DE COMMENTAAR VAN ZACHARIAS CHRYSOPOLITANUS OP HET DIATESSARON DOOR D. PLOOIJ Van den Oud-Syrischen Text van het Diatessaron, de Evangeliën-harmonie, die omstreeks 170 door Tatianus werd samengesteld, zijn ons slechts fragmenten bewaard, voornamelijk in de citaten bij Aphrahat en Ephrem. Tot op 400 n. Chr. was dit Oud-Syrische Diatessaron het kerkelijk „Evangelie", waardoor Syrië voor het Christendom gewonnen en de Syrische Kerk sindsdien gesticht werd. Daarna werd het als een kettersch geschrift in den ban gedaan. Nog Theodoretns, die van 423-457 bisschop was van Cyrrhus ten N.O van Antiochiê, vertelt, dat hij wel twee honderd exemplaren van het Diatessaron in zijn diocese in kerkelijk gebruik vond, zelfs bij goed orthodoxe gemeenten. Hij heeft al die exemplaren doen vernietigen. Wij zouden den ijverigen bisschop dit genoegen desnoods gunnen, mits hij zijnerzijd. ons het genoegen had gedaan, althans één exemplaar voor het nageslacht te bewaren. Hij heeft het niet gedaan, en de campagne tegen het Diatessaron is blijkbaar afdoende geweest: geen enkel exemplaar is er meer te vinden. Tatianus' Evangeliën-harmonie was, blijkens hetgeen wij er nu - ondanks den bisschoppelijken ban _ van weten een onovertroffen meesterwerk, zoowel van literaire compositie als van fijne exegese. Tatianus, dien wij eigenlijk alleen maar van zijn bestrijders kennen als een verfoeilijk encratiet 143 2 en uit zijn Oratio ad Graecos als een Oostersch verachter van de Grieksche wijsheid en godsdienst, begint zich thans aan ons te vertoonen als een voortreffelijk discipel van Jezus en als een groot exegeet van het Evangelie, 't Kon toch ook wel niet anders: de man, die de Apostel van Syrië geworden is, kan geen onbeteekenende persoonlijkheid geweest zijn. Zoo heel verschrikkelijk kunnen de ketterijen in Tatianus' Diatessaron trouwens niet geweest zijn. Theodoretus verwijt Tatianus, dat hij de genealogieën van Jezus verminkt heeft.') Dit is blijkbaar een stok, dien men heeft moeten zoeken om den hond te slaan, want Tatianus heeft er nooit aan gedacht de Davidische afstamming van Jezus te loochenen. Maar het bewijst wel, dat men met de beweerde ketterij van het Diatessaron wat verlegen zat. Stellig zijn er tendentieuze varianten; inzonderheid ascetische en anti-Judaistische. Maar van die varianten zou men Tatianus geen verwijt hebben gemaakt: ze waren de Syrische Kerk in het bloed overgegaan. De oorzaak waarom het Diatessaron moest geëxcommuniceerd worden, lag elders. Als er aansluiting zou verkregen worden met de Grieksche kerk, dan moest het Diatessaron ») Theodoretus zegt: rag yewacAoyi'ae xepl*oty<%; *«ï ri «AAa c