I> ' ANDSCHE STAATSWETTEN ^ ^ ca 'uurraan & Jordens N . 93 > iM BESLUIT Z Ji< vafft den 23sten Januari 1920, S. 37, tot vaststelling van regelen ten aanzien van de bezoldiging van burgerlijke Rijksambtenaren Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1920 (S. n°37) Zooals dit Besluit is gewijzigd bij besluit van 29 April 1920, S. n°. 222, Met bijlagen en alphabetische registers door Mf. J. DE LANGE | Hoofd-C nüiies ter Gemeentesecretarie van Utrecht. tweede druk ZWOLLE- W. E. J. TJEENK WILLINK -1920 | 0.70 Voor1 mogelijke aanvullingen en wijzigingen zie men achter liet register.     van den "23sten ■ ariuaVi * J 920, S. 37, tot vaststelling van regelen ten aanzien van de bezoldiging van burgerlijke Rijksambtenaren Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1920 (S. n°37) Zooals dit Besluit is gewijzigd bij besluit van 29 April 1920, S. n°. 222, MET BIJLAGEN EN ALPHABET1SCHE REGISTERS door Mr J. DE LANGE I Hoofd-Commies ter Gemeente-Secretarie van Utrecht. TWEEDE DRUK ZWOLLE W. E. J. TJEENK WILLINK 1 920   INHOUD. Inleiding. Bladz. 5 Besluit van 23 Januari 1920, S. 37, tot vaststelling van regelen ten aanzien van de bezoldiging van burgerlijke Rijksambtenaren (zooals dat besluit is gewijzigd bij besluit van 29 April 1920, S. 222). 7 Bijlage A. Bezoldiging met periodieke verhooging, voorzoover deze niet is geregeld in bijlage B 30 Bijlage B. Bezoldiging voor directeuren van en leeraren aan Rijks hoogere burgerscholen en daarmede overeenkomende inrichtingen van onderwijs; burgerleeraren aan inrichtingen voor militair onderwijs; hoofden en onderwijzers aan Rijksinrichtingen voor lager onderwijs; onderwijzend personeel aan Rijkstuchtscholen, Rijksopvoedingsgestichten en aan gevangenissen, voor zoover deze niet is geregeld in bijlage A 103 Rijks hoogere burgerscholen met SÉ c 103 Idem met 3-j. c 104 Rijks middelbare landbouwscholen en Rijkszuivelschool te Bolsward 106 Rijk? land- en tuinbouwwinter- scholen 107 Rijks landbouwhuishoudschool „de Rollecate" 107 Landbouwhuishoudon.lerwijs . . . 108 Rijksrietvlechtschool te Noordwolde 108 Rijksschoenmakers- en -leerlooiersschool te Waalwijk 109 Rijkswandelleeraar bij het visscherij- onderwijs 109 Opleidingsschool voor monteurs . . 109 Hoogere Krijgsschool 109 Koninklijk instituut voor de n arme en Koninklijke militaire academie. 110 Cadettenschool te Alkmaar, Adspirantenschool der marine te Dordrecht en Hoofdcursus voor  - 4 Bladz. opleiding van onderofficieren tot officier 111 Sport- en athletiekopleiding bij de zeemacht 112 Opleiding bij de zeemacht . . . . 11 L Kweekschool voor de zeevaart te Leiden, Instructiebataillon te Kampen en Instructiebatterij te Arnhem 112 Rijkskweekscholen voor onderwijzers en onderwijzeressen 112 Leerscholen, verbonden aan de Rijkskweekscholen 114 •Rijksnormaallessen 115 Rijks lagere scholen in de koloniën van de Maatschappij van" Weldadigheid en in de Rijkswerkinrichtingen „Veenhuizen", 117 Tuchtscholen voor jongens of meisjes en Rijksopvoedingsgestichten voor meisjes .......... 117 Gevangenissen 118 Bijlage C. Va«te bezoldigingen .... 119 Bi'Lagb D. Lijst, aangevende de rangschikking der gemeenten of onderdeden van gemeenten in klassen. 127 Alphabetisch begisteb op de artikelen van het besluit 129 Alphabetisch register op de bijlagen A, B en C 131  - 5 INLEIDING. Het eerste Koninklijk besluit, waarbij algemeene regelen werden vastgesteld ten aanzien van de bezoldiging van burgerlijke Rijksambtenaren was dat van 3 September 1918, S. 541, in werking getreden met ingang van 1 Januari te voren. In de Nota van Toelichting op dat besluit merkte de Regeering omtrent de totstandkoming daarvan het volgende op: „De regeling der bezoldiging van de burgerlijke Rijksambtenaren, hier voorgedragen, is een uitvloeisel van de voorstellen der Staatscommissie, ingesteld bij Koninklijk besluit van 27 Maart 1917, n°. 6, met de opdracht te onderzoeken in hoever de bezoldiging van de verschillende groepen van burgerlijke Rijksambtenaren en beambten, de Rijkswerklieden niet inbegrepen, bij eene behoorlijke werkverdeeling aan billijke eischen voldoet en in hoever daarin wijziging zal dienen te worden gebracht. Buitengewone omstandigheden als gevolg van den oorlog, welker invloed, naar te verwachten is, na terugkeer van den vrede spoedig zal verminderen, diende ingevolge die opdracht buiten beschouwing te blijven." Genoemd besluit van 3 September 1918 en de daarbij behoorende bijlagen zijn sindsdien achtereenvolgens gewijzigd bij de besluiten van 31 December 1918, S. 840, 9 October 1919, S. 598 en 6 Januari 1920, S. 5 en thans vervangen door het hiernavolgende besluit van 23 Januari 1920, S. 37. Zie voorts met betrekking tot de totstand, koming van dit laatste besluit de ontwerpen van wet tot verhooging van verschillende hoofdstukken der Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1920 met de daarbij behoorende stukken, opgenomen onder n°. 391 der Bijlagen van de Handelingen der Tweede Kamer der Staten-Qeneraal 1919/1920, bijzonderlijk der daarin onder n°. 4 voorkomende briefwisseling tusschen de Regeering en de Staatscommissie voor de rJurgerlijke Rijksambtenaren.  VERKORTINGEN N. y T. Soca van Toelichting. 8. Staatsblad.  7 BESLUIT van den 23sten Januari 1920, S. 37, gewijzigd by besluit van 29 April 1920, S. 222 tot vaststelling van regelen ten aanzien van de bezoldiging van burgerlijke Rijksambtenaren. Wu WILHELMINA, pij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz. Op de voordracht van Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken, Tijdelijk Voorzitter van den Raad van Ministers, van 19 December 1919, La. A. Kabinet; Gelet op artikel 63 der Grondwet; Den Raad van State gehoord (advies van 30 December 1919, n . 20); Gezien het nader rapport van OnzenMinister voornoemd van 22 Januari 1920, La. A. Kabinet ; . Overwegende, dat het wenscheüjk is, met het oog op de heerechende duurte, ten aanzien van de bezoldiging van burgerlijke Rijksambtenaren nieuwe regelen vast te stellen en tevens eenige wijziging te brengen, voor zooveel zulks noodig is gebleken, in de verhouding der salarissen onderling; Hebben goedgevonden èn verstaan : Gerekend met ingang van 1 Januari 1920 te bepalen als volgt: Art. li ij De bezoldiging van de burgerlijke Rijksambtenaren, behalve van hen wier bezoldiging elders, by de wet of tyj algemeenen maatregel van bestuur, wordt geregeld, wordt, met inachtneming van de hierna volgende regels, vastgesteld op de bedragen, in de bijlagen A, B en C voor ieder ambt aangegeven. Het gezamenlijk bedrag der bezoldiging wordt, zoo noodig, tot een tiental van guldens naar boven afgerond. 2. Voor elk jaar dat een ambtenaar, die 18 jaar of ouder, doch beneden den 21-jarigen leeftijd is, worden de in de bijlagen A en B genoemde aanvangswedden met 50 gulden  ■ 8 verminderd. Een gedeelte van een jaar wordt, ten aanzien van deze vermindering, beschouwd als een geheel jaar. 3. Met ingang van den_eersten dag der maand waarin de 21-jarige leeftijd wordt bereikt, treedt de ambtenaar in het genot van de aan zijn ambt verbonden aanvangswedde. Diensttijd, welke vóór dien dag is vervuld, telt niet mede voor de periodieke verhoogingen. 4. Wij behouden Ons voor te bepalen, dat voor met name te noemen ambten, de aanvangsbezoldiging alsmede de periodieke verhoogingen worden verminderd, indien in verband met den arbeidstijd daartoe termen aanwezig zijn. Deze salarisregeling zal niet lager mogen zijn dan die, welke bij eene thans bestaande in uitzicht mocht zijn gesteld. 5. Een besluit als bedoeld in het vorige lid wordt genomen op voordracht van Onzen Minister, Tijdelijk Voorzitter van den Raad van Ministers, Onzen Minister van Financiën gehoord. 6. Ten aanzien van ambten, in bijlage A in het bijzonder hiervoor aangewezen, zal het Hoofd van het betrokken Departement van Algemeen Bestuur eene lagere bezoldiging kunnen vaststellen wegens minderen omvang van het ambt, wegens waarneming daarvan te zamen met een ander of wegens toelaatbare bijverdiensten daaruit voortvloeiende.' 7. Voor zoover een ambtenaar in de maand, waarin zijne benoeming ingaat, den 18-jarigen leeftijd nog niet bereikt, stelt het Gezag, dathem benoemt, de wedde vast op een bedrag, lager dan de aanvangswedde, dat in verband met den jeugdigen leeftijd en de te stellen eischen geacht kan worden behoorlijk te zijn. Indien in het besluit van benoeming geen dag van ingang is vermeld, treedt, voor de toepassing van dit lid, daarvoor in de plaats de dagteekening van het besluit. 8. Voor zoover in bijlage C voor de bezoldiging eene minimum- en maximum-wedde of wel alleen eene maximum-wedde is aangegeven, stellen Wij, met inachtneming van de zooeven bedoelde minima en maxima, voor de aan die ambten te verbinden wedde nader regels vast. 2e, 3e en 7e lid. Krachtens art. 1, 6e lid, van het Bezoldigingsbesluit 1918 ■ .'trad  9 ■ ae ambtenaar reeds bij het bereiken van den ocfóttenjarigen leeftijd in het genot van de bezoldiging volgens de bepalingen van dat besluit. Thans is voor het bereiken der aanvangsjaarwedde de leeftijdsgrens van 21 jaren vastgesteld. In de Hf. v. T. op het nieuwe besluit werd dit aldus gemotiveerd : «Bij de vaststelling van de salarissen is o.a. rekening gehouden met de gezinsbehoeften. Daarom is het billijk beneden 21-jarigen leeftijd een aftrek toe te passen en den diensttijd, vervuld vóór het bereiken van den 21-jarigen leeftijd, niet te laten gelden voor de toekenning van de periodieke verhoogingen." . Intusschen is behouden de bepaling uit het - Bezoldigingsbesluit 1918, dat bij benoeming van ambtenaren beneden den 18-iarigen leeftijd het benoemende gezag vrij is in de vaststelling der wedde in verband met den leeftijd en de te stellen eischen. 2. 1. De bezoldiging, bedoeld in de bijlagen A en B, voor zoover noodig verminderd- overeenkomstig het bepaalde bij artikel 1, tweede lid, wordt, behoudens de in dit besluit gemaakte beperkingen, met inbegrip van de in artikel 19 bedoelde toelagen, voor de gemeenten of onderdeelen van gemeenten, in de als bijlage D aan dit besluit gehechte lijst gerangschikt in de 2de en 3de klasse, onderscheidenlijk verminderd met 4 en 8 ten honderd. De bezoldiging op deze wijze verminderd, wordt steeds tot een tiental van guldens naar boven afgerond. 2. Aftrek van kost en inwoning heeft plaats van dè volle wedde :• het overblijvende bedrag wordt, zoo noodig, verminderd naar gelang van de klasse op de wijze als bij het eerste lid van dit artikel bepaald. 3. Indien de wedde niet overeenstemt met een bedrag, voorkomende in de schaal van bezoldiging, mag zij, bij overplaatsing van den ambtenaar in denzelfden rang of dezelfde klasse naar eene gemeente of onderdeel eener gemeente van eene andere klasse, nimmer overtreffen het hoogste der tientallen, welke gelegen zijn tuBschen het naast lagere en het naast hoogere bedrag in die schaal van bezoldiging voor de gemeente of het onderdeel eener gemeente van laatstbedoelde klasse. 4. Zoolang het in het vorig lid bedoelde geval zich voordoet, wordt bij eene tweede en volgende verplaatsing bij de vaststelling der wedde tot maatstaf genomen de wedde  10 - welke vóór de eerste verplaatsing werd genoten. ö. De verhooging van de wedde tot het naast hoogere bedrag in de schaal van bezoldiging gaat, in geval van toepassing van het derde en vierde lid, in op denzelfden dag, waarop zij zonder verplaatsing zou zijn ingegaan. Dit artikel bevat de regeling van den aftrek wegens verschil in duurte in de onderscheidene gemeenten (N. v. T.). Oorspronkelijk bevatte het Bezoldigingsbesluit 1918 eene verdeeling der gemeenten in vijf klassen, met een aftrek van ondersch. 4, 8, 12 en 16 % voor gemeenten der 2de, 3-e, 4de en 5de klasse. Bq de wijziging van 9 October 1919, S. 598, is het aantal Bassen tot drie teruggebracht en in verband daarmede de oorspronkelijke bijlage D gewijzigd. — 3e — 5« lid. De N. v. T. op het Bezoldigingsbesluit 1918 bevatte de volgende toelichting op het overeenkomstige 4e •— 6" lid van artikel 2 van dat besluit. „Het kan intusschen voorkomen dat de bezoldiging niet is bepaald op een bedrag, hetwelk door regelmatige periodieke verhooging kan worden verkregen : alsdan zou door evenredige verniindering met de in het 2de lid1 genoemde percentages, ongelijkheid kunnen ontstaan. Heeft een ambtenaar in eene gemeente van de lste klasse b.v. eene wedde van f 990 en wordt hij overgeplaatst naar eene gemeente van de 5de klasse, dan zou van genoemd bedrag 16 pet. worden afgetrokken en op de nieuwe standplaats de bezoldiging zijn te bepalen op f 990— f 158.40 = f 831.60 of afgerond f 840. Terwijl hij dus in de eerste klasse nog niet de bezoldiging ontving, welke eerst na 2 jaren dienst kan worden bereikt, zou hij door deze overplaatsing op een traktement komen, hetwelk wèl na dien diensttijd bereikt wordt. Teneinde zulks te voorkomen, bepaalt het 4de lid 2, dat in een dergelijk geval de bezoldiging bij overplaatsing in denzelfden rang, het hoogste dér tientallen, gelegen tusschen het naast lagere en het naast hoogere bedrag in de schaal van bezoldiging, niet mag overschrijden. Vermits in evengenoemd voorbeeld dit hoogste tiental f 830 bedraagt, mag de bezoldiging niet méér zijn dan deze som. Bovengenoemde ambtenaar ontvangt dus niet f 840, doch f 830 en blijft nog even beneden den volgenden trap van de schaal, evenals in zijn oude standplaats het geval was. De aandacht zn er voorts op gevestigd, dat, ingeval de bezoldiging is vastgesteld op een bedrag, niet overeenkomende met een der bedragen van de schaal van bezoldiging, en eene overplaatsing van eene 5de klasse-gemeente naar eene 3de klasse-gemeente moet plaats vinden, de bezoldiging in deze laatste gemeente wordt gevonden door de eerstgenoemde bezoldiging met 92 '84 te vermenigvuldigen en het 1 Thans le lid. 2 „ 3e „  11 komende product af te rouden. Immers, ten gevolge van de voor aftrek geldende percentages, verhouden zich de wedden van de gemeenten en onderdeelen van gemeenten van lste, 2de, 3de, 4de en 5de klasse als 100 : 96 : 92 : 88 : 84. Op den grondslag van deze verhouding dient de wedde in het bedoelde geval (waar dus de bezoldiging niet overeenkomt met een bedrag, in de schaal genoemd) te worden berekend. Zoolang de wedde van den bedoelden ambtenaar niet is gebracht op een der trappen van periodieke verhooging naar de schaal voor *Ön ambt bij de regeling vastgesteld, zal deze ongelijkheid blijven bestaan, vandaar dat in het 5de lid1 de bepaling is opgenomen dat in die gevallen ook bij volgende verplaatsingen uitgegaan moet worden van de bezoldiging, welke vóór de eerste verplaatsing werd genoten. Ook het 6e lid • houdt met het vorenstaan de verband." 3. 1. Wij behouden Ons voor ten aanzien van bepaalde ambten, met afwijking van het bepaalde in het vorig artikel, eene bijzondere regeling te treffen. 2. Een besluit als bedoeld in het vorige lid wordt genomen op voordracht van Onzen Minister, Tijdelijk Voorzitter van den Baad van Ministers, Onzen Minister van Financiën gehoord. 3. Indien het in het eerste lid bedoelde besluit afwijkt van het advies der Salariscommissie voor Burgerlijke Rijksambtenaren, ingeroepen overeenkomstig het bepaalde bij artikel 24 van dit besluit, wordt het met redenen omkleed gelijktijdig met het advies in het Staatsblad geplaatst. 4. 1. Voor de toepassing van het bepaalde in artikel 2 wordt als standplaats aangemerkt de gemeente of het^ onderdeel eener gemeente, waar. de ambtenaar zijne wërkzaamheden moet verrichten, of wel de gemeente of het onderdeel eener gemeente van zijn dienstkring, hem als standplaats door het bevoegde Gezag aangewezen. 2. Ingeval bijzondere omstandigheden afwijking van het vorige lid wenscheUjk maken, kan den ambtenaar eene andere gemeente of onderdeel hiervan als standplaats worden aangewezen. 5. 1. In geval van detacheering naar elders, blijft de bezoldiging vastgesteld op het bedrag, dat geldt 'voor de standplaats. 1 Thans 4e lid. 2 >i 5e ,,  12 - 2. Het Gezag, dat den ambtenaar benoemt, kan, bij verplaatsing van dezen voor korten tijd tot het volvoeren van eene bijzondere opdracht bepalen, dat ten aanzien van zijne bezoldiging hetzelfde plaats vindt. 6. 1. Voor het genot van kost en inwoning wordt, voor zoover bij dit besluit niet anders is bepaald, ten aanzien van de ambten genoemd in de bijlagen A en B, op de bezoldiging een aftrek toegepast : bij eene aanvangswedde van minder dan f 1600, van f 600- per jaar; bij eene aanvangswedde van f 1600 tot f 2200, van 750 per jaar ; bij eene aanvangswedde van f 2200 tot f 2800, van f 900 per jaar ; bij eene aanvangswedde van f 2800 tot f 3400, van f 1200 per jaar ; bjj'ëene aanvangswedde van f 3400 tot f 4000, van f 1500 per jaar ; bjj eene aanvangswedde van f 4000 of hooger, van f 1800 per jaar. 2. Voor het genot van woning wórdt, ten aanzien van de ambten als bedoeld in het eerste lid, op de bezoldiging met inbegrip van de in artikel 19 bedoelde toelagen, een aftrek toegepast van 15 ten honderd. Heeft de inwoning ten doel de bewaring van het gebouw óf van hetgeen daarin voor 's Rijks dienst aanwezig is, dan bedraagt de aftrek 10 ten honderd. Indien de ambtenaar aantoont, dat de huurwaarde der woning bepaald naar artikel 10 der wet op de personeele belasting 1896 minder bedraagt dan de aftrek, wordt deze op het bedrag van die huurwaarde gesteld. - 3. Voor het genot van vuur en licht, zonder genot van kost en inwoning, wordt op den voet als voren een aftrek toegepast van 3 ten" honderd tot een maximum van f 100. 4. Voor dienstkleeding, geheel of ten deele van Rijkswege verstrekt, wordt afgetrokken de waarde, welke die verstrekking voor den ambtenaar kan geacht worden te hebben. Onze Minister, Hoofd van het betrokken Departement van Algemeen Bestuur, stelt dat bedrag naar den hierboven bedoelden maatstaf vast en zendt van zijne beschikking afschrift aan de Algemeene Rekenkamer. 5. Voor zoover andere dan de bovengenoem-  13 de voordeelen worden genoten, alsmede wanneer deze voordeelen worden genoten in ambten in bijlage C genoemd, kan Onze Minister, Hoofd van het betrokken Departement van Algemeen Bestuur, voor aftrek een bepaald bedrag of een percentage vaststellen. Het bepaalde in het vorige lid vindt hierbij overeenkomstige toepassing. 6. Onverminderd het bepaalde bij artikel 2, eerste en tweede lid, worden, bij toepassing van meer dan een aftrek ingevolge dit artikel, eerst de vaste bedragen afgetrokken en daarna van het komende verschil het percentsgewijze te berekenen bedrag, bij welke berekening bedoeld verschil als grondslag dient. Indien aftrek dient plaats te vinden met meèr dan één percentage, wordt het af te trekken bedrag berekend naar de som van de percenten. 7. Na den laatsten aftrek wordt het verkregen verschil tot een tiental van guldens naar boven afgerond. „Het bedrag voor aftrek, wegens genot van kost en inwoning is niet meer, gelijk bij de vóór 1 Januari 1920 geldende regeling, bepaald in de bijlagen op zeker bedrag voor ieder ambt of met een percentage van 50, waar dit niet geschied was, maar is thans vastgesteld op zeker bedrag naar gelang van hoogere of lagere bezoldiging. Zoo zal bij ambten met aanvangswedde van minder dan f 1600 per jaar de aftrek bedragen f 600, bij die van f 4000 en hooger f 1800. Men zal hierdoor eenheid krijgen zooveel mogelijk in den aftrek, daar waar en voor zoover zij noodig is. De aftrek van 15 % voor het genot van woning steunt op de verhouding tusschen huurprijs en inkomen in normale tijden veelal geldende. Waar aan het genot van woning is verbonden de bewaring van het Rijksgebouw door den inwonende of wel het toezicht op de dienstlokalen, zooals b.v. het geval is met de directeurs der posterijen en der telegrafie, en meer nog met hen wier taak hoofdzakelijk of uitsluitend is de verzorging daarvan, als conciërges, suppoosten, e.d. bestaat reden om den aftrek lager te stellen. Voor deze gevallen is hij bepaald op 10%. Als correctief voor te hoogen aftrek, voor beide gevallen, kan dienen de huurwaarde voor de personeele belasting. Tot deze blijft de aftrek steeds beperkt." (N. v. T.) 7. Het genot der bezoldiging vangt aan met den dag, waarop de benoeming ingaat. Bijaldien in het besluit van benoeming geen datum  14 van ingang is vermeld, vangt het genot der bezoldiging aan met den dag, waarop het ambt wordt aanvaard. 8. 1. De wedden van de ambtenaren, genoemd in de bijlagen A en B, worden bij bekwaamheid, geschiktheid en dienstijver periodiek verhoogd op de wijze als daarbij is aangegeven, naar gelang van den diensttijd in den rang of de klasse, voor zoover de in de bijlage B genoemde ambtenaren betreft met bijberekening van diensttijd, als in deze bijlage is aangegeven. 2. Bij overgang in hetzelfde dienstvak naar eene betrekking, die gerangschikt is in dezelfde schaal van bezoldiging, wordt de in de verlaten betrekking geldende diensttijd geacht ook te gelden voor de toekenning van de bezoldiging en de periodieke verhoogingen in de nieuwe betrekking. Wij behouden Ons voor op dezelfde wijze te handelen of te doen handelen bij overgang in hetzelfde dienstvak naar eene betrekking die gerangschikt is in eene schaal van bezoldiging met eene lagere aanvangswedde of uitzicht gevende op lager eindsalaris. 3. Wij behouden Ons voor ten aanzien van bepaalde betrekkingen te handelen of te doen handelen, alsof zij tot hetzelfde dienstvak behoorden. 4. Een besluit, als bedoeld in het vorige lid, wordt genomen op voordracht van Onzen Minister, -Tijdelijk Voorzitter van den Baad van Ministers, Onzen Minister van Financiën gehoord. 9. 1. Voor het geval, dat een of meer verhoogingen wegens, gebrek aan bekwaamheid, geschiktheid of dienstijver onthouden worden, zullen verdere periodieke verhoogingen zooveel later worden toegekend, als de laatste onthouding heeft geduurd. 2. Indien na onthouding van periodieke verhooging de ambtenaar buitengewone bekwaamheid, geschiktheid en dienstijver betoont, kan het Gezag, dat tot toekenning van periodieke verhoogingen bevoegd is, bepalen, dat een of meer periodieke verhoogingen alsnog worden toegekend. 10. De toekenning van de periodieke verhoogingen geschiedt door Onzen Minister'» Hoofd van het betrokken Departement van  15 - Algemeen Bestuur, tenzij door Ons anders is of wordt bepaald. 11. 1. De tijd, gedurende welken krachtens wettelijk voorschrift verlof wordt genoten ter vervulling van militairen dienstplicht, komt van rechtswege in aanmerking als diensttijd, geldig voor de toekenning van periodieke verhooging. 2. Als r'iensttiju, in den zin van het vorige lid, blijft buiten aanmerking de tijd, buiten bezwaar van 's Rijks schatkist met verlof doorgebracht, indien het verlof langer dan een jaar achtereenvolgens geduurd heeft of verleend is op een door den ambtenaar gedaan verzoek in zijn persoonlijk belang, alsook de tijd gedurende welken de ambtenaar in zijne betrekking is geschorst, voor zoover het Gezag, dat tot de schorsing bevoegd is, zulks heeft bepaald. 3. Wij behouden Ons nochtans voor om in gevallen, waarin een verlof voor langer dan een jaar achtereenvolgens in 's Rijks belang verleend wordt, te bepalen, dat de tijd van dat verlof als diensttijd in aanmerking zal komen. 4. Bij de toepassing van de voorafgaande leden van dit artikel vindt artikel 13 overeenkomstige toepassing. 12. 1. Diensttijd als tijdelijk ambtenaar, krachtens aanstelling door het bevoegd Gezag en onmiddellijk gevolgd door vasten dienst in dezelfde betrekking en in denzelfden rang of dezelfde klasse, komt voor de periodieke verhooging in aanmerking. De artikelen 1, derde lid, en 13 vinden daarbij overeenkomstige toepassing. 2. Indien tusschen den tijdelijken dienst en den vasten dienst een kort tijdsverloop is gelegen, kan het Gezag, dat den ambtenaar benoemt, bepalen, dat de tijdelijke dienst mede in aanmerking komt voor de periodieke verhooging. 3. Wij behouden Ons voor in bijzondere gevallen of ten aanzien van bepaalde groepen van ambtenaren te bepalen, dat de tijdelijke diensttijd, krachtens aanstelling, niet of slechts ten deele in aanmerking zal komen, alsmede om voor het in aanmerking komen van tijdelijken dienst, bij overgang in vasten dienst in eene andere dan de onmiddellijk te voren in  16 tijdelijken dienst bekleede betrekking, regelen te stellen, welke afwijken van dien, voorkomende in het eerste lid van dit artikel. 4. Een besluit als bedoeld in het vorige lid, wordt genomen op voordracht van Onzen Minister,. T^delijk Voorzitter van den Raad van Ministers, Onzen Minister van Financiën gehoord. 13. 1. De voor periodieke verhooging gestelde tijdvakken vangen aan met den eersten dag van de maand, waarin de benoeming ingaat. 2. Bijaldien in een besluit van benoeming geen datum van ingang is vermeld, treedt bij de toepassing van het vorige lid daarvoor in de plaats de dag waarop het ambt wordt aanvaard. 3. Op dezelfde wijze wordt gehandeld ten aanzien van de vermindering bedoeld in artikel 1, tweede lid. 14. De dagteekening van ingang eener bevordering tot hoogeren rang of hoogere klasse in hetzelfde dienstvak kan worden gesteld op een tijdstip, voorafgaande aan de dagteekening van het besluit dier bevordering, indien de voor de bevordering benoodigde gelden bij eene oorspronkelijke begrootingswet zijn beschikbaar gesteld en deze wet wordt afgekondigd in den loop van het jaar, waarvoor de begrooting moet dienen. lf. 1. Behalve de voorgeschreven periodieke verhoogingen kunnen door het Gezag, dat den ambtenaar benoemt, behoudens de grens van de voor den rang of de klasse vastgestelde maximumwedde, een of meer in de schaal van bezoldiging genoemde verhoogingen buitengewoon worden toegekend wegens buitengewonen ijver, geschiktheid en bekwaamheid, indien de voor de toekenning benoodigde gelden op de Staatsbegrooting in het bijzonder voor den ambtenaar beschikbaar gesteld worden. Op dezelfde wijze kan afwijking plaats vinden van het bepaalde bij artikel 1, tweede, derde en zevende lid. 2. De aldus verhoogde wedde wordt voor de toekenning van de verdere periodieke verhoogingen beschouwd als te z$jn verkregen door regelmatige periodieke verhooging na den daarvoor gevorderden diensttijd. Artikel 13 vindt daarbij overeenkomstige toepassing.  • 17 - 3. Onder periodieke verhoogingen, bedoeld in het 2de lid, zijn. mede begrepen de verhoogingen, die de wedde ondergaat ingevolge het 2de lid van artikel 1. 4. Indien tengevolge van de toepassing van het eerste lid de aanvangswedde wordt bereikt vóór den in het derde lid van artikel 1 bedoelden dag, telt de diensttijd vervuld na het bereiken dier aanvangswedde mede voor de periodieke verhoogingen. Artikel 13 vindt daarbij overeenkomstige toepassing. 16. 1. Bij benoeming tot eenig ambt kan de wedde, met inachtneming van de bedragen in de schaal van bezoldiging vermeld, worden bepaald op een bedrag hooger dan de aanvangswedde van den rang of de klasse, waarin de benoeming geschiedt, en kan mede, geheel of ten deele, worden afgezien van vermindering naar artikel 1, tweede lid, met inachtneming echter ook in dit geval van de bedragen daar vermeld. Tevens kan, ten behoeve van de toekenning der verdere periodieke verhoogingen, een bepaalde diensttijd worden toegekend. Indien geen diensttijd wordt toegekend, vinden het tweede, derde en vierde lid van artikel 15 overeenkomstige toepassing, terwijl, in geval van toekenning van bepaalden diensttijd, artikel 13 overeenkomstige toepassing vindt. 2. Indien de benoeming tevens eene bevordering bij hetzelfde dienstvak is, wordt ten minste de wedde toegekend, die onmiddellijk gelegen is boven het bedrag, gerekend naar dezelfde klasse van gemeenten, laatstelijk (in den lageren rang of de lagere klasse) genoten aan wedde en toelage als bedoeld in artikel 19. Indien toelage wordt genoten zoowel in den verlaten als in den nieuwen rang of de nieuwe klasse, wordt uitsluitend rekening gehouden met de wedde. 3. Wij behouden Ons voor te bepalen, dat in een dienstvak de overgang tot een anderen rang of eene andere klasse al dan niet als eene bevordering behoort te worden aangemerkt. 4. Een besluit, als bedoeld in het vorige lid wordt genomen op voordracht van Onzen Minister, Tijdelijk Voorzitter van den Baad van Ministers, Onzen Minister van Financiën gehoord. 5. & J. n". 93, 2e dr.  13 „Toekenning van bepaalden diensttijd bij bevordering is niet gebiedend voorgeschreven', doch natuurlijk zal ze in bepaalde gevallen dienen plaats te hebben, teneinde te voorkomen, dat men uit latere bevordering voordeel trekt, zooals het geval zou zijn, indien bijv. adjunct-commiezen met onderscheidenlijk 8 jaar en 11 maanden en 9 jaar en 1 maand diensttijd in hun rang, tot commies werden bevorderd, onderscheidenlijk op f 2900 en f 3000, zonder dat diensttijd voor toekenning van verdere periodieke verhooging in den nieuwen rang werd meegegeven. In de hier, bij wijze van voorbeeld, gekozen gevallen, moet de op f 2900 benoemde commies 11 maanden en de op f 3000 benoemde commies 1 maand diensttijd in zijn nieuwen, rang meekrijgen. Op deze wijze handelende, blijven goede verhoudingen ih de anciënniteit bewaard." (N. v. T.) 17. 1. Indien de wedde niet overeenstemt met een bedrag, voorkomende in de schaal van bezoldiging, wordt zij verhoogd tot het naast hoogere bedrag in die schaal na een op den voet van het volgende lid berekend tijdsverloop, hetwelk aanvangt met den eersten dag van de maand, waarin die wedde is ingegaan. De aldus verhoogde wedde wordt voor de verdere periodieke verhoogingen beschouwd als te zijn verkregen door regelmatige periodieke verhooging na den daarvoor gevorderden diensttijd. Deze bepaling is niet van toepassing op de wedde verminderd overeenkomstig het bepaalde in artikel 1, tweede lid. 2. Het tijdsverloop, bedoeld in het vorige lid, wordt berekend door het getal maanden, dat is vastgesteld voor den trap van verhooging tusschen welks aanvang en einde de wedde is gelegen, te vermenigvuldigen met eene gewone breuk, waarvan de teller aanwijst het bedrag, waarmede de wedde blijft beneden het naast hoogere bedrag in de schaal van bezoldiging, en de noemer het verschil tusschen het naast lagere en het naast hoogere bedrag in die schaal. 3. Gedeelten van eene maand, grooter dan eene halve maand, worden als eene geheele maand gerekend en gedeelten, gelijk aan of kleiner dan eene halve maand, worden verwaarloosd. i. Onder de wedde, als bedoeld in het eerste lid, zijn mede begrepen de in artikel 19 genoemde toelagen. 5. Het derde en vijfde lid van artikel 2  19 - vinden overeenkomstige toepassing, zoolang het in het eerste lid bedoelde geval zich voordoet, bij : o. wijziging der bezoldiging in denzelfden rang of dezelfde klasse, onafhankelijk van het toekennen ener buitengewone verhooging of van standplaatsaanwijzing; 6. het toekennen of het verlies van het genot van kost en inwoning. 18. 1. Wij behouden Ons voor aan bepaalde ambtenaren, hetzij bij eerste aanstelling, hetzij door latere buitengwoone persoonlijke verhoogingen, eene hoogere wedde toe te kennen dan hét maximum van de schaal, waarin genoemde ambtenaar is gerangschikt, voor zoover het benoodigde bedrag in het bijzonder voor dat doel op de Staatsbegrooting wordt beschikbaar gesteld. 2. Het bepaalde in het eerste lid geldt uit. sluitend voor ambtenaren, die eene betrekking bekleeden, waarvoor bijzondere persoonlijke eigenschappen worden vereischt. 19. 1. Wij behouden Ons voor te regelen de toekenning van toelagen aan ambtenaren, aan wie zoodanige eischen gesteld worden, dat hunne positie en taak een bijzonder karakter dragen, hetwelk hen onderscheidt van de overige in denzelfden rang of dezelfde klasse werkzame personen in hun dienstkring. 2. De toelage wordt bepaald op ten hoogste 20 ten honderd van de genoten wedde en bedraagt-voor de gemeenten of onderdeden van gemeenten van de le klasse tien gulden of een veelvoud van tien gulden. 3. Zij wordt toegekend door het Gezag, dat den ambtenaar benoemt. 4. Wij behouden Ons voor te regelen de toekenning van toelagen aan ambtenaren bij de Tweede-Kamer der Staten-Generaal, wegens de bijzondere omstandigheden, waaronder zg hunne werkzaamheden verrichten. 20. Boven en behalve de wedde naar de Tegelen van dit besluit toe te kennen, genieten de ambtenaren, bij wijze van tijdelijke toelage, een bedrag van f 50 's jaars voor ieder hunner wettige of wettelijk erkende kinderen beneden den leeftijd, van 18 jaar, die zij op den lsten Januari van het jaar boven de twee zoodanige kinderen bezitten, met dien verstande : 2*  20 - 1". dat de toelage slechts genoten wordt door hen, wier wedde of, indien zij meer dan éne betrekking in 's Rijks uienst bekleeden, de som wier wedden, een en ander berekend voor eene gemeente der 1ste klasse, op dien datum of, bij latere indiensttreding, op den datum der indiensttreding, lager is dan f 5000 's jaars en slechts tot zoodanig bedrag, dat de wedde of de som der wedden en de toelage te zamen dat bedrag niet te boven gaan ; 2~'. dat in geval beide ouaers eene burgerlijke Rijksbetrekking bekleeden, voor de toepassing van deze bepaling uitsluitend rekening wordt gehouden met de wedde en toelage of het totaal aan wedden en toelage van den hoogst bezoldigden ouder ; 3°. dat voor de toekenning der toelage niet in aanmerking komen de betrekkingen, welke als een nevenbetrekking zijn te beschouwen. Onderwijzers, die krachtens de wet op het Lager Onderwijs kindertoelage genieten, zijn van de toelage, in dit artikel bedoeld, uitgesloten. Een overeenkomstige bepaling kwam in het Bezoldigingsbesluit 1918 niet voor. In de N. v. T. op het nieuwe besluit werd dit artikel aldus toegelicht': „De strekking van deze bepaling is duidelijk : zij zal wel geen toelichting behoeven van deze, dat de bedoeling is om als grens voor het verleenen van toelage te stellen een bedrag aan wedde en toelage tezamen van f 5000. Wanneer man en vrouw beiden een of meer Rijksbetrekkingen bekleeden, zal het ambtsinkomen dat van een hunner het minste is buiten beschouwing blijven, ten einde hen niet te doen achterstaan bij hen voor wie een ambtsinkomen mocht voortvloeien uit anderen hoofde. De mogelijkheid, dat ieder jaar de toelage wijziging "ondergaat, wegens verandering in' het getal kinderen waarvoor zij genoten zal worden, maakt het noodig, dat zij buiten den pensioensgrondslag blijft; daarom is zij, overeenkomstig haar karakter, aangeduid als tijdelijk. De bedoeling is natuurlijk niet hun kindertoelage deelachtig te doen 'worden wier ambt slechts bijkomstig is; teneinde dit duidelijk te doen uitkomen, strekt de voorwaarde onder 3° van het artikel." 21. 1. Het is den ambtenaren in hun ambt verboden, anders dan met goedvinden van het bevoegd Gezag, vergoedingen, belooningen of  21 - giften van derden te vorderen, te verzoeken of aan te nemen. 2. Door Ons kan eene billijke, persoonlijke vergoeding worden verleend aan den ambtenaar, die en zoolang hij door dit verbod nevens de toekenning van wedde naar de regelen van dit besluit, nadeel zou ondervinden. 22. 1. De bepalingen van dit besluit zijn niet van toepassing op tijdelijke ambtenaren. 2. Wij behouden Ons voor regelen vast te stellen omtrent toekenning van bezoldiging of vergoeding voor de tijdelijke waarneming door een ambtenaar van eene andere betrekking. Thans te dezer zake bestaande regelingen blijven van kracht, zoolang zij niet door andere z^jn vervangen. 23. 1. Voor het uitbrengen van adviezen, de salarisregeling betreffende, is er eene Salariscommissie voor Burgerlijke Rijksambtenaren, welke haren zetel heeft te 's-Gravenhage. 2. De leden der Commissie worden door Ons benoemd en ontslagen. 3. Een van hen wordt door Ons als voorzitter en een als ondervoorzitter aangewezen. , 4. Door Ons worden aan de Commissie een lste en een 2de secretaris toegevoegd. 24. 1. De Commissie wordt gehoord over : a. het brengen van wijzigingen in de salarisregelingen van burgerlijke Rijksambtenaren; b. de vaststelling der bezoldiging van nieuw in te stellen ambten of van ambten, die voor dien niet bezoldigd werden; c. het treffen van regelingen, als bedoeld in het vierde lid van artikel 1, het eerste lid van artikel 3 en het derde lid van artikel 8 ; d. de aanwijzing van standplaatsen, als bedoeld in het tweede lid van artikel 4; f. de indeeling in klassen van de desbetreffende kantoren. 2. De Commissie geeft voorts jaarlijks in de maand Maart advies inzake het aanbrengen van wijziging in de als bijlage D aan dit besluit gehechte lijst. 3. Zij is voorts bevoegd ter zake van de salarieering van burgerlijke rijksambtenaren voorstellen te doen. 25. 1. De benoeming van leden geschiedt voor den tijd van vier jaar. 2. De aftredenden zijn terstond her benoembaar.  22 3. De eerste aftreding heeft plaats op 1 Januari 1922. 4. Degene, die buiten den voor aftreding bestemden tijd tot lid is benoemd, treedt gelijktijdig met de andere leden af. 26. 1. Bij ontstentenis of afwezigheid worden de voorzitter en de ondervoorzitter, wat de leiding der vergadering betreft, vervangen door het in achtereenvolgende dienstjaren oudste lid. ■ 2- Bij gelijken diensttijd geschiedt de rangregeling naar de rangschikking der benoemingsbesluiten of, hebben benoemingen plaats gehad bg hetzelfde besluit, naar de rangschikking der benoemden in dat besluit. 3. Bij ontstentenis of afwezigheid van den lste-secretaris wordt deze vervangen door den 2de-secretaris of door een door den voorzitter aan te wijzen lid. 27. 1. Tot het verrichten van hare werkzaamheden kan de Commissie zich verdeelen in afdeelingen. 2. Het verrichten van bepaalde werkzaamheden kan de Commissie opdragen aan één of meer leden uit haar midden. 28. De Commissie stelt een reglement van orde voor hare werkzaamheden vast en brengt dit ter kennis van Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken. 29. 1. Aan de leden wordt een vacatiegeld toegekend ten bedrage van acht gulden voor edere door hen bijgewoonde vergadering, met dien verstande dat meerdere op denzelfden dag gehouden vergaderingen als ééne vergadering worden aangemerkt, en voor de bepaalde werkzaamheden, als bedoeld in artikel 27, tweede lid, mits deze werkzaamheden ten minste 5 uur hebben in beslag genomen, van acht gulden daags en anders de helft. 2. De bureelkosten worden den lste secretaris vergoed op door Ons te bepalen wijze Overgangsbepalingen. 30. 1. De bezoldiging van de op 1 Januari 1920 in dienst zijnde ambtenaren, wordt, met ingang van dien datum, vastgesteld naar den diensttijd, welke op dien datum is verkregen onder de op 31 December 1919 van kracht zijnde regeling, met verwaarloozing van ge-  23 ■ deelten van een maand. Diensttijd, vervuld vóór het bereiken van den 18-jarigen leeftijd, komt hierbij niet in aanmerking. 2. Ingeval een ambtenaar met ingang van 1 Januari 1920 of van een vroegeren datum is benoemd of bevorderd tot hoogeren rang of hoogere klasse in hetzelfde dienstvak of wel overgegaan is in eene tot een ander dienstvak behoorende betrekking, welke ingevolge de nieuwe salarisregeling gerangschikt is in eene hoogere schaal van bezoldiging, wordt, indien hij door toepassing van het derde lid van dit artikel op 1 Januari 1920 in den hoogeren rang of de hoogere klasse een meerderen diensttijd verkrngt dan volgens het eerste lid van dit artikel, de diensttijd berekend volgens het bepaalde in het volgende lid. 3. De wedde van een in het vorige lid bedoelden • ambtenaar wordt, met ingang van 1 Januari 1920, vastgesteld naar een diensttijd i welken hij door de benoeming, de bevordering of den overgang in een ander dienstvak op den datum van ingang daarvan zou hebben verkregen, indien de op 1 Januari 1920 in werking tredende salarisreeling reeds had gegolden op den dag, voorafgaande aan dien van ingang van benoeming, bevordering of overgang in een ander dienstvak vóór of op 1 Januari 1920, vermeerderd met den werkelijk in den hoogeren rang of de hoogere klasse doorgebrachten diensttijd. Als diensttijd in de onderscheidene rangen of klassen komt mede in aanmerking de daarin verkregen diensttijd door : o. buitengewone of vervroegde periodieke verhoogingen ; b. eerste benoeming bij het dienstvak op eene hoogere dan de aanvangswedde ; c. toepassing van artikel 12 van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1918 (Staatsblad n°. 541), zpoals dit sedert is gewijzigd en aangevuld; d. toepassing van het achtste lid van artikel 33 van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1918 (Staatsblad n°. 541); e. toepassing van het tweede lid van artikel 8 van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1918 (Staatsblad n°. 541) of krachtens een op grond van het derde lid van dat artikel genomen bssluit.  24 Bij de bepaling van den diensttijd in eiken rang of elke klasse verkregen, worden gedeelten van eene maand verwaarloosd. 4. Indien een ambtenaar, die met ingang van 1 Januari 1920 of van een vröegeren datum benoemd of bevorderd is tot hoogeren rang of hoogere klasse bij hetzelfde dienstvak, op den datum van ingang van die benoeming of bevordering nog niet den trap van verhooging in den lageren rang of de lagere klasse had bereikt, welke onmiddellijk gelegen is beneden de aanvangswedde van den hoogeren rang of de hoogere klasse, wordt hij geacht in den lageren rang of de lagere klssae een werkelyken diensttijd te hebben vervuld, welke werd vereischt om volgens de op den dag voorafgaande aan dien van ingang van de benoeming of bevordering geldende salarisregeling bedoelden trap van verhooging te bereiken. 5. Wij behouden Ons voor, ten aanzien van de bepalingen van den diensttijd, waarnaar de nieuwe wedde moet worden berekend, eene bijzondere regeling te treffen, indien, hetzij in bijzondere gevallen, hetzij ten opzichte van bepaalde groepen van ambtenaren, op trilljjkheidsgronden van het in de vorige leden van dit artikel bepaalde behoort te worden afgeweken. 6. Een besluit, als bedoeld in het vorige lid van dit artikel, wordt genomen op voordracht van Onzen Minister, Tijdelijk Voorzitter van den Baad van Ministers, Onzen Minister van Financiën gehoord. 7. De tijd van stilstand van periodieke verhooging komt in n indering van den diensttijd. De artikelen 8,2de en 3de lid, 12 en 33, 8ste en 10de lid van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1918 (Staatsblad n°. 541) {voor zooveel betreft Art. 12 gewijzigd bij hei besluit van 9 October 1919, S. 598,) hrdden als volgt : Art. 8. 2. Bij overgang in hetzelfde dienstvak naar eene betrekking, die gerangschikt is in deselfde schaal van bezoldiging, wordt de in de verlaten betrekking geldende diensttijd geacht ook te gelden voor de toekenning van de bezoldiging en de periodieke verhoogingen in de nieuwe betrekking. Wij behouden Ons voor op dezelfde wijze te handelen of te doen handelen bij overgang in hetzelfde 'dienstvak naar eene betrekking die ge-  25 ■ rangschikt is in eene schaal van bezoldiging, nut eene lagere aanvangswedde of uitzicht gevende op lager eindsalaris. 3. Wij behouden Ons voor ten aanzien van bepaalde betrekkingen te handelen of te doen handelen alsof zij tof hetzelfde dienstvak behoorden. ' Art. 12. 1. Behoudens het bepaalde in het derde lid van dit artikel komt de diensttijd ais lijdelijk ambtenaar, krachtens aanstelling door net bevoegd Gezag en onmiddellijk gevolgd door vasten dienst-in dezelfde betrekking en in denzelfden rang of dezelfde klasse, voor de periodieke verhooging in aanmerking. Artikel 1, 6de lid, vindt daarbij overeenkomstige toepassing. 2. indien tusschen, den tijdelijken dienst en den vasten dienst een kort tijdsverloop is gelegen, kan het Gezag, dat den ambtenaat benoemt, bepalen, dat de tijdelijke dienst mede in aanmerking komt voor de periodieke verhooging. '' 3. Wij behouden Ons voor in bijzondere gevallen of ten aanzien van bepaalde groepen van ambtenaren te bepalen, dat de tijdelijke diensttijd, krachtens aanstelling, niet of slechts ten deele in aanmerking zal komen, alsmede om voor het in aanmerking komen van tijdelijken dienst bij overgang in vasten dienst in eene andere dan de onmiddiuijk te voren in tijdelijken dienst bekleede betrekking regelen te stellen, welke afwijken van die, voorkomende in het eerste lid van dit artikel. Art. 33, 8. Behoudens nadere regelingen als bedoeld in het 10de lid, geldt als diensttijd medé de tijd, welke volgens een daartoe strekkend voorschrift van eene laatstelijk vóór 1 Januari 1918 van kracht zijnde regeling als diensttijd werd aangemerkt in de op 1 Januari 1918 6ekleede betrekking. 10. Wij behouden Ons voor ten aanzien van de bepaling van den diensttijd, als bedoeld in dit artikel, eene nadere regeling te treffen, indien in bijzondere gevallen of ten opzichte van bepaalde groepen van ambtenaren op grond van de vorenstaande bepalingen een diensttijd zou gelden, welke onevenredig lang of kort moet worden geacht. 31. Indien het bedrag, dat over het jaar 1919 is genoten aan wedde en toelage, ook die vóór de dagteekening van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1918 {Staatsblad n°. 541) toegekend, hooger is dan het bedrag der nieuwe wedde^ vermeerderd met toelage en eventueel toe te kennen kinderbijslag, wordt dat meerdere boven de nieuwe wedde genoten, in den vorm van eene toelage, "voor zoolang en voor zooverre eerstbedoeld bedrag hooger is dan laatstbedoeld bedrag. 32. '. De volgens de vorenstaande overgangsbepalingen berekende diensttijd, welke geldt voor de vaststelling van de bezoldiging op 1 Januari  ■ 26 1920, wordt verminderd met het aantal volle maanden, dat een ambtenaar op dien datum jonger is dan 21 jaar. 2. Indien tengevolge van de in het eerste lid bedoelde vermindering een negatief aantal maanden wordt verkregen, wordt de ambtenaar voor de berekening van de wedde, welke te rekenen van 1 Januari 1920 wordt toegekend, geacht op dezen datum te zijn aangesteld op een leeftijd van 21 jaar, verminderd met het laatst genoemde aantal maanden, en heeft deze berekening plaats op den voet van artikel 1, tweede en zevende lid. 33. 1. De volgens de vorenstaande overgangsbepalingen op 1 Januari 1920 berekende wedde kan voor een ambtenaar, wien eene buitengewone periodieke verhooging is toegekend of toegedacht met ingang van 1 Januari 1920 of een lateren datum, worden verhoogd op de wijze als blijkens eene voor buitengewone verhooging op de Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1920 in het bijzonder beschikbaar gestelden post is bedoeld. 2. Indien de door toepassing van het vorige lid berekende bezoldiging overeenstemt met een bedrag, voorkomende in de schaal van bezoldiging, wordt die bezoldiging voor de verdere verhoogingen beschouwd als te zijn verkregen door regelmatige periodieke verhooging na den daarvoor gevorderden diensttijd. 3. Indien de in het vorige lid bedoelde overeenstemming niet bestaat, vindt artikel 17 overeenkomstige toepassing. 34. 1. De herziening der jaarwedden, welke op grond van deze overgangsbepalingen behoort plaats te vinden, geschiedt door het Gezag, bevoegd tot toekenning van periodieke verhoogingen. 2. Indien de voorwaarden, welke voor het toekennen van periodieke verhoogingen zijn gesteld, niet zijn vervuld,kan dat Gezag bepalen, dat de herziening niet, of ten deele niet zal plaats vinden. 3. De termijnen voor de periodieke verhoogingen beginnen alsdan te loopen vanaf den datum, met ingang waarvan de herziening alsnog mocht plaats vinden, met dien verstande dat de artikelen 9, tweede lid en 13 overeenkomstige toepassing vinden.  - 27 • Slotbepalingen. 35. 1. Alle in andere besluiten voorkomende bepalingen, welke : a. onderwerpen betreffen, die in dit besluit zijn geregeld, behoudens het bepaalde in artikel 22, tweede lid; b regelen vaststellen omtrent periodieke verhooging tot hoogeren rang of hoogere klasse; zijn afgeschaft. De regelingen, welke z^jn voortgevloeid uit de bepalingen van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1918 (Staatsblad n". 541), zooals dat later is gewijzigd en aangevuld, blijven van kracht, zoolang z\j niet door andere zfln vervangen. 2. De thans geldende bepalingen ten aanzien van stilstand van wedde, al dan niet gepaard met dien van periodieke vérhooging bij afwezigheid of bij schorsing, .blijven, behoudens het bepaalde in artikel 11, van kracht zoolang geen algemeene regeling op dat punt is tot stand gekomen. 36. 1. De bepalingen van dit besluit zjjn op de vóór 1 Juli 1918 benoemde bewaarders van de hypotheken, het kadaster de scheepsbewijzen, zoolang zij aan hun tegenwoordig kantoor in functie blijven, slechts van toepassing voor zoover zij, overeenkomstig artikel 2 der wet van 17 Juni 1918 (Staatsblad n°. 387) hebben te kennen gegeven, dat zij voor de tegeling hunner bezoldiging wenschen gelijk gesteld te worden met de na den 30 Juni 1918 te benoemen bewaarders ; in dat geval zg'n de bepalingen van dit besluit, met uitzondering van de overgangsbepalingen, op hen van toepassing, hun salaris op 1 Januari 1920 wordt berekend naar den diensttijd op dien datum, met verwaarloozing van gedeelten van een maand. 2. Voor de bewaarders, die tevens ontvanger der registratie en domeinen zijn, geldt het vorige lid ook ten opzichte van hunne betrekking als ontvanger. 87. In de derde afdeeling van het Reglement h°. IV op de organisatie en den dienst der deurwaarders en verdere recbtsbedienden, vastgesteld bij het Koninklijk besluit van 14 September 1838 (Staatsblad n°. 36) en laatsteln'k  28 gewijzigd bij Ons besluit van 29 Mei 1917 (Staatsblad n°. 446), wordt voor art. 26 een nieuw artikel 25a ingevoegd, luidende : „De jaarwedden van de regterlijke beambten worden geregeld op de wijze als is aangegeven in het BezoldigingsbesluitBurgerlijke Rijksambtenaren 1920 (Staatsblad n". 37)." 33. 1. Ambtenaren, voor wie de korting wegens eigen pensioen en de bijdrage voor weduwe- en weezenpensioen naar de bepalingen der Wed uwen wet voor de ambtenaren 1890 over het jaar 1920 tezamen meer bedragen dan zeven ten honderd van hun pensioensgrondslag, of, indien de pensioensgrondslag f 3000 te boven gaat, dan zeven ten honderd van f 3000, ontvangen eene vergoeding ten beloope van het verschil. 2. Ambtenaren, op wie de Weduwenwet voor de ambtenaren 1890 niet van toepassing is, met uitzondering van die bedoeld in het vierde lid, ontvangen eene vergoeding tot een bedrag gelijk aan dat van hunne bijdrage voor eigen pensioen. 3. Ten aanzien van de ambtenaren van wie over het jaar 1920 in totaal wegens korting en bijdrage als in het eerste lid bedoeld minder wordt gevorderd dan de in dat lid omschreven zeven ten honderd, vindt, ten beloope van het verschil, aftrek op hunne bezoldiging plaats. 4. Een aftrek van zeven ten honderd, als in het eerste lid bedoeld, vindt plaats op de bezoldiging van hen, die voor zichzelf of voor hunne weduwe en hunne weezen vallen onder de bepalingen der Loodspensioenwet 1905. 39. Voor gevallen, waarin dit besluit niet of niet naar billijkheid voorziet, wordt door Ons eene bijzondere regeling getroffen op voordracht van Onzen Minister, Tijdelijk Voorzitter van den Raad van Ministers, Onzen Minister van Financiën gehoord. 40. Wij behouden Ons voor om, bij vermindering van de heerschende duurte, door wijziging van ait besluit, eene daarmede evenredige algemeene salarisvermindering te doen plaats vinden, behoudens handhaving van de wedden, die eenmaal zijn toegekend. 41. Onze Besluiten van 3 September 1918  29 (Staatsblad n°. 541), van 31 December 1918 (Staatsblad n°. 840) en van 9 October 1919 (Staatsblad n°. 598) zijn vervallen, behoudens het bepaalde bij artikel 35, eerste lid, tweede zinsnede, van dit besluit. 42. Dit besluit kan worden aangehaald als „Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1920", met vermelding van het nummer van het Staatsblad, waarin het is geplaatst. Onze Ministers zijn, ieder voor zooveel zijn Departement van Algemeen Bestuur aangaat, belast met de uitvoering van dit besluit, hetwelk in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de onderscheidene Ministerieele Departementen, aan den Raad van State en aan de Algemeene Rekenkamer. 's-Gravenhage, den 23sten Januari 1920. WILHELMINA. De Minister van Binnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter van den Raad van Ministers, Ch. Ruts de Beeéenbbotjok. (Uitgeg. 28 Jan. 1920.)  Schaal 1, 2 -30- B IJ LAGE A. Bezoldiging met periodieke verhooging, voor zoover deze niet is geregeld In bijlage B. SCHAAL 1. f 1100—f 1300, 2 jaar. 2 jaarlijksche verhoogingen van f 100. Waterstaat. Rijkspostspaarbank. Aspirant-klerk. SCHAAL 2. f 1300—1 1500, 3 jaar. 1 jaarlijksche verhooging van f 100 en daarna 2 van f 50. Departementen van algemeen bestuur, Hooge Colleges van Staat en Kabinet der Koningin. Vaste knecht. *) Assistent-bode of boute-feu. Assistent-bode (valt onder de bepaling van artikel 1, zesde lid). Knecht-portier. Justitie. Rechterlijke macht. Knecht of portier. Militair rechterlijke macht. Knecht of portier. Centrale Raad van beroep en Raden van beroep (O.). Knecht. Binnenlandsche Zaken. Centraal bureau voor de statistiek. Vaste knecht. Krankzinnigenwezen en krankzinnigengestichten. Arbeider in algemeenen dienst Ilïe klasse, w.o. : Bediende. Kolenrnder. Waschknecht. Hulpstoker. Arbeider in de wassehern. Arbeider in de keuken. Loopknecht. Huisknecht. *) De vaste kneoht bn de Tweede Kamer der Staten-Generaal, alleen werkzaam tijdens de bijeenkomsten der Kamer, valt onder de bepaling van artikel 1, zesde lid.  -31 — Schaal 2 Salariscommissie voor burgerlijke Rijksambtenaren. Vaste knecht. Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. Rijksuniversiteiten en technische hoogeschool. Bediende He klasse. Hulpmachinist. Bediende in de apotheek van de klinieken der Rijksuniversiteit te Utrecht. Loopknecht bij de klinieken der Rijksuniversiteit te Utrecht. Waschknecht aan de klinieken der Rijksuniversiteit te Utrecht. Tremmer aan de klinieken der Rijksuniversiteit te Utreoht. Hulpportier aan de klinieken der Rijksuniversiteit te Utrecht. Transportbediende bij de klinieken der Rijksuniversiteit te Utrecht. I Loopknecht bij de psychiatriseh-neurologische kliniek te Utrecht. I Hulpportier aan de psychiatriseh-neurologische ' kliniek te Utrecht. Transportbediende bij de psychiatriseh-neurologische kliniek te Utrecht. Huisknecht aan de psychiatriseh-neurologische kliniek te Utrecht. Rijksmuseum. Werkman. Koninklijke academie van wetenschappen. Bediende. Financiën. „Agentschap van het Ministerie van Financiën, Directie van de grootboeken der nationale schuld. Vaste knecht. Directe belastingen, invoerrechten en accijnzen. Vaste knecht. Pensioenraden. Vaste knecht. Weduwen- en weezenfonds voor burgerlijke ambtenaren. Vaste knecht. Oorlog. Staatsbedrijf der artillerie-inrichtingen. ; Bediende. Bureau van den chef van den generalen staf. Vaste knecht. Bureau van den hoofdintendant. Vaste knecht. Bureau van den directeur der militaire verkenningen. Vaste knecht. Bureau van den inspecteur van den geneeskundigen dienst der landmacht. Vaste knecht. Waterstaat. Rijkswaterstaat. BruerwachtAr t» fi»Uorm«lc™  Schaal 2, 3 32- Raad van toezicht op de spoorwegdiensten. Vaste knecht. Rijkspostspaarbank. Vaste knecht. Nachtwaker. Staatsbedrijf' der posteryen, telegrafie en telefonie. Vaste knecht bij het Hoofdbestuur. Werkman He klasse (waaronder magazijnwerkman). Landbouw, Nijverheid en Handel. Octrooiraad en Bureau voor den industrieelen eigendom. Vaste knecht of portier. Arbeid. Rijksverzekeringsbank. Kantoorknecht. Dienst der werkloosheidsverzekering en arbeidsbemiddeling. Vaste knecht. Centrale Gezondheidsraad. Vaste knecht Rijkskweekschool voor vroedvrouwen. Knecht. Verzekeringsraden. Vaste knecht. SCHAAL 3. I 1300—/ 1600, 4 jaar. 2 jaarlijksche verhoogingen van f 100 en daarna 2 van f 50. Departementen van algemeen bestuur, Hooge Colleges van Staat en Kabinet der Koningin. Magazijnbediende bij het bureau Materieel der afdeeling Comptabiliteit en Verificatie aan het Departement van Financien. Lichtdrukker bij het Departement van Marine. Justitie. Gevangenissen en Rijkswerkinrichtingen te Hoorn en te Leiden. Beambte voor huishoudelijke diensten. Rijkswerkinrichtingen „ Veenhuizen". Beambte voor huishoudelijke diensten. Rijksopvoedingsgestichten voor jongens. Beambte voor huishoudelijke diensten. Binnenlandsche Zaken. Krankzinnigenwezen en krankzinnigengestichten' Arbeider in algemeenen dienst Ile klasse> w.o. : Bijkok. Stoker. Hulpverpleger-buitenwerker. Schoenmaker-hulpverpleger. Kleermaker-hulpverpleger. Barbier. Hulpverpleger. Arbeider (machinegebouw). Tuinarbeider. He Landbouwknecht.  33- - Schaal 3, 4 Bediende-werkman. Magazijnbediende. Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. Rijksuniversiteiten en technische hoogeachoól. Arbeider in den kruidtuin. Polikliniek- en operatiebediende in de klinieken der Rijksuniversiteit te Utrecht. Laboratoriumbediende in de klinieken der Rijksuniversiteit te Utrecht. Telefonist bij de klinieken der Rijksuniversiteit te Utrecht. Tuinarbeider bjj de klinieken der Rijksuniversiteit te Utrecht. Magazijnknecht lm de psychiatriseh-neurologische kliniek te Utrecht. Laboratoriumbediende in de psychiatrisehneurologische kliniek te Utrecht. Telefonist bij de psychiatriseh-neurologische kliniek te Utrecht. Oorlog. Topografische inrichting. Graveur IVe klasse. Drukker IVe klasse. Photograaf IVe klasse. Steenslijper. Kaartenplakker. Waterstaat. Rijkswaterstaat. Arbeider bn' de zee- en havenwerken te Oude" Hoeve. Landsgebouwen. Opperman. Staatsbedrijf der posterijen, telegrafie en telefonie^ Werkman Ie klasse (waaronder Ie magazijn werkman). Landbouw, Nijverheid en Handel. Rijksinstituut voor biologisch visscherijonderzoek. •Bediende. Rijksinstituut voor hydrografisch visscherijonder- ", zoek. Bediende. Scheepvaartinspectie. Knecht op een motorboot. Voorlichtingsdienst ten behoeve van den rubber- handel en de rubbernijverheid. Bediende. Korps geleiders van ontplofbare stoffen. (ieleider. ' Arbeid. Centraal laboratorium ten behoeve van het StaatsTi , 1.<* op de Volksgezondheid. lle bediende. SCHAAL 4. . f 1400—f 1700, 6 jaar. 6 jaarlijksche verhoogingen van f 60. Departementen van algemeen bestuur, Hooge Colleges van Staat en Kabinet der Koningin. Bode. S. & J. n». 93, 2» dr. 3  Schaal 4 -34- Justltie. Rechterlijke macht. Bode. Militair rechterlijke macht. Bode. Centrale Raad van beroep en Raden van beroert (0.) Bode, tevens knecht. Bode. Binnenlandsehe Zaken. Centraal bureau voor de statistiek. Bode. Krankzinnigen wzen en krankzinnigengestichten. Portier. Salariscommissie voor burgerlijke Rijksambtenaren. Bode. Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. Rijksuniversiteiten en technische hoogeschool. Portier. Dagportier aan de klinieken der Rijksuniversiteit te Utrecht. Nachtportier aan de klinieken der Bijkauniversiteit te Utrecht. Portier aan de psychiatriseh-neurologische kliniek te Utrecht. Daeoortiïr aan de psychiatri. ch-neuriogische kliniek te Utrecht. Nachtportier aan de psychiatriseh-neurologische kliniek te Utrecht. Algemeen Rijksarchief en Rijksarchieven in de . provinciën. Portier. Assistent-conciërge. Zaalwachter. Bediende. Bode. Koninklijke bibliotheek. Portier. Portier-bediende. Bediende. Koninklijk kabinet van schilderijen. .Assistent. Museum H. W. Mesdag. Assistent. Rijksmuseum. •Opzichter. Rijksacademie van beeldende kunsten. Assistent-conciërge. JRijksnormaalschopl voor teekenonderwijzers. Assistent. Rijksschool voor kunstnijverheid. Bediende. Onderwijsgebouwen. Bode. Marine. Rijks kustverlichting. Ille Lichtwachter aan boord van een lichtschip. Financiën. Agentschap van het Ministerie van Financiën, Directie van de grootboeken der nationale schuld. Bode.  35- Schaal 4 Directe belastingen, invoerrechten en accijnzen. Bode. Portier. Registratie, domeinen, hypotheken en kadaster. Knecht op een domeinvaartuig. Portier. V isscherijpolitie op de Zeeuwsche stroomen. jj Knecht of matroos. Pensioenraden. Bode. Weduwen- en weezenfonds voor burgerlijke ambtenaren. Bode. Oorlog. Bureau van den inspecteur der infanterie. Bode bij een militair bureau. Bureau van den inspecteur van den geneeskundigen dienst der landmacht. Bode. Bode-stoker. Rijksmagazijn van glneesmiddelen. Portier. Centrale magazijnen van militaire kleeding enuitrusting. Portier. Bode. Topografische inrichting. Bode. Staatsbedrijf der artillerie-inrichtingen. Portier. Bureau van den chef van den generalen staf. Bode. Bureau van den hoofdintendant. Bode. Bureau van den directeur der militaire verkenningen. Bode. Waterstaat. Rijkswaterstaat Sluiswachter te : Maarssen (Vechtsluis), Utrecht (Vleutensche wetering), Molenwijksluis (Dr.), Breukelen (Oost), Veenhui zerkanaal, Molkwerum, Schoterzijl, Maarssen (Proostwetering), Breukelen (West), Vaassen, Apeldoorn, Heerde, Hattem, Afwateringskanaal Zuid-Willemsvaart, Zijne (N.-H.), 's-Hertogenbosoh (Dieze). Shiisknecht te : Maarssen, Haastrecht, Markkanaal, Nigtevecht, Sluis 20 Zuid-Willemsvaart, i  Schaal 4 -36- Sint Andries, Staphorstersluis, Werkendam, Spieringsluis, Helsluis, Ottersluis, Rozenburg, Arkelsche Dam, Crevecoeur, Dieren.. Brugwachter te : Akkrum (Polsloot), Wellebrug (Er.), Follegabrug, Veenhui zerkanaal, Wapenveld, Epe, Apeldoorn I, Apeldoorn II, Beekbergen, Loenen aan de Vecht, Eerbeek, Laag Soeren, Spankeren, Leeuwarden, Drentsche Hoofdvaart, behalve de afzonderlijk genoemden, Kaapbrug (Dr.), Arnemuiden, Akkrum (Meinèsloot), Jelteslootbrug, Spijkerboor (N. H.), Alkmaar (Wipbrug, Hoornsche vaart), Westgraftdijk, Brugkhecht, behalve te Spijkenisse. Pontkneeht. JJekknecht. Geologische dienst. Bediende. Landsgebouwen. Bode. Raad van toezicht op de ■spoorwegdiensten. Bode. Rijksposts paarbank. Bode. Staatsbedrijf der posterijen, telegrafie en telefonie. Bode bij het Hoofdbestuur. Portier. Magazijnbediende aan het magazijn van postzegels. Zuiderzeewerken. Dekknecht. Landbouw, Nijverheid en Handel. Staatstoezicht op de mijnen en groeven. Bode. Visscherij-inspectie. Stoker. Matroos. Raad voor de scheepvaart. Bode. Octrooiraad en Bureau voor den industrieelen eigendom. Bode.  Schaal 4-6 Arbeid. Arbeidsinspectie. Bode. Rijksverzekeringsbank. Portier. Bode. Dienst der werkloosheidsverzekering en arbeidsbemiddeling. Bode. Centrale gezondheidsraad. Bode. Quarantaine- en ontsmettingsdienst. Beambte aan de Poortershaven (Naaldwijk), te Vlissingen of te IJmuiden. Rijkskweekscholen voor vroedvrouwen. Portier. Yei'zekerings-'aden. Bode. Koloniën. Koloniaal etablissement. Bode. SCHAAL 5. I 1200—f 1800, 10 jaar. 2 jaarlijksche verhoogingen van f 100 en daarna 8 van f 50. Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. Rijksuniversiteiten en technische hoogeschool. Vrouwelijke bediende in de broodkamer van het academisch ziekenhuis te Leiden. Koninklijke academie van wetenschappen. Beambte. Waterstaat. Rijkswaterstaat. Arbeider bij de wegen. Arbeider bij de kanalen. Arbeider bh de zee- en havenwerken te Schokland (tijdelijk havenmeester). Staatsbedrijf der posterijen, telegrafie en telefonie. Telefonist He klasse' bij den localen dienst. Staatsvisschershavenbedrijf.. Leerling-afslager. SCHAAL 6. I 1400—f 1800, 6 jaar. 2 jaarlijksche verhoogingen van f 100 en daarna 4 van f 50. Departementen van algemeen bestuur, Hooge Colleges van Staat en Kabinet der Koningin. Binder bij de Algemeene Rekenkamer. Magazijnbediende bij het Departement van financiën, niet afzonderlijk genoemd. Magazijnbediende-binder bij het Departement van Financiën. Justitie. Gevangenissen en Rijkswerkinrichtingen te Hoorn en te Leiden. - Smid-stoker. 1 1 Tenzij als niet-vakman opgenomen onder de „beambten voor huishoudelijke diensten" jn schaal 3.  Schaal 6 -38- Binnenlandsche Zaken. Krankzinnigenmezen en krankzinnigengestichten. Arbeider in algemeenen dienst Ie klasse 1, w.o. : Kleermaker. Schoenmaker. Schilder. Warmoezier. Metselaar. Timmerman. Smid-stoker. Kok. Bankwerker. Loodgieter. Tuinman. Matrassenmaker. Macninedrijver. Smid-koperslager. Ie Landoouwknecht. Motorknecht. Ie bediende in de wasscherij te Woensel. Ie Bediende in het magazijn. Parkwachter. Electrioien. Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. Rijksuniversiteiten en technische hoogeschool. Bediende Ie klasse. Kasknecht in den kruidtuin. Knecht in den kruidtuin. Stoker. Bediende-bankwerker. Smid-bankwerker. Stoker-bankwerker. Monteur-stoker. Timmerman. Schilder. Matrassenmaker. Tuinman. Desinfecteur. Machinebankwerker in de klinieken der Rijks- universiteit te Utrecht. Machine-bankwerker bij de psychiatriseh-neurologische kliniek te Utrecht. Algemeen Rijksarchief en Rijksarchieven in de 'provinciën. Stoker. Binder, bode-binder inbegrepen. Machinist-stoker. Koninklijke bibliotheek. Koninklijk kabinet van schilderijen. Hoofdassistent. Rijksmuseum. Onderconcierge. Behanger. Timmerman. Metselaar-leidekker. 1 Wanneer deze beambten werken met verpleegden als hulpkrachten, behooren zij in schaal 10: f 1500—f 2000. ., «,td  -39- Sohaal 6 Schilder-glazenmaker. Tuinman-stoker. Stoker. Tuinman. Marine. Loodswezen. He Matroos aan boord van een stoomloods- transportvaartuig. Boeier He klasse. Matroos-kok. Matroos. Hulpstoker. Betonning. Matroos aan boord van een betonningsvaartuig. Rijks kustverlichling. Matroos aan boord • van een motorgastransportvaartuig. Lichtwachter Ile categorie. Bediende bij het proefstation. He Matroos aan boord van een stoomgas- transportvaartuig. He Lichtwachter aan boord van een lichtschip. Financiën. Directe belastingen, invoerrechten en accijnzen. Kommies Me klasse. Hulpkommies. Kommies te water Ile klasse. Deurwaarder in een district Ille klasse. Registratie, domeinen, hypotheken en kadaster. Meetarbeider. Bestuur der risscherijen op deZeeuwsche stroomen. Bediende bij het bacteriologisch onderzoek. Visscherij'politie op de Zeeuwsche stroomen. Stoker. Oorlog. Cadettenscliool. Geëmployeerde bij het physisch kabinet. hor maal schietschool. Beheerder van het materieel, tevens schrijver. Topografische inrichting. Archief bediende. Waterstaat. Rijkswaterstaat. Havenknecht. Sluiswachter te : Drentsche Hoofd vaart, Dieren, Asperen, Spieringsluis, He 1 sluis, Ottersluis, Rozenburg, Vechterweerd, Vilsteren, Sluis 20 Zuid-Willemsvaart. Sluisknecht te : Xieuwezijlen, Sluizen 0—19 Zuid-Willemsvaart, Katerveer, Engelen,  Schaal 6 -40- Zwartsluis (Grootesluis), Andel, Kanaal van Terneuzen, Kanaal door Walcheren, Kanaal door Zuid-Beveland, Noordhollandsch kanaal, Nieuwesluis, Mallegatsluis, Gouwesluis (tevens brugknecht), Zeeburg, Utrecht, Vreeswijk, Gorinchem, Vianen, Hellevoetsluis, Schellingwoude, IJmuiden, Wilhelminakanaal. Brugwachter te : Galgenkampsbrug, Veenhoopsbrug, Norgerbrug, Witterbrug, Gekanaliseerde Hollandsche IJssel, Veeladingsbrug (Zwolle), Dinteloord, Markkanaal, Nieuwediep, Schotdeuren (Zijtak), Dongen (Draaibrug), Besoyen, Capelle, Haagsche Schouw. Sluis- en brugwachter te : Kiesterzijl, Zoutkamp (Fr. sluis). Pontwachter, voor zoover niet afzonderink genoemd. Brugknecht te Spijkenisse. Brugknécht-telegrafist te Zuid-Willemsvaart. Machinist-stoker Ille klasse bij de gemalen en electrische bedrijven. Stoker bij de gemalen en electrische bedrijven. Stuurman-dekknecht of Ie dekknecht. Stoker. (Vaartuigen). ' Stoker-dekknecht. Landsgebouwen. Werkman. Rijkspostspaarbank. Bediende. Vakarbeider. Staatsbedrijf der posterijen, telegrafie en telefonie. Magazijnbediende bij het Hoofdbestuur. Besteller. *) *) Voor zoover een besteller gemiddeld geen volle dagtaak verricht, bedraagt zijn jaarwedde bij benoeming voor elk half uur dienst per dag 1/15 van de jaarwedde van een besteller- met volle dagtaak met gelijk aantal dienstjaren op een kantoor gerangschikt in dezelfde gemeen te klasse. De op deze wijze berekende wedde op 1 Januari 1920 wordt bij latere vermindering van dienst niet verminderd.  41 - Schaal 6-8 Vakwerkman Ile klasse. Stoker Ile klasse. Staatsvisschershavenbedrijf te IJmuiden. Havenknecht. Halknecht. Zuiderzeewerken. stoker. Stoker-dekknecht. Landbouw, Nijverheid en Handel. Rijkslqndbouwproefstalions, met inbegrip van ad Bijlesboschbouwproefstation. .Bediende Ie klasse. Domeinbeheer. Opziener-sluiswachter te Oosterhout. Toezicht op de maten en gewichten. Heulende. Arbeid. Centrale gezondheidsraad. ötoker. Centraal laboratorium ten behoeve van het Staatst t, ,. toezicnI op de volksgezondheid. Ie .Bediende. " Rijkskweekscholen voor vroedvrouwen Stoker. Portier-machinist. SCHAAL 7. I 1300—1 1900, 6 jaar. 6 jaarlijksche verhoogingen van f 100. Waterstaat. Rijkswaterstaat. Arbeider bij de rivieren. Arbeider bij de rivierkaart. Arbeider bij de zee- en havenwerken, voor zoover niet afzonderlijk genoemd. Arbeider-helmduiker bij de kanalen. Arbeider-schipper bij de kanalen. Arbeider-timmerman bij de kanalen. Arbeider-sluisknecht bij het Maas-Waalkanaal. Arteider-stuwwachter bij de Overijsselsche SCHAAL 8. f 1200—f 2000, 12 jaar. 4 jaarlijksche verhoogingen van f 100 en daarna 8 van f 50. Departementen van algemeen bestuur, Hooge Colleges van Staat en Kabinet der Koningin. Schrijver op jaarloon. Binnenlandsche Zaken. Centraal bureau voor de statistiek. ochrnver op jaarloon. Salariscommissie voor burgerlijke „ Rijksambtenaren. •schrijver op jaarloon. Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. Rijksuniversiteiten en technische hoogeschool Machineschrijfster.  Schaal 8 — -42 Schrijver. Ille klerk aan het academisch ziekenhuis te Leiden. Koninklijk penningkabinet. Schrijver. Marine. Rijkswerven. Schrijver. Financiën. Agentschap van het Ministerie van Financiën, Directie van de groothoeken der nationale schuld. Schrijver op jaarioon. Registratie, domeinen, hypotheken en kadaster. Klerk ter directie van de Staatsloterij. • " Bestuur der visscherijen op de Zeeuwsche stroomen. Klerk ten kantore van den secretaris-penningmeester. Pensioe n raden. Schrijver op jaarloon. Weduwen- en weezenfonds voor burgerlijke ambtenaren. Schrijver op jaarloon. Oorlog. Topografische inrichting. Schrijver. . ' . Staatsbedrijf der artittene-tnrichtxngen. Schrijver. Waterstaat. Rijkswaterstaat. Schrijver. handsgebouwen. Schrijver. . Raad van toezicht op de spoorwegdiensten. Schrijver op jaarloon. Secretariaat der scheidsgerechten voor spoorwegpersoneel.Schrijver op jaarloon. Staatsbedrijf der posterijen, telegrafie en telefonie. Schrijver op jaarloon bij het Hoofdbestuur. Schrijver. Zuiderzeewerken. Schrijver. Landbouw, Nijverheid en Handel. Rijkslandbouwproefstations, met inbegrip van het Rijksboschbouwproefstation en het Rigkszuivélstation. Schrijver. Phytopathologische dienst. Schrijver. Rijksseruminrichting. Schrijver. Domeinbeheer. Schrijver op jaarloon.  43 — Schaal 8. 9 Staatsboschbeheer. Schrijver op jaarloon. Rijkszuivelinspectie. Schrijver. Visscherijinspectie. Administratief ambtenaar Me klasse. Rijksinstituut voor biologisch visscherij-onderzoek. Schrijver. Rijksinstituut voor hydrografisch visscherijonderzoek. Schrijver. ■Rijksbureau tot onderzoek van handelswaren. Schrijver. Octrooiraad en Bureau voor den industrieelen eigendom. Schrijver. Arbeid. Arbeidsinspectie. Schrijver. Havenarbeid,' Schrijver. Rijksverzekeringsbank. Schrijver. Schrijver op jaarloon bij de contróle op het rekenplichtig beheer. Dienst der werkloosheidsverzekering en arbeidsbemiddeling.Schrijver op jaarloon. Centrale gezondheidsraad. Schrijver. Rijksbureau voor drinkwatervoorziening. Schrijver. ■loUege van bijstand, bedoeld in artikel 35 der Woningwet. Schrijver op jaarloon. Verzekeringsraden. Schrijver op jaarloon. SCHAAL 9. I 1400—f 2000, 6 jaar. 6 jaarlijksche verhoogingen van f 100. Waterstaat. Rijkswaterstaat. Arbeider-havenmeester te : Scheveningen, Apeldoorn, Ile havenmeester, Stavoren, Vlieland, Wieringen (den Oever), Wieringen (de Houkes), Terschelling, Marken, TJrk, He havenmeester. Arbeider bij de zee- en havenwerken te Schokland. Arbeider-helmduiker bij de zee-en havenwerken. Arbeider-timmerman bn de zee-en havenwerken. Arbeider-lichtwachter te Schoonhoven. Arbeider-voorman bij de rivierkaart. Arbeider te Charlois.  Schaal 10 -44- Staalsbedrijl der posterijen, telegrafe en telefonie. Kantoorhouder IHe klasse. *) SCHAAL 10. I 1500—1 2000, 6 jaar. 4 jaarlijksche veihoogingen van f 100 en daarna 2 van f 50. Algemeen. Conciërge, voor zooverniet af zonderhjkgenoemd. De conciërges, ook zij wier ambt met een ander ambt vereenigd in deze schaal opgenomen zijn, vallen onder bepaling van artikel 1, 6e lid. Departementen van algemeen bestuur, Hooge Colleges van Staat en Kabinet der Koningin.' Kamerbewaarder. Conciërge, tevens kamerbewaarder. Kamerbewaarder, tevens conciërge. ■ Bode-concierge. Machinist-vakman. Magazijnmeester bij het Departement van Financiën' *) Voor de vaststelling van de jaarwedden der kantoorhouders worden de hulpkantoren gemeenschappelijk in volgorde van hunne belangrijkheid gerangschikt in 4 klassen. De jaarwedde kan niet minder resp. niet meer bedragen dan het aan elk hulpkantoor behoorende tot klasse I, H en III verbonden minimum en maximum, een en ander overeenkomstig onderstaande tabel. Klasse. Minimum traktement. Maximum traktement. Wijze van opklimming. I f 1900 | f2700 8jaarl.verhoogingenvanf 100 II 1700! 2400 7 „ „ „ 100 HÏ 1400 \ £000|6 .. „ „ 100 IV zie ónder at a. De jaarwedde van den kantoorhouder van een hulpkantoor dei IVde klasse beoraagt voor elk punt 1/200 gedeelte van de jaarwedde, toekomende aan een kan toorhouder met gelijk aantal dienstjaren van een hulpkantoor der lilde klasse, gerangschikt in dezelfde gemeentsklass , met afronding naar boven tot Bet naast hoogere tienvoud. b. Voor elk half uur loondienst per dag wordt per jaar toegekend 1/15 gedeelte van de jaarwedde van een besteller .met gelijk aantal dienstjaren op een kantoor, gerangschikt in dezelfde gemeenteklasse.  45- Schaal 10 Justitie. Rechterlijke macht. Conciërge, tevens bode. Militair rechterlijke macht. Conciërge, tevens kamerbewaarder bij het Hoost Militair Gerechtshof. Conciërge, tevens bode. Centrale Raad van beroep en Raden van beroepifi.) Conciërge, tevens bode. Rijkspolitie. Rijksveldwachter of Rijksveldwachter-jachtopziener (aftrek als bedoeld in artikel 2 zal beperkt blijven tot 4 %). Gevangenissen en Rijkswerkinrichtingen te Hoorn en te Leiden. Kok. Cipier te : Boxmeer, Harderwijk, Eindhoven, Zierikzee. Bewaarder. Bewaarster. Opzichter bij den arbeid. Rijkswerkinrichtingen „Veenhuizen". Zaalopziener. Kok. Opzichter bij den arbeid Gestichtsveldwachter. Tuchtscholen voor jongens. Beambte in algemeenen dienst. Tuchtscholen voor meisjes. Vrouwelijke beambte in algemeenen dienst en voor den huishoudelijken dienst. Beambte in algemeenen dienst. ■ Rijksopvoedingsgestichten voor jongens. Beambte bij het vakonderricht. Beambte in algemeenen dienst. Kok. Rijksopvoedingsgestichten voor meisjes. Vrouwelijke beambte in algemeenen dienst en voor den huishoudelijken dienst. Beambte in algemeenen dienst. ■ Justitiegebouwen. Conciërge-bode. Einnenlandsche Zaken. Krankzinnigenwezen en krankzinnigengestichten. Verpleger. Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. Rijksuniversiteiten en technische hooaeschool Custos. Amanuensis He klasse. Teekenaar bij de botanie van 's Rijks herbarium Pleegzuster bij de dermatologie" in de polikliniek. Instrumentmaker aan de Technische Hooge- school. Machinist He klasse. Scheepstimmerman-modelmaker. Assistente voor de huishoudelijke aangelegen- , heden der verpleegsters 'in het academisch ziekenhuis té Leiden.  Schaal 10 — 46- Hoofd der linnenkamer in het academisch ziekenhuis te Leiden. He Operatiezuster in de klinieken der Rijksuniversiteit te Utrecht. He Verpleegstersjuffrouw in de klinieken der Rijksuniversiteit te Utrecht. Huishoudjuffrouw in de klinieken der Rijksuniversiteit te Utrecht. Keukenchef in de klinieken der Rijksuniversiteit te Utrecht. Pro visiejuffrouw in de klinieken der Rijksuni- versiteit te Utrecht. Wasch- en linnenjuffrouw in de klinieken der Rijksuniversiteit te Utrecht. Slager in de klinieken der Rijksuniversiteit te Utrecht. Assistente in de bibliotheek der psychiatrisch, neurologische kliniek te Utrecht. Keukenchef aan de psychiatriaph'neurologische kliniek te Utrecht. Assistente voor de huishouding in de psychiatrisch-neurologische kliniek te Utrecht. Linnenjuffrouw in de psychiatriseh-neurologische kliniek te Utrecht. Rijks hoogere burgerscholen met 3-jarigen cursus. Amanuensis-conciërge. Amanuensis. Algemeen Rijksarchief en Rijksarchieven in de provinciën. Concierge-binder, tevens bediende. Rijkscommissie voor de vervaardiging en ruiling van reproductiën van kunstvoorwerpen. Mouleur. Rijksnormaalschool voor teekenonderwijzers. Amanuensis. Rijksschool voor kunstnijverheid. Amanuensis. Marine. Koninklijk instituut voor de marine. Amanuensis voor de scheikunde. Loodswezen. He Stoker aan boord van een stoomloodstrans- port vaartuig. Ie Matroos aan boord van een stoomloods- transportvaartuig. Roeier Ie klasse. Betonning. Matroos-motordriiver aan boord van een betonningsvaartuig. Rijks kustverlichling. Liohtwaohter le categorie. Stoker. Magazijnbeheerder, tevens schrnver bij het proefstation te Scheveningen. Ile Stoker aan boord van een stoomgastrans- portvaartuig. Ie Matroos aan boord van een stoomgastrans- port vaartuig. Financiën. Agentschap van het Ministerie van Financiën, Directie van de grootboeken der nationale schuld. Assistent-conciërge.  •47- Schaal 10 Registratie, domeinen, hypotheken en kadaster. Stempelaar aan het kantoor van het buitengewoon zegel. Weduwen- en Weezenfonds voor burgerlijke ambtenaren. Kamerbewaarder-conciërge. Oorlog. Rijksmagazijn van geneesmiddelen. Opzichter van de instrumentenkamer. Conciërge-portier. Hoogere krijgsschool. Amanuensis. Koninklijke militaire academie. Amanuensis. Centrale magazijnen .van militaire kleeding en uitrusting. Meestér-schoenmaker. Meestér-zadelmaker. Opzichter. Conciërge-portier. Staatsbedrijf der artillerie-inrichtingen. Terreinopzichter. Magazijnbeheerder. Waterstaat. Rijkswaterstaat. Havenmeester te Oud-Vroenhoven. Hulpsluismeester te : Veere, Mallegat sluis. Sluiswachter te : Jutphaas (Doorslag), - Nieuwe diep (Nieuwe Werk). Markkanaal, Wilhelminakanaal tSluis V), Vreeswijk (Rijkswachthouder-kanaalwachter), Zwolle (Keersluis), Sluizen 1—3, 5—6, 8—10, 12—15 ZuidWillemsvaart, Zwartsluis (Groote sluis), Wilhelminakanaal (sluizen 2 en 4), Haastrecht, Crevecoenr, Werkendam, Arkelschedam, Staphorstersluis, Nigtevecht, s Sint Andries. Sluisknecht-helmduiker te IJmuiden. Sluisknecht-schipper te Hansweert en Utrecht. Sluisknecht-dekknecht te Hansweert en Utrecht. Sluisknecht-telegrafist te : Zuid-Willemsvaart, Engelen. Brugwachter te : Oude Schouw (Fr.), Merwedekanaal (Z.-H.), Kanaal door Voorne, Zuid-Willemsvaart, Burgervlotbrug, Sint Maartensvlotbrug, Schagervlotbrug,  Schaal 10 -48- Koedijk (N.-H.), 't Zandt (N.-H.), Duivendrecht, Diemerbrug, Weespercarspel (Keulsche Vaart), Souburg, Alkmaar (vlotbrug),, Alkmaar (draaibrug), Gorinchem (vischbrug), tevens sluisknecht' Gorinchem, (Korenbrugsluis),tevens sluisknecht' Kogerpolder, Buiksloot, Zwolle (Keersluis en Veeladingsbrug), Wilhelminakanaal, Merwedekanaal (TTtr.), Weespercarspel (Merwedekanaal), Schoorldam, Gorinchem (Peterbrug), tevens He sluiswachter,Terneuzen, Vlissingen (Keersluisbrug), Middelburg, Kanaal door Zuid-Beveland, Zijkanaal C, Diemen (Merwedekanaal), Gouda, Nederhemert, Dongen (rolbrug), Schipbrug te Vlissingen. Brugwachter bij een schipbrug te : Hedel, Vreeswijk. Sluis- en brugwachter te Gouwesluis. Pontwachter te : Bergsche Maas, Engelen, Buitenhuizen, Zijkanaal, Ie pontwachter, Hembrug, Hulpbrugmeester. Brugwachter-telegrafist te Weerterbrug (ZuidWillemsvaart).Machinist-stoker He klasse bij de gemalen en electrische bedrijven. Machinist bij de gemalen en electrische bedrijven te Assen en te Vries (Dr.). Hulpmachinist, hulpmachinist-electricien of Ile machinist bij de gemalen en electrische bedrijven te ScheUingwoude. . Electricien-hulpmachinist, voor zoover niet afzonderlijk' genoemd. Electricien of Ile monteur. Smid-bankwerker te IJmuiden. Machine-magazijnknecht of IHe monteur te IJmuiden. Machinist-stoker bij de gemalen. Monteur te Terneuzen. Gezagvoerend pontwachter, gezagvoerder en schipper van : Bernsche veer, „Zeeland", „Overijssel", „Adrienne et Désirée",  49- Schaal 10 Capelsche veer, Dröngelensche veer, Keizersveer, Ile gezagvoerend pontwachter, Veer Moerdijk, idem. Veer Velsen, idem. Ile Machinist, machinist-stoker of hulpmachinist (vaartuigen): „Adrienne et Désirée", Veer Velsen, Keizersveer, Veer Moerdijk, Capelsche veer, Dröngelensche veer. Stuurman. Motorschipper. Kanaalwachter te : Meppel, Hembrug, Bakenmeester : der Linge, te Zwolle, der Boven-Maas. Lichtwachter, voor zoover niet afzonderlek genoemd. Motordrijver-dekknecht. Landsgebouwen. Ambtenaar voor zijzondere diensten, klasse H. Rijkspostspaarbanlc. Machinist-vakman. Staatsbedrijf der posterijen, telegrafie en telefonie. Zaalwachter. Kantoorknecht. Vakwerkman Ie klasse. Stoker Ie klasse. Monteur Ile klasse. Instrumentmaker He klasse. Staatsvisschersliavenbedrijf te IJmuiden. Dokknecht. Havenbeambte-timmerman. Politiebeambte. Ie halknecht. Ie havenknecht. Zuiderzeei erken. Bode-concierge. Gezagvoerder Ile klasse. Machinist Ile klasse. Machinist-stoker. , Landbouw, Nijverheid en Handel. Rijkslandhoiiwhuishoudschaol „De Rollecaté". Tuinman-conciërge. Rijkstand- en tuinbouurwinterscholen. Amanuensis-conciërge, i Rijkshengstveulendepót. Stal baas. Rijkslandbouwproefstations, met inbegrip van het Rijksboschbouwproefstation en het Rijkszuivelstation. Bediende-conciërge. Amanuensis He klasse. Phytopathologische dienst. Amanuensis He klasse. Rijksseruminrichting. Amanuensis Ile klasse. , S. & J. n°. 93, £e dr. 4  Schaal 10-13 - -50- Visscherijinspectie. Maehinist-motordrijver Ilde klasse. Rijksinstituut voor biologisch visscherijonderzoek. Amanuensis. Rijksproefstation en voorlichtingsdiensten, behoeve van de lederindustrie. Amanuensis. Arbeid. A rbeidsinspectie. Bod --conti rge. Rijkskweekscholen voor vroedvrouwen. Verpleegster. Machinist electricien. Centrale Gezondheidsraad. Bode-conciërge. Verzekeringsraden. Bode-concierge. Koloniën. Geneeskundige raad. Schrijver op jaarloon, tevens huisbewaarder. Jyederlandsch-Indische bestuursaeademie. Schrijver op jaarloon-huisbewaarder. SCHAAL 11. f 1800—1 2000, 5 jaar. 3 jaarlijksche verhoogingen van f 100 en daarna 2 van f 50. Oorlog. Topografische inrichting. Drukker Me klasse. SCHAAL 12. 1 1800—f 2100, 10 jaar. fl jaarlijksche verhoogingen van f 100 en daarna 4 van f 50. Financiën. Directe belastingen, invoerrechten en accijnzen. Rijksklerk Me klasse. Registratie, domeinen, hypotheken en kadaster. Rijksklerk Me klasse. Rijksklerk Me klasse ten hypotheekkantore. Onderopziener der domeinen. Waardsman der domeinen. Waterstaat. Rijkswaterstaat. Duinwachter. Bestuurder van een Rijksmotorrijtuig. SCHAAL 18. I 1800—t 2300, 12 jaar. S jaarlijksche verhoogingen van f 100 en daarna 4 van f 50. Departementen van algemeen bestuur, Hooge Colleges van Staat en Kabinet der Koningin. Klerk. Justitie. Rechterlijke macht. Rijksklerk He klasse ter griffie en ten parkette.  51 - Schaal 13 Militair rechterlijke macht. Bijksklerk He klasse bij de militaire rechtscolleges en parketten. Centrale Raad van beroep en Raden van beroep(0). Bijksklerk He klasse. Gevangenissen en Rijkswerkinrichtingen ie Hoorn en te Leiden. Klerk. Rijkswerkinrichtingen „ VeenhuizerC'. Klerk. Winkelhouder Ie gesticht. Tuchtscholen voor jongens. Klerk. Tuchtscholen voor meisjes. Klerk. Rijksopvoedingsgestichten voor jongens. Klerk. Rijksopvoedingsgestichten voor meisjes. Klerk. Algemeen College van toezicht, bijstand en advies voor het Rijkstucht- en opvoedingswezen. Klerk. Centraal college voor de reclasseering. Klerk. Justitiegebouwen. Klerk. Binnenlandsche Zaken. Centraal bureau voor de statistiek. Klerk. Krankzinnigenwezen en krankzinnigengestichten. Klerk. Nederlandsche Staatscourant. Klerk. Algemeene Landsdrukkerij. Klerk. Salariscommissie voor Burgerlijke Rijksambtenaren. Klerk.' Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. Rijksuniversiteiten en technische hoogeschool. Klerk. Boekhoudster bij de tandheelkunde. Opzichter. Ile .Klerk bij het academisch ziekenhuis te Leiden. He Klerk bij de klinieken der Rijksuniversiteit te Utreoht. Klerk bij de psychiatriseh-neurologische kliniek te Utrecht. Algemeen Rijksarchief en Rijksarchieven in de provinciën. Klerk. Klerk-concierge. Commissie voor 's Rijks geschiedkundige pubUcatiën. Adjunct-commies (klerk). Rijksbureau voor de monumentenzorg. Klerk. Koninklijke bibliotheek. Assistent. Rijksmuseum. Klerk. 4*  Schaal 13 •52- Koninklijke academie van wetenschappen. Bureelambtenaar. Rijksacademie van beeldende kunsten. Ambtenaar van administratie. Onderwijsgebouwen. Klerk. Onderwijsraad. Klerk. Marine. Rijkswerven. Klerk. Hydrografie. Teekenaar. Ile Technisch ambtenaar bij het Bureau Gravure. Financiën. Agentschap van het ministerie van Financiën, Directie van de grootboeken der nationale schuld. Klerk. 's Rijks schatkist. Rijksboekhouder Ille klasse. Directe belastingen, invoerrechten en accijnzen. Rijksklerk Ile klasse. Registratie, domeinen, hypotheken en kadaster. Rijksklerk He klasse. Bijksklerk He klasse ten hypotheekkantore. Schipper op een domeinvaartuig. Vtsscherypoiitie op de Zeeuusche stroomen. Machinist. Schipper. Pensioenraden. Klerk. Weduwen- en weezenfonds voor burgerlijke ambtenaren. Klerk. Staatsmuntbedrijf. Bode-klerk. Oorlog. Bureau van den inspecteur der infanterie. Bureelambtenaar. Rijksmagazijn van geneesmiddelen. Bureelambtenaar Ile klasse. Hoogere krijgsschool. , Bibliothecaris (klerk). Koninklijke militaire academie. Assistent-bibliothecaris. Centrale magazijnen van militaire kleeding en uitrusting. Bureelambtenaar He klasse. Magazijnen der artillerie te Delft. Bureelam btenaar. Topografische inrichting. Klerk. Staatsbedrijf der artillerie-inrichtingen. Bureelambtenaar He klasse. Teekenaar He klasse. Waterstaat. Rijkswaterstaat. Bureelambtenaar He klasse. Ambtenaar bij den algemeenen dienst He klasse.  -53- - Schaal 13 Landsgebouwen. Klerk. Raad van toezicht op de spoorwegdiensten. Archiefbeambte. Klerk. Secretariaat der scheidsgerechten voor spoorwegpersoneel. Klerk. Rijkspostspaarbank. Klerk. Staatsbedrijf der posteryen, telegrafie en telefonie. Klerk bij het Hoofdbestuur. Hulpboekhouder. Kantoorbediende He klasse, lelegrafist Ile klasse. Telefonist Ile klasse bij den interlocalen dienst. Teekenaar Ile klasse. Bureelambtenaar Ile klasse. Expediteur. Staatsvisschershavenbedrijf te IJmuiden. Havenklerk. Zuiderzeewerken. Bureelambtenaar He klasse., Landbouw, Nijverheid en Handel. Rijkslandbouwproefstations, met inbegrip van het Rijksboschbouwproefstation en het Rijkszuivelstation. Klerk. Adjunct-analist. Rijksseruminrichting. Klerk. Domeinbeheer. Klerk. Staatsboschbeheer. Klerk. Staatstoezicht op de mijnen en groeven. Klerk. Visscherij-inspectie. Machinist-motordrijver Ie klasse. Administratief ambtenaar Ile klasse. Gezagvoerder. Rijksinstituut voor biologisch visscherijonderzoek. Klerk. Rijksinstituut voor hydrografisch visscherijonderzoek. Klerk. Scheepvaart-inspectie. Administratief ambtenaar He klasse. Raad voor de scheepvaart. Administratief ambtenaar He klasse. Koninklijk Nederlandsch meteorologisch instituut. Klerk (schrijver); Rijksbureau tot onderzoek van handelswaren. Adjunct-analist. Octrooiraad en Bureau voor den industrieelen eigendom. Technisch adjunct-assistent. Adjunct-assistent. Administratief ambtenaar Me klasseArbeid.A rbeidsinspectie. Administratief ambtenaar Me klasse.  Schaal 13,14 -54- Havenarbeid. Administratief ambtenaar Ille klasse. Stoomwezen. Bureelambtenaar. Rijksverzekeringsbank. 'Klerk. Dienst der werkloosheidsverzekering en arbeidsbemiddeling. Klerk. Centrale gezondheidsraad. Klerk. Centraal laboratorium ten behoeve van het Staatstoezicht op de volksgezondheid. Klerk. Rinksbureau voor drinkwatervoorziening. Bureelambtenaar Ile klasse. College van bijstand, bedoeld in artikel 35 der Woningwet. Klerk. Verzekeringsrade n. Klerk. Koloniën. « Koloniaal etablissement. Schrijver-klerk. SCHAAL 14. f 1600—f 2300, 7 jaar. 7 jaarlijksche verhoogingen van f 100. Departementen van algemeen bestuur, Hooge Colleges van Staat en Kabinet der Koningin. Magazijnmeester-chef-binder bij het Departement van Financiën. Justitie. Militair rechterlijke macht. Exploiteur bij het Hoog Militair Gerechtshof. Rijkspolitie. Bijksveldwachter-bngadier (aftrek als bedoeld in artikel 2 zal beperkt blijven tot 4%). Gevangenissen en Rijkswerkinrichtingen te Hoorn en te Leiden. Hoofdbewaarder. Hoofdbewaarster. Meesterknecht bij den arbeid. Rijkswerkinrichtingen „Veenhuifón".,; Magazijnmeester. Meesterknecht bij den arbeid. Hoofdzaalopziener. Gestichtsveldwachter-brigadier. Ziekenverpleger. Tuchtscholen voor jongens. Werkmeester. Assistente. Tuchtscholen voor meisjes. Werkmeesteres. Rijkopvoedingsgestichten voor jongens. Ziekenverpleger. Werkmeester. Rijksopvoedingsgestichten voor meisjes. Werkmeesteres. Assistente.  ■ 55 - Schaal 14 Binnenlandsehe Zaken. Krankzinnigenwezen en krankzinnigengestichten. Ie Verpleger. Hoofd van de broedertafel te Woensel. Hoofd van de zustertafel te Woensel. Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. Rijksuniversiteiten en technische hoogeschoól. Praeparateur. Instrumentmaker. Machinist. Hoofdstoker. Demonstrator bij de tandheelkunde. . Magazijnmeester in het academisch ziekenhuis te Leiden. . Verpleegster in het academisch ziekenhuis te Leiden. , Ie Operatiezuster in de klinieken der Rijksuniversiteit te Utrecht. Ie Verpleegster in de klinieken der Rijksuniversiteit te Utrecht. Uitwonend manneUjk gediplomeerd verpleger in de klinieken der Rijksuniversiteit te Utrecht. . Ie Verpleegaterjuffrouw in de klinieken der Rijksuniversiteit te Utrecht. Machinist-bankwerker in de klinieken der Rnksuniversiteit te Utrecht. Machinist-electricien 'aan de psychiatrisehneurologische kliniek te Utrecht. Uitwonend verpleger in de psychiatrisehneurologische kliniek te Utrecht. Rijks hoogere burgerscholen met 5-jarigen cursus. Amanuensis-conciërge. Amanuensis. Rijks schoenmakers- en leerlooier sschool te Waalwijk. Machinist. Algemeen Rijksarchief en Rijksarchieven ra de provinciën. Machinist. Amanuensis. Rijkscommissie voor de vervaardiging en ruthng van reproductièn van kunstvoorwerpen. Chef-mouleur. Rijksmuseum. Technisch assistent Ile klasse. Machinist. Museum „Huis Lambert van Meerten' te Delft. Conciërge. Marine. . Marine-etablissement. Amanuensis bij de scheikunde. Verificatie van 's Rijks zee-instrumenten. Instrumentmaker. LoodswezenIe Stoker aan boord van een stoomloodstrans- portvaartuig. Loodskweekeling He klasse. Ile Stoker aan boord van een stoomloodsvaartuig.  Schaal 14 -56- Rijks kustverlichting. • onteur. nstrumentmaker. Opzichter Ile categorie. je Stoker aan boord van een stoomgastransportvaartuig. Financiën. Directe belastingen, invoerrechten en accijnsen. Kommies Ile klasse. Kommies te water Ie klasse. Oorlog. Geneeskundige dienst der landmacht. Verpleegster in een militair hospitaal. Centrale magazijnen van militaire kleeding en uitrusting. Meestér-kleermaker. Topografische inrichting. Graveur Hle klasse. Photograaf Me klasse. Magazijnmee ster-conciërge. Staatsbedrijf der artillerie-iraitSltingen. Amanuensis. Waterstaat. Rijkswaterstaat. Havenmeester te: Breskens, Urk, Middelharnis, Zijpe, Jjumansdorp, Hintelsas. Hulpsluismeester te : Willemsluizen, Vlissingen, Terneuzen (Oostsluis), id. (Westsluis), id. (Middensluis), He sluismeester Sluiswachter te : Katerveer, Gorinchem (Oudesluis), Wilhelminakanaal (sluizen 1 en 3), Sluis 0 Zuid-Willemsvaart (tevens havenmeester). Sluiswachter-telegrafist sluizen 4, 7, 11, 16, 19 Zuid-Willemsvaart. Brugwachter te Sluiskil. Sluis- en brugwachter te Nieuwezijlen. Brugmeester. Brugwachter-telegrafist te 's Hertogenbosch (Veemarkt). Machinist-stoker Ie klasse bij de gemalen en electrische bedrijven. Machinist bij de gemalen en electrische bedrijven te: Ameide, Dongepolders, Nieuwendijk, Noordergemaal Keizersveer, Zuidergemaal id., Herpt en Bern,  Schaal 14 Waalwijk, Hank, Dussen, f Schellingwoude, P Arkel. |.R^erve-machinist bij de gemalen en veren te I Keizersveer. Electricien-monteur of Ie monteur. ; HulpmachiniBt, hulpmachinist-electricien of Ile i machinist bij de gemalen en electrische bedrijven, voor zoover niet afzonderlijk ger noemd. Eleetricien-hulpmachinist te IJmuiden. Gezagvoerend pontwachter, gezagvoerder.schipper van : „Dirks", ï3>v3 „Ussel", „Noord", ■ „Insp. Ferrand", „Rose", Keizersveer (Ie gezagvoerend pontwachter), „Noordholland", „Jan Blanken", „Brunings", , ^ m ..Kraijenhoff', f „P. Caland", [: „Zuiderzee", Veer Velsen (Ie gezagvoerend pontwachter), Veer Moerdijk idem. He Machinist, machinist-stoker of hulpmachinist j (vaartuigen) j- Bakendierist, „Dirks",. I „Rose". Machinist (vaartuigen): „Ussel", „Insp. ïerrand", l „Brunings", I, „Kraijenhoff", „P. Galand", „Jan Blanken", I Keizersveer, r , „Zuiderzee", | Veer Velsen, I Veer Moerdijk. ■ Kanaalwachter te Zwolle. Bakenmeester, voor zoover niet afzonderlijk genoemd. Lichtwachter te Maassluis. Landsgebouwen. Meesterknecht. 1 Staatsbedrijf der posterijen, telegrafie en telefonie. Chef-magazijnbediende bij het Hoofdbestuur. Magazijnopzichter. Monteur Ie klasse. Instrumentmaker Ie klasse. Vakwerkm an-voorm an. Stoker-voorman. L Staatsvisschershavenbedrijf te IJmuiden. He Machinist. Smid-machinedrijver of Ie monteur. Zuiderzeewerken. Gezagvoerder Ie klasse. Machinist Ie klasse.' I««iw«l  Sehaal 14,15 —■ 58- Landbouw, Nijverheid en Handel. Middelbare landbouwscholen. Amanuensis. Amanuensis-conciërge. , - Rijkszuivelschool te Bolsward. Amanuensis-conciërge. Rijkslandbouwproefstations, met inbegrip -wan het Ryhsboschbouwproefstation en het Rijkszuivel- station. Amanuensis Ie klasse. Amanuensis-conciërge. Phytopathologische dienst. Amanuensis Ie klasse. Amanuensis-conciërge. Rijksseruminrichting. Amanuensis Ie klasse. Rijkszuivelinspectie. • Rijkszuivelvisiteur He klasse. Amanuensis Ie klasse-conciërge. Scheepvaartinspectie. Schipper motorboot. Koninklijk . Nederlandsch meteorologisch instituut. Instrumentmaker. Technische voorlichtingsdienst ten behoeve van de nijverheid. Amanuensis Ie klasse. Arbeid. Rijksverzekeringsbank. Opzichter-conciërge. Jentraal laboratorium ten behoeve van het Staatstoezicht op de volksgezondheid. Amanuensis. Rijkskweekscholen voor vroedvrouwen. Vroedvrouw. Koloniën. School tot opleiding van commies bij den Indischen post-, telegraaf- en telefoondienst. Huisbewaarder, , tevens instrumentmaker. SCHAAL 15. i 1400—f 2400, 11 jaar. 9 jaarlijksche verhoogingen van f 100 en daarna 2 van f 50. Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. Rijksuniversiteiten en technische hoogeschooh Rekenaar Ile klasse bij de sterrenwacht. Marine. Rijks kustverlichting. Machinist bij den misthoorn te Meuwersluis. Financiën. Registratie, domeinen, hypotheken en kadaster. Adjunct-commies bij de Staatsloterij. Waterstaat. Rijkswaterstaat. J&ËgÊ Sluismeester te: Gorinchem (Alg. begraafplaats),  ■59- - Schaal 15-18 Mallegatsluis, Gorinchem (Groote sluis), Andel, Veere, Purm erend, Xieuwediep (Koopv. sluis), Meuwesluis, Hellevoetsluis (smis-havenmeester), Sas van Gent, Vianen. Zeeburg. Staatsbedrijf der posterijen, telegrafie en telefonie. Assistent. Conducteur. Hoofdbesteller. Landbouw, Nijverheid en Handel. Staatsboschbeheer. ;Dnderopziener der gebouwen. Koninklijk Nederlandsch meteorologisch instituut. Rekenaar. SCHAAL 16. i 1700—1 2400, 7 jaar. 7 jaarlijl'sche verhoogingen van f 100. Waterstaat. Staatsbedrijf der posterijen, telegrafie en telefonie. Kantoorhouder ne klasse. *) SCHAAL 17. f 1900—f 2400, 6 jaar. 4 jaarlijksche verhoogingen van f 100 en daarna 2 van f 50. Oorlog. Topografische inrichting. Drukker He klasse. SCHAAL 18. f 1600—1 2500, 10 jaar. 8 jaarlijksche verhoogingen van f 100 en daarna 2 van f 50. Justitie. Rijkspolitie. Rnksveldwachter-brigadier-majoor (aftrek, als bedoeld in artikel 2 zal beperkt blijven tot ^ />)• Gevangenissen en Rijkswerkinrichtingen te Hoorn en te Leiden. Huismeester. Werkmeester bij den arbeid. Rijkswerkinrichtingen „Veenhuizen". Winkelhouder He gesticht. Apothekersbediende. Hoofdverpleger. Huismeester in het hospitaal. Huismeester in het oude mannenhuis. Gestichtsveldwachter-brigadier-majoor. Werkmeester bij den arbeid. *) Zie betreffende deze kantoorhouders de noot op bladz. 41.  Schaal 18 60- Rijksopvoedingsgestichten voor jongens. Huismeester. Rijksopvoedingsgestichten voor meisjes. Vakleidster. Justitiegebouwen. Opzichter-modelleur. Ambtenaar voor bijzondere diensten. Binnenlandsche Zaken. Krankzinnigenwezen en krankzinnigengestichten. Hoofdverpleger. Hoofdverpleegster. Apothekers-assistente of apothekers-assistente tevens klerk. Boekhoudster-onderwijzeres te Grave. Hoofd der huishouding te Woensel. Hoofd der wasscherij te Woensel. Juffrouw voor de huishouding te Medemblik. Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. Rijksuniversiteiten en technische hoogeschoól. Amanuensis Ie klasse. Boekhouder. Hoofdverpleegster. Verbandmeesteres. Hulpapothekeres in het academisch ziekenhuis' te Leiden. Werkmeester bij de klinieken der Rijksuniversiteit te Utrecht. Waschmeester bij de klinieken der Rijksuniversiteit te Utrecht. Assistent in de apotheek van de polikliniek der Rijksuniversiteit te Utrecht. Hoofdverpleegster in de polikliniek der Rijksuniversiteit te Utrecht. Amanuensis aan de psychiatriseh-neurologische kliniek te Utrecht. Hoofdverpleegster in de psychiatriseh-neurologische kliniek te Utrecht. Rijksbureau voor de monumentenzorg. Bouwkundig teekenaar. Marine. . Koninklijk instituut voor de marine. Amanuensis voor natuurkunde, tevens instrumentmaker. Loodswezen. Loodsschipper He klasse. Kwartiermeester. Machinist-ra ötorist. Ie Stoker aan boord van een stoomloodsvaar- tuig. . Betonning. Schipper aan boord van een betonningsvaartuig. Machinist aan boord van een betonningsvaartuig. Rijks kustverlichting. Opzichter Ie categorie. Machinist bij 's Rijks kustverlichting, tevens belast met den misthoorn te Vlissingen. Machinist bij 's Rijks kustverlichting, tevens belast met den misthoorn te Hoek van Holland. Opzichter der verlichting, schipper aan boord van een motorgastransportvaartuig.  ■61 - Schaal 18 Machinist aan boord van een motorgastrans| portvaartuig. iXichtwachter-stunrman aan boord van een ■ lichtschip. Financiën. Directe belastingen, invóerrrechten en accijnzen. , Kommies-ontvanger He categorie. Kommies Iè klasse. ||Deurwaarder in een district He klasse. Registratie, domeinen, hypotheken en kadaster. pOpziener der domeinen (voor de Staatsduinen). sWis&cherijpolitie op de Zeeuwsche stroomèn. Controleur. Oorlog. Genie. Opzichter der genie. Geneeskundige dienst der landmacht. Hoofdverpleegster in een militair hospitaal. Staatsbedrijf der artillerie-inrichtingen. Opzichter der ververs. . Keurder. Waterstaat. Rijkswaterstaat. Hulpsluismeester te : Hansweert, | Wemeldinge, Schellingwoude, Sluiswachter-telegrafist te Engelen. Machinist-electricien. - Landsgebouwen. Ambtenaar voor b^zondere'diensten, klasse A. Staatsbedrijf der posterijen, telegrafie en telefonie. Amanuensis bij het archief van het Hoofdbestuur. E Staatsvisschershavenbedrijf te IJmuiden. Halopzichter. Landbouw, Nijverheid en Handel. - Middelbare landbouwscholen. Ambtenaar van administratie. Rijkshengstveulendepot. Opperstalbaas. Jlijkslandbouwproefslations. met inbegrip van het Rijksboschbouwproefstation en het Rijkszuivelstation. Controleur. Veeartsenijkundige dienst Veeopzichter. Rijkskeuringsdienst van voor uitvoer bestemd vleesch. Bij kshulpkeurm eester. Rijkszuivelinspectie^ Bijkszuivelvisiteur. Rijksinstituut voor hydrogrdphisch visscherijonderzoek.Amanuensis-instrumentmaker. Arbeid. Rijkskweekscholen voor vroedvrouwen. Operatiezüster-vroedvrouw. Hoofdverpleegster. Huismeesteres.  Schaal 19 — •62- SCHAAL 19. 1 1600—1 2600, 10 jaar. 10 jaarlijksche verhoogingen van f 100. j Binnenlandsche Zaken. Krankzinnigenwezen en krankzinnigengestichten', 11e Machimst-electrotechnicus te Woensel 1 Machinist te Grave. Machinist te Medemblik. Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. Rijksuniversiteiten en technische hoogeschool Ad]utor in de Oostersche letteren. Ile Waarnemer. Rekenaar Ie klasse bij de Sterrenwacht. Rijksmuseum. Hoofdopzichter. Marine. Rijkswerven. Baas der ernstvuurwerkers. Loodswezen. Loodskweekeling Ie klasse, le en 2e district] Hnlploods te Vlieland. Hnlploods te Harlingen. Financiën. Directe belastingen, invoerrechten en accijnzen! Analist bij het laboratorium. Assistent. Registratie, domeinen,. hypotheken en kadaster." Opziener der Staatsvisscherijen. Bestuur der visscherijen op de Zeeuwsche stroomèn. Opziener der visscherijen. Oorlog. Rijksmagazijn van geneesmiddelen. Machinist. Staatsbedrijf der artillerie-inrichtingen. Gediplomeerd analist. Waterstaat. Staatsbedrijf der posterijen, telegrafie en telefonie. Chef-monteur. Chef-instrumentmaker. Chef-expediteur. Machinist. Staatsvisschershavenbedrijf te IJmuiden. Afslager. Onderhavenm eester. Machinist-electrieien. Landbouw, Nijverheid en Handel. Rijksconsulenten- of voorlichtingsdienst van den landbouw. Assistent van een consulent. Rijkslandbouwproefstations, met inbegrip van het Rijksboschbouwproeftation en het Rijkszuivelstation. Analist. Phytopathologische dienst. Technisch ambtenaar He klasse.  -63- Schaal 19-22 Domeinbeheer. Opziener, behalve de opziener-sluiswachter te I Oosterhout. Staatsboschbeheer. Boschwachter. Visscherij-inspectie. ■Opziener Ile klasse. Rijksinstituut voor hydrographisch visscherijonderzoek.; t?i I Analiste. Koninklijk Nederbindsch meteorologisch instituut. Observator. Observator te Helder. Observator te Vlissingen. i le Rekenaar. Rijksbureau tot onderzoek van handelswaren Analist. 'ïSijksproefstation en voorlichtingsdienst ten behoeve van de lederindustrie. Laborant. Rijksvoorlichtingsdienst ten behoeve van den rubberhandel en de rubbernijverheid. Analist. Arbeidt Arbeidsinspectie.' Analist. Staatstoezicht op de volksgezondheid. Analist. Rijkskweekscholen voor^ vroedvrouwen. Meesteres se-vroed vrouw. Koloniën. Technisch bureau van het Departement van Koloniën, i Handelscorrespondent. SCHAAL 20. f 1300—f 2700, 14 jaar. 14 jaarlijksche verhoogingen van f 100. Waterstaat. Staatsbedrijf der posterijen, telegrafie en telefonie. Klerk. SCHAAL 21. f 1700—f 2700, 10 jaar. - 10 jaarlijksche verhoogingen van f 100. Waterstaat. Staatsbedrijf der posterijen, telegrafie en telefonie. Kantoorbediende Ie klasse. Telegrafist Ie klasse. Telefonist Ie klasse. Hoofdconducteur. SCHAAL 22. f 1900—f 2700, 8 jaar. 8 jaarlijksche verhoogingen van f 100. Waterstaat. Staatsbedrijf der posterijen, telegrafie en telefonie. Kantoorhouder Ie klasse. 1 1 Zie betreffende deze kantoorhouders de noot op bladzijde 44.  Schaal 23-25 - -64- SCHAAL 23. 1 1800—1 2800, 10 jaar. 10 jaarlijksche verhoogingen van f 100. Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. Rijksuniversiteiten en technische hoogeschool. Pedel. Koninklijk kabinet van schilderijen. Conciërge, ambtenaar van administratie. Financiën. Directe belastingen, invoerrechten en accijnzen. Aspirant-verificateur der invoerrechten en accijnzen, met vakexamen. Oorlog. Staatsbedrijf der artillerie-inrichtingen. Garagechef autodienst Amsterdam—Botterdam. Waterstaat. Staatsbedrijf der posterijen, telegrafie en telefonie. Boekhouder. Teekenaar ïe klasse." Landbouw, Nijverheid en Handel. Rijkszuivelinspectie. Bijkszuivelvisiteur Ie klasse, chef van dienst. Visscherij- inspectie. Opziener Ie klasse. SCHAAL 24. 1 2300—f 2800 , 5 jaar. 5 jaarlijksche verhoogingen van f 100. Oorlog. Topografische inrichting; . Drukker Ie klasse. SCHAAL 25. f 2000- f 3000, 10 jaar. 10 jaarlijksche verhoogingen van f 100. Departementen van algemeen bestuur, Hooge Colleges van Staat en Kabinet der Koningin. Adjunct-commies. •Secretaris van de kanselarij der Néderlandsche orden. Justitie. Rechterlijke macht. Bijksklerk Ie klasse ter griffie én ten parkette. Militair rechterlijke macht. Rijksklerk Ié klasse bij de militaire rechtscolleges en parketten. Centrale Raad van beroep en Raden v. beroep (O.). Rijksklerk Ie klasse. Rijkspolitie. Grenscommissaris van Rijkspolitie te Zevenaar. Rijksveldwachter-rechercheur.  -65- Sehaal 25 Gevangenissen en Rijkswerkinrichtingen te Hoorn en te Leiden. Commies. Hoofdopzichter bij den arbeid. Rijkswerkinrichtingen ,. Veenhuizen". Commies. Hoofdopzichter bij den arbeid. Tuchtscholen voor jongens. Commies. Tuchtscholen voor meisjes. Commies. Rijksopvoedingsgestichten voor jongens. Opvoedend ambtenaar. Commies. Rijksopvoedingsgestichten voor meisjes. Commies. Algemeen College van toezicht, bijstand en advies voor het Rijkstucht- en opvoedingswezen. Secretaris. Reclasseering. Adjunct- ambtenaar. Binnenlandsche Zaken. Centraal bureau voor . de statistiek. Adjunct-commies. Adjunct-controleur. Krankzinnigenwezen en krankzinnigengestichten. Bedrijfsboer te Woensel. Nederlandsche Staatscourant. Adjunct-commies. Chef-expediteur. Algemeene Landsdrukkerij. Adjunct-commies. Salariscommissie voor burgerlijke Rijksambtenaren. Adjunct-commies. Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. Rijksuniversiteiten en Technische hoogeschool. Vast assistent. Te Waarnemer. Ambtenaar van administratie bij het ethno- grafisch museum. Ambtenaar van administratie bij het college van. curatoren aan de Rijksuniversiteit te Utrecht. Technicus bij de tandheelkunde. Teekenaar. (3hef-instrumentmaker aan de Technische HoogeschoolMachinist fe klasse. Adjunct-directiice van het nieuw academisch 'iekenhuis te Leiden. Ie Klerk (boekhoude.) bij het academisch ziekenhuis te Leiden. Hoofd van den huishoudelijken dienst bij de psychiatriseh-neurologische kliniek te Otreoht. Inspecliex'hooger en middelbaar onderwijs. Ambtenaa, toegevoegd aan een der inspecteurs. Inspecteur M. O., belast met de inspectie van het kunstonderwijs. Algemeen Rijksarchief en Rijksarchieven in de provinciën. Adjunct-commies. S. & J. n». 93, 2» dr. 5  Schaal 25 -66- Rijkshureau voor de monumentenzorg. Assistent van den secretaris. Opzichter-teekenaar. Koninklijke bibliotheek. Wetenschappelijk assistent He klasse. Adjunct-amanuensis. Rijksmuseum. Ambtenaar van administratie. Koninklijke academie van wetenschappen. Ambtenaar van administratie. Rijksacademie van beeldende kunsten. Administrateur. Onderwijsgebouwen. Adjunct-commies. Marine. Rijkswerven. Adjunct-commies. Teekenaar Ie klasse. Verificatie van 's Rijks zee-instrumenten. Ie Instrumentmaker. Loodswezen. Loodskweekeling Ie klasse, 3e, 4e, 5e en 6e district. Hnlploods te : Willemsoord, IJmuiden, Amsterdam, Maassluis, Botterdam en ' Vlissingen. Rijks kustverlichting. Ie Instrumentmaker. Opzichter-machinist. He Gezagvoerder aan boord van een lichtschip. Hydrografie. Teekenaar Ie klasse. Financiën. Agentschap van het Ministerie van Financiën, Directie van de grootboeken der nationale schuld. Adjunct-commies. 's Rijks schatkist. Rijksboekhouder He klasse. Directe belastingen, invoerrechten en accijnzen; Kommies-ontvanger Ie categorie. Bijksklerk Ie klasse. Hoofdcommies. Commies van den waarborg en de belasting der gouden en zilveren werken. . Assistent aan het laboratorium. Registratie, domeinen, hypotheken en kadaster. Opziener-teekenaar der domeinen. Opziener in algemeenen dienst voor de voormalige vestinggronden. Bestuur der visscherijen op de Zeeuwsche stroomen. Rijksklerk ten kantore van den secretarispenningmeester. Pensioenraden. Adjunct-commies. Weduwen- en weezenfonds voor burgerlijke- - ambtenaren. Adjunct-commies.  -67 — Schaal 25 Staalsmunlbedrijf. Adjunct-commies. Adjunct-boekhouder. Oorlog. Bureau van den inspecteur van den geneeskundigen dienst der landmacht. Adjunct-commies. Rijksmagazijn van geneesmiddelen. Bureelambtenaar Ie klasse. Centrale magazijnen van militaire Meeding en uitrusting. Bureelambtenaar Ie klasse. Topografische inrichting. Adjunct-commies. Graveur He klasse. Photograaf He klasse. Staatsbedrijf der artillerie-inrichtingen. . Teekenaar Ie klasse. Adjunct-administrateur. Adjunct-commies. Opzichter. Machinist. Meestér-geweermaker. Bureelambtenaar Ie klasse. Waterstaat. Rijkswaterstaat. Havenmeester te : Assen, Gorinchem, Sluismeester te: Vreeswijk, Utrecht, Terneuzen (Westsluis), Hansweert, Wemeldinge, Schellingwoude, Willemsluizen, Vlissingen, Terneuzen (M. en O. sluis). Hulpsluismeester te IJmuiden. Raad van toezicht op de spoorwegdiensten. Adjunct-commies. Secretariaat der scheidsgerechten voor spoorwegpersoneel. Adjunct-commies. Rijkspostspaarbank. Adjunct-commies. Staatsbedrijf der posterijen, telegrafie en telefonie. Adjunct-commies bij het Hoofdbestuur. Adjunct-magazijnchef aan het magazijn?; Tan postzegels. Staatsvisschershavenbedrijf te IJmuiden. Assistent-boekhouder. Ie afslager. Administratief ambtenaar. Landbouw, Nijverheid en Handel. Rijkslandbouwproefstations, met inbegrip van het Rijksboschbouwproelstation en het Rijkszuivel- station. Technisch ambtenaar. Ambtenaar van administratie of adjunctcommies.Boekhouder of adjunct-commies. Ka  Schaal 25, 26 -68 — Phytopathologische dienst. Ambtenaar van administratie of adjunctcommies. Domeinbeheer. Adjunct-commies. Staatsboschbeheer. Adjunct-commies. Staatstoezicht op de mijnen en groeven. Bureauambtenaar. Visscherij-inspectie. Onderinspecteur Ile klasse. Administratief ambtenaar Ie klasse. Rijksinstituut voor biologisch visscherijonderzoek. Secretaris. Scheepvaartinspectie. Administratief ambtenaar Ie klasse. Raad voor de scheepvaart. Administratief ambtenaar Ie klasse. Koninklijk Nederlandsch meteorologisch instituut. Adjunct-secretaris. Ie Instrumentmaker. Ie Observator. Octrooiraad en Bureau voor den industrieelen eigendom. Assistent Ile klasse. Administratief ambtenaar Ile klasse. Rijksseruminrichting. Opzichter. Adjunct-commies. Arbeid. Arbeidsinspectie. Adjunct-inspectrice. Administratief ambtenaar Ile klasse. Havenarbeid. Administratief ambtenaar Ile klasse. Rijksverzekeringsbank. Adjunct-commies. Dienst der werkloosheidsverzekering en arbeidsbemiddeling. .Adjunct-commies. Centrale gezondheidsraad. Adjunct-commies. Centraal laboratorium ten behoeve van het Staatstoezicht op de volksgezondheid. Administratief ambtenaar. Rijkskweekscholen voor vroedvrouwen. Administrateur. College van bijstand, bedoeld in artikel 35 der Woningwet. Adjunct-commies. Verzektrinhsraden. Adjunct commies. Koloniën. Koloniaal etablissement. Assistent bij de keuringen. Opzichter. SCHAAL 26. f 2000—1 3100, 11 jaar. 11 jaarlijksche verhoogingen van f 100. Financiën. Registratie, domeinen, hypotheken .en kadaster. Teekenaar van het kadaster. Teekenaar der domeinen.  • 69- Schaal 26-28 Staatsmuntbedrijf. Opzichter. Controleur. Waterstaat. Rijkswaterstaat. Hoofdmachinist bij de gemalen te Schellingwoude. Hoofdmachinist bij de gemalen te Assen. Opzichter-electrioien te Terneuzen. Staatsbedrijf der posterijen,, telegrafie en telefonie. Adjunct-commies. Landbouw, Nijverheid en Handel. Phytopathologische dienst. Controleur. oirtutlae Toezicht op de maten en gewichten. Adjunct-ijker. Arbeid. Arbeidsinspectie. Controleur. Scheikundig assistent, j Opzichteres. Havenarbeid. Controleur. SCHAAL 27. 4 2500—f 3100, 6 jaar. 6 jaarlijksche verhoogingen van f 100. • Binnenlandsche Zaken. Krankzinnigenwezen en krankzinnigengestichten. Adjunct-directrice'te Grave. Marine. Loodswezen. Bureelam btenaar. Adjunct-commissaris van het loodswezen,- de betonning, bebakening en verlichting. Ambtenaar voor opnemingswerkzaamheden ten dienste van het loodswezen. Binnenloods te: yiieland, Harlingen, Zaandam, Dordrecht, Zierikzee, Willemsoord en Hellevoetsluis. Rijks kustverlichting. Ie gezagvoerder aan boord van een lichtschip. Machinist aan boord van een lichtschip. Financiën. Directe belastingen, invoerrechten en accijnzen. Kommies-verificateur der invoerrechten en accijnzen. Waterstaat. Rijkswaterstaat. Opzichter-electricien te IJmuiden. SCHAAL 28. f 2000 -f 3200. 12 jaar. 12 jaarlijksche verhoogingen van f 100.  Schaal 28, 29 - -70 — Justitie. Rijksopvoedingsgestichten voor jongen*. Leeraar. Financiën. Registratie, domeinen, hypotheken en kadaster. Magazijnmeester, chef-stempelaar van het algemeen zegelkantoor. Bijksklerk Ie klasse. Bijksklerk Ie klasse ten hypotheekkantore. Commies van trekking bij de Staatsloterij. Oorlog. Bureau van den Stellingcommandant te Amsterdam. Opzdchtér-bureelam btenaar. Genie. Bureel ambtenaar. Bureau van den commandant der Nieuwe HoUandsche Waterlinie. Opziohter-bureelam btenaar. Waterstaat. Rijkswaterstaat. Opzichter Ile klasse. Bureelambtenaar Ie klasse. Ambtenaar hn den algemeenen dienst Ie klasse. Staatsbedrijf der posterijen, telegrafie en telefonie. Bureelambtenaar Ie klasse. Geologische dienst. Bureelambtenaar. Zuiderzeewerken. Opzichter He klasse. Bureelambtenaar Ie klasse. Landbouw, Nijverheid en Handel. Mijnraad. Bureelambtenaar. Rijksseruminrichting. Conservator. Arbeid. Rijksbureau voor drinkwatervoorziening. Opzichter-teekenaar. Bureelambtenaar Ie klasse. Koloniën. Koloniaal etablissement. Bureelambtenaar. SCHAAL 29. f 2700—f 3400, 7 jaar. 7 jaarlijksche verhoogingen van f 100. Justitie. Gevangenissen en Rijkswerkinrichtingen te Hoorn en te Leiden. Directeur of directrice van een gesticht der IVe klasse. Adjunct-directrice. Commies ter directie. • Rijkswerkinrichtingen „Veenhuizen". Commies ter directie. STÜÏij}*.  71 - Schaal 29 Tuchtscholen voor jongens. Commies ter directie. Rijksopvoedingsgestichten voor jongens Hoofd van dienst. • 1 Commies ter directie. Rijkstucht- en opvoedingswezen. Rijksagent voor voorwaardelijk ontslag. Binnenlandsche Zaken. Krankzinnigenwezen en krankzinnigengestichten. Boekhouder te Medemblik. Machinist-electrotechnicus ,te Medemblik. Algemeene Landsdrukkerij. Meesterknecht in de zetterij. Meesterknecht in de drukkerij. Meesterkrecht in de binderij.' Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. Rijksuniversiteiten en technische hoogeschaol Chef-glasblazer. Administrateur in de bibliotheek. Administrateur van 's-Rijks museum van natuurlijke historie. Administrateur in het museum van oudheden te Leiden. Boekhouder aan het academisch ziekenhuis te Leiden. Boekhouder aan de khnieken der Rijksuniversiteit te Utrecht. Adjunct-directrice van de klinieken der Rijksuniversiteit te Utrecht. Boekhouder aan de psychiatrisch -neurologische kliniek te Utrecht. Rijksmuseum. Wetenschappelijk assistent. Technisch assistent Ie klasse (restaurateur van schilderijen). Marine. Rijkswerven. Scheepsbouwkundig opzichter. Bouwkundig opzichter. Ie teekenaar. Werkmeester. Meesterknecht. Photograaf bij den marine-luchtvaartdienst. JLlectrotechnisch opzichter. Marinebakkerij ,. 78, wordt 4 jaar afgetrokken. De dienstjaren als surnumerair of geagreëerd klerk blijven buiten aanmerking. 3. De jaarwedde kan niet minder, resp. niet meer, bedragen dan het aan elk kantoor verbonden minimum en maximum : een en ander overeenkomstig onderstaande tabel. Klasse ' Grond- | Minimum- I Maximum- • traktement. [traktement, j traktement. IVo I 2200 : - 3600 4200 IVó | 2600 I 4000 • 4600 ffl? 3000 4400 5000 IIK 3400 4800 5400 H« 3800 5200 5800 Ho 4200' 'I 5600 6200 la 4600 I 6000 6600 16 5000 f 6400 7000  Schaal 38-41 — ■ 80- Waterstaat. Rijkswaterstaat. Opzichter Ie klasse. Staatsbedrijf der posterijen, telegrafie en telefonie. Secretaris der permanente commissie van beroep voor het personeel der posterijen, telegrafie en telefonie. Staatsvisschershavenbedrijf te IJmuiden. Havenmeester. Zuiderzeewerken. Opzichter Ie klasse. Arbeid. Arbeidsinspectie. Inspectrice. SCHAAL 39. f 3300—f 4300, 10 jaar. 10 jaarlijksche verhoogingen van f 100. Marine. Loodswezen. Machinist aan boord van een stoomloodsvaartnig. SCHAAL 40. f 2200—f 4500, 15 jaar. 8 jaarlijksche verhoogingen van f 200 en daarna f 7 van f 100. Waterstaat. • Rijkswaterstaat. Technisch ambtenaar. Raad van toezicht op de Spoorwegdiensten. Opzichter in algemeenen dienst voor de spoorwegen. Staatsbedrijf der posterijen, telegrafie en telefonie. Commies. Electrotechnisch ambtenaar. Magazijnchef der telegrafie. Arbeid. Arbeidsinspectie. Technisch ambtenaar. Havenarbeid. Technisch ambtenaar. Stoomwezen. Technisch ambtenaar. Dienst der werkloosheidsverzekering en arbeidsbemiddeling. Verificateur. Vakkundig ambtenaar. SCHAAL 41. 1 3400—f 4500, 9 jaar. 2 jaarlijksche verhoogingen van f 200 en daarna 7 van f 100. Justitie. Justitiegebouwen. Bouwkundig ambtenaar Ie klasse.'  -81- Schaal 41, 42 Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. Onderwijsgebouwen. Bouwkundig ambtenaar Ie klasse. Marine. Loodswezen. Bouwkundig ambtenaar Ie klasse. Oorlog. Genie. Technisch ambtenaar Ie klasse. Waterstaat. Rijkswaterstaat.. Hoofdopziener of hoofdwerktuigkundige te Breda en IJmuiden. Landsgebouwen. Bouwkundig ambtenaar Ie klasse. Raad van toezicht op de spoorwegdiensten. Technisch ambtenaar Ie klasse. Staatsvisschershavenbedrijf te IJmuiden. Opzichter-werktuigkundige of werktuigkundige. Landbouw, Nijverheid en Handel. Octrooiraad en Bureau voor den industrieelen eigendom. Technisch assistent Ie klasse. &>3& Arbeid. Rijksbureau voor drinkwatervoorziening. Hoofdopzichter. Koloniën. Technisch bureau van het Departement van Koloniën. Technisch ambtenaar Ie klasse. SCHAAL 42. f 4000—f 4600, 6 jaar. 3 tweejaarlijksche verhoogingen van f 200. Justitie. Rijkswerkinrichtingen „Veenkuizen". Adjunct-directeur van- den landbouw. Adjunct-directeur van het fabriekswezen. Rijksopvoedingsgestichten voor jongens. Hoofdcommies ter directie. Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. Rijksuniversiteiten en technische hoogeschool. Observator bij de sterrenkunde. Financiën. Directe belastingen, invoerrechten en accijnzen. Ontvanger aan een kantoor der Ille klasse: hieronder mede te begrijpen den ontvanger, die, met ontheffing van het beheer van zijn kantoor, met behoud van den ambtstitel wordt belast met andere werkzaamheden. Registratie, domeinen, hypotheken en kadaster. ' Controleur van het buitengewoon zegel. S. & J. no. 93, '2* dr. 6  Schaal 42-44 - •82- Waterstaat. Staatsbedrijf der posterijen, telegrafie en telefonie' Directeur van een kantoor der klasse- IV6 1. SCHAAL 43. f 2400—f 4800, 12 jaar. 12 jaarlijksche verhoogingen van f 200. Departementen van algemeen bestuur, Hooge Colleges van Staat en Kabinet der tójïfei Koningin. Stenograaf bij de stenografische inrichting. Oorlog. Centrale magazijnen van militaire Meeding en uitrusting. Keurmeester. Waterstaat. Rijkswaterstaat. Havenmeester te Terneuzen. Landbouw, Nijverheid en Handel. Octrooiraad en Bureau voor den induslrieelen eigendom. Juridisch ambtenaar Ile klasse. SCHAAL 44. f 3000- f 5000. 10 jaar. 10 jaarlijksche verhoogingen van f 200. Departementen van algemeen bestuur, Hooge Colleges van Staat en Kabinet der Koningin. Commies-griffier bij de Eerste Kamer der Staten-Generaal. Commies van Staat. Justitie. Rijkswerkinrichtingen „ Veenhuizen". Apotheker. Reclasseering. Ambtenaar. Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. Rijksuniversiteiten en technische hoogeschool. Apotheker in het academisch ziekenhuis te Leiden. Apothekeres in de klinieken der Rijksuniversiteit te Utrecht. Rijksbureau voor de monumentenzorg. Architect. Marine. Marine-etablissement. Scheikundige. Hospitaaldienst. Burgerapotheker. Financiën. Directe belastingen, invoerrechten en accijnzen. Adjunct-accountant. 1 Zie noot op bladz 78 -tv*^  -83- Schaal 44. 45 Oorlog. Staatsbedrijf der artillerie-inrichtingen. Werktuigkundige. Landbouw, Nijverheid en Handel. Rijkszuivelinspectie. E Adjunct-Rijkszuivelinspecteur. I Rpksinstituut voor biologisch visscherij-onderzoek I Bioloog Ile klasse. Toezicht op de maten en gewichten. Ijker. Rijksvoorlichtingsdienst ten behoeve van den rubberhandet en de rubbernijverheid. Y Scheikundige Ile klasse. Arbeid. Rijksverzekeringsbank. Agent. Centraal laboratorium ten behoeve van het Staats- toezicht op de volksgezondheid. Bacterioloog. I Bioloog. K Scheikundige. Rijksbureau voor drinkwatervoorziening. Ingenieur Ile klasse. SCHAAL 45. tl 4000—1 5000, 10 jaar. 10 jaarlijksche verhoogingen van f 100. Departementen van algemeen bestuur, Hooge Colleges van Staat en Kabinet der Koningin. Hoofdcommies. Redacteur bij de taohygrafische inrichting. Technisch ambtenaar bij het bureau Stoomvaartdienstvan het Departement van Marine. Justitie. Rijkspolitie. B Districts-commandant, tevens Inspecteur der Rflksveldwacht. Gevangenissen, en Rijkswerkinrichtingen te Hoorn en te Leiden. Directeur of directrice van een gesticht Ile kl. Tuchtscholen voor meisjes. B Directrice. Rijksopvoedingsgestichten voor meisjes. ■ Directrice. Binnenlandsche Zaken. Centraal bureau voor de statistiek. Hoofdcommies. Nederlandsche Staatscourant. Hoofdcommies. Algemeene Landsdrukkerij. Onderdirecteur. Hoofdcommies. Salariscommissie voor burgerlijke Rijksambtenaren. EL He Secretaris. Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. Rijksuniversiteiten en technische hoogeschool. Secretaris van het college van curatoren. 6»  Schaal 45 - 84- Conservator. Conservator bij de microchemie,mijnbouwkunde en scheikunde. Algemeen Rijksarchief en Rijksarchieven in de provinciën. Hoofdcommies. Koninklijke bibliotheek. Administrateur. Koninklijk penningkabinet. Directeur. Rijksmuseum. Onderdirecteur. Onderwijsraad^ Secretaris. Marine. Rijkswerven. Hoofdcommies. Marine-etablissement. Hoofdcommies. Hydrografie. Hydrographisch teekenaar, Ie cartograaf. Financiën. Agentschap van het Ministerie van Financiën, Directie van de grootboeken der nationale schuld. Hoofdcommies. Hoofdcommies (He verificateur dergrootboeken). 's Rijks schatkist. Betaalmeester HIe klasse. Directe belastingen, invoerrechten en accijnzen. Hoofdcommies ter directie. Controleur van den waarborg en de belasting der gouden en zilveren werken aan een kantoor der Ile klasse. Essaieur van den waarborg en de belasting der gouden en zilveren werken aan een kantoor der Ile klasse. He secretaris van den Raad van beroep voor de invoerrechten. Bestuur der visscherijen op de Zeeuwsche stroomen. Voorzitter. Pensioenraden. Hoofdcommies. Weduwen- en weezenfonds voor- burgerlijke ambtenaren. Hoofdcommies. Staatsmuntbedrijf. Scheikundige bij de muntfabricage. Inspecteur, Oorlog. Legerpredikant. Aalm oezenier. Bureau van den inspecteur van den. geneeskundigen dienst der landmacht. Hoofdcommies. Topografische inrichting. Corrector. Hoofd van administratie. Staatsbedrijf der artillerie-inrichtingen. Hoofdambtenaar van administratie. Admini strateur. Bureau van den chef van den generalen staf. Registrator.  - 85- — Schaal 45, 46 waterstaat. Rijkswaterstaat. Havenmeester van den Rotterdamschen Waterweg. Raad van toezicht op de spoorwegdiensten. Hoofdcommies. Secretariaat der scheidsgerechten voor spoorwegpersoneel. Secretaris. Rijkspostspaarbank. Hoofdcommies. Staatsbedrijf der posterijen, telegrafie en telefonie. Hoofdcommies bij het Hoofdbestuur. Staatsvisschershavenbedriji te IJmuiden. Halchef. Boekhouder. Landbouw, Nijverheid en Handel. Landbouwhoogeschool. Secretaris van het college van curatoren. Rijkshengstveulendepót. Directeur. Veeartsenijkundige hoogtschool.' Secretaris van het college van curatoren. Administrateur. Scheepvaartinspectie. Expert. Octrooiraad en Bureau voor den industrieelen eigendom. Technisch hoofdassistent. Hoofdassistent. Administratief hoofdambtenaar. Chef van het bureau Aanvragen en Inlichtingen bij het hureau voor den industrieelen eigendom. Arbeid. A rbeidsinspectie. Hoofd van administratie. Bijksverzekeringsbank. Hoofdcommies. Dienst'der werkloosheidsverzekering en arbeidt' bemiddeling. Hoofdcommies. Centrale gezondheidsraad. Hoofdcommies. College van bijstand, bedoeld in artikel 35 der Woningwet. Hoofdcommies met den titel van verificateur. Verzekeringsraden. Hoofdcommies. Koloniën. Technisch bureau van het Departement van Koloniën. Technisch hoofdambtenaar. Koloniaal etablissement. Ambtenaar van administratie Ie klasse. SCHAAL 46. 1 44O0—f 5000, 6 jaar. 3 tweejaarlijksche verhoogingen van f 200. Marine. Rijkswerven. Griffier te Hellevoetsluis. Griffier te Amsterdam.  Schaal 46-49 — 86- Chef van den magazijndienst te Hellevoetsluis. Chef van den magazijndienst te Amsterdam. Loodswezen. Inspecteur te Delfzijl. Commissaris van het loodswezen, de betonning, bebakening en verlichting en ontvanger defc loodsgelden Ie categorie. Loodsschippers Ieklasse, 3e, 4e, 5e en 6e district. Financiën. Registratie, domeinen, hypotheken en kadaster. Ontvanger aan een kantoor der Ve klasse. Waterstaat. Staatsbedrijf der posterijen, telegrafie en telefonie. Directeur van een kantoor der klasse IJl**1 Landbouw, Nijverheid en Handel. Scheepvaartinspectie.! Onderinspecteur.' Arbeid. Rijksverzekeringsbank. Assistent controleerend geneeskundige. Geneeskundige bij de medische afdeeling. SCHAAL 47. f 2400—f 5400, 18 jaar. 12 jaarlijksche verhoogingen van f 200 en daarna 6 van f 100. Financiën. Registratie, domeinen, hypotheken en kadaster. Landmeter van het kadaster. Landmeter der domeinen. SCHAAL 48. f 3000—f 5400, 12 jaar. 12 jaarlijksche verhoogingen van f 200. Waterstaat. Raad van toezicht op de spoorwegdiensten. District-inspecteur der spoorwegdiensten. Landbouw, Nijverheid en Handel. Visscherij-inspectie. Adjunct-inspecteur. Commies -redacteur. SCHAAL 49. 1 4800—f 5400, 6 jaar. 3 tweejaarlijksche verhoogingen van f 200. Departementen van algemeen bestuur, Hooge Colleges van Staat en Kabinet der Koningin. Onderdirecteur bij de stenografische inrichting. Onderdirecteur bij de tachygrafische inrichting, 1 Zie noot op bladzijde 78.  -87 — Schaal 49 Justitie. Gevangenissen en Rijkswerkinrichtingen te Hoorn en te Leiden. Ile geneesheer bn de bijzondere strafgevangenis te 's-GraVenhage. Directeur of directrice van een gesticht der Ie klasse. Rijkswerkinrichtingen „Veenhuizen". Directeur van het le en 3e gesticht. Tuchtscholen voor jongens. Directeur. Justitiegebouwen. Bouwkundig hoofdambtenaar. Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. Rijksuniversiteiten en technische hoogeschool. Onderdirecteur van het museum van oudheden te Leiden*. Adjunct-directeur van dè psychiatrisoh-neurologische kliniek te Utrecht. Inspectie hooger en middelbaar onderwijs. Inspecteur der zeevaartscholen. Commissie voor 's Rijks geschiedkundige publicatifn. Onderdirecteur. Rijksbureau voor de monumentenzorg. Onderdirecteur. Koninklijk kabinet van schilderijen. Directeur. Onderwijsgebouwen. Districtsbouwkundige. Bouwkundig hoofdambtenaar. Financiën. Directe belastingen, invoerrechten en accijnzen. Controleur der invoerrechten en accijnzen. Ontvanger van den waarborg en de belasting der gouden en zilveren werken aan een kantoor der Ie klasse. Controleur van den waarborg en de belasting der gouden en zilveren werken aan een kantoor der Ie klasse. Essaieur van den waarborg en de belasting der gouden en zilveren werken aan een kantoor der Ie klasse. Weduwen- en wéezenfonds voor burgerlijke ambtenaren. Wiskundig adviseur. Waterstaat. Landsgebouwen. Bouwkundig hoofdambtenaar. Districtsbouwkundige. Staatsbedrijf der posterijen, telegrafie en telefonie. Directeur van een kantoor der klasse ILT6.1 Hoofdcommies. Electrotechnisch hoofdambtenaar. Adjunct-inspecteur. Inspecteur bij den dienst der kust- en scheepsradiotelegrafie. 1 Zie noot op bladzijde 78.  Schaal 49-51 — •88- Landbouw, Nijverheid en Handel. Scheepvaartinspectie. Adjunct-inspecteur. Toezicht Op de maten en gewichten. IJker, chef van dienst. Arbeid. Drankwet. Inspecteur. Koloniën. Koloniaal etablissement. Hoofdambtenaar He klasse. SCHAAL 50. f 4400—f 5600, 6 jaar. 6 jaarlijksche verhoogingen van f 200. Marine. Rijkswerven. Adjunct-adniinistrateur te Hellevoet sluis. Griffier te Willemsoord. Chef van den magazijndienst te Willemsoord. Financiën. Directe belastingen, invoerrechten en accijnzen. Ontvanger aan een kantoor der He klasse; hieronder mede te begrijpen den ontvanger, die, met ontheffing van net beheer van zijn kantoor, met behoud van den ambtstitel wordt belast met andere werkzaamheden en zeven jaar de bezoldiging van ontvanger aan een kantoor der IHe klasse heeft genoten, dan wel twintig jaar bij de administratie der directe belastingen, invoerrechten en.accijnzen heeft gediend. Waterstaat. Rijkswaterstaat. Havenmeester te IJmuiden. SCHAAL 51. f 5200— 5800, 6 jaar. 3 tweejaarlijksche verhoogingen van f 200. Justitie. Gevangenissen en Rijkswerkinrichtingen te Hoorn en te Leiden. Ie geneesheer bij de bijzondere strafgevangenis te 's-Gravenhage. Rijkswerkinrichtingen „Veenhuizen". Directeur van het 2e gesticht. Financiën. 's Rijks schatkist. Betaalmeester He klasse. Registratie, domeinen, hypotheken en kadaster. Ontvanger aan een kantoor der IVe klasse. Bewaarder van de hypotheken, het kadaster en de scheepsbewijzen aan een kantoor der IVe klasse.  ■ 89- - Schaal 51, 52 Waterstaat. Staatsbedrijf der posterijen, telegrafie en telefonie. Directeur van een kantoor der klasse Ila.1 Adjunct-directeur. SCHAAL 52. f 3000—f 6000, 15 jaar. 15 jaarlijksche verhoogingen van f 200. Departementen van algemeen bestuur, Hooge Colleges van Staat en Kabinet der Koningin. Commies-griffier bij de Tweede Kamer der Stateu-Generaal. Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. Koninklijke bibliotheek. Conservator. Onderwijsgebouwen. Ingenieur. Architect. Marine. Rijkswerven. Ingenieur der marine. Electroteehnisch ingenieur. Verificatie van 's Rijks zee-instrumenten te Leiden. Verificateur. Loodswezen. Chef van den bouwkundigen dienst. Financiën. Directe belastingen, invoerrechten en accijnzen. Controleur der grondbelasting. Soheikundige aan het laboratorium. Registratie, domeinen, hypotheken en kadaster. Ingenieur der domeinen. Bestuur der visscherijen op de Zeeuwsche stroomen. Secretari s-penningm eestêr. Bacteriologisch onderzoeker. Oorlog. Centrale magazijnen van militaire kleeding en uitrusting. Keurm eester-technoloog. Staatsbedrijf der artillerie-inrichtingen. Technoloog. iV rw. Ingenieur. Doctor in de scheikunde. Oud-officier-werktuigkundige. Waterstaat. Bij kswaterstaat. Ingenieur. Landsgebouwen. Ingenieur. Architect. Staatsbedrijf der posterijen, telegrafie en telefonie. Ingenieur. Geologische dienst. Geoloog. 1 Zie noot op bladzijde 78.  Schaal 52 -90- Zuiderzeewerken. Ingenieur. Landbouw, Nijverheid en Handel. Rijksconsulenten- of voorlichtingsdienst ten behoeve van den landbouw. Rijkslandbouwconsulent.1 Rijkstuinbouwconsulent.1 Rij ks veeteeltconsulent.1 Rijksbijenteeltconsulent.1 Bijkszuivelconsulent.1 Rijkslandbouwproefstations, met inbegrip van het Rijksboschbouwproefstation en het Rijkszuivelsia- ■ tiori. Scheikundige. Plantkundige. Landbouwkundige. Bacterioloog. Pht/lo pathologische dienst. Phytdpatholoog. Ornitoloog. Rijkskeuringsdienst van voor uitvoer bestemd vleesch. Bijkskeurmeester. Staatsboschbeheer. Houtvester. Domeinbeheer. Bentmeester. Visscherij-inspectie. Visscherij consulent. Rijksinstituut voor hydrographisch visscherijonderzoek. Scheikundige. Scheepvaartinspectie. Lte Scheepsbouwkundig ingenieur. Scheepsbouwkundige. Raad voor de scheepvaart. Secretaris. Koninklijk Nederlandsch meteorologisch instituut. Adjunct-directeur. Technische voorlichtingsdienst ten behoeve van ', de nijverheid. Ingenieur bij het nijverheidslaboratorium. Rijksbureau tot onderzoek van handelswaren. Scheikundige. Rijksproefstation en voorlichtingsdienst ten behoeve van de lederindustrie. Scheikundige. Rijksvoorlichtingsdienst ten behoeve van den rubberhandel en de rubbernijverheid. Technoloog. Octrooiraad en Bureau voor den industrieelen eigendom. Juridisch ambtenaar Ie klasse. Ingenieur. Rijksseruminrichting. Bacterioloog. 1 De Bijksconsulenten in het bezit van een diploma voor landbouwingenieur of veearts kunnen, na het maximum van deze schaal te hebben bereikt, nog 5'tweejaarlijksche verhoogingen van f 200 ontvangen.  -91 — Schaal 52, 53 Scheikundige. Landbouwkundige. Arbeid. Arbeidsinspectie. Inspecteur. Scheikundig ingenieur. Mectrotecnniscn ingenieur. Landbouwkundige. Havenarbeid. Inspecteur. Stoomwezen. Ingenieur Ile klasse. Rijksverzekeringsbank. Ingenieur. Centraal laboratorium ten behoeve van het Staatstoezicht op de volksgezondheid. Ie Bacterioloog. Ie Bioloog. Ie Scheikundige. Rijksbureau voor drinkwatervoorziening. Scheikundig bacterioloog. Geoloog. Hydroloog. Ingenieur Ie klasse. Koloniën. Technisch bureau van het Departement van Koloniën. Ingenieur. SCHAAL 53. t 4800—1 6000, 6 jaar. , 6 jaarlijksche verhoogingen van f 200. Departementen van algemeen bestuur, Hooge Colleges van Staat en Kabinet der Koningin. Referendaris. (Bij den Raad van State : Referendaris werkzaam aan de afdeeling Geschillen van bestuur.) Directeur van de stenographische inrichting Directeur van de tachygraphische inrichting. Justitie. Rijkswerkinrichtingen „Veenhuizen". Geneesheer. Blnnenlandsche Zaken. Centraal bureau voor de statistiek. Referendaris. Salariscommmissie voor burgerlijke Rijksambtenaren. Ie Secretaris, Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. Rijksuniversiteiten en technische hoogeschool. JJeclrrjtsingenieur-conservator. Rijks schooltoezicht. Districtsschoolopziener. Inspectie lichamelijke opvoeding. Inspecteur. n , , , Koninklijke bibliotheek. Under bibliothecaris.  Schaal 53 • 92 Bijlesmuseum. Directeur. Onderwijsgebouwen. Ingenieur-afdeelingschef. Arohitect-afdeelingschef. Marine. Rijkswerven. Administrateur met den rang van referendaris. Financiën. Agentschap van het Ministerie van Financiën, ' Directie van de grootboeken der nationale schuld. Referendaris. Pensioenraden. Referendaris. Weduwen- en weezenjonds voor burgerlijke ambtenaren. Referendaris. Staatsmuntbedrijf. Chef der muhtfabricage. Oorlog. Bureau van den inspecteur van den geneeskundigen dienst der landmacht. Referendaris. Staatsbedrijf der artillerie-inrichtingen. Bureauchef voor technisohe zaken. Waterstaat. Baad va* toezicht op de spoorwegdiensten. Ingenieur voor het stoomwezen der spoorwegdiensten. Ingenieur voor de electrische inrichtingen der spoorwegdiensten. Bijksingenieur voor de spoorwegen. Inspecteur in algemeenen dienst voor de spoorwegen. Referendaris. . < Rijkspostspaarbank. Referendaris. Staatsbedrijf der posteryen, telegrafie en telefonie. Referendaris bij het Hoofdbestuur. Landbouw, Nijverheid en Handel. Landbouwhoogeschool. Bibliothecaris. Administrateur. Veeartsenijkundige hoogeschool. Bibliothecaris. Bijksinstituut voor biologisch visscherij-onderzoek. Bioloog Ie klasse. Octrooiraad en Bureau voor den industrieelen eigendom. Chef van den administratieven dienst. Arbeid. Rijksverzekeringsbank. Referendaris. Referendaris bij de contröle op het rekenplichtig beheer. KaMiilfi Inspecteur der agenten.  -93- Schaal 53-55 Dienst der werkloosheidsverzekering en arbeidsbemiddeling. 1 Referendaris. College van bijstand, bedoeld in'artikel 35 der Woningwet. Secretaris. Verzekeringsraden. Secretaris. Hooge Raad van arbeid. | Secretaris. ÏSCHAAL 54. f 5600—f 6000, 4 jaar. 2 tweejaarluksche verhoogingen van f 200. Oorlog. Legerpredikarit in algemeenen dienst. I Hoofdalmoezenier. Waterstaat. | Staatsbedrijf der posterijen, telegrafie:, en telefonie. Controleur bij de posterijen en telegrafie. SCHAAL 55. f 5600-f 6200, 6 jaar. 3 tweejaarlijksche verhoogingen van f 200. Justitie. Rijksopvoedingsgestichten voor jongens. Directeur. Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. F. Rijksuniversiteiten .en technische hoogeschool. Directeur van 's Rijks Herbarium. 'Algemeen Rijksarchief en Rijksarchieven in de provinciën. ! Archivaris bij het'algemeen Rijksarchief. Rijksarchivaris in de provinciën. 'Financiën. f Directe belastingen, invoerrechten en accijnzen. I Inspecteur, tevens controleur van den waarborg en de belasting van gouden en zilveren wérken. Staats muntbedrijf. |Ie Scheikundige, chef der afdeeling contrdle. Oorlog. Topografische inrichting. I Onderdirecteur. Waterstaat. Staatsbedrijf der posterijen, telegrafie en telefonie. JJirecteur van een kantoor der klasse HA. i Directeur van het spoorwegpostkantoor te | Zwolle. iDireeteur van het spoorwegpostkantoor te Arnhem. Landbouw, Nijverheid en Handel. Visscherij-inspectie. Inspecteur. 1 Zie noot op bladzijde 78.  Schaal 55-57 -94- Scheepvaa-t-inspectie. Inspecteur. Toezicht op de maten en gewichten. Inspecteur van het iikwezen. Koloniën. School tot opleiding van commies bij den Indischen post-, telegraaf- en telefoondienst. Directeur. Koloniaal etablissement. Hoofdambtenaar Ie klasse. SCHAAL 56. J 4000—f 6600. 13 jaar. 13 jaarlijksche verhoogingen van f 200. Justitie. Justitiegebouwen. Adjunct-Rijksbouwmeester. Binnenlandsche Zaken. Centraal Bureau voor de Statistiek. Accountant. Financiën. Directe belastingen, invoerrechten en accijnzen. Inspeeteu". Accountant. Ie Secretaris van den Raad van beroep voor de invoerrechten. Landbouw, Nijverheid en Handel. Staatstoezicht op de mijnen en groeven. Ingenieur. SCHAAL 57. f 5200—f 6600, 7 jaar. 7 jaarlijksche verhoogingen van f 200. Departementen van algemeen bestuur, Hooge Colleges van Staat en Kabinet der Koningin. Secretaris van den Raad van State. Secretaris van de Algemeene Rekenkamer. Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. Onderwijsgebouwen. Adjunct-Rijksbouwmeester. Financiën. 's Rijks schatkist. Betaalmeester Ie klasse. Directe belastingen, invoerrechten en accijnzen. Ontvanger aan een kantoor der Ie klasse. Registratie, domeinen, hypotheken en kadaster. Inspecteur. Ingenieur-verificateur van het kadaster. Ingenieur-verificateur der domeinen. Pensioenraden. Secretaris. Waterstaat. Landsgebouwen. Adjunct-Bijk8bouwmeester. •  -95- - Schaal 57-60 Landbouw, Nijverheid en Handel. Veeartsenij kundige dienst. Adjunct-inspecteur. Districtsveearts. \ Rijkszuivelinspectie. Rijkszuivelinspecteur. Scheepvaartinspectie. Scheepsbouwkundig ingenieur. Koninklijk Nederlandsch meteorologisch instituut. Directeur. Rijksseruminric hting. ■ Onderdirecteur. Arbeid. Hooge Raad van arbeid. Lid, tevens secretaris. SCHAAL 58. I 6000—1 6600, 6 jaar. 3 tweejaarlijksche verhoogingen van f 200. Financiën. | Registratie, domeinen, hypotheken en kadaster. ■ Ontvanger aan een kantoor der Ille klasse. Bewaarder van de hypotheken, het kadaster en de scheepsbewijzen aan een kantoor der Me klasse. Waterstaat. . „• .*..•;. Staatsbedrijf der posterijen, telegrafie en telefonie. ^Directeur van een kantoor der klasse Ia. 1 Directeur van het spoorwegpostkantoor te Amsterdam. Directeur van het spoorwegpostkantoor te Botterdam. ,-"-V . Landbouw, Nijverheid en Handel. Staatsboschbeheer. Adjunct-inspecteur. SCHAAL 59. f 4800—f 7000, 11 jaar. 11 jaarlijksche verhopgingeu van f 200. Binnenlandsche Zaken. Krankzinnigenwezen én krankzinnigengestichten. Geneeskundige, belast met de leiding van het r laboratorium te Woensel (uitwonend). Geneeskundige (uitwonend) te Woensel. ie Geneesheer te Medemblik. Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. Rijksuniversiteiten en technische hoogeschool. Adjunct-directeur. bij de sterrenwacht. SCHAAL 60. 1 5500-^- f 7000, 6 jaar. 3 tweejaarlijksche verhoogingen van f 500. Departementen van algemeen bestuur, Hooge Colleges van Staat en Kabinet der Koningin. Aciministrateur of Raad-adviseur bjj een Departement van algemeen bestuur. 1 Zie noot op bladz. 78.  Schaal 60 — 96- Justitie. Rijkswerkinrichtingen „ Veenhuizen". Hoofddirecteur. Binnenlandschc Zaken. Centraal bureau voor de statistiek. Administrateur. Algemeene Landsdrukkerij. - Directeur. Ondirwijs, Kunsten en Wetenschappen. Rijksuniversiteiten, en technische hoogeschool. Bibliothecaris. - Directeur van 's Rijks museum voor natuurlijke historie. Directeur van het museum van oudheden te Leiden. Directeur van het ethnographisch museum. Commissie voor 's Rijks geschiedkundige publicatiën. Directeur. Rijksbureau voor de monumentenzorg. Directeur. Rijksacademie van beeldende kunsten. Hoogleeraar. Marine. Rijkswerven. Eerstaanwezend electrotechnisch ingenieur. Hoofdingenieur der marine. Eerstaanwezend bouwkundig ingenieur. Marine-etablissement. Adviseur-scheikundige. Verificatie van '«Rijks zeeinstrumenten. Adviseur-verificateur. Rijks kustverlichting. Chef van den technischen dienst der kustverlichting (met den rang van hoofdingenieur). Financiën. Agentschap van het Ministerie van Financiën, Directie van dé grootboeken der nationale schuld. Administrateur. Directe belastingen, invoerrechten en accijnzen. Hoofdinspecteur, Inspecteur der grondbelasting. Registratie, domeinen, hypotheken en kadaster. Hoofdinspecteur der registratie en domeinen. Directeur der Staatsloterij. Inspecteur van het kadaster. Weduwen- en weezenfonds voor burgerlijke ambtenaren. Directeur. Oorlog. Staatsbedrijf der artillerie-inrichtingen. Chef voor personeele zaken. Waterstaat. Rijkswaterstaat. Hoofdingenieur.  ■97- Schaal 60 Raad van toezicht op de spoorwegdiensten % Rükshoofdingenieur voor de spoorwegen. Secretaris. Spoorwegen met dienst. Staatsboschbeheer. Inspecteur. Rijksinstituut voor biologisch visscherij-onderzoek. Directeur. , Rijksinstituut voor hydrographisch visscherij"6<;{i onderzoek. Directeur. Technische voorlichtingsdienst ten behoeve van de nijverheid. Directeur van het nijverheidslaboratorium. Nijverheidsconsulent. Rvfksbureau lot onderzoek van handelswaren. Directeur. Rijksvoorlichtingsdienst ten behoeve van den rubberhandel en de rubbernijverheid. Directeur. Octrooiraad en Bureau voor den industrieelen eigendom. Lid van den Octrooiraad. Arbeid. A rbeidsinspectie. Geneeskundige. Stoomwezen. '-Ingenieur Ie klasse. Rijksverzekeringsbank. Administrateur.. Controleerend geneeskundige. Dienst der werkloosheidsverzekering ■ en arbeidsbemiddeling. Administrateur. Staatstoezicht op de Volksgezondheid. Inspecteur. Centraal laboratorium ten behoeve van het Staats- toezicht op de volksgezondheid. Hoofd der bacteriologische afdeeling. Hoofd der chemische afdeeling. S. & J. n«. 93, 2« dr. 7  Schaal 60-62 - -98- Baden van Arbeid. Voorzitters van de Raden van Arbeid, met uitzondering van die te Amsterdam, 's-Gravenhage en Rotterdam. Koloniën. Technisch bureau van het Departement van Koloniën. Hoofdingeuieu r. SCHAAL 61. 1 6400—f 7000, 6 jaar. 3 tweejaarlijksche verhoogingen van f 200. Binnenlandsche Zaken. Krankzinnigenwezen en krankzinnigengestichten. Geneesheer-directeur te Grave. Geneesheer, waarnemend directeur te Woensel. Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. Inspectie hooger en middelbaar onderwijs. Inspecteur der gymnasia. Inspecteur van het middelbaar onderwijs. Inspectie lager onderwijs. Inspecteur. Oorlog. Staatsbedrijf der artillerie-inrichtingen. Bedrijfschef. Waterstaat. Staatsbedrijf der posterijen, telegrafie en telefonie. Directeur van eeri kantoor der klasse 16.1 SCHAAL 62. I 6500—f 7500, 6 jaar. 2 driejaarlijksche verhoogingen van f 500. Departementen van algemeen bestuur, Hooge Colleges van Staat en Kabinet der Koningin. Griffier van de Eerste Kamer der StatenGeneraal. Binnenlandsche Zaken. Centraal bureau voor de statistiek. Adjunct-directeur. Krankzinnigenwezen en krankzinnigengestichten. Geneesheer-directeur te Medemblik. Oorlog. Staatsbedrijf der artillerie-inrichtingen. Adjunct-directeur. Waterstaat. Staatsbedrijf der posterijen, telegrafie en telefonie. Algemeen secretaris. Hoofdinspecteur. Staatsvisschershavenbedrijf te IJmuiden. Directeur. 1 Zie noot op bladzijde 78.  -99- Schaal 62-64 Landbouw, Nijverheid en Handel. Directie van ■ den landbouw, algemeens dienst. Inspecteur van den landbouw. Inspecteur van het landbouwonderwijs. Inspecteur van den veeartsenijkundigen dienst. Inspecteur van het zuivelwezen. Octrooiraad en Bureau voor den industrieelen eigendom. Gewoon lid van den Octrooiraad, tevens lid van het college van directeuren. Arbeid. Bijksverzekeringsbank. Administrateur bij den geneeskundigen dienst. Verzekeringsraden. Bezoldigd lid. SCHAAL 63. . 1 6500—f 8000, 10 jaar. 5 tweejaarlijksche verhoogingen van f 300. Waterstaat. Kaad van toezicht op de spoorwegdiensten. . Zuiderzeewerken. Hoofdingenieur. Arbeid. . Arbeidsinspectie. Hoofdinspecteur. Medisch adviseur. Electrotechnisch adviseur. Scheikundig adviseur. Havenarbeid. Hoofdinspecteur. . Stoomwezen. Hoofdingenieur. SCHAAL 64. f 7000—f 8000, 6 jaar. 2 driejaarlijksche verhoogingen van f 500. Departementen van algemeen bestuur, Hooge Colleges van Staat en Kabinet der Koningin. Raad-adviseur, niet bij eene afdeeling werkzaam, of Administrateur met den persoonlijken titel van directeur-generaal. Justitie. Justitiegebouwen. Rij ksbou wm eester. Binnenlandsche Zaken. Centraal bureau voor de statistiek. -Directeur. Krankzinnigenwezen en krankzinnigengestichten. Inspecteur van het Staatstoezicht op krankzinnigen en krankzinnigengestichten. UeneesheerTdirecteur te Woensel.  Schaal 64 •100- Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. Rijksuniversiteiten en technische hoogeschool. Lector-directeur bij het tandheelkundig instituut te TJtrechti Geneesheer-directeur van het nieuw academisch ziekenhuis te Leiden. Geneesheer-directeur van de klinieken der Rijksuniversiteit te Utrecht. Algemeen Rijksarchief en Rijksarchieven*' in de provinciën. Algemeen Rijksarchivaris. Koninklijke bibliotheek. Bibliothecaris. Rijksmuseum. Hoofddirecteur, tevens directeur van het Rijksmuseum van schilderijen. Rijksacademie van beeldende kunsten. Hoogleeraar-directeur. Onderwijsgebouwen. Rijksbouwmeester. Marine. . Rijkswerven. Directeur van scheepsbouw. Directeur. Financiën. Agentschap van het Ministerie van Financiën, Directie van de grootboeken der nationale schuld. Agent. Directe belastingen, invoerrechten en accijnzen. Directeur. Directeur van het laboratorium. Registratie, domeinen, hypotheken en kadaster. Directeur. Oorlog. Topografische inrichting. Directeur. Staatsbedrijf der artillerie-inrichtingen. Directeur. Waterstaat. Rijkswaterstaat. Hoofdingenieur-directeur. Landsgebouwen. Rijksbouwmeester. Rijkspostspaarbank. Directeur. Staatsbedrijf der posterijen, telegrafie en telefonie. Directeur van den postcheque- en girodienst. Geologische dienst. Directeur. Rijksstudiedienst voor de luchtvaart. Directeur. Landbouw, Nijverheid en Handel. Staatstoezicht op de mijnen en groeven. Hoofdingenieur. Visscherij-inspectie. Hoofdinspecteur.  •101 - - Schaal 64-66 .,. i^»ff" Scheepvaartinspectie. Hoofdinspecteur. Raad voor de scheepvaart. Voorzitter. -< HTOfddfreeteu^fa',*CA meteoroloaüch instituut. Octrooiraad en Bureau voor den industrieelen eigendom. Voorzitter vais^den Octrooiraad. •2 Rijkcseruminrichtinq. Directeur. Arbeid. Rijksverzekeringsbank. Wiskundig adviseur. Medisch adviseur. , Secretaris-generaal. Dienst der werkloosheidsverzekering en arbeidsbemiddeling. Directeur. • Centrale gezondheidsraad. Vooratter;' Rijksbureau voor drinkioatervoorzienina Directeur. Raden van Arbeid. sterdanï ^ ^ Raad Arbeid te Am' Voorzitter van den Raad vanAr beid te 's-Gravenhage. Voorzitter van den Raad van Arbeid te Rotterdam. t> , , , Verzekeringsraden. Bezoldigd lid en voorzitter. Koloniën. Technisch bureau van het Departement van Koloniën. Directeur. Koloniaal etablissement. Directeur. SCHAAL 65. 1 7500—1 8500, 6 jaar. 2 driejaarlijksche .verhoogingen van f 500. Waterstaat. Staatsbedrijf der posterijen, telegrafie en telefonie. Hoofdingenieur-directeur. Arbeid. Rijksverzekeringsbank. Lid en plaatsvervangend voorzitter van het bestuur. Lid van het bestuur. SCHAAL*66. f 7500—1 9000, 6 jaar. 3 tweejaarlijksche verhoogingen van f 600.  Schaal 66 102- Departementen van algemeen bestuur, Hooge Collages van Staat en Kabinet der Koningin. Secretaris-Generaal van een Departement van algemeen bestuur. Griffier van de Tweede Kamer der Staten-Gene- raal. Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. Rijksuniversiteiten en technische hoogeschool. Hoogleeraar. Inspectie hooger en middelbaar onderwijs. Inspecteur-generaal van het nijverheidsonderwijs. Financiën. 's Rijks schatkist. Thesaurier-generaal. Directe belastingen, invoerrechten en accijnzen. Hoofddirecteur. Registratie, domeinen, hypotheken en kadaster. Hoofddirecteur. Staatsmuntbedrijf. Muntmeester. Oorlog. Staatsbedrijf der artillerie-inrichtingen. Directeur, voorzitter van het college van directeuren. Waterstaat. Rijkswaterstaat. Inspecteur-generaal. Raad van toezicht op de spoorwegdiensten. Voorzitter. Landbouw, Nijverheid en Handel. Directie van den landbouw, algemeene dienst. Directeur-generaal. Landboiiwhoogeschool. Hoogleeraar. Veeartsenijkundige hoogeschool. Hoogleeraar. Arbeid. Arbeidsinspectie. Directeur-generaal van den arbeid. Staatstoezicht op de volksgezondheid. Directeur-generaal, hoofd der afdeeling Volksgezondheid van het Departement van Arbeid. Rijksverzekeringsbank. lid en voorzitter van het bestuur. '■■ Behoort bij Koninklijk besluit van 23 Januari 1920 (Staatsblad n°. 37). Mij bekend, De Minister van Binnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter van den Raad van Ministers, Ch. Bots de Beerenbrotjck.  103 BIJLAGE B. Bezoldiging voor directeuren van en leeraren aan Rijks hoogere burgerscholen en daarmede overeenkomende inrichtingen van onderwijs; burge neeraren aan inrichtingen voor militair onderwijs; hoofden en onderwijzers aan Rijksinrichtingen voor lager onderwijs; onderwijzend personeel aan Rijkstuchtscholen, Rijksopvoedingsgesticht'n en aan gevangenissen, voor zoove. deze niet is geregeld ln bijlage A. Rijks hoogere burgerscholen met vijfjarigen cursus. B Directeuren: Het salaris der directeuren bedraagt f 5500, na 2, 4, 6 en 8 dienstjaren telkens te verhooeen met f 250. Diensttijd, doorgebracht als directeur eener hoogere burgerschool of van eene daarmede gelijk te stellen inrichting van middelbaar of voorbereidend hooger onderwijs, telt ten volle mede. Indien de school 10 of meer klassen telt, wordt het salaris met f 500 verhoogd. 2. Leeraren, uitgezonderd die in gymnastiek en schoonschrijven : a. bij 19 tot en met 24 lesuren per week : f 3500, na 2, 4, 6, 8, 10, 12, 14 en 16 dienstjaren telkens te verhoogen met f 250, alzoo tot een maximum van f 5500. Aan doctoren, gepromoveerd aan eene Nederlandsche universiteit of hoogeschool, wordt na Aanteekeningen: 1°. De salarissen zijn vermeld zonder aftrek wegens standplaats. 2°. De regeling geldt zoowel voor mannelijke als voor vrouwelijke ambtenaren, tenzij o„ ™tdrukkehjk één van beiden is genoemd 3". Waar over het meetellen van dienstjaren aan bepaalde inrichtingen van onderwijs wordt gesproken, zijn daaronder zoowel die m Nederland als de gelijknamige ? dejF.?lomën en Overzeesche bezittingen des Rijks te verstaan.  104 - 18 en 20 dienstjaren nog eene verhooging telkens van f 250 toegekend, alzoo tot een maximum van f 6000. Lesuren boven 24, opgedragen voor een jaarcursus, worden bovendien vergoed met f 140 per wekelijksch lesuur. 6. bij 10 tot en met 18 lesuren per week : f 850, benevens f 140 per wekelijksch lesuur, na 2, 4, 6, 8, 10,12, 14 en 16 dienstjaren telkens te verhoogen met f 10 per wekelijksch lesuur. c. bij minder dan 10 lesuren per -week: f 140 per wekelijksch lesuur, na 2, 4, 6, 8, 10,12,14 en 16 dienstjaren telkens te verhoogen met f 10 per wekelijksch lesuur. 3. Leeraren in gymnastiek en schoonschrijven worden bezoldigd als hieronder voor de leeraren aan hoogere burgerscholen met driejarigen cursus is bepaald. 4. Indien een 1 eeraar één of meer nevenbetrekkingen bij het onderwijs bekleedt, kan zijn salaris aan de Rijks hoogere burgerschool zoodanig worden verminderd, dat het totaal der salarissen niet hooger wordt dan het bedrag, hetwelk hij zou genieten, indien hij alle uren aan die Rijks hoogere burgerschool gaf, vermeerderd met f 850. Rijks hoogt re burgerscholen met driejarigen cursus. 1. Directeuren: Het salaris der directeuren bedraagt f 4500, na 2, 4, 6 en 8 dienstjaren telkens te verhoogen met f 250. Diensttijd, doorgebracht als directeur eener hoogere burgerschool of van eene daarmede gelijk te stellen inrichting van middelbaar of voorbereidend hooger onderwijs, telt ten \olle mede. Indien de school 10 of meer klassen telt, wordt het salaris met f 500 verhoogd. 2. Leeraren: o. bij 19 tot en met 24 lesuren per week: f 3000, na 2, 4, 6, 8, 10, 12 en 14 dienstjaren telkens te verhoogen met f 200 en na 16 dienstjaren met f 100. Lesuren boven 24, opgedragen voor een jaarcursus, worden bovendien vergoed met f 120 per wekelijksch lesuur. 6. bij 10 tot en met 18 lesuren per week:  - 105 f 700, benevens f 120 per wekelijksch lesuur, na 2, 4, 6, 8, 10, 12, 14 en 16 dienstjaren telkens te verhoogen met f 10 per wekelijksch lesuur. c. bij minder dan 10 lesuren per week: f 120 per .wekelijksch lesuur, na 2, 4, 6, 8, 10,12,14 en 16 dienstjaren telkens te verhoogen met f 10 per wekeljjksoh lesuur. Indien een leeraar één of meer nevenbetrekkingen bij het onderwijs bekleedt, kan zijn salaris aan de Rijks hoogere burgerschool zoodanig worden verminderd, dat het totaal der salarissen niet hooger wordt dan het bedrag, hetwelk hij zou genieten, indien hij alle uren aan die Rijks hoogere burgerschool gaf, vermeerderd met f 700. Het onderwijzend personeel van hoogere burgerscholen met driejarigen cursus, in het bezit van volledige bevoegdheid in het door heu onderwezen vak voor hoogere burgerscholen met vijfjarigen cursus, uitgezonderd de leeraren in boekhouden en teekenen, of in het bezit van twee akten, welke elk afzonderlijk bevoegd maken tot het geven van onderwijs aan eene hoogere burgerschool met driejarigen cursus, uitgezonderd de akte voor schoonschrijven, wordt bezoldigd alsof het aan eene hoogere burgerschool met vijijaggen cursus verbonden ware.. Bepalingen, geldende voor leeraren zoowel aan hoogere burgerscholen met vijfjarigen ah aan hoogere burgerscholen met driejarigen cursus : 1. Voor leeraren in vakken, waaraan laboratoriumarbeid is verbonden, worden voor de berekening van het salaris laboratorium-uren in aanmerking genomen en wel: a. voor leeraren in natuur- en scheikunde : bij 4 tot en met 7 wekelijksche lesuren: één uur; bij 8 tot en met 15 wekelijksche lesuren: twee uren; bij meer dan 15 wekelijksche lesuren: drie uren; 6. voor leeraren in natuurlijke historie: bij 8 of meer wekelijksche lesuren : één uur. 2. Op het salaris van leeraren, die in geen der door hen onderwezen vakken volledige bevoegdheid bezitten voor de school, waaraan  106 - zij werkzaam zijn, wordt een aftrek van 15 pot. toegepast, met dien verstande, dat op het salaris van een leeraar aan eene hoogere burgerschool met vijfjarigen cursus, die in het bezit is van twee akten, die elk afzonderlijk bevoegd maken tot het geven v*n onderwijs aan eene hoogere burgerschool met driejarigen cursus, uitgezonderd voor de akte schoonschrijven, geen aftrek wordt toegepast. 3. Als diensttijd telt ten volle mede de tijd, als leeraar doorgebracht aan gymnasia, hoogere burgerscholen, lycea, middelbare of hoogere handelsscholen, zeevaartscholen, middelbare scholen voor nijverheidsonderwijs, middelbare landbouwscholen, middelbare scholen voor meisjes, kweekscholen voor onderwijzers en onderwijzeressen, als onderwijzer op jaarwedde aan Rijksnormaallessen, alsmede de diensttijd, als leeraar in een of meer der vakken, genoemd in de wet op het Middelbaar Onderwijs, doorgebracht aan de Koninklijke militaire academie, het Koninklijk instituut voor de marine, de cadettenschool en den hoofdcursus. Diensttijd aan lagere scholen e aan scholen voor lager nijverheids-, handels- en landbouwonderwijs telt voor de helft mede tot een maximum van zes jaren. Voor een doctor, gepromoveerd aan eene Nederlandsche universiteit of hoogeschool, wordt twee jaar meer dan den werkelijken diensttijd vergolden. Rijks middelbare landbouwscholen en Rijkszuivelschool te Bolsward. Directeuren en leeraren worden bezoldigd overeenkomstig de bepalingen voor de hoogere burgerscholen met vijfjarigen cursus, met dien verstande, dat de wedden van de Directeuren der middelbare landbouwscholen overeenstemmen met die van de Directeuren van de hoogere burgerscholen, welke 10 of meer klassen tellen, en dat de leeraar in lichamelijke opvoeding aan de middelbare koloniale landbouwschool te Deventer wordt bezoldigd op gelijken voet als de andere leeraren aan die school verbonden. De onderwijzers aan de middelbare landbouwschool te Deventer, die in het bezit zijn van een diploma voor het geven van ambaehtsonderwijs,  107 genieten een salaris van f 2000, met 8 jaarlijksche verhoogingen van f 100. Wanneer zij in het bezit zijn van eene bevoegdheid M. O voor het bijbehoorend teekenen, wordt hun salaris vastgesteld op f 2200, na 1, 2, 3, 4, 5 en 6 dienstjaren telkens te verhoogen met f 100 en na 7 en 8 dienstjaren telkens met f 200. Rijks land- en tuinbouwwinterscholen. De directeuren der Rijksland- en tuinbouwwinterscholen, die als zoodanig en niet als Rijksconsulent worden bezoldigd, genieten hetzelfde salaris als de Rijksconsulenten. De leeraren met middelbare bevoegdheid voor de landbouwkundige vakken worden bezoldigd overeenkomstig de bepalingen voor de Rijksconsulenten; de overige leeraren met middelbare bevoegdheid overeenkomstig de bepalingen voor de hoogere burgerscholen met driejarigen cursus. De leeraren zonder middelbare bevoegdheid, doch in het bezit van de hoofdakte en akte voor land- èn (of) tuinbouwkunde L. O. of in het bezit van eene hoofdakte en van een of meer bevoegdheden tot het geven van lager onderwijs in eene vreemde taal, genieten een salaris van f 2800, met tien jaarlijksche verhoogingen van f 200. Diensttijd aan lagere scholen telt voor de helft mede tot een maximum van zes jaren. Leeraren, uitsluitend belast met het geven van enkele lessen, ontvangen f 3,50 per lesuur. Rijks landboüwhuishoudschool „De Rolleeate". 1. Directrice: Het salaris van de directrice bedraagt f 3500 na 2, 4, 6 en 8 dienstjaren telkens te verhoogen met f 250. 2. Leeraren: o. bij 19 of meer lesuren per week: f 2500, na 2 en 4 dienstjaren telkens te verhoogen met f 200 en na 6, 8, 10, 12, 14 en 16 dienstjaren telkens met f 100. 6. bn' 10 tot en met 18 lesuren per week: f 600, benevens f 100 per wekelijksch lesuur, na 2 en 4 dienstjaren telkens te verhoogen met f 10 en na 6, 8, 10, 12, 14 en 16 dienstjaren telkens met f 5 per wekelijksch lesuur.  - 108 De vaste wedde van f 600 wordt alleen dan verleend, indien de leerares geen andere betrekking waarneemt. Indien dat wel het geval is, kan aan het uren-honorarium eene toelage van ten hoogste f 600 worden toegevoegd. c. bij minder dan 10 lesuren per week: f 100 per wekelijksch lesuur, na 2 en 4 dienstjaren telkens te verhoogen met f 10 en na 6, 8, 10, 12, 14 en 16 dienstjaren telkens met f 5 per wekelijksch lesuur. Op het salaris van leeraressen, die geen enkele bevoegdheid bezitten voor het door haar onderwezen vak, wordt een aftrek van 15 pet. toegepast. Landbouwhuishoudonderwijs. Het salaris der leeraressen bedraagt f 1800, na 2 en 4 dienstjaren telkens te verhoogen met f 200 en na 6, 8,10,12, 14 en 16 dienstjaren telkens met f 100. Op het salaris dezer leeraressen wordt geen klasse-aftrek toegepast. Rijks rietvlechtsehool te Noordwolde. Het salaris van den directeur bedraagt f 4500, na 2, 4, 6 en 8 dienstjaten telkens te verhoogen met f 250. Het salaris van den leeraar met bevoegdheid tot het geven van middelbaar onderwijs in het teekenen en van den leeraar met hoofdakte en twee akten voor lager onderwijs in moderne talen bedraagt f 2800, na 2,4, 6 en 8 dienstjaren telkens te verhoogen met f 200 en na 10, 12, 14 en 16 dienstjaren telkens met f 100. In deze bezoldiging is vergoeding voor den avondcursus inbegrepen. Diensttijd aan lagere scholen en aan scholen voor lager nijverheids-, handels- en landbouwonderwijs telt voor de helft mede tot een maximum van zes jaar. Het salaris van den leeraar in rietvlechten bedraagt f 1600, na 2 en 4 dienstjaren telkens te verhoogen met f 200 en na 6, 8, 10, 12, 14 en 16 dienstjaren telkens met f 100. Het salaris van den leeraar in mandenmaken bedraagt f 2400, na 2 en 4 dienstjaren telkens te verhoogen met f 200 en na 6, 8, 10, 12, 14 en 16 dienstjaren telkens met f 100.  109 - fRijks schoenmakers- en -Iaerlooiersschool te Waalwijk. Het salaris van den directeur bedraagt f 5500, na 2, 4, 6 en 8 dienstjaren telkens te verhoogen met f 250. Het salaris van den leeraar-looimeester,' van den leeraar in machinale schoenfabricage en van den leeraar in hand- en maatschoenmakerij bedraagt f 3500, na 2, 4, 6, 8, 10, 12 en 14 dienstjaren telkens te verhoogen met f 200 en na 16 dienstjaren met f 100. Het salaris van den leeraar in teekenen bedraagt f 120 per wekelijksch lesuur, na 2, 4, 6, 8, 10, 12, 14 en 16 dienstjaren telkens te verhoogen met f 10 per wekelijksch lesuur. Het salaris der hulpleeraren bedraagt f 1800, na 2 en 4 dienstjaren telkens te verhoogen met f 200 en na 6, 8, 10,12,14 én 16 dienstjaren telkens met f 100. Rijkswandelleeraar bij het visscherijonf-erwijs. Het salaris van dezen leeraar bedraagt f 3200, na 2, 4, 6 en 8 dienstjaren telkens te verhoogen met f 200 en na 10, 12, 14 en 16 dienstjaren telkens met f 100. Itifii Opleidingsschool voor .monteurs. Het salaris bedraagt: voor den eersten onderwijzer f 2700, na 2, 4 en 6 dienstjaren telkens te verhoogen met f 200 en na 7, 8, 9, 10, 11 en 12 dienstjaren telkens met f 100 ; voor den tweeden onderwijzer f 2300, met gelijke verhopgingen;' voor den derden onderwijzer f 1600, na 1, 2, 3, 4, 5 en 6 dienstjaren telkens te verhoogen met f 100. Voor de in dienst zijnde onderwijzers telt na bevordering van tweeden tot eersten onderwijzer de diensttijd als tweede en na bevordering tot tweeden onderwijzer de diensttijd als derde en vierde onderwijzer in den nieuwen rang mede. Hoogere Krijgsschool. Het salaris van den leeraar in de natuurwetenschappen bedraagt 'f 4500, na 2, 4, 6,  110 - 8, 10, 12, 14 en 16 dienstjaren telkens te verhoogen met f 250. Lesuren boven 22, opgedragen voor een jaarcursus, worden bovendien vergoed met f 180 per wekelijksch lesuur. Voor laboratoriumarbeid kunnen vier lesuren in rekening worden gebracht. Het salaris van den leeraar in Staatswetenschappen bedraagt f 180 per wekelijksch lesuur, na 2, 4, 6, 8, 10, 13 en 16 dienstjaren telkens te verhoogen met f 10 per wekelijksch lesuur. Als diensttijd telt ten volle mede de tijd, ijs leeraar doorgebracht aan gymnasia, hoogere burgerscholen, lycea, middelbare of hoogere handelsscholen, middelbare scholen voor nijverheidsonderwijs, middelbare scholen voor meisjes, kweekscholen voor onderwijzers en onderwijzeressen, alsmede de diensttijd, als leeraar in een of meer der vakken, genoemd in de wet op het Middelbaar Onderwijs, doorgebracht aan de Koninklijke militaire academie, bet Koninklijk instituut voor de marine, de cadettenschool en den hoofdcursus. Voor een doctor, gepromoveerd aan eene Nederlandsche universiteit of hoogeschool, wordt twee jaar meer dan den werkeluken diensttijd vergolden. Koninklijk instituut voor de marine en. Koninklijke militaire academie. Het salaris voor hoogleeraren, hoofden van onderwijs, bedraagt f 6000, na 2, 4, 6 en 8 dienstjaren telkens te verhoogen met f 250. Het salaris der burgerleeraren bedraagt : o. bij 13 tot en met 22 lesuren per week: f 4500, na 2, 4, 6, 8, 10, 12, 14 en 16 dienstjaren telkens te verhoogen met f 250. Lesuren boven 22, opgedragen voor een jaarcursus, worden bovendien vergoed met f 170 per wekelijksch lesuur. 6. bij 8 tot en met 12 lesuren per week: f 1300, benevens f 170 per wekelijksch lesuur, na 2, 4, 6, 8, 10, 12, 14 en 16 dienstjaren telkens te verhoogen met f 10 per wekelijksch lesuur. De vaste wedde van f 1300 wordt alleen dan verleend, indien de leeraar geen andere betrekking waarneemt. Indien dat wel het geval is, kan aan het uren-honorarium eene  111 toelage van ten hoogste f 1300 worden toegevoegd. c bij minder dan 8 lesuren per week : f 170 per wekelijksch lesuur, na 2, 4, 6, 8, 10,12,14 en 16 dienstjaren telkens te verhoogen met f 10 per wekeigksch lesuur. Voor leeraren in vakken, waaraan Iaboratoriumarbeid of museumarbeid is verbonden, worden voor de berekening van het salaris laboratorium- (museum-) uren in aanmerking genomen en wel : bij 4 tot en met 7 wekelijksche lesuren: eén uur; bij 8 tot en met 14 wekelijksche lesuren : twee uren; bij meer dan 14 wekelijksche lesuren : drie uren. Als diensttijd telt ten volle mede de tijd, als leeraar doorgebracht aan gymnasia, hoogere burgerscholen, lycea, middelbare of hoogere handelsscholen, middelbare scholen voor nijverheidsonderwijs, middelbare landbouwscholen, middelbare scholen voor meisjes, kweekscholen Ivoor onderwijzers, alsmede de diensttijd, als eeraar, m een of meer der vakken, genoemd m de wet op het Middelbaar Onderwijs, doorgebracht aan de Koninklijke militaire academie, het Koninklijk instituut voor de marine, de cadettenschool en den hoofdcursus, benevens de tijd, als ofhoier-Ieeraar doorgebracht aan eenige inrichting tot opleiding van officieren Diensttijd aan lagere scholen telt voor de helft mede tot een maximum van 6 jaren. Voor een doctor, gepromoveerd aan eene Nederlandsche universiteit of hoogeschool, wordt twee jaar meer dan den werkelijken diensttijd vergolden. Cadettenschool te Alkmaar, Adspirantensehool der marine te Dordrecht en Hoofdcursus voor opleiding van onderofficieren tot officier. De burgerleeraren aan deze inrichtingen van onderwijs worden bezoldigd overeenkomstig de bepalingen voor de hoogere burgerscholen met vijfjarigen cursus, met dien verstande, dat ook diensttijd, doorgebracht als offlcierleeraar aan eenige inrichting ter opleiding van officieren, ten volle medetelt.  112 Sport- en athletiekopleiding bi] de zeemacht. De leeraren in sport en athletiek genieten een salaris van f 3500, na 2, 4, 6 en 8 dienstjaren telkens te verhoogen met f 200. Als diensttijd telt ten volle mede de tijd, als leeraar in gymnastiek doorgebracht aan gymnasia, hoogere burgerscholen, lycea, middelbare of hoogere handelsscholen, middelbare scholen voor nijverheidsonderwijs, middelbare landbouwscholen, middelbare scholen voor meisjes en kweekscholen voor onderwijzers en onderwijzeressen. Diensttijd aan lagere scholen telt voor de helft mede tot een maximum van 6 jaren. Opleiding bij de zeemacht. De burgeronderwijzers worden bezoldigd overeenkomstig de bepalingen der wet op het Lager Onderwijs, met eene vermeerdering van f 200 per jaar. De aftrek voor kost en inwoning wordt gesteld op f 600. Kweekschool voor de zeevaart te Leiden, Instruetie-batatllon te Kampen en Instructie-batterij te Arnhem. De burgeronderwijzers worden bezoldigd overeenkomstig de bepalingen der wet op het Lager Onderwijs, met eene vermeerdering van f 400 per jaar. Bijakten worden vergoed overeenkomstig hetgeen bij de wet is bepaald voor de M. TJ. L. O. scholen. De eerste onderwijzer geniet f 200 extrasalaris. De vaste wedde van den leeraar aan het instructie-bataillon bedraagt f 2000. Rijkskweekscholen voor onderwijzers en onderwij zei 9ssen. Het salaris van den directeur bedraagt f 5000, na 2, 4, 6 en 8 dienstjaren telkens te verhoogen met f 250. Als diensttijd telt ten volle mede de tijd, doorgebracht als directeur eener hoogere burgerschool of van eene bnzondere kweekschool. Het salaris der leeraren, uitgezonderd de  113 bieronder vermelde vakleeraren, bedraagt : a. bij 19 tot en met 24 lesuren per week: f 3200, na 2, 4, 6 en 8 dienstjaren telkens te verhoogen met f 250 en na 10, 12, 14 en 16 dienstjaren telkens met f 200. Lesuren boven 24, opgedragen voor een jaarcursus, worden bovendien vergoed met f 130 per wekelijksch lesuur. 6. bij 10 tot en met 18 lesuren per week : f 750, benevens f 130 per wekelijksch lesuur» na 2, 4, 6, 8, 10, 12, 14 en 16 dienstjaren telkens te verhoogen met f 10 per wekelijksch lesuur, c. bij minder dan 10 lesuren per week: f130 per wekelijksch lesuur, na 2, 4, 6, 8, 10,12,14 en 16 dienstjaren telkens te verhoogen met f 10 per wekelijksch lesuur. Indien een leeraar een of meer nevenbetrekkingen bij het onderwijs bekleedt, kan zijn salaris aan de Rijkskweekschool zoodanig worden verminderd, dat het totaal der salarissen niet hooger wordt dan het bedrag, hetwelk hij zou genieten, indien hij alle uren aan die Rijkskweekschool gaf, vermeerderd met f 750. Voor leeraren in vakken, waaraan laboratoriumarbeid is verbonden, worden voor de berekening van het salaris laboratoriumuren in aanmerking genomen, en wel: a. voor leeraren in natuur- en scheikunde: bij 4 tot en met 7 wekelijksche lesuren: één uur; bij 8 tót en met 15 wekelijksche lesuren: twee uren; bij meer dan 15 wekelijksche lesuren : drie uren; 6. voor leeraren in natuurlijke historie : bij 8 of meer wekelijksche lesuren : één uur. Het salaris der leeraren in handteekenen, handenarbeid, spreekonderwijs, muziek, gymnastiek, schoonschrijven en handwerken bedraagt : a. bij 19 tot en met 24 lesuren per week: f 3000, na 2, 4, 6, 8, 10, 12 en 14 dienstjaren telkens te verhoogen met f 200 en na 16 dienstjaren met f 100. Lesuren boven 24, opgedragen voor een jaarcursus, worden bovendien vergoed met f 120 per wekelijksch lesuur. 6. bij 10 tot en met 18 lesuren per week: f 700, benevens f 120 per wekelijksch lesuur, S. & J. n°. 93, 29 dr. 'js  114 na 2, 4, 6, 8, 10, 12, 14 en 16 dienstjaren telkens te verhoogen met f 10 per wekelijksch lesuur. c. bij minder dan 10 lesuren per week: f 120 per wekelijksch lesuur, na 2, 4, 6, 8, 10, 12, 14 en 16 dienstjaren telkens te verhoogen met f 10 per wekelijksch lesuur. Indien lessen in gymnastiek en teekenen worden gegeven aan cursussen, welke minder dan 6 maanden duren, wordt de wedde daarvoor bepaald op de helft van de bedragen, berekend naar vorenstaande bepalingen. Indien een leeraar een of.meer nevenbetrekkingen bij het onderwijs bekleedt, kan zijn salaris aan de Rijkskweekschool zoodanig worden verminderd, dat het totaal der salarissen niet hooger wordt dan het bedrag, hetwelk hij zou genieten, indien hij, alle uren aan die Rijkskweekschool gaf, vermeerderd met f 700. Als diensttüd telt voor alle leeraren ten volle mede de tijd, doorgebracht als leeraar aan gymnasia, hoogere burgerscholen, lycea, middelbare of hoogeie handelsscholen, zeevaartscholen, middelbare scholen voor nijverheidsonderwijs, middelbare landbouwscholen, middelbare scholen voor meisjes en bijzondere kweekscholen en als onderwijzer op jaarwedde aan Rijksnormaallessen. Diensttijd aan lagere scholen, aan scholen voor lager nijverheids-, handels- en landbouwonderwijs en als onderwijzer op jaarwedde aan voorbereidende klassen van Rijksnormaalessen telt voor de helft mede tot een maximum van zes jaren. Voor een doctor, gepromoveerd aan eene Nederlandsche universiteit of hoogeschool, wordt twee jaar meer dan den werkelijken diensttijd vergolden. Leerscholen, verbonden aan de Rijkskweekscholen. De hoofden en de onderwijzers aan de Rijksleerscholen worden bezoldigd overeenkomstig de bepalingen van art. 26bis, art. 26'er, art. 26quater, eerste tot en met derde lid, art. 26 quinquies, eerste tot en met vierde lid, art. 26sexies en art. 26 septies der wet op het Lager onderwijs, met eene vermeerdering van f 800 per jaar voor de hoofden en van f 400 per jaar voor de onderwijzers.  115 Voor het bezit van elk der diploma's A en B van de Vereeniging tot bevordering van het onderwijs in handenarbeid in Nederland en van het diploma voor zangonderwijs van de Maatschappij tot bevordering der Toonkunst wordt eene verhooging van f 50 toegekend. Het salaris van de vakonderwijzers in gymnastiek, teekenen, handenarbeid en nuttige handwerken voor meisjes bedraagt f 80 per wekelijksch lesuur, na 2, 4, 6, 8, 12 en 16 dienstjaren telkens te verhoogen met f 5 per wekelijksch lesuur. De diensttijd der vakonderwijzers wordt bepaald als voor onderwijzers is vastgesteld bij de wet op het Lager Onderwns. Rijksnormaallessen. Aan onderwijzers aan Rijksnormaallessen die met het directoraat zijn belast, wordt daarvoor, indien zij op jaarwedde zijn aangesteld, eene verhooging toegekend van f 800 per jaar en, indien zij op toelage zijn aangesteld, eene verhooging van f 600 bij normaallessen van den eersten rang en van f 500 bij normaallessen van den tweeden rang. Het salaris der onderwijzers aan Rijksnormaallessen, die op jaarwedde zijn aangesteld, is gelijk aan dat der gewone leeraren aan de Rijkskweekscholen voor onderwijzers en onderwijzeressen. De onderwijzers op jaarwedde aan voorbereidende klassen van Rijksnormaallessen worden bezoldigd overeenkomstig de bepalingen van artikel 26frw, artikel 26ter, artikel 26quater, eerste en tweede lid, artikel 26sexies en artikel 26septies der wet op het Lager Onderwijs, met eene vermeerdering van f 500 per jaar. De op toelage aangestelde onderwijzers aan Rijksnormaallessen, voor zoover zn niet zijn belast met het onderwns in handleekenen, handenarbeid, schoonschrijven, gymnastiek, nuttige handwerken en muziek, genieten: f 110 per wekelnksch lesuur, na 2, 4, 6 en 8 dienstjaren telkens te verhoogen met f 10 en na 10, 12, 14 en 16 dienstjaren telkens met f 5 per wekelijksch lesuur. De op toelage aangestelde onderwijzers aan Rijksnormaallessen, voor zoover zij zijn belast  116 - met het onderwns in handteekenen, handenarbeid, schoonschrijven, gymnastiek, nuttige handwerken en muziek, en de op toelage aangestelde onderwijzers aan voorbereidende klassen van Rijksnormaallessen, genieten: f 100 per wekelijksch lesuur, na 2, 4, 6 en 8 dienstjaren telkens te verhoogen met f 10 en na 10, 12, 14 en 16 dienstjaren telkens met f 5 per wekelijksch lesuur. Voor onderwijzers in vakken, waaraan laboratoriumarbeid is verbonden, worden voor de berekening van het salaris laboratoriumuren in aanmerking genomen en wel: a. voor onderwijzers in natuur- en scheikunde: bij 4 tot en met 7 wekelijksche lesuren: één uur; bij 8 tot en met 15 wekelijksche lesuren : twee uur; bij meer dan 15 wekelijksche lesuren: drie uur; 6. aan onderwijzers in natuurlijke historie : bij 8 of meer wekelijksche lesuren : één uur. Voor alle onderwijzers aan normaallessen en voorbereidende klassen telt ten volle mede de tijd, doorgebracht als leeraar aan gymnasia, hoogere burgerscholen, lycea, middelbare of hoogere handelsscholen, zeevaartscholen, middelbare scholen voor nijverheidsonderwijs, middelbare landbouwscholen, middelbare scholen voor meisjes en kweekscholen voor onderwijzers 'en onderwijzeressen. Bovendien telt mede : 1. Voor onderwijzers op jaarwedde aan Rijksnormaallessen : ten halve, tot een maximum van 6 jaar, de diensttijd aan lagere scholen, aan scholen voor lager nijverheids-, handelsen landbouwonderwijs en die als onderwijzer op jaarwedde aan voorbereidende klassen van Rijksnormaallessen. 2. voor onderwijzers op jaarwedde aan voorbereidende klassen : ten vólle de diensttijd als onderwijzer op jaarwedde aan Rijksnormaallessen en ten halve, tot een maximum van 6 jaar, de diensttijd, aan scholen voor lager nijverheids-, handels- en landbouwonderwijs als onderwijzer op toelage aan Rijksnormaallessen en voorbereidende klassen van Rijksnormaallessen. 3. voor onderwijzers op toelage aan Rijks-  117 - normaallessen : ten volle de diensttijd als onderwijzer op jaarwedde aan Rijksnormaallessen en aan voorbereidende klassen van Rijksnormaallessen en ten halve, tot een maximum van 6 jaar, de diensttijd aan lagere scholen aan scholen voor lager nijverheids-, handelsen landbouwonderwijs en als onderwijzer op toelage aan voorbereidende klassen. 4. voor onderwijzers op toelage aan voorbereidende klassen : ten volle de diensttijd als onderwijzer aan Rijksnormaallessen en die als onderwijzer op jaarwedde aan voorbereidende klassen van Rijksnormaallessen en ten halve tot een maximum van 6 jaar de diensttijd aan lagere scholen en aan scholen voor lager nijverheids-, handels- en landbouwonderwijs. Voor een doctor, gepromoveerd aan eene Nederlandsche universiteit of hoogeschool» wordt twee jaar meer dan den werkelijken diensttijd vergolden. - Rijks lagere scholen In de koloniën van de Maatschappij van Weldauigheid en in de Rijkswerkinrichtingen „ Veenhuizan". De hoofden en de onderwijzers aan deze scholen worden bezoldigd overeenkomstig de bepalingen van art. 26bis, art. 26ter, art. 26quater, eerste tot en met derde lid, art. 26guinauies, eerste tot en met vierde lid, art. 26sexies en art. 26sepUea der wet op het Lager Onderwijs. Voor het bezit van elk der diploma's A en B van de Vereeniging tot. bevordering van het onderwijs in handenarbeid in Nederland en van het diploma voor zangonderwijs van de Maatschappij tot bevordering der Toonkunst, wordt eene verhooging van f 50 toegekend. In de jaarwedde wordt bovendien begrepen eene belooning voor het geven van herhalingsonderwijs, berekend op den voet van artikel 27 der wet op het Lager Onderwijs ; en eene belooning voor. het geven van onderwijs in de nuttige handwerken buiten de gewone schooluren, berekend naar f 1,50 per lesuur. Tuchtscholen voor jongens of meisjes en Rijksopvoedingsgestichten voor meisjes. De bezoldiging geschiedt overeenkomstig de bepalingen der wet op het Lager Onderwijs,  118 - met eene vermeerdering van f 400 per jaar voor onderwijzers of onderwijzeressen; van f 600 per jaar voor eerste onderwijzers of eerste onderwijzeressen. Gevangenissen. De bezoldiging geschiedt overeenkomstig de bepalingen der wet op het Lager Onderwijs, met eene vermeerdering van f 100 per jaar voor onderwijzers en van f 300 per jaar voor hoofdonderwijzers. Behoort bij Koninklijk besluit van 23 Januari 1920 {Staatsblad n°. 37). Mij bekend, De Minister van Binnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter van den Raad van Ministers, Oh. Rttys de Beebenbeouck. BIJLAGE C. VASTE BEZOLDIGINGEN. I 76. Bode bij de centrale commissie voor de statistiek. I 100. Toezicthhebbende op de Rijkshavenwerken te Lemmer (ten hoogste f 100). f 250. Secretaris van den armenraad te Smallingerland ca. Secretaris van den armenraad te Hoogezand ca. Secretaris van den armenraad te Princenhage. Secretaris van den armenraad te Boermond. f 350. Secretaris van den armenraad te Vlissingen. Secretaris van den armenraad te Opsterland. I 400. Secretaris van den armenraad te Meppel. f 500. Secretaris der centrale commissie voor de statistiek. ï?"?S|k Kanaalwachter te Nieuwe-Statehzijl (ten hoogste f 500).  - 119 - ObseWÉIdr te Groningen van het Koninklijk .Nederlandsen meteorologisch instituut. t 600. Deurwaarder bij een gerechtshof. Secretaris van den voogdijraad te Zierikzee (ten hoogste f 600). Secretaris van de commissie van advies in zake de Auteurswet 1912 (ten hoogste f 600). Havenmeester te Schokland (He havenmeester) (ten hoogste f 600). Havenmeester te Sluis (ten hoogste f 600). Havenmeester te Terschelling (technisch ambtenaar bij den Rijkswaterstaat) (ten hoogste f 600). Havenmeester te Veere (ten hoogste f 600). Sluisknecht te Goedereede (ten hoogste f 600). t 650. Secretaris van den armenraad te Gouda. Secretaris van den armenraad te Vlaardingen. f 700. Sluiswachter te Bellen (Beilervaart) (ten hoogste f 700). : . Sluiswachter te Hilversum (ten hooaste f 700). Brugwaker en brugwaakster te Noordervaart (ten hoogste f 700). Brugwaker en brugwaakster Apéldoornsch kanaal (ten hoogste f 700). Observator te Maastricht van het Koninklijk Nederlandsch meteorologisch instituut, f 750. Secretaris van den armenraad te Deventer. Secretaris van den armenraad te Breda, f 800. Deurwaarder bij den Hoogen Raad. Geagreëerd onderwijzer en godsdienstonderwijzer bij de gevangenissen en de Rijkswerkinrichtingen te Hoorn en te Leiden (ten hoogste f 800). Secretaris van den voogdijraad te Heerenveen (ten hoogste f 800). Secretaris van den voogdijraad te Tiel (ten hoogste f 800). Rijksagent voor gezinsverpleging (ten hoogste f 800).  ■ 120 Lichtwachter IVe categorie bij 's Rijks kust" verlichting (ten hoogste f 800). Brugwachter te : Hardenberg, Assen, Ambt-Ommen, Bijssen, Nijverdal, Berkum, Hijkerbrug (Dr.), Beilervaart (Mond), Haagjesbrug (Wanneperveen), Wolt AA. Brug, Hommerts, Brunstigerbrug (Dr.), Woerden (Blokhuisbrug), Visvliet, Leegkerk, Franeker, Naarden (Amersfoortsohe brug), allen ten hoogste f 800. Molenaar te Nieuweschans (ten hoogste £ 800). Secretaris van den Zuiderzeeraad. f 800—f 2000. (Binnen de grenzen voor ieder afzonderlijk te bepalen.) Ambtenaar tot bijstand van den secretaris van een raad van beroep voor de directe belastingen, voor zoover geen Bijksambtenaar zijnde ressorteerende onder het Departement van Financiën. f 900. Secretaris van den armenraad te Middelburg. Sluis- en brugwachter te Breukelen (Kerk- gracht) (ten hoogste f 900). Sluis- en brugwachter te Galamadammen (ten hoogste f 900). f 1000. Secretaris van den armenraad te 's Hertogenbosch. Secretaris van den armenraad te Helder. Secretaris der algemeene armenoommissie. f 1100. Vrouwelijke beambte voosden huishoudelijken dienst bij de tuchtscholen' voor jongens (ten hoogste f 1100).  m Lichtwachter Me categorie hij 's Rijks kostverlichting (ten hoogste f 1100). f 1200. Lid, tevens bezoldigd secretaris bij het college van regenten bij het gevangeniswezen (ten hoogste f 1200). Bezoldigd secretaris bfl het college van regenten bij het gevangeniswezen (ten hoogste f 1200). Secretaris van den armenraad te Apeldoorn. Hoofdonderwijzeres aan de Bijkskweekschool voor vroedvrouwen te. Amsterdam. f 1300. Secretaris van den voogdijraad te Almelo (ten hoogste f 1300). Secretaris van den voogdijraad te Middelburg (ten hoogste f 1300). Secretaris van den voogdijraad te Boermond (ten hoogste f 1300). Secretaris van den voogdijraad te Tilburg (ten hoogste f 1300). Secretaris van den voordijraad te Winschoten (ten hoogste f 1300). Secretaris van den armenraad te Zaandam. Secretaris van den armenraad te Delft ca. Secretaris van den armenraad te Enschedé, f 1400. Godsdienstleeraar tyj de gevangenissen, de Bijlsswerldnriohtingen te Hoorn en te Leiden, de Rijksopvoedingsgestichten en de tuchtscholen (nevenbetrekking, ten hoogste f 1400). Inspecteur voor de' Rijnvaart. f 15 DO. Secretaris van den voogdijraad te Alkmaar (ten hoogste f 1500). Secretaris van den armenraad te Hilversum. Secretaris van den armenraad te Alkmaar. Secretaris van den armenraad te Dordrecht. Seoretaris van den armenraad te Nijmegen. Surnumerair bij den dienst van 's Rijks Schatkist. Surnumerair der grondbelasting, zonder vakexamen. Adspirant-verificateur der invoerrechten en accijnzen, zonder vakexamen. Aide-essaieur van den waarborg en de belasting der gouden en zilveren werken. Adspirant-landmeter van het kadaster.  122 - Adjunct-Rijkscommissaris bij de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen en bij de Hollandsche IJzeren SpoorwegmaatschappijSurnumerair der posterijen en telegrafie (plus vergoeding voor dienstverrichting ad f 2 per dag). Adspirant-electrotechnisch ambtenaar der telegrafie (plus vergoeding voor dienstverrichting ad f 2 per dag). Secretaris van den raad van arbeid. f 1600. Secretaris van den voogdijraad te 's-Hertogen- bosch (ten hoogste f 1600). Secretaris van den voogdijraad te Zutphen (ten hoogste f 1600). Secretaris van den voogdijraad te Zwolle (ten hoogste f 1600). Secretaris van den voogdijraad te Leeuwarden (ten hoogste f 1600). Secretaris van den voogdijraad te Breda (ten hoogste f 1600). Militiecommissaris. Secretaris van den mijnraad. 1 1800. Secretaris van den armenraad te Leeuwarden. Secretaris van den armenraad te Leiden. Surnumerair der directe belastingen, invoerrechten en accijnzen, zonder vakexamen. f 1800—f 5000. (Binnen deze grenzen voor ieder afzonderlijk te bepalen.) Bij ksadvocaat. f 2000. Secretaris van het centraal college voor de reclasseering. Hoofdonderwijzeres, tevens administratrice aan de Bijkskweekschool voor vroedvrouwen te Rotterdam. f 2100. Secretaris van den voogdijraad te Groningen (ten hoogste f 2100). Secretaris van den voogdijraad te Leiden (ten hoogste f 2100).  123 f 2200. Surnumerair der grondbelasting, met vakexamen. f 2300. Secretaris van den armenraad te Maastricht* Secretaris van den armenraad te Groningen. Secretaris van den armenraad te Haarlem, f 2400. Secretaris van den voogdijraad te Arnhem (ten hoogste f 2400). f 2500. Geneesheer bij de tuchtscholen (nevenbetrekking, ten hoogste f 2500). Secretaris van den Hoogen Raad van Adel. Secretaris van het Nederlandsofe instituut voor geschiedkundig en kunsthistorisch onderzoek te Rome. Koninklijk commissaris bij de Nederlandsche Bank. Surnumerair der directe belastingen, invoerrechten en accijnzen, met vakexamen. Surnumerair der registratie, en domeinen. Bijkscommissaris bij de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen en bij de Hollandsche IJzeren Spoorwegmaatschappij. Voogd van Rottum (ten hoogste f 2500). Assistent-verloskundige aan de Rijkskweekschool voor vroedvrouwen (mag particuliere praktijk uitoefenen). f 2600.° Secretaris van den voogdijraad te Utrecht (ten hoogste f 2600). Secretaris van den armenraad te Amstenrade ca. Secretaris van den armenraad te Arnhem, f 8000. Geneesheer bij de Rijksopvoedingsgestichten (nevenbetrekking, ten hoogste f 3000). Burgergeneesheer bij de gevangenissen en Bijks- werkinrichtingen te Hoorn en te Leiden (ten hoogste f 3000). Secretaris van den voogdijraad te Haarlem (ten hoogste f 3000). Secretaris van den voogdijraad te Dordrecht (ten hoogste f 3000). Adjunct-Rijksconsulent. Adjunct-phytopatholoog.  124 Adjunct-ornitoloog. Secretaris van het college voor de visscherijen. Adjunct-houtvester. Quarantaine-arts te Maassluis (bovendien f 25 daags voor de behandeling van lijders aan eene der ziekten, bedoeld in de Quarantainewet). I 3200. Adjunct-opzichter van den Rijkswaterstaat, f 8500. Buitengewoon hoogleeraar aan de Rijksacademie van beeldende kunsten (ten hoogste f 3500). Lector aan de Rijksacademie van beeldende kunsten (ten hoogste f 3500). f 3900. Secretaris van den armenraad te Utrecht. 1 4000. Referendaris bij den Raad van State, niet werkzaam aan de afdeeling voor de geschillen van bestuur. Secretaris van den voogdijraad te Amsterdam I (ten hoogste f 4000). Secretaris van den voogdijraad te Amsterdam II (ten hoogste f 4000). Secretaris van den voogdijraad te 's-Gravenhage I (ten hoogste f 4000). Secretaris van den voogdijraad te 's-Gravenhage II (ten hoogste f 4000). Secretaris van den voogdijraad te Rotterdam I (ten hoogste f 4000). Secretaris van den voogdijraad te Rotterdam II (ten hoogste f 4000). Secretaris van den voogdijraad te Maastricht (ten hoogste f 4000). Directeur van het museum H. W. Mesdag. Directeur van-het Huis „Lambert van Meerten" te Delft. f 4700. Secretaris van den armenraad te 's-Gravenhage. f 5000. Secretaris van den armenraad te Rotterdam. Tijdelijk directeur van het Nederlandsen instituut voor geschiedkundig eri kunsthistorisch onderzoek te Rome.  125 Geneesheer-directeur der Rijkskweekschool voor vroedvrouwen te Amsterdam (mag particuliere praktijk uitoefenen.) Geneesheer-directeur der Rijkskweekschool voor vroedvrouwen te Rotterdam (mag particuliere praktijk uitoefenen). f 5400. Buitengewoon hoofdambtenaar bij den administratieven dienst der telefonie. Electrotechnisch adviseur der telegrafie, f 5600. Buitengewoon hoofdambtenaar bij den technischen dienst der telefonie. f 5800. Secretaris van dén armenraad te Amsterdam, f 6000. Stempelsnijder bij het Staatsmuntbedrijf. Lid van den centralen gezondheidsraad. Hoofdinspecteur van de volksgezondheid, f 7000. Buitengewoon hoogleeraar aan de Rijksuniversiteiten en Technische hoogeschool (ten hoogf 7000). Lector aan de Rijksuniversiteiten en Techniche Hoogeschool (ten hoogste f 7000). Lector bij het tandheelkundig instituut (ten hoogste f 7000). Buitengewoon hoogleeraar aan de Landbouwhoogeschool (ten hoogste f-7000). Lector aan de Landbouwhoogeschool (ten hoogste f 7000). Buitengewoon hoogleeraar aan de Veeartsenijkundige hoogeschool (ten hoogste f 7000). Lector aan de Veeartsenijkundige hoogeschool (ten hoogste f 7000). f 7200. Directeur van het postkantoor te Utrecht, f 7500. Ontvanger der directe belastingen te Amsterdam. Ontvanger der directe belastingen te Botterdam. Ontvanger der directe belastingen te 's-Gravenhage. Ontvanger der directe belastingen te Utrecht. Ontvanger der-directe belastingen, invoerrechten en accijnzen te Scheveningen.  ■ 128 - Ontvanger der accijnzen te Amsterdam. Ontvanger der accijnzen te Rotterdam. Ontvanger der invoerrechten en accijnzen (entrepot) te Rotterdam. Ontvanger der invoerrechten en accijnzen te 's-Gravenhage. Ontvanger der invoerrechten en accijnzen te Schiedam. Ontvanger bij het dienstvak der registratie en domeinen aan een kantoor der Ile klasse. Bewaarder van de hypotheken, het kadaster en de scheepsbewijzen aan een kantoor der He klasse. Directeur van het postkantoor te 's-Gravenhage. Directeur van het telegraafkantoor te 's-Gravenhage. 8000. Directeur van het Kabinet der Koningin. Ontvanger der invoerrechten en van den accijns op de suiker te Amsterdam. Ontvanger der invoerrechten te Botterdam. Ontvanger bij het dienstvak der registratie en domeinen aan een kantoor der Ie klasse. Bewaarder van de hypotheken, het kadaster en de scheepsbewijzen aan een kantoor der Ie klasse. Directeur van het postkantoor te Amsterdam. Directeur van het postkantoor te Rotterdam. Directeur van het telegraafkantoor te Amsterdam. Directeur van het telegraafkantoor te Rotterdam. f 10.000. Commissaris der Koningin in de Provinciën, behalve in Zuidholland en Noordholland, f 12.000. Rijkslandbouwconsulent te Londen. Commissaris der Koningin in de provincie Zuidholland. Commissaris der Koningin in de provincie Noordholland. Directeur-Generaal der Posterijen en Telegrafie. Directeur-Generaal der Zuiderzeewerken, f 18.000. Minister, Hoofd van een Departement van Algemeen Bestuur  - 127 - Behoort bij Koninklijk besluit van 23 Januari 1920 (Staatsblad n°. 37). Mij bekend, De Minister van Binnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter van den Baad van Ministers, Ch. Ruys db Bberbnbroüok. BIJLAGE D. Lijst, aangevende de ïangschlkking uer gemeenten ol onderdeelen van gemeenten in klassen. Eerste klasse. I Amsterdam. Arnhem. Delft. 's-Gravenhage. Groningen. Haarlem. Heerlen. Leiden. Botterdam (behalve Hoek van Holland). Schiedam. Schoten. Sloterdijk (gemeente Sloten). Utrecht. Velsen (behalve Jan Gijzen vaart, Santpoort en Driehuis-Westerveld). Waterrgaafsmeer. Zaandam. Tweede klasse. Aalsmeer. Alkmaar. Almelo. Alphen aan den Rijn. Amby. Amersfoort. Amstenrade. Apel, ter (gemeente Vlagtwedde). Apeldoorn (dorp). Assen. Assendelft. Baarn. Balkbrug (gemeente Avereest). Bergen (N.-H.). Bergen op Zoom. Berg en Terblijt. Beverwnk. Bildt (de). Blerick (gemeente Maasbree). Bloemendaal. Bocholtz. Bodegraven. Boskoop. Breda. ■ Brielle. Brunssum. Buiksloot. Bussum. Delfzijl. Deventer. Doesburg. Doetinchem. Dongen. Dordrecht. Driehuis-Westerveld (gemeente Velsen). Durgerdam (gemeente Bansdorp). Edam. Eindhoven. Emmen. Enkhuizen. Enschedé. Eijgelshoven. Geleen. Ginneken (stadsgedeelte; gemeente Breda). Goes. Gorinchem. Gouda, 's Gravenzande. Haarlemmerliede en Spaarnwoude. Haarlemmermeer. Hansweert. Harlingen. Heemstede. Heer. Heerenveen. Helder. Hellevoetsluis. Helmond. Hengelo (O.), 's Hertogenbosch (behalve Orthen). Hillegersberg. Hillegom. Hilversum. Hoek van Holland (gemeente 1 Antwerpen wordt voor de bezoldiging van de aldaar geplaatste Rijksambtenaren gelijkgesteld met eene gemeente der eerste klasse.  129 - ALPHABETISCH REGISTER op de artikelen van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1920, S. 37. (De grootere cijfers géven de artikelen van het besluit aan; de kleinere het betreffende lid van het aangeduide artikel.) Aanvang yan het genot der bezoldiging. 7. Aanvangswedde. „ Wordt eerst genoten bij het bereiken van den 21-jarigen leeftijd. I3. „ . Kan op een lager bedrag worden gesteld. Kan hooger worden gesteld. HU. „ bij bevordering. 16*. Afronding. U. 21. 6'. Afschaffing van vroegere bepalingen. 35. Aftrek. (Zie ook: Dienstldeeding; Kost en inwoning ; Woning : Vuur en licht). „ ^voor niet met name génöemde voordeelen. 66.. * Wij ze van berekening bij toepassing van meer dan één —. 6". Belooningen van derden. Zie Verbod. Bevordering tot een hoogeren rang. 14. 16?. " Bepaling of eene overgang tot een anderen rang al dan niet als — is aan te merken. 16'. Bijverdiensten. Zie lagere bezoldiging. Bijzondere regeling. „ ten aanzien van bepaalde ambten. 3. ,, van niet voorziene gevallen. 39. Buitengewone verhoogingen. 15. 18 Datum van ingang. „ eener benoeming. I7. 7. 13'. „ eener bevordering. 14. Detacheering. 5l. Dienstkleeding. Bedrag van den aftrek voor — wordt door den Minister vastgesteld. 6*. e Diensttijd. (Zie ook Periodieke verhoogingen.) „ Medetelling van — bij overgang naar eene andere betrekking' in hetzelfde dienstvak met gelijke of lagere bezoldiging. 83. Gitten van derden. Zie Verbod. Hoogere aanvangswedde. -161. Inwoning. Zie Kost en inwoning. Kindertoelagen. Zie Toelagen. Kost en inwoning. Bedrag van den aftrek voor het genot van — 22. 6". S. & J. n». 93, 2« dr. 9  148 Adjunct-commies bij het Mootri bestuur, aajunct-magazijnchef aan het magazijn van postzegels - 26 Adjunct-commies - 28 Bureelambtenaar Ie klasse - 29 Werkmeester. Boekhouder-bureelchef. Magazijnchef aan het maga zijn van postzegels - 32 Commies bij het Hoofdbestuur. Commies-titulair - 35 Directeur van een kantoor der klasse IVo - 38 Seoretans der permanente commissie van beroep voor het personeel der posterijen enz. - 40 Commies. Electrotechnisch ambtenaar. Magazijnchef der telegrafie - 42 Directeur van een kantoor der klasse IV6 - 45 Hoofdcommies bij het Hoofdbestuur - 46 Directeur van een kantoor der klasse IIIo - 49 Directeur van een kantoor der klasse HI6. Hoofdcommies. Electrotechnisch hoofdambtenaar. Adjunct-inspecteur. Inspecteur bij den dienst der kust- en scheepsradiotelegrafie - 51 Directeur van een kantoor der klasse Ho: Adjunct-directeur - 52 Ingenieur 53 Beferendaris bij het Hoofdbestuur - 54 Controleur bij de posterijen en telegrafie - 55 Directeur van een kantoor der klasse H6. Directeur van het spoorwegpostkantoor te Zwolle en te Arnhem - 58 Directeur van een kantoor der klasse Ia. Directeur van het spoorwegpostkantoor te Amsterdam en te Botterdam - 60 Administrateur bij het Hoofdbestuur. Hoofdingenieur. Inspecteur - 61 Directeur van een kantoor der klasse 16 - 62 Algemeen secretaris. Hoofdinspecteur - 64 Directeur van den postchéque- en girodienst - 65 -Hoofdingemeurdirecteur - V Surnumerair. Adspirant-electroteohnisch ambtenaar der telegrafie. Buitengewoon hoofdambtenaar bij den administratieven dienst der telefonie. Electrotechnisch adviseur der telegrafie. Buitengewoon hoofdambtenaar bij den technischen dienst der telefonie. Directeuren van de postkantoren te Utrecht, te 's-Gravenhage, te Amsterdam en te Botterdam. Directeuren van de telegraafkantoren te 's-Gravenhage, te Amsterdam en te Botterdam. Directeur-Generaal der Posterijen en Telegrafie. Post-, telegraaf- en telefoondienst. School tot opleiding van commies bij den Indisehen — 14 Huisbewaarder, tevens instrumentmaker 55 Directeur. Provinciaal Eestuur. C Commissaris der Koningin in de provinciën. Quarantaine- en ontsmettingsdlenst. 4 Beambte aan de Poortershaven (Naaldwijk), te Vlissingen of te IJmuiden - C Quarantaine-arts te Maassluis. Raad van beroep voor de directe belastingen. C Ambtenaar tot bijstand van den secretaris. Raad van toezicht op de spoorwegdiensten. 2 Vaste knecht - 4 Bode - 8 Schrijver op jaarloon - 13 Archiefbeambte. Klerk - 25 Ad-  - 149 , K COm,T^8 " 31 Teohnisch ambtenaar Ile Masse - 32 Commies - 34 Adjunct-ingenieur. 40 Opzichter in algemeenen dienst voor de spoorwegen - 41 Tecnnisch ambtenaar Ie klasse I'™ oofdcoPnues - 48 District-inspecteur der spoorwegdiensten - 53 Ingenieur voor het stoomwezen der spoorwegdiensten. Ingenieur dfenste6. el£C*™che ^^iugen der 8pcU" diensten., Rijksingenieur voor de spoorwegen. ; Inspecteur m algemeenen dienst voo^e spoor. wegen Referendaris - 60 RijkshoofdingenTe^ voor de spoorwegen. Secretaris - 63 Lid 66 Voorzitter. Raad voor de scheepvaart. I lrl^=B°do-~Ai3 Administratief ambtenaar Ile > to «~ Administratief ambtenaar Ie klasse - 52 Secretaris - 64 Voorzitter. [ Raden van Arbeid. Zie: Arbeid. Raden van Beroep [O.]. ïnV^0*1* 4 Bode' *evens knecht. Bode - klasse11016^' viïZS b,0d? - ,1,3 bijksklerk He Klasse - 25 Bijksklerk Ie klasse. Rechterlijke macht. • . 2 ^echt of portier - 4 Bode - 10 Conciërge tevens bode - 13 Rijksklerk He klasse ter g^f.' terZ-ffi11 Parkette -,25 Rijksklerk Ie kllsse ' bL^ eilJt\^kette ~ ° deurwaarder bu een Gerechtshof. Idem bij den, Hoogen Raad Reclasseering. 44 Ambtenaar. Reclasseering. Centraal college voor de — 13 Klerk - 25 Adjunct-ambtenaar - C Secre, tans. Registratie, domeinen, hypotheken en kadaster. r m Knecht op een domeinyaartuig. Portier t L f,tafb«der, - 8 Klerk ter directie van de ^hSV-r 10 StemPelaar het kantoor van het buitengewoon zegel - 12 Rijksklerk I nie klasse. Rijksklerk IIIe klasse ten hypo theekkantore Onderopziener der domeinen. Waardsman der domeinen - 13 Rnksklerk He tateV6* Ife Hasse tenJhypoetheek | kantore. Schipper op een domeinvaartuig 15 Adjunct-commies bij de Staatsloterij ' duinenfenTndn dome™en (voor de Stalts'-afoiiZn19 Opener der Staatsvisscherijen [ Zö Dpziener-teekenaar der domeinen. Opziener ^»r-lgemeenen dienst v°or de voorSgl ter Trfigm3^en 7 26 Rekenaar van het kadaf ter. Idem der domeinen - 28 Magazijnmeester, chef .stempelaar van het algemeen Skantoor. Bijksklerk Ie klasse. Idem ten hyfotheekkantore. Commies, van trekking bij de SÏÏH °?J Z-Cü~s ter directie - 32 van^et tLblide ^«loterij- Boekhouder Iann h.et kadaster. Opziener der domeinen 35 Ontvanger aan een kantoor der Vle klasse -  150 - 42 Controleur van het buitengewoon zegel - 46 Ontvanger aan een kantoor der Ve klasse - 47 landmeter van het kadaster. Idem der domeinen - 51 Ontvanger aan een kantoor der IVe klasse. Bewaarder van de hypotheken, het kadaster en de scheepsbewijzen aan een kantoor der IVe klasse - 52 Ingenieur der domeinen - 57 Inspecteur. Ingenieur-verificateur van het kadaster. Idem der domeinen - 58 Ontvanger aan een kantoor der IHe klasse. Bewaarder van de hypotheken enz. aan een kantoor der IHe klasse - 60 Hoofdinspecteur der registratie en domeinen. Directeur der Staatsloterij Inspecteur van het kadaster - 64 Directeur - 66 Hoofddirecteur - O Adspirantlandmeter van het kadaster. Surnumerair der registratie en domeinen. Ontvanger bij het dienstvak der registratie en domeinen aan een kantoor der Ile klasse. Idem aan een kantoor der Ie klasse. Bewaarder van de hypotheken enz. aan een kantoor der He klasse. Idem aan een kantoor der Ie klasse. Reproductiën van kunstvoorwerpen. Rijks- commissie voor de vervaardiging en ruiling van — f 10 Mouleur - 14 Chef-mouleur. Rietvlechtschool. Rijks — te Noordwolde. B Directeur en Leeraren. Rijksacademie van beeldende kunsten. Zie: Academie. Rijksarchief. Zie: Archief. BJiJksboschbouwproefstation. Zie: Landbouwproefstations. Rijksbureau voor de monumentenzorg. Zie: Monumentenzorg. Rijksbureau voor drinkwatervoorziening. Zie: Drinkwatervoorziening- Rijksbureau voor onderzoek van handelswaren. Zie: Handelswaren. Rijkscommissie voor de vervaardiging en ruiling van. reproductiën van kunstvoorwerpen. Zie: Reproductiën. Rijksconsulenten- of voorliehtingsdienst van den landbouw. Zie: Cbnsulentendienst. Rijkshengstveulendepot. Zie: Hengstveulendepót. Rijks hoogere burgerscholen met 3- en 5-jarigen cursus. Zie: Hoogere burgerscholen. Rijksinstituut voor biologisch visseherijonderzoek. Zie: Visscherijonderzoek Rijksinstituut voor hydrografisch visscherijonderzoek. Zie: Visscherijonderzoek  152 Rijksschool voor Kunstnijverheid. Zie: Kunstnijverheid.Rijksschooltoe zicht. 53 Districtsschoolopziener. (Zie ook Inspectie.) Rijksseruminriehting. Zie: Seraminrichting. Rijksstudiedienst voor de luchtvaart. Zie: Luchtvaart. Rijkstucht- en opvoedingswezen. Zie: Tucht- en opvoedingswezen. Rijkstucht- en opvoedingswezen. Algemeen College van toezieht. bijstand en advies voor het —• Zie: Tucht- en opvoedingswezen. Rijksuniversiteiten. Zie: Universiteiten. Rijksverzekeringsbank. 2 Kantoorknecht - 4 Portier. Bode - 8 Schrijver. Schrijver op jaarloon bij de controle op het rekenphchtig beheer - 13 Klerk - 14 Opzichter-conciërge - 25 Adjunct-commies 32 Commies. Commies bij de controle op het rekenplichtig beheer - 44 Agent - 45 Hoofdcommies - 46 Assistent controleerend geneeskundige. Geneeskundige bij de medische afdeeling - 52 Ingenieur - 53 Beferendaris. Idem bij de controle op het rekenplichtig beheer. Inspecteur der agenten — 60 Administrateur. Controleerend geneeskundige - 62 Administrateur bij den geneeskundigen dienst 64 Wiskundig adviseur. Medisch adviseur. Secretaris-generaal - 65 Lid en plaatsvervangend voorzitter van het bestuur. Lid van het bestuur - 66 Lid en voorzitter van het bestuur. Rijkswaterstaat. Zie: Waterstaat. Rijkswerkinrichtingen. Zie: Werkinrichtingen en Gevangenissen. Rijkswerven [Marine]. 8 Schrnver - 13 Klerk - 19 Baas der ernstvuurwerkers - 25 Adjunct-commies. Teekenaar Ie klasse - 29 Scheepsbouwkundig opzichter. Bouwkundig opzichter. Ie teekenaar. Werkmeester. Meesterknecht. Photograaf bij den marine-luchtvaartdienst. Electrotechnisch opzichter - 32 Commies - 34 Hoofd van het teekenbureau voor den scheepsbouw - 45 Hoofdcommies - 46 Griffier te Hellevoetsluis. Idem ] te Amsterdam. Chef van den magazijndienst ij te Hellevoetsluis. Idem te Amsterdam - 50 Adjunct-administrateur te Hellevoetsluis. Griffier te Willemsoord. Chef van den magazijndienst te Willemsoord - 52 Ingenieur der marine Electrotechnisch ingenieur - 53 Administrateur met den rang van referendaris - 60 Eerstaanwezend electrotechnisch ingenieur. Hoofdingenieur der marine. Eerstaanwezend bouwkundig ingenieur - 64 Directeur van scheepsbouw. Directeur.  ]53 Rijkszuivelinspectie. Zie: Zuivelinspectie. Rijkszuivelschool te Bolsward. Zie: ZuivelschooL Rijkszuivelstation. Zie: Landbouwproef stations. Rubberhandel en -nijverheid. Zie: Voorlichtingsdienst. Salariscommissïe voor burgerlijke Rijksambtenaren. 2 Vaste knecht - 4 Bode - 8 Schrijver op jaarloon - 13 Klerk - 25 Adjunct-commies 32 Commies - 45 Ile Secretaris - 53 Ie Secretaris. Schatkist, 's Rijks — 13 Rijksboekhouder Ille klasse - 25 Rijksboekhouder Ile klasse - 32 Rijksboekhouder Ie klasse - 45 Betaalmeester IHe klasse 51 Betaalmeester He klasse - 57 Betaalmeester Ie klasse - 66 Thesaurier-generaal - O Surnumerair. Scheepvaart. Zie: Raad. Scheepvaartinspectie. 3 Knecht op een motorboot - 13 Administratief ambtenaar Ile klasse - 14 Schipper •juotorboot - 25 Administratief ambtenaar Ie klasse - 29 Scheepsbouwkundig teekenaar 45 Expert - 46 Ondeisnspecteur - 49 Adjunctinspecteur - 52 Ile Scheepsbouwkundig ingenieur., Scheepsbouwkundige - 55 Inspecteur 57 Scheepsbouwkundig ingenieur - 64 Hoofd | nspecteur. Scheidsgerechten voor spoorwegpersoneel. Secretariaat der — 8 Schrijver op jaarloon - 13 Klerk - 25 Adjunct-commies - 32 Commies. Adjunct-secretaris - 45 Secretaris. Schietschool. Normaal — 6 Beheerder van' het materieel, tevens schrijver. Schoenmakers- en leerlooiersschool. Rijks — te Waalwijk. 14 Machinist - B Directeur en Leeraren. Secretariaat der scheidsgerechten voor spoorwegpersoneel. Zie: Scheidsgerechten. Seruminrichting. Rijks — io8xrScbiri-'ve,r ~. 10 Amanuensis He klasse 16 lUerk - 14 Amanuensis Ie klasse - 25 Opzichter. Adjunct-commies - 28 Conservator 32 Commies. Boekhouder - 52 Bacterioloog boneikundige. Landbouwkundige - 57 Onde directeur - 64 Directeur.  - 154 Spoorwegen. O Adjunct-Rijkscoiumissaris bij de S. S. en bij de H. IJ. S.M. Rijkscommissaris bij idem. Spoorwegdiensten. Zie: Raad van toezicht. Spoorwegen met beperkte snelheid. 60 Rijkscommissaris. Sport- en athletiekopleiding bij de zeemacht. Zie: Zeemacht. Staatsbedrijf der artillerie-inrichtingen. Zie: Artillerie-inrichtingen. Staatsboschbeheer. Zie: Bosohbeheer. Staatscourant. Nederlandsche — 13 Klerk - 25 Adjunct-commies. Chef-expediteur - 32 Commies - 45 Hoofdcommies. Staatsmuntbedrijf. Zie: Munt bed rijf. Staatstoezicht op de mijnen en groeven. Zie: Mijnen. Staatsvisschershavenbedrijf. Zie: Visschershavenbedrijf. Statistiek. Centraal bureau voor de — 2 Vaste knecht - 4 Bode - 8 Schrijver op jaarloon - 13 Klerk - 25 Adjunct-commies. Adjunct-controleur - 32 Commies. Controleur 45 Hoofdcommies - 53 Beferendaris - 56 Accountant - 60 Administrateur - 62 Adjunctdirecteur - 64 Directeur. Statistiek. Centrale commissie voor de — C Bode. Secretaris. Stoomwezen. 13 Bureelambtenaar - 34 Adspirant-ingenieur - 40 Technisch ambtenaar - 52 Ingenieur Ile klasse - 60 Ingenieur Ie klasse - 63 Hoofdingenieur. Technisch bureau van het Departement van Koloniën. 19 Handelscorrespondent - 31 Technisch ambtenaar Ile klasse - 36 Technisch ambtenaar - 41 Technisch ambtenaar Ie klasse - 45 Technisch hoofdambtenaar - 52 Ingenieur - 60 Hoofdingenieur - 64 Directeur. Technische Hoogeschool. Zie: Universiteiten. Telefonie. Zie: Posterijen. Telegrafie. Zie: Posterijen. Toezicht op de maten en gewichten. Zie: Maten en gewichten. Topografische inrichting. 3 Graveur IVe klasse. Drukker IVe klasse. Photograaf IVe klasse. Steenslijper. Kaarten-  15'. ■ plakker - 4 Bode - 6 Archiefbediende - 8 Schrijver - 11 Drukker IHe klasse - 13 Klerk 14 Graveur IHe klasse. Photograaf IHe klasse Magazijnmeester-conciërge - 17 Drukker Ile klasse - 24 Drukker Ie klasse - 25 Adjunctcommies. Graveur He klasse. Photograaf He klasse - 29 Chef-drukker - 32 Commies. Graveur Ie klasse. Photograaf Ie klasse - 45 Corrector. Hoofd van administratie - 55 Onderdirecteur -• 64 Directeur. Tucht- en opvoedingswezen. Rijks — 13 Klerk bij het Algemeen College van toezicht, bijstand en advies - 25 Secretaris van SSï.Algemeen College van toezicht enz. - 29 Rijksagent voor voorwaardelijk ontslag 38 Rijksagent Voor voogdijraadzaken - O Rijksagent voor gezinsverpleging. Tuchtscholen voor jongens. 10 Beambte in algemeenen dienst - 13 Klerk - 14 Werkmeester. Assistente - 25 Commies 29 Commies ter directie - 34 Hoofd van onderwns - 49 Directeur - B Onderwijzer Y vrouwelijke beambte voor den huishoudeïjken dienst. Geneesheer (nevenbetrekking). Tuchtscholen voor meisjes. 10 Vrouwelijke beambte in algemeenen dienst en voor den huishoudelijken dienst. Beambte m algemeenen dienst - 13 Klerk - 14 Werkmeesteres - 25 Commies - 34 Hoofd van onderwijs ;- 45 Directrice - B Onderwijzer(es) - • O Geneesheer (nevenbetrekking). Tuinbouwwinterscholen. Zie: Land- en Tuinbouwwinterscholen. Universiteiten [Rijks-1 en Technische Hoogeschool. 2 Bediende He klasse. Hulpmachinist. Bediende m de apotheek van de klinieken der Rijksuniversiteit te Utrecht. Loopknecht bij idem. Waschknecht aan idem. Tremmer aan idem. Hulpportièr aan idem. Transportbediende bij idem. Loopknecht bij de psychiatrisehneurologische khniek te Utrecht. Hulpportier aan idem. Transportbediende bij idem. Huisknecht aan idem - 3 Arbeider in den kruid*Y?n:'iPohkliniek- en operatiebediende in de klinieken der Rijksuniversiteit te Utrecht laboratoriumbediende in idem. Telefonist bij idem. Tuinarbeider bij idem. Magazijnknecht bij de psychiatriseh-neurologische kliniek te Utrecht. Laboratoriumbediende in idem. Telefonist bij idem - 4 Portier. Dagportier aan de klinieken der. Rijksuniversiteit te Utrecht. .Nachtportier aan idem. Portier aan de psychiatrisch neurologische kliniek te Utrecht. Dagportier aan idem. Nachtportier aan idem 5 Vrouwelijke bediende in de broodkamer van het academisch ziekenhuis te Leiden - 6 Bediende Ie klasse. Kasknecht in den kruidtuin  ■ 156 - Knecht in den kruidtuin. Stoker. Bediendebankwerker. Smid-bankwerker. Stoker-bankwerker. Monteur-stoker. Timmerman. Schilder. Matrassenmaker. Tuinman. Desinfecteur.: Machinebankwerker in de klinieken der Bijksuniversiteit te Utrecht. Idem bij de psychiatriseh-neurologische kliniek te Utrecht — 8 Machineschrijfster. Schrijver. Ille klerk aan het academisch ziekenhuis te Leiden - 10 Custos. Amanuensis Ile klasse. Teekenaar bij de botanie van 's Eijks herbarium. Pleegzuster bij de dermatologie in de polikliniek Instrumentmaker aan de Technische hoogeschool. Machinist ITe klasse. Scheepstimmerman-modelmaker. Assistente voor de huishoudelijke aangelegenheden der verpleegsters in het academisch ziekenhuis te Leiden. Hoofd der linnenkamér in idem. He operatiezuster in de klinieken der Rijl «universiteit te Utrecht. Ile Verpleegstersjuffrouw in idem. Huishoud juffrouw in idem. Keukenchef in idem. Provisiejuffrouw in idem. Wasch- en linnenjuffrouw in idem. Slager in idem. Assistente in de bibliotheek der psychiatriseh-neurologische kliniek te Utrecht. Keukenchef aan idem. Assistente voor de huishouding in idem. Linnenjuffrouw in idem - 13 Klerk. Boekhoudster bh de tandheelkunde. Opzichter. Ile Klerk bij het academisch ziekenhuis te Leiden. He klerk bij de klinieken, der Rijksuniversiteit te Utrecht. Klerk bij de psychiatriseh-neurologische kliniek te Utrecht — 14 Praeparateur. Instrumentmaker. Machinist. Hoofdstoker. Demonstrator bij de tandneelkunde. Magazijnmeester in het academisch ziekenhuis te Leiden. Verpleegster in idem. Ie Operatiezuster in de klinieken der Rijksuniversiteit te Utrecht. Ie Verpleegster in idem. Uitwonend mannelijk gediplomeerd verpleger in idem. Ie Verpleegstersjuffrouw in idem. Machinist-bankwerker in idem. Machinist-electricien aan de psychiatriseh-neurologische kliniek te Utrecht. Uitwonend verpleger in idem - 15 Bekenaar Ile klasse bij de sterrenwacht. - 18 Amanuensis Ie klasse. Boekhouder. Hoofdverpleegster. Verbandmeesteres. Hulpapothekeres in het academisch ziekenhuis te Leiden. Werkmeester bij de klinieken der Rijksuniversiteit te Utrecht. Waschmeester bij idem. Assistent in de apotheek van de polikliniek der B. U. te Utrecht. Hoofdverpleegster in idem. Amanuensis aan de psychiatiiseh-neurologische kliniek te Utrecht. Hoofdverpleegster in idem - 19 Adjutor in de Oostersche letteren. Ile Waarnemer. Bekenaar Ie klasse bij de sterrenwacht - 23 Pedel - 25 Vast assistent. Ie Waarnemer. Ambtenaar van administratie bij het ethnografisch museum. Idem bij het college van curatoren aan de B. U. te Utrecht. Technicus bij de tandheelkunde. Teekenaar. Chef-instrumentmaker aan de Technische Hoogeschool. Machinist Ie klasse. Adjunct directrice van het nieuw acadenisch ziekenhuis te Leiden. Ie Klerk (boekhouder) bij he  • 157 academisch ziekenhuis te Leiden. Hoofd van den huishoudelijken dienst bij de psychiatrisehneurologische kliniek te Utrecht - 29. Chefglasblazer. Administrateur in de bibliotheek. Idem van 's Rijks museum van natuurlijke historie. Idem in het museum van oudheden te Leiden. Boekhouder aan het academisch ziekenhuis te Leiden. Boekhouder aan de klinieken der Bjjksuniversiteit te Utrecht. Adjunct-directrice van idem. Boekhouder aan de psychiatriseh-neurologische kliniek te Utrecht - 32 Ambtenaar van administratie bij de technische hoogeschool - 33 Amanuensis Ie klasse, bedrijfscnef van het cryogeen-laboratorium - 34 Vast assistent aan de Technische Hoogeschool. Idem aan de bibliotheken der Rijksuniversiteiten. Hortulanus bij 's Rnks Herbarium. Chef van den technischen dienst in de klinieken der Rijksuniversiteit te Utrecht 35 Directrice van het academisch ziekenhuis te Leiden - 37 Administrateur - 42 Observator bij de sterrenkunde - 44 Apotheker in het academisch ziekenhuis te Leiden. Apothekeres in de klinieken der Bijksuniversiteit te Utrecht. 45 Secretaris van het college van curatoren. Conservator. Idem bij de mierochemie, mijnbouwkunue en scheikunde - 49 Onderdirecteur van het museum van oudheden te Leiden. Adjunct-directeur van de psychiatriseh-neurologische kliniek te Utrecht - 53 Bedrijfsingenieur-conservator -, 55 Directeur van 's Rnks Herbarium - 59 Adjunct-directeur bij de sterrenwacht - 60 Bibliothecaris. Directeur van 's Rijks museum voor natuurlijke historie. Directeur van het museum van oudheden te Leiden. Directeur van het ethnografisch museum - 64 Lector-directeur bij het tandheelkundig instituut te Utrecht. Geneesheer-directeur van het nieuw academisch ziekenhuis te Leiden. Geneesheer-directeur van de klinieken der Rijksuniversiteit te Utrecht - 66 Hoogleeraar C Buitengewoon hoogleeraar. Lector. Lector bij het tandheelkundig- instituut. Veeartsenijkundige dienst. 18 Veeopzichter - 57 Adjunct-inspecteur. DistnctBveearts. Veeartsenijkundige hoogeschool.1 45 Secretaris van het college van curatoren Administrateur - 53 Bibliothecaris - 66 Hoogleeraar - C Buitengewoon hoogleeraar. Lector. Verificatie van 's Rijks zee-instrumenten. 14 Instrumentmaker - 25 Ie Instrumentmaker - 52 Verificateur - 60 Adviseur-verificateur. 1 In de salarisregeling is niet opgenomen die der ambtenaren en beambten van de Veeartsenijkundige hoogeschool, vermits de vaststelling daarvan bij artikel 26 der wet van 15 December 1917, S 700, is opgedragen aan den Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel  158 ■ Verzekeringsbank. Zie: Rijksverzekeringsbank. Verzekeringsraden. 2 Vaste knecht. — 4 Bode — 8 Schrijver op jaarloon — 10 Bode conciërge 13 klerk — 25 Adj.-commies — 3'J Commies — 45 Hoofdcommies — 53 Secretaris — 62 Bezoloigd Ha — 64 Bezoldigd lid en vooriztter. Visscherijen. Eestuur der — op de Zeeuwsche stroomen. 6 Bediende bij het bacteriologisch onderzoek — 8 Klerk ten kantore van den secretaris-penningmeester — 19 Opziener der visscherijen — 25 Bijksklerk ten kantore van den secretaris-penningmeester — 45 Voorzitter — 52 Secretarispenningmeester. Bacteriologisch onderzoeker. Visscherij-lnspectie. 4 Stoker. Matroos - 8 Administratief ambtenaar IHe klasse — 10 MacUnist-motordrijver He klasse — 13 Maohinist-motordrijver Ie klasse. Administratief ambtenaar Ile klasse. Gezagvoerder — 19 Opziener He klasse —23 Opziener Ie klasse —25 Onder inspecteur Ile klasse. Administratief ambtenaar Ie klasse —.34 Onder inspecteur Ie klasse — 36 Adjunct-visscherijconsulent. — 48 Adjunct-inspecteur. Commies-redacteur — 52 Visscherij-consulent — 55 Inspecteur — 64 Hoofdinspecteur — G Secretaris van het college voor de visscherijen. Visscherij-onderwijs. B Rijkswandelleeraar. Visscherijonderzoek. Rijksinstituten voor biologisch en hydrografisch — 3 Bediende - 8 Schrijver - 10 Amanuensis (biologisch) - 13 Klerk - 18 Amanuensisinstrumentmaker (hydrografisch) — 19 Analiste (hydrografisch) - 25 Secretaris (biologisch) 44 Bioloog De klasse - 52 Scheikundige (hydrografisch) — 53 Bioloog Ie klasse — 60 Directeur. Visscherijpolitie op de Zeeuwsche stroomen. 4 Knecht of matroos - 6 Stoker -13 Machinist. Schipper — 18 Controleur. Visschershavenbedrijf. Staats — te IJmuiden. 5 Leerling-afslager — 6 Havenknecht. Halknecht - 10 Dokknecht. Havenbeambte-timmerman. Politiebeambte. Ie Halknecht. Ie Havenknecht - 13 Havenklerk - 14 He Machinist. Smid-machinedrijver of Ie monteur — 18 Halopzichter - 19 Afslager. Onderhavenmeester. Machihist-electricien — 25 Assistentboekhouder. Ie Afslager. Administratief ambtenaar - 29 Onderhalohef. Dokmeester. Ile havenmeester. Ile boekhouder — 38 Havenmeester - 41 Opzichter-werktuigkundige of werktuigkundige - 45 Halchef. Boekhouder - 62 Directeur.  159 - Volksgezondheid. Staatstoezicht op de — 19 Analist — 60 Inspecteur - 66 Directeurgeneraal, hoofd der afdeeling Volksgezondheid van het Departement van Arbeid - C Hoofdinspecteur. (Zie ook : Centraal laboratorium en Centrale gezondheidsraad.) Voogdijraden. C Secretarissen van de verschillende voogdijraden. Voorlichtingsdienst. Rijksproefstation en — ten behoeve van de lederindustrie. 10 Amanuensis - 19 Laborant - 52 Scheikundige. Voorlichtingsdienst. Technische — ten behoeve van de nijverheid. 14 Amanuensis Ie klasse — 31 Assistent — 52 Ingenieur bij het nijverheidslaboratorium — 60 Directeur van het nijverheidslaboratorium.. Nijverheidsconsulent. Voorlichtingsdienst ten behoeve van den rubberhandel en de rubbernijverheid. 3 Bediende '- 19 Analist - 29 Technisch assistent - 44 Scheikundige ne klasse - 52 Technoloog — 60 Directeur. Vroedvrouwen. Rijkskweekscholen voor — 2 Knecht - 4 Portier - 6 Stoker. Portiermachinist - 10 Verpleegster. Machinist-electricien — 14 Vroedvrouw — 18 Operatiezustervroedvrouw. Hoofdverpleegster. Huismeesteres — 19 Meesteresse-vroedvrouw — 25 Administrateur. - 29 Huismeesteres, tevens adjunctd'rectrice - C Hoofdonderwijzeres aan de kweekschool te Amsterdam. Hoofdonderwijzeres tevens administratrice aan de kweekschool te Rotterdam. Assistent-verloskundige. Geneesheer-directeur te Amsterdam en te Rotterdam. Waterstaat. Rijks — 2 Brugwachter te Geldermalsen - 3 Arbeider bij de zee- en havenwerken te Oude Hoeve 4 Sluiswachter en sluisknecht aan verschillende sluizen. Brugwachter aan verschillende bruggen. Brugknecht behalve, te Spijkenisse. Pontknecht. Dekknecht. — 5 Arbeider bij de wegen, vde kanalen of de zee- en havenwerken te Schokland (tijdelijk havenmeester) - 6 Havenknecht. Sluiswachter en sluisknecht aan verschillende sluizen. Brugwachter aan verschillende bruggen. Pontwachter, voor zoover niet afzonderlijk genoemd. Brugknecht te Spijkenisse. Brugknecht-telegrafist te Zuid-Willemsvaart. Machinestoker ine klasse bij de gemalen en electrische bedrijven. Stoker bij idem. Stuurmandekknecht of Ie dekknecht. Stoker (Vaartuigen). Stoker-dekknecht - 7 Arbeider bij de rivieren.  160 ■ Arbeider bij de rivierkaart. Arbeider bij de zee- en havenwerken, voorzoover niet afzonderlijk genoemd. Arbeider-helmduiker bij de kanalen. Arbeider-schipper bij idem. Arbeidertimmerman bij idem. Arbeider-sluisknecht bij het Maas-Waalkanaal. Arbeider-stuwwachter bij de Overijsselsche Vecht - 8 Schrnver - 9 Arbeider-havenmeester aan verschillende havens. Arbeider Bij de zee- en havenwerken te Schokland. Arbeider-helmduiker bij de zee- en havenwerken. Arbeider-timmerman bij de zee- en havenwerken. Arbeider-lichtwachter te Schoonhoven. Arbeider-voorman bij de rivierkaart. Arbeider te Charlois - 10 Havenmeester te Oud-Vroenhoven. Hulpsluismeester te Veere en Mallegatsluis. Sluiswachter aan verschillende sluizen. Sluisknecht-helmdniker te IJmuiden. Sluisknecht-schipper en sluisknecht-dëkknecht te Hansweert en te Utrecht. Sluisknechttelegrafist te Zuid-Willemsvaart en te Engelen. Brugwachter aan verschillende bruggen. Brugwachter bij een schipbrug te Hedef en te Vreeswijk. Sluis- en brugwachter te Gouwesluis. Pontwachter aan verschillende ponten. Hulpbrugmeester. Brugwachter-telegrafist të Weerterbrug. Machinist-stoker He klasse bij de gemalen en electrische bedrijvend Machinist bij idem te Assen en te Vries (Dr.). Hulpmachinist,, hulpmachinist-electricien of'He machinist bij idem te Schellingwoude. Electricien-hulpmachinist, voorzoover niet afzonderlijk genoemd. Electricien of He monteur. Smidbankwerker te IJmuiden. Machine-magazijnknecht of HIe monteur te IJmuiden. Machiniststoker bij de gemalen. Monteur te Terneuzen. Gezagvoerend pontwachter, gezagvoerder en schippeT van verschillende veren. Ile Machinist, machinist-stoker of hulpmachinist (vaartuigen) aan verschillende veren. Stuurman. Motorschipper. Kanaalwachter te Meppel en te Hembrug. Bakenmeester der Linge, te Zwolle en der Boven-Maas. Lichtwachter, voor zoover niet afzonderlijk genoemd. Motordrijverdekknecht — 12 Duinwachter. Bestuurder van een Rijksmotorrijtuig - 13 Bureelambtenaar He klasse. Ambtenaar bij den algemeenen .dienst He klasse — 14 Havenmeester aan verschillende havens. Hulpsluismeester, sluiswachter en sluiswachter-telegrafist aan verschillende sluizen. Brugwachter te Sluishil. Sluis- en brugwachter te Nïeuwezijlen. Brugmeester. Brugwachter-telegrafist te 's Hertogenbosch. Machinist-stoker Ie klasse bij de gemalen en electrische bedrijven. Machinist bij verschillende gemalen en electrische bedrijven. Reservemachinist bij de gemalen en veren te Keizersveer. Electricien-monteur of Ie monteur. Hulpmachinist, hulpmachinist-electricien of Ile machinist bij de gemalen en electrische bedrijven, voorzoover niet afzonderlijk genoemd. Electricien-hulpmachinist te IJmuiden. Gezagvoerend pontwachter, gezagvoerder, schipper van verschillende veren. He Machinist, machinist-,  161 stoker of hulpmachinist (vaartuigen) aan de Bakendienst en enkele veren. Machinist (vaartuigen) van verschillende veren. Kanaalwachter te Zwolle. Bakenmeester voor zoover niet afzonderlijk genoemd. Lichtwachter te Maassluis - 15 Sluismeester aan verschillende sluizen - 18 Hulplui uneester aan enkele ■^sluizen." Sluiswachter-telegrafist te Engelen. Maehinist-electricien — 25 Havenmeester van enkele havens. Sluismeester aan verschillende sluizen. Hulpsluismeester te IJmuiden — 26 Hoofdmachinist bij de gemalen te Scheilingwoude. Idem te Assen. Opzichter-electricien te Terneuzen — 27 Opzichter-electricien te IJmuiden - 28 Opzichter He klasse. Bureelambtenaar Ie klasse. Ambtenaar bij den algemeenen dienst Ie klasse — 29 Havenmeester van enkele havéns. Sluismeester te IJmuiden. Hoofdmachinist-electricien. Opziener of werktuigkundige te Hansweert en Terneuzen. Opziener bij het stoompontveer te Velsen. — 30 Havenmeester te Utrecht - 38 Opzichter Ie klasse — 40 Technisch-Ambtenaar — 41 Hoofdopziener of hoofdwerktuigkundige te Breda en IJmuiden — 43 Havenmeester te Terneuzen — 45 Havenmeester van den Rotterdamschen Waterweg — 50 Havenmeester te IJmuiden — 52 Ingenieur — 60 Hoofdingenieur — 64 Hoofdingenieur-directeur — 66 Inspecteur-generaal — C Toezichthebbende op de Rijkshavenwerken te Lemmer. Kanaalwachter te Nieuwe-Statenzijl. Havenmeester van verschillende havens. Sluisknecht te Goedereede. Sluis-en brugwachter en brugwaker (-waakster) op verschillende standplaatsen. Molenaar te Nieuweschans. Inspecteur voor de Rijnvaart. Voogd van Rottum. Adjunct-opzichter. Weduwen- en weezenfonds voor burgerlijke ambtenaren. 2 Vaste knecht - 4 Bode - 8 Schrijver op jaarloon — 10 Kamerbewaarder-conciërge — 13 Klerk — 25 Adjunct-commies - 32 Commies — 45 Hoofdcommies - 49 Wiskundig adviseur — 53 Referendaris — 60 Directeur. Werkinrichtingen. Rijks — te Hoorn en te Leiden. Zie: Gevangenissen. Werkinrichtingen. Rijks — te Veenhuizen. 3 Beambte voor huishoudelijke diensten — 10 Zaalopziener. Kok. Opzichter bij den arbeid. Gestichtsveldwachter - 13 Klerk. Winkelhouder Ie gesticht -14 Magazijnmeester. Meesterknecht' bij den arbeid. Hoofdzaalopziener. Gestichtsveldwachter-brigadier. Ziekenverpleger - 18 Winkelhouder He gesticht. Apothekersbediende Hoofdverpleger. Huismeester in het hospitaal. Huismeester in het oude mannenhuis. Gestichtsveldwachter-brigadier-majoor. Werkmeester bij den arbeid - 25 Commies. Hoofd-opzichter bij den arbeid. -29 Commies ter directie - 32 Hoofdcommies ter cirectie - 35 Onderdirecteur bij het beheer - 42 Adjunct-directeur van den 11  162 landbouw. Idem van het fabriekswezen - 44 Apotheker - 49 Directeur van het le en 3e gesticht - 51 Directeur van het 2e gesticht 53 Geneesheer - 60 Hoofddirecteur - B Hoofd en onderwijzer aan de Rijks lagere scholen. Werkloosheidsverzekering en arbeidsbemiddeling. 2 Vaste knecht - 4 Bode - 8 Schrijver op jaarloon - 13 Klerk - 25 Adjunct-commies 32 Commies - 40 Verificateur. Vakkundig ambtenaar - 45 Hoofdcommies - 53 Referendaris - 60 Administrateur - 64 Directeur. Woningwet. College van bijstand, bedoeld in artikel 35 der —- 8 Schrijver op jaarloon - 13'Klefk - 25 Adjunct-commies - 32 Commies - 45 Hoofdcommies met den titel van verificateur — 53 Secretaris. Zeemacht. Opleiding bij de —- B Burgeronderwijzer. / Zeemacht. Sport- en athletiekopleiding bij de— B Leeraar. Zeevaart. Kweekschool voor de — te Leiden. B Burgeronderwijzer. > Zuiderzeewerken. 4 Dekknecht — 6 Stoker. Stoker-dekknecht — 8 Schrijver — 10 Bode-concierge. Gezagvoerder He klasse. Machinist Ile klasse. Machiniststoker ' — 13 Bmeelambtenaar He klasse 14 Gezagvoerder Ie klasse. Machinist Ie klasse 28 Opzichter Ile klasse. Bureelambtenaar Ie klasse — 38 Opzichter Ie klasse — 52 Ingenieur — 63 Hoofdingenieur — O Secretaris van den Zuiderzeeraad. Directeur-Generaal. Zuivelconsulent. Rijks — Zie: Consulentendienst. Zuivelinspectie. Rijks — 8 Schrijver —14 Rijkszuivelvisiteur He klasse. Amanuen is Ie klasse-conciërge. - 18 Rijkszuivelvisiteur Ie klasse — 23 Rijkszuivelvisiteur Ie klasse, chef van dienst — 44 Adjunct-Rijkszuivelinspecteur — 57 Rijkszuivelinspecteur. Zuivelschool. Rijks — te Eolsward. 14 Amanuensis-conciërge — B Directeur en Leeraren. Zuivelstation. Rijks — Zie Landbouwproefstations.    S. & J. N°. 93. 2e druk. Êeeste aanvulling van het besluit tot vaststelling van regelen ten aanzien van de bezoldiging van burgerlijke Rijksambtenaren. (BEZOLDIGEN GSBESLUIT.) Besltut van den leden Juli 1920, S 611 houdende wijziging van het Bezoldigings- Wij WILHELMINA, enz Op de voordracht van Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken, Tijdelijk Voorzitter LanAde° Raad van Ministers, van 26 MeU92o! IS^u^lo'To.^)! geh°°rd (advieS ™ Gezien het nader rapport van Onzen Minister voornoemd van 13 Juli' 1920, La. G, KaWnet • Overwegende, dat het wenschelijk is gebleken' het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rnksamb tenaren (Staatsblad n». 37) te wijzigen Hebben goedgevonden en verstaan: in schaT^" Mf 1920*e als volgt: in schaal 66, voorkomende in bijlaee A van S7ed Bez^di«inf besluit, vervX onder Arbeid de woorden „Arbeidsinspectie. Directeur-generaal van den arbeid". Jli&e C7an voornoemd'Bezoldigingsbesluit wordt onder het vaste bedrag vanTlO 000 opgenomen: „Directeur-Generafl van 'den Onze Minister van Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit, hetwelk in het afecS Ja 1 Wirden SePlaat8t en waarvan ' van SrL J1 gronden aan den Raad Wet tL ^n,leJ ^gemeene Rekenkamer. Het Loo, den 16den Juli 1920 n m • - . WILHELMINA. ™» Binnenlandsche Zaken tijdelijk Voorzitter van den Baad van Ministers, Ch. Ruys de Beerenbrouck (Uitgeg. 29 Juli 1920).' Besluit van den 2lsten Juli 1920, S. 616 tot CSfp ™ het bezoldigingsbesluit ^g^flke Rijksambtenaren 1920 (Staats- Wij WILHELMINA, enz •Ri^P de voordracht van Onzen Minister van a^RaiTv^M^f11' ^ijde^" Voorzitter van oen^ad^van. Mimsters, van den 10 Juni 1920,  169 - Den Raad van State gehoord (advies van 13 Juli 1920, n°. 16); Gelet op het nader rapport van Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter van den Raad van Ministers van den 17 Juli 1920, L. O, Kabinet; Overwegende dat het wenschelük is gebleken het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1920 (Staatsblad n°. 37) aan te vullen : Hebben goedgevonden en verstaan te be' palen: ' Art. 1. In bijlage A van voornoemd Bezoldigingsbesluit wordt ingevoegd in schaal 13,' f 1300—2300. onder „Justitie" na de vermelding opgenomen onder „Centrale Raad van Beroep" en „Baden van Beroep (O.)" ; „Rijkspolitie". „Klerk bij de Rijksveldwacht". 2. Dit besluit treedt in werking met ingang van den tweeden dag na dien der dagteekening van het Staatsblad, waarin het is geplaatst._ Onze Munsters zijn, ieder voor zooveel zijn Departement van Algemeen Bestuur aangaat, belast met de uitvoering van dit besluit, hetwelk in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de onderscheidene Ministerieele Departementen, aan den Raad van State en aan de Algemeene Bekenkamer. Het Loo, den 21sten Juli 1920. WILHELMINA. De Minister van Binnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter van den Baad van Ministers, Ch. Bras de Beekenbeotjck. . (üitgeg. 3 Aug. 1920).  5. & J. N°. 93. 2« druk. f . TWEEDE AANVULLING van hkt besluit tot vaststelling van regelen ten aanzien van de bezoldiging van burgerlijke Rijksambtenaren. (BEZOLDIGINGSBESLUIT.) Besluit van 20 December 1919, S. 819, houdende . voorloopige voorzieningen omtrent het georganiseerd overleg voor Personeel in 's Rijks dienst. (Zooals dit besluit is gewijzigd bij dat van 8 Juli 1920, S. 435). Wij WILHELMINA, enz. Op de gemeenschappelijke voordracht van Onze Ministers van Justitie, van Buitenlandsche Zaken, van Binnenlandsche Zaken, van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, van Marine, van Financiën, van Oorlog, van Waterstaat, van Landbouw, Nijverheid en Handel, van Arbeid en van Koloniën van 27 Octóber 1919, 2= Afdeeling A, n°. 295 Geheim; Den Raad van State gehoord (advies van 11 November 1919, n°. 39); Gezien het nader rapport van voornoemde Ministers van 17 December 1919, 2de Afdeeline A, n". 139 geheim ; . Overwegende, dat het wenschelijk is, in afwachting van de totstandkoming van een wet regelende den rechtstoestand van ambtenaren, voorloopige voorzieningen te treffen omtrent het georganiseerd overleg in aangelegenheden van algemeen belang voor den rechtstoestand van personeel in 's Rijks dienst; Hebben goedgevonden en verstaan vast te . stellen de volgende bepalingen : Art. 1. 1. Er wordt ingesteld eene centrale commissie voor georganiseerd overleg in ambtenarenzaken. 2. De commissie dient van advies over aangelegenheden van algemeen belang voor den rechtstoestand van ambtenaren in dienst van net Rijk of van Rijksinstellingen. 3. Onder ambtenaren zijn werklieden begrepen. 2. 1. De commissie bestaat uit • a. eenen voorzitter en eenen plaatsvervangenden voorzitter, 6. 7 door Ons aangewezen leden en 7 plaatsvervangers, r c 7 tweetallen van door de in artikel 4 te noemen ambtenaren7organisaties aangewezen leden en 7 tweetallen van plaatsvervangers. A Zij wordt bijgestaan door eenen seoretaris en, zoo noodig, door een of meer adjunctsecretarissen. '  172 - Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan Onzen Minister van Financiën en aan de Algemeene Rekenkamer. Het Loo, den 4den October 1920. WILHELMINA. De Minister van Justitie. Heemskerk. (Ditgeg. 7 Ort. 1920.) Besluit van 5 October 1920, S. 776, houdende wijziging van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1920 (Staatsblad n°. 371. Wit WILHELMINA, enz. Op de voordracht van Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter van den Raad van Minister:;, van 19 Juli 1920. La. D. Kabinet; Den Raad van State gehoord (advies van 28 September 1920, n°. 45) ; Gelet op het nader rapport van Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter van den Raad van Ministers, van 1 October 1920, La. B. Kabinet; Overwegende, dat het wenschelijk is gebleken, het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1920 (Staatsblad n". 37) te wijzigen ; Hebben goedgevonden en verstaan : Gerekend van 1 Juli 1920 te bepalen als volgt : Art. 1. In bijlage A. van voornoemd Bezoldigingsbesluit vervalt het navolgende : a. in schaal 13 onder „Justitie" de woorden : „Rijkspolitie. 'Rijksveldwachter of Bijksveldwachter-jachtopziener, (aftrek als bedoeld in artikel 2 zal beperkt blijven tot 4 %)" ; 6. in schaal 14 onder „Justitie" de woorden : „Rijkspolitie. Rijksveldwachter-brigadier (aftrek als bedoeld in artikel 2 zal beperkt blijven tot 4 %)" . c. in schaal 18 onder „Justitie" de Woorden . „Rijkspolitie. Rijksveldwachter-brigadier-majoor (aftrek als bedoeld in artikel 2 zal beperkt blijven tot 4 %)" ; d. in schaal 25 onder „Justitie" het onder „Rijkspolitie" o. a. opgenomen woord : „RijksTeldwachter-rechercheur". Art. II. In bijlage A van voornoemd Bezoldigingsbesluit wordt ingevoegd het navolgende : a. in schaal 14, f 1600-J 2300, onder „Justitie" na de vermelding opgenomen onder „Militair rechterlijke macht'* : „Rijkspolitie, Rijksveldwachter of Rijksveldwachter-jachtopziener (aftrek als bedoeld in artikel 2 zal beperkt blijven tot 4 %)" ; 1  - 173 6. in schaal 19, f 1600—f 2600, na de ver, f^VJS "10 jaarlijksche verhoogingen van „Justitie. Rijkspolitie. • RÖhsveIdwachter-brigadier (aftrekals bedoeld in artikel 2 zal beperkt blijven tot 4 %)" • c. in schaal 25, f 2000—f 3000, onder „Justitie na de vermelding „Grenscommissaria. van Rijkspolitie te Zevenaar" onder Rijkspolitie" • i "^upveldivachter-brigadier-majoor (aftrek als bedoeld m artikel 2 zal beperkt blijven tot' - * /o) ; d in schaal 29, f 2700—f 3400, onmiddellijk onder „Justitie ■ „Rijkspolitie. Rij ksveld wachter-rechercheur." , Aurt- ïP-. Ten aanzien van de vaststelling van de bezoldiging, welke ingevolge dit wijzigingsbesluit gerekend van Uuli 1920, zal worden toefn^f^TT^ °P dAen datum in diènst zijnde sub artikel II bedoelde ambtenaren, vinden met ! ^ff "g Va?Aen d,atum>de overgangsbepalingen van gemeld Bezoldigingsbesluit overeenkomitige toepassing. Onze Ministers, zijn, ieder voor zooveel zijn Oepartement van Algemeen Bestuur aangaat. Belast met de uitvoering van dit besluit hetwelk in het Staatsblad zal worden geplaatst en ^schrift zal worden gezonden aan de onderscheidene Ministeneele Departementen, Rekenkamer ^ State e" aan de Algemeene Het Loo, den oden October 1920 WILHELMINA. m--'j i~1JVmst?r van Binnenlandsche Zaken, lijdelijk Voorzitter van den Raad van Ministers, <^h. ruys DE BeERENBRODCK. (Uitgeg. 13 Oct. 1920.) Besluit van 28 October 1920, S. 803, tot aanvuüing van het Bezoldigingsbesluit Burgern° 637) naren 1920 (Staatsblad W»j WILHELMINA, enz. -r-VP de voordracht van Onzen Minister van de?R^ndSC^ ZakBn' tiJ'delijk Voorzitter van La irKabhiet1" '14 SePtember 1920, 19D0ctobèCltnotat3e8)fhOOrd (adTieS ™ Gezien het nader rapport van Onzen Minister voornoemd van 25 October 1920, H.aTe^ Overwegende, dat het wenschelijkis gebleken ^rifcf b6,Sl^ Eerlijke igkStenaren 1920 (Staatsblad n». 37 aan te vullen : Hebben goedgevonden en verstaan : ' te bepalen : Art. ï. Gerekend met ingang van 1 Januari iat~. ST3. , -urauiuigings Desiuit .Burger-  174 1920, wordt in bijlage A van voornoemd bezoldigingsbesluit ingevoegd : In schaal 2, f 1300—i 1500, onder Waterstaat, na de vermelding daarin van nachtwaker bij de Rijkspostspaarbank: „Rijksatudiedienst voor de Luchtvaart." „Werkman" ; ' .^3 in schaal 4, f 1400—f 1700, onder Waterstaat, na de vermelding daarin van bode bij de Rijkspostspaarbank : „Rijksstudiedienst voor de Luchtvaart." „Portier" ; in schaal 6, f 1400—f 1800, onder Waterstaat, na de vermelding daarin van vakarbeider bij de Rijkspostspaarbank; „Rijksstudiedienst voor de Luchtvaart." „Timmerman" ; in schaal 8, f 1200—f 2000, onder Waterstaat, na de vermelding daarin van schrijver op jaarloon bij het secretariaat der scheidsgerechten voor spoorwegpersoneel: „Rijksatudiedienst voor de Luchtvaart." „Machineschrijver''; in schaal 10, £ 1500—f 2000, onder Waterstaat, na de vermelding daarin van machinist-vakman bij de Rijkspostspaarbank: „Rijksstudiedienst voor de Luchtvaart." „Instrumentmaker 2de klasse." „Amanuensis 2de klasse." „Monteur 2de klasse." „Timmerman-modelmaker 2de klasse." „Magazijnbeheerder" ; in schaal 13, f 1300—f 2300,onder Waterstaat,: na de vermelding daarin van klerk bij de Rijks-' postspaarbank: „Rijksstudiedienst voor de Luchtvaart." . „Teekenaar 2de klasse." „Klerk" ; in schaal 14, f 1600—f 2300, onder Waterstaat, na de vermelding daarin van meesterknecht bij de Landsgebouwen: Rijksatudiedienst voor de Luchtvaart." „Instrumentmaker 1ste klasse." „Amanuensis 1ste klasse." „Monteur 1ste klasse." ' . - „Timmerman-modelmaker 1ste klasse" ; in schaal 19, f 1600—f 2600, onder Waterstaat: „Rijksstudiedienet voor de Luchtvaart." „Analyst"; in schaal 23, f 1800—f 2800, onder Waterstaat: „Rijksstudiedienst voor de Luchtvaart." „Teekenaar lste klasse" ; in schaal 25,. f 2000—f 3000, onder Waterstaat, ha de vermelding daarin van .adjunct-commies bij de Rijkspostspaarbank : „Rijksstudiedienst voor. de Luchtvaart." „Teekenaar ■ waarnemer.''  175 „Bibliothecaris." „Administratief ambtenaar." „Chef-instrumentmaker" ; in schaal 52, f 3000—f 6000, onder Waterstaat, na de vermelding daarin van architect bii de -Landsgebouwen : „Rijksstudiedienst voor de Luchtvaart.'-'' „Ingenieur." „Scheikundige" ; in schaal 53, f 4800—f 6000, onder Waterstaat, na de vermelding daarin van referendaris bii de I Rijkspostspaarbank: „Rijksstudiedienst voor de Luchtvaart." „ Onderdirecteur". Onze Ministers zijn, ieder voor zoover zijn JJepartement van Algemeen Bestuur aangaat I belast met de uitvoering van dit besluit, hetwelk in het Staatsblad zal worden geplaatst, en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de onderscheidene Miaisterieele Departementen, aan den Raad van State en aan de Algemeene I Rekenkamer. Het Loo, den 28stën October 1920. WILHELMINA. W'-ï'-i^?-, ni8ter mn Binnenlandsche Zaken, lijdelijk Voorzitter van den Raad van Ministers, Ch. Ruys de Beerenbbouck. (Uitgerj. 9 Nov. 1920.) Besluit van 28 October 1920, S. 804. tot aanvulling van het Bezoldigingsbesluit Burger■yke37 Rijksambtenaren 1920 (Staatsblad W*j WILHELMINA, enz. .Op de voordracht van Onzen Minister van IWnlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter van den Raad van Ministers van 25 September 1920 Jja A. Kabinet • 19D0ectob:rad192i?n"!at37)fhOOrd (atW Van Gelet op het nader rapport van Onzen Minister van Binnenlandsohe Zaken, tijdelijk Voor- ber iV^ Ministers van 25 Octo¬ ber tb20, La. A. Kabinet; Overwegende, dat het wenschelijk is gebleken het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke RuLamb? tenaren 1920 (Staatsblad n». 37) aan teCCHebben goedgevonden en verstaan: te bepalen : tu^oon Geï!kend met ingang van 16 Augusl£L^20- wordt,m Wflage A van voornoemd . Bezoldigi ngs besluit bijgevoegd • ^ in schaal 56, f 4000—f 6600; onder Wat„r ' staat. Staatsbedrijf der posterijen? teleg^a& tn 6nzTM; A.ccountant. bij het Hoofattu? Onze Ministers zijn, ieder voor zooveel zun belL't m^H Va? ^emeen ^stuur langst! Deiast met de mtvoenng van dit beslui*-hJ welk in het Staatsblad zJl worden* £  176 waarvan afschrift zal worden gezonden aan de onderscheidene Ministeriëele Departementen, aan den Raad van State en aan de Algemeene Rekenkamer. r' Het Loo, den 28sten October 1920. . WILHELMINA. De Minister van Binnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter van den Baad van Ministers, Ch. Rots de Beerenbrouck. (Uitgeg. 9 Nov. 1920.) Besluit van 2 November 1920, S. 806, houdende aanvulling van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1920 (Staatsblad j n°. 37). W*j WILHELMINA, enz. Op de voordracht van Onzen Minister van II Binnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter van den Baad van Ministers van 14 September 1920, La. A. Kabinet; . ■ Den Raad van State gehoord (advies van ij 26 October 1920, n°. 41) ; ,. A Gelet op het nader rapport van Onzen Minus- H ter van Binnenlandsche Zaken, tijdelijk Voor- »,,, zitter van den Baad van Ministers, van 29 Oc- 11 tober 1920, L. A., Kabinet; ' _ j H Overwegende, dat het wenschelijk is gebleken het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1920 (Staatsblad n°. 37) aan te vullen ; Hebben goedgevonden en verstaan : te bepalen: . j. . Art. 1. Gerekend met ingang van 1 Januari 1920 wordt in bijlage A van voornoemd üezoi- || digingsbesluit ingevoegd : "*>;. issaOH ,,in schaal 56 f 4000-6600, na „Financiën en de daaronder vermelde betrekkingen: „W aterstaat. „Staatsbedrijf der posterijen, telegrafie en telefonie." „Inspecteur bij het Bestuur van den postcheque en girodienst". ~ 's , •• Onze Ministers zijn, ieder voor zooveel zijn Departement van Algemeen Bestuur aangaat, belast met de uitvoering van dit besluit, het welk in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden^aan. de onderscheidene Ministeriëele departementen^ aan den Baad van State, en aan de Algemeene Rekenkamer. Het Loo, den 2den N^mber 1920.. WILHELMINA. De Minister van Binnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter van den Baad van Ministers, Ch. Rots de Beerenbrouck. > | (üitgeg. 10 Nov. 1920.) Besluit van den 10a en November 1920, S. 81U houdende wijziging en aanvulling van net. Bezoldigingsbesluit Burgerlijke KijksamDtenaren 1920 (Staatsblad n°. 37). Wij WILHELMINA, enz. , I Op de voordracht van Onzen Minister van  177 • Binnenlandsche Zaken, tijdelijk voorzitter van den Raad van Ministers van 4 October 1920 La. A, Kabinet; ' Den Raad van State gehoord (advies van 2 November 1920, n. 30); Gelet op het nader rapport van Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken, tijdelijk voorzitter van den Raad van Ministers van 6 November 1920, La. A, Kabinet; Overwegende, dat het wenschelijk is gebleken het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1920 (Staatsblad n". 37) te wijzigen en aan te vullen; v '~ Hebben goedgevonden en verstaan • te bepalen : A^-. ,Te rekenen van 1 Januari 1920 wordt in bijlage A van voornoemd Bezoldigingsbesluit ingevoegd: e in schaal 2, f 1300—f 1500, onder Arbeid na ' de vermelding daarin van vaste knecht bij' de Verzekeringsraden : „Rijks serologisch instituut." „stalknecht ; in schaal 3 f 1300-f 1600, onder Arbeid, na de vermelding daarin van Ile bediende bi het Centraal Laboratorium ten behoeve van het staatstoezicht op de Volksgezondheid : .,;Ryks serologisch instituut." „Redrijfsassistent" ; R;;Lt°haal 1?',f 1500-f 2000' ™der Arbeid, Rijkskweekscholen voor vroedvrouwen, na de vermelding daarin van machinist-electricien • „Conciërge-portier" ; .,Linnenjuffrouw" ; na de vermelding daarin van bode-concieree bij de Verzekeringsraden : „ ' „Rijks serologisch instituut " „ötalbaas" ; in schaal 14, f 1600—f 2300, onder Arbeid na de vermelding daarin van vroedvrouw bij' de Rijkskweekscholen voor vroedvrouwen • . - «Rijks serologisch instituut." „Amanuensis" ; in schaal 18, f 1600—f 2500, onder Arbeid na de vermelding daarin, van huismeesteres bij de Rijkskweekschool voor vroedvrouwen ■ „Rijks serologisch instituut" „Boekhoudster" ; . „Apothekersassistent" • RiiLwaai! 2,5- , 2000-f 3»00, onder Arbeid, TTeekscho°1 voor vroedvrouwen, na de vermelding daarin van administrateur- Lee! rares voor de lichamelijke opvoeding" • " m schaal 52, f 3000-f 6000, onder 'Arbeid, na de vermelding daarin van Ingenieur Ie klasse nïng : Rljksbureau ^r Drinkwatervoorzie- ' «Rijks serologisch instituut " „Bacterioloog" ; in schaal 64, f 7000—f 8000, onder Arbeid na de vermelding daarin van bezoldigd lid en' voorzitter van de Verzekeringsraden: „ttyks serologisch instituut." „Directeur .  ■ 178 • 2. Te rekenen van 1 Januari 1920 wordt in bijlage C van voornoemd Bezoldigingsbesluit ingevoegd : onder het vaste bedrag van f 2000, „Paardenarts bij het Rijks serologisch instituut". 3. Te rekenen van 20 Januari 1920 worden in bijlage A van vorengenoemd Bezoldigingsbesluit de volgende wijzigingen en aanvulling aangebracht: in de schalen 8,13, 25, 32 en 53, onder Arbeid, worde in plaats van „College van Bijstand bedoeld bij artikel 35 der Woningwet" gelezen „Rijkswoningraad", in schaal 45, f 4000— f 5000, onder Arbeid, vervalt het ambt van „hoofdcommies met den titel van verificateur bij het College van bijstand bedoeld in artikel 35 der Woningwet" ; in schaal 10, f 1500—f 2000, onder Arbeid, na de vermelding daarin van stalbaas bij het Rijks serologisch instituut: „Rijkswoningraad", „Conciërge". 4. Te rekenen van 1 April 1920 wordt in bijlage A van vorengenoemd Bezoldigingsbesluit de volgende wijziging aangebracht: in schaal 6, f 1400—f 1800, onder Arbeid, vervalt het ambt van „portier-machinist bij de Rijkskweekscholen voor vroedvrouwen". Onze Ministers zijn, ieder voor zooveel zijn Departement van Algemeen Bestuur aangaat, 'belast met de uitvoering van dit besluit, hetwelk in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de onderscheidene Ministeriëele Departementen, aan den Raad van State en aan de Algemeene Reken, kamer. Het Loo, den lOden November 1920. WILHELMINA. De Minister van Binnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter van den Raad van Ministers, Ch. Rtjys de Beerenbrouck:. (Uitgeg. 22 Nov. 1920.) Bbsiuit van den 16de» December 1920, S. 899, •houdende wijziging en aanvulling van het Bszoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1920 (Staatsblad n°. 37). Wij WILHELMINA, en?. Op de voordracht van Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter van den Raad van Ministers, van 11 December 1920, Litt. A, Kabinet; Den Raad van State gehoord, advies van 14 December 1920, n°. 38 ; Gelet op het nader rapport van Onzen Minister voornoemd van 14 December 1920, Litt. A, Kabinet; Overwegende, dat uitvoering moet worden gegeven aan art. 30, eerste en tweede lid, art. 34, eerste lid, eri art. 196, eerste en tweede lid, der Lager-onderwijswet 1920, en dat het wenschelijk is, de in die bepalingen, zoomede do in art. 89, vijfde lid, en in art. 98, eerste lid onder c, dier wet bedoelde onderwijzers op te nemen in het  179 Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1920 (Staatsbim n°. 37); * J^mute Hebben goedgevonden en verstaan te be - palen: Art. I. Gerekend van 1 Januari 1920 wordt acuter artikel 41 van voornoemd Bezoldigingsbesluit ingevoegd, een nieuw artikel 41a vin (lezen inhoud: id|n0ndSwi^rs' bedoeld in artikel 30, artikel 89 vijfde lid, en artikel 196, eerste en tweede lid, der Lager-Onderwijswet 1920 ziin onverminderd de voorschriften dier wet betreffende de regeling van de bezoldiging dier onderwijzers, van toepassing de navolgende bepalingen van dit besluit, ten aanzien van welke derhalve onder de burgerlijke Rijksambtenaren de evenbedoelde onderwijzers zijn begrepen : J Artikel 1, eerste, tweede en derde lid: aru efrste lid ' artikel 4, eerste lid eerste gedeelte tot en met „verrichten" ; artikel 6 tweede lid eerste en derde zinsnede : artikel 7 artikel 8, eerste lid; artikel 11, eerste, tweede ^TtM ; artikel 12, eerste lid ; artikel 13 ; artikel 20; artikel 23; artikel 24, eerste lid onder a en 6, tweede en derde lid; artikel 30 eerste lid; artikel 32 ; artikel 38 en artikel 40 •' zulks met dien verstande, dat ten aanzien van de bovenbedoelde onderwijzers • 1° in artikel 11, tweede lid, in plaats van „bmten bezwaar van 's Rijks schatkist" wordt gelezen „met stdstand van jaarwedde" en de laatste drie regels worden vervangen door „alsook de tijd, gedurende welken schorsing' - gehad"- -1aarwedde heeft plaat! i;^2°' V00r d« toepassing van artikel 12, eerste voeVrfr1 »t"dehjke aanstelling door het ben^ j™* begrepen de aanstelling . op den voet der wettelijke bepalingen door gemeenten en besturen van bijzondere8 scholen! -a'£P: 1L\., Gerekend van 1 Januari 1921 wordt 3?£h 41a Van v°ornoemd Belold gmgsbesluit ingevoegd een nieuw artikel 416 van dezen inhoud : ™ °Pt-de, onderwijzers, bedoeld in artikel 34 en artikel 98, eerste lid, onder c, der Lager vohf^T* 1,?20' ziJn ™n toepassing de gna. z?en vfn be??lm|en van dit besluit, ten aanmitJ i,. kf d?rbalve onder de burgerlijke S begrepen:611 ^ 6Venbedoelde onderlijztrs artiÜl^i ' T8*6 Hd;! artikeI 2' eerste lid; artikel 4, eerste gedeelte tot en met ver enersteni d:oaïikel 7' ,MtikeI 23 ' arttei'^ eerste lid onder a en 6, tweede en derde lid en artikel 40; zulks met dien verstande, dit ten aanzien van de bovenbedoelde onder- SeSlidewr,mindering V°lgens Artikel 2, drag6^'^t. toegepast op het totaal bedrag der beloonmg over een cursus voor het ' vervolgonderwijs, en dat de op deze wiize .'S** bezoldiging, tot eenP SalTn guldens naar boven wordt afgerond.  180 - Art IU. Gerekend van 1 Januari 1920 wordtin het opschrift van Bijlage B van voornoemd Bezoldigingsbesluit in plaats van „Rijksinrichtingen voor lager onderwijs gelezen .inrichtingen voor lager onderwijs en wordt aanhet slot van die Bijlage de navolgende rubriek ingevoegd : Lager en uitgebreid lager onderwijs. 1 De jaarwedde van den onderwijzer die de 'akte van bekwaamheid bezit bedoeld in artikel 134 der Lager-onderwijswet 1920, bedraagt f 2200, na 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 11, 13 15 17 19, 21 en 23 dienstjaren te verhoogen t;|enkia'rwe°dde van de onderwüzeres die de akte van bekwaamheid bezit, bedoeld in artikel 135 der Dager-onderwijswet 1920 be- ^"jaarwedde van den.onderwijzer die niet de akte van bekwaamheid bezit, bedoeld In artikel 134 der Lager-onderwijswet 1920 i878 frK - m)« ƒ K| dienstjaren te verhoogen telkens met f 100. dl 4 jaarwedde vin den onderijzer die niet de akte van bekwaamheid bezit, bedoeld in artikel 134 der Dager-onderwijswet 1920, doch inhet bezit is van de akte van bekwaamheid bedoeld in artikel 77 onder b der wet van 17AuguX11878 (Staatsblad^ 127 . bedraagt f 19007 na 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 11, 13, lo, 17, 19, 21 en 23 dienstjaren telkens te verhoogen met f 100. 9o 5 De verhoogingen na 1/, u, -1 B" dienstjaren worden echter alleen toegekend Sn de mannelijke onderwijzers, die gehuwd ziin of gehuwd zijn geweest, zoomede aan de onderwijzeressen, die gehuwd ^ geweest, zoolang zij niet zijn hertrouwd, zulks met dien verstalde dat bij ejentueelen hjtrouw de verhoogingen, die reeds zijn verkregen, blijven t06gekAls'diensttijd komt in aanmerking de tijd vóór en na de inwerkingtreding der lager onderwSswet 1920 doorgebracht in dienst zooweTaan openbare als aan bijzondere lagere scholen, als hoofd en als onderwijzer, zoomede diensttijd volgens artikel 41 dier wet. artikel 33 der wet van 17 Augustus 1878 (Staatsblad n° 127) en het laatste lid van artikel 22 der wet van 13 Augustus 1857 (Staatsblad n°. 103), alsmede de diensttijd aan andere »5»«W™«»van onderwijs, welke bij Koninklijk besluit, den Onderwijsraad (afdeeling voor het algemeen vormend lager onderwijs en het bewaar schoolondérwijs) gehoord, zijn aangewezen. Mede wordt als diensttijd aangemerkt de tijd, door den onderwijzer na 1 Augustus }9ltnZ verplichten krijgsdienst doorgebracnt, voor  181 zoover die tijd met bijtelling van verplichten diensttijd vóór 1 Augustus 1914 acht en een halve maand te boven gaat, en voor zoover hij in het bezit was van eene akte van bekwaamheid als onderwijzer. 7. De jaarwedde van den onderwijzer, die de akte van bekwaamheid bezit, bedoeld in artikel 134 der Lager-onderwijswet 1920, wordt, indien hij in het bezit is van eene akte van bekwaamheid voor school- en huisonderwijs, als bedoeld in artikel 136 der Lager-onderwijswet 1920, in de nuttige handwerken voor meisjes, de Fransché, de Duitsche of de Engelsche taal of in handelskennis, handenarbeid, landbouwkunde, of tuinbouwkunde, voor elke akte met f 100 en, indien hij een academischen graad of eene akte van bekwaamheid tot het geven van middelbaar onderwijs, behalve voor teekenen, schoonschrijven, boetseeren, gymnastiek en staathuishoudkunde, bezit, voor eiken graad of akte met f 200 verhoogd; een en ander echter met dien verstande, dat de verhooging voor niet meer dan drie vakken wordt toegekend en dat, indien een onderwijzer ten aanzien van eenig vak uit meerderen hoofde bevoegdheid bezit, alleen in aanmerking wordt genomen de bevoegdheid, op grond waarvan de hoogste verhooging kan worden genoten. 8. De jaarwedde van den onderwijzer, die - niet in het bezit is van de akte van bekwaamheid, bedoeld in artikel 134 der Lager-onderwijswet 1920, wordt verhoogd : a. indien hij op den voet der vóór de inwerkingtreding der Lager-onderwijswet 1920 geldende bepalingen de bevoegdheid bezit tot het geven van onderwijs in de nuttige handwerken voor meisjes, de Fransche, de Duitsche of de Engelsehe taal of de wiskunde of in het bezit is van eene akte van bekwaamheid voor huis- en schoolonderwijs, als bedoeld in artikel 86 der wet van 17 Augustus 1878 (Staatsblad n°. 127), in de beginselen der landbouwkunde, der tuinbouwkunde of der handelskennis of van eene akte van bekwaamheid voor schooien huisonderwijs, als bedoeld in artikel 136 der Lager-onderwijswet 1920, in de nuttige handwerken voor meisjes, handelskennis, handenarbeid, landbouwkunde of tuinbouwkunde, voor elk vak, waarvoor hij de bevoegdheid heeft, met f 100 ; b. indien hij eene akte van bekwaamheid voor school- en huisonderwijs, als bedoeld in artikel 136 der Lager-onderwijswet 1920, in de Fransche, de Duitsche of de Engelsehe taal bezit, voor elke akte met f 200 ; c. indien hij een academischen graad of eene akte van bekwaamheid tot het geven van middelbaar onderwijs, behalve voor teekenen, schoonschrijven, boetseeren, gymnastiek en staathuishoudkunde, bezit, voor eiken graad of akte met f300. De in dit punt bedoelde verhoogingen worden  182 - voor niet meer dan drie vakken toegekend met dien verstande dat, indien een onderwijzer ten aanzien van eenig vak uit meerderen hoofde bevoegdheid bezit, alleen in aanmerking wordt genomen de bevoegdheid, op grond waarvan de hoogste verhooging kan worden genoten. 9. De onderwijzer, die hoofd is eener school voor gewoon lager onderwijs, geniet als zoodanig eene verhooging zijner jaarwedde van f 700. Heeft de school 180 of meer leerlingen, dan bedraagt deze verhooging f 100 meer, met dien verstande, dat zoolang het hoofd aan die school verbonden blijft vermindering van het aantal leerlingen geen vermindering van jaarwedde ten gevolge heeft en derhalve alsdan laatstbedoelde verhooging gehandhaafd blijft, zoolang niet uit anderen hóófde eene "vér-' hooging tot ten minste hetzelfde bedrag wordt verkregen. 10. De onderwijzer, die hoofd is eener school voor uitgebreid lager onderwijs, als bedoeld in het vierde lid van artikel 3 der Lageronderwijswet 1920, of eener school voor meer uitgebreid lager onderwijs, als bedoeld in het vierde lid van artikel 26t> der wet van 17 Augustus 1878 (Staatsblad n°. 127) en in het tweede lid van artikel 193 der Lager-onderwijswet 1920, geniet als zoodanig eene verhooging zijner jaarwedde van f 1100. Heeft de school voor uitgebreid lager onderwijs of hebben de zevende en hoogere leerjaren van de. school voor meer uitgebreid lager onderwijs te zamen 70 of meer leerlingen, dan bedraagt deze verhooging f 100 meer, met dien verstande, dat, zoo lang het hoofd aan die school verbonden blijft, vermindering van het aantal leerlingen geen vermindering van jaarwedde tengevolge heeft en derhalve alsdan laatstbedoelde verhooging gehandhaafd blijft, zoolang niet Uit anderen hoofde eene verhooging tot ten minste hetzelfde bedrag wordt verkregen. 11. De onderwijzer in eene school voor uitgebreid lager onderwijs, als bedoeld in het vierde lid van artikel 3 der Lager-onderwijswet 1920, zoomede de onderwijzer van de klasse van het zevende oi een hooger leerjaar van eene school voor meer uitgebreid lager enderwijs, als bedoeld in het vierde lid van artikel 2bis der wet van 17 Augustus 1878 (Staatsblad n°. 127) en het tweede lid van artikel 193 der Lageronderwijswet 1920, geniet als zoodanig eene vèrhooging zijner jaarwedde van f 500. 12. - De verhoogingen, waarop aanspraak wordt verkregen in verband met het aangaan van een huwelijk, gaan in met den eersten dag der maand, waarin het huwelijk is aangegaan ; die, waarop voor de onderwijzeres aanspraak ontstaat in verband met de ontbinding van haar huwelijk, met den eersten dag der maand, waarin het huwelijk is ontbonden. 13. De verhooging wegens het bezit van bijzondere bevoegdheden, die niet reeds ten tijde der benoeming worden bezeten, gaat in  183 met den eersten dag der maand, waarin de bevoegdheid wordt verkregen. 14. De verhooging, waarop door het hoofd eener school op gron'd van het aantal leerlingen der school aanspraak kan worden gemaakt, gaat in met den eersten Januari van het jaar, volgende op dat, waarin het voor de verhooging vereischte aantal is geconstateerd volgens de bepaling hetzij (ingevolge artikel 193, vijfde lid, der Lager-onderwijswet 1920) van het zesde lid van artikel 24 der wet van 17 Augustus 1878 {Staatsblad n°. 127) hetzij van het zesde lid van artikel 28 der Lager-onder-wijswet 1920. 16. Hij, die aan eene openbare school eene betrekking van hoofd of van onderwijzer tijdelijk waarneemt, zoomede hij, die aan eene bijzondere school voor een bepaalden tijd tot hoofd of tot onderwijzer is benoemd, geniet, indien hij niet als vast onderwijzer aan eene lagere school is verbonden, eene wedde, die overeenkomt met hetgeen hij met uitzondering van de periodieke verhoogingen op den voet van de vorenstaande bepalingen zou genieten, indien hij vast was aangesteld. Is hij als vast onderwijzer aan eene school verbonden, dan wordt zijne wedde berekend, als ware hij in de tijdelijk door hem waargenomen betrekking vast aangesteld. Art. IV. Gerekend van 1 Januari 1921 wordt aan het slot van de volgens Artikel III aangevulde Bijlage B van voornoemd Bezoldigingsbesluit de navolgende rubriek inge- Vervolgonderwijs. 1. De onderwijzer aan een cursus voor vervolgonderwijs, als bedoeld in artikel 21 der Lager-onderwijswet 1920, geniet als zoodanig eene belooning, welke, op den grondslag van f 104 per kalenderjaar voor elk door hem te geven wekelijksch lesuur, berekend wordt naar het aantal weken, dat die cursus duurt en naar het aantal daarin door hem te geven wekelijksche lesuren. 2- Ds onderwijzer, die is aangewezen als hoofd van een cursus, waaraan door meer dan een onderwijzer gelijktijdig vervolgonderwijs wordt gegeven, geniet als zoodanig een belooning, welke, op den grondslag van f 26 per kalenderjaar voor elk der nren, gedurende welke per week onderwijs wordt gegeven, berekend wordt naar het aantal weken, dat die cursus duurt, en naar het aantal uren, gedurende welke per week vervolgonderwiis wordt gegeven. ' 3. Gelijke bepalingen, als onder 1 en 2 opgenomen, gelden voor hen, die herhalingsonderwijs geven op den voet der wet van 17 Augustus 1878 (Staatsblad n°. 127). ^Onze Ministers zijn, ieder voor zooveel zijn JJepartement van Algemeen Bestuur aangaat, belast met de uitvoering van dit besluit, het-  184 welk in het Staatsblad zal worden geplaatst, en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de onderscheidene Ministeriëele Departementen, aan den Raad van State» en aan de Algemeene Rekenkamer. 's-Gravenhage, den 16den December 1920. WILHELMINA. De Minister van Binnenlandsche Zaken, tijdelijk voorzitter van den Baad van Ministers, Ch. Rtjys de Beerenbrouck. (üitgeg. 21 Dcc. 1920.) Besluit van den l&den December 1920, S. 900, tot wijziging en aanvulling van het Koninklijk besluit van 23 Januari 1920 (Staatsblad n°. 37), zooals dit is gewijzigd en aangevuld bij de Koninklijke besluiten van 29 April 1920 (Staatsblad n°. 222). van 16 Juli 1920 (Staatsblad n°. 611), van 21 Juli 1920 (Staatsblad n°. 616), van 1 October 1920 (Staatsblad n°. 768), van 5 October 1920 (Staatsblad n°. 776), van 28 October 1920 (Staatsblad n°. 803), van 28 October 1920 (Staatsblad n». 804), van 2 November 1920 (Staatsblad n°. 806) en van 10 November 1920 (Staatsblad n°. 811). Wij WILHELMINA, enz. Op de voordracht van Onzen Minister van Binnenlandsche zaken, tijdelijk Voorzitter van den Baad van Ministers, van 3 November 1920, La. A, Kabinet; Den Baad van State gehoord, advies van 7 December 1920, n°. 33 ; Gezien het nader rapport van Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter van den Baad van Ministers van 15 December 1920, La. A, Kabinet; Overwegende, dat het wenschelijk is gebleken het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1920 (Staatsblad n°. 37) opnieuw te wijzigen en aan te vullen : Hebben goedgevonden en verstaan te bepalen : Art. 1. In vorengenoemd Bezoldigingsbesluit worden de volgende wijzigingen en aanvullingen aangebracht: SjllP I. Gerekend van 1 Januari 1920 worden de zevende en achtste regel van het eerste lid van artikel 6 vervangen door: „bij eene aanvangswedde van f 1600—f 2200, van een door Onzen Minister, Hoofd van het betrokken Departement van Algemeen Bestuur, vast te stellen bedrag, hetwelk ten minste f 600 en ten hoogste f 750 per jaar zal bedragen". H. Gerekend van 1 Januari 1920 worden in het tweede lid van artikel 6 achter de woorden : „voor het genot van woning wordt", ingelascht de woorden : „behalve in de gevallen dat dit genot in het bijzonder is of wordt toe-  185 gekend als belooning voor het vervullen eener nevenbetrekking,". III. Gerekend van 1 Januari 1920 worden m het de.de lid van artikel 6 achter de woorden .„voor het genot van vuur en licht, zonder genot van kost en inwoning, wordt" ingelascht de woorden : „ , behalve in de gevallen dat dit genot in het bijzonder is of wordt toegekend als belooning voor het vervullen eener nevenbetrekking,". IV. Gerekend van 1 Januari 1920 wordt in de eerste zin van artikel 8, tweede lid, achter „wordt" ingevoegd „onverminderd het bepaalde • in artikel 16, eerste lid," en vervallen de tweede zin van het tweede lid en het derde en vierde lid, terwijl in verband daarmede in artikel 24 eerste lid sub c in plaats van „ , het eerste lid van artikel 3 en het derde lid van artikel 8" wordt gelezen „en het eerste lid van artikel 3." V. Gerekend van 1 Januari 1920 wordt het eerste lid van artikel 20 vervangen door drie nieuwe leden van den volgenden inhoud: „1. Boven en behalve de wedde naar de regelen van dit besluit toe te kennen, genieten de ambtenaren, bij wijze van tijdelijke toelage, voor hunne wettige of wettelijk erkende zoomede voor de uit een vroeger huwelijk van hun echtgenoot gesproten kinderen beneden den leeftijd van 18 jaar, die zij op den Isten Januari van het jaar bezitten, een kindertoelage, 'bedragende per kind 2% ten honderd van de wedde, met inbegrip van de in de artikelen 19 en 31 bedoelde toelagen, die zij op dien datum of, bij latere indiensttreding, op den datum der indiensttreding genieten, zulks met dien verstande : er. dat de toelage, behoudens het bepaalde in het tweede en derde lid, ten minste f 50 en. ten hoogste in totaal f200 per kind per jaar bedraagt en naar boven wordt afgerond tot een vollen gulden ; 6. dat ingeval beide ouders eene burgerlijke Bijksbetrekking bekleeden, uitsluitend rekening wordt gehouden met de wedde of het totaal aan wedden, met inbegrip van de in de artikelen 19 en 31 bedoelde toelagen, van den hoogstbezoldigden ouder; c. dat indien de andere ouder anders dan op grond van dit artikel ten laste Van 's Rijks schatkist een kindertoelage geniet, de in dit artikel bedoelde toelage slechts wordt uitgekeerd, indien en voor zoover deze toelage hooger is dan hetgeen door den anderen ouder uit evengenoemden hoofde wordt genoten. 2. Voor de betrekkingen, die bezoldigd worden met een evenredig gedeelte van de wedde van ëen andere bètrekking, geldt als minimum een in dezelfde evenredigheid bepaald gedeelte van het in het eerste lid onder a gestelde minimum. 3. Onverminderd het bepaalde in het vorige lid geldt het in het eerste lid onder a gestelde minimum niet voor de betrekkingen, welke  186 - als nevenbetrekkingen zijn te beschouwen, tenzij de ambtenaar meer dan een van dergelijke betrekkingen bekleedt en daarin een volle dagtaak vindt, in welk geval, indien de toelage over de gezamenlijke bezoldiging minder bedraagt dan het evengenoemde minimum, die toelage met dat verschil wordt verhoogd." VI. Gerekend van 1 Januari 1920 vervalt artikel 38 en wordt vervangen door een nieuw artikel van den volgenden inhoud: „1. Behoudens het bepaalde in het volgende lid ontvangen de ambtenaren eene vergoeding ten beloope van hetgeen wegens korting voor eigen pensioen en wegens bijdrage voor weduween weezenpensioen door hen verschuldigd is. 2. Voor de berekening van de in het vorig lid bedoelde vergoeding wordt buiten aanmerking gelaten : o. hetgeen de bijdrage voor weduwe- en weezenpensioen meer bedraagt dan zeven ten honderd van den pensioensgrondslag tot een maximum van f 210 per jaar; 6. de bijdrage wegens inkoop van zijdelingschen dienst of van dienst ir eene onbezoldigde betrekking bewezen; c. de bijdrage wegens inkoop van tijdelijken dienst, voor zoover deze dienst is bewezen v66r 1 Januari 1920; d. de inhouding van den eersten der twee termijnen, bedoeld in artikel 6 der wet van 4 November 1919 (Staatsblad n°. 639)." VLI. Gerekend van 1 October 1920 wordt achter artikel 19 ingevoegd een nieuw artikel 19o van dezen inhoud: . „1. Zoolang een mannelijk ambtenaar, die gehuwd is of gehuwd is geweest, overigens naar de regelen van dit besluit een wedde zou genieten, die, met inbegrip van de in de artikelen 19 en 31 bedoelde toelagen, doch ongerekend de in artikel20 bedoelde kindertoelagen, minder zou bedragen dan onderscheidenlijk f 1600, f 1540 en f 1480, al naar gelang de standplaats van den ambtenaar gerangschikt is in de 1ste, 2de of 3de klasse, wordt, behoudens het bepaalde in het derde en vierde lid, zijn wedde tot de evengenoemde bedragen verhoogd. 2. De verhooging gaat in met den eersten dag van de maand, waarin het huwelijk wordt gesloten. 3. Voor de betrekkingen, die bezoldigd worden met een evenredig gedeelte van de wedde van een andere betrekking, treden voor de toepassing dezer bepaling in de plaats van de in het eerste lid aangegeven bedragen, in dezelfde evenredigheid bepaalde gedeelten van die bedragen. 4. Onverminderd het bepaalde in het vorige lid komen voor de toepassing dezer bepaling niet in aanmerking de betrekkingen, bedoeld in bijlage C, zoomede die, welke als nevenbetrekkingen zijn te beschouwen,- tenzij de ambtenaar meer dan een van dergelijke betrekkingen bekleedt en daarin een volle dagtaak vindt, in  187 ■ welk geval, zoolang de deswege genoten gezamenlijke bezoldiging minder bedraagt dan de in het eerste lid aangegeven bedragen, die gezamenlijke bezoldiging met dat verschil wordt verhoogd." VIII. In de bijlagen van meerbedoeld besluit worden de volgende wijzigingen en aanvullingen aangebracht: A. Gerekend van 1 Januari 1920: 1°. In bijlage A : Voor schaal 2 f 1300—f 1500, 3 jaar, 1 jaarlijksche verhooging van f 100 en daarna 2 van f 50, jwordt gelezen : SCHAAL 2. f 1300—f 1600, 4 jaar. 2 jaarlijksche verhoogingen van f 100 en daarna 2 van f 50. Voor schaal 3 f 1300—f 1600, 4 jaar, 2 jaarlijksche verhoogingen van f 100 en daarna 2 van 150, wordt gelezen : SCHAAL 3. • £ 1300—f 1700, 6 jaar. 2 jaarlijksche verhoogingen van f 100 en daarna 4 van f 50. In schaal 4, onder „Quarantaine- en Ontsmettingsdienst" wordt voor „Beambte aan de Poortershaven (Naaldwijk)", gelezen: „Beambte aan de Poortershaven (Hoek van Holland)". In schaal 10 wordt onder „Departementen van Algemeen Bestuur, Hooge Colleges van Staat en Kabinet der Koningin" achter: „Machinistvakman" ingevoegd : „ , met uitzondering van dien aan het gebouw van het Departement van Landbouw, Nijverheid en Handel". In schaal 10 vervalt de afdeeling. „Rijkspostspaarbank". ' In schaal 10 vervalt de afdeeling: „Bijksinstituut voor biologisch Visscherijonderzoek". In schaal 13 onder „Krankzinnigenwezen en Krankzinnigengestichten" wordt gelezen voor: „Klerk" : Klerk bij de Rijkskrankzinnigengestichten te Woensel en te Grave. In schaal 13 onder „Begistratie, domeinen, hypotheken en kadaster" vervalt: „Schipper op een domeinvaartuig". In schaal 13 vervalt de afdeeling : „ Visscherijpolitie op de Zeeuwsche stroomen". In schaal 14 wordt na de vermelding opgenomen onder „Directe belastingen, invoerrechten en accijnzen" ingevoegd: Begistratie, domeinen, hypotheken en kadaster. Schipper op een domeinvaartuig. Visscherijpolitie op de Zeeuwsche stroomen. Machinist. Schipper. In schaal 14, onder Bijkswaterstaat wordt  ■ 188 achter „Havenmeester te Breskens", geplaatst: „(2de Havenmeester)". In schaal 14 wordt na de vermelding opgenomen onder „Landsgebouwen" ingevoegd : Rijkspostspaarbank. Machinist-vakman. In schaal 14 wordt na de vermelding opgenomen onder „Rijkszuivelinspectie" ingevoegd: Rijksinstituut voor biologisch Visscherijonderzoek. Amanuensis. In schaal 18 wordt onder „Krankzinnigenwezen en Krankzinnigengestichten" ingevoegd: Administratief ambtenaar bij het Rijkskrankzinnigengesticht te Medemblik. In schaal 19 wordt onndddellijk na de vermelding van de bedragen der schaal ingevoegd : Departementen van Algemeen Bestuur, Hooge Colleges van Staat en Kabinet der Koningin. Machinist-vakman aan het gebouw van het Departement van Landbouw, Nijverheid en Handel. In schaal 31, onder Marine, vervalt achter het hoofd: „Loodswezen" de punt en wordt vervangen door : „ , enz." Aan den noot voorkomende in schaal 35, op bladzijde 105, wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende : 4. De directeuren van de spoorwegpostkantoren te Zwolle en Arnhem worden voor de bezoldiging geacht te zijn directeur van een kantoor der klasse 116, de directeuren van de spoorwegpostkantoren te Amsterdam en Rotterdam worden voor de bezoldiging geacht te zijn directeur van een kantoor der klasse Ho. In schaal 36 vervalt de afdeeling: „Staatstoezicht op de Mijnen en Groeven". In schaal 36 vervalt de afdeeling „Koloniën". In schaal' 37, onder „Rijksuniversiteiten en Technische Hoogeschool" vervalt: „Administrateur" en wordt vervangen door : Administrateur bij het College van Curatoren aan de Rijksuniversiteiten en de Technische Hoogeschool. Administrateur bij het Academisch Ziekenhuis te Leiden. '.-V' Administrateur bij het Nieuw Academisch Ziekenhuis te Leiden. Administrateur bij de klinieken der Rijks Universiteit te Utrecht. Administrateur bij de Psychiatrisch-Neurolo- gische Kliniek te Utrecht. In schaal 40 wordt na de vermelding opgenomen onder „Staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie en Telefonie" ingevoegd:  189 - Landbouw, Nijverheid en Handel. Staatstoezicht op de Mijnen en Groeven Opzichter. In schaal 41, onder Marine, vervalt achter het hoofd: „Loodswezen" de punt en wordt vervangen door: „ , enz.". In schaal 44 wordt na de vermelding opeenomen onder „Rijksbureau voor Drinkwatervoorziening" ingevoegd : Koloniën. Ambtenaar, belast met het anatomisch onderzoek en de wetenschappelijke beschrijving van Indische houtsoorten en andere plantaardige producten. In schaal 52 vervalt de afdeeling ■ Loods wezen." ' " rfJV^ S°" ale"J'? en 58 onder „Staatsbedrijf der Posterijen, Telegra.Ve en Telefonie" wordt achter de daarin vermelde spoorwegpostkantoren een verwijzing naar den noot op bladzijde 105 opgenomen op dezelfde wijze als zulks m schaal 55 is geschied ten aanzien van • „Directeur van een kartoor der klasse 116" In schaal 56 vervalt de afdeeling Justitie. in schaal 57 wordt na de vermelding opaenomen onder „Departementen van Algemlen Bestuur, Hooge Colleges van Staat en ËaliZ der Koningin ingevoegd : Justitie. Justitiegebouwen. Adjunct-Rijksbouwmeester. In schaal 57 wordt na de vermelding opgenomen onder „Onderwijsgebouwen" ingevoegd: Marine. Loodswezen, enz. Chef van den bouwkundigen dienst. \. H schaal 60 wordt na de vermelding opgeff^T ?nd^ «BijksuniversiUiten en TeOinUcU Hoogeschool ingevoegd : Bijksschoenmakers- en Leerlooiersschool te Waalwijk. r.rS'w111' (teVena Dil6cte'» van het Rijksproefstation en den voorlichtingsdienst ten behoeve van de lederindustrie). In schaal 64 wordt na de vermelding opgenomen onder. „Bijksstudiedienst voor de Luchtvaart ingevoegd: Bijksbureau voor de Ontwatering. Directeur. 2°. In bijlage B : Op de bladzijde 149, achtste regel van be^VT1**0^ : •■*«* KoninUijk Instituut voor de Marine" ingevoegd: „de voormalige  190 Marine-machinistenschool, de Aspirantensehool der Marine te Dordrecht," Onder het hoofd: „Rijksschoenmakers- enLeerlooiersschool te Waalwijk" vervallen de eerste twee regels. ... , „. Het hoofd : „RijkswandeUeeraar bij het Visscherijonderwijs" en het daaronder vermelde vervalt en wordt gelezen als volgt: Rijksvisscherijleeraar. Deze. wordt bezoldigd als een leeraar met 19 tot en met 24 lesuren per week aan eene Hoogere Burgerschool met vijfjarigen cursus. Onder het hoofd „Hoogere Krijgsschool vervalt de vierde zinsnede en wordt vervangen door: ^ Het salaris van den leeraar in staatswetenschappen en oorlogsvoorbereiding bedraagt f 1300, benevens f 180 per wekelijksch lesuur, na 2 4, 6, 8, 10, 13 en 16 dienstjaren telkenB te vêrhóogen met f 10 per wekelijksch lesuur, zulks met dien verstande, dat, voor zoover m bet vak oorlogsvoorbereiding 3 of minder lesuren worden gegeven, idie uren voor de berekening der wedde als 4 lesuren worden aangemerkt Op bladzijde 154, vijfde regel van beneden, wordt achter : „het Koninklijk Instituut voor de Marine" ingevoegd: „de voormalige Marinemachinistenschool, de Aspirantensehool der Marine te Dordrecht," 3°. In'bijlage C: Onder het vaste bedrag van f 650 vervalt: Secretaris van den Armenraad te Vlaardingen. Onder het vaste bedrag van f 800 wordt °PIecretari8 van den Armenraad te Vlaardingen. Onder het vaste bedrag van £7000 wordt opgenomen : ,. Lector aan den cursus tot opleiding van landmeters te Wageningen (ten hoogste t 7000;. 4o. In bijlage D: -" „ Voor „Roosendaal" wordt gelezen : „Roosendaal en Nispen." -Cs B. Gerekend van 1 April 1920 : 1». In bijlage A : In schaal 25 wordt na de vermelding opgenomen onder „Onderwijsgebouwen" ingevoegd: Onderwijsraad. Adjunct-commies. 2°. In bijlage C : Onder het vaste bedrag van £2500 wordt opgenomen: T , , Secretaris van den Centralen Jeugdmad. C. Gerekend van 1 September 1920: 1". In bijlage A : In schaal 2, 4, 6,-8, 10, 13, 25-en 32 wordt voor „Centrale Gezondheidsraad' gelezen: .'Gezondheidsraad''. »T..__ In schaal 34 wordt onder Landbouw, Nijver-  • 191 heid en Handel, onmiddellijk na de Departementsaanduiding opgenomen : • Cursus tot opleiding van landmeters te Wageningen f Assistent. In schaal 40 wordt na de vermelding opgenomen onder „Dienst der Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling" ingevoegd : Staatstoezicht op de Volksgezondheid. Adjunct-inspecteur. In schaal 45 onder „Directe belastingen, invoerrechten en accijnzen" vervallen de woorden : He Secretaris van den Raad van Beroep voor de invoerrechten. In schaal 45 wordt voor: „Centrale Gezondheidsraad' gelezen: „Gezondheidsraad". In schaal 52 wordt onder „Directe belastingen, invoerrechten en accijnzen" ingevoegd: Ile Secretaris van den Raad van beroep voor de invoerrechten. In schaal 53 wordt na de vermelding opgenomen onder „Dienst der Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling" ingevoegd : Gezondheidsraad. Secretaris. • In schaal 60 wordt onder „Departementen van Algemeen Bestuur, Hooge Colleges van Staat en Kabinet der. Koningin" ingevoegd • kam'erüiniStrateUr ^ de A1Semeene RekenIn schaal 60 wordt vóór de afdeeling Commissie voor 's Bijks geschiedkundige publicatièn" ingevoegd : Bijksvak- en kunstnijverheidsschool tot opleiding van goud- en zilversmeden en horlogemakers te. Schoonhoven. - Directeur. In schaal 64 wordt voor „Centrale Gezondheidsraad gelezen „Gezondheidsraad" en daaronder opgenomen > Staatstoezicht op de Volksgezondheid. Hoofdinspecteur. Centraal Laboratorium ten behoeve van het Staatstoezicht op de Volksgezondheid. Directeur. 2°.' In bijlage C: Onder het vaste bedrag van f 6000 vervalt „Lid van den Centralen Gezondheidsraad" en „Hoofdinspecteur van de Volksgezondheid" ' en wordt vervangen door : ft Bez°|difd 'id van den Gezondheidsraad n" 784) Gezondheidswet 1919, Staatsblad D. Gerekend van 1 October 1920 • In bijlage A: In schaal 19 onder „Directe belastingen, in   S.&J. N°.93. 2edfuk. DERDE AANVULLING van hst besluit tot vaststelling van regelen ten aanzien van de bezoldiging van burgerlijke Rijksambtenaren. (BEZOLDIGINGSBESLUIT.) Besluit van den 'listen Januari 1921 S 37 tot aanvulling van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1920 (Staatsblad n": .37). ,i4.Wij WILHELMINA, enz. Op de voordracht van Onzen Minister van BinnenlandscheZaken,'tijdelijk Voorzitter van den Raad van Munsters van 23 December 1920 Lu A. Kabinet; ' Den Raad van State gehoord (advies van 18 Januari 1921), n°. 31); Gelet op het nader rapport van Onzen Munster van Binnenlandsche Zaken, tMeïnk Voorzitter-van den Raad van Ministers van 21 Januari 1921, La. A. Kabinet: Overwegende dat het wenschelijk is gebleken nlnT9fef ^ Rylsambte naren 1920 (Staatsblad n». 37) aan te vullen; bepalen*" g0edgevonden «« verstaan te wncH^t ?^ ^gaag van 1 Jannari 1921, W tJ5 -ï>fl.Iage A van voornoemd Bezoldi. gmgsbesluit ingevoegd: in schaal 60>* 6500™^PwdCT °0rlog' na ^ venhelding daarin MTSt*&^Xn °neele.zaken bij net Staat" d' j artillene-mrichtingen: „Hoofdadministrateur". Onze MiniatMSVfejjn, ieder voor zooveel ziin EZr^TFIf ««L^een Bestuur aangaap welk in 1* ^J^W Van besluit, het! welk m het Staatsblad zal worden een aatsr en waarvan afschrift zal 'worden gezonden aan fandenh£?h ^ De|artementen? Rlednkamer.d ^ Stat6 en aan de ^™ 's-Gravenhage, den 24sten Januari 1921 n„ WILHELMINA. i%.Ml*$m ™n BinnenlandseUc Zaken, tVdeltjk Voorzitter van den Raad van Ministers ch. kuys !DS BeebBUBHOUOK. (üitgeg. 3 Febr: 1921).  5. & J. N*. 93. 2« druk. ZESDE AANVULLING van het besluit tot vaststelling van regelen ten aanzien van de bezoldiging van burgerlijke Rijksambtenaren. (BEZOLDIGINGSBESLUIT.) Besluit van den 2den Mei 1921, S. 703, betreffende bepaling tot inachtneming'van een opzeggingsternnjn van de zijde van het Rijk bjj het ontslag van tijdelijk burgerpersoneel, dat niet voor een bepaalden tijd of voor de uitvoering van een bepaald werk in rechtstreekschen Rijksdienst is, enz. Wd WILHELMINA, enz. Op de voordracht van Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter van den Raad van Ministers van 28 April 1921 La. B., Kabinet; ' Hebben goedgevonden en verstaan : te bepalen: I. Bn het ontslag van tijdelijk burgerpersoneel, dat niet voor een bepaalden tijd of voor de uitvoering van een bepaald werk in rechtstreekschen Rijksdienst is, zal van de zijnde van het Rijk steeds worden in acht genomen een opzeggingstermijn: van drie maanden, ingeval de betrokkene bn het begin van den opzeggüigstermijn laatstelijk onafgebroken, althans 6 maanden in rechtstreekschen Rijksdienst was; 6. van één maand, ingeval de betrokkene ,,5 he* begin van den opzeggingstermijn laatstelnk korter dan 6 maanden in rechtstreekschen Rijksdienst was. H. Over den tijd, die aan den sub I bedoelden opzeggingstermijn mocht ontbreken, wordt het bedrag der wedde ineens uitgekeerd. HL Het sub I en H bepaalde is niet van toepassing op personen, die zonder in het bezit te znn van eene aanstelling, op declaratie T??? .b1etaald °f die uit hoofde van ongeschiktheid (daaronder niet begrepen ziekte) of als straf uit hun betrekking worden ontslagen terwijl het sub H bepaalde niet behoeft te worden nageleefd : o. tenaanzien van personen, die gedurende den opzeggmgstermijn uit eigen beweging den dienst verlaten ; B s 6. ten aanzien van personen, die gedurende den opzeggingstermijn een andere Rijks-  • 204 - betrekking, vast of thdeujk aanvaarden. Zij ontvangen dan van den dag van ingang hunner nieuwe betrekking af, alleen hetgeen hun uit hoofde van die betrekking toekomt. IV. ten aanzien van tijdelijk burgerpersoneel, dat voor een bepaalden tijd of voor de uitvoering van een bepaald werk in rechtstreekschen Rij ksdienst is.wordt het onder I—Dl bepaalde mede toegepast, indien buiten zijn toedoen ontslag wordt verleend met ingang van een dag, gelegen binnen den bepaalden tijd of vóór het einde van het werk. V. het bepaalde sub I—IV geldt voor personen, die op 31 December 1920 in tijdelijken dienst waren oï wier tijdelijke dienstbetrekking na dien datum een aanvang heeft genomen. Onze Ministers zijn, ieder voor zooveel zjjn Departement van Algemeen Bestuur aangaat, belast met de uitvoering van dit besluit, hetwelk in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden fezonden aan de onderscheidene Ministeriëele )epartementen en aan de Algemeene Bekenkamer. 's-Gravenhage, den 2den Mei 1921. WILHELMINA. De Minister van Binnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter van den Baad van Ministère, Ch. buts de Beerenbrouok. (Vitgeg. 13 Mei 1921.) Besluit van den Sden Mei 1921, S. 707, tot aanvulling van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1920 (Staatsblad n°. 37). Wij WILHELMINA, enz. Op de voordracht van Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter van den Baad van Ministers, van 2 April 1921, La. A., Kabinet; Den Raad van State gehoord (advies van 26 April 1921, n°. 22); Gezien het nader rapport van Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter van den Baad van Ministers, van 29 April 1921, La. A., Kabinet; Overwegende, dat het wenschelijk is gebleken het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1920 (Staatsblad n°. 37) opnieuw aan te vullen; Hebben goedgevonden en verstaan: te bepalen : Gerekend met ingang van 1 Januari 1921, wordt in bijlage A van voornoemd Bezoldigingsbesluit bijgevoegd: in schaal 28, f 2000—f 3200, onder Waterstaat. „Staatsbedrijf der posterijen, telegrafie en telefonie" ; Opzichter.  205 Onze Ministers zijn, ieder voor zooveel zijn Departement van Algemeen Bestuur aangaat, belast met de uitvoering van dit besluit, hetwelk in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de onderscheidene Ministeriëele Departementen, aan den Raad van State en aan de Algemeene Rekenkamer. 's-Gravenhage, den 3den Mei 1921. WILHELMINA. De Minister van Binnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter van den Baad van Ministers, Ch. Ruys db Beerenbrouck. (üitgeg. 13 Mei 1921), Besluit van den 23sten Met 1921, S. 734, tot wnziging en aanvulling van het Ko-' ninklijk Besluit van 23 Januari 1920 {Staatsblad n°. 37), zooals dat is gewijzigd en aangevuld laatstelijk bij dat van 3 Mei 1921 {Staatsblad n°. 707). Wij WILHELMINA, enz. Op de voordracht van Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter van den Raad van Ministers, van 26 April 1921 Litt. A., Kab.; ' Den Raad van State gehoord (advies van 10 Mei 1921, n°. 16); Gelet op het nader rapport van Onzen p Minister van Binnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter van den Raad van Ministers, van 19 Mei 1921, La. E., Kabinet; Overwegende, dat het wenschelijk is gebleken het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rnksambl tenaren 1920 (Staatsblad n». 37) opnieuw te - wnzigen en aan te vullen ; Hebben goedgevonden en verstaan : In vorengenoemd BezoldigingSDesluit de I navolgende wijzigingen en aanvullingen aan te brengen: A. Gerekend van 1 Januari 1920: 1°. In artikel 41o wordt na „artikel 6, tweede Ud, eerste en derde zinsnede" ingevoegd „en Ze!?n-d? „; wordt na «artikel 13" ingevoegd „artiiel 19a en wordt geschrapt „arökel 12 eerste lid', terwiil in verband daarmede het slot van artikel 41a komt te luiden : „met dien verstande, dat ten aanzien van de bovenbedoelde onderwijzers in artikel 11, tweede lid i in plaats van „buiten bezwaar van 's-Rijks' schatkist ' wordt gelezen: „met stilstand van jaarwedde" en de laatste drie regels worden ïï» door: -alsook de tijd? gedurende ; helen¥i^Sg^d°"dCT behoud ^iaarwedde 2°. In bijlage A; In schaal 2 wordt na de vermelding opgeno-  208 - men onder „Koninklijke academie van wetenschappen" ingevoegd: Marine. Loodswezen. Kantoorlooper (met uitzondering van dien te Hellevoetsluis). In schaal 8 wordt na de vermelding opgeno- | men onder „Rijkswerven" ingevoegd : Loodswezen. Schrijver op jaarloon. In alinea i van den noot voorkomende in schaal 35, op bladzijde 105, wordt aan het slot in plaats van „een kantoor der klasse IIo" gelezen: een kantoor der klasse Ia. 3°. In bijlage B: Onder de rubriek „Leerscholen, verbonden aan de Rijkskweekscholen" worden de eerste twee leden aldus gelezen : „Het salaris van de hoofden en de onderwijzers aan de Rijksleerscholen wordt berekend op denzelfden voet al? in het slot dezer Bijlage onder de rubriek „Lager en uitgebreid lager onderwijs" voor de onderwijzers in het algemeen is vastgesteld, met dien verstande, dat het aldus berekend bedrag wordt vermeerderd met een bedrag van: voor de hoofden f 500 per jaar en voor de onderwijzers f 300 per jaar. Voor het bezit van één der diploma's A. en B. van de Vereeniging tot bevordering van het onderwijs in handenarbeid in Nederland of van de Vereeniging tot bevordering van het voorbereidend Vakonderwijs en van het onderwijs in handenarbeid in de provinciën Groningen, Friesland, Drenthe en Overijssel, < zoomede van het diploma voor zangonderwijs van de Maatschappij tot bevordering der Toonkunst wordt eene verhooging van f 50 toegekend", terwijl in het vierde lid aan het slot vervallen de woorden : „bij de wet op het Lager Onderwijs". Onder de rubriek „Rijksnormaallessen wordt het derde lid aldus gelezen: „Het salaris van de onderwnzers op jaarwedde aan voorbereidende klassen van Rijks- ' normaallessen wordt berekend op denzelfden voet als in het slot dezer Bijlage onder de rubriek „Lager en uitgebreid lager onderwijs voor de onderwijzers in het algemeen is vastgesteld met dien verstande, dat het aldus berekend bedrag wordt vermeerderd met een bedrag van f 300 per jaar". Vóór de rubriek „Lager en uitgebreid lager onderwijs" wordt opgenomen : Rijkskrankzinnigengestioht. De onderwijzeres aan het Rijkskrankzinnigengesticht te Woensel wordt bezoldigd op denzelfden voet aks in het slot dezer Bijlage  207 onder de rubriek „Lager en uitgebreid lager onderwijs'' voor de onderwijzers in het algemeen is vastgesteld. In het zesde lid van de rubriek „Lager en uitgebreid lager onderwijs" wordt de aanhef gelezen : „Onverminderd het bepaalde in artikel 1, derde lid, en artikel 30, eerste lid, van het Bezoldigingsbesluit, komt als diensttijd in aanmerking", terwijl aan het slot een nieuwe zinsnede wordt toegevoegd van dezen inhoud : „Tijdelijke dienst komt slechts in aanmerking,¥ indien verricht krachtens aanstelling door het bevoegd Gezag, waaronder begrepen is eene aanstelling op den voet der wettelijke bepalingen door Gemeenten en Besturen van Bijzondere scholen ; ten aanzien van het mederekenen van I dien tijdelijken dienst vinden artikel 1, derde lid, en artikel 13 overeenkomstige toepassing." 4°. In bijlage C vervalt onder het vaste bedrag van f 250 de vermelding van secretaris van den armenraad te Smallingerland c. a., en onder de vaste bedragen van f 800, f 900, 1000 f 1200, f 1300, f 1500, f 1800, f 2600 en f 5000 de onder elk van die bedragen voorkomende vermeldingen van secretarissen van armenraden terwijl vervallen de vaste bedragen van f 350 f 400, 650, f 750, f 2300, f 3900, f 4700 en f 5800 met de daaronder voorkomende vermeldingen.5°. in bijlage C wordt opgenomen: onder het vaste bedrag van f 500 na „Secretaris der Centrale Commissie voor de Statistiek : Seoretaris van den armenraad te Opsterland (ten hoogste f 500). Secretaris van den armenraad te Smallingerland (ten hoogste f 500). onder het vaste bedrag van f 800 na „Rijksfg800)'™M gezinsverpleging (ten hoogste Kantoorlooper bij het Loodswezen te Hellevoetsluis (ten hoogste f 800). onder het vaste bedrag van f 1000 vóór „Secretaris der algemeene armencommissie" : Secretaris van den armenraad te Breda tien hoogste f 1000). v Secretaris van den armenraad te Gouda (ten hoogste f 1000). v Secretaris van den armenraad te Mennel (ten hoogste f ÏOOO). w 1 Secretaris van den armenraad te Vlissingen (ten hoogste f 1000). onder het vaste bedrag van f 1200 na „Bezoldigd secretaris bij het college van regenten bij het gevangeniswezen (ten hoogste f 1200)"- Secretaris van den armenraad te Deventer (ten hoogste f 1200). Secretaris van den armenraad te 's-Hertogenbosch (ten hoogste f 1200). onder het vaste bedrag van f 1500 na „Secretaris van den voogdijraad te Alkmaar (ten hoogste f 1500)";: v  208 - Secretaris van den armenraad te Middelburg (ten hoogBte f 1500). Secretaris van den armenraad te Vlaardingen (ten hoogste f 1500). onder het vaste bedrag van f 1800 onmiddellijk onder de vermelding van het bedrag: Secretaris van den armenraad te Apeldoorn (ten hoogste f 1800). Secretaris van den armenraad te Delft c. a. (ten hoogste f 1800). «J" Secretaris van den armenraad te Dordrecht (ten hoogste f 1800). Secretaris van den armenraad te Hilversum (ten hoogste f 1800). Secretaris van den armenraad te Leiden (ten hoogste f 1800). Secretaris van den armenraad te Nijmegen (ten hoogste f 1800). Secretaris van den armenraad te Zaandam (ten hoogste f 1800). onder het vaste bedrag van f 3000 na „Secretaris van den voogdijraad te Dordrecht (ten hoogste f 3000)" : Secretaris van den armenraad te Alkmaar (ten hoogste f 3000). '<*. ! Secretaris van den armenraad te Enschede (ten hoogste f 3000). Secretaris van den armenraad te Helder (ten hoogste f 3000). Secretaris van den armenraad te Leeuwarden (ten hoogste f 3000). Secretaris van den armenraad te Maastricht (ten hoogste f 3000). na de vermelding onder het vaste bedrag van f 3500: f 3600. Secretaris van den armenraad te Groningen (ten hoogste f 3600). na devermelding onder het vaste bedrag van f 4000 : f 4200. Secretaris van den armenraad te Arnhem (ten hoogste f 4200). Secretaris van den armenraad te Haarlem (ten hoogste f 4200). Secretaris van den armenraad te Heerlen c. a. (ten hoogste f 4200). onder het vaste bedrag van f 5000 onmiddellijk na de vermelding van het bedrag: Secretaris van den armenraad te Utrecht (ten hoogste f 5000). onder het vaste bedrag van f 6000 onmiddellijk na de vermelding van het bedrag: Secretaris van den armenraad te 's-Gravenhage (ten hoogste f 6000). Secretaris van den armenraad te Rotterdam (ten hoogste f 6000). onder het vaste bedrag van f 7000 onmiddellijk na de vermelding van het bedrag: Secretaris van den armenraad te Amsterdam (ten hoogste f 7000). B Gerekend van 1 October 1920 wordt in  209 - schaal 26 van Bijlage A onder,,Bijkeverzekerin bank voor „Loonlijst controleur" gelezen Controleur. C. Gerekend^van 1 Januari 1921: 1°. In bijlage A : In schaal 4 wordt onder „Bykswaterstaat" na S^.T?r,meldme van „(brugwachter te) Westgrartdrjk" opgenomen : Noordervaart. In schaal 6 wordt onder „Bijkswaterstaat" na de vermeldmg van „brugknecht te Spijkenisse opgenomen: Brugknecht-helmduiker. Brugknecht- dekknecht. In schaal 7 wordt onder „Bijkswaterstaat" na de vermeldmg van „Arbeider-stuwwachter bn de Oyenjsselsche Vecht" opgenomen : Slmsknecht-dekknecht bij het kanaal door Walcheren. In schaal 10 wordt aan de vermelding opgenomen onder „Loodswezen" toegevoegdMatroos-motordrijver. In schaal 13 wordt na de vermelding opgenomen onder „Juslitiegebouwen" ingevoegd: Centrale Commissie voor georganiseerd overleg in , ambtenaarszaken. Jtlerk. In schaal 10 wordt onder „Bykswaterstaai" na de venneldrng van „sluisknecht-helmduiker ie IJmuiden opgenomen: Sluisknecht-helmduiker te Terneuzen «peS»e"haal 13 Vervalt onder »V*«*erijinMachinist-motordrijver Ie klasse en Gezagvoer- In schaal 13 wordt aan de vermelding opgevoed1- T "BVkmerzekerin0*bank" toegeH^krbij de controle op het rekenplichtig be- In schaal 14 wordt na de vermelding opgenomen onder „Bijkszuivelinspectie" ingtvoegdm„ k« -i V*sscherijinspectie. Machinist-motordrnver Ie klasse Gezagvoerder. insect?1 23 V6rValt de rabriek In schaal 25 wordt aan de vermelding opvoegdT °Dder "VUM3insvectie"' toegl Opziener Ie klasse. In schaal 25 wordt aan de vermelding onleed: ^ "^^^^sbank"* . Adjunct-commies bij de contrdle op het rekenplichtig beheer. p In schaal 32 wordt na de vermelding onge nomen onder „Bijksseruminrichting" ingf vS Tj m . VisscJierijinspectie. Hoofdambtenaar van administratie. J^e".1134 ™™h de „Vissckerij.  214 Besluit van den 24en Augustus 1921, S. 1028, tot wijziging van het Koninklijk besluit van 23 Januari 1920 (Staatsblad n°. 37), zooals dat is gewijzigd en aangevuld laatstelijk bij dat van 23 Mei 1921 (Staats blad n° 734). Wu WILHELMINA, enz. ; Op de voordracht van Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter van den Raad van Ministers, van 1 Augustus 1921, La. A, Kabinet'; Den Baad van State gehoord (advies van 9 Augustus 1921 n°. 23) ; Gelet op het nader rapport Van Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken» tijdelijk Voorzitter van den Raad van Ministers, van 16 Augustus 1921, La. A, Kabinet; Overwegende, dat het wenschelijk is gebleken het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1920 (Staatsblad n°. 37) opnieuw te wijzigen ; Hebben goedgevonden en verstaan : In vorengenoemd Bezoldigingsbesluit de navolgende wijzigingen aan te brengen: In bijlage A: In schaal 10 onder „Departementen van Algemeen Bestuur, Hooge Colleges van Staat en Kabinet der Koningin" vervalt: Kamerbewaarder. In schaal 23 wordt onmiddellijk na de vermelding van de bedragen der schaal ingevoegd : Departementen van Algemeen Bestuur, Hooge Colleges van Staat en Kabinet der Koningin. Kamerbewaarder. Onze Ministers zijn. ieder voor zooveel zijn Departement van Algemeen Bestuur aangaat, belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de onderscheidene Ministeriëele Departementen, aan den Raad van State en aan de Algemeene Rekenkamer. Het Loo, den 24sten Augustus 1921. WILHELMINA. De Minister van Binnenlandsche Zaken, Tijdelijk Voorzitter van den Baad van Ministers, Ch. Ruys de Beerenbrouck. (Vitgeg. 14 Sept. 1921.) Besluit van den 26e» Augustus 1921, S. 1009, houdende aanvulling van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1920 (Staatsblad n° 37). Wu WILHELMINA, enz. ; Op de voordracht van Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter van den Baad van Ministers van den 21sten Juli 1921, La. A, Kabinet; • Den Raad van State gehoord (advies van 16 Augustus 1921, n° 4);  215 - Gezien het nader rapport van Onzen voor- irirki^rT*™ 23 a» is. Overwegende dat het wenschelijk is gebleken w«m? (Staatsblad n°. 37 aan te vullen; Hebben goedgevonden en verstaan : te^SaTvof^ 1 AUgU8tUS 1921 m schaaJ 60, voorkomende in bijlage A van voornoemd Bezoldigingsbesluit wordt ónder „Departementen van Algemeen Bestuur, Hooge Colleges van Staat en Kabinet der Koningüf" RaarlarlJ meldmg van -Administrateur of meen W '.^ 6en ^P^ment van Algemeen Bestuur" opgenomen: s „Bezumigingsinspecteur" de°,?itt Mini8ter Van KnanoiSn is belast met «Lï m0?™8, van dit besluit. hetwelk in het ffsThr f t .„f1 W2rdeD geP,aat8t en waarvan atschnft zal worden gezonden aan de onderden 'fc ^™trfe ^partementen? aan Reken'kamer1 ^ en a&n de A,g~ Het Loo, den 25sten Augustus 19^1 n. m- ■. WILHELMINA.' ,.-rf..,Minister tan Binnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter van den Baad van Ministers, Ch. Euys de Beerenbrouck. (Uitgeg. 12 Sept. 1921.) Besluit van^ den SOsten September ] 921 S 1104 liik 2ff 6D |an7,lI,ing ™n het Konink-' n» 37) Januari 1920 (Staatsblad Wu'WILHELMINA, enz. Op de voordracht van Onzen Minister van d^ad^an m^-**"* Voorster Z MM,X.l.TamnTt^15' ^ 17 27^ept^^èe3I)h00rd ^ ~ MiSst v^n^nn^dsXtakertte Voorzitter van den Raad van Min&terf van 29 September 1921, L. A., Kabinet ' Overwegende, dat het wenschelijk is gebleken tltfcSf Burgerlijk R^aum renaren 1920 (Staatsblad n°. 37) oDmeuw te wijzigen en aan te vullen; °Pmeuw te Hebben goedgevonden en verstaan: Jr1', ^ vorengenoemd Bezoldigingsbesluit worden de navolgende wijzigingen en aaS vullingen aangebracht: J gingen en aan- A. Gerekend van 1 Januari 1920 • i ■ ^ wjlage A : In" "schaaf^^1*^ rab?ek "Rijkswerven". opgenomen! " ^ °nder ^kswerven" B00Pe™tn tech*™» teekenbureau. Gerekend van 1 Januari 1921 :  217 In schaal 18 wordt onmiddellijk na de vermelding van de afdeeling „Marine" opgenomen : Rijkswerven. Commandeur bij de magazijnen. Schipper aan boord van een Marine-transportvaartuig. Adjunotthavenmeester. Hospitaaldienst. Apothekersassistent. In schaal 1!> vervalt onder „Rijkswerven" de vermelding: „Baas der ernstvuurwerkers" en wordt opgenomen : Commandeur bij de vakken. Opzichter bij de badinrichting. In schaal 21 wordt onmiddellijk na de vermelding van de bedragen der schaal opgenomen : Marine. Rijkswerven. Opzichter der magazijnen. Bureelbeambte ie klasse. Assistent-bouwkundig opzichter. In schaal 27 wordt onmiddellijk na de vermelding van de afdeeling „Marine" opgenomen : Rijkswerven. Baas bij de vakken. Hoogbootsman. In schaal 31 wordt onmddellijk na de vermelding van de afdeeling ,,Marine"opgenomen : Rijkswerven. Scheepsbouwkundig ambtenaar 2e klasse. In schaal 41 wordt onmiddellijk na de vermelding vau de afdeeling „Marine* opgenomen : Rijkswerven. Scheepsbouwkundig ambtenaar le klasse. SS. Indien het bedrag, hetwelk door de'in artikel 1 bedoelde ambtenaren aan de Rijkswerven in het tijdvak van 1 October 1920 tot 30 September 1921 als beambte op weekloon W genoten aan loon en toeslag ingevolge de Koninklijke Besluiten van 11 Februari 1920 n". 51 en 18 Maart 1920 n°. 71, hooger is dan het bedrag der nieuwe wedde wordt dat meerdere boven de nieuwe wedde genoten in den vorm van een toelage, voorzoolang en voorzoover eerstbedoeld bedrag hooger is dan laatstbedoeld bedrag. Onze Ministers zijn, ieder voor zooveel zijn JJepartement van Algemeen Bestuur aangaat, belast met de intvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de onderscheidene Ministeriëele Departementen, aan den Raad van State en aan de Algemeene Rekenkamei. Het Loo, den 30sten September 1921 _ „,. . WILHELMINA. 7-e-.Mr,ntster van Binnenlandsche Zaken ttjdelijK Voorzitter van den Raad van Ministers, Ch. Ruys de Beerenbrotxox.' (üitgeg. 3 Oct. 1921.)  218 - Besluit van den éden October 1921, S. 1110. tot wijziging en aanvulling van het Koninklijk Besluit van 23 Januari 1920 (Staatsblad n». 37). Wu WILHELMINA, enz. Op de voordracht van Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter van den Baad van Ministers, van 20 September 1921, La. A Kabinet; . Den Baad van State gehoord (advies van 27 September 1921, n°. 39); ; ., Gelet op het nader rapport .van Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter van den Baad van Ministers, Van 30 September 1921, La. B Kabinet; Overwegende dat het wenschelijk is gebleken het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1920 (Staatsblad n°. 37) opnieuw te wijzigen en aan te vullen; Hebben goedgevonden en verstaan: In vorengenoemd Bezoldigingsbesluit de navolgende wijzigingen en aanvullingen aan te brengen : A. Met ingang van 1 October 1921 : In bijlage A : In schaal 12 wordt onder „Registratie, domeinen, hypotheken en kadaster" voor „Rijksklerk Ilie klasse" en „Bijksklerk Ilie klasse ten hypotheekkantore" gelezen: Rijksklerk In schaal 13 wordt onder „Registratie, domeinen, hypotheken en kadaster" voor „Rijksklerk 11° klasse" en „Rijksklerk IIe klasse ten hypotheekkantoro" gelezen: Adjunct-commies, zonder vakexamen. Na schaal 27 wordt ingevoegd : Schaal 27a. f 1300—f 3200, 19 jaar. 19 jaarlijksche verhoogingen van f 100. -Financiën. Registratie, domeinen, hypotheken en kadaster. Adjunct-commies, met vakexamen. In schaal 28 vervalt onder „Registratie, domeinen, hypotheken en kadaster" : Bijksklerk Ie klasse. Rijksklerk Ie klasse ten hypotheekkantore. In Bijlage A: In schaal 10, wordt na de vermelding opge-' nomen onder „Rijkslandbouwhuishoudschool „De Rollecate", ingevoegd: Rijksproeffokstation voor pluimveeteelt. Tuinman-conciërge. In schaal 14 wordt onder „Rijkswaterstaat" aan het slot van der ubriek „Gezagvoen nd pontwachter, gezagvoerder, schipper van" opgenomen : „Inspecteur-Generaal C. A. Jolles", en aan het slot van de rubriek „Machinist (vaartuigen)" : „Inspecteur-Generaal C. A. Jolles."  219 - In schaal 52 wordt onder „Rijksla?idbouwproefstations, met inbegrip van het Rijksboschbouwproej'station en het Rijkszuivelstalion" na de vermelding van het ambt van Bacterioloog opgenomen: Physioloog. Onze Ministers zijn, ieder voor zooveel zijn Departement van Algemeen Bestuur aangaat, belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de onderscheidene Ministeriëele Departementen, aan den Raad van State en aan de Algemeene Rekenkamer. Het Loo, den 4den October 1921 WILHELMINA. De Minister van Binnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter van den Raad van Ministers, Ch. Buts dé Beerenbrouck. (üitgeg. 14 Oct. 1921.) Besluit van den llden October 1921, S. 1118, tot aanvulling van het Bezoldigingsbesluit voor de Burgerlijke Rijksambtenaren van 23 Januari 1920 (Staatsblad n°. 37) Wu WILHELMINA, enz. Op de voordracht van Onzen Minister van Bmnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter 72?, t". d va? Ministers, van 23 September 1921, Litt. A., Kabinet; Den Raad van State gehoord (advies van 4 October 1921, n°. 32); Gelet op bet nader rapport van Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken, tüdeliik Voorzitter van den Raad van Ministers, van 7 October 1921, La. A., Kabinet; Overwegende dat het wenschelijk is gebleken het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1920 (Staatsblad n». 37)'aan te vullen; Hebben goedgevonden en verstaan te bepalen : Benig artikel. Te rekenen van 1 Maart 1921 wordt in bijingevoegd™ voornoemd Bezoldig-ngsbesluit in schaal 19, f 1600-f 2600, onder Arbeid, na de vermelding daarin van analist bij het staatstoezicht op de Volksgezondheid • „Rijksbureau voor Drinkwatervoorziening" „analist . * " Onze Minister van Arbeid is belast met de za Vwnrlg„Van f*??8luit' in het Staatsblad wnrZ, gTlaatSt e? waar™n afschrift zal worden gezonden aan den Raad van State en aan de Algemeene Rekenkamer. Het Loo, den llden October 1921 n ar- ■. „WILHELMINA. tiiJr-uv? mn Bmnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter van den Raad van Ministers, Ch. Ruts de Beerenbrouck. (üitgeg. 19 Oct. 1921.)     S. & J. N». 93. 2« druk. ACHTSTE AANVULLING van het ' besluit tot vaststelling vnn regelen ten aanzien van de bezoldiging vun burgerlijke Rijksambtenaren. KZOLÜIG IN ü SBESL UIT.) Besluit van den 25sten October 1921, S. 1146, tot wijziging en aanvulling van het Koninklijk besluit van 23 Januari 1920 (Staatsblad n°. 37). Wij WILHELMINA, enz. Op de voordracht van Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter van den Eaad van Ministers, van 22 Septem, ber 1921, La. A, Kabinet, Den Raad van State gehoord (advies van I 18 October 1921, n°. 34); S Gelet op het nader rapport van Onzen ■ Minister van Binnenlandsche Zaken, tijdelijk ■ Voorzitter van den Raad van Ministers, van I 21 October 1921, La. A, Kabinet; Overwegende, dat het wenschelijk is gebleken om het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1920 (Staatsblad n°. 37) I opnieuw te wijzigen en aan te vullen en voorts 1 om ten aanzien van een reeds eerder tot stand gekomen wijziging, alsmede in verband met een der thans aan te brengen wijzigingen een nadere voorziening te treffen; Hebben goedgevonden en verstaan: Art. 1. In vorengenoemd Bezoldigingsbesluit worden de navolgende wijzigingen en aanvullingen aangebracht: A. Gerekend van 1 Januari 1920: 1°. In bijlage B : I Onder de rubriek „Opleiding bij de zeemacht" I wordt het eerste lid aldus gelezen: „Het salaris van de burgeronderwijzers I  222 wordt berekend overeenkomstig de bepalingen der wet. op het Lager Onderwijs, vermeerderd met een bedrag van f 100 per jaar." De rubriek „Kweekschool voor de zeevaart te Leiden, Instructie-bataillon te Kampen en Instructie-batterij te Arnhem" wordt vervangen door de volgende rubriek: „Kweekschool voor de zeevaart te Leiden, Instructiebataillon te Kampen en Scholen tot opleiding van het kader bij het regiment genietroepen te Utrecht." . Het salaris van de burgeronderwijzers aan de kweekschool voor de zeevaart en het instructie-bataillon wordt berekend op dénzelfden voet als in het slot dezer Bijlage onder de rubriek „Lager en uitgebreid lager onderwijs' voor de onderwijzers in het algemeen is vastgesteld, met dien verstande, dat het aldus berekend bedrag wordt vermeerderd met een bedrag van f 300 per jaar. De eerste onderwijzer aan de kweekschool voor de Zeevaart geniet f 200 extra. De burgeronderwijzers aan de scholen tot opleiding van het kader bij het regiment genietroepen genieten drie vierde gedeelte van het in de eerste alinea aangegeven salaris, vermeerderd, ter zake van de in den eventueelen zomercursus te geven lessen met een bedrag, hetwelk op den grondslag van 1/26 van het evenbedoelde salaris per wekelijksch lesuur per jaar berekend wordt naar het aantal weken, hetwelk die cursus duurt en met het aantal door hen daarin te geven wekelijksche lesuren, zulks met dien verstande, dat in totaal hiet meer dan het in de eerste alinea bedoelde salaris per jaar kan worden genoten. De vaste wedde van den leeraar aan het instructie-bataillon bedraagt f 2000." i De rubriek „Rijks lagere scholen in de koloniën van de Maatschappij van Weldadigheid en in de Rijkswerkinrichtingen „Veenhuizen" wordt gelezen als volgt: „Het salaris van de hoofden en de onderwijzers aan deze scholen wordt berekend op denzelfden voet als in het slot dezer -Bijlage onder de rubriek „Lager en uitgebreid lager onderwijs" voor de onderwijzers in het algemeen is vastgesteld. Voor het bezit van een der diploma's A en  223 B van de Vereeniging tot bevordering van het onderwijs in handenarbeid in Nederland of van de Vereeniging tot bevordering van het voorbereidend vakonderwijs en van het onderwijs in handenarbeid in de provinciën Groningen, Friesland, Drenthe en Overijssel, zoomede van het diploma voor zangonderwijs van de Maatschappij tot bevordering der Toonkunst wordt eene verhooging van f 50 toegekend. Zij, die met het geven van herhalingsonderwijs zijn belast, genieten deswege eene belooning, berekend op den voet van artikel 27 der wet van 17 Augustus 1878 (Staatsblad n°. 27) en zij, die met het geven van vervolgonderwijs worden belast eene belooning, berekend op den voet van de in het slot van de Bijlage voor het vervolgonderwijs vastgestelde regelen. De vakonderwijzeressen in de nuttige handwerken genieten een salaris, berekend naar f 78 per jaar per wekelijksch lesuur." De rubriek „Gevangenissen" wordt gelezen als volgt : „Het salaris van de hoofdonderwijzers en onderwijzers bij de Gevangenissen wordt berekend op denzelfden voet als in het slot dezer Bijlage onder de rubriek „Lager en uitgebreid lager onderwijs" voor de onderwijzers in het algemeen is vastgesteld, met dien verstande, dat het aldus berekend bedrag voor de hoofdonderwijzers wordt vermeerderd met f 300 en voor de onderwijzers met f 100." 2°. In bijlage C : Onder het vaste bedrag van f 3000 wordt na de vermelding van het ambt van „Secretaris van den armenraad te Maastricht (ten hoogste f 3000)" opgenomen : Burgerönderwijzer aan de Instructie-batterij te Arnhem (ten hoogste f 3000). B. Gerekend van 1 April 1920: In bijlage C: Onder het vaste bedrag van f 400 wordt onmiddellijk na de vermelding van het bedrag opgenomen : Adjunct-secretaris toegevoegd aan het Centraal Stembureau voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal (ten hoogste f 400). Onder het vaste bedrag van f 1200 wordt on-  - J24 - middellijk na de Termelding Tan het bedrag opgenomen : Secretaris toegevoegd aan het Centraal Stembureau Toor de verkiezing van de leden .van de Tweede Kamer der Staten-Generaal (ten hoogste f 1200). C. Gerekend Tan 1 Januari 1921 : In bijlage D: Onder „Eerste klasse" wordt in plaats Tan Amsterdam gelezen : Amsterdam (gedeelte, op 31 December 1920 tot de eerste klasse behoorende). terwijl in die rubriek vervalt de vermelding Tan : Sloterdijk (gemeente Sloten). Watergraafsmeer. Onder „Tweede klasse" wordt na de vermelding van Amstenrade ingevoegd : Amsterdam (gedeelte, op 31 December 1920 tot de tweede kla se behoorende). terwijl in die rubriek vervalt de vermelding van: Buiksloot. Nieuwendam. D. Gerekend van 1 April 1921 : In bijlage A. In schaal 6 wordt na de vermelding opgenomen onder „Topografische inrichting" ingevoegd : Krijgsgeschiedkundig archief van den Generalen Staf. Archief bediende. In schaal 8 wordt na de vermelding opgenomen onder „Staatsbedrijf der aitiüerie-inrichtingen" ingevoegd : Krijgsgeschiedkundig archief van den Generalen Staf. Schrijver op jaarloon. E. Gerekend van 1 October 1921: In bijlage A: In schaal 3 wordt na de vermelding opgenomen onder „Scheepvaartinspectie" ingevoegd: Rijksproefstation en voorlichtingsdienst ten behoeve der lederindustrie. Bediende. In schaal 4 wordt onder „Departementen van Algemeen Bestuur, Hooge Colleges van Staat en Kabinet der Koningin" opgenomen: Stoker bij het Departement^yan Landbouw, Nijverheid en Handel.  225 - In schaal 6 wordt onder „Departemente. v,n Algemeen Bestuur, Hooge Colleges van Staat en Kabinet der Koningin" opgenomen: Stoker-monteur bij het Departement van Landbouw, Nijverheid en Handel. In schaal 8 wordt na de vermelding opgenomen onder „Rijksinstituut voor biologisch visscherij-onderzoek" ingevoegd: Technische voorlichtingsdienst ten behoeve van de nijverheid. Sbnrijver. In schaal 10 wordt onder „Rijkstand- en tuinbouwwinterscholen" opgenomen: Amanuensis. - In schaal 13 wordt na de vermelding opgenomen onder „Koninklijk Nederlandsch meteorologisch instituut" ingevoegd : Technische voorlichtingsdienst ten behoeve van de nijverheid. Administratief ambtenaar 3de klasse. Voorlichtingsdienst ten behoeve van den vezelhandel en de vezelnijverheid. Administratief ambtenaar 3de klasse. In schaal 14 wordt na de vermelding opgenomen onder „Rijksinstituut voor biologisch Visscherijonderzoek" ingevoegd: Rijksvoorlichtingsdienst ten behoeve van den rubberhandel en de rubbernijverheid. Amanuensis lste klasse. In schaal 25 wordt na de vermelding opgenomen onder „Koninklijk Nederlandsch meteorologisch instituut" ingevoegd: Technische voorlichtingsdienst ten behoeve van de nijverheid. Administratief ambtenaar 2de klasse. In schaal 31 wordt na de vermelding opgenomen onder „Octrooiraad en Bureau voor den industrieelen eigendom" ingevoegd : Instituut voor brandstofjeneconomie. Technisch assistent 2de klasse. In schaal 32 wordt na de vermelding opgenomen onder „Koninklijk Nederlandsch meteorologisch instituut" ingevoegd: Technische voorlichtingsdienst ten behoeve van de nijverheid.' Administratief ambtenaar lste klasse. In schaal 41 wordt na de vermelding opgenomen onder „Octrooiraad en Bureau voor den industrieelen eigendom" ingevoegd:  226 Instituut voor brandstoffeneconomie. Technisch assistent lste klasse. In schaal 44 vervalt de afdeeling „Koloniën"; In schaal 45 wordt onder „Topografisch* inrichting" voor Corrector gelezen: Ciartogrtal*" In schaal 52 wordt onder „Rijksconsulentenof voorlichtingsdienst ten behoeve van den landbouw" opgenomen: Rijkspluimveeteeltconsulent. *) In schaal 52 wordt onder „Technische voorlichtingsdienst ten behoeve van de nijverheid" opgenomen : Ingenieur. In schaal 52 wordt na de vermelding opgenomen onder „Rijksseruminrichting" ingevoegd : Instituut voor brandstoffeneconomie. Ingenieur. In schaal 52 wordt onmiddellijk na de vermelding van de afdeeling „Koloniën" opgenomen : Ambtenaar belast met de wetenschappelijke beschrijving van Indische houtsoorten. In schaal 52 wordt onmiddellijk na de vermelding van de afdeeling „Oorlog" opgenomen : Genie. Ingenieur. In bijlage C : Onder het vaste bedrag van f 2000, wordt na de vermelding van het ambt van „Secretaris van het college voor de reclasseering" opgenomen : Directeur van het Museum „van BilderbeekLamaison" te Dordrecht (ten hoogste f 2O0O). 2. Het aanbrengen van de wijzigingen in het Bezol&gingsbesluit Burgerlijke Bijksambtenaren 1920, (Staatsblad n°. 37) bedoeld in Ons besluit van den 24sten Augustus 1921 (Staatsblad n° 1028) geschiedt gerekend vanaf 1 October 1921. 3. De uitbetaling, die aan de burgeronderwijzers bij de zeemacht en bij de kweekschool voor de Zeevaart te Leiden over het tgdvak vanaf 1 Januari 1920 tot 1 Augustus 1921 is geschied op den grondslag van een vermeerdering van het bedrag der voor de onderwijzers in het algemeen vastgestelde salarissen met resp. f 200 en f 400 blijft gehandhaafd. Onze Ministers zijn, ieder voor zooveel zijn  227 Departement van Algemeen Bestuur aangaat, belast met de uitvoering van dit besluit, hetwelk ih het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de onderscheidene Ministeriëele Departementen, aan den Raad van State en aan de Algemeene Rekenkamer. Het Loo, den 25sten October 1921. WILHELMINA. De Minister van Binnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter van den Baad van Ministers, Ch. Ruts de Beerenbrouck. (üitgeg. 2 Nov. 1921.)   S. & J. N°. 93. 2« druk. NEGENDE AANVULLING van het besluit tot vaststelling van regelen ten aanzien van de bezoldiging van burgerlyke Rijksambtenaren. (BEZOLDIGINGSBESLUIT) Besluit van den 19den December 1921, S. 1360, tot wijziging en aanvulling van het Koninklijk besluit van 23 Januari' 1920 (Staatsblad n° 37). Wij WILHELMINA, enz. Op de voordracht van Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter van den Baad van Ministers, van 2 December 1921, La. C, Kabinet; Den Baad van State gehoord (advies van 13 December 1921, n°. 33); Gelet op het nader rapport van Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter van den Baad van Ministers van 16 December 1921, La, A, Kabinet; Overwegende, dat het wenschelijk is gebleken om het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1920 (Staatsblad n°. 37) opnieuw te wijzigen en aan te vullen ; Hebben goedgevonden en verstaan: In vorengenoemd bezoldigingsbesluit worden de navolgende wijzigingen en aanvullingen aangebracht : Gerekend van 1 Januari 1920: 1°. In artikel 20 vervalt het laatste lid. 2°. In bijlage A : In schaal 3 wordt na de vermelding opgenomen onder „Rijkswerkinrichtingen „Veenhuizen" ingevoegd : Tuchtscholen voor jongens. Beambte voor huishoudelijke diensten. In schaal 18 vervalt onder „Rijksopvoedingsgestichten voor meisjes" : Vakleidster. In schaal 25 vervalt onder „Rijksopvoedingsgestichten voor jongens" : Opvoedend ambtenaar. In schaal 25 wordt onder „Rijksopvoedingsgestichten voor meisjes" opgenomen: Vakleidster. In schaal 28 vervalt de afdeeling „Justitie". In schaal 29 vervalt onder „Rijksopvoedingsgestichten voor jongens" : Hoofd van dienst. In schaal 30 vervalt de afdeeling „Justitie".  230 In schaal 34 vervallen de onderdeelen „Tuchtscholen voor jongens", „Tuchtscholen voor meisjes", en „Rijksopvoedingsgestichten voor meisjes". In schaal 34 vervalt onder „Rijksopvoedingsgestichten'voor jongens" : Hoofd van onderwijs, en wordt daaronder opgenomen : Hoofd van dienst. In schaal 35 vervalt- onder „Rijksópvoedingsgesticliten voor1 jongens : Adi anct - directeur. In schaal 42 vervalt onder „Rijksopvoedingsgestichten voor jongens" : Hoofdcommies ter directie, en wordt daaronder opgenomen : Adjunct-directeur. Bedienaar van den godsdienst(hoofdbetrekking). In schaal 45 wordt na de vermelding opgenomen onder „Tuchtscholen voor meisjes", ingevoegd : Rijksopvoedingsgestichten voor jongens. Hoofdcommies ter directie. 3°. In bijlage B : De rubriek „Tuchtscholen vook jongens op meisjes en BiJKSOPVOEDINGSGESTICHTEN voor meisjes" wordt vervangen door de volgende rubriek : Tuchtscholen en Bijksopvoedingsgestichten. 1. Het salaris van den onderwijzer en de onderwijzeres aan de tuchtscholen en aan de Bijksopvoedingsgestichten voor meisjes wordt berekend op denzelfden voet als in het slot dezer Bijlage onder de rubriek „Lager en uitgebreid lager onderwijs" voor de onderwijzers in het algemeen is vastgesteld, met dien verstande dat het aldus berekend bedrag wordt vermeerderd met een bedrag van f 400 per jaar, zoomede eventueel met een bedrag van i 50 voor het bezit van een der diploma's A en B van de Vereeniging tot bevordering van het onderwijs in handenarbeid in Nederland of van de Vereeniging tot bevordering van het voorbereidend vakonderwijs en van net onderwijs in handenarbeid in de provinciën Groningen, ■ Friesland, Drenthe en Overijssel, en met eenzelfde bedrag voor het bezit van het diploma voor zangonderwijs van de Maatschappij tot bevordering van de Toonkunst. 2. Het salaris van den opvoedenden ambtenaar aan de Bijksopvoedingsgestichten voor jongens bedraagt f 2500, na 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9 dienstjaren telkens te verhoogen met 100, alzoo tot een maximum van f 3400. 3. Het salaris van den leeraar aan de Bijksopvoedingsgestichten voor jongens bedraagt f 3000, na 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7 dienstjaren telkens te verhoogen met f 100, alzoo tot een maximum van f 3700. 4. Het salaris van het hoofd van onderwijs aan tuchtscholen en Bijksopvoedingsgestichten  ■ 231 - bedraagt f 3600, na 2, 4 en 6 dienstjaren telkens te verhoogen met f 200, alzoo tot een maximum van f 4200. 5. De jaarwedden van de onder 2, 3 en 4 bedoelde ambtenaren worden onder na te melden voorbehoud verhoogd : a. wegens het bezit der akte van bekwaamheid, bedoeld in artikel 134 der lager onderwijswet 1920 voor de onder 2 en 3 bedoelde ambtenaren met f 600, en voor de onder 4 bedoelde ambtenaren met f 300 ; 6. wegens het bezit van akten genoemd in 8° der aan het slot dezer Bijlage opgenomen rubriek „Lager en uitgebreid lager onderwijs" op den voet als daarbij is aangegeven: c. voor de onder 2 en 3 bedoelde ambtenaren wegens het bezit van de akte van bekwaamheid, bedoeld in art. 77 onder 6 der wet van 17 Augustus 1878 (Staatsblad n°. 127) met f 300; d. wegens het bezit hetzij van het onderwijzersdiploma, uitgereikt vóór 1922 door de Vereeniging ter Veredeling van het ambacht en den Bond van Directies van Nijverheidsscholen in Nederland, hetzij van eene in artikel 1 onder IK van het Koninklijk besluit van 11 -Tuli 1921 (Staatsblad n°. 918), (houdende voorschriften, regelende de bevoegdheden tot het geven van nijverheidsonderwijs en de daarmede verband houdende examens) genoemde akten, met f 300 ; e. wegens het bezit van eene der M. O. akten teekenen met f 300 ; /. wegens het bezit van aanteekeningen, die bevoegdheid verleenen tot het geven van tuinbouwvakonderwijs in den teelt van groenten, fruit of sierplanten met f 50 voor één dezer bevoegdheden, met f 75 voor twee en met f 100 voor alle drie dezer bevoegdheden, zulks echter met uitzondering van hen, die terzake van een akte met betrekking tot de land- en tuinbouwkunde reeds op grond van de voorafgaande bepalingen op vernoóging aanspraak hebben ; g. voor het bezit van een der diploma's A en B van de Vereeniging tot bevordering van het onderwijs in handenarbeid in Nederland of van de Vereeniging tot bevordering van het voorbereidend vakonderwijs en van het onderwijs in handenai beid in de provinciën Groningen, Friesland, Drenthe en Overijssel, zoomede voor het bezit van het diploma voor zangonderwijs van de Maatschappij tot bevordering van de Toonkunst, met f 50 ; h. wegens het bezit van eenig ander door eene bevoegde examencommissie afgegeven certificaat van bekwaamheid, waarop in het belang van den dienst prijs wordt gesteld, met een door Onzen Minister van Justitie te bepalen bedrag ; alles onder voorbehoud, dat de verhooging in ieder geval beperkt blijft voor den opvoedenden ambtenaar en leeraar tot in totaal f 600 en voor het hoofd van onderwijs tot in tota.il f300.  232 Onze Ministers zijn, ieder voor zooveel zijn Departement van Algemeen Bestuur aangaat, belast met de uitvoering van dit besluit, hetwelk in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de onderscheidene Ministeriëele Departementen, aan den Baad van State en aan de Algemeene Bekenkamer. 's-Gravenhage, den lilden December 1921. WILHELMINA. De Minister van Binnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter van den Baad van Ministers, Ch. ruys de Beerenbrouok. (üitgeg. 27 Dec. 1921.) Besluit van den 19de» December 1921 S. 1361, tot wijziging en aanvulling van het Koninklijk besluit van 23 Januari 1920 (Staatsblad n°. 37.) Wij WILHELMINA, enz. Op de voordracht van Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter van den Baad van Ministers, van 7 December 1921, La A, Kabinet; Den Raad van State gehoord (advies van 13 December 1921, n°. 36); f Gelet op het nader rapport van Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter van den Baad van Ministers, van 16 December 1921, La B, Kabinet; Overwegende, dat het wenschelijk is gebleken om het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1920 (Staatsblad n°. 37) opnieuw te wijzigen en aan te vullen : Hebben goedgevonden en verstaan : In vorengenoemd Bezoldigingsbesluit de navolgende wijzigingen en aanvullingen aan te brengen : A. Gerekend van 1 Januari 1920 : In bijlage A : In schaal 4 vervalt onder „Bijkswaterstaat. Sluiswachter te" : Maarssen (Vechtsluis). In schaal 6 wordt aan „Bijkswaterstaat. Sluiswachter te" toegevoegd : Maarssen (Vechtsluis). B. Gerekend van 1 Juli 1921 : In bijlage A : In schaal 6 wordt aan „Bijkswaterstaat. Brugwachter te" toegevoegd : Boschkampsbrug (Drentsche Hoofdvaart.). C. Gerekend van 1 Januari 1922 : 1°. In bijlage A : In schaal 49 wordt na de vermelding opgenomen onder „Koninklijk kabinet van schilderijen" ingevoegd : Nederlandsch Instituut voor geschiedkundig en kunsthistorisch onderzoek te Rome. Secretaris. Archaeologisch assistent. In schaal 52 wordt onder „Zuiderzeewerken" opgenomen : Chef van den hydrografischen dienst.  233 2°. In bijlage C : Onder het vaste bedrag van f 500 wordt na de vermelding van „Kanaalwachter te Nieuwe Statenzijl (ten hoogste f 500)" opgenomen : Secretaris van de Commissie van Toezicht op den Geologischen dienst. Onder het vaste bedrag van f 1300 wordt na de vermelding van „Secretaris van den voogdijraad te Winschoten (ten hoogste f 1300)" opgenomen : Secretaris van een reclasseeringsraad (ten hoogste f1300). Onder het vaste bedrag van f 2500 vervalt de vermelding van : Secretaris van het Nederlandsch instituut voor geschiedkundig en kunsthistorisch onderzoek te Rome. Onze Ministers zijn, ieder voor zooveel zijn Departement van Algemeen Bestuur aangaat, belast met de uitvoering van dit besluit, hetwelk in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de onderscheidene Ministeriëele Departementen, aan den Baad van State en aan de Algemeene Rekenkamer. ■ 's-Gravenhage, den 19den December 1921. WILHELMINA. De Minister van Binnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter van den Raad van Ministers, Ch. ruys de Beerenbrouck. (üitgeg. 27 Dec. 1921.) Besluit van den 2Ssten Januari 1922, S. 29, tot aanvulling en wijziging Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1920 (Staatsblad n°. 37). Wu WILHELMINA, enz. Op de voordracht van Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter van den Baad van Ministers van 20 December 1921, La. A, Kabinet; Den Baad van State gehoord (advies van 17 Januari 1922, n°. 11); Gezien het nader rapport van Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter van den Raad van" Ministers van 20 Januari 1922, La. A, Kabinet ; Overwegende, dat het wenschelijk is gebleken het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1920 (Staatsblad n°. 37) aan te vullen en te wijzigen; Hebben goedgevonden en verstaan te bepalen : Art. 1. In bijlage A van voornoemd Bezoldigingsbesluit wordt in schaal 21, f 1700-^ f 2700, onder „Waterstaat. Staatsbedrijf der posterijen, telegrafie en telefonie" : ingevoegd na „Telefonist le klasse" : „Assistent le klasse" ; gewijzigd „Hoofdconducteur" in „Conducteur le klasse".  234 . welk in het «tata™^*^* en waarvan afschrift ™I J^Ja geplaatst, s-Gravenhage, den 23sten Januari 1922 n, Hf.- ■ . WILHELMINA. uh. ktjys de Beerenbrouck. (üitgeg. 30 Jan. 1922.) Wu WILHELMINA, enz 24DJ»uRaarf<19l2nnott7)geh00rd (advies ™» 28 Januari l^a^Vabhi^8' ™ Hebben goedgevonden en verstaan • de^olgS6^ ^^^^sSuHorden aangêblX" ^«W» en aanvullingen tn R«1reken3d Van 1 ^nuari 1920 : rubriek' pfl^ -M de 2de a^ea van de rupneK „Rijksmiddelbare landbouwscholen »„ bou^school^^ T ^ Middelbfre land-' telkens met /C na 7 en 8 dienstjaren B. Gerekend van 1 Januari 1922- 2°- In bijlage A : staat" 48 Vervalt het o"derdeel „WaterIn schaal 52 wordt na de vermelding opge-  • 235 - nomen onder „Rijksstudiedienst voor de Lucht, vaart" ingevoegd: Baad van toezicht op de spoorwegdiensten. Rijksinspecteur der spoorwegdiensten. 3°. In bijlage B : In de • rubriek „Lager en uitgebreid lager onderwijs" wordt in het zevende lid en in het achtste lid onder c achter „een academischen graad" gelezen : een getuigschrift van een met gunstig gevolg afgelegd doctoraal examen, een diploma voor ingenieur of veearts en in plaats van „voor eiken graad of akte" : voor eiken graad, elk getuigschrift, elk diploma of elke akte. Onze Ministers zijn, ieder voor zooveel zijn Departement van Algemeen Bestuur aangaat, belast met de uitvoering van dit besluit, hetwelk in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de onderscheidene Ministeriëele Departementen, aan den Raad van State en aan de Algemeene' Rekenkamer. "s-Gravenhage, den lsten Februari 1922 WILHELMINA. De Minister van Binnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter van den Baad van Ministers, Ch. Ruys de Beerenbrouck. (üitgeg. 10 Febr. 1922.) Besluit van den 13deri Februari, 1922, S. 60, tot wijziging en aanvulling van het Ko' mnkbjk besluit van 23 Januari 1920(Staatsblad n°. 37), zooals dat is gewijzigd en aangevuld laatstelijk bij dat van 1 Februari 1922 (Staatsblad n°. 35). Wu WILHELMINA, enz. Op de voordracht van Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter van den Raad van Ministers, van 12 Januari 1922, La. A, Kabinet; Den Raad van State gehoord (advies van 7 Februari 1922, n°. 18); Gelet op het nader rapport van Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter van den Baad van Ministers van 10 Februari 1922, La. A, Kabinet; Overwegende, dat het wenschelijk is gebleken om het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1920 (Staatsblad n°. 37) opnieuw te wijzigen en aan te vullen ; Hebben goedgevonden en verstaan : ln vorengenoemd bezoldigingsbesluit worden ebrach wiJziginSen en aanvullingen aan- Gerekend van 1 Januari 1922 : In bijlage A : In schaal 18 vervalt onder „Staatsbedrijf der artillerie-inrichtingen" : Opzichter der ververs. In schaal 45 vervalt onder „Marine" : Vlootpredikant. Vlóotaalmoezenier.  • 236 In schaal 45 vervallen onder de afdeeling „Oorlog "de ambten van Legerpredikant en Aalmoezenier. In schaal 53 wordt onder „Marine" onmiddellijk na de vermelding van die afdeeling opgenomen : vlootpredikant. Vlootaalmoezenier. In schaal 53 wordt onder „Oorlog" onmiddellijk na de vermelding van die afdeeling opgenomen : Legerpredikant. Aalmoezenier. In schaal 54 vervalt de afdeeling „Oorlog". In schaal 60 wordt onder „Oorlog" onmiddellijk na de vermelding van die afdeeling opgenomen : Leger- en vlootpredikant in algemeenen dienst; Hoofdaalmoezenier van leger en vloot. Onze Ministers zijn, ieder voor zooveel zijn Departement van Algemeen Bestuur aangaat, belast met de uitvoering van dit besluit, hetwelk in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de onderscheidene Ministeriëele Departementen, aan den Baad van State en aan de Algemeene Rekenkamer. 's-Gravenhage, den 13den Februari 1922. WILHELMINA. De Minister van Binnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter van den Baad van Ministers, Ch. Ruts de Beerenbrouck. (üitgeg. 24 Febr. 1922.)  S. & J. N°. 93. 2» druk. TIENDE AANVULLING van het besluit tot vaststelling van regelen ten aanzien van de bezoldiging van burgerlijke Rijksambtenaren. (BEZOLDIGINGSBESLUIT .1 Besluit van den 25aten Februari 1922, S. 87» betreffende wijziging van het Koninklijk besluit van den 2den Mei 1921 (Staatsblad n°. 703), houdende bepalingen tot inachtneming van een opzeggingstermijn van de zijde van het Bijk bij ontslag van tijdelijk burgerpersoneel. Wu WILHELMINA, enz. Op de voordracht van Onzen -Minister van Binnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter van den Baad van Ministers, van 23 Februari 1922, n° 17, Kabinet, M. B. ; Hebben goedgevonden en verstaan : Ons besluit, van 2 Mei 1921 (Staatsblad n°. 703) aan te. vullen met de volgende bepaling: „VI. Dit besluit is niet van toepassing op het onder het Departement van Landbouw, Nijverheid en Handel ressorteerend crisispersoneel bedoeld in het Koninklijk besluit van 30 Maart 1920, n° 49". Onze Ministers zijn, ieder voor zooveel zijn Departement aangaat, belast met de uitvoering van dit besluit, hetwelk in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Algemeene Bekenkamer. 's-Gravenhage, den 25sten Februari 1922. WILHELMINA. De Minister van Binnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter van den Baad van Ministers, Ch. Ruys de Beeb.enbb.ouck. (üitgeg. 9 Maart 1922.) Besluit van den Oden April 1922, S. 180, tot wijziging en aanvulling van het Koninklijk besluit van 23 Januari 1920 (Staatsblad n°. 37), zooals dat is gewijzigd en aangevuld laatstelijk bij dat van 13 Februari 1922 (Staatsblad n°. 60). Wu WILHELMINA, enz. Op de voordracht van Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter van den Baad van Ministers, van 18 Maart 1922, n°. 45, Kabinet M. B. ; Den Baad van State gehoord (advies van 28 Maart 1922, n° 27);  238 Gezien het nader rapport van Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter van den Baad van Ministers van 4April 1922, n. 88, Kabinet M. B. ; Overwegende, dat het wenschelijk is gebleken het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1920 (Staatsblad n°. 37) opnieuw aan te vullen en te wijzigen ; Hebben goedgevonden en verstaan: te bepalen : Art. 1. In bijlage A van voornoemd Bezoldigingsbesluit worden de navolgende wijzigingen en aanvullingen aangebracht: 1*. In schaal 61, f 6400—f 7000, wordt onder „Waterstaat. Staatsbedrijf der posterijen, telegrafie en telefonie." ingevoegd: „Directeur van het expeditiekantoor te Amsterdam" *. 2°. Het 4de lid van den noot, voorkomende in schaal 35, op bladzijde 105, wordt aangevuld met: ■ „De Directeur van het expeditiekantoor te Amsterdam wordt voor de bezoldiging geacht te zijn directeur van een kantoor derklasse lé ;" 3°. In schaal 49, f4800—-f 5400 vervalt onder „Waterstaat. Staatsbedrijf der posterijen, telegrafie en telefonie." : „adjunct-Inspecteur"; 4°. Na schaal 54 wordt ingevoegd: SCHAAL 54a. f 5000—f 6200, 6 jaar. 6 jaarlijksche verhoogingen van f 200. Waterstaat. Staatsbedrijf der posterijen, telegrafie en telefonie, Adjunct-Inspecteur. 2. Dit besluit treedt in werking met ingang van den tweeden dag na dien der dagteekening van het Staatsblad, waarin het is geplaatst. Onze Ministers zijn, ieder voor zooveel zijn Departement van Algemeen Bestuur aangaat, belast met de uitvoering van dit besluit, hetwelk in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de onderscheidene Ministeriëele Departementen, aan den Baad van State en aan de Algemeene Rekenkamer. 's-Gravenhage, den 6den April 1922. WILHELMINA. De Minister pan Binnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter van den Baad van Ministers, Ch. Ruys db Beerenbrouck. (üitgeg. 18 April 1922.) Besluit van den Xïden April 1922, S. 187, tot wijziging van het Koninklijk besluit van 23 Januari 1920 (Staatsblad n°. 37), zooals dat is gewijzigd en aangevuld laatste'njM'hij dat van 6 April 1922 (Staatsblad n°. 180). Wu WILHELMINA, enz. Op de voordracht van Onzen Minister van  239 Binnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter van den Baad van Ministers van 27 Maart 1922, n°. 72, KaDinet M. B. ; Den Baad van State gehoord (advies van 4 April 1922, n°. 25); Gelet op het nader rapport van Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter van dén Baad van Ministers van 11 April 1922, n°. 114, Kabinet M. B. ; Overwegende, dat het wenschelijk is gebleken om het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1920 (Staatsblad n°. 37) opnieuw te wijzigen; Hebben goedgevonden en verstaan : Art. 1. In vorengenoemd bezoldigingsbesluit wordt de navolgende wijziging aangebracht : Gerekend van 1 Januari 1922 wordt het derde lid van artikel 6 aldus gelezen : 3. Behalve in de gevallen, dat het genot in het bijzonder is of wordt toegekend als belooning voor het vervullen eener nevenbetrekking, wordt voor het genot van vuur en licht, zonder genot van kost en inwoning, een aftrek toegepast van 3 ten honderd van de bezoldiging met inbegrip van de in artikel' 19 bedoelde toelagen, tot een maximum van f 100, en voor het genot van over een leiding geleverd water van 5 ten honderd van den terzake van het gehot van woning toegepasten aftrek, tot een maximum van f 25. 2. Het genot van over een leiding geleverd water, hetwelk een ambtenaar vóór 1 Januari 1922 heeft gehad zonder dat deswege aftrek plaats heeft gevonden of de kosten daarvan hem in rekening zijn gebracht, wordt tot op evengenoemden datum bij deze voorzooveel noodig gehandhaafd. Onze Ministers zijn, ieder Voor zooveel zijn Departement van Algemeen Bestuur aangaat, belast met de uitvoering van dit besluit, hetwelk in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de onderscheidene Ministeriëele Departementen, aan den Baad van State en aan de Algemeene Rekenkamer. 's-Gravenhage, den 12den April 1922. WHjHELMTNA. De Minister van Binnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter van den Baad van Ministers, Ch. Ruys de Beebenbeouce. (üitgeg. 1 Mei 1922.) Besluit van den 20sten April 1922, S. 193, tot wijziging en aanvulling van het Koninklijk besluit van 23 Januari 1920 (Staatsblad n°. 37) zooals het is gewijzigd en aangevuld laatstelijk bij dat van 12 April 1922 (Staatsblad n°. 187). Wij WTLHELMÏNA, enz. Op de voordracht van Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter van  240 - den Baad van Ministers van 28 Maart 1922, n°. 79, Kabinet M. B. ; Den Baad van State gehoord (advies van 11 April 1922, n°. 31); Gelet op het nader rapport van Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter van den Baad van Ministers van 15 April 1922, n9. '123, Kabinet M. B. ; Overwegende, dat het wenschelijk is gebleken het Bezoldigingsbesluit burgerlijke Rijksambtenaren 1920 (Staatsblad n°. 37) aan te vullen ; Hebben goedgevonden en verstaan te bepalen : Art. I. Te rekenen van af 1 Januari 1921 wordt in bijlage A van het genoemd Bezoldigingsbesluit toegevoegd: In schaal 8 na de vermelding van schrijver onder het „Rijksbureau voor drinkwatervoorziening : „Hoofdinspectie van de volksgezondheid. Schrijver". In schaal 13 na de vermelding van Bureelambtenaar Ile klasse onder het Bijksbureau voor drinkwatervoorziening : „Hoofdinspectie van de vólksgezondheid. Klerk". In schaal 25 na de vermelding van administrateur onder de Rijkskweekscholen voor vroedvrouwen : „Hoofdinspectie van de volksgezondheid. Adjunct-:Commies.'' In schaal 52 na de vermelding van ingenieur le klasse onder het Rijksbureau voor drinkwatervoorziening : „Hoofdinspectie van de volksgezondheid-. Ingenieur". In schaal 57 na de vermelding van Lid, tevens Secretaris onder Hooge Raad van Arbeid : „Hoofdinspectie van de volksgezondheid. Techni sch-Ad viseur.'' Onze Ministers zijn, ieder voor zooveel zijn Departement van Algemeen Bestuur aangaat, belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de onderscheidene Ministeriëele Departementen, aan den Baad van State en aan de Algemeene Rekenkamer. 's-Gravenhage, den 20sten April 1922. WILHELMINA. Be Minister van Binnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter van den Raad van Ministers, Ch. Rtrvs de Beerenbrouck. (üitgeg. 1 Mei 1922.)  S. & J. N». 93. 2» druk. ELFDE AANVULLING VAN HET besluit tot vaststelling van regelen ten aanzien van de bezoldiging van burgerlijke Rijksambtenaren. (BEZOLDIGINGSBESLUIT.) Besluit van den 26sten April 1922, S. 222, tot wijziging en aanvulling van het Koninklijk besluit van 23 Januari 1920 (Staatsblad n°. 37), zooals dat is gewijzigd en aangevuld laatstelijk bij dat van 20 April 1922 (Staatsblad n. 193). Wu WILHELMINA, enz. Op de voordracht van Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter van den Raad van Ministers, van 10 April 1922, n° 110, Kabinet M R. ; Den Raad van State gehoord (advies van 18 April 1922, n°. 8; Gelet op het nader rapport van Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter van den Raad van Ministers, van 24 April 1922, n°. 131, Kabinet M. R. ; "Overwegende, dat het wenschelijk is gebleken het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1920 (Staatsblad n°. 37) opnieuw te , wijzigen en aan te vullen ; Hebben goedgevonden en verstaan : In vorengenoemd Bezoldigingsbesluit de navolgende wijzigingen en aanvullingen aan te brengen: A. Gerekend van 1 Januari 1920: 1°. In bijlagê A: In Schaal 34 wordt na de vermelding opgenomen onder „Cursus taf opleiding van landmeters te Wageningen" ingevoegd : Rijksconsulenten- of voorlichtingsdienst ten behoeve van den landbouw. Adjunct-Bnksconsulent. Phytopathologische dienst. Adjunet-phytopatholoog. Adjunct-ornitholoog. Staatsboschbeheer. Adjunct-houtvester. De noot, voorkomende in schaal 52, op bladz. 124, wordt gelezen als volgt §g „De Rijksconsulenten met den titelvan landbouwkundig ingenieur of veearts en zij, die gepromoveerd zijn aan eene Nederlandsche Hoogeschool, ontvangen, na het maximum van deze schaal bereikt te hebben, nog 5 tweejaarlijksche verhoogingen van f 200.''  242 2°. In bijlage C : Onder het vaste bedrag van f 3000, vervalt de vermelding van: Adjunct-Rijksconsulent, Adjunct-phytopatholoog, Adjunct-ornitholoog, Adjunct-houtvester. Onze Ministers zijn, ieder voor zooveel zijn Departement van Algemeen Bestuur aangaat , belast met de uitvoering van dit besluit, hetwelk in het Staatsblad zal worden geplaatst en -waarvan afschrift zal worden gezonden aan de onderscheidene Ministeriëele Departementen, aan den Baad van State en aan de Algemeene Rekenkamer. 's-Gravenhage, den 26sten April 1922. WILHELMINA. De Minister van Binnenlandsche Zaken, tijdelijk voorzitter van den Baad van Ministers, Ch. Ruys de Beerenbkouck. (üitgeg. 8 Mei 1922.) Besluit van den 26sten April 1922, S. 223, tot wijziging en aanvulling van het Koninklijk besluit van 23 Januari 1920 (Staatsblad n°. 37), zooals dat is gewijzigd en aangevuld, laatstelijk bij dat van 26 .April 1922 (Staatsblad n°. 222.) Wu WILHELMINA, enz. Op de voordracht van Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter van den Raad van Ministers, van 29 Maart 1922, n°. 83, Kabinet M. R. ; Dan Raad van State gehoord (advies van 18 April 1922, n°. 16); Gelet op het nader rapport van Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter van den Raad van Ministers, van 24 April 1922, n°. 132, Kabinet M. B.; Overwegende, dat het wenschelijk is gebleken het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1920 (Staatsblad n°. 37), opnieuw te wijzigen en aan te vullen ; s" Hebben goedgevonden en verstaan : Art. 1. In bijlage A van vorengenoemd Bezoldigingsbesluit worden de navolgende wijzigingen en aanvullingen aangebracht: In schaal 25 vervalt onder „Directe belastingen, invoerrechten en accijnzen" : Assistent aan het laboratorium en wordt daaronder opgenomen: Analist Ie klasse bij het laboratorium. In schaal 25 wordt onder „Bijkslanaoouwproefstations, met inbegrip van het Bijksboschbouwproefstation en het Bijkszuivelstation" opgenomen : Analist le klasse. In schaal 25 wordt. onder „Staatsbedrijf der artillerie-inrichtingen" opgenomen: Analist le klasse. In schaal 25 wordt onder „Mjksstudiedienst voor de Luchtvaart" opgenomen:  243 Analist le klasse. In schaal 25 wordt na de vermelding opgenomen onder „Technische voorlichtingsdienst ten behoeve van de nijverheid" ingevoegd: Rijksbureau tot onderzoek van handelswaren. Analist le klasse. Rijksvoorlichtingsdienst ten behoeve van den rubberhandel en de rubbernijverheid. Analist le klasse. In schaal 25 wordt onder „Arbeidsinspectie" opgenomen: Analist le klasse. In schaal 25 wordt na do vermelding opgenomen onder „Gezondheidsraad"' ingevoegd : Staatstoezicht op de Volksgezondheid. Analist le klasse. In schaal 25 wordt na de vermelding opgenomen onder „Centraal laboratorium ten behoeve van het Staatstoezicht op de volksgezondheid" in'gevoegd : Rijksbureau voor drinkwatervoorziening. Analist le klasse. Ih schaal 29 wordt onder „Directe belastingen, invoerrechten en accijnzen" opgenomen : Assistent aan het laboratorium. 2. Dit besluit treedt in werking met ingang van den tweeden dag na dien der dagteekening van het Staatsblad, waarin het is geplaatst. Onze Ministers zijn, ieder voor zooveel zijn Departement van Algemeen Bestuur aangaat, belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de onderscheidene Ministeriëele Departementen, aan den Raad van State en aan de Algemeene . Rekenkamer.. 's-Gravenhage, den 26steh April 1922. WILHELMINA. De Minister van Binnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter van den Raad van Ministers, Ch. Ruys de Beerenbrouck. (üitgeg. S Mei 1922.) Besluit van den 26sten Mei 1922, S. 384, tot aanvulling van het Koninklijk besluit van-23 Januari 1920 (Staatsblad n°. 37) zooals dat is gewijzigd en aangevuld laatstelijk bij dat van 26 April 1922 (Staatsblad n°. 223). . Wij WILHELMINA, enz. °P de voordracht van Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter" van den Raad van Ministers, van 4 Mei 1922 n°. 146, .Kabinet M R. ; Den Raad van State gehoord (advies van 16 Mei 1922, n°. 35); Gezien het nader rapport van Onzen Minister van Binnenlandsché Zaken, tijdelijk Voorzitter van den Baad van Ministers van 22 Mei 1922 n°. 173, Kabinet M. K. ; Overwegende, dat het wenschelijk is geble-  • 244 ken het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1920 (Staatsblad n°. 37) opnieuw aan te vullen: Hebben goedgevonden en verstaan : te bepalen: Art. 1. In bijlage A van voornoemd Bezoldigingsbesluit wordt bijgevoegd in schaal 21, f 1700—f 2700, onder „Waterstaat. Staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie en Telefonie" : Boekhouder bij het bestuur van den postcheque en girodienst. 2. Dit besluit treedt in werking met ingang van den tweeden dag na dien der dagteekening van het Staatsblad, waarin het is geplaatst. Onze Ministers zijn, ieder voor zooveel zijn Departement van Algemeen Bestuur aangaat, belast met de uitvoering Van dit besluit, hetwelk in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de onderscheidene Departementen van Algemeen Bestuur, aan den Baad van State en aan de Algemeene Rekenkamer. Het Loo, den 26sten Mei 1922. WILHELMINA. De Minister van Binnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter van den Baad van Ministers, Ch. Ruys de Beerenbrouck. (üitgeg. 15 Juni 1922.) Besluit van den 26sten Mei 1922, S. 385, tot aanvulling van het Koninklijk besluit van 23 Januari 1920 (Staatsblad n°. 37), zooals dat is gewijzigd en aangevuld laatstelijk dat van 26 Mei 1922 (Staatsblad n° 384). Wu WILHELMINA, enz. Op de voordracht van Onzen Minister van Binnanlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter van den Raad van Ministers, van 12 Mei 1922, n°. 163, Kabinet M.R. ; Den Raad van State gehoord (advies van 16 Mei 1922, n°. 36); Oelet op het nader rapport van Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter van den Raad van Ministers van 22 Mei 1922, n°. 174, Kabinet M.R. ; Overwegende, dat het wenschelijk is gebleken het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1920 (Staatsblad n°. 37) opnieuw aan te vullen; Hebben goedgevonden en verstaan: Te rekenen van 1 April 1922 : In bijlage A van voornoemd Bezoldigingsbesluit worden de navolgende aanvullingen aangebracht: In schaal 2 wordt na de vermelding opgenomen onder Loodswezen ingevoegd: Scheepsdiepgangmeter tevens kantoorlooper. In schaal 8 wordt na de vermelding opgenomen onder Loodswezen ingevoegd:  246 Scheepsdiepgangmeter tevens schrijver. In schaal 27 wordt onmiddellijk na de vermelding van Loodswezen. Binnenloods te : opgenomen : Brouwershaven. Onze Ministers zijn, ieder voor zooveel zijn Departement van Algemeen Bestuur aangaat, belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de onderscheidene Ministeriëele Departementen, aan den Baad van State en aan de Algemeene Bekenkamer. Het Loo, den 26sten Mei 1922. WILHELMINA. De Minister van Binnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter van den Baad van Ministers, Ch. Ruys de Beerenbrouck. (üitgeg. 15 Jwi 1922.) Besluit van den 19den Juni 1922, S. 400, houdende wijziging van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1920 (Staatsblad n°. 37), zooals dat is gewijzigd en aangevuld laatstelijk bij dat van 26 Mei 1922 (Staatsblad n°. 385). Wu WILHELMINA, enz. Op de voordracht van Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter van den Baad van Ministers, van 30 Mei 1922, n». 190, Kabinet M. R,; Den Raad van State gehoord, advies van 13 Juni 1922, n°. 13 ; Gelet op het nader rapport van Onzen Minister voornoemd van 15 Juni 1922, n°. 210, Kabinet M.R. ; Overwegende, dat het wenschelijk is het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1920 (Staatsblad n°. 37), opnieuw te wijzigen ; Hebben goedgevonden en verstaan : Benig artikel. Artikel 40 van het bovengenoemd besluit wordt gelezen als volgt : Voor de op 1 Juli 1922 in dienst zijnde ambtenaren blijven de op dat tijdstip door hen genoten" wedden gewaarborgd, behoudens in geval en voor zoover die wedden ingevolge de op evengenoemden datum bestaande bepalingen van dit besluit vermindering moeten ondergaan. Onze Ministers zijn ieder voor zooveel hem betreft belast met de uitvoering van dit besluit a^lk m het Staatsblad zal worden geplaatst. S.S. „Batavier V", Noorwegen, den 19den Juni 1922. WILHELMINA. ... e Minister van Binnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter van den Baad van Ministers, Ch. Ruys de Beerenbrouck. (üitgeg. 3 Juli 1922.)  246 Besluit van den léden Jvli 1922, S. 450, tot wijziging en aanvulling van het Koninklijk besluit van 23 Januari 1920 (Staatsblad n°. 37), zooals dat is gewijzigd laatstelijk bij dat van 19 Juni 1922 (Staatsblad n° 400). Wij WILHELMINA, enz. Op de voordracht van Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter van den Baad van Ministers, van 27 Juni 1922, n». 247, Kabinet M. K. ; Den Raad van State gehoord (advies van 4 Juli 1922, n°. 20) : Gelet op het nader rapport van Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter van den Baad van Ministers, van 11 Juli 1922, n°. 259, Kabinet M. B. ; Overwegende, dat het wenschelijk is gebleken om het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1920 (Staatsblad n°. 37) opnieuw te wijzigen en aan te vullen, alsmede om ten aanzien van een reeds tot stand gekomen wijziging eene nadere voorziening te treffen ; Hebben goedgevonden en verstaan : Art. 1. In vorengenoemd Bezoldigingsbesluit worden de navolgende wijzigingen en aanvullingen aangebracht: A. Gerekend van 1 Mei 1921 : In bijlage A .wordt in schaal 29 aan de vermelding opgenomen onder „Rijkswerkinrich-tingen Veenhuizen" toegevoegd: Commiesboekhouder. B. Gerekend van 1 Januari 1922 : In bijlage A: In schaal 13 wordt na de vermelding opgenomen onder „Zuiderzeewerken" ingevoegd : Zuiderzeeraad. Administratief ambtenaar Ilde klasse. In schaal 25 wordt na de vermelding opgenomen onder „Staalsvisscliersliavembedrijf te IJmuiden" ingevoegd : Zuiderzeeraad: Administratief ambtenaar lste klasse. In schaal 49 wordt onmiddellijk na de vermelding van de afdeeling „Waterstaat" opgenomen : Rijkswaterstaat. Technische hoofdambtenaar. In schaal 57 wordt onmiddellijk na de vermelding van de afdeeling „Waterstaat" opgenomen : Rijkswaterstaat. Adjunct-hoofdingenieur van den algemeenen dienst. In schaal 60 wordt na de vermelding opgenomen onder „Geologische dienst" ingevoegd : Zuiderzeewerken. Eerstaanwezend-ingenieur. C. Met ingang van 1 October 1922 : In bijlage B wordt het opschrift van de rubriek „Cadettenschool te Alkmaar, adspirantenschool der marine te Dordrecht en hoofdcursus voor opleiding van onderofficieren tot officier" gewijzigd in : „Cadettenschool te Alkmaar, ad-  - 247 - spirantenschool der marine te Dordrecht, hoofdcursus voor opleiding van onderofficier tot officier en cursus bij het wapen der infanterie te Kampen". D. In bijlage A : In schaal 9 wordt aan de vermeldingen opgenomen onder „Bijkswaterstaat" toegevoegd : Waker bij de Rijksbaggerwerken. In schaal 40 wordt aan de vermeldingen opgenomen onder „Dienst der werkloosheidsverzekering en arbeidsbemiddeling" toegevoegd : Controleur. 2. Met afwijking in zooverre van hen bepaalde in artikel 1 van het Koninklijk besluit van 25 October 1921 (Staatsblad n». 1145), blijven, voor zoover tot 1 November 1921 uitbetalingen zijn gedaan, waarbij de met ingang van 1 Januan 192taan Amsterdam toegevoegde gedeelten zijn beschouwd als in de als bijlage'D aan het vorengenoemd Bezoldigingsbesluit gehechte lijst te zijn gerangschikt in de lste klasse, die .uitbetalingen gehandhaafd." Onze Ministers zijn, ieder voor zooveel zijn Departement van Algemeen Bestuur aangaat, belast met de uitvoering van dit besluit, hetwelk in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de onderscheidene Ministeriëele Departementen, aan den Raad van State en aan de Algemeene Rekenkamer. Het Loo, den 14den Juli 1922. WILHELMINA. De Minister vam Binnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter van den Baad van Ministers, Ch. Ruys de Beerenbrouck. (üitgeg. 27 Juli 1922.) Besluit van de.n llden Juli 1922, S. 454, tot Wijziging en aanvulling van het Koninklijk besluit van 23 Januari 1920 (Staatsblad n°. 37), zooals dat is gewijzigd en aangevuld laatstelijk bij dat van 14 Juli 1922 (Staatsblad n°. 450). Wu WILHELMINA, enz. Op de voordracht van Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter van den Raad van Ministers, van 7 Juli 1922 n°. 248, Kabinet t M.R. ; Den Raad van' State gehoord (advies van 11 Juli 1922. n». 18 ); .- Gelet op het nader rapport van Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter van den Raad van Ministers, van 14 Juli 1922, n». 271, Kabinet M. R. ; Overwegende, dat het wenschelijk is gebleken, om het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1920 (Staatsblad n°. 37) opnieuw te wijzigen en aan te vullen; Hebben goedgevonden en verstaan : In bijlage A van voormeld Bezoldigingsbesluit worden de navolgende wijzigingen en aanvullingen aangebracht:  ■ 248 - Gerekend van 1 Juli 1922 : In schaal 2, 4, 8, 10, 13, 25, 32, 45, 49, 53 en 60 vervalt de afdeeling „Weduwen en Weezenfonds voor burgerlijke ambtenaren". In schaal 2, 4, 8, 13, 25, 32, 45, 53 en 57 wordt voor „Pensioenraden" gelezen: Pensioenraad. In schaal 10 wordt na de vermeldingen opgenomen onder „Registratie, domeinen, hypotheken en kadaster" ingevoegd : Pensioenraad. Bode-concierge. In schaal 53 wordt na de vermelding opgenomen onder „Pensioenraad" toegevoegd: Wiskund ig-adviseur. In schaal 60 wordt na de vermeldingen opgenomen onder „Registratie, domeinen, hypotheken en kadaster" ingevoegd: Pensioenraad. Lid. In schaal 64 wordt na de vermeldingen opgenomen onder „Registratie, domeinen, hypotheken en kadaster" ingevoegd: Pensioenraad. Lid tevens voorzitter. Onze Ministers zijn, ieder voor zooveel zijn Departement van Algemeen Bestuur aangaat, belast met de uitvoering van dit besluit, hetwelk in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de onderscheidene Ministeriëele Departementen, aan den Raad van State en aan de Algemeene Bekenkamer. Het Loo, den 17den Juli 1922. WILHELMINA. De Minister van Binnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter van den Raad van Ministers, Ch. Buts dg Beerenbrouck. (üitgeg. 27 Juli 1922.) Besluit van den Sisten Juli 1922, S. 471, tot aanvulling van het Koninklijk besluit van 23 Januari 1920 (Staatsblad n° 37), zooals dat is gewijzigd en aangevuld laatstelijk bij dat van 17 Juli 1922 (Staatsblad n°. 454)-. Wu WILHELMINA, enz. Op de voordracht van Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter Tan den Baad Tan Ministers, Tan 12 Juli 1922, n°. 266, Kabinet M. B. ; Den Baad Tan State gehoord (advies van 18 Juli 1922, n°. 16); Gelet op het nader rapport van Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter van den Baad van Ministers, van 25 Juli 1922, n°. 296, Kabinet M. B. ; Overwegende, dat het wenschelijk is gebleken het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1920 (Staatsblad n°. 37),-opnieuw aan te vullen; Hebben goedgevonden en verstaan :  249 In voornoemd Bezoldigingsbesluit worden de navolgende aanvullingen aangebracht: A. Gerekend van I Januari 1922 : In bijlage A: In schaal 7 wordt onmiddellijk na de vermelding van de bedragen der schaal ingevoegd: Marine. Betonning en Bijkskustverltchting. Matroos aan boord van een motorbetonningstevens gastransportvaartuig. In schaal 21 wordt na de vermeldingen opgenomen onder „Bijkswerven" ingevoegd: Betonning en Bijkskustverlichting. Opzichter der verlichting, schipper aan boord van een motorbetonnings- tevens gastransportvaartuig. Machinist aan boord van een motorbetonnings- tevens gastransportvaartuig. B. Gerekend van 1 Juni 1922: ■ In bijlage A : In schaal 25 wordt aan „Loodswezen Hulploods te" toegevoegd: Hoek van Holland. In schaal 27 wordt aan „Loodswezen Binnenloods te" toegevoegd: Hoek van Holland. 0. 1°. In Bijlage A : In schaal 3 wordt na de vermeldingen opgenomen onder „Bijksuniversiteiten en technische hoogeschooP' ingevoegd: Algemeen Bijksarchief en Bijksarchieven in de provinciën. Hulpbinder. 2». In bijlage C: Onder het vaste bedrag van f 400 wordt na de vermelding van „Adjunct-secretaris, toegevoegd aan het Centraal Stembureau voor de verkiezing van de leden der Tweede Kamer der Staten-Generaal (ten hoogste f 400)," ingevoegd : Scheepsdiepgangmeter te Dordrecht (ten hoogste f 400). Onze Ministers zijn, ieder voor zooveel zijn Departement van Algemeen Bestuur aangaat, belast met de uitvoering van dit besluit, hetwelk in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de onderscheidene Ministeriëele Departementen, aan den Raad van State en aan de Algemeene Rekenkamer. Het Loo, den 3'lsten Juli 1922. WILHELMINA. - Be Minister van Binnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter van den Baad van Ministers, Ch. Ruts de Beerenbrouck. (üitgeg. 14 Aug. 1922.) Besluit van den Zden Augustus 1922, S. 479, f tot regeling van de toekenning van wachtgeld aan burgerlijke Rijksambtenaren Wu WILHEliÖNA, enz. Op de voordracht van Onzen Minister van  250 ■ Financiën van 27 April 1922. n°. 372, Generale Thesaurie ; Den Raad van State gehoord (advies van 16 Mei 1922, n°. 47); Gelet op het nader rapport van Onzen Minister van Financiën van 29 Juli 1922, n°. 65, Generale Thesaurie; Hebben goedgevonden en verstaan : te bepalen : Art. 1. Aan een burgerlijk Rijksambtenaar in vasten dienst, wien eervol ontslag wordt verleend wegens opheffing zijner betrekking of wegens verandering in de inrichting van het dienstvak, waarbij hij werkzaam is en waardoor zijn werkzaamheden overbodig zijn geworden, wordt met ingang van den dag van ontslag, voor zoover hij alsdan niet uit- anderen hoofde in de termen valt om pensioen te genieten, ten laste van het lichaam, voor welks rekening zijn bezoldiging laatstelijk kwam, een wachtgeld toegekend op den voet der bepalingen van dit hesluit. Een zoodanig wachtgeld kan ook worden toegekend aan den burgerleken Rijksambtenaar, die ontslag vraagt, nadat het voornemen hem is medegedeeld om zijn betrekking op te heffen of de inrichting van zijn dienstvak zoodanig te veranderen, dat zijn werkzaamheden overbodig zullen worden. Onder burgerlijke Rijksambtenaren verstaat dit besluit hen, wier bezoldiging wordt geregeld bij het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1920 (Staatsblad n°. 37), alsmede de ambtenaren bij de Landbouw-Hóogeschool en de Veeartsennkundige-Hoogeschool, voor zoover ten aanzien van de in dit lid bedoelde personen de toekenning van wachtgeld .niet bij de wet is of wordt geregeld. In vasten dienst worden mede geacht te zijn de ambtenaren, die krachtens wet of algemeenen maatregel van bestuur, voor een bepaalden tijd zijn aangesteld, doch als regel zullen worden herbenoemd. 2. Met betrekking tot den duur en het bedrag van het wachtgeld worden de burgerlijke Rijksambtenaren onderscheiden in • a. hen, die een ambt bekleeden, hetwelk een hoofdbetrekking vormt ,en uit hoofde van den aard hunner bekwaamheden redelijkerwijze geacht moeten worden een gelijkwaardige positie anders dan in openbaren dienst niet binnen een redelijken termijn te kunnen verkrijgen; 6. de overigen. 3., Aan een burgerlijk Rijksambtenaar, als bedoeld in artikel 2 onder o, wordt het genot van wachtgeld toegekend gedurende een tijdvak, gelijk aan zijn diensttijd, ten bedrage van: o. indien hij ten tijde van het ontslag kostwinner is van een gezin, gedurende de eerste drie maanden de laatstelijk door hem genoten wedde, gedurende de volgendè drie maanden 85 ten honderd en daarna 70 ten honderd van de laatstelnk door hem genoten wedde;  251 6. in de overige gevallen, gedurende de eerste drie maanden de laatstelijk door hem genoten wedde, gedurende de volgende drie maanden 75 ten honderd en daarna 60 ten honderd van de laatstelijk door hem genoten wedde. Aan een burgerlijk Rijksambtenaar, als bedoeld in artikel 2 onder b, wordt het genot van wachtgeld -toegekend gedurende ' drie maanden, vermeerderd voor hem, die ten tijde van het ontslag kostwinner van een gezin was, met een maand voor elk jaar door hem volbrachten diensttijd, tot een maximum van in totaal een jaar. Het wachtgeld voor de in dezen bedoelde ambtenaren bedraagt gedurende de eerste drie- maanden het bedrag van de laatstelijk door den betrokkene genoten wedde en daarna 70 ten honderd daarvan.. -In buitengewone gevallen kan het wachtgeld tot een bedrag van ten hoogste 70 ten honderdvan het laatstelijk genoten wachtgeld voor een bepaalden tijd na het verstrijken der vorenomschreven termijnen worden voortgezet. 1. Onder diensttijd wordt voor de toepassing van dit besluit verstaan de aan het -ontslag voorafgaande tijd, die in aanmerking komt voor pensioen, met ,dien verstande echter, dat: a. diensttijd, voor het bereiken van den collen leeftijd van 18 jaren vervuld, buiten aanmerking blijft ; b. diensttijd in een nevenbetrekking slechts in aanmerking komt, indien het wachtgeld uit hoofde van ontslag uit die betrekking wordt toegekend ; c. indien de diensttijd wegens verleend ontslag onderbroken is geweest, de tijd vóór de onderbreking slechts medetelt, indien de onderbreking minder dan een jaar heeft geduurd ; d. alle diensttijd slechts eenmaal wordt medegeteld. 5. Onder laatstelijk genoten wedde wordt voor de toepassing Van dit beBluit, behoudens het bepaalde in de volgende leden, verstaan de bezoldiging, die in de verlaten betrekking op den dag voor het ontslag werd genoten, met inbegrip eventueel van de toelagen, bedoeld m de artikelen 19 en 31 van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Bijksambtenaren 1920 [Staatsblad n°. 37) en van zoodanige andere toelagen, als bij de berekening van den pensioensgrondslag in aanmerking komen, vermeerderd voorts eventueel met de tijdelijke kindertoelage, bedoeld in artikel 20 v.an dat besluit, die door den betrokkene zou zijn genoten, mdien hij op de evenbedoelde bezoldiging in dienst ware gebleven. Indien in de regeling van de bezoldigingen der ambtenaren eene wijziging komt, welke, mdien de betrokkene op de in het eerste lid bedoelde bezoldiging in dienst ware gebleven in die bezoldiging óf (en) in de kindertoelage wgziging zou hebben gebracht, geldt vanaf de inwerkmgtreding dier wijziging, het aldus  252 - gewijzigde bedrag als laatstelijk genoten wedde. Voorts wordt, indien op de ambtenaren terzake van pensioen verbaal wordt geoefend, bij de vaststelling van de laatstelijk genoten wedde op de bezoldiging in mindering gebracht het bedrag, hetwelk van den ambtenaar, ware hij op die bezoldiging in dienst gebleven, zou zijn geheven. Voor betrekkingen, die geleidelijk worden opgeheven, kan ten aanzien van het voor de toepassing van dit besluit als laatstelijk genoten wedde aan te nemen bedrag van bet bepaalde in het eerste lid worden afgeweken. 6. Wanneer de op wachtgeld-gestelde inkomsten gaat genieten uit of in verband met arbeid of bedrijf, na het ontslag ter hand genomen, wordt, onverminderd het bepaalde in artikel 8, tweede lid, zoodra en zoolang het wachtgeld vermeerderd met die inkomsten de laatstelijk genoten wedde zou overschrijden, het wachtgeld met het bedrag dier overschrijding verminderd. Van het ter hand nemen van eenigen arbeid of bedrijf doet de op wachtgeld-gestelde onverwijld mededeeling aan den betrokken Minister. Daarbij doet hij voor zoover mogelijk opgave van de inkomsten, die hij uit de ter hand genomen werkzaamheden zal trekken, terwijl hij voorts verplicht is, om, indien die inkomsten tijdelijk of blijvend wijziging ondergaan, daarvan tijdig voor het verschijnen van den eerstvolgenden wachtgeld-termijn nadere opgave te doen. Zijn de inkomsten niet vooraf op te geven, dan doet hij tijdig vóór het verschijnen van eiken wachtgeld-termijn opgave van de inkomsten, die hij sinds het terhandnemen der werkzaamheden of sinds de vorige opgave heeft genoten. Brengt echter de aard der werkzaamheden ter beoordeeling van den betrokken Minister mede, dat de inkomsten over een langeren termijn moeten worden berekend, dan geschiedt de opgave dienovereenkomstig en wordt op het wachtgeld een vermindering toegepast van een voorloopig vast- festeld bedrag onder voorbehoud van verreening aan het einde van den evenbedoelden termijn. Bij de vaststelling van het bedrag der vermindering kan van de opgave van den betrokkene worden afgeweken. Indien de inkomsten vrijwillig zonder voldoende reden worden prijs gegeven of door eigen schuld verloren gaan, blijft niettemin de vermindering tot het laatstelijk bepaalde bedrag toegepast. v Indien een op wachtgeld-gestelde de in dit artikel bedoelde opgave nalaat of ook onjuist of onvolledig doet kan het wachtgeld geheel of ten deele worden vervallen verklaard. De op wachtgeld-gestelde wordt geacht door het aanvaarden van het wachtgeld te bewilligen, dat allen, die daarvoor naar het oordeel der betrokken autoriteit in aanmerking komen, omtrent zijne omstandigheden alle inlichtingen  ■ 253 geven, die dè betrokken autoriteit zal dienstig oordeelen. 7. Indien de op wachtgeld-gestelde een hem aangeboden ambt of betrekking, die hem naar het oordeel van den betrokken Minister in verband met zijn persoonlijkheid en omstandigheden redelijkerwijze kan worden opgedragen, Weigert te aanvaarden of ook anderszins, indien hij in de gelegenheid komt om op een wijze, die in verband met zijn persoonlijkheid en omstandigheden naar het oordeel van den betrokken Minister voor hem passend kan worden geacht, inkomsten te verkrijgen, daarvan geen gebruik maakt, dan vervalt, onverminderd het bepaalde in artikel 8, tweede lid, het wachtgeld voor het bedrag, waarmede het wachtgeld vermeerderd met de verzuimde inkomsten de laatstelijk genoten wedde zou hebben overschreden. De op wachtgeld-gestelde is voorts verplicht zich te gedragen naar de voorschriften, die hem door den betrokken Minister hetzij in het algemeen, hetzij voor eenig bijzonder geval worden gegeven, strekkende om tot het verkrijgen van een ambt of betrekking of een andere bron van inkomsten te geraken. Bij niet-nakoming van die voorschriften kan het wachtgeld geheel of ten deele worden vervallen verklaard. De bepalingen van dit artikel vinden overeenkomstige toepassing voor den ambtenaar, wien het voornemen is medegedeeld om zijn betrekking op te heffen of de inrichting van zijn dienstvak zoodanig te veranderen, dat zgn werkzaamheden overbodig zullen worden, in dezer voege, dat, indien zoodanig ambtenaar een ambt of betrekking weigert of niet van een gelegenheid gebruik maakt, als bedoeld in het eerste lid, de toekenning van wachtgeld achterwege blijft of slechts tot een verminderd bedrag geschiedt en dat bij niet :opvolging van de voorschriften,' als bedoeld in het tweede lid, de toekenning van wachtgeld achterwege kan blijven of slechts tot een verminderd bedrag geschieden. 8. Het wachtgeld vervalt, zoodra de op wachtgeld-gestelde uit anderen hoofde dan de opheffing zijner betrekking in de termen komt om pensioen te genieten. Indien tengevolge van de toepassing van artikel 6 of 7 het wachtgeld gelijk zou worden aap of dalen beneden het bedrag, hetwelk de op wachtgeld-gestelde als pensioen uithoofde van de opheffing zijner betrekking kan genieten, dan vervalt voor den duur daarvan het wachtgeld tot het volle bedrag. Dit vervalt gaat, evenals een vermindering met of een verval van het volle bedrag van het wachtgeld als rechtstreeksch gevolg van artikel 6 of 7, in met den dag, voorafgaande aan dien, waarop de réden van vermindering of verval intreedt. Voorts kan het wachtgeld worden vervallen verklaard, indien de op wachtgeld-gestelde  - 251 zich zoodanig gedraagt, dat hij, ware hij in dienst gebleven, zou zijn ontslagen of indien hij zich in het buitenland vestigt of geacht moet worden aldaar duurzaam te verblijven. 9. Indien de op wachtgeld-gestelde ambtenares in het huwelijk treedt, dan vervalt, voor den duur van dat huwelijk het wachtgeld. 10. Aan hem, die op wachtgeld zal worden of is gesteld, kan, indien hij elders arbeid of bedrijf gaat ter hand nemen, terzake van de kosten, die voor hem aan de daartoe noodige verhuizing zijn verbonden, een bedrag worden toegekend, indien bij gebreke van die toekenning die arbeid of dat bedrijf door hem redelijkerwijze niet zou zijn te aanvaarden. 11. Het bedrag van het wachtgeld, over een jaar berekend, wordt naar hoven tot een vollen gulden afgerond. Het wordt uitbetaald in maandelijksche termijnen. Met toestemming van den op wachtgeld-gestelde kan de uitbetaling in langere termijnen geschieden. Bij overlijden wordt het wachtgeld uitbetaald tot aan het einde der maand, waarin het overlijden plaats heeft. 12. De ter uitvoering van dit besluit te nemen beslissingen worden genomen door Onzen betrokken Minister met medewerking van Onzen Minister van Financiën. Wij stellen eene Commissie in van drie personen, wier advies, indien de belanghebbende zulks wenscht, wordt ingewonnen over door hem tegen de in dit artikel bedoelde beslissingen, ingebrachte bezwaren. Na ontvangst van dit advies wordt de, met redenen omkleede, nadere beslissing ter kennis van den belanghebbende gebracht. 13. Dit besluit wordt mede toegepast ten aanzien van de burgerlijke Bijksambtenaren, wien vóór het inwerkingtreden van dit besluit een ontslag als bedoeld in artikel 1, tegen 1 April 1922 of een lateren datum is verleend of aangezegd. Ten aanzien van de onder dit besluit vallende ontslagenen blijft het Koninklijk besluit van 24 Juli 1869 (Staatsblad n°. 142), zooals dat thans luidt, buiten toepassing. Onze Ministers zijn, ieder voor zooveel hem aangaat, belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan den Baad van State. Het Loo, den 3den Augustus 1922. WILHELMINA. De Minister van Financiën, de Geer. (üitgeg. 10 Aug. 1922.)  255 Besluit van den 4den Augustus 1922, S. 481, tot wijziging van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1920 (Staatsblad n°. 37), zooals dat is gewijzigd en aangevuld laatstelijk bij dat van 31 Juli 1922 (Staatsblad n°. 471). Wij WILHELMINA, enz. Op de Voordracht van Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken, Tijdelijk Voorzitter van den Raad van Ministers van 15 Juli 1922 n°. 278, Kabinet M. B. ; Den Raad van State gehoord, advies van 24 Juli 1922, n°. 25; Gélet op het nader rapport van Onzen voornoemden Minister van 31 Juli 1922, n° 302 Kabinet M. R. ; Hebben goedgevonden en verstaan: Benig artikel. Artikel 24, tweede lid, van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Bijksambtenaren 1920 (Staatsblad n°. 37) wordt ingetrokken. Het derde lid van het artikel wordt het tweede lid. Onze Ministers zijn, ieder voor zooveel hem aangaat, belast met de uitvoering van dit besluit, hetwelk in het Staatsblad zal worden geplaatst. e Het Loo, den 4den Augustus 1922 WILHELMINA. m... Minister van Binnenlandsche Zaken, lijaelvjk. Voorzitter van den Baad van Ministers, Ch. Ruys de, Beerenbrouck. (üitgeg. 30 Aug. 1922.)  -      128 Rotterdam). Hoensbroek. Hoogezand. Hof varDelft. Hoorn. Houthem. Hulsberg. Katwijk. Kerkrade. Klimmen. Koog aan de Zaan. Krommenie. Kruisberg (gemeente Doetinchem). Jan Gijzenvaart (gemeente Velzen). Laren (N. H.). Leeuwarden. Lisse. Loosduinen. Maassluis. Maastricht. Meerssen. Meppel. Middelburg. Musselkanaal (gemeente Onstwedde). Naaiden. Nieuwendam. Nieuwenhagen. Nieuwer- Amstel. Noordwijk. Nuth. Nijmegen. Oldenzaal. Ouder-Amstel. Oud-Valkenburg. Overschie. Princenhage (stadsgedeelte; gemeente Breda). Purmerend. Rheden. Roermond. Roosendaal. Rijswijk (Z. H.). Santpoort (gemeente Velsen). Sappemeer. Schaesberg. Scheemda. Schellingwoude (gemeenteEansdorp). Schinnen. Schin op Geulle. Schinveld. Schrans, de (gemeente Leeuwarderadeel). Simpelveld. Sittard. Sneek. Stadskanaal en Stads Musselkanaal (gemeente Onstwedde). Terneuzen. Teteringen (stadsgedeelte ; gemeente Breda). Tiel. Tilburg. TJbach over Worms. Vaals. Valkenburg (L.). Veendam. Veenhuizen (gemeente Norg). Venlo. Vlaardingen. Vlissingen. Voerendaal. Voorburg. Vrijenban (stadsgedeelte). Waalwijk. Wageningen. Wassenaar. Weesp. Westzaan. Wildervank. Winschoten. Woerden. Wormer. Wormerveer. Wijnandsrade. Zaandijk. Zandvoort. Zeist. Zierikzee. Zuidbroek. Zutphen. Zwolle. Zwijndrecht. Derde klasse. De overige gemeenten of gedeelten van gemeenten.  - 130 Lagere bezoldiging wegens minderen omvang van het ambt, waarneming daarvan tezamen met een ander of wegens toelaatbare bijverdiensten. I6. Lagere wedde voor ambtenaren, die den 18jarigen leeftijd nog niet hebben bereikt. 1'. Licht. Zie Vuur en licht. Overgangsbepalingen. 30—34. Overplaatsing. Wedde bij — 23~«. 52. Pensioen. Vergoeding voor korting wegens eigen — en bijdrage voor weduwenen weezen—: 38. Periodieke verhoogingen. 8—-13. „ Aanvang der tijdvakken voor —. 13. „ Door wie toegekend. 10, „ Onthouding van — wegens gebrek aan bekwaamheid, geschiktheid of dienstijver. 9. „ Tijd, welke voor de toekenning van ■—■ als diensttijd medetelt of buiten aanmerking blijft. 1». 11. 12. IS*. 161. Rangschikking der gemeenten in klassen. 2. Salariscommissie voor de Burgerlijke Bijksambtenaren. 23—29. Standplaats. 4. Tijdelijke ambtenaren. 22. Titel van het besluit. 42. Toelagen. „ wegens bijzonder karakter van positie en taak van den ambtenaar. 19. „ wegens het bezit van kinderen. 20. Toepasselijkheid van het besluit op bewaarders der hypotheken enz., benoemd voor 1 Juli 1918. 36. Vaste bezoldigingen. Nadere regeling der — door de Kroon. 1". Verbod tot het vorderen, verzoeken of aannemen van vergoedingen, belooningen of giften van derden. 21. Vergoedingen van derden. Zie Verbod. Verhooging van de wedde, die niet overeenstemt met een bedrag, voorkomende in de schaal van bezoldiging. 171. Vermindering van wedde. „ wegens leeftijd beneden 21 jaren. I2. 13'. 161. „ in verband met den arbeidstijd. 1*, 5. „ wegens rangschikking der gemeente in de 2e of 3e klasse. 21. Verplaatsing voor korten tijd. 51. Vuur en licht. Bedrag van den aftrek voor het genot van —. 6*. Waarneming van meer dan één ambt. Zie lagere bezoldiging. Wijziging van het besluit bij vermindering van de heerschende duurte. 40. Woning. Bedrag van den aftrek yoor het genot van —. 6*.  131 - ALPHABETISCH REGISTER op de bijlagen A, B en C van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren, 1920, S. 37. (De cijfers verwijzen naar de schalen der bijlage A ; de letters B en C naar de aldus geletterde bijlagen : B onderwijzend personeel en C vaste bezoldigingen.) Aalmoezenier. Zie: Oorlog. Academie van beeldende kunsten. Rijks 4 Assistent-conoierge - 13 Ambtenaar van administratie - 25 Administrateur - 60 Hooeleeraar - 64 Hoogleeraar-direotenr - C Buitengewoon hoogleeraar. Lector. Academie van wetenschappen. Koninklijke 2 Bediende - 5 Beambte - 13 Bureelambtenaar - 25 Ambtenaar van administratie. Adspirantenschool der marine te Dordrecht. Zie: Marine. Agentschap van het Ministerie van Financiën Pireetie van de grootboeken der nationale schuld. 2 Vaste knecht - 4 Bode - 8 Schrijver on-aarloon - 10 Assistent-conciërge - 13 Klerk25 Adjunct-commies - 32 Commies - 45 Hoofdcommies. Idem (He verificateur der grootboeken) - 53 Beferendaris - 60 Administrateur - 64 Agent. Algemeen. genoen^dn°ierge' V°°r Z°°Ver niet afzonderhjk Algemeen College van toezicht, bijstand en advies voor het Rijkstucht- en opvoedingswezen. Zie: Tucht- en opvoedingswezen. Jlgemeene Landsdrukkerij. Zie: Landsdrukkern. Algemeen Rijksarchief. Zie: Archief.' Arbeid. Raden van — 60 Voorzitters van den R. v. A. met uitzondert V,*,n dle *! ATmste*dam, 's-Gravenhage en Rotterdam - 64 Voorzitter van den R. v A He„f mstArd!am' *e >Gravenhage en te Rotteraam — u Secretaris. 9*  132 - Arbeidsbemiddeling. Zie: Werkloosheidsverzekering. Arbeidsinspectie. 4 Bode - 8 Schrijver - 10 Bode-concierge - 13 Administratief ambtenaar LTIe klasse 19 Analist - 25 Adiunct-inspectrice. Administratief ambtenaar Öe klasse - 26 Controleur. Scheikundig assistent. Opzichteres - 32 Administratief ambtenaar Ie klasse - 34 Adjunctinspecteur - 38 luspeetrice - 40 Technisch ambtenaar - 45 Hoofd van administratie 52 Inspecteur. Scheikundig ingenieur. Electrotechnisch ingenieur. Landbouwkundige - 60 Geneeskundige - 63 Hoofdinspecteur. Medisch adviseur. Elektrotechnisch adviseur. Scheikundig adviseur - 66 Directeur-generaal van den arbeid. Archief. Algemeen Rijks- en Rijksarchieven In de provinciën. 4 Portier. Assistent-conciërge. Zaalwachter. Bediende. Bode - 6 Stoker. Binder, stoker inbegrepen - 10 Oonoierge-binder, tevens bediende - 13 Klerk. Klerk-conciërge - 14 Machinist. Amanuensis - 25 Adjunct-commies 32 Commies — 45 Hoofdcommies - 55 Archivaris bij het algemeen Rijksarchief. Rijksarchivaris in de provinciën - 64 Algemeen Rijksarchivaris. Armenraden. G Secretarissen van de verschillende armenraden. Artillerie-inriehtingen. Staatsbedrijf der — 2 Bediende - 4 Portier - 8 Schrijver 10 Terreinopzichter. Magazijnbeheerder -13 Bureelambtenaar Öe klasse. Teekenaar He kl. - 14 Amanuensis - 18 Opzichter der ververs. Keurder - 19 Gediplomeerd analist - 23 Garagechef autodienst Amsterdam—Rotterdam 25 Teekenaar Ie klasse. Adjunct-administrateur. Adjunct-commies. Opzichter. Machinist. Meestér-geweermaker. Bureelambtenaar Ieklas.se. - 29 Opzichter Ie klasse. Ie machinist. Ie teekenaar. Kassier - 32 Commies. Adjunctadministrateur Ie klasse - 34 Hoofdopzichter 36 Magazijnchef der constructiewerkplaatsen 44 Werktuigkundige - 45 Hoofdambtenaar van administratie. Administrateur - 52 Technoloog. Ingenieur. Doctor in de scheikunde. Oud-officier-werktuigkundige - 53 Ingenieur voor het stoomwezen der spoorwegdiensten60 Chei voor personeele zaken - 61 Bedrijf schef _ 62Adjunct-directeur - 64 Directeur - 66 Directeur, voorzitter van het college van,directa«wen. Bestuur der visscherijen op de Zeeuwsche stroomen. Zie: Visscherijen. Bestuursacademie. Nederlandsen-Indische — 10 Schrijver op jaarloon-huisbewaarder.  Betonning. 6 Matroos aan boord van een betonningsvaartuig. — 10 Matroos-motordrijver aan boord van idem. — 18 Schipper aan boord van een betonningsvaartuig. Machinist aan boord van idem. Bibliotheek. Koninklijke — 4 Portier. Portier-bediende. Bediende — 6 Machinist-stoker - 13 Assistent - 25 Wetenschappelijke assistent He klasse. Adjunct amanuensis — 32. Wetenschappelijk assistent Ie klasse. Amanuensis — 45 Administrateur — 52 Conservator - 53 Onderbibliothecaris - 64 Bibliothecaris.' Eoschbeheer. Staats — 8 Schrijver op jaarloon - 13 Klerk - 15 Onderopziener der gebouwen - 19 Boschwachter — 25 Adjunct-commies — 29 Opziener der gebouwen. Boschwachter Ie klasse - 30 Technisch ambtenaar - 32 Commies - 52 Houtvester 58 Adjunctdnspecteur - 60 Inspecteur - C. Adjunct-houtvester. Bosehbouwproefstation. Rijks — Zie: Landbouwproefstations. Bureau van den chef van den generalen staf. Zie: Militaire bureaux. Bureau van den commandant der Nieuwe " Hollandsche Waterlinie. Zie: Militaire bureaux. Bureau van den directeur der militaire verkenningen. Zie: Militaire bureaux. Bureau van den hoofdintendant. Zie: Militaire bureaux. Bureau van den inspecteur van den geneeskundigen dienst der landmacht. Zie: Militaire bureaux. Bureau van den inspecteur der infanterie. Zie: Militaire bureaux. Bureau van den Stellingcommandant te Amsterdam. Zie: Militaire bureaux.- as Bureau voor den industrieelen eigendom. Zie t Octrooiraad. Cadettenschool. '6 Geëmployeerde bij het physisch kabinet B Burgerleeraar. Centraal bureau voor de Statistiek. Zie: Statistiek. Centraal college voor de reclasseering. Zie: Reclasseering.  134 • Centraal laboratorium ten behoeve van het Staatstoezicht op de volksgezondheid. 3 Ile bediende - 6 Ie Bediende - 13 Klerk 14 Amanuensis — 26 Administratief ambtenaar 44 Bacterioloog. Bioloog. Scheikundige - 52 Ie Bacterioloog. Ié Bioloog. Ie Scheikundige - 60 Hoofd der bacteriologische afdeeling. Hoofd der chemische afdeeling. Centrale Commissie voor de Statistiek. Zie: Statistiek. Centrale gezondheidsraad. 2 Vaste knecht - 4 Bode - 6 Stoker - 8 Schrijver - 10 Bode-concierge - 13 Klerk - 25 Adjunct-commies - 32 Commies - 45 Hoofdcommies - 64 Voorzitter - G Lid. Centrale Magazijnen van militaire kleeding en uitrusting. Zie: Magazijnen. Centrale Raad van beroep [O.]. Zie: Raden van beroep [O. ]. College van bijstand, bedoeld In artikel 35 der Woningwet. Zie: Woningwet. College voor de visscherijen. Zie: Visscherijinspectie. Commissie van advies inzake de Auteurswet. C Secretaris. Commissie voor 's Rijks geschiedkundige pubiicatiën. Zie: Geschiedkundige publicatiën. Consulentendienst. Rijks — of voorlichtingsdienst van den landbouw. 19 Assistent van een consulent — 29 Hoofdassistent — 52 Rijkslandbouwconsuleht. Rijkstuinbouwconsule .t. Rijksvee teeltconsulent. Bijksbijenteeltconsulent. Bijkszuivelconsulent - C Adjunct-Rijksconsulent. Bijkslandbouwconsulent te Londen. Departementen van Algemeen Eestuur, Hooge Colleges van Staat, Kabinet der Koningin. 2 Vaste knecht. Assistent-bode of boute-feu. Knecht-portier - 3 Magazijnbediende (Financiën). Lichtdrukker (Marine) - 4 Bode - 6 Binder bij de Algemeene Rekenkamer. Magazijnbediende (Financiën). Magazijnbediende-binder (Financiën) - 8 Schrijver op jaarloon - 10 Kamerbewaarder. Conciërge, tevens kamerbewaarder. Kamerbewaarder, tevens conciërge. Bode-concierge. Machinist-vakman. Magazijnmeester (Financiën) - 13 Klerk - 14 Magazijnmeester-chef-binder (Financiën) - 25 Adjunctcommies, Secretaris van de kanselarij der Nederlandsche orden - 32 Commies - 43 Stenograaf bij de stenografische inrichting — 44 Commies-griffier bij de Eerste kamer der  135 - Staten-Generaal. Commies van Staat - 45 Hoofdcommies. Redacteur bij de tachygrafische inrichting. Technisch ambtenaar b. h. Bureau Stoomvaartdienst (Marine) - 49 Onderdirecteur bij de stenografische inrichting. -Idem bij de tachygrafische inrichting - 52 Commies-griffier bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal -53 Referendaris. Idem bij den Raad van State, afd. Geschillen van Bestuur. Directeur" van de stenografische inrichting. Idem van de .tachygraphische inrichting - 57 Secretaris van den Raad van State. Idem van de Algemeene Rekenkamer - 60 Administrateur of Raadadviseur bij een Dep. v. alg. best. - 62 Griffier van de Eerste Kamer der S.-G. - 64 Raadadviseur, niet bij eene afdeeling' werkzaam, of administrateur met den persoonlijken titel van directeur-generaal - 66 Secretaris-Generaal van een Dep. v. alg. best. Griffier van de Tweede Kamer der S.-G. - C Referendaris bij den Raad van State, niet werkzaam aan de afdeeling voor de geschillen van bestuur. Directeur van het Kabinet der Koningin.-Minister, Hoofd van een Departement van Algemeen Bestuur. Directe belastingen, invoerrechten en accijnzen. 2 Vaste knecht - 4 Bode. Portier - 6 Kommies IHe klasse. Hulpkommies. Kommies te water ne klasse. Deurwaarder in een district HIe klasse - 12 Bijksklerk IHe klasse - 13 Bijksklerk Ile klasse - 14 Kommies Ile klasse. Kommies te water Ie klasse - 18 Kommiesontvanger He categorie. Kommies . Ie klasse. Deurwaarder in een district He kla sse -19 Analist bij het laboratorium. Assistent -13 Adspi- , rant-verificateur der invoerrechten en accijnzen, met vakexamen - 25 Kommies-ontvanger Ie categorie. Rijksklerk Ie klasse. Hoofdkom- mies. Commies van den waarborg en de belasting der gouden en zilveren werken. Assistent aan het laboratorium - 27 Kommies-verificateur der invoerrechten en accijnzen - 29 Deurwaarder in een district Ie klasse - 33 Adjunctcontroleur der grondbelasting. Idem van den waarborg en de belasting der gouden en zilveren werken - 34 Adjunct-inspecteur. Ontvanger aan een kantoor der IVe klasse. Commies ter directie - 38 Verificateur der invoerrechten en accijnzen - 42 Ontvanger aan een kantoor der IHe klasse - 44 Adjunct-accountant' 45 Hoofdcommies ter directie. Controleur van den waarborg enz. aan een kantoor der He klasse. Essaieur van den waarborg enz. aan een kantoor der He klasse. Ile Secretaris van den Raad van Beroep voor de invoerrechten 49 Controleur der invoerrechten en accijnzen. Ontvanger van den waarborg enz. aan een kantoor der Ie klasse. Controleur van den waarborg enz. aan een kantoor der Ie klasse. Essaieur van den waarborg enz. aan een kantoor der Ie klasse — 50 Ontvanger aan een kantoor der Ile klasse - 52 Controleur der grondbelasting. Scheikundige aan het  - 136 laboratorium — 55 Inspecteur, tevens controleur van den waarborg enz. - 56 Inspecteur. Accountant. Ie Secretaris bij den Baad van beroep voor de invoerrechten — 57 Ontvanger aan een kantoor der Ie klasse — 60 Hoofdinspecteur. Inspecteur der grondbelasting - 64 Directeur. Directeur van het laboratorium - 66 Hoofddirecteur — C Surnumerair der grondbelasting zonder vakexamen. Adspirantverificateur der invoerrechten en accijnzen, zonder vakexamen. Aide-essaieur van den waarborg en d'r belasting der gouden en zilveren werken. Surnumerair der directe belastingen enz. zonder vakexamen. Rijksadvocaat. Surnumerair der grondbelasting met vakexamen. Surnumerair der directe belastingen enz. met vakexamen. Ontvanger der directe belastingen te Amsterdam, te Botterdam, te 's-Gravenhage en te Utrecht. Ontvanger der directe belastingen, invoerrechten en accijnzen te Scheveningen. Ontvanger der accijnzen te Amsterdam en te Rotterdam. Ontvanger der invoerrechten en accijnzen te Rotterdam (entrepot), te 's-Gravenhage en te Schiedam. Ontvanger der invoerrechten en van den accijns op de suiker te Amsterdam. Ontvanger der invoerrechten te Rotterdam. Directie van de Grootboeken der Nationale Schuld. Zie: Agentschap. Directie van den Landbouw, algemeene dienst. Zie: Landbouw. Domeinbeheer. 6 Opziener-sluiswachter te Oosterhout — 8 Schrijver op jaarloon — 13 Klerk — 19 Opziener, behalve de opziener-sluiswachter te Oosterhout - 25 Adjunct-commies - 52 Rentmeester. Domeinen. Zie: Registratie. Drankwet. 33 Adjunct-inspecteur — 49 Inspecteur. Drinkwatervoorziening. Rijksbureau voor — 8 Schrijver — 13 Bureelambtenaar Ile klasse — 28 Opzichter-teekenaar. Bureel-ambtenaar Ie klasse — 41 Hoofdopzichter — 44 Ingenieur He klasse — 52 Scheikundig bacterioloog. Geoloog. Hydroloog. Ingenieur Ie klasse — 64 Directeur. Geneeskundige dienst der landmacht. 14 Verpleegster in een militair hospitaal 18 Hoofdverpleegster in een militair hospitaal. Geneeskundige Raad [Koloniën]. 10 Schrijver op jaarloon, tevens huisbewaarder.Genie. 18 Opzichter der genie - 28 Bureelambtenaar - 30 Hoofdmachinist drinkwatervoorziening stelling Amsterdam — 31 Technisch ambtenaar Ile klasse - 41 Technisch ambtenaar Ie klasse.  137 Geologische dienst. ■4 Bediende - 28 Bureelambtenaar - 29 Assistent — 32 Ambtenaar van administratie — 34 Hoofdassistent - 52 Geoloog - 60 Geoloogafdeelingschef — 64 Directeur. Geschiedkundige publlcatiën. Commissie voor 's Rijks —■ 13 Adjunct-eommies (klerk) - 32 Assistent — 49 Onderdirecteur — 60 Directeur. Gevangenissen en Rijkswerkinrichtingen te Hoorn en te Leiden. 3 Beambte voor huishoudelijke diensten — 10 Kok._Cipier aan verschillende gevangenissen. Bewaarder. Bewaarster. Opzichter bij den rarbeid - 13 Klerk - 14 Hoofdbewaarder. Hoofdbewaarster. Meesterknecht bij den arbeid 18 Huismeester. Werkmeester bij den arbeid 25 Commies. Hoofdopzichter bij den arbeid — 29 Directeur of directrice van een gesticht der IVe klasse. Adjunct-directrice. Oommies" ter directie — 35 Directeur of directrice van een gesticht der/IHe klasse. Adjunct-directeur — 45 Directeur of directrice van een gesticht Ile klasse - 49 Ile geneesheer bij de bijzondere strafgevangenis te 's-Gravenhage. Directeur of directrice van een gesticht der Ie klasse 51 Ie geneesheer bij de bijzondere strafgevangenis te 's-Gravenhage — B Hoofdonderwijzer. Onderwijzer —■ C Geagreëerd onderwijzer en godsdienstonderwijzer. Godsdienstleeraar. Burgergeneesheer. *. Gevangeniswezen. C Lid, tevens bezoldigd secretaris bij het college van regenten. Bezoldigd secretaris bij idem. Grootboeken der Nationale Schuld. Zie: Agentschap. Handelswaren. Rijksbureau voor onderzoek van — 8 Schrijver - 13 Adjunct-analist -19 Analist 29 Teehnisch-assistent - 52 Scheikundige 60 Directeur. Havenarbeid. 8 Schrijver - 13 Administratief ambtenaar IHe klasse - 25 Administratief ambtenaar He klasse - 26 .Controleur - 32 Administratief ambtenaar Ie klasse - 34 Adjunct-inspecteur 40 Technisch ambtenaar - 52 Inspecteur - 63 Hoofdinspecteur. Hengstveulendepót. Rijks — 10 Stalbaas -18 Opperstalbaas - 45 Directeur. Hoofdcursus voor opleiding van onderofficieren tot officier. B Burgerleeraar.  138 - Hooge Colleges van Staat. Zie: Departementen van Algemeen Bestuur. Hooge Raad van Adel. G Secretaris. Hooge Raad van Arbeid. 53 Secretaris — 57 Lid, tevens secretaris. Hoogere burgerscholen. Rijks — met 3jarigen cursus. 10 Amanuensis-conciërge. Amanuensis — B Directeuren en leeraren. Hoogere burgerscholen. Rijks — met 5Jarigen cursus. 14 Amanuensis-conciërge. Amanuensis — B Directeuren en Leeraren. Hoogere krijgsschool. 10 Amanuensis - 13 Bibliothecaris (Klerk) B Leeraar. Hoogeschool. Technische — Zie: Universiteiten. Hospitaaldienst. 44 Burgerapotheker. Hydrografie. 13 Teekenaar. He Technisch ambtenaar bij het Bureau Gravure - 25 Teekenaar Ie klasse 29 Ie teekeaaar. Gezagvoerder van het opnemingsvaartuig - 32 Ie Technisch ambtenaar bij net bureau Gravure — 34 Kaartgraveur, hoofd van het bureau Gravure. Cartograaf. Hydrografisch assistent - 45 Hydrografisch teekenaar, Ie cartograaf. Hypotheken. Zie: Registratie. Inspectie hooger en middelbaar onderwijs. 26 Ambtenaar, toegevoegd aan een der inspecteurs. Inspecteur M. O., belast met de inspectie van het kunstonderwijs — 49 Inspecteur der zeevaartscholen — 61 Inspecteur der gymnasia. Inspecteur van het middelbaar onderwijs — 66 Inspecteur-generaal van het nijverheidsonderwijs. Inspectie lager onderwijs. 61 Inspecteur. Inspectie lichamelijke opvoeding. 53 Inspecteur. Instructie-bataillon te Kampen. B Burgeronderwijzer. Instructie-batterij te Arnhem. B Burgeronderwijzer.  139 Justitiegebouwen. 10 Concierge-bode - 13 Klerk - 18 Opzichtermodelleur. Ambtenaar voor bijzondere diensten - 31 Bouwkundig ambtenaar He klasse - 41 Bouwkundig ambtenaar Ie klasse - 49 Bouwkundig hoofdambtenaar - 56 Adjunct-Bijksbouwmeester - 64 Rijksbouwmeester. Kabinet dér Koningin. Zie: Departementen van Algemeen Bestuur. Kabinet van Schilderijen. Koninklijk — 4 Assistent - 6 Hoofdassistent - 23 Conciërge ambtenaar van administratie - 49 Directeur! Kadaster. Zie: Registratie. Keuringsdiens'. Rijks — van voor uitvoer bestemd vleesch. 18 Rijkshulpkeurmeester - 52 Rijkskeurmeester. Koloniaal etablissement. 4 Bode - 13 Schrijver-klerk - 25 Assistent bij de keuringen. Opzichter - 28 Bureel-ambtenaaf - 32 Ambtenaar van administratie Ile klasse - 45 Ambtenaar van administratie Ie klasse - 49 Hoofdambtenaar He klasse - 55 Hoofdambtenaar Ie klasse - 64 Directeur. Koloniën van de Maatschappij van Weldadigheid. B Hoofd en onderwijzer aan de Rijk* lagere scholen. Koninklijke academie van wetenschappen. Zie: Academie. Koninklijke Bibliotheek. Zie: Bibliotheek Koninklijk instituut voor de Marine. Zie: Marine. Koninklijk kabinet van schilderijen. Zie: Kabinet van schilderijen, Koninklijke militaire academie. Zie: Militaire academie. Koninklijk Nederlandseh meteorologisch instituut. Zie: Meteorologisch instituut. Koninklijk penningkabinet. Zie: Penningkabinet. Korps geleiders,van ontplofbare stoffen. ZieOntplofbare stoffen. Krankzinn-genwezen en krankzinnigengestichten. 2 Arbeider in algemeenen dienst IHe klasse w. o. : Bediende, Kolenrijder, Waschknecht, Uulpstoker, Arbeider in de wasscherij, Arbeider  140 in de keuken, Loopknecht, Huisknecht — 3 Arbeider in algemeenen dienst He klasse, w. o.: Bijkok, Stoker, Hulpverpleger-buitenwerker, Schoënmaker-hulpverpleger, Kleermaker-hulpverpleger, Barbier, Hulpverpleger, Arbeider (machinegebouw), Tuinarbeider, Ile Landbouwknecht, Bediende-werkman, Magazijn-bediende - 4 Bode - 6 Arbeider ïn algemeenen dienst Ie klasse, w. o. : Kleermaker, Schoenmaker, Schilder, Warmoezier, Metselaar, Timmerman, Smid-stoker, Kok, Bankwerker, Loodgieter, Tuinman, Matrassenmaker, Machinedrijver, Smid-koperslager, Ie Landbouwknecht, Motorknecht, Ie Bediende in de wasscherij te Woensel, Ie Bediende in het magazijn, Parkwachter, Electricien - 10 Verpleger - 13 Klerk 14 Ie Verpleger. Hoofd van de broeder-(züster-) tafel te Woensel - 18 Hoofdverpleger. Hoofdverpleegster. Apothekersassistente of idem, tevens klerkBoekhoudster-onderwijzeres te Qrave. Hoofd der huishouding te Woensel. Hoofd der wasscherij te Woensel. Juffrouw voor de huishouding te Medemblik -19 Ile Machinistelectrotechnicus te Woensel. Machinist te Grave. Machinist, te Medemblik ' — 25 Bedrijfsboer te Woensel - 27 Adjunct-directrice te Grave 29 Boekhouder te Medemblik. Machinist-electrotechnicus te Medemblik - 34 Adjunctdirectrice te Woensel. Machinist-electrotechnicus te Woensel. Boekhouder te Woensel ;-r 35 Huismeester te Woensel - 59 Geneeskundige, belast met de leiding van het laboratorium te Woensel (uitwonend). Geneeskundige (uitwonend) te Woensel. Ie Geneesheer te Medemblik — él Geneesheer-directeur te Grave. Geneesheer, waarnemend directeur te Woensel — 62 Geneesheer-directeur te Medemblik - 64 Inspecteur van het Staatstoezicht op krankzinnigen en krankzinnigengestichten. Geneesheerdirecteur te Woensel. Kunstnijverheid. Rijksschool voor — 4 Bediende — 10 Amanuensis. \ Kustverlichting. Rijks — 4 IHe Lichtwachter aan boord van een lichtschip — 6 Matroos aan boord van een motorgastransportvaartuig. Lichtwachter He categorie. Bediende bij het proefstation. Ile Matroos aan boord van een stoomgastransportvaartuig. Ile Lichtwachter aan boord van een lichtschip — 10 Lichtwachter Ie categorie. Stoker. Magazijnbeheerder, tevens schrijver bij het proefstation te Scheveningen. He Stoker aan boord van een stoomgastransportvaartuig. Ie Matroos aan boord van idem — 14 Monteur. Instrumentmaker. Opzichter He categorie; Ie stoker van een stoomgastransportvaartuig — 15 Machinist bij den misthoorn te Nieuwersluis - IS Opzichter Ie categorie. Machinist, tevens belast met den misthoorn te Vlissingen en te Hoek van Holland. Opzichter der verlichting, schipper aan boord van een motorgastransportvaartuig.  141 Machinist aan boord van idem. Lichtwachterstuurman aan boord van een lichtschip — 25 Ie Instrumentmaker. Opzichter-machinist. Ile Gezagvoerder aan boord van een lichtschip27 Ie Gezagvoerder aan boord van een lichtschip. Machinist aan boord van idem — 29 Opzichter der verlichting, schipper aan boord van een stoomgastransportvaartuig. Machinist aan boord van idem - 38 Technisch ambtenaar der verlichting — 60 Chef van den technischen dienst (met den rang'van hoofdingenieur) — G Lichtwachter IVe categorie. Idem Ilïe categorie. Kweekscholen. Rijks — voor onderwijzers en onderwijzeressen. B Directeur. Leeraar. Kweekscholen voor vroedvrouwen. Rijks — Zie: Vroedvrouwen. Kweekschool voor de zeevaart te Leiden. Zie: Zeevaart. Landbouw. Directie van den —, algemeene dienst. 62 Inspecteur van den landbouw. Idem van het landbouwonderwijs. Idem van den veeartsenijkundigen dienst. Idem van het zuivelwezen — 66 Directeur-generaal. Landbouwhoogeschool1 45 Secretaris van het college van curatoren — 53 Bibliothecaris. Administrateur - 66 Hoogleeraar — C Buitengewoon hoogleeraar. Lector. Landbouwhuishoudonderwijs. - B Leeraressen. Landbouwhuishoudschool. Rijks — „De Rol- lecate". 10 Tuinman-conciërge — B Directrice en Leeraren. Landbouwproefstations. Rijks —, met inbegrip van het Rijksbosehbouwproefstation en het Rijkszuivelstatlon. 6 Bediende Ie klasse - S Schrijver - 10 Bediende-conciërge. Amanuensis Ile klasse — 13 Klerk. Adjunct-analist - 14 Amanuensis le. klasse. Amanuensis-conciërge — 18 Controleur 19 Analist - 25 Technisch ambtenaar. Ambtenaar van administratie óf adjunct-commies. Boekhouder of adjunct-commies — 32 Hoofdambtenaar van administratie — 52 Scheikundige. Plantkundige. Landbouwkundige. Bacterioloog — 60 Afdeelingsdirecteur.- Directeur van een contrölestation. Idem van een boschbouwproefstation. 1 In de salarisregeling is niet opgenomen die van de ambtenaren en beambten der Landbouwhoogeschool, vermits de vaststelling daarvan bij artikel 26, 2e lid der wet van 15 December 1917, S. 700, is opgedragen aan den Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel.  142 - Landbouwscholen. Middelbare — 14 Amanuensis. Amanuensis-conciërge — 18 Ambtenaar van Administratie — B Directeuren en leeraren. Land- en tuinbouwwinterscholen. Rijks — 10 Amanuensis-conciërge — B Directeuren en Leeraren. Landsdrukkerij. Algemeene — 13 Klerk — 25 Adjunct-commies — 29 Meesterknecht in de zetterij. Idem in de drukkerij. Idem in de binderij — 32 Commies — 45 Onderdirecteur. Hoofdcommies — 60 Directeur. Landsgebouwen. 3 Opperman - 4 Bode - 6 Werkman - 8 Schrijver — 10 Ambtenaar voor bijzondere diensten, klasse B - 13 Klerk - 14 Meesterknecht - 18 Ambtenaar voor bijzondere diensten, klasse A — 31 Bouwkundig ambtenaar He klasse — 32 Ambtenaar van administratie — 41 Bouwkundig ambtenaar Ie klasse — 49 Bouwkundig hoofdambtenaar. Districtsbouwkundige — 52 Ingenieur. Architect — 57 Adjunct-Rijksbouwmeester — 64 Rijksbouwmeester. Lederindustrie. Rijksproefstation en voorlichtingsdienst ten behoeve van de — Zie: Voorlichtingsdienst. Leerscholen, verbonden aan de Rijkskweekscholen. B Hoofd. Onderwijzer. Legerpredikant. Zie: Oorlog. Loodswezen. 6 He Matroos aan boord van een stoomloodstransportvaartuig. Roeier He klasse. Matroos-kok. Matroos. Hulpstoker — 10 He stoker aan boord van een stoomloodstransportvaartuig. Ie Matroos aan boord van idem. Roeier Ie klasse — 14 Ie Stoker aan boord van een stoomloodstransportvaartuig. Loodskweekeling He klasse. He Stoker aan boord van een stoomloodsvaartuig — 18 Loodsschipper Ile klasse. Kwartiermeester. Machinist-motorist. Ie Stoker aan boord van een stoomloodsvaartuig — 19 Loodskweekeling Ie klasse, le en 2e district. Hulploods te Vlieland en te Harlingen — 25 loodskweekeling Ie klasse, 3e—6e district. Hulploods op verschillende standplaatsen — 27 Bureelambtenaar. Adjunct-commissaris. Amtenaar voor opnemingswerkzaamheden. Binnenloods op Verschillende standplaatsen — 29 Gezagvoerder aan boord van een stoomloodstransportvaartuig. Machinist aan boord van idem. Commissaris van het loodswezen enz. en ontvanger der loodsgelden IHe categorie. Zeeloodsen le en 2e district. Binnenloodsen op verschillende standplaatsen — 30 Binnenloodsen te Rotterdam, Vlissingen en  143 Antwerpen - 31 Bouwkundig ambtenaar Ile klasse - 35 Commissaris van het loodswezen enz. en ontvanger der loodsgelden Ile categorie. Zeeloods, 3e—6e district. Loodsschipper Ie klasse, le en 2e district - 39 Machinist aan boord van een stoomloodsvaartuig - 41 Bouwfundi?I ambtenaar Ie klasse - 46 Inspecteur te Delfzijl. Commissaris van het loodswezen enz. en ontvanger der loodsgelden Ie categorie. Loodsschippers Ie klasse, 3e—6e district - 52 Chef van den bouwkundigen dienst. Luchtvaart. Rijksstudiedienst voor de 64 Directeur. Magazijnen. Centrale — van militaire kleeding en uitrusting. 4. Portier. Bode — 10 Meestér-schoenmaker. Meestér-zadelmaker. Opzichter. Concierge-portMsr - 13 Bureelambtenaar He klasse - 14 Meestér-kleermaker - 25 Bureelambtenaar Ie klasse - 29 Bureelchef - 43 Keurmeester 52 Keurmeester-technoloog. , Magazijnen der artillerie te Delft. -13 Bureelambtenaar. Magazijn. Rijks — van geneesmiddelen. 4 Portier - 10 Opzichter van de instrumentenkamer. Conciërge-portier - 13 Bureelambtenaar He klasse - 19 Machinist - 25 Bureelambtenaar Ie klasse. r- :■ Marine. Adspirantenschool der — te Dordrecht. B Burgerleeraar. Marlnebakkerlj te Willemsoord. 29 Administrateur. Marine-etablissement. 14 Amanuensis bij de scheikunde - 44 Scheikundige - 45 Hoofdcommies - 60 Adviseurscheikundige. Marine. Koninklijk instituut voor de — 10 Amanuensis voor de scheikunde - 18 Amanuensis voor natuurkunde, tevens instrumentmaker — B Hoogleeraar, hoofd van onderwijs. Burgerleeraar. Maten en gewichten. Toezicht op de — 6 Bediende - 26 Adjunct-ijker - 44 Ijker 49 IJker, chef van dienst - 55 Inspecteur van het ijkwezen. Meteorologisch instituut. Koninklijk Nederlandseh — i*xü ¥erk (soIljijver) - 14 Instrumentmaker 15 Rekenaar - 19 Observator. Idem te Helder en te Vlissingen. Ie Rekenaar - 25 Adjunct-  144 — secretaris. Ie Instrumentmaker. Ie Observator 32 Secretaris - 52 Adjunct-directeur - 57 Directeur - 64 Hoofddirecteur — C Observator te Groningen. Idem te Maastricht. Middelbare Landbouwscholen. Zie: Landbouwscholen.Mijnen en groeven. Staatstoezicht op de — 4 Bode - 13 Klerk - 25 Bureau-ambtenaar 34 Chef de bureau - 36 Opzichter - 56 Ingenieur — 64 Hoofdingenieur. Mijnraad. 28 Bureelambtenaar — C Secretaris. Militaire academie. Koninklijke — 10 Amanuensis - 13 Assistent-bibliothecaris 32 Bibliothecaris - B Hoogleeraar, hoofd van onderwijs. Burgerleeraar. Militaire bureaux. 2 Vaste knecht aan het bureau van den chef van den generalen staf. Idem aan het bureau van den hoofdintendant. Idem aan het bureau van den directeur der militaire verkenningen. Idem aan het bureau van den inspecteur van den geneeskundigen dienst der landmacht - 4 Bode bij een militair bureau en bij elk der bovengenoemde bureaux - 13' Bureelambtenaar aan het bureau van den inspecteur der infanterie - 25 Adjunct-commies aan het bureau van den inspecteur van den geneeskundigen dienst der landmacht - 28 Opzichter-bureelambtenaar aan het bureau van den Stellingcommandant te Amsterdam. Idem aan het bureau van den commandant der Nieuwe Hollan sche Waterlinie - 32 Commies aan het bureau van den inspecteur van den geneeskundigen dienst der landmacht 45 Hoofdcommies aan het bureau van den inspecteur van den geneeskundigen dienst der landmacht. Begistrator aan het bureau van den chef van den generalen staf. - 53 Referendaris aan het bureau van den inspecteur van den geneeskundigen dienst der landmacht. Militair rechterlijke macht. 2 Knecht of portier - 4 Bode - 10 Conciërge, tevens kamerbewaarder bij het Hoog Militair Gerechtshof. Conciërge, tevens bode - 13 Bijksklerk He klasse bij de militaire rechtscolleges en parketten - 14 Exploiteur bij het H. M. G. - 25 Rnksklerk Ie klasse bij de militaire rechtscolleges en parketten - 34 Commies ter griffie van het H. M. G. . Militie. C Militiecommissaris. Monteurs. Opleidingsschool voor — B Onderwijzer.  145 ■ Monumentenzorg. Rijksbureau voor de — 13 Klerk -18 Bouwkundig teekenaar - 25 Assistent van den secretaris. Opzichter-teekenaar — 37 Architect-teekenaar. Commies. -44 Architect - 49 Onderdirecteur - 60 Directeur. . Muntbedrijf. Staats — 13 Bode-klerk - 25 Adjunct-commies. Adjunct-boekhouder - 26 Opzichter. Controleur 29 Ie assistent-stempelBnijder. Mechanicus der muntfabricage '— 32 Chef van administratie. Boekhouder - 34 Meohanicus bij de stempelen medaillewerkplaats - 45 Scheikundige bij de muntfabricage. Inspecteur - 53 Chef der muntfabricage - 55 Ie Scheikundige', chef der afdeeling contröle - 66 Muntmeester — C Stempelsnijder. Museum „Huls Lambert van Meerten" te Delft. 14 Conciërge — O Directeur. Museum H. W. Mesdag. 4 Assistent — G Directeur. Nederlandsche Bank. G Koninklijk commissaris. Nederlandsen-Indische bestuursacademie. Zie: Bestuursacademie. Nederlandsen instituut voor geschiedkundig en kunsthistorisch onderzoek te Rome. G Secretaris. Tijdelijk directeur. , Nederlandsche Staatscourant. Zie: Staatscourant. Nijverheidslaboratorium. Zie: Voorlichtingsdienst. Normaallessen. Rijks —- B Onderwijzer. Normaal schietschool. Zie: Schietschool. Normaalschool. Rijks — voor teekenonderwijzers. 4 Assistent - 10 Amanuensis. Octrooiraad en Bureau voor den industrieelen eigendom. 2 Vaste knecht of portier - 4 Bode - 8 Schrijver — 13 Technisch adjunot-assistent. Adjunctassistent. Administratief ambtenaar Hle klasse - 25 Assistent Ile klasse. Administratief ambtenaar He klasse - 31 Teohnisch assistent Ile klasse - 32 Assistent Ie klasse. Administratief ambtenaar Ie klasse - 36 Bibliothecaris - 41 Technisch assistent Ie klasse - 43 Juridisch ambtenaar Ile klasse - 45 Teohnisch hoofdassistent. Hoofdassistent. Administratief S. & J. n°. 93, 2° dr. 10  - 146 - hoofdambtenaar. Chef van het bureau Aanvragen en Inlichtingen b. h. bureau voor den ind. eigendom — 52 Juridisch ambtenaar Ie klasse. Ingenieur - 53 Chef van den administratieven dienst - 60 Lid van den Octrooiraad — 62 Gewoon lid van den Octrooiraad, tevens lid van het college van directeuren — 64 Voorzitter van den Octrooiraad. Onderwijsgebouwen. 4 Bode - 13 Klerk - 25 Adjunct-commies 31 Bouwkundig ambtenaar Ile klasse — 32 Commies — 41 Bouwkundig ambtenaar Ie klasse — 49 Districtsbouwkundige. Bouwkundig hoofdambtenaar — 52 Ingenieur. Architect — 53 Ingenieur-afdeelingschef. Architect-afdeelingschef — 57 Adjunct-Rijksbouwmeester - 64 Rijksbouwmeester. Onderwijsraad. 13 Klerk — 45 Secretaris. Ontplofbare stoffen. Korps geleiders van — 3 Geleider - 29 Commandant. Ontsmettingsdienst. Zie: Quarantainedienst. Oorlog. 45 Legerpredikant. Aalmoezenier — 54 Legerpredikant in algemeenen dienst. Hoofdaalmoezenier. Opleiding bij de zeemacht. Zie: Zeemacht. Opleidingsschool voor monteurs. Zie: Monteurs. Opvoedingsgestichten. Rijks — voor jongens. 3 Beambte voor huishoudelijke diensten 10 Beambte bij het vakonderrioht. Beambte in algemeenen dienst. Kok - 13 Klerk - 14 Ziekenverpleger. Werkmeester - 18 Huismeester — 26 Opvoedend ambtenaar. Commies 28 Leeraar - 29 Hoofd van dienst. Commies ter directie - 30 Bedienaar van den godsdienst (hoofdbetrekking) - 34 Hoofd van onderwijs 35 Adjunct-directeur - 42 Hoofdcommies ter directie - 56 Directeur — C Geneesheer (nevenbetrekking). Opvoedingsgestichten. Rijks — voor meisjes. 10 Vrouwelijke beambte in algemeenen dienst en voor den huishoudelijken dienst. Beambte in algemeenen dienst - 13 Klerk - 14 Werkmeesteres. Assistente-18 Vakleidster - 25 Commies—34 Hoofd van onderwijs — 45 Directrice— B Onderwijzer(es) - G Geneesheer (nevenbetrekking). Ornitologische dienst. Zie Phytopathologieshe dienst.  147 - Penningkabinet. Koninklijk — 8 Schrijver - 33 Onderdirecteur - 45 T>iI . recteur. Pensioenraden. 2 Vaste knecht - 4 Bode - 8 Schrijver op I jaarioon - 13 .Klerk - 25 Adjunct-conunies f 32 Commies - 45 Hoofdcommies - 53 Referendaris - 57 Secretaris. Phytopathologische dienst. 8 Schrijver - 10 Amanuensis He klasse 14 Amanuensis Ie klasse. Amanuensis-concierge - 19 Technisch ambtenaar Ile klasse - 25 ; Ambtenaar van administratie of adjunct-commies - 26 Controleur - 29 Technisch ambtenaar leklasse - 52 Phvtopatholoog. Omitoloog 60 Inspecteur, hoofd van den phytopathologischen dienst - C Adjunct-ph^topatholoog. Adjunct-ofnitoloog. 8 t Politie. Rijks — 10 Rijksveldwachter. Rijksveldwachter-iacht??ZIe5eï "i4 Rijksveldwachter-brigadier 18 Kijksveldwachter-brigadier-majoor - 25 trrenscommissaris te Zevenaar. Bijksveldwachter-rechercheur - 34 Commissaris, ambtenaar i het Rijksbureau betr. de bestrijding van I ?en, jroowenhandel en van den handel in ontuchtige uitgaven - 45 Districts-commandant tevens Inspecteur der Rijksveldwacht. Po^T*11- telegrafie en telefonie. Staatsbedrijf 2 Vaste knecht bij het Hoofdbestuur. Werkma5 1ie Mas!? (waaronder magazijnwerkman) 3 Werkman Ie klasse (waaronder Ie magazijn- ; Pn^^lr- 4 -^e bi-ï het Hoofdbeltum-. ; Portier. Magazijnbediende aan het magazijn van postzegels - 5 Telefonist He klasse bij den ' Zni, ^enSt « 6 ^gazijnbediende b# het - Hoofdbestuur. Besteller. Vakwerkman He klasse. Stoker Ile klasse - 8 Schrijver op jaarloon H1JrhTTTÏ0MdbeStUUr- Schrijver-9Kantoorhou? fZr-MUasse - 10 Zaalwachter. Kantoor. I knecht. Vakwerkman Ie klasse. Stoker Ie ' TUU. M°nteïï Sf kJa?se" Instrumentmaker ► T&h& Tv. r 3 5erk W he* Hoofdbestuur. T^Sfi^TTer-, ^toorbediende ne klasse. Telegrafist He klasse. Telefonist Ile klasse 7? aen1_lnterlooalen dienst. Teekenaar He klasse . Bureelambtenaar He klasse. Expedi- whefmagaziJnbèdiende bij het Hoofdbestuur. Magazijnopzichter. Monteur Ie klasse fcstrumentmaker Ie klasse. Vakwerkman-voo?: , man. Stoker-voorman - 15 Assistent. Conducteur. Hoofdbesteller - 16 Kantoorhouder He W TT~^Ü Amanuensis bij het archief van het Hoofdbestuur - 19 Chef-monteur. Chefinstrumentmaker. Chef-expediteur. Machinist 20 Klerk -■ 21. Kantoorbediende Ie klasse. HnXafist, Ie Wa88e- Telefonist Ie klasse. Hoofdconducteur - 22 Kantoorhouder Ie klasse t- 16 Boekhouder. Teekenaar Ie klasse - 25 10*  151 Rijkskeuringsdienst van voor uitvoer bestemd vleeseh. Zie: Keuringsdienst. Rijks kustverlichting. Zie: Kustverlichting. Rijkskweekscholen voor onderwijzers en onderwijzeressen. Zie: Kweekscholen. Rijkskweekscholen voor vroedvrouwen. Zie: Vroedvrouwen. Rijksiandbouwhuishoudsehool „De Rollecate". Zie: Landbouwhuishoudschool, Rijkslandbouwproefstations, met inbegrip van het Rijksboschbouwproefstation. Zie • Landbouwproefstations. Rijksland- en tuinbouwwinterscholen. Zie: Land- en tuinbouwwinterscholen. j Rijksmagazijn van geneesmiddelen. Zie: Magazijn. Rijksmuseum. 2 Werkman - 4 Opzichter - 6 Onderconcierge. ±Sehanger. Timmerman". Metselaar-leidekker, bchilder-glazenmaker. Tuinman-stoker. Stoker Tuinman - 13 Klerk - 14 Technisch assistent Ile klasse. Machinist - 19 Hoofdopzichter 25 Ambtenaar van administratie - 29 Wetenschappelijk assistent. Technisch assistent Ie klasse (restaurateur van schilderijen) - 32 Bouwkundig opzichter - 34 . Conservator bij het Knksprentenkabinet - 45 Onderdirecteur 53 Directeur - 64 Hoofddirecteur, tevens directeur van het Rijksmuseum van schilderijen. Rijksnormaallessen. Zie: Normaallessen. Rijksnormaalschool voor teekenonderwijzers. Zie: Normaalschool. • Rijksopvoedingsgestichten. Zie: Opvoedingsgestichten.Rijkspolitie. Zie: Politie. Rijkspostspaarbank. 1 Aspirant-klerk - 2 Vaste knecht. Nacht7n wr ü-4 ?°de, _ 6 diende. Vakarbeider 10 Machinist-vakman - 13 Klerk - 25 Adiunctcommies - 32 Commies. Magazijnchef - 45 Hoofdcommies - 53 Beferendaris - 60 Onderdirecteur - 64 Directeur. Rijksproefstation en voorlichtingsdienst ten behoeve van de lederindustrie. Zie: Voorlichtingsdienst. Rijks rietvlechtschool te Noordwolde. ZieRietvlechtschool. 's Rijks schatkist. Zie: Schatkist. Rijks schoenmakers- en leerlooiersschool te Waalwijk. Zie: Schoenmakers- en leerlooiersschool. KUKsmagazijn van geneesmiddelen. Zie: Ma-  166 - 5. 1. Wij benoemen de in artikel 2 lid 1 onder b genoemde leden en hunne plaatsvervangers. 2. De benoeming geschiedt voor 2 jaar, voor de eerste maal tot 1 Januari 1922. 3. Indien tusschehtijds een lid of plaatsvervanger uitvalt, wordt een nieuw lid of plaatsvervanger benoemd voor den tijd, dat de uitgevallene nog had moeten zitten. 4. 1. De leden en hunne plaatsvervangers, genoemd in artikel 2, lid 1 onder c, worden aangewezen als .volgt: o. door het Permanent Comité uit de bij het Christelijk Nationaal Vakverbond aangesloten organisaties van personeel in publieke diensten, inzake verbetering reohtstoestand en salarieering : een tweetal leden en een tweetal plaatsvervangers ; b. door de Centrale van Hoogere Rijksambtenaren : een tweetal leden en een tweetal plaatsvervangers; c. door het Comité ter behartiging van de algemeene belangen van Overheidspersoneel: een tweetal leden en een tweetal plaatsvervangers ; d. door den Nederlandschen Federatieven Bond van personeel in Openbaren dienst: een tweetal leden en een tweetal plaatsvervangers ; c. door de Boomsch-Katholieke Centrale van Burgerlijk Overheidspersoneel: een tweetal leden en een tweetal plaatsvervangers; /. - door de Centrale van Vereemgingen van personeel in 's Rijks dienst: een tweetal leden en een tweetal plaatsvervangers ; q. door het Comité van Neutraal Overheidspersoneel : een tweetal leden en een tweetal plaatsvervangers. 2. De in het eerste lid bedoelde organisaties geven aan Onzen Minister van Justitie schriftelijk van de aanwijzing kennis. F. De in artikel 4 bedoelde organisaties doen aan Onzen Minister van Justitie mededeeling van hare statuten en van de daarin aangebrachte wijzigingen. Zij geven in den aanvang van ieder kalenderjaar aan dien Minister kennis van het aantal harer leden. 6. 1. De benoeming der in artikel 2, lid 1, onder c bedoelde leden en van hunne plaatsvervangers geschiedt voor 2 jaar, voor de eerste maal tot 1 Januari 1922. 2. Indien tusschentijds een lid of een plaatsvervanger uitvalt, wordt door de organisatie, welke de benoeming deed, een nieuw lid of plaatsvervanger benoemd voor den tijd, dat de uitgevallene nog had moeten zitten. 7. 1. De voorzitter wordt met algemeene stemmen door de commissie benoemd. 2. De benoeming heeft plaats binnen een maand na de eerste vergadering. 3. Indien de benoeming niet binnen den in lid 2 gestelden termijn plaats vindt, geschiedt de benoeming door Ons. 4. De benoeming geschiedt voor 3 jaar, voor de eerste maal tot 1 Januari 1923.  167 - 5. Indien de voorzitter tusschentijds uitvalt, wordt een nieuwe voorzitter benoemd voor den tg d dat de uitgevallene nog had moeten zitten, ivf b?Pallngen van het eerste, tweede en derde lid vinden daarbij overeenkomstige toepassing met dien verstande, dat de commissie binnen een maand na het ontstaan van de vacature de benoeming moet doen. 6 De bepalingen van het eerste, tweede derde, vierde en vijfde lid vinden op de benoeming van eenen plaatsvervangenden voorzitter overeenkomstige toepassing. 7. Ingeval van afwezigheid, belet of ontstentenis van den voorzitter wordt hij, bij gebreke van den plaatsvervangenden voorzitter, vervangen door het in leeftijd oudste lid uit de door Ons benoemde leden. 8. 1. De commissie dient van advies over de onderwerpen, haar door eenen Minister voorgelegd. Zij is bovendien bevoegd ambtshalve advies uit te brengen. ?. Indien zij, door wie gevoelens zijn uitgebracht, afwijkende van dat der meerderheid, zich hebben voorbehouden afzonderlijke adviezen over te leggen om te worden gevoegd bij het advies der commissie, zijn zij verplicht die adviezen, onderteekend, zoo tijdig aan den secretaris ter hand te stellen, dat de inzending van het advies der commissie daardoor geenerlei vertraging onderga. 3. Indien de stemmen over een advies staken, worden met dit advies tevens de adviezen van de leden, die tegenstemden, ingezonden. 4. Adviezen, door eenen Minister gevraagd, worden uitgebracht binnen den tijd, in het verzoek om advies bepaald. 5. De uitgebrachte adviezen worden toegezonden aan Onzen Minister van Justitie, die ze verder aan den bij de aangelegenheid betrokken Minister doet toekomen. 9. 1. De commissie vergadert op plaats, f erLuur door den voorzitter te bepalen. > c\ vergaderingen worden in den regel te s Uravenhage gehouden. 3. De voorzitter is verplicht de commissie bijeen te roepen, indien vier leden het verlangen daartoe te kennen geven. 4. Hij leidt de vergaderingen ; hij heeft een adviseerende stem. 5. Hij- kan, met goedvinden van de commisiaten andere personen in de vergadering toe- 10. 1. De commissie stelt een reglement van orde vast. 2. Elk der in artikel 2. lid 1 onder 6 genoemde leden brengt ééne stem uit. Ieder tweetal der in artikel 2, lid 1 onder c genoemde leden brengt te zamen ééne stem uit. Indien een tweetal niet tot overeenstemming komt, wordt het geacht blanco te stemmen. 3. De voorzitter doet door den secretaris een verslag opmaken, bevattende eene beknopte samenvatting van het in de-vergaderingeh ver-  168 handelde. Uit verslag is openbaar, tenzij de commissie tot geheele of gedeeltelijke geheimhouding besluit. 11. 1. De secretaris en de adjunct-secretarissen worden door Onzen Minister van Justitie benoemd. 2, De benoeming geschiedt voor 3 jaar, voor I de eerste maal tot 1 Januari 1923. 3. Indien de secretaris of een der adjunctsecretarissen tusschentijds uitvalt, wordt een nieuwe titularis benoemd voor den tijd, dat de uitgevallene nog had moeten zitten. 12. 1. Aan den voorzitter, de leden, hunne plaatsvervangers, den secretaris en de adjunctsecretarissen kan door Ons eene toelage of een vacatiegeld worden toegekend. 2. De voorzitter, de leden, de plaatsvervangers van den voorzitter en van de leden, de secretaris en de adjunct-secretarissen worden j ten aanzien van reis- en verblijfkosten op den- zelfden voet behandeld als de leden eener bij Koninklijk besluit ingestelde commissie.1 13. 1. De bijzondere commissiën voor georganiseerd overleg, van 's Rijkswege ingesteld of nog in te stellen voor een dienstvak of een onderdeel van een dienstvak, dienen uitsluitend van advies over aangelegenheden, welke alleen voor de ambtenaren (werklieden inbegrepen) van dat' dienstvak of onderdeel van belang ',i zijn. 2. Indien het dienen van advies over de aangelegenheid, waarover het advies van eene oommissie voor georganiseerd overleg is gevraagd, niet tot hare bevoegdheid behoort, verzoekt zij het betrokken gezag de aangelegenheid j bij de bevoegde commissie aan te brengen. 3. In geval van twijfel beslist de centrale ,| commissie van overleg, of het dienen van ad- ff vies over eene aangelegenheid tot hare bevoegdheid of tot die van een der bijzondere commissiën voor georganiseerd overleg behoort. Indien de stemmen staken, beslist de voorzitter. 4. Het bevoegd gezag treft de vereischte voorzieningen ten einde te verzekeren, dat de centrale commissie voou georganiseerd overleg kennis krijgt van de aangelegenheden, door de bijzondere commissiën behandeld. 14. Dit besluit treedt in werking op een door Ons te bepalen tijdstip. 2 Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit, hetwelk in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift 1 Het eerste lid van dit artikel is bij besluit van 8 Juli 1920, S. 435, gerekend van 25 Februari 1920, aldus nader vastgesteld. E Bij besluit van 26 Januari 1920, S. 40, bepaald op 1 Februari 1920.  169 - zal worden gezonden aan den Raad van State en. aan de Algemeene Rekenkamer. s-Gravenhage, den 20sten December 1919 „ ... . : - WILHELMINA JJe Minister.v. Justitie, Heemskerk. Ue Minister van Buitenlandsche Zaken, dm-, r> Van Karnebebk. ue minister van Binnenlandsche Zaken, nu - rüys de be»kïnbrouck. ue Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetens°^PPe«; . J. Th. de Visser. De Minister v. Marine, H. Bijleveld Jr. Ue Minister van Financiën, n .-: De Vries. De Minister van Oorlog, Alting von Getjsau. De Minister van Waterstaat, F>eM;„ -, r Jt A. A. H. W. K.önig. ue m intsier van Landbouw, Nijverheid en Handel, n, . . H. A. v. Usselsteijn. De Minister van Arbeid, Aalberse De Minister v. Koloniën, De Graapf. (Uitgeg. 29 Dec. 1919.) Besluit van 1 October 1920, S. 768, houdende wijziging van het Bezoldigingsbesluit Bur' fo &m R'j^mbtenaren 1920 (Staatsblad Wtj WILHELMINA, enz Op de voordracht van Onzen Minister van den a"dsohe Za.ken' tijdelijk Voorzitter van den Raad van Ministers, van den 24 Juni 1920 ieu overeenkomstig het bepaalde bij artikel 24 van dit besluit, wordt het, met redef^f^' pdflktÜdte met het advies in het Staatsblad geplaatst." Art. II. Artikel 23 van voornoemd Bezoldigingsbesluit worde gelezen als volgt • ■ „Adviezen, de salarisregeling betreflende,  170 ■ wórden uitgebracht door de centrale commissievoor georganiseerd overleg in ambtenarenzaken." Art. Hl. De artikelen 25 tot en met 29 van voornoemd Bezoldigingsbesluit vervallen. Art. IV. In bijlage A van voornoemd Bezoldingsbesluit vervallen in de hieronder te noemen schalen, onder het hoofd: „Binnenlandsche Zaken" de woorden : „de Salariscommissie voor burgerlijke Bijksambtenaren", benevens daaronder : in schaal 2 : „Vaste knecht", in schaal 4 : „Bode", ' in schaal 8: „Schrijver op jaarloon", in schaal 13: „Klerk", in schaal 25: „Adjunct-Commies", in schaal 32: „Commies", ih schaal 45: „Ile Secretaris", in schaal 53 : „Ie Secretaris". Art. V. In bijlage A van voornoemd Bezoldigingsbesluit, wordt in de hieronder te noemen schalen ingevoegd, telkens aan het slot der onder het hoofd : „Justitie" genoemde rubrieken : de woorden : „Centraal Bureau van voorbereiding voor ambtenarenzaken", benevens daaronder : in schaal 2 : „Vaste knecht", in schaal 4 : „Bode", .- ' in schaal 8 : „Schrijver op jaarloon", in schaal 10 : „Bode-concierge", in schaal 13 : „Klerk", in schaal 25 : „Adjunct-Commies", in schaal 32 : „Commies", in schaal 45: „Hoofdcommies", in schaal 53 : „Onderdirecteur". in schaal 62 : „Directeur". Art. VI. Dit besluit treedt in werking met ingang van den tweeden dag na dien der dagteekening van het Staatsblad waarin het is geplaatst. ... Onze Ministers zijn, ieder voor zooveel zijn Departement van Algemeen Bestuur aangaat, belast met de uitvoering van dit besluit, het welk in het Staatsblad zal worden geplaatst, en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de onderscheidene Ministerieele Departementen, aan den Baad van State, en aan de Algemeene Eekenkamer. Het Loo, den lsten October 1920. WILHELMINA. De Minister van Binnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter van den Baad van Ministers, Ch. Buys de Beerenbroück. (Vitgeg. 7 Ocl. 1920.) Bes'-THT van 4 Ocwber 1920, S. 772, tot instelling van een centraal bureau van voorbereiding voor ambtenarenzaken. Wij WILHELMINA, enz. Op de voordracht van Onzen Minister van  ■ 171 f Justitie van 1 October 1920, 2de afdeeling A h°. 908; ' Overwegende, dat het wenschelijk is gebleken, dat de Centrale commissie voor georganiseerd f . overleg in ambtenarenzaken wordt bijgestaan door een bureau ; Hebben goedgevonden en verstaan : Art. 1. Er wordt ingesteld een centraal bureau van voorbereiding voor ambtenaren■ zaken. 2: De leiding van het bureau berust bij eeu directeur. IDe directeur moet op eene Rijks- of daarmede gehjkgestelde Nederlandsche Universiteit den graad van doctor in de rechts- of staatswetenschap verkregen hebben. 3. Het verdere personeel bestaat ten hoogste l. eén onderdirecteur; 2. twee hoofdcommiezen; 3. vijf commiezen, adjunct-commiezen of klerken; 4.. één concierge-bode ; 5. drie schrijvers op jaarloon ; 6. één bode; 7. één vaste knecht. I u *' ^e aiUDtenaar, genoemd in artikel 2, jf. benevens de ambtenaren, genoemd in artikel 3* I onder 1 tot en met 3, met uitzondering van dê , klerken, worden door Ons, die, genoemd inartikel 3, onder 4 tot en met 6, benevens de klerken ■ worden door Onzen Minister van Justitie befpnoemd, geschorst en ontslagen. De benoeming geschiedt, de Centrale comI missie voor georganiseerd overleg in ambte- ■ narenzaken gehoord. 5. Aan het bureau kunnen, in overleg met I Onzen Minister van Justitie, door den betrokken RiMmtster onder hem ressorteerende ambtenaren I tajdeujk worden werkzaam gesteld. 6 Het bureau bereidt, ingevolge daartoe ; strekkende opdracht van den voorzitter der Centrale commissie voor georganiseerd overleg in ambtenarenzaken, door deze commissie uit te brengen adviezen voor. Bovendien verricht het büreau de werkzaam- ■ heden, rakende ambtenarenzaken, welke daaraan door Onzen Minister van Justitie worden opgedragen. 7. De directeur van het bureau of diens ? plaatsvervanger is, voor zoover de in artikel 6 lid 1, bedoelde werkzaamheden betreft, aan den' voorzitter van de Centrale commissie voor gewolmaniseerd overleg in ambtenarenzaken onder'geschikt. Onverminderd deze ondergeschiktheid, is hij voor den goeden gang van zaken verantwoordetijk aan Onzen Minister van Justitie. 8. Bij de eerste benoeming der ambtenaren van het bureau blijft artikel 4, 2de lid, buiten toepassing. 9. Dit besluit treedt in werking met ingang van den tweeden dag na dien der dagteekening van het Staatsblad, waarin het is geplaatst?  192 voerrechlen en accijnzen" vervalt: „Assistent . In schaal 21 wordt onmiddellijk na de vermelding van de bedragen der schaal ingevoegd : - Financiën. Directe belastingen, invoerrechten en accijnzen. Assistent. In schaal 26 wordt na de vermelding opgenomen onder „Havenarbeid" ingevoegd : Rijksverzekeringsbank. lioonlijst-controleur. In schaal 52 vervalt de afdeeling : „Departementen van Algemeen Bestuur, Hooge Collegesvan Staat en Kabinet der Koningin." In schaal 56 wordt onmiddellijk na de vermelding van de bedragen der schaal ingevoegd : Departementen van Algemeen Bestuur, Hooge Colleges van Staat en Kabinet der Koningin. Commies-griffier bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal. In schaal 64 wordt na de vermelding opge•nomen onder „Rijksseruminrichting" ingevoegd : Instituut voor Brandstoffèneconomie. Directeur. E. Gerekend van 1 Januari 1921 : In bijlage A: .ln schaal 8 wordt onder „Departementen van Algemeen Bestuur, Hooge Colleges van Staat en Kabinet der Koningin" ingevoegd: . Schrijver óp jaarloon bij de Kanselarij der Nederlandsche orden. In schaal 8 wordt na de vermelding opgenomen onder „Koninklijk Penningkabinet ingevoegd : Bijksschooltoezicht. Schrijver bij het toezicht op het lager onderwijs. In schaal 13 wordt na de vermelding opgenomen onder „Onderwijsraad" ingevoegd: Bijksschooltoezicht. Klerk bij het toezicht op het lager onderwijs. In schaal 25 onder „Departementen van Algemeen Bestuur, Hooge Colleges van Staat en Kabinet der Koningin" vervalt: Secretaris van de Kanselarij der Nederlandsche orden. In schaal 25 wordt aan het slot der afdeeling „Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen" ingevoegd : Bijksschooltoezicht. Adiunct-commies bij het toezicht op het lager onderwijs. In schaal 32 wordt na de vermelding opgenomen onder „Onderwijsgebouwen" ingevoegd :  193 Rijksschoóltoezicht. Commies bij het toezicht op het lager onderwijs. In schaal 34 wordt onmiddellijk na de ver; melding van de bedragen der schaal ingevoegd : Departementen van Algemeen Bestuur, Hooge Colleges van Staat en Kabinet der Koningin. frden.arlS ^ de KanselariJ der Nederlandsche In schaal 44, onder „Departementen van AlaeZ%jTUrï H™^,Colleges van Staat en Kabinet der Koningin" vervalt • sïsabij de Eerste' d- vJSrl^" 43 wordt"nder het hoofd „Rijkswaterstaat voor „Havenmeester van "den Botterdamschen Waterweg" gelezen : „Eerste Rijkshavenmeester van den8 Waterweg van Kampen aan de Lek langs Rotterdam8 rlTr In schaal 46 wordt onmiddellijk na de vermelding van de bedragen der schail ingevoegd : Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. Rijksschoóltoezicht. Schoolopziener bij het lager onderwijs meHi^^i^^*'0"^^1"^ na de vermelding van de bedragen der schaal ingevoegd : Departementen van Algemeen Bestuur Hooge Colleges van Staat en Kabinet der Koningin bij de Eerste ^ der vervalt de afdeeli^* In schaal 55 wordt na de vermeldins omre archieven in de provinciën" ingevoegd : Inspectie Lager Onderwijs. Inspecteur. tijdelijk Voorzitter van .oen Raad :van Ministers van 2 Maart 1927 La. A, Kabinet; ' ' oo^Tn 'vani State gehoord (advies van 22:Maart 1921, n°. 28); Gezien het nader rapport van Onzen Minister voornoemd van 30 Maart 1921, La. A, KabinetOverwegende, dat het wenschelijk wgeble-' ken het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 3,920 {Staatsblad no. ?7)Vte en aan te vullen j j"6«-" Hebben goedgevonden en verstaan : Art. 1 In .voornoemd Bezoldigingsbesluit ' aanïeeL4:hT!gende ™ I. In bijlage A : „ 1a ' ^ 'de'.^te^noemen schalen vervallen onder.Fmanc^ïïirecte Belastingen, Invoer .rechten en Accnnzen, de vermeldingen van de nieronder genoemde ambten • kla^e80 6, f .1400—f 1800, Kommies lilde -In schaal 13, f 1300-f 2300, Bijksklerk Ilde klasseren het. opschrift „Directe B3lastingen Invoerrechten en Accijnzen" kla1sseS.Ch*al'U' f 1600-f 230°. Kommies Ilde ' kla^Ch8*125, f 20°°~f 300°' BiJksklerk 1ste dir^ctte^1 U' i ^m~i *°00. Commies ter 2°..o. In schaal 12, f 1300—f 2100, wordt de vermelding „Rijksklerk lilde klasse" vervangen door „Rflksklerk". in sohaaL4&, f 4000—f 5000, wordt de vermelding „Hoafdcömmies ter directie" ver vangen door „Hoofdcommies" verr„^ SCh*ial 9'- 140°~f 200°' WOrdt ^Óór de vermelding daarin, voorkomende onder Waterstaat , opgenomen Financiën. voornoemd van 30 Maart 1921, La. A, Kabinet j  202 Directie belastingen, invoerrechten en accijnzen. Kommies Ilde klasse. In schaal 17, f 1900—f 2400, wordt vóór de vermelding daarin, voorkomende onder „Oorlog", ingevoegd : FinanciSn. Directe belastingen, invoerrechten en accijnzen. Assistent van den waarborg en de belasting der gouden en zilveren werken. 'In schaal 32, f 2800—f 3800,'wordt onder Financiën na de vermelding daarin, voorkomende onder 's Rijks schatkist", opgenomen : Directe belastingen, invoerrechten en accijnzen. Commies.1 In schaal 62, f 6500—f 7500, wordt na de vermelding. daarin voorkomende onder „Binnenlandsche Z:.ken" ingevoegd : Financiën. Directe belastingen, invoerrechten en accijnzen. Inspecteur van den accountantsdienst, c. Na schaal 24 wordt ingevoegd : SCHAAL 24a. £ 1300—/ 3000, 17 jaar. 17 jaarlijksche verhoogingen van f 100. Financiën. Directe belastingen, invoerrechten en accijnzen. Adjunct-commies. H. In bnlage C. Onder f 1500 wordt „aide-essaieur van den waarborg en de belasting der gouden en zilveren werken" vervangen door surnumerair van den waarborg en de belasting der gouden en zilveren werken, zonder vakexamen. Aan de vermeldingen voorkomende onder „f 1800" wordt toegevoegd : Surnumerair van den waarborg en de belasting der gouden en zilveren werken, met vakexamen. 2. Dit besluit wordt geacht met 1 Januari 1921 te zijn in werking getreden. Onze Ministers zijn, ieder voor zooveel zijn Departement van Algemeen Bestuur aangaat, belast met de uitvoering van dit besluit, hetwelk in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de onderscheidene Ministeriëele Departementen, aan den Baad van. State en aan de Algemeene Rekenkamer. 's-Gravenhage, den lsten April 1921. WIDHELMTNA. De Minister van Binnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzitter van den Baad van Ministers, Ch. Btjys de Beeeenbroüok. (Uitgeg. 18 April 1921). 1 De op 1 Januari 1921 in dienst zijnde commiezen, oud commiezen ter directie, ontvangen geen mindere bezoldiging dan waarop zij bij ongewijzigde rangschikking ih Schaal 34, f 3000 —f4000, aanspraak zouden hebben gehad.  210 ■ In schaal 40 wordt na de vermelding opgenomen onder „Rijkswaterstaat" ingevoegd: Zuiderzeewerken. Technisch ambtenaar. In schaal 40 wordt na de vermelding opgenomen onder „Staatstoezicht op de mijnen en groeven" ingevoegd: Scheepvaartinspectie. Technisch scheepsbouwkundig ambtenaar. In schaal 45 wordt onmiddellijk na de vermelding van de afdeeling „Marine" opgenomen: Vlootpredikant._ Vlootaalmoezenier. In schaal 45 wordt na de vermelding opgenomen onder „Veeartsenijkundige hoogeschool" ingevoegd: V isscherijinspectie. Onderinspecteur Ie klasse. In schaal 45 wordt aan de vermelding opgenomen onder „Rijksverzekeringsbank" toegevoegd : Hoofdcommies bij de contröle op het rekenpkchtig beheer. In schaal 46 vervalt de afdeeling „Landbouw, Nijverheid en 'Handel." In schaal 49 wordt onder „Scheepvaartinspectie" opgenomen: Onderinspecteur. In schaal 52 wordt na de vermelding opgenomen onder „Verificatie van 's Rijks zee-instrumenten te Leiden" ingevoegd: Rijkskustverlichting. Electro-technisch ingenieur. In schaal 52 wordt onder „Registratie, domeinen, hypotheken en kadaster" opgenomen: Ingenieur bij de Rijksdriehoeksmeting. In schaal 52 vervalt onder „Scheepvaartinspectie" : Scheepsbouwkundige. In schaal 55 vervallen de rubrieken „Visscherijinspectie" en „Scheepvaartinspectie". In schaal 55 vervalt onder „Departementen van Algemeen Bestuur, Hooge Colleges van Staat en Kabinet der Koningin"' : Secretaris van den Raad van State. In schaal 57 wordt na de vermelding opgenomen onder „Bijkszuivelinspectie" ingevoegd : „ V isscherijinspectie. Inspecteur. In schaal 57 wordt onder „Scheepvaartinspectie" opgenomen : Inspecteur. In schaal 62 wordt onmiddellijk na de vermelding van de schaal opgenomen : • Departementen van Algemeen Bestuur, Hooge Colleges van Staat en Kabinet de Koningin. Secretaris van den Baad van State. 2°. In bijlage C vervalt onder het vaste bedrag van f 250 de onder dat bedrag voorkomende vermelding van de secretarissen van de armenraden te Hoogezand c. a., Princenhage en Roermond. D. 1° In bijlage A:  211 In schaal 6 wordt na de vermelding opgenomen onder „Koninklijk Kabinet van schilderijen" ingevoegd r Museum B. W. Mesdag. Hoofdassistent. In schaal 8 wordt onder „Koninklijk Penningkabinet" voor „Schrijver" gelezen: Bediende-schrijver. In schaal 10 wordt onder „Bijkswaterstaat" na de vermelding van „(sluiswachter te) St. Andries" opgenomen : Gorinchem (Algemeene Begraafplaats), en na de vermelding van „sluisknecht-telegra- fist te Engelen" : Scheepstimmerman-monteur hij de schipbrug te Vreeswijk. In schaal 13 wordt na de vermelding opgenomen onder „ Verzekeringsraden" ingevoegd : Hooge Baad van Arbeid. Klerk. In schaal 53 wordt na de vermelding opgenomen onder „Koninklijke bibliotheeik" ingevoegd: Museum O. M. Kam te Nümegen. -Directeur. Met wijziging in zooverre van het Koninklijk besluit van 16 December 1920 (Staatsblad n°. 900) wordt de opneming in schaal 64 van het ambt van „Directeur van het Centraal Laboratorium ten behoeve van het Staatstoezicht op de Volksgezondheid", gerekend te zijn ingegaan 1 Januari 1920. 2°. In bijlage C wordt opgenomen na de vermelding onder het vaste bedrag van f 5000 • _ f 5200. Redacteur van het woordenboek der Nederlandsche taal (ten hoogste f 6200). Onze Ministers zijn, ieder voor zooveel zijn Departement van Algemeen Bestuur aangaat, belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de onderscheidene Ministeriëele Departementen, aan den Raad van State en aan de Algemeene Kekenkamer. Hot Loo, den 23sten Mei 1921. WILHELMINA. .y% Minister van Binnenlandsche Zaken' tijdelijk Voorzitter van den Baad van Ministers, Ch. Ruts de Beeeenbrodck. (Uitgeg. 30 Mei 1921).   S.&J. N°.93. 2«dnik. ZEVENDE AANVULLING van het besluk tot vaststelling van regelen ten] aanzien van de bezoldiging van burgerlijke Rijksambtenaren. (BEZOL DIGiN GSBES LUIT.) Besluit van den Visten Juli 1921 g 1010 toudende aanvuUingvan het Bezoldigiagg'. Ri«t-areng19g20 Wij WILHELMINA, enz. Op de voordracht van Onzen Minister van SHtaad1 ™ C M-^' ^'delijk-Voorzitter van t Af Kabinet WferS.' Van 16 Juni 1921' 19DJnliRia92UT 10)f geh°°rd <*d™ ™ Gezien het nader rapport van Onzen Minister voornoemd van 22 Juli 192.1, la. A, Kabinet Overwegende dat het wenschelijk is ge-' bleken het Bezoldigingsbesluit Éurgerlifke Rijksambtenaren 1920 (Staatsblad n° 37) 00 meuw aan te vullen : ' p Hebben goedgevonden en verstaante rekenen van 1 Juli 1921, wordt in bijlage voe™ y°0rn0emd BezoldigingsbesluTt ®! a. onder de vaste bezoldiging van f400 H^lWen^T ^ d6n ^narbeidS i nSi I Telneuzen en te Vlissingen"; b. onder de vaste bezoldiging van f 700 ^rinspeeteur van den LvfnXd te Onze Ministers zijn ieder voor zooveel ziin DelLtZTl™* Algemeen B**»" a4aT oeiast met de uitvoering van dit besluit het welk in het Staatsblad™] worden geplaatst en waarvan afsohrift zal wnrcUr, f!P a aan de ond $-den menten, aan den Raad van State en aan de Algemeene Rekenkamer. Het Loo, den 27sten Juli 1921 n ar- - WILHELMINA. tiiA^iTir ^r van Binnenlandsche Zaken, hjdelyk Voorzitter van den Raad van Minders, uh. kuts de Beerenbrouck. (üitgeg. 19 Aug. 1921.)  216 - In Bijlage A: In schaal 19 wordt na de vermelding opgenomen onder „Loodswezen," ingevoegd : Hydrografie. Kaartbijwerker, gewezen stuurman der Marine. In schaal 46 wordt onder „Hydrografie in plaats van „Hydrograpbisch teekenaar, le cartograaf", gelezen : le cartograaf. C. Met ingang van 1 October 1921 : In bijlage A : In schaal 6 wordt onmiddellijk na de vermelding van de afdeeling „Marine" opgenomen : Rijkswerven. Bavenwachter. Sluiswachter. In schaal 10 wordt onmiddellijk na de vermelding van de afdeeling „Iffimne" opgenomen : Rijkswerven. Machinist-stoker. Bureeloppasser-faoteur. Beambte van politie. . Ih schaal 13 wordt onder „Rijkswerven opgenomen: ïeekenaar 2e klasse. Bureelbeambte 2e klasse. Assistent bij den commies van aanneming. In schaal 14 wordt onmiddellijk na de vermelding van de afdeeüng „Marine" opgenomen : Rijkswerven. Opzichter van politie. Bewaarde; der magazijnen. In schaal 14 wordt na de vermelding opgenomen onder „Marine-etablissement" ingevoegd : Marine-bakkerij te Willemsoord. Meesterknecht. Opzichte.. Machinist. Molenaar. Hosyilaaldienst. Amanuensis. Wijkverpleegster bij den geneeskundigen buitendienst. In schaal 14 wordt na de vermelding opgenomen onder „Loodswezen" ingevoegd: Betonning. Bewaarder bij het Betonningsmagazijn te Vlissingen. In schaal 15 wordt onmiddellijk na de vermelding van de afdeeling „Marine" opgenomen : Rijkswerven. Sasmeester. Verificatie var 's Rijks zee-instrumenten. Amanuensis-rekenaar.