' SPORTMASSAGE EN [TRAININGSOEFENINGEN REDACTEUR: W. JANSEN J.H^ Deel III: Sportmassage door W. A. J. GOETING Leeraar in lichaamsoefeningen aan de Rijkskweekschool voor Onderwijzer, te Haarlem ROTTERDAM MCMXXV NIJGH & VAN DITMAR'S UITGEVERS-MAATSCHAPPIJ INHOUD. Blz. Voorwoord 5 Massage bij lichaamsoefeningen 7 Wat wil en moet men met sportmassage bereiken? 13 Invloed der sportmassage 14 Techniek der sportmassage 20 Wanneer masseert men? 32 Algemeene regelen voor 't masseeren 39 In welke gevallen niet gemasseerd mag worden 43 Duur eener massage 44 Hoe vaak moet gemasseerd worden? 45 Gelijkmatigheid der sportmassage 46 Passieve bewegingen 47 Massage bij enkele speciale sporten 50 Zelfmassage 57 Frotteeren Q5 VOORWOORD. Men komt steeds meer tot het inzicht, dat alleen goede voorbereiding en goede techniek den sportbeoefenaar in staat stellen zoo dicht mogelijk het ideaal te naderen, dat hij zich voorstelt te bereiken. Daarnaast heeft een goede sportmassage alle bestaansrechten. Door massage, die bij zijn voorbereiding, hem spoediger door de perioden van spierpijn heen helpt, die zijn gewrichten leniger en zijn spieren soepeler maakt en die in de intermezzo's van wedstrijden hem verfrischt en opwekt, bereikt hij zijn doel sneller en beter. — Goede sportmassage, door bekwame vaklieden toegepast, kan meer dan de helft der training vervangen. In ons land bestond tot heden voor den sportbeoefenaar geen practische handleiding voor voorbereiding en sportmassage, twee zaken, die innerlijk verwant, als bijeenbehoorend moeten opgevat worden. Dit handboek wil in deze leemte voorzien. Het eerste deeltje geeft de noodige hygiënische wenken, waardoor in de eerste plaats nadeelen voor de gezondheid vermeden kunnen worden en in de tweede plaats de welstand van 't lichaam bevorderd kan worden. Het tweede deeltje geeft reeksen voorbereidende oefeningen voor de ontwikkeling van 't geheele lichaam en niet slechts voor die lichaamsdeelen, die 't meest bij de te beoefenen sport ingespannen worden, terwijl het bijzonderen klemtoon legt op de goede techniek. Het derde deeltje is een practische handleiding voor sportmassage. Het vierde ten slotte geeft de noodige aanwijzingen om in de wedstrijd- en oefenlooze tijden het lichaam in goede conditie 4 te houden, opdat geen lange voorbereiding noodig is om weer in 't krijt te treden en opdat zij — en dit is 't voornaamste —, die niet meer aan sport kunnen doen, de door deze verkregen zeer te waardeeren lichamelijke eigenschappen lang behouden. Hoewel wij weten, dat dit handboek geenszins volmaakt aan alle behoeften tegemoet komt, meenen wij toch, dat het nut kan stichten. Wij vertrouwen, dat zij, die verbeteringen voorstellen kunnen, ons die willen ter kennis brengen. Met dank zullen wij bij eventueele herdrukken van hun aanwijzingen gebruik maken. W. JANSEN J.Hz. Nijmegen, Sept. 1925. VOORWOORD. Waar steeds meer het belang van de sport naar voren treedt en waar door goede sportsmen meer en meer aandacht wordt besteed aan de verzorging van het lichaam, ten einde grootere prestaties te bereiken, daar mag men niet langer onbekend blijven met een hulpmiddel, dat zoo bij uitstek geschikt toegepast kan worden. In het buitenland en ook in ons land ziet men bij eiken wedstrijd van beteekenis masseer en, echter vaak op geheel verkeerde wijze, zoodat het nuttig effect, dat men denkt te bereiken, achterwege blijft. Het kwam ons daarom gewenscht voor, in een klein bestek een leiddraad te geven. Echter moeten we er op wijzen, dat men zorgvuldig vermijde opgeloopen kwetsuren te behandelen. Dat late men over aan gediplomeerde, meer ter zake kundige masseurs. Voor een goede behandeling van fracturen, distorsies, contusies of luxaties behoort groote kermis van zaken. Door onvoldoende inzicht en ervaring kan hier zeer veel onheil gesticht worden. Grooten steun mochten we bij ons werken ondervinden van den heer W. Jansen J. Hzn., wien we hier onzen bij zonderen dank betuigen, alsmede van de heeren W. P. Nuyten en H. Warnier, die zoo vriendelijk waren, behulpzaam te zijn bij het maken der photo's. Hopende, dat velen profijt mogen trekken van hetgeen in de volgende bladzijden wordt behandeld, houden we ons tevens voor op- en aanmerkingen ten zeerste aanbevolen. W. GOETING. MASSAGE BIJ LICHAAMSOEFENINGEN. Als we het over massage bij lichaamsoefeningen hebben, denken we onwillekeurig terug aan het tijdperk, waarin de Grieksche kuituur hoogtij vierde. We lezen dan, dat bij de Olympische spelen en ook bij de geregelde uitvoering der lichaamsoefeningen het lichaam met olie werd ingewreven en dat na de oefeningen eveneens een soort massage werd toegepast om de vermoeidheid op te heffen. Toch is de literatuur over deze massage veel ouder en schijnen de Grieken die ontvangen te hebben van de Egyptenaren, de Indiërs en de Chineezen. Als onderdeel der natuurgeneeskunde vinden we de massage terug bij alle natuurvolken. De oudste bronnen moeten we zoeken bij de Kongfou (2800 j v Chr.), waarin verschillende wenken gegeven worden over massage. Die zou dan bestaan hebben in wrijven en kneden der spieren en rekken der gewrichten. Zoo worden ook in oude Indische werken aanwijzingen gevonden over massage en treffen we bij alle natuurvolken handgrepen aan, die toegepast werden bij vermoeienis, ten einde deze op te heffen. In tal van geschriften van ontdekkingsreizigers vinden we aanwijzingen over deze massage. Door wrijven, kneden en zacht kloppen konden de reizigers weer verkwikt hun reis voortzetten. Eigenaardig is het, dat meestal vrouwen die massage uitoefenden. Zoo is ook heden ten dage in Indië het pitjitten veel in zwang. Dat is een soort van frictie met de toppen der vingers, 't welk zacht en aangenaam aandoet, maar toch een diepe inwerking heeft. Bij de kuituurvolken zien we ook reeds in de oudheid massage bij verschillende gelegenheden toegepast. De Grieken Heten zich met verschillende oliën inwrijven na het bad, niet zoozeer als hulpmiddel bij de lichaamsoefeningen of ter bevordering der gezondheid, maar meer met cosmetische bedoelingen. Later kwam het inwrijven met olie meer in zwang en werd het lichaam na inspannende oefeningen ook gewreven, vooral om het mengsel van olie, zweet en zand, na den worstelkamp te verwijderen. Oribasius (± 400) gaf in zijn boek „De exertiis" reeds de volgende wenken voor de sportmassage: Voor de oefeningen 11 weten maar weinigen, dat een goede deskundige massage veel grooter invloed op hun algemeen welzijn heeft, dan de matssage, die zoo vaak door een trainer of sportbroeder wordt toegepast. Men vergete niet, dat bij een goede sportmassage de spieren goed doorgekneed moeten worden, opdat ze soepel worden en gemakkelijk contraheeren kunnen. Echter bedenke men, dat soepele, gemakkelijk contraheerbare spieren niet verkregen worden door een enkelen keer masseeren tijdens of even voor de oefeningen, doch door een goede geregelde voorbereidende massage, die veel meer zegenrijken invloed uitoefent dan de best gekozen Hchaamsoefeningen. Ieder, die aan sport doet, neemt daarmede de verplichting op zich zijn lichaam geregeld te verzorgen; dus niet alleen tijdens de oefeningen of gedurende den tijd, dat die oefeningen plaats vinden, doch het gansche jaar door, opdat zijn lichaam steeds gereed is een krachtige training te ondergaan. Slechts door ook in zoogenaamde rustpoozen zijn lichaam met massage te behandelen kan hij de voordeden zijner oefening blijven behouden, want de door de oefening beter fungeerende organen gaan weer sterk achteruit in de rustperioden. Doordat geen nieuwe prikkels worden aangevoerd, die ze tot meerdere actie aanzetten, fungeeren ze slechts zooveel als noodig is. Een goede, krachtig inwerkende massage bevordert den algemeenen sapstroom en doet een verhoogde actie ontstaan in de weefsels, waardoor atrophie voorkomen wordt. Zoodra dan het seizoen voor de oefening weer aanbreekt is men onmiddellijk in staat krachtig daaraan deel te nemen, zonder dat spierscheuringen of heftige vermoeidheid optreden. Hoe stond men niet verstomd bij de prestaties, die door de Amerikaansche athleten op de Olympiaden werden geleverd. Bij navraag bleek, dat geruimen tijd van te voren door hen allen zorgvuldig onder deskundig toezicht was geoefend, doch ook, dat aan de hchamelijke verzorging bijzondere aandacht was besteed. Niet alleen aan de voeding was tijdens de training alle zorg besteed, doch tevens aan de lichaamsmassage. Voordat men een bepaald lichaamsdeel in 't bijzonder ging oefenen, werd eerst het lichaam in zijn geheel onder handen genomen. Niet alleen werden de beenen van den looper, de armen van den werper geoefend, doch men ontwikkelde het geheele lichaam harmonisch door een goed gekozen stelsel van oefeningen, omdat men overtuigd was van het nauwe verband, 12 dat bestaat tusschen de verschillende deelen. Indien een orgaan niet goed functionneert, dan is niet alleen dit orgaan minderwaardig, doch dan ondervindt het geheele lichaam er nadeel van. Geen sportman zal in staat zijn tot groote prestaties, indien hij niet zijn geheele lichaam goed geoefend heeft. Het blijkt telkens weer, hoé nauw de verschillende deelen van ons lichaam met elkaar samenhangen, hoe de functie van een deel afhankelijk is van den toestand van de rest. Met veel enthousiasme spreekt Hans Surèn in zijn boek „Deutsche Gymnastik" over den invloed, die de massage voor den sportbeoefenaar heeft en hij wijst er vooral op, dat ze gepaard dient te gaan met weerstandsoefeningen, lenigheidsen rekkingsoefeningen. En zoo ontwikkelt zich langzamerhand een juist inzicht omtrent de groote beteekenis der massage voor den sportbeoefenaar. Vooral in de landen, waar de sport goed beoefend wordt, neemt de massage een belangrijke plaats in en zoo wordt in Duitschland tegenwoordig aan alle cursisten van de Hochschule für Leibesübungen naast de practische en theoretische kennis der lichaamsoefeningen tevens onderwijs gegeven in de massage en wel in het bijzonder in de sport- en zehmassage. WAT WIL EN MOET MEN MET SPORTMASSAGE BEREIKEN? De sportmassage is een zoo belangrijk onderdeel van de training van den sportman, dat met de oefening ook de massage moet aanvangen. De invloed, die op huid en onderhuidscelweefsel, op spieren, pezen, banden en gewrichten wordt uitgeoefend door een goed toegepaste massage is van zoo'n groot belang voor de ontwikkeling dier organen, dat ze mede dient te behooren tot de algemeene hygiëne en evenals tandenborstelen dagelijks bij het toilet dient toegepast te worden. Doch niet alleen als middel om het lichaam te ontwikkelen, maar vooral als een inleiding voor de sportbeoefening, heeft ze groote waarde; ze maakt het lichaam geschikt, ze stelt de spieren in staat tot groote arbeidsprestaties en ten slotte heeft ze een bijzondere beteekenis als „Entmüdungsmassage" na inspannenden spierarbeid of tijdens de pauzen als Zwischenaktmassage. Er is immers geen beter middel denkbaar om de vermoeidheid uit de spieren spoedig te verdrijven, opdat ze weer in staat zijn tot nieuwe prestaties, terwijl tevens op snelle wijze nieuwe voedingsstoffen worden aangevoerd om opnieuw op te bouwen, wat afgebroken is. Het spreekt van zelf, dat bij verschillende ongevallen tijdens de oefeningen, als verzwikken, verstuiken, etc. een goede massage wonderen kan verrichten, doch deze massagesoort kan nimmer tot het gebied van de sportmassage gerekend worden. Daarvoor is te veel kennis van zaken noodig, dan dat men zooiets zou toevertrouwen aan niet deugdelijk onderlegde masseurs. Opgedane kwetsuren mogen nooit door een leek op eigen initiatief worden gemasseerd. In dit boekje wordt dan ook uitsluitend over sportmassage gesproken en niet over geneeskundige. Tusschen deze beide soorten massage bestaat een groot verschil. Sportmassage is alleen van toepassing op gezonde lichamen en lichaamsdeelen. De andere massage kan alleen bij ziekten of zieke of misvormde lichaamsdeelen worden aangewend, met het doel deze weer gezond te maken. Sportmassage zou geen verbetering brengen, doch wel schaden kunnen. Zelfs ondoelmatige toepassing van sportmassage kan gezonde deelen ziek maken; nooit is het omgekeerde er mede te bereiken. Daarvoor is ze te ruw, te sterk, te weinig speciaal. INVLOED DER SPORTMASSAGE. Door sportmassage trachten we in te werken op de huid met het onderhüidsche bindweefsel, de spieren, banden pezen gewrichten, bloed- en lymphevaten en het hart en het zal voor den sportman niet ondienstig zijn, in korte trekken te vernemen, welke invloed door de verschillende handgrepen wordt uitgeoefend. Invloed op de huid. De huid vormt de beschutting van ons lichaam en blijkt door zijn verschillende functies een zeer belangrijk orgaan te •zijn. Door de talrijke talkkliéren wordt een laagje vet afgescheiden, dat de huid soepel houdt, en tevens beschermt tegen den mvloed van de lucht, de zon, het water enz. Het is voor onze huid dus van bijzondere beteekenis, wanneer de talkklieren goed functionneeren. Een goede huidverzorging door sportmassage is voor den sportman nog van meer beteekenis dan voor ieder ander. Naast de talkproductie is de zweetsecretie van niet minder belang. Hierdoor wordt de lichaamstemperatuur geregeld terwijl door afscheiding van stikstofproducten en water de' nieren belangrijk in hun functie ondersteund worden. Door de vermeerderde zweetproductie bij inspannenden arbeid wordt warmte aan het lichaam onttrokken, zoodat te veel stijging van de temperatuur voorkomen wordt. Als adernhalingsorgaan ondersteunt de huid de functie onzer longen door de uitscheiding van CO2 en water. Wordt een belangrijk gedeelte der huid door verbranding b.v. buiten functie gesteld, dan kan de dood door verstikking volgen. Het groote, rijke haarvatennet, dat in het onderhüidsche bindweefsel zich bevindt, zorgt nu voor de ondersteuning der bovengenoemde functies. Worden die bloedvaten rijker van bloed voorzien, dan zal daaruit als vanzelf een betere verzorging van talk- en zweetklieren het gevolg zijn. Door sportmassage bevorderen we de huidcirculatie in hooge mate en het aangename warme gevoel, dat men in de huid krijgt na een flinke massage, is wel een bewijs voor een verhoogde activiteit. 15 Een koud gevoel is voor den sportbeoefenaar slecht. Men voelt zich onpleizierig en de prestatie lijdt hieronder. De zwemmer zal de koude van het water meer hinderen dan anders en de onwillekeurige contracties der spieren zullen hem in het vrye bewegen belemmeren. Zijn snelheid zal er minder door worden. Evenzoo gaat het met den looper; een koud onaangenaam gevoel maakt zijn bewegingen stug, zijn spieren contraheeren met soepel en hij is niet in staat die snelheid te ontwikkelen, welke hij anders zou kunnen bereiken. Het is dan ook evenzeer verkeerde gewoonte, om tijdens de rusttijden in het koude, vochtige gras te liggen. Dat maakt de spieren stram en stijl en geeft aanleiding tot kramptoestanden of spierscheuring Men houde zijn huid warm: naast goede wollen sportMeeding Jcan de z.g. Zwischenaktmassage hier veel goeds verrichten De rose, eemgszins bruine kleur van een gezonde huid is als bet ware het beste bewijs, dat de verschillende levensprocessen in vollen gang zijn m tegenstelling met de wasbleeke, niet verzorgde huid. Een ruimere toevoer van bloed in het onderJiuidsche celweefsel zal dit weefsel krachtiger ontwikkelen maar heeft tevens een zeer belangrijken invloed op de bloedverdeehng in ons lichaam. Doordat de kleine haarvaten in het onderhüidsche celweefsel zich verwijden, kunnen ze meer bloed bevatten, hetgeen gemakkelijk stroomt, omdat de weerstand verminderd is. Het gevolg hiervan zal zijn, dat het bloed uit andere deelen wordt weggezogen. Daardoor zal een algemeen verhoogde circulatie ontstaan in de spieren van het geheele lichaam, terwijl op niet geringe wijze het hart in zijn actie ondersteund wordt. De stuwingen in het venen- en lymphegebied verminderen, doordat de weerstand geringer wordt en het hart behoeft met minder kracht het bloed in het slagaderStelsel te persen. Hoe levendiger de circulatie in de nuid dus wordt, hoe meer dit het hart ten goede zal komen. Invloed op de bloed- en lymphevaten. Niet alleen door massage der huid doch ook op andere wijze kan de algemeene sapstroom, de lymphe- en bloedcirculatie bevorderd worden. Het is bekend, dat in de slagaderen het bloed door de stuwkracht van het hart en de elasticiteit van den yaatwand wordt voortbewogen. Deze beide voortbewegingskrachten van het bloed zijn niet meer aanwezig in de dunwandige bloedaders. Verschillende hulpkrachten moeten Sportmassage III 16 in het geweer geroepen worden om het bloed weer naar het hart terug te voeren. Onder die hulpkrachten nemen de spieren een belangrijke plaats in. Doordat de bloedvaten tusschen de verschillende groote spieren in liggen, zullen bij contractie," d.i. dikker en korter worden der spieren de bloeidvaten een druk ondervinden, waardoor het bloed wordt voortgestuwd in de richting naar het hart, omdat terugstroomen is uitgesloten door de klapvliezen, die overal binnen in de aders te vinden zijn. Maar ook in de spier zelf, in het losse bindweefsel tusschen de bundeltjes en bundels spiervezels in, loopen tal van kleinere en grootere bloedvaten, die natuurlijk bij contractie der spieren worden leeg gedrukt, terwijl ontspanning en rekking der spieren tevens een rekking der bloedvaten met zich brengt, die dan weer volloopen met bloed uit de verder af gelegen lichaamsdeelen. Die voortdurende spanning en ontspanning van de spieren vormt op die wijze een bijzonder belangrijke hulpkracht voor den bloed- en lymphestroom. De spieren zijn voor de circulatie in de aderen, wat het hart is voor de circulatie in de slagaderen. — Lichaamsbeweging bevordert dus in hooge mate de circulatie en de sportmassage doet dit eveneens. Een verbeterde circulatie komt ook aan de organen ten goede, waar de nieuwe bloedbestanddeelen gevormd worden, zoodat de sportmassage ook invloed uitoefent op de kwaliteit van het bloed zelf. Uit het voorgaande moge duidelijk worden, dat het hart — waaraan juist door de sport zulke hooge eischen gesteld worden — door de sportmassage in hooge mate in zijn werk wordt gesteund. Invloed op de spieren. Een beter, d.i. gemakkelijker en sneller circulatie is op zichzelf van geen groote waarde. Doch het allereerste gevolg van deze circulatie is tweeërlei: Het telkens nieuw aanstroomende bloed spoelt de shjtingsproducten uit de spieren en andere organen weg, die daar anders bij een trage circulatie te lang bleven en het brengt nieuwe voedingsbestanddeelen aan, die als bouwstoffen dienst doen om, wat uitgediend en afgewerkt is, in de organen te vervangen. — Door inspanning raakt het spierweefsel vol van slijtageproducten, die de oorzaak zijn der spiervermoeidheid. Deze worden door sportmassage weg- 24 knieholte en dan heeft men de kuit gekneed. Deze bewerking herhaalt men dan eenige malen b.v. 8 tot 10 maal. Ook kan men den omgekeerdèn weg nemen en boven bij 't lid beginnen en naar beneden gaan. Terwijl men de spieren vastpakt in de hand, tracht men ze als 't ware van de beenderen op te lichten en terwijl dan de eene hand ze naar den masseur toetrekt, drukt de andere hand de opgelichte spieren van hem af. (Zie foto pag. 25). Zoo krijgt men dan de knedende beweging. — 't Is als 't ware een soort wringen. 't Kan ook zijn, dat men maar met één hand kneedt en met de andere 't lichaamsdeel ondersteunt. Een soort kneden, waarbij de vlakke handen tegenover elkaar dwars op de spier drukken en die al rollend heen en weer trachten te ontlasten van vocht, wordt walken genoemd en bij sportmassage nog al eens toegepast evenals bij zelfmassage. (Zie foto pag. 25). Juist omdat men bij 't kneden de spieren geheel tracht te omvatten en ze zoo kan uitdrukken, is 't kneden voor de spieren de belangrijkste massagehandgreep. Kneden bevordert in hooge mate de circulatie; druk en verslapping of ontspanning wisselen elkaar regelmatig af en waar zoo juist het vocht is weggedreven, is direct plaats voor 't nastroomende vocht. Kneden bevordert daarom ook de uitscheiding van vocht als urine en de absorptie of 't in omloop brengen van stagneerende, te lang op hun plaats blijvende stoffèn en heeft aldus ook grooten invloed op het algemeen welzijn, vooral als het op groote deelen van 't lichaam toegepast wordt als rug, buik en ledematen. Door deze werking is dus kneden heel verfrisschend en ontspannend bij vermoeidheid, als de spieren althans soepel en niet te sterk bewerkt worden. Daarentegen werkt het prikkelend en zet de spier tot samentrekking aan, is dus slecht bij vermoeidheid, als het sterk, krachtig, puntig gebeurt. Dan wordt de spier niet alleen uitgedrukt, doch de spiervezels worden zóó geknepen, dat het pijn doet. Deze kneding is dus heel goed bij trage, stijve spieren, die een poos inactief zijn geweest, dus bij de voorbereiding voor training. Bij de voorbereidingsmassage, d.i. vlak voor een wedstrijdbegin, mag niet sterk gekneed worden, omdat alle spierkracht en wilskracht voor den wedstrijd gespaard moeten worden en niet door onwillekeurige spiersamentrekking als afweer tegen 25 Kneden van het bovenbeen. Rollen of walken van den bovenarm. 26 pijn bij sterk kneden en door verspilling van zenuwkracht om die pijn te verduren de winkans en de prestatie verminderd mogen worden. Wanneer men de rugspieren kneden wil, kan men dat niet precies zoo doen als de spieren der ledematen. Deze laatste zijn dik en gemakkelijk te omvatten, de spieren van den rug vormen een dunne laag, die stijf ligt op de ribben en tegen de Kneden van den rug. ruggekolom. — Daardoor is 't, of men bijna niets tusschen de vingers heeft dan de huid, als men den rug kneedt. Men moet dus aan weerskanten van de ruggegraat zoo diep pakken als men kan, zonder pijn te doen, vooral als deze ontweken moet worden, en kneedt nu opgaande van onder naar boven alle spieren zoo goed mogelijk, door te trachten ze op te lichten van haar beenigen bodem. Of men pakt vooral verder van de ruggegraat af met de volle hand zooveel mogelijk huid en spieren vast, wringt die handvol links en rechtsom en gaat zoo van onder naar boven. — Linker- en rechterhand kunnen zoo in afwisseling arbeiden. De kneding van den buik is in den regel nog moeilijker dan 29 Wrijven of frictie. In de gewone omgangstaal is wrijven en strijken zoo ongeveer 't zelfde. In de vaktaal van de massage is wrijven iets anders dan strijken. Strijken is over een meer of min grooten afstand meer of min rechtlijnig de handen of vingers over 't lichaam bewegen onder zachten of eenigszins stevigen druk; wrijven is de vingertoppen in kleine kringetjes harder of Frictionneeren van de knie. Men lette op den stand van de knie, waarbij men zoo gemakkelijk m de groeve tusschen dij- en scheenbeen kan komen. zachter drukkend bewegen. — Wrijven passen we vooral daar toe, waar met gekneed kan worden, b.v. om de gewrichten Wrijven van de huid en wat daaronder ligt op de beenige onderlaag om de gewrichten, heeft een zelfden invloed als kneden: we maken de gewrichten er los en leniger door we bevorderen de voortbeweging van de stoffen, die vooral na groote inspanning, zich in de omgeving der gewrichten ophoopen. We voorkomen dus zwellingen, die vaak om de gewrichten ontstaan na sterke lichaamsbewegingen. — Daarom past men zoowel vóór als na sportprestaties frictie om de gewrichten toe. 30 Kloppen of hakken of slaan. Er is wel verschil in de techniek van kloppen (d.i. slaan met •de vuist of de half gesloten vuist), hakken (d.i. slaan met de pinkzij van de hand, de vingers gespreid) of slaan (d.i. met de vlakke hand of den rugkant der vingers) doch de inwerking van deze en soortgelijke handgrepen is vrijwel hetzelfde. Men klopt een spier in de lengterichting, men hakt dwars op de lengterichting van een spier, men slaat met de vlakke hand op een groot vlak als de buik — en steeds ziet men, dat het geslagen deel rood en warm wordt, steeds hoort men, dat de gemasseerde meer of minder pijnlijk wordt bewerkt, steeds bemerkt men, dat de spieren onder 't slaan zich samentrekken. Dat alles wijst er op, dat deze handgrepen een prikkelende, stimuleerende werking uitoefenen en dus wel geschikt zijn om de inactieve spieren na lange rust weer tot nieuwe activiteit op te wekken, doch bij de voorbereidingsmassage, vlak vóór inspanning, of bij de ontspanningsmassage, na inspanning, niet op hun plaats zijn. Men begrijpt vanzelf wel, dat al deze handgrepen met met •den heelen arm gebeuren, zoo als men slaat bij tennissen b.v., doch met den gebogen arm, zoodat men slaat vooral door 't ■opheffen en weer omlaagbrengen van den onderarm. Men klopt of hakt niet alleen de spieren, doch soms ook wel andere -deelen. Zoo hakt men wel langs de ruggegraat of klopt men zacht en regelmatig voor op de borst. Men doet dit om den lartslag te verlangzamen. Doch voor den leek is dit een vrij .gewaagde onderneming. Ook zegt men, dat kortdurend en licht hakken of kloppen •de zenuwen versterkt en prikkelt, terwijl het lang en harder toegepast de zenuwen afstompt. Schudden, trillen, drukken enz. Strijken, kneden, wrijven en kloppen zijn de voornaamste handgrepen, die bij sportmassage toepassing vinden. De andere handgrepen zijn van minder belang, hoewel ze toch wel nuttig kunnen zijn. Schudden is een handgreep, die dient om de afvloeiing van vocht te bevorderen en de spieren los te maken. Eenvermoeidenarmb.v.laatmenomhoogheffenmet eenigszins gebogen elleboog. De slap gehouden arm vat men bij de land en schudt hem nu ettelijke malen heen en weer, met 31 Tukkend doch bedaard. — 't Gevolg is beter afvloeiing van -vocht en kalmeering van de zenuwen. Bij slap gehouden huikwand schudt men den buikinhoud links en rechts en verkrijgt men een werking overeenkomstig diep doordrukken. Als b.v na een inspanning de huid bezweet is of als deze erg behaard is, is strijken lastig, pijnlijk en stroef. In plaats van strijken past men dan drukken toe. Men vat het lid om of legt de hand er om en drukt nu kalm de spieren tegen 't onderliggend been. Van de eene plaats gaat men naar de naastaanliggende en zoo 't heele lid langs. Sommigen bezigen deze wijze van masseeren wel als een inleiding voor de sportmassage, die volgt; anderen willen zelfs alle andere handgrepen vervangen door intermitteerend, afwisselend, drukken, want, zeggen ze, eigenlijk komt bij 't masseeren toch alles neer op •druk. En daarin hebben ze gelijk in sommige opzichten, in andere weer niet, b.v. armschudden is toch anders. In elk geval kan men vaak dit intermitteerend opeenvolgend drukken toepassen, sterk of zacht naar 't moet, als strijken of kneden niet goed mogelijk is. De huid wordt er heelemaal niet door aangetast en b.v. bij spataderen, die zooveel voorkomen bij sportlieden, die verkeerd geoefend hebben en hun lichaam niet doelmatig verzorgden, kan men met zacht drukken geen kwaad doen en toch de circulatie bevorderen en de vermoeidheid opheffen. Trillen of vibreeren heeft meer invloed op de zenuwen, dan ■op andere weefsels. Bij de sport vibreert men slechts, als er wat kramp is of door andere oorzaken de spieren sterk gespannen zijn. Dan brengt het opleggen van de hand of van de vingers en 't op en neergaande of heen en weer gaande trillen er van wel wat ontspanning. Rekken heeft meer of min denzelfden invloed als drukken en kneden. Als de spieren b.v. van den voorarm heel vermoeid en gezwollen zijn kan 't ver achterover of. voorover buigen van de hand, waardoor de voorarmspieren gerekt worden, wel van nut zijn. Zoo is 't ook met de spieren van de beenen, den bovenarm enz. 't Is duidelijk, dat men de rompspieren niet best rekken kan; men zou den sportman dan te ver voor- of achterover of zijwaarts moeten buigen, wat niet alleen een heel zwaar werk zou zijn, doch ook voor den ge^ masseerde, vooral na een prestatie niet erg gewenscht geacht kan worden. Sportmassage III S 33 moet zijn. De gemasseerde moet deze massage prettig vinden, zich er door opgelucht gevoelen. — Hij mag nooit na de massage zich als geradbraakt voelen, dan deugt ze niet. Hiervóór is aangegeven, hoe een sédeerende massage zijn moet. Het gebeurt in den trainingstijd wel eens, dat ondanks de massage spierpijn en stijfheid optreden en zóó lang aanhouden, dat de oefentijden niet dagelijks plaats kunnen hebben, doch pas met één of meer dagen tusschenruimte. Dit is dan 't bewijs er voor, dat de athleet te veel doet op eens. Zóó traint hij zich niet, doch vermoeit hij zich en verlengt den trainingstijd, als hij zelfs bereikt, dat hij fit wordt. Hieruit ziet men, dat het effect der massage in zekere mate de intensiviteit der oefening kan regelen. Deze intensiviteit is niet vooraf te bepalen, doch hangt af van het temperament en den bouw van den oefenende. De tweede gelegenheid voor masseeren is vóór 't begin van een wedstrijd. De sportman wacht op 't begin, is in rust of wat nog erger is, tracht door touwtje springen of eens een baantje te fietsen of te loopen enz. zijn leden los te krijgen. Dit laatste is verspilling van kracht en door rust bereikt hij niets. Integendeel deze rust bezorgt hem startkoorts. Hij wordt zenuwachtig, 't wachten duurt lang, hij vreest, dat 't niet gaan zal; zooals hij hoopt, enz. Nu moet er gemasseerd worden. Zijn opwinding moet verdwijnen. Hij mag niet noodeloos zijn zenuwkracht verspillen. De massage geeft hem afleiding en kalmte. Ze maakt zijn spieren los en warm, zijn gewrichten lenig, zijn hartslag rustig en langzaam. Hij heeft noodig een heel kalme massage, die de vochten uit zijn spieren afleidt, die zijn buik ontledigt van vocht. Ademhalingsmassage, d.i. een massage van de borst, effleurage voornamelijk, gepaard met losmaken van zijn borstkorf wordt daaraan toegevoegd. Na diepe inademing drukt de masseur de ribben omlaag met de beide, vlak opgelegde handen, terwijl de uitademing zoo volledig mogelijk geschiedt. Bij inademing wordt door ompakken van den borstkorf de borst geheven. De derde periode, waarin massage buitengewoon gunstig werkt is tusschen de sportprestaties in. De sportman heeft b.v. geloopen en wacht nu op de volgende beurt. Hij is moe, zijn hart jaagt, zijn ademhaling is snel en oppervlakkig. Over een poosje moet hij weer uitkomen, 't Komt er dan op aan, dat hij 36 werpen aan bedoelde opfrisschende, décongestieve massage, tot hij zich totaal ontspannen voelt en niet vóór dien tijd zich aan een nieuwe competitie wagen. Wanneer sprake is van groote, langdurende krachtsinspanning, b.v. bij meerdaagsche wielerwedstrijden, heeft de athleet slechts korte rusttijden. In dezen korten tijd kan 't lichaam zich niet ontdoen van de vermoeiingsproducten. Men moet dan zoo vaak mogelijk in deze rustpoozen een kalmeerende massage toepassen met het doel de vermoeidheid op te heffen. En het is noodig dan de meest zachte en sedatieve handgrepen toe te passen, want alleen door zachtheid en geduldige herhaling bereikt men de beste resultaten. De vijfde periode, waarin gemasseerd moet worden is de periode der rust. De volkomen in trainingstoestand zich bevindende sportman kan, door welke oorzaak ook, voorloopig aan geen wedstrijd deelnemen. Wat moet hij nu doen om te voorkomen, dat hij last ervaart van den toestand, waarin hij zich momenteel bevindt en tevens te voorkomen, dat zijn lichaam, dat binnen heel korten tijd zich aanpast aan zijn inactiviteit, verslapt en traag wordt, te veel achteruit gaat? Dat zijn twee verschillende zaken, die afzonderlijk besproken moeten worden. De toestand van den athleet in conditie, volkomen fit, noodzaakt tot speciale procédé's, wil men niet, dat de massage supplementaire vermoeidheid toevoegt aan de spieren, die in zeer wankelbaar evenwicht zijn. Bij getraind-zijn zijn de spieren buitengewoon prikkelbaar. Ze reageeren op alles, wat maar aanleiding tot samentrekking kan geven. Immers de training heeft juist ook ten doel en tot effect de natuurlijke samentrekbaarheid der spieren volkomen te maken. — De normale mensch moge eenige wilsinspanning noodig hebben om zijn spieren energiek en volkomen samen te trekken, de athleet heeft, dank zij de training, spieren, die bijna spontaan, bij de miniemste prikkeling zich krachtig samentrekken. Zijn spieren trillen als 't ware van ongeduld. De natuurlijke prikkel tot spiersamentrekking geven de zenuwen. In normalen toestand zijn een bruuske aanraking, een schok enz. nauwelijks prikkelend genoeg om spiersamentrekkingen te veroorzaken. De spieren van een man in training echter ondervinden daarvan een geduchten prikkel tot samen- 37 trekking. We zagen boven, dat de stimuleerende invloeden van sterke pétrissage, slaan, enz. noodig waren om trage en ■slappe, geatrophieerde spieren tot werking te brengen. Indien we bij een getrainde deze toepasten, zouden we zijn spieren tot geweldige contracties prikkelen en noodeloos vermoeidheid veroorzaken. De tweede eigenaardigheid der getrainde spieren is, dat ze zeer groot volhoudingsvermogen hebben. Wat den getrainde noopt tot staken van zijn inspanning, is öf 't meer of min volkomen verbruik der voedende elementen in zijn spieren öf wel en dit is 't meest het geval een momenteele zenuwuitputting en niet, zooals 't geval is bij den niet getrainde, spiervermoeidheid of in te groote massa aanwezige afvalproducten in zijn spieren, gepaard met ademnood. Hij heeft zenuwvermoeidheid of algeheele uitputting en geen spierpijn na den wedstrijd. Doel ook van de training zelf is de spier tegen vermoeidheid te oefenen. De man in trainingstoestand gebruikt de voedingsstoffen voor zijn spiercontracties in de mate en in de hoeveelheid, als ze toegevoerd worden aan zijn spieren of daarin aanwezig zijn, en hij elimineert de stofwisselingsproducten direct. Zijn spieren zijn dus nooit door vergiftige stoffen geïnfiltreerd. Daarom is voor den getrainde een massage totaal van onnut, die ten doel heeft de vochten, waarin de vermoeiingsstoffen zich bevinden, uit de gezwollen spieren te drijven, zooals dit vooral vóór en gedurende de training plaats heeft. Deze massage zou zelfs een belemmering geacht kunnen worden voor de spieren, om zooveel mogelijk voedingsstoffen in zich op te nemen. Een massage, zooals wij die toepassen om vermoeidheid op te heffen, is dus voor den getrainde evengoed nadeelig als een stimuleerende. Men moet alzoo tot de conclusie komen, dat de man, die zijn spieren in den toestand van getraind zijn heeft, en niet alleen zijn spieren, doch ook zijn overige organen, door zijn te groote prikkelbaarheid en door den als 't ware, drogen toestand zijner weefsels, alleen behoefte heeft aan een uitermate kalmeerende massage. Deze massage, die we immers op gelijke wijze als voorbeTeidingsmassage hebben toegepast, kalmeerender naarmate de sportman in beter conditie is, bestaat uit zachte effleurage; meestal moet kneden en steeds hard en diep kneden en kloppen vermeden worden. De sportman moet zich totaal passief overgeven in de handen 51 vooral den voetbal. Bij 't loopen hebben verder de lendenspieren veel te doen, vooral in het begin, wanneer men nog ongeoefend zijnde, zijn spieren te Veel gespannen houdt. Men loopt dan met voorwaarts gebogen lichaam en houdt deze houding vast gedurende den geheelen loop. Nu is er niets vermoeiender voor de spieren dan in voortdurende contractie te zijn. Men kan heel lang achtereen een spier doen samentrekken en laten verslappen, doch nog niet de helft van dien tijd dezelfde spier samengetrokken houden. Loopers voelen zich dan ook, vooral als ze niet goed getraind zijn, moe en lam in de lendenen; deze toestand kan 't beste met massage opgeheven worden. Hoewel veel loopers niet snel ademnood verkrijgen, is toch vaak hun ademhaling oppervlakkig. Door met open mond snel adem te halen trachten ze aan hun zuurstofbehoefte en hun koolzuuruitscheiding te voldoen, 't Is de taak van den masseur op de reeds beschreven wijze de ribbenbeweging te bevorderen en alle ademhalingsspieren (zoowel die der uit- als der inademing) door te werken en tevens den looper op te wekken tot oefenen in diep uit- en inademen. De uitademing moet nog meer geoefend worden dan de inademing. Bij 't Springen, vooral als dit herhaaldelijk gebeurt, zooals bij hordenloop, zijn 't eveneens de kuit- en dijspieren, die den afstoot'kracht moeten geven, doch tevens zijn het de heffers van de dijen en de buikspieren, die ingespannen worden. Diepe massage van den buik komt hierbij dus in de plaats van lendenmassage. Bij den gemengden sprong moeten de armen eveneens flink behandeld en daarbij öf op de buig- öf op de strekspieren de klemtoon gelegd worden. Wielrennen. De spieren, die bij 't wielrennen den hoofdarbeid verrichten zijn de strekkers van de knie, die aan de voorzijde van de dij liggen. Vooral zijn het die, welke zich aan 't dijbeen zelf hechten en in 't bijzonder is het de groote spier, die aan de onderste helft van het dijbeen aan de buitenzij ligt. Deze spier is bij renners het sterkst ontwikkeld. Daar ontstaat bij het trainen het eerst en 't meest spierpijn. Men masseere dus de geheele voorzij van de dijen, doch vooral den buitenkant dicht boven de knie. De kuitspieren werken ook en wel te meer naarmate de renner zijn voeten buigt en strekt. Fietst hij ook met de voet- Sportmassage III 4* ZELFMASSAGE. Naast een goede sportmassage behoort ook de zelfmassage een belangrijke plaats in te nemen bij de algemeene sportbeoefening; niet dat de zelfmassage in de plaats zou kunnen treden van de sportmassage, maar meer als een surrogaat, wanneer men niet in de gelegenheid is, zich door een bekwaam sportmasseur te laten behandelen. Als onderdeel van de algemeene voorbereiding van den sportman is de zelfmassage zeer zeker op haar plaats, daar die tevens gepaard gaat met een soort gymnastiek. Het strijken, kneden en kloppen vereischt een groot aantal bewegingen van armen en romp, die ongetwijfeld de ontwikkeling der spieren ten goede komen. Waar . echter de zelfmassage een groote krachtsinspanning voor den sportman is, daar moet die achterwege blijven in de speciale training voor groote wedstrijden, daar in die tijden alle krachten moeten gespaard blijven voor de speciale oefening. Men late zich dan üever masseeren. Men houde zich bij de zelfmassage aan de volgende regels: 1 °. steeds in de richting naar het hart toe masseeren; 2°. de huid droog laten; 3°. de handen moeten goed gereinigd en 4°. de nagels moeten kort zijn. Ten slotte kieze men zulke houdingen, dat de te masseeren spieren in ontspannen toestand verkeeren. Massage van den hals. In staande houding buigt men het hoofd licht achterover, legt nu de rechterhand geopend op de voorzijde van den hals met den rechterwijsvinger onder den linkerhoek van de onderkaak en den duim onder den rechterhoek. Nu strijke men naar beneden het verloop van de borstbeen-sleutelbeenspieren volgend, afwisselend met de rechter- en de linkerhand. Massage van de borst. In staande houding legt men de beide handen met de vingertoppen naar het midden gericht op de borst en strijkt nu van het midden naar de zijkanten van den romp. Hierop klopt men krachtig de geheele borst met de half gesloten Uitstrijken van den hals Het kloppen van de borst met half gesloten vuisten. 59 vuisten. (Men denke vooral er aan, dat het kloppen met een lossen pols moet geschieden). Het krachtig kloppen verdiept de ademhaling en komt de elasticiteit van den borstkorf ten goede. Massage van den buik. Evenals bij de massage van de borst beginnen we met strijken van beide handen van het midden naar de zijden, gevolgd Het strijken van den rug. door een krachtig kloppen met half gesloten vuisten in afwisseling met elkaar, om te besluiten met kringvormige knèdingen. Hierbij begint men om den navel en maakt de kringen steeds grooter. Deze buikmassage kan men ook in liggende of zittende houding uitvoeren. Massage van nek en rug. Voor de massage van den nek leggen we beide handen naast elkaar onder het achterhoofd en strijken in beneden-buitenwaörtsche richting naar de schouders. Bij het masseeren van den rug buigen we den romp voorover, we plaatsen de handen met gespreide vingers in de lendenen bij de wervelkolom en 62 Nu neemt men den grooten teen in de eene hand en den kleinen teen in de andere en brengt de teenen dan naar elkaar toe of uit elkaar. Om de voetzool nog een goede beurt te geven, legt men den voet over de knie van het andere been en strijkt de voetzool krachtig met de knokkels. Ten slotte frictionneert men de verschillende kleine Uitstrijken van het onderheen. gewrichten van den voet, alsmede het enkelgewricht. Daarna plaatsen we beide handen aan weerszijden van het enkelgewricht met de vingers onder den hiel en strijken met de muizen van de duimen in een kring van boven naar voren, onder en achter rondom de enkels, waarbij we vooral goed de holten bij de Achillespees behandelen. Op de behandeling van den voet volgt die vanhet onderbeen. In zittende houding buigen we het been en nemen dan eerst de kuit onder handen. Met krachtige effleuragestreken van onder naar bóven strijken we de kuitspieren uit. We zorgen voor goed aansluiten van de hand, terwijl duim en vingers zich in de groeven aan weerszijden van de spieren bewegen. Hierna strijken we de buit en voorzij de van het been door de SPORTUITGAVEN VAN NIJGH & v. DITMAR'S UITGEVERS-MAATSCHAPPIJ • ROTTERDAM HANDBOEK DERSPORTEN ONDER REDACTIE VAN K. H. VAN SCHAGEN Deel I Deel U Geschiedenis van de Sportbe- Korfbal . . . Mr. H. W. Vliegen oefening in Nederland Leo Lauer Honkbal .... E. Bleesing en Athletiek . . . . J. H. Dobbinga J. C. G. Grasé Voetbal MHoutkooper Hockey G.J. Scheurleer Zwemmen . . K. H. v. Schagen Kaatsen F. Wiersma Prijs in slap linnen ƒ3.90 Turnen . . . . H. C. Th. W. Kok _ . Prijs in slap linnen ƒ3.50 Deel III Schennen. . . Dr.W.P.Hubert van Blijenburgh Deel IV Boksen . . . J. van Hamersveld Roeien Ds.J. A. Bijl en H. Mulder Lawn-Tennis . G. J. Scheurleer Krachtsport . . G. B.J. Looman Cricket. . . . Henri van Booven Prijs in slap linnen ƒ3.50 Prijs in slap linnen ƒ3.90 Het Boksen door P. M. C. Toepoel, 2t= Druk. Prijs ƒ0.60. De Zwem-eisch Handleiding voor Zwemonderricht door J. M C. van de Griendt en K. H. van Schagen. Met vele illustratiën. Prijs ƒ2.50 Het Toestelturnen. Handboek bij het onderwijs aan Vrouwenen Meisjes-Gymnastiekafdeelingen en bij de opleiding van leidsters en voorturners, door G. A. van Dijk. 2 een bad of na een koude of lauwe afwassching wordt toegepast en dan bijzonder aangenaam is. Frotteeren is wrijven van de huid niet in één richting, zooals bij 't gewone masseeren meest het geval is, doch heen en weer gaande. — Bij 't masseeren tracht men in 't algemeen sterk wrijven van de huid te vermijden, behalve bij de inleidingsmassage, waarbij men juist door wrijven 't bloed naar de huid tracht te trekken. Dit doel heeft ook het frotteeren. Frotteeren maakt de huid rood en warm. Als de huid koud is, b.v. na een luchtbad of vochtig en klam is na aanraking met water, maakt frotteeren de huid warm en droog. De verwekte warmte is niet alleen aangenaam, doch houdt lang warm en geeft prettiger warmte dan kleeding. Bij 't frotteeren is 't echt om de huidwrijving te doen, waarom men dan ook met droge lufahandschoenen of met een ruwen handdoek wrijft. Door dit heen en weer gaand wrijven ontstaat na korten tijd weekheid, elasticiteit, soepelheid en effenheid van de huid. Alle onreinheden, schilfers enz. worden er door verwijderd en de huid voelt zacht als zijde aan. Frotteeren is de meest eminente huidmassage. De huid, dit hoogst gewichtig orgaan voor uitscheiding, ademhaling, warmteregeling, ja voor tal van functies, die men nog slechts ten deele kent, blijft jonger door frotteeren, wordt niet droog, onelastisch en rimpehg. Een der ouderdomsverschijnselen is juist, dat de huid en haar functies aftakelen. Menschen op leeftijd, die zich geregeld gaan frotteeren na hun bad beginnen er jeugdiger, frisscher uit te zien en jonge menschen behouden tot op hoogen leeftijd hun bloeiende teint en hun opgewekt voorkomen. Frotteeren geschiede liefst dagelijks. Sportlieden, bij wie de huidfunctie van 't grootste belang is, hebben er de meeste behoefte aan en 't grootste voordeel van. Na een reinigingsbad is de huid zuiver, en een eerste eisch is, dat geen onrein op de huid is, als men frotteert. Ook de handen '. zijn dan schoon. Frotteeren doet men nu op de volgende wijze. 66 Terwijl men naakt, liefst voor een spiegel staat, buige men 't lichaam een beetje achterover, zoodat de huid aan de voorzijde van den romp wat gespannen is. Met beide vlakke handen wrijft men nu borst en buik van den hals tot de beenen en omgekeerd. Menmake de streek allengs wat steviger, doch vermijde hard en pijnlijk wrijven over de borsttepels. Dit heen en weer wrijven duurt ± 3 minuten en dan is de huid rood en prettig warm. Daarna frotteere men eenigszins voorover staand de achtervlakte van den romp, de lendenen en de billen, zoover men reiken kan; dit duurt eveneens ± 3 minuten. Dan beginne men nog eens weer met buik en borst maar nu met dwarse streken. Men legt de handen op elkaar, begint boven aan de borst en terwijl de handen links gaan, draait men den romp wat naar rechts en omgekeerd. Zoo gaat men voort tot den onderkant van den buik, eveneens ± 3 minuten. Nu neemt men een ruwen badhanddoek vast met de handen °P i 70 cM. afstand en wrijft daarmede den rug van links naar rechts eveneens van boven te beginnen tot de onderzij der bilspieren; dat doet men een paar maal, waarmee men dan weer een paar minuten bezig is. Alsdan komen de beenen aan de beurt. Men wrijft die met beide handen aan alle kanten, van boven naar beneden en omgekeerd, staande met rompbuigen voorover of men legt het te frotteeren been op een tafel, op 't bed of een stoel. Elk been behandele men zoo ± 3 minuten. Dan wrijft men de armen, den linker- met de rechterhand en omgekeerd van den hals over den schouder tot de hand, vice versa. Elke arm 1—2 minuten. Ten slotte komt de hals, die men met een hand frotteert: de linkerzij met de linkerhand en omgekeerd, op dezelfde wijze als men den hals wascht, doch ook de streek naar achter geschiede stevig (duur 1—2 minuten). Terwijl men nu in spreidstand gaat staan, kan men met zijwaarts links en rechts buigen nog eens de zijden van den romp en de buitenkanten van de beenen een apart beurtje geven; terwijl de linkerhand van den zijkant van de borst over 't been omlaag wrijft, gaat de rechterhand van omlaag naar omhoog. 't Is wenschelijk dan nog de oksels een afzonderlijke beurt te geven. Geheel niet af te keuren doch integendeel aan te bevelen is ten slotte ook 't gezicht te bewerken. Men zij bierbij vooral op later leeftijd bedacht, dat men evengoed rimpels kan kweeken met wrijven als wegmaken. De streek, die gaat 67 van de kin naar de slapen over de wangen, moet daarom steviger zijn dan de omlaag gaande, 't Kan zelfs wel gewenscht zijn de laatste weg te laten, 't Voorhoofd strijke men niet met de vlakke hand, doch met de vingers van 't midden tot de slapen boven de ooren. Gedrukt bij Nijgh & Van Ditmar, Rotterdam. DEEL III sportmassage Door W. A. J. GOETING LEERAAR IN LICHAAMSOEFENINGEN AAN DE RIJKSKWEEKSCHOOL VOOR ONDERWIJZERS, HAARLEM ROTTERDAM NIJGH & VAN DITMAR'S ADS OTHEEK \/a3\~\£\-\7? erlandse sport federatie V# I «9 an karnebeeklaan 6, den haag - telefoon (0701 63 2963 ra: j-a: c a f j f s m f "f ms 'vb 8 moesten de lichaamsdeelen door wrijven warm en lenig gemaakt worden; en na den arbeid moest men de massage gebruiken, om de vermoeide lichaamsdeelen weer frisch te maken. Na de Grieksche bloeiperiode raakt met de lichaamsoefeningen ook de massage op den achtergrond en vernemen we er gedurende de middeleeuwen weinig van, tot een nieuw tijdperk wordt ingeluid door Per Henrik Ling (1776—1839) die als onderdeel van zijn systeem van kchaamsoefeningen ook de massagehandgrepen gebruikte. Hij rekende de verschillende grepen als wrijven, hakken, kneden, drukken, walken tot de passieve gymnastiek. De bijzonder groote liefde, die hij voor zijn werk koesterde naast de groote gave, die hij bezat om te onderwijzen, maakte dat hij groote bekendheid verwierf en dat vooral na zijn dood velen, ook uit andere landen naar Zweden gingen, om kennis te nemen van zijn werk Vandaar dat we gingen spreken van een Zweedsche massage. Toch kleefden aan zijn werk groote fouten, omdat hij niet wetenschappelijk gevormd en op medisch gebied een leek was en tot het mystieke neigde. Het was daarom onmogelijk voor hem persoonlijk, zijn werk hooger op te voeren. Al wat Ling ons vertelde, was eigenlijk niets nieuws en kunnen we in oude Chineesche werken terug vinden; doch dat neemt niet weg, dat Ling zeer zeker de verdienste heeft, die oude methode weer naar voren te hebben gebracht. Wat we eigenlijk tegenwoordig als „Zweedsche" massage hooren noemen, is geen bepaalde massage, die men volgens Zweedsche voorschriften geeft, doch veel meer een aantal manipulaties, die oorspronkelijk afkomstig zijn van den Amsterdammer Dr. Mezger. Deze Dr. Mezger heeft zeer groote verdiensten gehad als masseur. Hij verwierf een groote reputatie en is vele malen in het buitenland geweest om zijne methode te demonstreeren. Vooral in Duitschland heeft hij verscheidene cursussen gegeven met het gevolg, dat bekende mannen als Langenbeck, Mosengeil, Esmarck, BLUroth, Volkmann en anderen de wetenschappelijke zijde der massage gingen bestudeeren, waardoor groote belangstelling gewekt werd voor dit hulpmiddel bij de genezing van verschillende afwijkingen en ziekten. Jammer blijft het, dat Dr. Mezger de massage meer beschouwde als een goddelijke gave en niet als wetenschap en een aan te leeren handigheid. Hij vond, dat masseeren iets was, dat niet aan te leeren was; dat men het moest voelen en hij meende niet in staat te zijn, dat gevoel anderen bij te brengen. Had hij meer onderwijscapaciteiten bezeten, en had hij gewild, dan hadden we een Hollandsche school voor massage kunnen hebben, waarvan een groote roep zou zijn uitgegaan, zoodat de Hollandsche massage dan een wereldreputatie zou hebben verworven en men niet had gesproken van Zweedsche massage. Echter mocht dat niet zoo zijn. Toch hebben we veel aan Mezger te danken. Hij toch was het, die de massage opnieuw bekend maakte. De belangstelling door Mezger gewekt, breidde zich meer en meer uit en had tot gevolg, dat de artsen, die Mezger's cursussen in Duitschland gevolgd hadden, naar Zweden trokken, ten einde kennis te maken met hetgeen daar bestond. En zoo is de massage langzamerhand gegroeid tot een zeer belangrijk hulpmiddel bij de genezing van tal van aandoeningen; echter wordt ze nog niet zoo algemeen toegepast als wel wenschelijk zou zijn. Na Mezger is de techniek der massage door verschillende auteurs belangrijk gewijzigd. Eene uitgebreide verdeeling der grepen vinden we bij Zabludowski, een Russisch militairdokter, die in Berlijn van 1890 tot 1906 de leiding had van een inrichting voor massage aan de universiteit en daar een groot aantal leerlingen met zijn methode bekend maakte. Zabludowski was het in 't bijzonder, die ook voor de sport in massage groote waarde zag en ze zelf bij sportlieden toepaste. Toch vinden wij bij de sport nog weinig over massage, waarschijnlijk omdat de sport zelf nog zoo jong is. Eerst, nu men in den laatsten tijd meer en meer aandacht gaat besteden aan de ontwikkeling van de sport en de verzorging van den sportman, treedt ook de waarde der massage natuurlijk meer op den voorgrond. Zabludowski wees erop, , dat voor de z.g. „Entmüdungsmassage" het doorkneden van huid en spieren veel meer effect oplevert, dan het door vele sportlui toegepaste hakken, wat bovendien ook zeer pijnlijk is en den patiënt allesbehalve aangenaam aandoet. Het moet ons dan ook verwonderen, dat zoovele voetballers en loopers hun beenspieren op dergelijke allesbehalve aangename wijze laten behandelen, terwijl het effect bovendien niet in evenredigheid staat tot doorgestane pijn en de blauwe plekken, die het lichaamsdeel overdekken. Veel meer effect levert het door Zabludowski toegepaste 9 10 kloppen met de half gesloten vuisten, waarbij tusschen de hand en het lichaamsdeel een veerend luchtkussen zich vormt, zoodat de slag licht en zacht aanvoelt, terwijl hij toch doordringt. Van groote beteekenis voor de sport is de zoogenaamde Finsche massage. Reeds in de alleroudste tijden heeft de massage bij de Finnen een deel van hun leefwijze uitgemaakt. Toch hoorden we er weinig over spreken. Hierin kwam verandering, toen men op de laatste Olympiade de prestaties der Finnen waarnam. Het trok toen bijzonder de aandacht, dat de Finsche sportlui zooveel overwinningen wisten te boeken bij de verschillende takken van sport. Door een zorgvuldige, streng doorgevoerde massage mocht het hun gelukken de van nature reeds aanwezige krachten tot het hoogste op te voeren. De bekendste school voor massage in Finland is die van den arts Dr. Hartea in Helsingfors, die een nieuwe wetenschappelijke richting gegeven heeft aan deze kunst. Het is wel een merkwaardig verschijnsel, dat in een land als Finland, waar de menschen van nature reeds lichamelijk gezond en krachtig zijn, de massage tot de aktieve hygiëne behoort, waardoor men niet alleen tracht de verworven gezondheid en kracht te behouden, doch zoo mogelijk tracht op te voeren ten voordeele van het nageslacht. Zoo moest het ook in ons land zijn. Niet alleen moest van regeeringswege ieder gedwongen worden, zich geregeld lichamelijk te oefenen, doch tevens moest het ieders gewoonte zijn, zich een paar maal per week eens goed te laten masseeren, want dat geeft nieuwe spankracht, nieuwe energie en een gevoel van overgezondheid. Tot de Finsche massage worden ook weerstandsoefeningen, lenigheids- en rekkingsoefeningen gerekend, die het lichaam soepel maken en een bijzonder aangenaam gevoel teweeg brengen. Door een geregelde, goede toepassing hiervan zouden velen, die nu allerlei klachten hebben, zich als nieuwgeboren gevoelen. Zij zouden een geheel ander leven leiden en weer genoegen smaken in tal van bezigheden, waarin zij thans geen lust hebben. Hoe geheel anders denken onze sportlui over de waarde der massage. Zij zijn het vooral, die groote beteekenis hechten aan de massage, omdat zij aan den lijve ondervinden of ondervonden hebben, hoe hun lichaam er wel bij vaart. Echter 19 een bewijs is voor een verhoogde afgifte der vermoeiingsstoffen uit de spieren. Ook heeft de massage onmiddellijk na belangrijken lichamelijken arbeid een groote beteekenis voor de temperatuur van het lichaam. Daar door krachtigen lichaamsarbeid de hchaamstemperatuur stijgt, zullen we door een flinke massage van romp en ledematen de temperatuur van de huid verhoogen en alzoo een afleidenden invloed uitoefenen op de inwendige temperatuur. Daarom verdient het aanbeveling bij de Entmüdungsmassage en de Zwischenaktmassage eerst met den rug te beginnen, omdat we hier het grootste lichaamsoppervlak hebben, en in dezen zin dus het meeste te bereiken is. Daarna volgen de ledematen en ten slotte borst en buik. De invloed, die door de massage op borst en buik uitgeoefend wordt is zoowel een algemeene als lokale. Het kloppen van de borst heeft een belangrijken invloed op de elasticiteit van de ribben en het ribbekraakbeen en dat is weer van belang op de ademhaling, terwijl een flinke beweeglijke borstkas met een diepe uit- en inademing in sterke mate de circulatie bevordert. Bovendien bewerken de kloppingen reflectorisch een diepere ademhaling, terwijl ook de hartspier er van profiteert. Met de massage van den buik oefenen we niet alleen invloed idt op de buikspieren, doch ook op de inwendige organen. Dat krachtige buikspieren voor den sportbeoefenaar van bijzondere beteekenis zijn, behoeft zeker geen nader betoog. Een belangrijken invloed oefenen we uit op de circulatie. Door de vermeerderde circulatie in de spieren is de hoeveelheid bloed in de buikvenen verminderd en zal het bloed bij zijn doortocht door de vernauwde buikvaten naar het hart grooteren weerstand ondervinden. Door een intensieve buikmassage, gepaard met passieve bewegingen, verwijden we die aders en bevorderen daardoor het terugstroomen van het bloed naar het hart en daarmede weer de algemeene circulatie. TECHNIEK DER SPORTMASSAGE. De techniek der massage, d.i. de manier, waarop men moet masseeren, is geheel afhankelijk van het doel, dat bereikt moet worden. Instinctmatig wrijft men de plaats, waar men zich door een stoot, een slag of op andere wijze bezeerd heeft. En als men korten tijd heen en weer gewreven heeft, wordt de pijn minder. Zulk strijken heeft dus een kalmeerende werking of met een vreemd woord een sedatief effect. Heeft men langen tijd zijn lichaam ongeoefend gelaten, dan heeft men ten slotte een gevoel van stijfheid in zijn leden. Hieraan probeert men dan een eind te maken door zijn spieren eens flink te kneden, te knijpen en te kloppen. Het gevolg daarvan is dan, dat ze als 't ware uit haar verdooving ontwaken en weer actief, levendig, los worden. Deze wijze van bewerking zijner spieren is dus prikkelend, opwekkend, met een effect dus juist tegenovergesteld aan dat van zacht en kalm wrijven. Men noemt dat een stimuleerende werking. Ten slotte is er nog een derde manier om zijn spieren en gewrichten te bewerken. Als er spierpijn is ten gevolge van groote inspanning of als men zich vermoeid gevoelt, dan komt men er van zelf toe, die spieren met de volle hand vast te pakken en eens flink heen en weer te schudden of ze zacht maar toch diep te drukken op verschillende plaatsen, terwijl men hard ingrijpen nalaat. We voelen dan, dat de vermoeidheid overgaat en dat men weer tot inspanning in staat is. Met zacht wrijven was dit resultaat zeker niet verkregen; met energiek kneden of kloppen zou men nog vermoeider, pijnlijker, stijver geworden zijn. Om 't effect te verkrijgen, dat de spieren weer frisch en de gewrichten weer lenig werden, was een bewerking noodig, die niet te zacht en niet te sterk, juist tusschen de beide voorgaande in lag. Zoo bewijst de ervaring zelfs voor den leek, dat de techniek der massage verschillend moet zijn naar het doel, dat men wenscht te bereiken: naar de kracht der inwerking is de massage kalmeerend, prikkelend en verfrisschend of ontspannend, moeheid-opheffend. De systematische aanwending van deze drie wijzen van masseeren met het doel een der drie resultaten te bereiken, 22 kneden of pétrisseeren ; wrijven of frictie; kloppen, schudden, drukken, trillen enz. Ónder strijken verstaat men, wat het woord zelf zegt: men zet een handpalm of beide handen op het lichaam en strijkt dan over 't lichaam. In den regel strijkt men naar 't hart toe, ook om het aderlijk bloed voort te drijven, doch daarom volstrekt niet alleen. Want als een spier of lichaamsdeel vol vocht zit, zal 't b.v. nog niet gekalmeerd of geprikkeld zijn, als dat vocht verminderd is. Men strijkt b.v. den arm van den pols af tot den schouder; het been van de knie of den voet af tot de lies; de borst van het borstbeen af zijwaarts; den rug van de wervelkolom af zijwaarts of langs de wervelkolom omhoog of omlaag. Hoe men precies moet strijken, dat hangt af van 't geen men bereiken wil en dat moet men practisch leeren. Uit een beschrijving alleen is dat moeilijk te leeren. Duidelijk is, dat een heel oppervlakkige, zachte effleurage alleen invloed heeft op de huid en de zenuwen en dat slechts een diepe, zij 't ook zachte massage, de spieren bereikt. Duidelijk is ook, dat effleureeren met de geheele palmvlakte der hand zachter aanvoelt, meer kalmeerend is, dan effleureeren met de vingertoppen, vooral als men diep masseert. Minder duidelijk, doch door de ervaring bewezen is, dat na een massage, welke ook, 't meest kalmeerend werkt de z.g. centrifugale effleurage. Zooals gezegd is, wordt meest geefflèureerd naar 't hart toe, d.i. centripetaal. Eenige centrifugale streken, dus langs den rug van boven naar beneden, of langs armen of beenen van boven naar beneden als besluit van de massage van rug, armen of beenen, werken heel kalmeerend. Men strijkt 't zij met de palmvlakte der hand, 't zij met duim- of vingertoppen gelijkmatig, zacht vangt de streek aan, ze neemt al voortgaande eenigszins in kracht toe én ze eindigt weer zacht. Sterk en snel strijken kan zelfs een prikkelenden invloed hebben; zacht en kalm strijken werkt altijd sedatief, zelfs pijnstillend. Wil men vochtaf drij vend werken b.v. bij vermoeidheid, dan ondersteunt men de massagewerking door 't lid een houding te geven, waardoor de vochtstroom bevorderd wordt. Men strijkt dus den geheven arm van de hand naar den schouder omlaag enz. Als dus na groote inspanning de weef- 27 die van den rug. Dit komt, doordat veel menschen direct hun buikspieren spannen, als men aan den buikwand raakt. Gespannen spieren moeten niet gekneed worden. Als regel geldt voor alle massage, dat de te masseeren spieren zoo slap en los mogelijk gehouden moeten worden. Immers stijf samengetrokken spieren kan men met uitdrukken alleen al doordat ze te hard daarvoor zijn en bovendien heeft zoo'n kneding geen doel: de vochtstroom is in saamgetrokken spieren heel gering, de bloedvaten staan te zeer onder druk van de omringende spiervezels. De buikspieren moeten ontspannen, los, slap zijn. Men bereikt ontspanning van strakke buikspieren, als men ze zacht strijkt. Men legt de hand vlak op den buik en strijkt nu, te beginnen om den navel met een kleinen kring in steeds grooter wordende kringen over den buik van rechts naar links onder de ribben en van links naar rechts tusschen de heupen aan de onderzij van den buik. Ook kan men de spierbundels, die men strak gespannen ziet, over 't midden van den buik van boven naar onder aan weerskanten van den navel ontspannen, als men zacht met de handen er over strijkt van boven naar onder b.v. Zijn de buikspieren ontspannen, dan ga men over tot zachte, voorzichtige kneding. De gemasseerde moet ondertusschen heel regelmatig en diep ademhalen, want daardoor helpt hij zelf spanning zijner buikspieren voorkomen. — Ook laat men de knieën wat buigen of legt men een rol of iets dergelijks onder de knieën voor 't slapper houden der buikspieren. Men kneedt nu de bedoelde spieren aan weerskanten van den navel van boven naar onder of omgekeerd met beide handen in afwisseling, zooveel mogelijk trachtend niet scherp en puntig met de vingers alleen, maar vol en zacht met de geheele hand deze spieren te omvatten. Zoo tracht men ook de meer zijwaarts gelegen deelen van den buikwand te kneden. Er is bijna geen sport te bedenken, waarbij niet de buikspieren een belangrijke rol verrichten. Daarom mag noch bij de voorbereidingsmassage, noch bij de massage, die vermoeidheid opheffen wil, en ook niet bij de massage, die de spieren tot nieuw leven prikkelen wil, de buikspiermassage verzuimd worden. Niet alleen moeten bij de buikmassage de spieren doorgewerkt worden. Van even groot belang is het dieper doordrukken van den buikinhoud. De buik, die 't ware vitale centrum is, doordat hij zooveel voor 't leven belangrijke organen herbergt, 28 is voor den sportman bovendien van zoo groot belang, doordat hij het groote bloedreservoir van 't lichaam vormt. De buik moet zacht doch diep doorgekneed worden bij elke sportmassage; door in kringen, als boven beschreven met de half gesloten handen alterneerend, d.i. in afwisseling, opeenvolgend, diep in den buik door te drukken bij totaal ontspannen spieren bereikt men, dat de bloedmassa beter in beweging Kneden van de buikspieren. komt, men ontlast den buik van zijn vaak te groote bloedophooping, men bevordert den terugstroom van 't aderlij kbloed naar 't hart en men vergemakkelijkt in hooge mate den arbeid van 't hart. Langs reflectorischen — hier niet nader te verklaren—weg wordt de bloeddruk geringer, waardoor 't hart veel gemakkelijker 't bloed in de groote aorta en haar takken pompen kan, en tevens wordt de weg door den buik, die door 't vele bloed, vooral na lichaamsinspanning als 't ware versperd is, weder open gesteld. Zoo is 't noodig, dat bij alle sportmassage de buik een beurt krijgt; het hart toch is de motor, die de drijfkracht geeft bij alle sportprestaties en die motor moet zoo licht en gemakkelijk werken als mogelijk is. 40 Daarom moet elke sportmassage een algemeene lichaamsmassage zijn. Wel mag op de meest ingespannen lichaamsdeelen de meeste aandacht gevestigd worden, doch alleen deze behandelt men in uitzonderingsgevallen, nl. als er geen tijd is voor een deugdelijke massage. Op 't verleenen van dien tijd moet de masseur echter in 't belang van den gemasseerde steeds aandringen. Het kan zelfs om tijd te winnen gewenscht zijn, dat verschillende masseurs tegelijk één man bewerken. Vierde regel. • De gemasseerde moet al zijn spieren ontspannen, zoo gemakkelijk mogelijk liggen en zoo weinig mogelijk onder 't masseeren van houding veranderen. Masseert men in vooroverligging den rug en de lendenen, ehandelen. Onder 't hoofd moet voor 't gemak der houding en 't afstroomen van 't vocht een kussen liggen, dat niet te zacht is. Vijfde regel. De gemasseerde, die vooral na een groote inspanning heel warm is, moet behandeld worden in een vertrek met een goede, niet lage temperatuur, moet geheel ontkleed doch warm toegedekt zijn, zoodat hij voor afkoeling behoed wordt. Alleen dat deel van 't lichaam, dat gemasseerd wordt, moet ontbloot zijn en na behandeling direct toegedekt worden. Koude spieren werken slecht en een koude huid eveneens. Rood wrijven van de huid om 't bloed naar de peripherie te leiden is tevens warm wrijven van de huid, waardoor al zijn functies, vooral de zweetuitscheiding, verlevendigen. Zesde regel. Daar na inspanning bevordering der circulatie een der doel■einden der massage is, verzuime men nimmer de ledematen in zulk een houding te brengen, dat het bloed gemakkelijk afvloeit. Men heffe dus onder 't masseeren b.v. vooroverliggend 't onderbeen, achterover liggend armen en bovenbeenen, enz. 42 't Beste is een goede embrocatie, zooals ze tegenwoordig in den handel voorkomt d.i. een olie-emulsie met zeep en kalkwater. Toevoeging van terpentijngeest geeft een stimuleerende en warmtewekkende werking er aan. De meeste dezer mengsels zijn zeer aangenaam voor masseur en gemasseerde, ze reinigen intens de huid, en een afwrijving met een vochtigen doek is voldoende om alle vet en vuil van de huid te verwijderen. Tiende regel. Alleen een gezonde huid mag gemasseerd worden. Zoodra er puisten, vlekken of andere kertteekenen van ziekte op een huid gezien worden, blijve men met zijn handen er af. Alleen de gave, gelijkmatig gekleurde huid, 't zij ze bruin of bleek is, mag gemasseerd worden. IN WELKE GEVALLEN NIET GEMASSEERD MAG WORDEN. Sportmassage wordt alleen toegepast bij gezonde menschen. Men noemt ze wel eens hygiënische massage in tegenstelling van de geneeskundige, die toepassing vindt bij ziekten en ongevallen. Om deze laatste massage te kunnen toepassen is noodig, dat men een goed inzicht in deze ziekten en ongevallen heeft en precies weet, wat de invloed is van al de daarbij toegepaste handgrepen, welke toepassing en welke handgrepen veelal van die der sportmassage verschillen. De sportmassage wordt niet toegepast bij verwondingen, misvormingen, ontstekingen of dergelijke aandoeningen, die bij sportlieden en sportbeoefening nogal eens voorkomen. Zoodra er dus sprake is van iets anders dan gezonde menschen met gezonde leden, mag de sportmassage niet aangewend worden. Daarop werd reeds vroeger in dit boek gewezen. Boven werd reeds de aandacht er op gevestigd, dat ook de niet gezonde huid onaangeroerd moet blijven. Ook is er reeds op gewezen, dat bij groote afmatting, de sportman niet gemasseerd mag worden. Uitputting is als ziekte te beschouwen. De sportmasseur late direct een arts komen, zoodra er op 't veld of in de zaal een ongeval plaats heeft, zelfs bij een verstuiking, die vaak niet zoo onschuldig is en in sommige gevallen zelfs bij krampen, vooral aan beenen met aderspatten. DUUR EENER MASSAGE. Als men nagaat, dat een volle massage meestal bestaat uit een inleidingsmassage, uit kneden en strijken van alle lichaamsdeelen zoo lang tot de masseur werkelijk ontspanning voelt en afvloei van vocht verkregen is, dat met deze massage gepaard gaat het toepassen van mobiliseerende bewegingen,, bij de frictie der gewrichten, dat dit alles kalm en niet overhaast geschieden moet, dan is 't ook den leek duidelijk, dat dit niet in eenige minuten plaats hebben kan. Dan ziet hij in, dat een sportmassage van 10 minuten tot een kwartier, zooals we die op 't veld vaak waarnemen kunnen, zonder waarde is. 't Is onmogelijk in zóó korten tijd zijn doel te bereiken. Hoe lang echter een goede massage duren moet, dat is niet te zeggen. Dat hangt af van de periode, waarin gemasseerd wordt en van den toestand van den gemasseerde. Een voorbereidingsmassage, waarbij alleen gekalmeerd en gemobiliseerd behoeft te worden duurt bij een phlegmatiek persoon korter dan bij een cholerisch, opgewonden mensch. Voor beiden echter kan zé korter duren dan een massage, die bedoelt een vermoeid sportman weer frisch te maken .Hoe vermoeider deze is, hoe langer het duurt vóór 't beoogde doel bereikt is. In 't algeméén kan men zeggen, dat de gemiddelde duur eener massagebehandeling ± 45 minuten is. Nog eens zij er hier op gewezen, dat een algemeene lichaamsmassage te verkiezen is boven een locale massage en dat het gewenscht is in bijzondere gevallen bij tekort aan tijd, dat meer dan één masseur tegelijk werken. Daardoor kan de tijdduur bekort worden. Een locale massage kan veel sneller geschieden. Dat hangt ook al weer af van den toestand van den gemasseerde en den omvang van 't lichaamsdeel. Voor de dan ontbrekende inleidingsmassage stelle men 5— 8 min. Voor de massage van den buik eveneens 5— 8 „ Voor de massage van de borst eveneens 5—• 8 „ Voor de massage van armen en beenen stelle men 20—30 „ Voor een centrifugale slotkalmeering stelle men 2— 4 „ Totaal 37—58 min. Het is natuurlijk onmogelijk deze tijdverdeeling voor elk geval en precies zóó door te voeren. GELIJKMATIGHEID DER MASSAGE. De invloed eener massage is niet alleen afhankelijk van de toegepaste handgrepen en van den duur der behandeling. Er zijn nog tal van andere, deels psychische factoren, die beslissend zijn voor 't succes. In de eerste plaats is noodig, dat elke massage één ononderbroken geheel zij. De verschillende handgrepen moeten bij elkaar aansluiten, in elkaar overgaan. Er mag geen hiaat zijn tusschen de elkaar opvolgende effleuragestreken of de achtereenvolgende doorknedingen eener spiergroep. Strijken en kneden moeten niet scherp van elkaar onderscheiden zijn doch ineensmelten. Zoo wordt de massage één geheel. Zoo bereikt men 't best verwarming van de huid en prikkelt men den gemasseerde niet door scherpe tegenstellingen. 't Is ongeoorloofd de massage te onderbreken b.v. om smeersel te halen, een boodschap aan te nemen, den neus te snuiten, zijn kleeren recht te trekken, enz. Dan masseere men maar niet lukraak, in snel of langzaam tempo, naar men trek heeft. Een kalmeerende massage zal nooit bij snel en wild handelen verkregen worden. Terwijl op sommige lichaamsdeelen en voor bepaalde doeleinden snel handelen goed kan zijn, kan omgekeerd op andere plaatsen en voor andere doeleinden langzaam handelen alleen gewenscht zijn. Indien men b.v. den rug masseert om de huid warmer te maken, bezige men vlotte streken; indien men den buik wil uitkneden ga men daarentegen langzaam en heel kalm te werk. De snelheid van ons handelen is voor een deel afhankelijk van 't gestelde doel: bij een stimuleerende massage moet sneller gehandeld worden dan bij een sédeerende; voor een ander deel is- die snelheid afhankehjk van het temperament en den toestand van den gemasseerde: bij een cholericus en groote vermoeidheid moet kalmer, langzamer gehandeld worden dan bij een phlegmatiek mensch en geringer vermoeidheid. Hoe het met deze snelheid ook zij, noodig is regelmaat. Niet het eene oogenblik moet harder, wilder, ruwer, sneller gehandeld worden dan 't andere oogenblik, niet de eene streek moet snel, de andere langzaam geschieden. Wil men kalmeeren dan vooral handele men kalm en gelijkmatig. MASSAGE BIJ ENKELE SPECIALE SPORTEN. Het is, zooals reeds boven is opgemerkt, gewenscht, dat de massage rekening houdt met die lichaamsdeelen, die 't meest ingespannen worden. Op deze wordt de meeste aandacht gevestigd en naar omstandigheden ondergaat de massage eenige wijziging. Loopen. Loopen is de hoofdprestatie bij vele sportsoorten. Gaan is daarbij vergeleken slechts uitzondering evenals springen. Loopen en springen hebben dit gemeen, dat beide hooge eischen stellen aan de achterste kuitspieren, daar 't lichaam erbij hoofdzakelijk op de voorvoeten gedragen wordt. Een looptechniek, waarbij de geheele voetzool plat op den grond komt, is van nature onvolmaakt; ze bewijst, dat de looper slechte voeten heeft en hoe goed overigens zijn spieren ook zijn mogen, hij maakt bij 't loopen den pas zwaar en plomp, schokt te veel en loopt daardoor niet veerkrachtig. Loopen, waarbij de beenen en voeten op dezelfde wijze functionneeren als bij 't gaan is onnatuurlijk. Bij 't gaan, en vooral bij 't snelgaan, krijgen de kuitspieren veel te doen. Ze zijn zeer sterk ontwikkeld. Bij 't loopen, waarbij de eene voet 't lichaam voorwaarts werpt om 't op den anderen voorvoet weder op te vangen, moeten de kuitspieren zich voortdurend energiek samentrekken, terwijl ze eigenlijk nooit ontspannen zijn. De samentrekking is echter niet steeds even sterk, 't is een afwisseling van een energieke over grooten afstand gaande samentrekking en een lichte, over geringen afstand gaande. Een beginnende looper krijgt geduchte spierpijn in de kuiten. Hij voelt zelfs bij 't gewone gaan nog stijfheid en pijnlijkheid, soms wel gedurende een week en langer. Hoe meer hij zich traint, hoe minder de last wordt. In 't begin heeft hij dus voor zijn kuiten een stimuleerende, later een vermoeidheidopheffende massage noodig. Bij de kuitmassage neme men vooral ook de Achillespees en haar omgeving onderhanden evenals de voetgewrichten en 52 ballen, d.w.z. drijft hij het pedaal ook met de strekkracht van zijn voeten, zooals gebeurt bij baan- en snelrijders, dan moeten ook de kuiten bijzonder behandeld worden. De dijspieren verrichten echter veel meer arbeid dan de kuiten. Daar de renner zit en dus de knie- en voetgewrichten den lichaamslast niet dragen, zijn bij hem de gewrichten veel minder ingespannen dan bij den looper. De renner zit met sterk gebogen lendenen diep voorover op zijn wiel. Deze houding heeft hij niet alleen om den luchtweerstand te verminderen, doch voornamelijk om door rekken en voortdurend spannen van zijn lendenspieren de bilspieren aan 't voorover hellend bekken een vast steunpunt te geven, waardoor het strekken van de dij vergemakkelijkt wordt. In tegenstelling van 't geen men zou verwachten, blijken de lendenspieren van den renner goed ontwikkeld te zijn en staat hij daardoor flink rechtop, terwijl er geen spoor is van een kyphotische houding. De lendenen vermoeien enorm bij 't rennen; daarom vragen ze de bijzondere aandacht van den masseur. Die voorover gebogen houding van den renner, waarbij de bijna gestrekte armen rusten op de lage handvatten van 't stuur, 'maakt dat de borstkorf als 't ware aan de schouders is opgehangen. Hierdoor is 't mogelijk, dat de renner steeds diep ademen kan, wat hij dan ook doet. Hoe mobieler zijn borstkorf is, hoe gemakkelijker hij volhoudt. Zijn ademhaling is het type der boretademhahng. De buikademhaling echter is zeer miniem. Zijn ingewanden rusten alle op den voorwand van den buik, die steeds in rust is. Wielrenners hebben vaak last van hun ingewanden en die moeten juist goed functionneeren, omdat hij bij lange toeren haastig telkens eten moet. De masseur helpe zooveel in zijn vermogen is door de buikspieren te masseeren en die te laten oefenen. Doordat de armen steeds in bijna gestrekten stand staan met de handen rustend op 't stuur, worden alle schokken door pols- en elleboog opgevangen en moeten na den ren deze gewrichten in 't bijzonder behandeld worden. Dan is er de kwestie van 't zadel en de zadelpijn. De renner zal zelf wel zoo verstandig zijn een zadel uit te zoeken, waarop hij gemakkelijk zit, een hard, breed zadel, geen veerend. Zooals elk voor zich een hem passenden hoed zoekt, zoo moet de renner een voor hem passend en gemakkelijk zadel uitzoeken. Dat is van groot belang. Daardoor zal hij minder last krijgen van de spieren, die voortdurend tusschen zijn zitbeenknobbels en 't zadelleer gemaltraiteerd worden. Hoe taaier