4 Allen zijn wij innig blijde, Dat de Heer u heeft bewaard, Dat u op deez' blijden feestdag Weer een jaar lang zijt gespaard! O, ik vind u groot en krachtig, En uw armen ijzersterk; Maar — gaf God u geen gezondheid, Dan lag treurig al uw werk. Daarom, Heere! spaar mijn Vader; Geef gezondheid, kracht en lust! Laat hem ons nog vele jaren! Schenk hem eens uw eeuwige rust! 3. Op Vaders Verjaardag. Heden is het weer de feestdag, Die ons ieder jaar verheugt; Want, al wordt u telkens ouder, Toch is 't ons een bron van vreugd. Dat is toch een rijke zegen, Dien de Heer u heden schenkt, Dat Hij, .met een nieuwen jaarkring Weer uw leven heeft verlengd. 'k Wensch u heden, lieve Vader! Dat de Heer u lang nog spaar, In gezondheid, vreugd en voorspoed, Menig rijkgezegend jaar! 8 Heer! wil Moeder lang nog sparen! Schenk gezondheid, kracht en moed! Schenk haar nog een reeks van jaren Schenk haar ook uw eeuwig goed! 8. Op Moeders Verjaardag. Lieve Moeder! uw verjaardag Maakt ons allen, o, zoo blij! 't Is een feestdag voor ons allen; 't Is een feestdag ook voor mij! 'k Ben zoo blijde, en zoo dankbaar, Dat u heden weer verjaart; Dat de Heer u in Zijn goedheid Weer een jaartje heeft gespaard. Al uw liefde, al uw zorgen Voor ons allen, groot en klein, Roept ons op deez' blijden morgen Tot een dubbel dankbaar zijn. O, wij kunnen u niet missen, Nog in vijftig jaren niet! Ach! wat zouden wij bedroefd zijn, Als gij ons hier achterliet! Spaar, o Heere! spaar haar lange, Tot mijn voordeel, tot mijn vreugd. Dat mijn lieve Moeders welzijn Ons nog allen lang verheugt! 13 Heer! wil nog lang hem sparen! Geef Vader moed en kracht, Nog menig tal van jaren. Koom' spade eens de nacht. Geef hem dien blijden moed, Die alles weet te dragen, Zoo wordt zelfs 't einde goed! Op Grootvaders(-moeders) Verjaardag. Op uw jaardag past ons allen, Past ook mi] een vroolijk lied. Gun mij, dat ik u mijn wenschen Voor uw heil, op heden bied. O hoe vele, vele jaren, Heeft de Heer u al gespaard; Hoedde Hij u voor gevaren, Heeft Hij u voor ramp bewaard. Telkens wordt ge een jaartje ouder, Maar uw vreugd veroudert niet; Blij ontvangt ge zegeningen, Die de goede God u biedt. 'k Hoop, dat u nog vele jaren In gezondheid leven moogt, En de vreugd van uw kleinkind'ren Ook uw eigen vreugd verhoogt. 1 Januari 19 16. Aan mijn lieve Grootouders. Na de donk're Kerstmisdagen Breekt de Nieuwjaarsmorgen aan, Waarmee wij den nieuwen tijdkring Vol vertrouwen tegengaan. 'k Wensch u beiden heel veel zegen, Heel veel voorspoed en geluk! Blijft, zoo God de Heer het goed vindt, Lang bewaard voor leed en druk! Steeds blijft het mijn vuur'ge bede, Dat Hij u Zijn zegen geeft, Dat gij nog een tal van jaren Zulk een nieuwjaarsdag beleeft! 17. Op de bruiloft van onzen geliefden Broeder. Eind'lijk brak de blijde morgen Van uw groenen bruiloft aan, En wij mogen, zonder zorgen, Opgetogen voor u staan! Bruidegom! gij zijt sinds jaren Onze broeder, welbemind, Die in het geluk der kleinen Ook uw grootst genoegen vindt. 15 16 Ik, Jacoba, Jan en Janus Wenschen u thans veel geluk Voor uw heele huw'lijksleven; Blijf bewaard voor leed en druk. Bruidje! gij wordt nu pas waarlijk Onze zuster, welbemind. Die uw nieuwe zus en broertjes Toch ook zeker aardig vindt. Viert nog eens, na vele jaren, Blij uw zilv'ren huw'lijksfeest, Met wie tegenwoordig waren Op uw groenen bruiloftsfeest. Dat des Heeren rijken zegen Op u beiden nederdaal', Is de wensch van grooten, kleinen; Is ons aller hartetaal. L Op de bruiloft van mijn lieve Nichtje. O, wat heb ik naar dit daagje Toch verlangend uitgezien. 'k Kon mijzelf haast niet bedwingen U mijn heilwensch aan te biên. Want ik weet maar al te zeker, Dat gij u gelukkig acht; En wij deelen in uw vreugde, Nu 't geluk u tegenlacht. 20 Heer! schenk Gij hun Uwen zegen, Zoo in vóór- ais tegenspoed! Heer! geleid hen langs Uw wegen: Wat Gij doet is altijd goed! Wees ons allen steeds nabij, Sta ons met Uw gunst ter zij! 22. Op de koperen bruiloft van mijn lieve Ouders. Dat is nu de schoone morgen, Dit is nu de blijde dag, Dien ik vroolijk, zonder zorgen, Met verlangen nad'ren zag. Gij viert op den dag van heden Blij uw kop'ren bruiloftsfeest! 'k Ben in heel mijn jonge levën Zeker nooit zóó blij geweest. O, 'k zong op uw groenen bruiloft Ook wel graag een vroolijk lied; Maar dat kon toen niet gebeuren, Want toen was ik er nog niet. Maar nu ben ik er terdege, En ik breng uit vol gemoed U mijn bede om veel zegen, Uit mijn hart vol liefdegloed! 'k Hoop, dat op uw kop'ren bruiloft Nog een zilv'ren volgen mag! Ja, dat we allen eens beleven Zelfs uw gouden bruiloftsdag! 21 Dat de Heer, hoe 't ook moog' wezen U nog lang, heel lang nog spaar'! Hij schenke ons nog met ons allen Menig rijk gezegend jaar! 23. Op de zilveren bruiloft mijner geliefde Ouders. Al ben ik uw jongste, toch zwijg ik thans niet; Mijn liefde voor u doet mij spreken; Als ieder van ons u zijn heilwenschen biedt, Mag mijn wensch toch ook niet ontbreken. Gij viert thans een feest, en gij smaakt thans een [vreugd, Door 's Heeren gena u gegeven. Hij schonk u — en daarom zijn wij zoo verheugd — Deez' heerlijken dag in uw leven. Het vierde eener eeuw is daarhenen gesneld, Met blijde en droevige dagen; Maar steeds hebt gij toch 's Heeren goedheid [gemeld, En was er Zijn kruis wel te dragen. En thans, nu een zilveren bruidskrans u tooit, Nog zijt ge in de kracht van uw leven. Schoon somtijds de zorg ook het voorhoofd [u plooit, Een lach blijft uw mond toch omzweven. 22 De zegen des Heeren maakt rijk en maakt sterk, Hij gaf u de kracht om te dragen; Hij gaf u den moed en de lust tot uw werk; Hij kroonde met gunst al uw dagen. Hij zij u ook verder goedgunstig nabij, Als 't kan nog eens vijf maal vijf jaren Dan vlecht er uw nageslacht, vroolijk en blij, Het goud om uw zilveren haren. 24. Op de zilveren bruiloft mijner Ouders. Eind'lijk brak de blijde morgen Van uw zilv'ren bruiloft aan; Dag, waarop wij zonder zorgen Blij om u vereenigd staan. Waar gij zooveel vreugd geniet, Past ook ons een vroolijk lied. Wij zijn blijde, lieve Vader! Dat gij thans een bruiloft viert, Waar geen groene bruiloftskransen, Maar een zilv'ren kroon u siert. Dat geluk, zoolang verwacht, Was u heden toegedacht. Wij zijn blijde, lieve Moeder! Dat gij heel dien langen tijd, Al uw zorg en al uw liefde, Aan ons allen hebt gewijd! Nimmer zorg'loos, nimmer moe, Tot uw zilv'ren bruiloft toe! 23 Heer! spaar Gij mijn lieve ouders! Zij hun levensavond schoon. Schenk hun, Heere! als het zijn mag, Nog een gouden bruiloftskroon. Ja, des Heeren zegen daal' Op ons neder al te maal! 25. Op de 40-jarige bruiloft mijner lieve Ouders. Veertig jaar in d' echt verbonden, Lieve ouders! wat een vreugd! Nu den danktoon opgezonden Voor uw heil dat ons verheugt. Hoeveel vreugde, hoeveel zegen Schonk de Heer u in dien tijd! Bloemen bloeiden allerwegen; Hem dan onzen dank gewijd! O, 't is waar, niet altijd rozen, Doornen ook bracht u het lot; Maar, wat ook het lot mocht brengen, 't Werd 'bestuurd door uwen God. Ja, zelfs in het bitterst lijden, Schonk de Heer zijn rijken troost, Schonk Hij weer de kracht tot strijden, Voor uw gade en uw kroost. 24 En nu, op een dag als heden Zien wij enkel zonneschijn. Vroolijk schijnt ons het verleden En vergeten zorg en pijn. O, wij hopen zoo van harte, Dat de Heer u lang nog spaar! Blijft bewaard voor leed en smarte, Menig rijkgezegend jaar! Dat nog eens een gouden krone Op uw grijze haren rust! Hier op aard, — maar boven alles Ginder, aan de eeuw'ge kust! 26. Op de 30- of 40-jarige echtvereeniging van onzen Oom en Tante. Op deez' blijden feestdag mogen Ook uw neefjes voor u staan; Zien ook zij met vroolijke oogen Thans hun Oom en Tante aan. Zij ook voegen hunne wenschen, Vurig, vroolijk, welgemeend, Bij het woord der groote menschen, Heden blij om u vereênd. Dertig jaar in d' echt verbonden, Zouden wij niet vroolijk zijn? Nu den danktoon opgezonden, Uit ons harte jong en rein! 25 Welk een stroom van rijken zegen Heeft de Heere uitgestort Op u beiden; allerwegen Bleek Zijn macht u, onverkort! O, 't is waar, niet enkel vreugde, Leed was ook somtijds uw lot; Maar die beide: leed en vreugde, Kwam u toe van uwen God! Al die dertig lange jaren Hebt gij samen blij doorleefd. Mocht gij telkens weer ervaren, Dat de Heer Zijn zegen geeft. O, wij hopen zoo van harte, Dat de Heer u lang nog spaar; Blijf bewaard voor leed en smarte, Menig rijkgezegend jaar. En dat eens, na twintig jaren, Op uw gouden huw'lijksfeest Al uw gasten weer vergSren, Die hier heden zijn geweest! 27. Op uw 20-, 30-, 40-jarige bruiloft Heil, driewerf heil en vrede! Deez' wensch uit 's harten grond, Die welgemeende bede Geldt u op dezen stond! 26 Nu juist voor twintig jaren Sioot gij dat vast verbond, Dat, wat u mocht weervaren, De tand des tijds weêrstond. Waar is zij heengevaren, Die lange, lange rij Van wentelende jaren, Doorjubeld zij aan zij! 't Is waar, u troffen slagen, Maar veel bleef toch gespaard; Veel blijde, schoone dagen, Veel liefs u dier en waard! Hoe rees in al die jaren Uw heilzon meer en meer! Veel goeds mocht gij ervaren, En zegen stroomde neer! Wij deelen in uw vreugde. Een deel dier blijde gloed, Die thans uw hart verheugde, Doorstroomt ook ons gemoed. Wij wenschen u van harte Veel jaren, blij en goed, Vereenigd, ook bij smarte, Bij voor- en tegenspoed! 28. Op de gouden bruiloft mijner Grootouders. 27 Jonge, jonge, lieve Opa! Wat viert u een zeldzaam feest! U zijt op den dag van heden Vijftig jaar getrouwd geweest! Dat gebeurt niet iedereen; Dat is zeldzaam, naar ik meen! En u, Opoe! zijt toevallig Ook een halve eeuw getrouwd; En dat heeft u, naar wij hopen, Nimmer nog oprecht berouwd. Dat gebeurt niet iedereen; Dat 's ook zeldzaam, naar ik meen 1 Vier keer bruiloft: eerst een groene, Toen een kop'ren huw'lijksfeest; Toen een zilv'ren, maar daar ben ik, 't Spijt me wel, niet bij geweest. Nu 't uw gouden bruiloft is Loop ik toch uw feest niet mis! Zie, wij allen hier te zamen Wenschen u thans veel geluk, Voorspoed, vrede en gezondheid; Blijft bewaard voor leed en druk! Blijft nog menig, menig jaar, In geluk steeds bij elkaar. 28 29. Op de gouden bruiloft van onze geliefde Grootouders. Schooner dag dan deze feestdag Hebt gij nimmer nog beleefd, Nu de Heer, in Zijne goedheid, U zoo'n rijken zegen geeft. O, zoo bitter weinig menschen Vieren 't gouden bruiloftsfeest; Maar gij moogt dien dag beleven, Opgewekt en blij van geest. Groene bruiloft! — Jong en krachtig, Frisch en vroolijk stondt gij daar, Beiden voor den strijd des levens Toen zoo echt van zessen klaar. Kop'ren bruiloft! — En uw kind'ren Wenschen u Gods zegen toe. En gij gaat, trots vele zorgen 't Leven door, nog blij te moe. Zilv'ren bruiloft! — Grijze haren, Enk'le rimpels toont uw beeld; Maar de Heer heeft in Zijn goedheid Kracht naar kruis u toebedeeld. Gouden bruiloft! — Heel wat ouder, Heel wat kalmer gaat gij voort Naar den avond van uw leven, Tot een eeuwigen morgen gloort. 29 En wij allen, hier vereenigd Wenschen u thans veel geluk! Dat de Heer nog vele jaren U bewaar' voor leed en druk. Komt dan spa de dag van scheiden, Breekt dan eindelijk de band, Dat de Heer u dan geleide Naar het hemelsch vaderland! AANHANGSEL. I. Op den Verjaardag van H. M. de Koningin der Nederlanden. Wijze: Wilhelmus. Vorstin der Nederlanden! Voor u weerklinkt ons lied, Tot aan de verste stranden Van heel uw rijksgebied. Wie zou er nu niet juichen, Nu Gij opnieuw verjaart! Wie zou de knie niet buigen, Nu God U heeft gespaard? Vorstin der Nederlanden! Heil U! op dezen dag. Wij heffen hart en handen Tot God, met diep ontzag. Wij smeeken, Albehoeder! Schraag Gij Haar troon, Haar staf, Geleid Gijzelt 's Lands moeder Tot aan, tot over 't graf! 30 2. Op den Verjaardag van Z. K. H. den Prins der Nederlanden. Wijze: Wilhelmus. De Prins der Nederlanden Was eens van Duitschen bloed; Nu dient hij deze landen, Als 't moet, met lijf en goed. Hij mint de Koninginne; En, wie haar trouw bemint, Die is van den beginne Oud-Hollands beste vrind! De Prins der Nederlanden Viert zijn geboortedag! Verheugt u, lage landen! Waai uit, Oranjevlag! O Heer! verhoor de bede, Die rijst uit aller mond: Schenk Gij hem Uwen vrede, Tot aan zijn iaatsten stond! 3. Op den Verjaardag van H. K. H. Prinses Juliana. Wijze: Wilhelmus. Laat blij het feestlied schallen, Langs veld en bosch en strand, En plant op trans en wallen De vlag van Nederland! 31 Juliana van Nassouwen Viert haar geboortefeest, En, waar wij ook van houên, Van haar wel 't allermeest. O Heerl behoed haar leven! Dat heel een eng'lenwacht Haar overal omzweve Bij dagen en bij nacht! Bestuur, o Heer! haar schreden Houd Gij haar bij de hand; Deel haar Uw zegen mede Tot heil van 't Vaderland! INHOUD: Op Vaders Verjaardag 1, 2, 3, 4, 5 en 6. Op Moeders Verjaardag 7, 8, 9, 10 en 11. Op den Verjaardag van mijn lieve Ouders 12. Op Vaders 50sten Verjaardag 13. Op Grootvaders (-Moeders) Verjaardag 14. Nieuwjaarswensch aan mijn Grootouders 15 en 16. Op de Bruiloft van een Broeder 17.. Op de Bruiloft van een Nichtje 18. Op de Bruiloft van mijn Vader 19. Op de Bruiloft van den Meester 20. Op de Koperen Bruiloft van onze Ouders 21 en 22. Op de Zilveren Bruiloft van onze Ouders 23 en 24. Op de 40-jarige Bruiloft van onze Ouders 25. Op 30- en 40-jarige Echtvereeniging van Oom en Tante 26. Op 20-, 30- en 40-jarige Bruiloft 27. Op de Gouden Bruiloft van Grootouders 28 en 29.i AANHANGSEL» Oo den Verjaardag van H. M. de Koningin. Op den Verjaardag van Z. K. H. den Prins der; Nederlanden. Op den Verjaardag van H. K. H. Prinses Juliana.i Bij den Uitgever Z. J. Koning Gzn. te Oostwoloe (Oldambt) zijn verschenen en bij alle solide boekhandelaren verkrijgbaar: Ko. Ph. Evertse. Leuke zetten. Twintig anecdoten. fO.35. Edward Writer. Van Groen tot Goud. Bundel Christ. Feest-, Bruilofts- en Welkomstzangen, f 0.45. Z. J. Koning. Ernst en luim. Christ. voordrachten. (96 bladz.) 4e druk. f0.60. „ Fuchsia's. Ernstige en luimige gedichten. (96 bladz.) 2e dr. f 0.60. „ Immortellen. Ernstige en luimige gedichten voor bruiloften en andere gelegenheden. (96 blz.)f 0.60. „ Jasmijnen. Ernstige en luimige gedichten. (96 bladz.) fü.60. Korenbloemen. Ernstige en luimige gedichten. (96 bladz.) f0.60. ., Luim en Scherts. Luimige gedichten. (96 bladz.) 2e dr. f0.60. „ Mosroosjes. Ernstige en luimige gedichten. (96 bladz.) f 0.60. Narcissen. Keur van meest nieuwe ernstige en luimige voordrachten. (96 bladz.) fO.60. P. J. Kloppers. Levensbloesem en Harteknoppen. fO.60. L. Th. Zeegers. Nederlandsche Chrestomathie. (Alléén Poëzie.) Tiende vermeerderde en verbeterde druk. fO.60. J. P. v. d. Hucht. Van Hemel en Aarde. (Proza en Poëzie.) f0.75. Z. J. Koning. Madeliefjes en Meidoorns. Bloemlezing uit de *verken van Nederlandsche dichters. (160 bladz.) 3e druk. f 0.90 ; geb. f 1.40. 5. Op Vaders Verjaardag Dit is nu eerst de schoone morgen, Dit is nu pas de blijde dag, Waarop u vroolijk, zonder zorgen, Met ons uw jaardag vieren mag. Ons harte wenscht u blij te moe, Veel heil en zegen rijklijk toe! Wij weten, Vader! dat ge uw krachten En gaven steeds ons gaarne wijdt; En, wat wij ook van u verwachten, Wij vinden u daartoe bereid. Wij weten, dat gij ons bemint, In ons geluk uw vreugde vindt. Wij hopen zoo van ganse her harte, Dat God de Heer u lang nog spaar! Hij hoede u voor leed en smarte Nog menig rijkgezegend jaar. Zijn vreeze rijpe in overvloed In uw, en ook in ons gemoed. ,aK 6. Op Vaders *) Verjaardag. De dag, die zoo vaak mij verheugde, Uw jaardag brak thans weder aan. Mijn harte dat jubelt van vreugde, Mijn oogen zien vroolijk u aan. *) Weduwnaar. 6 9. Op Moeders Verjaardag. Harfiijk welkom, lieve Moeder! Dubbel welkom dezen dag, Nu gij, tot ons aller blijdschap, Weer uw jaardag vieren mag, Brengen we u, uit vol gemoed Onzen dank'bren vreugdegroet. Heeft de Heer u dezen jaarkring Weer Zijn bijstand niet ontzegd, Hij heeft ook in Zijne wijsheid Somtijds smart u opgelegd; Maar in voor- en tegenspoed Was de Heer u altijd goed. Wees gezegend! — Wees een zegen, Nog veel jaren achtereen; Wijd uw rijken schat van liefde Aan uw kind'ren, groot en kleên; Dat wij, aan uw hand geleid, Rijpen voor de zaligheid! 10. Op Moeders Verjaardag. Lieve Moeder! uw verjaren Is voor ons het grootste feest, Dat wij heden mogen vieren, Opgewekt en blij van geest; Daarom zijn wij zoo verblijd, Hebben we u dit lied gewijd. 9 10 Zie, omdat wij u beminnen Is ons harte zoo verheugd, Deelen wij met ziel en zinnen In uw blijdschap, in uw vreugd, Brengen wij u, blij te moe, Hart'lijk onze wenschen toe. O, wij hopen zoo van harte, Dat de Heer u lang nog spaar'; Dat Hij u, in vreugd of smarte, Nog behoede menig jaar! Leef gelukkig en tevreên, Met ons allen om u heen! 11. Op Moeders Verjaardag. Heden is 't een dag van vreugde Voor ons gansche huisgezin. Wat ons ieder jaar verheugde, Neemt ook nu ons harte in. Lieve Moeder! op uw jaardag Schijnt de zon in "ons gemoed; Juichen wij zoo veel het zijn mag, Blaken wij van liefdegloed. Al uw zorgen, al uw liefde Maakt ons hart zoo warm, zoo blij En wat soms uw harte griefde, Griefd' ook ons, geloof dat vrij. 11 Langzaam aan gaan wij gevoelen, Wat u, Moeder! voor ons zijt. En waardeeren we uw bedoelen, Zelfs wanneer gij ons kastijdt. Heer! spaar Gij nog vele jaren Onze Moeder, welbemind; En behoed haar voor gevaren, Dat ze in U haar Leidsman vindt. Laat haar Uwe gunst ervaren Tot in hoogen ouderdom! Klinke eens aan'het eind der jaren Ook voor haar Uw: „Wellekom!" 12. Op den Verjaardag *) van mijn lieve Ouders. Weder snelde een jaarkring henen Met zijn zorgen- en zijn vreugd; En weer zijn wij met ons allen Op deez' feestdag recht verheugd. 'k Denk, dat toch niet heel veel kind'ren Zien, wat ik nu heb gezien; Dat hun Vader en hun Moeder Aan elkaar hun heilwensch biên. 'k Hoop, dat u nog vele malen Op denzelfden dag verjaart, Dat de Heere tal van jaren Nog uw dierbaar leven spaart. *) De Ouders zijn gelijk jarig. 12 Heer! schenk Gij hun moed en krachten; Geef gezondheid, welvaart, vreê; Deel hun, tot in grijze oudheid, Van Uw rijken zegen mee! 13. Op Vaders 50sten Verjaardag. Wijze: Es ist ein Röss. Heil, vader! heil en zegen! — Klink' thans uit aller mond Een driewerf: „Heil!" u tegen Geweld uit 's harten grond. Wij juichen, zijn verblijd, Nu gij na vijftig jaren, Nog sterk en krachtig zijt! Waar is hij heengevlogen, Die lange, lange tijd; Soms kalm, maar ook bewogen, Bemind zijt ge en benijd. Gij groeidet vast in tal, In rijkdom en in jaren, In liefde bovenal! Thans ziet gij om u henen, Juist van dit hoogtepunt, Niets, dat gij moet beweenen, Al wat u werd gegund. Zoo blijve het nog lang, Als 't kan nog vele jaren! Nooit worde uw toekomst bang. 1 Januari 19 15. Aan mijn Grootouders. Op deez' blijden nieuwjaarsmorgen Bied ik u mijn wenschen aan, 'k Wou, dat ik maar zelf eens even Met den trein tot u kon gaan! 'k Gaf u dan, van enkel vreugde, Eerst een hartelijken kus; Een van mij, maar dan ook tevens Van mijn broertje en mijn zus! Weet u, waarom ik zoo blijde U dit versje heb gewijd? Omdat wij ons zoo verheugen, Dat u nog in leven zijt! 'k Hoop, dat u nog menigmalen Zulk een nieuwjaarsdag beleeft! Dat de Heer in Zijn genade U een heel lang leven geeft! Heer! verhoor die kinderbede; Spaar mijn Grootmoe, spaar ook mij, Dat ik haar nog vele keeren, Met mijn nieuwjaarsgroet verblij! 14 17 'k Weet toch, dat gij nu gaat trouwen Met een splinternieuwe neef. En dat zal u niet berouwen; Dat is vast, zoo waar ik leef. 'k Wensch u een gelukkig leven, Aan de zijde van uw man; Dat 't geluk u steeds omzweve, Waar het mag, zoo lang het kan. Heer! hoor Gij ons aller bede Voor dit bruidspaar, neef en nicht. Deel hun Uwen vrede mede; Doe hen wand'len in Uw licht! Leid hen, Heer! op Uwe wegen; Leid hen zachtkens aan Uw hand; Straal' hen eens de lichtgloed tegen Van het hemelsch vaderland! Op de bruiloft van mijn lieven Vader. Eind'lijk brak de blijde morgen Van uw groenen bruiloft aan; Dag, waarop gij zonder zorgen Blij den blik vooruit moogt slaan, Waar u zooveel zegen wacht, En 't geluk u tegenlacht. 18 (Tot Vader): Zond de Heer, bij Moeders sterven, U een namelooze smart, Waar gij haar zoo vroeg moest derven U zoo dierbaar aan het hart, Heden heeft Hij u getroost In een Moeder voor uw kroost. (Tot Moeder): Lieve Moeder! wees van heden Ons de leidsvrouw onzer jeugd; Doe ons wand'len in uw treden; Voed ons op in eer en deugd, En ons harte hoort u toe Als eens onze eerste Moe! Zie, wij allen hier te zamen Wenschen u thans veel geluk, Voorspoed, vrede en gezondheid; Blijft bewaard voor leed en druk! Blijft nog vijf-en-twintig jaar In geluk steeds bij elkaar! 20. Op de bruiloft van den Meester onzer klasse. Waarde meester! al de kind'ren Zijn vandaag oprecht verheugd. Niemand toch kan ons verhind'ren, Dat wij deel en in uw vreugd. Waar gij zoo gelukkig zijt, Is ons harte ook verblijd. 19 Lieve juffrouw! waarde meester! Neem, wat onze hand u schenkt. Want wij willen, o! zoo gaarne, Dat u dikwijls aan ons denkt; Telkens als u daarnaar ziet: O, vergeet uw klasse niet. 21. Op de koperen bruiloft van onze lieve Ouders. Eind'lijk brak de blijde morgen Van uw kop'ren bruiloft aan! Dag, waarop gij zonder zorgen Weer een blik terug moogt slaan Op uw streven, arbeid, vlijt, Aan uw gade en kroost gewijd. O, wij zongen op uw bruiloft Ook wel graag een vroolijk lied; Maar dat kon toen niet gebeuren, Want toen waren we er nog niet; Heden zijn wij dubbel blij; Want nu zijn we er allen bij. Lieve ouders! al uw kind'ren, Bieden u hun wenschen aan; Hopen op uw zilv'ren bruiloft Weer zoo blij voor u te staan. Ja, wij wenschen blij van geest, U een gouden huw'lijksfeest! 1 KINDERVERSJES 1 I ï fiS] VOOR \M\ B ffl jj VERJAARDAGEN, BRUILOFTEN || [H EN ANDERE GE L*E GENHEDEN • H I I gj TEN GEBRÜIKE OP |gj g> «<* KI «fe: CHRISTELIJKE SCHOLEN ffl m i «. i i i H e. J. DESTRÉE. ¥ I 1 #' g li OOSTWOLDE (OLDAMBT) - Z. J. KONING GzN. g| Prfls 40 Cent. <■* BE <* n ^» n <* n <» ie KINDERVERSJES VOOR VERJAARDAGEN, BRUILOFTEN EN ANDERE GELEGENHEDEN TEN GEBRUIKE OP Chr. Scholen VAN C. J DESTRÉE. OOSTWOLDE (OLD.) - Z. J. KONING G.ZN. 1. Op Vaders Verjaardag. Lieve Vader! 'k ben zoo blijde, Dat u heden jarig zijt. Moe, en ik, en al de and'ren Zijn met u oprecht verblijd! 't Is zoo'n voorrecht, als je Vader Weer een jaartje is gespaard. Menig kind heeft, op mijn leeftijd, Reeds geen Vader meer op aard. En u bent nog jong en krachtig; Vroolijk gaat u steeds aan 't werk, Want uw liefde tot ons allen Maakt, dat weet ik, u zoo sterk. 'k Hoop, dat u nog vele jaren, Heel veel jaren leven zult, In gezondheid, vreugde en voorspoed; Dan wordt ook mijn wensch vervuld. 2. Op Vaders Verjaardag. 'kWeet wel, VaderI dat u 'tdruk hebt; Meestal hebt u haast geen tijd; Maar wil nu toch even luist'ren, Nu gij heden jarig zijt. 5 O, Hij schenke u Zijn zegen In uw huis en in uw werk! Blijf tot in uw grijze oudheid, In uw liefde en arbeid sterk! 4. Op Vaders Verjaardag. Eind'lijk brak de blijde morgen Van uw jaardag weder aan! Dag, waarop gij zonder zorgen Weer een blik terug moogt slaan Op uw streven, arbeid, vlijt. Aan uw gade en kroost gewijd! O, wij deelen in uw vreugde, Stemmen met uw danktoon in; Want, wat ooit uw hart verheugde Nam ook onze harten in. Daarom jub'len wij verblijd, Nu gij heden jarig zijt! Dat de Heer u lang mag sparen, Is de wensch van groot en klein, Dat gij nog een reeks van jaren Onze trouwe steun moogt zijn! fa, des Heeren zegen daal' Op ons neder altemaal! 7 Dat 's niet om den heerlijken feestdag, Die eens in het jaar weer verschijnt, Maar dat 'k u een jaar weer gespaard zag, Is vreugde, die nimmer verdwijnt. Hoe zou ik u, Vader! niet minnen, Die Vader en Moeder mij zijt! 'k Wil liever u dubbel beminnen; -Mijn hart hoort u toe voor altijd. O Heer! hoor de vurige bede, Die rijst uit mijn liefdevol hart: Schenk Vader veel jaren van vrede, Bewaar hem voor leed en voor smart. 7. Op Moeders Verjaardag. O, wat heb ik vele dagen, Naar deez' morgen uitgezien! 'k Kon mij haast niet meer bedwingen, U mijn heilwensch aan te biên. Eind'lijk is de dag gekomen, Vast de blijdste van het jaar; En u vindt ons, o zoo vroolijk, O zoo dankbaar bij elkaar. Lieve Moeder! 'k Wensch u heden Nog een heel lang leven toe, In gezondheid, vrede en voorspoed, Dankbaar en steeds blij te moe.