Zeelana mag terecht ons Steden-Kerkhof genoemd worden. C. H. Peters. 5|jg§)M ROTECTOR et hostis — onze beschermer maar tevens onze vijand, zoo ^itevW IUiddC randschrift van Penning, in 1596 op last van Zeelands Staten geslagen. Bedoeld wordt de zee, de wispelturige vriend en geduchte ' viJand tevens, van wier doen en laten het bestaan, de bloei van alle Zeeuwsche steden afhing. Nergens in ons land sterker dan hier heeft de zee haar geduchte macht doen gevoelen, steden doen opbloeien, maar ook doen verschrompelen tot onbelangrijke plaatsjes, of geheel doen verdwijnen. Merkwaardige tegenstelling! Terwijl het Zeeuwsche land nóg vruchtbaar, nog welvarend is, zijn de meeste Zeeuwsche steden doodsch, kwijnend, schaduwen van wat ze eens waren, of . . totaal verdwenen. Verdwenen zijn Assenede bij Sas van Gent, Houcke bij Sluis, Kats en Kortgene op Noord-Beveland, Monnikenreede bij Kadzand — aan enkele harer herinnert nog de naam van een dorpje, in de nabijheid opgebouwd — Oostende bij Oostburg, Scoeneveld in den mond der Wester-Schelde ter plaatse waar thans de Schooneveld-zandbank ligt, en - Reimerswaal, eertijds en nog in den aanvang der 16de eeuw de derde stad van Zeeland, een aanzienlijke en bloeiende koopstad, waar voor Zeeland de inhuldiging der Graven plaats vond, die tusschen 1530 en 1563 door de zee tot nietig dorpje werd gemaakt en in 1634 voor goed aan het geweld der golven werd prijsgegeven. Eens rezen haar trotsche muren beschermend op aan de Ooster-Schelde tegenover Tholen, thans bespeurt men bij laag water daar ter plaatse nog slechts iets van de fundamenten harer gebouwen Aardenburg, het oude bloeiende Rodenburg, schrompelde in tot een stedeke, dat eenige eeuwen nog slechts als vestingstad eenige beteekenis behield, St. Annater-Muiden, de „oudste dochter van Brugge" aan het Zwin, bestaat nog als klein dorpje, waarin niets behalve een indrukwekkende torenromp aan den 14de eeuwschen bloeitijd herinnert, Biervliet, oudtijds machtige zeestad, ging te gronde in den vloed van 1577, en het dorpje, dat thans dien naam draagt, kan niet als een overblijfsel der oude stad worden beschouwd; hetzelfde geldt voor Arnemuiden, in 1438 aan de zee overgelaten, maar nieuw-Arnemuiden heeft óók zijn bloeitijd gehad en hoe weinig getuigt daarvan nog het Arnemuiden van heden! De smalsteden Domburg en St Maartensdijk werden dorpen, evenals Westkapelle, dat eens „de principaalste oudste zeestad van Zeeland" kon worden genoemd. Oostburg moge thans een welvarend dorp zijn het is toch wel in beteekenis achteruitgegaan daar het vroeger een belangrijke handelsplaats was, die met ver afgelegen volken koopmanschap dreef. IJzendijke draagt den naam van wat de zuidelijker gelegen stad, die in de 13de eeuw lid der Hanze was maar reeds in de 14de eeuw grootendeels te gronde ging> waarna hare overblijfselen 4 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND in 157° door overstrooming vernield werden. Axel is ook niet meer wat het geweest was, maar aan deze stad heeft niet de zee, maar Philips de Goede (in 1452) een bijkans doodelijken slag toegebracht door uitplundering en verwoesting; de aanslibbing van den stroom, waaraan het gelegen was, zou er echter later ook wel voor gezorgd hebben, dat de oude bron van welvaart opdroogde. Hulst dat eertijds een „bekwame" haven had en in open gemeenschap stond met de Schelde, Brouwershaven, Tholen, zijn mede in beteekenis achteruitgegaan; nog sterker Zierikzee. En dan Sluis en Veere en, ja ook Middelburg . . . Wie de namen dezer steden noemt, denkt tegelijkertijd aan de vergankelijkheid van aardsche glorie. De tragische geschiedenis van Zeeland's steden vertoont slechts enkele zwakke lichtpunten, gevormd door Goes,Terneuzen en Vlissingen. Het zijn echter niet alleen het geweld der zee, de aanslibbing en de verzanding geweest, die den val van zoo menig Zeeuwsche stad hebben veroorzaakt. De meeste dankten hun bloei mede aan de nabijheid van het volkrijkste en belangrijkste gewest der Nederlanden, Vlaanderen. Toen na den opstand tegen Spanje al spoedig de Zuidelijke Nederlanden het hoofd in den schoot legden, kwamen de steden aan de Zeeuwsche stropmen in plaats van in de nabijheid van Neerland's handelscentrum, in een uithoek van de nieuw gevormde Republiek der Zeven Provinciën te liggen, tot welker vorming de Zeeuwen zelve zoo krachtig hebtjen bijgedragen . . . De Zeeuwsche stad onderscheidt zich van de Hollandsche door grachtenarmoede; meestal heeft zij slechts één gracht, de binnenhaven, die gewoonlijk tot de kern der stad doordringt, waarbij dan nog soms een water kwam, dat een ruim bassin, hetwelk men met vloed liet volloopen, met den havenmond verbond, die op deze wijze op diepte werd gehouden. Al het water, behalve natuurlijk de omringende vestgrachten, vindt zijn verklaring in de bron van bestaan, de zeevaart; de eigenlijke Hollandsche vreedzame gracht, een binnen de bebouwing gekomen voormalige sloot of waterverkeersweg en verbinding met de omgeving, ontbreekt. Zeer begrijpelijk, daar elke Zeeuwsche stad gelegen was aan of een open verbinding had met de breede en vaak gevaarlijke stroomen, wier geduchte wateren men niet meer dan strikt noodig was binnen de wallen liet komen. Bovendien ontbrak buiten de steden de vaart, die slechts een gevaar ware geweest, of zou zijn dichtgeslibd, en waaraan ook geen behoefte bestond, daar ten allen kant het aan eb en vloed onderhevige water spoelde. Een uitzondering op deze algemeene eigenaardigheid der Zeeuwsche steden — die zich trouwens ook vertoont in de weinige Hollandsche steden welke in dergelijke omstandigheden verkeeren —■ vormt Middelburg, waar grachten niet zeldzaam zijn; grootendeels is echter deze uitzondering slechts schijnbaar, want ook hier geen grachten in de Hollandsche beteekenis, maar havens en dokken, in grooter getale alleen, omdat Zeeland's hoofdstad in haar bloeitijd aan één haven bij lange na niet voldoende had. Middelburg lag trouwens in zijn grootsten bloeitijd reeds op eenigen afstand van het open water, en had reeds toen meer een terugtrekken van, dan een overweldiging door het water te vreezen. De nauwe betrekkingen tusschen de Zeeuwsche steden en Vlaanderen deden zich ook ten opzichte van de bouwkunst gevoelen. Op het gebied van den woonhuis^ bouw blijkt de Vlaamsche invloed er echter niet zoo sterk meer als men misschien zou vermoeden, omdat spoedig na de scherpe afscheiding tusschen de Noordelijke en STADSGEZ. EN WOONH. (ZEELAND, N.-BRABANT EN LIMBURG) 5 Zuidelijke Nederlanden de meeste Zeeuwsche steden sterk in welvaart achteruitgingen — met als gevolg: slooping van veel wat uit den vroegeren bloeitijd over was — of, in zeldzame gevallen als te Middelburg, zich in een nieuwen bloei verheugden, welke veel van het oude verving door scheppingen die van Hollandschen invloed getuigden. Van een eigen Zeeuwschen stijl is niets te zien, en zelfs plaatselijke eigenaardigheden ontbreken bijkans geheel. Minder verwonderlijk is het zeker, dat evenmin van een Noord-Brabantschen stijl kan gesproken worden. In het noordelijk en zeker niet belangrijkste gedeelte van het oude Hertogdom Brabant, dat later, min of meer als wingewest èn borstwering door de Staten behandeld, sterk onder Hollandschen invloed stond, en waarvan trouwens het noordwesten reeds lang tot Holland werd gerekend, kan zulks ook moeilijk verwacht worden. Wat den aanleg der Noord-Brabantsche steden betreft, iets karakteristieks, dat voor alle geldt, is hier niet te noemen, of het moest zijn, dat ook zij grachten-arm zijn, hoewel hier en daar een beek als gracht poogt te fungeeren, er echter meestal weinig op lijkt. Van de geweldige vestingwerken, die de meeste harer eeuwen lang hebben omringd, en die haar nog thans iets merkwaardigs zouden hebben kunnen geven, is heel weinig overgebleven. En de steden van onze provincie Limburg, van dit nog slechts korten tijd uit verschillende deelen samengesmolten grensgewest? Het behoeft geen verklaring, dat hier verschillende invloeden zich hebben doen gelden, en van een HolkndschLimburgschen stijl in den woonhuisbouw geen sprake kan zijn. Aan fraaie gevels zijn zij trouwens over het algemeen niet rijk. Hare sterk-afwisselende staatkundige geschiedenis, de onrustige tijden, die voor haar eeuwen-lang hebben geduurd, maken dit verklaarbaar. De oude bloeiperiode ligt te ver in het verleden, de bloei van denlaatsten tijd schonk nog te weinig schoons. Over haar aanleg vallen geen bijzondere opmerkingen te maken; grachten ontbreken geheel. Middelburg is een der mooiste steden van ons land. En wat doet het zijn best om den vreemdeling niet te laten merken, hoe diep het gevallen is, hoe gering nog zijn beteekenis is, vergeleken bij die van weleer; hoe het tegen het einde der 16de eeuw de illusie had, erfgenaam van Antwerpen te worden, toen het, zij het voor korten tijd, de eerste koopstad der Republiek was. Aldra bleken zijn verwachtingen tè hoog gespannen, maar nog kon het, in gestage worsteling om zijn aanslibbende verbinding met de zee te behouden, ruim 1»/, eeuw het hoofd niet zonder trots opbeuren, tot de strijd moest worden opgegeven. En zoo is dan nu Middelburg een stad van verdwenen grootheid, nog slechts levend als zetel van het provinciaal bestuur en van zijne markten, die de stad voor het droevig lot van zoo menig doode Zeeuwsche stad bewaarden.' Middelburg is waarschijnlijk ontstaan om een burcht, gebouwd in een bocht van het riviertje de Arne, ter plaatse van de latere Abdij. Reeds omstreeks het jaar 1300 had deze stad den vorm van een cirkel, waarvan de abdij het middelpunt was. Kleine uitbreidingen in den loop der 14de en het midden der 16de eeuw verbraken dien cirkelvorm, welke echter door de belangrijke uitbreidingen van 1578—1598 weder hersteld werd. Toen was het de groote, veelbelovende tijd voor de schoone Zeeuwsche stad, die wel reeds eeuwen, met de onvermijdelijke schommelingen, gebloeid had door 6 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND haar handel in lakens en wijnen, maar toch nimmer zich ernstig mededingster of erfgename van de machtige Vlaamsche koopsteden had kunnen noemen. Spoedig echter streefde Amsterdam de Arnestad verre voorbij, en in de tweede helft der 17de eeuw kwam zij als koopstad ook bij Rotterdam ten achter. Ten slotte gaat het volhouden van den strijd, om haar lange, in 1532 gegraven haven, bevaarbaar te houden, boven haar krachten, en als na de voor haar zoo rampzalige Fransche periode betere tijden schijnen aan te breken, is het Antwerpen, dat bijkans allen zeehandel tot zich trekt; Amsterdam en Rotterdam weten zich met moeite staande te houden en zich later te herstellen, maar Middelburg's rol als zeestad is uitgespeeld, en geen nieuwe havens of kanalen kunnen het noodlot meer van haar afwenden. Dat Middelburg niet alleen in de 17de eeuw een bloeiende stad was, maar ook in de 18de eeuw nog.tal van welvarende burgers bezat, bewijzen er vele huizen en ook vele rijke interieurs. Van den Vlaamschen invloed getuigen vooral de schier overdadig gesierde gevels van de „Steenrots" en „de gulden Sonne"; de deftige gevels der breede dubbele huizen met rechte kroonlijst, waaraan Middelburg betrekkelijk zeer rijk is, gelijken op dergelijke huizen in Holland; typisch-Middelburgsch is bij verscheidene dezer huizen slechts de vermelding van den naam van het huis of het jaartal van zijn bouw in bebladerde letters op de kroonlijst. Veere^ in de 15de en 16de eeuw een stedeke, dat bloeide door handel en scheepvaart — vooral de handel op Schotland was er van veel beteekenis — ging sinds het einde der 16de eeuw, mede door het verzanden van zijn haven, gestadig achteruit, maar was bij het naderen van de 19de eeuw, hoezeer kwijnend en met minder dan het halve inwonertal van zijn bloeitijd, toch nog in leven. De ellende van den Franschen tijd, een watervloed in 1801, het bombardement door de Engelsche vloot in 1809 en wederom een watervloed in 1836, brakende geringe overgebleven krachten van het stadje, en maakten het tot de doode stad, waar nog slechts een geweldige kerk, een sierlijk stadhuisje, een mismaakte vestingtoren en zeer weinige woonhuizen, waaronder twee zeer fraaie, Üan oude tijden van bloei herinneren. Voornamelijk ten oosten van de haven bleef nog iets van de oude stad over; geheele huizenblokken en straten zijn verdwenen; verdwenen is ook de huizenreeks aan de westelijke havenkade. Aan de landzijde buigen nog in wijden boog de vestingwallen om het bekoorlijk gelegen stadje, waar veel bezoekers komen mijmeren over de vergankelijkheid der dingen, wellicht te veel vergetend, dat Veere nimmer een gróóte stad was, als haar kerkgebouw zou doen vermoeden, en dat er, ook in Zeeland, steden geweest zijn en nóg zijn, wier lot tragischer was dan dat van deze lieflijke doode. Vlissingen is de volkrijkste en levendste van Zeeland's steden, maar tevens de leelijkste. De oude stad is door demping van singelgrachten en binnenhavens deerlijk verknoeid; bovendien zijn er, vooral tengevolge van het bombardement door de Engelschen in 1809, weinig fraaie woonhuizen overgebleven, welke zouden kunnen getuigen van Vlissingen's welvaart door den zeehandel in de 16de en 17de eeuw. De werven en werkplaatsen van de Maatschappij de Schelde geven aan de stad beteekenis en vertier, maar verfraaien haar niet. Ook de nieuwe stadsgedeelten zijn niet zeer mooi. Maar de boulevard langs de Schelde, met zijn prachtig gezicht op de druk-bevaren breede rivier, maakt veel goed, al stemt het somber, hier te aanschouwen, hoe bijna alle stoom- STADSGEZ. EN WOONH. (ZEELAND, N.-BRABANT EN LIMBURG) 7 booten de goede havens van Vlissingen negeeren en doorgaan naar Antwerpen, de groote Nederlandsche stad, waarover Brussel den scepter zwaait. Goes heeft, als zoovele Zeeuwsche steden, met zijn haven gesukkeld; als havenstad is het thans van geen beteekenis meer, hoewel het door een kanaal zijn verbinding met de Ooster-Schelde bleef behouden. Maar als marktplaats van het vruchtbare Zuid-Beveland wist het vriendelijke provinciestadje zich staande te houden, en in den laatsten tijd weer in bloei toe te nemen. Een bijzonder mooie stad is ook Goes niet, al heeft het een flink ruim marktplein en enkele fraaie woonhuisgevels. Maar mede door de mooie kleederdracht van de omwonenden heeft het iets fleurigs, dat de meeste Zeeuwsche steden missen. Fleurig is zeker niet Zierikzee, de grijze hoofdstad beooster-Schelde, die in de 14de en I5de eeuw een belangrijke koopstad was, maar tot een ingekrompen landstadje werd. Iets deftigs behield vooral de helaas gedeeltelijk gedempte oude haven. Enkele zeer oude huizen, maar vooral de drie eerwaardige stadspoorten, de geweldige romp van den St. Lievens Monstertoren en het Stadhuis met zijn sierlijken toren spreken sterk van het verleden van dit nog mooie maar half-doode stadje. Brouwershaven en Tholen hebben ook betere tijden gekend; er is echter in die stadjes, behalve de kerken en stadhuizen, weinig overgebleven, dat aan die tijden herinnert. Iets dergelijks kan gezegd worden van het stille AardenburgK Ook Sluis hield weinig over uit zijn bloeitijd; het voornaamste gedenkteeken van deze eens groote en vermaarde Vlaamsche zeehaven, wier nog bestaande vestingwal een omtrek van een uur gaans uitmaakt, is wel haar stadhuistoren. Sluis'trotsch kasteel werd gesloopt, zijn beide hoofdkerken — de prachtige St. Janskerk ging in 1811 in vlammen op — zijn verdwenen, zijn haven die meer dan 500 schepen kon bevatten, werd tot land. De verzanding van het Zwin en het verval van de moederstad Brugge brachten ook Sluis in verval. Wel bleef het eeuwen lang een sterke en gewichtige grensvesting, maar de vele belegeringen, die het als zoodanig moest doorstaan, hebben de verdwijning van veel oud schoon nog verhaast. Van de overige stadjes van ZeeuwschVlaanderen is vooral Hulst bezienswaardig, omdat het zijn groene vestingwomwalling bijna ongesohonden behield. Dat laatste kan, jammer genoeg, niet gezegd worden van de meerderheid van Noord-Brabant's oude en sterke vestingen. Van de machtige vestingwerken van Bergen op Zoom (zoo geteisterd door belegeringen, vooral in 1747, dat er van oude huizenschoonheid weinig overbleef) is bijna niets behouden; ook Grave, Heusden, Klundert, Breda beroofden zich van wat voor hen een sieraad en merkwaardigheid had kunnen worden. Slechts enkele jaren geleden deed dat ook het Hollandsche Geertruidenberg, dat echter vooral in zijn ruime markt een groot sieraad bleef behouden. Heusden, oudtijds een bloeiende handelstad, maar blijkens 17de eeuwsche gevels ook later nog van beteekenis, vertoont het karakter van een oud-Hollandsche vestingstad, somber thans door doodsche rust. Behalve het kleine en betrekkelijk jeugdige Willemstad behield ook Woudrichem zijn groene omwalling; eenige hooge schilderachtige renaissance-gevels herinneren hier aan betere tijden. Breda dankt zijn aantrekkingskracht hoofdzakelijk aan zijn bekoorlijke omgeving, 't Is niet een bijzonder mooie stad, al kan het prat gaan op eenige merkwaardige ge- $ SPROKKELINGEN IN NEDERLAND bouwen en een fraai plantsoen, het Valkenberg, de oude slottuin-, maar de oude stadskern, helaas door leelijke nieuwe wijken omgeven, maakt toch wel een aangenamen indruk. De stad is echter niet rijk aan mooie gevels. Ook ''s-Hertogenbosch kan zich niet beroemen op het bezit van veel fraaie scheppingen op het gebied van den woningbouw; na eeuwen van druk zijn eerst in de 19de eeuw voor beide steden betere dagen aangebroken. Schilderachtige stadsgezichten zijn in Den Bosch vooral te danken aan de Dieze, die zich als een vuil watertje door de stad slingert. Een prettig centrum van levendig verkeer vormt de aardige driehoekige markt. De oude versterkingen bleven er gedeeltelijk behouden. Over Tilburg, een tamelijk onaangename samensmelting van verschillende dorpjes, en over Eindhoven en Helmond, uit hun krachten gegroeide, oorspronkelijk kleine stadjes, alsmede over het onaanzienlijke landstadje Weert en het schoongelegen Valkenburg, dat echter noch eigenlijk stedeschoon noch woonhuisschoon bezit, kunnen wij zwijgen. Ook het voormalige vestingstadje Gennep kan thans worden voorbijgegaan, terwijl gebrek aan plaatsruimte zwijgen over het oude stadje Sittard, aardig plaatsje met een ruime markt maar weinig bijzondere schoonheid, vergeeflijk maakt. Ons resten dan nog slechts drie Limburgsche steden. Maastricht, de hoofdstad, welks ontstaan zich in den nacht der eeuwen verliest,is een belangwekkende stad, die tal van merkwaardige gebouwen, vooral kerken, rijk is, maar weinig biedt op het terrein, dat wij thans betreden. Hier mag echter niet gezwegen worden van haar vroolijk Vrijthof, haar ruime Markt, haar mooi stadspark, haar fraaie ligging aan de snelvlietende Maas waarover zich in vele bogen de eeuwen-oude brug welft, de 13de eeuwsche overblijfselen van haar oude ommuring en haar schilderachtige achterbuurtjes, vooral bij de Jeker. Eeuwenlang bezet door de troepen der Staten, vertoont zij nochtans geen Nederlandsch karakter. Geheel anders is weer Roermond, ofschoon ook deze stad geheel afwijkt van die in onze andere provinciën. Ze is rustig, ruim en net, heeft tal van flinke huizen waarvan een aantal merkwaardige, enkele zelfs fraaie gevels bezitten. Gesticht in den aanvang der 13de eeuw bij de samenvloeiing van Maas en Roer — over welk riviertje een teekenachtige brug ligt, waaraan een mooi stadsgezicht is te danken — heeft zij als grensstad in den loop der eeuwen zware beproevingen doorstaan. De vele kapelletjes tegen de huizen, de talrijke heiligenbeelden en het niet geringe aantal geestelijken dat men er aanschouwt, doen Roermond zien als een centrum van Roomsch-Katholiek leven. Het oude Venlo ten slotte, echt Duitsch-Geldersch vestingstadje, is kleiner dan Roermond en bezit slechts één zeer fraaien gevel. Het is echter veel levendiger, en is in den laatsten tijd de zusterstad op het gebied van handel en nijverheid tamelijk ver voorbijgestreefd. Inhoud : De schoonheid van Zeeland's hoofdstad Middelburg, en daaronder ook een en ander dat zich nog binnen de muren van ménig oud patricisch huis bevindt, wordt op de blz. 9—33 in beeld gebracht; dan vólgt Veere(\Aa&%. 33—40), de doode stad die niet veel meer bieden kan. Goes en- Vlissingen nemen de bladz. 38—45 in beslag. Af beeldingen van stadsgezichten en gevels te Zierihzee vindt men op de bladz. 45— 49, waarop volgen Tholen (bladz. 49, 51 en 53), Brouwershaven (bladz. 50), Sluis (bladz. 51-52, 54, 55), Hulst (bladz. 53, 56), Aardenburg en Axel (bladz. 54). Aan Breda zijn de bladz. 57—62 gewijd; op de bladz. 61 — 64 vindt men afbeèldingen van Woudrichem, terwijl het schoonste van Geertruidenberg op de blz. 61, 64—65 is te vinden. Na Heusden (bladz. 65—70) volgt 's-Hertogenbosch, op de bladz. 70—77. De reeks eindigt met Limburg's voornaamste steden, n.1. Maastricht (bladz. 77—81), Sittard (bladz. 82), Roermond (bladz. 83 — 87) en Venlo (bladz. 87 — 88). STADSGEZICHTEN EN WOONHUIZEN (MIDDELBURG) 9 BIJ DE KUIPERSPOORT B 7 2 HET HUIS VAN DE OPPER-EQUIPAGEMEESTER DER O. I. COMPAGNIE BIJ DE WERF, IN DE iyDB EEUW io SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (MIDDELBURG) DE THANS GEHEEL LAND GEWORDEN HAVEN VAN 1532, TIJDENS VORSTELIJK BEZOEK IN DE i?D* EEUW DÉTAIL VAN DEN VOORGEVEL VAN HET HUIS „IN DE STEENROTSE" HET DOK. STADSGEZICHTEN EN WOONHUIZEN (MIDDELBURG) 12 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (MIDDELBURG) GEZICHT VAN DE ROTTERDAMSCHE KAAI OP DROOGDOK EN ABDIJTOREN IPOORTJE VAN DE V.M, BROUWERIJ „DE DRIE KIJKJE IN DE SEGEERSTRAAT TONNEKENS" (1620) l^-—■^^^^^^^^^^^^^^^■■11» mum m 11111 H 1 1111114 STADSGEZICHTEN EN WOONHUIZEN (MIDDELBURG) 13 i4 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (MIDDELBURG) DE KUIPERSPOORT DE PENNINGHOEKSINGEL BIJ DE SEISBRUG STADSGEZICHTEN EN WOONHUIZEN (MIDDELBURG) HET DOK, GEZIEN VAN HET TERREIN DER VOORMALIGE OOST-INDISCHE WERF ió SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (MIDDELBURG) DE ST. PIETERSTRAAT HET DOK IN DE i8M EEUW STADSGEZICHTEN EN WOONHUIZEN (MIDDELBURG) ï7 DE SINGELGRACHT NABIJ HET SE IS PLEIN DE STADSSCHUUR (± 1650) b 7 3 t8 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (MIDDELBURG) GEVEL AAN DEN WAL (± 1600) GEVEL „DE VRIJMAN" IN DE GISTSTRAAT (1660) STADSGEZICHTEN EN WOONHUIZEN (MIDDELBURG) 19 HET HUIS „IN DE STEENROTSE" AAN DE DWARSKAAI VÓÓR DE RESTAURATIE (1590) MIDDENGEDEELTE VAN EEN HUIS AAN DE LANGE DELFT (1747)1 20 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (MIDDELBURG) BINNENPORTIEK IN HET HUIS „DE GLOBE' POORTJE VAN HET HUIS „DE GLOBE" AAN DE ROTTERDAM SC HE KAAI (± 1660)^^— STADSGEZICHTEN EN WOONHUIZEN (MIDDELBURG) KIJKJE IN DE KEUKEN VAN HET HUIS „DE GLOBE" HET HUIS „IN DE STEENROTSE" NA DE RESTAURATIE VAN ig2o—'21 21 22 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (MIDDELBURG) GEVEL VAN HET HUIS „DE GULDEN SONNE" AAN DE LANGE DELFT (1635) HUIS AAN DE LANGE DELFT, THANS GEBOUW DER PROVINCIALE BIBLIOTHEEK, VAN TER ZIJDE GEZIEN (1733) BEELDHOUWWERK IN DEN VOORGEVEL VAN HET HUIS „IN DE STEENROTSE" STADSGEZICHTEN EN WOONHUIZEN (MIDDELBURG) HET WIJNKOOPERSHUIS AAN DEN DAM (1723) KAMER IN EEN HUIS AAN DE GORTSTRAAT (± 1740) ij 24 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (MIDDELBURG) DÉTAIL VAN DEN VOORGEVEL VAN HET WIJNKOOPERSHUIS DEUR EN RAAMOMLIJSTING VAN EEN HUIS IN DE KOEPOORTSTRAAT ( ± 1730) STADSGEZICHTEN EN WOONHUIZEN (MIDDELBURG) 25 VOORGEVEL VAN EEN HUIS AAN DE LANGE DELFT, THANS GEBOUW DER PROVINCIALE BIBLIOTHEEK (1733) 7 4 26 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (MIDDELBURG) GANG IN EEN 'HUIS AAN DE LANGE GORTSTRAAT DEUR VAN EEN HUIS AAN DE ROMAANSCHE KAAI (± 1730) SCHOORSTEEN IN EEN HUIS AAN DEN DAM GANG IN EEN HUIS AAN DE LANGE GORTSTRAAT STADSGEZICHTEN EN WOONHUIZEN (MIDDELBURG) 27 28 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (MIDDELBURG) GANG IN EEN HUIS AAN DE KOE POORT STRAAT DE NIEUWE VLEUGEL VAN HET STADHUIS AAN DE NOORDSTRAAT (1780—84) STADSGEZICHTEN EN WOONHUIZEN (MIDDELBURG) GEVELDÉTAIL VAN HET V.M. KAMER IN EEN HUIS AAN DE KOEPOORTSTRAAT VOORGEVELVANHFTHm* nvrmw CONCERTHUIS AAN DEN ZUID- JÏJ vuukXtIl vt.L VAN HEI HUIS UDE GLOBE SINGEL (niQ) AAN DE ROTTERDAMSCHE KAAI ' / ^ (± 1660) 29 3° SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (MIDDELBURG) WANDSCHILDERING IN EEN DER VERTREKKEN VAN HET OP BLADZ. 25 AFGEBEELDE HUIS AAN DE LANGE DELFT ZAAL IN HET OP DE VOLGENDE BLADZIJDE AFGEBEELDE HUIS AAN HET HOFPLEIN STADSGEZICHTEN EN WOONHUIZEN (MIDDELBURG) HUIS AAN HET HOFPLEIN, SINDS 1838 IN GEBRUIK ALS GERECHTSHOF, SINDS 1876 RECHTBANK (1765) 3* 32 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (MIDDELBURG) DEUR IN EEN HUIS AAN DEN DAM (± 1720) r7 5 DE HAVEN STADSGEZICHTEN EN WOONHUIZEN (VEERE) 33 34 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (VEERE) HAVENGEZICHT STADSGEZICHTEN EN WOONHUIZEN (VEERE) 35 DE MARKT MET HET STADHUIS 36 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (VEERE) GEVELS AAN DE MARKT (BEGIN 17"' EEUW) STADSGEZICHTEN EN WOONHUIZEN (VEERE) 37 DE HUIZEN „'T LAMMETJE" OF „HET SCHOTSCHE HUIS", EN „DE GULDEN STRUYS" AAN DE KADE (1561J 3$ SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (VEERE—GOES) DE STADSFONTEIN TE VEERE (t55i) HET BRUGWACHTERSHUIS OF HUIS HOOPE AAN DE J. A. VAN DER GOES KA DE TE GOES (1651) GEZICHT OP VEERE IN DE i8M EEUW DE TURFKADE TE GOES STADSGEZICHTEN Etf WOONHUIZEN (VEERE—GOES) 39 4ó SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (VEERE) GROEP VAN VEERSCHE EN ARNEMUISCHE KINDEREN IN EEN STRAATJE TE VEERE B7 6 POMP OP DE BEESTENMARK TE GOES STEEN IN EEN HUIS AAN DE (1774) ST. JACOBSTRA AT TE VLISSINGEN STADSGEZICHTEN EN WOONHUIZEN (GOES—VLISSINGEN) 41 42 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (GOES-VLISSINGEN) GEVEL AAN DE TURFKADE TE GOES BIJ DEN ST. JACOBSTOREN TE (± i5io) VLISSINGEN STADSGEZICHTEN EN WOONHUIZEN (VLISSINGEN) 43 HET BEELDENHUIS AAN DE DQKKA DE (1730) 44 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (VLISSINGEN—ZIERIKZEE) GEVEL AAN DEN NIEUWENDIJK TE VLISSINGEN DE MEELSTRAAT MET HET STADHUIS, TE ZIERIKZEE (1641) GEZICHT OP DEN ST. LIEVENS MONSTERTOREN STADSGEZICHTEN EN WOONHUIZEN (ZIERIKZEE) 45 46 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (ZIERIKZEE) GEVEL VAN HET HUIS „DE WITTE SWAEN" AAN DE OUDE HAVEN (1658) HET ZOOGENAAMDE „TEMPELIERSHUIS" IN DE MEELSTRAAT 147°) STADSGEZICHTEN EN WOONHUIZEN (ZIERIKZEE) 47 ZUIDWELLEBRUG MET ST. LIEVENS MONSTERTOREN 48 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (ZIERIKZEE) GEZICHT OP DE STAD IN DE i',** EEUW PANORAMA td GEZICHT OP HET THOOLSCHE VEER VOOR THOLEN ZIERIKZEE MET BUITENHAVEN, GEZIEN VAN HET ZUIDEN CO > 6 CO O w N O w w O O q H-1 N M 3 ffi O w CSl I—I w s N W 3 ■O O CO ■9 SB O w w r I O w 25 w u w S8. r > ö "fcö fo O w 50 co £ > w LINKS .-EXEMPLAAR VAN CATS' VERZAMELDE WERKEN, DOORDEN DICHTER AAN ZIJN GEBOORTESTAD BROUWERSHAVEN GESCHONKEN EN OP HET STADHUIS ALDAAR BERUSTEND. RECHTS: HET GEBOORTEHUIS VAN CATS STEEN IN EEN GEVEL AAN DE KERKSTRAAT TE THOLEN STADSGEZICHTEN EN WOONHUIZEN (AARDENBURG—THOLEN -SLUIS) 5] HUISJE AAN DE HOOGSTRAAT TE SLUIS, OVERBLIJFSEL DER V.M. KAPEL VAN ST. PIETER (± 1520, POORTJE LINKS 16 51) GEVEL AAN DE VISCHSTRAAT TE THOLEN (± 1610) 52 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (SLUIS) KIJKJE OP DEN STADHUISTOREN TE SLUIS GEVEL AAN DE HOOGSTRAAT TE SLUIS, V.M. GASTHUISKAPEL (1566) GEZICHT OP KERK EN STADHUISTOREN TE HULST STADSGEZICHTEN EN WOONHUIZEN (HULST—THOLEN) 53 DE GROOTE MARKT MET DE GROOTE OF O. L. VROUWEKERK TE THOLEN (15"* EEUW) GEZICHT OP SLUIS PANORAMA VAN AXEL GEVEL AAN DE WESTSTRAAT TE AARDENBURG (± 1625) 54 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (AARDENBURG—SLUIS-AXEL) HET KANAAL NAAR BRUGGE, BIJ SLUIS STADSGEZICHTEN EN WOONHUIZEN (SLUIS) 55 56 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (HULST) 1GEZICHT VAN DE WALLEN OP HULST STADSGEZICHTEN EN WOONHUIZEN (BREDA) 57 GEZICHT UIT DE KARRESTRAAT OP DEN TOREN DER GROOTE KERK B7 8 58 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (BREDA) GEVEL AAN DEN HAAGDIJK (± 1610) STADSGEZICHTEN EN WOONHUIZEN (BREDA—GEERTRUIDENBERG) 59 BIJ DE JAN VAN POLANENKADE TE BREDA HOEK VAN DE GROOTE MARKT TE BREDA, BIJ DE BOVENGEDEELTE VAN EEN GEVEL HALSTRAAT AAN DE DORDTSCHE STRAAT TE GEERTRUIDENBERG (± 1600) 6o SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (BREDA—WOUDRICHEM) POORTJE MET HET WAPEN DER GEBROEDERS DE WITT POORTJE VAN HET HUIS WlJNGAARDE AAN DE AAN DE HOOGSTRAAT TE WOUDRICHEM (1661) CATHARINASTRAAT (1614) POORTJE VAN EEN HUIS AAN DE NIEUWSTRAAT POORTJE IN DEN ACHTERGEVEL VAN EEN HUIS (POORT ± 1630, DEUR ± i77o) AAN DE CATHARIN ASTRAAT (± 1630) STADSGEZICHTEN EN WOONHUIZEN (BREDA) 61 62 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (WOUDRICHEM) AAN DE VESTINGGRACHT STADSGEZICHTEN EN WOONHUIZEN (WOUDRICHEM) 63 BIJ DE LOEVESTEINSCHE POORT IGEVELS AAN DE HOOGSTRAAT TE WOUDRICHEM HUIZEN AAN DE MARKT TE GEERTRUIDENBERG (± 1600) 64 SPROKKEL. IN NEDERL. (WOUDRICHEM—GEERTRUIDENBERG) B 7 ' 9 ^—^—————wx ia-** izsgm. mm > : ■*■■; ixse m MET tm& BMnkSse 1195 GEVELSTEEN TE HEUSDEN GEVELSTEEN TE WOUDRICHEM ■ TH ' STADSGEZICHTEN EN WOONHUIZEN (WOUDRICHEM—GEERTRUIDENBERG) 6 DE MARKT TE GEERTRUIDENBERG (POMP VAN iyóy) 65 GEZICHT OP HEUSDEN, VAN HET WESTEN GEZICHT OP HEUSDEN, ZUIDZIJDE I|H|HÉÉHHMhmhmmmi 66 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (HEUSDEN) STADSGEZICHTEN EN WOONHUIZEN (HEUSDEN) 67 BIJ DE GROOTE KERK. OP DEN ACHTERGROND HET STADHUIS 68 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (HEUSDEN) DE DEMERT BIJ DE VIS CH MARKT HUIZEN AAN VISCHMARKT EN WILHELMIN'APLEIN, HOEK NIEUWSTRAAT (BEGIN I7BB EEUW) STADSGEZICHTEN EN WOONHUIZEN (HEUSDEN) 69 DE V.M. HOOFDWACHT OP DE VISCHMARKT (1772) HET STADHUIS GEVEL AAN DE HOOGSTRAAT (± 1600) 7o SPROKKELINGEN IN NEDERLAND ( S-HERTOGENBOSCH) DE BINNEN DIE ZE STADSGEZICHTEN EN WOONHUIZEN ('S-HERTOGENBOSCH) *j DE BINNENDIEZE . i J 72 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND ('S-HERTOGENBOSCH) DE DIEZE BIJ DE ZUSTERS VAN ORTHENPOORT B 8 STADSGEZICHTEN EN WOONHUIZEN ('S-HERTOGENBOSCH) DE DTEZE BIJ DE ZUSTERS VAN ORTHENPOORT IO 73 74 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND ('S-HERTOGENBOSCH) GEVEL VAN HET HUIS DIT IS IN VLIJMEN" GEVEL VAN HET HUIS „DE GULDEN HOPSACK" AAN DE SMALLE HAVEN (± 1635) AAN HET ORTHENEINDE (± 1600, GERESTAU¬ REERD 1923—24) STADSGEZICHTEN EN WOONHUIZEN ('S-HERTOGENBOSCH) 75 HAVENGEZICHT. LINKS DE BREEDE-, RECHTS DE SMALLE HAVEN GEZICHT OP DE DIEZE, STROOMENDE LANGS DEN UILENBURG 76 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND ('S-HERTOGENBOSCH) HET BOEREN MOUW POORT JE ZIJGEVEL VAN „HET KEERSHUIS", HOEK LEPELSTRAAT—ST. JANSSTRAAT ACHTERPOORTJE VAN HET OP DEN UILENBURG UITKOMENDE „HUIS VAN BOXTEL" (1649) STADSGEZICHTEN EN WOONHUIZEN (MAASTRICHT) 77 DE GROOTE STAAT MET HET DINGHUIS HET KANAAL LANGS DE MAAS GEZICHT VAN DE STAD OP WIJK DE MARKT BIJ DE BOSCHSTRAAT. RECHTS DE TOREN DER ST. MATHIASKERK. DAARVOOR HET STANDBEELD VAN DEN NATUURKUNDIGE J. P. MINCKELERS (1904) 78 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (MAASTRICHT) DE MAASBRUG (zaSo-'gS; HERSTELD 1684—1716) "mm ■ in in »■! 1 ' DE MAASBRUG, MET GEZICHT OP DE STAD STADSGEZICHTEN EN WOONHUIZEN (MAASTRICHT) yg fto SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (MAASTRICHT) DE JEKER BIJ DE GEBOUWEN VAN HET V.M. KLOOSTER DER GRAUWZUSTERS (± 1670, SINDS 1911 MUSEUM VAN HET NATUURHISTORISCH GENOOTSCHAP) HET LANG GRACHTJE MET DE OVERBLIJFSELEN VAN DEN STADSMUUR VAN 1229 B 8 ii WATERMOLEN IN DEN HEKSENHOEK DE BONEFANTENSTRAAT STADSGEZICHTEN EN WOONHUIZEN (MAASTRICHT) 81 82 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (SITTARD) HET HUIS MET DE KOPPEN AAN DE LIM BRICHTERSTRA A T DE MOLENBEEK BIJ DE PROTESTANTSCHE KERM (TOREN 1684) DE BRUG OVER DE ROER. DAARACHTER DE ST. CHRISTOFFELSKERK MET DEN TOREN VÓÓR DEN STORM VAN 1921 (BRUG 1654 HERSTELD 1771) I STADSGEZICHTEN EN WOONHUIZEN (ROERMOND) 83 84 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (ROERMOND) HET HUIS „DE STEENEN TRAPPEN" (RECHTS) AAN HET zTAnmTT. ,„ . DE NEERSTRAAT (1666) J HET STADHUIS (i7oo) STADSGEZICHTEN EN WOONHUIZEN (ROERMOND) 85 86 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (ROERMOND) GEVEL AAN DE MARKTSTRAAT (1767) GEVEL AAN DE BRUGSTRAAT (± 1500) STADSGEZICHTEN EN WOONHUIZEN (ROERMOND-VENLO) 87 OVERBLIJFSELEN VAN DE OUDE STADSOMMURING AAN DEN SCHIPPERSWAL TE ROERMOND HUIS AAN DE JODENSTRAAT TE VENLO GEVEL AAN DE KRAANPOORT TE ROFJ (TWEEDE HELFT DER l6°> EEUW) MOND (1764) ^ 88 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (VENLO) BOVENGEDEELTE VAN EEN GEVEL AAN DE GROOTE KERKSTRAAT (1588)