M »] •Til rd ri H nTiT^n ^^^^^^^^^^ V EN GODSHUIZEN 1 *3 IN GELDERLAND, UTRECHT, y B) OVERIJSEL, DRENTE, FRIES- fl y LAND EN GRONINGEN Vj DOOR & MR. A. LOOSJES Sf MET 233 AFBEELDINGEN «5 Binnen ... duizelt het hart verbaasd over de sierlijke, lenige vlucht der spits-hooge gewelven. Feux Timmermans. fj^ip-J» °T het weinige, wat Nijmegen overbleef uit zijn lang-vervlogen luistertijd, il^lfcwl: tOCn ^Ct Z^ "Keizerstad" mocht noemen, behoort de achthoekige fc^IpT^1 ^apC^ °P **et Valkhof, ten onrechte vaak „heidensche kapel" genoemd, I ^AL ' ij daar zij in werkelijkheid een Karolingische kapel is, voor den Christelijken godsdienst tegen het einde der 8ste eeuw gesticht; in de 12de eeuw werd dit gebouwtje klaarblijkelijk gewijzigd. Een eerwaardig gedenkteeken, zij het niet zoo oud als de kapel op het Valkhof, is de St. Stevenskerk, met wier bouw in de 13 de eeuw een aanvang werd gemaakt, doch die eerst in de 15de eeuw haar tegenwoordige gedaante kreeg; de opzet van het verbouwingsplan was grootsch, doch werd niet geheel ten uitvoer gebracht, daar de middenbeuk niet boven de zijbeuken werd opgetrokken; merkwaardig is het portaal voor den zuiderkruisbeuk, sierlijk de 16de eeuwsche spits (navolging van die der Amsterdamsche Oude Kerk) op den ouden torenromp. De toren bevat een klokkenspel, het inwendige der kerk fraai gesneden 17de eeuwsche meubelen. Daar de haar omringende huizen op geringen afstand van het bedehui» staan, dat men van de zijde der Groote Markt slechts door den bekenden sierlijken „kerkboog" kan bereiken, is het moeilijk, een indruk van de kerk in haar geheel te krijgen. — Van Nijmegen 's andere historische kerkgebouwen noemen wij de kapel van het v.m. klooster Mariënburg, inwendig sinds haar inrichting als stedelijk museum geschonden, van de godshuizen het Protestantsch Weeshuis, in de 19de eeuw vernieuwd, maar nog een fraaie poort bezittend, prijkend met een reliëf, voorstellend de aanbidding van den H. Geest. Thans naar vier stadjes in het land tusschen de groote rivieren! Tiel's hoofdkerk is nog slechts een fragment van het oude bedehuis, dat hier eens verrees; zij bezit een merkwaardige verzameling grafzerken. — De kerk van 2'alt-Bommel, evenals die van Tiel eertijds aan St. Maarten gewijd, is schooner, maar verdient vooral een eervolle vermelding met het oog op haar prachtigen toren, een hoog en stoer gevaarte, dat in 1538 zijn slanke spits verloor, die nimmer werd herbouwd. Een geheel ander schoon vertoont in hetzelfde stadje de slanke, sierlijk bespitste toren van het in 1528 verbrande Gasthuis; onder een overhuiving aan dezen toren bewegen zich bij het slaan der uren eenige ruitertjes; in de spits hangen de klokken van den kleinen, maar weiluidenden beiaard. — De oude hoofdkerk van het miniatuur-stadje Buren staat, al moge de bekroning van haar toren door Pieter Post zijn ontworpen, in schoonheid en bezienswaardigheid verre ten achter bij het Weeshuis in dit plaatsje, een stichting van gravin Maria van Buren, dochter van Willem den Zwijger, 't Is een gebouw in levendigen Hollandschen renaissancestijl opgetrokken, een der fraaiste scheppingen in dezen trant, met een mooie voorpoort. — Ook Culemborg bezit een Weeshuis, door een vrouw van vorstelijken bloede 4 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND gesticht, lil. Elisabeth van Culemborg, voor wie in de Groote Kerk (niet schoon meer, sinds zij in 1654 door brand werd vernield en niet zeer treffelijk herbouwd) een grafmonument is opgericht; dit weeshuis is echter geen belangrijk monument van bouwkunst. Men zou de St. Walburgskerk het oudste bedehuis van Arnhem kunnen noemen, als zij niet in 1853 belangrijk was verbouwd en bij die gelegenheid voor een deel vernield, zoodat ze, ten deele nog slechts, een min of meer getrouwe copie van de oorspronkelijke 14de eeuwsche kerk is. Op den voorgrond dringt zich dan ook terstond de indrukwekkende St. Eusebiuskerk, vóór haar belangrijke verbouwing aan St. Maarten gewijd, en zich uitwendig onderscheidend door rijke laat-gothische versieringen, inwendig door sierlijke pijlers en steenen stergewelven. In het koor bevindt zich de graftombe van Karei van Egmond, Gelre's laatsten hertog. Het praalgraf is statig en in overeenstemming met de zeer bijzondere beteekenis van dezen klein-Gelderlander. Nóg een mooi grafmonument, fraai voortbrengsel van de renaissance als dat van den vechtlustigen Karei (wiens wapenrusting aan den noordelijken muur is te zien, als bekleeding van een houten beeld), is deze kerk rijk, n.1. het grafmonument voor Joost Sasbout, kanselier van Gelderland, waarop de vergankelijkheid van het menschelijk wezen op realistische wijze wordt weergegeven. De spits van den toren der St. Eusebiuskerk is in 1633 verbrand, en werd daarna door een tamelijk plompe achtkanten lantaarn vervangen, die slecht bij het benedendeel past; deze bevat een uitgebreid klokkenspel. — Van wat overbleef van oude godshuizen in deze stad hebben wij slechts het niet zeer gelukkig gerestaureerd bovenstuk van den voorgevel van het v.m. St. Petersgasthuis te noemen. Verreweg de belangwekkendste en fraaiste kerk in de steden van oostelijk Gelderland is de St. Walburgskerk te Zutfen, een kerk uit de 12de en 13de eeuw, die in de 15de eeuw belangrijk vergroot werd. Haar toren verloor in 1600 door brand zijn spits, en ontving in 1633 een andere bekroning, die minder plomp is dan die van Arnhem's St. Eusebiuskerk. Rijk versierd is het portaal aan den noorderzijbeuk, merkwaardig de „librye" aan de zuidzijde van het koor, fraai de door den Mechelaar Gillis van den Eynde gegoten koperen doopvont. Een afwijkende gedaante vertoont de kerk vooral door de groote kapel, aan den koortrans gebouwd. — De Broeren- of Predikheerenkerk is een dier eenvoudige kloosterkerken, waaraan ons land in de middeleeuwen zoo rijk was, de R. K. Nieuwstadskerk, aan Johannes den Dooper gewijd, een 13de eeuwsche kerk van drie even hooge beuken met een slanken toren. — Aardig is de poort van het Bornhof, dat in 1611 tot Oudemannen- en Vrouwenhuis werd ingericht. In de Geldersche stadjes aan of nabij de Zuiderzee geven de kerken aan den niet-archeoloog weinig te bewonderen. Hattem's kerktoren, in de 13de eeuw gebouwd, is grootendeels van tufsteen opgetrokken, die te Elburg, van veel later datum, van zijn spits beroofd. Harderwijk's oude St. Maartenskerk is, sinds in 1797 haar hooge toren instortte en een deel van het gebouw vernielde, nog slechts een mismaakt fragment, bestaande uit kruisbeuk en koor, met bezienswaardige gewelven; in deze stad bleef echter ook nog de kapel van het v.m. Catharinaklooster bewaard, die, hoe eenvoudig van vorm en versiering zij moge zijn, vermelding verdient, omdat zij een beneden- en bovenkerk bevat. Over Nijkerk, welks kerk in dit klein bestek geen bespreking behoeft, spoeden KERKEN EN GODSHUIZEN 5 we ons naar Amersfoort, dat reeds van verre zichtbaar is door zijn hoogen Lieve Vrouwetoren, een der fraaiste torens van ons land. Tot 1787 was hij met een kerk verbonden, sinds de Hervorming de Kleine Kerk genaamd, maar vóór dien vermaard als LieveVrouwe-Kapel, een wonderdoend beeld van de H. Maagd bevattend; in genoemd jaar als arsenaal gebruikt, werd het kerkgebouw, dat betrekkelijk klein en sober was in vergelijking met den prachtigen toren, door een ontploffing vernield. Fraai is vooral de achtkanten doorluchtige rijzige lantaarn (die de carillonklokken bevat), op het vierkant benedendeel gebouwd. De aardige spits is er op aangebracht, nadat de oorspronkelijke in het midden der 17de eeuw door brand was vernield. — De oude hoofdkerk der stad, de St. Joriskerk, heeft een heel wat onaanzienlijker toren, maar is toch een bezienswaardig en eerwaardig bouwwerk, reeds in de 13de eeuw gesticht als basiliek, maar in de 15de eeuw naar oost- en westzijde vergroot, waardoor de toren midden in de kerk kwam te staan en de zijbeuken even hoog werden als het middenschip. De kerk kreeg toen ook een sierlijk portaal en, wat later, een prachtig oxaal, dat tot een der rijkste voortbrengselen der Gothiek in ons land behoort, maar door het aanbrengen van een orgel er op, zeer is geschonden. Een klein maar sierlijk grafteeken, gebeeldhouwd door Rombout Verhulst, herinnert er aan, dat in deze kerk Jacob van Campen, de bouwmeester van „'s wereld achtste wonder", ligt begraven. — Nog meer dan één overblijfsel van oude kloosters en gasthuizen bleef er bewaard; noemen wij hiervan het St. Pieters- en Bloklandsgasthuis, dat, hoewel grootendeels vernieuwd, nog een kapel en een ziekenzaal bezit, welke het oude middeleeuwsche karakter ongeschonden hebben bewaard, en het eenvoudige „de Armen Poth", met zijn St. Rochuskapel. Te Montfoort zijn het vooral de overblijfselen der Kommanderij van St. Jan, met kapel en kruisgang, waarop de aandacht dient te worden gevestigd, te Ijfselstein is het de in 1911 door brand geteisterde kerk, met haar merkwaardigen toren, een der weinige specimina in ons land van streng-Italiaansche renaissance, en haar beroemd 14de eeuwsch praalgraf voor de Heeren en Vrouwen van IJsselstein benevens de fraaie renaissance-tombe voor Aleid van Culemborg. De schoonheid van den St. Cuneratoren te Rhenen is alom bekend. Minder algemeen weet men, dat ook de kerk een groot en mooi gebouw is, geheel in steen overwelfd, en een fraai oxaal bezittend. Toren en kerk danken hunne schoonheid aan de talrijke bedevaartgangers, die in de middeleeuwen naar het stedeke optrokken, ter aanbidding van de H. Cunera, wier lijk, volgens de overlevering, ten oosten van Rhenen is begraven. Met Rhenen's St. Cuneratoren kan men den St. Janstoren van Wijk-bij-Duur stede niet vergelijken, want laatstgenoemde bleef onvoltooid. Maar mooi toch, en in hooge mate indrukwekkend, is deze geweldige torenromp, tot welks bouw Bisschop David van Bourgondië den stoot gaf. De stad Utrecht neemt in deze reeks een zéér belangrijke plaats in; al moge het reeds bijna vier eeuwen geleden zijn, dat hier de Bisschoppen zetelden, die over de Noordelijke Nederlanden geestelijk en over eenige dier gewesten ook wereldlijk gezag uitoefenden, dat talrijke kerken en kloosters deze stad als een uitverkoren woonplaats der geestelijkheid deden kennen, nog bleef er veel over, dat van deze vervlogen tijden spreekt. Meerendeels zijn het echter slechts brokstukken, gehavende fragmenten hier, zorgvuldig herstelde gedeelten daar, of, waar het geheel behouden bleef, mismaakte monumenten. Dat is, behalve natuurlijk aan den geheel veranderden loop der dingen, 6 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND den tand des tijds en dien der Hervorming, voor een gedeelte te wijten aan den cycloon, die Utrecht in 1674 zoo deerlijk teisterde. Deze vernielde o.m. het schip der Domkerk, de torens der St. Pieterskerk en St. Janskerk en talrijke torenspitsen waaronder die van de Buur-, St. Nicölaas- en St. Jacobskerk. Tot op dezen dag hebben de kracht en de lust ontbroken, voor het vernielde iets waardigs in de plaats te brengen. Bezien wij eerst de overgebleven kapittelkerken. In de eerste plaats de Domkerk, sinds de hierboven vermelde vernieling nog slechts bestaande uit kruis, beuk en koor, het laatste het oudste gedeelte, met een krans van sobere kapellen, de rest rijker, het geheel een niet volkomen geslaagde, door tegenwerking en geldgebrek bemoeilijkte en langdurige poging tot het scheppen van een grootsche kathedraal, bovendien, na tijden van verwaarloozing, niet steeds gelukkig hersteld. Het inwendige, vroeger op afzichtelijke wijze voor den Protestantschen eeredienst ingericht, isin de laatste jaren weder zoo ooglijk gemaakt als maar mogelijk was. Het lijnenspel van pijlers en bogen komt weer tot zijn recht, het betrekkelijk smalle koor maakt weer indruk door zijn hoogte. Daar staat thans het grafmonument voor Admiraal van Gent, vervaardigd door Rombout Verhulst. Het zoogenaamde H. Graf, oostelijk daarvan, vertoont beeldhouwwerk, zoo zwaar geschonden, dat de leek de schoonheid daarvan moeilijk bewonderen kan. De Domtoren, gebouwd op 30 M. afstand van de kerk, en na de voltooiing van het (later verwoeste) schip daarmee door bogen verbonden, was bedoeld als zinnebeeld van de wereldlijke macht der Bisschoppen. De drie gedeelten waaruit hij bestaat, twee vierkant, de bovenste doorluchtig en achtkant, geven den indruk zonder veel verband op elkaar gestapeld te zijn. Dit, en het ontbreken van een mooie spits, zal wel de oorzaak zijn, dat deze toch ook zeer bijzondere toren, die een fraaien beiaard bezit, minder tot bewondering stemt, dan de mededingers te Amersfoort en Rhenen. — Ten zuiden van de Domkerk is de zwaar gerestaureerde kloostergang van den Dom, met reliëfs in de hoogvelden, die betrekking hebben op het leven van St. Maarten. — Van de andere kapittelkerken werd de oude St. Salvator reeds in 1587 afgebroken, de prachtige Mariakerk, reeds lang in verval, in 1813, op last van Napoleon; gelukkig bleef een gedeelte van de mooie Romaansche kloostergang bij deze kerk gespaard. Behouden bleven de St. Janskerk en de St. Pieterskerk, eerstgenoemde een gehavend, verbouwd, verknoeid overblijfsel van de statige kerk uit het midden der 11 de eeuw, de tweede minder onooglijk, en haar merkwaardige Romaansche crypt behouden hebbend, maar toch overigens geheel haar oorspronkelijk karakter missend. De vier oude parochiekerken bestaan nog alle; oorspronkelijk nederige Romaansche bedehuizen, zijn zij langzamerhand gewijzigd in Gothische kerken, hier en daar nog herinneringen aan den ouden toestand vertoonend, zooals de noordelijke toren van de St. Nicolaaskerk, wier andere toren bij het aanbrengen van een klokkenspel werd gewijzigd. Schilderachtig is deze Claaskerk wel, wat niet gezegd kan worden van de uitwendig vrij onbelangrijke Buur- en St. Jacobskerken, wier interieurs met hunne pijlers en gewelven intusschen nog wel imponeeren; het koor van de Buurkerk is reeds in 1586 afgebroken. De St. Geertenkerk is, van verre gezien, een eenvoudige middeleeuwsche kerk, treffend door soberheid van lijn; vooral het inwendige is echter hopeloos verknoeid. — Veel jonger is de St. Catharijnekerk, in 1469 door de Carmelieten begonnen en eerst in 1550 voltooid; in 1900 werd zij aan de westzijde KERKEN EN GODSHUIZEN 7 vergroot en toen voorzien van een gevel welke een navolging is van den ouden, waarschijnlijk door Rombout Keldermans ontworpen en merkwaardig door zijn rijke topversjering. Van de overblijfselen der talrijke kloosters noemen wij nog de gebouwen met kloostergang van het St. Catharinaklooster, het Stadsarmhuis, (v.m. St. Nicolaasklooster) met schilderachtigen binnenhof, het Burgerweeshuis (v.m. Regulierenklooster). Eenige hofjes en andere stichtingen van liefdadigheid bezitten nog aardige poortjes. Een bijzondere vermelding verdienen het Bartholomei-gasthuis, om zijn luisterrijke 17de eeuwsche regentenkamer, waarvan de wanden met kostbare gobelins zijn bekleed,. en de Fundatie van Renswoude, om zijn deftigen 18de eeuwschen gevel, maar toch vooral om zijn vorstelijke regentenzaal, gesierd met het lijnenspel van een bevallig rococo. Deventer kan zich verheugen in het bezit van nog drie belangrijke oude kerkgebouwen, de groote St. Lebuinuskerk, in de 11 de eeuw gesticht (van welken tijd nog de crypt onder het koor over is) maar in haar tegenwoordige gedaante 15de eeuwsche schepping met een koepelvormige torenbekroning van Hendrick de Keyser, de klokken van den beiaard bevattend, de hooggelegen Bergkerk, 12de eeuwsch, wat haar westelijk gedeelte met de beide, niet even hooge torens, betreft, maar overigens evenzoo een bouwwerk uit de 15de eeuw, en de 14de eeuwsche Broerenkerk, de eenvoudige kerk van het v.m. klooster der Minderbroeders. Daarbij zijn nog te voegen het schilderachtig overblijfsel van de 14de eeuwsche Mariakerk in de onmiddellijke nabijheid van de St. Lebuinuskerk (thans pakhuis) en de rijk-gesierde voorgevel van een voor Herman Penninck in de tweede helft der 16de eeuw gebouwd woonhuis, hersteld in 1890 en sindsdien voorhuis van het kerkgebouw der Doopsgezinde Gemeente. Minder rijk dan men in deze stad van fraaie woonhuisgevels zou vermoeden, is Deventer aan schilderachtige oude gasthuizen en hofjes, al geven zij nog wel iets te bewonderen, waarvan enkele afbeeldingen werden opgenomen. Zwolle staat op het gebied van kerken en godshuizen allerminst bij Deventer ten achter. Daar is in de eerste plaats de Groote of St. Michaelskerk, een fraai gebouw nog, al verloor het tot driemaal toe door het inslaan van den bliksem een mooien toren, die na 1669 niet meer herbouwd werd. Een zeer rijk behandelde eikenhouten preekstoel siert het inwendige van dit bedehuis. — Dan zijn er de O.L. Vrouwekerk,met haar hoogen 15de eeuwschen toren, de 14de eeuwsche Bethlehemsche kerk, de 15de eeuwsche Broerenkerk, oude kerk van het v.m. Predikheerenklooster, de v.m. kapel van het St. Geertruidaklooster (Waalsche kerk). Verder zijn nog te noemen het Vrouwenhuis, het Huis der Weezen, het Reventer (de eetzaal van het v.m. Bethlehemsche klooster). Van de twee vermeldingswaardige oude kerken te Kampen, de O. L. Vrouwe of Buitenkerk en de St. Nicolaas- of Bovenkerk, verdient vooral laatstgenoemde aandacht, 't Is een kerk van wijdschen opzet, een basiliek met koor, trans en kapellen, kraiBbeuk en vijf beuken aan de westzijde, die geheel door steenen gewelven wordt overdekt. Zij bezit o.m. een merkwaardigen steenen preekstoel en een eikenhouten koorhek uit het midden der 16de eeuw, een prachtig werk der renaissance. — Van het oude Weeshuis bleef een bij het nieuwe gebouw heropgericht aardig poortje bewaard. In eenige der kleine steden van Overijsel zijn nog kerken, die bespreking en bezichtiging verdienen: die te Hasselt, Vollenhove, Blokzijl (waarvan de Amsterdamsche Noorderkerk een navolging is), maar toch vooral die te Oldenzaal en te Ootmarsum, 6 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND den tand des tijds en dien der Hervorming, voor een gedeelte te wijten aan den cycloon, die Utrecht in 1674 zoo deerlijk teisterde. Deze vernielde o.m. het schip der Domkerk, de torens der St. Pieterskerk en St. Janskerk en talrijke torenspitsen waaronder die van de Buur-, St. Nicolaas- en St. Jacobskerk. Tot op dezen dag hebben de kracht en de lust ontbroken, voor het vernielde iets waardigs in de plaats te brengen. Bezien wij eerst de overgebleven kapittelkerken. In de eerste plaats de Domkerk, sinds de hierboven vermelde vernieling nog slechts bestaande uit kruis, beuk en koor, het laatste het oudste gedeelte, met een krans van sobere kapellen, de rest rijker, het geheel een niet volkomen geslaagde, door tegenwerking en geldgebrek bemoeilijkte en langdurige poging tot het scheppen van een grootsche kathedraal, bovendien, na tijden van verwaarloozing,niet steeds gelukkig hersteld. Het inwendige, vroeger op afzichtelijke wijze voor den Protestantschen eeredienst ingericht, isin de laatste jaren weder zoo ooglijk gemaakt als maar mogelijk was. Het lijnenspel van pijlers en bogen komt weer tot zijn recht, het betrekkelijk smalle koor maakt weer indruk door zijn hoogte. Daar staat thans het grafmonument voor Admiraal van Gent, vervaardigd door Rombout Verhulst. Het zoogenaamde H. Graf, oostelijk daarvan, vertoont beeldhouwwerk, zoo zwaar geschonden, dat de leek de schoonheid daarvan moeilijk bewonderen kan. De Domtoren, gebouwd op 30 M. afstand van de kerk, en na de voltooiing van het (later verwoeste) schip daarmee door bogen verbonden, was bedoeld als zinnebeeld van de wereldlijke macht der Bisschoppen. De drie gedeelten waaruit hij bestaat, twee vierkant, de bovenste doorluchtig en achtkant, geven den indruk zonder veel verband op elkaar gestapeld te zijn. Dit, en het ontbreken van een mooie spits, zal wel de oorzaak zijn, dat deze toch ook zeer bijzondere toren, die een fraaien beiaard bezit, minder tot bewondering stemt, dan de mededingers te Amersfoort en Rhenen. — Ten zuiden van de Domkerk is de zwaar gerestaureerde kloostergang van den Dom, met reliëfs in de hoogvelden, die betrekking hebben op het leven van St. Maarten. — Van de andere kapittelkerken werd de oude St. Salvator reeds in 1587 afgebroken, de prachtige Mariakerk, reeds lang in verval, in 1813, op last van Napoleon; gelukkig bleef een gedeelte van de mooie Romaansche kloostergang bij deze kerk gespaard. Behouden bleven de St. Janskerk en de St. Pieterskerk, eerstgenoemde een gehavend, verbouwd, verknoeid overblijfsel van de statige kerk uit het midden der 11de eeuw, de tweede minder onooglijk, en haar merkwaardige Romaansche crypt behouden hebbend, maar toch overigens geheel haar oorspronkelijk karakter missend. De vier oude parochiekerken bestaan nog alle; oorspronkelijk nederige Romaansche bedehuizen, zijn zij langzamerhand gewijzigd in Gothische kerken, hier en daar nog herinneringen aan den ouden toestand vertoonend, zooals de noordelijke toren van de St. Nicolaaskerk, wier andere toren bij het aanbrengen van een klokkenspel werd gewijzigd. Schilderachtig; is deze Claaskerk wel, wat niet gezegd kan worden van de uitwendig vrij onbelangrijke Buur- en St. Jacobskerken, wier interieurs met hunne pijlers en gewelven intusschen nog wel imponeeren; het koor van de Buurkerk is reeds in 1586 afgebroken. De St. Geertenkerk is, van verre gezien, een eenvoudige middeleeuwsche kerk, treffend door soberheid van lijn; vooral het inwendige is echter hopeloos verknoeid. — Veel jonger is de St. Catharijnekerk, in 1469 door de Carmelieten begonnen en eerst in 1550 voltooid; in 1900 werd zij aan de westzijde KERKEN EN GODSHUIZEN 7 vergroot en toen voorzien van een gevel welke een navolging is van den ouden, waarschijnlijk door Rombout Keldermans ontworpen en merkwaardig door zijn rijke topversiering. Van de overblijfselen der talrijke kloosters noemen wij nog de gebouwen met kloostergang van het St. Catharinaklooster, het Stadsarmhuis, (v.m. St. Nicolaasklooster) met schilderachtigen binnenhof, het Burgerweeshuis (v.m. Regulierenklooster). Eenige hofjes en andere stichtingen van liefdadigheid bezitten nog aardige poortjes. Een bijzondere vermelding verdienen het Bartholomei-gasthuis, om zijn luisterrijke 17de eeuwsche regentenkamer, waarvan de wanden met kostbare gobelinszijn bekleed, en de Fundatie van Renswoude, om zijn deftigen 18de eeuwschen gevel, maar toch vooral om zijn vorstelijke regentenzaal, gesierd met het lijnenspel van een bevallig rococo. Deventer kan zich verheugen in het bezit van nog drie belangrijke oude kerkgebouwen, de groote St. Lebuinuskerk, in de 11 de eeuw gesticht (van welken tijd nog de crypt onder het koor over is) maar in haar tegenwoordige gedaante 15de eeuwsche schepping met een koepelvormige torenbekroning van Hendrick de Keyser, de klokken van den beiaard bevattend, de hooggelegen Bergkerk, 12de eeuwsch, wat haar westelijk gedeelte met de beide, niet even hooge torens, betreft, maar overigens evenzoo een bouwwerk uit de 15de eeuw, en de 14de eeuwsche Broerenkerk, de eenvoudige kerk van het v.m. klooster der Minderbroeders. Daarbij zijn nog te voegen het schilderachtig overbfljfsel van de 14de eeuwsche Mariakerk in de onmiddellijke nabijheid van de St. Lebuinuskerk (thans pakhuis) en de rijk-gesierde voorgevel van een voor Herman Penninek in de tweede helft der 16de eeuw gebouwd woonhuis, hersteld in 1890 en sindsdien voorhuis van het kerkgebouw der Doopsgezinde Gemeente. Minder rijk dan men in deze stad van fraaie woonhuisgevels zou vermoeden, is Deventer aan schilderachtige oude gasthuizen en hofjes, al geven zij nog wel iets te bewonderen, waarvan enkele afbeeldingen werden opgenomen. ZwoUe staat op het gebied van kerken en godshuizen allerminst bij Deventer ten achter. Daar is in de eerste plaats de Groote of St. Michaelskerk, een fraai gebouw nog, al verloor het tot driemaal toe door het inslaan van den bliksem een mooien toren, die na 1669 niet meer herbouwd werd. Een zeer rijk behandelde eikenhouten preekstoel siert het inwendige van dit bedehuis. — Dan zijn er de O. L. Vrouwekerk, met haar hoogen 15de eeuwschen toren, de 14de eeuwsche Bethlehemsche kerk, de 15de 'eeuwsche Broerenkerk, oude kerk van het v.m. Predikheerenklooster, de v.m. kapel van het St Geertruidaklooster (Waalsche kerk). Verder zijn nog te noemen het Vrouwenhuis, het Huis der Weezen, het Reventer (de eetzaal van het v.m. Bethlehemsche klooster). Van de twee vermeldingswaardige oude kerken te Kampen, de O. L. Vrouwe of Buitenkerk en de St. Nicolaas- of Bovenkerk, verdient vooral laatstgenoemde aandacht, 't Is een kerk van wijdschen opzet, een basiliek met koor, trans en kapellen, kruisbeuk en vijf beuken aan de westzijde, die geheel door steenen gewelven wordt overdekt. Zij bezit o.m. een merkwaardigen steenen preekstoel en een eikenhouten koorhek uit het midden der 16de eeuw, een prachtig werk der renaissance. — Van het oude Weeshuis bleef een bij het nieuwe gebouw heropgericht aardig poortje bewaard. In eenige der kleine steden van Overijsel zijn nog kerken, die bespreking en bezichtiging verdienen: die te Hasselt, Vdlerthove, Blokzijl (waarvan de Amsterdamsche Noorderkerk een navolging is), maar toch vooral die te Oldenzaal en te Ootmarsum 8 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND hoogst-merkwaardige, gedeeltelijk nog zuiver Romaansche bedehuizen, welke tot de oudste van ons land behooren. Maar nog wachten ons Friesland en Groningen! Ook Drente? Och, behalve de 17de eeuwsche eenvoudige kruiskerk van Coevorden, en de overblijfselen van de Lieve Vrouwe Abdij te Assen (de tot Stadhuis ingerichte kapel en een kruisgang), is in het oude „landschap" weinig van onze gading. Betrekkelijk weinig biedt ook Friesland. Eerwaardig is wel de kerk van Workum, met fraaien preekstoel, merkwaardige lijkbaren en een op eenigen afstand ervan staanden peperbusvormigen toren; geschonden door verlies van toren (in 1682), verbouwing en inrichting voor den Protestantschen eeredienst de kerk van Sneek. Beter bewaard bleef de kerk van Franeker, die fraaie grafzerken bezit. Harlingen behield van zijn oud kerkgebouw slechts den eenvoudigen slanken toren. Verreweg het belangrijkst kerkgebouw dezer provincie is de oude St. Maartenskerk te Bolsward, met een door een zadeldak gedekten toren, vooral door het bezit van een prachtig-gesneden preekstoel en niet minder prachtig gesneden koorbanken. Verder bleef in deze stad nog de 13de eeuwsche Broerekerk bewaard. Leeuwarden verloor reeds in de 17de eeuw zijn oude St. Vituskerk, waarvan nochtans het jongste gedeelte, de geweldige onvoltooide toren (de Oldehove) bewaard bleef, en kreeg sindsdien als hoofdkerk de door de Dominicanen gebouwde, voor een kloosterkerk wel zeer omvangrijke Jacobijnerkerk, die later door verbouwingen zeer verknoeid werd. Verder bezit Friesland's hoofdstad nog eenige mooie Weeshuis- en Gasthuispoortjes. Groningen is nog twee oude hoofdkerken rijk. Het grootste sieraad van de St. Maartenskerk, waaraan van de 13de tot de 16de eeuw gebouwd werd, is haar hooge mooie toren uit het laatst der 15de eeuw, die een beiaard bezit. De A- of L. Vrouwekerk, ongeveer uit denzelfden tijd dagteekenend, maar eerder voltooid, staat in schoonheid niet bij de zusterkerk ten achter, heeft echter niet zulk een sierlijken toren, ofschoon de hare, die na brand in den aanvang der 18de eeuw haar tegenwoordige gedaante kreeg, toch wel een karaktervolle schepping van dien tijd is te noemen. Groningen bezit ook nog een i7de eeuwsche kerk, voor den Protestantschen eeredienst gebouwd, de Nieuwe Kerk, navolging van de Noorderkerk te Amsterdam, en eenige mooie weesen gasthuispoortjes. —Te Winschoten aanschouwt men een van die fraaie 13de eeuwsche kerken, waarvan deze provincie er nog verscheidene bezit; op onverklaarbaren afstand van deze kerk staat de stoere, eenvoudige toren, die wellicht bij een andere kerk heeft behoord. — Minder belangrijk is de groote kerk van Appingedam. INHOUD: De rij der afbeeldingen wordt geopend met Nijmegen's kerken enz. (bladz. 9—13), waarop de kerken van Tiel (bladz. 14—15) en Zalt-Bommel (bladz. 16—17) volgen. De bladz. 18—19 brengen afbeeldingen van het mooie weeshuis te Buren. Daarop volgen weer hoofdzakelijk platen van kerken, hier en daar door een godshuis afgewisseld • te Buren (bladz. 20), Culemborg (bladz. 21), Arnhem (bladz. 22—26), Lochem (bladz. 27), Zutfen (bladz. 27—34)! Elburg (bladz. 35), Harderwijk (bladz. 36). — Het eerst van de Utrechtsche steden is Amersfoort aan de beurt met zijn toren, kerken en gasthuizen (bladz. 37—43), waarna platen zijn opgenomen van de kerken enz. te Montfoort (bladz. 44), IJselstein (bladz. 45), Rhenen (bladz. 46—49) en Wgk bij Duurstede (bladz. 50). — De kerken, kloosters, liefdadige stichtingen, gasthuizen, hofjes enz. in de stad Utrecht nemen niet minder dan 21 bladzijden in beslag (bladz. 51—72), hoewel geen dezer gebouwen op zich zélf veel plaats vraagt. — Overijsel begint met Deventer's kerken en godshuizen (blad. 73); daarop volgen Zwolle (bladz. 81) en Kampen (bladz. 87). Aan de kerken in de andere steden van Overijsel: Vollenhove, Hasselt, Oldenzaal, Almelo, Oostmarsum en Enschede, met tot slot het Drentsche Coevorden, zijn de bladz. 91—96 gewijd. — Van de Priesche stadskerken worden eerst die te Workum en Sneek afgebeeld (bladz. 97), dan volgen Bolsward (bladz. 103), Harlingen en Franeker (bladz. 108). Ten slotte Leeuwardens kerken en, wat de rest betreft, voornamelijk weeshuizen (bladz. 113). — De reeks eindigt met Groningen. Van de kerken in de stad Groningen zijn afbeeldingen geplaatst op de bladz. 119—122, van de gast- en weeshuizen aldaar op de bladz. 123—126. Platen van de kerken te Winschoten, Appingedam en Delfzql nemen de laatste bladz. (127—130) in beslag. — De meeste afbeeldingen geven den toestand van ± 1925 weer. KERKEN EN GÓDSHUIZEN (NIJMEGEN) 9 DE TOREN DER GROOTE OF ST. STEVENSKERK, (± 1430, SPITS 1605) IHET INWENDIGE DER GROOTE OF ST. STEVENSKERK (PREEKSTOEL 1639, ORGELFRONT 1773) C 6 1S 10 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (NIJMEGEN) TOCHTPORTAAL IN DE GROOTE OF ST. STEVENSKERK (1632) HEERENGESTOELTE IN DE GROOTE OF ST. STEVENSKERK (1644) KERKEN EN GODSHUIZEN (NIJMEGEN) ii OPEN PORTAAL VOOR DEN ZUIDARM VAN DEN KRUISBEUK DER GROOTE OF ST. STEVENSKERK (± 1550) ZUIDELIJKE INGANG VAN HET KOOR IN DE GROOTE OFST. STEVENSKERK. IN HET HOOGVELD VOORSTELLING VAN HET LAATSTE OORDEEL (1505) 12 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (NIJMEGEN) DE KAROLINGISCHE KAPEL (8BIE EEUW) DE KERK VAN HET V.M. KLOOSTER MARIËNBURG, SINDS igi2 GEMEENTEMUSEUM (± 1430) KERKEN EN GODSHUIZEN (NIJMEGEN) 13 POORT VAN HET PROTESTANTSCHE KINDERWEESHUIS (1618, FRONTON ± 1785) 14 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (TIEL) DE GROOTE OF ST. MAARTENSKERK, GEZIEN UIT HET OOSTEN (SCHIP ± 1425—1440, TOREN 1440—1451) WANDBETIMMERING IN DE GROOTE OF ST. MAARTENSKERK, MET VOORSTELLINGEN VAN EPISODEN UIT HET LEVEN DER H. KATHARINA; IN HET MIDDEN DE H. MAAGD MET HET KINDEKE JEZUS (± i55o) GRAFMONUMENT VOOR STEVEN VAN ZUIDELIJKE BEUK DER GROOTE OF ST. MAARTENS- GRAFBORD VAN MR. JACOB NICO WELDEREN IN DE GROOTE OF ST.MAAR- KERK. OP DEN ACHTERGROND DE DOOPKAPEL LAASVAN DEN STEEN IN DE GROOTE TENSKERK (± i7io) 0F 5r MAARTENSKERK (± i777) KERKEN EN GODSHUIZEN (TIEL) i 5 i6 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (ZALT-BÓMMEL) DE TOREN DER V.M. GASTHUISKERK MET DEN TRAPTOREN DE TOREN DER VOORMALIGE GASTHUISKERK (± 1470, SPITS ± 1570) DE TOREN DER GROOTE OF STM MAARTENSKERK, GEZIEN VAM HET ZUIDOOSTEN KERKEN EN GODSHUIZEN (ZALT-BOMMEL) 17 DE TOREN DER GROOTE OF ST. MAARTENSKERK (i5DE EEUW, SPITS VERBRAND 1538) C 6 iö fcfe KJÊÊ 18 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (BUREN) VOORPOORT VAN HET WEESHUIS (1613) PORTRET VAN DE STICHTERES MARIA VAN NASSAUORANJE IN HET WEESHUIS HET WEESHUIS (1610—1613) KERKEN EN GODSHUIZEN (BUREN) 19 ZIJGEVEL VAN HET WEESHUIS DEUR VAN HET WEESHUIS (1613) 20 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (BUREN) DE NED. HERV. OF ST. LAMBERTUSKERK (VIERKANT BENEDENDEEL 13°* EEUW; ACHTKANT ± 1660) KERKEN EN GODSHUIZEN (CULEMBORG) 2i GRAFTOMBE VOOR ELISABETH VAN BUREN IN DE GROOTE OF ST. BARBARAKERK (1746) POORT MET WAPENSTEEN IN DEN WESTELIJKEN GEVEL VAN HET ST. ELISABETHS-WEESHUIS (1555) 22 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (ARNHEM) HET INWENDIGE DER NIEUWE OF KOEPELKERK f1837, ORGEL 1841) DÉTAIL VAN EEN DER ZIJMUREN VAN DE GROOTE OF ST. EUSEBIUSKERK (BEGONNEN 1452, SCHIP VOLTOOID 1470, KRUISBEUK 1529) KERKEN EN GODSHUIZEN (ARNHEM) 23 INTERIEUR VAN DE GROOTE OF ST. EUSEBIUSKERK (PREEKSTOEL ± 1660, ORGEL i77o) 24 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (ARNHEM) BEELD VAN KAREL VAN GELRE IN DE GROOTE OF DEUR IN DE GROOTE OF GRAFTEEKEN VOOR JOOST SASBOUT ST. EUSEBIUSKERK (BEELD ± 1540, OVERHUIVING ± 1660) ST. EUSEBIUSKERK IN DE GROOTE OF ST. EUSEBIUSKERK (1546) Os PRAALGRAF VAN KAREL VAN GELRE IN DE GROOTE OF ST. EUSEBIUSKERK (± i54o) KERKEN EN GODSHUIZEN (ARNHEM) 25 BOVENGEDEELTE VAN HET V.M. ST. PETERSGASTHUIS DE GROOTE OF ST. EUSEBIUSKERK, GEZIEN UIT (1401, GEWIJZIGD 1850 EN ± igoo) HET ZUIDOOSTEN 26 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (ARNHEM) KERKEN EN GODSHUIZEN (LOCHEM—ZUTFEN) DE TOREN DER NED. HERV. OF ST. GUDULAKERK DE GROOTE OF ST. WALBURGSKERK TE ZUTFEN TE LOCHEM (1478, SPITS 1903) GEZIEN VAN HET ZUIDWESTEN (i3D' EEUW, 15°' EEUW GEWIJZIGD EN VERGROOT, BOVENGEDEELTE VAN DEN TOREN 1633) 27 28 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (ZUTFEN) GEZICHT OP DE GROOTE OF ST. WALBURGSKERK, UIT HET ZUIDOOSTEN OP DEN VOORGROND OVERBLIJFSELEN VAN DEN OUDEN. STADSMUUR KERKEN EN GODSHUIZEN (ZUTFEN) 29 HET NOORDERPORTAAL VAN DE GROOTE OF ST. WALBURGSKERK (± i49o) DE LIBRYE IN DE GROOTE OF ST. WALBURGSKERK (1562) 30 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (ZUTFEN) f KERKEN EN GODSHUIZEN (ZUTFEN) 31 IN DE GROOTE OF ST. WALBURGSKERK. (PREEKSTOEL ± 1680) GEZICHT OP HET KOOR EN DE KAPELLENKRANS VAN DE GROOTE OF ST. WALBURGSKERK GEHEEL RECHTS DE RAADSKAPEL (1393-1420) 32 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND ((LOCHEM—ZUTFEN) VERSIERINGEN EN OPSCHRIFT BOVEN DEN TOREN INGANG DER ST. GUDULAKERK TE LOCHEM KOPEREN DOOPVAT IN DE GROOTE OF ST. WALBURGSKERK TE ZUTFEN (1527) POORT VAN HET BORNHOF TE ZUTFEN (1723) KERKEN EN GODSHUIZEN (ZUTFEN) 33 DE VOET VAN DEN TOREN DER ST. WALBURGSKERK HET SCHIP DERBROEREN-OFPREDIKHEERENKERK WESTGEVEL DER BROEREN- OF PRE- n f. DIKHEERENKERK (BEGIN 14°* EEUW) 18 34 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (ZUTFEN) ZUIDBEUK EN KOOR DER JOHANNES DE DOOPER- OF NIEUWSTADSKERK (ZUIDBEUK TWEEDE HELFT DER i6D*. KOOR TWEEDE HELFT DER 15°* EEUW) IN DE JOHANNES DE DOOPER - OF NIEUWSTADSKERK KERKEN EN GODSHUIZEN (ELBURG) 35 DE TOREN DER NED. HERV. OF ST. NICOLAASKERK (± 1410, SPITS 1693 VERBRAND) RECHTS POORTJE VAN HET WEDUWEN HOF (1650) HET FEITHENHOF (1740) 36 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (HARDERWIJK) DE KERK VAN HET V.M. ST. CATHARINAKLOOSTER (1502) DE KERK VAN HET V.M. ST. CATHARINAKLOOSTER (BENEDENKERK) KERKEN EN GODSHUIZEN (AMERSFOORT) 37 DE O. L. VROUWETOREN, GEZIEN UIT DE ZWANENHALSSTRAAT (i5°* EEUW, SPITS !654) C7 J9 38 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (AMERSFOORT) HET ZUIDERPORTAAL DER GROOTE OF ST. JORISKERK (i6DS EEUW) DE GROOTE OFST. JORISKERK, GEZIEN VAN DEN HOF (i4DE—i6DB EEUW) KERKEN EN GODSHUIZEN (AMERSFOORT) 39 DE „KLOCKMAN" IN DE ST. JORISKERK (1724) HET OKSAAL IN DE ST. JORISKERK (BEGIN i6DX EEUW) KIJKJE UIT DE NIEUWSTRAAT OP DEN TOREN DER ST. JORISKERK 40 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (AMERSFOORT) HET GRAFTEEKEN VOOR JACOB VAN CAMPEN IN DE ST. JORISKERK (± 1657) DE GROOTE ZAAL (MANNENDEEL) VAN HET ST. PIETERSGASTHUIS (± 1400) KERKEN EN GODSHUIZEN (AMERSFOORT) 41 WENTELTRAP UIT HET ST. PIETERSGASTHUIS HOEK VAN DE GROOTE ZAAL IN HET ST. PIETERSGASTHUIS 42 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (AMERSFOORT) REGENTEN BORD VAN HET BLOKLANDSGASTHUIS (1666) DE ST. ROCHUSKAPEL BIJ HET GODSHUIS „DE ARMEN POTH" (15" EEUW) KERKEN EN GODSHUIZEN (AMERSFOORT) 43 STATIE VAN DE KAPEL VAN HET ST. PIETERSGASTHUIS (i6D' EEUW) DE KAPEL VAN HET ST. PIETERSGASTHUIS (14™ EEUW) 44 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (MONTFOORT) GESNEDEN BALK IN DE V.M. KOMMANDERIJ VAN ST. JAN OVERBLIJFSEL VAN DE KRUISGANG DER 1 KOMMANDERIJ VAN ST. JAN DE V.M. KAPEL DER KOMMANDERIJ VAN ST. JAN DE NED. HERV. OF ST. JANSKERK (TWEEDE (± 1530) HELFT DER I5D* EEUW, TORENSPITS ± 1630) KERKEN EN GODSHUIZEN (IJSELSTEIN) 45 DE TOREN DER NED. HERV. OF ST. NICOLAASKERK NA DEN BRAND VAN igu (2™ HELFT DER 16™ EEUW) 20 46 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (RHENEN) DE TOREN DER NED. HERV. OF ST. CUNERAKERK (1492—1531, NA BRAND IN 1897 HERSTELD). KERKEN EN GODSHUIZEN (RHENEN) 47 DEUR VAN DE SACRISTIJ (± 1510) EN GEDEELTE DER KOORBANKEN (1570) IN DE NED. HERV. OF ST. CUNERAKERK GEZICHT OP DE NED. HERV. OF ST. CUNERAKERK (14™—15** EEUW) 48 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (RHENEN) HOOFDINGANG DER NED. HERV. OF ST. CUNERAKERK, MET BEELD VAN DE H. CUNERA KERKEN EN GODSHUIZEN (RHENEN) 49 VOET VAN DEN PREEKSTOEL IN DE NED. HERV. OF ST. CUNERAKERK (± 1680) > OKSAAL IN DE NED. HERV. OF ST. CUNERAKERK(± 1530) 5o SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (WIJK BIJ DUURSTEDE) GEZICHT OP DEN TOREN DER NED. HERV. OF ST. JOHANNES DE DOOPER-KERK TE WIJK BIJ DUURSTEDE (2DB HELFT DER 15°* EEUW) KERKEN EN GODSHUIZEN (UTRECHT) 5i HET OVERBLIJFSEL DER DOMKERK (± 1254—1479) HET SCHIP 1481—1517, IN 1674 DOOR EEN CYCLOON VERWOEST GEDEELTE VAN DEN KLOOSTERGANG VAN DEN DOM (15°* EEUW) 52 SPROKKELINGEN IN" NEDERLAND (UTRECHT) GEZICHT OP DOMTOREN (1321—1382) EN DOMKERK. LINKS OP DEN ACHTERGROND DE BUURKERK (i4DE EEUW) I °7 VENSTER VAN DE DOM-KLOOSTERGANG VENSTER VAN DE DOM-KLOOSTERGANG KERKEN EN GODSHUIZEN (UTRECHT) 53 54 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (UTRECHT) VLEUGEL VAN DE DOM-KLOOSTERGANG HOEKJE BIJ DE DOMKERK, MET TOEGANG TOT DE KLOOSTERGANG HET KOOR DER DOMKERK IN DE KLOOSTERGANG VAN DEN DOM KERKEN EN GODSHUIZEN (UTRECHT) 55 56 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (UTRECHT) DEUR VAN DE SACRISTIJ IN DE DOMKERK (±1480) GRAFMONUMENT VOOR ADMIRAAL W. J. VAN GENT IN DE DOMKERK (1676) KERKEN EN GODSHUIZEN (UTRECHT) HET SCHIP DER ST. JACOBSKERK GEZICHT OP DE DRIE BEUKEN EN DEN TOREN DER ST. JACOBSKERK (i5D* EEUW, TORENSPITS VER1 NIELD 1674) 57 58 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (UTRECHT) DE ST. NICOLAASKERK (i2DE EEUW, IN DE i5DE EEUW VERBOUWD, ZUIDELIJKE TOREN 1586 VERHOOGD) DE ST. GEERTENKERK (± 1260, VERBOUWD 15™ EN igDE EEUW) KERKEN EN GODSHUIZEN (UTRECHT) 59 KRYPT IN DE WAALSCHE OF ST. PIETERSKERK (nDE EEUW) DE WAALSCHE OF ST. PIETERSKERK, GEZIEN VAN HET ZUIDOOSTEN (nDE EEUW, TORENS 1674 VERWOEST) IDE ST. CATHARIJNEKERK (1469-1550, VERBOUWD DE ST. CATHARIJNEKERK, GEZIEN VAN HET ZUIDWESTEN ioD1! EEUW. GEVEL iqoo. NAVOLGING VAN DEN OUDEN) 'hmÊÊÈÊk* t mm WL^ éo sprokkelingen in Nederland (utrecht) C 7 22 HET INWENDIGE DER IN 1813 GESLOOPTE MARIAKERK (iideEEUW) HET INWENDIGE DER ST. CATHARIJNEKERK KERKEN EN GODSHUIZEN (UTRECHT) 61 02 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (UTRECHT) IN DE BUUR- OF MARIAKERK (VERBOUWD 15°* EEUW) GEZICHT OP DEN TOREN DER BUURKERK EN DEN DOMTOREN KERKEN EN GODSHUIZEN (UTRECHT) 63 POORTJE DER BEYERSKAMEREN (1597) POORT VAN HET DIACONIE OUDE MANNEN- EN VROUWENHUIS REGENTENKAMER IN HET BURGERWEESHUIS (± 1680) DESSUS DE PORTE IN HET BURGER- SCHOORSTEENSTUK IN HET BURGERWEESHUIS POORTJE VAN HET BRUNTENHOF WFFTfTTT I ie Q Z < GRAFZERK IN DE GROOTE OF ST. NICOLAASKERK f1610) 92 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (VOLLENHOVE—HASSELT) 1 OORMALIGE KAPEL DER GROOTE OF ST. STEPHANUSKERK TE HASSELT (± 1430) DE KLEINE OFO.L. VROUWE KERK TE VOLLENHOVE (± 1380, ± 1450 VERGROOT) KERKEN EN GODSHUIZEN (OLDENZAAL—ALMELO) 93 GEZICHT UIT DE DEURINGSTRAAT OP DEN TOREN DERST. PLECHELMUSKERK TE OLDENZA AL (± 1200, LATER GEWIJZIGD EN VERHOOGD) DE TOREN DER NED. HERV. KERK TE ALMELO (1738) 94 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (OLDENZAAL—ALMELO) DE ST. PLECHELMUSKERK TE OLDENZAAL, GEZIEN VAN HET OOSTEN (BEGONNEN ± 950, MAAR GROOTENDEELS GEBOUWD ± 1050, ZUIDE¬ LIJKE ZIJBEUK 14X1, KOOK 1525) EEN DER INGANGEN VAN DE NED. HERV. KERK TE ALMELO KERKEN EN GODSHUIZEN (OLDENZAAL—ALMELO) 9$ DE ST. PLECHELMUSKERK TE OLDENZAAL, GEZIEN VAN HET ZUIDEN ORGEL IN DE NED. HERV. KERK TE ALMELO 96 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (ENSCHEDE—OOTMARSUM—COEVORDEN) DE NED. HERV. OF ST. MAARTENSKERK TE ENSCHEDE (±1200, MEERMALEN GEWIJZIGD) DE ST. SIMON EN JUDASKERK TE OOTMARSUM DE NED. HERV. KERK TE COEVORDEN] (i2DS—13™ EEUW, LATER GEWIJZIGD; TORENTJE 1843) (1641) KERKEN EN GODSHUIZEN (WORKUM—SNEEK) 97 DE GROOTE OF ST. GEERTRUIDAKERK TE WORKUM, GEZIEN VAN HET ZUIDOOSTEN (i5DE EEUW) DE GROOTE OF ST. MAARTENSKERK TE SNEEK GEZIEN VAN HET ZUIDWESTEN (15^ EEUW, LATER STERK GEWIJZIGD, TORENTJE 1770) C 7 27 GEZICHT OP HET V.M. KOOR DER GROOTE OF ST. MAARTENSKERK $8 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (SNEEK) DE V.M. SACRISTIJ DER GROOTE OF ST. MAARTENSKERK (i5DE EEUW) DEUR NAAR DE SACRISTIJ IN DE GROOTE OF ST. MAARTENSKERK (EINDE 15°" EEUW) PORTIEK IN HET V.M. KOOR DER GROOTE OF ST. MAARTENSKERK (1652) KERKEN EN GODSHUIZEN (SNEEK) 99 IOO SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (WORKUM) DE TOREN DER GROOTE OF ST. GEERTRUIDAKERK (15"' EEUW) KERKEN EN GODSHUIZEN (WORKUM) 101 TRAP EN KUIP VAN DEN PREEKSTOEL IN DE GROOTE KERK (1718) BIJ DE GROOTE KERK. RECHTS OP DEN VOORGROND HET WAAGGEBOUW ió2 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (WORKUM) BIJ HET WAAGGEBOUW EN DE GROOTE KERK LIJKBAAR DER TIMMERLIEDEN IN DE GROOjfE KERK (1791) LIJKBAAR VAN HET SMIDS- OF ST. ELOYSGILDE IN DE GROOTE KERK (1756) DOODBAAR VAN HET GROOT SC HIPPERSGILDE IN DE GROOTE KERK (1806) KERKEN EN GODSHUIZEN (BOLSWARD) loj DE PREEKSTOEL IN DE GROOTE OF ST. MAARTENSKERK (1662) io4 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (BOLSWARD) HET ORGEL IN DE GROOTE OF ST. MAARTENSKERK (± 1780) KERKEN EN GODSHUIZEN (BOLSWARD) 105 EEN DER KOORBANKEN IN DE GROOTE OF ST. MAARTENSKERK (EINDE 15™ EEUW) C8 28 io6 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (BOLSWARD) DE GROOTE OF ST. MAARTENSKERK, GEZIEN VAN HET NOORD- DE VOORGEVEL DER BROEREKERK, V.M. KERK VAN WESTEN (1446—1466, TOREN VERMOEDELIJK BEGONNEN ± 1300) HET KLOOSTER DER MINDERBROEDERS (13"'EEUW) GRAFZERK VAN GODSCHALK VAN HEERMA EN ZIJN VROUW SITHIA VAN CAMMINGHA IN DE GROOTE OF ST. MAARTENSKERK (1620) j W w w O O ö co c N W £j! 'bd O P co > ö o io8 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (HARLINGEN) DE GROOTE OF NIEUWE KERK (1772-'75, TOREN i5DB EEUW) KERKEN EN GODSHUIZEN (FRANEKER—HARLINGEN) 109 POORTJE VAN HET WESTERHUIS-GASTHUIS ORGEL IN DE GROOTE KERK TE HARLINGEN TE FRANEKER (i737) (± I?75j I 10 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (FRANEKER) STEEN IN DEN ZIJGEVEL VAN HET OUDEMANNENEN VROUWENHUIS (± 1665) KERKEN EN GODSHUIZEN (FRANEKER) ui POORTJE IN HET KOOR DER GROOTE OF ST. MAARTENSKERK HET V.M. KOOR DER GROOTE OF ST. MAARTENSKERK (15°* EEUW) ui SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (FRANEKER) GEZICHT UIT DEN STADHUISTOREN OP DE GROOTE OF ST. (r5D* EEUW) MAARTENSKERK KERKEN EN GODSHUIZEN (LEEUWARDEN) 113 DE OLDEHOVE (i529—i532, TOREN DER IN 1595 GESLOOPTE ST. VITUSKERK) C 8 20 ii4 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (LEEUWARDEN) DE GROOTE OF JACOBIJNERKERK (± 1480 BEGONNEN, IN DE igDK EEUW GEWIJZIGD, TOREN GESLOOPT 1831) POORTJE MET DOORKIJKJE VAN HET BOSHUI SER GASTHUIS (1652) HET „ORANJE-POORTJE" VAN DE GROOTE OF POORTJE VAN HET NIEUWE STADSWEESHUIS (1675) JACOBIJNERKERK (1663) KERKEN EN GODSHUIZEN (LEEUWARDEN) 115 n6 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (LEEUWARDEN) POORT VAN HET OLD BURGERWEESHUIS (1672) SCHOUW IN DE REGENTENKAMER VAN HET NIEUWE STADSWEESHUIS (1675) KERKEN EN GODSHUIZEN (LEEUWARDEN) 117 WEESMEISJE VAN HET OLD BURGER- WEESMEISJE VAN HET NIEUWE STADS WEESHUIS WEESHUIS n8 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (LEEUWARDEN) OLD BURGERWEESMEISJE MET HOEDJE SCHOORSTEENSTUK IN DE REGENTENKAMER VAN HET NIEUWE STADSWEESHUIS (± 1730) MAARTENSKERK TE GRONINGEN i ^ ■ ■■■■■H-iiir wfli-imimTn (BEGONNEN 1469, BEKRONING ± 1627) 120 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (GRONINGEN) DOOPVONT IN DE ST. MAARTENSKERK, AFKOMSTIG VAN DE A-KERK DE ST. MAARTENSKERK, GEZIEN VAN HET ZUIDOOSTEN (BEGONNEN 1220, I5DX EEUW VERBOUWD, KOOR ± 1460, TORENBEKRONING 1627) KERKEN EN GODSHUIZEN (GRONINGEN) 121 DE NIEUWE OF NOORDERKERK (1660—1664) HET INWENDIGE DER NIEUWE KERK ORGEL IN DE ST. MAARTENSKERK (EINDE I5DB EEUW) C 8 3° i32 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (GRONINGEN) PREEKSTOEL EN ORGEL IN DE A- OF O. L. VROlfWEKERK (ORGEL 1716) DE A- OF O. L. VROUWEKERK, GEZIEN VAN HET NOORDOOSTEN (i3DE, VERBOUWD 15°* EEUW, TOREN 1725) BINNENHOF VAN HET HEILIGE GEESTGASTHUIS KERKEN EN GODSHUIZEN (GRONINGEN) 123 124 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (GRONINGEN) POORT VAN HET ST. ANTHONYGASTHUIS (1664) INGANG VAN ÉÉN DER WONINGEN INHET HEILIGE GEESTGASTHUIS (1708I KERKEN EN GODSHUIZEN (GRONINGEN) 125 GEBOUWEN VAN HET V.M. PRINSENHOF, LATER MILITAIR HOSPITAAL BINNENZIJDE DER HOOFDPOORT VAN HET H. GEEST- POORTJE VAN HET ROODE OF BURGER¬ GASTHUIS (1629, VERNIEUWD i795) WEESHUIS (1627) I2Ó SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (GRONINGEN) POORT AAN DE ACHTERZIJDE VAN HET HEILIGE GEESTGASTHUIS, BUITENZIJDE BINNENHOF VAN HET ST. ANTHONY-GASTHUIS (1664J KERKEN EN GODSHUIZEN (WINSCHOTEN) DE NED. HERV. OF ST. VITUSKERK (± 1300) DE TOREN NABIJ DE NED. HERV. OF ST. VITUSKERK i28 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (WINSCHOTEN) PORTIEK IN DE NED. HERV. OF ST. VITUSKERK (± 1750) KERKEN EN GODSHUIZEN (APPINGEDAM) 129 DE HEERENBANK IN DE NED. HERV. OF ST. NICOLAASKERK (i8DE EEUW) GEZICHT OP HET KOOR DER NED. HERV. OF ST. NICOLAASKERK (BEGIN I3DE EEUW, LATER VERBOUWD) C 8 31 130 SPROKKELINGEN IN NEDERLAND (DELFZIJL) BIJ DB NED. HERV. KERK TE DELFZIJL Van dit werk zijn bij SCHELTEMA & HOLKEMA'S BOEKHANDEL vroeger verschenen: REEKS A Bevattende 822 afbeeldingen van Stadspoorten, Muurtorens en Openbare Stedelijke Gebouwen in Nederland Prijs in fraaien Buckram Stempelband ..... f 21.50 REEKS B Bevattende 1021 afbeeldingen van Stadsgezichten en Woonhuizen in Nederland Prijs in fraaien Buckram Stempelband ..... f 26.— Deze Reeks C bevat 909 afbeeldingen van Kerken en Godshuizen in Nederland Prijs in fraaien Buckram Stempelband . . ... . f 22.50 In deze drie reeksen zijn de steden van Nederland afgebeeld Het Handelsblad van 4 Augustus 1926 besloot de aankondiging van een der laatste afleveringen van dit werk met de woorden: „De Sprokkelingen groeien gaandeweg aan tot een platen verzameling van groote waarde." De Uitgevers. Deze boeken zijn, evenals de overige uitgaven der firma, verzorgd door K. GROESBEEK.