VOORWOORD. De bedoeling, welke bij het samenstellen der hierbij aangeboden handleiding voorzat, is in de inleiding duidelijk aangegeven. De samensteller ervan bewoog zich in de practijk der vakorganisatie, der werkloosheidsverzekering en der statistiek gedurende vele jaren met bijzondere voorliefde. Hij was iö de gelegenheid, tijdens den duur dér noodregeling kennis te nemen van de inrichting deiadministratie van ongeveer alle werkloozenkassen, veel goeds, dat hij er aantrof, te waardeeren, doch ook vele leemten waar te nemen, en de onderscheidene administratiën te toetsen aan de eischen, die in het belang der werkloozenkas zelf, en met het oog op samen-, werking met de overheid, moeten worden gesteld. Dit reeds waarborgt, dat in de handleiding bovenal de practijk aan het woord komt, welke waarborg temeer aanwezig is, omdat zjj uitvoerig werd besproken in bijeenkomsten, gehouden met afgevaardigden van vier vakcentralen en vertegenwoordigers van gemeentelijke werkloosheidsfondsen, allen met de practijk vertrouwd. De „Algemeene Regelen voor het verleenen van subsidiën ten behoeve van werkloozenkassen" stellen, in artikel 17, den eisch, dat de administratie der werkloozenkassen op voldoende vrij ze ingericht zij, om aldus een goeden gang van zaken te waarborgen. De handleiding wn'st aan, in welke richting, zoo noodig, kan worden verbeterd en georganiseerd, om aan die voorwaarde te voldoen, en zy doet dat op zoodanige wjjze, dat zij voor ieder betrokkene een prikkel inhoudt, om ernstig na te gaan, welke verbeteringen gewenscht zijn.  iv Dit laatste geldt niet minder voor de in de handleiding behandelde statistiek der werkloosheidsverzekering. Statistiek is als grondslag voor uitbouw der verzekering onmisbaar en de werkloozenkassen moeten voor die statistiek het oermateriaal leveren. Zij is nog te vaak het stiefkind der werkloosheids-administratie; zij moet komen op de plaats, welke zij behoort in te nemen, en zal dit doen, als wordt gestreefd in de richting, welke de samensteller aangaf. Voor zijn uitnemenden arbeid mag hem een woord van oprechte hulde en hartelijken dank niet worden onthouden. Opgemerkt moge ten slotte worden, dat, ofschoon in bovengenoemde „Algemeene Regelen" wordt gesproken van „werkloozenkas" zonder meer, in deze handleiding opzettelijk de centrale (nationale) en de plaatselijke werkloozenkas afzonderlijk zijn vermeld, omdat de administratie der eerste elementen bevat, welke die der laatste niet behoeft. Ook is de term „contributie" gebezigd in plaats van het woord „bijdrage" der „Algemeene Regelen", omdat de eerste term in het bijzonder in de kringen der vakbeweging algemeen gebruikelijk is. 's-Gravenhage, Januari 1917. De Directeur van den Dienst der Werkloosheidsverzekering' en Arbeidsbemiddeling, Anth. Folmeb.  INHOUDSOPGAVE. Bladz In den tekst geplaatste schema's VII Inleiding IX A. De Centrale Werkloozenkas 1 § 1. De inschrijving en registreering der leden .... 1 § 2. De administratie der contributie 10 § 3. De administratie der werkloosheid 24 § 4. De administratie der migratie 29 § 5. De uitkeeringen 31 § 6. De boekhouding der afdeelingen . 38 § 7. De administratieve taak van het hoofdbestuur, in verband met het beheer der Centrale Werkloozenkas 42 B. De Plaatselijke Werkloozenkas 43 C. De Statistiek 44 D. De Grafische Statistiek 63  A. DE CENTRALE WERKLOOZENKAS. § 1. De inschrijving en registreering der leden. Voor een goed beheer der werkloozenkas is deugdelijke registreering harer leden — d. i. practisch: van de leden der vakorganisatie welke eene werkloozenkas bezit — een noodzakelijke eisen. Daarom worde deze allereerst behandeld. Toetredingsformulieren. Het verdient aanbeveling, van hoofdbestuurswege aan de afdeelingsbesturen te verschaffen, boekjes met toetredingsformulieren, naar het voorbeeld van schema A.J) De boekjes met deze formulieren zijn zoodanig ingericht, dat de bladen om het andere zijn geperforeerd, en twee aan twee gelijke nummers dragen. — In plaats van in boekjes kunnen de formulieren ook bijeengebracht zijn in den vorm van blocknotes. De inschrijving van een lid geschiede met inktpotlood, nadat tusschen twee gelijk genummerde blaadjes calqueerpapier (blauwtje) gelegd is. Het geperforeerde, boven liggende blad wordt, na invulling en na onderteekening door het nieuwe lid, door den daartoe aangewezen afdeelingsbestuurder uitgescheurd, en aan het hoofdbestuur toegezonden. Het andere» niet-geperforeerde, blad blijft in het boekje (de blocknote) bevestigd en is bestemd voor het afdeelingsarchief. Losse bladen mogen den genoemden afdeelingsbestuurder niet worden aangeboden, omdat hij zich ervan heeft te overtuigen, dat de overdruk werkelijk heeft plaats gehad. Mocht van dezen regel zijn afgeweken, b.v. indien losse toetredingsformulieren voor propagandabh'eenkomsten gebruikt zijn, dan worde het nieuwe lid zoo spoedig mogelijk ontboden, en in diens tegenwoordigheid een nieuw formulier ingevuld en door het lid onderteekend. Sommige bonden gebruiken toetredingsftaarten. In zulke gevallen verdient het aanbeveling, twee kaarten in te vullen en te laten onderteekenen. >) Opgemerkt zij. dat de tusschen den tekst geplaatste schema's voornamelijk als voorbeelden zt|n te beschouwen, zooals o.a. moge blijken ten aanzien der schema's D, F en O.  1J contrólemiddel, gelegen in het toepassen van zegels met duidelijk aangegeven waarde, te loor gaat. Immers zulke zegels dienen zooveel mogelijk te worden beschouwd als geldswaardig papier, dat bij gebruik ook moet worden behandeld alsof het geld ware. Op het aantal door een afdeeling vermelde stempelafdrukken heeft een hoofdbestuur echter geenerlei contröle. Zegelmappen. Aangezien de zegelrekening steeds met de contributierekening moet overeenstemmen, moeter gelegenheid geboden worden, de zegels goed op te bergen. Het verdient derhalve aanbeveling, den afdeelingspenningmeesters zegelmappen te verschaffen, waarin, op de wijze als in postkantoren gebruikelijk is, de zegels kunnen worden bewaard. Bestelkaart voor zegels. Het afdeelingsbestuur ontvange van het hoofdbestuur bestelkaarten, voorzien van het hoofdbestuurs-adres, voor aan de leden te verstrekken zegels, naar volgend model: SCHEMA G. Datum postmerk. De afdeeling bestelt: entreezegels a ......... cent 1 contributiezegels „ » werkloozenzegels militiezegels ziekenzegels Afdeelingsstempel. De penningmeester, Men wordt verzocht voorraden, voldoende voor een kwartaal, te bestellen. Bewijs van afzending en ontvangst van zegels. Tegelijk met de toegezonden zegels doet de bondspenningmeester aan het afdeelingsbestuur een briefkaart toekomen, voorzien van het hoofdbestuurs-adres, naar volgend model:  12 SCHEMA H. Volgnr Aan de Afd. Afgezonden den 19 contributiezegels a cent entreezegels ,, „ enz. den : u..:.....r. 19 van het bondsbestuur ontvangen, Afdeelingsstempel. De afdeelings-penningmeester, Onmiddellijk na ontvangst der zegels moet deze kaart den bondspenningmeester geteekend worden teruggezonden. Bij nalatigheid wordt eene volgende bestelling niet uitgevoerd. Het hoofdbestuur houde aanteekening van de verzending dezer kaarten. Hulpboek voor de zegelzending. Het hoofdbestuur houde voorts een hulpboek bij, waarin de zegelzendingen ten name van elke afdeeling worden genoteerd op volgnummer, en waarin de datum van het bericht van ontvangst, op de teruggezonden briefkaart vermeld, worde geregisteerd. Bodenboekje. Rekening dient te worden gehouden met het feit, dat de leden niet in alle omstandigheden persoonlijk hunne contributie den afdeelings-penningmeester brengen. Vooral in groote afdeelingen wordt de contributie veelal gëind door boden of door winkélagenten. Aangezien slechts gecontribueerd mag worden tegen afgifte van zegels, moeten die boden en winkelagenten van den afdeelings-penningmeester zegels betrekken. Waar zulks het geval mocht zijn, verstrekke het hoofdbestuur den afdeelings-penningmeester bodenboekjes voor de zegelverrekening, die als volgt kunnen zijn ingericht (vergelijk schema I):  Linkerbladzijde. ifi Voor boeking der ontvangen zegels. O ■ m Van den afdeelings-penningmeester ontvangen zegels. 5 Totale waarde. Datum. Omschrijving der zegels. Aantal. I Prijs per stuk. — r~ 7 uriü. j oent. Rechterbladzijde. Voor boeking en quiteering van het afgeleverde geld en der teruggegeven zegels. co Aan den afdeelings-penningmeester betaalde of teruggegeven zegels. | Bij het teruggeven van niet verkochte zegels, Afgeleverd geld, resp. i in kolom 2 een "]" te zetten. waarde der terug- Handteekening Datum \ Id •• gegeven zegels. van den uaiuin. Prusper ; Omschrijving der zegels. Aantal. ^ G1(J ct Penningmeester. , i; * ; | | 3. "1 £ 1 5. 6.  SCHEMA K. Linkerbladzijde. Voor boeking der aan den bode afgegeven zegels. Naam van den bode (winkelagent) Omschrij ving PrUs Totale waarde. Handteekening van den DatUm- der zegels. ^ _ _J bode of winkelagent. Gld. 1 Ct. 1 «^7 2. | 3. 1 4. 5. I 6. r  SCHEMA K. Rechterbladzijde. Voor boeking en quiteering van het ontvangen geld en van teruggegeven zegels. Naam van den bode (winkelagent) 5 ^^ter^2^nftTS^to zegels,in I Afgeleverd L Handteekeni^ ™ — 1— . geld resp. den bode of winkelagent Datum. „ . .. . , Prii., waarde der ten bewijze dat alles Omschrijving der verkochte of | ^ ■ gerestitueerde overeenkomstig zön teruggegeven zegels. ' gtuk zegels. eigen gegevens . : = I 8 " ' ~lm. \~CtT\ geboekt is. L I £ | 3. | 4. 1 5. 1 6. ——— ■Vi.;. i 05  17 van zegels innemen. De inrichting der administratie van zulke bonden houdt met deze bijzondere omstandigheden verband. De zegels worden door hem, die belast is met het innen der contributie, persoonlijk in het contributieboekje geplakt en afgestempeld, ten einde te voorkomen, dat afgegeven zegels te loor gaan of hunne bestemming niet bereiken. Indien het contributieboekje niet aanwezig is, mag geen contributie aanvaard en mogen geen zegels verstrekt worden. Controle-kniptang. Indien mocht blijken, dat de afstempeling niet voldoende waarborgen voor eene goede contröle biedt, dan verdient het overweging, de contributieboekjes zóó in te richten, dat na het opplakken van zegels gebruik kan worden gemaakt van een verstelbare datum-kniptang, om ongewenschte gebeurlijkheden te voorkomen. De contributieblaadjes kunnen er dan aldus uitzien: SCHEMA L. EERSTE KWARTAAL De tang wordt nu b. v. gesteld op 29. 1. 16, en knijpt in gaatjes dezen datum door zegel en blaadje heen. 2  22 o SCHEMA O. Nh BOND AFDEELING Afrekeningsstaat over de maand 19 : Gew. leden Adsp,leden|| ^ T TOENAME VAN LEDEN. AFGEVOERDE LEDEN. M. ' Vr. M. j Vr. j| , , Nieuwe Overgekomen Overgeschreven andere Andere j . ., Ledental begin der maand' uit andere uit andere TOTAAL. Dood. Afgereisd- organisaties! redenen j iUiAAlj- i , ' leden, j afdeelingen. organisaties. overgegaan. Ledental einde der maand j ^_ , i — Meer — Minder. . . ij ! i — i Guldens ' ONTVANGSTEN. Saldo vorige maand 1. Voor Ledenboekjes a ... 2. , Zegels a... cent . 3. ■.■ Zegels a... cent . 4. .. Zegels a ... cent . 5. „ Zegels a... cent . 6. ,. Zegels a... cent . 7. „ Extra zegels a Diversen Van het hoofdbestuur .... cent Ct. 'Guldens -Ct. 8. 9. Totaal. ct UITGAVEN. 1. Ziekengeld 2. Stakingsuitkeering . . 3. Werkloosheidsuitkeering 4. Vergaderingsonkosten 5. Propaganda .... 6. Drukwerken. . . . 7. Exploitatie kantoor . 8. Salarissen .... 9. Diversen 10. Voor het hoofdbestuur Totaal Stand der zegels. i «j I ZEGELS VAN: -o?! ... ■ 77. 77. ^77 J $ cent I cent j cent j cent j cent Extra zieken- < Werk" ; Militie- ! Stakings- Zegels a , loozen- 1 . . ctJ zegels. ; Zegels.' ! zeSels- zegels. Van de vorige maand . Van het hoofdbestuur . Totaal . Verkocht. . . Nog voorhanden Deze afrekeningsstaat is door ons nagezien en in orde bevonden. Kas. boeken, quitantiën en de waardezegels werden ons getoond. De Controle-Commissie: den 191 Af te rekenen met het hoofdbestuur volgens vorenstaande inkomsten der afdeeling: Voor Jj ledenboekjes a ... cent. . „ H zegels a... ct. per zegel ct. , ....I li zegels a... „ r » . • • i) 'M zegels a... „ „ .. • • • „ ';»^H zegelsh... „ „ „ ... » ., I zegels a... „ „ „ ■ ■. „ ., . extra zegels a ct. . . • ■■ te weinig vorige maandstaat. . . 1 Totaal. . . Gl Ct. In aftrek gebracht: voor Zakenondersteuning „ Spkingsuitkeering . ,, Werkloosheids^uitkeering . . . .. Bijzondere uitgaven* .. te veel vorige maand staat Op te zenden1 aan het hoofdbestuur. *) Bijzondere uitgaven mogen slechts in opdracht van het hoofdbestuur worden afgetrokken. BALANS. Inkomsten. . f. ,11 Uitgaven . . .. |; Saldo . f roorzitti> Penningmeester: N.B. Van dezé staten moet één met daarbij behoorende gelden en de kwitantien voor den lOen van iedere maand aan het Hoofdbestuur worden opgezonden; de andere blijft in' het bezit der Afdeeling!  23 omdat de contributiebedragen varieeren in verband met het veranderlijke loon. Aangezuiverde contributieschuld kan op verschillende wijzen worden aangeduid, ter onderscheiding van die welke op tijd is voldaan. Gesteld, op 29 Januari 1916 heeft een lid contributie betaald, mede over de laatste drie weken, dan zou, indien de contributie uniform is zulks als volgt kunnen woid-n aangeduid: SCHEMA P. & x\ 5 I 6 I 7 I 8 I 9 10 11 12 13 ^1 I Is de contributie progressief, zonder dat er contributieklassen zijn met vaste indeeling, dan verdient het aanbeveling, de contributie-vakjes op de kaart blanco te laten, de contributiebedragen voluit in te vullen, en met een gelp teeken aan te duiden alle bedragen, die op denzelfden datum zijn voldaan. Voorbeelden: SCHEMA Q1. 18 I 20.1 15 I 23 r I ! i SCHEMA Q2. l I ! | ' I l ! I | ! I I 18 20 j 15 23 1 H r r n I i I 1 l i  24 Dergelijke aanduiding is wenschelijk om te voorkomen, dat abusievelijk conclusies worden getrokken bij vergelijking der registerkaarten met het bóndskasboek of met de kasstateh der afdeelingen, en geschiedt dan ook vaak in de praktijk. Toepassing van speciale schuldkaarten voor trage betalers is evenzeer mogelijk. Aanmaning tot het delgen van contributieschuld, en bericht van royement. Zoodra een lid in gebreke is gebleven, te contribueeren, bemerkt het hoofdbestuur dat uit diens registerkaart. Het zen de in dat geval dat lid een formulier toe, waarin het aan zijn desbetreffenden reglementairen plicht wordt herinnerd. Slaat het lid deze aanmaning in den wind, dan ontvangt het de volgende week een ander formulier, waarin wordt medegedeeld, dat royement zal volgen, indien de schuld niet binnen acht dagen is gedelgd. Helpt ook deze waarschuwing niet, dan ontvangt het lid bericht van royement, en wordt tegelijkertijd het afdeelingsbestuur met dit feit in kennis gesteld. § 3. De administratie der werkloosheid. Omdat het administreeren van en de controle op de werkloosheid, van overwegend belang zijn bij het bepalen der uitkeeringen, dienen deze met groote zorg te geschieden. Een daartoe geschikt systeem wordt in volgende regelen ontwikkeld. Aanmeldingslljsten. In overeenstemming met de methode, gevolgd bij schema A en bij schema M, verstrekke het hoofdbestuur aan alle afdeelingen één of meer, in zeildoek gebonden, boeken met aanmeldingslijsten, ten gebruike bij de aanmelding bij werkloosheid, volgens het model aangeduid in schema E. Onder toezicht van daartoe door het bestuur aangewezen, en verantwoordelijke, leden moeten deze lijsten dagelijks door alle werkloozen worden geteekend, ook dus door werklooze leden, die nog geen recht of geen recht meer op uitkeering hebben. Het boek met aanmeldingslijsten mag nooit zonder toezicht worden gelaten. Aan het teekenen der lijsten dient de voorkeur gegeven boven stempelen, omdat door stempelen de waarborgen voor persoonlijke aanmelding verminderen. Het teekenen geschiedt met inktpotlood, en, door middel van calqueerpapier, in duplo.  SCHEMA R. BOND. WEEKLIJST betreffende de werkloosheid van Maandag tot en met Zaterdag 19 van de afdeeling C j C \ ' I ' , | " ""'"I •Sa §g Maandag. Dinsdag. Woensdag. Donderdag. Vrijdag. Zaterdag, a m a a a De afdeelings-pen ningmeester,  31 Migratieregister. Ook door het hoofdbestuur wordt een migratieregister bijgehouden, dat volgende rubrieken zou kunnen behelzen: SCHEMA W. Bewijs | , Terug ontvangen "vr V Gr trGK c JNaam en verstrekt aan —, S naar vail S voorletters. I \ ofAoa,in„ | I Datum, ffl Afdeeling. Datum, afdeeling. afdeeling. Opgemerkt zij, dat het bezit van een legitimatiebewijs den werklooze niet ontheft van de verplichting tot dagelijksche aanmelding in de nieuwe afdeeling, indien de werkloosheid voortduurt. Is de werklooze houder eener contrölekaart, schema S, dan blijft die kaart dienst doen en moet zij, bij het eindigen der werkloosheid, tegelijk met het legitimatiebewijs, worden ingeleverd bij het afdeelingsbestuur, en vervolgens aan het hoofdbestuur worden toegezonden. Mocht het hoofdbestuur den leden onder alle omstandigheden vrij laten, zelf te beslissen terzake van vertrek naar eene andere gemeente, dan zou volstaan kunnen worden met het plaatsen van een legitimatiestempel èn op schema S èn in het contributieboekje. Verstelbare datumstempels zijn daartoe bij uitstek geschikt. Kan migratie niet geschieden zonder bewilliging van het hoofdbestuur — een stelsel bij verschillende bonden in zwang — dan dienen aanvraag-formulieren voor een legitimatiékaart beschikbaar gesteld te worden, op welke vermeld wordt, waarheen het lid in casu wenscht te gaan. § 5. De uitkeeringen. Toestemming tot het verstrekken van uitkeering. Na ontvangst der aanmeldingslyeten, schema R, dient het hoofdbestuur onverwijld na.  82 te gaan, of de leden die op de lijsten geteekend hebben, bij voortdurende werkloosheid aanspraak op uitkeering hebben, en hoe hoog hunne maximale uitkeering per dag of per week zou mogen zijn. Vastgesteld moet worden of de wachttijd volbracht is, hoe lang het lid deel van den bond vormt, diens sekse en burgerlijke staat, of het lid „uitgetrokken" is, of het om bijzondere redenen geen'recht op uitkeering heeft, enz., in het kort: öf en welke reglementaire termen voor de uitkeeriug aanwezig zijn. Zijn er geen beletselen tegen het verschaffen der uitkeering, dan zende het hoofdbestuur den afdeelings-penningmeester volgende toestemming toe: SCHEMA X. BOND. TOESTEMMING. Aan den penningmeester der afdeeling In verband met te mijner beschikking zijnde gegevens betreffende het werklooze lid Uwer afdeeling, Bondsnr. (naam en voornamen) . ... ' Z _ -• .. hem bericht ik U, dat gij -— vanaf 19 uitkeering haar 6 kunt verstrekken ten laste der werkloozenkas, indien Z werkloosheid haar , voortduurt, tot ten hoogste f per Wee • dag Mochten zich nadat gij deze toestemming hebt ontvangen, zoodanige omstandigheden voordoen, dat geen of geen verder recht op uitkeering blijkt te bestaan, dan verzoek ik U geen (verdere) uitkeering te verstrekken, en mij daarvan direct kennis te willen geven. De Bondspenningmeester.  33 Kennisgeving betreffende vervallen toestemming. Indien het geval aanwezig is, waarop aan den voet der toestemming, schema X, wordt gedoeld, verzende de afdeelings-penningmeester een formulier, volgens schema IJ. SCHEMA IJ. BOND. Datum postmerk. Afdeeling - Aan den Bondspenningmeester. Naar aanleiding van Uwe toestemming betreffende uitkeering bij werkloosheid aan het lid onzer afdeeling, Bondsnr. (naam en voornamen) bericht ik U, dat het op 19 aan het werk is gegaan, en dus geen uitkeering over deze week zal genieten. De afdeelings-penningmeester, Toestemmingsregister. De beheerder der werkloozenkas registreere de bijzonderheden betreffende schema's X en IJ in een toeslemmingsregister, naar volgend model:  88 schema CC. Door middel van calqueerpapier worden de lijsten in duplo geschreven. De wijzigingslijst moet, na te zijn ingevuld door den afdeelingspenningmeester, worden onderteekend en van het afdeelingsstempel voorzien, alvorens te worden uitgescheurd. Het geperforeerde exemplaar worde aan het hoofdbestuur toegezonden. Eerst nadat de lijst definitief is vastgesteld, mag de voornoemde wijziging in het contributieboekje, schema BB, geschieden. Elke wijziging moet op deze wijze geregistreerd worden. Bij ontvangst dezer maandlijsten brenge het hoofdbestuur op de registerkaart de vastgestelde wijziging aan met roode inkt. Overigens geschiede de boeking der veranderingen op de gewone boekhoudkundige wijze in kasboek, enz. § 6. De boekhouding der afdeelingen. Het afdeelingskasboek. De bond verstrekke zijn afdeelingen gelijkvormige kasboeken. Met het oog op de statistiek wordt vaak aan „tabellarische" kasboeken de voorkeur boven andere gegeven. Die tabellarische kasboeken zh'n dan zoodanig ingericht, dat de inkomsten en uitgaven naar vaste rubriekhoofden worden gerangschikt. Uiteraard houden aantal en aard dier rubrieken verbapd met de wijze van organisatie en met den stand der bemoeiingen van een bond, zoowel als met de in de afdeelingen beschikbare administratieve krachten. In het algemeen, dus in elk stadium van ontwikkeling waarin een bond verkeert, moeten bij de boekhouding zekere regelen worden in achtgenomen, ongeacht de wijze waarop de administratie verder is ingericht. Wordt b. v. door den afdeelings-penningmeester de bondscontributie geïnd, danmoetiu diens kasboek onder inkomsten (linkerzijde)" op datum van ontvangst het volle bedrag der ontvangen contributie worden geboekt, liefst met duidelijke onderscheiding van de gewone en van de achterstallige op dien datum ontvangen contributie. De van het hoofdbestuur ontvangen voorschotten moeten, evenzeer op datum, onder inkomsten worden genoteerd. Alle overige ontvangsten, als: boeten, renten, baten, restituties, enz., moeten ook op datum van ontvangst, duidelijk omschreven, onder inkomsten worden genoteerd. ..  38a SCHEMA CC. BOND Afdeeling Maand Jaar Maandlijst voor Wijziging van verstrekte uitkeering bij werkloosheid. Bondsnummer Heeft ontvangen over de week eindigende met Bedrag aan uitkeering Volgnummer der quitantie. Betaald had moeten zijn over ] igenoemde week aan j uitkeering Er is dus door de werkloozenkas van den bond Gld. Ct. Gld. Ct. te veel betaald Gld. | Ct. Het verschil is ! De verrekening verrekend in geschiedde te weinig betaald 1 de week op quitantie eindigende met k;1 nummer Glc Ct.   39 Soortgelijke methode worde gevolgd bij het doen van uitgaven. Het deel der bondscontributie, dat aan het hoofdbestuur is toegezonden, moet, op datum, onder uitgaven worden geboekt. Evenzeer geschiede zulks met het totaal-bedrag der uitkeeringen, conform de bedragen aangegeven op de marges van het quüantieboekje schema A A, zoowel als met terugbetaalde voorschotten. Met enkele woorden is er reeds op gewezen, dat de inrichting van een zoogenaamd „algemeen"' kasboek verband kan houden met de rechten en de verplichtingen der afdeelingen, en met de positie die zij, als financieele factoren, in den bond innemen. In sommige bonden wordt b.v. jaarlijks het bedrag bepaald, dat het volgende jaar aan iedere afdeeling ten goede zal komen voor plaatselijke doeleinden. Dat bedrag is dan beperkt en vaststaand. In andere bonden behouden de afdeelingen een zeker gedeelte der bondscontributie en wordt de rest aan het hoofdbestuur toegezonden. Het inkomen der afdeelingen is dan veranderlijk. In enkele bonden moet de geheele door de afdeelingen ontvangen contributie onverminderd aan het hoofdbestuur ten goede komen en zijn de afdeelingen vry, nevens de bondscontributie beperkt eene plaatselijke contributie te heffen voor plaatselyke behoeften. Er zijn bonden, welker afdeelingen gedurende een maand of een kwartaal alle loopende uitgaven bestryden uit de in dien tijd ontvangen contributies en die eerst na dien termyn met het hoofdbestuur afrekenen op maand- of kwarta»lstaten. Doch er zijn er ook, welker afdeelingen nagenoeg geen enkele uitgave mogen doen zonder toestemming van het hoofdbestuur en elke week de ontvangen contributie onverminderd moeten opzenden. Er zyn zelfs bonden, in welke de bondscontributie rechtstreeks door den bondspenningmeester per postquitantie wordt gëind per kwartaal, per halfjaar, of per jaar. Het zou het kader dezer handleiding verre overschrijden, voor al die verschillende toestanden kasboek-systeemen aan te duiden. Te dier zake moet en kan veel worden toevertrouwd aan de vindingrijkheid der bondsbesturen. Geperforeerde boeken voor inkomsten en uitgayen. Bonden, die niet beschikken over een voldoend aantal administratieve krachten, zouden, ter vermijding van het maandstatemysteem, de wenschelijkheid kunnen overwegen, om, instee van kasboeken, ten dienste der afdeelingen  42 § 7. De administratieve taak van het hoofdbestuur in verband met het beheer der Centrale Werkloozenkas. Het hoofdbestuur drage zorg, dat de adrninistratieve gegevens en de gevorderde bewijsstukken der afdeelingen op den voorgeschreven tijd inkomen. Alvorens tot het inboeken of registreeren dier gegevens over te gaan, dienen de ingezonden bescheiden onderling te worden vergeleken, om te kunnen bepalen of de gegevens overeenstemmen. Bijaldien afwijkingen mochten blijken, worde naar de oorzaken daarvan onmiddellijk een onderzoek ingesteld, ten einde tot opheldering en rectificatie te kunnen komen. Van de noodig gebleken wijzigingen worde dadelijk en duidelijk kennis gegeven, terwijl wordt aangegeven, op welke wijze verbetering in de bij de afdeelingen berustende bescheiden dient te worden aangebracht. De contröle-commissies krijgen van een en ander kennis, en hebben het hoofdbestuur, op een daartoe bestemd formulier, te berichten, of de voorgeschreven wijzigingen inderdaad hebben plaats gehad. Het hoofdbestuur zorge voor het nauwkeurig bijhouden der registerkaarten, waarop o. m. de gegevens betreffende de contributie en de algéheele wekelijksche werkloosheid worden genoteerd, op de wijze als aangeduid bij schema F. Het richte voor elke afdeeling, zoo noodig, een balansboekje in, en voere verder de gewone financieele boekhouding (journaal, kasboek, grootboek, enz.). In bonden, welker contributie sterk progressief is en die in verband daarmede op den contributiestaat, schema M, een rubriek verdiend loon zullen hebben, verdient het aanbeveling, ook voor de registratie der loonen zorg te dragen, zoodanig, dut het materiaal voor verschillende doeleinden dienstig zn. Op de taak van het hoofdbestuur ten aanzien van het oefenen van toezicht op het regelmatig contribueeren, is op blz. 24 reeds gewezen. De aan een lid verstrekte uitkeeringeu worden behalve in het kasboek enz. ook op de achterzijde der registerkaart genoteerd. Met het oog op later eventueel noodig te blijken, wijzigingen is op schema E een rubriek „nummer der wijzigingslijst" ontworpen. Wijzigingen moeten steeds met roode inkt geschieden.  48 B. DE PLAATSELIJKE WERKLOOZENKAS. De administratie van plaatselijke werkloozenkassen. Eenvoudiger dan de administratie der centrale werkloozenkas van den nationalen vakbond is die der geïsoleerde plaatselijke werkloozenkas. Aangezien de toelichting op het administratie-systeem der centrale werkloozenkas voldoende elementen behelst, waaruit dat der plaatselijke kas zou kunnen worden opgebouwd, moge te dien aanzien met eene opsomming der benoodigde bescheiden worden volstaan. Principieel is er geen verschil tusschen de toetredings- en afvoerformulieren, op blz. 2 en 3, en de leden-kartotheek (zie blz. 4 e.v.) der beide soorten van kassen. Contributieboekjes en zegels kunnen niet worden gemist. Loopregistertje, blz. 21, of contributiestaat, blz. 19, zijn onmisbaar. Het nummerstelsel evenzeer. Ook de aanmeldingslijsten, blz. 25, en het kasboek, blz. 41, kunnen uiterlijk overeenstemmen met de overeenkomstige bescheiden der afdeelingen van centrale kassen. Daarentegen zijn boeken met geperforeerde, uitscheurbare bladen, voor plaatselijke kassen stellig niet aan te bevelen.  44 C. DE STATISTIEK. Administratie en jaarverslag. Is een systeem van administratie aanvaard, als in deze handleiding geschetst, dan zijn de geordende gegevens, noodig tot het verkrijgen van statistische overzichten betreffende de werkloosheid en hetgeen daarmede rechtstreeks verband houdt, op de bondsbureaux der centrale werkloozenkassen aanwezig, en zijn die ook in het bereik van de besturen der plaatselijke werkloozenkassen. De besturen zijn dan in staat, ten behoeve van de te publiceeren jaarverslagen, te verwerken de cn'fers aangaande het lidmaatschap, de contributie, de geheele werkloosheid, de gedeeltelijke werkloosheid, de oorzaken der werkloosheid, het beloop der werkloosheid, het verband tusschen werkloosheid, leeftijd en loonen, de werkloosheid in de diverse beroepsgroepen, den uükeeringsduur, de uitkeeringsbedragen, enz. De vraag rijst, op welke wijze die gegevens uit het voorhanden materiaal verkregen kunnen worden, en welke eischen aan de statistiek zijn te stellen, in verband met hare nuttigheid en bruikbaarheid. In de volgende regelen zal getracht worden, daarop een zoo beknopt mogehjk antwoord te geven. De ledenstatistiek. Onder het hoofd „het nut van registerkaarten" werd reeds gewezen op het belang van goed bijgehouden ledenkaarten. Beperken wij ons thans tot eene bespreking der. ledenstatistiek. Regelmatig verschijnende statistieken van den stand van het ledental op vastgestelde data, b.v. op den laatsten dag der maand, houden met de werkloosheidsstatistiek ten nauwste verband, omdat de beteekenis van het werkloozental blijken moet uit de verhouding van het aantal werkloozen tot het aantal werkenden. Omdat zulke verhoudingscijfers steeds op dezelfde wijze moeten zijn verkregen, terwille van de vergelijkbaarheid over groote tüdruimten, dient overwogen en vastgesteld te worden, welke norm en welke data zullen worden aangenomen voor de bepaling van het ledental.  51' SCHEMA FF*. Ouderdom der leden. 1915 . 1915 1910 ! Sinds 1910 is ;h -4- toename ■v cd 1 Leeftijdsgroepen. ^ alle j alle j — afname ' I'3 ® "Si * S leden leden h i ' | S .2 hg ^| g absoluut in l)r°- & I v l ooj | cv > \ centen jonger dan 18 jaar van 18 tot en met 20 jaar ■ rt 21 .. .. „ 40 , , 41 45 1 , 46 55 „ „ 56 „ ., „ 60 „ ouder dan 60 jaar Is de zegelvoorraad in de afdeelingen vastgesteld en het aantal aan iedere afdeeling verstrekte zegels bekend, dan is het aantal betaalde zegels van elke soort in de afdeelingen vast te stellen, en kunnen, bij eene progressieve contributie, voorloopige conclusies worden getrokken aangaande het gemiddelde inkomen der leden, in bepaalde streken van het land. De zegelverhoudingen in de beroepsgroepen en de seksen kunnen uit de registerkaarten worden afgeleid, hetzij door elke week daarvan aanteekening te houden direct na het registreeren der contributie, hetzij eens per jaar. Bovendien kan uit de registerkaarten worden afgeleid, aan hoeveel leden, en gedurende hoeveel weken, vrijstelling van contribueeren is verleend en om welke redenen dit is geschied. De statistiek der werkloosheid. Onder het hoofd „Het nut van registerkaarten" is reeds aangeduid, in welk opzicht het bijhouden  62 eener bruikbare werkloosheidsstatistiek ook van financieel belang kan zijn voor de werkloozenkas. Met een enkel voorbeeld zij er op gewezen, dat het bepalen van een gemiddeld werkloozentaj, afgeleid uit de week-cijfers betreffende de algeheele werkloosheid, tot onjuiste conclusies zou kunnen leiden. De Alg. Ned. Diamantbewerkersbond publiceert wekelijks zijn aantal geheel werklooze leden. Telt men die aantallen, b.v. over het-jaar 1913, tezamen, en deelt men de som door het aantal weken per jaar, dan verkrijgt men een gemiddeld aantal werkloozén per week van 2412, zijnde 25 Vs pet. van het ledental. Uit de statistiek van dien bond blijkt echter, dat in werkelijkheid in den loop van het jaar 1913 het aantal gedurende minstens eene gansche week werklooze leden was 8087, zijnde 84pet. van het ledental. De gevolgtrekking ligt voor de hand: de cijfers betreffende de wekelijksche werkloosheid hebben slechts betrekkelijke waarde, omdat daaruit niet af te leiden is, of, en in hoeverre, zij het product zijn van dezelfde of van andere factoren. Een nadere bewerking der in de administratie aanwezige gegevens dient dus eens per jaar te geschieden. Technisch zou die bewerking op de volgende wijze kunnen plaats hebben. De formulieren der dagelijksche aanmelding bij werkloosheid, schema R, dienen als grondslag voor de statistiek der werkloosheid, welke korter dan- een volle week heeft geduurd, en die wij gemakshalve gedeeltelijke werkloosheid zullen noemen. In de textielindustrie, waar de gedeeltelijke werkloosheid soms bestaat uit het werken met minder getouwen; in de aardewerkindustrie, waar de gedeeltelijke werkloosheid bestaat uit een korter arbeidsdag dan de normale; in het algemeen bij omstandigheden, waaronder geen dagelijksche aanmelding der gedeeltelijke werkloosheid kan plaats hebben, dient uiteraard naar eene andere methode gezocht te worden, waarmede, zoo mogelijk, gegevens betreffende short time enz., verkregen kunnen worden. Voor zoover die door de werkloozenkassen uit loonbriefjes of loonzakjes zouden kunnen worden afgeleid, verdient het aanbeveling, die documenten te verzamelen, zorgvuldig te ordenen en te bewaren, en ze ten behoeve der jaarlijksche statistiek aan te wenden. Bepalen wij ons te dezer plaatse tot de aanmeldingslijsten, schema R.  53 Van de werkloozen, die niet gedurende 6 dagen in eene week „geteekend" hebben, worden, voor elk lid afzonderlijk, op een speciale verzamelkaart, schema GG, iedere week de aangeduide gegevens genoteerd: SCHEMA GG. VERZAMELKAART. Afdeeling Bondsnummer Naam en voorletters Geboortejaar Beroep. BOND. Jaar Aantal dagen gedeeltelijk werkloos. Week. !— — ■ . ' , : 1- • 2- 3. 4. 5. Bijzonderheden. 1 j i III 3 III 5 6 8 enz. tot 53 Worden deze kaarten óp het bondsbureau regelmatig wekelijks bijgehouden aan de hand der ingekomen aanmeldingslijsten, schema R, dan kan, door telling der kaarten, op het einde des jaars het aantal gedeeltelijk werkloozen worden vastgesteld. Bovendien is dan te bepalen de periodiciteit der gedeeltelijke werkloosheid, d. w. z. hoe vaak perioden van één, twee, en meer dagen gedeeltelijke werkloosheid per week in den loop van het jaar voorkwamen; voorts het totale aantal dagen  54 gedeeltelijke werkloosheid iri iedere afdeeling in elke categorie, en in diverse leeftijdsgroepen. De kaarten kunnen tot het verkrijgen dezer gegevens telkens verschillend worden gesorteerd. De gegevens kunnen, naar gelang van de afdeelingen, de categorieën of de leeftijdsgroepen, worden samengevat in volgend schema: SCHEMA HH. Gedeeltelijke werkloosheid in het jaar Afdeelingen. Aantal . ... . .. , .... Aantal dagen categoneen gedeeltelijk deeltelijke of leeftiids: werklooze ,, ... J werkloosheid, groepen. leden. Aantal perioden van 1 dag. 2 dagen. 8 dagen. 4 dagen. . 5 dagen. De gegevens aangaande de werkloosheid, die een volle week heeft geduurd, die wij gemakshalve „algeheele" werkloosheid zullen noemen, worden elke week op de registerkaarten, schema D, aangeteekend, hetzij door middel van teekens (zie blz. 8), hetzij door middel van letters. Dit die teekens of letters blijken op het einde des jaars de redenen der werkloosheid. Voor werkloosheid wegens ziekte, ongeval, militairen dienst, staking of uitsluiting zijn immers onderscheiden teekens of letters op de kaarten genoteerd. Aangenomen mag worden, dat in den regel de overblijvende werkloosheid is veroorzaakt door redenen, voortvloeiend uit of samenhangend met den gang van het bedrijf. Onder het hoofd „Het nut van registerkaarten" en op blz. 51 en 52 is de noodzakelijkheid aangetoond van het verzamelen van gegevens betreffende de periodiciteit en de frequentie der algeheele werkloosheid. Tot het verkrijgen dier gegevens is volgende gedrukte verzamellijst noodig.  55 SCHEMA II. Verzamellijst voor de algeheele wekelijksche werkloosheid. Categorie (mannen of vrouwen) Jaar Bondsnr. 1 8 | 8 4-15 6 7 8 9 10 11 12 i enz. | De aan den kop dezer verzamellijst gedrukte cijfers beteekenen, elk voor zich, ééne periode van een onafgebroken aantal weken algeheele werkloosheid, tusschen welke weken geenerlei arbeid is verricht. Veronderstellen wij, dat op de registerkaarten van een aantal willekeurig gekozen leden derzelfde categorie de contributie- en andere teekens er als volgt uitzien: SCHEMA JJ. Eerste kwartaal. Bondsnr. Enz. Januari. Februari. Maart. 948 \ y y y y\>v| X x|;^j^]>6jfiJïfiJj#j 488 ^r^j^ro^!^|^^ 65i \y x IX p^f^j^p^i^ \ J* ^ 5t I ïïfïa ' 1050 ! % ^sF pSsp? ^ptkhCpïk ^beki iSTrH | I—j j | j |—!  SCHEMA LL3. Aantal geheel werklooze leden in de diverse weken der onderscheidene jaren. Week. 1910. 1911. 1912. 1918. 1914. 1915. < 1 2 3 enz. 11 i 58 SCHEMA LL4. Aantal geheel werklooze leden in de onderscheidene jaren, in de diverse categoriën. —1~ Categorie. 1910. 1911. 1912. enz.  SCHEMA LL6. Aantal weken werkloosheid der geheel werkloozen in de onderscheidene jaren. Categoriën, afdeelingen mQ ml ^ \ mH l9U 191& of leeftijdsgroepen. SCHEMA LL6. Eindcijfers der algeheele werkloosheid, in de verschillende jaren. 59 ! Aantal weken Percentage | Gemiddeld aantal Gemiddeld Aantal , ^ i i werkloosheid der werkloozen van het i weken werkjaar, ledental per geheel werklooze . , , „ • - , t. ,■ . •-, , , I in kolom 3 in kolom 2 ■■ | loosheid per geheel | genoemde leden, j genoemde ledental, j werkloos lid. 1. | 2. j 3. I 4. : 1 Jj. ij       UITGAVEN VAN DEN DIENST DER WERKLOOS' HEIDSVERZEKERING EN ARBEIDSBEMIDDELING. N°. 6. HANDLEIDING VOOR CENTRALE EN PLAATSELIJKE" WERKLOOZENKASSEN TERZAKE VAN ADMINISTRATIE EN STATISTIEK, SAMENGESTELD DOOR I. G. KEESING VERIFICATEUR BIJ DEN DIENSt DER WERKLOOSHEIDSVERZEKERING EN ARBEIDSBEMIDDELING, 'S-GRAVENHAGE — ALGEMEENE LANDSDRUKKERIJ - 1917. r S ► .i 705 I *d     I UITGAVEN VAN DEN DIENST DER WERKLOOSHEIDSVERZEKERING EN ARBEIDSBEMIDDELING. N°. 6. HANDLEIDING VOOR CENTRALE EN PLAATSELIJKE WERKLOOZENKASSEN TERZAKE VAN ADMINISTRATIE EN STATISTIEK, SAMENGESTELD DOOR I. G. KEESING VERIFICATEUR BIJ DEN DIENST DER WERKLOOSHEIDSVERZEKERING EN ARBEIDSBEMIDDELING. S-GRAVENHAGE - ALGEMEENE LANDSDRUKKERIJ - 1917.    IN DEN TEKST GEPLAATSTE SCHEMA'S. Bladz. A. Toetredingsforraulierenboekje 2 B. Afvoerformulierenboekje 3 C. Kartotheken . 4 en 5 D. Registerkaart, voorzijde 5a E. Registerkaart, achterzijde 7 F. Registerkaart met klasse-verdeeling 8a G. Kaart voor zegelaanvrage 11 H. Kaart voor zegelverzending 12 I. Zegelboekje-bode 13 J en K. Zegelboekje-afdeelings-penningmeester .... 14—16 L. Contributieboekje 17 M. Weekstatenboek voor de contributie 19 N. Loopregistertje-bode. . . 20 O. Maandstatenboek 22 a P, Q1 en Q2. Voorbeelden van invulling 23 R. Aanmeldingslijstenboek 25 S. Contrölekaart 27 T1 en T2. Berichtkaarten betreffende werkloosheid .... 28 U. Berichtkaart controle-commissie inzake werkloosheid 29 V. Legitimatiekaart voor reizenden 30 W. Migratieregister 31 X. Toestemmingskaart voor uitkeering bh" werkloosheid 32 IJ. Berichtkaart betreffende annulatie der toestemming 38  VIII Bladz. Z. Toestemmingsregister . . 34 AA. Quitantieboekje 35 AA bis. TJitkeerings-guitantiestaat 36 BB. Uitkeeringsbladzijde-contributieboekje 37 CC. Wijzigingslijst 38a DDienDD2. Afdeelingskasboek 41 EE. Hulplijst voor de leeftijdsstatistiek 48 FF1—FF5. Tabellen inzake ledenstatistiek 49—51 GG. Verzamellijst-statistiek der gedeeltelijke werkloosheid 53 HH. Tabel statistiek der gedeeltelijke werkloosheid. . 54 II. Verzamellij st-statistiek der geheele werkloosheid 55 JJ. Ingevulde registerkaart 55 KK. Ingevulde verzamellijst-II 56 LL1—LL°. Tabellen inzake statistiek der geheele werkloosheid 57—59 MM. Tabel betreffende uitkeeringsdagen 61 NN. Tabel betreffende verhouding tusschen contributie en uitkeering > 62 00. Voorbeelden van arceering 64 PP. Curve 65 QQ. Gradenboog. 67 RRtenRR2. Cirkeldiagrammen 68—69  INLEIDING. Het doel, met deze handleiding beoogd, is, den besturen van werkloozenkassen, waar noodig, voorlichting te verschaffen bij het inrichten of reorganiseeren der administratie en het verzorgen der statistiek. De werkloozenkassen zijn in den regel instellingen van nationale vakbonden of van plaatselijke vakvereenigingen; hare administratie houdt, dan verband met de overige administratie van den bond of der vereeniging. Met deze omstandigheid is bij de samenstelling der handleiding rekening gehouden. Het ontworpen stelsel van administratie der werkloozenkas is geplaatst in het kader der administratie van de vakorganisatie. Omdat de verschillende onderdeden der administratie voortdurend in verband met de werkloozenkas zijn behandeld, zou de schijn kunnen ontstaan, dat het stelsel uitsluitend voor de werkloozenkas dienstig is. Bij aandachtige beschouwing der deelen, waaruit het geheel bestaat, blijkt echter, dat die bedoeling bij het samenstellen van dit geschrift geenszins voorzat. De administratie van het lidmaatschap, het ontvangen en beheeren van contributies, het boeken der uitgaven, zoowel als het maken van statistieken, behooren immers toch tot do taak der vakorganisaties, ongeacht hare bemoeiing met de werkloosheidsverzekering. De administratief modern ingerichte vakbonden met gecentraliseerd beheer beschikken, zonder uitzondering, reeds over een min of meer ontwikkeld administratie-apparaat, in welks keten de administratie der werkloozenkas slechts een schakel vormt, een toestand, die zich in deze handleiding weerspiegelt. Aanmeldingsformulieren, contributieboekjes, maandstaten, afdeelingska'sboeken en uitkeeringsquitanties zh'n dan ook in het, in de volgende bladzijden ontwikkelde, stelsel behouden en beteekenen dus geen  X nieuwigheden, die de administratieve taak der bestuurders zullen verzwaren. Slechts in de wyze van toepassing dier bescheiden is hielen daar wat meer systeem gebracht en naar completeering gestreefd. Daartoe was het noodig, de belangrijkste dier vrij algemeen toegepaste bescheiden in deze handleiding weer te geven. Wel is daardoor het aantal tusschen den tekst geplaatste schema's grooter geworden dan anders het geval zou zijn geweest, doch daartegenover staat het voordeel, dat een logisch geheel kon worden verkregen, en op menig punt het beste uit de practijk ten voorbeeld gesteld kon worden. Het aantal modellen, dat op de administratie betrekking heeft, is bovendien in werkelijkheid niet zoo groot. Blijkens de inhoudsopgave is de handleiding in twee, nevens elkaar staande, deelen te scheiden, n.1. één betreffende de administratie en één aangaande de statistiek. Van de in totaal 58 schema's nu houden 24 uitsluitend verband met de statistiek; zij zijn slechts bedoeld als voorbeelden van de wijze, waarop statistische gegevens uit het ontworpen stelsel van administratie verkregen en gegroepeerd kunnen worden, zoodanig, dat daaruit voor de' vakorganisatie voordeel getrokken kan worden. Van de overblijvende 34 schema's, die betrekking hebben op de administratie, zijn de schema's C, P, Q1 en Q2 geen-formulieren. Er resten dus 30 schema's, die met de administratie verband houden. Hiervan zijn 7 briefkaart-formulieren, n.1. de schema's G, H, T\ T2, U, X en IJ, te gebruiken in omstandigheden, waarin anders gewoonlijk veel tijd met schrijven of nader onderzoek te loor gaat. Voor de eigenlijke administratie blijven dus over 23 schema's, van welk aantal 3 één ledenkaart betreffen, n.1. de schema's D, E en F, waardoor het werkelijke aantal modellen daalt tot 21. Een aantal van deze modellen heeft dan nog uitsluitend betrekking op groote afdeelingen met boden of winkel-agenten- en is slechts in die bijzondere omstandigheden te gebruiken. De gansche administratie ter zake van lidmaatschap, contributie, uitkeering en controle, ten dienste van hoofdbestuur en afdeelingen, is dus in een beperkt aantal bescheiden zoodanig samengevat, dat daarmede het grootst mogelijke nuttige effect kan bereikt worden, met zoo weinig mogelijk inspannend werk voor de afdeelingsbestuurders, terwijl toch de gelegenheid tot wederzydscbe controle tusschen afdeelings- en hoofdbestuur behouden bluft en bevorderd wordt.  XI Voor menige thans in gebruik zijnde administratie beteekent het geboden systeem eene belangrijke vereenvoudiging en eene verlichting van de taak der afdeelingsbestuurders. Voor de hoofdbesturen zal het in sommige opzichten minder, in andere opzichten wellicht wat meer werk medebrengen, doch in elk geval de waarborgen voor een goed beheer helpen vergrooten. De in administratief opzicht modern ingerichte vakorganisaties zullen in de volgende bladzijden waarschijnlijk weinig nieuws ontdekken. De leidende gedachten, die bij den samensteller dezer handleiding voorzaten, waren: kaarten zijn te verkiezen boven boeken, boeken verdienen de voorkeur boven losse vellen, centraal beheer vordert uniforme en periodieke verantwoording, dubbel werk moet zooveel mogelijk worden vermeden. Daarom is in de plaats van een ledenregister aanbevolen een leden-kartotheek, in de plaats van losse weekof maandstaten een week- of maand-boek met beurtelings geperforeerde bladen, en instee van vrijheid van de wijze van administreeren voor de afdeelingen eene uniforme afdeelings-administratie. Aangaande het gebruiken der handleiding zij opgemerkt, dat alles wat betrekking heeft op het regislreeren van het ledental te vinden is van blz. 1 tot 10, aangaande de wijze van administreeren der contributie van blz. 10 tot blz. 24, nopens de controle op de werkloosheid en het beheer der uitkeeringen van blz. 24 tot blz. 38, betreffende de bemoeiing en de verantwoording der afdeelingen van blz. 38 tot blz. 43, en daarna alles wat verband houdt met de statistiek. Bh' een en ander is in het bijzonder gelet op de belangen der werkloozenkas en op de mogelijkheid van controle door hoofdbesturen en Overheid. Ten slotte moge er op gewezen worden, dat de tusschen den tekst geplaatste schema's slechts voorbeelden zijn, die aan de vindingrijkheid van bestuurders nog veel ruimte laten. Bijzondere omstandigheden zouden min of meer belangrijke afwijkingen op verschillende punten kunnen wettigen, mits de kans op goede controle en een deugdelijk beheer daardoor geen schade zou lijden. DE SAMENSTELLER,  3 Afvoer-formulieren. Volgens soortgelijke methode zij aanteekening te houden van de uittreding en den afvoer van leden. In schema B wordt een voorbeeld geboden van de wijze,'waarop die afvoer dooide afdeelingen kan worden geregistreerd en aan het bondsbestuur medegedeeld. SCHEMA B. BOND. AFVO ER-FORMULIER. Bondsnummer Naam en voorletters Datum van uittreding 19 Afgeschreven wegens: vertrek naar verlaten van het vak royement wegens ....... . overlijden op (datum) ..... overgaan naar de organisatie 19 militairen dienst invaliditeit . andere oorzaken (*) Afdeelings- stempel. Handteekening van den Afdeelings-secretaris, (*) Deze te vermelden.  4 Het verdient aanbeveling, naar de redenen van uittreden een ernstig onderzoek in te stellen. Kaarten-register. Het hoofdbestuur brenge de van de afdeelingen ontvangen gegevens betreffende de toegetreden leden onverwijld over op daartoe bestemde kaarten, die tezamen vórmen de kartotheek, waarin de organisatorische verhouding der leden tot den bond regelmatig wordt geregistreerd, en die dus zorgvuldig behandeld en bewaard moet worden. Een goede stelregel is, slechts speciaal daartoe'aangewezen personen te belasten met de zorg en de verantwoordelijkheid voor dat register, en het zoodanig in te richten, dat de kaartenkast afgesloten kan worden. Er bestaan kmt-systemen tot rangschikking, berging en afsluiting van kaarten, naar volgende voorbeelden:  5 De registerkaart worde zoodanig ingericht, dat de periodiek van een lid ontvangen contributie erop kan worden aangeteekend. Het in dat opzicht regelmatig bijhouden der kaart is in een vakbond met een goed beheer der werkloozenkas stellig noodzakelijk. De kartotheek is reeds daarom te verkiezen boven een ledenöoeA; en een contributie&oe/t, omdat in boeken al spoedig de alfabetische volgorde der namen niet is vol te houden, waardoor veel tijdroovend zoeken wordt veroorzaakt, dat bij een goed geordend kaart-systeem wordt vermeden (zie schema's C en verder blz. 6 en 8). De kaarten moeten streng alfabetisch-lexicografisch, eventueel afdeelingsgewn's, gerangschikt worden, volgens de geslachtsnamen der leden, of volgens eene andere vaste methode. Op schema D worde allereerst een bondsnummer ingevuld, hetwelk het lid behoudt, zoolang het deel van den bond vormt. Dat bondsnummer 1 worde vermeld op alle bescheiden, die zulk een lid betreffen. Het schema D zij verder zoodanig ingericht, dat er met één oogopslag uit blijkt, hoe het met den conduitestaat van een lid is gesteld. Ruimte worde gelaten voor vermelding van het aantal kinderen en hunne leeftijden, indien die gegevens nuttig worden geacht voor de beoordeeling van voorstellen inzake kindertoeslag bij diverse uitkeeringen,  6 De achterzijde dezer kaart kan worden ingericht tot het verkrijgen van overzichten betreffende uitkeeringen bij werkloosheid, ziekte, enz., bijvoorbeeld op de wijze aangeduid in schema E. Er zij op gewezen, dat kaarten van verschillende kleuren kunnen worden gebruikt ter onderscheiding van mannelijke en van vrouwelijke leden, en van jeugdigen of aspirant-leden. Wordt ter zake van de contributie-klassen reeds onderscheid in kleuren toegepast, dan kan het verschil worden aangeduid, door, met behulp van een kniptang of door het aanwenden van kaarten van verschillenden vorm, een onderscheidingsteeken te bezigen. Beroepsklapper. Voor verschillende doeleinden kan, nevens het geschetste kaartregister, een beroepsklapper in kaartvorm worden ingericht, die tevens afdeelingsgewrjs kan gerangschikt worden. De daartoe te bezigen kaartjes behoeven niet grooter te zijn dan 6 bij 9 c.M., in tegenstelling tot de groote kaarten, die minstens 20 bij 30 c.M. dienen te meten. De kleine klapper-kaartjes behoeven slechts bondsnummer, naam en voorletters en geboortejaar van een lid te vermelden. De beroepsgroepen kunnen door onderscheiden gekleurde kaartjes worden aangeduid. De rangschikking voor iedere afdeeling geschiedt, indien men die wenscht door te voeren, achter een kopkaartje waarop de plaatsnaam der afdeeling voorkomt. Afdeelings-kartotheek. Ook de afdeelingen moeten voor hare leden in het bezit eener leden-kartotheek zijn. Vanwege het hoofdbestuur worde eene eenvoudige kaart, ten dienste der afdeelings-kartotheek, ingevuld en aan het betreffende afdeelingsbestuur toegezonden. Die kaarten dienen te behelzen bondsnummer, naam en voornamen, data van geboorte en toetreding van het lid, diens beroep, en, indien die gegevens noodig zijn, te vermelden, of het lid is gehuwd, met aantal kinderen, ongehuwd (en kostwinner), gegevens welke nuttig kunnen zijn voor eene voorloopige beoordeeling van omstandigheden. Noodig gebleken wijzigingen dienen wederzijds te worden kenbaar gemaakt. Wijze vair toepassing der kaarten. De kaarten zijn dienstig voor bonden met zeer onderscheiden contributie-bepalingen. Het noteeren der van de afdeelingen ontvangen gegevens betreffende de contributie is het eenvoudigst voor bonden, die eene voor alle leden gelijke contributie heffen. Is omtrent een lid van zulk een bond gerapporteerd, dat het over  SCHEMA D. 5 o Voorzijde der Kaart. BOND. OVERGESCHREVEN. AFGEVOERD. KINDEREN. Bondsnummer | ■ ; ; j Datum. Afdeeling i Datum. Redenen. Naam. Geboren. S Overleden. Naam en voornamen | ,i Beroep.. • van naar Geboren den 19 te ' van Lid geworden den 19 te naar van Overgekomen uit naar (naam der organisatie) Gehuwd, ongehuwd (tevens kostwinner). EERSTE KWARTAAL. Jaar. : Januari. Februari. .Maart. 19 ..! 1 | 2 | 3 5 f 6 7 8 9 1011 12 13 19 ...j 1|8 8 4 5 6 7 819 1011 12 13 19 ';' 1- a|8 i 516 7- 8 9 10illjl2|l3 19 TWEEDE KWARTAAL. DERDE KWARTAAL. VIERDE KWARTAAL. Bijzondere Opmerkingen.   Achterzijde der kaart. Nummer I Nummer (jgv Aantal Bedrag der Uitkeering bij Werkloosheid. .... Bijzonderheden, uitkeenngs- ° dagen. —f— wrjzigings- lijst. Gld. Ct. lijst, j i I ] van 19.. tot en met 19 van 19 tot en niet 19 Idem. Uitkeering by ziekte. Idem. Idem, ^u^erd' Idem. (0 O X m > Pi Uitkeering by staking, uitsluiting, ontslag. Overige uitkeeringen. j. r\ u •• • Bedrag. I Datum. Omschrnving. ——s— j Gld. j Ct.[|  8 eene bepaalde week contributie heeft betaald, dan worde dóór het overeenkomstige, met een cijfer aangeduide, weekvakje op de kaart een schuin streepje gezet (/). Hetzelfde zou kunnen geschieden in bonden met een gecompliceerd contributie-stelsel. Men stuit dan echter op het bezwaar, dat uit de kaart wél is af te leiden, of het lid in bepaalde weken al dan niet heeft gecontribueerd, doch niet hoe groot het bedrag aan contributie is, hetwelk dat lid in die weken heeft voldaan. Ten einde ook dat uit de kaart te kunnen afleiden, is in schema F, ontleend aan de administratie van een bond met vier contributieklassen, dat gedeelte der kaart daarop ingericht. In bonden, waar de contributie gelh'k is aan een uur plaatselijk loon, zouden de plaatsen, waarin een gelijk uurloon wordt genoten, in klassen kunnen worden gerangschikt, en deze klassen op de kaart worden aangeduid. Die klasse zou echter ook in de kleur eener kaart tot uiting kunnén komen. Met het oog op de mogelijkheid van verhuizing van een lid naar eene plaats van eene andere contributieklasse, dient voor zoodanig geval bij het indeelen der kaart ruimte te worden gelaten tot het aanduiden van verandering dier klasse. Aan de rubriek „Overgeschreven" zou dan een kolom „Contributieklasse" kunnen worden toegevoegd. Het in den loop des jaars veranderen van contributieklassè zou ook op andere wijze kunnen worden aangeduid b.v. door het inknippen der kaart met eene speciale kniptang. Behalve voor het registreeren der contributie kunnen de weekvakjes op de kaarten nog voor het noteeren van andere gegevens worden gebruikt Het verdient de voorkeur daarvoor letters te gebruiken, b.v. voor (vrijstelling van contributie wegens) werkloosheid een W, ziekte een Z, militairen dienst een M, enz. Soms worden die gegevens door verschillende teekens aangeduid, b.v. een voilé week werkloosheid door \ met roode inkt; verder met zwarte inkt: staking door X; uitsluiting door—; ziekte door=; ongeval door #; militaire dienst door /\; achterstallige; aangezuiverde, contributie door 0. Wordt bij werkloosheid, ziekte, enz. geen vrijstelling van contribueeren verleend, dan blijkt zulks uit het reglement. De genoemde onderscheidingsteekens kunnen in dat geval geen aanleiding tot misverstand geven. De wn'ze van registreeren der werkloosheid, dié korter duurt dan een week, wordt behandeld op blz. 53 e. v.  8a SCHEMA F. jaar. ! KLASSE I. KLASSE II. KLASSE ttt KLASSE IV. 'l j 2 j 3 | 4 | B : 6 7 | 8 j 9 jlojll|l2|l3 1 14|lö|l6 17jl8jl9|20[2l|22l23{24|25|26|' 19 ,——I H i -r- . pj28j29jS0jai 82 33l34!35|36j37 38|39j |40j4lj42!43j44|4öj46j47|48l49j50|5l|52[53 19   9 Het nut van registerkaarten. Alvorens het systeem van administratie verder wordt ontwikkeld, zij in het kort gewezen op het nut, dat van goed bijgehouden registerkaarten ten opzichte der werkloosheidsverzekering kan worden verwacht. Bi) het beoordeelen van premiebedrag, wachttijd, uitkeeringsduur, en uitkeeringsbedrag ter zake van werkloosheid moeten ook de contributie- en werkloosheidsstatistieken het ervaringsmateriaal leveren. Is dat materiaal verspreid aanwezig, dan gaat het verzamelen en rangschikken ervan uiteraard met tal van bezwaren gepaard en is de kans op niet nader te contröleeren vergissingen grooter. dan wanneer dat materiaal sterk gecentraliseerd is, en de controle op de gegevens regelmatig heeft plaats gehad. De bijzonderheden, die uit de kaarten kunnen worden afgeleid, en de wijze waarop de gegevens worden verzameld, zullen hierna gedétailleerd worden besproken. Reeds te dezer plaatse zij er op gewezen, dat uit een regelmatig en nauwkeurig bijgehouden centrale kartotheek statistische bijzonderheden zijn af te leiden, die bij de beoordeeling van de technische zijde van het vraagstuk der werkloosheidsverzekering diensten van flnancieele beteekenis kunnen bewijzen. Een willekeurig gekozen voorbeeld moge zulks verduidelijken: Gesteld het lid A was gedurende 10 volle weken in zeker jaar werkloos, en aangenomen voorts, dat de bond verstrekt uitkeering bij werkloosheid, na een wachttijd van 2 weken, ten bedrage van f 3.— per week, tot maximaal 8 opeenvolgende weken per jaar. Was dat lid nu 10 weken onafgebroken werkloos, dan zou het ontvangen hebben 8xf 3.— = f24,— uitkeering, aangenomen dat overigens de voorwaarden tot- recht op uitkeering aanwezig zijn. Ware in het veronderstelde geval dat lid echter 2 perioden, elk van 5 weken, onafgebroken werkloos, tusschen welke 2 perioden het één of meer weken gewerkt heeft, dan ontving het in elk dezer 2 perioden slechts 3 weken, of tezamen 6 weken, uitkeering, d. i. f 18.—. Had A 3 werk loosheidsperioden, n.1. één van 5 weken, één van 3 weken, en één van 2 weken, tusschen welke perioden arbeid is verricht, dan zou A over de eerste periode 3 weken uitkeering hebben ontvangen, over de tweede periode 1 week, en over de derde periode geen uitkeering. A zou dan in dat jaar tezamen 4 weken uitkeering, of f12.—, hebben ontvangen. Zou A in den loop van het jaar 5 perioden, elk van 2 weken,  14 Deze bladzijden worden door den afdeelings-penningmeester persoonlijk ingevuld, en zijn, nadat deze gequiteerd heeft, bewijskrachtig. Zegelboekje voor den afdeelings-penningmeester. Indien de contributie door boden of winkelagenten wordt geïnd, verstrekke het hoofdbestuur den afdeelings-penningmeester ook een zegelboekje, waarin de door hem met den bode of winkelagent bewerkstelligde zegeltransacties dienen te worden genoteerd. Dat boekje behelst allereerst enkele bladzijden naar volgenden opzet: SCHEMA J. Heeft Q, , bladzijde- Naam en voorletters van den straat en huisnummer, nummer j bode of winkelagent. of andere aanduiding van in dit boek. | woonplaats, i) 1- 1 2. | 3. Het boekje bevat voorts een grooter aantal bladzijden naar het model aangegeven in schema K. Opgemerkt zij, dat het op de linkerbladzijde van schema K genoteerde moet overeenstemmen met het door den penningmeester op de overeenkomstige linker-bladzijde in het bodenboekje genoteerde. De handteekening van den bode, of den winkelagent, beteekent, dat die overeenstemming is bekrachtigd. Het verdient aanbeveling in de zegel- en boden-boekjes een duidelijk gestelde gebruiksaanwijzing op te nemen. Het uitreiken der zegels. Een gulden stelregel zou zijn, nimmer zegels aan de leden uit te reiken op crediet, en nimmer contributie van de leden te ontvangen dan tegen afgifte van zegels. Vrij algemeen heerscht de goede gewoonte, geen losse zegels aan de leden af te geven. Bonden, die door middel van een bank de contributie per halfjaar of per jaar doen innen, hebben in de quitantie-borderels en de afrekeningsstaatjes andersoortige waarborgen en bewijsstukken, die de plaats i) Bijaldien een bode of winkelagent zijn werk voor de organisatie heaft te verrichten in een dorp in den omtrek, dient de plaatsnaam in kolom 3 te worden vermeld.  SCHEMA M. 19 BOND. AFDEELING CONTRIBUTIESTAAT, van de week, eindigende met 19 BETAALD Bonds- Bedrag nummer. | over de week, eindigende met Gld. j Ct. Transport f __ Transporteeren | totaal f «r.'.v ■ Totaal ontvangen contributie f Hiervan — voor de afdeeling behouden „ ~ ij Rest te verzenden f toegezonden Op 19 —-— aan (datum) overgedragen Afdeelingsstempel. Handteekening van den penningmeester, N.B. De staat, of staten, waarop de des Zaterdags ontvangen contributie is genoteerd, moet des Maandags daaropvolgende aan het bondsbestuur worden toegezonden.  Linkerbladzijde. Bonds- I NAAM. WoonDlaats nummer. nuuuuwais. W O X PI > z Rechterbladzijde. NOivan bheta,en De £etalleu in onderstaande hokjes beduiden de 52 (of 53) door een lid te betalen vorige jaar. weken contributie. By het voldoen der contributie wordt door het betreffende week- '_\ vakje een streepje gezet (/); bij ziekte een (X); bij werkloosheid een (\); bh" militairen Gld I Ct ' dienst Wl DÜ een extra uur loon (—). x) 1 1 | 2 ! 3 | 4 1 5 | 6 | 7 | 8 | 9 | 10 | 11 | 12 | 13 | 14 | 15 | 16 | 17 | 18 19 j 20 | 21 | 22 [ 28 [ 24 | 25 | 26 1 27 | 38 | 29 | 30 [ 31 | 32 | 33 | 34 [ 35 | 36 1 ' 37 | 38 | 39 | 40 | 41 | 42 | 48 | 44 | 45 j 46 [ 47 1 48 | 49 [ 50 ]~51 ■ 52 , 53 j 20 i) Indien letters worden gebruikt, moet in den tekst daarmede rekening gehouden worden.  21 Loopregistertje. Vooral bij fluctuatie in het ledental blu'kt het bezwaar tegen loopboekjes. De volgorde der adressen gaat spoedig verloren, en de bode of agent ziet zich genoopt, een klappertje bij te houden, om zijn loopwijk regelmatig te kunnen volgen. De praktijk heeft tot de erkenning geleid, dat het beter is, in stede van genoemde loopboekjes, te gebruiken een kaartregistertje van 13 bij 10 c. M., hetwelk gemakkelijk in tasch of zak gestoken kan worden. Dat registertje bestaat uit een stevig cartonnen kaftje, voorzien van opstekers en afsluiter, waarin dunne, sterke kaartjes passen, op welke genoteerd worden bondsnummer, naam, voorletters en adres van het lid, en zoo noodig diens contributieklasse, en dat verder is bedrukt als de rechterbladzijde van schema N. Die kaartjes kunnen bij verhuizing van een lid verlegd worden, terwijl kaartjes voor nieuwe leden kunnen worden ingevoegd, zoodat de loopwijk steeds in goede volgorde gehandhaafd kan blijven. Overdracht van ontvangen contributie. Er dient een vast tijdstip te worden- bepaald voor de overdracht der contributie, door wijkagenten en boden, aan den afdeelings-penningmeester. De afdeelings-penningmeester vergelijkt nauwkeurig de administratieve bescheiden der geldbrengers, ten einde zich ervan te vergewissen, dat hun geldbedrag overeenstemt met hunne administratieve aanteekeningen. Wederzijds worden de bedragen, na goedkeuring, gequiteerd in de rubrieken 6 van schema's I en K. Indien voor plaatselijke doeleinden een zeker percentage der ontvangen contributie niet behoeft te worden opgezonden, en de afdeeling overigens financieel geheel afhankelijk is van het hoofdbestuur, vult de afdeelings-penningmeester onder den contributiestaat (schema M) het door hem ontvangen, het afgehouden en het op te zenden bedrag in. Hebben de afdeelingen echter de bevoegdheid, om binnen het tijdvak van één maand uit de contributie-ontvangsten ook alle uitkeeringen te verstrekken, onder gehoudenheid van nadere verantwoording aan en goedkeuring door het hoofdbestuur, dan kan de specificatie onder schema M vervallen, doch moet die uitvoerig geschieden op speciale maandstaten Postwisselrecu's. Ongeacht welke methode van verrekening gevolgd wordt, moet de afdeelings-penningmeester de regu's, die hij ten post¬ ij Natuurlijk is hierbij rekening te houden met zoodanige regeling, waarbij de afdeelingen de werkloosheids-uitkeeringen niet van de contributiën mogen afhouden.  22 kantore ontvangt, bij verzending van zijn postwissel aan het hoofdbestuur, zorgvuldig bewaren. Op de achterzijde dier recu's, welke van een datum-poststempel zijn voorzien, worde aangeteekend het bladzijde-nummer .van den opgezonden week- of maandstaat. Maandstatenboek. Het verstrekken van losse maandstaten verdient geen aanbeveling. Zijn de afdeelingen door het hoofdbestuur voorzien van een maandstatenboek, waarin de bladen, aan ééne zijde bedrukt, om het andere zijn geperforeerd en twee aan twee gelijk genummerd, dan behoeft de afdeelings-penningmeester bij gebruik van calqueerpapier maar één keer een staat in te vullen en biyft toch een exemplaar ten dienste van het afdeelingsarchief, nadat het uitgescheurde blad aan het hoofdbestuur is toegezonden gelh'kth'digmetden betreffenden postwissel. Het schema van zulk een maandstaat zal uiteraard verband houden met de reglementaire bepalingen van een bond. Een voorbeeld van zulk een staat is schema O, willekeurig aan de praktijk ontleend. Bij het overnemen van gegevens uit de administratie op den maandstaat dient groote nauwkeurigheid te worden betracht, om onnoodige briefwisseling te voorkomen. Omdat het maken van gevolgtrekkingen uit de boeken altijd een teer punt is voor afdeelingen met zwakke administratieve krachten, zij, wat dit betreft, verwezen naar bladzijde 39, 40 en 41. Nadere aanduiding der beteekenis van détails der maandstaten ligt buiten het kader dezer handleiding, waarin bovenal op de inkomsten der werkloozenkas het licht moge vallen. Er moge echter wel terloops op gewezen worden, dat tengevolge van foutieve tellingen door afdpelingsbestuurders, correctie van bedragen noodig kan zijn. De eventueel gebleken verschillen kunnen dan door het hoofdbestuur per briefkaartformulier aan het betreffende afdeelingsbestuur worden gemeld en op een volgenden maandstaat onder de aangeduide hoofdjes worden verrekend (zie schema O). Bonden, die wekelijks de contributie, enz., met de afdeelingen verrekenen, zouden de maandstaten kunnen missen. Wat het hoofdbestuur met de contributiestaten doet. De contributiegegevens der wekelijksche contributiestaten (schema M) worden op het centraal bureau van den vakbond overgebracht op de registerkaarten, hetzij op de wijze aangeduid bij schema F, hetzij door inschrijving der ontvangen bedragen, indien de contributie-vakjes blanco zijn gelaten —   28 SCHEMA Tl. BOND. HEDEN WERKLOOS GEWORDEN. Bondsnr..... Naam en voornamen Woonplaats Naam van den laatsten werkgever Dag, maand en jaar van werkloosheid Redenen van werkloosheid (ongeval, ziekte, gebrek aan werk, mil. dienst, staking, uitsluiting, enz.) In uw eigen belang is het noodig deze vragen nauwkeurig te beantwoorden, om vertraging en schade te voorkomen. Deze kaart moet in tegenwoordigheid van den afdeelings-penningmeester worden ingevuld, en door dezen aan het hoofdbestuur worden toegezonden. SCHEMA T2. BOND. Datum postmerk. Ondergeteekende heeft den ARBEID HERVAT op den (dag, maand en jaar) Bondsnr. Naam en voornamen Afdeelingsstempel. I Deze kaart moet in tegenwoordigheid ' van den afdeelings-penningmeester worden ingevuld, en door dezen aan het hoofdbestuur worden toegezonden. Afdeelingsstempel.  30 verleend aan hen, die mochten voorwenden in eene andere afdeeling gedurende eenige dagen werkloos te zijn geweest. Mocht geene uitkeering kunnen worden verstrekt dan na toestemming van het hoofdbestuur, dan kunnen legitimatiebewijzen nog nuttig zijn tot het oefenen van invloed en controle op de migratie. Een model-legitimatiebewijs moge hier plaats vinden: SCHEMA V. BOND. LEGITIMATIEBEWIJS voor bondsnr. Naam en voornamen , » » '■■ beroep Houder dezes reist den 19 uit afd naar afd en heeft recht op uitkeering bij werkloosheid, volgens de bepalingen der statuten en reglementen. Op den dag dat de werkloosheid eindigt, moet dit bewijs-worden ingeleverd bij het afdeelingsbestuur ter plaatse. Afdeeling den 19 cd m Het Bestuur p (H i g. a ■ ' -i i £ o  34 SCHEMA Z. Afdeeling Datum van Aanvangsdatum Maximaal uit' Datum van j Betreffende keeringsbedrag | verzending der| der j annuleering der I Bondsnr. I toestemming, j uitkeering. per dag Iper weekj toestemming. ■ In dat register krijge elke afdeeling een eigen blad of eigen bladen. Bijaldien het systeem gevolgd wordt, dat het hoofdbestuur slechts in gevallen .waarin het geen uitkeering wenscht te zien verstrekt, eene waarschuioing tot het betreffende afdeelingsbestuur richt, vervallen de schema's X, IJ en Z, doch dient van het verzenden eener waarschuwing toch nauwkeurig aanteekening gehouden te worden. Uitkeeringsquitantie. Het hoofdbestuur verstrekke den afdeelingspenningmeester een quüantieboekje met bedrukte quitanties aan geperforeerde marges, volgens model schema A A. De quitanties kunnen geschreven worden met inktpotlood, nadat tusschen twee gelijke volgnummers calqueerpapier is gelegd. Op de marge dient dat te worden aangeduid door de woorden: in duplo. Aan het hoofdbestuur worde in elk geval een behoorlijk ingevuld, en door den „trekkenden" werklooze geteekende, quitantie toegezonden, nadat de gegevens nauwkeurig zijn genoteerd op de marge, die in het quüantieboekje bevestigd blijft.  SCHEMA AA. Volgno BOND. WERKLOOZENKAS Afd UITGEKEERD aan: Bonds-No f voor dagen werkloosh. yn de week, eind. met 19.. den ': ; 19 Volgno. BOND. WERKLOOZENKAS. Afdeeling Ondergeteekende Bonds-No. verklaart te hebben ontvangen de Somma van f voor dagen uitkeering bij werkloosheid, in de week, eindigende met 19 ,-. , den 19 verdiend loon f (Onderteekemng:) normaal loon f 35  86 Voor het geval in groote afdeelingen, tengevolge van omvangrijke werkloosheid, het aanwenden van quitantieboekjes op bezwaren zou stuiten, zouden dubbele, geperforeerde, uitkeeringsstaten als quitantiestaten kunnen gebezigd worden, volgens het model aangeduid in schema AAbis. SCHEMA AA bis Afdeeling Uitkeeringsstaat over de week eindigende met BOND 19 CO O NAAM. Verdiend I Normaal I Aantal Bedrag dagen der uituitkee- keering. ring. loon. ' loon. Gld. I Ct, Gld.l Ct Handtee kening. Gld. Ct. Totaal . Dezen staat 's Maandags op te zenden aan ons bureau te ,. Uitkeeringsbladzijde in het contributieboekje. Het aan een werkloos lid- over eene bepaalde week verstrekte uitkeeringsbedrag worde, zoo mogelijk direct bij de uitbetaling, door den afdeelings-penningmeester  87 genoteerd op eene daartoe strekkende bladzijde in het contributieboekje van dat lid. Die bladzijde kan als volgt zijn ingericht: SCHEMA BB. Bedrag ge- . . , noten aan i Afdeelings- Aantal uitkeeringbij j Opmer- Datum en ïaar. . I dagen ,. Z \ I stempel. &, . werkloosheid kingen. uitkeering. ! * ^ Gld. j Ct. j 19 we«k van tot In de rubriek „opmerkingen" worden met roode inkt de eventueel noodig gebleken wijzigingen in de uitkeeringsbedragen geplaatst. Wijzigingslijst. Wijzigingen in reeds genoten uitkeeringsbedragen kunnen noodzakelijk zijn ten gevolge van nadere, by het hoofd- of afdeelingsbestuur ingekomen, informaties zoowel als uit betwistingen van de zü'de der Overheid. Het is wenschelijk, zulke wijzigingen te noteeren op speciale wijzigingslij8ten, ten einde geknoei in de administratie overbodig te maken, en misvattingen bij de contröle der boekhouding door controle-commissie, of Overheid te voorkomen. Die lijsten worden vanwege het hoofdbestuur den afdeelingen in boekvorm verstrekt. Di$ boeken zyn dan ingericht op de wn'ze als omschreven bh'  40 in te voeren afzonderlijke inkomsten- en afzonderlijke uitgaven-boekjes, op de reeds geschetste wijze met geperforeerde bladen. De afdcelingspenningmeesters kunnen dan, na overboeking van de eindposten op de nieuwe maand, op eiken eersten dag der maand de uitgescheurde blaadjes uit het inkomsten- en uit het uitgavenboekje aan het hoofdbestuur toezenden, dat voor elke afdeeling afzonderlijk een balansboekje zou kunnen inrichten. De regelen, bij de boekhouding in de afdeelingen te volgen, dienen vanwege het hoofdbestuur nauwkeurig te worden omschreven. In enkele bonden bestaat reeds de goede gewoonte, afdeelings-penningmeesters eene handleiding betreffende de administratie te verschaffen, voorzien van voorbeelden en wenken. In het algemeen worde aangedrongen op juiste boeking van inkomstenen uitgaven-bedragen; het zorgvuldig bewaren en nummeren van alle kwitanties en verdere beicijsstukken; het bistellen van controle-commissies met volmacht van het hoofdbestuur; het aanbrengen van noodig gebleken verbeteringen met roode inkt; het ongeschonden en op overzichtelijke wijze bewaren der adyninistratieve bescheiden; enz. Treédt een nieuwe afdeelings-penningmeester op, dan vergewisse deze zich, in overleg met de contróle-commissie, van den stand der boekhouding, der overige daarmede verband houdende bescheiden en der beschikbare middelen, vanaf het tijdstip waarop het laatst door de controle-commissie verslag is uitgebracht, dat door het hoofdbestuur is goedgekeurd. Van zijn optreden en aanvankelijke bevindingen brenge de nieuwe penningmeester het hoofdbestuur zoo spoedig mogelijk verslag uit. Ongeacht welk systeem van administratie wenschelijk mocht worden geacht, vast staan moet, dat de boekhouding der werkloozenkassen beantwoorde aan zekere minimum eischen. Derhalve worden schema DD1, en DD2 speciaal met betrekking tot de gesties der werkloozenkas in overweging gegeven. In de rubriek „Andere baten" (zie schema DD1) worden op datum van ontvangst geboekt: donaties, boeten, renten, restituties voor ten onrechte genoten uitkeeringen, e. d. In de rubriek „Andere uitgaven" in schema DD2 worden genoteerd de bedragen aan contributie opgezonden naar het hoofdbestuur, verstrekte restituties, verrekende voorschotten, e. d., posten, welke kort doch duidelijk moeten worden omschreven, ter voorkoming van misverstand of van moeilijkheden.  SCHEMA DD'. INKOMSTEN. Jaar 19 Afdeeling Ontvangen Contributie Andere baten. „ _, Datum. van aan. Totaal bedrag. Bedrag. der t^H - oid. | ct. 0mschrijYing- Gid7~J~ct7iDkomstea- 1 I 2 [ 3 4 SCHEMA DD2. UITGAVEN. Jaar 19 Afdeeling I I *™' I der Sering I I Andere uitgaven. I TM der 1 ttajg^r- 1 omschrijving. o- | ' <§• Gld. | Ct. Gld. | Ct. 1 2 1 3 ["'-"" " 4 "f"~| " " 5 6 I j | i | I I  45 Men zou b.v. als ledental op het einde van elke maand kunnen beschouwen het aantal in het ledenregister geplaatste kaarten. Daaronder bevinden zich dan ook die van zieken, militairen, werkloozen, stakers, enz., in het algemeen dus van leden, welke in die bepaalde omstandigheden niet werken en (of) veelal niet contribueeren. Het aantal diergenen kan elke maand varieeren, en mitsdien tevens het aantal werkenden. Men dient er derhalve op bedacht te zijn, dat bij de vaststelling van het ledental niet alle zieken enz. nu eens worden medegeteld en dan weer worden uitgeschakeld, doch men moet duidelijk doen uitkomen, hoeveel werkende leden er op het einde eener maand waren, en hoeveel leden ziek waren, staakten, enz. Bij het bepalen van het ledental voor de statistiek van het jaarverslag zou men als maatstaf kunnen aannemen: 1°. het aantal leden per 31 December van het vorige jaar, berekend naar een gemiddeld van het aantal leden per week of per maand, plus het aantal in den loop des jaars toegetreden personen, ongeacht öf en hoelang al die leden gecontribueerd hebben, en zonder er op te letten, of zij op het einde des jaars nog lid zijn; 2°. het- aantal op het einde des jaars ingeschreven leden, met inbegrip van niet-werkende, of niet-contribueerende leden; 3°. het aantal contribueerende of werkende leden op het einde des jaars; 4°. het gemiddelde ledental per week of per maand; 5°. het gemiddelde werkende aantal leden per week of per maand, met afzonderlijke rubriceering van zieken, stakers, enz. 6°. het onder 1—5 genoemde aantal leden, al dan niet met inbegrip van nog niet volberechtigde aspirantleden. Uit al deze mogelijkheden blijkt, dat het een gebiedende eisch is, dat bij de publicatie duidelijk worde medegedeeld, op welke wijze, volgens welke methode, de getallen zijn verkregen, en dat nevens de verhoudingscijfers (procenten) de absolute aantallen worden gesteld. Een enkel voorbeeld moge zulks verduidelijken; Gesteld eene kas telt op het einde eener maand 500 leden. Terwille van een zeker doel moet zy mededeelen, hoe groot haar ledental was op het einde der maand onder aftrek van het aantal zieke leden. Wij nemen nu aan, dat de kas geen leden heeft verloren of gewonnen, en dat overigens alle leden werkten.  46 In dé eerste week der maand waren er 25 zieke leden; 20 dezer waren op het einde der week hersteld. In de tweede week der maand waren er 30 zieke leden, dus 25 die voor het eerst, en 5 die reeds in de eerste week ziek waren. In de derde week der maand waren er 30 zieke leden, en wel 25 die in de tweede, en 5 die in de eerste èn tweede week reeds ziek waren. Alle 30 zieken waren op het einde der derde week hersteld. In de vierde week der maand waren er 30 zieke leden, die niet in de vorige drie weken-ziek waren. Het werkelijke aantal zieke leden in den loop der maand was dus 80, zoodat 420 leden de geheele maand hebben doorgewerkt. Telt men het aantal zieken in elk der vier weken te zamen, dan komt men tot het getal 115. Trekt men dat van het totale ledental af, dan resten er slechts 385 leden. Deelt men die 115 door 4, om een gemiddeld aantal zieken per week te krijgen, dan komt men tot het getal 29. Trekt men dat van het totale ledental af, dan resten er 471 leden. . Men leide uit deze verschillen af, dat men zich terdege rekenschap heeft te geven van de te volgen berekeningsmethode, zoowel bij de statistiek van het ledental als bij andere statistieken, en dat men die methode duidelijk dient te omschrijven in het jaarverslag, opdat later kunne blijken, of, en in welke mate, van die methode is afgeweken, en welke veranderingen in de absolute en de relatieve gegevens daaruit voortvloeien. Het streven naar eenheid van methode voor alle kassen is stellig aan te bevelen. Voor ons doel is het voldoende te veronderstellen, dat de basis der te maken ledenstatistiek zal zijn de maawcZstatistiek van alle bij den bond ingeschreven leden. In dat geval drage het hoofdbestuur zorg, dat de kaarten der in den loop der maand uittredende (afgevoerde) leden uit de leden-kartotheek worden genomen op den dag van afvoer, en geplaatst worden in een specialeh bak of bijzondere lade. De kaarten van in den loop der maand toegetreden leden worden van kenteekenen voorzien, of, wat beter is, afzonderlijk gehouden. Is nu in één maand de ledenstatistiek behoorlijk verzorgd, dan kan voor de volgende maanden worden volstaan met het tellen der uitgenomen en ingevoegde kaarten, en wordt aldus tijd gewonnen en moeite gespaard. De statistiek betreffende het ledental zou ook verkregen kunnen worden uit den, op blz. 6 genoemden, beroepsklapper, of uit de in den aanhef dezer handleiding genoemde tottredings- en afvoerformulieren, welke, afdeelingsgewüs gerangschikt, bewaard worden. Vaak zal aan  4-7 laatstgenoemde wijze van tellen de voorkeur worden gehecht, omdat degeen, die belast is met het bijhouden der kartotheek, zijn werk dan niet eens per maand behoeft te onderbreken. Leeftijd-gegevens behoeven slechts eens per jaar of eens per x jaren verzameld te worden. Daartoe gebruike men hulplijsten. Nemen wij aan, dat ons punt van uitgang is het jaar 1916. Voor elke beroepsgroep worde dan een afzonderlijke hulplijst ingericht naar het voorbeeld van schema EE. Eén persoon leest nu uit de kaartjes van den beroepsklapper het beroep en het geboortejaar af; andere personen . zetten in de jaargroepen-rubrieken der betreffende beroepslijsten voor elk geval een streepje. Het vijfde streepje zette men schuin door de vier voorgaande, aldus IfU. Men telt dan later het aantal groepen van vijf streepjes in elke rubriek. Voor het overige worden de elke maand vastgestelde ledentallen in de verschillende afdeelingen en beroepsgroepen te zamen geteld en door 12 gedeeld, ten einde het gemiddelde ledental op het einde des jaars te verkrijgen. Voorts worden de aantallen toetredings- en afvoerformulieren geteld volgens categoriëen en volgens afdeelingen, en de afvoerformulieren daarna gesorteerd naar de daarop vermelde redenen van afvoer (zie schema B<) Onder de hoofdjes op schema's FF1 tot en met FF5 kunnen de verkregen gegevens nu samengevat worden. De aldus gegroepeerde gegevens zouden diensten kunnen bewijzen bij de beoordeeling van uitkeeringsbepalingen, die immers kunnen varieererï in verband met den duur van het lidmaatschap, met den ouderdom en met de sekse. Zij zijn overigens noodig ter vergelijking met andere statistische gegevens. De contributie-statistiek. Gegevens voor de cóntributie-statistiek kunnen worden afgeleid uit de registerkaarten, in verband met de zegelrekening in de balansboekjes der afdeelingen of met een speciaal jaarbericht aangaande de zegelvoorraden in de afdeelingen, dat kan worden uitgebracht op een door het hoofdbestuur aan de afdeelings-penning^ meesters verstrekt formulier. Zijn de zegelzendingen door het hoofdbestuur en de afdeelings-penningmeesters het gansche jaar goed geregistreerd, dan kost het opmaken van dergelijke overzichten slechts geringe moeite.  SCHEMA EE. HULPLIJST. I —r 1855 en 1856 tot en 1861 tot en 1871 tot en 1876 tot en 1896 tot en 1899 en vroeger met 1860 met 1870 met 1875 met' 1895 met 1898 later I i I i i ouder dan Tan 56 60 van 46—55 van 41—45 van 21—40 van 18—20 jonger dan 60 jaar jaar jaar jaar jaar jaar 18 jaar 48  SCHEMA FF1 Gemiddeld ledental gerangschikt naar de beroepsgroepen. I In 1916 bedroeg het gemiddelde | +toename) in het j ledental op het einde der maanden eroep. ^ ^ I ^ _ afname jlaatgte j , ■ , .. —- (Categorie). i 'C S -3 \a -2 £ £j § -P -' CD g CD g p absoluut. J» I § | | li-s '3' | |lU | | 8 I | j Procenten.^ g|g|.£|^|g * jj |g o- ° g . 49 SCHEMA FF2. Wisseling in het ledental in 1916. Aantal der , , —t — \ 'infai + toename. Om^hriivino- nieuw ultmilitai- I overgekomenen uit —afname Omschrijvrng I denj ren dienst het I " afgevoerde 1 leden. | geSn. .[ ^ I ^ ™. | ei*. | Totaal, leden. ||  SCHEMA FF3. Oorzaken van den afvoer van leden. AFDEELING. Van het ledenregister afgevoerd wegens vertrek naar Duitschland vertrek naar j het overige I buitenland verlaten van j het vak vestiging als patroon overgaan naar eene andere organisatie langdurige werkloosheid invaliditeit contributie, schuld handelingen strijdig met besluiten overlijden andere of niet genoemde redenen Totaal go f! j —j 1—■ ' ~ i I | j 50, SCHEMA Ff4. Lidmaatschapsduur op het einde van elk jaar. , Gemiddeld Aantal personen welke onafgebroken lid znn, ledental op het vanaf het begin van het jaar einde van 1916 1911 1912 j IS)\H 1914 1915 I 1916  56 De van links naar rechts gaande roode streepjes duiden hierbij op algeheele werkloosheid. Wij zien nu. dat n°. 948 heeft één periode van 3 weken, één periode van 1 week 'en één periode van 2 weken werkloosheid. N°. 438 heeft één periode van 6 weken werkloosheid. N°. 651 heeft één periode van 3 weken en één periode van 1 week werkloosheid. N°. 1050 heeft vier perioden van 1 week en één periode van 4 Weken werkloosheid. Deze versr-hillenrlp np.vinrlp.rf wnrHon aio w»lo+ op de verzamellijst genoteerd: SCHEMA KK. Verzamellijst voor de algeheele wekelijksche werkloosheid. Categorie U (mannen of jweiTwen) Jaar '916. Bondsnr. 1 j 2 | 3 j 4 [ 5 | 6 j 7 .8 || 9 10 11 12 U^'enz. 948 1 1 1 I 1 438 j —- j — | —' j —- — ! 1 651 ! 1 — 1 105Ó . 4 j •—•! — 1 Totaal ..6,121 — 1 . Uit deze verzamellijst blijkt, dat 4 leden in den loop van het eerste.._ kwartaal 1916 geheel werkloos waren. Deze personen hadden 6 perioden van 1 week, 1 periode van 2 weken, 2 perioden van 3.weken, 1 periode van 4 weken en 1 periode van 6 weken werkloosheid of te zamen 11 perioden met totaal 24 weken werkloosheid. Dergelijke totaalcijfers kunnen daarna overzichtelijk voor elke categorie worden getabelliseerd. In verband met de ledenjttatixtip.k. ziin hnvpnrlipn vni»or>rio tahoiiov, samen te stellen:  SCHEMA LL'. Aantal geheel werklooze leden, met dier aantal weken werkloosheid, in elk der categoriën in 19 . rrw„, ., Percentage ~| ~ Totale gemid- | 6 \ Percentage Aantal i werklooze leden Aantal weken Categorie. delde ledental I Van het algeheele werkloozen van ™ ^ werklooze leden. \ ip^^i ^mnorr„i ,, . ., het werkloozen- per maand. leaentat genoemd werkloosheid. |, nin rubriek 2. totaal. L ' 2- I 3. j' l ~j 6. |— j 1 -J 1 57 SCHEMA LL2. Leeftijd en burgerlijke staat der geheel werkloozen in 19 Aantal tUüJib, Aantal ' ï~ 1 . jf ü ~\ a U I a ÉS I n . . .... uaarvan Daarvan 10 ^ - <° &\ - M >S« I I ■ § ~ ! - 11 05 s ^ 1 I H 1—1 1 1 = 'vVf f '■■ ;;: fy{J f't:/" ;- ■ ■ ■ . :- ■ ■  60 Een tabel naar het voorbeeld van schema MM kan dienen tot vermelding van het aantal uitkeeringscfa-yew in de diverse afdeelingen. Aangaande de verstrekte uitkeeringsbedragen zijn tabellen samen te stellen, welker gegevens kunnen worden ontleend aan de achterzijde der registerkaarten, schema E, en aan de gewone boekhouding. De uitkeerings&edm^ew zijn te rangschikken volgens leeftijdsgroepen, toongroepen, seksen, afdeelingen en categorieën. Ten slotte is de verhouding tusschen de uitkeeringsbedragen en de contributie-ontvangsten vast te stellen op de wijze, aangeduid in schema NN. Aan dat schema kunnen, zoo noodig, worden toegevoegd rubriekjes betreffende het bedrag aan van Overheidswege ontvangen subsidie, en van het gemiddelde bedrag aan subsidie per lid. Is het, gedurende het jaar, systematisch bijgehouden materiaal, ten behoeve van het jaarverslag en van de jaarvergadering, op de aangegeven wijze gerangschikt, dan zal het tevens, in het groote kader van het vraagstuk der werkloosheidsverzekering, bruikbare diensten kunnen bewijzen.  SCHEMA MM. UITKEERINGSDAGEN IN 19 Aantal dagen werkloosheidsuitkeering verstrekt in Categorie. Januari. Februari. Maart. April. Mei. Juni. Juli. Augustus. September. October. November. December. Totaal aantal . dagen uitkeering. 61  SCHEMA NN. Verhouding tusschen Contributie en Werkloosheidsuitkeering in het jaar 19 Gemiddeld | Totaal bedrag j Gemiddeld 1 ,id i Gemiddeld Totaal bedrag | - „, Afdeelingen " '' '-i. genoten mtkee- j per lid genoten uitkee- ledental gestorte ... ... , ,.,•„„ u;; Leeftiidsgroenen rinff b« i gecontribueerd ring bij w per bondscontributie .... . ,„ werkloosheid Categoriën . « werkloosho.d , m 19 maand \ " . Gld. . j Ct. Gld. [ Ct. | Gld. 1 Ct, 1 Gld. j Ct. _ J—i | i |i ■  fi3 D. DE GRAFISCHE STATISTIEK. De grafische statistiek. Men kan de belangstelling in statistische uitkomsten wekken of verhoogen door het in beeld brengen van cijfergroepen. Daartoe dienen de zoogenaamde „grafische voorstellingen" of „grafieken". Enkele der meest gebruikelijke, en gemakkelijk toe te passen, vormen mogen hier plaats vinden. Men kan zich bedienen van cartogrammen en van diagrammen. Een cartogram wordt gewoonlijk toegepast, indien men door kleuren wenscht aan te duiden de verbreiding van bepaalde grootheden over een zeker oppervlak. Indien b.v. uit'een onderzoek is gebleken, dat de verhouding van het aantal tegen werkloosheid verzekerde georganiseerden tot het totale aantal georganiseerden in onderscheiden streken van ons land verschilt, en men wenscht dat verschil in kleuren uit te drukken, dan stelle men, voor elke percenfagegroep,. een gekozen kleur vast, en duide men op een landkaartje die kleuren ter bestemder plaatse aan. Omdat kleurendruk nogal kostbaar is, kan men, in plaats daarvan, zich bedienen van arceering (zie schema O. O.) Men onderscheidt voorts lijn-diagrammen en vlak-diagrammen. Zij kunnen in tal van variaties toegepast worden en zijn niet kostbaar, indien men zorgt, dat zij typografisch kunnen worden behandeld. De veelvuldigst toegepaste, en dus meest bekende, diagrammen zijn de curven, dat zijn lijnen, die verhoudingen weergeven over zekere tijdruimten.  64 Voorbeelden van arceeren: SCHEMA OO. Uitgekeerd aan stakers zieken. >88ooooooooo< „ reisgeld. werkloozen. Uitgegeven , vakblad. administratiekosten. Gesteld eene werkloozenkas telde in Januari 325 werkloozen Februari 290 ,, ,; Maart 240 April 140 „ Mei 80 „ Juni 25 „. Juli 10 . „ . Augustus 70 jj enz.,  85; dan kunnen deze grootheden in volgend lijn-diagram, of curve, worden uitgedrukt: SCHEMA PP. 350 300 Z50 ZOO 150 100 50 0 150 300 250 ZOO 150 WO 50 0 Deze curve doet duidelijk begrijpen, dat vanaf 1 Januari tot en met Juli de werkloosheid regelmatig daalde en in Augustus een kleine stijging vertoonde. Voorts is uit de eindpunten der curve tusschen twee maandlijntjes te zien hoe groot het aantal werkloozen bij den aanvang en het einde van elke maand was, omdat dé afstand tusschen de horizontale lijnen 50 werkloozen beduidt, hetgeen uit de links en rechts geplaatste getallen blijkt. Men kan binnen eenzelfde raam ook aanduiden het beloop deiwerkloosheid in verschillende jaren. In dat geval kieze men lijnen van onderscheiden soort, b.v. 1916 1915 ; 1914xxxxxxxx: 1913 ; 1912 ; enz., ofwel men make curven van verschillende kleuren, welker beteekenis duidelijk worde vermeld. In zijn „Inleiding tot de beoefening der Statistiek", geeft Prof. Dr. G. A. Verryn Stuart volgende beschrijving van de aanwending van vlak-diagrammen: „Men gebruikt bij voorkeur een vlak-diagram, zoo vaak het er om te doen is de innerlijke samenstelling eener massa grafisch voor te stellen. De geheele inhoud van het vlak is  66 evenredig aan de geheele massa, en op verschillende wijze zal men dan de geheele figuur in deelen kunnen splitsen welker inhoud evenredig is aan de grootte der de gehéele massa samenstellende deelen. Veelal zal men, bij dergelijke diagrammen, aan het geheel den vorm van een cirkel geven." Een voorbeeld van de technische 'bewerking van een cirkel-diagram, moge de duidelijkheid dezer omschrijving nader doen uitkomen: Gesteld een bond had in zeker jaar f 20.000.— inkomsten, waaruit alle uitgaven zijn geput. Die f 20.000.— vormén dan de statistische massa, of het geheel, dat tot grondslag voor onze „bewerking" dient. De bond heeft in dat jaar uitgegeven aan: "Werkloozen . . . f 6.500.— of 82V2 Pct- van de inkomsten. Zieken. . . „ 2.000.— „ 10 „ „ „ Salarissen. . . . „ 2.000.— „ 10 „ „ „ „ Vakblad . ^. . . „ 800.— „ 4 \. » „ „ U Stakers . . . . „ 4.000.— „ 20 „ ,. „ Belegd vermogen . „ 4.700.— „ 231/3 „ „ „ „ Al deze posten tezamen vormen de „innerlijke samenstelling" of „de samenstellende deelen" van het geheel, dat door een ruimte binnen een cirkel, het cirkel-oppervlak, kan worden voorgesteld. Dat oppervlak zoodanig te verdeel en, dat daarmede de onderlinge verhouding van opgemelde posten worde aangeduid, stellen wij ons tot taak. Met behulp van een gradenboog, schema Q Q, maken wij een rechten hoek. Daartoe trekken wij eerst met potlood en liniaal een willekeurige horizontale lijn. Daarna leggen wij den gradenboog zoodanig op die lijn, dat zijn basis AB de lijn dekt. Vanaf het punt D (90°) op den boog trekken wij een loodlijn naar C, op de koorde van eiken gradenboog door een keepje aangeduid. Wij hebben dan een rechten hoek gevormd door de beenen (aangeduid door de stippellijnen) C D en CB. Een rechte hoek heeft 90 graden (.= 90°). Het geheele boogje ADB heeft 180°. die op den gradenboog zijn aangegeven. Dat boogje is juist gelijk aan een halven cirkel. Een geheele cirkel heeft 360°. Zouden wij het been BG van den rechten hoek BCD verlengen tot A, en het beenDC tot G, dan kregen wij 4 rechte hoeken, die dan te zaïnen hebben 4 X 90° = 360°.  67 SCHEMA QQ. C I G | Verlengen wij nu AB en DG willekeurig, dan kunnen wij, het snijpunt C tot middelpunt nemend, met behulp van een passer een cirkel trekken, die dan in vier gelijke deelen, elk van 90°, is verdeeld. De snijlijnen gebruiken wij nu als hulplijnen, en wij verkrijgen een in vier rechthoekige sectoren verdeeld cirkeloppervlak, als op schema RE1 is aangeduid. Onze taak is nu, het cirkelvlak in 20 gelijke deelen te verdeelen, omdat één twintigste van 100 gelijk is aan 5, en elk twintigste deel van den cirkel dan 5% van het geheele cirkeloppervlak zou beduiden. Legt men nu den gradenboog zóó op het cirkeloppervlak, dat het middelpunt C van de koorde samenvalt met het middelpunt van de horizontale lijn, en het punt D de verticale snijlijn dekt, dan kan men, uitgaande van een nulpunt door na elke 18 volgende streepjes, aangegeven op den gradenboog, een puntje te stippelen, den cirkel in 20 gelijke deelen verdeelen. Is die bewerking geschied, dan trekke men op kleinen afstand van den cirkel een tweeden cirkel er om heen. Tusschen deze beide cirkels brenge men, op de plaatsen, die door potloodpuntjes de verdeeling in twintigsten aangeven, streepjes aan. De richting dier streepjes worde bepaald met een zuiver liniaaltje, dat zóó gelegd wordt, dat het middelpunt der cirkels, èn elk potloodpuntje, in één lijn komen te,liggen. Uit schema RR > blijkt welke figuur dan is verkregen.  SCHEMA RRi. 68 De verdere indeeling, volgens de gegevens genoemd op blz. 66, is nu zonder moeite te maken. Ten behoeve van werkloozen werd uitgegeven 321/» pet. van het geheel. 3272 ligt midden tusschen 30 en 35. Met onzen gradenboog wordt dat punt tusschen 30 en 35 bepaald. Wij leggen daarna ons liniaaltje zóó, dat het middelpunt der cirkels en het punt tusschen 30 en 35 in één lijn komen te liggen, en trekken een lijn vanaf het cirkelmiddelpunt tot aan den binnensten cirkel. Aan zieken-ondersteuning werd uitgegeven 10 pet. van het geheel. Wij tellen nu verder vanaf 321/» tot 42Vs, verrichten eene soortgelijke bewerking als zooeven. Aldus kunnen alle uitgaven worden aangeduid.  69 SCHEMA RR2. Uit de ruimten tusschen de definitieve lijnen op schema ER2 blijkt, hoe de verschillende posten zich tot elkaar verhouden. Is de teekening met potlood gereed, dan worden de lijnen, die behouden moeten blijven, met een trekpen in inkt gezet. De overbodige hulplijnen worden daarna weggewischt. Den drukker van het jaarverslag, waarin het cirkeldiagram zal worden opgenomen, kan worden opgedragen, de diverse deelen van het cirkeloppervlak bepaalde kleuren te geven, of ze verschillend te arceeren.     Er zij op gewezen, dat de op schema A gestelde vragen kunnen worden beschouwd te zijn minimaal. De vakbonden benutten veelal de toetreding tot het verkrijgen van meer inlichtingen dan die dienstig kunnen zh'n voor het beheer der werkloozenkas. SCHEMA A. BOND. TOETREDINGSFORMULIER. Tot bovengenoemden bond verklaart toe te treden (naam en voornamen voluit) geboren den 19 , te beroep - gehuwd, ongehuwd, ongehuwd tevens kostwinner. Aantal kinderen jonger dan 16 jaar Woonplaats (Gemeente, Dorp, Straat, Gracht, enz.) Werkzaam by uur Bedrag dag loon t) week Datum van toetreding Afdeelings stempel. f) Ingeval van stukloon bijzonderheden vermelden, liefst mondeling. Handteekening van het nieuwe lid,  10 werkloosheid hebben gehad, hij zou, volgens de reglementaire bepalingen terzake van den wachttijd, geen cent uitkeering hebben genoten. Het is dus wenschélijk, van het beloop dier perioden kennis te nemen. De mogelijkheid van zulk eene analyse is in een goed bijgehouden kartotheek aanwezig. Veronderstellen wij, dat de afdeelingen op week- of maandstaten de gegevens aangaande contributie en werkloosheid noteeren en die aan het hoofdbestuur toezenden, en dat die gegevens door het hoofdbestuur niet op de aangeduide wijze, of in het geheel niet, worden geregistreerd. Wil het hoofdbestuur in zoodanig geval den staat van dienst ten aanzien van het contribueereh, of het beloop der werkloosheid van een lid of leden, in een bepaald jaar vaststellen, dan moet het daartoe een groot aantal staten raadplegen, uit de veelheid van daarop genoteerde bondsnummers de noodige opdiepen en dus veel tijd en moeite besteden, die beter konden worden aangewend. Het registreeren der van de afdeelingen ontvangen gegevens op kaarten, voor elk lid afzonderlijk, ondervangt die bezwaren en draagt tot een geordenden toestand en tot de bruikbaarheid der voorhanden gegevens het zijne bij. Büengt de aard van het vak waarover een bond zich uitstrekt, weinig werkloosheid mede, dan zou overwogen kunnen worden, bij werkloosheid speciale statistiek-kaarten te ontwerpen. § 2. De administratie der contributie. Voor een goed beheer der werkloozenkas is ook eene nauwkeurige administratie der contributie streng noodzakelijk. Omdat de contributie voor de werkloozenkas gewoonlijk tegelijk met de bondscontributie moet worden betaald, wordt de wijze van administreeren dezer beide contributies in één verband behandeld. Contributieboekje en zegels. Een model voor een contributieboekje kan gevoegelijk achterwege blijven, omdat vrijwel alle vakbonden voor hunne leden zoodanige boekjes hebben ingevoerd. Die boekjes behelzen veelal de reglementen van den hond, een bewijs van lidmaatschap, met naam en bondsnummer, vanwege het hoofdbestuur ingevuld, en kwartaalblaadjes, elk met 13 vakjes, ter quiteering van contributie, aanduiding van werkloosheid, enz. Omdat de quiteering der contributie in de practijk meermalen geschiedt door■-«/'stempelen, zij er op gewezen, .dat in die gevallen een belangrijk  18 Onmiddellijk nadat een zegel is verstrekt, op de aangeduide wijze, en dus de contributie is ontvangen, wordt deze ten name van het betreffende bondsnummer genoteerd. Contributie- of weekstatenboek. Het hoofdbestuur verstrekke zijn afdeelingen een contributiestaten- of weekstaten boek, dus geen losse vellen, in hetwelk eene gebruiksaanwijzing worde geplaatst. Dat boek zij zoodanig ingericht, dat de aan één zijde bedrukte bladen om het andere zijn geperforeerd, en 'twee aan twee gelijk genummerd. De van de leden ontvangen contributie moet daarin worden geschreven met inktpotlood, voor elk lid afzonderlijk, nadat tusschen de in gebruik genomen gelijkgenummerde bladen calqueerpapier (blauwtje) is gelegd. In volgend model (schema M.) van zulk een contributiestaten-boek is rekening gehouden met de mogelijkheid, dat de afdeeling een deel der ontvangen contributie voor plaatselijke doeleinden mag behouden en de rest van het ontvangen contributiebedrag élke week opzendt. In andere omstandigheden zou het schema met die omstandigheden in overeenstemming gebracht dienen te worden. Indien b. v. geen wekelijksche, doch maandelijksche, afrekening geschiedt, kan het deel van schema M, dat 'betrekking heeft op de wekelijksche afrekening, vervallen. Dat contributiestaten-boek zou, in kleine afdeelingen, bij het ontvangen van contributie rechtstreeks kunnen worden gebruikt (zie verder blz. 42 alinea 5). Persoonlijke kladboekjes van boden of winkelagenten zijn uit denbooze. Deze gemachtigden mogen evenmin t. a. v. hunne handelingen met de zegels ooit op hun geheugen vertrouwen. Loopboekje. Daar, waar eene voor alle leden gelijke contributie wordt geheven, of die contributie althans niet veranderlijk is voor de contributieklasse, waarin het lid is gerangschikt, of wel, waar de contributie eens per maand, doch de contributiestaat elke week aan het hoofdbestuur wordt toegezonden, kan bij het ophalen der contributie door een bode worden volstaan met een loopboekje, waaruit de gegevens zoo spoedig mogelijk zorgvuldig op den contributiestaat kunnen worden overgebracht. Meermalen wordt in zoodanige bonden den boden een loopboekje verstrekt, overeenkomstig schema N.  26 Zoodra de week ten einde is, scheurt de afdeelings-penningmeester de geperforeerde bladzijden betreffende de verstreken week uit het boek, en zendt hij die ann het hoofdbestuur toe. Ten bewijze dat hij persoonlijk voor de juistheid der teekening in staat, voorziet hij de bladzijden, vóór het uitscheuren, van zijn paraaf. De afdruk blijft in het boek bevestigd en kan zoo noodig als bewijsstuk bij latere contróle dienen. De toezending van aanmeldingslijsten aan het hoofdbestuur heeft een tweevoudig doel, n. L 1°. te strekken tot beoordeeling of vaststelling der uitkeeringsbedragen; 2°. te dienen voor de statistiek. Voor zoover in enkele groote gemeenten met sterke afdeelingen bezwaren tegen de geschetste methode van aanmelding en registratie mochten rijzen, en de voorkeur zou worden-gegeven aan aanmeldingskaarten, voor elk lid afzonderlijk, waarop de werklooze dagelijks zou moeten teekenen, zouden naast die kaarten controle kaarten en kennisgevingen kunnen worden ingevoerd, ten einde het hoofdbestuur voortdurend over de gewenschte gegevens te doen beschikken. Contrölekaart (contra-bewijs). Bij gebruik van persoonlijke aanmeldingskaarten ontvange de werklooze bij zijne eerste aanmelding eene contrölekaart, vanwege het hoofdbestuur aan de afdeelingen verstrekt, die, nadat de aanmeldingskaart geteekend is, in den regel eiken dag afgestempeld moet worden. Volgend schema S is daartoe dienstig en zou ook niet te onpas aangewend zijn, bijaldien de registratie geschiedt op aanmeldingslijsten volgens schema R. Op deze kaart worde iedere week het nieuwe volgnummer geplaatst, hetwelk óók op het aanmeldingsformulier of op de aanmeldingskaart voorkomt. Die volgnummers worden in den aanvang eener nieuwe week gegeven naar gelang van de opvolgende aanmelding en blijven gedurende een kalenderweek gehandhaafd, hetgeen bij toepassing der aanmeldingslijsten het vinden der namen vergemakkelijkt. Bij het eindigen der werkloosheid moét de contrölekaart bh' het afdeelingsbestuur worden ingeleverd, dat voor opzending naar het hoofdbestuur zorg draagt.  27 SCHEMA S. BOND. CONTRÖLEKAART. Jaar Bondsnr. Naam en voorletters beroep ■■ heeft zich voor het eerst werkloos gemeld in de afdeeling , •'• oorzaak der werkloosheid VolgnrJ Begin- en einddatum M. j D. W. D. | V. Z. I week van tot week van tot... _ ■ — — Kennisgevingen. Met handhaving der dagelijksche, persoonlijke, aanmelding der werkloozen ook in de gröotere afdeelingen, bedient het afdeelingsbestuur zich verder van door het hoofdbestuur verstrekte briefkaartformulieren (schema's T1 en Ts). Bijaldien een werklooze in gebreke mocht blijven, zich te melden, worde hem een briefkaartformulier gezonden, waarin hem de redenen van zijn wegblijven worden gevraagd, en hij wordt uitgenoodigd deze persoonlijk te komen mededeelen. Verschijnt hij daags daarna niet, of zendt hij geen aannemelijk antwoord, dan berichte het afdeelingsbestuur aan het hoofdbestuur, dat bedoeld lid geacht wordt den arbeid te hebben hervat.  29 Afdeelingen, die niet wekelijks, doch over een grooter tijdvak, aanmeldingslijsten opzenden, worde opgedragen eene speciale commissie van controle +e belasten met een onderzoek naar de juistheid deiopgaven. Na volbrachte controle teekene die commissie volgend briefkaartformulier (schema U), hetwelk, tegelijk met den contributiestaat, iedere week door den afdeelings-penningmeester aan het hoofdbestuur worde toegezonden: SCHEMA U. BOND Datum postmerk. Afdeeling De Commissie van controle op de werkloosheid, der afdeeling verklaart, dat Bondsnr. 4M- (naam en voorletters) in de week eindigende met ' 19 werkloos is geweest gedurende dagen. De Commissie Voorzitter. Secretaris. Opgemerkt zij, dat de in § 3 aangegeven wijze van behandeling der controle geheel staat naast de controlemaatregelen, voorgeschreven van Overheidswege. § 4. De administratie der migratie. ') Legitimatie-bewijs bij migratie. Indien een werkloos lid toestemming van het hoofdbestuur behoeft tot het zoeken van werk in eene andere afdeeling dan bij welke het is ingeschreven, worde aan zoodanig lid via het afdeelingsbestuur een legitimatiebewijs verstrekt, welks afgifte geboekt wordt in een migratieregister. Legitimatiebewijzen kunnen, behalve om andere redenon, ook nuttig zijn, om te voorkomen, dat ten onrechte uitkeering zou worden i) Onder migratie wordt verstaan het trekken van een lid naar eene andere plaats, teneinde aldaar te gaan werken of werk te zoeken.