J, . DE TARIEFWET VAKSTUDIE ONDER REDACTIE VAN J. H. A. M. VAN BOSVELD HEINSIUS OUD-ONTVANGER DER INVOERRECHTEN EN ACCIJNZEN TE ARNHEM DEEL IX DE TARIEF WET DEVENTER ~ JE. E. KLUWER 31 MEI 1S26 TARIEF VAN INVOERRECHTEN WET VAN 20 DECEMBER 1924, STAATSBLAD No. 568 MET VERMELDING VAN DE DAAROP BETREKKING HEBBENDE KONINKLIJKE BESLUITEN. ZOOMEDE. ONDER AANDUIDING VAN DAGTEEKENING EN NUMMER. VAN DE MINISTERIEELE RESOLUTIES. DIE TOT RICHTSNOER KUNNEN STREKKEN VOOR DE TOEPASSING DER WET BEWERKT DOOR J. H. A. M. VAN BOSVELD HEINSIUS OUD-ONTVANGER DER INVOERRECHTEN EN ACCIJNZEN TE ARNHEM DEVENTER - 1925 - JE. E. KLUWER /'kcnikkuuke \r-zS m VOORBERICHT. Ten einde belanghebbenden tijdig, vóór de inwerkingtreding der wet, in het bezit te stellen van de nieuwe Tariefbepalingen, verschijnt dit werk in twee gedeelten. Het eerste gedeelte bevat de artikelen der wet en het tarief, een en ander toegelicht uit de Memorie van Toelichting en de verdere stukken verschenen tijdens de behandeling van het Ontwerp in de Eerste en Tweede Kamer, benevens een Alphabetisch Register. In het tweede gedeelte zullen worden opgenomen de krachtens verschillende bepalingen der Tariefwet te wachten Kon. besluiten en verdere voorschriften ter uitvoering der wet, zoomede het ingevolge art. 43 te wachten Kon. besluit nopens de goederensoorten, die in deze nieuwe Tariefwet niet aan invoerrecht worden onderworpen, maar aan het tot hiertoe geheven wordende recht van 5 pet. onderworpen zullen blijven. Daar deze Kon. besluiten — althans het bij art. 43 bedoelde besluit — wellicht eerst kort vóór de volledige inwerkingtreding der wet in het Staatsblad zullen worden opgenomen, werd gemeend dit werk niet ineens in één band te moeten doen verschijnen en met de samenstelling van het Alphabetisch Register niet te moeten wachten tot de lijst volgens art. 43 bekend gemaakt zou zijn, daar dan de verschijning van het volledige werk aanmerkelijk vertraagd zou worden. Daar bij tal van tariefposten de belastbaarheid der daarin genoemde goederensoorten afhangt van verschillende in aanmerking te nemen omstandigheden — men zie o. a. de onderverdeelingen en de vele Bijzondere bepalingen der tariefposten 41, 85, 97 en 139 — kwam het niet uitvoerY.°,or m het Alphabetisch Register bij alle goederensoorten een overzichtelijke opgave te verstrekken van het verschuldigde invoerrecht in al de verschillende gevallen. Zie ook hetgeen daaromtrent wordt opgemerkt op blz. 188. Waar het invoerrecht niet van een aantal omstandigheden afhangt en de vermelding voor den omvang van het Register geen bezwaar opleverde vond die vermelding plaats. Ik hoop, dat de bewerking van deze nieuwe Tariefwet even gunstig mag worden ontvangen als mijn bewerkingen der wet van 1862. Nog zij vermeld dat deze uitgave, evenals de vroegere, door supplementen zal worden bijgehouden. Arnhem, Januari 1925. HEINSIUS VERKORTINGEN. Alg wet beteekent: Algemeene wet van 26 Augustus 1822, Staatsblad no. 38, V. v. V. no. 70, over de heffing der invoerrechten en accijnzen. Res | Resolutie van den Minister van Financiën. Stbl. of S. Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden. Verz. of V. „ Verzameling der wetten, besluiten en aanschrijvingen, betreffende de directe belastingen en de invoerrechten en accijnzen. ■y; v< v. „ Verzameling van voorschriften voor de ambte¬ naren der directe belastingen, invoerrechten en accijnzen. B - Beslissingen in belastingzaken. Verzameling van rechterlijke en administratieve beslissingen, betreffende de rijksbelastingen, onder hoofdredactie van M r. J. P. A. Laman de Vries. Mem. v. T. „ Memorie van Toelichting. Voori V. „ Voorlonpig Verslag der Tweede Kamer. Mem v A. „ Mem. van Antwoord aan de Tweede Kamer. Weekblad „ Weekblad der Directe Belastingen, Invoer¬ rechten en Accijnzen. Zie voorts art. 30 der wet. GESCHIEDENIS. Eertijds werden rechten op den in-, uit- en doorvoer van goederen geheven onder de benaming Convooi- en licentgelden. De Convooigelden moesten in den tachtigjarigen oorlog met Spanje worden opgebracht om de kosten te bestrijden voor de beveiliging van het vervoer ter zee en werden geheven ter zake in- en uitvoer van goederen in het algemeen, ook al werden de handelsvaartuigen niet bepaaldelijk door bewapende schepen begeleid (geconvoyeerd). De Licentgelden (verlofgelden) waren verschuldigd voor den invoer uit en uitvoer naar vijandelijk land, zoomede voor den doorvoer van goederen, herkomstig uit of bestemd naar vijandelijk land. Nadat de vrede met Spanje was gesloten, werden deze rechten niet afgeschaft. De heffing der Licentgelden werd zelfs uitgebreid tot een algemeen inkomend en uitgaand recht en daarna met de Convooigelden tot één belasting vereenigd, welke gehandhaafd bleef — natuurlijk meermalen gewijzigd — tot 1810, toen Nederland bij Frankrijk werd ingelijfd en het Fransche douanestelsel werd ingevoerd. Na de aanvaarding der regeering door den Prins van Oranje als Souverein Vorst der Vereenigde Nederlanden werd bij besluit van 7 December 1813, Stbl. no. 9, de Ophef der Convooien en Licenten weder hersteld. Bij de wet van 3 October 1816, Stbl. no. 53, werd echter aan die heffing weder en thans voorgoed een einde gemaakt en een nieuw Tarief van inkomende en uitgaande rechten ingevoerd. Het doorvoerrecht bedroeg éénmaal het inkomend recht of wel éénmaal, het uitgaand recht, indien dit hooger was, of, als de aangever daaraan de voorkeur gaf, een recht van 3 pet. der waarde. Voor de goederen, die in het Tarief in het geheel niet genoemd werden, bedroeg het inkomend recht 3 pet. en het uitgaand recht 2 pet. der waarde. Hieruit volgde, dat een artikel alleen dan vrij van recht ten in-, uit- of doorvoer kon worden toegelaten, wanneer het wel in het Tarief was genoemd, maar, wat den in- of uitvoer betrof, met de bepaling dat het vrijgesteld was van in- of uitvoerrecht, en wat den doorvoer betrof, met de bepaling, dat het zoowel vrij was van invoerrecht als van uitvoerrecht. Het Tarief van 1816 werd vervangen door dat, bepaald bij de wet van 12 Mei 1819, Stbl. no. 29. Het recht op de niet genoemde goederen en op de doorvoergoederen onderging geen wijziging. Bij de wet van 26 Augustus 1822, Stbl. no. 39, kwam een nieuw Tarief van rechten op den in-, uit- en doorvoer tot stand. Voor de goederen, die in het geheel niet in dat Tarief genoemd waren, was verschuldigd een inkomend recht van 2 pet., een uitgaand recht van 1 pet. en een doorvoerrecht van 1 pet. der waarde. 8 Voorts was bepaald, dat bij in- en uitvoer met Nederlandsche schepen het recht verminderd werd met een tiende. De wet van 1822 werd, na eenige malen gewijzigd te zijn, ingetrokken en vervangen door die van 19 Juni 1845, Stbl. no. 28, waarbij een nieuw Tarief van rechten op den in-, uit- en doorvoer werd vastgesteld. Ook bij deze wet werd een vermindering van 10 pet. toegekend op het bedrag der in- en uitvoerrechten, verschuldigd voor goederen ter zee onder Nederlandsche vlag- in- of uitgevoerd. Het aantal goederen, reeds onder de werking der wet van 1822 van invoerrecht vrijgesteld, werd bij de wet van 1845 eenigszins uitgebreid, maar overigens werd het invoerrecht' weinig verlaagd, voor eenige artikelen zelfs verhoogd. Wat het uitvoerrecht betrof, waren, op slechts eenige uitzonderingen na, de in het Tarief van 1845 genoemde goederen daarvan vrijgesteld. Voor de goederen, die in het Tarief niet bij name genoemd en uit hun aard niet gerangschikt konden worden onder de daarin voorkomende artikelen, was bij invoer een recht verschuldigd van 1 pet. der waarde en bij doorvoer een recht van Vio Pct- der waarde of wel van 10 cent per 100 K.G., ter keuze van den aangever, terwijl bij uitvoer geen recht verschuldigd was. Met deze gunstige bepalingen werd beoogd den toen kwijnenden handel te verlevendigen. In de genoemde wetten van 1822 en 1845 waren aan de daarin opgenomen Tarieven renvooien toegevoegd, houdende rangschikking van een aantal niet in die Tarieven genoemde goederensoorten onder de daarin wel opgenomen artikelen. Die rangschikking had dus wettelijke kracht. De wet van 1845 werd herhaaldelijk gewijzigd. De belangrijkste wijzigingen waren die, bepaald bij de wetten van 8 Augustus 1850, Stbl. nos. 47 en 48, houdende intrekking van de toegestane vermindering of vrijstelling van het recht bij aanvoer met Nederlandsche schepen (*), afschaffing van het doorvoerrecht en verlaging van het invoerrecht op eenige artikelen, terwijl nog enkele artikelen van alle invoerrecht werden vrijgesteld. Bij de volgende wijzigingen in 1854, 1857 en 1859 werd voortgegaan met de verlaging van het invoerrecht of wel algeheele opheffing van dat recht ten aanzien van tal van artikelen. In 1862 kwam een geheel nieuwe Tariefwet tot stand, de wet van 15 Augnstns 1862, Stbl. no. 170, V. no. 100. Zooals ook in de res. van 10 Oct. 1862, no. 105, V. no. 105, te kennen werd gegeven, was de nieuwe Tariefwet van 1862 tot stand gebracht in den geest eener vrijhandelspolitiek, welke sedert 1845 elke tariefswijziging had beheerscht en was aan de beginselen dier politiek breeder ontwikkeling gegeven. Als beginsel voor het vaststellen van de invoerrechten had gegolden : alle volledige fabrikaten in den regel met 5 pct. der waarde, de z.g. halffabrikaten — zijnde gefabriceerde voorwerpen, t*\ Alleen bleef nog bestaan de vrijdom van invoerrecht voor eenige voortbrengselen uit •s Rijks Overzeesche bezittingen, aangevoerd, .met Nederlandsche of daarmee gelijkgestelde schepen. Deze vrijdom verviel later door de invoering der Tariefwet van 1862. 9 die als grondstoffen worden gebruikt — aan een invoerrecht van 2 a 3 pct. te onderwerpen en alle eigenlijke grondstoffen geheel van recht vrij te stellen. Voorts werd bij de wet van 1862 meer uitbreiding gegeven aan de belasting naar de waarde. Wat de uitvoerrechten betreft, deze werden alle afgeschaft, met uitzondering van dat op lompen. Tot 1854 was de uitvoer van lompen verboden. Sedert waren zij aan een uitgaand recht onderworpen, hetwelk echter in 1862 belangrijk werd vërlaagd. De goederen, die niet in de Tabel, vastgesteld bij de wet van 1862, waren genoemd en niet naar hun aard of bestemming onder een der wel genoemde goederensoorten konden worden gerangschikt, waren volgens art. 2 dier wet vrij van recht. Wegens deze bepaling was het niet meer noodig om, zooals in de Tariefwetten van 1816, 1819, 1822 en 1845 was geschied, de van recht vrijgestelde goederen in de Tabel op te nemen en daarbij te vermelden, dat zij vrij van recht konden worden ingevoerd. Terwijl de Tabel in de wet van 1845 drie kolommen bevatte voor de vermelding der te heffen rechten, nl. voor het inkomend, het uitgaand en het doorvoerrecht, bevatte de Tabel in de wet van 1862 alleen een kolom voor het inkomend recht. Doorvoerrechten toch werden sedert de straks vermelde wet van 1850, Stbl. no. 48, niet meer geheven en het zoo even vermelde eenigste uitvoerrecht, dat de wet van 1862 kende, nl. dat op lompen, was omschreven in art. 20 dier wet. Dit laatste overblijfsel der uitvoerrechten werd afgeschaft bij de wet van 6 April 1877, Stbl. no. 71, V. no. 52. De wet van 1862 is meermalen gewijzigd geworden. De belangrijkste wijziging had plaats bij de evengenoemde wet van 6 April 1877, waarbij beoogd werd grondstoffen of hulpmiddelen voor de nijverheid in den ruimsten zin van invoerrecht vrij te stellen, een verderen voortgang dus op den sedert 1845 gevolgden weg. Het was natuurlijk te voorzien, dat de wetswijziging van 1877 een lagere opbrengst der invoerrechten ten gevolge zou hebben. In verband daarmede werd met ingang van denzelfden dag, waarop die wetswijziging in werking trad, de gedistilleerdaccijns verhoogd van f 53 tot f 57 per H.L. ad 50 pct. De toepassing van de Tariefwet van 1862 leverde tal van moeilijkheden op ; vooral bij de beoordeeling der belastbaarheid van niet in de Tabel genoemde artikelen. De vraag of deze naar hun aard of bestemming gerangschikt moesten worden onder de wèl genoemde goederensoorten gaf voortdurend aanleiding tot geschillen. Herhaaldelijk werd getracht de gebreken van de bestaande Tariefwet weg te nemen. Bij een tweetal wetsontwerpen, nl. die, ingediend door de Ministers Mr. Harte van Tecklenburgen Mr. Kolkman, werd tevens beoogd het Tarief in protectionisitïschen zin te wijzigen en door aanzienlijke verhooging der rechten de middelen te vinden, benoodigd voor de uitvoering van de z.g. sociale wetten. De eerste poging om een betere Tèriéfiitét tot stand te brengen, 10 werd gedaan door Mr. Pierson, die op 11 Aug. 1900 een Ontwerp indiende voor een nieuw Tarief van invoerrechten. Ook met dit Ontwerp werd niet alleen een technische verbetering beoogd, maar tevens versterking van de inkomsten van het Rijk door eenige wijziging in het bestaande recht; o. a. was voor volledige fabrikaten een recht van 6 pct. der waarde als regel aangenomen. Door het aftreden van Mr. Pierson kwam het ontwerp niet in behandeling. In het daarop door Mr. Harte van Tecklenburg op 27 Febr. 1904 ingediende Ontwerp werd een veel hooger recht voorgesteld, nl. voor halffabrikaten 2—8 pct., al naar den graad van bewerking, en voor geheel afgewerkte fabrikaten 6—12 pct., naargelang het voorwerpen betrof ter voorziening in dagelijksche behoefte of wel van genot of weelde. Het Voorloopig Verslag verscheen 9 Juni 1905. Kort daarop trad Mr. Harte af, waarna het Ontwerp werd ingetrokken. Door Minister Mr. de Meester werd daarop in Juni 1906 een Commissie ingesteld tot het ontwerpen eener technische herziening der Tariefwet, met handhaving van het beginsel der vrijhandelspolitiek. De Commissie was in Januari 1908 met haar taak gereed, doch door het aftreden van genoemden Minister op 12 Febr. 1908, kon de door de Commissie verrichte arbeid niet leiden tot het indienen van een wetsontwerp aan de Tweede Kamer. Toen volgde een op 1 April 1911 ingediend Ontwerp van Minister Mr. Kolkman tot vaststelling eener nieuwe Tariefwet. Bij dit Ontwerp werden halffabrikaten, nog niet gevormd tot een voorwerp met een bepaalde bestemming, belast met een recht van 3—6 pct., afgewerkte fabrikaten, nog niet geschikt voor direct gebruik door den consument, met een recht van 10 pct. en geheel afgewerkte fabrikaten, die zonder nadere bewerking en zelfstandig voor het gebruik geschikt zijn, met een recht van 12 pct. der waarde. Daardoor werd een meerdere opbrengst verwacht van pl.m. f 10.000.000,—. Naar aanleiding van de opmerkingen en beschouwingen der Commissie van Voorbereiding werd einde Mei 1912 een gewijzigd wetsontwerp ingezonden. Na het aftreden van Minister Mr. Kolkman op 29 Aug. 1913 werd ook dit Ontwerp ingetrokken. Door Minister Mr. de Vries werd 6 Mei 1921 een Ontwerp ingediend tot verhooging van het recht, ten einde een belangrijke versterking van 's Rijks inkomsten te verkrijgen. Het normale invoerrecht van 5 pct. zou volgens dit Ontwerp verhoogd worden tot 7 pct., terwijl voor de overige met een ander waarderecht of met een specifiek recht belaste goederen de bedragen in het algemeen in gelijke verhouding zouden worden verhoogd, doorgaans naar boven afgerond. Het Ontwerp kwam niet in openbare behandeling en werd door den op 28 Juli 1921 opgetreden Minister Jhr. Mr. de Geer ingetrokkoii. Daarop werd op 11 Juni 1924 door Minister C o 1 ij n het Ontwerp ingediend van de thans tot stand gekomen Tariefwet. 11 Aan de Memorie van Toelichting wordt omtrent de grondslagen der nieuwe regeling het volgende ontleend: „Bij de samenstelling van de tabel heeft het streven voorgezeten een tarief te ontwerpen, waarbij het karakter van het tegenwoordig Tarief (nl. dat van 1862) zooveel mogelijk wordt behouden. Daar nu dat Tarief ten aanzien van uit het buitenland ingevoerde producten het karakter draagt van een verbruiks- en verteringsbelasting, is bij het samenstellen van de tabel uitgegaan van het beginsel, dat voor een invoerrecht slechts in aanmerking komt het artikel, dat zonder nadere bewerking en zelfstandig, voor het gebruik van den consument geschikt is te achten. Daarbij is aangenomen, dat als zoodanig in het algemeen alleen zijn aan te merken de artikelen, welke over de toonbank aan den verbruiker worden afgeleverd, m. a. w. de toonbankartikelen (*). Bij het uitwerken van dit beginsel is vastgehouden aan het streven van de tariefwetgevers van 1862 en 1877, om algemeene voeding*-, middelen en artikelen, welke verband houden met de voortbrenging, of welke uitsluitend of zoo goed als uitsluitend worden gebruikt door den minder kapitaalkrachtige, niet aan invoerrecht te onderwerpen. Een invoerrecht op meel (**), klompen, schroeven, vijlen, hamers, zagen en dergelijke, wordt dan ook, hoewel deze artikelen óók via de toonbank aan den verbruiker worden afgeleverd, in het ontwerp niet aangetroffen. Tusschen artikelen, gebruikt in huishouden en keuken, en die, gebruikt in kantoren en winkels, is echter geen onderscheid gemaakt. Slechts ten opzichte van enkele artikelen is van het beginsel afgeweken. Ten einde niet verder te gaan dan het belasten van het toonbankartikel, moet bij goederensoorten, waartoe zoowel toonbankartikelen behooren als andere, tusschen het toonbank en het niet-toonbankartikel een grens worden getrokken. Het is niet raadzaam die grens aan te geven door de in vroegere ontwerpen met gelijk doel gebruikte woorden : „geschikt (of opgemaakt) voor den verkoop in het klein". Bij het bezigen van die woorden zouden zich bij de toepassing van de posten, waarbij die uitdrukking werd gebruikt, ongetwijfeld telkens geschillen voordoen omtrent de al of niet geschiktheid der artikelen voor detailverkoop. Met het oog op den hinder en de nadeelen, welke handel en nijverheid ondervinden, wanneer zich bij de toepassing van het tarief voortdurend geschillen voordoen, verdient het daarom aanbeveling de belastinggrens voor deze artikelen zoodanig te stellen, dat geschillen omtrent hun al of niet belastbaarheid zooveel mogelijk worden ondervangen. Deswege is ten opzichte van artikelen, waarvoor het noodig was het invoerrecht te beperken tot artikelen van een bepaalde soort, een grens aangenomen, welke alle geschillen buitensluit, nl. het gewicht der artikelen. Zoo is o. a. voor de „verpakte" artikelen als grens van belastbaarheid een gewicht aangenomen van 1200 gram, voor het artikel <*1 Het. Knrpplft v.mrplf Aat Hit n..^ I.««..1ii1, » j . , . . . i • -r -™, «... ..uu.u iu» KjncnijB. muei wurueu opgeval, maar siecnts gekozen om met een korten term aan te duiden voor welke artikelen een invoerrecht wordt vnnrapstplH nl Ha Hii.pr.to .roT>Kn..;i.^n»4:i.ninn u~4. ~i r • . , .... - . .7 — 07 — —-- --— ~— — ~*" •= iuui aiimcien Beu invoerrec.ni worat voorgesteld, nl. de directe verbruiksartikelen. Het al of irirt. Jroorstellen van een invoerrecht m derhalve niet afhankelijk gesteld van de omstandigheid of een artikel al of niet over de toonnank van ripn winbplipi. w/™.Ht aiv»aia..n..H u:.i 1 v_«ir-.» . had dan geen invoerrecht kunnen worden voorgesteld. A )**) Tenzij verpakt. Zie aanfc 6 op post no. 139. II. 12 in tabletvorm een gewicht van 200 gram, voor verschillende apparaten en toestellen een gewicht van 5 K.G. Het systeem, om ten opzichte van goederensoorten, waartoe zoowel belaste als onbelaste artikelen behooren, tusschen het belaste en het niet belaste artikel een scheiding te maken door middel van een gewichtsgrens, is niet nieuw. ln verband met de groote verwantschap, welke er tusschen de verschillende artikelen bestaat, is het ter voorkoming van geschillen echter noodig, voor verschillende artikelen eenzelfde belastinggrens aan te nemen. Wanneer toch bijv. voor chemicaliën een andere belastinggrens werd aangenomen dan voor conserveeiingsmiddelen, zou ten opzichte van het langs chemischen weg verkregen conserveeringsmiddel, zoodra het werd ingevoerd in een hoeveelheid, welke tusschen die beide grenzen ligt, zich dadelijk de vraag voordoen of het behoort tot den post Chemicaliën, dan wel tot den post Conserveeringsmiddelen. Uit den aard der zaak kunnen bij het aannemen van een uniforme belastinggrens kleine onbillijkheden niet worden voorkomen. Het zal dus misschien mogelijk zijn om door voorbeelden aan te toonen, dat als gevolg van dit systeem, sommige toonbankartikelen onbelast zullen blijven, en enkele artikelen, welke niet als toonbankartikelen zijn aan te merken, belast zullen worden. Daarin is echter geen aanleiding gevonden om van het systeem af te zien. De voordeelen, welke aan het systeem zijn verbonden, zijn naar het toeschijnt, van grooter beteekenis te achten dan evengemeld nadeel." Behalve een technische verbetering beoogde het Ontwerp ook meerdere baten voor de schatkist te verkrijgen ten einde te komen tot verlaging van sommige al te drukkende belastingen. Nu het tarief ten aanzien van ingevoerde producten — zoo luidt de Memorie van Toelichting — „inderdaad niet anders beoogt te zijn, dan een verbruiksen verteringsbelasting, en artikelen, welke verband houden met de voortbrenging, behoudens enkele uitzonderingen, niet aan invoerrecht onderworpen zullen zijn, bestaat er naar gemeend wordt, geen overwegende bedenking om ook het tarief voor het verkrijgen van meerdere baten voor de schatkist te benutten en voor de belastblijvende artikelen de bestaande heffingsvoet te verhoogen." Deswege werd o. a. in overweging gegeven het van de goederen geheven waarderecht van 5 pct. in bet algemeen te verhoogen tot een recht van 8 pct., waardoor geacht werd het fiscaal karakter der Tariefwet van 1862 niet aan te tasten. De opbrengst der in- en uitvoerrechten bedroeg in het midden van de vorige eeuw ongeveer f3.000.000,—. In 1876 was deze gestegen tot ƒ 5.789.000,—. Tengevolge van de op 1 Juli 1877 in werking getreden wetswijziging daalde de opbrengst in 1877 tot f 5.120.000,—, in 1878 tot f 4.572.000,—. Daartegenover stond een vermeerdering van de opbrengst van den gedistilleerdaccijns met bijna f 2.000.000,—. In 1894 was de opbrengst der invoerrechten allengs weder gestegen tot f 5.975.000,—. innc Door het op 1 Aug. 1895 in werking treden der Waardewet 190b, 13 houdende maatregelen om de verregaande ontduikingen van het invoerrecht voor naar de waarde belaste goederen te keer te gaan, steeg de opbrengst in 1895 nog tot f 6.766.000 — en in 1896 tot f 8.420.000,—. Sedert is de opbrengst tot 1914 steeds vooruitgegaan, behoudens een tijdelijke kleine teruggang in 1908. In 1913 werd ontvangen wegens invoerrecht f 17.013.610,— en wegens formaatzegel f 30.768,521/2 (§)• l Tijdens de oorlogsjaren daalde de opbrengst weder, in 1918 zelfs tot f 8.591.522,8072, maar in 1919 steeg de opbrengst tot een ongekende hoogte. Over dat jaar werd f 29.016.296,26 ontvangen en in 1920 het enorme bedrag van f 46.879.929,41. Sedert daalde de opbrengst weder; in 1923 tot f 35.198.863,57. Door het tot stand komen der thans aangenomen Tariefwet wordt volgens de Mem. van Antwoord een meerdere opbrengst verwacht van rond 15 millioen gulden. (§) Het formaatzegel werd afgeschaft bij art. 20 der Wet op het Statistiekrecht, Staatsblad 1916, no. Mö. Daarna bepaalde ook art. 37, sub 4, der Zegelwet 1917 (V. v. V. no. 820) — zie thans art. 37, sub 10, der Zegelwet, zooals deze later gewijzigd werd bij de wet van 27 Juni 1919, S. no. 432, V. v. V. no. 1123 — dat geenerlei zegelrecht verschuldigd is voor quitantiën voor belastingen' m TARIEF VAN INVOERRECHTEN. (Wet van 20 December 1924, S. no. 568 (1—3). 1. Dat de wet kan worden aangehaald onder den titel „Tariefwet Staatsblad 1924, no. 568" is bepaald in art. 41 hierna. 2. Het Ontwerp dezer wet, ingediend bij Kon. boodschap van 11 Juni 1924, de Mem. v. T. en de verdere stukken, het wetsontwerp betreffende, zijn opgenomen in de Gedrukte Stukken der Tweede Kamer, zitting 1923—1924, 365 en zitting 1924—1925, 66. De beraadslagingen der Tweede Kamer zim opgenomen in de Handelingen blzz. 108—395. .„H^ wetsontwerp werd in de vergadering der Tweede Kamer van 12 November 1924 aangenomen met 57 tegen 39 stemmen en in de vergadering der Eerste Kamer van 18 December 1924 met 28 teeen 14 stemmen. ° De artikelen van het wetsontwerp, de belangrijkste tariefposten en ?» b,e'angriJkste gedeelten uit de Mem. v. T. zijn ook opgenomen in Weekblad nos. 2716 en volgende. 3. In de nos. 2715—2734 van het Weekblad komt een zeer belangwekkende artikelenreeks voor over het Ontwerp der Tariefwet. Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz. Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, salut! doen te weten: AIzoo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenschelijk is een nieuw tarief van invoerrechten en daarmede in verband staande bepalingen vast te stellen; Zoo is het dat Wij, den Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: Art. 1. Er wordt met inachtneming van hetgeen bij deze en andere wetten is bepaald, bij den invoer van de goederen, omschreven in het tot deze wet behoorende tarief, een invoerrecht geheven (1). Het bedrag en de maatstaf van het invoerrecht worden aangewezen door het in het eerste lid genoemde tarief, dat geacht zal worden deel uit te maken van deze wet (2). Aan het tarief is toegevoegd eene alphabetische lijst van de daarin genoemde goederensoorlen, die naar behoefte door Ons kan worden herzien (3). Artt. 1—2 16 1. De goederen, welke niet vallen onder eenige omschrijving in het tot de wet behoorende tarief, zijn dus vrij van recht. Voor zoover een artikel niet met name genoemd is, zal, vooraleer tot de onbelastbaarheid geconcludeerd wordt, nagegaan moeten worden of het ook behoort tot de goederen, omschreven in een of meer der tariefposten. Bij tal van tariefposten toch komt de vermelding voor, dat behalve de in die posten met name genoemde goederen, ook invoerrecht verschuldigd is voor andere „dergelijke" als de genoemde; o.a. in post 4, 5, 8, 10, 15 en vele andere. Zie voorts post 45, blijkens welke, alle voorwerpen, geheel of hoofdzakelijk uit glas vervaardigd of met glas samengesteld, belast zijn en post 114, waaronder alle artikelen vallen, die blijkens aard, vorm, verpakking of afwerking blijkbaar zullen worden aangewend tot vermaak, ontspanning of afleiding van kinderen. 2. Bij de samenstelling van het wetsontwerp is uitgegaan van het beginsel, dat, met uitzondering van de artikelen, welke verband houden met de voortbrenging, voor een invoerrecht in aanmerking komen de goederen, welke worden ingevoerd in den toestand of staat, waarin zij zonder eenige nadere behandeling via de toonbank aan den verbruiker worden afgeleverd (a). Daarbij is aangenomen, dat als zoodanig ook zijn aan te merken de artikelen, welke worden ingevoerd in verpakten of getabletteerden staat. Deswege wordt in het ontwerp voor verschillende (overigens niet aan invoerrecht onderworpen) artikelen, voor het verpakte en getabletteerde artikel een invoerrecht voorgesteld van 8 pct. der waarde. Is nu eenig product reeds op zich zelf aan belasting onderworpen doordat het, als alcohol en suiker, is onderworpen aan een accijns, of, als bier, aan een invoerrecht, dat door het bestaan van een binnenlandschen accijns noodzakelijk wordt gemaakt, dan is het, in verband met bovenvermeld beginsel, niet meer dan billijk, dat wanneer dat product wordt ingevoerd in een vorm of in een verpakking, waarin het via de toonbank aan den verbruiker wordt afgeleverd, het uit dien hoofde verschuldigd recht bovendien wordt geheven.' Mem. v. T. (o.) Zie bh. tl. i-v.S'ji 3. De bij het derde lid bedoelde alphabetische lijst is toegevoegd ten einde raadpleging van het tarief te vergemakkelijken. Mem. v. T. De aanvulling van die lijst bij Kon. besluit werd alleen noodig geacht, nmdat anders niet verzekerd was, dat de wijzigingen in het Staatsblad worden opgenomen en dit is toch vereischt ten aanzien van hen, die zich bij raadpleging van het tarief tot deze offic eele uitgaaf bepalen. Mem. v. A. Art. 2. De bij een post aangegeven belasting en de daarbij verleende* vrijstellingen zijn ook van toepassing, wanneer aan de goederen bij den invoer deelen of rmderdeelen ontbreken, of wanneer zij worden ingevoerd in niet afgewerkten staat; een en ander met inachtneming Van hetgeen is bepaald bij artikel 30, «ub 10 en sub 12, letter a. Het bepaalde in het eerste lid lijdt uitzondering, wanneer de goederen, in den staat waarin zij worden ingevoerd, beantwoorden aan de omscbniving van een anderen post dan waartoe zij in volledigen en afgewerkten staat behooren, of wanneer bij den betreffenden post uitdrukkelijk anders is bepaald, zoomede wanneer de ontbrekende deelen 17 Artt. 2—3 of onderdeelen de kenmerken zijn, waarvan in het tarief de belastbaarheid of vrijstelling der goederen afhankelijk is gesteld. Goederen, ingevoerd in gedemonteerden staat, zullen, voor zoover niet uitdrukkelijk anders is bepaald, met goederen in niet gedemonteerden staat worden gelijkgesteld (1—2). 1. Art. 2 bepaalt, dat het ia het tarief voor de goederen aangegeven invoerrecht, ook zal verschuldigd zijn wanneer aan de goederen by den invoer deelen of onderdeelen ontbreken, of wanneer zij worden ingevoerd in niet afgewerkten of in gedemonteerden staat. Een dergelijke bepaling komt in de tegenwoordige Tariefwet niet voor en is daarin ook niet noodig. Door het in die wet voorkomen van posten als Houtwerk, Ijzerwerk, Koperwerk, enz., bestaat er voor den invoerder geen belang, om bijv. bij het invoeren van een gedemonteerden lessenaar, of van een stoel, waaraan bij den invoer de zitting ontbreekt, de toepassing van den post Meubelen te betwisten. In het voorgestelde tarief komen posten als Houtwerk, Ijzerwerk, Koperwerk, enz., evenwel niet voor. Het is, ter voorkoming van misbruik, dus noodig een bepaling als in artikel 2 aangetroffen, in de wet op te nemen. Het behoeft nauwelijks toelichting, dat artikel 2 niet zal mogen worden toegepast, wanneer het gaat om deelen of onderdeelen, van . welker aanwezigheid het belasten of het vrijstellen van een artikel afhankelijk is gesteld, of waarvan de aard, wanneer zij ontbreken, niet is vast te stellen. Zoo zijn, om slechts enkele voorbeelden te noemen, bij de posten nos. 13sub II, 16 en 77 sub II, onderscheidenlijk bergingsmiddelen geheel of hoofdzakelijk voorzien van glas, biljartleiplaten bij den invoer voorzien van doppen of stoppen tot aaneenhechting der platen, en lepels en vorken bij den invoer voorzien van handvat, belast verklaard. Bij het ontbreken van deze deelen of onderdeelen moet de toepassing van evengemelde posten zijn buitengesloten. Mem. v. T. 2. Niet geheel volledige voorwerpen zullen belast worden naar de waarde, die zij bezitten in den toestand, waarin zij worden ingevoerd, overeenkomstig het bepaalde bij art. 120, sub 6, der Algemeene wet van 26 Aug. 1822, S. no. 38, volgens hetwelk voor afgescheiden gedeelten van een geheel — geen zelfstandige handelsartikelen zijnde — de waarde wordt bepaald in verhouding tot den prijs van het geheel, waartoe zij gerekend worden te behooren. Mem. v. A. Art. 3. Voor goederen, waarvoor in het tarief de belastbaarheid afhankelijk is gesteld van het gewicht, en welke bij den invoer zijn voorzien van een in- of aangebouwden of op andere dergelijke wijze daaraan verbonden electromotor, wordt het in het tarief als grens van belastbaarheid aangegeven gewicht verhoogd met vijf kilogram (1—2). 1. Van verschillende artikelen wordt in het tarief de belastbaarheid afhankelijk.gesteld van het gewicht dier artikelen. Bij het vaststellen van da gewichi, is uitgegaan van het gewicht van artikelen, welke worden gebezigd in huishouding, keuken, kantoren en winkels. Daarbij is als grondslag genomen het gewicht der artikelen, welke worden in beweging gebracht door handkracht. Er is dus bij het vaststellen dier gewichten geen rekening gehouden met de artikelen, welke door middel van een electromotor in beweging worden gebracht. Uit den aard der Tarief van Invoerrechten. I 2 Artt. 3—4 18 zaak zijn zij zwaarder dan de eerstbedoelde. Om ook van deze voor huishouding, keuken, kantoren en winkels bestemde artikelen een invoerrecht te kunnen heffen, dient dus de voor de artikelen in de tabel aangenomen belastinggrens te worden verhoogd. Mem. v. T. 2. De in art. 3 genoemde verhooging met 5 kgr. houdt verband met hetzelfde gewicht, in post no. 38 als grens genoemd voor de electromotoren zelf. Weekblad no. 2726, bh. 459. Art. 4. Bijaldien eene goederensoort onder meer tariefposten valt, zal, voor zoover in het tarief niet uitdrukkelijk anders is bepaald, de post worden toegepast, welke het voordeeligst is voor de schatkist, met dien verstande echter, dat de toepassing van een post, blijkens welken van de goederen is verschuldigd een specifiek recht of een accijns, al dan niet gepaard met een waarderecht, steeds aan de toepassing van een post, volgens welken van de goederen alleen is verschuldigd een waarderecht, zal voorgaan (1). L Het zal bij de toepassing van het voorgestelde tarief dikwjjl* voorkomen, dat op een artikel verschillende tariefposten zijn toe te passen. Tot veel geschil zal dat echter geen aanleiding geven. Bij de meeste posten wordt immers eenzelfde recht voorgesteld, nl. van 8 pct. der waarde. Bij enkele posten wordt echter een recht voorgesteld, dat van het in beginsel aangenomen heffingscijfer van 8 pct. der waarde afwijkt. Zoo wordt o. a. voor geheimmiddelen (post no. 43 sub I) een recht voorgesteld van 50 pct. der waarde, en wordt voor de verpakte en getabletteerde artikelen samengesteld met alcohol, aether, saccharine of suiker, bij de posten nos. 2, 30, 104 en 119, behalve een recht van 8 pct. der waarde, een recht voorgesteld, dat verband houdt met de samenstelling der artikelen. Er zullen zich dus, wanneer meerdere tariefposten op een artikel zijn toe te passen, óók gevallen voordoen Waarbij van het artikel volgens den eenen post een hooger recht zal verschuldigd zijn dan volgens een anderen post. Hoewel het bijna vanzelfsprekend is, dat op een met alcohol samengestelde verpakte verfwaar niet zal worden toegepast post no. 68, maar post no. 2, en dat hi voorkomende gevallen de post zal worden toegepast, volgens welken van de goederen de hoogste belasting is verschuldigd, verdient het, ter voorkoming van geschillen, niettemin aanbeveling zulks uitdrukkelijk te bepalen (a). Ten einde te voorkomen dat omtrent den toe te passen post steeds eerst een keuze zou moeten worden gedaan nadat is berekend welk reehtenbedrag volgens elk der van toepassing.sjnde P08ten dfr goederen verschuldigd is, wordt om ook den aangever gemakkelijk in staat te stellen zich reeds vooraf te verzekeren hoeveel rechten van de goederen verschuldigd zijn, bepaald dat de toepassing van een specifiek recht of een accijns aan de toepassing van een waarderecht zal voorgaan. ] . . .. . Daar het uit den aard der zaak voor de toepassing van art. 4 noodig is dat vaststaat welk*'«artikelen tot een post behooren, is het, met het oog op de omstandigheid, dat bij verschillende tariefposten, alleen voor artikelen van een bepaald gewicht of van een bepaalde samenstelling een invoerrecht wordt voorgesteld, wellicht niet overbodig daaromtrent het volgende op te merken. ■ m Als artikelen, welke tot een post behooren, znn met alleen aan te 19 Artt. 4—5 merken de artikelen, welke bij dien post zijn belast, of daarbij met name zijn vrijgesteld, maar alle artikelen, welke beantwoorden aan de omschrijving van den post. Zoo behooren, om slechts een enkel voorbeeld te noemen, tot post no. 38 niet alleen de volgens onderdeel II van dien post belaste accumulatoren van 10 K.G. of minder, maar ook die van 11 K.G. of hooger gewicht, omdat het woord accumulatoren zonder eenige beperking in het hoofd van den post wordt aangetroffen. Mem. v. T. (a) Uitzondering op den regel van art. 4 komt voor in de Bijz. bepaling 5 op tariefpost no. i'a en in de Bijz. bepaling b op tariefpost no. 150. Art. 6. Hij, die bezwaar heeft tegen de toepassing van het tarief of tegen de toepassing van de artikelen 2, 3, 4, 24, 25, 26, 29 of 30, sub 4, sub 8 tot en met 10 of sub 12, lett. a, op door hem ten invoer aangegeven goederen, kan, binnen veertien dagen na de dagteekening van de aangifte door den Ontvanger der invoerrechten, in beroep komen bij den Directeur der invoerrechten en accijnzen binnen wiens dienstkring het document is afgegeven. Een afschrift van de beslissing van den Directeur wordt den reclamant uitgereikt tegen ontvangbewijs of hem aangeteekend per post toegezonden. Van de beslissing des Directeurs staat gedurende eene maand beroep open op de Tariefcommissie. Deze termijn gaat in met den dag, waarop blijkens het ontvangbewijs het afschrift van de beslfesing is uitgereikt of waarop het per post is verzonden (1). 1. Op het voetspoor van de belastingwetgeving der latere jaren wordt voorgesteld een z.g. „Tariefcommissie" in het leven te roepen en wel naar zoodanige regelen, dat in de wjjze van samenstelling een waarborg is gelegen voor de richtige vervulling van de haar toegedachte taak, nl.: beslissing in geschillen betreffende de toepassing van het tarief, alsmede in die omtrent verschillende bepalingen der wet. Ongetwijfeld zal ook onder de werking van het voorgestelde tarief evenals bij het bestaande — zij het dan ook in mindere mate — menige tariefquaestie worden opgeworpen, die feitelijk geen quaestie is. Het is daarom doelmatiger de beslissing nopens geschillen in de eerste plaats over te laten aan den Directeur der invoerrechten en accijnzen, binnen wiens dienstkring het recht werd betaald. Tegen de beslissing van den Directeur kunnen dan zoo noodig bezwaren worden ingebracht bij de Tariefcommissie. Voor de behandeling van tariefgeschillen in eerste instantie binnen den kring der Administratie zelve, pleit nog een andere reden. Het is bekend, dat de vrijmaking van buitenkndsche goederen wei voor verreweg de grootste hoeveelheden geschiedt op de losplaatsen aangewezen voor den invoer van goederen uit zee en langs spoorwegen en rivieren en kanalen, doch dat ook op de talrijke kleine grenskantoren de meest verschillende goederensoorten, zij het dan in zeer beperkte hoeveelheden, worden aangebracht. Onder die goederen kunnen er zijn waarvan de aangifte moeilijkheden voor den invoerder, de tariefstoepassing bezwaren voor den betrokken Ontvanger medebrengen. Vooral in den eersten tijd na het in werking treden van de nieuwe wet zullen aan de hierbedoelde kleine kantoren allerlei quaesties kunnen rijzen, waarbij het belang van 's Rijks schatkist wellieal slechts in geringe mate is betrokken, doch waarin niettemin een beslissing moet Artt. 5—7 20 worden genomen. Liet men voor die geschillen van weinig belang dadelijk de Tariefcommissie bijeenkomen, terwijl wellicht de inmenging van een douane-autoriteit met meerdere ervaring voldoende is om de quaestie voor goed uit den weg te ruimen, dan zou men met recht kunnen zeggen, dat voor de behandeling van tariefzaken een omslachtige, tijdroovende en kostbare weg werd gekozen. Veeleer zou de behandeling van dergelijke kleine geschillen zijn op te dragen aan den betrokken Inspecteur der invoerrechten, in plaats van aan den Directeur, ware het niet, dat de zorg voor een gelijkmatige toepassing van het tarief zich tegen verdere decentralisatie in deze aangelegenheid verzet. De Directeurs zullen opdracht ontvangen om van de dóór hen in zake de toepassing van het tarief genomen beslissingen, mededeeling te doen aan het Departement van Financiën. Aldaar zullen die beslissingen worden beoordeeld en nadat zoo noodig het advies van de Tariefcommissie zal zqn ingewonnen, ter kennis van de ambtenaren worden gebracht en op doelmatige wnze worden gepubliceerd. Op die wijze kan, naar vertrouwd wordt, een ongelijke tariefstoepassing afdoende worden ondervangen en wordt de taak der Tariefcommissie belangrijk vereenvoudigd. Mem. v. T. Art 6 Hij die bij de toepassing der algemeene maatregelen van bestuur, bedoeld in de artikelen 14, 15, 16, 17, 18 en 19 dezer wet, bezwaar heeft tegen de beslissing van den Directeur der invoerrechten en accijnzen of van welke andere autoriteit, aan wie de beslissing bij den betrokken algemeenen maatregel van bestuur is opgedragen, of tegen de beslissing van den Directeur der invoerrechten en accijnzen in de geschillen, bedoeld in art. 120, sub 3°. der Algemeene wet van 26 Augustus 1822 {Staatsbladno. 38), zooals dat wordt gewijzigd bij art. 33, sub 3°., kan van die beslissing in beroep komen bij de Tariefcommissie binnen eene maand, ingaande op den dag, waarop, blijkens het ontvangbewijs, een afschrift van de besüssing is uitgereikt of waarop het per post is verzonden (1). % Zie aant. 1 op art. 5. Art 7. De Tariefcommissie bestaat uit 25 leden, nl. 5 gewone leden, waaronder de Voorzitter, en 20 buitengewone leden. Van de gewone leden wordt de Voorzitter door Ons benoemd en de overigen onderscheidenlijk door de Arrondissements-rechtbanken te Amsterdam, Rotterdam, Groningen en Maastricht. Op gelijke wijze worden voor ieder der gewone leden twee plaatsvervangers benoemd. , De buitengewone leden worden benoemd door Ons, na gepleegd overleg met de bij algemeenen maatregel van bestuur aan te wijzen Kamers van Koophandel en organisaties op het gebied van landbouw, handel en nijverheid (1). .. . , , , , Tot lid of tot plaatsvervangend lid zijn met benoembaar leden eener Commissie van beoordeeling ingevolge de Waardewet 1906 (Staatsblad n°De1leden en plaatsvervangende leden kunnen door het gezag, dat hen heeft benoemd, bij een met redenen omkleed besluit worden ontslagen. De leden en plaatsvervangende leden leggen, alvorens hunne betrek- 21 Artt. 7—10 king te aanvaarden, ten overstaan van Onzen Commissaris in de provincie, waarin hunne woonplaats is gelegen, den volgenden eed of belofte af: „Ik zweer (beloof), dat ik, als lid (plaatsvervangend lid) van de Tariefcommissie, overeenkomstig de bepalingen der wet, met nauwgezetheid en onpartijdigheid en volgens mijn geweten zal handelen. Zoo waarlijk helpe mij God Almachtig! (Dat beloof ik)." Van deze handeling wordt proces-verbaal opgemaakt. Wegens het afleggen van den eed of de belofte en het opmaken van het proces-verbaal zijn geene kosten verschuldigd. L De vraagpunten, die aan het oordeel der Tariefcommissie zullen worden onderworpen, zullen in vele gevallen van juridischen aard zijn. Daarnevens is het gewenscht, dat nevens Kamers van Koophandel de organisaties op het gebied van landbouw, handel en nijverheid in zoo ruim mogelijke mate gelegenheid krijgen in de Tarielcommissie van haar gevoelen te doen blijken en dat er een kern van leden is, die geregeld aan alle beslissingen deelneemt. Toelichting van de Commissie van Rapporteurs, op wier voorstel de artt. 7 en 8, alsmede het tweede lid van art. 11 tot stand kwamen, zooals deze thans luiden. Art. 8. De Tariefcommissie beslist met zeven leden, namelijk den Voorzitter en de vier overige gewone leden en twee buitengewone leden, door den Voorzitter voor elk geval, zooveel mogelijk in verband met het te behandelen onderwerp, aan te wijzen. De beslissingen worden genomen bij meerderheid van stemmen, behoudens in de gevallen, bedoeld in art. 22 der Waardewet 1906 (Staatsblad no. 216) (1). De Commissie geeft gemotiveerde besluiten (2). Aan de behandeling van en de beslissing op beroepen, waarbij een lid der Tariefcommissie betrokken is, neemt dat lid geen deel. li Zie aant. 1, in fine, op art. 11 hierna, alsmede art. 22 der Waardewet 1906, zooals dat artikel thans luidt krachtens art. 34 hierna. 2. Van de beslissingen der Tariefcommissie zal geen beroep openstaan op de rechterlijke macht; de uitspraak over de geschillen, die aan de Tariefcommissie zijn opgedragen, zal derhalve aan de rechterlijke macht zijn onttrokken. Mem. v. A. Art. 9. De Voorzitter is verplicht hem, die bij de Tariefcommissie in beroep is gekomen, ten minste drie dagen te voren, mede te deelen, waar en wanneer de gelegenheid zal bestaan, de inlichtingen, die hij noodig acht, aan die Commissie te verstrekken. Deze termijn gaat in met den dag, onmiddellijk volgende op dien, waarop de mededeeling tegen ontvangbewijs is uitgereikt of waarop zij per post is verzonden. De Commissie is bevoegd zich door deskundigen te doen voorlichten. Art. 10. De leden der Tariefcommissie, het personeel dier Commissie en de door haar geraadpleegde deskundigen bewaren het geheim omtrent hetgeen zij bij de uitvoering der hun opgedragen werkzaamheden leeren kennen, voor zoover mededeeling daarvan voor de richtige uitoefening der hun opgedragen werkzaamheden niet vereischt wordt (1). Artt. 10—11 22 1. Het personeel der Tariefcommissie en de door haar geraadpleegde deskundigen moeten de verkregen of te geven inlichtingen aan elkaar of aan de leden der Commissie kenbaar kunnen maken. Toelichting bij Nota van wijzigingen. Art. 11. De Tariefcommissie geeft Onzen Minister van Financiën desgevraagd inlichtingen nopens zaken, de toepassing van het tarief van invoerrechten betreffende. Voor de uitvoering van deze taak wordt de Commissie samengesteld op de wijze als in het eerste lid van art. 8 is bepaald (1—2). 1. Zie, nopens de gevallen waarin de beslissing is opgedragen aan de Tariefcommissie, de artt. 5 en 6 hiervoor. Voorts kan het advies van de Tariefcommissie ingewonnen worden over beslissingen, genomen door de Directeurs; zie aant. 1, in fine, OPOverigens stelt men zich voor — zoo wordt in de Mem. v. T. medegedeeld — ook dan het advies van de Tariefcommissie in te roepen, wanneer, zonder dat er van een geschil sprake is, door belanghebbenden inlichtingen worden gevraagd nopens de al dan niet belastbaarheid van eenig artikel en het noodzakelijk of wenschelijk wordt geacht, genoemde commissie te raadplegen, alsvorens een beslissing wordt genomen. Verder is aan de Tariefcommissie opgedragen te beslissen in geschillen nopens de toepassing der Waardewet 1906, S. no. 216. Zie art. 4 dier wet, zooals dat artikel luidt krachtens art. 34 hierna. 2. Sommige leden hadden met verwondering bemerkt, dat de Regeering, blijkens het medegedeelde in de Mem. v. T., zich voorstelt ook dan het advies van de Tariefcommissie in te roepen, wanneer, zonder dat er van een geschil sprake is, door belanghebbenden inlichtingen worden gevraagd nopens de al dan niet belastbaarheid van een artikel. Zij achtten het onjuist en in strijd met de tot dusverre geldende rechtsregelen, dat het college, dat bestemd is om te zijner tijd over een gerezen geschil uitspraak te doen, geroepen zou kunnen worden bij voorbaat te disponeeren over de wijze, waarop het omtrent bepaalde gevallen recht zal spreken. Voorl. V. Bii de beoordeeling van dit artikel moet niet worden voorbijgezien, dat deze bepaling enkel betreft het verstrekken van inlichtingen aan den Minister van Financiën, niet aan belanghebbenden. Laatstbedoelden zullen alleen met dien Minister in verbinding komen, die behalve het bevoelen der Commissie — zoo dit mocht ingewonnen zijn — ook eigen óórdeel zal kunnen laten wegen. Van de verklaring van de Commissie aangaande de wijze, waarop zij, mocht de zaak op den voet der artt. 5 of 6 aan haar oordeel onderworpen worden, zal beslissen, zal dus geen sprake kunnen zijn j eenige verkeerde invloed op de rechtspraak der Commissie behoeft mitsdien van de bepaling niet te worden gevreesd. Van den anderen kant zal het een niet te onderschatten voordeel zyn, dat aldus de Minister van Financiën in nauwere aanraking met de Tariefcommissie zal komen. Die Minister zal zich daardoor beter op de hoogte kunnen stellen van de richting, waarin de Commissie de oplossing der zich bij de uitvoering der wet voordoende vragen zal zoeken, hetgeen er toe zal kunnen leiden, dat het aantal geschillen bij de uitvoering zooveel mogekjk worde beperkt. Mem. v. A. 23 Artt. 12—14 Art. 12. Het reglement van orde voor de Tarief commissie wordt door Ons vastgesteld. De belooning aan de leden en de plaatsvervangende leden der Commissie toe te kennen, de vergoedingen wegens door hen te maken kosten en de belooningen der deskundigen, die de Commissie hebben voorgelioht, worden door Ons geregeld. Art. 13. De verdere bepalingen tot uitvoering van de artt. 5 en 6 worden vastgesteld bij algemeenen maatregel van bestuur. Art. 14. Wij behouden Ons voor bij algemeenen maatregel van bestuur, onder de noodige voorzieningen, van invoerrecht en accijns vrij te stellen goederen, welke binnen twee jaren na uit het vrije verkeer (1) te zijn uitgevoerd, in onverwerkten staat weder worden ingevoerd (2—4). 1. Blijkens het medegedeelde in de Mem. v. T. (zie aant. 2 hierna) is onder vrij verkeer ook opslag onder krediet te begrijpen. In de Tariefwet van 1862 volgde dit duidelijk uil het bepaalde in art. 4 dier wet. 2. Het voorschrift beoogt, zonder betaling van invoerrecht toe te laten alle goederen, die uitgevoerd zijn uit het vrije verkeer hier te lande (in tegenstelling met uitvoer uit entrepot, als wanneer voor die goederen geen recht is voldaan) en binnen twee jaar na het tijdstip van uitvoer uit den vreemde terugkeeren, mits zij aldaar inmiddels geenerlei bewerking hebben ondergaan. Van de ontworpen wetsbepaling kan ook gebruik gemaakt worden, waar het geldt vrijdom van invoerrecht te verleenen voor goederen, die van buitenlandsche tentoonstellingen terugkomen, voor belaste voorwerpen, die tijdelijk in het buitenland werden gebezigd, voor uit het vrije verkeer uitgevoerde piano's, die tijdelijk op concerten in het buitenland werden bespeeld, enz. Het verdient nog opmerking, dat blijkens het artikel ook vrijstelling van accijns zal kunnen worden verleend, voor zoover de teruggevoerde goederen bij invoer daaraan onderworpen mochten zijn. Die mtbreiding vindt haar verklaring in het feit, dat het herhaaldelijk is voorgekomen dat accijnsgoederen uit het buitenland werden teruggezonden, voor welke bij den uitvoer geen verrekening van den accijns plaats had, omdat de uitgevoerde hoeveelheid bleef beneden het minimum bij de desbetreffende bepalingen voor het verleenen van afschrijving of teruggaaf vastgesteld ; dit betrof voornamelijk essences en andere als alcohol belaste chemische producten. In zulke gevallen kon tot nog toe bij den wederinvoer alleen vrijstelling van het geringe invoerrecht worden verleend en moest de hooge accijns opnieuw worden ingevorderd. Dat met afschrijving of restitutie uitgevoerde accijnsgoederen, die bij invoer belast zijn, hetzij alleen met invoerrecht, hetzij met accijns en invoerrecht, bij terugvoer uit den vreemde, niet vrij zullen worden toegelaten, alvorens de afgeschreven of teruggegeven som wederom is betaald of verzekerd, is zóó natuurlijk, dat een uitdrukkelijke bepaling daaromtrent in de wet overbodig mag heeten. Mem. v. T. 3. Het ligt uit den aard der zaak in de bedoeling de vrijstelling van invoerrecht alleen te verleenen ten behoeve van dengene, die de goederen heeft geëxporteerd. Mem. v. A. Artt. 14—16 24 4. De vraag of dit artikel van toepassing is op gereedschappen, die ter verrichting van montages in het buitenland zijn gebruikt, alsmede op cliché's, die ter vervaardiging van drukwerk buitenslands zijn gebezigd, wordt bevestigend beantwoord. Mem. v. A. Art. 15. Wij behouden Ons voor bij algemeenen maatregel van bestuur, onder de noodige voorzieningen, van invoerrecht vrij te stellen : a. goederen (1), ingevoerd om hier te lande eene bewerking, verwerking (2) of herstelling te ondergaan en daarna weder te worden uitgevoerd, zoomede teekeningen, ontwerpen en modellen, ingevoerd om daarnaar hier te lande werken of voorwerpen te vervaardigen of samen te stellen en daarna weder te worden uitgevoerd (2); b. accijnsvrije goederen, die enkel ter herstelling naar het buitenland zijn gezonden en weder worden ingevoerd ; c. teekeningen (3), ontwerpen en modellen, welke naar het buitenland zijn gezonden om daarnaar werken of voorwerpen te vervaardigen of samen te stellen en weder worden ingevoerd. 1. Ook accijnsgoederen. Bewerking van accijnsgoederen — herstelling kan hier uit den aard der zaak buiten beschouwing blijven — kwam tot dusver alleen voor ten aanzien van gedistilleerd, en hierin voorziet de wet van 6 April 1877, S. no. 70, V. no. 63 en V. v. V. no. 612 X (a). Voor de toekomst is het echter denkbaar dat bijv. buitenlandsche sigaren, enz. worden ingevoerd om, na hier te lande eenigerlei bewerking te hebben ondergaan, weder te worden uitgevoerd. Het is daarom raadzaam de vrijstelling bedoeld bij lett. a niet tot accijnsvrije goederen te beperken. Uitbreiding ook tot die bedoeld bij lett. b is niet aan te bevelen omdat voor dit geval ten aanzien van accijnsgoederen de identiteit niet of bezwaarlijk is vast te stellen. Mem. v. T. (o) Zie art. 3 dier wet in bijl. D der Gedistilleerdwtt (deel V der Vakstudie). 2. Het woord „verwerking" is, volgens de Toelichting bij Nota van wijzigingen, ingelascht om een ruimere toepassing aan de vrijstelling te kunnen geven dan met het begrip „bewerking" vereenigbaar zou zijn. Daarbij werd gewezen op verzoeken om vrijstelling van invoerrecht op papier, hetwelk hier werd ingevoerd, ten einde, na te zijn omgevormd tot ingenaaide of ingebonden cahiers of tot bloc-notes, weder te worden uitgevoerd. Die verandering in cahiers en bloc-notes is — zoo werd opgemerkt — niet slechts als bewerking, doch meer als een verwerking van het papier te beschouwen, omdat er een ander artikel van wordt vervaardigd. 3. Hoewel bij Bijz. bepaling no. III, sub 4, van post no. 97 der voorgestelde tabel een regeling ten opzichte van in te voeren teekeningen wordt gegeven, verdient het duidelijkheidshalve niettemin aanbeveling bij art. 15, lett. a en c ook teekeningen te noemen. Mem. v. T. Art. 16. Wij behouden Ons voor bij algemeenen maatregel van bestuur bepalingen vast te stellen, volgens welke door Onzen Minister van Financiën aan te wijzen accijnsvrije goederen, die ter bewerking naar het buitenland zijn gezonden, weder kunnen worden ingevoerd tegen 25 Artt. 16—17 betaling van het bedrag, dat van de goederen ingevolge deze wet bij den wederinvoer meer is verschuldigd, dan verschuldigd zou zijn wanneer zij werden ingevoerd in den staat waarin zij werden uitgevoerd. Ten opzichte van goederen van erkenden Nederlandschen oorsprong of van erkend Nederlandsch fabrikaat zal echter worden aangenomen, dat zij in den staat waarin zij werden uitgevoerd, aan hetzelfde invoerrecht (1) waren onderworpen als in dien waarin zij worden ingevoerd (2). 1. D.w.z. '„aan invoerrecht naar . denzelfden maatstaf'. Verg. Weekblad no. 2729, blz. 496. 2. Bij de wet van 27 Mei 1907, S. no. 132, V. no. 75, kwam tot stand een regeling betreffende het z.g. „veredelingsverkeer". Het behoeft geen betoog, dat een voorziening omtrent het veredelingsverkeer, als onderdeel van het samenstel van bepalingen betreffende de heffing van invoerrechten, meer eigenaardig in de Tariefwet thuis behoort (a). Zooals uit de redactie van het artikel 'blijkt, zal het bedrag aan invoerrecht, dat bij den wederinvoer der uitgevoerde goederen zal verschuldigd zijn, niet langer — zooals thans — afhankelijk zijn van de meerwaarde dier goederen. Ter voorkoming van misbruik is het gewenscht daarvoor een anderen maatstaf aan te leggen. Het zou, wanneer het verschuldigd invoerrecht alleen afhankelijk werd gesteld van de meerwaarde der wederingevoerde goederen, bijv. mogelijk zijn om vrij van invoerrecht ingevoerde vellen weder uit te voeren om daarvan in het buitenland bontwerken te doen vervaardigen, in welk geval van deze bontwerken bij den wederinvoer alleen invoerrecht zou verschuldigd zijn over het bedrag der vervaardigingskosten. Deswege wordt bij art. 16 bepaald, dat bij den invoer van goederen, welke zijn uitgevoerd om in het buitenland te worden bewerkt, het daarvan bij den wederinvoer verschuldigd invoerrecht zal worden gesteld op het bedrag, dat van de goederen bij den wederinvoer meer aan invoerrecht is verschuldigd, dan wanneer zij werden ingevoerd in den staat waarin zij werden uitgevoerd. Voor goederen van erkenden Nederlandschen oorsprong of van erkend Nederlandsch fabrikaat dient echter een uitzondering op dezen regel te worden gemaakt (b). Op grond van den laatsten volzin van het voorgestelde artikel zal voor deze, bij wederinvoer na bewerking in het buitenland, het verschuldigd invoerrecht worden berekend over de meerwaarde. Met opzet is het artikel zóó geredigeerd, dat de vrijstelling in het vervolg zoo noodig ook toegepast kan worden op niet naar de waarde belaste artikelen. Voor zooveel noodig zij hier nog opgemerkt, dat evenals tot dusver steeds het geval is geweest, ook in het vervolg, de ter herstelling naar het buitenland gezonden voorwerpen buiten de regeling betreffende het veredelingsverkeer behooren te vallen. (Zie art. 15.) Mem. v. T. (a) Voormelde wet werd dus ingetrokken bij art. 41 hierna. (ii Anders toch zou bij bewerking in het buitenland van inlandsche goederen, die ingeval van invoer vry van recht waren, betaald moeten worden over de volle waarde. Art. 17. Wij behouden Ons voor bij algemeenen maatregel van bestuur bepalingen vast te stellen, volgens welke door Onzen Minister van Financiën aan te wijzen goederen, die in het buitenland worden Artt. 17—19 26 vervaardigd naar door ingezetenen des Rijks vervaardigde teekeningen of modellen, kunnen worden ingevoerd tegen betaling van het bedrag, dat van de goederen zou verschuldigd zijn, wanneer bij het vaststellen van de waarde der goederen, het bedrag, dat gevormd wordt door de kosten van het vervaardigen dier teekeningen en modellen, buiten aanmerking werd gelaten (1). 1. Bij den invoer van voorwerpen van kunst, welke in het buitenland zijn vervaardigd naar modellen of teekeningen, gemaakt door hier te lande gevestigde kunstenaars, kan in verband met de bepalingen der Waardewet 1906, S. no. 216, niet worden volstaan met die voorwerpen aan te geven tegen het bedrag, dat de buitenlander voor het vervaardigen dier voorwerpen vordert, maar is ook invoerrecht verschuldigd van. het bedrag, dat gevormd wordt door de waarde van de hier te lande gemaakte modellen en teekeningen, dus van de kunstwaarde der voorwerpen. Verschillende malen is over deze aangelegenheid geklaagd. Art. 17 heeft de strekking deze klachten voor de toekomst te ondervangen. Mem. v. T. Art. 18. Wij behouden Ons voor bij algemeenen maatregel van bestuur, onder de noodige voorzieningen, vrijstelling van invoerrecht te verleenen voor chemicaliën, verfstoffen en andere zelfstandigheden van dien aard, benoodigd als hulpmiddel bij de werkzaamheden in fabrieken en trafieken, of bij landbouw, tuinbouw en veeteelt (1). 1. Door de vrijstelling ook toepasselijk te verklaren op hulpmiddelen voor land- en tuinbouw en veeteelt zal bijv. de mogehjkheid ontstaan eventueel vrijstelling van invoerrecht te verleenen voor desinfectiemiddelen voor zaden, planten, enz. Mem. v. A. Art. 19. Wij behouden Ons voor bij algemeenen maatregel van bestuur, onder de noodige voorzieningen, van invoerrecht vrij te stellen : a. benoodigdheden voor vlotten, mits gebruikte voorwerpen zijnde (1); b. goederen, bestemd voor persoonlijk gebruik van hier te lande hunne functie uitoefenende diplomatieke en consulaire ambtenaren van vreemde mogendheden, alsmede van de aan de hier te lande gevestigde gezantschappen en consulaten verbonden kanselarijbeambten ; allen mits zij vreemdeling zijn en overigens binnen het Rijk geen bedrijf of beroep uitoefenen en voorts onder voorwaarde van wederkeerigheid (2—3). Onder persoonlijk gebruik is begrepen gebruik door leden van het gezin; c. de door vreemde regeeringen aan hare hier te lande gevestigde consulaten toegezonden kanselarijbenoodigdheden, mits in het land van afzending voor de aldaar gevestigde Nederlandsche consulaten gelijke vrijdom wordt verleend ; d. vervoermiddelen van binnenlandsche herkomst of niet tot duurzaam verblijf hier te lande bestemd (4); e. goederen, welke door reizende personen tot hun persoonlijk gebruik gedurende de reis worden gebezigd (5—6); 27 Art. 19 ƒ. monsters en stalen zonder handelswaarde (7) ; g. monsters en stalen met handelswaarde, ingevoerd door of ten behoeve van voor hun beroep reizende personen en bestemd om weder te worden uitgevoerd. Voor in het buitenland gevestigden wordt de vrijdom beperkt tot ingezetenen van die Staten, welke aan Nederlandsche ingezetenen wederkeerig gelijken vrijdom waarborgen ; h. scheepsprovisiën en scheepsbehoeften aan boord van binnenkomende vaartuigen en vlotten (7); i. verhuisboedels voor zoover die uit gebruikte goederen bestaan (8—9); ƒ. gebruikte goederen — geen handelsinventaris zijnde —- waarvan een ingezetene des Rijks aantoont, dat hij deze uit eene opengevallen nalatenschap heeft geërfd (10—11) ; k. uitzetten en bruids- en bruiloftsgeschenken (12)—met uitzondering van voedings- en genotmiddelen, manufacturen aan het stuk, of andere goederen, die zonder verwerking voor particulieren niet bruikbaar zijn — bestemd voor personen uit den vreemde, die met ingezetenen des Rijks in het huwelijk treden, voor zoover deze personen komen uit Staten, waarin aan Nederlandsche ingezetenen gelijke vrijdom wordt verleend (10); l. vruchten en gewassen, gewonnen op landen gelegen op vreemd grondgebied en in gebruik bij ingezetenen des Rijks, alsmede door die ingezetenen voor de bewerking en het binnenhalen van den oogst van deze landen tijdelijk uit- en daarna weder ingevoerde voorwerpen, mits de invoer geschiede tusschen het opgaan en het ondergaan der zon en voor zoover de bedoelde gronden van uit de op Nederlandsch grondgebied gelegen boerderij of woning worden bewerkt. Gelijke vrijdom kan worden verleend aan ingezetenen van naburige Staten, die landen op 's Rijks grondgebied in gebruik hebben, die zij van uit de op vreemd grondgebied gelegen boerderij of woning bewerken, voor zooveel betreft voorwerpen, die tijdelijk naar Nederland worden overgebracht, mits in die Staten gelijke vrijstelling aan ingezetenen van Nederland wordt verleend; /re. ledige, mits gebruikte zakken, fusten en andere voorwerpen, alsmede gebruikte dekkleeden, een en ander voor het vervoer van goederen opzettelijk vervaardigd en ingericht, mits van deze voorwerpen, voor zoover zij zijn vervaardigd uit glas, porselein, aardewerk, cement of steen, door bescheiden wordt aangetoond, dat zij gediend hebben, om daarmede goederen uit het vrije verkeer uit Nederland uit te voeren (13—14); re. nieuwe zakken en andere tot verpakking dienende nieuwe voorwerpen, bestemd om na vulling hier te lande weder te worden uitgevoerd ; o. natuurhistorische en ethnografische voorwerpen, naturaliën en anatomische praeparaten op spiritus of andere stoffen, beelden, afgietsels en alle dergelijke artikelen, bestemd voor instellingen van onderwijs en voorts alle artikelen bestemd voor openbare musea of verzamelingen om daarin bewaard te blijven (3) (15); Art. 19 28 p. voorwerpen, waarvan wordt aangetoond dat zij deelen van bij invoer onbelaste, hier te lande te bouwen of te herstellen vaartuigen moeten worden ; q. onderdeelen van rollend spoorwegmaterieel en van luchtvaartuigen, door buitenlandsche spoorweg- of luchtvaartondernemingen ingevoerd ter vervanging van hier te lande in internationaal verkeer aanwezig, haar toebehoorend materieel (16) ; r. gebruikte onderdeelen van rollend spoorwegmaterieel en van luchtvaartuigen, alsmede ander gebruikt spoorweg- en luchtvaartmaterieel, door Nederlandsche spoorweg- of luchtvaartondernemingen ingevoerd en afkomstig van aan haar toebehoorend in internationaal verkeer gebezigd materieel of van door haar in het buitenland geexploiteerde aansluitingslijnen (16); s. spoorwegmaterieel en andere goederen benoodigd voor den dienst van op Nederlandsch grondgebied gelegen, door in het buitenland gevestigde spoorwegondernemingen geëxploiteerde aansluitingslijnen, de aanleg en het onderhoud van de lijn en van de daartoe behoorende gebouwen daaronder begrepen. Deze vrijdom wordt alleen verleend, indien de buitenlandsche spoorwegonderneming zelve of eenige vreemde overheid verplicht is in een en ander te voorzien en voor zoover in den betrokken nabuurstaat wederkeerig gelijke vrijdom aan Nederlandsche spoorwegondernemingen is gewaarborgd (16) ; t. doodkisten, waarin lijken, en urnen, waarin asch van verbrande lijken, benevens de daarmede ingevoerde tot versiering van de kisten of urnen dienende voorwerpen (10) (17) ; u. oudheden, waaronder worden verstaan voorwerpen of deelen van voorwerpen, waarvan door of namens den invoerder wordt aangetoond, dat zij ouder zijn dan zeventig jaren. Deze vrijdom kan alleen verleend worden, voor zoover de voorwerpen ten invoer worden aangegeven op daarvoor door Ons aan te wijzen kantoren (10). De goederen, bedoeld onder b, f, h en o kunnen mede worden vrijgesteld van accijns ; de goederen bedoeld onder b, ƒ, k, o, t en u mede van de belasting op gouden en zilveren werken (18—20). 1. In de Mem. v. T. werd opgemerkt dat er geen reden is deze vrijstelling te beperken tot goederen, die na invoer weder naar het buitenland worden teruggevoerd. 2. De vrijstelling ten behoeve van de leden en den griffier van het Permanente Hof van Internationale Justitie behoeft in dit artikel niet te worden opgenomen, omdat dat punt reeds geregeld is bij een Verdrag. (Verg. art. 19 van het Statuut van het Permanente Hof van Internationale Justitie, S. no. 1921, no. 26 (a). Mem v. T. (a) Dit art. 19 luidt: „Les membres de la Cour jouissent dans Pexercice de leurs fonclions des privileges et immunités diplomatiques." 3. De hier bedoelde goederen, kunnen mede worden vrijgesteld van accijns en van de belasting op de gouden en zilveren werken. Zie het laatste lid van dit artikel. Art. 19 4. De redactie is zoo gekozen, dat daaronder, behalve de gewone reisrijtuigen, pleziervaartuigen en vliegtuigen, ook de in internationaalgrensverkeer gebezigde spoorwagens en spoorwegrijtuigen, zoomede de in zoodanig verkeer gebruikte vrachtautomobielen en de tot tijdelijk gebruik hier te lande gehuurde koel- en dergelijke spoorwagens vallen. Als van binnenlandsche herkomst zullen ten deze zijn aan te merken zoowel de hier te lande vervaardigde vervoermiddelen, als die welke door betaling van invoerrecht zijn genationaliseerd. Voor zoover duurzaam verblijf betreft, ligt het in het voornemen hiervoor ten aanzien van spoorwagens als criterium aan te nemen of zij al dan niet in een wagenpark van een der Nederlandsche spoorwegondernemingen zullen worden ingeschreven. Toelichting bij Nota van Wijzigingen. 5. Volgens de Tariefwet van 1862 werd geen invoerrecht geheven van goederen, die reizende personen tot hun lijfsgebruik met zich voerden. Het moderne verkeer leidde er van zelf toe hier een ruime opvatting te huldigen en den vrijdom uit te strekken tot artikelen, die reizigers ten dienste van hun bedrijf of beroep, tot hun gerief of voor hun genoegen gedurende de reis met zich voeren; men denke aan gereedschappen van schilders, muziekinstrumenten, photographietoestellen, eet- en drinkgerei en dergelijke. In verband met evengemelde usance — welker bestendiging gewenscht is — is in de tegenwoordige bepaling het woord „lijfsgebruik" vervangen door de uitdrukking „persoonlijk gebruik". Voorts is het wenscheüjk voorgekomen niet meer te spreken van „met zich voeren", doch de toepassing van het voorschrift algemeener te maken, door de vrijstelling te verbinden aan de artikelen, die tot persoonlijk gebruik worden gebezigd. Op deze wijze wordt zij tevens toepasselijk op vooruftgezonden en nagezonden bagage, die, strikt genomen, niet kan worden gezegd door den reiziger te worden meegevoerd ; zooals bekend, is de bestaande praktijk met deze ruime interpretatie in overeenstemming. Voor zooveel noodig wordt opgemerkt, dat de vrijstelling ook van toepassing zal zijn op nieuw ondergoed of nieuwe kleederen, mits voldoende vaststaat dat deze gedurende de reis worden gebezigd. Mem v. T. 6. Gouden en zilveren werken, welke reizende personen met zich voeren tot hun persoonlijk gebruik, in onderscheiding van voorwerpen van handel, zjjn bij art. 66 der wet van 18 Sept. 1852, S. no. 178 V. no. 159, vrijgesteld van keuring, belasting en stempeling. 7. Deze goederen kunnen mede worden vrijgesteld van accijns. Zie het laatste lid van dit artikel. 8. Aan het begrip „verhuisboedel" zal een ruime beteekenis zijn te hechten, in dien zin, dat het niet met het engere begrip „inboedel" of „huisraad" vereenzelvigd wordt. In voorkomende gevallen zal vrijstelling zijn tc verleenen voor alle gebruikte voorwerpen, die tengevolge van verhuizing naar hier worden overgebracht. Mem. v. T. 9. Krachtens art. 66 der in aant. 6 hiervoor genoemde wet zijn gebruikte gouden en zilveren werken tot den inboedel behoorende van Nederlanders, die van buitenslands binnen dit Rijk terugkeeren of van vreemdelingen, die zich alhier komen vestigen, vrij van keuring, belasting en stempeling. 29 Art. 19 30 Zij moeten echter, met inachtneming der gewone formaliteiten en voorzorgsmaatregelen onderworpen worden aan het onderzoek der ambtenaren van den waarborg. 10. Deze goederen zijn mede vrijgesteld van de belasting op gouden en zilveren werken. Zie het laatste lid van dit artikel.' ' 11. Er is geen aanleiding gevonden de vrijstelling uit te strekken tot inventarissen van winkels, café's, enz.; vandaar de onder lett. ƒ vermelde uitzondering van handelsinventarissen. Mem. v. T. 12. Hieronder behooren in het algemeen niet alleen begrepen te worden de kleeding en het linnengoed, maar ook bedden, meubelen en dergelijken. Mem. v. T. 13. Beperking der vrijstelling als in het artikel aangegeven voor zoover de voorwerpen zijn vervaardigd uit glas, porselein, aardewerk, enz. wordt noodzakelijk geacht; immers in gebruikte flesschen en kruiken wordt regelmatig handel gedreven. De vrijstelling voor deze artikelen wordt deswege beperkt tot de ledige emballage, welke aan afzenders wordt teruggezonden. Mem. v. T. 14. Een speciale vergunning voor het genieten van dezen vrijdom is niet noodig. Bij de visitatie wordt alleen gelet op het kennelijk gebruikt zijn der emballage, waarbij slechts bij hooge uitzondering moeilijkheden kunnen ontstaan, wanneer men met zoo goed als nieuwe emballage te doen heeft. Door vertooning van de op de zending betrekking hebbende correspondentie, zullen belanghebbenden in dat geval bezwaren kunnen voorkomen. Mem. c. A. 15. De hiergenoemde voorwerpen, voor zoover bestemd voor Rijksmusea of algemeene Rijksverzamelingen, zijn steeds beschouwd als niet tot verbruik te zijn ingevoerd en mitsdien van invoerrecht vrijgesteld (o). Door de voorgestelde bepaling zal de bestaande toestand bij de wet worden gesanctionneerd; het is wenschehjk voorgekomen onder de vrijstelling tevens te begrijpen voorwerpen, bestemd voor andere openbare musea en openbare verzamelingen en voor instellingen van onderwijs. Mem. v. T. (o) Art. 1 der Tariefwet van 1862 bepaalde nl. dat onder den naam van invoerrecht een belasting zou worden geheven van goederen, welke het Rijk ten verbruik worden ingevoerd. 16. Lett. q, r en s. Tot dusver ontbreekt in onze wetgeving ten aanzien van spoorwegmaterieel een speciale regeling. Wel worden eenerzijds verschillende met name aangeduide, tot bedoeld materieel behoorende artikelen onvoorwaardelijk vrij ten invoer toegelaten, anderzijds sommige daarvoor in aanmerking komende voorwerpen in bijzondere gevallen van invoerrecht vrijgesteld, doch een bindende wettelijke regeling, die zich zoo nauw mogelijk aansluit aan de behoeften van den tegenwoordigen tijd, kwam tot heden nog niet tot stand. Daar de hiervoor in aanmerking komende artikelen meerendeels niet aan invoerrecht onderworpen zullen zijn, zullen de voorgestelde bepalingen slechts zelden toepassing erlangen. Geheel onmisbaar zijn zij echter niet waar de bedoelde vrijstellingen zich ook zullen uitstrekken tot verwarmingstoestellen, lantaarns en enkele andere voorwerpen, welke belast zullen zijn. Art. 19 In aansluiting aan de tot dusver te dien aanzien gevolgde praktijk zijn sub } en r bepalingen voorgesteld, betreffende 1°. nieuwe onderdeelen van rollend materieel (z.g. wisselstukken , die door buitenlandsche ondernemingen ter vervanging van hier te lande aanwezig, aan haar toebehoorend materieel worden ingevoerd; 2°. gebruikte soortgelijke voorwerpen, door Nederlandsche ondernemingen ingevoerd en afkomstig van haar toebehoorend, in het buitenland vertoevend materieel (a). De sub r voorgedragen bepaling onderscheidt zich echter in zoover van de tegenwoordige, dat zij, behalve op onderdeelen van rollend materieel, ook toepasselijk zal zijn op alle ander gebruikt spoorwegmaterieel, hetweld onder de genoemde omstandigheden het Rijk binnenkomt. In navolging van de Duitsche wetgeving, is sub s een vrijstelling van algemeene strekking voorgedragen, ten einde, onder beding van wederkeerigheid, op ruime schaal tegemoet te komen aan de behoeften van buitenlandsche spoorwegondernemingen, voor zooveel betreft de exploitatie van op Nederlandsch gebied gelegen aansluitingslijnen. Het is wenschelijk onze tariefwetgeving met deze bepaling aan te vullen, voornamelijk, omdat een overeenkomstige gunstige behandeling van Nederlandsche spoorwegondernemingen van het bestaan van bedoeld voorschrift afhankelijk kan zijn. Mem. v. T. la) De lette s gen r van art. 19, hadden in het Ontwerp der wet aanvankelijk alleen betrekking op z.g. wisselstukken, die door Nederlandsche of buitenlandsche spoorwegondernemingen worden ingevoerd. Volgens de Toeüchting i ij een Nota van Wijzigingen, is echter nader gebleken, dat de luchtvaartondernemingen behoefte hebben aan een soortgelijke vrijstelling, waarom deze bepalingen nader werden aangevuld en gewijzigd. 17. Uit een oogpunt van piëteit wordt voorgesteld, in de vrijstelling tevens te begrijpen de tegelijk met de doodkisten of urnen ingevoerde, tot versiering van deze dienende voorwerpen. Mem. v. T. 18. Met uitbreiding van de in art. 66 der wet van 18 Sept. 1852, S.no. 178, (V. 1901, no. 159) verleende vrijstelling, dient ook in de gevallen, bedoeld onder lett. b, f. k, o, t en u, vrijdom van waarborgbelasting verleend te kunnen worden. Mem. v. T. 19. Behalve in de artt. 14—21 komen nog in deze wet bepalingen voor nopens vrijdom van invoerrecht voor: beelden, medaillons en andere tot post no. 11 behoorende artikelen welke door of ten behoeve van publiekrechtelijke lichamen worden ingevoerd ter versiering van pleinen, straten of openbare gebouwen, of welke worden ingevoerd om aan publiekrechtelijke lichamen voor voormeld doel te worden overgedragen. (Bijz. bepaling 2 op tariefpost no. 11); chloornatrium houdende producten en zelfstandigheden, waaruit chloornatrium niet met voordeel is af te scheiden, mits deze niet bahooren tot onderdeel F, I [ van post no. 150 (Bü. bepaling 3 letter b, op tariefpost no. 150); " explosie- en ontstekingsmiddelen ten behoeve van het mijnbedrijf (Bijz. bepaling 3 op tariefpost no. 142); 31 Art. 19 32 katoen ongebleekt ten gebruike in katoendrukkerijen en ververijen, alsmede voor ongebleekte en ongeverfde lakens, bestemd om te worden gebruikt voor dekens in katoendrukkerijen (Bijz. bepaling II op tariefpost no. 85); liksteenen, bestemd voor den landbouw (Bijz. bepaling 3 op tariefpost no. 150); sigarettenpapier, bestemd voor de vervaardiging van sigaretten, enz., (Bijz. bepaling II op tariefpost no. 97); tabak en tabaksstelen, bestemd voor landbemesting, enz. (Bijz. bepaling 3 op tariefpost no. 120); thee, vruchten, groenten, enz., gebezigd voor de vervaardiging van producten, welke aan lager invoerrecht onderworpen zijn (Bijz. bepaling 4 op tariefpost no. 126 en Bijz. bepaling 8 op tariefpost no. 139); uurwerken, onderdeelen en toebehooren daarvan, die gebezigd worden voor het vervaardigen van artikelen, welke bij invoer niet of aan een lager invoerrecht zijn onderworpen dan van uurwerken is verschuldigd (Bijz. bepaling op tariefpost no. 130) en versieringsvoorwerpen, welke door of ten behoeve van publiekrechtelijke lichamen worden ingevoerd ter versiering van pleinen, straten of openbare gebouwen, of welke worden ingevoerd om aan publiekrechtelijke lichamen voor voormeld doel te worden overgedragen (Bijz. bepaling 5 op tariefpost no. 133). Voorts komen in Bijz. bepaling 6 op tariefpost no. 41 in Bijz. bepaling III, sub 10 op post no. 85, in Bijz. bepaling III, sub 14 en 15, op post no. 97 en in Bijz. bepaling la op post no. 139, bepalingen voor nopens het vrij van invoerrecht toelaten van de daarin genoemde goederen, wanneer bij de visitatie wordt aangetoond dat de artikelen bestemd zijn om te worden gebezigd in de industrie. 20. Hier volgen nog de vrijstellingen, welke in andere wettelijke bepalingen worden aangetroffen : .... Voor zoover blijkt dat strandgoederen geladen geweest zijn in schepen, uit de havens van het Rijk vertrokken en op derzelver uitreis verongelukt, zal vrijdom van inkomende rechten worden genoten. Art. óö der Alg. wet van 26 Aug. 1822, S. no. 38. Wrakken, masten, zeilen, ankers, touwen en andere gereedschappen van op de kusten gebleven schepen geborgen, alsmede de ankers en touwen voor de kust in zee opgevischt, mitsgaders de tuigage en gereedschappen van Nederlandsche schepen, op vreemde kusten gestrand en binnen zes maanden na het ongeluk naar dit Rijk afgezonden zyn vrij van alle rechten, mits van een en ander voldoende blijkt. AH. öt>, alsvoren. Er wordt vrijdom verleend van het invoerrecht voor buitenlandsch gedistilleerd, dat na bewerking hier te lande in een distilleerderij of branderij onder doorloopend krediet voor den accijns weder naar het buitenland wordt uitgevoerd Art. 3 der wet van 6 Aprü 1877, ö. no. 70 V. no. 63 en V. v. V. no. 612 X. B 33 Artt. 19—20 Bij algemeenen maatregel van bestuur kan vrijdom van invoerrecht verleend worden voor houtgeest en alle daaruit bereide of daarmede vermengde vloeistoffen, alsmede voor alle vaste stoffen, die houtgeest bevatten: a. bestemd om te dienen als mengmiddel voor andere goederen, waarvoor vrijdom van accijns of invoerrecht wordt ifenoten; b. benoodigd als hulpmiddel bij de werkzaamheden in fabrieken of trafieken; c. benoodigd in fabrieken of trafieken, waarin de houtgeest zoodanige bewerking ondergaat, dat hij uit het daarbij verkregen product niet weder is af te scheiden. Art. 4 der wet van 30 December 1910, S. no. 377, V. 1911, no. 19. Bij algemeenen maatregel van bestuur kan vrijdom worden toegestaan voor s/«e gedeelte van het invoerrecht voor geraffineerd zout, benoodigd voor doeleinden, als waarvoor krachtens art. 74 der Zoutwet vrijdom van accijns kan worden verleend. Art. 74bis der Zoutwet, welk artikel is ingevoegd b&'Hrt. 3 der wet van 10 Dec. 1916, S. no. 493, V. v. V. no. 604. Goederen, waarvan ten genoegen van den Minister van Financiën blijkt, dat zij worden ingevoerd als geschenk téü' behoeve van den bouw of de' inrichting van het te 's-Gravenhage gesticht wordende gebouw voor het Hof van Arbitrage, worden bij don invoer vrijgesteld van belasting. Eenig artikel der wet van 7 Januari 1911, S. no. 4, V. no. 28. Blijkens art. 16, tweede lid, van het reglement behoorende bij het Verdrag nopens de wetten en gebruiken van den oorlog te land, goedgekeurd bij de wet van 1 Juli 1909, S. no. 231 en waarvan de tekst is bekend gemaakt bij Kon. besluit van 22 Febr. 1910, S. no. 73, moeten giften en ondersteuningen in natura, bestemd voor krijgsgevangenen, vrij van alle invoerrechten en andere rechten in Nederland worden toegelaten. Deze bepaling geldt echter slechts tusschen de mogendheden, die het Verdrag hebben gesloten of daartoe nader zijn toegetreden en slechts indien de oorlogvoerenden allen partijen zijn bij het Verdrag. Bedoeld Verdrag is tot dusver, behalve door Nederland, bekrachtigd door Duitschland, de Vereenigde Staten van Amerika, Oostenrijk-Hongarije, Denemarken, Groot-Brittannië, Mexico, Rusland, Zweden, Bolivia, Salvador, Haïti, België, Cuba, Frankrijk, Guatemala, Japan, Luxemburg, Noorwegen, Panama, Portugal, Rumenië, Siam en Zwitserland. Res. 26 Mei 1913, no. 63, V. v. V. no. 217. Zie, nopens de vrijstelling van alle rechten ten aanzien van hospitaalschepen, art. 1 der Conventie, betreffende hospitaalsehepen, goedgekeurd bij de wet van 30 Dec. 1905, S.no. 383, en opgenomen in S. 1907, no. 94 en in V. 1908, no. 78. Art. 20. Onze Minister van Financiën kan in bijzondere gevallen, onder de noodige voorzieningen, vrij van belasting toeteten goederen, die slechts korten *ijd hier te lande zullen verblijven (1—2). 1. Het komt herhaaldelijk voor, dat vrijstelling van invoerrecht gevraagd wordt voor goederen, die slechts korten tijd hier te lande verblijven, zooals artikelen, bestemd voor tentoonstellingen, muziekTariej van Invoerrechten. I o Artt. 20—22 34 instrumenten, die op enkele concerten hier te lande worden bespeeld, benoodigdheden (requisieten) voor tooneel- of andere voorstellingen, enz. De billijkheid eischt de mogehjkheid te openen om in het algemeen goederen, die slechts korten tijd hier te lande zullen verblijven, vrij ten invoer toe te laten. Met het oog op de wenschelijkheid om in voorkomende gevallen ook vrijstelling van de betaling van accijns te kunnen verleenen, al dan niet samengaande met vrijdom van invoerrecht, wordt in de bepaling in het algemeen gesproken van „belasting". Mem. v. T. 2. Art. 20 zal kunnen worden toegepast op films, welke weder moeten worden uitgevoerd, omdat zij niet voor vertooning worden toegelaten. Mem. v. A. Art. 21. Onze Minister van Financiën (1) is bevoegd, onder de noodige voorzieningen, vrij van belasting (2) toe te laten: a. resten en afval van goederen, welke in den staat, waarin zij bij den invoer verkeeren, niet meer met de goederen waarvan zij afkomstig zijn, zijn gelijk te stellen (3); b. goederen, welke wegens beschadiging, bederf of slijtage niet meer geschikt zijn te achten en ook niet meer geschikt zijn te maken om te worden gebruikt voor het doel, waartoe zij in gaven of niet beschadigden of niet bedorven toestand worden aangewend (4). ij Afval, resten en beschadigde of bedorven goederen moeten vrij van rechten kunnen worden toegelaten. Het verdient echter aanbeveling de vrijstelling1 óver te laten aan den Minister van Financiën. Het zonder voorbehoud vrijstellen dezer artikelen zou aanleiding kunnen geven tot misbruik. Mem. v. T. 2. In voorkomende gevallen zal ook vrijstelling voor den accijns kunnen worden verleend. Toelichting bij Nota van Wijzigingen. 3. In Weekblad no. 2730, blz. 508, wordt er op gewezen dat bij sommige tariefposten afvalproducten speciaal worden vrijgesteld van recht, zoodat art. 21 daarvoor niet noodig is. Zie post 45, Bijz._ bepaling 3e (glasscherven en glasgruis), post 85, Bijz. bepaling 111 lb (lompen) en post 97, Bijz. bepaling III 16 (papierlompen). Over aan belasting onderworpen afvalproducten zie men post 1M, Bijz. bepaling 1 (afval van tabak en sigaren),tiost 137 (vleeschafval) en post 139, Bijz. bepaling 2 (afval van vruchten, enz.). 4." Moderatie van recht kan verleend worden voor op de reis bedorven of beschadigde goederen, krachtens art. 126 der Alg. wet. Art. 22. Onze Minister van Financiën kan : a. teruggaaf verleenen van belasting (1), die bij invoer door dwaling of onwillekeurig verzuim te veel of ten onrechte is betaald ; b. teruggaaf verleenen van belasting (1) betaald voor ingevoerde goederen, die niet aan den geadresseerde konden worden afgeleverd eri weder zijn uitgevoerd (2). 34 35 Artt. 22—23 1. Ten einde de teruggave ook te kunnen uitstrekken tot den betaalden accijns, wordt ook hier, evenals in artikel 20 gesproken van „belasting". Mem. v. T. 2. Bij de expeditie van goederen komt het meermalen voor, dat de een of andere zending, waarvoor de verschuldigde belasting werd voldaan, niet aan den geadresseerde kan worden afgeleverd, hetzij uit hoofde van weigering, hetzij om eenigerlei andere reden, als: tijdelijke afwezigheid, vertrek, onjuiste adresseering, enz. In de meeste gevallen worden de goederen alsdan naar het buitenland teruggezonden en worden door den belanghebbende, die voor de vrijmaking zorg droeg, pogingen in het werk gesteld tot terugbekoming van (lebetaaide belasting. Op dergelijke verzoeken wordt gemeenlijk gunstig beschikt, indien omtrent den wederuitvoer geen twijfel bestaat en uit de omstandigheden met voldoende zekerheid valt af te leiden, dat de goederen, niet in het eigenlijke vrije verkeer zijn geweest, d.w.z. dat derden daarover niet de vrije beschikking hebben gehad. Mem v. T. Art. 23. Tenzij in het tarief anders is bepaald en met afwijking in zoover van de bijzondere accijnswetten, worden bij invoer voor de berekening van het invoerrecht en den accijns, deelen van een gulden, een kilogram of een liter voor een geheelen gulden, een geheel kilogram of een geheelen liter genomen. Deze regel lijdt uitzondering voor naar het gewicht of de maat belaste goederen : o. indien de hoeveelheid, waarover de belasting moet worden berekend, minder dan één kilogram of één liter bedraagt; b. indien de belasting per kilogram of per liter verschuldigd, 25 cent of meer bedraagt. In deze gevallen worden voor de toepassing van de bepaling van het eerste lid onderdeelen van een hectogram of van een deciliter voor een geheel hectogram of een geheelen deciliter genomen. Het verschuldigde invoerrecht en de accijns worden in volle centen in rekening gebracht met verwaarloozing van breuken van een cent, indien zij 50/100 of minder bedragen (1). 1. De bepaling, om bij de toepassing van het tarief zooveel mogelijk steeds met volle kilogrammen, liters, enz. te werken, geeft veel vereenvoudiging. Zij is echter, indien de afronding naar boven plaats heeft, eenigszins onbillijk met betrekking tot naar het gewicht of de maat belaste goederen, welke slechts in hoeveelheden van enkele honderden grammen worden ingevoerd en ook ten aanzien van aldus belaste goederen, die in groote hoeveelheden tegelijk worden ingevoerd, wanneer het recht een zeker bedrag, in het ontwerp aangenomen op f25,— per 100 kilogram of per hectoliter, te boven gaat. Om die reden wordt voorgesteld in de hiervoorgenoemde gevallen als eenheid voor de berekening van het recht in plaats van het kilogram of den liter, het hectogram of den deciliter aan te nemen. De voorgestelde regeling zal ook van toepassing zijn bij den invoer van accijnsgoederen. Hierdoor wordt een einde gemaakt aan den minder gewenschten toestand, dat de afronding van hoeveelheden voor goederen onderworpen aan invoerrecht en voor goederen onderworpen Artt. 23—24 36 aan accijns, op verschillende wijze geschiedt. Voor goederen zoowel onderworpen aan accijns als aan invoerrecht, zal dat een vereenvoudiging bij de becijfering geven. Door het voorschrift om bij het in rekening brengen van invoerrecht breuken van centen 50/100 of minder bedragende te verwaarloozen, zal eenheid worden verkregen met de ter zake in directe belastingen en accijnzen bestaande administratieve bepalingen. Opgemerkt moge worden, dat een bepaling, als voorkomt in art. 9 der wet van 1862, volgens welke het invoerrecht voor elke aangifte ten minste vijf cent bedraagt, in het ontwerp niet is overgenomen. Mem. v. T. Art. 24. Onverminderd de overige bepalingen dezer wet en voor zoover omtrent aldus samengestelde goederen geen belasting of regeling in het tarief is aangegeven, zullen, zoolang er geen vermoeden bestaat tot opzettelijke samenvoeging ter verkorting van 's Rjjks rechten, gereedschappen, hulpmiddelen en dergelijke artikelen, welke bij het gebruiken, reinigen, herstellen of behandelen der goederen worden aangewend, wanneer zij met de goederen waartoe zij behooren gelijktijdig worden ingevoerd, zoomede artikelen, welke aan de goederen vast zijn of vast zullen worden bevestigd, of welke op het oogenblik van invoer in vakken of laden of andere ruimte van de goederen aanwezig zijn, niet als afzonderlijk ingevoerde artikelen worden aangemerkt, maar geacht worden tot de goederen te behooren en daarmede één geheel uit te maken, wanneer aannemelijk, is te achten of uit bescheiden M$kt, dat zij met de goederen voor één prijs zijn gekocht of bij het koopen der goederen zijn toegegeven (1). Van artikelen, waarop het eerste lid van toepassing is, zal met machtneming van het hierna bepaalde, behoudens het waarderecht eventueel verschuldigd van het geheel, waartoe de artikelen behooren, geen afzonderlijke belasting verschuldigd zijn. j Het eerste lid is niet van toepassing: o. tenzij bg den invoer vast aan de goederen bevestigd, of blijkbaar bestemd om daaraan vast te worden bevestigd, op naar de waarde belaste artikelen, welke zijn toegevoegd aan of deel uitmaken van «él naar de waarde belaste goederen, wanneer de waarde dier artikelen rn tb«aal meer bedraagt dan 100 gulden of meer dan 3 pct. van de waarde van het geheel waartoe zij behooren; b. op de speelkaarten, bedoeld bij post no. 44, sub I, op het sigarettenpapier en de sigarettenhulzen, vermeld bij post no. 97, sub I, op artikelen onderworpen aan een specifiek recht van meer dan een gulden de hectoliter Of de 100 kilogram of aan accijns, en, tenzij het geheel is onderworpen aan eenzélfde of aan een hooger waarderecht dan het toegevoegde artikel, op artikelen onderworpen aan een waarderecht van meer dan 8 pct. Van de bij letter a en b bedoelde artikelen is afzonderlijk belasting verschuldigd. Ten opzichte van de met een specifiek recht of accijns belaste artikelen zuJJen daarbij ook niet verpakte artikelen als „verpakt worden aangemerkt, voor zoover de in of bij een voorwerp aanwezige hoeveelheid van dezelfde soort (onder soort ten deze te verstaan aan eenzelfde belasting onderworpen artikelen, welke bij afzonderlijken 37 Artt. 24—25 invoer behooren tot eenzelfden post), 1200 gram of minder bedraagt. Wanneer voor de afzonderlijk te belasten artikelen een invoerrecht naar de waarde verschuldigd is, zal de waarde, welke moet worden aangegeven voor de berekening van de belasting eventueel verschuldigd van het geheel, met de waarde der afzonderlijk te belasten artikelen kunnen worden verminderd. Artikelen, waarvan op grond van het voorgaande afzonderlijk belasting verschuldigd is, en artikelen, welke aan goederen zijn toegevoegd of daarvan deel uitmaken, waarop het eerste lid en art. 2, derde lid, niet van toepassing zijn, zullen als afzonderlijk ingevoerde artikelen worden aangemerkt en als zoodanig afzonderlijk moeten worden aangegeven (2). F Het komt bij den invoer van onbelaste voorwerpen dikwijls voor, dat zich daarbij enkele aan belasting onderworpen artikelen bevinden, welke bij het gebruiken dier voorwerpen worden aangewend. Zoo komt het bijv. voor, dat zich bij onbelaste werktuigen en toestellen een emmer, een manometer, een dommekracht of een borstel bevindt; onbelaste olietransformatoren zijn bij den invoer gevuld met aan belasting onderworpen olie ; enz. Het verdient aanbeveling een regeling in het leven te roepen, welke in voorkomende gevallen als leiddraad kan dienen. Mem. v. T. 2. Niet afzonderlijk aangeven wordt gestraft volgens art. 37. Art. 25. Met inachtneming van het bepaalde in het derde lid hierna, is van aan belasting onderworpen verpakkingsartikelen van gewone samenstelling, wanneer zij op het oogenblik van invoer als verpakkingsmiddel dienst doen, geen afzonderlijke belasting verschuldigd, tenzij in verband met de soort, de geringe handelswaarde of de geringe hoeveelheid der daarin geborgen goederen, aannemelijk is te achten^ dat zij slechts met goederen zijn gevuld of voor den invoer van goederen wörden gebezigd, om het op die verpakkingsartikelen gestelde recht te ontgaan (1). Onder verpakkingsartikelen van gewone samenstelling zijn ten deze te verstaan verpakkingsartikelen, welke gewoonlijk voor het verzenden, afleveren of verkoopen van de daarin geborgen goederen worden aangewend. Van aan belasting onderworpen verpakkingsartikelen van andere dan gewone samenstelling, zoomede van aan belasting onderworpen verpakkingsartikelen van gewone samenstelling, welke geheel of gedeeltelijk bestaan uit edele metalen, of welke blijkens hunne overeenkomst met artikelen voor huishoudelijk, keuken-, persoonlijk of dergelijk gebruik, kennelijk als verpakkingsmiddel zijn gebezigd om den kooper tot het koopen van de daarin geborgen goederen te bewegen, ten einde zich op die wijze tevens een blijvend gebruiks-, bergings-, bewarings- of verpakkingsvoorwerp te verschaffen, is afzonderlijk belasting verschuldigd. Verpakkingsartikelen, waarvan op grond van het hierboven bepaalde, afzonderlijk belasting verschuldigd is, zullen als afzonderlijk ingevoerde artikelen worden aangemerkt en als zoodanig afzonderlijk moeten worden aangegeven ^2Lja welk geval de waarde dezer artikelen niet in de waarde der daarin geborgen artikelen zal behoeven te worden begrepen en zal daarop post no. 95 van het tarief niet mogen worden toegepast. Artt. 25—26 38 Indien de in het derde lid bedoelde verpakkingsartikelen uitsluitend zijn gebezigd tot het verpakken van goederen, waarvoor een invoerrecht naar de waarde is verschuldigd, zal het bepaalde in het derde lid buiten toepassing blijven. 1. Daar art. 120 der Alg. wet van 26 Aug. 1822, S. no. 38, ten opzichte van naar de waarde belaste goederen bepaalt, dat de waarde der emballage in de waarde der goederen moet worden begrepen, doet de vraag, of van aan belasting onderworpen gevulde emballage al dan met belasting verschuldigd is, zich alleen voor bij den invoer van niet belaste of met een specifiek recht belaste goederen. De. belastingadministratie heeft zich daarbij tot nu toe op het standpunt geplaatst, dat, zoolang het voor verpakking gebezigde voorwerp is aan te merken als een verpakkingsmiddel, dat gewoonlijk voor het verpakken van de goederen wordt gebruikt, daarvan geen belasting behoort te worden gevorderd. Er wordt dan ook onder de Tariefwet van lbbi van gevulde emballage in 't algemeen alleen dan belasting gevorderd, wanneer de gebezigde verpakking als een luxe-verpakking is aan te merken of wanneer gewone huishoud- en keukenartikelen als verpakkingsmiddel zijn aangewend. Zoo wordt o.a. belasting gevorderd van met chocolaterie gevulde kopjes, van met zout gevulde zoutstrooiers, van met mosterd gevulde melkkannetjes en drinkglazen, enz. Deze tot heden gevolgde toepassing dient te worden bestendigd. Mem. v. T. 2. Niet afzonderlijk aangeven wordt gestraft volgens art. 37. Art 26. Tenzij in het tarief anders is bepaald, geschiedt de berekening van de belasting van naar het gewicht belaste goederen naar het netto gewicht, waaronder is te verstaan het gewicht der goederen, ontdaan van elke verpakking (1). Wij behouden Ons voor bij algemeenen maatregel van bestuur -te bepalen, dat de berekening der belasting voor met name aan te wijzen artikelen kan (2) geschieden naar het bruto gewicht, na aftrek van daarbij vast te stellen tarra (3). 1. Vastgestelde tarrapercentages kunnen, ook al wordt daarbij rekening gehouden met de soort der goederen en de soort der emballage, uit den aard der zaak nooit geheel voldoen. Zij zijn óf te laag, en dan onbruikbaar voor den handel, óf wel te hoog en dan in het nadeel van de schatkist. Het is dan ook overbodig in nadere beschouwingen te treden om de bezwaren aan te toonen, welke aan het tarra-stelsel zijn verbonden ten opzichte van die goederen, welke bij den invoer op zoodanig uiteenloopende wijze zijn verpakt, dat het niet mogelijk is daarvoor een tarrapercentage vast te stellen, dat met het werkelijk tarra dier goederen eenigszins correspondeert. , Netto opnemingen kosten echter zoowel aan den handel als aan de ambtenaren veel tijd. zijn bovendien doorgaans geheel overbodig om den aangever met het netto gewicht der ingevoerde goederen bekend te maken, want dat netto gewicht is hem uit de bescheiden welke op de goederen betrekking hebben, doorgaans nauwkeurig bekend. Op grond van oen en ander wordt bij art. 26 voorgesteld de berekening van het invoerrecht van 4e naar het gewicht belaste goederen te doen 38 39 Artt. 26—27 geschieden naar het netto gewicht der goederen en wordt een tarraregeling en een voorstel om de netto hoeveelheid der ingevoerde goederen desgewenscht door de ambtenaren te doen vaststellen in het ontwerp niet aangetroffen. De invoerder zal dus het netto gewicht van de naar het gewicht belaste goederen in de aangifte ten invoer moeten vermelden. Zooals reeds opgemerkt, is dat netto gewicht hem doorgaans nauwkeurig bekend en bestaat er derhalve geen bezwaar hem die verplichting op te leggen. Er zullen zich echter gevallen voordoen, waarin de aangever niet in staat is het netto gewicht der goederen aan te geven. Deswege wordt een wijziging voorgesteld van art. 122 der Alg. wet van 26 Aug. 1822, S. no. 38 (zie art. 33, sub 4 hierna), waardoor hij de bevoegdheid krijgt om in dergelijke gevallen de voor de aangifte benoodigde, doch hem ontbrekende gegevens onder ambtelijk toezicht op te nemen. Mem. v. T. 2. In het Ontwerp der wet stond aanvankelijk in het tweede lid van art. 26 dat de berekening der belasting zal geschieden naar het brutogewicht. Bij Nota van Wijzigingen werd het woord zal veranderd in kan, waardoor volgens de daarbij gegeven toelichting beter tot uiting komt dat gebruikmaking van de bij algemeenen maatregel van bestuur te geven gelegenheid voor een aangewezen goederensoort het invoerrecht te doen berekenen naar het bruto gewicht der goederen, met toepassing van een tarra, niet verplichtend zal zijn. 3. Blijkens de Mem. v. A. zijn er toch sommige goederensoorten, zooals bijv. thee en honig, waarvoor de opgave van het netto gewicht bezwaar kan ontmoeten. Zie hierbij Bijz. bepaling no. 3 op post no. 126. Art. 27. Onder suiker is voor de toepassing van deze wet te verstaan, zoowel hetgeen volgens de Suikerwet 1924 (Staatsblad no. 425) aan accijns is onderworpen, als accijnsvrije zoetstoffen welke Fehlings proefvocht reduceeren (1). Het gehalte van suiker en suikerhoudende goederen wordt voor de toepassing van deze wet bepaald overeenkomstig de voorschriften bij algemeenen maatregel van bestuur te bepalen (2). 1. Het proefvocht van Fehting (een scheikundige, geboren in 1812 in Lübeck) bestaat uit een mengsel van een oplossing van 34,64 gram zuiver kopervitriool in 200 c.M*. gedistilleerd water en een oplossing van 173 gram kaliumnatriumtartraat met 50 gram natronloog in 500—600 c.M». water. Wanneer men dit mengsel met water verdunt tot 1 liter, zal 10 c.M». van dit heldere diepblauwe proefvocht — na koking — door 0.05 gram druivensuiker volkomen worden gereduceerd tot koperoxydule (Cu20). De blauwe kleur is dan geheel verdwenen en vervangen door de roode kleur van het koperoxydule. Uit de hoeveelheid eener suikeroplossing, noodig om dit resultaat te verkrijgen, kan men het suikergehalte di«r- oplossing berekenen. Heeft men bijv. van een suikeroplossing slechts 8 c.M*. noodig om het koper volkomen neer te slaan in voormelde hoeveelheid van 10 c.M*. koper■ proefvocht,-dan volgt daaruit dat in die 8 c.M8. 0.05 gram druivensuiker aanwezig is. ArtL 27—30 40 2. Het is wenschelijk dat bepaald wordt, wat voor de toepassing van deze wet onder het begrip suiker valt. Het verdient aanbeveling de wijze van het bepalen van het gehalte van suiker (a), suikerhoudende goederen en suikerhoudende vloeistoffen te regelen bij algemeenen maatregel van bestuur. Mem. v. T. (o). In Weekblad no. 2727, blz. 471 wordt opgemerkt dat bepaling van het gehalte van suiker voor deze wet, zooals in het tweede lid van art. 27 gezegd wordt, niet te pas komt, daar wanneer suiker, belast met accijns naar het gehalte, wordt ingevoerd, voor de gehaltebepalrng de voorschriften gelden, uitge: vaardigd krachtens art. 1, § 3, dér SuikerWet, zoodat de regeling op grond van het tweede lid zich kan bepalen tot het suikergehalte van suikerhoudende goederen. Art. 28. Bij invoer van geheel of gedeeltelijk naar het suiker-, zoutof alcoholgehalte belaste goederen en van goederen, samengesteld met aether of andere dergelijke uit alcohol gestookte of bereide stoffen, welke aan belasting onderworpen zijn, kan de aangever desverkiezende het gehalte of de samenstelling van Rijkswege doen bepalen tegen betaling eener vergoeding, vast te stellen bij algemeenen maatregel van bestuur. Onderzoek naar gehalte of samenstelling kan worden voorkomen, indien de aangever in zijne aangifte verklaart genoegen te nemen met betaling van de hoogste belasting, welke van de goederen, in verband met de daarin aanwezige stoffen, kan worden geheven. Voor naar het alcoholgehalte belaste goederen zal alsdan de aanwezigheid van zoetstoffen buiten aanmerking worden gelaten (1). 1. In Weekblad no. 2732 wordt opgemerkt, dat de laatste volzin van art. 21 zijn beteekenifl heeft verloren toen in tariefpost no. 2 bij Nota van Wijzigingen werd bepaald, dat niet steeds, zooals aanvankebjk de post was ontworpen, maar alleen dan een suikersurtax wordt opgelegd wanneer de belasting wordt berekend naar de juiste sterkte. Zie ook tariefpost no. 139III, A. Art. 29. Wanneer naar het bruto gewicht belaste goederen zich bevinden in eenzelfde collo met niet belaste of op andere wijze belaste goederen, of wel met naar het bruto gewicht belaste goederen, welke niet behooren tot denzelfden post, zal als bruto gewicht der naar dien maatstaf belaste goederen worden aangenomen het gewicht der aldus belaste goederen in hunne onmiddellijke (eerste) verpakking, vermeerderd met 25 pct. (1). È Voor enkele artikelen zal de belasting geheven worden naar het bruto gewicht. Bij het invoeren van deze artikelen in eenzelfde collo met andere goederen, zou er feitelijk geen bruto gewicht voor die goederen bestaan. Het verdient aanbeveling aan te geven hoe in dergelijke gevallen zal moeten worden gehandeld. Mem. v. T. Art. 30. Tenzij uitdrukkelijk anders is bepaald, zal voor de toepassing van deze wet worden verstaan: 1°. onder „tarief", het bij art. 1 bedoelde tarief, waarin het bedrag en de maatstaf van het invoerrecht zijn aangewezen; 41 Art. 30 2°. onder „posten" en „tariefposten", zoowel de door volgnummers in het tarief aangegeven tariefposten, als onderdeelen dier posten en gedeelten daarvan, waarbij voor de goederen afzonderlijk eene belasting is uitgetrokken; 3°. onder „belasting", zoowel het volgens deze wet en het daaraan toegevoegde tarief voor de goederen verschuldigde invoerrecht, als den van de goederen verschuldigden accijns en daarvan geheven opcenten (1); 4°. onder het „gewicht" der goederen, voor de beoordeeling van de al of niet belastbaarheid, het gewicht van de goederen in den staat waarin zij worden ingevoerd, met inbegrip van het gewicht der daarbij behoorende en daarmede gelijktijdig aangegeven, voor één prijs gekochte deelen en onderdeelen, een en ander ontdaan van alle verpakking (2); 5°. onder „waarde", de waarde der goederen volgens het gewijzigd art. 120 der Algemeene wet van 26 Aug. 1822, (Staatsblad no. 38) (3); 6°. onder „edele metalen" : goud, zilver, platina en de zoogenaamde platinametalen; 7°. onder „platina" en „platinametalen", de stoffen welke voor minstens 950 duizendsten daaruit bestaan ; onder „goud" en „zilver", zoowel het metaal, als de metaalalliages van zoodanig gehalte, dat zij volgens de bepalingen omtrent den waarborg en de belasting op de gouden en zilveren werken als goud of zilver worden aangemerkt; 8°. onder „verpakt", eene hoeveelheid van 1200 gram goederen of minder, verpakt of geborgen in ampoule, doos, blik, flesch, capsule, etui, tube, enveloppe, tasch, map, zak, koker, blaas, darm of andere omhulling, welke de goederen geheel of zoo goed als; geheel omvat, ook wanneer die omhulling enkel bestaat uit papier (4), doek, stanniool of ander bladmetaal, of enkel is gebezigd om de goederen te kunnen vervoeren (5); 9°. onder „tablet" of „tabletvorm" (met uitzondering van kristallen en van gesneden of gehakte of op andere dergelijke wijze bewerkte, al dan met gedroogde natuurproducten), goederen, welke in tablet-, pil-, schijf-, staaf-, pijp- of kogelvorm of in anderen bepaalden vorm zijn gebracht, artikelen in den vorm van dieren of letters, nabootsingen van voorwerpen, vermicelli in opgerolde draden of pijpjes, en dergelijke artikelen daaronder begrepen, en welke per vorm of, voor het geval de vormen zijn onderverdeeld in kleinere vormen, per onderverdeeüng, 200 gram of minder wegen (5); 10°. onder „voorzien" van hengsel, draagriem, draagband, oor, oog, haak, ring, knop, handvat, handgreep of andere inrichting om te dragen, aan te vatten of op te beuren, of om, zij het dan ook door middel van touw of schroeven of op dergelijke W^ze, te bevestigen of op te hangen, zoowel de goederen, welke daarvan bij den invoer zijn voorzien, als die, welke kennelijk zijn ingericht om daarvan te worden voorzien, tenzij bij den betreffenden post uitdrukkelijk is aangegeven, dat de artikelen daarvan bij den invoer moeten zijn voorzien (6) ; 11°. onder „samengesteld" met alcohol, aether, wijn, suiker of zout, Art. 30 42 niet alleen de artikelen, welke met die stoffen zijn bereid of samengesteld, maar ook de artikelen, waarbij die stoffen alleen zijn aangewend ter voorkoming van bederf; 12°. onder „nécessaires" en „garnituren" (7): a. etuis, doozen, hoezen, koker», kistjes, kastjes, mandjes, standaards, rekken, kaartjes, plankjes, schildjes, tasschen, mappen of dergelijke voorwerpen, bij den invoer voorzien van niet in het tarief belaste artikelen van verschillenden aard, van in het tarief belaste en niet in het tarief belaste artikelen, of wel van in het tarief belaste artikelen, welke bij afzonderlijken invoer behooren tot verschillende posten, een en ander voor zoover die artikelen blijkbaar bijeen behooren en bijeen zijn of zullen worden verkocht, ook al mochten zij voor een gedeelte bestaan uit gereedschappen, hulpmiddelen of dergelijke artikelen, welke bij het koopen der goederen worden bijgeleverd, omdat zij bij het gebruiken, reinigen, herstellen of behandelen der goederen, waartoe zij behooren, worden aangewend; b. voor zoover niet behoorende tot letter a biervoor en voor zoover met uitsluitend bestaande uit aan eenzelfde belasting onderworpen artikelen, welke bij afzonderlijken invoer behooren tot eenzelfden post: bijeenbehoorende, voor één prijs gekochte artikelen, welke alle of voor een gedeelte aan belasting onderworpen zijn en waarvan de waarde der samenstellende deelen niet afzonderlijk in de aangifte is vermeld ; een en ander met inachtneming van hetgeen is bepaald bij Bijzondere bepaling op de posten nos. 6, 38 en 95 van het tarief en bij de artt. 2, derde lid, 24 en 25 ; 13°. onder „n. a. g." : „niet afzonderlijk genoemd" ; onder „v. a. s." : „van alle soorten" ; 14°. onder „invoer", zoowel het brengen in het vrije verkeer rechtstreeks uit het buitenland, als na voorafgaanden opslag in entrepot (8). 1. Niet dus het Statistiekrecht. 2. Hoewel het, in verband met de gekozen gewichtsgrenzen, niet veel zal voorkomen, dat artikelen, waarvan de belastbaarheid afhankelijk is gesteld van het gewicht, zullen worden ingevoerd in incompleten staat, is zulks niettemin mogelijk. Het is uit den aard der zaak alsdan niet doenlijk rekening te houden met de deelen of onderdeelen, welke bij den invoer aan het artikel ontbreken. Deswege is het zakelijk, te bepalen, dat onder het gewicht der goederen, voor de beoordeeling van de al of niet belastbaarheid, moet worden verstaan het gewicht van de goederen in den staat waarin zij worden ingevoerd. Mem. v. T. 3. Zie de uitzondering in tariefpost no. 137 V,B. 4. Voor zooveel betreft de verpakking in papier, komt een uitzondering voor in Bijz. bepaling 2 op tariefpost no. 137. 5. Bij de samenstelling van de tabel is aangenomen, dat artikelen, ingevoerd in tabletten van 200 gram of minder, of wel m een verpakking, welke 1200 gram of minder inhoudt, als toonbankartikelen zijn aan te merken en derhalve op grond van de beginselen van het 43 Artt. 30—31 ontwerp voor een invoerrecht in aanmerking komen. Om bij de betreffende posten een uitgebreide omschrijving te voorkomen is daarbij enkel gesproken van „verpakt" en in „tabletvorm", en is bij art. 30 nader aangeduid wat daaronder is te verstaan. Mem. v. T. 6. Bij verschillende posten (a) wordt onderscheid gemaakt tusschen artikelen, voorzien van hengsel, draagriem, draagband, enz., en artikelen, welke daarvan niet zijn voorzien} en wordt voor eerstgenoemde de grens van belastbaarheid hooger gesteld dan voor laatstgenoemde. Ten einde te voorkomen, dat de invoerder vóór den invoer de hengsels, draagriemen, enz., van de artikelen zal wegnemen, ten einde op die wijze de grens van belastbaarheid voor de door hem ingevoerde artikelen te verlagen, is het noodig te bepalen, dat onder „voorzien" van hengsel, draagriem, enz., niet alleen zullen zijn te begrijpen de artikelen, welke daarvan bij den invoer zijn voorzien, maar ook die, welke kennelijk zijn ingericht om daarvan te worden voorzien. Mem. v. T. (o) Zie de nos. 9, 13III, 40II, S6IV, 71, 82 Bijz. bep., 8511,98, 113IV, 117II, 121II en 122 IS 7. Met het oog op de omstandigheid, dat het in de bedoeling ligt om bij de toepassing van post no. 95 van het tarief aan het begrip nécessaires en garnituren een uitgebreide beteekenis toe te kennen, en daarbij als zoodanig ook aan te merken artikelen, welke in het spraakgebruik niet aldus worden genoemd, mag een aanduiding van hetgeen daaronder dient te worden verstaan, niet ontbreken. Mem. v. T. 8. Op verschillende plaatsen in de wet en in het tarief, worden gebezigd de woorden „6y den invoer''', of een daarmede overeenkomende uitdrukking. Zoo wordt o.a. in art. 2 gesproken van goederen, waaraan bij den invoer deelen of onderdeelen ontbreken, en wordt bij post no. 43 van het tarief, bij Bijzondere bepaling no. 2, te kennen gegeven, dat het recht op geheimmiddelen op artikelen, welke op het oogenblik van invoer nog niet als geheimmiddelen zijn aangewezen, niet zal worden toegepast. Nu zou zich, om bij laatstgemeld voorbeeld te blijven, ten opzichte van geëntreposeerde geheimmiddelen het geval kunnen voordoen, dat de aanwijzing als zoodanig plaats had tusschen het tijdstip van invoer en dat van uitslag uit entrepot, en de belanghebbende daarin een aanleiding zou kunnen vinden om te trachten het hooge recht te ontgaan, door onder verwijzing naar de in die bijzondere bepaling gebruikte woorden aan te voeren, dat de bedoelde aanwijzing toch nog niet had plaats gehad toen de goederen werden ingevoerd, d.w.z. het land werden binnengebracht. Het verdient derhalve aanbeveling vast te leggen, dat bij het gebruik dier woorden uit den aard der zaak alleen is gedacht aan het tijdstip waarop de goederen ten invoer in het vrije verkeer worden aangegeven. Mem. v. T. Art. 31. Bij algemeenen maatregel van bestuur zal ten opzichte van goederen, welke zout, suiker, alcohol of aan belasting onderworpen aether of andere dergelijke uit alcohol bereide of gestookte stoffen bevatten, kunnen worden bepaald, dat de uithoofde van de aanwezigheid dier stoffen verschuldigde specifieke belasting niet of slechts voor een gedeelte zal worden ingevorderd, indien voor die stoffen bij het vervaardigen dier goederen hier te lande vrijstelling van belasting wordt verleend. Deze maatregel van bestuur wijst tevens aan tot welk bedrag de verschuldigde belasting niet zal worden gevorderd (1). mi. 31—33 44 1. Het behoeft geen nadere toelichting, dat, zoowel met het oog op de belangen der schatkist, als ter voorkoming van een averechtscne bescherming, ten opzichte van artikelen, welke zijn samengesteld met zelfstandigheden, welke zijn onderworpen aan accijns of mvoerrecJit, bij den invoer rekening moet worden gehouden met de samenstelling dier artikelen. Die noodzakelijkheid komt echter te vervallen, wanneer bii het vervaardigen van die artikelen hier te lande, voorde daarvoor benoodigde belaste zelfstandigheden geheele of gedeeltelijke vrijdom van belasting wordt verleend. Deswege wordt bij art. 31 voorgesteld, dat bij algemeenen maatregel van bestuur zal kunnen worden bepaald, dat de uit hoofde van de aanwezigheid dierstoffen verschuldigde specifieke belasting niet of slechts voor een gedeelte zal worden mgevorderd, indien voor die stoffen bij het vervaardigen dier goederen hier te lande vrijstelling van belasting wordt verleend. Mem. v. T. Art. 32. De attributen door Ons verleend aan betalings- en expeditiekantoren voor de invoerrechten kunnen door Onzen Minister van Financiën worden beperkt zóódanig, dat sommige door hem aan te wijzen goederensoorten van de vrijmaking aan bepaalde kantoren kunnen worden uitgesloten (1). 1 Er zijn aan de landgrenzen in tal van kleine gemeenten kantoren der invoerrechten gevestigd in den tijd, dat het goederenvervoer zich nog hoofdzakelijk langs de landwegen bewoog. Die kantoren, hoewel van weinig belang voor het internationale grootverkeer, vervullen niettemin een rol, waar zij het den bewoners der grensstreken mogelijk maken, hun van buitenslands ingevoerde goederen door betaling van het invoerrecht of door het inleveren van vrij-aangiften, m de nabijheid van hun woonplaats, vrij te maken. Is in het algemeen de hoeveelheid van de langs de hierbedoelde kantoren ingevoerde goederen met groot, evenmin is dat het geval met de verscheidenheid. Toch is de mogelijkheid niet uitgesloten, dat men goederensoorten, waarvan de tanfeering meer dan gewone kennis vereischt, aan die kleine kantoren zal gaan aanbrengen, in de hoop de aldaar gestationneerde ambtenaren, waaronder er zijn wier kennis niet te hoog mag worden aangeslagen, te kunnen misleiden en zoodoende rechten te kunnen ontduiken. Ten einde tegen zoodanige praktijken gewapend te zijn, wordt in het onderhavige artikel voor den Minister van Financiën de bevoegdheid gevraagd om zoo noodig het vrijmaken van bepaalde goederensoorten op door hem aan te wijzen kantoren te beletten. Het behoeft geen betoog, dat van die bevoegdheid slechts een spaarzaam gebruik zal worden gemaakt en dan nog aUeen, wanneer zulks zonder het verkeer te schaden, m bet belang van den eerlijken handel en van de schatkist wordt geboden. Het denkbeeld, dat aan het voorstel ten grondslag ligt, is m zooverre niet nieuw, dat thans reeds bij de Kroon de macht berust om kantoren alleen open te stellen voor deteinvoer van aaujnsvrije goederen, met uitsluiting dus van aocijnsgoederen (a). Mem. c T. (a) Zie art. 37 der Alg. wet van 26 Aug. 1822, S. no. 38. Art. 33. In de Algemeene wet van 26 Aug. 1822 (Staatsblad no. 38), laatstelijk gewijzigd bij de wet van 28 Juli 1924 (Staatsblad no. 365): 1°. vervalt het tweede lid van art. 40 en wordt het derde lid van dat artikel gelezen als volgt: 44 45 Art. 33 y,'B^j invoer langs de rivieren en te lande moet de verificatie van aeeijnsgoederen altoos op de eerste wachten, die daartoe zullen worden aangewezen, en anderszins op het eerstvolgende kantoor van betaling in de route gedaan worden" ; i°bis. wordt art. 51 gelezen als volgt: „Wegens het niet binnen zes weken, na den tot het transport toegekenden tijd ten kantore van afgifte terugkomen der behoorlijk afgeteekende extract-volgbrieven, in art. 40, of inkomende paspoorten, in art. 43 bedoeld, zal den invoerder of geleider eene boete worden opgelegd van ten hoogste vijf en twintig gulden, met dien verstande, dat, wanneer het bedrag der volgens het document verschuldigde invoerrechten en accijnzen meer dan vijf en twintig gulden bedraagt, eene boete van ten hoogste het bedrag dier belasting wordt opgelegd. Aan of ten name van zoodanigen invoerder of geleider zullen geene inkomende volgbrieven, consenten of paspoorten, noch uitgaande expeditie verder mogen worden verleend, dan na betaling of verzekering der boete"; 2°. wordt art. 87 gelezen als volgt: „Van den doorvoer kan worden afgezien, mits de goederen binnen den voor den doorvoer gestelden termijn op de gewone wijze ten invoer worden aangegeven en ter nadere visitatie wordèn aangeboden op eene losplaats of aan een kantoor, voor de betaling van invoerrechten aangewezen ; bij die aangifte kan, zoo noodig, van de in het transito-paspoort voorkomende aanwijzingen worden afgeweken. De aldus aangegeven goederen zijn onderworpen aan de bepalingen, welke gelden ten aanzien van goederen, die rechtstreeks ten invoer in het vrije verkeer worden aangegeven." (1); 3°. wordt art. 120, sub 3, gelezen als volgt: >,De vermelding der goederen onder hunne ware benaming onder bijvoeging voor aan belasting onderworpen goederen en voor goederen, waarvan de vrijstelling is afhankelijk gesteld van bepaalde voorwaarden, van zoodanige bijzonderheden als voor het verleenen der vrijstelling of de berekening der verschuldigde belasting naar de onderscheidingen van het tarief en van de bijzondere yetten noodig zijn, met dien verstande dat niet vermelde bijzonderheden, die tot eene heffing of eene hoogere heffing zouden leiden, bij de berekening der belasting volgens de aangifte als niet aanwezig worden beschouwd (2). Voor zoover eene in het tarief aangegeven belasting of eene daarin vermelde vrijstelling afhankelijk is gesteld van gewicht, waarde, uitvoering, samenstelling of dergelijke bijzonderheden, zal het omschrijven der voormelde bijzonderheden desgewenscht kunnen worden vervangen door eene verwijzing naar den post of de bijzondere bepaling, waarbij die bijzonderheden zijn vermeld. Voor de toepassing van art. 213, tweede lid, dezer wet, zal eene zoodanige vervanging worden gelijkgesteld met eene vermelding van de bijzonderheden, welke voorkomen in den post of in de bijzondere bepaling in de aangifte aangeduid. Bij verschil van gevoelen omtrent de toepassing dezer bepalingen tusschen den Ontvanger der invoerrechten en den aangever beslist de Directeur der invoerrechten en accijnzen." (3—4); 4°. wordt art. 122 gelezen als volgt: Art. 33 46 Ingeval de volgens art. 120l voor eenige aangifte vereischte gegevens den aangever niet of niet volledig bekend zijn, zal hem, op daartoe gedaan verzoek, worden toegestaan de hem ontbrekende gegevens onder ambtelijk toezicht op te nemen." ; 5°. worden de artt. 123 en 137 ingetrokken; 6°. wordt aan art. 147 een tweede lid toegevoegd, luidende : Naar den uitslag der grondige verificatie geschiedt mede de berekening der daarvan verschuldigde rechten." ; 7°. wordt het gewijzigd art. 192 vervangen door de drie volgende artikelen, luidende : Art. 192. Bij alle visitatiën of onderzoek van de hoeveelheid en den aard der goederen, kunnen de ambtenaren vorderen, dat de emballage der goederen worde geopend. De aangever of beheerder der goederen is mede verplicht voor de door de ambtenaren verlangde opneming overeenkomstig hunne aanwijzing en onder hun toezicht de noodige medewerking te verleenen en desverlangd de daarvoor benoodigde hulpmiddelen en bijstand kosteloos te verstrekken. Bij de visitatie van goederen, aangegeven ten in-, uit- of doorvoer, is de aangever of beheerder der goederen bovendien verplicht, op vordering der ambtenaren, zorg te dragen dat de goederen worden ontpakt en, voor zoover zij in de aangifte afzonderlijk zijn vermeld, bijeen en afgescheiden van andere worden vertoond (5). Wordt aan eene dier verplichtingen niet voldaan, dan kunnen de ambtenaren op kosten en risico van den aangever of beheerder der goederen in het noodige voorzien. Art 1926is. Bij alle visitatiën en verificaties van goederen zijn de ambtenaren bevoegd van de gevisiteerde of geverifiëerde goederen ten behoeve van het onderzoek monster te nemen. Bij geschil over de wijze van monsterneming of de grootte van het monster beslist de Inspecteur der invoerrechten en accijnzen of diens plaatsvervanger (6). , Na afloop van het onderzoek zal het monster of hetgeen daarvan over is, desverlangd aan den rechthebbende worden teruggegeven. Art. 192eerste lid(l), strafbaar gestelde feit wordt beschouwd als overtreding. De in zake van invoerrechten en accijnzen geldende bepalingen voor het geval van wanbetaling van geldboete (3), zijn zoowel voor het verhaal van geldboete, als van de geldswaarde der verbeurdverklaarde goederen van kracht. 1. Aanvankelijk was voorgesteld alle bij de artt. 37 en 38 strafbaar gestelde-feiten te beschouwen als misdrijven. Ingevolge een door de Regeerüil overgenomen amendement werd „art. 38" vervangen door 55 Artt., 39—41 „art. 38, tweede lid" en de bepaling ingelascht, waarbij het in art. 38, eerste lid, strafbaar gestelde feit onder de overtredingen wordt gerangschikt? • De wijziging werd aangebracht uit overweging dat anders dë expediteur, die een valsch of vervaJscht stuk overlegt, zonder dat hij met die valschheid bekend is, wegens misdrijf zou moeten- terechtstaan, indien niet krachtens art. 40 de zaak bij transactie wordt afgedaan. 2. De artt. 57 en 58 van het Wetboek van Strafrecht handelen over samenloop van meerdere ferïen, die als op zich zelve staande handelingen moeten worden beschouwd en meerdere misdrijven opleveren waarop gelijksoortige en ongelijksoortige hoofdstraffen zijn gesteld. Art. 62, eerste en tweede lid, luiden : „Bij samenloop op de wijze in de artt. 57 en 58 bedoeld, hetzij van overtredingen met misdrijven, hetzij van overtredingen o^erling, wordt voor elke overtreding zonder vermindering straf opgelegd. De straffen van hechtenis, vervangende hechtenis daaronder begrepen, mogen voor de overtredingen gezamenlijk den tqd van acht maanden met te boven gaan". 3. Zie art. 7, derde en vijfde lid der Invoeringswet op het Wetboek van Strafrecht (wet van 15 April 1886, S. no. 64), alsmede res. V. 1844 no. 60 en de res. van 23 Juni 1921, no. 170 in B. no. 2848. Art. 40. Wegens de feiten, strafbaar gesteld bij art. 37 en art. 38, eerste lid, dezer wet kan de bekeurde door of vanwege Onzen Minister van Financiën tot transactie worden toegelaten (1). 1. Art. 229 lier Alg. wet van 26 Aug. 1822, S. no. 38, laat alleen transactie toe „wegens alle overtredingen dezer wet en de bijzondere wetten op den ophef der accijnzen". Vandaar dat deze bijzondere bepaling noodig is. Volledigheidshalve zij nog aangeteekend, dat overigens de vervolging van de in art. 37 en 38 strafbaar gestelde feiten zal moeten geschieden bij wege van de dubbele actie (Administratie en Openbaar ministerie) •i0m8?hjTren m art' 247 der genoemde Algemeene wet. Immers dat artikel heeft betrekking op „actifint wegens overtredingen, fraudes en misdrnven, waartegen bij de wetten, op het stuk van invoerrechten en accijnzen, straffen zijn bepaald", tot welke groep wetten iook de thans beoogde zal behooren. Mem v. T. Art. 41. Deze wet kan worden aangehaald onder den titel „Tariefwet , mits met bijvoeging van het jaar en het nummer van het Staatsblad, waarin zij is geplaatst (1). Op het tijditip, dat zij in werking treedt, vervallen: de wet van 15 Augustus 1862 (Staatsblad no. 170) (2); de wet van 6 April 1877 (Staatsblad no. 71), met uitzondering van art. 7 (3—4); de wet van 19 Maart 1888 (Staatsblad no. 50) (4—5); art. 3 der wet van 27 September 1892 (Staatsblad no. 225) (6); artt. 2, 84 en 85 der wet van 27 September 1892 (Staatsblad no. 227) (7); de wet van 11 December 1893 (Staatsblad no. 175) (8); art. 88, § 1, lett. b en art. 89 der Suikerwet 1924 (Staatsblad no. 425)(9): art. 2 der wet van 9 December 1901 (Staatsblad no. 257) (10) • 55 Art. 41 56 art. 34 der Waardewet 1906 (Staatsblad no. 216) (11), zoomede de in art. 32 dier wet opgenomen aanvulling van art. 192 der Alg. wet van 26 Augustus 1822 (Staatsblad no. 38); de wet van 27 Mei 1907 (Staatsblad no. 132) (12); de wet van 11 Juli 1908 (Staatsblad no. 222) (13); art. 3 der wet van 30 December 1910 (Staatsblad no. 377) (14); de wet van 18 Juli 1911 (Staatsblad no. 246) (4) (15); de wet van 19 Juni 1915 (Staatsblad no. 279) (4) (16); de wet van 20 Januari 1917 (Staatsblad no. 191) (4) (17); art. 2 der wet van 3 April 1919 (Staatsblad no. 141) (18); art. 30 der wet van 25 Juli 1919 (Staatsblad no. 513) (19); art. 8, tweede en derde lid der wet van 31 December 1920 (Staatsblad no. 928) (4) (20); de wet van 6 Mei 1921 (Staatsblad no. 713) (4) (21); de wet van 6 Mei 1921 (Staatsblad no. 719) (4) (22); de wet van 19 Mei 1922 (Staatsblad no. 330) (4) (23) en de wet van 30 November 1922 (Staatsblad no. 641) (4) (24). 1. Dus: Tariefwet (Staatsblad 1924, no. 568). 2. Nl. de Tariefwet van 1862 (V. 1862, no. 100). 3. V. 1877, no. 52. Het van kracht gebleven art. 7 handelt over de kosten van toezicht bij lossingen, ladingen, enz. 4. Door deze wet werd de Tariefwet van 1862 gewijzigd. 5. V. 1888, no. 78. 6. V. 1892, no. 109. Bij art. 3 dier wet werd de Tariefwet van 1862 gewijzigd. 7. V. 1892, no. 111 (de Zoutwet). 8. Deze wet, opgenomen in V. 1893, no. 116, hield bepalingen in omtrent vrqstelling van belasting voor buitenlandsche goederen. 9. V. v. V. no. 515 I. 10. V. 1902, no. 2. Het hier genoemde art. 2, handelende over vrijdom" van invoerrecht voor natrium-acetaat en calcium-acetaat was feitelijk reeds vervallen door art. 1 der wet van 20 Januari 1917, S. no. 191, V. v. V. no. 716. 11. V. 1906. no. 113. 12. Nl. de wet op het z.g. „veredelingsverkeer", V. 1907, no. 75. 13 V 1908 no. 112. Deze wet was feitelijk reeds vervallen door art. 1 der wet van 19 Mei 1922, S. no. 330, V. v. V. no. 1808. 56 57 Artt. 41—42 14. V. 1911, no. 19. Het hier genoemde art. 3 was feitelijk reeds vervallen door art. 2 der wet van 3 April 1919, S. no. 141, V. v. V. no. 1078. 15. V. 1911, no. 144. 16. V. v. V. no. 552. 17. V. v. V. no. 776. 18. V. v. V. no. 1078. Het hiergenoemde art. 2 was feitelijk reeds vervallen door van art. 8 der wet van 31 Dec. 1920, S. no. 928, V. v. V. no. 1478. 19. Nl. de Speelkaartenwet (V. v. V. no. 1138). Art. 30 dier wet wijzigde de Tariefwet van 1862. 20. V. v. V. no. 1478. 21. V. v. V. no. 1595. Art. 1 sub I, dezer wet was reeds vervallen door art. 1 der wet van 30 Nov. 1922, S. no. 641, V. v. V. no. 1943. 22. V. v. V. no. 1579. 23. V. v. V. no. 1808. 24. V. v. V. no. 1943. Art. 42. Het volgens art. 1 dezer wet te heffen invoerrecht zal worden toegepast op alle goederen, waarvan bij het inwerkingtreden dezer wet nog geen aangifte ten invoer tot verblijf binnenslands is gedaan, tenzij blijkt dat zij op dat tijdstip reeds hunne binnenlandsche bestemming hebben gevolgd. Voor de toepassing van het eerste lid worden aangiften voor op genoemd tijdstip hier te lande niet aanwezige goederen als niet gedaan beschouwd (1). 1. Bij art. 3 der Alg. wet van 26 Aug. 1822, S. no. 38, werd ten opzichte van het toen in werking tredend tarief bepaald, dat het zou worden toegepast op alle goederen, welke na het in werking treden van dat tarief zouden worden ingevoerd, of uit de entrepots tot verblijf binnenslands zouden worden aangegeven. In 1822 werd dus het oude tarief toegepast op de goederen, welke voor het in werking treden van het nieuwe tarief waren ingevoerd, het nieuwe tarief op de goederen, welke op lateren datum werden ingevoerd. Het behoeft nauwelijks toelichting, dat het bij de tegenwoordige goederenbeweging zoowel voor den handel, als voor de Administratie der belastingen, groote bezwaren zou opleveren, wanneer gedurende geruimen tijd twee tarieven zouden moeten worden toegepast. Daarom wordt thans voorgesteld het nieuwe tarief toe te passen op alle goederen, welke op het tijdstip van het in werking treden der wet nog niet ten invoer zyn aangegeven. Op de goederen, welke reeds vóór dat tijdstip ten invoer zijn aangegeven, maar welke door dikwijls toevallige om- 57 Artt. ^42—43 58 standigheden nog niet zijn gevisiteerd of weggevoerd, blijft dus het oude tarief van toepassing. Een fiscale strekking heeft het artikel niet, het geldt immers óók voor de nieuwe vrijstellingen. Ter voorkoming van misbruik dient echter de voorwaarde te worden gesteld, dat de goederen zich op het oogenblik van het in werking treden der wet reeds in het land bevinden. Billijkheidshalve dient het oude tarief ook nog te worden toegepast op de goederen, waarvan vaststaat, dat zij zich bij het in werking treden van het nieuwe tarief reeds in het vrije verkeer bevonden. Dit zal zich o.a. voordoen ten opzichte van goederen, die wegens invoer zonder aangifte zijn in beslag genomen, doch reeds vóór de in werking treding der wet tegen borgstelling zijn ontslagen. Mem. v. T. Art. 43. Zoolang daaromtrent geen nadere wettelijke regeling bestaat, zal van de door Ons bij algemeenen maatregel van bestuur aan te wijzen goederen waarvan tot aan het in werking treden dezer wet een invoerrecht werd geheven, doch welke volgens het bij deze wet behoorend tarief niet aan invoerrecht onderworpen zijn, het vroegere invoerrecht gehandhaafd blijvpnh Voor goederensoorten, die bij het vroegere tarief slechts voor een deel aan invoerrecht onderworpen waren, kunnen voor een doelmatige aanduiding van de belaste goederen, bij bovenbedoelden algemeenen maatregel van bestuur tevens gewichtsgrenzen of andere onderscheidingen worden vastgesteld. Het eerste lid zal niet mogen worden toegepast op goederen,waaromtrent in het bij deze wet behoorend tarief is bepaald, dat zij vïij van invoerrecht moeten worden toegelaten of welke daarin van het volgens een post verschuldigd invoerrecht uitdru^kkplijk zijn vrijgesteld, en evenmin op goederen, welke bij het in werking treden dezer wet hier te lande niet worden vervaardigd. Omtrent de samenstelling van den in het eerste lid bedoelden algemeenen maatregel van bestuur zal vooraf het gevoelen worden ingewonnen van de Tariefcommissie. Voor de tot dit doel te houden vergadering der Commissie worden al hare leden opgeroepen (1). 1. Uit de in het Voorloopig Verslag gemaakte bedenkingen, zoomede uit de vele ook van andere kanten ingebrachte bezwaren is gebleken, dat tal van industrieelen hier te lande, die artikelen vervaardigen, welke tot dusver waren onderworpen aan een invoerrecht, dat echter volgens het wetsontwerp zou komen te vervallen, in de tegenwoordige moeihjke tijdsomstandigheden, ernstig zouden kunnen worden benadeeld door het onverwacht verlies van den steun, welke zij sedert een reeks van jaren in dat invoerrecht hebben gevonden, hetgeen het gevaar medebrengt, dat de Werkgelegenheid hier te lande zoude kunnen afnemen. Deze overwegingen hebben er toe geleid met het onderhavig artikel te trachten, bij wijze van aanpassingsmaatregel, aan die bezwaren te gemoet te komen, door de gelegenheid te openen om voor bedoelde goederensoorten het bestaande invoerrecht te handhaven. Met het oog op de practische toepassing van de rechtenheffing kan echter bezwaarlijk worden volstaan met het uitspreken van het algemeene beginsel dat de bestaande rechten voorshands gehandhaafd zullen blijven. . Handel en industrie zouden te veel moeilijkheden ondervinden bij de 58 59 Artt. 43—46 raadpleging van het tarief en ook de richtige toepassing door de douaneambtenaren zou er wellicht onder lijden. Daarom is het wenschelijk voorgekomen te bepalen dat een omschrijving van deze heffingen zal worden verstrekt, welke omschrijving zal worden vastgesteld bij algemeenen maatregel van bestuur. Aangezien de begrenzing der heffing in de wet is aangeduid, bestaan daartegen, naar het voorkomt, geen bezwaren. Het ligt niet in de bedoeling om goederen, die, in verband met bepaald uitgesproken belangen, bij het wetsontwerp opzettelijk niet met een invoerrecht zijn getroffen, langs den weg van het tegenwoordig artikel toch weer aan invoerrecht te onderwerpen. Het ligt in de bedoeling te bevorderen dat de algemeene maatregel van bestuur, waarbij de goederen worden aangewezen, gelijktijdig met de wet in werking zal treden. Toelichting bij Nota van Wijzigingen. Art. 44. De ingevolge art. 43 belaste goederen worden voor de toepassing van de overige artikelen dezer wet geacht een afzonderlijke post van het tarief te vormen (1). 1. Het bepaalde bij dit artikel is noodig om vast te stellen, dat de artikelen dezer wet, waarin naar het tarief wordt verwezen, zooals bijv. dat nopens beshssing in geschillen, ook op de niet in het tarief zelve opgenomen, doch krachtens art. 43 te belasten goederen van toepassing zullen zijn. Toelichting bij Nota van Wijzigingen. Art. 45. Met ingang van den dag van inwerkingtreding dezer wet is de Raad van beroep voor geschillen over de waarde van ten invoer aangegeven goederen ontbonden. De op dat oogenblik bij dien Raad van beroep aanhangige geschillen zullen worden overgebracht bij de Tariefcommissie. Art. 46. De artt. 7, 8, 10, 11 en 12 dezer wet treden in werking met ingang van den dag volgende op dien harer afkondiging. De overige artikelen treden in werking op een door Ons te bepalen tijdstip. Ten aanzien van de inwerkingtreding van de krachtens deze wet vast te stellen algemeene maatregelen van bestuur kan worden afgeweken van de bepalingen der wet van 26 April 1852 (Staatsblad no. 92), laatstelijk gewijzigd bij de wet van 26 Juli 1918 (Staatsblad no. 499). Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle Ministerieele Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wien zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden. Gegeven te Js-Gravenhage, den 20sten Deeember 1924. n „. . . (get.) WILHELMINA. De Minister van Financiën, (get.) H. COLIJN. De Minister van Buitenl. Zaken, (get.) VAN KARNEBEKK. De Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid, (get.) AALBERSE. De Minister van Binnenl. Zaken en Landbouw, (get.) CH. RUYS VAN BEERENBROTJCK. Uitgegeven den 30sten December 1924. De Minister van Justitie. (get.) HEEMSKERK. TARIEF. Ter besparing van ruimte is het Tarief niet, als in den officieelen tekst, in kolommen gedrukt, maar is het reeht van 5 en 8 pct. der waarde en het recht naar het gewicht, de maat of het aantal stuks achter de omschrijving van den tariefpost geplaatst. Nopens de forceeringen bij de berekening van het recht, de heffing van het recht naar het netto of naar het bruto gewicht en de in vele tariefposten voorkomende uitdrukkingen: verpakt, tablet of tabletvorm, voorzien van hengsel, draagriem, enz. wordt hier nog de aandacht gevestigd op de volgende bepalingen der wet: Tenzij in het tarief anders is bepaald en met afwijking in zoover van de bijzondere accijnBwetten, worden bij invoer voor de berekening van het invoerrecht en den accijns, deelen van een gulden, een kilogram of een liter voor een geheelen gulden, een geheel kilogram of een'geheelen liter genomen. | Deze regel lijdt uitzondering voor naar het gewicht of de maat belaste goederen: a. indien de hoeveelheid, waarover de belasting moet worden berekend, minder dan één kilogram of één liter bedraagt; b. indien de belasting per kilogram of per liter verschuldigd, 25 cent of meer bedraagt. In deze gevallen worden voor de toepassing van de bepaling van het eerste lid onderdeelen van een hectogram of van een deciliter voor een geheel hectogram of een geheelen deciliter, genomen. Het verschuldigde invoerrecht en de accyns worden in volle centen in rekening gebracht met verwaarloozing van breuken van een cent, indien zij 50/100 of minder bedragen. Art. 23. Tenzij in het tarief anders is bepaald, geschiedt de berekening van de belasting van naar het gewicht belaste goederen naar het netto gewicht, waaronder is te verstaan het gewicht der goederen, ontdaan van elke verpakking. Art. 26, eerste lid. Wanneer naar het bruto gewicht belaste goederen zich bevinden in eenzelfde collo met niet belaste of op andere wijze belaste goederen, of wel met naar het bruto gewicht belaste goederen, welke niet behooren tot denzelfden post, zal als bruto gewicht der naar dien maatstaf belaste goederen worden aangenomen het gewicht der aldus belaste goederen in hun onmiddellijke (eerste) verpakking, vermeerderd met 25 pct. Art. 29. Tenzij ^uitdrukkelijk anders is bepaald, zal worden verstaan: onder verpakt, een hoeveelheid van 1200 gram goederen of minder, verpakt of geborgen in ampoule, doos, blik, flesch, capsule, etui, tube, enveloppe, tasch, map, zak, koker, blaas, darm of andere omhulling, welke de goederen geheel of zoo goed als geheel omvat, ook wanneer die omhulling enkel bestaat Post 1 62 uit papier, doek, stanniool of ander bladmetaal, of enkel is gebezigd om de goederen te kunnen vervoeren; onder tablet of tabletvorm (met uitzondering van kristallen en van gesneden of gehakte of op andere dergelijke wijze bewerkte, al dan niet gedroogde natuurproducten), goederen, welke in tablet-, pil-, schijf-, staaf-, pijp- of kogelvorm of in anderen bepaalden vorm zijn gebracht, artikelen in den vorm van dieren of letters, nabootsingen van voorwerpen, vermicelli in opgerolde draden of pijpjes en dergelijke artikelen daaronder begrepen, en welke per vorm of, voor het geval de vormen zijn onderverdeeld in kleinere vormen, per onderverdeeling, 200 gram of minder wegen; onder voorzien van hengsel, draagriem, draagband, oor, oog, haak, ring, knop, handvat, handgreep of andere inrichting om te dragen, aan te vatten of op te beuren, of om, zij het dan ook door middel van touw of schroeven of op dergelijke wijze, te bevestigen of op te hangen, zoowel de goederen, welke daarvan bij den invoer zijn voorzien, als die, welke kennelijk zijn ingericht om daarvan te worden voorzien, tenzij bij den betreffenden post uitdrukkelijk is aangegeven, dat de artikelen daarvan bij den invoer moeten zijn voorzien. Art. 30, sub 8, 9 en 10. 1. Adresseermachines en andere werktuigen en toestellen om te drukken, te stempelen, te nummeren of te folieeren, numerateurs en andere met mechaniek werkende stempels, multigraphen en dergelijke artikelen daaronder begrepen, een en ander wanneer zij een gewicht hebben van 100 kilogram of minder; etiquetten- en postzegelplakmachines en dergelijke plakmachines, papier- en kartonhechtmachines en dergelijke hechtmachines, zoomede perforeer- en ponsmachines, ook die gebezigd voor het maken van adressenmatrijzen, en andere werktuigen en toestellen om te perforeeren, te ponsen of uit te slaan; een en ander wanneer zij een gewicht hebben van 10 kilogram oï minder (1—2) 8 pct. BIJZONDERE BEPALING. Cachetten, handstempels en andere niet met mechaniek of hefboom werkende artikelen, zoomede tangen (plombeertangen, contröletangen, gaatjestangen, holpijptangen, knoopsgatentangen en dergelijke) behooren niet tot den post. 1. Hoewel adresseermachines en de overige bij post no. 1 belaste artikelen tot op zekere hoogte als bedrijfshulpmiddelen zijn aan te merken, komen zij niettemin op grond van de beginselen van het ontwerp voor een invoerrecht in aanmerking. Het zijn immers bedrijfshulpmiddelen, welke worden gebruik* iri kantoren, winkels, magazijnen of dergelijke plaatsen en zooals in de Mem. v. T. is medegedeeld, ligt het in de bedoeling ook van dergelijke artikelen een invoerrecht te heffen. De toestellen, gebezigd in het couranten- en drukkersbedrijf, het eigenlijke bedrijfshulpmiddel, blijven door de aangenomen belastinggrenzen onbelast. Machines, die geen mechanische stempels zijn en ook niet direct het geschrevene of machineschrift vermenigvuldigen, maar bijv. met zijden stencils werken, zullen, voor zoover zij niet behooren tot post no. 4, aan invoerrecht onderworpen zijn volgens post no. 1. Beide posten vullen elkaar aan. Mem. v. T. 63 Post 1—2 2. Voor perforeer-, pons-, plak- en hechtmachines wordt als grens van belastbaarheid een gewicht voorgesteld van 10 kilogram. Bedrijfshulpmiddelen blijven daardoor van zelf onbelast. Voor de artikelen welke worden gebruikt om te drukken, te stempelen of te folieeren moet echter de grens van belastbaarheid hooger worden gesteld. Ter voorkoming van geschil is het n.1. gewenscht deze artikelen en die, welke behooren tot post no. 4, te belasten volgens eenzelfden maatstaf en voor laatstgemelde artikelen moet de grens van belastbaarheid worden gesteld op 100 kilogram. Mem. v. T. De meeste adresseer- en ponsmachines wegen onderscheidenlijk meer dan 100 en 10 K.G., maar ten opzichte van de artikelen, gebruikt m magazijnen, kantoren en winkels is dat niet het geval. Mem. v. A. 2. Alcoholen en alcoholhoudende producten en zelfstandigheden, deze beide laatste voor ïeover zij niet behooren tot post no. 14 of tot post no. 146, en daarvoor geen afzonderlijke regeling in verband met de aanwezigheid van aethylalcohol in het tarief is aangegeven. I. Methylalcohol, houtgeest, en alle producten en zelfstandigheden, welke bij 15° Celsius voor meer dan 5 volume-percenten uit methylalcohol of houtgeest bestaan (1): a. verpakt of in tabletvorm (2) 8 pct. en 100 K.G. f 840 b. ingevoerd op andere wijze: 1». vloeibare , de H.L. f 667,— 2°. andere (3) 100 J£.G. f840,— J3. Aethylalcohol, en producten en zelfstandigheden, voor zoover 7coe-met behooren tot onderdeel I, welke bij eene temperatuur van 15 Celsius een hooger gehalte aan aethylalcohol hebben da* in verhouding van 5 liter op den hectoliter: o. verpakt of in tabletvorm (2), onverminderd den ac- cijns (4-5)... 8 t o. mgevoerd op andere wijze, onverminderd den accijns (4) de H.L. ad 50 pct. bij 15° Celsius f 3,50 Bovendien, wanneer ingevolge art. 2, § 3 der wet van 1 Mei 1863 (Maatsblad no. 47) laatstelijk gewijzigd bij de wet van 31 Dec. 1915 {Staateblad no. 528), de belasting wordt berekend naar de juiste sterkte (6—7) : 1 a. bij aanwezigheid van saccharine of andere kunstmatige zoetstof a x • de HL- ' 27,— b bij aanwezigheid van Ioeer dan 5 Pct- suiker (8), voor zoover lett. a niet toepasselijk is, wanneer het suikergehalte : meer is dan 5, maar niet meer dan 10 pct de H.L. f 2 70 meer is dan 10, maar niet meer dan 25 pct de H.L. f ö'75 meer is dan 25, maar niet meer dan 50 pct de H.L. f 13'50 meer is dan 50, maar niet meer dan 75 pct. .. de H L f 20 25 meer is dan 75 pct J de } 2j 63 Post 2 64 Hl Andere alcoholen (1) en producten en zelfstandigheden daarmede samengesteld (9), zoomede met aethyl- of methylalcohol of houtgeest samengestelde producten en zelfstandigheden, welke met behooren tot onderdeel I of II en waarvoor geen belasting in het tarief is aangegeven : verpakt of in tabletvorm (2) waarde 8 pct. BIJZONDERE BEPALINGEN. 1 Bii de herleiding tot 50 pct. voor de toepassing van onderdeel II, lett' b van den post worden de daartoe behoorende producten en zeifBtaMdigheden geacht het gehalte aan aethylalcohol te hebben, dat daaraan volgens de accijnswet wordt toegekend. 2 Van producten en zelfstandigheden in deegvorm of anderen dan vloeibaren staat, welke behooren tot onderdeel II^van den post zal het netto-gewicht van de goederen in de aangifte bedoeld bij art. 120 der Algemeene wet van 26 Augustus 1822 (Staatsblad no. 38) moeten worden vermeld. , . , Voor de berekening van den accijns en het invoerrecht zal voor zooveel noodig, het netto gewicht tot litermaat worden herleid door het soortelijk gewicht te stellen op 0,8 (10). 3 Bii invoer van producten en zelfstandigheden op of in alcohol, wordt ook voor het bepalen van het alcohol- en het smkergehalte het volumen en het netto gewicht gesteld op dat van den alcohol met de daarin aanwezige producten en zelfstandigheden te zamen. 4 Voor reuk- en toiletwater, vermengd op de wijze als door Onten Minister van Financiën zal worden voorgeschreven wordt de accijns «lerhts voor de helft geheven, indien de invoer plaats heeft m de verpakking waarin de aflevering geschiedt aan het publiek en deze verpakking behoorlijk is gesloten en geétiquetteerd en geen grooteren inhoud heeft dan van Va uter (41)- 5. De verificatie bedoeld bij art. 147 der Algemeene wet van 26 Augustus LSZl {Staatsblad™. 38) is niet verphchtend voor de producten^ welke worden ingevoerd op flesch, kruik of andere verpakking inhoudende 1200 gram of minder (12). 1 Voor methylalcohol en hetgeen daarmede is samengesteld is handhaving van het thans bestaande invoerrecht Üoodig omdat methylalcohol wordt gebruikt voor het vervalschen van dranken en het bereiden van reukwaters, waardoor'bij een laag recht op het artikel, voor de schatkist nadeel zou kunnen ontstaan. «t,..i..i De zoogenaamde hoogere alcoholen als amyl-, butyl- en propyWcokd onderdeel III van den post), zullen evenals thans, zonder betaling van belasting kunnen wordeningevoerd. Met het oog op post no. 30 (chemicaliën en chemische producten) is het ter voorkoming van geschillen echter noodig het verpakte en getabletteerde artikel te onderwerpen aan een invoerrecht van 8 pct. der waarde. Mem. v. l. 2. Zie aant. 2 op art. 1. 64 65 Post 2 3. De bedragen van f 667 de H.L. en f 840 de 100 K.G., komen overeen met de belasting op zuiveren aethylalcohol. De accijns toch bedraagt voor 1 L. alcohol 2 x f 3,— = f 6,— 10 opcenten = f 0,60 en het invoerrecht 2 x f 0,03" = f 0,70 Totaal f 6,67 Het soortelijk gewicht van zuiveren aethylalcohol is 0,7941 bij 15° C. Een belasting van f 6,67 voor 0,7941 K.G., is dus gelijk aan f 8,40 (nl. (n^f x !) Per K-G- of f 840 per 100 K.G. In Weekblad no. 2720, blz. 386, wordt er op gewezen, dat voor „verpakte" houtgeest de belasting bedraagt het hiervoren uit den accijns en het invoerrecht berekende bedrag, vermeerderd met 8 pct. der waarde, terwijl voor „verpakte" aethylalcohol verschuldigd is de accijns, vermeerderd met 8 pct. der waarde en niet tevens met een invoerrecht van f 3,50 per H.L. ad 50 pct. 4. Op het buitenlandsch gedistilleerd wordt, onverminderd het invoerrecht, een accijns geheven, tot hetzelfde bedrag en naar dezelfde grondslagen (a) als bij Hoofdstuk I ,|8er wet van 20 Juni 1862, S. no. 62, V. v. V. no. 29, voor het binnenlandsch gedistilleerd zijn of later worden vastgesteld (b), voor zoover daarop bij het volgende artikel geen uitzondering gemaakt is. Van den accijns zijn vrijgesteld buitenlandsche producten en zelfstandigheden, welke bij een temperatuur van 15° Celsius, geen hooger gehalte aan aethylalcohol hebben dan in verhouding van 5 L. op den H.L. Art. 1 der wet van 1 Mei 1863, S. no. 47, V. v. V. no. 29, aangevuld bij art. 36 der hiervoren opgenomen Tariefwet. § 1. Met afwijking van de voorschriften, bedoeld bij art. 3, § lc, der genoemde wet van 20 Juni 1862, worden: m a. de buitenlandsche zoete (c) likeuren | beschouwd een sterkte te hebben van püf>-en-zestig pct (d):; n b. met buitenlandsche zoete likeuren gelijkgesteld alle gedistilleerde of uit gedistilleerd bereide geestrijke dranken, ingevoerd op flesschen of kruiken, kleiner dan van twee liter; en c. de buitenlandsche reukwaters, vernissen en andere (e) bij art. 2, lett. b, dier wet bedoelde vloeistoffen beschouwd een sterkte te hebben van negentig pct. § 2. Wordt evenwel, bij opneming volgens art. 3 der voormelde wet, waartoe de ambtenaren steeds bevoegd zijn, een hoogere dan de onder a of c vermelde sterkte bevonden, dan geschiedt de herleiding, volgens dat wetsartikel, naar de bevonden sterkte. § 3. Insgelijks is de invoerder bevoegd om bij de aangifte volgens art. 120 der Alg. wet van 26 Aug. 1822, S. no. 38, te zijnen koste het opnemen van de juiste sterkte der onder § lc van dit artikel vermelde vloeistoffen met uitzondering van de reukwaters en het verrichten der herleiding naar deze sterkte te vorderen, mits de invoer in geen geringere hoeveelheid dan van twee hectoliter en op fust of in flesschen van minstens vijf-en-twintig liter geschiede op de losplaatsen of kantoren van betaling, hiertoe in het bijzonder door Ons aangewezen (ƒ). Art. 2, alsvoren. (o) De accijns bedraagt derhalve thans f 300 de H.L. ad 50 pct. bij 15° C. Zie art. 1 der aangehaalde wet van 29 Juni 1862, laatstelijk gewijzigd door art. 1 der wet van 31 December 1920, S. no. 928, V. v. V. no. 1478. Tarief van Invoerrechten. I ■ Post 2 66 Krachtens art 37 dex „Lemingwet 1914" (V. v. V. no. 469), gewgzigd door art iVaér. wet van 20 JanuarFlMT, S. no. 192, V, v. V. no. 781, worden op den gedistiUeerdaccgns, die in het tfldperk van 1 Januari 1915—81 Deo. 1933 vorder, baar wordt, lfli opcenten geheven. Zie V- v. V. no. 1395. . tb) Bii de herleiding van een partij gedistilleerd tot de sterkte van 50 pct. moet na de vermenigvuldiging van de hoeveelheid met het cijfer der sterkte het product tweemaal worden genomen, tenzij men, ter bekorting, 61 de hoeveelheid öf het cijfer der sterkte, vóór de vermenigvuldiging dubbel neme. Zoo kan men S^omYöO H.L. gedistilleerd van 47,6 pct. tot gedistiifcerd van 50 pct. te herleiden, willekeurig stellen: ,„„.„,.-„. óf 5,5¥ X 47,6 X 2 = 5,23' H.L. ad 50 pct. ÓI 11,00 X 47,6 = 5,23" „ „ 50 „ óf 5,50 X 95,2 = 5,23" „ „ 50 „ Res. 2 Mei 1S63, no. 66, V.no.86,%1. ic) Ingeval de likeuren geen verzoetende bestanddeelen bevatten, is art. i, i lo der wet van 1 Mei 1863 niet van toepassing en moet dus, behoudens het bepaalde bh" lett. b dier paragraaf, de accijns en het invoerrecht berekend worden naar de werkelijke sterkte fl&. 9 Juni 1893, no. 30, V.no. 6; afzonderlijk ingevoerde naaimachine- en schrijfmachinekappen;^f00?,1*0^: Echendragers; toonkastjes; grafkransbakken;tube.;; ge^bakjea, inzetten voor geldtrommels ; spaarpotten ; offerblokken ; coUectebussen , .ïSSS^en- ™* uitzonde'ring van haspels, garenklosjes, standaard^ rekken, lijsten en andere artikelen zonder inhoudsruimte — andere dergelijkeUartikelen, waarin goederen in afwachting van gebruik: tijdehjk worden bewaard of opgeborgen, waarin goederen brrve^oop zijn of worden verpakt of bij aflevering worden verzonden of rondgebracht waarin goederen in afwachting van wegvoering worden yerzameldlol omgevangen, ol waarin zij worden overgebracht om daarin of daaruit ?ePwor2 gébruikt, of welke met eenigerlei dergelijk doel tot het opnemen van goederen worden aangewend. 3. Voor de toepassing van den post zullen artikelen voorzien van deksel of ander afsluitmiddel, data&et door middel van scharnier, kleefstrook of op andere wijze ^«fc aan de voor berging mgernjte. üMf ^SverbondeE. wanneer alleen het deksel of andere afsluitnuddeV*^; ïon van oorloog, haak, knop, handvat of handgreep, en mandkruiken 72 73 Post 13 (kruiken omkleed met vlechtwerk of geplaatst in mand), bij welke niet de kruik zelve, -maar alleen het vlechtwerk of de mand is voorzien van hengsel, oor of ooren, niet geacht worden van oor, oog, haak, ring, enz. te zijn voorzién. 4. Van het volgens den post verschuldigd invoerrecht worden vrijgesteld : a. stroohulzen; 6. bijenkorven en bijenkasten; c. darmen, blazen en dergelijke dierorganen ; d. condensatiepotten; e. smeer- en vetpotten en smeertoestellen en de daarvoor gebezigde potten; /. gelatinecapsules voor pharmaceutische doeleinden ; g. smeltkroezen (6); h. elevatorbakjes; i. melkmeetemmers voorzien van meetschaal. 1. Verpakkingsobjecten zijn geen toonbankartikelen en komen dus volgens de beginselen van het ontwerp niet voor belasting in aanmerking. Er bestaat echter tusschen het verpakkingsobject eenerzijds, het bergingsmiddel anderzijds een zoo groote mate van verwantschap, dat het voortdurend aanleiding zou geven tot geschil, wanneer voor de toepassing van het tarief tusschen dei» beide artikelen onderscheid werd gemaakt. De handel legt er zich immers op toe de verpakking van goederen steeds sierlijker en aantrekkelijker te maken ten einde de verkoopbaarheid der goederen te verhoogen. De sierlijke bussen waarin biscuits en thee worden afgeleverd, de fraai geslepen flacons en de sierlijke kruiken en flesschen waarin zout, mosterd, suikerwerken, reukwaters en dranken ten verkoop worden aangeboden, zijn dikwijls niet te onderscheiden van de bussen, flesschen, kruiken en flacons gebezigd in huishouden en keuken. Het behoort zelfs geenszins tot de uitzonderingen, dat de goederen zoodanig zijn verpakt, dat zij door den verbruiker hoofdzakelijk worden gekocht om zich een voor keuken, huishouden of kaptafel geschikt gebruiksvoorwerp te verschaffen. Het is met het oog op deze omstandigheid niet mogelijk verpakkingsartikelen met name vrij te stellen. Mem. v. T. 2. In verband met de belastinggrenzen zullen de werkelijk grove verpakkingsartikelen, als kisten en ijzeren vaten, welke een gewicht hebben.van 5 K.G. of meer, zonder betaling van rechten kunnen worden ingevoerd, en zullen in hoofdzaak alleen belast zijn de verpakkingsobjecten, waarin de goederen aan den verbruiker worden afgeleverd. Mem. v. T. 6 Reservoirs, tanks, ketels, bakken en andere bedrijfshulpmiddelen van eenigen omvang, en, zooals reeds opgemerkt, kisten en ijzeren vaten, welke een gewicht hebben van meer dan 5 K.G., zullen zonder betaling van rechten kunnen worden ingevoerd. Mem. v. T. 3. Zie hierbij art. 30, sub 10. 4. Zoowel ter voorkoming van geschillen als met het oog op een averechtsche bescherming verdient het aanbeveling artikelen van PaPier» glas of weefsel te belasten volgens de regelen van de posten, waartoe zij öp grond van haar samenstelling behooren, Mem. v. T. Post lfc—14 74 6. Daar het begrip bergingsmiddelen niet voldoende vaststaat, is het wenschelijk door voorbeelden aan te geven wat daaronder voor de toepassing van het tarief moet worden verstaan. Zooals uit de Bijzondere bepaling blijkt, zal aan dit begrip een ruime beteekenis worden gegeven. Mem. v. T. 6. Smeltkroezen zijn uitsluitend hulpmiddel voor de industrie, zoodat dit artikel niet voor het heffen van invoerrecht in aanmerking kan komen. Mem. v. A. 14. Bier. I. Ingevoerd op flesschen of kruiken inhoudende 1200 gram of minder, behalve het invoerrecht aangegeven sub II 8 pet. II. Ingevoerd op andere wijze de H.L. f 12,- BIJZONDERE BEPALINGEN. 1. Tot den post behooren, met inachtneming van het bepaalde hierna, alleen de in bierbrouwerijen vervaardigde, niet overgehaalde dranken, welke in het algemeen met den naam van bier worden aangeduid en als zoodanig worden gedronken, ook al mochten daaraan na de vervaardiging eenige vreemde bestanddeelen zijn toegevoegd (1). 2. De sub 1 bedoelde dranken, welke bij 15° Celsius meer dan 9 L. alcohol per H.L. bevatten, of welke meer dan 1 pct. saccharine of andere kunstmatige zoetstoffen of meer dan 25 pct. suiker bevatten, zullen voor de toepassing van het tarief niet als bier worden aangemerkt (2). 1. Met het oog op de omstandigheid dat de naam bier ook wel wordt toegekend aan dranken, welke in den eigenlijken zin van het woord niet als bier zijn aan te merken, is bij Bijz. bepaling no. 1 te kennen gegeven, welke dranken voor de toepassing van het tarief als bier zullen worden aangemerkt. Dranken als het zoogenaamde gemberbier zullen dus niet Worden belast volgens post no. 14, maar volgens post no. 79 of post no. 105. Mem. v. T. 2. Ter voorkoming van frauduleuze handelingen is bij Bijz. bepaling no 2 bepaald, dat dranken, welke bii 15° Celsius meer dan 9 L. alcohol per H.L. bevatten of welke meer dan 25 pct. suiker bevatten, voor de toepassing van het tarief niet als bier zullen worden aangemerkt. De importeurs van bier zullen van deze bepaling geen nadeel ondervinden. Het als grens gestelde gehalte is hooger dan dat van eenige biersoort. h , . Verder wordt bij deze BHz. bepaling nog rekening gehouden met de omstandigheid dat sommige biersoorten een weimg saccharine bevatten. Werd dit niet gedaan dan zouden dergelijke biersoorten op grond van art. 4 der wet moeten worden belast volgens post no. 104 (a), en dus onderworpen zijn aan een recht van f 27 de 100 K.G. pok van deze bepaling zal de importeur van bier geen hinder ondervinden. Het gehalte aan saccharine is steeds veel kleiner dan 1 pct. Mem. v. l. la) Tenzij wegens het alcohol-gehalte post no. 2 van toepassing is. Verg. Weekblad no. 2721, bis. 391 75 Post 15—17 15. Bijouterieën en lijfsieraden en andere n. a. g. artikelen voor persoonlijk of lijfsgebruik of welke worden gebruikt tot opschik of tooi van den mensen, artikelen voor beelden en dergelijke inbegrepen (1) 8 pct. BIJZONDERE BEPALINGEN. 1. Tot den post behooren niet alleen colliers; hals- en horlogekettingen ; broches ; oorbellen ; oorringen ; armbanden ; aanhangers ; medaillons ; ringen ; dasspelden ; diademen ; kronen ; oor- of hoofdijzers en toebehooren, en dergelijke artikelen, maar ook doek-, rok-, muts- en andere kleedspelden; sier- en andere draagkammen; mof-, waaierspince-nez- en sleutelkettingen; hoedspelden, hoedenpennen en de daarbij gebezigde hoedepenjjopjes ; pprtefleurs ; waaiers ; aigrettehouders ; kettingschuiven ; dasringen ; sleutelringen ; sleutelaanhangplaatjes ; veiligheidsinrichtmgen tegen het verhezen van broches en dasspelden, en dergelijke artikelen voor persoonlijk- of lijfsgebruik ; zoomede breloq'uge charivari, signetten en andere van musquetton, haak, oog of dergelijke' inrichting voorziene artikelen, welke dienen ter versiering of completeering van colliers, armbanden, oorbellen en andere tot den post behoorende artikelen. 2. Colliers, ketljjngen en armbanden, niet voorzien van musquetton, haak, veerring, sluiting of andere inrichting voor het verbinden der uiteinden of voor het bevestigen aan kleedingstukken of andere voorwerpen, of waarvan de uiteinden niet op eenigerlei wijze zijn samengevoegd, behooren naar gelang van hunne samenstelling tot post no. 65 of post no. 73. 1. Blijkens de redactie van den post en de daarop in de Bijz. bepaling gegeven toekohtuig, zullen volgens dezen post niet alleen worden belast de eigenlijke bijouterieën en lijfsieraden, maar alle niet afzonderlik genoemde artikelen, welke worden gebruikt voor persoonlijk of lijfsgebruik of tot opschik of tooi. Daar in het tarief geen posten worden aangetroffen voor metaalwaren en kramerij-artikelen, is het noodig aan den post een dergehjke uitbreiding te geven. Mem. v. T. 16. Biljarten en biljarttoebehooren. j^S^f16^ ^' a' B'' tafett»ljarten, zoogenaamde Russische biljarten en dergelijke bujarten daaronder begrepen ; biljartleiplate»,bij den invoer voorzien yan doppen of stoppen tot aaneenheohting der Verschillende platen ; biljartbonden ; al dan niet van gummibanden voorziene biljartranden, en andere biljartdeelen, welke enkel na beitsen, pofitoeren schilderen oL dergelijke bewerking, of Wel zonder eenige nadere bewerking of afwerking, voor het ineenzetten van voor dadelijk gebruik geschikte biljarten aijn aan te wenden, zoomede biljartballen, biljartqueuën en pomeransen, biljartkrijthouders, Hotelramen en potspeïstoelen 8 pct. m '7* B^dtin, tinfoelie en, me* uitzondering van het als verfwaar gebezigd bladmetaal m boekjes, ander bladmetaai in al dan niet doorboorde, be- 75 Poat 17-19 76 drukte, versierde oï op dergelijke wijze verder bewerkte bladen, vellen oï stukken, welke per vierkanten meter een gewicht hebben van 500 gram of minder (1) 6 Pct* 1. Hoewel het artikel niet als een toonbankartikel is aan te merken, en dus volgens de beginselen van het ontwerp feitelijk niet voor belasting in aanmerking zou komen, zal dit verpakkingsmateriaal aan belasting onderworpen moeten blijven zoolang ook papier aan belasting onderworpen blijft. Door de aangenomen gewichtsgrens (500 gram per M».) blijft de bestaande vrijstelling voor het bekende bladtin en blad lood, gebezigd voor het bekleeden van theekisten en dergelijke artikelen, gehandhaafd. Mem. v. T. 18. Bloemen, bladeren, grassen, mos en dergelijke producten, zoowel natuurlijke als nagebootste. I. Natuurproducten: A. Afgesneden versche bloemen, bouquetten en kransen daarvan, en met afgesneden versche bloemen opgemaakte palmtakken, manden en andere bloemstukken, een en ander bij invoer in mandjes of andere verpakking : ,, * * en I. per collo bruto wegende 5 K.G. of minder per collo I l,öU 2 per collo bruto wegende meer dan 5 K.G., (onderdeelen van het kgr.' bruto te verwaarloozen) het kgr. bruto f 0,30 B. Bloemen, bladeren, takken, stengels, mos en andere dergelijke plantendeelen, gedroogd of op eenigerlei wijze gepraepareerd of bewerkt, en geschikt om, al dan niet na samenvoeging of in vereeniging met andere artikelen, te worden gebezigd als hoed-, wand-, graf-, woning-, lijfs- of dergelijke versiering, en de met zoodanige bloemen, bladeren of andere plantendeelen samengestelde bouquetten, takken, tuilen, kransen, planten, manden, potten, enz., met uitzondering van met „verpakt" ongeverfd mos ° Pc*' II. Andere dan natuurproducten : Kunstbloemen en kunstbladeren van papier, pluche, zijde of katoen of wel van porselein, was, glas, gummi of metaal, voor hoed-, wand-, graf-, woning- of lijfsversiering, en andere dergelijke nabootsingen van bloemen, bladeren, knoppen, grassen, planten, vruchten of andere natuurproducten, en de met zoodanige bloemen, bladeren en nabootsingen samengestelde bouquetten, takken, tuilen, kransen, planten, manden, potten, enz. (kunstmos, kunstkerstboompjes en dergelijke artikelen daaronder begrepen); zoomede meeldraden, zaadhulzen, stelen, bloem- en kelkbladeren, afzonderlijk ingevoerde loofbladeren en andere dergelijke n.a.g. artikelen gebezigd om kunstbloemen, kunstbladeren en dergelijke nabootsingen te vervaardigen of samen te stellen .... 8 pct. 19. Bloempotten, bloembakken, bloemhangers, bloemvazen, bloemenbowls en andere bloem- en planthouders, en de daarbij gebezigde cachepots, nzet- en onderzetbakjes .... • • vd.v;.... 8 pct. 77 Post 30 20. Bont, ook veerenbont; dierhuiden en vogelveeren (1). I. Boa's, bonten, stola's, manchons, chèles, kragen, moffen, polsmofjes en andere dergelijke aan hals of handen te dragen artikelen, geheel of gedeeltelijk bestaande uit veeren, dons of bontstaart of uit van haar, veeren, dons of bontstaart voorziene dierhuid 8 pct. II. Diervellen, welke blijkens het opgevuld zijn van den kop met stroo of ander vulmiddel, of welke blijkens een daaraan aangebrachte voering, voeringrand of kunstkop, bestemd zijn om te worden aangewend als vloer-, wieg-, wagen- of dergelijke kleeden of wel als wandversiering 8 pct. IH. Bontstaarten 8 pct. IV. Veeren, met uitzondering van bedveeren en dons, zoomede aigrettes, vleugels en met veeren of dons bedekte dierhuiden of deelen van dierhuiden, een en ander voor zoover geschikt om zonder nadere bewerking te worden gebruikt als modewaar (2—3) 8 pct. V. Veeren, dons of bontstaart en van haar, veeren, dons of bontstaart voorziene dierhuid, aaneengehecht of aaneengenaaid tot banen, stukken, strooken, enz., ook wanneer, als bij pelsvoeringen in rokvorm, de uiteinden dier banen, stukken, strooken, enz., zijn samengevoegd! zoomede niet aaneengehechte, van haar, veeren, dons of bontstaart voorziene dierhuid, bekleed met watten of met tot post no. 85 behoorende weefsels of stoffen bij g BIJZONDERE BEPALING. Voor de toepassing van onderdeel V van den post, in hun geheel ingevoerde diervellen, ook wanneer kop en pooten daaraan ontbreken, waarvan de gescheurde of beschadigde deelen zijn aaneengehecht of aaneengenaaid, of door het zoogenaamde uitlaten van het vel op andere plaatsen, zijn hersteld, niet als aaneengenaaide diervellen aan te merken. 1. Bontvellen zullen, mits niet aaneengevoegd als bij onderdeel V yan den post is aangegeven, ongeacht hun bestemming, zoowel in bereiden, als in onbereiden staat, zonder betaling van rechten kunnen worden ingevoerd. Op technische gronden is het gewent»** vellen, welke tot banen, banden, reepen of strooken zijn aaneengevoegd, aan een invoerrecht te onderwerpen. Elk stuk bontwerk bestaat immers doorgaans uit aaneengenaaide vellen of deelen, daar van, welke voor zooveel noodig met watten zijn opgevuljL en met zijde of andere stof zijn gevoerd. Wanneer ook aaneengenaaide vellen zonder betaling van rechten zouden kunnen worden ingevoerd, zou men dus kunnen pogen het invoerrecht op bontwerk te ontgaan, door dit in onafgewerkten staat, dat is zonder opvulsel en voering in te voeren, in welken staat het met als bontwerk zou kunnen worden belast. Om deze handeling te voorkomen is het dus noodig aaneengenaaide vellen aan belasting te onderwerpen. Mem. v. T. 11 Post 20^24 78 2. Paradijsvogels voor hoedversiering zijn aan invoerrecht onderworpen volgens post no. 20, sub IV. Mem. v. T. 3. Onbewerkte veeren en vogelhuiden zijn van invoerrecht vrijgesteld. Toelichting bij Nota van wijzigingen. 21. Borstels, schuiers, wisschers, penseelen, kwasten en boentoestellen, zoomede voetenschrappers. I. Voetenschrappers al dan niet gemonteerd met borstel 8 pct. II. Kleeder-, hoed-, haar-, tanden- en nagelborstels, scheerkwasten en andere toiletborstels en toiletkwasten ; vloerborstels ; werkborstels ; plumeaux ; penseelen ; verfkwasten ; kamerstoffers; kamervegers ; lampewisschers ; pijpewisschers ; luiwagens ; raagbollen ; zoogenaamde Amerikaansche karpetschuiers ; vloerboen- en vloerwrijftoestellen (ook electrische), voor het schuren of boenen van linoleum-, parket- of andere vloeren ; boenders ; straat- en 'stalbezems, en andere borstels, schuiers, vegers, wisschers, penseelen en kwasten, welke bij het gebruik, zij het ook na het aanbrengen van handvat, handgreep, steel, lus of andere inrichting, met hand of voet worden heen en weer bewogen, nagelpoetsers, poetskussens, kunstsponsen en dergelijke artikelen daaronder begrepen 8 Pc** BIJZONDERE BEPALING. Natuurlijke sponsen, mits niet voorzien van handvat, handgreep, steel, lus of andere inrichting om met hand of voet te worden bewogen, behooren niet tot den post. Borstels, schuiers, boenders, bezems, kwasten, in gewoon ongeverfd hout vervat, zonder eenige versiering, zijn niet aan invoerrecht onderworpen. 22. Brand- en geldkisten, brand- en geldkasten,ook zoogenaamde tabernakelkasten, zoomede geldcassetten en geld- en effectentrommels; brandkastrompen en kluis- en brandkastdeuren, tusschendeuren en contróledeuren voor kluizen, mits voorzien van brandvrije vulling, daaronder begrepen 8 P6** 23. Brillen en lorgnetten v.a.s., stof- en zonnebrillen, pince-nez,gemonteerde oogglazen en faces a main daaronder begrepen, stereoscopen, microscopen en vergrootglazen van allerlei aard, ook draadtellers en leesglazen, telescopen, periscopen, afstandsmeters, binocles en verrekijkers, sextanten, octanten, quadranten, azimuthtoestellen, hoekmeeten waterpasinstrumenten en andere instrumenten, voorzien van een lenzenstelsel ter verhooging van de gezichtssterkte, zoogenaamde museumkijkers, in rand of houder gevat optisch glas, en andere dergelijke artikelen gebezigd tot verhooging der gezichtssterkte of ter bescherming van het oog, en de voor een en ander gebezigde monturen 8 pct. 24. Bron-, bad- en reukzouten ; verpakt of in tabletvorm ... 8 pct. I. n. 79 Post 26—27 25. Bron- en mineraalwater, zoowel natuurlijk als kunstmatig, eau gazeuse en koolzuurhoudend water, ingevoerd op flesschen of kruiken of andere verpakking, inhoudende 1200 gram of minder. Op syphon-, spuit- of hevelflesschen (1) .. 8pct. en 100 stuks f 1,— Overige 100 stuks f 1,— 1. Het recht van 8 pct. der waarde voor bron- en mineraalwater dat op syphon-, spuit- of hevelflesschen aan den consument wordt afgeleverd boven het recht van f 1 per 100 stuks flesschen, zal als emballagebelasting zijn aan te merken. 26. Buizen, pijpen en slangen. I. Buigzame metalen slang, waarvan de omtrek is 10 c M of minder W 8 pct. H. Buizen, pijpen en slangen, geheel of gedeeltelijk bestaande uit veerkrachtig of elastisch caoutchouc 8 pct. BIJZONDERE BEPALINGEN. I. Buizen, pijpen en slangen geheel of hoofdzakelijk vervaardigd van zelfstandigheden, welke behooren tot een der posten nos. 45 85 of 97, voor zoover niet behoorende tot post no. 6 of tot onderdeel II yan dezen post, naar gelang van hare samenstelling te belasten volgens de regelen van de posten nos. 45, 85 of 97. 2. Het bepaalde sub 3 van de Bijzondere bepalingen op post no 6 is mede van toepassing op onderdeel II van dezen post. 1. Wat de metalen buis betreft is alleen belast de buigzame metalen slang waarvan de omtrek 10 c.M. is of minder, een artikel, dat gebruikt wordt m huishouden en keuken als gasslang. Mem. v. T. 27. Cachetten en zak- en zegelstempels, v.a.s.,zoomede andere stempels, ook brandstempels, cliché's en drukplaten, welke bij den invoer zijn voorzien van een aangezet handvat of een aangezette handgreep (1) • een en ander ook met niet gegraveerd stempelvlak; letters en cijfers, 'alsmede merkletters, merkcijfers, merkplaten en merk- en schilderfiguren in schablonevorm ... o * 8 pct. BIJZONDERE BEPALINGEN. • V * ^Iombeer-> Perforeer-, controle- en dergelijke tangen behooren niet tot den post. Numerateurs en andere met mechaniek werkende stempels te belasten volgens post no. 1. 2. Van het volgens den post verschuldigd invoerrecht worden vrijgesteld : J 79 80 a. drukletters en drukcijfers van metaal of hout, zooals worden gebruikt m Met'boekdrukkers- of boekbindersbedrijf ; b. brand- en slagletters en brand- en slagcjffèrs, tenzij bij den invoer voorzien van een aangezet handvat of aangezette handgreep ; c. brandstempels met daaraan verbonden inrichting voor benzineof andere dergelijke verhitting. 1. Door alleen de cachetten en stempels te' belasten, welke by' den invoer zijn voorzien van een aangezet handvat, worden bedrijfshulpmiddelen als de cliché en de drukplaat, vanzelf van de toepassing van den post buitengesloten. Brand- en slagletters en brand- en slagoijfers, mits niet voorzien van een aangezet handvat, zoomede brandstempels met benzineverhitting en de drukletters en drukcijfers, gebruikt in het boekdrukkers- en boekbindersbedrijf, worden bovendien bij Bijzondere bepaling no. 2, lett. a, met name vrijgesteld, terwijl door Bijzondere bepaling no. 1 wordt voorkomen dat men den post ook zal toepassen op plombeer-, perforeer- en contróletangen. Mem. c. T. 28. Caoutchoup^ubber en guttapercha, en n.a.g. artikelen yan caoutchouc, rubber of gutta-percha vervaardigd (1). I. Caoutchouc, rubber en gutta-percha in bladen, vellen, stukken of niet doorboorde schijven, welke per vierkanten meter een gewicht hebben van 100 gram of minder 8 pct. II. Ringen, ringvormige gesloten randen en van opening voorziene schijven, een en ander voor zoover die artikelen per stuk een gewicht hebben 'van 25 gram of minder ... 8 pct. III. Ballons en peren voor spuit-, schenk- en sproeikurken, voor sianaaltoestellen, vaporisateurs, phototoestellen en dergelijke artikelen 8 Pct- IV. Anticonceptioneele middelen 8 pct. BIJZONDERE BEPALINGEN. .1. Synthetische rubber en andere producten en fabrikaten, welke op grond van hunnen aard en hunne veerkrachtige of elastische eigenschappen met natuurlijke caoutchouc, rubber of gutta-percha zijn gelijk te stellen, voor de toepassing van den post als caoutchouc, rubber of gutta-percha aan te merken. v ^tfti; • «i i ™3f 2. Caoutchouc, rubber en gutta-percha, bekleed of ingelegd met'tot post no. 85 behoorende weefsels of stoffen en hetgeen daarvan is vervaardigd, voor zoover zij niet behooren tot een anderen post, te belasten volgens post no. 85 ; artikelen, welke op grond van Bijzondere bepaling no. 2, lett. c op post no. 41, behooren tot post no. 41, volgens laatstgemelden post. 81 Post 28—30 3. Artikelen van hardgummi, eboniet en andere niet veerkrachtige of elastische caoutchouc, rubber- of gutta-percha, behooren niet tot den post. 1. Door de bij den post voor het artikel aangenomen gewichtsgrens bluft de bestaande vrijstelling van pakkingstof bestendigd. Tot onderdeel II van den post zullen-ia fiöofdzaak behooren couponringen, ringen voor notitieboekjes en bierflesschen, randen voor inmaakflesschen en dergehjke. Door de belastbaarheid van deze artikelen te beperken tot die, welke een gewicht hebben van 25 gram of minder, wordt pakkingsmateriaal van zelf van de toepassing van den post buitengesloten. Artikelen van hardgumnjj], eboniet of dergehjke stof — doorgaans bedrijfshulpnüddelen — zijn, blijkens Bijz. bepaling no. 3 op den post, van de toepassing van den post uitgezonderd. Uit de omstandigheid, dat bij den post Caoutchouc, rubber en guttapercha verschillende uit caoutchouc of rubber vervaardigde artikelen, welke thans aan invoerrecht onderworpen zijn, niet met name zijn genoemd, mag geenszins worden afgeleidt dat fjm, «onder betaling van rechten zullen kunnen worden ingevoerd. In verband met het stelsel, dat bij de samenstelling van het tarief is gevolgd, om de te belasten artikelen met name in het tarief te noemen, is post no. 28 slechts als een aanvullingspost te beschouwen. Verschillende rubberartikelen toch zullen op grond van hun aard behooren tot een anderen post, en volgens dien post aan rechten onderworpen ma. Zoo behooren, om slechts enkele voorbeelden te noemen, automobielen rijwielbanden tot post no. 6, gummioverschoenen tot post no. 108, gummirijtuigmatten tot post no. 123 en gummiverplegingsartikelen tot post no. 132. Mem. v. T. 29. Carnaval-, balmasqué-, cotillon- en zoogenaamde feestartikelen, ratels, fluiten, mutsen, maskers, mombakkesen, pistaches en dergelijke artikelen daaronder begrepen (1) 8 pCk 1. Hoewel het meerendeel van de artikelen, welke tot dezen post behooren, op grond van hun samenstelling behooren tot een der posten nos. 85 of 97, of op grond van hun aard tot een der posten nos. 11, 90,111 of 114 en dus eok aan invoerrecht onderworpen zouden zijn, wannee»i«q niet met name belast waren verklaard, verdient het met het oog op de omstandigheid, dat zendingen ■>,an deze artikelen doorgaans bestaan uit voorwerpen van zeer verschillenden aard, niettemin aanbeveling deze artikelen met name in het tarief te noemen. Het aangeven van dergelijke zendingen zal daardoor gemakkehjker worden gemaakt. Mem. v. T. 3O Chemicaliën en chemische producten, calciumsaccharaat en andere dergelijke suikeirerbindingen, chloralhydraat, aether sulfuricus, chloroform, azijnaether, spiritus nitri dulcis en andere dergelijke uit alcohol gestookte of bereide stoffen en dergelijke artikelen daaronder begrepen, zoomede, behoudens het bepaalde sub 2 der Bijzondere bepalingen, producten en zelfstandigheden, welke voor een aanmerkelijk gedeelte uit chemicaliën of chemische producten bestaan (1). Tarief van Invoerrechten. I g Post 30 82 I. Azijnaether, salpeteraether en andere dergelijke- uit of met alcohol bereide oi gestookte stoffen, waaruit aethyl- of methylalcohol is terug te winnen (2): a. verpakt of in tabletvorm 8 pet. en het K.G. I 8,40 b. ingevoerd op andere wijze het K.G. f 8,40 II. Calciumsaccharaat, ijzersaccharaat, strontiumsaccharaat en andere dergelijke verbindingen van suiker, waaruit de suiker is terug te winnen : ,Aftir/i »nn a. verpakt of in tabletvorm 8 pct. en 100 K.G. ï 27,— b. ingevoerd op andere wijze 100 K.G. f 27, UI. Overige tot den post behoorende artikelen : verpakt of in tabletvorm 8 Pck BIJZONDERE BEPALINGEN. 1. Tot onderdeelen I en II van den post behooren alleen de stoffen en verbindingen, welke door Ons bij algemeenen maatregel van bestuur worden aangewezen. 2. Producten en zelfstandigheden, welke voor meer dan 5 pct. bestaan uit de stoffen, welke behooren tot onderdeel II van den post of welke bij 15° C. voor meer dan 5 volumexpercenten zijn samengesteld met de stoffen, welke behooren tot onderdeel I van den post, zullen voor de toepassing van het tarief met die stoffen gelijk worden gesteld. 3. Ten aanzien van de tot onderdeel I van den post behoorende artikelen welke bij 15° C. meer dan 5 volumepercenten vrijen aethylalcohol bevatten, is het bepaalde bij art. 130 der Algemeene wet van 26 Augustus 1822 (Staatsblad no. 38) van toepassing als waren die goederen in dat artikel genoemd (3). 1. Het belasten van chemicaliën blijft, voor zoover deze niet aan belasting Onderworpen »#» op grond van hun samenstelling met aether, alcohol en dergelijke producten, beperkt tot de artikelen, ingevoerd m verpakten of getabletteerden staat. De bestaande vrnstelling van.de artikelen, gebruikt als grondstof of hulpmiddel in de industrie, blijft daardoor bestendigd, Ammonia liquida, sel de soude en zwavelzuur zullen, wanneer zij dienen ten behoeve van de industrie, toch wel steeds worden ingevoerd in een grootere verpakking dan van 1200 gram (a). Mem. v. A. Alcali (soda), ammonia liquida, aetz-kaüloog, borax en andere chemicaliën zullen volgens post no. 30 alleen dan aan mvoerrecht onderworpen zijn, wanneer zij „verpakt" (een hoeveelheid van 1200 gram of minder) of „in tabletvorm" (200 gram of minder) worden ingevoerd. Mem. v. Antw. op het Voorl. V. der Eerste Kamer. la) Od vrijstelling zonder voorbehoud voor chemicaliën, welke als hulpmiddel in dé industrie dienst doen en hier tè lande niet of slechts in tter beperkte mate vervaardigd worden, zooals ftmtaÖ** liquida, sel de soude, zwavelzuur, enz. was in het Voorl. V. aangedrongen. 82 83 Post 30—31 2. Het stelsel, om de belasting op aethers en dergehjke stoffen afhankelijk te stellen van de hoeveelheid alcohol, welke voor het vervaardigen van die producten noodig is, wordt vervangen door een stelsel, waarbij alleen die producten aan invoerrecht onderworpen zullen zijn, uit welke de alcohol honend is terug te winnen. Op die wijze zal het meerendeel dier stoffen zonder betaling van eenig invoerrecht ten invoi^'kuJmen worden toegelaten. Hoewel uit al die stëtffen de voor de vervaardiging gebruikte alcohol geheel of gedeeftelijfc is terug te winnen, is echter die terugwinning gewoonlijk zoo kostbaar, dat de daarvoor te maken kosten waarschijnlijk hooger zullen zijn dan de alcoholaccijns, welke met die terugwinning is uit te sparen. Met sommige producten, waaronder azijnaether en spiritus nitri dulcis (a), is het echter anders gesteld. Uit deze is de alcohol, welke voor het vervaardigen is gebruikt, gemakkelijk terug te winnen. Deze zullen dus belast moeten blijven. Daar het niet mogelijk is om de producten, welke op bovenvermelden grond voor een invoerrecht in aanmerking komen, met name te noemen, wordt bij onderdeel I van den post in het algemeen een • invoerrecht voorgesteld voor de producten, waaruit de voor de. samenstelling gebruikte alcohol is terug te winnen. Het bedrag van dat invoerrecht is gesteld op het bedrag van den accijns en het invoerrecht, dat is verschuldigd bij invoer van één kgr. zuiveren aethylalcohol (b). Blijkens Bijzondere bepaling no. 1 op den post zal dit recht echter alleen worden toegepast op die producten, welke als zoodanig bij algemeenen maatregel van bestuur worden aangewezen. Als zoodanig zullen alleen worden aangewezen de producten waarvoor,,een belasting met het oog op de belangen van de schatkist onvermijdelijk is. Voor de saccharaten, waarvan het invoerrecht thans afhankelijk is van de hoeveelheid suiker, welke voor de samenstelling is gebruikt wordt eenzelfde regeling voorgesteld. Mem. v. T. (a) Onder deze benaming wordt ook wel aangeduid de in post no. 30 I genoemde salpeteraether. (b) Zie aant. 3 op post no. 2. 3. Daar het in verband met art. 4 zal kunnen voorkomen, dat bijv. een met aether samengesteld alcoholhoudend product niet zal worden belast volgens post no. 2, maar volgens post no. 30, is het ter voorkoming van geschillen gewenscht, dat omtrent die producten wordt gepaald, dat ook op dergehjke producten art. 130 der Alg. wet van 26 Aug. 1922, S. no. 38 (a), van toepassing zal zijn. Mem. v. T. (a) Genoemd art. 130 luidt: „Van de paspoorten van betaling der inkomende rechten van geraffineerd zout en vleesch zal een dubbel of duplicaat gelaten worden ih handen der aangevers om binnenslands plaats te houden voor quitantiën van betaalden accijns, wat betreft den inslag, uitslag, vervoer, peiling, visitatie en verantwoordelijkheid, als wordende aeze goederen m zooverre gelijkgesteld met accijnsgoederen Tja soortgelijken aard en daarop de bepalingen der bflzondere wetten toepassenjk verklaard." 31. Closets, al dan niet voorzien van zitting of deksel, closetzittingen en closetzittingdeelen (randen en deksels), zoomede urinoirs. I. Artikelen geheel of gedeeltelijk vervaardigd van metaal.. 5 pct. n. Overige artikelen 8 pct. 83 Post 32—33 84 32. Conserveerings- en bederfwerende middelen; desinfectie-, ontsmettings-, antiseptische- en reukverdrijvende middelen ; besproeiings-, wasch-, strijk, glans-, bleek-, ontkleurings- en reinigingsmiddelen; onkruid-, ongedierte- en insectenwerende of -doodende middelen; slijp-, polijst-, politoer-, poets-, wrijf-, schuur-, smeer- en oplosmiddelen ; looimiddelen ; roest- en ketelstwnwerende middelen; glazuur-, isoleer-, dichtings- en vochtwerende middelen; verpakt of in tabletvorm 8 pct. BIJZONDERE BEPALING. Slijp- en wetsteenen, zoowel natuurlijke als kunstmatige, behooren niet tot den post. 33. Controle- en telapparaten en n.a.g. (1), instrumenten en apparaten. I. Cyclometers, pedometers, speedometers, tachometers, pastellers, en andere dergelijke toer-, gang-, snelheid- en afstandsmeters voor vervoermiddelen, ruiters en voetgangers, waarmede de lengte van een algelegden afstand in kilometers of andere maat of de voor het vervoer verschuldigde prijs op eenigerlei wijze wordt aangegeven 8 pct. II. Water- en gasverbruiksmeters, welke een gewicht hebben yan 50 K.G. of minder en electriciteitsverbruiksmeters, welke een gewicht hebben van 25 K.G. of minder (2) 5 pct. UI. Kascontrole-apparaten, ook wel genaamd kasregisters.. 8 pct. IV. Biljarttelapparaten en apparaten voor het aangeven van den duur van een biljartspel, constateerapparaten gebezigd bij het houden van duivenwedvluchten, en andere dergelijke apparaten en toestellen gebezigd bij het houden van wedstrijden en spelen 8 pct. V. Weerstanden en transformatoren, welke een gewicht hebben van 3 K.G. of minder 8 Pct« VI. Morse seinsleutels 8 pct. VII. Luidsprekers 8 Pct* VU!. Toestellen en n.a.g. onderdeelen voor draadlooze telegraphie en telephonie, als seininrichtingen, ontvangtoestellen, versterkers en honigraatspoelen voor ontvangtoestellen, condensatoren, onderbrekers, smoorvonkenbanen, variometers en dergelijke 8 pct. IX. Volt- en ampèremeters, welke een gewicht hebben van 1 K.G. of minder (3) 8 Pct 1. Verschillende contróle-apparaten zullen zonder betaling van invoerrecht kunnen worden ingevoerd. Als zoodanig zijn o. a. te noemen manometers. Mem. v. T. 84 85 Post 33—35 8. Door het recht te beperken tot artikelen van een bepaald gewicht zullen de meters, gebruikt in de gasfabriek^ electrische centrale, zonder betaling van invoerrecht kunnen worden ingevoerd. Mem. v. T. 3. Volt- en ampèremeters, welke een gewicht hebben van 1 K G of minder, worden veelal gebruikt bij radiotoestellen en zijn derhalve' evenak deze, als toonbankartikelen aan te merken. Toelichting bij Nota van wijzigingen. ~* j 34. Doodkisten, zoomede graftakken, grafkransen en andere dergelijke losse grafveraiering (1), met uitzondering van artikelen opgemaakt met versche bloemen en takken, welke behooren tot post no. 18, sub I. .8 pct. 1. Ten opzichte yan grafkransen en bloemen, welke dienen tot versiermg van een lijkbaar, zijn voorzieningen getroffen bij art. 19, sub t. 35. Drop en drophoudende artikelen. oivD?P in&eYoerd in brooden, koeken of brokken, elk wegende ó of meer, of wel gegoten in kistjes, vaten of andere verpakking (1) • a. gezoet met saccharine of andere kunstmatige zoetstoffen . . 100 K.G. f 27,— 0. ander: voor elke 5 pct. suiker (onderdeelen van 5 pct. wanneer zij minder dan 1 bedragen te verwaarloozen, in andere gevallen voor geheele 5 pct aan te merken) ioo K.G. f 1,35 U. Drop ingevoerd op andere wijze, zoomede drophoudende artikelen : A. Verpakt (2) ; 8 pct. en 100 K.G. f 27,- B. Ander: ' 1. gezoet met saccharine of andere kunstmatige zoetstoffen n .. , 8 pct. en 100 K.G. f 27,— 2. overige artikelen 8 net gehaJtendien V0°r ^ ^ 2 genoemde artikelen' wanneer' het' suiker-' a. meer is dan 5, maar niet meer dan 10 pct 100 K.G f 2 70 b. meer is dan 10, maar niet meer dan 25 pct 100 K.G. f 6*76 1 meer 18 dan 25> maar niètnieer dan 50 pct. .. 100 K G f 1 a'ftn d. meer is Han É.f> nr- . -t ' „ ^aai Iueer uan /0 pci lw ^ ^ f 20,25 e. meer is dan 75 pct 100 K(J f 27'}_ BIJZONDERE BEPALINGEN. i. ï, J1®* bePaaIde s.ub 1 en 3 der Bijzondere bepalingen op post no. 70 is mede van toepassing op de producten en zelfstandigheden bedoeld bij onderdeel II van dezen post. ueuoeia 2. Artikelen, welke niet meer dan 5 pct. suiker bevatten, zullen voor zoover met samengesteld met saccharine of andere kunstmatige' aangemeerït.V00r * ^ ^ tarfef niet * d^P woS 85 Post 35—37 86 1 Voor drop, ingevoerd in koeken van 3 K.G. of meer (welk artikel óf wordt gebruikt als hulpmiddel in de industrie óf om daarvan hier te lande snoepgoedartikelen en dergelijke te vervaardigen) zal alleen een invoerrecht verschuldigd zijn, dat verband houdt met het smkergehalte. Drop in koeken, voor zoover vroeger onbelast. (o), zal dus niet hooger woroen belast dan met een recht van f2,70 of f 4,05 de 100 K.G. Mem. v. T. ia) Nl. drop, waarvan het zoetgehalte niet meer dan 13 pct. bedraagt. 2. Terwül in den regel de uitdrukkingen „verpakt en „m tabletvorm samengaan, komt hier alleen het woord „verpakt" voor. In Weekblad no 2727 blz 472 wordt opgemerkt dat drop vrijwel steeds voorkomt in' tabletvorm en het recht, evenredig aan het suikergehalte (zie onderdeel H, B. 2 van den post) nooit zou voorkomen, indien hier ook bet woord tabletvorm ware genoemd. msimOÊ *M ' Gelijk geval — zoo wordt verder opgemerkt — doet zich voor bij post no. 70 II, waaronder o.a. de steeds in tabletvorm voorkomende biscuits vallen. 36. Eet-, drink- en tafelgerei. Thee- koffie-, ontbijt en eetserviezen ; serviesdeelen en voorwerpen als koppen, schotels, schalen, kannen en borden, waarvan eenzelfde gebruik als van serviesdeelen wordt gemaakt; tafel- en toonbank-kolliefilters (filters, fütreertoesteUen en filtreerketels gebezigd bij het zetten van koffie); tafel- en toonbank-koffieaftapketels ; bouilloirs ; samovars; thee- en koffieschenkzeven; hors d'oeuvre- en frmtschalen; taart-, koek- en gebakschotels en de daarbij gebruikt wordende dienschoteltjes; fruit- en broodmandjes ; koek- en beschuitdoozen ; compotieres ; pasteibakjes ; eetschelpen ; etenschuivers ; eierscharen ; zoutvaatjes ; olie- en azijnstellen ; zuurstellen ; peperbussen; likeur- en waterstellen ; melkbekers ; eierdopjes ; kannen voor water, wijn, bier of likeur ; bourgognemandjes ; flesschenhouders ; flesschenbakjes ; glazenbakjes ; onderlegplaatjes voor bierglazen, en de daarbij gebezigde houders ; kurketrekkers (aan den wand aan te brengen hefboomkurketrekkers en dergelijke daaronder begrepen); pushers voor het openen van kogelfleschjes; zuigrietjes (stukjes riet welke eene lengte hebben van meer dan 10, maar niet meer dan 25 c.M., gebezigd bij het gebruik van dranken); lek- of morsringen; notenkrakers; notenpellers; presenteerbladen; thee- en koffiebladen; tafelmatjes; tafelplaatjes; vingerkommen; messenleggers ; menu- en eetschelphouders ; versierde metalen yleeschpennen ; servet- en vingerdoekjesringen; tafelkleedklemmen ; tandenstokers én andere dergelijke artikelen gebezigd bij het tafeldekken of net aanbieden, opdisschen en nuttigen van eetwaren en dranken, en de voor die artikelen gebezigde tuiten, lek- en onderlegplaten » pci. 37. Eetwaren, dranken en eetwaar- en drankingrediënten n.a.g. (1). I. Beschuit (beschuitbollen, scheepsbeschuit of scheepskaak, beschuit van revalenta arabica, papbeschuit, triscuit en dergelijke artikelen daaronder begrepen): ft . verpakt, of per stuk wegende 100 gram of minder (2) » P«. 86 87 Post 37 II. Matzes: verpakt in doos of andere verpakking, per verpakking inhoudende 500 gram of minder, of per stuk wegende 20 gram of minder (3) 8 pct. UI. Eetwaren en eetwaaringrediënten (bouillon, soepen en sausen daaronder begrepen), gedeeltelijk bestaande uit meel, groenten, kruiden of andere tot post no. 139 behoorende artikelen en gedeeltelik uit vet of wel gedeeltelijk uit visch, vleesch of andere artikelen, welke behooren tot een der posten nos. 136 of 137 (4), zoomede eetwaren en eetwaaringrediënten, bestaande uit tot beide laatstgenoemde posten behoorende artikelen, bereid, geconserveerd of ingelegd met azijn, olie of gelatine : a. verpakt of in tabletvorm 20 pct. b. ingevoerd op andere wijze 100 K.G. bruto f 6,— IV. Sodors (metalen fleschjes gevuld met vloeibaar koolzuur), bevattende 1200 gram of minder „ g pCt# V. Gist en gist- en bakpoeder: verpakt of in tabletvorm g pC^ VI. Melk, room, ondermelk, wei, karnemelk, zoogenaamde voehurt en melkpoeder (5) : J 6 verpakt of in tabletvorm g pCk VII. Andere dan de hiervoor genoemde artikelen, ouwel in platen bladen of schaven en dergelijke artikelen daaronder begrepen, doch' met uitzondering van brood : verpakt of in tabletvorm 8 pct, BIJZONDERE BEPALING. Eetwaren en eetwaaringreo^iënten, welke voor meer dan 75 pct. bestaan uit artikelen, welke behooren tot post no. 137, wanneer daarin geen zelfstandigheden aanwezig zijn, welke behooren tot post no. 136 te belasten volgens post no. 137 ; eetwaren en eetwaaringrediënten' samengesteld met de producten genoemd bij post no. 139, sub I, nos. l' tot en met 8 (de daarbij uitgezonderde verschë fitóegrepen), ook wanneer die zijn bewerkt als is aangegeven bij onderdeel II of III van dien post met uitzondering van brood, volgens post no. 139. £ Deze P08* is slechts als een aanvullingspost te beschouwen. Aardappelmeelfabrikaten-mi Jïmoen- en citroensap behooren niet tot dezen post, maar onderscheidenlijk tot de posten nos. 139 en 105. Zooals uit eerstgemelden post blijkt (sub III), bhjven macaroni, vermicelli en sago en daardoor de voornaamste der aardappelmeelfabrikaten aan invoerrecht onderworpen. Mem. v. A. 2. De scheepsbeschuit of scheepskaak gebruikt aan boord van onze vischschepen wordt doorgaans gebakken ter plaatse waar die schepen uitvaren. De gewone scheepsbeschuit is zwaarder dan het gewicht van lUü gram, dat voor beschuit aïs grens voor belastbaarheid is aangenomen. 87 Post 37—38 88 Er zijn nl. twee soorten van scheepsbeschuit. De eene soort weegt 60 gram, de andere ruim 110 gram. Alleen de laatstgenoemde soort is de eigenlijke scheepsbeschuit, het artikel dat dient ter vervanging van brood aan boord van schepen, en dat als voedsel deel uitmaakt van de scheepsproviand. De kleinere soort is een artikel van anderen aard. Dit wordt niet medegenomen als voedsel, maar als versnapering, en is dan ook min of meer gezoet. De kleinere scheepskaak maakt dan ook geen deel uit van de proviand van het schip, maar is een artikel dat de schepeling medeneemt voor eigen rekening. Het is een artikel dat met de water-crackers en padvinderscakes groote overeenkomst vertoont. Mem. v. T. 3. Het ten behoeve van de Israëlietische bevolking omstreeks Paschen ingevoerde paaschbrood of matzes weegt per stuk steeds zwaarder dan 20 gram en de invoer van dit artikel geschiedt steeds in doozen van grooteren inhoud. De belaste matzes is dan ook niet anders dan' een artikel, dat, evenals biscuits en cake, in comestibelswinkels wordt verkocht als een lekkernij. Mem. v. T. 4. Bouillon, soepen en sausen, en bouillon- en soeptabletten komen voor in verschillende samenstelling. Met het oog op die omstandigheid zou er bij het invoeren van die artikelen geschil kunnen ontstaan omtrent het antwoord op de vraag of zij op grond van hun samenstelling wel behooren tot de artikelen, genoemd en belast bij de posten nos. 137 en 139. Deswege worden zy bij den post Eetwaren nog eens uitdrukkelijk genoemd. Ten einde met het oog op die beide posten een onderzoek naar de samenstelling, en de geschillen, welke daaruit bij de toepassing van het tarief zouden kunnen voortvloeien, te voorkomen, is voor de artikelen eenzelfde recht noodig als voor bouillon, soepen en sausen en de bouillon- en soeptabletten, genoemd bij de posten nos.137 en 139. Het recht van f 6 de 100 K.G. bruto voor bouillon, soepen en sausen, ingevoerd op fust of anderen dan verpakten staat, correspondeert met het recht, daarvoor bij oen post Vleesch. Mem. v. T. gjj 6. Suikerhoudende producten zullen, voor zoover Zij een suikergehalte hebben van meer dan 5 pct., zijn te belasten volgens post no. 119. Mem. v. T. Wanneer het chloornatriumgehalte meer dan 40 pct. bedraagt is öf post. no. 37, sub III ófppst no. 150, sub III D toepasselijk. Zie Bijz. bepaling 6 op laatstgenoemden post. 38. Electóseermaclünes, elementen, batterijen, dynamo's, electromotoren. inductieapparaten, accumulatoren en andere apparaten en toestellen, welke met electriciteit zijn oï worden geladen, oï welke worden gebezigd om electriciteit op te wekken, vullingen voor electrische zaken rijtuiglantaarns en dergelijke artikelen daaronder begrepen (1). I. Dynamo's en electromotoren, welke een gewicht hebben van 5 K.G. of minder (2—3) 8 pct. IL Overige tot den post behoorende artikelen — met uitzondering vanj dynamo's en electromotoren — voor zoover zij een gewicht hebben van 10 K.G. of rninder -.aant |*Mh .... 8 pct. 89 Post 38—39 BIJZONDERE BEPALINGEN. h u??*?.1?11 ea, andere tot den Post behoorende artikelen, welke een gewicht hebben als> daarvoor bij den post is aangegeven, zullen, wanneer zij op het oogenèhk van invoer niet vast aan de daarmede gelijktijdi* ingevoerde werttüigen, toestellen of andere voorwerpen zijn verbonden ais afzonderlijk ingevoerde artikelen worden aangemerkt en als zoodani» afzonderlijk moeten worden aangegeven (4), en zal op het geheel post no. 95 niet mogen worden toegepast. 2. Afzonderlijk ingevoerde potten en bakken voor elementen en accumulatoren, voor zoover deze niet op grond van hunne samenstelling behooren tot post no. 45, te belasten volgens post no. 13. 1. Zie nopens weerstanden en transformatoren, onderdeel V van post- no* oom 2. Door het invoerrecht voor dynamo's en electromotoren, welke een gewicht hebben van 5 K.G. of minder (onderdeel I van den post) zullen alleen worden getroffen de artikelen, gebruikt voor muziekinstrumenten, tafel- en wandventilatoren, huishoudelijke gereedschappen en andere voorwerpen voor huishoudelijk, keuken- en dergelijk gebruik waarbij de toepassing van electrische kracht steeds meer en meer toeneemt, en welke deswege voor een invoerrecht in aanmerking komen. inhfl KrJ? de overige artikelen, verplaatsbare accumulatoren ™ gfnPi^ bhift beP«rkt tot de artikelen, welke een gewicht hebben van lü K.G of minder. Dit berust op de overweging dat artikelen welke een hooger gewicht hebben, in het algemeen als bedrijfshulpmiddelen zijn aan te merken. Mem. v. T. n,Pn n2°PQenS ^AMer \eVhalde gewichtsgrens van 5 K.G. vergelijke men art. ó met de aantt. 4. Niet afzonderlijk aangeven wordt gestraft volgens art. 37. tn?ot"«iFamS' («meinatograpnisehe films, films voor tooverlantaarns, kodak-films en dergelijke), zoowel belichte en onbelichte (1), als voor dadelijk gebruik geschikte ' g pct BIJZONDERE BEPALINGEN. 1$L O^ohte cinematographische film (zoogenaamde blank film), wordt van het volgens den post verschuldigd invoerrecht vrijgesteld (2). film oo^T de tfPassjng 7^ faet bepaalde sub 1 als cinematographische li 07 K ^ mei?en'1d? met °P grond van hare samenstelling tot pos? no 97 behoorende rolfÖrn, welke bij eene breedte van meer dal 3 maar met meer dan 3,8 c.M., eene lengte heeft van 120 M. of meer (3) 1. Het woord „onbelichte" zie*i biet alleen op cinematogranhische films, maar ook op kodakfilms en dergelijke. Mem™ A ^ P 89 Post 39—40 90 2 De vrijstelling van de onbelichte cinematographische film vindt ziin' grond in de omstandigheid dat deze film voor de in ons land gevestigde filmindustrie als grondstof wordt gebruikt. Mem. v. 1. 3. De vrijstelling zal beperkt blijven tot die cinematographische films welke voldoen aan de eischen voor de vrijstelling gesteld. Unematographische blankfilms, welke niet aan die eischen voldoen, zullen dus aan invoerrecht onderworpen zijn. Mem. v. A. 40 Filters, zeven en koelers, en filtreer-, zeef- en koeltoestellen, kraanfilters (met filtermassa gevulde of te vullen ffltreertoestellen, welke worden verbonden aan waterleidingkranen), vergieten, sla-emmers, zuiekorven, schuimspanen en andere artikelen, welke dienen om vloeistoffen van de daarin aanwezige vaste bestanddeelen te ontdoen oï om verschUlende vaste zelfstandigheden van elkander te scheiden, daaronder begrepen. I. Zeven met houten of spanen opstaanden wand of rand, of in houten of spanen raam, met een zeefbodem van weefsels en stoffen, welke behooren tot post no. 85 8 Pc1, JJ. Andere tot den post behoorende artikelen : a voorzien (1) van hengsel, handvat, oog oor, ring haak, steel, oi andere inrichting om te dragen, aan te vatten of op te beuren of om, Bij het dan ook door middel van touw of schroeven of op dergelijke Wijze, te bevestigen of op te hangen, of wel voorzien van tuit, schenkinrichting of uitlaatkraan; een en ander wanneer zij een gewicht hebben van 12 K.G. of minder .. |..! .. • • • • • • • • • » P«l- b. overige, wanneer zij een gewicht hebben van 5 K.G. ot minder BIJZONDERE BEPALINGEN. 1 Tafel- en toonbankkoffie«tö*s {filters, fütreertoesteUen en filtreerketels gebezigd bij het zetten van koffie), en dergelijke artikelen, te belasten volgens post no. 36; toestellen voorzien van eene al dan met vast daaraan verbonden verwarmingsinrichting, vuur- of stookplaats, voor zoover niet behoorende tot post no. 36, volgens post no. 135 ; buil- en filterzakken, en andere artikelen, welke geheel of hoofdzakelijk bestaan uit weefsels en stoffen, welke behooren tot post no. 85, voor zoover zij niet behooren tot onderdeel I van den post, volgens post no. 85. 2. Roosters, zeefbodems en andere dergelijke artikelen zonder inhoudsruimte of opstaanden wand of rand, niet als zeven of füters aan te merken. 3. Het bepaalde bij Bijzondere bepaling no. 3 op post no. 13 is mede van toepassing op dezen post. 90 91 Post 40—41 4. Geheel metalen zeven, welke een gewicht hebben van 1 K.G. of meer, zoomede zeven met houten of spanen opstaanden wand of rand, of in houten of spanen raam, welke een gewicht hebben van 500 gram of meer, voor zoover zij niet behooren tot onderdeel I van den post, worden van het volgens den post verschuldigd invoerrecht vrijgesteld (2).' 1. Zie hierbij art. 30, sub. 10. 3' De bepaling heeft ten doel geheel metalen zeven, welke in ..: hoofdzaak in het melkbedrijf worden gebezigd, van invoerrecht vrij te stellen. De daartoe aangenomen gewichtsgrens kan, met het oog op m keuken en huishouden gebezigde artikelen, niet lager worden gesteld. Toelichting bij Nota van Wijzigingen. 41. Garen, draad, koord, snoer, touw en tres, voor zoover niet, in verband met no. 1 van de Bijzondere bepalingen, behoorende tot post no. 85. I. Koord, snoer, touw en tres, samengesteld uit 12 draden of meer, wanneer zij geheel of gedeeltelijk zijn samengesteld uit wol, zijde of andere artikelen, welke zich bij verbranding gedragen als een product van dierlijken aard, of wanneer zij per meter een gewicht hebben van minder dan 25 gram, met uitzondering voor wat laatstgemelde artikelen betreft, van die, waarvan bij de visitatie door bestelorders of andere bescheiden afdoende wordt aangetoond, dat zij zijn bestemd om te worden gebruikt als grondstof voor de industrie; zoomede hoedenelastiek en andere tot den post behoorende artikelen, bestaande uit caoutchouc of gutta-percha, omwoeld, omwikkeld of op andere wijze omgeven met wol, zijde of andere textielstoffen (1) 8 pct. II. Karkasdraad en soutien, en ander garen, draad, koord, snoer touw en tres, samengesteld uit metaaldraad, en — email, lak, vernis en dergelijke artikelen uitgezonderd — bovendien uit papier, katoen, wol zijde, gutta-percha of andere zelfstandigheden dan metaal (2) .. 8 pct'. Hl. Metaaldraad in stukken, welke eene lengte hebben van meer dan 10, maar niet meer dan 25 c.M., samengebonden tot bundels, of bijeengevoegd in papier, doos, huls, koker of andere verpakking, per bundel of verpakking inhoudende 250 gram of minder 8 pct. IV. Draad en kabel voor het geleiden van electriciteit, ongeacht de doorsnede van het daarvoor gebezigde metaaldraad, met uitwmdering alleen van draad en kabel, uitsluitend bestaande uit al dan niet geëmailleerd, gevernist of op andere wijze bewerkt metaal (3) • a. per 100 M. wegende 10 K.G. of minder 8 pct b- ***** (4) .' 5 pct. V. Hechtzijde, catgut en ander wond- of hechtgaren : A. Op aethylalcohol of andere stoffen, welke behooren tot post no 2 onderdeel II, met inbegrip van de onmiddellijke (eerste) verpakking (5)' met vrijstelling van accijns : Post 41 92 2. in glazen verpakking 1. in andere verpakking het K.G. f 4,70 het K.G. ï 6,70 B. Op phenol, sublimaat, chroomzuur, oleum juniperi of andere stoffen dan genoemd sub A, per flesch of andere verpakking, met inbegrip van de onmiddellijke (eerste) verpakking, wegende 1500 gram of minder (6), voor zoover niet op grond van de samenstelling dier stoffen hooger belast 8 pct. VI. Ander garen, draad, koord, snoer, touw en tres, en garen, draad, koord, snoer, touw en tres, ingevoerd op andere wijze of in anderen staat dan is aangegeven sub I tot en met V, milanaise of paskoord, met geweven of gevlochten lampenpit en kaarsenpit, en dergelijke artikelen daaronder begrepen (7) : a. gewonden op klosjes, plankjes of ander opwindmiddel van hout, of van eene zelfstandigheid, waarvan de hardheid die van hout evenaart of overtreft, per klosje of andere opmaking wegende 150 gram of minder (8) 8 Pet- b. opgemaakt tot kluwens, strengen, knotten of ringen, gewonden op cops, cones of kegels, op kaartjes van papier of karton, of wel opgemaakt of opgewonden op andere wijze dan is aangegeven bij lett. a, per kluwen, streng, cop, cone, ring of andere opmaking, of, wanneer bij opmaking op karton, kaartje of ander opwindmiddel, de opmakingen zijn onderverdeeld in kleinere opmakingen, (ook al mochten deze door een zoogenaamden verdeeldraad onderling zijn verbonden) per onderverdeeling, wegende 120 gram of minder, met uitzondering van artikelen, welke per opmaking meer dan 2000 M. bevatten (9—10) 8>ct. 1. Met uitzondering van draad en kabel voor het geleiden van electriciteit, van artikelen uitsluitend bestaande uit metaal, en van het wond- of hechtgaren ingevoerd als is aangegeven bij onderdeel V van den post, zullen hol- of pijpkoord, al dan niet voorzien van een kern van al dan niet getwijnde draden, beddekoord, en alle koord, snoer, touw en tres, dat als beddekoord is voorzien van een strookje manufacturen, of op andere wijze met tot post no. 85 behoorende weefsels en stoffen is samengesteld, en alle geweven, gevlochten of gebreid koord, snoer, touw, en tres, worden belast volgens post no. 85. 2. Met inachtneming van de Bijzondere bepalingen 1 en 4 en van onderdeel IV van den post, als garen, draad, koord, snoer, touw en tres niet alleen aan te merken artikelen vervaardigd uit haar, wol of vezelstof, maar ook: a. garen of draad vervaardigd van caoutchouc of gutta-percha; garen of draad vervaardigd uit papier of metaal; erin de Florence; erin marin ; asbestgaren, en alle niet met name of in de soort in het tarief belaste producten, welke naar spraak- of vakgebruik garen, draad, koord, snoer, tóftïw of tres worden genoemd, geprepareerd garen, wondgaren en dergelijke artikelen daaronder begrepen; b. darmsnaren; BIJZONDERE BEPALINGEN. 93 Post 41 c. artikelen in band-, staaf- of dergelijken vorm, vervaardigd van caoutchouc, rubber of gutta-percha of wel van metaal, een en ander wanneer de afstand tusschen twee van de verst van elkander verwijderde punten van de dwarsdoorsnede, in rechte lijn gemeten, 3 m.M. of minder bedraagt (11). 3. Doozen en andere artikelen, waarin het bij onderdeel VI van den post belaste opgemaakte garen is geborgen of verpakt (ook wanneer het opgemaakte artikel zonder het doosje, enz. niet is te gebruiken) bij de vaststelling van het gewicht der opgemaakte artikelen buiten aanmerking te laten. 4. Het bepaalde sub 1 van de Bijzondere bepalingen op post no. 28 is mede van toepassing op dezen post. 6. Zoogenaamde smeltstrooken behooren niet tot den post. 6. Van het volgens den post verschuldigd invoerrecht worden vrijgesteld : J a. platinadraad; b. één- en tweedraadsgaren, opgemaakt op cops, cones, spoelen of dergelijk opwindmiddel of wel pincopswijze, wanneer de lengte Ar opmaking, of by opmaking op cones de hoogte, bedraagt 10 c.M. of meer- c. koperdraad, koperband, koperstaaf en kopertouw, uitsluitend omwonden, omwoeld of op andere wijze omgeven met ongekleurd al dan niet gebleekt katoenen garen of band, mits niet gevernist, geparaffineerd of op andere wijze bewerkt; d. met ongeverfde zijde omsponnen koperdraad en weerstandsdraad ; een en ander voor zooveel de bij de letts. b, c en d genoemde artikelen betreft voor zoover desverlangd bij de visitatie door bestelorders of bescheiden afdoende wordt aangetoond dat de artftelen zijn bestemd w- ï ,worden gebezigd als grondstof of hulpmiddel in de industrie Wij behouden Ons echter voor bij algemeenen maatregel van bestuur niet betrekking tot de hier bedoelde vrijstellingen, zoo noodig nade^ .beperkende voorschriften te geven teneinde misbruik te voorkomen. n;h J°\ °nd^d!fi i beho°rt, het z-g- passement- en gordijnkoord. Dit artikel wordt uit den aard der zaak niet ingevoerd in een opmaking als bij onderdeel VI van den post is aangegeven. Het is deswege noodig daarvoor een afzonderlijke rubriek te maken. Daar touw met wordt samengesteld met producten van dierlijken oorsprong, en bii het aanwezig zijn van 12 draden of meer, per M. steeds meer weegt dan 25 gram bestaat er geen gevaar dat ook touw daardoor zal worden belast 1 Het enkel elastiekgaren — het niet omwoelde artikel — behoort met tot onderdeel I, maar tot onderdeel VI van den post. Mem. v. T. «n^i-^^rf* de ^zondering gemaakt voor email, lak, vernis en dergelijke artikelen, zullen geëmailleerd draad en dergehjke producten niet volgens onderdeel II worden belast. Aldus samengestelde artikelen zullen alleen aan rechten onderworpen zijn wanneer zij beantwoorden aan de omschrijving van onderdeel VI van den post. Mem v T Post 41—42 94 3. Niet omwoeld draad zal alleen belast zijn wanneer het wordt ingevoerd in een opmaking als is aangegeven bij onderdeel VI van den post. Mem. v. T. 4 Ondergrondsche en andere zwaardere kabel- en draadsoorten zijn onderworpen aan een invoerrecht van 5 pct., terwijl het recht van 8 pct. als regel alleen zal drukken op het draad gebezigd voor nuisleidingen. Toelichting bij Nota van wijzigingen. 5. Daar het niet gewenscht is dat catgut en dergelijke artikelen, ingevoerd op alcohol, verder worden geopend dan voor het ambtelijk onderzoek onvermijdelijk noodig is, verdient een belasting naar het brutogewicht aanbeveling. Mem. v. T. 6 Daar catgut ook wordt ingevoerd op phenol, oleum juniperi en dergelijke stoffen en het bezwaren zou opleveren het invoerrecht voor het verpakte artikel afhankelijk te stellen van het gewicht van den inhoud, worden deze stoffen aan invoerrecht onderworpen wanneer zij te zamen met de flesch of bus, waarin zij worden ingevoerd, een gewicht beböen van 1500 gram of minder. Mem. v. T. 7 Het meer dan tweedraads wollen garen zal alleen aan mvOerrecht onderworpen zijn wanneer het wordt ingevoerd in een opmaking als bij onderdeel VI van den post is aangegeven. Evenzoo verguld koperdraad en goud- en zdverdraad. Mem. v. l. 8. Op klosjes of dergehjke wijze opgemaakte garens worden niet gebezigd voor industrieele doeleinden. Mem. v. T. 9. De gewichtsgrens geldt naast de lengtemaat. Toelichting bij Nota van wijzigingen. 10. De uitzondering gemaakt bij lett. b van onderdeel VI voor opgemaakte garens, welke per opmaking 2000 M. of meer bevatten, heeft evenals de Bijz. bepaling sub 6, lett. a, ten doel te voorkomen, ■■■■■datd\i?net voorgestelderecht ook zullen worden getroffen de garens ingevoerd als grondstof voor de weverijen en tricotagefabrieken. De vr|stelling van de grondstof voor de industrie blijft dus voldoende verzekerd. Mem. v. T. 11 Band van metaal met een wanddikte van 3 m.M. of minder is wel met garen gelijkgesteld, maar zal alleen aan invoerrecht onderworpen zijn, wanneer het wordt ingevoerd in een opmaking als bij onderdeel VI van den post is aangegeven. Mem. v. A. 42. Gelatine en vischlijm (1). I. Verpakt of in tabletvorm 8 pct. H In al dan niet bedrukte, versierde of gefatsoeneerde Waden, vellen of stukken, welke per vierkanten meter een gewicht hebben van 500 gram of minder 8 v " 94 95 Post 42—43 1. Verpakte en getabletteerde gelatine is een artikel voor comestibles^d™- Gelatine in dunne blaadjes, welke per Ma. een gewicht hebben van 500 gram of minder, wordt gebruikt voor het verpakken van bonbons zeep, handschoenen en dergehjke artikelen, en is dus gelijk te stellen met papier. Mem. v. T. Volgens den post is gelatine en vischlijm, ongeacht den vorm in verpakten staat steeds belast. Verder kan in deze niet worden gegaan omdat deze artikelen, ingevoerd op andere wijze niet als toonbankartikelen zijn aan te merken. Mem. v. A. 43. Geneesmiddelen (geneesmiddelen voor dieren, patentgeneesmiddelen, specialité's, geheinuniddelen en andere dergelijke artikelen, waaraan terecht of ten onrechte de eigenschap wordt toegekend ziekten of ongemakken te kunnen genezen, lenigen of voorkomen, daaronder begrepen) • verpakt of in tabletvorm (1). I. Geheimmiddelen 50 pCt# II. Andere tot den post behoorende artikelen 8 pct. BIJZONDERE BEPALINGEN. 1. Als geheinuniddelen met inachtneming van het bepaalde hierna te belasten werkelijke of vermeende geneesmiddelen, waarvan de samenstelling voor het publiek wordt geheim gehouden, en welke door Onzen Manster van Financiën, gehoord de Tariefcommissie, als geheimmiddelen zijn aangewezen. Ïj 1artik.elen» welke °p het oogenblik van invoer nog niet als geheimmiddelen zijn aangewezen, zullen niet als geheimmiddelen worden belast. 3. Middelen voor ander dan inwendig gebruik en artikelen, waarvan de geneeskrachtige werking ook door geneesheeren in het algemeen wordt erkend, zullen niet als geheimmiddelen worden aangewezen. 4. Onze Minister van Financiën , is bevoegd als geheimmiddelen aangewezen artikelen, gehoord de Tariefcommissie, van de lijst der geheimmiddelen af te voeren. 5. In afwijking van het bepaalde bij art. 4 dezer wet, zullen als geheimmiddelen aangewezen artikelen steeds als zoodanig worden belast. ?,* ^ a*S*ielen' welke 018 geheimmiddelen zijn aangewezen en welke zijn samengesteld (3) met aleohol, aether, drop, honig, saccharine •*|ke(r,. zout of andere zelfstandigheden, welke behooren tot een der posten nos. 2, 30, 35, 55, 104, 119 of 150, is met inachtneming van art. 4 dezer wet naar gelang van hunne samenstelling, onverminderd het recht verschuldigd volgens dezen post, bovendien verschuldigd de spe^ieke belasting, welke bij die posten voor artikelen in verpakten staat is aangegeven ; een en ander met dien verstande, dat deze be- Post 43—44 96 lasting slechts zal zijn verschuldigd, wanneer de artikelen op grond van hunne samenstelling mede tot een dier posten behooren. Van artikelen samengesteld met wijn is, voor zoover de vorige zinsnede geen toepassing erlangt, bovendien de wijnaccijns verschuldigd. Ten aanzien van artikelen, van welke op grond van het eerste lid bovendien is verschuldigd de belasting aangegeven bij onderdeel 1 van post no. 30, is mede van toepassing het bepaalde bi] Bijzondere bepaling no. 3 op dien post. 7. Geneeskrachtige watten te belasten volgens post no. 144. 1. Geneesmiddelen, samengesteld met alcohol, wijn, suiker of eenige andere aan accijns of invoerrecht onderworpen zelfstandigheid, zullen op grond van art. 4, worden belast volgens den post waartoe zij op grond van hun samenstelling behooren. Blijkens Bijz. bepaling no. 5 zullen geheimmiddelen, met terzudestelling van genoemd art. 4, steeds als geheimmiddelen worden belast. Een dergelijke bepaling is noodig omdat een recht van 50 pct. der waarde ui verschillende gevallen meer zal bedragen dan een recht volgens de samenstelling van het artikel. Blijkens Bijz. bepaling no. b zal echter bij het belasten van geheimmiddelen bovendien rekening worden gehouden met de samenstelling van de artikelen. Mem. v. 1. 2. Zie, nopens den wijnaccijns, aant. 1 op post no. 146. 3. Nopens hetgeen onder „samengesteld" is te verstaan zie men art. 30, sub 11. 44. Gezelschaps-, hazard- en behendigheidsspelen en hetgeen daartoe behoort. I. Speelkaarten, welke grootere afmetingen hebben dan 35 bij 27 m.M., onverminderd de speelkaartenbelasting (1—2): a ingevoerd in spellen van niet meer dan 32 kaarten, .per spel I 0,1« b. ingevoerd in spellen van meer dan 32 kaarten. .per spel f 0,^55 II Schaak-, dam- en dominospelen ; lotto- en klok en hamerspelen ; «fng-pong- entafelvoetbalspelen ; ganzenborden ; schaak- en damborden ; werp- en draaiborden ; schaakfiguren ; dam-, domino- en dobbelsteenen ; werobekers; goochelbekers; goochelspelen; puzzles, en andere gezelschaps-, hazaro- en behendigheidsspelen, en de daarbij gebezigde figuren, steeilen kaarten, kokets, fiches, fichesdoozen, fichesbakjes speelpenninJen, troefaangevers, speelkaartenhouders en ander speltoebehooren spelen bekend onder den naam van jeu de poule, peüts-cheveaux, rouge et noir, en dergelijke spelen en hun toebehooren daaronder begrepen BIJZONDERE BEPALING. Speelkaarten, welke geen grootere afmetingen hebben dan 35 bij 27 m.MVte belasten volgens onderdeel II van den post. 96 97 Post 44—45 1. Krachtens art. 1 der Speelkaartenwet S. 1919, no. 513 (V. v. V. no. 1138) werdt van de hier te lande ingevoerde en van de hier te lande vervaardigde speelkaarten — voor zoover zij meer dan 35 bij 27 m.M. groot zijn — onder den naam van Speelkaartenbelasting een belasting geheven ten bedrage van f 0,25 voor elk spel van niet meer dan 32 kaarten en van f 0,50 voor elk ander spel. 2. Zie hierbij het bepaalde in art. 24. 45. Glas, ook draadglas, geribd glas, matglas, melkglas, gekleurd glas, glas in lood, glasporselein en spiegelglas; zoomede, met inachtneming van de Bijzondere bepalingen, glaswerk (werken en voorwerpen geheel of hoofdzakelijk uit glas vervaardigd of met glas samengesteld), glazen tegels, lenzen en dergelijke artikelen daaronder begrepen. I. Glas in vlakke rechthoekige bladen of platen, mits geen der zijden eene mindere afmeting heeft dan 15 c.M.. die bladen of platen met zijn omlijst of op eenigerlei wijze gevat, niet anders dan patroonsge wijze zijn voorzien van afbeeldingen, letters of-*$fers, niet zijn gebiseauteerd, noch zijn verzilverd, verfoelied of op andere wijze aan ééne of beide znden geheel of gedeeltelijk bedekt met eenige andere stof (!) .. 6 pct II. Glazen ballons voor de vervaardiging van gloeilampen.. 5 pct. UI. Uitsluitend uit glas bestaande, al dan niet met teen of dergelijke natuurproducten omvlochten halsflesschen, waarvan de openingswiidte is 8 c.M. of minder, en welke per stuk een gewicht hebben van 5 K G of meer 5 pct! IV. Peilglastoestellen, peilglasbeschermers en binnenstukken voor peilglazen 6 pct V. Overige tot den post behoorende artikelen 8 pct. BIJZONDERE BEPALINGEN. 1. Kristal, ook natuurlijk kristal, met glas gelijk te stellen. Eveneens .celion, ongekleurd doorzichtig celluloid en andere dergelijke artikelen geschikt om als glas te worden gebruikt. 2. Artikelen, welke behooren tot een der posten nos. 38 of 127 behooren niet tot den post. 3. Van het volgens den post verschuldigd invoerrecht worden vriigesteld : J a. natuurlijk kristal in onbewerkten staat; b uitsluitend uit glas bestaande bakken, welke per stuk een gewicht hebben van 5 K.G. of meer; Tarief van Invoerrechten. I 2 Post 46—49 98 c. vochtwegers, smeer- en vetpotten, smeertoestellen en glazen potten voor smeer- en vetpotten en smeertoestellen ; d. patrijspoorten; e. glasscherven, glasgruis, glaswol en gemalen glas, zoomede waterglas in vloeibaren staat of in onregelmatige stukken. 1. Glas in bladen of platen zal als regel onderworpen zijn aan een invoerrecht van 5 pct., ook al is het, als sommige soorten matglas, voorzien van figuren. Het invoerrecht van 5 pct. zal alleen zijn verschuldigd van artikelen, welke als naamplaten of winkelruiten zijn voorzien van opschriften of figuren, van artikelen welke op eenigerlei wijze zijn gevat, als bijv. glas in lood, of welke als deurplaten zijn gebiseauteerd of als glas voor spiegels of als photographische glasplaten zijn overdekt met eenige andere stof. Toelichting bij Nota van wijzigingen. 46. Globes, zoowel aard- als hemelglobes, ook de sa * envouwbare en het daarvoor gebezigde metalen geraamte; planetariums, telluriums en andere toestellen waarmede de beweging der hemellichamen aanschouwelijk wordt voorgesteld 8 Pet- 47. Gom, lijm, stijfsel, dextrine, kunstgom en andere dergehjke kleefstoffen; verpakt of in tabletvorm (1) 8 Pct« 1. Koeken houtlijm wegen meer dan 200 gram en zullen dus in verband met het bepaalde bij art. 30, sub 9, voor de toepassing van het tarief niet als tabletten worden aangemerkt. Mem. v. T. 48. Gymnastiek- en sportbenoodigdheden. I. Halters, knodsen, bruggen, paarden, bokken, rekken, trapezen, zoogenaamde extensie- en kamerturnapparaten, Sandow- en Zanderapparaten en andere dergelijke gereedschappen, toestellen en apparaten voor gymnastiek en heilgymnastiek 8 Pct- II. Schaatsen, ook rolschaatsen, ski's en schaatsijzers 8 pct. Hl. Hengels en gemonteerde hengelstokken, simmen, dobbers, zinkers, blinkers, loos aas, tuigopwinders en — met uitzondering van visehhaken — andere dergelijke hengelsportbenoodigdheden .. 8 pct. IV. Kegels, ballen, netten, raketten, bats, golf-, bandy- en hockeystokken, werpsperen, wickets en andere dergelijke benoodigdheden voor het beoefenen van kegel-, kaats- .korfbal-, voetbal-, cricket-, crocket-, tennis-, polo- en andere dergelijke spelen, raketpersen, binnenbanen en balovertrekken daaronder begrepen 8 Pct- 49. Haar en haarwerken, waarvoor geen belasting in het tarief is aangegeven (1). I. Menschenhaar, waarvan de lengte is 10 c.M. of meer, al dan niet bewerkt (2) 8 Pct* 99 Post 49—53 H. Chignons, pruiken, vlechten, krullen, haar gerold op spelden én ander zoogenaamd pruikenmakerswerk, crêpé's, haarnetjes en dergelijke mt of met haar of kunstnaar vervaardigde artikelen daaronder hegrePen 8 pct. 1. Alleen menschenhaar en pruikenmakerswerk is belast In wrongen gedraaid alpengras en plantenhaar (coin végétal) en /T ? ,°f SPdfg^jke wijze bewerkt paardenhaar komen als grondstof of hulpmiddel voor het meubelmakersbedrijf voor vrijstelling in aanmerking. Mem. v. T. «y»"" 2. De bepaling, dat het invoerrecht alleen zal verschuldigd ziin wanneer het haar een lengte heeft van 10 c.M. of meer, dient om te voorkomen dat ook afval van menschenhaar, dat somtijds wordt ingevoerd, volgens den post zal worden belast. Mem. v. T. 50. Haematogen, !erean,pepton, plasmon, sanatogen, somatose, soson fropon en andere dergelijke chemisch bereide voedings- en verstêrkings-' middelen; verpakt of in tabletvorm . 8 pct. li™ Handschoenen, mitaines, wanten, polsjes, polsbeschermers, vingerïl? '.•VingerbeSfhennP en ****** Olijke hand-, vinger- en pols- e enüV m' gl,mmmandschoenen daaronder begrepen ( ) g BIJZONDERE BEPALING. Artikelen uitsluitend vervaardigd van asbest worden van het volgens den post verschuldigd invoerrecht vrijgesteld. ™iLDioHet 5Cg^ip handschoenen zal in ruimen zin worden opgevat, en zal als zoodanig worden, belast al hetgeen wordt gebruikt om hand pols of vinger te bekleeden of te beschutten, bok!- en schernihS schoenen en dergelijke artikelen inbegrepen ««uiuuu hnfnSe0UnUiiSluiiend veryaardigd «it asbest, zijn uitsluitend bedrijfsMem i T V°°r 66n ™i&temnë in aanmerking. «w^ „?5Dg; 6n $™ei?loten (°ok zoogenaamde kloksloten en letter-hangsloten) en de daarbij behoorende, gelijktijdig ingevoerde sleutels .. 8 pel ^Ï^ST^'K^11' muJsen en maskers en andere dergelijke hoofden gelaatsbekleedmgs- en hoofd- en gelaatsbedekkingsartikelen, ondermutsen todemutsen bont- en kantmutsen, kalotten, kapjes,zoo- S S Pï' lChak° 8' Steken' helmen' schermmaskers en dergelijke artikelen daaronder begrepen, zoomede karkassen voor een en ander . 8 pct. BIJZONDERE BEPALING. Van het volgens den post verschuldigd invoerrecht worden vrijgesteld i a. bijenmaskers, rookmaskers, zuurstofmaskers, aspirators respirators, en andere dergelijke niet als lijfdracht gebezigde niet^ afzonderiifk 99 _ Post 63—56 100 belaste artikelen, welke blijkens vorm en inrichting blijkbaar uitsluitend ziin bestemd om alleen bij het verleenen van hulp of het verrichten van eenigen bepaalden arbeid, gelaat of inwendig lichaam tegen schade of beschadiging te beschermen; b. duikerhelmen; c. aether- en chloroformmaskers. 54. Hoed-, schoen- en Meedingïournituren, en andere dergelijke voor versiering o! afwerking gebezigde artikelen. I Kraag- kleeder- en corsetbaleinen, zoowel vervaardigd van al dan' niet doorboord balein, als van al dan niet met weefsel, vlechtwerk of caren omwoeld of bekleed metaal, celluloid of andere stof, zoomede corsetsluitingen en zoogenaamde busks, en metalen garnituren voor bretels, jarretelles, kousebanden en rokophouders » pci- H Zoogenaamde Gablonzer en Offenbacher hoedversiering, en andere dergelijke uitwendig aan te brengen hoed-, schoen- en kleedingversieringsartikelen, zoomede nestels of maliën » P™- m. Pailletten en loovers 8 Pct' IV. Pettenkleppen en stormbanden voor hoofddeksels 8 pct. V. Afneembare pompons, epauletten, wapentjes, kokardes en andere distinctieven v VI. Bustevormers 8 pct. VH. Rozetten, strikken, kwasten en pompons, en garnituren en fournituren met rozetten, strikken, kwasten en pompons samengesteld, passementkragen en oplegsels vervaardigd van door middel vanjaren of draad samengevoegde pailletten of kralen, hoedbandeaux galons, dragons, tressen en vangsnoeren, en andere voor versiering of afwerking gebezigde artikelen, samengesteld met draad, garen koord of tres, met weefsels of vlechtwerken of andere fabrikaten, welke behooren tot een der posten nos. 41 of 85, zoomede kunstveeren » pct- BIJZONDERE BEPALINGEN. 1. Garen, draad, koord, snoer, touw en tres behooren niet tot den post. 2 Niet doorboorde, uitsluitend uit balein bestaande baleinen, welke eene breedte hebben van meer dan 3 c.M., of eene lengte van meer dan 50 c.M., worden van het volgens den post verschuldigd invoerrecht vrijgesteld. 55. Honig en kunsthonig, zoomede met honig of kunsthonig samengestelde producten en zelfstandigheden, voor zoover die producten en 100 101 Post 55 zelfstandigheden meer dan 5 pct suiker bevatten, niet behooren tot een der posten nos. 104 of 146, en daarvoor geen afzonderlijke regeling in verband met de aanwezigheid van suiker in het tarief is aangegeven (1). I. Honig (zuivere natuurhonig): a Verpakt g pct. en 100 K 6 f 27 0. Ingevoerd op andere wijze 100 K.G. f 4 H. Kunsthonig, zoomede met honig of kunsthonig samengestelde producten en zelfstandigheden : A. Verpakt 8 pct en 100 K.G. f 27,— • j t^etvorm, voor zoover niet behoorende tot letter A onverminderd het invoerrecht naar het suikergehalte als aangegeven bij IGtÜGr Dl61*11 cl * ö »\«jfr C. Andere, wanneer het suikergehalte : 1. meer is dan 5, maar ilftt meer dan 10 pct... 100 K.G. f 2 70 2. meer is dan 10, maar met meer dan 25 pct... 100 K.G. f 6'75 3. meer is dan 25, maar niet meer dan 50 pct...100 K.G. f 13'50 4. meer is dan 50, maar met meer dan 75 pct... 100 K.G. f 20*26 5. meer is dan 75 pct 100 K.G. f 27, BIJZONDERE BEPALINGEN. I. Prodttfeten en zelfstandigheden waaromtrent bij scheikundig onderzoek blijkt, dat zij stoffen bevatten, welke in natuurhonig niet pos? GTe verhoudmg voorkomen, behooren tot onderdeel II van den 2. Honig ingevoerd in de gewone bijenkasten of bijenkorven (het zoogenaamde bijenwerk) vrij van rechten toe te laten. Met honig gevulde raten, al dan niet ontdaan van bijen, voor de toepassing van den post met honig «dijk te stellen. Niet met honig gevulde raten niet als honig aan te merken. ° 3. Het bepaalde sub 1, 2 en 3 der Bijzondere bepalingen op post T*. ?/l m ! vantoepa«ng op de producten en zelfstandigheden bedoeld bij onderdeel II van dezen post. i 4* i.Bij. mvoer van Producten en zelfstandigheden op of in honig of kunsthonig wordt ook voor het bepalen van het suikergehalte, het nettogewicht gesteld op dat van die stoffen met de daarin aanwezige producten en zelfstandigheden te zamen. (l! J2?kenS dir,ed,actie v»a het hoofd van den post heeft deze geen betrekking op artikelen, waarvoor reeds een afzonderlijke regeling in verband met de aanwezigheid van suiker in het tarief is opgenomen. Met honig samengestelde koek en dergelijke artikelen behooren derhalve met tot dezen post, maar tot post no. 70. Mem. v. T. 101 Post 56—67 102 56. Huishoud- en keukenturtikelen (1). È Matten- en kleerkloppers ; zeepkloppers ; sponseknijpers ; waschklemmen; zoogenaamde gasbespaarders of spaartegels ; automatische en andere gasaanstekers, zoomede aanzetstalen (stiften van metaal of van amaril, carborund of dergelijke stof gevat in handvat) en bus- en blikopeners (zoogenaamde sardinebhksleuteltjes en artikelen met schaarbeweging daaronder begrepen) 5 Pct- II. Trap- en andere ladders, welke een gewicht van 15 K.G. of minder en stofzuigers, welke een gewicht hebben van 50 K.G. of minder 8 Pct III. Messenslijp- en messen- en vorkenpoetsmachines, bestaande uit 2 of meer in raam of bak geplaatste metalen, carborundum of andere, al dan niet met zeemleder bekleede schijven, tusschen welke schijven de messen, vorken en lepels worden geslepen of gepoetst, voor zoover die machines een gewicht hebben van 5 K.G. of minder 8 pct. IV. vliegenkasten en vliegenkappen; niet met mes gemonteerde brood-, vleesch- en groentensnijborden; stofblikken, al dan met met bijbehoorenden schuier; slijpplanken voorzien van zandbak of voorzien (2) van oog, ring, of andere inrichting om op te hangen; zeepraspen en zeepschaven, welke een gewicht hebben van 600 gram of minder; metalen trechters, welke een gewicht hebben van 300 gram of minder; zoomede hooikisten, thermosflesschen, theemutsen, boterkoelers en andere dergelijke artikelen gebezigd voor het warm of koel houden yan eetwaren of dranken; zoogenaamde kookdekaels en andere dergelijke artikelen gebezigd ter voorkoming van overkoken of aanbranden; theepotaanvatten, en andere dergelijke artikelen voor het aanvatten ,van warme voorwerpen, en roostertjes en onderlegplaatjes gebezigd om daarop warme voorwerpen te plaatsen 8 pct. 1 Ten opzichte van huishoud- en keukenartikelen moet van een ongelimiteerd belasten worden afgezien, wijl anders hulpmiddelen, welke in verband met hun aard voor een vrijstelling in aanmerking komen — men denke aan hamers, bijlen (a), nijptangen, boterspanen, slijpmachines en dergelijke — zeer waarschijnüjk aan rechten onderworpen zouden worden, omdat zij ook wel in het huishouden worden gebruikt. Het is daarom ook ten opzichte van huishoud- en keukenartikelen noodig de te belasten artikelen met name te noemen. Mem. v. 1. (o) Zie, nopens bijlen, de Bijz. bepaling no. 5, lett. b op post no. 88. 2. Zie art. 30, sub 10. 57 IJsemmers (bij den invoer van mechanisme voorziene emmers gebezigd bij het vervaardigen van vanille-ijs en andere afkoelende eetwaar), welke een gewicht hebben van 12 K.G. of minder (1) 8 pet. 1. De kleinere toestellen, gebruikt door den particaBer, zullen dus aan invoerrecht onderworpen zün, de grootere, .*ebruikt in het koksen koekbakkersbedrijf, zonder betaling van rechten kunnen worden ingevoerd. Mem .v. T. 102 103 Post 58—62 58. Ijskasten 8 pct loid, galahth en dergelijke stoffen, in bladen, vellen of stukken, welke zijn bedrukt, beschilderd of op andere wijze zf» voorzien van figuren, voorstellingen of afbeeldingen, of — qnaliteitnummers, kleurnummers of dergelijke op het artikel betrekking hebbende aanwijzingen buiten aanmerking gelaten — van eenigerlei aanduiding in letters, cijfers of teekens, al dan met doorboord of verder bewerkt (1) ... 8 pct' nün Verh^t met de Tjze,' waar°P deze artikelen in den post zijn omschreven, blijft de grondstof onbelast, en zal alleen aan invoerrecht onderworpen zijn het artikel voor den kramerij- en galanteriewinkel, als bladwijzers, nieuwjaars- en kerstkaarten en dergehjke. Voorwerpen van ZTr\ bee\enz- zuU,e° worden belast vol8ei18 den PO8* waartoe zij op grond van hun aard behooren. Mem. o. T. ^"^enroUoiken, v.a.s., brandschermen en zoogenaamde stores daaronder begrepen; marquises, zonneschermen en tenten en geraamïnn^lT^r'».Z00mede kamers«l"»tten, tocht-, vuur-, haard-, schoorsteenen tneehchfschermen, en raamhorren en raamvoorzetten 8 pct. 61. Kaas v.a.s 8 pet< 62. Kantoor-,schooI-, schilder-, toeken- en schrijfbehoeften, n.a.g. (1). Schrijfpennen potlooden en griffels; potlood in staafjes voor het vullen van potloodhouders; vulpennen ; schrijfstiften of stylopennen; potloodscherpers ; penuittrekkers ; lees- en bladwijzers ; radeergummi ■ van handvat voorziene radeermesjes en perforeerraadjes ; pen-, vulpen-' pot ood-, vlakgom-, houtskool- en zegellakhouders; pen-, vulpen- en te^ ^fc^SCh-T^?^ schrijfleggers; schrijfmappen; 'schrij-fcassetten, inktkokers, mktstellen en onderstellen daarvoor; pennenbakjes • pennenrekjes ; vouwbeenen ; briefopeners ; pressepapiers ; blocnotehouders ; postzegelbevochtigers ; plakouwels ; stempelkussens ; inkt- Xn^inn-dri?f!eS °fi°P andere dergelijke ^jze verpakt zand vloeirollen, vloeiblokken ; brievenmappen; bripanhouders; briefklemmen ; briefpennen ; bnefhaken ; liassen ; andere dergelijke n. a. g. kantoor- en^ schrijfbehoeften, zoomede punaises, waarvan V stiftleng^e eTSe dia meter van het bovenvlak onderscheidenlijk bedragen 10 en 15 m M o S Jn;LPapi^>mder! en flips voor het bijeenvoegen van papieren i?n vak eT tJwKmrle,r2akjeS; dipS V00r h«fc Verdeelen van laden in vakjes, tafelboekenklemmen; garenbollen; kluwenhouders- on raam gespannen schilderdoA^onbeschilderde bórden voor het m'akeï van sierborden; schilderezels ; teekentafels ; teekenplanken; telraïïen" doezelaars; doezelMokjes; paletten; schilderstokken; houtskool "n op gelijke lengte kennelijk zijn bestemd om te worden gebezigd als teekenbehoefte; schrijfborden*schoolborden en nóhrfi&aVTL^ raam of andere houten omlijsting, of aan de achterzijde beplakt met 103 Post 62—66 104 papier, linnen of andere zelfstandigheid, en zoogenaamde leesplankjes en nécessaires en garnituren, uitsluitend met de hiervoor genoemde artikelen samengesteld 8 P*5*' 1. Ten einde te voorkomen, dat als school-, schilder- en teekenbehoeften ook zullen worden belast verschillende gereedschappen, worden de artikelen, voor zoover zij voor een invoerrecht in aanmerking komen, met name in den post genoemd. Wanneer deze artikelen ongelimiteerd belast werden verklaard, zouden passers (o), driehoeken, mallen en zoovele andere artikelen, welke zoo goed als uitsluitend als bedrijfshulpmiddelen worden gebruikt, aan rechten onderworpen zijn. Ten opzichte van kantoor- en schrijfbehoeften bestaat opgemeld bezwaar niet. Deze komen als particuliere verbruiksartikelen zonder uitzondering voor een invoerrecht in aanmerking. Deswege is in den post ten opzichte van deze artikelen, na voorbeeldsgewijze eenige artikelen te hebben genoemd, de uitdrukking gebezigd: „en andere dergehjke . Opgemerkt wordt nog dat tot den post alleen behooren de kantoorschool-, schilder-, teeken- en schrijfbehoeften, welke niet afzonderük njn genoemd. Inkt, krijt, lijm en dergelijke artikelen zullen dus worden belast volgens de posten nos. 68, 74, 47, enz. Mem. v. T. (a) Gevulde passerdoozen vallen onder den post no. 95. Zie de Bijz. bepaling no. 1, lett. o, op dién post. 63. Kerkmenbelen en kerkdienst- en eeredienstbenoodigdheden. Altaren en deelen van altaren (voetstukken, bovenstukken, tabernakels, tabernakeldeuren en expositietronen); preekstoelen en klankborden voor preekstoelen; doopvonten en sluitstukken en sluitdeksels voor doopvonten; niet in lijst gevatte gebeeldhouwde kruiswegstaties; biechtstoelen en communiebanken, zoomede kruisen en crucifixen, kelken en kelktoebehooren, cibories, monstransen en bewaringsdoozen, avondmaalschalen en avondmaalbekers; rehekschrijnen en rehekdoozen; bekers; schalen ; schenkkannen en ampullen; wierookvaten; draaghemels ; lezenaars ; rozenkransen ; gebedriemen ; wijwaterbakjes ; kerstkribben en, met uitzondering van artikelen, welke behooren tot post no. 133 sub I andere dergelijke eeredienst-, kerkdienst-, altaardiensten processiebenoodigdheden 8 P8*- 64. Keretboomvereieringsartikelen van allerlei aard, van oog voorziene micaplaatjes en andere artikelen, welke blijkens het opschrift op de verpakking voor het versieren van kerstboomen zijn bestemd, daaronder begrepen 8 Pct' 65. Ketting en kettingen, ongeacht de samenstelling 8 pct BIJZONDERE BEPALINGEN. 1 Artikelen, welke uitsluitend zijn vervaardigd uit onedel metaal, worden van het volgens den post verschuldigd invoerrecht vrijgesteld, wanneer zg per d.M. lengte van het eigenlijk kettinggedeelte — onderdeelen niet te verwaarloozen — een gemiddeld gewicht hebben van meer dan 75 gram (1). 104 105 Post 66—67 2. Voor de toepassing van het bepaalde sub 1, als gewicht der ketting en kettingen te nemen het gewicht der artikelen zoowel ontdaan van de voorwerpen, welke blijkbaar opzettelijk zijn toegevoegd om het gewicht der artikelen te verhoogen, als ontdaan van de voorwerpen welke zonder verbreking of beschadiging daarvan kunnen worden afgenomen. 3. Het bepaalde sub 1 is niet van toepassing op artikelen, welke op het oogenblik van invoer zijn voorzien van messen, scharen of andere m het tarief belaste artikelen. 1. Het is niet buitengesloten, dat door de belastinggrens voor kettingen te stellen op 75 gram, enkele artikelen belast zullen blijven welke als bedrijfshulpmiddel voor een vrijstelling in aanmerking komen len einde echter te voorkomen dat ook de rijwielketting zonder betaling van invoerrecht zal moeten worden toegelaten, moet er van worden afgezien om de belastinggrens lager te stellen. De werkelijke bechijfeketting en ook de scheepsketting wegen per d.M. lengte echter steeds zwaarder dan 75 gram. Mem. v. T. 66. Kinderwagens en kindersportkarren, kinderautomobielen, bokkenwagens en andere kinderspeelwagens en de voor een en ander gebezigde van kap, as, duw- of troMnrichting voorziene bovenstellen, van metaaldraadspaken voorziene wielen en van zoodanige wielen voorziene onderstellen, op garniluur gemonteerde kappen of gedeelten van kappen en de voor zoodanige kappen of gedeelten van kappen gebezigde geraamten en van oogen voorziene kapbedekking, zoomede kinderstoelen, kinderloopstoelen en kinderloophekken g pc^ BIJZONDERE BEPALINGEN. 1. Als metaaldraadspaken alleen aan te merken spaken, waarvan de grootste afmeting van de dwarsdoorsnede 5 m.M. of minder bedraagt. 2. Niet van as, kap, stuur- of trekinrichting voorziene bovenstellen naar gelang van hunne samenstelling te belasten volgens post no 13 of post no. 82. 67. Kleederen en kleedingstukken, en kleed- en kleedingtoebenooren 8 pct BIJZONDERE BEPALINGEN. 1. Tot den post behooren, met uitzondering van de artikelen, welke , a/Jtwoorden aan de onisdirijving van de posten nos. 15, 20, 51 53 of 108, ongeacht hunnen aard, alle artikelen, welke deel uitmaken 'van de kleeding of van het toilet (nacht- en onderkleeding: schorten en bayettes; fichus chéles, bouffantes, en befjes; boa's en kragen van ïmitatiebont; vodes, sluiers, dassen en strikken; ceintures, gordels en sjerpen ; fronts, boorden en manchetten ; bretels, jarretelles en kouse- 105 Post 67—69 106 banden; mouw- en rokophouders; kraag- en broekveeren; broekklemmen ■ doek-, das, en veterknijpers ; bustevormers en corsetten ; van malie voorziene veters (1); elastische kousen; zwemvesten en zwemgordels, en dergelijke artikelen daaronder begrepen). 2. Duikerpakken, ook wanneer zij worden ingevoerd zonder helm of schoenen, worden van het volgens den post verschuldigd invoerrecht vrijgesteld. 1. Van maliën voorziene veters vallen onder den post Manufacturen, belast met een invoerrecht van 8 pct. der waarde (a). Mem. v. A. (o) Zie post 85, sub IV. 68. Jfleur- en verfstoffen, al dan niet aangemaakt (inkt, blauwsel, zwartsel, kaas- en boterkleursel, vernissen, lakken en metaalpoeders daaronder begrepen); verpakt of in tabletvorm (1) » Pct- BIJZONDERE BEPALINGEN. 1. Verf- en kleurstoffen, gehecht of geplakt op papier, bestemd om door overdruk of op dergelijke wijze op voorwerpen te worden overgebracht, te belasten volgens post no. 97. 2. Bladgoud, bladzilver en ander als verfwaar gebezigd bladmetaal in boekjes behooren niet tot den post. 3 Bronsfoliën, ingevoerd in vellen, en bestaande uit een laagje zinkoxyde gebonden aan eene lijmstof, welke den achtergrond der vellen uitmaakt, terwijl over het laagje zinkoxyde een laagje metaalpoeder is heengebracht, ook wanneer de vellen zijn verpakt tusschen vellen vloeipapier, worden van het volgens den post verschuldigd invoerrecht vrijgesteld. 1 In olie gewreven verf zal in verband met de bewoordingen van den' post bij invoer op fust of in een grootere hoeveelheid dan yan 1200 gram, in de toekomst alleen aan invoerrecht onderworpen zm, wanneer zij op grond van haar samenstelling met petroleum of benzine behooren tot post no. 96. Daar, met uitzondering van petroleum en benzine, olie zonder betaling van invoerrecht zal kunnen worden ingevoerd, zullen de verf- en vernisfabrikanten tegen het vrijstellen van de in olie gewreven verf geen bedenkingen kunnen aanvoeren. _ Het spreekt vanzelf dat verfwaren samengesteld met alcohol niet zullen worden belast naar dezen post, maar, op grond van art. 4 der wet, volgens post no. 2. Mem. v. T. 69. Knoopen en gespen (manchet-, front-, boord- en anderekleedknoopen, bretelknoopen, passementknoopen, Kfltuig-, meubel- en distinctieïknoopen, drukknoopen, zoogenaamde netzuke's of draagknoopen, ceintuur-, hoed-, schoen- en zadelmakersgespen, en dergelijke knoopen en gespen daaronder begrepen); zoomede haken en oogen en druksluitingen en deelen 106 1 07 u/ Post 69—70 van haken en oogen en druksluitingen, deelen van haakgespen en van met stift sluitende kleed- en kleedingknoopen, veerende ringen voor het zonder draad of garen bevestigen van knoopen aan kledingstukken, en houten knoopvormen 8 pCj BIJZONDERE BEPALINGEN. 1. Zoogenaamde schoenhaken voor rijgschoenen niet als knoopen aan te merken. 2. Onder haakgespen te verstaan alle gespen, welke uit twee afzonderlijke deelen bestaan. 3. Als haken en oogen niet alleen aan te merken het onder dezen naam bekend staand handelsartikel, maar alle haken en oogen, welke blijkens de daarin aanwezige oogen of openingen, blijkbaar zijn bestemd om met garen of draad aan kleedingstukken, gordijnen of andere artikelen te worden vastgehecht, en per dozijn stuks, of voor zooveel zij worden ingevoerd per stel (haak met oog), per dozijn stel een gewicht hebben van 250 gram of minder. i. 7?' *.K?ek>banket»iMat'Hein ge»ak en suikerwerken, en ander dergelijk koek-, banket- en suikerbakkerswerk, wafelkorst en vormen van wafelkorst, zoogenaamde kauwgom en andere snoepgoedartikelen daaronder begrepen, zoomede pasteibakkerswerk, biscuits, cacao en chocolade, beide laatstgenoemde ook in opgelosten staat, en chocoladewerken. L Zonder saccharine of andere kunstmatige zoetstoffen, en zonder suiker, of met niet meer dan 5 pct. suiker: verpakt of in tabletvorm (1) 8 pct II. Samengesteld met saccharine of andere kunstmatige zoetstoffen of met meer dan 5 pct. suiker: verpakt (2-3) g pct en 100 k.g. f 27,— B. 1. 2. met meer dan 5 no. 1 Ingevoerd op andere wijze : met saccharine of andere kunstmatige zoetstoffen 8 pct. en 100 k.g. f 27,— pct. suiker, voor zoover niet behoorende tot gehaJte611^ ^ ^ ^ 2 genoemde'artikelen,' wanneer "het' suiker- meer is aan t>, maar niet meer dan 10 pct. meer is dan 10, maar niet meer dan % maar nj|| meer dan 50 pct. a. b. c. d. meer is dan 25, meer is dan 50, maar niet meer dan 75 np.t. meer is dan 75 pct 100 k'.g! f 27' 100 k.g. f 2,70 100 k.g. f 6,75 100 k.g. f 13,50 100 k.g. f 20,25 107 Post 70 108 BIJZONDERE BEPALINGEN. 1. Voor artikelen, welke, als met plaatjes beplakte stukjes chocolade en met eitjes gevulde mandjes, waarvan de eitjes door middel van eenig kleefmiddel vast aan de mandjes zijn verbonden, bestaan uit een suikerhoudend en een niet suikerhoudend gedeelte, welke met zonder beschadiging of verbreking van elkander zijn te scheiden, zal yoor de bepaling van het verschuldigd specifiek recht en van het gehalte het gewicht van het geheele artikel tot grondslag worden genomen (5). 2 Wanneer chocolade- en suikerwerken en andere tot den post behoorende artikelen per artikel niet meer bevatten dan 5 gram likeur of andere zelfstandigheden, welke behooren tot post no. 2, onderdeel 11, is van die zelfstandigheden geen afzonderlijke belasting verschuldigd. 3 Wanneer tot den post behoorende artikelen, welke op verschillende wijze zijn belast, bij den invoer zijn dooreengemengd, zal voor de toepassing van het tarief worden aangenomen dat het geheele mengsel bestaat uit de hoogst belaste soort, welke daarin aanwezig is. 4. Pasteibakkerswerk en ander gebak, samengesteld met visch vleesch of andere artikelen, welke behooren tot een der posten nos. 13b of 137, niet te belasten volgens dezen post, maar naar gelang van hunne samenstelling volgens een der posten nos. 37, 136 of 137. 1. Van cacaopoeder en cacaoblokken, welke É« meer dan 5 pct. suiker bevatten, zal, voor zoover zg niet worden ingevoerd m verpakten of getabletteerden staat, geen invoerrecht verschuldigd zijn- Mem. v. A. 2 Het zou zoowel voor den handel als voor de Administratie der belastingen bezwaren opleveren, om den inhoud van kleine zendingen voor de vaststelling van het suikergehalte te doen onderzoeken. In de eerste plaats bestaan dergelijke zendingen dikwijls uit artikelen van verschillenden aard en samenstelling. By een eventueel onderzoek naar het gehalte zou dus een betrekkelijk groot gedeelte van de zending als monster moeten achterblijven. In de tweede plaats zou door het nemen van monsters de verpakking der artikelen worden beschadigd, en zoowel deswege, als door de omstandigheid dat door het nemen yan het monster de verpakte hoeveelheid is verminderd, een deel der zending onverkoopbaar worden. Door een vast recht zullen onderzoekingen worden voorkomen en bovenbedoelde bezwaren worden ondervangen. Ook met liet oog op het reizigersverkeer over de grenzen is de voorgestelde regeling aan te bevelen. Mem. v. T. 3. Zie hierbij aant. 2 op post no. 35. 4. Door het sprongenstelsel, voor het heffen van de suikerbelasting, heeft de aangever by het opgeven van het suikergehalte eenige speling, en is hij dus niet verplicht het juiste suikergehalte der mgeyoerJe goederen aan te geven. Zoo zal hij bijv. ten opzichte van artikelen, welke eèn suikerfehalte hebben van plan. 20 pct., kunnen volstaan met daarvoor een suikergehalte op te geven van „meer dan 10, maar niet meer dan 25 pct." Mem. 9. T. 108 109 Post 70—72 5. Verschillende chocolade- en suikerwerken bestaan uit een suikerHoudend en een niet suikerhoudend gedeelte. Dit doet zich o. a. voor bii met plaatjes beplakte stukjes chocolade en met randjes goudpapier bekleede voorwerpen van suikerwerk, bij met suikeren paascheitjes gevulde mandjes, bij chocolademessen met een lemmet van verzilverd karton, en dergelijke. Wanneer de ambtenaren bij een controle van het aangegeven gewicht genoodzaakt zouden zijn die prentjes en andere niet suikerhoudende ™e? Yfn de voorwerpen af te nemen, zouden deze worden beschadigd Daarom wordt bepaald, dat deze artikelen onder het netto gewicht der goederen moeten worden begrepen, en dus bij de bepaling en controleering van dit gewicht moeten worden medegewogen. Daar het gewicht dezer artikelen steeds klein is, kan daartegen weinig bezwaar bestaan. De bihijkheid brengt echter mede, dat dit gewicht dan ook zal dienen als grondslag bij de bepaling van het suikergehalte der goederen. De invoerder zal daardoor van de voorgestelde regeling in het algemeen geen nadeel ondervinden. In dezelfde mate, dat het gewicht der goederen door het medewegen der prentjes en plaatjes wordt vergroot, zal immers het suikergehalte der goederen dalen. Mem. o. T. 71. Koffers v.a.s., hoedendoozen; valiezen; citybags; gladstonebags; ransels; reisrollen; weitasschen; bandelieren voor patronen; kruithoornsop den rug te dragen vischkaren; van oogen, ringen of kousen voorziene (1) reis-, wasch- en gereedschapszakken; etuis, hoezen, holsters en tasschen voor het bergen yan instrumenten, verrekijkers, wapens, wandelstokken of sportbenoodigdheden; rijwiel- en zadeltasschen; metalen bagagedragers voor rnwielen, automobielen en rijtuigen; metalen doozen voor liet bergen van autobanden; damestaschjes; bonbon- en binocletaschjes; boodschapnetten; acten-, wissel- en banknotentasschen; muziekporteïeuüles; teekenportefeuilles; schooltasschen; boeken- en boterhammappen; botaniseertrommels; griffelkokers; sponsedoozen, en dergelijke met met name of ni de soort in het tarief vrijgestelde artikelen, gebezigd voor het persoonlnk overbrengen van goederen, of het meevoeren van goederen voor persoonlijk of lijfsgebruik, ook wanneer die artikelen zijn voorzien van todet-, naai- of schrijf benoodigdheden 8 pct. m Zie hierbij art. 30, sub 10. 72. Koffie, koffiesurrogaten, koffie-extracten en koffie-essences. L Natuurlijke koffie, al dan niet gebrand, gemalen of cafeïnevrij mits niet vermengd met cichorei of andere zelfstandigheden, en met uitzondering van koffie-extracten en koffie-essences : VerPakt .....Spet. Koffie-extracten en koffie-essences; cichorei of peekoffie • £5fil ' moutkoffie' «o andere zoogenaamde gezondheidskoffie en l^^SiSS^natuurIijke koffie vermengd met cichorei of verpakt of in tabletvorm 8 pct 109 Post 73—75 110 73 Koralen en kralen v.a.s., zoowel van porselein, glas, hout of metaal, als vervaardigd uit koraal, hars, natuurlijk gesteente of andere zelfstandigheid (peer-, staaf- of andervormige artikelen, welke als koralen of kralen ziin doorboord of voorzien van doorlaatopening en by het vervaardigen van ceintures, kettingen, beurzen, passement, franje, kwasten, lamperanden en dergehjke artikelen worden aaneengevoegd, daaronder begrepen, ook al mochten die artikelen, evenals lampenprisma s, slechts ziin doorboord in de breedte of aan een der uiteinden), zoomede glaspaarlen, uit paarlemoer gesneden paarlen, en alle andere paarlen, met uitzondering van niet doorboorde of gevatte echte, een en ander zoowel los, als geregen aan snoeren of enkel gevat in metalen of andere vatting, zoomede ramlen, rand, franje en kwasten met koralen, kralen of andere tot den post behoorende artikelen samengesteld (1) » pe»- 1. Zooals uit den post blijkt zullen als koralen en kralen voor de toepassing van het tarief niet alleen worden aangemerkt de doorboorde meestal bolvormige artikelen, welke in het spraakgebruik met den naam van koralen5 of kralen worden aangeduid, maar in het algemeen alle voorwerpen, welke op dezelfde wijze als koralen of kralen voor het maken van garneering of voor het -fierjraardigen van:oemtuW, kettingen, Esk frfnje, kwasten, lamperanden en dergehjke artikelen worden aangewend. In tegenstelling met glaspaarlen en andere onechte paarlen, 3e ook aan invoerrecht onderworpen zullen zijn wanneer zy worden mgevoerd in niet doorboorden staat, zal van koralen en kralen en hetgeen verder als zoodanig zal worden aangemerkt, alleen een invoerrecht verschuldigd zijn, wanneer zij bij den invoer op eenigerlei wijze zijn doorboord De niét doorboorde koralen en kralen zullen dus, voor zoover S belast op grond van hun samenstelling, vrij van rechten kunnen W0Tusschef duikelen vervaardigd uit heel- of half-edelgesteente en andere, en tusschen doorboorde valsche paarlen, wordt geen onderscheid gemaakt. Mem. v. T. 74 Krijt v.a.s., teekenkrijt (conté), oliekrijt, ook wel genaamd Weurkrijt of gekleurd potlood, doezelkrijt, biljart- en zoogenaamd Ueermakerskrflt en dergelijke artikelen daaronder begrepen; verpakt of in tablet¬ vorm 75. Lampen, lantaarns en lichten van allerlei aard; onderdeelen en toebehooren van een en ander; kaarsen, gtoikousjes en koolstaven; zoomede verlichtingsmiddelen, verpakt of in tabletvorm (1). I Lampen, lantaarns, lichten en belichtings- en verlichtingstoestellen van allerlei aard (sigarenlampjes ; harpen en wandarmen voor gzshcht; booglampen; gloeilampen; werklampen; lampen voor petroleumkachels, theeh4ten en andere verwarmingstoeste len; automobiel-, rijwiel- en rijtuiglantaarns; straat-, storm- en zaklantaarns; deur-, baken- en vuurtorenlichten; zoeUichten; schijnwerpers; lampen lichten en lichttoestellen voor chirurgisch gebruik ; reclamelichten en reclamelichttoestellen ; kronen ; luchters ; kandelabres en■ J^jJ«»^ dergehjke lampen, lantaarns, belichtings- en verlichtingstoestellen daaronder begrepen) 110 Hl Post 75 EL Taperhouders; de voor kronen, luchters, lampen en andere verhchtingsartikelen gebezigde kaarshouders ; voetstukken voor tafel- en schemerlampen ; houders voor electrische lampen ; ballon- en kapdragers • ornamenten (versierde verbindingsstukken tusschen den baJlondraagrand en den peerhouder of tusschen de verschillende lampedeelen); peren en peerhouders; gewichten en omhulsels voor gewichten 8 pct. HL Branders v.a.s., Graetzin- en speksteenbranders en branders vuur lampen van petroleumkachels daaronder begrepen; lampe 1 i - , " . —. _—* "~8»^hg" j leuiiuc- en **cn ^Kappen, en ae voor lampe- en kaarsekappen gebezigde karkassen ; lampeglazen; lichtschermen; uit of met metaaldraad of metaaldraadvlechtwerk samengestelde ballon- en glasbeschermers ; reflectors : walmvangers en lampeglasschoorsteentjes, zoomede bobèches en porseleinen kaarsen 8 pct. IV. Gloeikousjes, al dan niet gedrenkt of voor dadelijk gebruik geschikt, en de voor gloeikousjes gebezigde stiften (2) ... 8 pct. V. Koolstaven en koolspitsen voor electrische verlichting .. 5 pct. VI. Kaarsen en kaarsjes v.a.s.; zoogenaamde tapers (kaarsen voor net aansteken van gaslicht), waxinelichtjes, nachtpitjes en dergelijke kransen11 ar0nder be8rePen> zoomede fakkels, flambouwen en pek- 8 pct. VEL Calcimncarbid en andere dergelijke artikelen, welke kunnen worden aangewend tot het voortbrengen van licht i verpakt of in tabletvorm ' g t BIJZONDERE BEPALINGEN. 1. Soldeer- en afbrandlampen behooren tot post no. 135. ?' -ïS^1finpen en voor de oetonning gebezigde lichtboeien, worden met uitzondering van de voor laatstgenoemden gebezigde afzonderlijk ^gevoerde lampen en Hchttoestellen, van het volgens den post verschuldigd invoerrecht vrijgesteld. 1. Daar door den handel aan het woord „verhchtingsartikelen" een IZtlTl J ,W°rdt tofSekend ™ deze daaronder niet alleen verstaat de werkelijke lamp en lantaarn, maar ook de lampfitting, het stopcontact en dergelijke artikelen, en het niet in de bedoelin!' Ë* t0 Ldoe? aaD* fen lnvoerre8h* te onderwerpen, is het niet mogelijk de te belasten artikelen aan te duiden met het woord „verhchtingsmiddelen" ^ichtTPT£eTegH ™? m dCD P°St gesP»>ken'van lampen, 1 Jaarna w£ i . .arblJ «e»™ opsomming blijkt echter, dat het begrip lampen en lantaarns in ruimen zin moet worden opgevat Als zoodanig zullen ntet alleen moeten worden aangemerkt de^ifasfcT ÏÏSf."1 1 SpraSk" °J T^™* met den naam van lampeTerTht taarns worden aangechpL maar alle voorwerpen, welke op dezelfde wijze als deze beiae verhchtingsartikelen atf hulpmiddelen Wj het Post 75—77 onwekken of verspreiden van licht worden aangewend. Het is daarmj niet mogelijk, om tusschen de artikelen, gebruikt voor het verspreiden van licht, en die gebruikt voor het verspreiden van warmte en tusschen het bedrnfshulpnuddel en het artikel, uitsluitend gebruikt door particulieren, onderscheid te maken. Dergelijke onderscheidingen zouden Wj de toepassing van het tarief voortdurend aanleiding geven tot geschil. Mem. v. T. 2. Ringen voor hangende gloeiüchtkousjes zijn, blijkens de Mem. v. T., niet belast omdat zij uitsluitend worden betrokken door den gloeikousjesfabrikant. 76. Ledikanten en wiegen, en onderstellen, hemels, wanden en opzetten daarvoor; bedden en matrassen v.a.s., ook bedkasten, veldbedden, dekbedden, lucht- en waterbedden, en houtwol-, kurk- en staaldraadmatrassen- peluws en kussens; verstelbare hooldkussens voor aekenledikanten'en de bij die ledikanten gebezigde zweef apparaten; matrasramen, eender dergelijk ledikant-, wieg- en bedtoebehooren, dekens, lakens, spreien, sloepen en andere overtrekken daaronder begrepen, zoomede hangmatten en slaap- en voeteakken en spring- en reddingsmatrassen; een en ander voor zoover bij post no. 85 niet lager belast 8 pct. 77 Lepels, vorken, scheppen,schoppen, spaden en spatels v.a.s., pronken siêrlepels, taartscheppen, suikerstrooiers, strijkspanen, monsterstekers, hooivorken, beer-, gier- of mestscheppers (emmers zonder hengsel of handvat met schuin daarin aangebrachte buis voor het bevestigen van een steel), van handvat, handgreep of steel voorziene schepbakken, en Sgeliike artikelen daaronder begrepen, zoomede bestekken, mtelmtend met tot den post behoorende artikelen samengesteld. I. Bestekken (1) • 8 pct' II. Overige artikelen : , a bij den invoer voorzien van een al dan niet aangezet handvat TmnrtOTPfio of steel, wanneer zij een gewicnt nennen van uw ëi*xu ». minder (2—3) pct. , J„W ™™èr> y\\ ziin inErericht om van handvat, handgreep of steel te worden voorzien en een gewicht hebben van 300 gram of minder (3) BIJZONDERE BEPALINGEN. 1 Scheppen, schepbakjes en dergelijke artikelen, niet voorzien van handvat, handgreep of steel, en ook niet ingericht om daarvan te worden voorzien, te belasten volgens post no. 13. 2 Bestekken op andere wijze samengesteld dan bij den post is aangegeven, te belasten volgens de regelen van post no. 95. 3 Mondlepels voor tandartsen (lepels voor het afdrukken van gebitvormen) en niet met edele metalen samengestelde troffels, worden van het volgens den post verschuldigd invoerrecht vrijgesteld. 112 113 Post 77—80 1. Onder een .^bestek" is te verstaan een bij elkaar behoorende lepel en vonk, bijv. een slalepel en -vork. De Min. v. Fin. in de Tweede Kamer. 2. Bij de behanckding van het wetsontwerp in de Tweede Kamer werd opgemerkt dat het gewicht van 600 gram — in onderdeel Ha van dezen post —niet slaat op het handvat alleen, maar op het geheele 3. Het gewicht als grens van belastbaarheid, is dermate laag gesteld dat veilig mag worden aangenomen dat de vrijstelling van het bedriifshulpmiddel zal verzekerd zijn. Mem. v. T. 78. Lijsten en geprofileerde latten voor lijsten. Portret-, spiegel- en schilderijlijsten v.a.s., zoowel wand- als staande lijsten, zoomede geprofileerde latten en staven voor lijsten 8 pct. BIJZONDERE BEPALING. Latten en staven vervaardigd van metaal, cement of natmprlijk gesteente, worden van het volgens den post verschuldigd invoerrecht vrijgesteld (1). . 1,1..IDoor latten en staven vervaardigd van metaal, cement of natuurlijk gesteente van de toepassing van den post uit te zonderen zal het recht voor latten voor lijsten in hoofdzaak beperkt blijven tot latten en staven, welke worden gebruikt voor het maken van schilderijen spiegellusteojjen zullen J>jjv. de gepolijste staven, gebruikt voor bet maken van lambnzeeringen en rijtuighjsten, zoomede bouwmaterialen zonder betaling van invoerrecht kunnen worden ingevoerd. Mem. v. T. . Limonades> lhnonade-essences en limonade-extracten; verpakt of in tabletvorm (1) 8 pct 1. Limonades en limonade-essences en limonade-extracte^jtijn1 aan invoerrecht onderworpen, wanneer zij worde* ibgevoerd in verpakten of getabletteerden staat. De met suiker of alcohol samengestelde artikelen zullen echter, voor zoover zij een alcohol- öf suikergehaJtè'hebben van meer dan 5 pct., ingevolge art. 4 van het ontwerp, naar gelang van hun samenstelling, worden belast volgens post no. 2 of post no. 119. Dat de post Limoen**» citroensap niet (uitketvroegere tarief van 1862) is overgenomen, vindt zijn grond hierin, dat de ondervinding heeft geleerd, dat een groot gedeeRe van het in groote verpakking ingevoerde citroensap is bestemd om te worden gebruikt als hulpmiddel in de katoendrukkerijen, en als zoodanig niet voor belasting m aanmerking komt (a). Mem. p. T. s (a) Verpakt behooren limoen- en citroensap tot post no. 105 blijkens de Mem. v.A. 80ü J^8"18*8611 lederbehang, zoowel echt als imitatie, ook in stukken voor het bekleeden van stoelen of dergelijk gebruik, en met fineerhout beplakt papier, gebezigd als behangselpapia*, 8 pct. Tarief van Invoerrechten. I 113 Post 81—85 114 81 Lucifers v.a.s., met uitzondering van Bengaalsche lucifers en dergeliike artikelen, welke behooren tot post no. 140; vuurmakersj ook snelvuurmakers (bestaande in hoofdzaak uit met behulp van vetzure of harszure zeep in vasten toestand gebrachte minerale olie) en zwavelstokken, zoomede verpakt zoogenaamd gloed en andere „verpakte" verwarmingsmiddelen • v 82. Manden, mandjes, kooien, broedkorven, van gevlochten teen vervaardigde vischvangmiddelen, en andere artikelen geheel of hoofdzakelijk bestaande uit gevlochten teen, rotting, bamboe, bies, net, spaan, stroo of andere dergelijke gevlochten natuurproducten » pci- BIJZONDERE BEPALING. Van het volgens den post verschuldigd invoerrecht worden vrijgesteld : h manden en andere tot den post behoorende artikelen, vervaardigd van' niet verder bewerkte, ongeschilde, al dan niet gespouwen teen, mits niet voorzien (1) van hengsel, of van metalen scharnier of metalen ^'Tpanln fruitverzendmandjes en andere tot den post behoorende artikelen, vervaardigd van spaan, voorzien (1) van hengsel, nuts met voorzien van deksel, wanneer de voor het vlechtwerk gebezigde reepen eene breedte hebben van 2 c.M. of meer (2). 1. Zie hierbij art. 30, sub. 10. 2. Door de omschrijving bij lett. b en c blijft de vrijstelling van het emballage-artikel verzekerd. Mem. v. T. 83. Mangels, waschmachines, wringmachines en waschborden voor het opmaken en wasschen van linnengoed, welke opdeneheidcml^eMi gewicht hebben van 125, 60, 20 en 5 K.G. of minder (1) en wnngLchinerollen (gummirollen op metalen of andere spil), welke een gewicht hebben van 3 K.G. of minder ° Plu 1. De vrijstelling van het bedrijfshulpmiddel wordt niet aangetast. Dit immers weegt steeds meer. Mem. v. T. 84. Mannequins: kleed- en etalagebustes; etalagepoppen en ledepoppen; zoomede koppen, voet-, arm- en andere ledemaatvormen voor een en ander 85. Manufacturen, weefsels, stoffen en vlechtwerken en borduur^haak-, kant-, knoop- en breiwerken van allerlei aard (zoogenaamde ontre-deux en puntjes; lint, band, kant, feston en garneersel; servett en, taf el]tóens, handdoekeA, zakdoeken, dekens en netten; embrasseb, taJJJJ: kw«to en passementen; borduurwerken met aangegeven o! gedeeltelnk voltooid borduurpatroon; stoffen bedrukt, beschilderd of gebatikt; stoffen doorSmet vet, bekleed met rubber, glasgruis of zand, bestreken met graph.et, 114 115 Post 85 asphalt of teer, of op eenigerlei andere wijze voor een bepaald doel geschikt gemaakt; stoffen waarvan, als bij imitatiebastband, de draden of vezels door middel van lijm of andere kleefstof worden bijeengehouden; haarvilt; wolvilt* wasdoek, leerdoek en dergelijke artikelen daaronder begrepen), zoomede, met inachtneming van de Bijzondere bepalingen, de met een en ander geheel of hoofdzakelijk samengestelde werken en voorwerpen. I. Jute weefsels en, met uitzondering van weefsels en vlechtwerken van stroo, spaan, hout, bies of andere dergelijke natuurproducten en van fabrikaten in koord-, snoer-, touw-, of buisvorm, andere tot den post behoorende weefsels, vlechtwerken en stoffen, welke per 10 c.M. in het vierkant, meer draden hebben dan 30, maar niet meer dan 200,' en per meter in het vierkant, voor elke 10 draden, welke op den meter in het vierkant voorkomen, een gewicht hebben van meer dan 2, maar niet meer dan 7 gram, zoowel aan het stuk, als in niet verder bewerkte uitsluitend uit zoodanige stof bestaande stukken (1) 5 pct II. Niet van beugelsluiting of metalen oogen, ringen of kousen voorziene (2) zakken (beddezakken (3), geld-, wasch-, post- en monsterzakken en dergelijke zakken daaronder begrepen), vervaardigd van de stoffen behoorende tot onderdeel I, ook al mochten die zakken inwendig zijn bekleed of beplakt met papier 6 pct. -irJ?\\ Hf^ katoenen band» mits ingevoerd op rollen, welke ten minste 100 M. bevatten, en waaromtrent bij de visitatie door bestelorders of andere bescheiden afdoende wordt aangetoond, dat het is bestemd om te worden gebezigd als grondstof voor het samenstellen van motoren en andere electrotechnische artikelen 5 pet# IV. Overige tot den post behoorende artifcèlén 8 pct. BIJZONDERE BEPALINGEN. I. Tot den post behooren niet: a. weefsels en vlechtwerken en andere bij den post genoemde fabrikaten, uitsluitend vervaardigd uit metaaldraad of metaalband, dat niet is samengesteld met papier, weefsel, garen of andere zelfstandigheden welke behooren tot een der posten nos. 41, 85 of 97 (4); b. artikelen, welke behooren tot een der posten nos. 11 26 41 51 53, 67, 108, 123, of 133, onderdeel I. II. Wij behouden Ons voor bij algemeenen maatregel van bestuur onder de noodige voorzieningen, flrijdom van het volgens dezen post verschuldigd invoerrecht te verleenen: a. voor ongebleekt katoen ten gebruike der katoendrukkeriien en ververijen; b. yoor ongebleekte en ongeverfde lakens, bestemd om te worden gebruikt voor dekens in katoendrukkerijen. 115 Post 85 116 J3I. Met inachtneming van het Hëpaalde sub IV hierna, worden van het volgens den post verschuldigd invoerrecht vrijgesteld: 1. Geknoopte, al dan niet getaande stof voor het vervaardigen van netten, zoowel aan het stuk als in niet verder bewerkte uitsluitend uit zoodanige stof bestaande stukken, en de uit zoodanige stof vervaardigde vischnetten. 2. Zijden büilgaas, zoowel aan het stuk, als in niet verder bewerkte Uitsluitend uit zoodanig gaas bestaande stukken, en de met zoodanig gaas geJjfeél of hoöfih«*elijk samengestelde builkleeden en builzakken. 3. Weefsels en stoffen, uitsluitend vervaardigd van asbest, zoowel aan het stuk als in niet verder bewerkte uitsluitend uit zoodanige stof bestaande stüTÖten, en de van zoodanige stof vervaardigde ringen, ringvormige randen en doorboorde schijven. 4. Zeildoek, karldoek, scheerdoek, prezenningdoek, en, met uitzondering (5) van zoogenaamde kokosmat en andere tapijt- en looperstof en van fabrikaten in koord-, snoer-, touw- of buisvorm, andere tot den post behoorende weefsels, vlechtwerken en stoffen, welke per vierkanten meter een gewicht hebben van meer dan 800, maar niet meer dan 1500 gram, zoowel aan het stuk als in niet verder bewerkte, uitsluitend uit zoodanige stof bestaande stukken, mits : a. deae stoffen niet als fluweel, pluche, velours, velvet en trijp, zijn voorzien van opstaande of liggende haren of draden, of als imitatieastrakan, zijn voorzien van oogen of < lussen ; b. deze stoffen geheel noch gedeelteü|kïz$É Vervaardigd uit elastiek of elastiekgaren, of uit wol, haar, zijde of andere producten, welke zich hy verbranding gedragen als een product van dierlijken aard, en niet zijn bekleed of beplakt met amaril, glasgruis of zand, of zijn bekleed, beplakt, bestreken of doortrokken met caoutchouc, rubber of guttapercha, of met eene zeöstandigheid, welke op grond van Bijzondere bepaling no. 1 op post no. 28 daarmede is gelijk te stellen; c. van deze stoffen geen inslagdragen of niet meer dan Vio van het aantal kettingdraden, of wanneer dit Vio meer bedraagt dan 8 draden, ■ittt meer dan 8 kettingdraden (getwijnde draden voor één te tellen), aan het stuk^fte * draden geheel of gedeeltelik zijn geverfd of bedrukt; d. deze stoffen niet door middel van weven, drukken of op eenigerlei andere wijze zijn voorzien van bloemen, bladeren, blokken, lijnen, ruiten, strepen, patronen of figuren, tenzij gevormd door het Vio aantal kettingdraden of door de 8 kettingdraden, bedoeld bij lett. c hiervoor. 5. Kaardenband, drijfiriemenband en, met uitzondering van zoogenaamde kokosmat en andere tapijt- en looperstof en van fabrikaten in koord-, snoer-, touw- of buisvorm, andere dan tot den post behoorende weefsels, vlechtwerken en stoffen, welke per vierkanten meter een gewicht hebben van 1500 gram of meer (6); zoowel aan het stuk als in niet verder bewerkte uitsluitend uit zoodanige stof bestaande stukken, mits : 117 Post 86 a. deze stoffen niet, als fluw#elk pluche, velours, velvet en trijp zijn voorzien van opstaande of liggende haren of draden, of als imitatiéastrakan, zijn voorzien van oogen of lussen; b. deze stoffen niet door middel van weven, drukken of op eenigerlei andere wijze zijn voo^en van bloemen, bladeren, blokken, lijnen, ruiten, strepen, patronen of figuren. ' 6. Geweven of gevlochten koord, snoer en touw, voor het vervaardigen van pakkingstof, en, (met uitzondering van al dan niet van dradenkern voorzien hol- of pijpkoord en van snoer, koord en touw met weefsel of vlechtwerk bekleed of overtrokken) ander geweven of gevlochten of met weefstf of vlechtwerk samengesteld koord, snoer en touw (ook wanneer het is bestreken met vet of graphiet, i» ingelegd met caoutchouc, rubber of gutta-percha, of eene zelfstandigheid, welke op grond van Bijzonder»bepaling no. 1 op post no. 28 daarmede is gelijk te stellen of is gevuld met asbest, gips, mica, kurk, kieselguhr of dergelijke stof) dat per strekkenden meter, per d.M. omtrek, (onderdeelen van d M met te verwaarloozen) een gewicht heeft van 150 gram of meer, zoowei aan hetituk, als in niet verder bewerkte uitsluitend] uit zoodanig koord snoer of touw bestaande stukken, mits: a. deze fabrikaten, geheel noch gedeeltelijk zijn vervaardigd uit wol, haar, zijde of andero producten, welke zich bij wbranding gedragen als een product van dierlijken aard; b. deze fabrikaten, (bestrijken met graphiet en vet buiten aanmerking gelaten), mot mjn geverfd of gekleurd, of uit geverfde, gekleurde of toedrukte draden zijn samengesteld; c. deze fabrikaten niet door middel van weven, drukken of op eenigerlei,.andere wijze zijn voorzien van bloemen, bladeren, blokken lijnen, ruiten, strepen, patronen of figuren. 7. Scheepszeilen, en, voor zoover zij een gewicht hebben van 25 K G of meer en worden ingevoerd in ruit-, rechthoek- of vierkantvorm, brand- en reddingszeüen, dekkleeden en niet op garnituur gemonteerde tent-, wagen- en njtuigkleeden; een en ander mits vervaardigd van de stoffen vrijgesteld sub 4 hiervoor (7). 8. Drijjfriemen en transportbanden, en, wanneer aan derzelver bestemming om te dienen als werktuigen of toestellen of als onderdeelen of toebehooren daarvan, niet wordt getwijfeld, buil-, filter- en perszakken buil-, fdter- en perskleeden (8) en andere dergelijke als bedrijfshulpmiddel gebezigde artikelen, een en ander voor zoover vervaardigd van de stoffen vrijgesteld sub 4 of 5 hiervoor, zoomede de van zoodanige stoffen vervaardigde ringen, ringvormige randen en doorboorde schijven, kennelijk bestemd om te worden gebezigd om bij werktuigen, toestelen en buizen, uristaakng of toetreding van warmte, het ontsnappen van stoom, gas of vloeistoffen, of geraas of trilling te voorkomen. 9. Zoogenaamde rondgeweven wolvilten, en drukdekens met guttapereha overtrek* vervaardigd van de stoffen vrijgesteld sub 5 biervoor of aan welker bestemming om te worden gebezigd als onderdeel van werktuigen en toestellen niet wordt getwijfeld. 117 Post 85 118 10 Olielinnen, oliebuis, oliekous en andere op dergelijke wijze geprepareerde weefsels en stoffen, zoomede wollen sterkflanel, waaromtrent bij de visitatie door bestelorders of andere bescheiden afdoende wordt aangetoond, dat zij onderscheidenlp zijn bestemd om te worden gebezigd als grondstof voor het samenstellen van motoren en andere electrotechnische artikelen of als hulpmiddel in katoensterkenjen. 11. Reddingsboeien en scheepsstootzakken. 12 Land- zee- en hemelkaarten, welke, gemeten binnen de rolhoutên, zoo die aanwezig zijn, eene oppervlakte hebben van 50 vierkante d M of meer, mits (de enkele vermelding in een der hoeken of randen, van'naam en adres van drukker en uitgever en op de kaart betrekking hebbende wapens en vlaggen buiten aanmerking gelaten) met bedrukt met eenigerlef reclame of andere niet tot de eigenlijke kaart behoorende aanduiding in letters, cijfers, teekens of figuren, 13 Op schilderdoek aangebrachte, al dan niet op raam gespannen, al dan niet voltooide schetsen, schilderstukken of teekeningen, zoomede geschilderde of geteekende kakemono's en makimono s, een en ander mits niet voorzien van eenigerlei reclame of andere niet tot de eigenlijke schildering of teekening behoorende aanduiding in letters, cijfers, teekens, of figuren, en met uitzondering van artikelen alsjzoogenaamde pemture Bogaerts en dergelijke, welke slechts gedeeltelijk door schilderen of teekenen zijn verkregen. 14 Vlechtwerken van stroo of spaan, of van niet tot garen of draad gesponnen hennep, rameh of andere plantenvezels m niet aaneengehechte reepen of strooken, welke eene breedte hebben van 3 c.M of minder en eene lengte van 3 M. of meer, ook al bevinden zich in die reepen of strooken enkele katoenen draden (9). 15. Stroohulzen. 16. Lompen, zoomede resten van weefsels en stoffen, welke in verband met hunnen aard en den toestand waarin zij worden ingevoerd, met lompen zijn gelijk te stellen. IV. Regelen voor de toepassing (10). 1. Voor de toepassing van onderdeel I van den post en van sub III nos. 1 tot en met 6 van de Bijzondere bepalingen, da manufacturen, weefsels, stoffen en andere tot den post behoorende artikelen „aan het stuk", met inachtneming van het bepaalde hierna, alleen aan te merken niet met andere zelfstandigheden verbonden fabrikaten, welke eene lengte hebben van 8 M. of meer, en, als stukken bukskin, feston en kant, worden begrensd door vier zijden, waarvan de twee yan zelfkant of afhechting voorziene tójden, of, zoo deze ontbreekt, de twee langste 118 119 Post 85 zijden, over de geheele lengte van het stuk met elkander evenwijdig loopen, en waarvan de beide overige zijden niet door middel van zelfkant, afhechting, het aanbrengen van franje of op eenigerlei andere dergelijke wijze zijn afgewerkt of afgesloten. 2. Als lengte, met inachtneming van het bepaalde bij de nos. 3, 4, 5 en 6 hierna, te nemen de gemiddelde lengte van de twee van zelfkant of afhechting voorziene zijden, welke aan elkander evenwijdig loopen, in andere gevallen de gemiddelde lengte van de aan elkander evenwjjdig loopende langste zijden. 3. Voor weefsels, vlechtwerken en andere tot den post behoorende artikelen, opgemaakt uit meer dan eene lengte, als lengte aan te nemen de lengte van elk der stukken voor de opmaking gebezigd. 4. Bij stoffen met zoogenaamden valschen zelfkant (stoffen, waarbij behalve de gewone zelfkant aan de uiteinden van het stuk, ook in het midden van het stuk een of meer zelfkanten of tusschenruimten voorkomen), en bij stoffen, welke als aaneengeweven servetten, handdoeken, en zakdoeken, blijkens een daarop aangebracht patroon, of een daarin voorkomende indeeling, blijkbaar zijn bestemd om op bepaalde plaatsen te worden gescheiden of vaneengeknipt, als lengte te nemen de lengte der af te scheiden stukken, (zelfkant en tusschenruimte niet medegemeten). 5. Van weefsels en stoffen, waarvan de uiteinden op eenigerlei wijze zijn verbonden of aaneengehecht (rondgeweven en rondgevlochteh artikelen daaronder begrepen), zal de omtrek worden genomen als breedte, wanneer die omtrek minder is dan 2 M., als lengte, wanneer die omtrek is 2 M. of meer. 6. Bij het opnemen der afmetingen (met inachtneming van het bepaalde hiervoor) zelfkant, afhechting, franje, enz. mede te meten. Bij het meten van feston, kant en franje, en van stoffen van feston, kant of franje voorzien en dergelijke artikelen, te meten volgens de lijn of lijnen, welke de meest uitstekende punten vereenigt. 7. Als niet verder bewerkte stukken voor de toepassing van onderdeel I Van den post en van sub III nos. 1 tot en met 6 van de Bijzondere bepalingen^ alleen aan te merken de artikelen, welke enkel zijn verkregen door weefsels en stoffen door middel van snijden, knippen, ponsen of dergelijke eenvoudige wijze te verdeden in stukken, of welke, wanneer zij op andere wijze zijn vervaardigd, eenzelfde eenvoudig karakter dragen, een en ander voor zooveel die bewerking of vervaardiging niet, of niet tevens is dienstbaar gemaakt om de artikelen te versieren met pf te voorzien van opengewerkte patronen, van gekartelde of uitgeschulpte randen of van feston, kant, franje, enz. Op laatstgenoemde wijze bewerkte artikelen zullen, evenals artikelen, welke zijn gezoomd of doorstikt, of zijn voorzien van kant, franje of feston, of waarvan (vöor zooveel de' cirkelvormige stukken betreft) de omtrek geheel, öf gedeeltelijk, of (voor Post 85 120 zooveel de andersvormige artikelen betreft) meer dan twee zijden of andere dan de aan elkander tegenoverliggende zijden geheel of gedeeltelijk ziin afgehecht of voorzien van zelfkant, als. verder bewerkte artikelen worden aangemerkt. 8. Voor de toepassing van onderdeel I van den post en van sub 12 dezer Bijzondere bepaling, bij1 het bepalen van het aantal draden, wanneer kettimg of inslag of beide bestaan uit twee of meer naast of op elkander liggende draden, eiken draad afzonderlijk te tellen. 9. Voor de toepassing van de letts. c en d van sub III, no. 4 en van sub IV, no. 12 van de Bijzondere bepalingen: a. bij het berekenen van Vio van het aantal kettingdraden, onderdeelen te verwaarloozen; b. geverfde of bedrukte draden in zoom, zelfkant of elders aangebracht, als geverfde of bedrukte draden aan te merken, en, voor zoover zij liggen in de richting der kettingdraden, bij het vaststellen van het aantal geverfde of bedrukte kettingdraden mede te tellen ; c. wanneer aan stoffen en fabrikaten zelfkant of afhechting ontbreekt en slechts in ééne richting (schering of inslag), geverfde of bedrukte draden voorkomen, de in die richting loopende draden als kettingdraden aan te merken; d. stoffen en draden, welke zijn geïmpregneerd, geappreteerd, gedrenkt, bekleed, bestreken of bedekt met zoodanige al dan niet kunstmatig gekleurde zelfstandigheden, dat zij naar uiterlijk aanzien met bedrukte of geverfde stoffen en draden overeenkomen (bestrijken met graphiet en vet, zoomede bleeken, ook witbleeken, buiten aanmerking gelaten), met bedrukte of geverfde stoffen en draden gelijk te stellen; e. stoffen en fabrikaten, bedrukt met een enkel firmastempel, verzendmerk, fabrieksmerk, inhoudsopgave of plaatsnaam, met als geverfd of bedrukt of als voorzien van figuren of patronen aan te merken. 10. Wij behouden Ons voor bij algemeenen maatregel van bestuur met betrekking tot de goederen, bedoeld bij onderdeel III van den post en bij Bijzondere bepaling III, sub 10, zoo noodig nader beperkende voorschriften te geven, ten einde misbruik te voorkomen. 11. Als schilderdoek voor de toepassing van sub III, no. 13 van de Bijzondere bepalingen aan te merken alle al dan niet geprepareerde weefsels en stoffen, uitslttitend vervaardigd uit zelfstandigheden, welke zich bij verbranding gedragen als een product van plantaardigen aard. 12. Onderdeel I van den post zal alleen worden toegepast op weefsels en stoffen: a. waarvan ketting en inslag duidelijk waarneembaar zijn, en met, als bij fluweel-, velours-, pluche-, vilt-, velvet-, tryp- en astrakanachtige stoffen «n als bij-^wnoltonneerde, gehekelde, geteerde of met andere zelfstandigheden bedekte of bekleede stoffen, aan een of beide zijden geheel of gedeeltelijk aan het oog zijn -onttrokken ; 121 Post 85 b. welke geheel noch gedeeltelijk zijn vervaardigd uit elastiek- of metaaldraad, of uit wol, haar, zijde of andere producten, die zich bij t»érl*anding gedragen als een product van dierlijken aard, en geen getwijnde draden bevatten; c. waarvan geen inslagdraden, of niet meer dan Vio van het aantal kettingdraden, of wanneer dat Vio meer bedraagt dan 14 draden, niet meer dan 14 kettingdraden, aan het stuk of in de draden geheel of gedeeltelijk zijn geverfd of bedrukt; d. welke niet door middel van weven, drukken of op eenigerlei andere wijze zijn voorzien van bloemen, bladeren, blokken, ruiten, lijnen, strepen, patronen of figuren, tenzij gevormd door het Vio aantal kettingdraden, of door de 14 kettingdraden, bedoeld bij lett. c hiervoor. 1. Schoenvoerings zullen aan invoerrecht onderworpen zijn. Mem.v. A. 2. Zie hierbij art. 30, sub. 10. 3. Tot de met 5 ffit. der waarde belaste jute zakken kunnen ook jute beddezakken behooren. Toelichting by Nota van wijzigingen. 4. Ijzergaas, kopergaas en uit metaaldraad vervaardigde weefsels worden belast volgens post no. 101. Mem. v. T. 5. Om te voorkomen dat de vrijstelling ook zal moeten worden toegepast op andere artikelen dan zeildoek, worden verschillende weefsels én stoffen van de vrijstelling uitgezonderd. De vrije' invoer van het werkelijke zeildoek zal daardoor niet worden verkort. Mem. v. T. 6. Door de vrijstelling afhankelijk te stellen van het gewicht der artikelen, en eenige weefsels en stoffen van de vrijstelling uit te zonderen, wordt voorkomen, dat ook weefsels en stoffen, welke voor andere doeleinden worden gebezigd, op grond van deze vrijstelling zonder betaling van invoerrecht zullen kunnen worden ingevoerd. Mem. v. T. 7- Te? einde de vrijstelling van het dekkleed te beperken tot het kleed, gebruikt bjj het transporteeren van handelsgoederen, wordt zij alleen toegekend aan artikelen, welke een gewicht hebben van 25 K.G. of meer. Niet op garnituur gemonteerde tent-, wagen- en rijtuigkleeden moeten ter voorkoming van geschillen met dekkleeden worden gelijkgesteld. Deze kleeden wegen echter doorgaans minder. Mem. v. T. ri ^jat toetreft de stof, gebezigd voor het vervaardigen van persen filterdoek, zal de vrijstelling afhangen van de samenstelling. Mem. v. A. 9. Ook reepen en strooken van gevlochten hennep (tagalstroó) zijn onder de vrijstelling betrokken. Toelichting bij Nota van wijzigingen. 10. Bij Bijz. bepaling no. IV worden eenige regelen voor de toepassing yan den post gegeven. Deze zullen als leiddraad kunnen dienen voor het beantwoorden van de vragen, welke bij het toepassen van de voorgestelde vrijstellingen wellicht zullen worden gesteld, en zullen dus menig geschil voorkomen. Mem. v. T. Post 86—88 122 86. Medailles, gedenk-, leg-, speel-, betaal- en andere penningen; insignes, emblemen en distinctieven van allerlei aard (ridderkruisen, tamboerstokken, voorzittershamers, veldheerstaven en dergelijke onderscheidingsteekenen daaronder begrepen (1) 8 pct. BIJZONDERE BEPALING. Van Staatswege uitgegeven munten, al dan niet gangbaar, mits niet gemonteerd, worden van het volgens den post verschuldigd invoerrecht vrijgesteld. 1. Medailles en penningen zullen alleen zonder betaling van invoerrecht kunnen worden ingevoerd wanneer zij behooren tot de rubriek antiquiteiten, waarvoor bij art. 19, lett. u, een vrijstelling wordt toegekend. Mem. v. T. 87. Meetwerktuigen (1). I. Meet- en maatlinten en meet- en maatbanden (zoogenaamde a pci. rolmaten) H. Meet- en maatstokken, geheel of gedeeltelijk vervaardigd uit andere zelfstandigheden dan hout of onedel metaal, zoomede meet- en maatstokken en linialen bestaande uit eene enkele niet samenvouw- of inschuifbare rechte staaf of lat van hout of onedel metaal, of van hout en onedel metaal, welke eene lengte heeft van 70 c.M. of minder.... 8 pct. BIJZONDERE BEPALINGEN. I. Meet- en maatstokken geborgen in wandelstokken te belasten volgens post no. 98. 2. De bij onderdeel I van den post bedoelde rolmaten met een meetof maatlint of een meet- of maatband van onedel metaal, worden van het volgens den post verschuldigd invoerrecht vrijgesteld, g li Bij het samenstellen van den post is uitgegaan van het standpunt dat vrijwel alle meetwerktuigen als bedrijf shulpmiddelen zijn aan te mérken, en dus op grond van de beginselen van het ontwerp voor een vrijstelling in aanmerkiag-ikomen. Wel is waar worden verschillende van deze artikelen ook gebruikt bij het geven van onderwijs en door amateurs, maar daardoor gaat hun karakter van bedrijfshulpmiddel nog niet verloren. Deswege wordt alleen een invoerrecht voorgesteld voor artikelen, welke in verband met hun samenstelling gewoonlijk niet als bedrijfshulpmiddel worden gebruikt. Mem. v. T. 88. Messen en messenmakerswerk 8 Pc*« BIJZONDEBE BEPALINGEN. 1. Als messen en messenmakerswerk voor de toepassing van den post alleen aan te merken (1): 122 123 Post 88 a. knipmessen ; !ï b. scheermessen en andere toiletmessen, en scheerméslemmetten ; c. tafel- en keukenmessen (snijboonenmesjes, broodzaagmessen, boter-, kaas-, visch-, vruchten-, dessert-, koekpan-, oester- en voorsnijmessen, en dergelijke artikelen daaronder begrepen); d. bijlen, bij den invoer voorzien van een aangezet handvat of steel; è. hakmessen, snoeimessen, steekmessen, schrapmessen, slagersmesseri, koksmessen, looiersmisssen, kuipersbandmessen, en andere bedrijfsmessen, chirurgische messen daaronder begrepen, bij den invoer voorzien van een aangezet handvat, handgreep, heft of steel, en waarvan, als bij tafel- en voorsnijmessen, het grootste gedeelte van een of meer der lengtezijden van het lemmer of lemmet (het metalen gedeelte van het mes dat uit het handvat uitsteekt) is aangescherpt of voorzien van snede, een en ander ook, wanneer die artikelen naar vak- of spraakgebruik met den naam van „snijders", „stalen", „schrappers", „schrapers" of anderen naam dan messen mochten worden aangeduid. 2. Zagen, met uitzondering van broodzaagmessen, en schaven en vijlen behooren niet tot den post. 3. Bus- en blikopeners en zeepraspen en zeepschaven te belasten volgens post no. 56; radeermesjes volgens post no. 62; sigarenkistopeners volgens post no. 103 ; scharen, schaarbladen en tondeusemessen volgens post no. 106; van mes voorziene snijborden en andere snijwerktuigen, zoomede kaas-, kool- en komkommerschaven en op houder bevestigde koolmessen volgens post no. 113; baardscheerapparaten en daarbij gebezigde mesjes volgens post no. 128; met samenvouw- of inschuifbare dolken, ponjaards en dergelijke wapenmessen, en klingen voor blanke wapenen volgens post no. 142. 4. Als „knipmessen" zullen voor de toepassing van den post worden aangemerkt alle messen, met uitzondering van scheermessen, welke samenvouw- of inschuifbaar zijn, samenvouwbare oculeer-, rits-, snoeien tempermessen, samenvouwbare jacht- en dolkmessen en samenvouwbare chirurgische messen daaronder begrepen. 5. Van het volgens den post verschuldigd invoerrecht worden vrijgesteld : a. trekmessen en andere tot den post behoorende artikelen met twee handvatten; b. mits niet samengesteld met edele metalen, messen, bijlen en andere tot den post behoorende artikelen, waarvan handvat, handgreep, heft of steel geheel of hoofdzakelijk is vervaardigd van hout of onedel metaal en welke een gewicht hebben van meer dan 600 gram (1); c. lemmetten, met uitzondering van lemmetten voor scheermessen. L Hoewel bij het samenstellen van den post het streven heeft voorgezeten alleen een invoerrecht voor te stellen voor het artikel, gebruikt in keuken, huishouden of winkel, en het bedrijfshulpmiddel zonder betaling van invoerrecht tetfinvoer toe te laten, is het ter voor- Post 88—90 124 koming van geschillen echter niet mogelijk het invoerrecht tot eerstgemelde artikelen te beperken. Ten opzichte van artikelen, welke in vorm en samenstelling overeenkomen, is het niet mogelijk tusschen het bedrijfshulpmiddel en het artikel gebruikt door den particulier onderscheid te maken, zonder tevens de deur voor geschillen wagenwijd open te zetten. Om die reden worden bij de letters d en e van deze Bijz. bepaling ook genoemd bijlen, zoomede hak- en snoeimessen, welke voor den niet-deskundige moeilijk van keuken- en huishoudmessen zgn te onderkennen. Deze artikelen zullen echter alleen dan als messen en messenmakerswerk worden belast, wanneer zij bij den invoer zijn voorzien van een aangezet handvat en, in verband met lett. b van Bnz. bepaling no. 5, een gewicht hebben van 600 gram of minder. De zonder handvat ingevoerde bijl — het eigenlijke gereedschap — zal derhalve zonder betaling van invoerrecht kunnen worden ingevoerd. De vrijstelling van hak- en kapmessen wordt slechts opgeheven voor de artikelen, welke bij den invoer zijn voorzien van een aangezet handvat en daarbij een gewicht hebben van slechts 600 gram of minder (het gewicht van een tafelvoorsnijmes). Mem. vl 2\ 89. Muizen- en rattenvallen, muizen- en rattenklemmen, vliegenklappen, van metaalgaas vervaardigde vliegenvangers, en andere dergelijke toestellen en hulpmiddelen voor het vangen of verdelgen van dieren, wanneer die artikelen een gewicht hebben van 5 K.G. of minder (1) 8 pct BIJZONDERE BEPALING. Artikelen, welke op grond van hunne samenstelling behooren tot een der posten nos. 82 of 85 te belasten naar hunne samenstelling. 1. Daar alleen een invoerrecht wordt geheven van de artikelen, welke een gewicht hebben van 5 K.G. of minder, blijven de groote toestellen, gebruikt voor het verdelgen van ratten aan boord van schepen, onbelast. Mem. v. T. 90. Muziekinstrumenten, phonographen en dergelijke artikelen, en onderdeelen en toebehooren van een en ander. I. Piano's, orgels, harmoniums, pianino's, vleugelpiano's, spinetten, clavecymbalen en andere dergelijke klavierinstrumenten 8 pct. II. Gramophonen, dictaphonen, graphophonen, phonographen, muziekdoozen, muziekautomaten, orchestrions, draaiorgels, electrische piano's en andere dergelijke instrumenten, waarmede muziek of geluiden geheel of ten deele op mechanische wijze worden voortgebracht, of waarmede muziek of geluiden worden opgenomen, zoomede pianola's, phonola's en andere dergelijke voor het mechanisch bespelen van muziekinstrumenten gebezigde apparaten 8 pct III. Slag-, blaas- en strijkinstrumenten, mond- en trekharmonica's, Harpen, guitaren, mandelines, citers, fluiten, en andere muziekinstrumenten dan genoemd bij onderdeel I en II hiervoor, castagnetten, bekkens, tamboerijnen, trommels, gongs, gamelangs, zoogenaamde Turksche boomen en dergelijke artikelen daaronder begrepen 8 pct. *° Post 90—92 IV. Onderdeelen en toebehooren (1). a. Munefaollen, muziekwalsen, mu*ielr.platen, en dergelijke artfltèlen gebezigd by het' mechanisch voortbrengen van muziek Öi geluiden' rollen, walsen e^platen voor carrillons, orchestrions, pianola's muziekdoozen en dergelijke artikelen daaronder begrepen, zoomede zoogegSen)Vlfl,8MI n Cn TOllen V°°r het °Pnemen van mu2»ek en b Kasten en omhullingen voor muziekiiutou'menten'' zoomede drijfwerken (ook wel genaamd motoren), microphonen (sound-boxes) hoorns, armen, naalden en naaldhe*ders voor phonographen, gramophonen, graphophonen en dergelijke muziekinstrumenten; strijktrommel- en paukenstokken; plectra's(*) en ringen voor het naspelen vari mandolines en citers; dirigeerstokken; stemvorken en stemfluiten • voTr^Selers maataan«evere' W-*™» « schouderkussentjes v 8 pet BIJZONDERE BEPALING. Volledige of zoo goed als volledige binnenwerken voor de muziekinstrumenten aangeduid sub I en II van den post voor de toepassing te belasten1,1 muziekinstrumenten geliJ*k te stellen en als zoodanig 1. Klankborden, toetsen en mechanieken voor piano's, orgelDÜDen en dergelijke artikelen zuÏÏeTvnj van rechten kunnen wordenTnfevS MeZn™T * bGla8t V°lgenS de te^ë™ van posfno 41." machines t^paraS'' ^ ^ fe8t0imeer- 6D I. Brei en stopmachines, brei- en stopapparaten, zoogenaamde magie 8pet H. Naaimachines, ook zwldoomaaimaehines en dereehike naaimachines, en borduur-, zoom-, stik en festonneermachinef kaatjes118 °™ . m' °f beve8ti«d aan of °P zogenaamde salon- b andere:8 M. ^Pntafe1, voet?tuk of Pooten, al dan niet voorzien van trapinrichtmg, welke een gewicht hebben van 55 K.G. of minder . 5 pct I. overige, welke een gewicht hebben van 20 K.G. of minder.. 5 Jet 9Zm Naalden en spelden. naLpn^JTÏ*8"'- Zeii"' en stoffeerdersnaalden, naai- en stopnaalden, borduur-, rijg-, hecht- en knoopnaalden en andere gereedschaps- ên *iietDplectra'ie **** vermeend wordt. plectrum, waaryan het meervoud is plectra 125 Post 92—94 126 naalden met oog (1), machinenaalden en naalden voor chirurgisch gebruik daaronder begrepen, zoomede haak- en breinaalden, ook wel naamd haak- en breipennen, lardeernaalden en nettenknoop- of nettenbreinaalden • 8 pct- II. Siernaalden en andere hoed- en kleednaalden, zoomede spelden (friseer-, haar-, krul- en veiligheidsspelden, van speld voorziene insignes en dergelijke artikelen daaronder begrepen) 8 pct. BIJZONDERE BEPALING. Vrijgesteld worden alle breimachinenaalden, zoowel tongen- als hakennaalden. 1. Naalden zonder oog zijn blijkens de Mem. v. A. van recht vrijgesteld om aan de belangen der industrie tegemoet te komen. 93. Naaldenkokers,speldenkussens,maasbaIlen,breidopjes,vingerhoeden, van handvat voorziene perloreerraadjes en andere dergelijke n.a.g. borduur-, naai-, haak-, stop-, brei- enknipbenoodigdheden voor huishoudelijk-, naaisters-, kleermakers- en dergelijk gebruik 8 pc*- BIJZONDERE BEPALING. Van houten handvat voorziene metalen elzen en priemen en deelen daarvan en dergelijke artikelen, zoomede kantklosartikelen behooren niet tot den post. 94. Naturaliën en anatomische en microscopische praeparaten. I. Naturaliën en anatomische praeparaten op spiritus of andere stoffen, welke behooren tot post no. 2 sub II, voor zóover hiet behoorende tot post no. 139, met inbegrip van de onmiddellijke (eerste) verpakking, met vrijsteBfcfe van accijns (1): a. in glazen verpakking £*£fl#a*n b. in andere verpakking bet K.U. i t>, eken (boeken waarin zich naast m kleuren gedrukte voorbeelden, afbeeldingen bevinden bestemd Zet lZtï rgeMTd t11*' °* d« Waden deelHipi bedVuki met eene schets en deels met gekleurde deelen dierzelfde schets, welke 133 Post 97 134 laatste zijn bestemd, om na te zijn uitgeknipt, op de eerstbedoelde schets te worden geplakt), en zoogenaamde tooverboekjes. 2 Schetsen, schilderstukken en teekeningen, zoomede geschilderde of geteekende kakemono's en makimono's, een en ander mits met voorzien van eenigerlei reclame of andere niet tot de eigenlijke voorstelling of afbeelding behoorende aanduiding in letters, cijfers, teekens of figuren, en met uitzondering van met de hand gekleurde photographieen en andere artikelen, welke slechts gedeeltelijk door schdderen of teekenen zijn verkregen. 3 Land-, zee- en hemelkaarten, welke, gemeten binnen de rolhouten, zoo' die aanwezig zijn, eene oppervlakte hebben van 50 vierkanten decimeter of meer, mits (de enkele vermelding m een der hoeken of randen van naam en adres van drukker en uitgever en op de kaart betrekking hebbende wapens en vlaggen buiten aanmerking gelaten), niet bedrukt met eenigerlei reclame of andere met tot de eigenlijke kaart behoorende aanduiding in letters, cijfers, teekens of figuren. 4 Bouwkundige en andere technische teekeningen op uchtdrukpapier, waarvan ten genoegen van den Inspecteur dei tér losplaats of diens plaatsvervanger, wordt aangetoond, dat zij betrekMng hebben op ontwerpen, prijsvragen of in uitvoering zijnde werken. 5. Dag- en weekbladen (12), met uitzondering van die in de Nederlandsche taal (8). 6 Gedrukte of geschreven muziek (12), waaronder te verstaan van noten voorzien muziekpapier, met uitzondering van die, voorzien van een tekst in de Nederlandsche taal (9). 7. Van Staatswege uitgegeven papiergeld. 8 Postzegels en andere van Staatswege uitgegeven zegels en briefkaarten en andere van Staatswege uitgegeven met zegel bedrukte bescheiden, al dan niet gangbaar of gebruikt, ook wanneer die artike en 'SSverzameld in boekjes of albums, in welk geval het hiervoren bepaalde bij no. 1, lett. b, buiten toepassing zal blijven. 9 Effecten coupons, couponbladen, bankbiljetten, wissels en andere dergelijke geldswaardige stukken, met uitzondering van stukken, waaraan welens het niet volledig ingevuld zijn van de voor invulling bestemde ruimte of het ontbreken van nummer, handteekemng of naamstempel, op het oogenblik van invoer geldswaarde dient te worden ontzegd. 10. Gebruikte spoorwegkaartjes, gebruikte reisbiljetten geheel of gedeeltelijk beschreven kantoorboeken en andere dergelijke sakken waarvan ten genoegen van den Inspecteur der mvoerrecbten ter losplaats oTdfenTplaatsvervanger wordt aangetoond, dat de invoer geschiedt voor verificatie of in verband met eene kantoorverplaatsing en cognossementen, vrachtbrieven en dergelijke bescheiden, waarvan de voor mvXg bestemde ruimte is benut, zoomede plaatsbüjetten van buiten- 134 435 Post 97 landsche spoorwegmaatschappijen of andere ondernemingen van vervoer, welke naar hier te lande gevestigde ondernemingen worden gezonden voor de samenstelling van reisbiljetten in internationaal verkeer. 11. Tenzij onder de waarde van naar dien maatstaf belaste goederen begrepen, drukwerken gevoegd bij, of gebezigd tot verpakking van goederen, waarmede zij tegelijk worden verkocht, verspreid of afgeleverd, en drukwerken, welke zijn toegevoegd aan zendingen tot het geven van aanwijzingen omtrent ontpakking, monteering of behandeling daarvan, of welke in niet meer dan vijf stuks zijn toegevoegd, om voor een verkoopartikel van afzender reclame te maken. *2- PaPier> papierstof, houtstof en cellulose in bladen of vellen Wijkens de daarin aangebrachte gaten, of blijkens den graad van vochtigheid blijkbaar alleen geschikt om te dienen als grondstof voor papierfabricage. 13. Papierhulzen voor katoenspinnerijen1.1 14. Prespaan, pertinax en ander papier, waaromtrent bij de visitatie door bestelorders of andere bescheiden afdoende wordt aangetoond dat het is bestemd om te worden gebezigd als grondstof voor het samenstellen van motoren en andere electro*èbhnische artikelen, of om in fabrieken, waarin deze artikelen worden vervaardigd, tot zoodanige grondstof te worden verwerkt. , ..15\ .Decalcomanieën, transfers daaronder begrepen (13), waaromtrent bij visitatie door bestelorders of andere bescheiden afdoende wordt aangetoond, dat zij zijn bestemd om in aardewerk- of andere fabrieken te worden gebezigd ter versiering of afwerking van daar vervaardigde goederen (14). 6 16. Papierlompen, papierafval en verscheurd papier, voor geen ander doel geschikt dan voor verwerking in den papiermolen. 1T. Wij behouden Ons voor bij algemeenen maatregel van bestuur, met betrekking tot de bij Bijzondere bepaling III, sub 14 en 15 bedoelde vrijstellingen, zoo noodig nader beperkende voorschriften te geven ten einde misbruik te voorkomen. V. Ten einde te voorkomen, dat Fransche, Engelsche, Duitsche of andere geschriften in een vreemde taal vrij van invoerrecht zouden binnenkomen, daarentegen Vlaamsche of Zuid-Afrikaansche geschriften op grond van overeenkomst met de Nederlandsche taal, wel aan invoerrecht onderworpen zouden zijn, worden voor de toepassing dezer wet net Vlaamsch en Zuid-Afrikaansch met buitenlandsche talen eeliikgesteld. 6 J VI. Wanneer voor de toepassing van het bepaalde sub III no 8 lm het invoeren van zegels en bescheiden in boekjes of albums meer dan drie vierden yan de voor aanhechting van zegels en bescheiden ingerichte ruimte nog met is benut, zal, met machtneming van het bepaalde sub III 135 Post 97 136 no. 1, lett. b, van de boekjes en albums waarin die artikelen zijn: aangebracht, afzonderlijk invoerrecht verschuldigd zijn en zullen deze afzonderlijk ten-invoer moeten worden aangegeven (15). 1. Zie hierbij hét bepaalde in art. 24. 2. Als belast worden in de Mem. v. T. genoemd: adreskaarten, visitekaartjes, aanplakbiljetten, etiquetten, rouwcirculaires. reclamekaarten, spoorwegkaartjes, bedrukte boekomslagen, blokken voor scheurkalenders, tekstplaten, plaatsbewijzen voor cinema's en schouwburgen, plak- en overdrukplaatjes en dergehjke artikelen. 3. Etiquetten zijn volgens onderdeel III van post no. 97 belast met een invoerrecht van 8 pct. der waarde. Mem. v. A. op het Voorl. V. der Eerste Kamer. 4. Artikelen van papier maché, vulcan fibre en dergehjke, zijn niet als papierwaren aan te merken. Deswege worden zij van den post uitgezonderd. Emmers en bakken van papier maché zullen dus belast worden volgens de bepalingen van post no. 13; pennenbakjes, breinapjes en sigarenbekers van papier maché, respectievelijk volgens een der posten nos. 62, 93 en 103. Mem. v. T. Zie ook de Bijz. bepaling no. 1 op post no. 112. 5. Weefsels en vlechtwerken van papier behooren op grond van hun aard tot den post Manufacturen. Mem. v. T. 6. Met het oog op art. 4 is het noodig de artikelen, welke behooren tot de posten nos. 11, 41, 80, 133 en 144 van de toepassing van den post Papier buiten te sluiten. Wanneer dat bijv. niet gebeurde voor de artikelen, welke behooren tot post no. 41, danïou papieren garen, m verband met zijn samenstelling, op grond van evengemeld wetsartikel steeds aan invoerrecht onderworpen zijn, en het belasten van dat artikel niet beperkt blijven tot het garen ingevoerd in een opmaking als waarvoor bij post no. 41 een invoerrecht wordt voorgesteld. Mem. v. T. 7. Om te voorkomen dat de vriktelling ook nog zal moeten worden toegepast op boekjes met reisbiljetten of schouwburgcoupons, wordt bepaald dat de vrijstelling alleen zal gelden voor drukwerken, waarvan de bladen blijkbaar zijn beBtemd om aaneen te blijven. Mem. v. T. 8. Opgemerkt zij dat atlassen behooren tot de artikelen, vrijgesteld bij no. 1 hiervoor. Mem. v. T. 9. Het Vlaamsch en Zuid-Afrikaansch wordt in deze met buitenlandsche talen gelijkgesteld. Zie de Bijz. bepaling no. V hierna. 10. Wanneer van deze boekjes meer dan een vierde van het aantal bladzijden voor het maken van aanteekenlngen is ingericht, zullen zij aan invoerrecht onderworpen zijn. Mem. v. T. 11. Boekjes met stadsgezichten (lett. c), boeken met gouden slot. of met een rug of dekblad van schildpad of ivoor (lett. d), zoomede z.g. kleur- of plakboeken (lett. e) komen als kramerij-artikelen voor een invoerrecht in aanmerking. Deswege worden zij van de vrijstelling uitgezonderd. Mem. v. T. 137 Post 97—99 12. Daar dag- en weekbladen en muziek niet altijd bestaan uit meer dan 4 bladzijden (a), is het noodig deze artikelen met name uit te zonderen. Voor maandbladen en periodieken bestaat die noodzakeffikheid niet. Deze bestaan steeds uit meer dan 4 bladzijden, en zullen .dus vrij van rechten kunnen worden ingevoerd op grond van Biiz. benaline sub III, no. $k Mem. v. T. B (o) Zie no. 1 van deze Bijz. bepaling. 13. Dit artikel dient veelvuldig ter versiering van hier te lande gefabriceerde werktuigen, voor een overgroot deel voor export bestemd. Het papier vervult hier dus slechts de rol van vervoermiddel en wordt na overdruk als waardeloos weggeworpen. Toelichting" >iïj Wen dit artikel betreffend ingediend amendement. 14. De bepaling sub 15 heeft ten doel voorde decalqueerplaatjes de bestaande vrijstelling te bestendigen voor zoover zij worden gebezigd als grondstof in de industrie. Toelichting bij Nota van wijzigingen. 16. Niet afzonderlijk aangeven wordt gestraft volgens art. 37. 98. Parapluies, parasols en wandelstokken en naalden, stokken, knoppen, handvatten en haken daarvoor. I. Parapluies en parasols, ook tuinparasols en parasols van papier, en van stok of naald voorziene parapluie- en parasolgeraamten.. 8 pct. II. Wandelstokken en van knop, haak of handvat of van taats of andere afsluiting voorziene (1) stokken en naalden voor paratdtties en parasols g pct> Hl. Knoppen, handvatten en haken voor parapluies, parasols en wandelstokken § pCj BIJZONDERE BEPALINGEN. 1. Op maat afgesneden, al dan niet verder bewerkte stokken, waaraan taats of andere afsluiting en knop, haak of handvat ontbreken (door de natuur gevormde knoppen en haken als knoppen en haken aan te merken), niet als wandelstokken of als stokken voor parapluies of parasols te belasten. 2. Wandelstokken met daarin geborgen parapluie, hengel, degen, meetwerktuig of dergelijke artikelen, te belasten als wandelstokken. 1. Zie hierbij art. 30, sub. 10. 99. Photographie-artikelen. I. Photographietoestellen (apparaten en toestellen voor het maken van photographieën in kleurendruk, camera's obscure en oinématographische toestellen, zoowel die voor het doenvan opnamen, als die gebezigd °^ V£? de veel!,93*1 ifilm of opneming positieve en negatieve films of afbeeldingen te vervaardigen, daaronder begrepen) 8 pct. 137 Post 99—101 138 II. Objectieven, aplanaten, anastigmaten en andere afzonderlijk ingevoerde gevatte lenzen ,.... 8 pct. Hl. Photographiepapier, photographische glasplaten, en, voor zoover niet behoorende tot post no. 39, andere artikelen, welke voor het doen van opnemingen of het maken van afdrukken door middel van lichtinwerking, hchtgevoelig zijn gemaakt 8 pct- 1T. Cassetten; chassis; inlegraampjes; objectiefplankjes; balgen; adepten voor balgen ; moment-, tijd- en gordijnijniters, zoomede pistonpompen en windkussens daarvoor; zoekers ; vinders; periscopen ; libellen of ronde waterpassen; euryscopen; loodaanwijzers; photometers ; belichtingsmeters ; phaenoscopen ; statieven en andere dergelijke deelen, onderdeelen en toebehooren van de tot onderdeel I behoorende apparaten en toestellen 8 pct. V. Magnesium- of zoogenaamd bliksempoeder, en andere dergelijke artikelen, welke bij het doen van photographische opnemingen, tot het opwekken van licht worden aangewend : verpakt of in tabletvorm 8 Pc'- VI. Retoucheer-, fixeer- en ontwikkelmiddelen; fixeer- en andere baden; middelen voor het versterken of verzwakken van negatieven, en andere dergehjke hulpmiddelen, gebezigd bij het ontwikkelen of afwerken van het opgenomen beeld: verpakt of in tabletvorm 8 Pct' VII. Vergrootings- en verkleiningstoestellen, vergrootingskokers en maegascopen daaronder begrepen; copieerapparatenj copieerramen; drukramen; vignetten; multipiicators en andere toestellen voor het copieeren of vermenigvuldigen van photographieën, prentbriefkaarten en dergelijke artikelen, zoomede vignetteerapparaten; een en ander voor zoover die artikelen een gewicht hebben van 5 K.G. of minder 8 pet. 100. Portemonnaies,geldbeurzen;metalen gelddoosjes; zakportefeuilles; etuis voor messen, brillen en lorgnetten; lodderijndoosjes; snuif doozen; reukfleséhjes; eau-de-cologne-zakspuitjes; beschermkasten voor horloges, en, met uitzondering van artikelen, welke beantwoorden aan de omschrijving van onderdeel II van post no. 85, andere dergelijke gewoonlijk in den zak gedragen voorwerpen voor het bergen van artikelen voor persoonlijk of lijfsgebruik, of om artikelen voor persoonlijk of lijfsgebruik tegen beschadiging te beschermen 8 Pct- 101. Prikkel- of stekeldraad, métal déployé en geweven of gevlochten metaalgaas en metaaldoek (imitatie vlechtwerk, weefsels en vlechtwerken van metaalband en dergelijke artikelen daaronder begrepen), een en ander zoowel aan het stuk als in niet verder bewerkte stukken (1).... 6 pct. 138 139 Post 101—103 BIJZONDERE BEPALINGEN. 1. Haringgraatstaal wordt van het volgens den post verschuldigd invoerrecht vrijgesteld. 2. De vraag of „stukken" voor de toepassing van den post al dan niet als verder bewerkt zijn aan te merken, zal worden beantwoord aan de hand van de regelen, aangegeven bij Bijzondere bepaling IV, sub 7 op post no. 85, voor niet verder bewerkte stukken manufacturen.' 3. Weefsels, vlechtwerken en andere dergelijke fabrikaten, welke niet uitsluitend bestaan uit niet met papier, weefsel, garen of andere dergelijke tot een der posten nos. 41, 85 of 97 behoorende zelfstandigheden samengesteld metaaldraad of metaalband, te belasten volgens post no. 85. 1. Prikkel- en stekeldraad, métal déployé en geweven of getrokken metaalgaas worden in hoofdzaak gebruikt voor het afrasteren van tuinen, voor het maken van kippenhokken en dergehjke doeleinden en komen derhalve als directe verbruiksartikelen voor een invoerrecht in aanmerking. Honiggraatstaai (Bijz. bepaling no. 1) is echter geen artikel, dat door den particulier wordt gekocht; het wordt gebruikt voor het maken van plafonneeringen. Daar de post alleen betrekking heeft op artikelen aan het stuk of in stukken, en derhalve niet zal worden toegepast op met metaaldraadweefsel samengestelde voorwerpen, wordt bij Bijz. bepaling no. 2 bepaald, dat de vraag of „stukken" draad en weefsel voor de toepassing van den post al dan niet als „niet verder bewerkt" zijn aan te merken, zal worden beantwoord volgens de regeling bij Bijz. bepaling IV, sub 7, op post no. 85 voor „niet verder bewerkte stukken manufacturen". Weefsels en vlechtwerken,vervaardigd van metaaldraad,dat met papier weefsel of garen is omwonden (Bijz. bepaling no. 3), zullen worden belast volgens den post Manufacturen. Ten slotte zij nog opgemerkt dat geperforeerd metaal, dat vrijwel uitsluitend wordt gebruikt voor industrieele doeleinden, vrij van rechten zal kunnen worden ingevoerd. Mem. v. T. +3S?' Proj^ti^antaarns en artikelen, welke bij het projecteeren van lichtbeelden worden gebezigd. I. Projectielantaarns en projectielampen en andere toestellen voor het projecteeren van lichtbeelden, cinematograaf- en tooveriantaarns daaronder begrepen g II. Sciopticon- en tooverlantaarnplaatjes ; gekleurde glasplaten gevat in houder, voor het verkrijgen van kleureffecten ; maskers voor het afsluiten van lantaarnplaatjes; plaatdragers voor het doorschuiven der platen tijdens de projectie; zoomede andere dergelijke bij het projecteeren van lichtbeelden gebezigde artikelen 8 pct. 103. Rookersbenoodigdheden. Tabaks-, sigaren- en sigarettenpijpen v.a.s., nargilehs, sigaren- en sigarettenhouders (houders waarmede sigaar of sigaret bij het rooken wordt vastgehouden) en dergelijke artikefen daaronder begrepen, zoo- Post 103—106 140 mede opiumpijpen ; de voor een en ander gebezigde branders, koppen, doppen, sluitingen, roeren en mondstukken; sigarenkokers; sigarettenkokers ; sigarettenrolmatjes ; nicotinefilters ; tabakszakken ; tabaksdoozen ; zakvuuraanstekers ; omhullingen voor lucifersdoosjes ; sigarenknippers en sigarendoovers; sigarenkistopeners; sigaren-, papen- en lucifersstand » rds ; si . rendroogflesschen ; tabakspotten ; aschbakjes.; rookstellen; rooktafeltjes, zoomede andere dergelijke rookersbenoodigdheden 8 Pet« BIJZONDERE BEPALING. Vederschachten voor het vervaardigen van papieren sigaren- of sigarettenpijpen, en niet gemonteerde diersprongen worden van het volgens den post verschuldigd invoerrecht vrijgesteld. 104. Saccharine, saccharinezouten en andere kunstmatige zoetstoffen, zoomede producten en zelfstandigheden, welke kunstmatige zoetstoffen bevatten, en waarvoor geen afzonderlijke regeling in verband met de aanwezigheid van kunstmatige zoetstoffen in het tarief is aangegeven (1). a. verpakt of in tabletvorm 8 pct. en 100 K.G. f 27,— b. ingevoerd op andere wijze 100 K.G. f 27,— 1. Een afzonderlijke regeling voor saccharine of andere kunstmatige zoetstoffen houdende zelfstandigheden komt voor in de posten 2, 35, 70 en 139. Zie, nopens bier, dat meer dan 1 pct. saccharine of andere kunstmatige zoetstoffen bevat, Bijz. bepaling 2 op post no. 14 en nopens geheinuniddelen, welke zijn samengesteld met saccharine, Bijz. bepaling 6 op post no. 43. 105. Sappen, aftreksels, oplossingen, distillaten, extracten, essences en tincturen, zoomede producten en zelfstandigheden, welke voor een aanmerkelijk gedeelte uit deze artikelen bestaan, een en ander ook verdund, ingedikt of in poedervorm (zoogenaamde meiwijnessences en dergelijke artikelen daaronder begrepen); verpakt of in tabletvorm (1) 8 pct. 1. Zie, nopens limoen- en citroensap, aant. 1 op post no. 79. 106. Scharen en andere gereedschappen, hulpmiddelen en instrumenten met schaarbeweging, zoomede tangen, pincetten en tondeuses. I. Tondeuses v.a.s., ook voor het scheren of knippen van dieren, voor zoover zij een gewicht hebben van 3 K.G. of minder; tondeusemessen en schapenscharen 8 PCL II. Huishoudscharen, druivenscharen en andere scharen, tangen, gereedschappen, hulpmiddelen en instrumenten met schaarbeweging, welke als huishoudscharen zijn voorzien van twee oogen, ertaran oog voorziene deelen daarvan ; wildscharen en andere tafel- en keukenscharen; suikertangen, tangen voor haardgarnituren en tangen welke in vorm 141 Post 106—110 met deze tangen overeenkomen; friseer- en onduleertangen en alle tangen voor toiletgebruik, zoomede pincetten v.a.s., kruispincetten en pincetten voor chirurgisch gebruik daaronder begrepen (1) 8 pct. h u°f .de w&,e' waa™P tangen zijn omschreven, mag worden verwacht dat geschillen over de toepassing van het tarief zullen worden ondervangen en de vrijstelling van de gereedschapstang zal zijn verzekerd. 107. Schoen- en hoefbeslag. I. Hoefijzers hoefkalkoenen, hoefzolen, zoomede ander hoefbeslag en andere hoefbekleedmg, ook van rubber of dergelijke stof met uitzondering van hoefnagels en hoefspijkers . 5 pct. II. Schoenbeslag (metalen plaatjes gebezigd tot vermindering der slijtage van zolen en hakken), hoefijzertjes gebezigd tegen het afslijten Vanu \SC,, enhakken'lederen noPÏes voor voetbalschoenen, zoogenaamde rubberhakken, ijssporen en, met uitzondering van nagels, spijkers en schoenpennen, andere dergelijke artikelen gebezigd voor het uitwendig óekleeden van schoenzolen en schoenhakken 8 pct u l08L, ScaoeawMaarzen en pantoffels, en andere dergelijke voet- en becnbekleeding, klompschoenen, overschoenen, muilen, sandalen, been- en rijkappen, been- en broekbeschermers, slobkousen en dergelijke artikelen daaronder begrepen, zoomede leestklaar schoenwerk, (waaronder te verstaan bovenstukken voor bottines, laarzen, pantoffels en andere voet? .^bekleeding, welke, om als zoodanig te worden aangewend, slechts behoeven te worden voorzien van zool of klomp) en losse inlegzoolt,es 8 pct. BIJZONDERE BEPALING. Van het volgens den post verschuldigd invoerrecht worden vrijgesteld ; a. dmkerschoenen en ander schoenwerk, waarvan de onderzijde bestaat uit of is bekleed met eene niet onderbroken plaat van metaal • ö. schoenen en andere tot den post behoorende artikelen, uitsluitend ol zoo goed als uitsluitend vervaardigd van asbest; c. klompen, geheel vervaardigd van hout, al dan niet gevoerd of voorzien van zoogenaamde klompenleertjes ; d. klimschoenen, gebezigd door houthakkers of bij het bekhmmen van telefoon- en telegraafpalen, welke, bindriemen buiten aanmerking gelaten, uitsluitend zijn vervaardigd van metaal. rJS£;.oilCbj^^ (zoogenaamde rekenlatten of rekenhnialen en dergehjke hulpmiddelen daaronder begrepen), zoomede de voor schrijf- en rekenmachines gebezigde mechanismen, geraamten, linialen, toetsen, tongbewegingen en zoogenaamde wagens 8 pct. JrïU&l? sigaretten v.a.s en al hetgeen als sigaren of sigaretten wordt gebruikt, zoogenaamde strootjes en klapsigaren daaronder begrepen. 141 Post 110—111 142 I. Sigaren. a. welke per 1000 stuks, berekend voor elke soort en qualiteit alxondefliik eene waarde hebben van f 50 of minder, onverminderd den accijns (1) 1000 stuks I 15,- b. andere, onverminderd den accijns (1) aü pct. II. Sigaretten, onverminderd den accijns (1) 45 pet. BIJZONDERE BEPALINGEN. 1. Mentholhoudende sigaretten of zoogenaamde asthmasigaretten, voor zoover niet samengesteld met tabak, te belasten volgens post no. 43. 2. In alle volgens art. 120 der Algemeene wet van 26 Augustus 1822 (Staatsblad no. 38) voor sigaren in te leveren aangiften ten in- of doorvoer, moet het aantal stuks en de waarde van elke soort en quahteit afzonderlijk worden vermeld. 1. Zie, nopens den accijns, aant. 1 op post no. 120. III. Signaaltoestellen. Signaalhoorns, signaalfluiten, klokken, bellen en en schellen v.a.s., en andere dergelijke voorwerpen, gebezigd voor het voortbrengen van signaal-, waarschuwings- en andere geluiden (zoogenaamde claxons, al dan niet gemonteerde gongs, misthoorns, van mondstuk voorziene spreekbuizen, roepers, spreektrompetten, fluitjes, tafel-, rijwiel- en altaarschellen scheepsbellen en kerkklokken en dergelijke artikelen daaronder begrepen), zoomede drukknoppen en andere soortgelijke artikelen voor het in beweging brengen van electrische schellen (1) » pct* BIJZONDERE BEPALINGEN. 1. Spoorwegkloksignalen, met uitzondering van de daarvoor gebezigde afzonderlijk ingevoerde klokken, bellen, schellen en andere geluidgevende artikelen, behooren niet tot den post. 2. Van het volgens den post verschuldigd invoerrecht worden vrijgesteld : b dooTbaïdS 'voet- of werktuiglijke kracht werkende misthoorns, welke een gewicht hebben van 25 K.G. of meer, scheepstelegrafen (toestellen gebezigd voor het overbrengen van scheepssemen en scheepsbevelen van" het eene deel van het schip naar het andere) en brul- en belboeien; een en ander met uitzondering van de daarvoor gebezigde afzonderlijk ingevoerde klokken, bellen, schellen en andere geluidgevende artikelen. 1. Tot den post behooren alleen de geluidgevende signaaltoestellen. Optische signaaltoestellen, als seinmasten met armen en dergehjke, behooren dus niet tot den post. Mem. v. T. 142 143 Post 112 112 Sluitbeugels (ook voor het afsluiten van binnenzakjes) voor portemonnees, tasschen, valiezen, tabakszakken en andere artikelen, welke behooren tot een der posten nos. 71, 100 of 103; sluitingen voor boeken en kettingen en sluitingen voor colliers, armbanden en andere lijfsieraden &n^01!iS',hfei,/n xeertiDgen en dergelijke artikelen daaronder begrepen); deksels, stoppen, doppen en flesschensluitingen en andere dergelijke afsluitmiddelen, zoomede heften, handvatten, hengsels en K' Ge1he,:1 of,gedeeltelijk bestaande uit edele metalen, paarlemoer of lf£ r\? °IW? geh,°f gedeelteliJ'k "it kristal of glas of uit agaat, git, yade of ander dergelijk kostbaar gesteente . . 8 pct! n. Samengesteld op andere wijze : A. Hengsels van onedel metaal, omwoeld of omvlochten met rotting of andere dergelijke natuurproducten 8 pct. van'w^W6"?08 .eVeerringen> weIke Per dozijn een gewicht hebben van een jtï..It. of minder g C. Sluitbeugels (ook voor het afsluiten van binnenzakjes) voor portemonnaies, tasschen, valiezen, tabakszakken en andere artikelen, welke behooren tot een der posten nos. 71, 100 of 103 8 pct! üjkDe afSuSdddir' d°PPen 6n ü™ch™1^» « andere derge- ui/'oplbfi ^ i8f^eIt?ijk besteande ^ ivoor, been, balein of hoorn, Wlf 5? ' 8alahth °f deTS^ke stof of wel geheel of gedeeltelijk uit KUrJ£ W 8 pct. 2. met daarop gesneden of daarop gemonteerde afbeeldingen van menschen, dieren, molens, schepen, emblemen, wapens of dSg^hjkl bntttnS«rde 8Pr0ei-' 8PUiH drUppel"" -genfJde 8 pct. hiÜ" °f &edflteuJk vervaardigd van stroo, teen, riet, hsch, !i' u ,m,, l °f andere dergelijke natuurproducten, of wel geheel of gedeeitehjk bestaande uit porselein, pottenbakkerswerk, aardewerk gips oi steen 8 pcL 4. geheel of gedeeltelijk bestaande uit beschilderd, gebeitst gedecoreerd geolied, gepolitoerd, gelakt, geverfd, gevernist gewast versierd of op andere dergelijke' wijze bewerkt hout of !™£. g 8 pct! 5. geheel of hoofdzakelijk vervaardigd van onedel metaal (voor ïnZST* beboorende t0t,n°8- *' 2' 3 of 4 ^oor), wanneerzH Z voorzien van handvat, steel, oog, oor, haak, ring, kiiop of andere inrichting om te dragen, aan te vatten of op te beuren of om, zij het dan ^esSn^061 Y^80^^ of of op dergelijke wijze, minder hangen, en een gewicht hebben van 1 K.G. of 8 pct. 143 Post 112 144 BIJZONDERE BEPALINGEN. È Papiermaché, vulcan fibre en andere uit papiergrondstof vervaardigde zelfstandigheden, waarvan de hardheid die van hout evenaart of overtreft, zoomede xylolith en dergelijke producten, voor de toepassing van den post met hout gelijk te stellen. Kurk niet als hout aan te merken. 2. Kurken, waarvan de middellijn van het bovenvlak meer dan 5 c.M. bedraagt, zullen niet als flesschenkurken worden aangemerkt (3). 3. Handvatten voor baardscheerapparaten of veiligheidsscheermessen te belasten volgens post no. 128; handvatten voor strijkijzers volgens post no. 118; over- en inschuifdeksels van papier, met inachtneming van het bepaalde bij no. 1 hiervoor, volgens post no. 97. 4. Tot den post behooren niet (4): a. pluggen, geheel vervaardigd van metaal; b. met met kristal of glas samengestelde deksels en stoppen, welke geheel of gedeeltelijk bestaan uit porselein, pottenbakkerswerk, aardewerk, gips of steen, en een gewicht hebben van 3 K.G. of meer, mits niet versierd of gedecoreerd ; c. beugelfleschsluitingen. 5. Deksels en andere afsluitmiddelen, geheel of hoofdzakelijk vervaardigd van niet verder bewerkte al dan niet gespouwen, ongeschilde teen, worden van het volgens den post verschuldigd invoerrecht vrijgesteld (4). 1. Deurknoppen, stelen en handvatten van niet vrijgestelde artikelen kelen (a), zoomede z.g. beugelfleschsluitingen (b), zullen, in verband met de wijze waarop de post is geredigeerd, zonder betaling van invoerrecht kunnen worden ingevoerd. Mem. v. T. (o) Zie echter nopens de handvatten voor soheerapparaten en strijkijzers de (Bijz. bepaling no. 3 hierna. (b) Verg. Bijz. bepaling no. 4c. 2. Flesschenkurken worden ook en detail verkocht, zjjgi dus als toonbankartikel aan te merken. Toelichting bij Nota van wijzigingen, g «——— 3. De bepaling heeft ten doel te voorkomen, dat als vischwant gebezigde ronde kurkschijven als flesschenkurken zullen worden aangemerkt. Toelichting bij Nota van wijzigingen. 4. Door Bijz. bepalingen no. 4 en 5 wordt er tegen gewaakt, dat aan den post een grootere uitbreiding zal worden gegeven dan daarmede is bedoeld. De post heeft immers niet anders op het oog dan een invoerrecht te heffen van deelen van artikelen, welke in hun geheel aan invoerrecht onderworpen zijn. Deswege kunnen bijv. deksels van niet verder bewerkte al dan niet gespouwen ongeschilde teen worden vrijgesteld, omdat manden van dergelijke teen vervaardigd volgens Bijz bepaling lett b op post no. 82 niet aan invoerrecht onderworpen zijn. Mem. v. 1. 145 Post 113 113. Snij-, kneed-, kneus-, hak- en maalwerktuigen en persen van allerlei aard, n.a.g., zoomede niet afzonderlijk genoemde hulpmiddelen, gebezigd by het bereiden of voorloopig bereiden van eetwaren, dranken en van de voor de bereiding van eetwaren en dranken gebezigde ingrediënten (1). I. Papierafscheurapparaten, welke een gewicht hebben van 10 K.G. of minder 8 pct< II. Kool-, kaas- en komkommerschaven en op houder bevestigde koolmessen ; deegrollen ; groentenstampers ; aardappelstampers ; citroenpersen; vleeschkloppers ; kersenontpitters ; appelboren ; eierkloppers ; eiersnijders ; sambal- en komkommertrekkers ; raspen ; worsthoorntjes en andere dergelijke n.a.g. gereedschappen en hulpmiddelen, voor zoover deze niet behooren tot post no. 13 of tot onderdeel III of IV van dezen post, gebezigd bij het bereiden of voorloopig bereiden van eetwaren of dranken of de daarvoor gebezigde ingrediënten; een en ander wanneer die gereedschappen en hulpmiddelen een gewicht hebben van 600 gram of minder 8 pct< III. Broodsnijmachines, papiersnijmachines, bhksnijmachines, van mes voorziene hak- en snijborden, en andere snij- en haktoestellen, bestaande uit een bord, plank of toestel met een daaraan bevestigd mes, dat bij het snijden of hakken met de hand wordt op en neer bewogen; een en ander wanneer die machines en toestellen een gewicht hebben van 5 K.G. of minder g pct# IV. Koffiemolens ; specerijmolens ; vleeschmolens ; verfmolens ; snijboonenmolens ; koolsnijmachines; vleeschhakmachines; worststopmachines ; amandelwrijfmachines ; eierklutsmachines ; vruchtenpersen ; vetpersen; toestellen voor het mengen van mayonaise of het kneden van meel; karnmachines ; machines voor het schillen van aardappelen • machines voor het schillen, boren of ontpitten van vruchten, en, ongeacht hun gebruik, alle persen, maal-, kneed-, kneus-, snij-, hak-, m'eng-, roer-, schil- en fijnmaaktoestellen, zoomede alle n.a.g. werktuigen en toestellen, gebezigd bij het bereiden of voorloopig bereiden van eetwaren, dranken en van de voor de bereiding van eetwaren en dranken gebezigde ingrediënten; een en ander voor zoover die werktuigen, persen en toestellen worden bewogen door middel van een kruk, zwengel, slinger of hefboom, door middel van een in- of aangebouwden motor of door middel van een drijfwiel, drijfriem of dergelijke inrichting, of wel, voor zooveel de persen betreft, door middel van een voor handbeweging ingerichte schroef: a. voorzien (2) van hengsel, handvat, oor, oog, haak, ring of andere inrichting om te dragen, aan te vatten of op te beuren of om, zij het dan ook door middel van touw of schroeven of op dergelijke wijzé te bevestigen of op te hangen, of wel voorzien van tuit, schenkinricht'ing of uitlaatkraan, een en ander wanneer zij een gewicht hebben van 12 K.G. of minder g pc^ b. overige, wanneer zij een gewioÉwiebben van 5 K.G. of minder 8 pct Tarief van Invoerrechten. I j« 145 Post 113—114 146 BIJZONDERE BEPALING. Het bepaalde bij Bijzondere bepaling no. 3 op post no. 13 is mede van toepassing op onderdeel IV, lett. a van dezen post. 1. In verband met de voorgestelde grenzen van belastbaarheid zullen door den post in hoofdzaak alleen worden getroffen de artikelen, gebruikt in keuken, huishouden, winkel en laboratorium. Bëdrijfshulpmiddelen van eenigen omvang zullen vrij van rechten kunnen worden , ingevoerd. Mem. v. T. 2. Zie hierbij art. 30, sub 10. 114. Speelgoed. Poppen; poppekleeren, poppestoelen, en poppenwagens; ratels, rammelaars, kleppers, kindertrompetten en andere Mndermuziekinstrumenten ; kogels ; bikkels ; knikkers en stuiters ; volants ; raketten ; hoepels ; vliegers ; tollen en springtouwen ; kaats- en andere speelballen ; kindergeweren en kinderpistolen; zweepjes ; doosjes met vlecht- en borduurwerk ; doosjes met serviezen, met verschillende figuren of tinnen soldaatjes, met poppekleeren of met gereedschappen, toestellen, spoorwegen en vervoermiddelen in miniatuur en andere geheel of hoofdzakelijk met speelgoedartikelen samengestelde nécessaires en garnituren ; zoogenaamde poppenhuizen en poppenwoningen ; leg-, bouw- en blokkendoozen ; hobbelpaarden ; kinderschommels ; kaleidoscopen ; mutoscopen en andere artikelen, welke blijkens aard, vorm, verpakking of afwerking blijkbaar zullen worden aangewend tot vermaak, ontspanning of afleiding van kinderen, miniatuur stoommachines, harken en ander van handvat of steel voorzien, door kinderen gebezigd tuingereedschap, niet omwoelde hoefmagneten, en dergelijke artikelen daaronder begrepen 8 Pct* BIJZONDERE BEPALINGEN. jg Met inachtneming van het bepaalde hierna en van art. 4 en de overige artikelen dezer wet, zullen koppen, rompen, ledematen en pruiken voor poppen, poppeschoenen, poppenhoeden, voor poppen gebezigde hoofd- en haarversieringsartikelen, en andere artikelen, IRelke op grond van naam of gebruik beantwoorden aan de omschrijving van een anderen post, maar welke blijkens vorm, afwerking of samenstelling blijkbaar alleen voor het samenstellen, optooien of afwerken van poppen of ander speelgoed zullen worden aangewend, voor de toepassing van het tarief mede als speelgoed worden aangemerkt. 2. Tot den post behooren niet: a. prentenboeken en andere bij post no. 97 vrijgestelde papierwaren ; b. harken j«&i*»der van handvat of steel voorzien tuingereedschap, dat een gewicht heeft van meer dan 600 gram, en niet omwoelde hoefmagneten, welke een gewicht hebben van meer dan 100 gram; 147 Post 114—117 c. met inacMneming van het bepaalde bij lett. a en b, niet met name of in de soort belaste, en met name of in de soort bij een anderen post vrijgestelde artikelen, welke door afmeting en degelijke afwerking P0ok tot andere doeleinden dan tot vermaak, ontspanning of afleiding van kinderen zijn aan te wenden; g n een en ander mits geen deel uitmakende van tot den post behoorende nécessaires en garnituren. "«uuienue 115. Spiegels v.a.s., zoowel toilet-, kap-,wand- en zakspiegels,alsretoucheerspiegelsi,reclamespiegels, diaphanespiegels, oog^neus^SkeelspieS holle en bolle snieffels «n an,w ;n ««„+ .bPie*els> „las ~ -> "j-" gevat spiegei- 8 pct. BIJZONDERE BEPALING. Voor de toepassing van den post in rand, lijst, houder of andere om lijsting of omvatting geplaatste metalen spiegels met uitTplegelgLÏÏ vervaardigde spiegels gelijk te stellen. spiegelglas tJJS;i5i?i,ijkerS^en draadnagels, punaises, meubelspijkers, polsternagels tapytspijkers, schoenspukers, schoennagels en dergelijke nails 7n sprikers daaronder begrepen, een en ander mits voofzirvaTïop en 5 pct. 117. Spuiten, besproeiings-, bestuivings- en verstuivingstoestellen. I. Annihilateurs, extincteurs, brandbluschgranaten en andere der^ lyke al dan met gevulde brandbluschapparften, waarbirneThhlch" middel zich m het voorwerp zelve bevindt en weke Sonhfk na het aanbrengen van schok of stoot in werking treden oHnTun «heel in het te blusschen vuur worden geworpen, zoomede daarvoor gebezigde (al dan met m glazen vaatwerk geborgen) afgepaste vuwngen8^pct! taart Vd^rerI0ir V°Tenf handbrandspuiten ; ozonisateurs ; toiletsmiitê'n .fu-de-colognespuiten; injectiespuiten; b loemen- spmten, baJlonspmten; glazenspuiten; gieters; poederverstmW dauwbesProeiei^hydronetten,en andere oerlelijke spuiten j^eS ' bestmvmgs-en verstuivingstoestellen (1) • P«"«m,nesproenngs-, 22 Z°°T2ien (? Van hen«BeI» draagriem, draagband, oor oog haak ring knop, handvat, handgreep of andere inrichting om te dragen aan te vatten of op te beuren of orn^iij het dan ook doo? nnddel val touw of schroeven of op dergelijke wij*, te bevestigen of Jptah^St eeTen ander wanneer z,j een gewicht hebben van 12 K.G. of minder 8 net dJ>. ovenge, wanneer zij een gewicht hebben van 5 K G of nun 8 pct. BIJZONDERE BEPALINGEN 147 Post 117—119 148 2. Het bepaalde bij Bijzondere bepaling no. 3 op post no. 13 is mede van toepassing op onderdeel HL lett. o, van dezen post. 1 In verband met de voorgestelde grenzen van belastbaarheid zullen besproeiingswerktuigen van eenigen omvang zonder betaling van invoerrecht kunnen worden ingevoerd, en blijft de vrijstelling van brandspuiten bestendigd. Mem. v. T. 2. Zie hierbij art. 30, sub 10. 118 Strijkijzers en glans- en persijzers, een en ander wanneer zij een gewicht hebben van 5 K.G. of minder; strijkijzerbonten, welke een gewiekt hebben van 3 K.G. of minder; strijkplanken en strijkijzerhandvatten 5 pct' 119 Suiker, zoomede suikerhoudende producten en zelfstandigheden, voor zoover daaromtrent geen afzonderüjke regeling in verband met de aanwezigheid van suiker in het tarief is aangegeven (1) en zij niet behooren tot een der posten nos. 14, 55 sub I, of 146 (2). I. Verpakt in papier, doos, flesch of andere verpakking, per verpakking inhoudende 1200 gram of minder: a. geheel of gedeeltekjk bestaande uit kandij, bedoeld bij art. 1 § 1, lett. a, der Suikerwet 1924 (S. no. 425) (3) .. 8 pct. en 100 K.G. f 28,50 b. andere 8 pct. en 100 K.G. f 27,- II In tabletvorm, met uitzondering van verpakte tabletten, welke behooren tot onderdeel I, en met uitzondering van kandij en de gewone consumptiesuiker in tablet- of kubusvorm, welke behooren tot onderdeel III, onverminderd het specifieke recht of de accijns bedoeld bij onderdeel III ' * III Ingevoerd op andere wijze, zoomede, voor zoover niet behoorende tot onderdeel I, gewone consumptiesuiker in tablet- of kubusvorm: A Suiker en suikerhoudende vloeistoffen : 1.' Kandij, niet minder van hoedanigheid dan die bedoeld bij onderdeel I. lett. a hiervoor (behoudens accijns) (4). • — 2 Zetmeelsuiker in stukken, welke een gewicht hebben van 10 gram of meer, zoomede zetmeelstroop in ongekleurden staat; een en ander mits niet vermengd met andere suiker of samengesteld met stoffen, welke bii gewone samenstelling daarin niet voorkomen 1UÜ K.l*. i e,— 3 Andere (ruwe suiker en basterd ; melis, lompen en andere geraffineerde suiker; melado, melasse, stroop en andere suikerhoudende vloeistoffen: zetmeelsuiker en zetmeelstroop, met vallende onder no. ^ biervoor: laevulose; invertsuiker en andere niet afzonderlijk belaste suiker daaronder begrepen), met uitzondering van melksuiker, (behoudens accijns) (4) B. Met suiker samengestelde producten en zelfstandigheden: 1. In vloeibaren staat: 148 149 Post 119 Het invoerrecht wordt geheven tot een bedrag gelijk aan denaeeiinsL als verschuldigd voor de suikerhoudende vloeistoffen bedoeld bii onderdeel III, lett. A, no. 3 (4). 2. Andere, wanneer het suikergehalte : a. meer is dan 5, maar niet meer dan 10 pct 100 K.G. f 2,70 b. meer is dan 10, maar niet meer dan 25 pct 100 K.G. f 6,76 c. meer is dan 25, maar niet meer dan 50 pct 100 K.G. f 13^50 d. meer is dan 50, maar niet meer dan 75 pct 100 K.G. f 20'26 e. meer is dan 75 pct 100 K.G. f 27' Bovendien voor zooveel de sub III bedoelde artikelen betreft, wanneer zij zijn samengesteld met de producten genoemd bij post no. 139, sub I, nos. 1 tot en met 8 (de daarbij uitgezonderde versche inbegrepen)' ook wanneer die zijn bewerkt als is aangegeven bij onderdeel II van dien post en het suikergehalte niet meer is dan 75 pct 8 pct. BIJZONDERE BEPALINGEN. 1. Met uitzondering van de producten en zelfstandigheden genoemd sub III, lett. A, nos. 1 en 3 en behoudens het bepaalde sub II van den post, is van de bij den post bedoelde producten geenoaceüno fverschuldigd Zetmeelsuiker injfiiukken, welke een gewiekt hebben van minder dan 10 gram, zal bij invoer geacht worden te behooren tot de suiker, bedoeld by art. 1, lett. /, der Suikerwet 1924 (Staatsblad no. 425). 2. Producten en zelfstandigheden, welke niet meer dan 5 pct. suiker beyaliten, met als suiker of als suikerhoudende producten en zelfstandigbeden aan te merken. 3. Suiker en suikerhoudende producten en zelfstandigheden, welke saccharine of andere kunstmatige zoetstoffen bevatten, en waarvoor m verband met eene samenstelling met die stoffen geen belasting of afzonderlijke regeling in het tarief is aangegeven, voor zoover deze met op grond van een anderen post hooger zijn belast, met vrijsteMng van accijns, te belasten volgens post no. 104. 4. Producten en zelfstandigheden in honig- of deegvorm of wel in hwyasten staat, te beschouwen als producten en zelfstandigheden in vloeibaren staat. 5. Melasseveevoeder, bestaande uit meel, boonen, zemelen, bostel kaf, graan, turf net, wortels of dergelijke producten en melasse, voor zoover ongeschikt voor inwendig gebruik voor den mensch, en met melasse samengestelde verf- en kleurstoffen behooren, wanneer zij b ykbaar zijn bestemd om te dienen als beestenvoeder of als verf- of kleurstof, en het gehalte aan melasse niet hooger is dan 60 pct., resp tot post no. 12 of tot post no. 68; in andere gevallen tot dezen post. 6. Suikerhoudende producten en zelfstandigheden, samengesteld met nonig of kunsthonig, voor zoover daaromtrent geen afzonderlijke regeling 149 Post 119 150 in verband met de aanwezigheid van suiker in het tarief is aangegeven, en zij niet behooren tot een der posten nos. 14 of 146, te belasten volgens post no. 55. 7. Het bepaalde sub 1, 2 en 3 van de Bijzondere bepalingen op post no. 70 is mede van toepassing op de producten en zelfstandigheden edoeld sub I, 'tl en III lett. B, no. 2, van dezen post. Bij invoer van producten en zelfstandigheden op of in suiker, stroop óf andere tot den post behoorende stoffen, wordt ook voor het bepalen van het suikergehalte, het netto gewicht gesteld op dat van die stoffen met de daarin aanwezige producten en zelfstandigheden te zamen. 8. Melksuiker van gewone samenstelling (lactose), mits niet vermengd met andere suiker of andere zelfstandigheden, wordt voor zoover niet behoorende tot onderdeel I, II of III lett. B van den post, van het volgens den post verschuldigd invoerrecht vrijgesteld (5). 9. Voor zoover niet bestaande uit melado, melasse, stroop of andere suikerhoudende vloeistoffen, is ten aanzien van de goederen, welke op grond van hunne verpakking behooren tot onderdeel I van den post en welke bestaan uit de producten en zelfstandigheden genoemd bij onderdeel 11^ lett. A, nos. 1 en 3 van den post, van toepassing het bepaalde bij art. 130 der Algemeene Wet van 26 Augustus 1822 (Staatsblad no. 38) als waren die goederen in dit artikel genoemd (6). 1. Zie nopens een afzonderlijke regeling, de posten 2, 30, 35, 70 en 139. Mede wordt hier verwezen naar Bijz. bepaling 6 op post 43. 2. Voor de verschillende suikerhoudende producten wordt onderscheid gemaakt tusschen vloeibare en andere. De in het verleden opgedane ondervinding heeft, nl. aangetoond, dat het ter voorkoming van geschillen niet raadzaam is om voor de toepassing van het tarief tusschen aan accijns onderworpen suikerhoudende vloeistoffen en de met die vloeistoffen samengestelde producten, verschil te maken. Deswege wordt voorgesteld van de vloeibare producten een invoerrecht te heffen gelijk aan den accijns, volgens de accijnswet verschuldigd van suikerhoudende vloeistoffen. Daar de invoer van dergelijke producten niet groot is, en in hoofdzaak bestaat uit medicinale stroopy zijn daartegen geen ernstige bedenkingen aan te voeren. Voor de niet vloeibare producten is het echter raadzaam de suikerbelasting te regelen naar een anderen maatstaf. Wanneer ook voor deze producten de suikerbelasting afhankelijk werd gesteld van de juiste hoeveelheid suiker, welke in die producten aanwezig is, zouden deze producten dikwijls voor het gehalte moeten worden onderzocht, en het voor den invoerder bezwaren opleveren het gehalte van die producten in de aangifte ten invoer te vermelden. Deswege wordt voorgesteld voor deze producten het invoerrecht te regelen volgens een zoogenaamd sprongenstelsel, overeenkomende met dat voor honig en drop. Mem. v. T. 3. Zie aant. 4 hierna, met de noten a en b. 1 Post lid 4. Krachtens art. 39 der „Leeningwet 1914" (V v V no 469) vervangende art. 1 § 1, der Suikerwet wordt van de «otter een accijns geheven per 100 K.G. ten bedrage als volgt: Voor: a. Kandij,, piet minder van hoedanigheid dan het standmonster, daarvoor door den Minister van Financiën vast te stellen (d) (b) / 23 75 b. Melis en lompen en alle niet afzonderlijk belaste suiker (cj - 22,50 l van 98 pct. of hooger gehalte - 22,'50 D 1 van beneden 98 pct. gehalte - oJö» c Kuwe suiker 1 voor elk percent van haar gehalte, , D j \ doch niet minder dan - 15,— a. Basterd, als voor ruwe suiker. e. Melado, melasse stroop en andere suikerhoudende vloeistoffen _ g Wanneer de zuiverheidsfactor van deze vloeistoffen hooger ' is dan 68, wordt de accijns verhoogd met f 0,30 voor iedere eenheid boven 68, onderdeelen van de eenheid niet in aanmerking genomen /. Druivensuiker , vaste korrelachtige en poedersuiker uit zetmeel , alsmede geraspte of op andere wijzê { fijngemaakte massé -15 Voor grootere of kleinere hoeveelheden dan 100 K.G. wórdt "krachtens art. 1, § l der buikerwet de accijns naar evenredigheid berekend, met dien verstande dat onderdeelen van een kgr. voor een geheel kgr gerekend worden. B 6 ^Krachtens art. 37 der „Leeningwet 1914" (V. v. V. no 469) geWgzigd doorat. IV der wet van 20 Januari 1917, S. no. 192 V v V no. 781, worden 20 opcenten geheven op den smkeraccijns, welke 'geheven wordt in de jaren 1915 tot en met 1933. Zie V. v. V. no. 1395. Ingevolge art. 4 der Suikerwet is bij invoer elders dan op de losplaatsen en kantoren, daartoe in het bijzonder bfi Kon. besluit aan H^T'a V?Z de TkeT eu Verhoudende vloeistoffen, genoemd bij Zm\!rha%^dr ^ bePaalde h0°g8te aCCijD8 V0OT ^ V «ff?i*2 aan8e8eve« door het standmonster. Res. 12 Ag 1903, no 64, ^fiSf^lX ïïïtttt^ï^op vorm en kMdt)eLrzt„^drrniCïdan\ghAei<1 S»»*"* va's'gesteide standmonster (voor IhV' Kn3^L ™ £ mefke? 9* bt£*d- Re°- 12 Auf- 19S, no. 64, V. no. 73, 8 2. Jb)g Kandygruts, kant en bodem run als basterd te lelasten. Res. 25 Aug. 1903, \% ^1 t00*™? is °°k te belasten inoertsuiker. Res. 21 Febr. 1907 no 4 voor'melado t^ïï? l****™, Rotterdam, Schiedam (alleen HaMn^ r'. ■ ' Str2op en,andere suikerhoudende vloeistoffen), Middelburg V 2 %,7'cr Kon. besluit 14 Aug. 1897, no. 44, S. no 194 Z^ömedf: ^ J ' *"te* Pa" 29 NoV- 1919> S ™- »«• V- V? uTlift Vlaardingen [Kon. besluit van 12 Nov. 1903, S. no. 277 V no 107) en Gortnchem {Kon. besluit van 30 Aprü 1906, S. no. 103, V. n!?68). 5. Volgens den post. In de Mem. o. T. wordt opgemerkt dat dS"™ stelhng.van melksuiker bestendigd blijft, voor zoove? het artikel St wordt ingevoerd in verpakten of getahletteerden staat 6. Zie genoemd art. 130 in aant. 3, noot a, op post no. 30. 151 Post 120 152 120. Tabak in rollen of bladen; geplette en ongeplette tabaksstelen; karotten, snuif, gekorven en alle andere gefabriceerde tabak, met uitzondering van sigaren en sigaretten. I. In rollen of bladen, en niet gekorven, ongeplette tabaksstelen 100 K.G. f 1,40 II. Geplette niet gekorven tabaksstelen 100 K.G. f 5,— Dl. Karotten, snuif, gekorven en alle andere n.a.g. gefabriceerde tabak, gekorven tabaksstelen daaronder begrepen 30 pct. BIJZONDERE BEPALINGEN. 1. Afval van bij den post genoemde artikelen en afval van sigaren en sigaretten, voor zoover die afvallen geschikt zijn om te dienen als grondstof voor nieuw fabrikaat en daarvoor geen belasting bij den post is aangegeven, zoomede plantendeelen gedrenkt met tabaksextract, cellulosepraeparaten met eenige bestanddeelen van tabak, gebezigd als dekblad voor sigaren, en dergelijke tabakssurrogaten, voor de toepassing van het tarief als tabak aan te merken, en voor het bepalen der deswege verschuldigde belasting, naar gelang van aard en gebruiksgeschiktheid, met de bij den post genoemde artikelen gelijk te stellen. 2. Tot verbruik bereide tabak is bovendien onderworpen aan accijns (1). 3. Wij behouden Ons voor bij algemeenen maatregel van bestuur, onder de noodige voorzieningen, vrijstelling van invoerrecht te verleenen voor tabak en tabaksstelen bestemd om te dienen als landbemesting of om te worden gebezigd bij de vervaardiging van producten, welke bij invoer niet of aan een lager recht zijn onderworpen dan voor tabak en tabaksstelen is verschuldigd (2). 1. Krachtens de Tabakswet S. 1921, no. 712 (V. v. V. no. 1594) zooals deze laatstelijk gewijzigd is bij de wet van 20 Dec. 1924, S. no. 556, V. v. V. no. 2448, wordt onder den naam van tabaksaccijns een belasting geheven van de tot verbruik bereide tabak, waaronder zijn te verstaan: sigaren, sigaretten, rooktabak, pruimtabak en snuif, De belasting bedraagt voor sigaren 10 pct., voor rook- en pruimtabak en snuif 15 pct. en voor sigaretten 25 pct; van den kleinhandelsprijs. Bij invoer van artikelen, waarvan niet blijkt dat zij voor wederverkoop bestemd zijn, wordt de accijns berekend over de waarde volgens den loopenden prijs hier te lande, verhoogd met 50 pct. Zie de artt. 1—6 der voormelde wet. 2. Een bepaling als bij Bijz. bepaling no. 3, is noodig gebleken om, invoer zonder betaling van invoerrecht mogelijk te maken van tabak en tabakstelen, welke hier te lande worden gebezigd voor de vervaardiging van ten behoeve van den tuinbouw benoodigde nicotine-extracten, welke zelve bij invoer niet aan recht zijn onderworpen. Mem. v. T. 153 Post 121 121. Tafels, kasten en tafelbladen, zoomede standaards, rekken, consoles, voeten en voetstukken en dergehjke artikelen voor het bergen, dragen of ondersteunen van voorwerpen (vitrines; wand-, buffet-, droog- en rookkasten; salonkastjes voor naaimachines; étagères; waschtafels; schrijftafels; wand-, klap-, werkbank-, naaimachine- en bloementafels; toonbanken; senrijfbnreaux; schrijflessenaars; lezenaars op voetstuk; gueridons; portoet-, brieven-, boeken- en krantenhangers; standaards en ezels voor schdderyen en photographieën, ook zoogenaamde morrahstandaards en de daarvoor gebezigde garnituren; standaards en houders voor voorsnijmessen, flesschen, zoutvaatjes en ander eet-, drink- en tafelgereistandaards, rekken en hangers voor het bergen van provisiepotten, poets-! schuur- en wrijf benodigdheden; jas-, mof- en kleederhangers; borstelhangers; sleutelborden; stempelrekken; bordenrekken; kloprekken; droogrekken; piëdestals; kapstokken; etalagestandaards; voeten en voetstukken voor werktuigen en toestellen, en andere dergelijke artikelen daaronder begrepen). I B T^felb11^enL waaronder ^ verstaan al dan niet gebeitste, gepolitoerde, beschilderde, geverfde of bekleede bladen, geheel of hoofdzakelijk vervaardigd van hout riet, bies, rotting, bamboe of andere dergelijke natuurproducten, welke, zonder het afronden of op andere dergelijke W iT,f bewerken der rande*> boeken of zijden, als dekbladen of uittrekbladen zijn aan te wenden g II. Tafels, kasten, standaards, rekken, consoles, voeten en voetstukken. A. Tafels, waarvan voetstuk of pooten, en kasten, waarvan de ™Sfim?if Ïa fnder.de«>lad, deuren, jaloezie- of glasafsluiting), geheel of hoofdzakelijk is vervaardigd van hout, riet, rotting, bamboe of andere dergelijke natuurproducten, zoomede de uit of met zoodanige zelfstandigheden geheel of hoofdzakelijk vervaardigde standaards rekken, consoles, voeten en voetstukken g B Tafels en kasten voorzien van laden, loketten, schappen, vakken planken of haken, of voorzien van een daarin ingebouwd of vast daaraan verbonden slot; tafels en kasten samengesteld met gefoelied of dergehjk spiegelglas, of waarvan deur, dekblad of zijwand geheel of gedeeltelijk bestaat uit glas of uit eene doorschijnende zelfstandigheid welke met glas is gelijk te stellen ; zoomede metalen waschtafeltjes met daarin aanwezige openingen voor het waschtafelgarnituur, geheel metalen Wafeltjes en tafels en kasten, waarvan het dekblad geheel of metaal3 * VervaardiSd van eene andere zelfstandigheid dan 8 pct. C. Standaards voor haardstelgarnituren; standaards voor het bergen van parapluies en wandelstokken; kleerenstandaards; muziek-, boekenen krantenstandaards; van haken voorziene sleutelborden en sleutelrekken en andere dergelijke borden en rekken; piëdestals en metalen flesschenrekken, standaards en rekken, voorzien van loketten, schappen 153 Post 121 154 planken of haken, zoomede standaards, rekken, consoles, voeten en voetstukken geheel of hoofdzakelijk vervaardigd van aardewerk, pottenbakkerswerk, porselein, gips of steen 8 pct. D. Andere: tl voorzien (1) van hengsel, draagriem, draagband, oor, oog, haak, ring, knop, handvat, handgreep of andere inrichting om te dragen, aan te vatten of op te beuren, of om, zij het dan ook door middel van touw of schroeven of op dergelijke wijze, te bevestigen of op te hangen; een en ander wanneer zij een gewicht hebben van 12 K.G. of minder 8 pct. 2. overige, wanneer zij een gewicht hebben van 5 K.G. of minder 8 pct. BIJZONDERE BEPALINGEN. 1. Papier maché en andere uit papiergrondstof vervaardigde zelfstandigheden, waarvan de hardheid die van hout evenaart of overtreft, zoomede xylolith en dergelijke producten en kurk, voor de toepassing van den post met hout gelijk te stellen. 2. Tafelvoetstukken met tafels, kastrompen met kasten gelijk te stèBeh. 3. Mits niet bevestigd op plankje of op dergelijke wijze gemonteerd, en met uitzondering van artikelen, welke zonder nadere bevestiging aan wand, rand, bodem of andere voorwerpen kunnen worden gebruikt, of wette blijkens de daarin aanwezige oogen, haken of andere inrichting of wel in verband met hunnen aard, blijkbaar zijn bestemd om los te worden opgehangen, zullen, met inachtneming van het bepaalde bij no. 2 hiervoor, haken (hoed- en jashaken daaronder begrepen), knoppen, duimen, isolatoren, latten, oogschroeven, gordijnroedensteuners, geweien, steunconsoles voor assen van werktuigen en andere artikelen, welke als de genoemde, geen eigenlijke bergingsruimte hebben, wanneer zij niet, als piëdestals en étagères, zijn voorzien van eenig blad of vlak om daarop goederen te plaatsen, voor de toepassing van den post niet als rekken, standaards, consoles, voeten of voetstukken worden aangemerkt. 4. Brandkasten en ijskasten behooren niet tot den post. 5. Het bepaalde bij Bijzondere bepaling no. 3 op post no. 13 is mede van toepassing op onderdeel II, lett. D, no. 1 van dezen post. 6. Van het volgens dezen post verschuldigd invoerrecht worden vrijgesteld: , a. sorteertafels en kasten met sorteerblad, welke blijkens de m het dekblad aangebrachte openingen voor het doorlaten van de te sorteeren goederen, blijkbaar als sorteertafels en sorteerkasten zullen worden aangewend ; b. tafels, kasten en standaards met vast daaraan verbonden pijpklem, 155 Post 121—183 bankschroef, spanschroef, zoogenaamde voor- en achtertangen, klemmen of andere met met name of in de soort in het tarief belast verklaarde gereedschappen, werktuigen en toestellen, wanneer tij blijkens aard en karakter blijkbaar als gereedschapstafel, gereedschapskast of als werkstandaard zullen worden aangewend. 1. Zie hierbij art. 30, sub 10. 122. Tap- en aftaptoestellen. I. Bier- en andere drankzuilen g pCt# II. Tap- en aftaptoestellen, bestaande uit een reservoir met uitlaatkraan of andere aftapinrichting (1) : a. voorzien (2) van hengsel, oor, oog, haak, ring, knop, handvat, handgreep of_ andere mnehting om te dragen, aan te vatten of op te beuren p^oto, zij het dan ook door middel van touw of schroeven of op dergelijke H bAvestl8en of °P te hangen i een en ander wanneer zij een gewicht hebben van 12 K.G. of minder 8 pct b. overige, wanneer zij een gewicht hebben van 5 K.G. of minder 0 ■ 8 pct. BIJZONDERE BEPALINGEN. L Condensatiepotten, zoomede smeer- en vetpotten en smeertoestellen behooren niet tot den post. Samovars, toonbank- en tafel-koffieaftapketels, en andere dergelijke toestellen te belasten volgens post no. 36; tap- en aftaptoestellen voorzien van een al dan met vast daaraan verbonden verwarmingsinrichtine vuur- of stookplaats, voor zoover niet behoorende tot post no. 36 te belasten volgens post no. 135. ' 2. Het bepaalde bij Bijzondere bepaling no. 3 op post no. 13 is mede van toepassing op onderdeel II, lett. a van dezen post. 1. In verband met het gewicht, als grens van belastbaarheid voor deze artikelen, zal het meerendeel der bedrijfshulpmiddelen zonder betabng van invoerrecht kunnen worden ingevoerd Daar alleen een: invoerrecht wordt voorgesteld voor de tap- en aftaptoestellen, welke bestaan uit een reservoir met aftapkraan, zullen o.a de koperen en andere kranen vrij van rechten kunnen worden ingevoerd. 2. Zie hierbij art. 30, sub 10. 123. Tapijten, kleeden, kleedjes en matten; linoleum, vloerzeil en kurktapijt; gordijnen en lambrequins; kussen- en andere overtrekken; tafelkleeden, zoomede dekens, zoowel tofeht- en reisdekens, als andere 155 Post 129—184 156 I. Zoogenaamde Japan- en Chinamatten, en andere matten geheel of hoofdzakehjk vervaardigd van stroo, bies, lisch, riet, lufa, gespleten hout, bamboe of andere dergelijke niet tot garen, draad, koord, snoer, touw of tres verwerkte natuurproducten, zoomede linoleum, vloerzeil en kurktapijt 8 Pct* II. Vloer- en wandtapijten; vloer- en wandkleeden; karpetten; niet afzonderlijk belaste wieg-, tent-, dek- en wagenkleeden; divankleeden; kapstokkleeden ; blad-, waschtafel- en schoorsteenkleedjes ; vloer-, deur-, bad- en rijtuigmatten; antimacassars; tafelloopers; pianoloopers en andere voor dadelijk gebruik gevormde tapijten, matten, kleeden en kleedjes (gummimatten, matten van gevlochten metaaldraad, badmatten bestaande uit kurk in bladen met afgeronde hoeken of gevat in rand of raam, matten van aaneengehechte stukjes leder, kokosmatten, afgepaste loopers, betaalmatjes, zadeldekken en dergelijke kleeden en kleedjes daaronder begrepen), zoomede gordijnen en lambrequins, tafelkleeden, tafellakens, hoezen, kussen- en andere overtrekken, en bedspreien en dekens ; een en ander voor zoover niet bij post no. 85 vrijgesteld 8 Pe*' BIJZONDERE BEPALING. Met uitzondering van artikelen, welke blijkens een rand-, hoek-, medaillon- of dergelijke versiering, blijkbaar zijn bestemd om na afwerking als tapijten, kleeden en kleedjes van bepaalde afmeting te worden aangewend, zullen artikelen, welke niet door middel van zoom, zelfkant, boordsel, franje, kant of afhechting, door het afronden der hoeken of op andere afdoende wijze tot voor dadelijk gebruik geschikte tapijten, kleeden of kleedjes geschikt zijn gemaakt, niet als voor dadelijk gebruik geschikte tapijten, kleeden of kleedjes worden aangemerkt, maar, evenals tapijt-, looper- en kleedenstof, voor zoover niet behoorende tot onderdeel I van den post, worden belast naar hunne samenstelling. 124. Tegels, steenen en platen en andere dergelijke voor constructieve doeleinden of voor bedekking gebezigde materialen van aardewerk, pottenbakkerswerk of porcelein, of wel vervaardigd uit grint of bazalt, kwarts, quenast, gebroken marmer of ander zoogenaamd steenslag, dat door middel van cement of eenig ander bindmiddel innig is verbonden, zoomede fabrikaten, welke met de hierboven genoemde producten overeenkomen, artikelen vervaardigd uit gemalen ijzerslakken en dergelijke daaronder begrepen 8 Pct* BIJZONDERE BEPALINGEN. 1. Van het volgens den post verschuldigd invoerrecht worden vrijgesteld : a. vuurvaste steenen en vuurvaste vormstukkeni(artikelen van vuurvaste aarde voor het bekleeden van ovens, kachels, enz. in anderen dan steenvorm) welke eene dikte hebben van meer dan 5 c.M. ; 157 Post 124—126 b. niet verglaasde, niet versierde of geornamenteerde steenen en platen. 2. Als steenen en platen zullen voor de toepassing van het bepaalde sub 1 lett. b, worden aangemerkt alle voor constructieve doeleinden of voor bedekking gebezigde materialen, welke een dikte hebben van 4 /„ c.M. of meer en tevens een grond- of bovenvlak van 325 cM» of minder of van 4000 c.M2. of meer. 125. Telephoontoestellen van allerlei aard, telegraphonen en veldtelephonen daaronder begrepen; telewriters of vèrschrijvers (toestellen, welke bij het met ontvangen van gehoor, eenigerlei mededeeling aan het opgeroepen adres noteereu); telephoonschakelborden en dergelijke telephoonschakeltoestellen; zoomede telephonen, microohonen en microtelephonen v.a.s g pcy 126. Thee, Paraguay-thee of maté" en andere, al dan niet gearomatiseerde, gedroogde bladeren of andere plantendeelen, welke worden gebezigd om het genotmiddel thee te vervangen, daaronder be^ePen 100 K.G. f 75,- BIJZONDERE BEPALINGEN. 5 Thé de ,phambard. Harzer Gebirgsthee, Tonic tea, en dergelijke producten, welke met of niet tevens als surrogaat van het genotmiddel thee zijn te beschouwen, maar alleen als producten waaraan geneeskracht wordt toegeschreven, te belasten volgens post no. 43. 2. Bij opslag U entrepot en bij doorvoer van thee op documenten verkregen na aangifte op den voet van art. 120 der Algemeene wet van 26 Augustus 1822 (Staatsblad no. 38), kan de aangever volstaan met opgaaf van het bruto gewicht. In geval van voormelde bevoegdheid wordt gebruik gemaakt, zal voor het bepalen van het bedrag der te stellen zekerheid zoomede voor de berekening van het bedrag der eventueel in te vorderen invoerrechten en boeten, als netto gewicht worden aangemerkt het bruto gewicht verminderd met eene tarra van 15 pct. 3. Bij aangifte ten invoer van partijen thee, waarvan de emballage na den invoer met is verwisseld, en van welke hier te lande, vóór de aangifte, door den handel onder ambtelijk toezicht op door OnzeA Minister van 1-inancien voorgeschreven wijze de tarra is vastgesteld, zal in afwijking van het bepaalde bij art. 26 dezer wet, als netto gewicht worden aangenomen het bruto gewicht verminderd met het bij die tarreering voor de emballage vastgesteld gewicht. g 4. Wij behouden Ons voor bij algemeenen maatregel van bestuur onder de noodige voorzieningen, vrijdom van invoerrecht te verleenen voor thee, welke wordt gebezigd voor de vervaardiging van producten welke bij invoer met of aan een lager invoerrecht zijn Ldemorpen dan' voor thee verschuldigd is (1). ^ ** 157 - Post 126—128 158 1. Een bepaling als bij >Bijz. bepaling no. 4 iswenschelijk gebleken om vrijen invoer mogelijk te maken voor thee, hier te lande gebezigd voor de vervaardiging van cafeïne en theïne, welke stoffen bij invoer niet aan recht zijn onderworpèn. Mem. v. T. 127. Thermometers, ook wijngeest-thermometers, en alle andere temperatuurmeters • • 8 pct. BIJZONDERE BEPALINGEN. 1. Tot den post behooren uitsluitend thermometers en andere temperatuurmeters, bij welke de temperatuur wordt aangewezen door middel van eene kwik- of vloeistofkolom. 2. Thermometers en andere temperatuurmeters, ingericht voor het aanwijzen van temperaturen van + 100° Celsius of hooger of van—40° Celsius of lager, worden van het volgens den post verschuldigd invoerrecht vrijgesteld (1). 1. Deze zijn uit den aard der zaak geen artikelen, welke door den particulier worden gekocht. Mem. v. T. 128. Toiletgereedschap, toiletbenoodigdheden en toilethulpmiddelen n.a.g. (n.a»g. gereedschappen en benoodigdheden voor kappers daaronder begrepen). I. Haardroogtoestellen ; haargroeiapparaten ; ontharingstoestellen ; wrattenstiften ; busteontwikkelaars ; snor- en baardbinders ; krulstokken en andere dergelijke n.a.g. kappersbenoodigdheden en n.a.g. schoonheidshulpmiddelen 8 Pct- II. Kammen v.a.s. (geen sier- of haardraagkammen zijnde), zakkammen en haarkleurkammen daaronder begrepen; baardscheerapparaten of veiligheidscheermessen en de daarbij gebezigde mesjes en handvatten ; scheerriemen en andere scheermesaanzetters ; scheerbakjes en inzetten voor scheerbakjes; cosmetiekhouders ; aluingrijpers ; zeepautomaten ; waschhandschoenen ; kamreinigers ; niet uit of met haar samengestelde haarnetjes, crêpé's en haarkapjes ; netjes en zakjes voor het bergen van sponsen of haar; speldenbakjes ; toilet- en kapdoozfen; poederdoozen ; poederkwasten ; nagelvijlen ; nagelknippers ; oorlepeltjes ; oorsponsjes ; knoopenhaken ; schoenhoorns ; laarzenknechts ; broekpersen ; broekspanners; handschoenrekkers en zoogenaamde knoopenscharen, en andere dergelijke n.a.g. toilet- en kaptafelbenoodigdheden, en n a.g. toilet-, kap- en kleedhulpmiddelen, en nécessaires en garnituren, uitsluitend met tot post no. 128 behoorende artikelen samengesteld, zoomede zaktoiletten; sachets, reukkussentjes en dergelijke artikelen en niet van zoolvlak voorziene schoenleesten 8 pct. III. Toilet- en reukwaters; mond- en tandwaters; tandpasta's en tandzeepen; bad- en voetbadextracten; huid-, haar-, strooi- en wondpoeders; haarkleurmiddelen; pommades; cosmetiek; blanket- Post 128—12» sel; middelen tegen muggebeten, zomersproeten en transpireerende handen; wmterhandenzalf; cachonpillen; aluin; puimsteen, en andere dergehjke toiletkulpmiddelen, toiletbenodigdheden en schJonheids middelen; een en ander verpakt of in tabletvorm (1) ... 8 pel BIJZONDERE BEPALING. Nécessaires en garnituren, welke^ook met andere dan tot den' nost to?Ztnno ^t^T7§eSte[d' V°°r Z00Ver SSoSS tot post no. 71, te belasten volgens post no. 95 Slijp- en wetsteenen zoowel natuurlijke als kunstmatige, waarvan de bestemming om als scheermesaanzetters te worden gebroktniTuit een daarop of op de verpakking aangebracht opschrift duidelijk bliikt zoomede met aan handvat of op eenigerlei andere wijze SonSdé 80 Sdworden van het volgens den p°st ^aSoSe1^ ö tCT eeenS2m8' dat °ok de eerstgemelde slechts onderworpen zullen zijn aan _een invoerrecht van 8 pct. der waarde. In verband met het bepaalde bi, art. 4 van het ontwerp zullen alcohohsche tmlethXmiddelen immers worden belast volgens de bepalingen van post no 2. 129. Tuig- en zadelmafcerswerk. «JE T***} hoofdstellen ; frondeelen ; oogkleppen ; teugels ; strengen • trekzeelen; bmknemen; hamen; kop- en kinkettingen • Sten" • geleiders, en andere dergelijke tuig- en hoofdsteldeelen! metalen harnachementen en deelen van metalen harnachementen daarónder belenen zoomede kme- en pootbeschermers ; zadels; zadelkussen^; stijXugeïs en rnsporen ; zweepen zweepskgen en zweepstokken ; halsters ; S?ers muilkorven ; halsbanden; van musquetton of haak voorziene hondSen' en andere dergelijke art kelen voor honden- en paardensport/of vooffi optuigen, bespannen, bekleeden, berijden, besturen, geleiden^ drlieeren of versieren van dieren (1) ë ' «resseeren ' 8 pct. n. Hondenhokken en paardenstalle iaiiu III. Pak.- draac- crnrAal. - : ... , ■ —o j o—— vagagcucmeu en anaere riemen. manden ^ PaardenstaUea> zomede honden- en katten8 pct. ZerTegSn^6 °f ^driemen - ^gelijke artikelen dZrv f 8 pct. 159 Post 130—132 160 130. Uurwerken en andere tijd- en datumaanwijzers, onderdeelen en toebehooren daarvan. I. Horloges, chronometers, wekkers, klokken en pendules, en andere met uurwerk, veer of mechaniek werkende tijd- en datumaanwijzers, electrische uurwerken en controle-uurwerken daaronder begrepen, ook zoogenaamde schakelklokken en hchtschakelklokken en dergehjke tijdregelaars, een en ander met inbegrip van de daarbij behoorende gelijktijdig ingevoerde consoles, coupes, stolpen, standaards, voetstukken en ander dergelijk toebehooren, zoomede de voor een en ander gebezigde kasten en mouvementen of binnenwerken, binnenwerken voor uurwerken voor registreerapparaten daaronder begrepen 8 pct. II. Zandloopers, zonnewijzers en andere dergelijke tijdaanwijzers en de daarvoor gebezigde monturen; afzonderlijk ingevoerde opzetten en zijstukken voor pendules en klokkekasten; afzonderlijk ingevoerde wijzerplaten en slingers, zoomede horlogesleuteltjes v.a.s., ook zoogenaamde passe-partouts 8 pct. BIJZONDERE BEPALING. - Wij behouden Ons voor bij algemeenen maatregel van bestuur, onder de noodige voorzieningen, vrijdom van invoerrecht te verleenen voor uurwerken, onderdeelen en toebehooren daarvan, die gebezigd worden voor het vervaardigen van artikelen, welke bij invoer met of aan een lager invoerrecht zijn onderworpen dan van uurwerken is verschuldigd. 131. Ventilatoren. Electrisch gedreven tafel-, wand-, ring- en plafondvleugelventilatoren en andere electrisch gedreven vleugelventilatoren, een en ander wanneer de vleugels zijn vervaardigd uit duminium of hout, of wanneer de vleugeldiameter is 500 m,M. of minder, en afzonderlijk mgevoerde vleugels voor zoodanige ventilatoren 8 Pct' 132 Verband- en verplegingsartikelen, zoomede bandages en orthopaedische apparaten, ook voor dieren (1). I. Kunsttanden, al dan niet gevat of voorzien van stift; kunstgebitten en kunstledematen en andere nabootsingen van organen en ledematen, gebezigd ter vervanging van natuurlijke, kunstoogen en dergelijke artikelen daaronder begrepen 8 pct. II Dentaphonen, gehoorbuizen en andere apparaten voor hardhoorenden, zoomede antiphonen en andere dergelijke aan den lijve te ge gebruiken artikelen voor het dempen van geluiden » pct. Hl. Breukbanden, zoomede platvoet- en steunzolen 8 pct. 160 161 Post 132—133 •• ^i'i *****ku88ens (zoogenaamde reiskussens daaronder begrepen) ïjszakken, ijskappen, gummiwaterflesschen, gummikompressen en andere dergelijk» verplegingsartikelen, geheel of hoofdzakelijk vervaardigd van caoutchouc, rubber of gutta-peroha of van een weefsel, dat over de gehee e oppervlakte met caoutchouc, rubber of gutta-percha is bekleed beplakt, bestreken of ingelegd, zoomede kamergemakken 8 pet! V. Zuigspenen en zuigfleschgarnitnren 8 pct. VI. Houtwol- en wattenkussens, gaastampons en andere dergeln'k» als verband of verbandmiddel gebezigde kussens en tampons, bestaande uit houtwol, pluksel, turf, watten of daarmede gelijk te stellen *e& standigheden, overtrokken met weefsel 8 pet TH. Pluis, houtwol, zoomede, voor zoover niet behoorende tot post no. 85, pluksel: verPakt 8 pct Vm. Apparaten voor vibromassage (wrijf-, stoot- en klopmas8age) 8 pct BIJZONDERE BEPALING. Het bepaalde sub 1 en 3 der Bijzondere bepalingen op post no 28 is mede van toepassing op de artikelen bedoeld bij onderdeel IV van dezen post. L Zooab- uit den post blijkt wordt alleen een invoerrecht voorgesteld voor het artikel dat door den particulier wordt gekocht. Instrumenten en dergelijke hulpmiddelen worden in den post niet genoemd. Mem. v. T. 133. Versieringsvoorwerpen (1). I. OheverfscMdterijan, aquareUen, teekeningen, etsen, prenten, platen plattegronden, kaarten, photographieën, kakemono's, makimóno's horden beelden, bustes, tegels en andere dergelijke artikelen in passepartowlji lijst, rand, raam, houder of andere omlijsting of omvatting (artikelen, waarbfl de voorstelling of afbeelding is verkregen door het bijeenvoegen van veeren, bloemen, bladeren, kralen, postzegels of haar en dergelijke, mits omlijst of omvat, daaronder begrepen), een en ander met^nachtneming van het bepaalde bij no. 1 van de Bijzondere bepa8 pet MS;t»,Bef ^d^*^en hout' afl>eeldingen op ivoor, been, celluloid, galahtn of dergelijke stof, en andere dergelijke ^WOdnlffltftn winkels ™ f ^"J^en galanteriewaren of in winkels m religieuze artikelen aanh°™ W0Fdende> gerijen en schilderijtjes, welke ook zonder heï aanbrengen van eene lijst als op zich zelf staande versieringsvoorwerpen EL en aa"gewen4i 5 V P^en, borden en noamen, zoogenaamde kaststellen; jarclinières, coupes en snuisterijen ; Tarief van Invoerrechten I 161 Post 133 162 flesschen met daarin aangebrachte scheepjes ; meubelen en gebruiksvoorwerpen in miniatuur; wandborden ; beschilderde, versierde of gemonteerde hoeven, hoornen, tanden, vruchten, geweien of schelpen ; Japansch lakwerk; Javaansch koperwerk; Balineesch smeed- en houtsnijwerk ; slöjdwerken; brandschilderwerken; cloisonné's; wajongpoppen; sieraden uit Oostersche tempels; Oostersche reukvaten; sirihdoozen; sakehkommen ; snuisterijen gesneden uit speksteen ; zoomede andere dergelijke artikelen, welke doorgaans als versieringsvoorwerpen plegen te worden opgehangen aan lampen, wanden of rekken, of te worden geplaatst op tafels, schrijfbureaux, étagères of schoorsteenmantels, of wel in of op buffetten, vitrines of glazenkasten, onverschillig of die artikelen als tabakspotten, bonbondoozen en pressepapiers, tevens dienen als bergingsmiddel of gebruiksvoorwerp 8 pct. DX Tuinvazen, balkonvazen en andere, al dan niet met bloemen of planten gevulde siervazen of sierbekers (ook die gebezigd voor grafof gevelversiering); spinnewielen ; schoorsteenschermen ; schoorsteenstukjes en andere dergelijke los op den grond te plaatsen voorwerpen, voor het versieren van kamers, zalen, portalen, gangen, tuinen, serres, balkons, stoepen en etalagekasten, ook al mochten die voorwerpen, als balkon- en tuinvazen, ter meerdere beveiliging door middel van haak, schroef of op dergelijke wijze aan rand, bodem, gevel of voetstuk worden bevestigd 8 Pe*' Ff. Zoogenaamde aquariumversieringen, zoomede fonteinversieringen in aard en samenstelling met aquariumversieringen overeenkomende ; een en ander wanneer die artikelen een gewicht hebben van 5 K.G. of minder 8 Pct- BIJZONDERE BEPALINGEN. % Met inachtneming van het bepaalde hierna, zullen aquarellen, oheverfschilderingen en teekeningen, aangebracht op hout of scMlderdoek, of wel op papier of andere stoffen, welke behooren tot post no. 97, enkel in passe-partout van papier of karton, of in eene omlijsting of omvatting, welke, spijkers, verbindingsschroeven, aan de achterzijde aangebracht papier en dergelijke artikelen buiten aanmerking gelaten, uitsluitend is vervaardigd uit hout of gips, of hout en gips, vrij van rechten ten invoer worden toegelaten, wanneer zij per stuk een waarde hebben van vijf gulden of meer. 2. Het bepaalde bij no. 1 biervoor is niet van toepassing op artikelen, welke blijkens de daarop of op de omlijsting of omvatting aangebrachte opschriften, cijfers, letters, teekenen of andere dergelijke met tot de eigenlijke afbeelding behoorende aanduiding, dienen tot eenige bekendmaking, herinnering of reclame, of waarvan de waarde van de omlijsting of omvatting de waarde van het omlijste of omvatte overtreft. 3. Voor de toepassing van onderdeel I van den post en no. 1 van de Bijzondere bepalingen zullen : 162 463 Post 133—134 a. artikelen,, welke niet zijn omlijst of omvat, maar met de daarbij behoorende omlijsting of omvatting gehjktijdig worden ingevoerd, met omlijste of omvatte artikelen worden gelijkgesteld • b. kakemono's (rolschilderijen) enkel in de breedte voorzien van zoogenaamde rolhouten, en andere artikelen, welke op dezelfde wijze enkel in de breedte zijn voorzien van houten, metalen of andere roeden niet als omlijst worden aangemerkt; ' c. artikelen als zoogenaamde peinture Bogaerts en dergelijke, welke slechts gedeefteÜjteirijn! verkregen door schilderen of teekenen, niet met aquarellen, oheverfsehilderijen en teekeningen worden gelijkgesteld i d als schilderdoek worden aangemerkt, alle al dan niet geprepareerde weefsels en stoffen, uitsluitend vervaardigd uit producten, welke ach bij verbranding gedragen als een product van plantaardigen aard. 4. Aquarellen, olieverfschilderingen en teekeningen, welke niet zijn omlijst of omvat, en ook niet met de daarbij behoorende onmjsting of omvatting gelijktijdig worden ingevoerd, zullen, voor zooverTzij niet behooren tot onderdeel II van den poet, worden belast volgens de regelen yan den post waartoe zij in verband met de grondstof, waarop de afbeelding is aangebracht, behooren. P 5. Wij behouden Ons voor bij algemeenen maatregel van bestuur onder de noodige voorzieningen versieringsvoorwerpen, welke door of ten behoeve van pubhekrechtelijke hchamen worde£ ingevoerd ter vï sienng van pleinen, straten of openbare gebouwen, of welke worden ingevoerd om aan pubhekrechtelijke hchamen voor voormeld doel te worden overgedragen, van invoerrecht vrij te stellen. nmVn JlJerbaild met/e ™>ze waar°P de artikelen in den post worden Tg T"den verttouwd» dat aan den post geen grootere uitbreiding zal worden gegeven dan daarmede is bedoeld Mem 7 T 134. Vervoermiddelen en onderdeelen en toebehooren daarvoor. lA ?°¥end ma^ieel voor spoor- en tramwegen van allerlei aard (materieel voor electrische tramwegen, zweefbanen en dergelijïïatertÏÏ daaronder begrepen); automobielen en andere vervoermiddelen met eigen beweegkracht; rijwielen en motorrijwielen van ^le soorten. zoomede andere vervoermiddelen op wielen, een en ander voor het vervoeren van personen, waren of koopmanschappen (raclwagens zieken- en hjkwagens, zoogenaamde autopeds, skootamota's en draifLes en dergehjke vervoermiddelen daaronder begrepen) (1). arajsines hoL.lï°m.0biel?' motorrijwielen en andere vervoermiddelen met eigen ^amwe^n ' mtzondering ™ ^oUend materieel voor spoorden 12 pct. Jnpn0verige artikelen, de sub 1 uitgezonderde daaronder be^epen 8 pct. 163 Post 134 164 II. Andere. 1 Vliegmachines, luchtschepen, luchtballons en valschermen (2) 8 Pet- 2. Gieken, wherry's, opvouwbare booten en andere booten en bootjes, welke een gewicht hebben van 100 K.G. of minder, en roeiriemen, roeispanen en pagaaien, zoomede zoogenaamde waterrijwielen 8 pct. 3. Sleden v.a.s., arresleden, baksleden en kindersleden daaronder begrepen, zoomede onderstellen voor sleden 8 pct« 4. Draagbrancards, draagbaren en burries 8 pet. UI. Onderdeelen en toebehooren. 1. Chassis, carrosserieën, koetswerken en andere onder- en bovensteden, zoomede aanhang-, neven- en voorspanwagens en bakken en andere transportinrichtingen voor de vervoermiddelen, aangeduid bij onderdeel I van den post, chassis en onderstellen van de werktuigen en toestellen bedoeld bij Bijzondere bepaling no. 1 daaronder begrepen : a. chassis, zoomede carrosserieën en andere bovenstellen voor vervoermiddelen met eigen beweegkracht, belast bij onderdeel I, sub 1, van den post, chassis voor de werktuigen en toestellen bedoeld bij Bijzondere bepaling no. 1 daaronder begrepen 12 pct. b. overige artikelen 8 Pc** 2. Wielen, wielbanden en vellingen: a. wielen, wielbanden en veilingen, bij den invoer voorzien van rubberof andere bij post no. 6 belaste banden 8 pct. b. met metaaldraadspaken samengestelde wielen, al dan niet met in- of aangebouwden of op andere wijze daaraan verbonden motor 8 pct. 3. Zadels 8 Pet' 4. Sturen en stuurhandvatten ; pedalen en pedaalblokjes ; zoomede frames, remmen en naven; een en ander voor rijwielen en motorrijwielen (3) • 8 Pct 5. Rijwiel-, motorrijwiel- en automobielluchtpompen, ingericht voor hand- of voetkracht • 8 Pct* 6 Rokbeschermers, spatschermen, met uitzondering van ruwe blanke, niet voor dadelijk gebruik geschikt, kettingkasten en andere ketting- en kleedingbeschermers voor rijwielen en motorrijwielen, zoomede zoogenaamde stuurkappen en toe-clips 8 Pt. 7 Met glas of andere doorzichtige stof samengestelde windscher- ,* & 8 pct. men r 8. Op garnituur gemonteerde kappen of gedeelten van kappen voor vervoermiddelen van allerlei aard en de voor zoodanige kappen of gedeelten van kappen gebezigde geraamten en van oogen voorziene kapbedekking; een en ander voor zoover niet op grond van post no. 85 van invoerrecht vrijgesteld 8 Pct- 164 165 Post 134—135 BIJZONDERE BEPALINGEN. 1. Brandspuiten, veegwagens, op wagens gemonteerde stofzuigmachines en landbouwwerktuigen, locomotieven, ook benzine- en luchtdruklocomoüeven, zoogenaamde tractors en andere op vervoermiddelen of wielen gemonteerde werktuigen en toestellen zullen, ook al zijn zij ingericht tot vervoer van het personeel, dat voor de bediening dier werktuigen en toestellen noodig is, niet als vervoermiddelen worden aangemerkt. Voor de toepassing van het eerste lid zullen sproei- en zoogenaamde pekeiwagens, zaaimachines en dergelijke, wanneer zij zijn voorzien van eene inrichting om de vervoerde goederen gedurende het vervoer te . verspreiden, als werktuigen en toestellen worden aangemerkt. i 2V bandjes voor aanhangwagens, neven- en voorspanwagens, zoowel als hakken- en andere transportmiddelen voor rijwielen en motorrnwielen, welke niet van as, zitplaats of wielen zijn voorzien, behooren naar gelang van hunne samenstelling, tot post no. 13 of post no. 82! 3. Voor de toepassing van onderdeel III van den post als metaaldraadspaken alleen aan te merken spaken, waarvan de grootste afmeting van de dwarsdoorsmede 5 m.U. of minder bedraagt. 4. Tenders voor locomotieven zullen, ook wanneer zij zonder de locomotief worden ingevoerd, vrij van invoerrecht worden toegelaten. L Zie, nopens de vrijstelling van invoerrecht voor onderdeelen van rollend spoomegmateneel en van luchtvaartuigen, nl. van z g wisselstukken, voor materieel in internationaal verkeer gebezigd en voor materieel van m het buitenland gevestigde spoorwegondernemingen, art. 19, letters q, r en s. 8. Daar de manufacturen, welke voor het samenstellen van luchtballons, luchtschepen en valschermen worden gebruikt, aan invoerrecht onderworpen zim, kunnen deze artikelen met het oog op een averechtsche bescherming met worden vrijgesteld. Mem. v. T. 3. Vrijvielen worden slechts weinig door particulieren gekocht en zijn derhalve met als toonbankartikel in den zin der wet aan te merken. Toelichting by Nota van Wijzigingen. Rijwielvelgen zijn geen toonbankartikelen, doch grondstof voor de njwielfabricage. Rijwiel- voorvorkscheden en achtervorkbuizen worden met m het tarief genoemd en zijn derhalve niet belast. Man. v. A. , *35' Jerwarmmgstoestellen en van verwarmingsinriehting, vuur- of stookplaats voorziene apparaten, werktuigen, instrumenten, en gereedschappen en deelen en toebehooren daarvan (1). h Toestellen, welke als kachels en haarden voor huishoudelijk gebruik als zoogenaamde strijkkachels, onderstellen voor waschfornuizen petroleumkooktoestellen, gaskomforen en theelichten, enkel dienen om warmte te verspreiden of enkel dienst doen als warmtebron 165 Post 135 166 1. Huishoudkachels en huishoudhaarden van allerlei aard, en andere toestellen voor het verwarmen van woonhuizen en andere verblijfplaatsen van den mensch, gas-, petroleum- en electrische kachels daaronder begrepen, met uitzondering van radiatoren en geledingen voor radiatoren, zoomede van ketels, ook zoogenaamde geledingketels voor centrale verwarming, welke van het volgens den post verschuldigd invoerrecht worden vrijgesteld (2) 8 Pct- 2. Petroleumkooktoestellen, spiritus- en gaskomforen en andere dergelijke verwarmings- en kookkomforen (electrische komforen, spirituslampjes voor het verwarmen van haarkrulapparaten, gaskooktafels, zoogenaamde gastafeltjes, Bunsensche branders en dergelijke artikelen daaronder begrepen); electrothermophoren, ook wel genaamd warmtecompressen, en andere dergelijke verwarmingsmiddelen voor medisch, electrotherapeutisch en dergehjk gebruik, zoomede met verwarmende zelfstandigheden gevulde hand- en mofwarmers en dergelijke artikelen 8 Pct' 3. Strijkkacheltjes en andere gereedschapskacheltjes; onderstellen voor wasch- en kookfornuizen, en, voor zoover niet behoorende tot onderdeel II of met name of in de soort in het tarief vrijgesteld^ andere van stookplaats, lamp of andere verwarmingsinrichting voorziene verwarmingstoestellen ; een en ander wanneer die artikelen een gewicht hebben van 12 K.G. of minder 8 pct. n. Toestellen, apparaten, werktuigen, instrumenten en gereedschappen, welke als keukenfornuizen, geisers, van vuur- of stookplaats of van stoom-, heetwater- of andere verwarmingsinrichting voorziene autoclaven, ovens, ketels, droog-, rook-, kook-, steriliseer-, pasteuriseeren desinfectieapparaten, bestaan uit een reservoir, radiator, ketel of andere bergingsruimte en eene al dan niet vast daaraan verbonden verwarmingsinrichting, vuur- of stookplaats. 1. Keukenfornuizen v.a.s., badkachels of geisers, en, voor zoover zij blijkens de aanwezige oogen of andere inrichting blijkbaar zijn bestemd om te worden opgehangen, wandgeisers en andere dergelijke wandtoestellen 8 Pct 2 Andere, wanneer zij een gewicht hebben van 24 K.G. of minder" • 8Pci HL Onderdeelen en toebehooren. 1. Ommantelingen, rompen en boven- en onderstukken voor de verwarmingstoestellen belast sub I en II, voorplaten van zoogenaamde spaarhaarden (haarden met draaibaren vulemmer) en dergelijke artikelen daaronder begrepen; binnenkachels of vulemmers^ kachelpotten ; kijkglaasjes voor petroleumtoestellen of voor andere tot den post behoorende artikelen, zoomede branders v.a.s 8 P6*- 2. Kachel- en haardgarnituren, ook wel genaamd haardijzèri] schouwplaten vervaardigd van met figuren of afbeeldingen voorzien metaal; kachel-, haard-, fornuis- en komfooronderlegplaten; haken, 166 167 Post 135 schudijzers, poken, van haak voorziene blaaspijpen en ander dergelijk f^ardsteltoebehooren ; dekplaatjes, zijwanden en randen voor thee- en Icolfiehchtjes, en gloeilichamen en vuurkleiballen 8 pct. BIJZONDERE BEPALINGEN (3). 1. StiSjkkacheltjes en andere gereedschapskacheltjes, welke niet ziin voorzien van afvoerbuis, of welke blijkens de daaraan aangebrachte nokken of andere vast daaraan aangebrachte inrichting, kennelijk voor het daarop plaatsen van gereedschappen zijn ingericht, en waschfornuizen, veevoederketels en de stookinrichting daarvoor, niet als huishoudkachels of keukenfornuizen aan te merken, maar naar gelang van hunne samenstelling te belasten volgens onderdeel I, no. 3 of onderdeel II no. 2 van den post. ' 2. Apparaten voor het harden van gereedschappen, bestaande uit een plaat en daaraan verbonden warmtebron, en andere dergelijke artikelen, welke met zijn voorzien van eene eigenlijke bergings- of inhoudsruimte, maar alleen van eene plaat, rand of dergelijke inrichting, te belasten volgens onderdeel I van den post. 3. Warmwater- en andere stoven, ook voor spoorweg- en andere rijtuigen, beddewarmers, beddekruiken, buik-, rug- voet- en handwarmers, mofwarmers, vuurtesten, theestoven en andere dergelijke artikelen, we ke, om voor verwarming te worden gebezigd, met verwarmde, verhitte of verwarmende zelfstandigheden moeten worden gevuld, en zoogenaamde loodgietersfornuizen of vuurduvels vuurmanden en dergelijke artikelen, welke niet zijn voorzien van een'stoomwarmwater- of andere vemannmgainrichting of van een bepaalde van" deur voorziene stook- of vuurplaats, maar enkel bestaan uit een al dan met met deksel afgesloten ruimte, voor de toepassing van het tarief te beschouwen als bergingsmiddelen en evenals afzonderlijk ingevoerde veevoederketels, kolenbakken, turfbakken, doofpotten, «U van verwanmngsinrich.fang voorziene braadovens en dergelijke artikelen te belasten volgens post no. 13. ' i t*- ,Bt0uill0ir8' enP1van verwarmingsinrichting voorziene • thee,: en koffieketels voor tafel- en toonbankgebruik, te belasten volgens post gesteld^311 V°lgenS den post veracnuldigd invoerrecht worden vrij- a. soldeer- en afbrandlampen met andere dan verticalen brander: b. soldeerbouten, brandstempels en spongatenbranders met daaraan gekoppelde verwarmingsmrichting; c lasch- !Ujpij- en soldeertoesteUen, waarbij hooge temperaturen worden verkregen door mengsels van zuurstof en acetyleen, of van zuurstof en wateratbf, of wel door middel van electriciteit- a. veldsmidsen. 167 Post 136—136 168 1. Het is bij het samenstellen.van den post niet mogelijk gebleken om tusschen het bedrijfshulpmiddel en het artikel, gebruikt in keuken, huishouden, kantoor en winkel, voor de toepassing van het tarief onder scheid te maken, en den voorgestelden post, conform de beginselen van het ontwerp, zoodanig te redigeeren, dat bedrijfshulpmiddelen vrij van rechten zullen kunnen worden ingevoerd. Om niettemin de vrijstelling van het bedrijfshulpmiddel zooveel mogelijk te verzekeren, wordt in den post onderscheid gemaakt tusschen toestellen, welke als kachels en haarden, enkel dienen om warmte te verspreiden, en die, welke als fornuizen, geisers en autoclaven, bestaan uit een warmtebron en een inrichting of ruimte, waarin de te verwarmen artikelen worden overgebracht. In verband met onderdeel I no. 3 en onderdeèl II no. 2 van den post, zal althans het bedrijfshulpmiddel van eenigen omvang zonder betaling van invoerrecht ten invoer kunnen worden toegelaten. Van autoclaven voor conservenfabrieken en van de bekende veevoederketels zal, in verband met de voorgestelde regeling, geen invoerrecht verschuldigd zqn. Mem. v. T. 2. Het belasten van radiatoren zou aanleiding tot geschillen geven en de ketels worden in een niet onbelangrijke mate aangewend als bedrijfshulpmiddel, o. a. voor het verwarmen van broeikassen. Mem. v. T. 3. Bij de Bijz. bepalingen nos. 1, 2, 3 en 4 op den post worden eenige uitvoeringsmaatregelen gegeven, waardoor zal worden voorkomen, dat aan den post een uitbreiding zal worden gegeven als daarmede niet is bedoeld. Mem. v. T. 136. Visch, schaal- en schelpdieren en eetbare deelen daarvan, zoowel versch als verduurzaamd of bereid, en de met een en ander samengestelde eetwaren (vischmeel, pasteien, paté's, soepen en dergelijke artikelen daaronder begrepen). Ê Bereid, verduurzaamd of ingelegd met azijn, olie of gelatine, of wel met specerijen, kruiden of andere artikelen, welke behooren tot post no. 139, zoomede pasteien, paté's en soepen: a. verpakt of in tabletvorm 20 pct. b ingevoerd op andere wijze, voor zoover niet behoorende tot onderdeel n. • 100 K-G- brato 1 6>— II. Kaviaar en hetgeen als kaviaar wordt verhandeld 20 pct. DJ. Overige tot den post behoorende artikelen, verpakt in blik, flesch of andere verpakking, per verpakking inhoudende 1200 gram of minder (1): a. artikelen geschikt voor menscheüjke consumptie .. 20 pet b. andere ® Pct> 1. Met zout bereide of verduurzaamde visch valt niet onder punt I, dat alleen noemt azijn, ohe en gelatine, doch onder punt III, zoodat dit product alleen in verpakten staat belast is met 20 of 8 pct. Gezouten haring, zoutevisch e. d., in vaten, blijven onbelast. Weekblad no. 2724, blz. 433. 169 Post 137 137. Vleesch en spek, en afval van vleesch en spek, v.a4L, eetbaar wild eetbaar gevogelte en pliiimvee, ander dan levenftXl), en vleesch en eetbare deelen daarvan (doode dieren, al dan niet ontdaan van ingewanden huid of organen, daaronder begrepen), een en ander met inbegrip van organen • Z . °* deelen en «fr»1 bii den invoer daaraan verbonden of m hetzelfde collo ingevoerd; vleeschpoeder; vleeschmeel; vleeschnat en vleeschextraet; afzonderhjk ingevoerd ongesmolten vet en afzonderlijk ingevoerde meren, harten, tongen, levers en hersenen van dieren v.a!sworst, zult, rolpens, en andere met vleeseh, vleeschpoeder, vleeschmeel' vleeschnat, vleeschextraet, spek, vet, Moed of dierorganen samengestelde' vleesch- en eetwaren, soepen, sausen, vleesch- en wüdpasteien en pate's daaronder begrepen; een en ander zoowel versch als verduurzaamd of bereid, voor zoover geschikt tot voedsel van mensch of dier (met uitzondering van hondenvleeschbrood en ander beestenvoeder, bestaande mt meel vermengd met vleesch, vleeschafval of andere tot den post behoorende artikelen). F 1. Vleesch en andere tot den post behoorende artikelen, bereid ingelegd of verduurzaamd met azijn, olie of gelatine, of wel met groenten' kruiden, specerijen of andere artikelen, welke behooren tot post no 139' zoomede pasteien en paté's : ' a verpakt of in tabletvorm .. oa b. ingevoerd op andere wijze 100 k!g. bruto f 6,— • U' * .Vleescmlat en vleeschextraet, en eetwaren en eetwaarïngredienten, met vleeschnat of vleeschextraet samengesteld : a. verpakt of in tabletvorm 20 pct b. ingevoerd op andere wijze 100 K.Q. 'bruto f 6,— d3. Bouillon, soepen en sausen, ook wanneer zij enkel zijn samengesteld mt vet en zout: a. verpakt of in tabletvorm 20 net b. ingevoerd op andere wijze 'lOO* K.Q. bruto f 6>- iv. Ongesmolten dierenvet (2) 100 k.g. bruto f 6,— v. Overige artikelen. A. Verpakt in blik, flesch, pot, vaatje of andere verpakking, per verpakking inhoudende 1200 gram of minder: 1. geschikt voor menschehjke consumptie 20 net 2. andere 0 F r o pct. B. Ingevoerd op andere wjyze: K Vleesch van runderen en paarden (3) • o. versch of gekoeld (4) 100 K.G. bruto 10 pct van de waarde, aangeduid door de in Bijzondere bepaling no. 4 op dezen post vermelde lOjpüjscourant. 169 Post 137 170 b. bevroren, gezouten, gerookt of gedroogd .. 100 K.G. bruto I 6,— 2. Vleesch en spek van varkens, andere dan wilde, zoowel versch, als verduurzaamd of bereid, en afval van zoodanig vleesch en spek (zwoerd daaronder begrepen), met uitzondering van worst en ander met vleesch, spek of afval van vleesch en spek samengestelde vleeschwaren en eetwaren : a. in verpakking van porselein, glas, aardewerk of metaal; of gesneden, gemalen of kleingemaakt in stukken wegende 100 gram of minder 100 K.G. bruto I 6,— b. ingevoerd in andere verpakking of in anderen vorm dan aangegeven bij lett. a, met uitzondering van het artikel in verschen staat of niet anders dan door bevriezen tegen bederf gevrijwaard, hetwelk vrij van rechten zal worden toegelaten 100 K.G. bruto f 0,60 3. andere (schapenvleesch, worst, zoomede vleesch en spek van wilde varkens en andere sub V, lett. B, no. 2, uitgezonderde artikelen daaronder begrepen (5) 100 K.G. bruto f 6,— BIJZONDERE BEPALINGEN. 1. Gesmolten vet, dat op het oogenblik van invoer niet voor de bereiding of samenstelling van vleeschwaren of eetwaren is gebezigd, te belasten volgens post no. 96; beestenvoeder bestaande uit meel vermengd met vleesch, vleeschafval, of andere tot den post behoorende artikelen, volgens post no. 12; bouillon, soepen en sausen, en paté's en pasteien, welke geen producten van dierlijken aard bevatten, voor zoover niet behoorende tot post no. 70 of post no. 139, volgens post no. 37. 2. Ongeplukt dood gevogelte en pluimvee, bij den invoer enkel gewikkeld in papier, voor de toepassing van den post niet als „verpakt" aan te merken, maar te belasten volgens onderdeel V, lett. B, no. 3, van den post. 3. Van het volgens den post verschuldigd invoerrecht worden vrijgesteld : a. doode eenhoevige dieren, al dan niet ontdaan van huid, kop, pooten, ingewanden of organen ; b. walvisch- en robbenspek, voor zoover niet behoorende tot onderdeel I of onderdeel V, lett. A van den post. c. vleeschmeel, ongeschikt voor menschelijk gebruik en artikelen, welke in hoofdzaak daaruit bestaan, een en ander voor zoover niet behoorende tot onderdeel V, lett. A van den post (6). 4. Voor versch en gekoeld vleesch van runderen en paarden zal voor elke maand op den 23sten van de daaraan voorafgaande maand of, indien die dag op een Zondag valt, op den daarop eerstvolgenden werkdag, door eene Commissie van deskundigen eene prijscourant worden samengesteld en door Onzen Minister van Financiën in de Staatscourant 171 Post 187—139 worden bekend gemaakt. Als grondslag voor de waardebepaling in de prijscourant geldt de gemiddelde marktwaarde van het versche inlandsche vleesch gedurende de acht dagen aan den dag van hare vaststelling voorafgaande. 6 De CommissM van deskundigen bestaat uit drie leden, waarvan een tevens voorzitter, wordt benoemd door Onzen Minister voornoemd' een door de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Amsterdam en een door die voor Rotterdam. Voor ieder lid wordt op dezelfde wijze een plaatsvervanger aangewezen. Hetgeen ter uitvoering van deze bepalingen noodig is, wordt door Unzen voornoemden Minister vastgesteld. • L Le7en,^ wUd en ^vogelte zal vrij van rechten kunnen worden ingevoerd. Mem. v. T. 2. Het met den naam van margarine aangeduide gesmoltenrundvet behoort evenmui als de onder dien naam verhandelde kunstboter tot den onderwerpelrjken post, doch tot post no. 96. Mem. p. A Volgens den bij Nota van wijzigingen aangevulden post no. 96 is tokten m verPakking en m eiken vorm vrij van rechten toe 3. Eed belasting naar het bruto gewiekt is voor vleesch en spek de meest geëigende maatstaf, omdat daardoor geschillen worden voorkomen omtrent de vraag of zout en pekel op de artikelen aanwezig onder het gewicht behooren begrepen te worden. Mem. o. A. i. ChiUedmeat zal als gekoeld vleesch belast zijn volgens onderdeel V lett. ts, no. 1. Mem. p. A. ' . 5. Dood wild en gevogelte zal worden belast naar het gewicht. Het is gewenscht-dat zich in de expeditie van dit artikel geen vertraging zal voordoen tengevolge van een geschil over de waarde. Mem. p7$[. 6. Hethiel-bedoelde artftSeüs een afvalproduct derZtaid-Amerikaansche vleeschextractfabrieken en wordt voor geringen prijs verhandeld. Toelichting bij Nota pan wijzigingen. 138. Vogekooien,voUèresenplnimveehokken,v.a.s.,zoogenaamdeslagkooien en teansportyogelkooitjes daaronder begrepen, met inbegrip van de daarmede gelijktijdig ingevoerde standaards en ander toebehooren: drmkfontemtjes; snoep- en voederbakjes; broedkastjes; vogelbaden en ander dergelijk vogelkooi- en volièretoebehooren; zoomede vogelmerkringen en legeieren ' 8 pct nifïfr,9"^™611?,11' ^oenten, granen, Peulvruchten, wortels, boUen, knollen, pitten, zaden, bloemen, bladeren, bloemknoppen, meeldraden, schillen doppen, peulen bast, sehors, merg, vezels, stelen en andere dergelijke lllZïl «L' btoem,;en ™chtdeelen, specerijen en drogerijen daaronder begrepen een en ander voor zoover zo niet behooren tot post no. 18, sub I, letter A of B, zoomede het uit een en ander verkregen zetmeel nïJX 7 zel ^««igheden, welke geheel of gedeeltelijk uit tot den post behoorende artikelen bestaan (1—3). 171 Post 139 172 I. Versch of enkel gedroogd, zoogenaamd evaporated en natuurlijk geconfijt daaronder begrepen, al dan niet ontdaan van bast, dop, pit, schil, schaal of andere deelen, een en ander ook, mits niet gecomprimeerd, in schijven of stukken (4): 1. Truffels, champignons, morilles, asperges en artisjokken .. 8 pct. 2. Appelen 8 pct. 3. Pruimen, pruimedanten, prunellen en kroosjes, een en ander met uitzondering van versche 8 pct. 4. Abrikozen, perziken, dadels en vijgen, een en ander met uitzondering van versche, zoomede peren en druiven 8 pct. -5. Rozijnen en krenten, ook korent- of zwartrozijn, Samos- en Deniarozijnen en zoogenaamde tafelrozijnen 8 pct. 6. Kastan jes, kokosnoten, hazelnoten, walnoten en paranoten.. 8 pct. 7. Amandelen v.a.s., zoomede abrikozepitten, perzikpitten, anacardienoten (cachounoten), canariumpitten, bombaypitten, ceSerboomnootjes, myrrabboontjes, en, met uitzondering van grondnoten (5), andere als amandelsurrogaat gebezigde noten, pitten en zaden .. 5 pct. 8. Kruidnagelen, moernagelen en kruidnagelstelen ; muskaatnoten; foelie en foeheschillen ; kaneelknoppen (flores cassia); kaneel, ook witte kaneel, cassia lignea en cassia vera, en alle bast en al dan niet van bast ontdane schors van kaneelboomsoorten, zoomede vanille en saffraan, en peper v.a.s., ook piment- en nagelpeper, witte, zwarte en lange peper, Cayenne- en Spaansche peper, met m^zondering alleen van staartpeper, of cubebe 8 Pct« 9. Tutti frutti, amandelen met rozijnen en andere mengsels, welke geheel of gedeeltelijk bestaan uit de producten belast sub 1 tot en met 8 hiervoor 8 pct. 10. Overige (met uitzondering van versche groenten en van het niet met name belaste versch fruit): verpakt 8 pct. 11. Geplet, geschaafd, gemalen, gesneden of fijngemaakt (meel en bloem daaronder begrepen), een en ander mits niet gecomprimeerd of op eenigerlei wijze verder bewerkt (6): 1. amandelen, kastanjes, noten en andere producten genoemd sub I, nos. 1 tot en met 8 (de daarbij uitgezonderde versche ingegrepen) en mengsels, welke geheel of gedeeltelijk daaruit bestaan 8 pct, 2. overige, bij invoer in verpakten staat: a. havermout 5 pct. b. andere artikelen 8 Pe** III. In, op of met wijn, aethylalcohol, zout, suiker, azjjn, azijnzuur of olie, of daarmede vermengd, gedrenkt of geglaceerd ; gebrand, geroosterd, gekookt, gesteriliseerd, ingelegd of ingemaakt, of op eenigerlei andere of verdere wjjze bereid, bewerkt of verduurzaamd dan aangegeven 172 173 Post 139 bj^amderdeelen I en II hiervoor (mout; met azijn bereide mosterd; sukade; gebrand en geroosterd meel; pasta, macaroni, vermicelli en paarlsago en andere artikelen in gecomprimeerden staat, en dergelijke daaronder begrepen), zoomede, met uitzondering van brood en van de artikelen, welke behooren tot een der posten nos. 12 sub I, 37 sub F II en III, 70, 136 of 137, producten en zelfstandigheden, welke geheel of gedeeltelijk uit tot den post behoorende artikelen bestaan: A. In, op of met wijn of tot post no. 2, sub II, behoorende alcoholhoudende stoffen of daarmede gedrenkt, al dan niet geschikt tot drank wanneer het alcoholgehalte bij 15° Celsius meer bedraagt dan 5 volumepercenten (7): a. verpakt of in tabletvorm, onverminderd den accijns als van alcoholhoudende producten, bedoeld bij post no. 2, onderdeel II .. 8 pct. i b\ i,n£evoerd °P andere wijze, onverminderd den accijns als van alcoholhoudende producten bedoeld bij post no. 2, onderdeel II. de h.l. ad 50 pct. bij 15° Celsius f 3,60 Bovendien, wanneer ingevolge art. 2, §3, der wet van 1 Mei 1863 {MaatsbUid no. 47), laatstelijk gewijzigd bij de wet van 31 December 1915 (Staatsblad no. 528) de belasting wordt berekend naar de juiste sterkte (8): J a. bij aanwezigheid van saccharine of andere kunstmatige zoetstof I de h.l. f27,— b. bij aanwezigheid van meer dan 5 pct. suiker, voor zoover lett a met toepasselijk is, wanneer het suikergehalte: meer is dan 5, maar met meer dan 10 pct de hl f 2 70 meer is dan 10, maar niet meer dan 25 pct de h.l. f 6 75 meer is dan 25, maar niet meer dan 50 pct de h.l. f 13*60 meer is dan 50, maar niet meer dan 75 pct de h.£» f 2o'25 meer is dan 75 pct de h!l' f 27' B Vermengd, gedrenkt, geconfijt, geglaceerd of verduurzaamd met saccharine of andere kunstmatige zoetstoffen of meer dan 5 pct. suiker (9): 1. in verpakking inhoudende 1200 gram of minder 8 pct. en 100 K.G. f 27,— 2. in verpakking inhoudende meer dan 1200 gram maar minder dan 5 K.G., onverminderd het specifiek recht aangegeven bij no . 12 pct. 3. m tabletvorm, voor zoover niet behoorende tot no. 1 onverminderd het specifiek recht aangegeven bij no. 4 '. 8 pct; 4. ingevoerd op andere wawjiru a bij aanwezigheid van saccharine of andere kunstmatige zoetSt0/ 100 K.G. f27,— 6. by aanwezigheid van meer dan 5 pct. suiker, voor zoover niet behoorende tot lett. a, wanneer het suikergehalte (10): meer is dan 5, maar niet meer dan 10 pct 100 K.G f 2 70 meer is dan 10, maar niet meer dan 25 pct 100 K.G. f 6*75 Post 139 174 meer is dan 25, maar niet meer dan 50 pct 100 K.G. f 13,60 meer is dan 50, maar niet meer dan 75 pct 100 K.G. f 20,25 meer is dan 75 pct. 100 K.G. f .27,— Bovendien voor zooveel de sub 4 lett. b bedoelde artikelen betreft, wanneer zij geheel of gedeeltelijk bestaan uit de artikelen genoemd sub I, nos. 1 tot en met 8 hiervoor (de daarbij uitgezonderde versche inbegrepen), ook wanneer die zijn bewerkt als is aangegeven bij onderdeel II van den post en het suikergehalte niet meer is dan 75 pct... 8 pct. C. Andere tot onderdeel III behoorende artikelen (11): f' verpakt (12) : a. truffels, champignons en andere producten genoemd sub L nos. 1 tot en met 8 (de daarbij uitgezonderde versche inbegrepen), ook wanneer die zijn bewerkt als bij onderdeel II van den post is aangegeven, zoomede producten en zelfstandigheden, welke geheel of gedeeltelijk daaruit bestaan 20 Pet- b. ananas, kersen en morellen; tomaten, kappers en worteltjes (groenten); spinazie, postelein en andijvie ; snijboonen, doperwten en andere als groenten gebezigde peulvruchten en zaden van peulvruchten, zoomede producten en zelfstandigheden, welke geheel of gedeeltelijk daaruit bestaan .. ,.v 20 pct. c. overige 8 P6^ 2. in gecomprimeerden staat, macaroni en vermicelli, zoomede pasta, daaronder begrepen, een en ander voor zoover niet behoorende tot no. 1 hiervoor: a. amandelen, appelen en andere producten genoemd sub I, nos. 1 tot en met 8 (de daarbij uitgezonderde versche inbegrepen), ook wanneer die zijn bewerkt als bij onderdeel II van den post is aangegeven, zoomede producten en zelfstandigheden, welke geheel of gedeeltelijk daaruit bestaan i 8 Pct- b. overige: artikelen in tablet- of anderen regelmatigen vorm, per vorm of tablet wegende 200 gram of minder 8 Pct< artikelen van hooger gewicht, of in anderen dan regelmatigen vorm, behoudens het bepaalde sub 5 van de Bijzondere bepalingen. .. — 3. ingevoerd op andere wijze (13) ftbc a. truffels, champignons en andere producten genoemd sub I, nos. 1 tot en met 8 (de daarbij uitgezonderde versche inbegrepen), ook wanneer die bewerkt zijn als bij onderdeel II van den post is aangegeven, zoomede producten en zelfstandigheden, welke geheel of gedeeltelijk daaruit bestaan: bij invoer in verpakking van porselein, glas, aardewerk of metaal, inhoudende meer dan 1200 gram, maar met meer dan 5 K.G.: abrikozen, ook in stukken, pulp inbegrepen 8 PCJ- overige artikelen " Pct* bij invoer in andere verpakking of in verpakking met grooter inhoud 8 Pct' 174 175 Post 139 b. ananas, kersen en morellen; tomaten, kappers en worteltjes (groenten); spinazie, postelein en andijvie; snijboonen, doperwten en andere als groenten gebezigde peulvruchten en zaden van peulvruchten zoomede producten en zelfstandigheden, welke geheel of gedeeltelijk daaruit bestaan; een en ander bij invoer in verpakking van porselein glas, aardewerk of metaal, inhoudende meer dan 1200 gram, maar niet meer dan 5 K.G. lg pct c. overige (14) : wanneer het chloornatriumgehalte meer is dan 5, maar niet meer dan 25 pct 100 K G hmU) f wanneer het chloornatriumgehalte meer is dan 25, maar niet meer dan 40 pct. ....... .. 100 K.G. bruto f 1,35 wanneer het chloornatriumgehalte meer is dan4°Pct 100 K.G. bruto f3,40 BIJZONDERE BEPALINGEN. 1. Sappen, aftreksels en distillaten, gommen, harsen, vetten en ohen daaronder begrepen, zullen met als tot den post behoorende boom plant-, bloem- en vruchtdeelen worden aangemerkt (15). ' 2. Afvalproducten, residu's en resten van tot den post behoorendp producten afkomstig, ziulen als tot den post behoorende artikeleTwSSen aAngemerk^en met machtneming van het bepaalde hierna, voo^^oover ^ kunnen worden aangewend voor gelijksoortig doel als de producten HÏ£aZÏI a,fk?mstlg »J*,met die producten worden gelijkgesteld Amandelkoek (massa overblijvende na persing van bittere Imandelenf: coprah-en grondnotenmeel (gemalen residu's verkregen bij h^ervaar' digen van ohen en plantenvetten) en andere dergelijke artikelel welk! ongeschikt zijn om te dienen als voedsel voor den mensch of om bifde bereidmg van zoodanig voedsel te worden aangewend, zullen voo? de toepassing van het tarief niet met de sub I, nos. 1 tót « 8 ^ noemde producten worden gelijkgesteld (15). g 3. Producten en zelfstandigheden met aethylalcohol, wijn of zoet stoffen, waarvan m verband met hun gehalte wen 1J1..&. • schuldigd volgens onderdeel III, let^A of B fTJat^^ïT met wijn te belasten volgens post no. 146, in andere gevX ^ Dg onderdeel III, lett. C van deze/post (16). Onder ^LT^yl^Z trk't (17) ' ^ V°lgenS de aC6«n8Wet 318 worden aa^ge 4. Op de producten en zelfstandigheden, belast bij onderdeel TTT van den post, is mede van toepassing het bepaalde sub 2 en 3 Van de Bijzondere bepalingen op post no. 2, sub 7 van die op post no llS en sub 7 van die op post no. 150 (18) en Bij de herleiding tot 50 pct. voor de toepassing van onderdeel III lett. A sub i van den post worden de daartoe behoorendp^ producten' en_ zelfstandigheden geacht het gehalte aan aethylalcohol tfhebben dat daaraan volgens de accynswet wordt toegekend. .üe^en, Post 139 176 5. Van de producten en zelfstandigheden, welke behooren tot onderdeel III, lett. C no. 1 en 2 of no. 3, letters, o of b, is, behalve het daar vermelde waarderecht, wanneer het chloornatriumgehalte hooger is dan 40 pct., bovendien verschttldigd het specifiek recht aangegeven bij onderdeel III, lett. C, no. 3c van den post (19). 6. Eetwaren en eetwaar-ingrediënten (bouillon- en soeptabletten daaronder begrepen), samengesteld met groenten, kruiden, specerijen of andere tot den post behoorende artikelen en bovendien met vleesch, vleeschnat, visch of andere artikelen, welke behooren tot een der posten nos. 136 of 137 of wel met vet, voor zoover niet behoorende tot post no. 136 of no. 137, te belasten volgens post no. 37. 7. Voor zoover niet belast op grond van onderdeel I, no. 10, onderdeel II, no. 2 of onderdeel III van den post, worden van het volgens den post verschuldigd invoerrecht vrijgesteld: a. coprah (kokosnoot ontdaan van dop, in ruwe onregelmatige stukken), mits büjkens aard en verpakking blijkbaar bestemd om te dienen als grondstof voor oliefabricage; b. schillen, klokhuizen en pitten van de vruchten genoemd sub L no. 2, van den post, mits niet bewerkt als is aangegeven bij onderdeel II van den post. 8. Wij behouden Ons voor bij algemeenen maatregel van bestuur, onder de noodige voorzieningen, vrijdom van invoerrecht te verleenen voor tot dezen post behoorende artikelen, welke worden gebezigd voor de vervaardiging van producten, welke bij invoer met of aan een lager invoerrecht zijn onderworpen, dan volgens dezen post voor de voor de vervaardiging gebezigde artikelen verschuldigd is (20). L De producten, welke voor een invoerrecht in aanmerking komen, worden bij onderdeel I met name genoemd; er zal dus omtrent het al of niet belast zijn van vruchten en vruchtendeelen geen onzekerheid bestaan. Mem. v. T. 2. Aardappelmeelfabrikaten behooren tot post no. 139, niet tot post dfopMem. v. A. 3. Zie, nopens de vr^elling van invoerrecht voor vruchten en gewassen, gewonnen op landen, gelegen op vreemd grondgebied en m gebruik bij ingezetenen des Rijks, het bepaalde in art. 19. letter l. 4. Behalve voor appelen, peren en druiven werd geen invoerrecht voorgesteld voor versch fruit. Dit is geschied, omdat het ten opzichte van versch fruit met het oog op den spoedigen bed^fejijken aard yan het artikel, wenschelijk is, dat elk oponthoud van de zijde der Administratie der belastingen wordt voorkomen. Ten opzichte van appelen, peren en druiven bestaat die noodzakelijkheid niet, althans m veel mindere mate. Mem. v. T. 5. Daar grondnoten ook wel worden gebezigd als surrogaat voor amandelen, is het noodig te bepalen, dat deze met als zoodanig zullen 177 Post 139 worden belast. Als grondstof voor de oliefabricage moeten zij vrij van . rechten kunnen worden ingevoerd. Mem. v. T. 6. Uit den aard der zaak moeten amandelen, kastanjes, noten en de overige bü onderdeel I van den post belaste vruchten, ook aan invoerrecht onderworpen rijn, wanneer zij worden ingevoerd in gemalen of tijngemaakten staat. De overige artikelen zullen echter alleen aan invoerrechten onderworpen zijn, wanneer zij Worden ingevoerd in een verpakking, welke 1200 gram of minder inhoudt. Verpakt meel en aardappelmeel, en verpakte bloem, zullen dus aan invoerrecht onderworpen zijn. Mem. v. T. r ïk ' A ™ordt de belasting geregeld van de producten, samengesteld met alcohol of wijn en wel volgens een zelfden maatstaf, nl. als producten samengesteld met alcohol. Met het oog op deze gehjksteUing met de producten, welke behooren tot post no. 2, is het ter voorkoming van geschillen gewenscht, onderdeel m van dezen post, en onderdeel II van den post Alcohol op dezelfde wijze te redigeeren. Geschillen of een met alcohol samengesteld product behoort tot den post Alcohol, dan wel tot den post Vruchten, welke zich o. a. zouden kunnen voordoen, wanneer de hoeveelheid der daarin ^we^gejruchten gering is, worden daardoor bij voorbaat ondervangen. 8. Hoewel tot dit onderdeel van den post als regel alleen zullen behooren vruchten op gedistilleerd, welke ingevolge art. 2, S 1, lett o. der wet van 1 Mei 1863, S. no. 47, als zoete likeur worden aangemerkt en daardoor reeds met de aanwezige suiker is rekening gehouden, is de mogelijkheid met uitgesloten dat ook invoer plaats heeft van andere plantendeelen dan vruchten met alcohol, bijv. geneesmiddelen, welke niet als zoete likeur zouden zijn aan te merken. Worden dergelijke producten ingevoerd in hoeveelheden van 2 H.L. of meer en on fust of m flesschen van minstens 25 L., dan is de invoerder bevoegd de juiste w j doen opnemen en daarnaar den accijns te betalen. Worden dergehjke producten binnenslands vervaardigd dan is van yoor de samenstelling gebezigde suiker accijns verschuldigd. Door van de nier bedoelde producten naast invoerrecht en accijns voor den daarin aanwezigen alcqhol nog een extra heffing te vorderen, verband houdende met den accüns van de daarin aanwezige suiker, wordt het gevaar voor averechtsche bescherming weggenomen. Deze regeling is echter met noodig wanneer de producten worden belast naar een fictief alcoholgehalte van 90 pct. Toelichting bij Nota van wijzigingen. 9. Bij letter B van onderdeel III van dezen post wordt het invoerrecht geregeld van de producten samengesteld met suiker of andere zoetstoffen. Daar het belasten van deze artikelen uitsluitend verband noudt met het aan accüns onderworpen zijn van suiker, is het billijk dat daarbij rekening wordt gehouden met hun gehalte aan suiker. Mem.v.T 10. Jam en marmelade vallen ook hieronder. Deze zijn dus op de gewone manier belast naar het suikergehalte (c.q. plus 8 pct.) en riiet ais smkerhoudende vloeistoffen naar den zuiverheidsfactor (post no. 119 «« ■«Jo ' -7 iKmet ,BiJz- bePahng 4), omdat het hoofd van post no. ïiy uitschakelt de suikerhoudende producten, waarvoor een af- Tarief van Invoerrechten. I 177 Post 139 178 zonderlijke regeling in verband met de aanwezigheid van suiker in het tarief is aangewezen. Dit is nu hier het geval. Gecondenseerde melk en jam, bh uitvoer met restitutie uit fiscaal oogpunt zoo na aan elkaar verwant, worden dus bij invoer verschillend behandeld. Weekblad no. 2723, bh. 423. 11. Bij letter C wordt het invoerrecht geregeld van de producten, welke niet zqn samengesteld met wijn of waarvan het alcohol- of suikergehalte niet hooger is dan 5 pct., dus o. a. van de produoten samengesteld met azijn, zout en oüe en de in blik geconserveerde artikelen. Mem. v. T. 12. Zooals uit den post blijkt, zal het recht van 20 pct. der waarde echter beperkt blijven tot de met name genoemde producten, en atteen worden toegepast, wanneer deze worden ingevoerd in een verpakking, welke 1200 gram of minder inhoudt. Mem. v. T. 13. Tot letter C, no. 3, behooren o. m. het in vaten ingevoerde mosterdzuur en de op fust ingevoerde piccaliüy liquot T— een hulpmiddel om mosterdzuur te maken — en andere in grootp verpakking ingevoerde met azijn samengestelde producten, zoomede de verschillende m blikken van 5 K.G. ingevoerde vruchtenmoessoorten, een grondstof voor de jamfabricage. Voor zoover deze artikelen niet zijn samengesteld met producten, bij onderdeel I van dezen post belast, zullen zij vrij van rechten kunnen worden ingevoerd. Mem. v. T. 11. Hoewel het chloornatriumgehalte van deze artikelen in het algemeen niet hooger is dan 25 pct., is het met het oog op den accijns op ruw zout en het invoerrecht op geraffineerd zout, ter voorkoming van mogelijke frauduleuze practijken, niettemin raadzaam ook een regeling te treffen voor artikelen, waarvan het chloornatriumgehalte hooger is. Mem. v. T. 15. Door de Bijz. bepalingen 1 en 2 wordt voorkomen, dat volgens den post artikelen zullen worden belast, welke daartoe niet behooren en zullen geschillen omtrent het al of niet van toepassing zijn van den post op afvalproducten, residu's en resten van vruchten worden voorkomen. Mem. v. T. 16. Daar bij onderdeel III letter A van den post alleen een regeling wordt getroffen voor de met alcohol of wijn samengestelde producten, waarvan het alcoholgehalte bij 15° Celsius meer is dan 5 volumepercenten, is het noodig te bepalen op welke wijze de producten zullen worden belast waarvan het alcoholgehalte lager is. Mem. v. T. 17. Zie aant. 2 op post no. 146. 18. Daar het ter voorkoming van geschillen aanbeveling verdient, onderdeel III letter A van den post, en onderdeel II van den post Alcohol op dezelfde wijze te redigeeren, is het noodig de Bijz. bepalingen nos. 2 en 3 op laatstgemelden post, ook van toepassing te verklaren op onderdeel III letter A van dezen post. Mem. v. T. 19. Ter voorkoming van een averechtsche bescherming moet er met het oog op den accijns op ruw zout en het invoerrecht op geraffineerd zout tegen worden gewaakt, dat bij den invoer van met chloor- 178 179 Post 139—142 ?amtnf8telde Producten, minder belasting zal verschuldigd zijn dan het bedrag aan accijns of invoerrecht, dat bij het vlvaaSn van die producten lier te lande wordt betaald voor het zout dat voor het samenstellen van die producten noodig is. Mem l T 20. Hierdoor zal invoer zonder betaling van invoerrecht mmwlüt zijn o. a. van rozijnen, gebezigd bij de azijlfabrica^™n vanrZSnoten en andere speceryen, dienende als grondstof Bij de vïvaÏÏdSinï van aethensche ofiën. Toelichting bij Nota van wijzigingen ®ë 140. Vuurwerk. Bengaalsche lucifers, klappers, voetzoekers, Romeinsche kaarsen ph 8 pct. 141. Wapenborden, uithangborden, reclameborden reclamenlatAn nummerplaten, naamplaten, tekstplaten, en aXe ptaten 1Srden en schdden, welke blijkens de daarop aangebrachte opscheer^ cMerrietters teekens of andere dergehjke aanduiding dienen tot een ge^ BIJZONDERE BEPALING. .„jfïï6^ welke beantwoorden aan de omschrijving van post no 133 en scherm- vulry^n^^ karabiJ'nen> .revolvers, pistolen en andere handKHó hz'SZ,t, l00pe^ patro0n- en * «fcoholvrge dranken kunnen hieronder te rangschikken ziin 2J» dews. van 28 Januari 1897, no. 37 ; 17 Aprü 1897, no. 31; 17 Nov 1897 no 55' en 21 Januari 1907 nn MT r 11• "üv- xsa''> no- as> en 21 Januari 1907. nn aa (i) Zie aant. 1 hiervoor 147. Zeep; verpakt oï tabletvorm (1) 8 pct> oni •Dooi zee^J°P deze)fde wijze te belasten als olie en als appreteeren desmfectiemiddelen, zal het geen geschil opleveren of een met zeep of verzeepte ohe samengesteld appreteermiddef zal moeten worden belast als zeep dan wel als olie of als appreteermiddel. Zachte zeep, voor zoover niet ingevoerd in een verpakking, welke 1200 gram oï nunder inhoudt, zal derhalve vrij van rechten kunnen ZZtU 1TV(^d- °aar de olie800r^ welke voor het maken vaS? zee? worden gebruikt, eveneens vrij van invoerrecht zullen kunnen worden ingevoerd, bestaat daartegen naar het voorkomt geen bezwaar. Mem. p. T. 148. Zegel- en flesschenlak; verpakt of in tabletvorm (1).... 8 pct. van mpDpr^»f?m en fle88C!ienlak> k«*?n, welke een gewicht hebben van meer dan 200 gram, nuts met verpakt, vüö van rechten zal kunnen worden ingevoerd zal het recht voor zegel-' en flesschenlakhoofazaa£ beperkt blijven tot het artikel gebruikt door den particulier~Mem ,T. 149. Zit- en ügmeubelen en hetgeen daartoe behoort (1). I. Salon-, tuin-, serre-, kantoor- en huishoudstoelen; bad-, strandüg-, dek- en ziekenstoelen; samenvouwbare banken; verplaatsbare' ™ Jn iangbanketn,5 Pianostoelen ; schommelstoelen ; fauteuils ■ Zffl 5 T8 ' 8 5 *abouretten ! kr»kken en andere zit -en hgtTwendp; Z G w df ?ad6re bevestigiQg aan wand of bodem zijn aan vooXmlL * ^ ^aart°e Zij Zijn gevormd (°ok «» ™cht ter voorkoming van verschmvmg een zoodanige bevestiging waarschijnlijk zijn te achten) operatie- en onderzoeking^stoelen, operatie-dSHn andere zit- en hgmeubelen voor onderzoekingsdoeleinden! draagToelen zontaal draaibaar zitvlak, ook wanneer zij worden ingevoerd zonder het dU^j behoorend voetstuk; bidstoelen en bid- en voetbankTes; bidkmel-, klap- en zitbanken, en stoelen en klapstoelen voor kerken, scholen schouwburgen, verkoop- en ontspanningslokalen en de voor de bh den post belaste zit- en hgmeubelen gebezigde rompen ..... .. 8 pct. H. Voetkussens sluimerroUen, sierkussens en zoogenaamde poufs • kussens en bekleede gepolsterde of opgevulde zittingen zoowel voor stoe en, banken, sofa's, divans en andere personenzetelsf als voo^emakab nTn ^nTf^l-T**™»' ^erwagens, telephooSen^SdeTen &utomobl^ nJtui^ ««epen en andere verVoèr8f*L Post 149—150 184 1. Zooals uit den post blijkt wordt, behoudens enkele uitzonderingen, alleen een invoerrecht voorgesteld voor de zit- en Hgmeubelen, welke zonder nadere bevestiging aan wand of bodem, als zit- en hgmeubelen zijn te gebruiken. De post zal daardoor vrijwel alleen kunnen worden toegepast op artikelen, welke in het spraakgebruik met den naam „meubelen" worden aangeduid. Zitplaatsen voor rijtuigen en landbouwwerktuigen, en banken voor spoor- en tramwagens behooren derhalve niet tot den post. Ten einde evenwel te voorkomen, dat door deze limiteering van de te belasten artikelen o. a. de bekende schouwburgklapstoelen vrij van rechten zullen kunnen worden ingevoerd, worden stoelen voor kerken, scholen, schouwburgen, verkoop- en ontspanningslokalen afzonderlijk in den post genoemd en met name belast verldaard. Deze artikelen zijn nl. doorgaans geen losstaande meubelstukken. Zij zijn gewoonlijk bij meerdere tegelijk verbonden aan een raamwerk van hout of metaal, en alleen te gebruiken wanneer dit raamwerk aan wand of vloer van het lokaal waarin zij worden gebruikt, wordt vastgemaakt. Hoewel rompen voor zit- en Hgmeubelen worden gebruikt om ziten Hgmeubelen te vervaardigen, en dus tot op zekere hoogte als grondstof of hulpmiddel kim aan te merken, wordt daarvoor niettemin een invoerrecht voorgesteld. Een groot gedeelti* van de infjoVöerde zit- en Hgmeubelen is nl. bij den invoer nog niet voorzien van zitting of bekleeding. Deze worden naar de keuze van den kooper aangebracht hier te lande. Mem. v. T. 150. Zout (chloornatrium) en, voor zoover deze niet behooren tot post no. 139, producten en zelfstandigheden, welke chloornatrium bevatten. II. Geperst of op andere wijze gebracht in tablet-, blek-, rol-, steenof anderen regelmatigen vorm, voor zoover niet behoorende tot onderdeel I hiervoor, per tablet of anderen regelmatigen vorm, ontdaan van haak, houder of andere daarin of daaraan bevestigde artikelen (1—2): Hl. Ingevoerd op andere wijze : A. Ruw zout: 1. Fijner en tevens blanker dan het door Onzen Minister van Financiën vast te stellen standmonster, zoomede ruw zout in poedervorm (3) of in anderen fjjjngemaakten staat, waarin de kristalvorm niet meer is te onderkennen 100 K.G. f 4, 2. Ander, (behoudens accijns) (4) — B. Geraffineerd zout en keetspek 100 K.G. f 4,— C. Zeewater, pekel en zouthoudend water, (behoudens accijns) (4) .. — D. Producten en zelfstandigheden, welke chloornatrium bevatten (5): 1. Wanneer het chloornatriumgehalte is meer dan 40, maar niet I. Verpakt (1) 8 pct. en 100 K.G. f 4,— a. wegende 200 gram of minder b. wegende meer dan 200 gram 8 pct. en 100 K.G. f4,— 100 K.G. f4,— meer dan 75 pct. (6) 100 K.G. f 3,— 185 Post 150 2. Bij hooger chloornatriumgehalte : a. wanneer dj mtsluitend zijn samengesteld met niet tot poeder gemalen ruw zout (behoudens accijns) (4) *• andere 100 K.G.f 4,— BIJZONDERE BEPALINGEN. 1. Met uitzondering van zeewater, zouthoudend water en pekel, behooren chloornatriumhoudende producten en zelfstandigheden (natuurproducten daaronder begrepen), waarvan het chloornatriumgehalte 40 pct. of minder bedraagt, niet tot den post (7). 2. Met uitzondering van de producten en zelfstandigheden, genoemd bij onderdeel III, lett. A, no. 2, lett. C en lett. D, no. 2a, is van de bij den post genoemde producten en zelfstandigheden geen accijns verschuldigd. 3. Wij behouden Ons voor bij algemeenen maatregel van bestuur, onder de noodige voorzieningen, vrijstelling van het volgens dezen post verschuldigd invoerrecht te verleenen : a. voor liksteenen, bestemd ten gebruike van den landbouw; b. voor cldoornatriumhoudende producten en zelfstandigheden,'waaruit chloornatrium niet met voordeel is af te scheiden mits deze met behooren tot onderdeel I en II van den post. 4. Onze Minister van Financiën kan onder de noodige voorwaarden bepalen dat zout, belast volgens onderdeel III, lett. A,no. 1 van den post gerangschikt wordt onder no. 2 van dat onderdeel, wanneer het bestemd is voor vrijdomsdoeleinderi Vernield in art. 74 der wet van 27 Sept. 1892 (Staatsblad no. 227), laatstelijk gewijzigd M de wet van 11 Mei 1923 (Staatsblad no. 203). 6. Voor zoover niet behoorende tot onderdeel I of II van den post zullen oarnaHiet, bergkyseriet, leainiet, tachhydriet* sylviniet en andere dergelijke voor bemesting gebezigde kalium- en magnesiumhoudende zouten (zoogenaamde Abraumsalze), wanneer het kalium- of magnesiumgehalte meer bedraagt dan 10 pct., niet geacht worden tot den post te behooren (8). r 6. In afwijking van het bepaalde bij art. 4 dezer wet, zal ten opzichte van artikelen, welke zoowel behooren tot «en der posten nos. 37 sub III, 13b of 137, als tot dezen post, de post worden toegepast, welke het voordeehgst is voor de schatkist (9). 7. Bij invoer van producten en zelfstandigheden op of in chloornatrium, zouthoudend water of andere tot den post behoorende stoffen wordt ook voor het bepalen van het chloornatriumgehalte, het netto gewicht gesteld op dat van die stoffen met de daarin aanwezige producten en zelfstandigheden te zamen. 185 Post 150 186 8. Ten aanzien van de producten en zelfstandigheden, welke behooren tot onderdeel III, lett. A, no. 1, van den post, of tot onderdeel I of II en bestaan uit aan invoerrecht onderworpen ruw zout, is mede van toepassing het bepaalde bij art. 130 der Alg. wet van 26 Augustus 1822 (Staatsblad no. 38), als waren die producten en zelfstandigheden in dat artikel genoemd (10). 1. Zie, nopens de heffing van een waarderecht boven en behalve het specifiek recht voor de verpakte en getabletteerde artikelen, welke chloornatrium bevatten, aant. 2 op art. 1 der wet. 2. Dat voor de artikelen in tabletvorm een invoerrecht wordt voorgesteld van f 4 de 100 K.G., en ten opzichte van deze artikelen dus geen rekening wordt gehouden met de omstandigheid of zij zijn vervaardigd uit ruw zout dan wel uit geraffineerd zout, vindt zijn verklaring in de omstandigheid, dat bij producten in tabletvorm, evenmin als bij zout in poedervorm, de soort van het daarvoor gebruikte zout is vast te stellen. Mem. v. T. 3. Zie, nopens tot poeder gemalen ruw zout, het tweede lid van aant. 5 hierna. 4. Van geraffineerd zout en keetspek wordt bij invoer geen accijns geheven. Voor ruw zout is een accijns verschuldigd van f 3 per 100 K.G. Bij invoer van zouthoudend water is die accijns mede verschuldigd voor het daarin aanwezige zout. Zie art. 1 der wet van 27 Sept. 1892, S. no. 227, V. no. 111. 5. Het is voor de toepassing van het tarief en van de accijnswet niet mogehjk om tusschen chloornatrium en met chloornatrium samengestelde producten onderscheid te maken. Het maken van een dergelijk onderscheid zou voortdurend aanleiding geven tot geschil. De vraag, wanneer een stof ophoudt ruw zout of geraffineerd zout te zijn en tot de chloornatriumhoudende producten gaat behooren, is, vooral wanneer het chloornatriumgehalte van die producten hoog is, niet te beantwoorden. Aan het beantwoorden van die vraag is alleen te ontkomen door beide te belasten volgens een zelfden maatstaf. Tusschen tot poeder gemalen ruw zout en tot poeder gemalen geraffineerd zout is geen onderscheid te maken. Zout in poedervorm moet dus, al is het niet blanker dan het standmonster, onverschillig of het afkomstig is van ruw zout dan wel van geraffineerd zout, steeds op dezelfde wijze worden belast en ten opzichte van de met zoodanig zout samengestelde producten moet op dezelfde wijze worden gehandeld. Mem. v. T. 6. Wanneer het chloornatriumgehalte van de met chloornatrium samengestelde producten niet meer bedraagt dan 75 pct., is het niet noodig na te gaan of voor de samenstelling ruw zout dan wel geraffineerd zout is gebruikt. De belasting is dan immers gelijk. Alleen wanneer het gehalte hooger is, is het in het belang van den invoerder dat met den aard van het zout, dat voor de samenstelling is gebruikt, rekening wordt gehouden. Mem. v. T. Post 150 7. Met mtzondering van zeewater, zouthoudend water en pekel zullen producten en zelfstandigheden, welke minder chloornatrium bevatten dan 40 pct., met als zout of met zout samengestelde producten worden aangemerkt. Uit producten met een dergehjk laag chloornatriumgehalte is het niet mogelijk consumptiezout loonend teruir te winnen Mem. c. T. 8. Zouthoudende zelfstandigheden, welke meer dan 10 pct. kalium of magnesium bevatten, zijn niet geschikt om loonend voor het maken van consumptiezout te worden aangewend. Mem. o. T. 9. In Weekblad no. 2734, blz. 433 wordt de opmerking gemaakt dat visch en vleesch wel nooit zooveel zout — meer dan 40 pct — zullen bevatten, dat zij zouden vallen onder post no. 150. 10. Zie art. 130 der Alg. wet in aant. 3, noot a, op post no. 30. 187 ALPHABETISCH REGISTER. In de wet is aan het Tarief toegevoegd een Alphabetische Lijst der goederen vermeld bij de in het tarief genoemde posten. Deze lijst heeft ten grondslag gestrekt voor het hierna volgend Alphabetisch Register. In tweeërlei opzicht is echter het hier gegeven Register uitgebreider dan de in de wet opgenomen Lijst. Ten eerste zijn in het Alphabetisch Register ook opgenomen verwijzingen naar de artikelen der wet en, waar dit dienstig kon zijn, naar aanteekeningen op de wet en op de tariefposten ; tevens werd het aantal verwijzingen naar de tariefposten uitgebreid. Terwijl de Lijst in de wet ongeveer 3550 namen bevat, komen er in het hierna volgend Register ruim 4300 voor. Ten tweede is, om voor de gebruikers dezer uitgaaf de noodzakelijkheid om, na raadpleging van het Alphabetisch Register, ook nog den tariefpost op te slaan, zooveel doenlijk te beperken, — waar dit mogelijk werd geacht — ook het verschuldigd invoerrecht vermeld. Veelvuldig was dit echter met mogelijk, zoowel omdat het Register dan veel te omvangrijk zou worden, als wel omdat het voor de beoordeeling van de belastbaarheid menigmaal noodzakelijk is, den tariefpost en de Bijzondere Bepalingen daarop nauwkeurig te raadplegen. In die gevallen moest wel volstaan worden met een verwijzing naar den betrekkelijken tariefpost. Slechts in enkele gevallen is in het tarief nadrukkelijk bepaald, dat een artikel vrij van recht ten invoer kan worden toegelaten ; zie bijv. post 96II en 142 IVb. Daarentegen komt herhaaldelijk in de Bijzondere Bepalingen de bepaling voor, dat een artikel „niet tot den post behoort" of „van het volgens den post verschuldigd invoerrecht wordt vrijgesteld" ; zie bijv. op post 32, 39 en 53. Meermalen zal ook in die gevallen aan de volstrekte onbelastbaarheid van zulk een artikel niet getwijfeld behoeven te worden, maar ook zal het voorkomen, dat het ondereen anderen post is te rangschikken; zie bijv. de Bijz. Bepaling 4 op post no. 121, zijnde de aldaar uitgezonderde brandkasten en ijskasten belast volgens de posten 22 en 58. De regel is nu gevolgd om alleen dan de aanduiding „Vrij" achter een goederensoort op te nemen, wanneer bepaaldelijk in de wet of in een officieele toelichting het artikel vrij van recht werd genoemd. Anders toch zou aanleiding gegeven worden tot de onjuiste gevolgtrekking bij vermelding van het woord „Vrij", dat die vermelding steeds gegrond was op een duidelijk uitgesproken wetsbepaling en bij met-vermelding dat de vermelding achterwege bleef, omdat het artikel belast werd geacht. In vorenbedoelde in de wet opgenomen Lijst komt de volgende verklaring voor nopens de achter de artikelen vermelde verwijzingen, welke ver- 189 klaring ook toepasselijk is op het hierna volgend Alphabetisch Register • „De onmiddellijk achter elke goederensoort in gewone cijfers vermelde getallen duiden den post aan, waartoe de goederen behooren Door de achter die getallen geplaatste hoofdletters of Romeinsche cijfers, soms met toevoeging van gewone letters of cijfert, worden aangegeven de onderdeelen van den post, waarin de goederen1 zijn genoemd Bijv.: 121. II. A. beteekent: post 121, onderdeel II, letter A Wanneer een artikel is genoemd in eene Bijzondere Bepaling op een post, wordt dit aangeduid door de achter de postnummers geplaatste De aan deze lettert toegevoegde getallen en letters duiden aan het nummer en/of het onderdeel der Bijzondere Bepaling waarin de goederen zijn genoemd. B BllV. : 112. B.B. 4. a. hfiteekpnt • nnot ÜO Vtii^^A D M , lettor n » r ' "*J"""uolc "cpaiing uu. 1, Voorts zij nog verwezen omtrent hetgeen verstaan moet worden onder „verpakt en onder „tabletvorm" naar art. 30, sub 8 en 9. Aangiften. Art. 25, vierde lid en art. 33, sub 3. Aanhangers (lijfsieraden). 15. B.B. 1. — 8 pct. Aanhangwagens voor rijwielen. 134. UI. 1. Aanplakbiljetten. Aant. 2 op no. 97. Aanzetstalen (stiften van metaal of van amaril, carborund of dergelijke stof, gevat m handvat). 56. I. — 5 pfct J Aanzetters. Scheermesaanzetters. 128. EL 8 pct Aardappelmeel (verpakt). Aant. 6 op no. 139. II. Aardappelmeelfabrikaten. Aant. 1 op no. 37 en aant. 2 op no. 139. Aardappelschilmachines. 113. IV. Aardappelstampers, wegende 600 gram of minder. 113. II. — 8 pct Aardglobes. 46. — 8 pct. F Aas (loos). 48. III. — 8 pct. ,, (visch-), verpakt of in tabletvorm. 12. Hl. — 8 pct. Abraumsalze. 150. B.B. 5. Abrikozen. 139. Abriko ze pitten. 139. Accumulatorbakken. 38. B.B. 2. Accumulatoren (electrische), wegende 10 K.G. of minder. 38. — 8 pct. Actentasschen. 71. — 8 pct. Adepten (balg-) voor phototoestellen. 99. IV. ■— 8 pct Adreskaarten. Aant. 2 op no. 97. Adresseermachines, wegende 100 K.G. of minder. 1. — 8 pct. Aether sulfuncus. 3186. EL Haargroeiapparaten. 128. I. — 8 pct. I Inductieapparaten en andere —, welke met electriciteit zijn of worden geladen of worden gebezigd om electriciteit op te wekken, wegende 10 K.G. of minder. 38. EL — 8 pct Kascontroleapparaten. 33. Dl. — 8 pet > Kookapparaten. 135. TL Orthopaedische apparaten. 132. Papierafscheurapparaten, wegende 10 K.G. of minder 113. I. — 8 pct. Pasteuriseerapparaten. 135. DL Rookapparaten. 135. II. Steriliseerapparaten. 135. TL Vignetteerapparaten, wegende 5 K.G. of minder 99 VU 8 pct. Vul- en aftapapparaten, automatische. Aant. 2 op no. 146. Zweefapparaten, gebezigd bij ziekenledikanten. 76. — 8 pct voorzien van verwarmingsinrichting, v«ur- of stookplaats zoomede deelen en toebehooren daarvan. 136. voor gymnastiek en heilgymnastiek. 48. I. — 8 pct. voor het harden van gereedschappen, bestaande uit een plaat en daaraan verbonden warmtebron. 135. B.B. 2 voor hardhoorenden. 132. EL — 8 pct. voor het aangeven van den duur van een biljartspel 33. IV 8 pct. voor het mechanisch bespelen van muziekinstrumenten. yo. n. — 8 pet 192 Apparaten voor het vervaardigen van photographieën in kleurendruk, zoomede onderdeelen en toebehooren van die apparaten. 99. L en IV. — 8 pct. „ voor vibromassage (wrijf-, stoot- en klopmassage). 132. VIII. 8 pct. Appelboren, wegende 600 gram of minder. 113. II. — 8 pet. Appelen. 139. Appreteermiddelen, verpakt of in tabletvorm. 3. — 8 pct. Aquarellen- (in lijst of passepartout) 133. I. en 133. B.B. 1 en 4. Aquariumversieringen. Z.g. —, wegende 5 K.G. of minder. 133. IV. 8 pct. Arbitrage. Hof van —. Aant. 20 op art. 19. Armbanden. 15. B.B. I en II. — 8 pct Armvormen voor etalagepoppen, enz. 84. — 8 pet. Armen voor phonographen, gramaphonen, graphophonen en dergelijke muziekinstrumenten. 90. IV. b. — 8 pct Arresleden. 134. H. 3. — 8 pct Artikelen. Afzonderlijk aan te geven —. Art. 24 en art. 25, vierde lid. , n. a. g. voor persoonlijk of lijfsgebruik 15. , voor huishoud- en keukengebruik. 66. gebezigd voor het persoonlijk overbrengen yan goederen of het meevoeren van goederen voor persoonlijk of lijfsgebruik. 71. gebruikt wordende om eetwaren een bepaalden vorm te geven of om daarin of daarop eetwaren te koken, te bakken, te braden, te roosteren of op andere wijze te bereiden. 9. Artisjokken. 139. Asbestgareh. 41. B.B. 2. a. „ weefsels. 85. B.B. III. 3. Aschbakjes. 103. — 8 pct. Asperges. 139. Aspirators. 63. B.B. a. Asthmasigaretten. 110. B.B. 1. Atlassen. Aant. 8 op no. 97. B.B. III. 1. Attributen van kantoren. Art. 32. Autoclaven. 136. H. Autographen, wegende 100 K.G. of minder. 4. — 8 pet Autographische persen, wegende 100 K.G. of minder. 4. — 8 pet Automatische gasaanstekers. 66. I. — 5 pct vérkooptoestellen. 5. — 6 pct weegwerktuigen. 145. H. — 8 pct Automobielbanden, geheel of gedeeltelijk bestaande uit veerkrachtig of elastisch caoutchouc. 6. — 8 pet Automobielen. 134. I. — 12 pct. j Kinderautomobielen. 66. — 8 pct. Automobielkussens. 149. H. — 8 pct. „ lantaarns. 75. I. — 8 pct luchtpompen, ingericht voor hand- of voetkracht. 134. Hl. 5. 8 pct. , windschermen. 134. Hl. 7. — 8 pct 193 Autopeds. Z.g. —. 134. I. — 12 pct. Avondmaalbekers. 63. — 8 pct. „ schalen. 63. — 8 pct. Azijn, verpakt. 7. — 8 pct. Azijnaether. 30. I. Azijnessence, verpakt. 7. — 8 pct. Azijnzuur, verpakt. 7. — 8 pct. Azimuthtoestellen. 23. — 8 pct. Baardbinders. 128. I. — 8 pct. Baardscheerapparaten en de daarvoor gebezigde mesjes en handvatten. 128. II. — 8 pct. Baden. 8. — 8 pct. „ Photografische —, verpakt of in tabletvorm. 99. VI. — 8 pct Badextracten, verpakt of in tabletvorm. 128. Hl. — 8 pct. Badkachels. 135. II. 1. — 8 pct. Badkuipen. 8. — 8 pct Badmatten, ook die bestaande uit kurk in bladen met afgeronde hoeken of gevat in rand of raam. 123. II. — 8 pct. Badstoelen. 149. I. — 8 pct. Badtoestellen, verplaatsbare. 8. — 8 pct. Badzittingen. 8. — 8 pct. Badzouten, verpakt of in tabletvorm. 24. — 8 pct. Bagagedragers, metalen, voor rijwielen, automobielen en rijtuigen. 71. — 8 pct Bagageriemen. 129. m. — 8 pct. Bajonetten. 142. II. — 8 pct. Bakenlichten. 75. I. — 8 pct. Bakijzers. 9. Bakken (bergingsmiddel). 13. B.B. 2. a. „ van glas. 45. B.B. 3. b. „ van papier maché. Aant. 4 op no. 97. „ en andere transportinrichtingen voor vervoermiddelen. 134. Dl. 1 en 134. Dl. B.B. 2. Bakpoeder, verpakt of in tabletvorm. 37. V. — 8 pct. Baksleden. 134. D. 3. — 8 pct. Bakvet. 96. n. — Vrij. Bakvormen. 9. Balansen voor weegwerktuigen. 145. IV. — 8 pct. Balein in bladen, vellen of stukken, bedrukt, beschilderd of voorzien van figuren, afbeeldingen, letters, cijfers of teekens, geen qualiteit- nummers zijnde. 59. — 8 pct. Baleinen (corset-, kleeder- en kraag-). 64. I. en 54. B.B. 2. Balgen (voor phototoestellen). 99. TV. — 8 pct Bahneesch smeed- en houtsnijwerk. 133. D. — 8 pct. Balkonvazen. 133. Dl. — 8 pct. Ballen (speel-). 48. TV. en 114. — 8 pct. Ballonbeschermers. Lampe-, uit of met metaaldraad of metaalvlechtwerk samengesteld. 75. Dl. — 8 pct. Ballondragers voor lampen. 75. D. — 8 pct. Tarief van Invoerrechten. I jg 194 Ballons. Glazen — voor de vervaardiging van gloeilampen. 45. II. — 6 pct. Ballons voor spuit-, schenk- en sproeikurken, voor signaaltoestellen, vaporisateurs, phototoestellen en dergelijke artikelen. 28. DJ. — 8 pct. Ballonspuiten. 117. II. Ballonspuitkurken. 112. D. D. 2. — 8 pct. Balmasqué-artikelen. 29. — 8 pct. Balovertrekken. 48. IV. — 8 pct. Balsem. 96. Band (manufacturen). 85. „ van caoutchouc, gutta-percha of metaal. 41. B.B. 2. c. „ voor electrische apparaten. 85. D3. „ Drijfriemenband. 85. B.B. Dl. 5. „ Kaardenband. 85. B.B. DL 5. Bandages (verbandartikelen). 132. Bandazeep, verpakt of in tabletvorm. 96. — 8 pct. Bandeaux (hoed-). 54. VTI. — 8 pct. Bandelieren voor patronen. 71. — 8 pct. Banden voor automobielen, rijwielen en rijtuigen en alle banden, zoowel binnen- als buitenbanden, zoowel luchtbanden als andere, voor het bekleeden of omgeven van wielen van vervoermiddelen, geheel of gedeeltelijk bestaande uit veerkrachtig of elastisch caoutchouc (banden voor wielen van kinderwagens, sportkarren en vliegmachines, banden voor wielen van poppewagens en ander speelgoed en dergelijke banden daaronder begrepen). 6. — 8 pct. Banden. Insteekbanden. Z.g. —. 6. B.B. 1. — 8 pct. „ Transportbanden van weefsel. 85. B.B. III. 8. Bandystokken. 48. TV. — 8 pct Bankbiljetten. 97. B.B. III. 9. Banken, samenvouwbare, en tuin- en gangbanken. 149. I. — 8 pct. Banken. Bid-, kniel-, klap- en zitbanken voor kerken, scholen, schouwburgen, verkoop- en ontspanningslokalen. 149. I. — 8 pct. Banket. 70. Banketbakkerswerk. 70. Bankjes. Bid- en voetbankjes. 149. I. — 8 pct. Bankkussens. 149. D. — 8 pct. Banknotentasschen. 71. — 8 pct Bankzittingen (bekleed, gepolsterd of opgevuld). 149. n. — 8 pct. Barometermonturen. 10. — 8 pct. Barometers. 10. — 8 pct. Barometerschilden. 10. — 8 pct Bascules (tafel- en brug-). 145. I. — 8 pct. Bast. 139. Basterd (suiker). 119. Bats (cricket-). 48. TV. — 8 pct. Batterijen (electr.), wegende 10 K.G. of minder. 38. — 8 pct Bavettes. 67. B.B. 1. — 8 pct. Beddekoord. 41. B.B. 1. Beddekruiken. 135. B.B. 3. Bedden van alle soorten (ook veldbedden en dekbedden, lucht- en waterbedden). 76. — 8 pct. 195 Beddewarmers. 135. B.B. 3. Beddezakken. 85. II, alsmede aant. 3 op no. 85. Bederfwerende middelen, verpakt of in tablettórm. 32. — 8 pct. Bedkasten. 76. — 8 pet. Bedrijfsmessen. 88. B.B. 1. e. Bedspreien. 76 en 123. II. — 8 pet. Bedtoebehooren. 76. — 8 pet. Bedveeren. 20. TV. Beelden. Borst- en standbeelden, gapers, gipsbeelden, bronzen beelden en plaquetten. 11. I. — 8 pct. „ Beeldjes en beeld- en diergroepen van gesneden hout, ivoor, marmer, yade, porselein of gebakken aarde. 11. I. — 8 pct. „ Andere dergelijke beelden, beeldjes, bustes en beeldgroepen, ook en reliëf, enz. 11. I. „ (omlijste). 133. I. Beeldgroepen. 11. I. Been in bladen, vellen of stukken, bedrukt, beschilderd of voorzien van figuren, afbeeldingen, letters, cijfers of teekens, geen quaJiteitnummers zijnde. 59. — 8 pct. Beenbekleeding. 108. — 8 pct. Beenbeschermers. 108. — 8 pct. Beenkappen. 108. — 8 pct. Beerscheppers. 77. Beestenvoeder. 12. Befjes. 67. B.B. 1. — 8 pet Behendigheidsspelen. 44. II. — 8 pct. Bekers (sier-). 133. II. en Dl. — 8 pct. „ (voor kerkelijk gebruik). 63. — 8 pct. Bekkens (bergingsmiddeleb). 13. B.B. 2. a. „ (muziekinstrumenten). 90. Dl. — 8 pct. Belasting. Definitie van —. Art. 30, sub 3. Belboeien. 111. B.B. 2. b. Belichtingsmeters voor photographietoestellen. 99. TV. — 8 pct. Belichtingstoestellen van allerlei aard. 75. I. — 8 pct Bellen. 111. — 8 pct „ Oorbellen. 15. B.B. 1. — 8 pet Bengaalsche lucifers. 140. — 8 pct Benzine. 96. I. o$m. Benzine-locomotieven. 134. B.B. 1. Bergingsmiddelen. 13 era art. 19, letters m en ra. Bergkyseriet. 150. B.B. 5. Beroep op de Tariefcommissie. Artt. 5, 6 en 13. Beschadigde goederen. Art. 21. Beschermers. Knie- en pootbeschermers (voor dieren). 129. I. — 8 pct. Beschermkasten voor horloges. 100. — 8 pct. Beschilderde schijven hout. 133. D. Beschuit, beschuitbollen, scheepsbeschuit of scheepskaak, beschuit van revalenta arabica, papbeschuit, triscuit en dergelijke artikelen daaronder begrepen, verpakt of per stuk wegende 100 gram of minder. 37.1.—8 pct. 196 Beschuitdoozen. 36. — 8 pct. Beslissingen van den Directeur. Artt. 5, 13 en 33, sub 3. Besproeiingsmiddelen, verpakt of in tabletvorm. 32. — 8 pct. Besproeiingstoestellen. 117. II. Bestekken. 77 en 95. B.B. 1. c. — 8 pct. Bestuivingstoestellen. 117. II. Betaalmatjes. 123. II. — 8 pct Betaalpenningen. 86. — 8 pct Betalingskantoren. Art. 32. Beugels. Sluitbeugels voor tasschen, enz. 112. — 8 pct Beugelsljuj^ingen voor flesschen. 112. B.B. 4. c, met aant. 1. Vrij. Beurzen (geld-). 100. — 8 pct Bezems (straat- en stal-). 21. II. en 21. B.B. Bezwaarschriften. Artt. 5, 6 en 13. Bidbanken. 149. I. — 8 pct. Bidbankjes. 149. I. — 8 pct Bidets. 8.-8 pct Bidstoelen. 149. I. — 8 pct. Biechtstoelen. 63. — 8 pct. Bier. 14. Bierglasonderlegplaatjes en houders daarvoor. $6. — 8 pct. Bierkannen. 36. — 8 pct Bierzuilen. 122. I. — 8 pct Bijenkasten. 13. B.B. 4. b. Bijenkorven. 13. B.B. 4. b. Bijenmaskers. 53. B.B. a. Bjjenwerk. Z.g. —. 55. B.B. 2. Y|& Bijlen, bij den invoer voorzien van een aangezet handvat of steel en wegende 600 gram of minder. 88. B.B. 1. d. en 5. — 8 pct. „ zonder handvat. Aant. 1 op no. 56 en aant. 1 op no. 88. — Vrij. Bijouterieën. 16. — 8 pct Bikkels. 114. — 8 pct Biljartballen. 16. — 8 pct. Biljarten v. a. s. 16. — 8 pct Biljartkrijt, verpakt of in tabletvorm. 74. — 8 pct Biljartkrijthouders. 16. — 8 pct. Biljartleiplaten. 16. Biljartqueuen. 16. — 8 pct Biljartranden. 16. Biljarttelapparaten. 33. IV. — 8 pet Biljarttelramen. 16. — 8 pct Biljarttoebehooren. 16. Biljartwanden. 16. — 8 pct. Binnenballen. 48. IV. — 8 pct. Binnenkachels. 135. III. 1. — 8 pct. Binnenwerken voor muziekinstrumenten. 90. B.B. — 8 pct „ voor uurwerken en registreerapparaten. 130. I. — 8 pct Binocles. 23. — 8 pct. Binocletaschjes. 71. — 8 pct. Biscuits. 70. 197 Biscuitvormen. 9. Blaasinstrumenten. 90. Dl. — 8 pet. Blaaspijpen, van haak voorzien. 135. III. 2. — 8 pct. Bladen voorzien van wand of rand. 13. B.B. 2. a. „ Tafelbladen. 121. I. Bladeren. 139. „ (geprepareerd of gedroogd voor versiering). 18. I. B. „ Kunstbladeren. 18. II. — 8 pct. Bladgoud in boekjes. 68. B.B. 2. Bladkleedjes. 123. II. — 8 pct. Bladlood, gebezigd voor het bekleeden van theekisten en dergelijke. Aant. 1 op no. 17. Vrij. Bladmetaal in bladen, vellen of stukken, per M2. wegende 500 gram of minder. 17. — 5 pct. „ „ in boekjes, als verfwaar gebezigd. 17 en 68. B.B. 2. Bladtin. 17. Bladwijzers. 62 en aant. 1 op no. 59. — 8 pct. Bladzilver in boekjes. 68. B.B. 2. Blanke wapenen en deelen daarvan. 142. II. Blanketsel, verpakt of in tabletvorm. 128. D3. — 8 pct. Blank film. Z.g. —. 39. B.B. 1. Blauwsel, verpakt of in tabletvorm. 68. — 8 pct. Blazen. 13. B.B. 4. c. Bleekmiddelen, verpakt of in tabletvorm. 32. — 8 pct. Blikken. 13. B.B. 2. a. Blikopeners. 56. I. — 5 pet. Bliksempoeder (z.g.), verpakt of in tabletvorm. 99. V. — 8 pct. BUksnijmachines, wegende 5 K.G. of minder. 113. Hl. — 8 pct. Blinkers (vischtuig). 48. III. — 8 pct. Blocnotehouders. 62. — 8 pct. Bloem (van meel). 139.11. Bloembakken. 19. — 8 pet. Bloembladeren. Kunst —. 18. TL Bloemdeelen. 139. Bloemdeelen (geprepareerd of gedroogd, voor versiering). 18. I. B. Bloemen. 139. „ (afgesneden versche). 18. I. A. „ (geprepareerd of gedroogd voor versiering). 18. I. B. „ Kunstbloemen. 18. II. — 8 pct. Bloem- en kelkbladeren. Kunst—. 18. II. Bloemenbowls. 19. — 8 pct. Bloemenspuiten. 117. n. Bloementafels. 121. Bloemhangers. 19. — 8 pct. Btoemhouders. 19. — 8 pct. Bloemknoppen. 139. Bloempotinzetbakjes. 19. — 8 pet. Bloempotonderzetoakjes. 19. — 8 pct. Bloempotten. 19. — 8 pct. Bloemstelen. Kunst—. 18. n. — 8 pet. 198 Bloemstukken van versche bloemen. 18. I. A. Bloemvazen. 19. — 8 pct. Blokken voor scheurkalenders. Aant. 2 op no. 97. Blokkendoozen. 114. — 8 pct. Boa's (bont-). 20. I. — 8 pct „ van imitatie bont. 67. B.B. 1. — 8 pct. Bobèches. 75. III. — 8 pct. Boeien. Reddingsboeien. 85. B.B. III. 11. Boeken. 97. en 97. B.B. III. 1. a en c. „ in etuis met andere artikelen samengepakt. 97. B.B. III. 1. d. „ met metalen, lederen of andere sluiting. 97. B.B. III. 1. d. „ met uitvouwbare of samenvouwbare platen. 97. B.B. III. 1. c. „ met daarbij behoorenden lezenaar of standaard. 96. B.B. 1. d. „ waarvan dekblad of rug is bekleed of versierd met edelgesteenten, enz. 97. B.B. III. 1. d. „ Kleur- en plakboeken. 97. B.B. III. e. Boekenhangers. 121. Boekenmappen. 71. — 8 pct Boekenstandaards. 121. II. C. — 8 pct. Boekomslagen. Aant. 2 op no. 97. Boenders. 21. D en 21. B.B. Boentoestellen (vloer-). 21. II. — 8 pct Boeten. Art. 33, sub 9 en 11 en artt. 37—40. Bogen (schietgereedschap). 142. Dl. — 8 pet Bokalen (sier-). 133. D. — 8 pct Bokken (gymnastiektoestellen). 48. I. — 8 pct Bokkenwagens. 66. — 8 pct. Boksbeugels. 142. D. — 8 pct Boks- en schermhandschoenen. Aant. 1 op no. 61. Bollen (plantendeelen). 139. Bombaypitten. 139. Bonbondoozen. 133. II. Bonbontaschjes. 71. — 8 pct Bont. 20. „ (aaneengehecht tot banen, strooken of stukken). 20. V. Bonten. 20. L — 8 pct. Bontkragen. 20. I. — 8 pct. Bontmoffen. 20. I. — 8 pct Bontmutsen. 53. — 8 pct. Bontpolsmofjes. 20. I. — 8 pct. Bontstaarten. 20. Dl. en V. Bontstrooken. 20. Y. Boodschapnetten. 71. — 8 pct. Booglampen. 75. I. — 8 pct. Boomen. Z.g. Turksche — (muziekinstrumenten). 90. D3. — 8 pct Boorden. 67. B.B. 1. — 8 pct. Boordendoozen. 13. B.B. 2. b. Boordknoopen. 69. — 8 pet Boormachines. Vruchten—. 113. IV. 199 Booten en bootjes, wegende 100 K.G. of minder. 134. II. 2. — 8 pct. „ (opvouwbare). 134. EL 2. — 8 pct. Borax, verpakt in tabletvorm. Aant. 1 op no. 30. — 8 pek Borden. 13. B.B. 2. a. ,, (eetgerei). 36. — 8 pct „ (omlijste). 133. I. ,, (onbeschilderde voor het maken van sierborden). 62. — 8 pct „ Nummerborden van electrische schellen. 141. — 8 pet „ Reclameborden, uithangborden, wapenborden en andere borden, welke dienen tot eenige bekendmaking, aanwijzing of herinnering. 141. — 8 pct. „ Schoolborden en schrijfborden. 62. — 8 pct „ Sierborden. 133. D. — 8 pct. „ Sleutelborden, van haken voorzien, en andere dergelijke borden. 121. II. C. — 8 pct „ Snijborden, van mes voorzien, wegende 5 K.G. of minder. 113. IQ. 8 pct „ Snijborden voor brood, vleesch of groenten, niet met mes gemonteerd. 66. IV. — 8 pct „ Wandborden. 133. D. — 8 pct Bordenrekken. 121. Borduurapparaten. 91. Borduurbenoodigdheden n.a.g. 93. — 8 pct Borduurmachines. 91. II. Borduurnaalden. 92. I. — 8 pct Borduurwerken. 86. „ met aangegeven borduurpatroon. 86. „ Doosjes met borduurwerk. 114. — 8 pet Borstbeelden. 11. I. — 8 pct Borstbeschermers voor schermers. 142. II. — 8 pet Borstelhangers. 121. Borstels. 21. II. en 21. B.B. Botaniseertrommels. 71. — 8 pct Boter (kunst ). 96. DL — Vrij. „ (natuur-). 96. D. — Vrij. Boterhammappen. 71. — 8 pct Boterkleursel, verpakt of in tabletvorm. 68. —- 8 pet Boterkoelers 66. IV. — 8 pct Botermessen. 88. B.B. 1. c. — 8 pet Boterspanen. Aant. 1 op no. 66. Bottines. Bovenstukken voor —. 108. — 8 pet Bouffantes. 67. B.B. 1. — 8 pct Bouilloirs. 36. — 8 pct Bouillon. 37. BOL en 137. BouiUontabletten. 37. Dl, 137. Dl, en 139. B.B. 6. Bouquetten van versche bloemen. 18. I. A. „ van geprepareerde bloemen. 18. I. B. „ van kunstbloemen. 18. II. — 8 pct Bourgognemandjes. 36. — 8 pct. Bouwdoozen. 114. — 8 pct 200 Bovenstellen voor kinderwagens, sportkarren, enz., van kap, as, duWof trekinrichting voorzien. 66. — 8 pct. „ voor kinderwagens, sportkarren, enz., niet voorzien van as, kap, stuur- of trekinrichting, naar gelang van hun samenstelling te belasten volgens no. 13 of no. 82. 66. B.B. 2. „ voor vervoermiddelen met eigen beweegkracht. 134. III. 1. a. 12 pct. „ voor andere vervoermiddelen. 134. HL 1. b. — 8 pct. Bovenstukken voor verwarmingstoestellen. 135. HL 1. „ voor bottines, laarzen, pantoffels en andere voet- en beenbekleecÉng, welke om als zoodanig te worden aangewend, slechts behoeven voorzien te worden van zool of klomp. 108. — 8 pct. Braadovens zonder verwarmingsinrichting. 135. B.B. 3. Braadvet. 96. H. — Vrij. Braadvormen. 9. Brailleschrift. Artikelen in —. 97. B.B. III. Brancards. Draag—. 134. H. 4. — 8 pct. Brandbluschapparaten en afgepaste vullingen daarvoor. 117. I. — 8 pct. Brandbluschgranaten. 117. I. — 8 pct. Brandcijfers. 27. B.B. 2. b. Branders (Bunsensche). 135. I. 2. — 8 pct. „ Lampebranders v.a.s. (Graetzin- en speksteenbranders en branders voor lampen van petroleumkachels daaronder begrepen). 75. Hl. — 8 pct. ,, v.a.s. voor verwarmingstoestellen. 135. Hl. 1. — 8 pct. „ voor tabaks- en sigarenpijpen. 103. — 8 pct. Brandkastdeuren, voorzien van brandvrije vulling. 22. — 8 pct. Brandkasten. 22 én 121. B.B. 4. — 8 pèL Brandkastrompen, voorzien van brandvrije, vulling. 22. — 8 pct. Brandkisten. 22. — 8 pct. Brandletters. 27. B.B. 2. b. Brandschermen. 60. — 8 pct. Brandschilderen. Etuis met de verschillende hulpmiddelen, benoodigd bij het z.g. —. 95. B.B. 1. b. Brandschilderwerken. 133. II. — 8 pct. Brandspuiten. 134. B.B. 1 ere aant. 1 op no. 117. — Vrij. „ Van reservoir voorziene handbrandspuiten. 117. II. Brandstempels. 27, 27. B.B. 2. c. en 135. B.B. 5. b. Brandzeilen. 85. B.B. III. 7. Breiapparaten, wegende 3 K.G. of minder. 91. I. — 8 pct. Breibenoodigdheden n.a.g. 93. — 8 pct. Breidopjes. 93. — 8 pct. Breigarnituren. 96. B.B. 1. c. Breimachinenaalden, zoowel tongen- en hakennaalden. 92. B.B. —• Vrg. Breimachines, wegende 3 K.G. of minder. 91. I. — 8 pct. Breinaalden. 92. I. — 8 pct. Breinapjes van papier maché. Aant. 4 op no. 97. Breipennen. 92. I. — 8 pet. 201 Breiwerken. 85. Breloques. 15. B.B. 1. — 8 pct Bretelgaxnituren. 54. I. — 8 pct Bretelknoopen. 69. — 8 pct Bretels. 67. B.B. 1. — 8 pct. Breukbanden. 132. DL — 8 pct Briefhaken. 62. — 8 pct. Briefkaarten. 97. B.B. III. 8. Briefklemmen. 62. — 8 pct. Briefopeners. 62. — 8 pct. Briefpennen. 62. — 8 pct. Brievenhangers. 121. — 8 pct. Brievenhouders. 62. — 8 pct. Brievenmappen. 62. — 8 pct. Brillemonturen. 23. — 8 pct. Brillen v. a. s. 23. — 8 pct Brillenetuis. 100. — 8 pct. Broches. 15. B.B. 1. — 8 pct. Broedkastjes. 138. — 8 pct. Broedkorven van gevlochten teen, enz. 82. Broekbeschermers. 108. — 8 pct Broekklemmen, 67. B.B. L — 8 pct. Broekpersen. 128. D. — 8 pct. Broekspanners. 128. D. — 8 pct. Broekveeren. 67. B.B. 1. — 8 pct Bronsfoliën. 68. B.B. 3. 'Dnnnnr.n>n;+i.nn MnnslAo nut irow/>Viillonrla infrroHiönton nm t.P Virnn7PTl uiuuogoiiuiuiou 1<»""°J™ »viDv«—■..g.vu.^.v^ — te vergulden of te verzilveren). 96. B.B. 1. b. Bronwater. 25. Bronzouten, verpakt of in tabletvorm. 24. — 8 pct. Brood. 37. VD. en 139. Dl. Broodmandjes. 36. — 8 pct. Broodroosters. 9. Broodsniiborden. niet met mes gemonteerd. 56. IV. — 8 pct. „ van mes vóórzien, wegende 5 K.G. of minder. 113. III 8 pct Broodsnijmachines, wegende 5 K.G. of minder. 113. ID. — 8 pct. Broodzaagmessen. 88. B.B. 1. c. — 8 pct. Brugbascules. 145. I. — 8 pct. Bruggen (gymnastiektoestellen). 48. I. — 8 pct „ voor weegwerktuigen. 145. FT. — 8 pct Bruids- en bruiloftsgeschenken. Art. 19, lett. k. Brulboeien. Ill B.B. 2. b. Bruto gewicht. Art. 26 en 29. Buffetkasten. 121. — 8 pct. Buikriemen. 129. I. — 8 pct. Buikwarmers. 135. B.B. 3. Builgaas (zijden). 85. B.B. III. 2. Builkleeden. 8K B.B. III. 2 en 8. Builzakken. 85. B.B. III. 2 en 8. 202 Buizen. 26. „ van caoutchouc. 26. II. Buksen. 142. I. — 8 pct. Bunsensche branders. 135. I. 2. — 8 pct. Bureaux. Schrijfbureaux. 121. Burries. 134. II. 4.-8 pct. Buskruit. 142. VI. a. — 100 K.G. bruto I 7,50. Busks (corset-). 64. I. — 8 pct. Busopeners. 66. I. — 5 pct. Bussen. 13. B.B. 2. a. Busteontwikkelaars. 128. I. — 8 pct. Bustes. 11. I. „ (omlijste). 133. I. „ Kleed- en etalagebustes. 84. — 8 pct. Bustevormers. 64. VI. en 67. B.B. 1. — 8 pct. Butylalcohol. Aant. 1 op no. 2. Cacao. 70. Cacaoboter. 96. Cachepots. 19. — 8 pct. Cachetten. 27. — 8 pct Cachounoten. 139. Cachoupillen, verpakt of in tabletvorm. 128. III. — 8 pct. Calciumcarbid, verpakt of in tabletvorm. 76. VII. — 8 pct. Calciumsaccharaat. 30. II. Cameeën, niet gevatte. 11. I. — 8 pct. Camera's obscura. 99. I. — 8 pct. Canapé's. 149. I. — 8 pct. Canariumpitten. 139. Caoutchouc in bladen, vellen, stukken of schijven. 28. I. „ Voorwerpen van —. 28. II, Hl, en IV. Caoutchoucdraad. 41. B.B. 2. a. Caoutchoucgaren. 41. B.B. 2. a. Capsules (gelatine-). 13. B.B. 4. f. Carbolzuur, verpakt of in tabletvorm. 96. — 8 pct. Carnalhet. 160. B.B. 5. Carnavalartikelen. 29. — 8 pct. Carrosserieën voor automobielen. 134. Dl. 1. a. — 12 pct Cassetten voor phototoestellen. 99. IV. — 8 pct Cassia lignea. 139. Cassia vera. 139. Castagnetten. 90. DL — 8 pct Catgut op alcohol, phenol of andere stoffen. 41. V. A. en B. Cayennepeper. 139. I. 8. Cederboomnootjes. 139. Ceintures. 67. B.B. 1. — 8 pct. Ceintuurgespen. 69. — 8 pct Cellon. 46. B.B. 1. Celluloid in bladen, vellen of stukken, bedrukt, beschilderd of voorzien 203 van figuren, afbeeldingen, letters, cijfers of teekens, geen qualiteitnummers zijnde. 59. — 8 pct. Celluloid, ongekleurd, doorzichtig. 45. B.B. L Cellulose in bladen of vellen, blijkens de daarin aangebrachte gaten of blijkens den graad van vochtigheid alleen geschikt om te dienen als grondstof voor papierfabricage. 97. B.B. III. 12. Celstofwatten, gehecht of verbonden op of aan mousseline, gaas of andere stoffen, behoorende tot post no. 85. 144. I. — 8 pct „ andere, verpakt of in tabletvorm. 144. D. — 8 pct. Chales. 67. B.B. 1. — 8 pct „ (bont-). 20 I. — 8 pet Champignons. 139. Charivari. 15. B.B. 1. — 8 pct. Chassis voor automobielen. 134. Dl. 1. a. — 12 pct „ „ phototoestellen. 99. IV. — 8 pct Chemicahën en daarmede samengestelde producten en zelfstandigheden. 30. Chemisch bereide voedings- en versterkingsmiddelen. 50. Chemische producten en daarmede samengestelde producten en zelfstandigheden. 30. Chignons. 49. D. — 8 pct. Chilled meat. Aant. 4 op no. 137. China-matten. Z.g. —. 123. I. — 8 pct. Gnirurgische messen. 88. B.B. 1. e. en 4. Chloornatrium en chloornatriumhoudende producten. 150. Chloralhydraat. 30. Chloroform. 30. Chloroformmaskers. 63. B.B. c. Chocolade. 70. Chocoladevormen. 9. Chocoladewerken. 70. Chronometers. 130. I. — 8 pct. Cibories. 63. — 8 pct Cichorei (peekoffie), verpakt of in tabletvorm. 72. D. — 8 pct Cijfers. 27. (brand- en slag-). 27. B.B. 2. b. „ (druk-). 27 B.B. 2. a. „ (merk-). 27. Qnematograaflantaarns. 102. I. — 8 pct. Cinematographische films. 39. „ toestellen. 99. I. — 8 pct. Circulaires. Aant. 2 op no. 97. Citers. 90. Dl. — 8 pet Citroenpersen, wegende 600 gram of minder. 113. D. — 8 pct. Citroensap. Aant. 1 op no. 79. Gtybags. 71. — 8 pct Qave-cymbalen. 90. I. — 8 pct. Claxons. 111. — 8 pct Qiehé-ponsmachines, wegende 10 K.G. of minder. 1. — 8 pct. Cliché's. 27. 204 Clips voor het bijeenvoegen van papieren of het sluiten van monsterzakjes of voor het verdeelen van laden in vakken. 62. — 8 pct. Cloisonné's. 133. II. — 8 pct. Closets. 31. Closetzittingdeelen. 31. Closetzittingen. 31. Cognossementen (ingevulde). 97. B.B. III. 10. Collectebussen. 13. B.B. 2. b. Colliers. 15. B.B. 1 en 2. — 8 pct. Communiebanken. 63. — 8 pct. Compotières. 36. — 8 pct. Condensatiepotten. 13. B.B. 4. d. Condensatoren voor draadlooze telegraphie en telephonie. 33. TUI. 8 pct Conserveeringsmiddelen, verpakt of in tabletvorm. 32. — 8 pct. Consoles. 121. II. A en C en 121. B.B. 3. Constateerapparaten, gebezigd bij wedvluchten. 33. IT. — 8 pct. Consulaire ambtenaren. Goederen voor —. Art. 19, lett. b. Conté, verpakt of in tabletvorm. 74. — 8 pct. Controleapparaten. 33. Controledeuren voor kluizen, voorzien van brandvrije vulling. 22. — 8 pct. Contröletangen. 1. B.B. en 27. B.B. 1. Contröleuurwerken. 130. I. — 8 pct Copieerapparaten voor het vermenigvuldigen van photo's, wegende 5 K.G. of minder. 99. TH. — 8 pct. „ voor het vermenigvuldigen van het geschrevene of van machineschrift, wegende 100 K.G. of minder. 4.-8 pct. Copieerpersen, wegende 100 K.G. of minder. 4. — 8 pct. Copieerramen (photograpbieartikel), wegende 5 K.G. of minder. 99. TH. 8 pct. Copieertoestellen voor het vermenigvuldigen van photo's, wegende 5 K.G. of minder. 99. TH. — 8 pct. Copieertoestellen voor het vermenigvuldigen van het geschreven of van machineschrift, wegende 100 K.G. of minder. 4. — 8 > jt. Coprah. 139 en 139 B.B. 7. a. Coprahmeel. 139. B.B. 2. Corsetbaleinen. 54. I. Corsetsluitingen. 64. I. — 8 pct. Corsetten. 67. B.B. 1. — 8 pct Cosmetiek, verpakt of m tabletvorm. 128. Dl. — 8 pct. Cosmetiekhouders. 128. D. — 8 pct Cotillonartikelen. 29. — 8 pct. Coupes. 133. D. — 8 pct Couponbladen. 97. B.B. III. 9. Coupons. 97. B.B. III. 9. Creosoot, verpakt of in tabletvorm. 96. — 8 pct Creosootolie. Aant. 2 op no. 96 I. — Trij. Crêpe's (haarwerk), uit of met haar of kunstnaar vervaardigd. 49. D. 8 pct „ niet uit of met haar samengesteld. 128. D. — 8 pct. 205 Cricketbats. 48. IV. — 8 pct. Cricket- en crocketspel. Benoodigdheden voor —. 48. TV. — 8 pct. Crin de Florence. 41. B.B. 2. a. Crin marin. 41. B.B. 2. a. Crucifixen. 63. — 8 pct. Cubebe of staartpeper. 139. I. 8. Cyolometers. 33. I. — 8 pct. Dadels. 139. Dagbladen, met uitzondering van die in de Nederlandsche taal (Vlaamsen en Zuid-Afrikaansch in deze met buitenlandsche taal gelijkgesteld). 97. B.B. III. 5 en B.B. V. Damborden. 44. II. Damestaschjes. 71. — 8 pct. Damspelen. 44. D. — 8 pct. Damsteenen. 44. II. — 8 pct. Darmen (dierlijke). 13. B.B. 4. c. Darmsnaren. 41. B.B. 2. b. Dasknijpers. 67. B.B. 1. — 8 pet. Dasringen. 15. B.B. 1. — 8 pct. Dassen. 67. B.B. 1. — 8 pct. Dassendoozen. 13. B.B. 2. b. Dasspelden. 16. B.B. 1. — 8 pct. Datumaanwijzers. Met veer of mechaniek werkende —, onderdeelen en toebehooren daarvan. 130. I. — 8 pct. Dauwbesproeiers. 117. II. Decalcomanieën. 97. B.B. III. 15 en B.B. IV. Decalqueerplaatjes. 97. B.B. III. 15, met aant. 14. Deegrollen, wegende 600 gram of minder. 113. D. — 8 pct. Deegspuiten. 117. D. Definitie's. Artt. 27 en 30. Degens. 142. D. — 8 pct' Degenstokken. 142. B.B. 2. Dekbedden. 76.-8 pct Dekens. 85 en 123. „ (bed-). 76. — 8 pct „ (druk-). 85. B.B. II. b. „ (druk-) met guttapercha overtrek. 85. B.B. III. 9. Dekken. Zadeldekken. 123. II. — 8 pct. Dekkleeden. 85. B.B. III. 7 en 18,3. D. Dekplaatjes voor thee- en koffiefientjes. 135. Dl. 2. — 8 pct. Deksels. 112. „ van closets. 31. Dekstoelen. 149. I. — 8 pet Denia-ro zijnen. 139. Dentaphonen. 132. D. — 8 pct. Desinfectieapparaten. 135. II. Desinfectiemiddelen, verpakt of in tabletvorm. 32. — 8 pct. Deskundigen. Voorlichting door —. Art. 9. „ Belooning der —. Art. 12. 206 Dessertmessen. 88. B.B. 1. c. — 8 pct. Deuren. Kluis- en brandkastdeuren en contröledeuren voor kluizen, voorzien van brandvrije vulling. 22. — 8 pct. Deurknoppen. Aant. 1 op no. 112. — Vrij. Deurlichten. 75. I. — 8 pct. Deurmatten. 123. II. — 8 pct. Dextrine, verpakt of in tabletvorm. 47. — 8 pct. Diademen. 15. B.B. 1. — 8 pct. Diaphanespiegels. 115. — 8 pct. Dichtingsmiddelen, verpakt of in tabletvorm. 32. — 8 pct. Dictaphonen. 90. II. — 8 pct. Dienschoteltjes (gebak-). 36. — 8 pct. Dieren (doode). 137 en 137. B.B. 3. a. „ (opgezette), al dan niet bevestigd op plankje of geplaatst m lijst, raam of vitrine. 94. JU. — 8 pct. „ (levend wild en gevogelte). Aant. 1 op no. 137. — Vrij. Dierenvet (ongesmolten). 137. JV. — 100 K.G. bruto f 6,—. Diergroepen. 11. I. Dierhuiden. 20. bedekt met veeren of dons en deelen daarvan. 20. IV. Dierlijke oliën. 96. „ vetten. 96. Diersprongen (niet gemonteerd). 103. B.B. Diervellen met künstkop of gevoerd. 20. II. — 8 pct. Diplomatieke ambtenaren. Goederen voor —. Art. 19. lett. b. Dirigeerstokken. 90. TV. b. — 8 pct. Distillaten, verpakt of in tabletvorm. 105. — 8 pct. Distinctief knoopen. 69. — 8 pct. Distinctieven. 54. V. en 86. Divankleeden. 123. II. — 8 pct. Divans, ook operatie-divans. 149. I. — 8 pct. Dobbelsteenen.. 44. II. — 8 pct. Dobbers (visch-). 48. Dl. — 8 pct. Doekknijpers. 67. B.B. 1. — 8 pct. Doekspelden. 15. B.B. 1. — 8 pct Doezelaars. 62. — 8 pct. Doezelboekjes. 62. — 8 pct Doezelkrijt, verpakt of in tabletvorm. 74. — 8 pct. Dolken. 142. D. — 8 pet. Dolkmessen, samenvouwbare. 88. B.B. 4. — 8 pct. Dominospelen. 44. D. — 8 pct. Dominosteenen' 44. D. — 8 pct. Dons. 20. TV en V. Doodkisten. 34. — 8 pct Vrijstelling van recht voor doodkisten, waarin lijken. Art. 19, lett. t. Doofpotten. 135. B.B. 3. Doopvonten en sluitstukken en sluitdeksels daarvoor. 63. — 8 pct. Doorvoer. Afzien van den —. Art. 33, sub 2. 207 Doosjes met gereedschappen, toestellen, machines, spoorwegen en vervoermiddelen in miniatuur. 114. — 8 pct. „ met gereedschappen voor het figuurzagen. 95. B.B. 1. a. „ „ haarkleurmiddelen. 95. B.B. 1. c. » » poppekleeren. 114. — 8 pct. ,, „ serviezen. 114. — 8 pct. | „ snij-ijzers en tappen. 95. B.B. 1. a. „ ,, soldeertoestelletjes voor huishoudelijk gebruik. 95. B.B. 1. b. „ „ verschillende figuren of tinnen soldaten. 114. — 8 pct. „ „ verschülende ingrediënten voor het herstellen van rijwielbanden. 95. B.B. 1. b. „ met vlecht- of borduurwerk. 114. — 8 pct. Doozen. 13. B.B. 2. b. ,, met verschillende ingrediënten om te bronzen, te vergulden of te verzilveren. 95. B.B. 1. b. „ met verschillende gereedschappen voor amateursgebruik. 95. B.B. 1. a. „ Metalen doozen voor het bergen van autobanden. 71. — 8 pct. „ Passerdoozen, gevulde. 95. B.B. 1. a. Doperwten. 139. Doppen (sluit-). 112. „ voor takakspijpen. 103. — 8 pct. „ (vruchtdeelen). 139. Douches. 8. — 8 pct. Draad .41. „ voor geleiding van electriciteit. 41. IV en 41. B.B. 6. c. Draadelastiek. 41. B.B. 2. a. Draadglas. 45. Draadlooze telegraphie en telephonie.Toestellen voor —. 33. Vlll. — 8 pct. Draadnagels. 116. — 6 pct. Draadtellers. 23. — 8 pct. Draagbaren. 134. D. 4. — 8 pct. Draagbrancards. 134. D. 4. — 8 pct. Draaghemels. 63. — 8 pct. Draagkammen. 16. B.B. 1. — 8 pct. Draagknoopen. 69. — 8 pct. Draagriemen. 129. Dl. — 8 pet. Draagschilden. 142. I. — 8 pct. Draagstoelen. 149. I. — 8 pet. Draaiborden. 44. D. — 8 pct. Draaiorgels. 90. II. — 8 pct. Dragons. 64. VD. — 8 pct. Draisines. 134. I. Dranken n. a. g. 37. Drankingrediënten n. a. g. 37. Drankzuilen. 122. I. — 8 pct. Driehoeken (bedrijfshulpmiddel). Aant. 1 op no. 62. Vrij. Drijfriemen van weefsel. 85. B.B. III. 8. Drijfriemenband. 85. B.B. III. 5. Drijfwerken voor muziekinstrumenten. 90. JT. b. — 8 pct. 208 Drinkfonteintjes (vogel-). 138. — 8 pct. Drinkgerei. 36. Drogerijen. 139. Droogapparaten. 136. II. Droogkasten. 121. Droogrekken. 121. Drop. 36. Drophoudende artikelen. 36. Druiven. 139. Druivenscharen. 106. II. — 8 pct. Druivensuiker. Aant. 4 op no. 119. Drukcijfers. 27. B.B. 2. a. Drukdekens. 86. B.B. II. b. „ met guttapercha overtrek. 85. B B. III. 9 Drukkerijen. Zelfdrukkerijen. 95. B.B. 1, c. Drukknoopen. 69. — 8 pct. Drukknoppen (schel-). 111. — 8 pct. Druklakens. 85. B.B. II. b. Drukletters. 27. B.B. 2. a. Drukplaten (chché's). 27. Drukramen (photographie-artikel), wegende 5 K.G. of minder. 99. VU. 8 pct. Druksluitingen en deelen daarvan. 69. — 8 pct. Druktoestellen, wegende 100 K.G. of minder. 1. — 8 pct. Drukwerken. 97 en 97. B.B. III. 1 en 11. Drukwerkfiuigen, wegende 100 K.G. of minder. 1. — 8 pct. Druppelkurken. 112. II. D. 2. — 8 pct. Duikerhelmen. 63. B.B. b. Duikerpakken, ook ingevoerd zonder helm of schoenen. 67. B.B. 2. Duikerschoenen. 108. B.B. a. Duimen. 121. B.B. 3. Dynamiet. 142. VI. b. Vrij. Dynamo's, wegende 5 K.G. of minder. 38. I. — 8 pct. Eau de colognespuiten. 117. II. „ „ „ zakspuitjes. 100. — 8 pct. Eau gazeuse. 26. Eboniet. Artikelen van —. 28. B.B. 3. Edele metalen. Art. 30, sub 6. Eeredienstbenoodigdheden. 63. Eet-, drink- en tafelgerei. 36. Eetschelpen. 36. — 8 pct. Eetschelphouders. 36. — 8 pct. Eetserviezen en deelen daarvan. 36. — 8 pct. Eettafelgarnituren, samengesteld uit lepels, vorken en messen. 95. B.B. 1. c Eetwaar-ingrediënten n. a. g. 37 en 139. B.B. 6. Eetwaren met vleesch, vleeschnat of vleeschextraet samengesteld. 137 en 139. B.B. 6. „ met visch, enz. samengesteld. 136. „ n. a. g. 37. 209 Effecten. 97. B B. III. 9. Effectentrommels. 22. — 8 pct. Eierdopjes. 36. — 8 pct. Eieren. Legeieren. 138. — 8 pct. Eierkloppers, wegende 600 gram of minder. 113. II. — 8 pct. Eierklutsmachines. 113. IV. Eierkokers. 9. Eierscharen. 36. — 8 pct. Eiersnijders, wegende 600 gram of minder. 113. II. — 8 pct. Eikelkoffie, verpakt of in tabletvorm. 72. — 8 pct. Elastiekgaren. Aant. 1 op no. 41. I. Elastische kousen. 67. B.B. 1. — 8 pct. Electriciteitsverbruiksmeters, wegende 25 K.G. of minder. 33. II. — 6 pct. Electrische kachels. 135. 1.1. — 8 pct. „ komforen. 135. I. 2. — 8 pct. piano's. 90. II. — 8 pct. „ schellen. Drukknoppen en soortgelijke artikelen voor het in beweging brengen van —. 111. — 8 pct. „ schellen. Nummerborden voor —. 141. — 8 pct. „ uurwerken. 130. I. — 8 pct. „ ventilatoren. 131. Electriseermachines, wegende 10 K.G. of minder. 38. — 8 pct. Electromotoren, wegende 5 K.G. of minder. 38. I. — 8 pct. Electrothermophoren (warmtecompressen). 135. I. 2. — 8 pet. Elementbakken. 38. B.B. 2. Elementen (galv. en electr.), wegende 10 K.G. of minder. 38. — 8 pct. Elementpotten. 38. B.B. 2. Elevatorbakjes. 13. B.B. 4. h. Elzen (metalen), van handvat voorzien. 93. B.B. Emballage. Vrijstelling van recht voor —. Art. 19, lett. m en n; art.' 25 en aant. 2 op no. 82. „ Openen van —. Art. 33, sub 7. Emblemen. 86. — 8 pct. Embrasses. 85. Emmers. 13. B.B. 2. a. ,, van papier maché. Aant. 4 op no. 97. „ I Jsemmers, bij den invoer van mechanisme voorzien, dienende bij het vervaardigen van vanille-ijs en andere afkoelende eetwaren, wegende 10 K.G. of minder. 57. — 8 pct. „ Melkmeetemmers. 13. B.B. 4. i. „ Sla-emmers. 40. „ Vulemmers of binnenkachels. 135. UI. 1. — 8 pct. Entre-deux. Z. g. —. 85. Epauletten. 54. V. — 8 pct. Essences, verpakt of in tabletvorm. 105. — 8 pct. „ Azijnessence, verpakt. 7. — 8 pct. „ Koffie-essences, verpakt, of in tabletvorm. 72. II. — 8 pct. „ Limonade-essences, verpakt of in tabletvorm. 79. — 8 pct. Étagères. 121. Etalagebustes en deelen daarvan. 84. — 8 pct. Tarief van Invoerrechten. I « 210 Etalagepoppen en deelen daarvan. 84. — 8 pct. Etalagestandaards. 121. Etenschuivers. 36. — 8 pct. Ethnographische .voorwerpen. Vrijstelling van recht voor —. Art. 19, lett. o. Etiquetten. Aardt. 2 en 3 op no. 97. — 8 pct. Etiquettenplakmachines, wegende 10 K.G. of minder. 1. — 8 pct. Etsen in lijst of passepartout. 133. I. Etuis. 13. B.B. 2. b. „ met benoodigdheden voor het brandschilderen. 95. B.B. 1. b. „ met gereedschappen, enz. 95. B.B. 1. a. „ met haarkleurmiddelen. 95. B.B. 1. c. „ voor instrumenten, verrekijkers, jacht- en sportbenoodigdheden, enz. 71. — 8 pct. ,, voor messen, brillen en lorgnetten. 100. — 8 pct. Euryscopen. 99. IV. — 8 pct. Expeditiekantoren. Art. 32. Explosie- en ontstekingsmiddelen. 142. VI. Expositietronen. 63. — 8 pct. Extensie-apparaten. Z.g. —. 48. I. — 8 pct. Extincteurs. 117. I. — 8 pct. Extracten, verpakt of in tabletvorm. 105. — 8 pct. „ Bad- en voetbadextracten, verpakt of in tabletvorm. 128. UI. — 8 pct. „ Koffie-extracten, verpakt of in tabletvorm. 72. II. — 8 pct. „ Limonade-extracten, verpakt of in tabletvorm. 79. — 8 pct. „ Vleesch-extract. 137. Ezels voor schilderijen en photographieën. 121. „ Schilderezels. 62. — 8 pct. Faces a main. 23. — 8 pet. Facturen, enz. Overleggen van —. Art. 33, sub 7. Fakkels. 75. VI. — 8 pct. Fauteuils. 149. I. — 8 pct. Feestartikelen. Z.g. —. 29. Feestvuurwerk. 140. Fersan, verpakt of in tabletvorm. 50. — 8 pct. Feston. 85. Festonneer-apparaten. 91. Festonneermachines. 91. Fiches. 44. II. — 8 pct. Fichesbakjes. 44. II. — 8 pct. Fichesdoozen. 44. JJ. — 8 pct. Fichu's. 67. B.B. 1. — 8 pct. Figuren voor het maken van borstplaat. 9. „ gebezigd bij gezelschapsspelen. 44. II. — 8 pct. „ Wasfiguren. 11. I. — 8 pct. Figuurzagen. Doosjes, plankjes en kaarten met de verschillende gereedschappen voor het —. 96. B.B. 1. a. Films. 39. 211 Films (cinematographische). 39. „ (kodak-). 39. — 8 pct. „ (tooverlantaarn-). 39. — 8 pct. Filterkleeden. 85. B.B. UI. 8. Filters. 40. „ gebezigd bij het zetten van koffie. 36. — 8 pct. Filterzakken. 85. B.B. Hf, 8. ™Z Filtreerketels gebezigd bij het zetten van koffie. 36. — 8 pct. Filtreertoestellen. 40. g gebezigd bij het zetten van koffie. 36. — 8 pct. Fineerhout, beplakt met papier, gebezigd als behangselpapier (*). 80. 8 pct. Fixeer- en andere baden, verpakt of in tabletvorm. 99. VI. — 8 pct. Wxeermïa^elen, verpakt of in tabletvorm. 99. VI. — 8 pct. Flambouwen. 75. VI. — 8 pct. Flanel. Wollensterkflanel, bestemd om te worden gebezigd als hulpmiddel in katoensterkerijen. 85. B.B. III. 10. Flesschen. 13. B.B. 2. a. „ van glas. 45. „ met daarin aangebrachte scheepjes. 133. U. — 8 pct. Flesschenbakjes. 36. — 8 pct. „ dragers. 13. B.B. 2. b. „ houders. 36. — 8 pct. kurken. 112. II. D. 1. en 112. B.B. 2. „ lak, verpakt of in tabletvorm. 148. — 8 pct. I rekken, (metalen) 121. II. C. — 8 pct. 1 sluitingen. 112 en 112. B.B. 4. c. „ standaards. 121. Flores cassia. 139. Floretten. 142. II. — 8 pct. Fluiten (feestartikelen). 29. — 8 pct. „ (muziekinstrumenten). 90. III. — 8 pct. ,, (stoom-). 111. B.B. 2. a. Fluitjes (signaaltoestellen). 111. — 8 pct. Foelie. 139. Foelieschillen. 139. Folieertoestellen, wegende 100 K.G. of minder. 1. — 8 pct. Folieerwerktuigen, wegende 100 K.G. of minder. 1. — 8 pct. Fonteintjes. Hang- en wandfonteintjes, verplaatsbare. 143. — 8 pct. „ Vogeldrinkfonteintjes. 138. — 8 pct. „ Waterleidingfonteintjes. 143. — 8 pct. Fonteinversieringen,, in aard en samenstelling overeenkomende met aquariumversieringen, wegende 5 K.G. of minder. 133. IV. — 8 pct. Forceeringen. Art. 23. Fornuisonderlegplaten. 135. Hl. 2. — 8 pct. Fornuizen. Keukenfornuizen. 135. H. 1. — 8 pct. „ Z.g. loodgietersfornuizen. 135. B.B. 3. (*) Tariefpost no. 80 in de wet luidt: „met fineerhout beplakt papier, gebezigd als behangselpapier"; de aan de wet toegevoegde Alphabetische Wï>t vermeldt echter: „Fineerhout beplakt met papier." 212 Fornuizen. Waschfornuizen. 135. B.B. 1. „ Onderstellen voor wasch- en kookfornuizen. 135. I. 3. Fournituren. Hoed-, schoen- en kleedingfournituren. 54. Frames (rijwiel-). 134. Dl. 4. — 8 pct. Franje met kralen, koralen, enz., samengesteld. 73. — 8 pct. Franjes. 85. Friseerspelden. 92. D. — 8 pct. Friseertangen. 106. D. — 8 pct. Frituurijzers. 9. Frondeelen. 129. I. — 8 pct. Frontknoopen. 69. — 8 pct. Fronts. 67. B.B. 1. — 8 pct. Fruit. 139. „ versch, behalve appelen, peren en druiven. Aant. 4 op 139.1.—Vrij. Fruitmandjes. 36. — 8 pct. Fruitschalen. 36. — 8 pct. Fruitverzendmandjes van spaan. 82. B.B. c. Fusten. 13. B.B. 2. a. Gaas. Builgaas, zijden. 85. B.B. III. 2. Gaastampons. 132. VI. — 8 pct. Gaatjestangen. 1. B.B. Gablonzer hoedversiering. 54. D. — 8 pct. Galalith in bladen, vellen of stukken bedrukt, beschilderd of voorzien van figuren, afbeeldingen, letters, cijfers of teekens, geen qualiteit- nummers zijnde. 59. — 8 pct. Galons. 64. VD. — 8 pct. Gamelangs. 90. Dl. — 8 pct. Gangbanken, verplaatsbare. 149. I. — 8 pct. Gangmeters. 33. I. — 8 pct. Ganzenborden. 44. D. — 8 pct. Ganzenroeren. 142. I. — 8 pct. Gapers. 11. I. — 8 pct. Garen. 41. ,, (geprepareerd). 41. B.B. 2. a. „ van papier. 41. B.B. 2. a. Garenbollen. 62. — 8 pet. Garenklosjes. 13. B.B. 2. b. Garneersel. 85. Garnituren. Art. 30, sub 12. „ n. a.g. 95. „ met rozetten, strikken, kwasten en pompons samengesteld. 54. VD. — 8 pct. „ met speelgoedartikelen. 114. — 8 pct. „ uitsluitend samengesteld met kantoor-, school-, schilder-, teeken- en schrijfbehoeften. 62. — 8 pct. „ Haard- en kachelgarnituren. 135. DL 2. — 8 pct. „ Kapgarnituren. 128. D. „ Metalen — voor bretels, jarretelles, kousenbanden en rokophouders. 54. I. — 8 pct. 213 Garnituren. Morrahstandaardgarnituren. 121. „ Toiletgarnïturen. 128. II. „ voor marquises, zonneschermen en tenten. 60. „ Wagenkapgarnituren. 134. UI. 8. „ Wasch- en nachttafelgarnitaren en wasch- en nachttafelgarnituurdeelen van allerlei aard. 143. — 8 pct. Gasaanstekers. 56. I. — 5 pct. Gasbespaarders (z.g.). 56. I. — 5 pct. Gaskachels. 135. I. 1. — 8 pct. Gaskomforen. 135. I. 2. — 8 pct. Gaskooktafels. 135. I. 2. — 8 pct. Gasolie. 96. I. Gastafeltjes (z.g.). 135. I. 2. — 8 pct. Gasverbruiksmeters, wegende 50 K.G. of minder. 33. II. — 5 pct. Gebak. Klein gebak. 70. Gebakdienschoteltjes. 36. — 8 pct. Gebakschotels. 36. — 8 pct. Gebedriemen. 63. — 8 pct. Gebitten (kunst-). 132. I. — 8 pct. (tuigdeelen). 129. I. — 8 pct. Gedenkpenningen. 86. — 8 pct. G^tótilleerdwet. Wijziging der —. Art. 36. Gehalte. Alcohol-, suiker- en zoutgehalte. Artt. 27 en 28. Geheimhouding. Art. 10 en art. 34, sub 17. Geheimmiddelen. Aant. 8 op art. 30, sub 14 en no. 43. Gehoorbuizen. 132. II. — 8 pct. Geisers en wandgeisers. 135. Jïï. 1. — 8 pct. Gekleurd glas. 45. Gelaatsbedekkingsartikelen. 53. Gelaatsbekleedingsartikelen. 53. Gelatine, verpakt of in tabletvorm. 42. I. — 8 pct. „ in al dan niet bedrukte, versierde of gefatsoeneerde bladen, vellen of stukken, per M2. wegende 500 gram of minder. 42. II. — 8 pct. „ capsules. 13. B.B. 4. f. Geldbakjes. 13. B.B. 2. b. Geldbeurzen. 100. — 8 pct. Geldboeten. AH. 33, sub 9 en 11 en artt. 37—40 Geldcassetten. 22. — 8 pct. Gelddoosjes van metaal. 100. — 8 pct. Geldkasten. 22. — 8 pet. Geldkisten. 22.-8 pct. Geldtrommels. 22. — 8 pct. ,, Inzetten voor —. 13. B.B. 2. b. Geldzakken. 85. II. Geledingen voor radiatoren. 135. I. 1. G^ïedingsketels voor centrale verwarming. 135. I. 1. Geleiders (tuigdeelen). 129. I. — 8 pct Gemengde pakking. Art. 29. 214 Geneeskrachtige watten, gehecht of verbonden op of aan mousseline, gaas of andere stoffen, behoorende tot post. no. 85. 144. I. — 8 pct. „ andere, verpakt of in tabletvorm. 144. JJ. — 8 pct. Geneesmiddelen. 43. Geraamten voor kappen van kinderwagens, enz. 66. i— 8 pct „ voor kappen van vervoermiddelen. 134. HL 8. — 8 pct. „ voor parapluies en parasols, van stok of naald voorzien. 98. I. — 8 pct „ voor schrijf- en rekenmachines. 109. — 8 pct. ,, voor tenten en zonneschermen. 60. — 8 pct. Geraffineerde suiker. 119. Geraffineerd zout. 150. Gereedschappen met schaarbeweging, welke als huishoudscharen zijn voorzien van twee oogen, zoomede van oog voorziene deelen daarvan. 106. — 8 pct Gereedschappen met verwarmingsinrichting en deelen en toebehooren daarvan. 135. Gereedschappen, gebezigd bij het bereiden van eetwaren, enz. 113. II. „ Doosjes, plankjes en kaarten met de verschillende gereedschappen voor het figuurzagen. 95. B. B. 1. a. „ Etuis enz. met gereedschappen, enz. 95. B. B. 1. a. „ Kistjes of doosjes met snijijzers en de daarbij be¬ hoorende tappen. 95. B. B. 1. a. Gereedschapsheften (z.g.). 95. B.B. 1. a. Gereedschapskacheltjes. 135. I. 3 en 135. B.B. 1. Gereedschapskasten. 121. B.B. 6. b. Gereedschapskisten (z.g.). 95. B.B. 1. a. Gereedschapsnaalden met oog. 92. I. — 8 pct. Gereedschapstafels. 121. B.B. 6. b. Gereedschapszakken, van oogen, ringen of kousen voorzien. 71. — 8 pct. Geribd glas. 45. Geschillen. Artt. 5—13. Gespen (ceintuur-, hoed-, schoen- en zadelmakersgespen en dergelijke gespen daaronder begrepen) en deelen daarvan. 69. — 8 pct Gevesten voor blanke wapenen. 142. II. — 8 pct. Gevogelte (eetbaar, ander dan levend) en eetbare deelen daarvan. 137. Gevogelte (levend). Aant. 1 op no. 137. Vrij. Geweien. 94. B.B. en 121. B.B. 3. Geweien (beschilderd, versierd of gemonteerd). 133. EL — 8 pct. Geweren, ook z.g. luchtdruk- en schiettentgeweren. 142. I. — 8 pct. „ Kindergeweren. 114. — 8 pct Gewicht. Bruto en netto—. Artt. 26, 29 en 30, sub 4. Gewichten. 145. IV. — 8 pct. „ (lamp-) en omhulsels daarvoor. 75. Bi. — 8 pct Gezelschapsspelen. 44. El — 8 pct Gezondheidskoffie (z.g.), verpakt of in tabletvorm. 72. II. — 8 pct. Gieken. 134. IL 2. — 8 pct Gierscheppers. 77. Gieters. 117. U. 215 Gietvormen. 11. II. en 13. B.B. 1. Gipsbeelden. 11. I. — 8 pct. Gist, verpakt of in tabletvorm. 37. V. — 8 pct. Gistpoeder, verpakt of in tabletvorm. 37. V. — 8 pct. Gladstone bags. 71. — 8 pct. Glansijzers, wegende 5 K.G. of minder. 118. — 6 pct. Glansmiddelen, verpakt of in tabletvorm. 32. — 8 pct. Glas. 45. „ (gemalen). 45. B.B. 3. e. „ in lood. 45. Glasgruis. 45. B.B. 3. e. Glaspaarlen. 73. — 8 pct. Glasplaatjes (gekleurde in houder). 102. II. — 8 pct. Glasplaten. Photographische —. 99. JU. — 8 pct. Glasporselein. 45. Glasscherven. 45. B.B. 3. e. Glaswerk. 45. Glaswol. 45. B.B. 3. e. Glazen bakjes. 36. — 8 pct. Glazen spuiten. 117. II. „ tegels. 45. — 8 pct Glazuurmiddelen, verpakt of in tabletvorm. 32. — 8 pct. Globes. 46. — 8 pct. Gloed. Z.g. (verwarmingsmiddel), verpakt. 81. — 8 pct. Gloeikousjes, al dan niet gedrenkt of voor dadelijk gebruik geschikt. 75. IV. — 8 pct Gloeikousstiften. 75. IV. — 8 pct Gloeilampen. 75. I. — 8 pct. Gloeilichamen. 136. Dl. 2. — 8 pct. Glycerine, verpakt of in tabletvorm. 96. — 8 pct. Golfstokken. 48. IV. — 8 pct. Gom, verpakt of in tabletvorm. 47 en 96. D. — 8 pct. Gongs. 90. Dl. en 111. — 8 pct. Goochelbekers. 44. TT. — 8 pct. Goochelspelen. 44. TT. — 8 pct Gordelriemen. 129. Dl. — 8 pct Gordels, ook zwemgordels. 67. B.B. 1. — 8 pct. Gordijnen. 123. n. — 8 pct Gordijnroedensteuners. 121. B. B. 3. Gordijnsluiters voor phototoestellen. 99. IV. — 8 pct. Gortbussen. 9. Goudpapier voor het vervaardigen van mondstukken van sigaretten. 97. B.B. II. Graetzin-branders. 75. Dl. — 8 pct. Gnn*ransbakken. 13. B.B. 2. b. Grafkransen (kunst-). 34. — 8 pct. „ van versche bloemen. 18 I. A. Graftakken. 34. Graf versiering, losse. 34. Grafzerken, van opschriften voorzien. 141. — 8 pct. !9DI»q« 216 Gramophonen. 90. II — 8 pct. Gramophoonhoorns. 90. IV. b. — 8 pct. Gramophoonkasten. 90. IV. b. — 8 pct. Gramophoonnaalden. 90. IV. b. — 8 pct. Gramophoonplaten. 90. TV. a. — 8 pct. Gramophoonrollen. 90. TV. a. — 8 pct. Granen. 139. Graphophonen. 90. II. — 8 pct. Grassen (voor versiering). 18. Griffelkokers. 71. — 8 pct. Griffels. 62. — 8 pct. Groenten. 139. Groentensnijborden, niet met mes gemonteerd. 56. IV. — 8 pct. „ van mes voorzien, wegende 5 K.G. of minder. 113. DL — 8 pct. Groentenstampers, wegende 600 gram of minder. 113. D. — 8 pct. Grondnoten. 139. I. 7, met aant. 5. Vrij. Grondnotenmeel. 139. B.B. 2. Gueridons. 121. Guitaren. 90. DL — 8 pct. Gummibanden. 8. — 8 pct. Gummiballons. 28. Dl. Gummibuizen. 26. D. Gummihandschoenen. 61. — 8 pct. Gummikompressen. 132. IV. — 8 pct. Gununimatten. 123. D. — 8 pct. Gummiperen. 28. Dl. Gummiranden. 28. D. Gummiringen. 28. D. Gummischijven. 28. I. (doorboorde). 28. D. Gummislangen. 26. D. Gummistokken. 142. D. — 8 pct. Gummiwaterflesschen. 132. TV. — 8 pct. Gutta-perchadraad. 41. B.B. 2. a. Gutta-perchagaren. 41. B.B. 2. a. Gutta-percha in bladen, vellen, stukken of schijven. 28. I. „ ,, Voorwerpen van —. 28. Gymnastiekbenoodigdheden. 48. Gymnastiektoestellen en gymnastiekapparaten. 48. I. — 8 pct. Haakbenoodigdheden n.a.g. 93. — 8 pct. Haakgarnituren. 96. B.B. 1. c. Haakgespen, waaronder te verstaan alle gespen uijf twee afzonderlijke deelen bestaande. Deelen van —. 69. en 69. B.B. 2. — 8 pct. Haaknaalden. 92. I. — 8 pet. Haakpennen. 92. I. — 8 pct. Haakwerken. 85. Haar (menschen-) lang 10 cM. of meer, al dan niet bewerkt. 49.1. — 8 pct. „ op spelden gerold. 49. n. — 8 pct. 2ïT Haar Chignons, pruiken, vlechten, krullen en ander z.g. pruikenmakerswerk. 49. II. — 8 pct. Haarborstels. 21. H. — 8 pct. Haarden (huishoud-), van allerlei aard. 135. 1.1. — 8 pct. Haardgarnituren. l36. HL 2. — 8 pct. Haardijzers. 135. HL 2. — 8 pct Haardommantelingen. 135. Hl. 1. H aardonderlegplaten. 135. HL 2. — 8 pct. Haardraagkammen. 16. B.B. 1. — 8 pct Haardroogtoestellen. 128. I. — 8 pct Haardschermen. 60. — 8 pct. Haardstelgamituren. 95. B.B. 1. d. Haardstelstandaards. 121. H. C. — 8 pct Haardsteltoebehooren. 135. Hl. 2. — 8 pct. Haargroei-apparaten. 128. I. — 8 pct. Haarkapjes, niet uit of met haar samengesteld. 128. H. — 8 pct Haarkleurkammen. 128. H. — 8 pct. Haarkleurmiddelen, verpakt of in tabletvorm. 128. DL — 8 pct Haarnetjes, uit of met haar of kunsthaar vervaardigd. 49. H. — 8 pct. „ niet uit of met haar samengesteld. 128. II. — 8 pct. Haarpoeders, verpakt of in tabletvorm. 128. Dl. — 8 pct Haarspelden. 92. D. — 8 pct. Haarvilt. 85. Haarwerken. 49. Haarwerkschilderijen. 133. I. Haarzakjes. 128. H. — 8 pct. Haematogen, verpakt of in tabletvorm. 50. — 8 pct. Hagel (looden). 142. V. — 8 pct Hagelpatronen. 142. TV. — 8 pct. Hakborden van mes voorzien, wegende 5 K.G. of minder. 113. Hl.—8 pct Haken (haardsteltoebehooren). 135. Hl. 2. — 8 pct. „ voor kettingen. 112. Haken voor parapluies, parasols of wandelstokken. 98. Hl. — 8 pct. „ Hoed- en jashaken. 121. B. B. 3. Vischhaken. 48. Dl. Haken en oogen, en deelen daarvan. 69. — 8 pct. Hakennaalden voor breimachines. 92. B.B. — Vrij. Hakmessen. 88. B.B. 1. e. en aant. 1 op no. 88. Haktoestellen, bestaande uit een bord, plank of toestel met een daaraan bevestigd mes, dat bij het hakken met de hand wordt op en neer bewogen, en wegende 5 K.G. of minder. 113. Dl. — 8 pct „ Vleeschhakmachines en, ongeacht hun gebruik alle hak¬ toestellen, voor zoover bewogen door middel van een kruk, zwengel, enz. 113. TV. Hakwerktuigen. 113. Halsbanden. 129. L — 8 pct Halsflesschen. 46. Hl. Halskettingen. 15. B.B. 1. — 8 pct Halsters. 129. I. — 8 pct. 218 Halters. 48. I. — 8 pct Hamen. 129. I. — 8 pct Hamers. Aant. 1 op no. 56. — Vrij. Hamkokers. 9. Handbekleeding. 51. Handbrandspuiten. 117. EL Handdoeken. 85. Handschoendoozen. 13. 6.6. 2. b. Handschoenen. 51. — 8 pct „ van asbest. 51. 6.6. 5 (wasch-). 128. H. — 8 pct Handschoenrekkers. 128. H. — 8 pet Handstempels. 1. 6.6. en 27. Handvatten. 112. „ voor parapluies, parasols of wandelstokken. 98. Hl. — 8 pct „ (strijkijzer-). 118. — 5 pct. „ voor rijwieisturen. 134. Hl. 4. — 8 pct „ voor baardscheerapparaten of veiligheidsscheermessen. 128. H. — 8 pct. Hand vuurwapenen. "142. I. — 8 pct Handwarmers. 135. I. 2. en 135. B.B. 3. Hangers voor het bergen van provisiepotten, poets-, schuur- en wrijfbenoodigdheden. 121. „ Borstel-, jas-, kleeder- en mofhangers. 121. Hangmatten. 76. — 8 pct. Hangsloten. 52. — 8 pct Hangwandfonteintjes, verplaatsbare. 143. — 8 pct. Hardgummi. Artikelen van —. 28. B.6. 3. Haring, in vaten. Aant. 1 op no. 136. Haringgraatstaal. 101. 6.6. 1. Harken. 114, met 8.B. 2. a. Harmonica's (mond- en trek-). 90. Hl. — 8 pct Harmoniums. 90. I. — 8 pct. Harnachementen (metalen-) en deelen daarvan. 129. I. — 8 pct Harnassen en deelen daarvan. 142. I. — 8 pct. Harpen (muziekinstrumenten). 90. Hl. — 8 pct. Harpen voor gaslampen. 75. I. — 8 pct. Hars, verpakt of in tabletvorm. 96. — 8 pct. Harten (dierorganen). 137. Harzer Gebirgsthee. 126. B.6. 1. Haspels. 13. 6.6. 2. b. Havermout, bij invoer in verpakten staat. 139. H. 2. a. — 6 pct. Hazardspelen. 44. II. — 8 pct Hazelnoten. 139. Hechtgaren op alcohol, phenol of andere stoffen. 41. V. A. en B. Hechtmachines. 1. Hechtnaalden. 92. I. — 8 pct. Hechtzijde op alcohol, phenol of andere stoffen. 41j V. A. en B. Hectograafrollen. 4. — 8 pct Hectographen, wegende 100 K.G. of minder. 4 — 8 pct. 219 Hefboomkurketrekkers. 36. — 8 pct Heften. 112. „ Gereedschapsheften. 95. B.B. 1. a. Heilgymnastiekapparaten. 48. I. — 8 pct Heilgymnastiektoestellen. 48. I. — 8 pct Hellebaarden. 142. H. — 8 pct Helmen. 53. — 8 pct. Hemelglobes. 46. — 8 pct Hemelkaarten. 85. B.B. III. 12 en 97. B.B. III. 3. Hemels voor ledikanten en wiegen. 76. — 8 pct Hengels (visch-). 48. Hl. — 8 pct Hengelsportbenoodigdheden. 48. Hl. — 8 pct. Hengelstokken (gemonteerde). 48. Hl. — 8 pct. Hengsels. 112. Hersenen (dierorganen). 137. Hobbelpaarden. 114. — 8 pct Hockeystokken. 48. F7. — 8 pet Hoedbandeaux. 54. VH. — 8 pct. Hoedborstels. 21. H. — 8 pct. Hoeden. 53. — 8 pct Hoedendoozen. 71. — 8 pct. Hoedenelastiek. 41. I. Hoedfournituren n.a.b. 54. Hoedgespfn. 69. — 8 pct Hoedhaken. 121. B.B. 3. Hoedkarkassen. 63. — 8 pct. Hoednaalden. 92. H. — 8 pct Hoedpendopjes. 16. B.B. 1. — 8 pct Hoedpennen. 15. B.B. 1. — 8 pct. Hoedspelden. 15. B.B. 1. — 8 pct. Hoedversiering (Gablonzer, Offenbacher en andere dergelijke—). 54. H. 8 pct Hoefbekleeding, ook van rubber of dergelijke, stof. 107. I. — 5 pct. Hoefbeslag. 107. I. — 5 pct Hoefijzers. 107. I. — 5 pct Hoef ijzertjes gebezigd tegen het afslijten van schoenhakken. 107. H.—8 pct. Hoefkalkoenen. 107. I. — 5 pct. Hoefmagneten (niet omwoelde), wegende 100 gram of minder. 114, met B.B. 2. b. — 8 pct Hoefnagels. 107. I. Hoefspijkers. 107. I. Hoefzolen. 107. I. — 5 pct Hoekmeetinstrumenten. 23. — 8 pct. Hoepels (kinder-). 114. — 8 pct Hoeven. 94. B.B. „ (beschilderd, versierd of gemonteerd). 133. H. — 8 pct Hoezen. 123. H. — 8 pct. „ voor het bergen van jacht- en sportbenoodigdheden, enz. 71. — 8 pct Hof van Arbitrage. Art. 19, aant. 20. 220 Hokken. Hondenhokken. 129. H. — 8 pct. „ Pluimveehokken. 138. — 8 pct. Holkoord. 41. B.B. 1. Holpijptangen. 1. B.B. Holsters (pistool- en revolver-). 71. — 8 pct. Hondelijnen, van musquetton of haak voorzien. 129. I. — 8 pct. Hondenhokken. 129. II. — 8 pct Hondenmanden. 129. H. — 8 pct. Hondenpistolen. 142. I. — 8 pct. Hondensportartikelen. 129. I. Hondenvleeschbrood. 12. I. Honig en met honig samengestelde producten. 55. Honigraatspoelen voor ontvangtoestellen. 33. Vlll. — 8 pct. Honigraten. 55. B.B. 2. Hoofdbedekkingsartikelen. 53. Hoofdbekleedingsartikelen. 53. Hoofdijzers. 15. B.B. 1. — 8 pct. Hoofdkussens (verstelbare, voor ziekenledikanten). 76. — 8 pct. Hoofdsteldeelen. 129. I. — 8 pct. Hoofdstellen. 129. I. — 8 pct. Hoofdversieringsartikelen voor poppen. 114. B.B. 1. Hooikisten. 56. IV. — 8 pct Hooivorken. 77. Hoörn in bladen, vellen of stukken, bedrukt, beschilderd of voorzien van figuren, afbeeldingen, letters, cijfers of teekens, geen qualiteitnummers zijnde. 59. — 8 pct. Hoornen. 94. B.B. „ (beschilderd, versierd of gemonteerd). 133. H. — 8 pct. Hoorns voor phonopraphen, gramaphonen, graphophonen en dergelijke muziekinstrumenten. 90. TV. b. — 8 pct Misthoorns. 111 en 111. B.B. 2. b. „ Signaalhoorns. 111. — 8 pct. Horlogekasten. 130. I. — 8 pct. Horlogekettingen. 15. B.B. 1. — 8 pct. Horloges. 130. I. — 8 pct. Horlogesleutels v.a.s. 130. n. — 8 pct. Horlogewerken. 130. I. — 8 pct. Horlogewijzerplaten. 130. H. — 8 pct. Horren. Raamhorren. 60. — 8 pct Hors d'oeuvre-schalen. 36. — 8 pct Hospitaalschepen. Art. 19, aant. 20. Houders voor electrische lampen. 75. H. — 8 pct. „ voor voorsnijmessen, flesschen, zoutvaatjes en ander eet-, drink- en tafelgerei. 121. „ waarmede sigaar of sigaret bij het rooken wordt vastgehouden. 103. — 8 pct „ Cosmetiekhouders. 128. IE. — 8 pct Houtgeest en producten, welke houtgeest bevatten. 2. I en IH. Houtlijin. Aant. 1 op no. 47. Houtskool in pijpjes of staafjes, welke, door hun gelijke dikte en het 221 afgesneden zijn op gelijke lengte, kennejjjjk zijn bestemd om te worden gebezigd als teekenbehoefte. 62. — 8 pet. Houtskoolkouders. 62. — 8 pct. Houtsnijwerk. Balineesch —. 133. EL — 8 pct. Houtstof, in bladen of vellen, blijkens de daarin aangebrachte gaten of blijkens den graad van vochtigheid alleen geschikt om te dienen als grondstof voor de papierfabricage. 97. B.B. III. 12. Houtwol (verpakt). 132. VH. — 8 pct. Houtwolkussens. 132. VI. — 8 pct. Houtwolmatrassen. 76. — 8 pct. Huiden. Dierhuiden. 20. Huidpoeders, verpakt of in tabletvorm. 128. Hl. — 8 pct. Huishoudelijke artikelen. 56. Huishoudhaarden, van allerlei aard. 135. 1.1. — 8 pct. Huishoudkachels, van allerlei aard. 135. I. 1. — 8 pct Huishoudscharen. 106. H. — 8 pct. Huishoudstoelen. 149. I. — 8 pct. Hulpmiddelen voor het bereiden of voorloopig bereiden van eetwaren, enz. 113. „ Kap-, kleed- en toilet—, n.a.g. 128. II. — 8 pct. „ Schoonheids— n.a.g. 128. I en Hl. Hulzen van papier voor katoenspinnerijen. 97. B.B. III. 313. „ Patroonhulzen, papieren, 142 IV. — 8 pct. „ Sigarettenhulzen. Art. 24, derde lid en no. 97. I. Stroohulzen. 13. B.B. 4. a. en 85. B.B. III. 15. Huwelijksgeschenken. Art. 19, lett. k. Hydronetten. 117. II. LTsemmers, bij den invoer van mechanisme voorzien, gebezigd bij het vervaardigen van vanille-ijs en andere afkoelende eetwaar, wegende 12 K.G. of minder. 57. — 8 pct Ijskappen. 132. P7. — 8 pct. Ijskasten. 58. en 121. B.B. 4.-8 pct. IJssporen. 107. H. — 8 pct. IJszakken. 132. IV. — 8 pct Ijzergaas. Aant. 4 op no. 85. Uzers. Bakijzers, frituurijzers en wafelijzers. 9. „ Glansijzers, wegende 5 K.G. of minder 118. — 5. pct „ Hoefijzers. 107. I. — 5 pct „ Schudijzers (haardsteltoebehooren). 135. Hl. 2. — 8. pct. IJzersaccharaat. 30. H. Imitatie bastband en dergelijke. 85. „ vlechtwerk van metaalband. 101. „ weefsels. 85. Inductieapparaten, wegende 10 K.G. of minder. 38. II. — 8 pct. Injectiespuiten. Il7. n. Inkt, verpakt of in tabletvorm. 68. — 8 pet Inktkokers en onderstellen daarvoor. 62. — 8 pct. Inktspuitjes. 62. — 8 pct. Inktstellen en onderstellen daarvoor. 62. — 8 pct. 222 Inlegraampjes voor phototoestellen. 99. IV. — 8 pct. Inlegzooltjes. 108. — 8 pct. Insecten gehecht op karton of verpakt in doosjes, of op eenigerlei andere dergelijke wijze opgemaakt. 94. IV. — 8 pct. Insectendoodende middelen, verpakt of in tabletvorm. 32. — 8 pct. Insectenwerende middelen, verpakt of in tabletvorm. 32. — 8 pct. Insignes. 86 en 92. D. — 8 pct. Insteekbanden. Z.g. —. 6. B.B. 1. — 8 pct. Instrumenten n.a.g. 33. „ met schaarbeweging, welke als huishoudscharen zijn voor¬ zien van twee oogen, en van oog voorziene onderdeelen daarvan. 106. — 8 pct. „ met verwarmingsinrichting n.a.g., deelen en toebehooren daarvan. 135. „ voor geneeskundigen. Aant. 1 op no. 132. „ voorzien van lenzenstelsel. 23. — 8 pct. „ Hoekmeetinstrumenten. 23. — 8 pct. „ KindermuzielBnstrumenten. 114. — 8 pct. „ Muziekinstrumenten. 90. „ Waterpasinstrumenten. 23. — 8 pct. Invertsuiker. 119. Inzetbakjes voor bloem- en planthouders. 19. — 8 pct. Inzetten voor geldtrommels. 13. B.B. 2. b. „ voor scheerbakjes. 128. II. — 8 pct. Isolatoren. 121. B.B. 3. Isoleermiddelen, verpakt of in tabletvorm. 32. — 8 pct. Ivoor in bladen, vellen of stukken, bedrukt, beschilderd of voorziéh van figuren, afbeeldingen, letters, cijfers of teekens, geen qualiteit- nummers zijnde. 59. — 8 pct. Jaarboeken. 97. B.B. III. 1. b. Jachtbenoodigdheden n.a.b. 142. Jachtmessen, samenvouwbare. 88. B.B. 4. — 8 pct. Jalouzieën v.a.s. 60. — 8 pct. Jam. Aant. 10 op no. 139. Japan- en Ghinamatten. Z.g. —. 123. I. — 8 pct. Japansch lakwerk. 133. II. — 8 pct. Jardinières. 133. U. — 8 pct. Jarretellegarnituren. 54. I. — 8 pct. Jarretelles. 67. B.B. 1. — 8 pct. Jashaken. 121. B.B. 3. Jashangers. 121. Javaansch koperwerk. 133. II. — 8 pct. Jeu de poule (gezelschapsspel). 44. II. — 8 pct. Juteweefsels. 85. I. Kaardenband. 85. B.B. III. 5. Kaarsekapkarkassen. 75. Dl. — 8 pct. Kaarsekappen. 75. Dl. — 8 pct. Kaarsen en kaarsjes v.a.s. 75. VI. — 8 pct. 223 Kaarsen (porseleinen). 75. JU. — 8 pct. „ (Romeinsche). 140. — 8 pct. „ voor het aansteken van gaslicht (z.g. tapers). 75. VI. — 8 pct Kaarsenpit. 41. VI. Kaarshouders voor kronen, enz. 75. JX — 8 pct. Kaarten en reliëf. 11. II. „ gebezigd bij gezelschapsspelen. 44. II. — 8 pct. ,, in lijst of passepartout. 133. I. „ met verschillende gereedschappen voor het figuurzagen. 95 B.B. 1. a. „ van papier. 97. B.B. III. 1 en 3. „ Hemel-, land- en zeekaarten. 85. B.B. III. 12 en 97. B.B III. 3. „ Reclamekaarten. Aant. 2 op no. 97. „ Speelkaarten. 44. I. „ Spoorwegkaartjes. Aant. 2 op no. 97. Kaas v.a.s. 61. — 8 pct. Kaaskleursel, verpakt of in tabletvorm. 68. — 8 pet. Kaasmessen. 88. B.B. 1. c. — 8 pct. Kaasschaven, wegende 600 gram of minder. 113. H. — 8 pct. Kaatsballen. 114. — 8 pct. Kaatsspel. Benoodigdheden voor —. 48. IV. — 8 pct. Kabel voor geleiding van electriciteit. 41. IV. Kachelgarnituren. 135. Hl. 2. — 8 pct. Kachelhaken. 135. Hl. 2. — 8 pct. Kachèlommantelingen. 135. Hl. 1. Kachelonderlegplaten. 135. Hl. 2. — 8 pct. Kachelpoken. 136. Hl. 2. — 8 pct. Kachelpotten. 135. Hl. 1. — 8 pct. Kachels (bad-). 136. H. 1. — 8 pct. „ (binnen-). 135. Hl. 1. — 8 pct. „ (electrische, gas- en petroleum-). 135. I. 1. — 8 pct. „ (gereedschapskacheltjes). 135. I. 3. en 135. B.B. 1. „ (huishoud— van allerlei aard). 135. I. 1. — 8 pct. „ (strijlftacheltjes). 135. I. 3 en 135. B.B. 1. Kachelschudqzers. 135. Hl. 2. — 8 pct. Kainiet. 150. B.B. 5. Kakemono's in lijst of passepartout. 133. I en 133. B.B. 3. b. „ van papier, niet omlijst. 97. B.B. III. 2. „ van weefsel, niet omlijst. 85. B.B. III. 13. Kaleidoscopen. 114. — 8 pet. Kalenders. 97. B.B. III. 1. b. Kahumhoudende zouten. 150. B.B. 5. Kalotten. 63. — 8 pct. Kamergemakken. 132. IV. — 8 pct. Kamerschutten. 60. — 8 pct. Kamerstoffers. 21. II. — 8 pct. Kamert urnapparaten. 48. I. — 8 pct. Kamervegers. 21. II. — 8 pct. Kamervuurwerk. 140. 224 Kammen. Haarkammen v.a.s. (geen sier- of haardraagkammen zijnde), zakkammen en haarkleur kammen daaronder begrepen. 128. H. — 8 pct. Kammen. Sier- en haardraagkammen. 15. B.B. 1. — 8 pct. Kamreinigers. 128. II. — 8 pct. Kandelaars. 75. I. — 8 pct. Kandelabres. 75. I. — 8 pct. Kandij. 119. Kaneel, ook witte kaneel. 139. Kaneelbast. 139. Kaneelknoppen. 139. Kaneelschors. 139. Kannen (schenk-). 36. — 8 pct. Kanselarijbenoodigdheden. Art. 19, lett. c. Kant. 85. Kantklosartikelen. 93. B.B. Kantmutsen. 63. — 8 pct. Kantoorbehoeften n.a.g. 62. — 8 pct. Kantoorboeken. 97. B.B. III. L b en 10. Kantoorstoelen. 149. I. — 8 pct. Kantwerken. 85. Kapbedekking voor vervoermiddelen. 134. D3. 8. „ „ kinderwagens, enz. 66. Kapdoozen. 128. II. — 8 pct. Kapdragers voor lampen. 76. II. — 8 pct. Kapgarnituren. 128. II. Kapgeraamten (wagen-). 66 en 134. UI. 8. Kaphulpmiddelen n.a.g. 128. II. — 8 pct. Kapmessen, voorzien van een aangezet handvat en wegende 600 gram of minder. Aant. 1 op no. 88. — 8 pct. Kapjes (hoofddeksels). 53. — 8 pct. Kappen (kaarse-). 75. ffl. — 8 pct. (lampe-). 75. III. — 8 pct. voor kinderwagens, enz. en garnituren daarvoor. 66. " en deelen van kappen voor vervoermiddelen. 134. III. 8. „ Naaimachinekappen. 13. B.B. 2. b. „ Schrijfmachinekappen. 13. B.B. 2. b. Kappers (gro#nte). 139. III. G. 1. b. en 3. b. Kappersbenoodigdheden n.a.g. 128. I. — 8 pct. Kappersgereedschappen n.a.g. 128. Kapsels (z.g.). 53. — 8 pct. Kapspiegels. 115. — 8 pct. Kapstokken. 121. Kapstokkleeden. 123. II. — 8 pct. Kaptafelbenoodigdheden n.a.g. 128. U. — 8 pct. Karabijnen. 142. I. — 8 pct. Karkasdraad. 41. U. Karkassen voor lampe- en kaarsekappen. 75. HL — 8 pct. „ Hoedkarkassen. 53. — 8 pct. Karldoek. 85. B.B. III. 4. 325 Karnemelk, verpakt. 37. VI. — 8 pct. Karnmachine8. 113. IV. Karotten (tabak). 120. Karpetsohuiere (Amerikaansche). 21. II. — 8 pct. Karpetten. 123. EL. — 8 pct Kartonhechtmacbines, wegende 10 K.G. of minder. 1. — 8 pct. Kaacontróleapparaten. 33. D3. — 8 pct Kasregisters. 33. III. — 8 pct Kastanjes. 139. Kasten n.a.b. 121. EL A en B en 121. B.B. 6. _ „ „ „ , met vast daaraan verbonden gereedschappen, lai. d.d. o. d. voor muziekinstrumenten. 90. IV. b. — 8 pet voor uurwerken. 130. I. — 8 pct Bijenkasten. 13. B.B. 4. b. Brandkasten. 22 en 121. B.B. 4.-8 pct Ijskasten. 58 en 121. B.B. 4. — 8 net Kastjes met gereedschappen, enz. 95. B.B. 1. a. Kastladen. 13. B.B. 2. b. Kastrompen. 121. B.B. 2.-8 pct Kaststellen (z.g.). 133. EL — 8 pct Katoen. Ongebleekt katoen, te gebruiken in katoendrukkerijen en ververijen. 85. B.B. II. a. Kattenmanden. 129. EL — 8 pct Kauwgom. Z.g. —. 70. Kaviaar en hetgeen als kaviaar wordt verkocht. 136. EI. — 20 pct Keelspiegels. 115. — 8 pct. Keetspek. 150. III. B. Kegels. 48. IV. — 8 pct Kegelspel. Benoodigdheden voor —. 48. IV. — 8 pct Kelkbladeren. Kunst —. 18. EL Kelken en kelktoebehooren voor kerkelijk gebruik. 63. — 8 pct Kerkdienstbenoodigdheden. 63. Kerkklokken. 111. — 8 pct. Kerkmeubelen. 63. Kersen. 139. Kersenontpitters, wegende 600 gram of minder. 113. II. — 8 pct Kerstboompjes (kunst-). 18. EI. — 8 pct. Kerstboomversieringsartikelen van allerlei aard, van oog voorziene micaplaatjes en andere artikelen, welke blijkens het opschrift op de verpakking vóór het versieren van kerstboomen zijn bestemd, daaronder begrepen. 64. — 8 pct Kerstkaarten. Aant. 1 op no. 59. Kerstkribben. 63. — 8 pct Ketels. 13. B.B. 2. a. „ voor centrale verwarming. 135. I. 1, met aant. 2. Vrq. voorzien van verwarmingsinrichting. 185. EL ,! Tafel- en toonbank-koffieaftapketels. 36. — 8 pct. „ Koffie- en theeketels voor tafel- en toonbankgebrüik, van ver- warmingsinrichting voorzien. 136. B.B. 4. — 8 pct „ Veevoederketels en de stookinrichting daarvoor. 135. B.B. 1. Tarief van Invoerrechten, I 225 226 Ketel» Veevoederketels zonder vemamnngsinrichting. 135. B.B. 3. Ketelsteenwerende middelen, verpakt of in tabletvorm. 32. — 8 pet. Ketting en kettingen. 65. ... Kettingen. Hals- en horlogekettingen, mof-, waaier-, pincenez- en sleutelkettingen. 15. B.B. 1 en 2. — 8 pct Kop- en kinkettingen. 129. I. — 8 pct. Kettingbeschermers (rijwiel-). 134. Hl. 6. — 8 pct Kettingkasten (rijwiel-). 134. III. 6.-8 pct. Kettingschuiven (lijfsieraden). 15. B.B. 1. — 8 pct. Keukenartikelen. 56. Keukenfornuizen v.a.s. 136. II. 1. — 8 pct. Keukenmessen. 88. B.B. 1. c. — 8 pct Keukenscharen. 106. H. — 8 pct. , ... Kijkglaasjes (voor petroleumtoestellen of voor andere tot post 135 behoorende artikelen). 136. Hl. 1. — 8 pct. Kinderautomobielen. 66. — 8 pct. Kindergeweren. 114. — 8 pct. Kinderloophekken. 66. — 8 pct. Kinderloopstoelen. 66. — 8 pct. Kindermutsen. 53. — 8 pct. Kindermuziekinstrumenten. 114. — 8 pct Kinderpistolen. 114. — 8 pct Kinderschommels. 114. — 8 pct. Kindersleden. 134. H. 3. — 8 pct Kinderspeelwagens. 66. — 8 pct Kindersportkarren. 66. — 8 pct. Kinderstoelen. 66. — 8 pct. Kindertrompetten. 114. — 8 pct. Kinderwagenbanden. 6. — 8 pct. Kinderwagens. 66. — 8 pct. Kinkettingen. 129. I. — 8 pct. Kinsteunen voor vioolspelers. 90. IV. b. — » pct. Kisten. 13. B.B. 2. a. Kistjes met snij-ijzers en tappen of andere gereedschappen. 95. B.B. 1. a. Kistladen. 13. B.B. 2. b. Klankborden. Aant. 1 op no. 90. FF. Preekstoel—. 63. — 8 pct Klankmeters. 90. IV. b. — 8 pct. Klapbanken. 149. I. — 8 pct Klappers (vuurwerk). 140. — 8 pct. Klapsigaren. 110. Klapstoelen voor kerken, scholen, schouwburgen, verkoop- en ontspanningslokalen. 149. I. — 8 pct Klaptafels. 121. Klavierinstrumenten. 90. I. Kleedbustes en deelen daarvan. 84. — 8 pet Kleeden en kleedjes, voor dadelijk gebrmk gevormd. 123. — 8 pct Buil-, filter- en perskleeden. 85. B.B. III 2 en 8. Dek- tent-, wagen- en wiegenkleedeBw 85. B.B. III. 7 en 123. U. | Divai- en kapstokkleeden. 123. H. — 8 pct 227 Kleeden Tafelkleeden. 123. II. — 8 pet. „ Vloer- en wandkleeden. 123. DL — 8 pct. „ Zadeldekken en dergelijke kleeden en kleedjes. 123. II. — 8. pct. Kleederbaleinen. 54. I. Kleederborstels. 21. D. — 8 pct. Kleederen. 67. — 8 pct. „ Poppekleeren. 114. — 8 pct. Kleederhangers. 121. Kleedhulpmiddelen n.a.g. 128. D. — 8 pct. Kleedingbeschermers (rijwiel-). 134. Dl. 6. — 8 pct. Kleedingfournituren n.a.b. 54. Kleedingknoopen, met stift sluitende. 69. — 8 pct. Kleedingstukken. 67. — 8 pct. Kleedingtoebehooren. 67. — 8 pet. Kleedjes. Blad-, schoorsteen- en waschtafelkleedjes. 123. D. — 8 pct. Kleedknoopen en deelen van met stift sluitende kleed- en kleedings- knoopen. 69. — 8 pct. Kleednaalden. 92. D. — 8 pct. Kleedspelden. 15. B.B. 1. — 8 pct. Kleedtoebehooren. 67. — 8 pct. Kleefstoffen, verpakt of in tabletvorm. 47. — 8 pct. Kleerborstels. 21. H. — 8 pct. Kleerenstandaards. 121. D. C. — 8 pct. Kleerkloppers. 56. I. — 5 pct. Kleermakerskrijt (z.g.), verpakt of in tabletvorm. 74. — 8 pct. Klein gebak. 70. Kleppen. Oogkleppen. 129. I. — 8 pct. „ Pettenkleppen. 54. IV. — 8 pct. Kleppers. 114. — 8 pct. Kleurboeken. 97. B.B. III. 1. e. Kleurkrijt, verpakt of in tabletvorm. 74. — 8 pct. KleurmiSdelen. Haar-, verpakt of in tabletvorm. 128. Dl. — 8 pet. Kleurstoffen, verpakt of in tabletvorm. 68. Klewangs. 142. II. — 8 pct. Klimschoenen. 108. B.B. d. Klingen voor blanke wapenen. 142. D. — 8 pct. Klok- en hamerspelen. 44. D. — 8 pct. Klokhuizen van vruchten. 139. B.B. 7. b. Klokkekasten. 130. I. — 8 pct. Klokken voor het voortbrengen van waarschuwingsgeluiden. 111.— 8 pct. Kerkklokken. 111. — 8 pct Klokken en pendules en andere met uurwerk, veer of mechanisch werkende tijd- of datumaanwijzers, electrische uurwerken en contróle-uurwerken daaronder begrepen, ook z.g. schakelklokken en lichtschakelklokken. 130. I. — 8 pct Klokke werken. 130. Kloksignalen (spoorweg-). 111. B.B. 1. Kloksloten. Z.g. —. 62. — 8 pct. Klompen, geheel vervaardigd van hout, al dan niet gevoerd of voorzien van z.g. klompenleestjes. 108. B.B. c. 228 Klompschoenen. 108. — 8 pct. Kloprekken. 121. Kluisdeuren, voorzien van brandvrije vulling. 22. — 8 pet. Kluisters. 129. I. — 8 pct Kluwenhouders. 62. — 8 pct. Knalsignalen. 142. IY. — 8 pct. Kneedwerktuigen. 113. Kneuswerktuigen. 113. Kniebeschermers (voor dieren). 129. I. — 8 pct. Knielbanken. 149. I. — 8 pct Knikkers. 114. — 8 pct. Knipbenoodigdheden n.a.g. voor huishoudelijk, naaisters-, kleermakersen dergelijk gebruik. 93. — 8 pct Knipmessen (nl. alle messen, die samenvouw- of inschuifbaar rijn, met uitzondering van scheermessen). 88. B.B. 1. a. en 4. — 8 pct Knodsen (gymnastiekbenoodigdheden). 48. I. — 8 pct Knollen (plantendeelen). 139. Knoopen (manchet-, bont-, boord- en andere Idëedknoópen, bretelknoopen, passementknoopen, rijtuig-, meubel- en distinctiefknoopen, drukknoopen, draagknoopen en dergelijke knoopen daaronder begrepen. 69. — 8 pct. Knoopenhaken. 128. II. — 8 pct Knoopenscharen. 128. II. — 8 pct Knoopnaalden. 92. I. — 8 pct Knoopsgatentangen. 1. B.B. Knoopvormen, houten. 69. — 8 pct. Knoopwerken. 85. Knoppen. 121. B.B. 3. „ (parapluie-). 98. Dl. — 8 pct „ (parasol-). 98. Dl. — 8 pct (wandelstok-). 98. Dl. — 8 pet Kodakfilms. 39. — 8 pct Koeienpistolen (z.g.). 142. B.B. 2. Koek. 70 en aant. 1 op no. 55. Koekbakkerswerk. 70. Koekdoozen. 36. — 8 pet. Koekpanmessen. 88. B.B. 1. c. — 8 pct Koekschotels. 36. — 8 pct Koelers. 40. Koeltoestellen. 40. Koetouw. Aant. 1 op no. 129. Koetswerken. 134. ID. 1. Rofferladen. 13. B.B. 2. b. Koffers v.a.s. 71. — 8 pct Koffie. Natuurlijke koffie, al dan niet gebrand, gemalen of cafeïnevrij, mits niet vermengd met cichorei of andere zelfstandigheden, en met uitzondering van koffie-extracten en koffie-essences, verpakt. 72. I. — 8 pct. „ Natuurlijke koffie, vermengd met cichefei, of andere zelfstandigheden, verpakt of in tabletvorm. 72. D. — 8 pet 229 Koffie. Eikelkoffie, peekoffie of cichorei, moutkoffie en andere z.g. gezondheidskoffie, verpakt of in tabletvorm. 72. II. — 8 pct. Koffieaftapketels (tafel- en toonbank-). 36. — 8 pct. Koffiebladen. 36. — 8 pct Koffie-essences, verpakt of in tabletvorm. 72. II. — 8 pet „ -extracten, verpakt af in tabletvorm. 72. IL — 8 pct Koffiefilters (tafel- en toonbank-). 36.-8 pct Koffieketels voor tafel- en toonbankgebruik, van vemarmingsinriohting voorzien. 135. B.B. 4. — 8 pct Koffiemolens. 113. IV. Koffieschenkzeven. 36. — 8 pct Koffieserviezen en deelen daarvan. 36. — 8 pet Koffiesurrogaten, verpakt of in tabletvorm. 72. EL — 8 pct Kogelhuizen voor handvuurwapenen. Afgewerkte—. 142. I. — 8 pct Kogelpatronen. 142. IV. — 8 pct. Kogels (knikkers). 114. — 8 pct Kokardes. 54. V. — 8 pct. Kokers. 13. B.B. 2. b. „ gebezigd bij gezelschapsspelen. 44. EL — 8 pct „ mét gereedschappen, enz. 95. B,B. 1. a. Kokosmatten. 123. II. — 8 pet. Kokosnoot, ontdaan van dop, in ruwe onregelmatige stukken (coprah), mits blijkens aard en verpakking bestemd om te dienen als grondstof voor oliefabricage. 139. B.B. 7. a. Kokosnoten. 139. Kokosvet. 96. Koksmessen. 88. B.B. 1. e. Kolenbakken. 135. B.B. 3. Kolven voor handvuurwapenen. Afgewerkte —. 142. I. — 8 pct. Komfooronderlegplaten. 135. Dl. 2. — 8 pet. Komforen, electrische-, gas-, spiritus- en andere dergelijke verwarmingsen kookkomforen). 135. I. 2. — 8 pct Komkommerschaven, wegende 600 gram of minder. 113. II. — 8 pct Komkommertrekkers, wegende 600 gram of minder. 113. EI. — 8 pct Kommen. 13. B.B. 2. a. Kooien van gevlochten teen, enz. 82. „ Vogelkooien, volières v.a.s., z.g. slagkooien en transportvogelkooien daaronder begrepen, alsmede vogelkooi- en vobèretoebehooren. 138. — 8 pct Kookapparaten. 135. II. Kookdeksels (z.g.). 66. IV. — 8 pct Kookfornuizen. Onderstellen voor —. 136. I. 3. Kookkomforen. 135. I. 2. — 8 pet Kooktoesteüen (petroleum —). 135. I. 2. — 8 pct Kookvormen. 9. Koolmessen op houder gemonteerd, wegende 600 gram of minder. 113. H. — 8 pct. Koolschaven, wegende 600 gram of minder. 113. II. — 8 pct Koolsnijmachines. 113. IV, Koolspitsen voor electrische lampen. 75. V. — 6 pet. 230 Koolstaven voor electrische lampen. 75. V. — 6 pct. Koolzuurhoudend water. 25. Koord. 41. Koord (geweven of gevlochten voor het vervaardigen van pakkingstof). 85. B.B. III. 6. Koperband, koperstaaf en kopertouw. 41. B.B. 6. c. Koperdraad. 41. B.B. 6. c en d. Kopergaas. Aant. 4 op no. 85. Koperstaaf. 41. B.B. 6. c. Kopertouw 41. B.B. 6. c. Koperwerk (Javaansch). 133. II. — 8 pct. Kopkettingen. 129. I. — 8 pct. Koppen voor etalagepoppen, enz. 84. — 8 pct. „ voor tabakspijpen. 103. — 8 pct. „ Drinkkoppen. 13. B.B. 2. a. en 36. Koralen en daarmede samengestelde rand, randen, franje en kwasten. 73. — 8 pct. Korent-.of zwartrozijn. 139. Korfbalspel. Benoodigdheden voor —. 48. JT. — 8 pct. Korven. Bijenkorven. 13. B.B. 4. b. „ Broedkorven van gevlochten teen, enz. 82. Kousebanden. 67. B.B. 1. — 8 pct Kousebandgarnituren. 54. I. — 8 pct Kousen (elastische). 67. B.B. 1. — 8 pet Kraagbaleinen. 54. I. Kraagveeren. 67. B.B. 1. — 8 pct. Kraanfilters. 40. Kragen (bont-). 20. I. — 8 pct „ van imitatiebont. 67. B.B. 1. — 8 pct Kralen v.a.s. en daarmede samengestelde rand, randen, franje en kwasten. 73. — 8 pct Kransen (graf-). 18. I en II. en 34. „ van geprepareerde of gedroogde bloemen. 18. I. B. „ van kunstbloemen. 18. EL — 8 pet van versche bloemen. 18. I. A. Krantenhangers. 121. Krantenstandaards. 121. II. C. — 8 pct. Krenten. 139. Krijt v.a.s., verpakt of in tabletvorm. 74. — 8 pct. Krijthouders (biljart-). 16. — 8 pct. Krissen. 142. II. — 8 pct Kristal. 45. B.B. 1. „ (onbewerkt). 45. B.B. 3. a. Kronen (hoofdversiering). 16. B.B. 1. — 8 pct (licht-). 75. I. — 8 pct Kroosjes. 139. Kruidnagelen. 139. Kruidnagelstelen. 139. Kruiken. 13. B.B. 2. a. Kruisen, voor kerkelijk gebruik. 63. — 8 pct. 231 Kruispincetten. 106. II. — 8 pet. Kruiswegstatie's, niet in hjst gevatte gebeeldhouwde. 63. — 8 pct. Kruithoorns. 71. — 8 pct. Krukken (zit-). 149. I. — 8 pct. Krullen (haarwerk). 49. II. — 8 pct. Krulspelden. 92. II. — 8 pct. Krulstokken. 128. I. — 8 pct. Kuipen. 13. B.B. 2. a. Kuipersbandmessen. 88. B.B. 1. e. Kunstbladeren. 18. II. — 8 pct. Kunstbloemdeelen. 18. II. Kunstbloemen. 18. n. — 8 pct. Kunstboomen. 18. II. — 8 pct. Kunstboter. 96. II. — Vrij. Kunstbouquetten. 18. Bi. — 8 pct. Kunstgebitten. 132. I. — 8 pct. Kunstgom, verpakt of in tabletvorm. 47. — 8 pct. Kunstgrassen. 18. Bi. — 8 pct. Kunsthonig en daarmede samengestelde producten. 65. Kunstkerstboompjes. 18. Bi. — 8 pct. Kunstkransen. 18. Bi. — 8 pct. Kunstledematen. 132. I. — 8 pct. Kunstmatige oliën. 96. ,, vetten. 96. zoetstoffen en daarmede samengestelde n.a.b. producten. 104. Kunstmossen. 18. 13. — 8 pct. Kunstoogen. 132. I. — 8 pct Kunstplanten. 18. Bi. — 8 pct Kunstsponsen. 21. Bi. — 8 pct. Kunsttanden, al dan niet gevat of voorzien van stift. 132. I. — 8 pct. Kunstveeren. 64. VII. — 8 pct. Kurken. Sproei-, spuit-, schenk-, druppel- en z.g. ballonspnitkurken. 112. II. D. 2. -— 8 pct. „ waarvan de middellijn van het bovenvlak meer dan 5 c.M. bedraagt. 112. B.B. 2. Kurketrekkers. 36.-8 pct Kurkmatrassen. 76. — 8 pct. Kurkmatten. 123. Bi. Kurkschijven. Ronde —, als vischwant gebezigd. Aant. 3 op no. 112. B.B. 2. — Vrij. Kurktapijt. 123. I. — 8 pct Kussenovertrekken. 123. — 8 pct. Kussens (bed-). 76. — 8 pct. „ houtwol- en wattenkussens en andere dergelijke als verband of verbandmiddel gebezigde kussens. 132. VI. — 8 pct. (lucht-). 132. IV. — 8 pct. „ (z.g. reis-). 132. IV. — 8 pct (sier-). 149. EL — 8 pct. „ (voet-). 149. H. — 8 pct. 232 Kussens voor stoelen, banken, sofa's, divans, liften, telephooncellen, automobielen, rijtuigen, schepen, enz. 149. II. — 8 pct. „ (zadel-). 129. I. — 8 pct. Kwasten (gereedschap). 21. II. „ (kleedingfournituren). 64. Vil. — 8 pet. „ (manufacturen). 86. „ (wapen-). 142. II. — 8 pct „ met koralen, kralen, enz., samengesteld 73. — 8 pct Laarzen. 108. — 8 pct „ (bovenstukken voor-). 108. — 8 pct. Laarzenknechts. 128. II. — 8 pct Lactose. 119. B.B. 8. Ladders, wegende 15 K.G. of minder. 56. II. — 8 pct Laden (kast-, kist-, koffer- en tafel-). 13. B.B. 2. b. Laevulose. 119. Lak (zegel- en flesschen-), verpakt of in tabletvorm. 148. — 8 pct. Lakens (bed-). 76. „ (druk-, nl. ongebleekte en ongeverfde lakens, bestemd om te worden gebruikt voordekensin katoendrukkerijen. 85. B.B. II. b. Lakgarnituren. 95. B.B. 1. c. Lakken, verpakt of in tabletvorm. 68. — 8 pet Lakwerken (Japansche). 133. Bi. — 8 pct Lambrequins. 123. II. — 8 pct. Lampeglasbeschermers, uit of met metaaldraad of met metaaldraadvlechtwerk samengesteld. 75. Dl. — 8 pct Lampeglasschoorsteentjes. 76. Bü. — 8 pct Lampeglazen. 75. Bü. — 8 pct Lampekapkarkassen. 76. Bü. — 8 pct Lampekappen. 76. Bü. — 8 pct Lampen van allerlei aard, met uitzondering van soldeer- en afbrandlampen en mijnlampen. 75. I. en75. B.B. 1 en 2. — 8 pct. „ onderdeelen en toebehooren. 76. „ voor chirurgisch gebruik. 75. I. — 8 pet. „ voor petroleumkachels, theelichten en andere verwarmingstoestellen. 75. I. — 8 pct „ Afbrandlampen. 75. B.B. 1 en 135. B.B. 5. a. „ Mijnlampen. 75. B.B. 2. „ Projectielampen 'voor het projecteeren van lichtbeelden. 102. I. — 8 pct. Soldeerlampen. 75. B.B. 1 en 135. B.B. 5. a. Lampenpit. 41. VI. Lampepeerhouders. 75. Bi. — 8 pct Lampeperen. 76. Bi. — 8 pct Lampevoetstukken. 75. Bi. — 8 pct Lampewisschers. 21. Bi. — 8 pct Lampgewichten. 75. Bi. — 8 pct Lampgewichtomhulsels. 76. Bi. — 8 pct Lampjes. Spiritus—, voor het verwarmen van haarkrulapparaten. 135. I. 2. — 8 pct 233 Lampornamenten. 75. J3. — 8 pct. Lamptoebehooren. 75. Landbouwwerktuigen, ingericht tot vervoer van het personeel, dat voor de bediening dier werktuigen noodig is. 134. B.B. 1. Landkaarten. 85. B.B. III. 12 en 97. B.B. III 3. Lange peper. 139. Lanoline, verpakt of in tabletvorm. 96. — 8 pct. Lansen. 142. 13. — 8 pct. Lantaarns van allerlei aard 75.1. — 8 pct. „ onderdeelen en toebehooren. 75. „ Cinematograaflantaarns. 102. I. — 8 pct. „ Projectielantaarns voor het projecteeren van lichtbeelden. 102. I. — 8 pct. „ Tooverlantaarns. 102. I. — 8 pct. „ Vullingen voor electrische zak- en rijwiellantaars, wegende 10 K.G. of minder. 38. 13. — 8 pct. Lardeernaalden. 92. I. — 8 pct. Lasohtoestellen. 135. B.B. 5. c. Latten. 121, B.B. 3. „ voor lijsten, geprofileerd, niet vervaardigd van metaal, cement of natuurlijk gesteente. 78. — 8 pct. Ledemaatvormen voor etalagepoppen, enz. 84. — 8 pet. Ledematen Kunst—. 132. I. — 8 pet. Ledepoppen en deelen daarvan. 84. — 8 pct. Lederbehang, zoowel echt als imitatie. 80. — 8 pct. Lederdoek. 85. Lederen nopjes voor voetbalschoenen. 107. II. — 8 pct. Ledikanten. 76. — 8 pct. Ledikanthemels. 76. — 8 pct. Ledikantonderstellen. 76. — 8 pct. Ledikantopzetten. 76. — 8 pct. Ledikanttoebehooren. 76. — 8 pct. Ledikantwanden. 76. — 8 pct. Leerdoek. 85. Leesglazen. 23. — 8 pct. Leesplankjes. Z.g. —. 62. Leestklaar schoenwerk. 108. — 8 pct. Leeswijzers. 62. — 8 pct. Legdoozen. 114. — 8 pct. Legeieren. 138. — 8 pct. Legpenningen. 86. — 8 pet. Leidsels. Aant. 1 op no. 129. Leien. Schrijf leien. 62. Leiplaten (biljart-). 16. — 8 pct. Lekplaten (serviesdeelen). 36. — 8 pct. Lekringen. 36. — 8 pct. Lemmetten. Scheermeslemmetten. 88. B.B. 1. b. — 8 pct. ,, voor andere messen en voor bijlen. 88. B.B. 5. c. Lenzen (gevatte), afzonderlijk ingevoerde. 99. II. — 8 pet. „ (ongevatte). 45. 234 Lepels. 77. Lessenaars (schrijf-). 121. Letterhangsloten. 52. — 8 pct. Letters, brand- en slagletters, drukletters en merkletters. 27. Levers (dierorganen). 137. Lezenaars (kerkdienstbenoodigdheid). 63. — 8 pct. „ op voetstuk. 121. Liassen. 62. — 8 pct. Libellen (ronde waterpassen). 99. FF. — 8 pct. Lichtboeien voorzien van lichttoestel. 75. B.B. 2. Lichten van allerlei aard, uitgezonderd mijnlampen en voor de betonning gebezigde lichtboeien. 75. I. en 75. B.B. 2. — 8 pct. „ onderdeelen en toebehooren. 75. „ en lichttoestellen voor chirurgisch gebruik. 75. I. — 8 pct. Lichtgevoelig papier. 99. 131. — 8 pct. Lichtgevoelige glasplaten. 99. D3. — 8 pct. Lichtkronen. 75. I. — 8 pct. Lichtschakelklokken. 130. I. — 8 pct. Lichtschermen. Lampe—. 75. D3. — 8 pct. Lichttoestellen voor chirurgisch gebruik. 75. I. — 8 pct. Ligmeubelen, welke zonder nadere bevestiging aan wand of bodem zijn aan te wenden voor het doel waartoe zij zijn gevormd, ook al mocht ter voorkoming van verschuiving een zoodanige bevestiging waarschijnlijk zijn te achten. 149. I. — 8 pct. Ligstoelen. 149. I. — 8 pct. Lijfsieraden. 15. — 8 pct. Lijkwagens. 134. I. Lijm, verpakt of in tabletvorm. 47. — 8 pct. Lijsten. Portret-, spiegel- en schilderijlijsten v.a.s., zoowel wand- als staande lijsten. 78. — 8 pct. Likeurkannen. 36. — 8 pct. Likeurstellen. 36. — 8 pct. Liksteenen. 150. B.B, 3. Limoensap. Aant. 1 op no. 79. Limonade-essences, verpakt of in tabletvorm. 79. — 8 pct. „ extracten, verpakt of in tabletvorm. 79. — 8 pct. Limonades, verpakt of in tabletvorm. 79. — 8 pct. Lincrusta. 80. — 8 pct. Linialen. 87. 13. (reken-). 109. — 8 pct. „ voor schrijf- en rekenmachines. 109. — 8 pct. Linoleum. 123. I. — 8 pct. Lint. 85. Locomotieven. 134. B.B. 1. Lodderijndoosjes. 100. — 8 pct. Lokvogels. 142. J3. — 8 pct. Lompen van manufacturen. 85. B.B. III. 16. „ van papier, papierafval en verscheurd papier, voor geen ander doel geschikt dan voor verwerking in den papiermolen. 97. B.B. III. 16. 235 Lompen (suiker). 119. Loodaanwijzers voor phototoestellen. 99. IV. — 8 pct. Loodgietersfornuizen (z.g.-). 135. B.B. 3. Loofbladeren. Kunst—. 18. II. Looiersmessen. 88. B.B. 1. e. Looimiddelen, verpakt of in tabletvorm. 32. — 8 pct. Loopen voor handvuurwapenen. Afgewerkte —. 142. I. — 8 pct. Loopers (afgepaste). 123. Bi. — 8 pct. „ Piano- en tafelloopers. 123. II. — 8 pct. Loophekken (kinder-). 66. — 8 pct. Loopstoelen (kinder-). 66. — 8 pct. Loovers. 54. Bil. — 8 pct. Lorgnetetuis. 100. — 8 pct. Lorgnetmonturen. 23. — 8 pct. Lorgnetten. 23. — 8 pct. Lottospelen. 44. Bi. — 8 pct. Luchtballons. 134. II. 1. — 8 pct. Luchtbedden. 76. — 8 pct. Luchtdrukgeweren. Z.g. —. 142. I. — 8 pct. Luchtdruklocomotieven. 134. B.B. 1. Luchters. 75. I. — 8 pet. Luchtkussens. 132. IV. — 8 pct. Luchtpompen (rijwiel- en automobiel-), ingericht voor hand- of voetkracht. 134. UI. 5.-8 pct. Luchtschepen. 134. II. 1. — 8 pct. Luchtvaartuigen. Onderdeelen van —. Art. 19, letters, q en r. Lucifers v.a.s., met uitzondering van Bengaalsche lucifers en dergelijke artikelen. 81. — 8 pct. „ (Bengaalsche). 140. — 8 pct. Lucifersdoosomhulhngen. 103. — 8 pct. Lucifersstandaards. 103. — 8 pct. Luidsprekers. 33. VTL — 8 pct. Luiwagens. 21. II. Maal werktuigen. 113. Maasballen. 93. — 8 pct. Maataangevers (voor muziek). 90. IV. b. — 8 pct. Maatbanden. 87. I. Maatlinten. 87. I. — 8 pct. Maatstokken. 87. II. Macaroni. 139. BI. Machinenaalden. 92. I. — 8 pct. Machines in miniatuur (speelgoed). 114. — 8 pct. Maegascopen, wegende 5 K.G. of minder. 99. VII. — 8 pct. Magie weavers (z.g.-), wegende 3 K.G. of minder. 91. I. — 8 pct. Magnesiumhoudende zouten. 160. B.B. 5. Magnesiumpoeder, verpakt of in tabletvorm. 99. V. — 8 pct. Magneten (hoef-), niet omwoelde. 114. — 8 pct. Makimono's in lijst of passepartout. 133. I. „ van papier (niet omlijst). 97. B.B. III. 2. 236 MaJdmono's van weefsel (niet omlijst). 86. B.B. III. 13. Maliën. 64. U. — 8 pct. Mallen. Aant. 1 op no. 62. — Vrij. Manchetknoopen. 69. — 8 pet. Manchetten. 67. B.B. 1. — 8 pct. Manchettendoozen. 13. B.B. 2. b. Manchons (bont-). 20. I. — 8 pct. Manden en mandjes, geheel of hoofdzakehjk bestaande uit gevlochten teen, rotting, bamboe, bies, riet, spaan, stroo of andere dergelijke gevlochten natuurproducten. 82. Manden met versche bloemen opgemaakt. 18. I. A. „ met geprepareerde bloemen. 18. I. B. „ met kunstbloemen. 18. II. — 8 pct. Mandflesschen. 45. III. Mandjes voor aanhang-, neven- en voorspanwagens. 134, B.B. 2. Mandkruiken. 13. B.B. 3. Mandolines. 90. D3. — 8 pct Mangels, wegende 125 K.G. of minder. 83. — 5 pct Mannequins en deelen daarvan. 84. — 8 pct Manometers. Aant. 1 op no. 33. — Vrij. Manufacturen en werken en voorwerpen daarmede samengesteld. 85. van asbest. 85. B.B. III. 3. „ . van jute. 85. I. Manuscripten. 97. B.B. III. 1. ,, slappen met gereedschappen, enz. 96. BB. 1. a. Maquetten. 11. II. Margarine. Aant. 3 op no. 96 en aant. 2 op no. 137. Marmelade. Aant. 10 op no. 139. Marquises. 60. — 8 pct Maskers. 63. „ (feestartikelen). 29. — 8 pct. „ Aether- en chloroformmaskers. 63. B.B. c. „ Bijenmaskers. 53. B.B. a. „ Projectielantaarnmaskers. 102. II. — 8 pct „ Rookmaskers. 63. B.B. a. „ Schermmaskers. 53. — 8 pct. „ Slachtmaskers. 142. B.B. 2. „ Zuurstofmaskers. 53. B.B. a. Massageapparaten. Apparaten voor vibromassage (wrijf-, stoot- en klopmassage). 132. VIII. — 8 pct Massé. Aant. 4 op no. 119. Maté' 126. — 100 K.G. f 75. Materialen voor constructieve doeleinden of voor bedekking gebezigde materialen van aardewerk, enz. 124. Materieel. Rollend — voor spoor- en tramwegen. 134. I. Matglas. 45. Matrasnaalden. 92. I. — 8 pct Matrasramen. 76. — 8 pct. Matrassen v.a.s. 76. — 8 pct „ Houtwolmatrassen. 76. — 8 pct 237 Matrassen Kurk-. 76. — 8 pct „ Reddings-. 76. — 8 pet „ Spring-. 76. — 8 pet „ Staaldraad-. 76.-8 pct Matten. Z.g. Japan- en Chinamatten en andere matten, geheel of hoofdzakelijk vervaardigd van stroo, bies, lisch, riet, lufa, gespleten jSSSH©-'hout, bamboe of andere dergelijke niet tot garen, draad, koord, snoer, touw of tres verwerkte natuurproducten. 123. I. — 8 pct Matten. Bad-, deur-, rijtuig- en vloermatten en andere matten voor dadelijk gebruik gevormd, gummimatten, matten van gevlochten metaaldraad, badmatten, bestaande uit kurk in bladen met afgeronde hoeken of gevat in rand of raam, matten van aaneengehechte stukjes leder, kokoksmatten en betaalmatjes. 123. II. — 8 pct Mattenkloppers. 56. I. — 5 pct Matzes, verpakt in doos of andere verpakking, per verpakking inhoudende 500 gram of minder, of per stuk wegende 20 gram of minder. 37. U. — 8 pct Mechanieken voor piano's. Aant. 1 op no. 90 IV. — Vrij. ,, voor weegwerktuigen. 145. IV. — 8 pet Mechanische muziekinstrumenten. 90. II. — 8 pct. Mechanismen, gebezigd voor schrijf- en rekenmachines. 109. — 8 pct Medailles. 86. — 8 pct Medaillons. 15. B.B. 1. — 8 pct. Meel, verpakt. Aant. 6 op no. 139. EL „ Grondnotenmeel. 139. B.B. 2. „ Plantaardig —. 139. „ Vischmeel. 136. Meeldraden. 139. . „ Kunst —. 18. EL Meetbanden (z.g. rolmaten). 87. I. Meetlinten. 87. I. — 8 pct. Meetstokken. 87. EL Meetwerktuigen. 87. Meiwijnessences, verpakt of in tabletvorttti 105. — 8 pct Melado. 119. Melasse. 119. Melasseveèvoeder. 119. B.B. 5. Melissuiker. 119. Melk, room, ondermelk, wei, karnemelk en z.g. yoghurt, verpakt. 37. VI. 8 pct. „ gecondenseerde. Aant. 10 op no. 139. Melkbekers. 36. — 8 pct. Melkglas. 45. Melkmeetemmers. 13. B.B. 4. i. Melkpoeder, verpakt of in tabletvorm. 37. VI. — 8 pct Melksuiker van gewone samenstelling (lactose). 119. B.B. 8. Mengtoestellen. 113. IV. Menschenhaar, lang 10 c.M. of meer, al dan niet bewerkt. 49.1. — 8 pct 238 Mentholhoudende sigaretten. 110. B.B. 1. Menuhouders. 36. — 8 pct. Merg (plantaardig). 139. Merkcijfers. 27. Merkfiguren, in schahlonevorm. 27. — 8 pet. Merkletters. 27. Merkplaten. 27. Merkringen. Vogelmerkringen. 138. — 8 pct. Mesjes voor baardscheerapparaten of veiligheidsscheermessen. 128. II. 8 pct. „ voor tondeuses. 106. I. — 8 pct. Messen en messenmakerswerk. 88. „ Koolmessen, op houder bevestigd, wegende 600 gram of minder. 113. H. — 8 pct. „ Scheermessen en andere toüetmessen.. 88. B.B. 1. b. — 8 pct. „ Veiligheidsscheermessen en de daarbij behoorende mesjes en handvatten. 128. II. — 8 pct. Messenetuis. 100. — 8 pct. Messenleggers. 36. — 8 pct. Messenpoetsmachines. 56. III. Messenslijpmachines. 56. III. Mestscheppers. 77. Metaal, geperforeerd. Aant. 1 op no. 101. Vrij. Metaalalhages. Art. 30, sub 7. Metaalband. 41. B.B. 2. c. Metaaldoek. 101. Metaaldraad. 41. B.B. 2. a. „ in rechte stukken. 41. UI. Metaaldraadmatten. 123. II. — 8 pct. Metaaldraadspaken. 134. B.B. 3. Metaaldraadweefsel. Aant. 4 op no. 85 en aant. 1 op no. 101. Metaalgaas, geweven of gevlochten. 101. Metaalpoeders, verpakt of in tabletvorm. 68. — 8 pet. Métal déployé. 101. Metalen. Edele —. Art. 30, sub 6. Metalen spiegels, in rand, lijst, houder of andere omlijsting of omvatting geplaatst. 115. B.B. — 8 pct. Methylalcohol en producten, welke methylalcohol bevatten. 2. I. en IJl. Meubelen. Zit- en hgmeubelen, welke zonder nadere bevestiging aan wand of bodem zijn aan te wenden voor het doel waartoe zij zijn gevormd, ook al mocht ter voorkoming van verschuiving een zoodanige bevestiging waarschijnlijk zijn te achten. 149. I. — 8 pct. Meubelknoopen. 69. — 8 pct Meubelspijkers, mits voorzien van kop en punt. 116. — 5 pct. Meubileeringsvoorwerpen, voor één prijs gekocht. 96. B.B. 1. d. Micaplaatjes voor kerstboomversiering, van oog voorzien. 64. — 8 pct. Microphonen voor muziekinstrumenten. 90. IV. b. — 8 pct. „ voor telephoontoestellen. 125. — 8 pct. Microscopen. 23. — 8 pct. Miscroscopische praeparaten. 94. IV. — 8 pct. 239 Microtelephonen. 125. — 8 pct. Middelen tegen muggebeten, zomersproeten, transpireeren.de handen en dergelijke, verpakt of in tabletvorm. 128. III. — 8 pet. Mijnlampen. 75. B.B. 2. Milanaise. 41. VI. Mineraalwater. 25. Minerale oliën. 96. Miniatuur gebruiksvoorwerpen (versieringsvoorwerpen). 133. IJ. — 8 pct. ,, gereedschappen (speelgoed). 114. — 8 pek „ machines (speelgoed). 114. — 8 pct. „ meubelen (versieringsvoorwerpen). 133. U. — 8 pct. „ stoommachines (speelgoed). 114. — 8 pct. • Misdrijven. Art. 39. Misthoorns. 111. en 111. B.B. 2. b. Mitaines. 51. — 8 pet. Modellen. 11. O. Moernagelen. 139. Moffen (bont ). 20. I. — 8 pct. Mof hangers. 121. Mofkettingen. 15. B.B. 1. — 8 pet. Mofwanners. 135. I. 2. en 135. B.B. 3. Mombakkesen. 29. — 8 pct. Molens. Koffiemolens, snijboonenmolens, specerij molens, verf molens en vleeschmolens. 113. TV. Momentsluiters voor phototoestellen. 99. IV. — 8 pct. Mondharmonica's. 90. DJ. — 8 pct. Mondlepels voor tandartsen. 77. B.B. 3. Mondstukken voor tabaks- en sigarenpijpen. 103. — 8 pct. Mondwaters, verpakt. 128. DJ. — 8 pek Monsters. Art. 19, letters, f en g en art. 33, sub .7. Monsterstekers. 77. Monsterzakken, niet van beugelsluiting of metalen oogen, ringen of kousen voorzien. 85. D. Monstransen en bewaringsdoozen (kerkdienstbenoodigdheden). 63.—8 pct. Monturen (barometer-). 10. — 8 pct. „ (voor brillen, lorgnetten, kijkers, enz.). 23. — 8 pct. Morellen. 139. Morilles. 139. Morrahstandaards en garnituren daarvoor. 121. Morse seinsleutels. 33. VI. — 8 pct. Morsringen. 36. — 8 pet. Mortieren. 13. B.B. 2. a. Mos, gedroogd, geprepareerd of bewerkt. 18. I. B. „ ongeverfd, niet „verpakt". 18. I. B. ,, Kunstmos. 18. D. — 8 pct. Mosterd. 139. Motoren (drijfwerken voor muziekinstrumenten). 90. IV. b. — 8 pct. „ (electr.), wegende 5 K.G. of minder. 38. I. — 8 pct. „ Ingebouwde —. Art. 3. Motorrijwielen. 134. I. — 12 pet. 240 Motoirijwielframes. 134. Dl. 4. — 8 pet Motoirijwielkettingen- en kettingbeschermers. 134. Dl. 6. — 8 pct MotorrijwieUöe^ingkasten. 134. DL 6. — 8 pct Motorrijwielluchtpompen, ingericht voor hand- of voetkraoht. 134. Dl. 5. — 8 pct. Motorrijwielremmen. 134. Dl. 4. — 8 pct Motorrijwielsturen en -stuurhandvatten. 134. DL 4. — 8 pct Mout. 139. Moutkoffie, verpakt of in tabletvorm. 72. D. — 8 pct Mouvementen voor uurwerken» 130. I. — 8 pct. Mouwophouders. 67. B.B. 1. — 8 pct Muilen. 108. — 8 pct Muilkorven. 129. I. — 8 pct Muizenklemmen, wegende 5 K.G. of minder. 89. — 8 pct Muizenvallen, wegende 5 K.G. of minder. 89. — 8 pct Multigraphen, wegende 100 K.G. of minder. 1. — 8 pet Multiphcators voor het vermenigvuldigen van geschriften, wegende 100 K.G. of minder. 4.-8 pct. voor bet vermenigvuldigen van photograpbiën, enz., wegende 5 K.G. of minder. 99. VD. — 8 pct Munten, van Staatswege uitgegeven. 86. B.B. .Musea. Voorwerpen voor openbare —. Art. 19, lett. o. Museumkijkers. Z.g. —. 23. — 8 pct Muskaatnoten. 139. Musquettons voor kettingen. 112. Mutoscopen. 114. — 8 pct Mutsen. 63. — 8 pct. Mutsen (bont-). 63. — 8 pct „ (feestartikelen). 29. — 8 pet Mutsspelden. 16. B.B. 1. — 8 pct Muziek. Gedrukte of geschreven —, waaronder te verstaan van noten voorzien muziekpapier, met idtzondering van die voorzien van een tekst in de Nederlandsche taal (Vlaamsen en Zuid-Af rikaansch in deze met buitenlandsche taal gelijkgesteld). 97. B.B. HL V. en B.B. V. Muziekapparaten. 90. D. — 8 pct. Muziekautomaten. 90. D. — 8 pct Muziekdoozen. 90. D. — 8 pct Muziekinstrumenten, onderdeelen en toebehooren. 90. (binnenwerken voor-). 90. B.B. „ (mechanische). 90. D. Kindermuziekinstrumenten. 114. — 8 pet Muziekpapier (bedrukt of beschreven). 97. B.B. III. 6. Zie hiervoor Muziek, gedrukte of geschreven —. Muziekplaten. 90. IV. a. — 8 pct Muziekportefeuilles. 71. — 8 pct Muziekrollen. 90. IV. a. — 8 pct Muziekstandaards. 121. D. C. — 8 pct. Muziekwalsen. 90. IV. a. — 8 pct Myrrhaboontjes. 139. n 241 Naaibenoodigdheden n.a.g. 93. — 8 pct Naaigarnituren. 95. B.B. 1. c. Naaimachinekappen. 13. B.B. 2. b. Naaimachines. 91. Naaimachinetafels. 121. Naainaalden. 92. I. — 8 pct Naalden. Pak-, matras-, zeil-, snij- en stoffeerdersnaalden, naai- en stopnaalden, borduur-, rijg-, hecht- en knoopnaalden en andere gereedschapsnaalden met oog, machinenaalden en naalden voor chirurgisch gebruik daaronder begrepen, zoomede haak- en breinaalden, ook wel genaamd hoek- en breipennen, lardeernaalden en nettenknoop- of nettenbreinaalden. 92. I. — 8 pct „ Breimachinenaalden. Alle —, zoowel tongen- als haken- naalden. 92. B.B. — Vrij. „ Siernaalden en andere goed- en kleednaalden. 92. II. — 8 pct „ voor parapluies en parasols. 98. EI. — 8 pct ,, voor phonographen, gramophonen, graphophonen en dergehjke muziekinstrumenten. 90. IV. b. — 8 pct Naaldenkokers. 93. — 8 pct Naaldhouders voor phonographen, enz. 90. IV. b. — 8 pct Naamplaten. 141. — 8 pct Nabootsingen (modellen). 11. EL ii van organen en ledematen, ter vervanging van natuurlijke, kunstoogen en dergelijke artikelen daaronder begrepen. 132. I. — 8 pct Machtpitjes en dergelijke artikelen. 75. VI. — 8 pet Nachttafelgarnituren en deelen daarvan, van allerlei aard. 143. — 8 pct. Nagelborstels. 21. II. Nagelknippers. 128. DL — 8 pet Nagelpeper. 139. Nagelpoetsers. 21. D. Nagels. Draadnagels, polsternagels, schoennagels en dergehjke —, een en ander mits voorzien van kop en punt. 116. — 5 pct „ Hoefnagels. 107. I. Nagelvijlen. 128. II. — 8 pct. Nalatenschappen. Goederen, behoorende tot —. Art. 19, lett. j. Nargüehs. 103. — 8 pct Naturaliën n.a.g. 94. „ op spiritus, enz. 94. I. „ bestemd voor instellingen van onderwijs, musea, enz. Art. 19, lett. o. Natuurboter. 96. H. — Vrij, Natuurhistorische voorwerpen, bestemd voor instellingen van onderwijs, musea, enz. Art. 19, lett. o. Natuurhonig. 55. I. Naven, (rijwiel-). 134. IEL 4. — 8 pct Nécessaires. Art. 30, sub 12. ,, uitsluitend samengesteld met kantoor-, school-, schilder-, teeken- en schrijfbehoeften. 62. — 8 pct. Tarief van Invoerrechten. I 16 241 242 Nécessaires geheel of hoofdzakelijk met speelgoed artikelen samengesteld. 114. — 8 pct. „ Toiletgarnituren. 128. II. „ n.a.g. 95. Nestels. 64. 13. — 8 pct Netjes voor het bergen van sponsen of haar. 128. II. — 8 pct Netjes Haarnetjes, uit of met haar of kunsthaar vervaardigd. 49. H. 8 pct „ Haarnetjes, niet uit of met haar samengesteld. 127. H. — 8 pct Netten. 85. (speel-). 48. IV. — 8 pct (tennis-). 48. IV. — 8 pct. „ Geknoopte, al dan niet getaande stof voor het vervaardigen van netten en de uit zoodanige stof vervaardigde vischnetten. 85. B.B. III. 1. Nettenbreinaalden. 92. I. — 8 pct. Nettenknoopnaalden. 92. I. — 8 pct Netto gewicht. Art. 26. Netzuke's. 69. — 8 pct Neusspiegels. 115. — 8 pct. Nevenspanwagen voor rijwielen. 134. Hl. 1. Nicotinefilters voor tabakspijpen. 103. — 8 pct. Nieren (dierorganen). 137. Nieuwjaarskaarten. Aant. 1 op no. 69. Nijptangen. Aant. 1 op no. 56. Nopjes. Lederen — voor voetbalschoenen. 107. H. — 8 pct. Noten. Anacardie-, cachou-, grond-, hazel-, kokos-, muskaat-, para- en en walnoten, alsmede cederboomnootjes. 136. Notenkrakers. 36. — 8 pct Notenpellers. 36. — 8 pct. Notenzeep, verpakt of in tabletvorm. 96. — 8 pct. Numerateurs. 1. Nummerborden voor electrische schellen. 141. — 8 pct. Nummerplaten. 141. — 8 pet. Nummertoestellen, wegende 100 K.G. of minder. 1. — 8 pct Nummerwerktuigen, wegende 100 K.G. of minder. 1. — 8 pct Objectiefplankjes voor phototoestellen. 99. IV. — 8 pct. Objectieven voor phototoestellen. 99. H. — 8 pct Octanten. 23. — 8 pct, Oculeermessen, samenvouwbare —. 88. B.B. 4. — 8 pct. Oestermessen. 88. B.B. 1. c. — 8 pct Offenbacher hoedversiering. 64. H. — 8 pct Offerblokken. 13. B.B. 2. b. Ohebuis. 86. B.B. III. 10. Olie- en azijnstellen. 36. — 8 pct. Oliekous. 85. B.B. III. 10. OUekrijt, verpakt of in tabletvorm. 74. — 8 pct Olielinnen. 85. B.B. III. 10. Oliën en daarmede samengestelde producten. 96 en aant. 1 op no. o». 243 Oliesmeerpotten. 13. B.B. 4. e. en 45. B.B. 3. c. Olieverf schilderingen in lijst of passepartout. 133. I. en 133. B.B. 1. Olievetzuur. 96. Oliezuur. 96. Omhullingen voor lucifersdoosjes. 103. — 8 pct. „ voor muziekinstrumenten. 90. IV. b. Omhulsels (lampgewicht-). 76. D. — 8 pct. „ Metalen en houten — voor weegwerktuigen van allerlei aard. 145. IV. — 8 pct. Ommantelingen voor vemarmingstoesteljen. 136, HL 1. Onderbrekers (onderdeelen van toestellen voor draadlooze telegraphie en telephonie). 33. VB3. — 8 pct. Onderlegplaatjes om warme voorwerpen op te plaatsen. 56. IV. — 8 pct. „ voor bierglazen. 36. — 8 pct. Onderlegplaten (serviesdeelen). 36. — 8 pct. „ voor kachels, haarden, komforen en fornuizen. 135. m. 2. — 8 pct. Ondermelk, verpakt. 37. VI. — 8 pct. Ondermutsen. 53. — 8 pet. Onderscheidingsteekenen. 86. Onderstellen voor inktstellen. 62. — 8 pct. „ voor kinderwagens, sportkarren, enz., voorzien van wielen, waarvan de metaaldraadspaken geen grootere afmeting van de dwarsdoorsnede hebben dan 5 m.M. 66 — 8 pct. „ voor ledikanten en wiegen. 76. — 8 pct. „ voor sleden. 134. H. 3. — 8 pct. „ voor vervoermiddelen. 134. DL 1. „ voor wasch- en kookfornuizen, wegende 12 K.G. of minder. 136. I. 3. — 8 pct. Onderstukken voor verwarmingstoestellen. 135. DJ. 1. Onderwijs. Voorwerpen voor instellingen van —. Art. 19, lett. a. Onderzetbakjes voor bloem- en planthouders. 19. — 8 pct. Onderzoekingsstoelen. 149. I. — 8 pct. Onderzoekingszit- en hgmeubelen. 149. I. — 8 pct. Onduleertangen. 106. D. — 8 pct. Ongediertedoodende middelen, verpakt of in tabletvorm. 32. — 8 pct. Ongediertewerende middelen, verpakt of in tabletvorm. 32. — 8 pct. Ongesmolten dierenvet. 137. IV. — 100 K.G. bruto f 6,—. Onkruiddoodende middelen, verpakt of in tabletvorm. 32. — 8 pct. Onkruidwerende middelen, verpakt of in tabletvorm. 32. — 8 pct. Ontbijtserviezen en deelen daarvan. 36. — 8 pct. Ontharingstoestellen. 128. I. — 8 pct. Ontkleuringsmiddelen, verpakt of in tabletvorm. 32. — 8 pct. Ontpitmachines. Vruchten—. 113. IV. Ontsmettingsmiddelen, verpakt of in tabletvorm. 32. — 8 pct. Ontstekingsmiddelen. 142. VI. Ontvangtoestellen voor draadlooze telegraphie en telephonie. 33. VDL 8 pct. Ontwikkelmiddelen (photographische), verpakt of in tabletvorm. 99. VI. — 8 pct 244 Oogen. Kunstoogen. 132. I. — 8 pct. Oogglazen (gemonteerde). 23. — 8 pet Oogkleppen. 129. I. — 8 pct Oogschroeven. 121. B.B. 3. Oogspiegels. 115. — 8 pct. Oorbellen. 15. B.B. 1. — 8 pct Oorijzers. 15. B.B. 1. — 8 pct Oorlepeltjes. 128. Di — 8 pct. Oorringen. 15. B.B. 1. — 8 pct Oorsponsjes. 128. EL — 8 pct Oorversieringen. 16. B.B. 1. Operatiedivans. 149. I. — 8 pct. OperatiWtoelen. 149. I. — 8 pct. Operatiezit- en hgmeubelen. 149. I. — 8 pct. Opgezette dieren, al dan niet bevestigd op plankje of geplaatst in lijst, raam of vitrine. 94. Dl. — 8 pct. Opiumpij pen. 103. — 8 pct. Oplegsels (hoed-, schoen- en kleedingfourmturen). 54. Vil. Oplosmiddelen, verpakt of in tabletvorm. 32. — 8 pct Oplossingen, verpakt of in tabletvorm. 106. — 8 pct Optisch glas, gevat in rand of houder. 23. — 8 pct Optische signaaltoestellen. Aant. 1 op no. 111. Opzetten voor ledikanten en wiegen. 76. — 8 pct. „ voor uurwerken. 130. D. — 8 pct. Orchestrions. 90. D. — 8 pct. Orgelpijpen. Aant. 1 op no. 90. TV. Vrij. Orgels. 90. I. — 8 pct 1 (draai-). 90. D. — 8 pct Ornamenten voor lampen (versierde verbindingsstukken tusschen den bailondraagrand en den peerhouder of tusschen de verschillende lampedeelen). 75. D. — 8 pct Orthopaedische apparaten. 132. Oudheden. Art. 19, lett. u. Ouwel in bladen, platen of schijven, verpakt of m tabletvorm. él. vu. 8 pct Ouwels (plak-). 62. — 8 pct. Ovens. 136. II. . . Braadovens, niet van verwanmngsmnchtmg voorzien. ïao. B.B. 3. Overschoenen. 108. — 8 pct. Overtredingen. Art. 39. Overtrekken voor ballen. 48. TV. — 8 pct „ voor beddegoed. 76. voor kussens en andere overtrekken» 123. D. Ozonisateurs. 117. D. Paarden (gymnastiektoestellen). 48. I. — 8 pet Paardensportartikelen. 129. I. Paardenstattén. 129. D. — 8 pct 245 Paarlemoer in bladen, vellen of stukken, bedrukt, beschilderd of op andere w\jze voorzien van figuren, afbeeldingen, letters, cijfers of teekens, geen qualiteitnummers zijnde. 59. — 8 pet. Paarlen. Glaspaarlen, uit paarlemoer gesneden paarlen en alle andere paarlen, met uit zondering van niet doorboorde of gevatte echte paarlen. 73. — 8 pet Paarlsago. 139. III. Paaschbrood. Matzes. 37. II, met aant. 3. Pagaaien. 134. II. 2. — 8 pet Pailletten. 54. III. — 8 pct Pakkingstof. Zie onder Ringen. ,, Koord, snoer en touw voor —. 86. B.B. III. 6. Paknaalden. 92. I. — 8 pct Pakriemen. 129. III. — 8 pet Paletten. 62. — 8 pet Pannen. 13. B.B. 2. a. Pantoffels. 108 — 8 pct „ Bovenstukken voor —. 108. — 8 pct Papbeschuit, verpakt of per stuk wegende 100 gram of minder. 37. I. 8 pct Papier maché in bladen, enz. 97. B.B. I. a. Papier v.a.s. 97. „ (verscheurd), voor geen ander doel geschikt dan voor verwerking in den papiermolen. 97. B.B. III. 16. ,, uit één stuk, ingevoerd op rollen, wegende per rol, met inbegrip van huls of ander opwindmiddel, 200 K.G. of meer. 97. II. — 5 pet „ Sigarettenpapier. 97. I. en 97. B.B. II. Papierafscheurapparaten, wegende 10 K.G. of minder. 113. I. — 8 pct Papierafval, voor geen ander doel geschikt dan voor verwerking in den papiermolen. 97. B.B. III. 16. Papierbinders voor het bijeenvoegen van papier of het sluiten van monsterzakjes. 62. — 8 pet Papierdraad. 41. B.B. 2. a. Papiergaren. 41. B.B. 2. a. Papiergeld, van Staatswege uitgegeven. 97. B.B. III. 7. Papierhechtmachines, wegende 10 K.G. of minder. 1. — 8 pct Papierhulzen voor katoenspinnerijen. 97. B.B. III. 13. Papierlompen, voor geen ander doel geschikt dan voor verwerking in den papiermolen. 97. B.B. III. 16. Papier maché. Artikelen van —. 97. B.B. 1. a. en 112. B.B. 1, alsmede 121. B.B. 1. Papiersnijmachines, wegende 5 K.G. of minder. 113. DX — 8 pct Papierstof, in bladen of vellen, blijkens de daarin aangebrachte gaten of blijkens den graad van vochtigheid alleen geschikt om te dienen als grondstof voor papierfabricage. 97. B.B. III. 12. Papierwaren n.a.b. 97. „ in'boek-,brochure- of tijdschriftvorm. 97. B.B. III. l.a. ene. Paradijsvogels. Aant. 2 op no. 20. TV. Paraffine, verpakt of in tabletvorm. 96. — 8 pct Paraguay thee. 126. — 100 K.G. f 75,—. 246 Paranoten. 139. Parapluiegeraamten, van stok of naald voorzien. 98. I. — 8 pet Parapluiehaken. 98. D3. — 8 pct Parapluiehandvatten. 98. DX — 8 pet Pdrapluieknoppen. 98. DX — 8 pct Parapluienaalden. 98. D. — 8 pct Parapluies. 98. I. — 8 pet Parapluiestandaards. 121. D. G. — 8 pct Parapluiestokken. 98. D. — 8 pct Parasolgeraamten, van stok of naald voorzien. 98. I. — 8 pet. Parasolhaken. 98. DX — 8 pct Parasolhèndvatten. 98. Dl. — 8 pct Parasolknoppen. 98. Dl. — 8 pct. Parasolnaalden. 98. D. — 8 pct Parasols. 98. I. — 8 pct „ van papier. 98. I. — 8 pct „ Tuinparasols. 98. I. — 8 pct Parasolstokken. 98. II. — 8 pet. Paskoord. 41. VI. Passementen. 86. Passementknoopen. 69. — 8 pct Passementkragen. 64. VD. Passepartouts (horlogesleutels). 130. D. — 8 pct Passerdoozen, gevulde. 96. B.B. 1. a. Passers. Aant. 1 op no. 62. — Vrij. Pasta. 139. DL Pasteibakjes. 36. — 8 pct Pasteibakkerswerk. 70. en 70. B.B. 4. Pasteien. 136. en 137. jÜ Pasteivormen. 9. Pastellers. 33. I. — 8 pct Pasteuriseerapparaten. 135. D. Patentgeneesmiddelen. 43. Paté's. 136 en 137. L Patrijspoorten. 45. B.B. 3. d. Patronen (ammunitie). 142. IV. — 8 pct Patroonbandèlieren. 71. — 8 pct. Patroonhuizen voor handvuurwapenen. Afgewerkte —. 142. I. — 8 pct Patroonhulzen (papieren). 142. JV. — 8 pct. Paukenstokken. 90. IV. b. — 8 pet Pedaalblökjes (rijwiel-). 134. HL 4. — 8 pct Pedalen (rjjwiêl-). 134. Dl. 4. — 8 pct. Pedometers. 33. I. — 8 pct. Peekoffie, verpakt of in tabletvorm. 72. D. — 8 pct Peerhouders voor lampen. 75. D. — 8 pct. Peilglasbeschermers. 45. IV. — 5 pct PëUgiasbihiaenstukken. 45. JV. — 5 pct Peilglastoestellen. 45. JV. — 5 pct. Peinture Bogaerts. Z.g. —. 85. B.B. III. 13 en 133. B.B. 3. c. Pekel. 150. 247 Pekelwagens. 134. B.B. 1. Pekkransen. 75. VI. — 8 pct. Pelsvoeringen. 20. V. Peluws. 76. — 8 pet. Penbeschermers. 62. — 8 pct. Pendulekasten. 130. I. — 8 pct. Pendules. 130. I. — 8 pct Penhouders. 62. — 8 pet Pennen (schrijf-). 62. — 8 pet Pennenbakjes. 62. — 8 pet Pennenrekjes. 62. — 8 pet Penningen. Betaal-, gedenk-, leg-, speel- en andere penningen. 86. — 8 pct. Penseelen. 21. n. — 8 pct Penuittrekkers. 62. — 8 pct Peper v.a.s., ook witte, zwarte, lange, Cayenne- en Spaansche peper. 139. Peperbussen. 36. — 8 pet Pepton, verpakt of in tabletvorm. 50. — 8 pet Percussies. 142. IV. — 8 pct Peren (fruit). 139. „ (gummiballons). 28. UI. — 8 pct „ (lampe-). 75. H. — 8 pct. Perforeermachines, wegende 10 K.G. of minder. 1. — 8 pct Perforeerraadjes, van handvat voorzien, 62 en 93. — 8 pet Perforeertangen. 27. B.B. 1. Perforeertoestellen, wegende 10 K.G. of minder. 1. — 8 pct Periscopen. 23. — 8 pct. „ voor phototoestellen. 99. IV. — 8 pct Permanente Hof van Internationale Justitie. Goederen, bestemd voor het—. Aant. 2 op art. 19. Persen. Autographische —, wegende 100 K.G. of minder. 4. — 8 pct „ Broekpersen. 128. H. — 8 pet „ Citroenpersen, wegende 600 gram of minder. 113. H. — 8 pct. „ Copieerpersen, wegende 100 K.G. of minder. 4. — 8 pct. „ Vetperaen. 113. Ff. „ Vruchtenpersen. 113. IV. „ van allerlei aard. 113. Pers- en filterdoek. Aant. 8 op no. 85. B.B. III. 8. Persijzers, wegende 5 K.G. of minder. 118. — 6 pct. Perskleeden. 85. B.B. III. 8. Perszakken. 85. B.B. III. 8. Pertinac. 97. B.B. III. 14 en B.B. IV. Perziken. 139. Perzikpitten. 139. Petits-chevaux (gezelschapsspelen). 44. H. — 8 pct. Petroleum. 96. I. Petroleumkachellampen. 75. I. — 8 pct. Petroleumkachels. 135. I. 1. — 8 pct Petroleumkooktoestellen. 135. I. 2. — 8 pct. Petroleumresidu's. 96. I. Petten. 53.-8 pet 248 Pettenkleppen. 64. P7. — 8 pct Peulen. 139. Peulvruchten. 139. Phaenoscopen. 99. PT. — 8 pct Phonograafdrijfwerken. 90. IV. b. — 8 pct Phonograafhoorns. 90. IV. b. — 8 pct Phonograafplaten. 90. IV. a. — 8 pct. Phonograafrollen. 90. IV. a. — 8 pct Phonographen. 90. n. — 8 pct Phonola's. 90. II. — 8 pct. Photographieartikelen. 99. Photographieën op papier, niet omlijst. 97. B.B. III. 2. |j in lijst of passepartout. 133. I. Photographiefixeermiddelen, verpakt of in tabletvorm. 99. VI. — 8 pct. Photographieontwikkelmiddelen,verpakt of in tabletvorm. 99. VI.—8 pct. Photographiepapier. 99. Hl. — 8 pct. Photographiestand aards. 121. Photographietoestellen, onderdeelen en toebehooren. 99.1. en IV. — 8 pct Photographietoestellen (cinematographische). 99. I. — 8 pct Photographische glasplaten. 99. HL — 8 pct Photometers. 99. P7. — 8 pct. Pianino's. 90. I. — 8 pct Pianokasten. 90. IV. b. — 8 pct Pianola's. 90. H. — 8 pct. Pianoloopers. 123. H. Piano's. 90. I. — 8 pct. „ (electrische). 90. H. — 8 pct Pianostoelen. 149. I. — 8 pct Pic-nicmandjes. 96. B.B. 1. c. Piëdestals. 121. EL C — 8 pct. Pieken (wapenen). 142. H. — 8 pct P^len. 142. HL — 8 pct. Pjjpebranders. 103. — 8 pct Pijpedoppen. 103. — 8 pct Pijpekoppen. 103. — 8 pct. Pijpemondstukken. 103. — 8 pct. Pijpen (buizen). 26. „ van caoutchouc. 26. n. „ Opiumpijpen. 103. — 8 pct. „ Sigaren-, sigaretten- en tabakspijpen. 103. — 8 pct. Pijpenstandaards. 103. — 8 pct Pijperoeren. 103. — 8 pct. Pijpesluitingen. 103. — 8 pct. Pqpewisschers. 21. H. — 8 pct. Pijpkoord. 41. B.B. 1. Pillen. Cachoupülen, verpakt of in tabletvorm. 128. UI. — 8 pct. Pillendoosjes. 13. B.B. 2. b. Pime tpeper. 139. Pince-nez. 23. — 8 pct. Pince-nezkettingen. 16. B.B. L — 8 pct 249 Pincetten v.a.s., ook kruispincetten en pincetten voor chirurgisch gebruik. 106. II. — 8 pct. Pingpongspelen. 44. II. — 8 pet. Pistaches (feestartikelen). 29. — 8 pet. Pistolen, ook ammoniak- of hondenpistolen. 142.1. — 8 pct. „ Kinderpistolen. 114. — 8 pct. Pistonpompen voor phototoestellen. 99. IV. — 8 pet. Pitten. 139. „ Abrikozenpitten, Bombaypitten, Canariumpitten, perzikpitten en andere als amandelsurrogaat gebezigde pitten. 139. Plaatdragers gebezigd bij projectielantaarns. 102. II. — 8 pct. Plaatjes. Overdrukplaatjes. Aant. 2 op no. 97. Plaatsbewijzen. Aant. 2 op no. 97. Plaatsbiljetten van buitenlandsche spoorwegmaatschappijen of andere ondernemingen van vervoer, naar hier te lande gevestigde ondernemingen gezonden voor de samenstelling van reisbiljetten in internationaal verkeer. 97. B.B. III. 10. Plafondvleugelventilatoren. 131. Plaid riemen. 129. III. — 8 pct. Plakboeken. 97. B.B. HA 1. e. Plakmachines. Postzegelplakmachines en dergelijke plakmachines, wegende 10 K.G. of minder. 1. — 8 pct. Plakouwels. 62. — 8 pct. Plakplaatjes. Aant. 2 op no. 97. Planetariums. 46. — 8 pct. Plankjes met de verschillende gereedschappen voor het figuurzagen. 96. B.B. 1. a. Plantaardige oliën. 96. „ vetten. 96. Plantendeelen. 139. „ (geprepareerd of gedroogd). 18. I. B. Planthouders. 19. — 8 pct. Plaquetten. 11. I. — 8 pct. Plasmon, verpakt of in tabletvorm. 50. — 8 pct. Plastische voorstellingen. 11. Platen (prenten). 97. „ en reliëf. 11. II. „ omlijst of in passepartout. 133. I. „ voorzien van wand of rand. 13. B.B. 2. a. „ voor het bakken van biscuits in biscuitfabrieken. Aant. 1 op no. 9. „ voor camllons, orchestrions, pianola's, muziekdoozen en dergehjke artikelen. 90. IV. a. — 8 pct. „ Naamplaten, nummerplaten, reclameplaten, tekstplaten en andere platen, welke blijkens de daarop aangebrachte opschriften, cijfers, letters, teekèns of andere dergelijke aanduiding dienen tot eenige bekendmaking, aanwijzing, herinnering of reclame. 141. — 8 pct. Platen en andere dergelijke voor constructieve doeleinden of voor bedekking gebezigde materialen van aardewerk, enz. 124. Platinadraad. 41. B.B. 6. a. 250 Platifaametalen. Art. 30, sub 6 en 7. Plattegronden, omlijst of in passepartout. 133. I. Platvoetzolen. 132. D3. — 8 pct. Plectra voor het bespelen van mandolines en citers. 90. IV. b. — 8 pct. Pleiziervaartuigen. Art. 19, aant. 4. Ploertendooders. 142. II. Plombeertangen, 1. B.B. en 27. B.B. fta Pluggen, geheel vervaardigd van metaal. 112. B.B. 4. a. Pluimvee (ander dan levend) en eetbare deelen daarvan. 137. Pluimveehokken. 138. — 8 pct. Pluis (verpakt). 132. VH. —• 8 pct. Pluksel. 132. VH. Plumeaux. 21. 13. — 8 pct. Poeder. Haar-, huid-, strooi- en wondpoeder, verpakt of in tabletvorm. 128. D3. — 8 pct. Poederdoozen. 128. 13. — 8 pct. Poederkwasten. 128. II. — 8 pct. Poederverstuivers. 117. 13. Poetskussens. 21. 13. — 8 pct. Poetsmachines (messen- en vorken-). 56. Hl. Poetsmiddelen, verpakt of in tabletvorm. 32. — 8 pct. Poken (kachel-). 135. IH. 2. — 8 pct Polijstmiddelen, verpakt of in tabletvorm. 32. — 8 pct Politoermiddelen, verpakt of in tabletvorm. 32. — 8 pct Polospel. Benoodigdheden voor —. 48. rf. — 8 pct Polsbekleeding. 51. — 8 pct. Polsbeschermers. 51. — 8 pct Polsjes. 51. — 8 pct. Polsmofjes (bont-). 20. I. — 8 pct Polsternagels. 116. — 6 pct Polygraphen, wegende 100 K.G. of minder. 4. — 8 pct. Pomeransen. 16. — 8 pct Pommades, verpakt of in tabletvorm. 128. Hl. — 8 pct Pompen (rijwiellucht- en automobiellucht-). 134. IH. 5. — 8 pct. Pompons (kleedingfournituren). 64. V en VH. — 8 pct. Ponjaards. 142. H. — 8 pct. Ponsmachines, wegende 10 K.G. of minder. 1. — 8 pct Ponstoestellen, wegende 10 K.G. of minder. 1. — 8 pct. Pootbeschermers (voor dieren). 129. I. — 8 pct. Poppekleeren. 114. — 8 pct „ koppen. 114. B.B. 1. „ ledematen. 114. B.B. 1. Poppen. 114. — 8 pct. „ Hoofd- en haarversieringsartikelen voor —. 114. B.B. 1. Poppenhoeden. 114. B.B. 1. Poppenhuizen en poppenwoningen. 114. — 8 pct Poppenwagens. 114. — 8 pct Poppepruiken.. 114. B.B. 1. Popperompen. 114. B.B. 1. Poppeschoenen. 114. B.B. 1. 251 Poppestoelen. 114. — 8 pct. Porseleinen kaarsen. 76. D3. — 8 pct. Portefeuilles. Muziek- en teekenporteffeuilles. 71. — 8 pct. „ Zakportefeuilles. 100. — 8 pct Portefleurs. 16. B.B. 1. — 8 pct. Portemonnaies. 100. — 8 pct Portrethangers. 121. — 8 pet Portretlijsten, zoowel wand- als staande lijsten. 78. — 8 pct Portrettendoozen. 13. B.B. 2. b. Postelein. 139. III. Postzakken, 'niet van beugelsluiting of metalen Oogen, ringen of kousen voorzien. 86. n. Postzegelbevoohtigers. 62. — 8 pet Postzegeldoosjes. 13- B.B. 2. b. Postzegelplakmachines, wegende 10 K..G. of minder. 1. — 8 pct Postzegels. 97. B.B. III. 8 en B.B. VI. Postzegelschilderijen. 133. I. Potlood in staafjes voor het vullen yan potloodhouders. 62. — 8 pct „ gekleurd, verpakt of in tabletvorm. 74. — 8 pet Potlooden. 62. — 8 pet Potloodhouders. 62. — 8 pct „ puntbeschermers. 62. — 8 pct „ scherpers. 62. — 8 pct Potspelstoelen. 16. — 8 pct Potten. 13. B.B. 2. a en 38. B.B. 2. „ voor smeertoestellen. 13. B.B. 4. e. „ condensatie-). 13. B.B. 4. d. „ (kachel-). 135. Bi. 1. — 8 pct (sier ). 133. DJ. — 8 pet „ van glas voor smeer- en vetpotten en smeertoestellen. 45. B.B. 3. c. Poufs. Z.g. —. 149. D. — 8 pct Praeparaten. Anatomische — op spiritus, enz. 94. I. „ Microscopische —. 94. IV. — 8 pct Preekstoelen. 63. — 8 pct Preekstoelklankborden. 63. — 8 pet Prenten. 97. „ en reliëf. 11. D. — 8 pct ,, omlijst of in passepartout. 133. I. Presenteerbladen. 36. — 8 pet Prespaah. 97. B.B. III. 14 en B.B. IV. Pressepapiers. 62. — 8 pet Prezenningdoek. 86. B.B. III. 4. Priemen (metalen), van handvat voorzien. 93. B.B. Prikkeldraad. 101. — 5 pct Processiebenoodigdheden. 63. Prijscourant, vermeldende de waarde van versch en gekoeld vleesch van runderen en paarden. 137. B.B. 4. Proefvocht. Felüings —. Art. 27. Projectielampen voor het projecteeren Vatt lichtbeelden. 102.1. — 8 pct. 252 Projectielantaarns voor het projecteeren van lichtbeelden. 102.1. — 8 pct. Pronklepels. 77. Propylalcohol. Aant. 1 op no. 2. Pruiken. 49. H. — 8 pct. ,, (poppe-). 114. B.B. 1. Pruikenmakerswerk. 49. H. — 8 pct. Pruimedanten. 139. Pruimen. 139. Prunellen. 139. Puddingvormen. 9. Puimsteen (verpakt of in tabletvorm). 128. Dl. — 8 pct Pullen (sier-). 133. H. — 8 pct. Punaises, waarvan de stiftlengte en de diameter van het bovenvlak onderscheidenlijk bedragen 10 en 15 m.M. of minder. 62.—8pct „ andere. 116. — 5 pct Puntbeschermers. Pen-, vulpen- en potloodpuntbeschermers. 62.—-8 pct. Puntjes (manufacturen). 85. Pushers voor het openen van kogelfleschjes. 36. — 8 pct. Putsen. 13. B.B. 2. a. Puzzles en andere behendigheidsspelen. 44. n. — 8 pct Quadranten. 23. — 8 pct. Queuën (biljart—). 16. — 8 pct. Raagbollen. 21. TT. — 8 pct Raamhorren. 60. — 8 pct Raamvoorzetten. 60. — 8 pct Racewagens. 134. I. Radeergummi. • 62. — 8 pct „ mesjes, van handvat voorzien. 62. — 8 pct Radiatoren voor centrale verwarming en geledingen daarvoor. 135. I. 1, met aant. 2. Vrij. Raketpersen. 48. TV. — 8 pct Raketten. 48. FT. — 8 pct „ (speelgoed). 114. — 8 pct. Rammelaars. 114. — 8 pet Randen van caoutchouc of gutta-percha. 28. TT. „ voor thee- en koffiekchtjes. 136. IH. 2. — 8 pct. „ voor closets. 31. „ met koralen, kralen, enz. samengesteld. 73. — 8 pct „ Ringvormige — van weefsel (pakkingstof). 85. B.B. III. 8. „ bestaande uit weefsels of stoffen, uitsluitend vervaardigd van asbest. 85. B.B. III. 3. Ransels. 71. — 8 pct Raspen, wegende 600 gram of minder. 113. H. — 8 pct „ Zeepraspen, wegende 600 gram of minder. 56. TV. — 8 pct. Raten. Honigraten. 55. B.B. 2. Ratels (feestartikelen). 29. — 8 pet. „ (speelgoed). 114. — 8 pct Rattenklemmen, wegende 5 K.G. of minder. 89. — 8 pct 253 Rattenvallen, wegende 5 K.G. of minder. 89. — 8 pet. Reclameartikelen door mechaniek of uurwerk bewogen. 11. II. — 8 pct. Reclameautomaten. 11. II. — 8 pct. Reclameborden. 141. — 8 pct. Reclamedoozen. 11. II. — 8 pct. Reclameflesschen. 11. II. — 8 pct. Reclamekaarten. Aant. 2 op no. 97. Reclamelichten. 75. I. — 8 pct. Reclamelichttoestellen. 75. I. — 8 pct. Reclamemodellen. 11. II. — 8 pct. Reclameplaten. 141. — 8 pct. Reclamepotten. 11. II. — 8 pct. Reclames. Art. 5. Reclamespiegels. 115. — 8 pct. Reddingsboeien. 85. B.B. III. 11. Reddingsmatrassen. 76. — 8 pct. Reddingszeilen. 85. B.B. III. 7. Reflectors voor lampen. 76. Hl. — 8 pct. Registers. 97. B.B. III. 1. b. Reinigingsmiddelen, verpakt of in tabletvorm. 32. — 8 pct. Reisbaden. 8. — 8 pct. Reisbagage. Art. 19, lett. e. Reisbiljetten. 97. B.B. III. 10. Reisdekens. 123. Reiskussens. Z.g. —. 132. IV. — 8 pct. Reisrijtuigen. Art. 19, lett. d. Reisrollen. 71. — 8 pct. Reiszakken van oogen, ringen of kousen voorzien. 71. — 8 pct. Reizende personen. Art. 19, lett. e. Rekenlatten. 109. — 8 pct. Rekenhnialen. 109. — 8 pct. Rekenmachines en onderdeelen daarvan. 109. — 8 pct. Rekken. 121. II. A en C, alsmede 121. B.B. 3. ,, (gymnastiektoestellen). 48. I. — 8 pct. „ voor het bergen van provisiepotten, poets-, schuur- en wrijfbenoodigdheden. 121. „ Borden-, droog-, klop- en stempelrekken. 121. Reliëfbeelden. 11. I. — 8 pct. Reliekdoozen. 63. — 8 pct. Reliekschrijnen. 63. — 8 pct. Remmen (rijwiel-). 134. IH. 4. — 8 pct. Reparatiedoosjes voor rijwielbanden. 95. B.B. 1. b. Reservoirs. 13. B.B. 2. a. Residu's van minerale oliën. 96. I. Respirators. 53. B.B. a. Restitutie van belasting. Art. 22. Retoucheermiddelen, verpakt of in tabletvorm. 99. VI. — 8 pct. Retoucheerspiegels. 115. — 8 pct. Reukfleschjes. 100. — 8 pct. Reukkussentjes. 128. H. — 8 pct. 254 Reukvaten (Oostersche). 133. II. — 8 pct. Reukverdrijvehde middelen, verpakt of in tabletvorm. 32. — 8 pct. Reukwaters. 2. B.B. 4 en 128. DX Reukzouten, verpakt of in tabletvorm. 24. — 8 pct. Reuzel. 96. Revalenta arabica beschuit, verpakt of per stuk wegende 100 gram of minder. 37. D. — 8 pct Revolvers. 142. I. — 8 pct Richtingzoekers. 33. Vlll. Ridderkruisen. 86. — 8 pct Riemen. Bagage-, draag-, gordel-, pak- en andere riemen, voorzien van gesp, malie of oogen, plaidriemen en dergelijke artikelen daaronder begrepen. 129. ID. — 8 pct Riemen. Roeiriemen. 134. D. 2. — 8 pct „ Scheerriemen. 128. D. — 8 pct. Rijgnaalden. 92. I. — 8 pct. Rijkappen. 108. — 8 pct. Rjjsporen. 129. I. — 8 pct. Rijstkogels. 9. . Rntuigbanden, geheel of gedeeltelijk bestaande uit veerkrachtig of elastisch caoutchouc. 6. Hijtuigkleeden. 85. B.B. lil. 7. Rijtuigknoopen. 69. — 8 pct. Rijtuigkussens. 149. D. — 8 pct Rijtuiglantaarns. 75. I. — 8 pet. Rijtuigmatten. 123. D. — 8 pet. * Rijwielachtervorkbuizen. Aant. 3 op no. 134. ID. 4. — Vrij. Rijwielbanden, geheel of gedeeltelijk bestaande uit veerkrachtig of elastisch caoutchouc. 6. Rijwielen. Motorrijwielen. 134. I. — 12 pct. Waterriywielen. Z.g. —. 134. D. 2. — 8 pct „ andere. 134. I. 2. — 8 pct. Rijwielframes. 134. ID. 4. — 8 pct Rijwielkettingen. Aant. 1 op no. 65. Hflwïeftettingbeschermers. 134. DX 6. — 8 pct Rijwielkettingkasten. 134. ID. 6. — 8 pct. Rijwiellantaarns. 76. I. — 8 pet. Rijwiemaven. 134. DX 4. — 8 pct Rjjwielpedaalblokjes. 134. ID. 4. — 8 pct. Rjjwielpedalen. 134. ffl. 4. — 8 pct. Rijwielpompen, ingericht voor hand- en voetkracht. 134. ID. 5. — 8 pct Rijwielremmen. 134. ID. 4. — 8 pet Rijwielrokbeschermers. 134. ID. 6. — 8 pct. Rijwielschellen. 111. — 8 pct Rijwielsloten. 52. — 8 pct Rijwielspatschermen. 134. ID. 6. — 8 pct Rijwielsturen. 134. ID. 4. — 8 pct. Rïjwielstuurhandvatten. 134. ID. 4. — 8 pct Rijwielstuurkappen. 134. Dl. 6. — 8 pct. Rijwieltasschen. 71. — 8 pct 255 Rijwielvelgen. Aant. 3 op no. 134. III. 4. — Vrij. Rijwiel voorvorkscheden. Aant. 3 op no. 134. UI. 4. — Vrij. Rijwielvrijwielen. Aant. 3 op no. 134. Dl. 4. — Vrij. Rjjwielzadels. 134. III. 3.-8 pct. Ringen en ringvormige randen van weefsel (pakkingstof). 85. B.B. III. 8. „ (sieraden). 15. B.B. 1. — 8 pct. „ van caoutchouc of gutta-percha. 28. D. Ringen (veer-) voor kettingen. 112. „ (veerende, voor het bevestigen van knoopen aan kleedingstukken zonder draad of garen). 69. — 8 pct. „ voor gloeilichtkousjes. Aant. 2 op no. 75. — Vrij. „ voor het bespelen van mandolines en citers. 90. IV. b. — 8 pct. „ bestaande uit weefsels of stoffen, uitsluitend vervaardigd van' asbest. 86. B.B. JII. 3. „ Vogelmerkringen. 138. — 8 pct. Ringventilatoren. 131. Ritsmessen, samenvouwbare. 88. B.B. 4. — 8 pct. Robbenspek. 137. B.B. 3. b. Roeiriemen. 134. D. 2. — 8 pct. Roeispanen. 134. D. 2. — 8 pct. Roepers. 111. — 8 pct. Roeren van tabakspijpen. 103. — 8 pct. Roertoestellen. 113. JV. Roestwerende middelen, verpakt of in tabletvorm. 32. — 8 pct. Rokbeschermers. 134. Dl. 6. — 8 pct. Rokophoudergarnituren. 54. I. — 8 pct. Rokophouders. 67. B.B. 1. — 8 pct Rokspelden. 15. B.B. 1. — 8 pct Rollen voor autographen, enz. 4. „ voor carrillons, orchestrions, pianola's, muziekdoozen en dergelijke artikelen. 90. IV. a — 8 pct „ Afzonderlijk ingevoerde rollen voor machines en toestellen om het geschrevene of machineschrift te vermenigvuldigen. 4. 8 pct. Rollend materieel voor spoor- en tramwegen en zweefbanen. 134. I. Rolluiken v.a.s. 60. — 8 pct Rolmaten. 87. I. Rolpens. 137. Rolschaatsen. 48. D. — 8 pct. Rolschilderijen. 133. B.B. III. 3. b. Romeinsche kaarsen. 140. — 8 pct. Rompen voor verwarmingstoestellen. 135. ID. 1. „ voor zit- en hgmeubelen. 149. I. — 8 pct. Rookapparaten. 135. D. Rookersbenoodigdheden. 103. Rookkasten. 121. Rookmaskers. 53. B.B. a. Rookstellen. 108. — 8 pct. Rooktafeltjes. 103. — 8 pct Room, verpakt. 37. VI. — 8 pct. 256 Roostere. 40. B.B. 2. Roostertjes, om warme voorwerpen op te plaatsen. 66. FT. — 8 pet. Roostervormen. 9. Rotatiepapier en andere papier uit één stuk, ingevoerd op rollen, wegende per rol, met inbegrip van huls of ander opwindmiddel, 200 K.G. of meer. 97. U. — 5 pct. Rouge et noir (gezelschapsspel). 44. EL. — 8 pct. Rozenkransen. 63. — 8 pct. Rozetten (kleedingfournituren). 64. VH. — 8 pct. Rozijnen. 139. Rubberhakken. 107. D. — 8 pct. Rubber in bladen, vellen stukken of schijven. 28. I. „ Voorwerpen van —. 28. BE en Dl. Rugwarmera. 135. B.B. 3. Russische biljarten. 16. — 8 pek Ruwe suiker. 119. Ruw zout. 160. Sabels. 142. D. — 8 pct. Saccharine, saccharinezouten en andere kunstmatige zoetstoffen, a. verpakt of in tabletvorm. 104. — 8 pct en per 100 K.G. f 27,—. b. ingevoerd op andere wijze. 104. — 100 K.G. f 27,—. „ Met kunstmatige zoetstoffen samengestelde n.a.b. producten. 104. Sachets. 128. D. — 8 pct. Saffraan. 139. Sago. Paarlsago. 139. ID. Sakehkommen. 133. D. — 8 pct. Salonkastjes voor naaimachines. 121. Salönstoelen. 149. I. — 8 pct Salpeteraether. 30. I. Skmbaltrekkere, wegende 600 gram of minder. 113. D. — 8 pct Samenstellingen met alcohol, aether, suiker, wijn of zout. Art. 30, sub 11 en art. 31. Samenvouwbare banken. 149. I. — 8 pet Samos-ro zijnen. 139. Samovars. 36. — 8 pct Sanatogen, verpakt of in tabletvorm. 50. — 8 pct. Sandalen. 108. — 8 pct. Sandow-apparaten. 48. I. — 8 pct. Sappen, verpakt of in tabletvorm. 105. — 8 pct Sardinebhksleuteltjes. 56. I. — 5 pct Sausen. 37. ID en 137. Schaakborden. 44. D. — 8 pct Schaakfiguren. 44. D. — 8 pct Schaakspelen. 44. D. — 8 pct Schaaldieren, en eetbare deelen daarvan en daarmede samengestelde eetwaren. 136. Schaarbladen. 88. B.B. 3 en 106. 257 Schaatsen. 48. EL — 8 pct Schaatsijzers. 48. EL — 8 pct Schakelborden (telephoon-). 125. — 8 pct. „ klokken. 130. I. — 8 pct Schako's. 53. — 8 pct. Schalen. 13. B.B. 2. a. „ (eetgerei). 36. — 8 pct Schalen voor kerkehjk gebruik. 63. — 8 pct „ voor weegwerktuigen, nl. afzonderlijk ingevoerde, van z.g. messen of dergelijke inrichting voorziene schalen. 145. FT. 8 pct. Schapenscheren. 106. I. — 8 pct „ vleesch. 137. Scharen. Druivenscharen, huishoudhoudscharen en andere scharen. 106. H. — 8 pct „ Knoopenscharen. 128. II. — 8 pct „ Schapenscharen. 106. I. — 8 pct „ Wildscharen en andere tafel- en keukenscharen. 106. EL 8 pct. Schaven. 88. B.B. 2. „ (kaas-), wegende 600 gram of minder. 113. II. — 8 pct. „ (komkommer-), wegende 600 gram of minder. 113. II. — 8 pct „ (kool-)., wegende 600 gram of minder. 113. EL — 8 pct „ (zeep-), wegende 600 gram of minder. 56. TV. — 8 pct Scheeden (wapen-). 142. II. — 8 pct. Scheepjes aangebracht in flesschen. 133. II. — 8 pct. Scheepsbellen. 111. — 8 pct Scheepsbeschuit, verpakt of per stuk wegende 100 gram of minder. 37. I. — 8 pct. Scheepskaak, verpakt of per stuk wegende 100 gram of minder. 851 t, 8 pct. Scheepsprovisiën. Art. 19, lett. h. Scheepsstootzakken. 85. B.B. III. 11. SfiJwepstelegrafen (toestellen voor het overbrengen van scheepsseinen en scheepsbevelen van het eene deel van het schip naar het andere. 111. B.B. 2. b. Scheepszeilen. 85. B.B. III. 7. Scheerapparaten (baard-). 128. EL — 8 pct Scheerbakjes. 128. II. — 8 pct. Scheerbakjesinzetten. 128. II. — 8 pct Scheerdoek. 85. B.B. III. 4. Scheerkwasten. 21. n. — 8 pet Soheermesaanzetters. 128. II. — 8 pct. Scheermeslemmetten. 88. B.B. 1. b. — 8 pct. Scheermessen. 88. B.B. 1. b. — 8 pct „ (veegheids-). 128. II. — 8 pct Scheerriemen. 128. II. — 8 pct Schellen v.a.s. 111. — 8 pct. „ Drukknoppen en andere soortgelijke artikelen voor het in beweging brengen van electrische schellen. 111. — 8 pct Tarief fan Invoerrechten. I 17 258 Schelpdieren en eetbare deelen daarvan en daarmede samengestelde eetwaren. 136. Schelpen. 94. B.B. Schelpen, „verpakt" of wel ingevoerd in kisten, vaten, doozen of andere emballage van hout, metaal, papier of karton. 94. II. — 8 pct. „ (beschilderd, versierd of gemonteerd). 133. H. — 8 pct. Schenkkannen voor kerkelijk gebruik. 63. — 8 pct. Schenkkurken. 112. 13. D. 2. — 8 pct. Schepbakken. 77. Scheppen. 77. Schermbenoodigdheden n.a.b. 142. Schermen. Brandschermen. 60. — 8 pct. ,, Haard- en vuurschermen. 60. — 8 pct. „ Schoorsteenschermen. 60 en 133. B3. — 8 pct. „ Theelichtschermen. 60. — 8 pct. „ Tochtschermen. 60. — 8 pct. „ Windschermen vöc* vervoermiddelen, met glas of andere doorzichtige stof samengesteld. 134. Hl. 7. — 8 pct. „ Zonneschermen. 60. — 8 pct. Schermhandschoenen. 61. — 8 pct. Schermmaskers. 53. — 8 pct. Schermstokken. 142. H. — 8 pct. Schetsen op doek, niet omlijst. 85. B.B. III. 13. „ op papier, niet omlijst. 97. B.B. III. 2. Scheurkalenderblokken. Aant. 2 op no. 97. Schietbenoodigdheden n.a.b. 142. Schietschijven. 142. H. — 8 pct Schiettentgeweren. 142. I. — 8 pct Schijnwerpers. 75. I. — 8 pct. Schijven, doorboorde, van weefsel (pakkingstoft. 85. B.B. III. 8. „ doorboorde, bestaande uit weefsels of stoffen, uitsluitend vervaardigd uit asbest. 85. B.B. III. 3. Schilden, blijkens daarop aangebrachte opschriften^ ijlyfers, letters, teekens of andere dergelijke aandïwding dienende tot eenige bekendmaJkmg,aanwijzmg,herinnering of reclame. 141. —8 pct. ,, voor barometers. 10. — 8 pct. „ Draagscbilden. 142. I. — 8 pct Schilderbehoeften n.a.b. 62. Schilderdoek. 85. B.B. III. 13. en B.B.IV. 11,alsmede 183. B.B.len3d. „ (op raam gespannen). 62. — 8 pet Schilderezels. 62. — 8 pct. Schilderfiguren in schablonevorm. 27. — 8 pct Schilderijen en schilderijtjes. 133. H. „ Oheverfschilderijen. 133. I. Schilderijezels. 121. Schilderijlijsten. 78. — 8 pct. Schilderijstandaards. 121. Schilderijtjes op ivoor, been, enz. 133. II. — 8 pct. Schilderingen, omlijst. 133. B.B. 1. „ op doek (niet omlijst). 85. B.B. III. 13. 259 Schilderingen op papier (niet omlijst). 97. B.B. III. 2. Schilderstokken. 62. — 8 pct. Schildpad in bladen, vellen of stukken, bedrukt, beschilderd of op andere wijze voorzien van figuren, afbeeldingen, letters, cijfers of teekens, geen quahteitnummers zijnde. 69. — 8 pet; Schillen van vruchten. 139. Schilmachines. 113. IV. Schoenbeslag (metalen plaatjes, gebezigd tot vermindering der slijtage van zolen en hakken). 107. II. — 8 pct. Schoenen, klompschoenen en overschoenen. 108. — 8 pek „ van asbest. 108. B.B. b. ,, Duikerschoenen. 108. B.B. a. „ Khmschoenen. 108. B.B. d. Schoenfournituren n. a. b. 64. Schoengespen. 69. — 8 pct. Schoenhaken. Z.g. — voor rijgschoenen. 69. B.B. 1. Schoenhoorns. 128. EI. — 8 pct. Schoenleesten, niet van zool vlak voorzien. 128. II. — 8 pct. Schoennagels, mits voorzien van kop en punt. 116. — 5 pct. Schoenpennen. 107. D. Schoenspijkers, mits voorzien van kop en punt. 116. — 6 pct. Schoenvoerings. Aant. 1 op no. 85. Schoenwerk waarvan de onderzijde bestaat uit of is bekleed met een niet onderbroken plaat van metaal. 108. B.B. a. Schoenwerk. Leestklaar —, waaronder te verstaan bovenstukken voor bottines, laarzen, pantoffels en andere voet- en beenbekleeding, welke, om als zoodanig te worden aangewend, slechts behoeven te worden voorzien van zool of klomp. 108. — 8 pct. Schommels (kinder-). 114. — 8 pct. Schommelstoelen. 149. I. — 8 pct. Schoolbanken. 149. I. — 8 pct. Schoolbehoeften n. a. g. 62. Schoolborden. 62. — 8 pct. Schoolschriften. 97. B.B. III. 1. b. School tasschen. 71. — 8 pct. Schoonheidshulpmiddelen n. a. b. 128. I en Dl. Schoorsteenkleedjes. 123. D. — 8 pet. Schoorsteenschermen. 60 en 133. III. — 8 pct. Schoorsteenstukjes. 133. ID. — 8 pct. Schoorsteentjes (lampeglas-). 75. Dl. — 8 pct. Schoppen. 77. Schors. 139. Schorten. 67. B.B. 1. — 8 pA Schotels. 13. B.B. 2. a. „ voor koppen(serviesdeelen). 36. — 8 pet. Schouderkussentjes voor vioolspelers. 90. IV. b. — 8 pct. Schouwburgstoelen. 149. I. — 8 pct Schouwplaten, vervaardigd van met figuren of afbeeldingen voorzien metaal. 135. ID. 2. — 8 pct Schrapers. 88. B.B. 1. e. 260 Schrappers. 88. B.B. 1. e. Schrapmessen. 88. B.B. 1. e. Schrifturen. 97. Schrijfbehoeften n. a. g. 62. — 8 pct. Schrjjfborden. 62. — 8 pct. Schrijfbureaux. 121. Schrijfcassetten. 62. — 8 pct. Schrijfgarnituren. 95. B.B. ÉL c. Schrijfleggers. 62. — 8 pct. Schrijfleien, in houten raam of andere houten omlijsting of aan de achterzijde beplakt met papier, linnen of andere zelfstandigheid. 62. — 8 pct. Schrijflessenaars. 121. Schrijfmachinegeraamten. 109. — 8 pct. Schrijfmachinekappen. 13. B.B. 2. b. Schrijfmachinehnealen. 109. — 8 pet. Schrijfmachinemechanismen. 109. — 8 pct. Schrigfmachines. 109. — 8 pct. Schrijfmachinetoetsen. 109. — 8 pet Schrijfmachinetongbewegingen. 109. — 8 pct Schrijfmacbinewagens. 109. — 8 pct. Schrijfmappen. 62. — 8 pct. Schrijfpennen. 62. — 8 pct. Schrijfstiften. 62. — 8 pet Schrijftafels. 121. — 8 pct. Schroeven. Zie blz. 11, regel 19 v. b. Schudijzers (haardsteltoebehooren). 135. UI. 2. — 8 pct Schuiers. 21. EL en 21. B.B. Schuimspanen. 40. Schuurmiddelen, verpakt of in tabletvorm. 32. — 8 pct. Sciopticonplaatjes. 102. II. — 8 pct. Seininrichtingen voor draadlooze telegraphie en telephonie. 33. VIEL 8 pct Seinsleutels (Morse —). 33. VI. — 8 pct Serrestoelen. 149. I. — 8 pct Servetringen. 36. — 8 pet Servetten. 85. Serviesdeelen. 36. — 8 pct. Serviezen. 36. — 8 pct. „ Doosjes met — (speelgoed). 114. — 8 pct Sextanten. 23.-8 pct Sieraden (lijf-). 15. „ uit Oostersche tempels. 133. U. — 8 pct. Sierbekers. 133. II en Hl. — 8 pct. Sierbokalen. 133. U. — 8 pct Sierborden. 133. II. — 8 pct m< Sierkammen. 15. B.B. f. — 8 pct. Sierkussens. 149. EL — 8 pct. Sierlepels. 77. Siernaalden. 92. EL — 8 pct 261 Sierpotten. 133. II. — 8 pct Sierpullen. 183. IJ. — 8 pct Siervazen. 133. U en DJ. — 8 pct. Sigaren. Art. 34, sub 15 en no. 110. Sigarenafval. 120. B.B. 1. Sigarenbekers van papier maché. Aant. 4 op no. 97. Sigarendoovers. 103. — 8 pct Sigarendoozen. 13. B.B. 2. b. Sigarendroogflesschen. 103. — 8 pet Sigarenhouders. 103. — 8 pct Sigarenkistopeners. 103. — 8 pct. Sigarenknippers. 103. — 8 pet Sigarenkokers. 103. — 8 pet Sigarenlampjes. 76. I. — 8 pct Sigarenpijpen. 103. — 8 pct Sigarenstandaards. 103. — 8 pct. Sigaretten v. a. s. 110. II. „ Asthma- en mentholhoudende sigaretten, voor zoover niet samengesteld met tabak. 110. B.B. 1. Sigarettenafval. 120. B.B. 1. Sigarettendoosjes. 13. B.B. 2. b. Sigarettenhouders. 103. — 8 pet Sigarettenhulzen en deelen daarvan. Art. 24, derde lid en no. 97. I. Sigarettenkokers. 108. — 8 pet Sigarettenpapier. Art. 24, derde lid en no. 97. I. Sigarettenpijpen. 103. — 8 pct Sigarettenrolmatjes. 103. — 8 pet Signaalfluiten. 111. — 8 pet Signaalhoorns. 111. — 8 pct Signaaltoestelleltt. 111. Signalen. Knalsignalen. 142. TV. — 8 pet Signetten. 15. B.B. 1. — 8 pct. Simmen (vischtuig). 48. Dl. — 8 pct Sirihdoozen. 133. II. — 8 pet Sjerpen. 67. B.B. 1. — 8 pct Ski's. 48. H — 8 pct Skootamota's. 134. I. Slaapzakken. 76. — 8 pet Slachtmaskers. 142. B.B. 2. Sla-emmers. 40. Slagcijfers. 27. B.B. 2. b. Slagersmessen. 88. B.B. 1. e. Slaghoedjes. 142. TV. — 8 pet Slaginstrumenten. 90. Dl. — 8 pet Slagkooien. Z.g. —. 138. — 8 pct Slagletters. 27. B.B. 2. b. Slagvormen. 11. Tl. Slangen (buizen). 26. „ van buigzaam metaal. 26. I. „ van caoutchouc. 26. II. m 262 Sleden v. a. s., arresleden, baksleden en kindersleden daaronder begrepen, zoomede onderstellen van sleden. 134. EL. 3. — 8 pct. Sleutelaanhangplaatjes. 16. B.B. 1. — 8 pct. Sleutelborden, van haken voorzien. 121. II. G. — 8 pct Sleutelkettingen. 16. B.B. 1. — 8 pct Sleutelrekken, van haken voorzien. 121. II. C. — 8 pct. Sleutelringen. 16. B.B. 1. — 8 pct Sleutels met hang- en rijwielsloten ingevoerd. 52. — 8 pet Sleuteltjes. Horlogesleuteltjes v. a. s. 130. II. — 8 pct. Slijpmachines (messen-). 66. Hl met aant. 1. Slijpmiddelen, verpakt of in tabletvorm. 32. — 8 pet Slijpplanken, voorzien van zandbak of voorzien van oog, ring of andere inrichting om op te hangen. 56. IV. — 8 pct SUjpsteenen. 32. B.B. en 128. B.B. Slingers. Uurwerkslingers, afzonderlijk ingevoerd. 130. EL. — 8 pct Slobkousen. 108. — 8 pct Slöjdwerken. 133. II. — 8 pct. Sloopen (kussen-). 76. Sloten (hang-). 52. — 8 pet' „ (rijwiel-). 52. — 8 pct. Sluiers. 67. B.B. 1. — 8 pct Sluimerrollen. 149. II. — 8 pct Sluitbeugels voor tasschen, enz. 112. Sluitdeksels en sluitstukken voor doopvonten. 63. — 8 pct. Sluitingen (flesschen-). 112 en 112. B.B. 4. c. „ voor boeken, kettingen en lijfsieraden. 112. „ voor tabakspijpen. 103. — 8 pct. Smeedwerk (Balineesch). 133. II. — 8 pet Smeer. 96. Smeermiddelen, verpakt of in tabletvorm. 32. — 8 pct. Smeerpotten. 13. B.B. 4. e. en 45. B.B. 3. c. Smeertoestellen. 13. B.B. 4. e. en 45. B.B. 3. c. Smeltkroezen. 13. B.B. 4. g, met aant. 6. Vrij. Smeltstrooken. Z.g. —. 41. B.B. 5. Smidsen. Veldsmidsen. 135. B.B. 5. d. Smoorvonkenbanen. 33. Vill. — 8 pct Snaren. Aant. 1 op no. 90. IV. Snaren (darm-). 41. B.B. 2. b. Snelheidsmeters. 33. I. — 8 pct Snelvuurmakers, bestaande in hoofdzaak uit met behulp van vetzure of harszure zeep in vasten toestand gebrachte minerale olie. 81. — 8 pct. Snijboonen. 139. Bü. Snnboonenmesjes. 88. B.B. 1. c. — 8 pct Snijboonenmolens. 113. Ff. Sdjjborden van mes voorzien, wegende 5 K.G. ofminder. 113. III. — Spet „ Brood-, vleesch- en groentensnijborden, niet met mes gemonteerd. 66. IV. — 8 pct Snijders. 88. B.B. 1. e. Snij-ijzers. Kistjes of doosjes met — en de daarbij behoorende tappen. 95. B.B. 1. a. e 262 263 Snijmachines. Brood—, wegende 5 K.G. of minder. 113. DJ. — 8 pct. Blik—, „ 5 „ „ „ 113. DJ.—8 pct „ Kool—. 113. D7. „ Papier—, wegende 5 K.G. of minder. 113. BJ. — 8 pct Snijnaalden. 92. I. — 8 pet Snij toestellen. 113. IV. „ bestaande uit een bord, plank of toestel met een daaraan bevestigd mes, dat bij het snijden met de hand wordt op en neer bewogen, wegende 5 K.G. of minder. 113. DJ. 8 pct. „ waarbij hooge temperaturen worden verkregen door mengsels van zuurstof en aeetyleen, of van zuurstof en waterstof, of wel door middel van electriciteit. 135. B.B. 5. c. Snij werktuigen van allerlei aard n. a. g. 113. Snoeimessen. 88. B.B. 1. en B.B. 4. Snoepbakjes (vogel-). 138. — 8 pet Snoepgoedartikelen. 70. Snoer. 41 en 85. B.B. III. 6. „ (geweven of gevlochten voor het vervaardigen van pakkingstof). 85. B.B. III. 6. Snorbinders. 128. I. — 8 pct Snuif. 120. Snuifdoozen. 100. — 8 pct. Snuisterijen. 133. D. — 8 pet Sodors (metalen fleschjes gevuld met vloeibaar koolzuur), bevattende 1200 gram of minder. 37. IV. — 8 pct. Soda, verpakt of in tabletvorm. Aant. 1 op no. 30. — 8 pct Soepen. 37. ID, 136 en 137. Dl. Soeptabletten. 37. Dl, 137. Dl en 139. B.B. 6. Sofa's. 149. I. — 8 pct Sokophouders. 67. B.B. 1. Soldeerbouten met verwarmingsinrichting. 136. B.B. 5. b. Soldeerlampen. 76. B.B. 1 en 135. „ met anderen dan verticalen brander. 135. B.B. 5. a. Soldeertoestellen waarbij hooge temperaturen worden verkregen door mengsels van zuurstof en aeetyleen, of van zuurstof en waterstof, of wel door middel Van electriciteit. 135. B.B. 5. c. Soldeertoestelletjes voor huishoudelijk gebruik. 95. B.B. 1. b. Somatose, verpakt of in tabletvorm. 50. — 8 pct Sorteer kasten. 121. B.B. 6. a. Sorteertafels. 121. B.B. 6. a. Soson, verpakt of in tabletvorm. 50. — 8 pet Soundboxes (microphonen voor muziekinstrumenten). 90. D7. b. — 8 pet Soutien. 41. D. Spaansche peper. 139. I. 8. Spaarpotten. 13. B.B. 2. b. Spaartegels (z.g. gasbespaarders). 56. I. — 5 pct. Spaden. 77. 264 Spatels. 77. Spatschermen. Rijwiel—, met uitzondering van ruwe blanke, niet voor dadelijk gebruik geschikt 134. JU. 6. — 8 pct. Specerijen. 139. Specerijmolens. 113. TV. Specialité's. 43. Speedometers. 33. I. — 8 pct. Speelballen. 114. — 8 pct. Speelgoed. 114. Speelkaarten. Art. 24, derde lid en no. 44. I. en II. Speelkaartenhouders. 44. EL — 8 pet. Speelpenningen. 44. II. en 86. — 8 pct. Speelwagens (kinder-). 66. — 8 pet. Spek. 137. Spekafval. 137. Speksteenbranders. 76. IEL — 8 pct. Speksteensnuisterijen. 133. DL — 8 pct. Spelden, waaronder begrepen friseer-, haar-, krul- en veiligheidsspelden. 92. H. — 8 pct. „ Das-, doek-, hoed-, muts-, rok- en andere kleedspelden. 15. B.B. 1. 8 pct. Speldenbakjes. 128. II. — 8 pct. Speldendoosjes. 13. B.B. 2. b. Speldenkussens. 93. — 8 pct. Spenen. Zuigspenen. 132. V. — 8 pct. Spiegelglas. 45. „ in rand, lijst of houder gevat. 115. — 8 pct. Spiegelkasten. 121. D. B. — 8 pet Spiegellijsten. 78. — 8 pct. Spiegels v. a. s., ook holle en JJtolle spiegels. 115. — 8 pct. „ (metalen), in rand, lijst, houder of andere omlijsting gevat. 115. B.B. — 8 pct. Spijkers. Hoef spijkers. 107. I. „ Meubelspijkers, tapijtspijkers, schoenspnkers en dergelijke spijkers, een en andermits voorzien van kop en punt. 116. — 5 pct. Spinazie. 139. Hl. Spinetten. 90. I. — 8 pct. Spinnewielen. 133. Hl. — 8 pct. Spiritus nitri dulcis. 30. Spirituskomforen. 135. I. 2. — 8 pct Spirituslampjes voor het verwarmen van haarkrulapparaten. 135. I. 2. 8 pct. Spongatenbranders, met daaraan gekoppelde vemanfaingsinrichting. 135. B.B. 5. b. Sponsedoozen. 71. — 8 pet • Sponseknijpers. 56. I. — 6 pet Sponsen (kunst-). 21. H. — 8 pct. „ (natuurlijke), niet voorzien van handvat, handgreep, steel, lus of andere inrichting om met hand of voet te worden bewogen. 21. B.B. en 128. B.B. 265 Sponsennetjes. 128. II. — 8 pct. Sponsenzakjes. 128. II. — 8 pct. Spoorwagens. Art. 19, aant. 4. Spoorwegen in miniatuur (speelgoed). 114. — 8 pct. Spoorwegkaartjes. Aant. 2 op no. 97. (gebruikte). 97. B.B. III. 10. Spoorwegkloksignalen. 111. B.B. 1. Spoorwegmaterieel. Onderdeelen van —. Art. 19, letters q, r en s. „ Rollend —, voor spoor- en tramwegen van allerlei aard (materieel voor electrische tramwegen, zweefbanen en dergelijk materieel daaronder begrepen), met uitzondering van locomotieven en tenders. 134. B 2 met 134. B.B. 1 en 4. — 8 pct. Sporen. IJssporen. 107. II. — 8 pct. „ Rijsporen. 129. I. — 8 pct. Sportbenoodigdheden. 48. ,, handschoenen. 61. ,, karren (kinder-). 66. — 8 pct. Spreekbuizen, van mondstuk voorzien. 111. — 8 pet. Spreektrompetten. 111. — 8 pct. Spreien (bed-). 76 en 123. EL — 8 pet. Springmatrassen. 76. — 8 pct. Springtouwen. 114. — 8 pct. Sproeikurken. 112. EL D. 2. — 8 pct. Sproeiwagens. 134. B.B. 1. Spuiten. Ballonspuiten, bloemenspuiten, deegspuiten, eau-de-colognespuiten, glazenspuiten, injectiespuiten, taartspuiten, toiletspuiten en andere dergehjke spuiten. 117. Spuitjes. Eau-de-cologne-zakspuitjes. 100. — 8 pct. Spuitkurken. 112. II. D. 2. — 8 pct. Staaldraadmatrassen. 76. — 8 pct. Sta art peper. 139. I. 8. Stalbezems. 21. II en 21. B.B. Stalen (messen). 88. B.B. 1. e. Stalen en monsters, zonder en met handelswaarde. Art. 19, letters f en g. Stallen. Paardenstallen. 129. II. — 8 pct. Stampers. Aardappel- en groentenstampers, wegende 600 gram of minder. 113. H. — 8 pct. Standaards. 121. n. A en C. rrWh „ behoorende bij vogelkooien. 138. „ met daaraan vast verbonden wêrktuigen. 121. B.B. 6. b. „ voor haardstelgarnituren. 121. II. C. — 8 pct. „ voor het bergen van parapluies en wandelstokken.: 121. II. C. 8 pct. „ voor het bergen van provisiepotten, poets-, schuur- en wrijf benoodigd heden. 121. „ voor schilderijen en photographieën. 121. I Etalagestandaards. 121. „ Kleerenstandaards. 121. II. C. — 8 pet. : „ Muziek-, boeken- en krantenstandaards. 121. EL C. — 8 pct. 266 Standaards. Sigaren-, pijpen- en lucifersstandaards. 103. — 8 pct Z.g. Morrahstandaards en de daarvoor gebezigde garnituren. 121. Standaards en houders voor voorsnijmessen, flesschen, zoutvaatjes en ander eet-, drink- en tafelgerei. 121. Standbeelden. 11. I. — 8 pct. Statieven Voor phototoestellen. 99. IV. — 8 pct. Statistiekwet. Wijziging der —. Art. 35. Staven voor lijsten, geprofileerd (geen staven vervaardigd van metaal, cement of natuurlijk gesteente). 78 met B.B. — 8 pct Steekmessen. 88. B B. 1. e. Steenen en platen en andere dergelijke voor constructieve doeleinden gebezigde materialen. 184. „ vuurvaste, voor het bekleeden van ovens, kachels, enz. 124. B.B. i. a. Stekeldraad. 101. — 6 pct. Steken. 63. — 8 pct Stelen (handvatten). 112. „ (plantendeelen). 139. „ (kunstplantendeelen). 18. 13. Stemfluiten. 90. IV. b. — 8 pet Stempeldoozen. 96. B.B. 1. c. Stempelkussens. 62. — 8 pct. Stempelrekken. 121. Stempels. 1. B.B. en 27. . (met mechaniek werkende), wegende 100 K.G. of minder. 1. 8 pct. Stempeltoestellen, wegende 100 K.G. of minder. 1. — 8 pct. Stempelwerktuigen, wegende 100 K.G. of minder. 1. — 8 pct Stemvorken. 90. IV. b. — 8 pct Stengels, geprepareerd of bewerkt. 18. I. B. Stereoscopen. 23. — 8 pet Steriliseerapparaten. 136. 13. Sterkflanel. Wollen —, bestemd tot hulpmiddel in katoensterkenjen. 86. B.B. III. 10. Steunconsoles. 121. B.B. 3. Steunzolen. 132. B3. — 8 pct. Stiften voor gloeikousjes. 76. IV. — 8 pct Wrattenstiften. 128. I. — 8 pct. Stiftknoopen en deelen daarvan. 69. Stijfsel, verpakt of in tabletvorm. 47. — 8 pct Stijgbeugels. 129. I. — 8 pct Stikmachines. 91. B. Stoelen. Bad-, dek-, lig-, strand- en ziekenstoelen. 149. I. — 8 pct Bidstoelen. 149. I. — 8 pet Draagstoelen. 149. L — 8 pet Huishoud-, kantoor-, salon-, serre- en tuinstoelen. 149.1. — 8 pct Kinderstoelen en kmderloopstoelen 66. — 8 pct Operatie- en onderzoekingsstoelen. 149. I. — 8 pct. Pianostoelen. 149. I. — 8 pct 267 Stoelen. Poppestoelen. 114. — 8 pct. „ Schommelstoelen. 149. I. — 8 pct. | met horizontaal draaibaar zitvlak, ook zonder het daarbij behoorend voetstuk. 149. I. — 8 pet. Stoelen en klapstoelen voor kerken, scholen, schouwburgen, verkoopen ontspanningslokalen. 149. I. — 8 pek Stoelkussens. 149. II. — 8 pek Stoelrompen. 149. I. — 8 pct. Stoelzittingen (bekleede, gepolsterde of opgevulde). 149. II. — 8 pct. Stof voor vischnetten. 86. B.B. III. 1. Stof blikken, al dan niet met hybehoorenden schuier. 56. IV. — 8 pct. Stofbrillen. 23. — 8 pct. Stofdoekbollen. 13. B.B. 2. b. Stoffeerdersnaalden. 92. I. — 8 pct. Stoffen (manufacturen). 85. „ geprepareerde, bestemd om te worden gebezigd als grondstof voor het samenstellen van motoren, enz. 86. B.B. III. 10. Stoffers (kamer-). 21. II. — 8 pek Stofzuigers, wegende 50 K.G. of minder. 66. II. — 8 pct. Stofzuigmachines, op wagens gemonteerd. 134. B.B. 1. Stokken. Wandelstokken. 98. II. „ van knop, haak, handvat of van taats of andere afsluiting voorzien, voor parapluies en parasols. 98. II. — 8 pct. Stola's, (bont-). 20. I. — 8 pct. Stookinrichtingen voor veevoederketels. 135. B.B. 1. Stoombaden. 8. Stoomfluiten. 111. B.B. 2. a. Stoommachines. Miniatuur — (speelgoed). 114. — 8 pct. Stootzakken (scheeps-). 85. B.B. III. 11. Stopapparaten, wegende 3 K.G. of minder. 91. I. — 8 pct. Stopbenoodigdheden n. a. g., voor huishoudelijk, naaisters-, kleermakersen dergelijk gebruik. 93. — 8 pct. Stopcontacten. Aant. 1 op no. 75. — Vrij. Stopmachines, wegende 3 KG of minder. 91. I. — 8 pek Stopnaalden. 92. I. — 8 pct. Stoppen (sluitingen). 112. Stores. Z.g. —.60. — 8 pct. Stormbanden. 64. IV. — 8 pct. Stormlantaarns. 75. I. — 8 pct. Stortbademmers. 8.-8 pct. Stoven. 135. B.B. 3. Straatbezems. 21. II en 21. B.B. Straatlantaarns. 75. I. — 8 pct. Straffen. Art. 33, sub 9 en 11, alsmede artt. tZ, 38 en 39. Strandgoederen. Art. 19, aant. 20. Strandstoelen. 149. I. — 8 pct. Strengen (tuigdeelen). 129. I. — 8 pek Strijkijzerbouten, wegende 3 K.G. of minder. 118. — 5 pct. Strijkijzerhandvatten. 118. — 5 pek Strijkijzers, wegende 5 K.G. of minder. 118. — 5 pct. 268 Strijkinstrumenten. 90. Dl. — 8 pct. Strijkkacheltjes. 136. L 3 en 136. B.B. 1. Strijkmiddelen, verpakt of in tabletvorm. 32. — 8 pct. Strijkplanken. 118. — 6 pct. Strijkspanen. 77. Strijkstokken. 90. IV. b. — 8 pct. Strikken (kleedtoebehooren). 67. B.B. 1. — 8 pct. Strikken (hoed-, schoen- en kleedingfournituren). 64. VD. — 8 pct. Strontiumsaccharaat. 30. D. Stroohulzen. 13. B.B. 4. a. en 85. B.B. III. 15. Strooipoeders, verpakt of in tabletvorm. 128. Dl. — 8 pct. Stroop. 119. Strootjes (sigaren). 110. Stuiters. 114. — 8 pct. Sturen en stuurhandvatten voor rijwielen en motorrijwielen. 134. Dl. 4. 8 pct. Stuurkappen. Z.g. —. 134. ID. 6. — 8 pet Stylopennen. 62. — 8 pct Sukade. 139. Dl. Suiker. 119. „ Definitie van —. Art. 27. Suikerbakkerswerk. 70. Suikerhoudende producten. 119. „ vloeistoffen. 119. Suikerstrooiers. 77. Suikertangen. 106. D. — 8 pct. Suikerverbindingen. 30. D. Suikerwerkdoosjes. 13. B.B. 2. b. Suikerwerken. 70. .Suikerwerkvormen. 9. Surrogaten. Amandelsurrogaten. 139. I. 7. „ Koffiesurrogaten, verpakt of in tabletvorm. 72. D. — 8 pct „ Tabakssurrogaten. 120. B.B. 1. „ theesurrogaten. 126. Sylviniet. 160. B.B. 5. Taart 70. Taartscheppen. 77. Taartschotels. 36. — 8 pct Taartspuiten. 117. D. Tabak (gekorven of andere gefabriceerde). 120. „ (in rollen of bladen). 120. Tabakafval. 120. B.B. 1. Tabaksdoozen. 103. — 8 pct Tabakspijpen. 103. — 8 pct Tabakspotten. 103. — 8 pct Tabaksstelen (geplette). 120. „ (ongeplette). 120* Tabaksurrogaten. 120. B.B. 1. Tabakszakken. 103. — 8 pct 269 Tabernakeldeuren. 63. — 8 pet. Tabernakelkasten. Z.g. —. 22. — 8 pct. Tabernakels. 63. — 8 pet. Tabletvorm. Art. 30, sub 9. Tabouretten. 149. I. — 8 pct. Tachhydriet. 160. B.B. 5. Tachometers. 33. I. — 8 pct. Tafelbascules. 146. I. — 8 pet. Tafelbiljarten. 16. — 8 pet. Tafelbladen, waaronder te verstaan al dan niet gebeitste, gepolitoerde, beschilderde, geverfde of bekleede bladen, geheel of hoofdzakelijk vervaardigd van hout, riet, bies, rotting, bamboe of andere dergelijke natuurproducten, welke zonder het afronden of op andere wijze verder bewerken der randen, hoeken of zijden, als dekbladen of uittrekbladen zijn aan te wenden. 121. I. — 8 pct. Tafelhoeken klemmen. 62. — 8 pct. Tafelgerei. 36. Tafelkleeden. 123. — 8 pct. Tafelkleedklemmen. 36. — 8 pet. Tafeüaden. 13. B.B. 2. b. Tafellakens. 85 en 123. II. Tafelloopers. 123. II. Tafelmatjes. 36. — 8 pct. Tafelmessen. 88. B.B. 1. c. — 8 pet Tafelplaatjes. 36. — 8 pct. Tafelrozijnen. 139. Tafels. 121. A en B. „ met daaraan verbonden werktuigen. 121. B.B. 6. b. „ Sorteertafels. 121. B.B. 6. a. Tafelscharen. 106. H. — 8 pct Tafelschellen. 111. — 8 pet «aella Tafeltjes. Rooktafeltjes. 103. — 8 pct „ Tuintafeitjes, geheel metalen. 121. H. B. — 8 pct „ Waschtafeltjes, metalen, met daarin aanwezige opening voor waschtafelgarnituur. 121. II. B. — 8 pct. Tafelventilatoren. 131. Tafelvoetbalspelen. 44. BE. — 8 pct. Tafelvoetstukken. 121. B.B. 2.-8 pct Tagalstroo. Aant. 9 op no. 85. B.B. III. 14. Takken (geprepareerd of bewerkt). 18. I. B. Talk, verpakt of in tabletvorm. 96. — 8 pct Tamboerijnen. 90. BI. — 8 pet Tamboerstokken. 86. — 8 pct Tampons. Gaastampons en andere dergelijke als verband of verbandmiddel gebezigde kussens en tampons, bestaande uit houtwol, pluksel, turf, watten of daarmede gelijk te stellen zelfstandigheden, overtrokken met weefsel. 132. VI. — 8 pct. „ Watten tampons. 144. H. — 8 pct Tanden. 94. B.B. „ (beschilderd, versierd of gemonteerd). 133. Bi. — 8 pct. 270 Tanden (kunst-), al dan niet gevat of voorzien van stift. 132.1. — 8 pet. Tandenborstels. 21. II. — 8 pet Tandenstokers. 36. — 8 pct Tandpasta's, verpakt of in tabletvorm. 128. UI. — 8 pct Tandwaters, verpakt. 128. HL — 8 pct Tand zeepen, verpakt of in tabletvorm. 128. UI. — 8 pct Tangen. 1. B.B. en 106. EL Tangen voor haardgarnituren. 106. EL — 8 pct „ voor toiletgebruik. 106. II. — 8 pct „ Nijptangen. Aant. 1 op no. 66. Vrij. Tanks. 13. B.B. 2. a. Taperhouders. 75. EL — 8 pct Tapers. Z.g. — (kaarsen voor het aansteken van gaslicht). 75.VI. — 8 pct. Tapijten. Kurktapijt. 123. I. — 8 pct „ Vloer- en wandtapijten en andere voor dadelijk gebruik gevormde tapijten. 123. EL — 8 pct. Tapijtspijkers. 116. — 5 pct Taptoestellen. 122. Tariefcommissie. Belooning der —. Art.] 12. „ Beslissingen van de —. Artt. 5—8, 13, 34 en 35. „ G^heinmouding door de —. Artt. 10 en 34, sub 17. „ Inlichting door de —. Artt. 11 en 43. „ Onderzoek door de ■—. Art. 9. „ Reglement van orde voor de —. Art. 12. „ Samenstelling der —. Art. 7. Tarra. Art. 26. Taschjes. Damestaschjes, bonbon- en binocletaschjes. 71. — 8 pct Tasschen voor het bergen van jacht- en sportbenoodigdheden, enz. 71. — 8 pct „ Acten-, wissel- en banknotentasschen. 71. — 8 pct „ Rijwiel- en zadeltasschen. 71. — 8 pct. „ Schooltasschen. 71. — 8 pct Teekenbehoeften n. a. b. 62. Teekeningen. 97. B.B. III. 2 en 4. „ in lijst of passepartoat. 133. I en 133. B.B. 1. „ op doek (niet omlijst). 85. B.B. III. 13. „ op papier (niet omlijst). 97. B.B. III. 2. Teekenkrijt, verpakt of in tabletvorm. 74. — 8 pct Teekenplanken. 62. — 8 pet Teekenportefeuilles. 71. — 8 pct. Teekentafels. 62. — 8 pct. Teer, verpakt of in tabletvorm. 96. — 8 pct. Teerolie. 96. I. Teerproducten (olie- of vetachtige). 96. Tegels. 124. „ (glazen). 45. — 8 pct. „ (in/lijst). 133.1. Teilen. 13. B.B. 2. a. Tekstplaten. 141. — 8 pct. (drukwerk). Aant. 2 op no. 97. 271 Telapparaten. Biljart —. 33. IV. — 8 pct. Telegrafen. Scheeps—. (toestellen gebezigd voor het overbrengen van scheepsseinen en scheepsbevelen van het eene deel van het schip naar het andere). 111. B.B. 2. b. Telegraphonen. 125. — 8 pet. Telephonen. 125. — 8 pct. „ Microtelephonen v. a. s. 126. — 8 pct. Telephoonbetaalautomaten. 5. — 5 pct. „ schakelborden. 125. — 8 pet. „ schakeltoestellen. 125. — 8 pct. „ toestellen, van allerlei aard. 125. — 8 pct. Telescopen. 23. — 8 pct. Telewriters. 125. — 8 pct. Telluriums. 46. — 8 pct. Telramen. 62. — 8 pct. (biljart-). 16. — 8 pct. Temperatuurmeters, aanwijzende temperaturen niet lager dan — 40° Celsius en niet hooger dan 100° Celsius. 127. — 8 pct. Tempermessen, samenvouwbare. 88. B.B. 4.-8 pct. Tenders voor locomotieven. 134. B.B. 4. — Vrij. Tennisspel. Benoodigdheden voor —. 48. IV. — 8 pet. Tenten. 60. — 8 pct. Tentgeraamten. 60. — 8 pct. Tentkleeden, niet op garnituur gemonteerd. 86. B.B. III. 7. n. a. b. 123. H. — 8 pct Termijnen in zake reclames. Art. 5. ,„ , „ „ „ beroep op de Tariefcommissie. Artt. 5, 6 en 13. Terpentijn. 96. en 96. B.B. 1. Teruggaaf van belasting. Art. 22. Testen. Vuurtesten. 13. B.B. 2. b. en 135. B.B. 3. Teugels. 129. I. — 8 pct Thé de Chambard. 126. B.B. 1. Thee, Paraguaythee of maté en andere, al dan niet gearomatiseerde, gedroogde bladeren, of andere plantendeelen, welke worden gebezigd om het genotmiddel thee te vervangen. 126. — 100 K.G. f 75,—. Theebladen. 36. — 8 pct Theeketels voor tafel- en toonbankgebruik, van verwarmingsinrichting voorzien. 135. B.B. 4. — 8 pct Theehchtdekplaatjes. 135. III. 2.-8 pet Theelichten. 75. I en 135. I. — 8 pet Theelichtranden. 135. III. 2. — 8 pet Theelichtschermen. 60. — 8 pct Theelichtzijwanden. 135. III. 2. — 8 pct. Theemutsen. 56. IV. — 8 pct Theepotaanvatten. 56. IV. — 8 pct. Theeschenkzeven. 36. — 8 pct Theeserviezen en deelen daarvan. 36. — 8 pct. Theestoven. 135. B.B. 3. Theesurrogaten. 126. 272 Thermometers (ook wijngeestthermometers), aanwijzende temperaturen f niet lager dan—40° Celsius en niet hooger dan 100° Celsius. 127.—8 pct Thermosflesschen. 56. IV. — 8 pct. Tijdaanwijzers, met veer of mechaniek werkende, onderdeelen en toebehooren daarvan. 130. I en II. — 8 pet Tijdregelaars. 130. I. Tijdsluiters (voor photographietoestellen). 99. IV. — 8 pct. Tincturen, verpakt of in tabletvorm. 105. — 8 pct Tinfoelie. 17. Tobben. 13. B.B. 2. a. Tochtdekens. 123. Tochtschermen. 60. — 8 pct Toe-clips. 134. III. 6. — 8 pct Toermeters. 33. I. — 8 pct. Toestellen, gebezigd bij het bereiden of voorloopig bereiden van eetwaren en dranken en van de voor de bereiding van eetwaren en dranken gebezigde ingrediënten. 113. IV. om te drukken, te stempelen, te nummeren of te folieeren, wegende 100 K.G. of minder. 1. — 8 pct. om te perforeeren, te ponsen of uit te slaan, wegende 10 K.G. of minder. 1. — 8 pct op vervoermiddelen of op wielen gemonteerd. 134. B.B. 1. voor het aanschouwelijk voorstellen van de beweging der hemellichamen. 46. — 8 pct. voor draadlooze telegraphie en telephonie en n. a. g. onderdeelen daarvan. 33. VH3. — 8 pct. voor het copieeren van photographieën, prentbriefkaarten en dergelijke artikelen, wegende 5 K.G. of minder. 99. VII. 8 pct. voor het mengen van mayonnaise of het kneden van meel. 113. IV. voor het projecteeren van lichtbeelden. 102. I. — 8 pct voor het vangen of verdelgen van dieren, wegende 5 K.G. of minder. 89. — 8 pct. voor bet vervaardigen van photographieën in kleurendruk, onderdeelen en toebehooren. 99. I en IV. — 8 pct voor het verwarmen van woningen, enz. 135. I. 1. — 8 pct. voor het vermenigvuldigen van het geschrevene of van machineschrift, wegende 100 K.G. of minder. 4. — 8 pct. welke met electriciteitqzijn-of worden geladen of worden gebezigd om electriciteit op te wekken, wegende 10 K.G. of minder. 38. — 8 pct. „ Azimuthtoestellen. 23. — 8 pct. „ Badtoestellen, verplaatsbare. 8 — 8 pct ' Belichtings- en verhchtingstoestellen van allerlei aard, met uitzondering van mijnlampen en van hchttoestel voorziene lichtboeien. 75. I met B.B. 2.-8 pct „ Besproeiings-, bestuivings- en verstuivingstoestellen. 117. II. „ Cinematographische toestellen. 99. I. — 8 pct. Gymnastiektoestellen. 48. I. — 8 pct 273 Toestellen. Haardroogtoestellen. 128. I. — 8 pct. „ Hak- en snijtoesteüen. 113. IV. „ Hak- en snijtoestelien, bestaande uit een bord, plank of toestel met een daaraan bevestigd mes, dat bij het snijden met de hand wordt op en neer bewogen, wegende 5 K.G. of minder. 113. HL — 8 pct. „ Kneed-, kneus-, maal-, meng-, roer-, schil- en fijnmaaktoestellen. 113. JV. „ Koel- en zeeftoestellen. 40. „ Lasch-, snij- en soldeertoestellen, waarbij hooge temperaturen worden verkregen door mengsels van zuurstof en acetyleen of van zuurstof en waterstof of wel door middel van electriciteit. 135. B.B. 5. c. „ Lichttoestellen voor chirurgisch gebruik. 75. I. — 8 pct. „ Ontharingstoestellen. 128. I. — 8 pct. „ Peilglastoestellen. 45. IV. — 6 pct. „ Petroleumkooktoestellen. 135. I. 2. — 8 pct. „ Reclamelichttoestellen. 75. I. — 8 pct. „ Signaaltoestellen. 111. „ Smeertoestellen. 13. B.B. 4. e. „ Tap- en aftaptoestellen. 122. „ Telephoontoestellen van allerlei aard en telephoonschakel- toestellen. 125. — 8 pct. „ Telewriters of vèrschrijvers, zijnde toestellen welke, bij het niet ontvangen van gehoor, eenigerlei mededeeling aan het opgeroepen adres noteeren. 125. — 8 pct. „ Vergrootings- en verkleiningstoestellen (photographie-artike- len), wegende 5 K.G. of minder. 99. VH. — 8 pct. . ,, Verkooptoestellen. Automatische —. 5. — 5 pct. „ Verwarmingstoestellen, voorzien van stookplaats, lamp of andere verwarmingsinrichting en wegende 12 K.G. of minder. 135. I. 3. — 8 pct. „ Vloerboen- en vloerwrijftoestellen. 21. II. — 8 pct. „ Wandgeisers en andere dergelijke wandtoestellen. 135. II. 1. 8 pct Toetsen. Schrijfmachine—. 109. — 8 pct. „ voor piano's. Aant. 1 op no. 90. IV. — Vrij. Toiletbenoodigdheden. n. a. g. 128. Toiletborstels. 21. H. — 8 pet. Toiletdoozen. 128. H. — 8 pct. Toiletgarnituren. 128. H. — 8 pct. Toiletgereedschap. 128. Toilethulpmiddelen n. a. g. 128. Toiletkwasten. 21. H. — 8 pct. Toiletmessen. 88. B.B. 1. b. — 8 pct. Toiletnécessaires. 128. n. — 8 pct. Toiletspiegels. 115. — 8 pct. Toiletspuiten. 117. II. Toilettafelbenoodigdheden n. a. b. 128. II. — 8 pct, Toilettangen. 106. II. — 8 pct. Tarief van Invoerrechten. I 1" 274 Toiletwaters. 2. B.B. 4 en 128. D3. Tollen. 114. — 8 pct. Tomaten. 139. Tondeusemessen. 106. I. — 8 pct. Tondeuses v.a.s., ook voor het scheren of knippen van dieren, wegende 3 K.G. of minder. 106. I. — 8 pct Tongbewegingen. Schrijfmachine —. 109. — 8 pct. Tongen (dierorganen). 137. Tongennaalden voor breimachines. 92. B.B. — Vrij. Tonic ten. 126. B.B. i Tonnen. 13. B.B. 2. a. Toonbanken. 121. Toonbankweegschalen. 145. I. — 8 pct. Toonkastjes. 13. B.B. 2. b. Tooverboekjes. 97. B.B. III. 1. e. Tooverlantaarnfilms. 39. — 8 pct Tooverlantaarnplaatjes. 102. U. — 8 pct Tooverlantaams. 102. I. — 8 pct Tóuw. 41. „ (geweven of gevlochten voor het vervaardigen van pakkingstof). 85. B.B. III. 6. Traan. 96. Tractors. Z.g. — en andere op vervoermiddelen of wielen gemonteerde werktuigen en toestellen. 134. B.B. 1. Tramwegmaterieel. Rollend —. Zie Spoorwegmaterieel hiervoor. Transactie. Art. 40. Transfers. 97. B.B. III. 15 en B.B. IV. Tmasformatoren, wegende 3 K.G. of minder. 33. V. — 8 pct Transportbanden van weefsel. 85. B.B. III. 8. Transportinrichtingen voor rijwielen. 134. UI. 1. Transportvogelkooitjes. 138. — 8 pct. Trapezen. 48. I. — 8 pct. Trapladders, wegende 15 K.G. of minder. 56. II. — 8 pct. Twtthters (metalen), wegende 300 gram of minder. 56. IV. — 8 pct Trekharmonica's. 90. III. — 8 pct Trekmessen. 88. B.B. 5. a. Trekzeelen. 129. I. — 8 pct. Tres .41. » (geweven, gevlochten of gebreid). 41. B.B. 1. Tressen. 54. VH. — 8 pct. Triscuit, verpakt of per stuk wegende 100 gram of minder. 37.1. — 8 pct. Troefaangevers. 44. II. — 8 pct Troffels. 77. B.B. 3. Trommels (bergingsmiddelen). 13. B.B. 2. a. „ Botaniseertrommels. 71. — 8 pct „ Geld- en effectentrommels.; 22. — 8 pct. „ (muziekinstrumenten). 90. III. — 8 pct. Trommelstokken. 90. JV. b. — 8 pct. Trompetten. Kindertrompetten. 114. — 8 pct. „ Spreektrompetten. 111. — 8 pct 275 Tropon, verpakt of in tabletvorm. 50. — 8 pet. Truffels. 139. Tubes. 13. B.B. 2. b. Tuigdeelen. 129. I. — 8 pet. Tuigen. 129. I. — 8 pct. Tuig- en zadel makers werk. 129. Tuigopwinders. (Visch—). 48. DL — 8 pct. Tuinbanken (verplaatsbare). 149. I. — 8 pct. Tuingereedschappen voor kinderen. 114 met B.B. 2. b. Tuinparasols. 98. I. — 8 pct. Tuinstoelen. 149. I. — 8 pct. Tuintafeltjes (geheel metalen). 121. D. B. — 8 pct. Tuinvazen. 133. ID. — 8 pct. Tuiten (schenk-). 36. — 8 pct. Tulbandvormen. 9. Turfbakken. 135. B.B. 3. Turksche baden. 8. „ boomen (muziekinstrumenten). 90. ID. — 8 pct. Turnapparaten. 48. I. — 8 pct. Tusschendeuren voor kluizen, mits voorzien van brandvrije vulling. 22. 8 pct. Tutti frutti (z.g. —). 139. L 9. Uithangborden. 141. — 8 pct. Uitzetten. Art. 19, lett. k. Unsters. Z.g. zakunsters. 145. D. — 8 pet. Urinoirs. 31. Urnen. Art. 19, lett. t, met aant. 17. Uurwerkbinnenwerken. 130. I. — 8 pct. Uurwerken, onderdeelen en toebehooren. 130. Uurwerkkasten. 130. I. — 8 pct. Uurwerkshngers. 130. D. — 8 pct. Uurwerkwijzerplaten. 130. D. — 8 pct Vaandels. 141. — 8 pct Vaartuigen. 134. D. 2. „ Deelen van —. Art. 19, lett. p. Valiezen. 71. — 8 pet Valsche bescheiden. Art. 38. Valschermen. 134. D. 1. — 8 pct Vangsnoeren. 54. VD. — 8 pct. Vanille. 139. Variometers. 33. VDL — 8 pct Varkenvleesch. 137. V. B. 2 en 3. Vaseline, verpakt of in tabletvorm. 96. — 8 pct Vaten. 13. B.B. 2. a. Vazen (versieringsvóorwerpen). 133. D. — 8 pct. „ Balkon- en tuinvazen. 133. ID. — 8 pct. ,, Bloemvazen. 19. — 8 pet 276 Vazen. Siervazen, al dan niet met bloemen of planten gevuld. 133. II. 8 pct. Vederschachten voor het vervaardigen van sigarenpijpjes. 103. B.B. Veegwagens. 134. B.B. 1. Veeren. 20. „ onbewerkte. Aant. 3 op no. 20. Vrij. „ Kunstveeren. 54. VH. — 8 pct. Veerenbont. 20. Veerende ringen voor het bevestigen van knoopen zonder draad of garen. 69. — 8 pct Veerringen voor kettingen. 112. Veevoeder (melasse-). 119. B.B. 5. Veevoederketels en de stookinrichting daarvoor. 135. B.B. 1. zonder vemarmingsinrichting. 135. B.B. 3. Vegers. 21. II. — 8 pct Veihgheidsinrichtingen tegen het verhezen van broches en dasspelden. 15. B.B. 1. — 8 pct. scheermessen en daarvoor gebezigde mesjes en handvatten. 128. II. — 8 pct. „ spelden. 92. II. — 8 pct. Veldbedden. 76. — 8 pct Veldheerstaven. 86. — 8 pct Veldsmidsen. 135. B.B. 5. d. Veldtelephonen. 126. — 8 pct. n Velgen voor rijwielen. Aant. 3 op no. 134. Hl. 4. — Vrjfy Vellen. Diervellen. 20. Vellingen met caoutchoucbanden. 6 en 1*14. 111. I. a. — 8 pct. Ventilatoren. Electrisch gedreven tafel-, wand-, ring- en plafotóvleugel- ventilatoren en andere electrisch gedreven vleugelventilatoren, een • en ander wanneer de vleugels zijn vervaardigd uit aluminium of hout of wanneer de vleugeldiameter is 500 m.M. of minder. 131.—8pct. Ventilatorvleugels. Afzonderlijk ingevoerde vleugels van bovengemelde ventilatoren. 131. — 8 pct. Verbandartikelen n.a.b. 132. Verbeurdverklaring. Art. 33, sub 9. Veredelingsverkeer. Art. 16. Verfdoozen (gevulde). 95. B.B. 1. b. Verfkwasten. 21. II. Verfmolens. 113. IV. Verfstoffen, 68. „ met melasse. 119. B.B. 5. Vergieten. 40. Vergrootglazen. 23. — 8 pct. Vergrootingskokers en vergrootingstoestellen (photographieartikelen), wegende 5 K.G. of minder. 99. VH. — 8 pct Verhuisboedels. Art. 19, lett. i. Verificatièn. Art. 33, sub 1 en art. 34, sub 4, aant. 2. Verkeerde benaming. Art. 33, sub 9. VerUeiningstoestellen (photographieartikel), wegende 5 K.G. of minder. 99. VH. — 8 pct. 277 Verkooptoestellen (automatische). 5. — 5 pct. Verkortingen. Artt. 30 en 41. Verlichtingsmiddelen, verpakt of in tabletvorm. 75. VII. — 8 pct. ■ Verlichtingstoestellen van allerlei aard, uitgezonderd mijnlampen en van lichttoestel voorziene lichtboeien. 75. I. en B.B. 2. — 8 pct. Vermenigvuldigtoestellen (schrift-), wegende 100 K.G. of minder. 4.-8 pct. Vermicelli. 139. HL Vernissen, verpakt of in tabletvorm. 68. — 8 pct. Verpakkingsmiddelen. 13 en art. 25. Verpakt. Art. 24, vierde lid en art. 30, sub 8. Verplegingsartikelen n.a.b. 132. Verrekijkers. 23. — 8 pct. Verschrijven (toestellen welke bij het niet ontvangen van gehoor, eenigerlei mededeeling aan het opgeroepen adres noteeren. 125. — 8 pct. Versieringsartikelen. Hoed-, schoen- en kleedmg.— 54. II. Versieringsvoorwerpen. 133. Verstelbare hoofdkussens voor ziekenledikanten. 76. — 8 pet. Versterkers voor ontvangtoestellen voor draadlooze telegraphie en telephonie. 33. VUL — 8 pct. Versterkingsmiddelen (chemisch bereide), verpakt of in tabletvorm. 50. — 8 pct. Versterkingsmiddelen voor photographische doeleinden, verpakt of in tabletvorm. 99. VI. — 8 pct Verstuivingstoestellen. 117. H. Vervoermiddelen, onderdeelen en toebehooren. 134. en art. 19, lett. d. „ in miniatuur (speelgoed). 114. — 8 pet Verwarmingskomforen. 135. I. 2. — 8 pet Verwarmingsmiddelen (verpakt). 81. — 8 pet „ voor medisch, electrotherapeutisch en dergelijk gebruik. 135. I. 2. — 8 pct. Verwarmingstoestellen, deelen en toebehooren daarvan. 136. „ Theelichten en andere —. 75. I. — 8 pct. Verzwakkingsmiddelen voor photographische doeleinden, verpakt of in tabletvorm. 99. VI. — 8 pct Vesten. Zwemvesten. 67. B.B. 1. — 8 pct. ' Vet (ongesmolten dieren-). 137. JV. — 100 K.G. bruto f 6,—. Veterknijpers. 67. B.B. 1. — 8 pet. Veters, van malie voorzien. 67. B.B. 1. — 8 pct Vetpersen. 113. JV. Vetpotten (smeerpotten). 13. B.B. 4. e. en 45. B.B. 3. c. Vetten en daarmede samengestelde producten. 96. „ Bak- en braadvet en andere dergelijke eetbare vetten, in elke verpakking en in eiken vorm. 96. II. — Vrij. Vetzuur. 96. Vezels (plantendeelen). 139. Vibromassage. Apparaten voor — (wrijf-, stoot- en klopmassage). 132. VIII. — 8 pct Vierges. Z.g. — (platen en rollen voor het opnemen van muziek en geluiden). 90. IV. b. — 8 pct 278 Vignetteerapparaten, wegende 5 K.G. of minder. 99. VII. — 8 pct. Vignetten, wegende 5 K.G. of minder. 99. VH. — 8 pct Vijgen. 139. Vijlen. 88. B.B. 2. „ (nagel-). 128. Jïï. — 8 pct. Vijzels. 13. B.B. 1 en 2. a. Vilt (haar- en wol-). 86. Vinders (voor photographietoestellen). 99, IV. — 8 pct. Vingerbekleeding. 61. Vingerbeschermers. 51. Vingerdoekringen. 36. — 8 pct Vingerhoeden. 93. — 8 pct. Vingerkommen. 36. — 8 pct Vingerlingen. 51. Vingerringen. 15. B.B. 1. — 8 pct Visch en eetbare deelen daarvan en daarmede samengestelde eetwaren. 136. Vischaas, verpakt of in tabletvorm. 12. Hl. — 8 pct. Vischhaken. 48. Hl. Vischhengels. 48. III. — 8 pct Vischkaren (op den rug te dragen). 71. — 8 pct Visehhjm. 42. I. — 8 pct. „ in al dan niet bedrukte, versierde of gefatsoeneerde bladen, vellen of stukken, per M2. wegende 500 gram of minder. 42. II. — 8 pct Vischmeel. 136. Vischmessen. 88. B.B. 1. c. — 8 pct. Vischnetten en stof daarvoor. 85. B.B. III .1. Vischpasteien. 136. Vischpaté's. 136. 'S^schvangmiddelen van gevlochten teen, enz. 82. Visitekaartjes. Aant. 2 op no. 97. Visschenvoeder, verpakt of in tabletvorm. 12. Hl. — 8 pct Vitrines. 121. Vlaggen. 141. — 8 pct Vlakgomhouders. 62. — 8 pet Vlechten (haar-). 49. H. — 8 pct Vlechtwerk. Doosjes met —. 114. — 8 pct Vlechtwerken. 85. „ van papier. 97. B.B. I. b. „ hennep, ramen of ander plantenvezels. 85. B.B. III. 14. „ stroo en spaan. 86. B.B. III. 14. „ Imitatievlechtwerk, weefsels en vlechtwerken van metaal¬ band. 101. Vleesch en daarmede of met vleeschextraet of vleeschnat samengestelde vleesch- en eetwaren. 137. Vleeschafval. 137. Vleeschextraet. 137. Vleeschhakmachines. 113. IV. Vleeschkloppers, wegende 600 gram of minder. 113. H. — 8 pct 279 Vleeschmeel. 137. en 137. B.B. 3. o. Vleeschmolens. 113. IV. Vleeschnat. 137. Vleeschpasteien. 137. I. Vleeschpaté's. 137. I. Vleeschpennen (versierde metalen). 36. — 8 pet. Vleeschpoeder. 137. Vleeschsnijborden, niet met mes gemonteerd. 56. IV. — 8 pct. Vleeschwaren. 137. Vleugelpiano's. 90. I. — 8 pct. Vleugels (ventilator-). 131. Zie hiervoor Ventilatorvleugels. (vogel-). 20. JV. Vleugelventilatoren. 131. Zie biervoor Ventilatoren. Vliegenkappen. 56. IV. — 8 pet. Vliegenkasten. 66. IV. — 8 pet. Vliegenkappen, wegende 5 K.G. of minder. 89. — 8 pet. Vliegenvangers van metaalgaas, wegende 5 K.G. of minder. 89. — 8 pet. Vliegers. 114. — 8 pct. Vliegmachines. 134. II. 1. — 8 pet. Vlinders, insecten of andere naturaliën, bevestigd in doosjes of op al dan niet in lijst, raam of vitrine gevat karton of plankje, of op eenigerlei andere dergelijke wijze opgemaakt. 94. IV. — 8 pet. Vloeiblokken. 62. — 8 pct. Vloeirollen. 62. — 8 pct Vloerboentoestellen. 21. II. — 8 pet Vloerborstels. 21. EL Vloerkleeden. 123. EL — 8 pct Vloermatten. 123. II. — 8 pet Vloertapijten. 123. II. — 8 pct Vloerwrijftoestellen. 21. EI. — 8 pct Vloerzeil. 123. I. — 8 pet Vlotbenoodigdheden. Art. 19, lett. a. Vochtwegers van glas. 45. B.B. 3. c. Vochtwerende middelen, verpakt of in tabletvorm. 32. — 8 pet Voederbakjes. Vogel—. 138. — 8 pet Voedermeel. Aant. 2 op no. 12. Voederringen. 12. EL — 8 pct Voedingsmiddelen (chemisch bereide), verpakt of in tabletvorm. 50. - 8 pct Voetbaden van allerlei aard. 8. — 8 pct Voetbadextracten, verpakt of in tabletvorm. 128. EDT. — 8 pct. Voetbalschoennopjes van leder. 107. II. — 8 pet Voetbalspel. Benoodigdheden voor —. 48. IV. — 8 pct Voetbankjes. 149. I. — 8 pct Voetbekleeding. 108. — 8 pet Voeten en voetstukken voor het bergen, dragen of ondersteunen van voorwerpen, daaronder begrepen voeten en voetstukken voor werktuigen en toestellen. 121. Voeten (steun- of draag-). 121. II. A en C en 121. B.B. 3. Voetenschrappers. 21. I. — 8 pct. Voetkussens. 149. H. — 8 pet 280 Voetstukken .181. II. A en C en 121. B.B. 2 en 3. „ voor tafel- en schemerlampen. 75. II. — 8 pct. Voetvormen voor etalagepoppen, enz. 84. — 8 pct. Voetwarmers. 135. B.B. 3. Voetzakken. 76. — 8 pct. Voetzoekers. 140. — 8 pct Vogelbaden. 138. — 8 pct. Vogelhuiden en deelen daarvan. 20. IV. „ onbewerkte. Aant. 3 op no. 20. Vrij. Vogelkooien en transportvogelkooitjes. 138. — 8 pct. Vogelkooitoebehooren. 188. — 8 pct. Vogelmerkringen. 138. — 8 pct. Vogelsnoepbakjes. 138. — 8 pct Vogelveeren. 20. Vogelvleugels. 20. IV. Vogelvoederbakjes. 138. — 8 pct. Voües. 67. B.B. Ij — 8 pct Volants. 114. — 8 pct. Volgbrieven. Art. 33, sub 1 bis. Volières. 138. — 8 pet. Volièretoebehooren. 138. — 8 pct Voltmeters. 33. IX. — 8 pct. Voorplaten voor z.g. spaarhaarden. 136. Hl. 1. — 8 pct. Voorsnijmessen. 88. B.B. 1. c. — 8 pct. Voorspanwagens voor rijwielen. 134. HL 1. Voorzetapparaten voor het mechanisch bespelen van piano's.90.H.—8 pct. Voorzittershamers. 86. — 8 pct Vorken. 77. Vorkenpoetsmachines. 66. Hl. Vormen (bak-, kook-, braad- en roostervormen, enz.). 9. „ van wafelkorst. 70. „ (voet-, arm- en andere ledemaat-). 11. H en 84. Vormstukken (vuurvaste). 124. B.B. 1. a. Vouwbeenen. 412. — 8 pct Vrachtbrieven (ingevulde). 97. B.B. III. 10. Vrijdom van invoerrecht voor: beelden, medaillons en ander tot post no. 11 béhoörènde artikelen, welke door of ten behoeve van publiekrechtelijke hchamen worden ingevoerd ter versiering van pleinen, straten of openbare gebouwen of welke worden ingevoerd om aan pubhekrechtelijke hchamen voor voormeld doel te worden overgedragen. 11. B.B. 2. chloornatriumhoudende producten en zelfstandigheden, waaruit chloornatrium niet met voordeel is af te scheiden. 150. B.B. 3. b. explosie- en ontstekingsmiddelen ten behoeve van het mijnbedrijf. 142. B.B. 3. katoen, ongebleekt, ten gebrnike der katoendrukkerijen en ververijen. 85. B.B. II. a. lakens, ongebleekt en ongeverfd, bestemd om te worden gebruikt voor dekens in katoendrukkerijen. 85. B.B. II. b. liksteenen, bestemd ten gebruike van den landbouw. 150. B.B. 3. a. 281 sigarettenpapier dat gebezigd wordt voor de vervaardiging van sigaretten in sigarettenfabrieken of voor de vervaardiging van artikelen, welke bij invoer niet of aan een lager invoerrecht zijn onderworpen dan van sigarettenpapier is verschuldigd. 97. B.B. II. tabak en tabaksstelen, bestemd om te dienen voor landbemesting of om te worden gebezigd bij de vervaardiging van producten, welke bij invoer niet of aan een lager recht zijn onderworpen dan voor tabak en tabaksstelen is verschuldigd. 120. B.B. 3. thee, welke gebezigd wordt voor de vervaardiging van producten, welke bij invoer niet of aan een lager invoerrecht zijn onderworpen dan voor thee is verschuldigd. 126. B.B. 4. uurwerken, onderdeelen en toebehooren daarvan, die gebezigd worden voor het vervaardigen van artikelen?- welke bij invoer niet of aan een lager invoerrecht zijn onderworpen dan van uurwerken is verschuldigd. 130. B.B. versieringsvoorwerpen, welke door of ten behoeve van publiekrechtehjké hchamen worden ingevoerd ter versiering van pleinen, straten of openbare gebouwen, of welke worden ingevoerd om aan publiekrechtelijke hchamen voor voormeld doel te worden overgedragen. 133. B.B. 5. vruchten, groenten, enz. welke worden gebezigd voor de vervaardiging van producten, die bij invoer niet of aan een lager invoerrecht zijn onderworpen dan wegens post no. 139 voor de ten behoeve van de vervaardiging gebezigde artikelen verschuldigd is. 139. BB. 8. Vrijstellingen. Artt. 14—21. Vrijwielen. Aant. 3 op no. 134. D3. 4. — Vrij. Vruchten en vruchtendeelen. 139* Vruchten, beschilderd of versierd. 133. -H. — 8 pek Vruchtenboormachines. 113. IV. Vruchtenmessen. 88. B.B. 1. c. — 8 pct. Vruehtenontpitmachines. 113. IV. Vruchtenpersen. 113. IV. Vruchtenschilmachines. 113. IV. Vul- en aftapapparaten, welke de doosjes en bhkjes automatisch vullen met een bepaalde hoeveelheid. Aant. 2 op no. 145. — Vrij. Vulcan fibre in bladen, enz. 97. B.B. I. a. „ Artikelen van —. 97. B.B. 1. a en 112. B.B. 1. Vulemmers (binnenkachels). 135. Dl. 1. — 8 pek Vullingen. Afzonderlijk ingevoerde vullingen voor autographen en andere machines en toestellen om het geschrevene of machineschrift te vermenigvuldigen. 4. — 8 pct. „ Afgepaste.— voor brandbluschsapparaten. 117. I. — 8 pct. ,, voor electrische lantaarns, wegende 10 K.G. of minder. 38. 8 pek Vulpenbeschermers. 62. — 8 pet. Vulpenhouders. 62. — 8 pek Vulpennen. 62. — 8 pek Vuurduvels. 135. B.B. 3. Vuurkleiballen. 136. III. 2. — 8 pek 282 Vuurmakers, ook snelvuurmakers (bestaande in hoofdzaak uit met behulp van vetzure of harszure zeep in vasten toestand gebrachte - minerale olie). 81. — 8 pct. Vuurmanden. 135. B.B. 3. Vuurschermen. 60. — 8 pet. Vuurtesten. 13. B.B. 2. b. en 135. B.B. 3. Vuurtorenlichten. 75. I. — 8 pct. Vuurvaste steenen en vuurvaste vormstukken (artikelen van vuurvaste aarde voor het bekleeden van ovens, kachels, enz. in anderen dan steenvorm), welke een dikte hebben van meer dan 5 c.M. 124. B.B. 1. a. Vuurwapenen. Hand—. 142. I. — 8 pek Vuurwerk; Kamer- en feestvuurwerk, met uitzondering van niet „verpakte" chemicaliën. 140. — 8 pek Waaierkettingen. 15. B.B. 1. — 8 pct. Waaiers. 15. B.B. 1. — 8 pek Waarde, Definitie van —. Art. 30, sub 5. Waardewet 1906. Wijziging der —. AH. 34. Wafelijiers. 9. Wafelkorst. 70. „ (vormen van). 70. Wagenbakken. 134. HL tl, Wagenkappen en garnituren daarvoor. 134. Hl. 8, Wagenkleeden. 85. B.B. III. 7. n. a. b. 123. H. Wagens. Aanhang-, neven- en voorspanwagens. 134. Hl. 1. „ Bokkenwagens. 66. — 8 pct. „ Kinderwagens. 66. — 8 pct. „ Lijk- en ziekenwagens. 134. I. „ Pekelwagens. 134. B.B. 1. „ Poppenwagens. 114. — 8 pek „ Race-wagens. 134. I. „ Schrijfmachinewagens. 109. — 8 pct. „ Sproeiwagens. 134. B.B. 1. „ Veegwagens. 134. B.B. 1. Wajongpoppen. 133. II. — 8 pek Walmvangers voor lampen. 76. Hl. — 8 pek Walnoten. 139. Walsen voor carrillons, orchestrions, pianola's, muziekdoozen en dergelijke artikelen. 90. IV. a. — 8 pct. Walvischspek. 137. B.B. 3. b. Wandarmen voor gaslampen. 75. I. — 8 pek Wandborden. 133. H. — 8 pct. Wandconsoles. 121. Wandelstokken. 98. H. Wandelstokknoppen. 98. Hl. — 8 pct. Wanden voor ledikanten. 76. — 8 pct Wandfonteintjes. 143. Wandgeisers en andere dergelijke wandtoestellen. 135. H. 1. — » pct. Wandkasten. 121. 283 Wandkleeden. 123. II. — 8 pct. Wandrekken. 121. Wandspiegels. 116. — 8 pct. Wandtafels. 121. Wandtapijten. 123. II. — 8 pet Wand ventilatoren. 131. Wannen. 82. B.B. a. Wanten. 51. — 8 pct. Wapenborden. 141. — 8 pct Wapenen en deelen daarvan. 142. Wapenkwasten. 142. 13. — 8 pct Wapenmessen. 88. B.B. 4. Wapenrustingen en deelen daarvan, 142. I. Wapenscheeden. 142. H, — 8 pct Wapenstokken. 142. 13. — 8 pet Wapentjes, (distinctieven) 54. V. — 8 pct Warmtekompressen. 135. I. 2. — 8 pct Warmwaterstoven. 135. B.B. 3. Was. 96. Waschbakken van porselein of aardewerk, al dan niet gemonteerd op voetstuk of pooten. 143. — 8 pct Waschborden, dienende voor het wasschen van linnengoed en wegende 5 K.G. of minder. 83. — 5 pct Waschhandschoenen. 128. II. — 8 pct Waschfornuizen. 135. B.B. 1. „ Onderstellen voor —, wegende 12 K.G. of minder. 136. I. 3. — 8 pct Waschklemmen. 56. I. — 6 pct Waschmachines, wegende 60 K.G. of minder. 83. — 5 pct Waschmiddelioj verpakt of in tabletvorm. 32. — 8 pct. Waschtafelgarnituren en deelen daarvan, van allerlei aard. 143. — 8 pct. Waschtafeikleed j es. 123. 13. Waschtafels. 121. Waschtafeltjes, metalen, met daarin aanwezige openingen voor het waschtafelgarnituur. 121. H. B. — 8 pct Waschzakken, van oogen, ringen of kousen voorzien. 71. — 8 pct. „ niet van beugelsluiting of metalen oogen, ringen of kousen voorzien. 86. 13. Wasdoek. 86. Wasfiguren. 11. I. — 8 pet Water. Bron- en mineraalwater, alsmede koolzuurhoudend water. 25. Waterbedden. 76. — 8 pct. Waterglas in vloeibaren staat of in onregelmatige stukken. 45. B.B. 3. e. Waterkannen. 36. — 8 pet Waterleidingfonteintjes. 143. — 8 pet Waterpasinstrumenten. 23. — 8 pet Waterpassen voor phototoestellen. 99. IV. — 8 pct Waterrijwielen. 134. II. 2. — 8 pet Waterstellen. 36. — 8 pct. Waterverbruiksmeters, wegende 50 K.G. of minder. 33. 13. — 6 pct 284 Watten v. a. s., gehecht of verbonden op of aan mousseline, gaas of andere stoffen, welke behooren tot post no. 85. 144. I. — 8 pct I andere, verpakt of in tabletvorm. 144. II. — 8 pct. Wattenkussens (veroandartikelen). 132. VI. — 8 pct. Wattentampons. 144. II. — 8 pct Waxinelichtjes. 76. VI. — 8 pct Weefsels. Jute weefsels en andere —. 86. Weefsels van asbest. 86. B.B. III. 3. „ van metaalband. 101. „ van papier. 97. B.B. 1. b. Weegautomaten. 145. II. — 8 pct Weegschalen. Toonbank—. 146. I. — 8 pct Weegwerktuigen en hetgeen daartoe behoort. 145. Weekbladen met uitzondering van die in de Nederlandsche taal (Vlaamsen en Zuid-Afrikaansch in deze met buitenlandsche taal gelijkgesteld. 97. B.B. III. 5 en B.B. V. Weerstandsdraad. 41. B.B. 6. d. Weerhuisjes. Z.g. —. 10. — 8 pct Weerstanden, wegende 3 K.G. of minder. 33. V. — 8 pct Weervoorspeilers. 10. Wei, verpakt. 37. VI. — 8 pct Weitasschen. 71. — 8 pct Wekkers. 130. I. — 8 pct Welriekende oliën. 96. „ vetten. 96. WerkbanktafelB. 121. Werkborstels. 21. II. Werklampen. 75. I. — 8 pct Werkstandaards. 121. B.B. 6. b. Werktuigen om te drukken, te stempelen, te nummeren of te folieeren, wegende 100 K.G. of minder. 1. — 8 pet. Werktuigen om te perforeeren, te ponsen of uit te slaan, wegende 10 K.G. of minder. 1. — 8 pct. Werktuigen met verwarmingsinrichting, zoomede deelen en toebehooren daarvan. 135. . Werktuigen en toestellen op vervoermiddelen of op wielen gemonteerd. 134. B.B. 1. Werpbekers. 44. II. — 8 pct Werpborden. 44. II. — 8 pct Werpduiven. 142. II. — 8 pct. Werpsperen. 48. IV. — 8 pct. Wetsteenen. 32. B.B. en 128. B.B. Wherry's. 134. II. % — 8 pct. Wickets. 48. IV. — 8 pct Wiegen. 76. — 8 pct Wieghemels. 76. — 8 pct, Wiegkleeden n. a. b. 123. II. Wiegonderstellen. 76. — 8 pct. Wiegtoebehooren. 76. — 8 pct. Wielbanden met caoutchouc bandten. 6 en 134. m. 2. a. — 8 pet. 285 Wielen met caoutchouc banden. 6 en 134. Hl. 2. a. — 8 pct. „ met spaken van metaaldraad waarvan de grootste afmeting van de dwarsdoorsnede 5 m.M. of minder bedraagt. 66 en 134. Hl. 2. b, met B.B. 3.-8 pct. Wierookvaten. 63. — 8 pek Wijn. 146. Wijngeestthermometers. 127. — 8 pek Wijnkannen. 36. — 8 pek Wijwaterbakjes. 63. — 8 pek Wijzerplaten voor uurwerken. 130. H. — 8 pek Wild (eetbaar, ander dan levend) en eetbare deelen daarvan. 137. „ (levend). Aant 1 op no. 137. Yrij. Wildpasteien. 137. Wildpate's. 137. Wildscharen. 106. II. — 8 pct. Windkussens voor pistonpompen voor phototoestellen. 99. IV. — 8 pct. Windschermen voor vervoermiddelen, met glas of andere doorzichtige stof samengesteld. 134. BLL 7. — 8 pek Winterhandenzalf, verpakt of in tabletvorm. 128. Hl. — 8 pct. Wisschers. 21. — 8 pct. Wissels (handelspapier). 97. B.B. III. 9. Wisseltasschen. 71. — 8 pet. Witte kaneel. 139. „ peper. 139. Wollensterkflanel, bestemd om te worden gebezigd als hulpmiddel in katoensterkerijen. 86. B.B. III. 10. Wolvilt. 85. Wolvilten (rondgeweven). 85. B.B. III. 9. Wondgaren op alcohol, phenol of andere stoffen. 41. V. A en B. Wondpoeders, verpakt of in tabletvorm. 128. Hl. — 8 pek : Worst. 137. Worsthoorntjes, wegende 600 gram of minder. 113. H. — 8 pct. Worststopmachines.. 113. IV. Wortels en worteltjes. 139. Wrattenstiften. 128. I. — 8 pek Wrijfmiddelen, verpakt of in tabletvorm. 32. — 8 pek Wringmachinerollen (gummirollen op metalen of andere spil), wegende 3 K.G. of minder. 83. — 5 pek Wringmachines, wegende 20 K.G. of minder. 83. — 6 pek Xylolith. Artikelen van —. 112. B.B. 1 en 121. B.B. 1. Yoghurt, verpakt. 37. YI. — 8 pek Zaadhulzen. Kunst —. 18. H. Zaaimachines. 134. B.B. 1. Zadeldekken. 123. H. — 8 pct Zadelkussens. 129. I. — 8 pet : Zadelmakersgespen. 69. — 8 pct Zadelmakerswerk. 129. I. 286 Zadels (rij-). 129. I. — 8 pct. „ (rijwiel-). 134. JU. 3. — 8 pct Zadeltasschen. 71. — 8 pct Zaden. 139. Zagen. 88. B.B. 2. Zakdoeken. 86. Zakjes voor het bergen van sponsen of haar. 128. H. — 8 pct. Zakkammen. 128. U. — 8 pct. Zakken van weefsel niet van beugelsluiting of metalen oogen, ringen of kousen voorzien. 86. II. ,, Gereedschaps-, reis- en waschzakken, van oogen, ringen of kousen voorzien. 71. — 8 pct Zaklantaarns. 75. I. — 8 pct. Zakportefeuilles. 100. — 8 pct. Zakspiegels. 116. — 8 pct. Zakspuitjes. Eau-de-cologne —. 100. — 8 pct. Zakstempels. 27. — 8 pct Zaktoiletten. 128. H. — 8 pct Zakunsters. Z.g. —. 146. B. — 8 pct MÊÊ Zakvuuraanstekers. 103. — 8 pct. Zalf. Winterhandenzalf, verpakt of in tabletvorm. 128. BI. — 8 pct. Zand in doosjes of op andere dergelijke wijze verpakt. 62. — 8 pct. Zanderapparaten. 48. I. — 8 pct Zandloopermonturen. 130. B. — 8 pct. Zandloopers. 130. H. — 8 pct. Zangzaad, verpakt of in tabletvorm. 12. ID. — 8 pct Zeefbodems. 40. B.B. 2. Zeeftoestellen. 40. Zeekaarten. 85. B.B. III. 12 en 97. B.B. III. 3. Zeelen. Trekzeelen. 129. I. — 8 pct Zeep, verpakt of in tabletvorm. 147. — 8 pct. „ Noten- of bandazeep, verpakt of in tabletvorm. 96. — 8 pct „ Tandzeepen, verpakt of in tabletvorm. 128. DX — 8 pct Zeepautomaten. 128. D. — 8 pct. Zeepkloppers. 56. I. — 5 pct. Zeepraspen, wegende 600 gram of minder. 56. IV. — 8 pct Zeepschaven, wegende 600 gram of minder. 56. JV. — 8 pct. Zeewater. 150. Zegellak, verpakt of in tabletvorm. 148. — 8 pct Zegellakhouders. 62. — 8 pct Zegels van Staatswege uitgegeven. 97. B.B. III. 8. en B.B. VI. Zegelstempels. 27. — 8 pct. Zeil. Vloerzeil. 123. I. — 8 pct Zeildoek. 85. B.B. III. 4. Zeilen. Brand-, reddings- en scheepszeilen. 85. B.B. III. 7. Zeilnaalden. 92. I. — 8 pct. Zelfdrukkerijen. 95. B.B. 1. c. Zerken. Grafzerken, van opschrift voorzien. 141. — 8 pct Zetmeel. 139. Zetmeelstroop. 119. 287 Zetmeelsuiker. 119. Zeven. 36 en 40. Ziekenledikanten. Verstelbare hoofdkussens voor —. 76. — 8 pct . n . Zweefapparaten, gebezigd bij —. 76. — 8 pct Ziekenstoelen. 149. I. Zinken wagens. 134. I. Zijstukken voor uurwerken. 130. U. — 8 pct Zijwanden voor thee- en koffielichtjes. 136. lil. 2 — 8 pet Zinkers (vischtuig). 48. UI. — 8 pct. Zitbaden van allerlei aard. 8. — 8 pct Zitbanken. 149. I. — 8 pct Zitmeubelen, welke zonder nadere bevestiging aan wand of bodem zijn aan te wenden voor het doel, waartoe zij zijn gevormd ook al mocht ter voorkoming van verschuiving een zoodanige bevestiging waarschijnlijk zijn te achten. 149. I. — 8 pek » Rompen voor zitmeubelen. 149. I. — 8 pct Zittingen, (bekleede, gepolsterde of opgevulde), zoowel voor stoelen nanken sofa s, divans en andere personenmeubels, als voor gemakstoelen' kinderstoelen, sportkarren, kinderwagens, telephooncellen, liftcabinen lVïf — 8 ct rijtUigen' SChepen en mien vervoermiddelen. Zoekers (voor phototoestellen). 99. IV. — 8 pct Zoeklichten. 76. I. — 8 pct. Zoetstoffen (kunstmatige) en daarmede samengestelde n.a.b. producten. Zolen. Platvoet- en steunzolen. 132. Dl. —- 8 pct Zonnebrillen. 23. — 8 pct Zonneschermen. 60. — 8 pct Zonneschermgeraamten. 60. — 8 pct Zonnewijzers en de daarvoor gebezigde monturen. 130. D. — 8 net Zooldoornaaimachines. 91. D. p Zooltjes. Inlegzooltjes. 108. — 8 pct Zoommachines. 91. D. Zout (ruw en geraffineerd). 160. Zouten. Bron- bad- en reukzouten, verpakt of in tabletvorm. 24. 8 pct „ Kalium- en magnesiumhoudende —. 160. B B 5 Zontevisch, in vaten. Aant. 1 op no. 136. Zouthoudend water. 160. Zouthoudende producten. 160. Zoutvaatjes. 36. — 8 pct Zuigfleschgarnituren. 132. V. — 8 pct Zuigkorven. 40. Zuigrietjes. 36. Zuigspenen. 132. V. — 8 pct Zult. 137. Zuurstellen. 36. — 8 pet Zuurstofmaskers. 53. B.B. a. Zwaarden (wapenen). 142. D. — 8 pct 288 Zwarte peper. 139. Zwartrozijn. 139. Zwartsel, verpakt of in tabletvorm. 68. — 8 pet. Zwavelstokken. 81. — 8 pct. Zweef apparaten voor ziekenledikanten. 76. — 8 pct. Zweepen. 129. I. — 8 pct. Zweepjes (speelgoed). 114. — 8 pct. Zweepslagen. 129. I. — 8 pct. Zweepstokken. 129. I. — 8 pct. Zwemgordels. 67. B.B. 1. — 8 pct. Zwemvesten. 67. B.B. 1. — 8 pct. Zwevingstoestellen. 33. VHI. Zwoerd. 137. V. B. 2. BIJLAGE I. Res. van 23 Maart 1925, no. 164, V. v.T. no. 2541. De Minister van Financiën, Heeft goedgevonden en verstaan vast te stellen de navolgende Instructie ter uitvoering van de Tariefwet 1924, S. no. 568, V. v. V. no. 2501. § 1. Art. 2. Het bepaalde bij het eerste en het laatste lid van dit artikel is noodig om misbruiken te weren. Op het eerste lid mag echter geen beroep worden gedaan indien: 1°. de goederen in den staat, waarin zij worden ingevoerd, beantwoorden aan de omschrijving van een anderen post dan waartoe zjj in volledigen en afgewerkten staat behooren; bijv. een waschmachine, waaraan het mechanische gedeelte ontbreekt, zoodat alleen de kuip overblijft, moet niet onder post no. 83 (1), doch onder post no. 13 (2) worden gebracht; 2°. bij den betre ff enden post uitdrukkelijk anders is bepaald ; bijv. bijlen, zonder handvat, kunnen niet als messenmakerswerk volgens post no. 88 worden belast, omdat alleen bijlen bij den invoer voorzien fan handvat tot dien post behooren; 3°. de ontbrekende deelen of onderdeelen de kenmerken zijn, waarvan in het tarief de belastbaarheid of vrijstelling der goederen is afhankelijk gesteld *ijv. bergingsmiddelen met glazen deksel — post no. 13 zijn onafhankelijk van hun gewicht belast. Wanneer echter bij den invoer het glas ontbreekt, wordt de belastbaarheid; gelimiteerd tot het gewicht van resp. 5 en 12 K.G. Anderszijds gaat de vrijstelling voor tafels met daaraan vast verbonden bankschroef— post no. 121 — verloren indien alleen de tafels worden ingevoerd, ook al wjjst hun inrichting' er op dat een bankschroef daarop zal worden aangebracht. Bij bovenstaande voorheelden moet er op worden gelet, dat daarbij duidelijkheidshalve geen rekening is gehouden met mogelijke toepassing van bepalingen, voortvloeiende uit art. 43 der wet. 1. Mangels, waschmachines, enz. 2. Bergings- en verpakkingsmiddelen. § 2. Art. 3. Het in dit artikel genoemde gewicht van 5 K.G. houdt verband met de in onderdeel I van post no. 38 van het tarief aangenomen gewichtsgrens voor de belastbaarheid van los ingevoerde electromotoren. Tarief van Invoerrechten. I. 19 290 BIJLAGE t. — Instructie. § 3. Art. 4. Voor de toepassing van art. 4 zal moeten vast staan of een artikel al dan niet tot een bepaalden post behoort. De aandacht wordt er daarom op gevestigd, dat als artikelen, welke tot een post behooren niet alleen zijn aan te merken de artikelen, welke bij dien post zijn belast of daarbij met name zijn vrijgesteld, maar alle artikelen, die beantwoorden aan de omschrijving van den post. Zoo behooren bijv. tot post no. 38 niet alleen de accumulatoren van 10 K.G. of minder, maar ook die van hooger gewicht, omdat accumulatoren zonder eenige beperking in het hoofd van den post zijn genoemd. Zij rijn blijkens de Bijzondere bepaling no. 2 op de posten nos. 13 en 45 niet onder een dier posten te rangschikken. Art. 4 vindt hier derhalve geen toepassing. § 4. Artt. 5—13. Bij invoer van goederen met volgbrief op den voet van Hoofdstuk VI der Alg. wet van 26 Aug. 1822, S. no. 38, en ft^ÉBepassing van het bepaalde bij art. 28 der wetj suffende ambtenaren er den aangever voor zooveel noodig op wijzen, dat de termijn van beroep, bedoeld bij art. 5, eerste hd, der wet, ingaat met den dag, waarop de aangifte ter bekoming van een volgbrief, een betalingspaspoort of een consent door den Ontvanger is gedagteekend. Op de bezwaarschriften, bedoeld bij art. 5, eerste? lid, der wet, wint de Directeur ten spoedigste het advies in van de visiteereride ambtenaren en van den Ontvanger te wiens kantore de aangifte is gedaan; De Ontvanger legt bij zijn advies de aangifte over, en zendt de stukken, door tusschenkomst van zijn Inspecteur, aan den Directeur terug. In voorkomende gevallen doen de visiteerende ambtenaren hun advies vergezeld gaan van een öf meer, op den voet van het nieuwe art. 192öis der Alg. wet (zie art. 33, sub 7, der 'Iferiefwet) genomen monsters. Is het nemen van monsters niet mogelijk en is het bij de visitatie reeds waarschijnlijk, dat belanghebbende in beroep zal gaan bij den Directeur, dan voorzien de ambtenaren de niet onder hun berusting blijvende goederen zooveel mogelijk van herkenningsteekens en houden zij c.q aanteekening van de bijzonderheden, die voor een richtige beoordeehng der zaak van nut kunnen zijn. [ Indien' de Directeur of andere ambtenaar, aan wien de beslissing by èen algemeenen maatregel van bestuur, bedoeld bij art. 6 der weÉ-as opgedragen, van den Voorzitter der Tariefcommissie een mededeehng ontvangt, dat van zijn besüssing op grond van art. 5 of 6 der wet beroep is ingesteld bij die Commissie, zendt hij de op de zaak betrekking hebbende stukken, en eventueel de genomen monsters, met een nota van bijzonderheden onverwijld aan dien Voorzitter toe. Ingeval krachtens een door den Directeur of de Tanefcommissie genomen beslissing belasting moet worden teruggegeven, geeft eerstgenoemde daarvan schriftelijk kennis aan den Ontvanger, die het terug te geven bedrag tegen quitantie (of per postgiro) aan belanghebbende uitbetaalt. De teruggegeven bedragen worden afgetrokken van de ontvangsten over het loopende jaar. .DZin de goederen, waérop de beslissing van-. ;de*WirecteW of van de Tariefcommissie betrekking heeft, als postpakkéfc ingevoerd, dan geschiedt de teruggave op de wijze, voorgeschreven bij § 28 der res. van 21 Mei 1924, no. 21, V. v. V. no. 2333. 291 BIJLAGE I. — Instructie De Directeur zendt een afschrift der in het vorige lid bedoelde kennisgeving aan den Inspecteur ten gebruike bij de kantoorverificatie Voor de uitvoering van art. 12 der wet wordt verwezen naar de Kon besluiten van 9 Januari 1925, nos. 17 en 18, V. v. V. nos. 2548 en 2549. § 5. Art. 20. De Ontvangers der invoerrechten worden gemachtigd om voor muziekinstrumenten, die door kunstenaars op enkele concerten hier te lande zullen worden bespeeld, voor projectielantaarns, lantaarnplaatjes en andere benoodigdheden, die bij het houden van enkele voordrachten of demonstraties hier te lande zullen worden gebruikt alsmede voor beproevingswerktuigen of -toestellen (1) en montagematerieel een en ander voor zoover deze voorwerpen weder zullen worden uitgevoerd en niet op grond van art. 29 van het Vrijdommenbesluit 1925, S. no 103 V. v. V. no. 254frf2), als reisbagage, vrij van invoerrecht kunnen worden toegelaten, transito-paspoorten af te geven, onder zekerheidsstelling volgens art. 78 der Alg. wet of volgens art. 71 der wet van 18 Sept 1852 S. no. 178, V 1901 no. 59, laatstelijk gewijzigd bij die van 20 Juni' 1924 S.no.305, V. v. V. no. 2364. De voorwerpen moeten, voor zooveel noodig van op die documenten te vermelden herkenningsteekenen ziin of worden voorzien, terwijl de geldigheidsduur der transito-paspoorten uiterlijk zes maanden zal bedragen. In de overige gevallen, waarin art. 20 toepassing zal kunnen erlangen (bijv. voor tentoonstellingsgoederen), zal de vergunning tot vrijen invoer — tenzij nader anders wordt bepaald — aan den Minister van Financiën moeten worden gevraagd. 1. Beproevingstoestellen, waaronder iyn te verstaan werktuigen en toestellen, Waarmede de deugdelijkheid van een fabrikaat of de daarvoor geblekte grondstoffen en hulpmiddelen worden getoetst ziin vrij van recht. Zie bijl. XI, post X. B. XI, 2e lid, 46g ' J 2. Zie bijl. II. § 6. Art. 21. Voor zooveel noodig wordt er op gewezen dat dit artiicei met van toepassing is op lompen en resten van weefsels en stoffen op papierlompen, papierafval en verscheurd papier, op afval van tabak en van andere in post no. 120 genoemde artikelen,\óp vleeschaivai en op afvalproducten^ residu's en resten van tot post no. 139 behoorende producten, waarvoor geWtresp. hetgeen in Bijiondere bepaling III n^jm post no. 85, in Bijzondere bepaling III, no. 16 van post no. 97' in Bijzondere bepaling no. 1 op post no. 120, in post no. 137 en in Buzondere bepalingen nos. 2 en 7, lött. b, op postno. 139 is vermeld* ™Jrr de,WBt? en a^al, bedoeld in art. 21, lett. a, van accijnsvrije" goederen, kan de vergunning tot vrije» invoer worden verleend dóór den Inspecteur over de losplaats, waar de goederen zullen Worden vrijgemaakt. De Inspecteur stelt daarbij nis voorwaarde, dat bij de visitatie desverlangdieok door overlegging van bestelorders of andere bescheiden afdoende bMt, dat de, resten of afval, niet meer met de goederen waarvan zij afkomstig zijn, «ijn gelijkte stellen. goederen, v1°°a zo°.ïfthet resten of afval van accijnsgoederen betreft, alsmede voor de bij lett. b van art. 20 bedoelde goederen, zal de vérgunning 292 BIJLAGE I. — Instructie. tot vrijen invoer in voorkomende gevallen aan den Minister van Financiën moeten worden gevraagd. De beschikking op verzoeken, bedoeld bij art. 126 der Alg. wet blijft op den bestaanden voet gehandhaafd. § 7. Art. 22. Voor de uitvoering van dit artikel blijven de bestaande voorschriften van kracht. Te dezer zake zij o.a. verwezen naar de letters i en ƒ der res. van 17 Dec. 1921, no. 132, V. v. V. no. 1698, zooals die zijn gewijzigd bij de res. van 26 Juli 1923, no. 111, V. v. V. no. 2117 en van 29 Sept. 1923, no. 76, V. v. V. no. 2166 en naar de res. van 31 Januari 1922, no. 95, V. v. V. no. 1726. De verzoekschriften en de niet geheel afwijzende beschikkingen, behooren, waar het in deze gevallen, ook bij verkeerde tarieftoepassing of te hooge aangifte der waarde, steeds een gunst zal zijn, voortaan op zegel gesteld te worden. Voor vrijgemaakte postpakketten, die, zonder uit handen van de Administratie der Posterijen te zijn geweest, binnen een jaar na de aangifte ten invoer weder zijn uitgevoerd, blijft de regeling, in § 27 der res. van 21 Mei 1924, no. 121, V. v. V. no. 2333, gegeven voor de teruggave van de voor die pakketten betaalde invoerrechten en accijnzen gehandhaafd. § 8. Art. 23. De aandacht wordt er op gevestigd, dat een bepaling, als voorkomt in art. 9 der Tariefwet van 1862, volgens welke het invoerrecht voor elke aangifte ten minste vijf cents bedraagt, in de nieuwe wet met wordt aangetroffen. Voor de uitzondering, bedoeld in den aanhef van het artikel, zij verwezen naar post no. 18, onderdeel I, no. 2 (1), van het tarief. Opgeimwkt wordt dat vierkante meter in het artikel niet wordt genoemd. Bij toepassing van post no. 97, onderdeel I (2), B. nos. 1, lett. b, en 2, komt dus geen afronding te pas en zal het invoerrecht zijn te berekenen over de juiste hoeveelheid. 1. Bloemen enz., per collo wegende meer dan 5 K.G. 2. Sigarettenpapier. § 9. Art. 24. Het artikel heeft bijv. betrekking op werktuigen en toestellen, waarbij zich een emmer, een manometer, een dommekracht of een borstel bevindt, op met olie gevulde transformatoren en op een sloopschip met de zich daarop bevindende gebruiksvoorwerpen en hulpmiddelen. Indien het eerste lid van het artikel niet van toepassing is, zal aan de hand van hetgeen onder letters a en b is bepaald, voor ieder geval afzonderlijk, moeten worden nagegaan of en, zoo ja, hoeveel belasting voor de toegevoegde artikelen verschuldigd is. Het eerste lid van het artikel zal mede kunnen worden toegepast; indien de goederen nog niet „gekocht" zijn (bijv. bij consignatiezendingen), indien vaststaat dat de toegevoegde artikelen in één prijs verkocht of bij den verkoop toegegeven zullen worden en voor zoover overigens aan de gestelde voorwaarden wordt voldaan. De in den aanhef van het artikel voorkomende verwijzingen naar de overige bepalingen der wet en naar het tarief hebben o.a. betrekking 293 BIJLAGE I. — Instruetie. op art. 30 sub 12 Bijzondere bepaling 2 op post no. 6 (1) en Bijzondere bepahng 1 op post no. 38 (2). J 1. Automobielbanden, enz. 2. Electriseermachines, enz. K*°a AH' 25• Voo,r zooveel noodig wordt er de aandacht op gevestigd, dat voor naar de waarde belaste goederen de bestaande toestand bestendigd blijft, zoodat de waarde der emballage hiervoor, behoudens enkele mtaondermgen, zooals bijv. voor geregeld heen en weer gaandei niet-gefactureerde kabelhaspels, in de waarde der goederen moet worden begrepen, overeenkomstig het bepaalde bij art. 120, sub 6, der Alg. wetL § 11. Art. 26. Met het thans bestaande systeem van berekenini der belasting naar het bruto-gewicht, na aftrek eener wettelijke of bn bpfi^M T?!??? van bestuur vastgestelde tarra, is, behoudens het bepaalde bij- het tweede hd van het artikel, gebroken. Ook de thans aan den aangever toegekende bevoegdheid om het netto-gewicht van accijnsvrije goederen ambtelijk te doen bepalen, is in de nieuwe wet niet overgenomen. Opgemerkt wordt dat in het bepaalde bij de artt. 147 tot en met 152 der Alg. wet, behoudens de aanvulling van art. 147 door art. 33, sub 6 der nieuwe Tariefwet, geen wijziging is gebracht, zoodat de verplichte grondige verificatie van accijnsgoederen, met uitzondering alleen in hel büjft 'bestaan BlJzondere bepahng 5 op postno.2 (1), onverkort Voor de uitvoering yan het bepaalde bij het tweede lid van art. 26 wordt. verwezen naar het Kon. besluit van 11 Maart 1925, S. no. 77, V. v. V. no. 2540 (2). '* beSi wTYoTf-^fi ^ ar*- 122 der Alg. wet vindt het bepaalde bij § 27, hd 1 tot en met 4 der res. van 13 Januari 1925, no. 70, V. v. V. no. 2480, geen toepassing meer. Het register Comptb. no. 28 vervalt. aJ'i^°agen?i deZe. Bij20ndere. bepaling is de verificatie, bedoeld bij %Z rl a F" met verplichtend voor alcoholhoudende producten? ÓfgmTndrer0P ' VerPakkü* «houdende 1200 gram 2. Zie byl. VI hierna. ■iWW&£i va?t de mtvoering van bet bepaalde bij het tweede SnoïtfvvToJEïr naar K°D-beSluit Van 11 Maart 1925 . 1. Zie bijl. V hierna. lid§vnn m/WH'i ï11!?6?/6 aa°«ever' bij invoer van de in het eerste ^^£j^IM^^iVHaam* het gehalte of de «amenstelhng kantore^!® n P ' VrSagt hij dit 8chrifteliik *ea ««tvang8 294 BIJLAGE I. — Instructie. Als het bepalen van de samenstelling is ook aan te merken de vaststelling van den zuiverheidsfactor van gecondenseerde melk en andere tot onderdeel III, lett. B, no. 1, van post no. 119 behoorende producten en zelfstandigheden. De ambtenaren, belast met de visitatie, nemen van elke soort der goederen als tot dusver een monster van voldoende hoeveelheid. Zij verzegelen de monsters, noodigen den aangever uit om een afdruk van zijn cachet naast het ambtelijk zegel te plaatsen, en maken van een en ander een relaas op, dat zij met de monsters aan den Inspecteur inzenden. De Inspecteur zendt de monsters met het relaas aan het Laboratorium van het Departement van Financiën te Amsterdam (Oost-Indisch Huis). De Directeur van het Laboratorium stelt van de uitkomst van het onderzoek een verklaring op het relaas en zendt dit aan den Inspecteur terug. Deze zorgt voor de mededeeling der uitkomst aan den Ontvanger, bij wien de aangifte is ingeleverd en aan den belanghebbende. De Ontvanger kan toestaan, dat overigens behoorlijk ten invoer aangegeven goederen, waarvoor een onderzoek naar de samenstelling of het gehalte is gevraagd, vóór den afloop van het onderteek hun bestemming volgen, mits zekerheid worde gesteld voor het hoogste recht, dat verschuldigd kan worden. De aanvraag voor het onderzoek kan de aangever dan desverkiezende op de aangifte zelf stellen. De volgens het Kon. besluit van 11 Maart 1925, S. no. 75, V.v. V. no 2538 (1), verschuldigde vergoeding voor de bepaling van het gehalte of de samenstelling is dadelijk bij de inlevering der aanvraag vorderbaar en wordt door den Ontvanger geïnd en verantwoord akv leges, evenals voor dergelijke kosten is bepaald bij §§ 1 en 2 der res. van 13 Januari 1925, ÖO. 69, V. v. V. no.2479 en §1, lett. b, der res. van 13 Januari 1925, no! 70,' V. v. V. no. 2480. , In verband met de omstandigheid, dat de termijn van beroep, bedoeld bij art. 5, eerste lid, der wet, ingaat met de dagteekening der aangifte, rullen de ambtenaren er voor moeten zorgen, dat met betrekking tot reeds aangegeven goederen het onderzoek naar het gehalte en de samenstelling, en hetgeen daarmede verband houdt, steeds in den kortst mogelijken tijd afloopt, zoodat een en ander met den meesten spoed moet worden behandeld, opdat de aangever steeds nog gelegenheid hebbe tijdig in beroep te gaan. taW&m * Te dezer zake wordt tevens verwezen naar het bepaalde by het eerste lid van § 4 dezer instructie. 1. Zie byl. V hierna. 8 14 Art 32. Het ligt niet in het voornemen voorshands over te gaan tot het'beperken van attributen, tot dusver verleend aan de betalings- en expeditiekantoren der invoerrechten. Wanneer echter mocht blijken, dat aan een der kleinere grenskantoren gebruik wordt gemaakt van de bevoegdheid om aldaar goederen aan te geven, waarvan de tanfeering meer dan gewone kennis vereischt, uitsluitend met de bedoeling daardoor rechten te ontduiken, doet de Inspecteur langs den gewonen weg een voorstel tot beperking der aan dat kantoor verleende attributen. 295 BIJLAGE I. — Instructie. § 15. AH. 33, sub 1, 4 en 6. Voor het toezicht, bedoeld bij het nieuwe art. 122 der Alg. wet, is vacatiegeld verschuldigd volgens het Kon. besluit van 30 Nov. 1924, S. no. 513, V. v. V. no. 2477, tenzij dit toezicht zonder meer kan worden uitgeoefend déél» ambtenaren, die reeds ter plaatse met het algemeen toezicht zijn belast, evenals is bepaald bij § 3, derde lid, der res. van 13 Januari 1925, no. 68, V. v. V. no.2478. § 16. Art. 33, sub 2. Indien bij doorvoer van goederen op transitopaspoort, overeenkomstig het bepaalde bij het nieuwe art. 87 der Alg. wet van den doorvoer wordt afgezien, wordt het transito-paspoort, voor zooveel de in de nadere aangifte vermelde hoeveelheid betreft, gezuiverd door een op dat document te stellen verklaring van den Ontvanger, bij wien de nadere aangifte ten invoer is ingeleverd, dat van den doorvoer is afgezien en dat voor de goederen een nieuwe aangifte als is voorgeschreven bij art. 87 der Alg. wet, is gedaan. Voor gouden en zilveren werken wordt deze verklaring niet op het transito-paspoort vermeld, vooraleer aan het bepaalde bij art. 84 der wet van 18 Sept. 1852, S. no.178, V. 1901, no. 59, laatstelijk gewijzigd bij die van 20 Juni 1924, S. no. 305, V. v. V. no. 2364, is voldaan. § 17. AH. 33, sub 3. Voor postpakketten, die goederen, uitsluitend naar de waarde belast, inhouden, ingevoerd door den dienst der Nederlandsche Posterijen, behoeft bij het doen der aangiften ten invoer het bepaalde bij art. 120, sub 3, der Alg. wet, niet te worden in acht genomen, doch kan worden volstaan met vermelding van het percentage van het invoerrecht en de waarde der goederen. Bij invoer van een costuum ter waarde van 80 gulden en van spijkers ter waarde van 2 gulden, zal de aangifte derhalve kunnen luiden resp. „8 pct. goed, waarde f 80" en „5 pct. goed, waarde f2." Indien bij dei'Visitatie blijkt, dat van een pakket, waarvoor de aangifte op de hiervoor omschreven wijze is gedaan, de waarde te laag is aangegeven, zoodat aanhouding ingevolge de Waardewet 1906, S. no. 216, moet plaats hebben of dat er termen zijn tot het instellen van een bekeuring, zoomede in alle andere gevallen, waarin zulks den visiteerenden ambtenaar wenschelijk voorkomt, zal de aangifte aan de Postadministratie worden teruggegeven, die daarna zoo spoedig mogelijk zorg draagt voor de inlevering van een aangifte, welke voldoet aan de eischen van art. 120, sub 3, der Alg. wet. Bij invoer van accijnsgoederen, kan, bij bevinding van verschil ten aanzien van het gehalte en den zuiverhéidsfactor, het instellen van bekeuring achterwege blijven, omdat deze bijzonderheden steeds ambtelijk moeten worden opgenomen en de uitkomst daarvan strekt tot grondslag voor de berekening der verschuldigde belasting. Bij doorvoer op transito-paspoort en bij opslag in entrepot is vermelding van de bijzonderheden, bedoeld in art. 120, sub 3, der Alg. weti niet noodig, indien de aangever in de aangifte verklaart genoegen té nemen met zekerheidsstelling naar en eventueele invordering van het hoogste recht, dat volgens de aangifte verschuldigd zou kunnen rijn. In de aangiften ten uitvoer behoeft met de onderscheidingen van het tarief geen rekening te worden gehouden. 296 BIJLAGE I. — Instructie. WïÊÊ; § 18. Art. 33, sub 7. Van de bevoegdheid, aan de visiteerenae ambtenaren gegeven bij het laatste hd van het nieuwe art. 192ter der Alg. wet, om de goederen, in afwachting van de overlegging van op den koop of levering betrekking hebbende bescheiden, op te houden op kosten en risico van den aangever, zal alleen moeten worden gebruik gemaakt, indien het vermoeden gewettigd is, dat de aangever den ambtenaren door opzettelijke achterhouding der bescheiden wil trachten te misleiden. § 19. Art. 36. Tengevolge van het nieuwe tweede lid van art. 1 der gewijzigde wet van 1 Mei 1863, S. no. 47, V. v. V. no. 612 IV, zal ook bij invoer van gedistilleerde dranken eerst dan gedistilleerdaccijns verschuldigd zijn, indien het alcoholgehalte hooger is dan 5 pct. § 20. Artt. 37—40. Ten aanzien van de opsporing van de bij deze wet strafbaar gestelde feiten, de opmaking en verdere behandeling van de ter zake opgemaakte processen-verbaal, de transactie, de vervolging, alsmede de tenuitvoerlegging van de rechterlijke uitspraken gelden de bepalingen der Alg. wet. De voorschriften nopens de behandeling van contentieuze zaken wegens invoerrechten en accijnzen zijn ten deze toepasselijk. Voor ïpoveel noodig zij er op gewezen, dat volgens art. 38 der wet, het overleggen van valsche of vervalschte stukken thans ook strafbaar zal zijn, indien die overlegging geschiedt bij de visitatie der goederen, zoodat voor de strafbaarheid het bestaan van een geschil geen vereischte meer is. § 21. Art. 42. Van den dag af dat de nieuwe Tariefwet volledig in werking treedt, zal de berekening der belasting volgens de wet van 1862 nog slechts kunnen geschieden voor goederen, die op dat tijdstip hunne binnenlandsche bestemming reeds hebben gevolgd (bijv. voor goederen, die. ter zake van een ingestelde bekeuring onder borgstelling zijn ontslagen). Voor andere goederen zal in het algemeen de datum yan aangifte ten invoer in het vrije verkeer, onverschillig of dit een aangifte ter verkrijging van een betalingspaspoort, consent of volgbrief is, beslissend zijn voor de beoordeeling of het oude dan wel het nieuwe tarief moet worden toegepast. Hierbij moet echter deze dubbele beperking worden gemaakt, dat eene vóór de inwerkingtreding van het nieuwe tarief gedane aangifte alleen geldig is voor goederen, die zich op dat tijdstip reeds binnen de landsgrenzen bevinden en dat, zoo die aangifte moet dienen ter aanzuivering van een generale verklaring, vracht- of volglijst, ook de aflegging van de generale verklaring of de inlevering van de volglijst op dat oogenbhk reeds moet hebben plaats gehad. Het tijdstip, waarop de visitatie of de uitslag uit een entrepot, een douaneloods, enz. op een reeds vóór de hrwerldngtreding der wet gelicht document plaats heeft, doet niet ter zake. De visiteerende ambtenaren zullen paspoorten en consenten, die ter aanzuivering van op of na den dag van inwerkingtreding der wet gedateerde generale verklaringen, vracht- of volglijsten worden aange- 297 BIJLAGE I. — Instructie. boden, als daartoe met geldig teruggeven, indien die documenten nog ocu uatuiM uaarvuOT zyn algegeven. Tarief. Post no. 2 (Alcoholen,enz.). Voor de uitvoering van Bijzondere bepaling 4 op dezen post wordt verwezen naar de res. van 12 Febr 1925 no. 194, V. v. V. no. 2506 (1). 1. Deze resolutie luidt aldus : De Minister van Fin., Heeft goedgevonden en verstaan : • 4j' t>e..bePalen» dat de vermenging van reuk- en toiletwater, bedoeld m de Bijzondere bepaling no. 4, voorkomende onder post no. 2 zal bestaan uit die, voor het bekomen van vrijdom van de helft van' den accijns van gedistilleerd, aangegeven sub I der res. van 8 Febr. 1921 no. 61, V. v. V. no. 1495, van welk voorschrift door belanghebbenden kennis kan worden genomen ten kantore van de Ontvangers der invoerrechten ; of, in bijzondere gevallen, uit de vermenging krachtens eenig thans geldend voorschrift voor die gevallen toegelaten; 2 . enz. (zie aant. 1 op hetgeen hierna is opgenomen met betrekking tot post no. 150.) 8 Post no. 30 (Chemicaliën, enz.). Voor de uitvoering van Bijzondere bepaling 1 op dezen post wordt verwezen naar het Kon. besluit van 11 Maart 1925, S. no. 75, V. v. V. no. 2538 (1). 1. Zie bijl. V hierna. Post no. 32 (Conserveeringsmiddelen, enz.). Onder de in dezen post genoemde poetsmiddelen, is zeemleder, in vellen of stukken, dat steeds vru van invoerrecht kan worden toegelaten, niet begrepen. Post no. 41 (Garen, enz.). De overgelegde bestelorders of bescheiden, bedoeld bij het slot van Bijzondere bepaling 6 van dezen post, worden door de visiteerende ambtenaren, na de visitatie, afgeteekend c.q. afgeschreven voor de gevisiteerde hoeveelheid. Er zal op zijn te letten, dat met den eenen keer een bestelorder en een volgenden keer een op dezelfde bestelling betrekking hebbend ander stuk wordt overgelegd om de bestemming aan te toonen. ' Zijn de visiteerende ambtenaren van oordeel, dat van de vrijstelling misbruik wordt gemaakt, dan geven zij hiervan kennis aan hun Inspecteur, die ter zake een onderzoek instelt. Het resultaat van dit onderzoek wordt door tusschenkomst van den Directeur aan den Minister medegedeeld, eventueel vergezeld van een voorstel tot het geven van beperkende voorschriften met betrekking tot de vrijstelling. Post no. 43 (Geneesmiddelen). Voor zoover de visiteerende ambtenaren bij de visitatie van ingevoerde geneesmiddelen artikelen aantreffen die naar hun meening in aanmerking moeten worden gebracht voor aanwijnng als geheimmiddel op den voet van de Bijzondere bepalingen 1 tot en met 3 op dezen post, nemen zij daarvan een monster in de ongineele verpakking, dat met een relaas, vermeldende de noodige BIJLAGE I. — Instructie. 298 bijzonderheden, langs den gewonen weg aan de af deeling Invoerrechten van het Departement van Financiën wordt opgezonden (1). 1. Zie bylage XII nopens de tot biertoe als geheimmiddel aangewezen artikelen. Post no. 85 (Manufacturen, enz.) Ten aanzien van de volgens onderdeel III en Bijzondere bepaling III, no. 10 van dezen post over te leggen bestelorders of andere bescheiden wordt, mede in verband met Bijzondere bepaling IV, no. 10, verwezen naar hetgeen met betrekking tot post no. 41 in deze instructie is vermeld. Het bij de Bijzondere bepaling op post no. 82 vrijgestelde mandenwerk, behoort niet volgens post no. 85 te worden belast, doch zal steeds vrij van invoerrecht kunnen worden toegelaten. Voor de uitvoering van Bijzondere bepaling II op den post wordt verwezen naar de artt. 55 tot en met 68 van het Vrijdommenbesluit 1925, S. no. 103, V. v. V. no. 2542 (1). Voor zoover het bij de toepassing van dezen post noodig is het aantal draden van weefsels of stoffen te weten, wordt daartoe gebruik gemaakt van een z.g. dradenteller (een vergrootglas met statief, waarvan het ondervlak een opening heeft van 1 c.M2.). De dradenteller wordt, niet te dicht bij den zelfkant, zoodanig op de stof geplaatst, dat het hcht zooveel mogelijk op de plaats valt, waar de draden geteld moeten worden. Witte of lichtgekleurde stoffen plaatse men bij voorkeur op een donkeren ondergrond en donkere stoffen op een lichten ondergrond. Als hulpmiddel bij het tellen kan worden gebruik gemaakt van een speld of stopnaald. Bij stoffen met eenvoudige bindingen (draadkruisingen), die niet geruwd of gevold zijn, zal de dradenteller steeds voldoende hulpmiddel blijken te zijn om het aantal ketting- en inslagdraden te bepalen. Anders is dit, indien men te doen heeft met stoffen, waarvan de bindingen meer samengesteld zijn, of die geruwd of gevold zijn. In dergelijke gevallen en bovendien bij twijfel of het met den dradenteller gevonden resultaat juist is, knippe men een stukje van de stof ter grootte van 2, 3, 4 of 5 c.M2., rafelt dit uit en telt de ketting- en inslagdraden. Op deze wijze'is het steeds mogelijk om het aantal draden per c.M8. nauwkeurig te bepalen. 1. Zie bijl. II hierna. Post no. 96 (Oliën en vetten). Als hulpmiddel voor de beoordeehng of minerale oliën al dan niet belast zijn volgens het bepaalde bij onderdeel I van den post kunnen de ambtenaren gebruik maken van de volgende methode. Een hoeveelheid minerale olie wordt in een proefglas met een ongeveer vijfvoudige hoeveelheid zuiver water krachtig geschud. Na het schudden wordt de vloeistof eenigen tijd (pl.m. 15 minuten) in rust gelaten. Indien de olie alsdan helder in het water is opgelost of daarmede een melkachtige troebeling geeft, zonder dat zich daarbij olie heeft afgescheiden, kan worden aangenomen, dat de olie met onder 299 BIJLAGE I. — Instrucéé: dè Bij onderdeel I van den post belaste minerale oliën is te rangschikken. Wanneer zich evenwel olie heeft heeft afgescheiden, of wanneer omtrent die afscheiding twijfel bestaat, is scheikundig onderzoek noodig, en wordt een monster ter onderzoek aan het Laboratorium van het Departement van Financiën te Amsterdam opgezonden. Voor de uitvoering van Bijzondere bepaling 3 op den post wordt verwezen naar het Kon. besluit van 19 Febr. 1925, S. no. 42, V. v. V. no. 2546 (1). Ter uitvoering van Bijzondere bepaling 4 op den post wordt het volgende bepaald. Bij invoer van gestorte petroleum en andere tot onderdeel I van dezen post behoorende artikelen in tankschepen zal, op daartoe aan den Inspecteur der invoerrechten over de losplaats gericht verzoek, het gewicht der goederen kunnen worden bepaald door meting of waterijking van het tankschip en door opneming van het soortelgk' gewicht. De in het schip aan te brengen peilkokers en peilschalen zullen, ten genoegen van den Inspecteur, door belanghebbende moeten worden geleverd en behoorlijk onderhouden. Het soortelijk gewicht zal worden bepaald door middel van een areometer, met thermometer en correctieschaal, die vanwege het Departement van Financiën aan de ambtenaren zullen worden verstrekt, en die worden aangevraagd op de wijze voor* geschreven bij § 2 der res. V. 1906, no. 50. Voor de aldus op verzoek van belanghebbenden te verrichten ambteJ^mvwerkzaamheden zijn de kosten verschuldigd, bedoeld in het Kon. besluit van 30 Nov. 1924, S. no. 573, V. v. V. no. 2477. Bij opslag van de ingevoerde oliën in tanks blijven de daaromtrent tot dusverre gegeven bijzondere vergunningen nopens de bepaling van de hoeveelheid van kracht., 1. Zie bijk IV hierna. Post no. 97 (Papier, enz.). Ingevolge Bijzondere bepaling III, nos. 1, lett. a, 5 en 6 van dezen post zijn boeken, dag- en weekbladen en gedrukte of geschreven muziek in de Nederlandsche taal of voorzien van. een tekst in de Nederlandsche taal aan een invoerrecht van 8 pct. der waarde onderworpen. De bedoeling van deze heffing is geweest een einde te maken aan de averechtsche bescherming die, onder de Tariefwet van 1862, bestond, tusschen het belasten van papier en het vrijlaten .van daarvan vervaardigd wordende boeken, bladen en muziek. Deze averechtsche bescherming verliest echter haar praotische beteekenis, voor zoover genoemde drukwerken afkomstig zijn uit de Nederlandsche overzeesche gewesten. Daarom zullen boeken, dag- en weekbladen en muziek, in de Nèaerlandsche taal of voorzien van een tekst in die taal, uitgegeven of gedrukt in Nederlandsch-Indië, Suriname of Curacao, steeds vrij van invoerrecht kunnen worden toegelaten. Ten aanzien van de volgens de Bijzondere bepaling III, nos. 14 en 15 van den post over te leggen bestelorders of andere bescheiden wordt, mede in verband met Bijzondere bepaling no. IV, verwezen naar hetgeen met betrekking tot post no. 41 in deze instructie is vermeld. 300 BIJLAGE I. — Instructie. Post no. 112 (Sluitbeugels en andere af sluitmiddelen). Alhoewel in Bijzondere bepaling no. 2 op dezen post alleen wordt gesproken van flesschenkurken, zullen ook kurken, die voor het sluiten van andere emballage dan flesschen,worden gebezigd, vry van invoerrecht kunnen worden toegelaten, mits deze kurken overigens aan de in die bepaling gestelde voorwaarde voldoen. Post no. 120 (Tabak). Voor de uitvoering van Bijzondere bepaling no. 3 op dezen post wordt verwezen naar de artt. 75 en 76 van het Vrijdommenbesluit 1925, S. no. 103, V. v. V. no. 2542 (1). 1. Zie bijl. II hierna. Post no. 137 (Vleesch, enz.). Voor de uitvoering van Bijzondere bepaling no. 4 op dezen post blijven de terzake bestaande (niet algemeen medegedeelde) voorschriften van kracht, met dien verstande, dat voor de maand, waarin de nieuwe Tariefwet volledig in werking treedt, de in de voorafgaande maand vastgestelde prijscourant zal gelden. Post no. 139 (Vruchten, groenten, enz.). De aandacht van de visiteerende ambtenaren wordt er op gevestigd, dat vruchten in blik in den regel bereid zijn met meer dan 5 pct. suiker, in welk geval zij moeten worden gerangschikt onder onderdeel III, lett. B, van dezen post. Bij het ter visitatie aanbieden van partijen vruchten in blik, welke zijn aangegeven als vallende onder onderdeel III, lett. C, van den post, is daarom voorzichtigheid geboden, terwijl bij twijfel over de vraag of de vruchten al dan niet met meer dan 5 pct. suiker zijn bereid, een of meer monsters moeten worden genomen, die ter onderzoek naar het gehalte op de voorgeschreven wijze aan het Laboratorium van het Departement van Financiën te Amsterdam behooren te worden opgezonden. Post no. 150 (Zout, enz.). Voor de uitvoering van het bepaalde bij onderdeel III, lett. A, no. 1, en Bijzondere bepaling no. 4 van den post wordt verwezen naar de res. van 12 Febr. 1925, no. 194, V. v. V. no. 2506 (1). Voor de uitvoering van Bijzondere bepaling no. 3, lett. a, yan den post wordt verwezen naar art. 77 van het vrijdommenbesluit 1925, S. no. 103, V. v. V. no. 2542 (2). 1. Deze resolutie luidt aldus: De Minister van Fin., Heeft goedgevonden en verstaan : 1°. (zie aant. 1 op hetgeen hiervoor is opgenomen met betrekking tot post no. 2); . 2°. als standmonster voor ruw zout, dat wegens zijn fijnheid en tevens blankheid aan invoerrecht is onderworpen ingevolge het bepaalde sub III, lett. A, no. 1, van post 150, opnieuw aan te wijzen dat, vroeger tot gelHk? doeleinde vastgesteld bij res. van 24 April 1893, no. 3, ter uitvoering van art. 2, eerste lid, der wet van 27 Sept. 1892, S. no. 227, V. v. V. no. 620 IV ; BIJLAGE | — Instructie. Aninge,y g? de Buzondere bepaling no.4, opgenomen onder post no. 150 te bepalen, dat ruw zout, belast volgens onderdeel III, lett A, no. 1 van dien post, wordt gerangschikt onder lett. A, no.2, van dat onderdeel, onder de volgende voorwaarden en bepalingen: a ° 'auet ?0Ut moet rechtstreeks bestemd zijn voor vrijdomgenietenden die dit inslaan onder toepassing van denatureering, of wel rechtstreeks bestemd zijn tot inslag onder doorloopend krediet voor den accijns in de vrijdombergplaatsen, bedoeld in het Kon. besluit van 29 Sept. 1909 S. no. 326 V. v. V. no. 620 XXIV, wat den inslag in deze bergplaatsen betreft onder voorwaarde, dat uitslag van zulk zout daaruit enkel mag plaats hebben met aflevering aan vrijdomgenietenden als bovenbedoeld, dat het in die bergplaatsen ten genoegen van den Inspecteur afgezonderd zal worden gehouden van ander zout en dat het afzonderlijk moet worden vermeld in de rekening en in de documenten welke op grond van genoemd besluit worden gehouden of afgegeven ; b. voor zout waarop het voorgaande van toepassing is, stelt de Inspecteur over de plaats van bestemming op den volgbrief de verklaring dat op grond van het hier bepaalde het zout is te rangschikken onder dat bedoeld in onderdeel III, lett. A, no. 2, van het tarief van invoerrechten casu quo onder linyoeging van door hem verder te stellen voorwaarden evenals dit geschiedde onder-de werking der res. van 2 Nov 1916 no 48 vervalt" D°' Wdke bij het in werkm8 treden van dit voorschrift 8. Zie bijlage II hierna. 301 BIJLAGE IL Kon. besluit van 23 Maart 1925, S.no. 103, V. v.V. no.2542 (1). Uüvoering van de Tariefwet 1924, S. no. 568, voor zooveel betreft de vrijdommen van invoerrecht en statistiekrecht. Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz. Gelet op de artt. 14, 15,16, 17, 18 en 19 der Tariefwet 1924 S. no. 568 (V v V. no. 2501), art. 3, lett. a, 3°., 4°., 5°. en t>°., en d, der Wet op het Statistiekrecht, S. 1921, no. 55 (V. v. V. no. 1565), zooals deze bij art. 35 der voormelde Tariefwet is gewijzigd, Bijzondere bepaling II op post no.85, Bijzondere bepaling II op post no. 97, Bijzondere bepaling 3 op post no. 120 en Bijzondere bepaling 3, lett. a op post no. 150 van het bij genoemde Tariefwet behoorend Tarief; Hebben goedgevonden en verstaan te bepalen: 1. Het besluit kan worden aangehaald onder den titel „Vrijdommenbesluit S. 1925, no. 103". Zie art. 82. Art. 14 der Tariefwet. WÜ behouden Ons voor bij algemeenen maatregel van bestuur, onder de noodige voorzieningen, van invoerrecht en accijns vry te stellen goederen, welke binnen twee jaren na uit het vrije verkeer te zijn uitgevoerd, m onverwerkten staat weder worden ingevoerd. Art 1. De goederen, waarvoor aanspraak op vrijdom (1—2) bestaat volgens art. 14 der Tariefwet worden onderscheiden in twee categorieën, teaWC goederen, waarvan bij den uitvoer bekend is, dat zij binnen twee jaar na den uitvoer in onverwerkten staat wederom zullen worden m|eV°goed'eren, waarvan bij den uitvoer niet bekend is, dat zij binnen den termijn en in den staat genoemd onder lett. a, wederom zullen worden ingevoerd. 1. Voor retourzendingen ongestempelde speelkaarten geldt de te verleenen vrijstelling alleen het invoerrecht en met de speelkaartenbelasting. Instr. V. v. V. no. 2543, § 1, zevende lid. 2. Zie, nopens vrijstelling van statistiekrecht, art. 3, lett. /, der Wet op het Statistiekrecht. 303 BIJLAGE- II. — Vrijdommenbesluit. — Art. 2. Art. 2. Voor de goederen, bedoeld bij'art. 1, lett. a, van dit besluit wordt de vergunning tot vrijen wederinvoer verleend door den Inspecteur der invoerrechten, in wiens dienstkring belanghebbende woont of gevestigd is, of door den Inspecteur, in wiens dienstkring de goederen ten uitvoer worden ingeladen. De aanvraag om vrijdom houdt een duidelijke en nauwkeurige omschrijving der goederen in en vermeldt voorts (1): a. de hoeveelheid en de waarde der goederen, alsmede bijzondere kenteekenen of andere aanwijzingen voor de erkenning van hunne eenzelvigheid bij den wederinvoer; b. de plaats, waar de goederen zich bevinden; c. de redenen, waarom de goederen naar het buitenland worden gezonden ; d. het vervoermiddel, waarmede de verzending plaats zal vinden De Inspecteur verleent de vergunning tot vrijen wederinvoer alleen' mdien de goederen van herkenningsteekenen kunnen worden voorzien of door opneming van afmetingen, gewicht of andere aanwijzingen voldoende zekerheid voor de erkenning van hun eenzelvigheid kan worden Verkregen. Vóór den uitvoer vergelijken de ambtenaren der invoerrechten de goederen met de omschnjving en de bijzonderheden, welke in de vergunning zijn vermeld en stellen zij hieromtrent, alsmede nopens de genomen maatregelen tot vaststelling der eenzelvigheid, eene verklaring op die vergunning, welke zij daarna weder aan belanghebbende terug geven om te dienen bij den wederinvoer. De goederen worden bij den wederinvoer alleen dan met vrijdom toegelaten, indien zij tijdens het verblijf buitenslands geenerlei Bewerking of verwerking hebben ondergaan, de aangebrachte herkenningsteekenen nog aanwezig zijn en overigens de eenzelvigheid voldoende vaststaat. k V J^ool6 geederen.vaüende onder art. 1, lett. a, van het VrijdommenDesluit iy^J5, b. no. 103, in deze instructie verder genoemd het besluit waarvoor de Inspecteurs op grond van art. 2 bij wederinvoer vrijdom van invoerrecht en accijns kunnen verleenen, behooren o.a. goederen die naar het buitenland ter bezichtiging worden gezonden of die ten behoeve yan in het buitenland te houden tentoonstellingen, voordrachten demonstraties of wedsjrijden worden uitgevoerd, monsters en stalen met handelswaarde, die naar het buitenland worden medegenomen of aan vertegenwoordigers in het buitenland worden toegezonden materieel dat in het buitenland voor het maken van werken wordt gebezigd rubberbanden die, zonder nadere bewerking, 1&' het buitenland om dè wielen van vervoermiddelen gelegd worden en tenten, carroussels kramen, orgels en andere voorwerpen, waarmede ia het buitenland kermissen worden bezocht of voorstellingen worden gegeven Voor zooveel noodig wordt opgemerkt, dat voor goederen,' waarvan bij den uitvoer bekend was, dat zij binnen 2 jaar daarna wederom in önyerwerktèn staat zouden worden ingevoerd, geen vergunning meer volgens art. 3 van het besluit moet worden verleend. De vroegere voorschriften tot het fl^fce&n van vrijfin' wederinvoer van goederen, dief«fet uit handen van buitenlandsche douane- of spoorwegadministraties zijn geweest, zijn als $fervallen te beschouwen • de 304 BIJLAGE II. — Vrijdommenbesluit. — Artt. 2—5. hierbedoelde vrijdom zal thans kunnen worden verleend, ingevolge de artt. 3, 4 en 5 van het besluit. Instr. V. v. V. no. 2543, § 1, eerste, tweede en derde lid. Art. S. Voor de goederen, bedoeld bij art. 1, lett. b, van dit besluit, wordt de vergunning tot vrijen invoer verleend door den Inspecteur over de losplaats, waar de goederen zijn aangebracht. De aanvraag tot vrijdom houdt een duidelijke en nauwkeurige omschrijving der goederen in en vermeldt voorts : a. de hoeveelheid en de waarde der goederen; b. de plaats, waar de goederen zich bevinden; c. den dag waarop, het vervoermiddel waarmede en het land en de plaats waarheen de goederen werden afgezonden, onder vermelding tevens langs welk laatste kantoor of uiterste wacht de goederen werden uitgevoerd; d. den naam van dengene, voor wien de goederen bestemd waren; e. de reden der terugkomst van de goederen, met vermelding van de overgelegde bescheiden of andere bewijsstukken, waaruit de eenzelvigheid en het in onbewerkten en onverwerkten staat terugkomen der goederen kan blijken; /. een verklaring, dat belanghebbende desgevraagd bereid is tot het geven van inzage van boeken of andere bescheiden,waaruit de aanspraak op vrijdom kan blijken; g. verdere bijzonderheden, die voor een richtige beoordeeling der zaak noodig of wenschelijk zijn. De Inspecteur verleent de vergunning tot vrijen wederinvoer alleen, indien te zijnen genoegen wordt aangetoond, dat de goederen binnen den bij de wet gestelden termijn in onbewerkten en onverwerkten staat weder worden ingevoerd, dat zij uit het vrije verkeer zijn uitgevoerd en aan of ten behoeve van den oorepronkelijken exporteur worden teruggezonden (1). 1. De bedoeling van de in het slot van art. 3 voorkomende beperking is om te voorkomen, dat vrijdom wordt verleend voor goederen, die in het buitenland in handen van derden zijn overgaan. Instr. V. v. V. no. 2543, § 1, vierde lid. Art. 4. Voor goederen, die met vrijdom, afschrijving of teruggaaf van accijns of invoerrecht zijn uitgevoerd, wordt geen vrijdom volgens art. 1 van dit beBlüit verleend, alvorens de tengevolge van den uitvoer niet geheven of alstoen teruggegeven som is betaald of terugbetaald of de betaling daarvan is verzekerd (1). Belanghebbende is verplicht bij zijne aanvrage om vrijdom de noodige opgaven te verstrekken ter vaststelling van de volgens dit artikel verschuldigde bedragen. 1. De som genoemd in art. 4 wordt op de gewone wijze als accijns of als invoerrecht verantwoord. Instr. V. v. V. no. 2543, § 1, vijfde lid. Ark 6. Gouden en zilveren werken, vallende onder art. 1, lett. b, van dit besluit, waarvoor vrijdom wordt gevraagd, worden op den voet van art. 71 der wet van 18 Sept. 1852, S. no. 178, laatstelijk gewijzigd 305 BIJLAGE II. — Vrijdommenbesluit. -Si Art. 5. bij van 20 Juni\4924, S. no. 305 (V. v. V. no. 2364) (1), naar het kantoor van den waarborg overgebracht. Zijn de werken indertijd met teruggaaf van belasting uitgevoerd, dan worden zij overgebracht naar het kantoor, waar zij voor uitvoer zijn afgestempeld. In de aangifte volgens art. 70 van genoemde wet (2), wordt vermeld, dat voor de goederen vrijdom volgens art. 14 der Tariefwet wordt gevraagd en, wanneer de goederen indertijd met teruggaaf van belasting zijn uitgevoerd, de datum en het nummer van het document, waarmede de uitvoer plaats had. De ambtenaren van den waarborg stellen, na vergelijking der goederen met den volgbrief en eventueel met het document, waarop de uitvoer plaats had, van hunne bevinding eene verklaring op dien volgbrief. De vergunning tot vrijen invoer wordt verleend overeenkomstig het bepaalde bij art. 3 van dit besluit, nadat uit de verklaring op den volgbrief is gebleken, dat hiertegen bij de ambtenaren van den waarborg geen bezwaar bestaat (3). 1. Art. 71 luidt, zooals het gewijzigd werd bij de wet van 15 Oct. 1921, S. no.jü23, V. v. V. no. 4665, aldus : „Bij de aangifte, zoowel wanneer zij ten doorvoer of op entrepot, als wanneer zij ten invoer gedaan wordt, moet worden borggesteld voor een derde van de waarde der voorwerpen, ten genoegen van den Ontvanger der invoerrechten, en zulks zoo tot verzekering Van de invoerrechten als van de belasting bij deze wet geregeld." 2. Art. 70 luidt, zooals het werd vastgesteld bij de wet van 20 Juni 1924, S. no. 305, V. v. V. no. 2364, als volgt: „Bij de aangifte der gouden en zilveren werken wordt overgelegd een inventaris in duplo, behelzende, behalve hetgeen bij elke andere aangifte vereischt wordt t' 1°. opgave van het kantoor van waarborg, waar de belasting, bij art. 6 vastgesteld, zal worden voldaan; 2°. opgave van metaalsoort, getal en gewicht, alsmede ten aanzien van gouden werken, indien daarvoor stempeling op een der gewaarborgde gehalten wordt verlangd, van dat gehalte. Ingeval stempeling van gouden werken op een der gewaarborgde gehalten verlangd wordt, moet de inventaris onderteekend worden door dengene, voor wien de werken bestemd zijn en vergezeld zijn van afschrift-facturen of andere bescheiden, houdende verklaring van den afzender nopens de gegevens, in het vorig lid onder 2°. bedoeld. Het eene exemplaar van den inventaris wordt, met de in het tweede lid bedoelde bescheiden, naar het daarin aangewezen kantoor van waarborg opgezonden ; het andere blijft bij de voorwerpen." 3. De Controleur van den waarborg legt, nadat de goederen voor zooveel noodig zijn belast en gestempeld, bi§ den volgbrief, bedoeld in het sist van art. 5 van het besluit/over «en afschrift vah het door hem ter zake afgegeven document van .uitvoer, waarin het certificaat van de ambtenaren ter uiterste wacht of aan het laatste kantoor is overgenomen. Instr. V. v. V. no. 2543, § 1, zesde lid. Wfj behouden Ons voor bij algemeene* maatregel pan bestuur, onder de noodige voorzieningen, van invoerrecht vrij te stellen: Art. 15 der Tariefwet. Tarief van Invoerrechten. I. 306 BIJLAGE II. — Vrijdommenbesluit. — Art. 6. SPÜNI a. goederen, ingevoerd om hier te lande een bewerking, verwerking of herstelling te ondergaan en daarna weder te worden uitgevoerd, zoomede teekeningen, ontwerpen en modellen, ingevoerd om daarnaar hier te lande werken of voorwerpen te vervaardigen of samen te stellen en daarna weder te worden uitgevoerd; b. accijnsvrije goederen, die enkel ter herstelling naar het buitenland zijn gezonden en weder worden ingevoerd; c. teekeningen, ontwerpen en modellen, welke naar het buitenland zijn gezonden om daarnaar werken of voorwerpen te vervaardigen of samen te stellen en weder worden ingevoerd. Art. 15, lett. a, der wet. Art. 6. Voor de goederen, welke worden ingevoerd om bier te lande een verwerking te ondergaan en daarna weder te worden uitgevoerd, kan de vergunning tot vrijdom van invoerrecht (1) door of vanwege Onzen Minister van Financiën, onder door hem te stellen voorwaarden worden verleend, indien voldoende maatregelen tot vaststelling der eenzelvigheid der goederen kunnen worden genomen. Voor weder uit te voeren goederen, die hier te lande eenige bewerking of herstelling moeten ondergaan en voor weder uit te voeren teekeningen, ontwerpen en modellen, ingevoerd om daarnaar hier te lande werken of voorwerpen te vervaardigen of samen te stellen, wordt de vergunning tot vrijdom van invoerrecht verleend door den Inspecteur der invoerrechten over de losplaats, waar de goederen zijn aangebracht. De aanvraag tot vrijdom houdt alsdan een duidelijke en nauwkeurige omschrijving der goederen in en vermeldt voorts : a. de hoeveelheid en de waarde der goederen, alsmede bijzondere kenteekenen of andere aanwijzingen voor de erkenning van hunne eenzelvigheid bij den wederuitvoer; b. de plaats, waar de goederen zich bevinden; c. den aard der bewerking of herstelhng, c.q. het doel, waarvoor de teekeningen, ontwerpen en modellen moeten dienen; d. den naam en een nauwkeurige aanwijzing van de ligging der inrichting of van het pand, waar de bewerking of herstelling der goederen zal plaats vinden of waar de voorwerpen worden vervaardigd of samengesteld. De Inspecteur verleent de vergunning tot vrijpa invoer alleen, indien de goederen van herkenningsteekenen kunnen worden voorzien of door opneming van afmetingen, gewicht of andere aanwijzingen, voldoende zekerheid voor de erkenning vwo. hunne eenzelvigheid kan worden verkregen. Bij den, j invoer wordt voor de goederen, teekeningen, ontwerpen of modellen, bedoeld bij het twefie hd van dit artikel, na aangifte volgens art. 120 der Algemeene wet van 26 Aug. 1822, S. no. 38, tegen zekerheidsstelling voor de invoerrechten een volgbrief afgegeven, waarin de bestemmingsplaats wordt vermeld. De volgbrief wordt gezuiverd en de zekerheid opgeheven zoodra het bewijs is geleverd, dat de bewerkte of herstelde goederen, de teekeningen, ontwerpen of modellen, waarvan de eenzelvigheid moet blijken. overeenkomstig, de voorschriften in de vergunning vermeld, het Rijk weder uitgevoerd zijn. 306 307 BIJLAGE II. — Vrijdommenbesluit. — Artt. (3—8. De invoerrechten worden geheel of gedeeltelijk ingevorderd wanneer het bewijs van uitvoer niet of slechts voor een gedeelte der goederen binnen 12 maanden na de afgifte van den volgbrief) is geleverd.; De vrijdom van invoerrecht voor goederen, vallende onder art. 15, lett. a, der Tariefwet, kan door of vanwege Onzen Minister van Financiën, onder door hem te stellen voorwaarden, ook worden verleend bij wijze van teruggaaf van het bij den invoer betaalde invoerrecht. De goederen moeten dan binnen 12 maanden na de betaling het Rijk weder zijn uitgevoerd. 1. Zie, nopens vrijstelling van statistiekrecht, art. 3, lett. k, der Wet op het Statistiekrecht. Art. 7. De vrijdom van invoerrecht voor goederen, vallende onder art. 15, lett. a, der Tariefwet, kan, in daartoe leidende gevallen, door of vanwege Onzen Minister van Financiën, onder door hem te stellen voorwaarden, doorloopend tot wederopzeggens worden verleend (1). 1. Zie aant. 1 op art. 9 hierna. Art. 15, letters, b en c, der wet. Art. 8. De vrijdom van invoerrecht voor de goederen, bedoeld bij art. 15, letters, b en c, der Tariefwet, wordt verleend, hetzij door den Inspecteir der invoerrechten, in wiens dienstkring belanghebbende woont of gevestigd is, hetzij door den Inspecteur,1 in wiens dienstkring de goederen ten uitvoer worden ingeladen, of, wanneer tevens een vergunning volgens art. 13 van dit besluit wordt gevraagd, bij den Inspecteur der invoerrechten over de losplaats, waar de vervaardigde voorwerpen ten invoer zullen worden aangegeven. De aanvraag om vrijdom houdt een duidelijke en nauwkeurige omschrijving der goederen in en vermeldt voorts: a. de hoeveelheid en de waarde der goederen, alsmede bijzondere kenteekenen of andere aanwijzingen voor de erkenning van hunne eenzelvigheid bij den wederinvoer; b. de plaats, waar de goederen zich bevinden; c. den aard der herstelling c.q.lgens art. 120 der Meergenoemde Algemeene wetjtegen ïekerheidssteaingvoor de invoerrechten éen volgbrief afgegeven waarin de bestemming der goederen wordt vermstd. Het vervoer der goederen naar de fabriek of trafiek geschiedt onder verzegeling. na'v xpisjti • De inslag in de fabriek ofsteafiek heeft plaats onder toezicht van ambtenaren, die onderzoeken of deetöf aan de voor 4i« Vrijdom gestelde 315 316 BIJLAGE II. — Vrijdommenbesluit. — Artt. 17—19. eischen voldoet en in wier tegenwoordigheid de vermenging, zoo die is voorgeschreven, dadelijk plaats heeft. Bij schending der verzegeling of andere ambtelijk bevonden onregelmatigheid wordt de volgbrief niet gezuiverd en de gestelde zekerheid ingevorderd. Art. 18. De met vrijdom ingeslagen, al dan niet vermengde, stoffen mogen tot geen ander doel worden gebezigd dan waarvoor de vrijdom is verleend en mogen niet onverwerkt uit de fabriek of trafiek worden uitgeslagen. Het is mede verboden: 1°. de bijmengselen, van welker aanwezigheid of toevoeging de vrijdom afhankelijk is gesteld, geheel of gedeeltelijk af te scheiden; 2°. mengmiddelen te verstrekken, die niet aan de gestelde eischen voldoen ; 3°. middelen aan te wenden waardoor een deugdelijke vermenging kan worden belemmerd of belet, of waardoor de vermenging kan worden verijdeld. De Inspecteur kan bij het verleenen van de vergunning tevens bepalen, dat in de fabriek of trafiek geen distilleerketel aanwezig mag zijn, alsmede dat de met vrijdom ingeslagen stoffen na afwerking moeten worden vernietigd (1). v De vrijdomgenietende heeft voor de nakoming dezer bepalingen zorg te dragen. 1. Het verbod omtrent het aanwezig zijn van een distilleerketel, bedoeld bij art. 18, voorlaatste lid, van het besluit, zal door de Inspecteurs voorshands alleen worden opgelegd bij het verleenen van vergunning tot vrijdom van invoerrecht voor aether sulfuricus, benoodigd voor de vervaardiging van glansgoud, bestemd ter versiering van porselein en aardewerk. Instr. V. v. V. no. 2543, $ 5, eerste lid, tweede gedeelte. Ark 19. De Ontvanger der invoerrechten of accijnzen onder wiens kantoor de fabriek of trafiek gelegen is, houdt met betrekking tot de met vrijdom ingeslagen goederen een rekening met den fabrikant of trafikant (1). Wanneer meer is ingeslagen dan de hoeveelheid, waarvoor volgens de vergunning over het loopende kalenderjaar vrijdom kon worden genoten, wordt voor dat meerdere de volgbrief niet gezuiverd en het invoerrecht zoo noodig op de gestelde zekerheid verhaald. De vrijdomgenietende levert bij het einde van het jaar ten kantore van den Ontvanger een schriftelijke en onderteekende opgave in van de hoeveelheid met vrijdom ingeslagen goederen, die bij den afloop van dat tijdvak nog ongebruikt voorhanden zijn (1). Deze hoeveelheid wordt als eerste inslag in het volgend jaar beschouwd en als zoodanig op de in het eerste hd bedoelde rekening gebracht. Zoolang de voormelde opgave niet is gedaan, wordt geen nieuwe inslag toegelaten. De ambtenaren zijn bevoegd, met machtiging van den Ontvanger, te allen tijde de voorhanden met vrijdom ingeslagen goederen en de daaruit of daarmede bereide producten in de fabriek of trafiek op te nemen. 317 BIJLAGE II. — Vrijdommenbesluit. Artt. 19-1^4} 1. Voor de door den Ontvanger te houden rekenin? en He Hnm> Hon vrijdomgenietende in te leveren opgave, bedoekblM^iérti 19 van het besluit,tMjjven de bestaande modellen Ace. nos. 31 en 30a, dié zoo noodig met de pen worden gewijzigd, in gebruik. Instr. V. v. V. no. 2543 § 5, tweede lid. Art. 20. ^ Pe Inspecteur, die de vergunning heeft verleend, kan bij genieken misbruik of poging daartoe, alsmede bij het niet nakomen der hier gegeven voorschriften, den fabrikant of trafikant voor bepaalden &f onbepaald en tijd de bevoegdheid ontzeggen om goederen met vrijdom yan invoerrecht volgens art. 16 van dit besluit in zijn fabriek of trafiek in te slaan. Art. 21. Voor chemicaliën, Verfstoffen en andere zelfstandigheden van dien aard, benoodigd bij landbouw, tuinbouw en veeteelt, kan de vrijdom van invoerrecht door of vanwege Onzen Minister van Financiën onder door hem te stellen voorwaarden, worden verleend. Art. 19 der Tariefwet. • behouden Qns voor by algemeenen maatregel van bestuur, onder de noodige voorzieningen, van invoerrecht vry te stellen: a. benoodigdheden voor vlotten, mits gebruikte voorwerpen zijnde; Art. 22. Benoodigdheden voor vlotten worden vrij van invoerrecht ten invoer toegelaten, voor zoover zij uitsluitend uit gebruikte voorwerpen bestaan en dit desgevraagd bij de visitatie wordt aangetoond. d. verPdirmiddelen van binnenlandsche herkomst of niet tot duurzaam verbttjt hier te lande bestemd; Ark 23. De vervoermiddelen, bedoeld bij art. 19, lett. d, der Tariefwet, worden onderscheiden in vier categorieën, te weten: a. motorrijtuigen, die door ingezetenen des Rijks (1) worden gebezigd; b. motorrptngen, niet voor duurzaam verblijf hier te lande bestemd' die niet door ingezetenen des Rijks worden gebezigd; c. spoorwagens en spoorwegrijtuigen, gebezigd in internationaal of grensverkeer, alsmede de tot tijdelijk gebruik bier te lande gehuurde koel- en dergehjke spoorwagens; d. overige vervoermiddelen. Onder motorrijtuigen worden zoowel automobielen als motorrijwielen verstaan. 1. Onder ingezetenen zijn te verstaan alle personen, die hun werkelijke woonplaats binnen het Rijk hebben. Art. 79. Art. 24. Vdór motorrijtuigen (1) van ingezetenen des Rijks moet bij binnenkomst hier te lande zekerheid worden gesteld voöP de eventueel van het'rijtuig verschuldigde invoerrechlfHS^tWÊifl de bestuurder voorzien is van een geldig nationaliteitsbewijs, als bedoeld is bij het volgend artikel (ajL8"* 6 318 BIJLAGE II. — Vrijdommenbeshrit. — Art;; 24~r2>j Tot opheffing der zekerheid verleent de Directeur der invoerrechten machtiging, indien hem binnen een jaar na den invoer wordt aangetoond, dat het motorrijtuig te voren met betaling van invoerrecht wérd ingevoerd of dat daarvoor geen invoerrecht verschuldigd was. Bij gebreke daarvan wordt het invoerrecht ingevorderd. 1. Zie hierbij § 10 der Instructie V. v. V. no. 2543, in aant. 1 op art. 25. 2. De zekerheid, welke op den voet van art. 24, eerste lid en art. 26, eerste lid, van het besluit bij invoer van motorrijtuigen moet worden gesteld, wordt door de Ontvangers verantwoord in het register Comptb. no. 6a. Personen aan wie een bewijs Comptb. no. 6a volgens het eerste lid van deze paragraaf is afgegeven, moeten in het algemeen bij elke binnenkomst opnieuw zekerheid stellen. Ten aanzien van niet-ingezetenen, gevestigd in nabij de grens gelegen gemeenten, die herhaaldelijk met hetzelfde motorrijtuig Nederland langs hetzelfde grenskantoor binnenkomen, kan de Ontvanger van dat kantoor vergunnen, dat de bij de eerste binnenkomst gestelde zekerheid gedurende een jaar geldig zal «qn voor volgende reizen langs zijn kantoor. Hij stelt van die vergunning aanteekening op het hiervoor bedoelde bewijs en op den stok van het register Comptb. no. 6a. Instr. V. v. V. no. 2543, § 6. Art. 25. Het nationaliteitsbewüs wordt aangevraagd bij den Ontvanger der invoerrechten of, ter plaatse waar geen Ontvanger der invoerrechten gevestigd is, bij den Ontvanger der accijnzen over de woonplaats van den belanghebbende. De aanvraag ter bekoming van dit bewijs houdt in: a. naam en woonplaats van den aanvrager; b. voor zooveel automobielen betreft: fabrieksmerk, nummer van het chassis, aantal cylniders, motornummer, model van de carrosserie, aantal vaste en klapzitplaatsen, naam van den fabrikant der carrosserie, kleur van het rijtuig en hoofdbekleeding daarvan ; voor zooveel motorrijwielen betreft: fabrieksmerk, aantal cylinders, nummer van het frame en motornummer; c. het land, waar het motorrijtuig vervaardigd is, voor zooveel automobielen betreft, voor chassis en carrosserie afzonderlijk; d. de plaats waar en de dagen waarop het rijtuig ten behoeve van het vereischte onderzoek kan worden opgenomen. De Ontvanger geeft het nationaliteitsbewijs alleen af wanneer hem is gebleken, dat (1): . 1°. voor zoover het motorrijtuig uit het buitenland afkomstig is, het daarvoor verschuldigd invoerrecht is betaald of bij den invoer zoodanig recht niet verschuldigd was; 2°. de automobiel een chassisnummer en een motornummer of het motorrijwiel een framenummer en een motornummer draagt, welke nummers, voor ieder fabrieksmerk afzonderlijk, seriesgewyze doorloopen en die zijn ingegoten, opgegoten of ingeslagen op een naar zijn oordeel doeltreffende, heferij door belanghebbende, hetzij ambtshalve in de 319 BIJLAGE ft — Vrijdommenbesluit. — Art. 25. aanvrage te vermelden plaats van het motorrijtuig, op welke plaats geen andere nummers of sporen van verwijderde nummers mogen voorkomen. Een nationaliteitsbewijs is slechts geldig voor een motorrijtuig, dat geheel aan de omschrijving in het bewijs beantwoordt en dat ter'aangeduidér^plaatse geen andere of kennelijk gewijzigde nummers of sporen van verwijderde nummers bevat (2). Onze Minister van Financiën kan bepalen, dat het nationaliteitsbewijs alleen geldig is, indien het motorrijtuig is voorzien van een door hem vast te stellen herkenningsteeken. Ook ingeval een motorrijtnig, waarvoor een nationahteitsbewijs u afgegeven, naar het buitenland wordt verkocht, wordt dit bewijs ongeldig en is de eigenaar verplicht het vóór deri^httvoer bij de ambtenaren dè^invoerrechten in te leveren. Vervanging van in het ongereede geraakte nationaliteitsbewijzen kan slechts geschieden met vergunning van Onzen Minister van Financiën en tegen een door dien Minister te bepalen vergoeding (3—4). Invoer van een motorrijtuig op vertoon van een daarvoor niet geldig natmnaliteitsbewijs is verboden (2). 1. De aanvraag ter bekoming van een nationaliteitsbewys (ƒ.-, U.- en Dv. no. 69) wordt door den Ontvanger in handen gesteld van de ambtenaren van den actieven dienst, die zich door persöonhjk onderzoek overtuigen van de nauwkeurigheid en juistheid der opgaven, bedoeld bij art. 25, letters b en c, van het besluit en daaromtrent alsmede met betrekking tot de plaats, waar het chassisnummer en het motornummer °" W ^ framenummer en het motornummer zijn aangebracht, berichten De Ontvangers kunnen in het algemeen het aan de met de opneming belaste ambtenaren overlaten om te beoordeelen of de plaats waar de nummers zijn aangebracht doeltreffend is. Is dit laatste^iüet het geval dan zal belanghebbende de nummers op een door den met de opneming belasten ambtenaar aan te duiden plaats moeten overbrengen. Hierbij is er dp»té'lelSBén, dat de nieuwe nummers dezelfde zijn als die, welke in het bevms van betaald invoerrecht of de verklaring, bedoeld roit of nagezonden reisbagage, die op een vracht- of volglijst is ingeschreven of waarvoor een volgbrief is afgegeven, worden deze documenten gezuiverd door een in het duplicaat achter den betreffenden post. of op den volgbrief, door de visiteerende ambtenaren te stellen verklaring,' dat zij de goederen op den vöktHan het bepaalde mj art. 29 van het besluit hebben laten volgen. Voor postpakketten stellen zij deze verklaring op de douaneverklarihg. Instr. V.v V no. 2543, § 35. f. monsters en stalen zonder handelswaarde; Art. 30. Monsters en stalen, voor zoover niet uit accijnsgoederen bestaande, worden vrij van invoerrecht toegelaten, indien blijkt, dat zij geen of een geheel onbeduidende handelswaarde hebben. Voor zoodanige monsters en stalen, welke bestaan uit goederen aan 333 334 BIJLAGE II. — Vrijdommenbesluit. — Artt. 30—31. accijns onderworpen, bepaalt Onze Minister van Financiën, voor ieder accijnsmiddel afzonderlijk, de hoeveelheid, welke vrij ten invoer kan worden toegelaten (1). Voor deze bestaat bovendien slechts aanspraak op vrijstelling, voor zoover de monsters en stalen als zoodanig worden aangegeven en bij visitatie blijkt, dat zij kennelijk uitsluitend bestemd zijn om als handelsmonster te dienen (2). 1. De goederen, genoemd onder lett. /, kunnen mede van accijns worden vrijgesteld krachtens het laatste lid van art. 19 der Tariefwet. 2. Voor zoover overigens aan het bepaalde bij het tweede hd van art. 30 van het besluit wordt voldaan, kunnen voor elke soort of kennelijk verschillende qualiteit afzonderlijk ten hoogste de volgende hoeveelheden accijnsgoederen als „monster zonder handelswaarde" vrij ten invoer worden toegelaten: gedistilleerd : 3 d.L.; wijn : 3 d.L.; suiker : 15 decagram ; stroop : 4 H.G.; sigaren : 5 stuks ; sigaretten : 10 stuks ; gekorven rook- of pruimtabak en snuif: 50 gram J pruimtabak in rollen of stangen : één rol of stang van gewone grootte. Instr. V. v. V. no. 2543, § 36. g. monsters en stalen met handelswaarde, ingevoerd door of ten behoeve van voor hun beroep reizende personen en bestemd om weder te worden uitgevoerd. . Voor in het buitenland gevesligden wordt de vrijdom beperkt tot ingezetenen van die Staten, welke aan Nederlandsche ingezetenen wederkeerig gelijken vrijdom waarborgen \ Art. 31. Voor stalen en monsters met handelswaarde, ingevoerd door of 'ten behoeve van voor hun beroep reizende personen en bestemd om weder te worden uitgevoerd (1), wordt, behoudens inachtneming van den in art. 19, lett. g, der Tariefwet gestelden eisch van wederkeerigheid, op het grenskantoor of op het kantoor der invoerrechten ter losplaats of ter plaatse, waar het entrepot, waarin de goederen zijn opgeslagen, gevestigd is, onder zekerheidsstelling voor het invoerrecht, een transitopaspoort afgegeven (2). g .. . Het transitopaspoort houdt een juiste en nauwkeurige omschrijving der goederen in en vermeldt voorts : a. de hoeveelheid en de waarde der stalen of monsters; b. de maatregelen, genomen tot vaststelling van de eenzelvigheid der goederen; c. den tijd, binnen welken de wederuitvoer moet plaats hebben (3). Voor gouden en zilveren werken wordt het bepaalde bij de artt. 71, 83 en 84 der wet van 18 SepL 1852, S. no. 178, laatstelijk gewijzigd bij die van 20 Juni 1924, S. no. 305, in acht genomen (4). Het transitopaspoort wordt gezuiverd bij den uitvoer binnen den gestelden termijn, voor zoover de goederen op het document omschreven 335 BIJLAGE II. — Vrijdommenbesluit. — Art. 31. aanwezig zijn en de eenzelvigheid er van voldoende blijkt (5). Voor niet aanwezige goederen, alsmede voor goederen, waarvan de eenzelvigheid niet voldoende blijkt, wordt de gestelde zekerheid ingevorderd (6). 1. Onder stalen en monsters worden voor de toepassing van art. 31 van het besluit verstaan, die, welke worden ingevoerd met het doel daarop bestellingen op te nemen en die in verband met hun waarde, hun hoeveelheid, of anderszins kennelijk het karakter van handelsmonsters bezitten. Het artikel is derhalve niet van toepassing op consignatiezendingen, noch op z.g. modelcostuums, automobielen, Perzische tapijten en dergelijke kostbare voorwerpen, die in z.g. showrooms, op mode-shows of in hotelkamers ter bezichtigingworden gesteld In verband met het bepaalde bij art. 20 der Tariefwet kunnen de Ontvangers zich niettemin voor gemachtigd houden om voor deze laatste voorwerpen transito-paspoorten af te geven, welke documenten dan echter in hun geheel door uitvoer gezuiverd moeten worden, voor zoover niet volgens art. 87 der Alg. wet voor het geheel of voor een deel van den doorvoer wordt afgezien. Instr. V. v. V. no. 2543, S 38 tweede en derde lid. 2. In afwachting van nader, met betrekking tot de gestelde voorwaarden van wederkeerigheid, te geven voorschriften, kan met de afgifte van transito-paspoorten voor handelsreizigers op den bestaanden voet worden doorgegaan. Instr. V. v. V. no. 2543, § 37, eerste lid. 3. De tijd, binnen welken de uitvoer der goederen, in het transitopaspoort vermeld, zal moeten geschieden, wordt op ten hoogste één jaar na den invoer gesteld. Instr. V. v. V. no. 2543, § 37, tweede lid. 4. Zie art. 71 in aant. 1 op art. 5 hiervoor. De beide andere genoemde artikelen luiden als volgt: Art. 83. De werken, welke ten doorvoer zijn aangegeven, worden op geen kantoor van waarborg overgebracht. Het exemplaar van den inventaris, dat niet aan het transito-paspoort gehecht wordt, bluft aan het kantoor van aangifte berusten. Op entrepot aangegeven, worden de werken alleen dan, wanneer zij mt het entrepot ten invoer worden uitgeslagen, naar het kantoor van waarborg overgebracht. Art. 84. Bijaldien er met opzicht tot de ten doorvoer aangegeven werken van den doorvoer wordt afgezien, wordt het transito-paspoort niet op den by de wetten op den in-, uit- en doorvoer geregelden voet gezuiverd, zoolang niet uit een aanteekening, door een ambtenaar van den waarborg op dat paspoort gesteld, blijkt, dat de werken, waarvoor het is afgegeven, op een der waarborgkantoren aan belasting en stempeling zijn onderworpen geworden. 5. Indien aan de monsters of stalen geen herkenningsteekenen kunnen worden gehecht, bestaat er geen bezwaar tegen, dat de inhoud van iedere monsterkist op een lijst wordt omschreven en deze, van één of meer zegels en de handteekening van den betrokken ambtenaar voorzien, m de binnenzijde van het deksel wordt gehecht. De ambtenaren kunnen voor de vaststelling van de eenzelvigheid der goederen in voorkomende gevallen genoegen nemen met de herkenningsteekenen, welke door de buitenlandsche douane op de goederen zijn aangebracht, mits de monsters vergezeld gaan van een hjst (monsterpas), 336 BIJLAGE II. — Vrijdommenbesluit. — Artt. 31—33. welke door die douane is gewaarmerkt en waarop de goederen behoorlijk zijn omschreven. Door buitenlandsche douane-ambtenaren aan de goederen aangebrachte herkenningsteekenen mogen hier te lande nimmer worden afgenomen. Indien deze, naar het oordeel der ambtenaren, voor de herkenning van de eenzelvigheid der goederen bij den uitvoer hier te lande, geen voldoenden waarborg opleveren, voorzien zij de goederen bovendien van Nederlandsche herkenningsteekenen. Instr. V. v. V. no. 2543, § 39. 6. Alhoewel op een ingevolge art. 31 van het besluit afgegeven transito-paspoort de bepalingen van Hoofdstuk X der Alg. wet niet van toepassing zijn, bestaat er geen bezwaar tegen, dat daarop van den doorvoer wordt afgezien, overeenkomstig het bepaalde bij het nieuwe art. 87 dier wet. Instr. V. v. V. no. 2543, § 38, eerste lid. Art. 19 der Tariefwet. Wij behouden Ons voor bij algemeenen maatregel van bestuur, onder de noodige voorzieningen, van invoerrecht vrij te stellen: h. scheepsprovisiên en scheepsbehoeften aan boord van binnenkomende vaartuigen en vlotten. Art. 19, laatste lid, der Tariefwet. De goederen, bedoeld onder h, kunnen mede worden vrijgesteld van accijns. Art. 3 der Wet op het Statistiekrecht, Geen statistiekrecht wordt geheven: d. van victualie, provisie en scheepsbehoeften, kennelijk tot verbruik aan boord van binnenkomende en van uitgaande Nederlandsche schepen dienende en als zoodanig aangegeven. Art. 32 (1). De schippers van binnenkomende vaartuigen, vlotten hieronder begrepen, die op vrijstelling van invoerrecht, accijns en statistiekrecht voor tot verbruik aan boord aanwezige scheepsprovisiên of scheepsbehoeften aanspraak wenschen te maken, zijn verplicht dadelijk bij binnenkomst aan de met de inklaring of visitatie belaste ambtenaren eene schriftelijke opgave in duplo te doen van de voorhanden hoeveelheid dezer goederen van elke soort, met vermelding van dé emballage, en die voorraden, desgevraagd, aan genoemde ambtenaren aan te wijzen. Alle meer of elders dan ter aangewezen plaatse bevonden hoeveelheden worden als niet aangegeven behandeld en van de vrijstelling uitgesloten. 1. De voorschriften ter uitvoering van het bepaalde in de artt. 32—38 zijn gegeven in de §§ 40—54 der Instructie V. v. V. no. 2543, hierna op de genoemde artikelen aangeteekend. Krachtens § 55 dier instructie kunnen de Inspecteurs, voor zooveel noodig in overleg met elkander, aanvullende voorschriften geven. Art. 33. Door of vanwege den Inspecteur der invoerrechten over de plaats van binnenkomst wordt van de aangegeven hoeveelheden zooveel vrijgelaten als hem voor gebruik aan boord tijdens de reis voor den duur van het verblijf hier te lande in redelijken zin noodig voorkomt (1). 337 BIJLAGE II. — Vrijdommenbesluit. — Art^flS—34. De met de inklaring of visitatie belaste ambtenaren stellen nopens de vrijgelaten hoeveelheden eene aanteekening op de opgave, waarvan zij een exemplaar teruggeven. Bij vertraging in de reis kan de Inspecteur der invoerrechten of zijn plaatsvervanger ter plaatse waar het schip zich alsdan bevindt, de vrijgelaten hoeveelheden verhoogen. 1. In art. 2 van het vervallen Kon. besluit V. v. V. no. 2028 kwam gelijke bepaling voor. Zie, omtrent de krachtens die bepaling en ingevolge de vervallen res. V. v. V. no. 2029 door de Inspecteurs gegeven voorschriften, § 40, tweede lid, der Instr. V. v. V. no. 2543, opgenomen in aant. 1 op art. 34 hierna. Art. 34. Voor zoover de goederen te voren niet kennelijk uit het vrije verkeer hier te lande zonder eenige afschrijving of teruggaaf zijn uitgevoerd, mag de in totaal vrij te laten hoeveelheid per hoofd der opvarenden, aan boord verblijvende passagiers hieronder begrepen, echter niet meer bedragen dan : a. 5 L. wyn, 1/2 L. gedistilleerd, 8 L. bier 2 K.G. suiléer^'' 5 K.G. vleesch of spek, 50 sigaren of 100 sigaretten of x/2 K.G. tabak, dan wel eene evenredige hoeveelheid van deze goederen te zamen, 5 K.G. suikerhoudende goederen of verduurzaamde levensmiddelen; b. van andere soorten eene hoeveelheid waarvan het totaal der invoerrechten, accijnzen en statistiekrechten per soort niet meer dan f3 bedraagt (1—8). 1. Tusschen de bepalingen van de artt. 32 tot en met 38 van het besluit en die van het Kon. besluit van 14 Maart 1923, S. no. 73, V. v. V. no. 2028, hetwelk met de volledige inwerkingtreding van de nieuwe Tariefwet komt te vervallen, bestaat in zooverre versch»,' dat het in art. 34 genoemde bedrag van f 3 voorheen op f 2 en de in art. 37 genoemde bedragen van f 0,75, f 3 en f 7,50 voorheen respectievehjk op f 0,50, f 2 en f 5 waren gesteld. In verband met de omstandigheid, dat het algemeen heffingspercentage van 5 pct. in de oude wet, bilxle nieuwe Tariefwet op 8 pct. is gebracht, kwamen ook de hier genoemde bedragen voor verhooging in aanmerking. De door de Inspecteurs op grond van de res. van 6 April 1923, no. 188, V. v. V. no. 2029, gegeven voorschriften zullen in het algemeen slechts wijziging behoeven te ondergaan, voor zoover de genoemde bedragen betreft. Instr. V. v. V. no. 2543, § 40. 2. Bij de door de Inspecteurs aan de met de inklaring belaste ambtenaren te geven algemeene voorschriften nopens de bepaling van tot gebruik aan boord van binnenkomende zee- en rivierschepen \Tij te laten scheepsprovisiên en scheepsbehoeften, zal voor zoovéél noodig rekening zijn te houden met soort, grootte, herkomst en bestemming van het vaartuig, met het aantal en de met leeftijd, geslacht en nationaliteit verschiUende behoeften der opvarenden (bemanning en passagiers) Tarief van Invoerrechten. I. F^SgË: 22 338 BIJLAGE II. — Vrijdommenbesluit. — Art. 34. en met den reis- en verblijfsduur nier te lande. Wat den verblijfsduur betreft is, zoo het schip niet, zooals met de meeste vreemde vaartuigen wel het geval zal zijn, bestemd is om (eventueel na lossing en lading), onmiddellijk weder uit te varen, alleen rekening te houden met de reis die eindigt met de lossing van het laatste gedeelte der binnengebrachte lading. Instr. V. v. V. no. 2543, § 41. Bij het stellen der maxima, genoemd in art. 34 van het besluit, is gedacht aan een langsten reisduur van ongeveer een week en aan omstandigheden, waarbij het verbruik het allergrootste is. Voor wim is bijv. gerekend met Fransche schepen, waarvan de kapiteins verplicht zijn dagelijks een wettelijk vastgesteld rantsoen ter beschikking van ieder lid der bemanning te stellen. Overigens behoort van wijn, enz., en in het bijzonder van gedistilleerd niet meer vrijgelaten te worden dan in redelijken zin noodig is. Voor gedistilleerd zal in den regel wel V«1Lper week en per hoofd ruim voldoende zijn. Vooral aan de rivierzijde is beperking gewenscht. Als norm voor een reis van een week zouden aldaar de vrij; te laten hoeveelheden per hoofd zijn te stellen op 1 L. wijn, 1/i L. gedistilleerd (voor schepen met kleine bemanning, zooals sleepbooten, wellicht te verhoogen tot l/2 L.), 8 L. bier, 1 K.G. suiker, 3 K.G. vleesch of spek, 50 sigaren of een evenredige hoeveelheid sigaretten of tabak (dus bijv. 25 sigaren en 50 sigaretten, of 20 sigaren en 3 H.G. tabak) en 2 K.G. suikerhoudende goederen of verduurzaamde levensmiddelen. Voor laag belaste en voor vrije, enkel aan statistiekrecht onderworpen goederen is een angstvallige afmeting van de ter .vrije beschikking te stellen hoeveelheden niet noodig. Voor scheepsbenoodigdheden als steenkolen, motorolie, smeerolie en dergelijke zal beperking dus in den regel achterwege kunnen blijven. Wat passagiers betreft, zij nog opgemerkt, dat de regeling niet het oog heeft op hun persoonlijke als reisbagage te behandelen goederen, deen op de te hunnen behoeve te reiferveeren provisie, enz. Instr. V. v. F. no. 2543, § 42. 3. Wat de vrijelijk in onbeperkte hoeveelheden weder toe te laten goederen betreft, die te voren zonder eenige afschrijving of teruggaai' uit het vrije verkeer zijn uitgevoerd, is in de eerste plaats gedacht aan langs de rivieren binnenkomende passagiersbooten met beurtelings te verzegelen en te ontzegelen Nederlandsche en Duitsche of Belgische provisiekasten. Bij ongeschonden verzegeling kan bij wederbinnenkomst de inhoud der Nederlandsche provisiekasten dus vrij toegelaten worden. Is de Nederlandsche verzegeling door de buitenlandsche douane verbroken, dan ontmoet de vrije toelating ook geen bezwaar, indien een verklaring dier douane wordt overgelegd, dat aan den inhoud der kast op vreemd grondgebied niets is toegevoegd. Indien bij het uitgaan van motorschepen een overmatige hoeveelheid petroleum of benzine aan boord is, kan ook de schipper den vrijen wederinvoer hiervan verzekeren door inlevering bij net uitgaan van een aangifte I in duplo, waarvan hem dan een exemplaar na ambtelijke afteekening met vermelding der bevinding is terug te geven. De bij het uitgaan bevonden hoeveelheid is dan bij wederbinnenkomst tegen overlegging van de aldus afgeteekende aangifte vrij toe te laten. Verzegeling der brandstoftanks of -vaten bij het uitgaan schijnt in dit geval niet noodig. Instr. V. v. V. no. 2543, § 43. 4. Bij wederuitvoer der surplus-provisie met hetzelfde schip is het aanvragen van een doorvoerdocument hiervoor niet noodig, wanneer de BIJLAGE II. — Vrijdommenbesluit. — Art. 34. inklaring is geschied ter dan wpI bi, immoi. ion» a^ I i Y» — j —~-j — ■vi^-<»ugo ut hvjcicii uu generale verklaring ten rechtstreekschen doorvoer of op manifest; een en ander onder de volgende voorwaarden, Sidfn De surplus-provisie wordt dadelijk bij de inklaring of bij invoer ter zee, anders dan in rechtstreekschen doorvoer, ter losplaats onder verzegeling gebracht. De met de verzegeling belaste ambtenaren kunnen vorderen, dat de surplus-provisie te hunnen genoegen in één of meer hiertoe tlienstige ruimten bijeengebracht wordt» In bijzondere gevallen kan de Inspecteur of zijn plaatsvervanger toestaan, dat de surplusprovisie onder de noodige waarborgen tegen onttrekking (bewaking op kosten van belanghebbenden of nauwkeurige omschrijving) geheel of gedeeltelijk buiten verzegeling blijft. In de duplicaat- en triplicaat-generale verklaring en in de beide exemplaren van het manifest is naar het provisielijstje te verwijzen met vermelding in '■ wordt van de aanwezigheid van niet vrijgelaten, als surplus-provisie aan te duiden hoeveelheden in de generale verklaring melding gemaakt en kan bij niet-nakoming van de bij of krachtens dit besluit gegeven voorschriften de afgifte van eene akte van afrekening en de uitklaring geweigerd worden (1—3). 1. In de voor de niet vrijgelaten scheepsvoorraden in te leveren aangiften ten in- of doorvoer moet worden vermeld, dat het surplus-provisie betreft. Vertooning van het provisielijstje is bij de inlevering dezer aangiften ten ontvangkantojmjjjitj noodig. Het staat belanghebbenden ook vrij deze aangiften te doen yMr-de provisi^üjstjes nog in handen der viij(teerende ambtenaren zijn gesteld. Deze schrijven de vóór of na die inlevering voor de surplus-provisie of een gedeelte daarvan ten kantore van inklaring verkregen documenten (de op dit kantoor behandelde aangiften A of C i vpor de fgfüe goederen hieronder begrepen) op de beide exemplaren der lijstjes af. De ambtenaren gaan echter allereerst na of beide exemplaren der provisielijstjes, waarvan het niet aan den schipper terug te geven duplicaat door een der gebruikelijke vermenigvuldigingsmethoden vervaardigd mag worden, gelijkluidend zijn. Het spreekt vanzelf, dat de schippers vóór de inlevering der provisielijstjes en de ambtehjke vaststelling van de vrij te laten hoeveelheden . ' niet steeds kunnen weten, hoe groot het als surplus-provisie aan .te merken : restant zal zijn; Dit zal hun echter veelal wèl mogelijk zijn, indien de betrokken Inspecteur aan het door hem vast te stellen Schema ypor de onder normale omstandigheden vrij te laten hoeveelheden :een meer algemeene bekendheid geeft. Daar waar zulks ter bevordering eener 341 BIJLAGE II. —.Vrijdommenbesluit. - Artt. 35—36. vlugge inklaring en expeditie gewenscht is, zal bet aanbeveling verdienen dit schema en de daarin nader te brengen veranderingen zoo spoedig mogelijk bekend te maken aan de expediteurs en verdere tusschenpersonen,. die bij inklaring, enz. aan de schippers de behulpzame hand bieden. Instr, V. v. V. no. 2543, § 44. 2. Bij inklaring ter zee kan de aangifte ten in- of doorvoer der surplusprovisie tot na aankomst ter losplaats uitgesteld worden. Bij inklaring langs de rivieren op generale verklaring kan de schipper de surplus-provisie ook eenvoudig als lading onder een afzonderlijken post in de vrachtlijsten opnemen, waarbij dan voor de omschrijving van verpakking, soort en gewicht der goederen met verwijzing naar het provisielijstje volstaan kan worden. De schipper moet de surplus-provisie dan echter in een of meer voor verzegeling ingerichte bergplaatsen en desgevorderd in het laadruim te zamen brongen. Instr. V. v. V. no. 2543, § 45. 3. Het duplicaat-provisielijstje wordt, eventueel te zamen met do duplicaat-generale verklaring, na afloop der inklaring aan den chef van den visitatiepost ter (eerste) losplaats gezonden of bij reentstreekschen ' Götörvdër* aan dien ter laatste wacht. Zijn ter losplaats of laatste wacht verschillende visitatieposten gevestigd, dan zal uit het aan den schipper terug te geven exemplaar, zoo noodig duidelijk moeten blijken naar welken post het duplicaat wordt verzonden. De voor Amsterdam en Rotterdam bestemde duplicaten kunnen, indien de juiste visitatiepost van lossing (of uitvoer) tevoren niet met zekerheid bekend is, bij voortduring aan den Ontvanger der invoerrechten aldaar gezonden worden. Bij meer dan één plaats van lossing of bü verandering van losplaats, uiterste wacht of visitétiepost, heeft doorzending, en zoo noodig opvraging, van den eenen visitatiepost aan den anderen plaats. De ambtenaren schrijven op de onder hun berusting sonde duplicaatlijstjes: de ten in- of doorvoer aangegeven hoeveelheden surplus-proüjhue af. Zij of de met de visitatie op de afgegeven documenten belaste ambtenaren behooren tevens voor de afschrijving van het andere exemplaar te zorgen. Na eindlossing — en bij invoer ter zee na afgifte der akte van afrekening of van uitklaring — of na uitklaring bij rechtstreekschen doorvoer zenden de ambtenaren de duplicaten aan den Inspecteur over de plaats van binnenkomst. Inklaring als bijlegger wordt met inklaring ten rechtstreekschen doorvoer gelijkgesteld. Instr. V. v. V. no. 2543, § 46. Art. 36. Behoudens door den Inspecteur der invoerrechten onder de noodige voorzieningen tegen misbruik te verleenen vergunning, is lossing zonder document ook van de vrijgelaten hoeveelheden niet geoorloofd (1). 1. Overtreding van art. 36 van het besluit valt onder de strafbepaling van art. 37, tweede lid, der Tariefwet. De lossing van tot de vrijgelaten provisie behoorende vrqjoigoederen en van daartoe behoorende belaste goederen, die te voren uit het vrije verkeer zonder afschrijving of restitutie waren uitgevoerd, zullen de Inspecteurs in het algemeen zonder bijzondere voorwaarden kunnen toestaan. 342 BIJLAGE II. — Vrijdommenbesliit. — Artt. 36—38. Vergunning tot lossing kan verder noodig zijn voor tijdelijken opslag aan den wal, bij het dokken of opleggen van het schip of ten behoeve van de overbrenging van provisie naar een ander schip, instr. V. c. V. rto. 2543, § 52. Art, 37. Voor van inklaring vrijgestelde schepen (1), kan eene opgave als in art. 32 is bedoeld, indien de Visiteerende ambtenaren deze niet vragen, aehteïwege blijven, zoo per hoofd niet meer aanwezig, is dan : l a. 1 L. wijn, 1/4 L. gedistilleerd, 3 L, bier, 1/2 K.G. suiker, 2 K.G. vleesch of spek, 25 sigaren of 50 sigaretten of 1ji K.G. tabak, dan wel eene evenredige hoeveelheid van deze goederen te zamen, 1/8 K.G. suikerhoudende goederen, 2 K.G. niet-suikerhoudende verduurzaamde levensmiddelen; b. van de verder voorhanden provisie eene hoeveelheid, waarvan de invoerrechten, accijnzen en statistiekrechten te zamen niet meer dan f 0,75 per goederensoort en dan f 3 in totaal bedragen ; c. van de niet onder lett. a of b vallende scheepsbehoeften eene hoeveelheid, waarvan de gezamenlijke invoerrechten, accijnzen en statistiekrechten niet meer dan f 3 per goederensoört en dan f 7,50 in totaal bedragen. Bij de bepaling van deze hoeveelheden blijven goederen, waarvan 'bewijsbaar is, dat zij te voren uit het vrije verkeer hier te lande zonder eenige afschrijving of teruggaaf zijn uitgevoerd, buiten aanmerking (2). Wat wijn, gedistilleerd, bier, sigaren, sigaretten en tabak betreft, tellen opvarenden beneden 16 jaar niet mede. De Inspecteur der invoerrechten over de plaats van binnenkomst kan de in het eerste lid genoemde hoeveelheden voor bepaalde goederen of vaartuigen verminderen. De bepaling van art. 36 is van toepassing. 1. Art. 37 van het besluit heeft voornamelijk het oog op visschersvaartuigen en jachten. Het kan echter ook toepassing vinden ten aanzien van alle zonder lading langs de rivieren binnenkomende vaartuigen met dien verstande, dat het aan de schippers steeds vrij staat provisiehjstjes in te leveren en aan de ambtenaren om die inlevering te voroeren, als wanneer de in dit artikel vermelde hoeveelheden voor de beoordeeling '\ ! van hetgeen van de aan boord aanwezige voorraden is vrijste laten, geen beteekenis meer hebben. Instr. V.v. V.no.2543, § 53, eerste lid. 2. De schippers van visschersvaartuigen, enz., zullen zich bij nietinlevering van provisie-lijstjes op aanwezigheid van goederen uit het vrije verkeer en zonder afschrijving of restitutie uitgevoerd slechts 'kunnen beroepen, wanneer zij dit kunnen bewijzen. Indien geen fraude wordt vermoed, behoeven aan dezen bewijslast echter geen al te hooge i/ eischen gesteld te worden. Instr. V. v. V. no. 2543, § 53, tweede lid. Art.|38. De bepaling der hoeveelheden en goederensoört*^. die als ^scheepsprovisiên eh scheepsbehoeften op uitgaande Nederlandsche 343 BIJLAGE II. — VTrijdommenbeslui*. — Artt. 38—39. schepen voor vrijstelling van statistiekrecht in aanmerking komen, geschiedt door of vanwege den Inspecteur der invoerrechten (1). 1. De uitvoering van art. 38 van het besluit kunnen de Inspecteurs, evenals tot dusverre, in het algemeen wel aan de met het toezicht op de inlading en aan de met de uitklaring belaste ambtenaren overlaten. Zoo noodig geven zij ook hieromtrent de door hen doelmatig geachte regelen (a). Het artikel heeft geen betrekking op al dan niet over entrepot in doorvoer uitgevoerde provisie, daar hiervoor uit den aard der zaak, ongeacht de hoeveelheid, geen statistiekrecht verschuldigd is. Instr. V. v. V. no. 2543, § 54. la) Zie hierbij aant. 1 op art. 34. Art. 19 der Tariefwet. Wij beiwuden Ons voor by algemeenen maatregel van bestuur, onder de noodige voorzieningen, van. invoerrecht vrij te stellen: i. verhuisboedels voor zoover die uit gebruikte goederen bestaan; Art. 39. De vrijdom voor verhuisboedels, bedoeld bij art. 19, lett. i, der Tariefwet .(1), wordt verleend door den Inspecteur der invoerrechten, in wiens dienstkring de goederen zullen worden vrijgemaakt. Bij de aanvraag om vrijdom wordt overgelegd : a. een verklaring van het gemeentebestuur of eenige andere autoriteit, waaruit ten genoegen van den Inspecteur blijkt, dat belanghebbende zijn woonplaats van elders naar Nederland overbrengt; b. een lijst van alle goederen, behalve de gouden en zilveren werken, die tengevolge van de verhuizing worden overgebracht, onverschillig of daarvoor al dan niet aanspr aak op vrijdom bestaat; c. een afzonderlijke lijst in tweevoud van de gouden en zilveren werken, die tengevolge van de verhuizing worden overgebracht. Gouden en zilveren werken moeten bij den invoer afzonderlijk znn verpakt (2). De goederen worden bij jden invoer gevisiteerd en alleen met vrijdom toegelaten, voor zoover zij kennelijk tot een verhuisboedel behooren, gebruikte voorwerpen zijn en in de bovengenoemde lijsten naar behooren zijn vermeld. De Inspecteur kan onder de noodige voorzieningen in het belang van het toezicht bepalen, dat de visitatie van den verhuisboedel zal geschieden bij de aflading in de nabijheid van het pand, waarin de goederen zullen worden opgeslagen. 1. Zie, nopens de vrijstelling van statistiekrecht, art. 3, lett. a, sub 3, der Wet op het Statistiekrecht. 2. Ingevolge art. 66 der wet van 18 Sept. 1852, S. no. 178, V. 1901, no. 159, laatstelijk gewijzigd bij die van 20 Juni 1924, S. no. 305, V. v. V. no. 2364, zijn gebruikte gouden en zilveren werken» die tot een verhuisboedel behooren, vrij van keuring, belasting op de gouden en zilveren werken en van stempeling, mits zij met inachtneming der gewone formaliteiten én voorzorgsmaatregelen aan het onderzoek der ambtenaren , ■ van den waarborg worden onderworpen. 344 BIJLAGE II. — Vrijdommenbesluit. — Artt. 39—40. De Inspecteur die een vergunning tot vrijdom van invoerrecht voor gouden en zilveren werken, behoorende tot een verhuisboedel, verleent, geeft daarvan kennis aan den Controleur van den waarborg, naar wiens kantoor deze werken zullen worden overgebracht. Er bestaat geen bezwaar tegen dat goederen, die tot een verhuisboedel behooren, evenals tot dusverre in de vracht- én volglijst»» zonder nadere -'" specificatie worden aangeduid door de benaming: „vethuisgoed". Instr. V. v. V. no. 2543, § 56. j. gebruikte •goederen — geen handelsinventaris zijnde — waarvan een ingezetene des Ry'ks aantoont, dat hy' deze uit een opengevallen nalatenschap heeft geërfd; Art. 40. De vrijdom voor de goederen, bedoeld in art. 19, lett. /, der Tariefwet, wordt verleend door den Inspecteur der invoerrechten, in wiens dienstkring de goederen Bullen worden vrijgemaakt. Bij de aanvraag om vrijdom wordt overgelegd : a. een verklaring, afgegeven door een notaris of eenige andere autoriteit, waaruit ten genoegen van den Inspecteur blijkt, dat de goederen, zooals die op de onder b en c hierna genoemde lijsten zijn omïchreven, door den belanghebbende uit een opengevallen nalatensohap zijn geërfd ; b. een lijst1 van alle in te voeren goederen, behalve de gouden en zilveren werken, uit de nalatenschap afkomstig en door belanghebbende geërfd, onverschillig of daarvoor al dan niet aanspraak op vrijdom bestaat; c. een afzonderlijke lijst in tweevoud van de in te voeren gouden en zilveren werken uit de nalatenschap afkomstig en door belanghebbende geërfd. De Inspecteur kan vorderen, dat hem vóór het verleenen der vergunning tevens wordt aangetoond,dat belanghebbende ingezetene des Rijks is. De gouden en zilveren werken moeten bq invoer afzonderlijk zijn verpakt en worden, met inachtneming der formaliteiten en voorzorgsmaatregelen, bedoeld in Hoofdstuk VII der wet van 18 Sept. 1882, S. no. 178, laatstelijk gewijzigd bij die van 20 Juni 1924, S. no. 305, aan het onderzoek der ambtenaren van den waarborg onderworpen (1—2). De goederen worden bij den invoer gevisiteerd en alleen met vrijdom toegelaten, voor zoover zij kennelijk tot een nalatenschap behooren, gebruikt en geen handelsinventaris zijn en in de bovengenoemde lijsten naar behooren zijn vermeld. jï De goederen, bedoeld onder lett. / van art. 19 der TarièfwtfS, kunnen krachtens het laatste lid van dat artikel, ook vrijgesteld worden van de belasting op gouden en zilveren werken. Zie, nopens de vrijstelling van statistiekrecht, art. 3, lett. o, sub 4, der Wet op het Statistiekrecht. 2. De Inspecteur, die een vergunning tot vrijdom van invoerrecht voor gouden en zilveren werken, behoorende tot een nalatenschap, Verteent, geeft daarvan kennis aan den Controleur van den waarborg naar wiens kantoor deze zullen worden overgebracht. Instr. V. v. V. ^pp* no. 2543, § 57. 345 BIJLAG» ÏI. — ^dommenbesluft. — Artt. 41—42. k. uitzetten en bruids- en bruiloftsgeschenken — met uitzondering van voedings- en genotmiddelen, manufacturen aan het stuk, of andere goederen, die zonder verwerking voor particulieren niet bruikbaar zijn — bestemd voor personen uit den vreemde, die met ingezetenen des Rijks in het huwelijk treden, voor zoover deze personen komen uit Staten, waarin aan Nederlandsche ingezetenen gelijke vrijdom wordt verleend; Art. 41. De VTijliÖm voor uitzetten en bruids- en bruiloftsgeschenken, bedoeld in art. 19, lett. k, der Tariefwet (1), wordt, behoudens inachtneming van den daarin gestelden eisch van wederkeerigheid, verleend door den Inspecteur der invoerrechten, in wiens dienstkring de goederen zullen worden vrijgemaakt. Bij de aanvraag om vrijdom wordt overgelegd : a. een verklaring van het gemeentebestuur of eenige andere bevoegde autoriteit, waaruit ten genoegen van den Inspecteur blijkt, dat degene voor wien de goederen bestemd zijn, komende uit den vreemde, met een ingezetene (2) des Rijks in het huwelijk zal treden of is getreden ; b. een lijst van alle goederen, die tot den uitzet of de geschenken, welke naar Nederland worden overgebracht, behooren, onverschillig of daarvoor al dan niet aanspraak op vrijdom bestaat. De goederen worden bij den invoer gevisiteerd en alleen dan met vrijdom toegelaten, voor zoover zij kennelijk tot een uitzet behooren of als bruids- en bruiloftsgeschenken kunnen worden aangemerkt, niet bestaan uit voedings- en genotmiddelen, manufacturen aan het stuk of andere goederen, die zonder verwerking voor particulieren niet bruikbaar zijn, en in de bovengenoemde lijsten naar behooren zijn vermeld (3). 1. Zie, nopens -vrijstelling van statistiekrecht, art. 3, lett. a, sub 5, der Wet op het Statistiekrecht. 2. Waar in dit besluit wordt gesproken van ingezetenen, worden daaronder verstaan alle personen, die hun werkelijke woonplaats binnen het Rak hebben. Art. 79. 3. In afwachting van nadere voorschriften' omtrent den in art. 19, lett. k, der Tariefwet gestelden eisch van wederkeerigheid, wendt de Inspecteurf>kij wien een verzoek om vrijdom volgens art. 41 van het besluit wordt ingeleverd, zich te dier zake telefonisch of telegrafisch om inlichtingen tot de Afdeeling Invoerrechten van het Departement van Financiën. Gouden en zilveren werken, die tot een uitzet of bruids- of bruiloftsgeschenken behooren, behoeven niét naar een kantoor van den waarborg te worden gezonden, terwijl ook het zenden vun een kennisgeving aan den betrokken Controleur van den waarborg akhterwege kan blijven (a). Instr. V. v. V. no. 2543, § 58. (o) De in lett. * van art. 19 der Tariefwet bedoelde goederen kunnen krachtens het laatste lid Van dat artikel ook vrijgesteld worden van de belasting op gouden en zilveren werken. 1. vruchten en gewassen, gewonnen op landen gelegen op vreemd grondgebied en in gebruik by ingezetenen des Ry'ks, alsmede door die ingezetenen voor de bewèfking en het binnenhalen van den oogst van deze landen tijdelijk en daarna weder ingevoerde voorwerpen, mits de invoer geschiede 346 BIJLAGE II. — VrijdommenbcsluH. — Artt. 42—43. tussclien liet. opgaan en het ondergaan der zon en voor zoover de bedoelde gronden van uit de op Nederlandsch grondgebied gelegen boerderij of woning worden bewerkt, ~! Gelijke vrijdom kan worden verleend aan ingezetenen van naburige Staten, die landen op 's Rijks grondgebied in gebruik hebben, die zij van uit de op vreemd grondgebied gelegen boerderij of woning bewerken, voor zooveel betreft voorwerpen, die tijdelijk naar Nederland worden overgebracht, mits in die Staten geüjke mjstelling aan ingezetenen van Nederland wordt Verleend; Art. 42. De vruchten en gewassen, alsmede de voorwerpen, bedoeld bij art. 19, lett. I, der Tariefwet, worden, voor zooveel noodig met inachtneming van den daarin aan het slot van het tweede lid gestelden eisoh van wederkeerigheid (1) en behoudens het bepaalde bij het tweede lid van dit artikel, vrij van invoerrecht toegelaten, mits de invoer geschiedt tusschen zonsop- en zonsondergang en voor zoover de voorwerpen betreft, wanneer bij visitatie blijkt, dat zij kennelijk zijn of worden gebezigd voor de bewerking en het binnenhalen van den oogst, hetzij op vreemd grondgebied, hetzij hier te lande (2). De Ontvanger van het grenskantoor, het dichtst gelegen bij de plaats waar de invoer geschiedt, kan bij twijfel of aanspraak op vrijdom bestaat vorderen, dat te zijnen genoegen wordt aangetoond, dat de vruchten en gewassen, welke worden ingevoerd, gewonnen zijn op gronden, als bedoeld zijn in art. 19, lett. I, eerste lid, der wet. 1. Voor zooveel noodig wordt medegedeeld, dat de vrnstelling, bedoeld bij art. 19,'lwt. I, tweede Ud, der Tariefwet in België en Duitschland ook aan ingezetenen van Nederland wordt verleend. Instr. V. v. V. no. 2543, § 59. 2. Zie, nopens vrijstelling van statistiekrecht, art. 3, lett. b, der Wet op het Statistiekrecht. m. ledige, mits gebruikte zakken, fusten en andere voorwerpen, alsmede gebruikte dekkleeden, een en ander voor het vervoer van goederen opzettelijk vervaardigd en ingericht, mits van deze voorwerpen, voor zoover zü zun vervaardigd uit glas, porselein, aardewerk, cement of steen, door bescheiden, wordt aangetoond, dat zij gediend hebben, om daarmede goederen uit het vrije verkeer uit Nederland uit te voeren; Art. 43. Ledige, mits gebruikte zakken, fusten en andere voorwerpen, alsmede gebruikte dekkleeden, een en ander voor het vervoer yan goederen, opzettelijk vervaardigd en ingericht, mits niet vervaardigd uit glas, porselein, aardewerk, cement of steen, kunnen vrij van invoerrecht worden toegelaten, indien bij de visitatie blijkt, dat de voorwerpen kennelijk gebruikt zijn (1). Voorwerpen, als in het eerste hd van dit artikel bedoeld, die van glas, porselein, aardewerk, cement of steen vervaardigd zijn, zullen alleen vrij ten invoer worden toegelaten, indien bij de visitatie blijkt, dat zij kennelijk gebruikt zijn en voorts door overlegging van boeken of andere bescheiden afdoende wordt aangetoond, dat zu. hebben gediend om daarmede goederen uit het vrije verkeer uit Nederland uit . te voeren (2). 347 BIJLAGE II. — Vi^doramenbesluit. — Artt. 43—44. 1. Indien de als gebruikt aangegeven voorwerpen bii visitatie bliiken ongebruikt te zijn, zal thans, in tegenstelling met vroeger, bekeuring zijn in te stellen wegens aangifte onder verkeerde benaming overeenkomstig het nieuwe tweede hd van art. 213 der Alg. wet (a). Instr V. v. V. no. 2543, § 60. (a) Zie art. 33, sub 9, der Tariefwet. 2. Zie, nopens vrüstelling van statistiekrecht, art. 3, lett. o, sub 6, der Wet op het Statistiekrecht. n. nieuwe zakken en andere tot verpakking diénende nieuwe voorwerpen, bestemd om na vulling hier te lande weder te worden uitgevoerd; Art. 44. De vrijdom, bedoeld bij art. 19, lett. n, der Tariefwet, wordt verleend door den Inspecteur over de losplaats, waar de goederen zijn of zullen worden aangebracht. De aanvraag om vrijdom wordt gedaan door den gebruiker der voorwerpen en houdt een duidelijke en nauwkeurige omschrijving der goederen in en vermeldt voorts: o. de hoeveelheid en de waarde der voorwerpen, beiden voor iedere soort afzonderlijk, alsmede bijzondere kenteekenen of andere aanwijzingen voor de erkenning van hunne eenzelvigheid; b. de plaats, waar de voorwerpen zich bevinden; c. de naam en ligging van de inrichting, waar de voorwerpen zullen worden gevuld ; d. de soort van de goederen, waarmede de voorwerpen zullen worden gevuld. De Inspecteur verleent de vergunning tot vrijdom alleen, indien door het aanbrengen van herkenningsteekenen of andere door hem voor te schrijven controle-maatregelen, voldoende zekerheid voor de erkenning van de eenzelvigheid der voorwerpen kan worden verkregen (1). Hij kan, in daartoe leidende gevallen, de verguiuiiag ook doorloopend tot wedéropzeggens verleenen, in welk geval de aanvraag ter bekoming ffijfetgunning alleen behoeft te vermelden de soort en de bijzondere kenteekenen of andere aanwijzingen voor de erkenning van de eenzelvigheid der voorwerpen, alsmede hetgeen onder lett. c en d hiervoor is vermeld (2). Bij invoer wordt voor de voorwerpen, na aangifte volgens art. 120 der meergenoemde Alg. wet, tegen zekerheidsstelling voor het invoerreoht een volgbrief afgegeven, waarin de bestemmingsplaats wordt vermeld. De volgbrief wordt gezuiverd en de zekerheid voor het invoerrecht opgeheven, zoodra het bewijs is geleverd, dat de voorwerpen, waarvan de eenzelvigheid moet blijken,-overeenkomstig de voorschrifW1 in de vergunning vermeld, het Rijk weder zijn uitgevoerd. De invoerrechten worden geheel of gedeeltelik ingevorderd, indien het bewijs van uitvoer niet of slechts voor éen gedeelte der goederen, binnen 12 maanden na de afgifte van den volgbrief, is geleverd. De vrpowofoigens dit artikel kan door of vanwege Onzen Minister van-,Financièn, onder door hem te stellen voorwaarden, ook worden 348 BIJLAGE II. —•l^rijdommenbesluit. — Art. 44. verleend^ wijze van teruggaaf van het bij den invoer betaalde invoerrecht. De goederen moeten dan binnen 12 maanden na de betaling het Bijk weder zijn uitgevoerd. 1. De Inspecteurs, die een vergunning ingevolge art. 44'van het besluit verleenen, voor zakken, steenen kruiken of andere emballage, behoeven daarbij niet steeds voor te schrijven dat deze voorwerpen van een herkenningsteeken moeten worden voorzien. Voor het vaststellen der eenzelvigheid zal veelal kunnen worden volstaan met het doen opnemen van het gewicht of de afmetingen, terwnt zoo noodig tevens een monster kan worden achtergehouden, waarmede de weder uit te voeren yoprwernen kunnen worden vergeleken. Voor flesschen en andere emballage van glas zal echter in de vergunning tot vrijdom moeten worden voorgeschreven, dat zij, ter herkenning van de eenzelvigheid bij den wederuitvoer, moeten zijn voorzien van ten minste twee initialen van den gebruiker. Bij het verleenen van een vergunning, bedoeld bij art. 44, eerste hd, van het besluit, moet de wederuitvoer der emballage plaats hebben op den bij den invoer afgegeven volgbrief. Deze kan, indien de wederuitvoer der geheele partij, niet gelijktijdig plaats heeft, worden gesplitst. Aangezien de te vullen voorwerpen bij den invoer terstond ten wederuitvoer aangegeven worden, is bij de aangifte w!vérJü*ijging van den volgbrief 'geen statistiekrecht verschuldigd. Bij net niet volledig aan:> 'Zuiveren van(iéen volgbrief zal art. 14 der Wet dp het Statistiekrecht toepassing moeten vinden (a). Instr. V. v. V. no. 2543, § 61. la) Volgens genoemd art. 14 is in bedoeld geval, behalve het bedrag van het statistiekrecht, dat bij aangifte tot verblijf binnenslands had moeten zijn voldaan, nog een verhooging van tienmaal dat bedrag verschuldigd. 2. Voor zooveel noodig wordt er de aandacht op gevestigd, dat ook de doorloopende vergunningen, bedoeld bij het vierde lid van art. 44 van het besluit, door de gebruikers der voorwerpen moeten worden aangevraagd. Zoolang daaromtrent geen nadere voorschriften WOrtiën gegeven, verleenen de Inspecteurs deze vergunningen alleen voor zakken en andere tot' verpakking ■dienende voorwerpen, die worden ingevoerd om na vulling hiet' te lande met suiker of gedistilleerd, wederom te worden uitgevoerd. Bij het verleenen van deze vergunningen verhinden de Inspecteurs, afgezien van andere^door hen noodig geachte voorzieningen, daaraan de volgende voorwaarden. Na visitatie der voorwerpen en afteekening van den volgbrief, bedoeld in het. vijfde lid van art. 44 van het besluit, van welken volgbrief de geldigheidsduur ten hoogste 12 maanden bedraagt, wordt deze ten kantore van den Ontvanger der accijnZèn, onder wiens kantoor de fabriek of inrichting waar do vulling plaats heeft ressorteert,; ingeleverd. Ten kantore van dien Ontvanger wordt met den gebruiker der voorwerpen een rekening gehouden, vermeldende data en nummers der volgbrieven, alsmede de hoeveelheid der voorwerpen voor elke: soort, afmeting of eiken inhoud afzonderlijk. Bij den uitslag van de gevulde voorwerpen uit de fabriek of andere inrichting, waar de vulling heeft plaatsgehad, wordt op de voor de goederen afgegeven consenten tot uitvoer of vervoerbiljetten en op de ter aanzuivering van die vervöeraRjetten af te geven consenten tot uitvoer door of vanwege belanghebbende, onder aanhaling van datum en nummer ;< der;vergunning, duidelijk zichtbaar een aanteekening geplaatst, waaruit 349 BIJLAGE" II. — Vrijdommenbesluit. — Artt. 44—•45. blijkt, dat de emballage van buitenlandschen oorsprong!», met bijvoeging van de soort, de afmetingen of den inhoud der emballage. De ambtenaren, die belast zijn met de verificatie der goederen in de documenten vermeld, overtuigen zich van de juistheid van een en ander en maken daarvan melding bij hun afteekening der documenten. De hiervoor genoemde Ontvanger crediteert de refcan™prVoor de voorwerpen, waarvan de uitvoer vaststaat. De crediteering geschiedt ter aanzuivering van de oudste daarvoor in aanmerking komende volgbrieven. Voor zoover een consent tot uitvoer of een vervoerbiljet niet door uitvoer gezuiverd terugkomt ten kantore van afgifte, wordt ook de volgbrief hiervoor niet gezuiverd en wordt het invoerrecht voor de niet uitgevoerde voorwerpen door den Ontvanger te wiens kantore deze is afgegeven, ingevorderd. Ook bü. opslag der goederen in entrepot, worden dus de documenten voor de emballage als niet gezuiverd beschouwd. De ambtenaren der invoerrechten zijn bevoegd, met machtiging van den Inspecteur, het aantal voorwerpen, dat met vrijstelling van invoerrecht is ingevoerd en zich onder berusting van den belanghebbende bevindt, op te nemen. Van hun bevinding maken zij een verklaring op, die ten kantore van den Ontvanger, waar de rekening wordt gehouden, wordt ingeleverd. Is de bevonden hoeveelheid lager dan die, welke de rekening aanwijst, verminderd met die in nog loopende vervoerbiljetten en consenten tot uitvoer begrepen, dan wordt voor het verschil de oudste volgbrief niet gezuiverd en het invoerrecht ten kantore van afgifte ingevorderd. Volgbrieven, die geheel zijn aangezuiverd of waarop geen verdere aanzuivering is toegelaten, worden naar het kantoor van afgifte teruggezonden. Het laatste lid der vorige paragraaf geldt ook hier. Instr. V. v. V. no. 2548, §62. Art. 19 der Tariefwet. W$j behouden Ons voor bij algemeenen maatregel van bestuur, onder de noodige voorzieningen, van invoerrecht vrij te stellen : o. natanrhistorische en ethnografiscke voorwerpen, naturaliën en anatomische praeparaten op spiritus of andere stoffen, beelden, afgietsels en alle dergelijke artikelen, bestemd voor instellingen van onderwijs en voorts atte artikelen bestemd voor openbare musea of verzamelingen om daarin bewaard te blijven; Art. 19, laatste lid, der Tariefwet. De goederen, bedoeld onder lett. o, kunnen mede worden vrijgesteld van accijns en van de belasting op gouden en zilveren werken. Art. 45. Voor de goederen bedoeld hy art. 19, lett. o, der Tariefwet (1), wordt, onder overlegging van eene verklaring van het hoofd der inrichting van het museum of van de verzameling waaruit blijkt, dat de goederen zijn bestemd om te dienen voor onderwijsdoeleinden of om in het museum of de verzameling duurzaam te worden bewaard, aangifte gedaan en onder zekerheidsstelling voor het invoerrecht, den accijns en deïjelasting der gouden en zilveren werken, een volgbrief afgegeven, waarmede de goederen naar de plaats hunner bestemming worden vervoerd! 350 BIJLAGE II. — Vrijdommenbesluit. — Artt. 45W46J In déilf "Volgbrief wordt van de bestemming tot inslag met aanspraak ap vrijdom melding gemaakt. Praeparaten op spiritus worden ten deze geacht een gehalte te hebben van 95 pct. De goederen worden voor zoover mogelijk onder verzegeling gebracht. Praeparaten op spiritus worden steeds verzegeld. De volgbrief wordt niet gezuiverd, dan nadat de inslag der goederen onder toezicht van ambtenaren heeft plaats gehad en de aangebrachte verzegeling ongeschonden is bevonden. Ingeval de volgbrief niet wordt gezuiverd, wordt de gestelde zekerheid ingevorderd. B Onder de instellingen van onderwijs, bedoeld bij art. 19, lett. o, der Tariefwet, zijn zoowel de openbare als de bijzondere te verstaan. Voor zoover de universiteiten en hoogescholen betreft, is als hoofd der instelling aan te merken de bijjde zaak betrokken hoogleeraar, zoodat deze de verklaring, bedoeld bij art. 45, eerste lid, van het besluit zal kunnen afgeven. Instr. V. v. V. no. 2543, § 63. p. voorwerpen, waarvan wordt aangetoond dat zij deelen van bij invoer onbelaste, hier te lande te bouwen of te herstellen vaartuigen moeten worden ; Art.. 46. Voor de voorwerpen, bedoeld bij art. 19, lett. p, der Tariefwet, wordt de vergunning tot vrijdom van invoerrecht verleend door den Inspecteur der invoerrechten, in wiens dienstkring het schip, waarop de voorwerpen moeten worden aangebracht, gebouwd of hersteld wordt. De aanvraag tot vrijdom houdt een nauwkeurige en duidelijke omschrijving der goederen in en vermeldt voorts: o. de hoeveelheid en de waarde der voorwerpen, alsmede bijzondere kenteekenen of andere voldoende aanwijzingen voor de erkenning van hunne eenzelvigheid; b. de plaats, waar de goederen zich bevinden; c. de plaats, waar het schip, waarop de voorwerpen zullen worden aangebracht, ligt of gebouwd wordt; d. d#fibvergelegde bescheiden of andere bewijsstukken, waaruit kan blijken, dat de voorwerpen inderdaad de bestemming hebben, waarvoor aanspraak op vrijdom bestaat. De Inspecteur verleent de vergunning tot vrijdom alleen, indien te zijnen genoegen is aangetoond, dat de voorwerpen deelen van bij invoer onbelaste, hier te lande te bouwen of te herstellen schepen moeten worden, en indien de goederen van herkenningsteekenen kunnen worden voorzien, of door opneming van afmetingen, gewicht of andere aanwijzingen, voldoende zekerheid voor de erkenning van hunne eenzelvigheid kan worden verkregen. Bij invoer wordt voor de voorwerpen, na aangifte volgens art 120 der meergenoemde Algemeene wet, tegen zelrerhei BIJLAGE II. — Vrijdommenbesluit. — Artt. 73—75. 361 Art. 73. Uitslag van sigarettenpapier als zoodanig uit de fabriek is verboden, tenzij met schriftelijke toestemming van den Inspecteur en onder daarbij te stellen voorwaarden (1). 1. In het geval, dat een onderneming, die verschillende sigarettenfabrieken drijft, de voor de fabrieken benoodigde hoeveelheden sigarettenpapier naar een centraal magazfin dirigeert, ten einde het vandaar naargelang van behoefte naar de andere fabrieken te Verzenden, kunnen de Inspecteurs op grond van art. 73 van het besluit uitslag van het papier toestaan met inachtneming van het volgende. De naar een andere fabriek overgebrachte hoeveelheden worden voor de toepassing van de artt. 70 tot en met 73 van het besluit beschouwd als rechtstreeks uit het buitenland met vrijdom te zijn ingeslagen. De uitslag en de overbrenging yan het papier, bedoeld in het eerste hd van deze paragraaf, geschieden op een daartoe met de pen geschikt te maken volgbrief (model F) en onder zekerheidsstelling voor het invoerrecht. De zekerheid wordt opgeheven, nadat aan de voorwaarden van art. 71 van het besluit is voldaan. § 75 dezer instructie (a) is daarbij tevens op te volgen. Uitvoer van sigarettenpapier, dat op den voet van het besluit is ingeslagen, naar het buitenland kan geschieden met machtiging van den Inspecteur op een consent tot uitvoer, af te geven onder zekerheidsstelling voor het invoerrecht. In het register, bedoeld in art. 71 van het besluit, wordt aanteekening gesteld van den wederüitslag. In andere gevallen dat door een fabrikant wordt gevraagd sigarettenpapier te mogen uitslaan, neemt de Inspecteur op het verzoek geen beslissing dan met voorkennis van den Minister. De stukken worden daartoe langs den gewonen weg, met een voorstel nopens het aan het verzoek te geven gevolg, aan het Departement meezonden. Instr. V. v. V. no. 2543, § 77. (a) Zie aant. 1 op art. 71. Art. 74. De Inspecteur kan bij gebleken misbruik of poging daartoe, alsmede bij het niet nakomen der bepalingen, vastgesteld bij of ingevolge de artt. 69 tot en met 73 van dit besluit, den fabrikant voor bepaalden of onbepaalden tijd de bevoegdheid ontzeggen om sigarettenpapier met vrijdom van invoerrecht in te slaan (1). 1. De Inspecteurs maken van de hun bij art. 74 van het besluit gegeven bevoegdheid geen gebruik zonder bekomen machtiging van den Minister. Instr. V. v. V. no. 2543, § 78. ■ Tariefpost no. 120. Bijzondere bepaling 3. Wij behouden Ons voor bij algemeenen maatregel van bestuur, onder de noodige voorzieningen, vrijstelling van invoerrecht te verleenen voor tabak en tabaksstüen bestemd om te dienen als landbemesting of om te worden gebezigd bij de vervaardiging van producten, welke bij invoer niet of aan een lager recht zijn onderworpen dan voor tabak en tabaksstelen is verschuldigd. Art. 76. Tabak en tabaksstelen kunnen vrij van invoerrecht worden ingevoerd, indien bij de visitatie, door overlegging van bestelorders of andere bescheiden, afdoende wordt aangetoond, dat zij zijn bestemd, hetzij om te dienen als landbemesting, hetzij} om te worden gebezigd voor de vervaardiging van door Onzen MinisUr van Financiën aan te 361 361a BIJLAGE II. — Vrijdommenbesluit. — Artt. 76—761. wijzen producten, welke bij invoer, anders dan in verpakten of getabletteerden staat, niet aan invoerrecht onderworpen zijn. De tabak of de tabaksstelen zullen bovendien door toevoeging van een door voornoemden Minister te bepalen mengmiddel derwijze moeten zijn gedenatureerd, dat de goederen als genotmiddel niet meer zijn te gebruiken (1—2). Zijn de goederen niet aldus gedenatureerd, dan geeft de Ontvanger desverlangd tegen zekerheidsstelling voor de belasting een volgbrief af, waarmede zij naar de plaats van bestemming worden vervoerd. Het vervoer der goederen naar de bestemming geschiedt onder ambtelijke verzegeling. 1. De denatureering van tabak en tabaksstelen bestemd om te dienen als landbemesting, zal geschieden door de goederen te feesprenkelen met petroleum of te bestrooien met roet, zoodanig dat gebruik als genotmiddel daardoor uitgesloten moet worden geacht. Indien belanghebbende tegen de in feet eerste lid van deze paragraaf voorgeschreven wijze van denatureering bezwaar beeft, kan de Inspecteur na overleg roet het Laboratorium van het Departement van Financiën te Amsterdam, «en andere vermenging voorschrijven, mits ook daardoor geen gevaar voor fraude k te duchten. Voor de toepassing Van art. 75 van het besluit worden aangewezen tabak en tabaksstelen, welke worden gebezigd voor de vervaardiging van nicotine. De denatureering van deze tabak en tabaksstelen zal geschieden door toevoeging van één ikgr. soda per 100 K.G. van die tabak of tabaksstelen. Indien belanghebbende tegen deze wijze van denatureering beswaar heeft, is het tweede hd van deze paragraaf van toepassing, instr. V. v. V. no. 2543, § 79, gewijzigd en aangevuld bij res. V. v. V. no. 2707. 2. Het eerste hd van dit artikel is hier opgenomen zooals het luidt krachtenshet Kom besluit van 21 Nov. 1925, S. no. 450, V. v. V no. 2706. Art. 76. De inslag van niet gedenatureerde goederen door den ontbieder ter plaatse van bestemming, geschiedt onder toezicht van ambtenaren der invoerrechten. Bij dien inslag worden de goederen door toevoeging van een mengmiddel als bedoeld is in het vorig artikel, ten genoegen der ambtenaren zoodanig vermengd, dat zij als genotmiddel niet meer zijn te gebruiken. Bij schending der verzegeling of andere ambtelijk bevonden onregelmatigheid wordt de volgbrief niet gezuiverd en de gestelde zekerheid ingevorderd. Tariefpost no. 130. Bijzondere bepaling. Wij behouden Ons voor bij algemeenen maatregel van bestuur, onder de noodige voorzieningen, vrijdom van invoerrecht te verleenen voor uurwerken, onderdeelen en toegehooren daarvan, die gebezigd worden voor het vervaardigen van artikelen, welke bij invoer niet of aan een lager invoer' recht zijn onderworpen dan van uurwerken is verschuldigd. Art. 761 (1). De vrijdom van inv©erreoht, bedoeld bij de Bijzondere bepaling op post no. 130 der Tariefwet voor uurwerken, onderdeelen of toebehoow» daarvan, die worden gebezigd voor het vervaardigen BIJLAGE II. — Vrijdommenbesluit. Art. 76 I. 361è van door Onzen Minister van Financiën aan te wijzen artikelen, welke bij invoer niet of aan een lager invoerrecht zijn onderworpen dan van uurwerken is verschuldigd, wordt verleend door den Inspecteur der invoerrechten in wiens dienstkring de fabriek is gelegen, waar de vervaardiging plaats heeft (2). De aanvraag om vrijdom houdt in een nauwkeurige en duidelijke omschrijving der voorwerpen, waarvoor vrijdom wordt verlangd en vermeldt voorts: a. de hoeveelheid der voorwerpen en de waarde voor elk afzonderlijk, alsmede bijzondere kenteekenen of andere voldoende aanwijzingen voor de erkenning van hunne eenzelvigheid; b. de plaats, waar de voorwerpen zich bevinden; c. een duidelijke aanwijzing van de ligging der fabriek; d. de overgelegde bescheiden of andere bewijsstukken, waaruit kan blijken, dat de voorwerpen inderdaad de bestemming hebben, waarvoor aanspraak op vrijdom bestaat. De Inspecteur verleent de vergunning tot vrijdom alleen, indien te zijnen genoege is aangetoond, dat de voorwerpen gebezigd zullen worden voor het vervaardigen van ingevolge het eerste lid aangewezen artikelen, en indien de voorwerpen van herkenningsteekenen kunnen worden voorzien, of door opneming van afmetingen, gewicht of andere aanwijzingen, voldoende zekerheid voor de erkenning van hunne eenzelvigheid kan worden verkregen. Bij invoer wordt voor de voorwerpen na aangifte volgens art. 120 der meergenoemde Algemeene wet, tegen zekerheidsstelling voor de invoerrechten, een volgbrief afgegeven, waarin de bestemmingsplaats wordt vermeld. De volgbrief wordt gezuiverd en de zekerheid opgeheven, zoodra het bewijs is geleverd, dat de voorwerpen, waarvan de eenzelvigheid moet blijken, overeenkomstig de voorschriften in de vergunning vermeld, inderdaad voor de vervaardiging van ingevolge het eerste lid aangewezen artikelen zijn gebezigd en daarop of daarin zijn aangebracht. De invoerrechten worden geheel of gedeeltélijk^nigevoerd, indien het in het vorige hd bedoelde bewijs niet of slechts gedeeltelijk wordt geleverd. 1. Dit artikel is ingevoegd bij Kon. besluit V. v. V. no. 2706. 2. Voor de toepassing van art. 76 I van het besluit worden aangewezen uurwerken, welke aan microfotometers moeten worden aangebracht. Instr. V. v. V. no. 2543, § 791, ingevoegd bij res. V. v. V. no.2707. Tariefpost n o. 139. Vruchten, groenten, enz. Bijzondere bepaling 8. Wij behouden Ons voor bij algemeenen maatregel van bestuur, onder de noodige voorzieningen, vrijdom van invoerrecht te verleenen voor tot dezen post behoorende artikelen, welke worden gebezigd voor de vervaardiging van producten, welke bij invoer niet of aan een lager invoerrecht zijn onderworpen dan volgens dezen post voor de voor de vervaardiging gebezigde artikelen verschuldigd is. 361c BIJLAGE II. — Vrijdommenbesluit. — Art. IQbis—76ter. Art. 766is (1). De vrijdom van invoerrecht, bedoeld bij Bijzondere bepaling no. 8 van post no. 139 der Tariefwet, voor vruchten, vruchtdeelen, specerijen en drogerijen, welke worden gebezigd voor de vervaardiging van aetherische oliën en van andere door Onzen Minister van Financiën aan te wijzen goederen, die bij invoer, anders dan in. verpakten of getablètteerden staat, niet aan invoerrecht onderworpen zijn, wordt verleend door den Inspecteur der invoerrechten, in wiens dienstkring de fabriek is gelegen, waar de vervaardiging plaats heeft. De aanvraag om vrijdom houdt in : a. een duidelijke aanwijzing van de ligging der fabriek, onder vermelding van kadastrale sectie en nummer; b. een nauwkeurige opgave van de te vervaardigen goederen en yan het artikel, waarvoor vrijdom wordt verlangd, alsmede een omschrijving van de verschillende bewerkingen, die het artikel in de fabriek ondergaat; c. de jaarlijks benoodigde hoeveelheid van het artikel, waarvoor vrijdom wordt verlangd. i , , De Inspecteur verleent de vergunning alleen, indien blijkt, dat bet artikel, waarvoor vrijdom wordt verlangd, uitsluitend zal worden gebezigd voor de vervaardiging van aetherische oliën of van andere ingevolge het eerste lid van dit artikel aangewezen goederen. Hij stelt daarbij de hoeveelheid vast, die per jaar met vrijdom kan worden ingeslagen, alsmede het minimum van eiken inslag en kan tevens bepalen, dat bij de vervaardiging verkregen wordende bijproducten overeenkomstig door Onzen Minister van Financiën te geven voorschriften worden vernietigd of vermengd. . Tenzij het artikel, waarvoor vrijdom wordt verlangd, bij den inslag in de fabriek overeenkomstig door Onzen voornoemden Minister te geven voorschriften wordt vermengd, zal de vrijdom slechts worden verleend onder de door dien Minister te stellen voorwaarden. Indien ingevolge het derde of vierde lid van dit artikel vermenging noodig is, wordt nij het verleenen van de vergunning door den Inspecteur tevens bepaald of de mengmiddelen zullen worden geleverd door den vrijdomgenietende dan wel op diens kosten door het Rijk. 1. De artt. löbis—IQsexies zijn toegevoegd bij Kon. besluit van 19 Oct. 1925, S. no. 424, V. v. V. no. 2686. Art. 76«er. Bij den invoer van goederen, waarvoor vrijdom wordt verlangd, wordt na aangifte volgens art. 120 der meergenoemde Algemeene wet, tegen zekerheidsstelling voor de invoerrechten, een volgbrief afgegeven, waarin de bestemming der goederen wordt vermeld. Het vervoer der goederen naar de fabriek geschiedt onder verzegeling °f De^nslaïin de fabriek heeft plaats onder toezicht van ambtenaren, die onderzoeken of de goederen aan de voor den vrijdom gestelde eischen voldoen en in wier tegenwoordigheid de vermenging, indien deze noodig 18'Blf »Snd?ngatder verzegeling of andere ambtelijk bevonden onregelmatigheid, wordt de volgbrief niet gezuiverd en de gestelde zekerheid ingevorderd. BIJLAGE II. — Vrijdommenbesluit. — Artt. IQquater—IQsexies. 362 Art. 76quater. De met vrijdom ingeslagen, al dan niet vermengde, goederen mogen tot geen ander doel worden gebezigd dan waarvoor de vrijdom is verleend en mogen niet onverwerkt uit de fabriek worden uitgeslagen. Het is mede verboden : 1°. de bijmengselen, van welker aanwezigheid of toevoeging de vrijdom afhankelijk is gesteld of die aan bij de vervaardiging verkregen wordende bijproducten zijn toegevoegd, geheel of gedeeltelijk af te scheiden ; 2°. mengmiddelen te verstrekken, die niet aan de gestelde eischen voldoen; 3°. middelen aan te wenden, waardoor een deugdelijke vermenging kan worden belemmerd of belet of waardoor die vermenging kan worden verijdeld. De vrijdomgenietende moet voor de nakoming van deze bepalingen en van de krachtens het vierde lid van art. ISbis te stellen voorwaarden zorg dragen. Art. 76quinquies. De Ontvanger der invoerrechten of accijnzen, onder wiens kantoor de fabriek is gelegen, houdt met betrekking tot de met vrijdom ingeslagen goederen een rekening met den vrijdomgenietende. Indien meer is ingeslagen, dan de hoeveelheid, waarvoor volgens de vergunning over het loopende kalenderjaar vrijdom kon worden genoten, wordt voor dat meerdere de volgbrief niet gezuiverd en het invoerrecht zoo noodig op de gestelde zekerheid verhaald. De vrijdomgenietende levert bij het einde van het jaar ten kantore van den Ontvanger een schriftelijke en onderteekende opgave in van de hoeveelheid met vrijdom ingeslagen goederen die bij den afloop van dat tijdvak nog ongebruikt voorhanden zijn. Deze hoeveelheid wordt als eerste inslag in het volgend jaar beschouwd en als zoodanig op de in het eerste lid bedoelde rekening gebracht. Zoolang de voormelde opgave niet is gedaan, wordt geen nieuwe inslag toegelaten. De ambtenaren zijn bevoegd, met machtiging van den Ontvanger, te allen tijde de voorhanden met vrijdom ingeslagen goederen en de daaruit of daarmede bereide producten in de fabriek op te nemen. Art. VGsexies. De Inspecteur, die de vergunning heeft verleend, kan bij gebleken misbruik of poging daartoe, alsmede bij het niet nakomen van de hier gegeven voorschriften of bij het niet in acht nemen van de krachtens het vierde lid van art. 76bis gestelde voorwaarden, den vrijdomgenietende voor bepaalden of onbepaalden tijd de bevoegdheid ontzeggen om goederen met vrijdom van invoerrecht volgens art. 76bis van dit besluit in zijn fabriek in te slaan. Tariefpost no. 142. Bijzondere bepaling 3. Wij behouden Ons voor bij algemeenen maatregel van bestuur, onder de noodige voorzieningen, vrijdom van invoerrecht te verleenen voor explosieen ontstekingsmiddelen ten behoeve van het mijnbedrijf. 362a BIJLAGE II. — Vrijdommenbesluit. — Artt. 76A—76C. Art. 76A (1). De vrijdom van invoerrecht voor door Onzen Minister van Financiën aan te wijzen explosie- en ontstekingsmiddelen ten behoeve van het mijnbedrijf wordt verleend door den Inspecteur der invoerrechten in wiens dienstkring de mijn, waar de middelen zullen worden gebezigd, is gelegen. De aanvraag om vrijdom houdt in : a. de aanwijzing van de plaats, waar de mijn is gelegen ; b. de omschrijving van de soort der explosie- en ontstekingsmiddelen, waarvoor vrijdom wordt verlangd. De Inspecteur verleent de vergunning onder de voorwaarden en bepalingen vermeld in de artt. 76B tot 76F (2). 1. De artt. 76A—76F zijn toegevoegd bij Kon. besluit V.v.V. no. 2678. 2. De vrijdom van invoerrecht van door den Minister aangewezen explosie- en ontstekingsmiddelen ten behoeve van het mijnbedrijf wordt door de Inspecteurs alleen verleend aan mijnondernemingen. Voor explosie- en ontstekingsmiddelen, ingevoerd door handelen of agenten, zal de vrijdom slechts kunnen worden genoten, indien de aangifte ten invoer wordt gedaan door of namens de mijnonderneming, waarvoor de middelen zijn bestemd. De importeurs kunnen in afwachting van zoodanige aangifte ten invoer de middelen opslaan in tijdelijken opslag of in entrepot. Voor de toepassing van art. 76A van het besluit worden aangewezen : agesied ; wetter-lignosiet; baeleniet; wetter-nobeliet; Instr. V. v. V. no. 2543, § 79 A (a), aangevuld bij res. V. v. V. no. 2724 en in overeenstemming gebracht met de verbetering, aangegeven in volgno. 60 van Suppl. II op de Off. Tariefwetuitgave. (a) De §§ 79A—79E (zie ook aant. 1 op art. 76C en aant. 1 op art. 76F) zijn aan de instructie V. v. V. no. 2543 toegevoegd bij res. V. v. V. no. 2690. Art. 76B. Bij den invoer van explosie- en ontstekingsmiddelen, waarvoor vrijdom wordt verlangd, wordt de bestemming opgegeven in de aangifte voorgeschreven bij art. 120 der meergenoemde Algemeene wet. Op die aangifte wordt, nadat voor het invoerrecht zekerheid is gesteld, een volgbrief afgegeven, waarin de bestemming wordt vermeld. Het vervoer der explosie- en ontstekingsmiddelen naar de mijn geschiedt onder ambtelijke verzegeling of bewaking. Art. 76C. De inslag op het afgesloten terrein van de mijn heeft plaats onder toezicht van ambtenaren der invoerrechten. Dadelijk bij den inslag worden de ingeslagen explosie- en ontstekingsmiddelen, overeenkomstig de door den Inspecteur te geven voorschriften, geboekt in een daarvoor bestemd register, forciet; minoliet; nobeliet; rhenaniet; sabuliet; samsoniet; wetter-ammoncahusiet; wetter-astraliet; wetter-detoniet; wetter-rhenaniet; wetter-romperiet; yonckiet; buskruit; lont; lontontstekers; moment- en tijdontstekers ; schietdraad en schietkabel; slaghoedjes of -pijpjes. BIJLAGE II. — Vrijdommenbesluit. — Art. 76C. 362è De ambtenaren stellen op den volgbrief een verklaring nopens de ingeslagen hoeveelheid en de boeking in het hiervoren bedoelde register. Bij schending der verzegeling of andere ambtelijk bevonden onregelmatigheid wordt de volgbrief niet gezuiverd en de gestelde zekerheid ingevorderd (1). 1. Bij inslag van explosie- en ontstekingsmiddelen met vrijdom leveren de ambtenaren de volgens art. 7QC van het besluit voor inslag en boeking afgeteekende volgbrieven in bij den Ontvanger ter plaatse van inslag, die'ze na afloop van het jaar op de gewone wijze met de overige schrifturen van het kantoor aan het Departement inzendt. Genoemde Ontvanger brengt de, door tusschënkomst van den inspecteur, naar het kantoor van afgifte terug te zenden extract-volgbrieven op een staat Ace. no. 34. Instr. V. v. V. no. 2543, § 79B (a). De Inspecteur schrijft voor, dat de mijnonderneming het in art. 76C van het besluit bedoelde register telkens aan het einde van het jaar moet vernieuwen en als eerste post in het nieuwe register moet boeken de hoeveelheid ontstekings- en explosiemiddelen, van elke soort afzonderlijk, welke dan ongebruikt op het afgesloten terrein der mijn voorhanden is. De Inspecteur doet zich in ieder geval in de maand Januari van elk jaar, met toepassing van art. 76D van het besluit, door de mijnonderneming aantoonen, dat de ingeslagen hoeveelheden explosie- en ontstekingsmiddelen inderdaad zijn verbruikt ten behoeve van het bedrijf uitgeslagen z«n op den voet van art. 76E van het besluit of ongebruikt voorhanden zijn. Na de verificatie, bedoeld bij het vorige hd, wordt het afgesloten register van het afgeloopen jaar — nog in de maand Januari — ingeleverd bij den Ontvanger, die het in de jaariüksche opzending ziiner schrifturen begrijpt. Alsooren, § 79C. Uitvoer naar het buitenland van explosie- en ontstekingsmiddelen, die op den voet van het besluit zijn ingeslagen, kan geschieden met machtiging van den Inspecteur op een consent tot uitvoer, af te geven onder zekerheidsstelling voor het invoerrecht. In het register, bedoeld in art. 76C van het besluit, wordt aanteekening gesteld van den wederuitslag. De Inspecteur kan voorts toestaan, dat explosie- en ontstekingsmiddelen, die op den voet van het besluit zijn ingeslagen, worden overgebracht naar een andere hier te lande gelegen mijn van een onderneming, die eveneens in het èezit is van een vergunning, als is bedoeld m art. 76A van het besluit. Ha stelt daarbij als voorwaarde dat deze mede in voormeld register aan te. teekenen wedemitslag en de daaropvolgende overbrenging naar de andere mön geschieden op een hiertoe met de pen geschikt te maken volgbrief (model F) onder zekerheidsstelling voor het invoerrecht. De zekerheid wordt opgeheven, nadat aan de voorwaarden van art. 76C van het besluit is voldaan. Daarbij moet tevens § 7%B dezer instructie worden opgevolgd. In andere gevallen, dat door een mijnonderneming wordt gevraagd explosie- of ontstekingsmiddelen te mogen uitslaan, neemt de Inspecteur op het verzoek geen beslissing dan met voorkennis van den Minister. De stukken worden daartoe langs den gewonen weg, met een voorstel nopens het aan het verzoek te geven gevolg aan het Departement ingezonden. Alsvoren, § 79D. (a) Zie aant. 2, noot a, op art. 76A. 3626 362c BIJLAGE II. — Vrijdommenbesluit. — Artt. 76D—77. Art. 76D. De mijnonderneming is verplicht telkens wanneer de Inspecteur dit verlangt, te diens genoegen aan te toonen, dat de ingeslagen hoeveelheden inderdaad zijn verbruikt ten behoeve van het mijnbedrijf of ongebruikt op het terrein van de mijn voorhanden. Art. 76E. De met vrijdom van invoerrechten ingeslagen explosieen ontstekingsmiddelen mogen de mijn niet verlaten, tenzij met schriftelijke toestemming van den Inspecteur en onder daarbij door hem te stellen voorwaarden. Art. 76F. De Inspecteur kan bij gebleken misdrijf of póging daartoe, alsmede bij het niet nakomen der bepalingen, vastgesteld bij of ingevolge de artt. 76A tot en met 76E van dit besluit, de mijnonderneming voor bepaalden of onbepaalden tijd de bevoegdheid ontzeggen om explosie- en ontstekingsmiddelen met vrijdom van invoerrecht in te slaan (1). 1. De Inspecteurs maken van de hun bij art. 16F van het besluit gegeven bevoegdheid geen gebruik zonder machtiging van den Minister. Instr. V. v. V. no. 2543, § 79E (a). (a) Zie aant. 2, noot a, op art. 76A. tójrt** Tariefspost no. 150. Bijzondere bepaling 3. Wij behouden Ons voor bij algemeenen maatregel van bestuur, onder de noodige voorzieningen, vrijstelling van het volgens dezen post verschuldigd invoerrecht te verleenen: a. voor liksteenen, bestemd ten gebruike van den landbouw. Art. 77. Onze Minister van Financiën is gemachtigd om onder de noodige voorzieningen te vergunnen, dat door de depothouders van landbouwzout als bedoeld zijn in Hoofdstuk III van Ons besluit van 2 Maart 1912, S. no. 98, buitenlandsche liksteenen zonder betaling van invoerrecht worden ingeslagen, ten einde aan veehouders te worden afgeleverd (1). 1. Liksteenen, waarvoor door depothouders van landbouwzout, als bedoeld zijn in Hoofdstuk III van het gewijzigde Kon. besluit van 2 Maart 1912, S. no. 98, V. v. V. no. 620 XXX) inslag met vrijdom van invoerrecht wordt verlangd, worden na aangifte volgens art. 120'der Alg. wet en na zekerheidsstelling voor het invoerrecht op volgbrief naar de plaats van bestemming vervoerd. In den volgbrief wordt van de bestemming tot inslag met aanspraak op vrijdom melding gemaakt. De volgbrief wordt niet gezuiverd; dan nadat de inslag der liksteenen en de wscbröving daarvan op een afzonderlijk blad van het register, 362c 363 U^f BIJLAGE II. — Vrpommenbesluit..— Artt, 77—78. bedoeld bij art. 15 van laatstgenoemd besluit onder toezicht van ambtenaren heeft plaats gehad en - de eventueel aangebrachte verzegeling ongeschonden is bevonden. Ingeval de volgbrief niet wordt gezuiverd, wordt de zekerheid ingevorderd. Uitslag, vervoer en aflevering van liksteenen, met vrijdom van invoerrecht op den bovenvermelden voet ingeslagen, mag alleen geschieden met inachtneming van de bepalingen voorgeschreven voor landbouwzout bij voornoemd Kon. besluit, behoudens dat de verpakking van liksteenen in verzegelde zakken niet noodig is. Instr. V. v. V. no. 2543, § 80. Art. 3, letter a, 3°, 4°, 5° en 6° der Wet op het Statistiekrecht. Geen statistiekrecht wordt geheven: a. bij invoer en bij uitvoer van: 3°. verhuisboedels voor zoover die uit gebruikte goederen bestaan; 4°. gebruikte goederen — geen handelsinventaris zijnde — waarvan wordt aangetoond bij invoer, dat zij door'ingezetenen des Rijks en bij uitvoer, dat zij door personen uit den vreemde, uit een opengevallen nalatenschap zijn geërfd; 5°. uitzetten en bruids- en bruiloftsgeschenken — met uitzondering yan voedings- en genotmiddelen, manufacturen aan het stuk, of andere goederen, die zonder verwerking voor particulieren niet bruikbaar zijn — bij invoer bestemd voor personen uit den vreemde, die met ingezetenen des Rijks in het huwelijk treden, voor zoover deze personen komen uit Staten, waarin aan Nederlandsche ingezetenen gelijke vrijdom wordt verleend, en bij uitvoer bestemd voor ingezetenen des Rijks, die met personen uit den vreemde in het huwelijk treden; 6°. ledige, mits gebruikte zakken, fusten en andere voorwerpen, alsmede gebruikte dekkleeden, een en ander voor het vervoer van goederen opzettelijk vervaardigd en ingericht, mits van deze voorwerpen, voor zoover zij ajm vervaardigd uit glas, porselein, aardewerk, cement of steen, door bescheiden wordt aangetoond, bij invoer, dat zij gediend hebben om daarmede goederen uit het vrije verkeer uit Nederland uit te voeren en bij uitvoer, dat zij gebezigd zijn om goederen in Nederland in te voeren. Art. 78. In Ons besluit van 21 April 1921, S. no. 686, V. v. V. no. 1566, worden de volgende wijzigingen gebracht: 1°. art. 2 wordt gelezen : „De vrijdom voor verhuisgoed ingevolge art. 3, lett. a, 3°., der Wet op het Statistiekrecht, S. 1921, no. 55, laatstelijk gewijzigd bij de Tariefwet 1924, S. no. 568, wordt toegepast bij invoer op machtiging van den Inspecteur der invoerrechten, in wiens dienstkring de goederen zullen worden vrijgemaakt en bij uitvoer op machtiging van den Inspecteur der invoerrechten, in wiens dienstkring de goederen ten uitvoer worden aangegeven, in beide gevallen voor zoover bij visitatie blijkt, dat zij kennelijk tot een verhuisboedel behooren en gebruikte voorwerpen zijn. Bij twijfel of aanspraak op vrijdom als verhuisgoed bestaat, kan de Inspecteur overlegging vorderen van een bewijs van woonplaatsverandering, afgegeven door het betrokken gemeentebestuur of andere bevoegde autoriteit." 2°. Na art. 2 worden ingevoegd de volgende drie artikelen. Art. 2A. De vrijdom voor erfgoed, bedoeld bij art. 3, lett. a, 4°., 864 BIJLAGE II. — Vrijdommenbesluit. — Artt. 78—80. der voormelde gewijzigde Wet op het Statistiekrecht, wordt toegepast bij invoer op machtiging van den Inspecteur der invoerrechten, in wiens dienstkring de goederen zullen worden vrijgemaakt en bij uitvoer op machtiging van den Inspecteur der invoerrechten, in wiens dienstkring de goederen ten uitvoer worden aangegeven, in beide gevallen voor zoover bij visitatie blijkt, dat zij kennelijk tot een nalatenschap behooren, alsmede gebruikt en geen handelsinventaris zijn. Bij twijfel of aanspraak op vrijdom als erfgoed bestaat, kan de Inspecteur overlegging vorderen van een daartoe strekkend bewijs, afgegeven door een notaris of andere bevoegde autoriteit. Art. 2B. De vrijdom voor huwelijksgoed, bedoeld bij art. 3, lett. o, 5°., der voormelde gewijzigde Wet op het Statistiekrecht, wordt toegepast bij invoer, behoudens machtneming van den gestelden eisch van wederkeerigheid, op machtiging van den Inspecteur der invoerrechten, in wiens dienstkring de goederen zullen worden vrijgemaakt en bij uitvoer op machtiging van den Inspecteur der invoerrechten, in wiens dienstkring de goederen ten uitvoer worden aangegeven, in beide gevallen voor zoover bij visitatie blijkt dat zij kennelijk tot een uitzet behooren of als bruids- of bruiloftsgeschenken kunnen worden aangemerkt en niet bestaan uit voedings- en genotmiddelen, manufacturen aan het stuk of andere goederen, die zonder verwerking voor particulieren onbruikbaar zijn. Bij twijfel of aanspraak op vrijdom als huwelijksgoed bestaat, kan de Inspecteur overlegging vorderen van een bewijs, waaruit van het voorgenomen of gesloten huwelijk blijkt, afgegeven door het betrokken gemeentebestuur of andere bevoegde autoriteit. Art. 2C. De vrijdom van statistiekrecht ingevolge art. 3, lett. a, 6°., der voormelde gewijzigde Wet op het Statistiekrecht, voor ledige, mits gebruikte zakken, fusten en andere voorwerpen en voor gebruikte dekkleeden, een en ander voor het vervoer van goederen opzettelijk vervaardigd en ingericht, wordt toegekend, voor zoover bij de visitatie blijkt, dat de voorwerpen kennelijk gebruikt zijn. Zijn de in het eerste hd bedoelde voorwerpen vervaardigd uit glas, porselein, aardewerk, cement of steen, dan wordt de vrijdom alleen verleend, indien bü de visitatie door overlegging van bescheiden wordt aangetoond, bij invoer, dat zij gediend hebben om daarmede goederen uit het vrije verkeer uit Nederland uit te voeren en bij uitvoer, dat zij gebezigd zijn om goederen in Nederland in te voeren. Algemeene bepalingen. Art. 79. Waar in dit besluit wordt gesproken van ingezetenen, worden daaronder verstaan alle personen, die hun werkelijke woonplaats binnen het Rijk hebben. Ark 80. Een ingevolge de bepalingen van dit besluit afgegeven doorloopende vergunning vervalt, zonder dat daartoe intrekking noodig is: 1°. indien het bedrijf, ten behoeve waarvan de vergunning is verleend, wordt verplaatst of in andere handen overgaat; 365 BIJLAGE II. — Vrijdommenbesluit. — Artt. 80—83. 2°. indien gedurende drie achtereenvolgende kalenderjaren van de vergunning geen gebruik is gemaakt. Art. 81. De bij het in werking treden van dit besluit krachtens vroegere bepalingen reeds verleende vergunningen tot vrijdom, zullen voor zoover zij met de bepalingen van de meergenoemde Tariefwet en van dit besluit vereenigbaar zijn, geacht worden krachtens dit besluit te zijn verleend (1). 1. Ook de bij het in werking treden van het besluit op grond van bestaande wettelijke of administratieve voorschriften reeds verleende vergunningen tot vrijdom, die met de bepalingen van de nieuwe Tariefwet en van het besluit niet geheel vereenigbaar zijn, kunnen, zoolang van geen misbruik blijkt, of overigens geen reden tot intrekking bestaat, voorloopig geacht worden te zijn bestendigd totdat, in de plaats daarvan, een nieuwe vergunning op grond van de bepalingen van het besluit is verleend. De vervanging van een oude door een nieuwe vergunning moet echter uiterlijk vóór 1 Januari 1926 hebben plaats gehad. De Inspecteurs doen daartoe, in den loop der komende maanden, doch uiterlijk vóór 1 Oct. 1925, de noodige voorstellen voor zoover zij de vergunning tot vrijdom niet zelf, op grond van de bepalingen van het besluit of van deze instructie, kunnen verleenen. Zij noodigen belanghebbenden, die in het genot zijn van een vergunning, welke moet worden vervangen, uit een daartoe strekkend verzoek bij hen in te dienen. Instr. V. v. V. no. 2543, § 81. Art. 82. Dit besluit kan worden aangehaald onder den titel „Vrijdommenbesluit", mits met bijvoeging van het jaar en het nummer van het Staatsblad, waarin het is geplaatst (1). 1. Dus onder den titel: Vrijdommenbesluit S. 1925, no. 103. Art. 83. Dit besluit treedt in werking met ingang van denzelfden dag, waarop de voormelde Tariefwet volledig in werking treedt. Algemeene Voorschriften met betrekking tot de vr ij dommen. Indien het voor het verleenen van een vrijstelling volgens het besluit noodig is, dat de ambtenaren der invoerrechten den aard of de eenzelvigheid der goederen vaststellen en zij hiertoe de kenmerken der goederen moeten opnemen, of wel looden, lakken, stempelafdrukken of andere herkenningsteekenen moeten aanbrengen of afnemen, dienen deze werkzaamheden steeds geacht te worden ten gerieve van belanghebbenden te geschieden, indien zij verricht worden buiten den gewonen diensttijd of in de fabrieken of andere panden van belanghebbenden, zoodat hiervoor dan kosten verschuldigd zijn krachtens art. 1, lett. e, van het Kon. besluit van 20 Nov. 1924, S. ho. 513, V. v. V. no. 2477. Instr. V. v. V. 2543, § 82. BIJLAGE IIL Kon. besluit van 23 Maart 1925, S. no. 104, T. v. V. no. 2544. Uitvoering van art. 19, letters b en c, der Tariefwet 1924, S. no. 568, en art. 3, letter a, 1° en 2°, der Wet op het Statistiekrecht, S. 1921, no. 55, betreffende vrijdom voor goederen, bestemd voor diplomatieke en consulaire ambtenaren en voor kanselarybenoodigdheden. Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz. Gelet op artikel 19, letters b en c, der Tariefwet 1924, S. no. 568 (V. v. V. no. 2501) en artikel 3, letter a, 1° en 2°, der Wet op het Statistiekrecht, S. 1921, no. 55 (V>.; v. V. no. 1566), zooals deze bij artikel 35 der voormelde Tariefwet is gewijzigd (1) ; Hebben goedgevonden en verstaan te bepalen: 1. Dé hier genoemde wetsbepalingen luiden aldus: Art. 19 der Tariefwet. Wij behouden Ons voor bij algemeenen maatregel van bestuur, onder de noodige voorzieningen, van invoerrecht (a) vrij te stellen: b. goederen, bestemd voor persoonlijk gebruik van hier te lande hun functie uitoefenende diplomatieke en consulaire ambtenaren yan vreemde mogendheden, alsmede van de aan de hier te lande gevestigde gezantschappen en consulaten verbonden kanselarijbeambten; allen mits zij vreemdeling zijn en overigens binnen het Rijk geen bedrijf of beroep uitoefenen en Voorts onder voorwaarde van wederkeerigheid. Onder persoonlijk gebruik is begrepen gebruik door leden van het gezin; c. de door vreemde regeeringen aan haar hier te lande gevestigde consulaten toegezonden kanselarijbenoodigdheden, mits in het land yan ''<■■ afzending vOor de aldaar gevestigde Nederlandsche consulaten gelijke «'Vrijdom wordt verleend. (o) Krachtens het laatste lid van art. 19 der Tariefwet kunnen de goederen, bedoeld onder lett. b, mede worden vrijgesteld van accijns en van de belasting op gouden en zilveren werken. Art. 3 der Wet op het Statistiekrecht. Geen statistiekrecht wordt geheven : a. bij invoer en bij uitvoer van: 1°. goederen, bestemd voor persoonlijk gebruik van hier te lande hun functie uitoefenende diplomatieke en beroeps-consulaire ambtenaren van vreemde mogendheden, alsmede van de aan de hier te lande gevestigde gezantschappen en consulaten verbonden kanselarijbeambten ; 367 BIJLAGE III. — Vrijdom, art. 19 b en c der Tariefwet. allen mits zij vreemdeling zijn en overigens binnen het' Rijk geen bedrijf of beroep uitoefenen, en voorts onder voorwaarde van wederkeerigheid. Onder persoonlijk gebruik is begrepen gebruik door leden van het gezin; 2°. de door vreemde regeeringen aan haar hier te lande gevestigde consulaten toegezonden kanselarijbenoodigdheden, mits in het land van afzending voor de aldaar gevestigde Nederlandsche consulaten dezelfde vrijdom wordt verleend. Pakketten met officieel cachet verzegeld. Art. 1. Goederen, die aan het adres van een gezant of consul, die op vrijdom van belasting aanspraak heeft, worden gezonden door zijn Regeering in pakketten, welke met een officieel cachet zijn verzegeld zullen, na uiterlijke visitatie, onmiddellijk hunne bestemming kunnen volgen en vrijgegeven worden (1). De artikelen 2 tot en met 6 van dit besluit zijn op deze goederen niet van toepassing. 1. Wanneer goederen, vallende onder de toepassing van art. 1 van het besluit op een vracht- of volglijst zijn ingeschreven of daarvoor een volgbrief is afgegeven, worden deze documenten gezuiverd door een, in het duplicaat der vracht- of volglijst achter den betreffenden post of op den volgbrief, door de visiteerende ambtenaren te stellen verklaring dat zij de goederen op den voet van het bepaalde bij art. 1 van het besluit hebben laten volgen. Instr. V. v. V. no. 254$, § 1. Verzending van andere goederen naar de bestemmingsplaats. Art. 2. Andere goederen, bestemd voor hier te lande hunne functie uitoefenende diplomatieke en consulaire ambtenaren van vreemde mogendheden of voor de aan de hier te lande gevestigde gezantschappen en consulaten verbonden kanselarijbeambten, worden wanneer zij niet met generale verklaring rechtstreeks ter bestemmingsplaats worden aangebraèht, met volglijst of volgbrief derwaarts doorgezonden (1). Onder bestemmingsplaats wordt voor de toepassing van dit besluit verstaan de plaats, waar het gezantschap of consulaat gevestigd is. De bepalingen van Hoofdstuk VI der Algemeene wet van 26 Augustus 1822, S. no. 38, zijn op de, volgens dit artikel afgegeven, volgbrieven van toepassing. Wanneer voor de aangifte ter bekoming van een volgbrief geen volledige gegevens beschikbaar sijn, wordt hetgeen hieraan ter bepaling van het bedrag der te stellen zekerheid ontbreekt door den Ontvanger naar schatting aangevuld. 1. Goederen, niet vallende onder de toepassing van art. 1 van het besluit, welke per vliegtuig hier te lande aankomen op het vliegveld te Amsterdam of te Rotterdam, kunnen, indien de vrijmaking aldaar niet door vertooning eener vergunning töt vrijen invoer plaats heeft, met volgbrief of volglijst naar de bestemmingsplaats: worden doorgezonden. »»1(J zoodanige verzendinglnp volghjst ie' cett^rsMtmg toegestaan! Behoudens het bepaalde nü het eerste lid van deze paragraaf, zal een volgbrief, als bedoeld bij art. 2 van het besluit, vermoedelijk alleen 368 BIJLAGE III. — Vrijdom, art. 19 b en c der Tariefwet. behoeven te worden afgegeven bij invoer van goederen aan een grenskantoor op den voet der Algemeene wet, indien aldaar geen .vergunning tot vrijen invoer voor de goederen kan worden vertoond. Visitatie aan het grenskantoor op den volgbrief blijft hierbij achterwege, wanneer den Ontvanger blijkt, dat de goederen een bestemming hebben, waarvoor volgens art. 19, lett. b der Tariefwet 1924, S. no. 568, V. v. V. no. 2501, aanspraak op vrijdom kan bestaan. Voor zoover mogelijk worden de colli verzegeld, geplombeerd of bewaakt. De kosten van verzegeling, plombeering of bewaking der goederen komen steeds voor rekening der Administratie (a). Bij gemengde verpakkingen zullen de Ontvangers, die een volgbrief afgeven, genoegen kunnen nemen met aangifte van de hoofdsoort der ingevoerde goederen, mits de hoeveelheid en zoo noodig de waarde zoo hoog wordt opgegeven, dat de belasting eventueel, naar die aangifte te berekenen, kan geacht worden!niet te blijven beneden die, in geval van gewonen invoer, voor al de goederen verschuldigd. Instr. V. v. V. no. 25é\% 2. (a) Zie, nopens deze kosten, het Kon. besluit van 20 Nov. 1924, S. no. 513, V. v. V. no. 2477. Aanvrage vergunning. Art. 3. De aanvraag om vrijdom voor de in artikel 2 bedoelde goederen wordt ingeleverd bij den Inspecteur der invoerrechten, binnen wiens dienstkring het gezantschap of het consulaat gevestigd is. De aanvraag vermeldt het kantoor van invoer, de soort, het getal en de merken der colli, en houdt tevens een korte omschrijving der goederen in. Zijn de goederen bestemd voor een aan een gezantschap of een consulaat verbonden kanselarijbeambte, dan wordt de aanvrage door of vanwege den gezant of den consul onderteekend (1). \ De vergunning tot vrijen invoer wordt door den in het eerste hd bedoelden Inspecteur verleend door het stellen van een aanteekening op de betreffende aanvrage, nadat hem is gebleken dat de betrokken diplomatieke of consulaire ambtenaar of kanselarijbeambte aanspraak op vrijdom heeft (2). 1. De bepalingen van het besluit rijn mede van toepassing op de rechters, den griffier en de verdere ambtenaren van het Permanente Hof van Internationale Justitie te 's+Gravenhage, voor zoover zij vreemdeling zijn en overigens binnen het Rijk geen bedrijf of beroep uitoefenen. De Voorzitter, de Rechters en de Griffier van het Hof zullen zelf aanvragen om vrijdom kunnen inleveren, terwijl voor goederen, bestemd voor de verdere ambtenaren van het Hof, de aanvragen door den Voorzitter of den Griffier moeten worden onderteekend. Instr. V. v. V. no. 2545, § 8. 2. Aan de Inspecteurs der invoerrechten, zal een lijst worden toegezonden, waarop de namen en adressen der betrokken diplomatieke of consulaire ambtenaren en kanselarij-beambten zijn vermeld, die aanspraak op vrijdom van belasting en statistiekrecht kunnen doen gelden. 369 g) BIJLAGE III. — Vrijdom, art. b en c der Tariefwet. Wordt bü een Inspecteur een aanvrage om vrijdom ingediend door of voor een persoon, die niet op de lijst vermeld staat, dan vraagt hij telefonisch of telegrafisch aan de afdeeling Invoerrechten van het Departement van Financiën of vrijdom kan worden verleend. De Inspecteur boekt de aanvragen in een register, waarin tevens in het kort melding wordt gemaakt van de gegevens, bedoeld in art. 3, tweede lid, van het besluit. De Inspecteur verleent de gevraagde vergunning bij fiat, te stellen op de achterzijde der aanvraag, onder voorwaarde, dat bij visitatie blijkt, dat de goederen vallen onder het bepaalde btfart. 19, lett. b, der Tariefwet. De gefiatteerde aanvraag wordt ten spoedigste in handen gesteld van de visiteerende ambtenaren, die na de visitatie daarop van hun bevinding een verklaring stellen en het stuk aan den Inspecteur terugzenden. De teruggekomen aanvragen worden bij het register bewaard. Instr. V. v. V. no. 2545, § 3. De Inspecteurs worden gemachtigd om voorkomende moeilijkheden wegens abuizen en verschillen, welke zich met betrekking tot de aangifte of documenten kunnen voordoen, uit den weg te ruimen, indien bij onderzoek blijkt, dat niet aan verkorting van s Rijks rechten behoeft te worden gedacht. Zoo noodig wordt hiervan op de documenten aanteekening gesteld. In gevallen, dat een voorkomende moeilijkheid niet tot oplossing kan worden gebracht, wendt de Inspecteur zich telegrafisch of telefonisch tot de afdeeling Invoerrechten van het Departement. Alsvoren, § 4. Indien degene, die op vrijdom aanspraak heeft, dit verlangt, zendt de Inspecteur de vergunning tot vrijen invoer aan de ambtenaren van den visitatiepost of den Ontvanger van het kantoor, waar de goederen zullen worden vrijgemaakt. Deze ambtenaren handelen daarmede als in het laatste lid van § 3 dezer instructie is voorgeschreven. Alsvoren, § 5. Voor goederen, die uit entrepot, of voor accijnsgoederen, die uit een distilleerderij, een bergplaats van doorloopend of verlengbaar krediet of een tabaksfabriek, aan een der in art. 19, lett. b, der Tariefwet bedoelde personen moeten worden afgeleverd, wordt de vergunning tot vrijen invoer afgegeven op de wijze als in § 3 dezer instructie is bepaald. De goederen worden met volgbrief of vervoerhöjet naar het gezantschap of het consulaat vervoerd. Alsvoren, § 7. Art. 4. Bij aankomst der goederen ter bestemmingsplaats doet de Inspecteur deze zoo spoedig mogelijk visiteeren, waartoe de verleende vergunning tot vrijen invoer aan de visiteerende ambtenaren ter hand wordt gesteld (1). 1. De ambtenaren, die goederen visiteeren, waarvoor een vergunning tot vrijen invoer als bedoeld bij art. 3 van het besluit wordt vertoond, stellen in de duplicaat vracht- of volglijst achter den betreffenden post een verklaring, dat de goederen met vergunning volgens art. 3 van het besluit zijn vrijgegeven. n Bij invoer der goederen op een volgbrief of met de pakket post stellen zij deze verklaring op den volgbrief of op de douaneverklaring. Instr. V. v. V. no. 2545, § 6. Tarief van Invoerrechten. I. (i^^liMli Vrijmaking der goederen ter bestemmingsplaats. 24 370 BIJLAGE III. — Vrijdom, art. 196 en c der Tariefwet. Vrijmaking der goederen elders dan ter bestemmingsplaats. Art. 5. Indien een diplomatiek of consulair ambtenaar of een kanselarijbeambte, die aanspraak op vrijdom heeft, dit verlangt, kunnen de goederen ook elders dan ter bestemmingsplaats worden vrijgemaakt mits aldaar een kantoor der invoerrechten gevestigd is. Voor de overbrenging daarheen geldt het bepaalde bij art. 2. De vergunning tot vrijen invoer wordt in dit geval door de zorg van den betrokkene of door den Inspecteur gezonden aan den Ontvanger der invoerrechten of aan de visiteerende ambtenaren ter plaatse, waar de vrijmaking zal geschieden. Visitatie. Art. 6. De visitatie van in de artikelen 4 en 5 bedoelde goederen heeft plaats op de verleende vergunning tot vrijen invoer en kan zich in den regel bepalen tot een vergelijking van de colli met den inhoud dier vergunning en eventueel tot het nazien of de verzegeling of plombeering ongeschonden is gebleven. Zuivering der documenten. Art. 7. Indien de visitatie der goederen heeft plaats gehad en deze hunne bestemming hebben gevolgd, worden de docuÉHtttea;' waarop de goederen zijn aangebracht, als gezuiverd beschouwd. De ambtenaren stellen hiervan op die documenten aanteekening. Kanselarijbenoodigdheden. Art. 8. De bepalingen van dit besluit,zijn mede van toepassing met betrekking tot den vrijdom van invoerrecht voor kanselarijbenoodigdheden, welke door vreemde Regeeringen aan hare hier te lande gevestigde consulaten worden toegezonden (1). 1. Aan de Inspecteurs zal een opgave worden toegezonden van de consulaten, welke binnen hun dienstkring gevestigd zijn en die, in verband met de gestelde voorwaarde van wederkeerigheid, aanspraak op vrijdom voor kanselarijbenoodigdheden kunnen doen gelden. De vergunning tot vrijen invoer van kanselarijbenoodigdheden wordt verleend ES wijze van fiat, te stellen op de aanvrage, onder voorwaarde, dat bij visitatie blijkt, dat de goederen bestaan uit kanselarijbenoodigdheden, welke door zijn regeering aan den betrokken consul worden togezonden. Voorzooveel noodig wordt er de aandacht op gevestigd, dat tot de goederen, bedoeld bij art. 19, lett. b, der Tariefwet, behalve de kanselarijbenoodigdheden door een vreemde regeering aan haar hier te lande gevestigd gezantschap toegezonden, ook behooren meubelen, welke vreemde regeeringen voor de inrichting of meubileering van haar hier te lande gevestigde gezantschaps- of consulaatsgebouwen aan den betrokken gezant of consul mochten toezenden, terwijl de vrijdom, bedoeld bij art. 19, lett. c, dier wet ook van toepassing is op consulaten, 371 BIJLAGE III. — Vrijdom, art. 196 en c der Tariefwet. waarvan het hoofd de Nederlandsche nationaliteit bezit. Instr. V. v. V. no. 2545, § 9. Indien den ambtenaren bij de visitatie uit vertoonde bescheiden of anderszins blijkt, dat de goederen inderdaad door de buitenlandsche regeering aan den betrokken consul zijn afgezonden, kan met een globale visitatie worden volstaan. Als kanselarijbenoodigdheden in den zin van art. 19, lett. c, der wet kunnen in het algemeen worden aangemerkt wapenschilden, vlaggen, zegels, registers en andere kantoorbehoeften, alsmede kantoormeubilair, voor zoover een en ander door of vanwege een buitenlandsche regeering aan haar betrokken consul wordt toegezonden. Bij twijfel of de ingevoerde goederen geheel of gedeeltelijk als vrijgestelde kanselarijbenoodigdheden kunnen worden aangemerkt, vraasrt de Inspecteur telegrafisch of telefonisch daaromtrent inlichtingen aan de afdeeling Invoerrechten van het Departement. Alsvoren, § 10. Vrijdom van statistiekrecht. Art. 9. De vrijdom van statistiekrecht voor de goederen en kanselarijbenoodigdheden, bedoeld bij artikel 3, letter a, 1° eh 2Ö, der Wet op het Statistiekrecht, S. 1921, no. 55, laatstelijk gewijzigd bij de Tariefwet 1924, S. no. 568, wordt toegepast op machtiging van den Inspecteur der invoerrechten in wiens dienstkring het gezantschap of het consulaat gevestigd is, bij invoer op dezelfde wijze als hiervoren voor de vrijstelling van invoerrecht is bepaald, en bij uitvoer door het stellen van een aanteekening op de aangifte ten uitvoer (model I), nadat hem is gebleken dat aanspraak op vrijdom bestaat. Art. 10. Artikel 1 van Ons besluit van 21 April 1921, S. no. 686 (V. v. V. no. 1566), wordt ingetrokken. Art. 11. Dit besluit treedt in werking met ingang van denzelfden dag, waarop de voormelde Tariefwet volledig in werking treedt. BIJLAGE IV. Kon. besluit yan 19 Februari 1925, S.no. 42, V. v.V.no. 2546. Bepaling van de wijze, waarop het onderzoek naar de samenstelling van de stoffen, bedoeld bij onderdeel I an post no. 96 der Tariefwet 1924, S. no. 568 zal geschieden (1). Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz. Gezien Bijzondere bepaling 3 op post no. 96 der Tariefwet 1924, S. no. 568 (V. v. V. no. 2501) (2); Hebben goedgevonden en verstaan, te bepalen : Art. 1. Het onderzoek naar de samenstelling van de bij onderdeel I van post no. 96 der Tariefwet 1924, S. no. 568, bedoelde stoffen zal geschieden met het apparaat en de methode volgens Engler, gewijzigd door Ubbelohde, met continue distillatie en draadcorrectie voor den uit het toestel stekenden thermometerdraad (3). Ark 2. Dit besluit treedt in werking met ingang van denzelfden dag, waarop de Tariefwet 1924, S. no. 568, volledig in werking treedt. 1. In onderdeel I van post no. 96 worden genoemd : Petroleum, benzine, gasolie, teerolie en alle producten en zelfstandigheden, ruwe petroleum, residu's en dergelijke stoffen daaronder begrepen, welke bij 15 Celsius voor ten minste 95 pct. van hun volume bestaan uit vloeibare koolwaterstoffen, die bij atmospherischen druk bij 300° Celsius of lagere temperatuur overdistilleeren, of bij een soortelijk gewicht van niet hooger dan 0,84 bij 15° Celsius, voor meer dan 70 pct. van hun volume bestaan uit vloeibare koolwaterstoffen, welke bij atmospherischen druk bü 300° Celsius of lagere temperatuur, door distillatie daaruit zijn af te scheiden. 2. De bedoelde Bijz. bepaling luidt: „Het onderzoek naar de samenstelling van de by onderdeel I van den post bedoelde stoffen zal geschieden overeenkomstig de voorschriften by algemeenen maatregel van bestuur te bepalen." 3. Het apparaat bestaat uit een kolfje, een glazen koeler en een verdeelden maatcylinder. In het kolfje wordt 100 c.M*. olie langzaam verhit. Als kookpunt wordt aangemerkt de temperatuur, waarbij de eerste druppel overgaat. De distillatie wordt zoodanig geregeld, door middel van een klemschroef aan den brander, dat per seconde 2 druppels overgaan. In den maatcylinder wordt het resultaat opgenomen als de distillatie is afgeloopen. BIJLAGE V. Kon. besluit van 11 Maart 1925, S. no. 75, V. v.V.no. 2538. Uitvoering van art. 27, tweede lid, en art. 28, eerste lid, der Tariefwet 1924, S. no. 568, alsmede van de Bijzondere bepaling no. 1 op post no. 30 van het bij die wet behoorend Tarief (1). Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz. Gezien artikel 27, tweede lid, en artikel 28, eerste lid, der Tariefwet 1924, S. no. 568 (V. v. V. no. 2501), alsmede de Bijzondere bepaling no. 1 op post no. 30 van het bij die wet behoorend Tarief; Hebben goedgevonden en verstaan te bepalen: 1. De genoemde wetsbepalingen luiden als volgt: Art. 27, tweede lid. Het gehalte van suiker en suikerhoudende goederen wordt voor de toepassing van deze wet bepaald overeenkomstig de voorschriften bij algemeenen maatregel van bestuur te bepalen. Art. 28, eerste lid. Bij invoer van geheel of gedeeltelijk naar het suiker-, zout- of alcoholgehalte belaste goederen en van goederen, samengesteld met aether of andere dergelijke uit alcohol gestookte of bereide stoffen, welke aan belasting onderworpen zijn, kan de aangever, desverkiezende het gehalte of de samenstelling van Rijkswege doen bepalen tegen betaling eener vergoeding, vast te stellen bij algemeenen maatregel van bestuur. Bijz. bepaling no. 1 op post no. 30. Tot onderdeelen I en II van den . post behooren alleen de stoffen en verbindingen, welke door Ons bij algemeenen maatregel van bestuur worden aangewezen (o). (a) In onderdeel I worden genoemd : azijnaether, salpeteraether, andere dergelijke uit of met alcohol bereide of gestookte Stoffen, waaruit aethyl- of methylalcohol is terug te winnen; in onderdeel II: calciumsaccharaat, ijzersaccharaat, stroatinmsaccharaat en andere dergelijke verbindingen van suiker, waaruit de suiker is terug te winnen. Bepaling van het suikergehalte van suikerhoudende goederen. Art. 1. Bij de bepaling van het suikergehalte van suikerhoudende goederen (gehalte aan suiker en reduceerende zoetstoffen) wordt voor de toepassing der Tariefwet 1924, S. no. 568, gehandeld zooals hieronder is aangegeven (1). 1. Volgens het eerste lid van art. 27 der Tariefwet wordt voor de toepassing van die wét onder suiker verstaan, zoowel hetgeen volgens de Suikerwet aan accijns is onderworpen, als accijnsvrije zoetstoffen, welke Fehlings proefvocht reduceeren. Zie omtrent dit proefvocht ook aant. 1 op genoemd art. 27. BIJLAGE V. — Onderzoek gehalte. A. Biscuits en andere suikerhoudende meelproducten. Art. 2. Het te onderzoeken monster wordt door menging of fijnwrijving homogeen gemaakt. Van het alzoo behandelde monster wordt eene proef afgewogen ten bedrage yan de helft van het gewicht dat bij eventueele toepassing van polarisatie, volgens de inrichting van het aan te wenden polarisatiewerktuig voor eene daarmede te verrichten gehaltebepaling noodig is. Art. 3. De in het vorig artikel bedoelde proef wordt in een kolf van 200 kubieke c.M. gebracht en met water geschud. Nadat de aanwezige suiker is opgelost, wordt de vloeistof geklaard en met water tot het vereischte volume aangevuld. Art. 4. Het gehalte aan reduceerende zoetstoffen wordt bepaald in de in artikel 3 bedoelde vloeistof met behulp van koperproefvocht. Art. 6. Van de in artikel 3 bedoelde vloeistof worden 50 kubieke c.Mj met 2 kubieke c.M. normale oxaalzuuroplossing in een kokend waterbad gedurende vijf kwartier verhit. Art. 6. Na bekoeling van de in het vorig artikel bedoelde vloeistof, wordt deze overgebracht in een kolf van 200 kubieke c.M., geneutraliseerd met loog en met water aangevuld tot het vereischte volume. i j Art. 7. Het gehalte aan reduceerende zoetstoffen wordt bepaald in de in het vorig artikel bedoelde vloeistof met behulp van koperproefvocht. | i' Art. 8. De percentische hoeveelheid aan reduceerende zoetstoffen gevonden volgens artikel 7, wordt verminderd met de percentische hoeveelheid van die stoffen gevonden volgens artikel 4. Van dit verschil wordt vijf ten honderd afgetrokken. Hierbij wordt opgeteld de percentische hoeveelheid reduceerende zoetstoffen gevonden volgens artikel 4 èn deze uitkomst verminderd met twee ten honderd. Het gevonden getal geeft het gehalte aan suiker aan. Indien blijkt, dat de in artikel 3 bedoelde vloeistof geen reduceerende zoetstoffen bevat, wordt in afwijking van de artikelen 5, 6 en 7 die vloeistof gepolariseerd. Het afgelezen polarisatiecijfer, vermenigvuldigd met 4 en deze uitkomst verminderd met twee ten honderd, geeft in dat geval het gehalte aan suiker aan. B. Drop en drophoudende artikelen. Art. 9. Het te onderzoeken monster wordt door fijnwrijving homogeen gemaakt. ' Van het aldus behandelde monster worden 8 gram afgewogen en gebracht in een kolf van 200 kubieke c.M. Nadat alle zoetstoffen zijn opgelost, wordt met water tot het vereisohte volume aangevuld. 374 375 BIJLAGE V. — Onderzoek gehalte. Art. 10. Van de in het vorig artikel bedoelde vloeistof worden 50 kubieke c.M. genomen en met water gebracht in een kolf van 200 kubieke c.M,, geklaard en met water tot het vereischte volume aangevuld. Art. 11. Van de in het vorig artikel bedoelde vloeistof worden 50 kubieke c.M. met 2 kubieke c.M. ijsazijn gedurende twee uren in een kokend waterbad verhit. Na afkoeling wordt deze vloeistof met loog geneutraliseerd en in eene kolf van 100 kubieke c.M. met water tot het vereischte volume aangevuld. Art. 12. Het gehalte aan reduceerende zoetstoffen wordt bepaald in de in het vorig artikel bedoelde vloeistof met behulp van koperproefvocht. De percentische hoeveelheid reduceerende zoetstof geeft aan het gehalte aan suiker. C. Jams en andere niet met name genoemde suikerhoudende producten, met uitzondering van vloeistoffen waarvan de belasting naar den zuiverheidsfactor wordt berekend. Art. 13. Het te onderzoeken monster wordt door menging of fijnwrijving homogeen gemaakt. Van het alzoo behandelde monster wordt eene proef afgewogen ten bedrage van het gewicht, dat volgens de inrichting van het aan te wenden polarisatiewerktuig voor eene daarmede te verrichten gehaltebepaling noodig is (1). 1. Ingeval het onderzoek van bepaalde, niet met name genoemde suikerhoudende producten op den voet der artikelen 13 tot en met 18 van het besluit, naar het oordeel van den Directeur van het Laboratorium van het Departement van Financiën tot onjuiste uitkomsten moet leiden, doet deze den Minister een voorstel tot aanvulling van dat besluit, met voorschriften betreffende het onderzoek naar het suikergehalte van die goederen. Res. V. v. V. no. 2539, § 1. Art. 14. De in het vorig artikel bedoelde proef wordt in water opgelost, ontkleurd en geklaard en met water op 200 kubieke c.M. gebracht. Het afgelezen polarisatiecijfer, vermenigvuldigd met 2, stelt het getal polarisatiepercenten voor. Art. 15. Van de in het vorig artikel bedoelde vloeistof worden 50 kubieke c.M. met 5 kubieke c.M. zoutzuur van dertig percent gedurende 10 minuten op 68 graden Celsius verwarmd. Na snelle afkoeling wordt deze vloeistof gepolariseerd en de temperatuur, waarbij de waarneming geschiedt, aangeteekend. Het afgelezen polarisatiecijfer, vermenigvuldigd met 2, stelt het getal polarisatiepercenten voor na inversie. Art. 16. Uit de in de artikelen 14 en 15 gevonden polarisatiepercenten wordt de hoeveelheid saccharose berekend volgens de formule van Clerget. 376 BIJLAGE V. — Onderzoek gehalte. Art. 17. Het gehalte aan reduceerende zoetstoffen wordt bepaald in de in artikel 14 bedoelde vloeistof met behulp van koperproefvocht. Art. 18. De som van de percentische hoeveelheden saccharose en reduceerende zoetstoffen geeft aan het totale suikergehalte. Art. 19. Ingeval het onderzoek van bepaalde, niet met name genoemde suikerhoudende producten op den voet der artikelen 13 tot en met 18 van dit besluit, naar het oordeel van Onzen Minister van Financiën tot onjuiste uitkomsten moet leiden, doet deze Ons een voorstel tot aanvulling van dit besluit met voorschriften, betreffende het onderzoek naar het suikergehalte van die goederen. Genoemde Minister is bevoegd, in afwachting van de totstandkoming dier aanvulling, genoemde voorschriften voorloopig vast te stellen. De aldus vastgestelde voorloopige voorschriften hebben gelijke kracht alsof zij door Ons waren vastgesteld. Vergoeding verschuldigd wegens onderzoekingen bedoeld in art. 28, eerste lid, der Tariefwet 1924, S. no. 568. Ark 20. De vergoeding verschuldigd ingeval de aangever van goederen een onderzoek daarvan verlangt, bedraagt: a. voor een onderzoek naar het suikergehalte f 4; b. voor een onderzoek naar den zuiverheidsfactor van met suiker samengestelde producten en zelfstandigheden in vloeibaren staat, bedoeld bij onderdeel III, letter B, no. 1, van post no. 119 van het Tarief f 4; c. voor een onderzoek naar het gehalte aan methylalcohol, aethylalcohol, of van het gehalte aan azijnaether, salpeteraether en de andere stoffen behoorende tot onderdeel I van post 30 van het Tarief ..f2; d. voor een onderzoek zoowel naar het suikergehalte als naar dat bedoeld sub c f °> e. voor een onderzoek naar het chloornatriumgehalte f 2. Aanwijzing van stoffen en verbindingen behoorende tot de onderdeelen I en II van post no. 30 van het Tarief. Ark 21. De navolgende stoffen en verbindingen behooren tot onderdeel I van post no. 30 van het Tarief, te weten: Azijnaether (aether aceticus). Chloralhydraat. Collodion. Diaethylbarbituurzuur. Mierenaether (aether formicicus). Salpeteraether (spiritus nitri dulcis). Zwavelaether (aether sulfuricus). BIJLAGE V. — Onderzoek gehalte. Tot onderdeel II van dien post behooren de navolgende stoffen en verbindingen, te weten: Calciumsaccharaat. I Jzersaccharaat. Strontiumsaccharaat en de overige saccharaten. Art. 22. Dit besluit treedt in werking met ingang van denzelfden dag waarop de Tariefwet 1924, S. no. 568, volledig in werking treedt. 377 BIJLAGE VI. Kon. besluit van 11 Maart 1925, S. no. 77, V. v. V. no. 2540. Aanwijzing van naar het gewicht belaste goederen, waarvoor de berekening der belasting kan geschieden naar het bruto gewicht, na aftrek van daarbij tevens aangewezen tarra. Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. ,enz., enz. Gelet op artikel 26, tweede lid, der Tariefwet 1924, S. no. 568 (V. v. V. no.2501) (1); Hebben goedgevonden en verstaan te bepalen: 1. Art. 26 der Tariefwet luidt aldus: „Tenzij in het tarief anders is bepaald, geschiedt de berekening van de belasting van naar het gewicht belaste goederen naar het netto gewicht, waaronder is te verstaan het gewicht der goederen, ontdaan van elke verpakking. Wij behouden Ons voor bij algemeenen maatregel van bestuur te bepalen, dat de berekening der belasting voor met name aan te wijzen artikelen kan geschieden naar het bruto gewicht, na aftrek van daarbij vast te stellen tarra." Art. 1. Voor zoover de hierna genoemde goederen naar het gewicht zijn belast, en verpakt zijn als daarbij is vermeld, kan de berekening der belasting geschieden naar het bruto gewicht, met toepassing van den volgenden aftrek voor tarra: Geconfijte gember en andere vruchten- of plantendeelen op stroop of suikeroplossing (2): Honig en kunsthonig, zoomede daarmede samengestelde producten (3): Drop (1): gegoten in kisten of vaten 10 pct. in vaten 13 pet in vaten: 13 pct. Melado, melasse of stroop (4): in vaten: 13 pet Olie en als olie belaste producten (5): in vaten 16 pet 22 pct in blikken, welke in kisten zijn verpakt BIJLAGE VI. — Tarra. Ruwe suiker (4): in kisten of vaten... 13 pek in kanassers of kranjangs 8 pct. in enkele zakken en andere enkele emballage 1 pek in dubbele zakken en andere dubbele emballage 2 pek Suikerhoudende producten en zelfstandigheden in vloeibaren of halfvasten staat (4): in vaten 13 pek Tabak (6): in kisten of vaten 15 pek in doek of papier 2 pek in matten of kanassers 3 pct. in buiden 10 pek in bast, benevens doek of mat: voor manillatabak 3 pct. voor andere tabak 10 pek Thee (1): in gewone theekisten van gewoon hout, bruto per kist wegende : minder dan 40 K.G • , 24 pct. 40 K.G. en daarboven, doch minder dan 58 KXL, , 20 pct. 58 K.G. en daarboven 18 pct. in gewone theekisten van geperst, uit twee of meer op elkaar gehechte lagen bestaand hout, bruto per kist wegende: minder dan 58 K.G _ ' 16 pek 58 K.G. en daarboven 14 pct. in andere kisten, metalen daaronder begrepen 15 pek Zachte zeep (8): in vaten 15 pct. Zout {geraffineerd) (9): in zakken van weefsel of papier 1 pek 1. Zie tariefpost no. 35. 2. Alsvoren no. 139, onderdeel III. 3. Alsvoren no. 55. 4. Alsvoren no. 119. 5. Alsvoren no. 96. 6. Alsvoren no. 120. 7. Alsvoren no. 126. 8. Zie no. XV van de Lijst, opgenomen in bijl. XI. 9. Zie tariefpost no. 150. Art. 2. Dit besluit treedt in werking met ingang van denzelfden dag, waarop de Tariefwet 1924, S. no. 568, volledig in werking treedt. 379 BIJLAGE VIL Kon. besluit van 24 December 1924, S. no. 578, V. v. V. no. 2547. Aanwijzing van de Kamers van Koophandel en organisaties op het gebied van landbouw, handel en nijverheid, als bedoeld bij art. 7, vierde lid, der Tariefwet 1924, S. no. 568, V. v. V. no. 2501. Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz. Gelet op artikel 7, vierde lid, der Tariefwet 1924, S. no. 568, V. v. V. no. 2501; Hebben goedgevonden en verstaan te bepalen: Art. 1. Voor het plegen van overleg als bedoeld bij art. 7, vierde lid, der Tariefwet 1924, S. no. 568 (1), ter benoeming van de buitengewone leden der Tariefcommissie worden aangewezen: 1. de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Amsterdam; 2. de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Rotterdam; 3. de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Utrecht; 4. de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Groningen; 5. de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Twente; 6. de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Tilburg en Omstreken ; 7. de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Maastricht en Omstreken; 8. het Koninklijk Nederlandsch Landbouwcomité; 9. de Roomsch-Katholieke Nederlandsche Boeren- en Tuindersbond ; 10. de Christelijke Boeren- en Tuindersbond in Nederland; 11. de Nederlandsche Tuinbouwraad; 12. de Algemeene Nederlandsche Zuivelbond; 13. de Nederlandsche Maatschappij voor Nijverheid en Handel; 14. het Centraal Industrieel Verbond; 15. de Algemeene Roomsch-Katholieke Werkgeversvereeniging; 16. het Verbond van Nederlandsche Fabrikantenvereenigingen; 17. de Christelijke Werkgeversvereeniging ; 18. de Nederlandsche Middenstandsbond; 19. de Nederlandsche Roomsch-Katholieke Middenstandsbond; 20. de Vereeniging van den Christelijken Handeldrijvenden en Industrieelen Middenstand in Nederland. 381 BIJLAGE VII. — Benoeming Tariefcommissie. 1. Art. 7. vierde lid. der Tariefwet bepaalt, dat de buitengewone leden der Tarief commissie worden benoemd bij Kon. besluit, na gepleegd overleg met de bij algemeenen maatregel van bestuur aan te wijzen Kamer van Koophandel en organisaties op het gebied van landbouw, handel en nijverheid. Art. 2. Dit besluit treedt in werking tegelijk met de artikelen 7, 8, 10, 11 en 12 der Tariefwet 1924, S. no. 568. BIJLAGE VIII. Kon. besluit van 9 Januari 1925, no. 17, V. v. V. no. 2548. Reglement van orde voor de Tariefcommissie. Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz. Gezien artikel 12 der Tariefwet 1924, S. no. 568 (1); Hebben goedgevonden en verstaan: Vast te stellen het bij dit besluit gevoegd reglement van orde voor de Tariefcommissie, bedoeld bij de Tariefwet 1924, S. no. 568, V. v. V. no. 2501. Reglement van orde voor de Tariefcommissie, bedoeld bij de Tariefwet 1924, S. no. 568. Art. 1. Indien de beshssing van de Tariefcommissie wordt ingeroepen, stelt de Voorzitter het beroepschrift met bijbehoorende stukken in handen van de autoriteit tegen wier beslissing het beroep is gericht, die het met een nota van bijzonderheden en onder bijvoeging van de ter zake in haar bezit zijnde gegevens en bescheiden aan den Voorzitter terugzendt. Art. 2. De Voorzitter roept tegen een door hem te bepalen dag en uur, met inachtneming van artikel 8, eerste hd, der Tariefwet 1924, S. no. 568, de leden op, die met hem de zaak zullen behandelen. Ditzelfde geschiedt eveneens indien aan de Tariefcommissie een advies wordt gevraagd ingevolge artikel 11 der voormelde Tariefwet. De oproeping vermeldt ook de plaats en het lokaal der bijeenkomst. Art. 3. Ontvangt de Voorzitter van een hd bericht van verhindering, dan roept hij, indien het een gewoon lid betreft, een van diens plaatsvervangers op, en wijst, indien het een der buitengewone leden betreft, een ander buitengewoon lid aan. Hij kan ook de bijeenkomst uitstellen en geeft daarvan dan onverwijld kennis aan de reeds opgeroepen leden. Art. 4. De Voorzitter leidt de behandeling der zaak en zorgt dat zij zoo spoedig mogelijk wordt afgedaan. Is het niet mogelijk de beshssing reeds in de eerste bijeenkomst te nemen, dan wordt zij uitgesteld tot eene door den Voorzitter te bepalen nadere bijeenkomst. 383 BIJLAGE VUL — Regl. v. orde Tariefcommissie. Zaken, waarin in afwachting van de beslissing de goederen zélve rijn opgehouden, omdat doorzending onder ambtelijke achterhouding van monsters, typen, afbeeldingen of beschrijvingen niet mogelijk was, hebben als de meest spoedeischende, den voorrang. Art. 5. Deskundigen, die de Tariefcommissie wil raadplegen, worden onverwijld door den Voorzitter opgeroepen. Art. 6. Voorzitter en leden en secretarissen, alsmede deskundigen, die de Tariefcommissie raadpleegt, hebben toegang tot de goederen, waartoe het geschil betrekking heeft, voor zoover die nog onder beheer van ambtenaren der invoerrechten berusten. De Commissie kan bepalen, dat de goederen, voor het onderzoek worden opgezonden naar eene andere,door de commissie te bepalen plaats. Van dezen wensch of van de komst van den Voorzitter, leden, secretarissen of deskundigen, wordt de ambtenaar, onder wiens bewaring of toezicht de goederen zich bevinden, door den Voorzitter verwittigd. Art. 7. De Tariefcommissie kan aan één of meer personen uit haar midden opdragen zich naar een andere dan de voor de vergaderingen aangewezen plaats te begeven, tot het verkrijgen van gegevens* noodig voor de te nemen beslissing, of het te geven advies. Art. 8. In het geval, dat de belanghebbende de goederen, waarover het geschil loopt, reeds onder zich heeft en de verplichting op zich heeft genomen deze te vertoonen, geeft de Voorzitter den aangever schriftelijk kennis van de plaats waar, en den tijd waarop de goederen aan de Tariefcommissie, aan één of meer personen uit die Commissie of aan één of meer door deze aangewezen deskundigen vertoond moeten worden. Deze kennisgeving wordt aan den belanghebbende verzonden, ten minste veertien dagen vóór den dag, waarop de goederen moeten worden vertoond. Verzoekt de aangever dat de goederen bezichtigd worden op de plaats, waar zij zich bevinden, dan kan de Commissie daartoe termen vindende, aan dat verzoek voldoen. Art. 9. De beslissing omtrent schadevergoeding, bedoeld in artikel 23, zesde lid, der Waardewet 1906, S. no. 216 (1), wordt* fpo mogelijk, genomen op denzelfden dag als die omtrent de waarde, en anders in eene door den Voorzitter te bepalen nadere bijeenkomst. 1. Volgens de bedoelde wetsbepaling kan, indien de door de Commissie van beoordeeling of door de Tariefcommissie bepaalde waarde niet, of niet meer dan 1 pct., hooger is dan de aangegevene, op: daartoe gedaan schriftelijk Verzoek, een schadevergoeding ten laste van het Rijk worden toegekend naar aanleiding van het oponthoud der goederen, voor zoover de aangever dat niet heeft kunnen voorkomen. Art. 10. Bij alle stemmingen brengen de leden hunne stem uit in de volgorde, bij den aanvang der vergadering door het lot te bepalen. De Voorzitter stemt het laatst. 384 BIJLAGE VIII. — Regl. v. orde Tariefcommissie. Art. 11. De Voorzitter deelt de beslissing van de Commissie, welke ook de gronden vermeldt, waarop zij berust, bij aangeteekenden brief of tegen gedagteekend ontvangbewijs mede aan den aangever, of anderen belanghebbende, zoomede aan den betrokken Directeur der invoerrechten en accijnzen. Bevat de uitspraak eene beslissing van algemeene strekking, dan zendt de Voorzitter tevens een afschrift van de uitspraak aan den Minister van Financiën. Art. 12. De Voorzitter zendt de schriftelijke bescheiden, stalen, monsters, typen, afbeeldingen en beschrijvingen en c. q. de goederen, welke door ambtenaren der invoerrechten voor de behandeling der zaak aan de Tariefcommissie zijn verstrekt, zoodra daarvan het noodige gebruik is gemaakt, aan die ambtenaren terug. Art. 13. Het archief van de Tarief commissie berust onder den Voorzitter. Hij zorgt voor geregelde aanteekening omtrent de inkomende en uitgaande stukken, de voor de Commissie gebrachte zaken, de voor de behandeling aangewezen leden, de gevallen beslissingen, de toegekende schadevergoedingen, de te geven adviezen en verdere bijzonderheden, die later te stade kunnen komen. Art. 14. Bij verhindering van den Voorzitter treedt als zoodanig een zijner plaatsvervangers op, naar de volgorde, waarin zij zijn benoemd. Art. 15. Aan den Voorzitter worden door Ons één of meer secretarissen toegevoegd, om hem bij de werkzaamheden, volgens de wet of dit reglement van hem gevorderd, bij te staan. Voorts kunnen door Onzen Minister van Financiën bij de Tarief1commissie rijksklerken en adjunct-commiezen der directe belastingen, invoerrechten en accijnzen worden geplaatst. Art. 16. Ons besluit van 24 December 1920, no. 58 (1), en artikel 77 van Ons besluit van 16 September 1920, no. 51 (2>, «ijn van toepassing op de klerken, andere dan rijksklerken, geplaatst bij de Tariefcómmissie. 1. Dit Kon. besluit, opgenomen in V. v. V. no. 1487, regelt de belooning van klerken, andere dan rijksklerken en bepaalt dat het aantal dezer klerken door den Minister van Financiën wordt vastgesteld voor elk bureau. 2. Nl. art. 77 van het Organisatiebesluit Belastingen 1920 (V. v. V. no. 140tfc welk artikel, dat gewijzigd werd bü de Kon. besluiten V. v. V. nos. 2101, 2220 en'2576, de benoembaarheid regelt van particuliere klerken bp de bureaux der Administratie tot rijksklerk. BIJLAGE IX. Kon. besluit van 9 Januari 1925, no. 18, V. v. V. no. 2549. Bepalingen nopens vergoedingen voor leden der Tarief commissie en voor door haar geraadpleegde deskundigen. Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, ei»., enz., enz. Gezien artikel 12, tweede lid, der Tariefwet 1924, S. no. 568; Hebben goedgevonden en verstaan te bepalen: Art. 1. De Voorzitter en de plaatsvervangende voorzitters van de Tariefcommissie, bedoeld bij de Tariefwet 1924, S. no. 568 (V. v. V. BOs.2501), genieten elk een vacatiegeld van dertig gulden en de leden en de plaatsvervangende leden van die Commissie genieten ieder een vacatiegeld van twintig gulden voor eiken dag, waarop zij eene vergadering bijwonen. Voor eiken dag, waarop zij een onderzoek hebben te verrichten, wordt aan den Voorzitter of plaatsvervangenden voorzitter een vacatiegeld van vijftien gulden en aan de leden of plaatsvervangende leden, ieder een vacatiegeld van tien gulden toegekend, met dien verstande, dat zij, indien zij het onderzoek houden op denzelfden dag, waarop zij eene vergadering bijwonen, geen aanspraak hebben op vacatiegeld voor het onderzoek. Art. 2. De declaratiën wegens vacatiegelden worden per drie maanden ingezonden aan het Departement van Financiën. Zij vermelden de dagen, waarop vergaderingen zijn bijgewoond of een onderzoek is verricht. De declaratiën van de leden worden door den Voorzitter voorzien van eene verklaring dat de declarant werkelijk de in de declaratie opgegeven vergadering heeft bijgewoond of het daarin opgegeven onderzoek verricht heeft en heeft moeten verrichten. Art. 3. Aan de deskundigen, wier voorlichting door de Tariefcommissie is gevraagd, kent, voor zoover zij geen bezoldigde betrekking bij 's Rijks belastingen bekleeden, de Voorzitter der Tariefcommissie een vacatiegeld toe overeenkomstig de artikelen 61 en 63 van het tarief van justitiekosten en salarissen in burgerlijke zaken (1), met dien verstande, dat des Voorzitters beoordeeling in de plaats treedt van die van den rechter. Tarief van Invoerrechten. I. 386 BIJLAGE IX. — Vergoedingen-Tariefcommissie. In bijzondere gevallen kan de Voorzitter dat vacatiegeld, in afwijking van genoemde artikelen 61 en 63,tot een hooger bedrag per uur toekennen. Het vacatiegeld schat de Voorzitter toe aan den voet der declaratie van den deskundige, welke de opdracht van de Commissie, den aard der verrichte werkzaamheden en den daaraan besteden tijd vermeldt. Het alzoo toegeschatte bedrag betaalt de Ontvanger der invoerrechten, onder wiens kantoor de woonplaats van den deskundige behoort, aan dezen uit op zijne onder des Voorzitters toeschatting te stellen quitantie. Bij gebreke van zoodanigen Ontvanger geschiedt de uitbetaling door den Ontvanger der accijnzen. 1. Deze artikelen zijn opgenomen in aant. 1 op art. 53 van bijl. II. Art 4. De Voorzitter en de leden der Tariefcommissie en de door dat college geraadpleegde deskundigen geniete* vergoeding wegens reisen verblijfkosten overeenkomstig de bepalingen van hét Reisbesluit 1916. De deskundigen, voor zoover niet reeds hun rang of betrekking is opgenoemd onder een der klassen van art. 2 van het Reisbesluit 1916, worden gerangschikt in de derde klasse van dat besluit. De vergoeding wordt ook genoten voor de reis, vereischt voor het afleggen van den eed of de belofte, voorgeschreven bij art. 7 der voormelde wet. Art. 5. Wanneer eene vergadering gehouden moet worden in een lokaal, dat niet bij de Administratie der belastingen in gebruik is, kan de VtobTzittéT van de Tariefcommissie "de kosten der faaur van het lokaal aan het Rijk in rekening brengen. Voorzitter en leden van dat college kunnen voorts aan het Rijk in rextining brengen vracht voor goederen, kosten van telegrammen, briefporten, aanteêxengelden en de uitgaven wegens bureaubehoeften, drukwerken en verdere onvermijdelijke uitgaven, voor zoover zij een en ander in die betrekking hebben moeten betalen. BIJLAGE X. Kon. besluit van 8 April 1925, g. no. 137, V. v. V. no. 2563. Vrijdom van invoerrecht voor houtgeest en daaruit bereide of daarmede vermengde stoffen. Wij WILHELM1NA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz., Gezien art. 4 der wet van 30 Dec. 1910, S. no. 377 (V. 1914, no. 19), houdende bepalingen omtrent het belasten van houtgeest (1); Hebben goedgevonden en verstaan te bepalen: 1. Genoemd art. 4 is opgenomen in aant. 20 op art. 19 der Tariefwet. Art. 1. Er wordt vrijdom verleend van invoerrecht voor houtgeest, voor alle daaruit bereide of daarmede vermengde vloeistoffen en voor alle vaste stoffen die houtgeest bevatten: a. bestemd om te dienen als mengmiddel voor andere goederen, waarvoor vrijdom van accijns of invoerrecht wordt genoten (1); b. benoodigd als hulpmiddel bij de werkzaamheden in fabrieken of trafieken (2) ; c. benoodigd in fabrieken of trafieken, waarin de houtgeest «eodanige bewerking ondergaat, dat hij uit het daarbij verkregen product niet weder is af te scheiden (2). De voorzieningen, noodig tot wering van misbruik van den sub a bedoelden vrijdom, worden vastgesteld door Onzen Minister van Financiën. Ten aanzien van den sub b en c bedoelden vrijdom zijn van toepassing de bepalingen vervat in de artt. 16 tot en met 20 van Ons besluit van 23 Maart 1925, S. no. 103 (V. v. V.M 2542) (3), of de bepalingen die in bijzondere gevallen door Onzen Minister van Financiën zullen worden vastgesteld; met dien verstande, dat de vrijdom sub c, in afwijking van art. 16 van bedoeld besluit ook wordt verleend, indien de goederen waarvoor vrijdom wordt verlangd niet als hulpmiddel, doch als grondstof worden gebezigd. 1. De aanschaffing van houtgeest en van methylalcohol, bestemd om te dienen als mengmiddel voor andere goederen waarvoor vrijdom van accijns of van invoerrecht wordt genoten, geschiedt; iin den regel van rijkswege ; aan fabrikanten en andere belanghebbenden wordt mitsdien de vrijdom van invoerrecht, bedoeld in aïjt. 1, sub «, van bet besluit 388 BIJLAGE X. — Vrijdom-houtgeest. slechts toegestaan, indien hun in bijzondere gevallen door den Minister is vergund houtgeest of methylalcohol tot gebruik als mengmiddel uit het buitenland te betrekken. Res. V. v. V. no. 2564, § 1. Bij den invoer van houtgeest of van methylalcohol waarvoor de vrijdom bedoeld in art. 1, sub a, van het besluit wordt verlangd, wordt de bestemming opgegeven in de aangifte, voorgeschreven bij art. 120 der Algemeene wet van 26 Aug. 1822, S. no. 38, V. v. V. no. 70. Op die aangifte wordt, nadat voor het invoerrecht zekerheid is gesteld, een volgbrief afgegeven waarin de bestemming en eventueel ook de vergunning van den Minister krachtens welke de inslag ten gebruike als mengmiddel is toegestaan, wordt vermeld. Het vervoer der goederen naar de bestemming geschiedt onder bewaking of verzegeling. De inslag in het pand van bestemming heeft plaats onder toezicht van ambtenaren der invoerrechten en accijnzen. Die ambtenaren stellen op den volgbrief een verklaring nopens de ingeslagen hoeveelheid en leveren dit document vervolgens in bij den Ontvanger, die voor de terugzending van het gezuiverd document zorg draagt. Heeft de inslag plaats gehad door een fabrikant of trafikant, dan wordt vervolgens met de goederen gehandeld overeenkomstig de res. van A Dec. 1913, no. 37, V. v. V. no. 324 (a). Alsvoren, § 2. Omtrent de bewaring en de verstrekking van houtgeest en van methylalcohol die van rijkswege voor vermengingsdoeleinden zijn aangeschaft, blijven de bestaande voorschriften van kracht. Bestellingen behooren gericht te worden aan den Sub-ontvanger der invoerrechten en accijnzen aan het Gemeentelijk Handels-Entrepot te Amsterdam (b) aan wien eventueel ook ledige emballage voor het mengmiddel moet worden gezonden. Bij de verstrekking geeft deze Sub-ontvanger van de afzending aan den liétrokken Inspecteur of Ontvanger onverwijld kennis, onder opgaaf van het nummer van het voor de verzegeling gebezigd cachet. Alsvoren, § 3. De prijs van blanken houtgeest wordt bij deze bepaald op f 0,48 per L., te rekenen van 1 Mei 1925 ; die van zuiveren methylalcohol blijft tot nader order bepaald op f 0,82 per L. (verg. de res. van 10 Maart 1924, no. 95, V. v. V. no. 2283. Alsvoren, § 4. Indien uit houtgeest bereide of daarmede vermengde vloeistoffen, of vaste stoffen die houtgeest bevatten, als mengmiddel mochten worden aangewezen, zullen omtrent de toepassing van den vrijdom dienaangaande, zoo noodig, nadere voorschriften worden gegeven. Alsvoren, § 5. la) Zie aant. 1, noot e, op art 16 van bijlage II hiervoor. (4) Cruquisweg. Zie Weekblad no. 2694, blz. 81. 2* Ten aanzien van het genot van den . vrijdom bedoeld in art. 1, sub b en c van het beskuit, geeft het laatste hd van het artikel een regeling. Ter aanvulling hiervan wordt bepaald, dat de Inspecteurs ook aan handelaars, agenten,,vertegenwoordigers van buitenlandsche huizen en dergelijken den inslag met vrijdom van invoerrecht kunnen vergunnen van vloeistoffen of vaste stoffen die houtgeest bevatten, voor zoover de genoemde personen die uitsluitend afleveren aan fabrikanten of trafikanten voor dezer bedrijf. Aan de vergunning zal de voorwaarde moeten worden verbonden, dat naast de opgarW van de in het afgeloopen jaar met vrijdom ingeslagen goederen, een lijst van afgeleverde goederen, vermeldende de dagteekening der aflevering, de hoeveelheid, den naam en het beroep van den ontbieder en eventueel de teruggenomen partijen overgelegd moet worden. Res. V. v. V. no. 2564, § 6. 389 BIJLAGE X. — Vrijdom-houtgeest. Ten aanzien van de toe te passen denatureering gedragen zich de Inspecteurs aan de thans voor ieder bijzonder geval gegeven of aan de later te geven voorschriften. In geval van twijfel raadplegen zij de Directeurs, die zich zoo noodig wenden tot het Hoofdbestuur. Alsvoren, § 7. De Ontvangers zenden als tot dusver de opgaven van de hoeveelheid met vrijdom ingeslagen goederen aan hun Inspecteur, die deze opgaven in behandeling neemt, gedurende 5 jaar na afloop van het dienstjaar bewaart en dan begrijpt onder de aan het Departement in te zenden schrifturen. Voor deze opgaven bhjft het materieel Ace. no. 30a in gebruik. Alsvoren, § 8. Van iedere beschikking waarbij een vrijdom wordt verleend zenden de Inspecteurs een afschrift langs den ambtelijken weg aan het Departement van Financiën, dat zorgt voor de doorzending aan den Directeur van het Laboratorium van dat Departement te Amsterdam. Van het vervallen van een vrijdom geven de Ontvangers zonder verwijl rechtstreeks kennis aan den Directeur van gemeld Laboratorium, ten einde te voorkomen dat door de controleerende scheikundigen vergeefsche reizen worden gemaakt. Alsvoren, § 9. 3. Zie bijl. II hiervoor. Art. 2. Art. 39 van Ons besluit van 30 Nov. 1908, S. no. 346 (V. 1909, no. 10 en V. v. V. no. 612 XXI), blijft ook verder alleen van kracht voor vernissen en dergelijke niet tot inwendig gebruik bestemde vloeistoffen,' die buitenslands niet met houtgeest zijn bereid (1). Het tegenwoordig besluit brengt geen verandering in de geldigheid yan bestaande vrijdommen en vergunningen. 1. Genoemd art. 39 betreft vrijdom van accijns voor vernissen en dergelijke niet tot inwendig gebruik bestemde vloeistof fen,die buitensland s met gedistilleerd zijn bereid. Ark 3. Ons besluit van 18 Juni 1915, S. no. 276 (V. v. V. no.549), is ingetrokken. BIJLAGE XI. Kon. besluit van 5 Mei 1925, S. no. 183, V. v. V. no. 3587. Aanwijzing van de krachtens art. 43 der Tariefwet 1924, S. no. 568, te belasten goederen Wij WILHELMINA, bij de gratie God», Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz. Gezien artikel 43 der Tariefwet 1924, S. no. 568; Hebben goedgevonden en verstaan te bepalen: Art. 1. Zoolang daaromtrent geen nadere wettelijke regeling bestaat, zal van de goederen, omschreven in de bij dit besluit behoorende lijst, met inachtneming van de daarin voorkomende vrijstellingen, een invoerrecht worden geheven. Het bedrag en de maatstaf van het invoerrecht worden aangewezen door de in het eerste lid genoemde lijst, die geacht zal worden deel uit te maken van dit besluit. Ark 2. De in het vorig artikel bedoelde lijst is niet van toepassing op goederen, belast bij het tot de Tariefwet 1924, S. no. 568, behoorend tarief, nóch op die waaromtrent daarin is bepaald, dat zij vrij van invoerrecht moeten worden toegelaten of welke daarin van het volgens een post verschuldigd invoerrecht uitdrukkelijk zijn vrijgesteld. Art. 3. Dit besluit treedt in werking met ingang van denzelfden dag, waarop de Tariefwet 1924, S. no. 568, volledig in werking treedt. LIJST. L Aardewerk, pottenbakkerswerk en porselein, en artikelen vervaardigd uit grint of wel uit basalt, kwarts, quenast, gebroken marmer of ander zoogenaamd steenslag, dat door middel van cement of eenig ander bindmiddel innig is verbonden, zoomede fabrikaten, welke met de hierbovengenoemde producten overeenkomen (artikelen vervaardigd uit gemalen ijzerslakken en dergelijke daaronder begrepen) en hetgeen in hoofdzaak uit een en ander bestaat. A. Bakken, kuipen, ketels, reservoirs, retorten en andere ruimtehoudende Hchamen, welke een gewicht hebben van 60 K.G. of minder, ook al mochten deze zijn voorzien van een roertoestel, een vul- of aftapinrichting of eenig ander mechaniek, of zijn bestemd tot het completeeren van werktuigen of toestellen, met uitzondering van artikelen met 391 BIJLAGE XI. — Lijst krachtens art. 43. een mechanisme tot het physiseh of chemisch bewerken der goederen door hand-, voet- of werktuigelijke kracht, indien de inrichting voor deze krachtaanwending reeds bij den invoer aanwezig is 5 pct. B. Werktuigen, toestellen en andere hulpmiddelen, bestaande onder meer uit een bak, kuip, ketel, reservoir, retort of ander ruimtehoudend lichaam, waarin eenige arbeid wordt verricht of de goederen worden gekookt, gezuiverd of eenige andere physische of chemische werking of bewerking ondergaan, zonder dat daarbij eenige hand-, voet- of werktuigelijke kracht wordt aangewend, of waarbij de inrichting voor deze krachtaanwending bij den invoer nog niet is aangebracht, of welke enkel worden gebruikt om de goederen daarin te bewaren of daaruit af te tappen; een en ander indien zij een gewicht hebben van 60 K.G. of minder :.... 6 pek Een en ander, voor zoover de onder A en B genoemde goederen niet worden ingevoerd met niet aan invoerrecht onderworpen artikelen waartoe zij behooren. C. Overige artikelen, voor zoover hierna niet uitgezonderd .. 5 pct. Van bak volgens rubriek C verschuldigd invoerrecht worden vrijgesteld: 1. Kranen, zoomede pluggen en huizen daarvoor. 2. Voorwerpen, als genoemd onder A en B hiervoor, indien zij een gewicht hebben van meer dan 60 K.G. 3. Krachtwerktuigen (werktuigen waarmede de in het bedrijf benoodigde kracht wordt opgewekt of waarmede de opgewekte kracht haar de werktuigen, waarbij deze moet worden aangewend, wordt otfergebracht), zoomede arbeidswerktuigen (waaronder ten deze zfta' te verstaan alle werktuigen en toestellen, waarmede eenige arbeid wordt verricht of waarin of waarmede de goederen eene physische of chemische werking of bewerking ondergaan, daaronder mede begrepen voorwerpen, als genoemd zijn onder letter B, indien deze bij den invoer zoodanig zijn ingericht, dat bij het gebruik blijkbaar hand-, voet- of werktuigelijke kracht zal worden aangewend). 4. Vijzelstampers en andere gereedschappen, ook al mochten die naar vak- of spraakgebruik met den naam van instrumenten worden aangeduid, welke bij het gebruik in hun geheel door de hand van den gebruiker worden bewogen. 5. Deelen of toebehooren van krachtwerktuigen, gereedschappen en instrumenten van alle soorten, of van arbeidswerktuigen als bedoeld zijn onder no. 3 hiervoor, een en ander indien de bestemming dier artikelen als zoodanig bij de visitatie door bestelorders of andere bescheiden afdoende wordt aangetoond, en zij niet bestaan uit voorwerpen, welke met name belast zijn verklaard, of waarvoor biervoor of hierna eene regeling is aangegeven. 6. Isolatoren, mits niet gemonteerd, welke een gewicht hebben van meer dan 5 K.G. 7. Pernetten, ook stilts en spurts, en andere dergelijke artikelen, gebezigd in ijzergieleiajen en aardewerkfabrieken, zoomede segerkegels. 8. Slijp- en wetsteenen, zoomede molensteenen. 9. Vormen (gietvormen en dergelijke). 392 BIJLAGE XI. — Lijst krachtens art. 43. U. Bladgouden bladzilver in boekjes 3 pct. UI. Celluloid in bladen of platen, wit of wel anders gekleurd, al dan niet gepolijst of geperforeerd 5 pek IV. Chloroform, zoomede producten en zelfstandigheden, welke voor meer dan 50 pct. daaruit bestaan het K.G. f8,35 V. Electro-technische artikelen. A. Toestellen tot het sluiten, verbreken of omschakelen van electrische stroomkringen. 1. Schakelaars van alle soorten, stopcontacten daaronder begrepen 5 pct. 2. Controllers en regulateurs 5 pct. B. Toestellen tot het begrenzen van en/of beveiligen tegen electrischen stroom of spanning. 1. Smeltveiligheden, alsmede de contactstukken hiervoor .. 5 pek 2. Zekeringselementen, zekeringsstoppen, buispatronen, zekeringsstrippen en zekeringsdraden voor dadelijk gebruik geschikt, eizekeringen, vliegzekeringen, hoornzekeringen en poolzekeringen 5 pek 3. Relais (maximaal-, minimaal-, nulspanning-, terugwatt-, differentiaal-, selectierelais en dergelijke) 5 pek 4. Hoornafleiders, ventielen, electrolytische afleiders, overspanningsveiligheden, rollenafleiders en dergelijke 5 pct. C. Toestellen tot het regelen van electrischen stroom en/of spanning. 1. Weerstanden en regulateurs van alle soorten 6 pek 2. Smoorspoelen, aanzet- en regeltransformatoren 5 pek D. Toestellen tot het aantoonen of meten van electrische stroomen, spanningen en andere electrische grootheden, zoomede artikelen, welke in verband met hun aard daarmede zijn gelijk te stellen of voor het grootste gedeelte daaruit bestaan. Volt-, ampère- en wattmeters, frequentiemeters, phaseverschuivingsmeters, isolatie- en ohmmeters, galvanometers, meetbruggen, weerstandsbanken en andere electrische meetinstrumenten 5 pek 393 BIJLAGE XL — Lijst krachtens art. 43. E. Artikelen en toestellen voor het verbinden, aansluiten en steunen van electrische leidingen, machines en instrumenten. 1. Klem-, verbindings- en steunmateriaal: a. Kabelschoenenverbindingsklemmen, aftakklemmen, kruisklemmen, verdeelklemmen, schakelbordklemmen, draagklemmen, steunklemmen,doorvoerstangen, aansluitklemmen, raildragers, kroonklemmen, sleepcontacten, stroomafnemers en spilcontacten 5 pct. b. Gemonteerde isolatoren 6 pek 2. Kabelgarnituren: Verbindingsmoffea^i eindsluitingen, kruisstukken, verdeelkasten, aftakmoffen, huisaansluitkasten en zekeringskasten 5 pct. 3. Schakelinrichtingen: Schakelborden, schakelhuisjes, schakellessenaars, verdeelkasten, schakelcellen, meterborden, railkasten en schakelkasten 5 pct. F. Electromagneten. Hef-, rem en schakelmagneten en dergelijke 5 pct. G. Gelijkrichters, met uitzondering van roteerende gelijkrichters en van kwikdampgelijkrichters 5 pct. H. Toestellen, werktuigen en andere artikelen, welke in verband met hun aard met de onder A tot en met C en E tot en met G van deze groep belaste voorwerpen zijn gelijk te stellen of voor het grootste gedeelte daaruit bestaan 5 pek I Een en ander met dien verstande, dat de voorwerpen onder A tot en met H vrij van invoerrecht zullen worden toegelaten, indien zij worden ingevoerd met niet aan invoerrecht onderworpen artikelen, waartoe zij behooren of, voor zoover de voorwerpen genoemd onder A tot en met C en E tot en met H betreft, indien bij afzonderlijken invoer bij de visitatie door bestelorders of andere bescheiden afdoende wordt aangetoond, dat zij bestemd zijn om te worden gebruikt als onderdeel of toebehooren van niet aan invoerrecht onderworpen werktuigen. I. Transformatoren, met uitzondering van roteerende transformatoren en omvormers. Transformatoren (daaronder mede begrepen meettransformatoren en toestellen tot het meten van doorslagvastheid van transformatorolie en ander isolatiemateriaal), voor zoover niet ingevoerd met niet aan invoerrecht onderworpen artikelen, waartoe zij behooren : 1. welke olie bevatten, indien zij een gewicht hebben van 1500 K.G. of minder 5 pek 2. andere, indien zij een gewicht hebben van 900 K.G. of minder mi 6 pek 394 BIJLAGE XI. — Lijs* Jtrachtens art. 43. Een en ander met dien verstande, dat de ander A tot en met noemde voorwerpen vrij van invoerrecht zullen worden toegelaten, indien zij bestaan uit onopgemaakte koperwerken, als bedoeld zijn onder 9 van rubriek XI van groep X B. VI. Flesschensluitingen. A. Capsules van tin of van vertind lood 5 pet. B. Beugelfleschsluitingen, bestaande uit metaal en aardewerk of porselein &'lét VIL Garens. Garens, koord en snoer daaronder begrepen, welke meer dan 2 draden bevatten, die uitsluitend bestaan uit wol, mohair of eene daarmede overeenkomende zelfstandigheid 3 pet TUI. Houtwerk (*). 1. Hout bewerkt tot bladen, platen, planken, latten, schijven of dergelijke artikelen, al dan niet geschaafd, geploegd, gegroefd, gebeitst, geschuurd of verder bewerkt, dat op eenige plaats eene breedte heeft van meer dan 2 c.M., maar niet meer dan 30 c.M. en eene dikte van niet meer dan 12 m.M., wanneer tevens : A. de lengte meer is dan 5, maar niet meer dan 60 c.M., en de dikte op eenige plaats meer is dan 2 m.M 5 pct B. de lengte meer is dan 60, maar niet meer dan 120 c.M., en de dikte op eenige plaats meer is dan 5 m.M 5 pct. C. de lengte meer is dan 120 c.M., maar niet meer dan 2 M., en de dikte op eenige plaats meer is dan 8 m.M 5 pet Van het volgens rubriek 1 verschuldigd invoerrecht worden vrijgesteld : a. duigen, vervaardigd uit cylindrisch gezaagd hout en alle duigen, welke in de breedte een gebogen vorm vertoonen; b. ongeschaafd, ongestreken, cylindrisch gezaagd hout voor het maken van duigen ; c. bodemplankjes voor vaten, welke met het onder letter a of b bedoelde hout gelijktijdig worden ingevoerd, voor zoover de hoeveelheid dier plankjes, uitgedrukt in kubieke meters, niet meer bedraagt dan 1/2 van de daarmede gelijktijdig ingevoerde hoeveelheid duigen of duighout, en deze plankjes niet aan invoerrecht zijn onderworpen op grond van rubriek 20 hierna; d. cliché's en drukplaten ; e. leesthoutjes (zoogenaamde woodshanks). 2. Bakken, kisten, kratten en andere ruimtehoudende lichamen, welke een gewicht hebben van 60 K.G. of minder, ook al mochten deze zijn voorzien van een aftapinrichting, roertoestél of eenig ander mecha- (*) Xylolith, steinholz en dergelijke producten, welke hout vervangen, zullen voor de toepassing van deze groep met hout worden gelijkgesteld. Kurk zal echter niet als kout worden aangemerkt. Noot voorkomende in het Kon. besluit. 395 BIJLAGE XI. — Lijst krachtens art. 43. niek, of zijn bestemd tot het eompleteeren van werktuigen of toestellen, een en ander met uitzondering van vormen (kaasvormen en dergelijke), van vaat- en knipwerk (waaronder behalve buikige duigvaten ten deze mede zijn te verstaan alle ruimtehoudende lichamen, geen vaten zijnde, waarvan de romp bestaat uit duigen, welke in de breedte een gebogen vorm vertoonen) en van artikelen met een mechanisme tot het physisch of chemisch bewerken der goederen door hand-, voet- of werktuigelijke kracht, indien de inrichting voor deze krachtaanwending reeds bij den invoer aanwezig is 5 pet. 3. Werktuigen, toestellen en andere hulpmiddelen, bestaande onder meer uit een bak, knip of ander ruimtehoudend lichaam, waarin eenige arbeid wordt verricht of de goederen eene physische of chemische werking of bewerking ondergaan, zonder dat daarbij eenige hand-, voet- of werktuigelijke kracht wordt aangewend, of waarbij de inrichting voor deze krachtaanwending bij den invoer nog niet is aangebracht, of welke enkel worden gebruikt om de goederen daarin te bewaren of daaruit af te tappen; een en ander indien zij een gewicht hebben van 60 K.G. of minder en met uitzondering van vaat- of kuipwerk, waaronder behalve buikige duigvaten, ten deze mede zijn te verstaan alle ruimtehoudende lichamen, geen vaten zijnde, waarvan de romp bestaat uit duigen, welke in de breedte een gebogen vorm vertoonen 5 pek 4. Deuren, ramen en kozijnen 5 pek 5. Ladders en trappen 5 pek 6. Schoorsteenmantels 5 pek 7. Gordijngarnituren, zoomede ringen, stangen en embrassehouders daarvoor 5 pct. 8. Wielen en wielstellen voor vervoermiddelen en spaken, naven en velgen daarvoor 5 pct. 9. Hekwerken 5 pct. 10. Trapbalusters, balconbalusters en dergelijke hamsters.... 5 pek 11. Bruggen (voetbruggen en dergelijke) 5 pet. . 12. Zoogenaamde dakkapellen 5 pct. 13. Stoel- en bankzittingen, mits geperforeerd of voorzien van figuren of ornamenten, of wel voorzien van openingen ter bevestiging aan den stoelromp 5 pct. 14. Deurknoppen, ladeknoppen, knoppen voer ketels en koffiemolens, knoppen voor vlaggestokken, knoppen voor ledikanten, stoelen 396 BIJLAGE XL — Lijst krachtens art. 43. en uurwerkkasten, balustradeknoppen en andere dergelijke knop-: pen ëfeM 5 pek 15. Kranen (tap-), en pluggen en huizen daarvoor 5 pek 16. Kastpooten, kistpooten, tafelpooten, stoelpooten en andere dergelijke meubelpooten, zoomede kop- of kroonstukken voor kasten, spiegels of andere meubelstukken 6 pet. 17. Gordijn- en andere koord of kettingtrekkers 5 pct. 18. Kaapstanders en hijsch- en hefwerktuigen (vijzels, kranen, lieren, liften, takels, dommekrachten en dergelijke), welke alleen zijn ingericht om door menschelijke of dierlijke kracht te worden bewogen, zoomede takelblokken, takelschüven en katrollen 5 pct. 19. Kantoor- en winkelbetimmeringen en dergelijke betimmeringen, zoomede deelen en onderdeelen daarvan, een en ander tenzij de gelijktijdig ingevoerde voorwerpen uitsluitend bestaan uit niet aan invoerrecht onderworpen hout in bladen, platen, planken of latten 5 pct. 20. Deelen en onderdeelen. van tafels, kasten, stoelen of andere meubelen, deelen en onderdeelen van kisten, kratten of andere bergingsmiddelen, en andere dergelijke artikelen, geen op zich zelf staande gebruiksvoorwerpen zijnde, maar bestemd om tot het samenstellen van voorwerpen te worden aangewend, indien deze deelen of onderdeelen door middel van spijkers, stiften, klampen of krammen of wel door lijmen of op eenige andere wijze zijn verbonden 5 pek Van het volgens rubriek 20 verschuldigd invoerrecht worden vrijgesteld : a. op elkaar gelijmde platen hout (triplex en multiplex), ingevoerd in ruit- of rechthoekvorm, waarvan elk der zijden eene lengte heeft van 30 c.M. of meer, mits deze platen niet op nog andere wijze onderling zijn verbonden; b. deelen en onderdeelen, waaromtrent bij de visitatie door bestelorders of andere bescheiden afdoende wordt aangetoond, dat zij zijn bestemd voor het samenstellen van krachtwerktuigen, gereedschappen of instrumenten van alle soorten, of wel van arbeidswerktuigen, waaronder ten deze zijn te verstaan alle werktuigen en toestellen, waarmede eenige arbeid wordt verricht of waarin of waarmede de goederen eene physische of chemische werking of bewerking ondergaan. Een en ander met dien verstande, dat de onder 1 tot en met 20 genoemde goederen vrij van invoerrecht zullen worden toegelaten, indien zij worden ingevoerd met niet aan invoerrecht onderworpen artikelen, waartoe zij behooren. IX. Instrumenten. A, Telegraaftoestellen, daarbij gebezigde schakelinrichtingen en de onderdeelen van een en ander, als: morse-schrijftoestellen, hughes- , c BIJLAGE XI. Lijst krachtens art. 43. toestellen, relais, kloppers, toestel-bliksemafleiders, stopcommutators, telegraafschakelaars, galvanometers, papierroldragers, pedaalcontacten en dergelijke o pct. B. Sein- en beveiligingstoestellen voor spoorwegen, daarbij gebezigde schakelinrichtingen en de onderdeelen van een en ander, als : mechanische en electrische wisselverstellers, trekvereperringen, blokrelais, electrische sloten, wisselstroomrelais, kabeleindafsluitingen, smoorspoelen, magneetinductors en dergelijke o pet. C. Meetinstrumenten tot het bepalen van druk, vacuüm, trek, hoeveelheid, warmte en omwentelingen, registreerende daaronder begrepen, als : manometers, vacuummeters, compoundmeters, trekmeters, drukmeters, wijzer-thermometers, pyrometers, slagentellers, vloeistofmeetapparaten en dergelijke ö pct. D. Hoekmeet- en waterpasinstrumenten : Niet met lens samengestelde sextanten; boussoles bestaande uit niet van kijker voorziene kompassen, zoomede equerres 5 pct. E. Zeevaartkundige instrumenten: Kompassen, peiltoestellen, loodingsapparaten en dergelijke .. 6 pct. F. Demonstratietoestellen voor het onderwijs in de natuur-, scheien werktuigkunde • • • • « pct. G. Electrische afmijntoestellen 5 pct. H. Electrische signaaltoestellen voor het geven van andere dan geluidsignalen 6 pct. Een en ander met dien verstande, dat de onder deze groep vallende goederen vrij van invoerrecht zullen worden toegelaten, indien zij bestaan uit onopgemaakte koperwerken als bedoeld zijn onder 9 van rubriek XI van groep X B, of worden ingevoerd met niet aan invoerrecht onderworpen artikelen, waartoe zij behooren. X. Metaalwaren. (Voor zoover niet belast of uitgezonderd bij een der groepen Instrumenten of Electro-technische artikelen en met uitzondering van transformatoren). A. Artikelen, welke geheel of hoofdzakelijk bestaan uit zink. I. Buizen en buisvormige hulpstukken 5 pct. II. Platen en bladen, welke zijn doorboord, [geperforeerd of gegolfd 5 pct. 398 iüü BIJLAGE XI. — Lijst krachtens art. 43. S^Nl III. Roeven en wellen, zijnde reepen of Btrooken in de lengte aan beide of aan één der zijden voorzien van een opstaanden rand, waarvan de bovenkant naar binnen is omgeslagen w 5 pct. Een en ander voor zoover de onder I tot en met III genoemde goederen niet worden ingevoerd met niet aan invoerrecht onderworpen artikelen, waartoe zij behooren. IV. Zoogenaamde ketelzink, waaronder te verstaan geplette of gewalste, al dan niet doorboorde platen of blokken, waarvan,in tegenstelling met het onbewerkte zink in schuitjes, het oppervlak glad is, en de zijkanten zijn geschaafd, gezaagd of afgesneden, en waarvan de lengte, breedte en dikte onderscheidenüjk meer bedragen dan 140, 70 en 10 m.M., maar niet meer dan 310,160 en 30 m.M 5 pet. B. Artikelen, welke geheel of hoofdzakelijk bestaan uit een of meer der metaalsoorten ijzer, staal, koper, tin of aluminium; messing, brons, nieuwzilver en andere alliages en mengsels, welke in hoofdzaak uit de genoemde metalen bestaan daaronder begrepen. I. Bakken, kuipen, ketels, reservoirs, retorten, tanks en andere ruimtehoudende hchamen, welke een gewicht hebben van 150 K.G. of minder (1), ook al mochten deze zijn voorzien van een roertoestel, vul- of aftapinrichting, of eenig ander mechaniek, of zijn bestemd tot het completeeren van werktuigen of toestellen, voor zoover zij niet onder 18, 23, 35, 42, 45 en 46, letter e, van rubriek XI van deze groep zijn vrijgesteld en met uitzondering van artikelen met een mechanisme tot het physisch of chemisch bewerken der goederen door hand-, voet- of werktuigelijke kracht, indien de inrichting voor deze krachtaanwending reeds bij den invoer aanwezig is 5 pct. II. Werktuigen, toestellen nn andere hulpmiddelen, bestaande onder meer uit een bak, kuip, ketel, reservoir, retort, tank of ander ruimtehoudend lichaam, waarin eenige arbeid wordt verrioht of de goederen worden gekookt, gezuiverd of eenige andere physische of chemische werking of bewerking ondergaan (stoomketels en dergelijke artikelen daaronder begrepen), zonder dat daarbij eenige hand-, voet- of werktuigelijke kractot wordt aangewend, of waarbij de inrichting voor deze krachtaanwending bij den invoer nog niet is aangebracht, of welke enkel worden gebruikt om de goederen daarin te bewaren of daaruit af te tappen ; een en ander indien zij een gewicht hebben van 150 K.G. •of minder (1) en voor zoover zij niet onder 18, 23 of 41 van rubriek IX van deze groep zijn vrijgesteld 5 pek 1. Is het gewicht grooter 150 K.G., dan zijn de voorwerpen, in de onderdeelen I en II genoemd, vrij van recht. Zie onderdeel XI, 2e hd, sub 46, letter- d, hierna. III. Buizenen pijpen,waaronder zijn te verstaan al dan niet met asphalt, papier, weefsel of andere zelfstandigheden omkleede of omgeven buisvormige artikelen (buisvormige hulpstukken inbegrepen) welke een inwendigen diameter hebben van 2 M. of minder, en over de geheele 398 BIJLAGE XI. — Lijst krachtens art. 43. lengte (mof, sok en schroefdraad, de verwijding, welke voorkomt ïnj de splitsing van zoogenaamde broekstukken, de afwijkende diameter van zijstukken van zoogenaamde spruitstukken en de verwijding, welke Voorkomt aan het uiteinde van vlam- en ketelpijpen voor het bevestigen van de pijpen aan den ketelbodem, en dergelijke aan de uiteinden voorkomende afwijkingen buiten aanmerking gelaten) een zelfden inwendigen diameter hebben en waarvan geen der uiteinden is afgesloten, voor zoover niet bij no. 13 of 32 van rubriek XI van deze groep met name of in de soort vrijgesteld : A. Buizen en pijpen, welke geheel of hoofdzakelijk bestaan uit geheel of gedeeltelijk gepolijst koper, messing of brons 5 pct. B. Buizen en pijpen, welke geheel of hoofdzakelijk bestaan uit ijzer of staal: li Buizen en pjjpen, welke eene wanddikte hebben van 2 m.M. of minder, zoomede geklonken of gefelste buizen en pijpen 6 pct. 2. Overige: a. Gegoten buizen en pijpen voorzien van een aangegoten sok, indien zij eene wanddikte hebben van 6 m.M. of minder, of zoo zij, de sok medegemeten, geen grootere lengte hebben dan van 1,5 M., indien zij eene wanddikte hebben van 9 m.M. of minder 5 pct. b. flenspijpen, ook met aangezette flens, welke een wanddikte nebben van 6 m.M. of meer 5 pct. c. gelaschte buizen en pijpen, welke een inwendigen diameter hebben van 110 m.M. of meer, en waarop de lasch, als bij electrisch en autogeen gelaschte buizen en pijpen, door de op de buis ter plaatse voorkomende verdikking duidelijk waarneembaar is 5 pet. IV. Trapperkrukken (cranks) en van kruk voorziene kettingwiéfen voor rijwielen en motorrijwielen pj 5 pct. V. Drijvende droogdokken 5 pCt. VI. Kaapstanders en hijsch- en hefwerktuigen, (vijzels, kranen, lieren, liften, takels, dommekrachten en dergelijke), welke alleen zijn ingericht om door menschelijke of dierlijke kracht te worden bewogen, zoomede takelblokken, takelschijven en katrollen 5 pct. VII. Kranen, zoomede pluggen en huizen daarvoor, alsmede afsluiters, kleppen en ventielen van alle soorten, stoomonderbrekers, zoogenaamde flotteurkranen en dergelijke artikelen inbegrepen 5 pct. VIII. Pompen van allerlei aard, welke alleen zijn ingericht om door menschelijke of dierlijke kracht te worden bewogen, met uitzondering van gierpompen, brandspuiten en andere spuiten en van aftaptoeetellen 5 pct. IX. Schroeven en moeren, ook stelschroeven, en alle van schroefdraad voorziene bouten (tirefonds en dergelijke ■artikelen inbegrepen) met uitzondering van houtschroeven <*Jb hoedanig zullen worden aangemerkt alle schroeven, welke eindigen in een punt en waarvan de kop 399 400 BIJLAGE XI. — Lijst krachtens art. 43. is voorzien van een gleuf om de schroef te kunnen aandraaien), zoomede haakbouten, moerplaatjes en moerringen (washers) 5 pct. X. Ladders en trappen 5 pct. Een en ander met dien verstande, dat de onder I, II en IV tot en met X van deze groep genoemde goederen vrij van invoerrecht zullen worden toegelaten, indien zij bestaan uit onopgemaakte koperwerken, als bedoeld zijn onder 9 van rubriek XI hierna en dat mede de onder I tot en met X van deze groep genoemde goederen, vrij van invoerrecht zullen worden toegelaten, indien zij worden ingevoerd met met aan invoerrecht onderworpen artikelen, waartoe zij behooren. XI. Andere artikelen, voor zoover deze niet behooren tot rubriek III of bij rubriek VIII of IX van deze groep of hierna zijn uitgezonderd.. 5 pct. Van het volgens rubriek XI verschuldigd invoerrecht worden vrijgesteld : 1. Schuitjes ruw gietijzer (pigs), koeken of blokken koper, en andere producten van de eerste gieting. 2. Ruwe en voorgewalste blokken (ingots en blooms), knuppels, onafgewerkte stukken metaal om daaruit messen of kamwielen te vervaardigen en ander voorgewalst, voorgesmeed of ruw gegoten materiaal, geen voltooide of gedeeltelijk voltooide voorwerpen, maar blijkbaar grondstoffen zijnde, welke voor het vervaardigen van voorwerpen worden aangewend. 3. Ijzervijlsel, afdraaisel en dergelijke afvalproducten. 4. Draad, al dan niet gegalvaniseerd, gepolijst, vertind of op dergelijke wijze bewerkt. 5. Metaal in staven, zoowel plat, vierkant als rond, zoomede bandmetaal en balk-, hoek-, T- en U-ijzer en ander geprofileerd metaal, al dan niet gegalvaniseerd, gepolijst, geverfd, vertind of op dergelijke wijze bewerkt, ongeacht dikte en afmeting, mits niet doorboord of geperforeerd en niet gebogen of op andere wijze vervormd; van nopjes, ribben of ruiten voorzien bandijzer en dergelijke artikelen daaronder begrepen. 6. Metaal in bladen, strippen of platen, ongeacht hunne dikte en afmeting en den vorm van hun omtrek, al dan niet gegalvaniseerd, gepolijst, bedrukt, geverfd, gedecoreerd of op dergelijke wijze bewerkt (gelijkmatig geribde of geruite platen, zoogenaamde nopjesplaten, schetsplaten en dergelijke platen en bladen inbegrepen), een en ander mits niet doorboord of geperforeerd en niet gebogen of op andere wijze vervormd. 7. Gegolfd plaatijzer, al dan niet verzinkt,of gebogen, ook indien het is voorzien van gaten. 8. Eestplaten, waaromtrent bij de visitatie door bestelorders of andere bescheiden afdoende wordt aangetoond, dat zij als zoodanig zullen worden gebezigd. 9. Onopgemaakte koperwerken, waaronder znn te verstaan BWr sluitend uit koper, messing of brons vervaardigde artikelen, welke in 401 BIJLAGE XI. — Lijst krachtens art. 43. den staat, waarin zij worden ingevoerd, zonder nadere bewerking of verwerking niet plegen te worden gebruikt. 10. Gegoten ijzeren ballastblokken. 11. Schroef-, worm-, kam- en tandwielen, zoomede rondsels, een en ander indien zij een gewicht hebben van meer dan 1 K.G. 12. Kettingen. 13. Radiatoren en geledingen voor radiatoren, zoomede ribbenbuizen. 14. Spoorstaven; lasch- en verbindingsplaten, klemplaten, dwarsliggers en hetgeen verder tot het doorloopend spoor behoort, met uitzondering van moerbouten, haakbouten, tirefonds kruisingen, kruisstukken en wissels en van hetgeen tot deze laatste behoort, zooals harten puntstukken, tongen en dergelijke. 15. Spijkers, draadnagels, klinkbouten en klinknagels, (schoenspijkers, zoogenaamde splitspijkers of splitnagels, plaatspijkers of „wellblechnagel" en dergelijke artikelen inbegrepen) en de daarmede ingevoerde plaatjes en losse koppen, een en ander met uitzondering van de artikelen, voorzien van kop en punt. 16. Schepen en schuiten, zoomede scheepsankers, scheepsschroeven, patrijspoorten, roeidollen en andere deelen of toebehooren van schepen en schuiten, tot geen ander doel geschikt, voor zoover die deelen en toebehooren niet bestaan uit artikelen, welke met name belast zijn verklaard, of waarvoor hiervoor of hierna eene regeling is aangegeven. 17. Touw en kabel, gedraaid of gevlochten van metaaldraad of metaalband, al dan niet voorzien van oog of lus. 18. Smidsen, al dan niet voorzien van waterreservoir, en onderdeelen van smidsen, als smidsvuurmonden, smidsvuurvormen, windvormers en oogijzers. 19. Klauwplaten. 20. Boren, fraisen, fraismessen en ruimers, stempels en matrijzen, zoomede messen van allerlei aard, stanz- en ponsmessen, schaaf- en ploegmessen inbegrepen, en zaagbladen. 21. Aambeelden en schrooien, hoorns, boven- en onderzalen en bovenen ondervulijzers daarvoor, smidsstuik- of zaalblokken en zoogenaamde vlakplaten. 22. Bank- en handklemschroeven, lijmknechten, zoogenaamde sergeanten en dergelijke artikelen inbegrepen. 23. Vormen, als giet- en slagvormen, biscuitvormen, steenvormen, glasblazersvormen, vulcaniseervormen, hoedvormen, mutsenbollen en dergelijke, zoomede cliché's en drukplaten. 24. Draadtrekkers of treksteenen, waaronder te verstaan metalen voorwerpen, voorzien van een edelgesteente, gebruikt bij het trekken van draad. 25. Drijfriemverbinders, tenzij uitsluitend bestaande uit schroeven en moeren, of andere volgens rubriek IX van deze groep belaste voorwerpen. Tarief van Invoerrechten. I. 26 l BIJLAGE XI. — Lijst krachtens art. 43. 402 26. Haspels, spoelen en klossen. 27. Riemschijven, kussenblokken, lagerschalen, muurkasten, steunconsoles, wandconsoles, smeerringen, omloopregelaars, drijfriemafwerpers en andere dergelijke niet met name genoemde drijfwerkonderdeelen. 28. Spiraalveeren, welke een gewicht hebben van één kgr. of meer, zoomede al dan niet opgerolde bladveeren, met uitzondering alleen van bladveeren en onderdeelen daarvan voor vervoermiddelen,voor zoover deze laatste veeren en onderdeelen een gewicht hebben van 30 K.G. of minder. 29. Assen van alle soorten, zoowel drijfwerk- en krukassen als assen voor vervoermiddelen, indien zij een gewicht hebben van 50 K.G. of meer. 30. Wielen van alle soorten, zoowel vliegwielen, kraan- en stuurwielen, als wielen voor vervoermiddelen, wielbanden en wielstellen : A. Wielen, welke een gewicht hebben van 100 K.G. of meer. B. Wielbanden, welke een gewicht hebben van 40 K.G. of meer. C. Wielstellen: a. voor wagens gebruikt in mijngangen (wielstellen waarvan de as over de geheele lengte is omgeven van een metalen bus of koker, gevuld met kogels, een zoogenaamd rollager); b. overige, indien zij een gewicht hebben van 250 K.G. of meer. 31. Vrijwielen voor rijwielen, zoomede spatschermen en voorvorkscheden voor rijwielen en motorrijwielen in onafgewerkten, niet voor dadelijk gebruik geschikten staat (z.g. blanke schermen en scheden). 32. Balhoofdboven- en balhoofdbeneden-verbindingsstukken, trapperstukken (ook wel genaamd brackethulzen), achtervorkstukken of bruggen, zoogenaamde kroonstukken, en andere dergelijke verbindingsstukken voor het samenstellen van frames en het aanbrengen van voorvorken en achtervorken van en bij rijwielen en motorrijwielen, voor zoover die artikelen niet zijn gepolijst, vernikkeld, gelakt of geverfd, of op eenigerlei andere dergelijke wijze zijn afgewerkt en een gewicht hebben van 700 gram of minder. 33. Ashuizen, cardangewichten, rollagers voor cardanassen, naven, krukkasten, versnellingen, pedalen, stuurinrichtingen, spatschermen en andere niet met name belaste deelen en onderdeelen van automobielen, voor zoover voor die deelen en onderdeelen biervoor of hierna in deze groep geen regeling is aangegeven, en daaromtrent bij de visitatie door bestelorders of andere bescheiden afdoende wordt aangetoond, dat zij zijn bestemd om te worden gebruikt bij de samenstelling of herstelling van automobielen. 34. Onafgewerkte sleutels, onafgewerkte tuimelaars en andere onafgewerkte! niet voor dadelijk gebruik geschikte artikelen, vervaardigd van smeedbaar gietijzer, gebruikt tot het vervaardigen van sleutels en sloten, indien deze artikelen een gewicht hebben van 500 gram of minder. 35. Koolzuurflesschen, zuurstofflesschen en andere gelaschte of naadlooze cylinders en vaten voor het vervoeren of bewaren van gecomprimeerde gassen. 36. Brandspuiten. 37. Roosterstaven. i 403 BIJLAGE XI. — Lijst krachtens art. 43. 38. Kogellagers, zoomede metalen kogels. 39. Granaatvormen (stukken metaal in suikerbroodvorm, gebruikt bij het persen van granaathulzen). 40. Metalen baleinen voor parapluies en parasols en de daarmede samengestelde niet van stok of naald voorziene parapluie- en parasolgeraamten. 41. Gasverlichtingsinstallaties voor spoor- en tramwegrijtuigen (die voor goederenwagens daaronder begrepen), bestaande uit gasreseradw, gaskranen, gasdruk-regulateurs, gasdrukmeters en kleine buisleidingen, mits deze installaties in haar geheel worden ingevoerd, en de bestemming dier artikelen als zoodanig, bij de visitatie door bestelorders of andere bescheiden afdoende wordt aangetoond ; een en ander met uitzondering van lampen en lamptoebehooren. 42. Aspotten voor wielstellen van spoor- en tramwagens met de daarbij behoorende gelijktijdig ingevoerde onderdeelen. ' 43. Metallieke pakking en andere dergelijke pakkingstof. 44. Weibladen en ander soldeermateriaal. 45. Geschut, projectielen en patronen voor geschut en deelen en onderdeelen van een en ander, indien de bestemming dier artikelen als zoodanig bij de visitatie door bestelorders of andere bescheiden afdoende wordt aangetoond, en voor zoover voor deze deelen en onderdeelen hiervoor of hierna in deze groep geen regeling is aangegeven en zij niet met name belast zijn verklaard ; zoomede kogels voor handvuurwapenen. 46. Gereedschappen, werktuigen, toestellen en andere hulpmiddelen: a. Stoomketels. b. Stoomwerktuigen en motoren van alle soorten (ook wind-, wateren veermotoren) en andere krachtwerktuigen (werktuigen, waarmede de in het bedrijf benoodigde kracht wordt opgewekt of waarmede de opgewekte kracht naar de werktuigen, waarbij deze moet worden aangewend, wordt overgebracht), rosmolens en dergelijke artikelen inbegrepen. c. Arbeidswerktuigen, waaronder ten deze zijn te verstaan werktuigen en toestellen, waarmede eenige arbeid wordt verricht of waarin of waarmede de goederen eene physische of chemische werking of bewerking ondergaan (dynamo's, landbouwwerktuigen, luchtdruk- en vacuumremmen voor spoor- en tramwagens, mechanisch bewogen hef- en hijschwerktuigen en pompen, transportbanden, transportschroeven en transportwormen, zoomede diffusiebatterijen, filterpersen, verdamplichamen, koelkasten, koeltroggen, kookpannen, autoclaven, bak- en moffelovens, vul- en aftapapparaten en andere onder rubriek II yan deze groep bedoelde voorwerpen, indien deze bij den invoer zoodanig zijn ingericht dat bij het gebruik blijkbaar hand-, voet- of werktuigelijke kracht zal worden aangewend, daaronder begrepen). d. Voorwerpen als zijn genoemd onder de rubrieken I en II van deze groep, indien zij een gewicht hebben van meer dan 150 K.G. e. Melktransportkannen, waaronder zijn te verstaan ongeverfde, vertinde of gegalvaniseerde ijzeren bussen, voorzien van deksel en twee ooren, welke een gewicht hebben van meer dan 12 K.G. Een en ander met dien verstande, dat indien dè bij letters a tot en BIJLAGE XI. Lijst krachtens art. 43. 404 met e genoemde artikelen worden ingevoerd in gedemonteerden staat en zij voor meer dan 50 pct. van hun gewicht zijn samengesteld uit zoogenaamd constructieijzer, van dit constructieijzer, voor zoover het bestaat uit aan invoerrecht onderworpen doorboord of op dergelijke eenvoudige wijze bewerkt, al dan niet onderling verbonden doch niet vervormd plaat-, band-, staaf- of profielijzer of-staal, invoerrecht zal verschuldigd zijn. ƒ. Fronten en vuurgangen voor stoomketels, onderdeelen van weefgetouwen en sigarettenmachines, onderdeelen van dynamo's en motoren en andere deelen of toebehooren van stoomketels, krachtwerktuigen, gereedschappen en instrumenten van alle soorten of van arbeidswerktuigen als bedoeld uijn onder letter c hiervoor, een en ander attdien de bestemming dier artikelen als zoodanig bij de visitatie door bestelorders of andere bescheiden afdoende wordt aangetoond, voor zoover voor deze deelen en toebehooren hiervóór geen regeling is aangegeven en het niet betreft met name belaste artikelen, of zoogenaamd constructieüzer, dat bestaat uit aan invoerrecht onderworpen doorboord of op dergehjke eenvoudige wijze bewerkt, al dan niet onderling verbonden, doch niet vervormd plaat-, band-, staaf- en prófielijzer of -staal. g. Beproevingstoestellen, waaronder* zijn te verstaan werktuigen en toestellen, waarmede de deugdelijkheid van een fabrikaat of de daarvoor gebruikte grondstoffen en hulpmiddelen worden getoetst. h. Schoenleesten (zoogenaamde drievoeten hieronder niet begrepen). i. Interliniën, ijzerwit, ramen, zetgaleien en andere dergelijke hulpmiddelen, gebruikt in het drukkersbedrijf; vormstiften, kernnagels, wanddiktenagels, kernsteunen, kernstiepen, vormkasten, koelspiralen, modelklemmen (plaatspijkers), en ander dergelijk vormersgereedschap, gebruikt bij het vervaardigen van voorwerpen uit vloeibaar metaal en andere dergelijke niet met name of in de soort belast verklaarde in de nijverheid gebruikte bedrijfshulpmiddelen, met uitzondering van zoogenaamde drievoeten. j. Electrische en pneumatische hamers, boren en beitels. k. Hamers, zagen, beitels, passers, vijlen, handspaken, houweelen, koevoeten, doorslagen, drevels, duimstokken, holpijpen, schroef-, moeren kraansleutels, schietlooden, driehoeken, afschrijfblokken en winkelhaken en andere gereedschappen, ook al mochten die naar vak- of spraakgebruik met den naam van instrumenten worden aangeduid, welke bij het gebruik in hun geheel door de hand van den gebruiker worden bewogen. I. Vischhaken. XI. Plantaardige oliën, oliezuren en olievetzuren v.a,s., zoomede niet afzonderlijk belaste artikelen, welke voor meer dan 50 pct. daaruit bestaan ; een en ander voor zoover deze producten bij 16° Celsius vloeibaar zijn • met uitzondering van drukinkten, zoomede van aetherische oliën, van 'gevulcaniseerde oliën, van Turksche roodolie en andere gesulfoneerde oliën en van de artikelen voor meer dan 50 pct. daaruit samengesteld •••• 100 K'G- f0'55 XII. Rubber- of caoutchouereepen voor banden veer rijtuigen, kinderwagens en andere vervoermiddelen, voorzien van hiel (zoogenaamd 405 BIJLAGE XI. — Lijst krachtens art. 43. biel- of knelband) of wel inwendig voorzien van metaaldraad (zoogenaamd kabelband) 6 pek XIII. Vanilline 5 pek XIV. Verfwaren met olie bereid (stopverf en dergelijke artikelen daaronder begrepen), zoomede vloeibare lakken, mastieken, vernissen en siccatieven, een en ander voor zoover die producten niet meer van 50 pek olie bevatten, met uitzondering alleen van al dan niet gekleurde drukinkten '.V.4..... .rr. 5 pek XV. Zeep. I. Zachte (zoogenaamde groene en gele) (1) 100 K.G. f 1,— II. Harde, zoomede alle vaste stoffen, die voor meer dan 50 pct. uit zeep bestaan : a. geparfumeerde en transparantzeep 100 K.G. f 4,— b. niet geparfumeerde 100 K.G. f 2,— 1. Krachtens art. 26 der wet is bij art. 1 van het Kon. besluit van 11 Maart 1925, S. no. 77, V. v. V. no. 2540 (zie bijlage.VI) bepaald, dat de belasting voor zachte zeep, in vaten, berekend kan worden naar het bruto gewicht, met toepassing van 15 pct. aftrek voor tarra. BIJLAGE XII. Geheimmiddelen. Min. res. van 13 Mei 1925, no. 153, V. v. V. no. 2591. De Minister van Financiën, Gezien de Bijzondere bepalingen nos. 1 en 3 op post no. 43 van het bij de Tariefwet 1924, S. no. 568, behoorend tarief; Gelet op het advies der Tariefcommissie van 25 April 1925, no. 38 ; Heeft goedgevonden en verstaan : de hierna te noemen artikelen aan te wijzen als geheimmiddel (1): Antifelhn thee (Fabrikaat £. Meurin). Balsempillen (van Aken, Selzaete). Barcola compound. Beecham püls. Bihvalpillen (Ingelheim). Biodoron (Internationaal Laboratorium, Arlesheim, Zwitserland). Bishop's Varallettes. Blairs gout and rheumatic pills (Prout & Harsan, Londen). Bronchial lozenges (P. D. & Go.). Dr. Caro's frangustin-ontvettingstabletten. Cockle's antibihous pills. Codoform Bottu. Cuticura pills. Diabetylline (Diabett. Gesellschaft, Berlijn). Duo-Formula tabletten (Dr. Richards). Dupuis-pillen. Eno's antibihous pills. Felsol (Fabrikaat Roland, Essen). Forster's maagpillen. Forster's nier- en rugpijnpillen. Gebismureerd magnesium. Gloria tonic laxeerpillen. Gloria tonic tabletten. Gouttes du Dr. Richard. Gripe water (Woodward Ltd., Londen). Holloways pillen. Infludo (Internationaal Laboratorium, Arlesheim, Zwitserland). 407 BIJLAGE XII. — Geheimmiddelen. Irving's Gist-Tamine. Izalpastilles (Newton Chambers). Keatings Cough lozenges. Kill Canker. Lakerolpastilles. Lithane (aether cryomethylogene). Livola de composée. Lydia Pinkham's tabletten. Lydia Pinkham's leverpillen. Mimosa menstruatiedruppels. Miradiumpastilles. Morisons pillen. Mother Seigels hoestbalsem. Nier- en blaaspillen de Wit. Nivochimosine tabletten (Chemische Industrie, Lugano). Oxymors (Chemische Werke, Rudolstadt). Pilules orientales. Pink-pillen. Potter's asthmamiddel. Powell's Balsam of aniseed. Purgeerpiilen (H. van Aken, Selzaete). Seleron (Internationaal Laboratorium, Arlesheim, Zwitserland). Sloan's Liniment. Smalarina Cremonese. Spetontabletten. Dr. Strahls Hauspillen no. IV. Vrouwenpoeders (H. van Aken, Selzaete). Zwitsersche pillen (Brandt). 1. Zie, nopens de verschuldigde belasting bij invoer verpakt of in tabletvorm, tariefpost no. 43, benevens de Bijzondere bepaling no. 6 op dien post. ALPHABETISCH REGISTER. In het eerste gedeelte dezer uitgave is een Alphabetisch Register opgenomen, betrekking hebbende op de artikelen der wet en op het tot de wet behoorende Tarief. De krachtens art. 43 der wet tot stand gekomen lijst van goederen, waarvoor het vroegere invoerrecht gehandhaafd blijft (zie bijl. XI), maakte het noodzakelijk in het tweede gedeelte ook een Alphabetisch Register op te nemen, waarin tevens verwijzingen naar de andere bijlagen konden worden opgenomen. Het was niet mogelijk de beide Registers te vereenigen, daar dan niet het eerste gedeelte reeds eenige maanden geleden had kunnen verschijnen, terwijl ook de verschijning der volledige uitgave aanmerkelijke vertraging zou ondervonden hebben. Ten einde het bezwaar twee Alphabetische Registers te moeten raadplegen weg te nemen, wordt den inteekenaren op de Supplementen bij Supplement I gratis geleverd een overdruk van het in dit tweede gedeelte voorkomende Alphabetisch Register, welke overdruk in zoodanigen vorm wordt gegeven, dat deze, in strookjes geknipt, op de aangegeven plaatsen in het doorschoten exemplaar van het eerste gedeelte kan worden opgeplakt. Evenmin als ten opzichte van het bij de wet vastgestelde Tarief, kwam het doenlijk voor in het Alphabetisch Register bij alle in voormelde bijlage XI genoemde artikelen aan te geven of deze aan invoerrecht zijn te onderwerpen of wel vrij van recht kunnen worden toegelaten. Daartoe toch zou bij elk der artikels — er zijn er meer dan 200 — voorkomende in de posten I, V, VIII en IX, een of meer der hierna genoemde uitzonderingsgevallen vermeld moeten worden, waardoor het Register zeer veel omvangrijker zou geworden zijn. Men houde dus in het oog: dat voor de voorwerpen, genoemd in de onderdeelen A en B I van post I, niet het bij die onderdeelen vermelde recht verA I schuldigd is, wanneer die voorwerpen worden ingevoerd met I niet aan invoerrecht onderworpen artikelen, waartoe zij be- hooren (zie bijl. XI, post I, het vermelde na onderdeel B); dat de in post V, onderdeelen A—I, genoemde eleotro-technische voorwerpen niet aan het in die ondèrdeelen vermelde recht onderworpen zijn, wanneer zij bestaan uit onopgemaakte kopern werken, waaronder zijn te verstaan uitsluitend uit koper, " messing of brons vervaardigde artikelen, welke in den staat waarin zij worden ingevoerd, zonder nadere bewerking of verwerking niet plegen te worden gebruikt, of voor zooveel betreft de in de onderdeelen A—H genoemde 409 voorwerpen, worden ingevoerd met niet aan invoerrecht onderworpen artikelen, waartoe zij behooren, of voor zooveel aangaat de voorwerpen, genoemd in de onderdeelen A—C en E—H, wanneer bij afzonderlijken invoer bij de visitatie door bestelorders of andere bescheiden afdoende wordt aangetoond, dat zij bestemd zijn om te worden gebruikt als onderdeel of toebehooren van niet aiÉ^invoerrecht onderworpen werktuigen (zie bijl. XI, post V, na onderdeel H en na onderdeel I); dat de in post VIII genoemde goederen vrij van invoerrecht zijn toe te laten, indien zij worden ingevoerd met niet aan invoerrecht onderworpen artikelen, waartoe zij behooren (zie bijl. XI, post VIII, in fine); dat de in post IX genoemde instrumenten vrij van invoerrecht kunnen worden ingevoerd, indien zij öf bestaan uit onopgemaakte koperwerken, als hiervoren sub B bedoeld, öf worden ingevoerd met niet aan invoerrecht onderworpen artikelen, waartoe zij behooren (zie bijl. XI, post IX, in fine); dat de in post X, onderdeel B, sub I, II, en IV—X, genoemde metaalwaren vrij van invoerrecht kunnen worden toegelaten, indien zij óf bestaan uit onopgemaakte koperwerken, als hiervoren sub B bedoeld, öf — en dit ziet mede op de artikelen, genoemd in onderdeel B, sub III — worden, ingevoerd met niet aan Snvoerrechii'Onderworpen goederen, waartoe zij behooren (zie bijl. XI, post X, B, na rubriek X); en dat indien de in post X, onderdeel B, sub XI, tweede lid, no. 46 lett. a—e genoemde metaalwaren worden ingevoerd in gedemonteerden staat en zij voor meer dan 50 pct. van hun gewicht zijn samengesteld uit zoogenaamd constructieijzer, van dit constructieijzer, voor zoover het bestaat uit aan invoerrecht onderworpen doorboord of op dergelijke eenvoudige wijze bewerkt, al dan niet onderling verbonden doch niet vervormd plaat-, band-, staaf- of profielijzer of -staal, invoerrecht zal verschuldigd zijn (zie bijl. XI, post X, B, XI, tweede lid, no. 46, na lett. e). In het hierna volgend Alphabetisch Register is op vorenbedoelde bepalingen de aandacht gevestigd door de verwijzingen : met A, tenzij B, enz. Aambeelden. Bijl. XI, post X. B. XI, 2e lid, 21. — Vrij. Aangifte van goederen, ingevoerd per pakketpost. BJjk I, § 17, eerste en tweede lid. „ van goederen, bestemd ten doorvoer of opslag in entrepot. Bah I, § 17, vierde lid. „ van goederen, bestemd ten uitvoer. Bijl. I, § 17, vijfde lid. 410 Aansluitklemmen (electro-technisch artikel). Bijl. XI, post V. £. 1. a. — 5 pek, tenzij B (*). Aanzettransformatoren (electro-technisch artikel). Bijl. XI, post V. C. 2. — 5 pek, tenzij B. Aardewerk. Bijl. XI, post I. Achtervorkstukken. Zie Rijwielen. Aether aceticus (azijnaether). Bijk Y, ark 21. „ formicicus (mierenaether). Bijl. V, ark 21. „ sulfuricus (zwavelaether). Bijl. V, ark 21. „ „ Vrijdom voor —. Bijl. H, art. 16, aant. 1. Afdraaisel. Ijzervijlsel, afdraaisel en dergelijke afvalproducten. Bijk XI, post X, B. XI, 2e lid, 3. — Vrij. Afmijntoestellen. Electrische —. Bijl. XI, post IX, 6, tenzij D. Afschrijfblokken (gereedschap). Bijl. XI, post X. B. XI, 2e lid, 46k. — Vrij. Afsluiters. Bijk XI, post X. B. VII. — 5 pek, tenzij E. Aftakklemmen (electro-technisch artikel). Bijk XI, post V. E. 1. a. — 5 pek, tenzij B. Aftakmoffen (electro-technisch artikel). Bijl. XI, post V. E. 2. — 5 pct., tenzij B. Aftapapparaten. Bijl. XI, post X. B. XI, 2e lid, 46c, met het bepaalde na 46e. Aftaptoestellen. Bijl. XI, post X. B. VIII. Afval. Art. 21 en bijl. I, § 6. Afvalproducten. Ijzervijlsel, afdraaisel en dergelijke —. Bijl. XI, post X. B. XI, 2e lid, 3. — Vrij. Alcoholgehalte. Bepaling van het —. Bijl. V, ark 20. Ampèremeters, wegende 1 K.G. of minder. Post 33. IX. — 8 pek „ andere. Bijk XI, post V. D. — 6 pct., tenzij B. Antifellin thee (Fabrikaat E. Meurin), verpakt of in tabletvorm. Post 43 en bijk XII. Apparaten. Aftapapparaten. Bijk XI, post X. B. XI, 2e lid, 46c, met het bepaalde na 46e. „ Loodingsapparaten. Bijl. XI, post IX. E. — 5 pek, tenzij D. „ Vloeistof meetapparaten en dergelijke. Bijl. XI, post IX. C. — 5 pek, tenzij D. Arbeidswerktuigen. Bijl. XI, post X. B. XI, 2e lid, 46c en het bepaalde na 46e. Artikelen, geheel of hoofdzakelijk bestaande uit zink. Bijl. XI, post X. A. „ geheel of hoofdzakelijk bestaande uit ijzer, staal, koper, aluminium, messing, brons, nieuwzilver en andere alliages. Bijl. XI, post X. B. „ niet afzonderlijk belast, voor meer dan 50 pct. bestaande uit plantaardige oliën, oliezuren of olievetzuren. Zie Oliën. „ vervaardigd uit grint, basalt, kwarts, quenast, gebroken marmer of z.g. steenslag, enz. Bijl. XI, post I. „ voor het verbinden, aansluiten en steunen van electrische leidingen, machines en instrumenten. Bijl. XI, post V. E, met B. „ Electro-technische —. Bijk XI, post V. Ashuizen. Zie Automobielen. (*) Dit wil dus zeggen: tenzij een der omstandigheden aanwezig is, vermeit sub B op blz. 408 hiervoor, in welk geval het artikel vrij van invoerrecht kan worden toegelaten. 410 411 Aspotten voor wielstellen van spoor- en tramwagens met de daarbij behoorende gelijktijdig ingevoerde onderdeelen. Bijl. XI, post X. B. XI, 2e lid, 42. — Vrij. Assen van alle soorten, zoowel drijfwerk- en krukassen als assen voor vervoermiddelen, indien zij 50 K.G. of meer wegen. Bijk XI, post X. B. XI, 2e lid, 29. —Vrij. Attributen van kantoren. Bijk I, § 14. Autoclaven. Post 135 II en bijl. XI, post X. B. XI, 2e lid, 46c, met het bepaalde na 46e. Azijnaether (aether aceticus). Bijl. V, art. 21. „ Vrijdom voor —. Bijl. n, ark 16, aant. 1. Automobielen. Ashuizen, cardangewichten, rollagers voor cardanassen, naven, krukkasten, versnellingen, pedalen, stuurinrichtingen, spatschermen en andere niet met name belaste deelen en onderdeelen van automobielen, voor zoover voor die deelen en onderdeelen in post X,B geen regeling is aangegeven, en daaromtrent bij de visitatie door bestelorders of andere bescheiden afdoende wordt aangetoond, dat zij zijn bestemd om te worden gebruikt bij de samenstelling of herstelling van automobielen. Bijl. XI, post X. B. XI, 2e lid, 33. — Vrij. Bakken. Bijk XI, post 1. A, met A ; post VUL 2, met C; post X. B. I. met E en post X. B. XI, 2e lid, 46 d, met F. Bakovens. Bijl. XI, post X. B. XI, 2e lid, 46c, met het bepaalde na 46e. Balconbalusters. Zie Balusters. Baleinen, metalen, voor parapluies en parasols. Bijk XI, post X. B. XI, 2e lid, 40. — Vrij. Balhoofdboven- en balhoofdbeneden-verbindingsstukken. Zie Rijwielen. Ballastblokken. Gegoten ijzeren —. Bijl. XI, post X. B. XI, 2e lid, 10. — Vrij. Balsempillen (van Aken, Selzaete). Post 43 en bijl. XII. Balusters. Houten balcon-, trap- en dergelijke —. Bijl. XI, post VUT. 10. — 5 pek, tenzij C. Bandmetaal. Zie Metaal, in staven. Bankschroeven. Bijl. XI, post X. B. XI, 2e lid, 22. — Vrij. Bankzittingen, mits geperforeerd of voorzien van figuren of ornamenten of wel voorzien van openingen ter bevestiging aan den stoelromp. Bijl. XI, post VIII. 13. — 5 pek, tenzij C. Barcola compound, verpakt of in tabletvorm. Post 43 en bijl. XII. Beecham pills. Post 43 en bijl. XII. Beitels. Bijl. XI, post X. B. XI, 2e lid, 46k. — Vrij. „ Electrische en pneumatische —. Bijk XI, post X B. XI, 2e lid, 46j. — Vrij. Bekeuringen. Bijl. I, § 20.. Beproevingstoestellen of -werktuigen. Bijl. I, § 5. „ tpïï. (metalen) waarmede de deugdelijkheid van een fabrikaat of de daarvoor gebruikte grondstoffen en hulpmiddelen wordt getoetst. Bijl. XI, post X. B. XI, 2e lid. 46%—Vrij. Bergingsmiddelen. Deelen en onderdeelen van —. Bijl. XI, post VIH, laatste lid, sub 20. Beroep op de Tariefcommissie. Artk 5, 6 en 13, alsmede bijl. I, § 4. 412 Beschikkingen. Toepassing van zegelrecht op —. Bijl. I. § 7. Betimmeringen. Zie Kantoor- en winkelbetimmeringen. Beugelfleschsluitingen. Post 112. B.B. 4. c. Beugelfleschsluitingen, bestaande uit metaal en aardewerk of porselein. jflgL XI, post VI. B, — 5 pct. Beveiligingstoestellen voor spoorwegen. Bijl. XI, post IX. B. — 5 pct., tenzij D. Bezwaarschriften. Artt. 5, 6 en 13, alsmede bijl. I, § 4. Bili val pillen (Ingelheim). Post 43 en bijl. XII. Biodoron (Internationaal Laboratorium, Arlesheim, Zwitserland), verpakt of in tabletvorm. Post 43 en bijl. XII. Biscuits. Bepaling van het suikergehalte. Bijl. V, artt. 1—$ en 20. Biscuitvormen. Bijl. XI, post X. B. XI, tweede lid, 23. Bishop's Varallettes, verpakt of in tabletvorm. Post 43 en bijl. XII. Bladen van zink, doorboord, geperforeerd of gegolfd, niet ingevoerd met niet aan invoerrecht onderworpen artikelen, waartoe zij behooren. Bijl. XI, post X. A. II. — 5 pek Bladgoud en bladzilver in boekjes. Bijl. XI, post II. — 3 pct. Blairs gout and rheumatic pills (Prout & Harsan, Londen). Post 43 en bijl. XII. Blokken. Ballastblokken, gegoten ijzeren. Bijk XI, post X. B. XI, tweede lid, 10. — Vrn\ Blokken koper en andere producten van eerste gieting. Bijl. XI, postX. B. XI, tweede lid, 1. — Vrij. Blokken, ruwe en voorgewalste (ingols en blooms). B$h XI, post X. B.Xfi tweede lid, 2. — Vrij. Blokrelais onderdeelen van beveihgingstoestellen voor spoorwegen. Bijl. XI, post IX. B. — 5 pek, tenzij D. Bodemplankjes voor vaten. Bijl. XI, post VIII. 1. c. Boeken. Bijl. I, blz. 299. Boren. Bfih XI, post X. B. XI, tweede lid, 20. — Vrij.' ^ „ Electrische en pneumatische —. Bijl. XI, post X, B. XI, tweede Ud, 46j. — Vrij. Boussoles, bestaande uit niet van kijker voorziene kompassen. Bijl. XI, post IX, D. — 5 pek, tenzij D. Bouten, van schroefdraad voorzien. Zie Schroeven. „ Khnkbouten. Bfll. XI, post X. B. XI, tweede lid, 15. — VrH. Boven- en onderzalen, boven- en onderSrulijzers. Bijl. XI, post X. B. XI, tweede lid, 21. — Vrij. Brackethulzen. Zie Rijwielen. Brandspuiten. Bijl. XI, post X. B. VIII en IX, trfcede lid, 36. — Vrfl. Bronchial lozenges (P. D. & Co.). Post 43 en bijl. XII. Bruggen (achtervorkstukken). Zie Rijwielen. „ Houten •— (voetbruggen en dergelijke). Bijl. XI, post VIII. 11. — 5 pek, tenzij C. Bruids- en bruiloftsgeschenken. Bijl. II, artt. 41 en 78. Buispatronen (electro-technisch artikel). B§1. XI, post V. B. 2. — 5 pct, tenzij B. Buisvormige hulpstukken van zink, voor zoover niet ingevoerd met hret 413 aan invoerrecht onderworpen artikelen, waartoe zij behooren. Bijl. XI, post X. A. I. — 5 pct. Buisvormige hulpstukken van andere metalen. Bijl. XI, post X. B. III, met E. Buizen. Bijl. XI, post X. B. III, met E. „ van zink, voor zoover niet ingevoerd met niet aan invoerrecht onderworpen artikelen, waartoe zij behooren. Bijl. XI, post X. A. I. — 5 pct. Bussen. Zie Melktransportkannen. Calciumsaccharaat. Bijl. V, art. 21. Caoutchoucreepen voor banden voor rijtuigen enz. Zie Rubber- of caoutchoucreepen. Capsules van tin of van vertind lood. Bijl. XI, post TI. A. — 5 pct. Cardangewichten. Zie Automobielen. Carnets de passages en douanes. Bijl. II, art. 26. Caro's frangustin-ontvettingstabletten. Dr. —. Post 43 en bijl. XII. Celluloid in bladen of platen, wit of wel anders gekleurd, al dan niet gepolijst of geperforeerd. Bijl. XI, post III. — 6 pct. Cldoomatriumgehalte. Opneming van het —. Art. 28 en bijl. T, art. 20. Chloralhydraat. Bflk T, art. 21. Chloroform, zoomede producten en zelfstandigheden, welke voor meer dan 50 pct. daaruit bestaan. Bijl. XI, post IT. „ Vrijdom voor chloroform. Bijl. II, art. 16, aant. 1. Ckché's. Buk XI, post TUI, 1. d. en post X. B. XI, tweede lid, 23. Cockle's antibihous pills. Post 43 en Mjk XH. Codoform Bottu, verpakt of in tabletvorm. Post 43 en bijl. XII. Collodion. Bijl. T, art. 21. Collodion. Vrijdom voor —. Bijk II, art. 16, aant. 1. Compoundmeters. Bijl. XI, post IX, C. — 5 pct., tenzij D. Contactstukken voor smeltveiligheden. Bijl. XI, post V. B. 1. — 5 pek, tenzij B. Contentieuze zaken. Bijl. I, § 20. Controllers (electro-technisch artikel). B^L XI, post V. A. 2. — 5 pek, tenzij B. Cranks (trapperkrukken). Bijl. XI, post X. B. IV. — 5 pek, tenzij E. Cuticura pills. Post 43 en bijl. XII. Cylinders, gelaschte of naadlooze, voor het vervoeren of bewaren van gecomprimeerde gassen. BHI. XI, post X. B. XI, tweede lid, 35. — Vrij. Dagbladen. Bijl. I, blz. 299. Dakkapellen. Z.g. —. Houten —. Bijl. XI, post VIII. 12. — 5 pct. Demonstratietoestellen voor het onderwijs in de natuur-, schei- en werktuigkunde. BQk XI, post IX. F. — 5 pct., tenzij D. Deskundigen. Vergoedingen aan —. Bijl. IX. Deuren, ramen en kozijnen. Bijl. XI, post VJU1. 4. — 5 pct., tenzij C. Deurknoppen. Houten —. Buk XI, post TUI. 14. — 5 pek, tenzij C. Diabetylhne (Diabett. Gesellschaft, Berlijn), verpakt of in tabletvorm. Post 43 en bijl. XII. Diaethylbarbituurzuur. Bijl. T, art. 21. 414 Diffusiebatterijen. Bijl. XI, post X. B. XI, tweede lid, 46c. — Vrij, behoudens F. Dommekrachten. Bijl. XI, post VUL 18 en postX. B. VI. — 5 pct., tenzij C en E. Doodkisten. Vrijstelling van recht voor doodkisten, waarin lijken. Bijl. n, art. 50. Doorslagen (gereedschap). Bijl. XI, post X. B. XI, tweede lid, 46k. —Vrij. Doorvoer. Afzien van den —. Bijl. I, § 16. Doorvoerstangen (electro-technisch artikel). Bijl. XI, postV. E. 1. a.— 5 pet., tenzij B. Draad, ijzerdraad, al dan niet gegalvaniseerd, gepolijst, vertind of op dergelijke wijze bewerkt. Bijl. XI, post X, B. XI, tweede lid, 4. — Vrij. Draadnagels, voorzien van- kop en punt. Post 116. — 5 pct. „ andere. Bul. XI, post X. B. XI, tweede lid, 15. — Vrij. Draadtellers. Over het gebruik van — ten opzichte van post no. 85. Bijl. I, blz. 298. Draadtrekkers of treksteenen, waaronder te verstaan metalen voorwerpen, voorzien van een edelgesteente, gebruikt bij het trekken van draad. Bijl. XI, post X. B. XI, tweede lid, 24. — Vï§. Draagklemmen (electro-technisch artikel). Bijl. XI, post V. E. 1. a. — 5 pek, tenzij B. Drevels. Bnh XI, post X. B. XI, tweede lid, 46k. — Vrij.' Driehoeken (gereedschap). Bijl. XI, post X. B. XI, tweede lid, 46k. — Vrij. Drievoeten. Z.g. — (bedrijfshulpmiddel). Bijl. XI, post X. B. XI, tweede lid, 46i. Drijfriemafwerpers. Bijk XI, post X. B. XI, tweede lid, 27. — Vrij. Drijfriemverbinders. Bijl. XI, post X. B. XI, tweede lid, 25. Drijfwerkassen. Zie Assen. Drijfwerkonderdeelen. Riemschijven, kussenblokken, lagerschalen, muurkasten, steunconsoles, wandconsoles, smeerringen, omloopregelaars, drijfriemafwerpers en andere dergelijke niet met name genoemde drijfwerkonderdeelen. Bijl. XI, post X. B. XI, tweede lid, 27. — Vrij. Droogdokken. Dravende —. Bnl. XI, post X, B. V. — 5 pct. Drop. Tarra voor —. Art. 26 en bijl. VI. Drop en drophoudende artikelen. Bepaling van het suikergehalte van —. Bijl. V, artt. 9—12 en 20. Drukinkten. Zie Oliën. Drukmeters. Bijl. XI, post IX C, tenzij D. Drukplaten. Bijl. XI, post VIII. 1. d. en post X. B. XI, tweede lid, 23. Duigen, vervaardigd uit cylindrisch gezaagd hout en alle duigen, welke in de breedte een gebogen vorm vertoonen. Bijl. XI, post VHI. 1. a. — Vrij. Duigvaten. Buikige —. Bijl. XI, post VUL 2 en 3. — Vrij. Duimstokken. Bijl. XI, post X. B. XI, tweede lid, 46k. — Vrij. Duo-Formula tabletten (Dr. Richards —). Post 43 en bHl. XII. Dupuis-pillen. Post 43 en bijL XII. Dwarsliggers. Bfll. XI, post X. B. XI, tweede lid, 14. — Vrij. Dynamo's. Bijl. XI, post X. B. XI, tweede lid, 46c en /, alsmede het bepaalde na 46e. 415 Eestplaten, waaromtrent bij de visitatie door bestelorders of andere bescheiden afdoende wordt aangetoond, dat zij als zoodanig zullen worden gebezigd. Bijl. XI, post X. B. XI, tweede lid, 8. — Vrjj. Eindsluitingen (electro-technisch artikel). Bijl. XI, post Y. E. 2. — 5 pct., tenzij B. Eizekéringen (electro-technisch artikel). Bflh XI, post V. B. 2. — 5 pet., tenzij B. Electrolytische afleiders. BUL XI, post V, B. 4. — 5 pet, tenzij B. Electromagneten. Bnh XI, post V. F, met B. Electro-technische artikelen. Bijl. XI, post V. Emballage. Bijl. I, § 10. „ Vrijdom voor ledige gebruikte —. Art. 19, letter m en bijl. II, artt. 43 en 78. „ Vrijdom voor nieuwe —. Art. 19, letter n en bijl. II, art 44. Embrassehouders van hout voor gordijngarnituren. Bijl. XI, post VUL 7. 5 pet, tenzij C. Emulsion. Vrijdom voor —. Bijl. II, art. 16, aant. 1. Eno's antibihous pills. Post 43 en bijk XII. Equerres. Bijl. XI, post IX, D. — 5 pek, tenzij D. Erfgoed. Vrnstelhng voor —. Art. 19, letter ƒ en tojl. n, art. 40 en 78. Felsol (Fabrikaat Roland, Essen), verpakt of in tabletvorm. Post 43 en bijl. XII. Filterpersen. Bül. XI, post X. B. XI, 2e lid, 46c. — Vrij, behoudens F. Flenspqpen. Bijl. XI, post X. B. UI. B. 2. b., met E. Flesschen. KoolzuufHesschen en ëpirstofflesschen. Buk XI, post X. B. XI, 2e lid, 35. — Vrfl. Flesschensluitingen. Capsules van tin of van vertind lood. Bijl. XI, post VI. A. — 5 pct. )? Beugelfleschsluitingen, bestaande uit metaal en aardewerk of porselein. Bijl. XI, post VI. B. — 5 pct Flotteurkranen. Bijl. XI, post X. B. VUL — 5 pek, tenzij E. Forceeringen. Bijl. I, § 8. Forster's maagpülen en Forster's nier- en rugpijnpillen. Post 43 en bijl. XII. Fraisen en fraismessen. Bqh XI, post X. B. XI, 2e lid, 20. — Vrij. Frequentiemeters. Bijk XI, post V. D. — 6 pek, tenzij B. Fronten voor stoomketels. Bijl. XI, post X. B. XI, 2e lid, 46f. Galvanometers. Bijl. XI, posten V. D. en IX. A. — 5 pet, tenzij B of D. Garens, welke meer dan 2 draden bevatten, uitsluitend bestaande uit wol, mohair of daarmede overeenkomende zelfstandigheid. Bul. XI. post VH. — 3 pek Gasverhchtingsinstallaties voor spoor- en tramwegrijtuigen (die voor goederenwagens daaronder begrepen), bestaande uit gasreservoirs, gaskranen, gasdruk-regulateurs, gasdrukmeters en kleine buisleidingen, mits deze installaties in haar geheel worden ingevoerd, en de bestemming dier artikelen als zoodanig, bij de visitatie door bestelorders of andere bescheiden afdoende wordt aangetoond ; een en ander met 416 uitzondering van lampen en lamptoebehooren. Bijl. XI, post X. B. XI, 2e lid, 41. — Vrij. Gebismureerd magnesium, verpakt of in tabletvorm. Post 43 en bijl. xn. Gehalte. Bepaling van het alcohol-, suiker- en zoutgehalte en van het gehalte aan azijnaether, salpeteraether, enz. Artt. 27 en 28, alsmede BjkV, art. 20. Geheimmiddelen. Bul. I en bal. XII. Geledingen van radiatoren. Post 136 I. 1. en bijl. XI, post X. B. XI, 2e lid, 12. — Yrn\ Gehjkrichters (electro-technisch artikel), geen roteerende en geen kwik- dampgelijkrichters. Bfik XI, post V. G. — 5 pct., tenzij B. Gember, geconfijte. Tarra voor —. Art. 26 en bijl. VI. Geraamten. Parapluie- en parasolgeraamten, samengesteld met metalen , baleinen, niet van stof of naald voorzien. Bijl. XI, post X. B. XI, 2e lid, 40. — Vrij. Gereedschappen. Bijl. XI, poet I, laatste lid, sub 4 en 5 en post X. B. XI, 2e lid, 46. „ Vormersgereedschap, gebruikt bij het vervaardigen van voorwerpen uit vloeibaar metaal. Bijl. XI, post X. B. XI, 2e lid, 46i. — Vrij. Geschut, projectielen en patronen voor geschut en deelen en onderdeelen van een en ander, indien de bestemming dier artikelen als zoodanig bij de visitatie door bestelorders of andere bescheiden afdoende wordt aangetoond, en voor zoover voor deze deelen in post X, B geen regeling is aangegeven en zij niet met name belast zijn verklaard; zoomede kogels voor handvuurwapenen. Bijl. XI, post X. B. XI, 2e lid, 45. — Vrij. Gierpompen. Böl. XI, post X. B. VUL — Vrij. Gietvormen. Bijl. XI, post I. C, laatste lid, sub 9 en post X. B. XI, 2e lid, 23. — Vrij. Glasblazersvormen. Bijl. XI, post X. B. XI, 2e lid, 23. —- Vrij. Gloria tonic laxeerpillen en Gloria tonic tabletten. Post 43 en buk XII. Gordijngarnituren van hout. Bijl. XI, post VHI. 7. — 5 pct., tenzij C. Gordijntrekkers van hout. BUL XI, post VUL 17. — 5 pct., tenzij C. Gouttes du Dr. Richard, verpakt. Post 43 en bijl. XJX Granaatvormen (stukken metaal in suikerbroodvorm, gebruikt bij bet persen van granaathulzen). Bijl. XI, post X. B. XL 2e lid, 39. — Vrij. Gripe water (Woodward Ltd., Londen), verpakt. Post 43 en bök XIL Haakbouten. Bijl. XI, post X. B. IX en XI, tweede lid, 14. — 5 pct., tenzij E. Haken. Vischhaken. Bjjk XI, post X. B. XI, tweede lid, 461. — Vrij» „ Winkelhaken. Bijl. XI, post X. B. XI, tweede lid, 46k. — Vrfl. Hamers. Bijl. XI, post X. B. XI, tweede lid, 46k. — Vrij. „ Electrische en pneumatische —. Bijl. XI, post X. B. XI, tweede lid, 46j. — Vrij. Handklemschroeven. BUL XI, post X. B. XI, tweede lid, 22. — Vrij. Handspaken. Bijl. XI, post X B. XI, tweede lid, 46k. — Vrij. Hartstukken. Zie Spoorstaven. Haspels. Bijl. XI, post X. B. XI, tweede lid, 26. — Vrij. Heimagneten. Böh XI, post V. F. — 6 pek, tenzij B. 417 Hefwerktuigen. Houten en metalen —, welke alleen zijn ingericht om door menschelijke of dierlijke kracht te worden bewogen. Bök XI, post YIH. 18 en post X. B. VI. — 5 pek, tenzij C en E. „ Mechanisch bewogen wordende metalen —. Bijl. XI, post X. B. XI, tweede lid, 46c. — Vrö,,' behoudens F. Hekwerken. Houten —. Büh XI, post Vlll. 9..— 5 pek, tenzij C. Hijschwerktuigen. Houten en metalen —, welke alleen zijn ingericht om door menschelijke of dierlijke kracht te worden bewogen. Bijl. XI, post Vin. 18 en post X. B. VI. — 5 pek, tenzij C en E. n Mechanisch bewogen wordende metalen —. BÖL XI, post X. B. XI, tweede lid, 46c. — Vrij, behoudens F. Hoedvormen. Bijl. XI, post X. B. XI, tweede lid, 23. — Vrij. Hoekmeetinstrumenten. Bijl. XI, post IX. D, met D. Holloways pillen. Post 43 en bijl. XU. Holpijpen. BOL XI, post X B. XI, tweede lid, 46k. — Vrij. Honig en daarmede samengestelde producten. Tarra voor —. Art. 26 en bijl. VI. Hoorns. Aambeelden en schooien, hoorns, boven- en onderzalen en novenen ondervnfijzers daarvoor. Bijl. XI, post X. B. XI, tweede lid, 21.—Vrjj. Hoornafleiders (electro-technisch artikel). Bijl. XI, post V. B. 4. — 5 pek, tenzij B. Hoornzekeringen (electro-technisch artikel). Bijk XI, post V. B. 2. — 5 pek, tenzij B. Hout, bewerkt tot bladen, platen, planken, latten, schijven enz. Bijk XI, post vin. ï. Houtgeest. Vrijdom voor —. Bijl. X. Houtschroeven (als zoodanig zullen worden aangemerkt alle schroeven, welke eindigen in een punt en waarvan de kop is voorzien van een gleuf om de schroef te kunnen aandraaien. Bijl. XI, post X. B. IX.— Vrij. Houtwerk. Bijl. XI, post VIII. Houweelen. BQL' XI, post X. B. XI, tweede lid, 46k. — Vrfl. Hughestoestellen. Bijl. XI, post IX. A. — 5 pek, tenzij D. Huisaansluitkasten (electro-technisch artikel). Bflk XI, post V. B. 2.— 5 pek, tenzij B. Huizen. Zie Kranen, zoomede pluggen en huizen daarvoor. Huwelijksgoed. Vrijstelling voor—. Art. 19, letter k en bijl.11, artt. 41 en 78. Ijzer. Balk-, hoek-, T- en U-ijzer en ander geprofileerd metaal. Zie Metaal in staven. Uzersacoharaat. Bijl. V, art. 21. Ijzervijlsel. BUL XI, post X. B. XI, tweede lid, 3. — Vrij. IJzerwit (hulpmiddel in het drukkersbedrijf). Bijl. XI, post X. B. XI, tweede lid, 46i. — Vrij. Inductors. Magneet—, onderdeelen van sein- en beveikgingstoestellen voor spoorwegen. Bijl. XI, post IX. B. — 5 pek, tenzij D. Infludo (Internationaal Laboratorium, Arlesheim, Zwitserland), verpakt of in tabletvorm. Post 43 en bijl. XII. Tarief van Invoerrechten. I. 17 418 Ingezetenen. Definitie van —. Bijl. II, art. 79. Inkt. Drukinkt. Zie Oliën. Instrumenten. Bijl. XI, post I, laatste lid, sub 5 en post X. „ (gereedschappen). Bijl. XI, post X. B. XI, tweede lid, 46f en k. „ Electrische meetinstrumenten. Bijl. XI, post V. D. 5 pet., tenzij B. „ Hoekmeet- en waterpasinstrumenten. Bijl. X, post IX, D, met D. „ Muzieldhstrumenten. Vrijstelling voor —. Bijl. L § 5. „ Zeevaartkundige instrumenten. Bijl. XI, post IX, E, met D. Interhhiën (hulpmiddel in het drukkersbedrijf). Bijl. XI, post X. B. XI, tweede lid, 46i. — Vry. Irving's Gist-Tamine, verpakt of in tabletvorm. Post 43 en bijl. XII. Isolatiemeters. BUL XI, post V. D. — 5 pct., tenzij B. Isolatoren (van porselein), niet gemonteerd, wegende meer dan 5 K.G. Bijl. XI, post I, laatste lid, sub 6. — Vrij. „ Gemonteerd. Bijl. XI, post V. E. 1. b. — 5 pet., tenzij B. Izalpastilles (Newton Chambers). Post 43 en bijl. XII. Jam. Bepaling van het suikergehalte. BUI. V, artt. 13—30. Kaapstanders. Houten en metalen —, welke alleen zijn ingericht om door menschelijkoof dierlijke kracht te worden bewogen. BUL XI, post VIII. 18 en post X. B. VI. — 5 pct, tenzij C en E. Kaasvormen. BH1. XI, post VUL 2. — Vrij. Kabel, gedraaid of gevlochten van metaaldraad of metaalband, al dan niet voorzien van oog of lus. BUI. XI, post X. B. XI, tweede lid, 17. —Vrij. Kabeleindafsluitingen, onderdeelen van sein- en beveiligheidstoestellen van spoorwegen. Bijl. XI, post IX. B. — 5 pct., tenzij D. Kabelgarnituren (eletjtro-technisch artikel). Böj. XI, post V. E. 2. Kabelschoenenverbindingsklemmen. Bijl. XI, post V. E. 1. — 5 pet., tenzij B. Kamwielen, wegende meer dan 1 K.G. Bijl. XI, post X. B. XI, tweede lid, 11. Vrfl. Kannen. Melktransportkannen. Zie Melktransportkannen. Kanselarijbenoodigdheden. Vrijstelling voor —. Art. 19, letter c, en bijl. m. Kantoor- en winkelbetimmeringen en dergelijke betimmeringen, zoomede deelen en onderdeelen daarvan, een en ander tenzij de gelijktijdig ingevoerde voorwerpen uitsluitend bestaan uit niet aan invoerrecht onderworpen hout in bladen, platen, planken of latten. BUL XI, post Vin. 19. — 5 pct. Kastpooten. Bijl. XI, post VUL 16. — 5 pct. Katoen. Ongebleekt katoen, ten gebruike der katoendrukkerijen en ververijen. Vrijdom voor —. Post 86. B.B. II. a. en »UL n, artt. 55—67. Katrollen. Houten en metalen —. Bijl. XI, post VHI. 18 en post X. B. VI. — 5 pct., tenzij C en E. Keatings Cough lozenges. Post 43 en bijl. XII. Kernnagels, kernsteunen en kernstiepen (vormersgereedschap, gebruikt 419 wordende bij het vervaardigen van voorwerpen uit vloeibaar metaal). Bijl. XI, post X. B. XI, tweede lid, 46i. — Vry. Ketels. Bijl. XI, post I. A, met A, post X. B. I, met E en post X. B. XI, tweede lid, 46d, met F. „ Stoomketels. Zie Stoomketels. Ketelzink. Z.g. ketelzink, waaronder te verstaan geplette of gewalste, al dan niet doorboorde platen of blokken, waarvan, in tegenstelling met het onbewerkte zink in schuitjes, het oppervlak glad is, en de zijkanten zijn geschaafd, gezaagd of afgesneden, en waarvan delengte, breedte en dikte onderscheidenlijk meer bedragen dan 140, 70 en 10 m.M., maar niet meer dan 310, 160 en 30 m.M. Bijk XI, post X. A. IV. — 5 pek Kettingen. Post 65 en bijl. XI, post X. B. XI, tweede lid, 12. Kettingtrekkers. Houten —. Bijl. XI, post Vin. 17. — 5 pek, tenzij C. Kettingwielen. Van kruk voorziene — voor rijwielen en motorrijwielen Bflh XI, post X. B. IV. — 5 pct., tenzij È. Kik* Canker, verpakt of in tabletvorm. Post 43 en bijl. XII. Kisten. Bijl. XI, post Vffl. 2, met C. Kistpooten. Bijk XI, post VUL 16. — 5 pct. Klauwplaten. Bijl. XI, post X. B. XI, tweede lid, 19. — Vrij. Klemmateriaal (electro-technisch artikel). Bijl. XI, post V. E. 1. Klemmen. Kabelschoenenverbindingsklemmen, aftakklemmen, kruisklemmen, verdeelklemmen, schakelbordklemmen, draagklemmen, steunklemmen aansluitklemmen en kroonklemmen. Bijk XI, post V. E. 1. a. — 5 pek, tenzij B. Klemplaten, behoorende tot het doorloopend spoor. Bijl. XI, post X. B. XI, tweede lid, 14. — Vrij. Kleppen. Bijl. XI, post X. B. Vn. — 5 pct., tenzij E. Klinkbouten en knliknagels. Zie Spijkers. Kloppers (onderdeelen van telegraaftoestellen). Bijl. XI, post IX. A. — 6 pek, tenzij D. Klossen. Haspels, spoelen en klossen. Bijl. XI, post X. B. XI, tweede lid 26. — Vrij. Knoppen. Balustradeknoppen, deurknoppen, ladeknoppen, knoppen voor ketels en koffiemolens, voor vlaggestokken, voor ledikanten, stoelen en uurwerkkasten en andere dergelijke houten knoppen. Bijl. XI, post VIII. 14. — 5 pct., tenzij C. Knuppels (grondstof voor het vervaardigen van metalen voorwerpen). Bijl. XI, post X, B. XI, tweede lid, 2. — Vrij. Koeken koper en andere producten van eerste gieting. Bijl. XI, post X. B. XI, tweede lid, 1. — Vrij. Koelkasten en koeltroggen. Bijl. XI, post X. B. XI, tweede lid, 46c en het bepaalde na 46e. Koelspiralen (vormersgereedschap, gebruikt wordende bij het vervaardigen van voorwerpen uit vloeibaar metaal). Bijl. XI, post X. B. XI, tweede lid, 46i. — Vrij. Koevoeten. Bijl. XI, post X. B. XI, tweede lid, 46k. — Vrij. Kogellagers. Bijl. XI, post X. B. XI, tweede lid, 38. — Vrij. Kogels voor handvuurwapenen. Bijk XI, post X. B. XI, tweede lid, 45. — Vrij. 420 Kogels. Metalen —. Bijl. XI, post X. B._XI, tweede lid, 38. — Vrij. Kompassen, niet van kijker voorzien. Bijl. XI, post IX. E. — 5 pet., tenzij D. Kookpannen. Bijl. XI, post X. B. XI, tweede lid, 46c en het bepaalde na 46e. Koolzuurflesschen. Bijl. XI, post X. B. XI, tweede lid, 35. — Vrij. Koord, meer dan 2 draden bevattende, die uitsluitend bestaan uit wol, mohair of daarmede overeenkomende zelfstandigheid. Bijl. XI, post VU..— 3 pet. Koordtrekkers. Houten —. Bijl. XI, post VIH. 17. — 6 pet., tenzij C. Koperwerken, onopgemaakte, waaronder te verstaan uitsluitend uit koper, messing of brons vervaardigde artikelen, welke in den staat, waarin zij worden ingevoerd, zonder nadere bewerking of verwerking niet plegen te worden gebruikt. Bijl. XI, post X. B. XI, tweede lid, 9. — Vrij. Kopstukken voor kasten, spiegels of andere meubelstukken. Bijl. XI, post VHI, 16. — 6 pct., tenzij C. Kosten van opneming der hoeveelheid olie. Bijl. I (blz. 299). „ van onderzoek van gehalte of samenstelling, Bol. I, § 13. van toezicht bij onderzoek van goederen volgens art. 122 der Alg. wet. Bijl. I, § 16. ] van werkzaamheden ten behoeve der vrijdommen.Bhl.n (blz. 365). Kozijnen. Deuren, ramen en —. Bijl. XI, post VJ11. 4. — 5 pct Kraansleutels. Bijl. XI, post X. B. XI, tweede lid, 46k. — Vrij. Kraanwielen. Zie Wielen. Krachtwerktuigen. Bijl. XI, post I, laatste lid, sub 3 en 5, alsmede post X. B. XI, tweede lid, 46b en f, benevens het bepaalde na 46e. Kranen (zoomede pluggen en huizen daarvoor), behoorende tot het artikel aardewerk, pottenbakkerswerk, enz. Bijl. XI, post I, laatste lid, sub 1. — Vrij. (zoomede pluggen en huizen daarvoor), behoorende tot de artikelen, welke geheel of hoofdzakelijk bestaan uit ijzer, staal, koper, tin of aluminium. Bijl. XI, post X. B. VH. — 5 pct., tenzij E. (hijschwerktuigen), alleen ingericht om door menschelijke of dierlijke kracht te worden bewogen. BijL XI, post VHI. 18 en post X. B. VH. — 5 pct, tenzij C en E. Houten tapkranen en pluggen en huizen daarvoor. Bijl. XI, post VHI. 15. — 5 pct, tenzij C. Kratten. Bijl. XI, post VHI. 2, met C. Kroonklemmen (electro-technisch artikel). BuL XI, post V. l. a. — 5 pct, tenzij B. "IA l_. n.. . , Kroonstukken. Z.g. — (verbindingsstukken voor frames). Zie Rywielen. Kroonstukken voor kasten, spiegels of andere meubelstukken. Bijl. XI, post Vm. 16. — 5 pct, tenzij C. Kruisingen en kruisstukken, behoorende tot het doorloopend spoor. Lie Spoorstaven. Kruisklemmen (electro-technisch artikel). Bijl. XI, post V. fc. l. a. — 5 pct, tenzij B. Kruisstukken (kabelgarnituur, behoorende tot de electro-technisch e artikelen). Bijl. XI, post V. É. 2. — 5 pet., tenzij B. Krukassen. Zie Assen. Krukkasten, onderdeelen van automobielen. Zie Automobielen. Kuipen. Bijl. XI, post I, met A ; post X. B. I, met E en post X. B. XI, tweede lid, 46d, met F. Kuipwerk (waaronder behalve buikige duigvaten ten deze mede zijn te verstaan alle ruimtehoudende lichamen, geen vaten zijnde, waarvan de romp bestaat uit duigen, welke in de breedte een gebogen vorm vertoonen. Bijl. XI, post VIII. 2 en 3. — Vrij. f Kunsthonig en daarmede samengestelde producten. Tarra voor —. AH. 26 en bijl. VI. Kurken, waarvan de middellijn van het bovenvlak meer dan 5 c.M. bedraagt. Post 112. B.B. 2 en bijl. I (blz. 300). — Vrij. Kussenblokken. BUL XI, post X, B. XI, tweede lid, 27. — Vrij. Kwikdampgelijkrichters. Zie Getijkrichters. Ladders en trappen van hout. Bijl. XI, post VHI. 5. — 5 pct., tenzij C. „ - „ van metaal. BUI. XI, post X. B. X. — 5 pct., tenzij E. „ „ trapladders (huishoudartikel), wegende 15 K.G. of minder. Post 56. II. — 8 pct. Ladeknoppen. Houten —. Bijl. XI, post VIH. 14. — 5 pct., tenzij C. Lagerschalen (drijfwerkonderdeel). Bijl. XI, post X. B. XI, tweede lid, 27. — Vrij. Lak. Vrijdom voor —. Bijl. H, art. 16, aant. 1. Lakens. Druklakens, nl. ongebleekte en ongeverfde lakens, bestemd om te worden gebruikt voor dekens in katoendrukkerijen. Vrijdom voor —. Post 85. B.B. H. b en bijl. II, art. 68. Lakerolpastilles. Post 43 en bijl. XII. Lakken. Vloeibare—, niet meer dan 50 pct. olie bevattende. Zie Verfwaren. Landbouwwerktuigen. Bijl. XI, post X. B. XI, tweede lid, 46c. —Vrij, behoudens F. Lantaarnplaatjes. Vrijstelling voor —. Bijl. I, § 5. Lasch- en verbindingsplaten, behoorende tot het doorloopend spoor. Bijl. XI, post X. B. XI, tweede lid, 14. — Vrfl. Lederappretüur. Vrijdom voor —. Bijl. H, ark 16, aant. 1. Leesten. Schoenleesten (z.g. drievoeten hieronder met begrepen). Bijl. XI, post X. B. XI, tweede lid, 46h. — Vrjj. Leesthoutjes (z.g. woodshanks). BfjL XI, post VIH. 1. e. — Vrg. Lieren en liften, alleen ingoricht om door menschelijke of dierlijke kracht te worden bewogen. Bijl. XI, post VHI. 18 en post X. B. VI. — 5 pek, tenzij C en E. Liften. Zie Lieren. LUmknechten. Bijl. XI, post X. B. XI, tweede lid, 22. — Vrfl. Lithane (aether cryomethylogene), verpakt. Post 43 en bijl. XH. Livola de composée, verpakt. Post 43 en bijl. XII. Loodingsapparaten (zeevaartkundige instrumenten). Bijl. XI, post IX. E. — 5 pek, tenzij D. Luchtdrukremmen voor spoor- en tramwagens. BUI. XI, post X. B. XI, tweede lid, 46c en het bepaalde na 46e. 422 Luchtvaartuigen. Vrijstelling voor onderdeelen van —. Art. 19, letters q en r, alsmede bijl. II, artt. 47 en 48. Lydia Pinkham's tabletten en Lydia Pinkham's leverpilleu. Post 53 en bijl. XII. Magneetinductors, onderdeelen van sein- en beveiligingstoestellen voor spoorwegen. BUL XI, post IX. B. — 5 pet., tenzij D. Magneten. Hef-, rem- en schakelmagneten en dergelijke. BUL XI, post V. F. — 5 pet., tenzij B. Mandenwerk. Bijl. I (blz. 298). Manometers. Bijl. XI, post IX. C. — 5 pet., tenzij D. Massé. Vrijdom voor —. BUL n, art. 16, aant. 1. Mastieken, niet meer dan 50 pct. olie bevattende. Zie Verfwaren. Matrijzen. BUL XI, post X. B. XI, tweede lid, 20. — Vrq. Meelproducten, suikerhoudende. Bepaling van het suikergehalte van —. Bijl. V, artt. 1—8 en 20. Meetbruggen (electro-technisch artikel). BUL XI, post V. D. — 5 pet., tenzij B. Meetinstrumenten. Electrische —. BUL XI, post V. D. — 5 pet., tenzij B. „ Hoekmeet- en waterpasinstrumenten. BUL XI, post IX, D, met D. L voor het bepalen van druk, vacuüm, trek, hoeveel¬ heid, warmte en omwentelingen, registreerende daaronder begrepen. BUL XI, post IX. C. — 5 pct., tenzij D. Meettransformatoren. Zie Transformatoren. Melado. Tarra voor —. Art. 26 en bijl. VI. Melasse. Tarra voor —. Art. 26 en bijl. VI. Melk. Gecondenseerde —. Post 119, aant. 4A en bijl. I, § 13. Melktransportkannen, waaronder zijn te verstaan ongeverfde, vertinde of gegalvaniseerde ijzeren bussen, voorzien van deksel en twee ooren, welke een gewicht hebben van meer dan 12 K.G. — Vrij. Met dien verstande, dat indien de genoemde artikelen worden ingevoerd in gedemonteerden staat en zij voor meer dan 50 pct. van hun gewicht zijn samengesteld uit z.g. constructieijzer, van dit constnictiei§zer, voor zoover het bestaat uit aan invoerrecht onderworpen doorboord of op dergelijke eenvoudige wijze bewerkt, al dan niet onderling ver. bonden dooh niet vervormd plaat-, band-, staaf- of profifelijzer of -staal, invoerrecht zal verschuldigd zijn. Bijl. XI, post X. B. XI, tweede lid, 46eï Messen. Fraismessen, zoomede messen van allerlei aard, stanzmessen, ponsmessen Inbegrepen, schaaf- en ploegmessen. BUL XI, post X. B. XI, tweede lid, 20. — VrU. Metaal in bladen, strippen of platen, ongeacht hun dikte en afmeting en den vorm van hun omtrek, al dan met-gegalvaniseerd, gepolijst, bedrukt, geverfd, gedecoreerd of op dergelijke wijze bewerkt (gelijkmatig geribde of geruite platen, z.g. nopjesplaten, schetsplaten en dergelijke platen en bladen inbegrepen), een en ander mits nietdeorboord of geperforeerd en niet gebogen of op andere wüze vervormd. ' Bijl. XI, post X. B. XI, tweede lid, 6. — Vrij. Metaal in staven, zoowel plat, vierkant als rond, zoomede bandmetaal 423 en balk-, hoek-, T- en U-ijzer en ander geprofileerd metaal, al dan niet gegalvaniseerd, gepolijst, geverfd, vertind of op dergelijke wijze bewerkt, ongeacht dikte en afmeting, mits niet doorboord of geperforeerd en niet gebogen of op andere wijze vervormd ; van nopjes, ribben of ruiten voorzien bandijzer en dergelijke artikelen daaronder begrepen. Bijl. XI, post X. B. XI, tweede lid, 5. — Vrij. Metaal. Ruwe en voorgewalste blokken (ingots en blooms), knuppels, onafgewerkte stukken metaal om daaruit messen of kamwielen te vervaardigen en ander voorgewalst, voorgesmeed of ruw gegoten materiaal, geen voltooide of gedeeltelijk voltooide voorwerpen, maar blijkbaar grondstoffen zijnde, welke voor het vervaardigen van voorwerpen worden aangewend. Bijl. XI, post X. B. XI, tweede lid, 2. —Vrij. Metaalwaren. Bijl. XI, post X. Meterborden (electro-technisch artikel). 'BfjL XI, post V. E. 3. — 5 pek, tenzij B. Meubelen. Deelen en onderdeelen van —. Bijl. XI, post VHI. 20. Meubelpooten. Bijl. XI, post VHI. 16. — 5 pek, tenzij C. Mierenaether. Bijl. V, art. 21. Mimosa menstruatiedruppels, verpakt. Post 43 en bijl. XII. Miradiumpastilles. Post 43 en bijl. XII. Modelklëinmen (plaatspijkers). BBL XI, post X. B. XLtweede lid, 46i. —Vrij. Moerbouten, behoorende tot het doorloopend spoor. Zie Spoorstaven. Moeren. Zie Schroeven. Moerplaatjes en moerringen (washers). Bijl. XI, post X. B. IX. — 5 pek, tenzij E. Moersleutels. Bijl. XI, post X. B. XI, tweede lid, 46k. — Vrij. Moffelovens. Bijl. XI, post X. B. XI, tweede lid, é&c en het bepaalde na 46e. Molensteenen. Bijk XI, post I, laatste lid, sub 8. — Vrij. Monsters. BfjL L § 13 en bijl. II, artt. 30 en 31. Montagemateriaal. Vrijstelling voor —. Bijl. I, § 5. Morisons pillen. Post 43 en bijl. XII. Morse-schrijftoestellen. Bijl. XI, post IX. A. — 5 pek, tenzij D. Mother Seigels hoestbalsem, verpakt. Post 43 en bijl. XII. Motoren van alle soorten. Bijl. XI, post X. B. XI, tweede lid, 46b enf, zoomede hel bepaalde na 46e. Motorrijwielen. Onderdeelen van —. Zie Rijwielen. Multiplex-platen. Bijl. XI, Post VHI. 20. a. Mutsenbollen. Bijl. XI, post X. B. XI, tweede lid, 23. — Vrij. Muurkasten (drijfwerkonderdeelen). Bijl. XI, post X. B. XI, tweede lid, 27. — Vrij. Muziekinstrumenten. Vrijstelling voor —. Bijl. I, § 6. Nagels. Zie Draadnagels en Klinkbouten en klinknagels. Nalatenschappen. Vrijstelling voor goederen, behoorende tot —. Art. 19 letter j en bijl. H, artt 40 en 78. Nationaliteitsbewijzen. Bijl. II, art. 25. Naven, onderdeelen zijnde van automobielen. Zie Automobielen. „ Houten naven voor wielen voor vervoermiddelen. Bijl. XI. post VHL 8.-5 pek, tenzij C. Nier- en blaaspillen de Wit. Post 43 en bijl. XH. 424 Nivochimosine tabletten (Chemische Industrie, Lugano). Post 43 en bijl. XII. Ohmmeters. Bijl. XI, post V. D. — 6 pct., tenzij B. Olie en als olie belaste producten. Tarra voor —. Art. 26 en bijl. VI. Oliën. Onderzoek naar de samenstelling van —i 'Jlijl. I (blz. 298) en bijl. IV. Oliën. Plantaardige oliën, oliezuren en olievetzuren v. a. s., zoomede met afzonderlijk belaste artikelen, welke voor meer dan 50 pct. daaruit bestaan; een en ander voor zoover deze producten bij 15° Celsius vloeibaar zijn; met uitzondering van drukinkten, zoomede van aetherische oliën, van gevulcaniseerde oliën, van Turksche roodolie en andere gesulfoneerde oliën en van de artikelen voor meer dan 50 pct. daaruit samengesteld. BijL XI, post XI. — 100 K.G. f 0,55. Olievetzuren en oliezuren. Zie Oliën, alsmede post 96. Omloopregelaars (drijfwerkonderdeel). Bijl. XI, post X. B. XI, tweede lid, 27. -— Vrn. Omvormers. Zie Transformatoren. Onderdeelen van arbeidswerktuigen, dynamo's, gereedschappen, instrumenten, krachtwerktuigen, motoren, sigarettenmachines, stoomketels en weefgetouwen. Bijl. XI, post X. B. XI, tweede lid, 46f. Onderdeelen van meubelen en van bergingsmiddelen. BijL XI, post VIII. 20. Onderzalen en ondervulijzers. BijL XI, post X. B. XI, tweede lid, 21. —Vrij. Oogijzers (onderdeelen van smidsen). Bijl. XI, post X. B. XI, tweede lid, 18. — Vrij. Oudheden. Vrijstelling voor —. Art. 19, letter u, en bijl. II, artt. 51—54. Overspanningsveiligheden (electro^techniseh artikel). Bijl. XI, post V. B. 4. — 5 pct., tenzij B. Oxymors (Chemische Werke, Rudolstadt), verpakt of in tabletvorm. Post 43 en bijl. XII. Pakking. Metallieke pakking en andere dergelijke pakkingstof. Bijl. XI, post X. B. XI, tweede lid, 43. — Vrij. Papierroldragers, onderdeelen van telegraaftoestellen. BijL XI, post IX. A. — 5 pct., tenzij D. Parapluie- en parasolgeraamten, saamgesteld met metalen baleinen, niet van stok of naald voorzien. BfjL XI, post X. B. XI, tweede lid, 40. — Vrij. Passers. BfjL XI, post X. B. XI, tweede lid, 46k. — Vrij. Patrijspoorten. Bijl. XI, post X. B. XI, tweede lid, 16. — Vrij. Patronen voor geschut. Zie Geschut. Pedaalcontacten, onderdeelen van telegraaftoestellen. Bijl. XI, post IX. A. — 6 pct., tenzij D. Pedalen, onderdeelen van automobielen. Zie Automobielen. Peiltoestellen, zeevaartkundige instrumenten. Bijl. XI, post IX, E. — 5 pct., tenzij D. Pernetten, ook stilts en spurts en andere dergelijke artikelen, gebezigd in ijzergieterijen en aardewerkfabrieken. Bijl. XI, post I, laatste lid, sub 7. — Vrij. Phaseverschuivingsmeters (electro-technisch artikel). Bijl. XI, postV.D.— 5 pet., tenzij B. Pigs (schuitjes ruw gietijssr). BfjL XI, post X. B. XI. 1. — Vrij. 425 Pijpen van metaal. BijL XI, post X. B. UI, met E. Pilules orientales. Post 43 en bijl. XII. Pink-pillen. Post 43 en bijl. XII. Plaatijzer, gegolfd, al dan niet verzinkt of gebogen, ook indien het van gaten is voorzien. Bijl. XI, post X. B. XI, tweede lid, 7. — Vrij. Plaatspijkers of Wellblechnagel. Zie Spijkers. Plaatspijkers (modelklemmen). Bijl. XI, post X. B. XI, tweede lid, 46i. — Vrij. Plantendeelen op stroop of suikeroplossing. Tarra voor —. Art. 26 en bijl. XI. Platen van rank, doorboord, geperforeerd of gegolfd, niet ingevoerd met niet aan invoerrecht onderworpen artikelen, waartoe zij behooren. BijL XI, post X. A. n. — 5 pct. Platen. Eestplaten. Zie Eestplaten. Ploegmessen. Bijl. XI, post X. B. XI, tweede lid, 20. — Vrij. Pluggen. Zie Kranen, zoomede pluggen en huizen daarvoor. Pompen. Bijl. XI, post X. B. Vlll en XI, tweede lid, 46c, benevens E en F. Ponsmessen. Bijl. XI, post X. B. XI, tweede lid, 20. — TfjFitt. Poolzekeringen (electro-technisch artikel). Bijl. Xl, post V. B. 2. — 5 pct., tenzij B. Porselein. Bijl. XI, post I. Pottenbakkerswerk. Bijl. XI, post I. Potter's asthmamiddel, verpakt of in tabletvorm. Post 43 en bijl. XIL Powell's Balsam of aniseed, verpakt of in tabletvorm. Post 43 en bijl. XII. Processen-verbaal. Bijl. I, § 20. Projectielantaarns. Vrijstelling voor —. Bijl. I, § 5. Projectielen voor geschut. Zie Geschut. Puntstukken. Zie Spoorstaven. Purgeerpiilen (H. van Aken, Selzaete). Post 43 en bijl. XII. Radiatoren en geledingen voor —. Bijl.XI, post X. B. XI, tweede lid,13.—Vrij. Raildragers (electro-technisch artikel). Bijl. XI, post V. E. 1. a. — 5 pct., tenzij B. Railkasten (electro-technisch artikel). BijL XI, post V. E. 3. — 5 pct., tenzij B. Ramen. Deuren, ramen en kozijnen. BijL XI, post VHI. 4.— 5 pet., tenzij C. „ (hulpmiddelen in het drukkersbedrijf). Bijl. XI, post X, B. XI, tweede lid, 46i. — Vrij. Reclames. Artt. 5 en 13, alsmede bijl. I, § 4. Regeltransformatoren (electro-technisch artikel). Bijl. XI, post V. C 2. — 5 pek, tenzij B. Regulateurs tot het sluiten, verbreken of omschakelen van electrische stroomkringen. BUI. XI, post V. A. 2. — 5 pek, tenzij B. Regulateurs van alle soorten, tot het regelen van electrischen stroom en/of spanning. Bijl. XI, post V. C. 1. — 5 pek, tenzij B. Relais (maximaal-, minimaal-, nulspanning-, terugwatt-, differentiaal-, selectierelais en dergelijke). BijL XI, post V. B. 3. — 5 pek, | tenzij B. „ (onderdeelen van telegraaftoestellen). Bijk XI, post IX. A. — 5 pek, tenzij D. 426 Relais. Blokrelais en wisselstroomrelais (onderdeelen van sein- en beveiügings-toestellen voor spoorwegen). Bijl. XI, post IX. B. — 5 pct., tenzij D. Remmagneten. Bijl. XI, post V. F. — 6 pct, tenzij Zfc Remmen. Luchtdruk- en vacwumremmen voor spoor- en tramwagens. Bijl. XI, post X. B. XI, tweede lid, 46c en het bepaalde na 46e. Reservoirs. Bijl. XI, post IA, met A ; post X. B. I, met Een post X. B. XI, tweede lid, 46d, met F. Resten. Bijl. I, § 6. Restitutie van belasting. Art. 22 en bijl. I, § 7. Retorten. BijL XI, post I. A, met A; post X. B. 1, met E en post X. B. XI, tweede lid, 46d, met F. Ribbenhuizen. Bijl. XI, post X. B. XI, tweede lid, 13. — Vrij. Ricinusolie. Vrijdom voor —. Bijl. II, art. 16, aant. 1. Riemschijvén. Bijl. XI, post C. B. XI, tweede lid, 27. — Vrij. Rijwielen. Balhoofdboven- en balhoofdbeneden-verbindingsstukken, trapperstukken (ook wel genaamd brackethulzen), achteryorkstukken of bruggen, z.g. kroonstukken, en andere dergelijke verbindingsstukken voor het samenstellen van frames en het aanbrengen van voorvorken en achtervorken van en bij rijwielen en motorrijwielen, voor zoover die artikelen niet zijn gepolijst, vernikkeld, gelakt of geverfd, of op eenigerlei andere dergelijke wijze zijn afgewerkt en een gewicht hebben yan 700 gram of minder. BijL XI, post X. B. XI, tweede lid, 32. — Vrij. Rijwielen. Kettingwielen, van kruk voorzien, voor rijwielen en motorrijwielen. Bijl. XI, post X. B. IV. — 5 pct, tenzij E. Rijwielen. Vrijwielen voor rijwielen, zoomede spatschermen en voorvorkscheden voor rijwielen en motorrijwielen in onafgewerkten, niet voor dadelijk gebruik geschikten staat (z.g. blanke schermen en scheden). Bijl. XI, post X. B. XI, tweede lid, 31. — Vrij. Ringen van hout voor gordijngarnituren. Bijl. XI, post XIII. 7.—6 pct, tenzij C. Roeidollen. Bijl. XI, post X. B. XI, tweede lid, 16. — Vrij. Roeven en wellen van zink, zijnde reepen of strooken in de lengte aan beide of aan één der zijden voorzien van een opstaanden rand, waarvan de bovenkant naar binnen is omgeslagen, niet ingevoerd met niet aan invoerrecht onderworpen artikelen, waartoe zij behooren. Bijl. XI, post X. B. A. IH. — 5 pct Rollages voor cardanassen, onderdeden van automobielen. Zie Automobielen. Rollenafleiders (electro-technisch artikel). Bijl. XI, post V. B. 4. —'5 pet, tenzij B. Rondsels, meer dan 1K.G. wegende. BijI.XI,postX.B.XIjtfe£«ct., tenzij CT" Wielstellen. Metalen —. Zie Wielen. Wijzer-thermometers. BijL XI, post IX. C. — 5 pct, tenzij D. Windmotoren. BijL XI, post X. B. XI, tweede lid, 46b en het bepaalde na 46e. Windvormers (onderdeelen van smidsen). Bijl. XI, post X. B. XI, tweede lid, 18. —Vrij. Winkelbetimmeringen. Zie Kantoor- en winkelbetimmeringen. Winkelhaken. Bijl. XI, post X. B. XI, tweede lid, 46k. — Vrij. Wissels (spoorwegmaterieel). Zie Spoorstaven. Wisselstroomrelais (onderdeelen van sein- en beveiligingstoestellen voor spoorwegen). Bijl. XI, post IX. B. — 5 pct, tenzij D. Wisselstukken. Art. 19, letters q en r, alsmede bijl. II, artt. 47 en 48. Wisselverstellers. -Mechanische en electrische — (onderdeelen van seinen beveiligingstoestellen voor spoorwegen). Bijl. XI, post IX. B. — 5 pet, tenzij D. Woodshanks. Z.g. — (leesthoutjes). BijL XI, post VIH. 1. e. — Vrij. Worm wielen,meer dan 1 K. G. wegende. Bijl. XI,post X.B. XI, 2e lid, 11.—Vrij. Zaagbladen. BijL XI, post X. B. XI, tweede lid, 20.— Vrij. Zaalblokken. Bijl. XI, post X. B. XI, tweede lid, 21. — Vrij. Zagen. Bijl. XI, post X. B. XI, tweede lid, 46k. — Vrij. Zaponlak. Vrijdom voor —. BijL n, art 16, aant. 1. Zeemleder, in vellen of stukken. BijL I (blz. 297). — Vrij. Zeep. 1. Zachte (z.g. groene en gele). — 100 K.G. f 1,—. 2. Harde, zoomede alle vaste stoffen, die voor meer dan 50 pct. uit zeep bestaan: ai geparfumeerde en transparantzeep. — 100 K.G. f 4,—. b. niet geparfumeerde. — 100 K.G. f 2,—. Bijl. XI, post XV. Zeep. Tarra voor zaohte —. Art. 26 en bijl. VI. Zegel op verzoekschriften en beschikkingen. Bijl. I, § 7. Zekeringen. Eizekeringen, vliegzekeringen, hoornzekeringen en poolzekeringen (electro-technische artikelen). Bijl.XI,post V. B. 2.—bnet.,tenzij B. Zekeringselementen, zekeringsstoppen, zekeringsstrippen en zekeringsdraden voor dadelijk gebruik geschikt (electro-technische artikelen). Bijl. XI, post V. B. 2. — 6 pct., tenzij B. Zekeringskasten (electro-technisch artikel). Bijl. XI, post V. E. 2. — 5 pct, tenzij B. Zétgaleien (hulpmiddelen in het drukkersbedrijf). Bijl. XI, postX.B.XI, tweede lid, 46i. — Vrij. Zetmeelstroop. Vrijdom voor —. Bijl. H, art 16, aant. 1. Zink. Zie Ketelzink. Zittingen. Bank- en stoelzittingen, houten, mits geperforeerd of voorzien van figuren of ornamenten of wel voorzien van openingenter bevestiging aan den stoelromp. Bijl. XI, post VIII. 13. — 6 pct, tenzij C. Zout. Tarra voor geraffineerd —. Art. 26 en bijl. VI. Zoutgehalte. Onderzoek van het —. Art. 28 en bijl. V, art 20. Zuurstofflesschen. Bijl. XI, post X. B. XI, tweede lid, 35. — Vrij. Zwavelaether (aether sulfuricus). Bijl. V, art. 21. „ Vrijdom voor —. BUI. n, art. 16, aant. 1. Zwitsersche pillen (Brandt). Post 43 en bijl. XH. 435 INHOUD. EERSTE GEDEELTE. Voorbericht Blz. 5 Verkortingen „ 6 Geschiedenis „ 7 Tariefwet. Artt. 1—46 „ 16 „ Het tarief „ 61 Alphabetisch Register „ 188 TWEEDE GEDEELTE. Bijlage I „ 289 Bes. 28 Haart 1925, no. 164, V. y. V. no. 2641. (Instructie ter uitvoering der wet) Bijlage H „ 302 Kon. besluit 23 Maart 1925, S. no. 103, V. v. V. no. 2542. (Vrijdommen) Bijlage Hl „ 366 Kon. besluit 28 Maart 1925, S. no. 104, V. v. V. no. 2544. (Vrijdom krachtens art. 19, letters b en e der wet) Bijlage IV „ 372 Kon. besluit 19 Febr. 1925, S. no. 42, V. v. V. no. 2546. (Onderzoek samenstelling stoffen bedoeld in tariefpost 96) Bijlage V .. „ 373 Kon. besluit 11 Maart 1925, S. no. 75, V. v. V. no. 2538. (Onderzoek suikergehalte eni.) Bijlage VI „ 378 Kon. besluit 11 Maart 1925, S. no. 77, V. v. V. no. 2540. (Tarra) Bijlage VH „ 380 Kon. besluit 24 Dec. 1924, S. no. 578, V. v. V. no. 2547. (Aanwijzing Kamers Tan Koophandel enz. volgens art. 7 der wet) Bijlage VHI „ 382 Kon. besluit 9 Januari 1925, no. 17, V. v. V. no. 2548. (Reglement van orde voor de Tariefcommissie) Bijlage IX £ 386 Kon. besluit 9 Januari 1925, no. 18, V. v. V. no. 2549. (Vergoedingen voor leden der Tariefcommissic en deskundigen) 437 Bijlage X Blz. 387 Kon. besluit 8 April 1926, S. no. 137, V. v. V. no. 2663. (Vrijdom voor houtgeest) Bijlage XI n 390 Kon. besluit 6 Hel 192S, S. no. 183, V. v. V. no. 2S87. (Aanwijzing goederen krachtens art. 43 der wet) Bijlage XH j} 406 Bes. 13 Mei 1926, no. 153, V. r.T. no. 2591. (Aanwijzing van geheinuniddelen) Alphabetisch Register „ 408 437