DE ROEPING DER MOEDER DE ROBPING DER MOEDER DOOR LADY EMILY LUTYENS VERTAALD UIT HET ENGELSCH DOOR Mr. J. D. VAN KETWICH VERSCHUUR 1927 N. V. THEOSOFISCHE VEREEN1GINGS UITGEVERS-MIJ. TOLSTRAAT 154 - AMSTERDAM VOORREDE VAN DEN VERTALER. Bij het lezen van Lady Lutyens' werkje houde men er rekening mede dat dit voornamelijk met het oog op Engeland is geschreven, waar de sociale wetgeving nog bij die van sommige continentale landen ten achter is. Zoo is b.v. het recht op onderhoud van de ongehuwde moeder en haar kind door den vader en het daarmee samenhangende recht op onderzoek naar het vaderschap reeds in 1909 in de Nederlandsche wetgeving erkend. Ik moge er tevens op wijzen dat uit het feit dat ik mij op verzoek van de N. V. T. V. U. M. met de vertaling van het boekje belast heb, niet mag worden opgemaakt dat ik het met alle daarin geuite meeningen eens ben. Zoo is m. i. over de vraag of de "minderwaardige" elementen van de menschheid zich in zooveel sterkere mate dan de "betere" voorttelen, dat daarvan in de tegenwoordige omstandigheden qualitatieve achteruitgang van het ras te vreezen is, m. i. het laatste woord nog geenszins gesproken, noch van Theosofisch noch van biologisch standpunt. Het is hier de plaats niet daarop verder in te gaan. Zoo maak ik b.v. ook bezwaar tegen Lady Lutyens' qualificatie van het Fransche volk op bl. 66 V en ten slotte betwijfel ik of alle door de schrijfster aan wetenschappelijke schrijvers ondeende uitspraken (b.v. die van Prof. Osler in het hoofdstuk over het sexueele vraagstuk) wel den nieuws ten stand der wetenschap weergeven. Hoe dit zij, elk Theosoof zal het stellig met de algemeene strekking van het boekje eens zijn en bewondering koesteren voor de heldere en moedige wijze, waarop het lastige en delicate vraagstuk daarin is behandeld. Moge dit ook in niet-theosofische kringen zijn weg Vinden. DE VERTALER. VI INLEIDING. Van alle thans de beschaving bedreigende gevaren is wel het grootste gelegen in het feit dat de toekomstige generatie voor een zoo groot deel wordt gerecruteerd uit de bij toeval geconcipieerde kinderen van de beschaafde en over veel vrijen tijd beschikkende klasse en uit de vruchtbare nakomelingschap van de lichamelijk, verstandelijk en zedelijk minderwaardigen. Er zijn verscheidene oorzaken, die tot dit resultaat bijdragen; aan den éénen kant geslachtsziekten tengevolge van sexueele losbandigheid, die leiden tot lichamelijke en verstandelijke ontaarding; de onwetendheid van de jeugd aangaande geslachtsquesties, welke haar brengt tot slechte gewoonten en naar gevaarlijke plaatsen; aan den anderen kant het verzet van de vrouwen tegen geslachtelijke onderworpenheid; de hooge kosten van levensonderhoud, welke vele ouders ervan afschrikken kinderen te hebben en bovenal het gebruik van kunstmatige middelen ter voorkoming van zwangerschap. Doch deze oorzaken, van hoeveel invloed ook, vormen niet den wortel van het kwaad, die immers daarin gelegen is, dat men er zich geen rekenschap van geeft dat het vn huwelijk en het moederschap heilige plichten zijn, dat de gave van het scheppen Gods hoogste gift is aan den mensen, het teeken van der menschheid ingeboren goddelijkheid en dat, waar deze geprostitueerd wordt voor lage en zelfzuchtige doeleinden, de bronnen van het leven zelf bij hun oorsprong worden vergiftigd. Alle scheppingsdrang in een volk is gegrondvest op het goed bewaren en begrijpen van het voornaamste vermogen, het scheppen van menschelijke wezens. Waarom neemt Griekenland in de geschiedenis de plaats in van de schoonste natie, niet alleen wat haar kunst maar ook wat haar volk betreft, zoodat over het Grieksche type spreken, beteekent spreken over schoonheid ? Omdat de Grieken dachten in kategoriën van schoonheid; zij aanbaden God onder het zinnebeeld van de schoonheid en wat niet schoon was, was niet goed. Eene moeder in Griekenland nam zich dan ook voor en droomde erover de moeder te worden van een held. Sparta zou nooit in de geschiedenis beroemd zijn geworden om haar ras van prachtige zonen als de spartaansche moeders op hare beurt niet heldhaftig waren geweest. Het is onmogelijk een geslacht van zonen en helden geboren te doen worden uit zieke, overwerkte, luie, zelfzuchtige of materialistische ouders. Men moet zich grootsche denkbeelden vormen, voor men iets groots kan tot stand brengen en dat geldt in nog hoogere mate voor de conceptie van menschelijke wezens dan voor iets anders. Vele nadenkende menschen houden zich met deze questie bezig, vele uitnemende brochures en boeken zijn erover geschreven, maar, naar het mij voorkomt, raken zij geen van alle den wortel van het vraagstuk aan, welke vm immers daarin bestaat dat zij eerst het denken van de wereld en de denkbeelden over huwelijk en Moederschap moeten veranderen. Het is niet voldoende te probeeren dit vraagstuk van zuiver biologisch en wetenschappelijk standpunt te behandelen; wij moeten terugkomen tot een geestelijke opvatting van de groote levensverrichtingen. Wij moeten inzien dat wij staan tegenover de alternatieven van den zelfmoord van het ras eenerzijds en de erkenning en vervulling van onzen plicht jegens het ras anderzijds, en dat is een vraagstuk, dat niet kan worden voorbijgezien want, willen wij het niet oplossen, dan zal het zichzelf oplossen en die oplossing zal beteekenen de ondergang der beschaving van het westen. Een ras, dat het voornaamste recht van de ongeborenen niet wil erkennen, verdient te gronde te gaan. Terecht wordt in de meeste godsdiensten eer bewezen aan het zinnebeeld van de Moeder en het kind; in de moderne beschaving hebben wij echter die beiden naar beneden gehaald. Men bedenke 'dat elk meisje is een mogelijke moeder; het Moederschap zelf wordt dus neergehaald in de ontaarding van elke vrouw, terwijl de eer die wij aan de kindsheid bewijzen kan worden afgemeten naar de schrikbarende cijfers van de kindersterfte in ons midden en de mate waarin juist de minderwaardigen in het leven blijven. Laten wij de toestanden in de wereldsteden ter dege nagaan en zien op welke wijze en onder welke voorwaarden een nieuwe generatie wordt geboren. Juni 1926. E. L. DE ROEPING DER MOEDER. GEBOORTE-OMSTANDIGHEDEN. De wijze, waarop de komende generaties worden gerecruteerd kan worden opgemaakt uit de volgende aan verschillende bronnen ontleende mededeelingen. In een boek, dat de laatste paar jaar zeer de aandacht heeft getrokken „The Revoltof Civilisation" („De opstand der beschaving") door Lothrop Stoddart, zegt de schrijver: „In alle beschaafde landen blijven heden ter dage de betere elementen der bevolking wezenlijk in aantal gelijk of gaan zelfs achteruit, terwijl de middelmatige en minderwaardige vooral toenemen1). .... De maatschappelijke omstandigheden hebben in de geschiedenis der menschheid nog nooit tevoren zoo vernietigend gewerkt op de rasse-waarden als thans, zoowel wegens het opruimen van de betere geslachten als het zich vermenigvuldigen van de minder goede1). .... Er is een punt, dat wij in de gedachten moeten houden: de snelheid, waarmede de eigenschappen van een soort kunnen worden veranderd door een wijziging in ') "The Revolt of civilisation" blz. 78. ») Ib. blz. 96. waren veroordeelde misdadigers; 60 waren dief; 7 moordenaar; slechts 20 leerden een ambacht, van wie 10 in staatsgevangenissen en allen kostten gezamenlijk den staat $ 1.250.000. | In het jaar 1915 had het geslacht zijn negende generatie bereikt en zijn kwaden naam weer grootelijks verslechterd. Het telde toen 2820 individuen, van wie de helft in leven waren. Omstreeks het jaar 1880 hadden de Jakes hun oorspronkelijke tehuis verlaten en zich wijd over het land verspreid doch de verandering van omgeving had geen belangrijke verandering gebracht in hun aard want nog vertoonden zij "dezelfde zwakzinnigheid, vadsigheid, losbandigheid en oneerlijkheid, zelfs wanneer zij niet gebukt gingen onder de aan hun ongunstigen familienaam verbonden slechte reputatie en ondanks het feit dat zij waren omgeven door betere maatschappelijke omstandigheden." De kosten voor den staat waren nu opgeloopen tot ongeveer $ 2.500.000. Zooals degene, die dit alles heeft nagespeurd, opmerkt, zou al dit kwaad kunnen zijn voorkomen door de voortteling van den eersten Jake te voorkomen. Zooals de toestand nu is, bestaat het probleem Jake nog in groeiende ernst want in 1915 "worden er nu van ongeveer 600 zwakzinnige en epileptische Jakes slechts drie in gevangenschap gehouden." Naast dit geval kunnen wij een ander aanhalen, dat ook uit Amerikaansche bron geput is, om de waarde van : de erfelijkheid aan te toonen zoowel als haar gevaren. [Wijzende op het oude Puriteinsche ras in Amerika, halen Popenhoe en Johnson het volgende voorbeeld aan: l) Popenhoe and Johnson. Loc. cit. bl. 159. 2 DE ROEPING DER MOEDER. 5 "Aan hun hoofd stond Jonathan Edwards en achter hem een slagorde van zijn nakomelingen, die in 1900 1394 telde, van wie 295 college-graden hadden, 13 president waren van onze grootste colleges, 65 professor aan colleges, behalve vele hoofden van andere belangrijke opvoedkundige instellingen; 60 geneesheer, waarvan vele beroemde, meer dan 100 predikant, zendeling of professor in de godgeleerdheid; 75 waren officier in het leger en de marine; 60 op den voorgrond tredende schrijvers, door wie 135 verdienstelijke boeken werden geschreven en uitgegeven en 18 belangrijke tijdschriften werden geredigeerd. 33 Amerikaansche Staten en verscheidene vreemde landen alsmede 92 Amerikaansche en vele buitenlandsche steden hebben voordeel getrokken van den zegenrijken invloed van hun uitnemende werkzaamheid. Meer dan 100 waren jurist, van wie één onze beroemdste hoogleeraar in de rechten was, 30 waren rechter, 80 bekleedden openbare ambten, van wie er één vice-president van de Vereenigde Staten was, drie waren senator van de Vereenigde Staten, verscheidene waren gouverneur, lid van het congres, ontwerper van staatsgrondwetten, burgemeester van steden en gezant aan vreemde hoven, één was voorzitter van de Pacific Mail Steamship Company; 15 spoorwegen, vele banken, verzekeringsmaatschappijen en groote industrieele ondernemingen zijn hun dank verschuldigd voor hun leiding. Bijna elke, zoo niet elke tak van maatschappelijken vooruitgang en openbaar belang heeft den drijvenden invloed gevoeld van deze gezonde, lang-levende familie. Van geen hunner is bekend dat bij ooit wegens misdrijf veroordeeld is." *) ') "Applied Eugenius", bL 161 en 162. 6 "Wanneer wij nu deze minima van voortteling in de gedachte houden, wat vinden wij dan inderdaad ? Dan vinden wij dat in Europa (met uitsluiting van de meer achterlijke landen) de betere elementen der bevolking gemiddeld van twee tot vier kinderen per huwelijk hebben, dat de mindere elementen, als één geheel beschouwd, gemiddeld van zes tot zeven en een half kind per huwelijk hebben, terwijl de minstwaardige elementen als losse werklieden, paupers en zwakzinnige gebrekkigen, afzonderlijk beschouwd, gemiddeld ongeveer van zeven tot acht kinderen hebben (onwettige geboorten natuurlijk meegerekend). De differentieele geboortecijfers in de verschillende deelen van de groote Europeesche steden zijn typeerend. Eenige jaren voor den jongsten oorlog bevond de Fransche socioloog Bertillon dat de geboorten in de achterbuurten van Parijs en Berlijn drie maal zoo talrijk waren als die in de beste woonwijken, en in Londen en Weenen ongeveer twee en een half maal zoo talrijk. "In de Vereenigde Staten zijn de toestanden niet beter — in sommige opzichten schijnen zij eerder slechter te zijn."x) S. J. Holmes, een andere Amerikaansche schrijver over hetzelfde onderwerp, uit zich in zijn boek "The Trend of the Race" met denzelfden nadruk. Hij zegt: "De ernstigste bedreiging voor de welvaart van het ras, niet alleen in Amerika maar in de meeste beschaafde landen, is de betrekkelijke onvruchtbaarheid van de hooger staande typen van de menschheid. Aan den anderen kant hebben zij, die intellectueel gebrekkig of beneden normaal zijn, tengevolge van hun gebrek aan zelfbeperking en *) "The Revolt of Civilisation" bL 102, 103. 7 HET SEXUEELE VRAAGSTUK. Den grondslag van deze geheele quaestie vormt het sexueele vraagstuk — de verhouding van den man en de vrouw tot elkaar. Hier moeten wij ons weer afvragen wat is het ideaal, in hoeverre is de verwezenlijking van dat ideaal in den tegenwoordigen tijd mogelijk, wanneer men mannen en vrouwen neemt zooals ze zijn, en indien die niet mogelijk is, welke vorm van schikking is dan het minst schadelijk voor de gemeenschap en de nog niet geboren rassen? Terstond rijst de voorafgaande moeilijkheid voor ons op dat het niet mogelijk zou zijn zelfs over de quaestie van een ideaal een overeenstemmende meening te verkrijgen. Voor sommigen zou het ideaal aldus kunnen worden omschreven. Kuischheid van den kant van mannen en vrouwen vóór het huwelijk; het huwelijk wordt beschouwd als een sacrament, dat de trouw na het huwelijk veronderstelt van zoowel man als vrouw ten opzichte van elkander; zelfbedwang inde huwelijksbetrekkingen, waarin de beslissing omtrent tijden en seizoenen altijd wordt genomen door de vrouw aangezien zij het is, die de gevolgen van die verhouding draagt. Doch is dit een ideaal, dat zelfs algemeen als een ideaal zou worden aanvaard, als iets om voor te werken ? Het antwoord van 18 velen, zoowel van mannen als van vrouwen zou "neen" luiden. Er zijn velen, zoowel mannen als vrouwen, die beweren, dat volkomen onthouding vóór het huwelijk voor een man niet alleen onmogelijk maar óok niet wenschelijk is. Er zijn velen, zelfs vele vrouwen, die zeggen dat een man zonder "ervaring" een slecht echtgenoot wordt. Hiertegenover kunnen wij de meening stellen van Fournier, den grooten Franschen syphiloloog, over het beste middel voor een jongen man om venerische ziekten te voorkomen : "Slechts één vrouw hef te hebben en haar zoo hartelijk lief te hebben dat zij u nooit ontrouw zal worden." Al moge ook het ideaal, dat ik u geschetst heb, niet door allen worden aanvaard, zoo zou toch tenminste niemand, denk ik, willen volhouden dat de tegenwoordige verhouding tusschen de geslachten aan eenig ideaal voldoet. De onwettige polygamie, welke op het oogenblik bestaat onder den naam monogamie, het bestaan van de prostitutie, die de ontaarding van alle vrouwelijkheid beteekent en tot geslachtsziekten leidt, het bestaan van onnatuurlijke ontucht; het ontaarden van het geheele begrip huwelijk en Moederschap, dit zijn alles omstandigheden, welke stellig om het een of andere geneesmiddel roepen. Een geneesmiddel nu kan alleen worden gevonden indien mannen en vrouwen te zamen de feiten zooals zij zijn, onder de oogen willen zien en de publieke opinie bepaalt dat zij moeten worden veranderd. Welke omstandigheden hebben in dezen tijd de overhand en worden algemeen aanvaard? In de eerste plaats onwetendheid omtrent geslachtelijke dingen bij de jeugd 19 met uitzondering van die stukjes kennis die zij kunnen opdoen door onbegeerlijk gezelschap of nog onbegeerlijker lectuur. Het gevolg is heel dikwijls zielestrijd bij vele kinderen, die bepaalde veranderingen, welke er in hun lichaam plaats vinden, niet begrijpen en, niet in staat bepaalde aandoeningen, waarvan zij de onwenschelijkheid inzien, te beheerschen, bang zijn daarover tegen ouders of onderwijzers te spreken om niet voor slecht en verdorven te worden gehouden. Juist door dit gebrek aan begrijpen beginnen gedachten en aandoeningen, die natuurlijk zijn, een onnatuurlijk aanzicht te krijgen en de sexe neemt een veel te groote plaats in aan den horizon van een kind, en neemt in sommige gevallen zelfs den omvang van een obsessie aan. Uit dezen toestand van onwetendheid ontwikkelt zich ook de gewoonte der zelfbevlekking en op scholen zelfs erger vormen van onnatuurlijke losbandigheid. Meisjes worden door deze onwetendheid dikwijls in gevaarlijke toestanden gebracht, waaruit vernietiging van een leven kan voortvloeien — toestanden, waaruit zij zich gemakkelijk had kunnen losmaken, indien zij beschikt had over het wapen van de kennis. Voor een jongen man zijn de omstandigheden nog ongunstiger. Hij verlaat de school met het snelstroomende bloed van de jeugd op zijn hoogtepunt, na zich waarschijnlijk reeds verkeerde gewoonten te hebben aangewend, niets wetende van het sexueele dan zijn meer schandelijken en verborgen kant, zónder iets te hebben geleerd van rasse-verantwoordelijkheid, door de publieke opinie erin aangemoedigd sexueele losbandigheid als een noodzakelijkheid te beschouwen en kuischheid als iets, 20 waarvoor men zich heeft te schamen, verleid door vrouwen, die tot haar eigen vermaak de sexueele hartstochten opwekken of tot den ondergang gelokt door hen, die het kwaad, dat de menschen hun hebben aangedaan, terugbetalen door op hun beurt de verleiders van de jeugd te worden. Is het eenigszins te verwonderen dat hij het voorbeeld van zijn kameraden volgt, en kuischheid vóór het huwelijk bij den man zoo zeldzaam is dat het een bijna te verwaarloozen aantal is? Laten wij onszelf eenige vragen stellen, want van het antwoord, dat wij geven, hangt de houding af, die wij tegenover het geheele vraagstuk zullen aannemen. Is voor beide geslachten kuischheid vóór het huwelijk mogelijk? Indien zij mogelijk is, is zij dan ook wenschelijk? Men heeft altijd aangenomen dat op beide vragen, voorzoover de vrouwen betreft, het antwoord ja is, maar dat is waarschijnlijk omdat de gevolgen van de onkuischheid de vrouwen harder treffen, en de geboorte van onwettige kinderen ook invloed heeft op den staat. De [veronderstelling echter dat het ongehuwde leven voor de vrouwen geen moeilijkheden meebrengt heeft geen grond en het tegenwoordige overschot van vrouwen (in (Engeland tenminste) aan wie door dat feit alleen de kans op huwelijk en wettig Moederschap wordt ontzegd, is op zichzélf een heel moeilijk op te lossen probleem. Wat de mannen betreft, al mogen hier en daar enkele lieden meenen dat kuischheid vóór het huwelijk wenschelijk en mogelijk is, zoo verzet zich hiertegen toch de algemeene neiging van de publieke opinie. Een jongmensen, dat "zijn wilde haver zaait" moet niet alleen niet b DE ROEPING DER MOEDER. 21 worden veroordeeld, maar wordt eenigszins als een held beschouwd. Doch wie verspilt eenig medelijden aan de slachtoffers van dat zaaien? Van het antwoord op deze vraag hangt inderdaad onze geheele houding af ten opzichte van vele andere problemen, die eruit voortvloeien. Tot hen, die meenen dat kuischheid voor mannen onmogelijk en onwenschelijk is, zou ik willen zeggen: "Dan moet gij uwe houding jegens de vrouwen, die opgeofferd worden om aan deze noodzakelijkheid tegemoet te komen, wijzigen". Inplaats van de laagste leden van de gemeenschap te zijn, moesten zij de meest geeerde zijn want zij dragen de schande opdat andere vrouwen het voordeel mogen genieten van de reinheid; zij zijn veroordeeld tot het verblijf in een bordeel opdat andere vrouwen het genot van een eigen thuis mogen smaken. De vrouwen hebben even wreed als de mannen tegen hun ongelukkige zusters gezondigd door hun ontaarding te aanvaarden als een noodzakelijk iets, hun rokken bijeennemende om ze voor elke aanraking met hen te behoeden. Eiken man, die meent dat de prostituee een noodzakelijk verschijnsel is in het maatschappelijk stelsel, zou ik willen vragen: "Zoudt gij uw zuster, uw dochter aan zulk een leven willen opofferen? En zoo niet, waarom aanvaardt ge dan het offer van eens anders zuster of dochter?" Al deze ongelukkigen hebben een moeder gehad, die in de vallei der schaduw is afgedaald om haar het leven te schenken. Doch "o", zeggen sommigen, "zij vinden het prettig". Misschien vinden zij het prettig — beter dan te verhongeren. 22 Mogelijk verkiezen enkele vrouwen sexueele losbandigheid boven een rein leven, doch alle onderzoekingen van het prostitutievraagstuk bewijzen dat, al speelt de economische factor een groote rol bij het brengen van vrouwen tot een ontuchtig leven, in de gevallen waar de oorzaak niet zwakzinnigheid is, de eerste stap op het hellende pad gewoonlijk het gevolg is van verleiding. En waarom anders wordt ontucht onveranderlijk vergezeld van dronkenschap, dan omdat een vrouw haar verschrikkelijke leven niet zou kunnen volhouden wanneer zij niet haar toevlucht nam tot prikkels? Wanneer sexueele losbandigheid noodig is voor den mensch zal de prostitutie moeten blijven bestaan en deze vergiftigt het leven van het ras bij de bron: Der sletten kreet van straat tot straat Weeft straks oud-Engelands stervenswaad 1 Venerische ziekten zijn het directe gevolg van prostitutie ; vele doktoren zeggen heden ten dage dat syphilis de grond-ziekte is, waaruit alle andere ziekten voortspruiten. Zoo zegt Prof. Osler: "Los het syphilis-vraagstuk op en gij hebt het ziekte-vraagstuk in het algemeen opgelost." Volkomen juist en afschuwelijk waar is het dat de zonden der moeder worden bezocht aan de kinderen tot in het derde en vierde geslacht." Wanneer gij aan den anderen kant gelooft dat het niet alleen mogelijk maar wenschelijk is dat de man kuisch blijft, dan moet gij bereid zijn ervoor te werken om de publieke opinie, die zich op het oogenblik in een andere richting beweegt, te veranderen. Dan moet gij onderzoeken welke omstandigheden het kuisch bhjven bemoeilijken en trachten die uit den weg te ruimen; vooral moet 23 gij u ernstig verzetten tegen de uit de prostitutie voortvloeiende ontaarding van de vrouw op groote schaal. De ontaarding van de vrouw beteekent die van het geheele menschelijk ras. Een beschaving, waar de vrouw geëerd en haar geslacht geëerbiedigd wordt, is de beschaving, die zal stand houden. En waarom? Omdat elke vrouw een mogelijke moeder is en dus haar sexe haar als iets heiligs moest doen beschouwen. Zooals de toestand thans is, is wat haar beveiliging moest zijn, baar grootste gevaar. Hoeveel menschen beseffen het dat behalve alle angsten, die de menschheid verontrusten, de vrees voor den dood, de vrees voor pijn, de vrees voor ziekte, de vrees voor werkeloosheid, de vrees voor oorlog, pest en hongersnood — elke vrouw bovendien nog wordt gekweld door de angst voor haar sexe. Ik weet wel dat er vele feministen zijn, die dit feit zouden willen voorbijzien en de vrouwen beschouwd en behandeld zouden willen zien alsof de sexe in hun economie geen rol speelde, doch de Natuur is sterker dan de leer en het dubbele aanzicht van het mannelijke en het vrouwelijke, het positieve en het negatieve zal blijven bestaan zoolang de openbaring duurt. Feiten worden niet gewijzigd door dat de menschen ze niet willen erkennen. De sexe van een vrouw zal altijd een gevaar voor haar zijn zoolang zij niet haar bescherming vormt; elke vrouw, die den strijd heeft gevoerd om met eerlijke middelen fatsoenlijk haar levensonderhoud te verdienen, weet, dat die "andere manier" haar steeds wordt voorgehouden. "Verkoop jezelf of verhonger" is een alternatief, dat aan al te veel vrouwen wordt gesteld. Een vrouw zal een vrouw en zoodoende een mogelijke Moeder büjven ook 24 al is zij dokter, advokaat of Parlementariër. Mannen zijn mannen en vrouwen zijn vrouwen en er bestaat geen onzijdig geslacht. Het is waar dat het Ego, het Geestelijke Zelf van den mensch geslachtloos is doch in incarnatie verkrijgt het Ego zijn ervaring door middel van een mannelijk of vrouwelijk lichaam en juist het verschil tusschen die twee geeft daaraan zijn waarde. Waarom hebben de vrouwen gelijke burgerrechten geëischt als de mannen? Niet omdat zij hetzelfde zijn of hetzelfde denken maar juist omdat een vrouw alle onderwerpen uit een ander gezichtspunt kan belichten, juist omdat zij een vrouw en geen man is. Door de vrouw neer te halen, haalt gij de mogelijke Moeder neer en zoo wordt het leven aan zijn bron vergiftigd. Wanneer wij het er over eens zijn dat de tegenwoordige toestand rampspoedig is, dat de tegenwoordige omstandigheden moeilijk slechter konden zijn, welke alternatieven inplaats van den tegenwoordigen staat van zaken, zouden wij dan in overweging kunnen geven? Polygamie. Openlijke polygamie zou in elk geval beter zijn dan de onwettige polygamie, die er op 't oogenblik heerscht. Die zou tenminste de vrouw minder hard drukken en de vloek der onwettigheid wegnemen. Natuurlijk zou alleen reeds bij 't zinspelen hierop een huichelachtige kreet van afschuw oprijzen uit het publiek, dat lustig den tegenwoordigen afschuwelijken staat van zaken verdraagt. Want in dezen tijd wordt het als onfatsoenlijk en onzedelijk beschouwd, een schop een schop te noemen doch vermomt gij dien onder den één of anderen mooien naam, dan wordt alles vergeven. Zou polygamie in westersche landen met hun bijzondere maatschappelijke 25 toestanden echter ooit mogelijk zijn, en als die werd ingesteld, zou zij dan het vraagstuk oplossen? Is prostitutie minder algemeen in landen waar polygamie heerscht? Dat is de eigenlijke vraag, die moet worden gesteld. Zelfbevlekking. Alle doktoren kennen de gevaren van de onbeheerschte zelfbevlekking en den daaruit voortvloeienden lichamelijken en verstandelijken achteruitgang maar het is evenzeer een feit dat zij dikwijls, zij het in het geheim, door jongens en meisjes gedurende een tijd van hun leven, zonder dat daar blijvend nadeel uit voortvloeit, wordt in praktijk gebracht. Het is dus zeker niet ongewettigd te vragen: "Wanneer gij meent dat de een of andere lichamelijke verlichting voor den mensch, zooals hij op het oogenblik is, noodzakelijk is, wat is dan beter: dat zij alleen zichzelf kwaad doen, of dat zij ook een ander meesleepen in dat kwaad, zooals het geval moet zijn wanneer er ongeoorloofde verbintenissen worden aangeknoopt of men zijn toevlucht neemt tot prostituees? Het spreekt vanzelf dat dit voorstel alleen kan worden gedaan bij wijze van een onwenschelijk compromis voor hen, wien kuischheid een onmogelijkheid is. Menschen, die werkelijk ernstig willen probeeren de menschheid te redden uit het tegenwoordige moeras, moeten zonder hysterische uitbarstingen elke mogelijkheid onder de oogen kunnen zien. Niets kan, beweer ik, slechter zijn dan de omstandigheden, die thans heerschen en aanvaard worden. Vroege Huwelijken. Hierin is veel aanbevelenswaardigs aangezien dit de natuurlijkste weg uit de moeilijkheden schijnt, doch er zullen overmijdelijk bepaalde bezwaren tegen worden ingebracht. 26 De Economische Factor. Dit is in den tegenwoordigen tijd, met zijn elk jaar stijgende prijzen en vermeerderende belastingen, een zeer ernstige factor. Jongelui zijn er natuurlijk afkeerig van zich te belasten met een vrouw en kinderen op een klein inkomen en met onzekere vooruitzichten. Belasting drukt veel harder op den man met een toenemend gezin dan op den ongehuwde zonder verplichtingen. Het maakt den indruk of de Staat zich erop gezet had door de jongste wetgeving het huwelijk op alle manieren te straffen. Wanneer vroege huwelijken moeten worden aangemoedigd, dan zal iets moeten worden gedaan om jonge paren, die pas het leven beginnen, te ontheffen van den zwaren last van financieele verantwoordelijkheid. De toenemende luxe van de tegenwoordige generatie is een andere factor, die in overweging moet worden genomen. Kinderen verwachten daar te kunnen beginnen, waar hun ouders ophielden, zoodat de weelde van een vorig geslacht de behoefte is geworden van het tegenwoordige. Alleen al de tigaretten-rekening is een aanzienlijke post op het budget van een jong paar in den tegenwoordigen tijdl Het eenige geneesmiddel daartegen is de terugkeer tot een eenvoudiger levenswijze en meer Spartaansche gewoonten. Dit kan ook weer alleen door opvoeding worden teweeggebracht. Een ander bezwaar, dat tegen een vroeg huwelijk wordt ingebracht, is dat indien het huwelijk plaats vindt terwijl het paar nog heel jong is, er meer kans bestaat dat zij spijt hebben van hun keuze dan zij, die later in het leven huwen met een rijper karakter en inzicht, waardoor zij verstandig zullen kunnen kiezen. Doch zijn de 27 huwelijksomstandigheden en het huwelijksleven tegenwoordig, als het. resultaat van latere en voorzichtige huwelijken dan zoo uiterst bevredigend? Sommigen zijn zoo gelukkig hun eerste liefde te kunnen trouwen, maar in al te veel gevallen maken flnancieele overwegingen of ouders, die het "beter weten", van de eerste liefde een treurspel, terwijl het een romance en een inspiratie moest zijn. De bitterheid tengevolge daarvan leidt dikwijls tot het verharden en vergroven van het geheele karakter. Vroege huwelijken, wat gewoonlijk liefde-huwelijken beteekent, worden tegenwoordig door de ouders niet aangemoedigd. Ouders zijn te verlangend om de echtgenooten voor hun kinderen te kiezen, denkende dat de ervaring van den ouderdom een betere gids is dan de warme impulsiviteit van de jeugd. En dus maken de ouders plannen voor het kind van het gezichtspunt van rijkdom of wereldsche positie, al te dikwijls het eenige motief, op grond waarvan het huwelijk ook maar een oogenblik veroorloofd is, n.1. wederzijdsche liefde en eerbied, buiten rekening latende. Vrouwen trouwen dikwijls om economische onafhankelijkheid te krijgen en wie kan het haar verwijten, wanneer zooveel andere wegen voor haar afgesloten zijn? Doch een huwelijk om zulk een reden is slechts een andere vorm van prostitutie, al wordt het ook door de huwelijksformaliteit gewettigd. En komen trouw en eensgezindheid in het huwelijk, zooals dat tegenwoordig bestaat, zoo veelvuldig voor om iemand het gevoel van tevredenheid te kunnen geven dat alles in orde is met de tegenwoordige regeling? Grove zinnelijkheid, ontrouw, geslachtelijke onderworpenheid zijn niet onbekend ook wanneer de ouders 28 echtgenooten voor hun kinderen zoeken met voorzichtige, wereldsche motieven. Waar ware liefde tot de verbintenis voert, is er meer hoop op duurzaam geluk dan waar alleen wereldsche overwegingen de overhand hebben, en stellig zijn deze jonge jaren van volmaakte liefde en kameraadschap alle lage gewin van intrigeerende ouders wel waard. Wanneer men beschouwingen houdt over het huwelijk moet men ook de lastige quaestie van de echtscheiding overwegen. Moet het huwelijk worden beschouwd als een sacrament, zooals de R. K. het beschouwt, daarmede dan bedoelende dat echtscheiding op geen enkelen grond geoorloofd is? Dit is tenminste een eenvoudige positie, die geen redeneeringen meebrengt over redenen tot echtscheiding. Aan den anderen kant van de schaal is het Amerikaansche stelsel, waarin de echtscheiding buitengewoon gemakkelijk gemaakt is. Het minst logische stelsel lijkt wel het in Engeland heerschende te zijn, waar echtscheiding is toegelaten doch slechts op één grond, terwijl alle gehuwden weten dat er vele andere oorzaken dan overspel zijn, die het gehuwde leven ondragelijk maken. En dan, moeten bij het beschouwen van deze heele echtscheidingsquaestie, de belangen van man en vrouw hoofdzakelijk in aanmerking worden genomen of de belangen van de kinderen, die uit het huwelijk zijn voortgekomen? Wat doet een kind het meest kwaad, in een gezin te zijn, waar voortdurend disharmonie tusschen de ouders heerscht of te worden heen en weer geworpen tusschen de beide ouders, zooals bij scheiding van tafel en bed, 29 of wel geheel van één der beide ouders beroofd te zijn, zooals bij echtscheiding het geval is? Gemakkelijker echtscheiding moge haar nadeelen hebben, zij kan echter moeilijk op grooter ellende en kwaad uidoopen dan de tegenwoordige staat van zaken. Bij het beschouwen van deze geheele quaestie van de verhouding tusschen de sexen, wordt men teruggedreven naar wat de eenige oplossing van de meeste vraagstukken is: de opvoeding. Voed een nieuwe generatie op met een andere houding, een ander gezichtspunt; breng het oefenen van het verstand, de emoties en het stoffelijke lichaam met elkaar in verband; vergeestelijk de geheele levensopvatting en dan zult gij dit probleem wellicht oplossen zooals gij het op geen andere manier kunt doen. "Alle pogingen moeten worden gedaan om de kunst — de dramatische zoowel als de literaire — met de hoogste idealen omtrent sexe en ouderschap te doordringen ; een verheerlijking van het Moederschap en het Vaderschap op deze manier zou een machtigen invloed hebben op de publieke opinie".1) Leer kinderen het huwelijk te beschouwen als iets heiligs, een sacramenteele daad gewijd door groote liefde en haal het niet langer naar beneden door grove grappen of onwaardige motieven. Een huwelijk gesloten uit eenig ander motief dan liefde, is een laagheid. Terecht hebben in alle godsdiensten godsdienstige ceremoniën de verbintenis tusschen mannen en vrouwen gezegend, maar die zegen moest niet worden uitgesproken over hen, die paren uit lage, wereldsche motieven. Er is iets onregelmatigs in een kerk, die, terwijl zij het huwelijk als een ') Popenhoe and Johnson: "Applied Eugenics" bL 252. 30 sacrament beschouwt, toch niets doet om de jeugd dat sacrament waardig te maken. Verkeerde opvoeding vormt den grondslag van de meeste problemen; goede opvoeding geeft de eenige hoop op de oplossing ervan. 31 OPVOEDING. Hoe is het tegenwoordig gesteld met de opvoeding van kinderen wat hun eigen geslachtsleven betreft? Hoe worden zij ertoe opgevoed om later in het leven de plichten en verantwoordelijkheden van het ouderschap te vervullen? In antwoord op de laatste vraag kan men veilig zeggen dat zij in het geheel niet worden opgevoed. Wat de eerste betreft, zoo is in de laatste paar jaar een poging gedaan om de jeugd onderricht over het sexueele leven te geven, doch dit wordt veel te veel gedaan bij wijze van een gewone les door een onderwijzer en te uitsluitend van biologisch standpunt. De meeste jongens verlaten hun familie en worden naar school gezonden volkomen onwetend omtrent het geslachtsleven. Hun eerste onschuldige vragen zijn wellicht verlegen aangehoord en met leugens beantwoord, zoodat bij hen de indruk wordt achtergelaten dat dit een terrein van onderzoek is, dat in geheimzinnigheid en schande gehuld is. Hun nu opgewekte nieuwsgierigheid trachten zij te bevredigen bij hun schoolkameraden en zoo gaan er van het ééne kind naar het andere stukjes kennis, die over het algemeen onjuist en altijd verbonden zijn met een valsch gevoel van schaamte en geheimzinnigheid. Voor de gemiddelde jongens en meisjes is de geslachtsquestie een 32 onderwerp van schaamte, van spot of tot vermaak dienend. Nimmer wordt er geleerd dat er iets reins en heiligs is in een verrichting, die wordt uitgeoefend ten bate van het ras, en beheerscht en geleid moet worden door den wil. Hoe zelden groeit een man op met eenige kennis of begrip van het gezichtspunt van een vrouw. Kleine jongens van acht tot negen jaar worden van huis weggezonden, uit de koesterende zorg en invloed van de moeder, om nooit meer onder normale omstandigheden thuis te zijn. Thuis is synoniem met vacanties en "een prettigen tijd" en moeders en zusters die zich vereenigen om den schooljongen plezier te doen — zoodat de jongen opgroeit in het denkbeeld dat de familie meer een plaats is, waar gunsten worden genoten dan waar plichten worden vervuld. Hoeveel moeders kunnen natuurlijk en intiem tegen hun zoons over de geslachtsfeiten spreken en hen helpen deze quaesties te zien door de oogen van een vrouw? Verreweg de meeste vrouwen zijn veel te verlegen en te beschaamd om zelfs met hun meisjes over deze quaesties te spreken, laat staan met hun zoons. Doch hoe onnatuurlijk verwrongen moet de geest zijn van een vrouw, die de verhevenste feiten van het leven niet zonder schaamte kan bespreken met het kind dat zij in haar schoot heeft gedragen en aan haar borst gevoed. Alleen de moeder kan deze onderwerpen aanroeren van het standpunt van de vrouw en wanneer zij dien plicht niet vervult, verzuimt zij een plicht, dien niemand anders kan vervullen. Het is bijna ondenkbaar dat een moeder haar kinderen kan laten opgroeien in onwetendheid omtrent feiten, die zij eens toch moeten kennen en in onwetendheid omtrent krachten, die zij eens zullen 33 gebruiken. Welke moeder, die haar kind lief had, zou haar kind een geladen revolver in handen geven zonder het gebruik en de gevaren ervan te verklaren, en toch laat een moeder haar kinderen onkundig van het gebruik en de gevaren van krachten, die nog doodelijker zijn als zij worden misbruikt. En al wil ik geen oogenblik de verantwoordelijkheid verkleinen van den vader ten opzichte van dit probleem, leg ik toch weloverwogen den nadruk op den plicht van de Moeder, zoowel ten opzichte van de zoons als van de dochters; want hoe intiem de verhouding tusschen vader en zoon ook zij, hoezeer ook het voorbeeld en de ervaring van den vader zijn zoon moge helpen en leiden, toch houd ik vol dat de zoon van de lippen der Moeder zijn eerste kennis van de geslachtsgeheimen moet verkrijgen; immers de eerste vraag, die natuurlijk in den geest van het kind oprijst, is die over zijn bloedverwantschap met zijn Moeder en van het antwoord, dat hij van haar op die eerste vragen krijgt, zal zijn toekomstige houding tegenover dit geheele vraagstuk afhangen. Worden deze onderwerpen in den geest van een jongen het eerst in verband gebracht met de Moeder, die hij lief heeft en hoogacht; als hij weet dat iedere quaestie en moeilijkheid voor hem door haar zal worden opgelost, dan zal hij ervan walgen als kennis, die door haar reine lippen tot hem is gekomen, door minder begeerlijke kanalen mocht worden overgebracht. Een onderwijzer met heel veel ervaring op één van Engeland's beroemdste openbare scholen verklaarde onlangs dat, wanneer de ouders maar hun plicht deden jegens hun kinderen door hun de geslachtsfeiten mede te deelen, er op een openbare school geen sexueele quaestie meer zou bestaan. 34 I Een met mij bevriende Moeder gebruikte onlangs jegens mij het verbazingwekkende argument dat als men meisjes van te voren vertelde wat het huwelijk beteekende, dezen nooit zouden trouwen. Welk een vreeselijke aanklacht en welk een misdadige houding 1 Dat een moeder, jdie haar kind lief heeft, haar weloverwogen zou toestaan onwetend een verhouding van levenslange intimiteit te beginnen, denkende dat zij, als zij wist wat daaraan vast izat, het nooit zou beginnen, schijnt mij een ongeoorloofde '«wreedheid toe. Zulke verkeerde en verwrongen denkbeelden nu zijn grootendeels de schuld van den tegenwoordigen staat van zaken. Doch het is niet alleen de negatieve kant, de gevaren ïder onwetendheid, waarop ik den nadruk zou willen leggen — meer nog op het ontbreken van den opbou[ wenden kant in de opvoeding. Hierbij zijn, geloof ik, Igodsdienst en idealisme onmisbaar. Waarom zijn er in l alle godsdiensten zekere ceremoniën voorgeschreven voor «de jeugd wanneer deze geslachtsrijpheid bereikt? In het Hindoeisme moet de ceremonie van het bekleeden van |een knaap met zijn heiligen draad het tijdperk van zijn jongelingschap kenmerken en hem wordt geleerd hoe hij ide nieuwe vermogens, die zijn deel worden, moet geIbruiken. Een dergelijke ceremonie vindt plaats voor een meisje temidden van de vrouwen in de huishouding. In I den Islam en het Jodendom bestaan dergelijke ceremoniën Ivoor jongens, zij het ook niet voor meisjes. Waarvoor 1 anders is de ritus van de bevestiging bestemd, dien jongens en meisjes immers als zij pas volwassen zijn, moeten doormaken? De bedoeling daarvan is hun nieuwe geestelijke kracht te schenken om hen te sterken tegen 35 verleidingen en gevaar, aan welke zij gelijktijdig met het verkrijgen van hun nieuwe lichamelijke kracht het hoofd zullen moeten bieden. Bij het volwassen worden pleegt de godsdienst een krachtig beroep te doen zoowel op knapen als op meisjes en tijdens de bevestiging geeft zij de gelegenheid voor het leiden en versterken van den godsdienstigen aandrift; doch al te dikwijls wordt het kind slechts gevoed met de droge schalen van een versleten theologie of aan zichzelf overgelaten bij het onderzoeken van de niet in kaart gebrachte zee van metaphysica en mystiek, waarin het maar al te vaak zijn evenwicht verliest. Bij het opvoeden van den jongeling is het niet de gevoels- of de devotioneele kant van den godsdienst, waarop de nadruk moet worden gelegd want die is er gewoonlijk reeds; wetenschappelijke oefening en discipline zijn noodig om het kind de beheersching te leeren van zijn gedachten, aandoeningen en lichamelijke begeerten. Veel meer dan op theologie moet de nadruk worden gelegd op den godsdienst als een praktische gids voor het leven. Deze kant van de godsdienstige oefening bestaat op 't oogenblik niet bij gebrek aan leeraren, die zelf in die wetenschap zijn geoefend. Op dit aanzicht van den godsdienst moet in de scholen van de toekomst de nadruk worden gelegd wanneer ouders en onderwijzers werkelijk het sexueele vraagstuk bij zijn wortel willen aanvatten. De mensch is van oorsprong een geestelijk wezen en als de erkenning van dat feit niet ten grondslag ligt aan de opvoeding der jeugd, wordt de opvoeding een mislukking. Men zal misschien vragen wat geestelijkheid is, want 36 liet is in de eerste plaats noodig dat wij vaststellen wat de door ons gebruikte uitdrukkingen beteekenen. Misschien is de beste omschrijving, die men kan geven, te zeggen dat geestelijkheid de feitelijke erkenning is van de oorspronkelijke eenheid van het leven. Alle godsliiensten verkondigen deze eenheid, het Vaderschap Gods en de Broederschap van den Mensch. Het is dezelfde eenheid, welke de moderne wetenschap verkondigt, de [eenheid van het leven, geopenbaard in myriaden vormen. De liefde voor God en de liefde voor den mensch waren de grondtonen van het Evangelie van Christus, al heeft Zijn Kerk die ook in haar theologie en in de praktijk pntkend. "Hij, die de grootste onder u wil zijn, laat hij Izijn de dienaar van allen." Dat was de groote boodschap van den Christus; doch de God, dien de Christenen aanbidden is meer vooruit te komen in de wereld dan te ■benen, Wanneer wij dus de stelling aanvaarden dat de mensch oorspronkelijk een geestelijk wezen is en dat geestelijkheid kan worden omschreven als de praktische erkenning [ van de eenheid van alle leven, dan volgt daaruit dat er slechts één zonde is, waarvan de menschheid moet worden {verlost en dat is de zelfzucht, de begeerte iets voor het afgescheiden zelf te verkrijgen ten koste van het geheel. Aanvaardt men die omschrijving, dan kunnen wij de tien geboden opruimen en de opvoeding van het kind vormen van uit het gezichtspunt "gij zult" eerder dan "gij zult Iniet". De geheele opvoeding van het kind is heden ten dage gegrondvest op de afschuwelijke leer van de erfzonde. Reeds bij het doopen van een pasgeboren kindje worden 4 DE ROEPING DER MOEDER. 37 de gedachten van de aanwezigen gericht op de "vleeschelijke begeerten" en het eerste woord, dat indruk maakt op den geest van een kindis: "je mag niet". De Hoogste leeraren van de wereld hebben altijd het "gij zult niet" vervangen door "gij zult" en wij doen er wel aan hun voorbeeld te volgen. Is de mensch een geestelijk wezen, dan moet de geheele opvoeding worden gericht op het doel het kind te helpen den God binnen in zich voor zichzelf te erkennen en aan anderen te toonen en het geestelijk ideaal moet den grond vormen van alle in de school gegeven lessen. De onderwijzer moet inzien dat het verstand, de aandoeningen en het lichaam de dienaren moeten worden van den geest en dat zij voor dat doel alleen moeten worden geoefend. Het verstand. Terecht zegt een Oostersch geschrift: "Gelijk een mensch denkt, zoo is hij." Het verstand is de groote regulateur van aandoening en daad en een ongeregeld en slecht-geleid verstand is de grootste factor voor het bevorderen van ongewenschte aandoeningen en een slecht gedrag. Doch in hoeveel scholen wordt er een wetenschappelijke methode toegepast voor het oefenen van het verstand? Hoeveel jongens en meisjes leeren boe zij moeten denken, hoe hun gedachten regelen en beheerschen? De gedachtekracht is een van de grootste vermogens, die het menschelijk wezen bezit, want de gedachte is de voornaamste drijfveer voor daden, en begint gij niet met het kind op te voeden door zijn gedachtenleven te oefenen, dan bouwt gij op een onzekeren grondslag. Verkeerde gedachten brengen verkeerde aandoeningen voort en sexueele lichamelijke losbandigheid 38 is steeds het gevolg van sexueele losbandigheid in gedachten. Wanneer de natuurlijke nieuwsgierigheid wordt tegengegaan, gaat zij over in een ziekelijke nieuwsgierigheid, die gehuld is in een gevoel van schaamte. De gedachten van een kind spelen dan om een verboden onderwerp en wekken geleidelijk hartstochten op, die leiden tot daden. Het denken kan inplaats van naar beneden in ongewenschte kanalen te vloeien, wel overwogen zoo worden geoefend, dat het opwaarts vloeit en zoo kunnen de levenskrachten, die bij het intreden der geslachtsrijpheid werkzaam worden, in plaats van dat men zich die in zinnelijke emotie en sexueele losbandigheid laat uitputtten, worden gericht op het prikkelen van het verstand en het scheppend pogen. Kinderen leeren niet, zooals het geval behoorde te zijn, dat het verstand een werktuig is van het Zelf, het Ego, de Ziel en door oefening een hoogst nuttig en flink dienaar kan worden, in plaats van, zooals thans, een gevaarlijk meester. Het verstand is als een schip, dat onder leiding van een bekwaam roerganger naar een gewenscht doel kan worden gestuurd, doch zonder roer gelaten en onbestuurd, op de rotsen zal worden verpletterd. De aandoeningen. Er bestaat een wetenschap der aandoeningen even goed als een wetenschap van het verstand en die dient ook door moderne ouders en onderwijzers te worden bestudeerd. Zooals Popenhoe en Johnson terecht opmerken: "Wanneer zullen opvoeders leeren dat de opvoeding van de aandoeningen even belangrijk is als die van het verstand?.... Als de aandoeningen in de goede richting kunnen worden geleid, dan hoe 39 meer aandoeningen hoe beter, want zij zijn de bron van de energie, die ten grondslag ligt aan bijna alles, wat er in "de wereld wordt gedaan."1) Kinderen moeten even goed uiting aan hun emoties kunnen geven als aan hun verstandelijke en lichamelijke werkzaamheid. De emotioneele natuur van het kind wordt veel te veel onderdrukt. Er zijn veel te veel moeders, die verlegen zijn om hun kinderen emotie te toonen of betuigingen van liefde van hen te ontvangen. En al moge dit ook al niet het geval zijn in de dagen van de eerste kindsheid; als de knaap naar school gaat, schaamt hij zich al spoedig over alle betuigingen van aanhankelijkheid en het schoolleven versterkt die schaamte en biedt geen gelegenheid voor het uitwendig toonen van toegenegenheid. De liefde in den aard van het kind wordt onderdrukt; dit leidt tot ziekelijke gedachten en fantasieën en later in het leven breekt zij door in den vorm van alle gedachten in beslag nemenden hartstocht, jalousie en zelfzucht. En toch is juist op den jongelingsleeftijd de behoefte aan liefde het grootst; dan is het ook het oogenblik, waarop de liefdesaandoening kan worden opgevoed en geleid en het kind kan worden geleerd dat jalousie en het uitsluiten van anderen niet overeen te brengen zijn met ware liefde. De jongelieden van beide geslachten, hongerende naar liefde en de uiterlijke uitdrukking daarvan, trekken zich in zichzelf terug met hun eigen droomen en vizioenen of werpen zich op godsdienstige extase en devotie. Beide toestanden zijn ziekelijk en onnatuurlijk, het uitvloeisel van ongebreidelde emoties, aan welke de natuurlijke uitdrukking in het familieleven is ontzegd. Volgens de *) Popenhoe and Johnson: "Applied Eugenics" bL 25. 40 «opvatting van de meeste menschen staat beheersching gelijk met onderdrukking en de gevolgen daarvan zijn noodlottig wanneer zij wordt toegepast op het kind. Het lichaam. Waren het verstand en de aandoeningen behoorlijk geoefend, dan zou de beheersching yan het stoffelijk lichaam niet zooveel moeilijkheden opleveren als thans het geval is. Het stoffelijk lichaam tot volmaakte ontwikkeling te brengen en toch volmaakt onder bedwang te houden moet de zorg zijn van de opvoeding. Op de meeste scholen, in Engeland ten minste, is er veel te veel athletiek en veel te weinig ascetisme. Beide zijn noodig en het evenwicht tusschen beide moet worden bewaard. Spel en sport, met uitzondering van de moordzuchtige takken van sport, die steeds een verdierlijkenden invloed hebben, leveren verreweg de beste middelen op om bij het opbouwen van het karakter zekere belangrijke kanten daarvan tot ontwikkeling te brengen; snelheid van brein en oog, hand en voet, vlugheid en waakzaamheid; den geest van samenwerking en de in het openbare leven zoo belangrijke kunst om te geven en te nemen. De athlethiek is een belangrijke factor in het oefenen van het lichaam, doch alleen voor zooverre zij een voorbereiding is voor het leven, een middel tot een doel en niet beschouwd wordt als een doel op zichzelf. Er was een tijd dat men meende dat de athletiek de sexueele moeilijkheden op school zou wegnemen, maar dit is geenszins het geval geweest. Jongens moeten gezonde jonge dieren zijn en de over-ontwikkeling van het stoffelijk lichaam door spelen heeft veeleer het prikkelen dan het tot rust brengen van de sexueele begeerten en emoties tengevolge. 41 Veel meer dan athletiek alleen is noodig, zal het stoffelijk lichaam worden geoefend om een dienaar en niet de meester van zijn eigenaar te zijn. Ik heb gesproken over de noodzakelijkheid het gedachteleven te oefenen; verheven te denken en eenvoudig te leven moet altijd onze leidraad zijn in het leven, maar speciaal bij het opvoeden van de jeugd. Het omgekeerde van die stelling wordt vaker toegepast en dan komt er dus voor in de plaats laag bij den grond te denken en weelderig te leven. Het voedsel speelt een groote rol in dit sexueele vraagstuk, maar die rol wordt zelden erkend. Vleesch, thee en koffie zijn alle prikkels; zij nemen een veel te groote plaats in het schooldieet in en hebben een evenredig slechte uitwerking. Een dieet, dat bestaat uit overvloedig melk, groenten en salade, versch fruit, bruin brood en meelspijzen, is veel geschikter voor kinderen in den groei dan een dieet bestaande uit vleesch, slecht gekookte groenten, wittebrood en thee, dat op de meeste scholen en zelfs in de meeste families tegenwoordig in Engeland wordt gevolgd. Deze voedingsquaestie nu moet onder de oogen worden gezien als wij dit vraagstuk met succes willen aanpakken. Een andere factor van groot belang bij het opvoeden van de jonge lichamen is het eischen van nauwgezette zindelijkheid. Een rein geslachtsleven, reine emoties en een zuiver schoon lichaam werken alle op elkaar terug en die moeten worden verkregen in de jeugd wanneer onze gewoonten worden gevormd. Maar al te veel menschen in het Westen beschouwen reinheid van lichaam en van gewoonten veeleer als een weelde dan als een noodzakelijkheid en schooljongens een goede gelegenheid 42 te geven om zich schoon te houden wordt beschouwd als ongeveer gelijk staande met ze te vertroetelen. In alle scholen moesten stortbaden worden Ingericht en alle jongens en meisjes moesten daarvan minstens eens per dag gebruik maken. Den kinderen moet ook het belang worden geleerd van de verzorging van mond en tanden en dat het een vieze gewoonte is den dag te beginnen met een ongewasschen lichaam en ongepoetste tanden. Kinderen zijn niet van nature zindelijk; zij moeten de gewoonte van de zindelijkheid leeren, leeren dat de onreinheid van onze persoon of van onze gewoonten op anderen inwerkt en onaangenaam voor hen en dus een teeken van zelfzucht en gebrek aan nadenken is. Eens aangewende gewoonten worden een tweede natuur en de gewoonte van de zindelijkheid is van enorm belang in verband met het vraagstuk onder bespreking. Zindelijkheid is een ander aanzicht van verfijning en al wat sterkt om het lichaam te verfijnen en te reinigen, werkt in gunstigen zin terug op het geslachtsleven en de emoties. Onreine gedachten en gevoelens zullen niet zoo gemakkelijk invloed hebben op een lichaam, dat in al zijn onderdeelen nauwgezet rein gehouden wordt. Ook in een andere richting moet den kinderen worden geleerd het stoffelijk lichaam te beheerschen. Hoeveel menschen verspillen hun energie in rustelooze bewegingen en gebaren. Wanneer gij de meeste menschen nauwkeurig gadeslaat, zult gij zien dat bijna allen zenuwachtig hun handen of voeten bewegen, of eigenaardige gelaatsuitdrukkingen hebben, welke alle aanwijzingen zijn van een niet volmaakt beheerscht lichaam en dit is weer het 43 gevolg van gebrek aan behoorlijke opvoeding in de kinderjaren. Er zijn in het westen maar heel weinig menschen, die stil kunnen zitten; in het oosten, waar de meditatie wordt beoefend, is dit anders. Het is een verkeerd begrepen ascetisme het lichaam te kwellen in de hoop daardoor de begeerten uit te roeien; het is daarentegen een echt en een hoog noodig ascetisme, dat het Stoffelijk lichaam tracht te drillen en te oefenen om er het volmaakte werktuig van het Zelf van te maken. In alle godsdiensten zijn tijden van gebed en van vasten voorgeschreven en deze moeten ook in elke opvoeding een rol spelen. Het is somtijds goed het lichaam van ttj