijn vrou Wilhelma vanWachtendonck, 22 Octohris 1603. Otto van Gent volgende de makinge sijnes vaders Johans beleent met de herlicheit van Dieden met haren tobehoren, ancleven ende gevolgen, 29 Februarii 1616. Idem maeckt, so hij sonder echte gebeurt sterft, dat dit erven sal op sijnen broder Wilhem, 8 Junii 1621. Johan Walraven van Genterve sijnnes vaders Otto, onmundich, beleent, don 2 Meert 1641. Heer Willem van Gent, sgn oom, huider. Idem doet selver eedt, den 27 Febr. 1663. Idem laet appröberen sijn houhjxe vorwaerden met vrouwe Margareta van Renesse opgericht 4), den 25 Januarij 1666. Otto Frederick van Gent, heer tot Dieden, als erve sijnes vaders Johan Walraven beleent, den 22 Decemb. 1684. Idem 3) verbind dit leen ten behoeve van Peter Ragay en Anna Broun, egtelieden, voor 18000 guld., den 21 Septemb. 1702. Sophia Emilia Maria de Gent, erfgenaem haers vaders Otto Frederick, beleent, 11 April 1707. Maria Agnis Ripperda, douariere de Gendt, en Sophia Amilia Maria van Gent dragen dit leen op ten behoeve van Matthias Lambertus Singendonk en Adam Jacob Smits, yder voor de gerechte helft, en is Matthias Lambertus Singendonk weder daermede beleent, 8 April 1724. Adam Jacob Smit en Anna Maria Bouwens, egtelieden, renuntieren en doen afstand van haer regt van koop en opdragt, cederende en transporterende hetselve ten behoeve van en aen Mathias Lambertus Singendonk, 26 Febr. 1725. Agnes Hoeuft voor haar selfs en in qualiteit als moeder en voogdesse van haar oudste minderjarige soon Coenraad Diderik Neomagus Singendonk, voorbehoudens haar regt van togt, beleend, 17 Martii 1742. Eadem laat registreren en appröberen seker declaratoir en draagt uyt dien hoofde dit leen op aan haar soon Coenraad Diderik Neomagus Singendonk, die daar weder mede beleend is, 22 Julij 1750. Idem laat appröberen en registreren een extract magescheyd 4) op den 7 Meert over den ouderlijken boedel opgerigt, en sig uyt dien hoofde ten allen overvloed beleenen, 5 Julij 1759. Idem laat appröberen het besloten testament den 6 December met sijne ehegemalinne Elisabeth Bonifacia Dierquens gepasseert, 12 Decemb. 1781. ') Volgens een Leenakte van 7 Mei 1687 is z|jn moeder Sophia Elisabeth van Wachtendonck. 2) Te Vorden den 3en December 1663 (Leenakte). *) En zijn gemalin Maria Agnes van Ripporda. (Leenakte). *) Uit net magescheid blijkt, dat de andere kinderen zijn: Matthias Johan, Maria Anna, gen. met Hendrik Jacob van Tuyl van Serooskerken, en Isabella Adelheid, geb. met Leonard de Casembrood. 136 Jan Matthias Singendonck laat het geopende testament van 6 Decemh. 1781 registreren, 22 May 1793. Idem als snccesseur feudaal ingevolge voors. testamentaire dispositie (onverminderd het vrugtgebruyk aan desselvs moeder) na dode sgns vaders Coenraad Diderik Neomagus beleend, eodem die. Denselven laat appröberen en registreren de huwlijkse voorwaarden den 19 Maart met Maria Wilhelmina Christina Elisabeth van der Brugghen opgerigt, 29 April 1794. 58*a l). DIEDEN. 7 hont lants, tot Dieden gelegen, tot den goede van Dieden gehorende, ontfinck Derich Albertssoon, a°. 1402. 8 hont lants, tot Dyeden in der heerliekheyt van Dyeden gelegen, tot Zutphenschen rechten, ontfinck Gerrit die S'c h e e r r e, a°. 1402. Johan Scheerer ontfinck 8 hont lants, gelegen in den kerspel van Dyeghden, a°. 1434. Gerrit Scheerre, erve sijnes vaders Johans, erft voort op sijn dochter Nenne, huysfrou Henrick Meussoon, 8 hont, gelegen in den kerspel van Dyegden, in der herlicheyt van Oijen, a°. 1512. Henricksken Scheeres, huysfrou Claes van D ij c k, beleent bg transport harer moder Nenne, 20 Maii 1529. Eadem transporteert op Maes Koenen 8 hont, geheiten den acker, 4 Januarii 1531. Idem verngt eedt, 19 Junii 1556. 58*b. DIEDEN. 4 hont lants, gelegen achter Diegden, met eener sgden negst Henrick Sebens ende met der ander sgden naest Jan van Dryes, met den eenen eynde an erve Albert Gobelssoon ende met den anderen' eynde schietende an erve Jan van Dryes voors., tot Kuixsen rechten, maer so het cleyn is tot Zutphenschen rechten ontfangen bg Henrick Lambertssoon als erve sijnes vaders, op sgn begeren, onangesien het nyet te boeck gevonden en wort, a°. 1465. ') Zie de noot op bladz. 133. 137 60 mergen lants, gelegen tot Dyechden buten- ende binnen* dijcx, met erffpacht ende thins, die daerto hoort; item die gifte van santé Laurentius altar in der kercken tot Dieghden, tsamen gelegen in den kerspel van Dieghden, tot eenen Zutphenschen leene ontfinck Henrick van Bronckhorst, a°. 1402. Herman van Bronckhorst beleent, a°. 1466. Henrick van Bronckhorst, erve sijnes vaders Hermans, a°. 1506. Jasper van Bronckhorst crigt uutstel 6 maenden om sich midlerwgl f ercondigen na desen leen, twelck sgne voorolderen gehad, ende daerto hg die naeste leenvolger were, nu bij anderen gebruickt, 22 Januarii 1548. Idem, erve sijnes ooms Henricks, ontfengt 60 mergen lants, to Diegden in der hèrlicheit van Ogen gelegen, met den gemael aldaer, met der giften enz., 18 Maii 1548. Idem verngt eedt, 29 Augusti 1558. Wemmer van Bronckhorst, erve sijnes vaders Jaspers, draegt dit op Otten van Gent, soon tot Ogen, 18 Januarii 1598. Herman Heyden- rgck sijn huider, diewgl hg onmundig is. Otto Frederick van Gent, heer tot Dieden', tegen behoorlgcke afdracht van het versuym beleent, 22 Decemb. 1684. Verder als 58. 59. HETEREN. Dat halve goet tot Thoeven met sgnen tobehoren, in den kerspel van He te ren, bg Wolter. K y v i t ontfangen, a°. 1388. Idem, burger tot Aernhem, ontfinck dat halve goet tot .Tonden, in Hetenre kerspel gelegen; item drye hont lants in Drieier kerspel gelegen, omtrent 20 oft 21 mergen ter goeder maten, tot Zutphenschen rechte, a°. 1403. Idem tuchtigt sijn vrou Elsken, dochter Rgkarts opt er Geest, a°. 1404. Dieselve tucht, a°. 1422. Rgkart Kyvit, erve sgns vaders, a°. 1424. Derck van Auwel Tilmanss. bg transport Bijcqugn Kyvits, a°. 1441. Jan van Auwel, priester, geheiten van Gelre, erve sgnes broders Derx, a°. 1450. Johan Janssoon op Boickweit voor sijn moder, wesende erve hares soons Johan van Auwel, a°. 1455. Henrick Fredrickssoon, erve sgnes neven Dercks van Auwel Tielmanssoon, a°. 1459. Beiner van den Sande bg transport Henrix voorn., eodem die. Idem vernijt, a°. 1465. Hier staet: dat halve goet tot Tonden, geheiten Tonden. Idem eedt vernijt, 3 Septembris 1473. Hier staet: holdende 16 mergen. Idem, 9 Septembris 1481. Idem, a°. 1492. Derck van den Sande, erve sgnes vaders Beiners, a°. 1504. 138 Henrica, erve hares soons Dercks, 24 Aprilis 1526. Johan van den Sande bg transport sijner moder Henricae, eodem die. Idem eedt vernijt, 2 Januarii 1539. Idem tuchtigt sijn huysfrou Anne van Zuyren, 16 Maii 1539. Reiner van den Sande, erve sijnes vaders Johans, 7 Octohris 1544, beheltlick die tucht sijner moder Ariné voorn. Idem crigt uutstel, 22 Junii 1556. Idem eedt vernijt, 15 Aprilis 1561. Henrica van den Sande, huysfrou Gijsberts van Mekeren, erve hares broders Reiners, 29 Decembris 1573. Eadem, weduwe, vernijt eedt deur haren soon Johan van Mekeren, heer to Meynerswgck, 20 Decembris 1595. Johan van Mekeren, erve sijner moder Henricae, beleent, 30 Januarii 1615 Gijsbert van Meeckeren, erve sgnnes vaders Johans, beleent, 11 Februarij 1642. Diderick van de Sande beleent bij transport Ggsberts van Meeckeren, den 7 May 1653. Carel van de Sande, erve agnes broeders Diederyck, beleent, den 19 Januarg 1663 2). Idem laet sgn dispositie appröberen, den 21 Januarg 1663. Elisabeth van de Sande, huysvrou van Willem Kelffken, out secre- tarius tot Nimwegen, beleent als erve haers broeders Carel, den 5 Martii 1666. Dr. Johan Kelffken, haer soon, is huider. Eadem laet haer besloten dispositie appröberen, den 27 April 1666. Dr. Johan Brantsen laet het maechgescheyt tusschen de erfgenaemen van Carel van de Sande s) opgericht appröberen ende registreren, den 28 April 1666. Elisabeth van de Sande laet haer andere besloten dispositie appröberen, den 13 Julij 1666. Dr. Johan Kelffken, Dr. Johan Brantsen *) ende Engelbert Beeckman, kinderen van Elisabeth van de Sande, laeten haerer moeder dispositie openen ende appröberen, den 22 Martii 1680. Dr. Johan Kelffken, schepen der stadt Nimmegen, erfgenaem sijnes moeders ende uyt cracht van haer dispositie beleent, den 13 Mey 1681. Idem heeft dit leen opgedraegen aen Dr. Ignatius van Wichen, voor hem selffs ende sgne consorten, den 18 Martii 1689. Wilhem van Wichen, erfgenaem sijns vaders Ignatius, beleent, 9 Aug. 1709. Idem draegt dit leen op aen Hendrik van Horwaerden, die daer weder medo beleent is, 19Mey 1718. *) Hier heet het goed weder Trioeven. *) Nu heet het goed ter Hoeven 3) Namelijk zijn zusters:' Elisabeth voorn., Maria, wed. van Dr. Louis de Voocht en Dr. Johan Brantsen, zoon van de zuster Beatrix. *) Gehuwd met Beatrix Kelffken. 139 Afgespleten van 59. 59 § 1. HETEEEN. Vijff morgen lants, afgespleten van het halve goed ten Hoeve met sijn toehehoren, in den amte van Overhetuwe, kerspel van Heteren gelegen, daervan Gerrit Derxsoon de wederhelft» toe te komen plag, als een bijsonder leen opgedragen door Hendrik van Herwaerden aen Jacob Troost en Wouterken Hendrix, egtelieden, die 'daer weder mede beleent sgn, 24 Jung 1718. Jacob Troost laet sgn beslote testament appröberen, 5 Oct. 1733. De. onmundige kinderen van Hendrik Troost uit kragt van testament van derselver grootvader Jacob Troost beleent, voorbehoudens Hendrik Troost de opkomsten van dien, 20 Oct. 1734. De Koeweyde. Derk Troost, meerderjarig geworden, vernieuwt eed, 3 Febr. 1758. Idem nevens sgn suster Jacomina laten 't magescheyd appröberen, eodem die. Jacomina Troost, beleent met dit leen, gelijk hetselve haar uyt hoofde van 't grootvaderlijk testament en geapprobeerd magescheyd aangekomen, is, eodem die. Eadem draagt dit leen op aan Derk Troost, die daar weder mede beleent is, 21. Aug. 1759. Hendrik van Lonkhuysen en Christina Engelina Troost laten registreren het magescheyd den 25 Junij 1796 over den ouderlgken boedel ') opgerigt en uyt hoofde van dien dit leen ten haaren naemen overtekenen, 29 Maart 1797. Afgespleten van 59. 59 § 2. HETEREN. Sekere weyde genaemt de Faertsweide, groot ongeveer vgf morgen, waer naest geland is oostwaerts de gemene straet, west Jan Venen, suid mede de gemene straet, noordwaerts Willem van Bemmel, afgespleten van het halve goet ten Hoeve, als een bijsonder leen opgedragen door Hendrik van Herwaerden aen Willem Hermsen Stoer en Beerntje Gerritsen, egtelieden, die daer weder mede beleent sgn, 2 Julij 1718. Deselven dragen dit leen op aen Peter Clasen, die daer weder mede beleent is, 7 Junij 1728. Nicolaas Peters, onmundig, erve sijns vaders Peter Claasen, en uyt hoofde van geapprobeerd magescheyd beleend, 1 Junij 1748. Idem, meerderjarig geworden, vernieuwt eed en draagt vervolgens dit ieen op aan Hendrik Samuels, die daar weder mede beleend is, 2 May 1772. ') Van Derk Troost en Gerritjo Janssen van Doorn. De andere kinderen zijn: Anna Hendrina, geh. met. Stoffel van Kraaykamp; Maria, goh. met Cornelis Breunisscu; Woutien, geh. met Jan van Beek; Jacoba Willemina, geh. met Bermen Speijers; Bcrendina, geh. met Hermen Addink; Hendrina, geh. met Geurt Geurtsen; Hendrik en Jan (Leenakte). 140 Afgespleten van-59. 59 § 3. - HÉTEREN. Een stuk boulants, groot ongeveer drie morgen, t'eindens 1 den boomgaert van de nabenoemde bouwinge gelegen, afgespleten van het halve goet ten Hoeve, als een hijsonder leen opgedragen door Hendrik van Herwaerden aen Hendrik van de Wael en Megteld Duim, egtelieden, die daer weder mede beleent sijn, 2 Aug. 1718. Aart van de Waal, erve sijns vaders Hendrik, en uyt hoofde van geap- probeerde contracten beleend, 23 May 1744. Gerrit van de Wael, erfgenaam sijns broeders Aart, beleend, 11 Decemb. 1773. Idem laat appröberen en per clausulas concernentes registreren sijn open testament van den 30 November 1773, eodem die. Hendrina Magdalena .van de Wael, na dode van Gerrit van de Wael en uyt kragt van derselver testamentaire dispositie, beleend, 9 Julij 1777. Huider Jan Barent Deppe, haar man. Eadem laat haar open testament van den 5 November registreren, 7 Novemb. 1785. Fredrik WiBielm M e ij e r en Hendrina Magdalena van de Wael laten haar huwlijkse voorwaarden van den 27 May registreren, 28 May 1795. Afgespleten van 59. 59 § 4' HETEEEN. Het Meulenstuk, groot ongeveer twe morgen, afgespleten van het halve goed ten Hoeve, als een hijsonder leen opdragen door Hendrik van Herwaerden aen Anneke Versteeg, wed. Derk H e n d r i x, die daer weder mede 'beleent is, 2 Aug. 1718. Huider Johannes Derx, haer soon. De kinderen en kintskihderen van Anneke Versteeg, wed. Derk Hendrix, in de acte genoemt *), als desselfs erfgenamen beleent, 1 April 1730. Deselven dragen dit leen op aen Geurt T e u n i s s e n, die daer weder mede beleent is, eodem die. Idem draagd dit leen op aan Grietjen Evers van Doesburg, die daar wederom mede beleend is door haar man Jan den Hartog als huider, 9 Novemb. 1742. Tennis Evers van Doesburg, erfgenaam sijns susters Grietjen, beleend, 15 May 1748. Gerritjen Evers van Doesburg, erve haars broeders Teunis, beleent, 13 Febr. 1751. Huider Elias Boekelman, haar man. Eadem draagt dit leen op aan Johan Wilbrennink, die daar weder mede beleent is, eodem die. Idem laat appröberen en registreren een extract uyt sgne huwlijksvoorwaarden den 13 Januarij 1769 mêt- Megteld Geertruyd van Hasselt opgerigt, 11 April 1769. ') Beerntje, geh. met Cornelis Benier; Catarina, geh. met Teunis Peters; Anna, gehmet Hendrik Troost; Elisabeth, geh. met Cornelis Jagers; en de kinderen van Jantje, geh. met Derk Otten, en van Bcndrina, geh. met Jan Crol. 141 Diederik ' Evert Wilbrenninck, minderjarig, erfgenaam sgns vaders Johan heleend, 12 May 1790. Huider Gillis van de Wall. Mechtéld Geertruyd van Hasselt, als moeder en legitime voogdesse over haren minderjarigen soon Diederik Evert, steld nae dode van Gillis van de Wall tot halder Dr. Johan Conrad van Hasselt, 3 Decemb. 1793. Afgespleten van 59. 59 § 5. HETEEEN. Twe en een halve morgen boulants, genaemt de Deurnt, met het huis daerop staende, noordwaerts Derk Martens, suid en westwaerts de wed. Cornelis Vermeer, oostwaerts, de polderstraet, afgespleten van het halve goed ten Hoeve, als een bgsonder leen opgedragen door Hendrik van Herwaerden aen Willem Laurens en Truyken Janssen, egtelieden, die daer weder mede beleent sgn, 20 Dec. 1718. Jan Willemsen, erfgenaam sijns vaders Willem Laurensen, beleend, 17 Dec. 1765. Idem draagt dit leen op aan Laurens Willemsen, die daar weder mede beleend is, 14 Maart 1778. I1/* morgen genaamt den Deurnt.' Afgespleten van 59 § 5. 59 § 6. • HETEEEN. Huys, hof en anexe land, samen groot ongeveer 11li mergen, bepaald oostwaart de erfgenamen Scherpenseel, ten westen de wed. Eoelof van de Pol en Jan Willemsen, zuydwaart de Geer en noordwaart Jan Willemsen voorn., als een bijsonder leen en afgespleten van twe en een halve mergen bouwlandt, den Deurnt genaamt, opgedragen door Jan Willemsen aan Cornelis Caspers, die daar weder mede beleend is, 17 Decemb. 1765. Idem laat sijne opene testamentaire dispositie appröberen, 15 Januarij 1791. Willem de Hartog Hendrikzoon, als in huwelijk hebbende Jannetje denHartog, laat registreren voorn, testament, en laat uyt hoofde yan dien dit leen, aller gestalte het hunlieden bij voors. testament is aangekomen, ten zijnen naamen nomine uxoris overteekenen, 20 van Wintermaand 1309. Afgespleten van 59. 59 § 7. HETEEEN. Huis, hof en boomgaert met hetgene daertoe behoort, groot ongeveer drie morgen, afgespleten van het halve goed ten Hoeve, als een bgsonder leen opgedragen door Hendrik van Herwaerden aen Tonis Peters en Catarina Derx, egtelieden, die daer weder mede beleent sgn, 24 Jung 1718. 142 Willem W i c h e r t s laat appröberen en registreren een gerigtelijk transport van den 7 November 1766, en sig uyt dien hoofde daarmede beleenen, 18 Decemb* 1766. Johanna Elisabeth Wicherts x) voor haar et nomine fratris et sororis na dode van haar vader Willem beleend, 3 Julg 1779. Eadem draagt dit leen op, soo voor sig als namens haar broeder en suster, aan Jacob van W ij k, die daar weder mede beleend is, eodem die. Eoelof E o e 1 o f s en Christina C o e n d e r s, ehelieden, laten registreren een gerigtelijk transport den 21 May ten haaren behoeve gedaan, en uyt hoofde van dien dit leeu ten haeren naeme ©vertekenen, 24 Jung 1797. Afgespleten van 59 § 7. 59 § 8. HETEEEN. Vijf akkers tabaksland, namentlijk den Driest, zijnde vier akkers, en een akker zijnde den Dwarsakker, tot hiertoe gehoort hebbende onder de hofsteede aan Eoelofs verkogt gelegen aan.de Agterstraat in het kerspel Heteren, hebbende, oostwaart den burger Wilbrenninck, westwaart Eoelof Eoelofs, zuydwaart de voors. Agterstraat en noordwaart de erven Dibbetz, als een bgsonder leen. Peter Eoodkamp en Jantie van Ni ftrik, ehelieden, laten registreren een gerigtelijk transport door Jacob van W ij k en Neeltje J oorman, ehelieden, den 26 September 1797 van dit leen ton behoeve van haarlieden gedaan, en uyt hoofde van dien hetselve ten haeren naeme' overtekenen, 4 November 1797. Afgespleten van 59. 59 § 9. HETEREN. Twe en een halve mergen lands, 't lange Gripstuk genoemt, sgnde een gedeelte en also een afgesplete parceel van het halve goed ten Hoeve, als een bgsonder leen opgedragen door Hendrik van Herwaerden aen Hendrgn Peters, wed. van Derk van E e n s s e n, die daer weder mede beleent is, 20 Decemb. 1724. Deselve draegt dit leen op aen Adriana Wilbrennink, wed. Eeinerus Bongaerts, die daer weder mede beleent is, eodem die. Catharina Judith Bon gard, erve haars moeders Adriana, beleend, 9 Julij 1745. Huider Evert Wilbrennink, haar man. Eadem stelt na dode haares mans tot nieuwen huider haar soon Johan Wilbrennink, 15 Novemb. 1753. Jan Wilbrennink, erfgenaam sijns moeders Catharina Judith, beleent, 25 Febr. 1768. Verder als 59 § 4. 'J Gehuwd met Petrus A b r e s c h (Leenakte). 148 59a. HETEREN. De helfte van omtrent twintich mergen lants, in Overbetuwe in den kerspel van Heteren gelegen, eertijts gênant het halve goet te Hoeven, daervan Johan van Meeckeren, heere tot Meynerswick, de ander twintich mergen toecompt, tot een besonder leen ontfangen bij Johan van de Warth, soone van Willem van do Warth, daervoor het Gerrit Derckssoon den 25 Februarij 1614 met sijn eygen helfte to leen ontfangen hadde, ten Zutphenschen rechten, den 14 Decemb. 1636. Ende dat geschiet sijnde in gevolge van de wil van sijmipn vader voors., verclaert sijn meeninge te sijn, dat dit leen onder hem ende sijnne drye susters, met namen Ermken, Naleken ende Geertruyt, gelickelic sal deylbaar sijn, soo nochtans, dat hij voor sijn vordel vooruuyttrecken ende behouden sal eenen keur mergen lants vant voors. leen off duysent gulden, daervoor ende daernaer met sijnne susters ter gelicker deylinge gaen in dese als andere goederen. Cornelis van de Wart beleent met vier margen lants, in Overbetuwen tot Heteren gelegen; daer oostwaerts naest belant sijn Jacob Jansen Vermeer ende ie- kinderen van Claes Rijcken, suydwaerts het goet van den Roden toorn, westwaerts Hendrick Jansen, noortwaerts den bandgck, door dode sijns vaders Jan hem aengecomen, den 12 Mey ï 1666. Steven van Cruchtendit leen bg publycke subhastatie aen hem gebracht hebbende, is daermede beleent, den 10 December 1681. Gerrit van Crugten, erfgenaem sijns vaders Steven, beleent, 14 Junij 1703. Idem laet appröberen het maeggescheid den 29 Aug. 1710 opgerigt tussen de gesamentlgke kinderen en erfgenamen van Steven van Crugten en Levina Thijssen, egtelieden *), 14 Novemb. 1718. Idem uit kragt van bovenstaende geapprobeerde maeggescheid beleent, eodem die. Idem draegt dit leen op 17 Julij 1726 aen Wilhem Jan van Dedem en Gerbrig van D e 1 e n, egtelieden, die daermede beleent sijn, 25 Septemb. 1726. Deselven laten haer beslote dispositie appröberen, 11 Sept. 1731. Gijsbert Willem van Dedem in qualiteit als erfuyter 2) beleend, 27 April 1741. Hermen Willem Jan van Lynden, onmundig, erve sgns grootvaders Willem Jan van Dedem, beleend, 21 May 1742. Huider Jasper Hendrik van Lynden, sijn vader. Idem, meerderjarig geworden, vernieuwt eed, 13 April 1751. ' Idem en Jacoba Louisa van Eek, ehelieden, dragen dit leen op aan Berent C r o 1 en Johanna Jansen, ehelieden, die daar weder mede beleend sijn, 13 Jung 1764. ') De kinderen z(jn: Gerhard, geh. met Maria Brouwer; Hendrina, geh. met Derck Tapper; Aletta, geh. met Gerhard, Altius; Hendrik en Johan, geh. met Catharina Cornclii. c) Hij was de zoon van Willem Jan. 144 Hendrik Jan van de Wal en Beelijen Crol, ehelieden,laten appröberen en registreren een conventie den 13 Maart 1787 met haar vader Berent Crol opgerigt, en waarbij haar dit leen is toe- en aanbedeeld, 8 May 1787. Deselve ehelieden beleend met dit leen, eodem die. 59b. HETEEEN. Een parceel bonwlandts, groot omtrent vierdenhalven mergen, gênant de nieuwe graeff, tot Heteren in den ampte van Overbetuwen gelegen, daer oostwartt de pastorie van Heteren naest gelant is ende de vicarie tot Wolffheese, znytwartt st. Agneten clooster tot Arnhem, westwartt hetselve clooster ende Willem van Settens erffgenamen, ende noortwart Jan Jacobs erff; nevens noch een hoffstedeken landt mettet bepaet daerop staende, ooc tot Heteren an den dick in sijnne bepalunge gelegen, ten Zutphensen rechten tot een besonder leen ontfangen bij Naleken van de Wartt1) uuyt cracht van lotcedule, beleent den 17 Aprill 1645. Johan Jacobs ende Neeltgen Peters van Sulecum uuyt cracht van coopcedule beleent, den 3 Augusti 1647, ende laet voort haere dispositie appröberen. Aert Hendricks, naer geapprobeorde maechgescheit tusschen hem en Jan Jacobs den 7 November 1662 opgericht, beleent met anderhalve margen, genoemt de mje graeff, den 7 November 1668. Jan Jacobs draegt sijn twee margen op aen Eoeloff Aertsen van de Wael, den 5 Mey 1676. Gerretjen Eoeloffs van Gelder, weduwe en boedelhoudersche van Aert Hendricks, beleent door Eoeloff Aerts van de Wael, haer soon en huider, den 18 April 1690. Anderhalve margen. Prensken van de Wael, weduwe van Pranck Cal ff, laet het maechgescheit tusschen de erfgenaemen van Gerretjen Eoeloffs van Gelder, wed. van Aert Hendricks, den 27 Mey opgericht appröberen en wort uyt cracht van hetselve maechgescheyt beleent met l1/» margen, den 28 Mey 1692. Eadem laet appröberen haer testamentaire dispositie, waerbij dit leen maekt aen haer neven Aert Crol en Gijsbertus Verlee, derselver huisvrouwen en erven, met exclusie van allen anderen, 13 Febr. 1720. Aert Crol, Gijsbert Verlee en Eoelof Aertse van de Wael, erfgenamen haars susters en moey Frenske van de Wael, beleent met anderhalve morgen, 10 Septemb. 1721. Deselven dragen dit op aen Johan Wilbrennink en Johanna N o e y, egtelieden, die daer weder mede beleent sijn, eodem die. •) Haar man is Johan Peters (Leenakte). 145 Everhard Wilbrennink, oudste soon en erfgenaem sijner ouderen Johan Wilbrennink en - Johanna Noey, beleent, 2 Meert 1734. Johan Wilbrennink, erfgenaam sijns vaders Evert,' beleent, 15 Novemb. 1753. Verder als 59 § 4. Afgespleten van 59b. 59b § 1. HETEEEN. Een parceel, groot omtrend twe mergen so bouw- als weyland, genaamt de Nieuwgraaf, nu Pothovens Nijgraaff, tot Heteren gelegen, daar oost- en zuydwaarts den rentmeester Wilbrennink naast geland is met de anderhalve mergen van de voors. Nijgraaf, westwaarts de erfgenamen van Hendrik van de Wael, noordwaarts Jan Willem van de Waal met een hofstedeken, als een bijsonder leen en afgesplit van het leen 59b ten Zutphenschen rechten ontfangen bg Jan Willem van de Waal als erfgenaam sgns vaders Eoelof *) en uyt hoofde van geapprobeerd magescheyd, 5 Aug. 1747. Jan Jacobs, pro se et nomine uxoris Maria Everdina Luib, benevens denselven en J. H. Schellekes als aangestelde voogden over den minderjarigen Evert van Harpen, laten aproberen en per clausulas concernentes registreren een magescheyd van den 29 Novemb. 1773, 27 Pebr. 1777. Deselve q.q. met dit leen beleend sgnde namens den minderjarigen Evert van Harpen, gelijk dat sgn moeder Catharina van Leeuwen uyt hoofde van 't vooraangetogene magescheyd 2), en door derselver dood op hem gedevolveert, draagen 't selve op aan Geurt S p e y a r d s, die daar weder mede beleend is, eodem die. Denselven en Jacoba Geurtsen, ehelieden, maken dit leen deelbaar onder hare na te latene kinderen, 3 Aug. 1787. 59c. HETEEEN. Een eleyn hoffstedeken lants, met allen bepaet daerop staende, soo groot ende cleyn 'tselve met allen sgnnen rechten ende toebehooren gelegen is in den kerspel van Heteren, oostwart de pastorie van Heteren, zuytwart Naleken van de Wart, westwart Grietgen Frans, noortwart den bandick, nevens noch vijff voet sehaerdick, daer booven gedickslaegt is Eeyner van Voorst ende beneden Eutger Hendricks, wekken dick daer nu voortaen bij sall blgven ende behooren, tot een besonder leen ten Zütphensen rechten opgedraegen door Johan Peters ende Naleken van de Wartt aen ') En moeder Catharina de Vree (Leenakte). ') Namelijk tusschen Gerrit van de Wael en Catharina van Leeuwen, wed. Willem van Harpen, met hare kinderen Johanna, Evert en Egbartus, over den boedel van hun oom en oud oom Jan Willem van de Wael (Leenakte). Nymegen. 10 146 Johan Jacobs ende Neeltgen Peters van Sulecum, echteluyden, die daermede beleent sijn, den 17 Aprill 1645. Idem draegt dit leen op aën Eoeloff Aertsen van de Wael, den 5 Mey 1676. Jan Wilhem van de Wael, voor sig en namens sijn suster en broeders Gerritje, Hendrik en Aert, alsmede namens de drie onmundige kinderen van sgn suster Johanna bij Egbert van Herper eheüjk geprocreeert, met namen Clasina, Wilhelmus, Francois en Cornelis, erfgenamen haers vaders ende grootvaders Eoelof Aertse van de Wael, beleent, 5 Januarij 1736. Jan Jacobs, prö se et nomine uxoris, enz. als 59b § 1. 59d. HETEEEN. Huys, hoff, boomgartt met eenen halven mergen hoplants, ende noch een stuck bouwlants, groot drye mergen, in twee parceelen teyndens den anderen gelegen, oostwart de erffgenamen van Cornelis Ontgt, zuytwartt de gemeene straet, westwart de pastorie van Heteren ende de erffgenamen van Tonis Jerephaes, ende noortwart het hoplant voors., gelegen in den kerspel van Heteren, nae voorgaende opdracht van de drye mergen bouwlants % tot een besonder leen uuyt cracht van" maegescheyt te leen ontfangen ten Zutphensen rechten bg' Eutger Hendrix ende Armgart van de Wart, sg'nne huysfrou, den 22 Oct. 1645. Hendrick Lu eb ende Armgart van de Wart, eheluyden, belasten dit leen met 800 g., 3 Julij 1658. Willem Eutgers, erve sgner moeder Armgart van de Wart, beleent, den 11 Oct. 1678. Gerret Eutgers, Steven Eutgers ende Peter Hendricks, nomine uxoris Fijtjen Eutgers, met dit leen beleent voor sulcke gerechticheden als haer door dode haeres moeders Ermgart van de Wart ende uyt cracht van dispositie, den 22 October 1645 geapprobeert, aencomen, den 14 Novemb. 1678. Willem Eutgers, erve sgnes broeders Gerrits, beleent sgnde, maeckt dit leen deilbaer onder sgne kinderen, 8 Decemb. 1684. Hendrik en Wilhem Eutgers, erfgenamen haers vaders Willem, beleent, 10 Febr. 1714. Derk Hendrik Eutgers, onmundig, erve sgns vaders Hendrik, beleend, 7 Jung' 1741. Idem, meerderjarig geworden sijnde, vernieuwt eed, 3 Aug. 1751. Deselve draagt dit leen op aan Hendrik Evers, die daar weder mede beleend is, eodem die. >) Door Wiilem Beynders en Geertruyt van de Wartt (Leenakte). 147 Aart de Witt en Gerardina Florentina Eutgers *), ehelieden, na dode van Hendrik Evèrs en uyt hoofde van geapprobeerdt magescheyd van den 1 Febr. 1765, beleend, 14 Febr. 1765. Idem, pro se et nomine uxoris, laat appröberen en registreren 't supletoir magescheyd a) van den 1 October 1765, 24 Oct. 1765. Deselve dragen dit leen op aan Evert Jan van Ommeren, minderjarig, die daar weder mede beleend is, 1 Febr. 1770. Huider Elbertus Jacobus van Ommeren, sijn vader. Evert Jan van Ommeren, meerderjarig geworden, vernieuwt eed, 15 Maart 1788. Idem en Allegonda Jacoba Verweyde, ehelieden, laten haar besloten testament van den 26 Maart appröberen, 27 Maart 1788. 60. HETEEEN. Dat halve goet tot Onden, in den kerspel van Heteren gelegen, tot Zutphenschen rechte bg Johan de Gruter Gerritssoon ontfangen, a°. 1403. Stijne Gruters, erve hares vaders Johans, beleent mitz, haren broder ende huider Gerrit, a°. 1418. Hier staet: dat goet Thoeven. Aleyt, weduwe Johan Gruters, ontfinck dat halve goet te Thoeven, gelegen in der Betuwe, in den kerspel van Heteren, daer Wolter Kyvit die ander helft aff plag te hebben, a°. 1423. Haer broder Gijsbert van der Hoeven doet hulde. Ende doe asvort heeft Aleyt vurs. datselve halve goit opgedragen in behoiff Stijnen, hoirre dochter, Johan Mynschartz wijff "). Stijne Gruters, huysfrou Johan Mynscharts, a°. 1424. Eadem, weduwe, eedt vernijt deur heuren soon Johan, a°. 1436. Eadem verngt, a°. 1465. Johan Mynschart vernijt eedt van omtrent 20 mergen, 29 Augusti 1473. Wolter van Eyl, 8 Martii 1475. Dirck van Eyl, erve sgnes vaders Wolters, 14 Decembris 1484. Wolter van Eyl, erve sijnes vaders Dircks, a°. 1518. Thgs van Broeckhusen bg transport Wolters ende Dircks van Eyl, gebroder, 26 Julii 1519. Hier staet: 5 stucken van 8, 4, 5, 2, 1, makende 20 mergen. Idem tuchtigt sijn vrou Anna van Presichaven, 20 Junii 1526. Idem eedt verngt, 29 Octobris 1538. Idem, a°. 1544. Bernt van Broeckhusen, erve sgnes vaders Thgs, 4 Februarii 1556. Cristina van Broeckhusen, huysfrou Henricks van Eek, bij transport hares broders Bernts, 16 Junii 1564. ') Voorheen gehuwd met Hendrik Evers; hnn kinderen zgn: Bernardina Hendrina Evers, geh. met Johan Fredrik Dietz, en Willemina Geertruy Evers (Leenakte). ') Met haren minderjarigen zoon Bernardus Evers (Leenakte). *) Het laatste uit de Leenakte. 148 Frijdach van Eek Henrickssoon crigt uutstel, 27 Martii 1583. Idem noch uutstel, 24 Martii 1593. Prijdach ende Jochim van Eek, gebroder, crigen uutstel, 25 Junii 1593. Noch een uutstel, 26 Septembris 1593. Prijdach voorn, crijgt noch uutstel, 6 Junii 1595. Idem beleent als erve sijner moder Cristinae, 14 Augusti 1595. Idem tucht sijn vrou Odilia van D o r t, 29 Julii 1610. Gerrit Dirckssoon *) bij opdragt Vrijdags voorn, beleent, 25 Februarii 1614. Jelis van Gent, mede als man ende momber van Jutgen T ij s s e n, als erve oerer.moge Geertruyt van de Wart, gewesene huysfrou van Gerrit Dercks, beleent met vier mergen, sijnde de helft van acht mergen, den 27 November 1630, ende maeckt dit leen deylbaer. Willem van de Wart Cornelissoon beleent met twee mergen, ooc als erve sijnner moije Geertruyt van de Wart, den 2 Decemb. 1630 Arien van Hoemen bg opdracht Jelis van Gent beleent met V-fe mergen lants, de hoge wey gênant, met den uuytwech over Rutger Hendrix landt, den 11 April 1635. Jelis van Gent met Jutgen Tijssen belasten haere resterende derdenhal ven mergen met de somma van 500 g., den 17 Mey 1636. Jenneken Jans, weduwe van Arien van Hoemen *), ontfanckt uuyt cracht van magescheyt tussen haer ende haer voorkint Johan van Hoemen opgericht l'/a mergen lants, ende maeckt dat naer haeren doot onder haere na te latene voor- ende naekinderen deylbaar, den 4 Januarg 1642. Emanuel van Gemert, als man ende momber sgner huysvrouwen Ermken van Gent, erfgename hares vaders Jelis, beleent met derdehalven mergen, den 5 December 1650. Ende draegt hetselve voorts op aen Johan van de Wart, eodem die. Cornelis van de Wart, erve sgnes vaders Johans, beleent, den 12 Mey 1666. Verder als 59a. 60a. HETEREN. Twee margen lants, gelegen in den ampte van Overbetuwen, kerspel van Heteren, aen den Heterensen weert ende dgek, gecomen uyt het halve goet eertgts het halve goet ter Hoeven genoemt, daervan Jan van Meeckeren, heer tot Meynerswgck, ende nu Dr. Diederik van de Sande, burgermeester der stadt Arnhem, de andere helfte toecomt, ten Zutphenschen rechten ontfangen bg Willem van de Wart, als erve sgner moege Geertruyt van de Wart, de gewesene huysvrouwe van Gerret Derckssoon, den 2 December 1680. *) Half ten behoeve van Willem van de Wart (Leenakte). •) Zie voor dit leen 60a. 3) Nu gehuwd met Hendrie Janssen (Leenakte). 149 Cornelis van de Wart, soone van Willem van de Wart, beleent met twee mergen lants, den 3 Novemb. 1637. Jan Baccart en Gijsbert van Mülicum, als mombaeren van de onmundige kinderen van Dr. Christiaen L o e f s ende Maria B a e c a r t "■), beleent sijnde, transporteren dese twee mergen aen Willem Kreyvenger, die daermede beleent is, den 1 Mey 1661. Dr. Johan Opten Noorth, burgermeester tot Arnhem, uyt cracht van verwin met consent van de leenheer gemaeckt, beleent, den 3 Mey 1667. Dr. Engelbert Opten Noorth, erfuiter van sijn vader Johans boedel en specialijk bij maeggescheid daertoe geauctoriseert, laet appröberen het maeggescheid van den 15en Junij laestleden *), waerbij dit leen toegedeelt is Eeinera Opten Noorth, den 20 Julij 1705. Reinera Opten Noorth, erfgenaem haers vaders Johan, uit kragt van 't bovenstaende maeggescheid beleent, den 5 Maert 1706. Dr. Micchiel van C o x i e, haer man, is huider. Deselve en Dr. Micchiel van Coxie, egtelieden, laten haer huwelg'xvoorwaerden appröberen, eodem die. Eeinera Opten Noorth nae • afsterven haers mans en huider eedt vernieuwt, 12 Maert 1716. Engelbert Opten Noorth, erfgenaem sijns susters Eeinera, beleent, 11 Nov. 1728. Eeynder Jan Opten Noorth na dode van Engelbert Opten Noorth beleend, 3 Aug. 1741. Anna Catharina Opten Noorth 8), erfgenaam van haar broeder Eeynder Jan, beleend, 16 Decemb. 1768. Johan van Brienen, erfgenaam van sijn moeder Anna Catharina, beleend, 18 May 1773. Engelbertha Wilhelma Opten Noorth, als successeurse feudaal van haar neeff Johan van Brienen, beleend, 26 Aug. 1786. Arnoldina Michilina Eeinira Opten Noorth, erfgename van haar suster Engelbertha Wilhelma, beleend, 30 October 1790. F. J. Ockhorst laat registreren een gerigtelijk transport d.d. 14 Januarg 1804 door Isac Ng'hoff als volmagtiger van Lodewg'k Arend van Ittersum en Johanna Sepina Bilderwina Adriana van der Merwede, ehelieden, ter zgner behoeven gepasseert, d.d. 28 Januarg 1804, en laat uyt hoofde van dien dit leen ten zijnen naamen overteekenen, eodem die. Zie verder ook het deel KWARTIER VAN VELUWE, bladz. 33 en vv. ') Erfgenamen van Cornelis van de Wart (Leenakte). a) Tusschen Engelbert voorn., geh. met Wilhelma Schas, Johan, Beynera, Nalida Verstegen, wed. van Joost Opten Noorth, nu gehuwd met Johan Opten Noorth als moeder van Geertruyd Sophia, Gijsbert Opten N., zoon van Reynder en Helena van Brienen. s) Weduwe mr. R. van Brienen (Leenakte). 150 61. HETEEEN. Den Boden thoren, met een stuck landts geheyten vijfthien mergen ende een stnck geheiten die Eep, tot eenen Zutphenschen leen ontfangen bij Johan van Heteren, a°. 1388. Idem, a°. 1402. Willem van Heteren, erve sgnes vaders Johans, ontfengt den Boden toren met 12 mergen lants geheiten die grote Winckel, met eenen camp van 8 mergen geheiten die grote vijfthien mergen; item vijff mergen geheiten die Ganskamp; item een stuck erffs geheiten die Eep, a°. 1429. Ende tuchtigt voort sgn wgff Aelbert van Heteren. Eoloff Mom bg transport Willems voorn., a°. 1444. Ende tuchtigt daeran sgn huysfrou Luytgarde./■ Idem, a°. 1465. Walraven Momme, erve sgnes vaders Eoloffs, 27 Martii 1474. Idem eedt verngt, 7 Augusti 1481. Idem, a°. 1493. Eoloff Mom, erve sgnes vaders Walravens, a°. 1510. Idem geeft revers van openinge des huyses. Idem eedt verngt, 17 Septembris 1538. Johan Mom crigt uutstel, 1 Septembris 1540. Walraven Mom, erve sgns vaders Eoloffs, 6 Maii 1544. Idem tuchtigt sgn vrou Catrina de Wilde van Eessenich, 29 Martii 1547. Eoloff Mom, onmundich, erve sgnes vaders Walravens, 18 Maii 1555. Idem eedt verngt, 20 Junii 1556. Catrin de Wilde vertijt op hare tucht Voor haren soon Otto Mom ende Anna Grammaye, eeluyden, 2 Aprilis 1580. Eadem, erve hares soons Eoloffs, 19 Octobris 1582. Otto Mom, erve sgner moder Catrine voorn., 9 Januarii 1591. Idem tucht sgn vrou Anna Grammay, 3 Novembris 1600. Idem draegt dit leen op aen sgne jongste dochter Catrin Mom, tocommende huysfrou van Arnt Spirinck, met believen harer oltsten suster Mariae, huysfrou Carls de Enter, 20 Novembris 1607. Eadem tuchtigt hare olderen voorn., 21 Novembris 1607. Ende verbint 't voorn, leen voor de voldoninge van 2500 g., an haer suster Maria belooft na dode harer olderen. Anthonia Mom vertijt op haer recht an den derden voet, 8 Martii 1621. Catharina Mom tuchtiget haeren man Arnt Spierinck, den 22 October 1636. Eadem laet eedt vernieuwen door Johan Carselis van Ulft den 15 Augusti 1637. Eadem vernieuwt den eedt door haeren soon Jacob Spierinck, den 24 Eebr. 1654. ') Wegens het overlijden van haren man. 151 Eadem ende haere kinderen *) laeten haer maechgescheit appröberen, den 1 Junij 1661. Eadem draecht dit leen op aen Christophel van Balveren, dijckgreef vanOverbetuwen, den 23 Mey 1665. Otto Spierinck, voor hem ende sijne broederen beleent, draecht een derden deel van dit leen op aen Christoffel van Balveren *), dijckgreef van Overbetuwen, met conditie dat die ander twee derden deelen oock aen hem sonder splissinge opgedraegen sullen mogen worden, den 25 Martii 1670, die daer ook mede beleent is. Otto Spierinck draegt dit leen op aen Jacob Christophel van Balveren, dijckgreef van Overbetuwen, die daermede beleent is, 11 Febr. 1671. Antonetta van Doëijenborch, huysvrou van Christophel Spierinck, als gemachtigde van haer man ende bij houlijxe vorwaerden desselfs recht hebbende, laet haer uyt cracht van Hoves sententie, approbatie ende consent van de Lantschap van den 16 Mey 1678, ende daerop gevolchde pandinge ende beschut ende tot noch toe erholden possessie, beleenen, den 21 Decemb. 1681. Christoffel Spiering ende juffer Antonetta Doëijenborch laeten haere houüjxe vorwaerden appröberen, den 24 October 1688. Idem geeft over sodane regt van koop, pantpenningen, van 's Hoves sententie en daerop gevolgde verwin, van huwelijxvoorwaerden, maeggeschëit als anders sou kunnen praetenderen, sonder enige reserve van regt daerop te behouden, aen Maria E g b e r t s, wed. Antony Alberts, den 29 Juüj 1698. Maria K r i e k m a n, huisvrou van Hendrik T o r n e e, laet haer beslote dispositie appröberen, 14 Juni 1714. Bij maeggescheid tussen Maria Eriekman 3) en hare kindereu den 27 Sept. 1714 opgerigt door Joost Vijg doen appröberen, waerbij dit recht hem toegedeelt is, 19 October 1714. Joost Vijg, Derk Jacob Vijg, onmundig, Hendrik en Jurryen Medefort, kinderen van Judith Hamer, Jan Jacob Hekier, vader en bloedmomber van sijn onmundige kinderen bij Deliana Hamers, erfgenamen van Maria Egberts, wed. Aelberts, uit kragt van gerigtelijke verkoping ende opdragt beleent, 16 Mey 1722. Jan Jacob Hekier, voor sig self en als vader en bloedmomber van sijn onmundige kinderen bij Deliana Hamer ehéhjk verwekt, en Bina de L eben, egtelieden, dragen de helft deses leens op aen Meijer Benedictus Levi G o m p e r s, minderjarig, die daer weder mede beleent is, 18 Julij 1731. Benedictus Levi Gompers als vader en momber van sjjn onmundige soon Meijer Benedictus Levi draegt de helft deses leens op aen Otto Boeleman Frederick van den Byland en Anna Constantia van Zevenaer, egtelieden, die daer weder mede beleent sijn, 21 Octob. 1733. ') Namelijk Otto, Jacob en Christophel Spierinck. *) En zijn kinderen bij Odilia van Assendelft (Leenakte). ") Haar le. man was Derck Haemer, haar 2e. Antony Alberts; de kinderen zijn: Deliana Haemer, geh. met Johan Jacob Heckelaer; -Judith Haemer, qerst geh. met Jurrien Me vort, nu met Joost Tijg; en diens zoon Derck Jacob Vijg (Leenakte). 152 roem x), pro se et q.q., draagt dit leen uyt een pure gifte op aan Sigismund Coenraad Eoeleman van Byland, sgn soon, die'daar weder mede beleent is, 14 Oct. 1751. Idem draagt dit leen op ten behoeve van de meer- en minderjarige kinderen van W. O. F. grave van Quadt totWyckraedt, bij wjjlen vrouwe Anna gravinne van Bylandt *) in ehe verwekt, 3 October 1769. Willem Carel Hendrik grave van Quadt, pro se en namens derselver minderjarige susters en broeder s), uyt kragt van gemelte afstand beleend, 6 Novemb. 1770. Isabella Constantia de Geer, douariere Quadt tot Wyckradt *), laat haar huwlgksvoorwaarden van den 14 December 1769, mede continerende de Igftugt haar leven lang, appröberen en registreren, 6 Novemb. 1771. Eadem als ad dies vitae usufructuaire besitterse beleend, 9 Oct. 1772. Maria Louisa gravinne van Quadt tot Wyckradt laat appröberen en per clausulas concernentes registreren het erfmagescheyd den 22 September 1785 over den boedel van haren vader Willem Otto Frederik opgerigt B), en waarbij haar dit leen is toe- en aanbedeeld, 7 Julg 1786. Eadem beleend met dit leen, eodem die. Deselve draagt dit leen op aan Geurt Speyards en Jacoba Geurtsen, ehelieden, die daar weder mede beleend sgn, 3 Aug. 1787. 61 § 1. HETEEEN. Een sesde part in den Boden toorn, te weeten het huis, hof en twaelf morgen lands, geheiten die grote Winkel; een kamp van agt mergen lands geheiten die vijftien morgen; item vijf mergen geheiten die Gansekamp, en een stuck erfs geheiten die Epe, groot ongeveer ses en twintig mergen te samen, so bouw- als weyland, so als het aen den dgkgraef Balveren is verkoft, waeraen tegenwoordig oost geerft is juffer de Eidder van Groenesteyn en de erfgenamen van Herman van Crugten, den olyslager, of wie met regt daer naest geland mogt wesen; afgesplit van den Eoden toorn, als een bgsonder leen ten Zutphense regten opgedragen door Derk Jacob V g g en Joost V g g aen Otto Boel eman Frederik van den Byland en Anna Constantia van Zevenaer, egtelieden, die daer weder mede beleent sgn, 21 October 1783. Verder als 61. *) Hier weduwnaar genoemd. 2) Zijn zuster (Leenakte). *) Anna Constantia, Maria en Otto (Leenakte). *) Willem Carel Hendrik voorn. ') Tusschén Otto en haar (Leenakte). 153 61 § 2. HETEEEN. Een sesde part in den Roden toorn, enz., opgedragen door Jürryen van Medevoort aen Benedictus Levi Gompers, die daer weder mede beleent is, ,4 October 1727. Idem draegt dit leen op aen Otto Eoeleman Frederik van den Byland en Anna Constantia van Zevenaer, egtelieden, 21 October 1733. Verder als 61. Een sesde part in den Roden toorn, enz., opgedragen door Hendrik van Mede voort aen Benedictus Levi Gompers, die daer weder mede beleent is, 25 Maert 1729. Verder als boven. Acht mergen vier hont lants ongeveerlick van 'tleen den Booden toorn, namentlic het weylant in de vijfftien mergen, naest de Drielse zeeg off die Eep gelegen, streckende met een eynde aen de Gansencamp ende metten ander eynde .neven lant de TJIften toebehoorende; noch vier dreven lants vant boulant van deselve vgfftien mergen, naer TJIften voors. lant gelegen; mitsgaders noch vier dreven van de ses mergen naer Veldens van Leerdams lant gelegen; voor affdeylunge van den darden voet vant leen den Boden toorn tot een besonder leen ten Zutphensen rechten opgedragen bg Catarina Mom, wed. Arnolt Spierinck, op Anna Mom, huysfrouw Carlls de E u t e r a), ende Otto van Beest van B e n o y, die ooc op 't recht van den darden voet vertgen, beleent, den 2 Meert 1643. Aleyda van Goltsteyn, wed. van Otto van Beest, beleent met de helft van acht mergen ende vier hondt landts, 12 Novemb. 1653. Frederick van de Velde ende Aleyda van Goltstein, voormaels weduwe van Otto van Beest, draegen de helfte van dit leen op aen Antony de Euyter tot den Uylenborch, dewelcke uyt cracht van die opdracht ende als erfgenaem van sgn moeder Anna Mom, wed. Euyter, beleent wort, den 3 Mey 1672. Met het geheel. Maria Hamers uit kragt van verwin beleent, 13 Jan. 1700. Eadem laet haer beslote dispositie appröberen, 14 Junij 1714. Joost Vijg laet appröberen het maeggescheid van den 27 September laestleden, opgerigt tussen Maria Kriekman, eertijts Hamers, ter eenre, en hare kinderen ter andere sgde, 19 October 1714. Idem uit kragt van dat maeggescheid beleent, eodem die. V ') In de akte van 1607, bi. 150, wordt zij Maria genoemd. 61 § 3. HETEEEN. 61a. HETEEEN. 154 Jan Jacob H e c k 1 e r voor sig self en als vader en bloedmomber van sgn onmundige kinderen bij Deliana Hamer ehelijk verwekt, en Bina de Leben, egtelieden, dragen de helft deses leens op aen Meijer Benedictus Levi Gompers, minderjarig, die daer weder mede beleeent is, 18 Julg 1731. Verder als 61. 61a § 1. HETEEEN. Een sesde part in het verwin van agt mergen vier hond lants ongeveerlgk, afgesplit van het verwin van de gehele agt mergen, opgedragen door Jurryen van Medevoort aen Benedictus Levi G o m p e r t s, die daer weder mede beleent is, 4 October 1727. Geconsolideert met 61a, 21 October 1733. 61a § 2. HETEEEN. Een sesden in het verwin van agt mergen vier hond lants ongeveerlijk, enz., opgedragen door Hendrick van Medevort aen Benedictus Levi Gomperts, die daer weder mede beleent is, 25 Maert 1729. Geconsolideert met 61a, 21 October 1733. 62. HETEEEN. Een stuck landts geheiten die Rym, gelegen in Overbetuwe, in den kerspel van Heteren, butendijcx, haldende tusschen 7 end 8 mergen, met allen sgnen rechten end tobehoren, tot eenen pondigen leen end Zutphenschen rechten, totter Nijherborch gehorende, ontfangen bij Henrick van Wely als huider tot behoeff descloostersvanEedinchem, bg' transport Luykens van I n g e n, a°. 1504. Broder Johan van Doetinchem, procurator, met sgnen huider Willem van Poelwick, 4 Octobris 1588. Willem van Poelwijck van wegen des convents eedt verngt, a°. 1544. Idem, 22 Aprilis 1559. Henrick Wissinck word in Willems plaets huider, 13 Aprilis 1573. E verhard Potou, der rechten doctor, huider in plaetse Henrix voorn., 8 Aprilis 1590. Peter van Chous, procureur, huider na dode Everhards voorn., 7 Junii 1599. Gosen van Steenier, der rechten doctor, huider in plaets Peters voorn., 12 Septembris 1607. Dit goet is van de leenpligt gevrijd volgens resolutie van 't Hof en Eekenkamer, den 25 Jan. 1715 genomen, tegens de te leen makinge van 7Va morgen weyland in Velperbroek in Veluwensoom gelegen. 155 62a. HETEEEN. Drie blocken thienden, in den ampte van Overbetuwe, in den kerspel van Heteren gelegen, van de Vrinesteinscbe goederen afgesplit, bet eene • block geheiten Oosterloth, het ander Westerloth ende het darde die Weertthienden, met den smalen thienden ende garstthienden tot de voors. drie blocken gehorende, ten Zntphenschen rechten tot een bijsonder leen ontfangen bij Otto Spierinck, den 10 Septemb. 1659. Catharina Mom, wed. van Arnolt Spierinck ende haere kinderen laeten haer maechgescheidt appröberen, den 1 Jung 1661. De Blitterwijeksche tiendt. Otto ende Christophel Spierinck laeten het maechgescheyt tusschen haer moeder ende haerlieden den 22 Martii 1662 opgericht appröberen, hetwelcke geschiet sgnde, consenteert den ' outsten broeder Otto, dat sgn jonger broeder Christophel met de helfte van die tienden beleent mach worden, om gequalificeert te sgn deselve helfte met duysent guld. te beswaeren, waerop oock met de helfte van dese tienden beleent is Christophel Spierinck, den 22 Septemb. 1662. Idem draegt sijn contingent off vierendeel op aen Erederyck Jan van Baer tot Slangenborch, die daermede beleent is, den 8 Jan. 1666. Jacob Spierinck, erve sgnes broeders Otto, beleent, den 29 November 1675. Johan van Steenbergen, nomine uxoris Anna Teresia van Baer, laet het maechgescheyt. tusschen Frederick Jan van Baer tot Slangenborch, colonel, ende sgn ehevrouwe ingegaen appröberen, den 10 October 1681. Idem nomine uxoris Anna Teresia van Baer wort beleent, den 24 Oct. 1681. • Jacob Spierinck geeft over sgn vierdepart in verwin aen juffer Johanna Noey, tot verseeckeringe van de renten van twee capitalen van 500 ende 300 guld., den 28 October 1663 ende den 2 Martii 1665 op zgn vierdepart deses leens gevesticht, den 23 Martii 1683. Vrouwe Agnes Teresia van Baer 2) geeft dit leen over aen haer crediteuren, 10 Jan. 1685. Gerardus Ignatius Cremers peint aen het allodiael ende uyt cracht van Lantschaps octroy aen het leen, soo veel de heer van Ngenbeeck 8) daervan to leen heeft ontfangen, ende laet die peindinge registreren, den 23 Jung 1694. Jacobus Joannes Cremers beleend met drie vierde parten in voors. tienden, 4 April 1741. Gerardus Ignatius Cremers, erfgenaam sijns vaders Jacobus Johannes. beleend met drie vierde parten in voorschr. tienden, 20 Julij 1763, *). Moeder van Otto voorn. 3) Weduwe (Leenakte). 8) Joban van Steenbergeu. 156 Afgespleten van 62a. 62a § L HETEEEN. Het vierde part van Jacob Spirink in de drie blocken tienden, in den amte van Overbetuwe, kerspel van Heteren gelegen, uit kragt van gerigtelijke verkoping en transport verheft bg Ggsbert Cuper en vrouwe Maria Elisabet Fage 1, wed. Hendrik Cu per, en daermede beleent, 25 Febr. 1710. Gijsbert Tulleken, erve sgns grootvaders Ggsbert Cuper, met i/a gedeelte in desen tiend beleend, 21 April 1747. Idem draagt dit leen op aan Hendrik van Meurs, die daar weder mede beleent is, 3 Mey 1759. Frans van Meurs, erfgenaam sgns vaders Hendrik, beleend, 5 Decemb. 1776. Afgespleten van 62a § 1. 62a § 2. HETEEEN. Het agtste part in drie blokken tienden, enz., ontfangen bij Geertruyd Cuper, douariere den burgemeester Jacob de B e ij e r, so als sulks voor desen bij Maria Elisabet Fagel is beseten geweest, en beleend den 20 Jung 1747. Justinus de Be ij er, erfgenaam sijns moeders Geertruyd Cuper, beleend, 23 Januarij 1755. Idem draagt dit leen op aan Hendrik van Meurs, die daar weder mede beleent is, 3 Novemb. 1758. Frans van Meurs, erfgenaam sgns vaders Hendrik, beleend, 5 Decemb. 1776. 62b. Datt huys to Valburch met sgnne hoeven, grafften, cingelen, bomgarden, boss ende een stuxken bouwlants, groot tosamen ongeveerlic veertiendenhalven mergen, mette toégehoorige tinsen vennoogens het tinsboec, sampt alle rechten ende toebehooren, soo 't selve tot Valburch liggende is, daer oostwerts naest gelegen seecker lant gênant de Leut, behoorende tot de pastorie van Hoemoet, zuyt-, west- ende noortwertt de gemeene straet; noch eenen hophoff, groot omtrent eenen mergen, daer oost-, zuyt- ende noortwertt de gemeene straet, ende westwertt de erffgenamen van zal. Vonc Jans gelegen; noch eenen rosmuelen met eenen bongert ende coolhoff, daer oostwert Willem Ingen Nulandt, zuydt de erffgenamen van zal. Niclaes Nienborch, westende noortwertt de gemeene straet, groot eenen halven mergen, te leen opgedraegen ende gemaeckt bg Willem Ingen Nulandt, die tselve ontfangen heeft ende daernaer wederomme transporteertt op 157 Gerrit Ingen Nulandt, die dat ooc wederomme ontfangen heeft, tot Zutphenschen rechten. Met conditie dat tselve leen altijt geheel ende onverdeyllt, sonder uuytkerunge van den darden voet, verblijven ende succedieren sall opt naeste mansoor opter straten, off bg gebrec van manserven opte olste ende naeste vröuspersoone, soo nochtans dat tselve leen nyet sall moogen verstammen. Ende laet sgn vader Willem sgn lgfftocht, gebruyc ende genot sgn leven lanc, den 27 Junij 1627. Johanna Ingen Nulant, erve hares vaders Gerritbeleent, den 23 Febr. 1637. Beyner van Voorst tot Heteren, haer oom, huider: Eadem eedt vernieuwt, den 3 Oct. 1657. Eadem laet haere dispositie appröberen, den 31 Oct. 1657. Bernart van Weelderen, raet, beleent uyt cracht van dispositie van sgn nichte Johanna Ingen Nulant, den 20 Jan. 1677. Johan van Weelderen, erve sijns vaders Bernart, beleent, den 18 Decemb. 1697. Idem en Odilia Louisa van Steenlant, egtelieden, laten appröberen haer beslote reciproque tugtmakinge, 16 Sept. 1716. Bernard van Weelderen, erfgenaem sijns vaders Johan, beleent, 9 Novemb. 1725. Idem en Genoveva Maria van Steenhuys, egtelieden, laten haer beslote dispositie appröberen, 3 Maert 1727. Idem draagt dit leen op aan Genoveva Maria gravinne van Weideren, geb.-van Steenhuys, sgn ehevrouw, die daar weder mede uyt hoofde van geapprobeert magescheyd beleend is, 11 Aug. 1753. Odilia Louisa van Steeland, douariere van Keppel, na bekomen confirmatie van 't accoord van 28 Maart en 21 May 1754, doet afstand van al't regt, so van eygendom, possessie, vrugtgebruyk als anders, als tot dato deses gehad heeft, ofte conde hebben kunnen of mogen praetenderen uyt kragt van hijlijksvoorwaarden etc. aan dit leen, ten behoeve van Genoveva Maria van Weideren, geb. van Steenhuys, 22 Jan. 1755. Genoveva Maria gravinne van Weideren, geb. van Steenhuys, draagt dit leen op aan Hendrik Haverman, die daar weder mede beleent is, 2 Novemb. 1758. Idem draagt dit leen op, behalve de rosmole, aan sgn soon Hendrik Haverman, die daar weder mede beleend is, 17 May 1763. Idem, soo voor sig als mede namens sgn vrouw Jacomina Decker, laet appröberen en registreren sodaene reciproque tugtmakinge als sijl. onderling op den 1 November 1781 hebben gepasseert, 30 Maart 1782. Catharina Christina Haverman, geh. met Huybert Uyterlimmige; Anna, geh. met Boudewgn de Haan; Margaretha; Wouter; Johanna Wilhelmina Arnolda, geh. met Adriaan Thooft, als eenige geïnstitueerde erfgenaemen, laten registreren het geopende testament en codicil door Hendrik Haverman in datis 4 May en 20 Augustus 1799 gepasseert, en uyt hoofde van dien dit leen ten haaren naeme overtekenen, 14 September 1799. ') Haar moeder is Fredrica van Voorst (Leenakte). 158 Johannes Bloem en Elberdina de Hertog, ehelieden, laten registreren een gerigtelijk transport van een gedeelte deeses leens door de samentlgke erfgenaemen van Hendrik'Haverman den 13 May 1800 ten haaren behoeve gedaan, en uyt hoofde van dien hetzelve ten haaren naeme overtekenen, 5 Julg 1800. Afgespleten van 62b. 62b § 1. VALBUBG. Een rosmolen met een boomgaard en koolhoff, daar oostwaart Willem Ingen Nuland, zuyd de erfgenamen van Nicolaes Nijborg, west- en noordwaarts de gemeyne straat gelegen is, groot eenen halven mergen, als oen bgsonder leen en afgespleten van 't huys toe Valburg opgedragen door Hendrik Haverman den ouden aan Leendert Lij na, die daar weder mede beleend is, 17 May 1763. Idem draagt dit leen op aan Jan Hermsen, die daar weder mede beleend is, 2 April 1767. Huybert Aaldersen Johanna Hermsen, ehelieden, laaten registreren een magescheid d.d. 29 April 1808, met Margrita Frederiks, wed. Jan Hermsen, en verdere condividenten opgericht en geslooten,' en laaten uyt hoofde van dien dit leen ten hunl. naamen overteekenen, d.d. 6 Aug. 1808. Afgespleten van 62b. 62b § 2. VALBOBG. Een parceel tabaks- en bouwland, te zamen groot ongeveer vier hond, van ouds genaamt het hqpland, met de bepotinge op de straat tegens hetzelve larrd^gélegen; een parceel bouwland, groot ongeveer eene mergen vier hond, van ouds genaamt den moeshof!, met de bepotinge, en voor zoo verre in de allee ook over de straat; een camp weyland, groot ongeveer eene mergen vier hond, van ouds genaamt het Sterreboseh, met de bepotinge op en, voor zoo verre transportanten heeft gecompeteerd, ook tegens de hofsteede van Christiaan Cornelissen; een parceel bouw- en weyland waarin een vgver gelegen, zamen groot ongeveer drie mergen twee hond, van ouds genaamt het Casteelsplein en agtersten hof, met de bepotinge op en, voor zooverre tegens de allee, ook over de straat; in den ampte van Overbetuwe, kerspel Valborg, gelegen, als een bgsonder leen en afgespleten van het huys te Valborg. LM. de H a r t o g en Willemina S p e g e r s, ehelieden, laaten registreren een gerigtelgk transport van dit leen door de samentlijke erfgenaemen van Hendrik Haverman den 13 May 1800 ten haare behoeve gepasseert, en uyt hoofde van dien dit leen ten haaren naeme overtekenen, 5 Julg 1800. 159 63. NIJEBOBCH. VALBOECH. Dat huys ter Nijerborch, met vier mergen lants geheiten dat Steenkempken, den Nedersten weert, gelegen tegen die Ngeborch in den Ehijn, vijftich pond sjaers uut den goede tot Alphen, 96 mergen landts, gelegen in den kerspel van Valboreh. Johan van Culenhorch eertijts ende nu bg Henrick van Hoemoet ontfangen, a4. 1402 Idem tuchtigt sgn vrou Steven van Wisch, a°. 1431. Johan van Homoet, a°. 1437; hier staet: so die heer Henrick van Vlaenderen te hebben plach. Henrick van Hoemoet end van Wisch vercoopt dit an heeren Osewolt heeren van den Berge, 25 Maii 1486. Osewolt grave van den Berge, erve sijnes oldevaders Osewolts voorn., 15 Julii 1544 2). Wilhem grave to dem Berge, onmundich, erve sgnes vaders Osewolts voorn., 26 Maii 1551. Idem eedt verngt, 19 Martii 1557. Osewolt van den Berge bij transport graeff Willems voorn., 24 Aprilis 1560. Idem verschrgft uut dit ende Vrienestein 150 g. 's jaers, te lossen met 2500 g. in ses jaren, an Wgnand Hackfort, 30 Junii 1561. Willem grave van den Berge, Osewolts broder s), crigt uutstel, 9 Augusti a°. 1563. Idem, erve sgnes broders Osewolts, beleent, 12 Octobris 1563. Idem tuchtigt sgn gemael Maria van Nassou, 14 Maii 1566. Gelgcke tucht, 29 Julii 1578. Maria gravin ende weduwe ten Berge crggt uutstel, 30 Julii 1595. Eadem stelt Goossen van Eaesfelt tom Eomborch und Hervelt tot huider van haer tucht, 4 Martii 1596. Herman grave ten Berg, erve sgner vrou moder Mariae voorn., beleent, 20 Julii 1610. Idem tucht sgn gemalin Maria Mancia *), 31 Julii 1610. Maria Elisabet freulin ten Berg, erve hares vaders graeff Hermans,- beleent, 6 Augusti 1612. Aelbert grave ten Berch vernieuwt den eedt, soo de momberheeren van sgn G. gemaelinne Maria Elisabet freulin ten Berch den 6 Augusti 1612 hadden doen laten, den 19 May 1627. Idem selver beleent mits doode sgnner gemaelinne Maria Elisabet, den 2 Januarg 1633. Idem laet de beleeninge insereren deselve geschiet te sgn bij macht van testament, off anderssins, den 8 Januarg 1633. ') Uit de Leenacten uitgegeven door P. N. v. Doorninck, blz. 114, blpt, dat Johan van Homoet, zoon van Henrik, zijn vrouw Elisabeth van Bronckhorst tuchtigt (1877—1397). ") Uit de leenakte van keizer Karei blijkt, dat hertog Karei de goederen had verbeurd verklaard. ') En erfgenaam. *) Zoo staat ook in de akte; zij heette:de Witthem. 160 Hendric grave ten Berge, erve sijnner nichte Maria Elisabet, beleent, den 19 Januarg 1633. Idem sijnne dispositie approbeert, den 7 Februarij 1633. Aelbert grave to dem Berge verclaert dat de woorden in de leste beleeninge van 8 Januarg 1633 „off anderssins" to verstaen sgn van de successie vant kint, soo bg vrouwe Maria Elisabet sonde sgn naegelaten ende vant selve op sgnne G. gevallen, ende tot dien eynde het heerengewaet ten respecte vant kint betaelt, 1 Jung 1633. Hendric grave to dem Berch revoceert sgn voorgaende makinge ende laet opt nieu sgn testament appröberen, den 26 Jung 1633. Idem sgnne codicille approbeert, den 20 Januarg 1684. Idem sgnne naerder dispositie approbeert, den 28 Januarg 1635. Hieronima Catarina graeffinne tot Spaer, wed. ten Berge, gelic deselve haer Exc. uuyt cracht van testamentaire dispositie in tuchten gemaeckt sgn, den 7 Julg 1638. Elisabet princesse van Hohensolre, graeffinne to den Berge, erve hares vaders Hendricks, beleent, den 16 Augusti 1638. Hieronima Catarina douagiere ten Berge verbint dit leen voor de costen vant proces voor den gerichte van Overbetuwen hangende, den 28 Febr. 1639. Elisabet princesse van Hohensolre verbint dit leen voor de vruchten ende opcompsten, soo pendente judicio revisorio vant marquissaet van Bergen op Zoom genoten werden mochte, den 1 Mey 1642. Aelbert grave to den Berge, marckgrave van Bergen op Zoom, bg opdracht van Elisabet princesse van Hohensolre beleent, 11 Augusti 1645. Aelbert grave to Berge laet sgnne beslooten dispositie appröberen, den 19 Decemb. 1646. Frederick grave to den Berge, noch onmundich sgnde, beleent, den 10 September 1656 1). De regierende vrouwe gravinne van den Berghe doet dit leen in pandtschap uyt aen den raetsheer Butger Huyghen voor 5000 g. den tnt van 12 jaren, den 11 Octob. 1658. Osewolt graeve tot den Berge, erve sgns heer broeders Frederyck, noch onmundich sgnde, beleent, den 21 April 1662. Idem, mundich geworden sgnde, beleent, den 19 Octob. 1675. Idem laet appröberen sgn houlgxe vorwaerden met vrouwe Maria Leopoldina Catharina geboren gravinne van O o s tvr iesl an t ende Bitbergen, vrouwe tot Mellerick, Esens, Stedensdorp ende Witmunt, den 30 Decemb. 1686 opgericht, den 4 Februari) 1687. Deselven laten haer beslote dispositie appröberen, den 16 October 1699. Idem laet sgn beslote dispositie appröberen, 20 Jung 1712. Frans Wilhem grave tot den Berg % onmundig, erfgenaem hB testamentaire dispositie van graef Osewold, beleent, 10 October 1712. Frans Wilhem grave tot den Berg, meerderjarig geworden, doet self eed, 19 December 1724. i) zijn moeder is Magdalena de Cuysanee (Leenakte). Bij v. Spaen: de L usance, s) Prins van Holi ën zollern Sigmaringen. 161 Idem laet appröberen sgn huwelijxvoorwaerden, den 10 April laestleden opgerigt met Maria Catharina des H. Rooms rjjks Erftruchsessen gravin tot Z e y 1, eodem die. Idem laet sijn beslote dispositie appröberen, 22 Febr. 1737. Johan Baptista grave tot den Berg, onmundig, erfgenaem sijns vaders Frans Wilhem, beleent, 19 Sept. 1737. Idem, meerderjarig geworden, laat eed vernieuwen, 12 Julg 1748. Johanna gravinne van den Berg nae dode van haar broeder Johan Baptista hetsg ab intestato of als eenige en universeele fideicommis- saire erfgename van haren vader Frans Willem grave van den Berg beleend, 24 Decemb. 1782. Anton Aloisius regerende forst van Hohenzollern als eenige zoon en successeur feudaal van sgn moeder Johanna Josepha gravinne van den Berg beleend, 7 Maart 1787. Afgespleten van 63. 63 § 1. HETEEEN. Vooreerst een bouwinge, bestaande in huys, hof, boomgaard, bouwland, tabaksland, weydeland, en elsepas, van ouds den Nijenburg genaamt. Tweedons den Beverspoll, weydeland in twee parceelen. Derdens een bouwplaats den Bagijnenweerd genaamt, waarvan den pagter het huys, schuur etc. toestendig is, bestaande in hof en weydeland. En eyndelgk vierdens de van ouds genaamde Molenbouwinge, uytgesonderd ongeveer eene morgen bg de molen verkogt, bestaande in verscheyde stukken bouw- en weyland, met de vorige alle in haar bekende voor en bepalingen gelegen onder Heteren, in den ampte van Overbetuwen, zgnde alle vier parceelen tsamen met ord». verpondinge, koperen bewust, voorts beswaart met ampts-, dorps-, buurts-, dgks-, damslasten, tiend en andere verpligtingen, met de geerfdens aldaar gemeen; voorts met alle zodaene regten en geregtigheden, active en passive servituten, wegen en overwegen, als daartoe met regt en van ouds zgn gehorende; zgnde thans een bijzonder en afgesplit leen. Johan Ockhorst en Cornelia Sanders, ehelieden, laten registreren een gerigtelgk transport den 15 Julg 1797 ten haren behoeve gedaan a), en uyt hoofde van dien dit leen ten haaren naeme overtekenen, den 15 Julg 1797. Deselve ehelieden, benevens Johan Sanders, laeten registreren een gerigtelgke acte van vestenisse den 15 Julij 1797 gepasseert, waarbg snlieden dit leen verbinden voor veertig duysend gulden ten behoeve van Hendrik Willem van Wijnbergen, eodem die. Frans Godard van Lynden laat, na afgemaakt versuym, registreren een acte van vestenisse d.d. Augustus 1799, groot 2000 g., door Joannes Sanders en Throsia Huberts, ehelieden, ten zgnen behoeve schuldig bekent, en waarvoor verbonden een gedeelte van dit leen, den onderste Beverspoll gênant, d.d. 9 Julg 1803. ') Volgens van Spaen: Maria Johanna Josepha. ■) Namens den vorst van Hohenzollern (Leenakte). Nijmegen. 11 162 Afgespleten van 63 § 1. 63 § 2. Een bouwhoff, bestaende in huis, hoff, boomgaart, bouw-, tabaks-, en weyland en elsepas, van ouds den Nijenborg genaamt, onder Heeteren gelegen, except drie morgen weyland en elsepas, als ten oosten door de Ngborgsche straat, ten w. door het land van de heer van Hemmen, z. door het weyland van de verkooperen zelve, n. den bandijk zgn gesepareert, alles geleegen onder Heteren, in den ambte van Overbetuwe, beswaart enz., zijnde thans een bgsonder en afgesplit leen van meerdere parceelen den 15 Julg 1797 aan J. T. Ockhorst zijn getransporteert. Hendrik Verwagen en Geertruida de Haart, ehelieden, laaten registreren een gerigtelijk transport d.d. 1 May 1802 door J. 1. Ockhorst J) en C. Sanders, ehelieden, ter hunl. behoeve gepasseert, d.d. 14 April 1804. Deselve ehelieden laaten uyt hoofde van dien dit leen ter hunner naamen overteekenen, eodem die. Afgespleten van 63 § 1. 63 § 3. HETEEEN. Een uyterwaerd van ouds genaamt de Twaalff morgen, hebbende gehoort onder den Bagijnenwaerd, en vijff a ses morgen uyterwaerd van den onderste Beverspol, onder Heteren, ampte Overbetuwe, geleegen, beswaart enz., zgnde thans oen bgsonder leen en afgespleeten van meerdere parceelen, zooals op den 15 Julg 1797 aan J. T. Ockhorst en C. Sanders, ehelieden, zijn getransporteert. Ti-rans Godard van Lynden en Margaretha Clara Munter, ehelieden, tarfïng^ •« gerigtelijk transport d.d. 17 April 1804 door J. T. Ockhorst en C. Sanders, ehelieden, ter hunl. behoeve gepasseert, d.d. 17 April 1804. Deselve laaten uyt hoofde van dien dit leen ter hunl. naamen overteekenen, eodem die. i * „ «5 «3 S 4 EANDWIJK. Afgespleten van 63. 9 * De soogenaamden Langen of Lippussen weerd met de visserije of strang, bestaande in weydeland en rgsweerd, in den ampte van Overbetuwen onder Bandwgck gelegen, oost Derk Lippus en Balveren, west den Ossenweerd, zuyd de Schraaweerd en Noteboomsen weerd, noord den Khgn- stroom, beswaart met ordinaris verpondinge, voorts ampts-, dorps-, polders- en alle andere lasten met de geerfdens aldaar gemeen, voorts met alle zodaene regten en geregtig- heden, active en passive servituuten, als daertoe met regt en van ouds sgn gehorende, zgnde thans een bgsonder en afgespleten leen. ») Johannes Theodorüs. 163 Johan Ockhorst en Cornelia Sanders, ehelieden, laten registreren een gerigtelijk transport den 15 Julij 1797 ten haren behoeve gedaan, en uyt hoofde van dien dit leen ten haaren naeme overtekenen, 15 Julg 1797. Verder overeenkomende met 63 § 1. Afgespleten van 63 § 4. 63 § 5. HETEEEN. Een uiterweerd, den Stompenweerd genaamt, groot 9 Va morgen, onder Heteren, ambte Overbetuwe, buytendgks gelegen, ompalende oost Jan van Geyn en W. Hoogveld met de goederen gehoorende tot de Steenoven en benedenste weerd, w. en z.w. verkoper zelve met de Lange Lipposse weerd^ een gedeelte van de Beverpol en de goederen van en bfj de Bagijnenweerd, n. D. Lippus met het goed gehoorende bij het Eenkomsche vheer, alsmeede verkoper met een gedeelte van de Lange Lipposse weerd, in ordinaris verponding enz., zgnde thans een bgsonder leen en afgespleeten van de Langen of Lippusse weerd cum appertinentiis. Joh. Glover en Willemina Sanders, ehelieden, laaten registreren een gerigtelijk transport d.d. 12 November 1804 door J. T. O c khorst en C. Sanders, ehelieden, ter hunl. behoeve gepasseert, d.d. 12 November 1804. En laaten uyt hoofde van dien dit afgespleeten leen ter hunl. naamen overteekenen, eodem die. Afgespleten van 63. 63 § 6. HETEEEN. De windkoorenmolen te Heteren met het huys en boomgaard, ongeveer eene mergen groot, beswaart met ordinaris verponding op het een en ander van ouds staande, voorts ampts-, dorps-, polders-, dgks- en alle andere lasten met de geerfdens aldaar gemeen, thans een bijsonderen afgesplit leen. Johan Sanders laat registreren een gerigtelijk transport den 15 Julij 1797 ten sijnen behoeve gedaan, en uyt hoofde van dien dit leen ten sgnen naeme overtekenen, 15 Julg 1797. Verder overeenkomende met 63 § 1. 164 Afgespleten van 63. 63 § 7. ANDELST. Eenen camp bouwland, groot vier mergen, onder den kerspel Andelst gelegen, van ouds het Jonkerenland genaamt, palende oostw. den heer I. A. van Bemmel, zuydw. den heer Speyard de Woerde, westw. de erfgenaemen van P. Heyligers, noordw. de wed. Claas Gerritse, zgnde thans een bijsonder en afgesplit leen. Lamert van Gent en Hermina Janssen, ehelieden, laten registreren een gerigtelijk transport den 21 Junij 1797 ten haaren behoeve gepasseert, en uyt hoofde van dien dit leen ten haeren naeme overtekenen, 19 Julg 1797. Afgespleten van 63. 63 § 8. HETEEEN. Eerstelgk drie mergen boustert wilgepas en plaats voor de Steenoven, mitsgaders eene mergen drie en negentig roeden aanwinnenden rgsweerd, onder den kerspel Heteren kennelijk gelegen, van ouds genaamt het Hoogland, palende ten oosten en zuyden de kopers zelve, ten noorden den Bhijn en ten westen Dirk Lippus; ten tweeden eenen uyterwaard, groot ongeveer vier morgen een hond, van ouds Lippusenweerd genaamt, mede onder, gemelden kerspel kennelgk gelegen, palende ten oosten Willem Engelen, ten westen en zuyden Johan Ockhorst, ten noorden den koper zelve, doende in ordinaris verpondinge veertien g. elf st. en agt den., voorts ampts-, dorps-, polders- en alle andere lasten met de geerfdens van voorn, kerspel en polder gemeen, wijders met alle zoodaene regten en geregtigheden, actieve en passive servituten, wegen en overwegen, als van ouds en met regt daartoe gehoren, speciaal met het regt van den Steenoven en benedensten waard over den tegenswoordigen steenweg nae den dijk, welke passage de eygenaaren van de bouwinge den Bagijnenweerd na den Bhijn ten allen tijden zullen kunnen en mogen gebruycken; zgnde thans een bgsonder en afgesplit leen. Jan van G e y n, zoo voor sig als namens sgn medemakker Willem H o o g v e 11, laat registreren een gerigtelijk transport den 21 Junij 1797 ten haaren behoeve gedaan, en uyt hoofde van dien twee derde gedeeltens deses leens ten sijnen naeme en het resteerende een derde gedeelte ten naeme van Willem Hoogvelt overtekenen, 19 Augustus 1797. 165 Afgespleten van 63. 63 § 9. RANDWIJCK. Eerstelijk eenen uyterwaard, groot ongeveer drie en sestig mergen, onder den kerspel Randwijck kennelgk gelegen, van ouds den grooten Randwijkschen Schrawaard genaamt, palende ten oosten het aanvolgende tweede parceel of Notenboomschen waard, ten westen de vrouw van de Nergena of Ossen waard, ten zuyden Teunis van Binshergen, de pastorye van Randwijck, den armen van Randwgck, Johannes Appeltant, Jan de Kat en Daniël de Leeuw, ten noorden J. Ockhorst of de strang van de Lange of Lippese waard, en wel tot de daaraan staande palen; doende in ordinaire verpondinge honderd twee en seventig g. en elf st. Ten tweeden een bouwinge, bestaande ïn huys, hof, schuur, berg, bouwland en uyterwaerds weydeland, in zijn geheel groot ongeveer zoo binnen- als buytendps negen en veertig morgen, - onder voormelden kerspel kennelijk gelegen, van ouds de Noteboomse bouwing genaamt, palende binnendijks ten oosten Johannes Ockhorst of de Neyburg, ten westen Jurrien Jakopes en de weduwe Gerrit Waanders, ten zuyden de Nijburgsche straat, ten noorden den banddgk, en buytendijks ten oosten Johannes Ockhorst of de twaalf mergen en de pastorye van Heeteren, ten westen den getransporteerden met de Schrawaard, ten noorden de visserije of streng, ten zuyden den banddgk; doende in ordinaire verpondinge honderd en twaalf g., en wijders belast met negen en twintig roeden en vijf voeten dgks in de palen N°. 48 en 84 onder Randwgck, mitsgaeders twee en vgftig roeden en eenen voet dijk in de palen N°. 50, 60, 64 en 65 onder Lacomond, en voorts dorps-, polders-, heeg- en weteringslasten met alle andere geerfdens van voormelden kerspel gemeen, zijnde thans een bijsonder en afgesplit leen. Frans Godard van Lynden en Margaretha Clara Munter, ehelieden, Anna Willemina van Lynden en Cornelis Munter laten registreren een gerigtelijk transport den 6 May 1798 ten haaren behoeve gedaan, en uyt hoofde van dien dit leen ten haaren naeme pro communi indiviso overtekenen, 9 November 1798. Afgespleten van 63. 63 § 10. RANDWIJCK. Een gedeelte van den Langenweert, ongeveer groot een en een halve mergen, zooals Lippesen thans in gebruyk heeft, onder den kerspel Randwijck kennelijk gelegen, ten oosten Johannes Ockhorst met de Stompeweerd, ten zuyden den burger Balveren met de Stompeweerd, ten westen J. Ockhorst met de Langeweerd, ten noorden den Rhijn, zijnde vrij van verpondinge, voorts met dorps-, polders-, heeg- en weteringslasten met alle andere geerfdens van voors. kerspel gemeen, zgnde thans een bgsonder en afgesplit leen. 166 Dirk. Sander. Jan, Dora en Maria L i p p e s, broeders en zusters, laten registreren een gerigtelijk transport den 28 April 1798 ten haren behoeve gedaan, en uyt hoofde van dien dit leen ten haaren naeme, yder voor een vijfde gedeelte, overtekenen, 9 November 1798. 63a. RANDWIJCK. Uut den goede van Nijenborch gesplit ses mergen landts, gelegen in Overbetuwe, in den kerspel van Randwick, die Arnt Vermeer in sgn bouwinge ende gebruyck heeft, getransporteert bg Osewolt grave to dem Berge op meyster Herman Broil, doe sgn Gen. procedeerde tegen Gerrit van Vlodorp om het erfhovemeysterampt, 26 Septembris 1545. Idem eedt verngt, 13 Junii 1556. Hilgerus Broil, erve sgnes vaders Hermans, 15 Octobris 1557. Everhard C o s t bij transport Hilgeri Broil, 6 Martii 1559. 63b. VALBOECH. Ses margen weilants, gelegen in den ampte van Overbetuwen, karspel Valborch, alwaer ten oosten en suyden naest geerft is vrou van Brienen tot den Mussenberch, ten westen Jan van der Meulen, ten noorden de voorn, vrou van Brienen; ende daer henevens noch seven margen bouwlants in den voorn, ampte ende karspel gelegen, suydtwaerts de gemeine heech, west- ende noortwaerts het huys te Valborch, oostwaerts de voorn, vrouw van Brienen; voor erffpachteren van Overbetuwen aen de Ed. mog. heeren Staeten deser Lantschap opgedraegen sijnde door juffer Johanna Ingen Nulant, geassisteert met Johan Ingen Nulant, Lieutenant Colonel, haeren gecoren momber, is daermede weder beleent Juffer Johanna Ingen Nulant tot een leen aen desen Vorstendom ende Graefschap ten Zutphenschen rechten, voor de eerste reyse met de ledige hant ende daernae met een paer witte hantschoenen te verheergewaeden, leenroerich, den 25 Martii 1664. Eadem laet haer dispositie appröberen, eodem die. Bernard van Weelderen uit kragt van die dispositie beleent, den 20 Jan. 1677. Johan van Weelderen, erve sgns vaders Bernarts, beleent, den 18 Decemb. 1697. Heergewaed getaxeert op 24 st. Idem en Odilia Louisa van Steenland, egtelieden, laten appröberen hare beslote reciproque tugtmakinge, 16 Sept. 1716. Bernard van Weelderen, erfgenaem sijns vaders Johan, beleent, 9 Novemb. 1725. Idem en Genoveva Maria van Steenhuis, egtelieden, laten haer beslote dispositie appröberen, 3 Maert 1727. 167 Idem draagt dit leen op aan Genoveva Maria gravinne van Weideren geb. van Steenhuys Heumen, die daer weder mede beleend is uyt hoofde van geapprobeert magescheyd, 11 Aug. 1753. Odilia Louise van Steenland, douariere van Keppel, na bekomen confirmatie van 't accoord van den 28 Maart en 21 May 1754 doet afstand van al het regt so van eygendom, possessie, vrugtgebruyck als anders, als tot dato deses gehad heeft ofte soude hebben kunnen of mogen praetenderen uyt kragt van hijlgksvoorwaarden etc., aan dit leen ten behoeve van Genoveva Maria van Weideren geb. van Steenhuys, 22 Januarij 1755. Eadem draagt op de ses morgen weylands aan Godfrid Carel van Nijvenheim, minderjarig, die daar weder mede beleend is, 3 May 1756. Huider Arnold Hendrik van Nijvenheim, sgn vader. Hendrik Fredrik van Nijvenheim x), uytlandig, beleend met dit leen, aller gestalte hetselve hij wijlen sgn vader Arnold Hendrik Derk van NgVenheim aangekogt, en waarmede sijn broeder Godfrid Carel van Ngvenheim tijde sijner minderjarigheyd was beleend geworden, door overigden van denselven thans op hem als oudste broeder en successeur feudaal gede vol veert en verstorven is, 7 April 1785. Idem en Johanna Josina Hellepet, ehelieden, laten haar besloten testament van den 9 May 1791 appröberen, 11 Mey 1791. Arien Hendrikse en Maria Romeyn, ehelieden, laten registreren een gerigtelijk transport den 17 November 1798 door H. F. van Nijvenheim en J. J. Hellepet, ehelieden, ten haaren behoeve gepasseert, en uyt hoofde van dien dit leen ten haaren naeme overtekenen, 22 Februarij 1800. Johanna Josina Hellepet laet registreren een opene testamentaire dispositie d. 9 May 1791 tussen haar en wijlen haaren eheman H. F. van Nijvenheim beslooten gepasseert, d.d. 27 Julij 1802. Afgespleten van 63b. 63b § 1. VALBORCH. Seven morgen bouwland, gemeenlijk den Dries genaamt, in den ampte van Overbetuwen, kerspel Valborgen, gelegen, zuydwaarts de gemeene steeg, west- en noordwaarts het huys te Valborg, oostwaarts vrouw van Brienen tot den Mussenberg, als een bijsonder leen opgedragen door Genoveva Maria gravinne van Weideren geb. van Steenhuys aan Arent Costerman en Anna Maria Teunissen, ehelieden, die daar weder mede beleent sijn, 3 May 1756. Anthony Costerman, erve sijner voorn, ouderen, beleend, 29 May 1773. Idem draagt dit leen op aan Jacob van den Bosch en Johanna Costerman, ehelieden, die daar weder mede beleend sijn, 20 November 1773. ') Van Neukirchen genaamt (Leenakte). 168 64. EANDWIJCK. Dat dagelixe gericht tot Wadenoye, voort halff die thienden van Renwiek, van Oyhusen ende van Laeekmonde, tot een Zutphenschen leene ontfangen bij De vrouwe van L a n g r e k e, a°. 1380. Heer Derich van Bylant tuchtigt sijn vrou Griet, a°. 1401. Johan van Bilant bg transport sgnes vaders Derichs ontfenckt die thiende tot Bandwijck, tot Oyehusen ende tot Lakemonde, groot ende cleyne, a°. 1415. Idem, a°. 1450. Sophie van den Bilande, huysfrou Eeinarts van Homoet, erve hares vaders Johans, a°. 1453. Margriet van Bilant, huysfrou Ggsberts van Boxmeer, erve hares vaders Johans, a°. 1454. Hier staet: daer die heeren van ste Walburgen t'Arnhem die wederhelft aff hebben *). Sophie van den Bylant, huysfrou Eeinarts van Homoet, bij transport Sophie van den Bylant, huysfrou Arnt Pieck Franckenssoon, ontfenckt den tucht ende dit andermael, a°. 1457. Eadem tuchtigt haer moder Sophie van den Bilant, Arnt Piex vrou, an 500 franckrgcksche schilden 'sjaers, a°. 1457. Henrick heer to Homoet ende tot Wisch als momber sgns ooms Eeiners kinderen, a°. 1459. Adolph van Wylack bg transport sgner moder Elisabet, Johans dochter van Bilant, huysfrou Dirx van Wylack, ontfangt onder anderen den thienden to Eandwgck, anno 1467. Sophia van den Bilant, huysfrou heeren Johans van Hemert, a°. 1467. Hier staet in margine: dese thiende is commen anid Capittel van sanct Walburgen binnen Aernhem ende gevrgt van der leenschewer. Adolph van Wylack eedt verngt na der veden, anno 1469. 64a. Huys ende die hofstat te Renwiek, te Zutphenschen rechte geholdèn bg Wouter Ywinssoon van Eenwich, a°. 1326. i) Sophie van Rossom, huysfrou van Johan van Bylant, behoudt haar tucht (Leenakte). 169 65. DRIEL. Dat huys tot Vrindtstein. Fredrick greve van Moerse ontfengt dit neffens dat huys tot Baer, den thiende tot Ochten, cleyn ende groot, die andrifte in der maelschap van Ochten, dat goet tot Ellichem met alle sijnen tohehoren, die -visscherie tot Beden, den wind tot Beden, acht mergen landts gelegen oppen Weyden, dat huys tot Dyedem ende dat huys tot Cneckenbeke, a°. 1380. Idem transporteert an hertog Eeynold die heerlickheyden Baer, Diedem, Vriendsteyne ende Ochten met allen heuren tohehoren, onder belofte' van weder verleninge op gesinnen, a4. 1402. Vincentius grave to Moers ende Sarwerden, erve sgner alderen, ontfengt Vriendtstem ende die heerschap van Ochten met allen heuren rechten ende tobehoren, a°. 1445. Wilhem heer tE g m o n d, IJsselstein ende slandts van Mechelen bg transport Vmcentii voorn., Vriendstein ende Ochten voor 2 leenen a°. 1454. Idem verngt, a°. 1465. Idem vernieut, a°. 1474. Willem van Egmont, heer tot Haps ende Boxmeer, bg broderdeylinge dat huys to Vriendensteyn, a°. 1484, 22 Maii. Elisabet van Egmont, huysfrou Johans van der A a, heeren to Bockhaven, bij maechgescheyt ontfengt Vrienenstein ende tuchtigt daeran haren man voorn,, 9 Octobris 1522. Georgius van Egmont, bisschop t Utrecht, erve sijner mogen, vrouwe van Boickhaven, a°. 1540, 16 Septembris. Osewolt grave to dem Berge, heer to dem Bilant, erve Elisabets van Egmont, 8 Martii 1546. Verder als 63, tot 7 Maart 1787, dan verder: Anthon Aloisius regerende furst van Hohenzollern draagt dit leen (nae bekomen approbatie van de verkoop) op aan Arnoldus van de Kamp en Anna Sanders, ehelieden, die daar weder mede beleend sgn, 30 December 1788. Deselve ehelieden laten hare reciproque tugtmakinge en deelbaarmakinge der leengoederen onder alle hare natelatene kinderen appröberen 10 Januarg 1789. ' Johannes Petrus Erdkamp en Jacoba van de Kamp, ehelieden laaten registreren een gerigtelijk transport d. 1 Febr. 1802 door de gesamentlijke kinderen en erffgenamen l) wijlen A. van de Kamp en A. Sanders, in leven ehelieden, met relatie tot *jko gedeeltens van dit leen (waarvan 6/10 gedeeltens op Jacoba van de Kamp voorn, waren verstorven) ten behoeve van hunlieden gepasseert d. 24 Febr. 1802. En laaten uyt hoofde van dien dit geheele leen ten hunnen naamen overteekenen, eodem die. !,,]? nÜ ziin: J-6l0T8/»eh-met WiUemiue Sanders, J. Ockhorst geh. met Cornelia S hetle^XUt T* ^ S' en/Tohannes Jac<"™ 8. geh. met Tresia HM? & 170 Afgespleten van 65. 65 § 1. DRIEL. Een parceel bouwland, groot ongeveer agt morgen, genaamt den Hasenkamp, doende bij splitsinge in de ordinaris verpondinge jaarlijks twintig gulden, en belast met seven roeden en twaalf voeten dijks onder de paal N°. 57 te Driel, sijnde thans een bijsonder leen en afgespleten van de hofstad tot Vrynesteyn, met allen heuren regten en toebehoren in Overbetuwen, in den kerspel van Driel, gelegen, opgedragen door Arnoldus van de Kamp voor sig en namens sgn vrouw Anna Sanders aan Baltus Baltessen en Aleida van de Poll, ehelieden, die daar weder mede beleend sgn, 31 October 1789. 66. OVER DRIEL ENDE ELST. Den erffthins ende erffpacht in den kerspelen van Eist ende van Driel in Overbetuwe, weerdich wesende omtrent xlvj alde schilden sjaers, met allen heuren rechten ende tobehoren, nyet daervan nntgescheyden, die te horen plegen tot den slote van Vrienenstein. Henrick van Egmont bast., hebbende dit te geve van sgnen vader heer Willem van Egmont, tuchtigt daeran sgn vrou Agnes Kreyincks, 23 Decembris 1481. Idem, 22 Maii 1484. Idem eedt verngt, a°. 1501. Henrica van Egmont, erve hares vaders, bij deylinge beleent, a°. 1511. Beheltlick Agnezen Kreyincks, weduwe, oerer tochten 1). Eadem deur haren man Johan Goltstein eedt vernijt, a°. 1519. Sophia Golstein, erve harer moder Henricae voorn., bg deylinge beleent deur haren broder ende huider Willem Goltstein, a°. 1544. Eadem eedt vernijt deur Henrick van der Capellen, 28 Maii 1556. Eadem tuchtigt haren'man Henrick van Boshof f, 9 Aprilis 1562. Eadem eedt verngt, 30 Januarii 1595. Henrick Boshoff, erve sijner moder Sophiae, beleent, 29 Decembris 1606. Hendrick Boshoff, erve sgnnes vaders Hendrix, beleent, den 31 Mey 1637. Bogier Boshoff renuncieert ten behoeve van sgn broeder, den 7 Jung 1637. Idem ende sgn huysvrouw Margaretha van Leefdael laeten haer beslooten testament appröberen, den 25 April 1660. Coenraet Jacob van Boshoff, erve sgnes vaders Hendrick, beleent, den 16 April 1663. Idem draegt dit leen op aen Harman Boshoff, den 17 Julij 1663. ») Het laatste uit de Leenakte. 171 De kinderen van Harinan Boshoff, te weten Hendrick, Derck ende Walraven Boshoff, laeten haere onderlinge deilinge off maechgescheit, gedateert den 6 Mey 1684, appröberen, ende wort Walrave Boshoff met dit leen beleent, den 4 Februarii. 1692. Walraeven Boshoff, geassisteert met haer huider Derck Boshoffcedeert ende draegt dit leen op Dr. Jacob Ever wijn, out borgermeester tot Arnhem, die daermede beleent is, den 5 April 1692. Eeinder Everwrjn, erfgenaem sijns halve broeders Jacob, beleent, 19 Maert 1711. Idem draegt dit leen op aen Jenneke Duim, die daer weder mede beleent is, 12 Oct. 1711. Huider Niclaes Duim. Claes Duim, erfgenaem sijns susters Jenneke, beleent, 19 Mey 1718. Idem draegt dit leen op, behoudende sijn leven lang de opkomsten, aen Derk Sand ijk, die daer weder mede beleent is, 9 Mey 1721. Geertruyd Duym 2), erfgenaem haers soons Derk Sandijk, beleent, 24 April 1738. Deselve maekt dit deilbaer onder haer kinderen en erfgenamen, eodem die. Johannes Hinssen, nomine uxoris Anna Willemina Sandijk, na dode haars moeders Geertruyd Duym uyt hoofde van geapprobeerd magescheyd s) beleend, 30 Oct. 1745. Anna Willemina Sandijk steld na dode van haar man Johannes Hinssen tot huider Gerardus Everts, 10 Sept. 1767. Eadem draagt dit leen op aan Theodorüs Engelbertus Kraayvanger en Hendrina Aelbers, ehelieden, die daer weder mede beleend sgn, 30 April 1782. Cornelis V e r b r u g laat registreren een erfscheydinge met sijn stiefvader Theodorüs Kraayvanger *) den 17 Augustus 1797 opgerigt, en uyt hoofde van dien dit leen ten sijnen naeme overtekenen, 20 Novemb. 1797. 67. DEIEL. Thien mergen landts gelegen te Driel, de Lutteke Winekins weren, dat des greven vrij goet was, te Zutphenschen rechte, ende dit is nije leen, geholden bij Arent Heyne Ganzenebben soon, a°. 1326. Henrick Ganssneb, a°. 1403. Arent Ganseneb, erve sijnes vaders Henricks, a4. 1417. Idem, a°. 1424. Hier staet: in der maelschap van Driel ende in den kerspel van Oosterbeeck. Idem, a°. 1460. ') Haar broeder (Leenakte). *) Wed. van Bernard S a n cl ij k (Leenakte). 8) Met Adolph Sandijk geh. met Gerrada Geertruyd Hanssen (Leenakte). *) Hendrina Aelbers was eerst gehuwd geweest met Hertog Verbrug; uit dat huwelijk waren: Lut, geh. met Hendrik Valks, Willem en CorneHs V. (Leenakte); 172 Idem tuchtigt sijn huysfrou Alijt, a°. 1464. Idem vernijt, a°. 1465. Idem eedt verngt, a°. 1473. Idem eedt verngt, a°. 1481. Idem, a°. 1501. ,v Ulende Ganseneb, huysfrou Otten van Hoekelom, hg transport Arents voorn., eodem die. Eadem, weduwe, stelt Johan Ganseneb, haren broder, tot huider, a . 1506 ). Eadem eedt verngt deur Steven Schut, 15 Septembris 1538. Hier 9 mergen. Eadem eedt vernijt deur haren broder Johan, a°. 1544. Eadem stelt tot huider Beiner van Hervelt, 7 Maii 1550. Steven van Gent bij transport Ulanden joorn met consent harer dochter Annae van Hqekelum, 12 Novembris 1550. Idem tuchtigt sgn vrou Luytgart van Heze, eodem die. Idem eedt vernijt, 9 Junii 1556. Fiie van Gent, erve hares vaders Stevens, huysfrou Dirck Calffs, J 25 Februarii 1562. Beleent met 9 mergen lands, in den ampte van Overbetuwe, in den kerspel van Driel, in Drielrebroeck gelegen. Eadem tucht haren man ende maeckt dat Winolt *), haer oltste soon, ?, sal beërven ende V* in drie gelijcke deelen bg haren soon Jan dochter Essel, huysfrou van Hans Janssoon, end hares sel. soons ThouÏÏ doctke/Henricksken gedeylt worden. So W^twnte kinder sterft, sal Jan ende Essel sgne ses mergen ekJ JaW so hij kinder nalaet, die sullen drye, ende Jan ende Essel elck Vk mergen genieten, voorbeholden den oltsten leendrager elcken afgedeylden mergen met ni« g. tot heelinge des leens te mogen an sich lossen, 8 Februarii 1612. , Winold Calff, erve sgner moder Fije, beleent in conformiteit der makinge voors., 14 Augusti 1619. Lucas Verhoeven, als erve van Wynolt Calff, sgns moeders broeder, beleent, den 19 Aprill 1630. Tien mergen. Evert Calff voor hemselven ende in name van sijnne broeder *™»s™™ Leonart ende Jantgen Calff, ende sgn susters soontgen Meynsken Derck" erve haeres vaders Johan Kalff, beleent, den 29 Julg 1637. Vier mergen 8). Franck Calff beleent met soodaenigen gedeelte als sgn vader Evert aen dit leen gehadt heeft, den 11 Martu 1667. Jacob Driessen Opheyden, erfgenaem sijnsivadersHermen Driessen Opheyden, beleent met drie morgen, 28 December 1692 Gerhardus Driessen Opheyden, erfgenaem sgns vaders Jacob, beleent met drie morgen, 28 Mey 1717 4). . Idem laet appröberen sgne dispositie opgerigt met sijn vrou Maria tiara van Eg sin gen, 16 Aug. 1722. 'twVankte'heeft Lucas Verhoeven de overige morgens, en is Fia van Gent ^I^Z'eto is Gerharda van Steenier. Drie morgen, bestaande in huis, hof en boomgaard, afgespleten van tien mergen. 173 Lutgardis Driessen Opheyden en Gerbranda Barbara Weysenbnrg na geapprobeerde maeggescheid beleent, 15 Oct. 1723 *). Jacobus en Adrianus Driessen Opheyden, onmundig, erfgenamen haers vaders Gerhardus. beleent door haer moeder Maria Clara van Bgsingen, 15 Novemb. 1723. Huider Wilhem van Bijstagen. Oerbranda Barbara Weissenburg draegt de helft deses leens op aen Derk Ignatius Martini, die daer weder mede beleent is, en ook met de andere helft als erfgenaem van Lutgardis Driessen Opheyden, dus met het geheel, 7 Maert 1732. Deselve draegt dese drie mergen op aen Evert van Leeuwen en Maria van Wichen, egtelieden, die daer weder mede beleent sgn, 21 Mey 1737 a). Willem van Harpen cum sociis, erfgenamen van Evert van Leeuwen en Maria van Wichen, in leven ehelieden, beleend, 29 Julij 1767. Deselve laten appröberen en per clausulas concernentes registreren 't magescheyd van den 30 April 1766 3), eodem die. Henricus Michiel S c h e 1 k e s, minderjarig, uyt hoofde van 't geapprobeerd magescheid beleend, eodem die. Huider Johannes Hendricus Schelkes, sgn vader. Henricus Michiel Schellekes, meerderjarig geworden, vernieuwt eed 25 Eebr. 1779. Idem draagt dit leen op aan Marten Sanders en Geertruyd Verwagen, ehelieden, die daar weder mede beleend sijn, eodem die. Derkje Sanders, erfgename van haar vader Marten Sanders, beleend 21 May 1785. 68. DBIEL. Dat goet to Driel met sgnen tobehoren. Bobert van Dorenweerdt hiermede beleent, a°. 1402. Dirck heer to Wissche, knape, a°. 1419. Vrouw Steven vrouwe tot Hoemoet ende Wisch, a°. 1426. Eadem, huysfrou Henrix van Homoet, transporteert den hoff tot Driele, gelegen in den kerspel van Oosterbeke, in der maelschap van Driele, haldende 40 mergen landts, wat min ofte meer ter goeder maten, tot Zutphenschen leenrechte, op Eoloff Mom, a°. 1431. Idem eedt verngt, a°. 1465. *) Deze akte is niet door den leengriffier ingeschreven, doch blanco gelaten, i v ï" *,, heet het le6n: de Holland, drie morgen weiland, gelegen in 't Hollanderbroek onder het kerspel Driel. 8) De erfgenamen van Evert van Leeuwen zijn: Willem van Harpen, geh. met Catherina van L,.; Johannes Henricus Schelkes, geh. met Willamina Keer, eerst met Everdina mans, van 1^ waaruit de zoon Henricus Michiel; de onmondige Maria Everdina Luyb, dochter van Hendrik Luyb en Catarina van L. voorn., nu geh. mot Willem van Harpen (Leenakte). r 174 Dirck Mom, erve sgnes vaders Eoloffs, 27 Martii 1474. Alijt van Baer, erve hares soons Dircks, 19 Januarii 1486. Eoloff Mom bij transport sgner moder Alijt, eodem die. Idem, a°. 1495. Bernt Mom, erve sijnes vaders Eoloffs, 10 Junii 1536. Idem eedt vernijt, 19 Septembris 1538. Idem, 15 Decembris 1544. Idem, 20 Junii 1556. Idem, 14 Octobris 1581. Hier staet: Bernt Mom to Swartenstein, drost to Orsoy. Eodolph Mom, drost to Orsoy, erve sgnes vaders Bernhard Moms, ontfengt een goet geheiten den Oldenhoff met sijnen tobehoor, gelegen in den ampte van Overbetuwe, in den kerspel van Oosterbeeck, in der maelschap van Driel, holdende viertich mergen lands, wat min otte meer ter goeder maten, te weten huys ende hofstad, groot elff mergen daer naest geland is oostwert Hans Wfirien ende die gemeyn straet suydwert ende westwert die graeff van den Berg, noortwert het Meulenstraetgen; noch eenen uterwert, groot ongeveerlick thien mergen, oostwert die graeff van den Berg, suydwert den bandijck, westwert 't clooster van Mariendal, noortwert den Ehijnstroom; noch vierthien mergen ongeveerlick, oostwert den Ham, suydwert Coverdensvlot, westwert die gemeyn straet, noortwert die panische sege; noch vnff mergen, oostwert die gemeyn straet, suydwert t clooster van Mariendal ende Thonis Kalff, westwert die vicarie van Ehede ende 't clooster van Mariendal, noortwert het kerckenland van Oosterbeeck, 4 Augusti 1601. Christopher Mom, na dode sgns broders Eodolphs, beleent uut cracht van hroderscheydinge van den 4 Octobris 1601, 31 Decembris 1623. Johan Wilhelm Mum, drost tOrsoy, erve sijns vaders Eodolphs, beleent, draegt dit op Christopher Mum, sgnen oom, die daeran tucht sgn vrou Wilhelma van Ngvenhem, 16 Junii 1624. Beernt Mom, erve sgnnes vaders Christoffel, den 24 Meert 1628. Armgardina van B a r r e v e 11, wed. Bernhartt M o e r be e c k e, bg opdracht van Beernt Mom beleent, den 7 November 1644. Eadem draegt dit leen op aen Laurents van Swaenswick, die volgens daermede beleent is, den 29 Sept. 1649. Idem op het nieuw beleent met huys, hoff, bergen ende bomgaerden groot met het bouwlant daerbg gelegen elff margen, ende noch met vriff margen, sgnde den uyterweert van tien margen met noch veertien margen van de leenplicht gevrijdt, mits dat heteelve leen naer desen met een dubbelt heergewaet verheft sal worden TO\gensood«\Hn0J^ apointement van den 28 November 1649. Geschiet op den 22 Februarg 1650. Henrick Verste egh, secretaris, bij transport Laurents van Swaenswnck *) beleent, den 28 Julij 1655, naer voorgaende approbatie van 't opgerichte contract de dato den 22 Julij 1655. ') Zijn vrouw is volgens de akte Peternella Pangniet. 175 Willem Muys ende Margaretha Versteech, echteluyden, naer de approbatie van het contract tusschen de kinderen van Hendrick Versteech, opgericht den 18 Martii 1662 beleent, den 26 Augusti 1663. Deselve tuchtigen malkanderen in dit leengoet, eodem die. Idem laet appröberen ende registreren sijn accoord den 18 September -1666 met Geerlich. van Kijswijck ende Sibilla van Gesporden, echteluyden, opgericht a), den 27 November 1666. Idem renuntieert van de beleeninge, 18 December 1668. Geerlich van E g s w g c k laet appröberen het maechgescheyt den 4 Januarg 1664 met sgn medeerfgenaemen van de secretarius Hendrick Versteech opgericht, ende wort uyt cracht van hetselve beleent, den 18 Decemb. 1668. Idem verbint dit leen aen Antony Timmer, predikant tot Emmerick, voor 3000 g., den 18 December 1668. Georch Timmer is uyt cracht van verwin ende gerichtelgcke aencoop door sgn vader Anthoni Timmer, predicant tot Emmerick, naer gemaeckte afdracht van het versuym, beleent, den 27 Novemb. 1693. Idem draegt dit leen op aen Hendrick van Herwaerden en Adriana van den Kerkhove, egtelieden, die daermede beleent sijn, den 30 April 1704. Deselve dragen dit leen op aen Jan Walraven van Balveren en Antonetta Elisabet van Ek van Pantaleon, egtelieden, die daer weder mede beleent snn, 1.9 Maert 1711. Adolph van Balveren, erfgenaem sijner ouders Jan Walraven van Balveren en Antonetta Elisabet van Eek van Panthaleon, uyt hoofde van geapprobeert magescheyd ") beleent, 21 October 1751. Walraven van Balveren, erfgenaem sijns broeders Adolf, beleend, 14 Januarg 1769. Idem draagt dit leen op ten behoeve van den minderjarigen Jacobus Jan van Ommeren, eodem die. Idem uyt kragt van dien afstand beleend door sgn vader Elbertus Jacobus van Ommeren als huider, 1 Pebr. 1770. Denselven, meerderjarig geworden, laat eed vernieuwen, 31 Julij 1784. Idem en Louise Hengeveld, ehelieden, laten hare huwlgkse voorwaarden van den 25 Jung 1784 appröberen en quo ad clansulas concernentes registreren, eodem die. ') In de akte wordt ook nog genoemd Everardt Greve, geh. met Johanna Versteech. ') Voor het betalen der kooppenningen. *) De andere kinderen zijn Gerrit Willem en Walraven. 176 68a. ELDEN. Omtrent sevendenhalven mergen lands, in den ampte van Overbetu, in den kerspel van Elden, in de Nedermaet, oostwert an den Moyweg, suydwert an Cranenborgs land, westwert an d'Elderzege tegen Gosen van den Bergs land over ende noortwert an der pastorien land van Elden ten besunderen Zutphenschen leen opgedragen bij den burgemeester Egbert van Wetten tot behoeff der Broderschap ende gasthuyses van st. Niclas binnen Aernhem, 6 Januarii 1613. Carl van den Sande huider. Arnolt Leydecker, huysmeester in der tijt, beleent, den 11 Decemb. 1635. Willem Everwgn, ontfanger van de licenten tot Arnhem ende huysmeester, als huider beleent, den 22 Febr. 1664. Johan de Voocht, huysmeester, naer het overigden van Willem Everwgn als huider beleent, den 28 Januarij 1675. Johan Spoltman, huysmeester ende borgermeester tot Arnhem, als huider beleent, den 28 December 1689. Evert Wilbrennink, huider, beleent, 23 Januarij 1731. Arnold Opten Noorth, huider, beleent, 7 Novemb. 1753. Otto Eudolph van Hemessen, huider na dode van Arnold Opten Noorth, beleend, 4 Aug. 1761. Derk Gaymans, huider nae dode van Otto Eudolph van Hemessen, beleend, 8 Januarg 1794. 68b. ELDEN. Die saaistede met hoff ende bongert, holdende tsamen omtrent ses mergen, streckende oostwert an land opt Grotegriet, tocommende Helenae Kempinx, weduwe Evert Kreyfengers, suydwert an erve Naleken Engelens, weduwe Jacob Everwgns, westwert an den Moyweg ende noortwert an Cranenborchs land *); noch omtrent sevendenhalven mergen lands in de Nedermaet, oostwert an den Moyweg, suydwert an Cranenborchs land, westwert an d' Eldersege tegen Goossen van den Bergs land over ende noortwert an der pastorien land van Elden; tsamen in den ampte van Overbetuwe, in den kerspel van Elden gelegen, ende van een goet van omtrent 32 mergen affgespleten •) ende ten besunderen leen tot Zutphenschen rechten opgedragen van wegen Bernts van Presichave tot behoeft Egberts van Wetten, burgemeester tAernhem, 11 Junii 1603. Willem van Wetten, erve sijnnes bestevaders Egberts, onmundich sijnde 4), beleent, 24 Januarg 1628, met hoff ende bongert, holdende samen ses mergen alleen 5). ') Zie 69. *) In margine staat: gemeenlijk Coetjeskamp genaamt. a) Zie 69. ') Zijn vader is Jacob van Wetten (Leenakte). ■) Voor het andere gedeelte van dit leen zie 68a. 177 Anna de Vaegt als erve oeres soons Willems van Wetten beleent sgnde, draegt tselve op haer dochter Alijt van Wetten, den 16 Meert 1631. Deselve, douariere van Alard C o u t i e s, meerderjarig geworden sgnde, verheft dit leen met de ledige hand na afgemaekt versuim, 13 Mey 1711. Deselve laet haer beslote dispositie appröberen, eodem die. Anna, Megtelt en Louisa C o u t i s, erfgenamen haers moeders Algt, beleent, 5 Octob. 1711. Anna en Jacoba Louisa Cóuttis laten haer beslote dispositie appröberen, 25 Junij 1723. Samael van Eek, man van Jacoba Willemina Maria Couttis, laet appröberen de scheiding van den boedel van Alard Couttis en Aletta van Wetten, egtelieden, opgerigt den 17 Julij 1732 tussen derselver ses nagelate kinderen l), waerbij dit leen deselve aengekomen is, 17 Decemb. 1732. Jacoba Wilhelmina Maria Couttis uit kragt van de geapprobeerde scheiding beleent, eodem die. Eadem en haar man Samuel van Eek dragen dit leen op aan Jan van Kerkhof, die daar weder mede beleend is, den 29 April 1739. Evert N ass en Aleyda Heydendael, ehelieden, laten aproheren en registreren een gerigtelijk transport van den 28 Febr. 1776 met relatie tot dit leen 2), en sig uyt dien hoofde daarmede belenen, 25 April 1776. 68c. ELDEN. Een stuck van omtrent ses mergen lands opt Grotegriet, in den ampte van Overbetuwe, in den kerspel van Elden gelegen, oostwert an de Malburgsche weteringe, suydwert an st. Peters gasthuys land, westwert an Probachs bongert, ende noortwert an Vossencamp, van een goet van omtrent 32 mergen afgespleten 3) ende ten besunderen leen tot Zutphenschen rechten opgedragen van wegen Bernts van Presichave tot behoeff van Fredrick van Wetten, 11 Junii 1603. Hilleken Nagels, huysfrou Dircks van de Lande, erve hares halven broders Fredricks voorn, beleent, 29 Julii 1609. Jacob ter Maet bij opdragt Hilleken Nagels beleent, 29 Octobris 1610. Jacob ter Maet, erve sgns vaders Jacobs, beleent, 24 Martii 1613. *) Georg; Alandina Juliane von Bunau, geh. met Carl Georg baron von Troyff, eenige dochter van Johanna Emilia v. O. en Gunther von Bunau; Wilhem Joseph de Minkwit, geh. met Amalia v. C, oudste dochter van Jacob Willem v. C; Jacoba Wilhelmina Maria v. C, tweede dochter van Jacob Willem v. C. geh. met Samuel van Eek tot Overboek; Anna Christina v. C; Michelle v. C; Jacoba Louisa v. C. (Leenakte). ') Door de curators van den boedel van Johan van Kerkhoff en Maria Catharina van Wanraay, echtelieden (Leenakte). ") Zie 69. Nijmegen. !2 178 Jacob ter Maet, erve sgnnes vaders Jacobs, beleent, den 24 Julg 1689. Idem laet sijnne dispositie appröberen, den 19 Meert 1649. Cornelis ter Maet is vur hem selfs ende in naeme van sijn. andere broeders ende suster ingevolge van de dispositie van haer vader Jacob beleent, den 13 Oct. 1674. Idem draecht dit leen op aen Lubbert van Hierde ende Huybert van Emmenes, ende is Lubbert van Hierde voor hem selven ende in naeme van Huybert van Emmenes beleent, den 23 Novemb. 1681. Hubert van Emmenes na dode Lubbert van Hierde beleent, 14 Junij 1704. Jacobus van Emmenes, erfgenaem sgns vaders Hubert, beleent, 7 April 1706. Wymbke van Hierde, erfgenaem haers vaders Lubbert, mitsgaders Maria l) en Hendrica a) van Emmenes en Alida en Jacoba Lanssel, dogters van Cornelia van Emmenes s), respective dogters en dogters kinderen en erfgenamen van Huibert van Emmenes, beleent, 12 Mey 1719. Huider Koelof van 01 d e n, man van Wymbke van Hierde. Gerhard van Olden, soon van Koelof van Olden, mede namens de erfgenamen van Huybert van Emmenes, beleent, 17 Aug. 1720. Otto Zaunslifer, pro se et nomine uxoris Maria van Emenes, Alyda en Jacoba Lanssel, laet appröberen de deling van den 17 Jung 1726 tussen de wed. van Olden, eenige erfgenaem van Lubbert van Hierden en Cornelia van Emmenes ter eenre, en de erfgenamen van Huybert van Emmenes en Aeltje van de Graeff ter andere sgde; waerbg dit leen de laetsten is toegedeelt, die uit kragt van dien daer ook weder mede beleent sgn, 6 April 1736. Huider Jacob Wilhem van Olden. Maria van Emmenes en verdere geïnteresseerden 4) dragen dit leen op aan Anthony Costerman en Hendrina Bodt, ehelieden, die daar weder mede beleend sijn, 9 Octob. 1744. Hendrina Bodt na dode van Anthony Costerman en uyt hoofde van geapprobeert magescheyd B) beleend, 28 Febr. 1767. Huider Evert Nas, haar man. Deselve laten haar huwlijkse voorwaarden van den 25 Junij 1764 appröberen en registreren, eodem die. Hendrina Bodt laat haar open testament van den 21 April 1769 approWen en'registreren, 22 April 1769. Jan Bodt 6) en Evert Nas laten appröberen en per clausulas concernentes registreren 't magescheyd van den 4 Julg 1770, 7 Julij 1770. Evert Nas uyt hoofde van *t geapprobeerde magescheyd en in gevolge huwlijksvoorwaarden van den 25 Junij 1764 beleent, eodem die. i) Gehuwd met Otto Zaunslifer, predikant te Arnhem (Leenakte). •) Gehuwd met N. C u y p e r, predikant te Son. ") En Isacq Lansel. . i) Franciscus Ad. Domis, weduwnaar van Aleyda Lanssel, en Willem de Uien, geh. met Jacoba Lanssel. Maria v. E is weduwe (Leenakte). ._, ■) Tusschen haar en Derk Costerman, Arent C, Roelof Aelberts, geh. met Elisabeth O., kinderen van Jan Derkse C. en Gerritje Jansen, erfgenamen van Anthony C. (Leenakte). •) Broeder van Hendrina (Leenakte). 179 69. ELDEN. Een bouwinge tot Elden gelegen, met allen heuren tohehoren, van Derck van Lent gecoft, tot Zutphenschen leenrechte. 't Convent van Marienhorn bij Aernhem transporteren dit op Rutger van Doirnick, in wissel tegen sijnen thiende t'Elden, a°. 1422. Idem tuchtigt sijn vrou Beerte, eodem die. Dyeberch van Dornick, huysfrou Bernts van Galen, a°. 1424. Eadem ontfengt een goet t' Elden, dat heur stieffmoder, Butgers wijff van Dornick, in tuchte beseten had, a°. 1434. Butger van Galen, erve sijner moder Diebrich, a°. 1444. Jacob van Galen, erve sgnes vaders Butgers, a°. 1455. Idem vernijt, a°. 1465. Idem verngt, a°. 1473. Johan L e ij e n d e c k e r bg cope van Jacob voorn. Andries Legendecker Johanssoon, 10 Maii 1518. Hier staet: een huys, erve ende goet, tsamen haldende omtrent 34 mergen lants, binnen- ende butendgx in den kerspel van Elden, in den ampte van Overbetuwe gelegen, te weten met den camp daer dat huys op steet met den dgck, haldende ses mergen lants, daer oostwert naest gelegen is sanct Niclas gasthuys t' Aernhem, suydwert Peter de Wrede, westwert die Moywech, noortwert Johan van Cranenborch; noch 6x/2 mergen lants aver de Moywech in de Maet, daer oostwert naest gelegen is die Moywech, suydwert ende noortwert die pastorie van Elden, westwert die Elderzege; item 15 mergen lants gelegen an de Bijckerswertsche straet, daer oostwert naest gelegen is die Moywech, suydwert Ggsbert van der Weyden, westwert ende noortwert Rgckerswoertsche straet; noch 6 mergen lants butendgx, geheyten opten Griet, daer oostwert naest gelegen Ts die Malborgsche weteringe, suydwert naest Wolter Duymkens lant, westwert Gijsbert van der Weyden, noortwert Steven ten Westeneynde, so dat tsamen met eggen met eynden gelegen. Idem eedt vernijt, 15 Septembris 1538. Johanna Legendeckers, onmundich, erve hares vaders Andries, 16 Septembris 1542. Eadem eedt verngt deur Johan Berner, 20 Junii 1544. Eadem eedt vernijt, 6 Junii 1556. Eadem, huysfrou Johan Presichavens, eedt verngt, 10 Junii 1558. Elsa Berner, Johans *) moder, crigt 6 weken uutstel, 17 Octobris 1563. Eadem crigt 3 weken uutstel, 26 Novembris 1563. Thonis Legendeckers uutstel, eodem die. Johanna Legendeckers tuchtigt haren man Johan van Presichaven an 2/s van 40 mergen, 20 Januarii 1578 2). Eadem eedt vernijt, 30 Septembris 1581. ') Johan Berner (Leenakte). a) Uit deze akte blijkt dat zij vier kinderen hebben: Wijnant, Andries, Berndt en Arent v. P. 180 Wijnand van Presichave, erve sijner moder Johannae, 30 Octobris 1596. Bernt van Presichave, Winands broder, tuchtigt sijn vrou Wendele van den Berge ant '/s deses'leens, hem togedeylt wesénde in broderscheydinge 1 Septembris 1596 geholden, 1 Martii 1598. Bernt van Presichave beleent als erve sijnes broders Winands, 26 Maii 1599. Joost van Beidt bij transport Bernts voorn, (na vertichnis sgner hnysfrouwen op hare tucht) beleent sgnde, tucht mede sgn huysfrou Johanna van Bemmel, 24 Augusti 1599. Hier staet: een huys, erve ende goet, holdende omtrent 32 mergen lants, met aUen sijnen tobehoren ende gerechticheiden, binnen- ende butendgcks in den ampte van Overbetuwe, in den kerspel van Elden gelegen, te weten den camp daer thuys op staet met den dgck, holdende ses mergen, streckende oostwert henover den bandgck an land opt Grote Griet, tocomende der weduwen Evert Kreyfengers, suydwert an Jacob Everwgns erve, westwert an den Moyweg ende noortwert an Cranenborgs lant l); noch omtrent ses mergen in de Nedermaet, oostwert an den Moyweg, suydwert an Cranenborgs lant, westwert an d'Elderzege tegen Goossen van den Bergs lant over ende noortwert an der pastorien lant van Elden 2); noch een stuck in d' Overmaet, geheiten die Pleunis, groot ongeveerlick 15 mergen so bou- als weilant, oostwert schietende an den Moyweg, suydwert met den bovensten eynde an Bgck Wgnen erfgenamen ende met den benedensten eynde an Johan Hoedemakers erven, westwert an d' Elderzege ende noortwert langs de Cruys- ofte Egckerswoertsche straet; noch omtrent vijff mergen opt Grotegriet, oostwert streckende an de Malhurgsche weteringe met d' olde Egnies daerto gehorende, suydwert an lant tocommende st. Peters gasthuys, westwert an eenen bongart bg Jurrien Probach tegen heer Poul Sluyskens erfgenamen ingewonnen, ende noortwert an Vossencamp tobehorende Bart Duyms erven 3); so dat altosamen met eggen ende met eynden gelegen is. Die voorgeroerde opdragt ende beleninge sgn bg verclaringe van den Hove te nyet gedaen den 16 Junii 1600. Arnt van Presichave, erve sgnes broders Bernts, beleent met een stuck in d' Overmaet, geheiten die Pleunis, groot ongeveer vgfthien mergen so bou- als weyland, 8 Decembris 1624. Idem maeckt dit leen sgnnen neve Frans Leydecker tegens uuytrichtunge van 1000 daller aen verscheyden partgen, den 2 October 1630. Idem revoceert soodane makinge, den 21 Jung 1637. Eick Wgnen, rentmeester, tot behoeft van st. Nicolaes hospitael binnen Arnhem bij opdracht van Arnt van Presichave ende sgnne naeste bloetverwanten 4) beleent, den 16 Jung 1640. Ggsbert van Brienen, borgermeester tot Arnhem ende huysmeyster, als hul der beleent, den 22 Febr. 1669. Johan Spoltman, borgermeester tot Arnhem ende huysmeyster, als huider beleent, 28 Decemb. 1689. Evert Wilbrennink, huider van st. Nicolai broederschap binnen Arnhem, beleent, 23 Januarij 1731. Verder als 68a. i) Zie 68b. *) Zie 68a. ») Zie 68c. 4) Hendrick van Eek tot Hedler, Wolter Haeck en Hendric Vaeck (Leenakte). 181 70. ELDEN. Die thiende tot Elden in Eldenrebroeck gelegen, tot eenen Zutphenschen leene ontfangen bij Butger yan Doirnick, a°. 1402. Idem tuchtigt sijn wijff Bate, a°. 1412. 't Convent van Marienborne bij transport Butgers voorn., ende wort bij hertog Eeynolt voort van de leensweer gevrijt, a°. 1422. 70a. ELDEN. Elff mergen landts, in den kerspel van Elden, in Overbetuwe gelegen, in Eldenreweyde, tusschen erve Wgnant van Aernhem heeren Gerritssoon an d' een sijde ende erve der costerien van Elden an d' ander sgde. Johan Vos ende Agnese, eeluyden, transporteren dit op Butger van Vlodorp, a°. 1401. Idem tuchtigt sgn vrou Elsken van Wach t en d o n ck, a°. 1401. Willem van G o e r transporteert een stuck lants geheiten die vier mergen, haldende omtrent elff mergen, in den kerspel van Elden, daer naest gelant is santer Claes gasthuys goet binnen Aernhem ende die joffrou van Putten op Claes Hugensoon, die daeran tuchtigt sgn huysfrou Catrin, a°. 1452. Johan van den Walle bij transport Claessen voorn., a°. 1456. 't Clooster van st. Agnieten binnen Aernhem bg transport Johans voorn., ende wort bij hertog Arnold voort van der leensweer gevrgt, a°. 1457. 70b. ELDEN. Vierentwintieh mergen landts, gelegen in Eldenreweyde, ontfangen bij Jan de Gruter Dirckssoon, a°. 1380. Idem maeckt Beerten, sgnen wgve, 24 mergen, geheiten Grutersweyde a°. 1381. Johan de Gruter van Aernhem ontfenckt 25 mergen lants, in een stuck gelegen in den kerspel van Elden, in Eldenreweyde, daer boven naest gelandt is Laurens van Elden ende beneden dat clooster ofte regulier van st. Mariendael, streckende met den oversten eynde an die straeté aldaer ende met den nedersten eynde an den Sege, a°. 1425. Derck, Johan de Gruters dochter, bg transport hares vaders, eodem die. Arendt de Gruter transporteert 13 mergen lants, luttel meer ofte min ter goeder maten, in den kerspel van Elden, in Eldenreweyden gelegen, an d' een sgde naest Wolter Kivit ende an d' ander sgde dat clooster van Mariendael, met den oversten eynde streckende an de straet ende metten nedersten eynde an die Zege op Alijt van Poelwick Stevens suster, a°. 1440. 182 70c. ELDEN. Twaelff mergen landts in Eldenrebroeck, ontfangen bij Butger van Vlodorp, a°. 1424. Willem van Goor tuchtigt sgn huysfrou Bele van Obbendorp an den weerdt tot Elden tegen die Praefst gelegen, a°. 1446. Idem ontfenckt die voors. 12 mergen, a°. 1447. Derck van Bronckhorst end van Batenborch, a°. 1470. Johan van Montfort bjj.transport Dircks voorn., eodem die. Idem, a°. 1472. 70d. ELDEN. Die rechte helft van den goede geheiten Meynerswijck, met sijner heerliekheyt, alden rechten ende tobehoren, in den kerspel van Elden, op den Praest, in Overbetuwe gelegen, daeraff Johan van Mekeren Gijshertssoon die wederhelft heeft, oostwert naest santer Claes weert, suydwert die Meynerswijcksche straet, westwert an lant Johans van Mekeren ende noortwert langs den Ehgn 'streckende ontfangen bg Johan ten Wal, vicarius to Brummen, ende sgnen momber Egbert Legermoelen, ende voort getransporteert op Gijsbert ten Wal ende Hilleken van Poelwg'ck, eeluyden, ten tijde als hertog Carel besitter ende heer des huyses Rosande was. Beheltlick Johan voorn, alle jaer daeruut 35 golde philipsgulden sgn leven lanck, a°. 1521. 70e. ANGEBEN. Acht mergen lands, in Overbetuwe, in den kerspel van Angeren gelegen, afgesplit van 18 mergen geheiten Aldebeemt, Langebeemt ende Campstuck *), ende ten besunderen Zutphenschen leen opgedragen bg Beiner ende Steven van Hartevelt, 23 Januarii 1608. Ende weder beleent Johan van Wyttenhorst, drost to Huessen, 27 Aprilis 1611. Bobert Lindworm ende Catrin Gerlofs, eelude, bg opdragt Johans voorn, beleent, 8 Julii 1619. Anna Opte Weert, bij transport van Gerrit Verhoeven, eerst daermede beleent sgnde, beleent, den 5 Sept. 1659. De helfte van acht merghen. Naleken van Driessel, wed. Willem van Beemst, erfgenaem haers moeders Grietje Willems, die erfgenaem was van haer moeder Anne Opte Weert, beleent met vier mergen, 17 Maert 1722. ') In margine staat: Rosands leen. ') Zie 72a en b. 183 Deselve draegt dese vier mergen op aen Jan van Meurs, die daer weder mede beleent is, 4 Decemb. 1722. Hendrik van Meurs, erfgenaem sijns vaders Jan, beleent, 7 April 1734. Idem draagt dit leen op aan Anthony Gerritsen, die daer weder mede beleend is, 11 May 1774. 71. ANGEEEN. Den weerdt gelegen tot Angeren, butendgcx, met allen sijnen tobehoren, so denselven te houden plach tot een Zutphenschen leen Cracht van Elden, ontfangen bij Willem van Poelwijck, a°. 1379. Derich van Bilant tuchtigt sgn vrou moder Gertrud van Doirnick ende van Bilant an sgn alinge thiende tot Darenborch, a°. 1399 Gertrud van Dornick ende van Bilant ontfinck die thiende tot Angeren, als die heer Johan van Bilant te holden plach, a°. 1399. Eadem, weduwe Johans van Bilant, denselven thiend, a°. 1403. Luessens soon van Poelwick ontfinck deur sgnen momber Willem van Poelwick een leen binnendgcks in den kerspel van Angeren gelegen, a°. 1402. Willem Luessensoon van Poelwick deur sgnen momber Bgcqugn van Poelwick ontfinck een erve ende goet, dat Willems van Poelwick plach te wesen, met sgnen tobehoren, gelegen in den kerspel van Angeren, a°. 1408. Johan van Bilant Dirckssoon bg transport Willems van Poelwgck Lucensoon beleent met eenen weerdt geheiten Kraehtsweert, in den kerspel van Angeren, met sgnen tobehoren, ende 28 mergen lants in denselven kerspel, a°. 1412. Johan van Bilant bg transport sgnes vaders Dircks, tot behoeff der kinder bg sijner vrouwen Sophie van Rossem te vercrigen, beheltlicken Margreten van Langeraick, sijner moder, Dircks vrou, hare tucht, a°. 1427. Idem, a°. 1450. Hier staet: den halven tbiende tot Darenborch, den balven thiend tot Angeren, ende alle tbins ende lant2) als hij tot Angeren ende Angeroijen liggende heeft, met den mannen ende allen heuren tobehoren. Item Crachtsweert met sgnen tobehoren, tot Angeren butendgx gelegen. Sophie van den Bilant, huysfrou Eeinarts van Homoet, erve hares vaders Johans, a°. 1453. >) Uit de Leenacten uitgegeven door P. N. v. Doorninck blijkt, blz. 78, dat Johan van Bylant, ridder, 18 Nov. 1393 beleend werd met „all thynsguede ende thyns gelegen tot Angeren ende tot Angheroflen, die heren Willems van Dairnic waeren, ende die Deryc, des vurscr. Johans vader, na heren Willem vnrscr. hadde, mit horen lantschove, als die van aids gelegen sgn." *) In latere akten staat: „lautschoiff." Zie ook 74. 184 Margriet van Bilant, huysfrou Ggsberts van Boxmeer, erve hares vaders Johans, ontfengt die eleyn thiende ende den smalen thiende tot Darenborch, ende die cleyn thiende met der groter thiende tot Angeren, daer die vrou ende tconvent van den Nyenclooster dat wederdeel aff heeft. Item Graefweert ofte Crachtsweert in den kerspel van Angeren, met der eener sijden an Jans weert van Huessen, ende schietende met der ander sgden ende met den eenen eynde aver Harnick in den stranck heeren Dirx van Bilant, ritters, ende met den anderen eynde an eenen weert, die te heyten plach Goossen Mommen weert, a°. 1454. Sophie van den Bilant, huysfrou Beinarts van Homoet, bg transport Sophie van den Bilant, huysfrou Arent Piecks Franckensz., ontfenckt andermalige beleninge, a°. 1457. Eadem tuchtigt haer moder Sophie van den Bilant, huysfrou Arent Piecks, an v° franckrijcksche schilden sjaers, eodem die. Die kinderen Eeiners van Homo et beleent deur heuren neve ende momher Henrick heer tot Homoet ende tot Wisch, a°. 1459. Sophie van den Bilant van Homoet, weduwe, verwilligt te vervallen als sg herhglickt heuren kinderen nim r. g., te verrenten sjaers vgff jaer lanck met 200 g., a°. 1460. Adolff van Wilack bg transport sgner moder Elisabet, Johans dochter van Bilant, huysfrou Dirx van Wylack, a°. 1467.. Idem eedt verngt na der veden, a°. 1469. Sophia van den Bilandt, huysfrou Johans van Hemert, a°. 1467. Maria van Homoet, huysfrou Sweders van Montfort, a°. 1469. Fredrick van Voorst, heer van den Dorenweert, erve sgner mogen Marie van Hoemoet *), ontfengt alleen den groten ende smalen thienden, in den kerspel van Angeren, in Overbetuwe gelegen, voor een besunder Zutphens leen, a°. 1524, 2 Martii. Beiner van Voorst, Fredrix broder, hebbende desen thiend te voren met den huyse ten Darenburch ontfangen, bevind sich dat het een besunder leen is 2). Sweer van Voorst Eeinerssoon, 26 Augusti 1544. Idem eedt verngt, 16 Junii 1556. Wilhelma van Voorst, huysfrou Joosts van Aemstel van Minden, erve hares vaders Sweders, 19 Augusti 1592. Eadem maeckt dit haren tweeden soon Assuero van Aemstel, 9 Decembris 1610. Sweder van Aemstel van Mynden bg opdragt sgner moder Wilhelmae s) beleent met eenen weert geheiten Crachtsweert, met allen sgnen tobehooren, gelegen in den kerspel van Angeren, met eener sgde an Johans weert van Huessen, schietende met der ander sijde ende eenen. eynde over Hornick in den stranck heeren Dircks van Bilant, riddors, ende met den anderen an eenen weert, die te heyten plag Gosen Mommen weert, 19 Novembris 1621. Gerardt van Amstel van Mynden beleent, den 5 Aprilis 1658 4). ') Weduwe Sweer van Montfoirt (Leenakte). *) Namelijk in 1520. Hij werd toen ook beleend met de Graeffs- of Cracbtsweerd (Leenakte). *) Weduwe (Leenakte). *) Uyt cracht van dispositie van Sweder v. A. (Leenakte). 185 Jacob van Amstel van Bovenholt, erve sijns • vaders Gerarts, met den weert beleent, 7 Novemb. 1691. Idem laet appröberen sijn huwelijxvoorwaerden met vrouwe Bernardina van Heemskerk van Bekestein opgeregt, 3 Juin 1695. Idem laet appröberen sijn beslote dispositie, 19 Decemb. 1726. Bernardina van Heemskerk, erfgenaem haers mans Jacob van Amstel, uit kragt van huwelijxvoorwaerden, den 3 Julij 1695 geapprobeert, beleent, 17 Febr. 1728. Johan Jacob van Heemskerk, erfgenaem sijns susters Bernardina, beleent 7 Mey 1729. ' Maria Geertruid van Heemskerk, erfgenaem haers broeders Johan Jacob beleent, 6 Octob. 1781. Hendrina Justina van Heemskerk na dode van Maria Geertruyd beleend 24 Novemb. 1742. ' Eadem laat haar besloten testament van den 31 May 1765 appröberen 1 Jung 1765. ' Jacob Baldewgn van Bemmel, testamentaire erfgenaam van Hendrina Justina van Heemskerk, beleend, 3 Octob. 1767. Idem en Maria Clara van Delwich, ehelieden, laten hare huwlgks- ^Ma^mi^ 5 M*y 1?8i aproberen en reffistreren, Denselven laat sijn besloten testament van den 21 Octob. 1788 anproberen, 22 Octob. 1788. 72- ANGEREN. Aehtthien mergen lants, gelegen in den gerichte van Angerogen, tusschen erve Wgnants van Aernhem an d' een sgde ende die papelicke prevende an d' ander sgde, streckende met den eenen eynde an die gemeyne stege ende met den anderen eynde an die Lede, tot eenen Zutphenschen leen bg Agnese van den Wege, huysfrou Johans Vossen van Avesaet erve hares soons Johans van Brienen, ontfangen, a°. 1401. ' Agnese van den Berge, huysfrou Johan Vos van Avesaet, a°. 1403. Johan van W g e beleent bg transport Agnesen voorn., eodem die. 72a. ANGEBEN. Drye stuck lants gelegen in den kerspel van Angeren, geheyten die Aldenbeemte, die Langebeemte ende Meeracker, met heuren tobehoren, ontfangen bg Goldken van Broicke, erve hares vaders Johans van den Broeke geheiten Schriever, a°. 1402 Goltken, Claes wijff van Tricht, ontfinck die guede geheiten die Langebeente, Kampstuek, Aldebeente ende den Meeracker, a°. 1414. ») Uit de Leenacten uitgegeven door P. N. v. Doorninck blijkt, blz. 31, dat Jacob ,nlV\ •* hV N/„e,l dat )and "Plegen aan Johannes van dem Brnokè anders geheiten Scriver, 18 Maart 1388. 186 Eadem ontfengt 18 mergen lants, gelegen an 4 stucken, a°. 1424. Sweder ten Broke, erve sijner suster Golde, a°. 1438. Henrick van Dornick, erve sijnes vaders Willems, a°. 1460. Idem, a°. 1465. Idem eedt vernijt, a°. 1472. Hier staet: den Meeracker, oostwert naest heer Johan van Bilant, ritter, westwert Willem van Poelwick; den Oldenbeemt, oostwert' naest den Leygrave, westwert die gemeyn straet; dat Campstuck, oostwert naest de gemeyn straet, westwert neven erve geheiten die Anderhalve gerde; de Langebeemt, oostwert langs den Leygrave, westwert an erve Engelbert Sadelmekers Henrickssoon. Albert van der Lawick bij transport Henrix voorn., a°. 1494. Salomone van der Lawick, huysfrou Willems van Arenherch bast., erve hares vaders Alberts, 22 Maii 1525. Eadem eedt vernijt, a°. 1544. Otto van Arenberch, erve sijner moder Salome, 30 Martii 1556. Goossen van Honseler vertijt op sijn recht tot behoeff Otten voorn, van twee lenen bij Albert van der Lawick ende Agnes van Galen, eelude, eertijts angecoft, 23 Junii 1558. Willem van Arenberch, onmundich, erve sijnes vaders Otten, 12 Julii 1562. Idem vernijt eedt deur Philips de Momber, 19 Februarii 1564. Idem, mundich, selver eedt gedaen, 9 Augusti 1578. Willem" van Merwich, huysfrou Bartolds vaji der Beeck, erve *" hlüS^neven Willems van Arenberch, 2ö~Juhn T591. Bernt van Bevervoort, erve sijnes halven broders Willems voorn., 20 Maii 1592. Beland van der Beeck, erve sijner moder Wilhelmae voorn., erft op sgne neven 1) Beiner ende Steven van Hartevelt achthien mergen lands, in Overbetu, in den kerspel van Angeren gelegen, in drie stucken, het een geheiten d'Aldebeemt, 't ander de Langebeemt ende het derde het Campstuck. Ende dieselve dragen daervan op na ontfangen beleninge Jacob Willemssoon thien mergen, wesende twee stucken, het een gênant den Meeracker ende het ander Negengarden, ten besunderen Zutphenschen leen, 23 Januarii 1608 2). Derck van Ehemen bij opdragt Bernts van Bevervord 8) beleent, 16 Septembris 1611. 18 mergen. Jacob Willems voorn, maekt dit leen deylbar, 28 Octobris 1625.10 mergen. Jacob P1 y s t e r, erve sgnes neven Jacobs voorn., beleent *), 1 Decembris 1625. Johan Hendrix, Johan Wanners als man ende momber van Jaexken Hendrix, Hendrik van Bon als man ende momber van Aeltgen Hendrix, voor haer selven ende sich sterck makende voor Jacob Jans de Vree, als medeerven van Jacob Willems, dragen op vier vijften deelen van den tien morgen lants aen J „Halve _snsterssonenJL *) Zie voor # DARENBORCH. 't Goet op den Sonderingen, gelegen tot Darenborch an den ouden molenberch, met all sijnen tobehoren, tot een Zutphens leen ontfangen bij Derich van Rossem, a°. 1380. Willem van Rossem, 6 mergen lants op den Oruyspoele tusschen tween gemeynen straten gelegen, a°. 1402. Gerit van Rossem, 5 mergen lants met heuren tobehoren gelegen in den kerspel van Darenborch op den Cruyspoel, a . 14Z4. 74. DARENBOBCH. Den hoff te Darenborch, geholden bij Johan Pleys, a°. 1326. Dirck van Bilant ais erve sijnes vaders Johans ontfengt dat huys te Doninboreh ende dat voorgeborcht met aeht mergenlants ende die halve thiende tot Doirenborch, ende allen alsu eken thins enoe lantzsehoiff als he tot Angeren ende tot Ange=n^liggende heeft, met mannen ende voort met allen sijnen tobehoren, a . 140 uii, ub Lecuwm uitgegeven aoor f. JN. v. Uoorainck blijkt, dat Dyetart, graaf van Cassenelboge den 27 Mei 1391 een manieën van 100 rijnsche gulden uit den tol ontving. *) an twe block tienden in den gericht van Ghent, der eyn gelegen is in Hulhuser velt ende die ander in die Seelhemsche weert (Leenakte). *) In de latere beleeningen wordt dit leen omschreven als een tiend voor het huis te Huihuisen, geheten Sander Vaecks tiende. 196 Peter Huest, rentmeester van Montfort, bg transport heer Christoffels van Gent, 5 Septembris 1555. Eva Huest, huysfrou Johan Poeyens, erve hares vaders Peters, 10 Januarii 1564. Gosen van den Berge, erve sijner moder Eve voorn., beleent, 3 Augusti 1603. Johan van den Berge, erve sgnes vaders Gosens, vertijende op sijn recht, laet Henrick van den Berge, sgnen broder, dit leen ontfangen, 18 Septembris 1619. Eeyner van den Berge, erve sgnnes broeders Hendrixs, beleent, den 13 November 1628. 79. GENT. Den Eldrixsehen thiende, tot Gent gelegen, tot Zutphenschen rechten ontfangen bij Albert van Eedinchaven, a°. 1405. Herman van Beinchaven ontfinck eenen thienden, gelegen in den kerspel van Gent, in den Eelrickom, a°. 1424. Henrick van Eedinchaven ontfengt eenen halve thiend tot Gent gelegen in den Eelriekum, daer die vrou van den Ngenclooster die wederhelft aff heeft, a°. 1455. Albert van Eedinchaven Albertssoon bg transport Henricks voorn., a°. 1467. Idem eedt verngt, a°. 1473. Idem eedt verngt, a°. 1484. Idem eedt verngt, a°. 1495. Eobert van Eedinchaven, erve sgnes vaders Alberts, 2 Aprilis 1525. Gaert Tg bes, burger to Docsburch, bij transport .Boberts voorn., 15 Martii 1539. Idem eedt verngt, a°. 1544. Idem eedt verngt, 9 Junii 1556. Godert Pannekoeck, doctor ende raedt, bg transport Gaert Tgbis, 21 Junii a°. 1561 1). Christina Pannekoeck, huysfrou Cornelis van Gent, erve hares vaders Goderts, 28 Martii 1580. Godert van Gent, heer to Loenen, erve sgner moder Cristin, beleent, 13 Maii 1614. Bartolt van Gent, heer tot Loenen ende Meynerswick, amptman te Bommel, erve sgnnes broeders Godefroy, beleent, den 24 Jung' 1642 ). •) Aelbert van Redinckhaven bekrachtigt tevens de opdracht door zfln vader Robbert gedaan (Leenakte). .... . ,', ,T , .„■, sn Maria vanöyssen, wed., van Godert, behoudt hare tucht (Leenakte). 197 Idem laet sijnne dispositie appröberen, den 10 Octob. 1645. Maria van Gyssen, weduwe van Godefroy van Gent, heere tot Loenen, laet haer mans dispositie ende de haere, den 18 October 1636 geratiflceert, appröberen, den 16 Decemb. 1647. Derck van Triest bij transport van Bartolt van Gent, heere tot Loenen ende Meynerswg'ck, beleent, den 21 May 1650. 80. GENT. Dat erffdrost- end haeffmeysterampt in den lande van Gelre, met der renten van C ® cleyner penningen van den weerde geheiten dat Geldersche weert, gelegen in den kerspel van Gent. Heer Willem van Broeckhusen beleent, a°. 1402. Willem van Broichusen, erve sijnes vaders Willems, a°. 1415 1). Johan heer tot Broeckhusen, Weerdenborch end Amersoyen ontfengt dat erfhovemeisteramt shertogdoms van Gelre met sijnen tobehoren, tot Zutphenschen leenrechten met twee silveren schoetelen end een pond goets gelts te verhergewaden, a°. 1427. 2 silveren schotelen, die opt minste weert sullen sijn 70 golden rhijnsgulden, met den onraet daerneven. Agnese vrou tot Broeckhusen ende Weerdenborch, erve hares soons Willems, a°. 1429. Gerrit heer tot Broeckhusen, erve sijnes vaders Johans, a°. 1442. Johan van Broeckhusen, a°. 1465. Gerrit van Broeckhusen Johanssoon, onmundich, a°. 1470. Sijn momber is Walraven van Broeckhusen. Idem eedt vernijt deur sijnen huider ende momber Gijsbert van Isendorn, 21 Januarii 1474. Idem selffs eedt gedaen, a°. 1480. , Ende tuchtigt sijn moder Elisabet van Haeften, huysfrou Gerrits van Vlodorp, eodem die. Walrave van Weerdenborch, huysfrou Otten van Arkel, heeren tot Heukelom, beleent uut crachte eenes maechgescheyts tusschen hen ende Elisabet van Haeften van Vlodorp, huysfrou Willems van Aeswnn, opgericht, a°. 1496. Elisabet van Haeften, erve hares soons Gerrits voorn., heeft overgegeven haer actie. Willem van Aeswijn beleent hij transport gedachter eeluden Walraven ende Otto, eodem die. Hier staet: dat erfhooffmeisteramt des lants van Gelre, met acker, weyden, visscherien, sanden, uterweerden end middelweerden énd allen sijnen tobehoren, tot eenen onversterflicken leen tot Zutphenschen rechten. Idem tuchtigt sgn vrou Elisabet van Haeften van Vlodorp, eodem die. ') In het Leenakteuboek f. 214vso staat ook nog een beleening van Willem van Broichusen, a°. 1377, op sento Katherinendach. 198 Gerrit van Vlodorp, erffoecht to Bemund, Anna van Vlodorp, weduwe heeren Joosten van Hemert, . sgn suster, ende Willem van Vlodorp vertiien op alsulck recht als hen van harer moder Lgsbet voorn, ansterven mochte, tot profijt Willems van Aeswijn ende sgner erven, 1 Novembris a°. 1500. Willem van Aeswijn gift over, indien sijn soon Eeiner sonder lgffserven sterft dat alsdan Gerrit van Vlodorp voorn, succederen ende sgnen broder Willem affgoeden sal; ende indien Eeiner, Gerrit ende Willem alle drye sonder kinder sterven, sal joffrou Walraven voorn, ende die heure erven, mitz dat wie van Gerrit, Willem ofte Walrave erve wort, dieselve an Henrica van Aeswijn, Eeiners suster, 500 g. gl. uutrichten sal, eodem die. Henrica van Aeswgn, Willems dochter, huysfrou Seinen van Dort, beleent, na gedanen affdracht hares vaders felonme met n"> g. gl., 17 Augusti 1526. Ende Cracht van C amphuse n, hiermede na confiscatie beleent sgnde, transporteert het nu weder op Henrica voorn. Elisabet van Dort, huysfrou Johans van der Horst, bg transport harer moder Henricae voorn., 23 Aprilis 1528. Eadem, weduwe, stelt tot huider Walraven van Gent, a°. 1533. Eadem, gemael des graven van den Berge, verngt eedt, 26 Sept. 1538. Gerrit van Vlodorp, erve sgnes broeders Eeiners van Aeswijn als hem sulx op den Lantdagen to Ngmegen end Eemund togeclaert is, 16 Junii 1539. Idem tuchtigt sgn vrou Elisabet van Stammen, eodem die. Hier staet- dat erfhoofmeisteramt slants van Gelre, met allen rechten end tobehoren, met eenen hoff geheiten den Gelderschen weert, met acker, weyden, vischerien, sanden, uterweerden end middelweerden end allen anderen sgnen tobehoren, m Overbetuwe, in den kerspel van Gent gelegen. Elisabet van Dort, huysfrou graeff Osewolds van den Berge, eedt verngt, a°. 1543. Gerrit van Vlodorp, erve sgnes vaders Gerrits, 6 Man 1544. Voor de 2 schotelen betaelt 75 daler. Willem grave to dem Berge, erve sgner moder Elisabet, 8 Martu 1546. Gerrit van Vlodorp eedt verngt, 10 Maii 1556. Johan van Vlodorp, erve sijnes broders Gerrits, 3 Junii 1557. Maria van Vlodorp, erve hares vaders Johans, beleent in bgwesen harer moder Maria van Nesselrade, 4 Novembns 1558. Eadem eedt verngt deur haren soon Diedrick QuadvanWickrad, 20 Octobris 1595. Eadem verset an Michieltgen van Embruggen een stuck weilands van 16 mereen genoomt Praestsand, te Gent gelegen, voor x« daler, 3 jaren lanck, 16 Octobris 1602. Weder ingelost 28 Septembris 1605. Eadem draegt dit leen op haren soon Diedrick Quad, 20 Junii 1608. Idem verpand twee stucken lands gênant het Struyekelsehe velt ende Geerken, to Gent gelegen, an Joost Plemrock voor 4500 g., 9 Novembris 1618. Gelost 26 Maii 1625. 199 Johan Quaed, heere tot Wicraed, Willem, Predric, Lotharius ende Bertram Quaed beleent, den xra Jung 1627 x). Maria Justina Quaet van Wickraet tucht haeren man Gerhart van Eek, den 28 Novemb. 1633. Willem Tomas Quaed beleent met sijn andeel ende gerechticheyt, hem angocommen door doode sijnnes vaders Bartram, den 2 Augusti 1642. De gebroederen Johan, Willem, Fredrick, ende soons soone Willem Tomas van Quaed dispositie approbeert, den 2 Augusti 1642. Fredrick Quaedt, vrgheere van Wickraet, erve sijnnes broeders Johans, beleent, den 4 Decemb. 1644. Idem laet de dispositie ende houwelixe vurwarden van sijn neve Willem Tomas Quaedt ende Maria Turck, vrouwe tot Hemert, appröberen, den 6 Junij 1649. Willem Tomas Quaedt beleent uuyt cracht van de houwelixe vurwarden, op huyden geapprobeert, met de helfte vant erfdrost- ende erffhaef- meesterampt, eodem die. Idem laet sijnne ende sgnne huysfrouwe vrouwe Maria Turck dispositie appröberen, 31 Julg' 1649. Willem Thomas Quaet mede beleent met d 'andere helfte, hem nu eerst in 't geheel aengecommen door dode van Frederick Quaedt, den 15 May 1652. Bertram van Eek van Panthaleon laet het contract tussen hem ende WiUem Thomas Quaet opgericht appröberen, den 6 October 1656 a). Idem beleent met een vijfthiende part, den 7 Octob. 1656. Idem doet sgn aenpart in pandtschap aen schepen Jacob Leuwens en sgn huysvrouw 8) den tgt van ses jaeren, voor de summe van vier duysent guld., den 19 May 1659. Idem draegt op sgn aenpart aen de heere stadtholder van de leenen ten behoeve van Johanna de Bye, weduwe van den raetsheer Johan Glimmer, den 25 Mey 1660. Willem Thomas Quaet, heer tot Wyckraet, laet sgn besloten dispositie appröberen, den 13.December 1669. De erfgenaemen van Johanna de Bye, weduwe van de raetsheer Glimmer % rennntieren van de opdracht door de heer van Groenwoude den 25 Mey 1660 tot haeres bestemoeders behoef gedaen, den 20 October 1670. Iidem repeteren sulckx tot meerder bevestinge, den 6 Januarij 1671. Otto van Swerin ende vrouwe Ermgart Maria de Quaet laeten appröberen haer houlgxcontract, waerbg deselve van alle vaderlgcke, moederlijcke ende grootmoederlijcke successien hebben gerenuncieeft, den 20 Januarg' 1671. ■) Als erfgenamen van hun broeder Diedrik (Leenakte). *) Deze akte staat niet in het Leenaktenboek. *) Si bil la van der Lynden (Leenakte). 4) Johanna Schadee, onmundige dochter van Andries S. en Anna Glimmer, Johau de Leeuw, geh. met AnthOnetta Glimmer en haar dochterszoon Johan Bertram van Eek van Panthaleon. De grootmoeder leeft nog, zoodat men moet lezen: de aanstaande erfgenamen. 200 Lotharius Stephanus Quaet yan Wyckraet, vernam aetatis verkregen hebbende, beleent uyt kracht van sgns vaders Willem Thomas Quaet, heer van Wyckraet, dispositie, den 14 October 1671. Bartram van Eek van Panthaleon ende Elisabeth L e e u w e n s laeten haere dispositie appröberen, den 27 Mey lb/9. Jacob van Eek van Panthaleon, onmundig, erve sijnes vaders Bertrams, beleent met het vijftiende gedeelte van de erfhaefmeysterge den 25 Augusti 1681. Het heergewaet is getaxeert op 90 g., behalve het pont goet gelts. .. Diederick van Eek van Panthaleon, onmundig, erve sgnes broeders Jacob, beleent, den 4 Septemb. 1684 ). Tntharins Stenhanus Quaet van Wyckraet laet appröberen de pacht van de eXfmeysteri>, uytgesondert de rgsweerden voor den tgt van tien jaeren met Harman*van Triest ingegaen ende laet de conditiën van de verpachtinge registreren, den 9 Jung 1685. win,™ Eartram Quaet van Wyckraedt laet registreren het testament van W Z vatr Wuhem SomasVaet van Wyckraet van den 2 Novemb. 1669, den 20 Jung 1700 a). . Idem laet registreren 's Hoves apointement van den 21 Jung, waerbij de stadthold r van de lenen versogt wert gene alienatien transporten of^ bLwïren te appröberen sonder praejudicie van het ndeicomm s van 't bovenstaende testament, nog ook niet alvorens hg voldaenis van 8280 g cum interesse en kosten van Lotharius Stephanus Quaed van Wyckraed, den 24 Jung 1700. Diderick van Eek van Pantaleon laet registreren de acte jankoop, van S Si Jung 1700 over een uiterweerd genaemt het Praebsand JS LotharJ van Quaed van Wykraet ingegaen, den 20 Jan. 1702 26 April 1715. . ongeveï van^dne'en twintig ^vtSATf^lS hafr grootmoeder Maria le Maire, wed Verbeid 6 Je^ 1718_ Bartram van Ek van Pantaleon, meerderjarig, doet self eed, 30 Jan 1720. Elisabet van Diest, 20 Sept. 1721 ). S met de grote Praebsand, ongeveer van drie en twintig morgen, met sijn rijsweerden, 26 Octob. 1722. •) Zie verder 80 § 3. genoemde zoons, nog een derde islZ Erede^^etfgebolde dochter Ermgart Maria. I] iSn^^rw2mLrAta- (Leenakte). 201 Elisabet Elsabet van Eek van Pantaleon 1), erfgenaem haers broeders Prederick Wilhem, beleent, 18 Jan. 1729. Grote Praebsand. Hendrik des Villattes, erfgenaem sijns moeders Elisabet van Eek van Pantaleon, beleend, 29 April 1750. Willem Otto Fredrik van Quadt tot Wykraet genaemt Heyden, erve sijns vaders Fredrik Willem, na afgemaakt versuym beleend, 28 Jung 1752. Erf hofmeysterije. Dirk Bertram des Villattes nae dode sijns broeders Hendrik beleend, 30 Maart 1753. Idem en de verdere condividenten 2) laten appröberen en registreren een extract uyt het magescheyd den 20 Decemb. 1759 over den ouderlgken boedel opgerigt, 15 April 1760. Idem laat sijn besloten testament van den 2 October 1760 appröberen. 4 Oct. 1760. Willem Otto Fredrick van Quadt tot Wykraeth en Derk Bertram des Villates laten appröberen en registreren sodane aceoord en transactie als tusschen haarlieden den 1 April 1766 is ingegaan en beraamt over en ter sake van het Probsand, voormaals tot de erfhofmeesterij gehoord hebbende, 1 May 1766. Diderick Bertram van Villates laat sgn besloten testament van den 30 Septemb. 1777 aproberen, 7 Qctob. 1777. Idem laat sgn besloten testament van den 2 October 1780 aproberen. 3 Oct. 1780. Otto van Quadt tot Wyckradt nae dode van sgn vader Willem Otto Frederik en als successeur feudaal beleend met de erfhofmeesteriie, 31 Maart 1786. Gerrit Willem Jacob de Villates als oudste broeder en leenvolger van Derk Bertram des Villates beleend, 31 Julg 1789. Mr. F. van den Steen en Mr. J. van Eees, in qualiteit als executeurs en erfuyters in den boedel van wglen Gerrit Willem Jacob des Villates, laaten registreren desselfs opene testamentaire dispositie d.d. 18 Julij 1804 beslooten gepasseert, 15 April 1807. J. van Palland en M. J. van Hoogstraaten, ehelieden;H. W. C. van Rappard en J. G. Haesebaart, ehelieden; voorts Mr. H. A. van Kappard en J. B. van Th ge Hannes, ehelieden, laaten registreren een transport d.d. 20 Maart 1807 door voorn, executeuren met relatie tot het Probsand ter hunlieder behoeven gepasseert, en laaten uyt hoofde van dien dit leen ter hunl. naamen pro communi indiviso overteekenen, 7 May 1807. ») Gehuwd met Hendrik de Villattes. Zij wordt in de akte oudste zuster genoemd en was dus vermoedelijk in 1721 reeds gehuwd. t 'KAlo1ïan.der Augustus, Francois Gabriel Gross geh. met Charlotta des V., Gerrit Willem Jacob Maria Elisabet, Carel Lodewijk. De moeder overleed 12 Mei 1749 de vader 8 September 1759, de oudste broeder Hendrik 7 Febr. 1753 (Leenakte) 202 80 § 1. GENT. De Koeweide ende Niwe weide genaemt, groot omtrent 22 mergen, dan nog den Middelweert, groot ongeveer 10 mergen, beide groot 32 mergen, in het schependom van Gent in der Erlècum gelegen, een afgesplit leen van de erfhofmeesterije, ten Zntphensen regten met een dubbelt heergewaet te verheergewaden, vólgens resolutie van den Hove van den 15 Julij 1693. Lotharius Stephanus Q u a e t v a n W y k r a e t laet de bovengenoemde resolutie registreren, den 5 Decemb. 1694. Idem draegt dit leen op aen Dionisius C o e r m a n, die daermede beleent is, eodem die. Petronella Coermans, erve haers vaders Dionisius, beleent, den 23 May 1704. Huider Michiel T e 11 i n g e r, haer man. 80 § 2. GENT. Twe weiden genaemt de twe alde waerden, groot omtrent een en twintig mergen, in de jurisdictie der heerlnckheit Gent in de Erlecom gelegen, een afgesplit leen van de erfhofmeesterge, ten Zutphensen regten met een pont goet gelts te verheergewaden, volgens resolutie van.den 15 Julg 1693 van den Hove, opgedragen door Lotharius Stephanus van Quaet van Wykraet aen Otto Herman Huisman en Neeltje Ver hey en, egtelieden, die daermede beleent sgn, den 12 Jung 1696. Johan Huesman, erfgenaem sgns vaders Otto Herman, beleent, 29 Decemb. 1699. . t Lambertus V e r w a e y, erfgenaem sgns soons Jan Verwaey, die erfgenaem was van Ot Hermen Huisman en Neeltje Verheyen, beleent met seven sestiende gedeeltens, 20 Aug. 1725. Lambert Verwaeyen en Margreta Verhulsdoük, egtelieden, verbinden de seven sestiende gedeeltens aen Wilhem van Rodenberg voor ses hondert gl., 2 Mey 1727. 203 80 § 3. GENT. Het vijftiende gedeelte van het erfhofmeesteramt des lants van Gelre, gelegen in den amte van Overbetuwe, kerspel van Gent, ten Zutphense regten met een pond goet gelts en twe silvere schotelen te verheergewaden leenroerig. Bartram Tin Ek van Pantaleon, onmundig, erfgenaem sgns vaders Diderik, beleent, 22 Novemb. 1712. Idem, meerderjarig, doet self eed, 20 Jan. 1720. Frederik Wilhem van Ek van Pantaleon, onmundig, erfgenaem sgns broeders Bartram, beleent door sijn grootvader Frederik Wilhem van Diest, 26 Octob. 1722. De twe silvere schotelen getaxeert op hondert gulden. Elisabet Elsabet van Eek van Pantaleon, erfgenaem haers broeders Frederik Wilhem, beleent, 18 Jan. 1729. Hendrik des Villattes, erfgenaem sijns moeders Elisabet Elsabet van Eek van Pantaleon, beleend, 29 April 1750. Dirk Bertram des Villattes nae dode sijns broeders Hendrik beleend, 30 Maert 1753. Idem laat sgn besloten testament van den 2 Octob. 1760 appröberen, 4 Octob. 1760. Idem laat sgn besloten testament van den 30 Sept. 1777 aproberen. 7 Octob. 1777. Idem laat sgn besloten testament van den 2 Octob. 1780 aproberen. 3 Octob. 1780. Gerrit Willem Jacob des Villates als oudste broeder en leenvolger van Derk Bertram beleend, 31 Julg 1789. Mr. F. van den Steen en Mr. J. van Eees in qualiteit als executeurs en erfuyters van den boedel van wglen Gerrit Willem Jacob des Villates laaten registreren desselfs opene testamentaire dispositie d.d. 18 Julg 1804 beslooten gepasseert, 15 April 1807. 81. GENT. Twee capoenen jaerlix, tot Zutphenschen rechten ontfangen bij. mr. Jurrien van Halteren doctor bij transport Gerrit van Vlodorp uut sgnen goederen, 13 Julii 1545. 204 Die stadt, kerspel, herlieheyt ende hooeheyt, cleyn ende groot, van Gent, nyet daervan nntgescheyden, wie die van alts in Overbetuwe gelegen sijn, met eggen, eynden end bepalingen, met allen den luyden, die daerin sijn off namaels comraen sullen, met den gemeynden, tollen, sanden, uterweerden end middelweerden, die daer brj geval des strooms drgven ofte commen mochten, oyck den stroom van der Walen, wateren, viseherien in derselver heerhcheyt gelegen, tot Gelderschen rechten met 15 goltguld. te verhergewaden. Henrick van Gent, erfhavemeister, voor hem ende sijns lijffs erven, mansgebeurt, is hiermede begiftigt, a°. 1506. Willem van Gent erve sijnes vaders Henricks, 9 Aprilis 1526. Henrick van Gent, erf kemerlinck, erve sijnes vaders Willems, 17 Septembris 1547. Idem eedt verngt, 15 Maii 1556. Henrick van Gent heeft erholden dat eens dit leen op een dochter sal erven mogen, 24 Julii 1572. Willem van Gent, onmundich, erve sgnes vaders Henricks, 3 Januarii 1573. Idem eedt verngt, 24 Aprilis 1595. Idem •) ontfengt met lediger hand die stad, kerspel, heerliekheyt ende hooeheyt .van Gent, cleyn ende groot, met allen heuren in- ende tobehoren, nyet daervan uutgescheiden, van olts m den ampte van Overbetu gelegen, met eggen, eynden ende bepalingen, met allen luyden, die daerin sgn ofte commen sullen, met den gemeenten, tollen, sanden, uter- ende middelweerden, die daer bg gevalle des strooms ende waters drgven, vallen ende feeniger tgt tocommeu werdef; oyck den stroom van der Walen, wateren ende viseherien in der heerliekheyt van Gent gelegen, so veel 't hertogdom Oelre ende graefschap Zutphen van hooeheyt wegen daeran berechtigtsijn mogen, te Zutphensche rechten met vijfthien goltgulden te yerheergewaden leenroerich, vermöge der Landschap resolutie, 3 Octobris 1605. Henrick van Gent/erve sijnes vaders Wilhems, beleent, 23 Augusti 1625. Idem laet sgnne dispositie appröberen, den 27 Januarii 1644. Idem nochmaels sijnne dispositie approbeert, den 27 Augusti 1649. Idem revoceert alle sgne voorgaende dispositien, den 19 Decembris 1650. Idem laet sgnne tucht 3) appröberen, den 27 Novembris 1655. Anna Maria Theresia de Go dijn weduwe van wglen' Henrick van Gent, belast dit lheen met 1165 g. ten behoeve van Ggsbert van Brienen, den 9 Jan. 1657. Johan van Gent, erve sijnnes broeders Henricks, beleent, den 31 Jan. 1657. Anna Maria Theresia de Godijn, weduwe Gent, doet renunciatie van haere tucht, den 24 Septembris 1657. Catarina van Gent, erve haeres broeders Johans van Gent beleent, den 23 Augusti 1658. Huider haeren man Plons van Meverden. ') erfkamerlinc. ■) van Gent van Rixtel. i,i . . ... ,T. ■, ») Ten behoeve van zijn vrouw Anna Maria de Godijn (Uasj. 205 Eadem tuchtigt haeren man Floris van Meverden tot wederhglickens toe, den 5 Maii 1659. Eadem laet appröberen een acte voor het gericht van Gent opgericht, waerbg' sg haer man belooft te guaranderen voor de penningen tot reddinge van de hoedel haeres broederen Hendrick ende Jan opgenomen ende noch op te nemen, den 26 Julii 1660. Eadem eedt vernieuwt door Jordaen Francken, den 13 Decembris 1661. Willem van Renesse de Baer, heer tot Bardewijck, ambachtsheer tot Spalanden ende Poppendam, erve sgner moeye vrouwe Catharina van Gent, beleent, den 29 Augusti 1664. Elbert Assueer Beinder van Voorst tot Schoonderbeeck, heer tot Gent, erfcaemerling, nomine uxoris vrouwe Mechtelt Adriana de Eenesse, vrouwe tot Gent etc., als erfgenaem haeres vaders Willem van Eenesse van Baer heieent, den 14 Martii 1679. Elbert Assueer Eeinier van Voorst van Doreweert tot Schoonderbeeck ende vrouwe Mechtelt Adriana de Eenesse de Baer, eheluyden, transporteren dit leen aen Elisabeth Leeuwens, weduwe van Bartram van Eek van Panthaleon, die daermede beleent is, den 18 November 1681. Eadem laet haer besloten dispositie appröberen, den 7 Januarg 1683. Eadem laet haere naedere dispositie appröberen, den 4 September 1684. F De mombers van de kinderen van Bartram van Eek van Panthaleon ende vrouwe Elisabeth Leeuwens beleent als erfgenaemen haeres moeders, den 19 Jung 1689 l). Diederick van Eek van Panthaleon, heer tot Gent, meerderjaerich geworden sijnde, doet selfs eedt, den. 19 Mey 1693. Bartram van Ek van Pantaleon, onmundig, erfgenaem sjjns vaders Diderik, beleent 2), 22 Novemb. 1712. Idem, meerderjarig, doet self eed, 20 Jan. 1720. Frederik Wilhem van Diest laet appröberen de huwelijxvoorwaerden den 9 Mey 1706 opgerigt tussen Diderik van Ek van Pantaleon en Elisabet van Diest, egtelieden, 20 Septemb. 1721. Frederik Wilhem van Ek van Pantaleon, onmundig, erfgenaem sijns broeders Bartram, beleent door sgn grootvader Frederik Wilhem van Diest, 26 October 1722. Elisabet Elsabet van Eek van Pantaleon, erfgenaem haers broeders Frederik Wilhem, beleent, 18 Januarg 1729. Hendrik des Villattes, erfgenaem sijns moeders Elisabet Elsabet van Eek van Pantaleon, beleend, 29 April 1750. Derk Bertram des Villattes nae dode sgns broeders Hendrik dés Villattes beleend, 30 Maart 1753. Hendrik des Villates laat registreren 't geopende testament s). Idem renuntieert van het regt van togt hem uyt kragt van voorgem. testament aan dit leen competerende, 26 Meert 1755. •) Volgens Leenakte van 24 Oct. 1722 waren die kinderen: Diderick, Justina, Maria geh. met Johan Motzvelt, Antonetta Elisabet geh. met Johannes Verbolt en Gerard !) Zie 80, blz. 200. •j 1 Junij 1758. Prothocol van testamenten der heerlijkheid Gent. 206 Dirk Bertram des Villattes en de verdere condividenten laten appröberen 1)11en™gltZn\*n extract uyt het magescheyd den 20 Decemb. 1759 over den ouderUjken boedel opgengt, 15 April 17bO. Idem laat sgn besloten testament van den 2 October 1760 appröberen, 4 October 1760. Verder als 80 § 3. Afgespleeten van 81. 81 § De helfte der heerlijkheid van Gendt en Erleeom met zgji rechten en gerechtigheeden, vrge jagt, etc., den paardentol, ïabackswaag en bepootingen op de gemeente bnytendijks, voor zoo verre die den heer heeft gecompeteert, wijders de visserey on de rivier de Waal zooverre de heerlijkheid van Gendt strekt zijnde thans een bgzonder leen en afgespleten van de Erlgkheid, stadt, kerspel, heerlgkheid ende ende groot, van Gendt cnm ap- et dependentus, tot Gelderschen rechten met 15 goltgl. te verheergewaaden leenroeng. Mr A F van den Steen en C. M. A. Huift, ehelieden, laaten ^ gireren een ïransport d.d, 11 .Tuig 1806 door Mr J van, Bees als medeexecuteur testamentair des boedels wijlen G. W. J. des %l£?Sr3wto tot de helfte van de heerlijkheid van Gendt^cum an- et dependentiis ter hunlieder behoeven gepasseert d.d. 6 Juni) 1807^ en laaten uyt hoofde van dien bovenstaande leen ter hunlieder naamen overtekenen, eodem die. 81a. GENTTwee blocken thienden, gelegen in der herückheyl= vaii Gendt, genoomt het een den Opwijekschen ende het ander den Iteenbergschen thiend, gelgck die vrou van Nnenclooster IJÏZm, daerteeen besit, ten Zutphenschen leen gemaeckt ende ontfangen bij 8 _. . . , /i—i. —A„ n^fVomorlinrk des Wilhem van Gent van Bixte, neer ™ ^.^^ hrito- furstendoms Gelre, tegen oer u^u^y, » "" ^ r, . j beit Gent voortaen sal_moger[J^Z^ll^ ' het oude nergewaei vouruem>««", ~- - «i«oc Henrick van Gent, erve sgnes vaders Wilhems, beleent, 23 Augusti 1625 Snvan Gent, erve sgnes ^=^^tottt'TÜS Catarina van Gent erve hares broedersjohans, « Jen 23 Augusti 1658. Huider haeren man Floris van Meverden. Verder als 81. En dan: ^ ^ Huift, eheüeden, en Mr' M W YeVan ^"1" iïef éÈiii, laaten registreren feu TranspeortMd.dn 3 Julg 1806 door Mr J van Bees a s^edeexecuteur testamentair des boedels wglen G. W. J. des Villates hunlieder behoeven gepasseert, d.d. 6 Jung iw. Ja». Dirit, Hermina geh. met Hendrik Romijn, CbriatUen en Aleyda geh. met Arien de Bruyn. 218 Gradus Derksen en Lamertje Peters, ehelieden, laten appröberen en pei claus. conc. registreren het magescheyd den 15 August. 1787 over den hoedel van haar moeder Johanna van Nuyen opgerigt, lo May 1789. Deselve ehelieden beleend met dit leen, eodem die. Jan Derksen laat registreren een magescheid d.d. 28 van Grasmaand 1810 met desselfs vader Gradus Derksen en L. Peters, in leven ehelieden, en verdere condividenten ») over een gedeelte van den ouderlijken hoedel opgerigt en gesloten, d.d. 19 van Herfstmaand 1810, en laat uyt hoofde van dien dit leen ten zijnen namen overteekenen, eodem die. Afgesplit van 86a. 86a § 6. BEMMEL. Een hofstede met enig toebaxland, groot omtrent.ene mergen edog so groot en klein als deselven hn Geurt Marcus althans in pagtinge gebruikt word, waerbij gehoren veertien opgaende essebomen, sonder meer, beswaert met een roede dgk, sgnde de benedenste in twee roeden dgx in n°. tien onder Doornik gelegen, voorts met twe gulden tien stuivers in de ordinaris verpondinge, alsmede amtsen dorpslasten, tienden en andere herenschattingen, behorende 't schuerke bn dese hofstede staende niet de vrouwe douariere van Thienen, maer den pagter Geurt Marcus voors. toe; alsook een hofstede, groot ongeveer een halve mergen, dog so groot en klein als deselve althans bn Willem Meuleman in pagtinge gebruikt word, etc, met meerderen nit de beleninge- self te sien; gehjk mede een hofstede daerop volgende, ook groot een halve morgen, met agthien opgaende hoornen, beswaerd met de derde volgende roey landdijk in het voorschr. blok in n°. vgf onder Doornik; eh laestelijk een hofstede daer wederom op volgende groot als vooreu, met agthien opgaende hoornen, beswaerd met een roede drie voet landdgk onder Bemmel, n°. honderd veerthig; als een bgsonder leen ende afgespleten van het adelgke huis en havesate genaemt de Pol, ten Zutphense regten leenroerig, opgedragen door Heüwig van Bronkhorst, douariere van Thienen, aen Peter Eootbeen, die daermede beleent is, 21 Julg 1725. Idem draagt de laatste twe hofsteden op aan Anthony Hopman en Johanna van Baay, ehelieden, die daar weder mede beleend sgn, 25 Julg 1747. Idem na bekomen approbatie van 't magescheyd van den 18 Febi■. 17W beleent met dit leen, gelijk tselve hem uyt dien hoofde en door dode van sgn vrouw aangekomen is, 29 April 176ó. Idem draagt dit leen op aan . Steven Walraven van Bandwgck, die daar weder mede beleend is, 26 Julg' 1765. .) Willem D. geh. met Janna Konings, Jan, Christiaen geh. met Hermina Middendorp en Hendrik. 219 Afgesplit van 86a § 6. 86a § 7. Een hofstede met eenig tabaksland, groot omtrend een mergen, edog so groot en kleyn als deselve bg Heymerick, den onderscholt, althans in pagt gebruykt word, waartoe gehoord hebben veerthien opgaande essen hoornen, beswaerd met een roede dgks, sgnde de benedenste in twe roeden dgks in N°. 10 onder Doornick, enz., als een bgsonder leen, ten Zutphense regten leenroerig, opgedragen door Peter Boodbeen aan Peter van Bleek, die daermede beleend is, 27 Octob. 1739. Idem draagt dit leen op aan Margareta van Eek, minderjarig, die daar weder mede beleend is 9 Aug. 1749. Huider Fredrik van Eek, haar vader »). Eadem, meerderjarig geworden, vernieuwt eed, 18 Julij 1759. Huider haar vader. Fredrik Buwens en Margaretha van Eek, ehelieden, dragen dit leen op aan Jacobus van Erp, die daar weder mede beleend is, 24 April 1787. Afgesplit van 86a § 6. 86a § 8. BEMMEL. Een hofstede, groot ongeveer een halve mergen, dog so groot en kleyn als deselve thans bij Marten Spee in pagtinge gehruykt word, met seventhien opgaende boomen, beswaerd met een roede landdijk, sijnde de twede onder Doornik, in N°. vgff, enz. als een hijsonder leen, ten Zutphense rechten leenroerig, opgedraegen door Peter Boodbeen aen Manis Fredriks, die daermede beleend is, 8 Decemb. 1739. Bernardus Berends, nomine uxoris Johanna Fredriks, erfgenaam sgns schoonvaders Manis Fredriks, voorbehoudens de tugt aan desselfs schoonmoeder Emilia Otten, heleend, 26 Octob. 1776. Denselven voor sig en namens sgn vrouw draagt dit leen op aan Steven Walraven van Band wije k, die daarmede weder beleend is. 6 Octob. 1784. ' ■) Haar moeder is Elisabeth Blankenbeek (Leenakte). 220 Afgesplit van 86a. 86a § 9. BEMMEL. De herberg van outs genaamt 't kasteel van Assemburg, daer uithangt de witte leeuw, bestaende in een huis met verscheide gemakken, nieuw getimmerde schuer en annexen hof, met de daerbg gehorende linde- en ypebomen tot ses in getal, waervan pagter is Hendrik Oppenraey, vrg en exemt van tyns en tienden, beswaert met anderhalve roede landdg'k onder Doornik in N°. vijftien, voorts met ene gulden in de ordinaris verpondinge, en dan wijders met de amts- en dorpslasten en andere herenschattingen, als een bijsonder leen ende afgespleten van het adehjke huis en havesate genaemt de Pol, ten Zutphense regten leenroerig, opgedragen door Heilwig van Bronkhorst, douariere van Thienen, aen Sara Stap pis, die daermede beleent is, 21 Julij 1725. Huider Peter van Dockum. Peter van Dockum, erfgenaem sijns moeys Sara Stappis 1), beleent, 16 April 1736. Mattheus van Dockum, erfgenaem sgns vaders Peter, beleend, 21 Dec. 1746. Idem draagt dit leen op aan Bato van Hulst, eodem die. Idem uyt hoofde van dien afstand heleend, 23 Decemb. 1746. Idem draagt dit leen op aan Johannes Wijngaard en Ggsbarta van Ingen, ehelieden, die daar weder mede beleend sgn, 18 Jung 1756. Afgesplit van 86a. 86a § 10. BEMMEL. Een hofstede met het smitshuis, hof en elf opgaende bomen aen de straet, pagter de meester smit Derk van Leyen thins- en tiendvrg, beswaert met vier roeden en agt voeten landdgk tot Bemmel onder n°. hondert ses en veertig, voorts met ene gulden in de ordinaris verpondinge, en dan nog met de amts- en dorpslasten en andere herenschattingen ; als een bgsonder leen en afgespleten yan het adelijke huis en havesate genaemt de Pol, ten Zutphense regten leenroerig, opgedragen door Heilwig van Bronkhorst, douariere van Thienen, aen Isak Samson, die daermede beleent is, 21 Julg 1725. Megteld J a c o b s na dode baars mans Isak Samson beleend, 28 Januarg 1749. Huider Joseph Samson, haar soon. Mger Samson na dode sgner ouderen en uyt hoofde van geapprobeert magescheyd beleent, 5 May 1756. Idem en Judit Levi, ehelieden, dragen dit leen op aan i) Hier genoemd: Stappers. 221 Steven Walraven van Eandwijck en Anna Maria E. Coninck, ehelieden, die daar weder mede heleend sgn, 24 Meert 1767. Idem en Carolina Diana Bigot, ehelieden, laten hare reciproque tugtmakinge van den 5 Novemb. 1784 appröberen en registreren 8 Decemb. 1784. Afgesplit van 86a. 86a § 11. BEMMEL. Een hofstede met 't annexe toebaxland, groot omtrent een halve mergen, dog so groot en klein als deselve althans bij Gerrit Willemse in pagtinge gebruikt is geweest, met agtien opgaende bomen aen de straet, vrij en exemt van thinsen en tienden, beswaert met een roede landdijx, Sijnde de bovenste of eerste onder Doornick in num°. vgf, sgnde een blok van vier roeden en twaeb? voet, voorts met ene gulden in de ordinaris verpondinge, wgders met de amtsen dorpslasten en verdere herenschattingen; als een bgsonder leen en afgespleten van het adehjke huis en havesate genaemt de Pol, ten Zutphense regten leenroerig, opgedragen door Heilwig van Bronkhorst, douariere van Thienen, aen Derk Goris, die daermede beleent is, 21 Julg 1725. Antony Hopman en Johanna van Eaay »), ehelieden, na dode van Dirk Goris beleend, 24 Febr. 1747. Idem na bekomen approbatie van 't magescheyd van den 18 Febr. 1763 beleent met dit leen, gelijk 't selve hem uyt dien hoofde en door dode van sgn vrouw aangekomen is, 29 April 1763. Idem draagt dit leen op aan Steven Walraven van Bandwgck, die daar weder mede beleend is, 26 Julg 1765. ' Afgesplit van 86a. 86a § 12. BEMMEL. Een hofstede, groot omtrent ene mergen, edog so groot en klein als deselve bg Peter Driessen althans in pagtinge gebruikt word, met een dubbelde rg so willige- als essebomen, beginnende van het laetste vonder tot den eerste eyken en eerste peppel incluis, beswaert met de vierde of •laetste roede landdijk onder Doornick in num°. vijf, voorts met ene gulden in de ordinaris verpondinge, nog met de amts- en dorpslasten, tienden ende andere herenschattingen, als een bijsonder leen en afgesplete van het adelijke huis en havesate genaemt den Pol, ten Zutphense regten leenroerig, opgedragen door Heü™£ van Bronkhorst, douariere van Thienen, 21 Juin 1725 ten behoeve van Wilhem van S t e e n 1 e r, die daer weder mede beleent is, 22 Maert 1726. ') Voormaels wed. van Derk Goris (Leenakte). 222 Alexander Maximiliaen de Lannay1), erfgenaem sijns ooms Wilhem van Steenier, beleent, 29 Sept. 1730. Louis Hilbert van Lannay, erve sijns broeders Alexander Maximiliaen, beleend, 3 Maart 1747. Maria Geertruyd van Lannay, erfgenaam haars broeders Louis Hilbert *), beleend, 11 April 1753. Isabella van Lannay *), erfgenaam van haar suster Maria Geertruyd van Launay, beleend, 14 April 1772. Eadem draagt dit leen op aan Catharina Loeven, die daar weder mede beleend is, 1 August. 1772. Huider Jan van Wely, haar man. Eadem stelt na dode van haar eerste man Jan van Wely tot huider Arien Eymers, haar twede man, 23 Octob. 1781. Afgesplit van 86a. 86a § 13. BEMMEL. Een hofstede, groot ene mergen, edog so groot en klein deselve althans bg Beernt Muller in pagtinge gebruikt word, waertoe gehoort een dubbelde rg opgaende bomen aen de straetsgde, beginnende van den dicken eyken en so vervolgens tot twaelf in 't getal, behalven nog een sware lindeboom, beswaert met de overige twaelf voet landdjjk in 't blok onder Doornik in num°. vgf, voort met vierentwintig stuivers en ses deniers in de ordinaris verpondinge, wgders met de amts- en dorpslasten, tienden en anderen herenschattingen; als een bgsonder leen ende afgespleten van het adelgke huis en havesate genaemt de Pol, ten Zutphense regten leenroerig, opgedragen door Heilwig van Bronkhorst, douariere van Thienen, aen Teunis van der Burg, die daermede beleent is, 21 Julg 1725. Cornelis Verburg, erfgenaam sgns vaders Teunis, en uyt kragt van geapprobeerd magescheyd beleent *), 15 November 1764. Maria Hendrika Verburg, erfgenaam van haar vader Cornelis, beleend, 10 May 1780. Cornelia Verburg, wed. Cornelis Verburg, erfgename van haar dochter Maria Hendrika, beleend, 25 Jung 1782. Deselve draagt dit leen op aan Gerrit Ste en hoff en Maria Gerrits, ehelieden, die daar weder mede beleend sgn, 15 Februarg 1783. ') In de akte genoemd de L a n n o y. *) Idem: Jan Louis Aelbert. ♦1 De^ouw^van°TemisV. is Johanna Janssen, de kinderen iyn: Cornelisi geh. met Cornelia van der Burgt en Bernardus geh. met Aletta van Oordt (Leenakte). 223 Afgesplit van 86a. 86a § 14. BEMMEL. Een weide genaemt de lage wey, gelegen aen de brouwerge van Hendrik Herberts, met een lange dubbelde rg ypebomen, groot omtrent vgf mergen, dog so groot en klein als deselve in hare bepalinge tot Bemmel kennelijk is gelegen en door vrouwe Heilwig van Bronkhorst, douariere van Thienen, self gebruikt geweest, belast met twe roeden en agt voet, sgnde de geregte helft na beneden in een blok dgx van vgf roeden onder Bemmel gelegen bg Kostverloren, num°. hondert en seven en negentig, wijders beswaert met ses gulden vgf stuivers in de ordinaris verpondinge, voorts met amts- en dorpslasten als andere herenschattingen; en sal gehouden sgn de agt mergen bouland van den advocaet Johan Christoffel Tulleken na behoren uit te wegen; als een bgsonder leen ende afgespleten van het adelijke huis en havesate genaemt de Pol, ten Zutphense regten leenroerig, opgedragen door Heilwig van Bronkhorst, douariere van Thienen, aen Peter de Man, die daermede beleent is, 21 Julg 1725. Jan Joachim de Man, erfgenaem sgns vaders Peter, beleent, 24 Sept. 1737. Johannes Jacobus Bupertus, erfgenaem van Joachim de Man, beleend, 23 Julg 1767. Idem draagt dit leen op aan Steven Walraven van B a n d w ij k, die daer weder mede beleend is, 6 Octob. 1768. Afgesplit van 86a. 86a § 15. BEMMEL. Twe stukken bouland, gelegen aen de weide van de Medae. Dr. Peter de Man, groot omtrent agt mergen, edog so groot en klein als 't selve bouland in sgne bepalinge kennelijk gelegen is, met een allee van opgaende essebomen, beswaert met twe roeden agt voet, sgnde de geregte wederhelft na hoven in een blok landdijk van vgf roeden onder Bemmel, num°. hondert seven en negentig, wijders beswaert met seven - gulden in de ordinaris verpondinge, voorts met amts- en dorpslasten, tienden en andere herenschattingen; als een bgsonder leen ende afgespleten van het adelgke huis en havesate genaemt de Pol, ten Zutphense regten leenroerig, opgedragen door Heilwig van Bronkhorst, douariere van Thienen, aen Johan Christoffel Tulleken, die daermede beleent is, 21 Julg 1,725. Christina Wihhelma C o e t s, wed. en boedelhouderse van Johan Christoffel Tulleken, na dode haars mans beleend, 1 Jung 1748. Huider Dr. Ggsbert Tulleken, haar soon. Ggsbert Tulleken Senior, erfgenaam sgner ouderen voornoemt, onverminderd en ongepraejudicieert het regt van sgn suster eh susters kinderen, beleent, 25 Jung 1760. 224 Idem cum sociis ') dragen dit leen op aan Peter Diebers, die daar weder mede beleend is, 28 Meert 1766. Idem en Elisabeth Johanna Tan Hnlst, ehelieden, laten hare reciproque tugt Tan den 26 Febr. 1773 appröberen en registreren, 26 Febr. 1773. Deselve ehelieden dragen dit leen op aan Johannes Tan Erp en Elisabeth Tan der Mieden, ehelieden, die daar weder mede beleend sijn, 13 Jung 1794. Afgesplit Tan 86a. 86a § 16. BEMMEL. Een hofstede, gelegen t' einde de brouwerge Tan Hendrik Herberts, groot omtrent een halve mergen, edog so groot en klein als deselve hofstede bg van Nuyen in pagtinge gebruikt word, beswaert met dartig stuivers in de ordinaris verpondinge, voorts amts- en dorpslasten, tienden en andere herenschattingen, edog sonder dgk, wijders beswaert met een uitgang van een paer hoender, jaerlijx op Martini avond te leveren aen d' heer van Bemmel; als een bgsonder leen ende afgespleten van het adelijke huis en havesate genaemt de Pol, ten Zutphense regten leenroerig, opgedragen door Heilwig van Bronkhorst, douariere van Thienen, aen Wilhem Derxe, die daermede beleent is, 21 Julg 1725. Johanna van Nuyen na dode van haar man Willem Derksen beleent, 21 Julg 1772. Huider Klaas Derksen, haar soon. Verder als 86a § 5. Ipg. 87. BEMMEL. Dat huys tot Ambe, alst gelegen is, ende die thiende te Luttelbaerle, geholden bg Diederick van Ambe, a°. 1326. ') Aleyda Elisabeth Tulleken, wed. mr. Gerhard Wilbrennink, Theodora Gerhardina, Johanna Christoflina en Aleyda Elisabeth de Lalane de Duthay, kinderen en kindskinderen van Jan Christoffel Tulleken. 225 Elff ende een halven mergen landts, gelegen tot Cleynbaerle in Overbetuwe, daer naest gelandt sgn boven ste Catrinen landt tot heuren altaer, gehorende tot Bemmel in der kercken, ende beneden Eoloff van Waetselaer ende Herman, sgn soon tot eenen Valkenborgschen leen ontfangen bg Gerrit die Vrg Vrgkenssoon des baden, a°. 1401. Gerrit de Vrg, erve sgnes vaders Gerrits, a°. 1402. Rijcquijn van Poelwick hg transport Gerrits voorn., a°. 1403. Idem tuchtigt sgn wgf Elsebe, a°. 1408. Idem, a°. 1424. Hier staet noch hg: ende schuyt met den eenen eynde an de straet ende met den anderen eynde an de Zege die 11 mergen, ende den 7a mergen in Kortackersvelt. Juffer Jan van Isendorn Willemsdochter ontfengt tot eenen VaUcenborgschen leen 117» mergen lants in Cortackershoffstat tot Cleinbaerle in den kerspel van Bemmel, daer boven naest gelegen is st. Catrinen altar ende beneden Willem van Isendorn, ende schut met den eenen eynde an de straet ende met den anderen eynde an den leydgrave, a°. 1437. WiUem van Isendorn, erve sgner dochter Johannae, a°. 1444. Herman van Isendorn, erve sijnes vaders Willems van Isendorn Herbertssoon, ontfengt 6 mergen in den kerspel van Bemmel in der maelschap van Cleynbaerle, a°. 1463. Idem verngt eedt van 117» mergen, a°. 1465. Johan van Isendorn, onmundig, erve sgnes vaders Hermans, a°. 1469. Idem tuchtigt sgn moder Lijsbet van Hnyssen, eodem die. 88. BEMMEL. Den hoff to Grootbarle met sgnen tobehoren, gelegen in den kerspel van Bemmel, to eenen Zutphenschen rechte ontfangen bg Derich Derickssoon, die men heyt Derich Ggskenssoon, burger tot Nijmegen, a°. 1379. Diedrich Diedrichssoon, a°. 1403. Derich Derichssoon crigt uutstel, a°. 1406. Idem als erve sijnes vaders beleent, a°. 1407. Lgsbet bg transport Berten van den Hautert, weduwe Derichs voorn., harer moder, a°. 1414. Eadem, a°. 1422. Hier staet: dat goet to Grootbairl. Lgsbet Derich Ggskenssoon dochter ontfengt dat goet geheiten ten Grotenbarle, gelegen in Overbetuwe, dat Johan van Culenborch te halden plach van hertog Edouard, a°. 1424. Heylwich Derck Gijskens dochter, weduwe Amdts des greven van Ubbergen, bg transport harer suster Lgsbet, a°. 1425. ') 28 April 1892 is dit goed door Halewich Eufels Burgers opgedragen aan den Hertog, v. Doorninck, Leenacten. Nijmegen. 15 226 Eadem bekent harer suster Lgsbet 60 guldene hollantsche schilde sjaers uut desen leen, a°. 1425. Arent van O y, heer tot Ubbergen, a°. 1444. Idem, a°. 1465. Johan van Kemenay eedt vernijt, 22 Octobris 1473. Idem eedt verngt, 10 Septembris 1481. Idem, a°. 1493. Henrick Verbeet tot behoeft van deken ende capittel der collegiate kerck to Nijmegen, hebbende dit met lantrecht verwonnen voor achterstedige erffrente van 12 golden alde franckrijksche schilde jaerlix, wort beleent, a°. 1503. Wilhem Scheiffert, huider in plaetse Henrix voorn., 7 Augusti 1519. Idem eedt verngt, 12 Martii 1539. Peter Heust van wegen des Capittels eedt verngt, a°. 1544. Idem eedt verngt, 11 Junii 1556. Arent Borrekens, deurwerder, huider in plaetse Peters voorn., 16 Augusti 1563. Peter Beeckman, huider in plaetse Arnts voorn., beleent, den 18 Junii 1631. Reyner Beeckman, huider in plaetse van Peter voorn., beleent, den 17 Januarii 1640. Volgens resolutie van 't Hof en Rekenkamer van den 13 October 1742 is dit goed van de leenpligt gevrgdt tegens de te leen makinge van eenen bouwhof genaamt den Brootkorf, in den ampte van Overbetuwen onder Lent gelegen, 93a. 89. BEMMEL. Een huys ende hoffstadt met graven ende cingelgraven, tot Bemmel gelegen, ende den wind van der meniën tot Bemmel, tot eenen Zutphenschen leen ontfangen bg Johan van Ambe, a°. 1408. Johan van Aem, a°. 1424. Jacob van Aem, a°. 1427. Hier staet: met eenen hove voor den huse. Yda van Aemh, huysfrou Dirx van Monster, a°. 1465. Oosen van Bemmel, greve van Dornick, ontfangt dit voor een versuymt leen, naemlick met den huse ende eener hoeven voor denselven huse gelegen, met den wind ende windmeulen aldaer, met der kerekgiften ende die vicarie tot Bemmel gelegen, met thinse, roeckhoener ende met allen sgnen tobehoren, 3 Februarii 1484. Dirck van Munster Dirckssoon, erve sgner moder Yda van Aemb, beleent uut gratie als met een versuymt leen, a°. 1501. Hertog Carl na der beleninge belooft Dircken voorn, dit te waren ende vrgen tegen Goossen van Bemmel ende sgnen erven, eodem die. Mechtelt Prick, weduwe Dircks van Munster, ontfengt dit tot behoeff heurer kinder, noch onmundich, a4. 1519. Joachim van Munster, Dirx altste soon, eedt gedaen, 11 Junii 1526. 227 Mechtelt Prick, huysfrou Johan van Hornums gênant Schram, erve hares soons Joachims voorn., 31 Julii 1535. Eadem eedt verngt, 25 Octobris 1538. Yda van Munster, huysfrou Arents van Boickholt Arentssoon, erve harer moder Mechtelt voorn., 3 Julii 1556. Arnt van Boicholt Arntssoon ontfengt dit bij transport Dircks van Diepenbroeck, 24 Martii 1561. Yda van Munster erve hares soons Arnts voorn., transporteert dit op Arent van E a n d w ij c k, harer doehter zal. Mechtelt van Boicholts oltsten soon, 6 Augusti 1593. Butger van Bandwick, erve sgnnes vaders Arnolts, beleent, den 6 Septemb. 1641. Alarda Pieck, huysfrouw Johans van Weelderen, beleent met den derden voet van dit leen, haer angecommen door doode van haer eenige dochter Mechtelt Walborch van Bandtwick, geprocreert bg Arnolt van Bandtwick, tot een besonder leen, den 23 Decemb. 1642. Butger van Bandtwick, ritmeester, laet seecker scheydinge tussen hem ende vrouwe Alarda Pieck, sijns vaders tweede huysfrouw, appröberen, den 17 Meert 1643. Idem tucht sijn huysfrouw Maria Turck haer leven lang, den 2 Augusti 1645. Eutger van Eantwic, erve sgnnes vaders Eutgers, beleent, den 28 Januarg 1647. Maria Turck, weduwe Eantwick, als erve van oer soon Eutger, soo ten respecte van de succèssie als 4ucht, beleent, den 29 Mey 1647. Bartolt van Gent, heere tot Loenen ende Meynerswick, als leenvolger de naeste van sijnnen neve Eutger van Eantwick, de moeder de tucht voorbehouden, beleent, den 17 Augusti 1647. Willem van Til, drost des lants van Valkenborch a), laet de houwelixe vurwarden tussen Eutger van Eantwick ende joffer Maria Turck appröberen, den 18 Augusti 1648. Idem beleent naer voorgaende nieuwe approbatie van de houwelixe vurwarden tussen Eutger van Eantwick ende joffer Maria Turck, den 25 November 1648. Bartolt van Gent ende Willem Tomas Quaed, vrijheere tot Wickraet, ende vrouwe Maria Turck ") laten het accoort tusse haer ingegaen appröberen, den 30 Mey 1649. Idem bij opdracht van Willem Tomas Quaed ende vrouwe Maria Turck beleent, den 30 Mey 1649. Cornelis van Gent, heere tot Loenen, erve sijnes vaders Bartolts, beleent, den 29 Octob. 1651. Idem draegt dit leen op aen Armory de Hallart, Capteyn Luytenant, den 28 Martii 1663. Elisabeth Leeuwens, wed. van Bertram van Eek van Panthaleon, beleent uyt cracht van coop bij publijcke subhastatie, den 25 Augusti 1681. ') In de akte weduwe genoemd. *) Als man van vronwe Anna van Randtwick (Leenakte). *) Nu vrouw van Quaed (Leenakte). 228 Eadem laet haer besloten dispositie appröberen, den 7 Januarij 1683. Eadem laet haere naerdere dispositie appröberen, den 4 Septemb. 1684. De kinderen van Barthram van Eek van Panthaleon ende vrouwe Elisabeth Leeuwens beleent als erfgenaemen haeres moeders, den 19 Jung 1689. Te weten met de wint ende meulen tot Bemmel, sijnde het ander gedeelte getransporteert aen de borgermeester Cuper. Bartram van Ek van Pantaleon, onmundig, erfgenaem sijns vaders Diderik, beleent, 22 Novemb. 1712. Idem, meerderjarig, doet self eed, 20 Jan. 1720. Frederik Wilhem van Diest laet appröberen de huwelgxvoorwaerden, den 9en Mey 1706 opgerigt tussen Diderik van Ek van Pantaleon en Elisabet van Diest, egtelieden, 20 Septemb. 1721. Gerhard Wilhem van Ek van Pantaleon laet appröberen het maeggescheid den 31 Jan. 1697 opgerigt tusschen de erfgenamen sgns moeders Elisabet Leeuwens, wed. van Bartram van Ek van Pantaleon, 24 Octob. 1722. Idem, erfgenaem sgns moeders, beleent, eodem die. Frederik Wilhem van Ek van Pantaleon, onmundig, erfgenaem sgns ■ broeders Bartram, beleent door sgn grootvader Frederik Wilhem van Diest, 26 October 1722. Gerhard Wilhem van Eek van Panthaleon laat registreren een declaratoir contra de beleninge door Fredrik Wilhem van Eek van Panthaleon den 26 October 1722 geimpetreert, 8 Januarg 1749. Walraven van Balveren, testamentaire erfgenaam sgns ooms Gerhard Wilhelm van Eek van Panthaleon *), beleend, 21 April 1751. Gerrit Willem van Balveren, erfgenaam van sgn oom Walraven, beleend, 4 November 1776. 89a. BEMMEL. Het huys te Bemmel met den cingelgraeve ende hoven voor denselven huyse *), in den ampte van Overbetuwen, karspel Bemmel, gelegen, afgespleten van het leen fol. 89, is tot een besonder lfeen, ten Zutphenschen rechten leenroerich, opgedraegen door Elisabeth Leeuwens, weduwe Eek van Panthaleon, aen Hendrick Cuper, borgermeyster- tot Nimmegen ende gecommitteerde raet van de Admiraliteyt tot Amsterdam, den 10 Augusti 1686. Nicolaes Cuper, onmundig, erfgenaem sgns, vaders Hendrick, beleent, den 18 April 1699. Maria Elisabet F a g e 1, weduwe Hendrik Kuper, erfgenaem haers soons Nicolaes, beleent, 16 Novemb. 1731. Eadem draegt dit leen op aen Geertruid Cuper, weduwe Jacob de Beger, die daer weder mede beleent is, eodem die. >) In de akte wordt ook nog genoemd zijn zuster Antoinetta Elisabeth, douariere Jan Walraven van Balveren. •) Op den kant staat: word genaamt KinckelenDurg. 229 Justinus de B e ij e r, erfgenaem sgns moeders Geertruyd Cuper, beleent, 6 Augustus 1751. WiUem Cuper na dode sijns vaders Nicolaes Cuper, na afgemaekt versuym, beleend, 7 August. 1753. Justinus de Beger laet appröberen en registreren een extract uyt 't magescheyd van den 15 Januarg 1738 l), 3 Octob. 1754. Willem Cuper renuncieert van het regt tot dit leen ten behoeve van Justinus de Beijer, 5 April 1758. Justinus de Beijer en I, E. de Casenbrood, ehelieden, dragen dit leen op aan . Carel Christiaan van Oven en Barbara Elisabet van der Portzen, ehelieden, die daar weder mede beleend sgn, 19 Jung 1766. Leendert Willem de Fockert laat appröberen en registreren een gerigtelgk transport d.d. 29 December 1789 met relatie tot dit leen en sig uyt dien hoofde daermede beleenen, 5 Maart 1790. 90. BEMMEL. Dat huys to Bemmel, tot eenen Zutphenschen rechte ontfangen bg Gerart van Doirnick, a°. 1405. Steven van Doernick ontfengt dat huys tot Bemmel met allen sgnen tobehoren binnen den cingelgrave begrepen, gelegen in den kerspel van Bemmel, a4. 1427. Wilhem Bor van Doernick ontfengt een hoffstat met eenen huyse, haldende omtrent 21ji mergen lants, gelegen tot Bemmel, a°. 1455. Peter van der Hoevelick bg transport Willems voorn., a*. 1455. Idem, a°. 1465. Idem eedt verngt, 29 Octobris 1473. Idem, 6 Augusti 1481; hier staet: met allen sgnen rechten end tobehoren, daer naest gelandt is Sander van Wely an d' een sgde ende Neeff van Mekeren an d' ander sgde, schietende voort met beyden eynden an de gemeyn straet aldaer. Goossen van Bemmel heeft dit an sich geworven. Joost van Bemmel, erve sgnes vaders Goossens, ontfengt sgn huys to Bemmel met omtrent 7 mergen lants ende noch 4 mergen lants, die hg nu daerbg te leen gemaeckt heeft, te weten een stuck lants gênant die Woenacker, omtrent 3 ofte 4 mergen, oostwert ende suydwert an erve Joosts van Bemmel, noortwert. ende westwert an de gemeyne straet gelegen, als Willem Bor van Doirnick voor ende Peter van der Hoevelick na gehat, 7 Octobris a°. 1538. Idem tuchtigt sgn vrou Anne V a i c k x, ibidem. Idem eedt vernijt, a°. 1544. ') Opgericht tusschen Geertruyd Cuper, douariere Jacob de Beijer; Wilhelma C. douariere Arnold Hendrik baron van Nievenheim, kinderen van Hendrik C.; en de onmundige kinderen van Nicolaes C. en Anna Er kelens: Hendrik Jan, Herman Jacob, Francois Nicolaes, Willem en Maria Elisabeth. 230 Idem eedt vernijt, 26 Junii 1556. Goossen van Bemmel, erve sijnes vaders Joosts, 15 Decembris 1559. Albert van Bemmel, erve sijnes broders Goossens, 21 Septembris 1560. Idem tuchtigt sgn vrou Alijt van Eaephorst, 25 Septembris 1573. Algt voorn, vertijt weder op deselve tucht, 24 Julii 1575. Albert ende Alijt voorn, verschriven an Hans Biermans ende Lubbert van Harskamp 60 g. sjaers, te lossen in 6 jaren met xc g., 24 Julii 1575. Ende Albert tuchtigt Alijt. Idem, vercoft hebbende an Rutger Veldhof den bouhoff gênant Cleyn- baerle, stelt dit leen te waerborch, 17 Julii 1578. Rutger Veldhoff ontfengt dit, bij dnckgifte hem angecommen wesende, 10 Junii 1590. Bartold van Gent Johanssoon, onmundig, op versueck sgner moder joffrou Annae van Colenberg, weduwe, vercrggt 2 maenden uutstel deses leens peremptorie, 4 Novembris 1624. Idem, erve sijnes vaders Johans van Gent, heer to Wolferen, amptman van Overbetu, die dit leen van Poul Velthoff gecoft had, beleent, 23 Martii 1625. Bartolt van Gent doet selver eedt, den 23 Decemb. 1631. Jan E. W a t k i h t beleent uyt cracht van peindinge ende verwin op alle het gerede ende ongerede des boedels van Bartolt van Gent, den 11 November 1661. Jacob Christophel van Balveren tot den Bodentoorn, dgckgreef van Overbetuwen, als erfgenaem onder beneficie van inventaris van wijlen Bartolt van Gent, heer tot Wolfferen, beleent sgnde ten overstaen van de heer amptman ende twee jonckeren des ampts van Overbetuwen aneen om gequalificeert te sgn tot het transport, draecht dit leen op aen Johan van Bemmel, die daermede beleent is, den 30 Martii 1664. Adriaen van Bemmel, erfgenaem sgns vaders Johan, beleent, 31 Maert 1710. Jan Boudewgn van Bemmel, erfgenaem sgns broeders Adriaen, beleent, 28 Mey 1720. Johan Adriaen van Bemmel, erfgenaem sgns vaders Johan Boudewijn, beleent, 2 May 1760. Idem draagt dit leen op aan Jeanne Louise gravinne van Eandwgck, die daar weder mede beleend is, 24 April 1770. Eadem belast dit leen met twintig duysend guld. cum interesse ten behoeve van Jan Adriaan van Bemmel, 27 April 1770. Caspar Ewald van Zitzwitz en Jeanne Louise van Randwijk, ehelieden, laten haar besloten testament van den 20 September 1775 aproberen, 14 December 1775. Jeanne Louise van Bandwijck l) draagt dit leen op aan Johan Nicolaas Steven van Lynden en Johanna Elisabeth Helt, ehelieden, die daar weder mede beleend sgn, 17 Maart 1792. ') Douariere Zitzwitz (Leenakte). 231 Deselve ehelieden laten haar open testament van den 28 Junij 1793 registreren, 14 December 1795 Dr. J. C. van Hasselt q.q. laat registreren het geopende testament van Johan Nicolaas Steven van Lynden, den 3 Februarg 1792 besloten gepasseert, 14 May 1798. Willem van Schaayck en Hermina de Eoever, ehelieden, laten registreren een gerigtelijk transport door de executeurs testamentair van wijlen Johan Nicolaas Steven van Lynden en Johanna Elisabeth Helt, in leven ehelieden, den 1 May 1799 gedaan en uyt hoofde van dien dit leen ten haaren naame overtekenen, 1 Febr. 1800. 90a. BEMMEL. Een adeUjck huys met hoff, bomgaert ende cingels genoemt den Brugdijck, daerbij hoort een margen hofflant genoemt het Kempken; noch een stuck bouwlants, groot tien margen, genoemt de Bouwinge, mitsgaders den Halderschen camp, soo groot ende soo cleyn deselve van olts is gelegen in den ampte van Overbetuwen, karspel Bemmel; door juffer Jacoba Maria van Linden, geassisteert met Dr. Engelbert Engelen, borgermeister tot Arnhem ende griffier des Hoves van Gelderlant, voor geërfden van Overbetuwen als vrij allodiael goet opgedraegen aen de Ed. Mog. heeren Staeten van Gelderlant, om wederom uytgegeven te worden tot een leen aen den vorstendom Gelre ende graeffschap Zutphen, voor de eerste mael met de ledige hand ende daernae met een pont goet gelts te verheergewaeden, leenroerich, ende is daermede beleent Juffer Jacoba Maria van Linden, den 2 Mey 1681. Eadem laet haer besloten dispositie appröberen, eodem die. Eadem 2) laet haer naerdere besloten dispositie appröberen, den 13 Oct. 1687. Eadem 8) revoceert alle hare voorgaende dispositien, den 3 April 1693. Eadem doet eet verniwen door haer man Robbert van Heisteren *), den 11 Maert 1696. Eadem tugtigt haer man sgn leven lang, eodem die. Eadem laet haer beslote dispositie appröberen, den 23 April 1697. Eadem revoceert en annulleert haer vorige testamentaire dispositien, 8 Junij 1714. Eadem laet haer testamentaire dispositie appröberen, 31 Mey 1719. Jacoba Maes 6), erfgenaem ex testamento van Maria van Lynden, beleent, 12 Mey 1725. ') Als kindereu van v. Lynden bij zijn overleden vrouw Anna Schrijver worden genoemd: Steven en Adriana Cornelia, geh. met Sebastiaan Willem van de Graaft*. 2) Getrout met Caspar van Biemsdijck (Leenakte). s) Nu weduwe (Leenakte). ') Ook wel van Hnysteren genoemd. *) Haar nicht. 232 Eadem draegt op het adelg'ke huis met de annexe schuren, duifhuis, hof, boomgaert, cingels en verdere ap- en dependentiën van dien, groot te samen ongeveer een en een halve mergen, oost de gemene straet, west mevrou Cuper, suid en noord den heer van Bemmel, aen Hendrik van Meurs, die daer weder mede beleent is, 12 Mey 1725. Frans van Meurs, erfgenaam sgns vaders Hendrik, beleend, 31 Julij 1777. Idem draagt dit leen op aan Adriaen Knuyver en Elisabeth van der Mieden, ehelieden, die daer weder mede beleend sgn, 1 April 1779. Adriaan Knuyver laat sijn besloten testament van den 7 Febr. 1782 appröberen, 16 Febr. 1782. Denselven laat sgn besloten testament van den 8 April 1783 appröberen, 10 April 1783. Johannes van Rees in qualiteyt als aangestelde executeur laat het vorenstaande geopende testament quoad clausulas concernentes registreren, 16 May 1783. Elisabeth van der Mieden laat hare twee beslotene testamenten d.d. 28 November 1787,-bijde van een en denselven inhoud, appröberen, 1 Decemb. 1787. Johannes van Erp *) laat registreren een gerigtelijk transport door de executeurs in den boedel van Adriaan Knuyver den 5 May 1797 van dit leen ten behoeve van hem gepasseert, en uyt hoofde van dien dit leen ten sgnen naeme overtekenen, 14 May 1798. Afgesplit van 90a. 90a § 1. BEMMEL. Sekere kamp boulants cum annexe willigeparken daaraen gelegen, tsamen groot ongeveer ene morgen, over den huise Brugdijk gelegen, waer naest geland is oost Serris van Eek, west de gemene straet, noord Steven Graes en suidwaerts de gemeente, als een bijsonder leen en afgesplit van het adelijke huis genaemt den Brugdijk, ten Zutphense regten leenroerig, opgedragen door vrouwe Jacoba Maria van Linden aen Steven G r a e s a), die daer weder mede beleent is, 4 Julg 1718. Idem draegt dit leen op aen Wilhem van Triest, die daer weder mede beleent is, 3 Jan. 1780. Wendelina van Triest, erve haars vaders Wilhem en uyt kragt van geapprobeert magescheyd 8), beleent, 12 May 1751. Beter Hendrik van Tries,t, erfgenaam sgns susters Wendelina, beleend, 24 Jan. 1761. Gerard Jan van Triest, erfgenaam sgns neeffs Peter Hendrik van Triest, beleend, 19 May 1764. ') Weduwnaar van Elisabeth van der Mieden (Leenakte). ') Ende Jenneken de Haert, egtelieden (Leenakte). *) Tusschen Maria Verbeek, wed. van Willem van Triest ter eene, Wendelina van T. en Peter Hendrik v. T., geh. met Aletta Kleynpennink, kinderen van Willem v. T. en Martina M o m m a, ter andere zijde (Leenakte). 233 Idem draagt dit leen op aan Cornelia van Bennekum, wed. Ggsbert Peters, die daar weder mede beleend is, 12 Maart 1765. Eadem draagt dit leen op aan Steven Hendrik van Erp en Willemina van Hall, ehelieden, die daar weder mede beleend sijn, 15 April 1766. Willem van Erp laat appröberen en registreren een extract uyt het magescheyd den 28 Jung 1783 over den ouderlijken boedel opgerigt 26 Julg 1788. Denselven voor sig en namens sgn vrouw Anna Margaretha Breunissen beleend met dit leen, allergestalte hetselve haarl. door dode van hare ouders Steven Hendrik van Erp en Willemina van Hall, in leven ehelieden, en uyt hoofde van het geapproheerde extract-magescheyd aengekomen is, eodem die. Denselven, soo voor sig als namens sgn vrouw, laat appröberen en registreren een reciproque lijftugt van den 19 Augusti 1788,26 Aug. 1783. Wilhelmina van Erp, minderjarig, erfgename harer ouderen .Willem van Erp en Anna Maria Geertruyd Breunissen, in leven ehelieden, beleend, 28 September 1793. Huider Johannes van Erp, haar voogd. Afgesplit van 90a. 90a § 2. BEMMEL. Een parceel boulants genaemt de Bouwinge, groot ongeveer tien morgen, oost Peter Tennissen, west de erfgenamen van vrou van Heerd, suid Jan Derksen en noord de gemene straet of wie met regt daer naest gelant sijn, als een bgsonder leen en afgesplit van het adelijke huis genaemt den Brugdijk, ten Zutphense regten leenroerig, opgedragen door Jacoba Maes aen Jacobus de Big, die daer weder mede beleent is, 12 Mey 1725. Idem draegt dit leen op aen Hendrik van Meurs, die daer weder mede beleent is, 10 Novemb. 1784. Idem draagt dit leen op aan Cornelis Ver burg, die daar weder mede beleend is, 14 Junij 1769. Maria Hendrika Verburg, erfgenaam van haar vader Cornelis, beleend, 10 May 1780. Cornelia Verburg, weduwe Cornelis Verburg, erfgename van haar dogter Maria Hendrika, beleend, 25 Jung 1782. Eadem draagt dit leen op aan Matthgs van Oppenraey en Johanna Elisabeth Vaassen, ehelieden, die daar weder mede heleend sijn, 3 Julg 1790. ') Tusschen Jan van Swelm, geh. met Clasina van E.; Christiaan Sam, geh. met Derkje; Gerrit; Lucas, geh. met Anna Maria de Veer; Willem, geh. met Anna Margareta Breunissen; Peter; Hendrik, geh. met Johanna Termeer; Cornelis; Jacobus; Johannes en de minderjarige kinderen van Clasina bij haren eersten man Cornelis van Burik (Leenakte). 234 Afgesplit van 90a. 90a § 3. BEMMEL. Een stuk boulant den Halder se kamp genaemt groot ongeveer vier en een halve mergen, oost den Essepas, suid den heer van Stoevelaer en Hendrick Mathijsen, noord de gemene straet en west den heer van Ham, of wie met regt daer naest gelant is, als een bijsonder leen en afgesplit van het adelijke huis genaemt den Brugdijk, ten Zutphense regten leenroerig, opgedragen door Jacoba Maes aen Burgert A e r n t s en Matijs Burgers, die daer weder mede beleent sgn, 12 Mey 1725. Hendrina E ij k e n beleent met dit leen, gelijk hetselve haar door overigden haars mans Burgert Aernts voor de eene helfte, en voor de wederheüt als erfgenaam van Mathijs Burgers aangekomen is, 14 Julg 1759. Huider Jan Meeuwsen, haar man. Jan Meeuwsen, pro se et nomine uxoris Hendrina Bijken, draagt dit leen op aan Hendrik de Boos, die daar weder mede beleent is, 20 Jan. 1762. Derk Smits, na bekomen approbatie en registraturo van een gerigtelijk transport de dato den 12 Decemb. 1769, uyt dien hoofde beleend, 16 Febr. 1770. Jan Hendrik Smits, erfgenaam sgns vaders Derk, beleend, 4 April 1781. Idem en Maria van de Pavordt, ehelieden, laten haar open testament van den 5 December 1793 appröberen en registreren, 9 Aug. 1794. Afgespleten van 90a. 90a § 4. BEMMEL. De helfte van het adelijke huys den Brugdijk genaamt, met de anexe schuuren, duyfhuys, hof, boomgaard, cingels en verdere ap- en dependentiën van dien, te samen groot ongeveer een en een halve mergen, in den ampte van Overbetuwen, kerspel Bemmel, oost de gemeene straat, west mevrouw Cuyper modo den landschrgver van Oven, znyd en noordwaarts den heer van Bemmel modo de heer van Zitzwitz gelegen, sgnde thans een bgsonder leen en afgespleten van 90a, ten Zutphensen regten leenroerig, te leen ontfangen bg de vgf minderjarige kinderen van Jan Baho Schonck en Adriana Constantia van der Mieden, ehelieden, met namen Susanna, Jacob, Dorothea Elisabeth, Willemina en Geertruyd Elisabeth Schonck, allergestalte hetselve leen haarlieden en de verdere kinderen, die uyt dit huwelijk mogten worden geboren, door dode van Adriaan Knuyver en uyt kragt van desselvs testamentaire dispositie, den 16 May 1783 quoad clausulas concernentes geregistreert *), aangekomen is, onverminderd de tugt desselvs nagelatene weduwe Anna Elisabeth van der Mieden haar leven lang competerende, 17 May 1784. ') Op den kant staat: vulgo Heysterskamp genaamt. *) Daaruit blijkt dat Adriana Constantia van der Mieden een zuster is van Anna Elisabeth. 235 91. DOIRNICK ENDE RESSEN. Thuya te Doernick ende taehtentieh mergen landts daerbg allernaest gelegen, te Zutphenschen rechte gehalden hij Heer Jan van Doirnick, a°. 1326. Berte van Dornick, weduwe heer Bernts x) van Doirnick, a°. 1402. Johan van Doornick Roloffssoon doet huldinge. Johan van Wijhe bij transport Berten voorn, ontfenckt eenen camp lands geheiten seven molder saets, eodem die. Volgens 's Hoves resolutie van den 22 October 1743 is verclaart 't huys te Doornick cum annexis niet leenpligtig te sgn aan dese provintie in conformité der geallegeerde resolutie, te vinden in het Leenboek, den 29 Octob. 1743. Die heerlickheit ende gericht, hoge ende lege, te Hessen in Overbetuwe, overgegeven bg Gerrit van Steenbergen an hertog Willem, a°. 1385. Die kerspelen van Doirnick ende Bessen met der hoger heerliekheyt ende met allen heuren tobehoren, in den ampte van Overbetuwe gelegen, met eggen, eynden, palingen, samtlicken luyden daerin wesende ende commende, met der gemeynten, accisen end al tgene daerto behoort, nyet meer dan eene bierherberge in elcke herlicheit te holden ende daervan een accise te beuren, tot Gelderschen rechten erholden bg Willem van Arenberch, bast. van den hertog, a°. 1507, voor sgnes lgffs erven, alleen mansgebeurte. Willem van Arenberch uutgestelt, 5 Martii 1540. Otto van Arenberch Willemssoon end Willems broder uutgestelt een jaer lanck, 14 Junii 1544. Idem, erve sgnes broders Willems, beleent, 15 Septembris 1547. Idem eedt verngt, 3 Junii 1556. Willem van Arenberch, onmundig, Ottensoon, 17 Julii 1562. Idem eedt vernijt deur Philips de Momber, 19 Februarii 1564. Idem, mundich, selffs eedt gedaen, 9 Augusti 1578. N». Na dode Willems voorn, sonder mansgebeurt is dit leen den heeren weder heymgevallen. ') In het oorspronkelijke Ieenaktenboek A staat: Herberen. 236 91a. Huys, hoff ende boomgart, groot ongeveer eenen morgen, oost de Bessener gemeente, zuyt end westwart Bernhart van Weelderen, burchgreeff, noortwart Johan Hacfort. Ten anderen drye parceelen bouwlants mede aldaer gelegen, samen groot ongeveer veertien hondt; 't eene bepaelt oost de gemeente, zuyt de burchgreve Weelderen voors., west de cnsterie ende noortwartt de gemeene straet; 't tweede oost de burchgreve meergemelt, zuyt de straet, west de kerckhoff ende noortwart de cnsterie; 't darde oost de cnsterie. ende kerck, zuyt-, west- ende noortwartt de Bessense gemeente, doch soo groot ende cleyn als de voorn, landerien ende goederen in haere bepalinge gelegen sgn; te lantrecht opgedragen sijnde bij Bernhartt van Weelderen, raet in Gelderland, burchgreve des Bicks ende richter der stadt Nijmegen, ende vrouwe Jacoba de Eoorda, eheluyden, om daermede wederomme beleent te moogen worden, ten Zutphensen rechten met een paer hantschoen te verheergewaden. Bernhart van Weelderen ende vrouwe Jacomina de Eoorda beleent, den 7 Februarg 1645. Derselver beyde tucht geapprobeert, gelic ooc de dispositie van vrouwe Jacomina de Eoorda voors..1), eodem die. Jacomina van Eoorda *) laet haere beslooten dispositie appröberen, den 18 Januarg 1648. Diderick van Weideren, hurghgreve, erve sgns vaders Bernhardt, beleent, den 28 Septemb. 1655. Jan van Weelderen tot Leeuwenborch, borchgreeff, ende Caspar Antony van Linden tot Bessen, amptman van Overbetuwen, laeten appröberen het maechgescheit tusschen de kinderen van Diederick van Weelderen opgericht, ende is uyt cracht van dat maechgescheit met dit leen beleent Mechtelt van Weelderen; Caspar Antoni van Linden tot Bessen, haer man, is huider, den 4 April 1679. Huys, hoff ende boomgaert, groot ongeveer eenen margen, mitsgaeders vier margen lants genoemt den Heiligen camp, daeraen ten oosten den amptman in Overbetuwen, suyden deselve ende een gedeelte van de gemeente, ten westen de gemeine straet ende ten noorden welgemelte amptman aengelandet sgn, ende is den Heiligen camp te leen gemaekt tegen ontslaging van de leenpligt van de drie hier boven aengehaelde parcelen, waermede also Mechteld van Weelderen beleent is, 27 Sept. 1681. Huider Casper Antonis van Linden, haer man. Jasper Hendrick van Lynden, erfgenaem sgns vaders Derk, die erfgenaem was van Mechteld van Weelderen 8), beleent, 30 Julg 1729. Idem draagt dit leen op aan Adriaen van Lynden, die daar weder mede beleend is, 28 Novemb. 1749. ') De helft zal na haar overlijden komen aan Cornelia Mechtelt van Drueten, huysfrouw van Diederich van Weelderen tot Leeuwenborch. ') In de akte genoemd: Hester Jacomina. ') Zijn moeder (Leenakte). 237 Idem laat sijn besloten testament van den 6 Jung 1771 appröberen, 7 Aug. 1771. Idem van den 20 November 1772, 1 Decemb. 1772. Hermen Willem Jan van Lynden nae dode van sgn oom Adriaan van Lynden en als successeur feudaal beleend, 9 May 1787. Afgespleten van 91a. 91a § 1. HESSEN. Huys, hoff, boomgaard, groot ongeveer eene morgen, sgnde thans een bijsonder en afgespleten leen, ten Zutphensen regten met een paar handschoen van een halve rijksdaalder te verheergewaden leenroerig, opgedragen door Harmen Willem Jan van Lynden aan Claas Fredriks en Maria Derksen, ehelieden, die daar weder mede beleend sgn, 14 Januarg 1789. 92. LENT ENDE DOIENICK. Die halve thiende to Lent ende to Doirnick, daer Otto van Lent dat wederdeel aff heeft, versuymt bg F. heeren van den Berge ende Bilant, ende hg hertog Willem verleent an Steven van Lent, voor goede diensten, tot eenen Valkenborgschen leen, a°. 1400. Mechtelt van Appelteren, weduwe Henricks van Appelteren, beleent, a°. 1420. Hier staet: Zutphenschen leensrechten. Gertrud van Apeltern, huysfrou Elberts van Alpen, ontfangt dit ende tuchtigt haer moder Mechtelt daeran, anno 1424. Maria van Alpen, huysfrou Werner Scheiffarts van M-erode, heer to Clermont, erve harer moder Gertrud, a°. 1456. Hier staet: daer Derck Vggh die wederdeel aff heeft. Schei ff ert van Leedbergen ontfangen, a°. 1468. Hier staet: daer Henrick van der Hovelwyck die wederhelft van heeft. Derck Vggh beleent als met een verbeurt ende geconfisceert leen, a°. 1481. Willem Scheiffert, burger to Nijmegen, heeft dit weder ingelost ende ontfangen, 1 Februarii 1533. Hier staet: daer die wederhelft aff heeft Joachim van Wghe, heer to Hernen, gaende to Hynsherch te leen. Johan van Aefferden bg transport sgnes ooms Willems voorn.r dien hg weder lgftuchtigt, 3 Junii 1534. Idem eedt verngt, 19 Octobris 1538. Idem eedt verngt van x/4, 15 Junii 1542. Idem, 16 Januarii 1545. Idem, 30 Septembris 1552. 1/2. Idem, 1 Junii 1556. 238 Godert van Aefferden, erve sgnes vaders Johans, beleent, 23 Februarii 1610, mits sgnen neve ende volmechtigen Johan van Aefferden Adamsz. Elisabet van Aefferden 1), erve hares broders Goderts, beleent sijnde, draegt het op Jacob van der Houven, der rechten licentiat, 8 Maii 1618. Aper van der Hoeven, erve sgnnes vaders Jacobs, beleent, den 9 Septemb. 1643. Henrica van der Hoeven, erve hares vaders Apers, beleent, den 12 Augusti 1648. Eadem eedt vernieuwt door haeren man Paulus Timmerman, den 12 Julg 1664. Paulus Timmerman, minderjaerich, erve sgnes vaders Paulus, beleent, den 9 Junij 1681. ^ Idem, meerderjarig, doet self eet verniwen, den 18 Jung 1701. Johanna Cristina Timmermans, erfgenaem haers broeders Paulus, na afgemaekt versuim beleent, 9 Mey 1707. Jacobus Althusius na dode van Johanna Christina Timmermans als haar erfgenaam beleend, 23 Febr. 1746. Francois B o o g e r t laat registreren copie extract van 't testament van Jacobus Althusius, 15 April 1754. Idem als erfgenaam sijns neefs Jacobus Althusius beleend, 28 Julij 1754. Idem draagt dit leen op aan Willem Schiff, die daar weder mede beleend is, 13 Decemb. 1754. Johannes Anselmus Schiff *), minderjarig, erfgenaam sgns vaders Willem, heleend, 16 Febr. 1776. Denselven, meerderjarig geworden, vernieuwt eed, 7 Febr. 1785. 93. LENT ENDE DOLRNICK. Dat vierde deel van den thiende to Lent ende Doirnick, daervan Johan van Aefferden het ander vierdedeel heeft, tot Zutphenschen rechten. Willem Scheiffert bekent dit Belien van der Hovelwick, weduwe Otten van der Horst, a°. 1542. Evert van Domselers dochter, gesproten van Johan van der Horsts dochter, salt ontfangen, a°. 1542. Gertrud van Domseler, erve harer aldemoder Belie van der Heuvelwick gênant van der Horst, beleent, 14 Junii 1546. Eadem deur haren man Dirck van Mekeren eedt vernijt, 2 Augusti 1546. Eadem eedt verngt, 9 Junii 1556. Gerrit van Mekeren, erve sijner moder Gertrud, 27 Novemb. 1570. ') Haar man is Dirck van Haeps (Leenakte). «) Zjjn moeder is Catharina van Wesel (Leenakte). 239 Floris van Mekeren. erve snnes neven Gerrits, / ï ^ , . tt • , « i. v x _i. •• j ™ • 4 Decembris 1582. Henrick van Mekeren bg transport sijns vaders Flons,) Johanna van Meeckeren erve haeres vaders Hendrix, beleent sgnde, draegt dit leen op aen Dymmer de Eaet, den 27 Februarii 1644. Derck de Baet, erve sgnnes vaders Dymmer, beleent, den 26 Septemb. 1655. Dr. Johan B o r s bij' transport Dercks de Eaet beleent, eodem die. Johan Bors, erve sgnes vaders Johans, beleent, den 18 Mey 1670. Bugenius Josephus Bors, onmundig, erfgenaem sijns vaders Johan, beleent door sgn moeder Anna Maria Du 11 eken, 5 Aug. 1707. Idem, meerderjarig, doet self eed, 11 Febr. 1716. Idem draegt dit leen op aen Anna Mecbtildis Bors, die daer weder mede beleent is, eodem die. Eugene Joseph van Bors, erfgenaem sgns susters Anna Mecbtildis, beleent, 7 Aug. 1720. Petrus Josephus van Wevelinckhoven, minderjarig, beleent met dit leen so en als 'tselve door dode.van Eugene Joseph van Bors op Johannes Godefridus van Wevelinckhoven a) en van die op den voorn, minderjarigen verstorven is, 20 Julij 1768. Denselven, meerderjarig geworden, laat eed vernieuwen, 26 April 1785. 93a. LENT. Een bouwhof genaamt den Brootkorf, groot ongeveer agt en veertig mergen, bestaande in bouw- en weyland, met alle sgne regten en toebehoren, in den ampte van Overbetuwen onder Lent gelegen, tegens bevrijdinge van de leenpligt van een goet genaamt den hof te Groot Baarle, in voors. ampte, kerspel Bemmel, gelegen, hiervoren fol. 88, opgedragen aan de Staten des furstendombs Gelre en graafschaps Zutphen, ten Zutphense regten leenroerig, ende weder te leen ontfangen bij De stad van N ij megen, 19 Octob. 1742. Huider Jan Floris van Oldenburg. Hendrik Pieck, raad der stad Nijmegen, namens voors. stad na afgemaekt versuym beleend, 21 Mey 1765. Arent Anthony Eoukens, raad der stad Nijmegen, namens voors. stad beleend, 9 Julg 1785. ') Wed. van Hartevelt (Leenakte). *) De vader van den minderjarige; de moeder is Maria Agnes de Winckel (Leenakte). 240 94. 't Goet te Rijekerswaert, te Zutpenschen rechte, dat Heeren Johans van Apelterne was, erkent bij Gerart van Angerlo, a°. 1326. ELST. Een stuck landts geheiten Rüekeyn, in den Nyerslage, in den kerspel van Eist gelegen, tot Zutphenschen rechte ontfangen hij Arent van den Gruythuys Goossenssoon, a°. 1402. Idem ontfengt 42 mergen lants, gelegen in den Nyerslage, beneden Egckerswoort, daer boven is gelant Penninck van Eijckarswoort, beneden an de strate van Eijckarswoort tot Aemswaert, a°. 1424. Goossen van den Gruythuys, erve sijns vaders Arnts, a°. 1429. Idem vercoopt an ste Peters gasthuys t'Aernhem 16 franckrgcksche schilden sjaers uut desen leen, a°. 1438. Otto van den Gruythuys, erve sgnes broders Goossens, a°. 1465. Idem eedt verngt, a°. 1473. Henrick van den Gruythuys, erve sgnes vaders Otten, 17 Aprilis 1480. Mechtelt van den Gruythuys, Henrix oltste suster, 19 May 1485. Johan van Mekeren tot behoeff des ste Peters gasthuyses te Arnhem bg transport Mechtelts voorn, ontfengt 42 mergen lants geheiten dat Nyeslaeh, so dat met eggen end met eynden end allen sgnen tobehoren in Overbetuwe, in den kerspel van Eist, in der maelschap van Aem gelegen is, daer oostwert naest gelant sgn Jacob Penninck, Seger van Nnys, die weduwe Daems van Heerde,nu huysfrou Siberts van Buren, end Johan van Eek, suydwert gelegen bg der lantweringen, westwert die Aembersche straet, 't clooster van ste Agneten t'Arnhem, Johan van-Boen met sijnen soon Gerrit Pgn end Segewalt ter Broeckerhave, end noortwert die Huessensche straet, anno 1521. Henrick van Poelwick in plaetse van heer Henrick Thoniss., provisor, eedt vernijt, a°. 1544. Idem eedt verngt, den 16 Maii 1556. Arnt Peterssoon, huider, in plaetse Henrix voorn., 10 Septembris 1559 Ewolt van Aldenrade eedt verngt, 22 Aprilis 1562. Hieronimus Goltsmit eedt verngt, 20 Octobris 1581. Wilhem van Batingen, rentmeester ende huider, in plaetse van Hieronimus Goltsmit, 18 Julii 1603. Wijnant van Batingen, rentmeester, als huider in plaetse van Willem van Eatingen, den 20 Jung 1686. Johan Spoltman, huesmeester, als huider in plaets van Wijnant van Batingen, na afgemaekt versuim, den 28 December 1695. Peter Eygel, huismeester, als huider, 27 Pehr. 1726. Derk Tulleken, huismeester, als huider, 1 Novemb. 1787. 241 Jan Theodorüs van Eek, huysmeester, als huider, 10 Novemb. 1761. Gosen Geurt Bentinck, huysmeester, als huider, 7 May 1766. Peter van Hamel, huysmeester, als huider, 15 May 1787. Hendrik Brantsen, huysmeester, 30 October 1789. 95. ELST. Twee campen landts, gelegen in den kerspel van Eist, tusschen Gerrit van TJdem ende der straten daerbg gelegen, ende sevèn mergen landts op Amberweyde, tot Zutphenschen rechten geweest Willem Storms van Huesden ende ontfangen bg Henrich van Homoet, a°. 1402. Gerrit van der Carenhorst transporteert op sgnen naturlicken soon Herman van der Carenhorst 2 campen lants, gelegen in den kerspél van Eist, geheiten die een die Vlassehert ende die ander Symelt *), haldende tsamen omtrent 20 mergen, a°. 1456. So Herman sterft sonder kinder, salt weder commen op Gerrits erven, die met de leenplicht verbunden blgft. Herman van dor Carenhorst beleent op condicien voors., a°. 1465. Idem eedt verngt, 27 Octobris 1473. Idem eedt verngt, 23 Augusti 1488. Idem, a°. 1493. Gerrit van der Karenhorst beleent, a°. 1509. Johan Luep, erve sgner neven Gerrits ende Hermans voorn., 26 Februarii anno 1525. Johan van Bilrebeeck, erve sgnes neven Gerrits van der Karenhorst, 29 Junii anno 1525. Andries van den Gra,ve bg transport Johan Luep voorn., 20 Octobris 1525. Idem verset uut desen leen eens 60 phls. g., te lossen in 3 jaren, 10 Maii 1529. Peter van den Grave bg transport sgnes broders Andries. 2 Septembris 1588. Dirck van Bilrebeeck, erve sgnes vaders Johans, 23 Septembris 1538. Peter van den Grave eedt verngt van een goet geheiten die Vlasraet, met huys end hoffstadt, gelegen in Overbetuwe, in den gericht van Eist, daer naest gelant oostwert die gemeyne straet, suydwert die Wurdensche straet, westwert Krienkempken end 's Hertogen hoffstat, noortwert die gemeyne straet; noch 4 mergen end 44 royen van den Symelt, oostwert gelegen die Elster zege, suydwert den Bredendael, westwert den Symelt, tobehorende Evert van Morssel, daer dit voors. stuck lants affgedeiK is, end noortwert die Wurdensche straet, tsamen groot sgnde dit leen omtrent 10 mergen, a°. 1544. ') Op den kant staat: vulgo de kerken weyde genaamt. Nijmegen. 16 242 Evert van Morssel vernijt eedt van een goet geheyten dat Symelt, gelegen in Overbetuwe, in den gericht van Eist, haldende thien mergen, daer oostwert naest gelant is den cleynen Simelt, haldende 4 mergen 44 royen end Peter van den Graeff van desen Simelt affgedeylt, suydwert den Bredendaell, westwert den Groten camp, die dien van der Laweck te wesen plach, noortwert die Wnrdensche straet, a°. 1544. Johan Evertssoon ontfangt ende transporteert dat leen Symelt op Wynand Hackfort, 17 Martii 1553. Idem bij transport Peters van den Grave *) ontfangt die Ylaschert, 2 Martii anno 1555. Idem heeft octroy die Vlaschert ende Symelt weder voor een t'ontfangen tegen eene recognitie van 20 keysers g., 12 Octobris 1556, ende daerop also beleent, 3 Novembris 1557. Oliphier Hackfort 2), erve sijnes vaders Winants, 25 Octobris 1564. Alert Hackfort crigt uutstel 3), 20 Octobris 1581. Idem bg transport sijnes broders Gerhards *), 13 Martii 1590. Elisabet Hackfort uuyt cracht van maegescheyt beleent, den 6 Julii 1631. Olivier Hackfort, erve sgnnes susters Elisabet, beleent, den 7 Martii 1657. Alart Hackfort, erve sgnes vaders Oliphiers, beleent, den 20 Septemb. 1666. Idem laet sgn houlijxe vorwaerden met vrouwe Elisabeth Maria Hackfort appröberen, eodem die. Idem, 16 Jung 1699. Oliphier van Hacfort, erve sgns vaders Alarts, beleent, den 20 Maert 1700. Idem draegt dit leen op aen Derk van Linden 5), die daermede beleent is, 8 Novemb. 1719. Josina Carolina van Linden, erfgenaem haers vaders Derk, beleent, 19 Octob. 1736. Eadem 6) draagt dit leen op aan Steven Grevelaar, die daar weder mede beleend is, 2 Julg 1760. Steven S c h e e r s, erfgenaam van Steven Grevelaar 7), beleend, 6 Novemb. 1783. Idem laat sgn besloten testament, den 6 May 1789 met desselvs vrouw Amelia Schouw opgerigt, appröberen, 16 May 1789. Eoeland Scheers laat registreren het geopende testament van sgn oom Steven Scheers quoad claus, concern., en uyt hoofde van dien dit leen ten sgnen naeme overtekenen, 11 Januarg 1796. ') In bijwesen Alijts van Be rek, zijn echte huysfrouwe (Leenakte). 2J Onmundich (Leenakte). *) Op verzoek der moeder Algdt van Boshoff, wed. van Wynandt H. (Leenakte). 4) Die het heeft als erfgenaam van zijn broeder Oliphier en zijn moeder (Leenakte). 5) Tot de Parck (Leenakte). °) Haar man is Adriaen Buurt (Leenakte). ') Volgens een latere akte zijn neef. 243 95 § t Een camp lants, groot vgf margen, genoemt de Vlastede off Vlashart, in den ampte van Overbetuwen, karspel Eist, onder die Elster buyrt gelegen, oost- ende noortwaerts aen de Vergert, suydwaerts aen de Wuertsche straet ende wie daer verder aengeerft mochten wesen, van het vorige leen afgespleten, ten Zutphenschen rechten leenroerich, door Alart Hackfort tot de Horst opgedraegen aen Theodorüs van der Hoeven, predikant tot Hal, den 10Februarii 1683. Idem laet sgne dispositie appröberen, den 2 Martii 1685. Jenneken Duym *) uyt cracht van de bovengenoemde dispositie beleent, den 8 April 1685. Claes Duym is haer huider. Claes Duym, erfgenaem sgns susters Jenneke, beleent,' 19 Mey 1718. Idem draegt dit leen op, behoudende do opkomsten sgn leven lang, aen Derk Sandijk, die daer weder mede beleent is, 9 Mey 1721. Geertruyd Duym 2), erfgenaem haers soons Derk Sandijk, beleent, 24 April 1738. Deselve maekt dit deilbaer onder haer kinderen en erfgenamen, eodem die. Johannes Hinssen, nomine uxoris Anna Willemina Sandijck, na dode haars moeders Geertruyt Duym uyt hoofde van geapprobeerd magescheyd ») beleend, 30 Octob. 1745. Idem benevens desselfs huysvrouw voornoemt dragen dit leen op aan Arnoldus Hoogvelt en Anna Maria Tennissen, ehelieden, die daar weder mede beleent sgn, 27 Januarg 1762. Deselve dragen dit leen op aan Peter Dietz en Hendrina Smits, ehelieden, die daar weder mede beleent sgn, 24 Febr. 1768. Florentina Dietz laat aproberen en per clausulas concernentes registreren een provisioneel magescheyd 4) de dato 25 April 1778,23 May 1778. Eadem, na dode harer ouderen Peter Dietz en Hendrina Smits, in leven ehelieden, en uyt kragt van 't geaprobeerde provisioneele magescheyd, beleend, eodem die. ') Zijn nicht, dochter van Gerrit D. en Grietje van der Hoeve (Leenakte). '| Weduwe Bernard S a n d ij k (Leenakte). ') Met Adolph Sandijk, geb. met Gerrada Geertruyd Hanssen (Leenakte). 4) Tusschen Johan Frederik Dietz, geh. met Hendrina Evert»; Dr. Jacob D.; Steven Hendrik D. ; Wilhelmus Casparus D.; Engelbert D.; Lambertus Lammers, geh. met Petronella D.: Anselraus Segers, geh. met Regina D.; Gerrit Jan Haak, geh. met Helena D.; Hendrina Catharina D.; Anna Wilhelmina D. en Florentina D., allen kinderen (Leenakte). 244 96- ELST. Elff mergen landts to Reet gelegen, in den kerspel van Eist, to eenen Zutphenschen rechte ontfangen bij Johan Budde, a°. 1403. Idem, a°. 1424. Peter Bodde, erve sgnes vaders Johans, a°. 1426. Hier staet: opBietermaelschap. Isabel Bodden, huysfrou Winalt Pannekoecks, beleënt, a°. 1466. Eadem vestigt Dirck van Bronchorst 90 B. g. ende 48 B. g.; voor de 90 te gebruyken 2V2 mergen lants geheiten id Meerken, end voor de 48 4 mergen landts geheiten die Houtrgck, an d' ander sgde van der straten neest der Zege gelegen, in 10 jaren weder te vrgen, eodem die. Eadem eedt verngt, 23 Augusti 1474. Wynand Pannekoeck, erve sgner oldemoder Isabel Bodden, na gedaner afdracht des versuyms met 28 keysersg., beleent, 10 Augusti 1547. Idem crigt uutstel, 20 Junii 1556. Idem eedt verngt, 24 Septembris 1557. Hier staet bg: daer naest gelant is oostwert Derck van Lent, suydwert die Verlaren zege, noortwert den Bieterzege, westwert Walter van Doenen. Idem verschrgft sgnen soon Doctor Godert een jaerlicksche rente van 13 rgder, te lossen in 6 jaren, 12 Januarii 1559. Godert Pannekoeck, erve sgnes vaders Winands, i Cristine Pannekoeck, erve hares vaders Goderts, f 30 APrUis 1576Eadem, huysfrou Cornelis Tan Gent, eedt verngt, 28 Martii 1580. Godert van Gent, heer to Loenen, erve sgner moder Cristin. beleent 13 Maii 1614. Dit leen is van de leenplicht gevrijt tegens een ander parceel tot Hervelt gelegen, den 14 Februarii 1682. • 96a. Het goet Schoonderlocht, met sgn huysen, hoven, grachten, cingels, bomgaerden, bouw- ende weidelanden, groot omtrent vgftich margen, in den ampte van Overbetuwen, karspel Eist, buyrschap Lienden gelegen, tusschen de Lucht ende de Lyndesche straeten ende gemeine weteringen aen malcanderen gelegen; als oock een gedeelte van den Lienderbroecksen tient, voor sooveel die getrocken wort uyt de voors. landergen van Schoonderlocht ende andere, mede tusschen die voors. limiten van deLuchtsche ende Lyndesche straet ende de gemeine weteringen gelegen; voorts noch sestien margen weilant onder het voorn, goet gehorende, in denselve ampte, karspel Valborch, aen de Lochtsche ende Valborchsche straeten gelegen, door Antony ende Eutger Huygens van vrg ende allodiael goet opgedraegen aen de Ed. Mog. Heeren Staeten des vorsten- 245 domos Gelre ende graefschaps Zutphen, ende wederom te leen ontfangen tot een leen ten Zutphenschen rechten, met een paer witte hantschoen off de waerdne van dien ad vier schillingen te verheergewaeden, leenroerich, ende ontfangen door Antony ende Butger H u y g e n s, yder voor de onverdeilde helfte, den 21 Junii 1684. Deselve laeten haer besloten dispositie appröberen, eodem die. Iidem laten haer beslote dispositie appröberen, den 25 Maii 1699. Antony Huygens laet openen en registreren de bovenstaende beslote dispositie, 16 Jan. 1723. Idem uyt kragt van dien als erfgenaem sgns broeders Butger beleent, nu in 't geheel, eodem die. Idem laet sijn beslote dispositie appröberen, 28 Jan. 1728. Evert Budolf Huygens 1) laet registreren het testament van Antony Huygens, 10 Mey 1724. Idem uit kragt van het testament sgns ooms Antony en als erfgenaem beleent, 1 Jung 1725. Idem en Henrietta Agneta Coutier, egtelieden, laten haer beslote dispositie appröberen, 16 Novemb. 1783. Paulus Dejenatsch en Maria Huyghens, ehelieden, erfgenamen haars schoonvaders en vaders Everhard Eudolph Huyghens, voorbehoudens het regt van lijftugt aan haar moeder Henrietta Agneta Coutier competerende, beleend, 6 October 1763. Henrietta Agneta Coetier, wed. Huyghens, laat appröberen en per clau- sulas concernentes registreren 't magescheyd tussen haar en Pouwel Dejenatsch, in huwelfjk hebbende Maria Huyghens, den 21 October 1767 opgerigt, waarbij renuncieert van de tugt, 12 Oct. 1769. Hendrik Haverman, Goossen van Trigten Gerrit Jan Casparus C o c h i u s, nae bekomen approbatie en registrature van een ge- rigtelgk transport 2) dd. 9 Novemb. 1784, uyt dien hoofde pro indiviso beleend, 12 Novemb. 1784. Hendrik Haverman en Gerrit Jan Casparus Cochius dragen yder haar onverdeeld een derde gedeelte in dit leen op aan Goossen van Trigt, die vervolgens met dit geheele leen beleend is, 27 Aug. 1794. ') Zoon van zijn broeder Didrik (Leenakte). ") Door de executeurs testamentair van H. Tijsseling, krachtens verwin (Leenakte). 246 Afgespleten van 96a. 96a § 1. Het huys Schoonderlogt, sgnde een dnbbelde behuysinge, of het oude en het nieuwe bij malkanderën staande, met den zoogenaamden binnenhof en bosch, thans met tabak beplant, buytenhoff, sterrebosch, met derselver cingels en graften, ten Zutphensen regten, met een paar witte bandschoen of de waardije yan dien ad vier schellingen te verheergewaden, leenroerig. Gosen van Trigt enG. B. Cochius, ehelieden, laten registreren een transport den 28 September 1795 voor erfpagteren des ampts Overbetuwen gepasseert, en waarbij sijlieden dit leen cederen aan Willem Piper en S. C. van Nyvenheim, ehelieden, 3 Octob. 1795. Johan Frederik van Trojen en H. J. P.') Termehr, ehelieden, laaten registreren een gerigtelg'k transport d. 26 Octob. 1801 voor erfpagteren des ampts Overbetuwe door W. Piper en S. C. van Nyvenheim, ehelieden, ten hnnner behoeven gepasseert, en laaten uyt hoofde van dien dit leen ter hunner naamen overteekenen, den 6 Novemb. 1801. 97. ELST. Die Gulicker goederen, in Overbetuwe, in den kerspel van Eist ende daeromtrent gelegen, tot Zntphenschen rechten bij Osewolt grave van den Berge Willemssoon als erve sijner moder ontfangen, 22 Octobris 1525. Idem eedt verngt, 20 Novembris 1543. Willem grave to dem Berge, erve sijnes vaders Osewolts, onmundich, beleent, 26 Maii 1551 2). Idem eedt verngt, 19 Martii 1557. Maria gravin ende weduwe to dem Berge crigt 4 maenden uutstel, 30 Julii 1595. Eadem beleent uut cracht eener makinge hares gemaels, graeff Willems voorn., 4 Martii 1596. Herman grave ten Berge, erve sgner moder Marie voorn., beleent, 20 Julii 1610. Verder als 63, blz. 159. En dan: Johan Ockhorst en Cornelia Sanders, ehelieden, laten registreren een coopscontract den 28 Januarg 1796 met I. N. Hoe vel q.q. over dit leen gesloten, 30 Julg' 1796. Deselve ehelieden laaten registreren een gerigtelijk transport d.d. 3 Maart 1804 door Mr. I. N. Hövel q.q. ter hunlieder behoeven gepasseert, en laaten uyt hoofde van dien dit leen 3) ter hunlieder naamen overteekenen op dato den 5 Maart 1804. ') Helena Johanna Petronella. *) Joest graef tho Bronckhorst, heer tot Borckloe, momher (Leenakte): *) Een bouwhof of bouwplaatse Rijkerswoert genaamt, met een stuk lands, den Helster eertijds, zo men gelooft, onder den naam van Gulicker goederen bekent, te zaemen groot ongeveer taggentig morgen (Leenakte). 247 Afgesplit van 97. 97 § 1. Onder Hervelt den Nemeler broekthiend, den Rijnsemer broekthiend en den Hul; onder Andelst den Alstermijn, den Walvoortsen en den Rhijnvoortsen thiend; onder Zetten den broekthiend aldaar; onder Bandwijck den broekthiend; onder Heteren de hoge Wist 'tLaage land, den Keulteleamp, den Zutphendsehe thiend en den Capellen thiend, den laaste voor so verre alnog mogte existeren; alle in hunne bekende bepalingen geleegen, aan de getransporteerdens volkomen bekend, en aan de gewesene provintie van Gelderland en hnyse Buuren, uytgezonderd de Zutphensche thiend, leenroerig ten Zutphensche regten; zgnde thans een bgsonder leen en afgespleten van de Gulicker goederen, in Overbetuwe, kerspel van Eist en daaromtrent gelegen. Gerhardus Boes en zgn erven, Arnoldus van de Kamp en Anna Sanders, ehelieden, en Willem H o o g v e 11 en Johanna v a n Kerckhoff, ehelieden, laaten registreren een transport d.d. 10 Aug 1798, door I. N. Hoevel q.q. ter hunlieder behoeven gepasseert 29 April 1801, en laaten uyt hoofde van dien die thiendens, ieder voor een geregt derde gedeelte, overtekenen, eodem die. 98. ELST. Sevendenhalven mergen landts, gelegen in den kerspel yan Eist, geheiten den Langeneamp, tot eenen Zutphenschen leene ontfangen bij Eyment P e n n y n c k, a°. 1408. Wolter Penninck ontfengt 6V2 mergen lants, gelegen in den kerspel van Eist, daer naest an de oostsgde gelegen is die Bgckerswortscne straet, an d'ander sgde Godert van Puflick, an de westsgde die Aernhemsche straet, an de noortsijde Wolter Penninck selve, a». 14^4. Enjrelbrecht van Bodenborch tot behoef des j offeren clooster8 binnen Aernhem bg transport Wolters voorn., wesende broder tste Marienborne; beheltlick Gertrud Moleken hare lgftucht, ende dat twee jaren na haren doot dit goet wedercommen sal an die wertlicke handt, a°. 1427. Thomas van den Walle bg transport Engelberts voorn., a°. 1432. Hier staet: in der maelschap Rgckerswoert. Hubert Wolff ontfengt dit, a°. 1465. Elias Boickhamer, prior des cloosters Marienborne, tot behoeft5 van tselve clooster bg' transport Hubert Wolffs, eodem die. Dirck Schuil als huider eedt gedaen, 30 Augusti 1473. Broder Derck van der Burcht doet eedt verngen deur Henrich de Wreede, 4 Septembris 1481. Henrich de Wrede verngt eedt als huider, a°. 1498. Henrick van Poelwick huider in plaetse des overledenen Henricks de Wrede, 18 Novembris 1521. 248 Idem eedt vernijt, 28 Septembris 1538. Idem, 14 Septembris 1544, 10 Junii 1556. Johan van Broeckhuysen huider na dode Henrix voorn., 6 Augusti 1557. Hubert Henricks, huider in plaets Johans voorn., beleent met een goet geheiten die Langewurt, groot sevendenhalven mergen lands, in den ampte van Overbetu, in den kerspel van Eist, in der buerschap van Bijekerswoert gelegen, 24 Augusti 1611. 99. ELST. Seventhiendenhalven mergen landts, gelegen" tot Merme, in den kerspel van Eist, geheiten die Witte steen, ende 5 mergen lants, oyck gelegen in denselven kerspel tot Merem, geheiten die Steenacker, Zutphensche leen, bij Heer Aernt van der Lawick, ridder, ontfangen, a°. 1379. Seventhiendenhalven mergen lants in den nedersten campe op Amerweye, in den kerspel van Eist, twers over de strate, Zutphensch leen, opgedragen bij Johan van Brienen, ende ontfangen bij Willem Storme, a*. 1379. Derthien mergen landts, tot Eist gelegen; item 12 mergen lants, tot Ingen gelegen, tot eenen Zutphenschen rechte ontfangen bij Arent van der Lawick, a°. 1402. Idem ontfengt 13 mergen lants, gelegen in den kerspel van Eist, geheiten die Grote camp, anno 1424. Een goet, gelegen in den kerspel van Eist, in Overbetuwe, geheiten des Greven slach, met sgnen tobehoren tot 29 mergen lants toe, tot eenen Zutphenschen leensrechte; hieran heeft Peter van Steenbergen getuchtigt sijn wijff Sweder, anno 1408. 249 100. ELST. XI1II mergen landts, gelegen op Elstervelt, geheiten die Acker; item in Eteter hroeck in den Langen campe VII mergen lants gelegen, tot eenen Zutphenschen leen ontfangen bij Henrick van der Lawyc, a°. 1880. Jorden van der Lauwyck nyet beleent. Johan van der Lauwyck, erve sijnes broders Jordens, ontfengt XIII mergen, geheiten die Doerenkamp ende den Acker, gelegen in den kerspel van Eist, daer oostwert naest gelant is den Merwenschen camp, westwert Jordens wgff van der Lauwick, noortwert Jorden van der Lawick Jordonssoon, ende suydwert die gemeyne straet, ende een stuck-landts, geheiten die Bidderspoelde, a°. 1458. Dirck van der Lauwyck bg transport sgnes broders Johans, eodem die. Idem, anno 1465. Arnt van der Lauwick, erve sgnes vaders Dircks, 20 Aprilis 1531. Anna uten Enge, moder Arnts voorn.1), huysfrou Otten van Mekeren, crigen confirmatie heures maechgescheyts tusschen hen ter eenre ende Amelis unten Enge, heer Jacob uuten Enge, deken, heer Cornelis uuten Enge, scholaster der kercken van st. Peter t Utrecht, Fredrick uuten Enge ende Adrian van Boekhorst, man ende momber van Beatrix uuten Enge ter ander sgden opgericht, 10 Augusti 1547. D'erfgenamen Ottens van Mekeren crigen uutstel, 12 Martii 1556. Fredrick uuten Enge, erve Otten voorn., vermitz het maechgescheyt beleent, 9 Julii 1557. Bernt Amelissen uuten Enge 2), erve sgnes vaders Fredrix, 22 Maii 1582. Anna uten Eng 3), erve hares broders Bernts, beleent, 26 Novembris 1600. Wilhem van Zuylen van Nievelt, erve sgner moder Annae, beleent, 28 Januarii 1626. Idem tuchtiget sgn huysfrou joffer Ggsberta van Hardenbroec, 18 Oct. 1626. Fredric van Zuylen van Nyevelt, erve sgnnes vaders Willems, beleent, den 17 Aprill 1640. Herman van Bronchorst als volmachtiger van de moeder, hg selver noch onmundich, huider. Emilia van Suylen van Nievelt, weduwe van der Capellen, vrouwe tot sHeerarsbergen, laet appröberen twee accoorden, op den 4 Januaru 1658 tot Utrecht met Johanna van Bensen, douagiere yan joncker Frederyck van Suylen van Nievelt, ende A. van Warmvliet, alsoock Godtschalck van Halmale *) opgericht, ende laet sich uyt cracht van die accoorden beleenen met een derden deel van dit leen 5), 19 Martii 1660. Huider Frederyck van der Cappellen tot Boedelhoff6). ') Haar voorzoon (Leenakte). 2) Hij wordt in de akte Frederiks soens socn genoemd, en is onmundig. 3) Gehuwd met Frederick vanZuylenvanNievelt (Leenakte). *) Als man van Theodora van Suylen van Nievelt (Leenakte). 5) Als erfgename van hare moeder Anna uten Eng (Leenakte). 6) Haar zoon (Leenakte). 250 Antony van Warmvliet, als man ende momber sgner huysvrouwe juffer Wilhelmina van Suylen van Nievelt, beleent met een derde deel van dit leen, den 17 April 1660. Willem Joachim van Suylen van Nievelt, erve sgns vaders Frederyck van Suylen van Nievelt, beleent met een derde deel deses leens 28 Septembris 1660 Idem cedeert zijn derden deel deses leens aen Anthoni van Warmvliet, der beiden rechten doctor ende raet ordinaris in den Hove van Utrecht, voor hem selven ende als man ende voocht van juffer Willemina van Suylen van Nievelt, op den 6 ende 14 Martii 1677. Geerlich van derCappellen, heer tot 'sHeeraertsbergen ende Schalckwijck, beleent met het derdendeel, hem aengecomen door dode van sgn moeder vrouwe Emilia van Suylen van Nievelt, den 14 Mey 1677. Anthony van Warmvliet, raet ordinaris in den Hove van Utrecht, ende vrouwe Willemina van Suylen van Nievelt laeten haer besloten dispositie appröberen, den 18 November 1678. Wilhelmus Gualterus van Warmvliet, erve sgnes vaders Anthoni, noch minderjaerich, beleent, don 9 JuUj 1686. 101. ELST. Sestenhalven mergen landts, gelegen in den kerspel van Eist, to eenen Zutphenschen rechte ontfangen bg Derich van Merheim, a°. 1403. Idem, a°. 1424. Hier staet: 8V2 mergen off daeromtrent. Aleyt van Merem Willemsdochter, erve hares oldevaders Dircks van Merem, a°. 1444. 872 mergen in den Meremschen camp. Wolter E o e s t Henrixz. bg cope van Aleyt voorn., a°. 1465. Hier staet: 5]/2 mergen. Idem, 20 Decembris 1478. 3V2 mergen, geheiten den Merenschen camp, ofte soveel meer als Dirck van Merem te leen gehalden heeft, in den kerspel van Eist gelegen, daer naest gelant is Wolter Eoest an d'een sgde end Arnt van der Lawick Dirckssoon an d'ander sjjde. Henrick Eoest beleent, 31 Decembris 1492. Eobbert van Mulickom bij transport Henrix voorn. 2), 16Februarii 1529. Wolter van Mulikom bg transport sgnes broders Eoberts, 11 Aprilis 1587. Idem eedt verngt, 12 Martii 1589. Idem, canoniek to Nijmegen, eedt verngt, 13 Junii 1544. Dirck Berck Janssoon, onmundig, bg* transport Wolters voorn., a°. 1545. Idem selffs eedt gedaen, 18 Maii 1553. l) Ziju grootmoeders Gijsberta van Hardenbroec en Geertruydt Donckers zijn momberschen (Leenakte). *) In deze akte genoemd: Henrick Roest Wolterss. 251 Beel Berck, erve hares soons Dircks, 21 Maii 1554. Eadem eedt vernijt deur Jan Berck, 6 Junii 1556. Eadem crigt uutstel tot een nijen huider, 16 Januarii 1569. Eadem stelt tot huider Fredrick van Valkenborch, 19 Januarii 1570. Eadem eedt verngt deur Dirck van Wychem, 28 Augusti 1571. Dirck van Wychem eedt verngt deur Diedrick Heufft, sijner dochter Beelen man, 27 Julii 1594. Cathrin Bercks, weduwe Dircks van Wychem, erve harer moder Beel Berx, heieent vermitz harer dochter Beelen man Diedrick Heuft, 16 Augusti 1595. Fredrick Yalkenborch ende sgn nicht Sibilleken Heufts *) als erven Catrin voorn, beleent, 6 Junii 1605. Gerlich Valkenborch is huider. Gerlich Yalkenborch, erve sgnes broders Fredericks, beleent, 23 Augusti 1626. Everharda Yalckenborchs 2), erve haeres vaders Geerlachs, beleent, 17 Decembris 1640. Beinera Yalckenborchs, erve haeres susters Everardae, beleent, den 23 Mey 1660. Beinder Eempinck, ridder ende verwalter van de ridderlijcko st. Johans ordens Commandeurye, beleent als erfgenaem sgnes nichten Beinera Yalckenborchs, den 18 October 1677. Idem draecht dit leen op aen Alart Hellendoorn Dr., die daermede beleent is, den 24 September 1679. Alard Gerhard Hellendoorn, na afgemaekte versuimen, erfgenaem sgns vaders Alard Beinhart, die weder erfgenaem was sgns vaders Alarts, beleent, 29 Maert 1715. Idem -draegt dit leen op aen Adriana Wilbrennink, wed. dominus Beinerus Bongard, die daer weder mede beleent is, 22 Aug. 1735. Huider Evert Wilbrennink. Catharina Judith B o n g a r d, erve haars moeders Adriana Wilbrennink, beleend, 9 Julg 1745. Huider Evert Wilbrennink, haar man. Eadem steld na dode hares mans tot nieuwen hnlder haar soon Johan, 15 Nov. 1758. Jan Wilbrennink, erfgenaam sgns moeders Catharina Judith Bongard, beleend, 25 Febr. 1768. Idem laat appröberen en registreren een extract uyt sijne huwlijksvoor- waarden, den 13 Jan. 1769 met Megteld Geertruyd van Hasselt opgerigt, 11 April 1769. Diederik Evert Wilbrenninck, minderjarig, erfgenaam sijns vaders Johan, beleend, 12 May 1790. Huider Gillis van de Wall. Mechteld Geertruyd van Hasselt als moeder en legitime voogdesse over haren minderjarigen zoon Diederik Evert steld, nae dode van Gillis van de Wall, tot huider Dr. Johan Conrad van Hasselt, 3 Decemb. 1793. ') Zij is het dochtertje van Beel van Wychem. Gerlich V. is de halve broeder van Fredrick (Leenakte). *) Weduwe Wolter van der Steegen. Haar zoon Fredric is huider (Leenakte). 252 *>2. ' ELST. Een goet geheiten te Westerame, in den kerspel van Eist, in den lande van Betuwe gelegen, met allen sgnen tobehoren, tot eenen Zutphenschen leensrechte ontfangen bg Johan van Brienen, erve sgnes vaders Johans, a°. 1401. Idem eedt verngt, a°. 1403. Idem, a°. 1424. Hier steet: tuschen Eist end Bemmel. Steven van Brienen, erve sgnes broders Johans, a°. 1425. Idem, a°. 1429. Salome van der Lauwick, huysfrou Johans van Hejr_l_ej, als erve hares vaders Aelberts van der Lauwickj"liu. 1500. Agnes van Galen, weduwe Aelberts voorn., hebbende dit goet met haren man angecoft van Johan van Sallant ende sgner moder, ontfangt het na sgnen doot, a°. 1501. Salome van der Lauwick eedt verngt deur Henrick van Poelwick, a°. 1544, ultima Augusti. Johan van den Beek protesteert dat dit vrg goet sg, 18 Junii 1555. Otto van Arenberch, erve sijner moder Salome voorn., 30 Martii —IB56 % Idem bg refutatie Goossens van Honseler, 23 Junii 1558. Willem van Arenberch, erve sgnes vaders Otten, 12 Julii 1562. Idem, noch onmundich, eedt verngt deur Philips de Momber, 19 Februarii 1564. Idem selver eedt gedaen, 9 Augusti 1578. WjUem_r_an Merwich, huysfrou Bartolds van der Beeck, erve hares neven Willems voorn., 20 Junii 1591. Bernt van Bevervoort, erve sgnes halven broders Willems van Arenberch, 20 Maii 1592. Cristine van Wghe van Hernen, huysfrou Otten van Wghe, heeren to Echtelt, ende hares broders Joachims zal. twee dochterkens Maria ende Joachima, hiermede beleent, als sulx bg Salome van der Lawick haren oltsten soon, den tweeden Willem van Arenberch Willemssoon ten hglick medegegeven, van hem op sgn dochter N. van Arenberch, van haer op haer moder Joanna van Wghe van Hernen geerft, bg deselve an haren broder Beiner vercoft, ende van hem op sgn kinder Jochim ende Cristina voorn. gevaUen is, 28 Martii 1597. Joffrou Willem van Merwich verpandt dit an Johan ingen Nulandt, 18 Aprilis 1597. Johan ingen Nulant bij transport Wilhelmae voorn, ontfengt een goet geheiten den Aem, in*der buerschap Aem, in den kerspel van Eist, in Overbetuwe gelegen, 1 Februarii 1598. Derck van Rhemen bg opdragt Bernts van Bevervord 2) beleent, 16 Septembris 1611. Idem crigt vernginge van de belening Bernts voorn, ende sgner opdragt ende wederbeleninge, omdat d'eerste beleninge uut cracht van volmacht, nyet na leenrecht voor leenmannen gegeven, ontfangen was. 5 Octobris 1611. ') Zie hiervoor, blz. 186. 2) Idem. 253 Jöhan ingen Nulant ende Aleyt van Assendelft, eeluden, maken dit leen deylbar onder haren kindren, 10 Septembris 1614. Arnolt ingen Nulant, erve sijnnes vaders Johans, beleent, den 18 May 1631. Gerrit van Nulandt, pantheer to Angeroort, ende joffer Everharda Maria van Nulandt, elx voor de helfte, bjj opdracht hares broeders Arnolts beleent, den 13 Julii 1685. Deselve Gerrit ende joffer Everharda tuchtigen malcanderen aen dit leen oer leven lanc, om bg de langstlevende naer tuchtenrechten gebruyckt te worden, den 13 Julii 1635. Arnolt ingen Nulant, erve sijnner suster Everharda, beleent, den 4 October 1638. Gerrit ingen Nulant, pantheer tot Angeroort, laet sjjnne dispositie appröberen, den 7 Januarii 1645. Johan ingen Nulant, erve sijnnes vaders Arnolts, beleent, den 13 Meert 1647. Gerrit ingen Nulandt revoceert alle voorighe dispositien ende laet sjjne naerdere beslotene dispositie appröberen, den 14 Febr. 1652. Johan van Nulandt bij transport sijnnes ooms Gerhardt ingen Nulandt beleent, den 7 Martii 1653. Idem belast dit leen met 4500 gl. ten behoeve van 't Burgerweeshuys binnen Arnhem, den 23 Febr. 1657. De huysmeesters van het Borgerweeshuys binnen Arnhem cederen en geven over haer regt van verwin uyt cracht van Lanschaps consent op het goedt geheiten te Westerame en tient, sijnde twee lenen aen desen Yurstendom en Graeffschap leenroerig, aen Hiacinth ingen Nulandt, pantheer tot Angeroort "■), die weder met dit verwin beleent is, den 14 Martii 1691. Idem uyt kragt van cessie van den 14 Maert 1691 beleent, 18 Septemb. 1714. Hyacinth Arnold Ingenuland en sijn soon Arnold Francois Ingenuland geven dese lenen over in vrijwillig verwin aen Ernst Sigismund Crellius en Jacomina Swaen, egtelieden, voor negen hondert negen en negentig gulden, 20 Mey 1716. Arnold Frans Ingenuland krg'gt consent om hierop te procederen, ten einde te hebben staet en inventaris van den boedel van sijn vader Hyacinth Arnold Ingenuland, soals geweest is bg 't overbjden van sijn moeder Tobia Catharina Lauterhag, alsmede de gerede ende ongerede goederen door sgn moeder nagelaten, 13 Febr. 1720. Hyacinth Arnold van Ingenuland verbind dese lenen aen Ernst Sigismund Crellius en Jacomina Swaen, egtelieden, voor twe duisend gulden, 29 Februarf 1720. Benedictus Levi Gompers krijgt consent om hierop te procederen voor seven duisend guld. cum interesse ten laste van Arnold Frans Ingenuland en vrouwe Maria Helena Scherpenzeel tot Dreumel, egtelieden, 9 Oct. 1731. Maria Helena van Scherpenseel nae dode van haar man Arnold Frans Ingenuland beleend, 25 April 1789. ') En desselffs huysvrouw Tobia Catharina Louterbach (Leenakte). 254 Hendrik Jan van Scherpenseel1), onmondig, erfgenaam sijns moeys Maria Helena van Scherpenseel, beleend, 15 Junij 1747. Huider Florus Carel van Baussele. Idem, meerderjarig geworden, eed vernieuwt, 19 Febr. 1759 *). Idem laat sijn besloten testament van den 24 Novemb. 1760 appröberen, 28 Nov. 1760. Idem, na bekomen approbatie van de donatio inter vivos, draagt dese leenen op aan sijn suster en swager Ida Francisca Maria Hyacintha Catharina de Heusch, geb. van Scherpenseel, en mede aan Jan Louis Carel de Heusch, ehelieden, die daarmede weder onder sekere conditiën, bij de acte ervintelijk, beleend sgn, 15 Jung 1765. Verder als 40, blz. 103. Afgesplit van 102. 102 § 1. ELST. Den tiend 8) afgespleten van het goed den Aem, nu Westeraem, in den kerspel van Eist, buerschap Aem, in den lande van Overbetuwe gelegen, als een bgsonder leen, aen den furstendom Gelre ende graefschap Zutphen ten Zutphense regten leenroerig, opgedragen door Arnold Hyacinth Ingenuland aen Ernst Sigismund Crellius en Jacomina Swaen, egtelieden, die daer weder mede beleent sijn, 2 Jung 1718. Deselven laten haer beslote dispositie appröberen, 14 Sept. 1718. Jacomina Swaen, wed. Crellius, uit kragt van bovenstaende testamentaire dispositie beleent, die ook geregistreert is, 27 Nov. 1781. Deselve draegt dit leen op, 27 Nov. 1781, ten behoeve van Johan Christiaen Swaen *), die daer weder mede beleent is, 22 Maert 1732. Idem draagt dit leen op aan Catharina Judith Bongard, wed. Wilbrennink, die daar weder mede beleend is, 29 Decemb. 1766. Huider Johan Wilbrennink, haar soon. Jan Wilbrennink, erfgenaam sijns moeders Catharina Judit Bongard, beleend, 25 Febr. 1768. Verder als 101, blz. 251. ') Zijn moeder is Barbera Catharina van Bausele, douariere Tan Scherpenseel tot Mierlo en Dreumel (Leenakte). *) In deze akte wordt hij genoemd: Hendrik Jan Francis. a) Vuigo den Doornikse tiend genaamt. *) Haar neef (Leenakte). 255 108. ELST. Die thiende van Amerweyde, gelegen tot Eist, met sijnen tobehoren, ontfangen bg Jacob de B ru n e , anno 1388. Idem, a°. 1403. Tot Zutphenschen rechten. Diedel Ggsberts transporteert op Sander Tengnagel dat goet geheiten Amerweyde,ende den thienden van Sitshoven, op Bergerweyde, als dat gelegen is, a°. 1412. Idem, a°. 1424. Johan" Tengnagel, priester, beleent deur sgnen huider Henrick van Lyenen, a°. 1427. Henrick Tengnagel bg transport sgnes broders, heer Johans voorn., a°. 1447. Sander Tengnagel ontfengt dit ende tuchtigt daeran sgn moder Fye Tengnagels, a°. 1453. Idem verngt, a°. 1465. Idem eedt verngt, 14 Octobris 1478. Herman Tengnagel, erve sgnes vaders Sanders, a°. 1506. Idem eedt verngt, 4 Septembris 1588. Jutta Kip pit, huysfrou Meynert Claessoon, erve hares ooms Hermans voorn., eedt verngt, 6 Augusti 1556. Die thiende to Eist end Bemmel gelegen, in den ampte van Overbetuwe, geheiten Amerweide end die Sitzhoven. Herman ende Beiner Klaets„ gebroder, crigen uutstel, 17 Junii 1576. Item uutstellinge, 10 Octobris 1576. Herman Klaets beleent als erve sgner moder Jutte, 16 Januarii 1577. Idem verngt eedt, 12 Junii 1602. Beiner Klaets, erve sgnes broders Hermans, beleent deur sgnen soon Meynert, 12 Maii 1617. Wolter Spaen, capitain, bg opdragt Beiner Klaets beleent, 29 Julii 1617. Beernt Spaen ende d'andere kinderen *) van Wolter Spaen, oer vader, beleent, den 20 Aprill 1681. Adriaen van Bemmel bg transport van Beernt Spaen to Cruyswick, als volmachtich sgnner moeder sooveel deselve het raeckt, ende dan noch in qualite als moeder ende van wegen alle andere haere kinderen, voor dewelcke sg moeder instaet, beleent, den 25 Meert 1646. Nicolaes Overschie laet registreren een apointement van de Lantschap van den 25 Januarg 1685, om het gedeelte van Willern van Bemmel, ritmeester, niet te beswaeren off te alieneren, den 26 Januarn 1685 2). Johan van Bemmel tot Bemmel laet appröberen het maechgescheit tusschen hem, sgn broeder ende suster 8) den 7 Januarg 1684 opgericht, onvermindert het bovenstaende apointement, den 1 April 1685. ») Hon moeder is: Agnis SchimmelpennincvanderOy (Leenakte). *) Willem v. B. is de zoon van Adriaen (Leenakte). •) Willem en Maria. Zijn vrouw is Anna Maria Mechtelt van Heemskerck (Leenakte). 256 Nicolaes Overschie laet registreren een apointement van de Lantschap om de sententie van het Hoff op de leenen van Willem van Bemmel ter executie te stellen hg gebreck van allodiael, den 15 Julg 1685. Anna Margaretha van Bemmel, onvermindert het recht van Nicolaes Overschie, beleent als erve haeres vaders *■) ende uyt cracht van het geapprobeerde maechgescheit, den 22 Sept. 1685. Johan Boudewgn van Bemmel2), erfgenaam sgns moeys Anna Margaretha van Bemmel, na afgemaakt versuym beleend, 13 Jung 1744. Johan Adriaen van Bemmel, erfgenaem sgns vaders Johan Boudewijn, beleent, 2 May 1760. 103a. Heerlijckheit van Hemmen, met aüen leenmannen, inwoonderen ende ondersaeten, rechten, jurisdictiën, vruchten, opcompsten, jachten, visscherijen ende alle appendentien tot het slot ende heerlijckheit Hemmen eenichsins behorende, tot alsulcken naetuyr ende rechten als deselve van outs geweest is, tot een erflick, onversterflick mannenleen, ten Zutphenschen rechten met seven goltguld. in specie, yder ad drie gl. drie st., te verheergewaeden, is daermede beleent, onvermindert keyserlgcke Majesteit, den comparant ende een yder sgnes goeden rechten, volgens resolutie van de Ed. Mog. heeren Staeten des vorstendoms Gelre ende graefschaps Zutphen van den 12 Jung 1657, Frans van Linden, capteyn, den 25 Julii 1660. Idem ende sgn eheliefste, vrouwe Charlotte van Brienen, laeten haer besloten dispositie appröberen, den 1 Januarg 1694. Diderik Wolter van Linden, erfgenaem sgns vaders Frans, beleent, den 2 April 1701. Idem en vrouwe Anna Ursulina van Bede, egtelieden, laten appröberen haer huwelijxvoorwaerden s), den 30 Maert 1699 opgerigt, 20 Aug. 1712. Deselven laten appröberen hare opene testament van den 18 Aug. 1712, eodem die. Anna Urselina van Beden, douariere Diderik Wolter van Lynden. als moeder en voogdesse van haer onmundige kinderen beleent, 11 April 1718. Huider Godert Adriaen van Bede. Frans Godert van Lynden beleent met dit leen, gelgk hem hetselve jure seccessionis door dode van sgn vader Diderik Wolter, en uyt kragt van geapprobeerde testamentaire dispositie van den 18 Aug. 1712, aangekomen is, voorbehoudens de lijftugt van desselfs moeder aan 't selve, 22 Nov. 1748. Willem van Lynden, erfgenaam sgns vaders Frans Godert van Lynden, beleend, 28 October 1786. *) Adriaen (Leenakte). *j Zoon van Johan en broeder van Adriaen (Leenakte). *) Haar ouders zijn: Godert baron van Rhede en Ursnla Philipota baronesse van Raetsvelt (Leenakte). 257 Frans Godard van Lynden, erfgenaam sijns vaders Willem, beleend, 15 Aug. 1787. Denselven laat appröberen en registreren een extract uyt de huwlijkse voorwaarden den 30 Jan. 1786 met desselvs ehegemalinne Margarita Clara Munter opgerigt, eodem die. Idem verbind dit leen ten behoeve van: 1°. desselvs suster Anna Wilhelmina Carolina voor een duysend vijf honderd vijfentwintig guldens; 2°. van desselvs suster Constantia Theodora Maria Anna voor vijf duysend drie honderd ses guldens; 3°. van desselvs suster Anna Wilhelmina voor seven duysend guldens; 4°. van desselvs suster Isabella Eliana voor vgf duysend en seventig guldens; 5°. van desselvs suster Johanna Sara Jacoba voor dertien duysend guldens; 6°. van desselvs broeder Ggsbert Carel Cornelis Jan voor vier duysend agt honderd tweeendartig guldens; 7°. van desselvs broeder Derk Eeinhard Johan voor tien duysend guldens; en ter oorsake van voor desselvs rekeninge óvergenomene lijfpensioenen 1): 8°. ten behoeve van de wed. Vonck en haar soon P. Vonck voor ses honderd guldens jaarlgks; 9°. van Maria Golberding voor een honderd guldens jaarlgks; 8 Aug. 1794. Arent Anthony Eoukens, momboir deser Landschap, door het Provintiaal Collegie van Politie, Finantie en Algemeen Welzgn in dato 15 August. 1795 speciaal geauctoriseert en gelast, neemt, ter voldoening aan 'sLandschaps resolutie in dato 7 Aug. 1795, in beslag dit leen, 25 August. 1795. Idem r. o. laat registreren een acte van besaath van den 20 Novemb. 1795, 24 Novemb. 1795. '] Als erfgenaam van Stephania Margareta de Feyrou (Leenakte). Nijmegen. 17 258 103b. HEMMEN. Een bouwinge, groot omtrent dartich margen, met alle sijn toebehoren, gelijck Jan Jelissen deselve in pacht heeft, ende een halve bouwinge, groot omtrent dartien margen, bij Gijsbert Eymers gebruyckt, beide in Overbetuwen, in de heerlgckheyt Hemmen gelegen, gehorende onder het leen van Hemmen, tot een besonder leen, aen den vorstendom Gelre ende graeffschap Zutphen met seven goltguld. in specie te verheergewaeden leenroerich (onder beding, dat wanneer die twee parcelen weder comen aen den besitter van de heerlijckheyt Hemmen, dat deselve alsdan wederom met de heerlijckheyt Hemmen tot een leen geconsolideert sullen worden), opgedraegen bij Fransois van Linden, heer tot Hemmen ende Blitters wijck, aen sgn soon Diederich Wolter van Linden, den 29 Novemb. 1680, die daer ook weder mede beleent is, eodem die. Geconsolideert met Hemmen uit kragt van voorgaende concessie bij transport van 29 Novemb. 1680, den 11 April 1713. Afgesplit van Veluwe, 10. 108c. INDOOBNIK. Den lndoornikse tiend, streckende door de gehele heerlijkheit van Indoornik, en voor soverre deselve sig strekt en gaet, met alle ap- en dependentiën, regt ende geregtigheden van dien, in de heerlijkheid van Indoornyk gelegen, in den amte van Overbetuwe, als een bijsonder leen afgespleten van den huise te Grunsfoort, aen den furstendom Gelre ende graefschap Zutphen ten Zutphense regten leenroerig. Johan Carcelis van Doornik genaemt TJIft laet appröberen het maeggescheid tussen hem en sgn vrou ter eenre ende vrouwe Margareta Elisabet Sophie van Stepraed, douariere Eenesse *-), ter andere sgde opgerigt, waerbg dit leen sgn vrou Johanna Maria van Stepraed is toegedeelt, 23 Octob. 1718. Johanna Maria van Stepraed beleent, so als 'tselve door dode van Eeinder van Linden, oom van Sophia Heiwig Margriet van Linden, op deselve, en van die, als haer moeder, op haer gekomen is **), als ook uit kragt van het geapprobeerde maeggescheid, 28 Octob. 1718. Huider haer man. Beinier Johan Diderick van Doornick, erve sgns moeders Johanna Maria van Stepraed, beleend, 10 Novemb. 1744. Idem en Maria Eleonora van Elverfeld, ehelieden, belasten dit leen met vgf duysend gulden cum interesse ten behoeve van Johan Willem Augustgn van Wgnbergen, 27 Decemb. 1757. ') Maximiliaen Hendrik van R. (Leenakte). *J Haar vader ie: Beinier Johan van S. (Leenakte). 259 Willem Caspar van Doornick, erfgenaam sijns broeders Beinier Johan Diderick, beleent, 6 April 1764. Idem laat sijn besloten testament van den 26 Angnst. 1785 appröberen, 26 Angnst. 1785. Wilhelm van Nagell, erfgenaam sgns grootvaders Willem Casper van Doornick, beleend, 21 Novemb. 1794. 104. ELST. Negen mergen landts, gelegen tegen des custers wuerde, an de noortsijde die landeweteringe, an de suydsijde die Aembsche zeghe; item vijff mergen landts, gelegen in den Langen campe, an de noortsijde Derck van Meere, an de suydsijde aude Wynand van Aernhem, tot eenen Zutphenschen leen ontfangen bij Eoloff van der Lawic, a°. 1380. Ludiken van üterwgek ontfinck 9 mergen lants, tot Eist gelegen, tnschen Arnt de coster an d'een sgde, Willem van Moldich an d'ander sgde, als erve sgner moder, a°. 1401. Idem, Arntssoon, ontfengt 14 mergen te Eist, a°. 1403. Idem, a°. 1424. Ontfengt 9 ende 5 mergen. Hadewich Z u e r e n, weduwe, erve hares broders Ludikens voorn., a°. 1447. Evert van Deest tot behoeff der kercken to Eist bg transport Hadewichs van Westenrade, weduwe Dercks Zuyre, a°. 1462. Hier worden opgedragen die 9 mergen lants, gelegen in den kerspel van Eist, in der buyrschap van Eyckerswoerde, oostwert naest an dat Gulix landt, geheiten Zelen kempken, suydwert an den Ynckschen zege, westwert Steven van Moudyck ende noortwert die lantweteringe; item alsulcke manschap ende landt als daerin behoort, gelegen in den kerspel ende in der buyrschap van Eist in den Langencamp. Idem eedt verngt, a°. 1465. Idem met Steven van Mouwick, kerekmeester, eedt verngt, 9 Augusti 1474. Herman Florissoon, kerekmeester, beleent, a°. 1521. Hier staet: oostwert naest gelant heer Willem, broder tot Egmont, nu die grave van den Berge, suydwert die Aembsche zege, westwert Goossen Sonnendach end noortwert die lantweteringe. Wynand Pannekoeck van wegen der kercken eedt verngt, 6 Septembris 1538. ' Idem, als kerekmeester, a°. 1544. Idem, 22 Novembris 1561. Geurt Alerts, kerekmeester, huider, in plaets Winands voorn., beleent, 4 Octobris 1611. Johan van der Horst, kerekmeester, crigt uutstel tot na den Lantdag, 7 Decembris 1622. Joban Geurtssoon, kerekmeester, huider, in plaets Geurts voorn, beleent, 1 Februarii 1623. Willem van der Horst, scholtis, als kerekmeester beleent in plaets Johan Guerts, den 11 Februarii 1642. 260 104a. Eenige thienden to Hervelt, met twee stucken lands, het een genoomt Greveneamp, groot vier, ende het ander den Oort, groot drye mergen, tot Elden, met noch een uterweertgen tot Driel op den Bhgnstroom gelegen, in den ampte van Overbetu; allet begrepen onder het leen bij Helena Kempinck, weduwe wijlen Evert K r e yfengers, ende haren voorsaten ontfangen, tot Zutphenschen rechten. Oliphier van Wely een tijtlanck beseten, ende na sijnen doot sgnen tweeden soon Eutger van Wely togedeylt, die beleent is, 4 Novembris 1608. Dit leen te leenrecht ingewonnen sijnde, bij Helene Kempinx geconsolideert met het naestvolgende, 11 Julii 1611. 105. HEEVELT. Die thienden van den Hoeweerden 1), met den raedtthiende tot Hervelt, groot ende cleyn, met heuren tobehoren, woe die gelegen sijn; item, die Schaepswaeren tot Hervelt; item tot Een wiek twee stuxken landt, haldende omtrent vijff hont; item dat thiendeken in der Hetersche straet; item vijff mergen landts, gelegen tot Dryel bjj Henricks huys van der Mergelinch; item uut Balgoys landt ter Nevel 4 pond alle jaer; item dat overstuck landts achter Hubert des veren huys gelegen; item ongeveer een mergen landts op Nevelrevelt; item die Schaepswaeren in der Taelmont; item 20 hoener to Meynerswick; item den pacht opter Praest an Keiman, an Grieten Hermans hoffstat ende an een ander hofstat; item dat lant dat Otto van Ommeren te hebben plach; item dat stuck lants tot Elden op den Oort; item een halven mergen landts in Elderweyde; een stuck landts, geheiten des Greven camp; een stuck landts in Eldermaet an Huessener seghe; een wiltfurstergoet in Veluwe, tot een erflicken leen, tot Zutphenschen leensrechte, gegeven van hertog Edouard an Arnt van der Lauwick Arntssoon, a°. 1866. Eoloff van der Lawich ontfengt dit, a°. 1402. Idem ontfengt den groten thienden met den smalen thienden, gelegen tot Hervelt, ende een stuck landts, geheiten dat Oeverstuck, ende 87a mergen lants, gelegen tot Driel, ende een stuck lants, gelegen in den kerspel to Elden, a°. 1424. Arnt van der Lauwick Eoloffssoon ontfengt den thiende to Hervelt met sgnen tobehoren, a°. 1424. Idem, a°. 1465. i) Later genoemd: de tienden op den Hogen weerd. 261 Gertrud van der Lauwick to Eay, huysfrou Ggsberts van Danse, erve hares vaders Arnts, 28 Julii 1531 1). Eadem met haren oltsten soon Arnt van Danse transporteren op Jacob Snabhe alle voors. parcelen, eodem die. Idem eedt verngt, 6 Septembris 1588. Johan Snabbe, erve sgnes vaders Jacobs, a°. 1544. Idem eedt vernijt, 19 Junii 1556. Hilleken Snabben, erve hares soons Johans, 17 Augusti 1558. Ende beleent sijnde transporteert sij 't leen op Arnoldus van Hoekelom, eodem die. Willem Snabhe, Johans broder, crigt uutstel, 19 Septembris 1558. Jenneken Snabben, huysfrou Henrick Kreyfengers, bg transport Arnolds van Hoekelom, 4 Februarii 1563. Eadem deur Joannes Alberti eedt verngt, 20 Januarii 1573. Evert Kreyfenger bg transport sijner moder Jenneken Snabben, 6 Februarii 1590. Eeiner Kreyfenger, onmundich, erve sijns vaders Everts, 7 Octobris 1590. Helette K e m p i n x, erve hares soons Eeiners, 6 Junii 1605. Helena Kreyvengers 2), erve haeres moeders Helene Kempincks, beleent, den 8 Aprilis 1651. Eadem laet haere dispositie appröberen, den 18 Maii 1654 3). Geertruyt S o e r, erve haeres bestemoeders Helenae Kreyvengers, door Dr. Cornelis van Steenier als haeren man ende huider beleent, den 10 .lulii 1668. Bartolt van Steenier, erve sijnes moeders Geertruit Soer, beleent, den 7 November 1687. Dr. Cornelis van Steenier bekent hier geen regt ofte part aen te hebben, den 5 Febr. 1696. Dr. Gosewgn van Steenier, erve sgns broeders Bartolts, beleent na afgemaekt versuim, eodem die. Idem laet appröberen het maeggescheid tussen juffer Wilhelma Zoer en de gesamentlgke kinderen en erfgenamen van Dr. Cornelis van Steenier en juffer Geertruid Zoer, egtelieden, en tussen deselve kinderen en erfgenamen onder malkanderen den 28 Martii 1698 opgerigt, 30 Jan. tlïL Jacobus Driesse van Opheyden, weduwenaer van Gerharda Everharda van Steenier uit kragt van hetselve maeggescheid beleent, eodem die. Gerhardus Driessen Opheyden, erfgenaem sijns moeders Gerharda van Steenier, na dode sgns vaders Jacobus Driessen Opheyden beleent, 28 Mey 1717. ') Ind so ditselve leen etzelicke jaeren van Gijsbert ind Gertruyt vurs. versuymt und nye aen mijnen genedigen lieven heeren versocht noch ontfangen Is ... also dat sijnre f. gen. dit alinge leen vervallen ind gebrueckt was, heeft doch sijne f. gen. om trouwen, mennichvoldigen dienst wille, den Gijsbert in der wederinneminge der stede Arnhem ind Tiell, ongespairt lijffs ind levens,, ind sus anders bewesen hiefft, sulickè bruecke ind versuymenisse guedelich aversien ind quijt gegeven (Leenakte). *) Weduwe Johan van Ratinghen (Leenakte). 'I Erfgenamen zijn: Johan, Geertrudt en Wilhelmina Zoer, kinderen harer overleden dochter Siberta van Ratingen (Leenakte). 262 Idem laet appröberen sijne dispositie, opgerigt met sgn vrou Maria Clara van Rijssingen, 16 Aug. 1722. Jacobus en Adrianus Driessen Opheyden, onmundig, erfgenamen haers Vaders Gerhardus, beleent door haer moeder Maria Clara van Rijsingen, 15 Novemb. 1728. Huider Wilhem van Rijsingeu. Afgesplit van 105. 105 § j. Een stuck lants te Elden op den Oort, sgnde drie morgen buitendijx, en vier morgen, de Ratingskamp, fcaraendijx, afgesplit van de tienden op den Hogen weerde, met den raeytiende, ten Zutphense regten tot een bgsonder leen leenroerig. Johan Louis de Lannoy, als man ende momber sgner huisvrouw Beatrix Johanna van Steenier, laet appröberen het maeggescheid tussen Wilhelma Zoer ter eenre en de samentlgke kinderen ende erfgenamen van wgle Dr. Cornelis van Steenier en Geertruid Zoer, in leven egtelieden, ter anderen sgde, ende tussen deselve kinderen ende erfgenamen opgerigt den 28 Maert 1698, 25 Julg 1708. Denselve laet sig uit kragt van dat maeggescheid belenen, eodem die. Idem draegt dit leen op aen Hendrick Beekhuisen, die daer weder mede beleent is, eodem die. Hermannus Beekhuysen, erfgenaam sgns vaders Hendrik, beleend, 18 Juin 1745. Aleyda Odilia Beekhuysen *■) laat dit leen, als erfgenaeme haars vaders Hermannus, ten haaren naeme overtekenen, 20 Novemb. 1797. 105 § 2. De tienden op den Hogen weerden, met den raeytiende, groot en klein, en haren toebehoren, en de Sehaepswaren, tesamen in den kerspel van Herveld, en vijf mergen lands, min of meer, tot Driel gelegen bg het huis daer Hendrick van den Meugeling ge woont heeft, in Overbetuwen, wesende dit gespleten van de andere parcelen mede daerbg gehoort hebbende, als een bgsonder leen, ten Zutphense regten leenroerig, opgedragen door Wilhem van Rgsingen als curateur en medemomher van Jacobus Driessen Opheyden2) aen Cornelis en Louis Driessen Opheyden, die daer weder mede beleent sgn, 14 Eebr. 1729. Deselven dragen dit leen op aen Derk Ignatius Martini, die daer weder mede beleent is, 24 Decemb. 1731. '} Haar man is Johan van Ceulen (Leenakte). *) Zijn moeder en broeder Adrianus zijn overleden (Leenakte). 263 Gerrit Frans Martiny, erfgenaam sijns broeders Derk Ignatius, beleend, 17 August. 1756. Idem laat sgn open testament van den 1 Aug. 1764 appröberen en registreren, 3 Ang. 1764 x). Idem laat appröberen en registreren een acte van revocatie van den 9 September 1765 betrekkelgk tot 't voors. leen, 10 Sept. 1765. Anna Maria van B u y l, naaste erfgenaam en oudste nigt van Gerrit Frans Martiny, beleend, 8 Novemb. 1765. Eadem laat haar besloten testament van den 12 Julg 1775 appröberen, 14 Julg 1775. Petronella Sloekenbier laat registreren quoad clausulas concernentes 't geopende testament van wglen Anna Maria van Buyl, 29 Julg 1777. Eadem beleend met dit leen, eodem die. Huider Engelbertus Vos, haar man. Eadem laat aproberen en registreren sodane opene testamentaire dispositie als sg met haren voorn, eheman den 23 Decemb. laastleden onder hare kinderen met relatie tot dit leen heeft gemaakt, 24 December 1778. Eadem laat aproberen en registreren de reciproque lgftugt met haren voorn, eheman den 27 December 1778 opgerigt, 31 Decemb. 1778. Johannes Ignatius Vos, minderjarig, (behoudens de tugt sgn vader Engelbertus aan dit leen competerende) erfgenaam sgns moeders Petronella Sloeckenbier, beleend. 3 Febr. 1779. Afgesplit van 105 § 2. 105 § 3. Vijf mergen lands, min of meer, tot Driel gelegen, bg het huis daer Hendrik van den Mengeling gewoont heeft, in Overbetuwen, als een bgsonder leen afgespleten van de tienden op den Hoge weerde enz., ten Zutphensche regten leenroerig, opgedragen door Derk Ignatius Martini aen Butger Tulleken, die daer weder mede beleent is, 30 Sept. 1732. Butger Tulleken en Rutger Otters, minderjarige erffgenamen hares oudooms Rutger Tulleken, uit kragt van desselfs testament, op heden geopent, pro indiviso met dit leen beleent door haere respective vaders Willem Jan Tulleken en Hermen Henrik Otters, 1 Jung 1748. Rutger Tulleken, meerderjarig geworden, vernieuwt eed voor sig als namens Rutger Otters, 21 Jung 1764. Rutger Otters, meerderjarig geworden, vernieuwt, so veel nodig en ten overvloed, selfs eed, 23 Oct. 1764. Rutger Tulleken laat appröberen sgn besloten testament, den 6 Octob, 1778 met desselvs ehevrouwe Anna Francoise van Pabst gepasseert, 6 Januarg 1786. ') In het testament worden genoemd zijn neven Cornelis Driessen Opheyden, E. A. en Hendrik Becker; zijn nichten Gerebranda Barbara Weissenburg en Maria Anna van Buyl. 264 106. HERVELT. Vierendertig mergen landts, in den kerspel van Hervelt gelegen, Zntphens leen, ontfangen bg Arnt van Heyssen, ridder, als erve Johans van Woesic, heeren Arnts soon, sgn oom, a°. 1408. Idem 1), a°. 1424. Hier staet: an eener bouwinge geheiten Medevart. Otto van Hessen ontfengt dit, a°. 1435. Arnt van Hessen bg transport sgnes broders Otten ontfengt 34 mergen lants, gelegen in den kerspel van Hervelt, bij eener bouwinge geheiten Medevaert, ende met der anderen sgde op den leygrave ende die gemeyn straet, a°. 1452. Johan van Hessen, erve sgnes vaders Arnts; beheltlick sgner moder Agnesen hare tucht, a°. 1459. Arnt van Hessen, anno 1467. Idem, 20 Octobris 1473, 25 Augusti 1481. Idem eedt verngt, a°. 1495. Idem tuchtigt sgn vrou Anthonia van Mekeren, a°. 1514. Johan, Tde end Algt van Hessen, broder ende susteren, bg transport hares bestevaders Arnts, 12 Junii 1531. Johan van Hessen eedt verngt, 18 Junii 1556. Idem belast dit met 38 g. sjaers, te lossen in 6 jaren met 550 g. voor Lambert van Valkenborch, 18 Decembris 1556. Hans Peters Arntssoon, bij transport Johans voorn., lesten Februarii 1558. Arnt Peters, onmundich, erve Hans Peters, sgnes vaders, 5 Junii 1566. Idem eedt verngt deur Arnt Wychers, burgemeester to Ng'megen, 18 Augusti 1575. Elisabet van Embruggen, huysfrou Sanders van Rijswijck, erve hares soons Arnt Peters, 18 Maii 1576. Johan van der Cameren, bij transport sgner moder Elisabet voorn., 20 Junii 1578. Idem eedt verngt, 28 Junii 1582. Idem tucht sgn vrou Mechtelt van Seller Arntsdochter, 11 Septembris 1601. Idem tucht sgn tegenwoordige huysfrouw Gerritgen Gerritsdochter', den 24 Augusti 1634. Idem laet sijnne dispositie onder sgnne kinderen appröberen, ende maeckt dit leen onder deselve deylbaer, mits dat diegene soo het prerogatyff naer leenrecht competeert vooruuyt sall hebben duysent guldens, de vrouw ooc oir tuchte voorbehouden blijvende, den 16 Augusti 1640. Geertgen Gerardus, moeder ende momberse van oere ses kinderen bg.Hans van de Camer verweckt, wort vermits oer momber Arnolt Leydecker beleent voor Laurents, Gerrit, Metgen, Lijsbet, Geertruyt ende Margriet van de Camer, den 1 Julii 1644. Dr. Johan van Loon als man ende momber van sgn huysvrouw Mechtelt van de Caemer beleent, den 27 Augusti Ï668. ') Amt van Hessen (Leenakte). 265 Oeertruyt van de Caemer, weduwe van de veendrich Ver bolt, ende Margriet van de Caemer vernieuwen den eedt door Dr. Johan van Loon als haeren huider, ende daernae versoecken deselve nevens Mechtelt van de Caemer, huysvrou van Dr. Johan van Loon, ten overstaen van den vurs. haeren man, approbatie van haer besloten testament, den 20 September 1664. Willem van Loon, erve sgnes moeders Mechtelt van de Caemer, onmundich, is beleent door sijn momber Johan Bruyn, predikant in de Fransche gemeente tot Nimmegen, den 5 December 1677. Idem doet selfs eet, den 2 Januarij 1694, en lijftugtigt sgn vrouw Anna Elisabeth Verbolt. Idem laet sgn beslote dispositie appröberen, 21 Jung' 1726. Johan, Michiel Nicolaes, Coenradina, Mechteld en Fran^is van Loon, erfgenaemen haers vaders Wilhem, voorbehoudens haer moeder Anna Elisabet Verbold de tugt, heieent, 12 Augusti 1730. Mechteld van Loon laat appröberen het maegescheyd den 17 April tusschen haar en hare broeders en suster *) opgerigt, den 21 April 1739, Eadem uyt kragte van hetselve beleend, eodem die. Megteld van Loon 2) steld na overigden van haar broeder M. N. van Loon tot huider over de negen mergen, sgnde den overrest van dese 34 mergen, Johannes Jacobus Uffelhaven, 9 Octob. 1767. Coenradina van Loon 3), erve van haar suster Mechteld, beleend met de negen mergen, 31 Oct. 1772. Huider Johannes Jacobus van Uffelhaven. Eadem steld na dode van J. J. van Uffelhaven tot huider Mr. Oswald Otters, 17 Julij 1779. Johanna Elisabeth Amelia van der Horst, erve van haar moeder Coenradina van Loon, beleend met de negen mergen, 16 Sept. 1780. Huider Mr. Oswald Otters. ') Coenradina is gehuwd met Dr. Anthony van der Horst (Leenakte). '-') Douariere Derk Singendonk (Leenakte). ') Weduwe (Leenakte). 266 Afgespleten van 106. 106 § 1. HERVELD. Huis, schner, bergen, boomgaerd ende daeraen leggende drie mergen, daer den jonge boomgaerd is geweest, te samen vgf mergen, edog so groot en klein als 't bevonden word, sgn uitgang hebbende na de straet; de sogenaemdc ses morgen, dog so groot en klein als die bevonden word, daer naest aenleggende tot op de Broekpijp over den Dwarsacker, sgn uitweg hebbende op de gemeine straet over de Broekpijp; de helft van de Slyekackers, bestaende ongeveer in seven mergen, edog so groot en klein als bevonden worden, schietende langs de gemene straet en den oude boomgaert tot aen het einde van den voors. boomgaert, daer den Dwarsacker begint, en van daer langs de Grip dwars op tot aen de Brestraet, tegenover het goed van wgle de burgemeester Justinus de Beyer, uitwegende aen de gemene straet over de Broekpjjp, langs de sloot van den ouden boomgaert; de twede helft van den Slickacker, bestacnde ongeveer in seven mergen, dog so groot en klein als bevonden worden, beginnende daer de eerste helft ophoud en schietende langs den gewese niwen boomgaert, en van daer dwars op na de gemene of brede straet, daer het uitwegen sal over de leygraeff; sgnde te samen vijfentwintig mergen; als een bijsonder leen en afgespleten van de vierendartig mergen lands, gelegen in den amte van Overbetuwe, kerspel van Herveid, ten Zutphense rechten leenroerig, opgedragen door Anna Elisabet V e r b o 1 d, weduwe, boedelhouderse en tugtenaerse van Wiüiem van Loon, Michiel Nicolaes, Coenradina en Mechteld van Loon, allen sig sterk makende en de rato caverende voor haer respective absente soons en broeders Johan en Francois, aen Dibbet Hendrix en Geertruid van Driel, egtelieden, 12 Aug. 1780. Merryke, Jenneken en Peterke Dibbets, erfgenamen haerer ouderen Dibbet Hendrix en Geertruyd van Driel, beleent, 27 Jung 1735. Rijk Ten nis se, man van Mariken, huider; de twe laesten minderjarig. Rijk Tennissen, in huwlijk gehad hebbende Marritje Dibbets, laat appröberen en registreren de huwlgksvoorwaarden van den 1 April 1785, 2 May 1767. Anthony Tennissen, erfgenaam sgns moeders Marritjen Dibbets, voorbehouden den usufruct van desselfs vader Rijk Teunissen voornoemt gedurende sgn leven lang, beleent met de sogenaemde ses morgen, eodem die. Bgk Teunissen renuntieert van het regt van tugt, hem competerende aan dit leen uyt hoofde van de huwlijkse voorwaarden, 21 Novemb. 1767. Willem en Hendrik Teunissen, benevens Jan Hendrik Hoogveld q.q.l) renuntieeren mede van 't regt van den derden voet, haarlieden als jongere broeders en suster van Anthony Teunissen competerende aen dit leen, eodem die. ') Gehuwd met Jenneken Teunissen (Leenakte). 267 Anthony Teunissen draagt dit leen op aan St Catharinen gasthuys binnen Arnhem, dat daar weder mede heleend is door den onderhuysmeester Steven van Cruchten als huider, eodem die. Afgespleten van 106 § 1. 106 § 2. De eerste helft van de Slykakkers, sgnde ongeveer ses morgen, schietende langs de gemeyne straat enz.; als een bgsonder leen en afgespleten van vierendartig mergen lands, in den ampte van Overbetuwen, kerspel Hervelt gelegen, ten Zutphense regten leenroerig. Jenneken Dibbets, weduwe en boedelhouderse van wglen Michiel van Wilick, meerderjarig geworden, laat den eed vernieuwen, 20 Oct. 1747. Eadem laat het magescheid van den 5 Julg 1735 appröberen en registreren, eodem die. Eadem belast dit leen met agtien honderd gulden cum interesse ten behoeve van Jan Egken en Egk Rgken, voogden van de onmundige Hermina en Victor van Wilick J) en haren erven, 21 October 1747. Gerrit Willems B o u m e e s t e r 2) uyt hoofde van geapprobeerd magescheyd beleend, 22 Oct. 1754. Idem draagt dit leen op aan Gerrit Mey er en Maria Egken, ehelieden, die daar weder mede beleent sgn, 14 November 1754. Deselve dragen dit leen op aan Erederick Jansen, die daar weder mede beleend is, 19 May 1769. Johannes Janssen Driessen, minderjarig, erfgenaem sgner ouderen Frederik Janssen Driessen en Ermina van Baal, in leven ehelieden, beleend, 12 April 1777. Huider Cornelis Jansen Driessen, sgn voogd. Idem, meerderjarig geworden, vernieuwt eed, 2 Septemb. 1788. Denselven benevens Christoffel Altrogge q. q. dragen dit leen op aan Dirk Jacobs en Aaltjen A r i s s e n, ehelieden, die daar weder mede beleend sgn, eodem die. Deselve ehelieden laten haar open testament van heden appröberen en registreren, 31 Maart 1792. *) Kinderen van Michiel van Wilick bg Clemens Rijken (Leenakte). L. ... *) Gehuwd geweest met Johanna Dibbets, wed. van Michiel van Wilick. Zij had bij hem een dochtertje Hendrina en bfl van Wilick een dochtertje Maria (Leenakte). 268 Afgespleten Tan 106 § 1. 106 § 3. HERVELD. Huys, schuur, bergen en boomgaard, en daaraan leggende drie mergen, daar den jongen boomgaard is geweest, te samen vijf mergen; de tweede helft van den Slykakker, naast de Langehaer gelegen, bestaande ongeTeer in seTen mergen, beginnende daar de eerste helft ophond, en schietende langs den gewesen nieuwen boomgaard enz, als een bgsonder leen en afgespleten Tan het leen fol. 106 § 1, ten Zutphense regten leenroerig, ontfangen bn Peterhen Dibbets, uyt kragt Tan geapprobeerd magescheyd, en die daarvan den eed heeft doen vernieuwen door haar man Claas Teunissen, 2 May 1743. Jenneken Teunissen, erfgenaam haarer moeder Peterken Dibbets, beleend, 8 April 1767. Huider Arent Costerman. Eadem steld na dode van Arend Costerman tot huider haar man Rijk Leenders, 15 May 1779. Deselve ehelieden dragen dit leen op aan Claas Platen, minderjarig, die daar weder mede beleend is (onvermindert het regt sgne overige broeders en susters, so wel uyt het eerste als twede bedde, aan dit leen competerende), 15 May 1779. Hnlder en voogd Rgk Willemsen. Cornelis Janssen Driessen en Rgk Willemsen laten appröberen en registreren het magescheyd door haarlieden als voogden over de destijds minderjarige Johannes Janssen Driessen en sgne susters den 26 Decemb. 1784 met Claas Pallada cum suis over den ouderlijken boedel opgerigt *), en waarbg voorn, onmundigen dit leen is toeen aanbedeeld, 2 Septemb. 1788. Johannes Janssen Driessen (nae gedane eedvernieuwinge) benevens Christoffel Altrogge q. q. dragen dit leen op aan Arien van den Wiltenherg, die daar weder mede beleend is, eodem die. W. F. van den Bosch en Geertruy Elisabeth Hoogveld, ehelieden, voorts F. van den Bosch laaten registréren een transport d.d. 27 May 1808 voor erfpagteren des ambts Overbetuwe door Cornelis van den Wiltenburg cum sociis, erffgenamen ex testamento wglen Arien Tan den Wiltenburg ter hunlieder behoeTen gepasseert, en laaten dit leen ter hunlieder naamen pro communi indiviso overteekenen, d.d. 20 Jung 1808. ') Hermimi van Haal was gehuwd lo. met Willem Pallada, waaruit drie kinderen: Claas, Willem en Tennis; 2o. met Frederik Janssen Driessen, waaruit drie kinderen: Johannes, Margriet en Mechtelt (Leenakte). 269 Afgespleten van 106 § 3. 106 § 4. HERVELD. Huis, schuur, bergen, boomgaard, en daaraan liggende drie mergen, enz., in den ampte van Overbetuwen, kerspel van Herveld gelegen, als een bijsonder leen. en afgespleten van 34 mergen lands, ten Zutphense regten leenroerig, opgedragen door Claas Teunissen en Peterken Dibbets, ehelieden, aan St. Catharinen gasthuys binnen Arnhem, dat daar weder mede beleend is, 2 May 1743. Huider E verhard Wilbrennink. Hetselve gasthuys stelt na dode van Everhard Wilbrennink tot nieuwen huider Steven van Cruchten, 28 Febr. 1767. 106a. HERTELT. Eenen hoff, groot omtrent achtendedartich mergen, soo bouw- als weylant, binnendicks in den kerspel van Hervelt, ende noch vijff mergen binnendicks met ses mergen buytendicks in den kerspel van Ewiek, ende te samen in den ampte van Overbetuwen gelegen; namentlic onder Hervelt huys ende hoffstadt, met boomgart ende weylandt daeran gelegen, groot twee morgen, gênant den Heymenweert, an den Herveltsen kerekwech ende voorts rontomme de gemeene straet; groot ende cleyn Riekenoort, groot soeven mergen, daer naest gelant is oostwert Gijsbert van Weelderen ende de navolgende soeven ende sestehalff hont, ende die pastorie van Hervelt, zuytwert de voors. soeven ende vijff ende een halff hont ende het Loenense eygen straetgen, westwert de gemeene straet ende noortwart de Holtackerse graeff; item opten Steenacker soeven hont ende vijff ende een halff hont, bg ende aen malcanderen gelegen, oostwart twee morgen opten Steenacker, westwart ende noortwart Riekenoort ende zuytwart de kerek ende pastorie van Hervelt; item noch twee morgen opten Steenacker, oostwart Derck van Beynum, zuytwart Johan Verwoert, westwart de meergenoemde soeven ende vgff ende een halff hont, noortwart Ggsbert van Weelderen; item het Loenense eygen straetgen, daer oostwart naest gelegen is de kerek van Herveldt, noortwart de pastorie ende Riekenoort voors., westwart de gemeene straet aen de Steenenhrugge, zuytwart de Ewickse zeege; item het Biesencampken off Patereampken, groot dardenhalven mergen, oostwart st. Catarinen vicarie tot Hervelt, zuytwart Hendric Verwoert ende Johan van Wees, westwart Steven ende Johan van Steenhuys erven, noortwart Willem van Altenhaven; den grooten Hamerscamp, groot ses morgen, sijnde westwart daeran gelegen de Loenensche Meergraeff, noortwart Arnt Roest ende die cnsterie tot Hervelt, oostwart den cleynen Hamerscamp, 270 zuytwart Godefroy van Gent, heer tot Loenen; den cleynen Hamerscamp, groot drye morgen, daer westwart naest gelegen is den grooten Hamerscamp, noortwart de cnsterie tot Hervelt, oostwart de nabenoemde tien hont, ende zuytwart de heere van Loenen voors.; noch tien hont, daer westwart naest gelandt is den cleynen Hamerscamp, noortwart de Ewickse seege, oostwartt navolgende elff mergen ende zuytwart de meergemelte heere van Loenen; item noch elff morgen, daer westwart an gelegen is de tien hont voors., noort ende oostwart de Ewickse zeege, zuytwart de nabenoemde Mellecampkens ende de heere van Loenen; die Mellecampkens, groot vier morgen, daer westwart an gelegen is de ducgemelte heere van Loenen, noortwart de elff morgen voors. ende die Ewickse zeege, oostwart de Ewickse zeege, zuytwart de Loenense Meergraeff; ende noch onder Ewiek den Loenensen Start groot vgff morgen, oostwart het Swanenlandt, zuyt endé westwartt de Ewickse zeege, noortwart de Verlooren zeege; noch anderhalffhont, met holt bepaet, noort, oost ende' zuytwart de cnsterie tot Ewiek, westwart Wolter van Duyrens erven; item noch een uuytterweertgen, groot eenen morgen, oostwart de Ewickse veerstraet, zuytwart de Wael, westwart Eoeloff Jans, noortwart de pastorie van Ewiek; het Smalweertgen, groot anderhalven mergen, oostwart Beerndt van Weelderen ende Gerrit van Bronchorst, zuytwart de Wael, westwart den Hoogenweert, het Onderslach ende Buysen erven ende noortwartt den bandick; den Hoogenweert, groot dardenhalven morgen, oostwart het Smalweertgen voors., zuytwart Buysen erven, westwart vrouw ter Spiek ende noortwart den bandick; het Onderslach, groot eenen morgen, oostwart het Smalweertgen meergenoemt, zuytwart de Wael, westwart hij comparant selffs ende noortwart Buysen erven; noch de gerechticheyt van aenwas voor Eoeloff Janssens weert, die gepaet is, oostwart de pastorie tot Ewiek ende den eenen morgen uuytterweert voors., zuytwart den aenwas, westwart Beernt van Weelderen ende Gerrit van Bronckhorst ende noortwartt den bandick; item de gerechticheyt van aenwas voor Beernt van Weelderens ende Gerrit van Bronchorst weert, daer oostwartt naest gelegen is Eoeloff Jans, zuytwart den aenwas, westwart het Smalweertgen ende noortwart den bandick; ooc noch den Swanencamp, groot vgff mergen, tot Slick Ewiek gelegen, oost den Coecamp, zuyt die Ewickse zeege, west den Loenensen Start ende noortwart die Verlooren zeege; item noch den Coecamp, groot vgff mergen, tot Slick Ewiek, oost 't gasthuys tot Arnhem, zuytwart de Ewickse seege, westwart den Swanencamp, noortwart de Verlooren seege; bg Godefroy van Gent, heere tot Loenen, opgedraegen en sulx tegens bevrgdinge van leenplicht van seecker huys ende hoffstadt, met elff morgen lants, ten deele weyd- ende ten deele bouwlant, gelegen in den ampte van Overbetuwen, int scholtampt van Eist ende buyrschap Eeed *). ') Zie 96, blz. 244. 271 Godefroy van Gent, heere tot Loenen, beleent, den 14 Februarii 1682. Idem heeft noch to leen ontfangen, om hiernaer mettet voorengenoemde tot een leen verheven te worden, de tinsen ende erffpaehten in Overbetuwen, in verscheyden dorpen ende heerlicheyden gelegen, in het erffpacht- ende tinsboeck, opt huys Loenen berustende, breder ende int lange gespecificeert; item het jus patronatus van de kercke, pastorie ende custerie tot Ewiek ende st. Stevens vicarie tot Loenen in de voors. kercke gefundeert; het jus patronatus van de kerek, pastorie ende custerie tot Hervelt met Ons L. Vrouwen ende st. Oatarinen vicarie, beyde in deselve kercke gefundeert; ende ooc noch anderhalven mergen ende twee hont lants, tot Ewiek gelegen, bepaelt oostwert Jan Baitolts ende Serris Sanders, zuyt de custerie ende Duyrens erve, west Serris Sanders ende Arnt de Hooge, noort Jan van Eemden ende Willem Verheyen; met noch die kerekwech van thuys to Loenen tot aen de Ewickse kerek, gelic deselve huyden voor geerffden van Overbetuwen opgedraegen ende to leen gemaeckt sgn, den 21 September 1636. Idem laet appröberen de houwelixe vurwarden tussen sgn broeder Bartolt van Gent, heere tot Meynerswick, ter eenre ende joffer Elisabet van Gyssen ter andere sgden den 14 Septemb. 1617 opgericht, den 21 September 1636. Idem laet sgnne ende sgnner huysfrouwe joffer Maria van Gyssen testament ende dispositie appröberen, den 18 October 1686. Bartolt van Gent, heer tot Loenen ende Meynerswick, erve sgnnes broeders Godefroy, beleent, den 24 Junii 1642. Idem laet een parceel van dardenhalven mergen weylants, gênant het Biescampken, van de leenplicht vrijen, ende maeckt daertegen wederomme to leen twee mergen uiterweerts, ten deele in de heerlicheyt van Loenen, ten deele in den kerspel van Slic Ewiek, in den ampte van Overbetuwen gelegen, oost ende zuytwartt de heer van Loenen selffs, ende mede zuytwart, westwart Beyers erffgenamen, noortwart den bandick; acht hont lants tot Slick Ewiek, oostwart de custerie, zuytwart de pastorie ende de custerie tot Slick Ewiek, westwart de heere van Loenen selffs, noortwartt de erffgenamen van Willem Pieck; twee hont lants tot Slick Ewiek, oostwart Serris Sanders, zuytwartt de erffgenamen Willems van Duyren, westwartt Peter Jans, noortwartt de heere van Loenen; anderhalven mergen tot Slick Ewiek, oost, noort ende westwart de heere van Loenen selffs, zuytwart de custerie ende Duyrens erven, den 18 Februarii 1645. Idem laet sijnne dispositie appröberen, den 10 October 1645. Maria van Gyssen, weduwe van Godefroy van Gent, approbeert soodanich dispositie van haer ende van haeren man voors. als opten 18 October 1636 is geconfirmeert, den 16 Decemb. 1647. Cornelis van Gent, heere tot Loenen, erve sgnes vaders Bartolts, beleent, den 29 October 1651. Frederyck Willem van Quaet tot Wyckraet, onmundig, erve sgner moeder Maria van Gent 1), die erfgenaem was haeres vaders Cornelis van Gent, heer tot Loenen, beleent, den 25 Junii 1683. *) Gehuwd met Willem Bartram ryksvrpeer van Quaet tot Wyckraedt, die hulde doet voor zijn zoon (Leenakte). 272 Bg maeggescheid tussen Frederik Wilhem van Quaed tot Wyckraet ter eenre en Cornelia Florentina mitsgaders Anna Henrietta de Quaed ter andere sgde aen de twe laetsten aenbedeelt bij maeggescheid van den 26 Febr. 1714, 12 Aug. 1735. Cornelia Florentina en Anna Henrietta de Quaed daermede beleent, eodem die. Willem Otto Frederick van Quaedt tot Wyckraeth beleent met dit leen gelijk hetselve door dode van Cornelia Florentina op desselfs suster" Anna Henrietta, en door dode van die en uyt kragt van desselver testament op hem gedevolveert en verstorven is, 7 Decemb. 1758. Otto van Quadt tot Wykradt nae dode van sgn vader Willem Otto Fredrik en als successeur feudaal beleend, 31 Maart 1786. !07. HERVELT. Dat goet tot Hervelt in Overbetuwe gelegen, geheiten Nemenrehomoet, holdende omtrent 75 mergen landts, geweest vrg erve, uutgescheiden 7 mergen, geheiten Wymerhaer daerin gehorende, bg Johan van Wijhe te leen gemaeckt, nadat hij den hoff to Mallant met sgn tobehoren gevrgt gecregen, a°. 1418. Walraven van Wghe bij transport sgnes vaders Johans, die sijn tucht behelt, a°. 1421. Herman van Wghe ontfengt dat goet geheiten Nemenrehomoet, gelegen in den kerspel van Hervelt, haldende tuschen 40 ende 42 mergen lants, oostwert naest geerft Willems wgff van Heze ende haer kinderen, Goossen Heuck, die Verloren zeghe, westwert joncker Johan van Buren, noortwert Pouls Andelyen, suydwert heer Arnt van Hessen, Willem van Wely genoomt van Heze, tot Zutphenschen rechten, a°. 1428. Beel Baerts geheiten Collarts bg transport Hermans voorn., a°. 1454. Eadem beleent, a°. 1465. Eadem eedt verngt, 19 Junii, 8 Octobris 1481. Lenart W a g g e tuchtigt hieran sgn vrou Beel Collarts, 10 Februarii 1487. Idem, vernyeuwende den eedt, wort van sgn vrou getuchtigt, a°. 1493. Arndt Baert, erve sgner moder Beel Collerts, ende Gaert Baert, erve sijnes vaders Arndts, 12 Octobris 1581. Idem tuchtigt sgn vrou Anna van Ewiek, 21 Augusti 1586. Idem eedt verngt, 28 Augusti 1538. Idem, 16 Julii 1544. Idem, 20 Junii 1556. Idem tuchtigt sgn vrou voorn., 28 Junii 1558. Arnt Baert, erve sgnes vaders Gaerts, 10 Maii 1578. Idem tuchtigt sgn vrou Margret Collerts, 10 Octobris 1584. Alert Baert, erve sijnes broders Arnts, erft voort op sgn dochter, joffrou Isabella Baert, 3 Decembris 1600. Roloff van Ewiek, haer oom, doet hulde. 273 Eadem vercoopt ende maeckt ten onderken eenen weycamp van omtrent ses mergen, tot aflossinge van x° daler, an Aeltien Toumans, weduwe Willems van Herwarden, stellende dit leen te waerschap, 11 Februarii 1603. Eadem laet eed verngen haren man Wilhem van der Meulen, ende tuchtigt hem, met beding, so sij kindren nalaet, dat hij denselven sgn leven lanck sal uutrichten c daler sjaers, 19 Octobris 1608. Eadem laet eedt verngen Derck van Wely, den 21 Maii 1628. Alart van der Moeien, erve sijnner moeder Isabella, beleent, den 25 Meert 1633. Willem van Golstein als momber van de kinderen van Alardt Frederick van der Meulen beleent, den 28 Jung 1653. Adriaen van Bemmel1) bg transport Willem von Goltstein voors. beleent, eodem die. Idem transporteert dit lheen aen sgnne drie kinderen Jan, Wilhem ende Maria Margareta van Bemmel, mits die tocht daeraen beholdende, eodem die. Nicolaes Overschie laet registreren een apointement van de Lantschap van den 15 Januarg 1685, om het gedeelte van Willem van Bemmel niet te beswaeren off te alieneren, den 26 Januarg 1685. Johan van Bemmel tot Bemmel laet registreren en appröberen het maechgescheit tusschen hem 2), sgn suster ende broeder over des vaders naelatenschap opgericht den 7 Januarg 1684, op den 1 April 1685. Johan Boudewgn van Bemmel, erve sgns vaders Jan van Bemmel en broeders Adriaen van Bemmel, na afgemaakt versuym beleend, 13 Jung 1744. Johan Adriaen van Bemmel, erfgenaam sgns vaders Johan Boudewgn, beleent, 2 May 1760. Maria Anna Geertruyd van Bemmel, douariere Herteveld s), laat appröberen en per clausulas concernentès registreren 't magescheyd van den 27 May 1762 4), 29 Octob. 1771. Eadem uyt dien hoofde beleend met dit leen, eodem die. üesolve, laat appröberen haar besloten testament den 29 October 1771 opgerigt, 1 November 1771. ') Zijn vrouw is: Aleyda Maria van Ewiek (Leenakte). ) En zijn vrouw Anna Maria Mechtelt van Heemskerck, zijn broeder Willem en zuster Marie, kinderen van Adriaen (Leenakte). ') Joost Hendrik van H. (Leenakte). ') Tusschen haar en Jan Adriaan, Jacob Eoudewijn, Lotharius Carel Anton van Bonninghausen, gehuwd met Luberta Lucretia v. B., kinderen van Jan Boudewijn van Bemmel en Judith Richmoet van der Tinne (Leenakte). Nijmegen. 274 _ 107a- ANDELST. Huys ende havesate tot Andelst, met allen sijnnen olden ende nieuwen toebehooren, mette leenen, tinsenenSreE st.Anthonis vicarie tot Andelst, met den boingart ende in t MeTVT ^aePcamP' andere Seriën h^ende> &ro"t ongeveer sesendedartxch mergen, met noch anderhalven mergen Si hoohoff wen/eleg6n!, n0ch een hoffstadt metten hophoff 1 ggende aen de pastorie tot Andelst nevens t gedeelte m Stijn Lnyten hoffstede; noch twee parcee ën landts 't eene de Gruppen ende 't ander Plaisir genoemt met de Cruepelgeer, ende noch een acker de rS if wZ ™* het bTngartgen ïofF SI n " Tne8t' Th^mits hoffstadt, denHoogen Sn off°°°renwerde' de Bijvongen, met beyde heer Otten off Rotteneampen, het campken met het ackerken eartsren ZT Tï^ml^ mergen l^dts met bongartgen ende hoffstadt bg haer aengecoft: noch de Lijnongen met het Schonken ende bongartgen, ooc de Se DnSit PeD.amp; item elff merSen lants> heyten die Duffelt; noch eene hoffstadt met bongart ende eenen mergen lants, te samen tot Andelst liggende- item huys ende hoffstadt mettet straetgen ende kndt daertoe f/l°rrd%-ge^.mt*de voort Tolshoffstadt, de Veewey, fce maet ende 1^3^ met'het Sn^sZttn end%EtlscTamP' leende tot Setten, ende rwwfalencamP tot AHervelt. allet in den ampte van M^WrttfV1'' ^ Th 6en wey^derijsweert Zf, ISV m' m,den amPte Tan Nederbetnwen, gelic alle de voors. parceelen m haere bepalingen gelegen ffi* als Pertinentien van 't hnys ende Lvesate tot ^digrbgV°0r g6erffden °™-e»«eNederbetnwen Gerrit van Meeckeren ende joffer Geertruyt Hacfort echteuyden, omme tot een leen, tot Gelderschen rechten, wedéromme to riden£fZe™' m6t efe1°Ddf expresse conditien STnalen S£ ï v°°™oemde 16611 ledich compt to worden, dat tselve telckens bg den besitter vant huys ende havesate verheergewaet sall sonder" MiT F" ^ b,mtSChom tot ^htendetwinS St e sonder dat de andere, mt selve leen succedirende, off daeraen nart hebbende, gehouden sullen sgn eenige recognitie off heergewaet to betaelen, noch brieven to lichten, als alleene dat sij gehouden sullen £ ende ZZVf\ ond^ebJ>e^e off angeerffde'piSeS jaer ende dach to laeten anteykenen int leenboec, ten eynde geene partijen daervan verduystert werden moogen. Dan so ymanuït selve leen part hebbende tsgne quame te vfrcoopen off te Sorteren, datt deselve sullen gehouden sgn aen heergewaet als "Xs daervan to betaelen ende voor beswaer off belastLgennyet meer als een halff heergewaet; den 13 Novemb. 1628. Gerrit van Meeckeren, int generael voor sig selven ende ten reguarde 2ï i*ffw?der 6h-e angecofte twee mer*en lants met bonSgen ende hoffstatt voor sich selven ende als man ende momber van Joffer Geertruyt Hacforts, sgnne huysfrouw, beleent, den 13 Nov'êmb 1628 275 Idem maeckt dat dit leen nae sijnnen doot (indien hg sonder wettelicke lijffserven compt te overlijden) erven ende commen sall op Geertruyt Hacforts sgn 1. huysfrouw, willende ende hegeerende dat de voors. siinne huysfrouw tselve leen ende goederen, met alle de parceelen daeronder gehoorende, ewelic ende erfflic voor haer ende haeren erven in vollen eygendom hebben ende behouden sall, mits uuytkerende aen Johan van Meeckeren, sgnnen natuyrlicken soone, erfflic de somma van ses hondert gulden jaerlix, te lossen tegens de penning sestien, voor welcke rente hg dese leengoederen verbindende »• ende aen de huysarmen tot Andelst uuyt de hoffstadt tot Andelst viiff hondert guldens, ende an den huysarmen tot Setten gelicke vnff hondert guldens uuyt een hoffstat aldaer gelegen, genamt Tolshoffstadt, to verrenten met dartich guldens jaerlix yder vgff hondert gulden, tot de aflosse toe. Joffer Geertruyt Hacforts maeckt daertegens, indien sg sonder echte lgffserven compt to overlijden, Gerrit van Meeckeren, haer 1. man, ende sgnnen erven haere helite vant geene bg haer ende haeren man staender ehe angecoft is aen seecker hoffstede ende twee mergen landts, die Ida van Eldick gebruyckt, tot Andelst gelegen, den 14 Novembris 1628. Geertruyt Hacforts *) beleent, den 30 Mey 1635. Peter van Hartenbroeck ende Catarina van Bongart, mitsgaders Rabe Knuyst ende Angela van Hartenbroeck renuncieren ende doen aflstant van haer quote op de erffenisse ende versterff van Gerrit van Meeckeren ten behoeve van joffer Geertruyt Hacfort ende haeren erven, den 22 Januarii 1636. Willem van Sevener ende joffer Elisabet van Ewiek, eheluyden, renuncieren opte successie van jr. Gerrit van Meeckeren soo ten opsichte van prerogative als anders, voor haer ende haeren erven, den 18 Pebruarii 1637. De erffgenamen van Gerrit van Meeckeren laten haere onderlinge over- compste appröberen, den 14 November 1642 2). Diederic van Bemmel, Raet, als olste opter straten van Gerrit van Meeckeren beleent sijnde, laet nochmaels de overcompste, tussen de erffgenamen van Gerrit van Meeckeren gemaeckt, appröberen, den 16 Aprill 1644. Idem beleent als leenvolger ende successeur van Willem van Bemmel, die erffgenaem ende leenvolger als de olste opter straten geweest is van Gerrit van Meeckeren, beleent, den 18 Januarii 1648. Casgn van Bemmel, Reeckenmeester, erve sgnes vaders Didericks, beleent, den 6 Aprilis 1652. is,? * Alphert Hackfort beleent 8), den 7 May 1652. Peter van Hartenbroeck 4) laet sich beleenen met het recht ende quota als hem door middel van sgn vader Peter eenigsins aengecommen mochte sijn van Gerrit van Meeckeren, daerinne begrepen het huys tot Andelst, met alle desselffs toebehoor, ende draecht daerna tselve op aen Alphert Hackfort, die daermede wederom beleent is, den 23 Augusti 1652. *) Weduwe (Leenakte). _ , «I Zij «in • Willem van Bemmel, Diederick van B., Bartha van B. geh. met Hardenbróeck Helèna van B. geh. met Evert de Cock van Opflnen, Adriaen van B., Balthasar van B., Johanna van B. geh. met Derck van Sevenacr en Barta van B. Geertruyt Hacfort is'hortrouwd met Walraven van Steenhuys (Leenakte). ') Als broeder van Geertruyt H. (Leenakte). 4) Zijn vrouw is Elisabet Wilhelmina Lincks. 276 beeren, den 29 JanL^ 1653 "* "** VEn COnï,roinis aPP">" Idem laet het magescheyt, ongericht *™ ^ erffgenamen wijlen Diderick v?» iT T e' en.de 'die san»mtlickp 1655. diderick van Bemmel, appröberen, den 28 Dec. ton^ t^i.iWrob<™,, reCipr°Ce tHSSen hem »d° P hny, ^tn'lo^epri^r^1' ^ ™ Ca#* van Bemmel, beleent, ^i:r:van ïeter ^^rs*^ «* ^ J an ÏÜÏÏ - «J van Cerrit ^t^TnnöT^r' W6dUWe']aetha-bloten dispositie appröberen, EadeApifl6°71 ^ DieU haer beSl0ten disP-«e appröberen, den 25 ^TaïJuelS; nTS JT&\ * *' ^ Ö' e n, vrouwe tot Waslenaer, &SXnTj^im ^ ^ Van C°rnMlkaerenMeiS Mw ™ van den 10 Novemb1686 eertrUyt Hackfort' beIeent- '^^'^ij^^^ E™«° *• * volmachder Mfllen, als erfeeS Vr°UWe dona^iere van hebbende Van FrXick AU £ i a Van der M»Ie ende het r^ht Adriana van Wesenberc^? lB-T-°ia' ™ Jnffer Elisabeth van vrouwe ClaraEhibetvïn E ^ Doroth°a van Arnhem, juffer Maria AgaSa vïn dï S ^iaT""" ^ Lier' Van Anna Magdalena van der MfibV medeJer%enaem is van juffer Frederick WilLm van Was™ e"derraede als volmachtiger van venierende voor Willem , „ r f a" Efande' mede Arende noch van WÜIem van wLlf^T Van beyde Cat"Ö<*en *) ende den compamnt vo0r teSTX'^TJ?™1^ vrouw moeder ende hem sterck maeckendp 1! «^enaem van sgn tarissen van vrouwe E'isabeth v^wnde voor 8l>n suster, alle legaweduwe van Bemmd, SuKrï ^ t0t ^ daermede beleent sgn, den 22 Augustii 1698 Rniter, die ') Elisabeth v a n W a s na » o » •• (Leenakte). " aend"k Jacob H" en Geertrnyt Maria baronesse van Goltsteyn 277 Eadem steld na dode van Johan Barthold van Hövel tot een nieuwen huider J. Spgaerd de Woerde, 22 Januarg 1744. Tnhannes Petrus Spiiaerd de Woerde en Hendrika Theodora Hövel, ehelieden, erfgenamen harer schoonmoeder en moeder Manalsabella de Bidder van Groenestein, na afgemaakt versuym beleend, 7 Decemb. Johannes Petrus Speyard de Woerde en Hendrica Theodora Hövell, egtelieden, benevens haar soon Theodorüs Johannes Albertus Ferdinandus Josephus belasten dit leen met tien duysend guld. cum interesse ten behoeve van Evert Jan van Nieuwkerken genaamt Nyvenheim, 7 August. 1777. Theodorüs Johannes Albertus Ferdinandus Josephus Speyard de Woerde laat dit leen als oudste zoon en leenvolger, nae dode sgner ouderen ten sijnen naeme overtekenen, 26 Januarij 1799. Idem en M. J. Speyard de Woerde laaten registreren een acte van vestenisse, den 23 Jan. 1799 voor geërfden in Overbetuwen gepasseert, waarbg sglieden dit leen verbinden voor tien duysend driehonderd en vgftig guld. cum interesse ten behoeve van B. Kom, weduwe en boedelhoudersche van Steven Bink en haaren erven, eodem die. Evert Jan van Nieukirchen genaamt Nyvenheim laat registrereni een gerigtelijke acte in dato 29 August. 1804, waarbg hg cedeert de obligatie ad f 10.000, d.d. 7 Aug. 1777, aan Frans Godard van Lynaen en M. C. Munter, ehelieden, d.d. 12 Septemb. 1804. ~ Afgesplit 107a. 107a § 1. Beide heer Otten off Rotten campken ende de Lijningen, in Overbetuwen tot Andelst liggende, mitsgaders den halven rijsweert op die Wael tot Hien, in dem ampte van Nederbetuwen gelegen, sgnde pertinentien ende afgespleten parcelen van het leen Andelst, te deel gevallen sgnde aen vrouwe Geertruyt Maria van Goltstein, getrout aen Hendrick Jacob van Heuvel, is daermede beleent, nomine liberorum Hendrick Jacob van Heuvel, den 5 Martii 1633. Johan Bartolt van Hövell, erfgenaem sgns vaders Hendrik Jacob, beleent, 3 Mey 1714. Hendrika Theodora van Hövel, erve haars vaders Johan Barthold van Hövel, beleend, 22 Januarg 1744. Huider J. Spgaerd de Woerde, haar man. Theodorüs Johannes Albertus Ferdinandus Josephus Speyard de Woerde laat dit leen, als oudste zoon en leenvolger, nae dode sgner ouderen ten sgnen naeme overtekenen, 26 Januarg 1799. Idem en M. J. Speyard de Woerde laaten registreren een acte van vestenisse den 23 Januarg 1799 voor geërfden in Overbetuwen gepasseert, waarbg sijlieden dit leen verbinden voor tien duysend drie honderd en vgftigh guld. cum interesse ten behoeve van B. Bom, weduwe en boedelhoudersche van Steven Eink, eodem die. 278 sijlieden dit leen viMm!^^,^^™^*1*™^ waarbS van Frans Godard S%MrrA"ïï"AÏÏSdiS5Ï- £ ^ Afgesplit van 107a. i07a § 2 leenroerig, opgedragen door te" Wder»« «*•«» Mam tobella de Ridder van Groep,*™ ten beboere ™n Stoei, gra,. van K.„awJf.t> ffl , «°™ ™> T.!!'? ^ ,a" afetol W^*. » H»™»b.' 1744 Afgespleten van 107a. 107» 8 ten, item noch in een camp weydeknts, genampt den Elscamp, groot vijff mergen, en noch een stuck bouwlants, groot drie mergen, in den ampte van Overh,tuwe inden kerspel Andelsf Setten ende Harvelt gelegen ten Gelderschen rechten te leen ontfangen bii Admen van Bemmel ende Aleida Maria van Ewich, echteluyden ende tuchtigen malcanderen reciprocc, den 11 Junii 1656 ^ le^srtïï^T1 k1 appr°beren Maechgescheit tusschen 7 Janufrii ?ï LrdVUfr Tï haer vaders nalatenschap den / danuarn 1684 opgericht, den 1 April 1685. 108. TIEL END SANDWIJCK. Dat alinge sandt, gelegen tusschen den alden ende nüen dam, ende die visscherie, als dat tsamen bepaelt ende gelegen is in Nederbetuwe, in den gericht van Sandtwijck met alsulcken timmeringen als daerop staet, uutc-enomen een vierdel, so dat bepaelt steet binnen den alden boorde, rechten8 b" verdrü0Cnde' ontfangen tot Zutphenschen Herman Pieck, a°. 1429. Idem draegt het op GereoietSvoort o7S°°n Grootvelt> »°- 1434, die transporteert Johan van Kossem Goossenssoon, a°. 1441. Dirck van Grootvelt Gerefaessoon bij transport Johans voorn., a". 1445 Ende tuchtigt srjn vader Gerefaes. Idem tuchtigt sijn vrou Wonne, a. 1458. Hier staet: ant voors goet geheiten Vnesenstein. 8 ' Idem a» 1465, ende tuchtigt sijn vrou Agnese, Egen Egensdochter. Idem eedt vernijt, 20 Octobris 1473. Idem, 11 Julii 1481. Egen van Grootvelt, erve sijnes vaders Dircks, 20 Septembris 1485. Idem, a°. 1492. Dirck van Grootvelt, erve sijnes vaders Egens, a°. 1497. Idem, mundich, selver eedt gedaen, 28 Julii 1521. trèU? fTl037Vtaat: SÖn ParCeIen' Jm be^ ij, j , \ Z P • Hu,der Gflsbert Kray veld, haar man. Baaem laat haar open testament van den 2fi Tnn« ivaq „ v. registreren, 28 Junij 17d£M) ü 1/49 aPProberen «» ^Zr^LtZtT? testarnt van to 27 April 1766 appröberen en per clausulas concernentes registreren, 28 April 1766 Willem Adriaan van O yen, na dode van Cornelia Schul en als derselver fideicommisaire erfgenaam, beleend, 6 Aug. 1768 Welver H' \irdi?yiP«;r!ge"Z°0n Cn erf^enaam #» vaders Willem Adriaan, laat dit leen ten sgnen naeme overtekenen, 23 Januarg 1798 179 'Zt H Y^n™ T ge"igt6lijk tranSDOrt den 16 Decemb. vanVen difli; ^ ^ ten 8BDen beh(>OTe gedaan, en uyt hoofde van dien dlt leen ^ sünen naeme overtekenen, eodem dief Willem (Leenakte). Usseloyck, en de kinderen van zijn overleden broeder 283 108 § 3. Eene weyde, met sgnne hoylanden, elsepassen ende vorder bepatunge van willigen, daer oostwerts naest gelegen twee mergen aen Goossen Tonis ende sijn huysfrouw vercoft ende het landt toebehoorende de weduwe Schul, zuytwert beginnende van een seecker weyken competerende de vrouwe van Zoelen, ende streckende noortwerts op totte voors. passen toe ende westwerts de Lingen, opgedraegen bg Tomas van Estvelt aen Jacob Willems van der Willems, den 9 Junii 1630. Gevert van Eek ende Adriana de Jong bg opdracht van Rick Jacobs, als erve sgnnes vaders Jacob Willems, beleent, den 9 Junu 1636. _ , Margreta van Kempen, dochter van Hendric van Kempen ende zal. Elisabet Versteeg, als erve van Adriana de Jong beleent, den 27 Junii 1644. Haer vader is huider. 1/2Gevert van Eek laet sijnne dispositie appröberen, den 17 Septemb. 1644x). Idem revoceert deselve sgnne dispositie, den 23 Februarii 1648. Anna van Eek, erve haeres vaders Geverts, beleent, den 8 Aprill 1648.1/2 2)Gevert de Jongh uuyt cracht van testamento van Gevert van Eek beleent, den 14 Julii 1648. De vader Dr. Cornelis de Jong doet hulde. Hendric van Kempen, erve sgnner dochter Margreta, beleent, den 16 Mey 1649. Johan van Kempen, erve sgnnes vaders Hendrick, beleent, den 30 Augusti 1654. Adriana Biel, wed. Has s), bg opdracht van Gevert de Jongh beleent, dèn 18 Martii 1659. Eadem bg opdracht van Johan van Kempen beleent, eodem die. Eadem laet haer dispositie appröberen, den 12 Novemb. 1662. Hendrick Has, erve sijnes moeders, beleent met de eene helfte, den 31 Januar. 1668. Johan Has, erve sgnes moeders Adriana Biel, beleent met de andere helfte, eodem die. Hendrick Has, capteyn, heer van Ursfelt, Bissel ende Blittersdorf, tuchticht sgn vrouw Johanna Maria vanHildensberghtot Ursfelt etc. haer leven lanck, den 19 Septemb. 1685. Hendrik Has, erfgenaem sgns broeders Johans, beleent met de helft, 15 Julg 1711. Dr. Wilhem Foyert, aengestelde curator over den desolate boedel van Hendrik Has, beleent met beide helften, 22 Jung 1715. Idem in voors. qualiteit draegt dese leenen op aen Hendrik V e r k e r k en Geertruid v a n S a m, egtelieden, die daer weder mede beleent sgn, 5 Novemb. 1716. «) Hö vermaakt zijn aandeel aan Gevert de Jong, zoon van Dr. Cornelis de Jong en ^ ^!A*r£SL« van der Eyck naar zoon. Haar tegenwoordige man is Alexander Broche (Leenakte en Losse stukken). ") ür. Hendrick Has (Leenakte). 284 Geertruid van Sam, wed. Hendrik Verkerk, en als moeder van haer vöf kinderen Maria, Geertruid, Belia, Hendrik Godfrid en Johanna Cornelia, bn haer man ehelgk verwekt, na de dood haers mans beleent, 29 Aug. 1732. Hendrik Godfried Verkerk cum socüs ») dragen dese twe leenen op aan David Frantz, die daar weder mede beleent is, 10 May 1760. Cornelia Petronella Fransz laat appröberen en registreren een extract magescheyd van den 17 Octob. 1761, 3 Decemb. 1761. Eadem erve haars vaders David, en uyt kragt van gem. magescheyd beleend, eodem die. Eadem, benevens hare twee gesusteren, laten appröberen en registreren haar open testament van den 22 Decemb. 1768, 13 Januarg' 1769. 109. TIEL ENDE SANDWIJCK. Vier pond sjaers van den visscherien, die gelegen sgn tusschen den damme van Tiel ende den ngen damme, also als die gelegen is, met den opcommingen daeraff, dat te verstaen binnen den alden boerde, offs wat verdroochde, van alts te leen merende, tot Zutphenschen rechten ontfangen bg Johan van Eossem Goossenssoon, verthonende daervan eenen alden hesegelden brieff, anno 1441. Een Steenen camer met heuren tobehoor, bg Tiel in den gericht van Sandwijck gelegen, tot Zutphenschen rechten, daervan Goswina van Driel deur heuren broder Johan de Eöver eedt verniit 8 Julii 1544. T ei" ZB?. Tr°nT Johanna de Bosson, voorts Cornelis de Bosson geh. met Johanna Cornelia Verkerk, Gerhard van Manen geh. met Belia V.. Gerard Barsen geh. met Geertruid V., Hendrik Jan Franken, Catharina Franken, Hendrik Franken als vader van zijn drie minderjarige kinderen bij wijlen Maria Verkerk, namel. Johan Leonard, Markus en Hendrik Verkerk Franken (Leenakte). 285 110. TIEL ENDE SANDWIJCK. Dat erffmarschalckamt des landts van Gelre, te verhergewaden met 2 silveren beeckeren, die opt minste weert sullen sgn 70 golden rijnsgulden, met den onraet, bg Johan van Benthem ontfangen, anno 1424. Fredrick van Ulft ontfinck dat erfmarschalckamt van Gelre met allen rechten, renten ende goeden daerto gehorende, so sgn alderen te halden plagen, a°. 1431. Johan van Bodbergen die jonge beleent als erve sgnes vaders, a°. 1459. Idem verngt eedt van dit leen, so sgn vader ende aldevader van hertog Arnold ontfangen hebben, a°. 1465. Idem, 26 Septembris 1473. Hier staet: tot Gelderschen rechten. Idem, 27 Julii 1481. Evert van Ulft, erve sgnes vaders Fredrix, ontfengt dat erfmarschalcamt met sgn tobehoren, 24 Augusti 1484. Johan van Bodbergen eedt verngt, 1498. Cornelis van Bodbergen, erve sgnes oldevaders Johans, a°. 1515. Adrian van Bodbergen Cornelissoon uutgestelt 6 weken, so om dat hergewaet eenige swaricheyt bevonden is, a°. 1547. Idem beleent, 19 Septembris 1547. Hier staet: end is dese beleninge geschiet tot Geldersche rechten, met 15 rinsguld. te verhergewaden, met conditie, so bevonden wurde dat het tot anderen rechten behoorde verheven ende verhergewaet te werden, dat des leenheeren recht onvercort sal sgn. Idem crigt uutstel eed te vernijen, 9 Junii 1556. Idem eedt vernijt, 18 Martii 1557. D'erven Adrians voorn, crigen uutstel, 30 Martii 1566. Cornelis van Bodbergen, erve sijnes vaders Adrians, beleent, met repetitie der voors. conditie, 19 Aprilis 1566. Elisabet vanBoickholt crigt uutstel voor haren soon Cornelis voorn, om eedt te vernijen, 20 Martii 1573. Cornelis van Bodbergen, mundigh, eedt gedaen, 12 Junii 1573. Arnold van Bodbergen, erve sgnes broders Cornelis, beleent met den erfmarschalckampte des hertogdoms van Gelre, te Gelderschen rechten met twee silveren bekeren te verhergewaden leenroench, 21 Man 1608. Het heergewaed op 50 g. g. getaxeert. 286 m- SOELEN. Vijff mergen lants geheiten die Storne, in den kerspel van Zoelen gelegen, in den Broeck, boven naest -elant Gerrit SS? ben6den ^ GaertsdocKnde Mech- ^Sm^U1""^ die Ma^erieksche weteringe, suydwert die Thiendgrave, tot een onversterflick erfleentot Zutphenschen rechten ontfangen bg Gadert Johan Gadertssoon, mife betalende der fabriken var eicicen een alden schilt sjaers op Petri ad Cathedram, a». 1433 Idem \o\m SteeDünys b*> transPort Jaus, a». 1463.' Idem eedt verngt, 20 Octobris 1473. Johan van den Steenhuys, erve Gerrits, ende Aleyt E u t g e r s d o c h t e r bij transport Johans voorn., a 1501 ^aZfÜV\J^ Van Brakel, stelt tot huider Sweer van luguïti"^6 har6S hUldCTS 6Dde Vad6ra Jacob Bntgersee;,TÏS Eadem eedt verngt deur heuren soon Sweer voorn., 22 Septembris 1538 Eadem eedt verngt, 8 Juin 1544. sepiemDris J538. Die joffrou van Brakel, Jochim van Heumens suster, crigt uutstel 30 Septembris 1552, 1 Maii 1553, 27 Novembris 1554 ' Sweer van Brakel, erve sgner moder Algt voorn., 22 Junü 1556 pï562an BrakeI' °nmnndich' e™ «*» vaders Sweers, 27 Decembris Algt to Boe op, weduwe Sweers voorn., crigt uutstel *), 14 Januarii 1563 Jasper van Brakel verngt den eedt, 22 Augusti 1594 Sweder van Brakel, onmundig, erve sgnes vaders Jaspers beleent deur C»snT Tl VOlmech%en J*W vanHattem,2ffiveS i6S ^TaSÏÏ'iST'^ 6m 8ÖDneS ™dere S™d-<). ^leent, Assuerus Willem van Braekel, onmundich beleent, den 20 Junü 1656 ZlnMiïhMLAM™\ie Eenesse deBaerbeleentsgnde gelnckdH ënesd0dT Baer* In^T ^ °P ™nwe w32?4ï J%edVn^?jnn?^680.ed ^ Doctor-d« ««rgermeester tot Matheus de Cock, erve sgns vaders Jacobs, beleent, den 6 Octob. 1698 Johanna Hadewigh Cock beleend met dit leen, gelijk hetselve door dode haars vaders Matheus op haren broeder Jacob Adriaan ernst, vervolgens op haar gedevolveerd is, 18 Octob 1740 In ilc vorige akte wordt deze ha» brooder genoomd Ten behoeve van haar zoon Jasper (Leenakte) ) Beatnx de Voocht van Bijnevelt (Leenakte). ) Znn moeder is Anna IIom (Leenakte) ) Zön moeder is Anna Juliana Benesse van Baer, wed. Casper vanBraekel(Leenakte). 287 Eadem laat haar besloten testament van den 23 November 1768 appröberen, 25 Novemb. 1768 *). Hendrick Jan Cock van O yen, minderjarig 2), na dode van Johanna Hadewich Cock als derselver testamentaire erfgenaam door sgn vader Louis Anthony van Oyen beleend, 10 Januarg 1769. Idem, meerderjarig geworden, laat eed vernieuwen, 16 April 1793. H2. SOELEN. Die hoffstadt to Zoelen, daer dat huys op plach te staen, met allen heuren tobehoren; ende dat dagelixe gerichte tot Zoelen; den thins tot Zoelen ende tot Avesaet; die vischerie tot Soelen, groot ende cleyn; item 18 mergen lants besnden an de hofstat gelegen, geheiten die Dijckslagen- voort 5 mergen landts achter an de holstat gelegen, geheiten die Schaepsbrugge, tot eenen onsterflicken erfleen gehalden bn Johan van Ar k el, ende ontfangen anno 140Ö bg Otto van Arkel, erve sgnes vaders Johans, in sulcker maten, weert sake dat Otto aflivich wurde sonder wetlicke gebeurt aehter te laten, dat dan dit goet erven sal op vrou Heylwich, vrou yan Leyenberch, sün suster, heem Amts wgff van Leyenberch, ofte op heur ende heeren Amts kinderen, ofte op heur rechte erfgenamen, die sullent dan ontfangen ende halden tot eenen onsterflicken erfleen als voors. staet 8). Goossen van Eossem ontfengt dat hnys ende dagelicksche heerlickheit tot Zoelen, met mannen, visscherien, swanendnft ende thienden daerto gehorende, gelgck het Johan van Benthem plag te wesen, a°. 1424. Johan van Eossem, erve sgnes vaders Johans ende Otto van Eossem, erve sgnes broders Johans; Willem van Bossem bg transport Otten voorn., a°. 1502. Carl van Eossem, erve sgnes vaders Willems, 29 Martii 1542. Idem verngt eedt, 10 Julii 1544. Joost van Eossem, onmundich, erve sgnes vaders Carls, beleent, 18 Martu 1550. Ende Marten van Eossem, sijn oom, is huider. Hier staet. die dagelixe heerliekheyt to Soelen met den huyse, kerckgiften, altaren, daerin sgnde ofte commende, met allen heuren tobehoor, met den thienden ende smalen thienden binnen ende buten den kerspel Soelen, thinse, thinshoener, vischerie, vogelrie, rgsweerde, duyfhuys, bongert, grave, cingcl, moeien, gemael, ende elfl mergen landts op den cingel gelegen, swanendnft end die voors. vischerie van den lande van Buren opwerts streckende tot der Zoelenscher kercken halff, als Johan van Benthem ende Arnt van Arkel te gebroken plegen, met opcomlingen ende gantzen verval, gulden, renten. ') Zij is gehuwd met Pieter vandenBer g[a,ocnakte). l) Zflu moeder isdeQuaey (Leenakte). •) In de akte wordt ook nog genoemd Ot's zuster Conegonde. 288 Hem deur Johan van Kossem eedt verngt, 8 Novembris anno 1554 Idem eedt vernijt als boven, 14 Junii 1556. Idem selffs eedt gedaen, 29 Aprilis 1563. Idem tuchtigt sgn vrou Margriet van Voorst, 10 Junii 1566 HeylSVan *™2khS.0U Diedrick Vöghen'e™hares ™™ Fredrick van Voorsts protestatie voor sgnen soon Fredrick, geboren van vlïïh Jï 6gen tinnemen des huyses Soelen, bij Diedrick vemDrisg?5C72 GylWiChS ™ K°SSem ^^liter, 4 No- Fredrick van Voorst, mundich, selff eedt gedaen, 9 Februarii 1573. ? ATSiïïSÏSte alie—- -d° di« Kein2r;Prihs annodie5r80heer t0 ^ * M* ™>- Heylwich van Kossem tuchtigt haren man, 1 Martii 1581 Eadem eedt verngt, 5 Octobris 1581. Carl Vijgh, erve sijner moder Heylwich, 25 Julii 1594 Idem belast dit ende sijn andere leenen met 250 gl. "'sjaers die snn swager ende suster Philippe de Loucher, Baron dVSrTeS v^J^Ta7^ eThtelndeD' SChnldiS waren an Sdoïph van Arkel ende Arnt van Lewen uut 350 gl. sjaers, hen in hilick voor den derden voet in de leenen metgegeven, 6 Octobris 1604 Idem ende sijn huysfrou Johanna van Bonenborch gênant Honts t e i n, naest confirmatie horer hilixvorworden *), 2 maechïeschevden van sgn moderhck versterff «, ende sgnes broders^^Clafs ViSen nalatenschap »), tuchtigen malcanderen, 26 Junii 1609. Iidem maken weynig veranderings, 11 Decembris 1618. Idem maeckt dit leen sijn olsten soone Arnt Vijgh, 10 Februarii 16°7*) Arnt Vggh, erve sgnnes vaders Carll, beleent, den 8 Novemb 1627 Idem laet sgnne houwelixe vurwarden met joffer Agnis van Eaesfelt gemaeckt appröberen, den 27 Meert 1633 ^esieir ^Ve^ïay ÏSP" j°ffer ^ Ea6Sfelt t0t herhÖlekenS Idem laet sijnne ende sijnner huysfrouwe joffer Agnis van Baetsfelts dispositie appröberen, den 7 Decembris 1648. ^aetsieits Idem laet het maagescheit tussen hem ende sgne broederen ende snsteren over die naelatenschap van de goederen van wglen Carl Vijgh '„Te 7oZ enÏThh™, Bo^nh^ in ^en heer ende vrouwe to den 17 Febr WM* ' °Pg ^ 9 JnDÜ 1629' aPproberen, ') Van 19 Sept. 1596 (Leenakte) *) Van 27 Sept 1602 (Idem). ; »au au oepi. i«ue (Idem (LeenaCktae"dere *! ,00st' 6&b™bt< ^melis, Heylwich en Theodora 289 Idem laet de dispositie ende verdeilinge sijner goederen onder sijne kinderen appröberen, den 6 Novemb. 1665. Carl Vijch, heer tot Soelen, amptman in Nederbetuwen, erve sgnes vaders ende uyt cracht van desselfs dispositie beleent, den 16 Febr. 1666. Desselfs houlgxe vorwaerden geapprobeert met juffer Hester Jacomina van Weel der en, den 13 Julii 1667 opgericht, den 12 Augusti 1667. Idem tuchtigt sijn vrou vrouwe Hester Jacomina van Weelderen, den 28 Augusti 1669. Juffer Ggsberta Vgch1), dochter tot Soelen, laet haer dispositie appröberen, den 17 Augusti 1672. Carl Vijch, heer tot Soelen, amptman in Neder Betuwen, laet sgn naerdere lijftucht met vrouwe Hester Jacomina van Weelderen appröberen, den 20 Octob. 1679. Idem laet snn besloten dispositie appröberen, den 5 Julii 1682. Johan Adriaen de Eenesse, heer tot Blgenborch, als man ende momber sgner huysvrouwe Johanna Vjjch als erfgenaem onder beneficio van inventaris van Caerl Vgch, heer tot Soelen etc, beleent, den 18 Februarii 1683. Catharina le Grand, weduwe van de commandeur Vgch ende desselfs kinderen laeten registreren een apointement van de Lantschap, waerhg aen deselve wort toegestaen bg gebreck van allodiale goederen haer achterwesen op de leenen van Aernt ende Carel Vgch naergelaeten te mogen procederen, den 5 April 1683. Lucas Willem van Essen tot Helbergen ende Schaffeler,lantdrostvan Veluwen, voor hem selven ende in naem van Carel Pieck, heer tot Braeckel, van Diederick van Bronckhorst, heer tot Weerdenborch, Hier ende Nergnen, nomine uxoris Gerardina Agnes van Lauwick, van Goswgn Carel van Lauwick, Johanniter ordens commandeur tot Ingen, beleent, den 9 October 1683. Vrouwe Hester Jacomina van Weelderen, weduwe ende douagiere van Carel Vgch, heer tot Soelen, heeft besaetinge gedaen, bg insuffisantheyt van het allodiael, met consent van de leenheer aen het huys ende heerlgckheyt Soelen ende Aldehagen, om te hebben schadelooshoudinge van de schulden stante matrimonio betaelt ende te voren verschuit, ende oock die bg haer nae de doot betaelt sgn, alles cum interesse, ende om schadeloos te blgven van haer mans schulden, den 10 Mey 1684. De majoor Bernart Cock heeft besaetinge gedaen op alle de leenen bg Carel Vgch, beer tot Soelen, naergelaeten, om te hebben betaelinge van 1640 gl., van 857 gl. 15 st., van 1197 gl. 19 st., alles met den interesse, ende schadeloos te blgven van de borchtochte wegen beloofde voldoeninge van den jaerlgxen interesse van 8000 g., door Aerent Vgch genegotieert van H. van Dinteren, den 10 Mey 1684. Johan Adriaen de Eenesse van Baer laet appröberen een maechgescheit ende transactie tusschen de douagiere van Carel Vgch, heer tot Soelen, ende hem, ende tusschen die in de leengoederen geïnstitueerde erfgenaemen den 24 Julii 1683 opgericht, den 31 Mey 1684. ') Dochter van Arnt Vflgh (Leenakte). *) Joost Vflgh, commandeur van de Duitsche orde te Dieren (Leenakte). 19 Nijmegen. ** 290 Juffer Gijsberta van Bronckhorst van Waerdenhnn-h w sr .Tm» -te **- -sasf-i srrss: ende onderhorige lenen den 8 Mey 1693 gedaen 1 te hebben vof doenmge van den interesse van seven duisent li ! w capitael, op de_ bedingen bn de acte te^Tn 1^1693 * Idem uit kragt van verwin beleent, den 11 Septemb 1695 Carei4Xt.T6097:rt SÖD b6Sl0te diSp°8itie Van den 9 ™" 1687, den HemTia^ aJproberen buwelnxvoorwaerden opgerigt met Manrareta Jacoba d u F a g e t van Assendelft *) Pen 30 MaerT 1698 De erfgenamen Adolf Blanken laten registreren 's Hoves apointement van ™ r0en, l08 u °m over &m aüenatien of beswaer vard't leen vr2Xl!tenPi?ktXrenS 80 ^ va^snn agterwesen aen den boedel ^JcllJ^^Z MvllM\^ ?T int,68tati aIs leenvolger van snn moeder Johanna VW en die als leenvolgerse van Carel Vijg, en verder sovèel nodi^ en dienstig ex causa testati als erfgenaem van twe derfeT narte? LUradenVi6heMa?n1fQTni,aet f*™ de 8ententie ™denHovevan v« ^a- y 1696, tussen hem en Caerl Piek ergaen alsmede de se^ntTanVT2489n Ft** ** AnrnrSn? 12489-8, item een acte van hesatinge van den 18 dï« A^ri700;dBeninge 8742-16 " -^-^64-4-s! Wilhem Hendrick Piek, erfgenaem sgns vaders Caerl, beleent, 25 Mey Idem laet appröberen snn huwelijxvoorwaerden den 22 Octob 1732 on 12 tbr 173E3hSabet L0DiSe van tertsen vanTommeMSk\ Anne Fraais Willem Pieck en Daniël Adriaen le Leu de Wilhen in eeTeIlhebbendA-Maria PüiUDpiDa Jacoba Weck, ïaten regis re'ren een acte van aditie en renuntiatie van den 2en deser met betrek- SB^HÏE ffS^?" Van WÖl6D haarf- JZ^L *" Vadera ™™ be- ) Is niet in het Leenaktenboek opgenomen van W^hS« (^S.rb bar°n " AertSen ™ S- h"' moe"« ^ria van Aertsen 291 Idem draagt dit leen op aan Willem Hendrik grave van Byland, die daar weder mede beleend is, 15 Januarg 1770. Idem laat registreren drie acten van aanstellinge, als. 1°. yan Gerrit Peesch tot stadhouder der leenen, releverende van de Leenkamer van Zoelen en den Aldenhaag; 2°. van Ggsbert Taay tot griffier of leenschrgver daarvan; 3°. van Johan van Meteren tot leenbode van gemelte Leenkamer, alle drie ad vitam, 16 May 1772. Idem draagt dit leen op aan Anne Frans Willem Pieck, die daar weder mede beleend is, 3 Maart 1773. Gerrit Peesch laat registreren een acte de dato 21 May 1774, waarbg denselven renuntieert en afsiet van de bedieninge als stadhouder der leenen van de Zoelense leenkamer met den Aldenhaeg, 4 Jung 1774. Anne Frans Willem Pieck laat registreren een acte van den 19 May 1774, waarbg Dirk Francken wegens den vrijwilligen afstand van bernt Peesch word gecommitteert ende geauthoriseert om sgn leven lang gedurende te fungeren als stadhouder der leenen van de voors. Zoelense leenkamer met den Aldenhaeg, eodem die. Idem draagt dit leen op aan Aart Johan Verstolk, die daar weder mede beleend is, 28 Jung* 1775. Maria Elisabeth Hoff man, in qualiteyt als moeder en legitime voogdesse over haar minderjarige zoon Johan Gijsbert Verstolk namens denselven, nae dode van haar man Johan Aart Verstolk, beleend, 6 Januarg 1787. Huider Hendrik Adriaan Hofman. 113. SOELEN. Dat huys ende heerliekheyt tot Soelen, ontfangen bij Johan van Kossem, onmundich, deur sgnen huider Gosen van Kossem, a°. 1424. Johan van Kossem Johanssoon, a°. 1430. Hier staet bg: met allen sgnen tobehoren, alst hertog Reinolt sgnen vader voor een sum gelts versat heeft. Idem, a°. 1465; ontfangen dat huys ende hofstat tot Soelen, met den dagelixen gericht, thinsen, viseherien, drye blockthienden, groot ende smal, geheiten die Broeckthiende, Streinweyde ende dat Hogevelt, in den kerspel van Soelen gelegen, so als dat hertog Keinold etc. Johan van Rossem, erve sgnes vaders Johans, a°. 1470. Idem 15 Octobris 1473. Dat huys ende heerliekheyt van Zoelen, met der kerekgiften, altaren, daer nu sgnde ofte namaels commende, met der eosterien, dat dagelixe gericht, die mannen daerto behorende, den thienden ende smalen thienden, binnen ende buten den kerspel, waer die met recht gelegen sgn, thins, thinshoener, vischerie, vogelrie, rüsweert, duyfhuys, bomgart, graven, ringel, meulen met den gemael, ende elff mergen landts, op den cingel gelegen, die swanendrift, die visscherie van den lande van Buren opwerts streckende 292 ^St!^iJ!^Z^trder kercken Idem eedt verngt, 9 Jnlii 1481. woenoren. Idem tuchtigt sijn vrou Eeiner van Wonde, eodem die Idem vernyeut, a°. 1492. Otto van Eossem, erve sijnes broders Johans, a«. 1502 m wVaD R7T bÖ traD8p0rt 0tten TOOra- e»«3em die. Tnde"^^ betaf6 T G°08Sen ™ E°SSem' ^commanduer, ende Otto snn broder, sulx ant leengoet verhalen, eodem die Willem van Eossem voorn, heeft a» iKntt •• 7 die hoge heerlickheJ* mltl L i ' VT 8{,n trouwe diensten alle sijnes m^^LgZn ^ V°°r hem ende daglixe heerlicheyt, fol. 1]2_oor?aende benoort te staen onder die Idem eedt verngt, 2 Julii 1539. Carl van Eossem, erve sgnes vaders Willems, 29 Martii 1542 Idem eedt verngt, 10 Julii 1544. Joost van Eossem, onmundich, erve sgnes vaders Carls, 18 Martii 1550 Ï Idem Z ^ E0SSem ^ ™»> 8 ^rk 1554 * Idem eedt verngt, 14 Junii 1556 Idem, mundich, selffs eedt gedaen, 29 Aprilis 1563 Idem tuchtigt sgn vrou Margriet van Voorst, 10 Junii 1566 als^OaTl^f ^e^leenillg had moeten st»an op blz 281 ais iü8 § 1, en die beleening hier als 113a. 108 § 1. Den eygendomb, gront ende gewas van twee elsepassen soo groot ende cleyn deselve mette bepatunge van willS rontsomme ende aen de straet staende gelegen sim I den gerichte van Santwick; teynde eene weyde mede toebehoo rende de erffgenamen van Johan van Estvelt idTrtSSde tot de goederen van den convente van Westeroyen tot een besonder leen opgedraegen bg «""yen, rot Tomas van Estvelt den 9 Julii 1630 op Hendric van Hillegaerde, die daermede beleent is, den 29Nov 1630 Idem tucht sgn vrouw Jenneken Michiels ende verhing HitiJ de resterende coopspennongen, eodem die Terb»"* *t leen voor ') Marten van Kossem Wylhemsoon doet eed (Leenakte) ) Door een anderen Johan van Kossem, daar'de vori^overleden is (Leenakte). 293 Herman Willems, als man ende momber sijnner hnysfrou Johanna MichUsl toÏ ichselven en mede in name ende ten behoeve van jlhan Janssen, als man ende momber van Amehen Hendrix van Hillegaerden, heieent, den 16 December 1633. Grietgen Janssen i, als erve haerei-broeder Johan Janssen beleent met de helfte van dit leen, den 30 Septemb. 1637. Johanna Michiels *) laet eedt vernieuwen van de helfte van dit leen door Gerrit Noy, ende draegt tselve op Johan Michiels, haeren broeder, den 30 Septemb. 1637. Tohan van A enhuys bn opdracht van Johan Mchiels beleent mett helfte om hiernaer mette andere helfte van sgnne schoonmoeder 3) toleVïen ende met een ^^^^^^SSi resolutie van den Hove van den 15 Mey 1641, den 21 mey lhi. Johan van Aelhuysen, rector van de latnnsche schole: t o t_Tiel, erfgenaem sijnes vaders Johan, beleent, den 20 November 1667. Idem draegt dit leen op aen Steven Hendricks, die daer mede beleent is, den 30 April 1668^ Adriaen Stevens, erve sgnes vaders Steven Hendricks, beleent, den 9 Januarii 1680. , . Maayke van Loenen na dode haers mans Adriaan Stevens beleent, 10 Augusti 1741. Eadem draagt dit leen op aan ««Mum» Michiel de Een ver, die daar weder mede beleend is, 11 JuliI Willem Jan de Eeuver, naaste erfgenaam en leenvolger van Michiel de Eeuver, beleend, 1 Octob. 1765. 114 SOELEN. Drye hlock thienden, gelegen in den kerspel van Soelen eeheiten die Broéekthienden, Scrymweide ende dat Hogevelt met den smalen thienden daertoe gehorende, tot Zutphenschen leensrechte geweest Heeren Johans van Arkel, ridders, ende geerft op-sgnen soon Otto van Arkel, die se voort geerft heeft op sgn moder Agnese, huysfrou heer Johans heeren to Eeyde, die se vercoft Arent 6vaen Teyenberch, ridder, die se transporteert op Johan v a n E o s s e m, ridder, a°. 1409. ende dat Hogevelt, met den smalen thienden daerto gehorende Johan van Eossem Johanssoon bg transport Johans van den Steenhuys, a°. 1432. >) Wed. Hendrick Horberts (Loenakte). ») Weduwe (Leenakte). ») Grietgen Jans (Leenakte). 294 Idem tuchtigt sgn vrou Steven TauWvUrk-»^ Zoelen met der smaler thienden JhlL «^de to thiende, gelgck als Johan vanBen'thSf « !, *° ^^emsohe te hebben ende te gebruken plegen $TV^*3 8Dne voorvaderen die Idem, anno 1465. 8,1 144'• Johan van Kossem, erve sijnes vaders Johans, ... lm. „ SUtfLElV. '«ugeu ug — o-~i»..u, ciiuo UUI- 115- BOELEN. AVESAET. Dirck van Sweten, a«. 1436. B Bertrum vanDnrani.« Joosts beleef Juni S^J^VïT ^ s*nes *><™ vaders ende moder doot erven sal rfrf " ÜT als an^ecoft na «-ta.it i^£^i=,'^B,"sonefl aIrede 25 ^"^i';^f«" ~" °«* a°- "*4- Henrick van Beynhem, erve sgnes vaders Thijs, 24 Maii 1569 Idem eedt verngt, 30 Septembris 1581 ^ Idem tuchtigt sgn vrou Hilleken v a n w « i, 22 Decembris 1602 ™n Mekeren, 23 Junii 1582ende Cecilia van Beynhem, huysfrou Wilhem K e v 0r„„ i. ncks voorn., beleent, 13 Februarii 1607 arGS broders Hen" v.n BoynS aZJkt** ^ k°meD °» «»» Cecilia, gehuwd met Mathgs 295 Ggsberta van Beinhem, erve harer suster Ceciliae voorn., beleent, 8Maii 1610. „ . ,» Eadem maeckt dit leen haren oltsten soon Johan van Beinhem ongesplit, eodem die 1). . Johan van Beinhem, erve sgner moder Ggsbertae, beleent, 15 Octobris Henrick van Beinhem, Ggsbertae soon, erhelt een jaer ontstel, 15 Aprilis Idem bij opdragt sgnes broders Johans beleent, 18 Junii 1619. Idem maeckt so hg sonder echte gebeurt sterft voor sgn moy Hillegunde van Mekeren, dat sg dan dit sal beërven, 16 Junu 1621. Idem belast dit leen met soeven hondert tsestich gl. dartien st 2 p. capitaels ten behoeve van Gerrit van Beynum, sgn broeder den 16 Novemb. 1626. Noch ten behoeve van Mathijs van Beynum met gelicke somme, eodem die. Idem noch met gelicke somme ten behoeve van Peter van den Steenhuys, als man ende momber van Elisabet van Beynum, eodem die. Gerrit van Beynum, erve sgnnes broeders Hendricks, beleent sgnde, tuch- tiget sijn huysfrouw Pennemina van S c h e r p e n s e e 1, den 19 Meert 1631. „ _ . Matijs van Beynum, erve sgnnes broeders Gerrits, beleent, den 3 Junu 1648. 3 „ ... Jacob van Beynhem, noch onmundich sgnde, erve sgnnes vaders Matijs, bpleent, den 1 Septemb. 1653. Huider Jacob van Zuylen van Natewisch 3). Idem doet selven eet, den 27 April 1667. Johan van Beinum, Lieutenant Colonel van een regiment voetknechten ten dienste van den Staet, versoeckt ende erhelt approbatie van een maechgescheit den 15 Januarii 1686 met sijn broeder ende susteren opgericht, ende wort uyt cracht van hetselve met dit leen voor hem ende consorten beleent, ende laet de reciproque dispositie met sgn ehevrou vrouwe Anna Adriana van Ommeren opgericht soo ten respecte van de reciproque lgftuchte ende van de dispositien appröberen, den 13 Oct. 1688. De vrouwen Matea van Beinhem, douariere Stepraet, en Gijsberta van Beinhem, douariere Eaesfelt, dragen yder haer derde part op aen Johan van Beinhem, colonel, die daermede weder beleent is, den 7 Jan. 1697. Idem tugtigt sijn ehevrou vrouwe Anna Adriana van Ommeren haer leven lang, eodem die. Anna Adriana van Ommeren *), wed. Johan van Beinum, laet de testamentaire reciproque dispositie openen en registreren, en beleent uit dien hoofde als tugterse, den 8 Aug. 1704. Margareta van Beinhem, erfgenaem haers ooms Johan van Beinhem, beleent, 6 Octob. 1728. Huider Jan Vgg. ') Er ziin nog twee kinderen, Hendrick en Elisabet (Leenakte). «) .Hoe dat kan bogrüp ik niet, daar in de akte van 1614 ook gesproken wordt van één broeder en zuster. s) Zijn grootvader (Leenakte). *) Haar vader is volgens de akte Roedolf van Ommeren. 296 JOha27Vjig^l74jenaem 8ÖDS m°eyS «"S"0*1»™ Beynhem, bekend, Maria Catharina van der Heyden, douariere Vijgh, laat retireren t geopende testament van den 27 Aug. 1767 den 17 D ,1 i ™2 geapprobeert, 8 Decemb. 1772. December 1768 Eadem, pro se en als moeder en legitime voogdesse van haar minder Margaretha Vggh, erfgename van haar broeder Joost Carel Vfeh be Wk?!^™^1"*^ ™ EchïoWvet ^KL™ f* 6n ehelieden, laten hare huw 23 JuCnsT ^ 8 May 1767 aPDroberen en registreren, ^eVÏfM^t^r bl8l0te m^Ueele testa^taire dispositie van aen iö Maart 1776 appröberen, eodem die Margaretha Vggh laat haar besloten testament'van den 16 Maart 1776 appröberen, eodem die. lUb DeStodemadiheaar VaD den 23 JnlÖ 1785 oberen, Eadem steld nae dode van haar man Jacob Willem van PVV lil iiltfi Mr. Arnold Anthony Gaymans, 10 Decemb; 1790 h°lder EadXvaai8Ó2gtle/!,n haar.b«?loten testamentaire superscriptie, den 15 May 1802 voor den gerichte van Velp gepasseert" den 29May 1802 ™~ 110- SOELEN. Elff mergen landts, ter goeder maten tot Zoelen gelegen geheyten die Stryemate, ontfangen bij s^gen, üde An B^°8eJ?P transport des heeren van Arkel od losse mot 450 alde schilde, a°. 1408. ' op losse met Hubert van Beesde ontfangt thien mergen, geheyten Strymet, a°. 1441 VAlJ;g^nU0; £5» * Huberts van Beesde,' H%TerVsWtdbH.S^en/Uy8e bfi4raD8DOrt Arnts ™rn., a». 1458. gelegen B ^ SÖdeD an der breder Broeckstegen HiW ^ "* b* ^ ^er van Idem eedt vernijt, 10 Julii 1481. Strymaet. ^ZlV^T&^t68 vadera hermads'be,eent denr 8ö- ^« Vjifl1 V™/*?" ^ Mi8abet ™n den Steennuys, ld Julu 1587. Hier staet: een huys end hoffstadt met 10 mergen lants geheiten die Strymen, daer an d'een Joe naestTe an? is Seger Costensz. end an d' ander sgde die Broickstege in Nederbetuwe in den kerspel van-Soelen gelegen. ' 297 Idem eedt verngt, 5 Septembris 1538. Idem, 10 Junii 1544. Willem van der Meulen, erve sgnes vaders Willems, 7 Marta 1563. Elisabet vanWely1), huysfrou Eoloff Lu?y t g e n s, erve hares soons Dircks van der Meulen, 22 Aprilis 1587. Eadem belast eenen weycamp van 6 mergen «j> meti m» gl., 6 jaren te verrenten, an Herman Cornelissoon, 1 Aprilis 159b. Magdalena van der Meulen, erve harer moder Elisabet, beleent, 9 JNo- vembris 1619 s). Ende maeckt dit haren neven Wilhem ende Henrick van der Meulen, gebroderen, om. deur eenen voor W een üfte deur beyden voor twee leenen theuren ^, erken* te worden ende so een sgner nichten val nyet beleeft, dat dan dessen Tchte kinderen iu vaders plaets treden ende erven sullen, eodem die Mart ende Jan van der Meulen doen affstant ende cessie van haer recht, twTlk sij aS dit leen uyt cracht van dispositie van Magdalena van der Meulen, aen capitein Jan van der Meulen, die daermede beleent is int geheel, 26 Aprilis 1651. Arnolt van der Meulen tot Schonenberch Majoor, erve, sgnesvaders Johan van der Meulen tot Over Asselt, beleent, den 18 Juin 1689. Van Arnold van der Meulen verstorven op Margareta van der Moeien ), en van die op ^ . . Nicolaes Hans Wülem van Delen, die daer mede beleent is, 19 Jan. 1726. - . .. Isacq Steven van Delen, erve sgns vaders Nicolaes Hans Wilhem, in srjne minderjarigheyd beleend, 27 Novemb. 1744. Dina Hendrietta Cromstrom, douariere en boedelhouderse van wijlen Nicolaas Hans Willem van Delen, draagt dit leen op aan Peter van Galen, die daar weder mede beleend is, 21 Januarij 1745. Hendrik Jan van Galen, erfgenaam sgns vaders Peter van Galen, beleend, 25 May 1762. Peter van Galen, erfgenaam sgns vaders Hendrik Jan van Galen, beleend, 16 Jan. 17935). Jan T i 1 a n u s laat registreren een gerigtelgk transport d.d 30 Dec 1803 door Peter van Galen ten zgnen behoeve gepasseert en laat uy t hoofde van dien dit leen ten zgnen naamen overteekenen, d.d. 1 Maart 18U4. 116a. Vierdenhalven mergen lands, genoomt die Overste Strimen, daer oostwert Henrick Cornelissoon, westwert die Langesteeg, suydwert die Kietsteeg ende noortwert joffrou Magdalena van der Meulen naest gelant sijn, eertgts gehoort onder tleen van thien mergen, ten besunderen Zutphenschen leen ontfangen bg ) Ehevrouwe van van Bhemen (Leenakte). Zie hiervoor blz. 61. ») Zyn broeder Mr. J. van Galen is gemachtigde (Leenacte). 298 W0ltir.rSr0oi0pf/f80,0rn' SÖD moder' broder' ^stèren, drie onmnndiee W?eTs^liri60°4ertS' HenriCk i00t eDde SS JmBS^^m££t Tnde Anna VfTrt ') ^even over haren haken 3, isFiJSm[607anSS°°n N°0t' diedaermede IV, mergen tsamen Johan Eoloffssoon, na dode sijnes 'broders Wolters voor hem selven iv mergen, de weduwe van Dirck Wners v mm™*, n Jt '* Noote, huysfrou van Aert JoT. SSftl cracht van maechgescheyt ende versterft, 18 JuUi 1623 ° BOl°ïr?«?riCï?)0n4Noot b« °Pdra^ Johan Bolofib endeGeurtien h»h m ^ f?.- met 3 mer^en lants> ^«oomt die Overste Strimen beidende Aelfaen, weduwe van Dirck Wijers, ^mergen-iTStil DerCL?eiTkS» aiS erTe1,sÖnner moeder Aeltgen, weduwe Derck Wijers beleent sgnde met 7 mergen lants, gelegen in drie mergen gênant st£r« op ae?™11' gt ^ sÖ^ameutlicke biel ende ^tmb! 162?S N°0t' daemede Y0°rt b6leent is' den 7 Idem laet sgne dispositie appröberen, ende maeckt dit leen aen Hiï£rLÏLEliSabeth N°°> 6nde aen die andere kinderen door aendnck Noot te procreeeren, den 11 Augusti 1676 Jel\Sel;ïnt21eri06r8T * *"* ^ de—sUende dispositie ElteaH^rl?Vr?r^aT ^ br°edere Jelis'beIeent> den 10 Novemb. 1700. nuiaer bernard de Eoever, haer man Sl.'SÜÏÏÏ SS?deBoe™ **8 Eadem 3) draegt dit op aen COrDi d i J1 !ïd •• eD, Anneken A e 1 d e r s, egtelieden, die daer weder mede beleent sgn, 17 Maert 1730. uwuaer wener Peter Hendriks en Gijsbertje van Leeuwen, ehelieden laten appröberen en registreren een gerigtelijk transport van den i Juin 1763 met betrekking tot dit leen, 26 May 1764. Deselve uyt dien hoofde beleend, eodem die. Cornelis Cornelissen van de Woerd laat approbeeren en per claus concern registreren het magescheyd den 25 Julg 1791 over dé 24 SepjfS™ m m°eder GSsbertJ'e Tan Leenwen opgerigt ^ Idem beleent met dit leen, eodem die. 2 °"muna>Se kinderen van wijlen Peter Verwoert (Leenakte) ^S^^SSSS. ^ Mare: E'i8abeth iS ~ ™" * Wdevronw ') Gemachtigde is haar zoon Evert Jan de Roever (Leenakte). 299 Denselven maakt dit leen deelbaar onder: sijne^natelatene kmd<*envoorbehondens de tugt aan sgn vron Beertie Fieren Cornelissen xoi wedertrouwens toe, eodem die. 117 SOELEN. Dat huys tot Avesaet, alst gelegen is; item den camp daerbn gelegen, die belt tuschen 12 ende 15_ mergen ante, Sen bg dén gemeynen wege tuschen Alerte lant van Ingen ende Henrick van Balveren; item die thienden op Lutkenvelde ende Nywelinck die gemeynte weren; item den roden thiende oppen üterdijck als die ligt, dat veersehap ende dat geleyde to Zoelen ende te Hamme, geholden hg Otto van Avesaet, a°. 1326. Toban van Soelen, heer Otten soon, ontfengt 12 mergen lants, selLeï in aen kerspel van Kerek Avesaet, daer an de suydspde fi s Henrick Pieck, an de noortegde heer Otto van Soelen metden eenen eynde an ^.^^J^^ Hm anderen eynde an erve Bycqurjn Johansoons kinderen, item fLSTSit^ïSdtan Breedstueke, 8^*"™S£ van Kerckavesaétf daer an ^^^^^J'^^SÏÏÏ kinder ende Beiner Harincks kinder, ende an de noortsijde Hamer Perric gelegen streckende met den eenen eynde an Verleyen kempken ende af wl cnaerts landt van Balveren ende met den anderen eynde af Keïer Harincks lant; item 3 veersteden met heuren tobehoren gelegen tot Soelen, tot'Ham ende tot Alde Avesaet, tot eenen Zutphenschen leensrechte, a°. 1402. Willem van Soelen bg transport sgnes vaders Johans, dien hrj wederom tuchtigt, a°. 1424. Seger van Soelen, bg transport Johans van Soelen, a . 14d7. Gerit van Soelen, erve sgns broders Segers, a°. 1452. Walraven van Soelen Janssoon, erve sgner moder Bartruyt ende snnes Sders Segers, ontfengt dat veerstat opten Ham, met sijnen Sehoor, ende 6 mergen lants, gelegen tot Kirckavesaet, geheiten dat Bredestuck, a°. 1453. Gerit van Soelen crigt van der leensweer gevrijtdj: huys^ge ende hoffstede met den 12 mergen lants tot Kirckavesaet, a .145». Idem maeckt van sgn vrggoet te leen -™ "g^^J Molenwerff, daer oostwert ende noortwert naest gelegen is een gtmeyZ sïaet, suydwert Eoloff Alerts WJ^»*^^ Henrick Gerrits kinderen; noch te leen gemaeckt een huys ende hoffstat gelegen bg de veerstat to Ham, daer oostwert naest geEnis'dif Linge, suydwert ende westwert een gemeene straet ende „ogorUrt Eoloff Alerts'kinderen, ende tselve also ontfangen neffens de 2 veersteden to Ham end Aldenavesaet end 6 mergen, a«. 1469. Eutger van Eau dwgek bg transport Gerrits voorn den moknwerf huys ende hofstat ende dat veerstat to Ham, die 6 jaer landt een losse behelt met 308 enkel rgnsgl., a°. 1469. Idem, a°. 1473, 22 Septembris. 300 Johan van Zoelen bg resignatie Eutgers voorn., 10 Julii 1476 Idem eedt verngt, 12 Decembris 1481. Idem als erve sijnes yaders Gerrits, 1492. DerCaOB15Ï6ntS °Dtfengt ^ TOerStat t0 Ham yoer een ^vallen leen, Adriar«rrirtn E°isem> schultis to Tiel, bg transport Johan ende SK , ZThü' gebroder' ontfenït da* ^er to Ham met den hofsteden daerto gehorende end Molenwerff, gelegen in dénkersnd van Zoelen, 19 Septembris 1538 % S Kpel Idem eedt verngt, 7 Julii 1544 ^ taster-tt»*- 18 Eadem eedt verngt deur Dirck yan Brakel, 11 Junü 1556 7ó ^^Sri11!f1.VÖ,^I,e,,• ^-"Stdeur Willem van Aernhem, Diedrick Vijgh Adrianssoon, erve sgner moder Hadewich, beleent sijnde draegt op * ' ^hoLdXkdnï^ 'm f6^1"?' het veer ten Hamme, met den Setoor^ Junü ïmT' " ^ ^ Eiusdem erffscheydinge, 22 Julii 1605 s). PbilidrSr'a mh' hny8fr0U Tan PhiliDPe de Louchier, Baron do boliers, vermoge vaderhcke makinge ende broder- ende susterscheydinge beleent, draegt op ^"thoïnT011^! ? U1 1" h*\™\ teD Ham' die hoffsteden daerto genorende, den Meulenacker ende al sgn tobehoor, in den kersiiel van Zoelen gelegen, 23 Aprilis 1616. P Jan Gg^sbertssoon bij opdragt Henricks voorn, beleent, 27 Martii HOTMaSlSj' CTVe haer6S Vad6rS JaD GÖSberfe' beleent> den 18 JOhasnnV^lan*nS.«yïe», e"e sfinner s™ter Hendersken Jans, beleent maickt £ £ T ™GeGrtg™ Teen wen oer leven lang, ende maickt dit leen onder sgnne natolatene kinderen deylbaer de vrouwen tucht voorbehouden, den 5 Decemb. 1644. Idem transporteert dit leen aen Jan van Buyren den jongen, sijn soon, den 7 Mey 1662. Idem maeckt dit leen onder sgn kinderen deilbaer, den 24 October 1666 susLBürn,JZ h6IVeIfs iende voor 8*n andere °r°eder «ude bruary 1686 ^ bovenstaende dispositie beleent, den 4 Ee- Idem maeckt dit leen onder sgne kinderen deylbaer, den 27 Octob. 1690 du Mey 1725. Huider Aryen van Buren. »1 S„Me„a^e/0rflen de„broeder8 van Zuylen genoemd. 301 jwv d yan Merk estéin laet appröberen snn huwelijxvoorwaerden den 2 Junn 1725 opgericht met snn vrou Elisabet van Buren, 14 ElisaberU7 Buren steld na dode van Aryen van Buren tot huider Steven Bink, 5 Junü 1770. Johan van Meteren2), in huwelnk hebbende Helena Adriana van Marïesteyn, laten haare huwlijxvoorwaarden van den 13 Decemb. 1755 appröberen en registréren, 5 Jung 1770. . ,ft Elisabeth van Buren laat haar open testament van den 15 Junij 1770 annroberen en registreren, 16 Junn 1770. TTelena Adriana van Merkesteyn, erfgename van haar moeder H Elisabeï Sn Buren, beleend, 19 Junü 1772. Huider Johan van Meteren, haar man. Johan van Meteren en Helena Adriana van Merkesteyn, ehelieden, laten halr open testament van den 15 Jung 1781 aproberen en registreren, 20 Jung 1781 9). itM -.w-.* ™„ Tohan van Meeteren laat registreren een extract uyt het signaat van J LtaïenTen tochten en andere uyterste wille des ambts Neder Betuwe, d.d. 5 Maart 1804. Johan Adriaan Heuff cum sociis laat registreren^eeng»^^^ taire dispositie wglen Johan van Meeteren d.d. 25 Jannuarg löu* beslooten gepasseert, d.d. 23 Augustus 1806*). 118 SOELEN. Dat veerstat tot Zoelen, met sgnen tobehoren, tot een besunder leen tot Zutphenschen rechten ontfangen bg Jan van den Steenhuys, bij transport Gerits van Zoelen, a°. 1459. Idem eedt verngt, 8 Octobris 1473. Evert van den Steenhuys, erve sijnes vaders Johans, 27 Juin 1482. Beheltlick sgner moder Gertrud Hu eken hare tucht. Idem selver eedt gedaen, 19 Aprilis 1486. Idem eedt vernijt, a°. 1501. . Gerit van den Steenhuys, erve sgnes vaders Everts, 9 Novembris 1542. Idem eedt verngt, 7 Juli 1544. Idem, 13 Octobris 1557. ') In de akte wordt zij weduwe jtenoemd. ,Leenaktel bru*; erfgenamen zijn: Anthony var- Meeteren; fl^^'^aèren vaïó^Xje met Jan v. Malsdn; Hendnca v. M »ei ra° ^ Gameren J. H. v. G., Gerritje v. M., overleden vrouw van Anthome Heuff; Gijsbeit van «e£ Vwcsterouen van v. G., weduwe van Jacob ^Johannes van de : Linden• Ad»ana v. G « ^ ^ Arnoldns Versteeg (Leenakte). 302 Eadem2) eedt vernijt, 3 Novembris 1581 Clementia van den Steenhuys, huysfrou Martins van BnPui harer moder Elisabet, 20 Decembris 1593 Bochel, erve Eadem tuchtigt haren man, eodem die Idem tucht snn huysfrouw Hillegunda de Raet, den 13Septemb 1641 Idem doet selver eedt, den 13 April 1662 Idem laet snn beslote dispositie appröberen, 18 October 17064 Idem laet sgn geopende dispositie registreren, 21 Decemb. 1706 Eadem laet haer beslote dispositie appröberen, 22 Auff 1712 Nicolaes Alexander van Ondheusden6), voor si) Hij heeft het goed gekocht uit den hoedel van Johan van Suchtelen en Helena °WTX£Z*"«id Bogislaus Cassius, hedienaer des goddelijken woords te Soelen (Leenakte). ») En van haar zuster Susanna Cock (Leenakte). rwt «) De erfgenamen zijn: Susanna Cock, en na haar overUjden haar nicht Arnolda Cock, gehuwd metAleZdir Benjamin Bols,'Majoor: Maria Cock, ge . mei> Diderik van den Steen, burgemeester van Bommel; de kinderen van wnlen Barent Cock bij Johanna ^n der Hoon nu gehuwd met J. H. Coerman; de kinderen van wijlen Anna Anthonia yan Broekhuy^en bij Wühelmus Busman, predikant te Grave; aan Christoffel Hendnk Cassius, gehuwd geweest met haar zuster Petronella Cock een legaat (Leenakte). na 20 Nijmegen. 306 Goossen van Rossem, a°. 1424. J°hawnac¥eSS,eï. 5433en S°°n' ^ SÖn Vr0U Stmn van Sweder C o b b i n c k stadholder der balyen tot Westphalen ende overste commanduer to Hel, bn transport Johans van Rossem Johanssoon ende vertich Stevens, Johans hnysfrow, op hare tncht, op condicie van een wederlosse voor Lichtmis, a°. 1451Sweder van Diepenbroeck, lantcommandeur van Westphalen, draeet od een thiend, geheiten die Arkelsche thiend, gelegen in den kersnel van Soelen, tot behoeff s oerspel Johans van Rossem Johanssoon, a°. 1461. Johan van Rossem, a°. 1465. Johan van Rossem, erve sgnes vaders Johans, a°. 1470. 25 Enckel golden rynsche gulden, ofte payement daervoor goet wesende, sjaers thins uut den grote thiende to Zoelen gelegen, dat dagelixe lege sehultamt tó Zoelen, end die halve visscherie in der Lingen van der Zoelenscher kercken an voort opwert. JOhabastertsR°SSem' *° Z°elen' maeckt dU ^ testamente sfnen Johan van Rossem, te lossen bg den echten erven in 10 jaren, a°. 1501. Daerop die beleninge gevolgt is, a°. 1502. 120a. Dat voorgeboreht tot Leyenberch, met sgnen tobehoren die hoge ende lege heerliekheyt daerto gehorende, tot Zutphenschen rechten Johan van Leyenberch als erve sgnes vaders Arnts beleent, a". 1426. Goossen van Rossem bg transport Johans voorn., eodem die. Voort Hollants leen. Thien mergen, genoomt Sandcamp, gelegen in den ampte van Nederbetuwe, in den kerspel van Zoelen, oostwert naest de gemeyn straet, suydwert die vrou van Gameren, westwert t convent van ste Cecilien binnen Tiel, ende noortwert capitein Henderson, met alle gerechticheyt, groot ende cleyn, vrg van dijck, thins ende erffpacht na luyt der coopcedul, te Zutphenschen rechten opgedragen bg Arnt, Peter, Sibert ende Elisabet V g g h e n *) tot behoeff van ') Met haron man Adrian Broenis, als erfgenamen van Diederich Vijgh, en met consent der andero kinderen Carl, Johan en Anna (Leenakte). 307 Gosen Thonissoon ende Ggsbert Hneff den 29 May 1616 Gijsbert Hneff, tnj opdracht van Goossen Tonis voorn, voor sgnne helfte, heieent, den 9 Junii 1630. SStoSS » to» ™l«r .«o». te.lv. feiten kerft, 4™ 4 Junii 1633. Idem draegt dit leen op aen . ... Derck van de Sand, burgermeester der stadt Arnhem, den 16 Juin Care/van de Sande, erve sgnes broeders Derck, beleent, den 7 Novemb. 1665. Idem draecht dit leen op aen Aernt Vüch heer tot Soelen, die, daermede beleent sijnde, sgn dispositae enIB v^deuinge sgner goederen onder sgne kinderen laet appröberen, eodem die. De Santcamp. Johan Adriaen de Eenesse van Baer als man en momber sgner vrouwe Johanna Vggh, beleent, den 12 Octob. 1690. Idem draegt dit leen op ten profijte van Hendrickie B r o u w e r s, die daermede beleent is, eodem die. Tnhan Tuenissen Koekoeck, als man ende momber van Cathanna 3° IroV^Zt^Lm van haer suster Henderica Brouwers i), beleent sgnde, draecht dit leen op aen v 1*0.0 Derck Stock, commys, ende Aletta Eavensberch, den 24 Julg 1693. Iidem tugtigen malkanderen ad vitam, den 27 May 1696. Derk Stok draegt dit leen op aen Antony van denGeytenbeek, die daer weder mede beleent is, 19 Julg 1709. ^ Hendrik van Geytenbeek, erve sgns vaders Antony, beleent, 5 Jung 1751. Trlfim en WiUemina de Leeuw, ehelieden, beswaaren dit leen met twaalfTSrdVlden ten behoeve van Elisabet Bissier, wed. Geland, 3 Sept. 1751. 2\ Idem laat een open testament appröberen en registreren, 19°ct-l75° > Hendrik van Gijtenbeek cum secns*), erfgenamen van haar vader Hento^ en moeder Willemina de Leeuw, beleend, 21 Januarg 17b5. Deselve dragen dit leen op aan Hermannus Dijkmeester, die daar weder mede beleend is, eodem die Idem en Catharina Peternella van Sugtelen J^J^1^ reciprocque tugtmakinge van den 21 May 1766 appröberen en registreren, 17 Jung 1766. ') W eduwe van' Johan Tgckenborgh (Leenakte). ' M. i aar: swsx^-^t&JS«%«.« Haria ongehuwd (Leenakte). 308 ia nr , SOELEN. 18 Mergen geheyten die Dijckslagen, ende vnff merken S £,t,aChtei:an de i0ffstadt t0 Zoelen gelegd 2 Otto van aJ?!?^*8^^ otto van Arkel als erve sijnes vaders Johans, a». 1400 Johan van L e y e n b e r c h, erve sgnes vaders Arnts, aP. 1426 «1 gelegen, oostwert naest die rechte heerstraet w^w,a ° »«d«w. Johan, Yan Beton, beh.lt h^'tSt, ÏÏto a. JlS SS™' d" * ,ob"1 "«» Idem eedt verngt met gelgcker protestatie, 14 Junii 1556 Idem, mundich, eedt gedaen met protestatie. 29 Aprilis 1563 Idem tuchtigt sgn vrou Margret van Voorst, 10 Junii 1566 ^S^T&^SS'1 Diedrick Vöghen'emhares brod- Fredrick van Voorst die jonge selffs eedt gedaen, 9 Februarii 1573 ïprllL^o6!1^: " Ar8Sen' bÖ F'edri* -rn., 2 Heylwich van Eossem tuchtigt haren man, 1 Martii 1581 Eadem eedt verngt, 5 Octobris 1581 Idem belast sgne thiendblocken op Zoelen, nemlick die Strymen Pol- BSb^ï^?^^ met de ^ckslagerendeSn jauyrjeemi, sampt andere goederen met 150 tri. siaers an Tnhan van Wmsen end Aleyt van Lienden, eeluden, 23 Septemb 16H vTcreien vahtr™T' ^* TOn alIe re^t ende gerechticheyt VfiSar. dl^uJha"odJer Helena van Eossem ende broder Nielas ___VBghan de ahnge thiende to Zoelen, 27 Martii 1618. *) Zie op blz. 287. 2) Bastaard. 309 Arnt Vijgh als erve sgnnes vaders Carls beleent, den 8 Novemb. 1627. Carl Vggh, heer tot Soelen, amptman in Nederbetuwen, erve sgnes vaders ende uyt cracht van desselfs dispositie beleent, den 16 Febr. 1666. Johan Adriaen de Eenesse, heer tot Blgenborch, als man ende momber sgner hnysvronwe Johanna Vgch als erfgenaem onder benende van inventaris van Caerl Vgch, heer tot Soelen, beleent, den 18 Februarii 1683. Idem ende vrouwe Johanna Vgch, echteluyden, laeten haer onderlinge lijftocht appröberen, den 22 Febr. 1683. Lucas Wilhem van Essen laat registreren 's Landscbaps apointement van den 9 April 1688 om op de leengoederen van Carel Vijg te procederen tot erlanging van sgn agterwesen aen desselfs boedel, den 25 Maert 1700. Carel van Essen1) beleend, 5 Julg 1741. Die Dgkslagen. Idem draagd dit leen op aan Maria Vos, weduwe Herman D g k m e e s t e r, die daar weder mede beleend is, eoden die2). Hevmericus Dgkmeester laat appröberen en registreren een extract magescheyd den 13 Jung 1760 over den ouderlgken boedel opgericht, 3 Oct. 1760 s). Idem na dode sgner ouderen en uyt cragt van gemelte magescheyd beleent, oodem die. Idem laat sijn opene testamentaire dispositie van den 1 Octob. 1764 appröberen en registreren, 3 Oct. 1764 ). Herman Dgkmeester, erfgenaam sijns ooms Heymericus, beleend, 5 Julg 1765. Idem en Catharina Petronella van Suchtelen laten hare reciprocque tugtmakinge van den 21 May 1766 appröberen en registreren, 17 Jung 1766. Herman Dgkmeester draagt dit leen op aan Aart Johan V e rs t o 1 k, die daar weder mede beleend is, 11 Maart 1777. Maria Elisabeth Hoff man in qualiteyt als moederen Jj^*™* desso over haar minderjarige zoon Johan Ggsbert Verstolk namens denselven nae dode van haar man Aart Johan Verstolk beleend, 6 Januarg 1787. 122. SOELEN END AVESAET. 8 Hont lants, in den kerspel van Zoelen op den Heuvelaeker gelegen, boven gelant Gosen Eutgerssoons erven mit erve plach te wesen Wisscherts van Balveren, ende beneden die person van Avesaet ende Derck Peterssoon; item in den kerspel van Avesaet 10 hont lants int Paradis, geheiten Arkekule, boven Derck Hollen erffgenamen, ende beneden heer Johan van den Bilande, ritter, met erve dat >) Als mede-erfgenaam van Lucas Willem van Essen en Geertruid Agnes Vfigh, egtelieden (Leenakte). ? fcT S ÜL^Z^y**^ D, kinderen van Herman D- m^X£%£$** neef Herman D. en zijn nicht Adriana Gerarda, zuster van Herman (Leenakte). 310 oo d« M raeClte W6Sen P]ach' item 2 mergen van L™>, ^afn' b0ven Selant He™ans erfgenamen Jem 18 ÏÏEii?de bened.en Ti«*ens erfgenamen van S hofetat oKST11 **"aBmi Johan Henriekssoons noistat, die Johan Tan den Steenhuys te wesen nlach 7n deen sgde naest gelegen Johans tiünsgoet van ^hil£gennendt4 ^ ™ ^ ^* van ueira, die Willem van Gelre te wesen nlach an dWr. sgde gelegen Dirx thinsgoet van Sweten ïd'ïnder söSe st Lamberts passé; item 8 schillingen siaerTnut ï Franckedkens hofstat, die Johans Roeden te wesen nla^* Si. SS? 8Öde.Dercx ainsgoet van Sweten ardSe; sgde die gemeine wech; item 10 schiUinge ende elff hoener sjaers uut Henrick Gadertssoons hofstat dte Machans te wesen plach, an d'een sijde Derx thins van scheer/aDder Spe die W ™ch; £ 7 vlem" soonSPS^tJT nDtTdeD hoick ^n StevenoJertesoons hoffstat, tegen Jnt Hueven over, ran d'een siide vÏL Kmtgm van EiJ'swick- end an d'ander Jan llngTe^le^r.AV6Saet; itm ^ensestich scMSen P?ri a h°ener 8Jaera nut 4 hofsteden bijeen gelegen end 9 penninge, die Jnt end Katrin Hueven besitten an d'een sijde Johan Vossen thinsgoet idS ^^GuS1 V0^ eM KfStgen SrmetS f+™ V>i \.U,?de Vossen van Avesaet te wesen nlach minderjarig, als oudste soon en leenvolger van snn vader Jan van Gulick, 6 April 1786. ««"vuiger van snn AnthïaneCnl!l.tNïke^ °°m e° bl°ed™ogd over den onmundigen Arie S leen op aan^' °P 6D anthorisalie ^gerigï Steven Ei nek, die daar weder mede beleend is, eodem die Idem laat sijn besloten testament') van den 18 JuUj 1789 appröberen, 13 Aug. 1789. ' J^^Xl&'^J^1 °n Maria> en ™« Branteen.zoonzjjner en\f^'B-tTls^ ») En van zijn vrouw Beatrix Rom (LeenakteX lLeenakteJ- 313 Hpr.drik Jan Kink laat registreren een extract nyt de huwelgksche voor^ waerden W 13 Ang' 1807 tossen hem ert Gertmide Jeanne Mane Le Jeune opgerigt, d.d. 25 Novemb. 1808 ). Tdem laat registreren een extract uyt het magescheid d.d. 4 Novemb. 1808 met de verdere condividenten") over den ouderlgken boedel wglen Steven Bink en B. Bom, in leven f^'™"* £ ffPslooten d.d. 25 Novemb. 1808. En laat uyt /hoofde van dien dit leen ten zgnen naamen overtekenen, eodem die. 123a. Een stuck goets in de Stinekers, groot vier mergen gelegen in den kerspel van Zoelen, te Zutphenschen rechten opgedragen bg Arnt, Sibert ende Elisabet Vgghen, huysfrou van Adrian Broenis, an Adrian vanEiemsdgck, burgemeester to Tiel, 24 Man 1621. Idem sgnne dispositie approbeert, den 15 Septemb. 1630. Adolph vrgheere t o t M y 1 e n d o n c q beleent met dat almge goet tot Soelen ende Avesaet, 4 Junu 1683. i . Derck van de Sand, burgermeester dei• stadt Arnhem, bg opdracht heere Adolphs voorn, beleent, den 16 Julu lo4U. Door de inwinninge van het principale leen waa'van ft parceel was gespleten van degene die daer geen recht toe hadden, is dit ^ceeT met het principale leen geconsoMeert in de beleeninge van Derck van de Sande van den 16 Julu 1640. 124> SOELEN. Die hoffstede to Soelen met dat dagelix gericht, thinsen, viseherien, swanendriften end leenmannen tot Soelen. Johan van Leyenberch Arntssoon beleent, a°. 1426^ Dirck van S wet en bg transport Johans voorn., a. 14db. Arnt van Sweten beleent, a». 1452. Item den Aldenweerdt tot Alden- avesaet, streckende tot in dor Lingen, met sgnen anslagen»). Idem verngt eedt, a°. 1469 8). Idem tuchtigt sgn vrou Marry van Kaits, eodem die ). Dirck van Sweten, erve sgnes vaders Arnts, ontfengt die hoffstede to Sollen daer naest gelant is oostwert die gemeyn straet, westwert Ggsbert de Cock, nfortwert ende suydwert Dencs voors. erven, 24 Augusti 1474. Idem eedt verngt, 7 Julii 1481. •) Zijn moeder ie weduwe; haar ouders zijn: Mr. W. A. Le Jeuue en J. Dekker (Leenakte). ») Zijn broeder Mr. E. D. Bink (Leenakte). ') Deze beloening hoort ook nog te staan bn 115, blz. a»4. 814 Ad"tr1afl?n B*U/eD' e"e sönes vaders Lamberts, 7 Februarii HU Bi staet: ontfangen een leengoet, geheiten den Ald/r, +" -?ier tobehoor, gelegen to Snel™ w T "f Aldenhage, met sgnen gecoft; allo versuy^i^ Elisabet van Buren, huysfrou Crachts van CamnhuvTfln hares vaders Adrians, beleent, 28 SeptembrkTl ra7 m' * T den Haegh. o«piemons iöd«. Hier staet: Claes Vijgh bf transport Elisabets voorn., eodem die Idem eedt vernijt, 21 Martii 1544. Idem, 23 Februarii 1550. Idem, 13 Octobris 1557. Mem tuchtigt sgn vrou Anna van Gelder bast., 24 Januarii 1560 Hem tuchtigt sijn vrou Heylwich van Eossem, 1 Martii 1581 Idem verngt eedt, 5 Octobris 1581. Hier staet: Aldenhage. ïüem laet bevestigen erffscheydinge, 22 Juin 1605 Idemt tochthget ^ huysfrou joffer Agnes van Eaesfelt tot herhij.ekens w,£ë l • ^ Taï, drye mergen een hondt lants, den LichtentZt ÏTUt' ^d6ü- Stichte van Utrecht onder WoSberch eelegen, volgens beleening van 20 Junii 16351), 10 Februar ïöfS Idem daermede beleent, 2 Maert 1640 Idem draegt die leengerechticheyt op aen Jasper van Lienden heer van IdemlT;- 7 H°eVelaken 6nde Ger^D' ^JnnTmi. ld^P^ *— onder dekinderen Verder als 112, blz. 289. ende verheven te worden" P Avesaet geIc^en- tot <">" leen ontfangen 315 125. KEKCK AVESAET. Een hoffstadt, gelegen tot Kircke Avesaet met fc«n>Btiw tobehoren, tot eenen Zutphenschen leene brj nttn van Zoelen, ridder, ontfangen, a°. 1402. £Ï^AÏr«™- ena.ana.,cU, vernuecht sg, a°. 1410 1). i,„#«,iai. „«hpiten geneiten die Wilgeacker, 21 Martii 1474. C « Zoelen,' l. Wa.rav.ne, , Aprtli» .486 met een verfrevelt leen, 15 Junn 1531. Idem eedt verngt, 21 Septembris 1538. Idem, 8 Julii 1544. n transport Laraberte voorn"'16 Novem" HenrÏ van Dornick, erve sijnes vaders Henrix, 25 Maii 1579. Idem eedt verngt, 10 Decembris 1581. Idem tuchtigt sgn vrou Wanna Shaessen 2 Juin 1586. Idem crigt acte van diligentie, 29 Julu .59 oom8 ^^,,,4 de8W werit qUaine sgnde, maeckt dat inden!g sond «wMeg „nverdeylt 2£f3f £ ^^afiJ5^.t-« de stadt Tiel, Idem!! n" ^ende m^k^e, laet sgnne naerdere dispo- 18 Meert 1650. Idem transporteert dit leen aen ') In deze beleening komt de tiend al' ^ ™eer ^ Lubbertss. (Leenakte) ») Noch onmundich. Zijn momber is Thee™b lengnn» ^ ^ Corne]is de Jongh •) Hü stelt nu tot erfgenaam in Hendric de jongu, (Leenakte). 316 ?Iart d,ieoEover' die daermede beleent is, den 8 Jnnii 1660 1665. ' ^ 8ÖDeS br°edera Gerart> beleent, den 24 Febr. ^ITtSe^lM r ant«/an het Hoff Provintiael beleenïsgnde^tTCT-ï ^ ^ ,otaB de Ro™ ^ d^edrbÜils! den IV^.^ * ^ Tiel' * ^eS £ Sel^^ egtelieden, 27 Jan. 1705. wistona Wgnen, Idem draegt dit leen op aen Coraete Philips van Lid de Jende, tegens extinctie van het caoitael van 3500 gl. en overneminge van andere ™nH*ilT ?V f gevestigt, die daer wederrede"ta&i^li^ ÏtK^ jan^Lidt de Jende ten zgnen behoeve gepasseert, d.d. 13 Julij ED eoaemnlh°0fde ^ leen ten z«nen naame" overteekenen, Afgespleten van 125. 125 § l. ^^a™?^'F0ot 0Dgeveer drie en een halve morgen gehoord hebbende bg den bouwing den Haag, geleeï onder Zerk Avesaet, zjjnde thans een bgsonder Wen afgespleeten van de bouwing den Haag JaCObJLerS^eg laat reeist™ een transport d.d. 12 Februarii 1802 van Lidt £ FF*? d°S ampt8 Van Neder Betnwe door ff 6 P van Hdt de Jende ten zgnen behoeven gepasseert, d.d. 13 Julg 1803 • eodem" die ^ di6D d" leen ten z«nen naamei1 overteekenen,' IT^'Z ttFJS^^^^ "* |? 317 125a. De Weerttient, gelegen op Avesaet in Neder Betuwen, als een leen, ten Zutphenschen rechten leenroerich, ontfangen bn Vrouwe Mechtelt Adriana de Benesse de Baer, vrouwe tot Gent, getrout aen Elbert Assueer Beinder v a n V o o r s t tot Schoonderbeeck, heer tot Gent, door Dr. Hendrick Willem Brielius, dewelcke dit leen in handen van de heer Stadtholder opgedraegen hebbende, sgn daermede beleent Cornelis Jacobsen ende Grietgen vanBuyren, den 26 Martii 1681. Deselve draegen dit leen op aen Diederick vanBraeckeltot Braeckel, Baet extraordinaris in Gelderlant ende richter tot Tiel, den 26 Martii 1681. Adriaen van Borsele als bloedmomber en voogd van de kinderen en erfgenamen van Diderick van Brakel beleent, den 15 April 1698. Gerhard van Brakel, meerderjarig, vernieuwt eedt, 19 Febr. 1706. Idem draegt dit leen op aen Floris Adriaen van Brakel, die daer weder mede beleent is, 17 April 1706. Idem laet sgn huwelgx voorwaerden appröberen, opgeregt met vrouwe Margareta Ggsberta van Steeland2), 29 Jung 1711. Diderik Louis van Brakel, onmundig, erfgenaem sgns vaders Floris Adriaan, beleent, 30 Julg 1723. Margareta Ggsberta van Steland, pro se en als moeder en momberse van hare minderjarige soon Diderik Louis, draegt dit leen op aen Gerrit Wilhem van Brakel, die daer weder mede beleent is, 30 Julg 1723. Idem draegt dit leen op aen Adriaen van Borsele, die daer weder mede beleent is, 28 April 1725. Wilhem Hendrik van Borsele, erfgenaem sgns vaders Adriaen, beleent, 21 Julg 1728. Geertruid van Weelderen, wed. Adriaen van Borsele, Wilhem Hendrik van Borsele, Jacob van Brakel namens sgn vrou Maria Catharina van Borsele, Justina Geertruid en Jan van Borsele laten appröberen en registreren sodane acte als den 7 Jung 1728 onder haer gepasseert is, 28 Aug. 1728 8). Adriaen Jan van Borssele, minderjarig, erfgenaem sgns vaders Wilhem Hendrik, beleend, 27 Jung 1747 4). Willem van Dopff, nomine uxoris vrouwe Anna Cyna Elisabeth van Borssele, erfgenaam en successeur van Dirk Willem Hendrik van Borssele, beleend, 14 May 1770. •) En vrouwe Justina vanBorsele (Leenakte). „„„„,,+„, ») Haar moeder is Geertruydt Vijgh, douariere van Louis van Steeland (Leenakte). ») Het betrofl de goedkeuring door de kinderen van het testament door hunne ouders A van Borssele en G. van Weeldefen den 19 September 1724: gepasseerd. «) De beleening geschiedt door zijn moedor Maria van W ij h e (Leenakte). 318 126- AVESAET. Die thiende tot Avesaet, in Lnttelvelt ende in Nuwelant met allen heuren rechten ende tobehoren, tot eenen Zutphenschen leene opgedragen bg" Derck van Her win en, ridder, ende Johanna, sijn wgff, tot behoeff van Otto van Buren Lambertssoon, a°. 1400. Idem, a°. 1402. Lambert van Buren, erve sgnes vaders Otten, a°. 1404 Idem, a°. 1424. Johan van Buren, erve sgns vaders Lamberts, a°. 1433. Lambert van Buren, successor Johans voorn., a°. 1457. Idem eedt vernijdt, 19 Octobris 1473. Idem, 1 Julii 1486. Elisabet van^Buren, huysfrou Crachts v a n C a m p h u s e n , erve hares vaders Adrians Lambertssoon, 28 Septembris 1538. Claes Vyghe, amptman, bij transport Elisabets voorn., eodem die Idem eedt verngt, 24 Martii 1544. Idem, dit ende den Hage voor een leen ontfangen hebbende, sal dieselve voortan voor 2 verheffen, 23 Februarii 1550 Idem eedt verngt, 13 Octobris 1557. Idem tuchtigt sgn vrouw Anna vanGelder,24 Januarü 1560. Diedrick Vijgh, amptman, erve sgns vaders Claes, 20 Novembris 1595 2). Johan Vggh, Diedricks tweede soon, bg maechgescheyt beleent, 2 Julii 1616. Gerardt Vggh, erve sgnnes vaders Johans, beleent sgnde, draegt dit leen op ten behoeve van joffer Elisabet de Cock van Opgnen3), den 9 Augusti 1628. Eadem beleeninge, den 11 Decemb. 1628. Evert de Cock van Opgnen, erve sgnes susters Elisabeth, beleent, den 4 UCt. 1660. Wilt van Broeckhuysen, heer tot Eek, beleent als erve van snn ohem Evert de Cock van Opgnen, den 11 Dec. 1677. Diederick van Broeckhuysen, heer tot Eek, erve sgnes'broeders Wilt, beleent, den 31 Januaru 1680. Brant van Delen, capteyn, is sgn huider. Adam van Delen, erve sgnes ooms Diederick van Eek van Broeckhuysen, beleent, den 7 Octob. 1693. Seina van Delen, erve haers broeders Adam, beleent, 11 Febr 1704 Huider Otto van Wghen, haer man. Eadem en Otto van Wghe, egtelieden, laten haer beslote dispositie appröberen, 13 Octob. 1704. F Christiaen Eeinhard*), Evert Jan6), Anna Elisabet, Christina en Wilda van Wghe, kinderen en erfgenamen van Seina van Delen6) laten appröberen het maeggescheid den 24 Maert 1782 opgericht, 5 Mey 1732. ') Zie 124, blz. 314. 2) Bet leen wordt hier genoemd: de Nnwelantsche tiend in Lutkovelt :') Wedefrouw tot Soelen (Leenakte). «) Gehuwd met Henrietta Philippina van Brakel (Leenakte) .» Gehuwd met Hendrina Bentink (Idem). Wpen(IdemlReinier ™ BaSSeDn' als Tader der onmondige kinderen van Johanna van 319 Anna Elisabet van Wghe, erfgenaem haers moeders Seina van Delen en uit kragt van het geapprobeerde maeggescheid, beleent, eodem die. Deselve laet haer besloten dispositie appröberen, 13 April 1736. Jacob Taay in qualiteit als executeur testamentair beleend, 1 May 17441). Christiaan Reynoud van Wghe, erve sgns susters Anna Elisabet, beleend, 2 Jung 1744. Seyna Jacoba Isabella van Wghe 2), Maria van Wghe, douariere Willem Hendrik van Borssele, Johanna Wilda, Willemina Frednca, Christina, Louise Henriette en Philippina van Wghe, erfgenamen haers vaders Christiaen Beinoud, beleend, 26 Febr. 1750. Jacoba Josina Isabella van Wassenaer, geb. van Wghe, laat appröberen en registreren een volmagt, betrekking hebbende tot hare testamentaire dispositie van den 22 Jung 1763 over de leenen in dese provintie gelegen, 14 Sept. 1763. Eadem laet het besloten testament, met en nevens haar man Fredrik Hendrik van Wassenaer den 22 Jung' 1763 opgerigt, appröberen, 13 Oct. 1763. Gosen Geurt Bentinck, successor feudalis van Anna Elisabeth van Wghe, beleend, 30 Jung 1773. Idem draagt dit leen op in handen van den heer Stadhouder der leenen ten behoeve van Jan van Meteren, eodem die. Jan van Meteren uyt kragt van dien afstand beleend, 21 Octob. 1773. Idem laat registreren een extract uyt het signaat van testamenten, tochten en andere uyterste wille des ambts Neder Betuwe, 5 Maart 1804. Johan Adriaan Heuff cum sociis laat registreren een geopende testamentaire dispositie wijlen Johan van Meteren d.d. 25 Jan. 1804 beslooten gepasseert, d.d. 23 August. 1806. 127. AVESAET. Die thiende, geheiten die Grasbroieke, in den kerspel van Avesaet gelegen, groot ende cleyn, met allen heuren tobehoren, tot eenen Zutphenschen leen getransporteert bij Alart heer van Buren ende van Boesinchem op sgn soon Otto van Buren, a°. 1403. Idem tuchtigt sgnen vader, a°. 1403. Alart van Buren beleent, a°. 1408. Johan van Buren, heer tot Ewiek, tuchtigt sgn vrou Alienora van Berssel an dit leen, a°. 1426. Elisabet van Buren, huysfrou Gerhards van Culenborch, dochter Johans voorn., beleent, 20 Septembris a°. 1442. Eadem tuchtigt haren man voorn., eodem die. ') Erfgenamen zijn voor V» haar zuster Christina met hare twee zonen; '/, haar zuster Wilda en haar kleindochterje Sina Anna Elisabet van Borsselen; voor V, de dochters van haar broeder Christiaen Reinold, Sina en Wilda; vóór 'U de kinderen van haar broeder Evert Jan, wiens vrouw hier Margareta Bentink genoemd wordt, namel. Sina Margaretha, geh. met van Nieuwkerken van Nieuwenheim, en Catharina (Leenakte). ■) Met haren man Frederik Hendrik van Wassenaer (Leenakte). 320 Jasper van Culenborch, Gerhards soon, erve sijner moder Elisabet voorn., anno 1452. Sjjn vader is hnlder. Idem doet self eedt, a°. 1462. Idem vernijt eedt, a°. 1470. Idem, a°. 1474, 3 Julii. Anna van Culenborch, vrou to Weerde, weduwe t o t P a 11 a n t beleent 27 Junii 1527. Erard heer t o P a 11 a n t, erve sijner moder Anne Voorn., 13 Aprilis 1530. Sgn huider is Melchior van Culenborch bast. Idem stelt tot huider Cornelis van Eek, 16 Septembris 1533. Floris van Pallant, erve sgnes vaders Erards, vernyet eedt deur snn huider Gerhard van Culenborch Melchiorssoon, 25 Novembris 1544. Idem eedt verngt deur Joachim van Heumen, 16 Aprilis 1556. Idem geexcuseert van t leste placaet, 16 Augusti 1594. Floris graeff van Culemborch, erve sgnes vaders Floris, beleent, 5 Octobris 1598, vermitz sgnen volmechtigen Arnt van Buren, drost van der Lede. Idem tucht sijn gemalin Catrin gravin ten Berg, 11 Julii 1606. Idem laet sgnne beslooten dispositie appröberen, den 15 Meert 1629. Philip Theodor grave van Waldeck Pyrmont, Culenborch als eenige ende universele erffgenaem ex testament» van sgn vruntel. L oom Floris grave van Culenborch beleent, den lesten Julii Idem laet sgnne houwelixe vurwarden, met vrouwe Maria Magdalena graeffinne van Nassau etc. opgericht, appröberen, den 8 September 1639. Hendric Wolraet grave van Waldec, Piermont ende Culenborch, onmundich, erve sijnnes heer vaders Philip Theodor, beleent, den 27 Mev 1646. J Georg Frederick graeve toe Waldeck, Piermont ende Cuylenborch, erve sgnes neven Hendrick Wolraet, beleent, den 27 October 1664. Idem laet sgn besloten dispositie appröberen, den 13 July 1678. Idem laet appröberen de transactie met Georch Ludewich graeve toe Erbach ende vrouwe Amilia Catharina gravinne toe Erbach, geboren gravinne van Waldeck, Piermont ende Cuylenborch, den 6 Sept. 1684 ingegaen, den 30 Septemb. 1687. Idem laet sgn besloten dispositie appröberen, den 31 October 1689. Louisa Anna vorstin tot Waldeck, gravinne tot Piermont, Culenborch etc., erve haeres vaders Georch Frederick volgens desselfs testamentaire dispositie, beleent, den 18 Septemb. 1693. Den 25 July 1694 is de dispositie van de heer Georch Frederick vorst tot Waldeck ten firie van registrature overgegeven. Ernst Frederik hartog te Saxen, na dode van vrou Louisa Anna erfgenaem fideicommissair sgns grootvaders Georg Frederick furst van Waldek, beleent, 13 Septemb. 1714. Idem draegt dit leen pp aen de Staten des QuartiersvanNgmegen,die daer weder mede beleent sgn, 28 Mey 1720. Deselve dragen dit leen op aan 321 Willem Carel Hendrik Friso, bg der gratiën Gods prince van Orange en Nassauw etc, die daar weder mede beleend is, 16 August. 1749. Willem V, bij der gratiën Gods prince van Orange en Nassauw etc., minderjarig, na overigden van desselfs heer vader Willem Carel Hendrik Friso, glor. ged., beleent, 6 Nov. 1752. Idem, meerderjarig geworden, laat eed vernieuwen, 18 Aug. 1767. 128. ALDENAVESAET. Dat veerstadt tot Aldenavesaet, met sgnen tobehoren; item 6 mergen lants, to Kirckavesaet gelegen, noortwert neven de Hamerperrick, suydwert neven een mergen lants, Grnys de Swart tobehorende, tot Zutphenschen rechten. Gerit van Zoelen, na eedtsvernyonge, transporteert dit op Johan van Lyenden bastart, 23 Septembris 1473. Idem tuchtigt voort sgn vrou Aleyt van Zoelen. Johan van Lyenden Johanssoon beleent bg consent sgnes broders Henricks ende vertich sgner moder Algt op haer tucht, met bescheit bg leven sgner moder nyet te versetten end sgnen voorn, broder die 6 mergen te laten gebruken so lang die moder leeft, 26 Februarii 1482. Algt van Zoelen, erve hares soons Johans voorn., 3 Martii 1486. Heur huider is Jan van Zoelen bast., haer broder. Eadem, a°. 1492. Bette Jans, weduwe Johans van Linden Henrixsoon, mitz haren momber Gerhard Voet beleent als erve hares soons Henricks met den 1/3 van den groten thiend •), met heuren tobehoor, tot Avesaet; item dat veer tot Aldenavesaet, met sgnen lobehoren; item 6 mergen lants, tot Kirckavesaet gelegen, tsamen nu tot een leen gemaeckt; beheltlick Aleyt van Zoelen hare tucht, 21 Aprilis 1517. Johan Vos*) bg transport Algts van Zoelen ontfengt die 6 mergen ende t veerstat tot Avesaet ende to Wadenoyen, 21 Martii 1522. Idem belooft sgnen neeff Gerrit van Linden te transporteren sgn leengoet Breedstuek end Laeck, met het veer tot Aldenavesaet, daerop 6 weken uutstellinge gegeven is, 12 Aprilis 1540. Gerrit van Linden bg transport Johans voorn., 28 Augusti 1544. Jacoba, weduwe Gerits voorn., crigt uutstel, 15 Junii 1558. Eadem voor haer kinder noch uutstel, 1 Julii 1556. Eadem noch uutstel, 81 Octobris 1557. Otte van Linden bg refutatie harer moder Jacobae uut crachte des maechgescheits beleent deur heuren huider Johan van Dorp, 18 Martii 1558. Aljjt van Linden, huysfrou Johans % a n Winsum, erve harer suster Otte voorn., ontfengt S1^ mergen landts, geheiten die Laeck, in den ampte van Nederbatuwe, in den kerspel van Kerckavesaet gelegen, nortwert neffens den Hamerperck, suydwert heneffens Seger van Steenhuys goet genoomt het Bredestuck; item noch het veerstat tot Aldenavesaet end to Wadenoyen, met sgn tobehoren, 3 Augusti 1594. ') Zie 129 blz. 823. ■) Hij wordt in de akte haar neef genoomd. Nijmegen. 21 322 Gerrit van Maren, erve sgner moder Aleyt, beleent, 23 Maii 1620. Peter van Maeren, erve sgnnes vaders Gerrite, beleent, den 25 April 1638. Idem laet het accort met sgnne sustersx) ingegaen, appröberen, den 15 Augusti 1638. Wendelina van Isendoorn 2) ten opsichte van 3y2 mergen landts ende Adriana van Maeren mette veerstat beleent, ende laet Wendelina van Isendoorn haere dispositie appröberen, den 29 Martii 1652. Margareta Wgnants van Eesant laet de deilinge over de goederen van haer bestemoeder Wendelina van Isendoorn appröberen ende haer beleenen met 8V2 margen lants, genoempt de Laeck, den 2 Sept. 1669. Cornelis Wgnants van Eesant, Med. Dr., haer broeder, is huider. De kinderen van Adriana van Maren s), erfgenamen haers moeders, beleent met het veer tot Aldenavesaet en Wadenoyen door haer vaderende mombers, 15 Julii 1698. Iidem dragen het op aen Johan de Cock van Delwgnen, die daer weder mede beleent is, eodem die. Idem laet sgn beslote dispositie appröberen, 8 Sept. 1702, 5 April 1718, 30 Mey 1721, 11 Nov. 1723. Bartold van Haeften, erfgenaem sgns ooms Johan de Cock van - Delwgnen, beleent, 10 Decemb. 1725. Idem laet sgn beslote dispositie appröberen, eodem die. Jan Walraven de Cocq van Haeften, erfgenaem sgns vaders Bartold van Haeften, beleend, 10 Jung 1775 *). Gerrit van Goor laat appröberen en registreren een gerigtelgk transport met relatie tot dit leen en sig uyt dien hoofde daer mede beleenen, 18 Januarg 1792 5). 129. AVESAET. Dat derdendeel van der groten thienden tot Avesaet, met heuren tobehoren, tot Zutphenschen rechten. Joban van Lyenden bastart verngt hiervan den eedt, 24 Septembris 1478 8). Ende tuchtigt sgn vrou Algt van Zoelen daeran. ') Zy zijn: Jacomina, geh. met Pelgrom Vogolsanck; Adriana; Alit, geh. met Johan Wijnants van Besand en Henrica (Leenakte). *) Wed. van Gerrit van Haren; Adriana is het onmondige dochtertje van Peter. In haar testament stelt Wendelina in tot erfgenamen hare dochters Jacomina, Aleyda, Henrica, geh. met Dr. Johan van Hattum, en voorn, kleindochtertje (Leenakte). 3) Zy was gehuwd met Theodorüs Schepman, en haar onmondige oudste zoon Peter wordt beleend, zoodat de aanteekening in het register niet juist is. *) Zijn moeder is Margriet baronnesse van Lynden; zijn broeder en zusters: Beynier; Theodora Anna, geh. met Jan Jacob baron de Geer; Henrietta Margriet, geh. met Carel Lodewijk baron de Pagniet; Margaretha Beinera, geh. met Evert Ludolph baron van Heeckeren van Walyen; de 30 Junij 1773 overleden Johanna Christina Agnes, en Charlotta Jacoba geh. met Alexander baron Schimmelpenninck van der Oye (Leenakte). •) J. W. de Cocq van Haeften was toen overleden; zijn kinderen zijn: Margaretha, douariere Lucas Willem van Essen; Margaretha Beioiera Ursulina Philippina; Isabella Catharina en Barthold (Leenakte). °) In de akte staat nog: Beheltelich meyster Goessens van Lyenden sijnre tochten dair an. 323 Henrick van Lyenden, erve sgnes vaders Johans, 26 Februarii 1482. Beheltlick sgner moder Algt heur lgftucht. Idem, a°. 1492; beholden sgner moder Algts lgftucht. Bet Jans, weduwe Johans van Linden Henrixsoon, erve hares soons Henrix, 21 Aprilis 1517. Adrian van Eossem bg transport Betten voorn., 12 Julii 1521. Idem eedt verngt, 20 Septembris 1588. Idem, 7 Julii 1544. Idem tuchtigt sgn vrou Petronella vanEiemsdgck,18 Septembris 1549. Otto van Eossem, erve sgns vaders Adrians, 11 Julii 1553. Jacoba, weduwe Gerits van Linden, bij transport Otten voorn., die helft van het Vs> eodem die. Otto van Eossem verngt eedt van de helft van desen Vs. H J™>n1556Eadem crigt uutstel, 81 Octobris 1557. Eadem belooft harer dochter,Eeex die helft van desen Va »innen i**rs over te geven, 18 Martü 1558. Jasper van Eossem, erve sgnes vaders Otten, 5 Januarii 1578. V3. Balthazar van Eossem, hopman ende schultes van Boesburch, bgi transport Jaspers voorn., die mede van sijn vrou volmacht hadde, met namen Eustacia van Hemert om haer gerechticheyt Balthazars oick op te dragen, sgnde eenen wagenthiend uut den groten thiend van Kerek- ende Capelavesaet, eodem die. Idem tucht sgn vrou Margriet vanBoeckholt.27 Decembris 1611. Carl van Gent, erve sgns ooms Balthazars voorn., beleent, 19 Aprilis 1616. Anna van Eossem Wilhemsdochter, huysfrou Bernts v a n L a c kh u y s e n , erve hares neven Carls, beleent sgnde maeckt dit onder haren 4 kinderen Wilhem, Guede, Stineken ende Neeltien deylhar, 9 Maii 1626. Willem van Laeckhuysen, erve sgnner moeder Anna van Eossem, beleent, den 5 Januarii 1637. Johan Bernart van Laeckhuysen, erve sgnes vaders Willem, beleent, den 11 April 1662. Idem draegt dit leen op aen Eoelant van Lith de Jende, onmundigen soon van Hendrick van Lidt de Jende, ontfanger tot Tiel, die oock huider is, den 4 Augusti 1694. Cornelis Philip van Lid de Jeude, als man en momber sgner huisvrouwe vrouwe Christina Margareta Wgnen, laet appröberen het maeggescheid den 30 April 1708 tussen de kinderen en erfgenamen van Hendrik van Lid de Jeude en vrouwe Sara Carpentier, egtelieden, opgerigt, en word vrouwe Christina Margareta Wgnen, na afgem'aekte versuimen, daermede beleent, gelgk hetselve leen door dode van Eoelof van Lid op sgn vader Hendrik van Lid, en van die uit kragt van maeggescheid op haer gekomen is, 2 Dec. 1710 ). Huider haer man. ') De andere kinderen van Hendrik van Lid de Jeude zgn: Anna Lucia, geh. met Cornelis van de Graeff; Sara Isabella en Cornelis Arent. Christina Margaretha Wijnen is de dochter van Dr. Eichard W. en Wilhelmina Harscamp, laatst wed. van voorn. Hendrik van Lid de Jeude. 324 Cornelis Eyerhard van Lidt de Jeude, erfgenaem sgns vaders Cornelis Philips, beleent, 11 Jung 1738. Willem Albert van Lidt de Jeude, erfgenaem sgns broeders Cornelis Everhard, heleend, 5 Dec. 1775. Idem draagt dit leen op aan Decan en capitolaren der kerke van ste Pieter t' Utrecht en derselver gekoren sterfman of huider Jan Balthasar Strick van Linschoten, die daar weder mede beleend sgn, 27 Jan. 1776. 129a. AYESAET. De helft van een dardendeel van de tyenden tot Avesaet, met sgnnen toebehooren, in den ampte van Nederhetuwen gelegen, tot een besonder leen ten Zutphenschen rechten ontfangen bij Petronella van Laechuysen uuyt cracht van dispositie van haer moeder Anna van E o s s u m, den 26 Nov. 1639. Coenraet van Berchum, ritmeester, oer man, doet hulde. 180. AVESAET. Een thiende, geheiten een derden deel van der groten thienden tot Avesaet. Johan van Bgswyck tuchtigt sgn vrou Johanna an 32 fr. schilden sjaers daeruut, a°. 1487. Een leengoet, geheiten den halven Wagenthiend, gelegen op Kerek- end Capelavesaet, in den ampte van Nederbetuwe, met noch 27a mergen landts, gelegen op Kerckavesaet, geheiten het Breedstuck, tot Zutphenschen rechten. Seger van den Steenhuys verngt hiervan den eedt, 10 Decembris 1581. Idem crigt acte van diligentie, doch alleen van eedvernijong, 29 Julii 1594. N» Johan van Winsum, ontfangende beleninge voor sgn vrou Algt van Linden, bericht dat dese 2V2 mergen, gênant Breedstuck, van 6 mergen afgenomen ende neffens den :/2 Wagenthiend Segeren voorn, met sgn vrou Bixt van Linden in hilick medegegeven sgn l). Steven van den Steenhuys, erve sijnes vaders Segers, beleent, 6 Decembris 1611. Idem maeckt, so hij sonder lgffserven sterft sonder bg sgnen leven tseste deel van den groten coornthiend op beyde Avesaeten te veraüeneren, dat dan sulck sestedeel thiends op sijn suster Hadewich van den Steenhuys ende hare lijffserven erven sal, 28 Maii 16202). ') Zie op 128, blz. 321, 3 Aug. 1594. *) Uit de akte blijkt dat zijn moeder Maria van der Steen is. 325 Idem tucht sgn vrou Catrin van Bemmel, eodem die. Idem verclaert snn utterste wil ende meenunge to sgn, dat indien sgn •enige dochterken joffer Josina van Steenhuys, off andere snnno kinderen, soo hg noch soll moogen commen to crrjgen, sonder lrjttserven quamen to overlgden, dat alsdan dit leen sall vallen ende erven op sgnne tegenwoordige eenige suster joffer Hadewichl van Steenhuys, huysfrouw van Willem van Golsteyn, den 14 Junu 1636. Idem laet de houwelixe vurwarden tussen Johan van den Steenhuys ende joffer Josina van den Steenhuys, sijn dochter, den 10 October 1641 opgericht, appröberen, den 26 October 1643. Vrouwe Josina van den Steenhuis, erfgenaem van Steven van den Steenhuys, beleent, den 14 Martii 1682. Johan van den Steenhuis, erve sgns moeders Josina, beleent, den 15 April 1698. Zeger van den Steenhuis, erfgenaem sgns vaders Johan, beleent, 3 Jan. 1709. Idem draegt dit leen op aen Hermen Dgkmeester, die daermede beleent is, eodem die. Hermen, Maria Catharina en Heimerik Dgkmeester, onmundig, erfgenamen haers vaders Hermen, beleent door desselfs moeder Maria Vos, 80 Maert 1718. Hdem, meerderjaerig geworden sgnde, eed vernieuwd, den 10 Jnng 1739. Heymericus Dgkmeester laat appröberen en registreren een extract magescheyd den 13 Jung 1760 over den ouderlgken boedel opgerigt, 3 Octob. 1760. Idem na dode sgner ouderen en uyt cragt van gemelte magescheyt beleent, eodem die. Idem laat sgne opene testamentaire dispositie van den 1 Octob. 1764 appröberen en registreren, 3 Octob. 1764. Herman Dgkmeester, erfgenaam sgns ooms Heymericus Dgkmeester, beleend, 5 Julg 1765. Idem en Catharina Pieternella vanSngtelen, ehelieden, laten hare reciprocque tugtmakinge van den 21 May 1766 appröberen en registreren, 17 Jung 1766. 131. KEBCKAVESAET. Een hoffstadt, geheiten Muggenberch, met 7 mergen lants daeran gelegen, in den kerspel van Kerckavesaet, daer naest gelandt is oostwert die persoon van Avesaet, Willem van Langeraeck ende Johan van Buren, heer to Ewiek, westwert Johan van Bijswick, suydwert heer Sweder Cobhinck, commanduer to Tiel, ende Wolter van Averrhgn Hackens., noortwert die gemeyne weteringe, tot Zutphenschen rechten ontfangen bg Johan vanBgswick Albertssoon, a°. 1482. Ende hg tuchtigt voort sgn vrou Johanna daeran. 326 Johan van Avesaet hij transport Johans voorn., a°. 1440. Hier staet tot Aldenavesaet gelegen, boven naest gelant d' erfgenamen Johans van Buren, heer to Ewiek, met den Erckelschen goede, beneden Johan Vos van Avesaet, streckende met den eenen eynde op de Rodeackersche weteringe, met den anderen eynde op de gemeyne straet voor de capel van Aldenavesaet. Henrick van Avesaet, erve sgnes vaders Johaps, a°. 1476. Mechtelt, weduwe Claes Vree de, bg transport Henricks voorn., 11 Julii 1481. Willem Aerts, haer dochter man, huider. Willem Aerntssoon, erve sgner moder Mechtelt, eerst huysfrou Claes Wreden ende na huysfrou Jacobs van Schorrenberch geweest, a°. 1500. Evert Henrickssoon bg transport Willems voorn., eodem die. Gerrit Evertssoon van Geysteren, erve sgnes vaders, a°. 1515. Evert van Geysteren, onmundich, erve sgnes vaders Gerrits, 13 Julii 1521. Die weduwe Gerrits crigt uutstel voor heure onmundige kinderen 28 Novembris 1521. Evert van Geysteren selffs eedt gedaen, 22 Septembris 1538. Idem eedt verngt, 8 Julii 1544. Thonis van Wghe, weduwe Lodwicks van Brakel, bg transport Everts voorn., a°. 1547, 31 Augusti. Eadem eedt verngt deur Dirck van Brakel, 11 Junii 1556. Hubert van Brakel, erve sgner moder Anthoniae, 6 Martii 1575. Dirck van Brakel bg transport Huberts voorn., eodem die. Idem eedt verngt, 30 Septembris 1581. Dirck van Brakel, erve sgnes vaders Dircks, 9 Februarii 1594. Idem maeckt dit leen sgnen tweeden soon Henrick van Brakel, ende tuchtigt sgn vrou Eva van Zuylen, 3 Junii 1619. Diderick van Braeckel, onmundich sgnde, als erve sgnnes vaders *) beleent, den 12 Octob. 1654. Huider Steven Bentinck. Deselve doet selfs eet ende laet sgn houlgie vorwaerden met vrouwe Justina van Borselen, dochter tot Geldermalsen, den 26 November 1677 opgericht, appröberen, den 25 Decemb. 1677. Adriaen van Borssele als bloedmomber en voogd van de kinderen en erfgenamen van Diderik van Brakel beleent, den 15 April 1698. Gerhard van Brakel, meerderjarig, vernieuwt eed, 19 Febr. 1706. Idem draegt dit leen op aen Floris Adriaen van Brakel, die daer weder mede beleent is, 17 April 1706. Idem laet de huwelgxvoorwaerden den 17e deser met sgn vrou Margareta Ggsberta van Steeland opgerigt, appröberen, 29 Jung 1711. Diderik Louis van Brakel, onmundig, erfgenaem sgns vaders Floris Adriaen, beleent, 80 Julg 1728. Margareta Gijsberta van Steland, pro se en als moeder en momberse van hare minderjarige soon Diderik Louis van Brakel, draegt dit leen op aen Gerrit Wilhem van Brakel, die daer weder mede beleent is, 80 Julg 1723. Idem draegt dit leen op aen *) Floris (Leenakte). 327 Adrianus Cock en Abraham Verspgk, die daer weder mede beleent sgn, 7 Jan. 1724. Bernard Cock als erfgenaem sgns vaeders Adrianus beleend, 17 Maert 1740. Adriaan Cock, minderjarig1), erfgenaam sgns vaders Bernard, beleend, 27 Novemb. 1764. Antony Heuff, voor zig en namens sgn vrouw Derkje van Meeteren, laat registreren een gerigtelgk transport den 6 Novemb. 1796, ten haaren behoeve gedaan en uyt hoofde van dien dit leen ten haren naame overtekenen, 13 Julg 1797 2). 132. ALDENAVESAET. Een hofstat tot Aude Avesaet, haldende 5 mergen laute; item in den Ouden weert 3 mergen landts, geheiten die Mane; in denselven weert 3 mergen end 2 hont lants, geheiten die Geer; item in denselven Ouden weert 4 hont lants, geheiten die Bellen; item int Paradis 3 mergen lants; item op den Hoemborgen 5 mergen lants; item int Nuwelant 4 mergen; op Rodacker 11 hont; op den Bolke 13 hont; in den Leeper 11/2 mergen; opt Rot 51/2 bont; in den Enge 1 mergen; op der Hare 1 mergen; in den dorpe tot Oudeavesaet een hofstat, haldende eenen mergen lants; item in Avesater Grasbroeek 5 mergen lants; tot Zoelen opter Lingen 10 mergen, geheiten Zoelenreweert, so die daer gelegen sind, tot eenen Zutphenschen rechte ontfangen bg Derck Doys van Avesaet, a°. 1402. Jutte van Loenresloot, suster Dircks Doeus van Avesaet, ontfengt een hofstat, geheiten Aldeavesaet, met den lande, thienden ende mannen daerto gehorende, gelegen in den kerspel van Kirckavesaet, anno 1413. Johan van Loenresloot, heur soon, is huider. Johan van Loenresloot, a°. 1416. Hier staet Dirck Deus hofstat van Avesaet, met lande, thienden, mannen. Idem Hubertssoon transporteert een hofstat, die Dirck Dons van Avesaet was ende hem van Jutte, sgner moder, angecommen is, gelegen in Nederbetuwe, in den kerspel van Kirckavesaet, in der maelschap van Aldenavesaet, holdende 5 mergen lants omtrent, daer Wolter Hackensoons erfgenamen boven naest gelant sgn, ende beneden Otto van Buren ende Johan van Loenresloot selve, tot behoeff van Willem van der Moilen, a°. 1422. Idem, a°. 1424. Ggsbert van der Moeien, erve Willems, a°. 1454 s). Idem eedt verngt, 24 Septembris 1473. ') Zijn moeder is Johanna vanderHoop (Leenakte). ») Johanna van der Hoop wordt in deze akte' genoemd wed. van Jan Hendrik Coerman. ") Uit de akte blijkt niet dat Gijsbert de erfgenaam 1 s van Willem. 328 Idem, 22 Octobris 1484; met bescheit dat sgne twee dochters Gndelt ende Ermgart, d' een na d' ander, erven sal, ende stnrve die leste sonder kinder salt gaen daert God ende die heylich kerek erven sallx). Willem van Herwin en, erve sgner moder vader Gijsberts voorn., 8 Jnln 1519; geheiten den Aldenavesaet. Ggsbert van Herwinen bg transport sgnes broders Willems, 10 Septembris anno 1526. Willem van Herwinen, erve sijnes broders Ggsberts, 5 Novemb. 1584. Johan van Herwinen, erve sgnes vaders Willems, 80 Julii 1563. Johan van Winsem Plorissoon bg transport Johans voorn., eodem die. Idem tuchtigt sgn vrou Frederica Vos, eodem die. Idem verngt eedt end tuchtigt sgn vrou Algt van Linden, 8 Augusti 1594. Idem maeckt so hg sonder kinder sterft ofte deur noot nyet gedrongen wort dit leen te vercopen, dat het dan erven sal op Johanna van Hemert 2), Walraven van Hemerts ende Marie van Herwinens dochter, ofte bg gebreck harer op haren broder Staes, verwant in gelijcken grade met den kindren van Bronchorst van Hulsen, 17 Decembris 1605. Johanna van Hemert, erve Johans van Winsem, vermötre makinsre beleent, 21 Junii 1621 3). Wilhem van Bronckhorst to Hulsen, erve sgnes neven Johans van Winsem, beleent, 16 Julii 1621. Lambrecht van Sgl, erve sijnes neven Johans van Winsem, beleent 18 Octobris 1621. n Staes van Hemert, erve sgner suster Johannae, beleent uut cracht van makinge, 13 Maii 1622. Alexander van Zgl, erve sgnnes vaders Lambrechts, beleent, den 23 Augusti 1639. Cornelis Adriaens. van Zgl, erve sijnnes ooms Alexander, beleent, den 28 October 1644. Idem laet sijnne tucht ende dispositie appröberen, den 4 Junii 16464). Adriaen Cornelis van Zgl, erve sgnes vaders Cornelis, beleent, 9 April 1650Steven van Zgl, onmundich, erve sgnes broeders Adriaens, beleent, den 27 Jung 1663. Anneken van Zgl8) verbindt haer contingent dat haer volgens haer vaders 'dispositie, den 4 Jung' 1646 geapprobeert, uyt dit leen toequam, ende Steven van Zgl, geassisteert met sgn moeder, dit leen in subsiduum ende voor het restoir dat daer te cort mochte comen voor een summe van duysent gl. aen Berent de Cock, schultis tot Soelen, den 27 Jung 1663. Maria van Emelaer, wed. van Cornelis Adriaens. van Zgl, erve haeres soons Steven, beleent sgnde, draecht hetselve leen op nevens haere kinderen Catharina van Sgl, mitsgaders Derck Gijsberts. van E o ttenborch ende Apna Maria van Sgl, eheluyden, kinderen ende erfgenaemen van Cornelis Adriaensen van Sgl, aen *) Zijn vrouw is Ermgart van Hemort (Leenakte). *) Sijn niebte; Staes is de jongste zoon van Walraven (Leenakte). 3) Haar vader is bulder (Leenakte). *) Zijn vronw is Merritgen van Emoler (Leenakte). 6) Zuster van Steven (Leenakte). 329 Bernart Cock, schnltus tot Soelen ende Avesaet, den 22 April 1681. Idem draegt dit leen op aen Otto yan ff jhe tot Egtelt, den 21 Jung 1695. Christiaen Eeinhard, Evert Jan, Anna Elisabet, Christina en Wilda van Wijhe, kinderen en erfgenamen van Otto van Wijhe, laten appröberen het maeggescheid den 24 Maert 1732 opgerigt, 5 Mey 1732. Anna Elisabet van Wghe, erfgenaem haers vader Otto van Wjjhe en uit kragt van het geapprobeerde maeggescheid, beleent, eodem die. Deselve laet haer beslote dispositie appröberen, 13 April 1736. Jacob Taay in qualiteit als executeur testamentair beleend, 1 May 1744. Christiaan Eeynoud van Wghe, erve sgns susters Anna Elisabet, beleend, 2 Jung 1744. Seyna Jacoha Isabella, Maria, Johanna Wilda, Willemina Prederica, Christina, Louisa Henriette en Philippina van Wghe, erfgenamen haars vaders Christiaan Reinoud van Wghe, beleend, 26 Febr. 1750. Jacoba Josina Isabella van Wghe laat appröberen en registreren een volmagt betrekking hebbende tot hare testamentaire dispositie van den 22 Jung 1763 over de leenen in dese provintie gelegen, 14 Septemb. 1763. Eadem laat appröberen 't besloten testament met en nevens haar man Fredrick Hendrik van Wassenaer den 22 Jung 1763opgerigt, 13 Oct. 1763. Gosen Geurt Ben tink, successor feudalis van Anna Elisabeth van Wghe, beleend, 80 Jung' 1773. Idem draagt dit leen op in handen van den heer Stadhouder der leenen ten behoeve van Arnoldus Dirkse van Wgck, eodem die. Arnoldus Dirkse van Wgck uyt kragt van dien afstand beleend, 21 October 1773. 133. AVESAET. Drie mergen ende 2 hont lants, gelegen in den Alden» weerde, met eener sgde bg lande Derx van Vlodorp, met der ander' sgden bg' lande Jordan Mg'lings erffgenamen; item 3 mergen 1 hont, geheiten die Maen, met der eener sgden bg Lingen dgck, met der ander sgden bg lande der erffgenamen Jordens voorn.; 3 mergen int Paradis, met der eener sgden bg lande Goderts Holle, met der ander sgde bg lande Wilhems van Langeraeck; 1 mergen op den Hamborgen, met eener sgden bg Joannes van Avesaet, met der ander sijden bg land Arnt Henrichssoons; 5V2 hont in der Ynge, geheiten die Botte, met der eener sgden bg lande Wolters van Overrgn Hackensoon, met der ander sgden bg st. Agaten lande; 13 hont op den Bollick, met der eener sgden bg heeren Arnts van Leyenberch, met der ander sgde bg lande des heeren van Arkel end Derich Holl; 11 hont op Raedaeker, met der eener sgden bg Gerit van Puflich, met der ander sgde bg lande Wilhems van Langerack; 2 mergen in den Lepar, met 330 eener sgde bg heeren Amts van Leyenberch, raet der ander sgden bg lande Claes des Weeldigen erfgenamen; 4 hont op den Bellen, bg st. Agaten met der eener sgden, met der ander sgden Derichs van Vlodorp, van voorgaenden leene affgenomen, tot Zutphenschen rechten. Margriet van Loenresloot, bg transport Johans van Loenresloot, met bescheydt so sg sonder gebeurt sterft sal dit weder op Johan end sgne erven vallen, a°. 1416. Goossen van Isendorn Hubertssoon ontfinck dit, a°. 1430. Lgsbet van Wghe Tyckens dochter bg transport Goossens, a°. 1431. Heur huider is Eodolph Hack. Eadem stelt heuren man Henrick van Wge tot huider, a°. 1438. Lgsbet van der Hoeven deur heuren huider Ggsbert van der Hoeven Claessoon ontfengt 16 mergen lants, tot Avesaet gelegen, a°. 1440. Eadem, huysfrou Ggsberts voorn., a°. 1465. Eadem eedt verngt, a°. 1473, 9 Septembris 1481. Derck van der Hoeven beleent, a°. 1503. Henrick van Geysteren bg transport Dercks voorn., a°. 1500. Engele van Geysteren, huysfrou Wynands Johanssoon, erve hares broders Henricks, 12 Julii 1521. Eadem tuchtigt haren man, 14 Septembris 1521. Evert Winands bij transport sgner moder Engele, 2 Junii 1536. Idem eedt verngt, 22 Septembris 1538, 8 Julii 1544. Idem tuchtigt sgn vrou Gerarda so lange sij onverandersaet blijft, 8 Julii 1544. Johan Evertssoon Wynants, erve sgnes vaders, 29 Aprilis 1551. Idem eedt verngt, 20 Junii 1556. Evert Winands, Evertss., erve sgnes broders Johans, 24 Martii 1564. Elisabet van Cloetwgck, erve hares soons Everts, 29 Januarii 1579. Arnt Janssoon bij transport Elisabets voorn., eodem die. Willem Winandssoon, erve sgner moder Engele voorn., 27 Octobris 1579. Arnt Janssoon verngt eedt, 10 Decembris 1581. Johan Arntssoon, onmundich, erve sijnes vaders, 22 Julii 1594. Mechtelt van Rossem, huysfrou Jacob Gerrits van Dieden van Leuwenborch, als erve hares soons Johan Arntssoon voorn.]) beleent met 14 mergen lands, gelegen in Nederbetu, in den kerspel van Aldenavesaet, nemlick 8 mergen gênant het Paradis, östwert naest Jasper van Brakel, suydwert die gemeyn straet, westwert st. Agaten land, nortwert die gemeyn weteringe; 1 mergen 1 hont op Hombergen, ostwert naest Jacob de Böver, suydwert Gerrit Everts erven, westwert Vermölens erven, nortwert die gemeyn wetering; 8 mergen 1 hont op de Maen, ostwert naest Willem van Rossem, heer to Zoelen, suydwert Gerrit Tengnagel, westwert Jan van Riemsdijck ende nortwert de gemeyne dijck; 3 mergen 2 hont bij den Aldenweert, gênant den Blaesbalg, östwert naest de Lingesteeg, suyd- ') En volgons magescheid met hare dochter Mechteld Arnts, huysfrou Georgens Rokesen (Leenakte), 331 wert Johan Gosens erven, westwert den Aldenweert, ende nortwert Gerrit Tengnagel; 4 hont op den Bellen, ostwert naest st. Agaten land, suytwert die Lingesteeg, westwert Jan van Zoelens erven ende nortwert den gemeynen dijck; 572 hont in den Enge, geheiten die Botte ende 1 mergen 5 hont op den Roetacker; 9 Martii 1611. Gerhard van Dieden, erve sgner moder Mechtelt, heieent sgnde, draegt op Wolter van Heze omtrent seven mergen lands, in den kerspel van Aldenavesaet gelegen, te weten 3 mergen, gênant het Paradis, daer oostwert naest gelant is Sweer van Brakel, suydwert die gemeyn straet, westwert st. Agaten ende noortwert die gemeyn wetering; 1 mergen 1 hont op Hombergen, oostwert an Adrian de Cock Janssoon, suydwert Gerrit Lubbertssoon, westwert Grietien Baltis Segersdochter ende nortwert den Nulantschen wal an de wetering; 572hont in den Enge, geheiten die Rotte, oostwert an den Weertschen dg*ck, suydwert Jochim ende Dirck van Gent, gebroders, westwert die graeff van Buren endo nortwert Grietien Baltis Segersdochter; ende 1 mergen 5 hont op den Boetacker, oostwert an Johan Henrickssoon Oly ende Claes Wolterssoon, westwert Johan Henrickssoon Oly, suydwert Dirck Ggsbertssoon ende nortwert Cornelis Wolffs erffgenamen, 5 Junii 1614. Wilhem van Heze, erve sgnes vaders Wolters, beleent, 22 Aprilis 1618. Hendric van der Horst, erve sijnnes neven Willem van Heese, beleent, den 80 Septemb. 1641. Idem laet sgnne dispositie approbeeren, den 29 Septemb. 1643 1). Idem tucht sgn huysfrouw Maria Jans, 29 Septemb. 1643. Diderick van Weerdenburgh beleent, d&n 1 Octob. 1651. Peter Hans, Adriaentgen Gosens, Marten Hans, Joan ende Derck van den Oever vervangende haere suster Catharina van den Oever, ende Jenneken van der Horst, als moeder van haere kinderen bg Jan V è r w e y verweckt, laten haer uyt craCht van testamentmakinge van Henrick van der Horst beleenen, den eersten Aprilis 1652. Diderick van Weerdenburgh beleent, den 13 Maii 1657. 134. AVESAET. Twee mergen landts op den Bollicb, daer oostwerts naest gelant is Adrian Segerss., suydwert die gemeyne straet, westwert Willem de Röver ende noortwert die gemeine weteringe, affgesplit van 16 mergen t'Avesaet, tot Zutphenschen rechten getransporteert bij Johan Arntssoon, onmundich, tot een besunder leen op Jen Jacob Claesdochter, tot behoeff van haer dochter ') Zijn erfgenamen zijn: Reyner van Haeften, zijn neef; diens broeder Walraven; zijn neef Diederic van Weerdenborch; Johanna Catharina van Lantscroon; Adriaentgen Goossens, wed. van Aert de Raedt; kinderen van Gerrit Jans van den Oever, kinderen van Johan Haus, kinderen van Jenneken van der Horst, natuurlijke dochter van Gijsbert van der Horst; kinderen van Peter Dobbelsteen, natuurlijke broeder van Elisabeth Dobbelsteen, des erflaters moeder (Leenakte). 332 Gecrtgen Goossensdochter Verwey, 22 Julii 1594. Neesken Petersdochter, onmundig, erve harer moder Geertgen beleent, 30 Novembris 1602. Kinderen van Niesken Peters *) beleent sgnde, draegen dit leen op aen Peter Tegnagel, den 4 Februarii 1633. Antonis Tegnagel, erve sijnnes vaders Peters, beleent, den 14 Mey 1641. Jacobus Tegnagel, erve sgns vaders Antony, beleent, den 10 Julg 1690. Peter Tengnagel, erve sgnes broeders Jacobus, beleent sijnde, draegt dit leen op aen Diederick v a n B r a e c k e 1 tot den Braeckel, extraordinaris Baet deses V. ende Gr., den 27 Julg 1694. Adriaen van Borssele als bloedmomber en voogd van de kinderen en erfgenamen van Diderick van Brakel beleent, den 15 April 1698. Verder als 131, blz. 826. . 134a. AVESAET. Omtrent 7 mergen lands, nemlick drye mergen een hont op de Maen, noortwert an den gemeynen dgck, drye mergen twee hont bij den Aldenweert, genoomt den Blaesbalg, oostwert naest de Lingesteeg ende westwert den Aldenweert, ende vier hont op den BeUen, oostwert naest st. Agaten land, suydwert die Lingesteeg ende noortwert den gemeynen dijck; van voorgaende 14 mergen gesplit ende ten besunderen Zutphenschen leen opgedragen bg Mechtelt van Eossem, huysfrou Jacobs van Dieden, op Martin Thonissoon, 9 Martii 1611. Peter Martens van Wolffswinckel, erve sijnnes vaders Marten Tonis, beleent sgnde tuchtiget sgn moeder Hendersken Gerrits oer leven lanck, ende in gebruyc vant leen commende dat hg an derselver drye snateren off derselver erven sall betaelen oer quota van de pennongen daervoor tselve leen is aengecoft, den 2 Dec. 1689. Antony van Wolffswinckel, erve sgnes vader Peter Martens, beleent sgnde, heeft hetselve voort in handen des heeren Stadtholders overgegeven, ende is daermede weder beleent Crgn Hendricks Vermeulen, den 8 Mey 1663. Jantje Vermeulen, erfgenaem haers vaders Crgn Hendriks, beleent, 27 Octob. 1729. Hnlder Hendricus van Erekum, haer man. Henricus van Erekom en Jantjen van den Berg, eheluyden, laeten haer dispositie appröberen, den 23 Sept. 1738 2). Boelof van Erecum, erfgenaem sgner ouderen Henricus van Erecum en Jantje Vermeulen, beleent, 4 Jung' 1755. ') Hun vader is Johan van Batenborch den jongen (Leenakte). ") Hun kinderen zijn Roelof en Anna Maria (Leenakte). 333 134a § 1. AVESAET. Drie mergen een hond bouland opte Maen, noordwaards den gemeynen dg"k, oost en zuydwaarts Willem van Haselendonck, westwaarts de freulin van Dreumel, als een bgsonder leen en afgespleten van omtrent seven mergen, in den kerspel van Oldenavesaet gelegen, ten Zutphenschen regten opgedragen door Eoelof van Erecum aan Theodorüs van Erecum, die daar weder mede heieent is,4Jung 1755. Eoeloff van Erecum, erfgenaam sgns ooms Theodorüs van Erecum, beleend, 20 Jung 1781. Idem draagt dit leen op aan Ggsbert Dirksen van W g k , die daer weder mede beleend is, eodem die. Denselven en Maria van Stokkum, ehelieden, laten haar open testament van den 11 October 1782 appröberen en registreren, 14 Pebruarij 1788. 134b. AVESAET. Twee mergen landts in den Leper, oostwert naest erve Johans van Riemsdgck, suydwert de Lange, westwert Ggsbert Vermölens erve ende noortwert Lambert Hoeft, tot Zutphenschen rechten, affgesplit van 16 mergen t' Avesaet, ende getransporteert bg Johan Arntssoon, onmundig, tot een besunder leen op Elisabet van Elsbroeck, huysfrou Henrix van Hemert, 22 Julii 1594. Jacob Roloffsoon, erve sgner moder suster Elisabet voorn., draegt dit op Isabellae van Brakel, huysfrou Johans van Drueten,20 Aprilis 1598. Melchior de E o v e r, erve sijnner moeder Isahelle, beleent, den 7 Julii 1636. Johan de Cock van Opgnen, als erve van Melchior de Eover beleent sgnde, maeckt dit leen sgnnen soone Melchior de Cock van Opgnen, den 12 Junii 1646. 135. AVESAET. Vgff mergen lants, in den kerspel van Avesaet gelegen, geheiten int Nyelant, gelegen tusschen erve Aleydenvan Althoesden an d'een sgde ende erve Derich Deuus an d' ander sgde van Bavenswade, tot Zutphenschen leen getransporteert bg Tengnagel van Middelwgcke op Ude van Deylst geheiten van Mekeren, a°. 1403. 334 Idem crigt gevrijt den Nuwelant, haldende 4V2 mergen, ende maeckt weder te leen 4 mergen lants, geheiten in den Ryet, in den 'kerspel van Wamel gelegen, a°. 1406 Elff mergen landts ter gneder maten, de Kamp gênant, in den kerspel van Avesaet gelegen, an d' een sijde noortwert die pastor van Avesaet, an d' ander sgde Brienens erfgenamen, Arnt Vos ende Derck van Stralen, tot Zutphenschen rechten bij Gadert van den Pol ontfangen, a°. 1447. Idem eedt verngt, 16 Octobris 1473. Herman van den Pol, erve sijnes vaders Goderts, 11 Januarii 1482. Idem eedt verngt, a°. 1501. Gijsbert van den Pol, erve sgnes vaders Hermans, 18 Aprilis 1545. Idem eedt verngt, 26 Junii 1556. Herman van den Pol, erve sgnes vaders Ggsberts, 17 Martii 1560. Otto van den Pol, die dit leen sgnen broder Herman had verheffen laten, erft het op Ggsbert van den Pol, sgnen soon, die beleent is, 9 Maii 1614. Idem sgn dispositie approbeert, den 31 Octob. 1634. Idem draegt hiernevens noch te leen op drye mergen een hont gênant Liehtenberch, in den Stifte van Utrecht gelegen, om hiernae met dese elff mergen to een leen verheven te worden, den 20 Junii 1685. Idem draegt dese leengerechticheyt van de drye mergen een hont, gênant Liehtenberch, op an Arndt Vggh, heere tot Soelen, om voortaen van hem verheven to worden, den 10 Febr. 16402). Johanna Vggh uuyt cracht van voorgaende dispositie van Ggsbert van den Pol beleent met den elff mergen, den 23 Junii 1640. Oervader Arnt Vggh, heere tot Soelen doet hulde8). Eadem4), mundig, vernieut eet door Dr. Valenus Swaen, huider, den 13 Decemb. 1694. Eadem draegt op aen Derk van Altena, die ook beleent wort, eodem die. Gerrit van Altena, onmundig, erfgenaem sgns vaders Derk, na afge- maekt versuim beleent, 20 Decemb. 1707 5). Idem, meerderjarig, doet self eed, 1 April 1718. Idem6) belast dit leen met twe duisend guldens ten behoeve van Beernt Cok en Anna van Buren, egtelieden, eodem die. Idem draegt dit leen op aen ') Zie 47, blz. 113. *) Zie 124, blz. 314. ') Baar moeder is Agnes van Raetsfelt (Leenakte). 4) Gehuwd met Johan Adriaen de Renesse van Baer (Leenakte). E) Zijn moeder is Catharina van Aelhuysen (Leenakte). °) En zijn vrouw Adriana Piper (Leenakte). 335 Bern hard C o k, die daer weder mede beleent is, 4 Jan. 1723. Idem draegt dit leen op aen Roeloff Heuff, die daer weder mede beleent is, 31 Mey 1725. Cornelia Heuff1), erfgenaam haars vaders Roelof, beleend, 13 Julg 1748. Eadem draagt tselve op aan Gerrit Heuff, die daar weder mede beleend is, eodem die. Ggsbert Heuff, erfgenaam sgns vaders Gerrit, beleend, 18 Julg 1765. 136. ALDENAVESAET. Thien mergen lants, gelegen tot Aldenavesaet op den Uterweert, daer een stnck lants afgeheiten is Truydenacker ende den Reewick, haldende 5V2 mergen ter goeder maten, daer suydwert naest gelant is Ggsbert van der Hoeven ende noortwert neven Gijsberts erve voors. ende neven Gertrud Claes weduwe met haer kinderen; item den Rieweert, die Lingen '-') ende die Dellen, haldende tsamen 4V2 mergen ter goeder maten, op den Uterweert gelegen, daer oostwert naest gelant is Willem Smullinck ende Walraven van Zoelen Janssoon, suydwert neven erve tobehorende eener vicarie ste Marien tutrecht ende den Lingenstranck, westwert neven den Lingenwech ende nortwert neven erve heeren Henrix van Nyensteyn, tot Zutphenschen rechten van Evert Millings gevallen op sijn suster Margriet, huysfrou heer Henrix van Nyensteen, ritter, ende bij haer voort op Otto Tengnagel van Hoesden getransporteert, a°. 1453. Idem tuchtigt sgn vrou Hilgont Roevers, eodem die 3). Dit sgn geweest 18 mergen, daervan Margriet Millings gevrgt gecregen heeft een hofstat met husinge, potinge ende tobehoren, tot Aldenavesaet op den Uterweert gelegen, haldende 8 mergen, oostwert naest Herman van Puflick ende Gertrud Claes wgff, noortwert den Lingendgck, westwert den Lingenwech, suydwert tleengoet van Margriet vurs., au. 1458. Gerrit Tengnagel, erve sgnes vaders Otten, a°. 1461 4). Idem eedt verngt, 20 Octobris 1473. Idem a°. 1492. Ende sgn moder Hildegunde Rövers geeft hem haer tucht over. Ott Tengnagel van Heusden, erve sgnes vaders Gerrits, 13 Martii 1534. Idem eedt verngt, 28 Julii 1544. Sweer van Brakel bg transport Otten voorn., 6 Novembris 1551. Idem eedt verngt, 31 Maii 1556. ') Weduwe van Cornelis Antony van Bentichem (Leenakte). *) in latere akten genoemd: de Rijnweert in de Lingen. *) Staat in de Leenakte. J) Jacob de Roever is zijn momber (Leenakte). 336 Jasper van Brakel, erve sgnes vaders Sweers, 27 Decembris 1562. Algt t o B o c o p, weduwe Sweers, crigt uutstel, 14 Januarii 1563. Eadem beleent mitz haren broder als huider Johan to Bocop 17 Aprilis 1563. Jasper van Brakel, erve sgner moder Algt, 22 Augustii 1594. Sweder van Brakel, onmundig, erve sgnes vaders Jaspers, beleent deur Jasper van Hattem, volmechtige sgner moder Beatrix de Voocht van Egnevelt, 22 Novembris 1602. Casper van Brakol, onmundich, erve sgnnes vaders Sweders, beleent, den 9 Augusti 1642. Assuerus Willem van Braeckel, onmundich sijnde, beleent, den 20 Junii 1656. 137. AVESAET. Den Oersterweert, 8 mergen behalven die Lingen, boven gelant naest Teddinxweert, beneden die gemeyn straet; den Middelweert, 5 mergen behalven die Lingen, boven gelant naest ste Agaten, beneden naest erve Evert Janssoon; den Eng, 1/3 mergen, boven gelant naest Butenborchs kinder, beneden Kerstken van Bijswick; den Toyt, XI hont, boven naest Gerrit van Wye, beneden der capelle van Avesaet; op de Haer Vs mergen, boven naest Butenborchs kinder, heneden die capel van Avesaet; den Loepar, Vs mergen, boven naest ste Aichten, beneden heer Jan van Nyel, priester; noch an den Loepar 7 hont, boven naest Hermans erven van Beynen, beneden Peter Berntssoon; den Hoff, 2 hont, boven Godert Hollen erven, beneden Jan Theenssoon; den Geersweeh, 1 mergen, boven naest Wouters van Overrgn, beneden der gemeener straten; op den Bullick 2 mergen, boven naest Henrick God ertssooi ï, beneden Wouter van Overrgn; noch op den Bullick 71 2 hont, boven naest Bely uter Vesterwyck, beneden joncker Jan van Buren; achter Muggenberch 7 hont, boven naest de kercke van Avesaet, beneden Jan van Rijswyck; op Boetacker 1 mergen, boven naest Jan van Buren, beneden mijn joncker van Egmont; in den cleynen Puderpoel 1 mergen, boven naest joncker Jan van Buren, beneden Arnt van Avesaet; op Boetacker 7 hont, boven naest ste Lambert, beneden Mechtelt van Droenen; noch op Boetacker 21/2 mergen, boven Henrick van Wge, beneden Mechtelt van Droenen; noch op Boetacker l mergen, boven Jan van Buren, beneden Herman van Amersoyen; op Luttelvelt 5 mergen, boven heer Ggsbert van Balveren, priester, heneden onse Vrou van Buren; noch op Boetacker 1/i mergen, boven st. Lambert, beneden Herman van Amersoyen; int Paradis 4V2 hont, boven Henrick van Wge, beneden Jan van Buren; dien Troest, l1/^ hont, boven Henrick van Wge, beneden die capelle van Avesaet; Antwrythuys, 1 mergen, boven Griet van Balveren, beneden Doys Krgnssoon; Jan Arken cuyl, XI hont, boven Claes Willemssoon, beneden Arnt 837 van Avesaet; noch in Arkencuyl 20 hont, boven Korsten van Rijswyck, beneden Met Roeien; op Hoornbergen 4 hont, boven Ggsbert van Balveren, priester, beneden Arnt van Avesaet; noch op Hoembergen 772 hont, boven Bely nter Oosterwyck, beneden die capelle van Avesaet; op de Luecken 5V2 hont, boven Jan Henrickssoon, beneden Aert van Avesaet; in den Aldenweert 5V2 hont, boven Herman van Puflick, beneden st. Lambert; tot Zutphenschen rechten opgedragen bg Willem van Langeraeck, ende ontfangen bg Johan van den Bilant, ritter, a°. 1438 1). 138. AVESAET. Een hnys end hofstede, met 9 mergen lants, oostwert ende westwert naest de gemeyne straet, noortwert die pastor van Avesaet, suydwert Willem Ottens erffgenamen; item 6 mergen min 2 hont in Koenerbroeek, an d'een sgde naest Ggsbert van Buren Ggsbertssoon, an d'ander sgde Alert Wolterssoon; item 4 hont in den Enge, boven naest Gerrit van den Steenhuys, beneden Johan van Buren Adrianssoon; item in Nuwelant 3 mergen, oostwert naest gelant plach te wesen Derck Sas, suydwert die gemeyn straet, westwert Dirck Hollen erffgenamen; item op Hamenpriek 1 mergen, boven naest Jan Wellekens, beneden Ggsbert van Buren voors.; item tot Aldeavesaet nut eener hofstat 4 /, toe aan Bernard van Oostrum en Vi aan de erfgenamen van Derk Martini (Leenakte). *) Cornelia F ij t e n, Nieske van Eldick (Leenakte). *) Tusschen Antony v. W. en Aletta van Riemsdijk, ehel., Jacob v. W. en Neeltje Joorman. ehel, Hermina Theodora v. W. en Ds. Henricus Koot, ehel., en hun moeder (Leenakte). 413 173 § 1. Een vierdepart van den Egmontsen offEldyeker weert, in den ampte van Neder Betuwen, in den karspel van Hien buytendgcks in de Waele gelegen, bestaende in: twee campen uyterweerden, met het vierde part van een rijsweert, ende dan noch het vierde part van daeromtrent gelegen weyweertjen, genoemt het Gasthuys met den aenwas ende alle vordere rechten ende gerechticheden van dien, te saemen bestaende in omtrent twintich morgen lants, tot een besonder leen, ten Zutphenschen rechten leenroerich, ontfangen bn Johan Jurrien Tan Bronckhorst, heer tot Vueren, als sub beneficio inventam aengeveert hebbende den boedel van sij'n vader Bernart van Bronckhorst tot Hulsen, alleen om te hebben qualificatie tot de opdracht, draecht dit leen op aen Hester Buys, weduwe van Derck Martini, ende haere kinderen die daermede beleent is, den 26 April 1678. Derck Martini, soon van Aelbert Martini, beleent, noch onmundich sgnde, als erve sijnes grootmoeders Hester Buys, wed. Martini, deur srjnen momber Hendrick van Gelder, den 24 Julii 1682- te weten met een camp weilants, groot omtrent acht margen) met allen sijnen rechten ende tobehoor, gelegen op de uyterweerden, met het vierde part van de rrjsweerden daertoe gehorende x). Geertruyt Martini, huysfrou van Butgerus v a n B u y 1, als erve haeres moeders Hester Buys is beleent met een camp weidelants, groot seven margen, genoemt de negen margen, met alle sijne rechten ende toebehoren, sijnde een gedeelte van dit leen, den 24 Julii 1682. Eadem transporteert dit leen aen Johannes Arnoldus L i n t e r m a n, die daermede beleent is, den 29 Januar. 1685. N. B. is opgedragen aen desselfs vrou Johanna Martini volgens den brief. Johanna Martini *), na dode haers mans en hulders Johannes Arnoldus stelt tot huider Johan Bernhard Becker, 7 Octob. 1716. Johan Peter Becker, erfgenaem sijns moeders Johanna Theresia Martini, beleent, 9 Jung 1727. Idem laet appröberen het maeggescheid, den 9 Aug. 1726 opgerigt over den boedel en nalatenschap van vrouwe Johanna Theresia Martinis) waerbg hem dit leen is aenbedeelt, 29 Julg 1730. Idem draegt dit leen op aen Philippina Bitter van Zuyle van Ni veld, die daer weder mede beleent is, 30 April 1735. Anna Cunnegunda v a n V o o r s t, erfgenaam van haar dogter Philippina Bitter van Zuylen van Niveld, beleent, 16 Febr. 1751. Hendrik Becker, erfgenaam sgns moeders Anna Cunnegunda van Voorst beleend, salvo usufructu ad dies vitae sgns vaders Johan Peter Becker, 7 Febr. 1753. ') Zie het vervolg hiervan 173 § 2. *) Zg wordt in deze akte wed. Becker genoemd. *) Weduwe van Hendrik Becker (Leenakte). 414 Johan Peter Becker renuntieert van sodane togt als hem ad dies vitae competeerde aan dit leen; vervolgens draagt Hendrik Becker 'tselve op aan Jan de Kemp, die daar weder mede beleent is, 1 Maart 1757. Jan de Kemp en Niesken van Eldick, ehel., laten haar open testament van den 3 Octob. laastleden aproberen en registreren, 5 Nov. 1777 l). Nieske Crgn en, minderjarig, erfgename testamentair van haar grootvader Jan de Kemp en grootmoeder Nieske van Eldick, beleend, 10 Pebrnar. 1785. Hendrik Slingervoet, minderjarig, erfgenaam sijns moeders Nieske Crgnen, beleend, 25 Jan. 1793. Huider Derk Slingervoet, desselvs vader. 173 § 2. HYEN. Een - camp weydelands, genoemd den Egmondsen of Eldyker weerd, groot agt mergen, met alle sgne regten en toebehoren, gelegen op de uyterweerden, met het vierde part van de rijsweerd daartoe behorende, in den kerspel van Hyen en Ochten buytendijks in der Waele, ten Zutphense regten leenroerig, ontfangen bn Derk Ignatius Martini, erfgenaam sijns neefs Derk Martini, die beleend is, 6 Jung 1741. Gerrit Frans Martini, erfgenaam sgns broeders Derk Ignatius, beleend, 17 August. 1756. Idem laat sgn open testament van den 1 August. 1764 appröberen en ' registreren, 3 August. 17642). Idem laat appröberen en registreren een acte van revocatie van den 9 Septemb. 1765 betrekkelijk tot tvoors. testament, 10Septemb. 1765. Anna Maria van Buyl, naaste erfgonaam en oudste nigt van Gerrit Frans Martini, beleend, 8 Novemb. 1765. Huider Dr. Willem Slingervoet. Eadem draagt dit leen op aan Martinus van Wgck, die daar weder mede beleend is, 10 Mey 1766. Antony en Jacob van Wgk laten appröberen het erfmagescheyd met haar moeder Catharina Mo 11 over den boedel van haar vader Martinus opgericht, 10 Jan. 1788. Jacob van Wgk beleend met dit leen, eodem die. i) Erfgename is hun minderjarige kleindochter Nieske, dochter van Willem Crijnen en Nieske de Kemp. *) Zie hiervoor, blz. 263. 415 174. HYEN. 1/3 van den Eldycker weert, gelegen in Nederbetuwe, in den kerspel van Hyen, butendijx in der Walen, tot Zutphenschen rechten ontfangen bij Clara Turck, huysfrou Johans van den Grimberch gênant Aldenboucken, jonger dochter Willem Turx, so lange haer oltste suster Elisabet haer den HIen voet affgegoet sal hebben na Zutphenschen rechten, 18 Martii 1551. Jacob van Tuyl bn transport Claren voorn, op een erfiosse met 3333 gl., 17 Octobris 1551. Alart van Haeften bg transport Jacobs voorn., 13 Junii 1555.Claren voorn, die losse voors. voorbeholden. Idem eedt vernijt, 11 Junii 1556. Elisabet Turck, huysfrou Ggsberts van Coverden, laet protesteren tegen die vercopinge, die Johan van Grimbergen sonder reserve van losse voorheeft, 30 Junii 1557. Eeiner van Haeften, erve sgnes vaders Alerts, onmundich, 5 Januarii 1565. Elisabet Turck, vrou to Ngenrode, bg transport Eeiners voorn., eodem die. Gertrud van G e n t bg transport Clarae Turx, 3 Novembris 1566. Elisabet Turck met heur soon Johan van den Bongert beleent bg' transport Gertruds voorn, met believen hares soons Peter van Winsem, 10 Januarii 1567. Bernt van den Bongert, erve sgner moder Elisabet, 31 Julii 1583. Margriet van den Bongert, huysfrou Johans van O 0 s t r u m, bg' transport hares vaders Bernts beleent, 24 Augusti 1603. Maria van den Bongert tucht haren man Wilhem van Oostrum, schout tot Wgck, an sulck andeel als haer uut cracht van maechgescheyt tocomt an den Eldycker weert met sgn tobehoor, 29 Martii 1614. Derck Gadert van Oostrum, erve sgnnes moeders Maria van den Bongert, met toestemminge sgnnes olsten broeders Beernt van Oostrum, daervan hij acte binnen een maent naestcommende belooft uuyt to brengen, beleent, 20 Julii 1647. Beernt van Oostrum tot Broechusen approbeert de voorgaende beleeninge voor leenmannen, 2 August. 1647. Idem draegt sgn gerechticheyt van dit leen op aen de Kinderen ende erfgenaemen van Jan van Oostrum tot Moersbergen, dewelcke door haeren huider Berent van Bronckhorst tot Hulsen daer weder mede beleent sijn, den 14 Mey 1660. Johan Gerrit van Oostrum tot Moersbergen, majoor van een regiment cavallerye, beleent sgnde met den Ossenweert, groot twaelf margen, met de Weertjes, groot ses margen, met de Verekenswey, groot vier margen, de stucke van een stuck lants, genoemt het Gasthuys, groot drie margen, sgnde afgespleten parcelen van den Eldycker weert, gelgck deselve parcelen hem aengecomen sgn als erfgenaem onder beneficie van inventaris sgns broeders Bernart van Oostrum, ridder ende commandeur van de Duytsche ordre, heeft deselve parcelen opgedraegen aen Hendrick van Brecht, ritmeyster, die daer mede beleent is, den 1 Mey 1690. 416 Idem draecht die parcelen op aen Diederick Johan Aelbrecht de Bidder van Groenestein, heer tot Rijne- steyn, den 24 Martii 1693. Idem laet snn houlijxe vorwaerden, met vrouwe Johanna Maria Geertruyt de Buiter opgericht, appröberen, den 26 Augusti 1693. Maria Isabella de Bidder van Groenestein, erfgenaem haers vaders Diderik Johan Albert, beleent, 3 Mey 1714. Huider Johan Bartolt van Hövel, haer man. Johan Bartold van Hövel, als man en momber sgner huysvrouwe Maria Isabella, draegt dit leen op aen Johan Andreas Becker, die daer weder mede beleent is, 17 Septemb. 1714. Jacoba Becker, onmundig, erfgenaem haers vaders Johan Andreas, beleent, 25 Jan. 1731 1). Eadem, meerderjarig geworden, vernieuwt eedt, 6 Juin 1756. 174 § 1. Een parceel uyterdijcks lant, genoemt de elff margen, wordende tegenwoordich gebruyckt bn Gevert Ggsberts, ende dan nog een camp, genoemt de Kuyter, nu in pacht bij Hendrick Ariens, mitsgaders een parceel, genoemt den Havereamp, waervan pachter is Knippinck cum suis, soo groot ende soo cleyn deselve bij afmetinge door den gesworen lantmeter Bruins bevonden sullen worden, sijnde afgespleten parceelen van Eldycker off Egmontsen weert, in den karspel Hien buytendijcks gelegen, ten Zutphenschen rechten leenroerich. Jan Gerart van Oostrum, heer van Moersbergen, sijn gedeelte met de ledige hant ontfangen hebbende ende als volmachtiger van sgn broeder Bernart van Oostrum, Duytschen ordens commandeur tot Ordingen ende Holt, draecht dit leen op aen Gerhart Piper, majoor van een regiment peerden, die daer mede beleent is, den 17 Mey 1680. Coenraet Gijsbert, Lucretia Judith3) en Hendrietta Maria Piper8), erfgenamen haers vaders Gerhard, beleent, den 21 May 1700. Deselven laten het maeggescheit appröberen tussen haer opgerigt, den 22 Maert 1702 4). Henriette Maria Piper doet afstand van dit leen ten behoeve van Coenraed Gjjsbert Piper, die weder daer mede beleend is uit kragt van 't bovenstaende maeggescheit en afstand, eodem die. Bernard Cok, curator van den desolate boedel van Coenraed Ggsbert Piper, beleent met het parceel uiterdgx land, genoemt de elf morgen, 16 April 1717. ') Haar moeder is Cornelia Barbara van der Pjjl (Leenakte). *) Wed. van Joachim Bernard Foyert (Leenakte). *) Geh. met Johan W y n t j e s (Leenakte). *) Lucretia Judith is nu gehuwd met Dr. Willem van Coten (Leenakte). 417 Idem draegt dit leen op aen Cornelis Borre, Hendrik, Gerrit en Jan van Leersum, die daer weder mede beleent sgn, eodem die. Gerrit van Leersum laet appröberen het maeggescheid den 15 Junij 1729 opgerigt tussen de vier kinderen van Gerrit Vonk en Adriana van Leersum, in leven egtel., suster van Hendrik, Gerrit en Jan van Leersum, met namen Gijsbert, Beernt en Cornelis Vonk, mitsgaders Geurtje van Merwfik, wegens haer onmundige dogterke bij Wouter Vonk ehelijk verwekt, 19 Novemb. 1729. Beernt Vonk en Hendrik Budding namens sijn vrou Neeltje van Westrenen, eermaels wed. van Cornelis Borre, erfgenamen harer omen Hendrik en Jan van Leersum, en uit kragt van 't gem. geapprobeerde maeggescheid, beleent met twee vierde parten ofte de helft van de elf morgen, eodem die. Beernt Vonk draagt sijn onverdeyld een vierde part van dit leen op aan Cornelis de Kemp, die daar weder mede beleent is, 8 Septemb. 1756. Gerrit de Kemp, erfgenaam sijns vaders Cornelis, nae afgemaakt versuym, beleend, 30 Octob. 1784. Cornelis van Eiemsdijk, erfgenaam van sijn oom Gerrit de Kemp, beleend, 17 Februarij 1792. 174 § 2. Drie vierde parten van den rijsweert, gelegen aen den Hogen weert, sijnde een gedeelte van den Eldycker weert, in den ampte van Neder Betuwen, karspel Hien gelegen, ten Zutphenschen rechten leenroerich, door Adolph van Eaesvelt voor een vierde part1), ende door Gerart Jan van Oostrum, heer tot Moersbergen, voor hem selven ende als volmachtiger van Bernart van Oostrum, Duytschen ordens ridder, commandeur tot Ceulen, voor de helfte opgedraegen aen Gerrit Piper, majoor van een regiment peerden, die daermede beleent is, den 7 September 1685. Coenraet Gijsbert, Lucretia Judith en Hendrietta Maria Piper, erfgenamen haers vaders Gerhard, beleent, den 21 May 1700. Henrietta Maria Piper doet afstand van dit leen ten behoeve van Coenraed Ggsbert Piper, die daer weder mede beleent is, 22 Maert 1702. Geertruyd S a m 2), wed. van Hendrik Verkerk, cum sociis beleent met dit leen, allergestalte 't selve aan haar en wglen haren man voor allodiael is getransporteert, 14 Januarij 1757. Deselven dragen dit leen op aan ') Zie hiervoor 178, op 1688. ') Hare kinderen: Gerrit B a r t e n, geh. met Geertruyd Verkerk, Cornelis de Bosson, geh. met Johanna Cornelia V., Hendrik Godfried V., Hendrik Franken, weduwnaar van Maria V., Gerardus van Manen, geh. met Belia V. (Leenakte). Nijmegen. 27 418 Johan V ij g h en Francoisa Jacoba M a c k a y, ehegemalen, die daar weder mede beleent sijn, eodem die. Idem en Maria Catharina van der Heyden, ehelieden, laten haar besloten testament van den 5 Septemb. 1767 appröberen, 17 Decemb. 1768. Verder als 115, blz. 296. Afgesplit van 174 § 1. 174 § 3. OCHTEN. Den Haverkamp, groot ongeveer ses morgen weyland, oost de Kesterse weerd, groot agt morgen, west de Cuyter, noord de elff morgen, suiden de strang, als een bijsonder leen ende afgespleten van een parceel uiterdijx land, vulgo genoemt de elff morgen, en een kamp genoemt de Kuyter, wesende dese parcelen te samen afgespleten van den Eldyker of Egmontse weerden, op Ochten in den amte van Nederbetuwe gelegen, ten Zutphense regten leenroerig, na afgemaekte versuim te leen ontfangen bij Bernard Cok, curateur van den desolate boedel van Coenraed Gijsbert Piper, 25 Septemb. 1717. Idem draegt dit leen op aen Hendrik Verkerk, die daer weder mede beleent is, eodem die. Idem en Geertruid S a m, egtelieden, belasten dit leen met ses duisend gulden, 10 Juin 1722. Geertruid Sam, wed. van Hendrik Verkerk, en als moeder van haer vijf kinderen bij haer man ehelijk verwekt, Maria, Geertruid, Belia, Hendrik Godfrid ende Johanna Cornelia, na dode haers mans beleent, 29 August. 1732. Eadem cum sociis dragen dit leen op aan Johan V ij g h en Francoisa Jacoba M a c k a y, ehegemalen, die daar weder mede beleent sgn, 14 Januarg 1757. Verder als 174 § 2, blz. 418. Afgesplit van 174 § 1. 174 § 4. OCHTEN. Seker stuk uiterweerd, genoemt de Kuyter, groot seven morgen, sgnde een afgesplit parceel van den Eldyker weerd, gelegen onder Ochten, van Johan van Oostrum, heer tot Moersbergen, Cattenbroek en Brent gekomen, grensende ten oosten den Haverkamp, ten suiden de rivier de Wael, ten westen den Ossenweert, ten noorden de strang, als een bgsonder leen, ten Zutphense regten leenroerig, na afgemaekte versuimen te leen ontfangen bg Maria Euysten, huisvrou van Leonard van Hoesen, Judit en Aletta Kuysten, so voor sig self ende als administrateurs van den innocenten Adrianus Kuysten, enige erfgenamen van Gerhard * Kuysten en Aletta de Waer d, egtelieden, haer ouders, die dit hadden gecoft van Johan van Oostrum, in 't hoofd deser genoemt, 6 Jan. 1718. 419 Deselven, na geapprobeerde koop, dragen dit leen op aen Claes de Haes, Jan van Henn en Jan Otten, die daer weder mede beleent snn, eodem die. Heesken de Haes, wed. van Jan van Henn, pro se als erfgenaam van haar vader Claes de Haes, alsmede namens haar reets meerderjarige kinderen bij geseyde Jan van Henn in egte erwekt, en Eutger d e K a t als erfgenaam sgns vaders Jan Otten, ieder voor de halfscheid pro indiviso beleent, 26 Jan. 1758. Gerhardus de Haas beleend met de helfte deses leens, allergestalte deselve door dode van Heesken de Haas, wed. Jan van Henn, op haar dogter Catharina van Heun, en door overlijden van die op hem als oudste en naaste erfgename ab intestato gedevolveert en verstorven is, 31 Octob. 1789. Pelgrom de Kat laat registreren een gerigteUjk transport van dit leen, den 5 Septemb. 1798 door Gerhardus de Haas cum suis1) ten 'sijnen behoeve gepasseert, en uyt hoofde van dien dit leen ten sijnen naeme overtekenen, 14 Septemb. 1798. Afgesplit van 174 § 4. 174 § 5. De helfte van seven morgen uyterweerd, gelegen onder den kerspel Ochten, ompaald oost de heer J. Vijgh, suyden den strank, west de heer Hooft en noorden Cornelis de Kemp en Eemment van den Berg, sgnde een bgsonder leen en afgespleten van seker stuck uyterweerd, de kuyter genaamt, uytmakende een gedeelte van den Eldyker weerd onder Ochten, van Johan van Oostrum, heer van Moersbergen etc. heengekomen, ten Zutphense regten leenroerig, opgedragen door Eutger de Kat en Anna Mulder, ehelieden, aan Pelgrum de Kat, die daar weder mede beleend is, 29 Julg' 1772. Denselven draagt dit leen op aan -'^rf' Huybertje de Kat, sgn dogter, die daar weder mede beleend is door haar man Derk Driessen, 11 May 1785. Dries Driessen en Sibilla Catharina Geurtsen, ehel., benevens Dirk Tap en Tenntje Driessen, ehel., laten registreren een magescheid d.d. 24 Maart 1804 met hun vader Dirk Driessen over den ouderlgke boedel opgerigt en geslooten, d.d. 28 April 1804. Deselve laaten uyt hoofde van dien dit leen ter hunner naamen pro communi indiviso overteekenen, eodem die. ') Heeske, Johanna en Gerharda de Haas; Cornelis David van Gorckom en Maria de Haas, ehel., erfgenamen van Petronella de Haas; Ds. Gerhardus de Haas en zijn dochter Hendrina Jacomina; Gijsbert Timon van Paddenburg en Anna van Heun, egtel.; Arent van Gijtenbeek, weduwnaar van Matthea van het Zand; Anthony van Gijtenbeek en Antonia van Lutterveld, egtel.; Joost van Ommeren en Johanna Helena van Gijtenbeek, egtel.; Albertus Verbrugh en Hestera Catharina van Gijtenbeek, egtel.; Huybert van Ommeren en Lnthera Petronella van Gijtenbeek, egtel.; Nicolaus Herbertus van Gij tenbeek en Geertruy van Erichem, egtel., erfgenamen van hnn tante Catharina van Heun (Leenakte). 420 Afgesplit van 174 § 1. 174 § 6. HIEN. Twe vierde parten of de helft van een parceel uiterdijx lands, genaemt de elff mergen, dog so groot en klein deselven bij opmetinge door de geswore landmeter Brnyns bevonden sgn, wesende een afgespleto parceel van den Eldyker of Egmontse weerd, in den kerspel Hien buytensdijx gelegen, als een bgsonder leen en afgesplit van het geheel, ten Zutphense regten leenroerig, ontfangen bg Gerrit van Leersnm, eigenaar voor een vierde part en erfgenaem sgner broederen Hendrik en Jan van Leersum voor het ander vierde part, dus voor de helft, 19 Novemb. 1729. Idem verclaert dat na sgn dood dit leen onder sgne drie kinderen Wouter, Jaeksken en Beerntje egalijk, sonder enige praerogative, sal verdeelt worden, 11 April 1788. Beerntje en Jaekske van Leersum, erfgenamen haars vaders Gerrit, beleent, 8 Septemb. 1756. Huider Cornelis de Kemp1). Deselve stellen na doode van Cornelis de Kemp tot een nieuwen huider Willem Hendrik Boschet, 20 Maart 1781. Deselve stellen nae dode van Willem Hendrik Boschet tot een nieuwen hnlder Jan Lutz, 16 Novemb. 1784. Jacomina van Leersum, laat haar open testament van den 27 May 1788 appröberen en registreren, 30 May 1788. Berentje en Jaeksken van Leersum stellen nae dode van Jan Lutz tot huider Cornelis van Biemsdgck, 17 Eebruarg 1792. 175. OCHTEN. Den thiende tot Ochten, cleyn ende groot; die andrift in der maelschap van Ochten, ontfangen bg Fredrick grave van M o e r s e, a°. 1380. Idem transporteert an hertog Beinoldt die heerliekheyt van Ochten, met haren tobehoren, onder belofte van wederbeleninge op gesinnen, ' a°. 1402. Vincentius greve to Meurs ende Sarwerden versueckt ende ontfengt die herschap van Ochten, met allen heuren rechten ende tobehoren, a°. 1445. Ende gift reversbrieff. Willem heer to Egmont, Iselsteyn ende slants van Mechelen bg transport Vincentii voorn., a°. 1454. Idem, a°. 1465. Osewolt grave van den Berge Willemssoon, erve sgner moder, 22 Octobris 1525. Idem eedt verngt, 20 Novembris 1543. Willem grave ten Berge, onmundich, erve sgnes vaders Osewolt, 26 Maii 1551. Idem eedt verngt, 19 Martii 1557. ') Man van Beerntje (Leenakte). 421 Maria gravin ende weduwe ten Berge crigt uutstel, 80 Julii 1595. Eadem beleent uut cracht eener dispositie1), 4 Martii 1596. Verder als 63, blz. 159. 176. OCHTEN. Die renten van Ochten, in Nederbetuwe gelegen, jaerlix omtrent 6V2C ch. gl., in Overbetuwe 4C ch. gulden, tot alsulcken leenrechten als die staen, ontfangen bij Willem heer to Egmont, 7 Octobris 1473. Idem, a°. 1484, 22 Maii. Tot Zutphenschen rechten. 176a. Den Ochtenschen weert, daer boven naest gelant is mijn heer van Egmont, suydwert die Wale, west- ende noorwert dat Koesant ende die Oplagen, met allen sgnen tobehoren, tot Zutphenschen rechten geerft bij Wolter van Isendorn bastart op sijnen soon oyck Wolter van Isendorn, a°. 1458. Aloff van Zuylen Janssoon bn transport Wolters voorn., a°. 1459. Idem van Natewisch eedt vernijt, 16 Octobris 1473. Idem eedt verngt, 26 Aprilis 1486. Hier staet: sgn vader Jan mag hiermede, so noot, sgnen wil doen, ende Wolter salt nyet vercopen noch versetten buten wil Gerits, Wolters, Mattheus ende Henrix, sgner broder. Johan van Zuylen van Natewisch beleent met den Ochtenschen weert, gelegen in den kerspel van Ochten, oostwert naest Johan van Meteren, westwert Jan van Zuylen selffs, nortwert die jofferen van Kutenborch, ende suydwert die stroom van der Walen, a°. 1498. Mattheus van Zuylen bg transport sgnes vaders Johans, eodem die. Idem tuchtigt sgn vrou Yda van Kyenen, eodem die. Mechtelt s M a n s Willemsdochter bg transport Mattheus voorn., a°. 1501. Eadem bekent Mattheusen een losse met 250 r. g. binnen 4 jaren, eodem die 2). Eadem stelt in plaetse Albert die Man, hares ooms sel., Lambert den Man tot huider, a°. 1509. Ilillegund sMans, huysfrou Dircks van Stralen, erve harer moeyen Mechtelt voorn., 4 Septembris 1518. Anna van Stralen, erve harer moder Hillegund, 10 Julii 1539. Eadem, huysfrou Melchior Schetzen van Antwerpen, 12 Maii 1541. ') Van haren man, waarbij haar wegens den oorlog het beheer der verschillende goederen wordt opgedragen met toestemming harer zonen (Leenakte). 2) Mattheus doet een jaar later afstand van die losse (Leenakte). 422 Eadem eedt vernijen laten, 26 Julii 1544. Eadem, 26 Octobris 1556. Eadem tuchtigt haren man, 29 Julii 1564. Constantia Schetz, huysfrou Cornelis van Eeckeren, bij transport harer moder Anne voorn. 1), 21 Novembris 1581. Eadem tuchtigt hare moder, 14 Decembris 1581. Eadem verclaert, so sij voor haer moder sterft, dat op deselve tleen sal wedercommen, eodem die. Marcus van Steelant, ambachtsheer van G-rijssenoort, bij transport Constantiae voorn. 2), 8 Februarii 1595. Marcq van Steelant, erve sijnes vaders Marcus, ontfengt een goet, geheiten den Ochtenschen weert, met allen sgnen tobehoor, in den kerspel van Ochten gelegen; suydwert naest an den stroom van der Walen, 2 Decembris 1597. Johan van Steeland, erve sijnes broders Marcqs, beleent, 27 Februarii 1604. Philips van Steelant, drost to Buren, erve sgnes broders Johans, beleent, 13 Julii 1612. Jacob B w e n s, outburgemeester to Nijmegen, bg' opdragt Annae van Eekeren Cornelisdochter, huysfrou Andreae d' A11 u n a, beleent, 18 Decembris 1612. Wilhem Pinsen van der Aa bij opdragt Philips Stelants beleent, 4 Octobris 1616. Jacob Uwens makinge tuschen sgnen kinderen bevestigt, 1 Novemb. 1622 s). Naleken TJwens, erve haeres vaders Jacobs, beleent, den 15 Maii 1629. Naleken TJwens, weduwe Zeiler, beleent, den 23 Decemb. 1656. Eadem laet haere dispositie appröberen, eodem die 4). 177. ISENDOBN. Een stuck erffs ende goets, geheyten dat Koesant, woe dat in den kerspel van Isendorn, met allen sgnen tobehoren, in hogen ende legen, gelegen is, oostwert naest eenen alden stranck ter halver naester sgp, noortwert den halven doden stranck langs den weertdijck, suyden den Wael ende westen Willem Bruycken weertken met der kae, tot Zutphenschen rechten vercoft bg vrou Elsebe van Loenresloot ende Jacob van Isendorn an sgnen bastart broder Wolter van Isendorn, diet voort transporteert tot behoeff van ') Weduwe (Leenakte). *) Weduwe (Leenakte). *) Namel. Laurens; Nenleken, geh. met Henrick van Zeiler; Frerijn, wed. Butger van Haeps; Arntien, geh. met Bartholomeus van Munster; Ot Henrick; Elisabeth; Rixken en Grietien (Leenakte). *) Genoemd worden haar zoons Arnt en Jacob, de kinderen van haar oudsten zoon Hendrik: Margareta en Catharina (Leenakte). 423 Michecl van R i e m s d ij c k, a°. 1448. Gerrit van Zuylen van Natewisch, onmundig, bn transport Michels voorn., a°. 1461. Idem crigt uutstel, 16 Octobris 1478. Idem eedt verngt bg consent sgns vaders Jan, 26 Aprilis 1486. Mechtelt sMans *) bg transport Gerrits voorn., a°. 1500. Eadem bewillicht Gerrit ende Hendrick van Zuylen een losse in 4 jaren, eodem die. Gerrit van Zuylen quitiert die losse, a°. 1501. Mattheus, Wolter ende Henrick van Zuylen desgelgcken, eodem die. Mechtelt sMans stelt in plaetse hares vaders Willem sel. Johan Spruyt den jongen tot huider, a°. 1505. Hillegund s Mans, huysfrou Dircks van Stralen, erve Mechtelts, harer moyen, a°. 1518, 4 September. Anna van Stralen, erve harer moder Hillegund, 10 Julii 1539. Eadem, huysfrou Melchior Schetz, 12 Maii 1541. Constantia Schetz, huysfrou Cornelis van Eeckeren, bg transport harer moder Annae voorn., 21 Novembris 1581. Marcus van Steelant bg transport Constantiae, 8 Februarii 1595. Johan van Stelant, erve sgnes vaders Marcus, ontfengt een goet, geheiten dat Koesant, so tselve met allen sgnen tobehoor, in hogen ende legen, in den ampte van Nederbetuwe, in den kerspel van Isendorn gelegen is, oostwert naest eenen olden stranck ter halver sgpen, noortwert den halven doden stranck langs den Weertdgck, suydwert die Wale ende westwert Willem Bruynkens weertken, 2 Decembris anno 1597. Philips van Steelant, drost, der stede ende des lands van Buren, erve sgnes broders Johans, beleent, 13 Julii 1612. Jacob ïïwens bg opdragt Annae van Ekeren Cornelisdochter, huysfrou van Andries d'Altuna, vrou to Eumst, Schoten, etc, beleent, 18 Decembris 1612. Wilhem Pinsen van derAabg opdragt van Philips van Stelant beléent, 4 Octobris 1616. Naeleken Uwens, erve haeres vaders Jacob, beleent, den 15 Maii 1629. Naeleken Uwens, wed. Zeiler, beleent, den 23 Decemb. 1656. Eadem laet haere dispositie appröberen, eodem die. Aernt van Zeiler, erve sgnes moeders Naleken Uwens, beleent, den 16 Septemb. 1658. Johan van Zeiler, erve sgnes vaders Aernt, beleent, den 9 Novemb. 1670. Jacob van Seller, erve van sgnen neef Johan van Seller, beleent, den 26 Januar. 1676. Hendrik Has, capteyn, als erfgenaem van sgn neef Jacob van Seller beleent, den 6 Novemb. 1677. Catharina van Seller, weduwe van Everart Uwens, beleent sgnde met haer gedeelte deses leens, heeft hetselve in pantschap ende volle genot der vruchten gegeven voor den tijt van vier jaeren ten behoeve van Petrus van Lagenesse ende sgn moeder juffrou Beatrix Berclay, weduwe van Antony van Lagenesse, luytenant, den 5 Julii 1682. ') Dochter van Wilhem de Man te Tiel (Leenakte). 424 Johan van Haren, cnratenr van den boedel van Catharina van Seller, weduwe van Everart Uwens, beleent sijnde, draegt der voorn, echteluyden gedeelte op aen David Sluysken, die daermede beleent is, den 26 Septemb. 1685. Hendrik Has bekent dit leen voor de helft toe te komen snn broeder Johan Has, en draegt derhalven dit op aen Johan Has, die ook weder met de helft beleent is, den 11 Maert 1699. Eeinier Tap uit kragt van geapprobeerde koop met wnlen Hendrik Has beleent met heide de helften, 4 Maert 1722. Idem draegt dese beide helften op aen Hendrik van Lid de Jeude, die daer weder mede beleent is, 11 Juin 1722. Johan van Lidt de Jeude, erfgenaem sijns vaders Hendrik, onmundig 1), beleent, 24 April 1738. 178. ISENDOEN. Dat hnys ende heerliekheyt van Isendorn, so die van alts met al haren tobehoor gelegen is, tot Zutphenschen rechten ontfangen bn Jacob van Isendorn, a°. 1439. Jacob van Eiemsdgck bn transport Jacobs voorn., a°. 1441. Giellis van Eiemsdgck bn transport sgnes vaders Jacobs ontfengt dat slot ende halve herlicheit van Isendorn, met allen heuren goeden, rechten ende tohehoren, nyet daervan nntgescheyden, ende tuchtigt sgn vrou Maria van Isendorn, a°. 1458. Idem, a°. 1465, Idem eedt verngt, 16 Octobris 1478. Ggsbert van Isendorn bg gifte des Hertogen, 22 Januarii 1478, beleent, 15 Junii 1481. Giellis van Eiemsdgck deur sgnen volmechtigen Luyken van Eiemsdgck, 29 Maü a°. 1489. Idem eedt verngt, a°. 1500. Mechtelt van Eiemsdgck, huysfrou Segers van Balveren, bg transport Gielis voorn., a°. 1505. Eadem wort getuchtigt van haren man, 18 Martii 1529. Marie van Balveren, huysfrou Jacob Piecks, erve hares vaders Segers, 15 Septembris 1535. Herman Pieck, erve sgner moder Marie, 20 Novembris 1545. Idem eedt verngt van dat slot end gericht to Isendorn, hoge ende lege, uutgenomen die halve hoge herlicheyt, dat ant Igff draecht, twelck sullen uutrichten d'amptluyden met heuren richter, na alden hercommen, 1 Decembris 1556. Herman Pieck, onmundig, erve sgnes vaders Hermans, 3 Januarii 1562 beleent. *) Zgn moeder is Catharina Biscop (Leenakte). 425 Die kinderen Herman Piefcks crigen uutstel heure bij maechgescheyt toegedeylde leenen elx t'ontfangen, 12 Februarii, 7 Junii, 27 Augusti, 15 Decembris 1569 et 22 Aprilis 1570. Herman Pieck, mundig, selffs eedt gedaen, 2 Decembris 1570. Idem eedt vernijt, 7 Decembris 1581. Idem stelt waerschap an Herbert van der Lawick voor angecofte 16 mergen in den Gentel, 8 Februarii 1594. Idem crigt confirmatie van erffscheydinge, 10 Aprilis 1611. Herman Pieck, erve sijnes vaders Hermans, beleent, 18 Julii 1612. Idem tucht sijn huysfrouw joffer Helwich Vggh tot herhijlekens toe, den 30 Augusti 1628. Barbara Pieck1), erve haeres broeders Herman, beleent, den 3 Mey 1636. Theodora Pieck2), erve hares broeders Herman,beleent, den 11 Mey 1686. Joost Vngh, erve sijnner moeder Theodora Pieck, beleent, 12 Junii 1639. Adriana Vggh renuncieert op oer recht aen de heerlicheyt Isendoorn met sijnnen toebehooren, den 22 Junii 1647 3). Eadem, beleent sijnde metten darden voet van de Isendoornse leenen, draegt deselve op aen Joost Vggh, heere tot Isendoorn, die volgens daermede beleent is, den 3 Februarii 1648. Mechtelt Jacoba van de Pol, erve haeres moeders Barbara Pieck, beleent, den 8 Martii 1652; huider haeren man Floris van E y c k. Eadem, vermits haeren eheman als huider overleden, eedt vernieuwt door haeren huider Caspar Antoni van Lynden, den 17 Septemb. 1658. Derck Jacob Vgch, erve sgnes vaders Joost Vgch, beleent sijnde, laet sgn dispositie appröberen^, den 30 September 1666. Mechtelt Jacoba van de Pol maeckt uyt dit leen aen haer neef Jan van Scherpenzeel tot Eoemde drie duysent gl., bg den leenvolger uyt te keeren, den 18 Junii 1667. Eadem maeckt uyt dit leen aen haer neef Gerret van Scherpenzeel een duysent gl., eodem die. Derck Jacob Vgch, heer tot Isendoorn, doet selfs eet, ende revoceert sgn voorige ende laet appröberen sijn naedere dispositie5), den 5 Octob. 1670. Maria Catharina van de Pol, erve haeres susters Mechtelt Jacoba, beleent sijnde, draegt hetselve leen op aen Vrouwe Cornelia van de Pol, wed. van Johan van der Clous e, heer tot Waelre, Weerde, etc, die daermede beleent is, den 80 Martii 1672. Vrouwe Cornelia van de Pol, weduwe van der Clouse, beleent als naeste leenvolgersche van haer suster vrouwe Mechtelt Jacoba van de Poll, den 25 Maii 1672. Eadem laet haer dispositie appröberen, den 8 Januarii 1673. ') Wed. van de Poll (Leenakte). ") Wed. Vjjgh (Leenakte). *) Ten behoeve van haren broeder Joost (Leenakte). *) Hjj stelt tot zijn erfgenamen in: zijn moeder Anna de Cock van Opjjnen, het zoontje en dochtertje zflner zuster Theodora en Govert van den Stcenhuysen, Judith van Linden geh. met van Merwijck (Leenakte). ^Erfgenamen zijn nu ifjn Vrouw Maria van Meverden en hunne kinderen (Leenakte)" 426 Deselve revoceert deselve dispositie, den 22 April 1676. Eadem draecht dit leen, met de lasten daerop staende, op aen haer soon Gerardt Huybert van der Cluse, die daermede beleent is, den 18 November 1678. Willem Beinders, Med. Dr., richter der heerlückheit Isendoorn, laet hem wegen de desolaetheit van den boedel van Derck Jacob Vijch, in leven heer tot Isendoorn, belenen met het gedeelte deses leens, hetwelcke Derck Jacob Vgch heeft toegecomen, ende draecht hetselve gedeelte uyt cracht van gerichtelgcke aencoop op aen Gerart Hubert van de Cluse, heer tot Waelderen, Isendoorn etc, den 23 Septemb. 1692. Idem beleent, den 16 Novemb. 1692. Cornelis van Lidt de Jeude voor sig en namens de kinderen van Thaddeus Landman1) uit kragt van overgifte in vrijwillig verwin beleent, den 23 Octob. 1700. Gerhard Hubert van der Cluse2) draegt dit leen, na geapprobeerde koop, op aen Christiaen Eeynhold van Wghe, die daer weder mede beleent is, 18 Jan. 1718. Seyna Jacoba Isabella van Wghe3), erfgenaam haars vaders Christiaan Eeinoud, beleend, 9 Septemb. 1749. Huider Libart van Axele. Eadem stelt na dode van Libart van Axele tot huider Cornelis David van Gorkum, 4 Septemb. 1764. Eadem4) laat haar besloten testament van den 9 May 1772 appröberen, 14 Juin 1772. Eadem draagt dit leen op aan Carel Lodewük de Pagn iet, die daar weder mede beleend is, 16 Novemb. 1774. Idem en Henriette Margaretha van Haeften, ehel., belasten dit leen met vijftien duysend guld. ten behoeve van Mathias van der Linden, 16 Septemb. 1775. E. L C. de Pagniét, erfgenaam sijns vaders Carel Lodewük, beleend, 19 Septemb. 1789. Idem draagt dit leen op aan Alexander Diederik van Omphal, die daar weder mede beleend is, eodem die. ») Kinderen van Ds. Landman en Margaretha van Brienen, nam. Catharina L., geh. met Mr. Cornelis Qnint, en Hendrina Christina L. (Leenakte). •) Zijn vrouw is Maria Charlotta van Bavonsehot (Leenakte). •) Geh. met Frederik Hendrik vanWassenaer (Leenakte). •) Douariere (Leenakte). 427 Afgespleten van 178. 178 § %. ISENDOORN. Ongeveer zes en een halve morgen waerd, de Slotse waerd genaamt, leggende onder Ysendoorn, zijnde thans een bijsonder leen en afgespleten van dat huys ende heerliekheyt van Ysendoorn, so die van alts met al haren toebehoren gelegen is, tot Zutphensche regten. C. Beyer laat registreren een transport d. 12 Decemb. 1801 door A. D. van Omphal en W. A. C. de Pagniet, ehel., voor geerfdens van Nederbetuwe ten zijnen behoeven gepasseert, d. 27 Jan. 1802. En laat uyt hoofde van dien dit leen ten sgnen namen overteekenen, eodem die. 178a. Ses mergen lands, genoomt den Perck ende t Steenkempke, in der heerliekheyt Isendorn op den Hogenweert gelegen, tegen gevrijde des leens op Dromel in Maes ende Wael*) te leen gemaeckt, tot Zutphensche rechten, bij Herman Pieck, heer to Isendorn, 2 Julii 1591. Herman Pieck, erve sijnes vaders Hermans, beleent, 12 Februarii 1613. Idem tucht sgn huysfrouw joffer Helwich Vggh, den 30 Augusti 1628. Barbara Pieck, erve haeres broeders Herman, beleent, den 3 Mey 1635. Theodora Pieck, erve haeres broeders Herman, beleent, den 11 Mey 1686. Joost Vggh, erve sgnner moeder Theodora Pieck, beleent, den 12 Junii 1639. Mechtelt Jacoba van de Pol, erve haeres moeders Barbarae Pieck, beleent, den 3 Martii 1652. Derck Jacob Vgch, erve sgnes vaders Joost, beleent sgnde, laet sgn dispositie appröberen, 30 Septemb. 1666. Idem doet selver eet, ende laet, naer revocatie van de eerste, sgn naerdere dispositie appröberen, den 5 Octob. 1670. Maria Catharina van de Pol, erve haers susters Mechtelt Jacoba, beleent sgnde, draegt dit leen op aen Cornelia van de Pol, weduwe van der Cl ons e, die daer mede beleent is, 80 Martii 1672. Dr. Johan opten Noorth is huider. Eadem stelt tot huider Dr. Antony Foyert, den . 4 Mey 1672. Eadem beleent uyt haer eygen hoofde als leenvolgersche haeres susters Mechtelt Jacoba, 25 Maii 1672. Eadem draegt dit leen op met sgn lasten aen haer soon Gerardt Hubert van der Cluse, heer tot Isendoorn etc, die daermede beleent is, den 18 Novemb. 1678. Willem Beinders, Med. Dr., als richter der heerliekheyt Isendoorn wegen den desolaten boedel van Derck Jacob Vgch beleent sgnde, geeft dit leen over in handen van den Stadtholder der leenen, den 23 Septemb. 1692. ') Zie 41, blz. 105. 428 Eeinier Tap, substituut rigter der heerlgkheit Ysendoorn, draegt dit leen op aen Jan van Heun, die daer mede beleent is, den 22 Jan. 1696. Jacob van Heun, erfgenaem sijns vaders Jan, beleent, 11 April 1714. Idem maekt het deilbaer onder sijn erfgenamen, eodem die. Jan van Heun, erfgenaam sijns vaders Jacob, beleend, 18 Jan. 1764. Idem draagt dit leen op aan Pieter van den Berg en Johanna Hadewich Cocq, ehel., die daar weder mede beleend sijn, eodem die. Frederick Hendrick van Wassenaer en Seina Jacoba Isabella van Wghe, ehel., laten rojeren sodane acte van transport als op den 13 Januarg 1718 op dit leen geregistreert is, ongepraejudicieert haarl. beleninge van den 9 Septemb. 1749 met gelgke ses mergen, de Perk en 't Steenenkempken genaamt, 18 August. 1764. Pieter van den Berg benevens Louis Anthony van Oyen q.q. *) (de laatste na voorafgegane bekomen investiture) dragen tesamen dit leen op aan Wilhelmina Cornelia Schuil, die daar weder mede beleend is, 5 April 1770. Huider Michiel Willem Schuil. Eadem laat haar open testament den 30 Januarg 1778 met haar broeder Michiel Willem Schuil voor leenmannen als schepenen van den gerigte van Zand wgk opgerigt, aproberen en registreren, 8 Febr. 1778. Eadem steld nae dode van haar broeder Michiel Willem tot huider Johan Coenraad van Hasselt, 19 Julij 1783 Deselve 2) draagt dit leen op aan Arent van den Berg, die daar weder mede beleend is, 21 Octob. 1790. Idem laat een acte van tugt appröberen s), eodem die. Wouter van Leersum laat registreren een erfmaegescheid *), den 8 Julg 1797 tussen hem en Arent van den Berg opgerigt en geslooten, en uyt hoofde van dien dit leen ten zgnen namen overteekenen, 19 August. 1801. Berendina van den Berg laat registreren een maegescheid d.d. 15 van Wintermaand 1810 over den boedel en nalatenschap wglen A. van den Berg opgericht en geslooten, d.d. 25 van Sprokkelmaand 1811 6). En laat uyt hoofde van dien dit leen (allergestalte' het haar bij voors. maegescheid is toe en aanbedeeld) ter haarer naamen overteekenen, eodem die. ') Als vader van zgn minderjarigen zoon Hendrik Jan Cock van Oyen, die nniverseele erfgenaam is van Johanna Hadewig Cock voorn. (Leenakte). ") Gehuwd met Hermannus Blom (Leenakte). *) Voor zijn vrouw Jantje van Leersum (Leenakte). 4) Tusschen hom als vader van Jantje van Leersum en haar erfgenaam, en Arent van den Berg, weduwnaar van dezelfde (Leenakte). 6) Tusschen Wouter van den Berg, geh. met Johanna van Riemsdijk, Berendina v. d. B., Jan v. d. B., Cornelis Beyer, geh. met Gerritje v. d. B., Hendrik v. d. B., Arie de Kadt, weduwn. van Hendrika v. d. B. 429 178a*. Ses mergen lands, genoemt de Park en 't Steenkampken m de heerlijkheyd van Isendoorn op den Hogen weert gelegen, ten Zutphense regten leenroerig GerhkoopHoTalnTan CInsedraa^ dit leen, na geapprobeerde Christiaan^EemhoJd van Wijhe, die daar weder mede beleend is, Seyna Jacoba Isabella van Wijhe, erfgenaam haars vaders Christiaan Bemhoud, beleend, 9 Septemb. 1749 ^nsiiaan Zie verder 178a, 13 August. 1764, en 178. 178b. ^^rirf' rm0^ ^.O^» weert, groot omtrent 9 mergen lands, gelegen m der herlicheit van Isendorn oostwert naest het Spijck, suydwert die kil, westwert S «nïm&\ hDyS ^Dde bon^ert' nortwert den stranck van r£n r^a%m>6t een rijsweert, sgnde 't overste e?ff ÏS? ? ? rijsweert, angaende oostwert an Schetzen erff, suydwert die Waelstroom, westwert streckende an de potinge van een rn. willigen, die dwers deur den rijsweert gaet, ende noortwert an de kil, so groot ende cleyn als Johan ende Elis Ploren cum suis teelve in belening! hebben; met noch een stnzken rijsweerts, gelegen S nrLÏ?ykifChf!n TtUyn' & Cornelis Ja~ Selve gebruyckt heeft ende nu hij Johan Sob ende Elis Floren v5an7teTdeel ^ V°°r 602 gnlden' Dirck van Werckhoven voor 906 gulden, 12jaer lanck, 1 Februarii 1599 Affgelost 30 Januam 1611. Daerna joffrouwen Anna ende Eembolda van Isendorn a Blois, onmundnrh bn opdragt hares vaders Alards beleent, 23 Octobris 'j^1111""^' Anna voorn, tucht haren man Gerhard vanWenckumanc daler jaerlix nut haer deel, 17 Novemb. 1624 2). Eembolda van Isendoorn3) beleent, den 11 Decemb 1637 Eadeltle haW man Ev?rhart ▼•nSondenbalch belasten dit leen met de somma van vier duysent guld., den 10 Febr 1647 Eadem laet appröberen soodaene houwelixe vurwarden als tussen Alert van Soudenbahph ende joffer Everhardina van Bue, Tin dato den 6 Februani 1648 geschiet, den 19 Julii 1649 A1"ln77Vepntemb!C1649UUyt ™ h°UWelke ™Warden beleent> »! TerPa,n.?inS geschiedt door Alert van Isendorn de olde fL«m»t^ ) De huwelflksvoorwaarden zgn van 6 Augustus 1624 (Leenakte (L6enakte)1 Behuwd met Evert van SaudenhafV), nlui" , dood van hare zuster (Leenakte). " aaDeeionien door den 430 Bernart van Weelderen tot Valborch, Baet ordinaris in Gelderlant, is nyt cracht van verwin, den 18 Martii 1674 om te obtineren het effect van twee Hoves senten tien van den 22 ende 23 Novemb. 1671, gemaeckt, beleent met dit leen, den 17 Decemb. 1678. Idem transporteert sgn recht van beleeninge ende verwin deses leens aen Alart Sondenbalch, die daermede beleent is, den 29 Martii 1680. Francois van Soudenbalg, erve sgns vaders Alardt, beleent, den 28 Julii 1699. Idem draegt dit leen op aen het Arme weeshuis der stadt Tiel, dat daer ook weder mede beleent is door Cornelis Philips van Lit als huider, 24 August. 1699. Na dode van Cornelis Philip van Lith de Jeude daarmede beleent Jacob Nicolaes van den Steen als huider, 25 Octob. 1738. Jacob Diderick van den Steen na dode van Jacob Nicolaes van den Steen in qualiteit als huider namens 'tvoors. arme weeshuys beleend, 21 Febr. 1778. 179. ISENDORN. Eenen weert, met allen sgnen anval ende afval, in diepen ende drogen, ende met allen sgnen tobehoren, gelegen in den kerspel van Isendorn buten den Weertdgck, daer oostwert naest gelegen is heer Willem van Isendorn, suydwert ende westwert -dat kerspel van Leuwen, noortwert dieselve heer Willem, SanderTengnagel ende Wyerweert, tot Zutphenschen rechten getransporteert bij Willem van Isendorn, tot behoeff van Willem van Isendorn Alartssoon, voorbeholden een losse met 1140 alder franckr. schilde, in 6 jaren te doen, a°. 1427. Alert van Isendorn beleent, beheltlick sgner moder Ariaen van Isendorn hare tucht, a°. 1449. Idem eedt verngt, a°. 1465. Alert van Isendorn, onmundich, erve sgnes vaders Alerts, 16 Octobris 1473. Idem selver eedt gedaen, 7 Julii 1481. Alert van Isendorn, erve sgnes vaders Willems, a°. 1492. Idem tuchtigt sgn vrou Clara van Wely an 50 schilde van 30 stuver 'tstuck, ende als sg herhglickt an 50 gl. van 20 st., a°. 1505. Alert van Isendorn, onmundich, erve sgnes vaders Alerts, a°. 1520. Idem eedt verngt, 6 Junii 1589, 14 Decembris 1554, 25 Junii 1556. Idem tuchtigt sgn vrou Eembolda N e r y n x, 27 Januarii 1561. Alart van Isendorn bg transport sgnes vaders Alerts, heholden sgner olderen tucht an 150 gl. 's jaers, 28 Martii 1571. Hier staet: oostwert naest het Koesant, suydwert ende westwert het Lewender- lant, noortwert d'erven Gisberts van den Pol. Idem tuchtigt sgn vrou Digna Vggh an c kronen jaerlix, eodem die. Idem verschrgft an Arnt van Zeiler ende Elisabet van Clarenbeeck, eeluyden, 36 gl. sjaers, met 600 in 6 jaren te lossen, 25 Novembris 1576. 431 Idem verngt eedt, 1 Junii 1582. Idem verpand eenen uterweert, groot omtrent negen mergen, als een togehorich stuck van sgnen Groten weert, an Dirck van Werckhoven voor 906 gulden, 12 jaer lanck, 1 Februarii 1599 1). Idem verpand seker parceel rgsuterweert, daer boven naest geerft is Johan van Steland, suydwert die Waelstroom, westwert een rije willigen, Alard van Isendorn tobehorende, ende noortwert den stranck tuschen denselven rijsweert ende des voorn. Alard althoevige land; noch een plaxken rgsweerts daerbg gelegen, annex het Spyck an d'een sgde ende den stranck voorn, daer voorts omher gaende, an Elis Florissoon, burger to Tiel, in 6 jaren te lossen met 620 gl., 11 Octobris 1600. Alard van Isendorn, erve sgnes vaders Alards, beleent, 10 Augusti 1604. Idem verbind sgnen weyweert, gênant die Grote weert, van ongeveer 16 mergen lands, voor voldoeninge van 2600 gl., nemlick an Joanna van Amstel van Mynden, weduwe van Metternich, Arnold van Zuylen van Nyevelt, Ggsbert van den Pol, sgn broder ende suster, 2170 gl. ende an Wolter van Isendorn a Blois als momber van Alards kinderen bg Margriet van Aemstel van Mynden verweckt, 429 gl., 13 Maii 1608. David Sluysken bg opdragt Alards voorn, ontfengt huys, hofstad ende weyweert, groot omtrent 16 mergen, genoomt den. Groten weert, oostwert geland an 9 mergen weertlands, tocommende den kinderen Alards van Isendorn bij wglen joffrou Margriet van Aemstel van Minden verweckt, suydwert streckende deur die kil tot an den rgsweert an David Sluysken mede vercoft ende an erve Peters de Haes Janssoon, westwert an land der weduwen Alards van den Kerckhoff met den haren ende noortwert an land Carl Vgghen, heeren to Zoelen ende Ubbergen, oyck ten deel an den Weertdgck ende Cornelis Gerritssoon; item den rijsweert ende kille, den Alard van Isendorn tot noch to an sich selven gehad heeft, bepaelt oostwert naest de vischerie tuschen den rgsweerden ende den Groten weert, neffens Peter de Hasen weert, noortwert den rgsweert der voors. Isendorns kinderen, suyd- ende westwert dat kerspel van Lewen; noch een steertien rijsweerts, gelegen oostwert beneden Peter de Hasen weert, suyd ende westwert het punt van den rijsweert an Sluysken vercoft ende an land Henricks van Doornick met den sijnen, ende noortwert an erve der weduwen Alards van den Kerckhoff, allet in den gericht van Isendorn butendgcks gelegen, verbindende voort tselve leen voor de voldoninge van 11600 gl., 1 Februarii 1610. Idem ende sgn vrou Mariken Eaets tuchtigen malcanderen tot herhilicken, 6 Decembris 1617. Peter Sluysken laet appröberen het maegescheyt tussen hem ende Cornelis Verhorst ende Antonis Verhorst, oomen ende mombers van smoeders sgde van sgn broeders kint Maria Sluysken2) den 23 Januarii 1643 opgericht, den 7 Novemb. 1644. Idem beleent8), met approbatie vant vooranget. magescheyt, den 15 Novemb. 1644. Idem tuchticht sgn huysfrouw Elisabeth Cruyff, den 21 Febr. 1652. ') Zie 178b. 'j Dochter van Paul Sluysken en Margreta Verhorst (Leenakte). ") Als erfgenaam van zjjn vader David (Leenakte). 432 Den 10 December 1653 nyt crachte des Hoves resolutie de dato den 9 Decemb. 1653 van de lheenplicht bevrijdt; ende heeft Peter Sluysken wederom tot lheen gemaeckt veertien mergen bouwlant, genampt Schetsen lant, oostwaerts naest Cornelis Cornelissen ende suydwaerts naest de pastorye van Isendoorn. Albert Sluisken, soon van Peter Sluisken, op aenhouden en summatie van de leengriffier beleent, den 28 October 1695. Elisabet van Heun1) als oudste en medeerfgenaem van Albert Sluisken beleent, 22 Decemb. 1706. Elisabet Sluisken, erfgenaem haers nigts Elisabet van Henn, beleent, 18 Junij 1721. Elisabet Sluysken steld na dode van Everhard Johan van Dam tot huider over vijf mergen, de Langteug genaamt, haar man Eeyer Rijke de Kempe, 11 Julg 1744. Rijkske de E e m p laat appröberen en per clausulas concernentes registreren 't magescheyd den 4 Decemb. 1762 opgerigt over den ouderlijken boedel2), 29 Meert 1763. Eadem, erfgenaam haarer moeder Elisabeth Sluysken en uyt hoofde van voorgemelt magescheyd beleend, eodem die. Q. J. Tarée krggt consent om op dit leen te mogen procederen ter bekominge van een honderd gulden cum interesse, volgens obligatie van wglen capitain Spengler en nu desselfs wed. Egkske de Kemp te vorderen hebbende, 3 Novemb. 1778. 179 § 1. ISENDOOEN. Den Raepkamp, groot ses mergen, bepalende ten ooste de kinderen David Sluysken, westen Hendrik Tap, noorden schepen Jacob van Heun en ten suyden de pastorye van Ysendoorn, als een bgsonder leen en afgespleten van de veertien mergen bouland, genoemt Schetsenland, gelegen in den gerigte van Ysendoorn, oost geland Cornelis Cornelissen, suyd de pastorye van Ysendoorn, ten Zutphense regten leenroerig. Beernt van Heun laet appröberen het maeggescheid, opgerigt den 5 November 1720 tussen hem en sgn suster Elisabet van Heun, waerbg hem dit leen uit den boedel van haer ouders Hendrik van Heun en Maria Sluysken, egtel., aengekomen is, 27 Julg 1729, Idem uit kragt van 't bovenstaende maeggescheid beleent, eodem die. Idem en Jantje Aeldertse van Heun laten haer reciproque lgftugt appröberen, 17 Julg 1732. Idem en Jantje van Ingen, ehel., verbinden dit leen voor agt honderd gl., 10 August. 1743. ') Gehuwd met Hendrick Hey (Leenakte). ') Tusschen de kinderen Geertruida de Kemp, wed. van Benjamin Beker; Jacobus Helmond, geh. met Helena de K., Rijkske de K., Hendrina de K., en Willem Bock, geh. raet Petronella de E. (Leenakte). 433 Jan Hey, erfgenaam sijns ooms Beernt van Huen, beleend, onder voorbehoud van de tugt van sijne moey Jantie van Ingen gedurende haar leven van dit leen, 22 Octob. 1767. Bijk Hey, erfgenaam van sijn broeder Jan Hey, onverkort het regt van sgn broeders en susters, beleend, 6 May 1788. Denselven maakt sijn gedeelte in dit leen deelbaar onder sijne na te latene kinderen, onverkort de tugt van sgn vrouw Anna Maria Leenders, eodem die. Denselven laat appröberen en registreren een accoord, transactie of erfmagescheyd met sgne susters1) den 19 Julg 1788 over dit leen ingegaan, 26 Julg' 1783. Idem cum suis laten appröberen en registreren een magescheyd of accoord 2) den 2 April 1792 over dit leen onder haar gepasseert 25 April 1792. Christina Gg'bel beleend met dit leen, allergestalte hetselve haar uyt hoofde van het geapprobeerde magescheyd aangekomen is, eodem die. Peter Hamaker en Christina Gijbei, ehel., (alsmeede Geertruy Hey, voor zoo verre aan haar de lijftocht en vrugtgebruyck is competerende) verbinden dit leen voor een summa van twaalf hondert guldens cum interesse, dato 8 Decemb. 1801, d. 12 Decemb. 1801. Arien de Kadt en Petronella de Ka d t laaten registreren een gerigtelgk transport d.d. 24 May 1808 door Peter Hamaker en Christina Gg'bel, ehel., ter hunlieder behoeven gepasseert, En laaten uyt hoofde van dien dit leen ter hunlieder naamen, ieder voor de geregte helft, overteekenen, d. d. 25 May 1808. Afgespleten van 179. 179 § 2. De seven akkeren, groot drie mergen lands, sgnde een gedeelte van Schetsen land, als een bijsonder en afgespleten parceel, ten Zutphense regten leenroerig. Elisabeth van Heun steld na dode van Dr. Johan Swaan senior tot een nieuwen huider over dit parceel Hendrik Hey, haar man 3 Januarg 1744. Hendrik Hey, medeerfgenaam sgner moeder Elisabet van Heun, wed. van Hendrik Hey senior, beleend 3), 13 Jan. 1774. Bijk Hey, voor sig en in name van sgne susters erfgenaemen van haar moeder Elisabeth van Heun, nae overigden van haarl. broeder Hendrik, heleend, 26 Julg 1783. Christina G ij b e 1 beleend met dit leen, allergestalte hetselve haar uyt hoofde van het geapprobeerde magescheyd aangekomen is, 25 April 1792. j) Maria Hey, wed. Jacob van Huen, Helena en Geertruida Hey (Leenakte) ■) Tusschen Kijk Hey, Geertruy Hey en Christina Ggbel (Leenakte). n ^e-ja"tere kindOTen «tt^'ï ,an> Hendrik, Maria, wed. van Jacob van Heun, Helena, Geertruid, Kijk, geh. met Anna Maria Leenders, Geertien en Elisabeth Hey (Leenakte). Nijmegen. 28 434 179a. Een stnck, genoomt den Cleynen rijsweert, an Alard van Isendorns Groten weert in der heerliekheyt Isendorn gelegen, groot omtrent vier mergen ter goeder maten, met een nutweg op den cop van tselve weertken ende voorts denr thecken van den Groten weert, daer men van olts gewoon is denr te varen, te Zutphenschen rechten opgedragen bij Alard van Isendorn a Blois, tot behoeff van Peter de Haes Janssoon, 14 Novembris 1604. Johan de Haes, erve sijnes vaders Peters, beleent, 30 Aprilis 1613. Johan Ariens bg opdragt Johans de Haes beleent, 14 Junii 1623*. 179b. Een stuck lands, wesende het benedenste van den weert, groot omtrent seven mergen, genoomt den Mandemaker, oostwert naest Isendorns Groten weyweert, suydwert den rgsweert, westwert Henrick van Doirnick met den sgnen ende noortwert den heer van Ubbergen, in den kerspel van Isendorn gelegen, ten besunderen leen tot Zutphenschen rechten opgedragen hg Alard van Isendorn tot behoeff van Alard van den Kerckhoff, 10 Augusti 1604. Johan van den Kerckhoff, erve sgnes vaders Alards, draegt op Dirck van den Berge Dirckssoon een stuck lands, groot omtrent 7 mergen, gênant den Mandemaker, oostwert naest Isendorns Groten weyweert, toebehorende David Sluysken, suydwert den rgsweert, westwert Henrick van Doirnick met den sguen, ende noortwert die heer van Ubbergen, 15 Septembris 1610. Derck van den Berge Derckssoon, erve sijnnes vaders Dercks, beleent, den 4 Julii 1635. Jeriphaes Hendrix als momber en vaders broeder van Jan Otten beleent met '/4 vant bovenstaende leen, tot een besonder leen, als erve sijnnes vaders Otto Hendrix, die het geerft van sgnnen vader Hendric Bicken, ende denselven bg maegescheyt van den 13 Septemb. 1610 toegedeylt is 1), den 29 Aprill 1637. Cornelis Cornelissen, erve sgnnes vaders Cornelis Cornelis, soene van Gerrits, die het bij maegescheyt van den 13 Aprill 1610 togedeylt is, beleent tot een besonder leen, den 29 Aprill 1637. 74- Derck van den Bergh bg opdracht Cornelis Cornelissen beleent, den 2 Novemb. 1655; het eene vierendeel daer Cornelis Cornelissen mede beleent was. Jan Otten vernieuwt den eedt van het vierendeel deses leens ende draegt hetselve op aen ') daervan Derck van den Berge Dercks die gerechte helfte ende Cornelis Gerrits het ander vierdendeel toecompt (Leenakte). 435 Derck van den Berch Dercksoon, die daermede beleent is, den 1 Novemb. 1660. Idem laet sijn dispositie appröberen, den 7 Februarii 1666. Toenisken, Anneken, Derck ende Jan van de Sant, nyt cracht van de bovenstaende dispositie beleent sgnde, draegen dit leen op aen Derck van de Pavort, die daermede beleent is, den 11 Martii 1669. Derck van den Berch, erve sgnes vaders Derck van den Berch, die erfgenaem was van Derck van de Pavort, beleent, den 15 Decemb. 1691. Willem ende Eijck van de Pavort, erfgenaemen Derck van de Pavort, draegen dit leen op aen Derck van den Berch, die daermede beleent is, den 17 January 1693. Aeltje van den Berg, erfgenaem haers vaders Derk, beleent, 2 Aug. 1727. Haer man Geurt Otten is huider. Otto Genrtse van der Stern, erfgenaam sijns moeders Aeltje van den Berg, beleend, 2 Maart 1764. Aletta van der Stern, erfgename van haar broeder Otto Geurtse van der Stern, beleend, 26 Julg 1782. 179c. Eenen uterweert, genoomt 't Spiek, so dieselve gelegen is, met passen ende holtgewas daerto gehorende, in der heerliekheyt Isendorn, oostwert ende noortwert naest die Koesantsche weerden, suydwert den stranck ende Alard van Isendorns Cleyn rgsweertken, ende westwert den Cleynen weyweert, met eenen uutweg over Alard van Isendorns Cleynen ende Groten weert, ten besunderen Zutphenschen leen opgedragen bg Alard van Isendorn tot behoeff van Gerrit Herberens, 26 Octobris 1604. Herberen Gerrits ende Johan Gerrits, elx voor de helfte, als een aengecoft leen, met conditie nochtans dat beyde deselve helften, wederomme aeneen commende, tot een leen ende met een heergewaet ontfangen sullen worden ende verheven, beleent, den 6 Novemb. 1645. Jan Gerritsen voor een vierde partx), met conditie nochtans dat voorn, leen, wederom aeneen commende, tot een leen en met een heergewaet ontfangen ende verheven sal worden, den 31 Maii 1653. Idem laet sgnne dispositie appröberen, eodem die. Pij ken Gerrits van Westrenen, erve haeres broeders Jan Gerrits den ouden, beleent met derdenhalven margen off vijf schaeren; haer man Willem de Haes Janssoon is huider, 8 Jan. 1664. Odilia van Westrenen, huysvrouw van Jan Cornelissen van Cuylenborch, erve haeres vaders Herberen Gerrits van Westrenen, beleent met. de rechte helfte van dit leen, den 3 Augusti 1664. Eadem maeckt dit leen onder haer kinderen deilbaer, 15 April 1665. ') Hem aangeërfd door den dood van zijn vader Gerrit Herberens (Leenakte). 436 Fgken Gerrits van Westreenen laet haere dispositie appröberen, den 18 Junn 1675. Herhert de Haes laet appröberen het maechgescheit tusschen de kinderen van Fijken van Westrenen 1), ende laet hem uyt kracht van hetselve met dit leen belenen, den 15 Decemb. 1691. Willem van de Pavort als vader ende momber van de kinderen bij Aeltjen van Westrenen 2) verweckt, ende mede als volmachtiger van Jan en Peter de Haes als bloetmomberen van Judith van Westrenen, dochter van Jan Gerritsen van Westrenen ende Gerritjen van Lienden, beleent met een vierde part, ende draegen hetselve leen op aen Dominus Martinus L a e t s ende Catarina Bor, die daermede beleent sgn, den 17 Januarii 1693. Herbert de Haes doet afstand van de twe en een halve mergen, 27 Octob. 1703, ten behoeve van Beatrix van Lgssel, wed. van David Hollingerus, eermaels wed. van predikant Petrus ,B i s s*c h o p, die daer weder mede beleent is, 3 April 1708. Huider Hubert Bisschop, haer soon. Petrus, Henricus en Bartolomeus Bisschop 3) laten appröberen het maeggescheit den 16 "Septemb. 1712 opgerigt tussen haer en Hubertus Bisschop over den hoedel van haer moeder en grootmoeder Beatrix van Lijssele, wed. Bisschop, laetst Hollingerus, 24 Maert 1719. Petrus, Henricus en Bartolomeus Bisschop beleent uit kragt van 't bovenstaende geapprobeerde maeggescheid, eodem die. Deselven dragen dit leen op aen Jan van Heun en Claes de Haes, die daer weder mede beleent sijn, eodem die. 179d. Omtrent soeven mergen ntterweerden, weylanden, gelegen onder de heerlicheyt Isendoorn, daer naest gelant ende gelegen is ten oosten ende noorden Everhart van Soudenbalch, suyden ende westen Peter Sluysken selve, mette visserie daertoe gehoorich; ende dan noch soeven mergen rijsweerden, tegens de voors. soeven mergen utterweerts gelegen; tot een besonder leen, ten Zutphensen rechten leenruyrich, opgedraegen bg Peter Sluysk en aen Peter Stevens van Teeffelen, burger binnen Tiel, die volgens daermede beleent is, den 5 Junii 1649. Steven van Teffelen bij transport sgns vaders Peter Stevens van Teffelen beleent, den 28 Febr. 1657. Peter van Teffelen als erve sijnes vaders Steven beleent, den 14 Julii 1692. Johanna Susanna van Teffelen, erfgenaem haers neefs Peter, beleent, 12 Februarii 1715. Huider Jacobus van der Spijk, haer man. ') Zijn moeder (Leenakte). 2) Dochter van Jan Gerritsen van Westrenen (Leenakte). 3) Zonen van Bartholomeus B., die de broeder was van Hubertus (Leenakte). 437 Eadem draegt dit leen op aen Aernt Jacob van Wijnbergen, die daer weder mede beleent is, 15 Decemb. 1725. Jacob Johan van Wgnbergen, erfgenaem sijns broeders soons Aernt Jacob, beleent, 20 Junij 1732. Adriana van Lid de Jeude, wed. van Arnd Jacob van Wgnbergen, laet registreren het appointement van de Landschap van den 13 Octob. 1735, waerbg aen haer word tocgestaen om op dit leen te procederen ten laste van Jacob Johan van Wgnbergen, tot agtervolging van de overeenkomste tussen haer den 14 en 18 April 1785 ingegaen, 15 Julg' 1737. Arent van Wgnbergen, erve sijns vaders Jacob Johan, beleend,27 April 1741. 180. ECHTELT, OY. Negen mergen lants met sijnen rechten anschute van den dgek in de Wael, ende een huys met 9 mergen lants, ende 13 mergen lants op Westeringh gelegen, 5 mergen in der Meer ende 5 mergen int Eehtelsche broick, ende een stuxken op den Byvanck, al gelegen in den kerspel van Echtelt ende van Oye, tot Zutphenschen rechten ontfangen bij Claes van Echtelt, a°. 1402. Otto van Echtelt ontfinck die Vieracker, met sgnen anschote butendgx; item een luttel lants op den Byvanck, buten- ende binnendrjx; item een hofstat, huys ende hoff t Oy, buten ende binnendgx; item 13 mergen lants beneden in der Meden; item een luttel meer dan 6 mergen in den gericht van Dreempt, dat Arnts van Tiel to wesen plag; item 6 mergen lants 2 hont min int Eehtelsche broeck; item twee acker lants in der leger Meden ende streckende voort deur op den Wale; item een stadt lants in Oyer enge, beneden Arnts van Santwijck, ende geet van der weteringen in den Wale; item in Oyer enge een acker lants, ende plag Willems van Aerd te wesen, van der weteringen in den Wale; item een luttel lants ende heyt Beynenborch; item 5 mergen lants int Eehtelsche broeck; item 3 mergen lants op den Hul, a°. 1422. Idem ontfinck een huys ende hofstat, gelegen tot Oy, in Nederbetuwe, met allen heuren tobehoren, daer oostwert naest gelegen is Henrick van Santwijck, westwert die Oysche straet, nortwert Johan van Wye Henrickssoon, ende suydwert die Wael; 13 mergen op Westeringen; 5 mergen in der Meden, naest een stuck lants, geheiten Statskamp; een stuck, gelegen in Oyer inge, boven naest Arnt van Santwick, van der Oyscher weteringe in de Wael; eenen acker in Oyer inge, die Willem van Aerde plach te wesen, van der voors. weteringe in de Wael; item dat thiendvrij lant in den Honichcamp, ende geet voort in de Wael1). Ontfengt'oyck een goet, geheiten Wyeracker, met sgnen anstoit ende tobehoren, buitendgx gelegen; ') Aen aUet dit goit voirs. heeft Ott van Echtelt Arnt van Wye, sgne echte wijff, getuchtiget (Leenakte). 438 den Byvanck met sijnen tobehoren; Hugerwade, gelegen tot Droemt, met sgn tobehoren; 2 acker in der leger Heden, met sgn tobehoren, Bijnenborch, met sijn tobehoren; 5 mergen in 't Eehtelsche broeck, 3 mergen op den Hul, met sijn tobehoren, a°. 1424. Idem tuchtigt sijn vrou Gertrud sGieren ande voors. leenen, a°. 1464. Idem eedt verngt, a°. 1465. Yda van Echtelt, huysfrou Gerrits van Telgt, Claessen dochter, erve hares oldevaders Otten, ontfengt dat huys ende hofstat tot Oy, in den kerspel van Echtelt, met allen heuren tobehoren; ende 10 mergen, naest Gerrit van Telgt an d'een sgde ende d'Echtelsche straet an d'ander; 18 mergen op Westeringen, in denselven gericht, naest ste Sebastians erve an d'een ende Jan van Stralen an d'ander sgde; 3 thiendvrij acker in den Honichcamp, gaende voort in de Wael; den Byvanck met sgn tobehoren1). Beheltlick Gertrud van den Gheer, Gerrits voors. moder, hare tucht daeran, 25 Octobris 1473. Eadem eedt verngt, 22 Octobris 1484. Eadem 2) eedt verngt deur heuren soon Claes van Tel ebt, a°. 1504. Claes van Telcht, erve sgner moder Yda, ontfengt dat huys ende hofstat tot Oy, in den kerspel van Echtelt gelegen, haldende omtrent 4 mergen lants met den bongert, ende met 10 mergen lants daeran, daer naest gelegen is Philips de Giers erve an d'een end d Eehtelsche straet an d'ander sgde; voorts als boven, 12 Deeembris 1521. Idem tuchtigt sgn vrou Johanna van Tuyl, eodem die. Idem eedt verngt, 20 Septembris 1538, 13 Julii 1544. Thonis van Tellicht bij transport sijnes vaders Claes, die sgn tucht behelt, ende oyck sgn oltste soon Gerrit, religieux in der Cruysbroder clooster to Culenborch, an 6 mergen, geheiten Hoochwesteringen, 18 Martii 1555. Idem crigt uutstel, 15 Junii 1556. Idem eedt verngt, 29 Octobris 1557. Lambert van Tellicht, erve sgnes vaders Thonis, onmundich, 19 Martii 1569. Idem tuchtigt sgn moder Anna van Tuyl, eodem die. Idem, mundich, selffs eedt gedaen, 22 Octobris 1574. Sander van Tellicht bg transport Lamberts voorn., 1 Junii 1576. Lambert van Tellicht neemt attestatie dat tselve transport sonder ver- cortinge ter goeder trouwen geschiet sij, 6 Septembris 1581 3). Sander voorn, verngt eedt, 30 Septembris 1581. Lambert van Tellicht uut cracht voriger attestatie neemt dit leen weder an ende verngt selffs den eedt daervan, 25 Martii 1583. Idem stelt 13 mergen op Westeringen te waerschap an Butger Schul voor vercofte 7% mergen vrij goets,. te Echtelt in der buyrschap Oy gelegen, eodem die. ') Gelijc Ide dit aenverstorven is van Otten van Echtelt, hoirs aldevaders (Leenakte). ") Weduwe (Leenakte). 3) Sander van Tellicht wordt de neef van Lambert genoemd. 439 Idem heeft acte dat sgn nicht Martina *) eenige stucken van desen leen bij abus ontfangen hebbe, 12 Octobris 1594. Anthonis van Tellicht, erve sijnes vaders Lamberts, beleent met 't huys Medestein, staende in vgff mergen lands op der Mede, ende daer teynden derthien mergen op Westeringen, tsamen in der maelschap Oy gelegen, tuschen erven van st. Sebastian ende van Henrick van Bronckhorst; noch drye thiend vrije ackers, in den Honichcamp gelegen, gaende voort in de Wael; item den Byvanck, 30 Maii 1625. Gudelina van Tellicht2), erve haeres vaders Anthonis, beleent, den 28 Novemb. 1655. Eadem laat hare dispositie appröberen 3), den 12 Junii 1658. Floris Vos van Avesaet als momher van de kinderen van Alphert van Langen ende Gudela van Tellicht, den 23 Octob. 1662. Idem in deselve qualiteyt *) geeft dit leen over aen de heer Stadtholder ten behoeve van Boedolp van Langen, 21 Julii 1666. Elsabe van Blanckvoort, weduwe en boedelhoudersche van Eoeloff van Langen, uyt cracht van bovenstaende overgifte beleent, den 27 Augusti 1668. Dr. Hendrik van Nijendam ende juffer Geertruyt Gudela van Langen beleent uyt cracht van houlijxe vorwaerden, dewelcke mede geapprobeert sgn, den 3 April 1686. Iidem dragen dit leen op aen Elisabet Johanna Hoes, wed. en boedelhouderse van J. W. van E i e m s d ij c k, die daer ook weder mede beleent is, den 12 Febr. 1698. Huider Johan Coenraed Hoes. Eadem 5) verbint dit leen ten behoeve van haar onmundige dogtertjo Wilhelma Jacoba van Eiemsdgck voor tweeentwintig hondert gl., den 8 Jung 1700. Eadem en Andreas van Meen, egtelieden, lgftugtigen malkanderen reciproquelgk, 21 September 1702. Andreas van Meen als man en momber sgner huisvrou Elisabet Johanna Hoes beleent, 16 Novemb. 1709. Andries van Mehen draegt dit leen op aen Aert van Wgk en Ggsberta M o r i n g, egtelieden, die daer weder mede beleent sgn, 30 Mey 1719. Jan van Wgk cum sororibns 6), erfgenamen harer ouders Aart van Wgk en Gijsberta Morink, beleent sijnde, dragen dit leen op aan Willem van Wassenaer, die daer weder mede beleent is, 13 Jung 1760. Willem Frederik Hendrik van Wassenaar, erfgenaam van sgn vader Willem, beleend, 13 Novemb. 1783. *) Dochter van Christoffel van Tellicht en Maria Margaretha Schenck van Nydegen (Leenakte). *) Wed. van Matheus Alphert van Langhen (Leenakte). 8) Hare vier kinderen zgn: Lambert Jurrien, Anna Sibille, Geertruyt en Seyne Eudolph (Leenakte). *) Anna Sibilla van Langen is gehuwd mot Steven Blanckvoort (Leenakte). *j Gehuwd met Andreas van Meehn. De vader van haar dochtertje wordt hier genoemd Willem Jacob v. R. (Leenakte). *) Cristina, wed. van Vermeulen; Adriana, wed. van Ariën de Blank (Leenakte). 440 Idem en Johanna Judith van Isselmuyden, ehelieden x), laten hare twee eensluidende huwlgksche voorwaarden van den 2 Aug 1785 appröberen en registreren, 10 Nov. 1786. 181. OT. Een hofstat tot Oy, groot ongeveerlick 10 mergen, ende lVa mergen uterweerts, genoomt die Peertswey, tot Zutphenschen rechten angecoft bg Sander van Tellicht, ende in hglixstair.mitgegeven sgnen soon Christoffel van Tellicht met Margriet Schenck van Nydegen, die op Marta Christopher van Tellicht, sgn dochter, suk geërft heeft2), 28 Novembris 1589. Eadem, huysfrou Wilhem Spaens, belast dit zes jaren met 431/, gl 'sjaers, 20 Aprilis 1608. ' Maria Margriet Schencks van Nidegen, huysfrou Anthonis vanVoorst, erve harer dochter Martae, beleent, 29 Septembris 1608. Wolter Tellicht als erve sgnes vaders Alexanders beleent, 9 Septembris 1609. Fredrica van Voorst s) als erve haerer moeder Maria Margreta Schencks heieent, den. 9 Julg' 1627. Johan T o 11 bij opdracht van Fredrica voors.4) beleent, den 6 Junii 1631. Jan Toll, erve sgnnes vaders Jan, beleent, den 18 Augnsti 1653. Constantia van Geel, weduwe van Jan Toll, versoekt uyt crachte van des Hoves apostille, in dato den 20 Octob. 1655 verleent, dat haeren soon, mede Jan Toll genampt, niet sal mogen dit leen beswaeren ofte veralieneren, twelck geaccordeert, den 26 Jan. 1656. Jeronimo de Haes bg opdracht van Jan Toll voors. beleent, den 14 Novemb. 1657. Mathias Heuft bg opdracht van Jeronimo de Haze als executeur van 't testament van Johan van Tol beleent, den 23 Junii 1659. Matthaeus Heuft, erve sgnes vaders Matthias, beleent, den 8 Febr. 1670. Philip Heuft, erfgenaem sgns vaders Matthaeus, beleent, 7 Nov. 1721. Leonardus Hoeuft van Oyen, erfgenaem sgns broeders Philip Hoeuft van Oyen, en uyt hoofde van het testament van wglen sgn vader Mattheus Hoeuft van Oyen beleend8), 9 May 1755. J. P. Hoeuft, erfgenaam sgns vaders Leonardus Hoeuft van Oyen, beleend, 24 Novemb. 1772. Louisa Cornelia Elisabeth C1 u n d e r, wed. Johan Philip Hoeuft van Oyen, als moeder en voogdesse over haaren minderjarigen zoon Louis Jean Philip Hoeuft van Oyen laat dit leen, onverminderd de tugt haar besproken, ten naame van voorn, minderjarigen als eenigen zoon en erfgenaam sgns vaders bovenvermeld overtekenen, 16 Maart 1796. ') Zgn moeder is Johanna Wilda van W fl h e; baar ouders zijn: Hendrik van I. en Anna Elisabeth van Haersolte (Leenakte). *) Haar moeder Maria Margareta Schenck van Nydegen is mombersche. Volgens akte van 22 April 1591 was zij toen huisvrouw van Cracht Adrian van Camphuysen zu der Gelinthorst (Leenakte). 3) Gehuwd met Ernst Dunnewoltt (Leenakte). *) En Anna van Voorst, huisvrouw van Johan B e n t i n c (Leenakte). °) In het testament wordon nog als zonen genoemd: Jan Diderick en Constantin (Leenakte). 441 182. ECHTELT. Thuys ende hoff binneD Echtelt, ende 18 mergen lants in den selven kerspel gelegen, tot eenen Zutphenschen leene ontfangen bij Derck van Wge Hermanssoon, a°. 1403. Idem tuchtigt sijn wijff Aleyt, dochter Johans heeren van Hemert, an sgn huys ende hofstat, tot Echtelt gelegen, ende an 14 mergen lants daerbg gelegen, a°. 1402. Johan van Wije ontfengt een hofstat, geheiten die hofstat tot Wije, gelegen in den kerspel van Echtelt, met 18 mergen lants daerbg gelegen; item nog 7 mergen lants, gelegen op den Hulle, naest boven gelant Aernt van Santwick ende beneden Jan van Wije Henrickssoon, a°. 1424. Eenen camp lants, geheiten die nederste Nederweyde, holdende 5 mergen ter goeder maten, in den kerspel van Echtelt gelegen, oostwert naest Derck van Wge met eenen camp, geheiten die Geeren, westwert Jan van Wije Henrixsoon, suydwert Henrick van Sandwgck, noortwert Dirck van Wge voorn., tot Zutphenschen rechte getransporteert bg denselven Derck van W ij e tot behoeff van Goessen van Rossem, a°. 1427. Dirck van Grootvelt verheft dit van den Hertoch, twelck hg te voren deur onwetenheyt van Dirck ende Willem van Wge ontfangen hadde, met vorworden dat het erven sal op snn soon Gerefaes, 11 Julii 1481. Gerefaes van Grootvelt, onmundich, deur sgnen broder Egen beleent, 20 Septembris 1485, als erve sijnes vaders Dirx. Dirck van Grootvelt beleent, 14 Octobris 1549. Lgsbet van Driel, huysfrou Arents van Wese, bg' transport Dirx voorn., eodem die. Eadem eedt verngt, 20 Junii 1556. 188. ECHTELT. Twintich hont lants in Wiltmeden, daer beneden gelegen is Henrich van Mauderich ende boven Jorden Sas, tot eenen Zutphenschen rechte ontfangen bg Jan die Smit van Isendorn, a°. 1401. Jorden die Smit ontfengt 20 hont lants, in den kerspel van Echtelt in Wilmeden gelegen, daerbg geerft sijn Johan Hack boven ende beneden Henrix erfgenamen van Malderich, tot eenen Kuycschen leensrechte, anno 1410. Willem Smit ontfengt 20 hont, tot Zutph. rechten, a°. 1424. Herman van Isendorn, erve sgner moder vader Willems voorn., a°. 1444. 442 Drye mergen lants ter goeder maten, geheiten den Dorenbosch, gelegen in den kerspel van Echtelt, oostwert naest de costerie, westwert de gemeyne tochtgrave; noch 272 mergen landts op Wilmede, geheiten Baexsloot, in den kerspel van Echtelt gelegen, an d'een sgde mgn heer van Egmont, an d'ander die cappelle van Meel, tot Zutphenschen rechten uut sonderlinger graciën te leen ontfangen bg Herman Sas, geheiten Paddenpoel, a°. 1481. Jan Hack Sas, bg transport Hermans voorn., ontfengt die 8 mergen, eodem die. Ende Herman tuchtigt sgn vrou Gertrud an de 21/2 mergen. 184. ECHTELT. Thuys to Echtelt, in den lande van Nederbetuen gelegen, met den voorgeborcht, bongert ende cingelgrave daerto behorende, tot Zutphensen rechten eerst te leen gemaeckt bg Otto van Wge end Gertrud Tengnagels, eeluyden, ende ontfangen als een open huys, a°. 1495. Jasper van Wge, erve sgnes vaders Otten, a°. 1520, 16 Juniix). Idem crigt uutstel, allegerende sgn vader sg gedwongen dit goet te leen te maken, 8 Maii 1544. Idem, 31 Maii 1556. Idem eedt verngt, 12 Novembris 1563. Otto van Wge Jasperssoon crigt uutstel, 15 Decembris 1569. Idem crigt noch uutstel, 14 Februarii 1570. Idem beleent als erve sgnes vaders, 18 Martii 1570. Idem eedt verngt, 21 Novembris 1581. Idem met sgn huysfrou Cristina van Wghe van Hernen verbeteren dit leen met haren allodial goederen, naemlick haer seylant op den Hul an 7 stucken gelegen, groot omtrent 20 mergen; noch al haer weylant, seylant, renten, thinsen, thinshoenderen ende erfpachten, so sg echteluyden voor dato deses heseten ende noch hebben gelegen int Binnevelt, groot ongeveer 12 mergen, daer hetmeerendeel aff thiendvrg is; noch omtrent 31 mergen lants opt Hoochbroeck ende in de Meynte gelegen an diverse parcelen; noch 3 uterweerden tot Oy onder Echtelt gelegen; met de coornmeul ende gemael desselven kerspels; met de collatie der kercken luyt der fundatie, begrefnis ende sitplaets in derselver kercke; noch huys ende hofstat, genoomt die Grote wal, thiendvrg, met het veer, visscherien, swaendrift, met de weyde ende gepoot daerto gehorich; voorts alle andere renten, thinsen, thinshoenderen, erffpachten, onder Echtelt, Isendorn ende Ochten gelegen, geene daervan uutgesondert, met alsulcken dgek ende weteringe als tot de voors. goederen van outs ende met recht behoort; om voortan ') Oick sijnre moeder jonfr. Gertruyt Tengnagell oeren tochten (Leenakte). 443 tsamen te wesen een onversterflick erff- ende stamleen, twelck altoos erven ende versterven sal moeten op den oltsten soon, ende bg gebreck van sonen op de oltste dochter, ende so voort van het een kind op het ander, ende nyet op den vader noch op de moder, noch op den oldenvader noch oldemoder, maer na dode des lesten kinds wederom vallen in den bosem daernnt het gesproten is; welverstaende dat het oltste kint sijnen broderen ende snsteren affgoedinge van den 3en voet doen sal na seggen ende kennis van goeden luyden; voorbeholden altijt dat thuys t'Echtelt, genoomt Wijenborch, samt voorgeborcht, bongerden, cingelen, cingelgraven, kruythoff, coelhoff, hophoff, uutwech, thiendvrij, met sgne bepotingen, rechten, gerechticheyden ende tobehoren het oltste kind sonder affgoedinge vrg vooruut behalden sal; 2 Julii 1596. Ende tuchtigen dieselve echteluyden malcanderen daeran, eodem die. Reiner van Wghe, cornet van Printz Henrick van Nassou, erve sgnes vaders Otto, beleent sgnde, maeckt, so hg sonder egte gebeurt sterft, dat dan dit erven sal op sgnen broder Herman of sijnen oltsten soon, so hij sonder sonen sterft op sgnen broder Johan, so die oick geen sonen nalaet op sgnen broder Joachim, so die mede sonder sonen sterft op sgn suster Margriet, 18 Nov. 1619. Idem confirmeert een maechgescheyt met sgn moeder, sgnen broderen Christian, Herman ende Joachim van Wijhe ende suster Margriet opgericht, 28 Junii 1622 x). Idem laet sgnne dispositie appröberen, den 18 Augusti 16482), 3 Junii 1653. Idem laet sgnne naerdere dispositie appröberen, den 5 Augusti 1657. Otto van Wghe, onmundich, beleent 3), den 26 Januarii 1658. De heer van Hernen huider. Idem doet selfs eedt, den 22 Maii 1661. Idem en Seina van Delen, egtel., laten haer beslote dispositie appröberen, 13 Octob. 1704. Christiaen Reinhard, Evert Jan, Anna Elisabet, Christina en Wilda van Wghe, kinderen en erfgenamen van Otto van Wghe, laten appröberen het maeggescheid den 24 Maert 1732 opgerigt, 5 Mey 1732. Christiaen Reinhard van Wghe, erfgenaem sijns vaders Otto en uit kragt van het geapprobeerde maeggescheid beleent, eodem die. Johanna Wilda van Wghe, erfgenaam haars vaders Christiaan Reinaud en uyt kragt van geapprobeerd magescheyd beleend, 26 Febr. 1750. Johan Frantz Casper vrgheer van Wghe beleend met dit leen, gelgk hetselve hem door dode van Christiaen Reynout van Wijhe aangecomen is, 17 Julg 1753. Willem van Wassenaer laet registreren het geopende testament van den 14 Septemb. 1751 4), 17 Julg 1754. Willem Frederik Hendrik van Wassenaer, minderjarig, erfgenaam sgns moeders Johanna Wilda van Wghe, beleent, voorbehoudens het regt van tugt sgn vader Willem van Wassenaer aan dit leen competerende, eodem die. Huider W. van Wassenaer voorn. •) Zie blz. 51 en 94. *) Het buis Echtelt zal komen aan den oudsten zoon van zijn broeder Christiaan (Leenakte). *) Krachtens het testament van 1655. De heer van Hernen is Adriaen Beinier van Bhede (Leenakte). ') Van hem en zijn vrouw Johanna Wilda van Wijhe. 444 Idem, meerderjarig geworden, laat registreren *s Landschaps resolutie yan den 22 Octob. 1773, onder anderen inhoudende als dat het vheer, tot dit leen mede specterende, hetgeen te voren een voetvheer is geweest, door speciael octroy van haar ed. Mog. de heeren Staten deser provintie is geextendeert tot een pontvheer, en alsoo daarvan den eed doen vernieuwen, 21 Decemb. 1773. Idem en Johanna Judith vanlsselmuyden, ehel., laten hare twee eensluidende huwlijksche voorwaerden van den 2 Aug. 1785 appröberen en registreren, 10 Novemb. 1786. 184a. Een stuck lands, groot omtrent vier mergen, genoomt die Cloten, gelegen in den kerspel van Echtelt, oostwert ende westwert an gemeyne straten, nortwert Gruters bouwing ende suydwert an land gehorende tot de Wgsche camer; noch een schaer weyens, in den uterweert tegenover de Wgsche camer gelegen, westwert an den bandijck, nortwert des heeren van Poelgeests uterweert, oostwert den stranck ende suydwert joffrou van Wpe met hare kinderen, afgespleten van den leene die Wgsche camer, tot Zutphenschen rechten, hij Adam van Tiel, ende in hilick metgegeven sijner nicht Anne van Hattem, trouwende Bernt van Eek, schultis t'Echtelt, 19 Novemb. 1594, geconfirmeert 17 Decembris 1596. Bernt van Eek beleent, 2 Octobris 1605. Henrick van Brienen, capitein, bg opdragt Anne van Hattem, nu huysfrou Wilhems van den Geyn, ende harer kinderen beleent met de voors. vier mergen, om neflfens de Wijsche camer voortan voor een geheelt leen geholden te worden, 14 Februarii 1609. Johan van Weelderen tot Leeuwenborch, borchgreef des Rijcks ende richter der stadt Nimmegen, als erfgenaem sijnes vaders Diederick van Weelderen beleent, den 8 Augusti 1679. Idem laet sgn houlgxe vorwaerden met vrouweHelwich van Linden, den 2 Mey 1679 opgericht, ende daerin gestipuleerde lgftucht appröberen, eodem die. Van Jan van Weelderen verstorven op sgn suster Cornelia van Weelderen, van die op haer suster Hester Jacomina van Weelderen, van die, als moey, op haer neef Bernhard Johan van Lynden, en van die op sgn soon Albert Adriaen van Lynden,' onmundig, 3 August. 1729, en beleent. Huider Carel van Lynden. Willemina van L e w e, wed., erfuiterse en boedelhouderse van Bernhard Johan van Lynden, moeder en wettige voogdesse van Albert Adriaen van Lynden, haer soon, draegt dit leen op, 3 Aug. 1729, ten behoeve van Hendrick van Meurs, die daer weder mede beleent is, 20Aug. 1729. Idem draegt dit leen op aen 445 Peter Schreuder en Anna Maria Stip, egtel., die daer weder mede beleent sgn, 13 Jan. 1736. Anna Maria Stip nae overlijden haars mans Peter Schrender steld tot huider Joost van Hulst, die eed doed, 14 Julij 1739. Nicolaas Coenraad N e 11 e r en Anna Maria Stip, ehel., dragen dit leen op aan Derk Herbertse de Haas en Maria Jansen, ehel., die daar weder mede beleend sgn, 18 Octob. 1741. De helft. Dirk Herbertse de Haes en sgn eygen en aangetroude kinderen *) dragen dit leen op aan Bernardus Mulder en Margaretha van Biesen, ehel., die daar weder mede beleent sgn, 18 Meert 1755. Margaretha van Biesen stelt na dode haars mans Bernhardus tot hnlder Arnoldus Mulder, haar soon, 16 Jung 1762. Johannes Mulder beleent met dit leen en geregistr. 184a § 1, 185 en 185 § 1, allergestalten deselve door dode sgner onderen Bernhardus Mulder en Margaretha van Biesen op hem als oudste soon en leenvolger sgn gedevolveert, 11 Novemb. 1779. Idem draagt dit leen ende voor aangetogene op aan Jan de Haas, die daar weder mede beleend is, eodem die. Cornelis de Haas, minderjarig, erfgenaam sgns vaders Jan de Haas, beleend, 20 Junij 1792. De aangestelde voogden over voorn, minderjarige Cornelis de Haas laten appröberen en registreren een magescheyd d.d. 10 May 1792 *), en dragen ten gevolge van dien dit leen op aan Neeltje van Kampen, die daar weder mede beleend is, eodem die. Eadem en Dirk van Sandwijck laten hare huwlijksche voorwaarden van den 19 May 1792 appröberen en registreren, eodem die. Deselve verbind dit leen ten behoeve van Arnoldus Mulder tot meerder securiteit van eene onderhandsche obligatie ad een duysent negen honderd negen en negentig gulden voor haar en wglen haren eersten man Jan de Haas aan denselven afgegeven den 9 Novemb. 1779, 10 Octob. 1798. 184a § 1. De helfte van vier mergen bouland, op Echteld gelegen, genamt die Clooten, zgnde een afgespleten parceel van 't geheel, en dus een bijsonder leen, ontfangen bg Johan Jacob Schreuder, oudsten broeder en uyt dien hoofde lheen- volger van Peter Schreuder, den 17 Decemb. 1738. Idem draagd dit leen op aan Derk Herbertse de Haas, die daar weder mede beleend is, den 17 Jung 1739. ') Jan Rogaar en Adriana de Haas, egtel.; Herbert de Haas en Jantje Rogaar, egtel.; Jan Claese Rogaar en Jantje de Haas, egtel. (Leenakte). ') Tusschen Neeltje van Kampen, wed. Jan de Haas, Maria de Haas, meerderjarige dochter en de onmundige kinderen Cornelis en Hendrica de Haas (Leenakte). 446 Idem verbind dit leen voor een capitael van twe dorsend drie honderd gulden, ten behoeve van vrouwe Henrica Cornelia Bonman, wed wijlen borgemeester Matheus Cocq, en haere dogter Johanna Cocq] tot securiteit en waerborgh van sodaene borgtogt als wijlen Willem Herbertsen de Haes en sgne naegelaeten wed. Dirkje Lutterveld ten behoeve voornoemt vermogens twe obligaties hadden gepasseerd den 5 Julij 1740. ' Verder als 184a. 185. ECHTELT. Dat goet tot Wye, met huys ende hoffstede, ende met 12 mergen lants binnendn'cx gelegen, ende den weerd buitendijx, die tot den goede tot Wije gehoort; item 7 mergen lants, tot Echtelt op den Hal gelegen; item 3 mergen lants, gelegen t'Echtelt, geheiten die Geerenitem 14 hont in den Broiek; 10 hont op denKolck, 8 hont in de Breide; 5 mergen in de Breide 4 mergen in Voorsbroeek; 2l/2 mergen op den Lewenhoff; i/2 mergen op de Breide; 5 mergen tusschen tween weteringen bij des Greven camp, in den kerspel van Ingen gelegen, tot Zutphenschen rechten ontfangen bij Claes van Wge, a°. 1408. Johan Trant transporteert een huys en hofstat tot Wge gelegen, in den kerspel van Echtelt, met 12 mergen lants, luttel meer ofte min, binnendijx, voort so breet, streckende in den Wael, met eggen] eynden end allen sijnen tobehoren, binnendgx boven naest gelant Dibbaut die Boye, beneden Sander Tengnagel, butendgx boven naest gelant Johan van Echtelt ende beneden Sander voorn.; item noch 7 mergen lants gelegen op de Hul, luttel meer ofte min, hoven naest gelant Gerrit Henrix, beneden Johan van Wije Henrixsoon, tot behoeff van Henrick Berntssoon van Tiel, a°. 1442. Bernt van Doeven, erve sgnes vaders Henricks voorn., ontfangt dat goet tot Wge, in den kerspel van Echtelt gelegen, haldende omtrent 21 mergen lants, binnen- ende butendgx gelegen, met sgnen timmer ende tobehoren, a°. 1448. Heylwich, huysfrou Arnts van T u y 1, bg transport Bernts voorn, beleent. Ende tuchtigt haren man, a°. 1454. Eadem, weduwe, stelt tot huider Brant van Delen, a°. 1464. Eadem, genoomt Heylwich van der Schuren, huysfrou Arnts van der Lauwick, eedt vernijt, a°. 1465. Eadem eedt verngt, 2 Octobris 1478. Eadem eedt verngt, ende kent Amt van Tuyl, haer soon, erve, 5 Augusti 1481. Arnt van Tuyl Arntssoon beleent, a°. 1492. Tsentruid van Tuyl, huysfrou Adams van Tiel, bg' transport hares neven Arnts voorn, beleent, a". 1517. Adam van Tiel, erve sgnes vaders Adams, ontfengt, 20 Decembris 1531. Idem eedt verngt, 13 Julii 1544. 447 Adam van Tiel, erve sijnes vaders Adams, 18 Martii 1555. Ontfengt een hnys ende hofstat, in den kerspel van Echtelt gelegen, met 12 mergen lants binnendijeks, daer boven naest gelant is Eeiner Vaeck binnendijx, ende butendgx oostwert Wolter van Baex van wegen sgner huysfrou ende westwert Jasper van Wge beneden, noortwert die gemeyn straet; item noch 7 mergen lants, gelegen op de Hulle, daer oostwert naest gelant is Eutger van Dam, westwert Eoloff Vóelpen, suydwert Arian van Eossem ende noortwert den Broickdgck. Idem eedt verngt, 24 Junii 1556. Idem crigt uutstel ter aflosse der 48 gl. sjaers, nu verschreven an Cornelis Both ende Johan Splinters, 12 Julii 1594. Hier staet Wijsche camer. Adam van Tiel confirmeert die hglixvorworden toschen sgn nicht Anna van Hattem ende Bernt van Eek den 19 November 1594 opgericht, daerbg sg hares ooms erve verclaert is, 17 Decembris 1596. Bernt van Eek ende Anna van Hattem, eeluyden, vercopende 21/2 mergen vrg goets, in den kerspel van Eek gelegen, an Anne Joosten, weduwe Ggsbert Janssoon, stellen daervoor te waerschap sulcke 4 mergen leens, genoomt die Clootgens, binnendijx gelegen, gehorende onder desen leene, als hen bg haren oom Adam van Tiel in hglick sgn metgegeven, 28 Februarii 1599. Henrick van Brienen, capitain, bg opdragt Adams van Tiel ontfengt een huys ende hofstad, gênant Wgsche camer, met twaalf mergen landts enz., 19 Octobris 1604. Idem maeckt dit sgnen 2en soon Henrick, 9 Septembris 1615 1). Henrick van Brienen, bgna mundig2), uut cracht angetogener makinge na dode sgnes vaders Henricks beleent sgnde, draegt op sekere olde ridderhofstede met huys, hoff, berg ende schuyr, genoomt het huys to Wije, met 12 mergen lands enz., tot behoeff van Adrian van Drueten ende joffrou Mechtelt van Eoorda, echteluiden, 23 Martii 1626. Johan van Drueten bg opdracht sgnnes vaders Adriaens ende moeder joffer Mechtelt Eoorda beleent, den 16 Julii 1645. Adriaen van Druten vermits dode sgns soons Johans beleent, den 10 Augusti 1650. Idem laet sgne dispositie appröberen, den 16 Septemb. 1650s). Diderick van Weideren, burghgreef, als vader ende momber sgnes soons Adriaen van Weideren, noch onmundich sgnde, erve sgnnes grootvaders Adriaen van Drueten, beleent, den 3 September 1653. Adriaen van Weelderen doet selver eet, den 80 Septemb. 1662. Cornelia van Weelderen, erve haeres broeders Adriaens, beleent; haer vader Diederich van Weelderen tot Leeuwenborch, borggreef, is huider, den 15 Novemb. 1670. Eadem laet appröberen de lgftucht met haren man Hendrick van Ittersum, majoor van een regiment peerden, den 18 Decemb. 1678. ') Krachtens magescheid tusschen hem en zgn vrouw Petronella van den Wael; de zoon Henrik zal aan zgn broeder Derck nitkeeren 4000 brab. guld. (Leenakte). "i Zijn grootvader Jacob van Brienen is momber (Leenakte). •) Hg vermaakt het leengoed aan den tweeden zoon Adriaen zijner overleden dochter Cornelia Mechtelt van Dr., gehuwd geweest met Diderik van Weideren, of aan den derden zoon Bernardt. Zgn vrouw behoudt de lijftucht (Leenakte). 448 Eadem stelt tot haeren huider Caspar Anthony van Linden tot Ressen, amptman in Over Betuwe, ende laet haer besloten dispositie appröberen, den 22 Augusti 1689. Hester Jacomina van Weelderen, erfgenaem haers susters Cornelia beleent, 12 Novemb. 1716. Huider Caspar van Els, haer man. ' Bernhard Jan van Lynden laet appröberen het maeggescheid opgerigt tussen de erfgenamen van Hester Jacomina van Weelderen, waerbij hem dit leen is aengekomen, 7 Octob. 1724. Idem, erfgenaem van deselve en uit kragt van bovenstaende maeggescheid, beleend, eodem die. Albert Adriaen van Lynden, onmundig, erfgenaem sijns vaders Bernhard Joh., beleent, 3 Aug. 1729. Verder als 184a. 185 § 1. De helfte van sekeren ouden ridderhoff, met huys, hoff boomgaerd, berg en schuyr, genaemt 't huys te Whijen off Whijestein, in den kerspel van Eghtelt gelegen, met 12 mergen lands binnensdijcks daeraan gelegen en 7 mergen buytendrjcks, daer binnensdijcks naest geland is geweest Adriaen van Druten en Johan Lucas oostwaerts, westwaerts en noortwaerts de gemeene straete en znydwaerts den dijck daertoe gehorende, en buitendijcks oostw. de Wgerwheert, west juffer Walburg van Whije, zuyd den voorscr. dgek en noortw. Bergsweerd; nogh 7 mergen lands in den vooreer, kerspel onder Hul gelegen, die van den voorscr. huyse tot onderlheen en manschap uytgedaen worden; zgnde een afgespleten parceel van 't geheel en dus een bijsonder lheen, ontfangen hg Johan Jacob Schreuder, oudsten broeder, en uyt dien hoofde lheenvolger van Peter Schreuder, den 17 December 1788. Idem draagt dit leen op aan Derk Herbertse de Haes, die daar weder mede beleend is, den 17 Junii 1739. Verder als 184a. 186. ECHTELT. Die thiende van Oyer weerde, ontfangen bg Johan Hack van den Pol,so veer hg daeran gerechtigt, a°. 1424. Johan van der Borch ontfengt alle alsulcke thiende als hg liggende heeft in den Oyer weert, in Nederbetuwe gelegen, tot Zutphenschen rechten, a°. 1488. Seger van den Pol, erve sijnes vaders Hacken voorn., ontfengt eenen thiende, met allen sgnen eynden, eggen ende anvalle, geheiten die Oyer weert, gelegen in den kerspel van Echtelt, die geet uut Willem Collarts goede, uutgescheiden des praests deel van Oldenmunster, ende uut sgn selffs ende Steesken van den Pol, sgns broders, góeden, a°. 1489. 449 Johan Hack van den Pol, erve sijnes vaders Segers. Gerrit van Delft bg' transport Johans voorn., a°. 1457. Hier staet: die thiende uut Oyer weert ende uut 2 mergen lants, gelegen in Tieler weert, met heuren eggen, eynden ende anvalle, in den kirspel van Echtelt. Herberen van Delft, erve sijnes broders Gerrits, a°. 1468. Idem, anno 1469. Idem eedt verngt, 5 Octobris 1473. Joost van Delft, erve sgnes vaders Herberens, 11 Augusti 1482. Idem eedt verngt, a°. 1501. Ggsbert van den Pol Hermanssoon ontfengt dit leen als Joost van Delft te hebben plach, 18 Aprilis 1545. Idem eedt verngt, 26 Junii 1556. Herman van den Pol, erve sgnes vaders Ggsberts, 17 Martii 1560. Gertrud van den Pol, huysfrou Diedrix van den Boetzeler, erfschenck des furstendoms Cleve ende drost to Genp, erve hares vaders Hermans, gewesen amptmans tusschen Maes ende Wael, 22 Septembris 1596. Ggsbert van den Boetzler, erffschenck des furstendoms Cleeff, erve sgner moder Gertrud, beleent, 1 Januarii 1602. Derck van und zu dem Boetseler als erve sgnnes vaders Ggsberts beleent, den 23 Aprill 1629. Sweder van Boetzeler tot Leeuwen, amptman van Maes ende Wael, beleent, den 28 May 1670. Idem laet sgn dispositie appröberen, eodem die. Dorothea Johanna Quaet van Wyckraet beleent als erve hares grootvaders Sweder van den Boetzelaer tot Leeuwen, heer tot Puyflyck, amptman van Maes ende Wael, colonel ten dienste deser landen, den 8 Mey 1682. Haer vader Arnolt Quaet van Wyckraet is huider. Eadem laet eet vernieuwen door haeren eheheer Johan Bartram Arnolt van Diepenbroeck, heer tot Puflick ende Leeuwen, ende laet haere besloten dispositie appröberen, den 11 Decemb. 1691. Dorothea Sibilla van Diepenbroeck, dochter van der Empel, uyt cracht van dispositie van vrouwe Dorothea Johanna Quaet van Wyckraet, vrouwe van der Empel, beleent, den 25 October 1692. Verder als 50, blz. 123. 187. DALEM. Den Twysehelt, in Dalem gelegen, tuschen de Wilde ende Doeve Lingen, streckende van den wege, die deur den Twysehelt geet ter Merweyden toe; item een thiende in Dalem, onderdeylt met mijn gen. heeren van Gelre ende met heer Willem van Tsendorn, streckende van den Dalemschen wege tot den Spyxschen lande toe, tot Zutphenschen leensrechten ontfangen bij Johan van Gellinchem, a°. 1483. Idem tuchtigt sgn vrou, a°. 1436. Nijmegen. 29 450 Goert van Gellickem beleent om sijn recht te vervolgen, ende na voort op Joost van Sweten.getransporteert om te leenrecht gequalificeert te sgn, 21 Aprilis 1550. Idem eedt verngt, 31 Octobris 1557. 188. VUEREN. Thuya te Vuyren, een hoeve lants ende des Greven visscherie, te Zutphenschen rechte geholden bg Otte van A s p e r e n, a°. 1326. Ott van Voeren, ridder, ontfengt dat hnys ende geseet tot Vueren, tusschen den stroom end den camp afterdgck, an d'een sgde Henrick die Rode end an d'ander sgde die Nyestege, a°. 1424. Johan van Vueren tuchtigt sgn vrou Marselien van Ackoy an dat huys ende geseet tot Vueren, met 10 mergen lants end bongert an den huse gelegen, a°. 1431. Idem, erve sgnes vaders Otten, a°. 1474, 17 Augusti. Idem eedt verngt, 7 Martii 1482. Bely van Weerdenborch, wed. Johans voorn., Johan van Wge, erve Belyen voorn, end hares kindes, Johan van Weerdenborch Janss., erve sgner suster Bely, a°. 1495. Die beleningen van dese 2 Johans op een uur gegeven sgnde sal geenen van beyden hinderlick ofte vorderlick wesen. Adam V e r d u y n, erve sgnes ooms Johans van Vueren, transporteert op Derck van Haeften een hofstat, gelegen tot Vueren in Tielreweert, geheiten Johans van Vueren hofstadt, met den leenmannen daerto van alts gehorende, end met eenen camp lants, daer nu die dgek deur geet; die versuymenissen qugtgescholden, deurdien die Waelstroom veel afgelopen ende die rest lang wuest gelegen hadde, 24 Maii 1525. Alart van Haeften, erve sgnes vaders Dircks bg broderdeylinge, 6 Septembris 1544. Hier staet: van aldes Tumelenborch. Het Quartier van Ngmegen door 't verlaten van de vasal en genootsaekt dit over te nemen na afgemaekte versuym beleent, 25 Octob. 1735. Hetselve draegt dit leen op aen Otto Boeleman Frederik van den Bylant ende Anna Constantia van Zevenaer, egtel., die daer weder mede beleent sgn, eodem die. Carel van Byland, erve sgns vaders Otto Roeleman Frederik en moeders Anna Constantia van Sevenaar, in leven ehelieden, beleend, 20 Decemb. 1768. Idem x) draagt dit leen op aan Gerrit Meerman, die daar weder mede beleend is, 6 Novemb. 1771. Johan Meerman, minderjarig 2), erfgenaam sgns vaders Gerrit, beleend, 28 Dec. 1772. ') Carel Neomagus Johan Frederik Lodewijk (Leenakte). -) Zijn moeder is Maria Catharina Buys (Leenakte). 451 Idem, meerderjarig geworden, vernieuwt eed, 16 April 1779. Denselven en Anna Cornelia Mollerns, ehel., laten haar besloten testament van den 30 May 1788 appröberen, 12 Julg 1788. Deselve ehelieden laten haar besloten testament van den 12 May 1791 appröberen, 17 August. 1791. 189. HERWINEN. Den halve winde ende gemael van der meulen tot Herwynen, gelgck Johan van Herwens broder ende Herberts broder van Bueren dat inhalden; item een hofstat, tot Herwinen gelegen, met der eener sgden an Brandenborch, met der ander an een stege gaende van den huse Ottens van Haeften, ridders, streckende van den dgek ter gemeener straten toe. Johan van Herwen Johanssoon geverst t'ontfangen tot sgnen mundigen dagen to, a°. 1424. Johan van Herwinen Johanssoon ontfengt dat halve gemael van Herwinen; noch een hofstat in den gericht van Herwinen, geheiten Kostverloren, met 8 hofsteden, die daeran liggen, an de overste sijde gelegen een hofstede, geheiten Brandenborch, an de nederste sgde die gemeyne straet, streckende met den eenen eynde an den dgek, met den anderen op den cingel sgns selffs grave, a°. 1430. Idem verheft, a°. 1431. Idem ontfengt een huys ende voorgehorcht, met sgnen cingel, geheiten Engelborch, met eenen bongert, geheiten Kostverloren, ende 3 thinshofsteden daeran liggende, met 4 mergen lants, die an den cingel liggen, streckende van den afterwegh tot den dgek to'lant, gelegen an d'overste sgde Ot van Heuckelom ende Walraven van Haeften, ridder, an de nederste sijde Jan voorn, selff ende die gemeyn stege, die tegen heer Walraven van Haeften dam leet, ende met 10 mergen lants, geheiten Cleyn Claes hoeve, streckende van der Heiliger lant tot der mareken to, a°. 1468. Ende tot beternisse des leens heeft hij opgedragen ende weder ontfangen het recht van voormalen op de wind- ende rosmeulen tot Herwinen, van alle kom dat men op den voors. huyse behoeven sal. Johan van Herwen verngt eedt, 16 Octobris 1478. Idem, 23 Julii 1481. Met vorworden dat dese leengoeder erven sullen op sgnen oltsten soon ende desselven kinderen, so hg die achterlaet, andersins op sgnen anderen soon ende desselven kinder, so hg die achterlaet, tot 3 graden to, sonder te commen op des soons wgven. Ggsbert van Herwinen ontfengt een huys ende hofstat, in den gericht van Herwinen gelegen; noch 10 mergen lants, geheiten Cleyn Claes hoeve; item 6 mergen ende 4 hont, gelegen in den gerichte van Beesde, in de Haer, met der eener sgden neven shertogen erve van Gelre, ende heneden neven erve Jans van Herwinen erfgenamen, 8 Julii 1486. Beiner v an Bern ende Meral van Bossem, eeluyde, bg transport Ggsberts van Herwinen Johanssoon ontfengen een huys ende hofstat, 452 geheiten EDgelborch, met eenen bongert, geheiten Costverloren, end 3 thinshofsteden, die daeran liggen, met 4 mergen, die an den cingelgrave strecken van den achterwech tot den dgek toe; 10 mergen, geheiten Cleyn Claes hoeve, daervan vijve gelegen sgn aver den Broeckgrave ter marek toe, boven neven landt Walraven Piecks, beneden neven d'erffgenamen. Arien Jansz., ende omtrent 2 mergen in deselve hoeve binnen den Hoetgrave van der Heyliger lant tot den nntdrift toe, boven naest heer Jan van Haeften, canoniek tot st. Marien t'Utrecht, beneden Johan Laurens; ende noch 3 mergen, streckende van den Hoetgrave tot den Broeckgrave, boven heneven heer Jan van Haeften voors., heneden neven Lijn Jans ende Goossen Poorte lant, tsamen in den kerspel van Herwinen; item het recht vant vormalen end molstervrrj vant coorn, dat op den huse verdaen wort, 17 Martii 1522. Idem tuchtigt sgn vrou hieran, eodem die. Idem eedt verngt, 26 Septembris 1538, 13 Julii 1544. Diedrick van Plettenhorch bij transport Reiners voorn, beleent met sgn recht, 19 Maii 1550 Walraven van Gent, erve sgner moder Meralle van Rossem, die helfte, 6 Augusti 1552. Diedrick voorn, van wegen sgner huysfrou gesint 1/i te delen, dan so haer broder Walraven vorn. die naeste scheen, wort hem sulx afgeslagen, 5 Maii 1553. Walraven voorn, crigt uutstel, 30 Junii 1556. Idem, heer van Oyen, met een sijner susteren uutstel, 3 Decembris 1556 et 19 Februarii 1558. Diedrick voorn, crggt uutstel, 29 Junii 1558 et 10 Octobris 1558. Die erven Walravens voorn, met de weduwe Plettenborchs crigen uutstel, 20 Januarii 1559, 16 Octobris 1559, 24 Jan. 1560. Diedrick van Plettenhorch als erve sgner moder Yde van Ensse beleent, 25 Maii 1560. Elisabet van Raesfelt, wed. Diedrix voorn., beleent, 10 Januarii 1577. Johan van Gent, heer tOyen ende Dieden, erve sgner moder Elisabet, beleent, 22 Octobris 1603; ende tucht voort sijn huysfrou Wilhelma van Wachtendonck. Wilhem van Gent, Johans soon, bij maechgescheyd beleent, 29 Februarii 1616. Pieter de Graeff bg opdragt Wilhems voorn, beleent, 30 Decembris 1620. Johan Georg van Holdinghnsen, Lubbert van Bremt ende Christian van Plettenhorch vertijen op huer actie, 17 Januarii 1621 '). Jacob B i c k e r t bij opdracht van Peter de Graeff beleent, den 8 Novemb. 1648. Andries Bickert, erve sgnnes broeders Jacobs, beleent, 8 Aprill 1647. Gerhardt Bickert, erve sgnnes vaders Andries Bickert, beleent, den 28 Sept. 1653. ') Hot betreft een verdrag aangegaan met Wilhelma van Wachtendonk en hare kinderen over de nalatenschap van Diederik van Plettenhorch, die niedeërfgenaam was van Marten van Rossem. 453 Aleyda Bickers *) als erve haeres broeders Gerharts beleent, den 14 December 1666. Eadem laet haere dispositie appröberen, den 18 Julii 1676 2). Eadem laet haer op het nieu beleenen, den 22 Martii 1677. Eadem revoceert haer testament ende draegt dit leen op aen Ernestus Jacobus Baron Petersen, die daermede beleent is, den 17 Septemb. 1677. Idem draegt dit leen op aen Frederick Adolf regerende graef van der Lipp, die daer weder mede beleent is, den 17 May 1700. Idem draegt hetselve weder op aen Adriaen Bout, die daer weder mede beleent is, eodem die. Idem draegt dit leen op aen Petrus Bierman, die daer weder mede beleent is, 10 Novemb. 1723. Adolf Bierman, erfgenaem sgns vaders Petrus, voorbehoudens sgn moe- der Catharina Schad de lgftugt haer leven lang, 2 Octob. 1725. Idem en Elisabet van Doorn, egtel., laten haer beslote testament appröberen, 18 Octob. 1737. Elisabet van Doorn laat registreren 't geopende testament van den 31 Decemb. 1757, 30 Septemb. 1766 3). Eadem in qualiteit als weduwe en getogte boedelhouderse van wglen haar eheman Adolphus Bierman beleend, 6 Octob. 1767. Huider Petrus Bierman, haar soon. Petrus Bierman pro se, nomine fratrum et sororum *), erven haerer ouderen voorn., beleend, 24 Maart 1773. Johan Bierman cum fratribus et sororihus laten haer open testament van den 10 Jung 1773 appröberen en registreren, 30 Jung 1773, waarbg de namen der drie gebroeders en twee susters sijn uytgedrukt. Petrus Bierman en Cornelia Elisabeth van N i e 1, ehel., laten haar besloten testament van den 9 May 1775 appröberen, 28 May 1775. Adolphus Bierman revoceert voor soveel hem aangaat sgn testamentaire dispositie, den 10 Junij 1773 cum fratribus et sororihus opgerigt, 29 November 1776. Idem laat aproberen en registreren sgn huwlgksvoorwaarden den 21 Novemb. 1776 met Barbara Ver ploeg5) opgerigt, eodem die. Petronella Bierman revoceert voor soveel haar aangaat hare testamentaire dispositie, den 10 Jung 1773 cum fratribus et sororihus opgerigt, 14 May 1777. Eadem laat haar huwlgksvoorwaarden van den 30 April 1777 met Elbertus Johannes Gobelins Sehadd opgerigt aproberen en registreren, eodem die. Johannes, Diderik en Hellemicha Bierman, gebroeders en suster, revoceren haarl. mutuele testamentaire dispositie van den 10 Jung 1773, en *) Gehuwd met Jacob 6 i c k e r (Leenakte). ) Zij is nu weduwe. Dit leen zal komen aan haar oudsten zoon Jacob, tegen uitkeering aan zijn jongste zuster Aleida (Leenakte). *) Als kinderen worden genoemd: Catharina, geh. met Mr. Pieter Boellaard, Petrus, Adolphus, Arnoldus, geh. met Cornelia Dutry. *) Arnoldus, Johannes, Dirk, Adolphus, Hellemiga en Petronella (Leenakte). 5) Dochter van Hendrik Verploeg (Leenakte). 454 laten de novo aproberen en registreren haar nader mutueel testament, den 24 Febr. 1778 voor schepenen van den gerigt van Tuyl gepasseert, 28 Febr. 1778. Petrus Bierman en Cornelia Elisabeth van Niel laaten appröberen haarl. besloten testament den 7 Maart 1778 voor schepenen van den gerigte van Tuyl opgerigt, 10 Maart 1778. Adolphus Bierman en Barbara Verploeg, ehel., laten haar besloten testament van den 1 Januarg 1781 aproberen, 8 Januarg 1781. Derk Bierman revoceert het mutueel testament van den 24 Febr. 1778 met sgn broeder Johannes en suster Helmicha opgerigt, 10 Febr. 1781. Idem en Petronella Adriana E n n e n s, ehel., laten haer besloten mutueel testament van den 8 Febr. 1781 appröberen, eodem die. Helmicha Bierman heieent met dit leen, allergestalte hetselve haar door dode van haren broeder Johannes Bierman en uyt kragt van haarl. mutueele testamentaire dispositie d.d. 24 Febr. 1778 aangekomen is, 24 April 1792. Eadem laat haar besloten testament van den 2 Oct. 1792 appröberen, 6 Octob. 1792. Eadem laat registreren de superscriptie van haar testament, d.d. 21 Decemb. 1804 besloten gepasseert, 19 Jan. 1805. 189 § 1. HEBWUNEN. Een boomgaard, geheyten Kostverloren, strekkende van de Zaelsloot tot den dijk toe, in den kerspel van Herwijnen gelegen; als een bgsonder leen en afgespleten van het huys en hofstad, genaamt Engelenburg, ten Zutphenschen regten leenroerig, ontfangen bg Cornelia Elisabeth van Niel in qualiteit als wed. en getogte boedelhouderse van wglen haar eheman Petrus Bierman, die daarmede beleend is, 16 Octob. 1779. Deselve draagt dit leen op aan Mr. Pieter Termeulen, die daar weder mede beleend is, 6 Septemb. 1787. J. Verploegh krggt consent om ten landregten te mogen procederen op Kostverloren, hetgeen door Jasper Vink en Adriana Holster, ehel., sonde sgn angekogt, 31 Decemb. 1791. Peter Vermeulen draegt dit leen op aan Jasper Vink, die daar weder mede beleend is, 24 April 1792. Denselven, draagt dit leen op aan Diederikus Bierman, die daar weder mede beleend is, eodem die. Adolphus Bierman, minderjarig, erfgenaam sgns vaders Diederikus, beleend, 22 Novemb. 1793. Huider Adolphus Bierman, sgn oom. Afgespleten van 189. 189 § 2. HEBWIJNEN. Een huys en hoff, den Engelenheren genaamt, met desselvs cingels, bepotingen en gragten, den hof ten zuiden het huys met de schuur, met de laan na de straat en twee 455 boomgaardjes ten noorden van dezelve laan, mitsgaders de dreeff na den dijk, en 't huysje aan 't boveneynd van de stoep of dreeff, en een dam van de gemeene straat ten westen van voors. Engelenborch liggende, verders met het recht van voormalen en molstervrg op de wind- en rosmolen tot Her wijn en van al het koorn dat op voorn, hnyse den Engelenborch verdaan word, met sijn lasten en lusten, rechten en gerechtigheden, zgnde thans een bgsonder leen en afgespleeten van het huys en hofstad Engelenborch, ten Zutphensche rechten leenroerig. Petrus Arnoldus Bierman laat registreren een transport d.d. 22 Decemb. 1795 door Helmicha Bierman ten zgnen behoeve van dit leen gepasseert, d.d. 30 April 1806, en laat uyt hoofde van dien dit leen ten zgnen naamen overteekenen, eodem die. M. A. Bierman laat registreren een transport, d. d. 3 Septemb. 1805, door Petrus Arnoldus Bierman x) ten zgnen behoeve gepasseert, d. d. 80 April 1806, en laat uyt hoofde van dien dit leen ten zijnen naamen overteekenen, eodem die. 190. HERWINEN. Den wind to Herwinen, geholden bg Gerard Cracht, a°. 1326. Johan van Herwinen Johanssoon ontfengt onder andereu dat halve gemael to Herwinen, met den winde, met al sgnen tobehoren, a°. 1480. Johan van Herwen Johanssoon ontfengt onder anderen den halven wind ende gemael van den meulen tot Herwijnen, a°. 1431. Otto van Asperen van Vueren Herberenssoon ende Johan van Herwinen Johanssoon transporteren elck van hen den halven windmeulen met allen rechten ende tobehoren to Herwinen; ende Walraven van Haeften is daermet heieent, met den dwang daerto behorende, dat so mennichwerff yemandt uut den kerspel anderswaer moele, so mennich olde schilt gebreuckt wort, halff voor den heer ende halff voor den vasal, a°. 1444. Idem, a°. 1467. Idem verngt eedt, 25 Septemb. anno 1473. Johan van Haeften, erve sijnes vaders Walravens., 28 Julii 1481. Dit comt voortan bg heer Dirx huys to Herwinen, met believen des leenheeren. Vide fol. 198 seq. Een hofstat met 20 hont lants, tot eenen Zutphenschen leen, gelegen in den gericht van Herwinen, van der gemeyner straten streckende an den dgek to» tuschen heeren Otto van Haeften an d'overste sijde ende Wolter de bastart an d'ander sgde, ontfangen bij Heiman Spiegel Arentssoon, a°. 1420. ') Zijn broeder. 456 Margriet, Arnt Spiegels dochter,huysfrou Steeskens, JohanSteeskenssoons soon, ontfengt een huys ende hoff met 20 hont lants, streckende van der gemeene strate vur den dgek to, tuschen heeren Otto van Haeften, ridder, ende Coenen erve van Oosterwijck an d'een sgde ende Hakeu Valckenssoons erfgenamen an d'ander sgde, a°. 1424. 190a. HERWIJNEN. Die helft van den huyse ende hofstat geheiten Engelborch, ende van al tgeene op naest voorgaende hlat staet, hij Reiner van Bern ende Meral van Rossem ontfangen, tot Zutphenschen rechten. Diedrick Swertscheit als erve Reiners van Bern, 10 Octobris 1552. Maria van Hillensbercb, huysfrou Thijssen van Haesdal, als erve hares ooms Reiners van Bern beleent, 23 Februarii 1558. Diedrich Swertschey bg transport sgner nichten Marie voorn., eodem die. Johan van Gent, heer tot Oyen ende Dieden, als erve sgner moder joffrou Elisabet van Raesfelt beleent sgnde met den leene Engelenborch den 22 Octobris 1603, verclaert dat na eyndinge aller geschillen sgn moder voor ende hg na wederom in volle besit des alingen leens voorn, gecommen sgn, ende dat het also nyet meer twee maer een leen sg. 191. HER WIJNEN. Drie campen, haldende 16 mergen, gelegen in Grote Claes hoeven, streckende van der marcken tot d'erfgenamen Ottens van Haeften lant, gelegen an d'overste sgde Walraven van Vuren, Jan Jacobs ende Steesken van Tiel, an de nederste sgde Jan van Herwinen ende Jan Bruyskens, tot Zutphenschen rechten getransporteert bij Gerrit van Brakel tot behoeff van Jacob van Drakenborch, wiens moder Adelis van Drakenborch daeran getuchtigt wort, a°. 1464 1). Idem eedt verngt, 27 Martii 1474, 27 Julii 1481. Jan A u r g n bij transport Jacobs voorn., 4 Martii 1482. Ggsbert Aurgu, erve sgnes ooms Johans, 5 Februarii 1492. Arnt van Drakenborch bg transport Gijsberts voorn., a°. 1496. Anthonis van Drakenborch, erve sgnes broders Arnts, ontfengt 2 leenen: lo. 8 mergen lants, geheiten die 8 mergen, streckende van den Hooftgrave tot den Broeckgrave to, hoven naest Steven Derx erfgenamen ende Otten dochter van Haeften, cloosterjuffertoNyenclooster, end beneden Johan Sterck s); noch 2 mergen lants, gênant Boeninxhoeven 8), an den Achterwech gelegen, boven naest dat capittel *) Van Reydt vermeldt deze beleening als gevonden „per cedulam". Die cednla is in het Leenaktenboek niet meer aanwezig. *) Zie 198. *) Zie 194. 457 van Haeften ende beneden die kerek ende vicarie van Herwinen; ten anderen 3 campen lants, geheiten die Grote Claes hoeven] holdende 16 mergen, streckende van der mareken tot Otte van Haeftens erfgen. lant, ant overste eynde naest Ot van Vueren ende Ggsbert van Herwgnen, an de nederste sgde Wolter van Herwinen, st. Anthonis ende st. Sebastians lant; noch een camp van 21/2 mergen lants, geheiten die Gemeynte, streckende van der pastorien lant van Herwinen tot der mareken toe, boven naest tvors. capittel ende beneden die Carthuser van st. Gertrudenberge; noch een camp van 20 hont lants, geheiten Snellekenscamp, streckende van den Broeckgrave tot Arian Jans lant, boven naest de Carthuser to Vucht bg' den Bosch ende beneden Otto van Vuerens lant; noch 7 hont lants, geheiten dat Gyrken, streckende boven van der mereke an id gericht to Asperen, ende beneden an der kercken lant van Herwgnen, 17 Januarii 1534. Catharina die Eowe, wednwe Jan Herbrichs, bg transport Anthonis vorn., 4 Junii 1551. 192. HERWIJNEN. Die helft van 3 campen lants, geheiten die Grote Claes hoeven, haldende 16 mergen, gelegen in den ampt van Tielreweert, in den gericht van Her wijnen, tot een besunderen leen, tot Zutphenschen rechten, opgedragen bij Catharina d e R o w e tot behoeff van Fredrick Gerritssoon, 4 Junii 1551. Idem eedt vernijt, 18 Junii 1556. Aertgen Fredricksdochter, erve hares vaders, 28 Novembris 1570. Jan de Rouwe bg transport Aertgens voorn., eodem die. Hier staet: daer boven naest gelant is Catrin, Jan Herberts weduwe, ende beneden st. Anthonis ende st. Sebastians altar ende Cornelis van Herwgnen Johan de Rou, erve sgnes vaders Johan, beleent, 22 Aprilis 1618. Idem transporteert seventien hont lants, sijnde een camp lants, groot seventien hont, in den gerichte van Herwgnen, binnen de merekt, in de Grootelingshoeff, tusschen den richter Marten Hol westwaerts ende Jan de Rouw oostwaerts gelegen, aen Adriaen Martens de Jong, die daermede beleent is door sgn vader Marten Adriaens als huider, den 18 Oct. 1661. Adriaen de Jong, ontfanger tot Bommel, erve sgnes broeders Adriaen Martens de Jong, beleent, den 5 Mey 1688. Hendrik van Aalst beleend met 17 hond in Grotelinks hoeve, 24 Julii 1741. 192a. Vijff mergen een hont lants, sgnde een gedeelte ingelegen in de helfte van sestien mergen, geheyten die Groote Claes hoeven tot Herwijnen, alwaer oost naest gelant de 458 erffgenamen van Grietgen van Honseler, westwart de lieutenant Johan Holl, noordon Johan de Bouw ende zuytwart Willem Jans Clodder, off wie alomme daernaest met recht gelegen sijn, tot een hesonder leen, ten Zntphensen rechten, opgedraegen bij Johan de Bouw tot behoeff van Cornelis Martens, den 19 Februarii 1648. Marten Cornelissen, erve sijnes vaders Cornelis Martens, beleent sgnde, draecht dit leen weder op aen Govert Martensen de Jong, den 18 Octob. 1661. Adriaen de Jong, ontfanger tot Bommel, erve sijnes broeders Govert Martensen de Jong, beleent, den 5 Mey 1688. Gelof van Dalen, erve sgns vaders Arien van Dalen, beleend met 17 hond lands van dit leen, 18 Aug. 1746. Afgesplit van 192a. 192a, § 1. HERWIJNEN. Veertien hond weylands, sgnde een gedeelte van vgf mergen een hond lands, bg wglen den ontfanger de Jong gepossideerd, en gelegen in de helfte van sestien mergen, geheyten die Grote Claes hoeve of Grotelinkse hoeve, palende ten oosten de erfgenamen van Grietjen van Hanssele, westw. den lieutenant Johan Holer, uoorden Johan de Bouw, suydw. Willem Jans Klodder, sgnde een bgsonder leen en afgespleten van voors. vgf mergen een hond lands, ten Zutphense regten leenroerig, ontfangen bg Adolphus Bierman, so als sulks hem van de erven van Marten van Wagtendonk aangekomen is, 18 May 1747. Elisabeth van Doorn laat registreren 't geopende testament van den 81 Decemb. 1757, 80 Septemb. 1766. Verder als 189 tot 10 Febr. 1781, en dan: Diederick Bierman nae dode van desselvs broeder Petrus soo voor sig en namens sgne medeparticipanten als huider beleend, 24 April 1792. Hellemicha Bierman laat haar besloten testament van den 2 Octob. 1792 appröberen, 6 Octob. 1792. Adolphus Bierman, nae dode van desselvs broeder Diederik voor sig en namens sgne medeparticipanten als huider beleend, 22 Novemb. 1793. Helmicha Bierman laat registreren de superscriptie van haar testament d.d. 21 Decemb. 1804 besloten gepasseert, d.d. 19 Jan. 1805. 193. Acht mergen landts, geheiten die Acht mergen, streckende van den Hooftgrave tot den Broeckgrave to, daer boven naest gelant sgn Steven Dircks erffgenamen end Otten dochter van Haeften, cloosterjuffer te Nyenclooster, end beneden Johan Sterck, tot Zutphenschen rechten tot een besunder leen gemaeckt ende opgedragen bg 459 Anthonis van Drakenborch tot behoeff van Otto Dirckssoon, burger to Sal toom mei, 17 Januarii 1534. Idem crigt uutstel deur sgner dochter man Adrian van Oever een maent, 26 Septembris 1538. Idem eedt verngt, 14 Decembris 1545. Idem deur Adrian van Oever eedt verngt, 31 Maii 1556. Agnes Ottendochter, erve haeres vaders, Wolter van Oever Adriansz., erve sgner moder Agnes, 21 Junii 1597. Idem tucht sgn vrou Elisabet Hacken, met verclaringe dat dit leen, so sg geen gebeurt achterlaten, sal erven op sgnes overleden broders Huymans van Oever kinderen, genoomt Adrian ende Johan, ende so een van dien sonder kinder sterft vallen op den langstlevenden, 8 Octobris 1605. Oosen van Oever als erve sgnes broders Wolters beleent, 2 Julii 1608. Adrian ende Johan van Oever uut cracht van makinge hares ooms Wolters beleent, 7 Maii 1621. Arndt Janssoon van Opinen bij opdragt Adrians voorn, beleent met desselven helft an dese acht mergen, 8 Maii 1622. Jan Aerts van Toorn bij opdracht van Johan van Oever beleent, den 26 April 1634, voor sgn helfte. Wolte? Aerts de Gier bg opdracht van Jan Aerts van Toorn niette helfte van de acht mergen beleent, 26 Junii 1641. Janneken Cornelis Binck, erve haeres bestevaders Arnt Jans van Opynen, beleent, den 10 Julii 1647. Wouter Aerts de Gier draecht sgn helfte op aen Aert van ITe rwaerden, borgermeester tot Gorrechem, die daermede beleent is, den 6 Julii 1665. Anna S n o e c k e, wed. van Aert van Herwaerden, erve haeres mans, beleent sgnde, draecht dit leen op aen Adriaen de Gier, coetsier van sijn hooeheyt de heer Prince van Orangien, die daermede beleent is, den 31 Decemb. 1683. Teunis V a 1 k e beleend met de helfte van acht mergen, de Oeverkampen genaemt, 24 Julii 1741. Afgespleten van 193. 198 § 1. HERWIJNEN. De helfte van agt mergen lands, in Tielerweerd, in den kerspel van Herwgnen, aan twee kampen aan malkanderen gelegen, geheyten de Agt mergen of de Oeverkampen, strekkende binnen de Hooftgrave tot de Broekgrave tóe, sgnde dese helft ten suyden gelegen van de Hooftgrave, ten noorden het land van Dirk Brand of Marten de Jong, west Cornelis Aart Willemse, als een bgsonder leen, ten Zutphense regten leenroerig, ontfangen bg Crgn de Bruyn, die daarmede beleend is, 14 Julg 1741. Anthony de Bruyn, erfgenaem sgns vaders Crgn, beleend, 18 Julg 1765. 460 194. HERWIJNEN. Viertich mergen landts, in den kerspel van Herwgnen, met een huys, hoffstat, manne ende allen anderen tobehoren, tot eenen Zutphenschen leen van der herlickheyt van Cuyck geholden bg Heer Arnt van Leyenberch Arntssoon, a". 1401. Nelle van Tuel, wed. Arnts van Hokulem, erve hares soons Arnts van Leyenberch, a°. 1403. Arnt van Drakenborch, erve sgner oldemoder Nelle van Tuel, a°. 1406. Hier staet: 40 mergen, met huys, toorne, hofstat, mannen ende allen tobehoren. Fredrick van Drakenborch wort getuchtigt, eodem die. Arnt van Drakenborch verngt, a°. 1424. Idem verngt, a°. 1468, 16 Octobris 1473. Idem tuchtigt sgn vrou Margriet van Hemert an 27 mergen, 16 Octob. 1473. Dieselve Margriet transporteert haer tucht op Jacob van Drakenborch, uutgesondert an 3 stucken lants, gelegen to Herwinen, daer een aff geheiten is Snellichscamp, over den Broeckgraeff, haldende 20 hont, het ander geheiten die Gemeynt, an de merck gelegen,, haldende 2V2 mergen, dat derde stuck geheiten dat Geerken, tegen de merck over gelegen, haldende 7 hont, 26 Julii 1481. Jacob van Drakenborch, erve sgnes broders Arnts, beheltlick Margreten hare tucht, is beleent 27 Julii 1481. Idem tuchtigt sgn vrou Lgsbet ant voors. huis ende halve hofstat, eodem die. Idem transporteert thuys ende hofstat, mannen, met allen haren tobehoren, in den kerspel van Herwgnen; item acht mergen lants, geheiten die Acht mergenJ); item 2 campen, geheiten Strobbels campkens, haldende 4 mergen 2 hont2); item 4 mergen 2 hont, geheiten Segers kinders hoeve3); noch 2 mergen, geheiten Boeninzhoeven4), so hg die nu besit, tot behoeff van Johan A u r g n, op losse in 4 jaren met 320 r. g., 4 Martii 1482. Ggsbert Aurgn, 5 Februarii 1492. Arnt van Drakenborch bg transport Ggsberts voorn., a°. 1496. Anthonis van Drakenborch, erve sgnes broders Arnts, 17 Januarii 1534. Idem eedt verngt van alsulcken leengoet als hg noch besit, daervan hg die parcelen, bepalinge end waer sg gelegen sgn binnen een maent sal oversenden, 28 Septembris 1544. Idem eedt verngt van 20 hont lants, geheiten Snellekenscamp; noch 2V2 mergen, geheiten die Gemeynte, schietende met den eenen eynde an de marek to Herwgnen, 22 Junii 15565). Seger Gerritssoon bg transport Anthonis voorn, ontfengt 3 mergen 2 hont lants, in den gericht van Herwinen in Snellekenscamp over •) Zie 193. ») Zie 195. *) Zie 196. ') Zie 191. 6) Staat ook 191. 461 den Broeckgrave gelegen, tuschen de Carthusers to Vucht boven ende d'erfgen. Cornelis van Raporst beneden, streckende van den voors. Broeckgraeff tot Lijn z. Jan Herbers lant toe; noch 21/2 mergen lants in de Gemeynt binnen de marck gelegen, tnschen de heeren van den capittel to Haeften boven ende die Carthnsers voors. met Thonis Gijsbertssoon beneden, streckende van lant der pastorien to Herwinen tot der mareken toe, 8 Junii 1557. 195. HERWIJNEN. Dat huys ofte den toorne end die hofstadt, met den alden bongert, mannen van leen, end allen heuren tobehoren, in den kerspel van Herwgnen gelegen; item 2 campen lants, geheiten Strobbelscampkens '), haldende 4 mergen ende 2 hont, boven naest dat capittel van Haeften, beneden die joffer van Rossem, tot een besnnder leen gemaeckt, tot Zutphenschen rechten, ende getransporteert bij Arnt van Drakenborch tot behoeff van Johan van Herwgnen, a°. 1496. Willem van Herwijnen, erve sgnes vaders Johans, 12 Decembris 1519. Idem tuchtigt sgn vrou Wilhelma Myllinck, eodem die. Francisca van Herwgnen tot heuren, heures broders Ggsberts ende susteren Jutte ende Emerentiana behoeff ontfangen den toorn to Herwgnen, geheiten Drakenborch, met allen sgnen tobehoor end goederen, bij haren vader Johan van Herwgnen angecoft, 14 Julii 1526. Willem van Herwgnen eedt verngt van den huse ende hofstat Drakenborch, to Herwijnen gelegen, den alden bongert ende 4 mergen 2 hont lants, geheiten die Strompelkempkens, 1 Julii 1539. Johan van Herwinen, onmundich, erve sgnes vaders Willems, 28 Septembris 1544. Idem crggt uutstel, 18 Junii 1556. Idem eedt verngt, 20 Junii 1556. Maria van Herwinen, huysfrou Walravens van Hemert, erve hares vaders Johans, beleent, 17 Septembris 1605. Eadem2) laet den eedt verngen door Arnt Tulleken, den 12 Jan. 1633. Otto van Hemert, erve sgnner moeder Maria, beleent, den 25 Julii 1636. Idem verbint dit leen aen sijnnen broeder Eustaes van Hemert voor de somma van tien duysent guldens als voor soodane somme borch geworden aen 't Quartier van Nijmegen voor den ontfanc van de rentmeesterie van de Marrienweertse goederen, den 5 Jan. 1641. Johan van Hemert3), erve sgnnes vaders Otte, beleent, den 11 Meert 1648. Eustaes van Hemert als oom ende bloetmomber doet hulde. Agneta van Hemert, weduwe van Jan Jacob de Rode van Heecker e n, erve haeres broeders, beleent sgnde, draecht hetselve leen, uytgenomen de leenmannen daertoe gehorende, weder op aen ') Staat 194. *) Weduwe (Leenakte). ') Onmundich (Leenakte). 462 Johan van Cuyck tot Kerckwgck, die daermede weder beleent is, den 18 Oct. 1661. Adriaen van Cuyck tot Meteren, colonel etc, erve sijnes soons Johan, beleent, den 12 Febr. 1669. Jacob van Cuyck van Meteren tot Meteren, lieutenant colonel, beleent sijnde, draecht dit leen op aen Dr. Johan van Eek, borgermeester tot Bommel ende richter in Tieler- weert, die daermede beleent is, den 8 Martii 1678. Adriaen de Jong na afgemaekt versuim uit kragt van transport, door Jacob van Cuik van Meteren den 17 Julg 1677 voor schepenen van Tuyl gepasseert, beleent, 20 Febr. 1705. Janetta Lamberta van Eek, wed. Willem Verploeg, na dode van Dr. Johan van Eek beleend, 11 April 1741. Henrica van Eek erfgen. van Jannetta Lamberta van Eek, boleend, 29 Nov. 1746. Huider Joachim van Eek. Ggsberta van Eek *), erfgen. haars moeders Henrica, beleent, 4 Maart 1757. Huider Carel Jan Chassé. Willem Adriaan van Oyen, erfgen. sgns moeders Ggsberta van Eek en uyt hoofde van geapprobeerd magescheyd8) beleend, 18 Jan. 1764. Idem draagt dit leen op aan Willem Lamertse Blom, die daar weder mede beleend is, 28 Meert 1764. 195 § 1. Het huys en toorn, Drakenburg genaamt, met den Olden boomgaard binnen de gragt, en de bepotinge rondsom de gragt, van het hekke van het Hoofken agter Derk Bentem tot den uytweg van het bouwland agter de gragt, en het Dreefken half na den dgk met den halven dgk, of so als het den transportant heeft gebruykt en gemaakt, met last van nog agt voeten dgk tegensover den hof van Fredrick de metselaer, alsmede met last van een derde part te betalen in de ongelden, so uyt het huys Drakenburg met den Olden boomgaard met sgn toebehoren snn gaande, mits transportant heeft en behoud den uytweg van het bouwland over de lhaan tot het hekke van den toorn op Herwgnen gelegen, alwaar naast beland is oost Willem Blom, west de gemeene straat, suyden Willem Blom en Derk Bentem, en noorden de gemeene straat, vel qui de jure, sgnde alnu een bgsonder leen en afgespleten van fol. 195, ten Zutphense regte leenroerig, opgedragen door Willem Lamertse Blom aan Philip Blom, die daar weder mede beleend is, 19 Februarg 1778. Idem en Anneken van den Heuvel, ehel., laten haar open testament van den 2 Januari 1794 appröberen en registreren, 9 Jan. 1794. ') Weduwe van capitein van Eek (Leenakte). «) Weduwe van den major en ritmeester Hendrik Jan van Oyen (Leenakte). ») Tusschen hem en Jan van Schuier, gehuwd met Henrietta van Oyen (Leenakte). 463 Arie Philipse Blom; Tenntje Blom, gehuwd met Derk van Eeuwgk; Johanna Blom, gehnwd met Hendrik van den Wildenhergh; Corstiaan Blom en Cornelis Blom laaten registreren een opene testamentaire dispositie d.d. 3 Decemh. 1806, door wglen hunl. ouders Philip Blom en A. van den Heuvel voor den Hooggericht van Tuil gepasseerd, d.d. 23 Decemb. 1806. En laaten uyt hoofde van dien dit leen ten hunl. naamen pro communi indiviso overteekenen, eodem die 1). 195a. De leenen ende leenmannen gehoorende tot het huys ofte toorn genaemt Draeckenborch, tot Herwgnen gelegen, afgesplit van het leen 195, is naer voorgaende beleninge van Agneta van Hemert, wed. van Jan Jacob de Bode van Heeckeren, van deselve tot een besonder leen, ten Zutphenschen rechten, opgedraegen aen Hendrick Otto Pieck van Tienhoven, den 18 October 1661. Ggsbert Pieck van Tienhoven, Baet ende rentmeester generael van de domeinen in Brabant, erve sgns soons Hendrick Otto Pieck, beleent sgnde, laet sgn besloten dispositie 2) appröberen, 16 Januarii 1667. NB. In de Index alphab. staat dat deselve geleyd sgn bg den huyse Caetshoek. 196. HERWIJNEN. Vier mergen ende 2 hont lants, geheiten Segers kinders hoeven, gelegen in Tielreweert, in den kerspel van Herwgnen, streckende van den Achterwegh tot den Hooftgrave to, boven naest Johan Herbertssoon ende die joffer van Rossem, end hen eden dat capittel van Haeften, tot Zutphenschen rechten voor een besunder leen vercoft bg Arnt van Drakenborch an Johan van Herwinen, die het erft op sijnen soon Willem van Herwinen, 5 Novembris 1584. Johan van Herwinen, erve sgnes vaders Willems, 28 Septembris 1544. Thonis van Drakenborch heeft sgn recht an desen leen 5 Novembris 1534 overgegeven, des hg noch gestand doet, eodem die. Johan van Herwinen crigt uutstel, 18 Junii 1556. Idem eedt verngt, 20 Junii 1556. Maria van Herwinen, huysfrou Walravens van Hemert, erve hares vaders Johans, beleent, 17 Septembris 1605. Eadem laet den eedt vernieuwen door Arnt Tulleken, den 12 Jan. 1633. ') In het testament wordt ook nog genoemd een dochter Heilke, geh. met Arie Arissen Verploegh (Leenakte). *) ende vrouwe Barbara van Dorp, sijn huysvrouwe (Leenakte). 464 Otto van Hemert, erve sgnner moeder Maria, beleent, den 25 Julii 1636. Idem verbint dit leen an sgnnen broeder Eustaes van Hemert voor de somma van tien duysent guldens, als voor soodane somme voor hem borch geworden aent Quartier van Nijmegen voor de ontfanc van de rentmeesterie van de Marionweertse goederen, den 5 Jan. 1641. Johan van Hemert, erve sgnnes vaders Otto, beleent, 11 Meert 1643. Eustaes van Hemert als oom ende bloetmomber hnlder. Marten Ariaens de Jong als curateur ende administrateur van den boedel van Agneta van Hemert, wed. van Jan Jacob de Rode van Heeckeren, erve haeres broeders Johan van Hemert, beleent, den 19 October 1661. Anna Willemina de Rode van Heeckeren, erve haeres moeders Agneta, beleent door Gerret de Cock, haer man ende huider, den 11 Jan. 1671. Eadem *) laet den eet vernieuwen ende draegt dit leen op aen Antonis Aertsen de Fockert, den 14 Augusti 1676. Aert Tonisse de Fockert, erve sgns vaders Antonis Aerts, den 19 Junii 1696. Anthony de Fockert, erve sgns vaders Aert Tonisse de Fockert, beleend, 12 Aug. 1746. Cornelis de Fockert, erfgenaam sgns vaders Anthony de Fockert, beleend, 1 Mey 1761. Anthony de Fockert, erfgenaam sgns vaders Cornelis, beleend, 7 Sept. 1786. Denselven draagt dit leen op aan Pieter de Fockert, die daar weder mede beleend is, eodem die. 197. HERWIJNEN. Een hnys, hoff ende bongert, to Herwinen gelegen op den Laec, met 4 mergen, genoomt des Graven lant, die wintmenlen, 10 mergen to Hellou, naest Gerrit de Joede, die halve visscherie ende 4 mergen aldaer op de Weert, ontfangen tot Zutphenschen rechten bg Adelisse van Herwinen Ggsbertsd. ende Dirck Wouters2), haer man, anno 1435. 9 mergen lants, gelegen tot Nadeloys, onder Otten van Arkel, tot Zutphenschen rechten ontfangen bg Wolter Welle, a°. 1403. Idem tuchtigt- sgn wgff Tde an 9 mergen lants, opten Noerdeloes gelegen onder Deyle, Johans van Slingelant ende Agnesen, sgner suster, Hugen kinderen van Slingelant, an d'oosteregge, tuschen Claes Podelwgcks erfgenamen an d'een sgde ende Willem basterts erven an d'ander sgde, a°. 1407. ') Weduwe (Leenakte). *) In de akte wordt hij genoemd: Wan ck art. 465 Een stuck lants, gelegen op de Verwede, in den gerichte van Herwgnen, streckende tot der gemeyner straten, daer an d'overste sgde gelegen is Herman Spiegels erve, ende Willem Claessoons erve an de nederste sgde. Item 3 hofsteden, gelegen in denselven gericht, streckende van der straten tot den rechten diepen van den stroom to, daer lant gelegen is an d'overste sgde Alart van Buren, ende van den hofsteden tot den dgek to heer Breusten van Herwinen, lant gelegen van den hofsteden tot den dgek toe an deselve sgde, ende noch lant gelegen an deselve sgde die heer van Foederoye over den dgek totten rechten diepen van den stroem to; ende voort Hacken Valkensoon lant gelegen an de nederste sgde van der gemeyner straten, streckende tot den diepen van den stroom. Item noch gelegen an den dgek 2 hofsteden, streckende van den dgek tot der killen to, lant gelegen an d'overste sgde die gemeyn te, ende lant gelegen an de nederste sgde Valck Roloffssoon. Noch een hofstede an denselven dgek, an de overste sgde die gemeynt, die geheiten is dat Veerblock, ende noch lant gelegen an de nederste sgde Johan van Pruyssen. Item een halve visscherie, met al heuren tobehoren, in den gerichte van Herwinen, streckende boven ant gericht van Sulichem tot Heynemans hoeve to, beueden met den optoge ter Mareken to. Tot Zutphenschen rechte geholden bg Johan van Leyenbergh, anno 1406. Een halve thiende, gelegen in den gerichte van Herwinen, int Overste block, streckende van den dgeke tot eenen gemeynen watergange to, geheiten die Marcke, Petersstege an d'een sgde ende die zeedgeke an d'ander sijde, tot eenen Zutphenschen leen ontfangen bg Johan van H e 11 u Derix Nevensoon, a°. 1380. 197a. HERWINEN. Die halve smale thiende, in den gerichte van Herwinen; item die halve thiende, gelegen in denselven gericht, tuschen Claes hoeve ende Woedergraft, streckende van den dgek tot der Mareken toe, tot eenen Zutphenschen leen metgegeven bg Gijsbert van Giessen an Heer Dirck van Herwinen, ridder, in hijlicxstuyr met sgn huysfrou Margriet, Ggsberts suster, a°. 1401. Eadem, weduwe, deur Pieter Smoutryem eedt gedaen van een halven thiend in Herwinen, tusschen Waderstege ende Petersstege, streckende van den dgek ter Mareken to, met halff der smaler thiende, als haer man heer Derick die te hebben plach, nntgescheyden 10 Engelsche nobel sjaers, die hem met den dgekrecht ontgeven sgn, a°. 1421. Nijmegen. 80 466 Eadem denr haren man Johan Hacke van den Pol eedt verligt, a°. 1424. Walraven van Haeften bg transport Margraten voorn., a°. 1436. Idem bg transport Johans van Herwinen Willemssoon ontfengt die halff smale tiend tot Herwinen, ende eenen uterweert, geheiten die Tolweert, lant gelegen Herman Spiegel an d'overste sijde ende an de nederste sgde Hack Falkensoons erve, streckende van den dgek tot den diepen van den stroom; noch een hofstat met 7 hont lants daerbinnen gelegen, oick streckende van den dijck int diepe van der Wale, an d'overste sgde Jan Esch tot Helluu, an de nederste Arnt Scheldenberch soons erve, a°. 1435. Idem ontfengt dit ende meer stucken voortan bg den huse to Herwinen, dat heer Dirx geweest, voor een leen, a°. 1467. Wort verheft met het huys to Herwijuen, fol. 198. Vier mergen lants, geheiten Grote Claes hoeve, gelegen tot Herwinen, tot Zutphenschen rechten ontfangen bg Wilhem Johans bastert van C u 1 e n b o r c h *), a°. 1468. 198. HERWIJNEN. Dat huys tot Herwijnen; die halve meulen aldaer; halff die thiende boven Wanderstegen tot Petersstege toe; item half die thiende over de Marck; die halve Bode thiend, in den gerichte van Herwgnen; halff die thiende uut t'Overste block aver den Hooftgrave; die alde hofstat tot Herwinen, des Greven lant, Meyscamp ende des Haters camp, in parochia de Herwinen; die thiende tot Aversaet in Lnttelvelt ende in Nuwelant; ontfangen tot Zutphensen leenrechten bg Derich van Herwgnen heeren Johans soon, a°. 1888. Idem vernijt eedt, a°. 1400. Idem tuchtigt sgn vrou Johanna an die halve thiende boven Wanderstege tot Petersstege toe, eodem die. Wolfart van Culenborch bg transport Dircks voorn, ontfengt 1/2 Rode thiende, in den gericht van Herwinen; 1/2 thiende over de Marck, in denselven gericht; 1/4 eener thienden, in den gericht voors. int Middelste block, van Waderstege tot den Zegedgcke to; 1/4 eener thienden, int gericht voors., van Waderstege tot in Petersstege, tusschen die Outienden ende den Hoetgrave; een camp lants in denselven gericht, geheiten Meyskempken, butendgeks, streckende van den dgek tot den diepen van den Wale to, daer boven naest gelant is Willem Heynensoon, beneden heer Diedrich van Herwinen; eenen camp lants, geheiten des Graven lant; ') gelijck hem dat van sijnen vader angestorven is (Leenakte). 467 ende Skaters camp; ende d'oude hofstat van Herwinen, met bogaert, cingel ende met der Laeken, ende met allen heuren tobehoren, uutgesat die manne, die van der hofstat verleent sgn; streckende met den eenen eynde an die hofstat van Brandenborch ende an heeren Gijsberts lant van Herwinen, ende met den anderen eynde an der Sartrosen lant van st. Gertrudenberg, streckende an d'een sijde an den gemeynen Achterdijck ende an d'ander sgde dat lant, geheiten die Grient; aen alle welcke goeden, uutgescheyden die thienden, Wolferf heeren Diedrick een losse bekent heeft tot Petri ad Cathedram met 172 Geldersche gulden, a°. 1409. Idem tuchtigt sgn wgff Henrica an 4 mergen lants, in den gerichte van Herwinen butendgx, in den Wuerde, a°. 1420. Margriet van Herwinen, erve hares mans Dircks van Herwinen, transporteert op Walraven van Haeften dat huis tot Herwinen, dat heeren Dirck Vyrssmans te wesen plach, met allen sgnen tobehoren, ende die losse yan den halven winde ende halve meulen, uutgescheiden dat heur in den dgek ontgeven is; welck huys Walraven voors. ontfangt met den poorttoorne ende voorgeborcht, met den Koeweerde, ende met 10 Engelsche nobelen sjaers uut der thienden, die heren Dirx van Herwinen geweest, die hg sjaers vercopen mag voor de 10 nobelen, ende wes daerover loopt, dat sal hg bewijsen Margrieten voorn., a°. 1421. Idem tuchtigt sgnen vader Otto van Haeften, eodem die. Wolfert van Culenborch beleent, a°. 1424. Johan van Culenborch Wolfertssoon transporteert op Walraven van Haeften dat Meyskempken, a°. 1431. Idem ontfangt dat huys to Herwinen, dat heeren Dirx van Herwinen te wesen plach, met den voorgeborcht daeran gelegen, met den Koeweert, streckende van den Brandenborgschen dgek tot den diepen der Walen; noch den wind, windmeule ende dwanck; noch die smaeltiende tot Herwgnen; een uterweert, geheiten Meyskempken, an d'overste sgde heer Walraven voorn., an de nederste sgde Eoloff Gerritssoon, streckende van den dgek tot den diepen van der Wale; noch een uterweert, geheiten den (tolweert, an heyden sgden heer Walraven voorn., een hofstat ligt ter Butenboreh, met 7 hont lants daerbinnen angelegen, streckende van den dgek ter Killen to, an d'overste sgde heer Walraven selve, an de nederste Peter Arnts erven; dat halve veer tot Herwinen ende 1/3 van d'andere helft der voors. veerstat; noch een thiend in denselven gericht, angaende van den Paetkempken nederwert tot den Herwgnschen vliet, streckende van den Hooftgrave ter Mareken to; een thiend angaende van den Herwgnschen zegedijck tot Waderstege to, tusschen den Hoetgrave ende die Marck van Herwinen; 1/2 thiende butendijx, van der Herwgnscher meule tot den Vuerenschen gericht to; 1/2 thiende, angaende van Petersstege opwert ten Herwgnschen zegedgek to, tuschen den Hoetgrave ende der killen tot Butenborch; 1/2 thiende an de Herwgnsche Marck tot den Asperenschen blocklant to, boven angaende an de Laerstege tot Leyenberg to; welcke halff thiende hg, Walraven, opgedragen ende met den voors. huyse ende leene weder ontfangen heeft, neffens noch een heel thiende, van Waderstege opweerts tot Cleyn Claes hoefken to, streckende van den Waeldgck tot den 468 Hoeftgrave to, nntgescheyden des Katers camp ende den grient, die halff tiend anArnt van Harier, tsamen tot eenen leen, tot Zutphenschen rèchTën, wiewol die meniën ende thienden yan sijnen voorvaderen to meer leen gehalden sgn geweest, na uutwijsen alder leenboecken, a°. 1467. Walraven voorn, verngt eedt, 25 Septembris 1478. Johan van Haeften, erve sgnes vaders Walravens, 28 Julii 1481. Walraven van Haeften, erve sgnes vaders Johans, 5 Octobris 1521. Idem eedt vernjjt, 12 Junii 1539. Johan van Haeften, onmundich, erve sgns vaders Walravens, 17 Februarii 1541. Idem selffs eedt gedaen, 13 Julii 1544x). Walraven van Haeften, man Sandrine Piecks, crigt uutstel, 17 Novembris 1576. Idem, erve sijnes vaders Johans, 17 April 1577. Idem eedt verngt, 22 Januarii 1592. Idem maeckt sgner suster Theodorae van Haeftens 2) tweede soon, Eeinhout van Brederode, die herlicheit ende thuis to Herwinen, gênant Prissestein, met sjjn graften, cingelen, hongerden, wey- ende seylanden, krijt-, smal- ende grove thienden, wind- ende rosmeulen, uterweerden, viseherien, veer etc, 18 Septembris 1608. Beinhout vanB re derode beleent volgende de makinge, 12 Julii 1609. Idem na dode sgnes hulders Johan Dircks laet eed verngen Johan Smits, 29 Septemb. 1614. Idem maeckt, so hg sonder echte gebeurt sterft, dat dit erven sal op sgnen jongsten broder Hans Wolphert ofte desselven manlicke gebeurt; so die end manlicke gebeurt van die ontbreekt, op sgnen oltsten broder Walraven, 30 Decemb. 1616. Hans Wolphert van Brederode volgende de makinge beleent, 28 Aprilis 1618. Eiusdem make ende tucht voor sgn gemalin Anna van Nassou, 5 Septembris 1620. Idem laet sgnne dispositie appröberen, den 3 Julii 1637. Idem constitueert tot een douarie aent welgeboren vreulgn Louisa Christina gebaren graeffinne van Solms eene somma van 12000 gl.jaer.ix haer leven lanc, ten waere haer gen. ten tweeden houweheke quame, in welcken haer leven lanc sal genieten jaerlicx ses duysent gl., den 22 Decemb. 1637. Idem laet sgnne naerder dispositie appröberen, den 12 Junii 1639. Woüert van Brederode, erve sgnnes vaders Johans Wolfert, beleent, den 4 Junii 1657. Vroulgn Hetwich van Brederode, erve haeres broeders Wolphart, beleent, den 2 October 1688. Carel Aemilius borchgraeve ende graeve van D o n a als erfgenaem onder beneficie van inventaris van Hetwich Agnes vroulgn van Brederode beleent, den 24 Decemb. 1685. •) Zijn moeder Geritgen van Hoenslair wordt getuchtigd Leenakte). •) Wed. van Floris van Brederode tot (Jloetinge. Haar andere kinderen zn Waliaven Floris, Helena, Margareta en Johan Wolfert. Walravens vrouw is Phihberta van Immerseel (Leenakte). 469 Symon Hendrick regerende grave ende edele heer van der Lippe, vrijheer van Vianen etc., wegen desselfs gemalinne Amelia gehoren borchgraevinne ende graevinne van Dona etc., als ontste dochter van vrouwe Sophia Theodora van Brederode, die outste dochter was van heer Hans Wolphart van Brederode, beleent, den 18 Augusti 1687. Frederick Adolf regerende grave van der Lip, erfgenaem sgns moeders Amelia, beleent, den 17 May 1700. Idem draegt hetselve leen op aen Adriaen Bont, die daer weder mede beleent is, eodem die. Adriaen Bont draegt dit leen op aen Petrus Bierman, die daer weder mede beleent is, 27 Octob. 1713. Timotea van Pockens, wed. van Heel, successeurse feudal en universeel erfgenaem haers moeders Trijntje Stevens Buurtje, beleent, 23 Jung 1716. Adolphus Bierman, erfgenaem sgns vaders Petrus, beleent, 27 Jung 1782. Idem en Elisabet van Doorn, egtel., laten haer beslote testament appröberen, 18 October 1737. Elisabet van Doorn laat registreren 't geopende testament van den 31 Decemb. 1757, 30 Septemb. 1766. Verder als 189, tot 10 Februari 1781, dan verder: Adolphus Bierman laat approheren en per clausulas concernentes registreren het magescheyd op den 1 Maart 1774 over den ouderlgken boedel opgerigt1), 21 Nov. 1782. Denselven laat appröberen en registreren de huwlgkse voorwaarden den 4 Jan. 1783 met Cornelia van Arendonck2) opgericht, 8 Jan. 1783. Diederik Bierman als erfgenaam sgner ouderen Adolphus Bierman en Elisabeth van Doorn na dode van sgn broeder Petrus beleend, 24 April 1792. Adolphus Bierman, minderjarig, erfgenaam sgns vaders Diederik, heleend, 22 Novemb. 1793. Huider Adolphus Bierman, sgn oom. Afgespleten van 193. 198 § 1. lo. Een uyterweerd meteen steenoven en verder getimmerte daerop staende, op het Leenregister bekend met de naam van Meyskampken, strekkende van den dgk tot de diepte der Waele toe, en op het quohier van de verpondinge met de naam van Langewaerd, alwaer thans naest geland sgn oost en suyden de rivier de Waal, west den Ottersgriend gen'. Bgswaerd, Pieter Boelaard met den Middelweert en Saayweerd en noorden Cornelis Adriaensen Verploeg en H. Verploeg, S. Schuil en P. van den Bosch, mitsgaders het bosken, bg de wed. Daniël Heydenrgk of wie etc. ') Tusschen Petrus Bierman en Cornelia Elisabeth van Niel, Arnoldus B. en Cornelia du Try, Jan B., Dirk B., Adolphus B., Hellemicha B., Petronella B. (Leenakte). 2) Haar ouders zgn: Arien van A. en Eelke Verploegh (Leenakte). 470 2o. Een uyterweerd, op het Leenregister bekend met den naam van den Tolwaert, en op het quohier van de verpondinge met de naam van Ottersgriend, gent Bgsweerd, alwaar thans naast geland sgn oost den Langenwecrd, west den Varkensweerd, suyden de rivier de Whaal en noorden P. Boelaard henevens Petrus Bierman met een gedeelte der kille ofte wie etc. 3o. Een rijsweerd, op het Leenregister bekend met de naam van Koeweerd, en beland van den Brandenburgsen dgk tot de diepte van der Waele toe, en op het quohier der verpondinge met de naam van Kaessemaker, alwaar thans naast geland sgn oost de heer van Herwgnen met het kapittel tot Haeften, bg de rooiing met posten bestoken, haar beginnende van den sloot onder den dgk bg den hoff van Jan van Keppel zuydw. tot aan de rivier, west Cornelis Adriaanse Verploeg, suyden de rivier de Wael en noorden Jan Keppel en voor een kleyn gedeelte Willem Cousgn ofte wie etc.; alle dese drie parceelen, sgnde een bijsonder leen en alnu afgespleten van het huys te Herwgnen, ten Zutphense regten leenroerig, opgedragen door Petrus, Arnoldus, Johannes, Dirk, Adolphus, Hellemicha en Petronella Bierman aan Mr. Pieter Boelaard tot Tuyl, die daar weder mede beleend is, 23 Jan. 1776. Afgespleten van 198. 198 § 2. Den wind en windeoornmolen tot Herwgnen, met den dwank daartoe, met sulken voorwaarden, of iemand uyt den kerspel van Herwgnen, hg weere man ofte wijff, anderwaarts moele dan op denselven meulen, die betaa t so menigmaal dat geschied so menigen alden schdd, halt voor den heer van den Lande, en half voor den heer van Herwijnen en sgnen erven, die de amptluyden in den tgd van Tielre- en Bommelerweerden altgd uytpeynden en den moeien in haar alden regten halden sullen; uytmakende een pertinens van den huys te Herwgnen, welke breuken sijn verhoogt en geaugmenteerd bg 's Hoves resolutie van den 18 December 1743, uyt kragt van deses Landschaps aucthorisatie van den 19 Meert 1672, tot vijfentwintig gulden, en dat boven die boete sal worden verbeurd het meel met de sak, en voor de twede maal kar en peerd, t'apliceren d'eene helft ten profijte van de domainen en d'ander helft voor den eygenaar, breder bg voors. resolutie geexpresseert, waartoe verkoperen sig bij desen sijn refererende, en wel met last van voormalen en molstervnj van al het koorn dat op den huyse Engelenburg, staande te Herwijnen, verdaan word; sijnde alnu een bgsonder leen en afgesplit van den huyse Herwgnen, ten Zutphense regten leenroerig, opgedragen door 471 Arnoldus, Johannes en Diederick Bierman, Albertus Johannes Gobelins Sehadd nomine uxoris Petronella Bierman, Helemicha en Adolphus Bierman, voorts Cornelia van Niel, wed. van Petrus Bierman, als moeder en voogdesse over hare minderjarige kinderen, aan Jacob de Wit, die daar weder mede beleend is, 17 Jung 1779. Afgespleten van 198. 198 § 3. HEBWIJNEN. Dat halve veer tot Herwijnen met een derdendeel van de andere helfte, benevens een sevende gedeelte in alle de tienden bg den huyse Prissensteyn behorende, als een bgsonder leen en afgespleten van het huys te Herwgnen, genaamt Frissensteyn, ten Zutphensen rechten leenroerig, ontfangen bg Cornelia Elisabeth van Niel, in qualiteit als weduwe en getogte boedelhouderse van wglen haren eheman Petrus Bierman, die daarmede beleend is, 16 Octob. 1779. Afgespleten van 198 § 3. 198 § 4. Dat halve veer tot Herwijnen met een derdendeel van de andere helfte, sgnde thans een bgsonder leen en afgespleten van 198 § 8, ten Zutphensen rechten leenroerig, opgedragen door Cornelia Elisabeth van Niel, weduwe Bierman, aan Mr. Pieter Vermeulen, die daar weder mede beleend is, 6 Septemb. 1787. 199. HEBWIJNEN. Half die Bade thiende, in den gerichte van Herwinen, half die thiende oever die Merck; 1/4 eener thiende, in dat Middelste block, van Waderstege tot den Zegedijckto; noch 1/4) in den selven gericht, van Waderstege tot in Peterstege, tusschen die Oude thiende ende den Hoeftgrave, tot Zutphenschen rechten ontfangen, bg transport Dircks van Herwgnen, bg Wolfert van Culenborch, a°. 1409. Johan van Culenborgh ontfengt dit, a°. 1424. Walraeff van Haeften bg transport Johans voorn.1), a°. 1442. Adolphus Bierman beleent, 12 Aug. 1741. ') Wolferssoon (Leenakte). 472 Elisabeth van Doorn laat registreren 't geopende testament van den 31 December 1757, 30 Sept. 1766. Verder als 198; voorts nog: Helmicha Bierman laet registreren de superscriptie yan haar testament d.d. 21 Decemb. 1804 besloten gepasseert, d.d. 19 Jan. 1805. Afgespleten van 199. 199 § 1. HERWIJNEN. Een sevende gedeelte van half die Raede tiende, in den gerigte van Herwgnen; item in een vierde eener tiende, in dat Middelste blok, van Waderstege tot den Zegedgk toe, nog in een vierde, in denselven gerigte, van Waederstege tot in Petersstege, tussen die Oude tiende en die Hooftgrave, afgespleten van 199, ten Zutphense regten leenroerig, ontfangen hg Cornelia Elisabet van Niel, in qualiteit als weduwe en getogteboedelhouderse van wglen haren eheman Petrus Bierman, die daarmede beleend is, 16 Octob. 1779. Afgespleten van 199. 199 § 2. HERWIJNEN. Een sevende gedeelte in half die Raede tiende, in den gerigte van Herwgnen; item in een vierde eener tiende, in dat Middelste blok, van Waderstege tot den Zegedijk toe; noch in een vierde, in denselven gerigte, van Waderstege tot in Petersstege, tussen die Oude tiende en de Hooftgrave, als een bijsonder leen en afgespleten van 199, ten Zutphensen regten leenroerig, te leen ontfangen hg Johannes Bierman, als oudste en volgende broeder en als naaste leenvolger ab intestato van sgn broeder Arnoldus, 5 Septemb. 1781. Helmicha Bierman heleend met dit leen, allergestalte hetselve haar door dode van haren broeder Johannes en uyt kragt van haarl. mutueele testamentaire dispositie d d. 24 Febr. 1778 aangekomen is, 24 April 1792. Eadem laat haar besloten testament van den 2 Octob. 1792 appröberen, 6 Oct. 1792. Eadem laat registreren de superscriptie van haar testament d. d. 21 Decemb. 1804 besloten gepasseert, d. d. 19 Jan. 1805. Afgespleten van 199. 199 § 3. HERWIJNEN. Een sevende gedeelte van half die Raede tiende, in den gerigte van Herwgnen; item in een vierde eener tiende, in dat Middelste blok, van Waderstege tot den Zegedijk toe; nog in een vierde, in denselven gerigte, van Waederstege tot in Peterssteege, tusschen die Oude tiende ende de Hooftgrave, als een bijsonder leen en afgespleten van 199, ten Zutphensen regten leenroerig. 473 Helmicha Bierman beleend met dit leen, allergestalte hetselve haar door dode van haaren broeder Johannes en nyt kragt van haarl. mntneele testamentaire dispositie van den 24 Febr. 1778 aangekomen is, 24 April 1792. Verder als 199 § 2. 199a. Een huysken, met den hofstat ende 7 mergen lants daerto, in den gerichte van Herwinen gelegen, daer naest gelant is Johan van Herwinen Johanssoon an d'een end die gemeyn stege van Herwinen an d'ander spe, streckende met den eenen eynde an der Carthuser landt van st. Geertrudenherge, tot Zutphenschen rechten verstorven van Johan van Culenborch op sgne dochter Jutte, huysfrou Otten van Hoekelems, 8 Julii 1474. Eadem eedt verngt, 24 Julii 14811). Johan van Heukelom, Jutta van Heukelem, huysfrou Gaert Eeiners genoemt Sterck, end Eutgera van Heukelem, broder ende susters, Otten kinderen, refuteren haer recht op Otto van Heukelem Ottensoon, haren oltsten broder, an 1/3 van eenen huyse, met der hofstat ende hongerden, in den kerspel van Herwinen gelegen, welck goet eertgts heur oldevader Otto van Heukelem met noch 7 mergen landts ontfangen heeft gehadt, also dat haer broder Ot voorn, daervan leendrager sgn sal, 29 Maii 1549. 199b. HEEWIJNEN. Xvlu. mergen lants, gelegen in den gerichte van Herwinen, in een stat, die geheiten is Lodewichshoeve, tusschen erfgenamen heeren Huberts van Leyenherge ende Eutgers, ver2) Kirstynen neve, an d'een sgde, ende lant der armen, schoen mede te copen, ende Wolter Lodewix erfgen. an d'ander sgde, tot eenen Zutphenschen loen ontfangen bij Lodewich W 011 e r s s 0 0 n, a°. 1379. Idem a°. 1402. Hier staet 13 mergen to Herwinen. Ggsbert F e y e Lodewixsoon van Saltbommel ontfengt 18 mergen, in een stadt geheiten Lodwix hoeve, a°. 1410. Idem ontfengt een hoeve lants, Hubert van Leyenborch an d'een, der armen lude lant an d'ander sgde ende die gemeyne straet an beyden enden, a°. 1424. *) Ott Tan Hoekelum, hoir echte soen, den eedt vernuwet (Leenakte). = Vrouw. 474 200. HEBWIJNEN. Die alde hofstat tot Herwinen met heuren tobehoren, met den bongert daervoor gelegen; item een camp van 5 mergen lants, luttel meer ofte min, geheiten des Greven lant; item die halve thiende over de Marck, die halve thiende int Middelste block, die halve thiende int Overste block, die Alde thiende halff, die smaelthiende, aUe andere thienden in den gericht van Herwinen gelegen; voort alle goede, die joncfrou Adelisse van Herwijnen, heerén Bruystens moder, ende hare alderen te hebben plagen, tot eenen Zutphenschen leene ontfangen bg Bruysten van Herwgnen, ridder, a°. 1402. Idem tuchtigt Johanna, sgns soons Willems wgff, an c Geldersche gulden 'sjaers uut der thienden, a°. 1408. Willem van Herwgnen, ridder, erve sgnes vaders Brunstens, ontfengt neven 'tgene voors. noch 4 mergen lants, gelegen tot Herwinen ende to Buttenberch, tuschen erve heer Brunstijns ende Arnts van Leyenberch, ridders; 21/2 mergen lants, an heyden sgden gelegen tusschen land heer Ggsberts van Herwinen, ridders; een weert to Herwinen, geheiten den Tol weert, streckende van den dgek in den stroom, an de overste sgde Coen van Oosterwgck, an de nederste Hacke Falckens oft sgne erven; een hofstat, an d'overste sgde tusschen Lodwick Falkens, an de nederste Falck Eoloffssoon, streckende van den dgek int diepe des strooms; met vorworden dat die heer hieruut jaerlix hebben 40 olde frankrijeksche schilde, met 440 losbar; a°. 1415; daerop hg reversal geeft. Idem tuchtigt sgn vrou Johanna, eodem die. Otto van Haeften, ridder ende raet, ontfengt dat hnys van Herwinen met sijnen voorborcht, als dat Brunstgns van Herwinen geweest, met eenen stuck erffs daer dat huys op ligt, streckende van den Hoeftgrave tot int diepe van den Wale, an d overste sgde gelegen een gemeene stege, geheyten Wayerstege, an de nederste sijde Gerit Holl Heymerichssoon; met vorworden dat Otto voorn, tselve bg sgnen leven ofte na sgnen doot maken mag eenen sijner soons wien hg wil; ende heeft het gemaeckt tet_een apenhuys. Met een reversal, a°. 1415. Willem van Herwgnen beleent als boven, a°. 1424. Otto van Haeften beleent als boven, a°. 1424. Alert van Haeften, erve sgnes vaders Otten, ontfengt een huys ende hoffstat met 9 mergen lants daeran gelegen, ende eenen uterweert, so breet als die 9 mergen, in den gericht van Herwinen, tusschen de Waderstege an d'overste sgde ende d'erfgenamen Otten van Haeften ende Ggsbert Stercks kinderen an de nederste sgde, streckende van den Hoeftgrave tot den diepen van den stroom; noch een thiend, tusschen Waderstege boven ende Lodwichs hoeve beneden, streckende van den dgek tot den Hooftgrave ; item van den Hooftgrave tot der Mareken die thiende, so breet als die hofstat, ende 9 mergen; noch die thiende in de Vorensche hoeven, streckende van den voerste geweynt tot der Mareken; ende die hofstat, die Steesken Jans te wesen plach, met 3 mergen lants daeran gelegen, in denselven gericht, die Gijsbert Beinolts te wesen plag; 2 campen lants in de Grote Claes hoeve, den eenenbm- 475 nen an den Hooftgrave, den anderen aver den Hooftgrave; met bescheyt dat sgn f. gen. van Ggsbert ende Jan, Alerts broderen, onbededingt blive, a°. 1465. Idem eedt verngt, 25 Septembris 1473, 28 Julii 1481. Idem a°. 1493. Dirck van Haeften, erve sijnes vaders Alerts, a°. 1495. Hier staet an de kant: geheiten het huys to Wayen. Johan van Haeften, erve sijnes vaders Dircks, bij deylinge, 23 Aprilis 1539. Idem tuchtigt sijn vrou Lucretia van Brederade an 150 gl. sjaers uut 5 leenen, 20 Maii 1539. Idem eedt verngt, 4 Julii 1544. Dirck van Haeften, erve sijnes vaders Johans, ende Alert van Haeften, Johans broeder, bg transport Dirx voorn., 13 Octobris 1549. Idem eedt vernijt, 11 Junii 1556. Martin van Eossem bg transport Alerts voorn., 21 Novembris 1558. Idem selver eedt gedaen, 29 Aprilis 1559. Hier staet: dat huys ende hofstat tot Herwinen, dat heer Bruysten van Herwinen te wesen plagh, nu genoomt Wayenstein, met 9 mergen lants ongeveer daeran gelegen, oostwert naest die Wayerstege, westwert Ot Jansz., suydwert die gemeyne dgek ende noortwert die straet, genoomt den Hoetkorff ofte den Hoetgrave. Willem Danckerts bg transport Martins voorn., beholden eenerflosse met 1900 gl., 31 Julii 1577. Herman L o s e c o t bg transport Martins voorn, ontfengt die beterschap, 2 Octobris 1577. Idem crigt octroy over dit leen te mogen disponeren ende 'tselve maken die hg wil, diewgl hg' geen kinder heeft, 19 Julii 1590. Johan de Laignier bg' transport Hermans voorn., die beterschap, 12 Julii 1593. Maximilian Laigniers, erve sijnes vaders Johans, 23 Februarii 1594. Anthoni Laigniers *) bg transport sgnes broders Maximilians, eodem die. Idem *) bg transport Willem Danckerts, afgelost sgnde, 5 Aprilis 1596. Herman Brabender, Doctor, crigt een maent uutstel, 14 Junii 1622. Idem bg opdracht van Anthony Laignier beleent, 31 Decembris 1622 Arnt de Bye bg opdracht Herman Brabanders beleent, den 17 Julii 1630. Idem 2) laet sgnne besloten dispositie appröberen, den 7 Aprill 1641. Jan de Bye, erve sijnes vaders Arndt, beleent, den 2 Martii 1654. Idem laet sijn besloten dispositie appröberen, den 24 Novemb. 1683. Desselfs erfgenaemen laeten desselfs testament registreren, den 16 Augusti 1687 3). Anna de Bye tot Waeyenstein, weduwe van Jacob van den Steen, in leven burgermeester tot Tiel, erve haeres broeders Johan de Bye, - ridder etc, beleent, den 8 Augusti 1688. ') onmundich (Leenakte). *) Ende Margreta B i c k e r, sijn huysfrou (Leenakte). *) De erfgenamen zijn zijn zusters: Anna, wed. Jacob van den Steen, Jacoba, wed. Francois Fuchlaer; Clara, gehuwd met Hugo Mackay, en Josina, gehuwd met Jacob van Beinhem tot den Appelenborgh (Leenakte). 476 Eadem laet haer beslote dispositie appröberen, den 12 Jan. 1701. Aernt van den Steen, erfgenaem sgns moeders Anna, beleent, I Junii 1714. Jacob Niclaes van den Steen, erfgenaem sgns vaders Aernt, beleent, 81 Jan. 1724. Diderick Gerhard van den Steen, erfgenaam sgns vaders Jacob Nicolaes, als naaste leenvolger, voorbehoudens 't usufruct aan sijn moeder Maria Fnuwoise van Eek van Panthaleon, beleend, 6 August. 1777. Idem laat sgn besloten testament van den 9 Julg 1792 appröberen, II Julg 1792. De kinderen en erfgenamen van Diederik Gerhard van den Steenx) laten registreren een extract uyt het geopende testament van den 9 Julg 1792, 18 Novembris 1797. 201. HEBWIJNEN. Die halve thiende over de Marcke; die halve thiende, in dat Middelste block; 1/2 thiende, int Overste block; die Alde thiende halff; die smael thiende; item aUe ander thienden in den gerichte van Herwinen gelegen; item 4 mergen lants, gelegen tot Herwinen ende tot Butenborch, tusschen heeren Brustens erve ende heeren Arnts van Leyenberch; item 21/2 mergen lants, an beyden sgden gelegen tusschen lande heeren Ggsbert van Herwgnen, ridder; item eenen weert to Herwinen, geheiten den Tolweert, streckende van den dgek int diepe van den stroom, an d'overste sgde Coen van Oosterwijck ende nederste sgde Hacke Falckens ofte sgne erven; item een hofstat, an d'overste sgde Lodwich Falckens, an de nederste sgde Falck Eolofs, streckende van den dijck int diepe van den stroom, tot Zutphenschen rechten geërft van Willem van Herwinen op sgn soon Johan van Herwinen, a°. 1429. Idem tuchtigt sgn vrou Jutte an 4 mergen, in den gerichte yan Herwinen, achter. Jans huys vorn., streckende van den cingel tot den Achterwech to, lant gelegen Jan voors. an de nederste sijde ende Jan van Culenhurg an d'overste sgde; item 5 mergen, geheiten Cleyn Claes hoef ken, streckende van den Broeckgrave tot der Marck to; met sulcken bescheit, of Jan meer kinder dan een achterliet, sal Jutte alleen getuchtigt sgn an de 5 mergen, ende nyet vorder, a°. 1437. Bruysten bastart heeren Ggsberts van Herwinen bg transport Johans voorn, ontfengt die thiende, gelegen in den gerichte van Herwinen beneden Wayerstege, streckende van den Hooftgrave tot den Broickgrave toe, ende van den derden camp van der Wayerstege deurgaens ten Vliete toe, a°. 1488. «) Mr. Jacob Diederik v. d. S., Mr. Arent Francois v. d. S. en Jan Kuyl van Troyen, gehuwd met Barbara Jacoba v. d. S. (Leenakte). 477 202. HERWINEN. Een thiende, streckende van den dgek tot der Mareken to, also breet als die hoff is; noch een thiende, gelijck Ot van Haeften die van Johan, heer Willemssoon, gecoft heeft; alsulcke thiende als Jan van Herwinen tusschen den dgek ende den Hoffgrave heeft; noch een hoffthiende, gelegen tusschen 't Vorensche ende Herwgnsche velt, ontfangen bg Otto van Haeften, a°. 1487. Alert van Haeften, erve sijnes vaders Otten, a°. 1465. Ende ontfengt dese thienden hier neffens meer stucken bg den huyse to Herwinen, dat heer Bruystens geweest. Idem, 25 Septembris 1478. Noch die hofstat, die Steesken Jans te wesen plag, met 8 mergen lants daeran, in denselven gericht gelegen; noch een hofstat, die Gijshert Reinalts te wesen plag; noch 2 campen lants, gelegen in denselven gericht in de Grote Claes hoeve, den eenen gelegen binnen an den Hooftgrave, den anderen over den Hooftgrave. Idem eedt verngt, 23 Julii 1481. Idem, a°. 1498. Derck van Haeften, erve sgnes vaders Alerts, a°. 1495. Johan van Haeften, erve sgnes vaders Dircks, 24 Aprilis 1539; een thiende, streckende van den dgek tot der Mareken to. Idem eedt verngt, 4 Julii 1544. Dirck van Haeften, onmundich, erve sijnes vaders Johans, 13 Octobris 1549. Ot van Haeften is huider. 203. HER WIJNEN. Die thienden tot Herwijnen, tusschen den Hooftgrave ende die Marck, streckende van den Poetkempen tot den Zegedgek toe; ende die Poetkampen sgn tusschen den Hooftgrave ende den Broeckgrave 3 campen breet, ende tusschen den Broeckgrave ende der Marck 2 campen breet, van der Waderstege nederwert; ende ligt tusschen Herwinen ende Vueren; getransporteert bg Johan van Herwinen Willemssoon tot behoeff van Otto van Asperen van Vueren, a°. 1488. Walraven van Haeften bg transport Otten van Vueren van Asperen, heeren van Spyck, ontfengt een thiende, tot Herwinen gelegen, angaende van den Poetkampen nederwert tot den Vuerenschen Zegedijck to, die baven die hoeven legt, streckende van den Hooftgrave tot der Mareken to, als Ot die van Johan van Herwinen eertgts gecoft ende ontfangen heeft, a°. 1445. Idem, a°. 1467; van den Poetkampen nederwerts tot den Herwijnschen vliet toe. Ende wort hier ende voortaen met den huse to Herwinen, dat heer Dirx geweest, ende noch meer stucken voor een leen erkent. Idem eedt verngt, 25 Septembris 1478. 478 Johan van Haeften, erve sgnes vaders "Walravens, 28 Julii 1481. Walraven van Haeften, erve sgnes vaders Johans, 5 Octobris 1521. Johan van Haeften, erve sgnes vaders Walravens, 17 Februarii 1541. Idem selffs eedt gedaen, 13 Julii 1544. Walraven van Haeften, erve sgnes vaders Johans, 17 Aprilis 1577. 203a. Eenen uterweert, in den ampt van Tielreweerdt, in den kerspel van Herwgnen, butendgcks tegen Dirck yan Haefkens huys, geheiten Wayen, gelegen, van den dgek angaende tot den rgsweert to, daer boven ende beneden dieselve naest gelant is, tot Zutphenschen rechten ende om voortan een besunder leen te bliven, opgedragen bg Dirck van Haeften tot behoeff sijner altster dochter Walrave van Haeften, weduwe Fredricks van Voorst, 15 Septembris 1535. 204. HEBWIJNEN. Die Rode halve thiende tot Herwinen, die heer Willems van Herwinen to wesen plag; item die halve Alde thiende, streckende van Petersstege tot den Helluschen gericht to, ende van den Walè tot den Hooftgrave to; noch 1/4 thienden, streckende van Petersstege tot den Helluschen gericht to, ende van den Hooftgrave tot der Mareken to; noch 1/2 tiende over die Marck, streckende van der Marck tot den Asperschen gericht to; tot Zutphenschen rechten opgedragen bg Johan van Herwgnen Willemssoon tot behoeff van Aleyd van Herwgnen. VOllemsdochter; heur huider was Peter Smoutryem, a°. 1438. Arnt van Herier bij transport Johans van Herwinen Willemssoon ■ontfengt Ifa van een thiende, streckende van den Hooftgrave tot der Marcke to, ende van der Wayerstegen tot Cleyn Claes hoefkens to, a°. 1455. Walraven van Haeften, ridder, bg transport Johans van Herwinen Willemssoon ende Fge S p a e n s, sgner huysfrou, ontfengt 1/4 van een thiende ende een stuek van een halve thiende, gelegen van Cleyn Claes hoeff tot Waderstege to, tusschen den Afterwech ende Waderstraet tot den Hoetgrave, ende Jjgjiranspoit Arnts van Herier ende Aleyden_xan H er w inen. suner huysfrou, 1/4 van een thiend, angaende van den Zegednck van Herwinen teWaderstegen to, tusschen den Hoetgrave ende die Marck, a°. 1458. Aleyd Willemsdochter van Herwinen, weduwe Arnts van Herier van — Znhnchem, verngt eedt denr Kerstken ten Velde van de Bode halve ' thiende to Herwinen, die heer Willems van Herwinen te wesen plach; item die halve Alde thiende, streckende van Petersstege tot den Helluschen gericht to; item die halve thiende over die Marck, streckende van der Mareken tot den Asperschen gericht to, 10 Octobris 1478. 479 Eadem eedt verngt, 28 Julii 1481. Wilhelma Piecks, huysfrou Everts van Doorn, beleent, a°. 1503. Ggsbert van Dorn, erve sgner moder Wilhelmae, 26 Februarii 1529. Hier staet dat Walraven van Haeften van de Rode halve thiende die wederhelft heeft. Idem eedt verngt, 26 Septembris 1588. Wilhelma van Doorn, erve hares vaders Ggsberts, 20 Octobris 1544 Eadem, huysfrou Claes Piecken, eedt verngt, 15 Decembris 1556. Jacob Pieck, erve sgner moder Wilhelmae, ende Niclaes Pieck, erve sgnes soons Jacobs, 21 Februarii 1590. Isabella Piecks 2), erve hares broders Niclaes, 20 Martii 1590. Walraven van Haeften, bg transport Isabellae voorn., huysfrou Stevens van Rossem, 24 Januarii 1594. Adolphus Bierman beleent, 12 Aug. 1741. Elisabeth van Doorn laet registreren 't geopende testament van den 31 Decemb. 1757, 30 Septemb. 1766. Verder als 199. Afgespleten van 204. 204 § 1. HERWIJNEN. Een sevende gedeelte in die Rode halve tiende tot Herwgnen, die heer Willems van Herwgnen te wesen plag; item in die halve Alde tiende; item in die halve tiende over die Marcke; als een bgsonder leen en afgespleten van fol. 204, ten. Zutphense regten leenroerig, ontfangen bg Cornelia Elisabeth van Niel, in qualiteit als weduwe en getogte boedelhouderse van wglen haren eheman Petrus Bierman, die daarmede beleend is, 16 October 1779. Afgespleten van 204. 204 § 2. HERWIJNEN. Een sevende gedeelte in die Roode halve tiende, enz, als een bgsonder leen en afgespleten van fol. 204, ten Zutphensen regten leenroerig, te leen ontfangen bg Johannes Bierman, als oudste en volgendo broeder en als naaste leenvolger ab intestato van sgn broeder Arnoldus, 5 Septembris 1781. Helmicha Bierman beleent met dit leen, allergestalte hetselve haar door dode van haren broeder Johannes Bierman en uyt kragt van haarl. mutueele testamentaire dispositie dd. 24 Febr. 1778 aangekomen is, 24 April 1792. Eadem laat haar besloten testament van den 2 Octob. 1792 appröberen, 6 Octob. 1792. Eadem laat registreren de superscriptie van haar testament d.d. 21 Decemb. 1804 besloten gepasseert, d.d. 19 Jan. 1805. ') Haar oom Frederick van Doirne is bulder (Leenakte). 2) gênant van Rossum (Leenakte). 480 Afgespleten van 204. 204 § 3. HERWIJNEN. Een sevende gedeelte in die Bode halve tiende, enz., als een bijsonder leen en afgespleten van fol. 204, ten Zutphenschen regten leenroerig. Helmicha Bierman beleend met dit leen, allergestalte hetselve haar door dode van haaren broeder Johannes en nyt kragt van haarl. mutneele testamentaire dispositie d.d. 24 Febr. 1778 aangekomen is, 24 April 1792. Verder als 204 § 2. 205. HERWIJNEN. Een thiende, die Otto van Haeften eertijts van Johan van Herwijnen, heer Willems soon, gecoft heeft, in den kerspel van Herwijnen liggende, tusschen den dijck ende den Hooftgrave ; noch een hoff thiende, gelegen tusschen den Vuerenschen ende Herwgnschen velden; item die hofstat, die Steesken Jans te wesen plach, tot Zutphenschen rechten voor een besunder leen geërft van Derck van Haeften Alartssoon op sijnen soon Johan van Haeften, 24 Aprilis 1539; bg deylinge. Idem eedt verngt, 4 Julii 1544. Derck van Haeften, onmundich, erve sgnes vaders Johans, 13 Octobris 1549. Alert van Haeften bg transport sgnes neven Dircks, eodem die. Idem eedt verngt, 11 Junii 1556. Martin van Rossem bg transport Alerts voorn., 21 Novembris 1558. Idem selffs eedt gedaen, 29 Aprilis 1559. Henrick van Zoelen Janssoon hg transport Martins voorn., 1 Julii 1577. Johan Laignier bg transport Henrix voorn., 12 Julii 1593. Eiusdem onmundige kinderen beleent, 23 Februarii 1594. Herman Brabender, der rechten Doctor, bg opdragt Anthoni Laigniers beleent, 31 Decembris 1622. Arndt de Bye, der rechten Doctor, burgermeester tot Bommel, bg opdracht Herman Brabanders beleent, den 17 Julii 1630. Verder als 200. 206. HERWIJNEN. Twee campen lants, in den gerichte van Herwinen, in de Grote Claes hoeven gelegen, den eenen binnen an den Hooftgrave, ende den ander aver den Hooftgrave, tot Zutphenschen rechten geërft voor een besunder leen van Dirck van Haeften Alertssoon op sgnen soon 481 Johan van Haeften, bg deylinge, 24 Aprilis 1589. Idem eedt verngt, 4 Julii 1544. Joban van Haeften, erve sgnes vaders Johans bg deylinge ende bij refutatie sgns oltsten broders Dircks, 13 Octobris 1549. Desen heeft nogh een jongeren broder oick Johan gênant1). Idem, noch onmundich, eedt verngt deur Arien van Oever, burgemeester to Bommel, 13 Junii 1556. Cornelis Adriaan Verploeg beleend met een camp lands van on geveer vier mergen bouwland, in de Groote Claes hoeve of in de Grotelinks hoeve, binnen de Hooftgrave in den gerichte van Herwgnen gelegen, 24 Julij 1741. Afgespleten van 206. 206 § 1. Een kamp lands, groot dertien hond, in de Grote Claes hoeve of Grotelinks hoeve, over de Hooftgrave gelegen, als een bgsonder leen, ten Zutphense regten leenroerig, ontfangen bij Dirk de Jong, die daarmede beleend is, 24 Julg 1741. 207. HELLU. Achtenhalven mergen landts, tot Hellu int Broiclant, die cureyt van Hellu an d'een ende Arnts erfgenamen van Aelst ende Rodolfs des Groten an d'ander sijde, tot eenen Zutphenschen recht2) ontfangen bg Derich van Tule, a°. 1401 Idem verngt, a°. 1403. van Tuyll. Dat goet te Hellu, met namen een hofstat met 5 mergen landts, ontfangen bij Herberen van Haeften Wolterssoon, a". 1439. Philips van Haeften als momber Jans Herberen kinderen ontfengt als een versuymt leen een hofstat met 4 mergen lants daeran gelegen, daer boven naest gelant is Willem van Tuyll ende beneden Jan Roberts, streckende van de gemeyne straet tot den Coorngraefï to. Met vorworden dat d'oltste soon Herberen Jans van Haeften sal hebben */3 ende Willem, sgn broder, sal hebben Vg, a°. 1483. Idem tuchtigt Lijsbet, weduwe Jan Herberens van Haeften, met beding nit te verandersaten, bg verlies der tucht; ende sal de voorn. 2 kinderen alst recht ende mogelic is daer aff holden, eodem die. ') soe hy (Johan) twe Johannen achtergelaeten (Leenakte). *) also als he dat halden plach van jonffir. Jan vrouwe van Euyck (Leenakte). Nijmegen. 31 482 Vijff mergen lants ende 2 hont, in den gerichte van Hellu gelegen, in den Huesschenschen camp, tusschen Arnt den Cock ende Arnt van den Poele an d'een ende . erfgenamen Wolters van Haeften an d'ander sgde, .tot Zutphenschen rechten ontfangen bij Gerrit Te ets, a°. 1431. Johan Teets, erve sgnes vaders Gerrits, a°. 1460. Idem vernijt, a°. 1465. Wolter Teets, priester, bij transport sgnes broders Jans, 21 Octobris 1473. Idem eedt verngt denr sgn broder, 27 Julii 1481. Idem, deken, eedt verngt deur Wolter Teets Janssoon, 6 Septembris 1483. Hier staet: Wolter mag hiermet bij sijnen leven sgn wil doen ende sgn tucht hehalden; so Wolter geen wittaftige gebuerte nalaet salt commen op sgn broder Jan, so die oick sonder kinder sterft salt vallen op des dekens rechte erven. 208. HELLU. Ses mergen lants, geheiten den Negenacker, in den kerspel van Hellu gelegen, daer naest gelant is beneden Gijsbert van Dalem ende boven an d'overste sgde Dirck van Hemert, met den eenen eynde schietende an den dgek, met den anderen eynde an die Corengraeff, tot Zutphenschen rechten verstorven van Ggsbert van Haeften op sgn dochter Otte, huysfrou Willems van Tuyl, 30 Julii 1474. Arnt van Hemert bg transport Otten voorn., 15 Octobris 1481. Behelteliken Derick van Hemert, sgn vader, ende Otte, sgnre molder, hoire heyden toichten x). Herman van den Steenhuys erft dit leen op sgn oltste dochter Emme, huysfrou Alberts de Vriese, 8 Maii 1529. Herman die Vriese, erve sgner moder Emme 2), 24 Novembris 1545. Idem, mundich, eedt gedaen, 8 Octobris 1548. Idem eedt verngt, 9 Junii 1556. Sweder van Culenborch bg transport Hermans voorn., 1 Januarii 1572. Idem eedt verngt, 26 Octobris 1581. Gerrit Joosten bg transport Sweders voorn., 29 Novembris 1591. Jaexken Gerrits Joostendochter, erve hares vaders, beleent, 5 Junii 1605 "). Eadem, huysfrou van Eoloff Arians, maeckt dit leen deylbaer onder haren kinderen bg denselven haren man getuygt, 19 Decembris 1614. Lambert Gerritsen, erve sgnes moeders Jaexken, beleent sgnde, transporteert die drie bovenste merghen 4) aen Henrick A e r t s e n, ende die drie benedenste merghen4) aen Gerrit C1 a e s s e n, die daermede respectivelick tot een bgsonder leen beleent sgn, den 26 Aprilis 1652. ') Dit laatste is genomen uit de leenakte. "} van den Stenhuys (Leenakte). *) Gehuwd met Roloff A r i e n s van Hellu (Leenakte). *) met het huys daerop staende (Leenakte). 483 209. HELLU. Een hofstat met heuren tobehoren, met omtrent 24 mergen lants, als dat in den gericht van Hellu gelegen is, daer an de noort- ende oostspe naest gelegen is die gemeyn stege, an de suydspe die kercke ende die gemeyn stege ende an de westspe die papelicke praevant van Hellu, tot Zntphenschen rechten ontfangen bg Ggsbert van Creytenberg, a°. 1470. Gerrit die Vriese Willems, dragende van Ggsbert voorn, te leen die helft van eener hofstat ende die helft van 24 mergen lants, an de nederste spe, gelegen in den gerichte van Hellu, streckende van der gemeene straten tot den Corengraeff to, ende hem die beleninge geweigert sgnde, versneckt ende ontfengt die van den hertog, 28 Martii 1473. Ggsbert van Kreytenberg bg transport Gerrits voorn, ontfengt dieselve helft, mitz Ggsbert van Kreytenberg Gerritssoon, sgnes ooms, daermet te belenen, 29 Julii anno 1481. Ggsbert van Kreytenberch verngt eedt vant heele leen, a°. 1501. Idem tuchtigt sgn vrou Elisabet Bruynen, eodem die. Arftt van Creytenberch, erve sgnes vaders Ggsberts, a°. 1515. Sweer van Hokelom, erve sgnes neven Arnts, 24 Octob. 1519. Idem eedt vernijt, 3 Novembris 1588. Wilhelm Mattheussoon, burger to Bommel, bg transport Sweers voorn., 8 Maii 1546. Idem eedt verngt, 9 Junii 1556. Mattheus van Pladracken beleent, den 14 Septembris 1657. Hubertina van Pladracken, minderjarig, erve hares vaders Mattheus beleent, den 13 October 1667 1). Eadem 2) laet haer beslote dispositie appröberen, 11 Maert 1706. Jacob de Vael q.q. laet registreren de geopende testamentaire dispositie van deselve, 26 May 1706 8). Mathgs Hubert en Arnolda van Minningen, Catharina Elisabeth van Bgsterveld, wed. Georgius Godefridus van Min ningen, Johanna Cornelia van Minningen, wed. Nicolaes 1 e Balleur, Gerhard van Minningen, Hendrik Cornelis van der Vliet, Cornelis van der Vliet, Johanna Jacoba van der Vliet, wed. Jurriaen van Bgsterveld, Johannes Hoog, weduwenaer van Hubertina van der Vliet, erfgenamen van Hubertina van Pladracken, beleent, 14 Octob. 1730. Matheus Hubertus van Minningen draegt dit leen op aen Gijsbert Ver voorn, die daer weder mede beleent is, 8 Mey 1782. Stgntie Vervoorn, erve haars vaders Ggsbert Vervoorn, beleend, 15 Aug. 1744. Huider Jan Bok, haar man. ') Haar moeder is Maria E w a 11 (Leenakte). *) Weduwe van Willem V e r b o 11 (Leenakte). 3) Erfgenamen zgn voor de helft haar nicht Maria van Dalen, wed. Dr. Nicolaes Tiellemans en haar dochter Cecilia T., geh. met Philips van der Vliet; voor de andere helft baar neven Johan Hol, Francois van de Pol, Gerhard van Minningen Dr. Johan Schook (Leenakte). i 484 Eadem draegt dit leen op aan Abraham M e 1 s i n g, die daar weder mede beleend is, 10 Mey 1766 1). Theodorüs Melsingh, erfgenaam sgns vaders Abraham, beleend, 9 Septemb. 1794. 210. HAEFTEN. Een stnck lants te Haeften, dat heyt Vordel, an den dijcke ende den Worp, in den Alden diepe, te rechten leenrechte geholden bij Jan van Hellu, a°. 1326. Oelken van Hellu transporteert 2 mergen lants, gelegen in den kerspel van Haeften, met eenen huyse ende hofstat ende den uterdijck daerto gehorende, tot Zutphenschen leene, tot behoeff van Willem van Hellu Peterssoon, an. 1380. Peter van Hellu, erve sgnes vaders Willems, a°. 1417. Idem verngt eedt, a°. 1424. Hier staet bij: gelegen tusschen lande der heeren van Haeften ende heeren Otten van Haeften, ridders, an d'overste sgde, ende die voors. heeren van Haeften an de nederste sgde. Steesken Jans erft 8 hont lants, met eener hofstat daerto behorende, in den kerspel van Haeften gelegen, daer naest gelant is Aleyt van Erps an d'een ende dat capittel van Haeften an d'ander sgde, schietende met den eenen eynde an de gemeyn straet ende met den anderen eynde an die Crop, op sijnen soon Arnt Steesken Janssoon, 17 Februarii 1475. Hier staet: dit ende 't vorige an malcanderen getogen voor een leen 2). Idem eedt verngt, a°. 1481. Stees Arntssoon verngt eedt, 14 Octobris 1588. Hier staet: gelegen in de Graesmaet, geheiten den Grommen Enckmaet. Idem eedt verngt, 30 Junii 1544, 1 Junii 1556. Arnt Ggsberts bg transport sgnes neven Stees, 2 Decembris 1558. Gerrit Arnts, erve sgnes vaders, 24 Octobris 1594. Adriaen van don Velde beleent, den 4 Maii 1650 8). Dr. Adolph Blanck en4), borgermeester tot Tiel, laet appröberen het maechgescheyt waerbg hem dit leen wort toegedeylt, ende wort uyt cracht van hetselve beleent, den 10 Mey 1681. 211. HAEFTEN, HELLU. Een huys ende hofstat, met alle heure potingen, timmeringen ende tobehoren, ende met den lande daerachter gelegen, haldende tsamen 61/2 mergen min lx/z hont, gelijck dat gelegen is in den gerichte van Hellu, tusschen Walraet ') Hier staat in de akte: den Brink of Krijtenborg genaamt. *) Namelijk de 2 morgen en de 8 hont. *) Hem aangekomen bij transport uit den boedel van Floris Willems (Leenakte). *) Gehuwd met Cornelia van Huninga van Oostwolt (Leenakte). 485 van Asperen ende van Vueren an d'een ende Gijsbert die Cock ende Jacob Maes an d'andere sgde, streckende van der gemeyner straten tot den Corengrave to, tot Zutphenschen rechten te leen gemaeckt bg Gerrit van Beest Johanssoon tegen eengevrgtgoet, wesende6mergen, in den gericht van Tiel gelegen, geheiten op de Hare, a°. 1438. Ggsbert van Haeften bg transport Gerrits voorn, ontfengt huys ende hoff, met 6 mergen lants, tot Hellou, lant gelegen an d'averste sgt Walraven van Vuyren, an de nederste sgde Ggsbert van Haeften, streckende tot der Carengraft to, a°. 1440. Walraven van Haeften ontfengt dat hnys tot Haeften, met den voorgeborcht ende bongert, staende op 7 mergen lants; item denOoelhoff, lant gelegen an de noortsgde wglen heer Otto van Haeften, westwert die olde dgckgrave ende die Zegewech, suydwert Offraen Peters, TJdo Jans, Johan Simons ende die gemeyne straet; item 14 hont lants, in den gericht van Haeften, in den Moleneamp, streckende van der stegen tot an den Waeldgck, tusschen heer Otto voors. an beyden sgden ofte daer met recht lant gelegen sgn sal, a°. 1467. Idem tuchtigt sgn vrouw Henrick van Vanderick, eodem die. Idem als erve sijnes broders Arnts, 25 Septembris 1473. Johan van Haeften, erve sgnes vaders Walravens, 28 Julii 14811). Idem tuchtigt sgn vrou Derck van Immerseel, a°. 1483; beheltlick, so hg bg haer een soon crigt, denselven die heerliekheyt tsgnen mundigen dagen. Idem stelt deken ende capittel van Haeften tot mombers over sgne kinder, ende so jemant van den anderen momberen daertegen ware, bekent hg denselven capittel schuldich binnen d'eerste maent na sgnén doot Xm churfurster golde rgnsche gulden uut al sgne leengoederen, eodem die. Walraven van Haeften, erve sgnes vaders Johans, 5 Octobris 1521. Idem eedt verngt, 12 Junii 1539. Johan van Haeften, "erve sijnes vaders Walravens, 17 Februarii 1541, onmundig. Idem selffs eedt gedaen, 13 Julii 1544. Idem tuchtigt sgn moder Gerritgen van Hoenslair, eodem die. Walraven van Haeften, erve sgnes vaders Johans, 17 Aprilis 1577. Idem eedt verngt, 22 Januarii 1592. Idem, makende erfgenaem van al sgne onvermaeckte goederen sijne suster Theodora van Haeften, weduwe van Floris van Brederode, heer to Cloetingen, tuchtigt sgn vrou Philiberta van Immerseel an huys, voorhof, hof ende bongert tot Haeften, ende een rent van Xc gl. sjaers uut de gereetste goederen, 25 Septembris 1608. Maeckt oick sgnen neve Johan Wolfert van Brederode die herlicheiden van Haeften ende Hellu, het huys, hoff, cingel ende bongert tot Haeften, met allen daerto behorenden sey- ende weylanden, uterweerden, viseherien, gerechticheyt van wind- ende rosmeulen. Johan Wolfert van Brederode beleent volgens de makinge, 12Julii 1609. ') De moeder, Henrick van Varick, behoudt de tucht (Leenakte). 486 Idem na dode sgnes hulders Johan Dercks laet eed vernijen Johan Smits 29 Septembris 1614. Idem crigt confirmatie eener make ende tucht sijner gemalin vrou Anna geboren gravin van Nassou Catzenelnbogen, 5 Septembris 1620. Idem laet sgnne dispositie appröberen, den 3 Julii 1637. Idem constitueert tot eene douarie aent welgebaeren vreuwlgn Louisa Christina geboren graeffinne van Solms eene somma van 12000 gl. jaerlix haer leven lanck, enz., den 22 Decemb. 1637. Idem laet sgnne naerder dispositie appröberen, den 12 Junii 1639. Henrick van Brederode, erve sgnnes vaders Johan Wolfert, beleent, den 4 Junii 1657. Idem laet sgnne besloten dispositie appröberen, eodem die. Wolphart van Brederode, erve sgnes broeders Hendrick, noch onmundich, beleent, den 30 October 1660. Vroulgn Hetwich van Brederode, erve haeres broeders Wolphart van Brederode, beleent, den 2 Octob. 1683. Carel Aemilius borchgrave ende grave van D o n a als erfgenaem onder beneficie van inventaris van Hetwich Agnes vroulgn van Brederode beleent, den 24 Decemb. 168§. Symon Hendrick regerende grave ende edele heer ter Lippe, heer van Vianen etc, wegen desselfs gemalinne Amelia geboren horchgravinne ende gravinne van Dona als outste dochter van vrouwe Sophia Theodora gravinne van Brederode, outste dochter van heer Hans Wolphert vau Brederode, beleent, den 18 Augusti 1687. Adriaentjen van Haeften draecht dit leen op aen Trgntjen Stevens Buirtjen, die daermede beleent is, 18 Augusti 1687. Adriaentjen van Haeften laet een protest tegen deselve opdracht registreren, den 18 Augusti 1687. Margareta Wenthuisen, outste dochter van Adriaentjen van Haeften, beleent, den 2 July 1690. Bennert Hedsers van Focken, oudste soon en erfgenaem sijns moeders Trijntje Stevens Buertje, beleent, den 16 Septemb. 1699. Frederick Adolf regerende graef van der Lip, erfgenaem sgns moeders Amelia, beleent, den 17 May 1700. Idem draegt hetselve op aen Adriaen Bout, die daer weder mede beleent is, eodem die. Idem draegt dit leen op aen Nicolaes v a n d e r P g 1, die daer weder mede beleent is, 19 Septemb. 1709. Beatrix en Theodora van der Pgl laten appröberen het testament van haer broeder Nicolaes, den 80 Octob. 1709 gemaekt, 27 Novemb. 1709 J). Deselven, erfgenamen haers broeders voorn., beleent, eodem die. Wilhem van der Pgl, erfgenaem sgns broeders Nicolaes, beleent, 31 Maert 1710. ') In het testament worden ook nog genoemd zijn twee broeders Willem en Boudewijn v. d. P. (Leenakte). 487 Beatrix *) en Dorothea 2) van der Pgl dragen dit leen op aen Benjamin Dntry, die daer weder mede heieent is, 9 Septemb. 1712. Timotea van Pockens, wed. van Heel, universeel erfgenaem haers moeders Trijntje Stevens Buertje, beleent, 28 Junij 1716. Benjamin Dutry laet sgn beslote testament appröberen, 24 April 1734. Cornelis Dutry, erfgenaam sgns vaders Benjamyn, beleend, 3 Decemb. 1754. Elias Dutry Iaat registreren per clausulas concernentes het testament van sgn grootvader Benjamin van den 9 Septemb. 1747, 30 Aug. 1768. Idem, erfgenaam sgns vaders Cornelis, beleend, eodem die. Idem laat sijn besloten testament appröberen, 24 Septemb. 1768. Idem, 18 Septemb. 1782. Idem en S. B r u g g i n k, ehel., laaten registreren de superscriptie van hunl. testamentaire dispositie d.d. 17 van Grasmaand 1809 beslooten gepasseert, d. d. 26 van Bloeymaand 1809. 212. TUYL. 'tHuys tot Lievenstein, gelegen in den kerspel tot Tuyl, tusschen erfgenamen Johans van Hellu an drie sijden 3) ende die gemeyne straet an d'ander sgde, tot een rechten erfleen, ten Zutphenschen recht, ende tot een open huys gemaeckt ende ontfangen bij heer Ggsbert van Tuyl, ridder, a°. 1348. Huys ende hoff in den Neys, tot Tuyl gelegen, transporteren Gijsbert voocht van Tuyl en Agnes, sgn wgff, tot behoeff van Ggsbert van Haeften, a°. 1312*). Goesswijn van Tule helt te leen sijn huys ende hofstat te Tuyl, met 2 mergen lants daran gelegen, dat dagelix gericht opten Es ende 10 pond gelts uut den tol van Zulinehem ende een thiende tot Aembershoye in den broicke, tot Zutphenschen rechte, a°. 1326. Elisabet, weduwe Wouters van Tuyl, ende haer soon Derck hebben huys ende hoff to Tuyl, met 2 mergen lants daerbg gelegen, vercoft an Jacob van Mirlar, ridder, end Johan Mo 1 iar t, capellaen, °. 1329. ') Gehuwd met Cornelis van Bgnberck (Leenakte). 2) Gehuwd met Pieter Boelaard de jonge (Leenakte). 3) Bij do uitgave van van Doorninck en van Veen staat: an die een sijde. 4) ad opus nobilis viri, domicelli nostri Gelrie. 488 Derich van Brakel hg transport Ggsbrechts die vaecht, heeren Willems vaechts soon van Tnyle, beleent met een hnys ende hofstat, met eener visscherien, gelegen in den gerichte van Tuyl, in een stadt, geheiten den Essche, ende een hofstat met 2 mergen lants, in denselven gericht gelegen, tusschen Snellarts erfgenamen an d'een ende die gemeyn straet an d'ander sgde, a°. 1379. Gijsbert die vaecht van Tuyle, a°. 1402; geen leen genoomt. Willem van Haeften Claessoon ontfinck huys ende hofstat, ouden bongert ende nyen, met den waterschap in den kerspel van Tuyl gelegen, ende naest gelant an d'oostsgde die gemeyne straet ende den Nes, an de suydsüde dat roylant van Bodenburch ende den Nes; an de noort- ende westsijde den Nes; item dat lant, huys ende hofstat van Bodenburch, an dat oosteynde heer Arnt van Schonouwen ende sgne kinder, an dat westeynde den Nes, an de suydsgde Arnt Vastraets soon, an de noortsijde die gemeyn straet ende dat waterschap van den Nes; item die visscherie van den Nes; an d'overste sgde den Nes, an de nederste sgde dat gericht van Tuyl ende van Haeften, a°. 1420. Idem, a°. 1424, ontfengt een hofstat met heuren tobehoren, gelegen in de Nesse, ende die hofstede geheiten Badenborch, met een stuck lants daerbg gelegen; item een water ofte vischerie, geheiten die Nesse; item 6 mergen, gelegen in den gericht van Amesoyen, geheiten die Amersodensche weyde, tusschen die gemeyn stege an d'een ende 't capittel van Salt Bommel an d'ander sijde; item 11 hont 27 roden op de Blocken, tusschen Stout Corffssoon ende Everhart Seelkenssoon; item 2x/2 hont 23 roden op de Blocken, Jan Vinck an d'een ende onser Vrouwen altar ter Meyden an d'ander sgde; item 11 hont op de Meer, tusschen Gerrit van Amersoden ende die papelick e provende van Amersoden; item 7 hont 22 roden op de Stege, tusschen Willem van Haeften ende wie met recht an d'ander sijde gelegen is; 4 hont op de Mesen, an d'een sgde Willem van Haeften; 4 hout 41 roden op den Stroomacker, tusschen Henrick ' Corff ende onser Vrouwen altar ter Ameyden; 19 hont 15 roden in den Bolxkencamp, tusschen Herman Jans ende Jan van Beins; item een hofstat tot Amersoden, tusschen Jan van Berchem ende die gemeyn straet; item 2 hofsteden tot Amersoden, tusschen Seger Ggbensoon ende Jan van Bochaven *). Claes van Haeften bg transport sijnes vaders Willems, 24 Septembris 1473. Idem tuchtigt sgnen vader ende moder Gertrud Kocks, hem an al 't goet ende haer an c klinckart sjaers. Idem eedt verngt, 19 Aprilis 1486. Claes van Haeften, erve sijnes vaders Claes, 16 September 1490. Wilhelma Piecks2), nu huysfrou Jaspers van Ba ex, erve hares soons Claes voorn., a°. 1492. Ggsbert van Haeften Willemssoon ontfengt oick al tselve, a°. 1492. Otto van Haeften bg deylinge tegen sijnen broder Arnt ontfengt een hofstat, geheiten Bodenborch, met een stuck lants daerbg gelegen, ende die thiende van den alingen leengoede, geheiten die Nes, *) Biet fol. 319 onder Amersoyen. 2) Eerst gehuwd met Claes van Haeften (Leenakte). 489 tsamen gelegen in den kerspel van Tuyl, voortan ten besunderen leen, tot Zutphenschen rechten, 7 Aprilis 1530. Willem van Haeften, erve sgnes vaders Otten, 13 Maii 1549. Idem eedt verngt, 10 Junii 1556. Otto van Haeften, erve sgnes vaders- Willems, ontfengt alleen die hofstat Bodenborch met dat stuck lants, sonder den thiend, 22 Aprilis 1570. Wgnant van Broeckhusen bg transport Otten voorn., eodem die. Mayken van Wgngarden Paulsdochter bg transport Winants voorn., 30 Junii 1591. Egen Dirckssoon bg opdracht van Maria voorn, beleent met een hofstat, geheiten Bodenborch, met een stuck lands van omtrent 2>/2 mergen, in den gericht van Tuyl, 5 Februarii 1605. Derck Egens als erve sgns vaders Egen Dercks beleent, den 10 Februarii 1627 Joost Ogsherts van Barendonck bg opdracht Derck Egens voorn, beleent, eodem die. Johanna van Barendoncq1), erve haeres vaders Joost Ggsbertsi uuyt cracht van maegescheyt beleent, den 1 Februarii 1633. Eadem haere tucht ende dispositie approbeert, den 20 Augusti 1635. Aleyda Boosboom, onmundig, erve haerer moeder Johanna van Barendonck, beleent, den 16 Julii 1642. Oer vader Huybert Boosboom huider. Johan M u y s k e n, voor hem selfs ende mede als vader van de kinderen bg Aleida Boosboom ehelgck verweckt, beleent sijnde, draecht dit leen op, nae gemaeckte afdracht van het versuym, aen Hendrick de Laet, die daer weder mede beleent is, den 10 Januarii 1683. 213. TUYL. Een hofstadt, gelegen tot Tuyle, met heuren tobehoren, Zutphensch leen, ontfangen bg Gerrit van Beesde, heeren Gerrits soon, a°. 1379. Idem ontfengt een huys ende hofstat, gelegen tot Tuyl, ende 7 mergen aldaer, geheiten die Gulden kampe, a". 1402. Johan heer tot Broickhusen ende tot Werdenborch bg transport Gerrits voorn, ontfengt een huis ende hofstat, met alle heure timmeringe ende patinge daerto behorende, gelegen in den gerichte van Tuyl, an d'overste sgde die gemeyn straet van Tuyl, ende beneden an d'ander sgde Ot van Schonauwen, of die daer met recht naest gelant is; item een camp lants van 7 mergen, gelegen in denselven gerichte, geheiten die Gulden camp, a°. 1423. ') Gehuwd met Huybert Roosboom (Leenakte). 490 Den uterweert tot Tuyl, tusschen die gemeyne stege an d'een sijde ende Ggsbert Hacken Peterssoons erffgenamen an d'ander sgde, streckende an Johan Pawen bogert tot den Wale, met den anworp, ontfangen bg Gerrit P a w e tot Tule, a°. 1388. Een huys ende hofstat, met drien bongarden ende 7 hont lants, gelegen in den gerichte van Tuyl, tusschen Peters erve van Hamme haven ende Claes erffgenamen van Haeften beneden, tot Zutphenschen rechten ontfangen bg Johan van Schonouwe, a°. 1470. Idem tuchtigt sijn vrou Agnes van Brakell an 2 hongerden ende « 7 hont, eodem die. Idem eedt verngt, 23 Junii 1473. Idem crigt uutstel eed te verngen, 17 Octobris 1473. Arnt van Schoenouwen, erve sgnes vaders Johans, Agnes van Brakell, erve hares soons Arnts, 15 Octobris 1481. Gijsbert M o r i n c k bg transport Agnes voorn., beheltlick hare tucht, ende dat na haren doot haer soon Johan erven sall, diet niet sal mogen vercopen noch op sgn wg'ff commen laten, 12 Aprilis 1486. Johan van Schonouwen draegt op een huys ende hofstat, met der timmeringe, geheiten Emesant, met drye mergen bongerts ende 7 hont lants, gelegen in den kerspel van Tuyl, daer naest gelant sgn oostwerts erffgenamen Hubert Aurijn, westwert erfgenamen Willems van Haeften, suydwert Johan van Schonouwen, noortwert die gemeyn straet, tot behoeff van Claes Paeuwe, a°. 1492. Thonis Paw, erve sgnes vaders Claes, 20 Augusti 1498. Cornelis Paw, onmundig, erve sgnes vaders Thonis, 7 Junii 1524. Idem selffs eedt gedaen, 9 Februarii 1538. Idem tuchtigt sgn vrou Anna Foyert an 1/2, 12 Januarii 1534. Jutte Pawen, onmundig, erve hares vaders Cornelis, 31 Maii 1538. Eadem eedt verngt deur Claes Paw, 6 Augusti 1544 Anna Foyers, huysfrou Anthonis Aertsz., erve harer dochter Jutte, 17 Decembris 1554. Eadem eedt verngt, 8 Julii 1556. Cornelis Thonissoon, onmundich, erve sijner moeder Annae, 1 Februarii 1563. Cornelis yan Hoochwolde, heer to Tuyl, hg' transport Cornelis Thonis, eodem die. Hier staet: genoomt Schonouwen ofte Emesande. Albert van Hoochwolde, heer to Tuyl, erve sijnes broders Cornelis, doet dit over voor schuit an Arnt van Haeften, diet nalaet in maechgescheyt sijner suster Wilhelmae van Haeften, huysfrou Pouls Oom van Wnngarden, 20 Martii 1609. 491 Abraham Grim, eeman Cuningundao van Wijngarden , bij opdragt harer moder Wilhelmae voorn. *) beleent, tegen belofte van c daler sjaers an de moder haer leven lanck nut te keren, 20 Martii 1616. Joost Ggsbertssoon bij opdragt der echteluyden voorn, beleent, ' 20 Novembris 1619. Johanna van Berendoncq, erve haeres vaders Joost Gijsberts, unyt cracht van maegescheyt beleent, den 1 Februarii 1633. Eadem haere tucht ende dispositie approbeert, den 20 Augusti 1635. Hendric Boosboom, erve stjnner moeder Johanna van Beerendoncq, beleent, den 16 Julii 1642. Johan Muysken, voor hem selfs ende als vader van de kinderen bg Aleida Boosboom verweckt, nae gemaeckte afdracht beleent sgnde, draecht dit leen op aen Hendrick de Laet, die daermede beleent is, den 10 Januarii 1683. Idem draagt op seven hont lands, sgnde tresterende gedeelte van dit leen, aan Evert Drg ver, die daar weder mede beleend is, 22 August. 1746. Christoffel Drgver laat appröberen en per clausulas concernentes registreren 't magescheyd van den 13 Jung 1770 2), 7 Julg 1770. Idem als erfgenaam van sgn vader Evert en uyt hoofde van 't geapprobeerde magescheyd beleend, eodem die. Afgesplit van 213. 218 § 1. TUYL. Huis en ene mergen en vgf hond boomgaerd in drie mergen, genaamt Emesant of Schoonouwen hofstad, gelegen in het dorp Tuyl, oost de vrou van Aylva, suid en west Hendrick de Laet, en noord de gemene straet, of wie alomme etc, wesende de voors. ene mergen en vgf hond en de resterende seven hond van immemoriale tijden af van een gescheiden en door sloten van malkanderen afgesondert geweest, als een bgsonder leen, afgesplit van een hofstad met de timmeringe, geheiten Emesant of Schoonouwen hofstad, ten Zutphenschen regten leenroerig, opgedragen door Hendrik de Laet aen Albertus van Gameren, die daer weder mede beleent is, 26 Octob. 1726. Gerrit van Gameren, erfgenaam sgns vaders Albertus, beleend, 30 April 1771. Denselven laat sgn besloten testament3) van den 4 Augusti 1785 appröberen, 6 Augusti 1785. ') Weduwe. !) Tusschen Christoffel Dr., Hendrik Dr., Dirk Dr. en Wouter Boers, weduwnaar van Aaltje Dr., kinderen van Evert Dr. en Johanna Suzanna van Tongeren (Leenakte). *) En van zijn zuster Catharina van Gameren (Leenakte). 492 214. TDYL. Drye campen lants, elcken camp van ses mergen, in den Legen Es gelegen; noch eenen camp, geheiten den Duvencamp, die op eene losse staet; item die Eisen met den onland tot den Wyele toe, met den dijek op Weerdenborch ende op Haeften, tot Zutphenschen rechten voor een besunder leen, tot dat het met den principalen leen bij vercoop ofte versterff weder an eenen man komt, ontfangen bg Elisabet van Haeften, Arents ende Mechtelt van Hemerts dochter, uut cracht hares vaders makinge1), 8 Decembris 1550 Gnsbert van Hemert huider. Eadem eedt verngt deur Claes Crgtier, 30 Octobris 1557. Hier staet: een camp lants, geheiten den Legen Nes, boven gelegen die Hoochsanden, beneden den Duvencamp; noch 4 acker in den Duvencamp, heneden gelegen den Hogen Nes; noch een camp, geheiten den Hoevelscamp met den Eisen ende met den Aelsdam, die daer teynden gelegen is, ende met den halven dg'ck, die op Weerdenborch ende op Haeften gelegen. Johan Henrickssoon bij transport Elisabets voorn., eodem die. Elisabet van Haeften, huysvrou Claes Kritiers, vertgt op de condicien bn haren vader bescheyden, als dat die nakinder op malcanderen ende nyet op de voorkinder van een ander moder erven souden, nyet begerende dieselve condicien tegen yemande te srenieten. 19 Novembris 1558. Dirck Dirck Janssoons soon, erve sgns bestevaders Johan Henrix, 14 Februarii 1595. Baetien Dircks, huysfrou Dircks van M a 1 b u r c h, erve hares vaders, beleent sgnde, draegt op Gaert Jasperssoon, den camp lants, geheiten den Legen Nes, boven gelegen die Hoochsanden, heneden den Duvencamp, 24 Junii 1619. Tielman van Meurs, outburgemeester to Bommel, bg opdragt Goerts voorn, beleent, 9 Januarii 1624. David van Boxtel als man ende momber van Geertruyt Boschuys beleent met eenen camp lants, geheyten die Lesre Nes, den 28 Aprill 1641. Amelis Vorsterman bg transport van David Boxtel ende sijn huyssvrouw beleent, den 23 Julii 1652. 214a. Vier acker in den Duvencamp, beneden gelegen den Hogen Nes; noch eenen camp, geheiten den Hovelscamp, met de Eisen ende met den Aelsdam daer teynden gelegen, ende met den halven dijck, op Weerdenborch ende Haeften gelegen, in den kerspel van Tuyl, beholden ten besunderen Zutphenschen leen bg ') van 6 December 1632. Zij was de oudste dochter (Leenakte). 493 Baetien Dircksdochter, huysfrou Dircks van Malburch, na opdragt van den Legen Nes, 24 Junii 1619. Eadem beswaert dit met 5 gl. te verrenten, 13 Maii ende 5 Septembris 1622. 215. TUYL. Vier mergen, geheiten den Hoevelscamp, den Schaepscamp met den Aelsdam tegens den voors. Schaepscamp, tsamen 6 mergen; noch van den halven Duvencamp, haldende 21/. mergen allet ongeveerlick, met den halven dijck op Weerdenborch ende Haeften, tsamen in den kerspel van Tuyl gelegen, tot Zutphenschen rechten, hiervan eedt verngt bij Johanna van Haeften, huysfrou Arnt Bocks, 22 Octobris 1557. Jacob die Eaet Rolofssoon bg transport Johannae voorn., 19 Novembris 1558. Hier staet: dit can weder geheelt werden bg coop ofte versterff met eenen camp, geheiten den Legen Nes; noch 4 acker in den Duvencamp; noch een camp, geheiten den Hoevelscamp met de Eisen ende met den Aelsdam daer teynden gelegen, ende met den halven dgek, waervan het in den jare 1532 gespleten is Johanna van Haeften renuncieert op de condicien bg haren vader Arnt ende haer moder Mechteld van Hemert bescheyden, dat die nakinder op malcander ende nyet op de voorkinder van een ander moder erven souden, 19 Novembris 1558; als haer suster Elisabet oyck gedaen heeft. Johan Vorsterman bg transport Jacobs die Baet, 20 Maii 1561. Amelis Vorsterman, erve sgnes vaders Johans, 1 Februarii 1580. Idem eedt verngt, 24 Octobris 1594. Johan Vorsterman, erve sgnes vaders Amelis, beleent sgnde, draegt dit op Theodorae van Haeften, weduwe ende vrou to Cloetingen, .80 Augusti 1605. Helena van Brederode bg opdragt harer moder Theodorae voorn, beleent met eenige stucken lands, geheiten den Heuvelscamp ende Schaepscamp, met den Aelsdam tegens denselven Schaepscamp, ende den halven Duvencamp, holdende tsamen ongeveerlick elff mergen, met den hal ven dgek op Weerdenborch ende Haeften, 20 Januarii 1619. Afgesplit van 255. 215a. Den windmeulen tot Tuyl, gelijk deselve bg Jacob Piek, heer tot Ysendoorn, van Willem van Haeften Aernts in Julio 1547 aengekoft en a°. 1554 sgn soon Seger Piek toegedeilt is, als een bgsonder leen, afgespleten van het derden deel van de tienden tot Enspyk, ten Zutphense regten leenroerig, opgedragen door . Caerl Piek, heer van Brakel, aen Diederik de Reuk, die daer weder mede beleent is, 28 Jung 1706. ») Zie 214. 494 216. TUYL. Acht mergen lants, geheiten die Corte stucken; noch 8 hont lants, geheiten dat Rodélant, met den willigen ende patingen daerop staende; welke 2 stucken in den leen, genoomt den Nes, gehoren, in den gericht van Tuyl gelegen, tot Zutphenschen rechten Terset om na acht jaren een erflosse daervan te heholden, bg Willem van Haeften Arntssoon tot behoeff van sgn neve Wolff van Haeften, 2 Novembris 1551. Loshar met 1063 gl. Een jaerlize rente van 60 gl., tot 20 stnver tstnck, te lossen met 1000 gl., uut den leengoede, geheiten den Nes, tot Zutphenschen rechten voor een besunder leen, ter aflosse toe, opgedragen bg Wolffert van Haeften, tot behoeff van Willem van Haeften Arntssoon, 9 Octobris 1553. Gerrit Segerssoon bjj transport Willems voorn., 8 Januarii 1568. Claes P aen we, richter, bg transport Gerrits voorn., 9 Novembris 1592. Gouda Pauwen, -erve hares vaders Claes, beleent, 28 Januarii 1604. Johan Peterssoon bij opdragt Goudae*) voorn., beleent, 9 Septembris 1615. Gerrit Jans van den Oever als erve van Johan Peters beleent, 7 Aprill 1641. 217. HIER2). Twaelff mergen lants op Snellenvelt; item 71/2 mergen opte Varde, in den gerichte van Hgr, te Zutphenschen rechte geholden bij Gijsbrecht de Cock, a°. 1326. Reekart die Koek, a°. 1405. Ggsbert die Koek Ryckoltssoon als erve sijnes vaders ontfengt 12 mergen lants, gelegen in den gerichte van Hier, geheiten des Roden hove, a°. 1409. Ggsbert de Cock Rycqwijnssoon, a°. 1424 3); an d'een sgde mgn gen. heer van Gelre, an d'ander sgde Willem de Cocks erffgenamen. Item 7 roden dijeks, gelegen in den gerichte van Hier. Gijsbert de Cock, erve sijnes vaders Gijsberts, a°. 1454. Idem eedt verngt, aP. 1465, 19 Octobris 1473. Lgsbet Cocks, weduwe Gosen H ij m s, erve hares broders Ggsberts, 28 Julii a°. 1481. Johan Heym, haer soon, is huider. Henrick Heym, erve sgner moder, 26 Julii 1484. ') Haar man was Ambrosius Willemssoon (Leenakte). *) De oude naam van het dorp Waardenburg. *) In deze akte heeten de 12 morgen des Roden hove, in die van 1454 die Boden hoeven. 495 Die helft van de navolgende 8 mergen lants, gelegen tot Weerdenborch ende Hier, in Tielerweert, tot Zutphenschen rechten opgedragen bij Arnt Heel, tot behoeff van Hillebrant de Groot, 27 Junii 1564. Peterken v an Eek erve hares bestevaders Hillebrants voorn., draegt op Jan Gerlofs vier mergen lands, int Weerdenborgsche broeck in de Eietsteeg gelegen, 6 Julii 1608. Pelgrim Janssoon, onmundig, erve sjjnes vaders beleent, oostwert naest den Gasthuyse Benthem tot Hier, suydwert Gerrit Stamwestwei t d'erffgenamen van Adrian Molliart ende noortwert Cornelis Janssoon, 16 Martii 1619. Jan A ertsen van Ophuysen, erve sgns obems Pelgrom Jansen, beleent, den 5 October 1669. 217a. Acht mergen lants, van de navolgende 12 afgespleten, ende opgedragen bij Hadewich, weduwe Wolters van Co e Ine, tot behoeff hares neven Albert Hackc, a°. 1405. Cornelis Pan ende sgn moder Wilhelma C1 aesstransporteren 8 mergen lants, gelegen in den gericht van Weerdenborch, in den kersnel van Hier, met der eener sgden beneven d-e Hovestege, met der ander beneven erve Gerrit Schaecken, tot behoeff van Wilhem Hel, 16 Septembris 1525. Peter Hel, erve sgnes vaders Willems, 8 Aprilis 1530. Arnt Hel, erve sfnes vaders Peters, onmundich, 19 Novembris 1537. Petri onmundige kinder deur Marcelis Herberts eed verngt, 26 Septembris 1538. Iidem eedt verngt, 7 Julii 1544. Arnt Hel eedt vernijt, 19 Junii 1556. Mette, Eoloff de Eaets dochter, bg transport Arnts voorn., 8 Augusti 1568. 218. HIEE. Twaelff mergen lants, gelegen in Hyerebroicke, in den gerichte des heeren van Weerdenborch, tot Zutphenschen rechte ontfangen bij Hadewich, weduwe Wolters vanCoelne, a°. 1405 s). •) vrouw vau Herman van Amstel ^enakte) In deze akte wortt d. ligging der 4 morgen nader omschreven: int Weerdenborsehe broeck, in de K.etsteeg. ') weduwe van Thoenis Paeuwe. ') Haer neef Aelbert Hacke is huider (Leenakte). 496 Margriet, weduwe Peter Hacken, transporteert dat op haer dochter Fye Hacken, wiens huider is Johan van Ewiek, a°. 1424. Otto P a u bg transport Pyen voorn., a°. 1438. Idem, a°. 1468. Hier staet: 12 mergen, gelegen tot Hier, daeraf 8 mergen int broick, tusschen de gemeyn stege ende lant dat gesticht is in de eer van st. Jacob to den gasthuse; die andere 4 mergen, gelegen in de Lange Ulyken, die kerek van Hier, gesticht in de eer van st. Martin, an d'een sgde ende Gerrit Schaeck an d'ander sgde, met den heelen grave daeromme gelegen. Claes Pauw, erve sgnes vaders Otten, 23 Septembris 1473. Hier staet: die 8 mergen, gelegen met d'een sgde neven die Hoevestege, met d'ander neven erve Gerrit Schoeck; ende die 4 mergen, geheiten dat Doeylleken, gelegen met den eenen eynde an de Ulichstege, met d'overste sgde neven erve Gerrit Schoeck, met d'ander sgde . neven erve der papelicker proeven to Hier tohorende. Idem eedt verngt, 25 Julii 1481. Idem, a°. 1492. Thonis Pauw, erve sgnes vaders Claes, 20 Augusti 1498. Cornelis Pauw, onmundig, erve sgnes vaders Thonis, 7 Junü 1524. Simon Janssoon bg transport Cornelis voorn., 6 Julii 1580. Die 4 mergen. Cornelis Pauw selffs eedt gedaen, 9 Februarii 1533. Simon Janssoon eedt verngt, 3 Octobris 1538, 3 Julii 1544, 16 Junii 1556. Gerrit Simonssoon, erve sgnes vaders, 5 Januarii 1560. Arnt Schoeck bg transport Gerrits voorn., 13 Julii 1571. Lambert Janssoon bg transport Arnts voorn., 19 Decembris 1602. Vier mergen lands, gelegen in de Dikken, met eenen eynde an de Ulickersteeg, met der overster sgde beneven Henrick Schocken land, ende met der ander sgde beneven land gehorende tot der papelicker provene tot Hier. Peter van Stralen bg transport Lamberts voorn, beleent, 18 Novembris 1613. Roeloff van Stralen, erve sgnes broeders Peter, beleent, den 27 Novemb. 1685. Peter van Stralen beleent, den 16 Martii 1659. Idem laet sgne dispositie appröberen, den 26 Julii 1661. Margaretha S c h o o c k, weduwe van Roeloff van Stralen, burgermeester, uyt cracht van de bovenstaende dispositie beleent1), den 16 Octob. 1661. Haer huider is Hendrick Schoock, borgermeester. Hendrick Schoock, out burgermeester tot Bommel, erve sgnes susters Margareta Schoock, beleent, den 21 Augusti 1664. Gerret Schoock, rentmeester, erve sgnes broeders Hendricks, beleent, den 27 Mey 1668. Ceres Schoock verbint dit leen voor de costen des appels bg hem voor het Hoff geintenteert tegen de borgermeesteren van Bommel, den 5 Julii 1676. >) Zjj is de moeder van Peter (Leenakte). 497 Dr. Johan Schoock, secretarins tot Bommel, erve spes vaders Ceres, beleent, den 26 Septemb. 1692. Aernt Schoock, erfgenaem sijns broeders Johan, beleent, 18 Octob. 1721. Idem draegt dit leen op, te weten drie morgen, aen Enk Vermeulen, die daer weder mede beleent is, 18 Octob. 1721. 218a. Eenen mergen bonlands, in Tielerweert, in den kerspel van Hier, in de Uulicken gelegen, gehoort hebbende onder een leen vier mergen, daervan Peter van Stralen die drye tocommen, tot Zutphenschen rechten ontfangen bg Peter Stevenssoon, 8 Junii 1616. Geertgen Peters, weduwe Peter Stevens, ende Warner Beernts als man ende momber van Hendersken Peters, dochter van de voorn. Peter Stevens, beleent sgnde, draegen dit leen op aen Frans Jans, burger tot Bommel, den 13 Julii 1639. 219. WEERDENBORCH. Dat huys tot Weerdenborch, met allen sgnen tobehoren ende alsulck goet als tot eenen Zutphenschen leenrechte gehalden heeft heer Gerrit heer Tin Weerdenborch, a°. 1397, ontfangen bg Johan heer van Weerdenborch, altste soon Willems heeren van Broichuysen; so hg sonder gebeurt sterft sal die heerliekheyt vallen op sgnen oltsten broder, voort van den eenen broder op den anderen, a°. 1401. Agnese van Weerdenborch, huysfrou Willems heeren van Broïckhusen, erve hares vaders Gerrits, ontfengt die herhekheyt ende dat huvs tot Weerdenborch, met allen heuren tohehoren, met den leen ende leengoeden, ende met allen anderen goeden, a°. 1401. Johan van Broickhusen, a°. 1402. Agnese voorn, deur heuren man ende momber, a°. 1402. Johan van Broickhusen tuchtigt sgn vrou Adriana an n« schilde sjaers uut den weerden van Hier ende Nederinen butendgcx gelegen, ende uut der meulen to Weerdenburg, a°. 1407. Idem crigt uutstel, a°. 1417. Idem, heer to Broichusen ende Weerdenborch, a°. 1424. Ende wort hem gegeven ende sijnen erven die rechte nahant an de voors. heerlicheit mét heuren tobehoren, met voorworden of hg sturve sonder gebeurt, dat die heerlickheit ende alle hare goeder erven sullen op sgnen oltsten broder, ende van den eenen broder op den anderen, also doch dat die heerlicheyt nummer van den rechten stam Jans voors. vervremdt en werde maer blive an de sgde daer Jan voors. aücommen is. Gerrit heer tot Broichusen, a°. 1442. Nnmegen. 498 Johan heer to Broichusen, Weerdenborch ende Ammersoyen, a°. 1465. Gerrit, Johan van Broickhuysens oltste soon, onmundig, deur sgnen oom Walraven van Broichusen, a°. 1470. Idem, 15 Octobris 1478. Idem selffs eedt gedaen, a°. 1480. Idem, a°. 1492. Walrave van Broichusen, huysfrou Otten van Arkel, heeren to Hoekelom, versueckende beleninge als erve hares broder Gerrits, wort uutgestelt ter comste des raetsheeren Wilhems van Aeswijn, a°. 1495. Eadem beleent, a°. 1496. Ende diewijl sg 7 kinder, 4 soone ende 3 dochter, heeft, is gemaeckt dat de oltste soon Gerrit van Arkel dese heerliekheyt sal beërven, ofte d'oltste soon in den leven. Eadem tuchtigt haren man Ot voom., eodem die. Walraven van Arkel, erve sgner moder, a°. 1514. Walraven van Weerdenborch, a°. 1519. Gerrit van Arkel bg transport sgnes broders Walravens, anno 1521. Walraven van Arckel bg transport sgnes broders Gerrits, 13 Julii 1534. Idem tuchtigt sijn vrou Catrin van Gelre, eodem die. Idem eedt verngt, 4 Octobris 1538. Otto van Arkel, erve sijnes vaders Walravens, 28 Junii 1556 1). Carl van Arkel bg transport sgnes broders Otten, eodem die. Idem, mundig, eedt gedaen, 27 Octobris 1557. D'oltste2) soon van de vrou van Weerdenberch crigt uutstel, 11 Augusti 1563. Catrin van Gelder confirmeert 't overgeven deses leens op haren soon Carl, 16 Novembris 1566. Carl van Arkel tuchtigt sgn vrou Glaude van Lykercken an x° gl. sjaers, 16 Novembris 1576. Catrin van Gelder crigt 8 maenden uutstel8), 13 Martii 1596. Maria van Arkel als erve hares vaders Otten erft voort op haer moeye Elisabet van Arkel, vrou to Heukelem, Leyenborch, weduwe ende douagiere to Castre ende Bumheke, 13 Octobris 1599. Eadem maeckt dat dit leen sal erven op haren soon ende sgnen lijfserven, ende hij gebreck derselven op sgnen naesten verwanten, na nature des leens, die onverandert blgft, 8 Junii 1607. Thomas van Thiennes, bannerheer tot Heucklom, Leyenberg ende van den Broecke, heer van Castre ende Bumbeke, erve sgner moder Elisabet, beleent sgnde, draegt op dit leen Johan Vggh, gouverneur tot Tiel, 29 Aprilis 1618. Gerartt Vggh, erve sgnnes vaders Johan, beleent, den 10 April 1628. Idem sgnne hglixvurwarden *), met joffer Cornelia van Weelderen opgericht, approbeert, den 19 Januarii 1632. ') Blijkens deze akte waren zijne broeders en zusters Karei, Joris, Gerrit, Elisabeth, Anna, Walrave en Helwich. *) De akte heeft alleen „soen". s) om midlerwijl voldaen te worden die leenplicht mitz dode hares soons Carls van Arkel (Leenakte). 4) van 30 Juni 1631. Zij was de dochter van Bernhart v. W. en Johanna van Colenberch (Leenakto). 499 Margreta van Bronchorst, erve hares soons Gerharts Vggh, heieent, den 27 Meert 1633. Gerhart van Bronchorst bg opdracht van Margreta voorn, beleent, den 22 Meert 1634. Idem sgnne houwelixvurwarden met joffer Heylwich Vggh approbeert, den 15 Angnsti 1640. Johan de Argenteau, grave van Esseneux, ende vrouwe Isabella van Tiennes, dochter tot Heuckelum, draegen op aen Tomas Walraven van Arkel, heere tot Amersoyen, eene gevestigde rentehrieff uuyt de heerlicheyt Weerdenborch, den 21 Augusti 1621 verschreven, noch in weerde in hooftsomme soeventien duysent ses hondert guldens, den 12 Junii 1649. Derck van Bronckhorst als erve sgnes vaders Gerarts beleent, den 29 Septemb. 1660. Juffer Helwich Vgch, weduwe van Gerart van Bronckhorst, door Jan van Essen, capteyn ende commandeur, haeren huider, beleent voor haeren soon Carl van Bronchorst, den 29 Sept. 1660. Odilia van Bronchorst2), wed. van Jan van Essen, commandeur tot Burick, uyt cracht van maechgescheyt beleent met de helfte, den 25 Septemb. 1665. Jacob Leeuwens, secretarius wegen de heeren Gedeputeerden van Nimmegen, uyt cracht van verwin beleent, den 8 April 1670. Diederick van Bronckhorst, heer tot Weerdenborch, Hier ende Nerrjnen, belast dit leen met 1350 gl., den 29 Novemb. 1684. Idem tuchtigt sgn huysvrou Gerardina Agnes van der Lauwyck, den 16 Febr. 1685. De dispositie van Odilia van Bronckhorst, wed. Essen, geapprobeert, den 9 Julii 1691. Juffrou Lucia Gosuina Cornelia van Bronkhorst s), vrouwe tot Weerdenborg, erve haars vaders Diderik en moeys Odilia van Bronkhorst, beleent met beide de helften, den 29 Septemb. 1694. Caspar Antonis van Linden tot Bessen en Caspar van Els tot Boelenham, geauctoriseerde mombers van de nagelatene dogters van Diderick van Bronkhorst bg Agnes Gerhardina van Lawyk geprocreëert, drageu dese beide helften op aen Cornelis van A y 1 v a, die daer weder mede beleent is door Tyard van Aylva, sgn vader, als nog onmundig, 8 Aug. 1701. Idem, meerderjarig geworden, doet self eed en draegt beide de helften op aen sijn moeder Margareta van Gent, den 20 Octob. 1707. Deselve laet sig uit kragt van die opdragt daermede belenen, 20 Octob. 1707. Huider Frederik Hendrick van Gent. Deselve laet haer beslote dispositie appröberen, 6 Septemb. 1709. Cornelis van Aylva, erfgenaam sgns moeders Margareta van Gent, beleent, 1 Octob. 1743. Tjard van Aylva, erfgenaam sijns vaders Cornelis, beleend, 9 Decemb. 1751. ') van 17 Jan. 1635. (Leenakte). ») Dochter van Gerard v. B. Haar broeder Hans Hendrik is huider (Leenakte). ') Zij was minderjarig. Hare voogdes was Hendrietta van Bronkhorst (Leenakte). 500 Idem transmitteert dit leenregt, nyt kragt van conditie bg magescheyd geperfecteert, aan Judith Maria van Aylva1), die met dese twe leenen beleend is, 9 Dec. 1751. Hobbe van Aylva, erfgenaam sgns susters Judith Maria, beleent met dese twe leenen, 12 Novemb. 1757. Idem laat sgn besloten testament van den 13 Mav 1761 aDnroberen 30 May 1761. Ernst Louis van Ebersteyn, nomine uxoris Ernestina Cornelia van Aylva, erfgename van haar broeder Hobbe, heleend, 23 Dec. 1772. Hans Willem van Aylva2) laat registreren 'tgeopende testament van wglen sgn oom Hobbe van Aylva de dato 13 May 1761, 14 Jan. 1773. Idem als erfgenaam sgns ooms voorn, en uyt kragt van derselver testamentaire dispositie beleend, eodem die. 220. WEEBDENBOBCH. 150 Alde franekrijksehe schilden, goet van golde end gewicht, munte des Keysers van Eomen ofte des Coninx van Franckrijck, ofte voor elcke twee alde schilde drie enckel golden averlantsche rgnsche gulden, die die vier churfursten bg Bhgne voor dato hebben doen munten, uut den huyse ende herlickheyt Weerdenborch, met allen sgnen rechten, goeden, renten end tobehoren, tot Zutphenschen rechten, getransporteert bg Johan heer to Weerdenborch, erffhovemeister, tot behoeff van Thgs van Eyl, die hem van sgner huysfrou Agnese van Broichusen angevaUen sgn ende eertgts den gebroderen Johan van Broichusen, heer to Loe end Geysteren, ende Alert van Broichusen in hroderscheydinge togedeylt geweest, a°. 1465. Johan van Eyl, erve sijnes vaders Thgs, a°. 1468. Idem eedt verngt, 22 Octobris 1473. Idem uutgestelt bis hg met den hovemeister gescheiden sij, a°. 1493. Hondert golden churfurster Rhijnsche gulden jaerlix nut 3 bouwingen, gelegen in Tielerweert, in der herlicheit van Weerdenborch, d'een daer Johan Storme op gewoont, holdende omtrent 63 mergen, der 28 opt Overste Snevelt gelegen, tuschen den abt van Marienweert ende mr. Henrick Heymen; noch in datselve block 5V2 mergen, tuschen mr. Henrick voorn, ende die gemeyn stege; noch op den Croylert 6V2 mergen, tuschen Peter van Malsen ende Arnt Hel; op den Tylwelden 11 mergen, tuschen deherlicheyt Werdenborch ende mr. Henrick voorn.; in den Peckdael, ') Haar man was F. C. graaf T a „ w i e d (Leenakte). ") Kleinzoon van Hans Willem v. A. en Agatha Wilhelmina v. A. (zuster van Hobbe) en zoon van Hans Willem v. A. en A. Bimpf (Leenakte). 501 in den Meterschen camp 6 mergen, tuschen den abt voors. ende Ggsbert van Tuyl; noch in den Pecdael in de Horneken 5V2 mergen, tuschen Arnt Hel ende Evert Grave; die ander bouwinge op den Hoevel, daer Henrick van Malsen op gewoont, helt oick 63 mergen; opten Hoevel off op de Vakeren 11 hont; noch op de Vakeren 2 mergen; op de Woerden l1^ mergen; noch op de Woerden 10 hont; noch op de Woerden 2 mergen; in den Hogen camp, in de Hey 11 mergen; in de Middelste weyde 20 hont; in de Nijstege 7 mergen; int Broick 6 mergen; in de Pecdael HVa mergen; op den Croylert 5V2 mergen; in de Peerden, in den Witten bol 9 mergen; die derde bouwinge, geheiten op den Tywalen, daer Gerrit Henrix op gewoont, holdende 62 mergen, nementJick 33 mergen tuschen Weerdenborch ende de kerek t'Opgnen; op deselve Tywalen 3 mergen; op de Croylert 14 mergen; in de Pecdael, in de Hornyken 7 mergen; dat Hiersche broeck 4 mergen; welke 3 bouwingen met heuren timmer ende tobehoor tot een losber leen gemaeckt, tot onversterflicken Zutphenschen rechten, in erfmaechgescheyt togedeylt en de t' onderpande verschreven Elisabeten van Haeften ende vanVlodorp, huysfrou Willems van Aeswijn, a°. 1496, op Eeiner van Aeswijn, haren soon, geërft, 18 Octobris 1517. Henrica van Aeswgn, huysfrou Seinen v a n D o r t, erve hares broders Eeiners, 27 Martii 1523. Eadem, weduwe, stelt tot huider Steven van Eutenberg, 2 Junii 1529. 221. HIER ENDE NEDEEINEN. Die gerichten, hoge ende lege,, van Hier ende Nederinen, bij hertog Carl medegegeven in hglixvurworden an sijn bastart dochter Catrina van Gelder, huysfrou Walravens van Ar keil, heere to Weerdenborch, 13 Julii 1534. Walraven van Arkell tugtigt sgn vrouw Catarina van Gelder, eodem die. Idem verngt eed, eodem die. Ot van Arkel, erve sgns vaders Walraven, beleend, 23 Junii 1556, voorbehoudens de moeder de togt. Idem laet appröberen een contract met de moeder en sgn andere susters en broeders aengegaen, eodem die. Idem transporteert hetselve uit kragt van dat contract of maeggescheit aen Caerl van Arkel, die daer weder mede beleent is, eodem die. Idem, mundig geworden sgnde, doet setf eed, 27 Octob. 1557. Catrrjn van Gelder confirmeert het overgeven deses leens, en laet een nader accoort, met haer soon Caerl ingegaen, appröberen, 16 Novemb. 1566. Caerl van Arkel tugtigt sgn vrou Glaude van Lykercken aen 1000 gl. 'sjaers, 16 Novemb. 1576. 502 222« OPDIEN. Ses mergen lants, gelegen tot Opgnen, op de Broickbeemde, ende voort een hoffstat bg de kerek van Opinen tot eenen Zutphenschen leen bg Gerrit Holle ontfangen, a° 1380. Aleyt, Gerrit Hollen dochter, crigt 2 jaer uutstel, a° 1403. Lgsbet, huysfrou Johan Do el vo ets Albertssoon, transporteert dit op Herman Hubertssoon, a°. 1416. Idem, a°. 1424; alleen die 6 mergen. Ggsbert Hermanssoon ontfengt een huys ende hofstat, met 6 mergen lants in den gericht van Opinen, in den Broickbeemde gelegen an d overste sgde naest Celis Gerritssoon ende Alert Haeck an d ander sgde, 17 Octobris 1473. Derck van Thyel bg transport Ggsberts voorn., a°. 1480. Eoloff van Tiel, erve sgnes vaders Dircks, 2 Maii 1528; een hofstat met b mergen lants, boven naest gelant die erfgenamen Met Francken beneden Aelbert Gaertssoon, schietende an de gemeyne straet an d ander sgde lant gehorende to der pastorien van Nederinen. Gerrit Henrickssoon bg transport Eoloffs voorn., eodem die'. Idem deur sgnen soon Willem eedt verngt, 22 Septembris 1538. Willem Gerritssoon, erve sgnes vaders, Cornelis Gerritssoon, erve sgnes broders Willems, 10 Augusti 1544. Idem eedt verngt, 22 Junii 1556. Dirck Schat, erve sgnes ooms Cornelis, 22 Octobris 1557. Eoloff die G r o o t bg transport Dirck Schatten, 4 Martii 1564. Idem eedt verngt, 24 Octobris 1594. Henrick die Groot Johanssoon, erve sgnes bestevaders Eoloffs, beleent met 6 mergen lands, boven oostwert naest d'erffgenamen wglen Eoloffs de Groot, benéden westwert an de gemeyn straet, noortwert an der pastorien land van Nederinen ende suydwert Bernt Huygen met een hoffstad bg der kerek van Opinen, 28 Octobris 1620. ' Arien J a n s bg opdracht van Hendrick de Groot beleent, den 5 Junü 1645. Willemken Arissen, erve haeres vaders Arien Jansen, beleent sgnde deur haeren man Jan Jacobs, heeft hetselve leen voort opgedraegen aen Jan D e r c k s e n, die daermede beleent is, den 6 Augusti 1668. Comehs Lambertse vanEeekumna geapprobeertcoopcontractbeleent met dit leen, gelgk hetselve uyt dien hoofde sgn vader Lambert Urnehsse van Eeekum, en door dode van die hem aangekomen is 8 Novemb. 1752. Lambert Cornelisse van Eeekum, erfgenaam sgns vaders Comehs, beleend, 21 Jung 1755. Idem draagt dit leen op aan Benjamin P o n i n g h, die daar weder mede beleend is, eodem die. Benjamin Poningh, erfgenaam sgns vaders Benjamin, beleend, 6 Julg 1776. 503 228. . OPINEN. Seven mergen lants ende 50 roden, ter goeder maten, gelegen in den gericht van Opinen op den uterweert, ende den acker, tusschen Jacob Huberts ende Hubert, sijnen soon, an d'een spe, ende lant der kercken van Opinen, ende der armer lude van Opinen, ende Jacob Poulssoon an d'ander spe, tot Zutphenschen rechten getransporteert bij Alfert die Koek op.sgnen broder Ggsbert de Cock van Opinen, a°. 1447. Idem, a°. 1468. Idem' eedt verngt, 13 Octobris 1473. Hier staet: den acker tusschen Jan de Raet an d'een spe ende die gemeyne straet an d'ander spe. Gerrit de Cock, erve sgnes vaders Ggsbert, 16 Julii 1481. Elisabet Cocks van Opgnen erft 7 mergen lants end 50 roeden, gelegen binnen den dorp van Opinen, gênant den Uterweert, daer oostwert an gelegen is die weeckerie van onser Lieff vrouwen altar, westwert Thijs Jacobssoon, noortwert die gemeente ofte die gemeyne straet, op haren soon Gerrit van Brakel, 29 Januarii 1579. Johan Cox, testamentaire erfgenaam van Eva Co en en, beleend, 8 Novemb. 1742. Albert van Rijssel, nomine uxoris Eva Cox, beleend met dit leen, allergestalt hetselve aan haar uyt cragt van medegave, door wglen haar vader Johan Cox bij ingaan van het huwlgk aan haar gedaan, aangekomen is, 19 Aug. 1780. 224. OPINEN. Die helft van 4 mergen 2 hont lants, gelegen in den gericht van Opinen, ter stadt, geheiten Blshemden, tot Zutphenschen rechten ontfangen bg Henrich Doel voet Johanssoon, a°. 1417. Idem ontfengt die helft van 4 mergen ende 1V2 hont, Eoloffs erfgenamen van den Oever an d'een ende Matthgs Hack, Rolofs erfgenamen van den Oever ende Henrick Doellvoet an d'ander spe, a°. 1424. Gerrit Doelvoet, erve sgnes vaders Henricks, a°. 1444. Idem, a°. 1465. Johan Goossenssoon, erve sgner moder, Henrick Doelvoetsdochter, Goossen Janssoon, erve sgnes vaders, 18 Octobris 1481. Goris Loychssoon bij transport Goossens voorn., 26 Octobris 1484. Henrick, erve sgnes vaders Goris, Gregorius Henrickssoon, erve sgnes vaders, 6 Martii 1534. Idem eedt verngt, 27 Septembris 1588. Idem, 7 Julii 1544, 10 Junii 1556. Johan de Cock Ggsbertssoon bg transport Gregorii voorn., 18 Septembris 1563. 504 Jasper die Cock, erve sgnes vaders Johans, beleent, 20 Maii 1601. Metgen Willems, wed. van Willem Fredericks Pampus, beleent, den 29 Apnl 1650. ' 225. NEDERINEN. Twee mergen lants, gelegen in den gericht van Nederinen, geheiten op Roylant, Loych Henricksz. an d'een ende Willem de Cock van Nederinen an d'ander snde; noch 4 hont lants, in denselven gericht end opt Roylant, Willem de Cock an d'een ende Ggsberts Cocks testamenter utenweerd an d'ander sgde; tot Zutphenschen rechten ontfangen bg Simon Ggsberts Hermanssoon, 21 Junii 1486. Ggsbert Simonssoon, erve sgnes vaders, ontfengt 2 mergen lants, in den kerspel van Nederinen opt Roylant gelegen, daer Willem de Cock naest gelant is an de suydsg'de, noortwert Engel Lodewichs, westwert Derck Volpers ende oostwert die gemeyne straet, 12 Julii 1539. Adrian Ggsbertssoon, erve sijnes vaders, 11 Februarii 1554. Idem eedt verngt, 10 Junii 1556. Maes Alerts, erve Adrians voorn., 13 Martii 1577. Willem Maessoon, erve sgnes vaders, 4 Februarii 1586. Mariken Otten, huysfrou van Egen Cornelissoon, erve hares ooms Maes Alerts, beleent, 13 Julii 1613. Thomas Willemssoon als erve sgnes vaders beleent, 13 Septembris 1613. Gerrit Janssoon bg' opdragt Thomas voorn.beleent,27Januarii 1623. Jan Gerritssoon, erve sgnes vaders Gerrits, beleent sijnde, draegt dit leen op aen Derck Janssen, die 'tselve overmits sgnne onmundicheyt door sijn yader Jan Dercks wederomme to leen ontfangen heeft, den 16 Junii Sander Jansen Boerkens, erve van sgn broeder Derck Jansen ende vader Jan Dercksen, beleent sgnde, draecht dit leen op aen Sander Lenarts vanMarcksteyn, die beleent is, den 14 Martii 1665. Willem Sanderse van Merkestein, erfgenaem sgns vaders Sander Lenarts, beleent, 81 Decemb. 1703. 226. OPHEMERT. Vier mergen lants, gelegen in een stadt, geheiten te Watswert, an d'een sgde 't Westerbroeck, an d'ander 'ttani geheiten die Stotert; item 4'/2 mergen, geheiten in den Beernt, an d'een sgde d'abt van st. Poul t'Utrecht, an d'ander dié heeren van den Duytschen huse; 5 mergen, gelegen op een stat, geheiten Bamerick, an d'een sijde' Willem de Sngder, an d'ander Henrick van Heessel; 7 hont, gelegen in den Acker, Gerit de Vriese an beyden sijden gelegen; 7 hont op Weynsaeker, an d'een sgde den 505 abt voorn., an d'ander Gerrit Dulsch; 6'/2 hont op deselve stat, tuschen den abt ende Gerit voorn.; in de Helle 5 hont, an d'een sgde heer Johan van Vauderick, an d'ander die joncfron van Loenen ende heur kinder; een hofstat in de Helle, dieselve joncfron an d'een ende Egberts Wgsen erfgenamen en d'ander sgde;noch 1/2mergen op den Bamerick, tot Zutphenschen rechten bn Gerrit die Vriese van Hemert ontfangen, a°. 1379. Johan van Endhoven ontfengt een hofstat met eenen mergen, in den kerspel van Hemert, tusschen erven Heynen Sngders ende Heynen Hesellen soon; 13 hont in denselven kerspel, tusschen de heeren van st. Pouls t'Utrecht ende van den Duytschen huse; 7 hont tusschen Gerrit van Bommel ende Wolter van Avesaet; 6 mergen tusschen Willem Snijder ende Heessel; 5 mergen in den Beemte, tusschen st. Pouls ende den Duytschen heeren; 4 mergen, geheiten op de Watschotte, an de Steenen brugge, a°. 1403. Gerit van Yndhaven bg transport sgnes vaders Johans1), a°. 1424. Beyne, Jans wgff van Endhaven, transporteert 5V2 mergen to Hemert op den Bamelick, 4V2 mergen int Vriesenbeemt, 4 mergen op de Wasweert, 7 hont int Woltersacker, 14 hont in den Acker, 'h1^ hont in de Uliken, 2 hont in de Helle, op Johan van Endhaven, a°. 1481. Idem beleent, a°. 1435. Johan die Bonman Hubertssoon van Vaderick bg transport Gerits van Yndhaven ontfengt 18 mergen ende een hofstat to Ophemert, geheiten In de Helle, daervan 5 hont liggen achter de hofstat, 2 mergen op den Tielschen acker, 7 hont in Wolters acker van Avesaet, 6 mergen op den Bambullick, een camp van 5 mergen, geheiten die Beernt, 4 mergen, geheiten die Watzwaert, an de Steenen brugge gelegen, a°. 1459. Arnt Pieck Meussoon, bast., bg transport Johans van Endhaven, ontfengt mergen op den Bamelick enz., a°. 1460. Goossen van Vauderick ontfengt een hofstat, geheiten in de Helle enz., a°. 1508. Goossen van Vauderick, erve sgnes vaders Goossens, 23 Decembris 1528. Idem eedt verngt, 12 Julii 1544. Cornelis van Varick bg transport sgnes vaders Goossens, 11 Julii 1553. Idem crigt uutstel, 81 Octobris 1557. Idem eedt verngt, 4 Januarii 1558. Goossen van Varick Cornelissoon, onmundig, crigt uutstel, 29 Novembris 1560. Idem als erve sgnes vaders beleent, 31 Martii 1561. Idem eedt verngt, 20 Octobris 1581. Philips van Varick, gouverneur vant fort op de Voorn, erve sgns vaders Gosens, beleent, 10 Aprilis 1623. Cornelis van Vaerick, erve sgnnes vaders Philips, beleent, voorbehoudens sgn moeder vrouwe Lubberta van Golsteyn haer tucht, den 2 Octob. 1639. ') Jan van Yndhaven heren Jans soen, ridders (Leenakte). 506 Idem tuchtigt snn huysfrou Assuera Maria van Bemmel, den 19 Julii 1661. Philips van Vaerick, erve sgns vaders Cornelis, beleent, den 12 Januarii 1664. Idem doet selfs eet, den 80 Septemb. 1687. Idem transporteert dit leen aen Frans van Dort, heer tot Vaerick, die daermede heieent is, den 13 Julii 1689. Zeger van den Steenhuys, erfgenaem sgns moederlgke grootvaders Frans van Dort, na afgemaekt versuym heieent, den 11 May 1701. Idem laet sgne opene dispositie appröberen, den 13 Septemb. 1701 *). Idem en vrouwe Elisabet Foyert 2), egtelieden, laeten haer huwelgx- voorwaerden van den 16 Martii laestleden appröberen, 18 Mey 1709. Elisabet Foyert, weduwe Zeger van den Steenhuys, door dode haers mans uit kragt der geapprobeerde huwelijxvoorwaerden van 16 Martii en 13 Mey 1709 beleent, 8 Junii 1711. Eadem steld na dode van Dr. Lambert van Eek tot huider Dr. Theodorüs Lambertus Doesburg, 18 Febr. 1745. Theodorüs Lambertus Doesburg, erfgenaem sijns moeders Elisabet Foyert, beleent, 80 Septemb. 1756. Idem en Judith Catharina Geukama, ehel., laten haar huwljjks- voorwaerden van den 28 Mey 1754 appröberen en registreren. 26 Sept. 1761. Deselve laeten haer besloten mutueel testament van den 6 Decemb. 1776 aproberen, 11 Decemb. 1776. Theodorüs Lambertus Doesburg laat sgn besloten testament van den 22 Decemb. 1787 appröberen, 26 Decemb. 1787. Idem laet sijne nadere beslotene testamentaire dispositie van den 20 Maart 1788 appröberen, 22 Maart 1788. 227. OPHEMEBT. Thien mergen lants tot Ophemert, daeraff 6 mergen op den Bambtülick, an d'een sgde Heyn Hesselensoon, an d'ander Willem Sngders erfgenamen gelegen; die ander4mergen sgn geheiten die Watzwairt, an de Steenen brugge gelegen, an d'een sgde Met Hermans erfgenamen, an d'ander Jans erfgenamen van Eist, tot Zutphenschen rechten bg Jan de Bouman Hubertssoon van Vaderick getransporteert op Gerrit den Ruwen Arntssoon van Saltbommel, a°. 1463. Idem, a°. 1465. Idom eedt vernijt, 24 Septembris 1478. Lgsbet van der Masen, huysfrou Alert Spijkers, bg transport harer moder broder Gerrits voorn., 26 Octobris 1484 3). Adrian van der Mase vertgt op dit leen, 28 Octobris 1484. ') Hij stelt in tot zijn erfgenaam zijn vader Johan van den Steenhuis (Leenakte). *) Dochter van Johan Foyert, burgemeester van Tiel (Leenakte). 3) Behelteliken den voirs. Gherit ende Gheertruyt, sijnre echte huysvrouwen, hoer tucht (Leenakte). 507 Arnoldus Spijker Alertsoon *) deur sgnen volmechtigen Johan van der Maso draegt dit Thomas L o 11 u m s op, beheltlick Gertruden, weduwe Gerrits de Ruwe, haere tucht, 2 Julii 1487. Idem, a°. 1493. Cornelis Lottems, erve sgnes vaders Thomas, a°. 1515. Thomas Lottems, erve sgnes vaders Cornelis, 7 Julii 1544. Albert Lottems, erve sgnes broders Thomas, 19 Februarii 1548. Idem eedt verngt van 4 mergen lants, geheiten die Waetzwaert, an de Steenen brugge gelegen, tusschen erfgenamen Met Hermans ende Johans van Eist, wesende de rest afgespleten, 31 Maii 1556. Cornelis Loetems, erve sgnes vaders Alberts, 4 Septembris 1559. Idem, mundich, eedt gedaen, 24 Octobris 1571. Idem eedt verngt, 12 Septembris 1581. Henricksken Lotthems, huysfrou Arnt S c h o c k s, erve hares broders Cornelis, 26 Martii 15S3: Elias Schoock, erve sgner moder Henricksken, beleent, 21 Julii 1624. Johan Schoock als erve van 2) Schoock beleent, den 7 Aprill 1641. 228. OPHEMEKT. Ses mergen lants, gelegen in den kerspel van Ophemert, op den Bambullick, an d' een sgde Heyse Alen end an d' ander Willem Sngders erffgenamen, tot Zutphenschen rechten, gesplit uut een leen van 10 mergen, ende getransporteert bg Albert L o e t e n s (doch om bij coop ofte versterft namaels weder geheelt te mogen werden) op Willem de Eaet Eliassoon, 2 Martii 1555. Idem eedt verngt, 20 Junii 1556. Idem, 10 Decembris 1581. Willem de Raet met sgn suster Maria, huysfrou David Sluyskens, als erven hares vaders Willems beleent, den 15 Martii 1610. Gerit Janssoon bg opdragt Wilhems de Raet beleent, 10 Novembris 1623. Jan Claessen, erve sgnnes broeders Wilhem Claessen, die dardenhalven mergen toegedeylt sgn van sgn oom Gerrit Janssen, beleent, den 16 Januarii 1686; sgnde beyde de middelste ackers van de ses mergen. Johan Janssen van Wiek als erve van Meriken Jans, dochter van Johan Claessen, beleent mette voors. mergen, den 25 Julii 1637. Willem Joosten bg opdracht van Gerrit Janssen beleent met 22 hont van dit leen van ses mergen, den 2 Novemb. 1637. ') Student tot Parijs (Leenakte). ") In de volmacht staat niet vermeld van wien hij erft; in de akte staat Johan S., wat kennelijk een schrijffout ia. 508 Johan Hendrix van Pasway bij opdracht van Jan Janssen van Wiek beleent met 272 mergen lants, ende tncht daeraen snn huysffrouw Grietgen Jans, den 18 Novemb. 1646. Cornelis Hendricks van Paeswaey, erve sgnes broeders Jan Hendricks, beleent sgnde met de bovenstaende derdenhalven margen lants, draecht hetselve leen op aen Frederick Janssen van Angeren, den 3 Septemb. 1662. Heesken van Ginckel, wed. van Jan Ggsberts van Angeren, erve haeres soons Frederick Jansen van Angeren, beleent snnde, draecht hetselve op aen Roeloff Ggsberts van Angeren, den 17 April 1663. Idem draecht dese 21/2 margen op aen Rutger van Aenspyck, den 19 Septemb. 1665. Idem draecht dit leen op aen Adriaen van D i e d e n, die daermede beleent is, den 26 Septemb. 1676. Gerrit van Dieden, erfgenaem sgns broeders Adriaen, beleent, 27 Maert 1713. Idem draegt dit leen op aen Vermein Derxe, die daer weder mede beleent is, eodem die. Derk Ver mey n, erfgenaem sgns vaders Vermeyn Derx, beleent, 30 Mey 1736. Pieter Vermeyn, erfgenaam sgns broeders Derk, beleend, 8 Octob. 1776. Cornelis Vermeyn1), erfgenaam sgns vaders Pieter, beleend, 15 September 1781. 228 § 1. Veertien hondt lants, gelegen in den kerspel van Ophemert, opten Bambullick, aen d'eene sgde van olts Heyse Alen ende aen d'ander sgde Willem Snijders erffgenamen, gesplit uuyt het leen van de ses mergen, getransporteert hg Gerrit Janssen op Aert Rutgers, den 2 Novemb. 1637. Rutgerus van Lyesvelt, predikant tot Oostvoren, erve sgnes vaders Aert Rutgers, beleent, den 27 Augusti 1689. Cornelis Bruyns als man en momber sgner huysvrouwe Margareta van Liesvelt, als erfgename van haer broeder Rutgerus, beleent, den 2 April 1691. Cornelis Breunis draegt dit leen op aen Gerhard van Eek, die daer weder mede beleent is, 17 Novemb. 1714. Henrica van Eek, erfgenaem haers ooms Gerhard, beleend door haer man Johan Stokkers, 1 April 1728. Philips van Eek, erfgenaam sgns susters Henrica, beleend, 7 Octob. 1762. Richarda Wilhelmina deGraaff2), erfgenaam van Philips van Eek, beleend, 4 May 1774. ') In deze akte heet hij Formijn. a) Vrouw van Hieronvnius Willem G r a u (Leenakte). 509 Deselve draagt dit leen op aan Gobel V a 1 k i s, die daar weder mede beleend is, 10 Angnsti 1785. Denselven en Jenneke van Empel, ehelieden, laten een acte van reciproque tugt de dato 14 Octob. 1788 appröberen en registreren, 17 Octob. 1788. Deselve ehel. maken dit leen deelbaar onder hare natelatene kinderen, eodem die. 228 § 2, Tweentwintig hont lants, sgnde een parceel van ses morgen lants, in 'den kerspel van Ophemert op den Bambullic gelegen, oostwaerts naest de erffenis Willems de Raedt en David Sluisken, westwaerts het Senwendische closter, suidwaerts Goossen van Varicks erven, noórtwaerts de gemeine straet, sgnde een bgsonder leen, ten Zutphense regten leenroerig. Willemke Willems 1), erfgenaem haers vaders Willem Joosten, beleent, den 9 November 1699. 228a. OPHEMERT; Sesthien mergen lants, so groot "ende cleyn als sg. in den gericht van Ophemert op de Langemaet gelegen sgn, tot Zutphenschen leenrechten erkent bg Henrica van Wanrick, huysfrou Walravens van H a e f t e n, met eedvernginge, 25 Septembris 1473. Johan van Haeften, erve sgner moder Henricke, 6 Maii 1484. 229. OPHEMERT. Een huys ende gesete tot Hemert, met den hongert; item 51/2 mergen lants, luttel meer ofte min, naest den voors. huse gelegen, die heeren Henrichs van Malschen plegen te wesen; item 4 mergen 2 hont lants, gelegen in eenen camp, geheiten die Pippart, item dat gemael van der windmeulen, in den gericht van Hemert, met den dwanck, wie elders maelt te breuken een alden schilt; tot Zutphenschen rechten, tot eenen rechten erfleene, nyet te versterven, bg Sweder van Weerdenborch, ridder, ontfangen, a°. 1403. Johan van Weerdenborch, erve sgnes vaders Sweders, a°. 1404. Idem, a°. 1424. Dirck van Weerdenborch, erve sgnes broders Johans, a°. 1442. Sweder van Weerdenborch, erve sgnes vaders Dercks, a°. 1456. Idem, a°. 1468. ') Vrouw van Hendrick Roelofsen Vercuyl (Leenakte). 510 Idem eedt verngt van dat huys tot Ophemert, met den cingel ende bongert, ende 6 mergen lants daeran gelegen, tusschen erve Lamberts van Hessel ende die gemeen straet, met allen sgnen tobehoren, ende oick 4 mergen, geheiten Piperscamp, tusschen erve Eutger Weerdts ende der kercken erve, 24 Septembris 1473. Idem eedt vernnt, a°. 1481. Idem, a°. 1492. Dirck van Weerdenborch, erve sijnes vaders Sweders, a°. 1503. Johanna van Weerdenborch, huysfrou Johan Schenx van Nideggen erve hares broders Dirx, 7 Maii 1523. Eadem tuchtigt haren man, nltima Januarii 1525. Eadem eedt vernnt, 26 Octobris 1538, 21 Martii 1544. Dirck van Weerdenborch Dirckssoon, bij cope voor x» ggl. ende transport sgner moye Johanne voorn., 20 Octobris 1548; beheltlick haer ende haren man de tncht. Fredrick van Haeften Alertssoon*) bg transport Dirx voorn . 17 Julii 1552. Alert van Haeften, erve sgnes soons Fredrix, 3 Januarii 1558. Beiner van Haeften2) bij maechgescheyt, 15 Februarii 1565. Johan van Haeften, erve sgnes vaders Eeiners, beleent, 4 Decembris 1612. Walraven van Haeften, erve sgnnes vaders Johans, beleent den 29 Martii 1653. Beiner van Haeften, onmundich, erve sgnes vaders Walraven, door sgnen testamentairen momber Quirgn de Cock beleent, den 8 Octob. 1659. Idem doet selver eedt, den 27 October 1672. Idem laet appröberen de houlijxe vorwaerden met vrouwe Adriana Maria de Cock opgericht3), den 7 Octob. 1676. Idem vermeerdert dit leen met twintig morgen boulands, allen onder Ophemert in het Uilikse blok gelegen, alwaer oost en west den hr. van Ophemert, suiden en noorden de gemeene straet, van vrg allodial goet tot leen gemaekt, om met dit leen geconsolideert en tot een leen ontfangen te worden, in welker voegen daer ook mede beleent is Beiner van Haeften, 23 Octob. 1708. Walraed van Haeften, erfgenaem sijns vaders Eeinhard, beleend. 26 Meert 1738. Barthold van Haaften, erfgenaam sijns broeders Walraven, beleend, 25 Januar. 1747. Jan Walraven de Cock van Haeften *) laat registreren per clausulas concernentes het geopende testament van Barthold van Haeften en vrouwe Margaretha van Lynden, in leven ehelieden,5 Febr. 1778. Beinier van Haaften, erfgenaam sgns vaders Barthold, en uyt kragt van het ouderlijk testament beleend, 30 Decemb. 1774. ') onmundig (Leenakte). z) onmundig (Leenakte). 3) 3 Augustus 1675 (Leenakte). 4) oudste zoon van Barthold, voor zich en als gemachtigde zijns broeders Reinier (Leenakte). 511 230. Dat huys tot Balgoyen, met den voorgeborcht ende graven ende vesten, voor een Zutphénsch leen ende open huys geholden ende ontfangen bn Claes Trauweloes de Jonge van Balgoye, knape, a°. 1371x). 231. VAUDEEICH. Acht mergen lants, achter heer Steeskens huis van Malderich gelegen, tot Vauderich, tot Zutphenschen rechte ontfangen bg Agnese de Beesde, weduwe Johans van Beesde heeren Gerhards soon, deur heuren huider Willem van Beesde, haren soon, a°. 1402. Dat huys ende slot tot Vauderich, met de hofstat ende hongert binnen sgnen cingel daerto behorende, ende den wind ende windmeule to Vauderich, die Alert van Vauderich te leen gehalden, ende 13 mergen lants, geheiten die Acker, gelegen in den kerspel van Vauderich, d'erfgenamen heeren Johans van Langeraeck ende Jan Udens hofstat an d'een sgde, ende Wolter Schaderps erfgenamen an d'ander spe; ende IOI/2 bont lants, in den gericht van Hemert, tusschen d'erfgenamen heeren Goossens van Vauderich ende Butgers van Bommel, die heer Steesken van Vauderich te leen ontfangen hadde, opgedragen tot Zutphenschen rechten bn Mechteld van Mauderich, weduwe Gerrits van Malderich, op haren soon Steesken van Malderich, ridder ende raet, a°. 1400. Gerbrand van Beesde bg transport Steeskens voorn., a°. 1400. Idem bekent heeren Steesken een lósse binnen 4 jaren met llm gelr. guld, a°. 1400. Idem bekent dat Gadert van Mekeren dese losse voor Steesken doen magh, eodem die. Idem bekent bg gebreck van Steesken den hertog die losse, a°. 1400. Idem ontfengt dit leen, a°. 1403. Idem tuchtigt sgn wgff Hadewich, a°. 1422. Idem ontfengt, a°. 1424. Willem van Beesde, a°. 1465, beheltlick sgner moder tucht, ontfengt dat huys tot Vauderich, met sgnen cingelgrave, hongerden, wind, windmeulen ende 13 morgen lants daeran gelegen, boven met der eener sgden geerft Willem van Heze, beneden met der ander sijden Gerrit die Witte, boven met den eenen eynde an den dgek ende bongert, beneden met den anderen eynde die gemeyn straet. Idem tuchtigt sgn vrou Eernste, eodem die. Otte van Beesde, weduwe Alphaerts van der Horst, erve hares bröders Willems, 27 Junii 1482. ') Dit leen had moeten staan achter 24, Nederasselt. 512 Eadem na dode hares soons Aelpherts erhelt dat haer soon*) Dirck van der Horst sal erven, ende, so hg geen kinder nalaet, hare rechte erfgenamen snccederen, 5 Octobris 1485. Dirck van der Horst bg transport sgner moder Otte, also dat het van hem op sgnen broder Alphert, beyde onmundich, erven sal mogen, a°. 1492. Idem eedt verngt, 6 Aprilis 1540. Idem, 13 Julii 1544, 26 Junii 1556. Ggsbert van der Horst bg transport Dirx voorn., 18 Augusti 1557 2). Idem eedt verngt, 19 Februarii 1560. Dirck van der Horst, erve sgnes vaders Ggsberts, erft voort op sgnen broder Wolter van der Horst dat hnys to Yarick enz.; waermede hg beleent sgnde tncht sgnes broders weduwe Maria Bidders an 50 daler jaerlix daeruut; verpacht oick an Willem Otten een meulenwerff ende windgerechticheyt thien jaren, van 1 May 1601 af, voor 15 gl. sjaers, d'eerste 5 jaren met 75 gl. gereet, ende daerna die leste 5 jaren oick so te voren te betalen; so hg pechter een windmeul ende rosmeul timmert, snlcke timmeringe sal verpachter na omganck der pacht betalen off in deselve ter betalinge to continueren; 5 Maü 1601. Ggsbert van der Horst, erve sgns vaders Wolters, beleent, 13 Aprilis 1621. Hendric van der Horst als erve sgnnes broeders Gijsberts beleent, den 9 Junii 1628. Idem dispositie geapprobeert, den 29 Septemb. 1643. Idem tucht sgn huysfrouw Maria Jans, tot herhylekens toe, de wintmenlen tot Yarick uuytgesondert, eodem die. Idem laet sgnne naerder dispositie ten aensien van de legaten appröberen, 7 Meert 1646. Idem heeft sgnne leste dispositie gerevoceert, den 8 Aprill 1647. Idem revoceert sgnne gemaeckte tucht aen sgnne huysfrouwe Maria Jans, van den 29 Septemb. 1643, latende de tucht aent huys to Vaerick etc, den 29 November 1648. Idem revoceert sgn testament op den 29 Septemb. 1643, ende voorts alle andere testamenten, so voor als nae dato van dien ten proffijte van Beiner van Haeften ofte sgne wettelijke erven, ende voorts wie het oock sonde mooghen wesen, gemaeckt, ende laet sgn naerdere dispositie ten behoeve van Johanna Catarina van Lans.croon, sgn nichte, ende haeren man Cornelis van Schonenburgh appröberen, den 13 Julii 1651. ') In de leenakte staat iets anders, n.1. „dat sy eynen soon gehadt hoofft, geheiten Alpbart, die hoir rechte leenvolger was. Ind soe dan die vurs. Alphart van lyve ter doit gecomen is ind achtergelaten heeft eynen soen, geheiten Derick van der Horst, ind heefft begeert, dat dit vurs. erven ind sterven sall opten vurs. Derick, dat welck die stathelder alsoe geconsentiert heefft; ind soe heefft die statholder dair voirt mede beleent Goessen Varick tot behouff des vurs. Dcricx, beheltelick jonffr. Otte vors. hoer tochten, mit vurwarden ouck dat sy dit vurs. leen vercopen off versetten mach, inden hoir van noiden weer. Ind weert sake dat dese voirs. Derick sterven sonder echte kynder achter te laten, soe sall dit vurs. guet woderomme erven ind sterven op die rechte erven der vurs. jonffr. Otten ind niet op des vurs. Diricx moeder off oeren erven." *) Dirck v. d. H. en zijne vrouw Catryna van Varyck behielden zich de lijftocht voor (Leenakte). 518 Cornelis van Schonenburgh beleent, den 12 Septemb. 1651. Johanna van Schonenborch, erve haeres vaders Cornelis, beleent, den 5 Febr. 1686. Jufferen Johanna ende Anna Quirina1) van Schonenborch beleent, den 9 Julii 1687. Anna Quirina van Schonenberg2), erfgenaem haers susters Jobanna, beleent, 9 April 1704. Het dorp Yarick heleend, 12 Augusti 1741. Huider Gerrit de Jode, scholt. Willem de J o o d e beleent met dit leen, allergestalte tselve uyt hoofde van koop op snn vader3), en door dode van die op hem gekomen is, 29 Maart 1754. Jan de Joode, erfgenaam van sijn broeder Willem, beleend, 14 October 1783. Afgesplit van 231. 231 § 1. De windmole tot Varick, in het kerspel van Varick gelegen, tot een hijsonder leen, ten Zutphense regten leenroerig, getransporteert door Anna Quirina van Schonenburg aen Geurt Frederix van Oosterwnk, die daer weder mede beleent is, den 9 April 1704. Het dorp Varick beleend, 12 August. 1741. Willem de Joode beleent met dit leen, allergestalte 'tselve uyt hoofde van koop op snn vader, en door dode van die op hem gekomen is, 29 Maart 1754. Jan de Joode, erfgenaam van snn broeder Willem, beleend, 14 Octob. 1783. Afgespleten van 231. 231 § 2. Seker stuk bouland, sgnde de bovenste helfte van dertien morgen, bestaande dese helfte in ses akkeren, in den kerspel van Varick op den Acker gelegen, boven met een eynde aan den bandrjk en beneden met den anderen eynde aan de gemeyne straat, zuyden Gerrit de Joode en noorden Hendrik de Joode, als een bgsonder leen en afgespleten van het huys te Varick, ten Zutphense regten leenroerig, opgedragen door De geerfdens van den dorpe Varick ten behoeve van Hendrik de Joode, 21 Octob. 1747. Hendrik de Joode uyt kragt van dien afstand beleend, 24 Octob. 1747. ') In de Leenakte staat: Anna ende Johanna Quirina. ') weduwe van Willem de Roover (Leenakte). •) 26 November 1744 door zijn vader Gerrit de Joode gekocht (Leenakte). Nijmegen. 33 514 Cornelis van O s c h laat registreren een declaratoir de dato den 6 August. 1759 en sig vervolgens beleenen met de helfte deses leens of V4 van dertien mergen, geUjk snlks door dode van Hendrik de Joode op Judick van Osch 1), en na overlnden van die op bem verstorven is, 8 August. 1759. Idem en Niesken Jansen van Osch laten appröberen en registreren haarl. open testament van den 4 Decemb. 1765, 18 Decemb. 1765. Nieske van Osch, erfgename testamentair van haar broeder Cornelis, beleend, 20 August. 1783. Eadem laat haar open testament van den 3 Septemb. 1788 2) appröberen, 15 Septemb. 1783. Deselve draagt dit leen op aan De kerk van Heesselt, die daar weder mede beleend is, 20 Sept. 1785. Afgesplit van 231 § 2. 281 § 3. VARICK. Seker stuk bouland, sijnde de bovenste helft of 1/4, dertien mergen, bestaande dit een vierde part in de benedenste drie akkeren, groot ongeveer drie mergen en 1V2 hond, in den kerspel van Varick op den Akker gelegen, boven met den eenen eynde aan den bandjjk en beneden met den anderen eynde aan de gemeyne straat, ten noorden Cornelis van Osch en ten suyden Willem de Joode, of wie alomme, als een bijsonder leen en afgespleten van het huys te Varick, ten Zutphense regten leenroerig, te leen ontfangen bg' Claas vanLiessentals erfgenaam van Hendrik de Joode, 8 August. 1759. Boelof van Liessent, erfgenaam van snn broeder Claas, beleend, 8 Febr. 1784. Denselven laat snn besloten testament van den 25 Maart 1784 appröberen, 28 April 1784. Hertje Wolff, weduwe Boelof van Liessent, laat het vorenstaande geopende testament d.d. 25 Maart 1784 registreren, 21 Febr. 1785. Deselve als getogte boedelhouderse van haar voorn, man Boelof van Liessent beleend, eodem die. 232. VAUDERICH. De molen to Driel, de uterweerdt tot Vaderiek ende de veerstat ende heerlickheit to Vaderiek, voort de verliende man ontfengt Otto van Drele, tot eenen Zutphenschen rechte, a°. 1402. ') sijn nigt (Leenakte). *) Zij stelde daarin tot erfgenamen de kinderen harer broeders Thomas en Jan en de twee kinderen harer overledene zusters Roelofske, met namen Hendrik en Jacoba Mastenbroek; voorts die van wijlen Jan van Osch, zoon haars broeders Thomas, en die van Johanna Mastenbroek, dochter harer zuster, met uitsluiting van haren broeder Jan en nicht Johanna Mastenbroek (Leenakte). 515 Dat veerstat tot Vauderich, heeren Johans weerdt van Vaderich, dat dagelixe gericht van Vaderich, voort alle andere weerden, die heer Goossen van Vaderich, Alert van Vaderich, Mechtelt van Mauderich ende heer Steesken van Mauderich, ridder, haer soon, van heeren Alert van Dryel, ridder, ende Otten, sijnen soon, te leen hielden, tot eenen Zutphenschen leen hij Otto van Dryele getransporteert tot behoeff van Herman van Mekeren, a°. 1403. Henrica van Aeswjjn, erve harer moder; Dirck van Dort, erve1) sgner moder Henricae, 6 Julii 1589. Seine van Dort, Dircks soon, crigt uutstel, 28 Octobris 1546. Idem deur sgn moder Johanna van Rossem crigt noch 3 maenden uutstel, sonder meer, 11 Martii 1547. Henrica van Aeswijn deur Johan van Rossem, heer to Broichusen, crigt noch 2 maenden uutstel, 1 Julii 1547. Eadem, huysfrou Joost van Gemen gênant Praestinck, beleent, met condicie dat haer sulx niet hinderlick snn sal an d'erfpacht eeniger weerden vermitz verschrivinge Willems van Gulick van dato 1898, 10 Octobris 1549. Seme van Dort, onmundig, erve snner bestemoder Henricae van Aeswijn, beleent met gelncke condicie, 17 Maii 1554. Martin van Rossem 2) is snn huider. Snn moder Johanna van Rossem behelt hare tucht. Idem selffs eedt gedaen, 28 Maii 1556. Fredrick Turck vertnt voor hem, sgn broder end susteren op heur recht als erven heurer oldemoder Anne van Vlodorp tot behoeff Johannae van Rossem, weduwe to Dort, 81 Januarii 1547. Reiner van Dort bg transport sgnes broders Seinen, 17 Aprilis 1568. Idem eedt verngt, 10 Octobris 1581. Maria van Dort, huysfrou Johans van Steprade, heeren van Doddendal, erve hares vaders Reiners, beleent, 80 Januarii 1602. Catrina van Stepraet, erve haerer moeder Maria van Dorth, uuyt cracht van maegescheyt tussen haere broeders ende susters opgericht, beleent, den 13 Julii 1640. Reiner van Stepraet, heer tot Doddendael, erve sgnes susters Catrinae, beleent door sgn huider Diederick van Stepraet, heer tot Indoornyck, den 7 November 1661. Idem draecht dit leen op tot voltreckinge van het accoort, den 1 Septemb. 1664 tusschen hem ende Jan van Stepraet, heer tot Indoornyck, ingegaen, aen Johan van Stepraet, heer tot Indoornyck, den 3 September 1664. Idem laèt sgn dispositie appröberen, den 5 August. 1666. Idem laet sgn naerdere dispositie appröberen, den 9 August. 1666. Johanna Maria van Stepraet, vrouwe tot Laeckhuysen, is door haren man Willem van Ulft diet. Doornyck, heer tot Laeckhuysen, op seeckere condicie hiermede beleent, den 14 Novemb. 1666. ') In de akte staat: „ind hem van sijnre moeder Hendrica van Aeswijn ind hoere moeder aengecomen." Zij leeft echter nog 10 Octob. 1549. *) De broeder van zijn moeder (Leenakte). 516 Peter Beiner van Stepraet uyt cracht van de dispositie sgnes broeders Johan beleent, den 18 May 1667. Johanna van Voorst tot Duystervoorde, weduwe Stepraet, als moeder ende mombersche van Peter Beinder van Stepraet, heer tot Doddendael, draecht dit leen op aen Frans van Dort, die daermede beleent is, den 23 Novemb. 1670. Zeger van den Steenhuys, erfgenaem sijns moederlijke grootvaders Frans van Dort, na afgemaekt versuim beleent, den 11 May 1701. Verder als 226, blz. 506. 238. VAUDERICH. Dat huys to Vauderich, met den voorborcht, met sgnen graven, cingel ende allen tobehoren, tot eenen Zutphenschen rechte geërft van Jacob van Vauderich op sgnen soon Goossen van Vauderich, a°. 1407. Idem ontfengt een huys to Vauderich, geheiten Weyenrade, met voorgeborcht, graven ende cingel; item noch 7 mergen lants te Vauderich in den Hoekeler, an d'een sgde Gerrit van Jutfaes, an d'ander de erfgenamen Huberts van den Boide; item 5'/2 mergen in den Ronekenbeemt, tusschen Ggsbert Bomels kinderen ende Werner Eelderich; noch 3'/2 mergen in den Stertencamp, tusschen Henrick Dailvoet ende d'erfgenamen Gerrits van Heze, a°. 1424. Johan van Varick, erve sgnes vaders Goossens, a°. 1449. Idem, a°. 1468. Idem eedt vernijt, 22 Martii 1474, 2 Maii 1484. Goossen van Vauderich beleent, a°. 1503. Hier staen noch 2 hongerden daerbg gelegt tot verbeteringe des leens. Idem tuchtigt sgn vrou Johanna van den Poll, eodem die. Goossen van Vauderich, erve sgns vaders Goossens, 23 Decembris 1528. Idem eedt verngt, 12 Julii 1544. Cornelis van Varick bg transport sgnes vaders Goossens, 11 Julii 1553. Idem crigt uutstel, 31 Octobris 1557. Idem eedt vernijt, 4 Januarii 1558. D'onmundige soon Cornelis voorn, crigt uutstel, 29 Novembris 1560. Goossen van Varick, onmundig, erve sgnes vaders Cornelis, beleent, 81 Martii 1561. Sgn huider is Philips van Varick. Idem eedt vernijt, 20 Octobris 1581. Philips van Varick, gouverneur vant fort op de Voorn ende capiteyn, erve sgns vaders Gosens, beleent, 10 Aprilis 1623. 14 Augusti 1623 gethoont resolutie van de Landschap van den 11 Maii 1614 dat 7 mergen in den Hoekeler, h1^ mergen in den Boeveker beernt ende 3V2 mergen in den Stertencamp vrij gegeven, ende daertegen wederom te leen gemaeckt een stuck van thien mergen ofte daeromtrent, den Beernt, voor, ende een stuck van vgff mergen, het Rot gênant, achter an den bongert van de havesaet gelegen, ende bijna eens so goet sijnde als die vorige parcelen. *) onmundig (Leonaktc). 517 Idem tucht snn vrou Lubberta van Goltstein, 25 Septembris 1624. Cornelis van Vaerick, erve sgnnes vaders Philips, beleent, den 2 Octob. 1639. Snn moeder, vrouwe Lubberta van Goltstein, haer tucht voorbehouden blgvende. Idem laet snnne huwelixvurwarden appröberen tusschen hem ende joffer Assuera Maria van Bemmel opgerigt1), den 18 Augusti 1653. Idem tuchtigt sgn huysfrouw juffer Assuera Maria van Bemmel, den 19 Julii 1661. Philips van Vaerick, erve sgnes vaders Cornelis, beleent*), den 12 Jan. 1664. Idem doet selfs eet, den 30 September 1687. 233 § 1. Die Beemt, sgnde weilant, bestaende in drie ackeren, afgespleten van het huys to Vauderich, geheiten Weyenrade, soo verre als hetselve is streckende van het erve van Gerret Piper, majoor van een regiment cavallerye, tothet bouwlant van Philips van Vaerick, streckende ten oosten op Draeckenstraet, ten suyden Philips van Vaerick, ten westen den Bangraef, ten noorden Gerrit Piper, vrg van alle dijcken, wekkers last ende onderhout hlgft bg het principale leen het huys to Vaudrick, tot een besonder leen leenroerich. Vrouwe Assuera van Bemmel, weduwe van de commandeur Vaerick, renuntieert van haer lgftucht aen dese bovenstaende parcelen, ende Philips van Vaerick draecht deselve parcelen op aen Gerret Piper, majoor van een regiment cavallerye, ende verbindt het huys to Vauderich off Wyenraede voor de evictie van dit afgespleten leen, den 23 April 1685. De wederhelfte van den Beemt, bestaende in vgf ackeren, groot in het geheel met de andere helfte negen mergen, ende een stuckjen weidelant daer vast aengelegen, streckende ten oosten op Draeckenstraet, ten suyden de erfgenaemen van Grutter ende Millingen, ten westen de Bangraef ende ten noorden Gerret Piper, vrg van alle lasten ende dg'cken, daervoor de havesate Wyenrade verbonden hlgft, opgedraegen door Philips van Vaerick tot Wyenrade, veendrich, aen Gerret Piper, majoor, die daermede beleent is, den 30 Septemb. 1687. Henrietta Maria Piper laet het maeggescheit, tussen haer en haer broeder en suster opgerigt3), appröberen, 21 Septemb. 1702. Eadem beleent uit kragt van 't maeggescheit, na afgemaekte versuimen, met dese twe lenen, eodem die. ') 17 Februari 1650 (Leenakte). a) onmundig. Zijn oom Frederick van Essen is bulder (Leenakte). 3) Tusschen haar, gehuwd met Johan W i n t g i s, capitein, Dr. 'Willem van Coton, geh. met Lucretia Judit P., Anna Margareta Foyart, onmundige dochter van voorn. Lucretia bij Dr. Joachim Bernard Foyert, en Coenraet Gijsbert P. (Leenakte). 518 Margareta Repelaor, wed. Gerard Piper, en Jan Goris, procureur, krijgen consent om hierop te procederen, den 5 Septemb. 1716. Mr. Johan van den Brandler1) beleent met dese twe lenen uit kragt van pnblique verkoping uit kragt van verwin, 6 Jung 1729. Deselve draagd dese twe leenen op aan Johan Spillcnaer, die daarmede weder beleend is, 2 Junij 1744. Mathias Spillcnaer, erfgenaam sgns vaders Johan, beleend, 19 Septemb. 1772. Idem en Alijda de Reus, ehel., laten haar besloten testament van den 10 May 1778 appröberen, 11 May 1773. Idem laat snn besloten testament van den 5 Maart 1788 appröberen, 7 Maart 1788. Arnoldns Vermeulen q.q. laat registreren qnoad clansulas concernentes de vorenstaande geopende testamentaire dispositie van den 5 Maart 1788, 27 Decemb. 1788. Matthias Spillenaar2), minderjarig, beleend met dit leen, allergestalte hetselve hem door dode van snn oom Matthias Spillenaar en nyt kragt van desselvs testamentaire dispositie aangekomen is, eodem die. Huider Arnoldus Vermeulen, desselvs voogd. Idem, meerderjarig geworden, vernieuwt eed, 5 Octob. 1792. 233 § 2. Een margen nyterweert, of soo groot ende cleyn hetselve stnck lants gelegen leit in den karspel van Vaerick, genaemt het Buiten rot, streckende ten oosten Cornelis Draeck, ten suyden de cribben, ten westen Antonis Verwey ende ten noorden den hogen bantdgek, sgnde een gedeelte van het huys te Vauderich, geheiten Weyenrade, van een stuck lants van vgf margen, het Bot genoemt, aebter den bongart gelegen, ten Zutphenschen rechten leenroerich, tot een besonder leen opgedraegen door Philips van Vaerick tot Wyenrade, veendrich, aen Cornelis Draeck, schultns tot Vaerick, den 11 Mey 1689. Gerrit Draek, erfgenaem sgns broeders Aert, die erfgenaem was van sgn vader Cornelis, beleent, 13 Jung 1782. Cornelis Draak, erfgenaam sgns vaders Gerrit, beleend, 27 May 1746. Erke Draak s), erfgenaam haars broeders Cornelis, beleend, 18 Decemb. 1765. 233 § 3. Het overblijfsel of ruine van het hnys Wyenraede, gelegen in de heerliekheyt Vaerick, ende de gerechticheit van dien, met sgn verlande gracht, soo verre ende soo wgt *) In huwelijk hebbende Margareta Johanna van Mouwen. Zg en Philippina van Meuwen zijn erfgenamen van Margareta Repelaer, wed. Piper (Leenakte). 2) Zoon van Jan Hendrik Spillenaar (Leenakte). *) Weduwe van Anthony Leempoel (Leenakte). 519 die rontsomme geweest is, ende aen de oostspe sestien voeten daerbuiten met een hoexken dwars door den onden bongart, suydtwaerts tot aan het buyten koeken, de raey te trecken op de linie van de voors. sestien voeten, ten westen omtrent drie roeden verder als gemelte gracht geweest is, breder in de conditie vervat, ende aen de noortspe van gemelte mine den acker, liggende aen de noortspe van vurs. ouden bomgart, palende ten westen tot aen deoostspe" van de oude gracht ende ten oosten aen den bandijck, ten dele met fruytbomen beplant ende ten dele weydelant, alles aen de ruine van den hnise Wyenrade off dat leen annex ende dependerende, sonder last van dpk; mitsgaders de Leeneaemer ende het onderleen van den voors. huise Wyenrade, in voegen Philips van Vaerick ende sun voorolderen daermede beleent sijn geweest; alsnoch het boerenhuys, op het voorgeborchte van Wyenraede staende, met gront, als ten suyden ende westen tusschen de gemeine straet is liggende, met den opslach, oostwaerts tot soo veer Frans van Dort, heer tot Vaerick, airede gecocht heeft, hiervoor uytgedruckt, ten noorden soo verre nae de spe van den Doorn, dat Philips van Vaerick behout tot eenen uytwech vierentwintich voeten off anderhalve roede lants, mede dpkvrn; sgnde een afgespleten parceel van het leen aen de ander spe deses bladts staende1), opgedraegen tot een besonder leen, ten Zutphenschen rechten, door Philips van Vaerick, vaendrich, aen Frans van Dort, heer tot Vaerick, die daermede weder beleent is, den 27 Januarii 1690. Zeger van den Steenhuis, erfgenaem sgns moederlnke grootvaders Frans van Dort, na afgemaekt versuim beleent, den 11 May 1701. Verder als 226. 234. VAUDERICK. Vnfthien mergen landts, gelegen tot Vauderick op de Weyde, geheiten der Heyliger landt, tot eenen Zutphenschen leene ontfangen bij Alert, Otten wp van D o r n i c h, a°. 1380. Willem van Heze als erve spes ooms Wolters van Doirnick ontfengt een goet, geheiten dat Heiüge lant, haldende 13V2 mergen 1 hont ende 44 roden lants, een weynich meer ofte min ter goeder maten; noch daerto 1V2 mergen; als dat te samen in den kerspel van Vauderich irf der Vauderichscher Daleweyden gelegen is; item een hofstat, met paten buten ende binnen ende allen heuren tobehoren, gelegen in den gerichte van Hemert, an d'een spe an de muyre van ste Martins kercke tot Hemert, ende an d'ander spe an erve Simon Neutens erfgenamen 2), a°. 1430. Idem, a°. 1465. ') 233. ") Vgl. 234a. 520 Willem van Heze, erve sgnes vaders Willems, a°. 1468. Idem, 24 Septembris 1473. Idem eedt vernnt, 24 Julii 1481. Willem van Heze, erve sgnes vaders Willems, 11 Octobris 1521. Idem tuchtigt snn vrou Cunera, ende maeckt dat nae sijnen ende haren doot snn oltste soen sijnen broderen Willem ende Goossen nutrichten sal voor anveerdinge des goets elcken 100 ggl., 18 Maii 1533. Wolter van Heze, erve sgnes vaders Willems, 19 Augusti 1535. Idem tuchtigt snn vrou Johanna van Weerdenborch bast. an de helft, eodem die. Idem eedt vernnt, 28 Septembris 1538. Willem van Heze, onmundich, erve sijnes vaders Wolters, 11 Julii 1544. Idem eedt vernnt, 20 Junii 1556. Wolter van Heze, onmundig, erve sijnes vaders Willems, 11 Jan. 1565. Idem eedt vernnt, 10 Decembris 1581. Idem crigt acte van diligensie, 29 Julii 1594. Wilhem van Heze, erve sijnes vaders Wolters, beleent, 22 Aprilis 1618. Hendric van der Horst, erve sgnnes neven Willem van Hecse, beleent, den 30 Septemb. 1641. Idem laet sgnne dispositie appröberen, den 29 Septemb. 1643 *). Idem tucht sgn vrouw Maria Jans tot herhglekens toe, de wintmoelen tot Varick uuytgesondert, eodem die. Idem sijne dispositie geapprobeert van weeghen eenen boomgaert ende hoffstadt 2), groot veertien hondt landts, in den gerichte van Ophemert, genaemt den Hooghen hoff, ten behoeve van Cornelis van Schonenburgh en sgn huysvrouw s), den 80 Augusti 1651. Diderick van Weerdenburgh int geheel beleent, den 1 Octob. 1651. Peter Hans, Adriaen tien Gosens, Marten Hans, vervangende in desen haere suster Catharina van den Oever, ende Jenneken van den Oever als moeder van haere kinderen bij Jan V e r w e y verweckt, laten haer uyt cracht van testamentmaeckinge van Hendrick van der Horst in dato den 29 Septemb. 1643 beleenen, den 1 Aprilis 1652. Diderick van Weerdenburgh, den 18 May 1657. Dr. Godefridt Hoeyng cedeert sgn belastinge van 2500 gl. capitaels den 14 May 1657 aen Jan Cornelissen, Gerret Beerts en Aert Peters, sooveel dit leen daermede geaffecteert; ende alsoo die persooncn dit leen gecocht ende hetselve haerluyden opgedraegen is, is dese vestenisse gonoechsaem gemortificeert, den 4 Junii 1663. Johan Swaen, lic, als bij den Hove wegen de erfgenaemen van Dr. Wilhelmus Thomaeus daertoe den 9 Maert 1663 geauthoriseert, draecht dit leen op aen Aert Peters, Gerret Beerts ende Jan Cornelissen. ende is weder met het parceel daervan, de vijff bovenste ackers, groot tien hont, op de Langewey naest de straet, met noch veertien ') Zie blz. 331, noot 1. *) Zie 231a. 3) Catharina van Lanscroon (Leenakte). 521 hont weylant daer teinden aengelegen, ten oosten de erfgenaemen van zal. Gerret Aerts, ten snyden Jan Cornelissen, ten westen de erfgenaemen van Kemmet Willemsen ende Jan Cornelis, ten noorden de Weywechsche straet; met noch vier hont op de achterste Oude wey, daer naest gelant is ten oosten Jan Cornelis voors., ten noorden ende westen de erfgenaemen van Beinder Jansen van Dort, ende ten zuyden Eemmet Willemsen, met den last van omtrent het derde part van vier roeden dgcks tot Varick aen die groote straet stoep ende den uytwech van de andere gedeelten van dit leen afgespleten, beleent Aert Peters, den 4 Junii 1663. Berent Peters, erve snnes broeders Aert, beleent, den 22 Junii 1682. Gerrit de Jode beleent, 12 Aug. 1741. Willem de Joode, erfgenaam sjjns vaders Gerrit, beleend, 29 Maart 1754. Jan de Joode, erfgenaam van snn broeder Willem, beleend, 14 Octob. 1783 Hendrick van Biemsdijck *) renuntieert ten erflüken behoeve van Jan de Joode van het regt van uytweg, hem over dit leen competerende, 9 Jung 1789. 234 § 1. Twee campen lants, genoemt den Doornyck, groot vfif margen, drie hont, ten oosten de erfgenaemen van Adriaen Gosens, ten westen Beinder Jansen van Dort ende Jan Cornelissen, ten suyden de erfgenaemen van Gerret Mattheusen ende ten noorden den Haersgraeff, met den last van omtrent het derde part van vierdehalff roede dücks tot Vaerick aen de groote straet stoep ende van een behoorlncken uytwech aen de andere gedeelten van het leen, fol. 234 gespecifleeert, afgespleten; als een afgesplit leen van vijftien margen lants, tot Vaudrick gelegen op de Weide, geheyten het Heylige lant, ten Zutphenschen rechten leenroerich, opgedraegen door Johan Swaen wegen de erfgenaemen van Dr. Wilhelmus Thomaeus, volgens des Hoves authorisatie van den 9 Martii 1663, aen Gerrit Beerts, den 4 Junii 1668. Adriaen Gerritsen, erve snnes vaders Gerret Beerts, beleent, den 20 Martii 1677. Johannes Draak beleend, 1 Aug. 1741. Cornelis Draak, erfgenaam van Johannes Draak, beleend, 9 Aug. 1747. Erke Draak 2), erfgenaam haars broeders Cornelis, beleend, 18 Decemb. 1765. Eadem draagt dit leen op aan Jenneke Vrolnk, die daar weder mede beleend is, 26 Octob. 1776. ') Mede namens zijne vrouw Elisabeth Vermeulen (Leenakte). *) weduwe van Anthony Leempoel (Leenakte). 522 234 § 2. De vijf Benedenste ackers op de Langewey, groot omtrent acht hont, gelegen ten oosten ende snyden Aert Peters, ten westen Kcmmet Willemsen ende ten noorden de gemeine straet; noch den derden camp van de straet af, groot sestien hont, oostwaerts de erfgenaemen van Gerret Aerts, westwaerts Bemmet Willemsen, suydtwaerts den Haersgracf ende noortwaerts Aert Peters; noch vijf hont op de Oude wey, oostwaerts de erfgenaemen van Hendrick van der Horst, westwaerts Aert Peters, suydtwaerts Bemmet Willemsen ende noortwaerts de erfgenaemen van Berent Berents, met den last van omtrent het derde part van vier roeden dncks tot Vaeryck aen de groote straet stoep boven aen, ende met den last om de andere parceelen uyt dit leen, fol. 234 gespeciflceert, gespleten behoorlnck uyt te wegen, als een besunder leen, ten Zutphenschen rechten leenroerich, opgedraegen door Dr. Johan Swaen wegen de erfgenamen van Dr. Wilhelmus Thomaeus, volgens des Hoves authorisatie van den 9 Martii 1663, aen Jan Cornelissen, den 4 Junii 1663. Cornelis Janssen Draeck, erve sgnes vaders Jan Cornelissen, beleent, den 24 Mey 1669. Hendrikus Verploeg, na overluden van desselfs vader Govert Verploeg, die erfgenaam was van Cornelis Jansen Draeck, beleent, 9 Meert 1747. Johan Verploeg, erfgenaam süns vaders Hendrikus, beleend, 8 Junij 1750. Johannes Paal en Maria van Osch, ehelieden, dragen op de vijff Benedenste akkers op de Langewey, groot omtrent agt hond, staande ten name van Johan Verploeg, van wien sulks aangekoft hadden, aan Hendrik van Riemsdijk, die daar weder mede beleend is, 16 April 1778. Idem 1) draagt dit leen op aan Willem V e r w e y, die daar weder mede beleend is, 27 Februarij 1798. 234 § 3. Den derden kamp, van de straat af, groot sestien hond, oostwaarts de erfgenamen van Gerrit Aarts, westwaarts Bemmet Willemsen, zuydwaarts de Haarsgraaf, noortwaarts Aart Peters, snnde een afgespleten parceel van het leen fol. 234 § 2, ten Zutphense regten leenroerig, ontfangen hij Adriaan Draak, die daar weder mede beleend is, 1 Aug. 1741. Idem draagd dit leen op aan Josina van Osch, wed. Biemsdnk, die daar weder mede beleend is, 24 Septemb. 1745. Aaltien van Biemsdnk 2), erfgenaam hares moeders Josina van Osch, beleend, 21 Decemb. 1763. *) benevens zijne vrouw Elisabeth Vermeulen (Leenakte). ') Haar vader was Aart van Riemsdijk (Leenakte). 523 Eadem draagt dit leen op aan Hendrik van Riemsdgk, die daar weder mede beleend is, 26 Octob. 1776. Idem draagt dit leen op aan Jan de Joode, die daar weder mede beleend is, 9 Junn 1789. 234 § 4. Ongeveer seven hond weyland, op de Langeweyde tot Varick gelegen, alwaar naast geland is oost de wed. Tonis Berendsen, west de erfgenamen van Jan van Beest, suyden Josina van Biemsdnk en noorden Hendrik Verploeg, ofte wie alomme, als een bjjsonder leen en afgespleten van de Vijf bovenste akkers, reg. fol. 284, ten Zutphense regten leenroerig, opgedragen door Gerrit de Jode aan Antony van Ewijck, die daar weder mede beleend is, 12 Julij 1748. Idem en Anna van Kerkwnk, ehel., dragen dit leen op aan Hendrik van Biemsdnk, die daar weder mede beleend is, 7Decemb. 1771. 234a. Een hoffstadt met paten, buyten ende binnen, met allen heuren toebehoren, in den gerichte van Ophemert gelegen, aen d'eene spe naest die muyr van st. Martens kercke tot Ophemert ende aen d'andere spe nevens landt van Symon Martens erffgenamen, tot een bgsonder leen, ten Zutphensen rechten leenruerigh, ontfangen bg Cornelis van Schonenburgh, den 12 Septemb. 1651. Idem ende sgn huysvrouw Johanna Catharina Lantscroon belasten dit leen met sestien hondert gl. ten behoeve van de mombaeren van Beinier van Haeften, soone van Walraven van Haeften, heer tot Ophemert ende Senwpen, den 13 Junii 1663. 't Dorp Varick beleend, 12 Augusti 1741. Huider Gerrit de Jode. 235. TIEL, DEOEMT, SENWENDEN. Die Kuicksche thiende, op Tiele ende tot Droemt, tot Zutphenschen rechten ontfangen bij Arnt van Tuyl, a°. 1442. Winand van Tuyl1) bg' transport spes vaders Arnt, eodem die. Beinalt van Tuyl bg' transport Winands voorn., a°. 1447. Idem, a°. 1465. *) Hij tuchtigt daaraan zijn vader en zyne moeder Lijsbet (Leenakte). 524 Sander van Tuyl bij makinge snnes vaders, a°. 1470. Idem Reinaltssoon, 10 Octobris 1473. Idem eedt vernnt, 1 Augusti 1481. Idem, a°. 1492. Reiner van Tuyl bij transport sijnes vaders Sanders, 8 Martii 1524. Arent van Tuyl, erve sijnes vaders Reiners, 22 Augusti 1539. Johan de Cock van Opinen bij transport Arnts van Tuyl, eodem die. Idem eedt vernnt, 8 Julii 1544. Arnt de Cock van Opinen Johanssoon bij refutatie sijnes oltsten broders Jacobs, 30 Augusti 1560. Idem tuchtigt snn vrou Barbara van Middachten, 10 Augusti 1570. Rembolda Cock bij transport hares ooms Arnts, beheltlick haren vader Jacob die tucht, 3 Martii 1581. Eadem eedt vernijt, 1 Octobris 1581. Philips Edeler van der Planitz, onmundig, erve sgner moder Remboldao voorn., beleent, 19 Novembris 1611. Sgn schoonvader Ggsbert van Hardenbroeck huider. Gijsbrecht van Hardenbroeck, Gecommitteerde raedt der Staten van Utrecht, bg opdragt des voorn. Philips Rudolff van der Planitz beleent, 14 Maii 1621. Ggsbert van Hardenbroec, onmundich, erve sgnes vaders Gijsberts, beleent, den 29 Novemb. 1628. Philips van Varick in qualite als oom ende bloetmomber doet hulde. Ggsbert van Hardenbroeck, capteyn, erve sgnes vaders, beleent sgnde, transporteert hetselve leen aen Jan Th ij ss en ende desselfs tegenwoordige huysvrouw, 28 Martii 1661. Marycken Jansen voor haer selfs ende voor haer suster Eva Jans, erfgenaemen haeres vaders Jan Thijssen, beleent, den 19 Septemb. 1670. Eva Jans ende haer man Gerret Post renuntieren van haer helfte deses leens ende draegen deselve op aen haer suster Marriken Jans, dewelcke door haer man Joachim van Rumpt, apotheecker,daermede beleent is in het geheel, den 13 Julii 1680. Otto van Wyhe tot Echtelt laet registreren een apointement van het Hoff, waerbij Maryken Jans, weduwe, en de erfgenaemen van Joachim van Rumpt wort verboden dit leen niet te alieneren off te beswaren, 12 Maii 1689. De erfgenamen van Dr. Louis Ereyvenger krggen consent om hierop te procederen voor twe hondert negenennegentig guld. ten laste van Jan Rumpt en de erfgenamen van Egbert van Rumpt, als erfgenamen van Willem van Rumpt, 23 April 1733. Jan van Rumpt, erfgenaem sijns moedersMarrykeJans,23Julg 1783. Joachim van Rumpt, erve sgns ooms Jan van Rumpt, beleent sgnde, draagd dit leen op aan Cornelis V a 1 k i s en sgn vrou *), die daar weder mede beleend sgn, 30 April 1743. Deselven maken dit leen deylbaer onder haere na te latene kinderen, 21 Jung 1775. ') Elisabeth van Versendael (Leenakte). 525 Gobel Valkis laat appröberen en per clausulas concernentes registreren het erfmagescheyd den 15 Septemb. 1788 over den ouderlijken boedel opgerigtx), 17 Octob. 1788. Idem beleend met dit leen, allergestalte hetselve hem door dode van sgne ouders Cornelis Valkis en Elisabeth van Verssendaal, in leven ehelieden, en uyt kragt van geapprobeerd erfmagescheyd aangekomen is, eodem die. Denselven ende Jenneke van Empel, ehel., laten een acte van reciproque tugt appröberen en registreren, eodem die. Deselve ehel. maken dit leen deelbaar onder hare na te latene kinderen, eodem die. 236. DROEMT. Een huys to Droemt ende 4 mergen lants daert huys op staet, ten Zutphenschen rechten te leen gemaeckt tot een open huys bij Henrick van Balveren, knape, a°. 1832. 6'/2 mergen lants, tot goeder maten, gelegen in den gerichte van Drompt, tot Zutphenschen rechte bg Johan van Avesaet Arntssoon ontfangen, a°. 1402. Arnt van Avesaet Johanssoon, a°. 1422. Hier staet: in dereyningen vanDeyl. Idem ontfengt 6"2 mergen lants, ter goeder maten, die gelegen sgn in den gerichte van Droemt, ten steden hierna beschreven; dats te weten 21/. mergen int Bedlaken, tuschen lande Seger Simonssoon van der eener sgden ende joffrou Tsenbel van Arnhem, Simons kinderen van Avesaet ende Johan Hack van Tricht van der ander sijden; item 14 hont lants opten Griet, tuschen lande Johan Hacken voorn, ende Arnt van Tiel Ottensoon; item 5Va hont lants op den Griet, tuschen lande Arnts van Tiel voorn, ende den Vleyschauwerdijck, ende butendgx tuschen lande Arnts van Tiel ende joffrou Isenbelle voorn., a". 1424. Henrick van Avesaet ontfengt als een versuymt leen 6V2 mergen lants, 20 Augusti 1486. Hier staet: te weten 2'/2 mergen, geheiten Steykens hofstat, oostwart naest den Wyel ende den dgek, westwert die gemeyn straet, suydwert die nonnen van Senwaenden, noortwert Arnts erfgenamen van Avesaet; item 14 hont op de Griet, tuschen Jan Hacken ende Arnt van Tiel Ottensoon; item 57a hont opt Griet, oostwert naest de commanduer van Tiel, westwert den dgek, suydwert die Paesway ende noortwert des Heyligen geest werts; voorts eenen mergen op dat Waertken, binnen- ende butendgeks, tusschen lant des Duytschen huys to Tiel ende joffer Ysenheel. Idem verset aen Twen, weduwe Gerrits van Cleve, 4 gl. sjaers, te lossen in 10 jaren met 40 gl., op pene van een stoter sdaechts, 6 Aprilis 1487. ») tusschen hem en zijne vrouw Jenneke van Empel, Sander V. en zijne vrouw Johanna Margrieta van Aalst, Maria V. en haar man Adrianus Formfln, Barthold V weduwnaar van Margrita Ver mijne, Meige V. en haar man Remmot van Mil, Johanna V. en haar man Cornelis van- Aalst, Adriana Cornelia en Elisabeth V. (Leenakte). 526 236a. Acht mergen lants, gelegen bij Tiel, geheiten Gallencamp, tot eenen Zutphenschen leene ontfangen bij Gerrit van Boemel tot Nymegen, anno 1398. Heymerich van Bomell Gerrits soon ontfengt eenen camp lants, haldende 8 mergen, geheiten die Gallencamp, gelegen bij Tiel in den gerichte van Deyl ende kerspel van Droemt, anno 1422. Snn momber is Gerefaes van Bomell. Idem, a°. 1426. Johan van Steenhnyse maeckt te leen sgn hnys ende hofstat in Tielerweert, in den gerichte van Droempt, geheiten Gerenstein, omtrent 5 mergen, an d'een sgd die bandijck, an d'ander die gemeyne waterganck van Droemt; noch 8 mergen, geheiten Gallencamp, suydwert naest Agnese van Hoemen ende anders alom die gemeyn waterganck van Droemt, met allen sgnen tobehoren, eggen ende eynden, a°. 1444. Idem eedt vernijt, 8 Octobris 1478. Herman van Steenhuys, erve sgnes vaders Johans, 10 Julii 1481. Johan van den Steenhuys, onmundig, erve sijnes vaders Hermans, 22 Octobris 1484. Huider Gerit van den Steenhuys Janss., sgn oem. Idem eedt verngt, a°. 1501. Herman van den Steenhuys, erve sijnes vaders Johans, 8 Septembris 1529. Idem eedt verngt, 27 Septembris 1538, 21 Februarii 1545,28 Maii 1556. Idem tuchtigt sgn vrouw Cunera Foyerts, 17 Septembris 1559. Johan van Steenhuys, erve sgnes ooms Johans, 27 Octobris 1562. Christian van den Steenhuys, erve sgnes vaders Johans, 10 Julii 1590. Idem tucht sgn vrouw Maria van Elderich, 15 Maii 1621. Butger van den Steenhuys, erve sijnes vaders Christians, beleent, 3 Septembris 1625. Anna Maria van Steenhuys, onmundig, erve haères vaders Eutgers, beleent, 11 Mey 1689. Haer bestemoeder Maria van Elderick is momberse. Arnt van Haeften, man ende momber van Anna Maria van Steenhuys, heeft den eedt vernieuwt, 21 Junii 1648. Eadem ende haer man laeten haere dispositie appröberen, voor de volntreckunge dit leen speciael verbindende, 7 Meert 1649. Beatrix van Steenhuysen 1), uuyt cracht van maegescheyt metten Gallencamp, haer toegedeylt, beleent sgnde, laet haere dispositie appröberen, den 20 October 1649. Anna Maria van Steenhuys tucht haer man Arnt van Haeften aen huys ende hoffstat, geheyten Geresteyn, groot omtrent 5 mergen, den 29 October 1649. Christina van Eaetsvelt beleent uuyt cracht van dispositie van Beatrix van Steenhuysen, den 17 Decemb. 1649. Oer vader Bitter van Eaetsvelt, als onmundich sijnde, doet hulde. Anna Maria van Steenhuys *) vernieuwt den eed, 25 Martii 1656. Huider Herman van Schevickhaven. *) Vrouw van Philips van Dam. Zij stelt tot erfgenaam Christina van Eaetsvelt, dochter van Bitter v. R. en Margreta van Steenhuysen (Leenakte). *) Zij was toen weduwe (Leenakte). 527 Henrick Hack hg transport van Anna Maria van Steenhuys voor d'helfte van den GaUencamp beleent, den 2 Junn 1656. Johan van Aert ende Hadewych van Bueren van Beygersfoortbg transport van Anna Maria van Steenhuys beleent met huys ende hofstadt Geresteyn, den 2 Junii 1656. Bitter van Baedtsveldt bg transport van Anna Maria van Steenhuys voor d'heUte van den Galencamp beleent, den 25 Octob. 165b. Antony Breek velt, als man ende momber yan Christina van Eaesvelt beleent snnde met Vi van den Gaelencamp, suydtwaerts naest Asrnese van Heumen ofte haere naevolgers ofte anders alomme den gemeinen waterganck van Drempt, draegt dieselve helfte op aen Eoeloff Otten, die daer oock mede beleent is, den 29 Octob. 1660. Hendrika Hack na dode van Hendrik Hack beleend met den halven Galencamp, 11 April 1741. Geertruyd Hack, erfgenaam haars susters Hendrika, beleend, 16 May 1761. Pieter Schaap, innocent1), beleend met dit leen, allergestalte hetselve door dode van Geertruyd Hack op Helena Cornelia Hack en door afsterven van die op hem als naaste leenvolger is gedevolveert, Sept. 1778. Ida Mertina M e 1 v i 11 *) heleend met dit leen, allergestalte hetselve haar door dode van Pieter Schaap en als leenvolgster aangekomen is, 23 Aug. 1780. Deselve de novo beleend, 5 Septemb. 1789. Beinier Godfried Bartz en Ida Martina Melvill, ehel., laaten haar open testament van- den 2 Septemb. 1789 appröberen en registreren, eodem die. Afgespleten van 236a. 236a § 1. Een huis en hofstad, geheiten Gerestein, met hof, schuer en berg. Jacob van Aert voor hem selven en als volmechtige van snn moeder Hadewich van Buiren, weduwe van Jan van Aert, mitsgaders Johanna en Anna Maria van Aert, nevens Fransois Schlaun en Jacoba van Aert, ehel., nae het overlgden van haer respective man en vader Johan van Aert beleent, den 3 Nov. 1688. Johanna van Aert pro se en als volmagtige van haer moeder Hadewych yan Bueren, weduwe van Johan van Aert, mitsgaders Anna Maria van Aert beleent, den 29 Octob. 1690. Peter Janssen verkrngt consent om te procederen op Gerestein, tot vervolging van snn regt van koop van hetselve van Caerl van Broekhuisen, 21 Jan. 1716. Philippus Caerl van Broekhuysen van K e 11 beleend als erfgenaam van snn ehevrouw Anna Maria van Aert, 27 Jan. 1716. •) Zijn curator was Ds. R. G. Bartz (Leenakte). =) Vrouw van Op en Neder Audel (Leenakte). 528 Idem draegt dit op aen Servatius van Cuilenborg, die daer weder mede beleent is, eodem die. Johanna Emgard van Aert, Francois Schlaun, in huwelnk gehad hebbende Jacoba van Aert, en Philip Caerl van Broekhuysen, in huwelnk gehad hebbende Anna Maria van Aert, dragen dit leen op aen Peter Janssen, die daer weder mede beleent is, 3 Febr. 1716. Johan van Eavesteyn1) uyt hoofde van geapprobeerde transportbrief, door den Eigter in Tielerweert en Schepenen in den gerigte van Deyl gegeven, beleend, 5 August. 1757. Idem en Johanna Catharina van Minninghen, ehel., dragen dit leen op aan Huybert van E e, die daar weder mede beleent is, 19 Octob. 1758. Idem en Dorothea Geertruyd van Claveren, ehel., dragen dit leen op aan Carel Philip S p il 1 e n a ar, die daar weder mede beleend is, 19 Sept. 1772. J. H. Spillenaar cum suis2), te samen voor de helfte erfgenamen ab intestato van haren broeder C. J. Spillenaar, krijgen consent om op dit leen te mogen procederen, 29 May 1790. Maria van Heemskerk8), weduwe C. P. Spillenaar, laat registreren een extract uyt het signaat van den hooge gerichte van Deyl, 6 April 1804. Afgespleten van 236a. 236a § 2. De helfte van agt mergen lands, bg Thiel gelegen, den Galeneamp genoemt, als een bgsonder leen ontfangen bn Peter Schuil, borgemeester der stad Thiel, die sulks voor allodial goet hadde aangekocht4), 11 April 1741. Matheus Lambertus Schuil na bekomen approbatie van een extractmagescheyd beleent met dit leen, gelnk hetselve door dode van Peter Schuil uyt hoofde van magescheyd 6) op desselfs minderjarige soon David Henricus en door dode van die op hem als successeur feudael gedevolveert en verstorven is, 10 August. 1758. Idem draagt dit leen op aan Peter Adrianus van Breda, die daar weder mede beleent is, 12 April 1759. Denselven laat sijne opene testamentaire dispositie van den 15 Februarii 1786 appröberen en registreren, 1 Maart 1786. *) mode namens Adrianus Bruy stens en diens vrouw Agneta Hillcgonda v. R., kinderen en erfgenamen van Nicolaes v. R. en Margareta de Lange (Leenakte). 9) nl. Henrick Stam en diens vrouw Anna Cornelia 8., M. C. Spillenaar, wed. van Altena, en E. Spillenaar, wed. Verschuyl (Leenakte). a) Haar eerste man was Jan Daniël Westphalen (Leenakte). *) met belofte te praesteren wat ingevolge placaet van den 28 April 1740 eenigsints mogt worden geroquiroert (Leenakte). Dit plakkaat (van Loon 111, kol. 670) betreft de „voor als noch onverhefte lenen". ") Tusschen de kinderen van Peter Schuil en Johanna Cornelia van Eek, nl.Matheus Lambertus, Steven, Petras, Jan Martinus, Henrica Johanna (geh. met Johannes van Wetten), Theodora, Maria Johanna, Cornelia Jennetta en de minderjarige David Henricus (Leenakte). 529 237. WADENOTEN. 14 mergen lants ende een hofstat, met sijnen toebehoren, tot Wadenoyen gelegen, tot Zntphenschen rechten van der herlickheyt van Cnyck roerende, ontfangen bij Agnese, huysfrou Otten van Hoekelem, anno 1403 x). 237a2). WADENOTEN. 51/2 hont lants, gelegen int Broeck, in den kerspel van Wadenoyen, an d'een sgde Wemmers kinderen van den Steenhuyse, an d'ander Jan Meynert Janszoon; een hofstat an den dgek, an d'een sgd Henrick van den Steenhuys, an d'ander der kercken erve; 11 hont op de Vergerden, an d'een sgd die doompraist van Utrecht, an d'ander Jan van Wgck; 51/2 mergen in de Henich, an heyden sgden Henrick Swarten erfgenamen; 51/2 mergen op Anderingen, an d'een sijd Gerrit van Arszen, an d'ander Henrick Swarten erfgenamen, vrg gecregen bij Werner van Heze tegen een ander, 'twelck hij te leen gemaeckt, te weten 8 mergen gênant den Blomenacker ende 5 mergen gênant Bosencamp, to Puflick, anno 1438. 237b. WADENOTEN. 7 mergen lants tot Wadenoye beneden Tiel, van de herlickheyt Cuyck geholden ende ontfangen bij Arnt Wymmers, anno 1402. Johan van Hoekelum, erve sgnes vaders Arnt Weymmarssoon, ontfengt 7 mergen in den gericht van Wadenoye tot eenen Zutphenschen leen, met eenen ponde goets gelts te verhergewaden, anno 1406. Godert H 01 Dirckssoon, bij transport Johans voorn., ontfengt 7 mergen, des ö'/g mergen gelegen is to Wadenoye, mit namen 4 mergen int Broeck, die nonnen van Senweden3) gecoft, an d'een sgde ende heer Henrick van Nuwenstein, oick een geheeten Elbert, an d'ander sijde; item 51 /2 hont in den polre tusschen Henrick van den Steenhuys ende Arnt de Molner; noch 31/2 hont op de Vergerden tuschen den heeren van St. Wolburgen ende Willem van Langeraeck; noch D/2 mergen in den gericht van Malsen tusschen Alert de bastart van Buren ende Godert Hol Dirxzoon; anno 1415. Idem, anno 1424. Arnt Hol, erve sgnes vaders Goderts, anno 1430. Gadert Hol, bij transport Arnts voorn., anno 1436. Johan Hol, onmundig, deur sgn moder Griet Henrixdochter Utenweerde beleent, anno 1439; die huider is Derck Doys Akrgnssoon. ') Vgl. 242e. De daar genoemde akte de anno 1403 is van denzelfden datum. ") Vgl. 54. 8) D. i. Zennewijnen. Nijmegen. 34 530 Griet TJtenweerde, erve hares soons Johans, anno 1442. Herman aver die Vecht Peterssoon, erve snner moder Griet, anno 1454. Ggsbert van Tuyll, bg transport Hermans, 9 Maii 1484. 287c. WADENOTEN. Een hofstat met 7 mergen lants min l1/2 hont, met allen sgnen toebehoren, waer dat gelegen is in Tielreweert tot Wadenoye, haven naest de gemeen stege, beneden d'erfgenamen Henrick Swarten, tot Zutphenschen rechten geërft van Jutte Storms Johansdochter op haer nichte Mechtelt, weduwe Johans van Beesde Gerritssoon, ende van deselve op Gerrit van Beesde, haren soon, getransporteert, anno 1445. Hubert Schoeck Janssoon ontfengt het oick tot allen rechten, anno 1446. Johanna, naturlicke dochter Amts van Haeften, transporteert mit haren man ende momber 7 mergen lants, geheiten die Hoeve, gelegen tot Wadenoyen, daer naest gelant is an d'een Alert van Rijs wgck ende an d'ander sgde die gemeyn straet, met sgnen toebehoren, tot Zutphenschen rechten, tot behoeff yan Derck van Deyl, anno 1460. Idem eedt verngt, 23 Septembris 1478, 81 Julii 1481. Gerrit van Deyl, erve sgnes vaders Dircks, anno 1504. Idem eedt verngt, 26 Septembris 1588. Gerrit van Deyl, bg transport sgnes vaders Gerrits, 7 Junii 1542. Idem eedt verngt, 10 Julii 1544, 18 Junii 1556. Gerritgen van Deyl, huysfrou Dirck Peterssoon, erve hares vaders Gerrits, 15 Junii 1568. Dirck Peters crigt uutstel, 21 Julii 1571, over een maent. Gerrit Dirckssoon, erve sgner moder Gerritgen. ) Dirck Peters, erve sgnes soons Gerrits. > 1 Decembris 1571. Peter Willemssoon, bg' transport Dircks voorn. ) Gerrit Peterssoon, bg medegave sijnes vaders in hylick, 16 Decembris 1581. Idem crigt acte van diligentie, 11 Junii 1594. Jacob Gerritssoon, erve sgnes vaders, beleent sgnde, draegt 't leen op Ida Petersdochter, huysfrou Anthonis Tij na gel, 10 Septembris 1604. "Uadem ende haer man tuchtigen malcandren, 12 Januarii 1607. Joost Tegnagel, erve sgner moder ïdae Peters, beleent sgnde, tucht —sgir vrou Aleyda van Wely, 17 Junii 1618. Antonis Tegnagel, erve sijnnes vaders Joost, beleent, den 14 Aprill 1631; Peter Tegnagel,. als oem ende bloetmomber, huider. Joost Tengnagel, erve sgnnes broeders Antonis, beleent, den 7 October 1640; Ggsbert de Eicke, als momber, doet hulde. 531 Abraham Tijnagel, bij transport sijnnes broeders Joosts beleent snnde, laet het verdrach, tussen hem ende sgnnen broeder opgericht1), appro. beren, den 10 Mey 1647. Adriaen de Cock van Delwynen2), bg transport Abrahams Tijnagel, beleent, den 9 Junii 1656. Yan Adriaen de Cock van Delwynen verstorven op sgn soon Johan en van die op Bartold van Haeften3), die daermede beleent is, 9 Oct. 1733. Jan Walraven de Cock van Haeften laat registreren per clausulas concernentes 't geopende testament van Barthold van Haeften en Margariet van Lynden, in leven ehelieden, 5 Febr. 1773 4). Idem, erfgenaem sgns vaders Barthold van Haaften, beleend, 10 Junii 1775. Augustus Johannes Sloot6) laat appröberen en registreren een gerigtelgk transport do dato 30 Decemb. 1786 met relatie tot dit leen en sig uyt dien hoofde daarmede beleenen, 16 Maii 1787. Idem draagt dit leen op aan Gerrit van Goor, die daar weder mede beleend is, 7 Sept. 1791. 238. WADENOYEN. Drie mergen lants ter goeder maten, in den gericht van Droemt gelegen, binnen ende buten dgcx, tusschen lande Johans van Avesaet Arntssoon an heyden sgden, tot Zutphenschen rechte opgedragen bg Arnt van Tiel Ottensoon op sgn dochter Geertrud, haer momber Ggsbert die Bromer, anno 1403. Henrick die S w a r t heeft te leen geholden 3 mergen lants to Wadenoyen op de Hevieht, tusschen Godert Piecks kinder ende Herman van Puflick; noch in de Henicht 21/2 mergen, tusschen Herman van Puflick ende Otto van Hoekelem; item op de Andeningen 17 hont, tusschen Gadert Piex kinder ende Arnt Beek; noch op de Andeningen 14 hont, tusschen Ot van Heukelem ende Willem van Langraeck; item 3 mergen in den gericht van Malsen, tusschen die Malsensche seegdgek6) ende d'erfgenamen Arnt sMolneers; 3 mergen in den gericht van Droemt, tuschen den abt van St. Marienweerde ende d'erfgenamen heer Alerts van Puflick, tot Zutphenschen rechten 7); ende dieselve geërft op sgn dochter Alert Swarten, anno 1432; haer huider is Otto die Swart. Agnes van Eek ontfengt tselve deur haeren huider Dereken van Ecke, met vorworden, dat hare kinderen, die sg van Bartholomeus van Eek heeft, erven sullen het een opt ander ende na des lesten doot daert met recht hoort, anno 1438. Onder tvoorsz. sgn l1/2 mergen eygens erffs. ') Voor den magistraat van Tiel (akte). '•0 Heer van Wadenoyen (akte). *) Na verzuim. Vgl. voor de tussclientijdscfae leenvolgers 239. 4) Vgl. 239. Een andere zoon van Barthold v. H. was Reinier, heer van Ophemert en Sennewijnen. 5) Vlg. de akte: Mr. e) Akte: sneghdijek. ') Deze omschrijving komt ook in volgende akten voor. 532 Bartholomeus van Bek Bartholomeisoon, bg transport snner moder Agnes van Wge, anno 1464. Idem tuchtigt snn vrou Bate van Randwgck; idem anno 1467. Idem eedt vernnt, 22 Septembris 1478, 8 Julii 1481, anno 1501.1 Bartholomeus van Eek, erve sgnes vaders Bartholomei, 7 Julii 1544. Dirck van Eek, onmufldig, erve sgnes vaders Bartholomei, 11 Junii 1556. Idem selffs eedt gedaen, 17 Novembris 1570. Idem tuchtigt sgn vrouw Margriet van Brakel, 27 Decembris 1576. Idem eedt verngt, 10 Augusti 1594. Johan van Eek, erve sgnes vaders Dircks, ontfengt drye mergen in eenen camp van seven mergen, in den kerspel van Malsen an den Malsenschen Segedgck, in welcken camp die andere vier mergen eygen erve sgn; ende noch drye mergen, gelegen an den Hogenweg, in den kerspel van Droemt, 8 Maii 1616. Derck d e B ia n c, als erve sgnner moeder Anna van Eek, suster van Johan van Eek, beleent, den 26 Januarii 1680 *); Willem de Blanc, de vader, doet hulde, alsoo sgn soone noch onmundich. Willem de Blanck, erve sgnnes zoons Derck de Blanck, beleent, den 24 Mey 1638. Idem laet sgne dispositie appröberen, waermede hg dit leen maeckt aen Anneken de Blanck, dochter van Mr. Jan de Blanck ende Aryken van Beynen, den 5 Martii 1661; dewgl Willem de Blanck hetselve testament niet gelicht ende de jura betaelt heeft, is dit testament door apointement van den Ed. Hove van den 18 Dec. 1662 gecasseert ende geannulieert. Johan de Blanck, erve sgnes vaders Willem, beleent, den 18 Decembris 1662. Idem draegt dit leen op aen Hendrick Noot, den 15 Maii 1663. Hendrick Noot, weduwenaar van Fhenena de Mare, laet appröberen een maechgescheit, tusschen hem en sgne kinderen opgericht, waerbg dit leen de kinderen is toegedeilt; oock wort geapprobeert een maechgescheit tusschen de kinderen Gillis Noot ter eenre en Adriana Noot den 3 Augusti 1681 gemaeckt, waerbg dit leen aen Adriana Noot toegedeilt is, dewelcke oock, door haer man Cornelis Brouwer daermede beleent sgnde, dit leen heeft opgedraegen aen Gosen Gobelsen, die daermede heieent is door sgn huider Johan Leur, den 14 Mey 1689. Ton is Gosens van Verrendael, erfgenaem sgns vaders Gosen Gobelsen, beleent, 12 April 1707 2). Idem draegt dit leen op aen Gobel Gosens van Verrendael, die daer weder mede heieent is, 1 April 1716. Echtgen van Versendael, erfgenaam haars vaders Gobel Gosens van Versendael en uyt hoofde van geapprobeerd magescheyd s), beleent, 23 Julii 1762; huider Hillebrand Moens, haar man. ') N.l. de 2 laatstgenoemde stukken land. Anna van Eek had haren broeder beërfd (akte). *) Het 3 morgen in een kamp van 7 morgen; ook de volgende beleeningen betreffen alleen dit stuk land. ') D. d. 26 Dec. 1755 (akte). 533 Jan van Versendael, minderjarig, na dode van Echtgen van Versendael en uyt kragt van geapprobeerd magescheyd x), heleend, 16 October 1766; huider Gosen van Versendael, snn voogd. Denselven, meerderjarig geworden, laat eed vernieuwen, 20 Junii 1782. Bart van de G r g n, in huwelijk hebbende Catharina vanVerssendaal, laat appröberen en per clausulas concernentes registreren het magescheyd, tussen haarl. en derselver moeder den 14 December 1782 opgerigt2), 13 November 1783. Catharina van Verssendaal beleend met dit leen aller gestalte hetselve haar uyt hoofde van vorenst. magescheyd aangekomen is, eodem die; huider Bart van de Grijn, haar man, eodem die. Catharina van Verssendaal draagt dit leen op aan Hendrik van Steenis junior, die daar weder mede beleend is, 25 Januarii 1794. 238a. WADENOYEN. Een stuck van drye mergen lants, gelegen in Tielreweert, in den gericht van Wadenoyen in de Lange Henieht. oostwert naest Johan van Winsums ende Gijsbert van Lanskronen erffnis, suydwert die gemeyn straet, westwert Anken Peterssoon ende Johan Moet met den sijnen ende noortwert die weteringe, uut een anderen leen afgesplit ende ten besunderen Zutphenschen leen opgedragen bg' Diedrick van Eek, tot behoeff van Margriet de Cocks van Opinen (voorbehouden haren vader Arnt de Cock een lgftucht daeran); ende haer huider is Johan van Buren, burgemeester to Tiel, 24 Julii 1600. Evert van den Steenhuys, beleent sijnde, draegt dit leen op aen Jan Gerrits Admirael ende Belyken Aerts, snnne huysfrouwe,ende maken, dat dit leen sall blgven bg de langstlevende van oir beyden, ende dattet nae haer beyder doot onder oer beyder kinderen gelickelic sal genaten ende geprofiteert worden, sulx dat de olste, 'tsg soon off dochter, 'tselve tot gemeen last ende profijt sall verheven, den 4 Mey 1634. Gerrit Jans Admirael, voor hemselven ende in name van sgHe jongere broeders, mit namen Arnt Jans, Peter Jans ende Jan Jansen, beleent, den 18 Julii 1647. Willem Tonissen Storm, bg' transport van Gerrit ende Peter Janszoon Admirael, voor haer ende haere andere broederen3) beleent, den 10 Aprilis 1651, mitsgaders sgne verbintenisse voor de cooppenningen. ') D. d. 17 Feb. 1766; Jan v. V. was een der 5 onmondige kinderen van wglen Derk v. V. en Aeltjen v. V. (akte). *) Tusschen Aaltje v. V., weduwe Dirk v. V., en hare kinderen Jan, Gobel, Gevrij;,. Catharina en Aartje (echtg. van Hendrik van Gelder), over de goederen van hunnen man en vader Dirk v. V., hunne tante Echte v. V. en hunne oudtante Jlaayko V e r w e y. 3) N.l. Aert en Jan Janssen; do laatstgenoemde was minderjarig en had tot momber zijn oom Jan Gijsbertscn Tol (akte). 534 Gerardus Fassavant, bij transport van Willem Tonissen Storm, beleent, den 16 Decembris 1659. Godart van den Doorslach, getrout aen Jacomina Fassavant, voor hemselfs ende voor de andere kinderen van Gerardo Passavantl) beleent, den 18 Augusti 1670. Geertruyd van Hattem beleend, 21 December 1742; huider Aart Spaan, haar soon2). Hendrik Spaan, erfgenaam sijns moeders Geertruyd van Hattem, beleend, 4 Maii 1774. Denselven en Helena van Sennewynen, ehelieden, maken dit leen deelbaar onder hare natelatene kinderen, 19 Julii 1782. Jan Aartsen Spaan, erfgenaam3) sgns vaders Hendrik Spaen, beleend, 15 Januarii 1790. 238b. WADENOYEN. Seventhien hont boulants, gelegen op de Auweling, oostwert an Cornelis Janssoon Custer, westwert an Gosen Gosenssoon, snydwert ant Hemertsche straetjen ende nortwert an de Bommelsche straet. Noch eenen mergen boulants in de Henicht, oostwert an Jan van Steenhuys ofte die sgne, westwert Trijn Cornelis Lubberts ende Steven Aertssoon, nortwert die gemeyne wetering endo suydwert die Bommelsche straet, allet in den ampte van Tielerweert in den kerspel van Wadenoy, ten besunderen Zutphenschen leen opgedragen bij Derick van Eek, tot behoeff van Cornelis Cornelissoon, 20 Julii 1615. Henricksken Cornelisdochter, erve hares vaders, beleent, 5 Octobris 1625. 239. WADENOYEN. Dat dagelix gericht4) tot Wadenoyen, in Tielrewcert gelegen, tot eenen Zutphenschen leene ontfangen bij Willem van Langeraieke, anno 1405. Idem, met sgnen tobehoren, te weten den wind ende den anval van der Lingen, anno 1424. Arnt van Haeften maeckt te leen ende transporteert een huys ende hofstat met allen sgnen timmeringen, potingen ende tobehoren, gelegen in den gericht van Wadenoyen, ende mede die ambochsche heerliekheyt van Wayenoyen, item 4 mergen in den- ') Predikant te Wadenoyen (akte). De andere kinderen worden in de akte niet genoemd. *) Na afgemaakt verzuim. 3) Oudste zoon (akte). *) De uitdrukkingen dagelijksch gericht, dagelijkscho heerlijkheid en ambachtsheerlijkheid komen in de akten afwisselend roer. 535 selven gericht; noch die halfseheydinge van 15 mergen in denselven gericht; noch 4 mergen; noch 4 mergen; item die * ander helft van 15 mergen voorsz., tot Zutphenschen rechten, op Ggsbrecht, soon tot Meer, anno 1455. Johan, heer to Meer ende Spalbeeck, erve sgnes hroders Gijsberts, anno 1466. Steesken van Hemert, bg transport Johans voorn., anno 1469. Idem tuchtigt sgn vrou Johanna. Idem, 9 Octobris 1478 (hier staet dagelix gericht in plaetse van ambachtsheerlickheyt). Johan van Hemert, erve sgnes vaders Steeskens, 25 Julii 14811). Johan van Wge, bg transport Johans voorn., 22 Augusti 14851). Fredrick van Hemert, erve sgnes broders Johans, beheltlick Margriet van Tuyl, sgner vrouwen, die tucht, anno 1515. Stees van Hemert, erve sgnes vaders Fredrix, ontfengt een huis ende hofstat met allen sgnen getimmer, patingen ende tobehoor, met den daglixen gericht to Wadenoyen, 4 mergen op de Henich an de Auwelinck, streckende van der weteringe tot den Hemertschen grave, 4 mergen, an den huse to Wadenoyen gelegen, 4 mergen op de Auwelinck, daer Lambert Huberts op woont; noch 4 mergen op de Auwelinck, boven beneven erve Henrix van Hemert, beneden an erve Gerrit Janszoon, 5 mergen op den Brewaert, boven an erve Henrix van Helsem, beneden an der vicarien.lant; noch op den Brewaert 5'/2 mergen, hoven ende beneden an erve Cornelis Lamberts, met den leenmannen, daerto gehorende, anno 1520. Idem eedt verngt, 4 Novembris 1588. Fredrick van Hemert, erve sgnes vaders Stees, 20 Martii 1544. Idem eedt verngt, 81 Octobris 1557. Idem tuchtigt sgn vrou Hilleken van Zuylen, eodem die. Maria van Hemert Fredrixdochter crigt uutstel, 2 Maii 1567. Eadem, huysfrou Adrians de Cock van Delwynen, erve hares vaders Fredricks, 7 Aprilis 1,568; eadem tuchtigt haren man, eodem die. Johan de Cock van Delwinen, erve sgner moder Margriet2) voorn., beleent, 17 Maii 1605. Idem crigt bevestiging van sgn hilixnotul met Eustagia van Hemert, den 6 Junii 1612 opgerecht, 25 Julii 1612. Idem crigt bevestiging sgner hilixvorworden met Adriana vanBeinhem, den 7 Novembris 1615 opgericht, 3 Octobris 1620. Adriaen de Coc van Delwynen, erve,sgnnes vaders Johans, beleent, den 14 Julii 1646. Johan de Cock van Delwynen, erve sgns vaders Adriaens, beleent, den 17 April 1698. Idem laet sgn beslote dispositie appröberen, den 8 September 1702, 5 April 1718, 80 Mey 1721, 11 November 1723. Bartold van Haeften, erfgenaem sgns ooms Johan de Cok en uit kragt van desselfs testament van den 21 October 1723, beleent, 28 Februarii 1725. ') In doze akten wordt de heerlijkheid niet genoemd. '*) In de andere akten heet zij Maria. 536 Idem laet sgn beslote dispositie appröberen, 10 December 1725. Jan Walraven de Cock van Haeften laat registreren per clansulas concernentes het geopende testament van Barthold van Haeften en Margariet van Lynden, in leven ehelieden, 5 Februarii 1773. Idem, erfgenaam sgns vaders Barthold van Haaften*), beleend, 10 Junii 1775. N.B. Met eenige veranderinge, bij d'acte uitgedrukt8). Idem laat appröberen en registreren een extract-magescheyd met relatie tot den eygendom van de ses onderstaande perceelen, eodem die3): de twe en twintig mergen lands, tot de leengoederen van den huyse Wadenoyen specterende, door de heerlijkheyd verspreyd loggende, als namentlgk 1°. vier mergen lands, gelegen op den Henicht aan den Auwelink, etc, 2°. vier mergen op den Auwelink, boven, etc, 3°. vgff mergen opten Breewart, noch opten Brewart mergen, boven en beneden, etc, 5°. noch vierdehalve mergen opten Auwelink, met de leenmannen, daartoe gehorende, te samen in den gerichte tot Wadenoyen gelegen, sijn na inhoud van 's Hoves resolutie van den 21 Januarii 1774, uyt kragt van 's Landschaps authorisatie van den 29 October 1773, van de leenpligt ontslagen tegens de teleenmakinge van: 1°. vier mergen, den olden boomgaard genaamt, 2°. tien mergen bouwland, de Hoeff genaamt, 3°. agt mergen en vier mergen, te samen den Lappenhoff geheten en alnu jong gepoot bosch sgnde, 4°. het huys, de Swaan genaamt, alsmede vgff mergen twe hond boomgaard, Coekenhoff genaamt, 5". drie mergen vijff hond bouwland op den Henigt, thans bg Goosen van Versendael in pagt, 6". drie mergen vijflf hond op de Vergerde, waarvan Anthony van Ewiek eene mergen twe hond en Goosen van Versendael twe mergen drie hond thans in pagt gebruyken, bij wgse van permutatie, die met 't leen Wadenoyen cum pertinentiis geconsolideert en onder deselve leenpligt gobragt zgn, 10 Junii 1775. Evert Jan van Nykerken en Nyvenheim4) laat appröberen en registreren een gerigtelgk transport d.d. 30 December 1786 met relatie tot dit leen en sig uyt dien hoofde daarmede beleenen, 29 Maart 1787. Denselven draagt dit leen op aan Anthony Johannes van Doorn, die daar weder mede beleend is, 13 Augustus 1789. Denselven en Agatha Maria van Velsen, ehelieden, laten haar open testament van den 10 September 1790 appröberen en registreren, 23 Augustus 1792. *) Tevens heer van Ophemert en Senuewijueii. *) Bedoeld is do verwisseling van leengoederen; vlg. het hier volgende magescheid. ') Dit magescheid is van 11 Juli 1774; het werd gesloten tusschen: Jan Walraven Baron de Cocq van Haeften, heer van Wadenoyen, Reynier Baron v. H., heer van Ophemert en Sennewijnen, Theodora Anna Bar550, v. H., echtg. van Jan Jacob Baron de Geer, heer van Kijnhuysen, Henrietta Margriet Bar"e. v. H., echtg. van Carel Lodewijk Baron de Fagniet, heer van Kermesteyn, Margareta Reynera Bar"», v.H., echtg. van Evert Ludolph Baron van Heeckeren, heer van Walyen, en Johanna Christina Agnes Bar»", v. H. 4) Tot Eek en Wiel (akte). 537 240. METEEEN1). 121 2 mergen lants, in den kerspel van Meteren gelegen, tusschen erve Johans van Eeesde heeren Gerhrants soon ende die Marckte; item een hofstat, in den kerspel van Beesde gelegen, tusschen Hubert Meussoon ende d' erfgenamen Roberts Arentssoon; item V/2 mergen, in den gerichte van Beesde in de Meynte, tusschen d'erfgenamen heeren Gerrits van Beesde ende Kersten Bernswerts, tot Zutphenschen rechten ontfangen bij Floris van Beesde Gerrit Hubertssoonssoon, anno 1408. Gerrit Gerrit Hubertssoon, anno 1425. Wolter van Heemskerck, bg transport Gerrits van Beesde,ontfengt 18 mergen lants, gelegen in den gerichte van Meteren, an d'een sgde naest Willem Piex wijff ende Willem Piex erven, an d'ander sgde neven der Mcrcken, anno 1435. Gerrit van Eemskerck, erve sijnes vaders Gerrits2), ontfengt 2 vrije hoeven, op Heycoep bg Leerdam gelegen3); een stuck lants, geheiten heer Ottenhoeff, holdende 20 hollantsche mergen; een stuck, dat Gerrits van Beest te wesen plag, holdende 18 mergen; een stuck, geheiten Jan Oppensacker, holdende 1 mergen; den Smeetsacker, holdende 2 mergen; tsamen gelegen tot Meteren. Eodem die ontfangen een stuck lants, geheiten den Rijsacker4), haldende 26 mergen; een stuck lants, geheiten den Calenberch4), haldende 4 mergen; éen stuck lants, geheiten dat Hontsgemet4), haldende 9 mergen; een stuck lants, geheiten dat Malsenoirt Bot, holdende 71/2 mergen, ende dit voorn, erve is gelegen tot Malsen, tot Zutphenschen rechten, anno 1461. Idem tuchtigt sgn huysfrou Johanna van Beest an den Rijsacker, Calenberch, Hontsgemet, ende dat Malsenoirtrot; idem, anno 1465. Idem eedt verngt, 14 Octobris 1478, 26 Julii 1481. Wolter van Eemskerck, erve sgnes vaders Gerrits, anno 1492. Johanna van Eemskerck, weduwe Ggsberts die Cock5), anno 1518. Eadem, anno 1515 6j. Herbert de Cock, erve sgner moder Johanna, 11 Octobris 1532. Idem tuchtigt sgn vrou Merael van Culenborch an Bakerbosch7), 8 Februarii 1533. Idem eedt verngt, 26 Septembris 1538. Ggsbert de Cock, erve sgnes vaders Herberts, 20 Martii 1544. Idem verngt eedt, 17 Junii 1556. >) Alsmede Beesd en Malsen. *) Vermoedelijk is Wolter bedoeld; vgl. 241. *) Verwezen wordt voor dit leen naar bet reg. der uitheemsche leenen. Zie leenen buiten Gelderland, blz. 69. Dit leen heeft dezelfde lotgevallen gehad als het land de Rijsacker, waarop de hier genoemde akten alle betrekking hebben. 4) Zie voor de herkomst dezer 3 leenen: 241. 5) Van Nederynen (akte). 6) Destijds huisvrouw van Gijsbert voornoemd. ') Huis en goed met 2 morgen lands (akte). Bij de vorige akte is dit leen in marginc geschreven. Hierover handelt evenwel 252. 538 Idem tuchtigt sijn vrouw Beatrix van Assendelft, 21 Octobris 1575. Beatrix van Assen del ft, bg transport hares mans Ggsberts voorn., beleent met een bouwinge, in Tielreweert op den Bijsacker gelegen, in den gerichte van Meteren, gênant Bijsenoy, met den leenen ende goederen, daerto gehorende 1), ende noch 20 mergen lants, in deuselven gericht op den Bergacker gelegen 2), oostwert naest gelegen die Blanckersche wegh, westwert die kerek, voor 2 leenen, - 20 Decembris 1593, beheltlick den erffgenamen Ggsberts voorn, die losse an de voorsz. leen- ende andere vrije goederen vier jaren na sgnen doot met 8200 gl. Maria van Giessen3), bg' makinge Beatrix voorn., ontfengt huys, hoff ende 24 mergen lands daeran, gelegen op den Bgsacker, in Tielerweert in den gericht van Meteren, gênant Rijsenoy, met den leenen ende goederen daerto gehoort ende bg maechgescheyt tot den huyse Clingerenborch togeeygent *), 11 Aprilis 1611. Jan de Bye huider. Gerhard van Assendelft Johans6) soon, bg makinge sgner moyen Beatrix, ontfengt huys, hoff ende 24 mergen lands, in Tielerweert in den gericht van Meteren gelegen, gênant Bijsenoy, met den leenen ende goederen daerto gehoort ende bg maechgescheyt den huyse Clingerenborch togeeygent, 28 Maii 1612. Maria voorn, laet eed verngen haren man Godert van Gent, heer to Loenen, van de onderleenen, tot den hoff Bgsenoy gehoort ende bij maechgescheyt tot den huyse Clingerenberg togeeygent, 17 Januarii 1616. Eadem laet eedt vernieuwen door Bartolt van Gent, heere tot Meynerswick, den 24 Junii 1642. Eadem ratificeert haeres mans6) ende haer dispositie, den 18 October 1686 geapprobeert, den 16 December 1647. Odilia van Assendelft7) beleent, den 28 Julii 1656. Cornelis van Gent8), erve sgner moeye Maria van Giessen, beleent, den 7 Octobris 1659. Odilia van Assendelft laet haer dispositie appröberen, den 19 Julii 1668. Aelbert Gramey, uyt cracht van verwin9), met octroy, van de Heeren Staeten deser Lantschap gemaeckt, beleent, den 27 Augusti 1680. Margareta van Gent tot Loenen, erve haeres vaders Cornelis van Gent, den 8 Junii 1633; dr. Johan van Eek, burgemeester tot Bommel, is huider. Albert Gramey draegt dit leen op aen sgn dogter Johanna Elisabet Gramey, die daer weder mede beleent is, den 4 Julii 1699 10); huider Johan van der Horst, haer man. ') 24 morgen lands (akte). ,. , , , , ... ... 2) Op dit leen heeft 241 hoofdzakelijk betrekking. De hier volgende akten zijn dezelfde als de gelijktijdige, aldaar vermeld. 3) Dochter van Joost, ambtman van Bommel, Bommeler- en Tielerwaardon (akte). 4) Vlg. deze akte was wijlen Gijsbert de Cock van Nederynen heer van Clingolenborch. «) Heer tot dalingen, Besoyen, Heynenoort, etc. (akte). ") In tusschen overleden (akte). ') Echtg. van Jacob Christoffel vanBalvcren (akte). 8) Heer tot Loenen (akte). ") Ten laste van J. Chr. van Balveren voornoemd (akte). ,0) Als huwelijksgoed (akte). 539 Eadem en haer man Johan van der Horst tugtigen malkanderen reci- proquelgk haer leven lang, 21 Augusti 1703; laten haer beslote ' dispositie appröberen, 9 Julii 1713. Eadem stelt na dode haers mans een nieuwen huider, haer soon Anthony van der Horst, 22 Augusti 1735. Agnetha van der Horst, erfgenaam haares grootmoeders Johanna Elizabeth Grammey, beleent 30 Julii 1761; huider Fredrick Adolph van der Marck, haar man*). Deselve ehelieden laten haar besloten testament van den 22 April 1794 appröberen, 16 Maii 1794. 241. METEKEN, MALSEN. Sestich mergen lants, gelegen in Tielreweert, in den gerichte van Meteren ende van Malsen, geheiten die Rijsacker, den Bergacker ende dat Hontzgemet, met allen heuren tobehoren, tot Zutphenschen leensrechte ontfangen bg Johau, heer tot Hoeckelom, anno 1424. Johan van Heukelom van Ackoy, met vorworden, off hij sonder gebeurt sturve, salt commen op Catrin van Ackoy, huysfrou Wolters van Emskerck, sgn suster, anno 1427. Catrina van Ackoy, huysfrou Wolters van Hemskerck, ontfengt 70 mergen lants; item 2) den Rijsacker, 26 mergen3); den Berchaeker, 20 mergen; een hofstat van 1 mergen an den Marck; noch an de Marck 2 mergen; int Hontzgemet 9 mergen; op Malsenreoirt Rot 71/2 mergen; den Calenberch, 4 mergen, met allen heuren tobehoren, anno 1428. Gerrit van Hemskerck, erve sgner moder Catrin, die haer tucht behelt, anno 1461. Idem tuchtigt sgn vrou Johanna van Beest. Wolter van Hemskerck, erve sgnes vaders Gerrits, anno 1492. Johanna van Hemskerck, weduwe Ggsbert de Cock, anno 1518. Herbert de Cock, erve sgner moder Johannae, 11 Octobris 1532. Ggsbert de Cock, erve sgnes vaders Herberts, 2Q Martii 1544. Beatrix van Assendelft, bg transport hares mans Ggsberts voorn., beleent met 20 mergen lants, in den gericht van Meteren op den Berchaeker gelegen, oostwert naest den Blanckerschen weg ende westwert die kerek, voor een hesunder leen *), 20 Decembris anno 1593. Maria van G i e s s e n, bg makinge Beatrix voorn., beleent met 20 mergen, in den gericht van Meteren op den Bergacker gelegen, oostwert naest den Blanckerschen weg ende westwert die kerek, 11 Aprilis 1611; Jan de Bye huider. Eadem laet eed vernijen haren man Godert van Gent, heer to Loenen, 17 Januarii 1616. ') Professor te Groningen, in 1794 aan de academie te Burgsteinfurt (akten). 2) Lees: n.1. *) D. i. het leen, waarop 240 hoofdzakelijk betrekking heeft. *) Verwezen wordt naar 240. Zie noot 2 op blz. 538. 540 Eadem laet eedt vernieuwen door Bartolt van Gent, heere tot Loenen ende Meynerswick, den 24 Junii 1642, Cornelis van Gent, erve sijner moeye Maria van Giessen, beleent, den 7 Octobris 1659. Margareta van Gent, erve haeres vaders Cornelis van Gent, heer tot Loenen, beleent, den 8 Junii 1683; dr. Johan van Eek, borgemeester tot Bommel, is huider. 242 *). WEERDENBORCH, EST. Een bouwinge, groot ongeveer achtenveertich mergen* in den gerichte van Hier ofte Weerdenborch ende van Est gelegen, die Aert Otten gebruyekt, ten besunderen Zutphenschen leen opgedragen bg Guido van Malsen, heer to Broeckhuysen, Ketzenich, etc., op Dirck Ggsbertssoon t' Avesaet, 14 Decembris 1609. Ggsbertt Hueff, als erve sgnnes ooms Derck Ggsberts, beleent, den 9 Maii 1628. Idem laet sijnne houwelixe vurwarden, tussen hem ende sijnne huysfrou Grietgen van der Lingen opgericht, appröberen, den 9 Maii 1628. Margreta Wilhelma van Wittenhorst beleent, den 6 Augusti 1683 2). Charles Baron de Pallant ende Morriome3), man van de voornoemde Margreta Wilhelmina, draagt sgn actie op aen Philips de Merode, marquis van Westerloo, den 26 Julii 1684. Ggsberts Huefts dispositie approbeert, den 17 Februarii 1686. Charles Baron de Pallant ende Morriome 4), voor hemselven ende als man ende momber van Margreta Wilhelmina van Wittenhorst, revoceert voorgaende opdracht5), ontfanckt dit leen opt nieuw, den 21 Junii 1639. Margreta van der Lyngen, voor haer ende haere kinderen, bg Ggsbert Hueff geprocreert, beleent, den 21 Decembris 1643. Eadem laet haere houwelixe vurwarden met Johan 'sGravenweert, den 21 Mey 1647 ingegaen, appröberen, den 14 December 1647 6). Peter van Perponcher, lieutenant-colonnel, ende Josina Tengnagel, eheluyden, bg opdracht van Margareta van Lynghen ende haere kinderen, beleent, den 16 Octobris 1658. Deselve laeten haer besloten dispositie appröberen, den 8 Mey 1665. ') Dit leen vormde met de onder 242a en 2i2g genoemde de z.g. Alpensclie goederen, gelegen in de kerspelen Weerdenborch, Est en Ophemert, gezamenlijk c. 160 Holl. morgen groot. Blijkbaar waren deze goederen tot 1609 in echo hand. De beleeningen vóór dat jaar zijn alleen onder 242 g opgeteekend. *) In de bedoelde akte staat, dat de Alpensche goederen, zijnde 3 bouwingen, bij Maria Margreta van Malsen, Gijsbert Hueff en Adam van Lochorst „als een bouwhoff besonder beseten worden." De reden der bier vermelde beleening, die op de 3 goederen betrekking had (vgl. 242a en gr), blijkt intusschen niet. ») Ook wel „Mariome". •) Heer tot Bredebent (akte). «) N.l. van 26 Juli 1634. •) Gevolmachtigde was haar broeder Cornelis, oud-burgem. van Tiel. Haar man (in 1658 v a n 's Gr. genoemd) was beider rechten doctor (akte). 541 Isaac Perponcher, erve sijnes vaders Peter van Perponcher, onmundich sgnde, beleent door sgn bloedmomboir Alexander Tengnagel, heer tot . Gellecnm, den 11 Julii 1668. Isaac Perponcher, erve sgnes vaders, beleent, den 18 Septembris 1669. Alexander Tengnagel, heer tot Gellecnm, laet de besloten dispositie van Peter Perponcher, lientenant-colonel, ende Josina Tengnagel openen ende registreren, den 8 October 1669. Isaack de Perponcher laet sgn besloten dispositie appröberen, den 2 September 1680. Anna Catharina Tengnagel, ehevrou van Johan van Outhensden, heer tot Est, beleent uyt cracht van de dispositie van Peter Perponcher en Josina Tengnagel, den 20 Martii 1682; hnlder Cristoffel Heyendael. Eadem laet haer beslote dispositie appröberen, 18 Octobris 1705. Eadem laet eed vernieuwen na 't afsterven haers hulders, 29 Septembris 1706; huider Johan Verbeek. Eadem laet haer beslote dispositie appröberen, eodem die. Johan van Outhensden laet de geopende dispositie van sgn vrouw saliger registreren, 21 Decembris 1706. Geertruid Maria van Outhensden, erfgenaem haers moeders Anna Catharina van Tengnagel, uit kragt van testament beleent, 25 Maert 1707; huider Cristoffel van Tongeren. Eadem laet haer beslote dispositie appröberen, 22 Augusti 1712. Qnirinus Ramaker beleend, 25 Maii 1741. Idem *) draagd dit leen op aan Tgs Ggsbertsen van Empel, die daar weder mede beleend is, 28 October 1746. Maria van Empel, erfgenaam haars vaders Tgs Ggsbertsen van Empel, beleend 2 April 1768; huider Cornelis Arissen van der Linden. Eadem en haar man Augustus Johannes Sloot laten hare reciproque lgftugt appröberen, 23 Pebruarii 1780. Augustus Johannes Sloot beleend met dit leen aller gestalte hetselve door dode van sgne vrouw Maria van Empel op haarluder dogter Johanna Augusta Sloot en door overigden van die op hem als vader gedevolveert ende verstorven is, 8 Junii 1780. Idem en Cornelia den Appel, ehelieden, laten haar open testament van den 8 Augustus 1782 appröberen en registreren, 8 Augusti 1782. Denselven draagt dit leen op aan Jan van Verssendaal, die daar weder mede beleend is, 13 Novembris 1783. 242a *). OPHEMERT, EST. Een bouwinge, groot ongeveer achtenvijftich mergen, in den gerichten van Ophemert ende Est gelegen, bij Johan Wijerssoon gepacht, ten besunderen Zutphenschen leen opgedragen bg Guido van Malsen, heer to Broeckhuysen, Ketzenich, etc., op >) Wonende te Driel (akte). s) Zie over dit leen, dat blijkens eene aanteekening in margine de Mastmeulen heette, noot 1 op blz. 540. 542 Goris Claessoon1), 14 Decembris 1609. Claes Gorissoon, erve sgnes vaders beleent sgnde, draegt 't leen op Adam van Lochorst, 24 Septembris 1613. Margrieta Wilhelmina van Wittenhorst beleent, den 6 Augusti 1683 2). Charles Baron de Pallant ende Morriome, man van de voorn. Margreta Wilhelmina, draegt sgn actie op aen Philips de Merode, marquis van Westerloo, den 26 Julii 1634. Charles Baron de Pallant ende Morriome, voor hemselven ende als man ende momber van Margreta Wühelmina van Wittenhorst, revoceert voorgaende opdracht, ontfanckt dit leen opt nieuw, den 21 Junii 1639. Anna Elisabeth van Ehede, als erfgenaem van Adam van Lochorst8), beleent, den 19 December 16564). Haere voochden5) laeten de acceptatie der conditiën, in het testament van Adam van Lochorst ende Swana van Ledenberch, den 9 Januarii 1655 gemaeckt, geëxprimeert, bekent maecken ende registreren volgens de acte, aen de liasse berustende, den 27 September 1669. Hendrick Jacob van Tuyl van Seroskercke ende Anna Elisabeth van Eede8), heer en vrouw van Suylen, Swesereng, etc, laeten eet vernieuwen door Jurriaen van Bgstervelt, den 26 September 1671. Hendrick van Ommeren, als coper deses leens voor de achterstedige verpondinge deses leens, beleent, den 5 Mey 1688. Sara van Br engel, weduwe van Hendrick van Ommeren, q.q.7) naer gemaeckte afdracht van het versuym beleent sgnde, draegt dit leen op aen Bart Cornelissen V e r k u y 1, die daermede beleent is, den 10 Martii 1694. Bart Cornelisse Verkuyl en Maryke Spaen, egtelieden, laten haer beslote testament appröberen, 10 September 1728. Bart Verkuyl laet registreren de geopende testamentaire dispositie, door hem en sgn vrou gemaekt, 22 Maert 1725. Ariaentje Verkuyl, onnosel, dogter van Bart Verkuyl, en Jan Verkuyl, minderjarige soonssoon van denselve, erfgenamen van Bart Verkuyl, uit kragt van vorenstaende testament beleent, 6 September 1731; huider Gobel Janssen van Versendael, aengestelde voogd. Jan Verkuyl, meerderjarig geworden, laat eed vernieuwen, 6 Junii 1754. Jan Verkuyl en Neeltien E g n b e r k, ehelieden, laten haar open testament van den 29 September 1773 appröberen, 12 October 1773. Jan-^erkuyl en sijn oudste soon Cornelis Joosten Verkuyl laten appröberen en registreren een accoord de dato 6 November 1783, 16 December 1788 8). ') Burger te Zalt-Bommel (akte). *) Vgl. noot 2 op blz. 540. 3) Heer van Zuylen (akte). *) In deze en de vlg. akten wordt vermeld, dat het leen is afgesplit van de Alpensche goederen. *) N.l. Adam van Lochorst, heer van Lier, en Johan Caesomhroot, heer van Rijnesteyn, echtg. van Charlotte van Ledenberch. e) Van Nederhorst (akte). ') Als mombcrsche harer kinderen. 8) N.l. eene t. o. v. dedingsvrienden aangegane transactie tusschen den vader en zijne kinderen Cornelis, Jan en Johanna, weduwe Willem van Nieuwkerk, waarbij de eerstgenoemde onikr bepaalde voorwaarden van de lijftocht afstand deed. 543 Cornelis Joosten Verkuyl laat appröberen en per clausulas concernentes registreren het erfmagescheyd, den 19 Augustus 1784 met sgn - suster en broeder over den boedel van wglen hare ouders Jan Verkuyl en Neeltje van Bgnberk, in leven ehelieden, opgerigt, en waarbg hem een gedeelte deses leens "■) is toe- en aanbedeeld, 25 Augustus 1784. Denselven beleend met een gedeelte deses leens, aller gestalte hetselve hem door dode van sgne voorn, ouders en uyt kragt van hét geapprobeerde erfmagescheyd aangekomen is, eodem die. Afgesplit van 242a. 242a § 1. Een weyde, genaamt de Kreppersweyde, groot twaalf mergen, gehoort hebbende onder de bouwing de Mastmolen, gelegen tot Ophemert, als een bgsonder en afgespleten leen aan den E. G. en G. Z. ten Zutphense regten, met een pond goed gelds te verheergewaden leenroerig, opgedragen door Jan Verkuyl en Neeltien van Ehgnberk, ehelieden, aan Dirk van der Linden, die daar weder mede beleent is, 22 Junii 1758. Cornelis Joosten Verkuyl, Bart Verkuyl, Crgn van Beesd en Johanna Verkuyl, ehelieden, meerderjarige kinderen van Jan Verkuyl en Neeltie van Egnberck, pro se et q.q. 2), renuntieren van haar regt, 'tgeen haarlieden eenigsints mogte competeren aan dit leen uyt hoofde van 't grootouderlgk testament, ten behoeve van Dirk van der Linden, 1 Julii 1762. Afgesplit van 242a. 242a § 2. Ongeveer drie en een halve morgen bouwland, tegenover het huys, oost en west Cornelis Jooste Verkuyi, suyd en noord de weduwe van Nieuwkerk selve; ongeveer twee morgen in vier morgen Zwarte Camp, alwaar naast oost, zuyd en noord de weduwe van Nieuwkerk en west Jan Janssen Verkuyl; een en een halve morgen naast de Zwarte Camp, oost Jan Janssen Verkuyl, west Cornelis Joosten Verkuyl, suyd en noorden de weduwe selve, moetende dit perceel uytwegen over twee en een halve morgen, aan Cornelis Joosten Verkuyl aanbedeeld; alle te Ophemert gelegen; en drie en een halve morgen in ses morgen met huys, berg en schuuren en verdere betimmeringen, alwaar oost de kerk van Neerynen, west de straat, zuyden den uytweg en noord den ontfanger Mr. Jacob de Eook, te Est staande en gelegen, sgnde thans een bgsonder leen en afgespleten van de bouwinge de MastmoleD, onder Ophemert en Est gelegen, aan den Furstendom Gelre en Graafschap Zutphen ten Zutphenschen regten met een pond goed gelds te verheergewaden leenroerig. Johanna Verkuyl laat appröberen en per clausulas concernentes ') Zie de afsplitsingen, onder § 2 en § 3 vermeld. '■') Zich sterk makende voor hun minderjarige broeder en zuster Jan en Anna (akte). 544 registreren het erfmagescheyd, den 19 Augusti 1784 met hare broeders over den boedel yan wglen hare ouders Jan Yerkuyl en Neeltje yan Bgnberk, in leven ehelieden, opgerigt, en waarbg haar dit leen is toe- en aanbedeeld, 25 Augusti 1784. Deselve beleend met dit leen, aller gestalte hetselve haar door dode van hare voorn, ouders en uyt kragt van het geapprobeerde erfmagescheyd aangekomen is, eod. die; huider Arnold Antony Gaymans. Afgesplit-van 242a. 242a § 3. Ongeveer vijf en een halve morgen houland, alwaar oost Cornelis Joosten Verkuyl, west den ontfanger Mr. Jacob de Book, zuyden Jan Janssen Verkuyl selve en noord den uytweg; ongeveer drie morgen weyland in de soogenaamde ses morgen, sgnde het benedenste gedeelte in deselve, alwaar naast oost Cornelis Jooste Verkuyl, west de weduwe H. Spaen, zuyd en noorden Jan Janssen Verkuyl, moetende dit parceel uytwegen over sgn eygen land en vervolgens over den hof van de weduwe van Nieuwkerk nae de straat; ongeveer twee mergen in vier morgen Swarte Camp, alwaar van rondomme naast geland de weduwe van Nieuwkerk, moetende uytwegen als het voorgaande parceel; ongeveer een morgen weyland, het klijne weyke, oost de weduwe H. Spaen, west Jan Janssen Verkuyl, suyden de kerk van Neerynen en noorden de weduwe H. Spaen, almede als het vorige parceel uyt te wegen; twee en een halve morgen in ses morgen bouland en boomgaard, alwaar oost Cornelis Joosten Verkuyl, west den ontfanger de Book, zuyden de weduwe van Nieuwkerk en noorden de kerk van Opynen, met regt van uytweg als van vorige parceelen, te Est gelegen, sgnde thans een bgsonder leen en afgespleten van de bouwinge de Mastmolen, onder Ophemert en Est gelegen, aan den Furstendom Gelre en Graafschap Zutphen ten Zutphensen regten met een pond goed gelds te verheergewaden leenroerig. Jan Janssen Verkuyl laat appröberen en per clausulas concernentes registreren het erfmagescheyd, den 19 Augustus 1784 met sgn broeder en suster over den boedel van wglen hare ouders Jan Verkuyl en Neeltje van Bgnberk, in leven ehelieden, opgerigt, en waarbg hem dit leen is toe- en aanbedeeld, 25 Augustus 1784. Denselven beleend met dit leen, aller gestalte hetselve hem door dode van sgne voorn, ouders en uyt kragt van het geapprobeerde erfmagescheyd aangekomen is, eodem die. 242b. METEBEN. Seven mergen lants 2 hont op den Grasaeker, gelegen in den gerichte van Meteren, tusschen des Fursten erve an d'een sgde ende des Fursten neve van Cuyck ende Johan Genemans soon an d' ander sgde, ontfangen by Johan van Tyele van Meteren, anno 1388. 545 Peter van der Hautert draegt op 7 mergen lants, in den kerspel van Meteren gelegen, mit der eenen sgden streckende an de .. marck ofte gemeente ende an d'ander sgde Ploris van Beesde, gelegen an den eenen eynde Johan van Meteren ende an den anderen 6g8hert Pieck, tot behoeff van Johan Arntssoon, anno 1439. ffl 242c- EST. Een huys ende hofstat, tot Est gelegen, met sgnen tobehoren, tot Zutphenschen rechte geweest Johans Kanssen ende ontfangen bg Arnolt de Cock, anno 1402. Johan de Cock, erve sgns vaders Arnts, ontfengt sgn huis ende hofstat tot Est mit der kerekgifte ende meule aldaer, voort allen heuren tobehoor, anno 1424. Arnt de Cock Arntssoon, anno 1468. Johan de Cock van Opinen, 18 Octobris 1473. Idem eedt verngt, 28 Julii 1481. 242d. Die heerliekheyde, hoge richte ende breueken der derpen van Est ende Meteren, tot eenen Zutphenschen leene, waeran Johanna van Kuyck, dochter Wemmars van Cuyck, wort gelgftuchligt, beheltlick den hertoge den clockenslach, gemeen schattingé ofte bede, renten ende erftale, anno 1402. Cornelis van Aerssen, heer van Hogerheyde, na gemaeckte afdracht van 't versuym, beleend, den 26 Pebr. 16941). Idem en Maria Pauw laten haer dispositie, die open is, annroberen 11 September 1695. ' COnl mg*" Aerssen' erf£enaam sSns Taaers Cornelis, beleent, 1 Augustus Idem en Anna Elbertina vanSchagen, egtelieden, laten haar ope dispositie appröberen, den 14 September 1734. Cornelis van Aerssen2) en Anna Albertina van Beyeren Schagen laten haar open testament van den 18 October 1760 approheren en registreren, 29 October 1760. ') Van Aerssen (ook heer van Ossendrecht, etc., ontv. generaal van Holland en West. friesl.) was vlg. de akte de naaste leenvolger van Jacob van Cuyck van Meeteren kolonel-commandeur van Bergen-op-Zoom. «"bieren, De beleening heeft van hieraf alleen op Meteren betrekking, welk leen in do akte omschreven wordt als de Heerliekheyt ende jurisdictie met het adélicke huys van Meeteren, tienden landerijen achterleenen en alle verdere ap- en dependentiën ™ dien". Vgl. over dit leen: Gelre, Bijdr. en Meded. XI, blz. 342 e vle pvuaennen Tan *) tot Voshol, Meteren, etc. (akte). Nijmegen. 546 Aelbregt Nicolaas van Aarsen Beyeren, erfgenaam sgns vaders Cornelis van Aarsen, beleend, 14 October 1768. Albrecht Nicolaas van Aerssen Beyeren en Josina Anna Machteld Bentinck, ehelieden, dragen dit leen op aan Mauritz Cornelis Pasques de Chavonnes en Maria Smits, ehelieden, die daar weder mede heleend sgn, 80 Maart 1785; huider Mr. Steven Bink. Steven Bink q.q. laat quoad clausulas concernentes registreren een acte van separatie tusschen Maria Smits en Mauritü Cornelis Pasques de Chavonnes, ehelieden, 5 Maii 1789 voor heeren commissarissen uyt desen Hove gesloten, 9 Augustus 1794. Jan Carel van der TJpwichen Balthazarina Johanna Pasques de Chavonnes, erfgenaemenx) haars broeders Matiritz Cornelis Pasques de Chavonnes, beleend, eodem die. Deselve ehelieden dragen dit leen op aan Thomas van Barneveld, die daar weder mede beleend is, eodem die. Judith Petronella van de Sande renuntieert van alle regt en aanspraak, welke sij als eenige en universeele erfgename van haar moeder Maria Smits, laatst weduwe van Mauritz Cornelis Pasques de Chavonnes, op dit leen en geregistreerde 245a mogt hehben gehad, 29 September 1794. 242e2). 5 mergen ende 1 hont lants in Karbeelseamp ende in Wijerscamp, tot Zutphenschen rechte ontfangen bg Otte van Hoeckelom, anno 1408. Idem, als momber sgner huisfrou Agnes, ontfengt alsulck leen als hg schuldich is te halden, dat van een Cuycks leen an sgn Furstlicke Genade gecommen is, anno 1424. 242f. METEEEN. Sesthien mergen lants ongeveer, in Tielreweert in den gericht van Meteren tusschen Est ende Meteren op den Bergacker gelegen geheiten des Greven hoeve ofte die Gelresche hoeve, die die blinde Ggsbert van Tuyll te hebben plag, tot Zutphenschen rechten angenomen hg Hans van Segen, burger to Ngmegen, van den hertog voor achterstedige schuit8), te lossen met 120 (rijnsche)4) goltgulden ende 460 (currenter)4) gulden, 17 Aprihs 1528. •) Zij was oudste zuster (akte). 2) Onder Meteren? In de akte geen plaatsaanduiding. ■ .. _ . ■0 Nl voor een schuld aan wijlen Peter van Gelre, echtgenoot, en Cornelis Koek, vader zijner huisvrouw, die beiden kok van den hertog geweest waren (akte). 4) Akte. 547 Gertrud van Segen, weduwe Peters de Gier, erve hares vaders Hans, 1 Octobris 1538. Wendel van Segen, huysfrou Claes Pels, bg transport Gertruds voornoemt, huysfrou Gerrit Gay mans, 12 Martii 1589. Eadem eed verngt, 7 Julii 1544, die losse voorbeholden. 242g1). EST. Dat goet tot Este in Tielreweerde, ontfinck Jacob van Mierlar, anno 1377. Goide van Ey 1 e, Johans wgff van Brochusen, ende Griet van Eyle, heur suster, Wessels wgff van Leembeke, erve heures vaders Dircks van Eyle, ridders, ontflngen dat goet ende erve, in den kerspel van Este gelegen, met allen sgnen tobehoren, tot een Zntphens leen, anno 1402. Guedgen van Eyle, huysfrou Johans Vlecke van Kaldenbroicke, verngt sulck goet als sij liggende heeft tot Est ende anderswaer in den lande van Gelre, anno 1422. Eadem ontfinck sulck goet als sij tot Est ende daeromtrent heeft, anno 1424. Jutte van Leembeck, huysfrou Johans van Alpen, bg transport Johan Vleeck van Kaldenbroick, ontfinck alle alsulcke erve ende goet, gelegen tot Est, omtrent 160 mergen, anno 1441. Catrin van Alpen, bij transport harer moder Jut, ontfinck alle alsulcken goet als sij liggende heeft in Tielreweert tot Est ende Meteren, hg gebreck van kinder weder te keren op Jutten erven, anno 1444. Eadem vernijt dit deur heuren vader Johan, anno 1467 et 1469. Ejusdem ende Henrick van Batenborchs kindren laten dit verngen haren bestevader Johan van Alpen 2), ridder ende drost slands van Cleve, anno 1475. (159 Hollandsehe mergen.) Iidem laten verngen haren hestevader voornoemd dit leen, 9 Decembris 1481. Johan van Bronckhorst ende van Batenborch, vrgheer te Bymborch ende Gronsfelt, lantdrost8), ontfinck twee bouwingen met allen heuren tobehoren, haldende ongeveer 160 Hollantsche mergen lands, in Tielreweert in heyden kerspelen van Ophemert ende van Est gelegen, als erve sgner oldemoder Catrin, 7 Februarii 1527. Johan van Bossem, heer te Broickhuysen, dit gecoft hebbende van Johan voornoemd, transporteert het op Marten van Eossem, marschalck, 15 Februarii 1541. Idem verngt eed, 22 Julii 1544 (2 bouwingen, die Alpensche goederen). Joban van Eossem, bg transport4) sgnes broders Martens, beleent, 3 Augusti 1555. Idem vernijt eed, 18 Martii 1558. *) Zie noot 1 op blz. 540. *) In deze akten van A1 p h e n genoemd. *) Van Cleve (akte). ) Vlg. de leenakte waren dit en 6 andere leenen hem aa n b e s to r v en van zijn broeder Marten v. E., heer tot Puderoyen. 548 Johan van Eossem, hg transport sgnes vaders Johans, heieent (voorbeholden een tucht ende dat hgt nyet mag vercopen bij verbeurte van dien, tot behoef sijner suster Sibille) met 3 bouwingen, geheiten die Alpensehe goederen, met heuren tobehoren, holdende omtrent 160 Hollantsche mergen lands, in Tielerweert in den kerspelen van Weerdenborch, Est ende Ophemert gelegen, 10 Octobris 15641). Idem doet selver eed ende sijn vader vertgt op sgn tucht, 22 Februarii 1567. Idem tucht sgn vrou Johanna van Malsen, 5 Martii 1570. Sibilla van Eossem, huysfrou Guidos van Malsen, erve hares broders Johans, 4 Septembris 1573. Eadem tucht haren man voornoemd. Otto van Malsen, erve sgner moder Sibilla, erft op sgnen vader Guido van Malsen, die beleent is, 9 Novembris 1602, deur volmechtigen Peter van Chous. Bohbrecht van Malsen, bg" opdragt Guidos voornoemd, ontfengt ten besunderen Zutphenschen leen een bouwinge, groot ongeveer vijftieh mergen, in den gerichten van Ophemert ende Est gelegen, die Hubert Cornelissoon gebruyckt, 14 Decembris 1609 2). Adrian van Malsen, heer t Onsenoort, erve sgnes broders Eoberts, beleent, 1 Septembris 1616. Maria Margreta van Malsen, bij transport van Adriaen, beleent, den 9 Maii 1632. Eadem haere dispositie approbeert, den 4 Decembris 1633. Margrete Wilhelmina van Wittenhorst ontfanckt die drye bouwingen, geheyten die Alpensehe goederen, met heuren toebehooren, holdende omtrent hondert ende tsestich Hollantse mergen, in voegen die bij Maria Margreta van Malsen, Ggsbert Heuff ende Adam van Lochorst beseten worden, den 6 Augusti 16333). Charles de P allant ende Mariome, man van de voornoemde Margreta Wilhelmina, draegt sgn actie op an Philip de Merode, marquis van Westerlo, 'den 26 Julii 1634. Johanna van Malsen, vrouw van Onsenoirt4), beleent met een van die drie bouwingen, geheiten de Alphensche goederen, groot ongeveer vijftieh mergen, met haer toebehoor, tot Ophemert ende Est gelegen, haer aengecomen door haere. suster Maria Margareta van Malsen, canonickess tot Munsterbils, den 11 Octobris 1675. Eadem laet haere dispositie appröberen, den 27 Februarii 1676. Gerart van Poelgeest, heer tot Coudekerck, Poelgeest, etc, beleent als erve van Johanna van Malsen, den 29 Nov. 1676. Gerart van Poelgeest ende Coudekerck, vrijheer van Hoochmaden, erve sijnes vaders Gerart, beleent, noch onmundich sgnde. Eeinier de Haen, notaris tot Cuyck, is huider, den 28 Julii 1679. Peter Schoock laet registreren een apointement van het Hoff, waerbij —rhr-stadtholder wort versocht over geen alienatien off beswaeren deses leens te staen eer hij voldaen is, gegeven den 16 Julii 1684, ende geinsinueert den 1 Julii 1686. *) Halder Johan van Rossem, bastaard (akte). 2) Sedert zijn de beide andere bouwingen afzonderlijke leenen (zie 242 en 242a). 3) Zie over deze en de volgende beleening noot 2 op blz. 540. *) Nieukuyck, etc. (akte). 549 Peter Schoock, volmechtiger van de kinderen van Jan Vervoort ende ~ "MatthgsTVerhei, heeft laeten registreren, dat hg q.q. uyt cracht yan octroy van de Lantscap om op dese leengoederen te procederen, gedateert den 23 ende 25 Octohris 1686, d'aenspraecken, ten lantrechte gedaen in Novemhri daeraen volgen de, ende den 4 Septemhris 1691 sententie tot vordel vercregen heeft voor 4300 gulden salvo calculo met de costen, ende dat daerop de verwinnen en aengevangen sgn gevolgt. Geschiet op den 12 Julii 1692. Peter Schoock, cessie ende transport hebbende van Peter de Gay)), is uyt cracht van verwin beleent, den 12 Junii 1692. Maria Judith Schoock, erfgenaem haers vaders Peter Schoock^), na approbatie van de verdelinge op verclaringe der erfgenamen beleent, 5 April 1715. Huider Jacob Elzevier, haer man. Deselve en Jacob Elzevier, egtelieden, laten haer besloten dispositie appröberen, 11 Jnnii 1737. Predrica, Aletta en Johanna Hendrica Elzevier, na dode harer onderen Jacob Elzevier en Maria Judith Schoock, uyt kragt van derselver testamentaire dispositie heleend met een van die drie bouwingen, geheyten de Alpheuse goederen, groot ongeveer vgftig morgen, met haar toebehoor, tot Ophemert en Est gelegen, den 20 Junii 1747. Huider Peter van Bleek. " Peter de Eoock en Fredrica Elsevier, ehelieden, laaten haar open testament van den 28 October 1765 appröberen en registreren, 5 November 1765. 243. METEEEN. Een stuck lants, geheiten dat Hontzgemete, haldende omtrent 16 mergen, met sgnen tobehoor, tot Meteren in den gerichte van Geldermalsen gelegen, tot Zutphenschen rechten opgedragen bij Peter van der Hautert tot behoeff van Peter Sarissoon van Saltbommel, anno 1455. Gerrit van Wesel ontfengt dit ende draegt het op Otten van Tuyl, anno 1470. Idem eedt verngt, 17 Octobris 1473, 19 Januarii 1482. Henrick van Tuyl, erve sijnes broders Otten, anno 1493 (Hier staet, dat daernaest gelant is beneden Gerrit van Emskerck ende Alert van den Sloits erffgenamen). Idem tuchtigt sgn vrou Lgsbet van Varick, eodem die. Bernt van Tuyl, erve sgnes vaders Henrix, 20 Octobris 1521 3). Idem eedt verngt, 11 Julii 1544, 20 Junii 1556. Eutgerken van Tuyl, erve haers vaders Bernts. 1 Margriet van Hagestein, erve harer dochter Eutgerken. [ 9 Julii 1575 *). Johan van Hagestein, erve sgner suster Margriet. ) ') A Tijnagel (akte). Hg" heeft cessie en transport; op de goederen van Gerrit van Malsen^ heer van Poelgeest. *) In leven bnrgem. yan Zfljt-Bommel (akte). *) Behoudens de tucht zijner moeder voornoemd (akte). *) De 2 eerstgen. beleeningen waren verzuimd. 550 Cornelia van Hagestein. erve Johans voornoemt. ) , _, , ..„„„„ m , T ,,. . ,, ,. . ( 1 Februarn 1577. Trnken Lieftincks, erve Corneliae voornoemt. ' Johan Peterssoon, erve sgner moder Trnken, 2 Junii 1582. Idem stelt dit leen te waerbnrg voor 800 gulden an Alexander van Tellicht, eodem die. Wolter van Tellich Alexanderssoon voor sich selffs, sgn moder Elisabet van Munster, sgn suster Agnes van Tellich, huysfrou Cornelis Henricks soon van Westbroeck, Margriet van Tellich ende sgn nichtgen Marta, Christoffers van Tellich nagelaten dochterken, vercregen bg Margriet Schencks, draegt op 800 gulden, daervoor dit leen te waerborch gestelt is, mit sampt al sulcken besit ende gebruyck als dienvolgens van denselven leene Johan Peterssoon overgedaen ende Alexander van Tellicht ende sgne nagelaten kinderen voornoemt tot desen dage to gehadt hebben, op Johan van Cuyck van Meteren ende Geurt Arntssoon, schultis to Geldermalsen, 28 Maii 1598. Lucasken Lichtlevers 1), erve harer suster Trnken 2), gewesene huysfrou Everts van Santen, erft op haer dochter Heesken van Rgswick Hermansdochter, huysfrou Eaabs ter Hobert, dieselve op Grietgen ter Hobert, haer dochter, huysfrou Hermans van Holte, welcke is beleent, 20 Julii 1601. Johan van Cuyck van Meteren, bg opdragt Grietgens voornoemt, Lgsbet Gerrits van den Berg3), Johan ende Henrick Peters, ontfengt aller derselver andeel, recht ende toseggen an die helft van een stuck lands, geheiten dat Hontsgemet 4), holdende tsamen 16 mergen, mit allen sgnen tobehoren, bg Meteren in den gerichte van Geldermalsen gelegen, oostwert naest erve Johans van der Vecht, etc, 5 Novembris 1604. Melchior van Cuyck van Meteren, erve sgnes vaders Johans, ontfengt die helft van een stuck lands, geheiten dat Hontzgemet, holdende tsamen omtrent 16 mergen, met allen sgnen tobehoren, bg Meteren in den gerichte van Geldermalsen gelegen, oostwert naest erve Johans van der Vecht, suydwert den Blanckerschen weg, westwert die weduwe Ggsberts de Cock van Nederinen ende Sweder van Culenborchs erfgenamen ende noortwert die Merssteeg 5), 18 Maii 1621. Gosen van Cuyck van Meteren, erve sgnes vaders, met die helfte beleent, den 8 Maii 1652. Johan Oly, erve sgnes ohems Gosen van Cuyck van Meteren, beleent, den 19 Augusti 1670. Idem draecht dit leen op aen Hendrick van Oort, die daermede beleent is, den 26 Februarii 1678. Derk Gerritse van Eek, erfgenaem sgns ooms Hendrick van Oort, beleent met de helft, 28 November 1729. Idem draegt dit leen op ') Gewezen huisvrouw Hermans van Rgswick, smid (akte). *) Trnken Lieftincks ofte Lichtlevers (akte). *) Halve snater van Grietje (akte). 4) De andere helft afgesplit: zie § 1. •j In latere akten: Meersteeg. 551 Antony van der Meer, die daer weder mede beleent is, 20 Januarii 1783. Gerrit van der Meer, erfgenaam sijns vaders Anthony van der Meer, beleend, 19 Februarii 1781. Denselven draagt dit leen op aan Jacob van Meteren, die daar weder mede beleend is, 24 Maart 1787. Afgesplit van 243. 243 § 1. Die helft van een stuck lands, geheiten dat Hontzgemet, holdende tsamen sesthien mergen, met allen sijnen tobehoren, bg Meteren in den gerichte van Geldermalsen gelegen, oostwert naest de weduwe Ggsbert de Cock van Nederinen ende Sweder van Culenborchs erven, te Zutphensche regten opgedragen bg Grietgen ter Hobert1), Lgsbet van den Berg, Johan ende Henrick Petersen op Geurt Arnts, schultis to Geldermalsen, 5 Novembris 1604. Idem tucht sgn vrou Elisabet van Hattem, makende, dat tleen sal vallen op haren oltsten soon ofte dochter tegen uutrichtinge van 600 gulden an sgnen vollen broderen ende susteren, 13 Augusti 1612. Idem, dodende die makinge van den 13 Augusti 1612 te niet, maket sgnen 4 kinderen Jan, Dirck, Aert ende Sophia gelgcke deelen ende dat 't een opt ander erven sal, 13 Julii 1619. Idem maeckt, dat sgn vrou Maria van Hattem, commende hem t' overleven, sal bliven int genot van dit ende tvolgende leen 2), totdat sg van sgn erven vernuegt sg van drye hondert gulden, haer in hilix- vorwerden belooft, ende alle boedelschulden met haer vorder verschot betaelt, 16 Octobris 1623. Gelost oft losse bewesen den 4 October 1633. Derck, Aert ende Fyken Guerts van Heemskerck, beleent sgnde, stellen dit leen tot waer aen Goossen Willems voort leen, bg haer op huyden an hem opgedragen, den 4 October 1638 3). Derselve beleeninge ende waerschap approbeert, den 27 November 1683 4). Willem Goossens, beleent sgnde, draegt dit \ Op dit transport ende leen op aen I beleening is gerenun- Gerrit T e e n s, die oock volgens daermede be- ( cieert ende vertegen, leent is, den 5 Junii 1687. ' 25 November 1637 6). Fyken Geurts van Heemskerck, erve haerer broeder Aert Guerts, voor V8 beleent, den 30 September 1687. Derck Geurts van Heemskerc, erve sgnnes vaders Gerrit Aerts, ende sgn broeder Aert Geurts beleent met de helfte van 8 mergen, den 13 December 1644. ') Huisvrouw van Herman van Holt (akte). ') Zie 243a. 8j In deze akte komt de naam Van Heemskerck voor het eerst voor. *) Aert is onmondig (akte). *) Vgl. 243a. 552 Sophia Geurts van Heemskerck, door dode haeres broeders int geheel mette 8 merghen beleent, den 7 Junü 1659, ende heeft ten selven daghe haere dispositie onder haere kinderen laten appröberen1). Salomon fior ende Seger de Haen, nomine uxorum, dochteren van Sophia Gerrits van Heemskerck2), ende haer sterck maeckende voor haer 'suster Haedwich, in gevolg van des moeders dispositie van den 7 Junii 1659 beleent door haeron huider Henricus Arnoldi, den 6 April 1668. Salomon Bor8), Hester Beid, weduwe Seger de Haen, en Hadewig Beid, weduwe Wilhem van Schoneveld, dragen dit leen op aen Andries Aertse van M a 1 sem, die daer weder mede beleent is, den 2 Junii 1698. Hülder Aert van Malsem, snn soon. Idem maekt dit leen deilbaer onder sijne drie kinderen Aert, Grietje en Jantje van Malsem, eodem dié. Aert, Grietjen en Jantje van Malsem, erfgenamen haers vaders Andries Aertse, beleent, 7 November 1707. Huider Johan Verbeek. Aert en Magrita van Malsem, na dode haers susters Jantje, beleent, 27 September 1734. Deselven dragen dit leen op, mits beiden behoudende het vrugtgebruyk van dien haar leven lang gedurende, aen Abraham van der Werken, die daer weder mede beleent is, eodem die. Idem laet sijne opene dispositie van den 30 November 1759 appröberen en registreren, 21 November 1759. Harmanus van der Werken, als erfgenaam testamentair nae dode sgns vaders Abraham van der Werken beleend, 22 April 1794. 248a. GELDERMALSEN. Een huys ende hoffstad, met allen sgnen rechten ende tobehoren ende twee mergen lands, daerachteran gelegen, ant oosteynde hg der Capel, tuschen oost, suyd ende noorden die gemeyne straten ende west Bernt van Utrecht. Noch anderhalven mergen lands genoemt Brienensacker, over den Middelweg, tuschen oost, suyd ende noorden die gemeyne straten ende west Herman Verbeecks erven ofte wie met recht alom geland mag sgn, allet in den gerichte van Geldermalsen, ten Zutphenschen rechte te leen gemaeckt bg Geurt Arnts Heemskerck, schultis to Geldermalsen, voor sgn onmundige kinderen Jan, Dirck, Aert ende Sophia, erweckt bg Elisabet van Hattem, voorbeholdende een tucht, 8 Augusti 1617. Dirck, Aert ende Fyken Guerts, erven haeres vaders Guert Arnts, beleent sgnde, draegen dit leen op aen Goossen Willems, den 4 October 1633. Willem Goossens, erve sgnes vaders Goossens Willems, beleent sgnde, draegt dit leen op aen ') De dispositie hield in gelijke verdeeling onder de 4 kinderen Godefried, tijsheth, Hester en Hadewich Beidt. Huider Derck van Hattum (akte). -) Weduwe van den richter Beet (akte). *) Predikant te Seys (akte). 553 Gerrit Teens, die daermede beleent is, den 5 Junii 1637. Jan Gerritsen, erve sgnnes vaders Gerrits beleent, den 5 Martii 1656. Peter Vasterick1) bg opdracht Jan Gerrits voorsz. beleend, eodem die. Idem geeft dit leen aen den heer stadtholder der leenen met versoeck, dat deselve met de helfte van een huys ende hofstadt ende allen sgnen toebehoren, met de helfte van twee mergen lands, daerachter gelegen bn de Capel, ten oosten, suyden ende noorden de gemeine straeten ende westwaerts nevens erve Berents van Utrecht in den gerichte van Geldermalsen gelegen, tot een besonder leen, aen den vurstendom Gelre ende Graefschap Zutphen ten Zutphenschen rechten met een pont goet gelts te verheergewaedeD, weder beleenen wilde (volgens maechgescheit van den 28 November 1687 een gedeelte van den nieuwen bongart, waerop nu oock een huys staet) Ggsbertjen Harmans, weduwe van Hendrick Harmansen van Bemmel, die daermede beleent is door Gerrit Jansen, haeren huider den 2 December 1687. Derck Tgssen van Empel, mede namens snn broeder en suster, en Aerntjen Hendrix V r e e m, respective erfgenamen haers grootmoeders en moeders Ggsbertjen Hermans, beleent, 25 Junii 1715 Huider Derk Tgssen. Aerntjen Hendrix Vreem maeckt die helft in hetselve deilbaer onder hare kinderen, eodem die. Derk Tgssen van Empel, Joost Janssen en Belike Thijssen van Empel, egtelieden2), dragen op de helft van dese helft aen Jan Gerritse Verbeek, die daer weder mede beleent is, alsmede van het andere gedeelte als erfgenaem sgns moeders Aerntjen Hendrix, dus met dit geheel, 28 Junii 1724. GerriLXS.rbeek' er%enaam sgns vaders Jan Gerretse Verbeek, beleend, 28 November 1743. Jan Verbeek, erfgenaam sgns vaders Gerrit Verbeek, beleend, 6 Maü 1786. Afgesplit van 243a. 243a § 1. De helfte van een huys ende hofstadt ende de helfte van twee margen lants, daerachteraen gelegen, met allen haeren toebehoren, aen de oostsgde bg de Capell, ten oost, suydt ende noorden die gemeine straeten, ende westwaerts nevens erve Berents van Utrecht, in den gerichte van Geldermalsen gelegen, tot een besonder leen, aen den Vorstendom Gelder ende Graefschap Zutphen ten Zutphenschen rechten met een pont goet gelts te verheergewaeden leenroerig3), opgedragen door Peter Vastrick aen Jan van Buyren, man ende momber van Adriaentjen van Bemmel, die daermede beleent is, den 2 December 1687. ') Burger te Amersfoort (akte). ) Kleinkinderen van Gflaberyen Hermsen (akte). n,lri"f m?r?ine aangeteekend: Volgens maechgescheit van den 28 November 1687 "art soo Z£Ï!*£T T* ^ ,0Ude? b0Di?art 60 een ™» m?e«wen gart, soo verre die met palen is afgeset. 554 Jan yan Buyren cedeert dit leen aen den stadtholder der lenen met versoeck, dat Derck Dercksen yan Eek hier weder mede beleent mogte worden, die daer oock mede beleent is, den 27 October 1690. Idem maeckt dit leen tusschen sgns en snner vrouwen vrienden deilbaer, den 19 Januarii 1694. Idem draegt dit leen op aen Herbert Petersen van Sande en Cornelia Gosens, egtelieden, die daer weder mede beleent snn, 5 Junü 17111). Huider Herbert Peterse van Sande. Gosen Huybertse van Santen, erfgenaam sgns vaders Herbert Petersen van Sande, beleend, 3 December 1743. Peter Huybertse van Santen, erfgenaam süns broeders Gosen Huybertse yan Santen, beleend, 14 October 1768. Idem draagt dit leen op aan Ggsbert Bock, die daar weder mede beleend is, eodem die. Idem draagt dit leen op aan Dirk Lammeree, die daar weder mede beleend is, 27 Maart 1781. Afgesplit van 243a. 243a § 2. Anderhalve margen, genemt Brienensacker, aen den Middelwech tusschen oost, suyd ende noorden die gemeine straeten ende west Harmen Verbeecks erfgenaemen in het gericht yan Geldermalsen gelegen, aen den Vorstendom Gelder ende Graefschap Zutphen ten Zutphenschen rechten met een pont goet gelts te yerheergewaeden leenroerich, door Peter Vastrick opgedraegen aen Teunis Gnsbertsz. van Abcou, die daermede weder beleent is, den 2 December 1687. Idem laet sgn beslote dispositie appröberen, 28 Januarii 1731. Maria van Bgnherk, erfgenaem haers ooms Antonis Ggsbertse van Abkouw, uit kragt van bovenstaende testament beleent, 27 Junu 1787. Huider Herman van Kerkwgk, haer man. Jan van Kerkwijk, pro se et q.q., laat appröberen en per clausulas concernentes registreren de verdelinge over de moederlijke nalatenscnap, den 10 Augustus 1774 opgerigt, 31 October 1774. Idem, na dode sgns moeders Maria van Rjjnberck en uyt hoofde van de geapprobeerde verdeylinge, yoorbehoudens den usufruct van sijn vader Herman van Kerkwgk. beleent met dit leen, sgnde de bovenste helfte, eodem die. ') Omschrijving in de akte: een huis met een nienwen en een gedeelte Tan een ouden boomgaard. 555 244. MALSEN. Graeff Otto van Benthem vercoopt ende ontfengt te leen van grave Otto van Gelre al snn eygen goet van Asperen opwert, so verre des graven goet van Gelre reyckt, te weten Malsen met al snnen tobehoren ende den hoff to Mauderick ende ander eygen goet, anno 1253. 24*a- MALSEN. XXX pond sjaers erfliek van den gemael tot Malsen van Gelre te leen te halden bewesen bn, Otto van Cuyck, heer tot Zelem, anno 1811. Die heer van Cuyck helt te leen dat gemael ende die meule te Malsen, anno 1386. 244b. MALSEN. 3 mergen lants, gelegen in den gerichte van Malsen, geheiten des Wolffs hoeve, tot eenen leen van vjjff mareken te verheergewaden ontfangen bij Henrick van Wadenoy, anno 1380. WOlt1403an aT6r Kh^n' Hacken Johanssoons soon, beleent, anno Wolter van aver Rbnn, Hacken Johanssoons soon, draegt op 3 mergen lants 1 hont, gelegen in den gericht van Malsen, geheiten den Wolffshoeve, daer boven gelegen is die gemeyne Zeednck ende beneden geërft Alert Swarte Henrixsoon, tot behoeff van Willem H a c k e Gerritssoon, anno 1405. 244c. BORCHMALSEN. 1V2 mergen 26 roden lants, in den gericht van Borchmalsen gelegen op den Calenbergh, daer naest gelant snn Herberen van Hoekelem van Ackoy ende Maes Hubertszoon, twelck plag van den heer van Arckel te leen «reholden te werden, geërft van Gerrit Tielkens op snnen soon Johan Gerritssoon, anno 1439. Johan A r n t s z o o n, bn transport Johan Gerritszoon, ontfengt H /« mergen 40 roden, gelegen op den Calenberch in den gericht van Geldermalsen op d' een sijde die jofferen van Tienhoven, op d'ander Hermen Woltersz, tot Zutphenschen rechten, anno 1454 556 245. GELDERMALSEN. Een stock lants, geheiten die Rijsweert, met 12 mergen, geheiten die Gentel, tot Geldermalsen, streckende langs de Lingen, tot Zutphenschen rechten opgedragen bij Gerrit van der Aa Claes' soon tot behoeff van Henrick v an E m s k i r c k e, die daeran tuchtigt Wolter van Emskircke ende Catrine, sijne olders, anno 1445. Idem, anno 1465. Idem eedt vernnt, 25 Octobris 1473. Gerrit van Emskerck, erve snnes vaders Henrix, 20 Junii 1483. Idem eedt vernijt, anno 1503. Henrick van Hemskerck, erve sijnes vaders Gerrits, anno 1514. (Hier: streckende met der eener sijden beneffen de Lingen haven an erve Johans van Arckel, bastert, beneden an erve Arnt Piecken van Enspyck). Idem eedt vernijt, 11 Junii 1542. Idem tuchtigt sgn vrou Johanna van Zuylen, eodem die. Idem eedt vernnt, 13 Junii 1544, 9 Junii 1556. Sweder van Culenborch, bg transport Henrix voornoemt, ende sgn vrou Johannax) vertgt op haer tucht, 17 Maii 1564. (Hier staet: daer naest bg gelant is Jacob Pieck ende Goossen van der Lawick, drost to Buren, streckende op de Linge). Herbert van der Lawick, bg transport Sweders voornoemt, 6 Februarii 1580. Idem ende sgn vrou Catrin Holle tuchtigen malcanderen; so die langstlevende herhylickt, sal die tucht halff te nyet sgn, ende na beyder doot tleen op hare kinderen ervende, sullen die nyet mogen den eygendom haren tsg mans ofte vrouwen overgeven, 24 Aprilis 1599. Anna van Lawick, erve hares vaders Herberts, beleent, onvermindert harer moder tucht, 20 Aprilis 1607. Catrin Hol, erve harer dochter Annae voornoemt, beleent, 9 Julii 1611. Willem Hol, erve srjnner nichte Catrin, beleent, den 29 Moert 1633. Niclaes Hol, erve sgnnes soons Willem, beleent, den 9 Junii 1642. Idem laet sgnne dispositie appröberen, den 5 ende 6 November 1647. Barbara Hol2), erve haeres broeders Niclaes, als bg deselve haer gemaeckt sgnde, beleent, den 19 Junii 1648. Eadem belast dit leen met drie duysent gulden capitael ende verbint hetselve mede tot verseeckeringe van een ander capitael, waervoor haer goederen tot Mauryck verbonden sgn, ten behoeve van Jan Hoeuff, den 15 Martii 1662. Jan Hoeufft, uyt cracht van verwin voor de bovenstaende vestenisse gemaeckt, beleent, den 23 October 1667 8). Josephus Hoeufft, onmundich, erve sijnes vaders Johans,. beleent door sgn broeder Johan Hieronimus Hoeufft, den 3 October 1677. Josepha Sara Henrietta Heuft, na afgemaekt versuim, als erfgenaem haers vaders Josephus, beleent, 10 October 1704. Huider Johan van Munster. ') Van Zuylen van Hermeien (akte). *) weduwe Alexander van den Berch (akte). *) Omschrijving in de akte: 14 morgen bouw- en 2 morgen weiland,do Gentel geheeton. 557 Balthasar Coratantgn Ruysch, onmundig, erfgenaam sijns moeders Josepha Sara Henriette Heuft, beleent, 30 Junii 1736. Huider Henricus Ruysch, sijn vader. Idem, meerderjarig geworden, vernieuwt eed, 16 October 1770. Idem draagt dit leen op aan Judith de Joode, weduwe Adrianus H e n d r i k m a n, die daar weder mede beleend is, 6 April 1781. Huider Nicolaas Carel van Lawick. Gerrit Jan Hendrikman, erfgenaam sgns moeders Judith de Joode beleend, 7 Februarii 1791. 245a*•). GELDERMALSEN. Het huis en de heerlijkheid tot Geldermalsen, met het land aen wedersgden van het voors. huis leggende, eerstelnk omtrent elf morgen honderd en sestig roeden hoven, boomgaerd, weyland binnen en buiten dB*, waeronder de plantage aen den grote weg begrepen is, gelegen oost het Grote Sand en erven van de smit, noorden de Linge, suiden de gemene straet, west het land de Gentel; item twe en dartig morgen twe hondert twe roeden land, gelegen in de Gentel, waervan oost en noorde de Linge, west het bouland van de Gentel en suyden den |dgk van de Linge, gelegen in den amte van lielreweerd, kerspel van Geldermalsen, voor schepenen van Deyl aen de Ed. Mog. Heeren Staten des Furstendoms Gelre ende Graefschaps Zutphen opgedragen wesende door Adriaen van Borssele en vrouwe Geertruid van Weelderen egtelieden, heer en vrou tot Geldermalsen; sgn daer weder mede beleent als met een leen, ten Zutphense regten met ... een P°na goed gelts te verheergewaden leenroerUr. Adriaen van Borssele en Geertruid van Weelderen, egtelieden, 15 September 1718. Huider Andreas van Dam. WÜh21 ^1728™ BOrSele' erfgenaem söns vaders Adriaen> beleent, Geertruid yan Weelderen, weduwe Adriaen van Borselen2), Wilhem Hendrick van Borselen 3), Jacob van Brakel *), namens sgn vrou Maria Catharina van Borselen, Justine Geertruid van Borselen en Jan van Borselen laten appröberen en registeren sodane acte, als aen / Junii 1728 onder haer gepasseert is5), 28 Augustus 1728. Adriaen Jan van Borssele, minderjarig, erve sgns vaders Wilhem Hendrik van Borssele, beleend, 27 Junii 1717. Huider Adriaen Francois de Vineu. Idem, meerderjarig geworden,, vernieuwt eed, 7 November 1769. leè^övSvën TvtTÏ^-* N-B" DT £• splitsingen sonde alleen als een bysonder ^Z uhZeu\^ ^ Wdke de He6r VaD Met6reD' A- N-vanAersenfiVeren, ») Gecomm. ter Staten-Generaal (akte). 3) Burgem. van Zalt-Bommel (akte). ') Kolonel (akte). v.n?ffit%T°24^ den heer en vronwe van Geldermalsen goederen g'eWen zUn ' reeistreereD in de Plaats». waar de 558 Idem draagt dit leen op aan Albrecht Nicolaas van Aersen Beyeren en sgne erven, die daar weder mede beleend is, 24 April 1772. Verder als 242d. Afgesplit van 245a *). 245a § 1. GELDERMALSEN. Het Heerenhuys te Qeldermalsen, van ouds genaamt Ravestein, met desselfs nederhuysinge, bestaande in tuynmansbuys, koetshuys, stallingen, orangery, duyvenhuys en verdere gebouwen, neffens elf mergen, so bouw- als weyland, cingels en moestuynen rondom de voors. behuysinge gelegen op den Hangwert, sooals deselve tot den voet van den Bandijk schieten, met de doornenhegge daarbij gehorende, beginnende aan de stoep van den Clappenhurg, aan den Bandijk voorbij en aan het huys en erve van den schout Ggsbert Bock, met het laantje van de freulens van Utenhove tot de stoep aan den Bandijk bg het huys van Jan van Kerkwgk, als een bysonder leen, voormaals onder de generale beleninge van Geldermalsen gecomprehendeert geweest, en al nu daarvan afgespleten, aan den Furstendom Gelre en Graafschap Zutphen, ten Zutphense regten met een pond goed gelds te verheergewaden leenroerig, opgedragen door Albrecht Nicolaas van Aersen Beyeren2) aan Jan Bock, die daar weder mede beleend is, 12 November 1772. Jan Bock draagt dit leen op aan Nicolaas Carel van Lawick, die daar weder mede beleend is, 30 December 1774. Idem laat aproberen en registreren 't open testament, den 5 Januarii 1777 met en nevens desselfs ehevrouw Maria van Rhedevan Oudshoorn voor schepenen van de gerigte van Deyl opgerigt, 6 Februarii 1777 s). Afgesplit van 245a4). 245a § 2. GELDERMALSEN. Twe en dartig mergen twe honderd twe roeden land, gelegen in de Gentel, waarvan oost en noorden de Linge, west het bouwland van de Gentel en zuyden den dgk van de Linge, in den ampte van Tielerweerd, kerspel Geldermalsen, gelegen, als een bysonder leen, voormaals onder de generale beleninge van Geldermalsen gecomprehendeert geweest, en al nu daarvan afgespleten, aan den Furstendom Gelre en Graafschap Zutphen, ten Zutphense regten met een pond goed gelds te verheergewaden leenroerig, opgedragen door Albrecht Nicolaas van Aarsen -Beyeren en Josine Mechteld B e n t i n c k, ehelieden, aan *) Vgl. noot 1 op blz. 567. *) Van Voshol, Geldermalsen, Meteren en Triangel (akte). s) Zie verder § 3. *) Vgl. noot 1 op blz. 667. 559 Jan Bock, die daar weder mede beleend is, 12 November 1772. Jan Bock draagt dit leen op aan Nicolaas Carel van Lawick, die daar weder mede beleend is, 80December 1774. Idem laat aproberen en registreren het open testament, den 5 Januarii 1777 met en nevens desselfs ehevrouw Maria van Ehede van Oudshoorn voor schepenen van den gerigte. van Deyl op gerigt, 6 Februarii 1777. Nicolaas Carel van Lawick en Maria van Eeede van Oudshoorn, ehelieden, dragen dit leen op aan Johan Adriaan Verstolk, die daar weder mede beleend is, 24 October 1786. Idem draagt dit leen op aan Johan J o r i s s e n, die daar weder mede beleend is, 21 October 1789. Idem laat snn besloten testament van den 21 Julii 1791 appröberen 26 Julii 1791. Denselven laat snn besloten testament van den 12 December 1793 appröberen, 4 Januarii 1794. Idem laat de superscriptie van snn testament, den 4 September 1797 besloten gepasseert, registreren, 22 September 1797. Denselven Iaat registreren copia authenticq der superscriptie van snn testament, den 18 Maii 1798 besloten gepasseert, 20 Maii 1798. Sara Maria Osthoff, weduwe Jacob Jorissen, Susanna Geertruyd*)en Wendeline Elisabeth Jorissen2) laten registreren een extract uyt het geopende testament van haar broeder Johannes Jorissen d.d. 4 September 1797 en uyt hoofde van dien dit leen als desselvs erfgenaemen ten haaren name overtekenen, 28 Augustus 1799. Alexander Diderik van Omphal en W. A. C.3) de Pagniet, ehelieden, laaten registreren een gerigtelnk transport, den 23 Maart 1802 door J. Jorissen Jr.4), in qualiteit als executeur wnlen J. Jorissen, ter hunner behoeve gepasseert, d.d. 1 Maii 1802. N. van Lookereu, Jan Post Jz. en Mr. H. J. Dnkmeester laaten registreren een gerigtelijk transport d.d. 25 Maii 1806, door Alexander Diderik van Omphall en W. A. C. de Pagniet, ehelieden, ter hunlieder behoeve gepasseert, 25 Junii 1806, en laaten uyt hoofde van dien dit leen ter hunlieder naamen pro communi indiviso overtekenen, eodem die. J. A. van Brakell laat registreren een gerigtelnk transport d.d. 8 October 1806, door N. van Lookeren cum sociis ten zjjnen behoeve gepasseerd, 25 Junii 1807, en laat uyt hoofde van dien bovenstaand leen ten zünen naamen overtekenen, eodem die Echtg. van den schepen Hannes (akte). *) Echtg. van den predikant Kraushaar (akte). *) Willemina Anna Cornelia (akte). 4) Johannes Jorissen Jr., koopman te Amsterdam (akte). 560 Afgesplit van 245a § 1. 245a § 3. GELDERMALSEN. Het Heerenhuys te Geldermalsen, van ouds genaamt Ravesteyn, met desselfs nederhuysinge, neffens eH mergen, soo bouw- als weyland, cingels en moestuynen, rondomme de voors. behuysinge gelegen op den Hangweerd, soo als deselve tot den voet van den Bandijk schieten, met de doornehegge daarbij gehorende, beginnende aan de stoep van den Clappenburg, aan den Bandijk voorbij en aan het huys en erve van den schout Ggsbert Bock modo Hoevenaer, met het laantje voor de freulens van TJtenhoven tot de stoep van den Bandijk bij het huys van Jan van Kerkwgk, modo Reinier Peletier, blijvende hiervan uytgenomen zodanig streepje, groot een honderd negen roeden, met de doornehegge, als van het bovengemelte weyland, genaamt Duyvenkamp, onder voors. elf mergen gehorende, afgescheyden legt, en welk streepje met gemelde doornenhegge als een bysonder leen aan de verkoperen in eygendom verblijft, sgnde thans een bysonder leen en afgespleten van 245a § 1, aan den Furstendom Gelre en Graafschap Zutphen, te Zutphensen regten met een pond goed gelds te verheergewaden leenroerig, opgedragen door Nicolaas Carel van Lawick en Maria van Reede van Oudshoorn, ehelieden, aan Johan Adriaan Verstolk, die daar weder mede heleend is, 24 October 1786. Verder als 245a § 2. 2461). BORCHMALSEN. Die thiende tot Borchmalsen met der Coppelthiende, met allen heuren tobehoren, tot Zutphenschen rechten opgedragen bij heer Walraven Pieck tot behoeff sgner suster Walrave, huysfrou Johans van Blitterswgck, anno 1452. Eadem eedt verngt deur Gerrit Claessoon, anno 1468. Eadem, huysfrou Bartold Backs, crigt uutstel, anno 1478. Bartold Bax, heer tot Asten, na dode sgner huysfrou Walrave, ontfengt die tucht, 19 Januarii anno 1482. Walraven Pieck, erve sgner suster Walrave voorn., 27 Junii 1482 (sulcke thiende als hem van sgner suster anbestorven mogen sgn tot Zutphenschen rechten). n . , .. , n. , \ anno 1515. (Hier staet: daer Costen Pieck, erve sgns vaders Walravens Hem.ic]c Pieck die wederhelft Walraven Pieck, erve sgns vaders Costens j a^ j^ft \ Ggsbert Pieck, bg transport sgnes broders Walravens, ontfengt ^ eener thiende, gelegen in Tielerweert to Geldermalsen, daeraff het Capittel van St. Marien t Utrecht die helft heeft ende Henrick Pieck dat ander derdendeel, bij broderlicker scheydinge hem togedeylt, 17 Januarii 1529. *) Vgl. 247. 561 Idem eedt vernnt, 28 Septembris 1538. Walraven Pieck eedt vernijt van de thiende to Geldermalsen, daer Henrick Pieck die wederhelft aff heeft, 21 Martii 1544. Ggsbert Pieck eedt verngt van -J eener thiende to Geldermalsen, daer het capittel van Sinte Marien t'Utrecht die helft (af) heeft ende Henrick Pieck dat ander ^, 21 Martii 1544. Joost Pieck, erve sgnes vaders Ggsberts, ontfengt } eener thiende, gelegen in den ampte van Tielreweert in den kerspel van Gelremalsen, daer Henrick Pieck het ander 4_ ende het capittel van Sinte Marrien t'Utrecht die wederhelft aff hebben, 3 Februarii 1555. Idem eedt verngt, 19 Februarii 1558. Walraven Pieck, erve sgnes broders Joosts, 27 Julii 1573 (die wederhelft heeft Ggsbert Pieck Henrix). Idem eedt verngt, 8 Augusti 1594. Idem, hglickende sgn dochter Beatrix an Evert E a m Adrianssoon % maeckt, dat dit leen bg gebreck sgner sonen ende harer kinderen erven sal op dieselve Beatrix ofte hare kinderen, sodat hare broder tselve nyet mogen vervremden noch belasten, beholdende hare moder Beatrix Coninx hare lijftucht daeran, 3 Octobris 1598. Ad rian Eam Evertssoon, onmundig 2), bg opdragt sgnes bestevaders Walravens voorn., beleent met het vierendeel eener thiend met allen sgnen rechten ende tobehoren, gelegen in den ampte van Tielerweert in den kerspel van Geldermalsen, daervan Ggsbert Pieck Henrickssoon het ander vierendeel ende 't capittel van Sinte Marten t'Utrecht die wederhelft hebben; noch het gedeelte thiends groff ende smal, tot Meteren gelegen3), met het recht der beleninge van de jaerlixe maeltgt, indien tselve bg leven Walraven Piex nyet gelost en wort, tsamen voor een leen, 15 Septembris 1606. Catrin Piecks, huysfrou van Jacob Aelbout, gouverneur van St. Andries, erve hares vaders Walravens, beleent, 17 Novembris 1619. Adriaen Eam vernieuwt eedt, den 3 Junii 1629. Idem Stelt dit leen voor sijn aendeel en sgn andere leenen tot een guarande ende waerborge ten behoeve van Ggsbert van Deurn voor soodaenige borchtochte als deselve voor hem gepraesteert heeft, den 19 December 1661. Everart Eam, heer tot Schalckwgck, erve sgnes vaders Adriaens, beleent, den 17 October 1664. Idem draecht dit leen op aen Alard van Soudenbalch tot Steenesweert, den 22 September 1681 4). Johan Adriaen de Eenesse de Baer heeft het recht van verbant, hetwelck Adriaen Eam den 19 December 1661 geconstitueert hadde op dit leen ten behoeve van sijn schoonvader Ggsbert van Deurn, om hem te indemniseren van de borchtochten, voor hém geconstitueert, alsoock het consent van de Lantschap, om tot schadelooshoudinge ') De huwelijksvoorwaarden zijn van 28 Juni 1597 (akte). s) De vader is voogd (akte). *j Tot dusver een allodiaal goed (akte). 4) Deze datum moet abusief zgn, tenzij men verzuimd heeft, de akte in het register in te schrijven. Nijmegen. 36 562 op dit leen te procederen, ende het recht van die procednyre, nyt craft van dat consent gemaeckt, ende de possessie deses leens daerop hecomen, overgegeven aen Johan Adriaen van Munster, die daer mede beleent is, den 2 October 1687. Johan Adriaen van Munster, voor hem selfs ende mede als volmechtiger van Alart van Soudenhalch tot Stenesweert, dewekke bekende volcomen vernoecht ende voldaen te sgn ende van dit leen te renuntieren nevens Jan Adriaen van Munster, ende is op derzelver versoeck daermede weder beleent Gorgonius Adrianus Eam, onder conditie, dat bij sijn afsterven sonder kinderen dit leen (zal overgaan) op den outsten broeder, die dan in leven sal sgn, ende deselve mede sonder kinderen stervende, op den volgenden outsten ende alsoo successivelick soolang een broeder van den overledenen in leven is, mits dat de ouders van Gorgonius Adrianus Eam off die van de broeders in het leven sal sgn, haer leven lanck de administratie ende directie van den voorn, tient sullen hebben, den 9 December 1689. Idem, meerderjarig sgnde, den eedt vernieuwd, 10 October 1739. Idem draagd dit leen op aan sgn broeder Eduard Joseph Eam, die daar ook mede beleend is, eodem die. Eduard Petrus Eam van Schalkwgk, erve sijns vaders Eduard Joseph Eam, beleend, 29 April 1767. Eduard Petrus Eam van Schalkwgk laat sgn besloten testament van den 21 Maart 1775 appröberen, 22 Maart 1775. Anna Maria Catharina Eam van Schalkwgk, pro se en namens hare twe susters Margaretha Timothaea Johanna en Timothaea Maria Eam van Schalkwgk, minderjarig, na dode van haar vader Eduard Petrus Eam van Schalkwgk, en uyt kragt van desselfs testamentaire dispositie en opgevolgde codicil, beyde geregistreert, beleend, 9 April 1776. Huider Johannes Ignatius van Wanray. Timothaea Maria Eam van Schalkwgck laat appröberen en per clausulas concernentes registreren het extract erfmagescheyd, den 13 en 25 Augustus over den boedel van haren vader Eduard Petrus Eam van Schalkwgk opgerigt, 19 Augustus 1786. Eadem beleend met dit leen, allergestalte hetselve haar door overigden van haren voorn, vader en uyt kragt van geapprobeerd extract erfmagescheyd aangekomen is, eodem die. Huider Johannes Ignatius van Wanray. 247 1). GELDEEMALSEN. Die helft van den eorenthiend, tot Geldermalsen gelegen, ende die Coppelthiende tot Bnrermalsen met allen heuren rechten ende tobehoren, opgedragen bg Walrave Piex, huysfrow Bartold B a c x, dochter Ggsbert Piex, tot behoeff van haren broder mÊfc& ') Vgl. 248. 563 Otto Pieck, 9 Jnlii 1481 (beheltlick haer ende haren man voorn, die tucht, oyck dat snn vron Johanna van Vianen daeraen getucht, ende na harer beyder doot dieselve goeder erven sullen op den oltsten soon na den oltsten). Frederick van Egmont, heer tot Ysselstein ende Buren, bij transport Bartold Bax *) ontfengt desselven tucht met bescheyt, so Frederick voor Bartold sterft, dat alsdan Bartold die tucht sijn leven lanck weder hebben sal, 22 Maii 1483. Otto Pieck voornoemt, anno 1492. Henrick Pieck, erve snnes vaders Otten, anno 1515. Otto 2) Pieck verngt eedt, 26 Septembris 1538. Ggsbert Pieck, onmundig, deur sgnen broder Otto, als erve sgnes vaders Henricks, ontvangen £ van den corenthienden to Geldermalsen ende die Coppelthiende tot Buermalsen met allen rechten ende tobehoren, 27 Junii 1544. Idem selfs eedt gedaen, 31 Maii 1556. Idem tuchtigt sgn vrou Machtelt van Tuyl an-c gulden, 21 Septembris 1564. Idem eedt verngt, 13 Decembris 1594. Idem tuchtigt sgn vrou Wilhelma van Seherpenseel an nc gulden 'sjaers uut desen leene, 4 Novembris 1597. Johan van Maten es3), erve sgnes ooms Ggsberts4), beleent, 29 Julg 1607. Johanna Piecks, abdisse van Sint Servaes t'Utrecht, erve hares neven Johans, beleent sijnde, draegt dit leen op Johanna Piecks, huysfrou van Charles van Matenes, ruwart van den Lande van Putten, 27 Septembris 1624. Henrick Pieck Johans soon, heer van de Weenart, ambachtsheer van Giessen ende Lis, erve sgnes neven Johans van Matenes. beleent 11 Octobris 1624. Amelis van Matenes, erve sgner moder Johannae Piex, beleent. 16 Martii 1626. Hendrick Pieck (verkrggt) approbatie van sgnne tucht, ten behoeve van sgnne huysfrou5) gemaeckt, den 4 Augusti 1628. Amelis van Matenes opt nieuw beleent, den 24 Aprill 1633. Idem8) renunciert van (zijne) gedane leenveete, den 28 Jung 1633. Florentina van Matenesse, erve haeres broeders Amelis, beleent, den 18 Jung 1634. Hendric Pieck met Eva C1 o e t i n g s, sgn huysfrouw, renuncieren up alle actiën, recht ende toeseggen op ende aen het vierde part van de tienden, approberende ende ratificerende de beleeningen van Amelis van Matenesse en van Florentina van Matenesse7) becommen ende vercregen, den 27 Jung 1635. Carel Valckenaer, heer van de Weenart, ende erve sgnes moedérs Florentina van Mathenesse, beleent, den 10 October 1671. ') B. Back, heer tot Asten (akte). N Hierbij aangeteekcnd, dat de naam Otto in de akte wellicht abusief is. ) Niclas' zoon, heer van Giessen en Lis (akte). 4) N.l. Gijsbert Pieck. ) In de akte niet genoemd. ") Heer tot Lis (akte). ') Vrouwe tot Lis, Giessen en Wenert (akte). 564 Florentina Yalekenaer, als erfgenaem onder beneficie van inventaris haeres broeders Carel Valckenaer beleent snnde, draecht dit leen op aen Adriaen van Borsele, heer van Geldermalsen, die daer mede beleent is door Hendrick Otters, secretarius tot Arnhem, sgn hnlder, den 20 December 1686. Idem en vrouwe Geertruid van Weelderen, egtelieden, laten haer beslote dispositie appröberen, 11 April 1718. Wilhem Hendrick van Borsele, erfgenaem sijns vaders Adriaen, beleent, 21 Julg 1728. Geertruid van Weelderen, weduwe Adriaen van Borselen, Wilhem Hendrik Yan Borselen, Jacob van Brakel, namens zgn vrou Maria Catharina van Borselen, Justina Geertruid en Jan van Borselen laten appröberen en registreren sodane acte als den se venden Junn 1728 onder haer gepasseert is, 28 Augustus 1728. Wilhem Hendrick van Borselen, Jacob van Brakel nomine uxoris Maria Catharina van Borsele, en Jacob Derk van Lynden, nomine uxoris Justina Geertruid van Borsele, laten registreren het geopende en den 11 April 1718 geapprobeerde testament van Adriaen van Borselen en Geertruid van Weelderen, egtelieden, 28 Julg 1732. Adriaen Jan van Borssele, minderjarig, erve sgns vaders Wilhem Hendrik van Borssele, beleend, 27 Jung 1747. Huider Adriaen Francois de Virieu. Idem, meerderjarig geworden, vernieuwt eed, 7 November 1769. Idem draagt dit leen op aan Albrecht Nicolaas van Aersen Beyeren en sgne erven, die daar weder mede beleend is, 24 April 1772. Albregt Nicolaas van Aersen Beyeren draagt dit leen op aan Decan en capitulaeren des Capittels St. Pieter t' Utrecht en derselver gekoren sterfman Jan Balthazar Stnck van Linschoten, die daer weder mede beleend sgn, 10 Januarg 1775. Huider Peter Engelen. 248. GELDERMALSEN. Dat goet tot Westerhout, gelegen op der Lingen neffen dat lant van Buren in den kerspel van Geldermalsen ende van Wadenoy, met eggen ende met eynden ende met allen sgnen tobehoren tot onversterflicken erfleen, in maten dat het altoos erven sal op den altsten ende naesten van der sweertzgden ende so voort van lede te lede tot Zutphenschen rechten, ontfangen bg Arnt de Cock van Opinen, anno 1468 «) Aan den kant zijn nog de volgende in het begin der zeventiende eeuw geregistreerde heleeningen aangoteekend: . Alart, bastart Alarts des heeren van Buren ende van B e,n.* i tich en, (bn flertruden, Florens' dochter van den Crausse, vlg. de akte), beleent niet dit goet van Johan heer t'Arkel, tot Perpont ende slands van Mechelen tot Zutphenschen recht tot eenen onversterflicken erfleen, anno 1400 (31 Mei, vlg. de akte). Wilhem heer to Buren ende Beusinchem, bij opdracht Alarts voorn., beleent met dit leen 56S Henrick de Cock, erve sgns vaders Arnts, 18 Octobris 1478. Idem eedt verngt, 17 Octobris 1481. Johan de Cock van Opinen ontfengt dit, anno 1492. Henrick de Cock, bg transport sijnes broders Johans, eodem anno (Idem tucht sijn vrou Catrin van Haeften). Willem de Cock, erve sgnes vaders Henricks, beheltlick sijner moder Catrine van Haeften hare tucht, anno 1504. Marie Cocks, huysfrou Henrix de Enter, erve hares broders Willems, anno 1518 (In den kerspelen van Geldermalsen ende van Wadenoyen gelegen). Eadem tuchtigt haren man, eodem anno. Eadem eedt verngt, 26 Septembris 1538, 11 Junii 1544. Eadem, weduwe, stelt tot huider haeren soon Albert, 2 Septembris 1549. Eadem eedt verngt, 12 Maii 1556. Catrina de Enters, huysfrou Henricks van Holt, bij transport Marie voorn., 26 Novembris 1566. Marie Cox protesteert tegen d'insertie hares soons Albert hijlixvorworden 1) int leenregister, 27 Novembris 1566. Albert de Enter, erve sgner moder Marie, 10 Septembris 1574. Idem tuchtigt sgn vrou Cecilia van Vlodorp, 15 Decembris 1574. Engele Enters, erve hares vaders Alberts, 1 Octobris 1576. Eadem laet eedt verngen haren man Maxhmlian van der Lawick, heer to Deyl, 17 Martii 1597, ende crigen confirmatie eener dispositie. Anna van Lawick, huysfrou Hubrechts van Eienen2), hopman, als erve harer moder Engele beleent, 16 Octobris 1602 3) (met een goet geheiten Westerholt met eggen, eynden ende allen sgnen tobehoren, in Tielerweert in den kerspel van Geldermalsen op der Lingen neven dat land van Buren gelegen, tot eenen onversterflicken erfleen, in maten dat het altoos erven sal op den oltsten ende naesten van der sweertsijden van lede tot lede, gelijck het van Engele Enters op haren oltsten soon Albert van Lawick, van denselven op sgnen broder Fredrick van Lawick, ende so voirt op sijn suster Anna voorn, geërft is). Maximilian van Lawick *), als erve sgnes soons Alberts, ontfengt een goet geheeten Westerholt met eggen, eynden ende allen sgnen tobehoren, in Tielreweert in den kerspelen van Geldermalsen ende van Wadenoyen op der Linge neven dat land van Buren gelegen, tot Zutphenschen rechten, 16 Maii 1603. van Johan nalssravo nn dnn RhKn l.».f™ ,•„„ tj„„„.»„ „ n eenen onversterflicken erfleen, 16 Julij 1422. ' ' Dat goet_ tot Westerhout, gelegen op der Lingen neffen dat land van B'iren in den kerspel van Geldermalsen ende van Wadenoy, met eggen ende met eynden ende met allen sijnen tobehoren opgedragen bij Gijsbert Pieck, raet, tot behoeft- van Arnt de Cock van Opinen tot eenen onversterflicken erfleen, in maten dat het altoos erven sal op den altsten ende naesten van der sweertsgden van lede tot „„ ™* ZutPhel,schen rechten, met eenen ponde goet gelts te verhergewaden, »i y^AT1565,^*6'- , *} In sommi&e latere akten wordt deze naam Van Eeenen gespeld. ) 17 Nov. 1602 werd deze akte gewjïigd. 4) Heer tot Deyl (akte). 566 Idem maeckt sgnen vier dochteren Anna, Gertrud, Margareta ende Josine gelgcke deelen, 20 Maii 1603. Idem maeckt den 2 kindren sgner saligen dochter Anne, naemlick Hubregt ende Angelae van Rhenen, eenen bonhoff genoomt Groot Westerhout *), 6 «Tuig 1604, ende sgner dochter Margriet van Lawick eenen bouhoff genoomt Cleyn Westerhout, eodem die1). Eiusdem erfscheidinge bevestigt, 9 Martii 1615 2). Hubert ende Angela van Rienen als erven harer moder Annae van Lawick beleent, noch onmundig, mitz haren momber Diedrick Coenen, 24 Aprilis 1616. Voorkinder Maximilians voorn.3) bij opdragt hares vaders volgende erfscheidinge beleent, 4 Octobris 1616. Hubert van Rhienen laat eed verngen Johan Vonck als gesurrogerde momber in plaets wglen Diedricks van Coenen, 23 Jung 1619. Idem maeckt, so hg sonder wetlicke gebeurt sterft, dat dit erven sal op sgn suster Angela, huysfrou Dirck V o n c k s, ofte hare kinderen, mitz nyet te vercopen noch beswaren, ende so sg sonder kinder ofte kindskinder sterft, dat het vallen sal op sgn moye Gertrud van Lawick, huysfrou Wilhem Prinsens, ofte een van haren kinderen, 26 Mag 1621. Arnt de Bye*), bg' opdracht van Huybert van Rienen ende Derck Vonck, als man ende momber van Angela van Rienen, daervoor de voorn. Vonck caveerde ende sich sterckmaeckten met belofte van aggreatie van dit transport te sullen uytbrengen, beleent met Groot Westerholt, den 26 Mag 1628. Derck Vonck bg opdracht van Huybert van Rienen beleent met sgn andeel aen Cleyn Westerholt, den 26 Mag' 1628. Frans van Moers Frans' soon, bg opdracht van Arnt de Bye beleent met Groot Westerholt, den 28 September 1631. Harman Dircks Hamaker genaamt Sloot huider. Idem doet selver eet, den 28 Augusti 1646. Otto van Hemert, bg opdracht van Frans van Moers, beleent met Groot Westerholdt, den 15 Maii 1650. Huibert Vonck, erve sgnnes vaders Derck Vonck, beleent met Klein Westerholt, den 2 Martii 1657. Huybert Vonck van Linden ende Emerentiana van Rede tuchtigen malkanderen, den 28 Julii 1664. Maria Rachel B o 11 a e r, naer dode haeres man Otto van Hemert beleent sijnde met Groot Westerhout, draecht hetselve op aen Catharina de Grand, die daer mede beleent is door haer man Joost Vgch, Duytschen Ordens commandeur tot Tiel, den 14 Jung 1667. Catharina lé Grand 5) stelt tot haren huider Wynant van Kesteren ende draegt Groot Westerholt op aen Hendrick van Oort, commys op Sint Andries, die daer mede beleent is, den 26 Novembris 1681. ») Onder den last eener uitkeering van 60 gld. 's jaars aan zijne dochter Gertrud (akte). ») Uit deze akte blnkt, dat de weduwe van Max. van Lawick Geertgen van Ra tingen heette en dat zijne dochter Gertrud was gehuwd met Wilhem Fmsen van der Aa ■) Vlg. de akte de beide genoemde kleinkinderen en 2 dochters. Momher was W. Finsen van der Aa, drost van IJselstein. *) Burgemeester van Zalt-Bommel (akte). ') Weduwe Joost Vijgh (akte). 567 Hendrick van Oort transporteert dit leen aen Derck Ggsberts van M e t e r e n, die daer mede beleent is, den 24 Junij 1684. Huibert Vonk van Linden draegt dit leen Klein Westerholt op aen Hendrik Teunis van Steenis, die daer mede beleent (is), den 10 Augustus 1696 *). Ggsbert Derksen van Meteren, erve sgns vaders Derk Ggsberts van Meteren, beleent met het goet Groot Westerhout, den 2 Augustus 1698. Hendrik van Oort en Agnes Elisabet Hel, egtelieden, hebben haer beslote dispositie (doen) appröberen, 16 September 1721. Hendrik en Ggsbert van Meteren, erven haers ooms Hendrik van Oort en uit kragt van desselfs dispositie van den 16 September 1721 beleent, 29 November 17282). Huider Hendrik van Meteren. Ggsbert van Meteren en Derkje van Buren, egtelieden, laten haer ope dispositie appröberen, 21 September 1729. Derk van Meteren, erfgenaem sgns vaders Hendrik van Meteren, beleend met de helfte deses leens, 25 Jung 1748. Het besloten testament geapprobeerd 30 Jung 1751. Hendrik van Meteren, erfgenaam sgns vaders Derk van Meteren, beleend, 19 October 1763 3). Ggsbert van Meteren draagt de helfte *) van dit leen op aan Dirk van Meteren, die daer mede beleend is, 10 October 1769. Deselve laat sgn open testament appröberen en registreren, eodem die. Anthony van Meteren, erfgenaam sgns vaders Dirk van Meteren, beleend, 18 October 1792. Denselven laet sgne opene testamentaire dispositie appröberen, eodem die. Afgesplit van 248. 248 § 1. Een goet geheiten Elein Westerholt met eggen, einden ende allen sijnen toebehoren, in Tielerweert, kerspel van Geldermalsen, op de Linge nevens den lande van Buren gelegen, aen den Furstendom Gelre ende Graefschap Zutphen ten onsterfelfjken erfleen, in mate dat het altoos erven sal op den oudsten en nasten van der sweertsijde van lede tot lede ten Zutphense regten, met een pond goet gelts te verheergewaden leenroerig. Antony Hendriks van Stenis, erfgenaem sgns vaders Hendrik Teunis van Stenis, beleent, 11 Jung 1717. Idem laet sgn ope dispositie appröberen, 21 September 1729. Hendrik Antonis van Stenis, erfgenaem sgns vaders Antony Hendriks van Stenis, behoudens de tugt aen sgn moeder Catrina van Empel, beleent, 6 Jung 1737. ') Zie voor Klein Westerhout verder § 1. *) In deze akte wordt opgegeven, dat de grootte c. 60 morgen is. 3) Zie verder § 2. *) D.i. de andere helft, bovengenoemd. 568 Idem. laat sgn open testament van den 10 Julg 1767 appröberen en registreren, 13 Julg 1762. Antonis van Steenis, erfgenaam sgns vaders Hendrik Antonis van Steenis beleend, 28 Julg 1794. Afgesplit van 248. 248 § 2. De helfte van dat goed geheyten Groot Westerhold met eggen, eynden, en allen sgnen toebehoren, in den kerspel van Geldermalsen op der Lingen nevens den lande van Buren gelegen, groot ongeveer sestig mergen, als een bgsonder leen aan den Furstendom Gelre en Graafschap Zutphen tot onversterflgk erfleen, in mate dat het altoos erven sal op den oltsten en naaste van de sweertsgden van lede tot lede, ten Zutphensen regten met een pond goed gelds te verheergewaden leenroerig, opgedragen door Hendrik van Meteren Dirksz benevens desselfs moeder Martina M a r c h a 1 pro se et q. q. aan Derk van Meteren Ggsbertsz en Maria van Stenis, ehelieden, die daar weder mede beleent sgn, 15 Januarg 1764. Huider Dirk van Meteren voorn. Verder als 248. 249. BOBCHMALSEN. Vijfthien mergen 2 hont ende 34 roden lants, gelegen in den Gentel in den gericht van Borchmalsen, an d'een sgde Dirck van Tiel, an d' ander die Linge met sgnen anslage; noch 4 mergen 4 hont ende 66 roden in den Gentel, tusschen Huberts erve van Malsen an beyden sgden, opstreckende met den eenen eynde an de gemeyn stege; item in den Gentel voors. noch 5$ hont tusschen erfnisse Sinte Catrinen altar an d'een end an d'ander sgde Lutgen Huberts soon, opstreckende an den dgek, met allen sgnen tobehoren tot Zutphenschen rechten bg Arnt Pieck Hermans soon ontfangen, anno 1468. Idem, 16 Octobris 1473. (Hier staet alleen 5A hont ende 15 mergen 2 hont 34 roden) *). Idem eedt verngt, 28 Julii 1481. Herman Pieck, erve sgnes vaders Arnts, 2 Maii 1487. Claes Pieck, Hermans broder, oyck ontfangen, eodem die. Idem . eedt vernijt, anno 1503 2). Jacob Pieck Hermans soon, erve sgnes ooms Claes, anno 1516. *) Zoo ook in de vlg. akten. *) N.l. Claes. 569 Idem eedt vernnt, 20 Novembris 1545. (Hier staet 54 hont ende 14i mergen 5A. hont, 4A, mergen.) * * Idem eedt vernijt, 27 Martii 1557. Eiusdem erven crigen uutstel, 11 Januarii 1572 »). Claes Pieck2), bn makinge snnes vaders Jacobs, 7 Martii 1572 (5A hont 14£ mergen.) 2 Isabella Piecks, erve hares broders Claes, 20 Martii 1590. Eadem tuchtigt haren man Steven van Kossem, 16 Augustus 1591. Herman Pieck, heer to Isendoorn, erve sijner moyen Isabelle, 7 Februarii 1594 Herbert van Lawick, heer to Geldermalsen, bij transport Herman Piex eodem die3). (Hier staet: Een stuck goets to Geldermalsen in den Gentel gelegen," groot ongeverlick 16 mergen lants, met sijnen onderlenen ende gerechticheyt.) v Idem ende sgn vrou Catrin Holle tuchtigen malcanderen, so die lanxtlevende herhglickt, sal die tucht halff te nyet sijn, ende na beyder doot t leen op haeren kinderen ervende, sullen die nvet mogen den eygendom van dien haren 't zij mans ofte vrouwen overgeven, 24 Aprilis 1599. Anna van Lawick, erve hares vaders Herberts, beleent, onvermindert harer moder tucht, vermitz haren huider Carl Catz *), 20 Aprilis 1607. Catrin Hol, erve harer dochter Annae voorn., beleent, 9 Julii 1611. Willem Hol, erve sgnner nicht Catarine, beleent, den 29 Meert 1633 6). 250. DEYL. Een huys ende hofstat, gelegen in de Vischputte6) met 5 mergen lants daeran met sgnen tobehoren, met der averster sgde an de gemeyn weteringe van Deyl die nederste sgde neven Gerrits erfgenamen van den Bhijn dat overste eynde neven de gemeyn straet tot Deyl dat nederste eynde neven erfgenamen Gerrits van den Bijn ende Goossen Egen soon. Item dat alinge gemael tot Deyl. Item een thiende in den gerichte van Deyl met eener sgden an de BuUicksche stege, d' ander sgde an de Enspicsche grave, van der weteringe tot der Marcke streckende, met den eenen eynde ende anders, met allen tobehoren ontfangen bg Elias van den Ehg'n, anno 1388. Steesken yan Malderich ontfengt om weder te leen uut te geven Diedrichen van Tieli dat goet te Deyl gelegen, eerst de tiende op de Daelweyde m den block, streckende op de Bolckstege met eenen eynde ende met den anderen eynde d' Enspyckschen grave ') Uit de akte blflkt, dat Jacop Pieck heer tot IJsendoorn was geweest 4 Anbtman van Beesd en Eenoy (akte). ') De akte is van 8 Februari. ) Kentmeester der domeinen in de voogdij van Gelre (akte). •) örootte ongeveer 16 morgen (akte). ") „Vischpuele" in de akte; de meeste latere akten hebben „Vischput". 570 al uut tot der Marck to. Item die thiende op den Uterdijek in Deylreweert. Item die thiende op den TJterdijek op Koxweert. Item die thiende in den Berdeneneamp ende in den Stert daerto, gelegen in den kerspel van Deyl. Item een hofstat met 5 mergen lants in den Vischput met alsulcke timmeringe als daerop is, an d' een sijde lantgenoot die vrouwe van Bomde, an d' ander sgde die gemeyn weteringe. Item den wind ende dat gemael van den kerspel van Deyl. Item die vischerie in der Lingen also veer als dat gericht van Deyl gaet, tot Zutphenschen rechte, anno 1402. Dirck van Tiel ontfengt een hofstat met 5 mergen ende heure timmeringen in den Vischput. Item den wind ende t gemael van den kerspel van Deyl ende die visscherie in der Lingen so veer dat gericht van Deyl geet, tot Zutphenschen rechte, anno 1411 ). Olivier Alberts soon van Enspyck hg transport Dirx voorn, ontfengt 1 hofstat met 5 mergen, den wind ende gemael van Deyl, anno 1413 2). Idem tuchtigt sgn vrou Yde, Willem Schonen dochter van Est, eodem anno. Idem, anno 1424. Adrian Oliviers soon van Enspick, erve sgnes vaders, anno 1446. Peter van Buren, anno 1470. Idem tuchtigt sgn vrouw Algt Willem Jansdochter, eodem die. Peter Adrians soon eedt verngt, 15 Octobris 1473. Willem Peter Adrians soon, erve sgnes vaders, anno 14823). Idem eedt verngt, anno 1501. (Hier staat: an d'een sgde gelant Otto van Hoeckelom, ende die gemeyn weteringe an d ander snde, snner moder Algt hare tucht beholden.) Willem van Buren Peters soon eedt verngt, 21 Septembris 1538 (6 mergen). Idem eedt verngt, 10 Jung 1544 (gecorrigeert 5 mergen). Johan Willems soon, genaemt van Buren, erve sgnes vaders, 12 Octobris 1555. Dirck van Malburgen Walravens soon bg transport Johans voorn., eodem die, voor Aert van Tuyl Peters soon, diewelcke eedt verngt, 26 Januarn 1558. Jacob Pieck, raet, bg transport Aerts van Tuyl, 7 Septembris 1564. Seger Pieck, bg makinge sgnes vaders Jacobs, 7 Martii 1572. (Hier wort den wind ende 't gemael afgenomen, ende bn een ander leen van 16 mergen 1 hont t' Enspick gevoecht4). Giellis Pieck, erve sgnes broeders Seger, crigt uutstel, 13 Decembris 1574. Idem beleent, 4 Jung 1575. Jacob Pieck Giellis soon crigt uutstel, 11 Octobris 1586. Willem Pieck, erve sgnes vaders Giellis, 20 Octobris 1586. Idem maeckt sgnen jongsten soon Stees een hofstat to Deyl genoomt Rienestein6), 3 Martii 1628. •) Zie over de tienden 251; in de hier vlg. akten worden zij niet genoemd. *) Voor de visseherij geldt het in de vorige noot opgemerkte. •) Behoudens de tucht zijner moeder Aleyt, d.d. 2 Jan. 1474. •) Dat Gielis Pieck in leen houdt (akte). Zie 264. ») De naam der hofstad in de Vischput; in sommige akten Keinestem. 571 Idem revoceert de voorstaende makinge ende transporteert dit leen op sijn jongsten soon "Eustatius Pieck1), die daer mede beleent is, den 13 Junij 1633. Willem Pieck2) beleent, den 18 Augusti 1656. Elisabet Piek, erfgenaem haers broeders Willem, beleent, den 13 April 1700. Huider Diederick van Els tot Boelenham, haer man. Eadem laet haer beslote dispositie appröberen, den 24 Julg 1700. Carel Piek, heer van Brakel, laet registreren apointement van de Landschap van de 30 Martii laestlede om op dit leen te procederen tot laste . van Judith Wilhelmina Piek, 28 April 1705. Judit Wilhelmina Piek, erfgenaem haers moeys Elisabet, beleent, 9 Mag 1703. Johan Ludewig van Hamerstein3), haer man, is huider. Johan Ludwig van Hamerstein en Judit Wilhelmina Piek, egtelieden, dragen dit leen op ten profgte van Caerl Piek 4), 29 December 1712. Caerl Piek uit kragt van die overgifte beleent, 2 Januarg 1713. Huider Wilhem Meuleman 5). De jufferen van Hamerstein 6) krggen consent om op dit leen te procederen tot erhalinge van voldoeninge van 's Hoves sententie. 11 April 1718. Wilhem Hendrick Pieck, erfgenaem sgns vaders Caerl, beleent, 25 Mey 1725. Idem laat appröberen sgn huwelgxvoorwaerden, den 22 October 1732 opgerigt met Elisabet Louise van Aertse van Sommelsdiik 12 Pebruarg 1733. Idem 7) en Elisabeth Louise van Aertse van Sommelsdgk, ehelieden, dragen dit leen op aan Paulus Jansen van Wachem, die daar weder mede beleend is. 9 Jung 1744. Aartje van Wachem, weduwe Kocks, erfgenaam haars broeders Paulus Jansen van Wachem, beleent, 28 Januarg 1755. Eadem draagt dit leen op aan Pieter Verstegen, die daar weder mede beleend is, eodem die. Idem en Anna Catharina Bosch, ehelieden, laten haar open testament van den 2 Junij 1767 appröberen en registreren, 6 Jung 1767. Johan van der Mast krggt consent om op dit leen te mogen procederen ter bekominge van twee duysend agt en negentig gulden met d'interesse van dien wegen diverse capitalen van Henricus Verstegen, soon van Pieter Verstegen, te vorderen hebbende, 23 Mag 1778. Anne Catharina Bosch na dode van haar man Pieter Verstegen in qualiteit als getogte boedelhouderse beleend, 23 October 1781. Huider Melchior Verstegen, haar soon. *) Kapitein (akte). ») Heer tot Enspick (akte). *) Majoor (akte). 4) Heer van Brakel en Soelen (akte). ) Conciërge van de Rekenkamer (akte). 6) Niet met name genoemd in de akte ) Heer van Brakel en Soelen, ambtman van Beesd en Renoy (akte). 572 251ft|L DEYLDie thiende gelegen op de Daelweyde in den block, streckende op de Bullickstege. Item die thiende op den Uterdijek in Deylreweert. Item die thiende op den Uterdijck in Coxweert. Item die thiende in den Voirdeneamp ende die thiende in den Sterte, gelegen in den kerspel van Deyl, met allen heuren tobehoren tot Zutphenschen leenrechte ontfangen bij Arnt Pieck Gijsberts soon, anno 1411. Arnt Pieck van Beesde bn transport Diedrichs van ïiel ontfengt die vischerie in der Lingen also veer als dat gericht van Deyl geet, anno 1413. 251a. Die halve thiende van Deyl tot eenen Kuyckschen leene ontfangen bg Johan van Brakel Johans soon, beheltlick sijner moder Johanneende sgner suster Elisabet hare tucht, anno 1401. 251b. 13 hont lants ende 7 Deyl gelegen, ontfangen den bastart van Erckel geheiten Zutphenschen rechten. hont lants, in den kerspel van bg Bavensteen, anno 1436, tot 251c. tHuys Bulkensteyn met den landen, bongert, met sgn onderleenen ende gerechticheiden daertoe behoorende, met twee brooteampen bouwlants, daerbg ende om gelegen, ende van allen ouden tgden bg den oudsten van den huyse beseten geweest, gelegen in den ampte ende karspel yan Deyl, aen den graeven van Hohenlo tot een onversterflijck leen leenroerich, te verheergewaeden met een paer witte hantschoenen off drie stuyvers Brabants daervoor, ende voorts op den hoffrecht door verweigeringe van beleeninge des leenheeren 2) en resolutie van de Ed. Mog. Heeren Staeten dezer Landschap te leen ontfangen door Hendrick vanTuyltotBulckesteyn, colonel ende commandeur van 'sHertogenbos, door Dr. Lambert van Eek, momber van Gelderlant, sgn huider, den 14 December 1666. ?0^d\1Bta4°PBe^57V bli absentie en uitlandigheid der leenheeren de beleeningen te doen (akte). 573 Idem laet sgne dispositie appröberen, den 19 December 1666 WillInY2? ïc^°N?7nlCkeStein' Pm 8ÖQ6S Vadera Hendric^' beleent' Holger Hendrick Eosecrans, onmundige soon van Maximiliaen Eoseur^'A'STlV WiUem ^ TnyltotBu^^yrbelee0„t, JaC°ïnJva? Eei^ersDer&en, weduwe van Willem van Tuyl van dïn 2 jB Hu"!r heW hïdrelTeD WW** beleent aen j Jnnrj 1674. Adriaen Exalto d'Almeraes is huider Holger Hendrick Eosecrans laet sgn dispositie appröberen \ den 6 Mey 1681 Jacoba van Reigersberg laet haer beslote dispositie appröberen den 1 October 1698, 12 Julii 1709, 18 November 1713. Eadem doet eed verniwen door Hendrik van Benthem,' 14 October 1724 Eadem draegt dit leen op aen Maria Adriana Tan Geel van Spanbroek, haer dogter die daer weder mede beleent is, eodem die. Huider Hendrik van Beithem Eadem laet haer heslote dispositie appröberen, 8 Maart 1725 Daniël van Geel van Spanbroek3) laet registreren het testament van Jacoba van Eeygersberg, sgn moeder, den 18 November 1713hE geapprobeert, 13 Mey 1733. ""»ewuer ma mer Idem laet registreren het testament van Maria Adriana Geel van Snan T ^ 8 Maart 1725 hier poneert eodemTe tLS * miD£ TEn v6ed van Spanbroek, na dode haers moeders £5? T".,11^ 60 8usters Maria Adriana van Ged van Spanbroek, (ingevolge) derselver testamentaire dispositfen en ver clannge onder de hand van J. J. en J. W van GppI ™„ Johan van Eoemt, erve sgnes vaders Johans, 30 Mag 1548 Idem eedt van 19 hont verngt, 20 Jnng 1556. Afgesplit van 253. 254. DEYL Seventbien hont lants, haven der heeren van Marienweerde erve ende dm papelicke proeven ende heneden Johan van Eoemt gelegen, van de voorgaende 5* end i mergen affgesplit tot Zutphenschen rechten ende opgedragen hn Johan v a n E o e m t tot behoeff van sgnen oom Gerrit van Eoemt, 30 Mag 1548 2). Eranck van Eoemt, erve sgnes vaders Gerrits, 15 Mag 1554 Idem eedt verngt, 20 Jung 1556. Lambert Versteeg, erve sgnes ooms Erancks, beleent, 28 Septembris 1603. Snn vader Sebastian Lambertssoon Versteeg huider van den onmundigen soon. 8 "U,UC1 Vd,u aen Idem doet selver eedt ende draegt dit leen op aen Aert Jacobs, die volgens daermede beleent is, den 20 Augusti 1644 Hendrik Verstegen *») heleend, so als hetselve weleer hg Aart Jacobs is gepossideerd en nu door koop hem aangekomen is, 2 Jnngi 1747 ™ 254a. Een stuck erffs, haldende omtrent 2* mergen lants, geheiten den Weytaeker, • gelegen in den kerspel van Deyl, tot Zutphenschen rechten geërft van Wolter van Beesde op sgn dochter Wilhem van Beesde, anno 1493 5). Stees van Hemert, erve sgner nicht Wilhelmae, ontfengt een stuck lante geheiten den Weyteamp ofte Weytaeker, gfoot we snde 2j mergen ge egen in Tielreweert in den kerspel van Devl daer boven naest gelant is Gerrit van Boxmeer ende beneden die gemeyne 9 Martii 15C3? 6enen 6ynde a" J°han Wille,n'8 hoff' Fredrick van Hemert, erve sgnes vaders Staes, 20 Martii 1544. ' ') Momber Cornelis Gerritss. (akte). ? MombfS vafw.e (atf " ~ Ngmegen. 578 Johan de Cock Herbertssoon, bg transport Fredrix voorn., eodem die. Thonis van Isendoren is huider. Idem eedt verngt deur sgnen broder Gijsbert, 17 Jung' 1556. Herbern de Cock, erve sgnes broders Johans ,„„,, r.» v _l j r> a v j tt v. £ 21 Octobris 1575. Gijshert de Cock, erve sgnes hroders Herherns ) Idem tuchtigt sgn vrou Beatrix van Assendelft, eodem die. 255. ENSPYCK. Dat derden deel van der alder1) thienden tot Enspyck met -jj van der alder smaler thienden tot Enspyck. Item 6 mergen van thienden gelegen in Amersoyenschen Broicke, streckende van den Uulegrave tot den Hemertschen zeegdgcke toe, an d'oostzgde des Heeren thiende, an de westsgde an Aelschen segcdg'cke, daer Boberts wgff van Apeltorn haer lgftucht an heeft, tot eenen Zutphenschen leene, geholden bg Ggsbert van Tule ende ontfangen bij Otto van Haeften, anno 1401. Idem erhelt, dat nyemant hiervan beleninge sal crigen anders dan Derick de Boever2) Ewoutssoon ofte sijne rechte erven, die hg heeft bg Beatris Ggsberts dochter van Tuyle, wanneer sij Otten ofte die sgne met leenrecht daeruit gewonnen sullen hebben. Beatrisse van Tule, huysfrou Dircks de Böver Emontssoon, ontfengt alle alsulcke goede ende leene als Ggsbert van Tule Johans soon van Haeften te halden plag in Tielreweert ende anderswacr gelegen tot een Kuyx erfleen tot Zutphenschen rechten met eenen ponde etc, als erve hares neven Ggsberts voorn., anno 1401. Eadem als erve hares neven Ggsberts van Tuyle Johans soon van Haeften ontfengt die thiende tot Enspick tot eenen Kuix leen tot Zutphensche leenrechten met eenen ponde etc. ende alle alsulcke goede ende leene als dieselve Ggsbert ende sgne alderen te holden plagen van der herlicheit van Gelre, in Tielre- ende Bommelreweert gelegen, anno 1402. Otto van Haeften ontfengt | van der alder smaler thienden tot Enspyck als Ggsbert van Tuyl te hebben plag, item 6 mergen in Amerserbroicke, streckende van den Ulegrave tot den Hemerschen zeegdgck, an de oostzijde an des Fursten thiende, an de westsgde an Aelsche zeegdgcke, daer Boberts wgff van Apeltern an getuchtigt is, anno 1402. Dirck van Tuyl crigt uutstel, anno 1402. Beatris Van Tuyl deur heuren soon Ggsbert Boever eedt vernijt, anno 1414. Diedrick de Böver van Tuyl transporteert die thienden tot Enspyck ende tot Amersoyen ende die windmeul te Tuyl tot behoeff van ') Het register beeft abusievelijk: alinger. *) Vlg. de akte: die Roden; in de volgende heet hij Roevers. De eerstbedoelde akte is niet gedateerd, doch vermoedelijk van 1401, de laatstgenoemde echter van 1402. 579 Ggsbert de Eoever van Tuyl, anno 1419. Derck de Eoever van Tuyl ontfengt die thienden tot Enspyck ende Amersoyen ende die windmeulen tot Tuyl, voort alle alsulcke goede ende leene als Gijsbert van Tuyl Johans soon van Haeften ende sgne alderen to halden plagen, in Tielre- ende Bommelrewaerden ende andertwaer gelegen, tot eenen Kuyckschen erfleen tot Zutphenschen leenrecht met eenen ponde etc, anno 1435. Dirck van Tuyl, erve sgnes vaders Dirx, anno 1459. Idem, anno 1468. Idem eedt verngt, 23 Jung 1474. (Hier staat Dirck de Eoever van Tuyl.) Idem eedt verngt, 25 Julg 1481. Arnt van Haeften erft op sgnen soon Willem van Haeften die thiende to Enspyck ende die windmoele to Tuyl voort alle alsulcke goede ende leen als Dirck van Tnyl ende voort Ggsbert van Tuyl Johans soon van Haeften te leen gehalden hebben, 21 Julg 1547. Jacob Pieck, heer to Isendorn, bij transport Willems voorn, ontfengt alleen die thiende to Enspyck ende die windmoele to Tuvl tot Zutphensche rechten, eodem die. Idem eedt verngt, 27 Martii 1557. Seger Pieck bg makinge sijnes vaders Jacobs ontfengt 4 van den thiende op Enspyck, 7 Martii 1572. Giellis Pieck, Segers broder, crigt uutstel, 13 Decembris 1574. Idem, erve sgnes broders Segers, beleent, 4 Jung 1575. Jacob Pieck Giellis soon crigt uutstel, 11 Octobris 1586. Willem Pieck, erve sgnes vaders Giellis, 20 Octobris 1586. Idem1) maeckt dit ende die hofstad Eienestein to Deyl2) sgnenjongsten soon Stees, mitz uutkerende an sijn suster Alarda 75 gulden 's iaers te lossen met 1250 gulden, 3 Martii 1623. Idem revoceert dese bovenstaende makinge, den 13 Jung 1633. Gillis Pieck % erve sgnnes vaders Willem, beleent, den 3 Maart 1635. Jacob Pieck erve sijnnes vaders Gillis, noch onmundich sijnde, beleent door volmechtiger van de moeder Anna Maria de Gruyter, den 5 Meert 1649. Idem 4) ende desselfs ehevrou Johanna Vgch laeten haere reciproque lijf- tucht appröberen tot herheulijckens toe, den 28 September 1675. Idem laet sgn heulixe voorwaerden met vrouwe Johanna Vijch appröberen eodem die. ' Carel I»ieck, onmundiclx, erve stfixes vaders Jacob, beleent'den 13 November 1676. Carel van Hattem is huider.' Carel Pieck heer tot Braeckel, mundich geworden sgnde, doet selvereet door Peter Schoock, den 18 Februarg' 1682. Idem heeft op den 9 Julij 1687 doen appröberen sgn testamentaire dispositie. \«n!?Ck6) moceert> s«n testamentaire dispositie, den 14 September 29 Maert 1700*"*"^' ^ ^"k*" **** ^ ^ den ) Ambtman van Beesd en Renoy (akte). *) Zie 250 ) Ambtman van Beesd en Renoy (akte). ) Heer tot Brakel, ambtman tot Beesd (akte). ) Heer van Brakel en Soelen, ambtman van Beesd en Renoy (akte) 580 Idem laet sijn huwelijxvoorwaerden appröberen met Margareta Jacoba du Faget1), ingegaen den 30 Maert 1698, geregistreert om redenen als voren den 29 Maert 1700. Wilhem Hendrick Pieck *) erfgenaem sgns vaders Caerl beleent, 25 Mey 1725. Idem laet appröberen sijn huwelijxvoorwaerden, den 22 October 1782 opgerigt met Elisabet Louise van Aertse van Sommelsdgck, 12 Februarjj 1733. Anne Francois Willem Pieck8) en Daniël Adriaan leLeudeWilhem, in huwelijk hebbende Maria Phillippina Jacoba Pieck, laten registreren een acte van aditie en renuntiatie van den 2 deser met betrekkinge tot den nagelaten boedel van wijlen haerlieder vader Willem Hendrik Piek, 13 Julii 1762. Anne Frans Willem Piek erfgenaam sgns vaders Willem Hendrik Piek beleend, 17 November 1762. Idem draagt dit leen op aan Christiaen Cleynhoff, die daar weder mede beleend is, 7 Jung 1764. Idem laat. sgn open testament van den 23 Jung 1775 appröberen en registreren, 3 Julg 1775. Huberta Verspijk in qualiteit als weduwe en getogte boedelhouderse van wglen Christaen Kleynhoff4) beleend, 8 Januarii 1778. Huider Hendrik Schievelberg Bekking B). Christiaan Fredrik Kleynhoff 6) laat appröberen en registreren een extract magescheyd, den 14 Maii 1792 over de nalatenschap van sgne ouders Christiaan Kleynhoff en Huberta Verspgck, in leven ehelieden, opgerigt, en waarbg hem dit leen en geregistreerde kolom 209 en 264 sgn tóe- en aanbedeeld, 25 Maii 1792. Idem beleend met dit leen allergestalte hetselve hem door dode van sgne voorn, ouders en uyt kragt van het geapprobeerde magescheyd aangekomen is, eodem die. Denselven draagt dit leen op aan Elias Tilenius Kruythoff, die daar weder mede beleend is, 24 September 1794. 256. DEYL, ENSPYCK. Die thiende to Deyl, so die bepaelt is, end dat 4. van der alder thienden tot Enspyck groot ende smal tot Zutphenschen rechten opgedragen bg Arnt Pieck tot behoeff van sgnen broder Otto Pieck, anno 1442. Idem, anno 1468. Idem tuchtigt sgn vrou Johanna van Vianen, eodem die. *) Van Assendelft (akte). l) Heer van Brakel en Soelen, ambtman van Beesd en Renoy (akte). Zie over den windmolen van Tuyl: 215a. *) Ambtman van Beesd en Renoy (akte). 4) Burgemeester te Culemborg (akte). E) Advocaat voor den Hove (akte). *) Hed. dr. te Amsterdam (akte). 581 Idem eedt verngt, 13 Octobris 1473. Idem eedt verngt, 9 Julij 1481. Idem eedt verngt, anno 1492. Wilhelma Piecks, huysfrou Otten van Vueren, erve hares vaders Otten, anno 1500. Arnt Pieck erve sgnes vaders Otten, anno 1515. Wilhelma ende Agnes Piex gesusteren, bg transport hares broders Arnts, ontfangen een thiende, gelegen in den kerspel van Enspyck in Tielreweert, ende een smale thiende, oick in denselven kerspel gelegen Noch 15 mergen lants, gelegen opten Weerdenburgschen Campen Noch 4 mergen, int Nylant to Beest gelegen, 14 Octohrisl518 !). Herbert van Vueren, bg transport sgner moder Wilhelma ende moven Agnes, eodem die. Idem bewilligt sijn beleninge so veel voor sgnen broder Otto als voor sich selffs ontfangen te hebhen, 16 Novembris 1584. Idem eedt verngt, 20 Octobris 1538. Johan van Vueren, erve sgnes vaders Herberts, ontfengt alleen die thiende to Deyl in Tielreweert, so die bepaelt is, tot Zutphenschen rechten, 29 Julg 1546. Idem tuchtigt sgn moder Johanna Pythsers, eodem die. Idem crigt uutstel eedt te verngen, 4 Julij 1556. Idem eedt verngt, 3 Januarg 1558. Idem tuchtigt sgn vrou Maria van Eoen, 14 Mag 1576. Peter van Asperen end* van Vueren, ervesijnes vaders Johans, 22 Aprilis 1577. Maria Vos vanSwartzenberg, onmundige dochter Johan Vossen, bg transport Peters voorn., ontfengt den alinge thiende so groff als smal, m den gerichte van Deyl in Tielreweert gelegen, met al snn gerechticheyt ende tobehoren, 18 Decembris 1593. Arntilrain A ,e ? w Ö n' heer t0 Buwiel, bg transport Marie Vos, 2 Septembris 1601. Adrian van Bilant als man Marie voorn, transporteert dit leen. Josina van Asewgn, vrouwe tot Cranendonck, erve haeres vaders Amts van Asewgn, beleent, den 20 Aprill 1640. Stephaen van Wylick tot Cranendonck, erve sijnes moeders Josine van Aeswgn, beleent, den 3 Januarii 1661. Johan Aelbregt van Wylick, erve sijns vaders Steven, beleent, den 3 Augustus 1700. Frederik Carel van Wylik tot Boetselaer, kranksinnig, erve sgns vaders Johan Aelbrecht van Wylik, beleend, 25 April 1747. Huider Jan Godart van Oudenaller. Franceline Louise van Wylich erve haars vaders Johan Aelbregt van wylicn en uyt cragt yan geapprobeerd accoord beleend, 16 October 1749. Huider Jan Godart van Oudenaller. de\19enddlhDeerirn°emde leeDen he6ft 257 betrekiin«; volgende betreft uitsluitend in''den tZriZlwT^^' Lottum' ^neraal-majoor in Prnisen. Het «.m i -u hoAoeiie accoord was door baar te Berlijn gesloten met haren zwas-er Samuel vrnheer van Hertefeld, opperjagermeester (gehuwd « fMariAnna^Isabella vW) over de goederen van haren krankzinnigen broeder! 'saDena v. W.), 582 Anna Louisa Sophia von Fuchs, erve haars moedersFrancelinaLouise van Lottum, heieent, 13 April 1751. Huider Jan Godart van Oudenaller. Eadem draagt dit leen op aan Johannes Versteegen, minderjarig, die daar mede beleend is door desselfs vader Pieter Versteegen als huider, 28 Julg 1757. Idem, meerderjarig geworden, vernieuwt eed, 16 October 1781. Denselven laat registreren de superscriptie van sijn testament d.d. 2 Mag voor den gerigte van Deyl gepasseert, 23 Maij 1795. Joannes Verstegen laat registreren de superscriptie van zgn testament d.d. 20 September 1804 voor den gerichte van Deyl gepasseert, d.d. 26 October 1804. Johannes Verstegen laat registreren de superscriptie van zgn testamentaire dispositie d.d. 21 van Slagtmaand 1809 voor den gerichte van Deyl besloten gepasseert, d.d. 20 van Wintermaand 1809. 257. ENSPYCK. Een thiende in den kerspel van Enspyck in Tielreweert ende een smale thiende, in' denselven kerspel gelegen. Noch 15 mergen lants, gelegen op den Weerdenborgschen Campen, ende 4 mergen lants, gelegen int Nylant te Beest, tot Zutphenschen rechten. Hiervan crigen uutstel Johan ende Otto van Asperen ende van Vueren, 4 Julg 1556, ter tijd to die voorn. Johan van Jerusalem sal weder gecommen sgn. Iidem maken hiervan 2 leenen ende d'een helft onfengt die voorn. Otto van Asperen ende van Vueren, 3 Januarg 1558 *). Johanna van Asperen ende van Vueren, huysfrou Goossens van Hoensselaer, erve hares vaders Otten, 19 Aprilis 1570. Loeff van Hoensselaer, erve sgner moder Johannae, 5 Septembris 1576. Cornelia van Asperen ende van Vueren, erve Loeffs voorn., 15 Aprilis 1587. Peter van Asperen ende van Vueren, bg transport sgner nichten Corneliae, 31 Januarg anno 1591. Gerrit Cr om Peterssoon ende Hillegonde Poucquen Gerhardsdochter, eheluyden, ontfangen alleen dat voors. deel thienden so groff als smal, in den gerichte van Enspick in Tielerweert gelegen, met allen sgnen gerechticheyden ende tobehoren tot een onversterflick leen tot Zutphenschen rechten met een pond goets gelts to verhergewaden, 15 Decembris 1593, bg transport Peters voorn. Idem tucht sgn vrou voorn., 24 Julg 1612. >) De akte heeft abusievelijk 1557; vlg. die akte waren deze leenen hun aanbestorven van Wilhelma en Agnes Pieck (zie 256). De helft kreeg hun broeder Johan (258). 583' Gjjsbert de Eicke als erffgenaem van Hilleken Foucquenx) ende Gerrit van der Sloot gent. Crom, in qualitate als erffgenaem van Peter Crom, sjjnnen broeder, leenvolger geweest sgnde van Gerrart Crom, beleent, den 28 Julg 1630. ('tVereuym qugtgescholden.) Idem beleent met het deel tienden hem angecommen van sgnne nichte Hillegunda Crommen, die het geerft van haer vader Gerrit Crommen den 1 Meert 1638. Idem sgnne dispositie geapprobeert, den 11 Mey 1639. Antoni ende Elbert de Eicke, erven haeres vaders Ggsberts, beleent, den 16 December 1648. Willem Tegnagel de oom huider. Ida de Rgck beleent met haer contingent in desen tient door haeren man Dr. Jan Cup, secretarius in Deil, als haeren huider. den 20 Mey 1662. Antonys de Egck ende Ida de Egck, geassisteert mei Dr. Jan Cup als man ende momber, transporteren dit leen aen Johannes Kngff, predikant tot Deyl, den 20 Mey 1662. Johan de Kleyn nomine uxoris Catharina Kngff en Eeynier ter Kinder2) als aengestelden voogt van de onmundige kinderen van Dom. Johannes Kngff 8), namentlgck Caecilia en Johanna Hillegunda Kngff, na van het Hof geobtineerde remissie van het versuym beleent den 15 Mey 1691. Dr. Willem Bruyns *) is huider. Anna Emerentia 5) en Catarina Kngf pro se en de rato caverende voor Cornelia en Johanna Hillegunda Kngf dragen dit leen op aen Hendrick Piper6), die daer weder mede beleent is door Antony Leempoel, den 25 October 1698. Catharina Tulleken, weduwe van de mayor Piper, voor de helft en Lucretia Piper en Gerhardus Piper voor de andere helft, bg koop 7) en erfgenamen van Hendrik Piper, der eerste man en der twee laetsten vader, beleent, 20 September 1721. Huider Johan Verbeek. Gerhard Piper en Lucretia Piper8) laten appröberen de erfscheiding, tussen haer als erfgenamen van [haer moeder Catharina Tulleken, weduwe Hendrik Piper, opgerigt, waerbg dit leen Lucretia Piper word aanbedeeld, en is daermede heieent uit kragt van dien 21 September 1729. Huider N. Keyser. ' Lucretia Piper en Charles K o k b u r n, egtelieden, dragen dit leen op aen Jan Wilhem de Groulard9), die daer weder mede beleent is 10 October 1729. Steven Herbert, de Groulard10), erfgenaem sgns vaders Jan Willem de Groulard, beleent, 7 April 1784. Jacoba Adriana de Groulard, minderjarig, erfgenaam haars vaders Steven Herbert de Groulard heleend, 21 November 1748. Huider G. W Engelberts. ') HB was haar zoon (akte). ') Burgemeester te Buren (akte). ) En Catharina Sevenhuysen (akte). *) Secretaris van Buurmalsen (akte) ) In deze akte heet haar echtgenoot Jan Aris de Kleyn. •) Oud-ritmeester der cavalerie (akte). ') D. w. z. zg laten den koop door H. Piper nog eens bevestigen ) Echtgenoote van Charles Cockburn, kolonel in het regiment royal ten dienste van den koning van Groot-BrittanniS. Haar broeder Gerhard was oud-schepen en raad te s-Hertogenbosch (akte) >, Oud-president en raad der stad 's-Hertogenbosch (akte). ") Schepen en raad te 's-Hertogeubosch (akte). 584 Eadem, meerderjarig geworden, laat eed vernieuwen, 15 Januarij 1779. Huider Willem Hendrik Klinkenberg van Echten. Francois Louis de Graffenried de Saint Jean en Jacoba Adriana de Groulart, ehelieden, laten haar besloten testament van den 9 April 1779 appröberen, 15 April 1779. Jacoba Adriana de Groulart laat registreren een copie van een superscriptie op een testamentaire dispositie, door haar op den 9 Maii 1806 te Lienden beslooten gepasseert, d.d. 9 Junii 1806. Fredrik Harpert Scheyd de Groulartl) laat registreren een opene testamentaire dispositie benevens desselfs superscriptie, door wijlen zjjn moeder, douariere de Graffenried de Saint Jean geb. de Groulart, d.d. 9 Maii 1806 te Lienden beslooten gepasseert, d.d. 29 October 1806. En laat uyt hoofde van dien dit leen allergestalte het hem bg voorn, dispositie is aangekomen, ten sijnen'naamen overteekenen, eodem die. 258. ENSPYCK. Die rechte helft van een thiende in den kerspel van Enspyck in Tielerweert ende die helft van een smael thiende, in denselven kerspel gelegen. Noch die helft van 15 mergen lants op den Weerdenborgschen Campen. Noch die helft van vier mergen lants, int Nylandt to Beest gelegen, tot Zutphenschen rechten ontfangen bg Johan van Asperen ende van Vueren, 3 Januarg 1558. Idem tuchtigt sgn vrou Marie van Roen, 14 Mag 1576. Peter van Asperen ende van Vueren, erve sgnes vaders Johans, 20 Aprilis 1577. Verder als 257. Afgesplit van 388. 258a. Die windmeul met den gemael t' Enspyck ende haren tobehoor, van den huyse dat op de Wiel gelegen is, genoomt het Lege Huys to Beest, afgesplit, ende voor een besunder leen to Zutphenschen rechten opgedragen bg Costen Pieck, heer tot Wolffsweert, tot behoeff van Herman Adrians, 5 Aprilis 1603. Idem sgne dispositie geapprobeert, den 8 Augusti 1659. Elias Adriaensen Uden als man ende momber sgner huysvrouwen May ken Jans beleent uyt cracht van dispositie van Harman Adriaensen, den 21 April 1677. ') Gehuwd met C. F. de Lannoy (akte). 585 Afgesplit van 250. 258b. tEecht ende gerechticheyt ant gemael so van wind- als rosmeul der kerspelen van Enspyck ende Deyl1) met den ancleeff, twelck Herman Adrians soon bij ancoop van Costen Pieck, heer to Wolffsweert, halff tocomt, tot Zutphenschen rechten opgedragen bij Jacob Pieck, heer t'Enspyck, tot behoeff van Adrian Elis soon, beheltlick den huyseren t'Enspyck ende in den Vischputte, gênant Rhjjnenstein, erflicke molstervrijheyt, goet gerieff ende voortocht int gemael, 9 Mag 1614. Idem sgnne dispositie approbeert alsmede de tocht2), den 14 Maij 1631. Is goetgevonden bij den Eaet dat men notitie sall houden, ten eynde' de bovenstaende clausule van molstervrg'heyt, goett gergff ende voortocht, als streckende tot versmalteringo vant leen, in navolgende beleeninge moge uuytblijven, den 14 Maij 1631. Elias Ariens, erve sgnnes vaders Arien Elias, beleent, den 12 Februarii 1654. Idem sgne tuchtmakinghe3) geapprobeert, den 8 Augusti 1659. Idem laet registreren een ouden leenbrief van dit gemael continerende de clausule yan een dwanckmeule, gedateert 1380 des Saterdaechs na Sint Eemigiusdach, volgens des Hoves apointement van den 18 Octobris 1662. Idem transporteert dit Jeen aen Johan üdens, schepen der stadt Bommel, die daer mede beleent is den 9 November 1680. Cornelis Udens, erve sgns vaders Johans, na af gemaeckt versuim beleent den 24 September 1697. Idem transporteert dit leen aen Lambert Jansen Versteeg, die daermede beleent is, eodem die. Idem laet appröberen de huwelijxvoorwaerden, den 10 Juli 1711 met sgn vrouw Aletta van Tussenbroek opgerigt, 18 Maart 1712. Elisabet van Buren, erfgenaem haers neefs Elias Ariens, beleent, 5 April 1712. Huider Johannes van Ekkeren, haer man. Ernst van Swesergnen beleend met dit leen, gelgk 'tselve door dode van Lambert Jansen Versteeg op desselfs vrouw wglen Aletta lusschenbroek uyt kragt vau geapprobeerde hpjksvoorwaarden en yan die op hem uyt hoofde van geapprobeerd magescheyd aangekomen is, 17 Maart 1747. Idem laat sijn huwelgkse voorwaarden appröberen, 2 Februarg 1757. Ggsbert van Alem cum suis, erfgenamen van Ernst van Sweserijnen en Lgntje Verhaak, beleent, 25 September 1769. Huider Eutger Tulleken. ° Idem cum suis dragen dit leen op aan Erans v m a n cum suis, die daar weder mede beleend snn, 22 Maii 1770. Huider Eutger Tulleken. J ') Blijkens eene aanteekening in margine heeft dit leen tot 1572 behoord bij 250 en is toen (als molen te Deil) gevoegd bij 264 (waarmee het slechts korten tijd is vereenigd geweest). Ook uit de akten blflkt, dat alleen de molen te Deil bedoeld is. ) len behoeve zijner huisvrouw Metgen Deriks (akte). ) Ten behoeve van Mayken Jans, zijne buisvrouw (akte). 4) 23 Oct geregistreerd 586 Frans Heymans, na bekomen approbatie van 't magescheyd van den 7 Februarg 1772 en registratie qnoad clausulas concernentes, draagt dit leen op aan Dirk van A1 p h o n, die daar weder mede heleend is, 30 Jung 1773. Jan van Alphen als oudste zoon en leenvolger nae dode van desselvs vader Dirk van Alphen beleend, 24 Julg 1792. 259!). ENSPYCK. Den wind tot Enspyck. Item dat dagelix gericht tot Hellu tot Zutphenschen rechte ontfangen bg Otto van Asperen, heer van Yoorst ende Keppel, anno 1403 2). Idem ontfengt dat dagelix gericht tot Enspick ende den wint. Item die visscherie met sgnen tobehoren, anno 1424. Johan van Asperen, heer t'Asperen, Voorst ende Keppel, erft op Sweder van Kechteren, heer van Voorst ende Keppel,ende dieselve transporteert dat dagelix gericht tot Enspick ende die vischerie tot Brakel, so die van alts tot der herlicheit van Asperen gehoort ende hergebracht, van den gericht van Herwinen tot Floërken Sywen toe, tot behoeff van Arnt Pieck Ggsbertssoon, anno 1439 s). Willem van Ackoy, Arnts moder, transporteert die thiende toBorehmalsen ende die windmoelen tot Enspyck gelegen tot behoeff van Walraven Pieck, anno 1442. Arnt Pieck, heer to Asperen, anno 1465. Otto van Asperen van Vueren ontfengt die dagelixe heerlicheit van Enspick met al heuren tobehoren, anno 1468. Arnt Pieck, eedt verngt, 21 Septembris 1473. Johan van Weerdenborch bg transport Otten van Asperen, die sgner dochter Aleyt van Hoekelum met Johan voorn, dit in hglick mitgegeven, 15 Octobris 1481. Hier staet: 'tGericht van Enspick is Herberen van Asperen ende van Vueren, Otten van Asperens vader, togescheyden geweest. Johan van Weerdenborch, erve sgnes vaders Johans, 2 Januarg 1486. Wessel van Bötzelaer, heer tot Asperen, ontfengt die heerlicheit van Enspick, 12 Mag anno 1486. Johan van Weerdenborch verngt eedt van de daglixe heerlicheit van Enspick met allen haeren tobehooren tot eenen onversterflicken erfleen tot Zutphenschen rechten, anno 1495. ■) in dit artikel zijn verschillende leenen onder elkaar verward, zoodat vergelijking met andere artikelen aanbeveling verdient. ,. vr-fc . ,, ») In margine staat nog aangeteekend: Dat gemael ende den wind tot Enspick bn Herberen van Heukelom, heer van Ackoy, ontfangen, anno 1403. ") De akte is gedateerd 23 December 1438. 587 Idem vernijt eedt ende tuchtigt sgn moder Wilhelma van Erp, so lange sij onverandersaet blijft; maeckt oick, indien hij sonder gebeurt sterft, dat Theodorica, sjjn suster, erven sal, anno 1506. Gielles Pieck bij transport Johans voorn., 20 Martii 1551. Hier wort bg gevoecht een eynd van der vischerie tusschen Beest ende Enspick, boven angaende van der Enspicker windmolen, ende voort nederwert tot der Enspycker deurvaert, met d'Enspicker veerstat. Idem crigt uutstel, 15 Decembris 1556. Idem eedt verngt van dat daglixe gericht tot Enspick met sgnen tobehoren. Item dat veer to Enspick ende een eynd van der viseherien in der Lingen, te weten van der Enspicker windmeulen wes tot der Enspicker deurvaert ende nyet vorder te vischen, wie men van alts gewoonlick is, doch Wilhelmae van Doorn voorbeholden die swanendrift ende dat men geen brugge over die Linge leggen, noch opt voorn, veer nyet dan een schuyt holden sal om den voetganger te gerieven. Ten tweeden van 6 mergen lants to Enspick in .Tielreweert gelegen, geheiten die Lange Hoeve*), daer boven naeat gelant is Qnirijn Andries soon ende beneden die gemevn steire 27 Septembris 1581. Jacob Pieck, erve sgnes vaders Giellis, 22 Martii 1589. Nota2): hier staet: dat dagelix gericht tot Enspyck met sgnen tobehoren voor een besunder, ende dat veer to Enspick met een eynde van der vischerie in der Lingen van der Enspiclfer windmeulen tot der Enspicker deurvaert ende nyet vorder te vischen, wie men van alts' gewoonlick is te vischen, oyck voor een besunder leen; maer daerin abus bevonden sgnde is geordonneert, dat het voortan wederom nyet meer als beyde voor een leen erkent sal werden, 7 Decembris 1593. Giellis Pieck, erve sgnes vaders Jacob, beleent met den daglixen gericht t'Enspyck met sgnen tobehoren ende tveer t'Enspyck met een eynde viseherien in der Lingen van der Enspycker windmeulen tot der Enspycker deurvaert ende nyet vorder te vischen, 6 Julg 1622. Idem laet sgnne dispositie appröberen, den XIX October 16468). Eustachius Pieck, erve Gillis Pieck, beleent, den 23 September 1653. Willem van T uyl4). beleent, den 2 Martii 1654. Henrick van Tuyll5), erve sgnnes broeders Willem, beleent, den 16 Sentember 1654. Eustachius Pieck laet het magescheit, opgericht tussen d' erffgenamen van Jelis Pieck6) ende Willem van Tuyll7) appröberen, edoch sgn recht ex causa intestati onvercort, alsmede het magescheyt van JeJis Pieck ende sgnne kinderen8), van gekeken mede die houwelixvurwarden tussen Jacob Pieck ende Geertruydt van Tuyll9), alles onder reserve als voren, den 16 September 1654. *) Zie 260. 2) Deze mededeeling is bij de bedoelde akte in margine aangotcekend. *) 1645: abuis in de akte. 4) Tot Bulckensteyn, door het overlijden van G. Pieck (akte). 5) Commandeur van 's-Hertogenbosch (akte). •) T.w. zijn erfgenamen- van vaderszijde Eustatius Pieck en Johan van Weelderen kolonel, echtgenoot van Aleida Pieck (akte). t Ai? eevolmachtigde van Cornelia en Peternella Pinsen van der Aa, erfgenamen van Jelis Pieck van moederszijde. / 8) Kinderen: Jacob, Willetfi, ij Maria, en Barbara (akte). Vermoedelijk zijn bedoeld de kinderen van Gil lis Pieck, die ad 1551 beleend werd, en heeft dus de akte een verkeerd jaartal. 3) Van 13 Juni 1587 (akte). 588 Cornelis de Jeger q.q.*■) beleent den 16 September 1654, draeght op weder aen Eustachius Pieck, welke hetselve weder accepteert onder reserve als hoven. Henrick van Tuyl doet affstandt van sijn recht, twelck hij aen dit leen gepretendeert hadde, den 23 October 1655. Eustachius Pieck laet sgnne beslotene dispositie appröberen, den 25 April 1656. Jan van Weideren en Jacob Pieck2) versoecken openinghe van de bovengenoembde dispositie, den 7 Maij 1656. Willem Pieck, erve van Eustachius Pieck, beleent, den 15 Augusti 1656. Elisabet Pieck, erfgenaem haers broeders Willem, beleent, den 13 April 1700. Huider Diderik van Els tot Boelenham3), haer man. Eadem laet haer beslote dispositie appröberen, den 24 Juljj 1700. Judit Wilhelmina Piek, erfgenaem haers moeys Elisabet, beleent, 9 Mag 1703. Johan Ludewig van Hamerstein4), haer man, is huider. Joban Ludwig van Hamerstein en Judith Wilhelmina Piek, egtelieden, dragen dit leen op ten behoeve van Caerl Piek, heer van Brakel, 29 December 1712. Carel Piek uit kragt van die overgifte beleent, 2 Januarij 1713. Wilhem Meuleman is huider. Verder als 255. 260. ENSPYCK. Twaelff mergen 2 hont ende 28 schaft lants in den gerichte van Enspick in de Lange Hoeve, met den eenen eynde streckende an de Broickstege, tuschen den heeren van Sinte Marienweerde an d' een ende dieselve heeren ende die gemeyn stege an d' ander sgde, tot eenen Zutphenschen leene ontfangen bij Johan van Beesde als erve sgnes vaders Oliviers, anno 1401. Idem, anno 1405. Idem, anno 1424. Olivier van Beesde erve sgnes vaders Johans, anno 1432. Johan van Beesde draegt op daet goet geheiten die Langehoeve, haldende omtrent 6 mergen lants, gelegen in den kerspel ende gericht van Enspyck, an d' een sijde gelant Otto van Vueren van Spijck, an d'ander die gemeyn broeckstege, tot behoeff van Wolter van Beesde, anno 1456. Idem, anno 1470. Idem eedt vernijt, 15 Octobris 1473. Gerrit van Beest, huysfrou Ggsberts van Herwinen, bg transport hares vaders Wolters, 26 Julii 1481. ') Als vader van Cornelis Johannes de J., erfgenaam ex testament/) van Jelis Pieck. Hij was heer van den Colck en gehuwd met Judith van Mekeren (akte). *) Ambtman van Beesd en Renoy (akte). 3) Ambtman van Tieler- en'Bommelerwaarden (akte). 4) Majoor (akte). 589 Hubert Huberts Meus soon laet na ende erft 6 mergen lants to Enspick in . Tielreweert gelegen, geheiten die Lange hoeve, daer hoven naest gelant is Quirgn Andries soon ende heneden die gemeyne steegh, op sgn onmundige kinder, anno 1525. Cornelis Arnts soon is momber ende huider. Hubert Meus soon, onmundich, eedt verngt, 23 Septembris 1538. Kerstken van Stralen huider. Idem selffs eedt gedaen, 4 Julg' 1544. Hubert, oltste soon Hubert Huberts Meus soon, nochmaels eedt gedaen 21 Januarg 1549. Giellis Pieck, Jacobs heeren to Isendorns soon, bij transport Huberts voorn., eodem die. Verder als 259, behoudens het volgende: Anna Christina Kleynhoff laat appröberen en registreren een extract magescheyd, den 14 Mag 1792 over de nalatenschap van hare ouders Christiaan Kleynhoff en Huberta Verspgck, in leve ehelieden opgerigt en waarbg haar dit leen is toe- en aanbedeeld, 25 Maij 1792' Eadem. heleend met dit leen allergestalte hetselve haar door dode van hare voorn, ouders en uyt kragt van het geapprobeerde magescheyd aangekomen is, eodem die. Huider Nicolaas van Dokkum. GÖSb,™Tan W?ck laat "Prtwen een gerigtelgk transport d.d. 10 Man' 1797 door Anna Chnstina Kleynhoff ten sgnen behoeve gepasseert iö m7" Van dien dit leen ten sÖnen naeme overtekenen! 261- ENSPYCK. Eenen camp lants, tot Enspick gelegen, geheiten die Hoeve tot Zutphenschen rechten ontfangen hg' Otto van Vueren Otten soon, anno 1451 i). Griet van Vueren, erve hares vaders, ontfengt eenen camp lants, to Enspick gelegen geheiten die Lange Hoeve, anno 1465. Haer hulde? is Henrick van Tuyl, Margriet yan Vueren Otten dochter eedt verngt van een camp lants, to Enspick gelegen, geheiten die Lange Hoeve, daer naest gelant is nl*- ani^onTJendel.die gemeyn steSe an d' a«der sijde, 15 Octobris anno 1473. Haer huider is Ggsbert van Haeften 0ttoJas„dS?i,eref\eiVde. VA\yueren Walravens soon, heer tot Spgck, thoont bescheyt, dat Johan, Otto ende Walraven, sonen soZ ÏÏTh?tte,n'/ewe?eiTn -?eer t(> Sp8ck' °P malcanderen erven sollen tot der derden cluften to sonder hare angedeylde goeder te mogen vercopen noch alieneren, ende dan dieselve gebroder alle 3 sonder andere kinder als hg doot ende sgn ooms Otten dochter Margriet, cloosterjuffer t'Utrecht, oyck gestorven sijnde, wort beleent als erve sgner nichten Margriet, 9 Jnlf 1481. heeff'-hft ™t L^^tn'"' ï6* ^ d& LaB* Hoeve heet' vermoedelijk 590 Otto van Tnyl verngt eedt van 6 mergen lants geheiten die Lange Hoeve, in den karspel van Enspick gelegen tusschen die gemeyn stege hoven ende Herman Piecks erfgenamen heneden, gelgck Otten van Vueren van Spijck dat to te horen plag; daerto 5 mergen 1 hont lants, dat Otten van Gellinchem to te horen plag, in den kerspel van Renoy gelegen in Gerbielscamp tusschen erfnisse mg'ns gen. heeren ende die Buschehuserstege, met al sgnen tobehoren tot Zutphenschen rechten, 19 Octohris 1473. Idem eedt verngt, 19 Januarg 1482. Albert O e 11 i n c k draegt op dit leen tot behoeff van Ggsbert van Giessen, anno 1482. Idem eedt verngt, 8 Martii 1482. Stees Wolters soon bg transport Ggsberts voorn., 2 Mag' 1488. Idem eedt verngt van den goede geheiten die Lange Hoeve, haldende omtrent 6 mergen lants, in den kerspel van Enspyck gelegen, daer naest gelant is Otto van Vueren van Spg'ck an d'een sgde ende die gemeyn Broickstege (an dat) een eynde ende Ot Spijs erve an dat ander eynde, anno 1503. Margriet Stees dochter, huysfrou Quirgn Andries soon,bg maechgescheyt, ontfengt een goet met sgnen tobehoor geheiten die Lange Hoeve, haldende 6 mergen lants, boven naest die gemeyn broeckstege, beneden lant geheiten die Stelt tobehorende Jacob Pieck, in Tielreweert in den kerspel van Enspick van olts gelegen, anno 1516. Eadem stelt tot huider haren soon Stees Crgns soon, 17 Jung 1530. Eadem eedt verngt, 25 Septembris 1538. Hier staet: 6 mergen gnt. Spgckse Camp. Eadem eedt verngt deur haren soon voorn., 3 Julg' 1544. Stees Quirijns soon erve sijner moder Margriet, 16 Mag' 1548. Quirgn Stees soon, erve sgnes vaders, 13 Julg 1552. Idem eedt verngt, 20 Jung 1556. Giellis Pieck bg transport Quirijns voorn., 22 Augusti 1558. Jacob Pieck, erve sgnes vaders Giellis, erkent een goet geheiten die Lange Hoeve ofte den Spijekscamp met sgnen tobehoren, holdende ses mergen lants, in Tielreweert in den kerspel van Enspyck gelegen, boven naest an een gemeyne straet geheiten die' Broeckstege ofte die Andtstege ende beneden an lant tobehorende Jacob Pieck geheiten die Stelt, tot Zutphenschen rechten, 7 Decembris 1598. Giellis Pieck, erve sijns vaders Jacobs, beleent, 6 Julg 1622. Verder als 259, behoudens het volgende: Everdina Kleynhoff laat appröberen en registreren een extract magescheyd, den 14 Mag 1792 over de nalatenschap van hare ouders Christiaan Kleynhoff en Huberta Verspgck, in leven ehelieden, opgerigt, en waerbg haar dit leen is toe- en aengedeeld, 25 Maii 1792. Eadem beleend met dit leen allergestalte hetselve haar door dode van hare voorn, ouders en uyt kragt van het geapprobeerde magescheyd aangekomen is, eodem die. Huider Nicolaas van Dokkum. Deselve laat appröberen en registreren een extract testament, den 8 September 1792 met haar man Willem Lodewijk van Wgnbergen gepasseert, 17 November 1792. 591 262. ENSPYCK". Negen mergen lants uut der Lingen op de Bemstede ende dat veerstat tot Enspyck so als dat gelegen is van der herlicheyt van Euyck ontfangen bij ' Johanna uut den Bongert, huysfrou Johan Hack Gijsberts soon anno 1402. Johan ten Bogert, bn transport sgnes vaders Johans voorn., ontfengt dat veerstat tot Enspyck, een hofstat ende 8 mergen lants, gelegen in den gericht van Enspyck, streckt uut der Lingen in de Beemdestege ende die hofstat ende dat lant met den Uterdgck houdt 9 mergen tsamen, tusschen erve Johans Egcquins dochter van den Bogert d een sgde ende erfgenaem Willems van Seps d'ander sgde tot Zutphenschen rechten, ende Johan Hack voors. heeft an dese vors thienden ende goeden sgne tucht behalden, anno 1413. Idem, anno 1424. Hier staet: tuschen erve Henrick Henrix van Nnensteen ridders, ende Johan heer Arnts soon Johan van der Donck Johans soon bg transport Johans uuten Bogert, anno 1481. Ploris van Beesde verngt eedt van dat veerstat tot Enspyck met snnen tobehoren ende een hofstat haldende omtrent 5 mergen lants, in denselyen kerspel gelegen, daer boven naest gelant is Herman Piex wgff ende heneden Dirck Wolters soon x) op d'ander snde ende dat een eynde, ende met den anderen eynde tot den diepen * J™. d6ïr .lDgen' anno 1473' met bediüe> so hg sonder kinder sterft, dat Hubert van Beest den jongen geheiten Herwinen erven sal. Willem van Beesde Herwynen soon, anno 1500 2). Gerrit van Beest, ervo sgnes broders Floris, beleent deur sgner dochter man Peter yan Hasselt3), anno 1506; vermitz Hubert van Beest gênant Herwmen Florissen doot nyet beleeft, so is Gerrit Florissen broder erve, ende Huberta kinder uutgesloten, ibidem per cedulam eodem die. ' Lamberta van Beest, huysfrou Peters van Hasselt, erve hares vaders Gerrits, anno 1518. Ggsbert van Tuyl gênant van Deyl bg transportLamhertevoorn., eodem die. Hubert van Beest, erve sgnes vaders Willems, anno 1519, ende belooft hem die heer brj den gebruyck te holden tot dat hg met recht daeruut gesleten sgn sal. Ggsbert van Deyl *) verdraecht sich met Hubert voorn., also dat hij tleen beholden ende Huberten uutreycken sal 40 Philinseulden anno 1520. ' Hubert van Beest Willems soon verngt eedt van id veerstat to Enspick met sijnen tobehoor ende een hofstede geheiten den Camp in den voors. kerspel gelegen, 26 September 1538. Idem eedt verngt vant veer t'Enspick met sgn tobehoor ende een hofstat holdende 5 mergen, 3 Julg 1544. ') Akte: Hoiwynenssoon. ") Volgens deze akte behoorden 6 morgen lands bij de hofstad. ) Wegens ziekte kon hy zelf niet compareeren. ) Akte: Van Tuyll gen. Van Deyll. 592 Idem eedt verngt, 17 Jung 1556. Fredrick Huberts soon, erve sgns vaders, 18 Jung 1560. Aert van Beest, erve sgnes vaders Fredricks, 27 Julg 1581. Maria Alerts van Lexweerde, huysfrou Johans van Oesten Aerts soon, erve hares soons Aerts, eodem die. Helman Peterssoon vanBgsoort, bg transport Mariae voorn.1), ontfengt een hofstat, haldende omtrent 5 mergen lants, geheiten den Camp, in den ampte van Tielreweert in den kerspel van Enspyck gelegen, met den bongert, paswilligen, griendingen, dgek ende dam daerto gehorende, daer naest gelant is suydwert Hubert Hubertssoon ende noortwert streckende tot den diepen to van der Lingen tot Zutphenschen rechten, 15 Februarg 1599. Peter Helmanssoon, erve sgnes vaders, beleent sgnde, draegt dit op Eoeloff Anthonissoon, 2 Jung 1621. Jacob Eoeloffs, erve sgnnes vaders Eoeloffs, beleent, den 3 Mey 1633. Wgnant Adriaens C o 1 e n 2) bg opdracht Jacobs beleent, den 3 Mey 1633. Mayken Hendrix van Buyren, weduwe Wgnant Adriaens 3), haer ange- commen bg cessie ende maegescheyt, tussen haer man voors. ende voorkinderen gedaen ende gemaeckt, beleent, den lesten Jung 1646. Jenneken Jansz. 4), erve haeres moeders Maria van Bueren, beleent, den •21 September 1659. Johan van Wevelinchoven, haeren soon, huider. Jan Anthony van Wevelinkhoven beleend, 24 Mag 1741. Cornelia Petronella van Wevelinchoven 5) beleend met dit leen allergestalt hetselve door dode van Jan Anthony op Hendrik Balthazar van Wevelinchoven en door overlijden van de laatste op haar gedevol- veert ende verstorven is, 20 Jung 1771. Eadem henevens haar man Joan Osy dragen dit leen op aan Hendrik Balthazar van Wevelinchoven •), die daar weder mede beleent is, eodem die. Idem draagt dit leen op aan Nicolaas van D o c k u m 7), die daar weder mede beleend is, 18 April 1780. 263. ENSPYCK. Drie mergen lants, gelegen in den kerspel van Enspyck, met sulcken dgek van den bongert opwert tot Herman Piex wgffs erve to, ende met alsulck onlant als bevden sgden is, welck gaet van 5 mergen, die Floris van Beesde gecoft heeft, boven naest gelant Herman Piecks wgff, beneden Dirck Wolters ende an d'een sgde die gemeyn stege, an d'ander Floris van Beesde, tot Zutphenschen rechten ontfangen bg 'J Haar man en momber is dan Willem Janszoon (akte). ) Vlg. de akte (waarin de naam Colen niet genoemd wordt) was hij brouwer te Gorinchem ) Wijnant Adriaens van de Graft, brouwer te Gorinchem (akte). ) Weduwe dr. Johan van Wevelichoven (akte). 2 ^cht^enoote Tftn Johan Osy van Palensteyn, ambachtsheer van Segwaard, etc. (akte) ) Vaandrig (akte); te onderscheiden van zgn bovengenoemden naamgenoot ') Schout te Enspyck (akte). 593 Dirck Wouters, na transport Johans van der Donck, anno 1459. Gerrit Dirckssoon, onmundig, anno 1468. Huldër Steesken Woltérssoon Idem eedt verngt, 25 Octobris 1473. Idem eedt verngt, 17 Octobris 1481. Dirck Gerritssoon, erve sijnes vaders, 4 Januarg 1522. Idem eedt verngt, 25 Septembris 1538. Thonis Dirckssoon, erve sgnes vaders, 3 Julg 1544. Gerritgen Dircks dochter, huysfrou Ggsberts Dirckssoon, erve hares broders Thonis, 4 Marj 1548. Eadem eedt verngt, 20 Jung' 1556. Herman Valken erft 3 mergen lants, geheiten op den Camp in Tielreweert m den kerspel van Enspick gelegen, met den dijck van den bongert opwert tot Herman Piecks wijffs erve to, ende met ïi°^n* *ls an b«yden sgden is, daer boven ofte oostwert naest gelant Ggsbert van Tuyjs gent. Deyls erfgenamen, ende beneden westwert die gemeyn stege, an de suydsgde Henrick van Brienen ende an de noortsrjde een hofstat Dirck Gerritssoon tobehorende op sgnen neve 1 Hubert Hubertssoon, 9 Jung 1584. Johanna Valken, erve hares broders Hermans, 18 Jung' 1584. Hubert Hubertssoon tuchtigt sgn vrou Thoen Dircks dochter, 10 Julg' 1590 Idem crigt acte van diligentie, 29 Julg 1594. Cornelis de Boy Cornelissoon, burger tot Culenborch, bg opdracht van Hubert Hubert Meus beleent, 22 Augusti 1619, met 8 mergen lands, geheiten op den Camp, in Tielerweert in den kerspel van Enspyck gelegen, met den dgek van den hongert opwerts tot Johannae van Erp, huysfrou Gerhard van Buchelsferve to, ende met sulck onland als an beyde sgden is, westwert an Peter Gaertssoon noortwert Eoeloff Authonissoon ende suydwert an de gemeyn sS Idem maeckt dit sgnen 6 kinderen Henrick, Jacob, Crgn, Tuentoen Juditgen ende Annecken, 26 Aprilis 1622 x). * "enigen, Elisabet de Boy, huysfrou Corsten Bastiaens, beleent uuyt cracht van maegescheyt van den 20 Maii 1632, twelc mite deseoocwort approbeert, den 10 Januarg 1633. Adonis MaöloS0"^' * ^ de beleent> Adriaen Aertsen heeft dit leen opgedraegen aen WÜlevïnPBuyCrïnt'hntS^' ^ Ant^ EIisabIet,Pieck' ?rfg?naem haers broeders Wilhem, beleent, den 13 April 1700 Huider Diderick van Els tot Boelenham ^, hZ mln. Eadem laet haer beslote dispositie appröberen, den 24 Julg 1700 Judit WUhelmina Pieck erfgenaem haers moeys Elisabet, beleent,'9 Mag 1703. Johan Ludwig van Hamerstein, haer man, is huider ') Het testament is van 24 April (akte). Er worden nnr 9 i-;,„i„,.„ • de ondste zoon Cornelis en de oudste L^^Z^A^u^J^?^ V: leen tegen de beschikking in het testament t^m^j^Z^^^X"^ gebruik gelaten werd) heette Aeltjen Jacobsdocliter. ( ' TIUcbt" ) In de akte staat: tot (d.i. wonende te) Enspyck. ■.Ng'megen. 594 Eadem en haer man Johan Lndwig van Hamerstein dragen dit leen op ten behoeve van Carel Pieck, heer van Brakel, 29 December 1712. Caerl Piek uit kragt van die overgifte beleent, 2 Januarg 1716. Huider Wilhem Meuleman. Caerl Piek en Judith Wilhelmina Piek dragen dit leen op aen Claes Sluimer, die daer weder mede beleent is, 25Mey 1716. Huider Arnoldus Antonius Tulleken. Idem maekt dit leen na sgn dood aen sgn jongste dogter, Jantje Claesse Sluymer genaemt, 24 Julg 1724. Daem Velthoven beleend met dit leen, gelgk sulks door dode van Claes Sluymer op sgn dogter Jantje Claesse Sluymer en door overigden van dese uythoofde van hgliksvoorwaerden op haer man Liebert Velthoven en vervolgens op Daem Velthoven voorn., sgnde de broeder van de laatste, gekomen is, 5 Augustus 1767. Daem van Velthoven draegt dit leen op aen Cornelis Key, die daar weder mede beleend is, 21 Julg 1772. 264. ENSPYCK. Sesthien mergen 1 hont lants, gelegen in Tielreweert in den kerspel van Enspyck in den Beemden an tween stucken, het een stuck helt 10£ mergen 1 hont lants, streckende beneven die Beemsche stege, daer Jacob Pieck ant een ende Goessen Arnts soon ant ander eynde naest gelant sgn, het ander stuck helt 5£ mergen, in denselven kerspel int Kortelant gelegen, daer 't Clooster van Marienweert an een sgde ende Willem van Beest an d'ander naest gelant sgn, tot Zutphenschen rechten eerst te leen gemaeckt ende ontfangen bg Jacob Pieck tegen een gevrgt leen, wesende 16 mergen, in den lande van Buren in den kerspel van Tricht in den uterweert gelegen, geheiten Piexweert, 4 Augusti 1523. Idem eedt verngt, 20 Novembris 1545. Idem eedt verngt, 27 Martii 1557. Eiusdem erfgenamen crigen uutstel, 11 Januarg 1572. Giellis Pieck bg makinge sgnes vaders Jacobs ontfengt tgene voors. met noch den wind ende dat gemael van den kerspel to Deyl, als sulx van een ander leen1), naemlick een hofstat met 5 mergen, timmeringen, potingen ende tobehoren, gelegen in den Vischput to Deyl, is afgenomen, ende vermitz sekere recognitie hierbij gevoecht, 7 Martii 1572. Jacob Pieck Giellis soon crigt uutstel, 11 Octobris 1586. Idem als erve sgnes vaders beleent, 22 Martii 1589. Giellis Pieck 2), erve sgns vaders Jacobs, ontfengt 16 mergen 1 hont lands, gelegen in Tielreweert in den kerspel van Enspyck in den Beemden an 2 stucken, het een van 10 mergen 4 hont, streckende •) No. 860. «) Heer tot Enspyck (acte). 595 beneden de Beemsche steeg, daer Giellis Pieck voorn, an d'een ende Gosen Arndts soon an d'ander sijde naest gelant sgn, het ander van 5| mergen, in denselven kerspel int Corteland gelegen, daer t' Clooster van Marienweert an d'een ende Willem van Beest an d'ander sijde naest geland sgn, 6 Julg 1622. • Verder als 261. 265. SPIJCK. Dat Huys to Spijck met allen sgnen tobehoren tot Zutphenschen rechte voor een open huys ontfangen bg Johan van Vueren Otten soon, anno 1450. 265a'). Die halve thiende, in Spijck gelegen, die gemeyn ligt met Willem van Wgck, ende 4 mergen lants, gelegen opt Oever in den gericht van Almekircken, tot eenen onversterflicken erfleen ontfangen bg Henrick de Burchgrav e2), anno 1424. Johan de Borchgrave bg transport sgnes ooms Henricks, eodem die. Idem tuchtigt sgn oom ende Hadewich, desselven wgff, eodem die. 265b 3). Eene thiende, gelegen in den Spijck, met der smaler thienden, die daerto behoort, tot eenen Kuyckschen leensrechte met vgff mareken te verhergewaden, welcke thienden men met den garven deylt tegen Henrick den Burchgreve, ontfangen hg Willem van Wgck in sulcker voegen dat dese thienden erven sullen op sgn kinder, bg Lgsbet Willem Kox dochter getuycht, die hij tuchtigt an \, anno 1413. 265c. Een stuck lants op Deymersande van 5 hont, boven gelegen Agnese Dirx ende beneden Jan van den Eynden. Item een stuck lants op den Spijck van 2 honden, hoven gelegen Sint Jan ende beneden Keynken van Demen'. Noch een stuck lants, gelegen op den Spijck, van 2 honden, boven gelegen Gerrit die Wreden ende heneden Ot die Sngder, al tot eenen vgffmarckleen ontfangen bg Gerrit van Haeften, anno 1417. *) Zie: Uitheemsche leenen, blz. 66. •) Akte: die Borehgreve 1 Zie: Uitheemsche leenen, blz. 65. 596 266. ROEMDE. Acht mergen lants, in den kerspel van Roemde op den Pieckhove gelegen, streckende van der Stertstege an der Mercken, tot Zutphenschen rechten ontfangen bg Otto van G el li c kern, anno 1403. 266a. A{\ mergen lants, gelegen op den Stegeacker in den gerichte van Roemde, daer an d'een sgde naest\gelant sgn die heeren van Marienweerde ende an d' ander Gerrit de Joede, tot Zutphenschen rechten ontfangen bg Gerrit de Joede Goossens soon, anno 1468. Idem eedt verngt, 5 Octobris 1473. Idem eedt verngt, 24 Julii 1481. Goossen die Joede, erve sgnes vaders Gerrits, 3 Decembris 1484. Margriet die Joede erft op haren soon, na qugtscheldinge alles versuyms, Johan van Beest Marcelis soon 14£ mergen, 11 Octobris 1549. Idem eedt verngt, 17 Junii 1556. Margriet van Beest, erve hares vaders Johan, beleent sgnde, draegt dit op Otto Ggsbertssoon Pieck, 22 Septembris 1604. Idem maeckt, dat na sgnen ende sgner huysfrouwen Stephana Jans dochter doot dit leen sal aengecomen werden voor duysent gulden hg den oltsten soon; soot hem nyet belieft, bg yemand van den anderen kinderen, van den oltsten tot den jongsten, den sonen voor den dochteren; soot nyemand daervoor anstaet, dat het vercoft ende die copp(enning)en gelgcklick genoten sullen werden, 21 Aprilis 1609; vermeerdert tot xvin" gulden, 20 Martii 1618. Ggsbertt Otten Pieck, erve sgnes vaders Otto, beleent, den 29 Junii 1629. Johan Ggsberts Pieck bg opdracht sgns vaders Ggsbert beleent, den 12 Februarii 1641. Idem belast dit leen met de somma van duysent gulden capitaels ten behoeve van Willem Collart, burger binnen Bommel, den 12 Februarii 1641. Anna Collart, erve haeres vaders Willem Collart, die dit leen voor een capitael van een duysent gulden, den 12 Februarii 1641 op dit leen gevestigt, ingewonnen hadde, is met dit leen beleent, den 8 Januarii 1683. Haer huider is Peles de Gaey, procurator. Eadem draegt dit leen op aen Heimen Hendrix, die daer weder mede beleent is, den 9 Februarii 1702. Idem en Maevken Cornelis, egtelieden, laten haer ope dispositie appröberen, 6 April 1707. Agnita Hendrix, erfgenaem haers broeders Heimen Hendrix, beleent, 3 April 1784Huider Johan van der Linden. ') T.w. met de helft van het leen, gelijk in margine staat aangeteekend: zie 200a §1. 597 Jan Hendrik van Straetsborg, erfgenaem sgns moeders Agnita Hendrix, beleent, 8 April 1735. Krijn Anthonissen Versteeg beleend met dit leen gelijk, betselven van Jan Hendrik Straasborg op Gerrit Aertse van Roode 1), en van die door koop hem aengekomen is, 16 April 1766. Jan Versteeg, erfgenaam sgns broeders Krgn Anthonisse Versteeg, beleend, 7 November 1776. Anna Catharina Bos, weduwe Verstegen, laat aproberen en registreren sodane accoord en conventie als deselve met haren oudtsten soon Hendrikus Verstegen heeft ingegaan, waarbij haar dit leen word toebedeeld, 19 September 17782). Eadem uyt kragt van bovenstaande conventie beleend, eodem die. Huider Bernhard Hendrik Cremer. Deselve laat hare testamentaire dispositie, den 4 September voor den gerigte van Deyl gepasseert, appröberen, eodem die. Eadem laat hare nadere testamentaire dispositie, "den 27 Maii 1779 voor den gerigte van Beest gepasseert, appröberen, 11 Junii 1779. Eadem laat hare bovenstaande dispositie van den 27 Maii 1779 nader aproberen, 2 September 1779. Afgesplit van 266a. 266a § 1. De helft van vijftehalve mergen lands, gelegen in den amte van Tilerweert in den gerigte van Rumpt op de Steegacker, aen de ene sgde naest 't erve der Heren van Maryenweert, beneden en boven Otto Marcelis soon en Johan Gerrits erfgenamen, als een bysonder lêen en afgesplit van de andere helft, 266, aen den P. G. ende G. Z. ten Zutphense regten met een pond goed gelts te verheergewaden leenroerig, te leen ontfangen bg Cornelis Bastiaens, oudste soon van Bastiaen Cornelis Verstegen, die was de oudste broeder en erfgenaem van Mayke Cornelisse, 3 April 1734. Idem draagt dit leen op aan Derk Krijnen de Jong, die daar weder mede beleend is, 1 December 1762. Idem draagt dit leen op aan Jan Anthonisse Versteeg, die daar weder mede beleend is, 16 April 1766. Verder als 266a. 2673). ROEMDE. Huys ende hofstat tot Roemde met den water van der meulen, met 8 mergen lants ende met halff der windmeulen ende met halff den gemale tot Herwinen, tot Zutphenschen rechten ontfangen bg ') Akte: Aertse van Roden en Aertse van Rodt. ') De vader was schepen te Beesd en Linge-heemraad geweest (akte). 8) Zie ook 271. 598 Herbern van Vueren, erve sijnes vaders Otten, anno 1403. Idem tuchtigt sgn vrou IJdele, dochter Waltart Beinolts soon, an sgnen huse ende hofstat tot Roemde met bongert, wilgen, duyfhuse, vischerie van der Laken tot den meulen to, item 8 mergen lants, binnen dgx gelegen, tusschen erve Otten van Buren an beyden sijden, met den eenen eynde an den dgek ende met den anderen an erve Boeloffs van Gellinchem ende Dirck Bonts kinderen, item an de halve windmeulen tot Herwinen,. wind ende gemael der voors. halver meulen, so lange sg nyet herhglickt, anno 1407. Idem, anno 1424. Hier staet: huys ende hofstat buten dijx tusschen erve cloosters Marienweorde end sgnes broders heer Otten van Vueren. Otto van Vueren, erve sgnes vaders Herberts, anno 1425. Walraven van Haeften, bg transport Otten van Asperen van Vueren Herberns soon ende Johans van Herwinen Janssoon, ontfengt olx helft van den wind ende windmeulen met den dwang, te verbeuren t'elcken een alden schilt, wie elders maelt, half voor den heer ende half voor den man, anno 1444. Otto van Asperen van Vueren ontfengt een huys ende hofstat met al sgn tobehoren, gelegen tot Roemde buten dgx, oostwert Otto van Haeften van Eenoy, westwert dat Clooster van Marienweerde, met der viseherien in der Lingen,. streckende van der Laken tot der meulen to, met al heuren tobehoren, item 8 mergen lants, gelegen op Roemd hinnen dgx op den Spijck, met alsulcken dgek als daerto behoort, beneven Ot van Haeften. van Renoy oostwert ende Gijsbert van Haeften van Renoy westwert, ant een eynd Ot Ottens ende Ot Hacken erven oostwert ende den dgek ant ander eynde, anno 1468. Otto van Vueren Herberts soon eedt verngt, 5 Octobris 1473. Ende maeckt, dat dit erven sal op Aleyt Adaems *) dochter van Hoekelom ende bij gebreck van haere kinder op Ot van Vuerens rechte erven. Aleyt van Houkelom, huysfrou Johans van Weerdenborch, 24 Septembris 1475. Dirck van Weerdenborch, onmundich, erve sijner moder Aleyt, beheltlick sgnen vader Johan die tucht, 15 Octobris 1481. Idem eedt verngt deur sgnen broder Johan, 2 Januarii 1486. Catrin van Vueren, weduwe Gijsberts van Giessen ende huysfrou Johans van Bommel, deur Ggsbert van Giessen (haren zoon) beleent, anno 1495. Eadem tuchtigt haren man, eodem die. Johan van Weerdenborch, erve sgnes broders Dircks, anno 1495. Idem doet selver eedt ende tuchtigt sgn moder Wilhelma van Erp, maeckt oyck, so hij sonder kinder sterft, dat sgn suster Theodorica erven sal, anno 1506 2). Derica van Weerdenborch, huysfrou Steessen van Hemert, erve hares broders bij deylinge, 9 Maii 1538. Eadem eedt vernijt deur haren man, 4 Novembris 1538. Thomas van Scherpenseel, bij transport sgner moder Derica voorn. beleent, 28 Aprilis 1550. *) Het register heeft ten onrechte: „Adriaens". *) Hoewel 1506 gedateerd, is deze akte misschien van 1505, daar zij tusschen akten van dat jaar is geplaatst. 599 Idem tuchtigt sgn vrou Adriana van Hemert, 25 Februarii 1558. Idem eedt verngt, 26 Maii 1556. Eustaes van Scherpenseel, erve sgns vaders Thomas, ontfengt een huys ende hofstad met al sgn tohehoren, in Tielreweert in den kerspel van Eoemde butendgcks gelegen, westwert beneven erve des Cloosters van Mariënweerde; item een vischerie to Eoemde in der Lingen, streckende van der Laken tot der meulen to met al heur tobehoor, noch acht mergen lands, op Eoemde gelegen binnendgcks, met alsulcken dgek als daerto behoort, streckende met een eynde an den dgek, tot Zutphenschen rechten, 7 Maii 1601. Idem tuchtigt sgn vrou Agnes van Hekeren, 2 Julii 1606. Johan van Scherpenseel, erve sgnes broders Eustaes, beleent, 15 Februarii 1613. Johan van Scherpenseel, bg 'opdragt sgnes vaders Johans, beleent, 13 Martii 1638 (als medegave in hilick met Anna C a n t e r s). Idem laet sgnne houwelixe vurwerden met Barbara Adolph van den Fol appröberen, den 8 Augusti 1642 Jan van Scherpenseel, onmundich, erve sgns vaders Johan, beleent, den 30 Januarii 1655. Idem laet sgn houlyxe vorwaerden met Wilhelmina Johanna de Wael van Vronesteyn appröberen, den 17 April 1672. De kinderen van Jan van Scherpenzeel beleent door haeren ohem Gerret van Scherpenzeel, heer tot Dreumel, den 9 Decembris 1693. Joan van Scherpenseel beleend, 12 Augusti 1741. Huider G. Buschman. Diederik Joan Heerman, erfgenaam sgns ooms Joan van Scherpenseel, beleend, 20 Octohris 1741. Charles van Hereman heleend met dit leen allergestalt hetselve door doode van sgn oom Diederik Joan Heerman op desselfs vader Fredrik Willem Heerman gedevolveert sgnde, sulks heeft afgestaan ten behoeve van sgn voorn, soon, 11 Junii 1781. 268. EOEMDE. 10^ mergen lants, gelegen in den gericht van Eoemde in de Lange Stelte, daer nu naest gelant is Derck van Brakel an d'een, Dirck van Leyenberg ende Jan van Hemert an d'ander sgde, item 10 mergen lants, gelegen in de Boidecamp 2), daer nu naest gelant is Jan van Hemert an d'een ende den Gellinchemschen grave an d'ander sgde, item 6 mergen lants, gelegen t'eynden ende tusschen den voors. grave ende Derck van Brakel voorn.; noch 8 mergen lants in Beesderhroick, geheiten die Lange weyde, tot Zutphensche rechten geerft van Herman Pieck op sgn dochter l) Johan v. S. tot Rumpt (akte); blijkens volgende akten waren de bezitters van dit leen heeren van Rumpt. *) In deze akte Rudecamp, in andere ook wel Raidecamp. 600 Cornelia, huysfrou Henricks yan Brienen, anno 1459. Eadem, anno 1465. Eadem verngt eedt, 15 Julii 1474. Henrick van Brienen Henrixsoon, erve sgner moder Corneliae, 25 Augusti 1481. Idem eedt verngt, anno 1503. Henrick yan Brienen, erve sgnes vaders Henrix, ontfengt 26 mergen lants, m Tielreweert in den kerspel van Roemde gelegen, daervan hn die' bepalingen schicken sal, 18 Septembris 1534. Idem eedt verngt, 18 Junii 1556. Henrick van Brienen Henrix soon crigt uutstel, 2 Octobris 1576. Idem, erve sgnes vaders, beleent met 26 mergen lants, in den ampte van Tielreweert in den kerspel van Eoemde in den Stelten ende in de Eodecampen gelegen, oostwert Ggsbert van Tuyl Florissoon, westwert Ggsbert van Boxmeers erfgenaemen, 15 Octobris 1576. Agnes van Brienen, erve hares broders Henrix, 9 Augusti 1592. Peter van Meurs huider. Eobert van Erp, bij opdragt sijner moder Agnes, beleent, 9 Augusti 1605, met omtrent 27{\ mergen lands, in den ampte van Tielerweert in den kerspel van Boemd in den Stelten ende in de Euencampen gelegen, oostwert naest Cent1) van Steenhuys erffgenamen, westwert Jan Janssoon Hackert. Agnes van Brienen, weduwe Eutger van Erp, erve hares soons Boberts, beleent met omtrent achtentwintigstenhalven mergen lands, in den ampte van Tielerweert in den kerspel van Boemd in de Stelten ende in de Euencampen gelegen, oostwert naest Cent van Steenhuys erfgenamen, westwert Jan Janssoon Hackert, 23 Augusti 1616. Eadem crigt bevestiginge van harer dochter Josine van Erps hilixvorworden met Gerhard van Buchel, den 11 Decembris 1616 opgericht, ende dieselve Josine tuchtigt denselven haren man, 9 Decembris 1618. Josine van Erp, erve harer moder Agniet, beleent, onvermindert hares mans tucht, 29 Maii 1619. Eadem laet eedt vernieuwen haeren soon Eutger van Elss, den 14 Mey 1636. Eutger van Elss, erve sgnner moeder Josina, beleent, den 20 Mey 1642. Idem laet sgnne beslooten dispositie appröberen, den 3 December 1649. Diderick van Elss, bg' opdracht van Arnoldt deGruytertot Craeyestein ende Margaretha van Elss, beleent met 10 ende £ mergen, sijnde een gedeelte van de 27£ mergen, den 28 Augusti 1655. Ant. Foyart is huider. Idem doet selfs eet, den 16 Martii 16702). Emond van Elis s), erfgenaem sgns vaders Diederick, beleent, 6 April 1705. Idem én Megtelt van Eandwgk, egtelieden, laten haer beslote dispositie appröberen, eodem die. Idem laet sgn beslote dispositie appröberen, 21 Octobris 1720. Emond van Els4) en Megteld van Eandwgk, egtelieden, dragen dit leen op aen Anna Catharina Bosch6), onmundig, 28 Augusti 1728. Huider Johannes van Veen. ') Akte: Sent 2) Hij was toen raad in het Hof (akte). ') Brigadier en kolonel (akte). *) Tot den Boelenham en Lagenpoel (akte). ») Dochter van Mels Bos(ch) (akte). 601 Anna Catharina Bosch, meerderjarig geworden, laat eed vernieuwen, 2 Junij 1747. Huider E. van Doclant. Eadem en Pieter Verstegen, ehelieden, laten haar open testament yan den 2 Jung 1767 aproberen en registreren, 6 Junii 1767. Eadem stelt na doode van E. van Doelant tot huider haar soon Melchior Verstegen, 23 Octobris 1781. Afgesplit van 268. 268 § L Drie mergen, hesgden de vogelkooy in de Rooykampen en Stelten op Eumpt gelegen, sgnde thans een bgsonder leen en afgespleten van elf mergen lands, daarin een endekooy gelegen, sijnde een gedeelte van agtentwintigste halve mergen lands, in den ampte van Tielreweert in den kerspel van Eumpt in de Eooykampen en Stelten gelegen, aan den Furstendom Gelre en Graafschap Zutphen ten Zutphenschen regten met een pond goed gelds te verheergewaden leenroerig. Anna Catharina Bosch, weduwe Pieter Verstegen, mitgaders Henricus Verstegen en Johanna Wilhelmina B r u y n s, ehelieden, laten appröberen en registreren een accoord, conventie en transactie, over dit leen ingegaan, 14 Maii 1782. Catharina, Luberta, Adriana Jacoba Hendrica, Johanna Wilhelmina Verstegen, minderjarige kinderen van Henricus Verstegen en Johanna Wilhelmina Bruyns, uyt hoofde van geapprobeerde conventie beleend met dit leen, onder voorbehoud van het vrugtgebruyk aan hare ouders voorn., eodem die. Huider Arnold Anthony Gaymans. 269. EOEMDE. 24 mergen lants, gelegen tot Eoemde, tot eenen Zutphenschen rechte ontfangen bij Wgnand van Haeften, anno 1403 1). Idem ontfengt 12 mergen lants op de Weyde, gelegen in den gerichte van Eoemde, no.ch op Eoemde 7 mergen 2 hont op den Eesacker, noch 14 hont op den Worden, noch 14 hont op den Engmerckt, anno 1424. Ggsbert van Haeften transporteert 12 mergen lants, gelegen in den gerichte van Eoemde op der Weyden lant, an d'een sgde die hertog van Gelre ende bastartkinder Gerrits van Leyenberg, an d'ander sgde erffgenamen Eoloffs Pollen, noch 1\ mergen op den Eesacker,'t convent van Marienweerde ende Alert van Haeften an d'een sgde, Willem van Gellinchem, Henrick Boyens soon ende Hubert die bastart van Culenborch an d'ander sgde, anno 1433. ') In de akte: Van Hoefften. 602 Otto van Haeften van Renoy ontfengt tselve weder, anno 1447. Hierbij noch 5 mergen, geheiten die Stelt, an d'een sgde naest erve St. Marienweerde, an d'ander Herman Pieck1). Idem, anno 1465. Idem eedt vernijt, 14 Octobris 1478. Idem eedt verngt, 24 Julii 1481. 270. ROEMDE (en BEESD). Ses mergen 1 hont lants, gelegen in den gerichte van Beesde, des 3£ mergen gelegen sind int Yoerste Broeck tuschen de geestlicke jouffer van Wijck end Arnt Pieck, ende des 2 mergen gelegen sgn tot Beesde an den dorpe tuschen Derck de Grote ende Gerrit die bastart, ende des 4 hont gelegen sgn in den Meynten bij lande van Marienweerde ende Lambrecht Heymericks soon. Item een huys met der hofstat ende die helfte van elff mergen in den gericht van Roemde op de Oisterringe, die grote weteringe van den Wale op d'een sgde ende dat een eynde, die Enspyker weteringe met der stegen op d'ander sgde ende op d'ander eynde die Linge, tot een Zutphenschen leene ontfangen bij Derck die Grote, anno 1402. Idem, anno 1424. Hier staet noch bij: 6 mergen to Beest in Janniskamp, an d'een sgde der kercken landt van Beesde, an d'ander Gijsbert Pieck Willems soon. Gijsberta Otten dochter van der Poirt, huysfrou Johans van Hemert, beleent, anno 1426. Adrian van der Poirten Gaerts soon, erve sgner moyen Ggsbert, anno 1456. Idem, anno 1468. Idem eedt verngt, 16 Octobris 1473. Idem eedt verngt, 15 Octobris 1481. Adrian van der Poirten, erve sgnes vaders Adrians, 13 Aprilis 1484 2). Albert van Ermel ontfengt dit als een versuymt leen, anno 1504. Hier staen 2 mergen 4 hont, hofstat met 5^ mergen to Roemde ende Beest, ut supra. Elisabet van Ermel, onmundig, erve hares vaders Alberts, 2 Septembris 1529. Haer huider is harer moder Elisabet van Gents naman Ggsbert van Tuyl van Palmensteyn. Eadem eedt verngt, 11 Julii 1544. Eadem eedt verngt deur Godert Pannekoeck, 15 Junii 1563. Albert van den Steenhuys Gerrits soon, bg transport sgner moder Elisabet voorn., eodem die 3). Elisabeth van Ermel4) crggt uutstel, 20 Octobris 1576. Eadem, erve hares soons Alberts, beleent, 18 Martii 1577 5). ') De 12 morgen liggen vlg. deze akte „op die Zeweide". ") Huider Ghijsbert Hubertszoon (akte). ') Zijn vader is bulder (akte). 4) Weduwe Geryt van den Steenhuys (akte). *) Huider Dirick van Heerde (akte).. 603 Gerrit van C i p e r e 1, bij transport Elisabets voorn., eodem die 1). Elisabet van Ermel eedt vernijt, 3 Novembris 1581 a). Clementia van den Steenhuys, huysfrou Martins van Buchel, erve harer moder Elisabet, ontfengt 2 mergen lants, gelegen in den ampte van Tielreweert bij den dprpe van Beest tuschen lant des Heyligen Geests to Beest ende Krijn Jacobssoon, item 4 hont lants to Beest in de Meynte tuschen d'abdye van Marrienweert ende den Heyligen Geest, noch een hofstat in den gericht van Eoemde op den Oosterringe met de helft van elff mergen lants, die grote weteringe van den Wael an d'een sgde ende an dat eynde, ende an d'ander sgde die Enspycker weteringe met der stegen, ende op dat ander eynde die Lingen, 20 Decembris 1593. Eadem tuchtigt haren man, eodem die. Eadem laet eed verngen ende maeckt, dat haer voorsoon Henrick de Eover ende nasoon Gerhard van Buchel ter gelgcker deylinge gaen, ende haren susteren Elisabet en Ggsbertae elck v° gulden verwissen sullen, 23 Januarii 1613. Gerhard van Buchel unt cracht sgner moder Clementiae makinge ende broderscheidinge beleent, 29 Julii 1626. Hendric de Eover, erve sgnnes broeders Gerharts van Buchel, beleent, den 11 Junii 1634. Idem tucht sgn vrouw Hillegunda de Eaet, den 13 Septembris 1641. Jan van Outhuesden, onmundich soone van Ida de Eover,beleent, 30 Mey 1644. De vader Niclaes van Outhuesden huider. Idem doet selver eedt, den 13 April 1662. Idem laet sgn beslote dispositie appröberen, 18 October 1705. Idem laet sgn geopende dispositie registreren, 21 December 1706. Geertruid Maria van Outhensden, erfgenaem haers vaders Johan, beleent, 6 Maert 1710. Huider Huibert van Houten 3). Aernt Caerl van Hamerstein4), nomine uxoris Geertruid Maria . van Oudheusden, _ draegt dit leen op aen Ludolf Diderik van Tengnagel8), die daer weder mede beleent is, 14 April 1712. Huider Huibert van Houten. Jan Wilhem, Alexander Ggsbert en Zeno Diderik Walrad van Tengnagel, onmundig, erfgenamen haers vaders Ludolf Diderik, beleent, 11 Julii 1725. Huider Huibert Danen 6). Alexander Ggsbert en Zeno Diederik Walraed van Tengnagel laten appröberen het magescheid,' den 17 Februarii 1736 tussen haer opgerigt7), 14 Augustus 1737. Zeno Diderik Walraed van Tengnagel uyt kragt van voorn, maeggescheid, meerderjarig, doet self eed, en beleent eodem die. ') Halder mr. Johan van Nyel, raad; Elisabet behield zich de lijftocht voor (akte). *) Haar momber is Gerrit de Hase (akte). 3) Scholtis te Gellicum (akte). J) Tot Est, ritmeester (akte). s) Tot Gellicum (akte). ") Gevolmachtigde van den voogd Wolter Godfried van Nieukerken gen. Niwenheim, heer van Driesbergen (akte). *) Over den boedel hunner ouders Ludolf Diderik van T. en Wilhelmina Maria Charlotta van Quaed tot Wykraet (akte). 604 271. ROEMDE (en GELLINCHEM). Huys ende hofstat to Roemde met allen voorgeborchten, graven, vesten ende timmer, met den bogaerden, wiere ende allen lande bnten dgx, der Lingen waert, van den dorpe to Roemde nederwert tot des Abts lant van Sunte Marienweerde, beneden den huyse gelegen, tot een erfleen tot Zutphenschen rechten ende voor een open huys opgedragen 'ende weder te leen ontfangen bg Ricart van Hezewgck, proest Sinte Peters t'Utrecht, anno 1341 1). Adam van Hoekelom Otten soon verngt eedt van de daglixe herlicheiden tot Roemde ende Gellinchem met allen tobehoren, item dat ^ van der Hogelantscher thienden tot Gellinchem ende dat £ van der smaler thienden to Gellinchem, item die meulen met den gemael tot Roemde ende Gellinchem ende alle alsulcke herlicke goederen als Otto van Hoekelom beseten heeft ende van de heeren van Hoekelom te leen gehalden tot Zutphenschen rechten, ende maeckt, dat sulx erven sal op sgn dochter Algt ende, so geen gebeurt naelaet, op sijnen jongsten broder Otto, anno 1463. Alijt van Hoekelom, huysfrou Johans van Weerdenborch, bg' transport hares vaders Adams, 2 Novembris 1475 2). 272. GELLINCHEM. Huys to Gellinchem ende die hofstat met 8 mergen lants op den Bemder, tusschen die meyne stege ende Giellis van Gellinchems lant gelegen, ontfangen bij Giellis van Gellinchem, anno 1326. Idem s), anno 1379, tot Zutphenschen leen. Willem van Gellichem ontfengt een huys ende hofstat met haren tobehoor, gelegen to Gellichem tuschen der Lingen end der kercken ende tuschen de gemeyn stege ende de weteringe, item 6 mergen 1^ hont to Gellinchem in Droemkenskampe tuschen Willem van Gellichem an d'een, Gerolff de Smale ende Jan Bont an d'ander sgde, item 10^ hont to Gellichem in de Weverhoeck tuschen Willem van Gellinchem end de Roomsche grave, item 8 mergen, gelegen tot Renoy, geheiten die Lange Etweyde, tuschen Jan den Cock ende Roloff Ludolffs soon, tot eenen Zutphenschen leene, anno 1402. Idem, anno 1424. Die 8 mergen to Renoy staen hier nyet. Floris van Gellinchem, erve sgnes -vaders Willems, anno 1440. Ggsbert van Giessen Ggsberts soon, bg' transport Floris voorn., anno 1444. Ggsbert van Giessen, erve sijnes vaders Gijsberts, anno 1464 Idem, anno 1468. ') Bedoeld is het reeds onder 267 vermelde huis te Rumpt. 2) Zij kreeg de genoemde leenen als huwelijksgift, behoudens de tucht haars vaders en harer moeder joffer Ulent aan de tienden. In de desbetreffende akten wordt het huis te Rumpt niet genoemd. Een gedeelte der wel genoemde leenen komt in een magescheid van 1736 (zie blz. 606) voor als leenroerig aan het huis Hcukelum. *) Waarschijnlijk kleinzoon en naamgenoot van dien van 1326. 605 Idem eedt verngt, 15 Octobris 1478. Johan Tan Weerdenborch, bg transport Ggsberts voorn., anno 1482. Idem tuchtigt sijn vrou Wilhelma van Erp, 2 Januarii 1486. Johan van Weerdenborch, erve sgnes vaders Johans, anno 1492. Hier 3 mergen in den Weverhoeck. Idem selver eedt gedaen, anno 1506. Derica van Weerdenborch, huysfrou Stees van Hemert, erve hares hroders, bg maechgescheit, 9 Maii 1538. Hier 7 mergen in Droemkerskempken. Eadem eedt vernijt, 4 Novembris 1538. Thomas van Scherpenseel, bg transport sgner moder Derica, beleent, 28 Aprilis 1550. Idem tuchtigt sgn vrou Adriana van Hemert, eodem die. Johanna Scheifferts van Merode, dochter van Bornen, bg. transport Thomas voorn., 25 Februarii 1553. Eadem*), vrouwe tot Heer, Horpmeul, Wimmertingen, Jesscheren, 15 Martii 1553. Eadem eedt verngt, 20 Novembris 1555. Eeiner Lodewix huider. Eadem eedt verngt deur Henrick Otten soon de Egck, 3 Junii 1556. Godgaflf van der Eiviere, erve sgner moder Johanna voorn., ontfengt een huys ende hofstat met sgnen tobehoren, in den kerspel van Gellecom gelegen tuschen der Lingen ende der kercken ende tuschen der gemeyn stegen ende weteringen, noch 3 mergen lants inden-, selven kerspel in den Weverhoeck, oostwert Maes Gaertssoon, westwert Jacob Dirckssoon, noortwert den Eoomdischen grave ende suydwert Ggsbert Vermeers erfgenamen, noch 7 mergen lants genaemt Droemkenskempken, in denselven gericht gelegen, oostwert naest die Cruysbroderen van Asperen, suyd- ende westwert die gemeyn weteringe ende noortwert die gemeyn weteringe, 4 Martii 1570. Johan van der Eiviere2), erve sgnes vaders Godgaffs, beleent met een huis, ende hofstad met sgnen tobehoren, in den kerspel van Gellicom gelegen tuschen der Lingen ende der kercken ende tuschen der gemeyn stegen ende weteringen, noch drie mergen lands in denselven kerspel in den Weverhoeck, oostwert naest Maes Gaertssoon, westwert Jacob Dirckssoon, nortwert den Eoomdischen grave ende suydwert Ggsbert Vermeers erfgenamen, ende seven mergen lands genaemt Droemkenskempe, in denselven gericht gelegen, oostwert naest de Cruysbroderen van Asperen, suyd- west- ende nortwert die gemeyn weteringe, te Zutphenschen rechten, 20 Januarii 1608. Josina van Dort, weduwe Alexander Tengnagels3), bg opdragt Johans4) voorn., beleent, 17 Julii 1620. Eadem met haren 4 kinderen Alexander, Seino, Maria 5) ende Josina5) Tengnagels maken, dat beyde broders alle vaderlick ende moderiick versterfif sullen beholden, ende heyden susteren elck xvm gulden uutkeren, 29 Januarii 1626. Alexander Tengnagel uut cracht der voors. makinge beleent, 20 Martii 1626. ') Dochter van Bornhem (akte). *) Heer tot Gellicom (akte). *) In leven drost te Ravestein (akte). 4) In deze akte beet hij beer tot Kcrkwijck. *) Gehuwd resp. met Abraham de Hiniosa, kapitein, en Johan Torck, heer tot Hemert, h . ambtman van Bommel c. a. (akte). ^*-t J /q , 606 Idem sgne houwelixe vurwarden met Geertruyt Ermgart van den Boetseler approbeert, den 16 Februarii 1633. Idem vermeerdert dit leen met een derdendeel van de grove ende smale tienden op Gellecnm, noch met twee campen lants genaemt de Weverhoecken, samen houdende ses morgen landts, mede op Gellecnm gelegen tussen lant van Bartolt van Gent, heere int Meynerswick, ten westen ende ten noorden streckende, voort ten oosten aen de Bumbtse grave ende ten suyden aen de gemeene vliet, twee campen lants genaemt de Beemden, groot 3£ morgen, aldaer gelegen, oostwart naest Willem Janssen Hackert, westwart Gerrit Hendrix, zuytwartt de heer van Meynerswick, Oostende noortwart Jantgen Coenen, een elsenbos genaemt de Vogelpan, groot 2 mergen ende 2 hont lants, mede op Gellecnm gelegen, oostwart naest Gerrit Hendrix, westwart 't Furstendom Gelre ende noortwart Ggsbert Willems, streckende voort zuytwart an de gemeene straet, een stuc goets mede op Gellecnm, genaemt de Breecamp, buyten dicks, so in bongart, elsenpassen ende willigengrienden, gelegen oostwart naest de Lingenstroom, westwart de gemeene straet met sgnne overpotinge ende zuytwart Willem Janssen Hackert, ende hnys ende hoff over des dorps huel, soo tselve met bepotinge almede in den dorpe van Gellecnm voors. gelegen, tussen des dorps vliet ten oosten ende noorden ende de gemeente aldaer ten westen ende zuyden, naest alle de voors. parceelen, soo groot ende cleyn die van olts gelegen ende wie alomme met recht naest belant moogen wesen, den 2 Novembris 1640. Idem vermeerdert dit leen noch met soodane recognitie als de scheepen opter Lingen schuldich sijn to betalen in gevolge van de provisionele overcompste, den 14 Mey 1642 mettet Hoff ende Beeckencamer gemaeckt, den 14 Julii 1642. Idem vererft op sgn soon Ggsbert Tegnagel na afgemaekt versuim door Diderick Ludolf Tegnagel, erfgenaem sgns vaders Ggsberts, die daer weder mede beleent is, 19 Januarii 1706. Jan Wilhem, Alexander Ggsbert en Zeno Diderik Walraed van Tengnagel, onmundig, erfgenamen haers vaders Diderik Ludolf beleent, 11 Julii 1725. Huider Huibert Danenl). Alexander Ggsbert en Zeno Diderik Walraed van Tengnagel laten appröberen het maeggescheid van den 17 Februarii 1736 2), 14 Augusti 1737. Alexander Ggsbert van Tengnagel, meerderjarigh, doet self eed en beleent uit kragt van voorn, maeggescheid, eodem die. Idem en Cornelia Margaretha de V i r i e u, ehelieden, laten haar besloten testament van den 23 September 1761 appröberen, 26 September 1761. Idem en Cornelia Margaretha de Virieu, ehelieden, laten haar besloten testament van den 16 Junii 1777 appröberen, 21 Junii 1777. Cornelia Margaretha de Virieu, weduwe Tengnagel, laat het geopende testament door haar en wglen haar eheman den 21 Juni 1777 ter Leenkamere geaprobeert, registreren, 14 April 1779. ') Zie blz. 603 noot 6. '') Zie blz. 603 noot 7. In deze akte van boedelscheiding wordt het huis omschreven als „het adelyke huys van Gellecum, met sijn stallen, cingels, gragten, boven,boomgaerd, etc." De mede in deze akte genoemde dagelijksche heerlijkheid, met collatie der pastorie, enz., was leenroerig aan het huis Heukelum (vgl. blz. 604 noot 2). 607 Steven Rink *), in qualiteit als executeur testamentair van den boedel en nalatenschap wglen A. G. van Tengnagel en Cornelia Margareta de Virieu, in leven ehelieden, heleend, 30 Junii 1780. Pieter Nicolaas van Son en Adriana Francoisa Petronella van Tengnagel, ehelieden, benevens derselver broeders en susters3), laten aproberen en registreren het magescheyd, den 26 Maii 1780 over den ouderlijken boedel opgerigt, eodem die. Idem nomine uxoris beleend met een gedeelte deses leens, allergestalt hetselve Adriana Francoisa Petronella van Tengnagel door dode van haar vader Alexander Ggsbert van Tengnagel en uyt kragt van geaprobeerd magescheyd aangekomen is, eodem die. Huider Mr. Steven Rink. v Deselve ehelieden laten haar besloten testament van den 13 Augustus 1785 appröberen, 6 September 1785 3). Anthony en Willem Janssen en Jacobus de Bruyn, mitsgaders Jacobus van Dien, laten registreren een geregtelgk transport in dato 8 April 1800, waarbg Adriana Francoisa van Tengnagel, weduwe P. N. van Son, benevens haare kinderen, aan de drie eerstgemelde de helfte deses leens en aan J. van Dien de wederhelfte van dien hadden opgedragen, 30 Augustus 1800. Afgesplit van 272. 272 § 1. Ongeveer drie mergen drie hond, den Ouden Bemden genaamt. off so groot en kleyn die op Gellicum gelegen is, alwaar van ouds naast geland waeren, oost Willem Jansen Hackert, west Gerrit Hendriks, zuyden den heer yan. Meynderswgk, en noorden Jantjen Coenen vel qui de jure etc., als een bgsonder leen en alnu afgespleten van het Huys te Gellicum, aan den Furstendom Gelre en Graafschap Zutphen ten Zutphense regten met een pond goed gelds te verheergewaden leenroerig, opgedragen door Alexander Gijsbert van Tengnagel aan Frans Dotter, die daar weder mede beleend is, 17 April 1776. Idem en Aaltje B u 1 e, ehelieden, laaten de superscriptie van haarlieder testament, den 22 Junii 1801 beslooten gepasseert, registreren, 22 Julii 1801. Afgesplit van 272. 272 § 2. Een derden deel van de grove en smalle tienden op Gellicum, soo door Alexander Tengnagel tot Gellicum en Geertruyd Armgart van den Boetselaer gekogt, een stuk ') Advocaat te Tiel (akte). J) T.w. Cornelia Margaretha v. T., gehuwd met Dirk van Honsbeek, Anna Elisabeth Louisa v. T., gehuwd met mr. Theodorüs Adrianus van Son (akte). *) H{j was destijds kapitein ter zee, commandeerende 's lands schip van oorlog de Scipio (akte). ] 608 goed mede op Gellicum gelegen, genaemt den Brecamp of Breeknap, buytendijks soo in boomgaard, elsenpas en willigegrienden gelegen, oostwaart naast den Lingenstroom, westwaart de gemeene straat met sgn bepotinge, en snydwaart Willem Janssen Hackert, en dan nog sodaene recognitie als de schepen op der Lingen schuldig sijn te betalen ingevolge van de provisioneele overeenkomste, daarover met het Hof en Bekenkamer gemaakt in dato den 14 Maii 1642, sgnde thans een bgsonder leen en afgespleten van dat Huys te Gellicum met sgn toebehoren, aan den Furstendom Gelre en Graafschap Zutphen ten Zutphensen regten met een pond goed gelds te verheergewaden leenroerig, te leen ontfangen bg Derk van Honsbeek nomine uxoris1), allergestalte hetselve Cornelia Margaretha van Tengnagel door dode haars vaders Gijsbert van Tengnagel en uyt kragt van geapprobeerd magescheyd aangekomen is, 80 Junii 1780. Huider Mr. Steven Bink. Deselve ehelieden dragen dit leen op aan Steven Bink, die daar weder mede beleend is, 8 Januarii 1786. Idem laat sgn besloten testament van den 18 Julii 1789 appröberen, 13 Augustus 1789 2). Hendrik Jan Bink laat registreren een extract uyt de huwelgksche voorwaarden, den 13 Augustus 1807 tussen hem en Geertruida Joanna Maria le Jeune opgericht, d.d. 25 November 1808. E. D. Bink laat registreren een extract uyt 't magescheid d.d. 4 November 1808, met de verdere condividentens) over den ouderlijken boedel wijlen S. Bink en B. Bo m, in leven ehelieden, opgerigt en geslooten, d.d. 25 November 1808, en laat uyt hoofde van dien dit leen (allergestalt het hem hg voorn, magescheid is toe- en aanbedeeld) ten zgnen naame overteekenen, eodem die. Afgesplit van 272 § 2. 272 § 2a. Een stuk goed op Gellicum gelegen, genaemt den Brecamp of Breeknap, buitendijks soo in boomgaard, elsepas en willige grienden gelegen, oost naast den Lingestroom, west de gemeene straat met sgn bepotinge, en zuyd Willem Janssen Hackert, en dan nog sodaene recognitie als de schepen op der Lingen schuldig, sijn te betalen ingevolge van de provisioneele overeenkomste, daarover met het Hof en Bekenkamer gemaakt in dato den 14 Maii 1642, sgnde thans een bgsonder leen en afgespleten van een derden deel van de grove en smalle tienden op Gellicum, aan den Furstendom Gelre en Graafschap Zutphen ten Zutphense regten met een pond goed gelts te verheergewaden leenroerig. ') Zie blz. 607 noot 2. *) Hij was advocaat en auditeur-militair te Tiel, gehuwd met Beatrix Rom (akte). *) Condivident was alleen mr. H. J. Rink voornoemd. 609 Willem Aartse van Gameren laat registreren een transportbriev, den 9 Julii 1801 door Mr. E. D. Kink pro se et sociis ten zgnen behoeve gepasseert, den 23 Januari 1802. En laat uyt hoofde van dien dit . leen ten zgnen naamen overteekenen, eodem die. Afgesplit van 272. 272 § 3. GELLINCHEM. Een elsebos genaamt de Vogelpan, groot twee mergen twee hond lands, mede op Gellicum gelegen, oostwaart naast Gerrit Hendriks, westwaart het Furstendom Gelre en noordwaart Ggsbert Willemse, strekkende voorts suydwaart aan de gemeene straat, thans bepaald oostwaart de pastorye, westwaart de erfgenaamen met veertien hond Klijne kooy, suydwaart de gemeene straat genaamt de Spinsteeg, noordwaart de gemeene watergang; huys en hof voor des dorps heul, thans genaamt Kooyemans Hofje, soo hetselve met bepotinge almede in den dorpe van Gellicum voorn, gelegen tussen des dorps vliet ten oosten en noorden, de gemeenten aldaar ten westen en suyden, thans ompaald oost de dorpsvliet, west de steeg, suyden de costerye, noord de gemeente of gemeene vliet, sgnde thans een bgsonder leen en afgespleten van het Huys te Gellicum met sgn toebehoren, aan den Furstendom Gelre en Graafschap Zutphen te Zutphensen regten met een pond goed gelts te verheergewaden leenroerig, te leen ontfangen bg Theodorüs Adrianus van Son 1), allergestalte dit leen denselven door dode sgns schoonvaders Alexander Ggsbert van Tengnagel en uyt kragt van geapprobeerd magescheyd aangekomen is, 80 Junii 1780. 278., GELLINCHEM. 35 mergen ende 1 hont lants, gelegen in den gerichte van Gellekem, tot Zutphenschen rechte ontfangen bij Dirck Holle Alarts Florissoon, anno 1403 2). Derick van der Wercken Hermanssoon ontfengt 35 mergen ende 1 hont lants in den gericht van Gelünchem, als 8 mergen ende 4 hont in des Greven camp, 8^ mergen in den Weverhoeck, . 18 mergen op den Beemden, 5 mergen op den Slimmenweert, tot Zutphenschen rechte, anno 1422. Jan Spirinck8) ontfengt 8^ mergen, gelegen tot Gellinchem in den Allander, 9-^ mergen in den Weverhoeck, 18 mergen op de Beemten, 5 mergen op den Slimmenweerde, anno 1880. Alert van Haeften ontfengt 5 mergen op den Slimmenweert tuschen Alert van Haeften ende Bruestijn die bastart van Ackoye, 8^ mergen in den Weverhoeck tuschen Alert van Haeften an d'een ende erfge- *) Zie blz. 607 noot 2. *) De oudste beleening volgt. *) Wonende te Eoemte (akte). Nijmegen. 39 610 namen Otten van Gellinchem ende Agnesen van Baersdonck an d'ander Sgde, 6 mergen 4 hont in des Graven campe tnschen Alert van Haeften ende Willem Hol van Eoemde, anno 1424. Johan Steeskenssoon ontfengt 5£ mergen in den gericht van Gellinchem, die Slimmeweert, an d'een sgde gelegen naest erve Alerts van Haeften, met der ander sgden die dgckavelinge, noch 9 mergen in denselven gericht op den Allander, an d'ander sgde Alert Hol ende die gemeyn grave van Gellichem ende Eom an d'ander sgde, noch 12 mergen in den Beemde in denselven gericht, met der eener sgden an erve Alerts Hollen, die ander sgde op den grave van Gellichem ende Eom voors., noch 2 campen lants omtrent 8£mergen, met der eener sgde die gemeyn stege van Gellichem, anno 1425. Idem ontfengt 13 mergen 1 hont op den Beemden to Gellinchem, an d'een sgde der Sartroesen lant, an d'ander d'erfgenamen Otten van Haeften, heeren Otten soon, noch 2 mergen op den Aller in denselven gericht, an d'een sgde Bonackers erven, an de ander Otto Ottensoon, anno 1468. Steesken Jans verheft 13 mergen 1 hont in den gerichte van Gellinchem op de Beemde naest de Carthuser van Ste Gertrudenberge an d'een sgde ende joffer Arien, Otten dochter van Haeften, an d'ander sgde, noch in denselven gericht 2 mergen in des Greven campe naest Otto van'Haeften Alertssoon an d'een sijde ende die Cruysbroderen van Asperen an d'ander sgde, als erve sgnes vaders, 11 Octobris 1474. Idem verngt eedt, 26 Julii 1481. Henrick M o m m e erft 13 mergen 1 hont tusschen de Carthuser van Geertrudenberg ende Arien, Otten dochter van Haeften, noch in densolven gericht van Gellinchem eenen mergen, geheiten in den AUer, ende 3£ mergen, boven naest Arnt Vos ofte sgnen erven ende heneden der kerek to Gellinchem, op sgnen soon Joost Momme 1), 2 Julii 1589. Idem eedt verngt, 30 Junii 1544. Idem eedt verngt, 31 Maii 1556. Peter Momme, erve sgnes vaders Joos^s, 12 Augusti 1560. Aleyt van Haeften bg transport Peters voorn., 25 Junii 1564. Thonis Leyendecker is haer huider. Gerharda van Bruechoms, gewesene huysfrou Assuers van Wermelo erve harer grootmoder Aleyt voorn., draegt op dit leen deur haren volmechtigen Mr. Johan de Bie, secretaris te Bommel, Henrick die Groot Peterssoon, 13 Februarii 1605. Jacob die Groot, erve sgnes broders Henricks, beleent, 10 Januarii 1611. Gobel de Groot, erve sgns vaders Jacobs, beleent, 9 Septembris 1615. Peter de Groot, erve sgnnes broeders Gobels, beleent, den 15 December 1657. Jacob de Groot, erve sgnes vaders Peter de Groot, onmundich sgnde, is beleent door sgn huider Beinder van Dort, den 17 Augusti 1666. Idem vernieut eedt, den 27 Mey 1669. Maria van TJytwgck, weduwe van Peter de Groot, als erfgenaem haeres soons Jacob de Groot beleent sgnde door haeren huider Johannes van Someren, draegt dit leen op aen ') Burgemeester te Zalt-Bommel (akte). l Bedoeld i;. dat deze het aan wijlen zijn huisvrouw toekomende leen overdroeg. 611 Ggsbert Tengnagel, heer tot Gellecum, dgckgraef van Tielerweert, dié daer mede heieent is, den 23 Martii 1681 x). Diderik Ludolf Tengnagel, erfgenaem sgns vaders Ggsberts beleent —19 Januarii T7W. ' Jan Willem, Alexander Ggsbert en Zeno Diderik Walrad van Tengnagel onmundig, erfgenamen haers vaders Diderik Ludolf, beleent, 11 Julii 1725. Huider Huybert Danen. Alexander Ggsbert en Zeno Diderik Walraed laten haer maeggescheid van den 17 Februarii 1736 appröberen, 14 Augusti 1737. Alexander Ggsbert van Tengnagel, uyt kragt van voorn, maeggescheid meerderjarig, doet self eed en beleent, eodem die. Idem en Cornelia Margaretha de Virieu, ehelieden, laten haar besloten testament van den 23 September 1761 approheren, 26 September 1761. Deselve ehelieden laten haar besloten testament van den 16 Junii 1777 appröberen, 21 Junii 1777. Cornelia Margaretha de Virieu, weduwe Tengnagel, laat het geopende testament door haar en wijlen haar eheman den 21 Junii 1777 ter Leenkamer geapprobeert, registreren, 14 April 1779. Steven Eink, in qualiteit als executeur testamentair van den boedel en nalatenschap van A. G. van Tengnagel en Corrielia Margareta de Virieu, in leven ehelieden, beleend, 30 Junii 1780. Pieter Nicolaes van Son en Adriana Francoisa Petronella van Tengnagel, ehelieden, benevens derselver broeders en susters, laten appröberen en registreren het magescheyd, den 26 Maii 1780 over den ouderlijken boedel opgerigt, eodem die. 2742). GELLINCHEM. Vijff mergen, gelegen in den gericht van Gellinchem op den -Slimmenweert tusschen Ot van Haeften end Hubert die bastart van Cutonborch, noch 9 mergen in den Weverhoeck, an d'een sgde Ot van Haeften van Eenoy, an d'ander Otto van Haeften Otten soon end dat gasthuys tot Asperen ende heer Johan van Ingen, noch 6 mergen ende 4 hont in des Greven camp tuschen erven Otten voors. ende Ot Otten bastards soon van Vueren, ontfangen bg Otto van Haeften van Eenoy, anno 1447. Idem, anno 1465. 5 mergen to Gellinchem op den Slimmenweert, 9 mergen in den Weverhoeck, 6 mergen 4 hont in des Greven camp, 12 mergen to Roemde op de Eeweyde, 7| mergen op den Eesacker, 5 mergen geheiten die Schelt. Idem verngt eedt van 12 mergen op de Eewede to Eoemde, 7A mergen geheiten op den Eesacker, 5 mergen geheiten die Stelt, 5 mergen to Gellinchem op den Slimmenweert, 9 mergen in den Weverhoeck 6 mergen 4 hont in des Greven camp, 14 Octobris 1473. Idem eedt verngt, 24 Julii 1481. ') Vgl. blz. 606 vlg. '*) In het register zijn hierbij omschreven hot huis te Renoy c. a., waarop de eerstgenoemde akte mede betrekking heeft; zie echter over dit leen 364. 612 Arian Claessoon, bij transport Otten voorn., ontfengt die voors. 9 mergen lants, in den Weverhoeck gelegen, tot Zutphenschen rechten alleen, 1 Maii 1487 % Idem, anno 1492. Claes Adrianssoon, erve sgnes vaders, 1 Februarii 1518. Joost -van Giessen, bg transport Claes voorn., eodem die. Idem eedt verngt, 26 Septembris 1538. Joachim van Giessen, erve sgns vaders Joosts, 10 Junii 1544. Idem eedt verngt, 31 Maii 1556. Maria van Brakel, weduwe Jochims voorn., crigt uutstel, 15 Septembris 1558. Joost van Giessen, onmundig, erve sgnes vaders Joachims, 16 Decembris 1558. Hugo van Giessen is sgn huider. Idem, mundig, selver eedt gedaen, 22 Aprilis 1570. Elisabet van Ggssen, huysfrou Bartolds van Gent2), erve hares vaders Joosts 3), beleent met 9 mergen lands, geheiten den Weverhoeck, gelegen te Gellicom, 4 Martii 1623. Joost van Gent, bg opdracht Elisabeth van Ggssens *), beleent, den 9 Septembris 1657. Joachim van Gent, heer tot Meynerswgck 5), beleent, den 7 Junii 1659. Bartolt van Gent, heer tot Meynerswgck, erve sgnes vaders Joachim, beleent, den 3 Junii 1682. Idem draegt dit leen op aen Willem V e r b o 11, borgermeester tot Bommel, die daer mede beleent is door sgnen huider Johan van Eek, den 17 Decembris 1682. Alexander Ggsbert van Tengnagel beleend, 18 Junii 1741. Idem en Cornelia Margaretha de Yirieu, ehelieden, laten haar besloten testament van den 23 September 1761 appröberen, 26 September 1761. Deselve ehelieden laten haar besloten testament van den 16 Junii 1777 appröberen, 21 Junii 1777. Cornelia Margaretha de Yirieu, woduwe Tengnagel, laat 't geopende testament, door haar en wijlen haar eheman den 21 Junii 1777 ter Leenkamer geaprobeert, registreren, 14 April 1779. Steven Bink, in qualiteit als executeur testamentair van den boedel en nalatenschap van A. G. van Tengnagel en Cornelia Margareta de Yirieu, in leven ehelieden, beleend, 30 Junii 1780. Idem draagt dit leen op aan H. L. B u s c h m a n, die daar weder mede beleend is, eodem die. H. L. Buschman draagt dit leen op aan Philip van Boetselaer6), die daar weder mede beleend is, 19Junii 1794. Idem draagt dit leen op aan Matthgs van Heerewaarden, die daar weder mede beleend is, eodem die. *) De volgende akten hebben uitsluitend op deze 0 morgen betrekking. *) Heer tot Meinerswijk (akte). s) Ambtman van Bommel, Bommeler- en Tielerwaarden (akte). *) Weduwe Bartolt van Gent, heer tot Loenen en Meinerswijk, ambtman van Bommel c. a. Haar gevolmachtigde is Goris Jaspersz., secretaris te Wadenoyen (akte). *j Kapitein en commandeur te Bommel (akte). °) Tot Asperen (akte). 613 Afgesplit van 274. 274 § 1 *). Ongeveer drie mergen weyland, op Gellicum gelegen, van ouds de Weverhoeck genaamt, daar naast geland oostwaart Z. D. W. Tengnagel tot Bronkhorst, westwaart de erven Joost Janssen, zuydwaart A. G. van Tengnagel, noordwaart de erven Willem Thomassen vel qui de jure etc, snnde een gedeelte van negen mergen de Weverhoeken, als een bgsonder leen aan den Furstendom Gelre en Graafschap Zutphen ten Zutphenschen regten met een pond goed gelts te verheergewaden leenroerig, opgedragen door Alexander Ggsbert van Tengnagel aan Hendrik Bulle, die daar weder mede beleend is, 15 Meert 1768. Jacoh Bulle, als oudste soon en leenvolger naa doode van desselvs vaders Hendrik Bulle beleend, 10 Julii 1792. 275 2). TEFELEN. Thien mergen lants, gelegen in den gerichte van Tefelen, geheiten den Sterck, met den eenen eynde op de Esser weteringe ende met den anderen eynde op de Lange weyde, ontfangen bg Eoloff van Tefelen, anno 1380. 275a. Een huis ende hoff met eenen mergen landts, gelegen in Tefelder gerichte, met der eener sijden beneven erve Johan bastaerts ende met der ander sgden beneven erve Agnesen Wijnrichs, ontfangen bg Ude van Tefelen Wgnands soon, anno 1405. BOMMELEEWEEEDT. 276. BEAKEL. Die halve grote thiende tot Brakel met allen heuren tobehoren, die men jaerlix deylt tegen die heerliekheyt van Poyeroyen, ende een stuck thienden to Gameren, zo groot ende cleyn als Jan van Eossems brieven inhalden, tot Zutphenschen rechten, ende 40 Gelrische gulden, Johan van Brakel tot sgnen lijve tot rechten manleene gegeven ende bewesen an den tol to Saltbommel, ontfangen bij ') In het origineel ten onrechte genummerd 275, a, 3. *)i Het is niet duidelijk, waarom Van Reyd dit leen en dat onder 275a (in zijn h.s. met genummerd) hier geplaatst heeft, terwijl zij in Brabant gelegen waren en dus tot de uitheemsche leenen moeten worden gerekend. 614 Johan van Brakel, ridder, anno 1402. Idem tuchtigt sgn wgff Johan van Blomensteyn, anno 1402. Idem tucht sgn wgff Jutte van Ghestel, anno 1406. Derck van Brakel, erve sgnes vaders Johans, ontfengt die grote thiende tot Brakel, daer die heer van Poderoyen dat wederdeel aff heeft, anno 1418. Idem, anno 1424. JVIartin van Herier, heer to Poderoyen, die i. Johan van Brakel, erve Dircks voorn., anno 1459. Johanna vanGhemert, Dirx wgff van Brakel, wort getuchtigt, anno 1436. Johan van Brakel, anno 1468. Idem Dircks soon eedt verngt, 9 Octobris 1473. Idem tuchtigt zgn vrou Catrin van Giessen, 6 Maii 1484. Gerrit Back, bg transport Johans voorn., beheltlick een ewige losse } met VI0 gulden, 11 Aprilis 1481. Idem eedt verngt, anno 1502. Dirck Back, erve sgnes vaders Genfrts, anno 1509. Otto van Brakel, erve sgnes vaders Johans, anno 1515. Martin van Eossem, beer to Poderoyen, marschalck, hg transport Dirck Backs, 21 Augusti 1529 1). Idem eedt verngt, 22 Julii 1544. Jochim van Giessen, bg transport Martins voorn., 23 Aprilis 1550, tot behoeff sgner huysfrou Maria van Brakel. Idem eedt verngt, 31 Maii 1556. Maria van Brakel, weduwe Jochims voorn, ende huysfrou Adrians de Cock van Delwinen, verngt eedt, 15 Septembris 1558. Eadem tuchtigt haren man, eodem die. Iidem crigen confirmatie haeres testaments, 22 Maii 1560. Joachim de Cock van Delwinen, bg makinge sgner olderen, 22 Aprilis 1564 s). Johan de Cock, erve sgnes vaders Joachims, erfft op sgn moder Margriet van Broeckhusen, diewelcke voorterft op haren vader Winand van Broeckhuysen, die beleent is, 13 Aprilis 1605 s). Marie de Cock van Delwinen, erve hares vaders Joachims, heieent vermitz Eustaes van Scherpenseel, heur oom, als huider, 16 Decembris 1605. Henrica van Broeckhuysen, huysfrou Henrick de Bruy n, erve hares vaders Winands, beleent, 4 Novembris 1619. Willem Drummont*) beleent, den 8 Septembris 1652. Helena Maria Drumont5) beleent, den 2 Septembris 1657. Joachim van Gent, heer tot Meynerswgck, haer man, is huider. Eadem 8) stelt Johan van Someren tot een nieuwen huider en draecht dit leen op aen ') By deze akte staat aangeteekend, dat Johan van Brakell een erfelijk losrecht op dit leen heeft. *) Huider Adriaen de C. v. D. (akte). *) Behoudens de tucht van Adrian de Cock van Delwinen, heer tot Wadenoyen (akte). ") De naam wordt ook Drumondt en Drommont gespeld. *) Zy was universeel erfgename van Willem D. voornoemd. ") Weduwe van Joachim v. 6. voornoemd (kolonel). 615 Elisabeth Willemina van Gent^), dewelcke daermede beleent is door haeren huider Johan van Someren, den 8 Decembris 1688. George Land er, capteyn en majoir van een regiment infanterie, als man en momber van Elisabeth Willemina van Gent, draecht dit leen op, mede nae gedaene approbatie van sgu houlijxe vorwaerden, aen Johan de Cock van Delwgnen, heer tot Wadenoyen, die daarmede beleent is, den 5 Mey 1686. 277. BRAKEL. Die halve thiende tot Brakel2), in den lande van Bommelreweert gelegen, van den huyse ende heerliekheyt van Poderoyen, hoge ende lege, ten besunderen leen affgesplit tot Zutphenschen rechten ende opgedragen bg Johan van Bossem, heer to Poeèeroyen, tot behoeff van Marten van Eossum, voorbeholden een tucht3), 17 Martii 1564. Joris van Lienden, heer to Dormael, bij transport Martins voorn. op wederlosse met 1500 gulden, 18 Augusti 1571. Willem D a n c k a r t s, bg transport Martins voorn., ontfengt die beterschap ende Martins vorder gerechticheyt, 81 Julii 1577. Georgina van Lienden, huysfrou Jacob Suys, erve hares vaders Joris, 7 Januarii 1594. Henrick Danckarts Willems soon na aflosse van Georgina voorn.4) beleent voor hem ende sgnen neve Herman van Casteren, 30 Octobris 1612. Herman van Casteren ende Josina Wels, echteluyden, tuchtigen malcanderen an haer ^5), makende dat het op harer beyder kinderen erven sal, 13 Aprilis 1613. Jenneken van Castren, erve hares vaders Hermans, beleent met beheltlick harer moder Josinae haer tucht ende den effect der makinge, 30 Julii 1614. Joost Ggsberts soon, bg opdracht Jennekens voorn., ontfengt J van den thiende to Brakel in den ampt van Bommelerweert, in den kerspel van Brakel ende daeromtrent gelegen, te Zutphenschen rechten, 17 Julii 1618. Hillegont van Berendoncq6), erve hares vaders Joost Ggsberts, beleent, den 1 Februarii 1633. Johanna de Koek van Kerckwgck, erve hares moeders Hillegont van Berendoncq, beleent door haer man Elbert 'van Meurs, secretarius tot Bommel, als haeren huider, den 18 Novembris 1665. *) Gehuwd mei George Lander (akte). *) De wederhelft van 276. s) Johan van Rossem behield zichzelf het vruchtgebruik voor. *) Weduwe Jacob van Suys, heer van Nederwenne, Tolsende, etc. (akte). 5) Vgl. § l. ^ Gehuwd met Adriaen de Cock van Kerckwijck (akte). 616 Afgesplit van 277. 277 § 1. Het vierdendeel van den thiend to Brakel in den ampte van Bommelerweert, in den kerspel van Brakel ende daeromtrent gelegen, tot Zutphenschen rechten opgedragen bg Henrick Danckarts WiUems soon ten behoeve van Joost Ggsberts soon, 15 Julii 1616. Hillegont van Beerendonck, erve haeres vaders Joost Gijsberts, beleent, den 1 Februarii 1633. Johanna de Koek van Kerckwijck, erve haeres moeders Hillegont van Beerendonck, beleent door haer man Elbert van Meurs, secretarins tot Bommel, als haeren huider, den 18 Novembris 1665. Eadem cedeert dit vierendeel aen Johanna van Beerendonck, getrout aen Huybert van Boosboom, die daer mede beleent is door Evert van Schevickhaeven, den 19 Februarii 1669. Huybert van Boosboom, erve sgnes vaders Hendricks ende beste vaders Huyberts van Boosboom, noch onmundich sgnde, beleent door Evert van Schevickhaeven, sgn huider, den 2 Februarii 1671. 278. BRAKEL. Dat huys to Brakel met sgnen voorhorchten als die gelegen sgn binnen der vorster graften, met hagen ende hongerden, voort die weerden, die met den oversten eynde boven dat dorp van Brakel gelegen sgn ende met den nedersten eynde tegen dat gemael van Brakel, voort eenen weert, die met den oversten eynde streckt an dat gericht van Zulinchem ende met den nedersten eynde tegen den Papenthiende, voort die weerdt, die geheiten sgn Beddenweerde ende Snaecksaert1), ende den weerdt tuschen der Slusen, streckende ter Monicklant to, met allen heuren anvallen ende opcommingen, die in den stroom ende tegen dese weerde voors. vallen mogen, uutgenomen van Snaetsairt ende uutgenomen off eenig sant ofte weert midden in den stroom tegen dese weerde vielen, daer men met eenen geladenen Bhgnschepe ofte saltschepe om varen mocht; voort alle de vischerie tegen dat dorp van Brakel, streckende van der viseherien geheiten Boningen tot den Vlieworp2) van Vuren, voort dat gemael van allen den dorp van Brakel met sgnen tobehoren, voort die schouwe van allen den dorp van Brakel, gelegen tuschen den gericht van Zulinchem an der Monclant, tot Zutphenschen rechte. Eustacius de Brakel ende Steeskiuus, sgn soon, maken te leen dat huys te Brakel ende tot een open huys, anno 1821 *). ') In latere akten veelal Keddenweert en Snaetsert genoemd. ') In latere akten Vluwe- of Vlouwworp. 3) De omschrijving der leenen is aan de akte van 1402 ontleend. 617 Steesken van Brakel ontfengt die voors. parcelen tsamen, anno 1402- Idem tuchtigt sgn vrou Catrin van Brakel, eodem anno. Adriana van Brakel, huysfrou Jans van Broickhuysen van Weerdenburch, erve hares vaders Steeskens, anno 1420. Eadem, anno 1423. Hier staet bij den dwanek van der meulen, wie elders maelt verbeurt 9 schiüinge voor den vasal ende 18 voor den leenheer; voort alle thienden, die tot Brakel op den Uterdgck gelegen sgn, Steesken van Broickhusen van Weerdenborch, bg transport Adriane voorn., anno 1442, met condicie, so hij sonder kinder sterft, sal sgn broder ofte naeste sweertmage erven an 104 olde schilden sjaers, te beuren uut den weerd Bgsweerde tuschen den gerichte van Zulinchem ende Dirx weert van Brakel met wilgen ende patinge. Hier is uutgelaten dese woorden: uutgenomen van Snaetsart, ende: uutgenomen off eenig sand ofte weert midden in den stroom tegen dese weerde vielen, daer men met eenen geladenen Bhgnschepe ofte saltschepe om varen mocht, Idem tuchtigt sgn moder Adriana, eodem die. Johan van Broichusen van Brakel, erve sgnes vaders Staes, anno 1469. Idem eedt vernijt, 9 Octobris 1473. Arnt van Broichusen, erve sgnes broders Johans, 24 Septembris 1475. Idem eedt vernijt, 26 Julii 1481. Idem, anno 1492. Hier staet: tot eenen onversterflicken erfleen. Staes van Broeckhuysen, erve sgnes vaders Arnts, anno 1515. Josina van Broichusen, onmundig, erve hares vaders Staes, 24 Novembris 1525 1). Eadem, huysfrou Eeiners van Aeswgn, eedt vernijt, 5 Aprilis 1535. Eadem eedt vernijt, 23 Octobris 1543. Eadem eedt verngt, 26 Junii 1556. Eadem, weduwe, stelt tot huider Johan van Knippenberch, 5 Maii 1558. Eadem eedt verngt deur heuren soon Beiner, 7 Maii 1560. Eadem maeckt dit haren soon Beiner ende sgner huysfrou Mechtelt van Isendoorn na haren doot, 28 Julii 1580. Beiner van Aeswgn, erve sgner moder Josine, 10 Maii 1583. Idem presenteert sijnen broderen Stees ende Arnt2) afdeylinge van den \, eodem die. Anthonis van Aeswijn bg opdragt sgnes vaders Eeinhards beleent, 5 Julii 1618. Idem sijnne testamentaire dispositie approbeert, den 10 Decembris 1630. Idem revoceert sgn le dispositie ende laet de naerdere appröberen, den 27 Aprill 1639. Idem naer revocatie van alle sgnne voorgaende dispositien laet sgnne naerder makinge approbeeren, 24 Septembris 1639. Idem laet sgnne houwelixe vurwarden met Geertruyt van Oldenboockum, den 25 Junii 1606 ingegaen 3), appröberen, den 22 Aprill 1643. ') Hülder Amt van Tuyll (akte). *) Jongere broeders (akte). ') Op den burg te Zevenaar (akte). 618 Idem laet sgnne tucht ende dispositie appröberen, den 26 Mey 1644. Het voorangetogen testament geopent den lesten Meert 1646. Antonis yan Asewijn, heer tot Wesenhorst, erve Antonis ende uuyt cracht van deselve dispositie beleent, den 12 Februarii 1646 x). Idem laet sijnne houwelixe vurwarden, met Margreta T u r c k s 2) opgericht, appröberen, den 9 Aprill 1647. Het onmundige kint van Antonis van Aswijn voors. beleent uuyt cracht van volmacht van de moeder Margreta Turck als moeder ende voogdesse, den 27 October 1648. Gijsbert van Matenesse, heer van Matenesse, Beviere etc., beleent, in voegen hetselve door overigden van Antonetta van Aswgn, vrouwe van Braeckel, op haer onmundige dochterken Judith Margariet van Matenesse ende van hetselve dochterken op hem vererft is. Dr. Johan van Ewijck is huider, den 1 Julii 1669. Cornelis van Bronckhorst tot de Pol, amptman in Overbetuwen, als volmachtigervan Adriana van Aeswijn, weduwe Baxen van Hermelen, en mede als man en momber van sgn huysfrou Agnes van Aeswgn beleent in voegen dit leen deselve is aengecomen volgens retour, bij houlixe vurwaerdeu tuschen Antony van Aeswgn en Margareta Turck sampt mede bg houlixe vurwaerden van Gijsbert van Mathenes, heer tot Mathenes, en Antonette van Aeswgn bedongen, als universele en naeste erfgenaemen wegen den stamme van Aeswgn en van Judith Margriet van Mathenes, den 4 November 1669. Adriana van Aeswijn, douagiere van Baxen tot Hermeien, beleent als naeste leenvolgersche door het overljjden van Antony van Aeswijn, Antonette van Aeswijn en Judith Margriet van Mathenes, den 8 Januarii 1670. Wijnant van Eenes tot de Pol is huider. Ggsbert van Mathenes, heer tot Mathenesse etc.3), laet sgn dispositie appröberen, den 11 Februarii 1670. Jacob Pieck, amptman tot Beest, uuyt cracht van de bovenstaende dispositie beleent, den 23 Februarii 1670 i). Antony Foyart is huider. Idem en Johanna Vgch laeten haer onderlinge lgftucht tot herhijlickens toe appröberen, den 28 Septembris 1675. Idem laet sgn houlixe vorwarden met Johanna Vgch appröberen, eodem die. Maximiliaen van Baexen, erve sgnes moeders Adriana van Asewgn, weduwe Baexen Van Hermeien, beleent door sgn momber Wijnant de Renesse tot den Pol, den 26 Februarii 1676. !) Hij was de oudste zoon van Eustatius van Aeswijn, broeder des erflaters. De weduwe behield het vruchtgebruik. De beleening heeft op grond van een vorig testament plaats gehad, daar het laatste eerst 31 Maart is geopend. Tot de door Anthonis Jr. geërfde goederen behoorde o.a. ook het dagelijksch gericht van Brakel en Rodegem, zijnde een leen van Vianen. De zusters van den erflater waren: Odilia, gehuwd geweest met N. N. van Matenesse, Geertruyt, gehuwd geweest met jr. Isebrant van Merode, Jndit, weduwe van den heer van Brochum, Agnes, gehuwd geweest metjr. Walraven van Heeckeren tot Nettelhorst, Gijsberta, weduwe van jr. Hendric van Eaesfelt ter Swanenborch. Hare kinderen zouden uitkeeringen in geld ontvangen van Anthonis van Aeswijn, die universeel erfgenaam was, behoudens zekere fideicommissaire bepalingen. *) Dochter tot Nederhemert (akte). *) t. w. Riviere, Opmeer, Souteveen, Brakel, Storckenborch en Wesenhorst. *) Zijn vrouw, Johanna Vggh, was een kleindochter van Gijsbèrta van Aeswijn (zie noot 1). 619 Carel Pieck1), erve sgnes vaders Jacob Pieck beleent, den 18 Novembris 1676. Carel Hattem is bulder. Carel Pieck, heer tot Braeckel, mundich geworden sijnde, vernient den eet door Peter Schoock, den 18 Februarii 1682. Carel Piek, heer van Brakel, heeft doen appröberen op den 9 Julii 1687 sgn testamentaire beslote dispositie, edog de jura eerst betaelt den 14 Septembris 16972). Idem laet appröberen sgn -huwelgxvoorwaerden, met Margareta Jacoba du Faget ingegaen den 30 Maert 1698, geregistreert als voren, den 29 Maert 1700. Wilhem Hendrik Piek laet appröberen sgn huwelgxvoorwaerden, den 12 October 1732 opgerigt met Elisabet Louise van Aertse van Sommelsdgk, 12 Februarii 1733. Anne Francois Willem Pieck en Daniël Adriaen le Leu de Wilhem, in huwelgk hebbende Maria Philippina Jacoba Pieck, laten registreren een acte van aditie en renuntiatie van den 2 deser met betrekkinge tot den nagelaten hoedel van wglen haerl. vader Willem Hendrik Pieck, 13 Julii 17623). Anne Frans Willem Piek, erfgenaem sgns vaders Willem Hendrik Piek beleend, 17 November 1762. Idem draagt dit leen op aan Wilhelmus W i 1 h e 1 m i u s, die daar weder mede beleend is, 24 Mey 1768. Johannes Adriaen Wilhelmius, minderjarig, erfgenaam sgns vaders Wilhelmus Wilhelmius beleend, 12 September 1772. Huider Godfrid Hoffman van Hove. Idem, meerderjarig geworden, vernieuwt eed, 5 Julii 1774. Idem laat sgn besloten testament van den 29 Augustus 1774 appröberen, 8 Februarii 1775. Idem laat appröberen sgn besloten testament van den 17 Augustus 1778, 26 December 1778. Johanna Agatha en Maria Aletta4) van Wageningen, sig sterk makende en de rato caverende voor Cornelis Pieter Scheyderuyt de Vos, eenige erfgenamen ab intestato vau wglen Johannes Adriaan Wilhelmius, laten appröberen en registreren desselven geopende uyterste wil van den 4 December 1779, 6 JanUarii 1780 5). Cornelis Pieter Scheyderuyt de Vos, Johanna Agatha en Maria Aletta van Wageningen, erfgenamen testamentair van Johannes Adrjaen Wilhelmius, beleend, 27 Maii 1780. Cornelis Pieter Scheyderuyt de Vos draagt sgn gedeelte in dit leen op aan Johanna Agatha en Maria Aletta van Wageningen bovengen., die daarmede weder voor het geheel pro indiviso beleend sgn, eodem die. Huider Gerhard Umbgrove. Johannes Theodorüs W i 1 k e n s junior en Johanna Agatha van Wageningen, ehelieden, laten aproberen en registreren een extract uyt ') Hij was tevens heer van Soelen en Enspijk en ambtman van Beesd en Renoy; zie over hem en zijn opvolgers ook nos. 112 en 259. *) Akte van dien datum. 3) De echtelieden le Leu de Wilhem doen afstand van de nalatenschap ten behoeve van A. F. W. Pieck. *) Huisvrouw van Dirk Willem van Dam (akte). 5) De erflater was'heer van Brakel en Cleverskerke, schepen en raad te Middelburg; de erfgenamen waren zijn nichten en neef, welke laatste in Zwitserland woonde (akte). 620 haarl. uyterete wille, den 23 Januarii 1781 te Dordrecht gepasseert 1 Maart 1781. Derk Willem van D a m en Maria Aletta van Wageningen, ehelieden, laten haar besloten, testament van den 2 Augusti 1782 appröberen 7 Augusti 1782. ' Maria Aletta van Wageningen laat registreren het geopende testament van den 2 Augusti 1782, 26 Maart 1795. Maria Aletta van Waegeningen, weduwe D. W. van Dam, laat registreren een transport, d.d. Zomermaand 1809, door Claas Kieboom als volmagtiger van J. T. Wilkens en van J. P. Wilkens Joh. Theod zoon en C. C. Huybert, ehelieden i), ter harer behoeve gepasseerd, en laat uyt hoofde van dien de halfscheid van dit leen ter harer naamen voorn, overteekenen, d.d. 10 van Hooymaand 1809. 279. BRAKEL. Een hoff to Brakel met allen sgnen tobehoren tot eenen Zutphenschen leen ontfangen bn Jacob van der Hovelwjjck, anno 1377. Idem. anno 1402. 279a. 4 mergen lants op den Ghier, an d'een sgde die gemeyn stege, an d'ander Arnt van Bracht, item 4 mergen op dat Holt, an d'een sijde Onser Vrouwen Altaer, an de ander Herman Jans Uuters; item 3 mergen opt Langrake, an d'een sgde Ggsbert van Hedike, an d'ander Margriet van Giessen, tot eenen erfleen ontfangen bg Gijsbert van Giessen Vasters soon, als hg dat to halden plach van joffer Jan van Cuyck, anno 1401. Idem ontfengt 4 mergen to Brakel ende 7 mergen an 2 stucken in denselven gericht tot Zutphenschen recht, anno 1402. Ggsbert van Giessen Ggsberts soon, onmundig, crigt uutstel tsg'nen mundigen dagen to, om te ontfangen alsulcken leen als hem van sgnen vader angestorven is, anno 1417. Idem, anno 1424. Idem ende sgn moye Margriet van Giessen crigen van der leenswer gevrijt vier mergen opt Holt tuschen erve Onser Vrouwen Altaer end Catrin Coppen dochters erfgenamen, welcke 4 mergen worden opgedragen Gerrit Jan Steeskens soon als een vrg erff, ende die voorn. Ggsbert van Giessen wort beleent met 6 mergen op Langerake in den gerichte van Brakel tuschen erve Ggsberts van Hemert ende joffrou Steesken van Giessen, item 4 mergen, geheiten die Geer, op Lovensvelt in denselven gericht tuschen den gemeynen dgek ende erve Willem van Tyla Den soon, item 3 mergen, geheiten ) T. w. de erfgenamen van wijlen hare zuster Johanna Agatha v. W. 621 die Ketelbuter, in den lande van Altena in den gericht van Slewgck tuschen den gemeynen dgek ende die gemeyne stege. Noch 3 mergen, geheiten in de Quellinge, in denselven lande ende . gerichte tuschen erve der erfgenamen heeren Pouls van Haestrecht ende Eowijns Johans Lemmensoons soon, noch 6 mergen min 2 hont in denselven lande ende gerichte tuschen erve der erfgenamen Johans Greven ende heeren Pouls voors., noch 2 mergen iu denselven lande ende gerichte tuschen erve Ggsberts voors. ende Gaderts de Greve, met eggen, eynden ende allen haeren tobehoren tot Zutphenschen rechten, anno 1424. Yastrit van Giessen ontfengt 4 mergen, in den kerspel van Brakel op den Geer gelegen, an d'een sgde die gemeyn stege, an d'ander Dirck Yallinck, noch 6 mergen op Lanckraicken, an d'een sgde Gijsbert van Hemert, an d'ander Ggsbert van Giessen, tot Zutphenschen rechte, anno 1450. Heyman van Giessen ontfengt dieselve 4 ende 6 mergen, anno 1461. Idem, anno 1465. Na beleninge transporteert dieselve 4 mergen op Peter Peterssoon 1). Ggsbert van Giessen, erve sgnes broders Heymans, 28 Octobris 1473. Peter Helmicbs soon, bij transport Gijsberts voorn., ontfengt 6 mergen op Lanckraeck tuschen Herman van Oeverrijn ende Bembolt Gerrits soon, 27 Julii 1481. Willem, Peter Helmichs olste soon, heeft dit versuymt ende vercrijgende quijtscheldinge sgn soon Peter Willems zoon ontfengt tselve ende transporteert het voort op Josina van Broickhusen, weduwe Beiners van Aeswijn, 14 Aprilis 1557. Haer huider is Andries van Broickheze. Eustaes van Aeswijn, heer to Gramsberg, erve sgner moder Josinae, erft op Beiner van Aeswgn, sijnen soon, die beleent is 7 Junii 1610. Idem crigt uutstel, 10 Augusti 1618. Idem, mundig, laet eed vernijen Giellis Engelen, 1 Octobris 1619. 280. BEAKEL. Vier mergen lants op den Geer 2), in den kerspel vau Brakel gelegen, tot Zutphenschen rechten getransporteert bij Heymen van Giessen tot behoeff van Peter Peters soon, anno 1465 3). Idem, 7 Octobris 1473. Idem tuchtigt sgn vrou Griet, eodem die. Dirck Peters soon, erve sgnes broeders *), 27 Julii 1481 6). Steesken Wolters soon, bij transport Dircks voorn., eodem die. Stees Jans soon vernijt eedt, 3 Julii 1544. ') Zie 280. *) Ook Goir genoemd. ') Deze opdracht wordt genoemd onder 279 hiervóór, waar de vroegere beleeningen te Tinden zijn. 4) Het register heeft abusievelijk: vaders. . *) Vlg. het leenaktenboek D; in E is dezelfde akte 17 Juli gedateerd. 622 Dirck Stees soon, erve sgnes vaders, 19 Octobris 1557, ontfengt 4 mergen, geheiten op de Geer, in Bommelreweert in den kerspel van Brakel gelegen boven den dgek, ende so hg vermits sgne doefheyt onbequaem was selffs eedt te doen, is Cornelis Beyers soon sgn huider. Cornelis Beyers soon angecoft hebbende van Dirck voorn, erft op sijnen soon Gerrit Cornelis soon omtrent vier mergen lands, geheiten die Geer, gelegen in den ampte van Bommelreweert in den kerspel van Brakel op Lovensvelt boven den gemeynen dgek, te Zutphenschen rechten, 30 April 1604 beleent. Joost Cornelis soon, erve sgnes broders Gerrits, beleent, 25 Junii 1623. Cornelis Joosten, erve sgnnes vaders Joost Cornelis, beleent, den 12 Junii 1637. Cornelis V e r n o e y1), bg transport Cornelis Joosten, beleent, den 7 Januarii 1651. Hermen Isebrants, bij transport Cornelis Joosten, beleent, den 23 Junii 16532). Jacob Salm, lientenant van capteyn Jan Palm, beleent met een gedeelte van dese vier margen3), hem door dode van Cornelis 3 Joosten aengecomen, den 3 Junii 1679. Diderik Salm, erfgenaem sgns vaders Jacob, beleent, 23 Septembris 1723. Idem draegt dit leen op aen Jan Ggsbertse van de Pol, die daer weder mede beleent is, eodem die. Ggsbert van de Pol, erfgenaem sijns vaders Jan Gijsbersse van de Pol, beleend, 29 Julii 1761. Afgesplit van 280. 280 § 14). Vijf hond lands van omtrend vier mergen, geheyten de Geer, gelegen in den ampte van Bommelerweerd in den kerspel van Brakel op Lovensveld boven den gemeynen dgk, als een bgsonder leen, aan den Furstendom Gelre en Graafschap Zutphen ten Zutphense regten met een pond goed gelds te verheergewaden leenroerig, ontfangen bg Agnes Wilhelmina van Vollenhoven, weduwe Oosterling6), en beleend, 1 Januarii 1741. Huider Zeger Verbeek. Afgesplit van 280. 280 § 26). BRAKEL. Eene mergen lands, afgespleten van omtrend vier mergen, geheyten die Geer, gelegen in den ampte van Bommeler- ') Dijkgraaf en scholtis te Brakel (akte). Deze akte betreft de 5 hont, bedoeld onder § 1, die dus reeds in 1651 zijn afgesplit. *) Deze akte betreft de afsplitsing van 1 morgen (zie § 2). Hermen Isebrants was minderjarig; zijn vader heette Isebrant Hermsen (akte). 3) T. w. verminderd met de in §§ 1 en 2 bedoelde stukken. 4) Zie noot 1 hiervóór. •) Johannes Oosterling, in leven predikant te Rijswijk in Altena (akte). ") Zie noot 3 hiervóór. 623 weerd, kerspel van Brakel, op Leuvensveld, aen den Furstendom Gelre en Graefschap Zutphen ten Zutphense regten met een pond goed gelds te verheergewaden leenroerig, ontfangen bg Teuntien Grandia, weduwe van Hendrik van Dalen, 25 Maii 1741. Huider Johan Cox. 281. BRAKEL. 101 mergen lants, gelegen in den gericht van Brakel int Lnzevelt, streckende van den Bredenwege tot der Holtstege to, in den Hoefslach tuschen erve Steeskens van Brakel ridders an beyden spen, item 2 mergen in den voors. gericht tusschen erve Johans van Brakel an d'een ende die Waile an d'ander sgde, item een hofstat, daer Wolter van Alff op woont, tuschen Johan Vrancken soon an d'een ende Helmich an d'ander sgde, item een hofstat, daer Herman Bobbert op woont, tuschen Johan Josmbs soon ende Johan van Vlgmen, item een hofstat, daer Meesterken op woont, tuschen Arnt van Brakel ende den gemeynen dgek, item 10 schillingen thins sjaers uut d'uterste hoeve ter Monicklande waert, tot eenen Kuix erfleen tot Zutphenschen leenrechten met eenen ponde goets gelts etc. ontfangen hg Dirck van Tiel Dircks soon, anno 1401. Steesken van Brakel, bg transport Dircks voorn., ontfengt die voors. 10£ mergen tot een Kuix erfleen tot Zutphenschen leenrecht; daerbeneven oyck heieent met huys ende hofstat met sgnen tobehoren, in den gericht van Brakel gelegen, met 14 mergen lants daeran tusschen erve der erfgenamen Heynen Ballinx an d'een ende Alarts uut den Spijcke an d'ander sgde, streckende met den eynde an de stroomrede ende met den anderen eynde an de gemeyn straet in die Papenthiende; item 6 mergen lants, gelegen op 't Holt in denselven gericht tusschen erve des Heyligen Geests ende Beatrissen Ggsberts dochter, item 2 mergen in denselven gericht op de Vgffgerden tusschen erve der erfgenamen Ggsberts van Giessen Gerrits soon an d'een ende des voors. Steeskens an d'ander sgde etc, anno 1401. Idem ontfengt dit tsamen tot Zutphenschen rechte, anno 1402. Geen schellingen. Idem ontfengt een huys ende hofstat tot Brakel in des Papen thienden tuschen Goossen Feyen ende Goossen Tielmans soon; item 10^mergen in den gericht voors. tuschen Ggsbert van Hemert ende Johan van Rossems erfgenamen; item 6 mergen opt Houte tuschen Johan van Brakel ende Onser Vrouwen Altaer tot Brakel; item 2 mergen op de Vgfgeerden, noch 4 hofsteden tot Brakel, item 12 sc. sjaers uut 12 mergen lants, die naest der Monicken hoff gelegen sgn, anno 1424. Noch ontfangen sgn leen, to Sulinchem gelegen. Goossen van Brakel ontfengt die 10^ mergen int Luysvelt van den Bredenweg tot der Holtstegen to in den Hoeffslach voor een leen, ende dat huys ende hofstat met haeren tobehoren ende 14 mergen 624 daeran tuschen Alert Goossens soon ende Arnt Fey, streckende met den eenen eynde an de stroomrede, met den anderen eynde an de gemeyn straet in Papenthiende, voor het tweede leen, anno 1468. Dieselve Goossen had noch ontfangen ende vercoft 6 mergen opt Hout ende 2 mergen op de Vgffgeerden an Johan van Hemert, anno 1441. Hubert A u r ij n, bg transport Goossens voorn., 15 Octobris 1478. Dieselve beyde leenen staen hier verhaelt, maer nyet onderscheyden. Idem eedt verngt, anno 1481. Derck Auwrijn vernijt eedt van deselve 2 leenen, anno 1496. Dirck Awrijn, erve sgnes vaders Dirck, verheft de beyde voor een, 6 Octobris 1521. Cristina Awergns, onmundig, erve hares vaders Dircks, 18 Martii 1588. Beyde leenen ende Johan de Cock van Del wijn is sgner nichten huider. Eadem eedt verngt, 28 Martii 1589. Eadem, huysfrou Ot Piecken, eedt verngt, 28 Junii 1544. Eadem eedt verngt, 31 Maii 1556. Derck Pieck, erve sgner moder Cristine, 26 Augusti 1580. Henrick Pieck, erve sgnes vaders Dircks, bg deylinge beleent sgnde 1), draegt op Cornelis Adrianssoon 2) ende Ldjntgen Simons dochter, echteluyden, eenen hoff met elftenhalve mergen lands, gelegen in Bommelerweert in den gericht van Brakel int Luzvelt, streckende van den Bredenwege tot der Holtstegen to in den Hoeffslag, 5 Octobris 1619. Adriaen Buys, brouwer tot Gorcum, uuyt cracht van verwin ende coopbrieven, den Septembris 1627 voor dickgreeff ende heemraden van Brakel naer dickrecht erholden op alle die goederen van Gerrit Jacobs van Hemert ende de erffgenamen van Cornelis Adriaens van Maerkerck, beleent, den lesten Junii 1646. Coenraet Buys als erve sgnes vaders Adriaen Buys beleent, den 22 Octobris 1651. Jacob Aertse Bommeler, bg transport Coenraets voors., beleent met 6£ mergen, 28 Novembris 1659. Coenraet Bnys transporteert huys ende hoff, sgnde een gedeelte van dit leen, aen Meuis Huybertsen van der Heide, den 26 April 16613). Laurens Jacobs Bommelaer, erve sgnes vaders Jacob Aertsen Bommelaer, beleent met 6^ mergen lants, den 17 Januarii 1662. Jan Valckhoff beleend met de 6^ mergen, bg wglen Laurens Jacobs Bommelaer gepossideerd, soals die hem door koop aangekomen snn, 20 Augusti 1746. Agnita de Jongh, weduwe en erfgename van Jan Hermsen Yalkhoff en uyt kragt van transactie, accoord en magescheyd, huyden geapprobeert, beleend, 25^ April 1766. Huider Johan Schrassert. Mathgs Petersen de Jon^h, erfgenaam van sijn moeye Agnieta de Jongh beleend, 16 Julii 1777. ') Huider is zijn broeder Joost P., beer tot Zulinchem (akte). *) Van Markerck (akte). *) Zie § 1. 625 281 § t. Huys ende hoff, sijnde een gedeelte van het leen n°. 281 geregistreert, bestaende in een hoff en elfftehalven margen, in Bommelerweert in den gerichte van Braeckel in Lutzvelt gelegen, sgnde groot ongeveerlgck eenen margen, waeraen ten oosten Cornelis Vernoy, dgckgraef tot Braeckel, ten westen Claes Bastiaensen, ten suyden de gemeine straet en den Bandgck ten noorden gelegen sgn, aen den .Vorstendom Gelre en Graefschap Zutphen ten Zutphenschen rechten met een pond goet gelts te verheergewaeden opgedraegen tot een besonder leen door Coenraet Buys aen Meuws Huybertsen van der Heide, den 26 April 1661. Teuntjen Jans van Bgstervelt, weduwe van Mens Huybertss van der Heide, laet appröberen het maechgescheit, tusschen haer en haer mans vrienden opgericht, en haer uyt cracht van hetselve maechgescheit beleenen, den 30 September 1670. Jenneke Peters tot Brakel, erve haers moeders Tenntje Jans, beleent, den 8 April 1695. Jelis Grandia, haer man, is huider. Jan Valkhoff in qualiteit als erfgenaam van Jenneke Peters beleend, 20 Aug. 1746. Idem draagt dit leen op aan Maria Buys, die daar weder mede beleent is, 7 October 1752. Huider J. C. Copes van Hasselt. ,>jf3 ; Jilis Grandia, erfgenaam zgns moeders Maria Buys, beleent, 13 Junii 1761. 282. BRAKEL. 12 mergen lants in den gerichte van Brakel, 3 op Langricke, 3 op den Geer ende 6 op Loevensvelt, tot eenen Kuixschen leene ontfangen bg Margareta van Gyessen, anno 1401. Hier staet 6 mergen lants op Loevensvelt, 3 mergen op den Goer op Loevensvelt, 3 mergen op Langreide, item een weert geheiten opt Bot, an d'een sgde Arnt die Geyster, an d'ander dat alde diep van de Wale, als erve hares vaders Johans van Ggssen, tot eenen rechten erfleen. Eadem ontfengt het na d'eerste specificatie, anno 1402. Eadem crigt uutstel, anno 1424. Eadem beleent, anno 1424. Haer huider is Ggsbert van Ggssen. 282a. Twee hoeven lants, in den kerspel to Brakel gelegen, geholden bg Arnt Louwert van den Greve, anno 1326. Ggsbert van Ggssen, erve sgnes vaders Gerards, ontfengt een hoeve lants, gelegen in den gericht van Brakel, geheiten op de Vgfgeerden, an d'een sijde die gemeyn stege, an d'ander Steesken van Brakei Nijmegen. 40 626 Jans soon, ende een hoeve lants, gelegen int Lnysvelt, van den Bredenwege streckende tot der Hontstegen toe, an d'een sgde Peter Ballinx erfg( namen ende Steesken van Brakels erfgenamen ende met d'ander sgde die kerek van Brakel, Henrick Segers ende Jan Wouters soons erfgenamen, tot eenen rechten Kuyxen erfleen, anno 1401. Idem ontfengt 2 hoeven lants, gelegen tot Brakel, na inhalden sgns brieffs bepaelt, tot eenen Kuyckschen leen, anno 1402. Idem ontfengt een hoeve lants, geheiten die Vijfgeerden, an d'een sgde Steesken van Brakel, an d'ander die gemeyne Engestege, noch eene hoeve lants int Luysfelt after den alden dijeke after de weteringe, d'een sgde Steesken van Brakel ende Henrick Peterssoon, d'ander sgde die kerek van Brakel, Steesken van Brakel ende Willem van Tiel, tot Zutphenschen rechten, anno 1424. Gijsbert van Giessen, erve sgns vaders Ggsberts, anno 1428. Ggsbert van Giessen, erve sgnes vaders Ggsberts, anno 1464. Idem, anno 1468. Idem eedt vernijt, 15 Octobris 1473. Idem tuchtigt sgn moder Oatrine van Vuren, eodem die. Idem eedt verngt, 8 Martii 1482. Idem verpandt dit leen an Jan van Brakel, 7 Maii 1486. Idem eedt verngt, anno 1492. Johan van Brakel ontfengt 2 hoeven op Brakel, die een geheiten die Corte Vijfgeerden, streckende van de gemeyne stege tot den Weerdijck to, die ander geheiten die hoeve int Lnysfelt, streckende van der Luysfeltscher stege tot der Holtstegen to, anno 1492. Otto van Brakel Jans soon ontfengt een hoeve int Lyesfelt, anno 1515. Joost van Giessen, erve sgnes vaders Gijsberts, 28 Julii 1527. Joost van Brakel als erve sgnes vaders Johans ontfengt een hoeve holdende 12 mergen int Luysfelt, streckende van der Luysfeltscher stegen tot der Holtstegen to, 6 Februarii 1533. Joost van Giessen verngt eedt, 26 Septembris 1538. Joachim van Giessen, erve sgnes vaders Joosts, 16 Octobris 1543. Idem eedt verngt, 31 Maii 1556. Maria van Brakel, weduwe Jochims, crigt uutstel, 15 Septembris 1558. Joost van Giessen, erve sgnes vaders Jochims, 16 Decembris 15581). Joost van Giessen doet selffs eedt, 22 Aprilis 1570. Idem tuchtigt sgn vrou Anna van Malbergen, 2 Aprilis 1573. Maria van Ggssen, huysfrou Godefroys van Gent, heeren to Lonen, erve hares vaders Joosts 2), beleent met 2 hoeven lants, gelegen in Bommelerweert in den gericht van Brakel, d'een genoomt die Vgffgerden, Steesken van Brakels erven an d'een ende die gemeyn stege an d'ander sgde; d'ander hoeve in denselven gericht int Luysfelt gelegen, achter den olden dgek achter de weteringe an d'een ende Steeskens voorn, ende Henrick Peters erven an d'ander sgde, 4 Martii 1623. ') Huider Hugo van Gijssen (akte). ") In leven ambtman van Bommel, Bommcler- en Ticlerwaarden (akte). 627 Eadem laet eedt vernieuwen door Bartolt van Gent, heer tot Loenen , ende Meynerswick *), den 24 Junu 1642. Eadem laudeert het testament, soo haer man zahger ende SB voor desen gemaeckt ende den 18 October 1636 approbeert is, den 16 Decem- her 1647. , _ _ .. Joachim van Gent, heer tot Meynerswgck2), beleent, den 7 Junu 1659. Bartolt van Gent, heer tot Meynerswgck, erve sgnes vaders Joachim, heieent, den 80 Junii 1682. Idem draegt dit leen op aen Willem VerboJ-t, borgemeester tot Bommel •), den 17 December 1682. Dr. Johan van Eek is huider. Hubertina van Eladracken, weduwe Willem Verbolt, laet haer beslote dispositie appröberen, 11 Maert 1706. Jacob de Vael q.q. laet registreren de geopende testamentaire dispositie van deselve, 26 Maii 1706. . Mathris Huybert van Minningen*), Arnolda van Mmmngen Mat^athSrSlisabet van Bgsterveld, weduwe Georgms^aAta« Minningen, Johanna Cornelia van Minningen, weduwe Nicolaes le BaUeur Gerhard van Minningen, Hendrick Cornelis. van der Vliet, CoVnens van der Vliet, Johanna Jacoba van der Vliet, weduwe Ken van Bgsterveld, Johannes Hoog, weduwenaer van Hubertina van der Vliet, erfgenamen van Willem Verbolt beleent, 14 October 1730. Matthgs Huybert van Minningen doet eed. PArbard van Minnineen *), voor sig en mede als oom en bloedmomber GerlTan "en oZnlige ^Gerhard "van *°f^™-g^£ finale liquidatie, schifting, scheiding en deiliug van den boedel van Hubertïna van Pladracken, weduwe Verbolt, tussen desselfs erfgenamSr waerhS dit leen hem en wgïe sgn broeder Matheus Hubertus v*Ttt2m modo desselfs soon Gerhard van Mmningen, is aenbedeelt, en is daer also mede beleent, 13 April Hüb. AfgespUt van 282a. 282a § 1. De helfte van twe hoeven lands, gelegen in Bommelerweert in den gerigte van Brakel, de eene genoemt de Vfifaeerden, Steeskes van Brakels erven aan de eene en die gemeyne steeg aan die andere sgde; de andere hoeve in denselven gerigte in het Luysveld gelegen, agter den Oldendgk agter die Wetering aan de eene en Steeskes voorn, en Hendrik Peters (erven) aan de andere sgde, als een bnsonder leen en afgespleten van 't geheel, aan den FSendom Gelre en Graafschap Zutphen ten Zutphense regten met een pond goed gelds te verheergewaden leenroerig, ontfangen bg ') Ambtman van Bommel ca. (akte) Kapitein, commandeur binnen Bommel l^te). Gecommitteerde ter admiraliteit in Noord-Holland (akte). 3\ fippninmit.r.fierde *) Burgemeester van Bommel (akte). 628 Johanna Cornelia van Minninghen, weduwe Nicolas le Bal leur erve haars broeders Gerhard v a n M i n n i n g e n, die daar mede beleend is, 10 October 1749. Hnlder Gerard le Ballenr. Beatrix Albertina Pielat*) beleend ad observandam qualificationem om sig m opposihe te stellen tegen 's Hoves citatie, door Johanna Cornelia van Minninghen, weduwe le Balleur, tegens haer geimpetreert w fïïïïl^6 Van dit leen' 31 Januarü 1750- Huider Herman Henank Otters. Maria Louysa Jeannette beleend met dit leen, allergestalte hetselve wnlen haer vader Johan Jeannette uyt kragt van koop en door desselvs overladen haer als erfgename aengekomen is, eodem die Huider Hermannus Vermeulen 2). 283- BRAKEL. 6 mergen lants, gelegen in den gerichte van Brakel opt Hont tusschen erven des Heyligen Geests van Brakel ende Herman Janssoon, noch 2 mergen op de Vijffgeerden tusschen Ggsbert van Giessen ende Poul Jacobssoon, tot Zutphenschen rechten opgedragen bij Goossen van Brakel tot behoeff van Johan van Hemert, anno 1441. 283a. Een hofstat met heur timmeringe, in den gericht van Brakel gelegen tuschen erve Eeynken Snoecks kinderen an d een ende Dercks van ïiele Peters soon an de andere snde, geerft van Steesken van Brakel op sgnen soon Claes van Brakel, anno 1401. Idem anno 1424. Hier staet: een hofstat met heur timmeringe, gelegen t i re an. d'een 8Öde die ~&emeyne straet, an d'ander Heyn Josepbs nofitat, tot eenen Kuixschen leen ende Zutphenschen rechten. ^"recTten8^61' ^ SSneS Vaders Claes' anno 1447>tot Zutphenschen Aleyt van Herwinen, weduwe Arnts van Her Ier ende van Zulinchem, ontfengt dit als een versuymt leen bg consent Johans 'van Hemert Steeskens soon, van wien sg 't gecoft, 28 Julii 1481. Haer huider is Goris Morrinck. Frederick Ggsbert Piex soon geeft dit over an Geertrud van Soevenbergen, 12 Aprilis 1486. Haer soon Arnt van Brochusen is huider. *) Weduwe Gerhard van Minningen (akte) tina Keut ZttjJn t 'jf' r^keniTnl °P een los blaadje gehecht: „Beatrix Alberbeleenin. va M TT» ♦? • 17Mj J°h- Cornelia ™ Winningen renuntieert". De Deieening van M. L. Jeannette ig op den genoemden datum niet te vinden 629 Gaert vanBroeckbusen Arnts soon ontfangt die thiende t'Alphen ende laet dit onverheft, twelck voor memorie staet aengeteykent ). Stees van Hemert ontfengt dit tot eenen Cuyckschen leen end Zutphenschen rechten, 5 Septembris 1539. 284. BRAKEL. Die vischerie tot Brakel, so die van alts tot der heerliekheyt van Asperen gehoort heeft, van den gericht van Herwinen tot Floerken Sywen toe, tot Zutphenschen rechten geerft van Johan van Asperen, heer t'Asperen, Voorst ende Keppel, op Sweder van Rechteren, heer van Voorst ende Keppel8), die sulx voort op Arnt Pieck Ggsberts soon transporteert, anno 1439. Idem, anno 1465. Idem eedt verngt, 21 Septembris 1473. Ggsbert Pieck, erve sgnes vaders Arnts. • Wilhelma Piex, huysfrou Everts van Dorn, erve heursvadersGnsberts, Ggsbert van Born, erve sgner moder Wilhelmae. Wilhelma van Dom, erve hares vaders Ggsberts, huysfrou Claes Piecken, Selcke erhoïdende qugtscheldinge alles versuyms van' de™chene to Brakel wort beleent met dat halve water geheiten dat Asperens water, gelegen tuschen Loevestein ende Brakel, 14 Octobris 1552. Eadem ontfengt dit leen noch eens na d'eerste specificatie, doende te nyet die leste, 12 Octobris 1555. Eadem eedt verngt, 15 Decembris 1556. Jacob Pieck, erve sgner moder Wilhelmae, ) 21 Pebruarü 1590. Claes Pieck, erve sgnes soons Jacobs, ) Isabelle Piex gênant van Eossem3), erve hares broders Claes, 20 Martii1590. Haer huider ofte volmechtige is Wilhelm Pieck. Derck Pieck, hg transport Isabelle voorn., 16 Augusti 1591. Ende sg stelt hem te waerscbap 12 jaer lanck het goet geheiten Engenstein met al sgnen tobehoren. Peter van Asperen ende van Vueren, heer to Vueren, bn opdragt Dirck Piecks*), ontfengt die gerechticheyt der vischerie in den Waelstroom, beginnende boven van den Herwnnschen gerichte aff tot Floerkens Zyven to beneden, 5 Februam 1594. Antonis van Aeswgn bg opdragt Peters voorn, beleent, 25 Novembris 1607. Verder als no. 278. >) T. w. in het aktenhoek f, fol. 10. '•) Tjf8déavlg.)"akte blflkt, dat zg gehuwd was met jr. Steven van Rossem. *) Burggraaf tot Zulichem (akte). 630 285 | BRAKEL. Dat Monnickelant tot Zutphenschen rechte ontfangen bg Ludolph heer van Steynfoerdeals erve sgner moder, anno 1402. Willem heer van Hoerne ende van Altena, anno 1405. Idem, anno 1427 2). Jacob heer tot Heurne, Altena, Kurterschem ende Montegnis, anno 1441 Idem tuchtigt sgn vrou Johanna van Meurs ende Sarwarden, eodem die Idem eedt vernijt, 9 Augusti 1481 3). Idem «) ontfengt dat goet geheiten der Monnicken lant, achter Brakel opter Masen gelegen, met sgnen rechten ende tobehoren, tot Zutphenschen rechten, anno 1501. 1 Jacob greve tot Heurne, etc., anno 1522 6). Johan grave to Horn heeft geinstitueert tot sgne erven Anna van Egmont, weduwe to Hoorn, ende Philips vanMontmorancy, haer soon, die beleent worden, 28 Januarii 1541 «) Idem verngen eedt ende crigen confirmatie eener verschrivinge van VIII™ g. gulden Dircken van Wylick ende Eabe Tengnagels gegeven, 23 Maii 1544. 6 ë Maria van Horn, weduwe van Montmoranci, erve grave Johans, 20 Novembris 1544 7). ' . PMlitemS ^f™™' Srave *° Horn> selfs eedt gedaen, 16 Sep- dii iï «Tl ,!' -l™ a/'lkel,moet worden opgemerkt, dat 2 van de 3 personen „» * ?J ez,ameDllJk werden beleend met het Monnikenland, alsmede de erfeenamen van den 3den leenman dit goed 27 Mei 1667 voor schepenen van Zuiliehem b!i loting hebben verdeeld (zie hierover: Bijdr. en Meded. Gelre, XVI, bldz. 219 WKT doch ver znimden reeds toen hunne aandeelen als afzonderlijke leenen te, doen régiskeeren Ware d,t wel geschied, dan had na den genoemden datum het hoXrT'nS kunnen plaats maken voor de § §, waarin de afsplitsingen worden behandeld Het i echter nog gèruimen tijd bijgehouden, met betrekking tot sommige onderdeelen die Bö Ddae v °f anfCTen achte^nvoIgens als afzonderlijke leenenbehandeld'zHu kenland met dl T m drieën zyn het adellijke huis en de ambachtsheerlijkheid MoS Ti leen Z /aart0? beh00rende achten (die echter in de leenakten niet als tot nn JrT f^00™*6 worden vermeld), alsmede een klein gedeelte der overige goederen onverdeeld gebleven. Ook hiervan blijkt uit de leenregistratuur niets vóór de overdracht « 8 ZetZlJtZ}ttiaS iD, "e!51 ft hj?r0Ver § 1 raet de afsplitsing ond ofon de v„Z„/. P ",gen ,°Dder ? e\12- °«rigens moeten de afgesplitste leenen in de volgende ó groepen worden onderscheiden: ™ j Ïj' aandeel der erfgenamen van George Gleser, sinds 1684 in 5 stukken onder 7 10 16 »61«°P TerM1Jende afzonderlijk'zijn geregistreerd ziede §§3, «, 10, 1b en 18 en de onderafsplitsingen in 5 en 17. 8 8 ' sinds lOYR^frljr £11?"^ °^c?ne\weduwe Manrits Huygens, waarvan de helft Z «fin '• ^ederhelft sinds 1699 afzonderlijk is geregistreerd, resp. in s 1, met een afsplitsing onder 2, en § 15, met een afsplitsing onder 17. ; 8 * zweLn LTk,66,' Ta^ C°n/tant«° Huygens, dat na diens dood aanvankelijk is verhetrSn °5 blljkfns de • » 13 en U later in 3 leenen is gesplitst. De §§ 19-25 betreffen onderdeelen van het in 11 bedoelde gedeelte. U20Bwd°eW de gelp-namige zoon van den voorgaanden leenman, die tusschen 1416 en blijkt dit echter nTet kasteeIen en hnn historie, III, bldz. 110). Uit de akte „*• °ok Wer- is de, fe'ijknamige zoon des voorgaanden bedoeld, t.w. Jacob, 2de graaf ™ °orne, wiens beleening niet is geregistreerd. »J n r' W' JaCOb graaf tot Hoeme, heer tot Altenae, Kortersbem, Cranendonck, etc als erfgenaam zijns vaders (akte). ' """"o"1-*, ew~, •! n!,Sir/gTeTam zÖns vaders. Huider was Willem van Vlodorp, heer tot Ghoir(akte). ) ünlder Johan van Baxen (akte). . ' v ' ) Huider Reyner Tengnaegell (akte). 631 Idem verschrgft 550 gulden, te lossen met X" an Dirck van Wylick ende Eabe Tengnegels in 6 jaren, 18 Februari- 1554. Idem eedt verngt, 10 Maii 1556. Diedrick van Wylick, beer to Dyrsfort, erf hoefmeester yan Cleve bf transport graeff Philipsen voorn., ontfengt een goet gênant dat SonnTcSantnn den ampte van Bommelreweert m den kerspel van Brakel gelegen, 27 Martii 1558. Philips van Monmorranci, heer to Hachicourt, Wismes, hooft van der Financie, erve sgner moder Marie, 23 Man lo59. lïiedrick van Wylick crigt consent, dit lant in soveel stucken als hrj wiï te vercopen ende^elck deel tot een besunder leen den coperen op te dragen, 3 Januarii 1565 ]). Steven van Wylick, erve sgnes vaders Diedrix, 15 Aprilis 1570. Idem verngt eed ende verklaert 't leen noch heel te hebben, 2 Juin 603. Johan van Wilick, erve sgnes vaders Stevens, beleent, 11 Aprüis 1611. Idem met sgn broder Adolph verwissen harer suster Ermgart in hnlixïyr met Johan Torck, heer tot Hemert, X» gulden, eodem die *). Johan Torck bg opdragt sgner swageren Johans ende Adolphs van Wilick beleent, 19 Martii 1614. Johan Tork crigt bescheyt, van desen goede stucken tot onderkenen uut te geven, 20 Maii 16143). Idem met sgn vrou Ermgart maken, dat bg gebreck van kinder dit leen sal vallen an sgne naeste verwanten etc, 19 Juin lol/. Idem laet sgne ende sgnner huysfrouwe dispositie appröberen, den M Junii 1638. . . Lubbert Turck, erve sgnnes vaders Johans, beleent den 24 Septembris 1639. Adriaen de Graeff, volmechtige van de moeder, doet huid. Idem doet selver eedt, den 80 Decembris 1642. Idem ende sgnne moeder Armgart van Wielick dragen dit leen op aen Georgien Gleser, capiteyn van de guarde van Sgnne Hooeheyt de Prince van Orangien, voor hem ende snnnen soone Damel Gleser ) ende aan Constantgn Huygens, ridder, secretaris ende raet van Sgnne Hooeheyt, ende aen Petronelle Campen, weduwe wnlen Maurife, Huygens»), voor haer selven ende almede van haere drye (kinderen), bg den voorn. Maurits Huygens geprocreert, den 24 April 164d. Armgart van Wielic, douagiere tot Hemert, mitsgaders Maria, Stephama ende Margreta Turc, dochteren tot Hemert, renuncieren op alle aenspraec uuyt cracht van hglixvurwarden, dispositie oft andersins op dit leen, den 10 Januarii 1644. Hendrina van Loon, huysvrou van Walter Schot, colonel, als erve van Daniël Gleser6), die erfgenaem was van sijn vaderGeorchjenGleser Ca?teyn van de guarde van den heere Prince van Orangien, beleent door haeren huider Jacob Jong, den 19 Januam 1670 ). •) Vlg. deze akte was het Monnikenland ongeveer 500 Holl niorgen groot, «l Inlevolee de huwelijksvoorwaarden van 15 October 1610 (akte). . Vll deze a\te wa's het Monnikenlandl onbewoond, daar hetidoor. M-s e„J ?i overstroomd werd; de eigenaar weuschte het te verkavelen, omdat h0 alleen niet in staat was het weer vruchtbaar en bewoonbaar te maken. /„m..\ 8 S, Glprócïeéerd by Geertruit Margriet van Gelmen vrouwe van Middelborch (akte). 5, in loven secretaris Van den Raad van State (akte). • 6) Heer tot Middelborch (akte). ') Deze akte betreft 1/3 van het leen. 632 Martha Maria Huygens beleent met de helfte van een derdendeel haer aengecomen door dode haeres moeders Peternella Campen' weduwe Maurits Huygens, door Hendrick van Uythenhove' capteyn, haer man ende huider, den 29 Augusti 1670. Hendrina van Loon ende Walter Schot, colonel, laeten haer besloten dispositie appröberen, den 28 Augusti 1670. Martha Maria Huygens ende Hendrick van Utenhove, heer van Amelisweert, laeten haer besloten dispositie appröberen, den 5 October 1670 Christiaen Huygens, drossaert tot Craenendonck, erve sijnes moeders FeterneUa van Campen, weduwe van Maurits Huygen, beleent met de helfte van een derdendeel off sestendeel van dit leen, den 21 Augusti 1671. Walter Schot ende Henrina van Loon laeten haer naerdere dispositie appröberen, den 24 Mey 1676 *). Johan Smit, luytenant, drossart der Baronye van Craenendonck ende rentmeester van den Quartiere van Kempelant, als geauthoriseert met brieven van curateel van de Baeden van Brabant over den boedel van Christiaen Hnygens, beleent door Arnolt Coerman, raedt m Gelderlant, met de helfte van een derdendeel off sestendeel deses leens, den 3 Januarii 1677. Hendrick van Uytenhove, heer van Amelisweert, ende Martha Maria Huygens laeten appröberen de lotinge. met de directeurs van den boedel van Christiaen Huygens over het derde deel van dit leen gedaen den 30 April 1678, ende laeten de acten registreren eodem die. ° ' Walter Schot, colonel, beleent uyt cracht van de dispositie van snn io VaD Loon' den 24 M^ 1676> geapprobeert den 12 Martn 1681. Justns Hurnius, predikant tot Kesteren, voor hem selfs ende nomine uxoris Peternella Gillis éhde oock ten behoeve van de medeerfgenaemen van Henrina van Loon, ehevrou van Walter Schot, colonel beleent met een derdendeel van dit leen, haer aengecomen door dispositie van Walter Schot, colonel, ende Henrina van Loon den 8 Februarii 1684. Johan Overpelt, burgermeester tot Hnyssen, q.q. laet registreren een sententie van desen WelEd. Hove, waerbij verclaert wort, dat voor een summa van vijfduysent achthondert acht en seventich gulden op het seste part deses leens, door Christiaen Huygens naergelaeten een goet besaet off arrest is gedaen ende dat hetselve seste part daervoor executabel is, den 22 Augusti 1686. Peternella Gilles, huysvrou van Justus Hurnius, predikant tot Kesteren, laet haer besloten dispositie appröberen, den 10 Februarii 1687. Laurens van Espëndonck laet registreren het consent van de Lantschap gedateert 24 Januarii 1679, om op het sesten deel van dit leen daermede Christiaen Huygens beleent is geweest, ten lantrechté te mogen procederen, den 28 Junii 1687. D'erfgenaemen van N. Neurenborch, in sijn leven burgermeester tot Dordrecht, laeten registreren een apointement van de Ed. Mog. sluit™6*! nvlere „besfikki1!? had ^ doel, Joris Gillis van de nalatenschap uit te Susam,, mJu^ aeerArU' ^f*0".8' ^duwe Ds. Hessels to Gorcum, hare kinderen öusanna Mana en Anthonia in de plaats te stellen. 633 Heeren Staeten van Gelderlant om ten lantrechte te mogen procederen op de leengoederen, bg Laurens van Espendonck opgewonnen, ende op het recht, dat hg uyt cracht van des Lantschaps octroy heelt vercregen, den 23 Maii 1688. Dionysius vanEspendonck.als testamentaire executeur van Laurens van Espendonck, uyt cracht van verwin beleent met het seste part deses leens, daer voor desen Christiaen Huigens, drost tot Craenendonck, mede beleent is geweest, draecht datselve leen op aen Margareta vanNeurenberch, Johan van Neurenberch1), Louis van Neurenberch2), Diederick Noey, getrout aan Johanna vanNeurenberch, ende Antoni de Hont3), die daermede beleent sgn door haeren huider Wgnant Everwgn, den 4 December 1691. Deliana van Heurne, weduwe van Peter Leveston, capteyn, ende moeder ende" mombersche van de kinderen, bg hem geprocreeert, doet selfs eet van een vijftendeel in een derdendeel deses leens, daermede sg onder de naem van consorten door Justus Heurnius, predikant tot Kesteren, den 8 Februarii 1684 beleent is, ende draecht hetselve leen op aen Christiaen Verseil *), die daermede beleent is, den 11 Mey 1693 5). Justus Hurnius verbint sgn aenpart pro expensis litis van Deliana van Heurne, weduwe van Peter Leveston, geintenteert tegen Cristiaen Verseil'voor het Hof Provintiaal alhier, den 20 April 1695. Idem 6) laet sgn beslote dispositie appröberen, 24 December 1734. Jaques Faguet crggt consent om te procederen op het gedeelte van Justus Heurnius als borge voor Jean Denis voor drieduysend gulden, 7 September 1785. Arie van Dusseldorp q.q. krggt consent om op een gedeelte deses leens, aan Jan en Hendrik Oosterbaan tocstendig, te mogen procederen ter bekoming van tweehonderd negen en negentigh gulden cum interesse ingevolge obligatie d.d. 6 November 1784, door denselven verschuld, 24 December 17857). 285 § 1. Een seste part in het Munnickenlant, bg lotinge tusschen Hendrick van Uytenhove, heer van Amelisweert, en Martha Maria Huygens, eheluyden, ter eenre ende Mr. Johan de Groot ende Mr. Johan van der Gracht als bg den Raede van Brabant gestelde directeurs over den hoedel van Christiaen Huygens, in sgn leven drossart tot Craenendonck, den 16 Martii 1678 geschiet ende den 30 April 1678 bg den heer Stadtholder der leenen geapprobeert, bestaende i) Schepen in wette en thesaurier te Dordrecht lakte). ") „In den Achte". te Dordrecht. «) Oud-Acht te Dordrecht. 4) Schepen in de hooge gerichtsbank te Zuilichem (akte). 6) Huider Berent de Loos (akte). 6i Gewezen predikant van Zuilichem en Nieuwaal (akte). . ') Deze akte betreft de afsplitsing, bedoeld in § 18, waarvan blgkens eene in het register gehechte aanteekening een stukje was afgescheiden ten behoeve van J. en u. Oosterbaan, doch zonder consent van den leenheer. 634 uyt den tweeden camp in het capittel langs de Waelcant, sgnde het vervallen huys met noch drie ende vier campen, te saemen twaelf mergen een hont, neffens den eersten ende tweeden camp in het capittel van de 15 camp, te saemen 12 margen 5 hont, noch den vijfden ende sesten camp in hetselve capittel, te saemen 9 margen 2 hont, noch den negenden, camp in hetselve capittel, 5 margen 4 hont, item den elfden camp, 5 margen een hont, item den 13. camp in hetselve capittel, 2 margens drie hont, noch den tweeden camp in Matthgs block. 5 margen 4 hont, den vgftienden camp in het capittel van vijftien campen, 2 margen 3 hont, eindelijck het halve huys met de helft van de seven margen, 3 margen ende l{\ hont, te saemen negen en vijftieh margen ende anderhalf hont, sijnde een gedeelte van het Munnickelant, in het geheel groot omtrent vijfhondert Hollantsche margen, met sgn rechten ende toehehooren in den ampte van Bommelerweert onder de karspelen van Braeckel ende .Poederoyen gelegen, nae geapprobeerde lotinge tot een leen, aen den Vorstendom Gelre ende Graefschap Zutphen ten Zutphenschen rechten met een pont goet gelts te verheergewaeden leenroerig, ontfangen bg Hendrick van TJytenhoven, heer van Amelisweert, en Martha Maria Huygens, eheluyden, door Engelbert van Ehee, haeren volmechtieer den 30 April 1678. Hendrick van TJyttenhove, heer van Amelisweert, als vader en momber van sijn minderjarige sonen Maurits Philibert en Hendrick Lodewick van TJytenhove, verzoeckt approbatie van 't magescheyt, tussen sijn Ed. en sijne sonen op den 12 Jan. 1691 opgerigt over de nalatenschap van der minderjarigen moeder Martha Maria Huyghens. Engelbert van Ehee, notaris van 't Hof van Utregt, is volmachtiger en namens Hendrick van TJyttenhove qual. preced. met het seste part beleent, den 1 Junii 1691. Maurits Philibert van Uitenhove1), meerderjarig, na dode sgns broeders Hendrik Lodewijk na afgemaekt versuim beleent, 23 Maert 1715. Huider Jan van Cleinhuisen. Jacob van TJtenhove2), erfgenaem sgns vaders Maurits Philibert, beleent, 14 Mey 1729. Maurits Carel van TJtenhove 2), erfgenaam sgns vaders Jacob van TJtenhove, beleend, 14 October 1768. Maximiliaen Louis van TJtenhove2), minderjarig, erfgenaam sgns vaders Maurits Carel van TJtenhove, beleend, 18 Maart 1781. Huider Frans de Greve. Afgesplit van 285 § 1. 285 § 2. Het utile dominium van de helfte van sekere hofstede, van ouds genaemt de hofstede van Jan Fransen, ') Heer van Bottensteyn, in de ridderschap van Utrecht (akte). "I Heer van Bottestein (akte). 635 en de helfte van sekere ses mergen drie hond lands of so groot en kleyn deselve gehele partij gelegen legt in het Munnikenland, daer ten oosten de weduwe van Christiaen Versgl, ten suyden de gemeene straet en ten noorden de rivier de Wael helend sgn, vel qui de jure etc., als een bgsonder leen en afgespleten van een sesde part van het Munnikenland, in het geheel groot omtrent 500 Hollandse mergen, met sgn regten en toebehoren in den ampte van Bommelerweert onder de kerspelen van Brakel en Puderoyen gelegen, aen den Furstendom Gelre en Graefschap Zutphen ten Zutphense regten met een pond goed gelds te verheergewaden leenroerig, opgedragen door Jacob van TJtenhove aen Jan V e r z g 1, die daar weder mede beleend is, 17 October 1760. Idem laat zgn besloten testament van den 20 Januarii 1772 approbeeren, 23 Januarii 1772. Jan Hendrik Bakker beleend met dit leen, hem aangekomen door dode van Jan Verzgl als desselfs legataris uyt hoofde van sgn geopende testament van den 20 Januarü 1772, per clausulas concernentes geregistreert, 12 October 1773. Jan Hendrik Bakker laat appröberen en registreren het open testament, hetgeen hg met en nevens zgn vrouw Adriana Verstegen op den 6 December 1774 voor schepenen in den gerigte van Zuylichem been gemaakt en gepasseert, 9 December 1774. Jan Verstegen en Mina Margaretha Bakker, ^^J^™$ van haar vader Jan Hendrik Bakker beleend, 23 Maart 1787. Huider Melchior Verstegen. Deselve ehelieden laten haar open testament van den 19 October 1792 appröberen en registreren, 15 November 1792. 285 § 3. Een gedeelte van het Munnickelant, hetwelcke door het overigden van de colonel Wolter Schot en Hennna van Loon vererft is op Susanna Maria Hessels, getrout aen Johan Sommervail, capteyn. Johan Sommervail, capteyn, als man en momber van Susanna Maria Hessels door Dr. Joost op ten Noorth als huider beleent sgnde, draegt dit leen op aen Antonia Hés seis. Dr. Joost opten Noorth als huider en volmach- tiger, den 19 Junii 1685 %). Eobert Vivain, man en momber van Antonia Hessels, draegt op sodaenigen gedeelte van het Munnickenlant, gelgk sgn huysvrouw en daer zg haer recht van deriveert in de lotinge van het jaer 1685 toegedeilt, bestaende in dese naervolgende campen, te weten het derden deel van de Potsehnyr, hoe het bepaeld is, met de Berencampen, een camp in de negentien campen, twee ') Daar volgens het magescheid van 1 Juni 1685 (zie bldz. 638 noot 3) Maria Susanna Hessels en hare zuster gezamenlijk recht hadden op ^ van het leen, is het met dmdelijk, welke deelen in deze § en in § 7 bedoeld zgn. 636 in Matthijs block, noch de helft in de camp aen de Maescant, waarvan de wederhelfte heeft N. Hurnius, met het vierde part van acht margen reys en de tins van het huys van Hartman, met de vijfde portie in den Braeckelschen tins en dan noch de ongedeilde goederen voor sooveel deselvê daeraen gereehticht is1), aen Andreas van der Meulen, commandeur van Loevestein en Worcum die daermede beleent is, den 16 Martii 1688. Idem laet sijn huwelijxvoorwaerden, met Abigael Tulleken op/?eriiït appröberen, 17 Maii 1698. 6 ' Elisabet Mettina Saegmans2), erfgenaem Andreas van der Meulen beleent, 11 Januarii 1707. Huider Arnoldus Antonius Tulleken3)! Deselve stelt na dode van Arnoldus Antonius Tulleken tot een niewen huider Petras Cunaeus, haer soon, 16 Junii 1728. Petrus C u n a,eius*), erfgenaem sijns moeders Elisabet Mettina Saegman, beleend, 28 Julii 1750. Jan Andreas Cunaeus, minderjarig, erfgenaem sijns vaders Petras ™ teUS'x d0„0r söne moeder Maria Isabella Velters q.q. beleent, 29 Maart 1764. Huider Johan Jacob van Hasselt. Idem, meerderjarig geworden, vernieuwt eed, 28 Julii 1767. Idem draagt dit leen en het geregistr. § 10 op aan Gerrit van Tiffelen, die daar weder mede beleend is, 12 September 1769. F Hendrik van Tiffelen, erfgenaam sgns vaders Gerrit van Tiffelen, beleend, 10 Mau 1775. Hendrik van Tiffelen draagt dit leen op aan Arien van Wgck en Cornelis Ver voorn, die daar weder mede pro indiviso beleend zgn, 25 December 1794. Huider Jan Gaymans. 285 § 4. Het kasteel, cingel, borgt, graften, bepoting en plantage van het Monnickeland en seigneurial daertoe specterende, nevens den Goolsenweert, groot ongeveerlgk agt en twintig morgen twe hond, sgnde een gedeelte van het gantse Monnickeland, in het geheel groot omtrent vgfhondert Hollandse morgen, met sgn regten en toebehoren in den amte van Bommelerweert onder de kerspelen van Brakel en Poederoyen gelegen, aen den Furstendom Gelre en Graefschap Zutphen tot een bgsonder leen ten Zutphense regten met een pond goed gelds te verheergewaden leenroerig, opgedragen door Maria Bol, weduwe Christiaen Verseil, Jacob Wilhem Wicherlink q-q. ), Justus Hurnius, Constantgn H u i g e n s, Maurits Philibert van TJitenhove en Jacob Adriaen Cuneus aen ') Zie § 8 4 en 8. 2 Echtgenoote van Jacob Adriaen Cunaeus, lid van den raad van Brabant (akte). ») Burgemeester te Arnhem (akte). *) Vroedschap te Leiden (akte). 5J T- w- als echtgenoot van Susanna Maria Levingstonne. Hij was kapitein (akte). 637 Maria Bol, weduwe Christiaen Verseil, die daer weder mede beleent is, 14 Junii 1715. Huider Jacob Verseil. Gijsbert, Jacobus en Elisabet Verseyl, erfgenamen haers moeders Maria Bol, beleent, 24 November 1735. Huider Jacobus Verseyl. Christiaen Verzgl, erve sgns vaders Jacobus en moyen Elisabeth Verzgl, heleend, 10 October 1771. Jacobus Verzgl1), erfgenaam zgns vaders Christiaan Verzgl, beleend met het Casteel, 24 Maart 1786. Afgespleten van 285 § 3. 285 § 5. De halfscheyd van twee vijfde parten van een derde part van het Monnikenland, in het geheel groot omtrent vgfhonderd Hollandsche morgen, met zgn regten en toebehoren in den gerigte van Bommelreweerd in den kerspelen van Brakel en Puderoyen boven Loevesteyn gelegen, bestaande in: 1°. de halfscheyd van het eerste vgfde part in het gedeelte van de navolgende campen, te weten het derde gedeelte van de Potschuur, soo het bepaald is, met de Beereneampen, een camp in de negentien campen, twee in Matthijsblok, nog de helfte van de camp aan de Maaskant, waarvan de wederhelfte heeft N. Hurnius, met het vierde part van agt morgen, en dan nog de halfscheyd in de ongedeelde goederen, voor zooveel Antonia Hessels daaraan geregtigt is. geweest; 2°. de halfscheyd in een vgfde part van hetzelve een derde part, zgnde thans twee bgzondere leenen, het eerste afgespleten van 285 § 3 en het tweede van 285 § 7, en bgde aan den Furstendom Gelre en Graafschap Zutphen ten Zutphensen regten, yder bgsonder met een pond goed gelds te verheergewaden leenroerig, opgedragen door Hendrik van Tiffelen aan zgn broeder Aart van Tiffelen, die daar weder mede beleend is, 20 Februarii 1786. Afgespleten van 285 § 4. 285 § 6. Den Goolsehen weerd, groot ongeveerlgk agt en twintigh morgen twee hond, zijnde thans een bgzonder leen en afgespleten van het Casteel, cingel, graften, bepotinge en plantagien, uytmakende een gedeelte van het gantsche Monnikenland, aan den Furstendom Gelre en Graafschap Zutphen ten Zutphensen regten met een pond goed gelds to verheergewaden leenroerig. Jacob Verzgl laat registreren een acte van renuntiatie met betrekkinge tot dit leen, 24 Maart 1786. *) Ontvanger der gemeene middelen te Bommel (akte). 638 Susanna Jacoba Verzgl als erfgename van haar vader Christiaan Verzin (J6rm-n /?dan,e renuntiatie door haar oudste broeder Jacobus Verzgl) beleend, eodem die. Hnlder Hermannus Vermeulen haar man. » 285 § 7. Een gedeelte of vijfde gedeelte in het darde gedeelte van het Munniekenlandt, hetwelck door het overlijden van colonel Wolter Schot en Henrica van Loon vererft is op Susanna Maria Hessels, getrout aen Johan Simmervail majoor, en door Martha van Levingston in tugt beseten is geweest. Johan Simmervail, majoor, als man en momber van Susanna Maria Hessels na afgemaeckt versuym beleent, den 19 November 1690 Dr. Nicolaes van den Gevel is sijnen huider. Deliana van Huerne, weduwe van capiteyn Pieter Levingstoune als moeder en voogdesse van haer soon Johan Levingstoune1) beleent met een vgfde part van een derde part van het Munniekenlandt,. waermede Justus Hurnius soo voor hem selfs en nomine uxons en oock ten behoeve van de medeerfgenamen van den colonel Walter Schot en Hendrina van Loon op den 8 Februarii 1684 voor het geheel beleent is, 17 Februarii 1691. Huider Dr. Theodorüs Foyert. Susanna Maria H e s s e 1 s doet na afsterven haers mans den eet verniwen, 11 November 1695. Huider Dr. Valenus Swaen. Antonia Hessels, erve haers susters Susanna Maria, beleent, den 8 Octobris 1696. Huider Eobbert Vivian, haer man 2). Deliana van Heurne, weduwe capiteyn Piter Levingstoun, als moeder en voogdesse van haer kinderen, bg deselve verwekt, laet appröberen de verdeling van de erffenis van Hendrina van Loon, waerbij Maria Levingstoun dit vgfde gedeelte te deel is gevallen8), en laet de deling registreren, den 18 Januarii 1699. Susanna Mark Levingstoun, huisvrou van Jacob Wilhem Wiecherlink*) erve haers broeders Johan Levingstoun, beleent, den 3 November 1705, na afgemaekt versuim. Huider Dr. Engelbert opten Noorth. Jacob Wiecherlink laet wegens sgn vrou Susanna Maria Levingstoun registreren een acte van Deliane van Heurne, weduwe capitein Piter Levingstoun; waerbg deselve segt te renuntieren ende sig noyt bemoeyt te hebben als erfgenaem van haer soon Johan Levingstoun, maer altgd dit leen te hebben gelaten tot dispositie van haer oudste dogter Susanna Maria voorn., in dato den 26 Februarii 1706 den 24 Maert 1706. ■) Leenvolger van Martha Levingstoune, weduwe van den luit. kolonel Lander lakte). Het in deze akte bedoelde gedeelte van het leen is een ander dan dat in de voorgaande genoemd. ' 1 Kapitein (akte). °' ,de ak*e 7an 1 Jnni 1685, geregistreerd in het geloftesignaat van Zuilichem, waarbn het aandeel van wijlen Hendrina van Loon werd verdeeld tusschen Petronella talis echtg. van Justus Hornius, Susanna Maria Hessels, echtg. van Johan Sommervail, en Antonia Hessels, Marta Leveston, wed. Alexander Ladder, Geertruyt Gilis echtg van Mr. Cornelis Mormgh, en Deliana van Hurne, wed. Pieter Leveston ) Kapitein (akte). 639 Wilhem Wiecherlink, onmundig, erfgenaem sgns moeders Susanna Maria Levingstoun, beleent, 20 Mey 1716. Huider Dr. Ggsbert opten Noorth. Jacob Wilhem Wiecherlink, als vader en momber van sgn onmundige soon Willem Wiecherlink, na voorgaende approbatie ten opsigte van den minderjarige voor schepenen ende raad van Zwol van 181aestleden, draegt dit leen op aen Pieter Scharp, die daer weder mede beleent is, 6 November 1719. Reinier Godfried Bartz*) namens den innocenten Peter Scharp, erfgenaam zijns vaders Pieter Scharp, beleend, 22 Junii 1767. Ida Mertina Melvill2) beleend met dit leen, allergestalte hetzelve haar aangekomen is door doode van Pieter Scharp en als leenvolgster, 23 Augustus 1780. Huider Otto Jansen de Kat. Eadem laat haar open testament van den 6 Augustus 1789 appröberen en registreren, 10 Augustus 1789. Dezelve de novo beleend, 5 September 1789. Huider Mr. Cornelis Spanjaard. Reinier Godfried Bartz en Ida Martina MelvHl, ehelieden, laten haar open testament van den 2 September 1789 appröberen en registreren, eodem die. 285 § 8. Een bouwing van ongevaerlijk vijf en veertig morgen lants, snnde een gedeelte van het gantse Munnickeland, in 't geheel groot omtrent vijfhondert Hollantse morgen, met snn regten en toebehoren in den amte van Bommelreweert onder de kerspelen van Brakel en Poederoyen gelegen, aen den Furstendom Gelre ende Graefschap Zutphen tot een bgsonder leen ten Zutphonse regten met een pond goet gelts te verheergewaden leenroerig, opgedragen door Maria Bol, weduwe Christiaen Verseil, Justus Hurnius, Constantijn Huigens, Jacob Wiecherlink q.q., Maurits Philibert van TJitenhove en Jacob Adriaen Cu neus q.q. aen Sweer Groene veld, die daer weder mede beleent is, 14 Junii 1715. Idem en Maria van Wgk, egtelieden, laten haer testementaire dispositie appröberen, 21 Augustus 1734. Maria van Wijk, weduwe en boedelhoudersche van Sweer Groeneveld, beleend, 18 Junii 1741. Huider Jacobus Verzgl. Claas Petersen van Wijk, erfgenaam sgns susters Maria van Wgk, beleend met twe en twintig mergen twe hond lands, sgnde een gedeelte van dit leen3), 28 Meert 1743. Peter van Wgk cum sociis*), erfgenamen haars vaders Claas Petersen van Wgk, beleend, 17 Junii 1751. Dezelven dragen dit leen op aan ') Predikant te Dirksland (akte). ^ ») Vrouwe van Op- en Neder-Andel, echtg. van R. G. Bartz, predikant te Leerdam (akte). ») Het overige werd toebedeeld aan de erven van den echtgenoot: zie § 9. ') T. w. Elisabeth Schaapsmeer, wed. Cornelis v. W., namens hare 5 onmondige kinderen, Hendrik v. W., Ambrosius v. W. en Arien Versteeg, namens zijn moeder Eyko v. W., wed. Arien Versteeg (akte). 640 Peter van Renes, die daar weder mede beleent is, eodem die. Claas van Renes, erfgenaam zijns vaders Peter van Renes, beleend 24 October 1775. ' Afgespleten van 285 § 8. 285 § 9. Huys, berg en schuur met de bepotinge ende beplantinge voorts drie mergen land, daar regt agter gelegen, strekkende van den hoek van den Schouwedgk regt op ter halver sloot aan de Brakelsche uytwateringe, den tweden camp van de caveling, groot ses mergen twe hond, den derden camp van de caveling, groot seven mergen vier hond, den tienden camp van de caveling, groot ses mergen, dus te samen drie en twintig mergen lands, alle gelegen tusschen den Schouwerdijk en de Eaatse weteringe, afgespleten van een bouwinge van ongeveerlijk 45 mergen lands, als een bgsonder leen, aan den Furstendom Gelre en Graafschap Zutphen ten Zutphense regten met een pond goed gelds te verheergewaden leenroerig, nyt hoofde van geapprobeerde verdeylinge te leen ontfangen bg Ggsbert Groeneveld, Geurt Hartman, Jenneken Groeneveld, weduwe van Hendrik van der Vin, Peter Hak en Peterken Groeneveld, ehelieden, erfgenamen haars ooms Sweer Groeneveld, 28 Maart 1743. Deselven dragen dit leen op aan Anthony Boxman, die daar weder mede beleend is, eodem die. Maria Boxman, erfgenaam haars vaders Anthony Boxman, door haar man Johan van Doorn1) q.q. beleend, 21 Meert 1770. Huider Rutger Tulleken. Arnoldus Ggsbertus van Doorn 2), erfgenaam sijns moeders Maria Boxman beleend, 22 Junii 1771. 285 § 10. Een vijfde gedeelte van een derde deel van het Munnickenlandt, met welck derden deel Justus Hurnius, predicant tot Kesteren, soo voor hem selfs als nomine uxoris Petronella Gillis en oock ten behoeve van de medeerfgenamen van den colonel Walter Schot en Hendrina van Loon, in geheel beleent is op den 8 Februarii 1684, geregistreert no. 285. Cornelis Moring, burgermeester der stede Gouda, pro se et nomine uxoris Geertruyda Gillis als een medeërfgenaem van Hendrina van Loon, m haer leven getrout aen den colonel Walter Schot, beleent met een vgfde gedeelte van een derden deel van het Munnickenlandt, groot in 't geheel ongeveer 500 Hollandtsche mergen, den 17 üebruam 1691, die hetselve dien dito opdraegt aen den stadholder *) Rentmeester van den prins van Oranje (akte). 1 Schont en secretaris van Drimmelcn (akte). 641 der leenen ten profite van Andreas van der Meulen, capiteyn en commandeur van Woudrichem en Louvesteyn, die daer wederom mede beleent is door Dr. Arnoldus Antonius Tuilekens, sgnen huider, den 17 Februarii 1691. Idem laet sgn huwelgxvoorwaerden, met Abigael Tulleken opgerigt, appröberen, den 17 Maii 1698. Afgespleten van 285. 285 § 11. Een regt derdendeel in een derden deel, sgnde een negende gedeelte in de hulsen en landen in het Munnickeland, in het geheel groot omtrent vijfhonderd Hollantsche morgen, met sgn regten en toebehoor in den amte van Bommelerweert in de kerspelen van Brakel en Puderoyen boven Loevestein gelegen, aen den Furstendom Gelre en Graefschap Zutphen tot een bgsonder leen ten Zutphense regten met een pont goet gelts te verheergewaden leenroerig, na afgemaekte versuimen ontfangen hg Constantgn Huigens, erfgenaem sgns vaders Louis1), die erfgenaem was van Constantgn *), den 25 April 1704. Willem van Lid, procureur, huider. Philippina Doublet, weduwe Constantgn Huygens, nae dode haers mans beleend, 15 September 1740. Huider Christiaen Timmer. Susanna Louise Huygens, erve haars moeders Philippina Doublet, heleend, 6 Julii 1747. Huider Christiaen Timmer. Deselve draagt dit leen op aan Hendrik Timmer Christiaans zoon, die daar weder mede beleend is, 29 Januarii 1785. Hendrik Timmer Christiaanszoon, Willemke Timmer en Dirske Timmer, broeder en zusters, laaten registreren een copie der superscriptie van hun testament, den 24 Maii 1802 in den hooge gerichte van Zuilichem gepasseert, d.d. 19 Junii 1802. Afgespleten van 285 § 9. 285 § 12. Een huys, berg en schuur met de bepotinge en beplantinge, als een bgsonder leen en afgespleten van drieentwintig mergen uyt een bouwinge van ongeveerlgk 45 mergen lands, sijnde een gedeelte van het gansche Monnikkenland, in het geheel groot 500 Hollandsche mergen, met sgn regten en toebehoren in den ampte van Bommelerweerd onder de kerspelen van Brakel en Puderoyen gelegen, aan den Furstendom Gelre en Graafschap Zutphen ten Zutphense regten met een pond goed gelds te verheergewaden leenroerig, opgedragen door ') In leven gecomm. ter admiraliteit op de Maas (akte). *) In leven raad en secretaris van Z.H. (akte). Nijmegen. 642 Anthony Boxman aan Claas Petersen yan Wgk, die daar weder mede heleend is, 28 Maart 1748. Claas van Eenes beleend met dit leen allergestalt hetselve van Claas Peterse van Wgck op Peter van Wijck cum sociis en door transport van die op sgn vader Peter van Eenes, en na overigden van de laatste op hem Claes van Eenes voorn, gedevolveert en verstorven is, 24 October 1775. Afgespleten van 285. 285 § 18. Een regt derden deel in een derden deel, sgnde een negende gedeelte in de huisen en landen in het Munnickenlant, in het geheel groot omtrent vgfhondert Hollantse mergen, met sgn regten en toebehoor in den amte van Bommelerweert in de kerspelen van Brakel en Puderoyen hoven Loevestein gelegen, aen den Vorstendom Gelre ende Graefschap Zutphen tot een bgsonder leen ten Zutphense regten met een pont goet gelts te verheergewaden leenroerig, na afgemaekt versuim ontfangen bij Constantgn Huygens1) als erfgenaem sgns vaders Constantgn Huygens 1), den 2 September 1696. Susanna Egckerts, weduwe Constantgn Huigens 2), erfgenaem haers soons Constantgn Huigens, die erfgenaem was sgns vaders Constantgn, beleend na afgemaekte versuimen, den 25 April 1704. Huider Willem van Lit, procureur. Constantgn Huigens, erfgenaem sijns moeys Susanna Eijkerts, beleent, 27 Mey 1713. Idem laet sgn beslote dispositie appröberen, 19 April 1717. Verder als 285 § 11. Afgespleten van 285. 285 § 14. Een regt derdendeel in een derden deel, sgnde een negende gedeelte in de huisen en landen in het Munnickenlant, in het geheel groot omtrent vgfhondert Hollantse morgens, met sgn regten en toebehoor in den amte van Bommelerweert in de kerspelen van Brakel en Puderoyen boven Loevestein gelegen, aen den Vorstendom Gelre ende Graefschap Zutphen tot een bgsonder leen ten Zutphense regten met een pont goet gelts te verheergewaden leenroerig, na afgemaekt versuim ontfangen bg Philip Doublet3), erve sgns schoonvaders Constantgn Huygens, den 23 September 1696. ') Heer en erfborggraaf tot Znylichem (akte). a) In leven secretaris van Z. K. M. van Groot-Brittannië (akte). Heer van St. Annelandt (akte). 643 Afgespleten van 285. 285 § 15. De helft van een derden deel, sgnde een sesten deel van het Mnnniekelant, in het geheel groot omtrent vnfhondert Hollandse morgen, met zgn regten en toebehoren in den amte van Bommelerweerd in de kerspelen van Brakel en Puderoyen gelegen, aen den Furstendom Gelre en Graefschap Zutphen ten Zutphense regten met een pont goet gelts te verheergewaden leenroerig, opgedragen door Margareta van Neurenberg, Jan van Neurenberg, Johanna van Neurenberg en Antony de Hont aen Christaen Verceil, die daer weder mede beleent is, den 24Maii 1699. Maria Bol, weduwe Cristiaen Verseil, na dode haers mans beleent, 4 September 1713. Huider Abraham Timmer. Jacobus, Ggsbert en Elisabet Verseyl, erfgenamen haers moeders Maria Bol, weduwe Christiaen Verseyl, beleent, 23 October 1736. Huider Jacobus Verseyl. Christiaen Verzgl, erfgenaem sijns vaders Jacobus en moeje Elisabeth Verzgl, heleend met dit leen (buiten 't geene daervan afgespleten en afsonderlgk verkoft word door Jan Verzgl1), 10 October 1771. Jacobus Verzgl, erfgenaam zgns vaders Christiaen Verzgl, beleend, 24 Maart 1786. Afgespleten van 285. 285 § 16. E6n vgften deel in een derden deel of een vijftiende gedeelte van het Munniekelant, groot in het geheel omtrent vgfhondert Hollantse morgen, met sgn regten en toebehoren ih den amte van Bommelerweert in de karspelen van Brakel en Puderoyen gelegen, aen den Furstendom Gelre ende Graefschap Zutphen tot een bijsonder leen ten Zutphense regten met een pont goet gelts te verheergewaden leenroerig. Maria Bol, weduwe Christiaen Verseil, na dode haers mans beleent, 4 September 1713. Huider Abraham Timmer. Verder als 285 § 15. Afgespleten van 285 § § 15 en 16. 285 § 17. Vgff en een halve mergen hof en weyland, den Blomkamp, twe mergen vier hond, de Kleyne Halve Maan, vijf mergen vier hond over de Steeg, alle in Monnikenland, ofte wel so groot en kleyn deselven aldaar gelegen snn, sgnde afgespleten parceelen van het Monnikenland, in 't geheel groot omtrend vgf honderd Hollandse mergen, met sgn regten en toebehoren in den ampte van Bommelerweerd in de kerspelen van Brakel en Puderoyen ') Zie § 17. 644 gelegen, als een bgsonder leen en afgespleten parceel van twe gedeelten van het Monnikenland, waarmede wglen Jacobus Verzgl cum suis den 28 October 1786 pro indiviso beleend is geweest, aan den Furstendom Gelre en Graafschap Zutphen ten Zutphense regten met een pond goed gelds te verheergewaden leenroerig, te leen ontfangen door Jan Verzgl, allergestalte dat door dode van Ggsbert Verzgl op Christiaan Verzgl Willems soon en van die op hem verstorven is. 10 October 1771. Verder als 285 § 2. Afgespleten van 285. 285 § 18. Een vijfde part in een darde part van het Monnikeland, als een bgsonder leen en afgesplit van een derde gedeelte van hetselve, in het geheel groot vgfhondert Hollandse morgens, met sgn regten en toebehoren in den amte van Bommelerweert in den kerspel van Brakel en Puderoyen boven Loevesteyn gelegen, aen den Furstendom Gelre ende Graefschap Zutphen ten Zutphense regten met een pond goed gelts te verheergewaden, ontfangen door Jean Den is, als vader en voogd van sgn onmundige kinderen Johan, Marta, Pieter Johan Jacob, Johanna Margrita, Jacobus Johannes en Maria Elisabet, erfgenamen van Justus Hurnius volgens testament van den 10 October 1784, beleent, 18 Meert 1787. Idem in voors. qualiteit draegt dit leen op ten behoeve van Martinus van Barneveld1), 18 Meert 1787, die daer ook weder mede beleent is, den 11 April 1787. Hendrik van Barneveld2), erfgenaam sgns vaders Martinus van Barneveld, beleend, 10 April 1779. Idem draagt dit leen op aan Cornelis de Bie, die daar weder mede beleend is, 29 Maii 1779. Denselven laat sgne beslote dispositie van den 9 December 1782 appröberen, 27 December 1782. Arie van Dusseldorp, testamentaire voogd over de minderjarige Adriana Maria de Bie, laat vorenstaande geopende dispositie registreren, 27 Februarii 1784. Adriana Maria de Bie, minderjarig, beleend met dit leen allergestalte hetselve haar door dode van haar oom Cornelis de Bie en uyt kragt van desselfs testamentaire dispositie aangekomen is, eodem die. Huider Arie van Dusseldorp, haar oom 8). ') Heer van Crimpen, raad en burgem. van Gorinchem (akte). ') Vrijheer van Noordeloos en Overslingeland (akte). *) Vgl. bldz. 633 noot 7. 645 Afgespleten van 285 § 11. 285 § 19. Een hofstede met negen mergen twe hond land, strekkende van de Maas tot aan Schouwendijk, als een bgsonder leen en alnu afgespleten van eenjjeregt derde deel in een derdendeel, sgnde een negende gedeelte in de huysen en landen in 't Monnickenland, in 't geheel groot vgfhonderd Hollandse mergen, met sgn regten en toebehoren in den ampte van Bommelerweerd in de kerspelen van Brakel en Puderoyen gelegen, aan den Furstendom Gelre en Graafschap Zutphen ten Zutphense regten met een pond goed gelds te verheergewaden leenroerig, opgedragen door Susanna Louisa Huygens1) aan Cornelis van Doorn, die daar weder mede beleent is, 15 Maii 1751. Idem draagt dit leen op aan Jan van Rgswgk, die daar weder mede beleend is, 11 Augustus 1758. Christiaen Verzgl krijgt consent om hierop te procederen ter bekominge van agtienhonderd gulden cum interesse, den 11 Junii 1756 door Jan van Rijswijk en Preyntie Bock, ehelieden, aan hem volgens obligatie schuldig bekent, 17 November 1759. Idem laat appröberen en registreren een gerigtelgk transport met be- trekkinge tot dit leen de dato den 15 Maart 1765, en sig uyt dien hoofde daarmede beleenen, 21 Maart 1765. Verder als 285 § 6. Afgespleten van 285 § 11. 285 § 20. Dertien mergen land, den Gantelweerd, met een hofstede met vier hond land in tyns en twe mergen in erfpagt, moetende de ongelden van de twe mergen hg den coper betaald worden, en verder so hetselve bg' Wouter van der Ven gebruykt word, of wel het regt van de tins en erfpagt, uyt die hofstede aen de transportanten verschuld, alles so groot en klein onder Munnikenland gelegen is, als èen bgsonder leen en alnu afgespleten van een geregt derden deel in een derden deel, sijnde een negende gedeelte in de huysen en landergen in 't Monnikenland, aan den Furstendom Gelre en Graafschap Zutphen ten Zutphense regten met een pond goed gelds te verheergewaden leenroerig, opgedragen door Willem van Wassenaer 2J en Susanna Louisa Huyghens, ehelieden, aan Anthony Boxman, die daar weder mede beleend is, 27 Julii 1753. Verder als 285 § 9. ') Echtgenoote van Willem van Wassenaer, heer van Zuylichem (akte). *) Heer rtk Ruyven (akte). 646 Afgespleten van 285 § 11. 285 § 21. Een huys met seven en dertig mergen land off so groot en kleyn onder Monnikenland gelegen is, palende snyd en west Jacobus Verseyl, noord Peter van Eenes en Anthony Boxman, oost de heer van Zuylichem of wie etc, als een bgsonder leen en alnu afgespleten van een geregt derden deel in een derden deel, sgnde een negende gedeelte, in de huysen en landerijen in het Monnikenland etc, aan den Furstendom Gelre en Graafschap Zutphen ten Zutphense regten met een pond goed gelds te verheergewaden leenroerig, opgedragen door Willem van Wassenaer J) en Susanna Louisa Huyghens, ehelieden, aan Andries Bok, die daar weder mede heleend is, 9 October 1758. Jan Bock, erfgenaam sijns vaders Andries Bock, beleend, 14 October 1768. Ggsbert Bock2) laat appröberen en registreren het magescheyd, den 19 Maii 1773 tussen wglen sgn vader Jan Bock benevens desselfs broeders en suster 8) opgerigt, 17 Augustus 1780. Idem na afgemaakt versuym beleend met een gedeelte deses leens, bg d'acte uytgedrukt, allergestalte hetselve wglen sgn vader Jan Bock uyt kragt van magescheyd was aangekomen en door desselfs overigden op hem als leenvolger gedevolveert en verstorven is, eodem die. Idem steld sgn gedeelte van dit leen, bg d'acte uitgedrukt, in handen van den stadhouder der leenen ten behoeve van Ernst Sigismund Swaan, 19 October 1780. Ernst Sigismund Swaan *) uyt kragt van dien afstand beleend, 31 October 1780. Idem laat sgn besloten testament van den 15 December 1780 aproberen, 20 December 1780. Christina Dorothea Bost5) laat registreren een extract uyt het vorenstaande geopende testament d.d. 15 September 1780, 19 September 1789. Eadem beleend met dit leen, allergestalte hetselve haar door dode van haar oom Ernst Sigismund Swaan en uyt kragt van desselvs testament aangekomen is, eodem die. Huider Mr. Arnold Anthony Gaymans. Martin Willem M e 1 m e r 6) en Christina Dorothea Bost, ehelieden, laten haar open testament van den 27 October 1789 appröberen, 31 October 1789. Afgespleten van 285 § 21. 285 § 22. Andries Jansens Hofstede met drie mergen drie hond land, in Munnikenland staande en gelegen, waarnaast ') Heer van Ruyven (akte). *) Schout en secretaris te Geldermalsen (akte). *) T. w. Jan, Arie, Pieter en Mechelina Bock, de laatste gehuwd met Jan van Rijswijck. De naam der moeder was Teuntje van der Heyden. *) Kolonel, commandant van een regiment dragonders (akte). *) Dochter van Benedict Christiaan R. en Jacoba Swaen (akte). ') Med, dr. (akte). 647 geland ten oosten de weduwe P. van Eenes, west derve Hendrik van der Vin, noorden Schouwendgk, en suyden de Maas, als een bgsonder leen en afgespleten van een huys met seven en dartig mergen lands, aan den Furstendom Gelre en Graafschap Zutphen ten Zutphense regten met een pond goed gelds te verheergewaden leenroerig. Jan van B ij s w g k, pro se et nomine uxoris Pryna Macheline Bock, laten appröberen en per clausulas concernentes registreren 't magescheyd van den 19 Maii 1773 1), 20 October 1773. Deselve na dode van Andries Bock en uyt hoofde van 't geaprobeerd magescheyd beleend, eodem die. Huider Jan van Eijswgk voorn. Deselve laten haar besloten testament van den 18 December 1775 appröberen, 30 December 1775. Deselve ehelieden laten haar besloten testament van den 2 October 1781 appröberen, 6 October 1781. Pryna Mechelina Bock steld na dode van haar man Jan van Bgswgck tot huider Mr. Johan Schrassert, 21 Junii 1785. Eadem beleend, 1 Augustus 1786. Huider Mr. Johan Schrassert. Afgespleten van 285 § 22. 285 § 23. Ongeveer drie morgen weyland, in Monnikenland gelegen, waarnaast geland ten oosten Peter van Eenes, west de erven van der Vin, zuyden de verkoperse en noorden Schouwendgk ofte wie etc., als een bgsonder leen en afgespleten van een huys met ongeveer een halve mergen lands genaamt Andries Janssens Hofstede, aan den Furstendom Gelre en Graafschap Zutphen ten Zutphensen regten met een pond goed gelds te verheergewaden leenroerig, opgedragen door Pryna Machelina Bock (nae bekomen approbatie van de coopsconditien d.d. 6 Maii 1785) aan Arie Janssen Bock, die daar weder mede beleend is, 21 Junii 1785. Afgespleten van 285 § 21. 285 § 24. Vier mergen Brakkerswerfï met nog twe mergen aldaar, in Munnikenland gelegen, sgnde ten oosten en westen geland den ontfanger Verzgl, suyden de Maas en noorden Arie Jansen Bock vel qui etc, sgnde een bijsonder leen en afgespleten van een huys met zeven en dertig mergen lands, aan den Furstendom Gelre en Graafschap Zutphen ten Zutphense regten met een pond goed gelds te verheergewaden leenroerig, te leen ontfangen bij Ggsbert Bock, pro se et nomine uxoris Jacobje Bouwmeester, allergestalt dit leen hem G. Bock door dode van sijne ouders Andries Bock ') Zie bldz. 646 noot 3. 648 en Tenntje Jansen van der Meyden, in leven ehelieden, en uyt kragt van magescheyd de dato 19 Maii 1773, den 17 Augustus 1780 geaprobeert, aangekomen is, 24 November 1780. Huider G. Bock voorn. Idem, pro se et nomine uxoris, maakt dit leen deylbaer onder sijne na te latene kinderen, so uyt 'teerste huwelijk bg' wglen Jenneken Blanken als uyt 't twede bg' Jacobje Bouwmeester, sgnde sijne tegenwoordige huysvrouw, in ehe verwekt, eodem die. Afgespleten van 285 §21. 285 § 25. Twe mergen drie hond weyland, item twe mergen drie hond, in Munnikenland gelegen, alwaar ten oosten de weduwe van P. Renes, west den ontfanger Verzgl, * suyden Jan van Bgswgk nomine uxoris, en noorden Schouwendgk; nog vier mergen weylands en twe mergen drie hond aldaar, geland ten oosten den uytweg, west Jan Bock, suyden den ontfanger Verzgl en Ggsbert Bock en noorden Schouwendgk vel qui etc., sgnde thans een bgsonder leen en afgespleten van een huys met zeven en dertig mergen lands, aan den Furstendom Gelre en Graafschap Zutphen met een pond goed gelds te verheergewaden leenroerig, te leen ontfangen bg Arie Jansen Bock, allergestalte dit leen hem door dode van sgne ouders Andries Bock en Tenntje Jansen van der Meyden, in leven ehelieden, en uyt kragt van magescheyd de dato 19 Maii 1778, den 17 Augustus 1780 geaprobeert, aangekomen is, 24 November 1780. 286. ZULINCHEM. XII % gelts uut den toUe te Zulinchem, ten rechten manleene, die gehadt heeft Hubrecht van Schonouwe, en worden nu geholden bg' Johan van Hoeckelem, anno 1326. XX % gelts uut den tol te Zulinchem ende XX /. Anna van Lawick, huysfrou Hubrechts van Eienen, hopman, als erve harer moder Engele beleent, 16 Octobris 1602. Albert ende Fredrick van Lawick, gebroder, na de moder Engel na malcandren stervende erven dit leen op hare zuster Anna voorn. Maximilian van Lawick als erve sgnes soons Alberts beleent, 16 Maii 1603. Idem maeckt sgnen vier dochteren Anna, Gertrud, Margriet ende Josine gelg'cke deelen, 20 Maii 1608. Idem maeckt sgne dochter Josine eenen uterweert to Zuliachem, genoomt den Naelwieksehen weert met alle rechten ende gerechticheyden daerto staende, 6 Julii 1604. Margriet van Vlodorp, huysfrou Hermans van Corten b a ch, met Lucia van Vlodorp, huysfrou Wgnricks van Binsfelt, Johans dochter, als erven harer moder ende beste moder Wilhelmae Euters beleent, 28 Februarii 1610. Lucia van Vlodorp bg opdragt harer moyen Margriet beleent, 6 Julii 1616. Voorkinderen Maximilians van Lawick bij opdragt hares vaders beleent volgende sijn erfscheidinge, 4 Octobris 1616. Margriet ende Josina van Lawick bg opdragt hares vaders Maximüians beleent (na wederroepinge der erfscheidinge van den 16 Januarii 1614, bevestiginge derselver van den 9 Martii 1615 ende opdragt van den 4 Octobris 1616) met desen weert, 28 Aprilis 1620. Deselve2) draegen dit leen op aen Constantgn H u y g e ns, raet ende secretaris van Sijnne Furstlicke Genade den Prince van Orangien, den 15 Junii 1638. •) In de volgende akten komt deze naam niet meer voor, doch worden de leenen omschreven als in die van 19 Sept. 1576. •) Josina was gehuwd met Belger Rosecrans, kolonel van een regiment Denen, Margareta met Gijsbert van Coeverden (akte). 652 Idem sijnne dispositie approbeert, den 1 Julii 1687. Constantgn Huigens, heer ende erfborchgreef tot Sulichem, Selem, etc., secretarius van Sgn Hooeheyt den Prince van Orangien, als erve sgnes vaders Constantijn Huigens beleent, den 23 Mey 1688. Willem van Lidt is hulder. Susanna Rg'ckart, weduwe Constantgn Huigens, erfgenaem haers soons Constantgn Huigens, die erfgenaem was sgns vaders Constantijns, beleent na afgemaeckte versuimen, den 25 April 1704. Hulder Willem van Lit, procureur. Constantgn Huigens, erfgenaem sgns moeys Susanna Bnckart, beleent, 27 Mey 1718. Idem laet sgn heslote dispositie appröberen, 19 April 1717. Philippina Doublet nae dode haers mans Constantgn Huygens heleend, 15 September 1740. Hulder Christiaen Timmer. Verder als 286a. 288. ZULINCHEM. \\ van eenen uterdijck, tot Zulichem gelegen, rijsweert, rieweert, saetlant met al sgnen tobehoren, streckende met een eynde an den gerichte van Nyewal, met den anderen eynde an een slote, geheiten Hulwich Gelis slote, lanx van den olden lande tot Zulichem tot diepen van den stroom to, met sgnen anval, voort alle vischerie halff, segeworp, vluworp off woe sij genoomt sgn, in diepen, in killen, streckende met eenen eynde an den gericht van Brakel, met den anderen an den gericht van Nyewal ende van Hellu, ende 1j3 van een veer met sgnen tobehoor tot Zulinchem, ontfangen bij Arnt van Herier, anno 1420. Idem ontfengt eenen uterweert, gelegen in den gerichte van Zulinchem, streckende van den Zulinchemschen zeedgek tot den Herwenschen zeedijck, van den Nywelschen gerichte tot den Brakelschen gerichte to, die viseherien met den anworpen, die daeran vallen, tot Zutphenschen rechten; item {\ vant veer to Zulinchem, anno 1424. Idem tuchtigt sgn huysfrou Lgsbet van Brakel, eodem die. Idem ontfengt die wateren opten stroom van der Wale ende die weerde, met eenen eynde van Zolichemer zeedgek tot den Herwgnschen zeedgek to streckende, met allen anval van weerden, van wateren ende van al andriften tot den Brakelschen gericht to ende al dat daerbinnen vallende sgn magh, in Bommelreweert ende in den gericht van Zulinchem gelegen, item nog 2 weerden, d'een geheiten den Rybertsweert, in den gericht van Zulinchem gelegen butendgx tegen den Erdenberg, met allen sgnen tobehoren, gewinne, verliese, afval ende anval, streckende met eenen eynde tot den diepen to van den stroom ende met den anderen tot den utersten kant to van der killen; den anderen weert in denselven gericht butendgx tuschen Gosen van Brakel an de nederste sgde met den Kornweerde, den Willem die Vaigt ende Derck die Bastart, Steeskens soon van Brakel, te hebben plegen, an d'ander sgde, streckende van der killen tot 653 den diepen to van den stroom, met allen sgnen tobehoren als van den voorn, eersten weerde geroert steet, welcke 2 weerden te lossen staen X jaer lanck, tot Zutphenschen rechten, anno 1447. Goossen van Brakel ende Agnese Spaens, sgn huysfrou, trans' porteren op Arnt van Herier ende Lgsbet van Brakel, sgn huysfrou, die eerst gespecificeerde twee weerden ]), voorbeholden in 10 jaren een losse met 250 Philippus scilden ende V alde schilden, anno 1443. Joost van Herier, huysfrou Ggsbert Piex van Asperen, ontfengt eenen uterdijck, daer Goossen van Brakel dat £ van heeft, streckende an den Nywalschen zeedgek tot den Herwgnschen zeedgek toe, voort beneden an Goossens weert van Brakel, geheiten Bybertsweert, ende voort alle viseherien, halff met Goossen voors., tusschen den gericht van Brakel ende van Nyewal, ende voort anval, afval ende opcominge bis an Bybertsweert to, die \ daeraff; item \ van den veer to Zulinchem ende den wachttol tot Zulinchem, anno 1468. Ende Aleyt van Herwinen, weduwe Arents van Herier, segt daeran getuchtigt te sgn. Eadem, 15 Octobris 1478. Frederick Pieck, erve sgner moder Joost, 26 Julii 1481. Wilhelma Piex, huysfrou Everts van Dom, anno 1503. Ggsbert van Doorn, bg transport sgner moder Wilhelmae, 26 Februarii 1529. Hier staet: daer Jan van Maelewgcks huysfrou dat derden deel van heeft. Idem eedt verngt, 26 Septembris 1538. Wilhelma van Doorn, erve hares vaders Ggsberts, 20 Octobris 1544. Haer hulder is Fredrick van Doorn, haer oom. Eadem, huysfrou Claes Piecx, eedt verngt, 15 Decembris 1556. Jacob Pieck, erve sijner moder Wilhelmae, .. ,_nn .. T . t 21 Febraam 1590. Niclaes Pieck, erve sgnes soons Jacobs, ) Isabella Piex 2), erve hares broders Niclas, 20 Martii 1590. Dirck Pieck, bg transport Isabelle voorn., 16 Augusti 1591. Joost Pieck, heer to Zulinchem, erve sjjnes vaders Dircks, bg maechgescheyt, ontfengt eenen uterdgek of uterweert, in Bommelerweert te Zulinchem gelegen, daer Lucia van Vlodorp, huysfrou Wirichs van Binsfelt, het derden deel (af) heeft, streckende van den Nywelschen tot den Herwgnschen zeedgek to, voorts beneden an eenen weert, geheiten Bybertsweert, die sa. Gosens van Brakel pleg te wesen ; voort alle vischerie halff tusschen den gerichten van Brakel ende Nyewal, met anval, afval ende opcomingen tot an Bybertsweert, 8 Julii 1616 8J. Confirmeert mede sgn hilixvorwarden met Elisabet de Grevenbroeck, den 23 Junii 1616 opgericht. Idem sgnne testamentaire dispositie approbeert, den 20 Octobris 1629. Elisabet van Grevenbroec, weduwe Joost Pieck, uuyt cracht van testament *) N.l. Rybertzweert en „den anderen weert". Men bedenke, dat deze akte anterieur is aan de voorgaande. De volgende akten hebben op de twee genoemde waarden niet meer betrekking. Misschien vinden wij ze terug onder 289. *) Genaamd Van Rossum (akte; vgl. bl. 629 noot 8). ») V« van het veer wordt in deze omschrijving niet meer genoemd, daar dit leen onder 290 afzonderlijk is behandeld, hoewel het steeds dezelfde bezitters gehad heeft als de hier genoemde. 654 van haer man beleent, den 7 Decembris 1629. Johan Everwgn hnlder. Constantgn Huygens, secretaris van Sgnne Furstlicke Genade den heere Prince van Orangien, beleent, den 12 Julii 1630. Ende dit bij opdracht van Elisabet van Grevenbroec. Idem sgnne dispositie approbeert, den 1 Julii 1637. Elisabet van Grevenbroeck, weduwe Joost Pieck, laet haere dispositie appröberen, den 3 Februarii 1654. Constantgn Huigens, heer ende erfborchgreef tot Zulechem, Selem, etc, secretarius van Sgn Hooeheyt den Prince van Orangien, als erve sgnes vaders Constantgn Huigens beleent, den 23 Mey 1688. Willem van Lidt is hulder. Susanna Eijkart, weduwe Constantgn Huigens, erfgenaem haers soons Constantgn Huigens, die erfgenaem was sgns vaders Constantijns, beleent na afgemaekte versuimen, den 25 April 1704. Hulder Willem van Lidt, procureur. Constantgn Huigens, erfgenaem sgns moeys Susanna Eijkart, beleent, 27 Mey 1713. Idem laet sgn beslote dispositie appröberen, 19 April 1717. Philippina Doublet na dode haers mans Constantgn Huygens beleend, 15 September 1740. Hulder Christiaen Timmer. Susanna Louise Huygens, erve harer moeder Philippina Doublet, beleend, 6 Julii 1747. Hulder Christiaen Timmer. Eadam draagt dit leen op aan Christiaan Timmer, die daar weder mede beleend is, 28 Maii 1751. Willem van Wassenaer en Susanna Louisa Huygens, ehelieden, dragen dit leen op aan Johan Boellaard, die daar weder mede beleend is, 3 Maart 1758. Christiaan *) en Geertien Timmer, ehelieden, laten haar besloten testament van den 18 Augustus 1770 appröberen, 22 Augustus 1770. Hendrik Timmer in qualite als testamentaire leenvolger van Christiaen Timmer beleend, 27 Maii 1772. Johan Boellaard en Anne Geertruyd Euyper, ehelieden, laten hare twee eensluydende beslotene testamenten van den 28 Augusti 1782 appröberen, 29 Augusti 1782. Deselve ehelieden laten hare twee eensluydende besloten testamenten van den 21 September 1790 appröberen, 23 September 1790. Deselve ehelieden laten registreren de superscriptie van haar besloten testament, den 80 December 1795 voor den gerigte van Tuyl gepasseert, 4 Februarii 1796. Hendrik Timmer Christiaans zoon, Willemke Timmer en Dirske Timmer, broeder en susters, laten registreren een copie der superscriptie van haar testament, den 24 Maii 1802 voor den hooge gerichte van Zuilichem gepasseert, den 19 Junii 1802. Johan Boellaard laat registreren een opene testamentaire dispositie, met zgn overledene huysvrouw Anne Geertruy Kuyper d.d. 30 December 1795 beslooten gepasseerd, benevens desselfs superscriptie en acte van aperture, d.d. 25 December 1807. Verder als 286a. ■) Schepen in de bank van Zuilichem (akte). 655 289. ZULINCHEM. Twee weertkens, gelegen tot Zulichem, met allen heuren tobehoren, viseherien binnen den weertkens met fuycken ende korven, streckende tot den diepen van den stroom to, sonder die optogen van den salmen ofte steuren, daer boven naest gelant is Goossen van Brakel ende heneden Staes van Broickhusen, met willigen, potinge, lande ende rgsweerden, tot Zutphenschen rechten getransporteert hg' Goossen van Brakel, 15 Octobris 1478, an Arnt Pieck Bartholomeus soon. Arnt Pieck, erve sijnes vaders Arnts, 29 Julii 1481. Dirck A u w r g n, bg transport Arnts voorn., 20 Augusti 1498. Dirck Awrgn, erve sgnes vaders Dircks, 6 Octobris 1521. Cristina Auwergns, erve hares vaders Dircks, 18 Martii 1588. Haer hulder is Johan die Cock van Delwgnen. Eadem eedt verngt, 28 Martii 1539. Eadem, huysfrou Otto Piecken, eedt verngt, 28 Junii 1544. Eadem eedt verngt, 31 Maii 1556. Dirck Pieck, erve sgner moder Cristine, 26 Augusti 1580. Joost Pieck, erve sijnes vaders Dircks, beleent sgnde, draegt dit op Johan die Bye J), 16 Julii 1618. Arndt die Bye, der regten doctor ende burgemeester te Bommel, erve sgns vaders Johan, beleent, 6 Julii 1625. Constantgn Huygens, secretaris van Sgne Furstlicke Genade den Prince van Orangien, bg opdracht Arnt de Bye voorn, beleent, den 12 Julii 1630. Verder als 287. 2902). ZULINCHEM. Den derden deel vant veer to Zulinchem tot Zutphenschen rechten ontfangen bij Arnt van Herier van Zulinchem, anno 1424. Joost van Herier, huysfrou Ggsbert P i e c x van Asperen, anno 1468. Wilhelma Piecx, huysfrou Everts van Doorn, anno 1503. Verder als 288, behoudens dat de familie Timmer geen rechten op dit leen heeft doen gelden. 291. GAMEREN. Den thiende to Gameren, gelegen achter de haven, geheiten Audweysche thiende, ende 25 pond sjaers uut den tol to Driel, eenen alden groten voor XVId., een Zutphensch leen, ontfangen bg i) Burgemeester van Zalt-Bommel (akte). <) Vgl. blz. 653 noot 3. 656 Gooswijn van Rossem, anno 1879. Johan van Rossem, ridder, draegt op die thiende to Gameren met al henren tobehoren, groot ende smal, die Aldeweyde ende die Nyeweyde, altegader tuschen lande, dat geheiten is die Thienmergenskampe, an d'een snde ende lant, dat geheiten is Rissmoedencampe, an d'ander sgde, streckend met den eenen eynde an de gemeyn straet ende met den anderen eynde an de gemeyn stege, geheyten "die Afterdgcke, an Johanna van Blomesteyn, huysfrou Johans van Brakel, anno 1402. Dirck van Brakel, erve sgner moder Johannae, anno 1406. Adriana van Brakel, bg transport hares broders Dircx, anno 1418. Haer hulder is Steesken van Brakel. Adrian van Isendorn, anno 14241). Adriana van Brakel, huysfrou Willems van Isendorn, eodem anno. Alert van Isendorn, erve sgner moder Adriane, ) Willem van Isendorn, erve sgnes soons Alerts, \ anno Johanna van Isendorn, bg transport hares vaders Willems, anno 1487. Haer hulder is Gijsbert de Cock2). Catrin van Sterckenborch, huysfrou Wolters van Isendorn, bg transport Joannae voorn., huysfrou Jordens van Wye, anno 1459. Heur vader Ggsbert van Sterckenborch doet hulde ende bescheyden; so sij sonder kinder sterft, zal Joanna voorn., Wolters suster, erven. Bnde hier staet: die thiende tot Gameren, geheiten die Aldeweytsche thiende. Willem van Isendorn, erve sgner moder Catrin, anno 1469. Idem, 9 Octobris 1473. Ernst van Isendorn, erve sgnes broders Willems, 2 Martii 1483. Idem eedt verngt, anno 1493. Idem erhelt dit voortan tot onversterflicken Zutphenschen rechten, 24 Octobris 1526. Herbert de Cock crigt uutstel, 26 Septembris 1588. Catrin van Isendorn, weduwe Herberts voorn, verngt eedt deur heuren broder Thonis van Isendorn, die dit mag lossen met X° hertog Philips gulden, 20 Martii 1544. Eadem eedt verngt deur heuren soon Ggsbert de Cock, 17 Junii 1556. Gijsbert de Cock, erve sgner moder <3atrin, 21 Octobris 1575. Die losse vorbeholden 8). Idem tuchtigt sgn vrou Beatrix van Assendelft, eodem die. Beiner van Aeswgn 4) crigt 3 maenden uutstel, 20Decembris 1595. Idem crigt noch 3 maenden uutstel, 26 Martii 1596. Mechtelt van Isendorn, huysfrou Seiners voorn.', erve hares neven Ggsberts, 25 Octobris anno 1596. Maria van Giessen, erve Gijsberts de Cock, beleent met een thiende, to Gameren in Bommelerweert gelegen, genoomt die Alde ende Nye- ') Bedoeld is dezelfde beleening, die ia de vlg. akte van hetzelfde jaar uitvoeriger is geregistreerd. *) Vlg. deze akte zou Griete, kloosterjuffer te Aeldwijck (Oudwijk bij Utrecht?), een jaarrente uit deze tienden en die te Alfen (zie bldz. 93) ontvangen. ') N. I. door de erven van Thonis van Isendorn. *) Heer tot Brakel (akte). 657 weyde, losber tot den huyse van Sterckenborch met duysent hertog Philips gulden, 11 Aprilis 1611. Eadem laet eed vernyen haren man Godert van Gent, heer to Loenen, 17 Januarii 1616. Vejder als 282a. Afgespleten van 291. 291 § 1. GAMEREN. De helfte van een tiende, tot Gameren in den Bommelerweert gelegen, genoemt die Oude en Nieuwe Weyde, loshaar tot den huyse Sterkenburg met duysend hartog Philips guldens, als een bysonder leen en afgespleten van 't geheel, aan den Furstendom Gelre en Graafschap Zutphen met een pond goed gelds te verheergewaden leenroerig, ontfangen bij.... Als 282a § 1. 292. GAMEREN. Die windmeulen tot Gameren, den wind ende gemael van twee dorperen, Nyewael ende Gameren, tot Zutphenschen leen ontfangen bg Lysabet van Gameren, weduwe Willem van H o e c k e 1 o m, die daeraff alle jaer te Sinte Martinsmisse schuldich is XV pond was, anno 1379. Tot Saltbommel te betalen. Robert.van kpelteren, ridder, als erve der vrouwen van Gameren, anno 1402. Lgsbet van Gameren, anno 1402. Hier staet, dat nyemant anders in den voors. beyden dorperen meulen setten mag noch elders malen laten op verbeurte van 3 pond cleyne penningen, eenen groten Coninxtornoyse voor 16 penningen gerekent, $ voor den heer ende <| voor den vasal. Gertrud van Apeltern, erve Lgsbeten voorn., anno 1405. Haer hulder is Eobert van Apeltern ende hij wordt daeran getuchtigt. Johan van Apeltern transporteert dit leen op Goossen van Rossem, anno 1425. Franck Pieck, bij transport Goossens voorn., anno 1465. Amt Pieck 1), erve sgnes vaders Francks, 15 Octobris 1473. Idem eedt verngt, 29 Julii 1481. Alert van Haeften verheft dit met condicien (in de pen gebleven) 2), 80 Aprilis 1484. Idem eedt verngt, anno 1493. Derck van Haeften verheft dit ende bevestigt die tucht sgner oldemoder Jutte, weduwe Otten van Haeften, anno 1495. Johan van Haeften, erve sgües vaders Dirx, \ 12 Jnnii 1539 Alert van Haeften, bg transport sgnes broders Johans, ) ') van Gameren (akte). ") Opmerking van Van Beidt. Nijmegen. 42 658 Idem eedt verngt, 6 Septembris J544. Johan van Haeften, Johans oltste soon, bg transport Alerts, 13 Octobris 1549. Einsdem onmundige kinder vernyen eedt deur Adrian van Oever, 13 Jnnii 1556. N.B. Bg 's Hoves resolutie van den 4 Augusti 1741 is verstaen, dat dese mole niet meer als een leen van dese provintie kan worden geconsidereert, maer als een erfpagtsgoed, nytwgsens de geallegéerde resolutie, te vinden op den 21 Februarii 1742 in 't Leenboek 11 *). 293. GAMEREN. Een huys ende hoff, gelegen ab una parte Gerrit van der Stege, ab altera Stgn van Haren, ten Zutphenschen leen ontfangen bg Arent Ggsberts soon van Rossem, anno 1379. 293a. NYEWAEL. Die thyende tot Nywel, gelegen op den Quarten ende op den Broeckhoevel, tot Zutphenschen rechte ontfangen bg Arent van Herier, anno 1403. Arnt van Herier, erve sgnes vaders Arnts, ontfengt den groten thjenden tot Newel ende den weert tot Herwinen, geheiten Heer Arnts weert van Herier, ende 10 mergen lants, gelegen tot Poderoyen, tot Zutphenschen leen, anno 1408. Idem, anno 1424, den thienden alleen. Amt van Herier ende sgn vrou Algt Piex, also dat die langstlevende daeran getuchtigt sal bliven, ontfangen anno 1468. Jacob van Riemsdgck, als hulder des convents der Carthuser bg den Bosch, crigt uutstel, anno 1478 2). Margriet van Herier, huysfrou Johans van Sunt.e Goricx, ritters, erve hares ooms Arnts voorn., transporteert dit leen op Martin van Herier, heer tot Poderoyen, die sulx wisselt tegen den Conenweert met 4£ mergen lants, in der heerliekheyt van Poederoyen gelegen, met broder Thomas, procurator der Carthusers orden van Ste Sophien buten sHer- togenbosch, waervan Jacob van Riemsdgck hulder wort, anno 1476. Broder Henrich de Wreede, prior des cloosters van Ste Sophien to Vucht, met sgn hulder Ggsbert de Groot, ontfengt desen thiend, beheltlick Alyden Piex, weduwe Arnts van Herier ende huysfrou Gerrits van Sevenbergen, hare tucht, 23 Julii 1481. Wolter van Rullen hulder, 8 Novembris 1481. ') De toenmalige bezitter was Melchior ten Hove. «) Chronologisch verkeerd geplaatst. 659 Johanna, eenige dochter Martins van Herier, huysfrou Peters van Hemert, ontfengt J van eenen weert, geheiten den Esch ofte die Nyer, tuschen Aelst ende Poderoyen gelegen 1), daer Alijt van Herier J aff heeft, ende daerto die grote thiende tot Nyewael, 15 Octobris 1481. Otto van Heukelom hulder des cloosters, anno 1492. Otto van Heukelom Otten soon hulder, anno 1502. Henrick de Groot hulder, 15 Januarii 1534. Idem eedt verngt, 4 Novembris *1538. Idem eedt verngt, 7 Julii 1544. Idem eedt verngt, 19- Junü 1556. Peter de Groot hulder na dode Henrix, 30 Junii 1577. Idem eedt verngt, 24 Octobris 1594. Jacob de Groot, hulder, na dode sijnes vaders Peters beleent, 10 Januarii 1611. Gosen van Steenier, hulder, na dode Jacobs beleent, 11 Septembris 1612. Gerwine Maria van der Noot, vrouwe van Eossum etc, bg opdracht van pater Anchelmus de Stoppelar, als coadjutor der Carthuseren van Yucht, beleent den 25 Junii 1642 2). Den Carthuysertiend 3) op Nyewael, aen den Furstendom Gelre ende Graefschap Zutphen ten Zutphense regten met een pond goed gelts te verheergewaden leenroerig, bg resolutie van 't Hof van den 9 April 1737 verheft als aengekoft bij Frederik van Hausselt, beleend, 20 Julii 1737. Alexander G o r d o n en Maria Petronella G h y b e n, ehelieden, laten appröberen en per clausulas concernentes registreren een magescheyd, den 13 October 1791 opgerigt, 1 September 1792. Maria Petronella Ghyben beleend met dit leen, allergestalte hetselve door dode van Fredrik van Hausselt op Alexander Matheus van Hausselt en door overigden van die op haar moeder Elisabeth van Hausselt als desselvs universeele erfgenaeme was gedevolveert en thans uyt kragt van vorenst. geapprobeert magescheyd haar aangekomen is, eodem die. Hulder Mr. Boeland Jan Bouricius. 294. SALTBOMMEL. Hondert Geldersche gulden uut den tol tot Saltbommel tot eenen erffmanleene tot Zutphenschen rechte ontfangen bij Otto heer van Hoekelem, ridder, anno 1381. Johan heer van Hoekelem deur sgnen momber Derch van Heukelom, anno 1413. Otto van Arkel ende van Hoekelem, erve sgnes vaders Johans, 30 Septembris 1473. ') Zie over dit leengoed: 334. ) Hulder baar zoon Fredric Hendric van Randtwick, heer tot Rossum (akte), j Bedoeld is de bovengenoemde tiend, waarvan de verheffing sinds 1642 was verzuimd. C60 Idem eedt verngt, 10 Maii 1481. Walraven van Arkel, heer tot Heukelem 1), heeft lange vervolgt 2) ende sgn soon Otto van Arkel erhelt voor de verlopen rente Vc gulden ende in plaetse van gereet geit een losrente van 31 gulden sjaers, te. heuren van den rentmeester te Saltbommel, tot een leen gehypotecqueert op den tol tot Zutphenschen rechten, ende gelost sgnde die penningen weder an ander gronden van erven ofte rente van derselver naturen onvertoglick an te leggen, anno 1558, 23 Julii. Idem beleent met deselve rente van 31 gulden, 9 Maii 1562. Steven Boon is bulder. Idem eedt verngt, 31 Januarii 1567. Maria van Ymmersseel, Otten weduwe, crigt uutstel voor haer dochter Maria van Arkel, 6 Augusti 1568. " Eadem beleent deur Predrich Van Boymer, volmechtige, 24 Novembris 1568. Elisabet van Arkel, vrou to Heuklem, Leyenborch, weduwe ende douagiere tot Castre, Eumbeke etc, beleent als erve harer nicht Maria voorn., 13 Octobris 1599, deur Laurens Adrians soon, hulder, met een érflicke losrente van 81 ponden sjaers van 40 groten Vlaems stuck, ver• schreven den 23 Julii 1558 uut den tol tot Saltbommel, te lossen met 500 gelgcke ponden, verschijnende Ascensionis. Jan de Bye bg opdragt Elisabets voorn, beleent, 6 Septembris 1606. Arndt die Bye, der rechten doctor ende burgemeester to Bommel, erve sgnes vaders Johans beleent, 6 Julii 1625. Jan de Bye tot Wadesteyn, borgermeester tot Bommel, erve sgnes vaders • Aernt beleent, den 1 Mey 1661. 295. SALTBOMMEL. 2V2 mergen lants, gelegen voor de stadt Saltbommel op den Langenacker tuschen erve der kercken van Saltbommel an d'een sgde ende dat Gerrit Berchmans plach te wesen an d'ander sgde, tot Zutphenschen leene geërft van Henrich M 0 i 1 i a r t op sgnen broder Derich Moiliart Milen soon, anno 1404. 295a. HOEWLNEN. 10 hont 62 roeden lants, in den gerichte van Horwynen gelegen butendgcx an een stat, geheiten Holtingen, voort 15 hont 10 roden lants, in denselven gericht binnendgcx tot Holtingen gelegen tuschen erve Cleyne Dirx an d'een sgde ende Godert Johans soons erfgenamen an d'ander sgde, ende 3 mergen 4 hont ende UV2 roden lants s), *) En Vfeerdenburch (akte). ») Bedoeld is, dat bg langen tijd over dit leen heeft geprocedeerd met den momber. Zijn zoon Otto liet door dr. Elbertus Leoninus het in den tekst bedoelde accoord sluiten met den keizerlijken commissaris Oregorius van Dieve. ") Het register heeft abusievelijk: 12 roeden. 661 op de Bercht tuschen Arent Poelmans soons erven an heyden sgden gelegen, tot Zutphenschen leen opgedragen bg Henrick die Joede Gerrits soon op Rutger die Joede Gerrits soon, anno 1400. Henrick die Joede Gerrits soon ontfengt 10 hont 62 roden, geheiten Holtingen 1), 15 hont 10 roden binnendgx tot Holtingen ende 3 mergen 4 hont roden als erve sgner suster, weduwe Henrix van Hessel, anno 1400. Rutger die Joede Gerrits soon ontfengt 8 mergen lants an dryen enden, gelegen in den gerichte van Herweuingen 2), tot Zutphenschen rechte, anno 1402. Hier d'eerste specificatie. Otto die hastart van Rossem transporteert omtrent 8 mergen lants, in den kerspel van Horwinen gelegen, op sgnen broder Sander bastart van Rossem, anno 1406 3). Idem, anno 1424. Hier staet 8 mergen, geheiten die Hultingen. Goossen van Rossem, erve sgnes vaders Sanders, anno 1438, le specificatie. Steven Goossen Sanders soons soon, erve sgnes vaders, anno 1453. • Idem, anno 1468,. ontfengt dit ende tuchtigt sgn vrou Lgsbet M o r i n x 3). Idem, 15 Octobris 1473. Idem eedt verngt, anno 1492. Martin van Tnyl erft dit leen voor gespecificeert op sijnen soon Rutger van Tuyl, 11 Aprilis 1537. 296. HORWINEN. 3!/2 mergen lants, in den gerichte van Horwinen gelegen op de Bercht tuschen erve Arnts van Heusden Gaderts soon an beyden sgden, ende 1 mergen lants, gelegen op Efferweyde tuschen de kerek van Horwinen an d'een sgde ende dat lant, dat men heyt die Holtynger ofte die Zoeslagen ofte wie daerbg met recht gelegen is, an d'ander sgde, ende 2\ mergen lants op de Holtingen tuschen Godert Jans soons erfgenamen an d'een sgde ende Cleyn Derich Derichs soon an d'ander sgde, ende 2 mergen lants, aldaer oyck op de Holtingen gelegen, tuschen erfgenamen Cerstians Jans soon an d'een sgde ende Johans van der Stege an d'ander sgde, als een onversocht ende vervallen leen tot Zutphenschen leene ontfangen bg Willem Tsebouts soon van Herwinen, anno 1400, anno 1402. Hertog Willem gift Willem voorn, dit goet vrg, anno 1400 4). •I De akte heeft: „up eyn stat, geheiten Holtingen". Zij behoorde aan de voorgaande vooraf te gaan. ') De akte heelt: Horwinen. •) Lijsbeth Henr(ick) Morvngs dochter lakte). «) De bedoelde abto betreft alleen de eerstgenoemde 31/» morgen en 1 morgen. De verheffing van deze leenen in 1403 is er mee in strijd. 662 296a. HTJBWENEN. 31/2 mergen lants, in Herwinenbroicke gelegen tuschen erve der Papelicker pravande van Herwinen an d'een sgde ende erve, dat Dirx van der Weteringen plach te wesen, an d'ander spe, tot eenen Kuix erfleen tot Zutphenschen leenrecht met eenen ponde etc, ontfangen hg Goossen van den Grave Johans soon, anno 1401. Kerstien die V e e r e Kerstiens soon, bij transport Goossens voorn., anno 1403. Goossen Lodwichs soon ontfinck 3^ mergen lants, gelegen in den gericht . ende in den broick van Horwinen, anno 1432. Mechtelt Lodwich Goossens dochter, erve hares oldevaders Goossens voorn., 2 Augusti 1481. Haer momber is Henrick Jans soon. Henrick Weert van Eossem vernnt eedt van 2^ mergen lants, geheiten Horwinenbroeck, in Bommelreweert gelegen, tot Zutphenschen rechten, 23 Septembris 1538. Arnt Jans soon, beleent met 3^ mergen lants in Horwenerbroeck, in den • ampt van Bommelreweert in den kerspel van Horwen gelegen, an d'een sijde gelant naest de gemeyne straet, oostwert ende suydwert Eoloff de Baet, westwert dat gasthuys to Bommel, noortwert die pastorie to Horwinen, transporteert tselve op Arnt Jans soon van Eossem, 4 Martii 1542. Idem eedt vernnt, 23 Junii 1544. Johan Aernts soon, erve sgnes vaders voorn., 2 Junii 1556. Theus Johans soon, onmundig, erve sgnes vaders, 16 Martii 1577. Idem selver eedt gedaen, 22 Julii 1594. Jan Janssen Hac beleening ende derselver opdracht op Cornelis Gerrits tot Eossum, den 28 Februarii 1629. Gerrit Cornelis, erve sgnnes vaders Cornelis Gerrits, beleent, den lesten December 1641. Cornelis Gerritss van Nes, erve sgnes vaders Gerret Cornelissen, den 20 Februarii 1671. Gerrit van Geffen beleend, 8 Junii 1741. Willem Verhaak (na bekomen approbatie van een extract uyt een conventie de dato 17 Januarii 1749) *) nae dode van Gerrit van Geffen beleend, 6 November 1789. 297. HOEWYNEN. 16 mergen lants, gelegen in den gericht van Horwinen, der 14 mergen liggen op de Horwgnsche Weyde, an d'een sgde naest Corstians erfgenamen van der Meulen ende an d'ander sijde die gemeyn stege end Jan Sterck Gerrits sóon, ende 2 mergen liggen in de Vlecken, daer Johans erfgenamen van Horwinen an heyden sgden naest gelant sgn, tot eenen rechten erfleen ende Zutphenschen rechten ontfangen bg •) Betreffende de toedeeling van dit leen aan Aaltjen van Geffen', huisvrouw van Mendert Verhaak, moeder van den bedoelden leenman (akte). 663 Arnt Pieck Bartholomeus soon, anno 1466. Idem, 15 Octobris 1473. Arnt Pieck Arnts soon, 29 Julii 1481. Agnes van Brakel, sgn oldemoder, hehelt haer tucht ende Janna van Been, sgn moder, desgelijcken, so sij onverandersaet blijft. 297a. HTJBWENEN. Een stuck lants, geheiten den Breart, gelegen in den kerspel van Hor wenen in Bommelreweert, daer naest gelant is oostwert Theus Jans soon, broder der Heylige Geest to Bommel, met beyden enden op die gemeyn straet, getransporteert tot Zutphenschen rechten bij Eutger van Tuyl op Marcelis Goossens soon va n Eossem, die daervan eedt verngt, 26 Junii 1544. Idem eedt vernijt, 10 Junii 1556. Goossen Marcelis soon, erve sgnes vaders, 25 Aprilis 1559. Onmundich. Gosen Marcelis, erve sgnes vaders Gosens beleent sgnde, draegt dit op Gerrit Jacobs soon, 1 Maii 1615. Aert Gerrits, erve sgnnes vaders Gerrit Jacobs, beleent, den 13 Junii 1640. Gerret Aertsen, erve sgnes vaders Aerts Gerrits, onmundich, beleent door sgn hulder Jan Jansen, desselfs ohem ende bloetmomber, 14 Februarii 1662. Aert Gerritsen, erve sgnes vaders Gerret Aertsen, beleent sgnde, draecht dit leen op aen Salomon Teunissen, die daer weder mede beleent is, den 21 Novembris 1693. Antony Salomons Soermans, erfgenaem sgns vaders Salomon Teunisse, beleend, 30 Junii 1704. Anthony Pampus beleend, 8 Junii 1741. Jan Pampus, erfgenaem sgns vaders Anthony Pampus, beleend, 22 Junii 1768. Salomon Pampus, erfgenaam sgns broeders Jan Pampus, beleend, 4 Februarii 1777. Wouter Pampus, erfgenaam sgns ooms Salomon Pampus, beleend, 4 October 1780. Petronella Pampus, erfgename van haar broeder Wouter Pampus, beleend, 24 October 1786. Hulder Jan Lutz. Eadem steld nae dode van Jan Lutz tot hulder Lodewgck van den Oever, haar man, 1 Februarii 1793. 297b. HEEWEEDEN. Dat Gewanthuys tot Herwerden met allen sgnen tobehoren tot eenen Zutphenschen leen ontfinck, Arnt van Kessel Johan Louwers soon, anno 1380. Henrick van Kessel, erve sgnes vaders Arnts, anno 1401. 664 Idem ontfengt alsulcken mercrecht1) ende leene als he voortijden ontfangen heeft na inhalt sijner besegelden brieve, tot Zutphenschen rechte, anno 1403. Gerrit Claes soon van Herwarden ontfinck dat statgelt ende dat gewanthuys tot Herwerden met snnen tohehoren tot Zutphenschen rechte, anno 1424. 298. ROSSEM. Een hofstat met den hus, hergen ende tobehoren in den gerichte van Rossem, item 3 morgen lants, daer teynden ende daerbg gelegen, met den anvalle an den Wale, bg Gerrit van der Stege ende Ggsbert Cleyn Dircks soons an d'een sgde ende Jacobs erfgenamen an d'ander sgde, ontfangen bij Johan van Mameren Goossens soon die outste, anno 1389. Heilwich van Mameren ontfangt een huys Inde hofstat, in den gerichte van Rossem gelegen tuschen Arnts Ggsberts soon an d'een sgde ende Cleyn Dirck an d'ander, ende 14 hont lants, den dgek an dat eynde streckende, als sy ende haer suster dat ontfangen hadden van Hertog Willem tot Zutphenschen rechten, anno 1403 2). Johan van Mameren Goossens soon die jongste transporteert een hofstat, gelegen in den kerspel van Rossem tuschen erfnisse an d'een sgde Claes van der Stege Willems soon, d'ander sgde Derck Gerrits soon, ende 14 hont lants daerachter, streckende tot den dijck to, ende 1 mergen lants butendgx tot an den Wael to, d'een sgde naest Johan van Rossem, ridder, d'ander sijde Jan Loye Hollen soon 3), op Albert Fredrix soon, anno 1417. Idem, anno 1424. Johan Alberts soon, erve sgnes vaders, anno 1461. Idem tuchtigt sgn vrou Lgsbet, eodem die. Willem van Nyewgl Rutgers soon, bg transport Johans voorn., anno 1465. Idem eedt verngt, 24 Septembris 1473. Hier staet Rolofs soon, ende dat die eene morgen meest aver oever gevallen is. Idem eedt verngt, 28- Julii 1481. Broder Elias van den Berge 4), pater des cloosters van den Hontmerek bg Batenborch, met sgnen hulder Johan Amts soon, burger to Nymegen, bg transport Willems van Nyewael, 25 Octobris 1483. Johan Gerrits soon tot Rossem, bg transport Dirx 5) van Goch, pater des voorn, cloosters, 27 Januarii 1491. •) De akte heeft .martrecht". Een plaatsaanduiding ontbreekt. i) Qoriasen van- den Grave is momber (akte)., ») Butger Hollen soon (akte). iy Het register heeft abusievelijk: Van der Leyte. >) Het register heeft abusievelijk: Henrix. 665 298a. EOSSEM. Eenen mergen lants in den Snoden zu Eossem, Johan van Eossem op d'een spe, die pape van Hernynen *) op d' ander spe, tot Zutphenschen leenrechte bg Eoloff van Grave ontfangen, anno 1402 2). Goossen Fredericks soon, hg transport Eoloffs voorn. 3), ontfengt 7 hont lants, in den kerspel van Eossem in den Snaren gelegen tuschen erve heren Johans van Eossem ende den pape van Herwen, anno 1407. Idem ontfengt 7 hont lants, an d'een spe Goossen van Eossem ende an d'ander spe erve tobehorende eenen altaar tot Bommel, welke 7 hont liggen in den Snadert, anno 1424. 299. EOSSEM. Een hnys ende hofstat, tot Eossem gelegen tusschen d'erfgenamen Goossens van Mameren ende Gerrits yan der Stege, tot eenen Zutphenschen rechte ontfangen bij Johan Strube Dirx soon, anno 1400. Idem, anno 1402. Claes van der Stegen Willems soon, bg transport Johans Struven, anno 1406. Hier staet noch bg: streckende op de gemeyn stege. Idem ontfengt een huis ende hoff met sgnen tobehoren in den kerspel van Eossem, Albert Frerix geërft an d'een spe ende Johan Loye an d'ander, anno 1424. Derich Beuden soon, bg transport Claes voorn., anno 1426. Lodewich Dirck Budens soon, erve spes vaders, anno 1457. Arnt Gerrits soon van der Stegen als erve sper alderen beleent met een hofstat, haldende omtrent 5 hont lants, ende noch 5 hont, angaende van de gemeyne strate tot den bandpk to, suydwert liggende tuschen Eeiner Gerrits soon, ende dat gemeyne stuck noortwert. 26 Martii 1536. Idem eedt verngt, 15 Septembris 1538. Idem eedt verngt, 29 Junii 1544. Idem eedt verngt, 2 Junii 1556. HUlebrant Arnts soon, als erve spes vaders, ontfengt een hofstat, holdende omtrent 5 hont lants, angaende van de gemeyn straet tot den bandgck to, suydwert liggende Beyer Gaerts soon ende dat gemeyne stuck noortwert, 16 Martii 1577. Aertgen Aerts, erve hares vaders Hillebrants, 22 Julii 1594. Onmundig; Aert Dircks soon de Bie, schultis to Eossem, haer oom, doet hulde. Hillebrant Wouters, erve sper moeder Aeltgen Aerts, beleent, den 5 Mey 1643. Idem laet spne dispositie appröberen, den 3 Mey 1645. *) In de akte: Horwyen (d. i. Hurwenenj. ') Het register heeft ten onrechte: 1407. ») Van den Grave (akte). 666 Desselven naegelatene kint beleent, den 6 Julii 1649. David Versteeg, ais volmechtiger van Claes Wouters als voegt ende bloetmomber, doet hulde. Cornelis van Nes 1), erfgenaem sijns halve broeders Wolter Hillebrants (wesende geweest het bovengen, nagelate kint) beleent, 1 December 1725. Cornelis van Nes en Elisabet de Gier, egtelieden, dragen dit leen op aen Loef van Tiel, die daer weder mede heieent is, 13 Mey 1728. Adriaen van Tiel, erve sgns vaders Loef van Tiel, beleend, 18 Julii 1744. Louis van Tiel, minderjarig, erfgenaam sgns vaders Adriaen van Tiel, beleend, 17 Januarii 1769. Hulder J. van Nuys. Denselven, meerderjarig geworden, laat eed vernieuwen, 24 October 1786. Hulder Jan Lutz. Idem, vermits het afsterven van sgn hulder Jan Lutz, doet selvs eed, 12 October 1793. 300. EOSSEM. 21/2 mergen lants, gelegen in den gerichte van Eossem, des \ mergen gelegen is in den Dorringh, 1 mergen opgen Weyde 2) ende een mergen in den Ha mme, ten Zutphenschen leenrechten ontfangen bij Johan Greve Arnt Dircks soons soon, anno 1380. Idem ontfengt 1^ mergen, anno 1402, opgen weyde ende ingen Dornck. Cleyn Derich van Eossem ontfengt 17 mergen lants in den gerichte van Eossem, geheiten den Reysebuseh ?), tot eenen Zutphenschen rechte, anno 1402. Idem 4) ontfengt 17 hont lants in den Eeysbosche in den kerspel van Eossem, tuschen erve Johans van Sloten ende Sunter Claes altar in der kercke van Eossem, als erve sgnes vaders Kleyn Derichs, anno 1407. Derich Gerrits soon, bg transport Derichs Cleyn Dirx soon van Eossem, ontfengt 17 hont lants, gelegen in den gerichte van Eossem in de stat, geheiten Egsbosch, tuschen erve Sunter Claes altar van Eossem ende Johan van den Slote, streckende met den eenen eynde an de gemeyn stege, tot eenen Kuixschen leene, anno 1409. Lgsbet Derx dochter, huysfrou Gaert Gerrits soon, erve hares vaders Derichs voorn., ontfengt 8 mergen lants min 1 hont, geheiten den Egsbosch, tot Eossem gelegen, met twee sgden neven erve der Canonicken tot Eossem, met den eenen eynde op de gemeyn stege, tot Zutphenschen rechten met een ponde goet gelts te verheergewaden, anno 1453. Dirck Gaert Gerrits soon, erve sgner moder voorn., 29 Julii 1481. Adrian Dirck Gaerts soon, erve sgnes vaders, anno 1504. Egen Henricks soon, erve Adrians voorn., 27 Aprilis 1536. ') In deze akte heet hij Van E s c h, in de volgende Van Nes. *) Op Gheenweyde vlg. deze akte; de volgende heeft: Geynweyde. 3) Ongetwijfeld is een ander leen bedoeld dan het voorgaande. *) Hoewel de akte hem Cleyn Derich noemt, is zeer waarschijnlijk bedoeld Derich Cleyn Derichs zoon, die in 1409 het goed overdroeg. 667 Idem eedt verngt, 15 Septembris 1588. Idem eedt vernnt, 23 Junii 1544. Idem eedt verngt, 2 Junii 1556. Claes Egens soon, erve sijnes vaders, erft voort op sgn dochter Gerritken Claes, die beleent is 18 Julii 1623. Johan Hendrix, erve sgnner moeder Gerritgen, beleent sgnde, draegt het op aen Gg'sbertt Hendrix, den 10 Augusti 1638. Henrick Ggsberts beleent, den 27 Novembris 1657. Idem vernieut den eet ende draecht hetselve leen op aen Jan Arissen Timmer, die daermede beleent is den 22 Martii 1676. Adriana Timmer, erve haars ooms Jan Arissen Timmer, beleend, 20 Junii 1741. Hulder Albert Jan Verbeek. Hendrik van Tiel, erfgenaam sijns moeders Adriana Timmer, beleend, 1 Februarii 1793. 301. KEECKWIJCK. Eenen camp lants, gelegen in den gerichte van Kircwich, geheiten die Zeesteken, op d'een sgde der Kircken lant van Kircwich ende van Bommel ende an d'ander sgde die gemeyn stege, ontfangen bg Henrich van Aelst, anno 1390. Matthgs van Aelts, erve sgnes vaders Henrix, ontfengt 5 mergen lants, geheiten die Sestichsche kampen, in den gerichte van Kerek wgck gelegen tuschen erve der 2 kercken van Kerckwgck ende van Saltbommel an d'een sgde ende die gemeyn stege an d'ander, tot Zutphenschen leen, anno 1401. Idem, anno 1403 J). 301a. KEEKWIJK. 4 mergen lants, gelegen in den Bokken in den gericht van Kerckwgck tuschen Gijsbert de Cock an beyden sgden, ontfangen bg Ggsbert de Cock van Kirckwich, anno 1388. Arnt Cocks Arnts soon, deur sgnen momber Johan die Cock van Delwinen, ontfengt een thiend, geheiten die Berendreehtsehe thiende, in den gericht van Delwinen ende van Kirckwgcke ende van Wordragen gelegen, item 4 mergen lants in den gerichte van Kirckwick in den Bolke, tuschen erve Mathgs van Aelst an d'een sijde ende Arnt Kocks erfgename an d'ander, tot Zutphenschen leen, anno 1403 2). ') Het register heeft abusievelijk: 1405. *) Het register heeft ten onrechte: 1405. 668 301b. BRTJECKEM. Een huys ende hofstat, in den kerspel van Brueckem gelegen, ende een windmeule met den gemale van Brueckem ende Kerckwick, met den winde, tot Zutphenschen rechten ontfangen bg Derich van Brueckem, huysfrou Johans van Berchem, anno 1420. Willem van Berchem, erve sgner moder Derich, ontfengt een hofstat in den dorpe van Brueckem, die husinge, die daerop staet, een molenwerff, daer Johan de Cock, ridder, een windmeule op staen had ende nu een windmeule op staet, den wind met den gemael van Brueckem ende Kerckwick, nyemant in denselven dorperen mag elders malen op pene van eenen ponde gever penningen, anno 1426. Idem, heer to Maesacker, maeckt ende ontfengt bg tgene voors. is noch te leen die dagelixe herlickheiden der dorpen van Brueckem ende Kerckwijck *), anno 1469. Lgsbet van Berchem, huysfrou Wolters van Hamel geheiten van E1 d e r e n, als erve hares vaders Willems beleent, 18 Septembris 1473. Eadem, weduwe, eedt verngt deur Henriek de Cock Ggsbertssoon, anno 1495. Johan van Hamel ende van Elderen ontfengt ende transporteert dit leen op sgu suster Derck van Hamel ende van Elderen, weduwe Godgaffs van Herre2), anno 1520. Bickolt van der Eiviere ende Johanna Scheifferts van Merode, eelude, erven dit op Erard, haren onkundigen soon, 30 Junii 1541. Johan Gograff is hulder. Idem doet eedt, 8 Julii 1544, deur Henrick van Blitterswick Willems soon. Idem doet selver eedt, 24 October 1546, ende transporteert dit leen op Godgaff van der Eivieren, sgnen broder, die begeert te ontfangen, 20 Decembris 1546, maer de statholder van der hant wesende maeckt hg volmechtich Marsilius Blauckebiel,diet versett, 12 Martii 1547. Idem doet selver eedt, 26 Februarii 1553. Idem eedt verngt, 3 Junii 1556. Eichard van der Eivieren, erve sgnes vaders Godgaff, beleent 24 Augusti 1610, draegt alles op (uutgesondert die dagelixe heerlicheit van Bruecom) sgnen broder Iven a). Ernest de Eiviere, erve sgnes vaders Eichards, beleent 8 Aprilis 1619. Johan Jaques de Eiviere, erve sgnnes vaders Ernest, beleent den 22 Julii 1654. Joseph Coymans, hg transport Eoedolphs Maximiliaen de Eiviere q.q. beleent, eodem die *). ') Reeds door hem en zijn voorvaderen (als allodiaal goed) bezeten, blijkens de akte ) Bedoeld is Dieudonné de la Rivière, heer «van Lintre en Hers, gehuwd met Theodore de. Hamal (Van Meurs, Riddersch. Nymegen, bldz. 138). ) Alleen de heerlijkheid Kerkwgk werd overgedragen en de hier volgende akten hebben dus betrekking op de heerlijkheid Bruchem, het huis aldaar en den molen van Bruchem en Kerkwijk. Dit blijkt uit verschillende akten in het signaat der bank van Zuilichem, terwijl ook in de boedelscheiding van 1759, vermeld onder 301b § 1, alleen de heerlijkheid Kerkwgk wordt genoemd. Uit de leenakten zelf blijkt het evenwel niet, want daarin wordt nog steeds Kerkwgk genoemd, met even weinig grond als het'huis te Bruchem en de molen vermeld worden in de akten, onder 301b § 1 bedoeld. ') In deze akte treedt Rudolph Maximilaen de Biviere, vrijheer van Holsbeeck, op voor zichzelf en als gevolmachtigde van Margareta Baronesse van Zuyse, weduwe van 669 Idem draegt dit leen op aen Samuel Timmerman, die daermede beleent is door Paulus van Wassenberch, sijn hulder, den 2 Julii 1677. Matthias Kuyt, borgemeester tot Dulcken, uyt cracht van verwin beleent, .den 20 Junii 1684. Johan van Straelen, borgermeester tot Bommel, is hulder. Samuel Timmerman en Eliana Coeymans laten haer besloten dispositie appröberen, den 3 Decemher 1701. Eliana Coymans, weduwe van Samuel Timmerman, erfgenaem haers mans testamentair, beleent, 15 Septemher 1712. Hulder Wilhem vanBree.. Eadem laet haer beslote dispositie appröberen, 24 Maert 1718. Eadem laet haer beslote dispositie appröberen, 22 Julii 1715. Johan Coymans, erfgenaem sgns moeys Eliana Coymans uit kragt van testament van 12 Maert 1715, beleent 27 Pebruarii 1717. Hulder Wilhem van Bre. Gillis Coymans 1), erfgenaem sijns broeders Johan Coymans, beleent 16 Mey 1735. Balthasar Coymans 2), erfgenaem sijns broeders Gillis Coymans, beleent 20 December 1757. Gillis Valkenier 8), erfgenaam van Balthasar Coymans, beleend 14 Fehruarii 1760. Idem draagt dit leen op aan Jan Wouter Valkenier, sgn soon, die daar weder mede beleent is 3 October 1760. Jan Philip de Quesne 4), erfgenaem van sijn oom Jan Wouter Valckenier, beleend 6 Januarii 1786. Afgespleten van 301b. 301b § 1 5). Die daglixe heerliekheyt van Kerckwijck ende die hofstad in den dorp van Bruecom, daer 'thuys op gestaen heeft, den raeulenwerff ende windmeulen, daerop staende, met den wind ende gemael van Bruecom ende Kerckwgck met sulcker gerechticheyt, so yemant in den voorn, twee kerspelen wonende op de voors. meulen nyet en moele, van denselven te nemen een pond gever penningen so duck alst geschiet, ten besunderen Zutphenschen leen opgedragen bg Sichard van der Eivieren, heer van Bruecom ende Nyewael, op Ernest de B., graaf van Aerschot, enz. en van Johan Jacques de B., graaf van Aerschot, enz., haren oudsten zoon, alsmede van Ernest Ferdinand de B., lidder van Malta, diens dochter Glandia Catharina de B. en Anna Georgina Alexandrina de B., kanonikes en gravin van Bentieremont.' ') Besident aan het Deenscbe Bof (akte). ') Vrijheer-van Deurne (akte). •) Oud-presidentschepen te Amsterdam (akte). 4) Commissaris der stad Amsterdam (akte). s) De hieronder vermelde akten hebben, hoewel er meer in is opgesomd, uitsluitend betrekking op de heerlijkheid Kerkwgk. Zie noot 3 op bldz. 668. 670 Ito Tan der Btvieren, sgnen broder (sich reserverende die daglixe heerliekheyt Tan Bruecom) *), 24 Augusti 1610. Eutger Tan der Smeren, erTe sgnnes Taders Johans, die 't geërft heeft Tan sijnnen broeder Ito, beleent, den 14 Aprill 1632. Maximiliaen Tan der EiTieren bij transport sgnnes broeders Eutgers beleent, den 28 Junii 1633. Wilhejmina C o i g n e t, erTe haers soons Johan Tan der EiTieren, die het geërft Tan sgn Tader Maximiliaen Tan der Eyvieren, beleent, 12 Junii 1639. Johan Cuyck Tan Meteren bg' transport Tan Wilhelmina Coignet beleent, den 22 Martii 1655 2). Adriaen Cuyck Tan Meteren, colonel etc. 3), beleent sgnde als erve sgnes soons, draegt hetselve op aen Jan de Coyer, die daermede beleent is, den 12 Februarii 1669. Arnolt van Heller is hulder. De curateuren van den boedel van Jan de Goyer, beleent sgnde, draegen dit leen op aen Joost Kemp, die daermede beleent is door sgn hulder Cornelis Tan Steenier, den 27 Augusti 1681. De momberen Tan Justus Kemp, onmundigen soon Tan Mr. Justus Kemp den ouden, beleend namens den onmundigen, den 28 Aprilis 1691. Petrus Lenshoeck is hulder. Justu? Kemp, meerderjarig, doet self eed, 25 Augusti 1729. Anna Margaritha Meyer, weduwe Van Straten, pro se et q.q. *) na dode van Justus Eanst Kemp en uyt cragte van derselver testamentaire dispositie beleend, 6 April 1756. Hulder Jan Jacob van Hasselt. Jan Willem van Straten laat registreren een extract uyt 't testament, door Justus Ranst Kemp den 23 Junii 1747 voor notaris en getuigen binnen Utrecht gepasseert, 30 September 1760 5). Idem laat appröberen en registreren een extract magescheyd van den 6 Julii 1759, over den boedel Tan geseyde J. E. Kemp ingegaan en opgerigt, eodem die. Idem, beleent sgnde met dit leen uyt kragt Tan bovenst, testamentaire dispositie en geapprobeert magescheyd, draagt hetselve op aan Johannes Tan Stock 6), die daar weder mede beleent is, eodem die. Idem draagt dit leen op aan Peter Lenshoek, die daar weder mede beleent is, 20 Junii 1764. 301b § 2. Den meulenwerf en windmeulen met den wind en gemaal van Bruchem en Kerkwgk, als in den ampte Van >) Zie 301b. *) Haar man en momber is Wilhelm de Voocht (akte). *) Hy was gouverneur van Loevestein (akte). «) Als voogdos van haar minderjarige zoon en dochter (akte). *) In dit testament waren tot erfgenamen ingesteld de echtelieden Christiaen van Straten en A. M. Meyer, doeh de ambachtsheerlijkheid Kerkwijk werd aan hun zoon gelegateerd. Bij het magescheid van 1759 verkreeg deze-de overige tot dit leen behoorende goederen. *) Gehuwd met de eenige zuster van den verkooper, Justina van Straten (akte). 671 Boemelreweerd gelegen is, met zulke geregtig"heyd, soo iemand in de voorschreven twee kerspelen wonende op de voorschreven meulen niet en maalde, dat hg of sgnen erven van denzelven mogen nemen een pond geever penningen, soo dikwils zulks geschied; sgnde thans een bysonder leen en afgespleten van de dagelgksche heerlgkheyd van Breukum en Eerkwgk, aan den Furstendom Gelre en Graafschap Zutphen ten Zutphensen regten met een pond goed gelds te verheergewaden leenroerig, opgedragen door Jan Philip de Quesne aan Jan Nefkens, die daar weder mede beleend is, 1 Maart 1788. 302 !). DELWYNEN, KERKWIJK. Dat dagelix gericht to Delwinen, item dat halve dagelix gericht tot Kerckwijcke, item die vischerie in dat water geheiten die Eende, tot sulcken rechten als die gelegen sgn, ontfangen bg Johan van Herlar, anno 1403 2). Johan van Herwen Johans soon ge verst t'ontfangen tot sgnen mundigen dage to dat dagelix gericht van Delwinen met der vischerie, daerto horende, in d'Eenden, anno 1424. Idem verheft, anno 1431. Johan van Herwinen Johans soon ontfengt dat dagelix gericht to Delwynen met sgnen tobehoren, met den viseherien in de Eenden, in den gericht van Delwinen, soals die gelegen is, anno 1430. 302a. DELWYNEN. Een hofstat ende timmeringe met 3£ mergen lants daervoor, gelegen tot Delwynen, tot Zutphenschen rechten ontfangen. bg Johan van Herwinen, ridder, anno 1403. Evert van Balveren ontfèngt een huys ende hofstat, gelegen in den gerichte van Delwinen, met sgnen utersten cingelgrave, item 3£ mergen lants, daerbg ende bg der gemeyner straten gelegen, geheiten den Nyencamp, item 3^ mergen lants in den gerichte van Delwinen op der gemeynte, roerende an d'een sgde wilner Arnt Cocks uuterste cingelgrave ende'den lande geheiten Qeverrgcke, daer die capel op staet, ende an d'ander sgde die gemeyn strate, tot eenen Zutphenschen rechte, anno 1424. Jan van Balveren beleent, anno 1436. 'l De hier vermelde akten vindt men in het register onder 189, omdat de 3de tevens op Henrijnen betrekking heeft. Om verwarring te voorkomen zijn zij daar niet afgedrukt: alle overige onder 189 bedoelde akten toch betreffen uitsluitend Herwijnen. Intusschen is het dagelijksch gericht van Delwijnen een leen van Vianen geweest. ") Het register heeft abusievelijk: 1405. ■', 672 Adrian van Balveren ontfengt tselve, anno 1467. Hier staet, dat Daniël Cox gewest. Johan van Balveren, erve sgnes vaders Adrians, 10 Octobris 1473. Johan de Cock van Delwinen Arnts soon, bg transport Johans voorn., 31 Maii 1486. Idem tuchtigt sgnen vader, anno 1498. Adrian de Cock, na qugtscheldinge des versuyms, erft dit leen op sgnen soon Johan de Cock van Delwinen, 5 Decembris 1533. Idem eedt verngt, 28 Martii 1539. Idem eedt verngt, 10 Junii 1544. Adrian de Cock van Delwinen, erve sijnes vaders Johans, 7 Junii 1551. Idem eedt verngt, 19 Octobris 1557. Idem tuchtigt sgn. vrou Maria van Hemert, 11 Junii 1568. Johan de Cock van Delwinen, erve sgnés vaders Adrians, beleent 17 Maii 1605. Adriaen de Cock van Delwynen, erve sgnes vaders Johan de Cock van Delwynen, beleent den 14 Julii 1646. Johan de Cock van Delwynen, erve sijns vaders Adriaens, beleent den 17 April 1698. Idem laefsgn beslote dispositie appröberen, den & September 1702. Idem laet sgn beslote dispositie appröberen, 5 April 1718. Idem laet sgn beslote dispositie appröberen, 30 Mey 1721. Idem laet sgn beslote dispositie appröberen, 11 November 1728. Walraven van Haeften1), erfgenaem sgns ooms Johan de Cok van Delwynen, beleent 10 December 1725. Den 1 Augusti 1725 heeft denselve en Francisca van Til, egtelieden, L ar huwelyxveorwaerden doen appröberen, reg. 10 Decembris 1725. Barthold van Haeften 2), erfgenaam sgns broeders Walraven van Haeften, beleent, 25 Januarii 1747. Jan Walraven de Cock van Haeften laat registreren per clausulas concernentes het geopende testament van Barthold van Haeften en Margriet van Lynden, in leve ehelieden, 5 Februarii 1778. Idem, erfgenaam sgns vaders Barthold van Haeften, beleend 10 Junii 1775. Frederica Louisa van derDoesvanNoordwgck8) laat appröberen en registreren een gerigtelgk transport d.d. 4 Junii 1792 met relatie tot dit leen *) en sig uyt dien hoofde daarmede beleenen, 25 Julii 1792. Hulder Walraven van Ommeren. 802b. DELWYNEN. Twee campen lands, naest den anderen in den gericht van Delwinen gelegen, groot ongeveer negen mergen, >) Tot Zeiinewynen, ord. raad in het Hof, enz. (akte). ") Tot Wadenoyen, ambtman-dijkgraaf van Bommeler- en Tielerwaarden (akte). *) Douairière Otto Frederik van Lynden tot Nederhemert, Voorst en Delwynen (akte). «) De verkoop had plaats ten verzoeke van den sehuldéischer Willem Lans. Uit de desbetreffende akte, in de leenakte opgenomen, biykt, dat aan dit goed een leenkamer verbonden was. 673 oostwert naest Evert van Doorn, westwert Joost Tnrcken erfgenamen ende noortwert Adrian van Beest van Benoy, streckende met den eenen eynde ten suyden op de Drielsche weteringswal, ten besunderen Zutphenschen leen opgedragen hij Arnt de Cock van Delwinen tot behoeff van Jacob de Groot Peters soon, 10 Januarii 1611. Gobel de Groot, erve sgns vaders Jacobs, beleent 9 Septembris 1615. Peter de Groot, erve sgnnes broeders Gobels, beleent 15 Decembris 1657. Jacob de Groot, erve sgnes vaders Peter de Groot, beleent onmundich sgnde door Beinder van Dort, sgn hulder, den 17 Augusti 1666. Idem, mundich geworden sgnde, laet den eet vernieuwen door Antony Foyart, sgn hulder, 27 Mey 1669. Martinus M els uyt hoofde en titul van koop beleent, 14 Januarii 1748. 803. DELWYNEN. Vijff mergen lants 21/2 hont ende 26 roden in den Engen, tuschen erve vrouwen Lgsbeten van Gameren, weduwe Willems van Hoeckelom, an d'een sgde, ende die kerek van Kerckwick ende Herman Spiegel Johans soon an d'ander sgde; item 14 hont 53 roden landts in den Kottelar tuschen vrou Lgsbeten voors. an d'een sgde ende lant eenes altars, dat gesticht is in der capellen van Delwine, an d'ander sgde; item 91/2 mergen 39 roden lants in den Cortenbeemde, Arnt van Herlar an d'een sgde ende Jacob die Lantmëïir an d'andöfc sgde; item 5 mergen 11 /2 hont ende 101 /2 rode lants in den Langen Beetbeemde, heer Arnt van Herier an d'een sgde ende lant des voors. altairs an d'ander sgde, roerende van der herlicheit van Cuyck tot Zutphenschen leensrechten met eenen ponde etc., in Bommelreweert in den gericht van Delwynen gelegen, bg Gertrud, huysfrou Robberts van Apeltern, ontfangen, anno 1402. Johan van Apeltern Roberts soon transporteert dit leen op Goossen van Rossem, anno 1425. Evert. van Balveren Johan Hackens soon, als erve sgnes vaders ende moder, ontfengt een huys, to Delwinen gelegen; geheiten Engestein met sgnen tobehoor etc. als boven, anno 1442. Idem, anno 1465. Aleyt van Balveren, erve hares vaders Everts, anno 1470. Gnomen Schoen hulder. Gertrud Hacken, weduwe Everts van Balveren, transporteert dit leen op Hubert van Docrne, anno 1478. Idem tuchtigt sgn vrou Ytgen van Balveren, eodem die 2). l) Deze akte heeft Ongestein, evenals die van 1465; de latere Engestein «) Chronologisch verkeerd geplaatst. Nijmegen. 43 674 Gertrud Segers Schoenen dochter, weduwe Everts van Balveren Johan Hacken zoon, ontfengt dit als erve harer dochter Algt, 24 Septembris 1473. Gijsbert Hack is haer hulder. Hubert van Doorn, bg transport Gertruden voorn., anno 1481. Ende tuchtigt sgn vrou Tde Everts dochter van Balveren. Idem eedt verngt, anno 1492. Evert van Doorn, erve sgnes vaders Huberts, ontfengt een huys off hofstat, geheiten Engensteine, met den voorhoff, bongert ende allen anderen sgnen tobehoor; item 10 mergen daeran, streckende rondom an de gemeyne stege ende haven naest Wolter Ggsberts soon; item 9 mergen, streckende een eynde ant Eynde, met den anderen eynde an Wolter voorn., daer hoven naest geërft is Evert van Doorn, beneden die Canonicken van Saltbommel; noch 4 mergen, geheiten die Laren, streckende met een eynde an die gemeyne stege, boven gelegen lant der capel van Delwinen ende beneden Wolter Ggsberts lant, noch 3{\ mergen, geheiten den Mantel, boven naest Wolter Ggsberts, beneden Steesken van Hemert, streckende met een eynde an de gemeyne stege ende met den anderen eynde an Wolter Ggsberts lant, tsamen in Bommelreweert to Delwinen gelegen, ende Cornelia van Doorn, bg transport hares vaders Everts, 24 Novembris 1580. D'onmundiga kinderen Corneliae voorn, eedt verngt, 27 Septembris 1538. (Haer bestevader Evert is haer hulder.) Eeiner van Aeswgn ontfengt alsulcke leengoeder als Albert de Vriesen huysfrou van Doirne ontfangen hadde, to Delwynen gelegen, hem hg sententie van der Lantschap te Bommel togewesen, 7 Septembris anno 1539. Cornelia van Doorn, dit leen in hglick met gecregen hebbende, erft tselve op Hubert ende Elisabet, hare kinder, van denwelcken het valt op Albert de Vriese, haren vader, diet ontfangt, 23 Novembris 1545 *). Evert van Doorn, erve sgner dochter Corneliae, beleent 20 Maii 1549. Wilhelma van Doorn, Ggsberts oltste dochter, huysfrou Claes Piecken, bg transport hares bestevaders Everts voorn., eodem die. Herman Pieck is hulder in afwesen sgnes broders Claes voorn. Eadem deur haren man Claes Pieck eedt gedaen, 15 Octobris 1549. Herman de Vriese, onmundich, bg transport Hermans voorn., eodem die. Henrick van Poelwick is hulder. Wilhelmae van Doorns man Claes Pieck doet selver eedt, 17 Septembris 1558. , T .. Derck de Vriese eedt verngt deur Winand van Aernhem, 19 Junn. 1556. Wilhelmae van Doorns man voorn, eedt verngt, 15 Decembris 1556. Jacob Pieck, erve sgner moeder Wilhelmae, 21 Pebrüarii 1590. Claes Pieck, erve sgnes soons Jacobs, eodem die. Isabella Piex, erve haers broders Claes, 20 Martii 1590. Herman Pieck, heer to Isendorn, erve sgner moyen Isabellae, 22 Februarii 1598. Arnt de Cock van Delwinen, bg transport Hermans voorn., eodem die. O Deze beleening is een herhaling van die van 1538: Albert de Vriese was weduwnaar van Cornelia van Doorn en liet vermoedelijk zijn kinderen ,^^t^r met de aanspraken, die zijn schoonvader, blijkens de akte van 1549, net gelden. 675 Johan de Cock van Delwinen, erve sgns vaders Arnts, beleent 26 Julii 1628. Maria Teresia van der Laen, erve haeres broeders Theodobr van der Laen, die hetselve geërft hadde van Johan de Cock van Delwynen, beleent, den 1 April 1665. Cornelis van Steenier is hulder. Martinus Mels uyt hoofde en titul van koop beleend, 14 Januarii 1748. 304. DELWINEN. 6I/2 mergen lants, gelegen op de Dailwart in den gerichte van Delwinen tnschen Derck Matthgs soon an d'een ende Arnt Dancke an d'ander sgde, ontfangen bg Jan de Cock van Rijswick, anno 1388. Idem ontfengt 14 hont lants opter Rynghmoer, in den kerspel van Delwinen gelegen, tot Zutphenschen rechte, anno 1408 1). 304a. DELWYNEN. Een hofstat, gelegen tot Delwinen tuschen erve des heeren van Puderoyen ende die gemeyne straet, tot Zutphensche rechten ontfangen bij Bayer van Rijswick, anno 1403 *). 304b. DRIEL. 2 mergen lants in den gerichte van Driel in de Daelhoven tusehen Egen Wolters an beyden sgden, noch 2 mergen in denselven gericht op den Hamme, an d'een sgde Lueff Arnts soon, Johan Schoirkap Henrixsoon an d'ander sgde, ontfangen bij Egen Wolter Jans soons soon, anno 1390. Jacob van Velt driel ontfengt 2 mergen to Driel int Daeldelkint, an d'een sgde Henrick Derck Goderts soon, bastert, an d'ander Andries Jan Raven soon, anno 1424. 3°4c. DRIEL. 2 mergen lants in de Keyvitzname 2) in den gerichte van Driel, an d'een sijde Gerrit Stout Bullinx soon, an d'ander Arnt Gerrits soon, ontfangen bij Arnt Gerrits soon, anno 1390. In margine staet: Amersoyen. ') Het register heeft ten onrechte: 1405. ») Bedoeld moet zijn: Keyvitzhamme. Dit hoofd heeft vermoedelijk op 3 verschillende aldaar gelegen stnkken land betrekking. 676 Bele weduwe Arnt Gerrits, ontfengt 1* mergen in den Kyvitzlande, an d'een snde Steven Bollix erfgenamen, an d'ander Bele voors., anno 1403 *). Andries Gerarts soon ontfengt 1^ mergen in- den Kyvishamme tot Zutphenschen rechten, anno 1402. Henrick Johans soon ontfengt 2 mergen in den gerichte van Driel ten Hamme tuschen Goossen van Driel an d'een ende Hennck Johans soon an d'ander sgde, anno 1390. Idem, anno 1402. Tot Zutphenschen rechte. Gerrit van Algn onfengt 2 mergen to Driel op den Hamme tuschen Godert Loeffs soon an d'een ende Gerrit van Alijn an d ander sgde, met een eynde op den Leygrave, met den anderen op de hofstat, die daeran gelegen is, tot eenen Zutphenschen leen, anno 1402. Dirck Gerrits soon van Alein ontfengt 2 mergen to Driel in de Hamdelle, die heeren van Sinte Pauls t'Utrecht an d'een ende Dirck voors. an d'ander spe, met een eynde op den Dwersgrave, dat ander an erve Dirx voorn.; dit is een Amersoys leen ende hoert tot Zutphenschen rechten, anno 1417. - : V f; 304d. * DKIEL. 12 hont, in den gerichte van Driel in den Groten Enge gelegen, au d'een spe naest Johan die Stout Jan Gusselera soon, an d'ander Engelbrecht Delfs soon, ontfangen hg Eoloff Alarts soon, anno 1390. 304e. DRIEL. 2 mergen lants in den gerichte van Driel in Veltdrieler acker, an d'een spe Kerstion Willems dochter, an d ander Rutger Houwe, ontfangen hg Jan die Sterck Gerrits soon, anno 1390. Idem ontfengt 2 mergen in Veltdrieler acker, Rutger Holler an d'een ende Claes Willems soon an d'ander sgde, tot Zutphenschen rechten, anno 1402. Derich Jans soon ontfengt 2 mergen lants, in de Adelkint in den gerichte van Driel gelegen, tuschen erve Johans van den Sloot ende Dirx voors.; item een stuck op den Uterdgck in den gericht van Tuyl geheiten die Sp'gck, tuschen die jonckfrou van Coelen an beydën sgden, tot Zutphenschen rechten, anno 1403 2). 304f. DRIEL. 13 hont 25 roden lants, gelegen in Bolken, met allen heuren timmeringen, patingen ende tohehoren, in den gerichte van Driel tuschen Goossen Storm ende die gemeyne stege, ontfangen bg •) Chronologisch verkeerd geplaatst. «J Het register heeft abusievelijk: 1405. 677 Goossen Storm van Driel, anuo 1388. Idem, anno 1403 Hier staet: van der herlicheit van Amersoyen 2), te Zutphenschen réchte. Goossen Storm Egens soon, deur sgnen momber Dirck Storm, ontfengt 13 hont to Driel in den Bolken in den nedersten eynde, tuschen die gemeyn stege ende Egen Goswijns erve, tot Zutphenschen rechte, anno 1414. 304g. DRIEL. 31/2 m:rgen lants in den gerichte van Driel in Veltdrieler acker tuschen Alard Schorcap ende Willem Henrix, vercoft bg Egen Jan Egens soon voor c <8 penningen, anno 1348. 304h. 'i DRIEL. XI hont lants in den gerichte van Driel in Veltdrieler acker, au d'een sgde Jan Egens soon, an d'ander Jan Schoercappen, tot Zutphens leen ontfangen bg Jan Egens soon, anno 1379. Styne Badekin weduwe Hengebers ontfengt elff hont lants in der van Driels kerspel, an d'een sgde Enghert Delffs soon, an .d'ander Derck Otten soou, tot Zutphenschen rechte, anno 1403. Kerstynne Bandeken Hengeners wgff ontfinck elff hont tot Driel in den Groten Enge tuscheu Baudeke Roloffssoon ende Engelbrecht Delffssoons kinder, ant een eynde Wiggerswegh, ant ander den Groten Engessche wegh, ende Bandeken Hengers soon is hulder sgner moder voorn., anno 1414. Johan Egen Johan Ludenssoons soon tot Bommel ontfengt 2 mergen lants in den gerichte van Driel heneden in den Cromacker"tuschen Derck van Heeswgck ende Johan Loyen kinder, anno 1399 3). 304i. DRIEL. Een hofstat in den gerichte van Driel tuschen Claes Arnt Voss soon ende Jacob Bernts soon, ontfangen bg Bernt Jacob Bernts soons soon, anno 1390. Jacob Bernts soon ontfinck 50 roden lants in den gerichte van Driel, geheiten to Mertwgck, an d'een sgde Claes Arnts Voss soon, an d'ander Jacob voors., tot Zutphenschen rechte, anno 1403. 'j Het register heeft abusievelijk: 1405. *) Het goed wordt n.l. omschreven als gelegen in het veld, geheeten „die Bolken van der heirlicheit van Amersoyen''. *) Deze akte, die in het register vóór de volgende wordt vermeld, heeft vermoedelijk betrekking op een ander leen dan het hierboven aangeduide. 678 305. DRIEL. Dat halve dagelixe gerichte to Driel1), Deyl ende Drempt, ende den weert hoven de veerstat to Vandrick, geholden bg Otto van Driel, die oyck ontfangen heeft al sgn goet te Herne ende Middeler, alst gelegen is, van den Greve als een momber des Rijcks, anno 1326. Idem ontfangt sgne molen to Driel, uterweert, veerstat ende heerlicheit tot Vaderiek, voort verlyende man, tot eenen Zutphenschen rechte, anno 1402 2). Alert van Driel Otten soon ontfengt die windmeulen tot Driel met den dagelixen gerichte tot Deyl tot Zutphenschen rechte, anno 1417. Cornelis van Goor beleent met de halve heerlyckheyt ende het halve dagelyx gericht van Driel met de appendentien ende dependentiën van dien, als het voor desen bg Otte van Driel ontfangen is geweest, den 9 October 1663. Gg8bertus van Goor, erve sgnes vaders Cornelis, beleent sgnde, draecht op hetselve leen aen Johan de Cock Quirini, burgermeyster tot Bommel, den 18 Augusti 1675. Cornelis van Goor ende Nicolaes Ni.colai, als man van Maria van Goor, laeten haer beleenen met twee derdeparten van dit leen, haer als een nieuw aengecocht leen door dode haeres vaders Cornelis van Goor aengecomen, den 31 Augusti 1675, Elisabeth van Driel, weduwe van Lodewgck Ros worm, beleent sgnde,. draecht dit leen op aen Peter Rademaecker, commandeur op St. Andries ende richter in Bommelerweert, den 19 Mey 1681. Cornelis van Goor, voor hem selfs ende als voocht van de onmundige soon van Nicolaes Nicolai, renuntieert van alle het recht, dat hg ende den onmundigen aen dit leen hebben3), ten behoeve van Ggsbert van Goor, den 13 September 1682. Johan de Cock laet sgn beslote dispositie appröberen, den 2 September 1702. Quirinus Ramaker, onmundig, uit kragt van testament van Johan de Cock van 2 September 1702 beleent, 15 December 1713. Bulder Johan Goris. Idem, meerderjarig geworden, vernieuwd eed, 25 Mey 1741. Cecilia M e 1 s, weduwe Ramaker, beleend met dit leen gelgk hetzelve door dode van haar man Quirinus Ramaker op sgn dogter Cornelia Jacoba Bamaker en door overigden van die op haar gedevolveert en verstorven is, 30 Maii 1765. Eadem draagt dit leen op aan Hendrik van Barneveld4), die daar weder mede beleend is, eodem die. Hendrik van Barneveld draagt dit leen op aan ') De wederhelft was leenroerig aan Bossum. *) Vgl. 232 (bldz 514). De in deze akte bedoelde molen moet een andere zijn dan die van 310. Intusschen is deze akte hier, evenals de volgende, door Van Beyd willekeurig geplaatst. Nadat in 1663 de halve heerlpheid Driel na lang verzuim weer verheven was, zijn de desbetreffende beleeningen met moeite ingevoegd, omdat Van Beyd er geen plaats voor gelaten had: zijn bedoeling was blijkbaar geweest, onder dit hoofd eenige sinds lang verdonkerde leenen op te bergen. . ') Als erfgenamen van Cornelis Gijsbertszobn van Goor, hun vader en grootvader (akte). 4) Drossaard van Noordeloos (akte). 679 Cornelis van B o r c h a r e n *), die daar weder mede beleend is, 4 September 1782. Denselven draagt dit leen op aan Adrianus Hendrik van Doorn, die daar weder mede beleend is, 23 Julii 1783. Dirk van Doorn, minderjarig, erfgenaam sijns vaders Adrianus Hendrik van Doorn, beleend, 24 November 1791. Hulder D. A. Jacobi. Willemina van G e n n e p, als moeder en voogdesse over haren eenigen en minderjarigen zoon Dirk van Doorn, draagt dit leen op aan Pieter "van den Santheuvel2), die daar weder mede beleend is, 10 December 1791. Idem laat appröberen en registreren een extract uyt desselvs testament d.d. 21 April 1792, 12 December 1792 8). 305a *). DRIEL. Herber van Arkel ende Lgsbet, snn wgff, maken to leen haer huys ende hoff met den bongert in den kerspel van Driel, met 13 mergen in den velden, geheiten Bullicher, streckende an den gemeynen pat van Veldriel na Ovendorp; item 8 mergen met de windmeule in den velde, geheiten Kyvitshamme; item 13 mergen in den velde, geheiten Pepert, anno 1317. Jonckfrou Heylwich, Diedrichs wijff van Herier, ontfengt een hoeve lants op de Pepert int gerichte van Driel; item 9 mergen in den Kivitham, daerop ligt een molestat; item 11 mergen in den Bolken; item een hofstat to Driel, daer heer Herberen plach op te wonen, anno 1326. 305b. DRIEL. Dat huys to Driel B) met sijnen tobehoren, so als dat met der hofstat gelegen, ende .2 thienden, tot Amersoyen ende tot Hedel ende tot Wordragen gelegen, d'een heyt die leenthiende, d'ander die eygen thiende, tot Zutphenschen rechte ontfangen bij Otto van Driel Goossens soon, anno 1402. Idem 6) ontfengt dat huys to Driel met sijnen tobehoren ende met der hofstat, anno 1399. ') Pensionaris van Gorinchem (akte). !) Burgemeester en oud-raad te Dordrecht (akte). 3) De heerlijkheid Driel legateerde hij daarbg aan sgn.huisvrouw Maria Adriana Gevaerts. 4) Van Reyd heeft deze akten, met zekere tusschenruimte, geplaatst onder 305. Daarbg behooren zy echter niet. Wel hebben zg betrekking vermoedelijk op het onder / 305b bedoelde huis, zeker op den molen van 310. N s) Ook het Hooge Huis of Teysterband genoemd, blijkens latere akten. ") Otte van Dryele tot Hymen, vlg. de akte, die aan de vorige vooraf had moeten gaan 680 Jorden van Driel dat hnis ende hofstat to Driel- met sijnen tobehoren, anno 1406. Jordens wgff ontfengt tot een Zntphens leen haer tncht [aen] sgn hnys ende hoff, anno 1420. Idem, anno 1424. Goossen van Driel ontfengt dat huys to Driel met sijner overster hofstat, anno 1440. Idem eedt verngt, 21 Septembris 1473. Alert van Driel, erve sgnes vaders Goossens, 28 Julii 1481. Goossen Alerts soon verngt eedt, 10 Septembris 1509. Idem, anno 1495, ende tuchtigt sgn moder Lgsbet Kn oyen. Alart van Driel, bg transport sgnes broders Goossens, priesters, 16 Septembris 1524. Idem eedt verngt, 12 Julii 1544. Jacob van Driel, bg transport Alerts voorn., 1 Octobris 1553. Idem eedt verngt, 20 Junii 1556. Mr. Alert van Driel beleent, 24 Septembris 1568. Lambert Aertsen ontfengt het huys to Driel, met sgner overster hofstat endé tobehoren, in den kerspel van Driel in Bommelerweert gelegen, daer hg Lambert Aertsen an beyden sgden naest gelant is, oostwert an den.Maesdijck ende westwert an de gemeyne straet streckende, gelgck Jacob van Driel tselve geholden, ende hem bg verval van dgckagie affgegaen ende Lamberten voorn, togekent is, 13 Julii 1594. Lambert Aertsen, erve sgnes vaders Lamberts, beleent, 10 Octobris 1620 Jacob Aertsen, erve sgnes broders Lamberts, beleent, 11 Augusti 1626. Dirck Dircks soon Vonck bij opdragt Jacobs voorn, beleent, 11" Augusti 1626. Idem ende sgnne huysfrou Beatrix de Cock maken, dat de langstlevende sal behouden, mits uuytkerende aen d'erffgenamen van eerst overladende nae oer doot vgftien hondert gulden, den 12 Meert 1684. Beatrix de Cock uuyt cracht van dispositie beleent, den 24 Septembris 1689. Aert de Cock Aerts is hulder. Eadem haere dispositie geapprobeert, eodem die. Egen de Cock, erve sijnnes moey Beatrix de Cock, beleent, den 10 Julii 1654. Idem draegt dit leen op aen Walraeven Egons van Steenbruggen, die daermede weder beleent is, den 21 Mey 1663. Jacobus J u y n n e n beleent met 't huys te Driel sonder de thienden, 24 Maii 1741. Derk Juinen, erfgenaam sgns vaders Jacobus Juinen, beleend, 30 April 1766. Idem draagt dit leen op aan Willem van Beurde, die daar weder mede beleend is, eodem die. Bichardus Walraven Lansdael, weduwnaar van Elisabet C o r t i e, voormaals getrouwt geweest met Willem van Beurden, laat aproberen i) In deze en de volgende akten worden weer de in het hoofd vermelde tienden genoemd, doch hieraan moet waarschijnlijk geen beteekenis gehecht worden. 681 en per clausulas concernentes registreren twe magescheyden, bij 't eerste van 't welcke dit leen Elisabet Cortie voorn, en na derselver overigden uyt kragt van 't twede snlks hem aangekomen is, en also daermede beleend, 25 Maart 1777. 306. DRIEL. 25 % sjaers cleyner penningen, eenen anden Koninx Tornoische voor 16 penningen gerekent, ^tot eenen rechten manleene ontfangen bg Goossen van Rossem, ridder, anno 1359 1). 306a. DRIEL. Die karenthiende tot Driel met der smalen thienden, woe die .met heuren tobehoren gelegen sgn an heyden sgden der Masen ende gehoort hebbende totten huyse van Amersoyen, tot Zutphenschen rechten, bg Johan, heer tot Broickhusen, Weerdenborch ende Amersoyen,. getransporteert op Floris van der Dussen, anno 1450. Idem tuchtigt sgn vrou Aelheidt van Zulen, eodem anno. Mechtelt van der Dusse, huysfrou Arnts van Haeften, anno 1458, Dirck van Malborgen geeft te kennen het quade regiment sgner moyen Mechtelt voorn, ende erhelt, dat sg in prejudicie van hem als erve dit leen nyet vervremden noch beswaren en can, anno 1469 2). Idem beleent, 24 Septembris 1473. Idem tuchtigt sgn vrou Margriet van Haeften, eodem die. Arnt van Malburgen, .onmundig, erve sgnes vaders Dirx, 17 Octobris 1476. Idem eedt verngt, 24 Julii 1481. Idem, mitz dode sgner oldemoyen Mechtelt voorn., anno 1492. Walraven van Malborcb, erve sgnes broders Arnts, anno 1496. Frans van Haeften Otten soon, erve sgnes oldevaders Walravens voorn., 26 Julii 1544. Idem doet selver eedt, 15 Novembris 1550. Sandrina Piex, huysfrou Walravens van Haeften, onsinnig, crigt uutstel tot beleeninge eener thiende, geheiten die Gemensche thiende 3) in den ampte van Bommelreweert in den kerspel van Grootdriel • gelegen, 17 Novembris 1576. Godefrida van Malburch, vrouwe ende douagiere van Poelgeest, erve hares neven Frans van Haeften, 29 Octobris 1577. Jasper van Poelgeest is hulder. ') Ontleend aan een losse akte in boek B, niet tot het protokol behoorende. *) Getuigenverklaringen in deze zaak waren afgelegd door Walraven van Haeften, ridder, en door deken en kapittel te Haaften (akte). *) Andere naam voor de korentiend. 682 Walraven van Haeften, erve sgner broderen Frans ende Johans, beleent, 7 Julii 1580. Ende sgn vrou Sandrina Piex stelt sgner onsinnicheyt halven tot hulder Joost Coop, deurwerder. Godefrida voorn, verliest het proces der possessie. Henrica van Haeften, erve hares vaders Walravens, 18 Februarii 1595. Eadem laet eedt vernieuwen door haer man Johan van Haefften tot Ophemert, den 23 Aprill 1642. Walraven van Haaften uyt hoofde van magescheyd beleend, 25 April 1741. Barthold van Haaften erfgenaam sijns broeders Walraven van Haaften, beleend, 25 Januarii 1747. Jan Walraven de Cock van Haeften laet registreren per clausulas concernentes het geopende testament van Barthold van Haeften en Margriet van Lynden, in leven ehelieden, 5 Februarii 1718. Idem, erfgenaam sgns vaders Barthold van Haeften beleend, 10 Junii 1775. De Heeren van de Eekeninge laten appröberen en registreren een 'gerigtelgk transport met relatie tot dit leen1), en nemen hetselve vervolgens na sig, 8 Novembris 1792. Thomas Theodorüs Oremer2) laat registreren een gerigtelgk transport d.d. 27 September 1803, door G. van Eiemsdg'k, commissaris tot. de administratie der domaineh van Gelderland, ten zgnen behoeve gepasseert, en laat uyt hoofde van dien dit leen ten zijnen naamen overteekenen, d.d. 2 December 1803. 307. DBIEL. Een thiende to Driel op den uterweert, die Mase an d'een ende den Maesdg'ck aen d'ander sgde, streckende nederwert tot den gasthuys to ende baven an der stede, daer dat tolhuys te staen plagen; noch 2'/2 mergen lants, gelegen in den Vogeler, die gemeyne stege an d'een sgde; item 2 mergen lants in Geenkenshoeve, an d'een sgde Wolter Egens soon, tot Zutphenschen rechte ontfangen bg Johan van Tefelen Uden soon, anno 1468. Idem, anno 1473, 25 Septembris. Hadewich van Tefelen, huysfrou Wachtgart Egens, bg transport hares vaders Johans, ontfengt die voors. thienden, groff end smal, met den Ondermannen ende die 2 mergen lants in Geenkenshoeve, met bescheyt, so sg' geen kinder crigt, sal tselve goet henvallen daert hergecommen is, 27 Julii 1481. Johan van Tefelen' verngt eedt van de 2^ mergen, 29 Julii 1481. Egen Woutgarts soon, onmundich, erve sgner moder Hadewich, 30 Maii 1486. Jacob van den Velde is sgn hulder 3). Willem van Kessel, Johans soon van Tefelen, 9 Martii 1491. Idem ontfengt die 2{\ mergen in den Vogeler, 22 Augusti 1485. ') De verkoop had plaatsgehad ten verzoeke van de erfgenamen van Geertruid Timmer, wed. Christiaan Timmer. ») Te Botterdam (akte). «j Deze akte betreft de tiend en de 2 morgen, de volgende ook de l h morgen. 683 Willem van Tefelen als erve sijner moyen Hadewich «) beleent, anno 1498. Ude van Tefelen, erve sgnes broders Willems, anno 1501. (tsamen bgeen). Stgn, wednwe Johans, erve hares soons Uden voorn., anno 1508. Gaert Peters hnlder. Mechtelt van Tefelen, huysfrou Engberts Arnt Egens soon, hg transport Stgnen, eodem die. Mr. Johan van Tefelen, erve sgner moyen Mechtelt, 4 Januarii 1523. Idem eedt verngt, 17 Septembris 1538. Idem, genoomt Sterck, eedt verngt, 7 Julii 1544. Gertrud van Tefelen, hnysfrou Lamberts van den Kirckhoff, erve hares vaders Johans, 6 Novembris 1546. Eadem eedt verngt, 12 Junii 1556. Eadem eedt verngt deur haren soon Lambert Aertsen van den Kirckhoff, 13 Julii 1594. Dirck Aertsen van den Kirckhoff, erve sgner moder Gertrud, beleent, 21 Julii 1607. Lambert Aertsen, erve sgnes ooms Dircks, beleent, 10 Octobris 1620. Jacob Aertsen erve sgnes broders Lamberts beleent, 11 Augusti 1626. Helena Aerts, erve hares broeders Jacobs, beleent, den 24 October 1645. Maria Spiegels, weduwe van Jan van Weese, erve van haer moeye Helena Aerts, met dit leen beleent sgnde, draecht op de tienden, in desen vermeit, aen Baltus Meyer, borger tot sHartogenbos, die daermede beleent is, den 31 October 1668. Idem draecht dit leen op aen Susanna Anna van Wese, die daermede beleent is door Johan van Someren, baer hulder, 13 Mey 1681. Derk van Sittert krggt consent om te procederen op dit leen en regt, dat Jan van Kessel en Margareta van Wese, egtelieden, daerop mogten hebben, voor negen hondert gulden, 16 November 1724.Derk van Sittert uyt kragt van vrijwilligen aenvanksbrief van den 5 Julii 1727, gepasseert door Johan van Kessel, weduwenaer en boedelhouder van Margareta Agnes van Wese, op wien 't gekomen is van Susanna Anna van Wese, beleent, 25 Julii 1727. Isabella van Eyck beleend so als 't haer Van hare voorsaten aen- gekomen is, 13 April 1747. Hulder Hillebrand Verhoeks. Jan Babtist Joseph Bombouts in qualiteit als executeur van den testament» van wglen Isabella Catharina Margareta van Eyck beleent, 17 Junii 1761. Idem draagt dit leen op aan Thomas Landsdael, die daar weder mede beleend is, eodem die. 308. DRIEL. Den Corenweertsehen rijsweert, in der Masen bg Driel tegen den Corenweert gelegen, met allen sgnen anval, gewin ende verlies, tot Zutphenschen rechten eerst te leen gemaeckt bij ') En van haren zoon Egen (akte). 684 Hillen de Gier, anno 1436. Arnt van den Pol, erve sgnes vaders Hillen vojrn., anno 1461. Idem, anno 1468. . Peter de Gier, bg transport Arnts voorn., anno 1469. Idem, 25 Septembris 1473. Idem eedt verngt, 25 Julii 1481. Idem eedt verngt, anno 1492. Hillebrant de Gier beleent, anno 1515. Peter de Gier Hillebrants soon, hylickende an Gertrud Johan vanSegens dochter, wort dit leen metgegeven, ende voor sgnen vader stervende wort sgn soon Peter die Gier, onmundig. beleent, 20 Octobris 1536. Idem eedt verngt deur Herman van Essen, voidermeester, 1 Octobris 1588. Idem eedt verngt deur Gerrit Gaymans, 12 Martii 1539. Idem eedt verngt deur Dirck de Gier, 7 Julii 1544. Idem selver eedt gedaen, 30 Septembris 1552. Herman van Wye, drost van Gelre, 13 Octobris 1554, bg transport Peters voorn. £ * ;.r Idem tuchtigt sgn vrou Elisabet van Ardenburch, eodem die. Idem belooft Peters susteren vergoedinge vant ^, so sg daerto berechtigt sgn, eodem die. Idem eedt verngt, 10 Junü 1556. Idem tuchtigt sgn vrou Edel de Lange, 17 Augusti 1558. Diedrich van Langen, bg transport Hermans voorn., 3 Februarii 1560 Edel van Langen, moder Stevens van Stummel Arnts soon bg todeylinge hares broders Diedrichs, als desselven weduwe Anna van Huchtenbroeck oick bekent guet, dat haer soon wort beleent, 28 Maii 1582. Sijner moder Edel die tucht voorbeholden. Edel van Langen, erve hares soons Stevens beleent sgnde, draegt dit op Albrecht van Langen, haren neve, 8 Maii 1605. . Arnt van Kandwick bg opdragt Albrechts voorn. 2) ende sgner huysfrou-Corneliae van Batenborch beleent met een goet, genoomt den Cornweertschen rgsweert, met allen sgnen tobehoor, anval, gewin ende verlies, in den ampte van Bommelerweert in den kerspel van Grootdriel in der Masen tegen den Cornweert gelegen, tot Zutphenschen rechten, 30 Aprilis 1607. Butger van Bandtwic, erve sgnnes vaders Arnolts, beleent, den 6 Septembris 1641. Alarda Pieck, huysfrou Johans van Weelderen, beleent met den darden voet van dit leen, haer angecommen door doode van haer eenige dochter Mechtelt Walborch van Bandtwick, geprocreert bg Arnolt van Randtwick, tot eén bisouder leen, den 23 December 1642. Rutger van Rantwic, ritmeester, laet seecker scheydunge tussen hem ende Alarda Pieck, sgns vaders tweede huysfrouw, appröberen, den 17 Meert 1643. Idem tuchtsgn huysfrouwe Maria Tu rek haer leven lanck, den 2 Augusti 1645. ') Haar gevolmachtigde was Gerrit Haeck, burger te Kanten, wiens volmacht te Keulen was gepasseerd (akte). *) Albrecht van Langen ten Bodenleuwen (akte). 685 Eutger van Bantwic, erve sijnnes vaders Eutgerts *), beleent, den 28 Januarii 1647. Maria Turck, weduwe Eantwick, als erve haeres soons Eutgers soo ten respecte als tucht beleent, den 24 Mey 1647. Bartolt van Gent, heere tot Loenen ende Meynerswick, als naeste leenvolger van sgnen neve Butger van Eantwick beleent 2), de moeder de tucht voorbehouden, den 17 Augusti 1647. Willem van Til, drost des lants van Valkenborch, laet de houwelixe vurwarden tussen Eutger van Eantwick ende Maria Turck appröberen, ■ den 18 Agusti 1648. Idem naer voorgaende nieuwe approbatie van de houwelixe vurwarden van Eutger van Eantwick ende Maria Turck beleent, den 25 November 1648 3). Bartolt van Gent, heer tot Loenen ende Meynerswick, ende Willem Tomas Quaed, vrijheere tot Wickraedt *), ende Maria Turck laten het accort, tussen haer ingegaen, appröberen, den 30 Mey 1649. Bartolt van Gent voors. bg opdracht van Willem Tomas Quaed ende Maria Turck beleent, den 30 Mey 1649. ^Gerrit Govertsz F a 1 c k 5) bg transport Bartolt van Gent, heere tot Loenen ende Meynerswick, beleent, den 21 Junii 1650. Idem transporteért dit leen aen Margareta Bicker, weduwe Arent de Bye, die daermede beleent is door Johan Swaen, haer hulder, den 12 April 1661. Anna de Bye, huysvrou van Jacob van der Steen, oud-burgemeester tot Tiel, erve haeres moeders Margareta Bickers, beleent door Jacob van der Steen als haeren hulder, den 30 Junii 1679. Eadem laet haer dispositie appröberen, den 11 September 1680. Aernt van den Steen 6), erfgenaem sgns moeders Anna, beleent, 1 Junii 1714. Jacob Niclaes van den Steen erfgenaem sgns vaders Aernt beleent, 31 Januarii 1724. Biederick Gerhard van den Steen 7), erfgenaam sgns vaders Jacob Nicolaes van den Steen, als naaste leenvolger (voorbehoudens het usufruit van sgn moeder Maria Francisca van Eek van Panthaleon) beleend, 6 Augustus 1777. Idem laat sgn besloten testament van den 9 Julii 1792 appröberen, 1-1 Julii 1792. Be kinderen en erfgenaemen van Diederick Gerhard van den Steen laten registreren een extract uyt het geopende testament van den 9 Julii 1792, 17 November 1792. ') Wiens posthume zoon hij was (akte). ") Bedoeld is Butger Sr., wiens oom van moederszijde Bartolt van Gent was. ») Hg was gehuwd met Anna van Eandwyck, erfgename aan vaderszyde van het kind Tan Butger v. B. en Maria Torck. *) Tweede echtgenoot van Maria Torck. Het accoord over den hoedel van Butger v. B. is in de akte opgenomen. *) Scholtis te Heilouw (akte). ') Burgemeester van Tiel, gedeputeerde des Nymeegschen quartiers (akte). ) Burgemeester van Bommel (akte). 686 309. DRIEL. I112 mergen lants op Utickerweerde, an d'een sijde Tegnagel Wolters soon, an d'ander Udo van Tefelen ende Egen Broys soon, streckende van der Haren in den stroom in de Mase; noch P/2 mergen lants op Utickerweerde, an d'een sijde Gerrit Loy Lemkens soon, an d' ander Egen Broys soon ende Udo van Tefelen, streckende an de Mase, tot Zutphenschen rechten ontfangen hij Martin Jan Martins soon, anno 1468. Alert Martins soon, 25 Septembris 1473. Idem eedt verngt, 28 Julii 1481. Idem, anno 1501. Jan Alarts soon, erve sijnes vaders, 10 Septembris 1509. Martin Jans soon, erve snnes vaders, 20 Junii 1581. Hier 3 mergen. Idem eedt vernijt, 17 Septembris 1588. Idem eedt verngt, 31 Augusti 1544. Idem eedt verngt, 13 Junii 1556. Dircksken, weduwe Arnt Dircks soon, erve hares hroders Martins voorn., ontfangt 3 mergen lants, in den ampte van Bommelreweert in den kerspel van Driel gelegen, 9 Octobris anno 1574. Dirck Arndtssoon, erve sgner moder Dircksken Jans dochter, erft op sgnen soon Adrian Dircks soon, die voorterft op sgn moder Hillecken Dirck Egens dochter, weduwe Dirck Arnts voorn., diewelcke, .beleent sgnde met drye mergen lands butendgcks met anwas oft affval en twee stucken op Utickerweerde, in den dorpe van Driel in Bommelerweert gelegen, alsnu houdende achtehalff schaer weyden, maeckt dat haer soon Dirck Cocken anderhalff schaer vooruut hebben sal ende die ses scharen met anwas offte affval onder haren semtlicken kinderen ende kindskinderen gedeylt werden sullen, mitz dat tgedeelte, dat op Geurt Geurt Jaspers van Stenis ende harer dochter Heylkens soon (vallen sal), so hg sonder echte kinderen sterft, op hare descendenten ende nyemant anders vallen sal, 10 Martii 1625. Derck Cocken als erve sgns moeders Hilleken Derck Egens dochter heieent, den 17 Julii 1627. Ggsbert Jacobs en Johan Goyerts elx voor de helfte, to gebruycken sonder splissinge, bij opdracht van Derck Cocken heieent, den 8 Maij 1630. Anna Wouter Egens, weduwe van Jan Geurts, beleent sgnde, draegen sg ende Ggsbert Jacobs de Wits dit leen in 't geheel op aen Godefridus Buschman, predikant tot Driel, den 9 Septembris 1668. Petrus Buschman, erve sijnes vaders Godefridi *), beleent, den 4 Februarii 1675. Theodorüs Brandolphus, predikant tot Arnhem, is hulder. Geertruid Buschman 2), erve haers broeders Petrus, beleent, den 19 Januarii 1700. Mattheus Hubertus eh Johanna Cornelia van Minningen, erfgenamen haers moeders Geertruid Buschman, beleent, 10 November 1724. Matheus Hubertus van Minningen doet eed. Johanna Cornelia van Minningen stelt tot een niwen hulder Gerhard ') Het register heeft abusievelijk; Petri. 2i Gehuwd met Gerrit van Minningen, schepen van Bommel (akte). 687 van Minningen, die ook dit leen verheft als oom en bloedmomher van Gerhard van Minningen, onmundige soon van sijn broeder Matheus Hubertus van Minningen, 13 April 1736. Deselve *) en Maria Catharina Francken, als moeder en voogdesse van haar onmundige soon Gerhard van Minningen, na het stellen van H. H. Otters tot nieuwen hulder, dragen dit leen op aan Hillehrand V er h o e ks, die daar weder mede beleent is, 8 April 1751. Henricus Verhoeks, pro se en namens sijn broeder Cornelius Verhoeks, laat appröberen en per clausulas concernentes registreren een erfscheydinge en deylinge van den 10 Februarii 1780,17November 1780 2). Idem als erfgenaam sgns vaders Hillehrand Verhoeks en uyt kragt van 't geaprobeerde magescheyd beleend, eodem die. 310 3). DEIEL. Die weerdt, mollen ende mollenwerff met den tobehoren, in den Kivisham in den gerichte van Driel, tuschen Eoloff Knoip an d'een sgde ende Gerrit Thonis, Andries Grote Smeits soon l£ mergen in Kivisham beneden, ontfangen bij Gerrit de Gier, anno 1390. Peter de .Gier heer Peters soon ontfengt eene windmeulen, gelegen bg Driel, met een huys ende hofstat, daerbg gelegen in den Kivitzhamme tusschen Wymmar an d'een ende Berwin Thonis soon an d'ander sgde, tot Zutphenschen rechte, anno 1402. Idem, met Heymerich ende Hillen, sgne sonen, ontfangen die windmeule to Driel in den Kyvitzham met den werve, daer sg op steet, mit 2 hont lants, daeran gelegen, erve Jan Wenmers an d'een ende Gerrit Tuyns an d'ander sgde, met eenen wege, 4 voet breet, streckende van den meulenwerve tot an der hoeven van TJutwgck tuschen Jan Martins soon ende sgnen erven, .waervan hg sgnen sonen Heymerich ende Hillen na sgnen doot die helft bekant, die hg doch sgn leven lanck als tuchter gebruycken sal, anno 1414. Arnt de Gier beleent, anno 1420. Heymerich ende Hille, bg transport hares broders Arnts, eodem die. Gerrit de Gier ontfengt den Kyevitznaem *), gelegen tot Driel, an d'een sgde Jan Gelis soon, an d'ander Dirck die Heyden, streckende op den Middelwech, anno 1440. Arnt die Gier, angevende, dat omtrent 7 hont lants, gelegen in den gerichte van Driel, geheiten Kivitzham, tuschen Arnt Gerrit Eoloffs soon ten beyden sgden, in langen jaren niet te leen erkent is, begeert, dat Arnt Jans J o e d e n daermet beleent werde, als geschiet is, anno 1483. *) Destijds wed. Le B a 11 e u r (akte). *) Tusschen Willemijn van Balkum, wed. Hillehrand Verhoeks, en hare kinderen Martinus, Daniël, Elisabeth (gehuwd met Claas Egon van Veltdriel), Hendrina (gehuwd met Jacobus Verhoeks), Henricus en Cornelius. ') Vgl. 305a. . . , , *) Bedoeld is alleen het land in den Kivitsham; de molen komt in deze en volgende akten niet meer voor. 688 Jacob Joedens soon erft op sijnen soon Cornelis 6V2 hont, geheiten Kivitzham, die hg vorterft op sgn moder Marie Gerrits dochter, huysfrou Jacob Egeus soon, 16 Julii 1524. Alle versuvm quijtgegeven armottehalven. Cornelis Jacob Egens soon, erve sgner moder Marie, 27 Aprilis 1551. Lanrentz 1) van den Steen is hnlder. Idem, noch onmundich, crigt uutstel, 20 Junii 1556. Idem doet selver eedt, 13 Julii 1556. Lgsbet Aerts dochter van den Steen, erve hares neven Cornelis, 12 Julii 1561. Haer hulder is Mattheus Vyghe Jans soon. Johan Mattheus soon, erve sgner moder Lgsbet, ontfengt 6^ hont lants ofte daeromtrent, geheiten Kivitzham, in den ampte van Bommelreweert in den kerspel -van Driel gelegen, daer an heyden sgden naest gelegen is 'tlant, dat zei' Gerrit Eoloffs soon te behoren plach, 27 Novembris 1578. Jeronimus Wynants van Bosand 2 j, erve sgnnes moeders Barbara Matheus, suster van Jan Mateus, lest beleent sijnde, naer het leen ontfangen hadde, draegt tselve op aen Hendric Jacobs van Wesel, burger tot Bommel, die 00c daermede beleent is, den 6 Mey 1647. Jan van Wesel, erve sgnes vaders Abraham van Wesel, procureur generael van de provintie van Utrecht, die de erfgenaem was van Hendrick Jacob van Wesel, den 30 Julii 1681. Isaac van Kreyestein, medicinae doctor, is sgn hnlder. Idem, meerderjarig geworden sgnde, laat den eet verniwen door sgn hulder Dr. Michiel van Coxie, 4 Augustus 1704. Cristiaen van Wesel, erfgenaem sgns broeders Jobans, beleent, 7 September 1706. Hulder Dr. Michiel van Coxie. Catharina d e H e u s, weduwe en universele erfgenaem haers mans Christiaen van Wesel, beleent 25 November 1730. Hulder Hermannus de Laet. Deselve draegt dit leen op aen Gerrit B a y e n s, die daer weder mede beleent is, eodem die. Gerrit de Krgger, nomine uxoris Margaretha Bayens, erve haers vaders Gerrit Bayens, beleend, 15 Maii 1777. 311. DEIEL. Twee mergen lants, gelegen op de Vliedert, an d'een sgde Jacob de Bruyn, Heymerich Jans broder, tot Zutphensche leen ontfangen bij Dirck Jans soon van Driel, anno 1379. Egen Jans soon ontfengt 2 mergen in den Krumaeker, gelegen in der eynige van Driel tusschen Otken Bollicx soon van Bymmen an d'een ende Vos Claes soon an d'ander sgde, anno 1388. Jan Egen soon ontfengt 2 mergen in den Cromacker, Dirck van'Heeswich an d'een, Jan Loiden erfgenamen an d'ander sgde, in den ') Het register heeft abusievelijk: Lambert. "j Zijn gemachtigde is zijn broeder Pouwel Wynants van Rosande (akte). 689 gerichte van Driel, anno 1399 et anno 1402. Hier staet: Johan Egen Johan Lnden soons soon tot Bommel. Peter van der Stege ontfinck 2 mergen op de Vliedert in den Langencamp in den gerichte van Driel, op d'een sgde naest Arnt Egen soon, op d'ander Claes Bonman, streckende met heyden enden op de gemeyn stege, tot Zutphenschen rechte, anno 1417. Johanna Derck Jans soons dochter transporteert 2 mergen in den gericht van Driel op Vliedert in de stat, die men heyt Dadelkinck, tuschen Henrich Vastraets soon Bonman ende Derck Goderts soon an d'een, ende Adrian Jan Eavenssoon an d'ander sgde, tot behoeff van Jacoh van Veldriel, anno 1420. Idem, anno 1424. Johan Tengnagel van Driel, erve sgnes vaders Jacobs, anno 1444. Sander Jacobs soon van Veldriel, erve sgns broders Jan Tengnagels, anno 1460. Maes Claes soon van wegen. der. fabricquen der kercken van Driel als verwegen van Sander voorn, beleent, 26 Octobris 1484. tVersuym gugtgescholden. 311a. DEIEL. .Die helft van omtrent twintich hont lands, in den ampte van Bommelerweert in den gericht van Driel op de Vliert gelegen, westwert naest Egen Dircks tot Bommel, oostwert WiUem van Henxtum, streckende suydwert op den Vlierderweg ende noortwert op dgek ende goet van Willem Eoloffs Krebber, liggende dese-helft naest Egen Dircks an, ende Lgn Marcelis met d'ander helft naest Willem van Henxtum an, te Zutphenschen rechten opgedragen bg Adrian van Oever Gosens soon, onmundig, deur sgnen swager Melchior van Meteren op Jan G o y e r t s, met believen sgner omen Gerrit Pan, Jan van Lanckvelt ende Cornelis Jans soon«Timmer, 14 Junii 1622. Judith Jans Goeyerts *) draeght nae voorgaende beleeninghe dese helfte op aen Johan van de Pol2), den 4 Maii 1652. Gerhardt van de Poll, erve sgnnes vaders Johans, beleent, den 2 Octobris 1655 3). Anna Emerentiana van de Pol, erfgenaem haers broeders Gerhards Hendriks, beleent, 12 April 1712. Hulder Valerius Swaen. Derk en Eeinier van Sittert uit kragt van aenvanksbrief ten laste van Aert van Lith beleent, 2 Junii 1724. Derk van Sittert doet eed 4). Maria Emerentiana Hunninga van Ooswald, weduwe Albert van ') Haar man en momber is Boelof Janssen. ") Drossaard te Hedel (akte): *) Zijn moeder Hendrica Tan Leuwen ontvangt het leen voor hem. *) »By handtastinge in plaets van ode, als wesende een mennonist" (akte). Nijmegen. 44 690 Manen, erfgenaam van Anna Emerentiana van de Pol, beleent, 5 November 1733. Diderik Schook doet eed. Gerardus van Manen, erfgenaam sgns moeders Maria Emerentiana Hunninga van Oostwald, beleend, 23 Mey 1765. Idem draagt dit leen op aan Engel van Beurden, die daar weder mede beleent is, eodem die. Idem draagt dit leen op aan Martinus van Beurden, die- daar weder mede beleend is, 10 Februarii 1738. Theodora van der Kalle als moeder en legitime voogdesse van haar minderjarigen zoon Hendrik van Beurden nae dode van haar man Martinus van Beurden beleend, 17 Maart 1787. Hulder Philip Willem van der Horst. Deselve draagt dit leen q. p. aan Jan van Ges se 1, die daar weder mede beleend is, eodem die. 311b l). DEIEL. Een mergen lants in den gerichte van Driel in den Hammebeemt, an d'een sgde Eoloff Delff Alarts soon ende Baldeken Hengener an. d'ander sgde, ontfangen bg Gerrit L o y Johanssoon, anno 1390. Gete Loye Jans soon ontfengt eenen mergen lants in den gerichte van Driel in Delfskampe naest den Lampmorgen tot Zutphenschen rechte, anno 1402. Gadert Peters soon ontfengt 1 mergen op den Wuesten to Driel tot Zutphenschen rechten, anno 1402. Gerrit Loy Johans soon ontfengt 5 hont lants to Driel in Delfscamp, tuschen Bandeken Bandeken Jordens soons soon an een sgde ende Eoloff Delff Stevens soon an d'ander sgde, tot Zutphenschen rechte, anno 14*14. Derich die Stout GUnselens soou ontfinck 1 mergen to Driel in een stede, geheiten op de Worden, tuschen Derch voors. op d'een ende erven Ggsberts Myden op d'ander sijde, met eenen eynde op de gemeyne stege, met den anderen eynde in erffnisse Derics voors. Dit is oyck een Amersoys leen ende gehoort tot Zutphenschen rechte, anno 1417. Henrick Willem Stoutens soon ontfengt 1 mergen to Driel, ant een eynde Henrick Peters soons erfgenamen oostwert ende westwert, an den anderen eynde Jacob Marselis soon, ende an beyden sgden Henrick Willem Stouten selff gelant, anno 1468. Wolter Heymerix soon ontfengt 1 mergen tot Grootdriel op de Langeweyde, an d'een sgde die gemeyn stege, an d'ander Wolter voorn, selff, anno 1470. Gerrit van Kessel, als een versuymt leen, 24 Julii 1481. Henrick Stouten, oltste dochter Eegen Eegens, huysfrou Johan Teetz, ontfengt dit voor haren soon i) De onder dit hoofd vermelde akten schijnen niet alle op hetzelfde leen betrekking te hebben; vanaf die van 1468 bevatten zij een overeenkomstige omschrijving. 691 Wolter Teetz, 29 Julii 1481. Wolter Heymerix soon transporteert 1 mergen to Grootdriel op de Langeweyde op Jan Dircks soon, onmundich, anno 1483. Dirck Guerts, sgn vader, is hulder. Johan Dircks Smyts soon, anno 1504. Idem eedt verngt, 17 Septembris 1538. Idem eedt verngt, 11 Julii 1544. Dirck Vonck Dirx soon, bg transport Johans voorn., 30 Aprilis 1553. Idem eedt verngt, 13 Junii 1566. Idem verngt eedt van eenen mergen lants, tot Grootdriel op de Langeweide gelegen, an d'een sgde die gemeyn stege, an d'ander Wolter Herfricks soon, 18 Julii 1594. Dirck Dircks soon Vonck, erve sgnes vaders beleent, met eenen mergen lands tot Grootdriel, op de Langeweyde gelegen, oost- ende suydwert an de gemeyn straet, westwert Herman Thgs soon ende noortwert Geertien Dirck Voncken dochter, weduwe Jaspers van Buren, 27 Aprilis 1616. Dirck Dircks soon Vonck, erve-sijns vaders, beleent, 11 Augusti 1626. Idem tucht sgn vrouw Beatrix de C ock*) haer leven lanc, den 12 Meert 1634. Mayken Dercks Voncken, erve hares broeders Derck Vonck Dercks, beleent, den 2 Decembris 1636. Oer man Arnt de Cock Wouters doet hulde. Herman van Lit, erve sgnes moeders Maeyken Dercksz Voncken, beleent, den 27 Octobris 1685. Aart van Lit, onmundig, erve sgns vaders Herman van Lit, beleent, den 3 Augusti 1696. Hulder Wouter de Cocq, sgn oom. Idem, mundig, doet self eet, den 10 Novembris 1700. Thomas Landsdael beleend, 7 Junii 1741. Gerrit Johannissen van Geffen laat appröberen en per clausulas concernentes registreren 't magescheyd, den 10 Maart 1776 met sgne medeerfgenamen over den boedel van haai- oom Thomas Landsdael opgerigt, 4 Februarii 1777. Idem na dode sgns ooms Thomas Landsdael en uyt hoofde van het geaprobeerd magescheyd 2) beleend, eodem die. Johannes van Geffen Gz., erfgenaam sgns vaders Gerrit van Geffen, beleend, 6 November 1789. Denselve draagt dit leen, op aan Willem van Velddriel, die daar weder mede beleend is, 10 September 1791. 312. DEIEL. Vijff mergen lants, in den eynigen van Driel gelegen, 1 hont min, tot Zutphenschen rechte ontfangen bij Egen vYolters soon, anno 1402. ') Aertsdochter (akte). *) Tusschen de kinderen van Egon van Veltdfiel en Johanna Lansdaal, 't. w. Nicolaas Egon, Willem, Christina en Aaltje v. V., de laatstgenoemde gehuwd met Gerrit van Geffen. 692 Egen Gemens, Johan Sterekens soon ontfengt 5 mergen lants m den g Voïïr tót Driel gelegen, dat een eynde op de Korte Beemde, dat ander di^Heylige Geeft to Driel, an d'een snde noortwert Jan van Tefelen, an d'ander sgde Martin Heymerix soon, anno 1468. Egen Egens soon hg vercopinge Egen Gemens, 26 Martn 1473 Egen Egens soon, onmnndig, beleent, 29 Jnlii 1481. Waltgert Egens soon hnlder. Idem eedt verngt, 17 Septembris 1538. Idem eedt verngt, 11 Jnlii 1544. ' Egen Egens soon, erve sgnes oldevaders Egens Egens soons, 21 Martn 1551. Idem eedt verngt, 12 Junii 1556. Dircksken Egens, huysfrou Jacobs van Kessel, erve hares vaders Egens, erft op haer kinderen . Egen ende Catrin van Kessel, weduwe Dircks van den Pol, ende m magescheit togedeylt sgnde Catrin van Kessel, wort sg daermede beleent, 11 Augusti 1626 ) Dersken van den Pol, erve haerer moeder Catarina, beleent, den 1 Decembris 1636 2). „ , . . , . Theodorüs Fonck, erve sgnes moeders Derskeii van^Pol beleent door Godefridum Buschman, sijnen hulder, den 30 Martn 1671 j. Afgespleten van 812. 312 § 1. Die helft van vijff mergen lands, tot Grootdriel in den Vogeler gelegen, met den oosteynde an de Cortebeemt, wstwertgdef Heyligen Geest tc.Driel, suydwert den Beemtgrave, ende noortwert Jacob Sas, daervan Wolter Egens ofte sgner suster kinderen die wederhelft tocomt, te Zutphenschen rechten ontfangen hg Dirck Dircks soon Vonck als erve sgnes ooms GosenVoncks, gewesene eeman van Stgntgen Egens dochter, 27 Aprilis 1616 Dirck Dircks soon Vonck, erve sgnes vaders, beleent 11 August!^1626. Idem tucht sgn vrouw Beatrix de Cock haer leven lanck, den12 Meert 1634 Mavken Dercks Voncken, erve hares broeders Derck Vonck Deicks y S«rïn 2 Decembris 1636. OermanArndt de Cock Wouters doet hulde. , Jacobus de Cock, erve sgnes moeders Maeykén Dercksz Voncken, beleent, 27 Octobris 1685. ■ Hillehrand Cornelisse, erfgenaem sgns ooms Jacobs, beleent, 26 Novembris 1705. Jan van Alten, onmundig, erve sgns ooms HiUebrand Cornelissen, beleend, 8 Augusti 1741. Hulder Frederik Beyennk. Johan Cock Aertsen'is hulder (akte). Deze eu de vlg. akten betreffen de helft ^ tS. Johannes. Chephorinue, P^^^l^ den leengrifner d.d'! ^sTpUr^b^ Ell£2££S«o Mesteeker destijds bezitter, van dit leen was. 693 Idem, meerderjarig geworden, vernieuwt eed en draagt dit leen op aan Aardt van de Br aak, die daar weder mede beleend is, 23 Junii 1762. 313. DRIEL. 11/2 mergen. lants in Griet Stareken camp, an lant Jacob Storms an d'een end Heynen Hoeve an d'ander spe, tot Zutphenschen rechte ontfangen bg Jacob Storm, anno 1468. D'oltste (dochter) Jacob Storms, huysfrou Willems de bastart van Weerdenborch, heeft an Geman Schoen dit leen vercoft, diewelcke versueckt, dat sper dochter man Derck Helmichs daermet beleent werde, .29 Julii 1481. Johanna Gheenman Schonen dochter, huysfrou Dirx voorn., ontfengt 10 'hont lants, gelegen in den gericht van Driel in Griet Stereken camp, daer boven naest gelant is Johan Baken Sterekens soon, berieden Dirck Helmichs, streckende met den eenen eynde op erve Amts van Henxthen, met den anderen eynde an de gemeyn straet, anno 1492. 313a »). DRIEL. 10 hont lants, gelegen op Speclant, an d'een spe die gemeyn weteringe, an d'ander die Apport in den kerspel van Driel, voort 1 mergen lants opter Apport, an d'een spe Derck Gaderts soon, an d'ander Derix Gaderts soon, ontfangen bg Otto Bollix soon, anno 1390. Johan die Stoute ontfengt 10 hont lants, gelegen in den gerichte van Driel in dat Specklant, ende een huismergen lants, gelegen op d'Appert tuschen Diedrich Gadert soons lant an beyden sgden, tot Zutphenschen rechte, anno 1402. Hadewich Willem Schonen dochter, erve hares mans Johans voorn, ende harer dochter Johanna, ontfengt elff hont lants, geheiten dat Specklant, gelegen in den kerspel van Driel, Diedrich Gaderts soon, Arnt Jan Tegnagels soon ende Diedrick Toerffs soon an d'een sgde ende die gemeyne weteringe an d'ander sgde; item 7 hont lants, op die Appenweert gelegen, Diedrich Godarts an d'een ende Johan Schoercap, Jans soon van der Stege, an d'ander sgde, anno 1404. Lgsbet Otten Bollix soons weduwe ontfengt 1$ mergen, geheiten Specklant, ende 1 mergen op Appenweert, twelck haer angecommen is van Ggsbert Eygens soon ende Johan den Langen, haer broder ende mage, anno 1404. Arnt Arnts Kopparts soon is hulder. Johan Dirck Otten soon erft 11 hont, geheiten dat Specklant, op Otto die Stout Jans soon, anno 1468. Idem eedt verngt, 10 Maii 1485. ') In deze afdeeling zijn vermoedelijk 2 leenen verward. 694 318b. DRIEL. 4 mergen lants min l'/2 hont, gelegen in den gerichte van Driel in Veltdrielre ackeren tuschen erfgenamen Jacob Marcelis soons an d'een sgde ende Johan Schuerkappe Dirx soons an d'ander sgde, in eenen rechten erfleene getransporteert bg Johan Egens soon tot behoeff van Henrich den By en Sanders soon, anno 1383. Wonter Egens soon, anno 1424. Egen P o i r t e r draegt op den Smalen Camp, haldende S\ mergen lants ofte daeromtrent, gelegen in Veltdrieler acker, an d'een sgde Baken Jan Stereken soon, an d'ander Jacob Scorkop, tot Zutphenschen rechte, anno 1456. Hiér staat nyet bij tot wiens behoeff. Baken Johan Stereken soon beleent, anno 1468. Johan Baken Stereken soon beleent, 26 Octobris 1484. Lgsbet, huysfrou Jan Marcelis soon, erft dit op haren soon Johan Jan Marcelis soon, anno 1501. Arnt Jans soon, erve sgnes neven Johans voorn., 20 Novembris 1580. Idem eedt verngt van 2^ mergen, 17 Septembris 1538. Phyme Claes, weduwe Jan Marcelis *), erffgenaem haerer kinder, erft voort op Matthgs Claes soon, haren soon, 31 Octobris 1562. Hier staet: die Smalecamp, holdende omtrent 3^ mergen, to Driel in Veltdrieler acker bg erve Egen Derck Koop soon. Claes Thgs soon verliest dit hg dgekgave ende comt an Jan Dirck Francken, die beleent wort 27 Augusti 1621 2). Thgs Jansen van de Laer beleent met seven hont lants, sgnde een gedeelte van den Smalencamp, voor desen in den dgek gegeven ende hem van sgn voorsaeten aengecomen, den 11 Novembris 1692 3). ' Delis Jansen van de Pol beleent met gelgcke seven hont lants, sgnde een gedeelte van den Smaelencamp, voor desen in den dgek gegeven ende hem van sgn voorsaeten aengecomen, den 11 Novembris 1692. Mathgs van de Poll na dode van Delis Jansen van de Poll beleent met seven hond, 10 Meert 1767. Idem draagt dit leen op aan Delis Visscher, die daar weder mede beleend is, 18 Januarii 1780. ') T. w. Jan Jan Marcelis, haar eerste man, die in 1501 met het goed was beleend en het zijnen 2 kinderen had nagelaten. Dit blijkt uit de verklaringen van Thijs Claeszoon, in de akte opgenomen, doch het is niet te rijmen met de akte van 1530. ') N.l. met */,. Het derde gedeelte kwam toe aan Arnt Thijszoon; daarop heeft betrekking § 2. 8) Zie verder § 1. 695 Afgespleten van 313b. 313b § 1. Seven hont lants, snnde een gedeelte van een goet, geheiten Smaleeamp, te samen houdende omtrent vierdehalve morgen, in Bommelerweert te Driel in Veltdrieler acker bg erve Egon Derxe Coops soon gelegen, daervan het derden deel Aernt Thgs soon toekomt, aen den Furstendom Gelre ende Graefschap Zutphen ten Zutphense regten met een pond goet gelts te verheergewaden leenroerig. Hendrik van de Laer, erfgenaem sgns enigste broeders Matthgs van de Laer, beleent 15 Februarii 1713. Hillehrand Verhoeks beleend met dit leen, gelijk hetselve weleer bg Hendrik van de Laer is beseten geweest, 18 April 1747. Henricus Verhoeks, pro se en namens sgn broeder Cornelius Verhoeks, laat aproberen en per clausulas concernentes registreren een erfdeylinge en scheydinge van den 10 Februarii 1780,17 Novembris 1780 *). Cornelius Verhoeks, erfgenaam sgns vaders Hillehrand Verhoeks en uyt kragt van bovenstaand magescheyd beleend, 20 Maart 1781. Afgespleten van 313b. 813b. § 2 2). Seven hont lants, sgnde een gedeelte van een goed, geheiten Smalencamp, te samen houdende omtrent vierdehalve mergen, in Bommelerweerd to Driel in Veltdrieler acker bg' erve Egon Derxsen Koops soon gelegen, daervan nu het darden deel Hendrik van de Laer en 't ander Jelis Janssen van de Pol toekomt, aen den Furstendom Gelre ende Graefschap Zutphen ten Zutphense regten met een pond goed gelts te verheergewaden leenroerig, in 't geheel in den dgk gegeven geweest, sgnde als een bysonder leen verheft door Loef van Thiel, soals 't van sgn voorsaten aengekomen is 3), 28 Mey 1718. Adriaen van Thiel, erve sgns vaders Loef van Thiel, beleend, 18 Julii 1744. Louis van Tiel, minderjarig, erfgenaam sgns vaders Adriaen van Tiel beleend, 17 Januarii 1769. Hulder J. van Nuys. 4). Denselven, meerderjarig geworden, laat eed vernieuwen, 24 October 1786. Hulder Jan Lutz. Idem, vermits het 'afsterven van sgn hulder Jan Lutz, doet selvs eed, 12 October 1793. ') Vgl. bldz. 687 noot 2. ») Zie bldz. 694 noot 2. 3) Met kwijtschelding van verzuimen (akte). ") Moeder-voogdes was Adriana Timmer (akte). 696 314. • DEIEL. Acht hont lants op den Vliedert in den gerichte van Driel, daer naest gelant is an d'een sgde Jan Verwentseers erfgenamen, an d'ander Arnt Egen des Bies soon, ontfangen bg Willem de Swarte Dircks soon, anno 1390. Wijnrich Willems Swarten soon ontfengt 8 hont lants, gelegen in den Langencamp in den gericht van Driel, Wgnrich voors. an d'een ende Arnt Egen Byes soon an d'ander sgde, tot Zutphenschen rechte, anno 1401. Idem, 1402. Op den Vliedert. Claes Vasterts Cocks soon ontfengt 8 hont lants, in den kerspel yan Driel gelegen in den Blauput, daer noortwert naest gelant is Henrick Ggsberts soon, an d'ander sgde Jan Gerrit Gerrits soon, ant een eynde Jan Spierinck, dat ander eynde streckt op de Brackstege, als een versuymt leen, anno 1483 *). Eutger Claes Cocks soon, erve sijnes vaders, anno 1504. Claes Johan Claes soon, bg transport Eutgers voorn., 16 Aprilis 1523. Johan Claes soon, erve sijnes vaders, 20 Junii 1531. Gerrit Arnts momber. Idem eedt verngt, 17 Septembris--1538. Idem eedt verngt, 22 Junii 1544. Idem crigt uutstel, 2 Junii 1556. Idem eedt verngt, 28 Octobris 1557. 315. DEIEL. Een hofstat, haldende 4 hont lants, gelegen in den kerspel van Driel bg der kircken, met der eener sgde nevens erve Goossens van Driel, met der ander neven erve Bembolt Loefs, geërft van Heyn Eoefs soon op sgn dochter Lgsbet, weduwe Dirck Claes soon, diet voort transporteert op Arnt Peters soon, anno 1461. Idem, anno 3468. Tot Zutphenschen rechten. Idem eedt vernyeut, 25 Septembris 1473. Hier staet: tuschen Goossen van Driel ende Arnt voors., met heyden eynden op de gemeyn straten. Claes Claes soon, des voorn. Arnts ooms soon, 27 Augusti 1482. Claes Claes soon van der Trappen2), erve sgnes vaders, die sulx versuymt ende vervrevelt had, anno 1493. In der buyrschap, geheiten Martwick. Idem tücEtigt sgnen vader voorn., eodem anno. Nota: dit schijnt bijna • een besunder leen, omdat hier staet: Een huys ende hofstat met der patingen, daerop staende, ende allen sgnen tobehoren, haldende omtrent 4 hont lants, gelegen in den gerichte van Driel in ') Dat het in deze en de volgende akten bedoelde leen hetzelfde is als het bovengenoemde, blijkt niet. !) De jonge (akte). 697 der boerschappen, geheitejrMartwijck^ daer naest gelant is Willem Loy aT^Pê^spenoortwerï," ende Heyn Eoloffs steegsken an d'ander sijde suydwert, streckende met beyden eynden op de gemeyn straet; ende nu volgt hierna wederom die eerstgenoemde Claes Claes soon, als erve des voorn. Arnt Peters soon, beleent met een huys ende hofstat met 4 hont lants, in den kerspel van Driel gelegen tuschen erfnisse Goossens van Driel ende Arnt Peters erfgenamen an beyden spen, streckende met beyden eynden op de gemeyn straten, oyck anno 1493. Also dat het schpt, dat d'eerste Claes Claes soon een besunder ende d'ander Claes Claes soon van der Trappen oick een besunder man sij 1). Idem tuchtigt sp vrou Lgsbet Jan Smolleners dochter, eodem anno. Eiusdem dochter, huysfrou Jacob Engelberts soon, als hares oldevaders Claes Claessen erfgename beleent, 12 Februarii 1520. 'tVersuym van 8 of 4 jaren qugtgescholden. Engelberts voorn, propter pauper tatem crigt qugtscheldinge des hergewaets ende aller gerechtscheiden tot 1 gulden to. Arnt Jacobs soon, bg transport Jacob Engberts, ontfengt hier weder een hofstat, haldende 4 hont lants, so die in Bommelreweert in den kerspel van Driel in der buyrschap van Mart wgck gelegen; ende Jacobs vrou staet hier genoomt Claes Claes soons dochter van der Trappen, anno 1522. Jacob Arnts soon, erve sgnes vaders, 19 Januarii 1534. H&m, gênant de Haze, vernijt eedt, 17 Septembris 1538. "idem eedt verngt, 7 Julii 1544. Arnt Jacobs soon de Haze, erve sgnes vaders, 10 Octobris 1549. Onmundich 2). Idem selver eedt verngt, 13 Junii 1556. Engelbert de Haze,-erve sgnes broeders3) Arnts, 6 Novembris 1571. Idem eet verngt, 20 Septembris 1581. Batien Jans dochter, erve hares halven broders Engelberts, laet dit ontfangeti haren soon Johan Peters soon Metselar," LI Augusti 1626. Jacob Peters Metselar bg opdracht sgnnes broeders Johans beleent met drye hont lants, den 31 Decembris 1635 4). Willem Hendrix bg opdracht van Johan Peters beleent met een hont lants, den 31 Decembris 1685. Hendrick Willems, erve sgnes vaders Willem Hendricksz, beleent met een hofstadt, groot omtrent een hont lants, 16 September 1663. Mechtelt Everts, huysvrou van Ggsbert Jansen Suyrmont, erve haeres soons Hendrick Willems, beleent, den 9 Januarii 1667, doorGode- fridt Hoeyng, haer hulder. Eadem ende haer man laeten haer dispositie appröberen, eodem die 5). •) De inhoud der volgende akten geeft aan deze veronderstelling van Van Reyd weinig steun; de zaak is echter niet duidelijk. ") Lambert Matheuszoon is hulder-(akte). 3) Het register heeft abusievelijk: vaders. 4) Zie verder hierna § 1. s) Blijkens deze akte werd het leen eerst door de vrouw aan een derde opgedragen, die het vervolgens aan de beide echtelieden opdroeg met beding, dat de langstlevende er over zou mogen beschikken. 698 Ggsbert Jansen Suyrmont uyt cracht sgner vrouwen dispositie beleent, den 21 Februarii 1668. Jenneken Aerts, naergelaten weduwe van Ggsbert Jansen Suyrmont, iaet appröberen salvo jure tertii het testament van Ggsbert Jansen Suyrmont, den 2 September 1686 te Driel gepasseert, ende is met dit leen beleent, den 3 Augusti 1691 1). Jan Gerritse van Hoesselt, erfgenaem sgns moeys Jenneken Aerts, beleent, den 26 April 1706 2). Afgespleten van 315. 315 § 1. Drie hont van een hofstadt van vier hont lants, in Bommelerweert in den kerspel van Driel bg de kerk gelegen, oostwaerts en suidwaerts de gemene straet, afgesplit van 315. Matgs van der Vin, erve sgns oudsooms Jacob.Peterse Metselaer, den 19 Junii 1696. Idem draegt dit leen op aen Jacob Gerritse Coppelaer, eodem die, die daer weder mede beleent is. Toontje Jacobse Coppelaer, erfgenaem haers vaders Jacob Gerritse, beleent, den 26 April 1706. Hulder Jan Gerritse van Hoesselt, haer'man. Jan Gerritse van Hoesschilt draegt dit leen op aen Goris Koppelaer, die daer weder mede beleent is, 26 Julii 1712. Jacobus Koppelaer, erve sgns vaders Goris Koppelaer, beleend, 14 Meert 1747. Idem draagt dit leen op aan Peter van den Anker, die daar weder mede beleend is, 3 November 1756. Idem, pro se et nomine uxoris s), draagt dit leen op aan Jacobus de Beu vers, die daar weder mede beleend is, 8 Junii 1764. 316. HEDEL. Dat huys tot Hedel als een open huys tot Zutphenschen rechten, met eenen ponde te verhergewaden, ontfangen bg Willem heer van Cranendonck, anno 1836. Ermgart, huysfrou Thomas heeren van Sevenbergen, ontfangt die borch ende dat huys tot Hedel met der hofstat ende sgnen graven ende allen sgnen vestingen, diet nu heeft off namaels daeran gemaeckt mochten werden, als open huys, anno 1842, ten onver, sterflicken erfleen. ') Frederik de Loos is hnlder (akte). *) Op een ingehecht stukje papier is aangeteekend: „De weduwe van Jacob van Hoesselt, genaamt Lena, aangemaand tot verheffinge den 8 November 1756; de brief medegegeven met Peter van den Anker, daarnaast wonende. N.B. Het voors. perceel soude vervallen sijn van Jan Gerritse van Hoesselt op Jacob van Hoesselt en van die op sgn oudste soon. Op tselve staat een hnys". •) Anna van Heekesen (akte). 699 Dirck heer van Cranendonck bewgst hertog Eeinolden 50 ) Ten behoeve van den hertog; behoudens ook de lgftocht van vrouw Sophia van den Bylant (akte), a) Eenige dochter. Vlg. de akte. *) Daem Schelart tot Obbendorp, heer tot Gurtzenicb, etc. (akte). «) Zgn moeder Maria van Wytenhorst vraagt het uitstel, omdat hij door den vgana gevangen wordt gehouden (akte). 710 Fredrick Torck Lubberts soon crigt 6 weken uutstel, 9 Junii 1598. Johan Turck, erve snnes broders Fredrick s, beleent, 5 Decembris 1601. Josina van Sallant *) protesteert, so haer soon Joban voortvaert hare tucht te turberen, dat sg alsdan bedacht hares soons Fredricks nagelatene leenen als naeste leenvolgersche t'anveerden, 25 Februarii 1602. Idem 2) laet sgnne ende sgnner huysfronwe dispositie appröberen, den 20 Junii 1638. Lubbert Turck, erve sgnnes vaders Johans, onmundich, beleent, den 24 Septembris 1639. Adriaen de Graeff, volmechtige van de moeder, doet hulde. Idem doet selver eedt, den 30 December 1642. Maria Turck, erve haers broeders Lubberts, beleent, den 13 Januarii 1646. Eadem tucht haer man Eutger van Eantwick, 13 Januarii 1646. Eadem laet den eedt vernieuwen door Jordaen Francquen, soo oer za. huysheere Eutger van Eantwick den 13 Januarii 1646 voor oer gedaen hadde, den 28 Januarii 1647. Eadem laet haere meeninghe ende wille bg forme van dispositie appröberen, den 6 Februarii 1651 3). Willem Thomas Quaedt totWickrade, nomine filiorum als erffgenamen haeres moeders Maria Torck, beleent den 17 Augusti 1655. Idem laet sgn besloten dispositie appröberen, den 13 Decembris 1669. Otto van Swerin, Cheurvorst. Brandenborchsche Camerheer,hoff-ende gerichtsraedt etc, ende vrouwe Ermgart Maria de Quaet laeten haer boulyxe vorwaerden appröberen, waerbg deselve hebben gerenuncieert van alle vaderlgcke, moederlgcke ende grootmoederlgcke successien, den 20 Januarii 1671. Johan Frederick Quaet van Wyckraet uyt cracht van de dispositie sgnes vaders Willem Thomas Quaet tot Wyckrade beleent, den 31 Juin 1674. Dr. Johan van Triest is hulder. Otto Frederik van Yitinghof *) uit kragt van verwin beleent, 12 Februarii 1706. Stephania Anna Amarantia van Vittinghof gen4. Scheel, erfgenaem haers vaders Otto Frederik, beleent, 16 Julii 1726. Hulder Adriaen van Lynden, haer man 5). Adriaen van Lynden en Stephania Anna Amaranta yan Vitinghof genaemt Schel, egtelieden, laten appröberen de akte van togtmakinge van haerl., den 27 November laestlede gepasseert, 6 December 1726. Otto Frederik grave van Lynden, erfgenaem sgns moeders Stephania Anna Amarantha van Vittinghoff gen1 Schell, beleent, 14 November 1752. Idem laet snn huwlgksvoorwaerden van den 24 Maii 1754 appröberen en registreren, 21 Julii 1774. »). Weduwe Lubbert Turck, thans huisvrouw van Diedrick van Eek, burgemeester van Arnhem (akte). _ , . . . «) T. w Johan Turck, heer tot Nederhemert, ambtman van Bommel c. a., gehuwd met Armgart 'van Wielick (akte). De mededeeling op bldz. 605, noot 5, dat Josina Tengnagel zijn echtgenooto zou zijn, is onjuist; wel trad hij op als haar momber. •) Zij was inmiddels hertrouwd met Willem Thomas Quaedt na te noemen. «) O. F Baron v V. genaamd Schel, vrijheer van Groenewalt, enz., gen. majoor en kolonel van een regiment cavalerie. Hij had van Frans van der Linden, burgemeester van Nymegen, eenige vorderingen op den heer van Nederhemert overgenomen (akte). ') Burggraaf van Nymegen (akte). 711 Deselve laet twe besloten testamenten van den 21 Julii 1774 appröberen, eodem die. Idem en Frederica Louisa van der Does, ehegemaelen, laten hare reciproque togt, in dato 23 Junii 1778 opgerigt, aproberen en registreren, 26 Junii 1778. -■ Idem laat sgn besloten testament van den 26 Februarii 1779 aproberen, 3 Maart 1779. Frederica Louisa van der Does van Noordwgck als togtenaarse nae dode van haar man Otto Fredrik van Lynden beleend, 11 November 1788. Hulder Mr. Abraham Francken. Alexander Hieronymus Eoyerl), als bg' testament van wglen Otto Frederik van Lynden de dato 26 Februarii 1779 aangestelde voogd over de minderjarige Ottelina Frederica Louisa van Eeede, laat . registreren een extract uyt vorenstaande geopende testamentaire dispositie, eodem die. Ottelina Frederica Louisa van Eeede, minderjarig, beleend met dit leen allergestalte hetselve haar door dode van Otto Fredrick van Lynden en uyt kragt van vorenst. testamentaire dispositie als eenige en universeele erfgename aangekomen is, eodem die a). Hulder Mr. Abraham Francken. 322. • AELST. Ses mergen lants, tot Aelst gelegen in de nederste Thien Eoden, an d'een sgde Arnt Molner ende an d'ander Ggsbert Loekart, tot Zutphenschen rechte ontfangen bij Gijsbert van Hemert, bastert, Ggsberts soon, anno 1434. Herbern van Giessen ontfengt dieselve 6 mergen lants, gelegen in de nederste 10 roden, an d'een sgde naest gelant Lgsbet Gerrits dochter van den Polle, an d'ander Willems Greven erfgenamen, tot Zutphenschen rechte, anno 1430. Anna van Haeren, erve haeres moeders broeder Johan vanEmminchoven, beleent, den 30 Augusti 1639. Johan Daniels van Berlicum, haeren man, doet hulde. Afgespleten van 32 2. 322 § 1. De helfte van ses margen lants, tot Aelst in den lande van Bommelerweert gelegen in de nederste tien Eoeden, aen de eene sgde van olts naest gelant sijnde Aerent Molner ende aen de ander sgde Ggsbert Loeckert ende tegenwoordich Weymken Lamberts, weduwe van zal. Govert Antoniis van Aelst, en haere kinderen ten noorden, ende ') Secretaris der gecomm. Raden van Holland en Westfriesland (akte). >) Zg was een dochter van Arent Willem van Reede en Heilwig Adriana Amarantha van Lynden van de Park. De erflater had haar reeds bij haar geboorte als kind aangenomen. Nederhemert ontving zij onder zekere fidei-eommissaire beperkingen, in de akte vermeld. 712 Bernart Turck, heer tot Aelst, ende Wouter de Cock ten suyden, streckende voor van Hendrick Aertsen zal. sgne kinderen erve af oostwaerts op tot Sehastiaen Cornelis de Haes ende Cornelis Mol haere erven toe, aen den Vurstendom Gelre ende Graefschap Zutphen ten Zutphenschen rechten met een pont goet gelts te verheergewaeden leenroerig, ontfangen bg Adriaen de Graef, onmundich, erve sgnes vaders Adriaen de Graeff, door Bernardus Adolphus Scriba, predikant tot Nederhemert, als desselfs testamentaire voocht, den 28 Julii 1675. 322a. AALST. Een huys ende hofstat to Aelst met sgnen tobehoren, tot Zutphenschen leenrechte ontfangen bij Goeswin van Aelst e, anno 1402. Idem, anno 1424. Huis ende hofstat met den hongert tot Aelst ende met 2 mergen lants, voor den huse bg der stegen gelegen, tot Zutphenschen rechten. Hier staet mede Hillgns soon. Hillen van Aelst, erve sgnes soons dochter Beatris, 12 Octobris 1473. Johan van Aelst, erve Hillen, ontfengt dat huys ende hofstat met den bongert Snde voorgeborchte ende met 2 mergen lants, tsamen gelegen in den kerspel van Aelst tuschen den utersten grave ende den gemeynen wegh, tot Aelst bg der stegen gelegen, met allen sgnen tobehoren, eodem die. Idem verngt eedt, 24 Julii 1481. Idem tuchtigt sgn vrou Jutte, eodem die. Idem, anno 1492. Goossen van Aelst verngt eedt, 25 Septembris 1538. Janna van Aelst, huysfrou Jasper Turcks, erve hares vaders Gosens, 21 Novembris 1545. Eadem eedt verngt, 15 Martii 1557. Eadem eedt verngt deur Willem Turck, 28 Martii 1576 J). Willem Turck, erve sijnner moeder joffer Johanne van Aelst, beleent, den 26 Maii 1576. Gaert Turck Johans soon, erve sgner grootmoder Johanne, crigt uutstel, 8 Maii anno 1577. Beemt Turc 2), erve sgnnes vaders Willem, beleent, den 10 Meert 1632. Idem laet sgnne dispositie appröberen, den 9 Junii 1636. Idem vermeerdert dit leen met navolgende perceelen: den Bieseamp, groot drye mergen vier hont, opten Enden gelegen; noch ses mergen een hont, genamt de Koyeamp, mette koye daerinne gelegen, streckende van de koye tot de Pynesteege toe; noch drye mergen vier hont, gent. de Coecamp, met noch soeven mergen, in drye campkens gelegen; item noch twee mergen vijff hont; noch een 1) Wijlen Jasper Turck was drost van Gorcum geweest. Vlg. deze akte. 2) Heer van Puderoyen (akte). 713 campken, genamt de Ses mergen, alle d'eene ende ander streckende van de eene cade suytwerts op, daer boven naest gelant is Herman Jans mette Bochuscamp, beneden Steven Boss, allet in den ampte van Bommelreweert, kerspel Aelst, gelegen, met bedragh ende verclaringe dat dit leen altgt geheel ende onverdeylt sonder uuytkerinsre van den darden voet erven ende verblijven sall op het naeste ende olste mansoor van hem comparant ende bg gebrec van manserven op de naeste ende olste vroupersoon, soo nochtans dattet selve nyet sal moogen verstammen, ende dienvolgende to leen ontfangen mettet selve huys tot een leen ende met een heergewaet, ten Zutphensen rechten met een pont goet geltsto verheergewaden, den 17 Augusti 1648. Idem laet sijnne dispositie appröberen, den 9 Octobris 1657 *). Jacob Leeuwens, secretaris wegen de heeren Gedeputeerden tot Nimmegen» uyt cracht van verwin beleent, den 8 April 1670. Beernt Willem Turck beleent uyt cracht van dispositie van sgn grootvader Berent Turck, noch onmundich sgnde, door Willem Vierieu, sgn ohem, den 16 Februarii 1680. Dr Antony Foyart laet registreren een consent van de Lantschap om op dit leen te procederen, den 16 Decembris 1685. Dr Antony Foyart is uyt cracht van verwin, met consent van deLant' schap op dit leen gemaeckt, beleent door sgn hulder Dr. Diederick Foyart, den 18 Martii 1687. Anna van Balveren laet registreren des Hoves resolutie van den 10 Jun ï 1651 waerbij het Hoff ende Eeeckencaemer uyt cracht van Lantschaps resolutie van den 31 Octobris 1650 toestaen, dat die percelen, onder Eende gelegen, daermede dit leen den 17 Augusti 1648 is vermeerdert, van de leenplicht ontslaegen sgn, ende dat daertegen wederom to leen gemaeckt ende met dat leen verheft sullen worden de Vijff Hoeven alsoo genoemt, tegenwoordich vrg goet wesende, groot ongeveer seven mergen, den 10 Septembris'1694. Diderick Foyart, erve sgns vaders Antony, beleent met het verwin, den 7 Maert 1697. Idem draegt dit verwin op aen Wilm Hofman van Someren, die daer weder mede beleent is, eodem die. Beernt Willem Turck, meerderjarig geworden sgnde, doet self eet, den 21 Julii 1697. Hendrick Wilhem, Hofman van Someren erfgenaem sgns vaders Wilm, beleent met het verwin, 4 Septembris 1703. Maria Agatha van Vladeracken, weduwe Hendrik Hofman van Someren, krggt consent om hierop te procederen voor verschelde considerabile praetensien, 18 Novembris 1728.» Josina Wilhelma Johanna Vgg, uyt kragt van gerigtelijke aenkoop van den 27 Meert 1730 tot Zuilichem, beleent 23 Februari 1737. Hulder Zeger Verbeek. Wilhelmus Draek en Josina Johanna Wilhelmina Vgg, egtelieden, laten haer besloten dispositie appröberen, 24 Mey 1737. ») Als erfgenamen werden in de 1ste plaats ingesteld de zoon Willem en zijn descendenten in de 2de plaats de dochter Johanna Maria en haar descendenten, in de 3de plaats de zusterszoon Jacob Leveston en zgn afstammelingen, in de 4de plaats de tegenwoordige huisvrouw Elisabeth van Stepraet. 714 Idem beleent met dit leen allergestalte hetzelve hem door dode van Josina Johanna Wilhelmina Vijgh en uyt kragt van mutuele testamentaire dispositie aangekomen is, 13 December 1758. Idem en Geertruyd Verwoerd, ehelieden, laten hare huwlijkse voorwaarden van den 3 October 1757 en copie authenticq van het accoord van den 8 April 1753 appröberen en registreren, eodem die 1). Geertruyd Verwoerd na dode van Wilhelmus Draak uyt kragt van hyliksvoorwaarden beleent, 16 December 1758. Hulder Bernard Hendrik Cremer. Afgespleten van 322a. 322a § 1. Huys en hofstad met den boomgaard en voorgeborgten en met twe mergen lands, gelegen te Aalst in den Bommelerweerd tussen den buytenste grave en den gemeynen weg te Aalst bij der Stegen, met allen sgnen toebehoren; item nog drie mergen vier hond weyland, genaamt den Koekamp, met eene mergen twe hond van de ses mergen een hond, genaamt den Koornkamp, met de Kooy daarin gelegen, te samen makende vgf mergen, op de Eende te Aalst gelegen en begrepen in de ses perceelen, bg den leenbrief van den 16 December 1758 vermeld, als een bysonder leen en afgespleten van een huys en hofstad te Aalst met sgn toebehoren, aen den Furstendom Gelre en Graafschap Zutphen te Zutphense regten met een pond goed gelds te verheergewaden leenroerig, opgedragen door Geertruyd Verwoordt aan Cornelis C1 o p 2), die daar weder mede beleend is, 31 Maii 1763. Afgespleten van 322a. 322a § 2. Vier mergen weyland, de Eendens genaamt, alwaar geland oost de weduwe van Willem van Heemskerk, west Geertruyd Verwoerdt, zuyd Aart Groenevelt en Hendrik Boubymondt, en noorden de gemeyne straat ofte wie etc, met last van twe roeden veertien voeten dgk, alwaar etc, als een bysonder leen en afgespleten van een huys en hofstad te Aalst met sgn toebehoren, aan den Furstendom Gelre en Graafschap Zutphen te Zutphense regten meteen pond goed gelds te verheergewaden leenroerig, opgedragen door Geertruyd Verwoerdt aan Dirk C o o 1 h a a s, die daar weder mede beleend is, 31 Maii 1768. *) W. Draak, „predikant en heer van Aalst", was door zijn eerste vrouw tot universeel erfgenaam benoemd, doch moest over die erfenis een accoord sluiten met Johan Baron Vijgh, heer van de Snor en Appelenburg. *) Heemraad vlg. de akte. 715 Afgespleten van 322a. 322a § 3. Vier mergen vier hond weyland, de Eendens genaamt, alwaar geland oost Hendrik Roubymondt en Aart van Hemert, west d'erven Ruth van de Laer, suyd de Heynesteeg en noorden Geertruyd Verwoerdt ofte wie etc, met laste van vier roeden elf voeten dgk etc.; item ses mergen weyland, mede de Eendens genaamt, alwaar geland oost G. Verwoerdt voorn., west Gijsbert Cuypers, G. Verwoerdt en Claes Leuvensteyn, zuyden Abraham Pruyssens en G. Verwoerdt en noorden de Kolksteeg ofte wie etc, met laste van twe roeden twee voeten dp etc, als een hysonder leen en afgespleten van een huys en hofstad te Aalst met snn toehehoren, aan den Furstendom Gelre en Graafschap Zutphen te Zutphense regten met een pond goed gelds te verheergewaden leenroerig, opgedragen door Geertruyd Verwoerdt aan Govert van de Laer, die daar weder mede heleend is, 81 Maii 1763. Ruth van de Laer, erfgenaam sgns vaders Govert van de Laer, beleend, 5 Augusti 1790. Afgespleten van 322a § 3. 322a § 4. De geregte helfte van ses mergen weyland, de Eendens genaamt, sijnde de benedenste drie mergen, alwaar thans naast gelant oost Peter van Dp, west Peter van den Oever, Gelde Pruisser en Gerrit Oom, zuyden Cornelis van Tuyl, de weduwe Govert van de Laer eu de weduwe Derk Coolhaas, en noorden de Dorpskolksteeg, doende in ordinaris verponding ƒ 4-5-8, en voorts met last van twee roeden twee voeten dps, paal no. 321, met regt van uytweg over de wederhelfte van dit perceel; de 7£ hond weyland daar t'eynden, en 1^ mergen het Liesbroek na de Heyninksteeg, spde thans een bysonder leen en afgespleeten van de Eendens, voormaals onder het huys en hofstad Aalst met sp toebehoren gecomprehendeert geweest, aan den Furstendom Gelre en Graafschap Zutphen te Zutphense regten met een pond goed gelds te veiheergewaden leenroerig, opgedragen door Ruth van de Laer aan Otto van Tuyl, die daar weder mede beleend is, 5 Augusti 1790. Afgespleten van 322a § 3. 322a § 5. De geregte helfte van ses mergen weyland, de Eendens genaamt, spde de bovenste drie mergen, alwaar thans naast geland oost Pieter van Dpk, west Otto van Tuyl met de wederhelfte van deese ses mergen, zuyden de weduwe Govert van de Laer en de weduwe Coolhaas, en noorden de Dorpskolksteeg, met last van de verponding 716 van ouds daaruyt gaande, en van een roede dgk, op Aals in de Leenderdgk gelegen, met last van uytweg van de wederhelfte van dit perceel, aan Otto van Tuyl toebehoorende, en voorts met recht van uytweg over 7^ hond weyland daar t'eynde, ei 1| mergen in het Liesbroek na de Heyningsteeg, zijnde een bysonder leen en afgespleten van de Eenden, voormaals onder het huys en hofstad te Aalst met sgn toebehoren gecomprehendeert geweest, aan den Furstendom Gelre en Graafschap Zutphen te Zutphense regten met een pond goed gelds te verheergewaden leenroerig, opgedragen door Ruth van de Laar aan Gradus Coolhaas, die daar weder mede beleend is, 20 October 1790. Afgespleten van 322a. 322a § 6. Twe mergen twe hond weyland, de Eendens genaamt, alwaar geland oost en west Geertruyd Verwoerdt, zuyden 'tDorpsland, noorden de gemeyne kade of wie etc, met laste van een roede tien voeten dgk etc.,' als een bysonder leen en afgespleten van een huys en hofstad te Aalst met sgn toebehoren, aan den Furstendom Gelre en Graafschap Zutphen met een pond goed gelds te verheergewaden leenroerig, opgedragen door Geertruyd Verwoerdt aan Cornelis van Tuyl, die daar weder mede beleend is, 31 Maii 1768? Afgespleten van 322a. 322a § 7. Vgf mergen weyland, de Eendens genaamt, alwaar geland oost en west Geertruyd Verwoerdt, suyden Hendrik Leuvensteyn, en noorden de gemeyne kade ofte wie etc, met last van twe en een halve roede dgk etc, als een bysonder leen en afgespleten van een huys en hofstad te Aalst met sgn toebehoren, aan den Furstendom Gelre en Graafschap Zutphen te Zutphense regten met een pond goed gelds te verheergewaden leenroerig, opgedragen door Geertruyd Verwoerdt aan Laurens van der Plas, die daar weder mede beleend is, 81 Maii 1763. Afgespleten van 322a. 322a § 8. Vgf mergen weyland, de Eendens genaamt, alwaar geland oost en west Geertruyd Verwoerdt, suyden Dirk Coolhaas, en noorden de gemeyne kade, met lasten van eene roede en vgf voeten dgk etc, als een bysonder leen en afgespleten van een huys en hofstad te Aalst met sgn toebehoren, aan den Furstendom Gelre en Graafschap Zutphen te Zutphense regten met een pond goed gelds te verheergewaden leenroerig, opgedragen door 717 Geertruyd Verwoerdt aan Peter van Dgk, die daar weder mede beleend is, 81 Maii 1763. 823 i). AELST. Dat goet geheiten dïe Nesse ende die Meer, gelegen tuschen den gemeynen dijck van Aelst, van Zulichem ende van Poderoyen, an d'een sijde die Mase, met sijnen tobehoren tot Zutphens leen ontfangen bg Johan van Hoeswich Henrichs soon, anno 1403. Willem van Crieckenbeeck transporteert een deel erff ende goets, geheiten den Esch, gelegen in den kerspel van Aelst, tot Zutphensen rechte, waermede weder beleent is Jan van Heeswick Henrix soon, anno 1411. Lijsbet van Heeswick ende Conrad van Giesen transporteren die nalfseheide van den goeden, geheiten die Nes ende die Meer 2), gelegen tuschen den gemeynen dijck van Aelst, van Zulinchem ende van Poderoyen an d'een sgde ende an d'ander sijde die Mase, met heuren tohehoren, tot behoeff van Gerrit den Poirter, anno 1433. Gertrud Poirters, erve hares vaders Gerrits, anno 1444. Arent van Herier, ridder, ende sijn huysfrou Aleyt Piecks, bg transport""Gertruts voorn, ende hares mans Ggsbert de Cock van Opinen, anno 1455. Die halve scheidinge voors. Idem, anno 1465. Aleyt Piecks van Herier, nu huysfrou Gerrits van Strg'n, broder to Sevenbergen, crigt uutstel, anno 1478. Van £ van den Groten Nes met den Meer 3). Eadem eedt verngt, 15 Octobris 1473, 26 Novèmbris 1474,16 Octobris 1481. Wilhelma Piex, huysfrou Jaspers van Ba ex, erve harër moyen Aleyt Piex, draegt op Martin van Eossem, heer tot Puderoyen, dit |, 12 Aprilis 1529. Idem eedt verngt, 22 Julii 1544. Johan van Eossem, erve sgnes bróders Martins, 3 Augusti 1555. Idem, heer to Puderoyen, Meinerswick etc, eedt vernijt, 18 Martii 1558. Steven van Eossem, bg' transport sijnes vaders Johans, 17 Martii 1564 *). Peter de Groot, rentmeester van Bommel, bg transport Stevens voorn. op wederlosse met Xc gulden, 5 Maii 1572. Carl van Malsen, bij transport Stevens van Eossem, 6 Augusti 1575. Eobert van Malsen, erve sijnes vaders Carls, beleent, 15 Junii 1607. Adrian van Malsen, heer tot Onsenoort, erve sgnes broders Eoberts, beleent, 1 Septembris 1616. •) Vgl. 324. *) Over de andere helft handelt 324. *) Sindsdien wordt 'U van het goed gerekend tot het leen, waarover handelt. *) De vader behield het vruchtgebruik (akte). 718 Carll van Malsem, heere van Nieuwencuyck, bg transport sijnnes vaders Adriaens beleent, den 20 Aprill 1638. Idem laet sgn besloten dispositie appröberen, den 17 April 1672. Gerart van Poelgeest uyt cracht van bovenstaende dispositie beleent, den 31 October 1672. Dr. Johan Swaen is hulder. Gerart, heer van Poelgeest ende Coudekercke etc., erve sgnes vaders, noch onmundich sgnde, beleent door Beinder de Haen, notarius tot Kuyck, sgn hulder, den 28 Julii 1679 *). Alexander M o 1 j a e r t 2) laet appröberen de acte van cessie van sodane actiën ende regtsvorderingen nevens de adjudicatien of 'tregt van sodane sententien met alle gevolgen van dien van den 15 Octobris 1696, bg' Matthgs Verhey pro se et q.q cum suis gedaen, van agthondert, van vijffhondert seven en seventig gulden 4 st. cum interesse en yan drieduysend dnehondert drie en seventig gulden 12 st. 6 penn., relatie tot de acte aen hem, 26 Mey 1707; met belofte van verwinsbrief te sullen vertonen. Idem uit kragt van dit verwin en die cessie beleent, eodem die. Hulder Bart. Pr. Moljaert, sgn soon. Johanna Mechteld Moeljaert, erfgenaem haers vaders Alexander Moeljaert, beleent, 26 Meert 1734. Hulder Beinerus Canisius Haek3), haer man. Eadem stelt na dode van haar man tot hulder Jacobus Martinus ten Busch, 28 Januarii 1750. Aleida Bigarda Haeck 4), erfgenaam haars moeders Johanna Mechtelt Moeljaert, beleend, 1 December 1767. Hulder Conradt Borgers. Johan Everard van der Heyden 5), erfgenaam sgns moeders Aleyda Bigardis Haack, beleend, 13 November 1760. Idem draagt dit leen op aan Abraham van Baak, die daar weder mede beleend is, 10 Maii 1780. . 324 «). AELST. Den halven Nes ende die Meer met der visscherien, gelegen in Bommelreweert tuschen den gemeynen dgek van Aelst, van Zulichem ende van Puderoyen an d'een sgde ende lanx die Mase an d'ander sgde, met allen heuren tobehoren tot Zutphenschen rechte bij Lgsbet van Heeswick, huysfrou Conradz van Ggssen, opgedragen op z Arnt van Herier, ridder, anno 1444. Idem, anno 1465. idem heeft dit beset ende gegeven Martin van Herier, heer to Puderoyen, 15 Octobris 1473 ]). ') De moeder-voogdes was Maria Albertina Ernestina Baronesse van Merode (akte). ) Advocaat voor bet Hof (akte). 8) De naam Haek is in het register abusievelijk weggelaten. ) Wednwe Gerrit Willem van der Heiden (akte). s) Tot Baek, Meyerink en Meynerswijk (akte). •) Vgl. 323. ') T. w. s/4 van de bovengenoemde leengoederen en behoudens de lijftocht van Aleyt y Pieck, huisvronw van heer Arnt van Herlar, ridder. 719 Margriet van Herier, huysfrou heeren Johans van Ste Gorickx, ridder, draegt op 8/4 van eenen weerde, geheiten die Essche ofte die Mere, tuschen Aelst ende Puderoyen gelegen, als haer oom heer Arnt te besitten plach ^J, anno 14 76, ten behoeff van de Carthuser to Vucht buten sHertogenbosch. Johanna van Herier, eenige dochter Martins van Herier, huysfrou Peters van Hemert, beleent met f, 15 Octobris 1481. Martin van Rossem ontfengt f van den goede, geheiten die Nesse ende die Meer, met der viseherien, gelegen tuschen den gemeynen dijck van Aelst, van Zulinchem ende van Puderoyen an een spe ende lanx de Mase an d'ander spe, met allen oeren tobehoren, 20 Julii 1518. Idem eedt vernijt, 22 Julii 1544. Johan van Rossem, erve sgnes broders Martins, 8 Augusti 1555. Idem eedt verngt, 18 Martii 1558. Steven van Rossem, bij transport spes vaders Johans, 17 Martii 1564 2). Willem Nachtegal, tollener t'Aernhem, bg transport Stevens voorn. op wederlosse met IIIM gulden, 5 Maii 1572. Carl van Malsen, heer to Tilburch, bg transport Stevens van Rossem, 6 Augusti anno 1575. Johan Nachtegal, erve spes vaders Willems, 22 Aprilis 1577. Robert van Malsen, erve spes vaders Carls, beleent, 15 Junii 1607. . Yerder als 323. 825. PUDEROYEN. tHuys te Puderoyen te Zutphenschen rechte opgedragen in sGreven hant bij Arnt van Puderoyen, anno 1327. Johan van Herlar Gerhards soon bekent, dat sjjn vader hem 3) gemaeckt heeft die boreht ende herlieheit tot Puderoyen, hoge ende lege, met allen den renten, in natten ende in drogen, uutgenomen alsulcke erfnisse, huse, gesete, scharen weyden ende thins als sp moder ende Gerrit van Herier, sp broder, daer met laatrecht in geërft sp, anno 1395. Idem ontfangt die borch ende herlicheyt Puderoyen met allen heuren tobehoren, anno 1402. Idem tuchtigt sp vrou Margriet van Herwinen, anno 1420. Idem ontfengt dat huys met der herlieheit tot Puderoyen, in natten ende in drogen gelegen, ende halff die thiende tot Brakel 4) tot Zutphenschen rechte, anno 1424. Martin van Herier, erve sgnes vaders Johans; anno 1440. Idem tuchtigt sp vrou Cristine van Gent, anno 1458. JJ. .Ende Marten van Herlar heren tot Poederoeyen gegeven ende beset hadde..." (akte). a) De vader behield het vruchtgebruik (akte). ») Het-register heeft abusievelijk: te leen gemaeckt. «) Deze halve tiend is tijdelijk met de heerlijkheid Poederoyen vereenigd geweest Vgl. blz. 614 en 615. 720 Idem eedt vernnt, 15 Octobris 1473. Johanna van Herier, huysfrou Peters van Hemert, erve hares vaders Martins, 15 Octobris 1481. Eadem tuchtigt haren man, anno 1484. Martin van Eossem^f, erve Peters van Hemert, 20 Julii 1518. Idem eedt verngt, 22 Julii 1544. Johan van Eossem, erve sgnes broders Martins, :-. Augusti 1555. Idem crigt 8 maenden uutstel, 19 Junii 1556. Idem crigt uutstel, 17 Octobris lö57. Idem eedt verngt, 18 Martii 1558. Steven van Eossem, bij transport sgnes vaders Johans, 17 Martii 1564 2). Otto van Apeltern, heer to Persingen, bg transport Stevens voorn., 22 Septemhris 1577. Henrick van Apeltern Otten soon vertg't op sgn recht an desen leene to behoeff van Hector van Apeltern, sgnen broder, 28 Martii 1580. Idem beleent, 26 Aprilis 1580. Idem ratificeert sgnes vaders Otten testament3) ende sgner moder Corneliae van Haexwiers tucht, eodem die. Henrick van Apeltern Henrickssoon, onmundig, erve sgnes ooms Hectors voorn., 26 Octobris 1591. Sijn moder heyt Odilia van Eossem. Johan Millander van Hadamar, raedt ende secretaris van sgn Excellentie, bg transport Henricks voorn. 4), ontfengt dat huys ende die heerliekheyt van Puderoyen, beyde hoge ende lege, in natten ende in drogen, gelgck die in Bommelreweert gelegen, met allen haren tohehoren, tot Zutphenschen rechten, 26 Junii 1598-" Hans Joris Holtappel, erve sgnes ooms Johans (Milander), beleent, 22 Februarii 1621. Emiliae Philippinae Milanders s) beleninge, als erve hares vaders JohanSj 17 Martii 1621. Onmundig. Jacob Holtappel, capiteyn, na opdragt sgnes broders voorn, beleent, 25 Aprilis 1621. Idem maeckt dit sgnen broderen Hans Joris ende Peter, so hg sonder echte gebeurt comt te overigden, 12 Maii 1621. WiUem grave to Nassau beleent uuyt cracht van seeckere coopcedul van 18 Martii 1634, (9 Augusti 1634). Idem sgnne dispositie approbeert, den 24 Augusti 1634 e). Wilhelm grave to Nassau bg' opdracht van Beernt Turck ende Aemilia Philippina Milander beleent, den 6 Mey 1635 7). J± De moeder van den bekenden krijgsoverste was Jobanna van Hemert a) De vader behield het vruchtgebruik (akte). >) Van 30 November 1577 (akte). «) Johan van de Riviere treedt op als momher van den onmondigen Henrick en zgn moeder (akte). 5) „Verweckt bg joffrou Maria, naturlicke dochter van Hohenlo". Bloedvoogden waren Steven Groulart, haar stiefgrootvader, en Roland van der Beke, 1ste deurwaarder van het Hof van Holland, baar oudoom (akte). ' «j Hij is veldmaarschalk en gouverneur van Heusden, staat gereed om met het leger uit''te trekken en vermaakt Poederoyen aan zgn gemalin Christina gravin zu Erbach (akte). • - i) Het koopcontract is in extenso geregistreerd. Merkwaardig is daarin de bepaling, :dat de verkoopers (de heer en vrouwe van Aalst) nog gedurende 16 jaren de verplichting tot schadevergoeding op zich nemen, indien het huis te Poederoyen door de rivier mocht worden weggespoeld. 721 Cristina graeffinne van Nassau, douagiere van wglen grave Willem van Nassau etc, beleent, den 10 Mey 1643 1). Elisabet Wyderholt van Wydenhoven, gebaerene Voller, voor haerselven ende als volmacht hebbende van Georgh Reynart Wyderholt, haeren huysheere 2), bij opdracht van vrouwe Cristina graeffinne van Nassau etc beleent, den 27 Mey 1645. Tomas Reynert Widderholts, onmundich, erve sgnnes vaders Georgen Reynolt Widderholt beleent, den 7 October 1648. Johan Gots, capiteyn, volmechtiger ende hnlder. Johan Kirckpatrick, colonel, bg transport van de kinderen van Wilderholtt, den 16 Octobris 1651 gepasseert, beleent den 21 desselffden maents 3). Anna Artskeint, dochter van den graeff van Killy ende Anna Sophia Kirckpatrick, erve haeres grootvaders Johan Kirckpatrick, bij provisie ende met reserve van het beneficie van inventaris beleent, den 19 Mey 1681. Hulder Peter Schoock 4). Jan Janolyn cedeert sgn recht, hg 's Landschaps resolutie den 15 Augustus 1691 gekregen, aen Johan Lambert C h en e I, wegens voldoeninge van veertienduisend gulden liquid, bg sententie van 31 October 1684 erholden, onder conditie, dat den interesse, reets verlopen, blgve ten behoeve van hem Jan Janolyn, 24 Maert 1705 5). Elisabet Cornelia Etzarda Chenel, erfgenaem haers vaders Lambert Chenel 6), beleent met het verwin en possessie door haer moeder Hester Bussy, 16 Augustus 1712. Hulder Dr. Elhard Brouwer. Frederik Chenel 7), erfgenaem sgns soons Johan Lambert Chenel, beleent met het verwin en possessie, 3 Maert 1713. Elisabet Cornelia Etzarda Chenel, meerderjarig, eed vernieuwt door haer man Johan Christiaen Swaen 8), 3 Junii 1729. Jan Lambert Swaen erfgenaam sgns moeders Elisabet Cornelia Edzarda Chenel beleend, 28 November 1772 9). Johan Aleydis Swaan, minderjarig, erfgenaam sgns vaders Jan Lambert ') Haar gemachtigde is Casper Weusthof, drost te Poederoyen. ') Vlg. de akte was Johan Goets de gemachtigde der beide echtgenooten. Wyderholt was kolonel en kapitein ten dienste der Staten-Generaal en medeoverste van een regiment van den landgraaf van Hessen. 3) David van Widderholt, luit.-kolonel, was de oom en bloedmomber der kinderen, Johan Gots hnn testamentaire voogd (akte). *) Drost te Poederoyen. Hg treedt op namens Fredrick Cuningham, kapitein, oudsten mansoir van Johan Kirckpatrick, in leven generaal-majoor en gouverneur der stad en meierij van Den Bosch, en als zoodanig bloedvoogd van diens kleindochter (akte). *) Het gericht van Poederoyen had bg de bedoelde sententie zekere schuldvorderingen op deze leengoederen executabel verklaard. Na de verkrgging van een andere daarop verzekerde vordering, 3 Mei 1705, stelde Chenel zich in het bezit van de heerlijkheid èn het huis. Gedurende de sinds 1681 verloopen jaren, waarin verschillende schuldeisohers hun rechten trachtten te doen gelden, schijnen de heerlijke rechten niet te zijn uitgeoefend. Bijzonderheden hieromtrent zfln te vinden in het rechterlijk archief van Poederoyen. De in het register aangehaalde akten betreffende die schuldvorderingen, alsook die betreffende vorderingen ten laste van Chenel en zgn erven, zijn hier weggelaten om het overzicht der opvolgende leenbezitters niet te bemoeilijken. e) In leven ontvanger van Maastricht (akte). Bedoeld moet zgn Jan Lambert Chenel. 7) Rector der Latijnsche scholen te Maastricht. Zijn zoon Jacob is hulder. 8) Advocaat voor bet Hof (akte). ') Hij was gehuwd met Aleyda Tulbach. Nijmegen. 46 722 Swaan beleend, 12 September 1778. Hnlder Hendrik Schievelberg Bekking. Johan Elias Bom laat registreren een gerigtelgk transport d.d. 28 Maart 1805, door Johan Alydns Swaan en M(argaretha) J(ohanna) Juliaans, ehelieden, ten sgnen behoeve gedaan, d.d. 11 Juli 1805, en laaten uyt hoofde van dien dit leen ten hunnen naamen overteekenen, eodem die. Afgespleten van 825. 325 § 1. Het regt van vrije visserije in en door de geheele breedte en diepte der rivier de Maase, aanvang nemende aan het boveneynde van het dorp Veen, streckende nederwaarts tot aan of tegenover de limiet of scheydpaal 's Lands van Altena, zijnde thans een bysonder leen en afgespleeten van 'thuys te Puderoyen cum ap- et dependentiis, aan den Furstendom Gelre en Graafschap Zutphen ten Zutphensche regten leenroerig. Otto Verhagen laat registreren een gerigtelgk transport d.d. 9 Junii 1803, door Mr. Johan Aleydus Swaan van dit leen ten zgnen behoeve gepasseert, d. d. 19 December 1805, en laat uyt hoofde van dien dit afgespleete leen ten zgnen naamen overteekenen, eodem die. 326. PUDEROYEN. 2 hont lants, in der herlickheit Puderoyen gelegen, dgckvrg ende thinsvrg, daer die vrou van Poderoyen suydwert ende Emanuel van Steinborn nortwert naest gelandt sgn, streckende van der vrou van Poderoyens Lange Campen tot den Maesdgck toe, angecoft van den heer van Poderoyen voor allodial goet ende nu ten onversterflicken erfleen tot Zutphenschen regten ontfangen bg Johan vanOldenbarnevelt, advocat van Hollant, 24 Octobris 1595. 326a. PUDEBOYEN. 2 hont lants, in der herlieheit Puderoyen gelegen, dgekvrij ende thinsvrg, daer Johan van Oldenbarnevelt suydwert ende Willem van Caster noortwert naest gelant sgn, streckende van der vrouw van Puderoyens Lange Campen tot den Maesdgck toe, angecoft van den heer van Puderoyen voor allodial goet, ende nu ten onversterflicken erfleen tot Zutphenschen rechten ontfangen bg Emanuel van Steinborn, 24 Octobris 1595. 723 327. PUDEROYEN. 2 hont lants, in der herlieheit Puderoyen gelegen, dijekvrij ende thinsvrg', daer Emanuel van Steynborn suydwert ende Cornelis Jans soon noortwert naest gelant sgn, streckende van der vrouw van Puderoyens Lange Campen tot den Maesdijck toe, angecoft van den heer van Puderoyen voor allodial goet, ende nu ten onversterflicken erfleen tot Zutphenschen rechten ontfangen bg' Willem van Caster, 24 Octohris 1595. BEEST ende EENOY. 328. BEEST. Elff hont lants, gelegen in den gerichte van Beesde op Mylaen, tuschen Goswijn Meuss ende Boudewijn Nelenss kinder ende tuschen Acrijn Jans soon, te leen gemaeckt ende ontfangen bg' Acrijn Janssoon, tegen 6 hont to Beesde op Predrixacker tusschen Goswijn Meuss ende Claes Jans, die hg' vrg' gecregen, anno 1333. 328a. BEEST. Arnt Pieck ontfinck 12 mergen, in den lande van Arkel in den gericht van Gorinchem gelegen, daervan 6 liggen achter Arkel in eener hoeven, die Arnt Piex is, ende die ander 6 gelegen op den beemt in eener hoeven, die oick Arnt Piex is; item 4 mergen 2 hont in den gericht van Beest, geheiten op den Dwardijck, Ggsbert van Beesde Egbertssoon an d'een sgde ende an d'ander Demoet van Sevenhusen ofte wie met recht daernaest gelant is; item 2 mergen in denselven gericht, geheiten in den Bidderslach' Arnt Pieck voorn, ende Hubert Gerrits soon an d'een ende dat Godshuys van Marienweerd ofte wie met recht daer gelant is an d'ander sgde; item een hofstat in den gericht van Beesde an de Steenstraet, die papelicke pravende an d'een ende Jan van Heukelem ofte wie met recht daer gelant is an d'ander sgde; item 5 hofsteden an der Steenstraet van Beesde, dat gasthuys van Beesde an d'een ende Derich van Loen ofte wie daer met recht gelant is an d'ander sgde; ende een hofstat an der Steenstraten op der Lingen, op d'een sgde die Kontstraet, op d'ander an erve Ggsberts van Buren ofte wie daer met recht belant is, tot eenen Zutphenschen leen anno 1402. 828b. BEEST. Gijshert Pieck ontfinck een stuck lants, geheiten den Stapelacker, in den kerspel van Beesde gelegen, grote Ggsberts soons lant an d'overste sijde gelegen, met eenen camp, geheiten die Goldput, an'de nederste sgde Willem Piex lant ende Jans lant van Yucht'met sijnen stief kin- 724 deren ende erfgenamen Hubert Gerrits soon, Gerrit Jans soon ende Dercks de Groten, met den oversten eynde streckende an de gemeyne stege, geheiten die Oudaschestege, • met den nedersten eynde an die Korengrave, dat tsamen helt 38 mergen 2 hont min 10 roden; item die thiende van een stnck lants, geheiten die grote Prent, an d'overste spe naest een stege, geheiten St. Peters Wal, an de nederste spe een stege, geheiten die Yoirhroickschestege ende streckende noch met eener spen an des Abten thiende, geheiten die Stapelacker; item die thiende van een stuck lants, geheiten die Cleyne Freut, an de overste spe een gemeen stege, geheiten die Meyntenstege, an de nederste spe oick een gemeen stege, geheiten die Eidderslachsstege, streckende an Peter Dercks soons camp; item die thiende van twee stucken lants geheiten dat Voorstebroeck, hoven ende beneden de stège, streckende met den oversten eynde an een gemeen stege, geheiten St. Peters wal, met den anderen eynde an eenen gemeynen waterganck des dorps van Beesde, met d'overste spe an eene gemeyne stege, geheiten die Westebroicksche stege, ende met der nederster spen an een gemeyne stege, geheiten die Bisschopsgraefschestege; item die thiende van twee stucken lants, geheiten dat Block over den grave, boven ende beneden die stege, streckende met den oversten eynde an een stege, geheiten Boelkensgrave, met den nedersten eynde an den gemeynen waterganck des dorps van Beesde, met der oversten spen an een stege, geheiten die Bisschopgraefschestege, met der nederster spen an een stege, geheiten die Afterstege; item 2/3 der smalen thiende tot Renoy; item die grute ende biereise tot Beesde, met allen \ haeren tobepren ende gewoonten, alles te erven op mansÉrebeurt van spen lijve ende, daer die gebreken, op snne naeste erven mansgebeurt, tot een rechten manieën tot Zutphenschen leenrechten, anno 1424. Idem beleent met 2 mergen tot Beesde op Melaen i), dat wilnei: Gerrit Splinters te wesen plagh, au d'een egde> Arnt Pieck ende Hubert Gerrits soon, an d'ander tconvent van Manenweert; item,«/3 van allen thienden tot Renoy, met eener hofstat in den dorpe Renoy 2); item die vischerie in der Lingen so verre tgencht van Deyl «reet s); item die thiende op der Daelweyde mdenbloclc, streckende óp de Bollickstege met den eenen eynde ende met den anderen an den Enspgckschen grave al nut tot den marck to item die thiende op den Uterdijck m Koiweert; item die thiende in den Vordercamp; item die thiende indenSterck in den kerspel van Deyl met allen thienden, daerinne met recht gehorende*;; item 4 mergen 2 hont in den gericht van Beesd op den Dwardgck, boven an d'een sgde Gerrits erfgenamen van Beesde, an d'ander sgde beneden Arnt Zeebers soon ende Johan Mens soon,-een hofstat an de Vorstraet tot Beest, boven tclooster ») Zie. 329. ?) Zie 362. 3) Zie 250. „„ 4) zie over de genoemde tienden onder JJeil: aoi. van Marienweert gegoet, beneden Jan van Heukelem, tot Zutphenschen rechten met eenen ponde goets gelts elck leen sonderlinge te verhergewaden. Voort beleent met 91 roden lants to Beesde binnendijeks tuschen lant des jonckeren van Buren an beyden sijden, met alsulcken dgek als daer teynden an gelegen is totter schoeren toe van der Lingen, tot Kuixschen leenrechte met een par witter hantschen te verhergewaden, anno 1424 1). Arnt Pieck, heer to Asperen, erve sgns vaders Ggsberts, ontfengt dat huys to Beesde, verstat. uterweert, hofsteden, thins ende alle erfhissen ende goede, dat heer Willem van Buren voortgts to te behoren plagh 2); item die thiende geheiten dat grote Froeyt en dat cleine Froeyt, die Broeckthiende tot Beesde, 2 mergen in Melaen, die Gerit Splinters te wesen plagen, au d'een sgde Ggsbert Piex erven ende Hubert Meus soon, an d'ander die Abt van Marienweert, 4 mergen 2 hont op den Dwardijck, an d'een sgde Gerrits erfgenamen van Beesde, an d'ander Arnt Zeberts soons ènde Jan Meus soons erven, een hofstat to Beesde an de Vorststrate, die papelicke pravende an d'een ende Ot de bastart van Ackoy an d'ander sgde, die gruyt ende bieraccise to Beesde met allen heuren tobehoren. Item tót Benoy van der groter cornthiende ende een hofstat met der alinger smaler thiende, tot Zutphenschen rechte, anno 1442. Idem transporteert een stuck lants to Beesde, geheiten die Stapelacker, holdende 23 mergen 2 hont, streckende van der Audaescherstegen op den Schelengrave, daerna lant gelegen Willem Piex erven, Hubert Meus soon ende Johan Splinters soon, op Willem van Ackoy, sgn moder, tot Zutphenschen rechten, anno 1442. Eadem transporteert den Stapelacker, holdende 33 mergen, op Arnt Pieck, anno 1457. Arnt Pieck, heer to Asperen, ontfengt dat huys to Beesde met den uterweert ende allen sijnen tobehoren, op der Lingen butendijx van den Eoomschen veer tot des cloosters molen to; item 44/2 mergen op den Paelacker; item die thiende to Benoy; item dat dagelix gericht to Enspijck3); item die vischerie to Brakel, tot der heerlicheit van Asperen gehorende *); item die Stapelacker in den kerspel van Beest, holdende 33 mergen; item die twee thienden der stucken lants, geheiten dat Grote Frent ende Cleine Freut; item die thiende van 2 stucken lants, geheiten dat Vorstebroeck; item die thiende van 2 stucken lants, geheiten dat Block over den grave; item •§ der smaler thiende tot Benoy; item die gruyt ende biercise to Beesde, tot Zutphenschen leenrechten. Noch tot eenen anderen leen ontfangen 8 mergen to Beest in den Haeck 5), tot Zutphenschen rechten, die Arnt Pieck Hermans soon overgegeven heeft, anno 1465. Idem en ontfengt nyet een stuck lants geheiten Stapelacker, in den kerspel van Beesde, noch die thiende gelegen op Beesde, seggende, dat Johan van Voirst ende van Bechteren daeraen tuchtschewijse sete 6). *) In de akte overeenkomstige bepalingen omtrent de vererving als in de voorgaande. >) Zie 329a. •) Zie 259. «) Zie 284. s) Zie 331. *) Letterlijk overgenomen naar een aauteekening onder de voorgaande akte. De volgende akte heeft betrekking, op die lijftocht. 726 Arnt Pieck voorn., vernijt eedt, 11 Septembris 1473. Joffrou van Voorst, weduwe Arnts voorn., crigt hare tucht hestedigt, 20 Maii 1480. Walraven Pieck van Beesde, erve sgnes vaders Arnts, anno 1480. Ggsbert Pieck, erve sgnes vaders Arnts, ontfengt dat huys to Beest met sgnen tobehoren tot Zutphenschen rechten, anno 1492. Fredrick Pieck, erve sgnes vaders Ggsberts, anno 1515. Ggsbert van Doorn Everts soon, erve sgner moder, eodem anno. Hier staet een stuck lants, geheiten die Stapelacker, holdende 33 mergen 2 hont min 10 roden, die thienden vant Grote Freut ende Cleine Freut, die thienden van 2 stucken, geheiten dat Vorstebroick, die thienden van 2 stucken, geheiten dat Block over den grave, die | der smaler thienden to Benoy, 2 mergen op Melaen, die vischerie in der Lingen soveer tgericht van Deyl geet, die thiende in den Vordercamp, 4 mergen 2 hont op den Dwardijck, die gruyt end bieraccise to Beest met allen sgnen tobehoren ende gewoonten. Voort alle ander erffnisse ende goederen, veerstat, uterweert ende thins, töt den hogen huse to Beest gehorende. Wilhelma Piecks, Arnts dochter, Walravens suster, Jasper van B a e x vrou, beleent 17 Aprilis 1529, erft op Otto van Haeften, haren soon, 30 Januarii 1581. Hier staet geen Stapelacker. Wilhelma voorn, heeft haren man Jasper getuchtigt; ende diewgl hg die goederen met recht moet invorderen sullen sgn erven die nyet hoeven te ruymen voor ende aleer erstadinge der costen gedaen sg, 17 Aprilis 1629. Cornelis Pieck Cornelis soon, van Ggsbert van Doorn verwonnen hebbende, erft op Johan van Zoelen Gerrits soon, sgnen hal ven broder, dat hoge huys tot Beest met sgnen tobehoren als volgt: in den eersten een stuck lants, geheiten den Stapelacker, voor le leen, 16£ mergen op den Stapelacker met veel parcelen voor 2e leen, twee mergen op Melaen voor 3o leen, ende 6 mergen, genaemt die Brandhoeve, etc. voor 4e leen, welcke leenen Johan voorn., onmundich wesende, in besit heeft ende wort daermede beleent ten eynde sgne momberen *) gequalificeert mogen sgn, sgn recht to verdedigen 28 Augusti 1544 2). Wilhelma van Doorn Ggsberts dochter, 20 Octobris 1544. Haer oom Fredrick van Doorn is hulder. Eadem, huysfrou Claes Piecken, eedt verngt, 27 Novembris 1550. Eadem crigt vertich van Johan van Zoelen ende Willem van Haeften Otten soon op haer recht an desen leene, 17 Septembris 1568 s). Eadem tuchtigt haren man voorn., met bescheyt, so sg kinderen van hem nalaet, sal hg maer an de helft getuchtigt sgn, eodem die. Eadem eedt vemgt, 15 Decembris 1556. Eadem ontfengt een poyterie *) in de vischerie tnschen Beest ') In de akte wordt als momber genoemd zijn oom Derick van Zoelen. 2) In de akte bijzonderheden omtrent de verkrijging van deze leenen door Cornelis Pieck. »j Zy heeft n.l. het leenproces gewonnen, waarop in de akto van 1544 is gedoeld. 4) Pogerie en pokerie in de akte. Daar'de visscherij tot bet Hooge Huis behoorde, zou deze akte onder 329a op hare plaats zgn geweest. 727 ende Enspick tegen den Verrencamp, bg refutatie Jacob Piex, om met desen leen voortan vereenigt te sgn, waertegen sij veder overgeeft een eynd derselver vischerie an Jelis Pieck, om bij tgericht to Enspick gevoecht te sgn, 15 Septembris 1557. Jacob Pieck, erve sgner moder Wilhelmae, 26 Martii 1589. Evert van Doorn, erve sgnes neven Jacobs, eodem die 1). Niclaes Pieck, erve sgnes soons Jacobs, 9 Aprilis 1589. Otto Pieck, erve sgnes neven Jacobs, 23 Jannarii 1590. In allen alsulcken voegen als Ggsbert Pieck in voortijden van den fursten van Gelre tot eenen rechten manieën van mansgebeurt tot mansgebeurt ende sgnen lgffserven in den jare 1420 ontfangen heeft. Isabella Piex gênant van Eossem, erve hares broders Niclaes, 20 Martii 1590. Wilhelm Pieck, bij testamente Isabelle, sgner nichten, 26 Jannarii 1592. Maria Mom, huysfrou Arnts de Cock van Delwinen, erve Isabelle Piex, ontfengt den Stapelacker van 83 mergen 2 hont min 3 roden met alle de voors. thienden sonder meer 2), 22 Februarii 1593. Jacob Mom, amptman tuschen Maes ende Wael, als erve sgns moyen Isabellae Piex, ontfengt den Stapelacker ende die thienden voorgeroert 3), 23 Maii 1593, ende tuchtigt daervan sgn vrou joffrou Cornelia van Culenborch. Idem tuchtigt sgnen swager Arnt Pieck to den Sledenborch an 50 guld. sjaers, het le jaer te verschijnen Martini 1608, 23 Novembris 1607. Costen Pieck, heer to Wolfsweert, crigt uutstel op sgn versochte beleninge tot na den lantdag, 25 Aprilis 1621. Idem beleent met een stuck lands, geheiten den Stapelacker, gelegen in den kerspel van Beest, groot 33 mergen 2 hont min 3 roden, die thienden van 't Groot ende Cleyne Freut, van 2 stucken geheiten dat Vorstebroeck, van 2 stucken geheiten dat Block over de grave, twee deel der smalen thiend to Eenoy, die gruyt ende biercgs to Beest, met allen sgnen tobehoren ende gewoonten, tot een rechten manieën te Zutphenschen rechten met een pond goets gelts te verhergewaden leenroerich, gelijck hem sulx van sijnen voorolderen is angeerft, 2 Julii 1621. Anna Moms, huysfrou Assuers van Brakei, erve hares vaders Jacobs beleent, 6 Februarii 1623 4). De weduwe, en kinderen van Costen Pieck laten appröberen haere respective mans en vaders dispositie, den 10 Augusti 1635 6). Walraven Pieck erve sgnnes vaders Costen beleent, den 10 Augusti 1635. Hendrick Pieck, heer van Wolffsweert, erve sijnes vaders Walraeven Pieck beleent, den 6 Julii 1667. Idem beswaert dit leen met 13000 guld. ten behoeve van Jacob Pergens en Jacob van Eiet, den 2 Augusti 1667. Vrouwe Maria van Winsen van Heemstede, weduwe van Hendrick Pieck van Wolffsweert, maeckt bekent ende laet registreren des Hoves apointement van den 27 April 1668 om geen alienatie off beswaer ') In het register in margine: „Dit is een besunder Zutphensch leen". 2) T. w. '/s van deze leenen; zie verder 328b § 1. 3) T. w. 'I„ van deze leenen. 4) T. w. met 'fa der bedoelde leenen. ») De weduwe was Mechtelt van Gent, vrouwe van Wolfsweert, de kinderen waren Walraven, Hendric, Catarina, Margreta en Anna (akte). 728 van de leenen, toecomende de kinderen van Walraeven Pieck van Wolffsweert, te consenteren, den 80 April 1668. Jan en Hendrick van Riet uyt cracht van verwin beleent, 20 Junii 1684. Hulder Dr. Peter Verstegen. Maria Jacoba van Ried »), erfgenaem haers vaders Johan, en Christina van Riet en de rato caverende voor haer susters Hedwig Clara Jacoba en Maria Magdalena van Ried, erfgenamen haers vaders Hendrik beleent, 1 Novembris 1715. Hulder Adolf Bensen. Deselve dragen dit leen op aen Maria Magdalena Pergens, gravinne van St.Poll2), die daer weder mede beleent is, eodem die. Hulder Dr. Ggsbert Opten Noorth. Caerl Neomagus Jan Frederik Ludewig van Byland, onmundigh, bg praelegat en door, dode van Maria Magdalena Pergens beleent, 9 Novembris 1780. Hulder Peter van Bleek s). Idem, meerderjarig geworden, vernieuwt den eed, 2 Augusti 1743. Frederik Christoffel Willem Lodewijck grave van Byland na dode van sijn broeder Carel Neomagus Jan Frederik Lodewgk grave van Byland en als successeur feudael beleend, 23 Decembris 1786. Otto Willem Hendrik van Byland erfgenaam sgns vaders Frederik Christoffel Willem Lodewijck van Byland beleend, 16 Julii 1790. Idem en Carolina van Byland 4), ehelieden, laten haar besloten testament van den 27 Octobris 1790 appröberen, 30 Novembris 1790. Afgespleten van 328b. 328b § 1. Het derden deel van een stuck lands, geheiten die Stapelacker, in den ampte van Beest gelegen, tsamen groot 88 morgen 2 hont min 3 roden; item van de thienden van vijff stucken lands, geheiten dat Grote ende Cleyne Freut, Vorstebroeck ende Block over de grave, ende van twee deel der smalle thienden to Renoy; item van de gruyt ende hieraccise to Beest met allen sgnen tobehoren ende gewoonten, daervan d'andere twee derden deelen Jacob Mom tocommen, te Zutphenschen rechten geerft van joffrou Maria Moms, huysfrouw Arnts de Cock van Delwinen, na beleninge van den 22 Februarii 1593, op haren soon Johan de Cock van Delwinen, 23 Novembris 1607. Idem ende sgne susteren Isabella ende Frederica tuchtigen Arnt Pieck ten Slodenborch, haren oom, an 50 gulden sjaers ende verbinden tleen voor 580 gulden eens, to weten 380, an denselven oom Martini 1609 ende 200, halff Martini 1608 ende halff Martini 1609 an Henrick de Jongh uit te richten, eodem die. Isabella Cocks, huysfrou Pouls van der Laen, bg'opdragt hares broders Johan beleent, 6 Februarii 1623. ') Weduwe Mr. Nicolaes de Vicq, president-schepen te Amsterdam. 2) Haar man heet vlg. de akte Francois graaf de St. Pol. •) Voogd is de vader Otto Boeleman Fredrik graaf van Bylandt (akte). 4) Zij heette Carolina van Wassenaer. 729 Afgespleten van 328b. 328b § 2. De tienden van. de Groote en Kleyne Freut, van twe stukken geheyten dat Vorstebroek, van twe stukken geheyten dat Blok over die Graaff, twe deelen der smalle tienden tot 'Renoy, die grut en bieraccijs tot Beest, met allen sijnen toebehooren en gewoonten (thans de Legelandse tienden genaamt), als een besonder leen en afgespleten van een stuk lands, geheiten den Stapelakker, in den kerspel van Beest, aan den Furstendom Gelre en Graafschap Zutphen ten Zutphense regten met een pond goed gelds te verheergewaden leenroerig, opgedragen door Carel Neomagus Johan Frederik Ludwich grave van Bylandt aan Otto grave van Bylandt, die daar weder mede beleend is, 12 Novembris 1762. Carel grave van Byland, erve sgns vaders Otto Boel. Fred. grave van Byland en moeder Anna Constantia van Sevenaar, in leven ehelieden, heleend 20 Decembris 1768. Idem draagt dit leen op aan sgn broeder Fredrick Christoffel Willem Lodewgk grave van Byland, die daar weder mede beleend is, 3 Octobris 1769. Otto Willem Hendrik van Byland en Carolina van Byland i), ehelieden, laten haar besloten testament van den 27 Octobris 1790 appröberen, 30 Novembris 1790. 829 2). BEEST. 2 mergen lants, gelegen op Meylaen in den gerichte van Beest, tot Zutphensche rechten ontfangen bij Gerrit Splinter van Beesde, anno 1379. Ggsbert Pieck, anno 1424, onder anderen. Arnt Pieck erve sgnes vaders Ggsberts, anno 1442, onder anderen. Ggsbert van Doorn, anno 1515, onder anderen. Wilhelma Piex Amts dochter, 17 Aprilis 1529. Otto van Haeften, erve sgner moder Wilhelmae, 30 Januarii 1531. Cornelis Pieck Cornelis soon erft dit op sgnen halven broder Johan van Zoelen Gerrits soon, voor een besunder leen, 28 Augusti 1544. Wilhelma van Doorn, 20 Octobris 1544, onder anderen. Jacob Pieck, erve sgner moder Wilhelmae, 26 Martii 1589. Niclaes Pieck, erve sgnes soons Jacobs, 9 Aprilis 1589. Isabella Piex, erve hares broders Niclaes, 20 Martii 1590. Wilhelm Pieck, bij testamente sgner nichten Isabellae, 26 Januarii 1592. •) Zie noot 4 op bldz. 728. J) De onder dit hoofd vermelde akten zgn ook onder 328b te vinden; dit leen wordt echter niet in alle daar bedoelde akten genoemd. 730 329a »). BEEST. Dat hnys to Beest, met erfnissen ende goeden ende met allen sgnen tobehoren als die gelegen sgn, tot eenen Zutphenschen leene, met eenen ponde te verhergewaden, ontfangen bg Willem van Buren, te erven an die naeste erven van sgnen lgve ende bg gebreck derselven op de naeste erve van der sweertsijde van Buren, anno 1403. Ggsbert Pieck, bg opdracht Willems voorn., ontfengt dat huys to Beest met erfnisse ende goederen, veerstat, uterweert ende thinsen, met allen sijnen tobehoren, tot Zutphenschen rechte, te erven op sijnes lgffs erven, bg Willem van Ackoy, sgn huysfrou, verweckt, ofte bij' gebreck aen deselve op sgn dochter Aleyt, bg' Gyde Alert des Swarten dochter vercregen, ofte op sgn naeste erven mansgebeurt, anno 1424. Idem 2) tucht sgn vrou Willem van Ackoy an sgn huys met sgn tobehoren to Beesde, dat heer WiUem van Buren te wesen plag, met sijnen cingelgraven ende hongerden ende met 2 thienden tot Renoy ende tot Deyl, anno 1426 3). Arnt Pieck, heer tot Asperen, erve sgns vaders Ggsberts beleent, anno 1442. Idem ontfengt tvoors. met meer parcelen, anno 1465. Idem verngt eed, 11 Septembris 1473. Walraven Pieck, erve sgns vaders Arnts, anno 1480. Ggsbert Pieck, erve sgns vaders Arnts beleent, anno 1492. Wilhelma Piecks Arnts dochter erft op haren soon Otto van Haeften, 30 Januarii 1531. Cornelis Pieck Cornelis soon, van Ggsbert van Doorn verwonnen hebbende, erft op sgnen halven broder Johan van Zoelen Gerrits soon, ende is dieselve beleent 27 Augusti 1544. Wilhelma van Doorn Ggsberts dochter beleent, 20 Octobris 1544. Eadem, huysfrou Claes Piecken, verngt eed, 27 Novembris 1550. Eadem tucht haren man voorn., 27 Septembris 1653. Jacob Pieck, erve sgner moder Wilhelmae, erft op sgnen neve Evert van Doorn, die beleent is 26 Martii 1589. Niclas Pieck, amtman to Beest ende Benoy, erve sijns soons Jacobs, 9 Aprilis 1589. Isabella Piex erve hares broders Niclas beleent, 20 Martii 1590. Wilhem Pieck, amptman to Beest ende Eenoy, bg testament Isabellae sgner nicht beleent, 26 Januarii 1592. Frederick van Doorn bg opdragt sgnes vaders Everts beleent als medegave in hilick met Agata Foeyts, 17 Septembns 1625 *). .) Vgl. 328b: tot en met die van 26 Januari 1592 zijn de meeste akteri dezelfde als de daar bedoelde; sommige zgn onder 328b uitvoeriger vermeld. Bit huis te Beesd werd veelal het Hooge Huis genoemd. 2) Raad des hertogen (akte). . '- h„„ 70nn > De lijftocht van het huis zou eindigen met den 16 jarigen leeftijd van hun zoon Arnt (akte). Zie over de tienden te Renoy en Deil: 2o6 en jJb-a. .) Jan Jacobszoon Pieck is de gevolmachtigde van Frederik van J°orn In^^ze akte worden onder de tot dit leen behoorende goederen voor het eerst 20 morgen bouwland, bij het huis gelegen, vermeld. 781 Idem beleent mette vier mergen utterweerts, an de ander sijde staende 1), om mettet hooge huyse tot Beest tot een leen ontfangen to worden, den 16 Maii 1629. Idem sgnne tucht approbeert, den 9 Mey 1683. Idem transporteert dit leen aen sgn broder Gijsbert van Deurn, den 22 Martii 1662. Johanna van Deurn, getrout aen Adriaen van B e n e s, heer tot Blyenborch, erve haeres vaders Gijsbert van Deurn beleent, den 27 Augusti 1673. Adriaen van Eenes, haer man, is haer hulder. Adriaen van Eenes, heer tot Blyenherch, verclaert dese beleeninge niet als erfgenaem, maer uyt cracht van gifte, in houlyxe vurwerden gedaen, ontfangen te hebben, vertoont een acte, dat hg geen erfgenaem is, 14 Augusti 1678. Peter S c h o o _ck,_ ontfanger van de verpondinge tot Beest, dit leen vur de verpondinge aen hem gecocht hebbende, laet hem daermede beleenen en draegt hetselve Jeen op aen Johan Adriaen de Eenesse, heer tot Blyenborch, die daermede beleent is den 26 Septembris 1678. Johan Adriaen de Eenes, heer van Blyenborg, draegt dit leen op aen sgn soon Louis de Eenes, die daer weder mede beleent is, den 5 Decembris 1705 (geregistreert den 17 Maert 1706, alsdoen eerst geligt de acte). Johanna Elisabet en Mechteld Maria van Eek, voor haer self en alsmede voor haer onmundige broeder en susters, krggen consent om hierop te procederen voor sodane goederen en capitalen, op haer fideicommis subject gemaekt en door haer moeder Mechteld Ggsberta van Eenesse, wed. Ek, opgeligt, bewaert en verkoft, 2 Julii 1720. Mechteld Ggsberta de Eenes 2) erfgenaem haers broeders Louis beleent, 3 Maert 1727. Hulder Jacobus Martinus ten Busch. Johan Louys de Eenesse erfgenaem sgns broeders Louys 3) beleent, 9 Novembris 1730. Johan Louys de Eenesse de Baer en Philippina Bitter van Zuylen van Nyeveld, egtelieden, laten haer besloten dispositie appröberen, 20 Junii 1731. Johan Louys de Eenesse van Baer laet appröberen sekere acte van conventie ofte overgift, ingegaen met Jacob Jan van Voorst en Johan Peter Becker, 4 Novembris 1732. Idem ^draegt uit kragt van de bovenstaende geapprobeerde acte dit op aen Jacob Jan van Voorst en Johan Peter Becker en Anna Cunigunda van Voorst, egtelieden, die daer weder mede beleent sgn, eodem die. Hulder Johan Peter Becker 4). Caspar van Ek, erfgenaem sgns moeders Mechteld Ggsberta de Eenes beleend, 14 October 1749. Elbert Hendrik Assueer Becker beleend met dit leen of wel met sodane ') Bedoeld is een verwijzing naar 329a § 1. 2) Douairière Godert van Eek (akte). 3) Majoor vlg. deze akte. In deze en de volgende akte treedt als gemachtigde op de na te noemen J. P. Becker, advocaat. ") De overdracht heeft plaats hangende het proces met de douairière van Eek. De verkooper geeft te kennen, dat hy de erfenis van zgn vader heeft verworpen. Zijn moeder heet'Elisabetha van Utregt (akte). 732 portie in tselve als door dode van sgn moeder Anna Cunigunda van Voorst op hem gedevolveerd en verstorven is, 8 Augusti 1761. Caspar van Eek laet sgn open testament van den 22 April 1782 appröberen en registreren, 26 April 1782 1). Arent Julianus Carel d e B e r e laet appröberen en registreren sekere conventie, tussen wglen Carel Eloris van Baussele 2) en Caspar van Eek den 30 April 1771 opgerigt, 13 Augusti 1783. Idem beleend met dit leen allergestalte hetselve door dode van Caspar van Eek en uyt kragt van sgn testamentaire dispositie op sgne twee nigten, met namen Adriana Maria en Catharina Augusta van Eek, yder voor de helfte, en door afsterven van die bgde op hem als successeur feudael gedevolveert en verstorven is, eodem die. Jacob Jan van Voorst renuntieert van alle effecten en regten, hem uyt hoofde van de beleninge, den 4 November 1732 met Peter Becquer en vrouwe Anna Cunigunda van Voorst verkregen, competerende, 12 December 1783. Elbert Assueer Hendrik Becker renuntieert van alle regt en praetensien, die hem uyt kragt van sekere beleninge, door wglen sgne ouders Johan Peter Becker en Anna Cunigunda van Voorst op den 4 November 1732 bekomen, alsmede van die, welke denselven op den 8 Augustus 1761 nae dode van sgn moeder heeft geobtineert, mogte competeren, 29 Junii 1784. Arent Julianus Carel de Bere draagt een gedeelte deses leens (bg de acte uytgedrukt 3)) op aan Nicolaas Robbe van Avesaath, die daar weder mede beleend is, 20 Februarii 1788. Idem laat eene testamentaire dispositie, den 2 November 1784 met sijn vrouw Maria Magdalena Piek besloten gepasseert, appröberen, eodem die. Afgespleten van 329a. 329a § 1. Eenen uterweert, groot ongeveer vier mergen, met de griendingen, daerto gehorende, in den gerichte van Beest tuschen land Peters de Groot boven ende Aert Elberts soon van Tussenbroeck beneden gelegen, van den hogen huse to Beest afgesplit ende ten besonderen Zutphenschen leen opgedragen bg Evert van Doorn ende juffrou Anne van Hemerden, sgn huysfrou,op Niesken, weduwe Aert Bosmans, 7 Julii 1603. Idem transporteert dit aen Fredric van Doorn om henvorder mettet hooge huys tot een leen ontfangen to worden, den 16 Martii 1629 ). 1) De testateur, Casper Baron van Eek tot Tijsterband, gepensionneerd luitenant, wonende op het Hooge Huis te Beesd, stelde tot erfgenamen in Adriana Maria en Catharina van Eek tot Tijsterband, de eerste gehuwd met Baron de Bere (akte). 2) Heer van het Lage Huis te Beesd (akte). Vgl. 333. 3) T. w. het geheele leen uitgezonderd de afsplitsingen, bedoeld onder § § & en ó. •i) De hereeniging had plaats krachtens besluit van het-Hof van 9 Maart VolJ (akte). 733 Afgespleten van 329a. 329a § 2. De veerstad over de Lingen te Beest, waarop of bg thans een hnys en schuur of agterhuys staat, oost de Lingen, west de Lingendgk, zuyden de opene plaats, genaamt den Houttuyn, noorden Willem van Vugt, zgnde thans een besonder leen en afgespleten van het Hoge Huys te Beest met sgn toebehoren etc, aan den Furstendom Gelre en Graafschap Zutphen ten Zutphensen regten met een pond goed gelds te verheergewaden leenroerig, opgedragen door Arent Julianus Carel de Bere aan Ggsbert Dirkse v a n W g k, die daar weder mede beleend is, 20 Februarii 1788. Afgespleten van 329a. 329a § 3. Den Huyseamp, groot negen mergen, ten oosten Nicolaas Eobbe van Avesaath, westwaart de Schutterssteeg, zuyden de steenoven en ten noorden de Platte weg, sgnde thans een bysonder leen en afgespleten van het huys te Beest, aan den Furstendom Gelre en Graafschap Zutphen ten Zutphensen regten met een pond goed gelds te verheergewaden leenroerig. Nicolaas Spillenaar (na afgemaakt versuym) beleend met dit leen allergestalte hetzelve hg wglen sgn oom Christiaan Spillenaar op den 16 Augustus 1725 bg puhlique distractie *) was aangekogt, en nae afsterven van denselven bg wglen sgn broeder Matthgs Spillenaar was beseten en door dode van den laatsten hem aangekomen, 3 Maart 1790. 330. BEEST. Die helrt van 12 mergen lants, gelegen in den gerichte van Beesde in Ghirongswaide, met halff den dgek, die tot den 12 mergen gelegen is, erve Dirx Groten an d'een sgde ende Ggsbert van Deyl an d'ander sgde. Item een hofstat tot Beesde tegen den kirckhoff, erve Gerrits van Beesde an d'een ende Arnt Piex an d'ander sgde. Item 10 hont in den voorn, gericht in den Opweert, erve Ste. Peters an d'een ende Ggsberts Bgcqugns soon an d'ander sgde, tot Zutphenschen leenrecht ontfangen bg Peter van Heukelom Johans soon, beheltlick sgns vaders tucht, anno 1402. Johan van Hoeckelem van Beesde ontfinck 6 mergen in Gerongswaide, item 10 hont in den Opweerde, item een hofstat, tegen den kirckhoff van Beesde gelegen, anno 1406. i) Wegens achterstedige verponding (akte). 784 330a1). Cornelis Pieck van Asperen ontfengt vermoge eenes maechgescheyts omtrent I6I/2 mergen op den Stapelacker, boven naest Jasper van Baex, beneden Henrick Pieck; 1/4 vant veer to Beest ende Enspick; 1/4 van de gruyt ende accise to Beest, 5 mergen op den Huyscamp, boven Otto van Haeften, beneden Schuttersstege; eenen bongert in den Huysbongert, boven Otto voorn., beneden Jasper van Baex; 31/2 mergen op den Paelacker, boven Ggsbert Pieck, beneden Jasper van Baex; in den Haeck omtrent 31 fa mergen, boven die Afterstege, beneden Gerrit Jans soon, met den eenen eynde schietende op de Paetsche weteringe; in den Bidderslach 5 hont, boven des Heiligen Geests lant, beneden des Abts lant van Marienweerde ofte wie met recht an dese percelen naest gelant mag sijn; item die helft van 12 hofsteden, daer Jasper van Baex die wederhelft aff heeft, die Eeutstraet an d'een ende an d'ander sgde die Steynstraet aver tveer, end dese hofsteden sgn eensdeels gelegen tegen Blomers hofstat aver, anno 1523, to Zutphenschen rechten. Johan van Zoelen Gerrits soon, erve sgns halven broders Cornelis voorn., 27 Augusti anno 1544. Indien dit diverse leenen bevonden worden, heeft Cornelis Pieck belooft te doen wat recht is. Idem, met Willem van Haeften, crigen 5 dagen uutstel tot betalinge der costen des processes, tusschen des heeren van Isendoorns soon ende henlieden gevallen, 2(5 Junii 1553. Willem van Haeften Amts soon ende sgner 2 susteren mans Claes Kritien ende Arnt de Cock beloven te verlaten 8 mergen in den Stapelacker tot behoeff van Wilhelma van Doorn, huysfrou Claes Piecken, voor 250 carolus-gulden, indien Jacob Pieck binnen een maent den verdrach anneemt, 13 Decembris 1553. 330b. 105 goltgulden sjaers uut der groten thienden to Beest, welcke die van Dorn lossen mogen met 1750 goltgulden, tot Zutphenschen rechten ontfangen bg Henrick van Erp, voor hem selven mitsgaders voor Jacob ende Henrick Pieck, 10 Augusti 1535 2). Wilhelma van Doorn, huysfrou Claes Piecken, verngt die verschrivinge deser rente ende verschrgft noch daerbeneven tot behoeff van joffrou Anna Piex Jacobs dochter 240 gulden sjaers, losbaer met 4000 gulden, uut den voorn, thiend ende den Stapelacker, 24 Octobris 1553 s). Eadem eedt vernyet van beyde renten als 2 leenen, 27 Martii 1557. Eadem, huysfrou Johan M 0 m s, amtmans tusschen Maes ende Wael, eedt verngt van een rente van achtiendehalff hondert goutgulden i) Vgl. 328b. *) Deze rente is tot een leen gemaakt op grond van een compromis, tusschen Henrick van Erp c s. en Evert van Doorn en zijn kinderen gesloten ter beëindiging van zekere geschillen (akte). *) In verband met het leenproces, bedoeld op blz. 726 noot 3 en onder 330a hiervóór. 735 met sampt de rente van yierdnsent galden, hercommende vanpandpenningen, die die heere van Isendorn ten achteren is geweest an des Hogen hnses goederen, die nu Wilhelma van Doorn, huysfrou Claes Piecken, in hesit heeft, tot een besunderen Zutphenschen leen, 7 Martii 1572. Predrick Mom, erve sgner moder Anne, 31 Martii 1576. Idem, amptman, verngt eedt, 9 Martii 1582. Jacob Mom, erve sgns broders Fredricks, 14 Januarii 1590. Idem verschrgft die \ der voors. 2 renten an sgner vrouwen vader Sweder van Culenborch, te lossen in 6 jaren met 625 gulden, ende tuchtigt sgn vrou Cornelia van Culenborch, eodem die *). 331. BEEST. Acht mergen lants, to Beesde gelegen in den Haeck, tot Zutphenschen rechten overgegeven bg Arnt Pieck Hermans soon an Arnt Pieck Ggsberts soon 2), anno 1465. Arnt Pieck Hermans soon ontfengt 8 mergen ende 2 hont lants, in der maelschap van Beesde in den Haeck gelegen, daer mgn Gen. Heer baven naest gelant is an d'een sijde ende die gemeyn straet an d'ander sgde, tot Zutphenschen rechten, anno 1468. Arnt Pieck van Asperen ontfengt 8 mergen lants in den gericht van Beesde, gelegen aver de grave, streckende met der eener sgden neven de Beestsche grote weteringe ende met der ander sgden neven erve Arnts voors., gelgck hg dat voortgts van Arnt Piecken Hermans soon vercregen, 18 Octobris 1478. Walraven Pieck, bg overgifte sgnes seligen vaders Arnts, 7 Septembris 1480 3). Na lang versuym is dit leen wederom erkent bg Wilhelm Pieck, amptman, 6 Aprilis 1593 ende 21 Aprilis 1607, in twee deelen, daervan het le nu heeft mr. Johan Meerhout, als hierna te sien an de naestvolgende 2 mael ±{\ mergen gênant Langewey. Afgespleten van 331. 331 § 1. Een stuck van 4^ mergen, gênant die Langewey, boven naest d'erfgenamen van Jacob Aertsen, beneden Geurt Quirinen die Munter, tot den hogen huse van Beest gehorende, tot Zutphenschen rechten opgedragen bg Wilhelm Pieck op Johan Adams V i s c h e r, 6 Aprilis 1593. Catrin Jans dochter, erve hares ooms Johans voorn., beleent, 7 Septembris 1608. •) De rente is, blijkens een tegelijkertijd ingeschreven akte, reeds op denzelfden dag gelost. Daarmede is dus dit leen vervallen. *) In de akte heet hij Arnt Pieck, heer tot Asperen. Eet gedeelte van de akte, waarin dit leen is vermeld, is iets later bijgeschreven. s) De vader had n.l. al zijn leengoederen bij zgn leven aan zijn zoon opgedragen. De uitdrukking dat ze op den zoon vererfden in 1480 (zie blz. 720 en 730), is dus niet onjuist, maar minder nauwkeurig. 736 Egbert van Bosvelt, bg opdragt Catrin Jans beleent, 10 Decembris 1608. Johan Meerhoutz1), bg opdragt Egberts voorn, beleent met vgftenhalven mergen lands, gênant die Langewey, gelegen in den ampte van Beest, oostwert naest Herman Andries soon Driftenar, westwert Walraven Pieck Ggsberts soon ende noortwert Gangiens weg, 20 Julii 1610. Maria Meerhöuts, erve Johan Meerhouts beleent, den 2 Decembris 1635. Eadem draegt dit leen op aen Bart Gobels de Weert, den 22 Octobris 1639. 331b. {\ van eener thiende, geheiten die Legelantsche thiende, in hogen ende legen in den ampte ende gericht van Beest gelegen, tot Zutphenschen rechten 2), die te hebben plagh Arnt Pieck, heer tot Asperen, ende ontfangen is uut cracht eens compromis hg Henrick van Erp, 27 Junii 1539. Idem eedt verngt, 1 Junii 1545. Afgespleten van 881. 831 § 2. Vgftenhalven mergen lands genoomt Langewey, gelegen in den kerspel van Beest int block over de grave, daer Johan Adams Yischer die wederhelft van heeft, bg Walraven Pieck Arnts soon den 7 Septembris 1480 lest verheft ende nu deur afsterven heer Walravens gecommen op Wilhem Pieck, amptman to Beest ende Eenoy, die daermede beleent ■ is, 21 Aprilis 1607. Idem maeckt sgnen oltsten soon Giellis Pieck neffens tampt alle sgne leenen ende onderleenen, daerin gelegen, tegen uutkeringe van 150 gulden sjaers an sgn suster Wilhelmina, to lossen met 2500 gulden, 3 Martii 1623. Giellis Pieck, erve sgnnes vaders Willem, beleent, den 3 Meert 1635. Jacob Pieck, erve sgnnes vaders Gillis, noch onmundich sgnde beleent door volmechtige van de moeder joffer Anna Maria de Gruyter, den 5 Meertt 1649. Idem en desselfs vrouw Johanna Vgch tuchtigen malcanderen recipro- . quelyck tot herhglickens toe, den 28 September 1675. Idem laet sgn houlyxe vurwaerden, met vrouw Johanna Vgch opgericht, appröberen, eodem die. Carel Pieck, onmundich erve sgnes vaders Jacob, beleent, den 18 November 1676. ') Grafelijk Culemborgsch raad (akte). >) In margine: „Dese drye derdendeelen gehoren bij den Stapelacker, wesende dieselve blocken, die daer genoomt staen, na des amptmans bericht, gedaen U 1607. Vgl. dBBb, 332 en 332b. 787 Carel Pieck, heer tot Braeckel, mundich geworden sijnde, vernieut den eet door Peter Schoock, den. 18 Februarii 1682. Idem laet snn beslote dispositie appröberen, den 9 Julii 1687. Carel Pieck revoceert sgne beslote dispositie, den 14 Septembris 1697; heden geregistreert als eerst de jura betaelt sgnde, 24 Maert 1700. Idem laet appröberen de huwelyxvoorwaerden, met Margareta Jacoba du Faget ingegaen, den 80 Maert 1698, om vorige redenen geregistreert, den 24 Maert 1700. Wilhem Hendrick Pieck, erfgenaem sgns vaders Caerl, beleent, 25 Mey 1725. Idem laet appröberen sgn huwelyxvoorwaerden, den 22 October 1782 opgericht met Elisabet Louisa van Aertse van Sommelsdgk, 12 Februarii 1733. Anne Francois Willem Pieck en Daniël Adriaan le Leu de Wilhem, in huwlyk hebbende Maria Philippina Jacoba Pieck, laten registreren een acte van aditie en renuntiatie van den 2 deser met betrekkinge tot den nagelaten boedel van wglen haarl. vader Willem Hendrik Pieck, 13 Julii 1762. Anne Frans Willem Piek, erfgenaam sgns vaders Willem Hendrik Piek, . beleend, 17 November 1762. Idem draagt dit leen op aan Jacob van Zutphen1) en Maria Johanna Smits, die daar weder mede beleent sgn, 13 September 1765. Hulder Harmen Hendrik Otters. J. C. van Zutphen2), erfgenaam sgns vaders Jacob van Zutphen en moeders Maria Johanna Smits, beleend, 4 Februarii 1772. Dirk Bos laat appröberen en registreren een gerigtelgk transport d.d. 2 December 1785, met relatie tot dit leen, en sig uyt dien hoofde daarmede beleenen, 4 Maii 1786. 332. BEEST. 1/3 van den Legelantsehen thiend, in hogen, end legen in den gericht van Beest gelegen *), tot Zutphenschen rechten ontfangen bg Jacob Pieck, heer to Isendorn, 1 Junii 1545, uut crachte eenes compromis ende verwins tuschen hem, Henrick van Erp ende Henrick Pieck ter eener ende den kinderen Everts van Doorn als erfgenamen Arnts Pieck ter ander sgden gepasseert. 882a. Beyde helften van 15 mergen lands op den Weerdenborgschen campen ende van 4 mergen lants int Nylant, in den ampte van Beest gelegen, wesende 2 leenen 4), te Zutphenschen rechten overgegeven bg ') Landschrgver van 't ambt van Beesd en Eenoy (akte). ") Schout te Beesd (akte). ») In margine: „Gehoort bij den Stapelacker". Vgl. 331b en de noot daarbg. 4) In margine: „Dese 15 en 4 mergen sjjn geregistreert fol. 334, maer moeten hier vervolgt worden". Van Reyd had deze leenen na het daar geregistreerde moeten plaatsen. Blijkens de akte heeft Peter van Asperen en van Vuren ze in 1601 overgegeven aan Dirck Pieck, die ze dus tegelijk met de leenen van fol. 334 heeft verkregen, waarmede zg vóór 1518 ook reeds vereenigd waren geweest. Nijmegen. 738 Peter van Asperen ende van Vueren, heer to Vueren, an wglen Dirck Pieck, heer to Tienhoven, ende voorts geerft op sgnen soon Otto Pieck, heer to Tienhoven, die daermede heieent is, 21 Junii 1620. Winand Adrians soon Colen, brouwer to Gorcum, hg opdragt Otten Piex beleent met van de voors. beyde helften voor een losber leen met 1300 gulden, 22 Junii 1620. Joost Pieck, heer to Zulinchem, erve sgnes broders Otten, beleent sijnde, belast het 2e \ beyder helften met 1200 gulden, behoorlik te verrennen) an Jacob Jan Elias soon, lakencoper to Bommel, ses jaren, met macht het le \ van Winand Adrians soon oick met 1300 gulden an sich te mogen lossen, 5 Octobris 1624. Wynant Adriaens soon Colen, brouwer to Gorcum, bg' opdracht van Joost Pieck beleent met beyde leenen, namentlyc beyde helften van vg'ftien mergen lants opte Weerdenburchsche campen ende vier mergen int Nylant, op een losse ende soo lange dat gemelte Joost Pieck oft sijnne erven de voorn, twee leenen met 1300 gulden (uuytgesondert de 1200, daermede het 2 darden deel van beide helften ten behoeve van Jacob Elias soon den 5 Octobris 1624 is belast) wederomme sall ingelost hebben, met dat hiermede gedoodet is de overgifte vant 1 darden deel, ten behoeve van hem Colen, brouwer, 22 Junii 1620 op gelicke losse van 1300 gedaen, den 1 Junii 1627. Joost Pieck belast dit leen met twee duysent gulden capitaels aen Wynant Adriaens C o o 1 e, burger en brouwer tot Gorcum, den 2 Julii 1629. Idem testamentaire dispositie approbeert, den 20 October 1629. Elisabet van Grevenbroec, huysfrou zal. Joost Pieck, uuyt cracht van testament van haer man beleent, den 7 Decembris 1629. Johan Everwgn hulder. Eadem bewg'st losse van bovenstaende 1200 gulden, 1300 gulden ende 2000 gulden, den 5 Octobris 1624, 1 Junii 1627 ende 2 Julii 1629 daeruuyt verschreven, namentlic de 1200 gulden ten behoeve van Jacob Elias soon ende de andere 1300 en 2000 gulden ten proffyte van Wynant Adriaens Coolen, burger tot Gorcum, den 8 Mey 1680. Anna Pieck van Wolffweert, weduwe Derck Pieck van Tienhoven, laet registreren een resolutie van de Lantschap om op de leenen van Elisabeth van Grevenbroeck, weduwe Joost Pieck van Tienhoven, eenige sententien ter executie te mogen stellen, alsoock een acte, waerbg' deselve dit leen in possessie genomen heeft1), den 3 Februarii 1660. De houlyxe vorwaerden, tusschen Herman van Heermae2) ende juffrouw Catharina Barbara Pieck den 28 Julii 1653 opgericht, worden geapprobeert, 15 April 1660; alsoock tusschen Hendrik Willem van Baexen ende juffrou Johanna Maria Pieck, den 2 Augusti 1659 opgericht, eodem die. Anna Pieck van Wolffsweert, weduwe Derck Pieck van Tienhoven, laet haer uyt cracht van bovenstaende geregistreerde verwin met de twee helften deser leenen beleenen door Hendrick van Maenen, schuit tot Wolfsweert, 29 Mey 1660. ') Getrokken uit het gerichtssignaat van Beesd. *) Heer tot Hoolwinde (akte). 789 Elisabeth van Grevenbroeck stelt tot een nieuwen hulder Otto Jansen Pieck en laet nevens Herman van Heerma als vader van het kint, bg Catharina Pieck van Tienhoven erweckt, alsoock Hendrick Willem van Baexen, eheman van Johanna Maria Pieck van Tienhoven, appröberen het contract, op den 17 Junii 1653 tusschen de erfgenaemen van Johanna Pieck van Tienhoven opgericht, 28 Martii 1661. Adam van Baxen beleent na afgemaekte versuimen met de ene helft van dese 15 en 4 mergen»), als wesende gedevolveert van Elisabet van Grevenbroek bg testament van deselve van den 3 Febr. 1654, geopent den 17 Julii 1675, op Johanna Maria Piek tot Tienhoven, en door desselfs doot op hem als van sgn moeder, den 5 November 1695. Idem transporteert dit leen aen Wilhem Hendrick Piek, minderjarig, die daer weder mede beleent is, 5 Junii 1704. Hulder Caerl Piek, sgn vader. Wilhem Hendrick Pieck, meerderjarig, doet self eed, 25 Mey 1725. Idem laet appröberen sgn huwelyxvoorwaerden, den 22 Oct. opgerigt met Elisabet Louise van Aertse van Sommelsdgk, 12 Febr. 1738. Anne Franc/ois Willem Pieck en Daniël Adriaen le Leu de Wilhem, in huwlyk hebbende Maria Philippina Jacoba Pieck, laten registreren een acte van aditie en renunciatie van den 2 dezer met betrekkinge tot den nagelaten boedel van wglen haarl. vader Willem Hendrik Pieck, 18 Julii 1762. Anne Frans Willem Piek, erfgenaam sgns vaders Willem Hendrik Piek, beleent, 17 November 1762. Idem draagt dit leen op aan Jacob Christoffel Otto van Byland, die daar weder mede beleend is, 20 October 1779. Deselve draagt dit leen op aan sgn broeder Fredrick Christoffel Willem Lodewijk van Byland, die daar weder mede beleend is, eodem die. Verder als 328b. Afgespleten van 332a. 832a § t. Twe morgen, bestaende in ses en twintig ackeren, met weerdenhout bepoot, belant ten oosten juffrouw Herema met de andere helft van de vgftien mergen, ten westen den heer van Schalkwgk, ten zuyden Adam van Baxen met het weylant, en ten noorden met gelgck houtgewas, sgnde een gedeelte van de gehele gesegde vgftien mergen, tot een hesonder leen ten Zutphensche rechten, met een pont goet gelts te verheergewaden, opgedragen door Adam van Baxen aen Ggsbert van Alem, den 5 November 1695, die daer ook weder mede beleent is, eodem die. Hulder Dr. David ten Hove. ') Zie voor de andere helft: 332a § 1. 740 Afgespleten van 332a. 382a § 2. Seven mergen lants op de Weerdenborgse Kampen, snnde een gedeelte van de vijftien mergen, in den amte van Beest gelegen, als een bysonder leen aen den Furstendom Gelre ende Graefschap Zutphen ten Zutphense regten met een pond goet gelts te verheergewaden leenroerig, na afgemaekte versuimen ontfangen bg Coenraed Vos, 22 April 1707 *). isabella Maria Catharina van Eeuwssum, geborene Heerma, erfgenaem haers ouders beleent, 17 Junii 1711 2). Hulder Dr. Jacob Coets. Eadem draegt dit leen op aen Carel de la Tour, die daer weder mede beleent is, eodem die. 332b. 1/3 van den Legelantsehen thiende, in hogen end legen in den gericht van Beest gelegen »), tot Zutphenschen rechten ontfangen bg Otto Pieck Henricks soon uut crachte eenes compromis ende yerwins tegen Evert van Doorns kinderen als erven Arent Piecks, 1 Junu 1545. 333. Dat huys, dat op den Wyel tot Beesde gelegen is *), met allen sgnen tobehoren tot Zutphenschen rechten ontfangen bg Arnt Pieck Ggsberts soon, heer to Asperen, diet transporteert op sgnen broder Walraven Pieck, die daerbeneven oick bg transport Willems van Ackoy, sgne ende Amts moder, ontfengt die thiende tot. Borehmalsen ende die windmeul, tot Enspick gelegen, anno 1442. Idem, anno 1468, dat huis ende die windmeul 5). Idem eedt verngt, 14 Octobris 1473, 24 Julii 1481, anno 1492. Costen Pieck, Walravens soon, beleent, anno 1495. Walraven Pieck, erve sgnes vaders Costens, anno 1515. Idem eedt verngt, 28 Septembris 1588, 21 Martii 1544. Walraven Pieck, erve sgnes vaders Walravens, 18 Julii 1553. Idem eëdt verngt, 1 Junii 1556; heer tot Wolfweert. Costen Pieck, erve sgnes vaders Walravens, 24 Julii 1694 6). De weduwe ende kinderen van Costen Pieck laten appröberen haere respective mans ende vaders dispositie, den 10 Augusti 1635. ') Hij had dit land in 1697 aangekocht van Sibilla Maria Catar.navan Heerma uuran. «j Haar echtgenoot is Titus Baron van Eensnm heer tot Bednm. ens. 3 In margine : „gehoort bij den Stapelacker". Vgl. 331b en de noot daarbij *) Dit huis wero veelal het Lage Huis genoemd, in tegenstelling tot het onder 329a bedoelde. I| le6 Zl ddee Solente Enspijk: 258a. Hier is dns verder alleen sprake van het Lage Huis te Beesd. 741 Walraven Pieck, erve sgnes vaders Costen beleent, den 10 Augusti 1685. Hendrick Pieck, heej tot Wolffsweert, erve sgnes vaders Walraeven Pieck, beleent, den 25 Maii 1667. De kinderen en erfgenamen van Walraven Piek J) laten haer erfscheiding appröberen, 23 Februarii 1680, waerbg uit dit leen en dat fol.855 Walraven en Jan Louys Piek sullen trecken tienduisent guldens capitael, te verinteressen tegen den penning twintig, en word dit leen toegedeelt Hendrik Piek, mits blijvende aen de broeders en susters het regt van den derden voet. Catharina Piek, erfgenaem haers broeders Hendrik beleent, 8 Augusti 1722. Hulder Diederik Schook. Deselve laet haer beslote dispositie appröberen, 17 Maert 1728. Mechteld Catharina Piek laat registreren appointement van de Landschap van den 21 April 1711 om te procederen op de lenen van Henrik, Henrietta, Mechteld en Catharina Piek van Wolfsweert, 5 April 1728 2). Catharina Piek draegt dit leen op, onder conditiën als daerbg te sien, aen Johanna Elisabet van Eek, die daer weder mede beleent is, 27 November 1731 3). Hulder Johan Verbeek. Eadem laet registreren de testamentaire dispositie van Catharina Piek, den 17 Maert 1723 geapprobeert, 16 November 1783. Caerl Floris van Baussele laet appröberen de huwelixvoorwaerden, den 25 November 1734 opgerigt tussen hem en sgn vrouw Johanna Elisabet van Eek, 17 September 1786. Idem en Joh. Elisab. van Eek, ehelieden, laten haar besloten testament van den 24 November 1769 appröberen, 25 November 1769. Idem laat na dode van sgn vrouw registreren 't voors. testament, geopend den 28 December 1769, 14 Januarii 1770. Idem, na dode van sgn vrouw Johanna Elisabet van Eek, als derselver testamentaire erfgenaam beleend, 5 Januarii 1771. Caspar van Eek 4) laat appröberen de ratificatie en confirmatie van het bovengem. testament van den 24 November 1769, 30 April 1771. Carel Floris van Baussele laat sgne opene testamentaire dispositie appröberen, eodem die. Carel Floris van Baussele laat sijn besloten testament van den 4 Junii 1774 appröberen, 6 Junii 1774. Idem laat sgn besloten testament van den 2 Februarii 1779 aproberen, 4 Februarii 1779. Johan Eduard Wittert, in qualiteit als executeur testamentair, laat registreren het geopende testament van Carel Floris van Baussele dd. 2 Febr. 1779, 20 April 1782 5). Gerhard Carel van Scherpenseel de Heusch, erfgenaam testamentair van Carel Floris van Baussele beleend, 25 Februarii 1788. ') En Adriana van Oostrum (akte). De oudste zuster, weduwe Tan den Baron van Erp, deed aan de scheiding niet mede, omdat haar ouders haar bij haar huwelijk hadden afgegoed. 2) Deze akte is in het protokol niet gevonden. *) Catharina Fieck bedong zich een jaarlijksche uitkeering; in het natenoemen testament had deze het goed aan haar nicht Johanna Elisabet van Eek gelegateerd. 4) Broeder van Johanna Elisabet. 5) Het testament was verleden op het door den erflater bewoonde Lage Huis. 742 333a. Ongeveer sestenhalven mergen, genoomt den Menlenweert, met het weyweertgen, genoomt Sehurfftheuvel, so groot ende cleyn tselve gelegen is op Beest, gehorende onder den goede, genoomt het Blauhnys •), ten losberen Zutphenschen leen opgedragen bg Otto Pieck, heer to Tienhoven, tot behoeff van Costen Pieck, heer to Wolfsweert, te lossen 1400 gulden in 14 jaren ofte van 14 tot 14 jaren, met beding van voorcoop ofte voorceur tot vercopinge ofte vorder belastinge, 2 Augusti 1617. Idem ende Mechtelt van Gent, eeluyden, bg opdragt als voren beleent met den eigendom van sekere parcelen, genoomt den Menlenweert ende Schurftheuvel, groot ongeveer 7$ mergen ofte so groot ende cleyn dieselve van olden hercommen gelegen sgn op Beest, beginnende an den hogen weyweert des heeren van Tienhoven, recht deurgaende tot op den Aelgraeff, vorder opwerts streckende tot an den meulen an den Lingenstroom ende tot in denselven stroom, 4 Januarii 1619. Walraven Pieck, erve sgnnes vaders Costen beleent, den 10 Augusti 1635. Verder als 333. 334 2). BEEST. Den uterweert tot Beesde, daer Walravens huys op staet, streckende van der Wertscher meulen in den Lingen nederwert tot Strevelants campe toe, item 4-/2 mergen, tuschen Walravens huys van Ackoye ende dat dorp van Beest, item 15 mergen, tot Beesde gelegen, die Weerdenborgsche Campe geheiten; item 4 mergen, tot Beesde gelegen int Nyelant, tot Zutphenschen leensrechten ontfangen bg Herberen van Hoeckelem, heer van Ackoye, anno 1403. Johan van Ackoy crigt uutstel, anno 1417. Idem ontfengt een huys met eener hofstat met 15 mergen uterdgcks ende 4^ mergen bg derselver hofstat binnendijx, boven naest Dirck Splinter, beneden Steeskens erven van Loen, anno 1417. Idem, anno 1427. Störve Johan vorn. sonder kinder, so quaemt weder an den leenheer. Willem van Ackoy transporteert dit op haren soon Otto Pieck, anno 1442. Sgn broder Arnt is hulder, beheltlick haer tucht. Idem, anno 1468. Idem eedt verngt, 13 Octobris 1473, 9 Julii 1481, anno 1492. Arnt Pieck, erve sgnes vaders Otten, anno 1515. Wilhelma ende Agnes Pieck, gesusteren, erven hares broders Amts, ontfangen alleen, neffens eenen thiend t' Enspick ende eenen smalen thiend, oick aldaer, 15 mergen op den Weerdenborgschen Campen ') Dit leen moet dus als een afsplitsing van dat onder 334 beschouwd worden; uit de omschrijving van het laatstgenoemde leen in akten van na 1617 blijkt evenwel met, dat er in dat jaar een gedeelte van is gescheiden. *) Vgl. 332a. Dit leen, het z.g. Blauwe Huis, werd, evenals het Hooge en het Lage Huis te Beesd, als een adellijk huis aangemerkt. 743 ende 4 mergen int Nylant, die hen van haren hroder bg sijnen leven togedeylt waren, ende transporteren sulx voort op Herberen van Vueren Wilhelmae soon, beheltlick hare tucht, 14 Octobris 1518 *). Henrick Pieck, erve sgnes broders Amts, ontfangt een huys met den uterweert, to Beest gelegen op der Lingen butendijx, van den Roomschen veer bys tot des Cloosters meulen toe; item 4£ mergen naest Otten van Lexweerden erve an d'een sgde ende an d'ander sgde Floris van Beest, 14 Julii 1519. Idem eedt verngt, deur sijnen soon Otto, 26 Septembris 1538. Otto Pieck, erve sgnes vaders Henricks, 16 Octobris 1543. Idem eedt verngt, 81 Maii 1556. Henrick Pieck, heer to Tienhoven, erve sijnes vaders Otten, ontfengt het Blauwe Huys met den uterweert, in den kerspel van Beest op de Linge butendgx gelegen van den Boomschen veer bis tot des Cloosters meulen to; noch 4^ mergen lants, in denselven kerspel gelegen naest Otten van Lexweerde erve an d'een sgde ende an d'ander sgde Floris van Beest, 80 Septembris 158i. Dirck Pieck, erve sgnes broders Henrix, ontfengt het Blauwe Huys met den uterweert, in den kerspel van Beest op de Linge butendgx gelegen, van den Boomschen veer tot des Cloosters meulen to; noch vgftenhalven mergen lands, in denselven kerspel binnendijx tegen den voors. huyse gelegen, boven naest Brienen Willems soon ende beneden eertgts Ot van Lexweerd, nu Peter de Groot ofte die sgne, 15 Maii 1601. Idem 2) met sgn vrou Anna van den Veld, na tucht, maken een erfscheydinge onder haren kinderen Ot, Joost, Henrick ende Ggsbert, oyck Cristina Piex, huysfrou Johans van Grevenbroeck, 18 Aprilis 1612. Otto Pieck, erve sijns vaders Dircks, beleent, 1 Martii 1613. Joost Pieck, erfburchgraeff ende heer to Zulinchem, erve sgnes broders Otten, beleent, 2 Junii 1623. Idem testamentaire dispositie geconfirmeert, den 20 Octobris 1629. Verder gelgk no. 332a tot op Anne Frans Willem Piek; daarna: Idem draagt dit leen op aan Peter Verstegen, die daar weder mede beleend is, 7 Julii 1764 3). Idem en sgn vrouw laten haar open testament van den 2 Junii 1767 appröberen en registreren, 6 Junii 1767. Anna Catharina Bosch na dode van haar man Pieter Verstegen in qualiteit als getogte boedelhouderse beleend, 23 October 1781. Hulder Melchior Verstegen, haar soon. 335. BEEST. 31/2 mergen lants, gelegen int Nyeuwelant, an d'een sgde Henrick, an d'ander Jan Meus soon, ende 7 mergen .*) Zie over deze afsplitsing verder: 332a. *) Heer van Tienhoven en Zuilichem (akte). •) Blijkens de desbetreffende akte van overdracht in 't protokol van Beesd was het Blauwe Huis, dat buitendijks aan de Linge gestaan had, afgebroken. 744 lants, an d'een sgde des abts erve van Marienweerde, an d'ander d'erfgenamen der vrouwen van Voer, ende twee mergen op den Sandacker tuschen Jan Hubrechts soons gemeyn stege, Zutphens leen, ontfangen bg Hubert Gerrits soon, anno 1879. Idem ontfengt 13 hont op den Sandacker tuschen Ggsbrecht Huberts soon ende die gemeyn stege, ende 31 fa mergen int Nyelant tuschen Lambrecht Henrix soon ende Gerhards Huberts soons erfgenamen, tot Zutphenschen rechte, anno 1402. Idem transporteert 8$ mergen int Nyelant, tuschen Floris van Beesde an d'een ende Lemken Heymerix soons erven an d'ander sgde; item 18 hont op den Sandacker, Otto Hacken an d>en sgde met de gemeyn stege ende des abts weteringe, an d'ander Hubert Meus soon, anno 1414. Hubert Mens soon ontfengt 8} mergen, geheiten dat Nylant, an d'een snde boven Jan van Vucht ende Lambert Heymenchs soon, an d'ander beneden Floris erfgenamen van Beesde; item ontfangt noch 18 hont, geheiten die Sandacker, boven naest den abt van Marienweerde, beneden Ot Hack, anno 1424. Hubert Hubert Meus soon ontfengt 4 mergen over den grave, B\ mergen int Nylant ende 18 hont op den Santacker, anno 1468. Idem eedt verngt, 17 Octobris 1473, 27 Julii 1481. Hubert Huberts Meus soon, bg' transport sgnes vaders, anno 1488. Idem, anno 1515. Eiusdem onmundige kinderen beleent, anno 1629. Haer momber is Cornelis Amts soon. Hubert Meus eedt verngt, 28 Septembris 1588, deur Kerstgen van Stralen. Idem selfs eedt gedaen, 4 Julii 1544. Idem eedt verngt, 21 Januarii 1549. Hubert Huberts soon, onmundig, erve sgnes vaders, 21 Maii 1554. Henrick Aerts soon de Bruyn hulder. Idem eedt vernijt, 17 Junii 1556. Idem doet selffs eedt, 2 Decembris 1570. Idem tuchtigt sgn vrou Anthonia Dirx dochter van Tiel, 29 Junii 1579. Hubert Meus soon vernijt eedt, 16 Decembris 1581. Idem thoont acte van diligentie, 29 Julii 1594. Van 18 hont lants op den Santacker, daer hoven naest gelant die abt van Marienweerde ende beneden die gemeyn stege; noch 8$ mergen int Nylant, daer boven naest gelant is Gijsbert Pieck ende beneden Floris van Beest; noch 4 mergen lants over de grave, daer boven naest gelant Johan ende Claes van Beest ende beneden Eoloff van Loons erfgenamen »). Aert Claes soon bg opdragt sgnes neven Huberts voom. beleent, 17 Julii 1612, met 13 hont lands, to Beest gelegen op den Sandacker, daer boven naest gelant is die abt van Marienweert ende beneden die gemeyn steeg, te Zutphenschen rechten. Cornelis d e E o y Cornelis soon hg opdragt Aert Claes beleent met 18 hont bonlands," gelegen in den ampte van Beest op den Sandacker, oostwert naest den abt van Marienweert, suydwert Ggsbert van Beest, westwert die gemeyn steeg, 9 Julii 1621. •) De 3'/2 en de 4 morgen worden verder vermeld onder 338. 745 Idem maeckt dit sijnen soon Cornelis Cornelis soon de Boy, 26 Aprilis 1622. Cornelis de Boy, erve sijnnes vaders Cornelis, beleent, den 10 Jannarii 1688. Cornelis Cornelis de Boy, erve sgnnes vaders Cornelis, beleent, den 5 Novembris 1639. Sgn oom ende bloetmomber Johan Gerrits doet hnlde. Neeltgen Jans, wed. Gerrit Beernts, als erve ende bestemoeder van Cornelis Cornelis de Boy beleent, den 6 Novembris 1641. Oer soon Johan Gerrits doet huid. Querijn de Boy als erffgenaem van sgn broeders soone Cornelis de Boy beleent, den 22 Jannarii 1642. Gerret Jansen Stappershoeff, daer sgn bestemoeder op hem ver- • storven is, hiermede beleent. Idem draecht hetselve leen op aen Jan Jansen Stappershoef, die door dr. Valerins Swaen daermede beleent is, den 28 September 1684. Jan van Stappershoef en Anna Antonis, egtelieden, laten haer opene testament appröberen, 23 November 1702. Cornelis Stappershoef, erfgenaem sgns vaders Jan, beleent, 18 April 1786. Idem draagt dit leen op aan Otto G r e m i e, die daar weder mede beleend is, 2 October 1751. Anthony Gremie, erfgenaam sgns vaders Otto Gremie, beleend, 12 Maart 1794. 386. BEEST. 31/2 mergen lants, tot Beesde gelegen int Nyelant, onderdeylt met Hubert Gerrits soon, an d'een sgde Lijsbet Heymrix erfgenaemen, an d'ander Gerrit Huberts soons erfgenaemen, tot eenen Zutphenschen rechte bij Wendelmoit Gerrits wgff van Beesde ontfangen, anno 1403. Eadem deur heuren soon Floris van Beesde, anno 1423. Hier 4 mergen. Eadem, anno 1424. 3£ mergen. Johan van Beesde ontfengt een geseet met 4 mergen lants, Ot Pieck an d'een snde ende an d'ander dat clooster van Marienweert ende Jan de bastart; item 9 mergen aver de graeff, an d'een sgde Alert van Haeften, an d'ander Hubert Huberts soon; item 31/2 mergen int Nyelant, an d'een sgde mr. Henrick Jans soon, an d'ander Hubert Huberts soon, anno 1468. Idem, Floris soon, eedt verngt, 2 Octobris 1473. Idem tuchtigt sijn huysfrouw Lgsbet, eodem die. Floris van Beest, erve sgnes vaders Johans, anno 1481. Floris van Beest Jans soon ontfengt dit leen ende tuchtigt daeran sgn vrou Lijsbet Simons dochter, 4 Augusti 1519. Hier staet, dat het versuym quijtgescholden is. Sebastian van Beest, bij transport sgnes vaders Floris, 28 Septembris 1532. Idem eedt verngt, 4 Augusti 1544. Idem eedt verngt van de helft van 9 mergen over den grave 1), daer heer Johans van Haeften canonieks erfgenaemen an d'een sgde ') De andere helft ia vermeld onder § 1 hierna. Zie voorts 337 en 338. 746 naest gelant ende Hubert Huberts soon an d'ander sijde; noch 31 mergen int Nyelant, daer des cloosters erve van Marienweert an d'een sijde naest gelegen is ende an d'ander sgde Walraven Piex erve, tsamen in den ampte ende kerspel van Beest gelegen, tot Zutphenschen rechten, 23 Februarii 1556. Ernst van Beest, nadat Gerrit Peters soon, Sebastians broder, als oom ende momber des onmundigen Floris Sebastians soon, als onderleenheer hem Ernst beleninge geweygert hadde, ontfengt hier die helft van 9 mergen over de grave, boven naest heer Johan van Haeftens ende beneden Hubert Meus erven, 23 Decembris 1560 i). Ida van Beest, huysfrou Peter Arnts Römers, erve hares vaders Ernsts, 27 Julii anno 1591. Eadem stelt tot hulder haren soon Ernst Peters Bömers, 15 Septembris 1620. Eadem laet haere dispositie appröberen, den 20 Augusti 1647. WiUem Bomers uyt crachte van dispositie beleent, den 2 Junii 1653 2). Idem tuchtigt sgn huysvrou Gloria Tucker, den 4 September 1666. Afgespleten van 836. 386 § i. Die helft van 9 mergen landts over de grave, gelegen in den ampte ende kerspel van Beest, daer heer Johans van Haeften canonix erfgenaemen an d'een ende Hubert Huberts soon an d'ander sgde naest gelant sgn, uut een ander leen gesplit ende ten besunderen leen tot Zutphenschen rechten opgedragen bg' Bastian van Beest tot behoeff van Adrian Thonis soon, 24 Maii 1553. Idem eedt verngt, 18 Junii 1556. Aeff Adrians dochter, erve hares vaders voorn., beleent, 26 Augusti 1601. Haer man Jan Marcelissoon gebruyckt tot volmechtiger Johan Henricks soon, deurwerder der Eekencamer. Adrian Jans soon, erve sijner moder Aeff. Evert Jans soon, erve sgnes broders Adrians, beleent, 28 Junii 1626. Derck Huyberts V e r w a y bg opdracht Everts Jans beleent, den 7 Novembris 1628. Hendric Dercks Verwey, erve sgnes vaders Dercks, beleent, den 2 Junii 1643. Jan Dirxen van Vulpen, erve sgnes swagers Henrick Derxen Verwey, beleent, 30 Aprilis 1651. Idem laet sgne dispositie appröberen ende maeckt dit leen onder sgn kinderen, bg' Grietjen Dercks Verwey verweckt, deilbaer, den 23 Mey 1663. Huibert Jansen van Vulpen, erfgenaem sijns vaders Jan Derxen, beleent, 24 October 1707. i) Een akte, in de kamer van justitie te Vianen 16 December 1560 verleden betreffende de bezwaren, door Gerrit Peterszoon tegen de beleening van Ernst van: Beest aangevoerd, is in het leenaktenboek ingeschreven. Floris was de oudste toon van Sebastiaan van Beest. !) Hij was een kleinzoon van Ida van Beest (akte). 747 Afgespleten van 336. 837. BEEST. Die hofstat met den grint ende met 10 hont lants, gespleten nnt de 4 mergen, daer an d'een sgde naest gelant is Henrick Pieck ende an d'ander tclooster van Marienweert, ten besnnderen leen tot Zutphenschen rechten opgedragen hg Bastian van Beest tot behoeff van Willem van Haeften Otten soon, 24 Maii 1553. Bastian voorn, transporteert noch 14 hont tot Beest met allen sgnen tobehoren ende alle gerechticheyt, die hg daeran hebben magh, daer an d'een sgde naest gelant is Henrick Pieck, an d'ander dat clooster van Marienweert, eertgts an de voors. hofstat met 10 hont annex ende een leen geweest ende bg coop ofte versterff weder een worden magh, tot behoeff van Cornelis Dircks soon, 14 Juiii 1554. Idem eedt verngt van de 14 hont, 18 Junii 1556. Martin Henricks soon, bg transport Willems voorn., die 10 hont, 26 Junii 1556. Dirck Cornelis soon, erve sgnes vaders, van de 14 hont, 9 Novembris 1558. Martin Henrickssoon, bg transport Dircks voorn., ontfengt die 14 hont, also dat beyde deelen hier wederom een leen worden, 19 Junii 1566. Henricksken Martins dochter, onmundig erve hares vaders, ontfengt den ..hofstat met 4 mergen lants, daer achteran gelegen, daer an d'een sgde naest gelant is Otto Pieck ende an d'ander sgde het convent van Marienweert, tot Zutphenschen rechten, 25 Maii 1571. Haer hulder is Egen de Bie. Ggsbert Henricks soon, erve Hendrickskens voorn.' ) 1ft T Henric Ggsberts soon, erve sgnes vaders ) b -»-«iuarn 1577. Brienen Willems soon, bg transport Henricks voorn., ontfengt een hofstat met 4 mergen lants daerachteran gelegen, in den gerichte ofte kerspel van Beest, daer an d'een sgde naest gelant is Henrick Pieck Otten soon, heer to Tienhoven, ende an d'ander sgde die pastorie van Beest ofte het convent van Marienweert, 7 Martii 1594. Adrian Brienen, erve sgns vaders voorn., beleent, 8 Septembris 1615. Adriaen Adriaens Brienen, onmundich, als erve sgnnes vaders Adriaens beleent, den 22 Augusti 1628. Idem, mundich, doet door sgnen volmechtiger Derck van Oever den eet vernieuwen ende transporteert tselve leen aen Jacob Pieck '), die daermede beleent (is), den 19 Aprilis 1651. Afgespleten van 336. 338. BEEST 3'/2 mergen lants int Nyelant, des cloosters erve van Marien-* weert an d'een ende Walraven Piex erve an d'ander sgde, in den ampte ende kerspel van Beest gelegen, uut een ander leen affgesplit ende ten besunderen leen tot Zutphenschen rechten opgedragen bg ') Ambtman van Beesd en Benoy (akte). 748 Bastian van Beest tot behoeff des onmundigen Willem Huberts soon, 28 Februarii 1556. Sgn hulder Henrick Aerts soon; bedongen, so hg' geen kinder nalaet, dat Elisabet Huberts dochters dochter ofte die heure erven sullen. Idem doet selver eedt, 2 Decembris 1570. Elisabet Huberts dochter, erve Willems voorn.; CorneUs de Boy Cornelis soon, onmundich, erve sgner moder Lgsbets voorn., 15 Octobris 1576. Alvert Stees, weduwe Henrix de Boy, Cornelissen bestemoder, stelt tot hulder Ot Pieck, secretaris. Hubert Hubertssoon, bg transport Cornelis voorn., ontfengt eenen weycamp, groot 81 mergen lants, gelegen int Nyeulant in den ampte van Beest daer oostwert naest gelant is het Kerckencampken tot Beest, suydtwert Ggsbert Ggsberts soon, westwert Hubert Huberts soon ende noortwert Walraven Pieck Ggsberts soon ofte wie met recht alomme naest gelant mag sgn, 13 Octobris 1598. Idem bethoont diligencie, 29 Julii 1594. Cornelis de Boy Cornelis soon, erve sgner moder broder Hubert voorn., beleent met 7 mergen weylands int Nylant, oostwert naest de gemeyn vliet tegenover het Kerckenkampken, suydwert den abt van Marienweert, westwert die gemeyn steeg, noortwert d'erffgenamen van Walraven Pieck Ggsberts soon'; noch 4 mergen over de grave, oostwert naest de gemeyn straet, suydwert Jan Ggsberts soon Vos, westwert d'achtersteeg ende noortwert Aert Adrians dochter, 9 Juli. 1621 !). Idem maeckt sgner dochter Elisabet in huwelick an Corst Bastians soon 3^ mergen int Nylant, 26 Aprilis 1622. Anneken Cornelis, huysfrouw van Jan Gerrits, beleent uuyt cracht van maegescheit van den 25 Maii 1682, twelc ooc mits desen approbeert, den 10 Januarii 1633 2). 338a 8). Seven mergen hooy- of weyland in 't Nyland, ompaald ten oosten de Vliet of Crommesloot, ten suyden den amptman van Beest, ten westen de Borrebrugsteeg, ten noorden den heer van Gellicum, Hend. Sprayt en Anthony Vos, ofte wie etc, te leen ontfangen bg Jan Ggsbertse Stappershoef, den 20 October 1740. Idem draagd dit leen op aan Cornelis Jansen Stappershoef, eodem die. Ewout Cornelissen Stappershoef, erfgenaam sgns vaders Cornelis Stappers- hoeff, beleend, 8 November 1764. Johanna Stappershoeff, erfgenaam van haar vader Ewout Cornelissen Stappershoeff, beleend, 18 Januarii 1780. ') De 3V» en 4 morgen, die by het leen zijn gevoegd, zgn tot 1594 onder 335 geregis eerd geweest. „„„ . , aaai. Deze akte betreft 7 morgen; zie voorts 338a en voor de 4 morgen. &J8D. ») Vervolg van 338? 749 Eadem draagt dit leen op aan Ggsbert van Tussenbroek, die daar weder mede beleend is 8 Maii 1780. Afgespleten van 838. 338b. 4 mergen over de graeff, oostwart naest de gemeene straet, zuytwart Jan Gijsbertszoon Vos, westwart d'Achtersteeg en noortwart Aeff Ariaens dochter, uuyt cracht van maegescheyt tot een besonder leen ontfangen bg Crgn de E o y, den 10 Januarii 1633. Zgn hulder is Cornelis Cornelissen de Eoy. 339. BEEST. 13'/2 mergen lants1) in den gerichte van Beesde ende eene hoffstat, te dienstmansrechte geholden bg Ghibeke Ganzedoit, anno 1326. Heyn Ganzedoit ontfengt sgn hofstat, gelegen opt Sant in den gerichte van Beesde, Marienweert an d'een sgde, Willem Gansedoit ende Jan Vranck .... 2) hofstat, gelegen an de Ester straet, met heure berge daert'eynden an, streckende tusschen Grote ende Moen Daems soons erfgenamen an d'ander sgde, Zutphensche leen, anno 1879. 339a. Vrancke B 011 e k i n helt 1 mergen to Beesde te dienstmansrechte, anno 1326. 339b. 6V2 mergen lants te Beesde, daervan liggen 3^ mergen tuschen des graven lande ende Peters Bollen Stees soons lande, ende die ander 8 ah Olifiers lant, heeren Otten soon van Asperen, to 5 mareken bg Bgcqugn Claes soon geholden, anno 1326. 839c. 5 mergen lants, gelegen in den gerichte van Beesde tuschen heeren Gerbrants soon an d'een ende Jan Strevel an d'ander sgde, bg Conrads soon ontfangen, anno 1879. ) Van Reyd heeft abusievelijk: 24 morgen. *) De akte is hier onleesbaar. 750 Hubert van Vloetten, onmundig, beleent met 5 mergen to Beesde, gelegen an eenen stucke op den Paelacker aldaer tuschen. heeren Gerbrants erfgenamen, van Beesde an d'een sijde ende Strevelant an Gander, anno 1386. Snn hulder is Wilhelmus de Busch. 33 9 d. 4 mergen lants, gelegen in den gerichte van Beesde, an een sgde heeren Gerbrants soon, an d'ander gelegen Jan Foycke, ende een hofstat, gelegen met een spe an des godshuys erve van Marienweert, ontfangen bg Jan Krgns soon, anno 1379. Brunstgn, bastaerd van Eek oye, ontfinck 4 mergen lants in den gericht van Beesde int Nyelant, Walraven van Eckoy an d'een ende die prochypape an d'ander sgde, tot Zutphenschen rechte, anno 1402. Derck de Vriese ontfinck 4 mergen to Beesde tot eenen Kuiischen leen, anno 1402. Hier staet: 4 mergen to Beest int Nyelant, an d'een sgde Ggsbert, an d'ander dat godshuys van Marienweerde, tot Zutphenschen recht. Walraven van den Braemsloet, anno 1430. 339e. Een hofstat ende li/2 mergen in den Bidderslach, te Zutphenschen rechten geholden bg Noyde Sasse van Beesde, anno 1326 *). Ggsbert van Beesde ontfangen 3 mergen 4 hont 12 schafte lants, gelegen in den Vorsten to Beesde tuschen den hertog van Gelre an beyden sgden, Zutphensch leen, anno 1379. Johan van Beesde ontfinck 5 mergen to Beesde op de Hare, Bgcqugn Jans soons erfgenamen an d'een ende Gerrit Meyers soons erfgenamen ende Meyer Goossens soons an d'ander sgde; item 3 mergen in den Bidderslach, Johan Eckergns soon an d'een ende Eoloffs Groten Herberens soons erfgenamen an d'ander sgde; item een hofstat an d'Achterstrate, d'erfgenamen Heynen Gansdoets van Enspick an d'een ende Johans Bruystians soons an d'ander sgde; item 4mergen in den Bidderslach, d'erfgenamen Johans van Beesde Olifiers soons an d'een ende Hubrecht van Hurwinen Huberts soon an d'ander sgde; 3^2 mergen in den Bidderslach, d'erfgenamen Gooswgns Meus soons an d'een ende Egcqugns voors. an d'ander sgde, Zutphensch leen, anno 1401. Idem, Olifiers soon, anno 1408. Willem Pieck, bg transport Johans voorn., ontfengt die 5 mergen op der Hair ende 3 mergen in den Bidderslach, in den gericht van Beest gelegen, tot Zutphenschen rechte, anno 1406. „ AHp. flp hofstat aaer hi op wont", enz. De door Van Beyd veronderstelde samenhang tusschfn deze on "de vo.g'ende akte en die, welke hij daarna heeft geplaatst, ,e 'twijfelachtig. 751 339f. Ggsbert van Tusschenbroeck Johans soon ontfengt 4i/2 mergen m den gericht van Beesde, geheiten opten Paelacker, anno 1405. Johan van Tusschenbroick, anno 1422. Idem, anno 1424. Hier staet bg': boven naest Ggsbert Pieck, heneden Hadewich Ggsberts weduwe Strevelants. Arnt Pieck van Asperen, bij transport Tusschenbroick», IS Octobris 1473. Walraven Pieck bg' avergifte sgnes vaders, 7 Septembris 1480 *)* 840. BEEST. 3 mergen, 36 roden min, lants, gelegen in den gericht van Beest, te weten 10 hont, 14 roden in de Hare, an d'een sgde die hertog van Gelre, an d'ander Olifier van Beest, ende 1\ hont to Beest in den Bidderslach, an d'een sijde Joannes Egcqugns soon ofte die Satrosen oirden, an d'ander Gijsbert Jans Groten soon van Zulinchem, ontfangen bg' Johan van Ho ic klem Johans soon tot Zutphenschenrechten, anno 1401. Idem ontfengt 3 mergen, 30 roden min, to Beest als he helt van der herlieheit van Cuick, anno 1402. Willem Pieck, bg' transport Johans van Hoeckelem van den Hoemborch, ontfengt 10 mergen 4 hont ende daerto een hofstat in den gericht van Beesde, des sgn 6 mergen gelegen in Jannescamp, boven naest Ggsberts erven van Deyl, beneden Dirck de Grootitem 10 hont achter Seelken Selen soon, St. Peter an d'een endé Aleyt Egcqugns erven an d'ander sgde; item 10 hont in de Hair mg'ns gen. heeren erve an d'een ende Willem Pieck an d'ander sijde • item 7'/2 hont in den Bidderslach, Ggsberts erven van Zulichem an d'een sgde ende die Satrosen van den Berge an d'ander; item een hofstat an de Voerstraet tegen de kerek, Bartholomeus van Beesde an d'een ende Arnt Piex erven an d'ander sgde, anno 1414. Ggsbert Pieck, erve sgnes vaders Willems, ontfengt in Janniscamp 6 mergen Ggsbert Pieck boven ende Dirck de Groot beneden; after de Hoeve' 10 hont, St. Peters lant boven ende Ot Hack beneden; een hofstat an de Vufste straet, Gijsbert Pieck boven ende Arian van Beesde beneden; item in de Hair 6$ mergen 1 hont, die hertog van Gelre boven ende Willem Piecks erfgenamen heneden; in den Bidderslach 3 mergen, Ackeren Jans soon boven ende Eoloff de Groot Gijsberts soon beneden; in den Groten Bidderslach 7 j hont, Eoloff de Groot Ggsberts soon boven ende Gijsberts kinder van Zulichem beneden anno 1423. ' Idem, anno 1424. Eiusdem moder Jutte van Cuyck transporteert dit leste met noch 5 mergen in de Hair, Jan van Heukelem an d'een ende Jan van Heukelems ende Hubert Gerritssoons gemeynte an d'ander sgde, des worden uutgelaten 10 hont achter de Hoeve ende die hofstat an de Torste straet, maer 10 hont in de Hair staen hier, tot behoeff van >) Zie bl. 735 noot 2. 752 Jutte van Herwynen, huysfrou Johans van Herwinen Jans soon, haer dochter, anno 1437. Eadem, dochter Willem Piex, ontfengt 6 mergen in Janniskamp, 3 mergen in den Bidderslach, 71 fa hont in den Bidderslach, 61/2 mergen 1 hont in de Hair, anno 1468. Eadem eedt vernyet, bedingende dat die 6 mergen 4 hont in de Hair erven sullen op haren soon Willem ende die ander 9 mergen op Johan van Herwinen, haren 2en soon, 11 Octobris 1473. Eadem eedt verngt, 23 Julii 1481. Johan van Herwinen Johans soon ontfengt 6 mergen in Janniscamp, boven heeren Arnts erfgenamen van Herier, ritters, beneden neven lrvë^drians~vah der Poirten; noch 3 mergen in den Bidderslach, an d'een sgde neven erve Ste Barbaren altar, an d'ander neven erve Grote Ggsberts soon, 11 Augusti 1486. Willem van Herwynen, erve sgnes vaders Johans, 12 Decembris 1519. Idem tuchtigt sgn huysfrou Wilhelma Millinck, eodem die. Eoloff de Groot, by transport Willems voorn., ontfengt den hofstat ende omtrent 11 mergen, daervan 6 mergen heiten Johans camp, boven naest de weduwe Dirx van Weerdenborch, beneden Cornelis Gijsberts soon, ende 8 mergen gelegen in den Bidderslach ende 2 mergen, die nu Willem Peters soon in pacht heeft, 14 Februarii 1532. Idem eedt verngt, 22 Septembris 1588. Deliana de Groot, erve Eoloffs. voorn., 28 Augusti 1544. Haer soon Cornelis Bolofs soon is hulder. Eadem eedt verngt, 21 Junii 1556. Mariken de Groot, onmundig, erve hares vaders Cornelis, 3 Junii 1564.Haer hulder is Otto de Groot. Martin Henricks soon, bg' transport Marikens voorn., eodem die. Cornelia Martins dochter, huysfrou Ggsbert Ggsberts soon, bg deylinge beleent, 25 Maii 1571. Johan Ggsberts soon, erve sgner moder Corneliae, 13 Junü 1580. Quirgn Bartholomeus soon, bg transport Johans voorn., 12 Martii 1592. Dirck Verwey Huberts soon bg opdragt Quirins voorn, beleent met een hofstad met omtrent elff mergen lands, daervan die ses heyten Johans camp, daer nu mr. Johan Meerhoutz, der rechten hcentiat, oostwert ende Adrian Boudewins soon westwert naest geerft liggen; die drye mergen sgn gelegen in den Eidderslag, an d'een sgde neven erve van Ste Barbaren alter, an d'ander sgde neven erve Grote Ggsberts soon ende die twee mergen die nu Wilhem Peters soon m pacht heeft, liggen op den Valendries bg desselven Wilhem, Petera; soons eygen land, tsamen in den ampte van Beest, 24 Octobris 1616. Idem tocht sgn vrouw Stijntgen Jans ende maeckt ütjwntorw kinderen deylbaer, te weten dat de olste, die de vall sall beleven, dit leen sall moogen annemen voor 600 gulden de mergen, andersms tot gemeen proffgt te vercoopen, den 3 Mey 1633 ). Jenneken Aertsen Bosch, als moeder en voochdesse van haer outsten soon '1 In het redster ziin hierna abusievelijk enkele akten vermeld, die betrekking hebben on het leen onde, 34 da Mn 1616 in ééne hand was gekomen met het hier bedoelde. Sé akte van 18 Juli 1678 heeft op beide leenen betrekking, evenals die van 6 Juni 1729 en de d. a. v. akten. 758 Melis Bosch, als snnde dit leen vererft van Marriken Verwaey, huysvrou van Melchior Matthysen Bosch, op haer soon Matthgs Melsen Bos en van Matthgs Melsen Bos op sgn ohem Floris Bosch en van denselven op sgn soon Melis Bosch, den 18 Julii 1678. Hulder Peter Schook. Mels Bos laet sgn beslote dispositie appröberen, 19 Mey 1722. Floris, Anna Catharina en Petronella Bosch, onmundig, erfgenamen haers vaders Mels Bos, heieent, 6 Junii 1729. Hulder Adriaen van Lid haer voogd. Floris Bos, meerderjarig geworden sgnde, vernieuwd eed, 29 Julii 1740. Idem en Cornelia Boellaert, ehelieden, laten haer besloten testament van den 16 Augustus 1779 appröberen, 7 October 1779. Deselve ehelieden laten haer besloten testament van den 31 Maart 1790 approheren, 19 April 1790. Deselve ehelieden laten de copielgke superscriptie van haar besloten testament d.d. 26 Junii 1797 registreren, 12 Julii 1797. 341. BEEST. 6 mergen lants in den gericht van Beesde in Johanniscamp, der kercken lant op d'een sgde ende Johans lant van Heukelom op d'ander, geholden van der heerlicheyt Cuick, ende ontfangen bg Derick de Grote, anno 1402. Idem ontfengt 6 mergen 1 hont, daervan 3^ mergen int Vorstebroeck *), die geistlicke juffer van Wgck an d'een ende Arnt Pieck an d'ander sgde, 2 mergen tot Beest an den dorpe, Dirck voors. an d'een ende Gerrit de bastart an d'ander sgde, ende 4 hont in den .Monten bg lande des godshuys van Marienweert ende Lamhrecht Heymerichs soon, anno 1402. Idem, anno 1424. Ggsberta Otten dochter van der Poirt, huysfrou Johans van Hemert, beleent, anno 1426. Adrian van der Poirten Gaerts soon, erve sgner moyen Ggsberta, anno 1456. Idem, anno 1468. Idem eedt vernijt, 16 Octobris 1473. Adrian van der Poirten Adrians soon, 13 Aprilis 1484. Hier is Ggsbert Huberts soon hulder van den onmundigen Arian. Albert van Ermel ontfengt voor een versuymt leen 2 mergen bg den dorp van Beesde, nutertgt an d'een sgde des Heyligen Geests lant to Beest, an d'ander Crgn Jacobs soon, 4 hont in de Meynten, an d'een sgde tgodshuys Marienweert, an d'ander die Heylige Geest, anno 1504. ') Hoewel de akte wel aanleiding geeft tot de veronderstelling, dat die 3'/, morgen tot de 6 morgen 1 hont behoorden, schflnt een vergissing hier niet uitgesloten, omdat die 6 h morgen later als afzonderlijk leen voorkomen. Hetzelfde geldt van de 2 morgen en de 4 hont, waarop uitsluitend betrekking heeft de akte van 1504, doch dio daarna niet meer voorkomen. Nijmegen. 48 754 Gijsbert Huberts soon transporteert 6 mergen 1 hont Johanseamp, an d'een sgde St. Peters altar to Beest, an d'ander Willem Piex erven, 31 /% mergen int Vorstebroick, die juffer van Wgck an d'een, Gijsbert Pieck an d'ander sgde, (an) Hubert Ggsberts soon van Beest, sgn soon, anno 1515. Hier staet in margine: dit sgn 2 leenen. Cornelis Ggsberts, erve sgnes broders Huberts, anno 1520. Sgnes vaders versuym quijtgegeven. Idem eedt verngt, 23 Septembris 1538, 4 Julii 1644. Johanna Hubert Ggsberts dochter, huysfrou Dionisii Mom, beleent, 15 Septembris anno 1544. Eadem vertgt op haer recht to behoeff van Cornelis Ggsberts voorn, angaende die 6 mergen 1 hont, 2 Augusti 1545 1). Idem eedt verngt, 23 Februarii 1556. Idem tuchtigt sgn vrouw Anna Beyers dochter. Dirck Cornelis soon, erve sgnes vaders, 19 Julii 1560. Boudewijn Otten soon, bg transport Dircks voorn., 12 Maii 1574. Arian Boudewgns soon, erve sgnes vaders, beleent, 1 Septembris 1607. Dirck Verwey Huberts soon bg opdragt Adrian Bouwens beleent met ses mergen ende een hont lants, geheiten Johans camp, met haren rechten ende tobehoren gelegen in den gericht van Beest, boven an land Dircks Verwey, beneden die heer van Wolffsweert, streckende van den Lingendgck aff tot an de Meyntesteeg to, 7 Novembris 1616. Idem tucht sgn vrouw Stijntgen Jans ende maeckt dit leen onder sgne na te latene kinderen deylbaer, to weten dat de olste tselve sal moogen annemen voor 600 gulden den mergen, andersins tot gemeen proffijt te vercoopen, den 3 Mey 1638. Hendric Dercks Verwey beleent, den 2 Junii 1643, als erve sgnnes vaders Dercks,. Melchior Matthgsen Bosch, erve sgnes swagers Henrick Derxen Verwey, beleent, den 80 Aprilis 1651. Aert Verwey als erfgenaem van Matthgs Melsen Bos, die dit leen geërft hadde van sgn moeder Mariken Verwey, huysvrou van Melchior Mathgssen Bos, den 10 Julii 1678. Jenneken Aerts Bos, als moeder en voochdesse van haer outste soon Melis Bos, die het geërft hadde van sgn vader Floris Bosch, erfgenaem van Matthgs Melsen Bos, die erfgenaem geweest was van sgn moeder Mariken Verwey, weduwe van Melchior Matthgssen Bos, den 18 Julii 1678. Hulder Peter Schook. Derk Piek, erfgenaem sijns moederüjke grootvaders Aert Verwey, beleenta), 14 Junii 1704. Derk Derkse Piek, erfgenaem sgns vaders Derk, beleent, onmundig, 1 Junii 1720. Hulder Daniël Piek. Gerryke van Wachen, wed. Derk Piek, moeder en momberse van haren onmundigen soon Derk Derkse Piek, mede namens Stefanus Piek, bloedvoogd van denselven, dragen dit leen op aen •) De 3V» morgen werden getransporteerd aan Ggsbert Jans zoon; zie daarover verder 342. *) Hfl was de oudste zoon van Christina Aerts dochter Verwey (akte). 755 Mels Bos, die daer weder mede beleent is, 24 September 1723. Verder als 340. 342 »> BEEST. 3i/a mergen lants, in den gericht van Beest int Vorstebroick gelegen tnschen de jufferen van Wgck an d'een ende Gijsbert Pieck an d'ander sgde, tot Zutphenschen rechten ontfangen bg Hubert Gijsberts soon v a n B e e s t, bg avergifte sgnes vaders, anno 1515. Cornelis Ggsberts soon, erve sgnes broders Hubert, anno 1520. Idem eedt verngt, 23 Septembris 1538, 4 Juin 1544. Johanna Hubert Ggsbert soons dochter, huysfrou Dionisii Mom, beleent, 15 Septembris 1544. »"', ■» Ggsbert Jans soon, bg transport Johannae voorn., 2 Augusti 1545. Idem eedt verngt, 18 Junii 1556. Idem tuchtigt sgn vrou Jenneken Jans dochter van Cronenborch, 20 oeptembns 1557. Neeltgen Ggsberts dochter, erve hares vaders, 22 Septembris 1575. Haer hulder is Anthonis Henricks soon. Eadem, huysfrou Jan Jans soons, burger to Gorinchem, eedt vernijt deur haren volmechtigen Willem Jans soon, 8 Junii 1596. Herman Andries soon, bg transport Neeltgen voorn., 15 Junü 1598. Johan Hermans soon, erve sgnes vaders, beleent, 1 Octobris 1614. Andries Jans soon, erve sgnes vaders, beleent, 16 Octobris 1617. Hendrickjen Andriessen, erve haers vaders Andries Jansen, onmundich beleent, den 30 Martii 1660. Haer hulder is Jan Ggsberts. Eadem eet vernieut hebbende door Jurrien Helderbeeck2), draecht art leen op aen Wouter van Hattem, die daermede beleent is, den 28 April 1683. Beiner van Hattem, erfgenaem, nog onmundig, sgns vaders Wouters, beleent, 26 September 1708. Wouter van Hattem, erve sgns vaders Eeynier, na afgemaakt versuym, beleend, 12 October 1742. Idem draagt dit leen op aan Otto Boeleman Frederik van den Byland, die daarmede beleend is, eodem die. Carel grave van Byland, erve sgns vaders Otto Eoeleman Frederik grave van Byland en moeders Anna Constantia van Sevenaer, in leven eheheden, beleend, 20 December 1768. Idem s) draagt dit leen op aan sgn broeder Fredrik Christoffel Willem Lodewijk van Byland, die daar weder mede beleend is, 20 October 1779. Verder als 828b. ') Vgl. 341. Tot 1545 is het daar bedoelde leen met dit in ééne hand geweest ') Haar man (akte). ») Dit is onjuist. De opdracht geschiedde door een derden broeder, Jacob Christoffel n^lThet ZAtTfö T8D ZflD br°eder Carel h6eft °ntVaDgeD' b'Ökt 756 Afgespleten van 344. 342a. Het derdendeel van 18 mergen lands, genoomt Brienhoeff ofte den Beerhövel, met allen rechten ende tohehoren in den ampte van Beest gelegen, westwert naest den heer van Wolffsweert, oostweert Jan Bouwens met snn f, suydwert die Bussersteeg ende noortwert Gangiensweg, te Zutphenschen rechten opgedragen bn Johan Bouwens soon tot behoeff van Gosen Gosens soon, 26 Martii 1618. Anthonia Gosens dochter, huysfrou van Jan Cornelis soon Stichter, erve hares vaders, uut cracht van maechgescheit van den 23 Apnlis 1622 heleeut, 5 Junii 1624. Eadem maeckt, dat na haren ende hares mans doot haerluyder 9 kinderen Cornelis, May, Anthoni, Magdalena, Gerrit, Anna, Johan, Teuntgen ende Lnsbertien dit leen gelgckelick deylen ende genieten sullen, nadat d'oltste soon ofte dochter een vordel van 75 gulden eens vrg vooruut getogen sal hebben, 11 Augusti. 1625. Cornelis Jansen Stichter, voor sich selven en sich mede sterck maeckende voor sijne saementlycke broeders en susters, beleent snnde, draecht hetselve op aen Willem van Weede, schout van den Broeck, 17 Mey 1649. 343. BEEST. 12 mergen in den gericht van Beest in dat Vorstehroeck, an d'een snde die gemeen stege, ende 4 mergen honde op den Sandacker, an d'een sgde Henrick van Enspick, an d'ander Hubert Gerrits soon, Zutphensch leen, ontfangen anno 1379 1'. Johan van Herwynen transporteert 18 mergen in den gericht van Beesde int Vurstebroeck, an d'een sgde gelant Ste peter ende Arnt Pieck, an d'ander sgde die gemeyne stege, geheiten die Kathnjnstege, tot eenen Zutphenschen rechte tot behoeff van Ggsberts soon van Beesde, genoomt Meus v a n B e e s d e, anno 1401, beholden sgn tucht. Idem ontfengt 18 mergen int Voerstebroick, die Elmergen, Ste Peter ende Arnt Pieck an de nederste sgde ende die Keytyffstege an d'overste snde; voort 2 hofsteden in den gericht van Beesde opt Sant dat godshuys van Marienweert an d'een ende des hertogen erve an d'ander sgde; item een hofstat in denselven gencht an d'Achterstraet met een stuck lants, geheiten die Berehde, Jan van Deyl Groten soon an d'een sgde ende Henrick Hermans soon an d'ander sgde, anno 1402 2). ■) De akte is defekt; de naam van den leenman is o.m. weggescheurd. Of deze akte bij de volgende behoort, schijnt twijfelachtig. *) Zie verder 343a. 757 Oï&i ,*§ 348a. Een hofstat met 81/2 mergen ende alsulcke timmeringe als daerop staet tot Beesde op den Sandacker, Hubert Gerrits soon an d'een ende Jan Jordans soon an d'ander sgde; 41/2 mergen in denselven gerichte in Ghisselmeynten, Demóet van Sevenhusen an d'een ende die gemeyne an d'ander sgde, geheiten die Audeperric, tot Zutphenschen rechte ontfangen bg Ggsbert van Beesde Huberts soon, anno 1402. Meus van Beesde, erve sgnes. vaders Ggsberts, anno 1410. Otto Hacke Ggsberts soon ontfengt een hofstat met 9 mergen, geheiten die Sandacker, met sulcker timmeringe als daerop'staet, 41/2 mergen in Gissehnenten, item 18 mergen int Voerstebroeck 1); 2 hofstede(n), een hofstat met een stuck lants, geheiten die Verghede an d'Achterstraet, noch een hofstat met eenen bongart ende eener vergheden, anno 1412. Otto Hack van Beesde, anno 1424. Ggsbert Hack, erve sgnes vaders Otten, ontfengt den Sandacker met sgnen tobehoren, streckende met den eenen eynde op des abts weteringe, met den anderen an de gemeyn stege, 18 mergen geheiten Delmergen, streckende met der eener sgden ende met beyden eynden an de gemeyn stege, an d'ander sgde erfnis Ggsbert Pies, ende 1 mergen, gelegen tot Beesde achter 's papen end Willem Piex wgff, streckende an de Steenstraet ende met den anderen eynde Henrix erven van Sevenbergen, anno 1436. Noch 2 mergen in de meynte, 2 hofsteden opt Sant, een hofstat in de Achterstraet, elcke hofstat met sgnen vergt. Idem, anno 1468. Idem eedt vemgt, 10 Octobris 1473. Hier staet 11 mergen, geheiten Delmergen. Idem tuchtigt sgn vrou Adrian Ggsberts dochter van den Pol in 18 mergen. Idem eedt vemgt, 24 Julii 1481. Otto van Beest, bg transport sgns vaders Ggsberts, ontfengt ende verbetert dit leen noch met 2 mergen in de meynte to Beesde ende een streepken lants, beneden Steven Gerrits goet tot der Ouweirscherstegen met den halven Heymheren grave, ende noch een hofstat in de Achterstrate, die Gaert Stevens te gebruken plag, anno 1504. Frans van Beest, erve sgnes vaders Otten, 7 Maii 1530. Idem eedt vemgt, 23 Septembris 1538. Sandacker 12 ende 14 mergen leechlants. Ggsbert van Beest, erve sgnes broders Frans, 11 Julii 1544. Ggsbert van Beest, onmundig, erve sgnes vaders Ggsberts, 5 Maii 1554. Kobert van Erp hulder. Idem eedt verngt, 18 Junü 1556. Eiusdem moder Bgck van der Lawick crigt qugtscheldinge, dat sgn bestemoder Oorneüa van Cuyck, Otten vrou, als erve hares soons Frans versuymt hadde te verheffen, 10 Martii 1559. Idem eedt verngt deur Hubert van den Oever, 13 Junii 1561. Idem tuchtigt^sgn moder Kgck voorn, an de Delmergen in plaetse van den Bijsacker, bg haer afgestaen. ») Vgl. 343. 758 Idem, mundig, eedt gedaen, 17 Novembris 1570. Idem eedt vernnt, 22 Junii 1594. Otto van Beest, erve sgnnes vaders Gijsberts van Beest, 13 Novembris 1627. Lucretia van Beest, erve haers vaders Otto, beleent, den 10 Novembris 1637. Gerrit van Aerts, oer behoude oom, doet huid als noch onmundich sgnde. Eadem laet haere houwelixvurwarden, tussen haer ende haeren man Diderick van Hovelick opgericht, appröberen door haeren man voorn., den 10 Novembris 1653 1). Eadem laet vernieuwen den eedt door haer man Diederick van Hovelick, den 7 Januarii 1663. Derck Ferdinant van der Hoevelick, erve sgner moeder Lucretia van Beest, onmundich, beleent door sgn vader Diederick van der Hoevelick als hulder, den 22 November 1675. Nicolaes Walraeven van der Hoevelick tot Hulhuisen, Bimmen etc, erve sgnes broeders Derck Ferdinants van der Hoevelick, beleent, den 10 December 1692. Ggsbert van den Hoevelick, bevonden hebbende, dat sgn broeder Nicolaes Walraven sig op sijn eigen naem had laten belenen, self als erfgenaem sijns broeders Derk Ferdinand beleent, 10 Augusti 1703. Hulder Matthgs Beeken. Idem draegt dit leen op aen Tomas Walraven van Y p e 1 a e r, die daer weder mede beleent is, 18 October 1721. Idem draegt dit leen op aen Ludolf Diderik van Tengnagel, die daer weder mede beleent is, eodem die. Jan Wilhem, Alexander Ggsbert en Zeno Diderik Walraed van Tengnagel, onmundig, erfgenamen haers vaders Ludolf Diderik, beleent, 11 Julii 1725. Hulder Huybert Danen. Alexander Gijsbert en Zeno Diderik Walraed van Tengnagel laten appröberen het maeggescheid, den 17 Februarii 1786 tussen haer opgerigt, 14 Augusti 1737. Zeno Diderik Walraed van Tengnagel, uyt kragt van voorn, maeggescheid, meerderjarig, doet self eed en beleent, eodem die. 848b 2). Die helft van omtrent 4 mergen 1 hont lands, gelegen in den ampte van Beest, geheiten Gysselmeynte, oostwert an joffrou Piecks van Tienhoven, suydwert den Stapelacker, westwert die wederhelft van deselve 4 mergen 1 hont, tocommende Ggsbert Cornelis soon, ende voort rondom an de gemeynt, te Zutphenschen rechten angecoft bg Jacob Aerts soon, geërft op Peter Jacobs soon, ende van denselveri Anthonis Peters spon, die beleent is, 3 Martii 1623. ') In deze akte heet zy Johanna Lucretia. De echtgenoot is heer tot Bimmen en Hengmeng en ritmeester. 2) Vgl. 344. 759 Laurents van I se ren, als erve van Anthonis Peters heieent sgnde, draegt dit leen op aen Johan Peters, die ooc daermede beleent is, den 26 Julii 1641. De onmundige kinderen van Jan Peters beleent door Jan Joosten van Alst, haeren momher, den 2 Augusti 1665. Louis van Lange rak, erfgenaem sgns vaders Evert van Langerak, die het had gekregen na dode van de kinderen van Jan Peters, beleent 31 Augusti 1716. Hulder Derk Piek. 343c 1). Die helft van omtrent 4 mergen 1 hont lands, gelegen in den ampte van Beest, geheiten Gysselmeynte, oostwert die wederhelft van deselve 4 mergen 1 hont, Antonis Peters soon tocommende, suydwert den Stapelacker, west ende noortwert die gemeynt, te Zutphenschen rechten vercoft bg Cornelis Dircks soon an Ggsbert Cornelis soon, die beleent is 3 Martii 1623. Andries Ggsberts, erve sijnnes vaders Ggsberts, beleent, den 6 Mey 1639. Johan van Wevelinchoven bg transport van Andries Ggsbert beleent, den 23-Junii 1647. Antonis van Wevelinchoven 2), erve sgnes vaders Johans, beleent, den 21 September 1659. 344. BEEST. 4 mergen 1 hont lants, gelegen in den gericht van Beesde, Willem Pieck an d'een ende die gemeynte van Beesde, geheiten die Perric, an d'ander sgde, opgedragen bg Otto Hack tot behoeff van Godart Pieck Willems soon, anno 1414. Idem, anno 1423, tot Zutphenschen leenrechten. Idem, anno 1424. Ggsberta Piex, huysfrou Meus van Beesde, ontfengt een hoeve lants in den gericht van Beesde, holdende 19 mergen, geheiten Heeren Brienshoeve, boven erfgenamen Ot van Haeften, beneden Jan van Herwinen ende Ggsberts erven van Eossem, item 4 mergen 1 hont, geheiten Gysselmeynte, boven Johan van Herwinen, beneden die gemeynte, anno 1468, als erve hares vaders Gaert Piecks. Eadem eedt vemgt, 17 Octobris 1473. Eadem eedt verngt ende gemaeckt, dat die helfte van de 19 mergen sullen erven op Ggsbert Tusschenbroeck, haren oltsten soon, ende d'ander helft op Griet van Beesde, haer dochter, off Ggsbert voorn, moet haer na sgner moder doot binnen jaers geven 125 E. gulden, ende die 4 mergen 1 hont sullen commen op Cornelis van Tusschen- •) Vgl. 344. !j Advocaat (akte). 760 broeck, beheltlick dat sij se voort te leen houden sullen van Gijsbert, haren broder, sonder eenich heergewaet te geven, 27 Julii 1481. Eadem crigt consent dit leen te deylen in 2, ende met d'een helft is beleent Gijsbert van Tusschenbroeck, anno 1492. Gerrit van Tusschenbroeck, als erve sijnes vaders Gijsberts ende moyen Griete, ontfengt beyde helften weder voor een leen, 27 Aprilis 1532, met consent des leenheeren *). Idem eedt vernnt, 28 Septembris 1538, 28 Junii 1544. Ewolt van Tusschenbroeck, erve sijnes vaders Gerrits, 19 Maii 1551. Idem eedt verngt, 18 Junii 1556. Idem transporteert Brienshoeve, 21 Octobris 1557. Coram 2 leenmannen propter periculum in mora 2). Idem transporteert tgantse leen, met begeren dat datselve die statholder 4 of 5 dagen an sich holden ende daerna daermet belenen wilde, die op St. Simon ende Judedagh den coop ende slach crege, 22 Octobris 1557. Isabella Piex Jacobs dochter, weduwe Johan Schencks van Nidegen, beleent als hebbende den coop ende slach gecregen, 26 Februarii 1558, welcke coop bg Arnt van Tusschenbroeck Ewolts soon ende Heyl Queeckels, sgner moder, geaggreëertis, 18 Januarii 1564. Eadem, huysfrou Stevens van Eossem, heer to Poderoyen, eedt verngt, 7 Martii 1572. Willem Pieck, amptman to Beest ende Eenoy, bg testamente sgner nichten Isabellae voorn., 26 Januarii 1592. Jan Adams V i s c h e r, bg transport Willems voorn., ontfengt een leengoet, ongeveerlick 19 mergen, an verscheyden kempen gelegen, geheiten Brienshoeff ofte den Beerhoevel, met allen sgnen tobehoren; boven naest Jacques de Homborch met sgnen kinderen, beneden Ggsbert Pieck, 6 Aprilis 1593. Nota: in desen transport en sgn nyet begrepen 4 mergen 1 hont, geheiten Gysselmeinten 3). Catrin Jans dochter, erve hares ooms Jans voorn., beleent, 7 Septembris 1608. Egbert van Bosveltbg opdragt Catrin Jans beleent, 10 Decembris 1608. Herman Pieck vertgt op sgn angestorven recht an desen leene tot behoeff sgnes nevent Wilhems voorn., 19 Decembris 1609. Jan Bauwens soon bg opdragt Egberts van Bosvelt beleent, 13 Julii 1610. Idem tucht sgn vrou Jantien Stevens, 11 Jnbï 1617; huys, hoff 4). Eiusdem onmundige kind als erve sgnes vaders Jans voorn, beleent, 18 Januarii 1619, onbecort moders recht ende tucht, met ongeveer 12 mergen weylands, an verscheyden kempen op eenen streeck gelegen, geheiten Brienshoeff ofte den Beerhövel, met huys, hof ende allen sgnen tobehoren, in den gericht van Beest, oostwert naest Gosen Gosens, suydwert die Bnssersteeg, westwert Costen Pieck ende noortwert Gangiensweg, te Zutphenschen rechten 5). Dit kind is met de moder in de gebeurt gestorven. «j De stadhouder van de leenen was n.1. ziek, zoodat de akte niet als gewoonlijk voor stadhouder en leenmannen kon worden verleden. Gevolmachtigde van den verkooper was Gijsbert Hendrickszoon Pieck, bastaard. s) Zie hiervóór 343b en 343c. J Met ongeveer 19 morgen weiland (akte). ') Ongeveer '/« van het leen was inmiddels verkocht. Zie 342a. 761 Gerrit Bauwens, erve snnes broders Johans, beleent met ongeveer 12 mergen weylands, an verscheyden kempen op eenen streeck gelegen, geheiten Brienshoeff ofte den Beerhövel, met hnys, hof ende allen snnen tobehoren in den gericht van Beest, westwert naest Gosen Gosens, suydwert die Bussersteeg, oostwert mr. Johan Meerhout ende noortwert Gangiensweg, 18 Martii 1619. Idem tucht sijn vrou Mayken Thonis so lange sg ongehilickt blgft, alsdan die oltste soon Bowen tleen anverden mag tegen uutkeringe van 200 gulden eens an snn broders ende susters, 9 Aprilis 1628. Idem revoceert voorgaende sgne dispositie, den 9 April 1623 geapprobeert, voorbehoudens sgn huysfrou Mayken Tonis oer tucht, ende maeckt, dat dit leen naer sgnnen doot aling ende geheel erven sal op sgnen olsten soon off dochter, die sgnen val sal commen te beleven, mits uutkeerende aen de jonger kint off kinderen de somme van 2500 gulden eens ende dat de jonge kintskinderen ten respecte van de gemelte 2500 gulden in oer olders plaetse sullen staen na derselver doot, den . . October 1643 Jan Gerrets,erve sgnes vaders Gerret Bauwens, beleent, den 18 December 1661. Gerrit Jansen Bouwens, erve sgns vaders Jan Gerrits, beleent, den 3 April 1700. Idem draegt dit leen op aen Antony van der Lingen, die daer weder mede beleent is, 6 September 1732. Idem draegt dit leen op aen Jan de Baat, die daer weder mede beleent is, 6 Maii 1755. Leentje de Baat, erve vanhaarvader Jan de Baad, beleend, 14 Junii 1768. Hulder Gillis van de Wal. Herman de Baat, erfgenaam van sgn nigt Leentje de Baat, beleend, 14 Februarii 1783. Cornelis de Baat, erfgenaam sgns vaders Herman de Baat, beleend, 25 Maart 1795. Afgespleten van 345b. 344a. Vierdenhalven mergen lands, op Fredericksacker gelegen, met den dgek daerto gehorende, daer boven de erfgenamen van Claes Huberts ende beneden Aert van Tussenbroeck Ewolts soon naest geland sgn, tot Zutphenschen rechten bg Jacomine Lodewicks dochter 2) opgedragen ten besunderen leen op Ot Mertens dochter, huysfrou van Quirin Michiels, 14 Decembris 1605. Eadem maeckt Cornelis Dircks, harer dochter soon, 2$ ende Bgcksken Egck Willems, bares soons dochter, 1 mergen met beding van wederkeer bg gebreck van echte gebeurt, 5 Maii 1621 8). Cornelis Dircks hg makinge sgner bestemoder Otgen beleent met 2'/a mergen boulands, in den ampte van Beest op Fredericksacker gelegen, oostwert naest Aert Claes ende Aert Ewolts soon van Tussenbroeck westwert, den dgek suydwert ende den gemeenen weg noortwert, 8 Septembris 1623. ) De akte is ongedateerd, doch geplaatst tusschen die van 10 en 19 October 1643. 2) Weduwe Melchior Jasperszoon van Dgk (akte). ») Zie over den eenen morgen: 344b. * 762 Ewolt Aerts van Tussenbroec bij opdracht yan Cornelis Dercks beleent, 1 Novembris 1627. Aert Ewolts van Tnssenbroeck, als erve sijnnes vaders Ewolts beleent sgnde, draegt dit leen op aen Johan Vos Jans, die daermee beleent is, den 10 Mey 1687. Willem Pieck *) bij opdracht van Johan Vos beleent, den 21 Mey 1641. Jacob Pieck, erve sgnnes vaders Jelis, beleent, den 5 Meert 1649. Idem laet sgn reciproque lgftucht, met vrouwe Johanna Vgch tot her- hylickens toe opgericht, appröberen, den 28 Septembris 1675. Idem laet sgn houlyxe vorwaerden, met vrouwe Johanna Vgch opgericht, appröberen, eodem die. Carel Pieck, onmundich, erve sgnes vaders Jacob, beleent, 13 Novembris 1676. Carel van Hattem is hulder. Carel Pieck, heer tot Braeckel, mundich geworden sgnde, vernieuwt den eet door Peter Schoock, den 18 Februarii 1682. Carel Piek laet sgn beslote dispositie appröberen, den 9 Julii 1687. Carel Piek revoceert sgn beslote dispositie den 14 September 1697, heden geregistreert, omdat eerst nu de jura betaelt sgn, den 24 Maert 1700. Idem laet sgn huwelyxvoorwaerden appröberen, met Margareta Jacoba du Faget ingegaen den 30 Maert 1698, om vorige reden geregistreert 24 Maert 1700. Wilhem Hendrik Piek, erfgenaem sgns vaders Caerl, beleent, 25 Mey 1725. Idem laet appröberen sgn huwelyxvoorwaerden, den 22 October 1782 opgerigt met Elisabet Louise van Aertse van Sommelsdgk, 12 Februarii 1783. Anne Francois Willem Pieck en Daniël Adrian le Leu de Wilhem, in huwhjk hebbende Maria Phihppina Jacoba Pieck, laten registreren een acte van aditie en renuntiatie van den 2 deser met betrekking tot den nagelaten boedel van wglen haarlieder vader Willem Hendrik Pieck, 15 Julii 1762. Anne Frans Willem Piek erfgenaam sgns vaders Willem Hendrik Piek beleend, 15 November 1762. Idem draagt dit leen op aan Carel Floris van Baussele, die daar weder mede beleend is, 4 Julii 1764. Idem en Johanna Elisabeth van Eek, ehelieden, laten haar besloten testament van den 24 November 1769 appröberen, 25 November 1769. Idem laat na dode van sgn vrouw registreren 't voors. testament, geopent den 28 December 1769, 14 Januarii 1770. Caspar van Eek laat appröberen de ratificatie en confirmatie van 't testament van den 24 November 1769, hiervoor genoemd, 30 April 1771. Carel Florus van Baussele laat sgn opene testamentaire dispositie appröberen, eodem die. Idem laat sgn besloten testament van den 4 Junii 1774 appröberen, 6 Junii 1774. *) Zoon van flillis, ambtman Tan Beesd en Benoy (akte). 763 Idem laat sgn besloten testament van den 2 Februarii 1779 appröberen 4 Februarii 1779. Johan Eduard Wittert, in qualiteyt als executeur testamentair, laat registreren het geopende testament van Carel Floris Van Baussele d d. 2 November 1779, 20 April 1782. Arent Julianus Carel de B ere laat appröberen en registreren sekere conventie, tussen wglen Carel Floris van Baussele en Caspar van Eek den 1 Mei 1771 opgerigt, 13 Augustus 1788. Idem beleend met dit leen allergestalte hetselve door dode van C. F. van Baussele en uyt hoofde van conventie op Caspar van Eek en door overigden van deselve, mitsgaders uyt kragt van sgn testamentaire dispositie, op sgne twee susters, met namen Adriana Maria en Catharina Augusta van Eek, yder voor de helfte, en door afsterven van die bgde op hem als successeur gedevolveert en verstorven is eodem die. Denselven draagt dit leen op aan Nicolaas Kobbe van A v e s a a t h, die daar weder mede heleend is 20 Februari 1788. Idem laat eene testamentaire dispositie, den 2 November 1784 met sgn vrouw Maria Magdalena Pieck besloten gepasseert, appröberen eodem die. Afgespleten van 345a. 344b. Eenen mergen lands, op Fredrixacker gelegen, noortwert naest Cornelis Dircks met 2J mergen, oostwert die gemein straet, suydwert Aert Claes met 5 mergen ende westwert den dgek, gemaeckt bg Otgen Martins dochter an hares soons Egck Willems dochter, genoomt Egcksken Egcksdochter, die beleent is, 5 Aprilis 1623. Anna Dercks, erve haerer dochter Egcksken, beleent, 1 Decembris 1636. Petrus Cephorinus *), bg opdracht van Anna Dercks, met verclaringe datt dit leen belast blgft met de somme van 825 gulden capitaels ten behoeve van de diaconie tot Beest, naer haer Anna Dercks doot uuyt te keren sonder rent daervan an deselve te geven, maer an Anna meergen. een lgffrente van 28 gulden jaerlix haer leven lanck, beleen^ den 24 Februarii 1687. Neeltgen Dercks, soo tselve door dootlicken affganc van Eixken Eicken op haer gecommen ende gevallen sg volgens dispositie van Otgen Martgens, haer grootmoeder, beleent den 24 Aprilis 1637. Johannes Chephorinus2), erve sgnnes vaders Peters, beleent, den 5 Mey 1643. Ggsbert Vos Jans bg opdracht van Johannes Chephorinus beleent 4 November 1645. Evert van A1 e m nomine uxoris, dochter van Ggsbert Vos, beleent door Johan Hardenton, schultus tot Beest, den 27 October 1682. Ggsbert van Alem, erfgenaem sgns moeders Teuntje Vos, beleent, 22 Julii ') Predikant te Beesd (akte). «) Predikant te Kossum (akte). 764 Arnoldus van Alem, erfgenaem sijns vaders Ggsbert van Alem, beleend, 7 October 1777. Idem draagt dit leen op aan Otto Gremie, die daar weder mede beleend is, eodem die. Denselven draagt dit leen op aan Ggsbert Derkse van de Water, die daar weder mede beleend is, 8 December 1790. Afgespleten van 345b. 344c. Eenen mergen lands, in den gericht van Beest op Predrixacker gelegen, daer boven joncker Carel van Matenesse ende beneden Claes Huberts naest geerft snn, met een dgek daerto gehorig, van een stuck van 4^ mergen afgespleten ende ten besunderen Zutphenschen leen opgedragen bn Jacomine Lodewicks dochter 1) op Barbara Gerrits dochter, weduwe Gerhard Bernts, 14 Decembris 1605. Eadem maeckt, dat dit leen na haren doot sal vallen op haren oltsten soon, mitz dal hij snnen broderen ende susteren uutkere 400 gulden, wesende elx 100 ofte, soot hem nit belieft, dat snn broder ofte een suster sulx mag doen, 17 Aprilis 1607. Eelke Gerrits dochter, huysfrou van Sehastian Corstenssoon, erve harer moder Barbara voorn., beleent, 12 Julii 1624. Costen Versteeg, erve sünner moeder Eelke Gerrits, beleent, den 5 Novembris 1639. Lambert Versteegh, erve sgnnes vaders Costen, beleent, den 4 Novembris 1643. Jan Versteeg is hulder, sgn oom. Aeltjen Corsten Versteech, erve haeres broeders Lamberts, beleent sgnde, laet haer dispositie appröberen, den 25 ende 29 Januarii 1672. Eadem revoceert deselve dispositie en draecht dit leen op aen Corst Cornelissen Versteech, den 25 Junii 1675. Antony Versteeg, erfgenaem sgns vaders Corst Cornelissen, beleent, 26 Octobris 1719. Afgespleten van 344. 345. BEEST. Die helft van een hoeve lants, in den gerichte van Beesde gelegen, holdende 19 mergen, tsamen geheiten Brienshoeve, boven naest Otten erfgenamen van Haeften, beneden Johan van Herwinen ende Gijsberts erven van Kossem, end noch 4 mergen 1 hont, geheiten Gysselmeynte, boven naest Johan van Herwinen,.beneden die gemeynte, tot Zutphenschen rechten ten besunderen leen gemaeckt bg Ggsberta Piex Gaerts dochter, huysfrou Bartholomeus van Beesde, tot behoeff Grieten van Beesde, harer dochter, anno 1492. ') Weduwe Melchior Jasperszoon van Dijk (akte). 765 Gerrit van Tusschenbroeck, erve sgner moyen Griete, ontfengt dese met d'ander helft weder voor een leen met consent des Heeren, anno 1532. Afgespleten van 345b. 345a. Vierdenhalven mergen lands, an acht ackeren in den gericht van Beest op Fredericksacker gelegen, met uterweert, dijck ende dam, daerto gehorende, van den volgenden afgespleten ende ten besunderen Zutphenschen leen opgedragen bg Jasper Melchiors soon van den Dgek tot behoeff van Aert van Tussenbroeck, 24 Septembris 1604. Idem ende sgn huysfrou Barbara Anthonis dochter, malcanderen tuchtigende, maeckt dit snnen oltsten soon, so dat hg daervoor an den gemeynen boedel sal uutkeren 2200 gulden• indient hem nyet belieft, dat yemant van den anderen kinderen tselve sal mogen, den 28 Septembris 1619. Ewolt Aerts van Tussenbroec beleent, den 12 Junii 1630. Idem draecht op veertien hont lants van dese vierdehalve mergen aen Peter Lamberts, den 6 Novembris 1685. Aert Ewolts, erve sgnes vaders Ewolt Aerts, beleent, den 24 April 1687. Idem draegt op seven hont lants van deselve vierdehalve mergen aen Peter Lamberts, den 24 Martii 1652. Ggsbert van Deurn laet registreren des Hoves apointement van den 4 December 1661, dat Peter Lamberts dit leen niet sal mogen beswaeren ofte aen ymant anders als aen hem transporteren, den 4 December 1661. Idem transporteert dit leen aen Ggsbert van Deurn, den 18 December 1661. N.B. in de acte is het opgedragen aen Johanna van Deurn, die ook beleent is, en heeft haer vader Ggsbert hulde gedaen namens haer Mechteld de Eenes, weduwe van Eek, beleent, erfgenaem haers moeders Johanna van Deurn, 19 November 1737. Hulder Caerl Floris van Bausule. Deselve draegt dit leen op aen Caerl Floris van Bausule en Johanna van Eek, egtelieden, die daer ook weder mede beleent sgn, 19 November 1737. Deselve laten appröberen haar besloten testament van den 24 November 1769, 25 November 1769. Idem laat na dode van sgn vrouw registreren 't voors. testament, geopent den 28 December 1769, 14 Januarii 1770. Idem draagt dit leen op aan Caspar van Eek, die daar weder mede beleend is, 30 April 1771. Idem laat sgn open testament van den 22 April 1782 appröberen en registreren, 26 April 1782. ') Zie over haar: blz. 731. 766 Arent Julianus Carel de Bere laat appröberen en registreren sekere conventie, tusschen wglen Carel Floris van Baussele en Caspar van Eek den 1 Mei 1771 opgerigt, 13 Augusti 1783. Verder als 344a. Afgespleten van 346. 345b Een huys ende hofstat, gelegen in den gericht van Beest an de DeBe tuschen Gerrit Mattheus soon ofte sgne • erfgenamen ende die gemeene straet; noch 4 hofsteden an de gemeyne straet, hoven ende heneden gelegen neven Otto Pieck ofte sgne erven ; item 2 hofsteden an de Wyele; item 8 mergen lants op Fredrixackér, boven naest gelant Stees erven van Loon ende beneden neven mgnes gen. Heeren erven; item 1 mergen an Fredrixackér, boven naest gelant Arnt Pieck ofte sgne erven ende beneden Eoloff van Loon ofte wie met recht daernaest gelant is," van den navolgenden tot een besunder leen afgesplit, so dat bg coop ofte versterff heyde weder ëen mogen werden, ende getransporteert tot Zutphenschen rechten bg Oyda van Loon, huysfrou Gerrits van Merenborch, op Jasper Melchiors soon van den Dgek, 8 Augusti 1594. Lodwick van Dgek, erve sgns bestevaders Jaspers, erft op sgn moder Jacomine Lodwicks dochter, weduwe wglen Melchior Jaspers soon van Dijck, een huys ende hofstad, gelegen in den gericht van Beest an de Delle tuschen Gerrit Mattheus erfgenamen ende de gemeyne straet, noch vier hofsteden an de gemeyne straet boven ende beneden neven Otto Piecken erven gelegen, noch twee hofsteden an de Wiele, item vgftenhalven mergen lands op Fredricksacker, boven naest Stees erven van Loon ende beneden neven mijns gen. Heeren erven, ende eenen mergen an Fredricksacker, boven gelant an Arnt Piecks erven ende beneden an Eoloff van Loon ofte wie met recht daernaest geland is, 14 Decembris 1605. 345c 2). Huys ende hoff3) in den gericht van Beest an de Delle tuschen Jan Henricks soon Erekel ende die gemeyne straet gelegen, met vier hoffsteden an de gemeyne straet, boven Jan Aerts soon ende beneden Anna Hanssen; noch twee hoffsteden, an den Wiel in den gericht van Beest gelegen, te Zutphenschen rechten opgedragen bg Jacoba Lodwicks dochter, huysfrou van Sander Adrians, metseler *), op Cornelis Ggsberts soon B), 7 Octobris 1614. ') In 1604 en 1605 ziï'n de landerijen op Frederiksakker byzondere leenen geworden (zie 344a, b en c, 345a); het overige vindt men verder behandeld onder 345c. ') Vervolg van 345b; vgl. noot 1 hiervoor. 9) In margine: „vulgo den Hogenhoff genaampt." *) Eerder huisvrouw van Melchior Jaspers zoon (akte). *) Rentmeester van Marienweerd (akte). 767 Idem maeckt dit sgner dochter Annae, huysfrou Willem Peters van Deyl, 26 Octobris 1618. Anna Cornelis als erve haeres vaders Cornelis Ggsberts beleent sgnde; tuchtigen haeren man en sg malcanderen ende maken het leen onder haere kinderen deylbaer, den 26 Aprill 1628. Eadem laet eedt vernieuwen oer soon Hendric Willems, 12 Meert 1643. Eadem, nae rovocatie ende annullatie van haere dispositie van den 26 Aprilis 1628, transporteert dit leen aen haer oudtste dochter Heylken Willemssen, die daermede beleent is, den 12 December 1669. Heyltjen Willems transporteert dit leen aen Otto Pieck, die daermede weder beleent, is den 5 Julii 1662. Hendrick van den Bour, hem aengecomen door dode sijnes schoonvaders Otto Pieck beleent, den 10 Julii 1694. Otto van den Bour, erfgenaem sgns vaders Hendrik, beleent, 6 Junii 1708. Idem draagt dit leen op aan Jacobus Constantinus van Zutphen, die daar weder mede beleend is 30 Julii 1755. Idem draagt dit leen op aan Arnoldus Derkse van Wgck2), die daar weder mede beleend is, 12 December 1776. Idem draagt dit leen op aan Hendrik van den Oever, die daar weder mede beleend is, 24 Mey 1792. 846. BEEST. 8 mergen ende een hont lants op Predrixacker tuschen den hertoge van Gelre; item elff hont in Sandercampe tusschen den hertog van Gelre ende Gerrit van Beesde Zutphensch leen, ontfangen bij Elisabet Claes Jans soons dochter 3), anno 1379. Geyle, huysfrou Derx van L o e n *), ontfengt 9 mergen op Predrixacker; 7 mergen int Nylant, an d'een sgde die hertog van Gelre, an d'ander Puyflich; item in Gysselmeynten 10 hont, an d'een sijde Arent Jutten soons erfgenamen; item inden Bidderslach2mergen, an d'een sgde Lgsbet Claes Janssoons kinder, an d'ander Gijsbert van Beesde Egberts soon; item een hofstat so die gelegen is, an d een sgde die gemeyn stege, an d'ander Demoet van Sevenhusen, Claes Jans soons dochter ende heure kinder; item 2 hofsteden an de Vorstestrate, an d'een sijde Ggsbert Piex erfgenamen, an dender Goosen Meus soons; item 2 hofsteden op den Wiele, an d'een sgde Arnt Pieck, an d'ander Jan Daems soons erfgenamen, Zutphensch leen, anno 1379. Mechtelt, huysfrou Steeskens van Loen, bg transport Geylen voorn., ontfengt aie voors. 7 mergen int Nylant, Johan de Cock op d'een ende ') In leven secretaris van Beesd (akte). *) Richter der heerlpheid Eek en Wiel (akte). «) In de akte heet zij Lisabet Claes Jans soens dochter van Beesde Die akte heeft vermoedelijk op een ander leen betrekking dan die in de door Van Beyd daarna geplaatste akte van hetzelfde jaar. *) Haar naam is in de oorspr. akte onleesbaar geworden door beschadiging. 768 Gerard van Beesde Hubrechts soon op d'ander spe; een mergen op Fredrixackér, mijn heer van Gelre op een, Steesken van Loon op d'ander spe; 10 hont in den Motkamp, dat godshuys van den Weerde an d'een ende Gerhard Egberts soon an d'ander spe; 10 mergen in den Bidderslach, Steesken van Loon an d'een ende Gerard van Beesde Egberts soon an d'ander spe; een Hofstat, an d'een spe die gemeyn stege, an d'ander Demoet van Sevenhusen ende Lgsbet Claes Jans soons dochter ende heure kinder; 2 hofsteden an de Vurstrate, an d'een sgde Ggsbert Piex erfgenamen, an d'ander Goeswgn Meussens erfgenamen; 2 hofsteden op de Wyle, an d'een sgde Arnt Pieck, an d'ander Gerard Jans soon, te vallen op hare rechte erven van haren lgve ofte blode, anno 1402. Eadem ontfengt 7 mergen, een huys ende hofstat to Beesde, geheiten dat Nuwelant, 2 mergen in den Bidderslach; 10 hont in den Monickamp, I mergen op Fredrixackér, noch 8 mergen op Fredrixackér, 2 mergen in Sanderscamp, anno 1417. Haer hulder is Roloff van Loon. Eadem ontfengt 8 mergen, geheiten Fredrixackér, in Sanderscamp tuschen II ende 12 hont, anno 1424. Bolof van Loon is haer hulder. Eadem ontfengt 7 mergen int Nylant, 1 mergen op Fredrixackér, 10 hont in den Motkamp, 2 mergen in den Bidderslach, een hofstat tuschen de gemeyn stege ende Demoet van Sevenhusen, 2 hofsteden an de Voirstraet, 2 hofsteden op de Wyel, anno 1424. Eoloff van Loon tuchtigt sgn vrou Gertrud an een huis ende hofstat an de Del to Beest, an d'een sgde ende eynde die gemeyn straet, an d'ander spe ende eynde Ste Peter ende Heynen kinder; item 2 mergen in den Bidderslach, an d'overste spe Steeskens erven van Loon, an de nederste Willem Piex erven; item 10 hont in den Motkamp boven ende heneden tclooster van Marienweert, anno 1425. Gijsbert van Loon, bg transport Mechtelts voorn. *), ontfengt 8 mergen, geheiten Fredrixackér, in Sanderscamp tuschen 11 ende 12 hont, anno 1441. Eoloff van Loon ontfengt 8 mergen op Fredrixackér, op Sanderscamp tuschen 11 ende 12 hont; 7 mergen int Nylant, 2 mergen in den Bidderslach, 10 hont in den Motkamp, 1 mergen op Fredrixackér, 44 mergen over de grave, boven Gijsbert Meus soons erven, beneden Gijsbert Piex erven, een hofstat, boven die gemeynte, beneden Hubert Meus erven, 4 hofsteden an de Vorststraet, hoven ende beneden Ggsbert Piex erven, 2 hofsteden an den Wiel, hoven ende beneden Ggsbert Piex erven, anno 1450. Steesken van Loon ontfengt al die voors. stucken tsamen, anno 1468. Idem eedt verngt, 17 Octobris 1473. Idem tuchtigt sgn vrou Willem in de 8 mergen op Fredrixackér, eodem die. Idem eedt verngt, 24 Julii 1481. Eoloff van Loon, erve sgns vaders Steeskens, anno 1497. Cornelis van Loon, erve sgnes vaders Eoloffs, onmundig, 4 Octobris 1521. Mr. Jacob Crol sgn hulder. Idem doet selfs eedt, 9 Aprilis 1535. Beerta van Merten werdt getuchtigt ant halve leen na dode Cornelis voorn, hares mans, 2 Junii 1538. ') Zij is dan weduwe. Haar momber is Meus Pieck (akte). 769 Eoloff van Loon, onmundig, erve sgnes vaders Cornelis, 16 Septembris 1538. Gerrit van Culenborg Melchiors soon hulder. Idem eedt verngt, 11 Julii 1544. Berta van Meerten, erve hares soons Eoloffs, 6 Novembris 1550. Willem van Loon, bg refutatie sgnes broders Stees, priesters, 12 Aprilis 1551. Idem, des voorn. Cornelis broder, als oom, ende Berta als moder van wglen Eoloff van Loon crigen confirmatie hares verdrags over de successie in den leen, 3 Augusti 15511). Oyda van Loon, huysfrou Gerrits van Merenburch, bg transport hares vaders Willems, 1 Septembris 1578. Eadem eedt verngt van een stuck lants, groot omtrent 11 of 12 hont, op Sanderscamp tuschen erve Johan Claes soon an d'een ende Ot van Haeften an d'ander sgde; item 10 hont lants in den Motcamp, boven naest gelant Arnt Piecken ende beneden erve Johans van Herwinen ofte sgne erfgenamen; item 7 mergen int Nylant, daer boven gelant sgn Eoloff Arnts erven ende beneden heer Walraven Piex erfgenamen; item noch 2 mergen lants in den Eiddderslach, boven ende beneden gelant Dircx erven van Herwinen; noch 4^ mergen lants over de grave, daer boven naest gelant is Herbert Meus soon ofte sgne erven ende beneden Ot Piecken erven ofte wie met recht daernaest s-eërft is, 8 Augusti 1594 2). Mr. Cornelis van Merenborch, erve sgner moder Ovdae, 15Octobris 1596. Mr. Peter van Merenburch, erve sgnes broders Cornelis, 21 Maii 1614. Arnt Ewouts van Tussenbroeck bg opdragt Peters voorn, beleent 18 Junii 1619. Idem ende sgn vrou Barbara Anthonis dochter, malcandren tuchtigende, maeckt dit sgnen soon Gerrit Aerts soon, sodat hg daervoor in den gemeynen boedel sal inbrengen 3300 gulden ende dat part parts gelgck mededeylen, -28 Septembris 1619. Gerrit Aerts van Tussenbroec, erve sgnes vaders Arnts, beleent, den 4 Novembris 1631. Idem sgnne dispositie approbeert, 4 Novembris 1631. Afgespleten van 346. 346 § 1. Vijftenhalven mergen lands over de grave, boven Herbert Meus soons ende heneden Ot Piecken erven, ofte wie met recht daernaest geërft sgn, gelegen in den gericht van Beest, ten besunderen Zutphenschen leen opgedragen hg Aert Ewouts soon van Tussenbroeck tot behoeff van Johan Ggsberts soon Vos, 18 Junii 1619. Johan Vos Jansz., erve sgnnes vaders Johan Ggsberts.beleent, den lOMey 1687. Idem laet sgnne hylixvurwarden met Mayken Everts van Oven annroberen den 16 April 1642. ' ') Eolof van Loon was n.l e»ni» i-;„r? sa. „ j i. door zijn vader nagelaten leengoederen. Vandaar een magescheid tusschen hen en de moeder. •) Hierbfl is in het register aangeteekend, dat de 11 of 12 hont en de 4'/» morgen tot bnzondere leenen zijn gemaakt (zie § § 1 en 2 hierna). Zie voorts 345b. Nijmegen. 49 770 Afgespleten van 346. 346 § 2. Een stuc lants, groot omtrent elff oft twelff hont, op Sanderscamp off Wormscamp tussen erve Johan Claes soon aen eene ende Ot van Haeften aen d'ander sgde, tot een hesonder leen opgedragen bg Gerrit Aerts soon van Tussenbroeck tot behoeff van Peter Lamberts, den 4 November 1631. Ggsbert van Deurn laet des Hoves apointement van den 4 December 1661 registreren, dat Peter Lamberts dit leen niet sal mogen heswaeren ofte aen ymant als aen hem transporteren, 4 December 1661. 347. BEEST. 4 mergen in den gericht van Beesde op den Werdgck 4) tusschen Gerbrand van Beesde ende Gerards kinder uut den hachuse, te leen gemaeckt bg Ggsbert die Groot tegen een gevrgt erff van 2{\ mergen in den Hornick tusschen Jan van Beesde Groot Bgcqugns soon ende Gerard Meus soon, anno 1333. 347a 2J. 3'/2 mergen lants in den Bidderslach, daer boven gelant is Bgcqugns Johans soons erfgename, geholden van der herlichevt van Kuyck bg Ggsbert de Groote, anno 1402. Idem ontfengt 4 mergen in Berwgnscamp, boven naest gelant Demoet van Sevenhusen ende beneden Arnt Pieck ende Hubert Gerrits soon, tot Zutphenschen rechte, anno 1402. Johan de Groote, erve sgnes vaders Ggsberts, ontfengt 4 mergen in den Bidderslach, Steesken van Loon op d'een ende Willem Pieck op d'ander sgde; item 4 mergen op de Haten, Alveraden van Sovenhusen erfgenamen op een, Ggsbert Pieck ende Hubert Gerrits soon op d'ander sgde, tot Zutphenschen rechten, anno 1416. Idem ontfengt 8 mergen, anno 1424. Johan de Groot Jans soon, bastart, ontfengt 8£ mergen in den Bidderslach, erfnis Ggsbert Piex an d'een sgde, noch 5 mergen min 1$ hont, oick in den Bidderslach, neven erfnis Johans de Cock Gijsberts soon, anno 1460. Idem tuchtigt sgn vrou Ariaen, eodem anno. Johan de Groote, onmundig, erve sgnes vaders Jans, anno 1468. Sander van Tiel hulder. Idem eedt verngt, 11 Octobris 1478. Idem, mundig, eedt gedaen, 26 Julii 1481. Jan Jans Groten dochter, huysfrou Jacob Amts soon, erve hares broders Jans, beleent; ,') De akte heeft: Dwerdijck. j Vervolg van 347 ? 771 Ggsbert de Groot, bg transport Johannae voorn., ter selver tgt, 16 Decembris 1487; ende maeckt dit sgner huysfrou Henrick van Vianen na sgnen doot. Henrick de Groot, erve sgnes vaders Ggsberts, ontfengt 4 ende 5 mergen, weinig min, 2 Junii 1534. Walraven Pieck Walravens soon, onmundig, bg' transport Henrix voorn., 15 Februarii 1586. Sgn vader heeft eedt gedaen. Idem doet selver eedt, 18 Julii 1558. Idem eedt vemgt, 1 Junii 1556. Margriet Piex, huysfrou Willem Piex ■), erve hares vaders Walravens, ontfengt 4 mergen lants, in den kerspel van Beest in den Bidderslach gelegen boven naest erfnis, gehorende in de vicarie van St. Adrians altar to Beest, ende heneden erfnis tobehorende den erffgenamen van Cornelis Pieck ende den Heyligen Geest to Beest; item noch 5 mergen lants ongeveerlick, een weinig meer ofte min, oick in den Bidderslach gelegen, boven naest Lgs van Beest Floris dochter ende beneden Peter Adrians ofte wie met recht daernaest hij gelant sgn magh, 23 Julii 1594 2). Costen Pieck, heer to Wolfsweert, erve sijner suster. Margrièt, beleent 6 Februarii 1608. Margreta Pieck uuyt cracht van dispositie haerer olderen, soo op huyden approbeert is, beleent mette vier mergen in den Bidderslach tot een besonder leen, den 10 Augusti 1685. Eadem transporteert dit leen den 15 Martii 1678 aen Mechtelt Pieck, die daermede beleent is door Arent Hendrick Pieck als haeren hulder, den 8 April 1679. Claesje Stael laet registreren haer gedane aenspraek van den 28 November 1707 uit kragt van verkregen consent van de Landschap van den 24 dito om daeraen te verhalen sulx en bg'eis te exhiberen, den 5 December 1707. Cornelis Stael, erfgenaem sijns moeys Claesje Stael, uit kragt van verwin beleent, 1 Januarii 1714. Idem draegt dit leen op aen Jan Storm, die daer weder mede beleent is, 5 October 1723. Maria Storm, erfgenaam haars vaders Jan Storm en uyt kragt van derselver testament beleend, 1 October 1755. Hulder Gerrit Xluyt haar man. Eadem en haar man Gerrit Kluyt laten haar open testament van den 30 April 1763 appröberen en registreren, 7 Maii 1763. Jan Kluyt, voorbehoudens het regt van sgn broeder Eeinier Kluyt aan dit leen, na dode sgner ouderen Gerrit Kluyt en Maria Storm, in leven ehelieden, beleent, 21 October 1773. 347a § 1. Vijff mergen landts ongeveerlick, een weynich meer oft min, in den Bidderslach gelegen, daer boven naest gelant ') Ambtman van Beesd en Renoy (akte). ») Hierbij is in het register aangeteekend, dat de 5 morgen tot een bijzonder leen zijn gemaakt (zie 347a § 1). 772 is Lijs van Beest Floris dochter ende beneden Peter Adriaens oft die met recht daernaest gelandt sijn, tot een besunder leen ten Zutphenschen rechten ontfangen bn Anna Piecks, die uuyt cracht van dispositie haeref olderen, soo op huyden approbeert is, daermede beleent is, den 10 Augusti 1635. Costen Pieck als erfgenaem snnes vaders Willem Pieck, die erfgenaem was van Anna Pieck, beleent den 8 April 1679, draecht hetselve leen op aen Mechtelt Pieck, die daermede beleent is door haeren hulder Henrick Arent Pieck, den 8 April 1679. Verder als 347a. 348 !). BEEST. Een hofstat met 10 hont lants daeran, tot Beest an den Steenwegh tegen der kercken over gelegen, daeraff die hofstat met der eener sgden gelegen is neven erve des pastoirs van Beest, met der ander sgden neven erve Jans van Beest Floris soon, ende die thien hont sgn gelegen met der eener sgden neven der kercken van Beest, met . der ander sgden neven Willem Peters soons erfgenamen, tot Zutphenschen rechten verstorven van Ggsbert van Loon op sgn dochter Lgsbet van Loon, 4 Decembris 1484. Haer momber is Henrick die Boyde. Eadem uutgestelt tot comst syner F. G., omdat dit leen in 54 jaren niet verheft, 28 Septembris 1538. Eadem eedt verngt, 10 Julii 1544. Haer momber is Claes van Beest. Ggsbert Anthonis soon, erve sgner halver suster Lgsbet, 14 Februarii 1551. Cornelis Henricks soon die Boy, bg transport Ggsberts voorn., 21' Martii 1553. Cornelis Dircks soon de Boy eedt verngt, 18 Junii 1556. Henrick de Boy, bg transport Cornelis Dirx soon, sgns broders, met voorbeholt, indien hg van Jerusalem wedercomt, dat dan het leen sal sgne bliven ende dit transport nit gelden, 17 Maii 1558. Crgn de Boy, erve sgns vaders Henricks, beleent sgnde, draegt op Cornelis Ggsberts soon 2) die voors. hofstad alleen, 7 Octobris 1614. Idem maeckt dit sgnen oltsten soon Henrick, 26 Octobris 1618. Hendrick Cornelis beleent, den 14 Augusti 1629. Idem ende sgn huysfrou tuchtigen malcanderen ende maecken, dat tselve gestelt sall worden op vgftienhondert gulden, voor welcke somme d'olste alle leenen voor de dochteren sall mogen annemen, andersins openbaer opgehangen ende vercoft ende de penningen, daervan commende, onder de kinderen part parts gelic gedeylt, den 14 Augusti 1629. Hendrick Gerrits, voor hem selven en in naeme van sgn vrouw ende broeders ende susters, erven haeres schoonvaders Ggsbert Cornelissen, beleent sgnde, dragen dit leen op aen i) Eenige akten betreffende dit leen zijn door Van Eeyd geregistreerd onder 349. Zie noot 1 op bl. 773. *) Rentmeester van Marienweerd (akte). 778 Jacob Jansen van Vulpen, die daermede beleent is, den 8 Junii 1687. Geesje Spaen als weduwe en boedelhouderse van Jacob Jansen van Vulpen beleent, 29 April 1733. Hulder Jacob Taey, procureur. Jan Jacobse van Vulpen laet appröberen een acte van afstand en renuntiatie van snn regt van primogeniture en successie feudal op de leengoederen van sgn vader Jan Jacobse van Vulpen van den 21 Januarii 1734 en registreren, 29 December 1735. Lodewijk van Buren en Elisabet Jacobsen van Vulpen, egtelieden, pro se en qq. erfgenamen haers vaders en grootvaders, respective van Jacob Jacobse van Vulpen, beleent, 2 Mey 1736. Hulder Lodewük van Buren. Idem draegt dit leen op aen Cornelis Corneüsse S o m e r, die weder daermede beleent is, eodem die. Corstiaen Versteeg uyt hoofde van geapprobeerde transportbrief, voor gesubst. rigter en schepenen van Beest gepasseert, beleend, 28 Julii 1757. 349 >). BEEST. Een hofstat, gelegen tot Beesde an de Steenstraet, beneden de kerek, met 10 hont lants, daerachter gelegen, d'een snde van der hofstat bg' erve Gijshert Piecks erfgenamen, an d'ander snde Gerrits erfgenamen van Beesde, ende die 10 hont gelegen tusschen erfnisse Ste Peter an d'een ende Wilm Peters soon an d'ander sgde, tot Zutphenschen rechten ontfangen bij Jutte van Cuyck, die sulx geërft heeft op haer dochter Lgsbet, huysfrou Gerrits van Cuyck, Willem Piex dochter, anno 1442. Otto bastart van Ackoy, bg' transport Lgsbets voorn., anno 1443. Idem bekent sgner huysfrou Mechtelden van Loon hare tucht, eodem die. Johan van Ackoy, bastart, erve sgnes broders Otten, anno 1463. Idem, anno 1465. Alert van Haeften transporteert dit leen op Gerrit van Lexweerde Ggsberts soon, anno 1478. Cornelis Pieck Walravens soon ontfengt bij transport die gerechticheyt van Ott van Horwen, dochter Dirx van Horwen, eodem anno 2). Johan van Ackoy verngt eedt, 2 Octobris 1478. Johan van Beesde Floris soon, bij transport Johans voorn., eodem die. Floris van Beesde Johans soon crigt uutstel, 24 Julii 1481. Idem als erve sgnes vaders beleent, anno 1481. Ggsbert van Loon, bg' transport Floris voorn., eodem die. Idem tuchtigt sgn huysfrou Cely, eodem die. *) Van de bieronder vermelde akten hebben alleen die van 1443,1478 en 1546—1635 betrekking op het in het hoofd vermelde leen; de overige op dat, bedoeld onder 348. Die van 4 Dec. 1484 komt dns tweemaal voor. *) Vlg. de akte werd Walraven Pieck, ridder, beleend ten behoeve van zgn zoon Cornelis, dien hg had bg vrouw Mary van Sovenbergen. 774 Alert van Haeften vernnt eedt van dese 10 hont, hg hém vercregen van Johan van Beesde Floris soon, 26 Julii 1481. Walraven Pieck thoont een maechgescheitsbrieff, waerbg Johan van Ackoy, bastart, gelooft dese 10 hont te sullen erven na dode Mechtelden, sgnes broders Otten wgff, op. Walraven, Jan van Herwinens wgff, ofte haere erven, die dan geen ander erven achtergelaten als een cloosterjoffer Otte Dirx dochter, wonende to Coninxvelt, welcke hem dese 10 hont overgegeven, ende is also daermede beleent, 2 Augusti 1481. Lgsbet van Loon, erve hares vaders Ggsberts, 4 Decembris 1484. Walraven Pieck, erve sgnes ooms Cornelis bovengenoomt, 21 Maii 1546. Walraven Pieck, erve sgnes vaders Walravens, 18 Julii 1553. Idem eedt verngt, 1 Junii 1556. Costen Pieck, erve sgnes vaders Walravens, 24 Julii 1594. Walraven Piec, erve sgnnes vaders Costen, beleent, den 10 Augusti 1635. 350. BEEST. 2 hoeven lants, tot Beesde gelegen, te Zutphenschen rechte ontfangen bg Johan, heer t o Culenborch, anno 1423. Gerrit, heer to Culenborch, anno 1458. Floris van Pallant Erards soon, onmundig, eedt verngt, 25 Novembris 1548. Sgn hulder is Gerhard van Culenborch Melchiors soon. Verder als 127. 350a. Thien mergen lants, in de Haire op Beesde, daervan sgn 7 mergen leengoet ende 3 mergen eygen goet, tot Zutphenschen rechten ontfangen bij Walraven Pieck, Costens soon ende Walravens soons soon, anno 1515. Idem eedt vemgt, 28 Septembris 1538, 21 Martii 1544. Walraven Pieck, erve sgnes vaders Walravens, 18 Julii 1558. Idem eedt verngt, 1 Julii 1556. Margriet Piex, huysfrou Willem Piex, erve hares vaders Walravens, 23 Junii 1594. Costen Pieck, heer to Wolffsweert, erve sgner suster Margriet, beleent, 6 Februarii 1608. Anna Piecks uuyt cracht van de dispositie haerer olderen, soo op huyden geapprobeert is, beleent, den 10 Augusti 1635. Costen Pieck als erfgenaem sgnes vaders Willem Pieck, die erfgenaem was van Anna, beleent sgnde, draecht hetselve leen op aen Mechtelt Pieck, die daermede beleent is door haeren hulder Hendrick Aerent Pieck, den 8 April 1679. Costen Pieck, erfgenaem sgns susters Mechteld, beleent, 8 Augusti 1719. Maria Geertruyd Piek, weduwe Johannes van Vulpen, als moeder en voogdesse harer onmundige kinderen beleend, 28 Juli 1741. Hulder Carel Philip van Cuylenburg. 775 851. BEEST. Drye mergen lants, in den kerspel van Beesde gelegen, tot eenen Kuixschen leene tot Zutphenschen rechten ontfangen bg Gijshert Rycolts soon v*an Hoeckulem, anno 1408. Otto van Aemstel, van wegen der Cathuser van Zelem bn Diest, draegt op Eoloff de Groot Ggsberts soon 3 mergen lants, gelegen in den Bidderslach in den gericht van Beesde, naest gelant an d'een sgde Willem Pieck, an d'ander Dirx erfgenamen van Loon, tot Zutphenschen rechten, anno 1414. Idem, anno 1424. Johan de Cock Ggsberts soon erft op sgn dochter Ggsberta 3 mergen in den Bidderslach, boven naest Jan van Loon, beneden erfgenamen Jans Wreden, anno 1461. Haer hulder is Gerrit Ggsberts soon, haeres vaders broder. Eadem, huysfrou Peter Jacobs soons, eedt verngt, 8 Augusti 1474. Adrian ende Jutte, Peters kinderen, erven harer moder Ggsbert, 14 Julii 1482. Haer hulder is Jan Alberts soon, diewelcke dit leen harer moder afgecoft ende op 8% gulden na betaelt hadde, sodat Jan Alberts soon tselve voort transporteert op Willem van Spgck1), eodem die. Floris van Beest dit leen, van Willem Spgck gecommen, overgegeven an Elysabetta, sgn dochter, met wil sgnes soons Marcelis, 27 Maii 1525. Haer broder Marcelis van Beest is hulder ende sal erven, so sg geen kinder naelaet; tversuym qugtgescholden. Eadem eedt verngt deur haren neve Claes van Beest, 8 Julii 1544. Eadem eedt vemgt deur haren broder Marcelis, 8 Augusti 1544. Eadem eedt verngt deur Jan Gerrits soon, 16 Junii 1556. Hubert Jans soon, onmundig, erve sgner moder Elisabet, 27 Novembris 1570. Dirck die Ghyer, sgn hestevader, is hulder ende momber. Jan die Eaet.bg transport Huberts voorn., 3 mergen lants, gelegen in den gericht van Beest in den Bidderslach, die sal. Willem Spgck tobehoren plegen, eodem die. Ejusdem kindren dragen ditselve leen wederom op deur Elbert Maes soon, haren oom, Hubert Jans soon, 13 Augusti 1605. Peter Vos Ggsberts soon bg opdragt Hubert Jans beleent, 14 Februarii 1625. Zeger Peter Vos, erve sgnnes vaders Peters, beleent, den 6 April 1655. Idem draegt dit leen op aen Grietgen Willemsen, weduwe van Peter Ggsbertsen Vos, die daermede door haeren hulder Hendrick van Gelder beleent is, den 25 September 1661. Leentje Aertsen Vos, huysfrou van Jacob Jansen, erve van Grietjen *) Henricks zoon (akte). 776 Willemsen, weduwe Vos, beleent den 27 Februarii 1688. Hulder Eoelof Croon. Aert Jacobse, erfgenaem sgns moeders Leentje Aertse Vos, beleent, 20 Julii 1709. 352. BEEST. 13 mergen, gelegen in den gericht van Beest, geheiten die Hoernick, daer Gerrit van Beest an d'een ende die gemeyne stege an d'ander sgde naest gelegen sgn, tot eenen Zutphenschen rechte bg Boudewgn Boudewgns soon ontfangen, anno 1402. Franck Pieck Arnts soon, anno 1424. Otto Luykens soon ontfinck onder anderen 13 mergen lants, gelegen in den Hoernick in den gericht van Beest tuschen den abt van den Weerde ende Gerrit van Beesde Hubrechts soon als erve sgnes vaders Ludolffs de Foyter Ludolffs soon, anno 1456. Jutta Piecken, huysfrou Otten van Haeften, erve hares vaders Francken, 24 Septembris 1473. Eadem eedt verngt deur Arnt Pieck, Francken bastertsoon, 16 Octobris 1481. Johan van Haeften, canoniek Ste Marien tutrecht, bg' sgner moder Jutte, anno 1493. Sgn hulder is Goossen van der Moeien. Derck van Haeften, erve sgnes ooms Johans, 4 Januarii 1527. Johan van Haeften, erve sgnes vaders Dircks, 24 Aprilis 1539. Idem eedt verngt, 4 Julii 1544. Johan van Voorst, heer to Dornweert, bg transport Johans voorn., 4 Augusti 1544; ende Lucretia van Brederode, huysfrou Johans van Haeften, vertijt op haer tucht. Fredrick van Voorst, bg' makinge sijnes broders Johans • Fredrick van Voorst, erve sgnes. vaders Fredricks Heylwich van Eossem, erve hares halven broders Frerii Carl Vyghe, erve sgner moder Heylwich, beleent Poul van Aernhem, hg transport Carls voorn., ontfengt 13 mergen weylants, gelegen in den gerichte van Beest, gênant die Hoerninck, daer naest gelant sgn Arnt de Cocks erfgenamen an d'een ende die gemeyne straet an d'ander sgde, met voorbeholt, dat Carl Vijgh ofte sgne erven t'allen Martini na opcondiginge van een halff jaer te voren weder sullen mogen lossen met 1450 gulden; daerna heeft Poul van Aernhem ende sgn huysfrou Henrica *) malcandren daeran getuchtigt, 16 Junii 1600. Costen Pieck bg opdragt Carl Vyghen na aflosse Pouls van Arnhem beleent, 29 Januarii 1610. Margreta Piecks uuyt cracht van dispositie haeres vaders Costen, die op huyden is gepasseert, beleent, den 10 Augusti 1635. Eadem beswaert dit leen aen Jacob Pergens en Jacob van Biet met 3Q00 gulden, den 14 Augusti 1667. Johannes en Hendrick van Ei et uit kragt van verwin beleent, 20 Junii 1684. Hulde^dr. Peter Verstege. Verder als 328b. >3 Aprilis 1596. i) Van Goltstein (akte). 777 353 !). BEEST. Een hofstat in den gericht van Beest, hoven neven erve Gijsberts van Beest, beneden erve Johans van Herwinen; ' noch 11/2 mergen lants in denselven gericht in de Meynten, boven neven erve Ste Peters, beneden heer Walraven Piecks, ridders; noch 6 mergen lants in denselven gericht in de Branthoeven, boven neven erve des hertogen van Gelre, beneden erve Otten Piecken, tot Zutphenschen rechten opgedragen bg Adrian van Dalem tot behoeff van Johan van Herwinen, anno 1468. Idem, anno 1468; halve hofstat, 1{\ ende 6 mergen, sgn 2de soon sal dit leen beërven. Idem eedt verngt, 11 Octobris 1478; hofstat, IJ ende 6 mergen. Idem eedt vemgt, 23 Julii 1481; te erven op sgn rechte erven ter 8™ cloiften to ende nit op sgner soons wgven. Johan van Herwinen, erve sgnes vaders Johans, 11 Augusti 1486. Idem eedt verngt, anno 1496. Cornelis Pieck, soon tot Asperen, bg transport Johans voorn., 6 mergen lants, genoomt die Branthoeven, gelegen in den gericht van Beest, ende een hofstat aldaer met allen heuren tobehoor, ende 7 hont lants met eener stegen voor hooft, uutgenomen dat Ot van Beest eenen uutwegh behalden solde, anno 1517. Idem ontfengt die hoffstat, 7 hont end die stege, anno 1516, 10 Martii, ende dieselve leenen ontfangen, anno 1517. Willem van Herwinen, als erve sgnes vaders Johans, ontfengt een hofstat to Beest, boven erve Ggsberts van Beest, beneden Steesken van Loon; 1^ mergen in de Meynten, boven Ste Peters erve, beneden heeren Walraven Piex; noch 6 mergen in de Branthoeven, boven neven erve mgns gen. heeren, beneden Ot Piecken, 12 Decembris 1519. Idem tuchtigt sgn vrou Wilhelma Millinx, eodem die. Bernt Ketel2) transporteert van sgnen leengoede, gênant die Brandhoeve, een hofstat to Beest met allen tobehoor ende 7 hont lants met eener stege voor hooft, uutgesondert dat d'erfgenamen van Otto van Beest eenen uutwegh beholden sullen, gelgck dieselve achter den Legen huse to Beest allernaest den Sandacker gelegen sgn, met noch een hofstedeken, daerto behorende, tegen den Hogen huse over gelegen, tot behoeff Jjnsberts van Beest, voor een besunder leen, 11 Maii 1594. Otto van Beest, erve sgnnes vaders Ggsberts van Beest, den 13 Novembris 1627. Yerder als 343a. ') Vgl. 354, waar dezelfde leenen zijn behandeld. Vóór de hier vermelde akte van 1594 vullen beide afdeel ingen elkaar aan; daarna is er verschil: vermoedelijk heeft er dan op informeele wijze een afsplitsing plaatsgehad, doch uit de akten blijkt dit niet. 2) Gesubstitueerde maarschalk van Eemland (akte). 778 354 *). BEEST. Ses mergen lants, genoomt die Brandhoeven, gelegen in den gericht van Beest, ende een hofstat aldaer met allen heuren tobehoor; item 7 hont lants met eener stegen voor hooft, daer Otto yan Beest eenen uutwegh beholden sal, tot Zutphenschen rechten ten besunderen leen yan een ander afgespleten ende bij Johan yan Herwinen vercoft voor 200 gever penningen an Cornelis Pieck, soon to Asperen, amptman to Beest ende Benoy, anno 1518. Idem beleent, anno 1517. Cornelis Pieck, onmundig, erve sijnes vaders Cornelis, 17 Maii 1533. Snn hulder is Gaert van Zoelen. Idem eedt vemgt deur Peter Willems soon, 27 Septembris 1588. Johan van Zoelen, onmundig, Gaerts soon, erve Cornelis Piex, 28 Augusti 1544. Dirck yan Zoelen, sgn oom, is hulder. Idem, mundig, eedt gedaen, 1 Martii 1550. Idem eedt vemgt, 24 Junii-1556. Bernt Ketel, erve sgnes ooms Johans voorn., 30 Augusti 1598. Gerrit Ketel, erve sgnes vaders Bernts, beleent, 9 Octobris 1622. Budolph Ketel, erve sgnes vaders Gerrits, beleent, den 29 Septembris 1636. Gerardt Ketel, erve sijnes vaders Budolphs, beleent, den 15 Octobris 1658. Bernart Ketel tot Eeigersoort, als ohem en momber, en Maria van Aen- dolff, als moeder en voochdesse van Gerart Ketel, transporteren dit leen aen Cornelis Hendricksen Hack, die daermede beleent is door dr. Antony Foyart als hulder, den 28 Martii 1661. Maeyken Peters, weduwe van Cornelis Hendricksen Hack en moeder en voochdesse van Hendrick Cornelissen Hack, mitsgaeders desselffs bloetvoecht Andries Ggsberts Hack, laeten hiermede beleenen Hendrick Cornelissen Hack, als erve sgnes vaders Cornelis Hendricksen Hack, en transporteren dit leen aen Aert Ggsberts van Tusschenbroeck, die daermede beleent is, den 30 Mey 1668. Ggsbert van Tussenbroek, erfgenaem sgns ooms Aert Ggsberts van Tussenbroek, beleent, 3 Augustus 1716. Derk Piek hulder. 355. BEEST. 8 mergen 8 hont in de Meynten, an d'een sgde (de Meynten) ende den abt van Marienweerde, an d'ander sgde Gerrit Splinter; item 4 hont op den Dwerdgck tuschen erve des abts voorn, an beyden sijden; item een hofstat an den dijck tuschen d'erfgenamen Gijsberts van Buren ende Steesken van Loon; item een hofstat an de Middelstrate tuschen erve St.Peters ende Henriks Jaas soon; item een hofstat an de Efterstrate tuschen erve St. Peters ende ") Vgl. 353 en in 't bijzonder noot 1 daarbij. 779 Rijcquijns Henricks soon; item een hofstat an de Efterstraet met eenen huse ende dat daerop staet, tuschen Gerhard Huberts erffgenamen ende Johanne Volperts soon; item een mergen, gelegen an deselve hofstat, van der heerlicheyt Cuyck geholden ende ontfangen bg Gerrit van Beesde, anno 1402. Boloff van Beesde ontfengt een hofstat met 5 hont, an d'een sijde Johan Volperts, an d'ander mr. Jan Snijder, 8 hont in de Meynten, an d'een sjjde Dirck Splinter, an d'ander Peter Splinters erven, 4 hont in den Dwerdjjck, Marienweert ter beyden sijden, een hofstat an de Middelstraet, St. Peter an d'een, Henrick Jans soon an d'ander sijde, een hofstat met 1^ hont an de Afterstrate, St. Peter an d'een ende Boloff de Groot Jans soon an d'ander sijde, een hofstat an de Vurstestraet, an d'een sijde die heer van Buren, an d'ander Steeskens erven van Loon, tot Zntphenschen leenrechte, anno 1423. Bartholomeus Eoloffs soon ontfengt een hofstat an de straet butendijx tuschen Gijsbert Pieck ende Peter Dirx soon, een hofstat binnendijx tnschen Gijsbert Pieck ende Steeskens erven van Loon, een hofstat tnschen Claes Jans ende die papelicke proven, een hofstat an d'Afterstraet tnschen Ste Peter ende Boloff de Groot Jans soon, met der vergert, die daerto hoort, een hofstat met 4 hont tnschen mr. Jan boven ende Jan Volpers soon beneden, 8 hont in de Meynten, boven Marienweerd, beneden die papelicke proven, 4 hont in den Dwerdjjck, gemeyne met Marienweerde, anno 1482. Willem Johan Splinters soon, bjj transport Bartholomeus van Beesde, ontfengt alleen een hofstede, die Gerrits to Beesde te wesen plagh, daer boven naest geerft is Gerrit van Lexweerde ende beneden- Jan Volperts soon, met henren tobehoren, met vorworden dat sulx commen sal op Willems kinder, die hij hadde van Lijsbeten Ot Hacken dochter, anno 1452. Claes Willems soon ontfengt een hoeve lants, geheiten Heer Gerbrants hoeve, gelegen in den gericht van Beesde over de grave, daer boven naest geërft Gerrit Claes soon, beneden dat godshnys van Marienweert, noch een hofstat, die Gerrits van Beesde te wesen plag, boven naest Gerrit van Lexweerde, beneden Johan Volperts soon, noch 8 hont in de Meynte ende 4 hont in den D werdijck, anno 1464. Idem, anno 1469. Idem eedt vernjjt, 22 Septembris 1473. Idem eedt vernjjt, 1 Augnsti 1481. Idem tuchtigt sijn vrou Jntte an 20 gulden, so sij verandersaet 10 gulden, eodem die. Walraven Pieck erft op sjjnen soon Costen Pieck ende dieselve op sijnen soon Walraven Pieck, onder anderen leenen 18 mergen lants op Beesde, 'geheiten Heer Gerbrants hoeve, met eener hofstat met 4 hont lants daeraen gelegen, boven Wolter Voncken to Beesde, anno 1515. Hierto hoort ende staet noch bij 8 hont lants, gelegen in de Meynten, item 8 hont in den Dwardjjck, so groot als dat gelegen is an des abts lant van Marienweert, ende is van Willems soon gecoft met een deel leenmannen, daerto gehorende, doch een besunderleen 1). ') Zie over dit leen: 356a. 780 Idem eedt verngt, 28 Septembris 1538. 9 mergen Idem eedt verngt, 21 Martii 1544. 18 mergen. Walraven Pieck, erve sgnes vaders Walravens, 18 Julii 1558. 9 mergen. Idem eedt vemgt, 1 Junii 1556. Oosten Pieck, erve sgnes vaders Walravens, 24 Julii 1594. Hier staet: 9 mergen lants, op Beesde gelegen, geheiten Heer Gerbrants hoeve, met een hofstat met 4 hont lants daeran, gelegen in de Meynten, boven Wolter Vonck to Beest, daer Goert Quirgns soon die wederhelft van heeft. Verder als 333. Afgespleten van 855. 356. 9 mergen lants, daer Walraven Pieck die wederhelft aff heeft, geheiten Gerbrantshoeve, tsamen holdende 18 mergen, in den gericht van Beest gelegen, boven an lant Claes Ggsberts soon ende beneden Walraven voorn., streckende met der averster sgden van der Afterstegen, opgaende tot der Boschgraefscherstegen to, end an der nederster sgden an erve van Marienweerde, geheyten die Limburgen, tot Zutphenschen rechten geerft van Crgn Adrians soon op desselven soon Stees Crgns soon, 25 Martii 1530. Idem eedt verngt, 25 Septembris 1538. Quirijn Stees soon, erve sgnes vaders, 6 Augusti 1652. Idem eedt verngt, 20 Junii 1556. Idem tuchtigt sgn vrou Clara Goerts dochter, eodem die. Goert Quirgns soon, erve sgnes vaders, 2 Decembris 1570. Clara Goert Jans dochter, weduwe, met Marcelis Stees soon 2), crigen confirmatie opt maechgescheyt van sgnes za. broders Qnirgns kinderen, eodem die. Goert Quirgns soon eedt verngt van 9 mergen lants, daer Costen Pieck, heer van Wolffsweert, die rechte wederhelft van heeft, geheiten Gerbrantshoeve, to Beesde gelegen, 25 Julii 1596. Johan Goerts soon de Munter, onmundig, erve sgnes vaders voorn., beleent vermits sgn moder Janneken Willems van der Nyeupoort ende gecorenen momber Égck Snellenborch, 20 Septembris 1604. Idem verngt eed, met verclaringe, oft hg reysende na Pranckrgck sonder echte gebeurt storve, dat tieen sal erven op sgn moder, 27 Julii 1608. Willem de Munter, erve sgnnes vaders Johans, beleent, den 9 Pebrnarii 1649. Idem laet sgn besloten dispositie approberen, den 22 Augusti 1665. Jan Coenraad Vos en Geerken Derks van Wachem, ehelieden, en Derk Jansen van Deest pro indiviso beleend, 1 Junii 1741. ") Als voogd der kinderen van wijlen haren man Quirijn Steeszoon (akte). 781 Afgespleten van 855. 856a. 8 hont lants, gelegen in de Meynten; item 8 hont lants in den Dwardgck, so groot als dat gelegen is an des abts lant van Marienweerde, ende is van Claes Willems soon gecoft met een deel leenmannen, daerto gehorende, tot Zutphenschen rechten vercoft, als geseyt, bij Claes Willems soon ende te leen ontfangen bg Walraven Pieck, anno 1515. Idem eedt verngt, 28 Septembris 1588, 21 Martii 1544. Walraven Pieck, erve sgnes vaders Walravens, 18 Jnlii 1553. Idem eedt verngt, 1 Junii 1556. Costen Pieck, erve sgns vaders Walravens, 24 Julii 1594. Margreta Pyeck uuyt cracht van dispositie haerer olderen, die op huyden approbeert is, beleent den 10 Augusti 1685. 357. BEEST. Acht mergen lants in Beesderbroeck, geheiten die Lange- weyde, tot Zutphenschen rechten bg Henrick van Brienen te leen gemaeckt, anno 1468. Walraven Pieck ontfengt 8 mergen lants, in Beesderbroeck gelegen, geheiten die Langeweyde, daer naest gelant is Arnt Pieck van Beesde an d'een sgde ende Otto van Lexwerden an d'ander sjjde, 14 Octobris anno 1473. Idem eedt verngt, 24 Julii 1481. Costen Pieck, erve sgnes vaders Walravens) .. „ . c anno 1515. Walraven Pieck, erve sgnes vaders Costens} Idem eedt verngt, 21 Martii 1544. 9 mergen. Gijsbert Pieck, bg transport sgnes broders Walravens, 18 Maii 1546. Joost Pieck, erve sgnes vaders Ggsberts, 3 Februarii 1555. Idem eedt verngt, 19 Februarii 1558. Walraven Pieck, erve sgnes broders Joosts, 27 Jnlii 1573. Idem eedt verngt, 8 Augusti 1594. Catrin Pieck, huysfrou van Jacob A e 1 b o u t, gouverneur in St. Andries, erve hares vaders Walravens, beleent, 17 Novembris 1619. Wolphart Albout, erve sgnner moeder Catarina, beleent sgnde, draegt dit leen op aen Johan Gerrits Steek ende Aeltgen Tonis, sg'nne huysfrouwe, den 24 Meert 1687. Idem draegt op van dit leen sestien hont weilants, gelegen tot Beest over de graeff, aen Jannichjen Arissen, onmundich kind van Arys Jansen, die daermede beleent is door haeren huider Jan Ggsberts, den 30 Martii 1660 ') Blijkens een aanteekening in het register in maigine is deze afsplitsing een bijzonder leen geworden; noch daarvan nooh van het bijzondere leen zgn sindsdien meer akten geregistreerd. 782 358. RENOY. Een hofstat, gelegen te Renoyen, ende een hont lants, geheyten Molscamp; item 77 mergen, an volgende stucken gelegen: elff hont geheiten die Hoetacker, Jans lant van Beest an d'een ende die gemeyne stege an de ander sjjde; 9 mergen geheiten Ste Niclaeseampen; 9 mergen geheiten die Moelencampen, tuschen den hertog van Gelre ende Jannen van Beest; 15 mergen geheiten die Corte Etweyde ende Gybeneampen, tuschen Floris van Gellinchem ende die gemeyn stege; 28 mergen geheiten die Roomsche campen, tuschen Johan van Beest ende die gemeyne stege; 10 mergen geheiten die Middelste campen; 5 mergen geheiten Myner Jofifrouweneampen, tuschen joffrou Cristin. Johans dochter van Renoy ende die gemeyne stege; 5 mergen 1 hont geheiten Leiscampe ende Eckencampe, tuschen Jans campe van Beest ende joffrou Cristinen voors.; 14 hont tuschen Mees ende den grave, tuschen Jannen van Beest ende die gemeyn stege; een stuck lants bg den Luitgerdgck tuschen Gjjsbrechts erfgenamen van Haeften an beyder sgden, streckende an de gemeyn stege; 13 hofsteden in den gericht van Renoy; 13 mergen, gelegen in den Hornick in den gerichte van Beest tuschen den abt van den Weerde ende Gerhard van Beest Henrix soon, met andere goeden tot eenen Kuixen leene tot Zutphenschen rechte ontfangen bg Ludolff Fytterssoon 1), anno 1402. Lndolph Feyters spon ontfengt ongenoomde goeder 2), anno 1408. Otto Luyckens soon, erve sgnes vaders Lndolph de Feyter Ludolffs soon, ontfengt behalven dat boven genoomt is noch die helfte van den lande, gelegen op Beestervelde, te weten die helft van 3 mergen int Voorste broick tuschen den hertog ende den abt van den Weerde, die helft van 3 mergen in den Ridderslach tuschen Johan Akrgns soon ende Jan Groten soon, die helft van 5 mergen op de Haire tuschen Hubert Gerrits soon ende Rgcqugn Jans soon, die twee helfte van 2 mergen lants op Schutterstege, an d'een sgde die gemeyn stege, an d'ander Jan Meus soon, tot Zutphenschen rechten, anno 1456. Johan de Feyter, erve sgnes vaders Otten, anno 1461. Idem, anno 1468. Idem eedt verngt, 17 Octobris 1473. Idem tuchtigt sijn vrou Arnken an huis ende hofstat voors. ende 5 mergen, geheiten Claescamp, eodem die. Idem eedt verngt, 18 Octobris 1481. Idem tuchtigt sgn vrou Jan Engberts dochter, eodem die. Idem eedt verngt, anno 1492. Brienen de Feyter, erve sijnes vaders Jans, 6 Martii 1526. Idem eedt verngt, 27 Septembris 1588. Johan de Feyter, erve sgnes vaders Brienens, 16 Octobris 1548. ») Het door Van Keyd gebruikte afschrift heeft ten onrechte: Sytters soon. >) De akte is n.1. onvoltooid gebleven. 788 Idem 1) geeft te kennen, dat sgn vader hiervan nit over 32 mergen met een hofstat in besit gehadt, nit wetende waer die rest gebleven, anders als dat 1° Elisabet van Beest Floris dochter houdt den Roomschen Camp, groot 6 mergen, boven naest d'erfgenamen Willems van Erp, beneden Meyntgen Feyters Brienens dochter, ten 2en d'erfgenamen Willems van Erp 2 campen, oick genoomt Boomsche Campen, groot 5^ mergen, boven Margriet ende Willemken Huberts dochteren met Leenken, haerluder susters dochter, Deneden Elisabet van Beest voors., ten 3en d'erfgenamen Johans van Voorst, heer van Dorweert, 13 mergen in den Hornick houdende sgn; daerbeneven sgn vader Brienen, nalatende 3 sonen ende 1 dochter, gedisponeert had, dat die 2 sonen ende dochter haer afdeylinge van haren olsten broder te leen dragen souden, sulx dat hg Johan nit meer als 11 mergen met 27 leenmannen, onder tvoorn. leen i behorende, in gebruick geholden, die hg Otten Pieck, heer to Tienhoven, vercoft; ergo Otto Pieck Henricks soon, bij transport Johans voorn., ontfengt een hofstat met 1 hont lants geheiten Molscamp, tsamen groot 1-J mergen, boven naest Jan de Feyter, beneden die gemeynte van Eenoy, 4^ mergen geheiten Ste Niclaescampen, boven Willem Martins soon, beneden Jan de Feyter, die Cleyn Etweyde, groot 3 mergen, boven Willem van Erps erfgenamen, beneden Ot de Feyter Brienens soon, den Gybencamp, groot 2 mergen, boven Willem van Erps erven, beneden Jan de Feiter; noch 27 manschappen, int register gespeeificeert 2), 18 Februarii 1553. Idem eedt verngt, 31 Maii 1556. Henrick Pieck, heer to Tienhoven, erve sgns vaders Otten, ontfengt boven dit lest gespecificeerde noch die gerechticheit an een stuxken tot Renoy hg" den Lingendijck tuschen d'erfgenamen Gijsberts van Haeften, an beyden sgden strèckende an de gemeyne stege; item an 2 of 8 partgkens van leen in parcelen van lande, int Beestsche velt gelegen, tnschen 6 ende 7 mergen, 30 Septembris 1581. Dirck Pieck, erve sgns broders Henrick, beleent, 15 Maii 1601. Otto Pieck, erve sgns vaders Dircks, beleent, 1 Martii 1618. Wilhem Pieck, amptman to Beest ende Renoy, bg opdragt Otto Piex beleent, 14 Julii 1617. Verder als 381 §'2. 359. EENOY. Elff mergen lants, gelegen tot Renoye, geheiten die Boomsche Camp, met der eener sgden beneven lant Ludolphs Ludolphs soon, met der ander Kerstians Huberts soOn, tot eenen Zutphenschen leenrechte bij Aleyt Leuwen, huysfron Leuwen Arnts soons, ontfangen, anno 1402. Ggsbert Brunicks soon transporteert den Roomschen Camp, gelegen op Eenoy, haldende 5^ mergen, boven naest Dirck Storm, beneden Dirck Otten soon, op ') Wonende te Gorkum (akte). ») Dit die opsomming blijkt, dat een gedeelte van de goederen, die oorspronkelijk tot het leen hadden behoord, achterleenen waren geworden. 784 Willem van Spijck Henricks soon, anno 1451. Idem, anno 1468. Idem eedt verngt, 14 Octobris 1473, 9 Julii 1481. Idem tuchtigt sgn vrou Jutte Groten Ggsberts dochter, eodem die. Floris van Beest ende sgn soon Marcelis transporteren 6 mergen, geheiten Boomsche Camp, op Elisabet van Beest Floris dochter, 27 Maii 1525. Haer broder Marcelis huider. Eadem eedt verngt deur Claes van Beest, haer neve, 8 Julii 1544. Eadem eedt verngt deur haren broder voorn., 8 Augusti 1544. Eadem eedt verngt deur Johan Gerrits soon, 16 Junii 1556. Hubert Johans soon, erve sgner moder Elisabet, 27 Novembris 1570. Idem eedt verngt van 6 mergen lants, in den ampte van Beest in den kerspel van Eenoy gelegen, genoomt den Boomschen Camp, 24 Octobris 1694. Idem 1) maeckt sgner snster Thonisken Pouls, weduwe van Johan Floris soon, schout to Eumd, ofte bg versterf ofte verandersatinge haren outsten, mitz dat hg sgnen broderen Floris, Jan, Claes ende Gerrit sal geven elx 250 gulden, 16 Julii 1622. Hier staet 5^ mergen. Thonisken Pouwels, weduwe Jan Floris, beleent unyt cracht van bovenstaende dispositie, den 24 Julii 1628. Pouwel Jans, erve sijnner moeder Tonisken Pouwels, beleent, den 11 Junii 1640. Jan Pouwels, erfgenaem sgnes vaders Pouwel Jansen, beleent, den 28 Mey 1663. 360. EENOY. 51/2 mergen lants, in den gerichte van Eenoy gelegen, an d'een sgde Lonwe Arnts soon, an d'ander WÜlem Luidkens soon, tot Zutphenschen rechten getransporteert bg Aleyt, huysfrou Louwen Arnts soon 2), anno 1438, op i Gadert Storm. Dirck Storm, erve sgnes vaders Gaderts, anno 1443. Idem, anno 1468. Idem eedt verngt, 13 Octobris 1473. Godert Storm 3), erve sgnes vaders Dircks, 29 Aprilis 1484. Albert Storm, bg' transport sgnes broders Goerts, anno 1494. Dirck Storm, erve sgnes vaders Alberts, 5 Januarii 1528. Willem van Erp, bg transport Dircks voorn., anno 1531. Idem eedt verngt, 15 Octobris 1538, 20 Junii 1544. Carl van Erp beleent, 24 Julii 1549. Agnes, weduwe Willems ende moder Carls, crigt uutstel, 4 Octobris 1555. *) Nabuur te Rumpt (akte). . ^ . •) Uit de akte blgkt niet, dat het leen van de vrouw afkomstig is. De echtelieden dragen het samen op. s) In de akten wordt hij meester genoemd. 785 Agnes de Luches, erve hares soons Carls, 18 Martii 1556. Johan van Erp huider... Willem van Erp crigt uutstel, 4 Aprilis 1568. Idem, erve sgnes vaders Johans, 22 Aprilis 1570. Walraven van Erp »), erve sgnes ooms Willems, 5£ mergen lants, to Eenoy gelegen, die in den Eoomschen Camp plegen te horen, daer boven naest gelant is Hubert Eutgers soon ende beneden Lgsbet van Beest, streckende an den Thiendwegh; Margriet van Brecht behelt tucht; 1 Octobris 1592. Idem verngt eed, 27 Aprilis 1602. Gerrit Andries soon bg opdragt Walravens voorn, beleent, 17 Aprilis 1607 2). Lambertien Gerrits dochter beleent mitz Neeltien Adrians dochter, haer moder, ende Steven van Ercklens, huider, noch onmundig, 6 De- cembris 1619. Eadem haere dispositie approbeert, den 16 Januarii 1642. Eadem revoceert haere voorgaende dispositie, den 28 Februarii 1648. Eadem laet eet vernieuwen door oer man Jan Ariaens B i s s c h o n den 5 April 1648. Wilhem V e r h a e r bg' opdracht van Lambertien Gerrits beleent, den 24 October 1644. Wilhelmina Verhaer, weduwe van Lambert van B o r t, bij transport Willems Verhaer beleent, den 8 Julii 1655. Gerrit van Dalemoort ende Wilhelmina Verhaer transporteren dit leen op Floris Matthg's Bosch, die voorts wederom daermede beleent is, den 14 Januarii 1658. Afgespleten van 360. 860 § 1. Die helft van 5 mergen ende 4 hont lants in den kerspel van Eenoy, daer boven Hubert Jans soon ende beneden d'ander helft, tocommende Lambertien Gerrits dochterken, naest gelegen sgn, die in den Eoomschen Camp plegen te horen, te Zutphenschen rechten opgedragen bg' Walraven van Erp, 17 Aprilis 1607, ende te leen ontfangen bg Dircksken Andries dochter, Gerrits suster, huysfrou Alberts Boloffs soon Hackert, deur haren volmechtigen Gerhard van Buchel, 9 Februarii 1620. 361. EENOY. Brye campen lants met allen heuren tobehoor, in Tielreweert in den gericht van Eenoy gelegen; die 2 campen halden elck 3 mergen, besg'den an malcanderen gelegen, geheiten die Vette Campen, daer an d'een sgde boven naest gelant is Arnt Luitkens erven ende Gaert van Erp, >) Heer tot Erp en Vechel (akte). *) T. w. met de helft van het leen; vgl. 360 § 1. Nijmegen. 50 786 an d'ander die custerie to Eenoy, end den derden camp helt oyck 3 mergen ter goeder maten, die geheiten is den Roomsehen Camp, streckende met den eenen eynde an den Thiendweg, an d'averste spe naest gelegen Wilhem Sppk ende beneden an d'ander spe Henrick jan der Voort, tot Zutphenschen rechten getransporteert bg Johan Otten soon, gênant de Feyter, anno 1495, ende weder ontfangen bg Cornelis Pieck, 9 Junii 1520 *). Brienen Jans soon de Feyter heeft het nu. 361a. 13 hont lants in den gerichte van Eenoy, liggende in heeren Steffaes tween campen, noch 23 hont lants ende 34 roden, daer naest gelant is Johan van Beesde van Eenoy an d'oostspe, Winand van Haeften an de westspe, joffrou Margriet van Beest an de nederste speende op de afterate weteringe ende met den oversten eynde an lant Johans van Beest van Eenoy, een Kuix leen ten Zutphenschen rechten ontfangen bg Johan van Beesde Hermans soon, anno 1402. Johan van Deyle tuchtigt sgn vrou Cristine an 8 mergen 2 hont, die men heyt die Lange Eetweyde, gelegen tot Eenoy, met eener spèn an Henricx erve van Eanss, met der ander an Diedrick Splinters ende Ludolph Ludolphs soons erve, streckende met den eenen eynde an den Thiendwech, met den anderen an Wouters erve van Haeften, anno 1416. Idem ontfengt tselve, anno 1424. Gadert Storm erft ditselve op sgnen soon Derck Storm, anno 1443. Hier staen noch bg die voors. 23 hont 34 roden, geheiten die Baekercamp. Idem, anno 1468. Idem eedt verngt, 13 Octobris 1478. Goert Storm, erve sgnes vaders Dirx, 29 Aprilis 1484. Arnt Claes soon, bg transport Goerts voorn., ontfangt die 8 mergen 2 hont, beheltlick 8 jaer lanck.een losse daeran met 100 Kgns- gnlden, 81 Julii 1491. Albert Storm, bg transport sgnes broders Goerts, theele leen, anno 1494. Dirck Storm, erve sgnes vaders Alberts, 5 Januarii 1528. Willem van Erp, bg transport Dirx voorn., anno 1531. Idem eedt verngt, 15 Octobris 1588, 20 Junii 1544. Carl van Erp, erve sgnes vaders Willems, 24 Julii 1549. Agnes de Luches, Carls moder, crigt uutstel, 4 Octobris 1555. Eadem, erve hares soons voorn., beleent, 18 Martii 1556. Johan van Erp is haer huider. .) De akte van 1520 bevat de bevestiging van een opdracht van 1493.aan Cornelis Pieck. In margine van die akte: „dyt heeft nu Bnene Janssoon die Feiter . Vgl. döö. 787 Willem van Erp crigt uutstel, 4 Aprilis 1568. Idem als erve sgnes vaders Johans beleent, 22 Aprilis 1570. Walraven van Erp, erve sgnes ooms Willems, 1 Octobris 1592. Hier staet: 8 mergen ende 2 hont lants, geheiten die LangeEtweyde m den ampte van Beest in den kerspel van Eenoy gelegen daer boven an d'een sgde naest gelant is Agnes van Weerdenborch, weduwe, ende beneden Brienen Jans soon de Eeyter, streckende met den eenen eynde an den Thiendwegh ende met den anderen eynde an erve Alerts Otten; item noch 23 hont ende 34 roden lants oyck tot Eenoy gelegen, Baggenseamp geheyten, daer boven naest gelant is Otto van Tuyl ende beneden Alert Otten soon, voortholden joffrou Margriet van Brecht, weduwe Willems voorn hare tucht. ™w» Idem verngt eed, 27 Aprilis 1602. Agnes van Hekeren, huysfrou Eustaes van Scherpenseel, bn opdragt Walravens voorn, beleent (haer man een tucht voorbeholdende) 17 Aprilis 1607 1). J' Walraven van Hekeren to Netelhorst, erve sgner suster Agnes, beleent 22 Aprilis 1622. ' Idem disponeert over sg'ne goederen onder sg'nen kinderen, 27 Maii 1622. Evert van Heeckeren, erve sgnes vaders Walravens, beleent, den 4 Mey 1646. Jacob Derk van Hekeren, erfgenaem sgns vaders Evert, na afgemaekt versnim beleent, den 29 Maert 1700. Idem draegt dit leen op aen Mels Bos, die daer weder mede beleent is, eodem die. Idem laet sgn beslote dispositie approberen, 19 Mey 1722. Verder als 340. Afgespleten van 361a. 361a § 1. Vier mergen lands ongeveer, tot Eenoy gelegen, geheiten iJaggenscamp, ten besunderen Zutphenschen leen ongedragen bg 6 Walraven van Erp, heer tot Erp ende Vechel, op Boloff Gerrits soon ende van denselven voort op Costen Pieck, heer tot Wolfsweert, 20 Aprilis 1610. Anna Piecks uuyt cracht van de dispositie haerer olderen, die op huyden approbeert is, beleent, den 10 Augusti 1635. Costen Pieck erve sgnes vaders Willem, die erfgenaem was van Anna Pieck, beleent den 8 April 1679. 862- EENOY. Va van alle den thienden tot Reynoye, met eener hofstat, in den dorpe tot Eenoy gelegen, gehalden van der herlickheyt van Cuyck, tot Zutphenschen rechte ontfangen bg' ») N.1. alleen met de Lange Etweide; zie over Baggenseamp: 361a § 1. 788 Steesken van Kedinchem, anno 1404 1). Johan van Geghem Everts soon ontfengt £ van alle thienden to Eenoy met een hofstat in den dorpe, als hg dat van der herlicheyt Cuyck plag te holden, anno 1402. 362a. 1 /3 van alle thienden tot Renoy met eener hofsteden, gelegen in den dorp van Eenoy, tot Zutphenschen rechten opgedragen bg Johan van der Donc kjot behoeff van Arnt PTeck, rentmeester generael, anno 1414. Ggsbert Pieck, overste rentmeester, erve sgnes vaders Arnts, anno 1414. Arnt Pieck, heer t'Asperen, ontfengt £ van der groter coornthiende ende een hofetat met der alinger smaler thienden tot Eenoy tot Zutphenschen rechte, erve sgnes vaders Ggsberts, anno 1442. Idem $ der smaler thienden tot Eenoy, anno 1465. Idem eedt verngt, i van der groter cornthiend ende een hofstat met der alinger smaler thiende, 11 Septembris 1473. Walraven Pieck, bg transport sgnes vaders Arnts, 7 Septembris 1480 »). Wilhelmina Piecks, Walravens suster, huysfrou Jaspers van Ba ex, bg deylinge, 12 Aprilis 1529Jl). Otto vanHaeften, erve sgner moder Wilhelmae Piex, 30 Januarü 1531» Willem van Haeften, erve sgnes vaders Otten, 13 Martii 1549. Idem eedt verngt, 10 Junii 1566. Josina van Broichusen, weduwe Eeiners van Aeswgn, bg transport Willems voorn., mitz dat haer 2e soon Staes van Aeswgn erven sal; die besitter der \ van desen thiend mag dit * aitgt lossen met 4000 gulden; 4 Aprilis 1559. Johan Nagel is huider. Eustaes van Aeswgn, erve sgner moder Josine, beleent, 6 Julii 1607. Eeiner van Aeswgn, onmundig, erve sgnes vaders Eustaes, beleent, 7 Jumi 1610. Sgn moder Anna van Wachtendonck maeckt volmecntig Egbert Alberts, rentmeester van den huyse Gramsbergen *). Idem crigt uutstel, 10 Augusti 1618. Idem laet eedt verngen, 1 Octobris 1619. Jacob van Scherpenseel, heer to Puersum, bg opdragt Eeiners voorn, beleent met het \ van den groten corenthiend met den almgen smalen ende krgtenden thiend, met bouhuys, berg ende bongert to Eenoy, 1 Octobris 1619. Idem tncht sgn vrou Aetiana Maria van Schagen, 30 Aprilis 1621. ») Deze akte is tweemaal ingeschreven, de eerste maal na een akte, tm..1403 waar ril echter later moet ziin ingevoegd. Van Beyd meende daarom, dat Steesken m \Wó t UoTwas*?eCa. Waarom hij de akte van 1402 die toch waarschijnhjk op hetzeKde leen betrekking heeft doet volgen op die van 1404, is met duidelijk. Ook blijkt met, ^A^^U^^^M het onder 362a behandelde leen een ander is dan dat van 362. 3 He^golfwa^haar aanbesterven van haar vader, haar broeder en hare tante Aleyt Pieck, weduwe van Arnt van Herier, ridder. =~^Këiner"'vrxr was heer van Gramsbergen. 789 Erfgenamen van Jacob van Scherpenseel crggen tot verheffonge van dit leen uuytstel van ses weecken, den 3 Meert 1632. Johan van Wassener, heere van Duyvenvoorde, als erve van Jacob van Scherpenseel voor hem ende sgnne medeerffgenamen beleent, den 8 Meert 1683. Anna Margreta van Scherpenseel, dochter van Jacob van Scherpenseel, in sijnnen leven heer tot Offem, uuyt cracht van dispositie off maegescheyt van Jacob van Scherpenseel, heer van Puersum, oer vaders oom, beleent, den 2 Mey 1639. Oer oom Peter van Steenbergen tot Duystervoorde doet hnlde. Arnt van Wassener, heer van Duyvenvoorde, als man ende momber van Anna Margreta van Scherpenseel, vernieuwt den eedt en laeten haere houwelixe vurwarden approberen, den 9 Augusti 1647. Arnt van Wassenaer, erfgenaem sgns vaders Jacob van Wassenaer, die erfgenaem was van sgn moeder Anna Margareta van Schérpenzeel, na afgemaekt versuim beleent sijnde, draegt het op aen Mels B o s, die daer weder mede beleent is, 30 April 1708. Idem laet sgn beslote dispositie approberen, 19 Mey 1722„ Yerder als 340. 368. EENOY. Die borch tot Renoy met heuren tobehoor te leen geholden bij Eodolph de Cock, vercoopt dieselve met believen sgner kinderen Eodolffs, Henrix, Ggsberts ende Willems, anno 1265 i). Johan van Herwen wort erfcastelein van den slote Eenoy ende sal voor 30 pont cleyner penningen, die hem te leen gegeven, onderholden 10 soldaten, anno 1287. Johan van Beest ontfengt alle alsulcke erve ende goet als hg haldende is van den hertogdom van Gelre, anno 1424 et anno 1430 2). Otto van Beest ontfengt een huys ende hofstat, geheiten Eenoy, met den Haeracker ende £ mergen lants, geheiten Hackenlant, gelegen tot Eenoy, met sgnen tobehoor, tot Zutphenschen rechten, als erve sijnes vaders Johans, ende'tuchtigt sgn vrou Adrian Dirx dochter van Weerdenborch, anno 1468. Idem, anno 1468. Idem eedt verngt, 14 Octobris 1473. Johan van Beest, erve sgnes vaders Otten, 24 Septembris 1475. Idem eedt verngt, anno 1481. ") T.w. san den graaf van Gelre, van wien hjj hem tot dasverre te leen hield. (Oudste registèr, fol. 38 verso). 2) Uit de akte van 1424 blijkt niet, of zij op den burg te Renoy betrekking heeft; die van 1430 betreft andere goederen aldaar. Daar alle volgende akten spreken van een huis en hofstad, geheeten Renoy, niet van een burg, zou v. Reyd voorzichtiger gehandeld hebben, indien hij die van 1463 onder een nieuw hoofd had geplaatst, in het midden latende, of de brieven van 1265 en 1287 wellicht thuis behooren onder 364 hierna. Naar het hier behandelde huis werd de familie Van Beest in den regel Van Beest van Renoy genoemd. In het testament van 1780 heet het een adellijk huis. 790 Otto van Beesde, erve sgnes vaders Johans, anno 1515. Hier is bevorwort, dat Alert van Beesde, bastart, die 2 mergen, geheiten Hackenlant, sgn leven lang gebruycken sal, ten ware Otto dieselve lossen wolde met 50 enckel gulden, twee Hoorns gulden voor elcken gulden. Dirck van Beest, erve sgnes broders Otten, beheltlick sgner moder Margriet van der Voort hare tucht, 7 Octobris 1521. Idem eedt verngt, 6 Octobris 1538, 16 Octobris 1548. Johan van Beest, erve sgnes vaders Dirx, 21 Julii 1553. Idem accordeert sgner moder Adriane de Cock van Delwgnen 9 jaren dat gebruyck van desen leene, eodem die. Idem verngt eedt, 18 Junii 1556, 2 Octobris 1581. Idem*) maeckt sgner oltsten dochter Margriet dit heele leen sonder harer jonger suster Hillegond den derden voet aff te goeden, 24 Septembris 1617. Margriet van Beest na dode hares vaders Johans nut cracht der makinge beleent, 19 Aprilis 1619 2). Anna van de Velde, erve heurer moeders suster Margreta van Beest, beleent, den 3 Novembris 1648. Haer man Johan de Euyter huider. Elisabeth de Enter, onmundich, erve haerer moeder voors., door haeren vader ende momber Johan de Enter beleent, den 24 Julii 1658. Hillegunda de Euyter rennntieert ten profite van haer suster Elisabeth op haer aenpart, haer aen dit leen competerende, den 2 Decembris 1675. Elisabeth de Enter laet haer dispositie, die open is, approberen, den 19 Augusti 1696. Otto van Beest en Elisabet de Euyter, egtelieden, laten haer opene dispositie approberen, 12 Septembris 1719. Elisabeth de Euyter, weduwe Otto van Beest, draegt dit leen op onder enige conditiën aen Hendrik Jan de Euyter, die daer weder mede beleent is, 18 Februarii 1721. Derk Johan de Euyter, erve sgns vaders Hendrik Jan de Euyter, beleend, 16 Junii 1750. Idem laat sgn besloten testament, van den 25 Angustus 1780 approberen, 28 Augustus 1780. Hendrica Theodora van H ö v e 1 laat registreren het geopende testament van Derk Jan de Euyter de dato 25 Augustus 1780, den 28 daaraanvolgende ter Leenkamer geaprobeert, 30 November 1780. Eadem ria dode van Derk Jan de Euyter en uyt kragt van het vooraangetogen geaprobeert testament als fideicommissaire erfgename beleend, eodem die8). Huider Johannes Petrus Speyart de Woerd e, haar man. ') Gevolmachtigde is zijn oomzegger Walraven van Beest van Renoy. <) Hnlder is Hugo van den Velde. *).Zij was ook de nniverseele erfgename. 791 364. RENOY. Dat huys to Benoye 1) met 50 mergen lants, een weynich meer ofte min, ter goeder maten, met sijnen tobehoor gelegen tot Eenoy in den kerspel van Eoemde; item den wind met den veerstat to Eenoy, tot Zutphenschen rechten ontfangen bg Ggsbert van Haeften, anno 1430. Clara van Haeften Ggsberts dochter crigt uutstel 2), anno 1446. Otto van Haeften ontfengt dat huys tot Eenoy, begrepen 7 hont met den cingel epde 19 mergen, daerto gehorende, die daeromme liggen, an d'een sgde naest gelant Otto van Haeften heer Otten soon, heer Johan van Haeften ende Johan van Beesde, an d'ander tgemeyn dorp van Eenoy; item noch 13 mergen, daerto gehorende over den nyen grave, an d'averste sgde naest gelant Ggsbert Piex erfgenamen ende an de nederste sgde Johan van Beest ende Derck Storm; item noch 2 mergen op den Gorten Wegh; item noch een hofstat met 5 hont ende dat veer met der hofstat ende sijnen opslach, allet tot Zutphenschen rechten, anno 1447. Clara van Haeften, huysfron Johans van Duvenvoorde, ontfengt dat huys tot Eenoy met 50 mergen lants, een weinich meer ofte min, ter goeder maten, met sg'neh tobehoren tot Eenoy in den kerspel van Eoemde gelegen, ende den wind met den veerstade tot Eenoy, anno 1448. Eadem, anno 1469. Eadem eedt verngt denr Adrian van Matenes, harer dochter man, 7 Junii 1481. Eadem, huysfron Walravens van Brederode, basterts, eedt verngt, anno 1492. Gijsbert van Tuyls kinderen beleent als naeste erven, anno 1516. Herman Pieck heeft dit hierbevoren voor een versnymt leen ontfangen, ende nu na quijtscheldinge alles versuyms wort sulcke beleninge, met dese leste, doot ende te nyet gedaen. Willem van Tuyl Ggsberts soon, erve sgner moder, 20 Novembris 1537 3). Idem eedt verngt, 19 Septembris 1538, 21 Martii 1544, 19 Junii 1556. Willem van Tuyl to Bulkenstein crigt uutstel, 7 Aprilis 1581. Idem, erve sgnes vaders Willems, beleent, 30 Septembris 1581. Idem crigt confirmatie sgner dispositie, 21 Februarii 1593. Wilhem van Tuyl to Bulkenstein, erve sgnes vaders Wilhems, beleent, 25 Octobris 1616. Idem laet sgne dispositie approberen, den 7 Januarii 1654. Idem laet sgne naerdere dispositie approberen, den 11 Maii 1654. Idem laet noch approberen naerdere dispositie, den 10 Junii 1654. Hendrick van Tuyll, erve sijnnes broeders Willem, beleent, den 16 Septembris 1654. i) Blijkens aanteekenine in margine werd dit huis Oudenburch genoemd; zie 364 § 1. Wellicht is het de burg, waarop de brieven van 1265 en 1287 onder 363 betrekking hebben (zie noot 2 op blz. 789). '*) Wegens onmondigheid (akte). *) Hij was een van de in 1516 onmondig beleende kinderen. Wie de moeder was, blijkt niet. 792 Eustachius Pieck openinghe van de dispositie van Willem van Tnyl, de dato 10 Jnnü 1654 gepasseert, toegestaen, den 25 Junii 1655. Willem van Tuyl tot Bulckesteyn, erve sgnes vaders Hendricks, beleent, den 27 October 1671. Maximiliaen Eosecrans, als vader van sgn soon Holger Hendrick Eosecrans, laet approberen de boulyxe vorwaerden, tusschen Willem van Tuyl tot Bulckesteyn ende juffer Jacoba van Beigersberch den 26 Februarii 1672 opgericht, en is Holger' Hendrick Eosecrans beleent als mediate erfgenaem van Willem van Tuyl van Bulckesteyn, den 30 Mey 1674. Jnrriaen van Bgs- tervelt is huider. Jacoba van Eeigersberch, weduwe van Willem van Tuyl van Bulckesteyn, als erfgenaem van haer kint, bg Willem van Tnyl van Bulckesteyn verweckt, beleent den 2 Junii 1674. Adriaen Exalto d'Almeraes is hnlder. Eadem, cum tutore hare man Cornelis van Geel tot Spanbroeck, verbindt dit leen in eventum voor het arrest en gewgsde van het Hof Provintiael in hare saacke tegen Willem Pieck tot Enspgck, als impetrant, over eenige legaten, soo uyt dit leen gepretendeert worden, 10 November 1690. Eadem laet haer beslote dispositie approberen, 10 October 1698,12 Jnlii 1709, 8 November 1713. Eadem stelt tot een nieuwen huider en vernieuwt door Hendrik van Benthem, 14 October 1724. Eadem draegt dit op aen Maria Adriana van Geel van Spanbroek, haer dogter, die daer weder mede beleent is, eodem die. Hnlder Hendrik van Benthem. Eadem laet haer beslote dispositie approberen, 8 Maert 1725. Daniël van Geel van Spanbroek laet registreren het testament van Jacoba van Eeygersberg, sgn moeder, den 18 November 1718 hier geapprobeert, 13 Mey 1783. Idem laet registreren het testament van Maria Adriana van Geel van Spanbroek, sgn suster, den 8 Meert 1*725 hier geapprobeert, eodem die. Jacoba Wilhelmina van Geel van Spanbroek, na dode haers moeders Jacoba van Beigersberg en snsters Maria Adriana van Geel van Spanbroek (uit kracht van) derselver testamentaire dispositien en verclaringen onder de hand van J. J. en J. W. van Geel van Spanbroek beleent, 19 Mey 1784. Hnlder Hendrik van Benthem. Johanna Jacoba van Gheel van Spanbroek, erve haars susters Jacoba Wilhelmina, beleend met dit leen, uitgesonderd. dat daarvan afgespleten en afsonderlg'k verheft is, 16 November 1748. Hnlder Gerrit van E verdingen. Eadem draagt dit leen op aan Gerrit Aartsen van Boden, die daar weder mede beleend is, 17 November 1744. Jacob van Eeygersberg en Johan Pieter van den Brande q.q. krijgen consent om tot bekominge van haar regtmatig agterwesen l) op dit leen de executie te mogen dirigeren, 16 Junii 1760. ") Als erfgenamen van de verkoopster, aan wie de koopsom niet was voldaan (akte). 793 Floris Bosch uyt hoofde van geapprobeerde transportbrief door den geauthoriseerden rigter en schepenen van Eenoy van den 17 Mey 1758 beleend met negen mergen een hont lands, sjjnde een gedeelte van dit leen, 13 Junii 1758. Verder als 340. Afgespleten van 364. 364 § 1. Sekere adeljjke huysinge of hofstad, genoemt Oudenburg 1), met 't regt van de wind, met het bouland aldaar rondsomme gelegen, genaamt de Cingel, sjjnde liendvrij, mitsgaders met de leenen en verdere privilegiën, welke van onds daaraan gehorende sgn geweest; met nog tien hond boniand, genaamt de Geer, daar tegens het noorden besijden aan gelegen, als een bjjsonder leen en afgespleten van 't Huys te Eenoy met vjjftig mergen lands en allen henren toebehoren, op Eenoy gelegen, aan den Furstendom Gelre en Graafschap Zutphen ten Zutphenschen regten met een pond goed gelds te verheergewaden leenroerig, opgedragen door Gerrit Aartse van Eode aan Corsten Antonissen Versteeg, die daar weder mede beleend is, 12 Junii 1752. Stijntje Versteeg laat approberen en per clausnlas cohcernentes registreren het magescheyd van den 23 April 1774, over den onderlijken boedel opgerigt, 12 November 1776. Deselve als erfgenaam haars vaders Corsten Anthonissen Versteeg en uyt hoofde van 't geapprobeerde magescheyd 2) beleend, eodem die. Hnlder Claas van Eode, haar man. Eadem neffens haar voors. man Claas van Eode maken dit leen deylbaar onder hare drie kinderen 3), eodem die. Afgespleten van 364. 864 § 2. Veerhuys met erf tot Eenoy, neffens het veer over de Lingen, in suiker voegen als aldaer van ouds gebruykt is, met nog een en een half hond boomgaerd en nog twe hond boomgaerd als bouland, «genaemt de Geer, op Eenoy gelegen, mitsgaders twe hond boomgaerd, aen de Gellekomse spe naest den veerdam leggende, met last van dijken en onlanden, daertoe gehorende, als een bjjsonder leen en afgespleten van dat Huys te Eenoy met vnftig mergen lands met henren toebehoor etc, in den kerspel van Eenoy gelegen, aen den Furstendom Gelre ende Graefschap Zutphen ten Zutphense regten met een pond goed gelts te verheergewaden leenroerig, opgedragen door ') Bedoeld is het huis te Renoy. —1 Tr den ^e(Üel van £nthony Versteeg en Willemina van Driel. Corsten Anthonissen was een hunner kinderen. Hij moet het leen aan zijn ouders hebben overgedragen: uit ontfengt even tselve, 26 Julii 1581. Eadem, huysfron Willem Jans soon, eedt verngt, 20 Octobris 1586. Alert Jans soon 2), erve sgner moder Mariae, beleent met eenen camp lands, holdende omtrent 12 mergen, in den Liescamp in den gericht van Benoy gelegen, daer westwert naest geland is Claes Gerrits soon, oostwert die gemeynt van Benoy, suydwert den Thiendweg ende noortwert die Ackoysche Meergraeff; noch ses mergen, den Hengstcamp geheiten, in den gericht van Beest gelegen, beneven land des hertogen van Gelre an d'een sgde ende an d'ander sijde den Heyligen Geest, streckende op de weteringe, 30 Decembris 1607. *) Van Beyd merkt hier op een tegenstrijdigheid tusschen de inschrijving in boek D (hiervóór bedoeld) en die in boek E. D is het Bourgondische boek. 2) Van Oosten (akte). 798 Cornelis Gijsberts soon, bij opdragt Alard Jans, ontfengt drie mergen lands, gelegen in den ampte van Beest in den Hengstcamp, suydwert an land des hertogen van Gelre; item die manschap ende leenplicht van drie mergen in denselven camp, noortwert an erve Peter Aerts soon van Yianen, mitsgaders die leenplicht van 14 hont lands, op Eenoy onder 12 mergen in den Liescamp gelegen, so dat d'eigeners van de leste 3 mergen 14 hont gehonden bleven, dieselve van den eigener der eerste drie mergen te leen te honden voor een onderleen, ende maeckt Cornelis Gijsberts sijnen (soon?) Ggsbert die voors. tweemael 3 mergen 14 hont, 26 Octobris 1618. Ggsbert Cornelis als erve sijnnes vaders beleent, den 1 Novembris 1627. Andries Gijsberts, erve sijnnes vaders Gijsberts, beleent sijnde, draegt dit leen op aen Jelis Pieck, die volgens daermede beleent is, den 3 Mey 1633. Jacob Pieck, erve sgnes vaders Gillis, noch onmundich sijnde, beleent door volmechtiger van de moeder Anna Maria de Grnyter, den 5 Meert 1649. Verder als 331 § 2. Afgespleten van 366. 367. EENOY. 4 mergen lants, boven naest Mariken van Lexwerd ende der cnsterien goederen van Eenoy, westwert ende noortwert die gemeyne vliet ofte waterganck, suydwert Mariken voorn, gespleten nut den Liescamp ten besnnderen leen tot Zutphenschen rechten, bij Mariken van Lexwerde, huysfron Willems Jans soon, opgedragen Claes Gerrits soon van Leerdam, 20 Octobris 1586. Mariken Claes dochter, huysfrou van Gijsbert Eoloffs soon, beleent met de helft van vier mergen ende vierthien hont ofte van ses mergen ende twee hont lands, gelegen in den kerspel van Eenoy, suydwert an den Tiendweg, naemlick het bovenste deel, als haer tselve met sgnen lasten, nntkeringe ende uutganck na dode harer olderen Claes Gerrits soon ende Mariken Cornelis dochter den 21 Januarii 1617 is togedeylt, 13 Martii 1618. 867a. 7 mergen lants, gelegen in den gericht van Eenoy in den Liescamp an den Thiendweg, daer die heer van Arckel met den Voernschen goede an beyden sgden naest gelant is, tot eenen Zutphenschen leene bg Gerrit die bastart van Ackoye ontfangen, anno 1402. Idem, anno 1430. Hier staet: 7 mergen lants in den gericht van Eenoy, gelegen in den Lieskamp, daer Jan van Beest beneden naest gelant is ènde Gerrit voors. selffs boven, tot Zutphenschen rechten. 799 Afgespleten van 366. 368. 14 hont lants, gelegen in den kerspel van Eenoy, daer oostwert Mariken van Lexwerde, westwert Joanna van Erp, snydwert den Tiendweg ende noortwert Claes Gerrits soon naest gelant sgn, welcke van den leene, genoomt Liescamp ende Hengstcamp, afgespleten ende ten besunderen leen tot Zutphenschen rechten bij Mariken van Lexwerde, huysfron Willems Jans soon, opgedragen sijn Claes Gerrits soon van Leerdam, 8 Junii 1596. Hendricksken Claes dochter beleent met de helft van 4 mergen ende yierthien hont ofte van ses mergen ende twee hont lands, gelegen in den kerspel van Eenoy, suydwert an den Tiendweg, naemlick het benedenste deel, als haer tselve met sgnen lasten, nutkeringe ende uutganck na dode harer olderen Claes Gerrits soon ende Mariken Cornelis dochter den 21 Januarii 1617 is togedeylt, 13 Martii 1618. Jan Joosten, erve sgner moeder Henricksken Claessen, beleent, den 2 Julii 1652. Idem draegt dit leen op aen Otto van Beest van Eenoy, die daer ook weder mede beleent is, den 4 Maii 1698. Hnlder Derk Tulleken. Idem laet sgn dispositie, open, approberen, den 27 Octobris 1700 *). Afgespleten van 366. 368a. 21/2 mergen lants ofte daeromtrent, op Eenoy gelegen, daer oostwert ende suydwert Mariken van Lexwerd, westwert Claes Gerrits soon ende noortwert d'erfgenamen van wglen Ggsbert Willems soon naest geerft sgn, gespleten van den Liescamp ende ten besunderen leen te Zutphenschen rechten opgedragen bg Mariken van Lexwerd, huysfron Willems Jans soon, op Gerrit Adrians soon tot Eenoy, 1 Augusti 1596. Otto Willems als erve sg*nnes neven Gerrit Adriaens beleent, 6 Jnlii 1627. Afgespleten van 866. 369. Negen mergen lands, in den gericht van Eenoy in den Liescamp gelegen, oostwert naest de gemeynt, westwert Claes Gerrits soon, suydwert den Thiendweg ende noortwert die Meergraeff, affgespleten van een leen van 12 mergen in den Liescamp ende ten besunderen Zutphenschen leen opgedragen bg *) Het testament is 25 October 1700 te Renoy gemaakt. Johanna Maria de Ruyter werd tot erfgename benoemd, behoudens het vruchtgebruik van Elisabet de Ruyter. huisvrouw van den testator. 800 Alert Jans soon tot behoeff van Jacob Henricks soon, 30 Decembris 1607. Thonisken Jacobs beleent, den 1 Maii 1628. Claes Floris doet huid. Idem disponeert van dit leen, den 24 Jnlii 1628. Jan Janssen van Wevelinchaven bg opdracht van Tueritjen Jacobs beleent, den 5 October 1637. 370 1). 9 mergen lants, die Wgnants van Haeften te wesen plagen, geheiten die Middelcampen, tuschen Henrick van Ranst ende Jan van Beest; item die Nyematen, die Ulasohen ende die Wyersche campen, an d'een spe Boschnsersstege, die papelick prevende ende Henrick van Ranst an d'ander spe, tot Zutphenschen rechten ontfangen bg Johan van Beesdt, anno 1430. *) Dit leen is geregistreerd 269 verso, met aanteekening, dat het onder Renoy behoort. L IJ S T VAN Dl NAMEN DER LEENGOEDEREN.11 Blz. Aalst in de Bommelerwaard, het huis te 712, 714 „ „ , landerijen onder 711—716 Aalst onder Lienden, tienden te 378 Aam, zie: Ambe. Aardt, het gemaal te . . . .190 „ , het huis te 191 „ , landerijen onder. . 191, 192 Aldenhaag 314, 315 Alfen, een rente uit het goed te 159 „ , de tiend te . . . 93, BI Alpensche goederen, de 540-544, 547, 548 Altforst, het gemaal te . 78, 80, 81 „ , het gericht te .... 81 Ambe (Aam) het huis te 224. Zie ook: Westerambe. Ammerzoden, de heerlijkheid 703, BI „ , hofsteden te 707, 708 „ , landerijen onder 488, 700—702,705—708, BI , het slot te . 703, BI „ , tienden onder 487, 578 » , hofsteden te 274, 280 „ , het huis te . . . 274 Andelst, de collatie van de pastorie en koeterie te . 278 „ , de collatie van een vi- carie te 274 „ , landerijen onder 164, 274, 277, 279, 280 „ , tienden onder .... 247 Angeren, het gemaal te ... 189 „ . landerijen onder 182, 185, 187. BI „ , de tienden te. . 183, 188 . , tyns te ... . 183, B2 n , een waard te ... . 183 Appeltern, het gericht te . . . 81 „ , het huis te .... 81 , de kerkgift te ... 82 Blz. Appeltern, de keurmoetsche lieden tot de hofstad te . 81 „ , landerijen onder 80,81, 84 i , de molen en het gemaal te . 78, 80, 81 » , de schouw te ... 81 „ , tienden te .... 81 n , de visscherij te. . . 81 » , de vonden te ... 81 Aschwaert (Asfoirt), de hofstad te 75, 76 Avezaat2), hofsteden te 299, 327, 337, 340 ■ , het huis te ... . 299 » , landerijen onder 299, 309—313, 316, 329—337 , tienden onder 129,299, 315, 317—319, 321— 324, 466, B5 , tynsen te . 287, 310, 337 , het veer te . . 299, 321 „ , een waard te ... . 315 Bagynenweerd, de bouwplaats . 161 lïakelaar, de bouwhof den . . 54 Bakerbosch, de hofstad. . 574, 575 Balgoy, het huis te 511 Batenburg, de gruit te .... 73 „ , de heerlijkheid . . 73 i> , drie vrije jaarmarkten te . .' 73 „ , de munt te.... 73 , , het slot 73 Beerschen hof, den 380 Beesd, de bieraccijns en gruit te 724, 728, 729, 734 „ , het Blauwe Huis te . . 742 „ , hofsteden te 537,723—725, 734, 747—750, 756, 757, 766, 767, 772, 773, 777—780 „ , het Hooge Huis te 725, 730, B2 1) B beteekent het Bijvoegsel door P. N. van Doorninck. Namen van stukken land en tienden ïfln in dezen index weggelaten. Men zoeke ze met behulp van de namen der kerspelen, waar ze gelegen waren en geheven werden. 2) Aangezien niet van alle leenen onder A. blpt of zij te Aldenavezaat of te Kapelavezaat gelegen waren, zijn deze deelen hier niet onderscheiden. 51 802 Bis. Beesd, het Lage Huis te . . . 740 „ , landerijen onder 451,537, 581, 582, 584, 723-781 „ , tienden onder 724, 728, 729 . , tyns te 725, 730 . , uiterwaarden onder 725, 730—732, 742 „ , het veer te 725, 730, 733, 734 „ , de visscherij in deLinge bij 726 Bemmei, een brouwerij te . . .215 „ , de herberg 't kasteel van Assemburg te. ... 220 , , hofsteden te 215, 217— 222 224 , , het huis te 229 „ (genaamd Kinkelenberg), het huis te. . .226, 228 , de kerkgift te. . . .226 „ , landerijen onder 212, 216, 217,223, 225,229—234 „ , de molen te ... . 226 , het smidshuis te. . .220 „ , tyns te 226 „ , de vicarie te ... . 226 Berchem, land onder .... 95 Bergharen, zie: Haren. Beringen, zie : Pol. Beuningen, het goed te. . 46, 50 „ , landerijen onder 46, 48-52, B2 , tienden te . . ' 43, 45 „ , het veer te . . . . B2 „ , een vicarie te ... 50 „ , een waard te . . . B2 Blakenberg, de bouwplaats den . W Blankenborch, het adellijke huis 50 Blauwe Huis, het, zie: Beesd. Borchmalsen, zie: Geldermalsen. Brakel, het gemaal te . ... 616 „ , hofsteden te 620, 623— 625, 628 „ , het huis te 616 „ , landerijen onder . 620—628 „ , de schouw te . . . .616 „ , tienden onder 613—617, 719 „ , tyns uit een hoeve te . 623 „ , de visscherij te 586,616, "629, 725 „ , waarden onder .... 616 Brootkorf, de bouwhof den . . 239 Bruchem, de dagelijksche heerlijkheid . . . . .668 „ , het huis te ... . 668 , , de molen te . . 668, 670 Brugdijk, het adellijke huis 231, 234 Bulkenstein, bet huis .... 572 Buurmalsen, een tiend te . . . 562 Dalem, een tiend te 449 Deesder waard, de 410 Deil, het gemaal te 569,570,585, 594 Bit. Deil, het dagelijksch gericht te 678 „ , landerijen onder 572, 576, 577, 5^4 . , tienden onder 569—572,580, 581, 730 „ , de visscherij in de Linge onder 570, 724 Delwynen, het dagelijksch gericht te . . 671, B3 „ , een hofstad te . 675, B2 „ , het huis te ... . 671 „ , landerijen onder 672, 673, 675 I , een tiend te. . . . 667 „ , de visscherij onder . 671 Dieden, het gemaal te ... . 137 „ , de heerlijkheid. .130, 135 „ , land onder . . . 136, 137 „ , een vicarie te ... . 137 Doddendaal, het huis . . 36, 40 Dodewaard, de hofstad te. . . 397 , land onder 399,400, 405 „ , een waard te . 397, B3 Doornenburg, het gemaal te . .189 , de hof te . . . 188 , het huis te . . . 188 „ , huizen onder . .190 „ , landerijen onder 188—190 „ , de tienden te . .183 Doornik, de heerlijkheid . . . 235 „ , het huis te 235 . , land onder 235 , , de tiend te. . . 237, 238 Drakenborcb, zie: Herwynen. Dreumel, het dagelijksch gericht te 101, 105, B3 „ , een huis te . . • .112 „ , landerijen onder 97— 99, 101, 112 „ , tienden onder. . . . B3 „ , uiterwaarden onder 101, 104—111, B3 . , het veer te .... 99 „ , de visscherij en vogelrie te 109 „ , de vonden te ... . 101 Driel in dé Bommelerwaard, de dagelijksche heerlijkheid 678 „ „ hofsteden te 677, 679, 696 „ „ het huis te 679 „ „ jaarrenten te . . 655, 631 „ „ landerijen onder 675— 677, 679, 682, 686-696, B3 . „de molen te . . 514, 678 „ „de molen in den Kyvits- ham onder . . . 679, 687 „ „ tienden te . 681, 682, 703 „ „ een uiterwaard te. . . 683 Driel in de Overbetuwe, de erf- tyns en erfpacht te 170 803 Blz. Driel in de Overbetuwe (genaamd Oldenhof), de hof te 173 ■ n landerijen onder 170, 171, 260, 262, 263 Drumpt, het dagelgksch gericht te 678 , een huis te 525 h , landerijen onder 437, 525—528, 531 ., , een tiend te ... . 523 Druten, een huis te 90 * , landerijen onder 90—93, 96 Duifhuis, de bouwhof het. . . 54 Echteld, het huis te 442 . , de collatie van de kerk te 442 , landerijen onder . 437, 441—448 * , de molen te ... . 442 , tynsen onder .... 442 , het veer te. . . 442, 444 , de visscherij te . . . 442 ■ , de zwanendrift te . . 442 Ek, landerijen onder. . . 367, B3 Elden, een bouwinge te. . . .179 ■ , landerijen onder 176—182, 260, 262 Eldenerbroek, de tiend in . 181, B3 Eist in Overbetuwe, de erftyns en erfpacht te 170 „ ■ landerijen onder 240— 244,247—250, 259,393, B3, 4 * tienden onder . . 244, 254 Eist onder Wychen, de hofstad in den .24 Elsweert, de bouwinge .... 387 » , de bouwinge de Kleine 384, 386, 389 kmesant of Schonouwenhofstad 490, 491 Eng onder Hien, de hofstad ten 401, B5 Eng onder Lienden, het goed den Engelborch, het huis 451, 454, 456 Engestein, het huis ..... 673 Enspyk, het dagelgksch gericht te 586, 725 ■ , landerijen onder* 578, 581, 582, 588—594, 795 » , de rosmolen te . . . 585 - , tienden onder 578, 580, 582, 584 * , het veer te 587, 591, 734 „ , de visscherij in de Linge te 587 - , de windmolen te 584— Mrarost- en hofmeesterambt van Gelre, het, zie: Gent. Erfkamerlingambt van Gelre (de Steenwaard), het 192 Blz. Erf maarschalkambt van Gelre, het 285 Erfschenkerambt van Gelre, het 393 Erlekom, een tiend te ... . 196 Essenpas, de hofstede de . . . 209 Est, het goed te 547 » , de heerlijkheid 545 ■ , een hofstad te 545 Ewijk in Maas en Waal, de burg te ....... 36 „ de kerkgift te . . .36 ■ „ landerijen onder 37, 39 42 • „ tienden te . . 43, 45 „ het veer te . . 36^ 39 » .de visscherij te. 36, 39 a ■ uiterwaarden te. 36, 39 Ewijk in de Overbetuwe (Slijk- Ewijk), de aanwas te . . 270 , landerijen onder 270, 271 „ het patronaatsrecht van de kerk, pastorie en kosterie te 271 Prissestein, zie: Herwynen. Gaelensen kamp, de bouwhof den 59 Gameren, het gemaal en de molen te .... . 657, B4 „ , een huis te ... . 658 . , tienden te. . . 613, 655 ■ , een uiterwaard te . . B4 Geldermalsen, het gemaal fen de molen te. . . .555 > , de heerlijkheid. . 557 , een hofstad te 552, 553 , het huis te 557,558, 560 , landerijen onder 529,531, 537, 539, 552—560, 568 r , tienden onder 560, _ „ , 562, 586, 740 Ueloerscne weerd onder Gent, de hof de... 198 Gellikum, het huis te ... ] 604 » , landerijen onder 604—613 ,. , recognitie, door de schepen op de Linge verschuldigd te . . 606, 608 „ , tienden onder 604,606, 607 Gent, het erfdrost- en hofmeesterambt van Gelre tè 197, 203, B4 p , de heerlijkheid . . 204, 206 ■ , jaarrenten te . . .197, 203 » , tienden onder . 195, 196, 206 > , uiterwaarden onder. 197—202 > , de visscherg te . . 204, 206 Gerestein, het huis . . . 526, 527 's-Grevenhoeve 379 Groesbeek, het dagelijksch gericht van 21 I , land onder .... 23 „ , de molen te . 16, B4 Grootbaarle, de hof te . . 225, 239 Groote wal, het huis de . . . 442 804 Blz. Guliker goederen onder Eist, de 246 Haaften, een hofstad te . . . 484 j , het huis te. . . 484, 485 , land onder. . . 484, 485 Haalderen, het goed te. . . .211 , de hof te . . . . 211 „ , land onder 210—212, B4 Haren (Bergharen), landerijen onder 68, 70, 72 „ , tienden te 68, 70 „ „ , tyns te . 68, 70 Hatert, tienden te 30 Hedel, de heerlijkheid .... 699 „ , land onder. BI „ , het slot te 698 Heegsen hof, de bouwhof den . 56 Heerewaarden, het „gewanthuys* te ... . 663, B4 „ , tienden te . . . 703 Heilouw, het dagelijksch gericht te 586 „ , een hofstad te . 481, 483 „ , land onder. . . 481, 482 Hemert, de dijkschouw te. . . 709 „ , het huis te 709 „ , land te 709 Hemmen, een bouwing te. . . 258 „ , de heerlijkheid . . . 256 Henrick Rycken hofstad ... 39 Herwen, de heerlijkheid . 68, B5 „ , het huis te. . . 68, B5 „ , land onder B5 de molen te .... 68 Herveld, huizen te . 266, 268, 269 „ , landerijen onder 244, 260,262, 264—270,274, 278, 280 „ , het patronaatsrecht van de kerk, pastorie en kosterie te 271 „ , het patronaatsrecht van een vicarie te. . . . 271 „ , tienden onder 247, 260, 262 Herwen, het gemaal te... . 190 Herwynen, het gemaal en de molen te 451, 455, 464, 466, 467, 470, 597 „ , hofsteden te 455, 464 —467, 473, 474,476, 477, 480 * „ (genaamd Frissen- stein), het huis te 466—468, B5 „ (genaamd Wayenstein), het huis te . . 474, 475 „ , landerijen onder 456 —460, 463—466,473 —477, 480, 481 „ , de leenkamer van den toren te 460, 461, 463 Bil. Herwynen, tienden onder 465—467, 471—480, B5 „ (genaamd Draken- borch), de toren te460—462 „ , uiterwaarden onder 466—470, 476, 478 , het veer te . . 467, 471 v , de visscherij te 464, 465 Heteren, hofsteden te . - 144—146 „ , land onder. . .154, 247 , tienden onder 155,156, 247, 406 „ , waarden onder 159,163, 164 „ , de windmolen te. . . 163 Heumen, de heerlijkheid ... 16 „ , houtgewassen te . 16, 19 , het huis te . 16, 20, 21 , , de jacht te .... 20 „ , de kerkgift te ... 17 „ , landerijen onder . 18—21 „ , de leenkamer te ... 20 „ , de molen te . . 16, 20 „ , de tynsen te . . • • 20 , de visscherij en vogelrie te 16, 20 Heusden, de tienden te. . 390, 392 Hien, landerijen onder 400, 401—405 „ , een rente uit een tiend te 408 „ , tienden onder . . . 406, 408 uiterwaarden onder 274, 277, 414, 418, 419, B5 Hier, het gericht van .... 501 . , landerijen onder 494—497, B5 Hoeven, het goed ter 137, 143, 147, 148 Holenberg, het huis den ... 18 Hooge Huis, het, zie: Beesd. Hoogenhof onder Beesd, de . . 766 „ Varik, de . . 520 Horssen, de heerlijkheid 77, 78, 81 „ , land onder 74 Huihuizen, een tiend te . • .195 Hurwenen, landerijen onder 660—663 Huete, het goed van der . . . B3 Indoornik, de tiend te ... . 258 Ingen, een hofstede te . • • • B6 „ , landerijen onder 368,370, 373, 374, 446, B6 „ , tienden onder . . . .371 Isendoorn, de heerlijkheid . • . 424 , het huis 424 „ , landerijen onder 427, 429, 432, 433 „ , tynsen onder . . . 442 , uiterwaarden onder 427, 429—431, 434—436 Yeten, de hof te 397 Kalbeek, het huis te 21 Camp, de hofstede den.... 591 TToï-lonl^fctarl .... 18. 20. 21 Yeten, de hof te Kalbeek, het huis te. . • . Camp, de hofstede den. . . . Karlenhofstad .... 18, 20, 805 Kerkwijk, de dagelijksche heerlijkheid 668, 669,671, B3 „ , landerijen onder . . 667 „ , de molen te . . 668—670 „ , een tiend onder. . . 667 Kesteren, landerijen onder. . . 393 „ , een tyns uit een goed te 378 »,»»,, tienden te 393 , , een waard te. . . . 395 Kinkelenberg, zie: Bemmel Kleinbaarle, land te. . . 225, B2 , , de tiend te . . . 224 Kooyemans hofje 609 Kostrerloren, de hofstad . 451, 454 Croonenborch, het huis den . . 88 Lage Huis, het, zie: -Beesd. Lakemond, de tienden van . . 168 Lede, het huis ter 395 Leeuwen, het dagelijksch gericht te 115 „ , het huis te . . 121, B6 „ , het huis op den Berg te, zie: Leeuwenberg. , huizen te . 118, 119, 121 » , landerijen onder 115, 118—121, B6 „ , de molen te ... . 115 „ , de visscherij te . . . 121 Leeuwenberg 115, B6 Leler, zie: Wychen. Lent, de tiend te... . 237, 238 Leur, land onder 78 Lienden, landerijen onder 378, 382, 385, 387—390 . , tienden onder 382, 385, 387 „ , tyns onder 378 Lievenstein, het huis te. . . . 487 Lobit, een jaarrente uit den tol te 2, 194, 195 Loenen, het patronaatsrecht eener „ vicarie te. 271 „ tynsen te. .... . 271 Maeyngen, de hofstede .... 408 Maasbommel, de heerlijkheid. . 87 „ , het huis te ... 87 „ , landerijen en uiterwaarden onder 84—90 „ , de molen te. . . 87 „ , tyns te .... 87 è , het veer te . . . 87 Maken, zie: Geldermalsen. Mastmolen, de bouwinge de 541—544 Maurik, de burg te 351 n j het dagelijksch gericht te 351 . , de hof te. 555 Bli. Maurik, hofsteden te. . . 343, 351 „ , landerijen onder . 341, 343, 345, 347, 351, 363—365 „ , tienden onder 351, 353— 356, 362 „ , uiterwaarden onder 349—353, 356—363, B6 Medestein, het huis 439 Meer, de 717, 718 Meerten, tiend te 378 Meertenerbroek, land in . . 378 Meinerswijk, het goed te . . . 182 „ , de heerlijkheid . . 182 ■ , een jaarrente te . . 260 Meteren, de heerlijkheid . . . 545 „ , een hofstad onder . . 539 a landerijen onder 537,539, 544, 546, 549, 551, B6 , , tiend te 561 Meulenberg, de bouwhof den . 55 Molenbouwinge, de 161 Monnikenland, het . . 630—648 1) Muggenberch, de hofstad . . . 325 Muiswinkel, de hofstad. . . . 366 Nederasselt, landerijen onder 65—68 • , tienden onder. . . 68 Nederhemert, zie: Hemert. Neerynen, het gericht van. . . 501 „ , land onder .... 504 Nemenrehomoet, het goed. . . 272 Nesse, de 487,488,494,706,717, 718 Niel, de kerkgift te 16 „ , de tienden te ..... 16 Nieuwaal, het gemaal te . . . 657 „ , tiend te . 658, 659, B6 Nyenborch, het huis ter 159,161, 162 , land bij het huis ter 159, 161, 162 Nymegen, de gruit te ... . 2 „ , een rente uit den tyns te 2 „ , renten uit den tol te 1, 2, B7 Npteboomeche bouwing, de . . 165 Ochten, de aandrift in de maal- schap 420 „ , de heerlijkheid .... 420 „ , de renten van .... 421 „ , de tiend te 420 „ , tynsen onder .... 442 „ , uiterwaarden onder 414, 418, 421. 422 Oyen, de heerlijkheid .... 130 „ , een hofstad te . . . .133 „ , het huis te 130 „ , konijnwaranden te . . . 130 » , land onder. . . . 130—133 „ , de molen te 131 1)l Tot dit leen behoorden alle in den polder van dien naam gelegen goederen, waarvan slechts enkele onderdeelen met namen aangeduid zijn; de bedoelde namen zijn in dezen index weggelaten. 806 Blz. Oyen, de tienden te 131 „ , de tynsen te 131 Oyen, de tol en het tolhuis te 131 „ , uiterwaarden te ... . 131 „ , de veren te 131 „ , de visscherij te ... . 130 Oldenhof, zie: Driel in de Overbetuwe. Ommeren, landerijen onder . . 375 „ , tiend te 375 Onden (of Tonden) het goed te 137, 147 Onen, goed te B5 Ooy bij Echteld, de hof te . . 437 „ , een hofstad te 440 , „ , landerijen onder 437 „ „ , een tiend te . 448 „ „ , uiterwaarden onder. . 440, 442 „ .bij Nymegen, de burg te 6,8, B7 „ „ , het gericht te 6, B7 „ „ , landerijen en uiterwaarden in de . 3—9, B7 , „ , de visscherij in de Waal te 6 Ooyhuizen, de tienden van . . 168 Ophemert, hofsteden te 505, 519, 523 „ , het huis te ... . 509 „ , landerijen onder 504—510 „ , de molen te... . 509 Opheusden, zie: Heusden. Opynen, een hofstad te . . . 502 „ , landerijen onder . 502, 503 Oudenburg, het huis . . 791, 793 Overasselt, het huis te .... 54 „ , de collatie der kapel te 57 „ , landerijen onder 54—60, 63, 64, 67 „ , tienden onder ... 54 „ , tyns te ... 56, 60 „ , het veer te .... 54 , , een vicarie te ... 55 . , de visscherij te. . . 60 Peppelgraaf, het veerhuis bij de 190 Persingen, de heerlijkheid ... 9 , , het huis te . . .9, 10 , , de kerkgift te ... 10 , land te 9 „ , het ploegrecht te . . 10 „ , de tienden onder . . 10 „ , de visscherij te. . . 10 „ , de vogelrie te . . . 10 Poederoyen, de heerlijkheid . .719 „ , het huis te . . . 719 „ , land onder. . 722, 723 „ , de visscherij te . . 722 Poelwrjk, het huis te ... • 207 Pol en Beringen, de havezate de 213 Blz. Puflik, het dagelijksch gericht te 127 „ , het huis te 126 „ , landerijen onder 91—93, 127—129 „ , de molen te . . . 126, 129 Puell, de bouwhof den .... 56 Badenborg, zie: Rodenburch. Randwijk, de hofstad te . . . 168 „ , land onder .... 166 , tienden onder 168,247, 260 „ , de visscherij te. • .162 „ , waarden te . .162, 165 Ravenswaay, landerijen onder 366, 367, B7 „ , een tiend te . . . . 367 Ravestein. 558, 560 Reet, land te 244 Renoy, de burg te 789 , hofsteden onder 724, 782, 787, 788, 795 „ , het huis te 791 , , landerijen onder . 782—800 „ , leenkamers te . . 783, 793 „ , tienden onder 724, 728 — 730, 734, 736, 737, 740, 787, 788 „ , het veer te . . . 791, 793 „ , de vogelkooi te. . . . 794 „ , de wind te . . . 791, 793 Ressen, de heerlijkheid .... 235 . , een huis te . . ■ 236, 237 Rienestein 570 Rykerswaard of -woert, het goed te. . . 240; zie ook 246 noot. Rijkswald, dé vond van het . . 2 „ , het vorsterambt op het 2 Rijswijk, een erve te 367 . een rente uit de tiend te B7 Rodenburch of Radenborg, het huis. . . • 488, 706 Roode Toren, de ... . 150—154 Rossum. hofsteden te • • 664, 665 „ , landerijen onder . 664—666 n , tienden onder .... 703 Rodt, het 58 Rumpt, het gemaal te . . • • 604 , , hofsteden te. . • 602, 603 „ , het huis te . 597, 604, B8 „ , landerijen onder 596,597, 599—602, 611 , de visscherij in de Linge te . . 598 Zalt-Bommel, land onder . . • 660 „ , renten uit den tol te . . 613, 659, B8 Zandwijk, zie: Tiel. Schatkuyl, het goed de. . 53, 63 Schonenberg, de havezate . 57, 62 807 Blz. Schonenberger bosch 16 Schonouwenhofstad, zie: Emesant. Schoonderlocht 244, 246 Schorrenberch, de hofstad . .125 Schuirgraeff, de bouwhof de . . 57 Zeel, het huis over die.... 648 Zetten, land onder . . . 274, 280 „ , tiend onder 247 Sleeberg, de havezate .... 55 Slijk-Ewijk, zie: Ewijk. Zoelen, het duifhuis te 287, 291, 294 „ , het dagelijksch gericht te 287, 291, 306, 313 „ , een hofstad te ... . 287 „ , het huis te . 287, 291, 313 „ , de kerkgift te . . 287, 291 „ , de kosterie te ... . 291 „ , landerijen onder 286, 287, 293, 296, 297, 306, 308—313 „ , de leenkamer te 287, 291, 313 , , de molen te. . . 287, 291 ■ , tienden onder 129, 287, 291, 293, 305, 306 . , tynsen te 287, 291, 310, 313 „ , veren te ... . 299, 301 „ , visscherij te 287,291, 294, 306, 313 » , de vogelrie te . . 287, 291 „ , waarden onder 287, 291, 294, 302, 303 „ , de zwanendrift te 287, 291, 313 Sonderingen, het goed op den . 188 Spijk, het huis te 595 „ , landerijen onder .... 595 „ , tienden onder 595 Steen waard, zie: Erf kamerlingambt. Steykens hofstad 525 Zuilichem, renten uit den tol te 487, 648 „ , tienden onder . 649, B8 , het veer te 650, 652, 655 , , de visscherij te 650, 652, 655 „ , waarden onder 650, 652, 655 Swaan, het huis de 536 Tefelen, een huis te 613 ■ , land onder 613 Tiel en Zandwijk, landerijen onder 281—283 • ■ een steenen kamer te 284 » • een tiend te . . . 523 i , de visscherij te 280, 284 „ „ een zand onder . . 280 Tonden, zie: Onden. Thoenen, goed te B5 Tuil, een hofstad te 489 „ , landerijen onder . . 492—494 Blz. Tuil, de molen te. . 493, 578, 579 „ , een uiterwaard te. . . . 490 Tumelenborcb, de hofstad. . . 450 Twyschelt, de 449 Ubbergen, de heerlijkheid. . . 11 „ , heilanden en houtgewassen te 14 „ , het huis te . 11, 14, 15 , land te. . . 11, 14, 15 „ , de tienden te ... 11 „ , de visscherij in het Meer te . . . . 14, 15 Uylenburg, het huis den ... 33 Utendick, de hof 77 Valburg, het huis te ... . 156 „ , land onder 159,166,167, B8 „ , landerijen bij het huis te 156, 158 „ , tynsen te 156 „ , de rosmolen te . 156, 158 Varik, het dagelijksch gericht van 515 „ , het huis te . . . 511, B8 „ , genaamd Wyenrade, het huis te 516, 518 „ , landerijen onder 511,513, 514, 516—523 „ , de leenkamer van Wyenrade te 519 » , de molen te . . .511, 513 „ , uiterwaarden onder 514, 515, 518, 678 ■ , het veer te . . . 514, 515 Vischput, de 569 Vriesenstein, het goed .... 280 Vrindtstein, het huis te. . . . 169 Vuren, het huis te 450 „ , land onder ..... 450 „ , de visscherij te ... . 450 Waardenburg, de heerlijkheid . 497 „ , het huis .... 497 „ , een rente uit 3 bouwingen onder 500 „ , een rente uit huis en heerlijkheid . 500 ,, , zie-ook: Hier. Wadenoyen, de aanval van de Linge te ... . 534 „ , het dagelijksch gericht te. . . 168, 534 , hofsteden te . 529, 530 ,, , het huis te. . . . 535 „ , landerijen onder529—536 v , de leenkamer te. . 535 » , de wind te. . . . 534 Wayestein, zie: Herwynen. Wamel, landerijen onder . 113, 114 , , het veer te 114 Wely, land onder. . . . 401—404 „ , een tiend te 406 Westeraam (-amb), het goed te 252 808 Blz. Westeraam (-amb), huis en hofstad te ... Bi Zie ook: Ambe. Westerhout 564—568 Westerweerd (= Westervoort f), een waard onder B2 Weurt, het huis te 35 „ , landerijen onder ... 35 Wybosch, de 19 Wychen, het heigraafschap te 26, B8 „ (ook Leler genaamd), het huis te. . . 26, B8 Blz. Wychen, de keurmeedsche en eigen lieden te ... 26 „ , landerijen te . . 25, 26 „ , de halve Meer te . . 26 „ , tienden te . . . 30, 31 „ , de vond te . . 26, B8 Wichens hofstad, van .... 57 Wye, het huis te . . 441, 446, 448 Wiel, een uiterwaard te. . 353, 354 Wyenborch 443 Wyenrade, zie: Varik. Winssen, uiterwaarden te . 129, 130 Winssenerwaard, het gericht op 129 L IJ S T VAN DE GESLACHTSNAMEN. Blz. Aa, van der 168, 556 Aa, Pynssen van der 422,423,566, 587 Aaiden, Huybert 158 Abels 40 Abcou, van 554 Abresch 142 Addink 139 Admiraal 533 Adriaens, Adrians, Arians, Ariens, Aert 748 , » Elias 585 Gerit 799 „ „ Hendrik .... 416 „ „ Herman 364, 584, 585 „ ■ Johan 434 „ „ Cornelis .... 624 „ Crijn 780 n r> Laurens .... 660 „ , Matheus . . 364, 365 „ „ Peter . .49, 771, 772 „ Rolof 482 , „ Sander .... 766 Aefferden, van . . . 237, 238, 379 Aelberts, Alberts, Antony . . 151 Dirk . . . .136 „ Egbert . . .788 „ . Hendrina . .171 „ „ Jan . . 664, 775 ■ , Olivier . . . 570 » Roelof ... 178 Aelbout 561, 781 Aelhuysen, Alenhuys, van . 293» 334 Aelst, Alst, van 378, 380, 382, 383, 457, 481, 525, 667, 711, 712, 759 Ae'm, Aembe, Ambe, van 211,212, 224, 226 Aenspyck, van 508 Aerde, Aert, van . . 437, 527, 528 Aerssen, van 209, 302, 545, 546, 557, 558, 564, 571, 580, 619, 737, 739, 762 Aerts, Aertsen, Arents, Arnts, Antonis 490 » Arien 593 „ „ Burgert 234 , , Cornelis . . . 589, 744 Blz. Aerts, Aertsen, Arents, Arnts, Dirk 686 » » Gerit 521, 522, 663, 696 „ „ Geurt .... 550, 551 * „ Goessen . . 594, 595 „ Henrick 59, 482, 712, 748 „ ,, Johan 40, 331, 333, ■374, 495, 545, 555, 664, 766 „ » Jacob 680, 683, 735, 758, 770 „ Lambert . . . 680, 683 „ „ Leeuwen 783 „ „ Louwe, . . . . 784 ■ „ Luef . . . . ■ . . 675 „ Peter .... 467, 798 „ Robert 537 » „ Roelof.... 117, 769 „ „ Steven 534 „ » Willem 326 , Winant 364 Aerts, Aerssen, Arszen, van 129, 529, 758 Aeswyn, van 197, 198, 213, 498, 501, 515, 581, 617, 618, 621, 629, 656, 674, 703, 709, 788 Affitady, d' 704 Aylva, van ... . 491, 499, 500 Aken, van 67 Ackoy, van 450, 486, 539, 555, 609, 725, 730, 740, 742, 750, 773, 774, 796, 798 Acrynsz, Derck Doys 529; Johan 782 Alberti 261 Aldenboucken, van den Grimberch gênant 415 Aldenburg, van .... 47, 339 Aldenrade, van. ...... 240 Alem, van . . 585, 739, 763, 764 Alen, Heyse .508 Alerts, Alarts, Geurt. . . . *. 259 „ Jan 310, 369,370, 686 » Maes 504 „ Rolof . . . 299, 676 Alflf, van 623 Alyn, van 676 Allewin, Henrick 4 810 Blz. Alpen, van 237, 547 Alphen, van 339, 586 Alsteren, van *) 84 Alten, van 692 Altena, van 334, 528 Altenbaven, van 269 Althoesden, van 333 Althusius 238 Altius 143 Altrogge 267, 268, 279 Altuna, d' 422, 423 Amersoyen, Amersoden, van 41, 336, 488, 701, 702, 703, 705, 707, 708 Amiot 21 Amstel, Ampstelle, van 38, 393, 495, 707, 775 Amstel van Mynden, van 184, 185, 189, 190, 431 Andelien, van . . .- . . .6, 272 Andriessen, Andrie?z, Gerit . . 785 „ Herman .... 755 Quiryn 587, 589, 590 „ Wichman ... 58 Angelmecher . 42 Angeren, van . . . 343, 357, 508 Angerlo, van 240 Anker, van den 698 Antonis, Gysbert 772 „ , Boelof .... 592. 593 ApeidoOrn, van .... 77, 575 Apeltero, Appelteren, van 1, 9, 10, 36, 43, 46, 78, 80—82, 101, 115, 126, 129, 211, 237, 238,240,378,408,578,657, 673, 720, B2 Appel, den 541 Appeltant .165 Ardesch 359 Arenberch, Ardenburch, van 186, 235, 252, 684 Arendonck, van 469 Argenteau, de 499 Arissen, Aaltjen 267 „ , Matheus . . . '. . . 365 Arkel, van 197, 287, 288, 292, 293, 296, 308, 329, 464, 498, 499, 501, 556, 574, 575, 659, 660, 679, 703, 704, 798 Arnhem, van 94, 181, 185, 259, 276, 300, 325, 776 Arnoldi 552 Arntssoon, Johan heer .... 590 Artskeint. Zie Erskine. Asbeck, van 29 Asperen, van 450, 455, 477, 485, 581, 582, 584 , 586, 589, 598, 629, 737, 738, 749 Blz. Assehebroek. B7 Assegate, uten 378 Assel, van 2 Assendelft, van 151, 253, 538, 539, 574, 578, 656 Auryn, Auwryn 79, 456, 460, 490, 624, 655 Au wel, van 137 Auwel geheiten van Gelre, van . 137 Averrhyn, van 325, 329 Avesaet, van 299, 302, 303, 310, 326, 327, 329, 336, 337, 346, 505, 525, 531 Avesaet, Hoyck van 346 Avesaet, Kobbe van. 732, 733, 763 Avesaet, Vos van. Zie Vos. Axele, van 45, 51, 426 Baak, van 89, 718 Baal, van 267, 268 Baer, van 155, 174 Baerlant, Barlandt, van. ... 18 Baers, de 346, 348 Baersdonck, van 610 Baert 272, 273, 355 Baex, Baexen, van 116, 372,447, 488, 618, 706, 717, 726, 734, 738, 739, 788 Bayens 688 Bailliou, de 70 Bairs Pieck, Evert . . . .114 Back, Bax, Baxen 560, 562,563, 614, 630 Baccart 149 Backelier 27 Bakker 635 Balde, Kieft 372 Balgoye, van 511 Balkum, van 687 Balleur, le . . 483, 627, 628, 687 Ballincx 623, 626 Balte ssen, Baltus 170 Balveren, van 20, 21, 35, 101, 102, 105, 106, 112, 151, 175, 228, 230, 299, 309, 336, 337, 406, 424, 525, 538, 671—674, 702, 713 Barbary .• ... 120 Barner, Bemer. . . 179, 369, 375 Barneveld, van. . . 546, 644, 678 Barre velt, van 174 Barsen 284 Barten 417 Bartens 348 Bartolomeus, Quiryn 752 Bartolts, Jan 271 Bartz 527, 639 Bassenn, van 318 1) Er staat ten onrechte van Alferen. 811 Bli Bastiaans, Claes 625 Corst .... 593, 748 Batenborch, van 332 Baussele, van 103, 254, 732, 741, 762, 763, 765, 766 Beeck, Beke, van. . . . 31, 66 Beek, van 139 Beeck, van der .... 186, 252 Beeken, Mathijs 758 Beekhuisen 262 Beeckman 32, 138, 226 Beem, van 187 Been, van 663 Beens 208 Beest, Beesde, van 31, 108, 114, 153, 296, 485, 489, 511, 523, 530, 537, 539, 543, 544, 574. 577, 588, 591, 592, 594—596, 673, 723—725, 733, 743—748, 750, 751, 754—759, 764, 767, 768, 770—773, 775—779, 782 —786, 789—791, 795—800 Beyer 210, 427, 428 Beyer, de 31, 76, 156, 228, 229, 266 Beyerinck 692 Beynen, van 336 Beynhem, Beinum, van 23, 269, 294—296, 310, 385, 391, 399, 401, 402, 404—406, 412, 475, 535 Beek 91 Beke, van der 720 Beker 432 Becker 263, 346, 413, 414, 416, 731 Bekking, Schievelberg . . 580, 722 Belver, Belviere, de . . . 69, 705 Bemmel, van 48, 100, 139, 164, 180, 185, 226, 229, 230, 232, 255, 256, 273, 275, 276, 280, 325, 397, 408, 506, 517, 553 Benier 140 Bennekum, van 233 Bensen 728 Bentem, Dirk 462 Bentheim, Benthem, van 74,114, 285, 287, 292, 555 Benthem, van . 85, 129, 573, 792 Bentichem, van 335 Bentinck 51, 71, 191, 241, 318, 319, 326, 329, 440, 546, 558 Berange 339 Berch, Boloff 65 Berchem, van . . 78—82, 488, 668 Berchmaker 343 Berchum, van 324 Bere, de . . . 732, 733, 763, 766 Berendonck, van 489, 491, 615, 616 Berents, Berendsen, Bernts, Beernts, Beerts, Berent . . . 522 n t Bernt Jacob . 677 , Dirk .... 300 Blz. Berents, Berendsen, Bernts, Beernts, Gerhard. . . 764 Gerit 520,521, 745 „ . Henrik . . .446 Jan ..... 19 „ Peter. . . .336 Tonis. . . .523 Warner . . .497 Berg, van den 44, 176, 180, 332, 359, 360, 361, 428, 550, 551 Berge, heeren van den 159—161, 166, 169, 192, 198, 237, 246, 259, 320, 394, 420, 421, 699 Berge, van den 65, 70, 180, 185, 195, 196, 664 Berge, Berch, van den 434, 435, 556 Bergel, van 281 Bergen, van 91 Bergmans, Berchman . .361, 660 Berck 250, 251 Berck, van . . . . 194, 242, 381 Berckhout . 77 Berchnsen, van. . . . 87—90, 99 Berclay 423 Berlicum, van 711 Bermytlo, van 114 Bern, van 451, 452, 456 Berner. Zie Barner. Bernswerts, Eersten 537 Berse gen. van Brabant, van . . B3 Betouw, in de 45, 77 Beurden, van 680, 690 Beusekom, Beusechem, van 357, 359, 360 Bevervoord, van .... 186, 252 Bye, Bie, de 199, 405, 406, 475, 480, 538, 539, 566, 610, 644, 655, 660, 665, 685, 694, 696, 747 Biel, Bijl 4, 86, 283 Bierman 230, 453—455, 458,469 —473, 479, 480 Bieseman 31, 32 Biesen, van 445 Bigot 214, 221 Bicker, Bickert. 452, 453, 475, 685 Byland, van den 1, 5,7—11,71, 95, 113, 132, 151 — 153, 168, 183, 184, 186, 188, 189, 192, 211, 212, 214, 291, 309, 337, 396, 450, 581, 709, 728, 729, 739, 755, B2, B4 Byler, van 364, 391 Bilrebeeck, van 241 Byman, Beymans 18—20 By mm els berg 133 Binsbergen, van 165 Bynsfelt, van . .121,122,651,653 Birgel, Berge], van den. ... 43 Bisschop ..... 424, 436, 785 Bissier 108, 109, 307 812 fl » Blz. Bysterveld, van . . 4^3, 627, 792 Blaespyl . ' 24 Blanck, de . . . . 341, 439, 532 Blanckebiel 668 Blanken . . . 219, 356, 484, 648 Blanckenheim, van 2 Blanckvoort, van 439 Bleek, van . . 194, 219, 549, 728 Bleidrade, van .... . . B5 Bleyswyck, van 89 Bly, de ......... 233 Blitterswyck, van 5, 6, 406, 408, 560, 668 Bloem 158 Bloemendaal, van 210 Blom 428, 462, 463 Blomensteyn, van . . . .614, 656 Blomvliet 307 Bobbert, Herman 623 Bodt 178 Boedbergen, Bodbergen, van 7, 41, 85, 101, 106, 107, 208, 285 Boeyen, van der ...... 131 Boekelman 140 Boeckholt, van 323 Boellaard 453,469, 470,487, 649, 650, 654, 753 Boenen 133 Boers 491 Boese, Bose, die 67, 68, 70, 114, 296, B5 Boesses 124, 356 Boetzelaer, van den 115, 122, 123, 128, 449, 586, 606, 607, 612 Bogert, van den en ten. . . .591 Boye, Boyens 129, 601 Boickhamer 247 Boicholt, van ... . 30, 227, 285 Boymer, van 27, 660 Bock, Bok 432, 483, 493, 554, 558, 559, 560, 645—648 Bochaven, van 488 Bochorst, van 25, 249 Bocop, to 286, 336. Bol . 36, 636, 637, 639, 643, 749 Bolck, van 346 Bollekin, Vrancke 749 Bollix .... 303, 676, 688, 693 Bols 305 Bomel, Gysbert 516 Bommel, Bomel van 54, 84, 87, 88, 90, 112, 127,397,505,511, 526, 598 Bommeler, Bommelaer ... . 624 Bon, van 186 Bonart 2 Bonenborch gent. van Hontstein, van 3—5, 12, 288 Bongard 142, 251, 254 Bongart, vau 275 Blz. Bongart, van den 31, 398, 410, 411, 415 Bongert, uut den 591 Koningen, van 41, 44 Bonninghausen, van 273 Bont . 604 Boogert 238 Boon 660 Bor, Borre . . .90, 417, 436, 552 Borch, van der 448 Borcharen, van ...... 679 Borchgrave, de 595 Borgers 718 Borre van Amerongen .... 372 Borrekens 226 Bors, van 239 Borssele, van 71, 95, 317, 319, 326, 332, 356, 557, 564 Bort, van 785 Bosch, Bos 49, 571,597,600,601, 713, 737, 743, 752—755, 785, 787, 789, 793—795 Bosch, van den 129, 167, 268, 469 Boschuys 492 Boshoff, van . . . 170, 171, 242 Bosinchem van 27 Bosman 732 Bosson, de 284, 417 Bosvelt, van 736, 760 Both 110, 111, 447 Botlaer 566 Boudaan 342 Bouck 378 Bouman 446, 689 Bouman, die 505, 506 Bour, van den 767 Bouricius 659 Bout .... 453, 469, 486, 598 Bouwens, Bauwens, Boudewins, Adrian 752 „ „ Anna Maria 70, 77, 78, 235 „ „ Boudewyn .... 776 „ „ Gerit 761 „Jan 756, 760 Bouwmeester, Boumeester 267, 647, 648 Boxman 640, 642, 645 Boxmeer, van . 168, 184, 577, 600 Boxtel, van 492 Braak, van de 693 Brabander 475, 480 Brabant, van Berse gen. van. . B3 Bracht, van... . 216, 217, 620 Braemsloot, van den 750 Brakel, van 13,51,63,71,94,95, 106, 107, 113, 209, 210, 286, 300, 317, 318, 326, 330—333, 335, 336, 339,340,346—348, 356, 383, 385, 387, 388, 406, 456, 488, 490, 503, 532, 557, 818 Blz. 559, 564, 572, 599,612—614, 616, 617, 623—628, 650, 652, 653, 655, 656, 663, 727 Brand, Brands, Brant 99, 117, 359 Brande, van den 792 Brand Ier, van den 518 Brandolphus 686 Brandwyk, van 369 Brantsen 14, 33, 138, 241, 312, 354 Brantssoen, Claes 340 Brecht, van . . . . 415, 785, 787 Breda, van 528 Brederode, van 399,411,468,469, 475, 485, 486, 493, 707, 776, 791 Brederode gênant Cloetingen, van 91, 384, 386, 389, 390 Bree, van 669 Breckvelt 527 Bremaet 342, 344 Brempt, van 411, 452 Brenk, van 366 Breugel, van 542 Breukers 400 Breuniesen .... 139, 210, 233 B re uwen 125 Brias, de 22, 79, 80 Brielias 317 Brienen, Adrian Adrians . . . 747 Brienen, van 32, 39, 72, 149, 166, 167, 180, 185, 204, 248, 252, 256, 385, 407, 408, 426, 444, 447, 575, 593, 600, 781, B4 Brimeu, van 79, 81 Brink, van 409 Brinkestein, van 377 Broeck, Broecke, van den 59,66, 67, 369, 370 Broeckerhave, ter 240 Broeck huys en, van 46, 94, 130, 147, 192, 193, 197, 248, 305, 318, 373, 374, 489, 497, 493, 500, 527, 528, 547, 614, 617, 621, 628,629,655, 681, 703,788, BI Broeke, van den, Broke, ten 185, 186, BI Broen, Broun 64,. 135 Broenis 306, 313 Broickheze, van 621 Broil, Breul 75, 76, 166 Broyszoon, Egen 686 Bromer, die 531 Bronchorst, van 5, 10, 30, 31, 33, 41, 84, 105, 133, 137, 159, 211—216, 220—224, 244, 246, 249, 270, 289, 290, 310, 328, 398, 399, 406, 407, 411, 413, 415, 439, 499, 618, 699 Bronchorst-Batenburch, van 26, 27, 73, 182, 547, B8 Brouwer, Brouwers 143,307,532, 721 Blz. Brouwer, Jubart 364 Bruche 283 Bruechom, van 610 Brueckem, van 668, 706 Brugghen, van der 136 Bruggink. 487 Bruycken, Bruynkens . . 422, 423 Bruyn 265 Bruyn, de 217, 400, 459, 607, 614, 688, 744 Bruynen 483 Bruynis .... .... 395 Bruynkens. Zie Bruycken. Bruyns, Breunis . . 508, 583, 601 Bruyskens 456 Bruystens 528 Bruystiaansz, Johan 750 Brune, de 255 Brunicksz, Gysbert ..... 783 Buchel, van 302, 304, 593, 600, 603, 785 Badde, Bodde 244 Budding. . 344, 403, 404, 412, 417 Buden, Beuden 665 Buegen, van 429 Buyl, van ... . 263, 413, 414 Buys .... 413, 450, 624, 625 Buysterling 84 Bule 607 Bulle 613 Bullinck, Bullinx. . . . 649, 675 Bunau, von 177 Bunnichhuysen, van .... 54—56 Burch, van der 14, 15 Burcht, van der ... . 247, 383 Buren, Buyren, van 1, 36, 97, 98, 112, 240, 272, 294, 300, 301, 308, 314, 317—320, 325-327, 331, 334, 336-338, 341, 366, 371, 372, 375, 402, 451, 465,, 527, 529, 553, 554, 564, 567, 570, 585, 592, 593, 598, 691, 723, 725, 730, 773, 778, 779, B2 Burg, van der, Verburg 222,233, 395 Burgers, Halewich Rufels. 225, B2 » , Mattys 234 Burik, van 233 Bunnannus ........ 348 Busch, de 750 Busch, ten . . 399, 409, 718, 731 Buschman, Busman 305, 612, 686, 692 Busselmans 3 Bussy 721 Butking 89 Butfelier 129 Buurt 242 Buurtje 469, 486, 487 Cephorinus, Chephorinus . 692, 763 814 Blz. Chenel 721 Chous, van 154, 548 Ciperel, van 603 Daemen, Joost 190 Daemssoon, Jan 767; Moen . . 749 Daerle, van 212 Dalem, van 482, 777 Dalemoort, van ...... 785 Dalen, van . . . 27, 458, 483, 623 Dam, van 356—358, 362, 363, 385, 412, 432, 447, 526, 619, 620 Danen. . . 70, 603, 606, 611, 758 Dancke, Arnt 675 Danckelman, van 194 Danckerts, Danckarts 475, 615, 616 Dans, van . . . .41, 42, 88, 261 Darthuysen, van . . 358, 371, 372 Dedem, van 143, 852, 362, 365, 402 Deest, van 259, 780 Deyl, Deylen, van 373, 530, 733, 751, 756, 767, 786 Deylst, van 333, 334 Decker, Dekker . . . . 157, 313 Delen, van 51, 53, 60—64, 71, 77, 78, 91, 94, 95, 143, 297, 318, 319, 352, 355, 365, 374, 382, 401, 443, 446 Delff 676, 677, 690 Delft, van . . . 87, 114, 116, 449 Delwich, van 185 Demen, van 595 Denis 633, 644 Deppe 140 Desobry 124 Deventer, van .... 387, 388 Dever 795, 796 Dibbetz . 142, 266—269, 278, 408 Diebers 224 Dieden, van. . . . 330—332, 508 Diegden, van '""65 Dien, van 607 Diepenbroeck, van 123, 227, 306, 449 Dierquens 135 Diest, van . 35, 200, 203, 205, 228 Dietz 147, 243 Dieu, de 178 Dieve, van 660 Dyck, Dyk, van en van den 133, 136, 715, 717, 761, 764—766 Dikkers 119 Dyckmeester 307, 309, 325, 354, 559 Dilsen, van 77 Dinteren, van ....... 290 Dirksen, Dirks, Dercksen, Dercx, Dericbs, Adriaan 686 Arnt 686 Dirk . 225, 298, 660, 661 Claes . . . 217, 224, 340 „ Cornelis 747, 759, 761—763 Blz. Dirksen, Dirks, Dercksen, Dercx, Derichs, Dirk Cleyn 666 Egen ..... 489, 689 Engel 84 Gerit . 139, 143, 148, 593 „ Gysbert ...... 503 „ Gysbert Cleyn .... 664 „ Gradus . .... .218 Hendrik . . .25, 402, 403 „ Jacob 49, 605 Jan 233, 468, 502, 691, 707 „ .Tenneken 41 Maria 21, 237 „ Otto 459 Peter 724, 779 „ Steven .... 456, 458 „ Willem . . 217, 224, 393 • Wolter 75 Dobbelsteen 331 Dodenweerde, van 397 Doeyenborcb, van. . . . . .151 Doelant, van 601 Doelvoet, Dailvoet . 502, 503, 516 Doenen, van 244 Doerne, Doirne, Deurn, Doorn, van 33, 112, 139,453,458,469, 472, 479, 536, 561, 587, 629, 640, 645, 653, 655, 673, 674, 679, 726, 727, 729—732, 734, 735, 737, 740, 765, 770 Does, van der 672, 711 Doesburg 506 Doesburg, van 140 Doetinchem, van . . 154, 191, 408 Doeven, van 446 Doys, Deuus 327, 333, 343, 345, 367, 529 Doys van Angeren 343 Doys van Avesaet 327 Doys van der Eme 367 Doys geheiten Tingnagel . . . 345 Dockum, van . 220, 589, 590, 592 Dolre, van 363> 401 Domis 178 Domseler, van 238 Dona, van .... 7, 10, 468, 486 Donck, van der . 12, 591, 593, 788 Donckers 250 Donckerts 44 Doornik, Doirnyck, van 36—40, 109, 179, 181, 183, 186, 211, 229, 235, 258, 259, 304, 315, 406, 431, 434, 515, 519 Doorslach, van den 534 Dopff, van 317 Dopper 60, 64 Doren weert, van 173 Dorp, van 321, 463 Dorsten, van 33 Dorth, van 33, 37, 38, 100, 148, 815 Blz. 198, 501, 506, 515, 516, 519, 521, 605, 610, 673 Dotter 607 Doublet . .641, 642, 649, 652, 654 Draak, Draeck 518,521,522, 713, 714 Drakenborcb, van 456,459—461, 463 Drakevelt, van 311 Dreumel, van 120 Driel, van 6, 68, 266, 281, 284, 441, 514, 515, 676, 678—680, 689, 696, 697, 793 Dryes, van 136 Driessel, van . . .... 182 Driessen . . . 169, 221, 406, 419 Driessen, Janssen . . 267, 268, 279 Driessen Opheyden 172,173,261^263 Driftenaar 736 Dript, van 406 Dry ver 491 Droenen, van 336 Drummond, Drommont . . . 614 Druten, Drueten, Droeten, van 90, 113, 121, 128, 236, 333, 447, 448, B6 Duym .... 140, 171, 180, 243 Duymken 179 Duyren, van 270 Duker B2 Dulcken, van 389 Dulleken 239 Dulsch 505 Dunnewolt 440 Dupper 18 Dusseldorp, van .... 633, 644 Dussen, van der . . . . 87, 681 Dutry 453, 469, 487 Dutrieux 209, 575 Duven, van der 3 Duvenvoorde, van 791 Duwee 355 Eberstein, van 500 Echtelsencamp, uytten . . . .381 Echtelt, van. . 116, 437, 438, 446 Echten, van 402 Echten, Klinkenberg van . . . 584 Ede, van . . 390 Ee, van 528 Eeckeren, van 422, 423 Eekhout 93 Eelderich 516 Eem, Eme, van der . . . 367, 391 Eemden, van 271 Eemskerck, van. Zie van Heemskerck. Egberts, Gerhard 768 Gysbert 650 „ Maes 705 „ Maria 151 Egens, Arnt 689 Claes 667 Blz. Egens, Cornelis Jacob .... 688 Dirk 686 Egen 280, 692 i Egen Jan 677 „ Goossen 569 Goossen Storm .... 677 Jan 688, 694 Wolter . 682, 686, 692, 694 Woutgart of Wachlgart . 682 Egeren, van 69 Egmond, van 72, 96, 169, 170, 259, 311, 336, 351, 371, 406, 410, 420, 421, 442, 563, 630, B6 Eygensz, Gysbert 693 Eyck, van . . 102, 371, 425, 683 „ , van der 283 Eygel 131, 240 Eyl, van . . . .16, 147, 500, 547 Eylsweert, van ....... 373 Eymbers 215 Eymers 126, 222, 258 Eynatten, van 8, 11 Eynde, van den .... 207, 595 Eek, van 40, 64, 86, 115—117, 143, 147, 148, 177, 180, 199, 219, 232, 240, 241, 281—283, 296, 304, 305, 316, 320, 337, 345—347, 351, 358, 363, 367 — 372, 374, 376, 377, 390—393, 396, 399, 411, 444, 447, 462, 495, 506, 508, 528, 531—534, 540, 550, 554, 572, 627, 710, 731, 732, 741, 762, 763, 765, 766, B3 Eek van Pantaleon, van 35,175, 199—201, 203, 205, 227, 228, 362, 377, 378, 476, 685 Eckeren, Ekkeren, van . . .26, 585 Eckerynsz, Johan 750 Elbracht 210 Elden, van 181, 183 Elderen, van . . . .41, 42, 79 Elderen, van Hamel geheiten van 79, 81, 668 Elderich, van 526 Eldik, van 209, 275, 380,400,412,414 Elen 133 Eliasz, Adrian 785; Briene 133; Jacob Jan 738 Elk, van 118 Els, Eist van 83, 131, 132, 448, 499, 506, 507, 571, 588, 593, 600 Elsbroeck, van 33 Elverfeld, van 258 Elzevier 549 Embruggen, van .... 198, 264 Emelaer, van 328 Enimenes, van 178 Emmeren, van 59 Emmichoven, van 791 816 Blz. Empol, van 509, 525, 541, 553, 567 Endeling, van 344 Endboven, Yndhaven, Tan. . . 505 Erigberts, Evertje 389; Jan . . 783 Engelberts 89, 583, 697 Engelen 26, 45, 164, 176, 231, 342, 564, 621 Ennens 454 Ennetières, d' 70 Ensebroeck, van .... 75, 76 Enspyck, van 570, 756 Ensse, van 452 Erbacb, van. . 320, 351, 359—361 Erdkamp 169 Erekum, Erkorn van 316, 332, 333 Ericbem, van 419 Krekel geheiten Kavensteen, de bastart van 572 Erkelens 229 Ercklens, van 785 Ermel, van . . 302, 602, 603, 753 Erp, van 33, 88, 125—127, 219, 224, 232, 233, 484, 587, 593, 598, 600, 605, 734, 736, 737, 741, 757, 783—787, 7.96, 799 Erskine1) 721 Esch 466 Espendonck, van .... 632, 633 Essen, van 41, 289, 290, 309, 322, 499, 517, 684 Est, van ... B2 Estvelt, van . . 281—283, 292, 304 Euwsuni, van 740 Everdingen, van 339,340,351,573, 792 Everkensz, Ricquyn 701 Evers, Everts, Everten, Gerardus. . . .171 Gerit 330 Hendrik .... 146 „ „ Heodrina . . . 243 „ „ Peter Johan . . 702 Pouwel .... 708 Everwyn . . . 171, 176, 180, 654 Ewalt 483 Ewick, van 48, 272,273,275, 280, 304, 312, 385, 401, 463, 523, 618 Ewoudt 47 Exalto d'Almaras.... 573, 792 Gadertsz, Gaertsz, Albert . . . 502 , „ Dirk. . . .693 „ „ Gadert Jan . 286 „ Gelis ... 88 „ Henrick . . 310 „ , Johan . . . 379 „ „ Maes . . . 605 Peter . . .593 Blz. Gadertsz, Gaertsz, 8teven . . . 310 Gaesbeeck 343 Gaesbeke, heer tot 699 Gay, Gaey, de 549, 596 Gaymans 176, 296, 544, 547, 601, 636, 646, 684, 705 * Galen, Gael, Gaele, van 24, 26, 27, 84, 179, 186, 207, 252, 282, 297, B8 Gameren, van 301, 491, 609, 657, 673, 794, B4 Gangelt, van 130 Gansedoit, Gansdoet. . . 749, 750 Ganseman 576 Ganseneb 171, 172 Gansneb gen. Tengnagel, van 63, 376 Gant, van der 358, 361 Garderen, van 357 Gaugreben, van2). 29 Geel, van . . . 440, 573, 792, 794 Geeland, Geland, van 108, 109, 307 Geer, de . . . . . 152, 822, 536 Geest, opter 137 Geest, van der 207 Geffen, van 662, 691 Geghem, van 788 Geyn, van, van de, van den 112, 163, 164, 377, 444 Gevster, die 625 Geysteren, van 326, 330 Geistman 44 Geytenbeek, van, van den 107, 307, 339, 340, 419 Gelis, Heylwich 653; Jan. . . 687 Gellinck 590 Gellinchem, Gellicum, van 449, 450, 575, 576, 590, 596, 598, 601, 604, 610, 782, 795 Gelmen, van 631' Gelneirs 378 Gelre, Gelder, van 3, 6, 26, 36, 59, 72, 144, 288,308, 310, 314, 318, 409, 413, 498, 501, 533, 546, 704, 775 Gelre, van Auwel geheiten van 137 Gemert, van 148, 614 Genemanszoon, Johan .... 544 Génnep, van 679 Gent, Gendt, van 25, 37, 39, 40, 79, 82, 83, 130, 135, 137, 148, 164, 172, 188, 189, 193—196, 198, 204—207, 227, 230, 244, 270, 271, 323, 331, 415, 452, 456, 499, 538—640, 602, 606, 612, 615, 626, 627, 657, 685, 704, 719, 727, 742 Gerartsz, Andries 676 Gelre, van Auwel geheiten van 1) Het register heeft ten onrechte Arts 2) Het register heeft ten onrechte van k e 1 n t. Gangsebe. 817 Blz. Gerlofs, Ca tri n 182; Jan . . .495 Gerrits, Gerritsen, Gertsen, Adriaan 521 „ Aert 663 • Antony 183 „ Arnt .... 675, 676 ■ p Bernsken .... 49 * » Celis 502 . Daem 190 „ Dirk .... 593, 664 » Dirk Gaert. . . .666 n „ Frederik 457 „ Gerritgen .... 264 • . Henrick. . . 299, 772 „ ■ Herman 373 „ Hubert 723,724,744, 745,751,756, 757,770, 782 „ . Jacob 530 „ Jan 41,90, 435, 597, 664, 745, 748, 775, 784 „ „ Jan Gerrit. . . . 696 I p Jordaan 403 » p Kerstien 795 » Claes . 164, 797—799 p p Cornelis. . .431, 662 p p Lambert 482 p , Lucas 64 » i Peter 403 . Reiner 665 « „ Rembolt 621 « Rolof. . . . 467, 787 „ Seger .460 p Steven 757 p Willem . . . 707, 708 Gersdorff, van 124 Gesporden, van 175 Gessel, van 690 Geukama , 506 Geurts, Geurt 139; Jacob 93 ; Jacoba 152; Johan 259; Sibilla -* Catharina 419 Gevaerts 679 Gevel, van den 638 Gheer, van der 438 Ghemen, Gemen, van . 2, 43, B7 Ghemen gênant Praestinck, van 515 Ghestel, van 614 Gybel 347, 433 Ghyben 659 Gybenzoon, Seger 488 Gielen, Jan . . 58 Gier, Gieren, Ghyer, de 438, ib% 547, 666, 684, 687, 775 Giessen, van 196, 197, 271, 465, 538—540, 590, 598, 604, 605, 612, 614, 620, 621, 623, 625, 626, 656, 711, 717, 718 GUlis 632, 638, 640 Blz. Gimmenich, van . . 192, 393, 395 Ginckel, van 508 Gysberts, Andries. . . . 759, 798 Arnt 484, 664 , Bernt Peter .... 134 Diedel 255 Dirk 331, 540 * Gevert 416 Gysbert. . . . 748, 752 p Goossen 650 p Gooswyn 708 p Grote .... 762, 784 p Henrick. . . . 696, 747 Hubert .... 754, 755 Jan . . . 300, 755, 781 Joost 491, 615 Claes 780 Cornelis 752, 754, 755, 766, 767, 772, 798 Reyer 99 ■ Tonis 461 p Wolter 674 Gyskensz, Dirk 225 Gleser 630, 631 Glimmer 199 Glover 163, 169 Gobelssoen, Gobelsen, Albert 136; Gosen 532 Goch, van . 664 Godertsz, Dirk 689; Henrick Dirk' 675 Godyn, de ....... 204 Godschal, van 124 Goeterswick, Gotterswick, van 351, 366, .367 Gograff 668 Goyer, de 670 Goyerts, Johan .... 686, 689 Golberding 257 Goldsmit 240 Goltsteyn, van 100,108,153,170, 273, 276, 325, 505, 517, 776 Gompers . . . 151, 153, 154, 253 Goor, Goer, van 3, 16, 22, 181, 182, 322, 341, 531, 678 Goor, van de 343 Goossensz, Gosens, Adriaan . . .521 p „ Alert.... 624 p Gerit.... 84 p p Gosen 534,756, 760, 761 » „ Jasper . . . 340 „ Johan . 331, 503 » Marcelis. . , 663 „ p Meyer . . .750 Gordon 659 Goricx, van Sunte . . . 658, 719 Goris 221, 518, 678 Gorkum, Gorckom, van 45, 419, 426 Gots, Goets ........ 721 Gracht, van der 633 52 818 Blz. Graeff, de, Grave, die 113, 452, 508, 631, 705, 710, 712 Graeff, van de . . . 178, 231, 323 Graeff, Bieseman van de ... 32 Graeff, Grave, van den, Grave, van . . . . 241, 242, 662, 665 Graes 232 Graffenried de Saint-Jean, de . 584 Graft, van de 592 Grammaye, Grafney . 150, 538, 539 Grand, le 289, 566 Grandia 623, 625 Grau 508 Grauwers 363 Grave, Evert 501 Gravenweert, 's 540 Gremie • . . 745, 764 Greve, Greven . .59, 621, 666, 711 Greve, de en die 621,634,649, 707, 708 Greve, van den 625 Grevelaer 242 Grevenbroeck, van 103, 653,738, 739, 743 Griethuysen. van .... 104, 111 Grim 491 Grimberch gen. Aldenboucken, van den 415 Gryn, van de 533 Groenen 63 Groenendyck, van ... 35, 200 Groeneveld 640,714 Groesbeeck, van 2, 16—18, 21, 22, 52, 64, 79, 207, 390, B4 Groin, van 360, 361 Groot, de 481,495,502,610,633, 658, 659, 673, 719, 743, 751, 752, 779 Groote, Grote, Groot, de 602, 724, 753, 770, 771, 775 Grootvelt, van 280,281,353—355, 363, 377, 379, 441 Groes 201 Groten Herberensz, Boloff. . . 750 Groten», Groten, Brnysten den Groeten Gysberts B8 , Dirk .... 733 „ Gysbert . . .784 „ - Gysbert Jans . 751 „ Jan 782 Gronlard, de . . . 583, 584, 720 Gruys de Swart 321 Gruythnys, van den . . . 240, 344 Gruter, Gruter, de, Gruyter, de 44, 147, 181, 579, 600, 736, 798, B5 Gruters van Hagenbeeck, Henrick 41 Gubbels 119 Guerts, Dirk 691 Guesond, van 361 Blz. Gulick, van . . 78, 129, 194, 312 Gusseler 676 Haak, Haek 243, 718 Haan, Haen, de 46,157,548,552, 718 Haansbergen, van 214 Haart, de 34, 162, 232 Haas 346 Haas, Haes, Hase, Haze, de 41, 44, 99, 298, 3151), 369, 382, 395, 419, 431, 434—436, 440, 445, 446, 448, 603, 697, 712 Haeften, Haaf ten, van 4, 40, 94, 100, 197, 322, 331, 341, 407, 415, 426, 450—452, 455—458, 466-468, 471, 474, 475, 477 —482,484—490,492—494,501, 509, 510, 512, 523, 526, 530, 531, 534—536, 565, 574, 578, 579, 589, 595, 598, 601, 602, 609—611, 650, 651, 657, 658, 672, 681, 682, 705—707, 726, 729, 730, 734, 745, 746, 748, 759, 764, 769, 770, 773, 774, 776,782, 783,786, 788, 791,795,800 Haeck.... 180, 502, 684, 718 Haelte, van 23 Haene, de 302 Haeps, van 238, 422 Haesdal, van • 456 Haesebaert 201 Haestrecht, van 621 Haer, de . 380 Haersolte, van 440 Hagen 1' Hagenbeeck, van ...... 41 Hagentack 75 Hagestein, van 549, 550 Hack, Hacke, Hac, Hak 330, 344, 382, 441, 459, 495, 496, 503, 525, 527, 555, 591, 598, 640, 662, 673, 674, 702, 708, 744, 751, 757, 759, 778, 779 Hacfort 159, 236, 242. 243, 274—276 Hacfort, van 193, 399. Hackensz, Wolter. ..... 327 Hackert . . . 600, 606—608, V80- Hall, van 233 Hallart, de 227 Halmale, van 249 Halteren, van . • 203 Ham, van den 708 Hamaker 433 Hamaker gen. Sloot 566 Hamel. 108, 109 Hamel, van 241 Hamel, geheeten van Elderen, van 79, 81, 668 1) Het register heeft Shaessen, is bedoeld Wanna, dochter van de Haes. 819 Blz. Hamer 151, 153 Hamersteyn, van 302, 571, 588, 593, 594, 603 Hamme, van 397, 490 Hanneman 411 Hannes 559 Hannes, van Thye 201 Hanssen 171, 766 Hardenberg 349 Hardenbroeck, van 249, 250, 275, 524, 796 Hardenton 763 Haren, Haeren, Haern, van 386, 387, 424, 658, 711 Harinck 299 Harinxma, van 104, 105 Harpen, van 145, 173 Harscamp 323 Harscamp, van. . . 116, 187, 230 Hart 651 Harteveld, van. Zie Hertenfeld. Hartman 636, 640 Hartog, Hertog, de en den 140, 141, 158, 409 Has 283, 423, 424 Haselendonck, van 333 Haselkamp 125 Hasselt, van 140, 141, 231, 251, 354, 361, 428, 591, 636 Hasselt, Copes van . 23, 124, 625 Hattem, Hattum, van 286, 322, 336, 344, 346, 358, 359, 379, 384, 387, 389, 402—404, 444, 447, 534, 551, 552, 579, 619, 755, 762 Hatzfeld, Haetsvelt, van 96, 191, 709 Haus 331, 520 Hausselt, van 659 Hautert, Haltert, van den en van der . . . 5, 6, 33, 225, 545, 549 Have, van der 6 Have, ten 187 Haverman .... 157, 158, 245 Hazartssoon, Johan 211 Heek, van en van den 65,66,113, 119, 120 Heckler, Heckelaer . . . 151, 154 Hedike, van 620 Heekesen, van 698 Heel, van 469, 487 Heemskerck, Eemskerck, van 48, 255, 273, 528, 537, 539, 549, 551, 552, 556, 574, 714 Heemskerck van Beekesteyn, van 185 Heerd, Heerde, van 214, 240, 383, 602 Heerewaerden, van 612 Heerma, van . . . 108, 738—740 Heerman 599 Heessel, van 504 Blz. Heeswyck, Hezewyck, Heeswicb, van . . . 604, 677, 688, 717, 718 Heggers 395 Hey 432, 433 Heyden, die 687 Heyden, van 195 Heyden, Heide, van der 91, 130, 296, 399, 405, 418, 624, 625, 718 Heydendaal, Heyendaal . 177, 541 Heydenryck 137, 469 Heyligers 164 Heylwichensoon, Steven . . . 121 Heym 494, 500 Heymans 585, 586 Heymerixs, Heimeryx, Heymericks, Kerstien .... 343 „ » Lambert 744, 753, 602 >, „ Lemken .... 744 „ Martin .... 692 ■ „ Willemina ... 34 „ Wolter . . 690, 691 Heynemanssoon, Lamme ... 89 Heynenzoon, Hubert 351; Willem 466 Heynsberch, van 2 Héyschen . 19 Heisteren, Huys teren, van. . . 231 Heker, Arnt de 797 Hekeren, van 104, 322,407,536, 599, 618, 787 Hel 495, 500, 501, 567 Helderbeeck ' . . . 755 Helle 98, 706 Hellenberg, van 369 Hellendoorn 251 Hellepet , ... 167 Heller, van 670 Hellu, van 465, 484 Helmichsz, Derk 693; Peter . . 621 Helmond 432 Helsem, van 535 Helt 230, 231 Hemptyn, van 84, 85 Hemert, van 27, 28, 70,168,184, 189, 198, 323, 328, 333, 381, 385, 441, 460, 461, 463, 464, 482, 492, 493, 535, 566, 577, 598, 599, 602, 607, 620, 621, 623, 624, 628, 629, 659, 672, 674, 701, 709, 711, 715, 719, 720, 732, 753 Hemessen, van 80, 176 Henderson 306 Hendrikman, Adrianus .... 557 Hendriks, Hendriksen, Hendrix, Aart 144 m „ Antonis .... 755 4 „ Arien 167 , Arnt 329 „ Bart 404 a » Dibbet 266 820 Bli. Hendriks, HendrikseD, Hendrix, . Dirk ... 25, 140 „ Egen . . . 666, 667 . Evert 326 „ Gerit 446, 501,502, 606, 607, 609 , Gisbert. . . 667, 747 B „ Gregorius .... 503 „ Hannes .... 188 „ „ Heimen .... 596 „ Hubert. . . 248, 383 „ Jan 49, 186, 188, 337, 492, 746 „ Jacob . . . 188, 800 „ , Jeriphaes .... 434 „ Kerst 18 , , Lambrecht . . . 744 „ Loych ..... 504 „ Martin. . . 747, 752 2 „ Otto 434 „ Peter . 134, 146, 298 „ , Ricquyn .... 779 „ „ Rutger. . . 145, 146 „ „Steven 293 „ Willem. . . 677, 697 „ Wolter. . . 342, 691 Hengener, Henger, Hengeber 677, 690 Hengeveld 175 Hengskes 120 Henxtum, Henxten, van . 689, 693 Herbaens, Hermken. . . . .311 Herberens, Herberns, „ Gerit . . . . . 435 Claes 702 „ Cornelis .... 90 „ , Boloff Groten . . 750 Herberte, Hendrik. . 215, 216, 293 Herbrichs, Jan 457, 461, 463; Marcelis . 495 Herier, Herlar, Harier, van 252, 468, 478, 574, 614, 628, 649, 652, 653, 655, 658, 659, 671, 673, 679, 700, 701, 706, 718 —720, 752, 788, 796, B3, B6 Hermans, Harmans, Hermssen, Harms, Adriaan . . 341, 365 . Arnt 701 „ Bard 381 „ „ Bruyst .... 56 „ „ Henrick . . 553, 756 „ „ Jan 93, 158, 213, 755 Bein ... 59, 60 Herper, van 146 Hertenfeld, Harteveld, van 123, 182, 186, 239, 273, 581 Hertog, de. Zie de Hartog. Herve, Harve, van . 192, 193, 308 Hervelt, van . 172 Herwaerden, van 4, 85,138 — 142, 175, 273. 459, 664 B6 365 701 381 56 756 755 60 146 581 308 172 664 Bic Herwen, van 41, 789. Zie verder van Herwinen. Herwerden, van 125 Herwinen, Herwen, van 318,328, 451, 455—457, 461, 463—467, 471, 473, 474, 476—480, 588, 598, 628, 653, 661, 662, 671, 719, 750, 752, 756, 759, 764, 769, 774, 777, 778, B5 Herwinen, van Beest geheiten . 591 Hese, Heze, van 128, 172, 272, 331, 511, 516, 519, 520, 529 Hesellenz, Heynen . . . 505, 506 Heshusius 46, 71, 383 Hessel, van 510, 661 Hessels . . . 632, 635, 637, 638 Hessen, van 99, 116, 195, 264, 272 Heteren, van . . . 150, 308, 380 Heuck 272 Heuckelom, van. Zie van Hoeckelom. Heuff, Hueff, Hoeuff 301, 304, 307, 319, 327, 335, 339, 340, 540, 548, 573 Heumen, van. Zie van Hoemen. Heun, van 419, 428, 432, 433, 436 Heurne, van ..... 633, 638 Heurnius. 632, 633, 636—640, 643 Heus, de 688 Heuscb, van Scherpenzeel. . . 103 Heuscb, de . . . . 103, 254, 741 Heugden, van 134, 661 Heust 226 Heuvel, van 376 Heuvel, van den 92, 407, 462, 463 Heuven, van 25, 26 Hyen, van 129 Hierde, van 178 Hil, van 22, 79 Hildensbergh, van 283 Hilgers 44, 45 Hillegaerden, van. . . • 292, 293 Hillensberch, van 456 Hymmen, van 31 Hiniossa, de 276, 605 Hinssen 171, 243 Hobert, ter 550, 551 Hoedemaker. 180 Hoeft 75, 333 Hoey, van der 208 Hoeyng 520, 697 Hoeckelom, Heuckelom, Hoknlem, van 172, 261, 393, 451, 460, 473, 483, 529, 531, 539, 546, 555, 570, 576, 586, 598, 604, 648, 657, 659, 673, 723, 725, 733, 742, 751, 753, 775 Hoemen, Heumen, van 128, 148, 286, 320, 338, 410, 526, 527, BI Hoen 707 821 Blz. Hoen, van 127, 240 Hoeps, van 648 Hoerle 359 Hoes 71, 439 Hoesen, van. 418 Hoesselt, Hoesschilt, van . . . 698 Hoeufift, Heuft 47, 135, 251, 342, 440, 556, 557 Hoeve, van 114 Hoevel, Hövel 246,247,276—279, 416, 790 Hoevel, Hövel, van 108 Hoevel, van den 32 Hoevelick, Hovelwyck, Heuvelwiek, van der 23, 24, 229, 237, 238, 620 Hoeven, Houven, van der 123, 147, 238, 243, 330, 335 Hoevenaar 560 Hof 24 Hoffman 291, 305, 309 Hofman van Hove 619 Hofman van Borneren . . . .713 Hogen, van 47 Hogen hoeck 89 Hohenlo, van 572, 720 Hohenzollern, Zollern, van 160, 161, 169, 192, 699 Hoyck van Avesaet 346 Hoytema, van 108 Holdinghusen, van 452 Holl, Holle, Hollen 105,309, 329, 336, 338, 340, 342, 409, 457, 458, 474, 483, 502, 529, 556, 569, 609, 610, 664 Holler 676 Hollingerus 436 Holstein-Qlucksburg, van ... 74 Holster ......... 454 Holtappel 720 Holte, Holt, van . . 550, 551, 565 Holthusen, van 24, 126 Holtman ......... 408 Holtmeulen, van 75 Homborch, de .760 Homoet, van 159, 168, 173, 183, 184, 188, 189, 241, B8 Honders 382 Honepel gen. van der Ympel, van 82 Honsbeek, van 607, 608 Honseler, Hoenselaer, van 85,186, 252, 458, 485, 582 Hont, de 633, 643 Hoochwolde, van 490 Hooft 419 Hoog 483 Hooge, de 271 Hoogb, de .385 Hoogstraten, van 201 Hoogveld 163,164, 243, 247, 266, 268 Blz. Hoop, van der. . . 305, 327, 372 Hopman 218, 221 Hoppenbrouwer 124 Hornes, de, Hoerne, van 28, 73, 74, 85, 311, 391, 630 Hornum gen. Schram, van 227, 706, 707 Horssen, van .... . 209, 210 Horst, van der 92f 190, 191, 198, 238, 259, 265, 331, 511, 512, 520, 522, 538, 539, 690 Horstien 19 Horwen, van 773 Houten, van 302, 603 Houth .188 Houwe 676 Hove, ten ... 61, 62, 658, 739 Hove, van den 368 Hove, Hofman van 619 Hovelick, van . . . . . . . 758 Hoven, van 359, 360 Hoxwier, Haexwier, van . . . 720 Huberts, Huebers, Huybert, * Huvperts, Derk .... 58 „ „" Gerhard 744,745,779 „ , Gysbert 802, 744, 753, 754 „ „ Herman.... 502 Hubert 592, 593, 745, 746, 748 Jacob . . 134, 503 Jan 744 , „ Kerstian . . .783 Claes . .761, 764 » „ CC 620 „ „ Lambert . . . 535 Lutgen .... 568 ■ • n Maes 555 Tresia . . 161, 169 a a Willem .... 748 Huchten broek, van ..... 684 Hueken . . . . . . . . . 301 Huesden, Storms van . . . ". 241 Huessen, van 23, 184 Huest 196 Huet, van 207, 367 Huete, van der B3 Hugenpoth, van 191 Hugensoen, Claes 181 Huygens 244, 245,392, 630—634, 636, 639, 641, 642, 645, 646, 649, 651, 652, 654, 655 Huyghen 160, 502 Huigkens 372 Huisman 202 Huyssen, van 225 Huysteren. Zie Heisteren. Huckelhaven, van 129 Huift 206 Hulst, van 214, 220, 224, 279, 445 822 Blz. Hunefeld 339 Huninga van Oostwolt, van 484, 689, 690 Hurck, van der . . 91, 118-120 Idema 347 ■ Iconius 356 Immerseel, van 485, 660 Ingen, van 154, 220, 299, 376, 432, 433, 611 Ingennulant 6, 85,156—158,166, 252—254 Ingenool 62 Ingenrade 700 Ipelaar, van 758 Irten, van 406 Isebrants, Herman 622 ïsenburg, van 74 laendoorn, van 93, 94, 122, 197, 225, 281, 322, 330, 346, 347, 349, 385, 421, 422, 424, 429— 431, 434, 435, 441, 449, 617, 656, B3, B6 Iseren, van 759 Ysseldyk, van 282 Isselmuden, van . . . 440, 444 Ittersum, van . . . 149, 447, 796 Ywinssoen, Wouter 168 Jaarsvelt, van 574 Jager 140 Jacobi 679 Jacobs, Jacobsen, Jakopes, Aaldert 51 „ „ Aert .... 577, 776 . Arnt 697 •„ Dirk 267 „ Floris ...... 90 „ Gerit 663 „ Geurt 127 , Gysbert 686 „Jan 90,144,145,456,502 „ „ Jurrien 165 „ „ Cornelis 317 „ Cryn .... 603, 753 „ Mechteld .... 220 „ Peter . . . 758, 775 „ Butger 340 „ Thys .503 Janolyn 721 Jans, Janssen, Janszoon, Aart 403 „ „ Adriaan 746 } „ Ackeren, Acryn . 723 751 , Alert 340, 800 . Andries .... 646, 755 „ „ Antony 607 „ Arien . . 452, 457, 502 „ Arys 781 „ . „ Arnt. . . 330, 662, 694 Blz. Jans, Janssen, Janszoon, Bette .... 321, 323 „ Dirk 303, 504, 676, 688, 689 „ Egen Wolter .... 675 „ Evert . . 336, 341, 746 „ „ Frans 497 „ Gerard 768 „ Gerit 504,507, 508, 535, 553, 724, 734 „ Gysbert. . 447, 754, 755 „ Godert .... 660, 661 „ Goert .780 „ „ Hans 172 „ Heymerich. . . 649, 688 „ Henrick 41, 42, 143, 148, 403, 662, 676, 745, 778, 779 . Herman 90, 215, 381, 488, 628, 713 „ „ Hermina 164 „ Hubert 118, 775, 784, 785 „ Jacob • 775 „ Johan 137,293,389,403, 755 „ „ Johanna 222 „ „ Joost 613 „ Kerst 53 „ „ Kerstian 661 „ „ Claes. 723, 767, 768, 779 „ Cornelis 279, 344, 429, 495, 534, 723 „ Lambert 496 „ Lyn 452 „ Maria 50 , Marten 98 „ Ot 475 „ Panck 90 . Pelgrim .... 370, 495 „ Peter 134,271,280,527,528 „ „ Pouwel 784 „ „ Revner 341 „ Bicquin 299, 750,770, 782 „ Boelof .... 270, 689 „ Simon 496 „ Sondach 25 „ SteeBken 474,477,480, 484 „ Steven 66 „ „ Theüs 663 „ Tymen .... 208, 209 „ üden .... 67, 78 „ Udo . 485 „ Vonc ...... 156 „ Willem 90, 570, 592, 607, 755, 797—799 „ Wolter .... 675, 701 Janssen Driessen . . 267, 268, 279 Jaspers, Gaert 492; Johan 341; Melchior 766 Jeannette 628 Jeger, de 6> 588 Jehae, Jan 19 823 Blz. JelisseD, Jan 258 Jenatsch, de 245 Jerepbaes, Tonis 146 Jeune, le 313, 608 Joede, Joode, de 513, 514, 521, 523, 557, 596, 661 Joeden -687, 688 Jong, Jacob 631 Jong, de 97, 283, 457—459, 462, 464, 481, 597 Jongbloed 359 Jonge, de 363 Jongh, de ... . 315, 624, 728 Joorman 142, 305, 412 Joosten, Aert . . . . . . .298 Bart 41 Derk 108, 109 Gerit 482 „ Jan 799 „ Cornelis 622 Rolof 373 „ Willem .... 507, 509 Jordens 187, 188 Jordens, Jordans, Baudeken 690; Jan 757 Jorissen 559 Josepbs, Heyn 628; Johan- . . 623 Jubart Brouwer 364 Jue, van 17 Juynnen 680 Juliaans 722 Jutfaes, van 516 Juttenz, Arent 767 Caelsack 383 Kaits, van . 313 Calff 144, 172, 174 Calkoen 305 Kalle, van der 690 Cameren, van der, Camer, van de 264, 265 Camons, van 796 Camp 355 Kamp, van de 169, 170 Campen, Kampen, van 445, 630—632 Camphuisen, van 198, 314, 318, 440 Camstra, van 191 Kande, de 705 Canis 707 Kanssen 545 Canter 599 Capellen, van der 83, 123, 170, 213, 249, 250 Carenhorst, van der 241 Carpentier 323 Carsten 53 Cartier 14, 15 Casembroot, de 71, 80, 135, 229, 542 Caspers 141 Cassius 305 Bit. Gaster, Casteren, van 89, 615, 722, 723 Kat, Kadt, de 92, 93, 165, 410, 419, 428, 433, 639 Cattenberch, van 381 Catz 569 Katzenelnbogen, van 195 Kauwen, van 90 Kedinchem, van 788 Keer . . 173 Key 294, 405, 594 Keyser. 583 Kelfken 32, 138, 312 Kemenay, van de 226 Kemp 412, 414, 417, 419, 420, 432, 670 Kemp, de 365, 377 Kempe, de 360, 393 Kempen, van 283 Kempinck . . 176, 251, 260, 261 Keppel 347 Keppel, van 13, 157, 167, 375, 470 Kerckhof 41, 42 Kerckhof, van, van de en van den 76—78, 90, 175, 177, 247, 431, 434 Kerkwyk, van 301,523,554,559, 560, 702 Kerskorff 41, 43, 44 Kerstens 52 Kessel, van 74, 663, 682, 683, 690, 692, B4 Resteren, van 358, 566 Ketel . . 777, 778 Kethulle, de la 704 Kettler, van 130, 131 Keulen, van 262, 366 Kieboom 620 Kieft Balde 372 Kien 77 Killy, Graaf van 721 Kymp. die .84 Kippit 255 Kirckhoff, van den ..... 683 Kirckpatrick .721 Kissen, van 368 Kistensnyder 386 Claesz, Claassen, Aert 363, 364, 744, 761, 763 „ Arian. . . .612 Arnt .... 786 Dirk .... 696 Gerit 92, 93, 482, 560, 779 „ „ Goossen . . . 340 „ » Goris. . . .542 i „ Jacob. . ■ . 331 Jan 507, 696, 769, 770 „ „ Claes.... 696 „ „ Maes .... 639 „ „ Mathys . . . 694 824 Bh. Claesz, Claassen, Meynert. . . 255 4 „ Peter. . . .139 „ „ Ricquin . . . 749 » Sander ... 41 Vos .... 688 Willem . . .465 Klaets 255 Clarenbeeck, van 430 Clautier 111, 112 Claveren, van 528 Kleyn, de 583 Kleynhoff. .... 580, 589, 590 Cleynhuisen, van 634 Kleynpenninck 232 Klemme 354 Cleve, van 525 Clignet 64 Klinkenberg van Echten . . . 584 Klinkenbergh, van 124 Clodder 458 Cloeck 102 Kloekhof..... 354, 359, 360 Cloeting 563 Cloetingen, van Brederode gênant 91, 384, 386, 389, 390 Cloetwick, van 105, 330 Clocken, van der .... 93, BI Cloosterman 57 Clop 714 Kluyt 771 Clunder 440 Close, Clouse, van der 102, 425 —427, 429 Knyff 583 Knippenberch, van 617 Knoyen 680 Knoip 687 Knuyst 275 Knnyt 381, 382 Knuyver .... 47, 48, 231, 234 Cobbinck 306, 325 Cochius 245, 246 Koeckebacker 89 Koekoeck 307 Coel 576, 577 Coelen, van 676 Coelne, van 495 Coenen, Anneken 216; Diederik 566; Jacob 84; Jantgen 606, 607; Maes 136 Coerman . . . 202, 305, 327, 632 Koeter, die 98 Coets 29, 214, 223, 740 Coignet . . 670 Coymans, Coeymans. . . 668, 669 Cock, Cok, Cocq 286, 287, 289, 305, 312, 327—329, 334, 416, 418, 428, 446, 503, 546, 571, 623, 686, 696, 699, 728 Cock, Cok, Cocq, de en die 94, Bli. 313, 331, 337, 366, 367, 378, 385, 388, 464, 482, 485, 488, 494, 503, 504, 604, 656, 668, 671, 672, 678, 680, 691, 692, 712, 734, 767, 770, 775, 776, 789, 795, B5 Cock van Delwynen, de 322,346, 362, 510, 531, 535, 574, 614, 615, 624, 655, 667, 672—675, 727, 728, 790 Cock van Haeften, de 64, 100, 322 Cock van Kerkwyck, de 615,616,667 Cock van Nederynen, de 504,537— 539, 550, 551, 574, 578, 706 Cock van Opynen, de 104, 115, 275, 318, 333, 338, 339, 373, 425, 503, 524, 533, 545, 564, 565, 717, 797 Cock van Ryswick, de . . . . 675 Cockburn 583 Kol 80 Ooien, Coole 592, 738 Colenberg, van 230, 498 Oollert, Collart 30, 207, 208, 272, 448, 596 Collot d'Escury 64 Comans 352 Konings 218 Coninck . . 4, 221, 338, 407, 561 Koocken 650 Coolhaas 714—716 Coolwyk, van 118 Coop 682 Coopszoon, Egon Derxe . . . 695 Coorncoeper 341 Koot 412 Cop, van de 357 Copes van Hasselt . .23, 124, 625 Koppart . . 693 Coppelaar 698 Coppelink 404 Koppers, Cuppes 117 Coppier 402, 405 Corbits 193 Corffszoon, Johan Stolts 708; Stoot 488 Cornelii, Catharina . . . . . 143 Cornelissen, Cornelis, Bernardina .... 376 „ „ Christiaan .... 158 „ Dirk 754 „ Egen 504 „ „ Gysbert 758, 759,772,798 „ „ Hendrina .... 217 , „ Henrick. . . 297, 772 „ „ Herman 297 „ » Hillebrand .... 692 „ . Hobert 548 , „ Jan . 56, 59, 520—522 „ „ Cornelis. 432, 434, 534 825 Bis. Cornelissen, Cornelis, Otto. . ■. 390 Corsterjsz, Sebastiaan .... 764 Oortenbach, van .... 28, 651 Cortie 680, 681 Cost 166 Costensz, Dirk 308; Seger. . . 296 Costerman . . 167, 178, 268, 404 Coten, van 416, 517 Coure, Curee, Cnrete, de la 375, 376 Cousyn 470 Kouterick Maess, Jan .... 373 Coutier 245 Couties 177 Kouwens 301 Coverden, Coeverden, van 1,186, 410, 415, 651 Coxie, van 149, 688 Kraaykamp, van 139 Kraay vanger, Kreifenger 149,170, 176, 180, 260, 261, 398, 524 Craan 21 Krab 134 Cracht ',. 455 • Kray ! 188 Krayveld 282 Cranendonck, van. . . . 698, 699 Crassier, de 356 Kraushaar ........ 559 Crausse, van den ...... 564 Krebber 689 Kreeft 66^ 67 Kreyestein, van ...... 688 Kreyink 170 Kreytenberg, van ...... 483 Krekel 766 Crellius 253* 254 Cremer. . . . 409, 597, 682, 714 Cremers 155 Crieckenbeek, van 717 Kriekman 151 Kryger, de 688 Orynen, Crynsz, Jan 750; Gaert 780; Nieske 414; Stees 590, 780 Cristiaans, Jan 42 Kritien, Claes 734 Crytier, Kritier. ...... 492 Crol 140, 143, 144, 768 Crom : 582, 583 Cromhuisen 61, 62 Cronenborcb, van .... 386, 755 Cronstrom, van ... 62, 63 297 Croon 776 Cruchten, van 143,152,216,267^ 269 Cruyff 431 Kruythof, Tilenius . . . 355, 580 Kucheuius 374 Kuyck, Cuyck, van 481, 544,545* 555,620, 751, 757, 773,796, B2, B6 Cuyck van Meteren, van 462, 545, 550, 670 Blz. Kuyl van Trojen 476 Kuiper, Cuyper, Cuypere, Kuper, Cuper 31, 58, 156, 178, 187, 228, 229, 232, 649, 650, 654, 715 Cuysance, de 160, 192 Kuysten 37, 413 Kuyt ] 669 Culenborch, Cuylenborch, van 1, 36, 43,107, 159, 225, 319, 320, 342, 343, 345, 346, 351, 366, 367, 393—397, 435, 466, 467, 471, 473, 476, 482, 528, 537 550, 551, 556, 574, 601, 611, 727, 735, 769, 774, B6, B7 Cunaens 636 Cuningham . .* 721 Cup .' .' .' 583 Czartoriski 124 Ladder 638 Laeckhuysen, van . . . 323, 324 Laen, van der 675, 728 Laer, van 387, 388 [ Laer, van de . 694, 695, 715, 716 Laet, de .... . 489, 491, 688 Laets . 43a Lagenesse, van 423 Laignier, de 475, 430 Lalane de Duthay, de ... . 224 Lamberts, Lambers, Henrick . . 136 » „ Jan. ... 56 » r, Cornelis . . 535 » » Peter . 765, 770, Lamers, Lammere, Lambertus 243; Peter 21 Lammeree 554 Lande, van de 177 Lander gl5 Landman 426 Lange, de 305,' 528 Langen, van 439, 684 Langeraick, Langreke, van 183, 188, 310, 325, 329, 337, 511, 529, 531, 534, 759 Lanckvelt, van 689 Lannoy, Launay, de. 222, 262, 584 Lans 672 Lanscroon, Lantscroon, van 40, 331, 512, 520, 523, 533 Lansdael..... 680, 683, 691 Lanssel 178 Lantmeter, Jacob die ... . 673 Last 795 Laurens, Jan 452; Willem . ! 141 Lauwen, Joban 795 Lauwert, Lauwart . . 30, 67 Lauwick, van en van der 25, 186* 248—250, 252, 259, 260, 289, 3R8, 380, 425, 446, 499, 556, 558—560, 565, 566, 569, 651, 757 826 Bil. Lauwreys, Baudeken 40 Leben, de ..... . 151, 154 Leden berch, van 542 Leefdael, Levedae), van . 170, 386 Leembeke, van 547 Leempoel 518, 521, 583 Leenders 268, 433 Leersum, van . . . 417, 420, 428 Leeuw, de 89, 165, 199, 279, 307, 364, 365, 409 Leeuw van Coolwrjk, de ... 45 Leeuwen, Lewen, van 82, 115, 116, 145, 173, 288,298,342— 344, 348, 363, 395, 402, 689, B6 Leeuwens 35, 199, 200, 205,227, 228, 499, 713 Leydecker, Leyendecker 176,179, 180, 264, 383, 610 Leyen, van 220 Leyenbercfa, van 287, 293, 305, 306, 308, 313, 329, 330, 460, 465, 473—475, 599, 601 Lever moei en 182 Leek, van der 9, 699 Lemkensz, Gerit Loy .... 686 Lemmenssoon, Rowyn Johan. . 621 Lennep, van 33, 53 Lenshoek 670 Lensink 395 Lent, van .118, 128, 179, 237, 244 Leoninus ......... 660 Lerinck 114 Leeier 216 Lestevenon 369 Leu de Wilhem, le 290,580,619, 737, 739, 762 Leups 210 Leur 352 Leuvensteyn 715, 716 Leveston, Lieveston . . . 113, 713 Levi 220 Levingston, Leveston 632, 633, 636, 638, 639 Lewe 444 Lexweerde, van 592, 743, 773, 779, 781, 796—799 Libotte 117 Lichtervelde, Ligtervelde, de 69, 704, 705 Lidt, Lid, Lith, van 641, 642, 654, 689, 691, 753 Lidt de Jende, van 115,304, 316, 323, 324, 356, 380, 424, 426, 430, 437 Lieftinck, Lichtlever 550 Lienen, Lyenen, van. . 75, 255, B4 Lier, Lyer, van .... 133, 276 Liesman 373 Liessent, van . 514 Liesveld, van .... . . 508 Bis. Lykerken, van 498, 501 Limburg Stirum, van . .110, 124 Lyna . 158 Lynden, Linden, Lienden, van 69, 72, 100, 102,104,110,143, 16), 162, 165, 213, 214,230— 232, 236, 237, 242, 256—258, 277, 278, 308, 314, 321—324, 328, 349, 352, 358, 362, 365, 393, 395, 407, 408, 425, 436, 444, 448, 499, 510, 531, 536, 564, 615, 672, 682, 710, 711 Lynden, Linden, van der 26,127, 199, 301, 426, 541, 543, 596, 710 Lindenholt, van 't 42 Lindworm ...... 182, 187 Lingen, van der .... 540, 761 Lincks 275 Lynslager 377, 378 linterman 413 Lippe, van der en ter 194, 453, 469, 486 Lippus, Lippes . . 162—164, 166 Lysens, Boloff. . . . . . .708 Lyssel, van 436 Lyster 389, 390 Lodewix, Lodwicbs, Goossen 662; Reiner 605; Wolter . . . .473 Loe, van . . . 5, 7, 130, 650, 708 Loefs, Christiaan 149; Godert 676; Rembolt 696 Loeckert 711 Loen, Loon, van 264—266, 393, 395, 631, 632, 635, 638, 640, 702, 723, 742, 744, 766—770, 772—774, 777—779 Loenen 705 Loenen, van ....... . 293 Loenresloot, van . . 327, 330, 422 Loetens 507 Loeven .... 215—217, 222 Loychssoen, Goris 503 Loye, Loven, Loy, Gerit 690; Johan 665, 677; Willem . . 697 Lookhorst, van 65,540,542,548, 704 Lommersum, van 24 Longnet 377 Lonkhuysen, van 139 Lookeren, van 559 Loon, van. Zie van Loen. Loos, de 633, 698 Losecot 475 Loten 342 Lottem 507 Louchier, Lochiers, baron de Soliers, de . . 72, 288, 300, 308 Louterbach, Louterbag .... 253 Louwesz, Loedwich Jan . . . B4 Louwiese, Lowiese . . . 86, 134 ' Louwters 357 827 Blz. Lubbertsz, Cornelis 534; Gerit -331 Loches, de 785, 786 Ludenzoon, Johan 708; Johan Egen Johan . . . 677, 688, 689 Ludolphs, Lndolph 783, 786; Peter 281; .Rolof ..... 604 Luib, Lueb, Luep, Lueben, Luben 18, 55—57, 145, 146, 173, 241 Luykens, Luitkens, Arnt 785, 796; Otto 776 Lnyten, Styn 274 Lnytgens, Boloff 297 Lncass, Gerit 47—49; Johan . 448 Lunnikhuisen 61 62 Lueance, de 160 Lutterveld, van 107, 377,388,419,446 Lutz .... 420, 663, 666, 695 Luxemburg, vau 27 Machielse, Willem 340 Maelewyck, van 653 Maerkerck, van 624 Maess, Maes, Elbert 775 » . Jacob 485 ■ ■ Jacoba . . 231—234 » » Jan Kouterick. . 373 * „ Willem .... 504 Maet, ter 177, 173 Maitre, le 21 Mackay .... 71, 214, 418,' 475 Malburch, Malburgen, Malbergen, Malborchgen, van 24,116,492, 493, 570, 626, 681 Malsen, Malsem, van 301, 340 501, 502, 509, 540, 541, 548, 549, 552, 568, 648, 700, 702, 704, 717-719 Mameren, van . . . 281, 664, 665 Man, de . . . 206, 223, 421, 423 ManeD, Maenen, van 284,417,690, 738 Marcelis, Jacob .... 690, 694 Jan 694, 746 i> Lyn 689 „ Otto 597 Marchal ' . 568 Mare, de .' 298, 532 Maren, van 322 Marix .' . ' 2i6i 217 Marck, vau 650 Marck, Mark, van der 32, 120, 539 Marcker 24 Marcus 217, 218 Marsche, van der 338 Martens, Martins, Alert. . . .686 n Cornelis. . . 458 « „ Dirk. . . .141 » » Jan . . 98, 687 ■• | Marten Jan . 686 » » Simon . . . 523 » | Willem... 783 Blz. Martini 57, 60, 173, 262, 263, 413, 414 Maschereel, van 398 Masen, van der . . 115, 506, 507 Mast, van der 571 Mastenbroek. . . . 216, 217, 515 Matenesse, van 398,563, 618, 764, 791 Matheusz, Gerit .... 521, 766 , Johan 688 „ Lam bert 697 ■ Willem. ..... 483 Mathyssen, Mathysz, Derck . 675 Elizabet . 216 „ Hendrik . 234 Mauderick, Maudric, Malderich, van 345, 351, 441, 511, 569, B8 Mauritsz, Johan Ferdinand 692, 705 Maximiliaan, Jan .59 Medevoort, van, Mevort 151,153* 154 Meen, Mehen, Meehn, van. . . 439 Meer, van 535 Meer, van der 551 Meere, van 259 Meerhout. . . 735, 736, 752, 761 Meerman 450, 451 Meessen, Henrick 390 Meeuws, Meuwsen, Meuss, Meusz, Gerard..... 770 , Gysbert .... 768 ■ ■ Goossen . . 767, 768 , » Gooswyn . . 723, 750 t „ Herbert .... 769 » Hubert 537, 589, 725, 744, 746, 768 » Hubert Hubert. . 593 „ Jan 234, 724, 725, 743, 782 „ „ Peter 19 Meges 120 Meyden, van der .... 646, 648 Meyèr .... 140, 267, 670, 683 Meyerssoon, Gerit 750 Meynert 128* 529 Meinertzhagen, van 194 Meynhardt . 119 Mekeren, van 25, 34, 67, 68, 75 76, 113, 125—128, 138, 143! 148, 182, 222, 238—240, 249 264, 274—276, 294, 295, 333, 334, 405, 511, 515, 588, B5 Mei m er 646 Mels 673, 675* 678 MelsiDg 484 Melvill 382, 527,' 639 Menten 700 Merenborch, van .... 766, 769 Mergelinch, van der 260 Merheim, Merem, van .... 250 Merkenhoff, van 120 Merkesteyn, Marcksteyn, van 301, 504 828 Blz. Merode, van 2, 7, 22, 79, 237, 540, 542, 548, 618, 718 V* Merode, Scheiffert van . . 605, 668 Merten, Meerten, Mertyn, van MjüU^ 343' 368- 373' 374> 379> 574,-768 Merwede, van der 141» Merwich, Merwick, van 64, 65, ^"V" * 67, 78, 186, 252, 417, 425 Mes , . . 124 Mesteeker 692 Meteren, van 291, 301, 319, 327, 421, 545, 551, 567, 568, 689 Metselaer 697, 698 Metternich van 431 Mengeling, van den . . . 262, 263 Meuleman . . 218, 571, 588, 594 Meniën, Moeien, van der 18,19, 60—65, 166, 273, 286, 296, 297, 303, 327, 328, 636, 641, 662, 776 Meurs, van 156, 169, 183, 232, 395, 420, 444, 492, 566, 600, 615, 616, 630 Meuter 706 MeuvveD, van 518 Meverden, van 82,104,193,204— 206, 373, 425 Michiels, Hendrik 25; Johan 293; Quirin 761 Middachten, van . . . .114, 524 Middelkoop 385 Middelwyck, van . . . 99, 333, 378 Middendorp 218 Mieden, van der . . 224, 232, 234 Mil, van 525 Mylen, van der ... . 276, 409 Mylendonck, van. . 307, 311, 313 Millander, Meiander. .10, 113, 720 Miltinck, Myling 113, 114, 209, 329, 335, 461, 576, 752, 777 Mink wit, de 177 Minningen, van 483, 528, 627, 628, 686, 687 Mynschart 147 Mirlar, van ... . 143, 487, 547 Mist, de 13, 14 Moeien, van der. Zie van der Meulen. Moens 532 Moerbeecke 174 Moert 134 Moet 533 Mol, Moli .... 412, 414, 712 Moldicb, van 259 Moleken 247 Moliart, Molliart, Moiliart, Moljaert. . 2, 24, 487, 495, 660, 718 Mollerus 451 Molner, de, 's Molneer, Molner 529 531 711 Mom 27, 28, 106, 107, 150,153' 155, 173, 174, 184, 187, 209, Blz. 286, 352, 363, 727, 728, 734, 735, 754, 755 Momber, de 186, 235 Momma 232 610 Monk, Mank ] 387 Mont 701, 705 Montfort, van . 182, 184, 189, 311 Montiseau, de . 377 Montmorency, van . . . 630, 631 Mook, van 215 Moorrees 14, 15 Moring, Moringh, Morinck, Mor- rinck . 490, 628, 638, 640, 661 Morlet 187 Morssel, van 241, 242 Motzfeld, van 392 Moutsoen, Evert Gysbert . . .BI Mouwick, van 259 Muys 175 Muysken 489, 491 Mulder 419, 445 Mulickom, van 250 Mulicum, van 149 Muller 222 Munchausen, van ..... 132 Munster, van 44, 45, 226, 227, 422 550 562 Munter . . . 162, 165,' 257,' 277 Munter, die en de . . . 735, 780 Murmelen, van 364 Musch 133 Naaldwyck, van 651 Nachtegaal 719 Nagel), van 38, 259, 788 Nagels 177 Nas, Nass, 177, 178 Nassau, van 28, 74,159,320,321, 350, 394, 468, 486, 720, 721 Nefkens • . 671 Neys 705, 706 Nelenss, Boudewijn . . ... . 723 Nerynx 430 Nes, van 662, 666 Nesselrade, van 198 Netler 445 Neukirchen gen. Nyvenheim, van, Nyvenheim, van 42, 126, 127, 167, 174, 229, 246, 277, 319, 536, 603 Neurenbercb, van . . 632, 633, 643 Neuten 519 Neve 707 Nydeggen, van 67, 78 Niekerk, Nykerck, Nieuwkerk, van . . . . 312, 344, 542—544 NyeU van 185,336, 453,454, 469, 471, 472, 479, 603 Nienborcb, Nyborg . . . 156, 158 Nyendam, van 439 829 Blz. Nvenhuys 359, 360 Nyenraide, Nyenroide, van 96, 308, 410 Nyensteyn, Nuwenstein, van 335, 529; 591 Niepoort, Nyenpoort, van der 14, ... 15, 780 r>iers, van de .118 Nyewael, Nyewyl, van .... 664 Niftrit, van 142 Nyhoff " . 149 Nyhoff, Nyehoff, van . . 90, 91 Nicolai 678 Nyvelt 18 Nyvelt, van 82 Nyvenheim, van. Zie van Neukirchen gen. Nyvenheim. . Nobel 242 355 Noey, Noy 144, 145, 155, 293,' 633 • 344, 380, 381 Noordberg 359 Noort, Noirde, van . 363, 376, 407 Noorth, opten 149,176,427,635, 639> 728 Noot, Noit, Not 32,129, 298, 395, 532 Noot, van der 19, 659 Nuel, ten I87 Nnyen, van. . . . 217, 2*18 224 Nuys, van ... . 240, 666, 695 Nulant. Zie Ingennulant. Obbendorp, van 192 Oem van VVyngaarden . . 489—491 Oesten, van 592 797 Oever, van . . 459, 481, 658! 689 Oever, van den 331, 494, 503, 520, 663, 715, 757, 767 Oye, Oyen, van 3—7,10,12 121 226, 282, 287, 340, 343.' 354, 361, 364, 381, 428, 462, 769, B7 Oyen, Cock van . . . 287, 428 Ockhorst. . . 149, 161—165, 246 Occo 97 Olden, van .178 Oldenbarnevelt, van 722 Oldenbockum, van 617 Oldenburg, van 239 Oldenneel, van 105, 406 °Jy- 331, 550 Uupniersoon, Seger 88 Omer, de Saint *■)...... 27 Ommeren, van 147, 175,260 295* 385, 388, 391, 419, 542,' 672 Omphal, van . . . 426, 427 559 Ongel, van den B8 Onkruyt ... ' 124 I .' 146 0om «715 Blz. Oort, van . . 109, 550, 566, 567 Oosterbaan 633 Oosterling 622 Oostervelt, van. 376 Oosterwyck, «ter 337, 456, 474, n j 477, 513 Oostheim, van ....... 209 Oostrum, van 28, 338,410—412, 415—419! 741 Oostvrieslant, van. . . .160, 192 Opheyden, Driessen 172,173,261 263 Ophuysen . .345 Opinen, Arndt Janssoon van . . 459 Oppenraay 220, 233 Optennoorth. Zie Noorth. Opweert, van 10 Os. van ..... . 95, 354! 301 Osch, van 514 522 Osy 30, 49! 592 Ossenbroeck, van 43 Osthoff 559 Ottens, Otten, Aert. 540 „ , Alert .... 787 „ • Boudewyn. . . 754 Dirk 41,140,677, 783 Emilia .... 219 Gerit .... 341 Geurt .... 435 Jan . . . 419, 434 Johan, Derck. . 693 Cornelia . 364, 365 Ot 598 Peter 66 Willem 90, 337, 512 Otters . . 263, 265, 628, 687, 737 Oudenaller, van 581 Outheusden, van 302, 541, 575 603! 702 Oven, van ... 47, 49, 229 234 Overdevecht [ 530 Overpelt _ gg«> Overschie 255, 256* 273 Overstege, van 358 Overrhyn, van 325, 329,336, 355! 621 Paal . 522 Pabst, van ] 263,' 392 .Paddenburg, van 419 Paddenpoel, Sas geheiten . . . 442 Pagniet, Pangniet, de 174, 322*, 346, 348, 388, 426, 427, 536, 559 Paling 31 Pallada 268 279 Pallandt, van 201, 320, 351, 36ö! 367, 394—396, 540, 542, 548! 774 Palm £amP»8 . 504, 633 Pannekoeck 196,244,259,346,382, 602 1) Het register heeft ten onrechte van Sant Thomars. 830 Blz. Pas de Feuquières, van ... 45 Pasques de Chavonnes . . 21, 546 Passavant 534 Passer 2 Pasway, van \ 508 Pauw, Pauwen, Pau, Pawe, de Paauw 134,391,490,494—496, 545, 689 Pauwert, van den 107 Pavordt, van de 210, 234, 435, 436 Peepken, Johan 708 Peesch 291 Peyrou, de 257 Peïd 120 Peletier 56O Pelgrimsz, Adriaan m Pelgrom 370 Pelichy, de 97 Pels 208, 547 Pelser 91 Penderaed, Pendraet 409 Penninck, Penningh 240, 247, B3 Perceval, de 29 Peregrinus 374 Pergens 727, 728, 776 Perponcher, de 540, 541 Perric, Hamer 299 Peters, Aert 520 522 - Alyt 5 Antonis 758, 759 Arnt. . 240, 264, 696, 697 Auken 533 „ Dirk 309, 530 „ Gadert, Gaert . . 683, 690 Gerit 110, 111 „ Geurt 54 Gysbert .233 „ Gysbert Hacken . . . 490 I Hans 264 Henrick 550,551,626,627, 690 Johan 144—146, 494,550, 759 „ Claas . 58 ■ Lamertje 218 Offraen 485 Peter 404, 621 „ Roelof 527 Teunis 140, 141 Willem. 303, 752, 772, 773 . „ Wouter 40 Petersen, Ernestus Jacobus Baron 453 Pieck 69, 72, 101, J02, 104, 105, 108, 110, 112, 114, 168, 184, 188, 206, 227, 239, 271, 280, 281, 289-291, 299, 302, 338, 424, 425, 427, 452, 463, 468, 479, 488, 493, 505, 531, 537, 545, 556, 560—563, 565, 568 Blz. —575, 579—582, 584—596, 599, 600, 602, 618, 619, 624, 628, 629, 653—655, 657, 658, 663, 674, 681, 682, 684, 706, 717, 718, 723—730, 732—748, 750—760, 762—764, 766—781, 783, 786^-788, 791, 792, 795—798 Pielat 628 Picard 347, 348 Pyl, van der . 416, 486, 487, 794 Pyn 240 Pynsen van der Aa 422,423,566, 587 Pipenpoy, van 85 Piper 246, 334, 340, 412, 416 — 418, 517, 518, 583 Pylsher 58I Planitz, van der 524 Plas, van der 716 Platen 268 Pleger 124 Pleys '.188 Plettenberch, van 452 Plyster 186, 187 Ploenis, Peter 66, 67 Plotho, Edler van *) 89 Podelwyck 464 Poeyens 196 Poel, thoe 210 Poele, van den 482 Poelgeest, van . 144, 548, 681, 718 Poelmans 82, 133, 661 Poelvys 113 Poelwyck, van 154, 181—183, 186, 208, 209, 211, 225, 240, 247, 248, 252, 345, 383, 408, 674 Poes 408 Poirt, Poirten, van der 602, 752, 753 Poirter, Poirter, den . . . 694, 717 Pol, de St 728 Poll, van de en van den 31. 74, 85, 87, 94, 97—99, 101, '102, 105, 110—112, 122, 141, 170, 208, 296, 314, 334, 372,425— 427, 431, 448, 449, 466, 483, 516, 599, 622, 649, 684, 689, 690, 692, 694, 695, 699, 700, 711, 757, B3 Pollen, Rolof 601 Poningh 502 Pons, Ponsen 104, 111,115, 358, 402, 404 Poorte 452 Portone 386, 387, 389 Portugal, van 27, 28 Portzen, van der 229 Pos 376 Post 282, 524, 559 Potou 154 1) Het register heeft ten onrechte P1 a t h 0. 831 Bk. Poulssoen, Pouwels, Jacob 503; _ Jan 784 Praet, van 26 27 Presichaven, van 147, 176, 177, p . . , 179, 180 Pnck 226, 227 Probach \gQ Pruym 359 Pruyssen, Pruisser . . . . .715 Pruyssen, van 485 Puchler, Puchlaer . 475 Puderoyen, van . 719 Puflick, van 126—128, 247, 329* 335, 337, 340, 402, 531' 649 Pulle, van 701 702 Putman 330 Puttenius, Pittenius 210 Quadt en Wyckraet, van 7, 10, 45, 123, 152, 198—202, 227, 271, 272, 449, 603, 685, 710 Quaedpaap gg Quattermart i) van der Stessen . B7 Queeckel7go Quesne, du '. qqq\ 671 Quirynsz, Quiryns. Zie Crynen, C r y n s z. Quint 42g va" 218,' 221 Kademaker, Rademaecker, Ramaker .... 92, 93, 541, 678 Radziwill, Badzevill 124 Raephorst, Eaporst, van . 230, 461 Raesfeld, van 12, 31, 159, 256, 288, 295, 314, 334, 349, 398, 399, 411, 412, 417, 452, 456, u _ [l 526, 618 Raet, Raat, Raedt, de 239, 302 331, 493, 495, 503, 507, 509* 576, 603, 662, 761, 775 Kaets .431 5asay- 135 Kam 132 5gj Randwyck, van 9, 18, 19,29,34" 53, 56, 58, 60, 74, 214, 215 218, 219, 221, 223, 227 230* 278, 299, 381, 382, 407, 532* 600, 659, 684, 685, 710 Kanst, Ranss, van . 786, 795, 800 Ranst Kemp g70 Rappard, van , ' 201 Ravens, Adrian Jan 689; Andries Jan 675 Ravensberch ..... ' 307 3 Ravenschot, van .... 89 426 Ravensteen, de bastart van Erckel geheiten 572 Raver, die ' 341 Blz. Ravesteyn, van 528 Ratingen, van . 240, 261, 262*, 566 Rechteren, van . . 83, 94, 586, 629 Redinchaven, van. . . 16, 30, 196 Redlich 384, 339, 390 Ree, Rhee, van g34 Reede, van 51, 69, 72, 94, 104 256, 349, 350, 353, 360, 384, 407, 410, 443, 542, 711 Reede van Oudshoorn, van 558—560 Reekum, van 502 Reemst, van 182 Rees, van . 190, 201, 203, 206,' 232 Reet . 552 Reetraet, van 373 374 Reyde, Johan heer to . . . ! 293 Reidt . 552 Reidt, van . 180 Reyers, Reyersen, Cornelis 622; Harman 91 Reigersbergen, Reigersberchen, van _, ; 573, 792 Reynders, Willem 146, 339,426, 427 Reyners gen. Sterck, Gaert . . 473 Reynerz, Johan 340 Reynolts, Reinalts, Gysbert 474*. 477; Waltart 598; Walter. . 401 Reek, van der 252 Rekelinchusen, van 341 Remboltssoon, Rembolt . 66, 708 Remen,Rhemen, van 61,186,252, 297 Renesse, van 53,83,96,106,135, 194, 205, 258, 286, 289, 290,' 307, 309, 317, 334, 561, 618, 640, 642, 647, 648, 731, 765 Reigers 53, go—62 Renoy, van 782 Renssen, Rensen, van . . 142, 249 Repelaer 515 Reuk, de •...-...' ' 493 Reus, de . .." 518 Reuver, de. Zie de Roever. Ribeaucourt. de 705 Ridder .' .'512 Ridder van Groenesteyn, de 152, 276, 278, 416 Riemsdyk, van 75, 76, 87, 88, 101, 105, 113, 121, 231 311, 313, 323, 330, 333, 338, 412, 417, 420, '423, 424, 428, 439, 521—523, 658, 682, 700 Rjet, van 727, 728, 776 Rigters 25 Ryck, Ricke, de . . 530, 5*83, 605 Ryckart, Rykart .... 652, 654 Rycken, Ryken, Rieken, Claes .... 143 „ Cornelis Janssen 119 1) Het register heeft ten onrechte Quartermarck. 832 Blz. Rycken, Ryken, Rieken, Hendrina . . . 234 „ Henrick . 39, 434 „ Jan 267 * „ Maria .... 118 Ryckerts 642 Ricolts, Rembolt 66 Ricquynsz, Gysbert 733; Joannes 751 Ryn, van ... . 116, 373, 386 Ryn, Rhvn, Ryne, van den 207, 344, 569, 574 Bynberk, Rynberck, van 348, 487, 542—544, 554 Rynen, Rienen, Ryenen, Reenen, van 59, 421, 532, 565, 566, 651 Rink, Rinck 277, 301, 312, 313, 354, 361, 369, 459, 546, 607— 609, 611, 612 Ryns, Reins, van 488 Ripperda 135, 700 Rysingen, Ryssingen, van 172, 173, 262 Rysoort, van 592 Ryssel, van 503 Ryswyck, Ryswyc, van 175, 264, 310, 324, 325, 336—338, 530, 550, 645—648, 675, B2, B7 Ryth1), van der 618 Riviere, de la, van de. van der 605, 668—670, 720 Robart, Rhobart 214 Robbe van Avesaath. 732, 733, 763 Roberts, Jan 481 Roche, de la ... . 2, 36. 351 Rode van Hekeren, de 461, 463, 464 Rode, Roden, van 96, 597, 792—795 Rodenberg, Rodenborch, Rovenborch, van . . . 2Ó2, 247, 294 Roeden 310 Roegen 207 Roelofs, Roelofsen, Rolofs Arnt Gerrit . . 687 | , Baudeke . . . 677 | Ij Dirck .... 2 • Falck 465, 474, 476 i „ Frederik . . . 112 . Gysbert . . .798 „ Hein . . 696, 697 » ,. Hendrik ... 4 . J 47 „ Johan . . 341, 708 „ Roelof 49, 142, 412 , Seger .... 341 „ Wolter. . . .298 Roemt, van 577 Roen, van 581, 584 Roes 247 Roest 250, 269 r. Blz. Roever, Roevers, Rover 129,133, 340 Roever, Rover, Reuver, Rover, de 1 231, 284, 293, 298, 302, 316, 330, 331, 333, 335, 513, 578, *° 603, 698 Roever van Buren, de . . 97, 98 Roever van Tuyll, de . . 578, 579 Rogaar 445 Rogman 195 Roy, Roye, Roide, Royde, Rode, de en die 393, 446, 450, 593, 744, 745, 748, 749, 772 Roide, van den 516 Royen, van ...... 353, 354 Royer 711 Rockelfingh, van 130 Rokesen 330 Rom . . . 277, 312,313, 608, 720 Romare, de 364 Rombius 187 Romeyn 167 Römer 746 Roodkamp 142 Rook, Roock, de . . 543, 544, 549 Roorda, van 236, 447 Roos, de 234 Roosboom 489, 491 Roosboom, van 616 Rootbeen 218, 219 Roschet 420 Rosecrans 573, 651, 792 Rossem, van 10, 168, 183, 188, 280, 284, 287, 288, 291—294, 300, 306, 308, 310, 314, 323, 324, 330, 332, 390, 441, 447, 451, 452, 456, 461, 463, 475, 479, 480, 515, 547, 548, 569, 613—615, 623, 629, 650,656— 658, 661, 663—666, 673, 681, 703,717,719,720,727,759,764, 776 Rossendael, van 304, 305 Rost 646 Rosworm 678 Rottenborcb, van 328 Roubymondt 714, 715 Roukens. . 14, 239, 257, 409, 705 Rouw, Rou, Rowe, de . . 457, 458 Rovelasco 338 Rufels Burgers, Halewich . 225, B2 Ruysch, Ruys . . . 342, 379, 557 Ruyter, Ruter, de 33, 108, 150, 153, 276, 391, 416, 565, 651, 790, 794, 799 Ruken, Heynken ...... 30 Rullen, van 658 Rumpf 500 Rumpt, van. . . < 524 - Rupertus 223 1) Het register heeft van Br och urn. 833 Blz. Rurmunde, Willem Kellener van 3 Rutenborch, Rutenberg, van 421, 501, 6841) Kutgerssoon, Rutgers, Aert 508 . Derk Hendrik 146, 376 ■ » Fytjen .... 146 » „ Florentina . . . 147 | „ 'Gerit 146 „ „ Gosen 300 „ •> Hendrik .... 146 „ Hubert .... 785 » Jacob . ... . . 286 „ „ Steven .... 146 - Wyer ..... 90 „ „ Willem .... 146 Ruwe, de ....... 506, 507 lui wens 219 Sadelmaker ]86 Saegman ■ 636 feagten, van 76 Saliant, Sallandt, van 252 407 710 galm ! 622 Salonthay van Salontha . 15 gflm 233, 41-7-" 418 team, van ...... 283, 284 banison 220 Samuels, Hendrik 139; Jacob .' 365 Sandbrink 404 Sande, van ...... \ [ 554 Sande, van de en van den, Sand van de 32, 49, 50, 127, 137 138, 148, 176, 304, 307,311— s a ,a 313' 341' 435- 546 Sanders 161—163, 169, 170,173, q 1 , 246, 247, 271 bandyk . 171 243 Sandvoort, van den • . . . ' 27 Sandwyck, Sandwich van 437* aa u „ 441 • 44g. 705,' 708 I oandwyck, Tengnagel van . 9 Sarissoon, Peter ... ' 549 g»s • '• • • • 337, 441, 442,' 692 I toasse g^g Sauleen, van . . ' 55j Saxen, van ....'.' 320" 396 Schaap, Schaep .... 216, 527 ocnaapsmeer . . ggg gchadd . . . 359, 360, 453,' 471 Schade g^2 Schade van Westrum . ' 64 |c,hac'ee • .'.'.' 199 N Schaderp 511 < Schadyck, Schaedyck, Schaeck' < _ Schaayck, van . . 231, 374, 379 i Schaecken 495 i behagen, van .... . 545 788 é ■ a Blz. i Schans j]8 Scharp ...;.!!;; 639 ) bchas Scheel, van Uitinghof gênant 214, 710 > Scheerre, die, Scheerre, Scheerer, > Scheeres 136 1 beheers 242 Scheyd de Gronlart . . . . . 584 1 Scheyderuyt de Vos. . . . . 619 Scheid ius 209 Scheiffart van Merode 237, 605, 668 Schei ffert. . . . . 226, 237 238 Scheldenberch ' 456 Schellart van Obbendorf 85, 391, 393, 709 bchellekes, Schelkes . . .145, 173 Schenck 550 Schenck van Nydeggen 26, 28* 21], 212, 439, 440, 510, 760 ochepman 322 Scherpenzeel, van 29, 102, 103 253, 254, 295, 393, 394, 425, 563, 598, 599, 605, 614, 741, « , . 787, 788 gchetz 421—423 Schevick, van 207, 208 Schevichaven, van. . . . 526,' 616 Schievelberg Bekking . . 580, 722 fj^if 238 bcnilmans 3)5 Schimmelpenninck . . . 6,57, 77 Schimmelpenninck van der Oye o , , 255, 322 ocnlaun 527 593 Scbmits 208, 209 gchoeck 496, 530 bchoemantius 374 Schoen 673, 674,' 693 ochoenmaker 19 g^g Schoercap, Schoirkap 677, 693,' 694 Scholier 409 Schomeker .' . 207 Schonauwen, van . . 488—49o! 648 Schonenburgb, van 512, 513,520,' 523 Schonensoons, Rolof 112 Schoneveld, van ....'" 552 Schonck •. . ' 234 — Schoock, Schook 483, 496, 497 507, 548, 549, 579, 619, 690,' 721, 731, 737, 741, 753, 754, 762 bchoon . Schoreken, Scorken .....' 401 Schorrenbercb, van . . . 125' 326 Schot, Walter 631,632,635,638! 640 —r Schouten ^88 Schouw ....... 04.0 Schrage -133 1) Het register heeft ten onrechte van Ratenborch. 53 834 Blz. Schrassert 624, 647 Schreuder 445, 448 Scriba 712 Scriver, van den Broeke geheiten 185, 186, BI Schryver 231 Schroot 576 Schuier, van. ....... 462 Schuil, Schul 247, 281, 282, 356, 428, 438, 469, 528 Schuilen 304 Schulte 700 Schuren, van der.... 26, 446 Schut 172 Schutten 358 Schwartz 49, 50 Schwerin, van 170, 199 Sebens, Henrick 136 Seelen, SeelkenszkSelenz, Everhart 488 * „ Geurt 55, 58 „ ■ Seelken. 751 Segen, van ... . 546, 547, 684 Segers, Adriaan 331 „ Anselmus 243 Gerit 90, 494 Grietien Baltus. . . .331 „ Henrick 626 Seysse, van 378 Selle 85, 391 Seis, van Loben ...... 33 Semeyns 381 Senden, van 354 Sennewynen, van 534 Senselle, van 17 Seps, van 591 Setten, van 144, 363 Sevenaer, Sevener, Zevenaer, van 95, 126, 151—153, 275, 383, 396, 450, 729, 755 Sevenbergen, Soevenbergen, van 628, 658, 757 Sevenborn, van l) 698 Sevenhuysen 583 Sevenhusen, van 723, 757, 767, 768, 770 Simons, Simonsz, Gysbert. . . 504 » ■ Johan . . . 485 „ » Seger . . . 525 Sin deren, van 3 Singendonck 62, 63, 71, 80,135, 136, 265 Bittert, van 683, 689 Sywen, Floerken .... 586, 629 Slingelant, van, 464 Slingervoet .... 209, 400, 414 Sloek 380 Sloekenbier 263 Blz. Sloesen 703 Sloit, van den 549 Sloot 531, 541 Sloot, Slote, van den; Sloten, van 666, 676 Sloot gen. Crom, van der . . . 583 Sloot, Hamaker gen 566 Sluymer 594 Sluiseweide 390 Sluysken 180, 412,424,431,432, 434, 436, 507, 609 Slunger 18 Smale, de 604 Smalevelt, van 208 Smeets . 133 Smeitsz, Andries Grote .... 687 Smet, de 350 Smets, Claes : 207 Smissaert . . 372, 384, 385, 388 Smit, Smyt 632, 691 Smit, die 441 Smite 21, 34, 62, 63, 70, 77, 78, 117—121, 126, 127, 135, 210, 234, 243, 468, 546, 707, 737 Smollener 697 Smoutryem 465, 478 Smullinck 335 Snabbe 261 Snel, Snels 369 Snellenborch 780 Snyder 505, 506, 779 Snyder, de en die ... 504, 595 Snoecke 459 Snoecks 628 Sob 429 Sobben 133 Soer, Zoer 261, 262 Soermans 663 Soetekouw 118—120 Solms, van ... . 468, 486, 707 Solner 124 Somer 773 Someren, van 91, 93, 118, 119, 610, 614, 615, 683 Someren, Hofman van . . . .713 Sommervail, Simmervail . 635, 638 Son, van 607, 609, 611 Sonnendach 259 Soudenbalch, van 429, 436, 561, 562 Soukens 339 Spaen 211, 255, 401, 440, 478, 534, 542, 544, 653, 773 Spangen, van 106, 107 Spanjaard 639 Spaur2) van 160 Spee 219 Speyard 145, 152 1) Het register heeft ten onrechte van S 2) Het register heeft ten onrechte S p a e 1 ievenbergen. r. 835 Bk Speyard de Woerde 164,277—279,790 Speyors 139, 158 Spengler 432 Spiegel . . 455, 465, 466, 673, 683 Spierinck, Spirinck 150,153, 155, 156, 609, 696 Spierinck van Wel 575 Spyck 120, 121 Spyck, van ... . 775, 784, 786 Spycke, uit den ...... 623 Spyk, van der 436 Spyker 506, 507 Spillenaar . 396, 397, 518, 528, 733 Spithoven 348 Splinter 110, 111, 447, 724,725, 729, 742, 778, 779, 786 Spoltman .... 176, 180, 240 Spruyt 423 Staats 97 Stael 771 Staye, van den. 65 Stam 495 Stameler van Uden 95 Stammen, van 198 Stapelmoer 357 Stappershoeff 745, 748 Stappis 220 Stecke, Steek 703, 781 Steegen, Stegen, Stege, van der 251, 658, 661, 664, 665, 693, B6 Steeland, van 12, 13, 157, 166, 317, 326, 422, 423, 431 Steen, Steyn, van den en van der 86, 115, 201, 203, 206, 207, 305, 324, 430, 475, 476, 685, 688 Steenbergen, van 38, 155, 235, 248, 789 Steenbruggen, van .... . 680 Steenhoff 222 Steenhouwer 298, 364 Steen huys, van 13, 18, 19, 20, 69, 70, 126, 157,166,167, 269, 275, 321, 600 Steenhuyg, van den 100,128,191, 192, 286, 293, 295, 296,301304, 310, 324, 325, 337, 338, 425, 482, 506, 516, 519, 526, 527, 529, 533, 534, 602, 603 Steenis, van 301, 533, 567, 568, 686 Steenier, van 154, 172, 221,261, 262, 659, 670, 675 Steesz, Steeskensz, Dirk . . . 622 Gerit Jan . 620 Johan . 456, 610 1 x Marcelis . . 780 « „ Quiryn . . 780 Stein van Golonesse 132 Steinborn, van 722, 723 Ut. Steynfoorde, van 630 Stepraet, Stepraedt, van 7,33,34, 36—40, 45, 258, 295,515,516, 713 Sterck, Sterk, Starck 95,456,458, 473, 474, 662, 692—694 Sterck, Gaert Reiners gen. . . 473 Sterck, van Tefelen gen. . . . 683 Sterck, die 676 Sterckenborch, van 656 Stern, van der 86, 435 Sternken . . . B5 Stessen, Quattermartx) van der B7 Stevens, Art 90; Gaert 757; Peter 497 Stichter 756 Stip 445 Stoer .139 Stock 14, 307 Stock, van tf70 Stokker ... 508 Stokkum, van 333 Stolt 703 Stoltekorff 702, 708 Stommel, Stommel, van . 22, 684 Stoppelar, de 659 Story . 89 Storm 530, 533, 534, 676, 677, 693. 771, 783, 784, 786, 791, 796 Storme 248, 500, B3 Stormg van Huesden .... 241 Stout, Stoute, die, Stout . 690, 693 Stootenburch, van . . . 386, 387 Straetman 24 Straetsborg, van 597 Stralen, van 334, 421—423, 438, 496, 497, 589, 744 Straten, van 33, 670 Straten, van der 24 Streppers 70 Strevel 749 Strevelant 751 Stryen, van 717 Strick 112 Strick van Linschoten . . 324, 564 Strube 665 Stuyvenberg, van .... 107, 312 Suchtelen, vau 47, 49, 305, 307, 309 325 Suyrmont 281, 303, 304, 386* 387, 697, 698 Suys 615 Swaen, Swaan 253,254,334,433, 520—522, 638, 646, 689, 718,' 721, 722, 745 Swaenswick, van 174 Swambach 76 Swanenborgh, van 48 Swansbel, van 29 Swart, Gruys de 321 1) Eet register heeft ten onrechte Quartermarck. 53* 836 Bli. Swarte, Swart, de, Swarte, Swart 129, 299, 408, 529—531, 555, 696, 730 Sweers, Derk 35 Sweers de Landas . .83, 131, 132 Swelm, van 233 Swertscheit, Swertschey.... 456 Sweservnen, van 585 Sweten, van 294, 308, 310, 313, 314, 406, 450 Swol, van 384, 408 Taay. Taey 291, 319, 329, 339, 773 Tap . 134, 410,419,424,428,432 Tapper 143 Tarée 214,432 Taxis -213 Teena 551, 553 Teets, Teetz.... 482, 690, 691 Teeuwen . , 300 Tefelen, Teffelen, van 133, 296, 436, 613, 682, 683, 686, 692 Tellicht, Telcht, Telgt, van 439, : 440, 450 Tellinger 202 Tempel, van den 359 Tegnagelssoon, Arnt Jan . . . 693 Tengnagel, Tegnagel, Tynagel 255, ~294," 302, 315, 330—332, 335, 337, 395, 397, 430, 442, 446, 530, 531, 540, 541, 549, 583, 603, 605—609, 611—613, 630, 65 6 631, 710, 758 Tengnagel van Heusden . . . 335 Tengnagel van Sandwyck ... 9 Tengnagel, Gansneb gen. . 63, 376 Termeer 233 TeunisBen, Tunnissen, Anna Maria 167, 243 „ Antooi . . 266, 267 , Faes 58 „ Geurt .... 140 „ Hendrik. . . .266 „ Jan . . . 91, 92 „ „ Jenneken . . . 268 , Claes. . . 268, 269 , Peter 233 . Ryk 266 „ „ Salomon . . . 663 „ Willem .... 266 Thiene, de 376 Thienen, van 214-216,218,220—224 Thiennes, van 498, 499 Thyssoon, Thyssen, Tyssen, Arnt . 694, 695 „ „ Herman . .691 „ „ Jan . . . 524 „ Jutgen . .148 Claes . . .694 „ „ Levina . ■ 143 Blz. Thomaeus 520-522 Thomassen Willem 613 Thoniss, Thoenissen, Adrian .... 746 > > Berwin .... 687 „ Gerit 687 „ Goossen 281, 282, 307 „ Henrick .... 240 „ Cornelis ... 490 „ „ Martin .... 332 » Wouter .... 88 Thooft 157 Tybes 196 Tydman 33 Tiel, Tiele,Tyele,ThieI,Tyla,van 437, 444, 446, 447, 456, 502, 525, 531, 544, 568—570, 572, 576, 620, 623, 626, 628, 666, 667, 695, 744, 770, B5 Tielkens, Gerit 555 Tiellemana, Tielmansz, Cecilia . 483 „ „ Goossen. 623 ,, „ Nicolaas. 483 Tien, van 118 Tiffelen, van 636, 637 Tyckenborgh 307 Til, Tyl, Till, van 68, 227, 672, 685 Tilanus 297, 345 Tilenius Kruythof. . . . 355, 380 Timmer 175, 409, 641, 643,649, 652, 654, 667, 682, 689, 695 Timmerman. . . . 119, 238, 669 Timmesen, Tymensen, Maria . . 209 Tingnagel, Derck Doys geheiten 345 Tinne, van der 273 Tysseling, Tysselink . . . 245, 400 Toerff 693 Tol, Toll 440, 533 Tol, van 384, 385 Tongeren, van . . . 119, 491, 541 Toor, van - 119 Toorn, van 459 Toorn, van den 42 Torck, Turck 34,39,96,113,199, 227, 288, 410, 415, 515, 605, 618, 631, 673, 684, 685, 709, 710, 712, 713, 720 Tornee 151 Torre, de la 106 Toumans, Touman .... 4, 273 Tour, de la 740 Tour d'Auvergne, de la . 699, 700 Tourney, de 17 Trant ...... 397, 401, 446 Trappen, van der .... 696, 697 Trauweloes, Claas 511 Try, du. Zie Dutry. Tricht, van ... . 185, 245, 246 Triest 375 Triest, van 44,197,200,232,274, 282 837 Blz. Trip 407 Troyen 58 Trojen, van 246 Troyen, Kuyl van 476 Troyff, von 177 Troost 139, 140 Tuyl, Tuel, Tule, van 22,99,415, 438, 446, 460, 481, 482, 487, 488, 501, 523, 524, 530, 535, 546, 549, 563, 570, 572, 573, 576—578, 587—591, 600, 602, 617, 661, 663, 701, 708, 715, 716, 787, 791, 792, 795, 796, B5 Tuyl gen. van Deyl, van . 591, 593 Tuyl van Serooskerken. van 63, 135, 350, 542 Tuyl, de Boever van. . . 578, 579 Tuyn 687 Tucker 746 Tulbach 721 Tulkenssoen, G adert Gaderts. . B5 Tulleken 156. 187, 223,224,240, 263, 461, 463, 583, 585, 594, 636, 641, 799 Turner 349, 353 Tusschenbroek, Tussenbroek, van 585, 749, 751, 759—762, 765, 769, 770, 778 Ubbens 4 Ubbergen, van. . . 2, 11, 12, 225 Ubing 350 Uden, Udens, Elias Adriaensen . 584 „ , Henrick .... 795 „ „ Johan. . .511, 585 , „ Cornelis .... 585 Uden, Stameler van 95 Uem, van 54 Uffelhaven, van 265 Uit den Bachuse . . . . . . 770 Uyterlimmige 157 Uytinchoven, van 194 Uittenbongert, Uut den Bongert 591 Uyttewael 358 Uytwyck, van 610 Ulft, van 37, 150, 285 Ulft gezegd Doornyck, van . .515 Ulft, van Doornick genaamd. . 258 Umbgrove 409, 619 Upwich, van der 546 Urmondt -.... 32 Uteneng, Utenenghe 25, 82,193, 249 Utenhove, van 558, 560,632—636, 639 Utenweerde, Utenweert 82, 304, 343—345, 529, 530, 702 Uterwyck, van 259 Utrecht, van . . . 552, 553, 731 Uuters, Herman Jans . . . : 620 Uwens 422—424 BI Vaaspen, Faassen .... 52, 233 Fabritius 359 Vaecht, Vaegt, Vaigt, de en die 33, 177, 652 Vaecht van Tuyl, die ... . 488 Vaeek, Vaick 129, 180,195, 209, 229 447 Vael, de 483, 627 Vaen, de 84 Fagel 156, 228 Faget, dn 290, 580, 619, 737, 762 Faguet, Jaques 633 Falaiseau 86 Valckenaer, Velckener 116, 563, 564 Valk, Valke, Valken, Valks, Falck, Falcken 171, 456, 465, 466, 474, 476, 593, 685 Valkenborch 116 Valkenhoren, van. . . .251, 264 Valkenier 669 Valkhoff 624, 625 Valkis 509, 524, 525 Vallinck 621 Varick, Vanderick. Wanrick, van 99—101, 371, 485, 505, 506, 509, 511, 512, 515—519, 524, 549, B8 Vasa de Vergemont, Vasa de Kequemont, de ... . 17, 18 Vastraetsz, Fastraite, Arnt 488; Willem 373; Bolof .... 373 Vastrick 553, 554 Faulquier , 193 Vecht, aver die ...... 530 Vecht, van der 550 Vedder, de 193 Veeken, van der 192 •Veen, van 600 Veer, de 233 Veer, van der 91 Veere, die 662 Veerthuysen'. 99 Veher, die B3 Feye 473, 623, 624 Feyter, de, Feyters 782, 783, 786, 787 Veld, van den 743 Velde, in der 47 Velde, van de . . . 108, 153, 790 Velde, van den . 84, 88, 484, 682 Velde, ten 478 Veldens . . . 155 Felderhoff 409 Veldhoff .230 Velsen, van 536 Velsenaer 382 Veltdriel, van . 675, 687, 689, 691 Velters 636 Velthoven 594 Venboit 30 Venen 139 838 Blz. Fenten 92 Verbeek 232,541, 552—554,583* 622, 667, 713, 741 Verbeet 226 Verbolt 205, 265, 266, 483, 612, 627 Verbrug, Verbrugh 171,848,365, 419 Verburg, Burg, van der 222, 233, 395 Verduin, Adam 450 Verhaak 585, 662 Verhaer 365, 366, 785 Verhagen 722 Verhei, Verhey .... 549, 718 Verheyen 42, 202, 271 Verhoeks 683, 687, 695 Verhoeven 172, 182 Verhorst 340, 431 Verhulsdonk 202 Verkerk . . . 283, 284, 417, 418 Verkuyl ..... 304, 542—544 Verlee 144 Vermasen 19 Vermeer, Vermehr 32, 166, 141, j 143, 210. 246,382, 605 Vermeyn, Vermein, Vermyne, Formyn 508, 525 Vermeulen 125, 132, 300, 332, 333, 396, 439, 454, 471, 497, 518, 521, 522, 638 Vernoy, Vemoey .... 622, 625 Verploegh 453, 454, 462, 463, 469, 481, 522, 523 Verschoor 380 Verschuyl 528 Verepyck 62, 327, 339, 580, 589, 590 Verssendael, van 524, 525, 532, 533, 536, 541 Versteeg, Versteegh, Verstegen 140, 149, 174, 175, 278, 283, 301, 316, 339, 383, 571, 576, 577, 582, 585, 597, 601, 635, 639, 666, 728, 743, 764, 773, 776, 793, 794 Verstolk . 291, 305, 309, 559, 560 Vervoorn, Vervoren . 340, 483, 636 Verway, Verwaey, Verwey 746, 752, 753 Verway en . . . . 162, 173, 202 Verwey 331, 332, 518, 520, 522, 533, 746, 752, 754 Verweyde 147 Verwentseers, Jan 696 Verwoert. . . 269, 299, 714—717 Verzyl, Versyl 573, 574, 633, 635—639, 643—645, 647, 648 Veten, van der 6 Vianen, van 367, 371, 563, 580, 771 Fieren 298, 209 Vighe, Vygh 12, 13, 67, 69, 7% •>' 78, 102, 104, 110, 111, 114, 115, 151—153, 192, 212, 237, Blz. 288, 289, 295, 296, 300, 306— 309, 311, 313, 314, 317, 318, 334, 391—393, 399, 405, 418, 419, 425, 427, 430, 431, 498, 499, 566. 579, 618, 688, 713, 714, 736, 762, 776 Vicq, de 728 Filhet de la Curee of de la Curete, de 376 Villattes, des . . . 201, 203—206 Vilsteren, Vylsteren, van . 27, 705 Vin, van der . . . 640, 647, 698 Vinceler, van 380 Vink, Vinck . . . 217, 454, 488 Vincken, van 708 Finkensteyn, van 24 Vynckwyck, van 144 Virieu, Vierieu, de 557,564,606, 607, 611, 612, 713 Vyrssman 467 Visscher, Vischer 694, 735, 736, 760 Fyten 412 Vitinghof gênant Scheel, van 214, 710 Vitinchaven, de B7 Vivian 635, 638 Vladeracken, Fladracken, van 627, 713 Vlaenderen, van 159 Vlecke van Kaldenbroicke. . . 547 Flemming, Fleminck . 198, 208 Flemming, van 124 Vliet, van der 483, 627 Vlymen, van . .' 623 Flipsen, Jan 58, 59 Vloetten, van 750 Vlodorp, Flodroff, van 16, 122— 124, 128, 181, 182, 197, 198, 203, 311, 329, 330, 501, 515, 565, 630, 651, 653, 709 Floriszoon, Floren, Elis . 429, 431 . , Herman . . 259 , Johan. 429, 784 „ , Claes ... 800 Vlugger 125 Foeyt .730 Voelpen, Rolof 447 Voerman 76 Voet 321 Vogelsanck 322 Foyert, Foyart 283, 304,305, 315, 345, 366, 379, 416, 427, 490, 506, 517, 528, 618, 638, 673, 713, 778 Foycke, Jan 750 Voiret, ter 375 Foyter, Ludolf de 776 Fockens, van . . . 469, 486, 487 Fockert, de 229, 466 Folkers, Folckers .... 362, 394 Folkers, de en van . 361, 362, 394 Vollenhoven, van. . . . . . 622 839 Blz. Voller 721 Volpertszoon, Johan 779 Vonck, Vonk, Fonck 215, 257, 343—345, 368, 370, 371, 377, 379, 380, 384, 417, 566, 680, 691, 692, 779, 780, 797 Vonck van Brakel 384 Vonck van Lienden, Vonck van Linden 344, 379, 387,389,566, 567 Voocht, de . . 138, 176, 312, 670 Voocht van Ryneveld, de 286, 336 Voorst, Voerst, Voirst, van 12, 38, 83, 126, 145,157,184,189, 194, 205, 286, 288, 292, 296, 304, 308, 317, 345, 398, 405, 413, 440, 478, 516, 725, 726, 731, 732, 776, 783 Voort, van de 85 Voort, van der 786, 790 Voorthuisen, van .... 281, 282 Formyn. Zie Vermeyn. Forneau, de 191 Vorst, van der. ...... 90 Vorsterman 492 493 Vos 18, 19, 32, 34, 35, 60, 181, 263, 309, 321, 325, 334, 610, 677, 740, 748, 749, 762, 763, 769, 775, 780 Vos en Vosch van Avesaet 90, 185, 310, 326, 350, 439 Vos van Swartzenberg .... 581 Vos, Scheider uyt de 619 Foucquen 582, 583 Francken, Franken, Francquen, Vranckenz, Mr. Abraham . . .711 „ „ Dirk 291 „ „ Hendrik 417 „ „ Jan Dirk 694 „ „ Johan 623 „ Jordaan 82, 193, 205, 710 „ „ Maria Catharina . . 687 Fransen, Fransz, Frantz, David 284 « „ Jan ...... 634 „ Cornelia Petronella 284 Vrede, de 298 Frederiks, Frederiksz, Fredriks, Frerix, Albert .... 664, 665 ft Goossen 665 „ Henrick 137 ft Claas 237 Manus 219 Margrita 158 Peter I , 408 Vree, de 145, !36 Vreede, Wrede 326 Vreem. 553 Freyse, Vriese 386, 387 Vry, de 225 Blz. Vries, de 19, 298 Vriese, de 482, 483, 504, 674, 750 Vriese van Hemert, de... . 505 Vrolyk 521 Fuchs, von 582 Vucht, Vugt, van. .. 723, 733, 744 Vueren, Vnyren, Vuren, van 8, 11, 450, 456, 457, 485, 581, 588—590, 595, 598, 611, 743 Vulpen, Velpen, van 346, 347, 356, 357, 359, 360, 746, 773, 774 Waal, Wale, van 796 Waal, Wael, Waele, van de en van den 140, 144—146, 447, 649, B8 Waaien 14 Waanders 165 Waardenburg van. Zie van Weerdenburg. Wachem, van . . . 571, 575, 780 Wachen, van 754 Wachtendonck, van 22, 23, 130, 135, 181, 452, 458, 703, 788 Wachtendorp, van ..... 200 Wadenoy, van 555 Wael van Vronesteyn, de . . . 599 Waerd, de . . .} 418 Waetselaer, van 225 Wageningen, van .... 619, 620 Wagge 272 Waldeck, van 320, 349, 351 —353, 355—361, 394, 396 Wall, Walle, van de en van den, Wall, ten 141, 144, 181, 182, 207, 247, 251, 761 Walravensz, Johan 33 Wamel, van 67 Wanckart 464 Wanner 186 Wanray, Adam ... . . 37 Wanray, van 177, 562 Wanten, van 217 Warmvliet, van ... . 249, 250 Warth, Wart, van de 143—146, 148, 149 Wassenaer, van 46, 51, 52, 95, 123, 276, 319, 329, 350, 383, 408, 409, 411, 412, 426, 428, 439, 440, 443, 444, 645, 646, 649, 654, 728, 789 Wassenaer-Starrenburg, van . . 9 Wassenberch, van 669 Water, van de 18, 764 Watkint 230 WattevUle, de 362 Weede, van 53, 756 Weeldigen, des 330 Weerdenburg, Weerdenborch, Waardenburg, van 78,197, 298, 840 Blz. 331, 347, 357, 450, 497, 500, 509, 510, 520, 586, 587, 598, 604, 605, 651, 693, 752, 787, 789 Weert, Weerdt. . . 375, 510, 662 Weert, Weerdt, de . . . 354, 736 Weert, opte 182 Weerthuserj, van 23 Wees, Wese, Weze, van 46, 47, 85, 269, 366, 371, 384, 386, 387, 397, 398, 401, 404, 441, 577, 683 Wege, van den 185 Weeden, Weyden, van der 179, 377, 795 Weyman 412 Weysenburg, Weissenburg 173, 263 Weideren, van 13, 20,25,29,34, 157, 166, 167, 227, 236, 269, 270, 278, 289, 317, 339, 407, 430, 444, 447, 448, 498, 557, 564, 587, 588, 684 Wely, van 5, 125, 128, 154,208, 222, 229, 260, 272, 273, 297, 400—402, 430, 530 Welle 464 Welle, van ; 708 Welleken 337 Welleken» 40 wels ■ 615 Wenckum, van 429 Wenmers 687 Wenthuizen 486 Werdenberg van 406 Werff, van der 707 Wercken, Werken, van der 66, 67, 552, 609 Werckhoven, van .... 429, 431 Wermelo, van 610 Werthusen, van 648 Wesel, van ... . 238, 549, 688 Wesenberch, van 276 Wesselen, van 360 Westbroeck, van ...... 550 Westeneynde, ten 179 Westenrade, van 259 Westerouen van Meeteren . . . 301 Westphalen 528 Westreenen, Westrenen, Westryenen, van 132, 344, 390, 417, 435, 436 Westren van 377 Weteringen, van der 662 Wetten, van ... 176, 177, 528 Weusthof 721 Wevelinchoven, van 29, 30, 339, 592, 759, 800 Wybnrch 344 Wychem, van 251 Blz. Wichen, van . . . 138, 173, 208 Wicherlinck. . . . 636, 638, 639 Wychers 264 Wicherts _ 142 Wyck, Wiek, Wyk, van 129,142* 329, 333, 342, 345, 358, 363, 364, 381, 387-389, 394, 412, 414, 439, 507, 508, 529, 589, 595, 636, 639, 642, 701, 733, 767 Wyck, Weeck, van 342 Wydeman 46 Wyderholt, van 721 Wied, van 500 Wiele, van der 92 Wyers, Wyerssoon, Dirk 298 j Johan 541; Rutger .... 90 Wyhe, Wie, van 16, 42, 45, 46, 50—52, 68—71, 94, 95, 125, 128, 185, 235, 252, 272, 300, 303, 308, 310, 317—319, 326, 329, 330,. 336, 338, 355, 356, 368, 381, 383, 390, 426, 428, 429, 437, 440—444, 446—448, 450, 524, 535, 656, 684, 707 Wykniet 372 Wilbrenninck 140—142,144,145, 176, 180, 224, 251—254, 269, 369, 370, 389, 409 Wilde van Kessenicb, de . . . 150 Wilbelmius 619 Wylicb, Wylick, Wylacke, van 43, 123, 168, 184, 189, 267, 294, 306, 581, 582, 630, 631, 710 Wylich en Lottum, van . . .194 Wilkens 619, 620 Will, van 187 Willekens, Willekes 305 Willem8en, Willem?, „ Alart 46 „ Ambrosius 494 „ Antonis, Antony . . 134, 281 . Brienen 743, 747 , Derk 105 , Floris 484 „ Gerit 221, 705 , Geurt 91 „ Gysbert . . . 606, 609, 799 „ Goossen 551, 552 , Hendrik . . .49. 91, 92, 767 . Herman 293 , Jacob 186, 283 Jan 41, 54, 141, 371, 576, 577, 706 • Jenneken 76 „ Claes 336, 676, 779, 781, 794 „ Cornelis Aart 459 „ Lambert 49 B Otto 799 1) Het register heeft ten onrechte van Weerdenborch. 841 Bit. Willemsen, Willems, „ Péter . . .59, 530, 621, 778 „ Remmet ...... 521, 522 „ Ryck . . 268, 279, 761, 763 , Roelof 19 „ Vastrick 387, 389 „ Willem 387-389 Wiltenberg, Wildenbergh, van den 268, 463 Wymmarssoen, Arnt 529 Win, de 380 Winands, Evert 330; Johan 330; Willem .330 Wynants van Resant .. .. 322 Wynants van Rosande .... 688 Wynbergen, van 33, 77,161, 258, 380, 437, 590 Wynen . . . 174, 180, 316, 323 Wyn gaard 220 Wyngaarden, Oem van. . 489—491 Winckel, de 239 Winsheim, van 650 Winssen, Winsem, Winsmn, Wyndtsen, Wyntzen 91, 129, 130, 308, 321, 324, 328, 415, 533, 727 Wyntjes, Wintgis. . . . 416, 517 Wisch, van 159, 173 Wysen 505 Wisniowilski 124 Wissinck 154 Witt, Wit, Witte, de en die Ïi7, 339, 371, 471, 511 Wittenhorst, van 182, 398, 540, 542, 548, 709 Wittert 97, 741, 763 Witthem, van 159 Woerde, Woerd, van der 30, 298,' 341 Woesic, van 264 Wolboecker 114 Woldenborch, Waldenberg, van 128, 366 Wolff 247, 331, 514 Wolffswinckel, van 332 Wolters, Wouters, Adriaan. . . 75 v „ Alert. ... 337 Dirk 464,591—593 I „ Egen. . 675, 691 » „ Hillebrant. . 665 Bit. Wolters, Wouters, Jan . 66, 67, 626 „ 1 Claes . . .331 * „ Lodewich . . 473 Peter. . 40, 42 » » Stees. . 590, 621 , Tegnagel . . 686 W 52 Worckum, van 381 Wonde, van 292 Wrede, Wreden, Wreede, de en die 179, 247, 595, 658 Wreden 775 Wuesten 353, 354 Wullen, van 51 Zaunslifer 178 Zeeberts, Arnt 724, 725 Zeyst, van 41 Zeiler, Seller, van, Zellar 1, 70, 44, 47, 48, 84, 207, 264, 422— 424, 430 Zyderveld, van 92 Zyl, van 328 Zitwitz, van 230, 234 Zobel, van 64 Zoelen, Soelen, Zuelen, van 121, 299—301, 315, 321, 322, 331, 335, 363, 480, 726, 729, 730, 734, 778 Zolemunde, van 6.48 Zoutelande, van .86 Zueren 259 Zuylen, Suylen, Zulen, van 53, • 99, 133, 326, 348, 351, 358, 371, 375, 535, 681 Zuylen van der Haer, van . . 372 Zuylen van Hardeflberg, van 406, 407 Zuylen van Harmeien, van 372, 556 Zuylen van Natewisch, van 295, 405, 421, 423 Zuylen van Nyevelt, van 86, 116, 249, 250, 358, 362, 413, 431, 731 Zuyren, van 138 Zuyse, van 668 Zulinchem, Sulecum, van 144,146, 751 Zurinchaven, van ...... 340 Zutphen, van . . 394, 395, 737, 767 Zwolgen, van 86