■ na m m l IOTHEEK - fOZ - F - iP !W! D l_ jerlandse sport federatie C| n ka den haag lefoon (070) 63 29 63 L. S. Op bladzijde 17 van het Gedenkboek blijkt de tekst te zijn uitgevallen van art. 3 der Statuten en van art. 2 van het Huishoudelijk Reglement. Voor het juist verband is deze tekst wèl gewenscht en daarom is hij hieronder afgedrukt. Men beware dit inlegblad bij bladzijde 17. Art. 3 Statuten: De Ijsbond „Hollands Noorderkwartier" (IJ. H. N.) stelt zich ten doel de bevordering van de ijssport. De Bond tracht dit doel te bereiken langs wettigen weg en wel door: 1. Veilig, doelmatig, vrij en kosteloos verkeer voor de leden der Afdeelingen op alle Afdeelingsijsbanen (verkeerswegen); 2. Samenwerking tot dit doel tusschen de Afdeelingen van den Bond; 3. Oprichting van ijsclubs, eventueel Afdeelingen, op door den Bond gewenschte plaatsen; 4. Aanwijzing, onderzoek en verdediging van de belangen der Afdeelingen; 5. Snelle bekendmaking van betrouwbare ijsberichten: 6. Het organiseeren en'populariseeren van aanbevelenswaardige ijstochten; 7. Aansluiting, door overeenkomsten, met andere IJsvereenigingen en Bonden. Art. 2. Huishoudelijk Reglement: De Afdeelingen zijn verplicht: le. Gevaarlijke plaatsen af te bakenen; 2e. De ijsbanen aan te leggen en te onderhouden op een breedte van zoo mogelijk minstens 4 meter; 3e. Door borden, aan de grenzen van het gebied eener Afdeeling te plaatsen, bekend te maken waar de baan eener Afdeeling begint of eindigt; 4e. Op die borden, of op afzonderlijke borden te plaatsen het woord „Rechts- houden"; 5e. Handwijzers op de kruispunten te plaatsen met aanduiding van plaatsrichting; 6e. Op de borden duidelijk te doen uitkomen, dat een Afdeeling aangesloten is (IJ. H. N.); 7e. Zoo mogelijk afzonderlijke banen voor arren aan te leggen en die banen door borden aan te wijzen; 8e. Bij het beginnen en het ophouden van werkzaamheden op het ijs, daarvan kennis te geven aan den Districtsvoorzitter en de aangrenzende Afdeelingen; 9e. Voor leden der aangesloten Afdeelingen, op vertoon van de Bondskaart, het rijden op de verkeerswegen vrij te stellen; 10e. Van hare te houden jaarlijksche Algemeene Vergadering kennis te geven aan de betrokken Districtsvoorzitters, met toezending der Agenda. NEDERLANDSE SPORT FEDERATIE, ifd. Research en Sportgeneeskunde (Bibliotheek), 's-Gravenhage, Burgem. Van Karnebeeklaan 6 (telefoon: 632963, toestel 33) Geleend op: [Terug te zenden op: * - ==-= | RS(D): 14 GEDENKBOEK VAN DEN IJSBOND „HOLLANDS NOORDERKWARTIER". 1895-1920. 2 TER INLEIDING. I^É^ifEZE bladzijden worden gewijd aan den IJSBOND „HOLLANDS NOORDER- im'm^wtwfm stand gebracht. Met een paar woorden zou dit zijn te zeggen: „Veel goeds" en die twee woorden bevatten daarbij een niet geringe hulde aan de oprichters van den IJ. H. N. Doch met zulk een uiterst kort relaas mogen wij ons thans niet tevreden stellen; dat zou ondankbaar zijn jegens die oprichters, jegens hen, die later aan den Bond hun zorgen wijdden, jegens den Ijsbond zeiven. , "V; Bij gelegenheid van het 20-jarig bestaan van den IJ. H. N. heeft de toenmalige samensteller van het Jaarverslag in korte, sobere trekken de Bondsgeschiedenis gememoreerd en daarbij schreef hij toen: „Noode weersta ik de verzoeking verdere bijzonderheden uit het leven van den IJ. H. N. aan te halen uit den rijken voorraad aanteekeningen, waartoe de nalezing der notulen mij aanleiding gaf. De stof dient bewaard en verwerkt te worden tot over 5 jaar, wanneer zonder eenigen twijfel het 25-jarig bestaan van den Bond zal worden herdacht en de geschiedschrijver dan niet te veel in herhaling mag vallen. Hij zal dan een dankbare taak hebben, geëvenredigd aan den gerechtvaardigden goeden roep, die van den IJ. H. N. uitgaat." Zoo is het inderdaad: „een dankbare taak, geëvenredigd aan den gerechtvaardigden goeden roep". Doch het is „dien goeden roep" niet alleen, het is het goede werk van den Bond en de organisatie, die te loven vallen. Alvorens echter daarover in den breede te gewagen, doen we een greep uit de inleiding, die onze Voorzitter, de heer S. Th. Minnema, den 20 December 1905 te Enkhuizen heeft gehouden, toen tevens het 10-jarig bestaan van den IJ. H. N. — eenvoudig weg — werd herdacht. Juist om tal van oude herinneringen tevens is dat opstel hier plaatsing overwaard. KWARTIER", omdat er alle reden is om bij het einde van de eerste 25 jaren van zijn bestaan een terugblik te werpen op hetgeen in die kwart eeuw is tot 3 4 DE STICHTINGSGESCHIEDENIS VAN DEN IJ. H. N. 5 6 IETS UIT DE GESCHIEDENIS VAN DEN IJ. H. N. t ^^^ffilET was in den winter van 1888. §j|l|lijl|| Nederland had een nieuwe Kieswet gekregen. Overal in den lande werden lllPilÉlli kiesvereenigingen opgericht, misschien om de nieuwe kiezers voor te lichten, misschien om ze een beetje onder de plak te houden, misschien ook wel tot heil van land en volk. Te Oudendijk zou ook zoo'n kiesvereeniging opgericht worden. 't Winterde knapjes, — „de ringsloot was sterk" en „Schermerboezem stroomde niet meer". 'tHad vrij wat gesneeuwd; er was mooi ijs, maar 't was goed verborgen onder een dikke sneeuwlaag. In zoo'n tijd heeft een Oudendijker bouwer uit Beschoot niets te doen dan boonen lezen, voor zijn vrouw aardappelen schillen en op den dijk staan tot hij verkleumd is. Twee van die bouwers, Teeuwis Schouten en Piet Homan, doen nog iets meer; ze gaan op de ringsloot en vegen een baantje, misschien van 2 M. breed, opdat hun jongens kunnen leeren schaatsenrijden. In dat gedeelte van het dorp was bij goed ijs altijd een goed baantje en de kinderen uit die buurt leerden dan scharrelen en rijden. En nu, — de baan is weer klaar en een van die twee mannen zorgt verder voor het baantje, en terwijl hij dat doet, denkt en peinst hij over meer en beter. Hij is ziener en werpt een blik in de toekomst; hij ziet zijn baantje zich verbreeden tot minstens 4 M.; hij ziet zijn baan zich verlengen tot Avenhorn, tot Tolhek, tot Beetsbrug, tot bij Scharwoude; hij ziet een breede baan, wriemelende en krioelende van groot en klein; hij ziet in zijn kleine gemeente de eiken winter terugkeerende werkeloosheid bedwongen; hij ziet dat alles voor zijn geestesoog zich niet alleen ontwikkelen, maar reeds klaar. Hij is voor zich overtuigd, dat dit alles kan, dat het niet bij een droombeeld behoeft te blijven, doch werkelijkheid kan worden. Maar, dan moet er te Oudendijk een ijsclub komen. En op denzelfden avond van 3 Januari 1888 en in dezelfde vergadering, toen de kiesvereeniging werd opgericht, kwam ook de ijsclub tot stand. Den volgenden dag had elk den mond vol van de kiesvereeniging en over de ijsclub hoorde men niets. Een eenvoudig schouderophalen, een minachtend glimlachje, meer verdiende dat ding niet. 7 Evenwel onze eerste baanveger had zijn doel bereikt, of liever hij zag, dat hij nu zijn doel bereiken zou. Anderen zijner medeburgers, die later ook het belang der zaak inzagen, hebben hem trouw bijgestaan en geholpen, maar zonder eenige overdrijving meen ik hier te mogen zeggen Teeuwis Schouten was en bleef de ziel van de IJsclub Oudendijk. Geen moeite was hem te groot, geen werk te lastig! Wij allen in Oudendijk waardeerden en steunden hem! 't Is hier niet de plaats, daarop verder in te gaan. Er zou nog veel bij te voegen zijn over vischbijten, barsten, arren, A's, bussen, posten, baanvegers, dreggen, houtwerk, armbanden, assurantie, enz., enz., maar dat zou dan worden een geschiedenis van de IJsclub Oudendijk, en die moet niet hier behandeld worden, maar in het Raadhuis te Oudendijk, want daar vergadert het Bestuur van IJ. O. onder beschermheerschap van den Burgemeester dier gemeente. Oudendijk zal met mij instemmen, als ik zeg, de man, wien daarvoor de meeste eer toekomt, omdat hij er het meest voor gedaan heeft, is T. Schouten, tot 1904 de natuurlijke voorzitter van IJ. O. II. Zeven jaar later. In de vergadering van de IJsclub Oudendijk op 16 Februari 1895, werd op voorstel van den Vice-Voorzitter besloten een poging te doen om door samenwerking met andere ijsclubs te komen tot een Ijsbond. Op het bovenzaaltje van de Wed. Bos te Oosthuizen waren tegenwoordig afgevaardigden van de ijsclubs Edam, Warder, Middelie, Kwadijk, Purmerend, Oosthuizen, Avenhorn, Ursem, Schermerhorn en Oudendijk. De vergadering was belegd door Oudendijk. De Oudendijker afgevaardigden waren de heeren T. Schouten, P. Hoek Spaans en ondergeteekende. Een der afgevaardigden van Middelie was de heer Hooijberg. De IJsclub Hoorn had bedankt, doch een paar heeren van Hoorn vroegen, buiten verband met IJ. H., toegang tot de vergadering. Een van hen was de heer H. Schottee de Vries. In mijn verbeelding zie ik ze daar nog zitten: de heer De Vries in een hoekje bij het raam, uitziende op den Jaagweg naar Hoorn, de heeren Weeshof (Schermerhorn), Hille (Ursem), Bakker (Avenhorn), Van Lienen (Oosthuizen), Bark (Warder), Mammen (Edam), e.a. In die vergadering, 't was een echt gezellig hokje waar we bij elkaar zaten, kwam de Ijsbond tot stand. Er werd een voorloopig Bestuur benoemd, bestaande uit de heeren: S. Th. Minnema, Voorzitter, P. Hoek Spaans, Secretaris en J. Hooijberg, Penningmeester. De Ijsbond was er; IJ. H. N. was geboren. 5 Mei 1895. Tweede vergadering te Oosthuizen, waarop het eerste reglement werd vastgesteld, waarop 21 Dec. 1895 de Koninklijke goedkeuring werd verkregen. Daardoor bestond IJ. H. N. officiéél. In den loop van 1895 traden ais afdeelingen toe: Oudendijk, Oosthuizen, Avenhorn, Schermerhorn, Ursem, Middelie, Warder en Kwadijk. Dit waren op 21 Dec. 1895 de eerste acht afdeelingen van den Ijsbond „Hollands Noorderkwartier". De eerste tijd was een beetje moeilijk. Evenwel alles ging goed. In kleinen kring werd getracht alles goed in orde te krijgen; de jonge afdeelingen deden bijna alle hun best; de personen deden ook wat ze konden." Op 't gebied van ijs heb ik toen een grooten steun gehad aan den U nu bekenden Voorzitter van IJ. O. (in 't vervolg Afdeeling Oudendijk). 8 Vele zaken hebben hij en ik van te voren besproken en de ijsbaan te Oudendijk is in dien tijd vaak een proefbaan geweest om iets nieuws te probeeren. Betreffende de organisatie van den IJ. H. N. meen ik hier een woord van dank te moeten brengen aan de beide heeren P. Hoek Spaans en W. Bakker, de eerste Secretarissen van den IJ. H. N. Een woord van hulde en dank ook voor den heer J. Hooijberg, sinds eenige jaren ons door den dood ontvallen. Ongeveer 20 jaren was hij penningmeester van IJ. H. N. Hij deed veel en goed werk en deed het met pleizier. Hij was een der veteranen van IJ. H. N. Beleid en trouw, wij waardeerden ze hoog in onzen penningmeester, in den heer Hooijberg! En toen wij als Dagelijksch Bestuur op het stille kerkhof te Middelie bij het graf van onzen vriend Hooijberg stonden, hebben we daarvan getuigenis gegeven en bloemen in zijn graf gestrooid Ik verheug mij geen woorden van spijt of afkeuring te moeten uitspreken. Van alle kanten ondervond de jonge Bond steun en medewerking, van gemeentebesturen, van particulieren, van het publiek niet het minst en daardoor wellicht juist ook van gemeenteen polderbesturen. In elke Afdeeling zijn er mannen geweest, die den Bond groot gemaakt hebben, doordat ze zorgden voor een goede organisatie hunner eigen ijsclub. Die staf van mannen hebben begrepen, dat IJ. H. N. alleen goed kon werken als de Afdeelingen het goed deden. En het Hoofdbestuur heeft van den eersten tijd af steeds getracht de Afdeelingen de grootst mogelijke vrijheid te laten. Het groete beginsel waardoor IJ. H. N. zich zoo gunstig heeft kunnen ontwikkelen is geweest de-centralisatie. En m.i. moet dat het beginsel van IJ. H. N. blijven. Daarvoor te zorgen moet steeds eerste plicht van het H. B. blijven. En als de Afdeelingen ook nu nog. na 25 jaar, doen, zooals de eerste 8 Afdeelingen deden, dan gaat IJ. H. N. ongetwijfeld een goede toekomst tegemoet. III. Een ongeluk, maar ook dikwerf een geluk zit soms in een klein hoekje en — kleine daden hebben soms groote gevolgen. 'tWas in den herfst van 1896. De IJ. H. N. zou op 22 November een Algem. Vergadering houden te Schermerhorn. Geconvoceerd waren Purmerend, Oosthuizen, Kwadijk, Edam, Middelie, Oudendijk, Scharwoude, Hoorn, Avenhorn, Ursem en Schermerhorn. In dienzelfden tijd vormde het actieve Bestuur der bloeiende IJsclub Alkmaar het plan een N. H. Ijsbond te stichten. In Alkmaar wist men niet, dat er reeds een dergelijke Bond bestond. De meeste Afd. van den kleinen IJ. H. N. hadden een uitnoodiging tot bijwoning van een verg. te Alkmaar ontvangen, doch Oudendijk niet en zoo wist ik niet wat er gaande was. De wakkere Voorzitter van IJsclub Hoorn wist het wel en te midden van de Zaterdagsche marktdrukte schrijft de heer De Vries gauw een kort briefje, bindt het aan een turf en zendt mij die beide dingen in een pakje per bode. Toen was ook ik op de hoogte. Dadelijk was op mijn verzoek de heer C. Wijdenes Spaans, nu Burgemeester van Anna Paulowna, bereid naar Alkmaar te fietsen om het Alkmaarsche comité uit te noodigen de Algem. Vergadering van IJ. H. N. te Schermerhorn bij te wonen. De heeren Melenbrink en Wigman hebben de vergadering te Schermerhorn bijgewoond en Afgevaardigden van IJ. H. N. waren ter vergadering te Alkmaar. Op beide verg. werd begrepen, dat men moest trachten tot elkaar te komen. Dit is gelukt. En daar- 9 voor een woord van hulde aan de wakkere mannen uit Alkmaar, die toen niet hun eigen eer, maar enkel het belang van IJ. H. N. bedoeld hebben. Veel hebben we in dien tijd te danken gehad aan den Heer Ibink Melenbrink, een tijdlang onzen wakkeren, werkzamen Secretaris. ' Door hem zijn vele Afdeelingen uit de buurt van Alkmaar toegebracht aan IJ. H. N. Hij is ons helaas door den dood ontvallen; de herinnering aan hem zal nog lang in IJ. H. N. voortleven. Den Heer Wigman hebben wij nog. Vijf-en-twintig jaar reeds werkt hij in het belang van IJ. H. N. in Afdeeling Alkmaar. Op de vorige Algem. Verg. te Alkmaar werd reeds getuigd, dat zijn medewerking door beide ten zeerste gewaardeerd werd. In dit Boek der Gedachtenis herhalen wij het nog eens, opdat het in de historie van IJ. H. N. vastgelegd wordt. En uit die Alkmaarsche kreits moet ik U nog één noemen en wel den bij U allen welbekenden en hoog?eachten Heer J. Cock,.onzen ijverigen en nauwgezetten Secretaris. Als IJ. H N 25 jaar is, heeft de heer Cock 18 dienstjaren als l5te Secretaris. Hij heeft IJ. H. N. gedurende al die jaren trouw en met een zeldzame toewijding gediend. De geheele IJ. H.N. weet dit, erkent dit en waardeert dit ten hoogste. Tot in alle hoeken en gaten van Noord-Holland, ja zelfs buiten onze provincie is de heer Cock bekend geworden als de Secretaris van IJ. H. N. Die eer en die roem zijn verdiend! Ook dit moest in ons Gedenkboek gezegd worden. En het wordt hier gezegd aan den heer J. Cock, namens den geheelen Ijsbond Hollands Noorderkwartier! Wat heeft de heer De Vries uit Hoorn toch veel gedaan voor IJ. H. N, toen hij mij dat pakje van brief en turf zond! Daardoor mocht IJ. H. N. later roemen op mannen als Melenbrink, Wigman, Cock en nog zooveel anderen, die meegewerkt hebben tot vorming en aansluiting van vele Afdeelingen in 'tW en N. van Hollands Noorderkwartier. Aan hen allen onzen dank voor alles wat ze voor IJ. H. N. gedaan hebben. WÊt IV. Na dien tijd heeft IJ. H. N. zich steeds uitgebreid. Vele ijsclubs wilden meedoen en sloten zich aan. Op andere plaatsen hadden de propagandapogingen der Districts-Voorzitters gunstig gevolg. In 't bijzonder moeten hier genoemd worden de heeren W. C Visser, K. Koster en P. Preijer Jr., voor de districten Niedorp, Hoogkarspel, Medemblik en Zaanstreek. Andere Districts-Voorzitters maakten zich verdienstelijk voor de inwendige organisatie en hier gebiedt de plicht der dankbaarheid de namen te noemen van de heeren A. J. Stikkel en B. H. Jurgens. Ik zou nog veel meer namen kunnen noemen, want er is stof tot prijzen, maar laat het zoo genoeg zijn! Laat ik alleen dit nog zeggen, dat het een genoegen is met zulke mannen samen te werken en dat het dan een heel gemakkelijke taak is Voorzitter te zijn van onzen Ijsbond. Voorwaar gemakkelijk is die'taak, als men zich omringd weet door mannen, die werken kunnen en werken willen, kunnen en willen in den Bond en in de Afdeelingen! Zoo was het, zoo is het en dat het zoo blijve; 't werk verdeelen en elk aanvaarde en volbrenge met lust zijn taak! Dan bloeien de Afdeelingen; dan groeit IJ. H. N, en gaan we hoopvol een nieuwe 25 jaar in, vertrouwende, dat zij, die straks na ons komen zullen, ons pogen zullen loven en ons werk zullen verbeteren! S. TH. MINNEMA. I 10 DE IJSBOND „HOLLANDS NOORDERKWARTIER" EN DE ALKMAARSCHE IJSCLUB. 11 12 DE AANSLUITING DER ALKMAARSCHE IJSCLUB BIJ DEN IJ. H. N. OT nu toe was nog geen poging gedaan om een volledig overzicht te verkrijgen van de maatregelen en de besprekingen, die de Alkmaarsche IJsclub indertijd er toe leidden haar denkbeeld tot vorming van den Ijsbond op te geven ter wille van den toen reeds gestichten IJ. H N. En daar zulk een overzicht in een Gedenkboek als dit niet mocht ontbreken, hebben we allereerst nagegaan, wat het notulenboek der IJsclub te Oudendijk daaromtrent bevatte. Dit gaf al even weinig bijzonderheden en daarom richtten we ons tot den heer Wigman te Alkmaar, wien we onderstaande extracten uit de boeken der Alkmaarsche IJsclub danken. Daaruit blijkt vooral van hoeveel belang het in later dagen is, wanneer goede, volledige en juiste notulen worden gemaakt. UITTREKSEL UIT DE NOTULEN DER ALKMAARSCHE IJSCLUB. 31 Januari 1895. De heer Coster zoude zich in verbinding willen stellen met omliggende gemeenten om in gezamentlijk overleg te zorgen voor goede ijsbanen, die de verschillende gemeenten verbinden. De uitvoerbaarheid werd niet ontkend, doch men miste op het oogenblik de kennis van de namen der bestuurderen der vereenigingen. Spreker zal een ingezonden stuk in de Alkmaarsche Courant plaatsen, om dit ter algemeene kennis te brengen, zoodat andere vereenigingen zich in verbinding kunnen stellen met de Alkmaarsche IJsclub. 7 Februari 1895. De president vraagt of aangaande het besluit der vergadering van 31 Januari omtrent het in verbinding stellen met ijsclubs der omliggende gemeenten tot het in orde brengen van goede ijsbanen nog antwoord is ingekomen. De secretaris antwoordt dienaangaande niets te hebben ontvangen. 12 Januari 1896. In deze vergadering wordt besloten tot het verzenden van circulaires aan de burgemeesters der hoofdplaatsen benoorden het IJ, om langs dien weg bekend te worden met de verschillende ijsclubs, om daarna een oproeping te doen tot medewerking om een Ijsbond op te richten, welks doel zal zijn te zorgen voor goede ijsbanen tusschen de verschillende plaatsen en tevens plaats en tijd vast te stellen om deze zaak te bespreken en eventueel vast te stellen. 13 30 October 1896. De president deelt de vergadering mede, dat hem op de aan verschillende gemeenten gezonden circulaires eenige antwoorden zijn ingekomen, ofschoon het getal die instemming betoonen tot oprichten van een Ijsbond beneden verwachting bleef. Een besluit wordt aangenomen om die vereenigingen van wie geen antwoord is gekomen, nogmaals aan te schrijven of met dit plan wordt ingestemd. Ingekomen zijn: Medemblik te bezwaarlijk, daar deze vereeniging in hoofdzaak uit schippers bestaat, die veelal niet aan den wal zijn. Schermerhorn. Deze vereeniging heeft zich reeds bij de Vereeniging „Hollands Noorderkwartier" aangesloten. Deze berichten zijn indertijd in de Alkmaarsche Courant opgenomen. Wenschelijk zoude zijn zoo de A. IJ. zich bij deze aansloot. Krommenie. Deze vereeniging betuigt instemming met het doel. De Rijp. Deze vereeniging is het volkomen eens en zal afgevaardigden zenden op een vergadering. Wormerveer wil medewerken. Uitgeest wil medewerken. Z- Scharwoude zal ter vergadering komen en wil medewerken. Enkhuizen bericht dat ten hunnent voor goede banen wordt gezorgd en dit ons gaarne willen berichten welke banen goed zijn. Monnikendam heeft besloten twee afgevaardigden naar deze vergadering te zenden. Schagerbrug betuigt sympathie met dit streven. 13 November 1896. Alsnu is aan de orde hét punt aangaande op te richten Ijsbond. (Nog is van Hoorn bericht van instemming ontvangen ) De president releveert dat de antwoorden niet groot zijn, toch de zaak wil doorzetten en plaats en tijd bepalen voor vergadering. 25 November 1896. De president deelt mede, dat gepasseerde Zaterdag is ingekomen een uifnoodiging van den Ijsbond „Hollands Noorderkwartier" tot bijwoning eener vergadering op 22 November te Schermerhorn, de president P. H. M. Ibink Melenbrink en de secretaris F. Wigman hebben die vergadering bijgewoond. De voorzitter van dien Bond, de heer Minnema, sprak zijn verwondering uit over het door de Alkmaarsche IJsclub voorgenomen doel tot oprichten van een Ijsbond benoorden het IJ. Spreker zoude het geschikter vinden zoo de A. IJ. kon besluiten zich bij hun bond aan te sluiten, daar deze hetzelfde doel beoogde als de A. IJ. Verder deelde spreker mede, dat zich reeds Oudendijk, Avenhorn, Schermerhorn, Warder, Kwadijk, Oosthuizen, Middelie, Edam, Purmerend, Ursem hadden aangesloten, dat de statuten gereed waren om hierop de koninklijke goedkeuring aan te vragen. De president der A. IJ antwoordde hierop, dat bij de A. IJ. het bestaan dier vereeniging met dusdanig doel onbekend was. Spreker zoude het geschikt oordeelen zoo zij zoude besluiten afgevaardigden te zenden naar de vergadering op 29 November a s. (1896) om aan de bespreking deel te nemen. Tevens gaf spreker hun in overweging het reglement zoo lang op te houden voor mogelijke wijzigingen. In dien geest werd door de vergadering besloten. Als afgevaardigden werden benoemd de heeren Melenbrink en Wigman. 30 November 1896. De president geeft verslag van de algemeene vergadering in zake de IJ. H. N. Toen werd vastgesteld, dat de Alkmaarsche IJsclub zich bij den bestaanden bond zoude aansluiten. 16 December 1896. Alsnu is aan de orde het nazien en bespreken van het door den IJ. H. N. toegezonden reglement. Kleine wijzigingen worden noodig geacht Ook is ingekomen een convocatie van dien Bond van vergadering op Zondag 20 December 1896. De heeren Coster, Melenbrink en Wigman zullen de A. IJ. vertegenwoordigen. 14 HET DOEL VAN DEN IJ. H. N. 15 16 HET DAGELIJKSCH BESTUUR VAN DEN IJ. H. N. J. COCK, Ie Secretaris. W. M. VAN VLIET, VIce-Voorzitter. S. TH. MINNEMA, Voorzitter. C. L. F. SARLET DE SOIRON, m secretaris. P. PRRIIF.P. Ib Penningmeeste HET DOEL VAN DEN IJ. H. N. iM^KÏ^ET is hier zeker de plaats wel met een enkel woord het doel van den IJ. H. N. ||l|i§il|| uiteen te zetten. 1111111111 Statuten en reglementen worden in den regel weinig gelezen en nog minder ISllrf bestudeerd. Dit ondervindt elk Dagelijksch Besluur. Daarom meenen we, dat het nuttig kan zijn in dit Gedenkboek nog eens duidelijk aan te geven wat het doel van den IJ. H. N. is. Officieel is dit doel in art. 3 der statuten als volgt omschreven: Artikel 3. Door de ervaring geleerd, heeft men al heel gauw begrepen, dat dit doel vooral door doen der Afdeelingen bereikt kon worden. Daarom is in het Huish. Reglement het volgende art. 2 opgenomen. Artikel 2. Officiëele termen zijn echter niet altijd duidelijk, zoo is de eerste alinea van Art. 3 niet bepaald juist te noemen. Vooral het woord „IJssport" geeft tot onduidelijkheid aanleiding. Bevordering van „IJssport" moge een gevolg zijn van het streven van IJ. H.N. — 'l is niet als doel beoogd. Beter ware het, indien er stond: verbetering der ijs-toestanden. Dit willen we even duidelijk maken om daardoor te laten uitkomen dat IJ. H. N. geen gewone sportvereeniging is. Van oudsher reed ons volk in den winter (als er ijs was) op schaatsen, en ook eiken winter hoorde men klagen en mopperen over alles en nog wat. „'t Ijs is vrij" — en elk was over die vrijheid ontevreden. De banen waren slecht en duur en onveilig en baanvegers waren de baas en gebruikten hun bezem niet zelden om hun heerschappij te toonen. Toen IJ. H. N., nu 25 jaar geleden ontstond, heeft men dadelijk getracht goede, zoo mogelijk 4 Af. breede banen te krijgen, die over de geheele lengte goed onderhouden werden. Dit was reeds een reuzenstap voorwaarts. De ijsclubs, Afd van den Bond. gaven instructie en controleerden en — betaalden de baanvegers. Dit was weereen zeer groote verbetering: 17 de heerschappij der baanvegers behoorde tot het verleden. Door deze maatregelen nam het schaatsenrijden in N. H. ontzettend toe: de honderden werden duizenden; enkele groote verkeerswegen waren zwart van schaatsenrijders en toch — bijna geen ongelukken, want de banen waren breed en goed onderhouden. 'tWerk zette zich uit; het onderhoud der banen en posten werd een uitmuntende werkverschaffing. Tot dit onderhoud behoorde ook allereerst het „afbakenen van gevaarlijke plaatsen". Dit was hoog noodig en werd vroeger maar al te veel nagelaten, ten koste van zeer veel ongelukken. Wij zijn tevreden: in 25 jaar is op de banen van IJ. H. N. in N. H. nog niemand verdronken, ook niet onder bruggen of in bronnen. Daardoor heeft IJ H. N. vertrouwen gekregen bij het volk. Kinderen mogen schaatsenrijden „als de Ijsbond werkt". Blijven jonge lui 's avonds eens wat te lang weg, — de ouders zijn niet als vroeger ongerust, „de banen van den Ijsbond zijn veilig". Vele'IJsclubs gevoelden zich gedrongen aan dit werk mee te doen. In 1895 begonnen met 8 afdeelingen, telde de Ijsbond na tien jaar reeds 75 afdeelingen. Daarna werd de Bondskaart ingevoerd. De drager of draagster ervan mocht op de Bondsbanen vrij rijden, zonder baancenten te betalen. Dit was voor het groote publiek een ontzettend groot gemak. Jammer, dat zoovelen hun Bondskaart nog vergeten en — dan lastig gevallen worden om een baancent. Dat mag. want dezulken worden als klaploopers beschouwd. Het lidmaatschap eener Afdeeling kost veel minder dan vroeger het bedrag der baancenten Door het aansluiten van meer Afdeelingen verkreeg de IJ. H. N. langzamerhand aaneensluitende banen, zoodat men nu op goede en veilige banen kan rijden van Oude Sluis tot Uithoorn, van Andijk naar Heemstede; slechts enkele gapingen zijn er nog. Wij hopen, dat die mettertijd ook vervallen zullen. Dat er verder overal borden geplaatst zijn en handwijzers op kruispunten worden aangebracht, is vrijwel bekend. Ook zijn de meeste Afdeelingen voldoende voorzien van reddings- en verbandmiddelen. De ijsberichten zijn bij het publiek reeds lang bekend. De werklieden, in dienst van de Afdeelingen, zijn bij ongelukken verzekerd tegen loonderving en geneeskundige behandeling. In 1918 bedroeg de premie plm. ƒ500, voor plm. ƒ20 000 loon. . . Dit alles heeft IJ. H. N. gewild en bedoelt hij nog; 135 Afdeelingen hebben vrijwillig verklaard tot dit doel te willen meewerken. Verscheidene gemeentebesturen in deze provincie waardeeren dit werk en steunen daarom óf de plaatselijke Afdeeling, óf den Bond met een subsidie. Zoo subsidieert Haarlem de Afd. aldaar met ƒ500 en Amsterdam den Bond ook met ƒ500 'sjaars De Ijsbond verwacht mettertijd nog meer bijdragen. De meeste Afdeelingen werken goed, maar de IJ. H. N. moet nog over meer geld kunnen beschikken, om ten volle te doen wat zij zich als doel voorgesteld heeft: de toestanden op het ijs steeds zooveel mogelijk te verbeteren. 18 DE IJSBOND HOLLANDS NOORDERKWARTIER" IN DEN LOOP DER JAREN. Ned. Sport Federatie BIBLIOTHEEK 19 20 DE DISTRICT-VOORZITTERS VAN DEN IJSBOND „HOLLANDS NOORDERKWARTIER". A. j. Stikkel, S. Silver, r. pool johz. voorzitter District Alkmaar. Voorzitter Zuiderdistrict. Voorzitter District Anistelland. FVC- F;R' v£? den Heuvel, j. Bierman, j. j. a. Helleoanoer, Voorzitter District Ursem. Voorzitter District Hoorn. Voorzitter District Gooiland. DE IJ. H. N. IN DEN LOOP DER JAREN. ^IRplIlli; geschiedenis herhaalt zich!" Deze uitspraak van een Franschen wijsgeer, wiens naam het ons niet gelukte op te sporen, kwam ons meer dan eens in HlilfiKi de Sedachte bij de lezing en herlezing der notulen van onzen Ijsbond. i^vhyftmyll In den loop der 25 jaren kwamen telkens vooral drie aangelegenheden naar voren, die nimmer tot een oplossing zijn gekomen: de kwestie van subsidies aan Afdeelingen, het vergaderen op Zondag en het zenden van ijsberichten. En uit de volgende regelen, die een beknopt uittreksel geven uit de notulen, zal men ervaren, dat dit ons inzicht inderdaad juist is. Er is heel wat gedaan aan den opbouw van den IJ. H. N. Dat heeft steeds èn bij Hoofdbestuurderen èn bij de Afdeelingen voorgezeten. Men heeft gemeenschappelijk meeen samen gewerkt om den Ijsbond tot grooter bloei te brengen, zoodat thans van aanmerkelijke aanwinst van Afdeelingen geen sprake meer kan zijn, doch vastgehouden heeft men steeds aan de drie punten, die zooeven gememoreerd werden en waaromtrent men wel nooit tot een blijvende beslissing en onverdeelde instemming zal geraken. Subsidiëering van alle Afdeelingen zal tot de onmogelijkheden blijven behooren, zoolang de Ijsbond niet de beschikking heeft over voldoende fondsen. Vergaderen op Zondag of op een weekdag zal evenmin tot bevredigende oplossing komen, omdat steeds zal blijven gelden, dat een deel der afgevaardigden alleen beschikking heeft over den vrijen Zondag en anderen steeds bezwaren zullen hebben om op Zondag te reizen en te vergaderen. Alleen de kwestie van een goede ijsberichten-verzending kan tot een einde gebracht worden, wanneer de daartoe aangewezenen tot het inzicht komen, dat èn de belangen van den Bond, èn van hun Afdeelingen geregelde en juiste opgaven eischen. En hieraan behoeft o i. niet gewanhoopt te worden. Na deze inleiding volge een overzicht van den levensloop van den Ijsbond „Hollands Noorderkwartier", ontleend aan de gegevens door de achtereenvolgende secretarissen in hun notulen neergelegd. Niet altijd zijn ze even duidelijk of volledig geweest; niet altijd kon bij het opmaken gedacht worden, dat sommige feiten pas na jaren in beteekenis zouden winnen; niet altijd 21 ook is de geschiedschrijver van het verledene consequent geweest in hetgeen hij gaf, maar toch is een zeer duidelijk beeld gebleven van al wat gedaan en gedacht is tot bevordering van den vooruitgang en den bloei van den IJ. H. N. Bovendien zijn de notulen in hun geheel bewaard gebleven, iets waarop niet elke Vereeniging of Bond kan bogen. De aandacht zij er op gevestigd, dat in den beginne — behalve de vergaderingen van het Dagelijksch Bestuur — alleen Algemeene vergaderingen werden gehouden en pas veel later ook vergaderingen van het Hoofdbestuur. Uit het verder verloop dezer aanteekeningen zal blijken wanneer dit is geschied. 22 EERSTE TIJDVAK 1S95 tot 1900. li^p-SliH 3 Maart 1895 kwamen, op uitnoodiging der IJsclub „Oudendijk" ten huize van Mej. de Wed. Bos te Oosthuizen bijeen de heeren: ^^gdp 1. H. van Lienen en K. Valentijn, afgevaardigden der IJsclub Oosthuizen. ffffg^flf 2. P. Bark, H. Nooy en D. Haan, afgevaardigden der IJsclub Warder. 3. M. Bark, J. Hooyberg en J. Groot, afgevaardigden der IJsclub Middelie. 4. Velthuys, Switser, en C. Grandadam, afgevaardigden der IJsbaanclub Purmerend. 5. Mammen, Houwing en De Boer, afgevaardigden der IJsclub Edam. 6. J. C. L. van der Ley en C A Boldingh, afgevaardigden der IJsclub Hoorn. 7. A. Weeshof en A. Niehoff, afgevaardigden der IJsclub Schermerhorn. 8. Le Clercq, Bakker en Zijp, afgevaardigden der IJsclub Avenhorn. 9. T. Schouten, S. Th. Minnema en P. Hoek Spaans, afgevaardigden der IJsclub Oudendijk. 10. Gleinis en De Jong uit de Schermer, waar wel geen ijsclub bestond, maar toch een commissie, die de ijsbaan in orde liet maken en dan aan het werkvolk overgaf. 11. Goedhart, Graftdijk en De Vries, donateurs der Hoornsche IJsclub. De ijsclubbesturen te Monnikendam en te Kwadijk hadden geen gevolg gegeven aan de uitnoodiging. De heer S. Th. Minnema werd bij acclamatie tot voorzitter gekozen. Deze zette het doel der samenkomst uiteen, n.1. bespreking van het wenschelijke om in Noord-Holland, benoorden het IJ, een Ijsbond op te richten, omdat door samenwerking veel goeds tot stand gebracht kan worden, b.v.: le. de vischbijten niet in of bij de banen. 2e. waar de breedte van het ijsvlak het toelaat, arbanen naast de schaatsenrijdersbaan. 3e. langs de banen bordjes plaatsen, waarop het verzoek van rechtshouden. 4e. het verkrijgen van rechtspersoonlijkheid door de ijsclubbesturen, enz. enz. Reeds dadelijk vond het denkbeeld onverdeelde instemming, daarbij stelde de heer Grandadam voor subsidie te vragen aan de gemeenten en desnoods aan de Provinciale Staten. Op voorstel van den heer Minnema werd besloten tot voorloopige oprichting van den Bond en werd een commissie aangewezen tot het samenstellen van een reglement. Daarin werden benoemd de heeren Minnema, Mammen, Van Lienen, Boldingh, Velthuis, Hoek 23 Spaans, Bakker, Hooyberg, P. Bark en Weeshof. Secretaris dezer commissie werd de heer Hoek Spaans. De tweede samenkomst had wederom te Oosthuizen plaats en wel op 5 Mei 1895. Toen waren alle ijsclubs, die de vorige vergadering zich hadden doen vertegenwoordigen, wederom aanwezig, benevens afgevaardigden van Ursem. Ilpendam gaf kennis voorloopig nog niet tot den Bond te kunnen toetreden. Het reglernent, opgemaakt door den heer Minnema, werd na een geringe wijziging goedgekeurd. Besloten werd dit reglement te doen drukken en een exemplaar daarvan toe te zenden aan de verschillende ijsclubbesturen Op 8 December 1895 kwam men ten derden male bijeen, nu te Oudendijk. Tegenwoordig waren Oosthuizen, Warder, Middelie en Oudendijk, afwezig blijkbaar met kennisgeving,'Avenhorn, Schermerhorn en Ursem. Ingekomen was een schrijven van Edam, Purmerend, Hoorn en Ilpendam, waarin werd kennis gegeven niet tot den Bond te zullen loetreden; wel was dit het geval met 1. Middelie. 2. Ursem. 3. Warder. 4. Schermerhorn 5. Oosthuizen. 6. ' Avenhorn. met natuurlijk 7. Oudendijk. Mededeeling werd gedaan van een schrijven van den secretaris van de I|sbaanclub Purmerend, houdende de vraag of er nog gelegenheid bestaat tot den Bond toe te treden en een van Hoorn, met verzoek om inlichtingen aangaande den toestand van den Bond. In de vergadering van 21 December 1895, wederom te Oudendijk gehouden, waren aanwezig de heeren: Niehoff uit Schermerhorn. Hooijberg uit Middelie. Velthuis en Oldenburg uit Purmerend. Minnema en Hoek Spaans uit Oudendijk. Le Clerq en Bakker uit Avenhorn. Bericht van verhindering was ingekomen van Oosthuizen en een schrijven van Warder, dat zich terug trok en niet wilde toetreden vóór Purmerend en Edam waren aangesloten. Tot leden van het bestuur werden gekozen: Voorzitter: Minnema.. Vice-Voorzitter: Roodenburg. le Secretaris: Bakker 2e Secretaris: Velthuis. Penningmeester: Hooijberg. Besloten werd: le. De noodige kaartjes en kwitanties te laten drukken. 2e. 20 medailles te laten slaan voor eereleden. 3e. 300 bondskaarten te laten drukken. 24 4e. De ijsbanen 4 Meter te maken. 5e. Gevaarlijke plaatsen af te bakenen. 6e. Op de ijsborden de letters IJ. H. N. te plaatsen. 7e. Borden te plaatsen tot wegwijzers. 8e. Bordjes te plaatsen met het verzoek „rechts houden". 9e. Arbanen naast de schaatsenrijdersbaan te maken, waar dit van de breedte van het ijsvlak mogelijk is. Algemeen vereenigde men zich met het denkbeeld de volgende vergaderingen nu hier dan daar te houden. De vergadering van 28 Juni 1896 werd te Purmerend gehouden. Toen waren ook afgevaardigden van Kwadijk aanwezig, die aansluiting wenschten, waartoe met applaus werd besloten. De besprekingen betroffen aangelegenheden van huishoudelijken aard, voornamelijk aanvragen voor rechtspersoonlijkheid, wijziging van het Reglement en het wenschelijke van vaststelling van een Huishoudelijk Reglement. Op 22 November 1896 werd te Schermerhorn vergaderd. Ingekomen was een schrijven van de IJsclub te Hoorn, dat zij zou toetreden na toestemming van „de Zes Steden" en na de Koninklijke goedkeuring harer statuten. In deze vergadering had de eerste belangrijke conferentie plaats met de heeren Melenbrink en Wigman, voorzitter en secretaris van de Alkmaarsche IJsclub, die niets vermoedend van de oprichting van den Ijsbond „Hollands Noorderkwartier", aan eenige IJsclubs uttnoodigen hadden gezonden met opwekking tot vorming van een Ijsbond. (Voor bijzonderheden wordt verwezen naar elders in dit boek). De eerste vacature in het bestuur ontstond door het bedanken van den heer Velthuis als 2e secretaris. De eerste rekening sloot met een batig saldo van ƒ 2.94. (Omtrent het bedrag van uitgaven en inkomsten wordt niets medegedeeld.) De notulen der vergadering van 20 December 1896, te Alkmaar gehouden, toont een belangrijken vooruitgang aan, want daar waren toen aanwezig afgevaardigden van Alkmaar Zuid-Scharwoude, Schagen, Uitgeest, Wormerveer, Krommenie, Koog aan de Zaan, Avenhorn' Oosthuizen, Purmerend, Ursem, Warder, Hoorn, Schermerhorn, Oud-Karspel en Schagerbrug' Verder bleken nog toegetreden Broek in Waterland en Winkel. (Het feit dat ook afgevaardigden van Alkmaar aanwezig waren, deed zien, dat Alkmaar hare plannen tot oprichting van een Ijsbond had opgegeven en zich had aangesloten bii den Ijsbond ^Hollands Noorderkwartier".) In deze vergadering vestigde de voorzitter de aandacht op het wenschelijke dat elke Afdeeling moet trachten in de Politieverordening der gemeente, waar ze gevestigd is bepalingen te doen opnemen omtrent het hakken van bijten in de schaatsenrijdersbanen, enz. Verder werd besproken de beste wijze om barsten in het ijs te dichten, waaromtrent de meening bleek te verschillen. Het notulenboek geeft hierop het verslag van de eerste „ Bestuursvergadering en wel op 17 Juni 1897. De heer Ibink Melenbrink nam hierin de functie van len secretaris op zich. Melding wordt gemaakt van een schrijven, ingekomen van den Nederlandschen 25 Schaatsenrijders Bond, waarop „later" zou worden geantwoord. Wat dit schrijven in hield, wordt niet nader aangeduid. Behandeld werden enkele punten voor de agenda der later te houden algemeene vergadering. In de algemeene vergadering van 20 Juni 1897 te Alkmaar gehouden werd mededeeling gedaan van de toetreding van Edam. De voorzitter klaagt over onvoldoende verzending van ijsberichien. Besproken werd het bedrag door de Afdeelingen aan de Bondskas af te dragen. Hoorn stelde voor 5 %, Oudkarspel 10 %, Uitgeest 5 cent per lid, Koog aan de Zaan zou het wenschelijk vinden als de afdracht hooger werd gesteld, opdat het Dagelijksch Bestuur dan de vereenigingen zou kunnen steunen. Besloten werd, natuurlijk na de noodige discusie, voor het jaar 1897 te heffen 5%. Breedvoerige besprekingen werden eveneens gehouden over de Bondskaarten. Aangenomen werd een voorstel van den heer Ibink Melenbrink om de kaarten zóó in te richten dat ze als kwitantie kunnen gelden en tevens zichtbaar gedragen kunnen worden, wat als een reclame voor den Bond zou gelden. Op 21 November 1897 werd een algemeene vergadering te Zaandam gehouden. Toegetreden bleken nog Scharwoude en Warmenhuizen. Besproken werd op voorstel van Oudkarspel het doelmatigste redmiddel voor een schaatsenrijder. Ter vergadering waren aanwezig reddingslijnen, reddingshaken en reddingsladders. Uit de mededeeling van den penningmeester bleek, dat de ontvangsten hadden bedragen ƒ 144,99 en de uitgaven ƒ 108,96, zoodat de rekening sloot met een batig saldo van ƒ 36,03 De rekening werd staande de vergadering door drie personen nagezien en accoord bevonden. Wederom worden de ijsberichten besproken. Hoorn stelde voor die drie malen per week te zenden, wat bestrijding vond. Besloten werd de zending te doen afhangen van omstandigheden. Vastgesteld werd de banen, zoo mogelijk, 4 Meter breed te doen zijn. Gevraagd werd naar de mogelijkheid om uit de algemeene kas Afdeelingen te steunen welker inkomsten de uitgaven voor het onderhouden harer banen niet kunnen bestrijken. De voorzitter betoogde, dat dit niet gaat en gaf aan zulke vereenigingen den wenk zich tot de gemeente te wenden om subsidie. Evenals in enkele vorige vergaderingen kwam ter sprake het betalen van baancenten op banen en bij posten, waaromtrent geen vaste regeling was getroffen. Vastgesteld werd dat dragers der Bondskaarten vrij op alle Bondsbanen zullen mogen rijden, doch alleen bij posten dienen te betalen. In de algemeene vergadering van 19 Mei 1898 te Purmerend gehouden, werd mededeeling gedaan van aansluiting van Burgerbrug, St. Maarten en Venhuizen en dat de Afdeeling Purmerend financieelen steun der gemeente ontvangt. Een voorstel van het bestuur om, wanneer geen onderwerpen van overwegend belang te behandelen zijn, de voorjaarsvergadering niet te doen doorgaan en inplaats daarvan de zaken, die volgens Statuten en Huishoudelijk Reglement aan de orde zijn, schriftelijk te behandelen, viel niet in den smaak der afgevaardigden en werd met groote meerderheid verworpen. Het bestuur drong na deze beslissing er op aan om bij een kleine agenda, 26 onderwerpen in verband met het ijs te behandelen. De voorzitter opende deze inleidingen met een beschouwing over „IJspolitie". Hierin vestigde hij opnieuw de aandacht op het wenschelijke te trachten bij herziening der Politieverordeningen — wat in elke gemeente om de 5 jaren moet geschieden — bepalingen te doen opnemen in het belang van het ijsverkeer. Deze eerste inleiding had groot succes. Te Hoorn werd op 30 October 1898 de algemeene vergadering gehouden. Voor het eerst wordt met een enkel woord melding gemaakt van het jaarverslag van den secretaris. „Het kon door afwezigheid van ijs in den winter van 1897—98 weinig bijzonders opleveren". De rekening van den penningmeester sloot met een batig saldo van ƒ 98,75. De voorzitter vestigt de aandacht op een bepaling van het Reglement, waarbij de afgevaardigden jaarlijks een verslag dienen te zenden aan den secretaris, die ze verwerkt tot één verslag. Verder wordt aangedrongen op het noodzakelijke zoo dikwijls en zoo volledig mogelijk ijsberichten te zenden aan Het Nieuws van den Dag. In het belang van den jeugdigen Bond is dat gewenscht. Aanbevolen wordt een uniform formulier voor de ijsberichten aan te nemen. De voorzitter leidde hierop in het onderwerp „IJsverenigingen", daarbij behandelende ijsvereenigingen, le die zich toeleggen op ijsvermaak, 2e die zich toeleggen op ijsvermaak en op verkeerswegen en 3e die zich toeleggen alleen op verkeerswegen. Gevraagd werd naar de mogelijkheid om het vernielen van ijs door booten en schepen te verbieden en reeds dadelijk werd de opmerking gemaakt, dat dit voor de provincie Noord-Holland moeilijk, zoo niet onmogelijk zou zijn. De vergadering van 29 October 1899 werd te Alkmaar gehouden. Toegetreden bleken Wieringerwaard en Wijdenes, de 26e en de 27e Afdeeling van den IJ. H. N. Het jaarverslag bevatte deze buitengewone mededeeling, dat door weinig uitgaven de kassen der afdeelingen zich in flinken staat bevonden. De rekening werd goedgekeurd; ze sloot bij een ontvangst van ƒ 164,26 en een uitgaaf van ƒ 57.48 met een batig saldo van ƒ 106.78. De heer Van Nienes uit Uitgeest gaf een inleiding over de voornaamste waterwegen in Noord Holland. In verband hiermede deelde de voorzitter mede dat een kaartje in den handel zou worden gebracht, te vervaardigen door kapitein De Bruine, die daartoe van alle aangesloten Vereenigingen een schetsje van de waterwegen (ijsbanen) onder haar beheer verzocht. Verscheidene afgevaardigden betoogden het wenschelijke van toetreding van IJsclubs, die te midden der wel aangesloten vereenigingen zijn gelegen, en oprichting van een IJsclub in plaatsen, waar er nog geen bestaat. Algemeen werd instemming betuigd met dit denkbeeld en werd opgewekt in deze richting werkzaam te zijn. Wederom werd gevraagd Afdeelingen, die finantieelen steun noodig hebben, uit de Bondskas te helpen en wederom werd geantwoord, dat dit niet gaat of alleen in den uitersten nood. Op 2 December 1900 werd de algemeene vergadering te Alkmaar gehouden. Van de 27 27 Afdeelingen waren er toen slechts 4 niet vertegenwoordigd! Bij de opening drukte de voorzitter den wensch uit dat de komende winter den Bond gelegenheid zou geven te doen uitkomen, dat hij niet alleen op papier bestaat. Deze vergadering werd gekenmerkt door de bijzondere hulde gebracht aan den voorzitter, wien namens den IJ. H. N. bij monde van den heer Stadt, den vice-president, het eere-voorzitterschap werd aangeboden als bewijs van erkentelijkheid voor hetgeen de heer Minnema in de afgeloopen jaren voor den Bond had gedaan. Erkend werd- toen, dat de IJ. H. N. niet geworden zou zijn wat hij was zonder de leiding van den heer Minnema. De voorzitter deelde mede dat deze vergadering zou worden bijgewoond door den heer Tonneman, die op zi-ch nam een verslag te doen opnemen in de Alkmaarsche Courant, waarvan dan aan eiken afgevaardigden een nummer zou worden gezonden. Geconstateerd werd, dat slechts een enkele Afdeeling een verslag aan den secretaris had gezonden. Door den heer Stadt werd ingeleid het onderwerp „Welken invloed hebben Bondskaarten op den IJ. H. N." In deze vergadering vestigde de heer Van Vliet de aandacht op het feit van te geringe samenwerking der aansluitende clubs. De kas sloot met een batig saldo van ƒ 40.56 bij een uitgaaf van f 190.80. Nogmaals wordt aangedrongen op het zenden van volledige ijsberichten aan „Het Nieuws van den Dag". 28 TWEEDE TIJDVAK. 1901 tot 1906. lPlïi§N de volgende Periode' worden geregeld genotuleerd vergaderingen van het ^llllllil Hoofdbestuur en de Algemeene vergaderingen. Omdat de besprekingen in de lllllllll samenkomsten van het Hoofdbestuur hoofdzakelijk betreffen de voorbereiding fcizsfa^^ der aangelegenheden te behandelen in de Algemeene Vergaderingen, zullen we ons in de volgende bladzijden uitsluitend bezig houden met een resumé van het verhandelde in de Algemeene Vergaderingen. Den 24 November 1901 kwamen de afgevaardigden samen te Alkmaar, waar de voorzitter zijn groote voldoening uitsprak over de talrijke vertegenwoordiging der Afdeelingen; slechts 4 ontbraken namelijk Koog aan de Zaan, Edam, Hensbroek en Middelie. 37 Afdeelingen namen derhalve deel aan de beraadslagingen. De werkzaamheden werden afgewisseld door een inleiding van den heer C. Grandadam uit Purmerend over de IJsclub aldaar, een inleiding, die niet alleen bizonder in den smaak viel, maar ook aanleiding gaf tot een geamineerde bespreking. Daarna was het de heer J. Cock, die de aandacht vroeg voor zijn beschouwingen over de wenschelijkheid van Clubtochten, mede als propagandamiddel voor den IJ. H. N. Verscheidene afgevaardigden betuigden instemming met deze denkbeelden. Na deze onderbreking — waaraan de voorzitter een opwekking ter navolging knoopte — werd met de gewone werkzaamheden voortgegaan en deed allereerst de penningmeester verantwoording van zijn beheer: de ontvangsten hadden ƒ 535.97y2 bedragen, de uitgaven ƒ309.0272, zoodat de rekening, die in de pauze door de daartoe benoemde commissie was nagezien — sloot met een batig slot van ƒ 226.95 Een merkwaardige discussie werd gevoerd over het feit, dat in Hoorn het ijs onder bruggen was stuk geslagen, naar bleek om daardoor arren te dwingen van de baan te gaan, omdat het ijs onder die bruggen te zwak werd geoordeeld. De schaatsenrijders ondervonden er echter een niet geringen last door. De vergadering sprak haar afkeuring uit over deze handelwijze. Een eveneens zeer de belangstelling wekkende kwestie was het vraagstuk om de Bondskaart tevens te doen dienen als onderscheidingsmiddel voor bestuurders en leden van het hoofdbestuur. Men meende toen aan de wenschen te voldoen door een of meer gekleurde dwarsstrepen op de kaart te doen drukken. 29 Verder werd besproken hoe gehandeld moet worden om op niet geëxploiteerde verkeerswateren tusschen Afdeelingen banen te doen aanleggen en onderhouden. Als eenig afdoend middel werd natuurlijk aangegeven te trachten dan een Afdeeling te stichten of het gebied der betrokken Afdeelingen uit te breiden. De groei van den Bond was oorzaak, dat meer en meer de noodzakelijkheid onder de oogen moest worden gezien naar een afdoend middel om een beter overzicht te verkrijgen over de behoeften van den Bond en van hetgeen was en kon worden tot. stand gebracht. Dank zij het onuitputtelijk initiatief van den Voorzitter kon als de beste oplossing worden aangenomen de vorming van Districten, een denkbeeld, dat in deze vergadering door den heer Minnema dan ook werd ingeleid. De vergadering verleende aan het Dagelijksch Bestuur machtiging ter verwezenlijking van dit plan de noodige stappen te doen. Met bekwamen spoed werd deze belangrijke kwestie ter hand genomen. En pas in den loop der jaren bleek hoe uitnemend deze regeling was gedacht en ontworpen en daarom zij hier opgenomen de circulaire, aan alle Afdeelingen indertijd gezonden, die de Districtsindeeling aangaf en daarbij vermeldde welke Afdeelingen tot een groep werden vereenigd. Deze indeeling getuigt van een ruimen blik, van een begrip van organisatie en tot den huidigen dag is ze gebleken, naast heel weinig bezwaren, voor den IJ. H. N. van groot belang te zijn geweest. Het rondschrijven luidde: „Ijsbond Hollands Noorderkwartier". Goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 1 Nov. 1897, No. 45. DISTRICTSVORMING. Zooals U bekend is, heeft de Algemeene Vergadering van Nov. 1901, te Alkmaar het voorstel van 't D. B. om het steeds grooter wordend gebied van IJ. H. N. in districten te verdeelen met algemeene stemmen aangenomen. Op de vraag des voorzitters: „of aan het D. B. volmacht werd verleend die districtvorming in te voeren?" is toen, wederom met algemeene stemmen, toestemmend geantwoord. Het D. B. heeft niet stil gezeten. Er is een ontwerp opgemaakt, daarover is van gedachten gewisseld, verbeteringen zijn aangebracht en — als U dezen zendbrief gelezen hebt, dan is de districtsvorming ingevoerd. Het D. B. heeft derhalve van de volmacht gebruik gemaakt en de afdeelingen van IJ. H. N. tot districten vereenigd. Elk district heeft een districis-voorzitter. De districten en hunne voorzitters zijn: District Scbagen. Voorzitter: de heer P. Stadt te Wieringerwaard. Tot dit district behooren de afdeelingen: 1. Wieringerwaard. 5 Burgerbrug. 2. Schagen. 6. Petten en Zuid Zijpe. 3. Schagerbrug. 7. 't Zand. 4. St. Maartensbrug. 8. Anna Paulowna. 30 District Alkmaar. Voorzitter: de heer P. H. M. Ibink Melenbrink, te Alkmaar. Afdeelinqen : 1. Alkmaar. 6. Oudkarspel. 2. De Egmonden. 7. Zuid Scharwoude. 3. Bergen. 8. Oterleek. 4. Schoorldam. 9. Heiloo. 5. Koedijk. 10. Dirkshorn. District Zaanstreek. Voorzitter: de heer j. van Nienes te Uitgeest. Afdeelingen: 1. Uitgeest. 4. Koog aan de Zaan. 2. Krommenie. 5. Akersloot. 3. Wormerveer. District Purmerend. Voorzitter: de heer B. H. jurgens te Purmerend. Afdeelingen: 1. Purmerend. 4. Middelie. 2. Edam. 5- Oosthuizen. 3. Kwadijk. District Hoorn. Voorzitter: de heer H. S. de Vries te Hoorn. Afdeelingen: 1. Hoorn. 5. Bangert. 2. Scharwoude. 6. Schellinkhout. 3- Avenhorn. 7. Wijdenes. 4. Oudendijk. District Ursem. Voorzitter: de heer Johan Hille te Ursem. Afdeelingen: 1. Ursem. 4. Hensbroek. 2. Schermerhori». 5. Obdam. 3. Groot-schermer. 6. Opmeer-Spanbroek. District Hoogkarspel. Voorzitter: de heer K. Koster te Hoogkarspel (voorloopig). Afdeelingen: 1. Hoogkarspel. 4. Wervershoof. 2. Venhuizen. 5. Andijk. 3. Westwoud. Er zijn derhalve 7 districten, die op heden 46 afdeelingen omvatten. (Na de algemeene vergadering zijn er weer zeven nieuwe afdeelingen bijgekomen.) Elke afdeeling ziet nu, in welk district zij ingedeeld is. Het D B. verzoekt door dezen aan alle afdeelingen, dat elke afdeeling voor zich hiervan goed nota neme. Zeer waarschijnlijk zijn op vorenstaande indeeling gegronde aanmerkingen te maken, hoewel zooveel mogelijk met de onderlinge ligging rekening gehouden is. Gebreken komen echter eerst in de praktijk aan het licht. Blijkt er iets verkeerd te zijn, welnu dan kunnen we het later herstellen. Grenswijziging der districten moet voor later altijd mogelijk zijn. Naar het ons voorkomt behoort ook voor het vervolg deze zaak overgelaten te worden aan 't D. B., dat daarbij dan natuurlijk in overleg treedt met de districts-voorzitters. Een nieuwe afdeeling wordt door het D. B. bij een der bestaande districten gevoegdMócht een district later te groot worden, dan kan het door het D. B gesplitst worden. Kleine districten is zeker aanbevelenswaardig. De benoeming en aftreding der d. v-, enz. moet later ook nog bij H. B. geregeld worden. Deze eerste regeling dient slechts om op gang te komen en aan de hand der praktijk te leeren, hoe het later worden moet. 31 Wat hebben nu de afdeelingen en de districts-voorzitters met elkander te doen? We zullen trachten U onze bedoeling daaromtrent kort en duidelijk mee te deelen. De D. V. stelt zich in contact met de afgevaardigden zijner afdeelingen Daardoor blijft de ijsclub vrij in hare huishouding. Daardoor wordt de afgevaardigde voor het Bondsleven een meer belangrijk persoon. Teneinde nu de gewenschte verbinding te verkrijgen, zullen de d. v. per dubbele briefkaart aan hunne afdeelingen Vragen: Wie is uw afgevaardigde? Wie is zijn plaatsvervanger? *) Ondervindt een afdeeling moeilijkheden, of wenscht ze inlichtingen, dan wendt ?i\ zich door middel van haar afgevaardigde tot den district-voorzitter. Deze treedt in correspondentie met die afdeeling, teneinde die moeilijkheden op te lossen. Desnoods belegt hij een conferentie. Indien het den d. v. mogelijk is, maakt hij per schaats ééns (of meermalen) een tochtje langs de banen van zijn district, teneinde een en ander tc kunnen inspecteeren. Hij maakt op de baan, ongevraagd, geene aanmerkingen Hij let op: breedte der banen; plaatsing van borden; schoonhouden van banen; dichthouden van barsten; vischbijten al of niet buiten de baan! plaatsing van wegwijzers; posten (al of niet noodzakelijk); gedrag der baanvegers; enz. enz. enz. Tijdens de wintercampagne belegt de d. v. eene vergadering met de afgevaardigden zijner afdeelingen. Daar worden die zelfde onderwerpen (en meer andere) besproken. Opmerkingen en aanmerkingen worden gemaakt. Goede toestanden worden geconstateerd. Op-verbeteringen wordt aangedrongen. Waar organisatie te wenschen overlaat, wordt verbetering in overweging gegeven. Wenschen voor de algemeene vergadering worden uitgesproken. Propaganda-pogingen worden beraamd en medegedeeld, enz De d. v. maakt naar aanleiding van het verhandelde op deze vergadering een gedetailleerd verslag. Deze verslagen komen voor 1 April (zoo mogelijk) in bij den 2e» Secretaris. Die verslagen worden behandeld in eene vergadering van het D. B., daarna gedrukt en rondgezonden. Dè 2de Secretaris (de heer H. S. de Vries Hoorn) neemt extract uit die verslagen tot een jaarverslag. En hiermede meenen wij U de zaak voldoende duidelijk gemaakt te hebben. Voor opmerkingen, enz. verwijzen we de afdeelingen naar de districts-voorzitters. Met uwe medewerking zal „districtsvorming" ongetwijfeld krachtig kunnen werken aan de inwendige ontwikkeling van IJ. H. N. en daardoor ook op de ontwikkeling naar buiten. M. H., die medewerking vragen we van U en we vertrouwen dat ze ons in ruime mate geschonken zal worden. Dan begint hiermee ^or 1J.H.N. een nieuw tijdperk. Dat het een tijd worde van krachtsontwikkeling, van bloei 1 Dan kunnen we allen tevreden zijnl Deze zendbrief wordt verzonden aan: de voorzitters der afdeelingen; de afgevaardigden der afdeelingen de plaatsvervangende afgevaardigden; de districts-voorzitters; de leden van 't D. B. Namens het D. B. van IJ. H. N.: De Voorzitter: S. Th. MINNEMA. OUDENDIJK, l De Secretaris: ALKMAAR, I 22 Januar' 1902 P. H. M. IBINK MELENBRINK. *) De D V. gelieven' hiervan s. v. p. nota te nemen. M. 32 De notulen dezer vergadering maken verder gewag van een ijskaart, die verscheidene leden niet duidelijk genoeg vinden. Vandaar dat besloten werd, dat het Dagelijksch Bestuur een vragenlijst zal zenden aan de Afdeelingen, opdat met de antwoorden verbeteringen zullen kunnen worden aangebracht. Op voorstel der Afdeeling Schellinkhout zal de Bondskaart elk jaar in een andere kleur worden gedrukt. De tweede vergadering in deze 2e vijfjarige periode bracht de afgevaardigden op 25 Mei 1902 wederom te Alkmaar bijeen. Hier wijdde de voorzitter warme woorden van waardeering aan de nagedachtenis van den heer Ibink Melenbrink, den kranigen en werkzamen secretaris, die plotseling door den dood werd weggerukt. Bereidwillig werden diens werkzaamheden opgenomen en voortgezet door den heer J. Cock, toen voorzitter van het District Alkmaar. In deze vergadering werd besloten tot toelating van niet minder dan elf ijsclubs, namelijk Wervershoof, Dirkshorn, Westwoud, Akersloot, 't Zand, Anna Paulowna, Koegras, Lutjebroek, Grootebroek, Andijk en Enkhuizen. De voorzitter moest constateeren, dat de meeste Districts-voorzitters in gebreke waren gebleven hun verslagen in te leveren. De onder-voorzitter stelde voor den te benoemen secretaris een vergoeding van ƒ 25.— te verkenen, een voorstel waarmee Egmond zich in 't geheel niet kan vereenigen, omdat men voor den Ijsbond maar iets moet overhebben. Toch werd met algemeene stemmen beslotenden lsten secretaris „met ƒ 25.— te salarieeren". Daarop werd tot lsten secretaris benoemd de heer J. Cock, candidaat gesteld door Hoorn, Alkmaar en Oudkarspel. Deze aanvaardde het ambt, doch hij wees de ƒ25.— van de hand. De voorzitter — we citeeren hier woordelijk de notulen — meent de vergadering te kunnen gelukwenschen met de keuze van den heer Cock, die een waardig opvolger van zijn ijverigen voorganger zal blijken te zijn. In behandeling wordt daarop genomen een rapport, samengesteld door den heer Stadt, van antwoorden der Afdeelingen omtrent banen en posten. Hij was daarbij gekomen tot vijf conclusiën: 1. De contributie der leden van de Afdeeling is voor verreweg het grootste deel onvoldoende om de banen te onderhouden. 2. De banen zijn voor Bondsleden vrij (uitgezonderd die van Schermerhorn.) 3- De bussen op eenige banen zijn voor 't geld van niet-Bondsleden. 4. Bijna de helft der Afdeelingen heeft posten of overloopen, waar ook van Bondsleden geld gevorderd wordt, alleen tot dekking der gemaakte kosten. 5 De algemeene wensch is, dat de banen voor Bondsleden vrij moeten zijn, doch dat er bij de posten uit zelfbehoud moet worden betaald. Deze conclusiën worden goedgekeurd. De voorzitter maakte daarbij de opmerking, dat er twee middelen zijn om tot het doel te geraken, doch dat hij zeer zou afraden deze aan te wenden, daar ze doodend zijn voor 't bestaan der Afdeelingen. Het eerste zou zijn contributie-verhooging, waarvan verlies van leden het gevolg moet zijn. Het tweede is ondersteuning uit de Bondskas, doch dit gaat niet, omdat de Bondskas een dergelijken uitgaaf niet veroorlooft en de Afdeelingen — als steun mogelijk was — eigen initiatief zouden laten varen. De Districtsverdeeling wordt vastgesteld; enkele Afdeelingen worden overgeschreven. In verband met de Districtsverdeeling worden Statuten en Reglement herzien. De kwestie van al of niet vergaderen op Zondag wordt besproken. 33 Den 25 November 1902 riep de afgevaardigden te Alkmaar ter algemeene vèrgadering bijeen. Aanwezig waren behalve het Hoofdbestuur 38 Afdeelingen; slechts 12 Afdeelingen waren niet vertegenwoordigd. De Voorzitter herdacht den vooruitgang van den IJ. H. N., doch legde daarbij den nadruk op het feit, dat daardoor juist van de Afdeelingen meer en meer werkzaamheid wordt geëischt: Men moet meer doen dan wat bepaald gedaan moet worden. Het publiek moet weten wat de Ijsbond beteekent en daarom had het hem gehinderd, dat zoo weinig ijsberichten aan het Nieuws van den Dag waren gezonden. Medegedeeld werd dat het Bondsbestuur ernstig had overwogen het bezwaar der Afdeeling Wervershoof tegen het vergaderen op Zondag, doch daartegenover was gebleken, dat juist de Zondag voor verreweg het meerendeel der afgevaardigden en leden van het Hooldbestuur de aangewezen dag was, zoodat niet kon worden voldaan aan den wensch van Wervershoof. Verder werd ter kennis gebracht der leden, dat na heel wat onderhandelingen de Ijskaart gereed was gekomen. Van de 3000 stuks, die gedrukt waren, waren reeds 2000 verkocht. De 2e Secretaris was met den arbeid daarvoor begonnen, de le Secretaris had dien met groot succes voltooid. Beiden werd dan ook daarvoor dank gebracht. Voor het eerst verscheen het Jaarverslag in druk, zoodat alle bestuurders en afgevaardigden daarvan kennis kondèn nemen De rekening van den penningmeester bedroeg in uitgaaf ƒ 592.93 in ontvangst ƒ 601.62 en sloot dus met een batig saldo van ƒ 9.59. Met het batig saldo van een vorigen dienst was nu in kas ƒ 98.39^. Toegezegd wordt, dat de volgende maal de rekening vooraf door drie Afdeelingen zal worden nagezien, zoodat dit tijdroovende werk niet meer staande de vergadering behoefde te geschieden. De heer J. Schellekens uit Egmond aan den Hoef leidde hierop in: „Is een eigen orgaan voor IJ. H N. mogelijk?" In een uitvoerig betoog kwam hij tot bevestiging der vraag, doch èn Voorzitter èn verscheidene afgevaardigden waren de meening toegedaan, dat een dergelijke onderneming boven de financieele draagkracht zou gaan. Gedrongen door de aangevoerde bezwaren trok de heer Schellekens zijn voorstel tot het uitgeven van een „Ijsbode", althans voorloopig, in. Aangenomen werd een voorstel van den Voorzitter — namens het Dagelijksch Bestuur — om dienaren van rijks- en gemeente-politie kosteloos leden der Afdeelingen te doen zijn, ten einde hun medewerking te verzekeren, Purmerend drong aan op het houden van een clubtocht, uit te schrijven door het Dagelijksch Bestuur. Zulks zou te gelegenertijd geschieden. De notulen dezer vergadering besluiten aldus: „Curiositeitswille kan nog worden medegedeeld, dat verscheidene bestuursleden en afgevaardigden uit vrij afgelegen plaatsen, o a. Hoorn, Grootebroek, Lutjebroek, per schaats ter vergadering waren gekomen. Wederom was Alkmaar de plaats waar de algemeene Vergadering werd gehouden en wel op 22 November 1903. Dat opnieuw te Alkmaar werd vergaderd, had een zeer gegronde reden; daar werd namelijk een Tentoonstelling betreffende ijs- en wintersport gehouden, georganiseerd door de kranige IJsclub Alkmaar, gesteund door den IJ. H. N. Vandaar dan ook, dat de vergadering werd bijgewoond door afgevaardigden van den Frieschen Ijsbond, van de Amsterdamsche IJsclub, die zich nimmer onbetuigd heeft gelaten hare belangstelling 34 te toonen in wat de IJ. N. H. betreft, van de IJsclub „Krimpenerwaard" en den ZuidHollandschen Ijsbond. Allereerst werd medegedeeld, dat de Commissaris der Koningin, mr. G. van Tienhoven het beschermheerschap van den IJ. H N. had aanvaard, en vervolgens hoe het plan tot het houden eener tentoonstelling was gerezen, bevorderd en uitgevoerd, zoo dat de regelingscommissie alle risico op zich nam, terwijl de IJ. H. N. enkel als „patroon" fungeerde Medailles waren geschonken door H. M. de Koningin, H. M. de Koningin-Moeder Prins Hendrik, den Commissaris der Koningin in Noord-Holland, de gemeente Alkmaar' de Amsterdamsche IJsclub, de Nederl. Schaatsenrijdersbond, enz. Bovendien werd de vergadering verrast met de mededeeling, dat Het Nieuws van den Dag - vooral door de bemoeiingen van den heer Sukkel te Alkmaar - zich bereid had verklaard tot een jaarlijksche donatie van / 100.-, op voorwaarde, dat aan dit blad de officieele ijsberichten worden toegezonden. Voor de eerste maal werd door de „financieele commissie", na voorafgaand onderzoek rapport uitgebracht omtrent het geldelijk beheer van den Bond, waarvan de administratie zoo gegroe.d was, dat het nazien tijdens-de algemeene vergadering niet meer mogelijk was De ontvangsten waren gestegen tot ƒ 717.99'/,; het batig saldo beliep ƒ 955 Bovendien was op de Rijkspostspaarbank ƒ 253.71 belegd. Een andere verrassing werd de aanwezigen bereid door kennisgeving van een schrijven der Amsterdamsche IJsclub, die een bijdrage van ƒ 100.- toezegde met den wensen tot samenwerking wat betreft het inorde maken en houden van ijsbanen naar en van Amsterdam Dat van den IJ. H. N. reeds een goede roep uitgaat bleek uit het verzoek van de Tounng-Club te Londen, om inlichtingen omtrent ijsbanen, tochten, enz. in Noord-Holland De le secretaris had daaraan voldaan. Meer dan merkwaardig was, dat IJsclubs als die te Edam en te Wormerveer voor den Bond meenden te moeten bedanken. De heer Cock hield daarop de aanwezigen bezig met de ontwikkeling zijner denkbeelden om in samenwerking met andere Ijsbonden en Vereenigingen een jaarboekje op het gebied van ijs- en wintersport uit te geven. Het is begrijpelijk, dat heel wat bezwaren te berde werden gebracht, doch deze werden ontzenuwd door de mededeeling van den voorzitter, dat bij eventueelen uitgaaf de inleider en een daartoe zich bereidwillig verklaarde commissie alle risico op zich willen nemen Bij deze vergadering waren slechts 7 Afdeelingen niet vertegenwoordigd Na de sluiting der vergadering bezocht men de tentoonstelling, die een schitterend succes is geweest. De hierop volgende algemeene vergadering werd op 27 November 1904 en ook weer te Alkmaar gehouden. Daar sprak de voorzitter er zijn vreugde over uit, dat de vergadering zoo goed bezocht was (op een Zondag) en tevens dat de tentoonstelling te Alkmaar zoo schitterend geslaagd genoemd mag worden. Dat de Commissaris der Koningin haar bezocht had was meer dan een compliment. En tevens deed het goed te weten, dat de ZuidHollandsche Bond het voorbeeld van zijn broeder had gevolgd Daarnevens memoreerde de voorzitter, dat door de goede organisatie en de juiste voorzorgsmaatregelen der Afdeelingen in den afgeloopen kwakkelwinter wederom geen ongelukken waren te betreuren op de Bondsbanen. Medegedeeld werd dat de heer Koster, districts-voorzitter van Hoogkarspel een geheel nieuw District, namelijk Medemblik had tot stand gebracht en tevens, dat gevormd was het 35 District Niedorp. Onder applaus werd goed gevonden den lsten Secretaris een te gemoetkoming van ƒ 100.— te verleenen voor diens buitengewoon vele werk. Een 2e druk van de IJskaart is verschenen. Van de 70 Afdeelingen waren er 62 vertegenwoordigd. Goed gevonden werd toe te treden tot den Nederlandschen Schaatsenrijdersbond, indien — let wel — de contributie een bedrag van ƒ 5.— a ƒ 6.— niet te boven gaat. Ten slotte hield Dr. J. C Overduin een voordracht over „Eerste hulp bij ongelukken op het ijs", een voordracht, die algemeene instemming ondervond, zoodat besloten werd ze in een handig boekje te verspreiden Op de tentoonstelling te 's-Gravenhage werd de IJskaart bekroond met een zilveren medaille. Op Woensdag 20 December 1905 werd de Algemeene vergadering te Enkhuizen gehouden. Hierna zal blijken waarom dit juist daar geschiedde. Medegedeeld werd, dat reeds 75 Afdeelingen tot den Bond waren toegetreden, daaronder Ilpendam wat voor de schaatsenrijders van Amsterdam van niet gering belang moet worden geacht. Aanvraag tot toetreding was ingekomen van de IJsclub te Hoofddorp en te NieuwerAmstel, dus buiten het „Noorderkwartier". Om dit mogelijk te maken, moet in Statuten en Huishoudelijk Reglement een wijziging worden gebracht. De Voorzitter herdacht hierop het feit, dat de IJ. H. N. 10 jaren bestaat; hij ging de stichtingsgeschiedenis na en stelde op den voorgrond, dat het denkbeeld tot vorming van een Bond was uitgegaan van den heer T. Schouten te Oudendijk en onder daverende toejuichingen werd dezen medegedeeld, dat de Bond hem als bewijs van dank en waardeering tot eere-lid had benoemd. Daarnevens herdacht de voorzitter de heeren Hoek Spaans, Bakker en Hooijberg, die veel hebben bijgedragen tot den bloei van den IJ. H. N. Hierop nam de heer Jurgens uit Purmerend het woord om namens den Bond den heer Minnema hulde en dank te brengen voor hetgeen déze had gedaan voor de ontwikkeling van den Bond. Aan hem is te danken dat de IJ. H. N. geworden is wat hij is en thans 18000 leden telt. Om de alleszins gerechtvaardigde erkentelijkheid der Afdeelingen zichtbaar te doen uitkomen bood de heer Jurgens den voorzitter namens alle Afdeelingen een tegeltableau aan, voorstellende een gezicht bij winter op Oudendijk, het huis en de omgeving, waar de heer Minnema vroeger werkzaam is geweest, omringd door opschriften en enblemen. Met zichtbare ingenomenheid ondersteunde de vergadering met daverende toejuichingen de waardeerende woorden des heeren Jurgens, waarop de heer Minnema zijn dank deed volgen. Maar de initiatief-nemer, de heer Schouten werd niet vergeten, hem werd, evenals aan den heer Minnema, een goed gelijkend, geteekend portret geschonken. Nadat de geestdriftige toejuichingen bedaard waren, werden twee liederen gezongen het eene gewijd aan den heer Minnema, het andere aan den heer Schouten. (In het laatste hoofdstuk van dit Gedenkboek zijn deze beide liederen opgenomen.) Heiloo, dat indertijd gedacht had aan het uitschrijven van een afstandsrit voor amateurs door IJ. H. N. trok dit voorstel terug; daarentegen kwam de Afdeeling „De Egmonden" met het voorstel het Dagelijksch Bestuur op te dragen een onderzoek in te stellen naar de mogelijkheid om in den volgenden winter het Kampioenschap „Hollands Noorderkwartier" te verrijden en daarvoor op de begrooting 1906—1907 een som uit te trekken. De vergadering gaf de noodige machtiging. Naar aanleiding van de voordracht in de vorige vergadering door Dr. Overduin over 36 „Eerste hulp bij ongelukken" en het plan om die voordracht in druk te verspreiden, deelde de voorzitter mede, dat de Vereeniging „Het Groene Kruis" een dergelijk geschrift voor slechts 3 cent per stuk heeft uitgegeven. Bij de rondvraag kwam uit, dat het plan tot het uitgeven van een jaarboekje niet kon worden ten uitvoer gebracht. Ofschoon de notulen daarvan niet uitdrukkelijk melding maken, werd ter gelegenheid dezer vergadering te Enkhuizen een goed geslaagde tentoonstelling op ijsgebied gehouden. 37 DERDE TIJDVAK. 1906 tot 1911. lllllp^ROOTE voorliefde schijnt te hebben bestaan voor het houden der Algemeene liillllÉli Vergadering te Alkmaar, want ook in 1906 en wel op 24 Mei kwamen de afgelilPliïlË vaardigden daar weer samen. Bij de opening vertelde de Voorzitter, dat het bestuur een standje had .gekregen. Er moest gewerkt worden, zeide men en een tentoonstelling kon wel achterwege blijven. Het Bestuur meende evenwel, dat tentoonstellingen ook haar nut hebben en bovendien de aantrekkelijkheid van een Algemeene Vergadering verhoogen. Een tweede brief, dien het Bestuur had ontvangen, was — we citeeren de notulen — nog nijdiger. Daarin werd niets meer of minder gezegd, dan dat het Bestuur op de Algemeene Vergadering minder „kool" verkoopen moest. Hierop antwoordde de Voorzitter zich te meenen herinneren, dat die brief uit het land van kool, namelijk Langendijk, afkomstig was en het Bestuur zich niet bewust was „kool" te hebben verkocht. Het had den brief dan ook niet serieus opgevat. In zake het voorstel door „De Egmonden" in de vorige vergadering gedaan omtrent het verrijden van het Kampioenschap van „Hollands Noorderkwartier" werd medegedeeld, dat het Bestuur bezwaren had tegen het uitschrijven van een dergelijken wedstrijd, le omdat men in concurrentie zou komen met den Nederlandschen Schaatsenrijdersbond, die dergelijke wedstrijden houdt; 2e voorzag het Bestuur moeilijkheden met Afdeelingen, die van gemeentebesturen subsidie erlangen en ten 3e wilde het Bestuur niet de verantwoordelijkheid op zich nemen van onregelmatigheden, welke zichbij Kampioenwedstrijden kunnen voordoen. De zaak werd hierbij afgedaan. Ingekomen waren twee Bondsliederen. Ze waren ter beoordeeling gesteld in handen van twee deskundigen, die in de volgende vergadering zouden rapporteeren. De Voorzitter deelde mede, dat de IJ. H. N. zich ter zake het ijsbreken zou wenden tot Gedeputeerde Staten en tevens daarbij de medewerking zou inroepen van den Commissaris der Koningin in deze provincie. Meer verwachtte de Voorzitter ervan, dat de Afdeelingsbesturen bij de Gemeentebesturen zouden aandringen om in de Politieverordening bepalingen omtrent het ijsbreken op te nemen. Het aantal afdeelingen bedraagt thans 76. Verder werd medegedeeld, dat de tentoonstelling te Enkhuizen een bevredigend resul- 38 taat heeft opgeleverd en dat uit Friesland verscheidene vragen waren ingekomen om inlichtingen over reddingsmiddelen, enz., waardoor het nut van een tentoonstelling opnieuw is gebleken. Vervolgens werden in behandeling genomen voorstellen ter herziening van Statuten en Huishoudelijk Reglement. Bij de rondvraag opperde Bjvenkarspel het denkbeeld des winters een Eigen Orgaan te verspreiden met mededeelingen omtrent den toestand van hét ijs, wat de afgevaardigde dezer Afdeeling beter acht dan publiceering in het Nieuws van den Dag. Hierop antwoordde de Voorzitter aanneming te moeten ontraden, omdat men aan het Nieuws van den Dag verplichting heeft, dat dit blad donateur van den Bond is geworden met een bijdrage van ƒ 100.— De afgevaardigde der IJsclub Hoofddorp te Haarlemmermeer voor de eerste maal aanwezig, sprak zijn dank uit voor de vriendelijke ontvangst en verwachtte, dat bezuiden het Noordzeekanaal zeker 6 a 7 clubs tot den Bond zouden toetreden. De Voorzitter zeide zich daarover te zullen verheugen, omdat door aansluiting van het Zuiden de Bond grooter en krachtiger zou worden; hij hoopte nog eenmaal den tijd te beleven, dat de Bond in Amsterdam zal vergaderen. Op 9 December 1906 werd de Algemeene Vergadering te Hoorn gehouden. Wegens ongesteldheid van den heer Minnema leidde de heer W. M. van Vliet de vergadering. Mededeeling werd gedaan van de vorming van een nieuw District, namelijk het Zuiderdistrict, waarbij nog slechts 1 Afdeeling, namelijk Hoofddorp is aangesloten. Breedvoerige besprekingen hadden plaats over het nieuw model Bondskaart, die als diploma dienst kan doen en tevens door middel eener veiligheidsspeld aan de kleeren kan worden bevestigd. Ten slotte werd een motie aangenomen der Afdeeling Purmerend om een andere Bondskaart te doen ontwerpen. • Besloten werd den Penningmeester een toelage van ƒ50 te verleenen. De heer W. C. Visser verdedigde hierop het nut van uniformiteit van ijsborden en wegwijzers. Het Hoofdbestuur werd naar aanleiding daarvan gemachtigd een onderzoek naar de mogelijkheid daarvan in te stellen. Ten slotte hield de heer Schellekens een lezing over „IJssportkiekjes uit oude tijden". De hierop volgende Algemeene Vergadering bracht de Afgevaardigden op 8 December 1907 te Schagen te zamen. Een aangename en welkome verrassing was, dat na het openingswoord van den Voorzitter de Zangvereeniging „Euphonia" op het podium verscheen en daar het Bondslied zong en — aangemoedigd door het langdurig applaus — herhaalde. Dat Bondslied had een geschiedenis, een lijdensgeschiedenis, zooals de Voorzitter vertelde. Reeds vroeger was een Bondslied gedicht, dat evenwel niet beviel en bijna tot onherkenbaar toe was vervormd. Eindelijk was het den heer K. Hille te Hoorn gelukt een lied samen te stellen en op muziek te doen zetten, dat nu — blijkens de toejuichingen — meer in den smaak viel. Bij acclamatie werd besloten het Bondslied met piano-begeleiding te doen drukken en voor een geringe prijs verkrijgbaar te stellen. De Voorzitter bracht daarop hulde aan den heer Koster, wien het gelukt was in korten tijd alle dorpen van het District Hoogkarspel en het District Medenblik bij de IJ. H. N. 39 te doen aansluiten en er waren daarbij met 2 a 300 leden. Nauwelijks was hij gereed met de organisatie van het District Hoogkarspel of dank zij zijn voortvarendheid en werkkracht werd te Enkhuizen een tentoonstelling van Ijs- en Wintersport op touw gezet, die uitnemend slaagde en financieel goede uitkomsten leverde. Hij werd tot voorbeeld gesteld voor de jongeren om te doen, zooals hij heeft gedaan. Op voorstel van den Voorzitter werd de heer Koster tot eere-lid benoemd. ..'1^ Medegedeeld werd, dat 13 nummers waren ontvangen van de IJscourant „De Winter". Hier wordt bedoeld „De Winter", Weekblad gewijd aan Ijs- en Wintersport, Uitgever E. Jonker te Egmond aan Zee. Het voorwoord „Aan de Lezers" is onderteekend met de letters J. M. S(chellekens), dezelfde, die indertijd propaganda maakte voor een Officieel Orgaan van den IJ. H. N. In een later nummer werd vermeld: Met medewerking van de heeren S. Th. Minnema te Amsterdam, J. Cock te Alkmaar, respectievelijk Voorzitter en le Secretaris van den IJ. H. N., J. M. Schellekens te Egmond aan den Hoef e. a. De 13 nummers bevinden zich in het archief van den Bond. Verder werd melding gemaakt van de vriendelijke toezending van het Gedenkboek, uitgegeven ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van den Nederlandschen Schaatsenrijdersbond, dat weer een plaats heeft in het archief. De Voorzitter bracht de klacht over van verscheidene Districts-Voorzitters over het onvoldoende bezoeken der Districts-vergaderingen en tevens de ontvangst van een brief, houdende het verzoek maatregelen te nemen tegen het dansen in sommige plaatsen op Zondag, waaraan meer wordt gedaan dan aan schaatsenrijden. Ten deze merkte de Voorzitter op, dat de Bond niets daartegen kan doen, maar dat het 't beste was in de Afdeelingsvergaderingen deze kwestie ter sprake te brengen en middelen er tegen te beramen. Het aantal Afdeelingen is gestegen tot 88. Het Zuider district telt thans 5 Afdeelingen. Besloten werd de oude Bondskaart te handhaven en tevens voor de Amsterdammers dagkaarten verkrijgbaar te stellen, nadat besloten was ze als Bondskaarten te erkennen. Met nagenoeg algemeene stemmen werd verworpen een voorstel van „De Egmonden" om op de begrooting een post uit te trekken, waaruit noodlijdende Afdeelingen zouden kunnen worden gesteund. Door den Voorzitter werd uitgebracht een rapport inzake een enquête gehouden in Februari en Maart 1907. Daarin worden allerlei zaken behandeld de Afdeelingen betreffend. De le Secretaris kondigt de verschijning aan. van den herdruk der IJskaart van het Noordelijk deel der provincie en een kaart van het Zuidelijk deel. Purmerend was de plaats waar op 13 December 1908 de afgevaardigden bijeen kwamen en wel van 91 Afdeelingen: verder twee bestuursleden der Amsterdamsche IJsclub en drie van den Stichtschen Ijsbond. Van de Zuid-Hollandsche IJsvereeniging was bericht van verhindering ingekomen. (Voor de eerste maal wordt dus melding gemaakt van belangstelling van beide broederbonden). De Voorzitter memoreerde, dat de Bond 15 jaar is geworden, dat de grootste vangst van Afdeelingen is afgeloopen en daarmede spoedig de uitvoerige propaganda, maar dat een moeilijke taak komt: thans moet elke Afdeeling zorgen, dat de buitenwereld geen aanmerkingen kan maken, en dat de goede naam van den Bond behouden blijft. Dat drukte de Voorzitter vooral de nieuwe Afdeelingen op het hart. Het aantal Afdeelingen was gestegen tot 115. Ter kennis der afgevaardigden wordt gebracht: 40 a. dat van den vroegeren uitgaaf „Verzamelde stukken" geen herdruk zal verschijnen maar wel drie bundels: ï. Statuten en Huishoudelijk Reglement; 2. Organisatie en Districtsvorming; 3. Uittreksels uit Politieverordeningen. b. dat van de IJskaart een oplaag van 2000 exemplaren is verschenen. Machtiging werd verleend van het Zuidelijk deel, waartoe reeds 14 IJsclubs zijn aangesloten, eveneens een kaart te doen drukken. Verworpen werd een voorstel van Medemblik om subsidie te verkenen aan Afdeelingen, welker inkomsten te kort schieten, voor aankoop van reddingsmateriaal. De vergadering meende, dat elke Afdeeling zichzelve moest helpen, des noods met steun der gemeente. Evenmin kon de vergadering zich vereenigen met het voorstel van Noord-Scharwoude om vanwege den Bond verbandkistjes aan te schaffen en dan elke Afdeeling te verplichten om deze tegen kostenden prijs over te nemen. Daarentegen verklaarde het Dagelijksch Bestuur zich bereid te aanvaarden het voorstel van Zaandam om zich op de hoogte te stellen van den prijs bij bestelling van een groot aantal verbandkistjes. Het Hoofdbestuur aanvaardde de opdracht van Purmerend om een onderzoek in te stellen naar de bevoegdheid van gemeente-veldwachters op rijkswateren. De heer J. Cock leidde in het belangrijke en steeds te weinig verzorgde onderwerp „Ijsberichten". Natuurlijk volgden van allerlei zijden bezwaren en werden moeilijkheden geopperd, terwijl ze toch met eenigen goeden wil en opoffering van moeite en tijd volkomen zijn te ondervangen. Te dezer zake vestigde de heer W. C. Visser uit Nieuwe Niedorp de aandacht op de door hem samengestelde code, waardoor kort en bondig alle mogelijke ijsberichten kunnen worden samengesteld. (Een en ander omtrent deze inderdaad genieuse code vindt men elders in dit Gedenkboek). Aangenomen werd het voorstel van het Dagelijksch Bestuur om met den Stichtschen Ijsbond en de Zuid-Hollandsche IJsvereeniging een overeenkomst te treffen tot wederzijdsche erkenning van de Bondskaarten. Door deze beslissing werd eenerzijds vastgesteld één modelkaart voor de drie Bonden; op vertoon daarvan kan vrij worden gereden op alk banen dezer Bonden. Nadat de heer A. J. Stikkel uit Alkmaar een inleiding had gehouden over „Clubtochten", ontspon zich een uitvoerige bespreking over een schrijven der Afdeeling Oudendijk om te' pogen het dansen in herbergen tegen te gaan en den Burgemeesters te verzoeken bij gesloten water geen of minder verlof tot dansen in de herbergen te geven. Met groote meerderheid werd de wenschelijkheid uitgesproken, dat de Afdeelingen plaatselijk dienen op te treden, als zij dat noodig achten. Den 12 December 1909 werd de Jaarvergadering te Haarlem gehouden. Voor de eerste maal derhalve bezuiden het Noordzeekanaal, bezuiden het eigenlijke Noorderkwartier, derhalve een daad van beteekenis. Niet minder dan 104 Afdeelingen deden zich vertegenwoordigen; bovendien waren aanwezig afgevaardigden van den Stichtschen en den Zuid-Hollandschen Ijsbond. Van den Frieschen Bond was bericht van verhindering ingekomen. Medegedeeld werd, dat de ijskaart voor het Zuiden in bewerking is en de banen omvat tusschen Monnikendam, Edam en Uitgeest in het Noorden en die van 's Gravenhage Woerden en Utrecht in het Zuiden. Een belangrijke kwestie werd door Broek in Waterland ter tafel gebracht, namelijk 41 of na de invoering van de wet op het Arbeidscontract de Afdeelingen de werklieden, die op de banen arbeid verrichten, moeten verzekeren? Dit vraagstuk werd bereidwillig behandeld door Mr. De Wilde, den voorzitter van den Stichtschen Ijsbond, die tot de conclusie kwam, dat het 't meest aanbevelenswaard is voor alle Afdeelingen een collectieve overeenkomst aan te gaan. Mr. Jan Lieftinck, bestuurslid der Haarlemsche Afdeeling daarentegen meende, dat men de zaak te ernstig opvat. Hij adviseerde dan ook niet te veel aan juristerij te doen, geen contracten te sluiten en ... geen slapende honden wakker te maken. Een andere aangelegenheid, die later bij herhaling te berde zou worden gebracht, gaf, op voorstel van Zaandam, aanleiding tot een breedvoerige bespreking, namelijk om naast „Het Nieuws van den Dag" ook andere groote bladen te Amsterdam verschijnend, de officieele ijsberichten toe te zenden. Ten slotte werd het voorstel van Zaandam aangenomen met 58 tegen 56 stemmen, zoodat de Afdeelingen de verplichting op zich namen om aan andere bladen, naast „Het Nieuws van den Dag", de ijsberichten geregeld toe te zenden. Verder maakte een punt van belangrijke bespreking uit of de stukken den IJ. H. N. betreffend naar den afgevaardigde, naar den secretaris of naar beiden zullen worden gezonden. Dit laatste zou te kostbaar wezen en alleen zending aan den afgevaardigde is geheel in de lijn der statuten van den Bond, zoodat de regeling bestendigd bleef. De vergadering van 11 December 1910 werd te Zaandam gehouden. In zijn openingswoord deelde de voorzitter mede, dat door oprichting der Afdeeling Zunderdorp thans een aansluitende baan is verkregen van Amsterdam naar Hoorn. De heeren J. Hooyberg en Joh. Hille worden tot eerelid benoemd, omdat zij leden zijn der oude garde en zij een bewijs van waardeering verdienen voor alles wat zij van af de oprichting voor den Bond hebben gedaan. De Voorzitter deelde mede, dat — blijkens een ernstig onderzoek — invoering van een verzekering van baanpersoneel noodzakelijk was en dat het Hoofdbestuur dan ook zulk een verzekering had aangegaan en wel voor een verzekeringsbedrag van ƒ 10.000 met een minimum premie van ƒ 40.—. Een vertegenwoordiger der betrokken Maatschappij, die aanwezig was, beantwoordde onderscheidene tot hem gerichte vragen. Elke Afdeeling is verplicht loonlijsten aan te leggen. De actie van het Hoofdbestuur werd goedgekeurd. De vergadering hechtte eveneens haar goedkeuring aan het voorstel van het Hoofdbestuur om jaarlijks een gecombineerde vergadering te houden van gedelegeerden van den IJ. H. N. den Stichtschen Ijsbond en den Zuid-Hollandschen Ijsbond. Deze Bonden" zouden een dergelijk voorstel doen aan hun algemeene vergadering. De voorzitter deelde nog mede, dat op een dergelijke conferentie geen bindende besluiten zullen worden genomen. De heer De Leur uit Hoorn hield een inleiding over het dichten van wakken en bronnen. Medegedeeld werd, dat Broek op Langendijk tot den Bond zou toetreden als niet op Zondag werd vergaderd. Het Hoofdbestuur had dezen eisch overwogen, doch was tot de conclusie gekomen, dat het practisch is op Zondag te vergaderen, omdat de ondervinding heeft geleerd, dat dan juist de meesten gelegenheid hebben de samenkomst bij te wonen. 42 VIERDE TIJDVAK. 1911 tot 1916. P 28 Mei 1911 werd te Hoorn vergaderd. Toen waren slechts 29 Afdeelingen met 40 afgevaardigden vertegenwoordigd, een aantal zóó gering als nooit te voren. De reden was, dat nagenoeg uitsluitend aan de orde kwamen wijzigingen in Statuten en Huishoudelijk Reglement, waarop de Afdeelingen vooraf amende¬ menten hadden kunnen indienen en die dan ook vooraf waren gepubliceerd. In betrekking tot dit agenda-punt had de IJsvereeniging „De Zaan" een motie ingediend, houdende het wenschelijke thans niet tot behandeling der aanhangig gemaakte wijzigingen over te gaan, doch aan een bevoegde commissie, waarin minstens één rechtsgeleerde zitting heeft, op te dragen een algeheele wijziging tot stand te brengen, meer naar de eischen van den huidigen omvang van den IJ. H. N. Deze motie, met klem door „De Zaan" verdedigd en gesteund door een enkele Afdeeling, vond ernstige bestrijding bij den Voorzitter, die aanneming ontraadde, eendeels op grond van art. 32 der Statuten en anderdeels om oponthoud te voorkomen. Met 34 tegen 8 stemmen werd deze motie verworpen. Een voorstel van Haarlem om den naam van den Bond te veranderen in Noord-Hollandschen Ijsbond werd verworpen.' Opnieuw kwam het zenden van ijsberichten ter sprake en wederom verzetten enkelen, in 't bizonder Zaandam er zich tegen, dat het verplichtend werd gesteld de berichten aan Het Nieuws van den Dag te zenden. Deze Afdeeling wenschte vrij te laten om andere bladen ook van berichten te voorzien. Met 20 tegen 16 stemmen werd hierop art 4 vastgesteld, dat de ijsberichten-zending regelt. De gewijzigde Statuten werden vastgesteld met 3 stemmen en het Huishoudelijk Reglement met 2 stemmen tegen. De volgende Algemeene Vergadering werd op 29 December 1911 te Amsterdam gehouden in den wintertuin van Krasnapolsky, waar de Overtoomsche IJsclub als gastvrouw optrad. Voor deze samenkomst was een werkdag gekozen en yan de 136 Afdeelingen waren er slechts 67 vertegenwoordigd. Van de aangeslotene waren 25 in gebreke gebleven de Koninklijke goedkeuring op de statuten aan te vragen, waardoor ze verstoken blijven van 43 stemrecht; en hadden 13 zich nog niet aangesloten bij het collectief contract, wat niet voorzichtig was. Wegens ongesteldheid was de heer Minnema verhinderd de vergadering bij te wonen; onder applaus werd besloten hem een telegram te zenden met wenschen voor zijn herstel. De vergadering werd geleid door de heer W. M. van Vliet. De heer W. C. Visser uit Nieuwe Niedorp besprak „Enkele punten uit de praktijk" en de heer J. Cock, le Secretaris, hield de afgevaardigden bezig met een bespreking van „Reclame-middelen", waarvan hij enkele had ontworpen en waarop elders in dit boek de aandacht wordt gevestigd. Gevraagd werd een verzoek te richten tot den Commissaris der Koningin in deze provincie tot het vaststellen van bepalingen om het vernielen van ijs tegen te gaan, wanneer dit een bepaalde dikte heeft. Hierop werd geantwoord; dat reeds aan den vorigen Commissaris een dergelijk verzoek was gezonden, doch zonder resultaat. De heer Visser raadde aan in overleg te treden met polderbesturen, burgemeesters, enz. en daarvan verwachtte hij meer medewerking. Kenschetsend is de vraag van den afgevaardigde van Nieuwendam waarom de vergadering niet op Zondag werd gehouden! En ook in deze vergadering bleek opnieuw, dat de minderheid en wel verreweg de kleinste minderheid de vergadering gaarne zag uitgeschreven niet op een Zondag en men steeds bezwaren aanvoerde om zich neer te leggen bij de herhaaldelijk gebleken voorkeur voor den Zondag, waarop verreweg de meesten gemakkelijk over hun tijd kunnen beschikken. De afgevaardigde van Overtoom verklaarde in het Reglement een bepaling opgenomen te willen zien, waarbij verboden wordt te discussieeren over de vraag om al of niet op Zondag te vergaderen. De 28"len December 1912, toen de Algemeene Vergadering te Alkmaar werd gehouden, viel op een Zaterdag; het gevolg was dat van de 135 Afdeelingen niet meer dan 88 vertegenwoordigd werden. Medegedeeld werd dat 16000 Bondskaarten aan de Afdeelingen waren gezonden tegen 21000 in 1910-11 en 24000 in 1909-10. Het aantal Afdeelingen gaat vooruit, doch het getal leden vermindert uithoofde van de slappe winters. Vandaar dat opgewekt werd tot de grootst mogelijke activiteit. De Voorzitter behandelde het punt „District-vergaderingen en nog wat", doch begon bij het laatste. Hij vestigde hier de aandacht op de groote verdiensten en de onvermoeide werkzaamheid van den heer J. Cock als le Secretaris en stelde voor dezen tot eerelid te benoemen, waartoe onder een hartelijk applaus werd besloten. Tot zijn eigenlijk onderwerp overgaande, zette de heer Minnema uiteen wat op Districtvergaderingen kan en moet behandeld worden en van hoeveel nut dit is zoowel voor de Afdeelingen als voor den Bond. Op voorstel van het Hoofdbestuur werd goedgevonden aan de Afdeeling Oudendijk, waar de Bond is opgericht en statuair gevestigd, een souvenir aan te bieden ter gelegenheid van haar aanstaand 25-jarig bestaan. De vergadering verhoogde het daarvoor aangevraagde crediet van ƒ25 tot ƒ50. Aan het Huishoudelijk Reglement werden enkele bepalingen toegevoegd, o. a. dat de Afdeelingen verplicht zijn om den betrokken District-Voorzitter kennis te geven van hare te houden algemeene vergadering met toezending der agenda. 44 In de vergadering op Maandag 29 December 1913 te Hoofddorp gehouden, werden allereerst twee verdienstelijke mannen gehuldigd, namelijk de heeren Van Vliet en Preijer, wien het eere-lidmaatschap werd aangeboden. Vervolgens werd aan de Afdeeling Oudendijk het aandenken aangeboden, waartoe in een vorige vergadering was besloten en wel een zeer fraai gecalligrafeerde oorkonde. Daarbij werd gevoegd een fotografische groep van het Dagelijksch Bestuur van den Bond. Aanwezig waren 66 Afdeelingen met 99 afgevaardigden. Medegedeeld werd, dat het aantal aangevraagde Bondskaarten 15000 bedroeg en dat vanwege den Bond stempels waren vervaardigd voor medailles, die voor den kostenden prijs aan de Afdeelingen kunnen worden geleverd. Ingeleid werd de vraag ,Is de oprichting van een museum op het gebied van ijs- en wintersport wenschelijk". Dit geschiedde door den heer A. J. Stikkel uit Alkmaar, die daarbij tot een bevestigende conclusie kwam. Van verscheidene zijden vond het denkbeeld instemming en ten slotte nam de vergadering een motie aan van Oudendijk, luidende: De Algemeene Vergadering van den IJ. H. N. spreekt de wenschelijkheid uit tot oprichting van een Museum op het gebied van ijs- en wintersport en draagt het Hoofdbestuur op daarvoor de noodige stappen te doen. Wegens het neerleggen van zijn ambt bedankte Mr. O. van Tienhoven voor het Beschermheerschap van den Bond. Het Hoofdbestuur erlangde vrijheid van handelen bij de keuze van een nieuwen beschermheer. Toezegging tot medewerking werd gedaan aan een afgevaardigde van Alkmaar bij een eventueel te houden afstandsrit langs banen van den IJ. H. N. Uitgeest was uitverkoren voor de vergadering van 20 December 1914, omdat de IJsclub Uitgeest, Afdeeling van den IJ. H. N. onafgebroken 60 jaren had bestaan, een zeldzaam feit, dat een bizondere herdenking volkomen wettigde. Uit den aard der zaak richtte de Voorzitter dan ook eenige wèlgekozen woorden van waardeering en hulde tot de jubelaresse en bood de IJsclub ter herinnering aan de eerste medaille in zilver op den stempel van den Bond geslagen. BOND S-M E D AIL L E. De Alkmaarsche IJsclub huldigde harerzijds Uitgeest door aanbieding van een fraaien lauwerkrans, wat met een geestige toespraak geschiedde. Ter kennis der vergadering werd gebracht, dat in een gecombineerde bijeenkomst van de drie Ijsbonden besloten was tot het doen verspreiden eener circulaire, waarin de aandacht gevestigd wordt op de noodzakelijkheid om vooral in dezen winter zooveel mogelijk armoede en werkloosheid te helpen bestrijden door werkverschaffing. 45 Deze circulaire, het tastbaar product van samenwerking, was van den volgenden inhoud: Nu het winterseizoen begint te haderen en daarmede tevens de tijd aanbreekt, dat de verschillende Ijsbonden, IJsvereenigingen en IJsclubs hunne werkzaamheden hervatten, rijst de vraag, welken invloed de abnormale tijdsomstandigheden, waarin de Europeesche oorlog ons allen heeft gebracht, zullen uitoefenen op de ijssport in het algemeen en den werkkring van onze Bonden in het bijzonder. Oppervlakkig oordeelende, zullen misschien velen geneigd zijn, de ijssport uitsluitend te beschouwen van uit het standpunt van den schaatsenrijder, en haar dientengevolge als overbodig luxe artikel tot een minimum willen beperken en iederen penning daarvoor uitgegeven, als een nuttelooze uitgave veroordeelen. Die zoo oordeelen en op grond van dien aan onze Bonden hunnen zoo noodigen steun mochten willen ontzeggen, bewijzen daardoor, het doel en het streven onzer Bonden geheel te miskennen. Ons doel toch is in de allereerste en voornaamste plaats werkverschaffing en wel werkverschaffing in dien zin, dat het geld, dat door de leden van de verschillende afdeelingen wordt betaald, en hetgeen door het schaatsenrijdend publiek op de baan in de bussen van den Bond wordt gestort, geheel wordt uitbetaald aan- en in het belang van degenen, die de ijsbanen in orde maken en houden, zulks naar verhouding van de door ieder gepraesteerde diensten. De werkeloosheid is reeds thans een dreigend gevaar voor ons land; zij zal dit in stijgende mate zijn, naar gelang de invallende vorst meer bedrijven tijdelijk stop zet. Wie dus onze Bonden steunt, door lid te blijven als hij' het reeds is, of anders lid te worden en anderen aan te moedigen om het goede voorbeeld te volgen, en daardoor voor die Bonden de gelegenheid opent, om een zoo groot mogelijk aantal werkeloozen aan het werk te zetten voor het in orde brengen en houden der ijsbanen, helpt mede, de werkeloosheid te bestrijden in de dagen, gedurende welke door de felle koude de nood het hoogste zal zijn gestegen en de meeste ellende zal worden geleden. Door aldus onze bonden in de gelegenheid te stellen, een grootere activiteit te ontwikkelen, zal men ons in staat stellen nog beter dan in vorige jaren zorg te dragen voor goed doorgaand verkeer over het ijs, nog meer zorg te besteden aan het maken van bruggen en het afzetten van wakken, waardoor wederom meer schaatsenrijders zullen worden gelokt op onze banen, onze inkomsten verder zullen stijgen, en daardoor de gelegenheid zal worden geopend, nog meer werkeloozen aan werk te helpen. Waar aan het lidmaatschap van onze Bonden deze groote sociale beteekenis is verbonden en daarnaast het lidmaatschap van één der drie Bonden aan den betrokken persoon vrijen toegang verschaft op alle banen der twee andere Bonden, twijfelen wij er niet aan, of menigeen zal juist in de abnormale tijdsomstandigheden, waaronder wij thans leven, aanleiding vinden, om onze Bonden te steunen door als lid toe te treden. Moge onze roepstem dus bij velen weerklank vinden en de steun van velen ons in staat stellen, in den tijd van felste koude en ernstigste ellende krachtig mede te werken tot leniging van den socialen nood. IJSBOND HOLLANDS NOORDERKWARTIER. ZUID-HOLLANDSCHE IJSVEREENIGING. STICHTSCHE IJSBOND. AMSTERDAM, \ 's-QRAVENHAGE, < November 1914. UTRECHT, 46 De Secretaris van de Zuid-Hollandsche ljsvereeniging nam op zich, zich bovendien te wenden tot den Minister van Oorlog om te wijzen op het bestaan van deze Ijsbonden onder overlegging van de onderscheidene ijskaarten, die dezerzijds van belang geacht werden voor de beweging der militairen op het ijs. Het Huishoudelijk Reglement wordt aangevuld met de bepaling, dat aan Afdeelingen die in gebreke blijven vóór 1 November Bondskaarten aan te vragen, na dien datum een gelijk aantal zal worden gezonden als de laatste keer was opgegeven. De heer Nannes Gorter uit Alkmaar verkreeg hierop het woord voor de ontwikkeling zijner plannen voor een afstandsrit in het centrum van Noord-Holland, een tocht van ongeveer 50 K.M. Het plan werd met zooveel geestdrift voorgedragen en verdedigd, dat de afgevaardigde van den Stichtschen Ijsbond vroeg of het mogelijk zou zijn, dat ook zijn Bond aan zulk een tocht deel nam. De heer Gorter antwoordde, dat deelnemers van het Sticht hoogst welkom zouden zijn. Gedachtig aan het „De aanhouder wint" kwam wederom een voorstel te berde — ditmaal van Andijk-Midden — om niet meer op Zondag te vergaderen. De voorzitter verwees het voorstel der Afdeeling naar de Districts-vergadering. In de Algemeene Vergadering van 12 December 1915 te Schagen gehouden bracht de voorzitter in herinnering, dat deze de 20* Jaarvergadering was en met voldoening - vooral van hem zelf — kan verheugenis worden uitgesproken over den vooruitgang van den IJ. H N De dichterlijke woorden van den lste Secretaris, den heer Cock — zoo merkte de Voorzitter op — voorkomend op den beschrijvingsbrief geven zoo juist den groei en de populariteit van den IJ. H. N. aan, n.1. De Ijsbond nam een groote vlucht, Hij groeide in 20 jaar geducht, En van Oost tot West, van Noord tot Zuid Sloeg IJ. H. N. zijn vleug'len uit. Te dezer gelegenheid was bij het gebruikelijke jaarverslag van den 2en secretaris een beknopt overzicht gevoegd betreffende dit 20-jarig tijdvak. In verband met zijn aftreden als Districts-Voorzitter van Purmerend en de aan den IJ H. N. bewezen diensten werd de heer Jurgens tot eere-lid benoemd. Verworpen werd — na een geanimeerd debat - een motie van de Afdeeling OterkekDe Algemeene Vergadering van den IJ. H. N. noodigt het Hoofdbestuur uit om de Burgemeesters der gemeenten in Noord-Holland, met uitzondering van Amsterdam, Haarlem Alkmaar en Den Helder, te verzoeken gedurende den tijd, dat het ijs behoorlijk berijdbaar is aan lokaalhouders geen vergunning te verkenen tot het geven of doen geven van openbare dansmuziek daarin, op werkdagen vóór zonsondergang, behalve bij ijsfeesten en wedstrijden Vervolgens verkreeg de heer W. C. Visser gelegenheid zijn denkbeelden uiteen te zetten over het aangeven van de hoofdverkeerswegen op de IJskaart van den Bond bij een eventueelen herdruk. Hij meende daardoor het overzicht over de ijsbanen te vergemakkelijken, vooral voor hen, die niet in de provincie thuis behooren. De banen zouden dan dienen te worden voorzien van een nummer en degeen, die moet zorgen voor de inlevering van ijsberichten had dan eenvoudig weg, het baannummer te vermelden naast het ijsbericht. Het denkbeeld werd ter overweging aan het bestuur overgedragen. 47 VIJFDE TIJDVAK. 1916 tot en met 1920. ET eerste samenzijn in dit jongste vijfjarige tijdperk had plaats op 19 December 1916 te Anna Paulowna, nadat allen onder de vroolijke muziek van een fanfarecorps een uurtje hadden gewandeld van het station naar de vergaderzaal. Voor de veteranen was heel zorgzaam een rijtuig beschikbaar gesteld. Wederom had de vergadering haar oordeel uit te spreken over een aangeboden Bondslied, ditmaal gedicht door den heer De Boer te Nieuwer-Amstel. Deze had daartoe roeping gevoeld, omdat het bestaande bondslied z. i. niet in den smaak valt. Een commissie werd benoemd om lied en muziek te beoordeelen en te zijner tijd te rapporteeren. Kennis werd gegeven van veel gunstiger condities inzake het Collectief Contract tot verzekering van baanpersoneel. De vaste jaarpremie werd teruggebracht van ƒ40 op ƒ10 . en de toeslag op ƒ 21 %, inplaats van ƒ 25 %(,. Onder de verzekering zijn begrepen baancommissarissen, mits hun namen voorkomen op de arbeidslijst. Voor kennisgeving werd aangenomen een verzoek van de Afdeeling Amstelland om niet op Zondag te vergaderen. De voorzitter vestigde de aandacht op de statuten, die voorschrijven, dat het Hoofdbestuur jaarlijks een aanbeveling geeft van twee plaatsen. Wil men dit wijzigen, dan dient een voorstel — via de Districts-vergadering — te worden ingediend. Medegedeeld wordt, dat het Hoofdbestuur besloten had het District Purmerend te splitsen en wel in een District Purmerend en een District Waterland. Wegens de verhooging van den inkoopsprijs werd goedgevonden de Bondskaarten met 50 opcenten te verhoogen. Besproken wordt een voorstel van het District Zaanstreek om cursussen te geven voor Afdeelingsbesturen en baancommissarissen in het leggen van verband bij voorkomende ongelukken op het ijs. Het denkbeeld vond veler instemming, doch een beslissing kon niet genomen worden, omdat niet alle afgevaardigden een mandaat hadden. De voorzitter beval daarom aan, dat elk in eigen Afdeeling deze aangelegenheid nader en afdoende zou behandelen. Op Vrijdag 28 December 1917 werd te Alkmaar de Algemeene Vergadering gehouden. Na de opening der vergadering huldigde de voorzitter der Afdeeling Alkmaar den heer Wigman, die dien dag juist 25 jaren secretaris dezer Afdeeling was geweest. Dat was voor den voorzitter een niet te verzuimen gelegenheid om zijn herinneringen 48 Een aardige wedstrijd, georganiseerd door de IJsclub te Krommenie. op te halen over de stichting van den Bond en over het aandeel, dat de heer Wigman heeft gehad om aan die eerste stappen kracht te verkenen. (Zie elders.) Aan het Jaarverslag zij ontkend, dat in den afgeloopen winter ongeveer ƒ 20.000 aan arbeidsloonen voor baanpersoneel is verwerkt. Van enkele zijden wordt aanbevolen een grootere oplaag van het Jaarverslag ter verspreiding als propaganda. Het denkbeeld was ook reeds overwogen het door illustraties en een omslag aantrekkelijker te maken, doch de hoogere kosten laten dit nog niet toe. Medegedeeld wordt, dat Mr. Dr. W. F. van Leeuwen wegens verandering van ambt het beschermheerschap van den Bond heeft neergelegd, doch dat in diens plaats Jhr. Mr. Dr. A. Roëll, de tegenwoordige Commissaris der Koningin bereid is bevonden dit te aanvaarden. Verder dat de Nederlandsche Schaatsenrijders Bond genegen is tot samenwerking en dat de Eerste Nederlandsche Verzekering-Maatschappij tegen invaliditeit en ongelukken te 's-Gravenhage zich bereid heeft verklaard aan de collectieve verzekering van baanpersoneel te voegen een vergoeding voor geneeskundige behandeling, doch niet hooger dan de Rijksverzekeringsbank. De premie wordt dan ƒ 5.— %o hooger, dus ƒ 26.— °/m. Als gevolg daarvan hebben de Afdeelingen van den IJ. H. N. niet 2'/2. maar 3 % te voldoen van het door haar uitgekeerde loon. Aan de vergadering werd daarop de gelegenheid geboden zich uit te spreken over het aangeboden „Bondslied". De heer Kreijger, lid der beoordeelingscommissie, plaatste zich na een geestige inleiding van den heer Van Gorkom, den rapporteur, aan de piano. Laatstgenoemde zette het lied in, waarvan exemplaren waren rondgedeeld en daar klonk het „Bondslied" door de zaal, tot aller zichtbare en hoorbare voldoening. Het succes was onverdeeld en ongedacht, zoodat het dan ook als Bondslied werd aangenomen. Aan het Bestuur werd machtiging verleend de noodige stappen te doen tot het verkrijgen van gemeentelijke subsidies, ten einde uit de baten daarvan mogelijk te maken, dat voorzien wordt in tusschen banen van Afdeelingen resteerende onbewerkte gedeelten. . Ingekomen was een schrijven der Afdeeling Haarlem over centralisatie van ijsberichten. Deze Afdeeling verklaarde de ijsberichtgeving aan Het Nieuws van den Dag onvoldoende en beval aan de berichten te verspreiden door middel van een Amsterdamsch Persbureau. Van de Bestuurstafel werden voorstellen te dezer zake toegezegd. Bizonder vermeldenswaard is, dat H. M. de Koningin het bewijs willende geven van haar groote belangstelling in de ijssport in de maand Januari eenige medailles voor wedstrijden had geschonken en sommige Afdeelingen daarvoor wèlgeslaagde wedstrijden hadden doen houden. De mogelijkheid bestaat, dat bij een volgende gelegenheid wederom een dergelijke schenking van H. M. kan worden tegemoet gezien. Buitengewoon werd gewaardeerd een telegrafisch aanbod van de Amsterdamsche IJsclub om haar gebouw af te staan voor het geval de IJ. H. N. in Amsterdam mocht vergaderen. De Algemeene Vergadering, die op Zaterdag 23 November te Amsterdam werd gehouden, had deze groote bekoring, dat gebruik — en wel zeer gaarne gebruik—werd gemaakt van het hoogst welwillende en alleraangenaamst stemmende aanbod der Amsterdamsche IJsclub om daarvoor haar ruim clubgebouw aan te wijzen. 't Was zoo langzamerhand al gewoonte geworden dat de burgemeester der gemeente, waar de Algemeene Vergadering werd gehouden, althans een deel der samenkomst bijwoonde, een woord van waardeering en van welkom sprak. Uit den aard der zaak ligt in zoo iets feitelijk ten grondslag een simpele vormkwestie, want niet alleen den IJ. H. N. geschiedt de eer op die wijze instemming te vernemen met zijn goede werk. 49 Maar hier, in het Amsterdamsche Clubgebouw was dat geheel anders. Daar was het geen vormelijke begroeting, die vandaag deze en morgen geene te beurt valt; hier was het een onvervalscht, recht gemeend bewijs van waardeering van onzen IJ. H. N. toen namens de Amsterdamsche IJsclub, waarmede reeds zoovele jaren hoogst vriendschappelijke relaties waren onderhouden, de heer G. J. H. van Veen allen welkom heette. En wanneer ooit een welgemeende begroeting in den geest eener vergadering is gevallen, dan was het hier bij de Amsterdamsche IJsclub! En vooral de allerbeminnelijkste wijze, waarop dit geschiedde. De heer Van Veen zeide o a.: „Het is de IJsclub bizonder aangenaam en een groote eer, dat de Bond, die zóóveel heeft gepresteerd, in het clubgebouw heeft willen vergaderen". En zeer juist kaatste onze voorzitter deze welwillende woorden terug: „De dank en de eer zijn niet aan U, doch aan ons!" en hij voegde er den wensch bij, dat de goede verstandhouding tusschen de Amsterdamsche IJsclub en de IJ. H. N. nog lang zou voort duren. Voor wien echter deze samenkomst van niet gering te achten voldoening beschouwd moet worden, is stellig voor den heer Minnema, onzen voorzitter, die daardoor tot op zekere hoogte de kroon zag op zijn rustelooze werkzaamheid, zijn onvermoeid streven om den IJ. H N., zijn Bond, vooruit te brengen. Deze dag van 23 November 1918 zal hem altijd in verheffende herinnering bijblijven! Ter bijwoning der vergadering waren uitgenoodigd de Nederlandsche Schaatsenrijders Bond, de Zuid-Hollandsche IJsvereeniging en de Stichtsche Ijsbond. Vertegenwoordigd waren op dezen „dag in de week" slechts 49 Afdeelingen van de 131. Den vorigen winter waren 22200 Bondskaarten uitgegeven. Ter kennis der vergadering werd gebracht dat het Bondsbestuur aan het college van B. en W. van 134 gemeentebesturen bij gemotiveerd adres een verzoek om subsidie had gezonden. Enkele gemeenten hadden afwijzend daarop beschikt, andere verleenden een bijdrage, die afwisselde tusschen ƒ5.— en ƒ500.—. Dit adres luidde als volgt: Ijsbond „Hollands Noorderkwartier" (Opgericht 21 December 1895). ALKMAAR, Februari 1918. Laatstelijk goedgekeurd bij Kon. besluit van 17 Juli 1906. Beschermheer Jhr. Mr. Dr. A. RoëlI, Aan Comm. der Koningin in de Prov. N.-Holland. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Gemeente Ondergeteekenden, uitmakende het Hoofdbestuur van den nader te noemen Bond, verzoeken beleefd Uwe hooggewaardeerde aandacht voor het volgende: Er bestaat in de provincie Noord-Holland reeds sedert 23 jaar de IJSBOND „HOLLANDS NOORDERKWARTIER", gewoonlijk aangeduid met de initialen „IJ. H. N.", die zich het volgende ten doel stelt: 50 a. het aanleggen en onderhouden van goede, zoo mogelijk breede, aansluitende ijsbanen, waardoor het ijsverkeer ten zeerste bevorderd wordt. b. het afbakenen van gevaarlijke plaatsen, waardoor de veiligheid op het ijs in deze Provincie, bij vroeger vergeleken, zeer veel verbeterd is. c het doen plaatsen van wegwijzers en borden met bekendmaking, waar de baan eener Afdeeling begint of eindigt. d. het aanschaffen van reddingsmiddelen en het zoo mogelijk in voorraad hebben van verbandmiddelen enz. om bij ongelukken op het ijs zoo spoedig mogelijk hulp te kunnen verleenen. Door de bemoeiingen onder b en d genoemd zijn in al de jaren van het bestaan van „IJ. H. N." geen gevallen van verdrinken op de banen van den Bond voorgekomen. Behalve het bovenstaande zijn zij zoo vrij onder Uwe aandacht te brengen, dat de „IJ. H. N." zich ook beweegt op het gebied van werkverschaffing, door het in dienst nemen van werkloozen tot het aanleggen en onderhouden van ijsbanen. Ten bewijze daarvoor deelen zij mede, dat door de gezamenlijke Afdeelingen in den winter 1916—1917 pl m. ƒ20.000 aan arbeidsloon is uitgegeven, ongerekend het bedrag, dat is besteed voor het aanschaffen van materiaal ten dienste der veiligheid. Dit is h. i. een belangrijke ontlasting van den gemeentelijken armenzorg. Ook deelen zij U met voldoening mede, dat al hunne werklieden door een collectief contract verzekerd zijn tegen ongelukken, terwijl de Afdeelings-afgevaardigden, ter bevordering van het verkeer in de Provincie, verplicht zijn iederen morgen door berichten in „Het Nieuws v. d. Dag" bekend te maken hoe de toestand van het ijs is en welke banen berijdbaar en vertrouwbaar zijn. Tot nog toe heeft de „IJ. H. N.", die reeds 129 Afdeelingen telt met circa 20.000 leden, en zijn banen heeft van Anna Paulowna en Andijk tot Bennebroek, Uithoorn en Weesp, nooit zoo goed de tekortkomingen in den Bond kunnen constateeren als in den winter van 1916-'17. Wat toch is het geval? Vele Afdeelingen, welker kassen bij het begin van den vorigen winter goed gespekt waren, hebben door de aanzienlijke kosten van onderhoud gedurende de lange ijsperiode zelfs groote schulden moeten maken. Tot het doen van dergelijke uitgaven zouden zij niet meer in staat blijven, indien het ijs in de volgende winters opnieuw belangrijke finantiëele offers mocht eischen. Nu is dit niet het geval met alle Afdeelingen. Er zijn er in den Bond met een flink aantal contribueerende leden, waar betrekkelijk een klein baanvak te onderhouden is, doch daarentegen zijn er vele, en verreweg het meerendeel, kleine, welker inkomsten zeer gering zijn en die uitgestrekte banen hebben te maken en te onderhouden, ja, zelfs over afstanden van 14 a 16 Kilometer. Deze groote kosten zijn door deze Afdeelingen niet te dragen, waardoor zij als vanzelf genoodzaakt zijn te kort te schieten in hare verplichtingen jegens den Bond. Ondergeteekenden meenen dat deze toestand niet bestendigd mag blijven. Zij zouden zoo gaarne die zwakke Afdeelingen steunen, indien dat in hunne macht was. Overtuigd als zij zijn, dat de Ijsbond voorziet in een dringende behoefte en ieder inwoner dezer Provincie van zijn werk kan profiteeren, nemen zij beleefd de vrijheid Uw Edelachtbaar College te verzoeken Uwen Raad voor te stellen hun Bond een jaarlijksche subsidie toe te staan van b.v. ƒ 25 —of meer. Zij meenen Uw College duidelijk aangetoond te hebben het groote nut van bovengenoemden Bond, zoodat het U niet moeilijk zal vallen dit verzoek in Uwen Raad met warmte te verdedigen. Het heeft misschien zijn goede zijde U mede te deelen, dat de gemeenteraad van's-Qravenhage op voorstel van B. en W. aan de Haagsche Afdeeling van de Zuid-Hollandsche IJsvereeniging eene subsidie van ƒ 1000 voor het jaar 1918 heeft verleend. Het Bestuur van bovengenoemden Bond: S. Th. Minnema, Voorzitter te Amsterdam. K. Spaan, te Ursem. W. M. van Vliet, Vice-Voorzitter te Krommenie. B. W. H. Kleinschmidt, te Hoogkarspel. J. Cock, le Secretaris te Alkmaar. J. Metselaar Pz., te Twisk. P. Preijer Jr., Penningmeester te Krommenie. D. Stam, te Oudendijk. C l. F. Sarlet, 2e Secretaris te Haarlem. C. Grandadam, te Purmerend. A. l. ZuiDSCHERWOUDE, te Schagerbrug. C Martens te Monnikendam. A. Sleutel, te Schagen. JHr. P. N. Quarles van Ufford, A. Visser, te N. Niedorp. te Heemstede. A. J. Stikkel, te Alkmaar. R. Pool Johz., te Nieuwer-Amstel. W. Dil Jz., te Zaandam. S. Silver, te Hoofddorp. 51 Het Hoofdbestuur werd gemachtigd aan de gemeentebesturen, waarvan niets was vernomen, opnieuw een verzoek te richten, maar nu aan den Raad en tevens een dergelijk adres aan Provinciale Staten van Noord Holland. Verder werd medegedeeld, dat wegens de uitgestrektheid het District Amstelland was gesplitst en dat het nieuwe deel den naam had ontvangen van District Gooiland. Het Huishoudelijk Reglement onderging eenige wijziging en aanvulling in verband met het algemeen uitgedrukte verlangen naar een betere ijsberichtgeving. Teneinde de aangename verstandhouding met „Het Nieuws van den Dag" te bestendigen werd op voorstel van den Voorzitter besloten dit blad het eere-lidmaatschap aan te bieden. Voor het eerst moest de Penningmeester bij het uitbrengen van zijn financieel verslag over het dienstjaar 1917—1918 melding maken van een nadeelig saldo. De ontvangsten hadden bedragen /1318.33'/2> waarbij een batig saldo van den vorigen dienst van ƒ350.3272 en de uitgaven ƒ1333.14. De rekening sloot dus met een tekort van ƒ14.8072- In verband met de geringe opkomst, wat van de zijde van het Bestuur geweten werd aan het houden der vergadering niet op een Zondag, stelde Heemstede voor het volgend jaar op de agenda te brengen de vraag of voortaan al of niet op Zondag zal worden vergaderd. De Voorzitter herinnerde er aan, dat dit vraagstuk bij herhaling ter sprake is gebracht en beval aan dit onderwerp van behandeling te doen uitmaken in de District-vergaderingen. Vermoedelijk komt men dan tot een oplossing. Het Dagelijksch Bestuur stelt zich geen partij. De laatste vergadering, waarvan in dit Gedenkschrift melding gemaakt kan worden, is die, welke op 21 December 1919 wederom te Amsterdam werd gehouden. Toen niet in het gebouw der Amsterdamsche IJsclub, omdat dit, gedachtig aan de mogelijkheid van rijdbaar ijs, voor hare leden beschikbaar gehouden diende te worden. Feitelijk was Hoorn aangewezen, doch de treinenloop was van dien aard, dat vergaderen daar vrijwel onmogelijk was. De „tijdsomstandigheden" waren daarvan de schuld en tal van clubs en daardoor de IJ. H. N. ondervinden er eveneens de gevolgen van. Geklaagd wordt over geldgebrek en gebrek aan arbeidskrachten, doch de Voorzitter wekte de aanwezigen, allen bestuurders van den IJ H N. op vol te houden, samen te werken om te blijven voortbestaan. „Men moet willen, men moet toonen" — zoo sprak de heer Minnema vol geestdrift — „dat de arbeidslust, de arbeidsvreugde niet verloren zijn gegaan. Hoofdbestuur en Dagelijksch Bestuur doen wat ze kunnen, dat blijkt voortdurend; wij van onze zijde verwachten dat ook van U. Mocht er een ijscampagne komen, dan hoop ik, dat alles zal loopen, zooals het moet! Het volgend jaar bestaat de Bond 25 jaren en gaarne zal ik dan een juichtoon hooren, die ook zal klinken buiten den Bond. Verscheidene Afdeelingen hebben verleden jaar het werk moeten staken. Mocht de toestand niet veranderen, dan zou ik aanraden het werk stop te zetten, doch onze taak niet te eindigen. Dat nooit!" Te hopen is dat deze woorden niet zijn geweest die eens roepende in de woestijn! Medemblik brak een lans voor aansluiting bij den Nederl. Schaatsenrijders Bond, waarop de Voorzitter antwoordde, dat geheel samenwerken niet gaat, omdat de beide Bonden een uiteenloopend doel beoogen. Wèl wordt niet losgelaten het denkbeeld om contact te verkrijgen. Pogingen daartoe zijn nog in behandeling. Op voorstel van den Voorzitter wordt de 2e secretaris benoemd tot eerelid. De voorzitter deelde mede, dat Provinciale Staten met 25 stemmen voor en 31 stemmen tegen afwijzend hadden beschikt op de aanvraag om subsidie. In het prae-advies van 52 De Afdeeling Nieuwe-Niedorp is bekend door hare prachtige ijsbaan, waar met groot succes nationale wedstrijden zijn gehouden. Van de uitgestrektheid dezer pracht-ijsvlakte krijgt men door bovenstaande afbeelding een uitnemend denkbeeld. Gedeputeerde Staten was echter wel sprake van waardeering voor hetgeen de IJ. H. N. verricht. Verder werd mededeeling gedaan van de gemeenten, die subsidie hadden verleend. Ten deze werd de vergadering ingelicht omtrent de bestemming van de gemeentelijke bijdragen, die afzonderlijk zullen worden beheerd. De beschikking er over blijft aan het Dagelijksch Bestuur, dat verantwoording verplicht is aan het Hoofdbestuur. Wenscht een Afdeeling financieelen steun dan dient de aanvraag te geschieden aan den District-Voorzitter. Nooit zal worden voldaan aan een verzoek van een Afdeeling rechtstreeks; beslist noodzakelijk is vooraf overleg met den Districts-voorzitter, die dan het Dagelijksch Bestuur van advies dient. De steeds stijgende uitgaven en de daaraan niet geëvenredigde vermeerdering van inkomsten deden het Hoofdbestuur overgaan voor te stellen den prijs der Bondskaarten te brengen van 2y2 op 5 cent per stuk. Dit werd meer aan te bevelen geacht dan verhooging der 5% contributie-afdracht aan de algemeene kas, omdat deze 5 cent zonder bezwaar op de contributie der leden kan worden gelegd. Het Dagelijksch Bestuur werd gemachtigd nog één jaar een proef te nemen met de pas vastgestelde wijze van berichtgeving omtrent den toestand van het ijs. Het vorige jaar had de regeling fiasco geleden. Machtiging werd verleend tot het samenstellen en het uitgeven van een Gedenkboek ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van den IJ. H. N. Teneinde de kosten te dekken zullen de Afdeelingen per exemplaar ongeveer ƒ 2.50 moeten bijdragen. Wat nu de gang van zaken in den loop van het jaar 1920 betreft, daaromtrent kan thans bij de samenstelling van het Gedenkboek weinig gezegd worden. De afgeloopen winter gaf niets dan teleurstelling op ijsgebied. De actieve IJsclubs erlangden geen gelegenheid om te toonen, dat ze verre van ingeslapen waren en de dommelende Clubs zakten nog dieper in ongezonden, veerkracht verslindenden slaap. De Ijsbond „Hollands Noorderkwartier" — de combinatie dus der aangesloten Afdeelingen — kan zich alleen in volle kracht ontplooien bij vriezend weer en krakend ijs, dan ontwikkelt zich de latente energie van den schaatsenrijder, dan toont hij een werkkracht, die bij den buitenlander te vergeefs gezocht moet worden. En in zulk een periode pas treedt de uitnemende organisatie van den IJ. H. N. op den voorgrond, ervaart men, dat inderdaad de IJ. H. N. zich een eereplaats heeft verworven in de rij van gelijk gezinde vereenigingen. Het feit, dat in de afgeloopen 25 jaren op geen der Bondsbanen een menschenleven te betreuren is geweest, bewijst meer dan voldoende, dat de leiders een ruimen blik hebben gehad in het treffen van voorbehoeds-maatregelen en dat de Afdeelingsbesturen het hunne deden tot richtige ten uitvoerbrenging daarvan en tot voortdurend toezicht op alles wat daartoe kan strekken. En het gevolg is, dat bij herhaling waardeering werd ondervonden van dat werk door corporaties, die door eigen ervaring gerechtigd zijn een juist oordeel te vellen: Nederlandsche Schaatsenrijdersbond, Amsterdamsche IJsclub, Zuid-Hollandsche IJsvereeniging en Stichtsche Ijsbond. De IJ. H. N. is nooit ongevoelig gebleven voor dien lof, doch daarnevens gevoelt hij, dat zijn werk niet volmaakt is, dat het verbeterd kan worden; van daar het streven tot samenwerking met genoemde Bonden. 53 ORGANISATIE. De organisatie van den Ijsbond Holland Noorderkwartier is thans: Dagelijksch Bestuur: S. Th. Minnema, Voorzitter, te Amsterdam. W. M. van Vliet, Vice-Voorzitter, te Krommenie. J. Cock, le Secretaris, te Alkmaar. P. Preijer Jr., Penningmeester, te Krommenie. C. L. F. Sarlet de Soiron, 2e Secretaris, te Haarlem. Noorder-District. Districts-voorzitter de heer H. Limpers te Wieringerwaard, 13 Afdeelingen, n.1. Anna Paulowna I, Anna Paulowna II, Burgerbrug, Eenigenburg, St. Maartensbrug, St. Maartensvlotbrug, Mennonietenbuurt, Oudesluis, Petten en Zuid-Zijpe, Schagerbrug, Stolpe, Wieringerwaard en 't Zand. District Schagen. Distr.-voorzitter de heer A. Sleutel te Schagen met 7 Afdeelingen, n.1.: Barsingerhorn, Dirkshorn, Harenkarspel, Kolhorn, Schagen, Warmenhuizen en Zijdewind. District Niedorp. Distr.-voorzitter de heer A. Visser te Nieuwe Niedorp met 9 Afdeelingen, nl.: Aartswoud, de Gouw, Langereis, Moerbeek, Nieuwe Niedorp, Opmeer-Spanbroek, Oude Niedorp, Sijbekarspel en Winkel. District Alkmaar. Distr.-voorzitter de heer A. J. Stikkel te Alkmaar, met 14 Afdeelingen, n.1.: Akersloot, Alkmaar, Bergen, Egmond-Binnen, Groet, Heiloo, Koedijk, Limmen, Noord-Scharwoude, Oudkarspel, Oudorp, St. Pancras, Schoorldam en Zuid Scharwoude. District Zaanstreek. Distr.-voorzitter de heer W. Dil Jz. te Zaandam, met 9 Afdeelingen, n.1.: Krommenie, Oost-Knollendam, Oostzaan-Overtoom, Uitgeest, Westzaan-Noord, Westzaan-Zuid, Wormer, Wormerveer en Zaandam. District Ursem. Distr.-voorzitter de heer F. C. F. D. van den Heuvel te Ursem, met 10 Afdeelingen, n.1.: Driehuizen, Graft, Groot-Schermer, Hensbroek, Obdam, Oterleek, De Rijp, Schermerhorn, Stompetoren en Ursem. District Hoogkarspel. Distr.-voorzitter de heer C. W. Stadegaard te Bovenkarspel, met 14 Afdeelingen, n.1.: Andijk-Oost, Andijk-Midden, West-Andijk, Andijk-Westeinde, Bovenkarspel, Enkhuizen, 54 Grootebroek, Hem, Hoogkarspel, Lutjebroek, Ooster-Blokker, Venhuizen, Wervershoof, en Westwoud. District Medemblik. Distr.-voorzitter de heer J. Metselaar Pz. te Twisk, met 9 Afdeelingen, n.1.: Benningbroek, Hauwert, Medemblik, Midwoud, Nibbikswoud, Onderdijk, Oostwoud, Opperdoes en Twisk. District Hoorn. Distr.-voorzitter de heer J. Bierman te Oudendijk, met 13 Afdeelingen, n.1.: Avenhorn, Bangert, Beets, Berkhout, Blokdijk, Bobeldijk, Hoorn, Ooterleek, Oudendijk, Scharwoude, Schellinkhout, Wester-Zwaagdijk en Wijdenes. District Purmerend. Distr.-voorzitter de heer C. Grandadam te Purmerend, met 11 Afdeelingen, n.1.: Beemster, lip, Ilpendam, Kwadijk, Middelie, Oost-Graftdijk, Oosthuizen, Purmerend, Spijkerboor, West-Graftdijk en Wijde Wormer. District Waterland. Distr.-voorzitter vacature, met 4 Afdeelingen, n l: Broek in Waterland, Buiksloot, Monnikendam en Zunderdorp. District Haarlem. Distr.-voorzitter Jhr. P. N. Quarles van Ufford te Zandvoort, met 8 Afdeelingen, n.1.: Bennebroek en O., Haarlem en O., Haarlemmerliede en Spaarnwoude, Heemstede, Spaarndam, Vijfhuizen, Zuid-Schalkwijk en Zwanenburg en O. District Amsteüand. Distr.-voorzitter de heer R. Pool Johz. te Nieuwer-Amstel, met 4 Afdeelingen, n.1.: Amstelveen, 't Kalfje, Nes aan den Amstel en Uithoorn. District Gooiland. Distr.-voorzitter de heer J. J. A. Helleganger te Weesp, met 4 Afdeelingen, n.1.: Het Gein, Muiden, Muiderberg en Weesp. Zuiderdistrict. Distr.-voorzitter de heer S. Silver te Hoofddorp met 5 Afdeelingen, n 1.: Aalsmeer, Hoofddorp, Nieuw-Vennep, Nieuwe Meer en Overtoom-Sloten. Beschermheer: Jhr. mr. dr. A. Roëll, Commissaris der Koningin in de provincie NoordHolland. Eereleden van den IJ. H N. zijn de heeren S. Th. Minnema, W. M. v. Vliet, J. Cock, P. Preher Jr., B. H. Jurgens, J. Hille, T. Schouten, „Het Nieuws van den Dag" en C L F. Sarlet de Soiron. 55 SUBSIDIES. Voor 1918: Voor 1919: Voor 1920: De volgende gemeenten hebben subsidies verleend: Nieuwer Amstel ƒ 25.— (D) Krommenie „ 25.— (D) Schermerhorn „ 10.— (D) Haarlemmerliede . . . • „ 10.— Berkhout. . „ 10.— (D) Bloemendaal . „ 25.— (D) Petten J| • » 5.— (D) Sloten „ 50.— Ursem „ 10.— (D) Amsterdam ƒ 500.— Heemstede . . • „ 25.— (D) Alkmaar • . „ 25.— (D) ■Edam „ 15.— Haarlemmermeer „ 25.— Haarlemmerliede „ 10.— Amsterdam ƒ 500.— Sloten „ 50.- Oudendijk „ 10.— Edam 15.— (D) beteekent doorloopend. Afwijzend werd beschikt door: Hoorn, Jisp, Wieringen, Oterleek, Aalsmeer, Wijd< Wormer, Oostzaan, Vlieland, Avenhorn, Winkel, Bussum, Heiloo, Zaandam, Hilversum 's Gravenland, Helder en Laren. Bovendien schonken verscheidene gemeente-besturen rechtstreeks subsidies aan Afdee lingen, o.a. Haarlem ƒ 500.—, Alkmaar ƒ 1000.— (max), Spaarndam ƒ 5.—, Heiloo ? Akersloot ƒ90—, St. Pancras ƒ25.— en Purmerend ƒ300.—. 56 UITGAVEN VAN DEN IJSBOND HOLLANDS NOORDERKWARTIER. 57 58 UITGAVEN VAN DEN IJSBOND HOLLANDS NOORDERKWARTIER. ^^^^N den loop der jaren heeft de Ijsbond Hollands Noorderkwartier menige ilNillfsf circulaire gericht tot District-voorzitters, Afdeelingsbesturen en Afdeelings^^^^ afgevaardigden. llatataft^ Meerendeels betroffen ze huishoudelijke aangelegenheden, herinneringen aan het zenden van een verslag, enz. Een andere maal werd een rapport, een inleiding in druk verspreid en enkele daarvan zijn vereenigd in een bundel, teneinde verloren gaan zooveel mogelijk te voorkomen. In een dier bundels zijn o a. vereenigd: Het rapport in zake banen en posten, met conclusiën; Districts-vorming en artikelen over „De Districts-voorzitter", „Districts-vergaderingen" en „De functie van Afdeelings-afgevaardigde". De drie laatst genoemde artikelen bevatten zooveel belangrijke gegevens, dat herplaatsing in dit Gedenkboek van waarde moet geacht worden, te meer, omdat er kans bestaat, dat ze opnieuw onder de oogen komen van hen, die daaruit wijze lessen kunnen putten. Daarnevens beschouwe men ze als een soort handleiding. De Districts-Voorzitter. De D.-V. is lid van het Hoofdbestuur. Daarom wordt hij op de Algemeene Vergadering gekozen. Teneinde de stemming gemakkelijker te maken, kunnen de Afdeelingen te voren de namen van candidaten opgeven aan het Dagelijksch Bestuur. De D.-V. worden door de afgevaardigden der Afdeelingen Districtsgewijze gekozen, d. w. z. de Afd. van het District Purmerend b.v. kiezen de voorzitter van het District Purmerend. De D.-V. is niets meer, doch ook niets minder dan lid van het Hoofdbestuur; hij is voor zijn District gedelegeerde van het H. B. Het H. B. kan zich onmogelijk op de hoogte houden van alle locale omstandigheden in alle Afdeelingen en daarom tracht nu de D.-V. goed bekend te worden met de Afdeelingen van zijn District. Indien het hem mogelijk is, maakt hij in den winter per schaats ééns (of meermalen) een tochtje langs de banen van zijn District, teneinde een en ander te inspecteeren. 59 Hij maakt op de baan, ongevraagd, geen aanmerkingen. Hij let op: breedte der banen; schoonhouden der banen; plaatsing van borden; plaatsing van wegwijzers; dichthouden van barsten; vischbijten (al of niet buiten de baan); posten (al of niet noodzakelijk); gedrag der baanvegers; enz. enz. enz. Tijdens de wintercampagne belegt de D.-V. eens of meermalen een vergadering met de afgevaardigden der Afdeelingen in zijn District. Deze vergaderingen zijn reeds bekend geworden onder den naam van Districtsvergaderingen. De namen en adressen der afgevaardigden worden den D.-V. op aanvraag opgegeven door den lsten Secretaris. Schrijfbehoeften en berichtkaarten voor de Districts-verg. kunnen de D.-V. ook bij den len Secretaris aanvragen. De gespecificeerde vorderingen in zake reis- en verblijfkosten, porto's enz. moeten door den D.-V. vóór 1 Mei bij den Penningmeester van IJ. H. N. worden ingediend. Na fiatteering dier rekeningen door Voorzitter en Secretaris van het D. B. volgt betaling door den Penningmeester. Districts-vergaderingen. Ondervindt een Afdeeling moeilijkheden, of wenscht ze inlichtingen, dan wendt ze ze zich door middel van haar afgevaardigde tot den D.-V. Deze treedt in correspondentie met die Afdeeling, teneinde de moeilijkheden op te lossen. Desnoods belegt hij een conferentie. Zoo noodig doet hij verslag van zijn bemoeiingen aan het D. B. Vindt hij het noodig of gewenscht, dan noodigt hij een der leden van het D. B. uit een dergelijke conferentie bij te wonen. Voor een Districts-vergadering worden alle afgevaardigden van het district opgeroepen. Andere leden van de Afdeelings-besturen mogen die vergaderingen ook bijwonen en aan de besprekingen deelnemen, maar alleen de afgevaardigden hebben het recht van stemmen. Dag, tijd en plaats der d. v. zijn ter bepaling overgelaten aan den D.-V. Op de d. v. worden besproken: breedte der banen in de afdeelingen; gedrag der baanvegers; verdeeling „ over „ ; belooning der baanvegers (geen besluiten nemen); aansluiting „ der „ ; posten; schoonhouden der banen „ ; beweging langs de banen; dichthouden van barsten; drukte op het ijs; plaatsing van borden; waardeering van het publiek; „ „ wegwijzers; ijsbreken. Opmerkingen en aanmerkingen worden gemaakt. Goede toestanden worden geconstateerd. (Afd. noemen!) Op verbeteringen wordt aangedrongen. (Afd. noemen!) Waar organisatie te wenschen overlaat, worden verbeteringen in overweging gegeven. (Afd. noemen!) I Wenschen voor de A. V. worden uitgesproken. 60 Propagandapogingen worden beraamd en zoo noodig in commissie gegeven. Uitbreiding medegedeeld. Enz. enz. enz. De Districts-vergadering heeft geen eigen secretaris, nog penningm., dus geen bestuur. De D.-V. is ambtshalve voorzitter der Districts-vergadering. Hij houdt aanteekening van het verhandelde en maakt naar aanleiding daarvan een gedetailleerd verslag, dat hij vóór 1 April inzendt bij den le Secretaris. De 2de Secretaris neemt extract uit die verslagen tot een algemeen jaarverslag. 't Is duidelijk, dat door de verdeeling van het groote IJsbondgebied de locale belangen veel beter tot hun recht komen, daar ze op de d. v. grondiger behandeld kunnen worden dan op de groote Algemeene Vergadering. De groote kracht van IJ. H. N. moet niet in centralisatie, maar wel in decentralisatie gezocht worden. Daarom moeten we allen zorgen, dat de zaken in de Afdeelingen zoo goed mogelijk in orde zijn; dat de Afdeelingen geheel hun eigen huishouding hebben; en dat de Afdeelingen in de Districten vrijwillig zoo veel ze kunnen onderling samenwerken- Die onderlinge samenwerking vraagt het H. B. van alle Afdeelingen, opdat IJ. H. N. niet alleen naar buiten steeds grooter, maar vooral naar binnen steeds sterker worde. Dan kunnen we allen tevreden zijn! Dan is IJ. H. N. onze eer en onze roem! De functie van Afdeelings-afgevaardigde. De Afdeelings-ajgevaardlgde is niet enkel de man die een Afdeeling twee achtereenvolgende jaren vertegenwoordigt op de Algemeene Vergadering van den Bond, doch hij is tevens als zoodanig Lid van het Bondsbestuur en daardoor dus tegelijkertijd Vertegenwoordiger van den Bond in de Afdeeling. Hij is de persoon die èn de belangen van de Afdeeling behartigt bij den Bond, èn de Bondsbelangen dient in zijn Afdeeling. Zijn functie houdt dus veel meer in dan de verplichting om de jaarlijksche Algemeene Vergadering van den IJ. H. N. en de tusschentijdsche Districts-vergaderingen bij te wonen. Hij heeft als lid van het Bondsbestuur de Bondsbelangen ter harte te nemen en te zorgen dat zijn Afdeeling de haar opgelegde verplichtingen nakomt. Hij moet evengoed op de hoogte zijn en worden gehouden van alle verrichtingen zijner Afdeeling in zake den Bond, als omgekeerd. Daarom is ook juist hij de persoon die, als correspondent zijner Afdeeling, de ijsberichten behoort op te zenden, en worden alle brieven, bescheiden en bestellingen van en voor Afdeelingen, wanneer daaromtrent geen bepaald adres ter beantwoording of toezending is opgegeven, door den len Secretaris van den IJ. H. N. beantwoord of toegezonden aan den betrokken Afd.-Afg. Hij behoort in de allereerste plaats kennis te dragen van alles wat tusschen Bond en Afdeeling plaats vindt. De Afdeelings-afgevaardigden zijn als 'tware de monden waardoor de Dagelijksche Besturen van Bond en Afdeeling tot elkander spreken; zij zijn de tusschenpersonen, die op het eerste sein onmiddellijk aansluiting behooren te zoeken. Dat dan de stem van weerskanten niet zij als die eens roependen aan doovemansdeur! Om steeds contact te kunnen vinden, behooren abuizen in namen van Afgevaardigden, liefst zoo spoedig mogelijk, door verbeterde opgave aan den len Secretaris van den IJ. H. N., te worden hersteld. 61 DE IJSCODE. Een der merkwaardigste en van groote vindingrijkheid getuigende uitgaven vanwege den IJ. H. N. is geweest die betreffende de „IJs-telegraaf-code", een lievelingsdenkbeeld, gepropagandeerd door wijlen den heer W. C. Visser, toen ter tijd voorzitter van het District Niedorp. Zijn denkbeeld, hoe geestig en hoe eenvoudig ook gedacht, heeft echter geen instemming gevonden. Hieronder laten we volgen een afdruk van de circulaire, die de heer Visser indertijd aan de Afdeelings-besturen heeft gezonden: N. NIEDORP, Januari 1910. Aan de Besturen der Afdeelingen van den Ijsbond „Hollands Noorderkwartier." Mijne Heeren! Op uitnoodiging van het Hoofdbestuur van den ijsbond „Hollands Noorderkwartier," zend ik U een Ïjs-Telegraaf-Code. Deze code bestaat uit woorden, waarvan een vooraf vastgestelde beteekenis is gegeven. Door het gebruik dier woorden kan men voldoend uitvoerige ijsberichten per telegraaf zenden, — bijv. naar Het Nieuws van den Dag — zonder dat zoo'n bericht hooger kost dan ƒ0.25. — Ik geef slechts 24 codewoorden. Dit aantal is voorloopig voldoende. Die woorden zijn zoo gekozen, dat ze alle 24 beginnen met een anderen letter van het alfabet. Dit geschiedde, omdat onjuiste overbrenging, of verminking van telegrammen mogelijk is. Bij het gebruik van codewoorden zou dit moeielijkheden kunnen opleveren. Om de kans daarop nog kleiner te maken, koos ik woorden, waarin de beginletter zich herhaalt. Bovendien zijn de woorden ook nog zoo gekozen, dat ieder codewoord ongeveer den zin aangeeft van de vooraf vastgestelde beteekenis. IJS-TELEGRAAF-CODE. jgl Woorden. | VASTGESTELDE BETEEKENIS VAN DE CODEWOORDEN. A I Aanvaarden. Wij aanvaarden ons werk. Wakken en zwakke plaatsen worden afgebakend. B Baanbreker. Er zijn vaartuigen door onze ijsbaan gegaan. C Communicatie. Communicatie over het ijs is nog gevaarlijk, doch wakken enz. zijn afgebakend. D Doordooien. Blijft de dooi aanhouden, dan is 'tmet schaatsenrijden gedaan. E Ellende. Natte sneeuw gevallen en vastgevroren. Ijs is slecht berijdbaar. F Fanfare. Het ijsfeest, morgen, wordt door muziek opgeluisterd. G Genoegen. Met genoegen rijdt men op onze feestbanen. Enkele toeganswegen zijn minder mooi. H Hardheid Het ijs is hard genoeg, doch eischt geen scherpgeslepen schaatsen. I Insigne. 't Bonds-insigne geldt voor verkeersbanen. Ons contrölemerk voor de feestbanen. J Juichtoontje. Alles in orde. Banen zijn geopend, borden geplaatst. K Kraken- Het ijs is sterk genoeg, doch nog niet voor veel menschen bijeen. L Laagland. Op kunstbaan, (onder water gezet land) kan men hier schaatsenrijden. M Molenmeesters. Watermolens en -machines zijn gaan malen. Voorzichtigheid is noodig. N Kavegeü. Banen reeds met sneeuwopruimer geopend. Navegen zal volgen. O Onderzoeken. Er ligt reeds eenig ijs. Wij zullen toestand onderzoeken en publiceeren. P Paraptuie. Er is water op het ijs gekomen. Kanten zijn niet vertrouwbaar. R Redeneeren. Ijs slecht berijdbaar. Wij plegen overleg, hoe het te verbeteren is. S StofbeStrijding. Op enkele plaatsen ligt stof op het ijs. Wij zullen beproeven dat weg te nemen. T Toestand. De verkeersbanen zijn alweer gemaakt, met 't schoonvegen is begonnen. U Uitmuntend. Onze feestbanen zijn uitmuntend, de verkeerswegen best berijdbaar. V Vervelend. Er is sneeuw gevallen. Wij beproeven ten spoedigste weer gereed te komen. W Woelwater. Het grondijs heeft geloopen. Enkele gedeelten zijn erg hobbelig. IJ IJstUding. Heden ontbreken betrouwbare tijdingen. Voorzichtigneid is raadzaam. z Zorgzaam. Het ijs in onze afdeeling is thans niet vertrouwbaar genoeg. 62 JkW Omdat, het wellicht ook nog het gemak kan dienen en de bruikbaarheid bevorderen, verdeelde ik de codewoorden bovendien in rubrieken en wel in de volgende: / Onderzoeken. B L Aanvaarden. «\ Communicatie. " f Laagland. Kraken. B' i Redeneren. ■) Woelwater. 11 Stof bestrijding. ° \ Baanbreker. / Genoegen, g L Juichtoontje. ■g l Uitmuntend. M f Fanfare. \ Insigne. _ / Vervelend. mi IJstijding. S < Toestand. ?/ Navegen. *" ' Hardheid. . Ellende. « i Molenmeesters. = \ Parapluie. [ Zorgzaam. Doordooien. Er ligt reeds eenig ijs. Wij zullen toestand onderzoeken en publiceeren. Wij aanvaarden ons werk. Wakken en zwakke plaatsen worden afgebakend. Communicatie over het ijs is nog gevaarlijk, doch wakken enz. zijn afgebakend. Op kunstbaan, (onder water gezet land) kan men hier schaatsenrijden. Het ijs is sterk genoeg, doch nog niet voor veel menschen bijeen. '>|fS§jP Ijs slecht berijdbaar. Wij plegen overleg hoe het te verbeteren is. Het grondijs heeft geloopen. Enkele gedeelten zijn erg hobbelig. Op enkele plaatsen ligt stof op het ijs. Wij zullen beproeven dat weg te nemen. Er zijn vaartuigen door onze ijsbaan gegaan. Met genoegen rijdt men op onze feestbanen. Enkele toegangswegen zijn minder Alles in orde. Banen zijn geopend, borden geplaatst. [mooi. Onze feestbanen zijn uitmuntend, de verkeerswegen best berijdbaar. Het ijsfeest, morgen, wordt door muziek opgeluisterd'tBonds-insigne geldt voor verkeerswegen. Onscontrólemerk voor de feestbanen. Er is sneeuw gevallen. Wij beproeven ten spoedigste weer gereed te komen. Heden ontbreken betrouwbare tijdingen. Voorzichtigheid is raadzaam. De verkeerswegen zijn al weer gemaakt met 't schoonvegen is begonnenBanen reeds met sneeuwopruimer geopend. Navegen zal volgenHet ijs is hard genoeg, doch eischt geen scherp geslepen schaatsen. Natte sneeuw gevallen en vastgevroren. Ijs is slecht berijdbaar. Watermolens en -machines zijn gaan malen. Voorzichtigheid is noodig. Er is water op het ijs gekomen. Kanten zijn niet vertrouwbaar. Het ijs in onze afdeeling is thans niet vertrouwbaar genoeg. Blijft de dooi aanhouden, dan is 'tmet schaatsenrijden gedaan. GEBRUIK VAN DE CODE. Om aan de Redactie van „Het Nieuws van den Dag" te Amsterdam te telegrafeeren, is als adres voldoende: Nieuws, Amsterdam. Wanneer wij nu vaststellen dat"Niedorp zal beteekenen „Afdeeling Nieuwe Niedorp" en dat wij, door Niedorp Winkel te seinen, bedoelen „Afdeeling Nieuwe Niedorp, richting Winkel," dan kan men met 10 woorden, dus voor 25 cents, telegrafeeren voor 3 of 4 afdeelingen te gelijk. De volgende 4 voorbeelden geven dit aan. le Voorbeeld: Nieuws Amsterdam, Niedorp Aanvaarden, OudeNiedorp Baanbreker, Niedorp Winkel Communicatie, Hardheid. In het Nieuws van den Dag zal men dan plaatsen als ijsbericht: Afdeeling Nieuwe Niedorp. Wij aanvaarden ons werk, wakken en zwakke plaatsen worden afgebakend. Richting Oude Niedorp, er zijn vaartuigen door onze ijsbaan gegaan. Nieuwe Niedorp richting Winkel, communicatie over het ijs is nog gevaarlijk, doch wakken enz. zijn afgebakend. Het ijs is hard genoeg, doch eischt geen scherpgeslepen schaatsen. 2e Nieuws Amsterdam, Alkmaar, Koedijk Onderzoeken, Heilo Juichtoontje, Kraken, Oudorp Aanvaarden. Het gevolg van dit telegram is, dat in het Nieuws van den Dag wordt opgenomen: Afdeeling Alkmaar richting Koedijk. Er ligt reeds eenig ijs. Wij zullen toestand onderzoeken en pnbliceeren. Richting Heilo, alles In orde, banen zijn geopend, borden geplaatst. Het ijs is sterk genoeg, doch nog niet voor veel menschen bijeen. Richting Oudorp. Wij aanvaarden ons werk, wakken enz. worden afgebakend. 3e Nieuws Amsterdam, Niedorp Genoegen, Hardheid, Fanfare, Insigne, Niedorp OudeNiedorp Stofbestrijding. 4e Nieuws Amsterdam, Niedorp Vervelend, Molenmeester, Parapluie, Doordooien, Niedorp Winkel IJstijding. De lezer vuile s.v.p. zelf de twee laatste voorbeelden in. 63 Pro memorie: le Ijsberichten kunnen, bij voortdurende vorst, evengoed per briefkaart geschieden. 2e In het begin en bij wijzigingen in den toestand van het ijs, is telegrafeeren beter. 3e Samenwerking, tot het zenden van ijsberichten, is aan elkander passende Afdeelingen gerust aan te raden. 4e Het einddoel moet zijn, eene voor ieder begrijpelijke aanduiding van den toestand, op de aaneengesloten verkeersbanen. 5e De beste ijs-berichtgever is een voorzichtige, flinke schaatsenrijder, op een geschikt punt wonende. Met Bondsgroet, W. C. VISSER. Ten slotte zij hier gereproduceerd een reclame op briefkaartformaat, overgenomen van den Stichtschen Ijsbond: Waarom j#iSMtelL *s het voor II |g van belang JappF*" lid te zijn van den ■ IJ S B 0 N D „HollandsNoordcrkwartier Omdat de IJ. H N. zorgt voor goede verkeerswegen over aansluitende ijsbanen tusschen de voornaamste gemeenten in de Provincie Noord-Holland. Omdat de IJ. -H. N. U dagelijks op de hoogte houdt van den toestand van het ijs en van de meest aanbevelenswaardige tochten. Omdat de IJ. H.N. bedelarij op hare banen weert, en er voor zorgt, dat de bijdragen, die gij in de bondsbussen geeft, den Bond, dus U zelve ten goede komt Omdat de IJ. H. N. voor de veiligheid op de banen zorgdraagt en U waarschuwt op plaatsen, waar mogelijk gevaar kan bestaan. Omdat de IJ. H N. nauwlettend toeziet dat de goede orde op de banen gehandhaafd wordt. Omdat de IJ. H.N. voor het onderhoud harer banen honderden arbeiders in dienst heeft, welke anders zonder werk zouden zijn en gij dus zelf medehelpt werkeloosheid te bestrijden. 64 Een andere gecostumeerde wedstrijd door de IJsclub Wormer gehouden. Bij het Prinsessefeest te Koedijk gehouden, had de Afdeeling van den IJ. H N. het uitnemende denkbeeld in den optocht een groep te vormen, waarbij de ijssport wèl vertegenwoordigd was. Zelfs de man met de bus ontbrak niet. DE POËZIE ALS HULPMIDDEL VOOR DEN IJ. H. N. w 65 66 DE POËZIE ALS HULPMIDDEL VOOR DEN IJ. H. N. Welk een genot op die ijzers te drijven! 't Ruim te doorklieven in gonzende vlugtl Bogen op 't galmend kristal te beschrijven. Zacht gedodeind, als gewiegd op de lucht! Mr. Bogaers. OE een duimbreed ijzer iemand veranderen kan!" Geen volk ter wereld is ongevoeliger voor den zedelijken invloed van het schoeisel op den geheelen mensch dan de Nederlander. Trek den Nederlander dansschoenen aan; gesp hem sporen aan de hielen; rust hem uit met iagt- stevels; schoei hem met de treurspellaars of den blijspelmuil; gij verandert daarmede den man niet. Hij wordt daarom nog geen ware danser, ruiter, jager of komediant. Hij blijft een Nederlander, die danst, rijdt, jaagt of komedie speelt. Maar geef den Nederlander een paar schaatsen onder de voeten — en hij is geen Nederlander meer. Hij is schaatsenrijder, zóó geheel schaatsenrijder, als ooit een Spanjaard danser, een Engelschman ruiter, of een Franschman komediant was! Hij is een man-schaats — een homme patin, zouden de Franschen zeggen — geworden. De laarzen van zeven mijlen, die van Klein Duimpje een Gerrit Langbeen maakten, veranderden den houthakkersknaap niet meer, dan de schaats den Nederlander, die haar aan doet. Hij schijnt een betoovering, een spokerij, een gedaanteverwisseling, als uit de metamorphosen van Ovidius. Nauwelijks raakt de geheele natuur in rust, nauwelijks trekt de aarde zich het wollen sneeuwdek over neus en ooren, nauwelijks legt zich de stroom in zijn bed te slapen, of de Nederlander wordt wakker, de Nederlander ontdooit. Hij brand en kookt, als de Hekla onder de sneeuw. Eindelijk is het tijd! Het is waar, het ijs is nog zwak en nauwelijks twee drieguldens dik: men spreekt zelfs van gevaar. Maar daar vraagt de Nederlander niet naar. Anders is de Nederlander de voorzigtigste der menschen; hij zal zich tienmaal bedenken als hij op een schommel, vijftigmaal eer hij in een bootje, honderdmaal eer hij op een stoomrijtuig stapt. Maar op het ijs is hij een waaghals. Daar ontwikkelt hij een moed en vermetelheid, die een gemzen jager zouden doen beven". Gaarne nemen we hier deze woorden uit „De Nederlander", uitgegeven door de Nederlandsche Maatschappij voor schoone kunsten, 's-Gravenhage 1841 over, omdat in dit verrukkelijke proza zóóveel poëzie schuilt. Op allerlei wijzen hebben dichters en rijmelaars de geneugten van het ijs en het genot van het schaatsenrijden bezongen en het behoeft dan ook volstrekt geen verwondering te 67 baren, dat ook in onzen goeden Ijsbond mannen zich gedrongen hebben gevoeld zich in dichtvorm uit te spreken. Ze schenen niet tevreden met het bezit van de „Twaalf ijsliedjes ten dienste van IJsclubs" door den heer J van der Vliet, indertijd geneesheer In De Rijp samengesteld. Ze zochten iets warmers, iets meer sprekend en zoo zijn in den loop der jaren zeker een drietal Bondsliederen verschenen, die meer of minder succes hadden. Het allereerste was van „Westfries" (K. Hille), dat eenige jaren op de Bondssamenkomsten werd gezongen, doch allengs in het vergeetboek raakte. Het luidt als volgt: Bondslied van den „IJ. H. N." Heft aan, heft aan! het lied van onzen Bond Dat lied weerklinke fier en vrij; 't Moet luid weergalmen langs Noord Hollands grond, Van Nieuwediep tot over 't IJ. Refrein: Als d' ijsvorst dan zijn scepter voert, En plas aan plas met ijs bevloert! Hoezee de schaatsen aan! Vooruit! langs gladde baan! Dat geeft ons kracht en moed Dat staalt ons Hollandsch bloed, Vooruit! en stemt dan allen mee: Voor onzen Bond een luid hoezee! In Oudendijk ontstond de bondsidee, Begon het werk met lust en kracht; Gaat in dit streven heel Noord-Holland mee, Eerst dan is 't werk naar eisch betracht Refrein: (alsvoren) Slechts eendracht vrienden! houdt den Bond in stand En maakt hem sterker jaar op jaar, Werkt voor dat doel steeds mee, in stad en land Maar houdt meteen de schaatsen klaar. Refrein: (alsvoren) Geruimen tijd later, in 1916, werd een nieuw lied aangeboden en wel door den heer K. A. de Boer van „'t Kalfje", dat kort daarop werd omgewerkt. Het origineel luidde: 68 Toen in Februari H. M. de Koningin medailles beschikbaar stelde voor schaatsenrij-wedstrijden, organiseerde ook de Afd. Haarlem van den IJ. H. N. een wedstrijd, ofschoon dat nimmer in hare bedoeling had gelegen. Deze wedstrijd, gehouden op het Zuider Buiten Spaarne, voldeed volkomen aan de verwachtingen. Aan het eindpunt van links naar rechts leden der Commissie: W.J. Burgersdijk, directeur van de Noord-Zuid-Hollandsche Tramweg Maatschappij; L. CDumont, directeur der openbare werken te Haarlem; C L. F. Sarlet de Soiron, 2e Secretaris IJ. H. N.; Mr. A. Diemer Kool, commissaris der Afdeeling Haarlem en H. A. Waller, commissaris der Eerste Ned. Electrische Tram-Maatschappij. BONDSLIED VAN DEN Noord-Hollandschen Ijsbond „IJ. H. N." Komt door liefd' en vreugd gedreven, Makkers 't IJslied aangeheven, Onze Hollandsche Ijsbond leev'. (bis.) Scharen we ons in dichte kringen, Makkers laten we allen zingen: Hoera, voor Hollands ijsvermaak! (bis.) Duchtig gaat men aan het vegen, En de wakken daarentegen,' Met stroo of riet dra afgezet, (bis.) Plaatsen wij ook dan de baken, Die den weg steeds veilig maken, Hoera, voor Hollands ijsvermaak! (bis.) Dan een wedstrijd uitgeschreven, Vlug en ordelijk zij ons streven Langs de spiegelgladde baan. (bis.) Hollands driekleur ziet men wapp'ren, Hoor, fanfares voor de dapp'ren, Hoera, voor Hollands ijsvermaak! (bis.) Couranten vol ziet men verspreiden, Waar men veilig langs kan rijden, Of het wel betrouwbaar is. (bis.) Wil uw medewerking schenken, Geef ook daarbij Uwe wenken, Hoera, voor Hollands ijsvermaak! (bis.) Heeft men een ongeval gekregen, Wees dan daarmee niet verlegen, De verbandkist staat gereed, (bis.) Kan de bus U niet behagen, Dan de Bondskaart zichtbaar dragen, Hoera, voor Hollands ijsvermaak! (bis.) Op het ijs zij werk voor velen, Die zich niet gaarne zien bedeelen, 'tls nuttig werk door ons verricht, (bis.) Geen partij kan ons bekoren, Groot en klein zij dit beschoren, Hoera, voor Hollands ijsvermaak, (bis.) 69 Op voorstel van het Dagelijksch Bestuur werd dit lied in handen gesteld eener commissie, die het wat samenperste en wat verwerkte en met zooveel succes, dat het dadelijk na de ten gehoore brenging in de Algemeene Vergadering te Alkmaar op 28 December 1917 onder applaus werd aanvaard. BONDSLIED VAN DEN Ijsbond „Hollands Noorderkwartier". i. Komt, door vreugd daartoe gedreven, Makkers, 't bondslied aangeheven. Wintersport is onze zaak! (bis.) Op het ijs ligt onze glorie, Daar viert onze Bond victorie, Hoera! voor Hollands ijsvermaak, (bis.) 2. Wordt een clubtocht uitgeschreven, Niemand onzer thuis gebleven, Slaat elkander aan den haak! (bis.) Kan de ijssport u behagen, Wilt de bondskaart zichtbaar dragen, Hoera! voor Hollands ijsvermaak, (bis.) 3. Breekt dan soms uw schaats aan stukken, Hebt ge and're ongelukken, Loopt bijna uw reisje spaak, (bis.) Hebt ge dit of dat van nooden, Door den Bond wordt hulp geboden, Hoera! voor Hollands ijsvermaak, (bis.) 4. Wilt u maar geen zorgen baren; Nergens dreigen thans gevaren, Nu de Hollandsche Ijsbond waakt, (bis.) Veilig zwiert ge langs de banen Bij het wapp'ren van de vanen. Hoera! voor Hollands ijsvermaak, (bis.) 70 Doch als aardig en geestig dichter en rijmelaar heeft de le Bonds-Secretaris, de heer J. Cock, zich bij herhaling doen kennen. En allereerst halen we als bewijs aan zijn alleraardigst „Liedje van verlangen", dat bij menigen gemeenschappelijken maaltijd, door hem ingezet, gaarne werd meegezongen. Het luidt: Liedje van verlangen. Wanneer we in den najaarstij d Ons zitten te verkniezen, Dan roepen w' allen als om strijd: Begon het maar te vriezen! Refrein. O! hoe verlang ik naar een goeie wintertijd! (bis.) Gezeten bij een druilig vuur In 't donkerst van de dagen, Kan ons de herfst, zoo nat als guur, Niet langer meer behagen. (Refrein.) Zoodra de wind door 't noorden draait Beginnen we te hopen. Als daarna 't oostewindje waait, Gaat ons het harte open. (Refrein.) Des morgens reeds bij 't schemerlicht, Dan kijken we naar buiten, De vorst heeft ons haar komst bericht, Met bloemen op de ruiten. (Refrein.) De waterspiegel wordt kristal, De ijsvloer gaat ons nooden; Zoowaar, de kraaien wagen 'tal! Dat zijn de eerste boden. (Refrein.) Wordt dan het ijs voldoende sterk Dat ieder zich durft wagen, Dan komt er voor de ijsclubs werk, Dat zijn je schoonste dagen! (Refrein.) 71 Zoo oud ars jong, elk is verheugd, En bindt zich op de schaatsen Ziedaar de ware wintervreugd Waarin w'ons reeds verplaatsen. (Refrein.) Dan viert de Ijsbond hoogtijfeest Zooals nog nooit voor dezen, We roepen daarom blij van geest, Mocht het gauw winter wezen! (Refrein.) Een nieuwe dichtersproef. In den goeden tijd van vóór 1914 toen de jaarvergaderingen nog besloten werden met een gezelligen gemeenschappelijken maaltijd, werden de smullers onder de afgevaardigden bij voorbaat in de beste stemming gebracht door toezending van het menu, de eenvoudige opsomming van al het heerlijks, dat tong en gehemelte zou streelen. Eens echter werden we verrast met een menu op rijm: Spijslijst a f 1.75. Om den eetlust op te wekken Gaat men U groentesoep verstrekken, De tweede schotel zal dan zijn Schol — gediend met witten wijn —. Hierbij vooral niet te vergeten Ook aardappelen te eten. Dan komt biefstuk en daarbij Brusselsch lof, of cichorei: Na dit gekauw — met blij gekout — Volgt gebraden eendebout. Waarbij wis de sla U smaakt En de vruchten (ingemaakt). Wordt daarna 't Ijsbond-lied gezongen, Zoo sterkt vanille-ijs Uw longen. Ten slotte wordt het maal beslecht Met nagezang en nagerecht. Wie met dat al niet is voldaan Begint maar weer van boven aan, Doch vergeet'niet onder 't malen Ook den kelner te betalen. 72 Van geheel anderen aard is het voortbrengsel van Cock's dichtlust, dien hij bezigde als reclame-middel voor de Bondskaart van den IJ H. N. Elk der tweeregelige rijmpjes is gedrukt op lange strooken, bestemd om in vergaderzalen, enz. op te hangen. Origineel was deze vinding zeker en ze sloeg dan ook, wèl verdiend in. De 20 strooken droegen de volgende opschriften: Eene reclame ten dienste der bondskaart. Wilt gij het werk van d' Ijsbond schragen Ga dan de bondskaart zichtbaar dragen. 2 Wie lust zoekt en wie last wil mijden Moet met de bondskaart zichtbaar rijden. 3 Wie ongestoord op 't ijs wil zwieren Die moet zich met de bondskaart sieren. 4 Maakt gij een groote of kleine reis, Draagt steeds uw bondskaart op het ijs. 5 De bondskaart zij op 't ijs een teeken, Dat m' u als bondslid aan mag spreken. 6 Wie zonder bondskaart rijdt als heer, Snijdt riemen van een anders leer. 7 Wie niet de bondskaart draagt, moet weten, Dat hij vrijbuiter wordt geheeten. 8 Hij, die de bondskaart zichtbaar draagt Wordt om geen centen meer gevraagd. 9 Wie rijden wil langs vaart en plas Die knoopt de bondskaart op zijn jas. 10 Kan U het ijsvermaak behagen, Wil dan de bondskaart zichtbaar dragen. 11 Wie lustig langs de baan wil glijden Die moet steeds met de bondskaart rijden. 12 Houdt de bondskaart steeds op .prijs Zij is uw vrijkaart op het ijs. 73 13 De bondskaart staat er u voor borg, Dat gij kunt rijden zonder zorg. 14 Wanneer op 'tijs uw binnenst knaagt, Kijk eerst of gij de bondskaart draagt. 15 Op 'tijs geen bondskaart, dat 'seen last, En goed beschouwd ook ongepast. 16 De bondskaart is voor arm en rijk, Op 'tijs is iedereen gelijk. 17 Draagt gij de bondskaart, rijdt vrij uit! Draagt gij ze niet, ge wordt gestuit! 18 Wie zonder bondskaart schaatsen rijdt, Doet goed als hij de banen mijdt. 19 Wie zonder bondskaart rijden wil Die slikt nog vaak een bitt're pil. 20 De bondskaart zij uw eereteeken Dat gij voor vol wordt aangekeken. En op den Beschrijvingsbrief voor de Algemeene Vergadering op 23 November 1918 dichtte onze le Bonds-Secretaris zeer toepasselijk: De Ijsbond noodt u om te komen, Waar IJ en Amstel samenstroomen. De Amsterdamsche IJsclub bood Haar clubzaal aan, zeer mooi en groot. Maar zoo gij komt naar Amsterdam Brengt mee uw eigen boterham. De broodkaart is hier overbodig, Doch uw boterham broodnoodig. Slechts koffie, chocola of bier En and're dranken schaft men hier. D'omstandigheden zijn er naar, Men staat niet op uw wenken klaar. De werkdag is opnieuw gekozen, Gij kunt den Zondag thuis verpoozen. Toont door. Uw opkomst, dat g' uw plicht Voor d' Ijsbond gaarne weer verricht. 74 Hiervoren — bij het resumé der notulen van de Algemeene Vergadering van 20 December 1905 — is melding gemaakt van een huldiging der heeren T. Schouten en S. Th. Minnema, de steunpilaren van den IJ. H. N. Natuurlijk werd ook deze gelegenheid aangegrepen om den ijsgedicht-stroom te doen vloeien en zoo wefden de beide feestelingen en tevens de vergaderden verrast met een tweetal feestliederen, die hier zeker een plaats verdienen, voornamelijk om den hartelijken toon, die er uit spreekt. i Hulde aan den Voorzitter. Wijze: („Hebt gij de vreugdekreet gehoord.") Nu viert de Ijsbond hoogtijfeest, Wie deelt niet in die vreugd? Tien jaren heeft hij reeds bestaan Waar elk zich in verheugt! Maar hem die steeds met kloeken zin Dien tijd is voorgegaan, Dien zingen wij dit lied ter eer, Heft allen daarom aan: Lang moge MINNEMA nog leven, j ^. Hiep, hiep, hoera! ' Hulde aan het nieuwe Eerelid T. Schouten. Wijze: („Queen Victoria!".) Laat nu een vreugdelied weerklinken, Al voor het nieuwe Eerelid, Wij hopen dat hij voortaan jaarlijks, Als heden, in ons midden zit. De Ijsbond moge schielijk groeien En heerlijk bloeien t' allen kant, Ons Eerelid, de Heer T. SCHOUTEN Die heeft het boompje toch geplant. (Refrein). Daarom klink' ons stem, Hier ter eer van hem, Dat hij lang nog in ons midden leeft, Die met hulp en raad, Door zijn woord en daad, Den IJ. H. N. gegrondvest heeft. De Presus heeft met wakkren zin, Den hamer gehanteerd; Hij heeft met tact en kloek beleid Voor d'Ijsbond zich geweerd; Zijn voorbeeld heeft ons wis bezield, Een iedereen om strijd, Die heeft zich aan den groei en bloei Van IJ. H.N. gewijd! Lang moge MINNEMA nog leven, j Hiep, hiep, hoera! 75 Voor zoover we hebben kunnen nagaan, heeft de Ijsbond later nog slechts één keer gelegenheid gehad kennis te nemen van het dichtvuur van een zijner leden en wel toen in de vergadering van 20 December 1914 het 60-jarig bestaan der IJsclub „Uitgeest" werd herdacht. Van de zijde van den IJ H. N. werd aan de jubilaresse een zilveren medaille aangeboden en de vergadering zong haar het volgende lied toe: Hulde aan de IJsclub „Uitgeest". <3*j3> Heb je wel gehoord Dat van 'tjaar, in dit oord, Een heugelijk feit herdacht wordt, Want de ijsclub zoowaar! Die bestaat zestig jaar Ten dienste van winter- en ijssport. Refrein: Uitgeest! Uitgeest! Uitgeest viert daarom feest! En al wat schaatsen rijdt, (bis.) Voelt mede waar zoo'n club voor strijdt! (bis.) Den ijsvorst getrouw, Voor de ijssport in 't touw, Van den Ijsbond een lid dat gestand is Aan het doel haar gesteld, Op het ijs steeds een held Zoodra als de winter in 't land is. Refrein: (als voren.) Het doet ons plezier, Dat de ijsclub alhier Als „oudste" met eere vermeld wordt, Zij ga in dit spoor, Lange jaren nog door Tot z' eens als de „beste" geteld wordt! Refrein: (als voren.) Ten slotte maken we melding van een tooneelstukje „Ijsvermaak" (met een tableau) van de hand van den heer K. Koster, oud-voorzitter van het District Hoogkarspel, dat verscheidene malen tot groote voldoening der toeschouwers is vertoond. Het is in druk verschenen bij den uitgever A. Egmond te Enkhuizen. 76 Te Haarlem is in 1917 een voldoening gevende proef genomen met het vegen van een ijsbaan met een veegmachine der gemeente-reiniging. Wel werd het ijs eenigszins beschadigd door het scherp van de paardenhoeven, doch dit was van geen overwegend bezwaar. IJSBOND „HOLLANDS NOORDERKWARTIER". Lijst van leden van het Dagelijksch Bestuur en van het Hoofdbestuur 1895—1920. S. TH. MINNEMA, Voorloopig Voorzitter. P. HOEK SPAANS, Voorloopig Secretaris. S. TH. MINNEMA, Oudendijk, later Amsterdam, Voorzitter 22 Dec. 1895. K. ROODENBURG, Schermerhorn, 2e Voorzitter. 22 Dec. 1895- W. BAKKER, Avenhorn. 22 Dec. 1895- W. VELTHUIS, Purmerend. 22 Dec. 1895- J. HOOIJBERG, Middelie, Penningmeester. 22 Dec. 1895- P. H. M. IBINK MELENBRINK, Alkmaar, 2e Secretaris. 20 Dec. 1896. le Secretaris. 17 Jan. 1897- H. S. DE VRIES, Hoorn. 20 Juni 1897. 2e Secretaris. 30 Oct. 1898- P. STADT, Wieringerwaard, Voorzitter, Noorderdistrict. 21 Nov. 1897. Vice-Voorzitter. 30 Oct. 1898- J. LAMMERS Pz., Koog aan de Zaan. 21 Nov. 1897- J. VAN NIENES, Uitgeest. 19 Mei 1898- J. G. ESHUYS, Wormerveer. 2 Dec. 1900- B. H. JURGENS, Purmerend. 24 Nov. 1901- J. COCK, Alkmaar, Voorzitter district Alkmaar. 16 Febr. 1902. waarn. le Secretaris. Febr. 1902. le Secretaris. 25 Mei 1902. J. HILLE, Ursem. 16 Febr. 1902- K. KOSTER, Hoogkarspel. 16 Febr. 1902W. M. VAN VLIET, Krommenie, werd reeds 20 Dec. 1896 gekozen, doch bedankte, < 22 Nov. 1903. Vice-Voorzitter. 18 Dec. 1905. P. PREIJER Jr., Krommenie, Voorzitter Zaanstreek. 22 Nov. 1903. 2e Secretaris. 1 Oct. 1905. Penningmeester. 20 Dec. 1914. H. LINDEBOOM, Oudorp, Waarn. Voorzitter Distr. Alkmaar. 19 Juni 1904. 20 Dec. 1895. - 4 Oct. 1898. -29 Nov. 1896. -1914 f Febr. 1902. f - 9 Dec. 1906. -18 Dec. 1904. - 2 Dec. 1900. -27 Sept. 1903. 24 Nov. 1901. -10 Oct. 1915. 10 Oct. 1915. 1910. f 77 H. LINDEBOOM, Oudorp, Voorzitter Distr. Alkmaar. L. v. d. PLOEG, Koegras, Voorzitter Noorderdistrict. K. v. SCHOUWEN, Medemblik, Voorzitter Distr. Medemblik. J. HELDER, Kolhorn, Voorzitter Distr. Schagen. P. BERKHOUT, Voorzitter Distr. Medemblik. W. C. VISSER, Nieuwe Niedorp, Voorzitter Distr. Niedorp. J. MERZ, Schagen, Voorzitter Distr. Schagen. J. REEK, Hoorn, Voorzitter Distr. Hoorn. J. ODENDAAL, Schagerbrug, Voorzitter Noorderdistrict. A. J. STIKKEL, Alkmaar, Voorzitter Distr. Alkmaar. A. J. VAN SCHOTEN, Medemblik, Voorz. Distr. Medemblik. Jhr. H. W. M. VAN COEHOORN VAN SMINIA, Haarlem, Voorzitter Distr. Haarlem. S. SILVER, Hoofddorp, Voorzitter Zuiderdistrict. R. POOL, Nieuwer-Amstel, Voorzitter Amstelland. H. GERRITS, Voorzitter Distr. Hoogkarspel. J. METSELAAR Pz. te Twisk, Voorzitter Distr. Medemblik. D. STAM, Oudendijk, Voorzitter Distr. Hoorn. M. VISSER, Voorzitter Distr. Schagen. W. DIL, Zaandam, Voorzitter Distr. Zaanstreek. A. SLEUTEL, Schagen, Voorzitter Distr. Schagen. J, KORTHALS ALTES, Zandvoort, Voorzitter Distr. Haarlem. C. L. F. SARLET DE SOIRON, Haarlem, 2e Secretaris. C. GRANDADAM, Purmerend, Voorzitter Distr. Purmerend. B. C. H. KLEINSCHMIDT, Hoogkarspel, Voorzitter Distr. Hoogkarspel. K. SPAAN, Ursem, Voorzitter Distr. Ursem. A. L. ZUIDSCHERWOUDE, Anna Paulowna, Voorz. Noorderdistrict. C. MARTENS, Monnikendam, Voorzitter Distr. Waterland. Jhr. P. N. QUARLES VAN UFFORD, Zandvoort, Voorzitter District Haarlem. A. VISSER, Nieuwe Niedorp, Voorzitter Distr. Niedorp. C. W. STADEGAARD, Bovenkarspel, Voorzitter Distr. Hoogkarspel. P. DE GEUS, Broek in Waterland, Voorz. Distr. Waterland. H. TEN DUIS, Weesp, Voorzitter Distr. Gooiland. H. LIMPERS, Wieringerwaard, Voorzitter Noorderdistrict. F. C. F. D. v. d. HEUVEL, Ursem, Voorzitter Distr. Ursem. J. BIERMAN, Hoorn, Voorzitter Distr. Hoorn. Vacature, Voorzitter Distr. Waterland. J. J. A. HELLEGANGER, Voorzitter Distr. Gooiland. 27 Nov. 1904— 8 Dec. 1907. 27 Nov. 1904— 8 Dec. 1907. 18 Dec. 1904— 1 Oct. 1905. 27 Nov. 1904— 6 Mei 1906. 20 Dec. 1905— ? 20 Dec. 1905-1917. f 24 Mei 1906—1911. f 9 Dec. 1906—28 Mei 1911. 8 Dec. 1907—1916. f 8 Dec. 1907. 10 Dec. 1908—26 Nov. 1911. 10 Oct. 1909—10 Nov. 1912. 12 Dec. 1909. 12 Dec. 1909. 11 Dec. 1910-20 Dec. 1914. 29 Dec. 1911. 29 Dec. 1911—21 Dec. 1919. 29 Dec. 1911—10 Nov. 1912. 29 Dec. 1911. 28 Dec. 1912. 28 Dec. 1912— Dec. 1917. 20 Dec. 1914. 12 Dec. 1915. 12 Dec. 1915— Nov. 1918. 12 Dec. 1915—21 Dec. 1919. 10 Dec. 1916—21 Dec. 1919. 10 Dec. 1916—23 Nov. 1918. 28 Dec. 1917. 28 Dec. 1917. 23 Nov. 1918. 23 Nov. 1918—21 Dec. 1919. 21 Nov. 1918—21 Dec. 1919. 21 Dec. 1919. 21 Dec. 1919. 21 Dec. 1919. 21 Dec. 1919. 78 De Bondskaarten. De Afdeelingen zijn verplicht jaarlijks voor hare leden „Bondskaarten" aan te vragen, die eensdeels als diploma gelden en anderdeels vrij rijden veroorlooven op de banen van de drie aangesloten Ijsbonden. Het totaal aangevraagde Bondskaarten geeft dus vrijwel aan het gezamelijk aantal leden der Afdeelingen. Aangevraagd werden: in 1902 10755 kaarten 1903 10691 1904 12013 1905 15992 1906 12727 1907 14336 1908 19792 1909 25771 1910 • 23040 1911 20695 1912 22046 1913 18265 1914 20541 1915 18840 1916 19665 1917 22010 1918 23140 1919 22320 1920 21090 79 Ijsbond Hollands Noorderkwartier. Data der Algemeene Vergaderingen. 1 3 Maart 1895 te Oosthuizen. 2 5 Mei 1895 „ 3 8 December 1895 „ Oudendijk. 4 22 „ 1895 „ 5 28 Juni 1896 „ Purmerend. 6 22 November 1896 „ Schermerhorn. 7 20 December 1896 „ Alkmaar. 8 20 Juni 1897 , 9 21 November 1897 » Zaandam. 10 19 Mei 1898 » Purmerend. 11 30 October 1898 , Hoorn. 12 29 I 1899 „ Alkmaar. 13 2 December 1900 , 14 24 November 1901 f 15 25 Mei 1902 „ 16 23 November 1902 „ 17 22 „ 1903 » 18 27 „ 1904 ï 19 20 December 1905 „ Enkhuizen. 20 24 Mei 1906 „ Alkmaar. 21 9 December 1906 „ Hoorn. 22 8 „ 1907 „ Schagen. 23 13 „ 1908 „ Purmerend. 24 12 „ 1909 „ Haarlem. 25 11 „ 1910 , Zaandam. 26 28 Mei 1911 B Hoorn. 27 29 December 1911 „ Amsterdam. 28 28 „ 1912 „ Alkmaar. 29 29 „ 1913 „ Hoofddorp. 30 20 „ 1914 Uitgeest. 31 12 „ 1915 „ Schagen. 32 10 „ 1916 „ Anna Paulowna. 33 28 „ 1917 „ Alkmaar. 34 22 November 1918 „ Amsterdam. 35 21 December 1919 „ 80 1