Nieuw Denken. „Divine Science in New Thought Uit het Amerikaansch van Nona L. Brooks. ' Nijmegen H. PRAKKE. LG&E HEÜOS Koninklijke Bibliotheek 's-Gravenhage in bruikleen van de Theosofische Vereniging Nederland Nieuw Denken „Divine Science in New Thought" l/f/l-Cij? hir»oor dijj(-t/ IToti fffi/di.^: Uit liet Amerikaansch van Nona L. Brooks. Nijmegen H. PRAKKE. Grond' Waarheden Alomtegenwoordigheid. Almacht. Alwetendheid. Drie toespraken door: Nona L. BROOKS. in de. Eerste Divine Science Kerk te Denver ( Colorado). GROND WAARHEDEN. De Alomtegenwoordigheid. De Alomtegenwoordigheid van God is een oud onderwerp; toch is het steeds weer nieuw. Evenals het overdenken van onze Grond beginselen ieder keer meer rijkdom voor ons behoorde te bevatten en ook zal bevatten als wij werkelijk doordringen in de beteekenis van die wonderschoone woorden, zoo moet ook Alomtegenwoordigheid ieder maal dat wij ons in die gedachte verdiepen, meer voor ons beteekenen. Het woord Alomtegenwoordigheid spreekt voor zich zelf en deze leering van de Alomtegenwoordigheid van God is een van de voornaamste leerstellingen van de Joodsche en Christelijke godsdienst. Onder Christelijke godsdienst versta ik ook New Thought en Christian Science. Terwijl deze alle de Alomtegenwoordigheid van God aanvaarden, bestaan er toch diepgaande verschillen tusschen. De reden van deze verschillen is, dat 1 sommige hun geloof in de Alomtegenwoordigheid wel uitspreken, maar dan van dien grondslag afwijken bij hun leeringen en levensverklaring. Wij trachten bij onze leeringen geheel consequent dit Grondbeginsel door te voeren. Wij trachten voortdurend door goddelijke leiding te zien waarin wij nog in de ware kennis van Alomtegenwoordigheid te kort schieten en als wij bemerken dat wij te kort schieten, trachten wij ieder onderdeel van ons onderricht tot die Grondwaarheid op te heffen. Als wij de Alomtegenwoordigheid van God letterlijk opvatten, beteekent het dat God ten allen tijde overal is; en moet het ook beteekenen dat alles wat God i s, ten allen tijde overal aanwezig is; toch zijn er vereenigingen die hun geloof in de Alomtegenwoordigheid van God hebbai uitgesproken en tegelijkertijd een aanwezigheid van het kwaad hebben geleeraard. Soms verpersoonlijken zij deze macht van het kwade, noemen het „duivel" ; soms noemen zij het 2 „sterfelijk denkende" geest [mortal mind.] Geloof in duivel, hel en sterfelijk denkende geest behooren bij elkaar; zulk een geloof moet onwaar zijn als de Alomtegenwoordigheid van God waar is. Divine Science aanvaardt de Alomtegenwoordigheid van God zonder eenig voorbehoud. Wij hebben daar verschillende redenen voor. In de eerste plaats gelooven wij dat Alomtegenwoordigheid de eenige basis is waarop het heelal gevestigd en onderhouden kan worden. Als er geen Alomtegenwoordigheid was, zou er niets dan chaos zijn. Ik geloof niet dat eenig levend schepsel lang zou kunnen bestaan als de Alomtegenwoordigheid geen waarheid was. Het heelal kon dan feitelijk geen heelal zijn. Dan hebben wij het heerlijke feit dat wij uit de Natuur, die wij leeren kennen door het werk der Natuuronderzoekers, schaterende bewijzen hebben van de eenheid yan het heelal. De Natuuronderzoeker verkondigt dat er is éfcne substantie, één verstand, 3 één leven. Het heeft lang geduurd voor zij tot dit besef kwamen.. Zij hebben er jaren over gewerkt en gewikt en gewogen en ze zijn zeer voorzichtig geweest in hun uitspraken; maar tegenwoordig verkondigen zij dat cr is een heelal waarvan elk deel in verband staat met elk ander deel, omdat er is ééne substantie, ééne intelligentie, één leven, dat alles doordringt. Deze substantie geven zij den naam Ether, maar velen schrijven aan „Ether", dezelfde eigenschappen toe die wij weten dat God bezit. „Wat doet de naam er toe?". Het denkbeeld daar komt het op aan. Wij gelooven dat de Natuuronderzoekers door ééne substantie, ééne intelligentie, één leven overal in alles te verkondigen het groote geheim van het Heelal hebben blootgelegd. Dan toont ons de Bijbel, ofschoon daar het woord „alomtegenwoordigheid" niet gebruikt wordt, dat telkens als de Psalmist, Profeet of Apostel hun verhevenste moment bereikten, zij alleen de Aanwezigheid en Macht van God zagen; een oneindig, lief- 4 hebbend, al-machtig Vader — de ééne Schepper. Deze groote mannen hebben deze Tegenwoordigheid voor ons doen leven in gezégden zooals „Ik ben de Heere. en niemand meer, buiten mij is er geen God" (Jes 45:5). „ Een God en Vader van allen, die daar is over allen en door allen en in u „allen" (Ef. 4:6]. „De vervulling desgenen die alles in allen vervult." (Ef. 1 : 23) „Vervul ik niet den hemel en de aarde? spreekt de Heere" (Jer.23:24). „Waar zoude ik henen gaan voor uwen Geest en waar zoude ik henenvlieden voor uw aangezicht? Zoo ik cpvoer ten hemel, gij zijt daar; of bedde ik mij in de helle, zie, gij zijt daar; nam ik de vleugelen des dageraads, woonde ik aan het uiterste der zee, ook daar zoude uw hand mij geleiden en uwe rechterhand zoude mij houden" (Ps 139:7) „ Want in hem leven wij cn bewegen wij ens en zijn wij „(Hand. 17:28). Dit bewust zijn van de Al omtegenwoordigheid krijgt men wanneer men uit zijn gewone opvattingen van de 5 wereld en zijn beperkingen wordt opgeheven tot bewuste eenheid met den Geest. Op zulk een oogenblik bestaat er zekerheid omtrent de Alomtegenwoordigheid. Nog een reden voor ons geloof in de Alomtegenwoordigheid: Telkens wanneer men de Alomtegenwoordigheid als waarheid aanvaardt, dit zijn uitgangspunt maakt en leeft alsof dit de waarheid was, raakt men overtuigd van de juistheid ervan, omdat alle gebeurtenissen des levens door deze waarheid gedekt worden, zooals het geval zou zijn wanneer het de werkelijkheid was. Met andere woorden, iemand, die deze Grondwaarheid aanneemt en daarnaar leeft en er in volhardt er naar te leven, bemerkt dat alle voorvallen in zijn dagelijksch leven „ verlicht " worden door het bewustzijn van die Aanwezigheid; en als hij dan nog verder volhoudt, zal het meest wonderbare gebeuren wat de menschelijke ziel kan overkomen; hij zal zich bewust worden van de Tegenwoordigheid van God; hij zal de volmaaktheid van die Tegenwoordigheid in 6 haar geheele volheid beseffen. De ziel zal God kunnen ervaren, zal kunnen weten door eigen bewustzijn, door de „ verlichting " die over haar komt, dat er is slechts ééne Tegenwoordigheid en ééne Macht in het Heelal. Een wonderbare ervaring. Daarvoor nu werken wij; wij ontplooien ons in de richting van dat Bewustzijn. De mensch krijgt, misschien een paar oogenblikken, een uur, of hoogstens een paar uur deze groote verlichting, waarin hij weet, terwijl hij de wereld aanschouwt en terwijl hij tot zich zelve inkeert, dat er slechts ééne Tegenwoordigheid, ééne Macht is en hij staat dan in de heerlijkheid van dat lichtbeeld — geheel bevrijd van elk begrip van kwaad. Hij kent dan de Tegenwoordigheid van God. Hij spreekt van uit het bewustzijn daarvan en zijn wöord is het genezende woord dat van uit den levenden Geest van God binnen in hem de wereld in gaat. In dat bewustzijn bestaat geen afgescheidenheid. Er is niets minder dan de Vol- 7 maakte Tegenwoordigheid, het koninkrijk Gods hier en nu. Dat is de schoonste ervaring van den mensch en in die richting bewegen wij ons allen, elk voor zich. Ik geloof, dat de dag zal komen en niet zoo ver af is, dat er menschen zullen zijn, die zich voortdurend bewust in God's Tegenwoordigheid zullen bevinden. Wij hebben getuigd van ons geloof in de Alomtegenwoordigheid; laat ons nu in 't kort nagaan wat Alomtegenwoordigheid is. Alomtegenwoordigheid is de Waarheid, dat er ééne Universeele Tegenwoordigheid is. Wij kunnen deze woorden uitspreken en het kan veel of weinig voor ons beteekenen al raar mate van de helderheid van ons inzicht. Het is Waar dat God bestaat, en er buiten Hem niets anders is. Wij kunnen onze gedachten net zoo ver laten gaan als zij maar kunnen reiken en steeds moeten wij „verklaren": daar is die Aanwezigheid; en we kunnen ons beperken tot wat in onze onmiddellijke nabijheid is, in zijn nauwste betrekking, tot wat is „hier 8 en nu", en nog steeds betuigen .dat God alles is. . In Divine Science zeggen wij gaarne dat' er slechts ééne Substantie is; deze Substantie is de Universeele Geest, en alle vorm is de uiting van deze ééne Substantie, Geest. Deze Oneindige Tegenwoordigheid, de Levende Geest, is God. Het is bewuste substantie, universeel — Substantie welke Universeel Verstand is. Door de macht van bewustzijn brengt het alle vorm voort. Vorm is dus de uiting van Levende Substantie, het Verstand van het Heelal. , In werkelijkheid is die vorm volmaakt en vol heerlijkheid omdat het de schepping is van den Eenen Schepper. Eéne Substantie, ééne universeele Intelligentie — („Mind") Verstand noemen wij dat gaarne, het Universeel Verstand, waarvan de intelligentie overal tot uiting komt. Wat voor intelligentie hier vandaag ook gebruikt wordt, de intelligentie die u tot een goed luisteraar maakt, de intelligentie welke de woorden van den spreker leidt, het is steeds God die in ons 9 en tot ons spreekt. Wat voor goeds de mensch ergens waar ook en wanneer ook tot stand brengt, is de uiting van die ééne Intelligentie, het Universeele Verstand. Daarom zeggen wij ook gaarne dat er slechts één Universeel Vestand is. Iedere levende ziel is de uiting van dat ééne Verstand. Dit Verstand is het Universeele Leven; de werkzaamheid die overal plaats vindt — volmaakt, schoon, liefdevol, altijd. Het is de onbeperkte macht die haar volmaakt denkbeeld kan voortbrengen volgens haar wijsheid en haar liefde. Het blijft nooit in gebreke zich in volmaaktheid te uiten. Dit alles beteekent en ligt opgesloten in de woorden:„Ik geloof in de Alomtegenwoordigheid en aanvaard die onvoorwaardelijk." Deze Oneindige Tegenwoordigheid kan bij vele namen genoemd worden. Het is de Liefde die zich overal openbaart; en die Liefde vindt haar middelpunt in iedere menschenziel. Zoo komt het dat 10 wij den hemel binnen treden, wanneer wij dit bewustzijn van de Liefde beseffen, omdat dan de Geest van God, die is de Geest der Defde, ons een werkelijkheid is. Er is wel eens tegen ons gezegd: „Gij geeft een waarheid die nog te diepzinnig is voor de wereld. Velen die luisteren kunnen het niet begrijpen." Dat kan wel; maar velen begrijpen het wel en zelfs een beginner kan de onmiddellijke Tegenwoordigheid van God begrijpen, d.w.z. de onmiddellijke Tegenwoordigheid van Leven, Liefde, Vrede, Schoonheid en Goedheid; en wanneer hij dat weet, zal hij inzien wat genezing en voorziening en vreugde één - zijn met God beteekent. De Groote Godsgave, het Eeuwige Leven zal men kunnen beseffen wanneer men deze Tegenwoordigheid tot dagelijksch bewustzijn maakt. Het is de eenvoudigste waarheid ter wereld te weten dat God in Zijn volheid overal is. In het bewustzijn van die Tegenwoordigheid zal ik, de individu, bevrijding vinden van wat ik dacht dat mij bond aan de beper- 11 kingen van menschelijke opvattingen. Er is slechts één ding noodig om de Alomtegenwoordigheid voor ons tot een werkelijkheid te maken en dat is met ons gansche hart te erkennen,wat wij in ons binnenste reeds weten, dat in die Tegenwoordigheid slechts kan bestaan wat gelijk is aan die Tegen., woordigheid, en dan standvastig te leven in overeenstemming met die Waarheid. Zulk een wijze van leven brengt mee Eénzijn, Volkomenheid in ieder opzicht ~ „de volheid van Hem die alles vervult." Ik ben echter niet bang voor de Waarheid — al zou die ook wat diepzinnig zijn, al schijnt ze ook in tegenspraak te zijn met alle menschelijke ervaringen, omdat ik weet dat wanneer die menschelijke ervaringen verlicht worden door het bewustzijn van de Tegenwoordigheid zij zullen worden gezien in de schoonheid en de goedheid van die Tegenwoordigheid en al de duisternis en disharmonie en niet-waarheid van die ervaringen zich zullen oplossen in het licht van dat Bewustzijn, 12 ik heb gezegd, ,,Ik wil trouw blijven aan de Waarheid die ik opmerk al schijnt die ook in tegenspraak met alle menschelijke ervaringen.'* Dan rijst de vraag: Als dit Oneindig Wezen bestaat dat alles is, dat altfid het eenige wezen geweest is, dat het Universeele Verstand is en de Macht die oneindig is, hoe is het dan mogelijk dat de menschelijke opvattingen en ervaringen van af het allereerste begin niet in overeenstemming zijn geweest met de harmonie en de schoonheid van deze Tegenwoordigheid?" Dat is de oude vraag over den oorsprong van het kwaad. Als er nu toch eén Oneindige Tegenwoordigheid is met een volmaakt bewustzijn, dan vragen wij ons af hoe het komt dat de mensch, niet van af het begin deze Waarheid geweten heeft, hoe vrees in de wereld is gekomen of de gedachte aan kwaad of slechtheid. Ik heb wel eens hooren beweren, dat dit nooit verklaard kan worden, en dat kwaad 13 geen werkelijkheid is omdat het niet eeuwig is; het is iets waaraan men ontgroeit; het zal verdwijnen uit de gedachten der menschen omdat de mensch groeit, zich ontplooit in de richting van God-Bewustzijn. Zoodra de mensch God kent, zullen al deze dingen uit zijn gedachten wegvallen Dit te weten is voor ons genoeg; we behoeven niet duisternis te verklaren om ons te verheugen in het licht. Anderen geven weer ongeveer deze verklaring: Soms oordeelen wij over ervaringen en noemen ze kwaad, terwijl wij later als wij een ruimer blik gekregen hebben, weten dat zij goed waren. Er zijn echter enkele gebeurtenissen in de ervaring der menschheid die niet onder dezen regel vallen. Slavernij en oorlog bijv. niet. En zoo hebben we nog steeds dezelfde vraag: Hoe kon dit mogelijk zijn in een heelal, vervult met de Tegenwoordigheid van God, hoe kon dat andere gebeuren? En dan heeft het volgende mij bevredigd.: Ten eerste kan ik begrijpen dat het voor de Oneindige Liefde een noodzakelijkheid was zich te uiten in levende wezens. Liefde maakt Liefdesuiting noodzakelijk. Ik kan ook inzien dat de Oneindige Liefde geen volkomen bevrediging kon vinden, tenzij deze wezens die Zij had voortgebracht vrijen wil bezaten, tenzij zij tot het bewustzijn van Licht en Waarheid kwamen door eigen inspanning en wilskracht. Ik kan begrijpen, dat de Oneindige Liefde naar samenwerking verlangt en de hoogste samenwerking die zij kan krijgen is, dat gij en ik, de levende uiting der Oneindige Liefde, het goede kiezen en niet het kwade; leven en niet dood; en dat dat besef in ons steeds sterker zal worden, tot wij komen tot Godsbewustzijn, de groote verlichting, die beteekent bewustzijn van de Alomtegenwoordigheid in al zijn volmaaktheid. Ik kan me voorstellen, hoe de Oneindige Liefde ons gadeslaat in onze ontplooiing, zich verheugt wanneer onze keus de ware is, wanneer wij hei. zoo ver brengen dat wij uit eigen beweging zeggen: 15 „Ik wil opstaan, en tot den Vader gaan," wanneer wij ons tot dien Oneindigen Vader wenden, niet omdat de Vader ons dwingt maar omdat God ons het recht gegeven heeft om zelf te beslissen, en wij het beste gekozen hebben. Wel is waar hebben wij door de uitoefening van dit recht onze vergissingen begaan; hebben wij ons afgewend van de waarheid des Levens, hebben wij gemeend, dat wij niet Goddelijk waren, hebben wij geloofd in vele machten. Maar hiervan maakt de menschheid zich nu langzamerhand los — van die valsche voorstellingen omtrent God, het heelal en zich zelf. Zij bevrijdt zich meer en meer van die schaduwen, van de duisternis der verkeerde inzichten om te komen tot het licht van Godsbewustzijn. En hoe moet dit het hart van den Oneindige niet verblijden wanneer wij den weg huiswaarts inslaan, wanneer Hij ons hoort zeggen: Er bestaat niets dan God en God geopenbaard. Zeggen, niet alleen met de lippen, maar met ons geheele bewustzijn: 16 „Er bestaat niets dan God en God geopenbaard. Daarvan ben ik mij bewust. Ik ben teruggekeerd naar het Vaderhuis." Ziet gij waar ik heen wil? De mensch neemt een dubbele plaats in het Godsbewustzijn in. Ten eerste de vreugde van Zelf-uiting, van een schoon werk voort te brengen, het Hoogste, wat er is in het heelal, een levende ziel; en ten andere de vreugde in onze juiste inzichten. Onze inzichten kunnen wel eens verkeerd zijn, we moeten wel eens terugkeeren en op nieuw beginnen; maar als zij juist zijn gaan we moedig voorwaarts tot wij ten laatste de medeleden van den Oneindige worden. Het Groote Hart van het Heelal heeft zijn hoogste toon aangeslagen, toen het den mensch deed ontstaan, en de ziel die zich daarvan bewust is geworden, reageert daarop met volle kracht. En opdat wij uit eigen beweging weer tot den Vader mogen komen, laat de Va- 17 der, geloof ik, toe, dat de mensch, de levende ziel, roover weg dwaalt in het verre land; maar de Oneindige Liefde verbeidt steeds onze terugkomst, slaat ons steeds waakzaam gade; gij en ik, wij zijn ons daarvan bewust, al zijn wij ook „heel ver weg." De Liefde blijft steeds liefdevol, en dat ondervinden wij dag aan dag. Nooit kunnen wij God's goedheid vergeten wanneer wij eens die Aanwezigheid gevoeld hebben. Het is een zielservaring en het geeft ons de volkomen zekerheid dat God en God geopenbaard, God cn Zijn Levende Werkzaamheid alles is wat er is. 18 ALMACHT. Alomtegenwoordigheid is de grootste gedachte die iemand denken kan. Het is de grondgedachte van een groote menigte godsdiensten. Wij, Divine Scientists, gelooven in de algeheele Tegenwoordigheid van God, overal, ten allen tijde, en dit geloovende, weten wij dat de individu dezen Oneindigen Geest kan vinden op elk oogenblik van den dag, wanneer hij maar wil, en wij weten ook dat de God-geest, wanneer ook, in iedere levende ziel aan het werken is, op elk oogenblik van den dag. Of de mensch dit weet of niet, verandert niets aan de Waarheid (de Waarheid is onveranderlijk en eeuwig), maar het verandert wel het denken en doen van den mensch; zijn gevoelens en ervaringen hangen af van zijn inzicht van deze Grondwaarheid. Deze reeks toespraken behandelt de al- 19 omtegenwoordigheid, 'almacht en alwetendheid van God. Wij houden geen beschouwing over deze abstracte onderwerpen alleen omdat wij belangstellen in philosophisch denken of omdat wij graag peinzen over een diepzinnig onderwerp. Wij houden er een beschouwing over omdat er niets van meer belang is voor den mersch dan dat hij de alomtegenwoordigheid van God aanvaardt. De algeheele aanvaarding hiervan doet zijn uitwerking gevoelen op ons geheele bestaan, het welzijn van al onze betrekkingen tot anderen, want de Alomtegenwoordigheid openbaart: De Mensch als Zoon van God. Het Lichaam als de openbaring van God; Het Leven als de werkzaamheid van God; God als het geheel, onzichtbaar en zichtbaar. Het doet ons beseffen dat wij leven in een heelal dat tintelt van de Goddelijke Tegenwoordigheid; een heelal dat de uiting is van dit Oneindig Wezen. Zoolang de mensch deze hoogste waar- 20 heid van het heelal nog niet kent, zal hij ziekte, smart, lijden ondervinden; doch dit komt omdat hij met zijn denken en leven nog niet de maatstaf van de God Tegenwoordigheid heeft bereikt. En wij kunnen niet volgens dien maatstaf leven en nog ziek zijn of op eenigerlei wijze lijden. Er kan geen gebrek bestaan voor iemand die bewust verkeert in Gods Tegenwoordigheid. Den volgenden stap waartoe men overgaat wanneer men zoover gekomen is dat men zich van deze Tegenwoordigheid meer bepaald bewust wordt, de volgende groot? waarheid die ons dan geopenbaard wordt, is dat God ook almachtig is — alle macht heeft. Er bestaat geen macht buiten God. „Maar" , zegt er een, ,>de ervaring der menschen laat niet toe dat wij zeggen dat God de eenige macht is. Als God de eenige macht is, waarom lijdt de mensch dan? " Dezelfde vraag weer over den oorsprong van het kwaad. Terwijl God de eenige macht is, dwingt God den mensch in geen enkel op- 21 zicht. Om medelid van den Oneindige te worden; om de God-geaardheid in al haar schoonheid en spontaniteit te uiten, moet de mensch het recht hebben om te kiezen en als hij liever kiest om in de wildernis rond te dolen, als hij, door onwetendheid het verre land intrekt, zal hij smart lijden tot hij uit zichzelf besluit om terug te keeren naar het Vaderhuis. Als hij terugkeert, geschiedt dat uit eigen vrijen wil. (Ziet gij niet hceveel grooter hij als mensch, als Christus openbaring is, nu hij heeft verkozen terug te keeren? Iedereen zal te zijner tijd en plaats God kiezen en zijn hart zal doorgloeid worden van het bewustzijn van zijn eigéri keus. En bij zijn terugkeer zal de Oneindige Liefde hem in Haar Volheid opnemen en hem Haar Schoonste schatten schenken. Tegenwoordig wordt er veel aandacht geschonken aan psychologie. Met psychologie bedoelen wij de wetenschap van de werking der mentaliteit. Het is een feit (gelukkig niet de eeuwige Waarheid ) dat wij iets zoo lang en aanhoudend kunnen den- 22 ken tot het ons werkelijkheid lijkt. Een feit is het ook dat de menschheid bij voorkeur gedachten heeft gedacht in strijd met de Waarheid, de God- werke lijkheid. De menschheid heeft de keus tusschen recht en onrecht, leven en dood; goed en kwaad; en zij heeft vaak in de nederdalende richting gekozen. Nu zijn v»ij echter in een tijdperk gekomen dat de oude staat van zaken omkeert ; dat men standvastig de opgaande richting kiest; wij leven in een tijd waarin de mensch het goede overweegt zooals hij nooit eerder heeft gedaan en de uitwerking van deze keus is overal in de wereld te zien. Een wonderschoone tijd om in te leven. Weliswaar, is het een tijd van tegenstellingen, maar er is een sterke ondergrond van Macht in ons menschelijk leven, een macht waarvan wij ons bewust gaan worden. Volkomen bewustzijn hiervan zal ons den hemel op aarde geven. Velen van ons beseffen nog niet de groote beteekenis van suggestie Wij vinden het uitoefenen van hypnotisme een zeer ernstig 23 kwaad, maar zonder het te willen, gebruiken we een groot deel van den tijd, hypnotisme. Telkens wanneer iemand een ander tot Zijn meening tracht over te halen gebruikt hij suggestie en beïnvloedt hij den ander door middel van hypnotisme. Wij moesten liever trachten iemand die cm hulp tot ons komt er toe te brengen de Tegenwoordigheid en Macht van God te zien, met die Tegenwoordigheid bewust in aanraking te komen en de openbaring cmtrent de juiste wijze van handelen van die Tegenwoordigheid te ontvangen, rechtstreeks van den Geest van God. Niemand kan een fout begaan wanneer hij op die wijze geleidt wordt. „Zooals de mensch denkt in zijn hart zoo is hij". Dit is een van de wijze spreuken van Salomo. Het is echter niet de letterlijke waarheid, want wat iemand ook denken moge, hij verandert niet de werkelijkheid van zijn Wezen, zijn waarde als Zoon van God. Dat is een eeuwige werkelijkheid, en waarheen de mensch ook zwerven moge, hij kan nooit den band verbreken met den Onein- 24 digen Geest. Hij kan zich verbeelden dat hij gescheiden van Ccd is, hij kan denken dat hij „verre is"; maar dit komt door zijn muurvast geloof in afgescheidenheid, en hij ondervindt waz hij gelooft. Mijn uitlegging zou luiden, „Zooals de mensch denkt in zijn hart, zoo zijn zijne ervaringen". Het gelo of dat de wereld een plat vlak was, maakte de wereld niet vlak, maar zoolang als de mensch deze onjuistheid geloofde, handelde hij volgens dat geloof en was hij beperkt tot een klein gedeelte van de aarde. De werkelijkheid omtrent ons lichaam, de wereld en alles wat bestaat, is eeuwig, maar zoolang wij gelooven dat wij slechts een kle;ne mate van Leven hebben, een weinig Gcei, handelen wij volgens dat geloof en vinden beperkingen aan alle kanten. Alleen naarmate wij ons vereenzelvigen met de Groote Aanwezigheid bevrijden wij ons van onze valsche voorstellingen en bereiken wij de vrijheid en volheid van het Gods bewustzijn. Zoo als de mensch in zijn hart denkt, zoo ervaart hij in zijn dagelijksch teven; wie 25 vast overtuigd is jgui de, werkelijkheid van zonde, ziekte en ^ood, van de beperkingen der wereld ontmoet deze ei.v^rrngen in zijn dagelijkscb leven., Ma^^a£-.hfem eens Van de Oneindige Tegenwoordigheid van God doordrongen zijn,,dan zal, hijgen ontplooien totdaf deze beperkingen van hem w eg vallen en. bij.j.de hoojjjslft; gift', bewust1 -zal erkennen, het. yollg, Qodslejven. Het was een gr^.aj;sGhje-' daa'd.'Wann'eer'' de oude zieners,, tegen-.al het--'bestaande hypnotisme in van zonde, ziekte en dood, ' deri mensch en. durfdenrtjB zeggentidat' zij^kinderen waren, yan eea. l$y enden Vader en dat zij het goede yap.jh.e t heelal beërfd hadden. Er was ziejeb^wju^jtzijja,;- Voor noodig om dit te doen; m%artziij,4deien ,het; en Jezus gaf ons ook zijn wondere.-.boodschap - Levensvrijheid; bevq^hng -.yan .zonde.-v ziekte en dood; de Mach.!;.,,.van de.., Leytewde Tegenwoordigheid; c|e, Qê,9"eH ï-Göd -,en Vader van allen. ■■•«sd iba*? Ziet gij wejkó.,» gedachte ik bij Al tracht op te wekken? Deze: dat er bestaat de al- 26 Machtige Tegenwoordigheid van God; dat deze Macht ten alle tijde overal is; dat al gelooven gij en ik niet in die Macht en geven wij er geen blijk van in ons zeggen en doen, dit die Macht niet verandert. Zij werkt in en om oris ten allen tijde. Dat is onze gezondheid en onze voorziening, Wij leven in het Koninkrijk Gods. Wij weten het misschien niet en ten gevolge van onze onwetendheid lijden wij misschien, maar de Waarheid is onveranderd, het Koninkrijk Gods is hier. Daarin leven, bewegen wij ons en zijft wij; en het doel waarnaar wij streven is dat de ziel zich bewust moge worden van dit Koninkrijk, de Oneindige Volmaaktheid van God, de Universeele Liefde, het Universeele Leven. Hoe zullen wij tot dat besef . komen? Ieder die zich tot het geestelijk leven aangetrokken heeft gevoeld, die zijn beste krachten heeft gegeven om op geestelijk gebied iets te bereiken, heeft tijden gehad van verheffing waarin hij zich bewust was van deze Tegenwoordigheid en Macht. 27 Zulk een behoeft niet overtuigd te worden van de Tegenwoordigheid. Hij weet het. Zijn vurig verlangen bestaat hierin, zich steeds geregelder te oefenen totdat hij een blijvend bewustzijn bereikt. Er zijn echter ook anderen die niet Weten hoe het bewustzijn van deze Tegenwoordigheid te verkrijgen. Tot hen zou ik willen zeggen, zooals ik al eerder gezegd heb, dat de eerste stap is, aannemen dat Alomtegenwoordigheid de Waarheid is en leven alsof het c'e Waarheid was. Met andere woorden, neem aan als uw uitgangspunt de algeheele aanwezigheid van God overal en bewijs dan die Aanwezigheid, werk het vraagstuk uit, toets het. Niemand, die dat gedaan heeft, heeft ooit ontdekt, dat hij niet meer en meer zich van die Aanwezigheid bewust werd. Hij raakt overtuigd dat dit de Waarheid is, en langzamerhand, door er standvastig naar te leven, wordt hij zich van de God-Tegenwoordigheid bewust; dat is de grootste ervaring die iemand kan treffen — dat bewustzijn van de Tegenwoordigheid. 28 Wat bedoel ik met de Tegenwoordigheid toetsen? Laat mij U een paar gevallen uit de praktijk geven ter verduidelijking. In de eerste plaats herinner ik mij een voorval in een studieklasse te Buffalo, NewYork. Wij hadden verscheidene lessen op de Cursus voor Beginners gehad, Vanaf het eerste begin had ik er bij de klas op aangedrongen om de Waarheid in praktijk te brengen, te gebruiken wanneer zich de gelegenheid maar voordeed. Wij hadden de beteekenis geleerd van verklaringen zoo als God is overal, dus God is hier; Wat God is, is overal, dus wat God is, is hier. God-Leven en Vrede, en Gezondheid en Macht zijn hier. En zoo voort. Op een middag aan het begin van de cursus stond een dame op en vroeg verlof een paar woorden te mogen zeggen. Zij vertelde ons van een ervaring die zij juist had gehad, die haar bewees dat de Waarheid kan doen wat wij beweerden. Een vrouw die een ernstige toeval kreeg op straat riep haar hulp in juist voordat zij bewusteloos werd. De dame bracht 29 haar naar een stoep in de buurt, terwijl zij onderwijl voortdurend haar verklaringen uitsprak zooals zij in de klasse geleerd had. Tot haar vreugde kwam de vrouw na een paar minuten weer tot bewustzijn en zeide dat het heel vreemd was, maar dat zij zich volkomen wel gevoelde. Die aanvallen duurden gewoonlijk een paar uur, verklaarde ze. Ons lid van de studieklasse was zoo verrukt, dat zij haar vreugde met de anderen uit de klasse moest deelen. Dit was haar eerste genezing en zij was bijna over weldigd door het resultaat. Resultaten kunnen niet uitblijven wanneer wij ons deel in het werk maar doen. Nog een geval. Op een dag dat ik mij juist naar een ..afspraak wilde begeven kwam er een jong mensch bij mij die me vroeg, of ik iemand kon helpen, die aan lager wal was geraakt. Hij vertelde mij zijn geschiedenis, die mij reeds bekend was daar wij wederzijdsche vrienden hadden. Hij was ziek geweest, maanden lang, en had een langen tijd niet kunnen werken. Aangezien 30 hij een vrouw en '«wee kinderen tóacfrduurde het niet lang of zijn fihatiÖêri>kwareh uitgeput. Hij had al een tijd werk gezocht maar niemand kon een zieke gebruiken. Zoo stond broodsgebrek voor de deur. Hij 'was een beschaafd, ontwikkeld man ér? het was dus heel hard voor hem. Ik had maar een oogenblik tijd om met hem 'te spreken. Ik zei: Ik kan he: u mi'niet uitleggen, maar ik zou willen dat u met deze gedachten naar huis ging:„God is overal, dus God is hier. God - Leven en Gezondheid dn1 Vrede en Macht zijn hier." Overderikze goed' en kom bij mij terug, zoodra u voelt dat ^fets van de beteekenis ervan begrijpt: Hij kwam twee dagen later terug en zag er heel anders uit, want er was hem een licht ''opgegaan, dat hem een gehéél anderèfi'^kïJfP&op7" 't "leven gaf» dan hij voor- dterftijd"had gehad. Hij vertelde mij > dati-sedert hij' dé Aléfete^ërli woordigheid van Gód hkd'^fépéïrfsd/irïij*wonderbare dingen had-'té 'zlën1*gekregen. 'l Daarop gaf hij mij één v$arf ifé béste verklaringen, die ik ooit -gehoofd héVVan wat 31 de tegenwoordigheid van God voor elk van ons beduidt en van de volkomenheid van den mensch in die Tegenwoordigheid. Hij was geheel veranderd sinds hij die deur twee dagen te voren was binnengekomen en de verandering was teweeggebracht door een inzicht in de Waarheid Hij was genezen en binnen een week ongeveer had hij een goede betrekking gekregen. Gewoonlijk zijn er behandelingen door anderen noodig om zulk een resultaat te verkrijgen, maar deze man had zichzelf kunnen helpen, omdat hij de volledige beteekenis van God was gewaar gewosden, de Steeds - aanwezige, Al - machtige, Al-wetende. Nog een geval en dat moge voldoende zijn: Een kind van acht jaar kreeg op zekeren nacht een heftigen aanval van de croup. Haar moeder was juist begonnen in de richdng van de Waarheid te studeeren zij was hevig ontsteld toen zij bemerkte dat haar eenig kind zoo ziek was. Een paar minuten overlegde zij bij zichzelf wat zij doen 32 zou,- toen besloot zij trouw te blijven aan wat zij de laatste weken als de Waarhied had aanvaard. Zij begon dus het kind te behandelen volgens haar beste weten. Na eenigen tijd, toen het kind nog geen teekenen van beterschap vertoonde, begon zij ongerust te worden, maar zij was zoo ver standig in te zien dat dit een bewijs was dat haar geloof nog niet zeer krachtig was. Toen hield zij er mee op het kind te behandelen, en begon haar eigen geloof te versterken door het ontkennen van vrees en het verklaren van de onmiddellijke en almachtige Tegenwoordigheid van God. Na eenigen tijd begon zij zich rustiger te voelen en ging zij door met de behandeling vast overtuigd dat zij zichzelf moest overwinnen voor zij succes kon hebben met de kleine meid. Zij ging voort met steeds aan zich zelf te werken tot de wolk plotseling van haar brein verdween en zij de gloed van God's Aanwezigheid voelde en erkende. Welk een vrede na den strijd!"Nu weet ik dat mijn lieveling gezond is, " zeide zij 33 tot zichzelf, zij kan niet anders zijn, en ze zat een paar minuten verzonken in de vreugde van die nieuwe geesteshouding. Niet lang daarna hoorde zij het kind rustig adem halen en bemerkte zij dat het heerlijk sliep. Vanaf dien tijd was het kind vrij van haar vroeger zoo vaak terugkeerende neiging tot croup. . Iedereen zal zien dat God al-machtig is, wanneer hij zich standvastig tot die Tegenwoordigheid wendt, totdat het een onwrikbaar bewustzijn in zijn ziel wordt. 34 ALWETENDHEID. Zoodra iemand de Alomtegenwoordigheid van God aanvaardt, wordt hij zich andere groote waarheden bewust. AI die waarheden ontspringen aan dit grondbegrip. Om deze reden leggen wij zulk een sterken nadruk op de Alomtegenwoordigheid als basis van onze leer; want wanneer men dit eenmaal aanvaard heeft, wordt de geheele waarheid duidelijk. Aanvaarden beteekent altijd, dat wij niet alleen zeggen „ Ik geloof dit", maar ook dat wij het leven leiden dat met de waarheid in overeenstemming is. Een van de eerste openbaringen die men krijgt na de Alomtegenwoordigheid aangenomen te hebben, is dat deze Tegenwoordigheid, die alle-macht is, ook alle-weten is. Wij kunnen ons geen macht denken buiten de Alomtegenwoordigheid en wij kunnen ons geen kennis denken, die niet door de Alomtegenwoordigheid gekend wordt, 35 anders zou er een andere tegenwoordigheid zijn die dat wist en onze grondstelling van dè Alomtegenwoordigheid sluit dit uit. Er is één Tegenwoordigheid, die de Almacht is, het Al-Weten van het heelal. Wij gebruiken liefst het woord „ Verstand" wanneer wij van die Al - wetendheid spreken; wij zeggen liever God is Verstand dan God is Alomtegenwoordigheid, daar wij het woord Verstand ons meer bekend klinkt. Wij denken ons dan Het Verstand als de werkplaats van het heelal; en in deze werkplaats vinden wij de gegevens voor alles wat gemaakt kan worden. Wij zien ook dat de werkman is Het Oneindig Bewustzijn van God. Het God-Verstand weet wat er in zijn werkplaats aanwezig is, kent de volmaakte denkbeelden - de voorbeelden waarnaar het de dingen zal voortbrengen. .Het God-Verstand is zich ook bewust van zijn vermogen om zijn denkbeelden tot uiting te brengen als levende vorm en door zijn woord brengt het deze voortdurend tot zichtbare openbaring. Hierdoor hebben wij 36 een heelal, waarin de Alomtegenwoordigheid van God gehandhaafd blijft, want in de God-Werkzaamheid bestaat alleen de uiting van God Zelf. Wat God is, wordt voort gebracht door wat God doet; en zoo krijgen wij levende vormen of uitingen van God's Volmaakte Denkbeelden. Het Verstand is de scheppende macht van het heelal. Daar het God-Bewustzijn is, daar het de scheppende macht is, ziet het wat er gedaan moet worden en doet het wat er te doen is. Ik heb wel eens gedacht dat als wij werkelijk dat Wonder-Verstand van God konden zien, zoo vol van oneindige schatten van Schoonheid en Goedheid, als wij die prachtige beelden konden zien die Het God - Verstand bergt, die beelden, die worden voortgebracht en zullen worden voortgebracht naar dat de Oneindige Liefde dat beslist; als we dat alles konden zien, dan zouden wij iets aanschouwen zoover boven onze hoogste kijk op de waarheid dat wij in verrukking over de wonderschoonheid zouden staan. 37 Het Oneindige Verstand schept. De Schepping is volmaakt, omdat het Verstand volmaakt is en de schepping wordt in volmaaktheid in stand gehouden. Ik zeg dit met volle overtuiging, ofschoon ik wel weet dat er menschen zijn die zeggen, ,, Maar hoe kunt gij die schepping volmaakt noemen wanneer de onvolmaaktheden zoo duidelijk te zien zijn?" Ik kan dit zeggen omdat ik weet dat God de eeuwige realiteit van het heelal is, en dat God en Zijn schepping, God en Zijn openbaring eeuwig volmaakt moeten zijn, in volkomen harmonie. Ik weet ook dat de valsche opvattingen van den mensch over de schepping nooit de realiteit van hem zelf en van de natuur kunnen veranderen. Wij kunnen God. niet, beperken, wij kunnpn God niet veranderen. Als wij iets veranderen konden aan de werkzaamheid van God en deze minder volmaakt maken, of als wij ook maar iets aan de uiting van God konden veranderen en deze iets minder-waardig dan God maken, dan was God niet de volmaakte werker. 38 dus zou God Zelf minder dan volmaakt zijn Wij beginnen deze waarheid meer en meer in te zien. Soms vertoont zich dit volmaakte beeld aan elk die ernstig God zoekt; wij wilden dat dit beeld ons voorgoed bij bleef De grootste genezende kracht gaat uit van diegene, die het best achter den schijn kan zien en die ondanks allen schijn de eeuwige volmaaktheid eener levende macht ziet. Alle genezing en alle bevrijding van beperkingen komt door dit bewustzijn — het bewustzijn van de Volmaakte Aanwezigheid van God, het bewustzijn van de Al - macht van God, het bewustzijn van den Al-wetende. Wij kunnen ons niet voorstellen dat iets anders dan volmaakte kennis zich in het bewustzijn van God kan bevinden; en wij weten dat God de waarheid van het heelal handhaaft, omdat wat zich openbaart is God geopenbaard. Op dat standpunt moeten wij ons plaatsen wanneer wij het werk wenschen te doen dat Jezus zeide dat wij moesten doen. Dat doen wij in Divine Science 39 ( God Wetenschap J Wij trachten in iedere omstandigheid, in iedere verhouding te zien het Goddelijk Woord, gesproken door de Oneindige Liefde, het Verstand van het Heelal. Wanneer wij zien dat de aard van het geheel, Liefde is, dan weten wij dat wij leven in een heelal dat van begin tot einde harmonie is. „Maar", kan men zeggen „ Wij weten dat wij dingen zien die oogenschijnlijk niet in overeenstemming zijn met God's Liefde. Waarom is dat dan zoo? " Laat mij u herinneren aan wat ik reeds eerder gezegd heb; De waarheid van God verandert nooit, maar de mensch heeft het recht te kiezen en hij kan gelooven wat hij wil. Als hij niet de waarheid gelooft, zal hij leed ondervinden. Als de mensch vanaf het begin den weg der waarheid gekozen had, den weg van het leven, dan zou er geen ziekte bestaan hebben, geen zonde— dus geen dood. Nu is de eeuw aangebroken waarin men de waarheid begint in te zien, een eeuw die het ware kiest, een eeuw die God, de Levende Tegenwoordig- 40 heid, als de eenige Werkelijkheid ziet. Hoe kunnen wij deze Werkelijkheid van God tot een macht maken in de praktijk van ons dagelijksch ? leven Door God's gedachten met hem mee te denken. De vergissing die wij gemaakt hebben is, dat wij getracht hebben onze eigen gedachten te denken, ons een beeld te vormen van ons eigen geluk, onze eigen omstandigheden te scheppen; dit heeft ons noch vrede noch geluk gebracht. Het heeft de disharmonie teweeg gebracht, die er tegenwoordig in de wereld heerscht. Maar stel u den mensch voor als één met den Oneindige en zich bewust van die eenheid; stel u voor den mensch die zijn persoonlijk belang vergeet ter wille van het geheel; stel u hem voor als zich bewust van zijn eenheid met die Oneindige Kracht waaruit alle dingen ontspringen; stel u voor dat ieder zich bewust was van de waarheid van den mensch, hoe zou de wereld er dan uitzien? De omkeering zou aan het wonderbaarlijke grenzen. De oorlog zou zeker een einde nemen 41 onder den invloed van zulk een bewustzijn, en het leven, ons " menschelijk" leven, zou een vreugdevolle uiting zijn van den Oneindigen Wil, dien Wil van het Goede, die vrede op aarde brengt. Hoe zullen wij dit beeld verwezenlijken? Door ons denken bewust en aanhoudend in overeenstemming te brengen met de God Gedachte — ons bewust er mee één te maken. Daartoe dienen onze godsdienstoefeningen; daartoe dient iedere studieklasse in de Waarheid, daartoe dienen onze morgenmeditaties — opdat wij de God Tegenwoordigheid steeds meer en meer mogen beseffen als een werkelijkheid; dat wij meer volkomen onze eenheid met het heelal zullen gaan inzien — een heelal dat tintelt van God, en — opdat wij meer in 't bizonder zullen gaan inzien dat allen deel hebben aan het Oneindige Leven. Onze jongens en meisjes leeren de groote waarheid in praktijk brengen dat God's Wijsheid, Liefde en Kennis hen zal helpen bij hun schoolmoeilijkheden. Dat beteekent niet dat het kind kan gaan stil zitten en niets uit- 42 voeren, maar het beteekent, als hij zijn beste krachten gebruikt voor de gelegenheid die zich voordoet, wetende, dat de Oneindige Wijsheid daar is om in al zijn behoeften te voorzien, dat hij dan zal slagen. En zaken menschen passen die waarheid toe op hun moeilijkheden. Wanneer er in de zakenwereld beperking en duisternis schijnt te zijn, roepen zij in hun bewustzijn op de gedachten aan de Levende, Liefdevolle Wijsheid, die in al hunne nooden voorziet. Als iedere man of vrouw dat deed, wat een wonderschoone tijd zou het dan zijn, wat een heerlijk leven zouden we dan hebben; voorzeker moesten wij, als Divine Scientists, het doen. Het beteekent dat wij er van verzekerd zijn dat de voorraadschuur van de Oneindige Wijsheid voor ons openstaat; dat onze ontplooiing in macht en liefde moet ontstaan uit onzer connectie met die onuitputtelijke voorraadschuur. Er bestaan geen beperkingen voor den geen die God kent als de eenige Tegenwoordigheid, die God kent als al—machtig, die God kent als al —wetend, 43 er is geen grens aan wat hij kan doen. „ Alles is mogelijk met God." Wanneer wij ons in verbinding stellen met deze Oneindige Tegenwoordigheid, dan is het eenige wat God kan doen zich voor ons te openen. Dat is geen heiligschennis, het is niet Godnaar benedenhalen; het is God's hoog ste uiting, de mensch, tot het God-ideaal omhoog heffen. God werkt door den mensch, maar de mensch vergeet dat wel eens en stelt zich niet open voor de leiding van den Geest. Hij sluit zich er voor door te luisteren naar de gedachten der wereld. Hij sluit zich af van de velerlei schatten van het Oneindige Bewustzijn. Soms druk ik dat op een andere wijze uit: ik denk er mij in dat het heelal twee phasen heeft: God, de Oneindige, Vredevolle Tegenwoordigheid en God in werking - God, die zich openbaart in wat Hij voortbrengt. Deze God-Werkzaamheid noemen wij Leven. Leven is God in openbaring en Leven is even universeel als God, want waar God is, daar is ook God-Werkzaamheid. Die Werk- 44 zaamheid is universeel, en er valt nog iets schooners daaromtrent te leeren, God-Werkzaamheid beteekent dat God in Zijn geheel overal werkzaam is. De Oneindige Liefde openbaart zich, het groote bewustzijn van God komt tot uiting in deze werkzaamheid. Het Verstand van God openbaart Zich in zijn volheid en schoonheid, in de activiteit die wij Leven noemen. Ziet gij nu nie dat die werkzaamheid volmaakt moet zijn aangezien de Bron volmaakt is? Zij moet volmaakt en volkomen zijn in ieder opzicht. De mensch, de levende ziel is het werk van God. Ziet gij nu niet dat wanneer wij den mensch in realiteit zien wij niet langer spreken van een beperkte persoonlijkheid, maar dat wij spreken van de uiting van den Onbegrensden God en dat wij weten dat de God Wijsheid, Liefde, Schoon heid en Reinheid daarin werkzaam zijn als levende ziel. Dat zijt gij. Dat ben ik. Dat is de mensch. Laat ons dus uit onze gedachten verdrijven alle beperkingen die wij ons omtrent den mensch hebben ingebeeld. Hoe 45 kunnen wij dat doen? Niet door verkeerde gedachten omtrent den mensch te blijven denken, maar door ware gedachten te denken, de werkelijkheid van zijn wezen. Wat denkt gij over u zelf? Beperkt gij u ook? Maar gij zijt toch het Levende Woord van God en beperking is niet vereenigbaar met het gesproken woord van God omdat Hij, die spreekt, volmaakt is. Wij moeten elke gedachte aan beperking van ons afzetten en ons verheugen in onze volmaaktheid. Wij moeten dat doen als wij ons vrede voorspoed en macht eigen willen maken. Onze woorden wijzen op wat wij denken Als wij verkeerde dingen zeggen, sluiten wij onszelven buiten het Koninkrijk der Hemelen. De Alwetendheid is hier. Wij leven er in, bewegen ons er in en bestaan er door. Het tast de Waarheid niet aan of wij verkeerde gedachten denken, maar het doet onszelven wel kwaad, omdat niemand zich van gezondheid, vrijheid, voorziening en vreugde bewust kan worden, als hij deze gave ontkent. Onze gedachten zijn ons tot een last of zij 46 zijn de wieken die ons ten hemel voeren. Verkeerde gedachten en verkeerde woorden kunnen vlug worden afgeleerd, wanneer wij ons vereenzelvigen met den Alwetende, die alleen de werkelijkheid denkt over Zichzelf en Zijn openbaring; die slechts Leven kent, slechts Gezondheid, slechts Vrede, slechts Vreugde. De Alwetendheid onthult ons deze Waarheid. 47 MEDITATIE Ik, individueel wezen, ben het gesproken woord van den Levenden God; eeuwig volmaakt, mij standvastig ontplooiend, tot ik het bewustzijn van die Oneindige Tegenwoordigheid heb bereikt. Ik verblijd mij in Gods goedheid; ik zie zooals Hij ziet; ik ken de volmaaktheid van het geheel. „Met God zijn alle dingen mogelijk. " Ik ben mij bewust van mijn eenheid met God. 48 GRONDBEGINSEL der DIVINE SCIENCE. God is Alles, zoowel 't onzichtbare als 't zichtbare. Eéne Tegenwoordigheid, Kennis en Macht is Alles. Dit Eéne dat Alles is, is Volmaakt Leven, Volmaakte Intelligentie en Substantie. De mensch is de uiting van God ep is eewig één met dit Volmaakte Leven, deze Volmaakte Intelligentie en Substantie. 49