BRIDGE 3249 ROYALv UCTION BRIDGE m ¥ Ti HANDLEIDING VOOR EERSTBEGINNENDEN EN MEERGEVORDERDEN DOOR : BRIDGER: G. B. VAN GOOR ZONEN - GOUDA I ROYAL^,^ ^ *UCTION BRIDGE HANDLEIDING VOOR EERSTBEGINNENDEN EN MEERGEVORDERDEN DOOR „BRIDGER" GOUDA O. B. VAN GOOR ZONEN Mede verscheen: BRIDGE HANDLEIDING VOOR EERSTBEGINNENDEN EN MEERGEVORDERDEN = door J. HAGENAAR 3e vermeerderde druk door BRIDGER f 0.75 . . Fraai gebonden fl.25 Voorbericht. f „Bridge" het spel, dat in zoo korten tijd het burgerrecht | verkreeg en het whistspel, dat lang een der meest gezochte [kaartspelen was, verdrong, was naar men raeenen zou ook een lang leven beschoren. Het had boven whist voor, dat de gever altijd speelt met het opengelegde spel van den partner. Het was wel wat minder wetenschappelijk dan het whistspel, maar het vroeg oplettendheid en een goed combinatievermogen bij de spelers. Doch ook aan Bridge kleefde het groote bezwaar, dat de gever, of bij overlaten diens partner, de troef bepaalde, terwijl mooie spellen in handen van de andere spelers, niet voldoende tot hun recht kwamen. Steeds werd een oplossing gezocht en men meende die gevonden te hebben in het Auction Bridge, maar door het Met juist bepalen der waarden van de verschillende kleuren, [waardoor de zwarte kleuren te veel op den achtergrond bleven en een sans atout annonce het spel veel te veel overheerschte, voldeed dit spel niet. Door een dichter bij elkaar brengen der waarden van de verschillende kleuren en het invoeren van kroonschoppen, Werden echter ingrijpende wijzigingen gebracht en het Auction Bridge stierf een spoedigen dood en uit de asch herrees het Royal Auction Bridge, een spel, weer wat minder wetenschappelijk dan het Bridge, met een meer speculatief element erin, doch hetwelk vraagt een juiste beoordeeling van het opbieden van de verschillende spelers. Hoe lang het leven zal, is niet uit te maken, doch het is het spel van den tegenwoordigen tijd. December 1918. DE SCHRIJVER. INHOUD. Bladz. Algemeene regels 5 Robber, manche, trek, punten, aanteekenen, winst en verlies 10 Het troef maken 16 Doubleeren en redoubleeren 19 Het verzaken 20 Beleefdheidsvormen 23 Het annonceeren 24 De gever 28 De tweede speler 35 De derde speler 43 De vierde speler 53 Het algemeen opbieden 58 Het doubleeren ' 66 Het spelen van het spel 74 Royal Auction Bridge met drie spelers 83 Besluit (nullo) 90 Algemeene Regels. 1. Het „Royal Auction Bridge" wordt gespeeld met een zoogenaamd vol spel van 52 kaarten. Iedere partij heeft een eigen spel, door verschil van kleur aan de keerzijde (b.v. blauw en rood) van het andere spel onderscheiden. Het wordt gespeeld door vier, of ook wel door drie personen. 2. De spelers trekken voor den aanvang van het spel elk een kaart, om te bepalen wie hunner samenspeler (partner) zijn. Zij, die de laagste twee en zij, die de hoogste twee kaarten hebben getrokken, spelen samen. Hierbij geldt kleur-volgorde d. w. z., dat harten het hoogst is, daarna ruiten, dan klaveren en eindelijk schoppen. Trekt A. dus harten zes en B. klaveren zes dan heeft A. een hoogere kaart getrokken dan B. Het aas, ofschoon de hoogste kaart in het spel, is de laagste bij de trekking. Zijn er 5 spelers, dan valt diegene uit, die de hoogste kaart heeft getrokken. Is een robber (zie blz. 10) gespeeld, dan valt hij in en valt de trekker van de daarop volgende hoogste kaart uit en zoo vervolgens. 6 Hij, die invalt, speelt met dengene, die bij het eerste trekken de laagste kaart heeft getrokken. Voor de eerste gift wordt dan opnieuw getrokken. 3. De speler, die de laagste kaart heeft getrokken, geeft. Hij en zijn partner hebben de keuze van zitplaats en van spel. Partners zitten tegenover elkaar. 4. Wanneer er vier spelers zijn, wordt na eiken robber opnieuw getrokken, wie samen spelen, waarbij de spelers telkens met een anderen partner spelen. 5. Elke speler geeft op zijn beurt; de volgorde gaat daarbij van rechts naar links. 6. Nadat een spel geschud is, wordt het door den speler, die rechts van den gever zit, gecoupeerd d. w. z. een deel der kaarten wordt van het spel gelicht en aan de zijde van den gever naast het andere deel gelegd; het pakje, dat onder geweest is, wordt daarna door den gever op het andere gelegd. 7. Onmiddellijk daarna worden de kaarten een voor een, linksom rondgegeven, zoodat elke speler 13 kaarten krijgt i). Alle kaarten moeten met de prentzijde naar beneden gekeerd worden rondgedeeld. Ingeval hij zich vergist bij 't geven, gaat de gift niet voorbij, d. w. z. dezelfde speler geeft opnieuw. Er bestaat geen strafbepaling op het verkeerd geven. I) Dikwijls geeft men echter op eetie andere wijze: De gever neemt de * bovenste kaarten van het spel. De onderste kaart voor zichzelf houdende, geeft hij de derde aan zijn rechterbuurman, de tweede aan zijn partner en de bovenste aan zün Iinkerbuurman. Met de volgende 4 kaarten handefthij op dezelfde wïlre enz. Na eenige oefening geschiedt bet geven ap deze wijze veel vlugger. 7 8. Behoudens goedkeuring door alle spelers, moet opnieuw gegeven worden! indien tijdens het geven of tijdens het spel blijkt, dat het spel niet in orde is, indien in het spel een kaart met de prentzijde naar boven ligt mdien bij het geven een der kaarten met de prenteifde naar boven op tafel valt, J fndien een der spelers meer dan 13 kaarten heeft indien niet gecoupeerd is. 9. Indien drie spelers het goede aantal kaarten in handen hebben en eerst tijdens het spel blijkt dat de vierde speler een kaart te weinig heeft, dan gaat het spel door- I de laatste speler wordt beschouwd als in het bezit te' zijn van de vermiste kaart en is alzoo verantwoordelijk voor een ten onrechte verzaken in die kleur. 10. Indien een der spelers voor zijn beurt geeft en het ES? J1"* bemerkt vóór dat de ,aatste kaart is uitgedeeld, dan wordt aangenomen dat goed gegeven is. 11. De partner van den gever verzamelt de vuile kaarten van het vorige spel en mag die het eerst schudden De gever behoudt echter steedshetrechtde kaarten daarna nog eens te wasschen. 12. Bij Royal Auction Bridge volgen de kaarten elkaar op als volgt: _ Aas, heer, vrouw, boer, tien, negen, acht, zeven, zes, vijf, vier, drie, twee. 1 Een der vier kleuren (harten, ruiten, klaveren of schoppen) 8 kan troef zijn, of men kan „sans atout" d. i. zonder troef declareeren, of wel kroonschoppen aankondigen. Het verschil tusschen schoppen en kroonschoppen zit hem alleen in de waarde der behaalde trekken, waarover later. Ingeval een der kleuren troef is, zijn aas, heer, vrouw, boer en tien dier kleur de honneurs. De laagste troefkaart telt hooger dan de hoogste kaart eener andere kleur. Bij het „sans atout" spel zijn de vier azen honneurs. 13. Wanneer door het eindigen van het opbieden, uitgemaakt is, wie het spel zal spelen, begint de speler, die links zit van dengene, die het spel speelt,'een kaart uit te spelen (zit voor). 14. Zoodra de speler, die voor zit, de eerste kaart heeft uitgespeeld, legt de daaropvolgende speler, de partner van dengene die het spel speelt, zijne kaarten open op tafel, j na deze van te voren kleursgewijze te hebben gerangschikt. Hij wordt dus blinde of „dummy". Degene die het spel speelt, speelt dus verder met zijn eigen spel in handen en met dat van den blinde. De spelers. moeten steeds kleur oeKennen a. w. z. Kaarten onspeien van dezelfde kleur, als waarin uitgekomen is. De vier uitge^ speelde kaarten eener ronde noemt men „slag". Hij, die: de hoogste kaart heeft uitgespeeld „maakt den slag". Heeft t iemand geen kaart van de kleur, waarin gespeeld wordt dan kan hij hetzij een kaart van een andere kleur, hetzij j een troefkaart spelen (aftroeven), in welk laatste geval de: slag voor hem is, tenzij een na hem speienae tegenstander cc» HUg nuugcic uucmacui uiiapccu vvvviiiuvn;. ^„w. g volgende maal komt de speler uit, die den voorgaanden slag gemaakt heeft. Vóór een slag is opgenomen mogen de kaarten van den vorigen slag gezien worden; is echter een slag eenmaal opgenomen en omgekeerd neergelegd, dan mogen de kaarten van den vorigen slag niet meer worden gezien. De slagen worden opgenomen door den partner van hem, die den eersten slag gemaakt heeft. Hij, die blind*; is, mag geen opmerkingen maken of aanwijzingen geven betreffende den gang van het spel, noch in de spellen der anderen kijken. Indien zijn partner geen kleur bekent, mag hij vragen: „Hebt ge er geen meer?" ten einde aldus een verzaking (zie Strafbepalingen) te voorkomen. Ook mag hij zeggen, uit welke hand zijn partner spelen moet d. w. z. of deze met een kaart van zijn eigen spel dan wel met een kaart uit het opengelegde spel van den blinde moet uitkomen. Een kaart wordt geacht gespeeld te zijn, als hij door den speler is losgelaten. Hij mag dan niet meer terug genomen worden, tenzij daardoor een verzaking kan worden voerkomen. Robber, Manche, Trek, Punten, Aan» teekenen, Winst en Verlies. 15. Een robber bestaat uit twee gewonnen manches van drie gespeelde. Wint eene partij twee manches achter elkaar, dan wordt de derde niet gespeeld. Een manche is gewonnen, wanneer een der partijen 30 I punten heeft gemaakt aan trek. De punten voor honneurs, chicane, slem, voor het voldoen aan het contract bij doubleeren door de tegenpartij en de strafpunten, rekenen dus nooit mede voor het winnen van de manche. 16. Elke slag, die men boven de zes maakt, wordt trek genoemd. Wie negen slagen maakt, beeft dus drie aan trek. Wie zes aan trek maakt heeft klein-slem; wie alle trekken maakt, heeft groot-slem. „Chicane" (spr. sjiekeen) wordt aangeteekend door een partij, waarvan een der partners geen enkele troefkaart in banden heeft. Hebben geen van beide partners een troefkaart, dan kan hunne partij doublé-chicane aanteekenen. 11 17. De berekening der punten geschiedt als volgt: I's'! i' I • I 5 i 5 Wanneer troef is: § §■ . t i S S i« 2 « ; I — : I w I I j SC I V} Elke trek , 9 j 8 | 7 I 6 I 2 Drie honneurs 4*Ct>CV>y, 18 16 14 12 4 Vier honneurs ' I 36 32 j 28 j 24 8 Vier honneurs in een hand 72 ! 64 56 48 ' 16 Vijf honneurs | 45 40 j 35 | 30 10 Vijf honneurs, waarvan vier in een nand 81 I 72 I 63 54 ' 18 Vijf honneurs in een hand 90 80 i 70 60 I 20 Chicane 18 16 14 12 4 Doublé chicane | 36 | 32 28 24 | 8 Oroot slem j ioo Sans atout K|ein slem M . Winnen van den robber 250 Elke trek 10 Drie azen 30 Vier azen 40 Vier azen in een hand 100 De waarde der trekken wordt resp. 18, 16, 14, 12, 4 en 20, indien de tegenpartij doubleert en degeen die het spel speelt, het aangekondigde aantal trekken behaalt; resp. 36, 32, 28, 24, 8 en 40 bij redoubleeren. De waarde van de honneurs wordt door doubleeren niet gewijzigd. 18. Na elk spel wordt de gemaakte winst of het geleden verlies aangeteekend. Het verdient aanbeveling, dat elke speler voor zich, die aanteekening bijhoudt. De stand van de beide partijen in de manche of op de robber, kan zeer zeker van invloed zijn op het te annonceeren bod. Teekent slechts een der spelers aan, dan zullen de 12 anderen heht lastig moeten vallen met vragen om inlichtingen, omtrent den stand van het spel, wat minder aangenaam is. Winst Verlies Honneurs 250 I 14 300 30 16 | 50 16 12 j 30 90 j 50 100 100 14 I 18 Trekken 28 80 36 24 24 21 955 | 348 348 1 607 | 19. De aanteekening geschiedt als volgt: Midden op het papier is een dikke dwarslijn getrokken; vanaf die lijn worden de met de trekken behaalde punten naar beneden toe, de met honneurs verkregen punten naar boven toe aangeteekend. Groot slem, klein slem, chicane, strafpunten en punten verkregen door het voldoen aan het contract bij doubleeren door de tegenpartij, worden bij de honneurs opgeteekend. Aan het hoofd der vakken schrijft men winst en verlies of wel de namen der wederzijdsche partners. Ter verduidelijking diene nevenstaande figuur. Wij nemen aan dat A en B, en C en D samen spelen. ie spel. A annonceert als laatste bod 3 ruiten. Hij maakt 4 aan trek (28) en heeft met B samen 3 honneurs (14). 2e spel. D annonceert als laatste bod 3 kroonschoppen. Hij maakt 1 aan trek (dus twee trekken te weinig). A en B boeken dus boven de lijn 2 X 50 = 100 straQHihten. C èfl D hadden samen 3 honneurs en boeken dus boven de Hjrt 18. 13 3e spel. C annonceert als laatste bod 3 sans atout. A doubleert. C maakt 4 aan trek. Hij boekt dus onder de lijn 4 X 20 = 80 en boven de lijn 100 punten voor het voldoen aan zijn contract (annonce) en bovendien 50 punten voor de trek die hij gemaakt heeft boven de drie door hem aangekondigde. Boven de lijn worden ook geboekt de 3 azen die hij met D samen had (30). C en D hebben de manche gewonnen; onder de 80 wordt een dubbele streep geplaatst en onder de 28 van A en B een enkele streep. 4e spel. A annonceert als laatste bod 4 kroonschoppen. Hij maakt 4 aan trek (36) en heeft 5 honneurs in handen (90). A en B hebben de manche gewonnen; onder de 36 wordt een dubbele streep geplaatst. Beiden hebben nu een manche gewonnen. Er moet dus nog een derde manche gespeeld worden. 5e spel. B annonceert als laatste bod 4 klaveren. Hij maakt 4 aan trek (24) en heeft met A samen 3 honneurs (12). 6e spel. D annonceert als laatste bod 3 harten. Hij maakt 2 aan trek (dus één te weinig). A en B boeken aan strafpunten boven de lijn 50; C en D, die samen 3 honneurs hadden 16 boven de lijn. 7e spel, C annonceert als laatste bod 2 harten. Hij maakt 3 14 aan trek (24), terwijl A en B 3 honneurs hebben en dus 16 boven de lijn boeken. 8e spel. D annonceert als laatste bod 3 sans atout; A doubleert. D maakt in het geheel 6 trekken dus 3 te weinig. A en B teekenen boven de lijn op 3 X 2 X 50 = 30O strafpunten. C en D die 3 azen hadden 30 punten. 9* spel. B annonceert als laatste bod 2 ruiten. Hij maakt 3 aan trek 21 en heeft met A samen 3 honneurs (14). A en B hebben daardoor hun tweede manche gewonnen; onder de 21 wordt weder een dubbele streep geplaatst; onder de 24 van C en D een enkele streep. A en B boeken nu voor het winnen van de robber nog 250 punten. Nu worden de punten, die elk der partijen verkregen heeft, opgeteld en de kleinste som wordt van de grootste afgetrokken. 20. Indien men meerdere robbers met verwisseling van partners speelt kan het hier volgende staatje ter berekening van ieders winst of verlies dienen. De eerste robber wordt door A en B als partner gewonnen met 615 punten. De tweede robber wint B met D als partner en kreeg daarbij 420 punten. De derde robber verliezen B en C met 185 punten. Als proef op de som, moet nu de gezamenlijke winst gelijk zijn aan het gezamenlijk verlies. 15 A- B. C. D. 615 | 615 I | 615 615 420 I 420 420 420 185 | 185 185 185 800 420 I 1035 I 185 ~ 1220 605 615 _ 185 | ' 605 380 | 850 I 1 1220 | Rsil Aangezien gewoonlijk de berekening in geld geschiedt per 10 punten, is een eenvoudiger wijze van opteekenen als volgt gebruikelijk A -f 62 -f- 20 -f 39 B + 62 + 104 + 85 C — 62 - 104 — 123 D — 62 — 20 - 1 5 of meer punten rekenen daarbij voor 10 punten, 4 of minder punten worden verwaarloosd. Het troef maken. 21. Zoodra gegeven is, ziet de gever zijn kaarten en heeft het recht om te beginnen met het annonceeren. In Engeland geldt nog gewoonlijk de regel, dat de gever moet beginnen met een annonce; elders wordt die verplichting veelal niet aan den gever opgelegd en kan hij evenals de anderen passen. Passen alle spelers — hetgeen zelden voorkomt — dan wordt overgegeven. 22. Nadat de gever zijn annonce heeft gedaan, of wel gepast heeft, komt de speler aan de beurt, die links van den gever zit en zoo vervolgens. Elk opvolgend speler heeft het recht een hoogere annonce te doen dan zijn voorganger; hij kan ook de laatste annonce van zijn tegenpartij doubleeren, de annonce van zijn partner of van zichzelf, die gedoubleerd is, redoubleeren, of wel, hij kan passen. Een annonce van een grooter aantal trekken, in een kleur van lagere waarde, die gelijk staat met een annonce van een lager aantal trekken van hoogere waarde, gaat voor; zoo is b.v. 4 klaveren (24) hooger dan3 harten(24) en 3 klaveren (18) hooger dan 2 kroonschoppen (18). Heeft echter een annonce van 2 trekken een hoogere waarde dan een van 3 trekken in een andere kleur, dan gaat de eerste voor, m. a. w. de meeste punten gaan boven 17 het grooter aantal slagen; zoo gaat b.v. 3 sans atout beven 4 tuiten, 3 kroonschoppen boven 4 klaveren, enz. 23- Wanneer door een der spelers een hooger bod is gedaan, komen achtereenvolgens, ook bij doubleeren, weer de andere spelers aan bod, ook degenen die gepast hebben. Zij kunnen, zoo zij dat willen, steeds een hooger bod doen, totdat, na het hoogste bod, de opvolgende spelers elk op hun beurt hebben gepast. Dan is het opbieden afgeloopen en wordt het spel gespeeld door de partij die het hoogste bod heeft gedaan en wel door dien speler, die in de laatst genoemde kleur, of wel sans atout, het eerst is begonnen. Die speler speelt dus het spel met zijn eigen spel in de handen en met het spel van zijn partner open op tafel. Die partner wordt dus blinde. [ 24. Als deze speler minstens het aantal trekken maakt, lat hij aangekondigd heeft, dan teekent hij onder de lijn ■et aantal punten op, gevormd door het produkt van het aantal slagen met de waarde van de kleur, waarin het spel is gespeeld; als hij niet het aangekondigde aantal trekken maakt, boekt zijn tegenpartij voor elke trek, die hij minder haalt, 50 punten als strafpUnten boven de lijn. Dit getal wordt 100 en 200 punten als gedoubleerd resp. geredoubleerd is. In dat geval worden noch door den speler, noch door de tegenpartij punten onder de lijn geboekt; de honneurs worden op de gewone wijze boven de lijn genoteerd. 25. Indien een speler vóór zijn beurt een annonce doet, kan de speler, die onmiddellijk voor hem zit, eischen, dat opnieuw worde gegeven, noodzakelijk is dit echter niet. Royal Auction Bridge. 2 18 26. Wanneer een speler een annonce doel, die niet hooger is dan het voorafgaande bod, wordt hij beschouwd zulk een bod in de geannonceerde kleur gedaan te hebben, dat hij gaat boven het laatste bod, tenzij de daaropvolgende speler daarna reeds gepast heeft, of dat bod reeds heèrt gedoubleerd. De andere spelers hebben niet het recht dien speler opmerkzaam te maken op de begane fout. 27. Wanneer het spel eenmaal gespeeld wordt, mag geen der spelers meer inlichtingen geven of vragen omtrent voorafgegane annonces. Wel mogen die worden gegeven of gevraagd, over de annonce die gespeeld wordt. Doubleeren en redoubleeren. 28. Hierdoor wordt alleen de waarde van de boven de eerste zes behaalde trekken bij het opteekenen beïnvloed, maar aan de waarde van het aantal trekken bij het opbieden, doet het niets af, zoo is b.v. 3 ruiten hooger dan twee trekken in harten, die door de tegenpartij zijn gedoubleerd. 29. Elke annonce kan worden gedoubleerd en ook worden geredoubleerd. Verder mag men niet gaan. Een speler kan de annonce van zijn partner niet doubleeren; hij kan die echter wel redoubleeren als de tegenpartij die gedoubleerd heeft. 30. Wanneer een annonce is gedoubleerd kan het opbieden'opnieuw beginnen en kan elke speler, ook degene, die het bod heeft gedaan, dat gedoubleerd is, een nieuw bod doen van hoogere waarde. I 31. Wanneer een speler, wiens bod gedoubleerd is, aan zijn contract voldoet, d. i. minstens het aantal slagen haalt, dat hij heeft aangekondigd, boekt hij als belooning 100 bunten aan zijn creditzijde boven de lijn en voor elke trek behaald boven het geannonceerde aantal, 50 punten, ook boven de lijn. Indien bij of zijn partner hebben geredoubleerd wordt dit aantal punten verdubbeld. 32. Indien een speler voor zijn beurt doubleert, kan de speler, die links van dezen zit eischen, dat opnieuw worde gegeven. 20 Het verzaken. 33. Indien een der spelers renonceert in een kleur, terwijl hij nog een kaart van die kleur in handen heeft, wordt hij voor die verzaking gestraft. 34. Wanneer de speler van het spel zelf verzaakt, mag de tegenpartij 150 strafpunten boeken boven de lijn. 35. Wanneer een der tegenspelers verzaakt, mag de speler van het spel, hetzij 150 punten boeken boven de lijn, hetzij 3 trekken tellen bij degenen, die hij heeft gemaakt. Die trekken rekenen dan mede voor het voldoen aan het contract, maar zij geven hem geen recht tot het boeken van een belooning boven de lijn, wanneer hij — na doubleeren door de tegenpartij — door die trekken bij de zijne op te tellen, voldoet aan zijn contract; terwijl hij ook niet, voor wat die drie trekken betreft, voor elke boven het contract behaalden trek, de in punt 31 bedoelde extra punten boven de lijn mag opteekenen. Voldoet hij ook zonder die trekken aan zijn contract, dan teekent hij wel 100 punten boven de lijn op. 36. Ook bij doubleeren of redoubleeren wordt een maximum van 150 punten boven de lijn geboekt; dat getal wordt dus niet beïnvloed door het doubleeren of redoubleeren. 37. Wanneer een der partijen heeft verzaakt, mag zij alleen punten voor honneurs of chicane in haar voordeel boeken. Onder de lijn wordt dus, indien de speler van het spel verzaakt heeft, niets genoteerd,, ook al heeft hij aan zijn contract voldaan. $1 38. Een verzaking wordt geacht te zijn gedaan, wanneer de trek opgenomen is en met de prentzijde naar beneden is neergelegd en is losgelaten, of indien te voren door den speler, die verzaakt heeft of door diens partner een nieuwe kaart is uitgespeeld. 39. Een speler mag altijd vragen aan zijn partner, of hij geen kaart van de gespeelde kleur meer heeft en als dit gevraagd is, vóór dat de trek omgekeerd is neergelegd, mag de verzaking nog hersteld worden, ook al zou in dien tusschentijd de slag zijn opgenomen en neergelegd, tenzij de speler ontkennend heeft geantwoord of reeds een nieuwe kaart heeft uitgespeeld. 40. Indien een speler een verzaking tijdig herstelt, mogen de volgende spelers de bijgespeelde kaarten terugnemen. 41. Wanneer de blinde verzaakt, wordt daarvoor geen straf opgelegd. 42. Als de verzaking eenmaal geschied is en niet meer kan worden hersteld, gaat het spel gewoon door, alsof geen verzaking heeft plaats gehad. 43. De tegenspelers hebben ten allen tijde het recht een verzaking te constateeren, zoolang het andere spel kaarten nog niet gecoupeerd is voor een volgende gift. 44. Indien aan beide zijden verzaakt is, worden alleen honneurs of chicane opgeteekend. 22 45. Indien aan beide zijden meermalen verzaakt is; boekt de partij, die het minst aantal malen verzaakt heeft, 150 punten boven de lijn. 46. Alleen de spelers, hebben het recht een verzaking te constateeren, dus niet hij die blinde is. 47. Omstanders, die het spel volgen, moeten zich Volstrekt onthouden van aanwijzingen omtrent verkeerd gespeelde kaarten, tenzij hun advies door alle spelers wordt gevraagd. Beleefdheidsvormen. 48. Een speler mag nooit aanwijzingen geven omtrent zijn spel; hij moet zich steeds nauwgezet houden aan de vastgelegde regels voor het spel, vooral daar, waar geen strafbepaling bestaat. 49. Het is unfair om een onmogelijke declaratie te doen, alleen om het spel niet aan de tegenpartij te gunnen. 50. Indien een speler een kaart heeft uitgespeeld, moet hij niet een tweede in de hand nemen, vóór zijn partner heeft bijgespeeld, want daarmede wil hij zeggen „mijn kaart is vrij." 51. Een speler moet er zich niet tegen verzetten, als de andere spelers het oordeel van een der omstanders vragen over een verschil van meening, indien die omstander althans niet bij het spel is geïnteresseerd. 52. Het is oneerlijk om met opzet te verzaken; indien een speler verzaakt heeft, mag hij niet trachten het een ander maal met opzet weer te doen, om te trachten zijn eerste fout te bedekken. liet annonceeren. Bij gewoon Bridge, maakte de gever of wel bij overlaten zijn partner troef; bij Royal Auction Bridge heeft ieder speler het recht een annonce in een kleur te doen d. w. z. aan te kondigen, dat hij samen met het spel van zijn partner in een kleur of in sans atout een zeker aantal slagen zal maken, terwijl het spel eerst gespeeld wordt, wanneer het opbieden is afgeloopen. Bij Bridge was dan ook het spelen van het spel hoofdzaak en daarbij kregen de spelers eerst in den loop van het spel inzicht in de spellen van hun tegenspelers; bij R. A. Bridge kan elk speler een indruk krijgen van de spellen der anderen, door het opbieden, of ook wel door het passen van de verschillende spelers. Het juist en handig annonceeren en opbieden, daarbij rekening houdende met de annonces van zijn partner en van zijn tegenspelers, is het beginsel, waarop het Royal Auction Bridge berust. Het spelen van het spel, hoewel ongetwijfeld ook van gewicht, komt bij R. A. Bridge eerst in de tweede plaats in aanmerking. Een partner, die handig de verschillende annonces combineert en daaruit goede conclusies trekt, is veel meer waard, dan een, die dat combinatievermogen niet bezit, al speelt hij het spel nog zoo goed. Vindt men die beide eigenschappen bij zijn partner vereenigd, des te beter. 25 Voor Royal Auction Bridge is noodig een juist oordeel, een goed geheugen en esprit de jeu. Voor vele spelers, die Bridge of Auction Bridge speelden, is het juist spelen van Royal Auction Bridge lastig. Zij moeten veel dingen, die zij pij de eerste twee spelen toegepast hebben en die steekhoudend gebleken waren, op zijde schuiven. Zoo maakte bij Bridge de gever, op boer zesde van harten, als regel harten troef. Wij zullen later zien, dat het zeer gevaarlijk is, bij Royal Auction Bridge, op dat spel een begin annonce te doen, bv. van een harten. Zoo annonceerde men bij Auction Bridge op een betrekkelijk slecht spel allicht één sans atout; ook dit is bij Royal Auction Bridge verkeerd en zoo is er meer, hetgeen ik later bij het hoofdstuk over het annonceeren en opbieden door de verschillende spelers, nog zal behandelen. Als regel zou ik willen stellen, dat een speler, die een annonce doet, het spel moet kunnen spelen, met de geannonceerde kleur als troef, met de goede kans het genoemde aantal trekken te halen. Wanneer wij nu bedenken, dat om eene annonce van één harten, ruiten enz. te winnen, men zeven trekken noodig heeft, moeten er, om een annonce te kunnen doen, minstens vier trekken in uw spel zitten, waarvan minstens twee in de door U geannonceerde kleur. Rekenende, dat de overige negen trekken over de andere spellen verdeeld zijn, zal uw partner waarschijnlijk drie trekken meebrengen en dan hebt ge aan uwe annonce voldaan. Het kan natuurlijk voorkomen, dat ge, al hebt ge vier trekken in handen, moet zwijgen, omdat de verdeeling van de kaarten ongunstig is of de serie van de kleur, waarin ge de annonce wilt doen, onvoldoende lengte heeft. 26 Ook zal wel eens blijken, dat, wat ge voor vaste trek telde, het niet is of wel, in verband met het spel van uw partner, meer waarde blijkt te hebben. Wat ik aangaf is slechts een norm. Evenals bij Auction Bridge, kan men door een annonce zijn maat wel inlichtingen geven omtrent zijn spel, maar men moet bedenken, dat men in alle kleuren de manche van „schoon" kan winnen en zou men bv. een annonce doen van één ruiten op heer, vrouw, boer, dan bestaat de kans, dat uw partner, hoewel niet sterk in ruiten, die annonce ophoogt, tot bv. drie ruiten, dit met het oog op zijn goede bijkaarten, die evenwel niet toelaten, dat hij zelfstandig in een andere kleur een bod doet. Er bestaat dan de overgroote kans, dat ge een belangrijk aantal strafpunten krijgt. Bij Auction Bridge was dit wel geoorloofd, omdat men daarmede aangaf, dat men bij een sans atout annonce van den partner, in die kleur kon steunen. Bij het annonceeren moet men er altijd aan denken, dat klaveren en ruiten en harten en kroonschoppen, dezelfde waarde hebben voor het winnen van de manche; bij dë eerste twee kleuren is vijf aan trek noodig, om de manche van „schoon" te winnen, bij de laatste twee zijn vier slagen voldoende; bij sans atout heeft men maar drie aan trek noodig, maar men zal zien, dat er meer manches worden gewonnen van „schoon" met een kleur als troef, dan met sans atout. Het overwicht, dat de sans atout annonce had bij Auction Bridge, is dan ook bij Royal Auction Bridge verdwenen. Wel is waar rekenen de slagen van kroonschoppen meer dan van harten, en van ruiten meer dan van klaveren, maar die punten zijn door de hooge scores bij Royal Auction Bridge, als het ware van geen belang. 27 Vaste regels zijn voor het annonceeren bij Royal Auction Bridge niet vastgelegd en ook moeielijk te geven, maar I men doet goed er aan vast te houden, dat een begin annonce ; steeds gebaseerd moet zijn op goede kaarten, waarop ook uw partner verder kan bouwen. Royal Auction Bridge wordt dan ook wel een spel van azen en heeren genoemd. Bij het later opbieden, wat als doel kan hebben uw partner aan te geven, in.welke kleur hij moet uitkomen, of wel het bod van de tegenpartij op te jagen, is dat niet zoo noodig. Uw partner zal, als hij Royal Auction Bridge goed kent, die annonces met voorzichtigheid beoordeelen en rekening houden met de oorzaken, die aanleiding hebben kunnen geven tot uw bod. Het spreekt wel van zelf, dat de wijze van declareeren van de verschillende spelers, al naar mate van hun inzicht en temperament tot verschillende uitkomsten bij hetdeclareeren zal leiden, terwijl het niet bestaan van algemeene regels daarvoor, in verschillende clubs, gewoonten hebben doen ontstaan, waardoor het voor een speler, jdie in zoo'n clubje invalt, moeilijk is zich daar dadelijk «huis te gevoelen en zich daaraan aan te passen. Er zijn vele variaties mogelijk, maar ik zal in de volgende hoofdstukken de beginselen uiteenzetten, die mij het beste voorkomen. De gever. Was het bij gewoon Bridge een voorrecht gever te zijn, aangezien men dan de troef kon bepalen, bij Royal Auctiéji i Bridge is dit in geenen deele het geval. In Engeland is de gever verplicht eene annonce te doen, al heeft hij ookj het «heel geen spel, om een kleur te noemen. Heeft hij dus een slecht spel, of wel acht hij zijn spel niet zoo goed, dat hij daarop één trek in een van de kleuren, kroonschoppen, harten, ruiten of klaveren dan wel één sans atout kan aankondigen, of wil hij nog eens uitkijken en eens zien met wat voor annonces de overige spelers voor den dag komen, dan annonceert hij één schoppen. Dit; annonce van één schoppen wil dus niets zeggen, het beteekent zelfs niet eenige kracht in de schoppenkleur, dochi ook niet dat de gever bepaald slechte kaarten heeft. Die verplichte annonce door den gever heeft dus nietl de minste beteekenls en moet m.i. dus vervallen, hetgeen i ook al in vele landen gebruikelijk is. Bij gewoon Auction Bridge, waar de sans atout annonce: blijkens de opgedane ondervinding, een grooten voorsprong: gaf, was het aan te bevelen zoo eenigszins mogelijk, zelfsop' vrij slechte kaarten één sans atout aan te kondigen., Daardoor sloot men reeds een annonce van 5 schoppenr en 2 klaveren uit en moest de tegenpartij dadelijk overgaan tot 2 ruiten of 2 harten, zonder nog iets van zijnr partner af te weten, terwijl men bovendien het de tegenr 29 partij heel bezwaarlijk maakte, een sans atout annonce te doen. Bij Royal Auction Bridge daarentegen, gaat een annonce van twee aan trek in alle kleuren boven de sans atout annonce en daardoor kan het uw partner, vertrouwende op de sans atout, die door u wordt aangekondigd, verleiden, op te bieden in een sterke kleur in zijn spel, terwijl later bij het spelen van het spel blijkt, dat de steun van uw sans atout maar heel weinig te beduiden heeft, waardoor het in het geheel niet mogelijk blijkt aan het contract te voldoen, hetgeen U vele strafpunten kost. Er is ook nog een ander bezwaar tegen het annonceeren van een sans atout door den gever op een zwak spel. Wordt toch het spel na opbieden, gespeeld door de tegenpartij, dan weet uw partner in het geheel niet, wat de kleur is, waarin hij zonder bezwaar uit kan komen, hetgeen wel het geval zou zijn geweest, als bij de beginannonce door den gever een kleur was genoemd. Ik heb nu wel allerlei bezwaren opgenoemd tegen een sans atout annonce van den gever, maar indien deze een goed spel heeft, gedekt in minstens drie kleuren, dan bestaat er uit den aard der zaak voor hem alle aanleiding om wel een sans atout annonce te doen, maar dan weet zijn partner ook, dat die annonce gebaseerd is op goede kaarten, ten naaste bij zoo goed, als een sans atout bij gewoon Bridge; het kan gebeuren op een iets minder krachtig spel, want heeft zijn partner een spel, waarmede hij de sans atout niet kan steunen, dan zal dit waarschijnlijk wel uit het opbieden der andere spelers blijken. Bij gewoon Bridge werd dikwijls troef gemaakt op vrouw, of boer, of tien vijfde in een kleur, en bij spelers, die pas 30 overgaan tot het spelen van Royal Auction Bridge, ziet men dikwijls, dat de gever op zulk een spel een annonce doet van b.v. één harten. Bij gewoon Bridge, werd die kleur dan ook troef en men kreeg er dikwijls goede uit- I komsten mede, maar bij Royal Auction Bridge wil een annonce in een kleur zeggen: Ik heb kracht in die kleur en kan u in die kleur met een paar, doch minstens met j één vaste slag steunen. Uw partner, die b.v. twee klein* j harten heeft, alzoo niet in die kleur kan opbieden, doet een annonce in een andere kleur, rekenende op de slagen in harten, die ge hem zult aanbrengen en komt bij hft J spelen van het spel bedrogen uit. Ook is het mogelijk, j dat uw partner, die weliswaar weinig harten heeft, doch goede bijkaarten, rekenende op uw harten, uw hartenbod verhoogt tot drie of vier slagen en ook dan is het verliezen van het spel waarschijnlijk. Uit de beide voorbeelden die ik aanhaalde, blijkt duidelijk^ dat een begin annonce gebaseerd moet zijn op hooge kaarten — azen en heeren — en dan kan de lengte van de kleur gerust wat korter zijn, dan waarop men bij gewoon Bridge troef zou maken. Op aas, heer vierde van klaveren, kan men gerust één klaveren aankondigen, als men in de andere kleuren ook nog goede kaarten heeft; op boer vijfde of zelfs zesde moet geen begin annonce worden gedaan; gewoonlijk voert dat tot verlies van het spel. Door de beginannonce moet de gever zijn partner inlichting geven, in welkekleur hij een paar vaste slagen kan maken; die partner moet dan in zijn spel uitmaken, of hij in die kleur zoo noodig zal opbieden, dan wel of het beter is, een andere kleur te noemen. Later bij het opbieden, kunt gij altijd nog in uw lange 31 kleur overgaan, maar dan kan uw partner die annonce ook naar waarde beoordeelen. Heeft de gever in een kleur belangrijke sterkte, een lange serie, met hooge kaarten bovenaan, b.v. aas, heer, vrouw, zesde; heer, vrouw, boer, tien, zesde met nog een waarschijnlijken slag in een der andere kleuren, dan kan het aanbeveling verdienen, om dadelijk te beginnen met een annonce van twee slagen in die kleur. De groote kracht van het doen van een annonce van twee trekken in een kleur, schuilt hierin, dat daardoor een annonce van één trek in alle kleuren is uitgesloten; het voeling krijgen met zijn partner wordt bovendien aan de tegenpartij zeer moeilijk gemaakt. Vooral is dit het geval, indien men deze annonce kan doen in de twee hoogst geprijsde kleuren, harten of kroonschoppen of in sans atout. Dan is een bod van 3 slagen in de lager geprijsde kleuren noodig en al >heeft de tegenpartij die kleuren samen nog zoo mooi, het |2öu al heel toevallig zijn, als een van beiden op zijn eigen Bel, alleen daarin 3 slagen kan aankondigen. Bovendien zegt uwe annonce van twee trekken in een meur aan uw partner, dat gij belangrijke kracht in die kleur hebt en deze kan daarmede bij een eventueel opbieden, terdege rekening houden. Hij zal, wanneer daartoe geen bijzondere aanleiding bestaat, niet overgaan in een andere kleur en kan zelfs zoo noodig, het bod in die kleur verhoogen, al heeft hij geen enkele troef in handen, wanneer hij tenminste in de andere kleuren eenige slagen kan maken. Als hij een sans atout in handen heeft, met een zeer zwakke kaart in de door U aangekondigde kleur, dan behoeft hij niet bang te zijn, voor een lange kleur bij zijn tegenspelers en in dat geval zal hij een sans atout annonce doen; vooral,, wanneer de door U genoemde kleur tot de laagst ge- ■ prijsde behoort. De spellen van de beide partners vullen i elkander dan aan. Bij een zeer sterk spel, verdient het zelfs overweging om onmiddellijk over te gaan tot een annonce van drie trekken, teneinde een annonce van drie trekken van de: tegenpartij in - een lagergeprijsde kleur, uit te sliritery Deze annonce van drie trekken moet men uitsluitend doen in de hoogergeprijsde kleuren (harten of kroonschoppen)! of sans atout. Zou mèn dit ook doen in de lagere kleuren dan dwingt men zijn partner om zeer hoog te bieden, om dit bod in een van de beide hoogere kleuren over te nemen. Dit geldt ook wel eenigszins voor een twee trek annonce, doch door deze ook uit te sluiten, vervalt ook de aanwijzing aan uw partner, dat ge in die kleur belangrijke: kracht hebt. In het begin van dit hoofdstuk, verwierp ik de Engelsche wijze van annonceeren van één schoppen, aangezien deze geen beteekenis had. Ik zou deze annonce echter toch wel willen behouden, maar er dan een bepaalde beteekenis aan toekennen. Heeft de gever een spel, waarin hij een of twee slagen jn schoppen kan maken, met nog een trek in een andere kleur, dan is dat spel te zwak, om «en kroonschoppen aan te kbndigen. Door nu op zoo'n spel een annonce te doen van één Schoppen, geeft bij zijn partner licht. Deze toch, kan nu bij vrij goede schoppenkaarten in kroonschoppen overgaan, of wel bij een mogelijk sans atout spel mei zwakke schoppenkleür, Overgaan tot bet aankondigen-v«( één sans atout. 33 In Engeland bestaat de gewoonte in dat geval twee schoppen te annonceeren, maar het gevaar bestaat dan, dat de partner van den gever geen spel heeft om een annonce te doen en dat de beide tegenspelers ook passen en dan moet de gever toch zorgen, dat hij twee trekken maakt met schoppen als troef en als regel zal hij dan strafpunten krijgen. Door het aankondigen van één schoppen, worden die strafpunten in dat geval tot een minimum beperkt. . Ik moet hier nog even terugkomen op die schoppen annonce. Bij gewoon Auction Bridge gold de vaste afspraak, dat, wanneer de gever twee schoppen aankondigde, dit een uitnoodiging was aan zijn partner, om een sans atout annonce te doen. Deze afspraak vervalt geheel bij Royal Auction Bridge. Ik meen daarop nog eens te moeten wijzen, om vergissingen te voorkomen. Hiervoren, gaf ik aan, dat een beginannonce gebaseerd moest zijn op hooge kaarten, aan het hoofd van een suite en dat die suite dan korter kon zijn, dan bij het troefmaken bij gewoon Bridge. Men moet daarbij nog onderscheid maken tusschen de hooger geprijsde en de lager geprijsde kleuren. Bij de eerstgenoemde is het zaak om een serie van vijf kaarten te hebben, tenzij men minstens drie honneurs heeft met de aas of heer, vrouw, want door die kleur te noemen geeft men aan, dat men zoo mogelijk in die kleur wil spelen en vraagt men aan zijn partner, hulp. Bij de laatstgenoemde hoopt men als regel, dat zijn partner over kan gaan in een der hoog geprijsde kleuren en biedt men hulp aan. Daarom kan in het laatste geval de serie korter zijn en zou men er zelfs toe kunnen overgaan in die kleuren een bod te doen, wanneer men slechts drie kaarten — maar dan ook heele goede — daarin heeft. Royal Auction Bridge. " 34 Ik zou dit echter alleen willen aanraden, ais men bovendien verder ook nog een goed spel heeft, al is het dan ook niet sterk genoeg om een sans atout aan te kondigen. Heeft men in zijn spel twee series van ongeveer gelijke sterkte, dan verdient het m. i. aanbeveling, eerst den trek in de hoogst geprijsde kleur aan te kondigen; b.v. de gever heeft: aas boer vijfde van harten aas tien vijfde van kroonschoppen twee ruiten een klaveren. Hij moet nu annonceeren één kroonschoppen. Wordt dit bod verhoogd, door een der tegenspelers en heeft zijn partner gepast, dan zal hij twee harten aankondigen. Op deze wijze geeft hij zijn partner het beste inzicht in zijn spel. Kan deze hem nu wel steunen in kroonschoppen, doch niet in harten, dan kan hij altijd overgaan tot twee kroonschoppen, terwijl, in het geval dat de gever eerst één harten had geannonceerd en daarna twee kroonschoppen, diens partner, bij een zeer zwak spel in kroonschoppen en met wel eenigen steun in harten, tot 3 harten moet opbieden, om dit aan zijn partner te doen blijken. De beginannonce door den gever is zeer belangrijk. Ik zeg nog eens, zij moet gebaseerd zijn op hooge kaarten en ik zou als regel willen stellen, geen beginannonce te doen m een kleur, als men er niet de aas of minstens de heer van heeft. Maar men neme dit nu ook niet als een wet van Meden en Perzen: er is geen regel zonder uitzondering. De tweede speler. Na mijn beschouwingen over het annonceeren door den gever, is nu de tweede speler aan de beurt. Zooais ik in het vorige hoofdstuk opmerkte, moet de annonce van den gever, behalve in de door mij genoemde één schoppen annonce, gegrond zijn op goede kaarten, een sans atout annonce, op een spel, minstens gedekt in 3 kleuren, een annonce in een kleur, op een serie van minstens 4 kaarten met hooge kaarten bovenaan die serie, terwijl die speler uit zijn eigen spel, minstens 4 slagen moet kunnen maken. Heeft hij zulk een spel niet in handen, dan doet hij het besté om te passet]. Nu moet de tweede speler bij zijn bod, rekening houden met de annonce van den gever. Heeft deze laatste gepast, dan moet in mijn gedachtengang, de tweede speler dezelfde beginselen toepassen, als ik voor den gever in het licht stelde. Voor zijn partner is het immers ook van het meeste belang, dat deze inzicht krijgt in zijn spel. Heeft deze speler een zeer sterke kleur in handen, dan is het voor hem, nog van veel meer gewicht, dan voor den gever, om dadelijk 2 slagen aan te kondigen, want het passen van den gever doet het zeer waarschijnlijk zijn, dat deze geen hoog bod kan doen, terwijl de derde speler, zonder iets van het spel van zijn partner te weten, dan dat hij niet krachtig genoeg is, zelfstandig een bod te doen,aarzelen zal het bod van twee slagen in een kleur of in 36 sans -atout te verhoogen als hij niet een zeer krachtig, spel heeft. Vooral zal dit het geval zijn, indien hij slechts door een bod van 3 slagen boven het bod van den tweeden speler kan gaan. Er zijn wel spelers, die er meer voor voelen om met een sterk spel, toch niet meer dan een slag in een kleur aan te kondigen, teneinde aan de tegenpartij niet dadelijk te laten merken, dat zij een sterk spel hebben en om dan bij een mogelijk opbieden, de annonce van de tegenpartij te doubleeren, maar hoofdzaak moet toch blijven zelf de manche te winnen, en het kan wel eens zijn, dat zij hun doel bereiken, maar de meeste kans bestaat, dat zij, in plaats van de tegenpartij er in te laten loopen, aan hun partner een onjuist inzicht geven in hun spel. Heeft de gever één schoppen aangekondigd, dat wil dus zeggen, dat hij een vrij goede schoppenkaart heeft, doch niet sterk genoeg is om zelfstandig eene annonce te doen in een kleur of in sans atout, en heeft de tweede speler ook een goede schoppenkleur zonder nog een andere annonce te kunnen doen, dan zou ik aanraden, dat hij de één schoppen van den gever doubleert. Deze doublure wil dan niet zeggen, dat de tweede speler zich sterk genoeg gevoelt om den gever bij het eventueel spelen van het spel, dat te doen verliezen, maar is alleen bedoeld als een aanwijzing aan zijn partner, dat hij hem in die kleur behoorlijk kan steunen Deze aanwijzing is vooral van veel waarde, als de partner van den tweeden speler een sans atout annonce heeft, waarin dan uit den aard der zaak de schoppenkleur zeer zwak zal zijn. Door de doublure van zijn partner weet hij nu, dat hij voor die kleur niet bang behoeft te zijn, terwijl hij bij «ene an- 37 nonce in een kleur, zeker kan zijn in schoppen minstens een slag te vinden bij zijn partner. Want de doublure moet ook al weer gegrond zijn op enkele hooge kaarten aan het hoofd der kleur b.v. aas, boer; of heer, vrouw; of heer, boer; of in het uiterste geval heer, tien met enkele lagere kaarten. Om misverstand te voorkomen, wijs ik er nog eens met nadruk op, dat het hier alleen geldt een aanwijzing voor den partner, en dat deze doublure geenszins een uitnoodiging moet worden geacht voor een sans atout annonce aan den vierden speler. Is de tweede speler niet in de gelegenheid de één schoppen annonce van den eersten speler te doubleeren, maar heeft hij toch een tamelijk goed spel, dan is er voor hem en zijn partner veel aan gelegen, dat hij een bod doet in een andere kleur. Heeft de derde speler toch goede schoppen dan zal hij zeker één kroonschoppen aankondigen, en dan zou de vierde speler, indien zijn partner gepast had, dadelijk uit den hoek moeten komen met eene annonce van twee slagen, terwijl hij niets afweet van het spel van zijn partner, en bij een sans atout annonce van den derden speler, zou de vierde speler in het geheel niet weten met welke kleur hij moet uitkomen. De tweede speler moet dus zoo eenigszins mogelijk een kleur noemen, al zou die kleur ook te zwak zijn om daarop een beginannonce te doen. Het kan dus een geforceerd bod zijn en daarmede moet de partner van den tweeden speler, als hij na het opbieden door den derden speler aan bod komt, zeker rekening houden. Heeft de tweede speler in dit geval een sterk spel, in een kleur, dan is ook nu de twee trekken annonce van 38 veel waarde, daar hierdoor eene annonce van één kroonschoppen door den derden speler, wordt uitgesloten. Als de gever een sans atout heeft aangekondigd wordt het geval lastiger. Op den voorgrond heb ik gesteld, dat een sans atout annonce van den gever bij Royal Auction Bridge gebaseerd zal zijn op goede kaarten, want bij de daarbij gevolgde telling der kleuren, kan men in alle vier de kleuren er met 2 slagen boven gaan en door een lichtvaardige sans atout annonce van den gever, doet hij aan zffn spel en dat van zijn partner meer kwaad dan goed. Het is nu echter voor den tweeden speler de vraag, of hij met 2 slagen in een kleur zal gaan boven de sans atout annonce van den gever, zelfs al heeft hij een spel in handen, waarop met recht 2 slagen kunnen worden aangekondigd. Dit zal veel afhangen van den stand in de manche. Maar nemen wij nu eens als uitgangspunt dat beide partijen op schoon staan, de gever heeft een sans atout aangekondigd en de tweede speler heeft bv. aas, vrouw, boer, zesde in ruiten met nog een aas of heer,' vrouw in een andere kleur, terwijl hij in de andere kleuren geen haalbare trek heeft. Met de sans atout annonce van de tegenpartij heeft hij al heel weinig kans om de manche te winnen, wanneer hij in ruiten zou spelen, terwijl hij een goede kans heeft om de tegenpartij het spel te laten verliezen, als hij tenminste bij zijn partner eenigen steun vindt. Althans is het zoo goed als zeker, dat de tegenpartij de manche niet zal winnen. Nog eens wil ik er op wijzen, dat bij Royal Auction Bridge het aantal behaalde punten van weinig gewicht is, indien daarmede niet tevens de manche wordt gewonnen. Drie dingen moet men steeds 39 }n het oog.houden. In de eerste plaats moet men trachten zelf de manche te winnen, in de tweede plaats moet men zorgen, dat de tegenpartij de manche niet wint en eerst in de derde plaats, moet men er naar streven de tegenpartij het genoemde aantal trekken niet te laten maken. Na deze uitwijding kom ik weer terug op het spel van den tweeden speler. Daarbij zou zeker de overweging [kunnen gelden, dat door het annonceeren van twee ruiten de tegenpartij er toegebracht werd tot twee sans atout op te bieden. Er bestaat dan meer kans hem dat spel te doen verliezen, maar indien uw tegenspelers geen van beiden gedekt zijn in ruiten; zullen zij dat zeker niet doen, [vooral niet met de wetenschap, dat achter de sans atout een sterk tegenspel zit, maar veeleer zullen zij, dankbaar voor de ontvangen waarschuwing, overgaan in een kleur b.v. twee harten of twee kroonschoppen aankondigen. En wat doet de tweede speler dan? Opbieden tot drie kuiten is, vooral als zijn partner gepast heeft, heel gevaarlijk. iEr bestaat dan veel kans, dat die annonce wordt gedoubleerd, maar ook al geschiedt dit niet, zal het een zware dobber zijn om het spel te winnen en met een sans atout pij de tegenpartij, is er van winnen van de manche natuurlijk [geen kwestie. Iets anders zou het nog zijn, indien het spel kon worden gespeeld in harten of kroonschoppen. Daarin kan met een trek minder volstaan worden om de manche te winnen en bovendien bestaat er daarbij' meer kans, dat de tegenpartij bij een eventueel opbieden blijft, bij de [sans atout annonce en doet hij dat, dan is de kans om [hem hef spel te doen verliezen beduidend grooter geworden. Een opbieden boven de één sans atout van den gever door den tweeden speler is niet noodig om aan zijn 40 partner inzicht in zijn spel te geven. Wordt toch de sans atout door de tegenpartij ^gespeeld, dan komt de tweede speler uit en door zijn uitkomen zal hij de kleur laten zien, waarin hij het sterkste is. Hieruit volgt al dadelijk, dat, wanneer de tweede speler gepast heeft, het voor den vierden speler wel van groot belang is, om een annonce te doen om aan den tweeden speler eene aanwijzing te geven, in welke kleur deze moet uitkomen, als hijzelf in een kleur geen overwegend spel heeft. Maar op het spel van den vierden speler kom ik nog terug en wil daarop niet vooruitloopen. Het zou ook kunnen zijn, dat de tweede speler ook een sans atout spel in handen heeft. Het opbieden tot twee sans atout acht ik echter zonder eenig inzicht in het spel van den partner zeer gevaarlijk. Beter is het, in dat geval twee slagen in een kleur aan te kondigen al is men daarin niet sterk. Men forceert zoo de tegenpartij het beste tot het doen van een bod van twee sans atout en heeft dan groote kans hen het spel te doen verliezen. Krijgt de tweede speler tijdens het opbièden nog inzicht in het spel van zijn partner, dan kan hij later altijd nog tot een sans atout annonce overgaan, maar het zal m. i. toch uitzondering blijven. Het doubleeren van een bod van één sans atout is uit den aard der zaak heel verkeerd. Daardoor geeft ge een zoodanige aanwijzing, dat de gever of zijn partner, dankbaar voor den gekregen raad wel spoedig in een kleur zullen overgaan. Doet de gever een annonce in een kleur, dan moet de tweede speler trachten, een hooger bod te doen. Past hij toch en doen de beide volgende spelers insgelijks, dan 41 i maakt men het den gever al heel gemakkelijk, om zijn spel te winnen en dat moet men voorkomen. Als de tweede speler gedekt is in de geannonceerde kleur en overigens vrij goede kaarten heeft, kan een sans atout annonce van veel nut zijn. Zoo'n sans atout annonce behoeft volstrekt : niet zoo goed te zijn als een beginannonce in sans atout, het moet dikwijls beschouwd worden als een geforceerd bod en daarmede moet vooral de vierde speler rekening \ houden. Het zegt alleen, dat de speler gedekt is in de 1 door den gever geannonceerde kleur en dat hij verder ook nog eenige kracht heeft, al is het niet veel. Door die annonce forceert men de tegenpartij tot een bod van twee slagen in de genoemde kleur. Is het niet mogelijk een sans atout aan te kondigen, dan zal de gever trachten een hooger bod te doen in [een andere kleur; een spel, waarop de gever een annonce kan doen is natuurlijk ook goed voor een bod door den tweeden speler, maar het spel mag ook nog wel wat zwakker zijn. Heer, boer, vijfde b.v. zonder veel steun in de andere kleuren levert een spel, geschikt om zelfs zoo noodig tot twee trekken te gaan, boven de annonce van [ den gever. Men ziet dus er is een groot verschil tusschen [ eene beginannonce en een geforceerd bod. Maar het is dan ook noodig, dat de spelers en vooral hun partners daarmede rekening houden bij het beoordeelen of zij het bod zullen ophoogen. Een geforceerd bod wordt gedaan om de tegenpartij te noodzaken hooger te bieden en [volstrekt niet met de bedoeling, om het spel met die kleur 'als troef te spelen. Maar evenzeer als het noodig is, op zijn tijd op te bieden, op een betrekkelijk zwak spel, moet men ook kunnen 42 passen op een betrekkelijk sterk spel. Onderstellen wij eens, dat de gever heeft aangekondigd één harten, de tweede speler heeft in zijn hand aas, tien, vijfde van harten met heer, vrouw, vijfde van ruiten, twee schoppen en een klaveren. Allicht zou men geneigd zijn om op dit spel twee ruiten aan te kondigen. Toch is dit verkeerd, want doet men dit, dan is het zeer onwaarschijnlijk, dat de derde speler zijn partner zal kunnen steunen en als hij de kans schoon ziet, zal hij overgaan in kroonschoppen en dan komt er van uw spel waarschijnlijk heel weinig terecht. Past hij en doet uw partner een bod van twee klaveren, of van één kroonschoppen, en geeft dit dén gever aanleiding om tot twee harten op te bieden, dan hebt gij een mooie gelegenheid om te doubleeren en zelfs al zouden die beide spelers passen, dan is er met uw spel toch nog een groote kans om het spel van één harten te doen verliezen, terwijl er voor uzelf weinig kans was om in uwe ruiten de manche te winnen. In het algemeen kan men dus zeggen, dat indien de gever een bod doet, in een kleur, waarin de tweede speler sterk is, deze het beste doet om te passen en eens te zien wat de opvolgende spelers doen. Bij een volgende ronde, komt hij toch weer opnieuw aan bod. Ik vermeen in het voorgaande de meeste gevallen behandeld te hebben, waarin de tweede speler kan worden geplaatst en raad de spelers van Royal Auction Bridge aan om deze eens nauwgezet te overwegen en daarmede hun voordeel te doen. De derde speler. Het annonceeren is voor den derden speler zeer belangrijk. Vóór hem kunnen reeds twee annonces gedaan zijn en daardoor komt hij in een geheel verschillende positie, als de eerste of de tweede speler. Waar nu samenspel met den partner datgene is, waarnaar in het Royal Auction Bridge steeds gestreefd moet worden, vermeen ik goed te doen de verschillende posities, waarin de derde speler komt door de annonces van zijn beide voorgangers, afzonderlijk te bespreken en dan daaruit de conclusie te trekken wat hem te doen staat. 1° Wanneer de gever één sans atout heeft aangekondigd en de tweede speler gepast heeft. Als de gever het eens is met de beginselen hiervorert door mij verkondigd, zal zijn sans atout annonce gebaseerd zijn op goede kaarten. Het spel is dus beter dan een gemiddeld spel, in minstens drie kleuren gedekt. Heeft nu de derde speler een spel, waarmede hij die sans atout behoorlijk kan steunen, zonder in een van de hoogste kleuren (harten of kroonschoppen) een overwegend spel te hebben, dan doet hij het beste om te passen en zijn partner het spel eventueel te laten spelen; maar heeft hij in harten of kroonschoppen wèl een overwegend spel, dan verdient het wel degelijk overweging om in die kleur twee trekken aan te kondigen. Is hij werkelijk sterk in die kleur, 44 dan vindt hij een krachtigen steun in de andere kleuren, door de sans atout annonce van zijn partner en dan bestaat er groote kans, dat de manche gewonnen wordt met die kleur als troef, en dat moet hoofdzaak zijn „de manche te winnen"; of men bij sans atout eenige punten meer kan boeken is bijzaak. Het is natuurlijk best mogelijk, dat de sans atout goed klopt, maar er bestaat toch altijd nog het gevaar dat de gever en zijn partner beiden dezelfde zwakke kleur hebben en het is een feit, dat er meer spellen gewonnen worden meteen sterke troef dan met sans atout. Bovendien bereikt men met de annonce van twee slagen in een kleur nog een ander voordeel. Heeft de gever toch een zeer goede sans atout met een zwak spel in de geannonceerde kleur, dan weet hij, dat zijn partner hem daarin zeer goed zal steunen en dit kan van gewicht zijn bij een verder opbieden. Gaat de gever, wanneer hij weer aan de beurt komt toch over tot twee sans atout, dan is het voor den derden speler het beste, althans voorloopig, te zwijgen. De gever is dan óf heel zeker van zijn zaak, óf wel, hij kan in de geannonceerde kleur, in het geheel niet steunen. Ik sprak zooeven alleen van een opbieden door den derden speler in harten en kroonschoppen en niet in klaveren of ruiten. Dit deed ik met opzet, omdat in de laatstgenoemde kleuren, om de manche van schoon te winnen, vijf trekken noodig zijn en dat men vijf aan trek haalt, blijft altijd een uitzondering. Daarvoor zijn geen gemiddeld goede maar bijzonder goede spellen noodig en die zijn uitzondering. De kans om met de sans atout annonce de manche te winnen is dan altijd nog grooter dan om met ruiten of klaveren als troef, vijf aan trek te maken. 45 Maar het is ook mogelijk, dat de derde spelei b.v. twee trekken in klaveren of ruiten, verder g bare trek heeft. Hij kan dus de sans atout van zi slecht steunen. En dan verdient het overweging slagen in klaveren of ruiten te annonceeren. Di b.v. kunnen doen als hij weet, dat zijn partner lichtvaardig sans atout aankondigt. Het is dan i schuwing voor dien partner om voorzichtig te opbieden, omdat hij slechts op weinig steun en < in die kleur kan rekenen, n. Er zijn spelers, die, wanneer zij om zoo te zej trek kunnen maken, toch op deze wijze hui trachten te waarschuwen, maar dit lijkt mij we vaarlijk. Wellicht was het voor den gever nog mogelij één trek te maken, maar door op te bieden, i staande het slechte spel, moet er dan nog een gemaakt worden. Ik zou er dan de voorkeur i om te passen. Wanneer de één sans atout annonce door de speler nog wordt opgeboden b.v. met twee kroonschoppen en de gever past, kan een goi klaveren of ruiten in handen van den derden sj nog tot zijn recht komen door in die kleur d aan te kondigen. 2° Een ander geval wordt het, wanneer de sans atout heeft geannonceerd en de tweede sp daartegen opgeboden door een bod van twee een kleur. Heeft de derde speler in die kleur geen goed< V behalve een haali n partner om twee t zou hij dikwijls ;en waarzijn met lan alleen ;gen geen 1 partner 1 erg geit geweest liettegentrek meer an geven n vierden harten of :d spel in teler altijd rie slagen gever een eler heeft slagen in % kaarten, 46 Wifchnede hij minstens één slag kan maken, dan mag hij den gever nooit steunen door twee sans atout aan te kondigen, tetüüj; hij in de drie andere kleuren bepaald sterk is. Het blijft echter gewaagd, want het ophoogen tot twee sans atout wil aan den partner zeggen „ifc ben in de genoemde kleur gedekt en kan daarin irtNistens een slag maken en kan u ook in de andere kleuren eenigen steun geven." Heeft hij behalve in de genoemde kleur, — waarin hij dan minstens twee slagen moet kunnen maken — geen andere trekken in handen, dan doet hij het best de annonce van den tweeden speler te doubleeren, en laat alzoo aan den gever de keus te passen, dan wel op te bieden tot twee sans atout. De gever weet dan, wat hij van het spel van zijn partner te verwachten heeft en kan dan zelf beoordeelen of hij kans heeft, het spel met twee sans atout te winnen, of beter doet de tegenpartij te laten spelen. Meermalen zag ik den derden speler opbieden tot twee sans atout, niettegenstaande hij in de geannonceerde kleur slechts één trek had en verder geen bijkaarten. Gewoonlijk leidde dat tot het verliezen van het spel, want men moet wel bedenken, dat de gever dan uit zijn eigen spel zeven trekken moet kunnen maken en hoe weinig komt dat voor ? De derde speler kan ook nog een spel hebben, waarmede hij een sans atout slecht kan steunen, maar b.v. met een lange serie in een kleur, die gaat boven die, door den tweeden speler aangekondigd. Hij kan daarop dan eene annonce doen van twee slagen, want hij mag daarbij rekenen op de sans atout annonce vap zijn partner. De derde speler moet echter niet al te lage kaarten in die kleur hebben, want de gever zou deze annonce ook wel kunnen 47 opvatten, dat hij in die kleur goeden steun zal vinden. Vooral spelers, die Royal Auction Bridge nog slechts kort spelen, zijn nog niet doordrongen van het feit, reeds zooevea door mij aangehaald, dat een spel met een goede \ klem als troef, gewoonlijk tot betere uitkomsten leidt, dan een sans atout. Zij zijn gewoonlijk maar al te zeer geneigd hun sans atout bod te verhoogen. Een ander voordeel van het bod van den derden speler is, dat zijn partner weet in welke kleur hij kan uitkomen als het spel door den vierden speler wordt gespeeld. 3° Wanneer de gever eene annonce in een kleur heeft gedaan en de tweede speler past. Hierbij moeten wij twee gevallen onderscheiden. a. de annonce is gedaan in een van de beide hoogst geprijsde kleuren. b. de annonce is gedaan in ruiten of klaveren. In het onder a genoemde geval is het als regel leverkiezen, dat de derde speler past, althans, indien hij de annonce van zijn partner voldoende kan steunen. Het is in dat geval volstrekt niet noodig om aan den partner een indice te geven in welke andere kleur men sterk is, dat zal bij het spelen van het spel wel blijken en ook bij het verder opbieden, zal het bijna altijd beter zijn dat men zijn partner steunt in de door hem genoemde kleur. Door wel een andere kleur te noemen, geeft men eigenlijk aan zijn partner te kennen, dat men hem in de eerste kleur niet kan steunen en remt men dezen onnoodig bij het verder opbieden. Heeft men een spel, waarin men het bod van den gever zeer goed kan steunen, dan verdient het overweging, om het bod van den gever, dus zonder 48 daartoe genoodzaakt te *H« door een hooger bod van de tegenpartij — reeds dadëfljk op te hoogen. Daardoor stelt men den vierden speler voor de moeilijke beslissing onmiddellijk drie slagen in een lager geprijsde kleur aan te kondigen. Kan de derde speler zijn partner in de genoemde kleur in het geheel niet steunen dan moet hij — als diteenigszins mogelijk is — een andere kleur noemen. Heeft de gever b.v. één harten aangekondigd en heeft de derdtTspeler geen harten, maar wel goede schoppen, dan zal hij een kroonschoppen annonceeren. Heeft hij echter ook geen schoppen dan zal hij, hetzij in ruiten of klaveren twee slagen aankondigen en dit op betrekkelijk zwakke kaarten. Dit is dus een bewijs van zwakheid en dit moet de gever goed in eich opnemen. Het is dus een waarschuwing. „Ik heb een slecht spel en kan U zeer weinig steun bieden." Bij het geval onder b genoemd moet de derde speler, indien hij daarvoor kaarten heeft, overgaan in een van de twee hoogst geprijsde kleuren alweer met de overweging, dat bij klaveren en ruiten 5 aan trek, bij harten en kroonschoppen 4 aan trek noodig zijn om de manche van schoon te winnen. Heeft men reeds eenige punten in de manche behaald, dan moet men daarmede rekening houden en kan het beter zijn niet over te gaan in één' andere kleur. In het door mij eerstgenoemde geval wil dus het overgaan in harten of kroonschoppen nog volstrekt niet zeggen, dat de derde speler zwak is in de door den gever geannonceerde kleur. Is de gever begonnen met eene annonce van twee slagen in een kleur en is die kleur harten of kroonschoppen, 49 dan moet de derde speler bijna altijd passen, want die annonce wil zeggen: „Laat mij het spel maar spelen, ik zorg wel, dat wij de manche winnen." Is de genoemde kleur klaveren of ruiten, dan is het wat anders. Heeft de derde speler dan een zeer goede harten of schoppen kleur, dan zal hij daarin overgaan of wel hij zal bij een goed spel in de drie andere kleuren overgaan tot een sans atout annonce. iHij moet dan echter wel één, liefst twee kaarten van de door den gever genoemde kleur in handen hebben, want de mogelijkheid is lang niet uitgesloten, dat de gever zijn annonce gedaan heeft op één kleur zonder rentrants in de andere kleuren. Men moet dus altijd zorgen, dat men den blinde aan trek kan brengen. 4°. Wanneer de gever eene annonce in een kleur heeft gedaan en de tweede speler deed een hooger bod. De derde speler kan nu het bod van zijn partner verhoogen, wat hij altijd zal doen als die kleur harten of kroonschoppen is en hij kan hem in de genoemde kleur steunen; hij zal overgaan tot een bod in een andere kleur, indien hij zijn partner niet kan steunen en goede kaarten heeft in die andere kleur of wel, hij zal overgaan tot één sans atout indien de beginannonce van den gever een aanvulling is van zijn eigen spel, maar men bedenke wel dat die derde speler dan gedekt moet zijn in de kleur door den tweeden speler genoemd. Heeft de tweede speler opgeboden door twee trekken te annonceeren in een lager geprijsde kleur, dan die van den gever, en is er alzoo een bod van twee sans atout noodig om daar boven te gaan, dan is het steunen van de beginannonce van den gever, zoo dit althans mogelijk Royal Auction Bridge. 5C l is, meer aan te bevelen, want de derde speler mager op rekenen, dat die beginannonce gebaseerd is op goede kaarten, dus in die kleur zelf behoeft de derde speler geen groote kracht te bezitten, maar hij moet natuurlijk in de andere kleuren wel enkele slagen hebben. Wordt door den derden speler twee sans atout geannonceerd en is het spel maar betrekkelijk goed, dan bereikt men er voor zichzelf weinig door, maar het is voor de tegenpartij een waarschuwing, dat ge gedekt zijt in den door den tweeden speler genoemde kleur en de tegenpartij kan daarmede dus rekening houden. Verhoogt daarentegen de derde speler het bod van zijn partner, dan heeft de tegenpartij in het geheel geen aanwijzing en zal wellicht het bod van den tweeden speler ophoogen, waardoor de derde speler een mooie kans krijgt op een doubleeren van die annonce. De derde speler moet niet te angstig zijn om het bod van zijn partner te steunen, want past hij, na het opbieden door den tweeden speler, dan wil dat eigenlijk zeggen: „Ik kan in het geheel niet steunen" en daardoor maakt men het zijn partner moeilijk en de tegenpartij gemakkelijk. Wat betreft het opbieden van den derden speler in een andere kleur, dan die door den gever genoemd, kan ik verwijzen naar het onder 3 gestelde. Het noemen van een lager geprijsde kleur door den derden speler, wijst op groote zwakte in de door den gever genoemde. Begint de gever in een laaggeprijsde kleur dan zal de derde speler zoo mogelijk, overgaan in harten of kroonschoppen. Wordt dit bod weer verhoogd door den vierden speler, dan kan de gever in zijn spel altijd nog uitmaken 51 of hij den derden speler zal steunen, dan wel in zijn eigen kleur verder zal gaan. Past hij, hetgeen dus wil zeggen, „ik kan U niet steunen" en de derde speler kan aan den gever ook steun geven in de door dien speler genoemde kleur, dan zal hij het bod van den gever altijd nog kunnen ophoogen. 5° Wanneer de gever een schoppen heeft geannonceerd. Teneinde verwarring te voorkomen, moet ik er nog even de aandacht op vestigen, dat ik in mijn uiteenzetting van Royal Auction Bridge gebroken heb met de in Engeland nog gevolgde regel, dat de gever altijd een annonce doet en dus één schoppen aankondigt als hij geen goede beginannonce heeft in een andere kleur; in mijn gedachtengang zal de gever één schoppen annonceeren als hij in die kleur goede kaarten heeft, doch zijn spel over het geheel niet sterk genoeg is om één kroonschoppen te annonceeren. Het is dus ook niet een uitnoodiging voor den derden speler om een sans atout aan te kondigen, wat bij gewoon Auction Bridge de twee schoppenvraag was, het wil [ dus niets anders zeggen dan „Ik heb eenige kracht in schoppen." Het is dus als het ware een uitnoodiging voor den derden speler, om zoo mogelijk één kroonschoppen aan I te kondigen, terwijl het tevens aangeeft, dat de derde I speler bij een sans atout annonce kan rekenen op een paar slagen in schoppen. Kan de derde speler nu niet in kroonschoppen spelen | of sans atout aankondigen, dan kan hij altijd nog een kleur noemen, waarin hij volgens zijn kaarten, het spel met kans op winnen, zal kunnen spelen. Hij moet daarbij 52 echter rekening houden, dat hij in de andere kleuren dan schoppen op heel weinig steun zal kunnen rekenen. Kan hij dus zelfstandig geen annonce doen, dan zal hij passen, tenzij hij door een geforceerd bod de tegenpartij wil noodzaken hooger te bieden. 6° Wanneer èn de eerste, èn de tweede speler hebben gepast. Voor den derden speler gelden in nog meerdere mate, dan voor den eersten en den tweeden speler de voorwaarden, die ik stelde voor het doen van een beginannonce. Terwijl hij weet, dat zijn partner geen spel heeft met hooge kaarten, zou het dwaasheid van hem zijn om eene beginannonce te doen op een zwak spel. Doet de vierde speler eene annonce, dan kan hij altijd nog zien wat hij doet, want hij- komt dan toch weer aan de beurt. Past de vierde speler ook, welnu, dan is er niets aan verloren; bij een volgend spel zijn de kansen voor alle spelers toch weer gelijk. De vierde speler. In het algemeen kan men wel zeggen, dat voor hem geldt, wat werd aangegeven voor den derden speler, maar er zijn toch nog wel een paar punten, die ik wil releveeren, als zijnde voor hem van veel belang. In de eerste plaats wil ik eens aannemen, dat de gever heeft geannonceerd „één schoppen," de tweede speler heeft gepast en de derde speler, die in het geval verkeert, dat hij noch kroonschoppen kan aankondigen, noch zelfstandig eene annonce in een andere kleur kan doen, heeft ook gepast. Heeft nu de vierde speler een vrij goed spel, dan zou hij kunnen passen met de groote kans, de tegenpartij het spel te laten verliezen en strafpunten te kunnen boeken, maar zulk een opvatting, acht ik uit den booze en niet in overeenstemming met een fair play. Hoofdzaak moet blijven het spel en zoo mogelijk de manche zelf te winnen, en daarvoor heeft de vierde speler toch een mooie kans. De eerste speler, die één schoppen heeft aangekondigd, heeft naar alle waarschijnlijkheid geen sterk spel, anders zou hij wel met een andere annonce uit den hoek zijn gekomen; de tweede speler heeft wel is waar gepast, maar dit is alleen een bewijs, dat hijzelf geen zoodanig spel heeft om zelfstandig eene annonce in een bepaalde kleur te doen. Nu de derde speler ook 54 gepast heeft, bestaat er juist alle aanleiding te gelooven dat al kon de tweede speler zelf geen bepaalde annoncé doen, hij toch wel eenige kracht heeft in zijn spel, en dat van dat spel wel degelijk steun kan worden verwacht. Het spel van den eersten speler geeft alleen steun in schoppen, dat van den derden speler was, niettegenstaande de indice van zijn partner, dat hij goede schoppen had, met krachtig genoeg om zelfstandig iets aan te kondigen. Er bestaat dus voor den vierden speler alle aanleiding eene annonce te doen, ook al heeft hij in zijn spel niet de aanwijzingen, dat de kans om de manche te winnen groot is. Ik weet wel, dat lang niet alle spelers het met mij eens zullen zijn, want laat men de tegenpartij zijn één schoppen verhezen, dan telt elke te weinig behaalde slag ook 50 punten boven de lijn, maar in mijn gedacbtengang, is de kans om het spel en de manche te winnen, voor den vierden speler volstrekt niet zoo klein, en die kans moet men niet voorbij laten gaan. Speelt men dikwijls met elkaar en weet men, dat de aankondiger van één schoppen, dit dikwijls als een proefballon beschouwt, om dan bij het opbieden in een andere kleur over te gaan, of wel de annonce van de tegenpartij te doubleeren, dan zou ik als vierde speler hem ook wel eens zijn één schoppen laten spelen, maar om dit als een regel aan te moedigen, acht ik onjuist. Het kan ook zijn, dat de gever één sans atout heeft aangekondigd en de tweede en derde speler hebben gepast, dan is het voor den vierden speler, van veel gewicht een kleur te noemen, waardoor hij toch aan zijn partner een aanwijzing geeft in welke kleur deze zal uitkomen 55 Deze toch zit voor en indien hij zelf geen aangewezen kleur heeft om uit te komen, is het voor hem van veel waarde te weten, welke kleur hij uit zal spelen. Dat kan het verlies of de winst van het spel beteekenen, in elk geval veel er toe bijdragen, de manche te sauveeren, d. i. te zorgen, dat de manche door de spelers van het spel niet gewonnen wordt. Bij Royal Auction Bridge zijn twee trekken in een kleur voldoende om boven de één sans atout te gaan. Het voordeeligst is, om zoo mogelijk een annonce te doen in een van de laagstgeprijsde kleuren. Wordt deze toch gedoubleerd, dan heeft men altijd nog de kans zelf of door de hulp van zijn partner in een van de andere kleuren over te gaan. Bovendien zal men in de praktijk van het spel zien, dat bij Royal Auction Bridge een annonce van twee slagen zelden wordt gedoubleerd, zoodat men zoo'n annonce als ik hiervoren bedoelde kan doen op een betrekkelijk slecht spel. Heeft niet de gever, doch de derde speler een sans atout geannonceerd, dan bestaat er voor den vierden speler geen bepaalde reden om een bod te doen, want hij moet dan zelf uitkomen en kan dadelijk zijn sterke kleur toonen. Heeft de tweede speler, nadat de eerste speler een bod heeft gedaan, wel eene annonce gedaan, dan is het voor den vierden speler van veel gewicht, om te onderscheiden of die annonce gegrond is op goede kaarten, dan wel, of die geschied is om het bod van den gever op te jagen. Kan de vierde speler geen goeden steun geven in de geannonceerde kleur, dan zal hij goed doen te passen; hij kan dan altijd nog zien, of hij tijdens het verder verloop 56 van het bieden, wanneer de tweede speler wellicht zelf zijn bod verhoogt, het bod van zijn partner daarna zoo noodig kan steunen. Heeft de eerste speler gepast en doet de tweede speler wel een bod, dan is dit een beginannonce en moet dus gegrond zijn op goede kaarten en dan kan de vierde speler na een opbieden van den derden speler, met een minder krachtig spel toch het bod van zijn partner steunen, en zoo noodig diens bod met één trek verhoogen. Ook kan zich het geval voordoen, dat de drie voorafgaande spelers hebben-gepast. Wanneer de vierde speler een zwak spel heeft, zou ik beslist aanraden ook te passen. Om uit het passen van de andere spelers te concludeeren, dat zij alle drie ook een zwak spel hebben, acht ik niet juist en de ondervinding leert wel, dat men daarop niet kan vertrouwen. Er zijn vele spelers, die met een betrekkelijk goed spel passen om de kat eens uit den boom te kijken, of het kan ook zijn, dat, hoewel zij een vrij goed spel hebben, zij meenen, dat hun spel niet sterk genoeg is om een beginannonce te doen en daarom acht ik het beter, dat de vierde speler in dat geval ook past, en er opnieuw wordt gegeven. Ik hoorde soms aanraden op een betrekkelijk zwak spel één sans atout aan te kondigen, maar wat bereikt men daarmede. Is één slag in sans atout voldoende om u de manche te laten winnen, dan laat men U die annonce toch niet en met uw annonce op een zwak spel, geeft gij uw partner een geheel verkeerd denkbeeld van uw kracht, en wanneer deze meent U te kunnen steunen ook met een zwak spel, leidt dat dikwijls tot een débacle. Eene annonce in een niet lange kleur met geen hooge kaarten 57 aan het hoofd is echter wel het slechtste wat ge doen kunt en de verontschuldiging, die ik eens hoorde, nadat drie trekken te weinig werden behaald. „Iedereen had gepast en daarom kon ik op mijn spel wel wat wagen," wijst niet op een juist inzicht in het spel. Het algemeene opbieden. Achtereenvolgens werden in de overige hoofdstukken, de handelingen besproken van de verschillende spelers, met het oog op de omstandigheden, waarin zij werden gebracht door de annonces en het opbieden van hun voorgangers, maar wanneer nu de vierde speler aan bod is geweest, dan komen opnieuw, volgens hun beurt, elk der spelers weder aan bod, om hetzij hun annonce te verhoogen, hun partner zoo noodig door verhooging van diens bod te steunen, dan wel te passen. Het is niet eenvoudig, hiervoor een te volgen lijn aan te geven. Vaste regels daarvoor bestaan niet. Of men zijn partner zal steunen hangt zoowel af van de eigen kaarten, als van de ondervinding, die men heeft opgedaan van de wijze van annonceeren van dien partner. Het persoonlijk element komt hierbij vrij sterk op den voorgrond, zoowel wat betreft uw partner als uw tegenspelers. Daarom is Royai Auction Bridge ook een spel, waarbij het gewenscht is, dat men zijne medespelers kent. Is uw partner toch iemand, die voorzichtig annonceert, dan bestaat er dikwijls aanleiding zijn bod op te hoogen, wat men niet moet doen, wanneer men speelt met iemand, die op een zwak spel spoedig eene annonce doet In het laatste geval is het natuurlijk zaak om heel voorzichtig te zijn, want gaat ge er eenmaal toe over om zijn bod 59 te verhoogen dan weet hij dus, dat hij wel steun vindt in uw spel en zal er daardoor gemakkelijk toe komen tot drie, wellicht tot vier trekken op te bieden. In het laatste geval, zal men op den duur goed doen op een vrij goed spel te passen, terwijl men in het eerste geval met een minder goed spel, zelfs al is het misschien wat gewaagd, een slag kan toevoegen aan het bod van uw partner. Velen durven dat niet te doen, omdat zij bang zijn gedoubleerd te worden, maar men moet daarvoor niet te angstig zijn. Twee trekken worden niet dikwijls gedoubleerd en ook annonces van drie en vier trekken worden dikwijls ongemoeid gelaten. Bij gewoon Auction Bridge was de annonce van één „sans atout" de annonce, die de meeste voordeden bood; daar kon men alleen met twee harten of twee ruiten boven, terwijl, om boven twee sans atout te gaan, eene annonce van drie trekken in harten noodig was en dan was het dikwijls eene groote moeilijkheid om die drie trekken te behalen met een tegenspel van sans atout bij de tegenpartij, maar bij Royal Auction Bridge is dit door het wijzigen der telling heel anders geworden. Men kan daardoor zijn partner een beter inzicht geven in zijn eigen spel en zooals ik reeds vroeger zeide: Bij Royal Auction Bridge wordt de manche dikwijls van schoon gewonnen en betrekkelijk meer met één kleur als troef, dan met sans atout, niettegenstaande èn in harten èn in kroonschoppen een trek meer noodig is dan met sans atout, en bij klaveren en ruiten vijf aan trek benoodigd zijn om de manche te winnen. Bij gewoon Auction Bridge kwamen de zwarte kleuren 60 als troef eigenlijk niet in aanmerking; bij Royal Auction Bridge komen al de kleuren tot hun recht. Bij het algemeen opbieden, als de annonces van de eerste ronde zijn afgeloopen, moet men in het algemeen — en dit geldt in de eerste plaats voor beginnelingen —, als regel zijn partner steunen en ik kan het niet beter uitdrukken dan „Wees een partner". Men moet niet altijd het spel zelf willen spelen, men moet uit de verschillende annonces gevolgtrekkingen maken om zijn eigen spel met dat van zijn partner, te combineeren. In het algemeen moet men de annonces van zijn partner steunen, wanneer men i hem meer dan drie trekken kan aanbrengen en die trekken \ behoeven natuurlijk niet in troef te zijn. Heeft men zelf een spel in de hoogere kleuren met kans op het winnen van de manche, dan verdient het aanbeveling in die kleur over te gaan, hoewel men daarbij toch voorzichtig moet zijn, want men weet natuurlijk wel of men de door den partner gedane annonce kan steunen, maar men weet niet of diens kaarten passen bij de door U gedane nieuwe annonce en door het nu doen van die nieuwe annonce zegt ge hem eigenlijk, dat ge hem in de zijnerzijds genoemde kleur niet kunt steunen. Hij krijgt dan een verkeerde voorstelling van uw spel en dat belemmert een goede samenwerking. Bij alle spelers heeft men natuurlijk goede en minder goede spelers en, hoewel het natuurlijk aangenamer is het spel zelf te spelen, moet die minder goede speler er toch wel rekening mede houden, dat het dikwijls beter is om zijn partner het spel te laten winnen, dan zelf het spel te vergooien. Uit het spel van den partner kan hij, door dit aandachtig te volgen, veel leeren, teneinde later, 61 wanneer hij meer gevorderd is in het spel, daarvan bij het spelen profijt te trekken. Ook is het een goeden speler niet kwalijk te nemen, dat hij tracht het spel zelf te spelen en — althans indien hij een goed spel heeft — overgaat in een andere kleur dan zijn partner annonceerde. Het komt wel voor, dat dit lichtvaardig gebeurt en dan sleept pij zijn partner mede in het ongeluk. Dit is natuurlijk zeer af te keuren, want door aan zijn partner geen kans te geven zelf ook eens een spel te spelen, leert deze het spel ook nooit goed en blijft een kruk. Men heeft spelers, die er altijd op uit zijn, zelf het spel te spelen. Dit is onaangenaam voor den partner en die spelers moeten er eens aan denken, dat hei weliswaar aangenamer is om het spel zelf te spelen, maar dat Royal Auction Bridge gespeeld wordt door twee partners met gelijke rechten en dat door hun handelwijze een aangenaam Spel niet wordt bevorderd. Ook het, zonder werkelijken grond, steeds hooger bieden dan de tegenpartij is uit den booze. Ik wil het hier nog eens herhalen, dat er bij Royal Auction Bridge drie dingen zijn, die men bij het spel in het oog moet houden, n.1 beletten — door uw wijze van spelen —, dat de tegenpartij de manche wint, trachten zelf de manche te winnen en de tegenpartij zoo mogelijk het spel te doen verliezen. Nu kan het wel eens lukken om de tegenpartij te bewegen nog een trek hooger te bieden en daardoor de kans te hebben hen het spel te doen verliezen, maar daartegenover staat de overgroote kans, dat de tegenpartij U uwe annonce laat spelen, waardoor ge zoo goed als zeker een belangrijk aantal strafpunten krijgt, en niet alleen gij, maar ook uw partner. 62 Het komt er bij Royal Auction Bridge trouwens zoo weinig op aan of de tegenpartij wat punten boekt onder de lijn, als hij daarmede de manche maar niet wint en door dat steeds hooger bieden krijgt ge zoo goed als zeker strafpunten en bij de afrekening rekenen de punten boven de lijn evenveel als die onder de lijn. En al zou uit den loop van het spel blijken, dat ge wel uw drie harten of drie kroonschoppen zoudt gewonnen hebben, doet dat er toch nog maar heel weinig toe; wanneer ge op schoon staat, zijt ge daarmede toch niet uit. Iets anders is het als men reeds eenige punten onder de lijn heeft geboekt, want dan dient wel degelijk overwogen te worden, of de gedane annonces eene verhooging van het eigen bod wettigen. Maar over het algemeen is het beter, de tegenpartij een zwak spel te laten spelen met de kans zelf strafpunten aan de creditzijde te boeken, dan U zelf en uw partner bloot te stellen aan een te verwachten nederlaag, u door de tegenspelers toegebracht, die U zeer waarschijnlijk op een groot aantal strafpunten komt te staan. Toen ik het had over het doen van eene annonce door den eersten speler of wanneer deze past, door den tweeden speler, of bij passen van deze beiden door den derden speler — een zoogenaamde beginannonce — heb ik op den voorgrond gesteld, dat zulk een beginannonce gebaseerd moest zijn, op een goed spel met hooge kaarten aan het hoofd van de troefkaart; voor het steunen van een annonce van uw partner zijn echter hooge troeven volstrekt niet noodzakelijk. Goede bijkaarten, een renonce of een singleton in de annonce van de tegenpartij met enkele troeven, zijn dik- 63 ■wijls van vee! waarde voor het leveren van eenige trekken I bij die van uw partner, terwijl een spel, waarbij de kaarten over de verschillende kleuren verdeeld zijn, al is het ook met een vrij sterke troef, veel meer gevaar oplevert. Is . uw partner toch zwak in dezelfde kleur, dan behaalt de , tegenpartij in die kleur eenige slagen, waardoor ge wellicht het spel verliest, en dit is geen uitzondering, want Ihet komt gewoonlijk voor, dat in alle spellen de kaarten, [óf ongeveer gelijk verdeeld zijn over de verschillende kleuren, óf dat de kleuren onregelmatig verdeeld ziin over alle spellen. Bij een regelmatige verdeeling van de kleuren over de spellen, is het heel gemakkelijk de slagen te tellen, die | men waarschijnlijk maken zal. Aas, heer zijn dan twee vaste trekken, ook al heeft men er twee kleinere kaarten [bij; heer, vrouw derde is één zekere, maar wellicht twee i slagen; aas, vrouw leveren wellicht twee trekken op, enz Heeft men echter een lange kleur met aas, heer of met heer, vrouw, of met aas, vrouw aan het hoofd, dan is het volstrekt niet zeker, dat men daarop rekenen kan • allicht is er dan bij de tegenpartij renonce. Zij, die spoedig' geneigd zijn om te doubleeren, hebben waarschijnlijk dikwijls de kwade gevolgen daarvan ondervonden, dat reeds Wj den eersten trek hun aas wordt afgetroefd of bij den tweeden trek de vrouw van hun „heer, vrouw", niet meer tot haar recht komt. Wanneer de partner van den speler, die een beginannonce van één trek heeft gedaan, niettegenstaande het hooger bieden van den tusschen hen zittenden speler die annonce niet verhoogt, dan wordt het voor hem, die dat bod deed, een moeilijk geval. Heeft hij een goed spel in handen waaruit 5a 6 trekken te maken zijn, dan zal hij twee slagen aankondigen, maar laat zijn opvolger hem dat bod niet en zwijgt zijn partner weer, dan doet hij goed niet tot drie trekken verder te gaan, maar te passen, want uit het voortdurend zwijgen van zijn partner, kan hij nu wel merken, dat deze hem zoo goed als niet kan steunen en een verwijt, dat men dikwijls hoort, wanneer het spel, na een te hoog opbieden, verloren wordt: „ja, maar u hebt ook niets," is ongemotiveerd, en het antwoord daarop luidt: „dat wist U, want ik heb steeds gepast en U niet gesteund." Niets zeggen — passen — is bij R. A. Bridge ook niet altijd voldoende er. zou soms zeer verkeerd zijn. Het kan toch voorkomen, dat uw partner één sans atout aankondigt en dat ge zelf een slecht spel in handen hebt. Het is dan van belang, dat ge dat zoo eenigszins mogelijk, aan uw partner doet blijken en dat kan men dan doen, door twee slagen aan te kondigen, hetzij in ruiten, hetzij in klaveren. In normale omstandigheden, zou het toch dwaasheid zijn, de sans atout annonce van uw partner af te nemen en zonder noodzaak over te gaan in een laaggeprijsde kleur. Dit bod moet dus door dezen worden opgevat, als een noodsignaal. Gij wilt er mede zeggen: „Pas op, ik heb niets." Hij is dan gewaarschuwd en kan naar omstandigheden handelen. Voor het geval, dat ge in een van de hoogstgeprijsde kleuren, een annonce van één slag doet en uw partner gaat daarboven met eene annonce van twee slagen in een der twee laagstgeprijsde kleuren (klaveren of ruiten), dan kan dat ook maar een beteekenis hebben n.1. „ik ben zwak in de door U geannonceerde kleur, en kan U over 65 het geheel slecht steunen." Bij een opbieden tot drie of meer slagen, wordt het weer anders, want dan wil uw parther zeggen „in uw kleur kan ik in 't geheel niet steunen, maar ik ben wel sterk in de door mijzelf aangekondigde kleur." Wanneer tot een hoog aantal slagen opgeboden wordt is het bijna altijd in harten of kroonschoppen. De eene partij is bang om de andere te laten spelen en daardoor deze in de gelegenheid te stellen, de manche te winnen. Bij dat opbieden moet men echter niet in het dolle doorgaan. Telt men bij de trekken in het eigen spel, die, welke ge bij een normaal spel in dat van uw partner kunt verwachten, dan is de grens bereikt, waartoe ge kunt gaan en brengt opbieden U als regel slechts nadeel. Royal Auction Bridge. 5 Het doubleeren. Het doubleeren bij Royal Auction Bridge moeten wij eens nauwkeurig beschouwen. Het is toch geheel anders dan bij gewoon Bridge. Bij gewoon Bridge wordt, nadat gedoubleerd is, de waarde van het aantal trekken, boven de eerste zes, met twee vermenigvuldigd en komt dit bedrag onder de lijn ten bate van die partij, die meer dan zes slagen behaalt. Bij Royal Auction Bridge, wordt het aantal slagen aangekondigd, dat een speler met steun van het spel van zijn partner, met een bepaalde kleur als troef, of in sans atout, aan trek meent te kunnen behalen. Wordt nu die annonce gedoubleerd, en wordt het aangekondigde aantal trekken toch gemaakt, dan wordt elke aan trek behaalde slag voor de dubbele waarde gerekend. B.v. A. heeft drie harten gedeclareerd ; B., een zijner tegenspelers, doubleert, doch A. maakt de drie aangekondigde trekken, dan boekt hij dus onder de lijn 2 x 3 x 8 = 48 punten en, zooals ik reeds vroeger aangaf, 100 punten boven de lijn voor het voldoen aan zijn contract. Maakt hij echter slechts twee aan trek, dan boekt B. ep zijn partner-2 x 50= 100 punten boven de lfln, en wordt onder de lijn niets opgeteekend. Ik heb met voordacht het bovengenoemd voorbeeld gekozen, want men ziet daaruit dadelijk, dat A., als niet 67 gedoubleerd was, door het voldoen aan zijn contract niet de manche zou hebben gewonnen, wat nu door de doublure van B. wel het geval is geworden. Aangezien de manche met 30 punten wordt gewonnen, was drie aan trek in harten = 24, te weinig geweest. Al dadelijk blijkt hieruit, dat men bij R. A. Bridge voorzichtig moet zijn met doubleeren. Ik merkte vroeger reeds op, dat bij dit spel de manche dikwijls van schoon wordt gewonnen, maar dan moet men het zijn tegenpartij niet gemakkelijk maken door onvoorzichtig te doubleeren. Èn met twee harten èn met twee kroonschoppen, is na een mislukte doublure de manche gewonnen. Daarom is het altijd gevaarlijk die annonces te doubleeren, tenzij men een bijzonder sterk spel in handen heeft. Het is-gewoonlijk beter, als men kans heeft het spel te doen verliezen, om tevreden te zijn met de 50 punten boven de lijn, dan, voor de kans om 100 punten te boeken, de tegenpartij misschien te helpen om de manche te winnen. Anders wordt het wanneer de tegenpartij b.v. vier harten of vier kroonschoppen heeft aangekondigd. Slaagt hij er toch in die aangekondigde vier trekken te behalen, dan is de manche toch gewonnen en geeft de mislukte doublure hem alleen wat meer punten, terwijl daar tegenover staat, dat, om vier aan trek te maken, de spellen elkaar goed moeten aanvullen, en de kans gewaagd dient te worden, om een of meer gedoubleerde strafpunten op het eigen credit, boven de lijn, te boeken. Ik ben bij het vorenstaande er van uitgegaan, dat zij, die het spel speelden schoon in de manche stonden; hadden zij daarentegen reeds een aantal punten in de manche behaald, — laten wij b.v. aannemen 14 —, dan is de 68 manche gewonnen, als twee aan trek in harten of kroonschoppen wordt gemaakt, en dan kan men dus gerust ook een twee harten- of twee schoppen-annonce doubleeren, als daarvoor reden bestaat. Wanneer zich nu het geval voordoet, dat door het winnen van de gedane annonce de tegenpartij genoeg punten zou behalen om de manche te winnen, en die annonce wordt gedoubleerd, dan spreekt men in het algemeen, van een vrije doublure. Ook moet men wel bedenken, dat bij R. A. Bridge, door het zoo dicht bij elkander liggen van de waarde der kleuren en van sans atout, er voor den speler, wiens annonce is gedoubleerd, of wel voor diens partner, altijd nog een achterdeurtje open staat om te ontsnappen aan het gevaar van gedoubleerde strafpunten te krijgen. Stel b.v. dat A een zeer goede ruitenkaart heeft, met nog in twee andere kleuren een rentrant, doch met een zwakke hartenkleur. Hij heeft, indien zijn partner B. stopt in harten, d. w. z. als deze in die kleur een vaste trek heeft, zeer veel kans twee, wellicht drie aan trek te maken. Hij is nu na eenig opbieden er toe gekomen, twee sans atout aan te kondigen. Nu heeft O een lange harten kleur met nog een rentrant in een andere kleur. Wat moet nu C. doen ? Als hij doubleert begint het bieden opnieuw en A, bij het bieden niet gesteund door B., vindt het veiliger de annonce in sans atout te laten varen en declareert drie ruiten (drie ruiten = 21 is hooger dan twee sans atout = 20). In ruiten heeft C. niets; zelf door een hoogere annonce boven de drie ruiten te gaan, kan hij niet en A. speelt zijn drie ruiten en wint die. Door dit doubleeren 69 van de annonce van A, met het doel meer strafpunten te boeken, heeft C. zijn groote kans — wellicht zekerheid — de annonce van twee sans atout te doen verlieten, weggegooid. Ook dit was dus geen geheel vrije doublure, zelfs al had A. onder de lijn reeds 10 of meer punten geboekt; die doublure had niet moeten zijn geschied. Iets anders was het geweest, indien A drie sans atout had geannonceerd. Om daarbij de doublure te ontloopen, is een annonce van vier trekken in harten of kroonschoppen, en van vijf in klaveren of ruiten noodig. Ik wil hierbij nog even in de gedachten terug roepen, dat, bij gelijke waarde der slagen, het aantal slagen vóór gaat, dus b. v. drie klaveren gaat boven twee kroonschoppen, doch dat bij verschil van punten het aantal slagen, dat een hoogere waarde vertegenwoordigt, gaat boven een grooter aantal slagen, dat minder punten telt; zoo gaat drie sans atout boven vier ruiten, drie kroonschoppen boven vier klaveren. Zooals de lezer zal bemerken, raad ik voorzichtigheid en beperking aan, bij het overwegen om een annonce van de tegenpartij te doubleeren. Waar het doubleeren bij gewoon Auction Bridge, als gevolg van het steeds annonceeren in de roode kleuren of in sans atout, veelvuldig voorkwam, is dit bij R. A Bridge veel minder het geval, door de mogelijkheid in alle kleuren van schoon de manche te winnen, waardoor klaveren en ruiten ook veel meer tot hun recht komen. Spelers, die vroeger ook gewoon Auction Bridge speelden, gaarne en dikwijls doubleerden en daarmede gunstige resultaten behaalden, vinden die vermindering van de kans 70 om het spel van de tegenpartij te doubleeren een bezwaar, dat aan R. A. Bridge kleeft en met een vergeeflijke, maar toch onjuiste overdrijving zeggen zij, dat doubleeren bij R. A. Bridge eigenlijk uitgesloten is; maar dat is volstrekt niet het geval. Bij zeer angstige spelers, die veelvoudige zekerheid verlangen, voor zij een hoogere annonce doen, komt doubleeren weinig voor, maar als zij geen bepaalde veine hebben, zullen zij in den regel weinig robbers winnen, daar zij zich spoedig laten intimideerendoor het opbieden van hun tegenstanders, en het dezen gemakkelijk maken met lage annonces het spel, de manche en eindelijk de robber te winnen. Men moet niet al te bang zijn, om eens een trek meer te annonceeren of het bod van zijn partner te verhoogen. Daardoor wordt dikwijls de tegenpartij ook uitgelokt een hooger bod te doen, en ziet men dan de kans schoon, dan is de tijd gekomen om te doubleeren. Voor men doubleert, moet men het aantal slagen tellen, dat men denkt te kunnen maken, maar daarbij moet men er wel op bedacht zijn, dat de tegenpartij zeer waarschijnlijk een korte kleur heeft in de kleur, waarin gij hooge kaarten hebt en waarin gij eene annonce hebt gedaan. Het zou dus b.v. verkeerd zijn, bij de annonce in één kleur, de aas, heer, vrouw, die ge van een andere kleur in uw hand hebt, als drie slagen te rekenen. Zeer waarschijnlijk wordt de vrouw, wellicht reeds de heer afgetroefd en dan komt ge niet aan het aantal trekken, dat ge noodig hebt, om den speler het spel te laten verliezen. Om uit te maken of ge zult doubleeren, moet ge de trekken tellen, die ge zeker zult maken. Om b.v. een annonce van vier trekken in een kleur te doubleeren, 71 moet ge uit uw eigen spel, drie vaste trekken kunnen I maken. Ik geef dit slecht als aanwijzing, want evenals er geen regel is zonder uitzondering, zoo is het ook hier. De moeilijkheid is echter om uit te maken, hoeveel vaste slagen in uw spel zijn, maar het volgende grondbeginsel [ kan U daar van veel nut zijn n.1. dat uwe hooge kaarten Ir ee" tegenspel, de helft waard zijn, van hetgeen zij j waard zouden zijn, wanneer het spel door U of uw partner Kzou worden gespeeld, j, Hebt ge zelf kans om den speler het spel te doen verhezen en heeft b.v. uw partner, zij het dan ook waar■•chhnhjk op zwakke kaarten één sans atout aangekondigd, | dan kunt ge eerder tot doubleeren overgaan, want die f annonce van één sans atout waarborgt U in het spel van I uw partner, toch zeker enkele slagen en hebt ge dan in de geannonceerde kleur één vaste slag, en daarenboven jnog een waarschijnlijke slag in een andere kleur, dan zou l ik u raden probeer het, de kans om het spel te laten ver■liezen, is dan groot en was de annonce in harten of Ikroonschoppen, dan is het toch een vrije doublure, want b.j voldoen aan het contract, is de manche dan toch ! gewonnen. I Nog een punt, waarmede verschillende spelers soms verlegen zitten, is de vraag: Wat is beter, om, met goede kans op het boeken van strafpunten, de annonce van de egenpart,, te doubleeren, dan wel, om te trachten zelf KenpartqJ6 W,n"en' d°°r h°°ger te Weden dan de fcef 'sLT ™" ^ in dC CerSte P,aats °P uit zii"' ™ pet spel te winnen en meent men dus, in verband met Me annonce van den partner, zelf een hoogere annonce 72 te kunnen doen, dan moet men niet aarzelen en zich niet laten weerhouden, door de wellicht groote kans, om de tegenpartij strafpunten te bezorgen. Dit is natuurlijk in het bijzonder het geval, als men door het winnen van het spel, ook de robber zou winnen. Ook kan het voorkomen, dat uw partner, in stede van uw annonce te steunen, die van uw tegenpartij doubleert; dan moet men terdege te rade gaan met het eigen spel, in het bijzonder met de troefkaart. Uw partner kan U dan waarschijnlijk slecht steunen in de door U aangekondigde kleur, maar ge kunt daarentegen toch zeker zijn, dat hij enkele slagen in handen heeft. Hebt ge dus goede troeven en bovendien goede kans het spel te kunnen winnen, dan zou ik aanraden hooger te bieden in uwe kleur. Het maakt daarbij ook nog verschil of ge zelf, of de tegenpartij, reeds voor een gewonnen manche te boek staat. Hebt ge er zelf een en zijn de kansen op het winnen van de manche met uwe annonce niet groot, welnu, laat dan de tegenpartij spelen. Slaagt ge er in om hem strafpunten te bezorgen, dan is dat een zoet winstje, maar zou de tegenpartij door het winnen van het spel ook de robber winnen, dan moet ge, zoo dit althans mogelijk is,' trachten het spel zelf of door uw partner te laten spelen, en dan moet ge het gevaar strafpunten te krijgen, niet al te zwaar laten wegen. Ik blijf er echter bij, dat ge toch altijd goede kans moet hebben, om het spel te winnen en niet de bedoeling voor moet zitten om te beletten, dat de tegenpartij het spel speelt. Om het spel in zoo'n geval, met kans op winst te spelen, moet men echter niet alleen hooge kaarten in troef hebben, maar bovendien een lange kleur daarin. Heeft men 73 b.v. vier honneurs in een kleur op handen, dan is dat wel mooi om die punten te boeken, maar zonder steun van uw partner in die kleur, bestaat er veel kans, dat ge troeven te kort komt. Ik herinner mij een spel, waarin eene door mij opgezette annonce in klaveren, die door mijn partner tot drie slagen iwas opgeboden, door een mijner tegenspelers werd gedoubleerd. Diens partner ging door in de door hem geannonceerde hartenkleur, en kondigde drie harten aan, welk bod hem werd gelaten. Ik had aas, heer, vrouw, boer, vijfde in klaveren en bovendien vier kleine harten. Ik speelde de heer van klaveren voor; die slag werd door mij gemaakt; daarna de vrouw; deze werd door de tegenpartij, die in harten aas, heer, vrouw, tien had, genomen met harten tien. Hij sloeg daarna driemaal harten, met het resultaat, dat ik de laatste troef overhield en daarmede aan slag kwam, waarna ik nog de drie klaveren maakte, die ik in handen had; bovendien maakte mijn partner nog een slag en het resultaat was dat de tegenpartij weliswaar 64 punten aan honneurs boekte, doch mijn partner en ik 100 strafpunten boven de lijn konden noteeren. De door mij geannonceerde en door de tegenpartij gedoubleerde klaveren had ik nooit kunnen winnen, daar mij de bijkaarten ontbraken en de tegenpartij had zeker een 300 strafpunten geboekt. Ik sprak er zooeven reeds over, dat, na een doublure, het bieden opnieuw begint, en men een doublure kan ontloopen door in een andere kleur over te gaan, mits het aantal punten hooger is, dan dat van het oorspronkelijke hoogste bod; doch men ziet dikwijls een streven van den partner van den hoogsten bieder om dat in elk geval 74 te doen, waardoor soms eene annonce wordt gedaan in een kleur, waarin de kans op winst veel geringer is en die dan gewoonlijk óók wordt gedoubleerd. Dit is af te keuren. Volstrekt niet iedere doublure wordt gewonnen en hebt ge geen bepaald goede kaarten om een andere annonce te doen, laat het dan aan uw partner, die de annonce gedaan heeft, over, om, hetzij over te gaan in een andere kleur, hetzij om de nu eenmaal door hem gedane annonce gestand te doen. Als regel zou ik willen aangeven: Tel, vóór ge doubleert, goed bet aantal slagen, dat ge zelf kunt maken en doubleer niet op losse gronden. Het spelen van het spel. Het spelen van het spel bij R. A. Bridge is geheel hetzelfde als bij gewoon Bridge. Het juist annonceeren en opbieden is wel het voornaamste, de grondslag waarop het R. A. Bridge berust, maar zonder het spel goed te spelen kunt ge er toch niet komen; één verkeerd gespeelde kaart kan U strafpunten bezorgen, kan u beletten de manche te winnen of wel de winst van het spel of van de manche aan de tegenpartij bezorgen. Het spelen van het spel is echter wel wat gemakkelijker gemaakt dan bij gewoon Bridge, want door het voorafgegane opbieden hebt ge ook inzicht gekregen in de spellen van uw tegenspelers. Bij gewoon Bridge ziet de speler van het spel de kaarten vau zijn partner — den blinde —, maar hoe de andere kaarten verdeeld zitten, kan eerst langzamerhand gedurende den loop van het spel blijken; bij R. A. Bridge kan en moet hij rekening houden met de annonces van zijn tegenspelers en daarom is het voor hem van veel gewicht de tevoren gedane annonces te onthouden. Dit zal hem o. a. van veel nut zijn om te weten, hoe hij moet snijden en hoe hij zal moeten spelen om een bepaalden speler aan trek te brengen. Als regel moet worden gesteld, dat hij, die het spel speelt, er in de eerste plaats aan moet denken om aan 76 zijn contract te voldoen; maar, zooals ik ook reeds opmerkte, is het winnen van de manche ook van overwegend belang en dit is bij R. A. Bridge nog veel meer het geval, dan bij gewoon Bridge, omdat het zoo veelvuldig voorkomt, dat de manche van schoon wordt gewonnen, en daarom zou ik het niet afkeuren, dat een gewaagde kaart wordt gespeeld, indien dit de mogelijkheid zou opleveren de manche te winnen, al zou daartegenover — bij mislukking — het gevaar bestaan om een of twee slagen te kort te komen, waardoor men strafpunten zou krijgen. Loopt men echter de kans vele trekken te verliezen, dan acht ik de risico te groot en doet men beter tevreden te zijn met het voldoen aan het contract. Bij gewoon Bridge is dit geheel anders. Daar wordt door den gever of zijn partner troef gemaakt en daarbij moet alles er op gericht zijn, boven den enkelen trek, een zoo groot mogelijk aantal trekken te maken om een groot aantal punten voor de eigen manche te boeken. Daar loopt men geen gevaar voor strafpunten. Het volgend spel is de tegenpartij aan de beurt en daar die dan de keuze van de troef heeft, heeft die ook de meeste kans dan de manche te winnen. Daar is het dus dikwijls zaak te snijden, al is het wat gewaagd; bij R. A. Bridge daarentegen heeft elk der spelers bij een volgend spel dezelfde kansen en daarom komt het er bij dat spel als regel op aan om het aangekondigde aantal trekken te maken. Als men ziet, dat men niet ten volle aan het contract zal kunnen voldoen, is het af te keuren door zeer gewaagd spel, te trachten er toch te komen. Gewoonlijk loopt dat uit op een débacle, en in den regel zal het niet gelukken, de verkregen strafpunten later op de tegenpartij te verhalen. Men doet dan 77 veel beter met te maken wat men kan, om daardoor het verlies te beperken. Bij het spelen van hel spel wordt het uitkomen sterk beinvloed door de voorafgegane annonces. Als regel zal I hij, die voorzit — tenzij hij zelf een goede suite met hooge f kaarten in handen heeft, — uitkomen in de kleur, die door zijn partner is geannonceerd. Doet hij dat niet, doch komt hij uit met een kaart in een andere willekeurige kleur, dan bestaat de overgroote kans, dat hij een singleton speelt. Voor den speler van het spel is dit aanleiding om, wanneer hij in den blinde den aas heeft dien daar onmiddellijk op te gooien. De partner van dengene die uit komt zal evenwel goed doen, als hij aan trek komt, in die kleur na te komen. Men moet er echter ook rekening mede houden, dat de mogelijkheid bestaat, dat uw partner renonce heeft in de kleur, die ge geannonceerd hebt en dus niet in uwe kleur kan uitkomen. Speelt hij die voorzit geen kaart uit van de kleur, waarin hij zelf eene annonce heeft gedaan, dan is dat een bewijs, dat hij geen aansluitende suite daarin heeft en liever wacht tot zijn partner daarin uitkomt. In den loop van het spel kunnen zich nog meer dergelijke gevallen voordoen en de opmerkzame speler, doet daarmede zijn voordeel en doet dikwijls de minder intelligente spelers verbaasd staan, over zijn kennis van de spellen van zijn tegenpartij. Nu wil ik nog even bekijken de wijze van spelen van de tegenspelers van hem, die het spel speelt. Hun streven moet zijn in de eerste plaats om te zorgen, dat de speler de manche niet wint. Zij moeten niet in de eerste plaats trachten om door ingewikkeld spel, — dat gewoonlijk 7S verkeerd uitkomt — den speler strafpunten te bezorgen. Dat komt pas in de tweede plaats in aanmerking. Het redden van de manche moet hoofdzaak blijven. Het mag een enkele maal eens gelukken, den speler een trek afhandig te maken, gewoonlijk helpt men den speler er mede, die nu niet alleen aan zijn contract voldoet, maar er dikwijls de manche door wint. Maar heeft men eenmaal bereikt, dat de manche niet gewonnen kan worden, dan moet er ook alles op worden gezet, bovendien te trachten den speler niet aan zijn contract te laten voldoen en kan men snijden' zooveel men wil. Haalt daardoor de speler van het spel een enkele trek meer, dan is dat van weinig belang, ook al weer met het oog daarop, dat de meeste manches van schoon worden gewonnen. Het is natuurlijk wel beter, dat men — als wij eens onderstellen, dat harten troef was — 24 punten behaalt dan 16, maar bij R. A. Bridge, is dat lang niet hetzelfde, als bij gewoon Bridge, waarbij het veel meer voorkomt, dat een of twee aan trek wordt gemaakt, omdat de gever en diens partner, zonder van eikaars spel iets te weten, troef moeten maken en het spel moeten spelen. Ik moet ook nog even aanroeren het uitkomen, wanneer de annonce van den speler is gedoubleerd. Bij gewoon Bridge zal de partner van dengene die gedoubleerd heeft, bijzondere omstandigheden buiten rekening gelaten, als regel troef spelen, want hij, die doubleert, heeft gewoonlijk ook kracht in troef en heeft hij die niet, dan is het toch van belang, dat de troef er uit komt, om zijn hooge kaarten in de andere kleuren vrij te maken; bovendien bestaat de vaste afspraak, om, wanneer een sans atout gedou- 79 bleerd wordt, dat dan de partner van den speler, die doubleert, — als hij vóór zit —, uitkomt met harten, Dit is uit den aard der zaak bij R. A. Bridge geheel anders. Door het opbieden zal wel gebleken zijn wat de sterke kleur is van den speler, die gedoubleerd heeft, en daarin zal diens partner moeten uitkomen, tenzij hijzelf hooge kaarten van een kleur kan laten zien. Blijkt echter, na het openleggen van de kaarten van den blinde, dat deze renonce heeft in een kleur of heel spoedig renonce zal hebben, dan is het spelen van troef als regel aangewezen, om te beletten, dat de speler de kleine troefjes uit den blinde op zijn renonce maakt. Maar is dit niet het geval, dan zal het spelen van troef door de tegenspelers dikwijls meer kwaad dan goed doen. Overigens zijn de vaste regels, zooals het spelen door de kracht van den blinde en het spelen naar het zwak i van dezen; het vasthouden van hooge kaarten in een kleur, waarin de blinde een lange kleur heeft, zonder rentrant kaart in een andere kleur; het trachten de rentrant kaarten uit den blinde te laten maken vóór de kaarten van diens lange kleur vrij zijn geworden; niet dan bij hooge uitzondering snijden, wanneer de hoogere kaarten niet in den blinde liggen; nooit een kaart spelen, waardoor de speler in staat is in één hand af te troeven en uit de andere hand een vuile kaart laat spelen, en ook nooit een misleidende kaart spelen — dergelijke kaarten misleiden als regel uw partner meer dan den speler zelf — alle ook van toepassing bij R. A. Bridge. Maar niet altijd moet men de regels volgen en soms heeft men kans een slag meer te maken door er van af te wijken. 84 eigen spel in de hand en de kaarten van den blinde open op tafel. De beide andere spelers zijn dan partners en plaatsen zich aan de speeltafel tegenover elkander. Hoewel het natuurlijk zaak is de annonces te baseeren op goede kaarten in de eigen hand, blijft er voor waaghalzen een ruim veld om te rekenen op goede kaarten in den blinde. Uit de annonces der anderé spelers en de kaarten in de eigen hand kan men echter, wel geen zekere, maar toch wel eenige waarschijnlijke gevolgtrekkingen maken van de sterke en de zwakke kleuren van den blinde Wanneer b.v. door geen der andere spelers de harten of schoppen kleur genoemd wordt, bestaat er groote kans, dat de blinde daarin een vrijgoed spel zal hebben. Het bhjft altijd echter heel gevaarlijk daarop te rekenen, want kennen de spelers elkaar en weten zij, dat één gaarne hasardeert, dan is het een klein kunstje om hem er in te laten loopen door met opzet een kleur niet te noemen, waarin men vrij sterk is, en een bod te doen in een andere kleur. Het spel van den blinde blijft voor dengene, die het spel speelt, altijd eene verrassing. Het kan hem aangename, maar bij te veel waaghalzerij ook heel onaangename verrassingen brengen. Hiervoren gaf ik aan de wijze, waarop R. A. Bridge met drie personen als regel gespeeld wordt, dus in zijn oorspronkelijken vorm. Het „gokken op het spel van den blinde" had voor velen aantrekkingskracht, maar daardoor werden de meeste spellen gespeeld door hen, die het meeste waagden en dat was voor de meer soliede spelers een ernstig bezwaar. Zij meenden een uitweg gevonden te hebben door de bepaling te maken, dat van het spel van den blinde vijf kaarten open, met de prentzljde naar 85 boven op tafel werden gelegd. Die kaarten geven onge* twijfeld eenige — zij het dan ook zwakke — aanwijzing omtrent dat spel, dat overigens tijdens het opbieden, gesloten blijft. Passen enkele kaarten in uw spel of wordt een hooge kaart gedraaid van een kleur, waardoor ge steun zoudt krijgen bij een door U aangekondigde sans atout, dan kunt ge tenminste met eenige meerdere zekerheid iets annonceeren, maar ook heel dikwijls hoort men een annonce doen, die alleen gebaseerd is op eenige hooge kaarten in één kleur, die toevallig gedraaid werden, terwijl de bieder in die kleur in het geheel geen kracht heeft. Hoe gevaarlijk dat laatste is, behoef ik niet te zeggen, want wordt het spel bij slot van rekening niet doordien speler gespeeld dan heeft hij zijn partner in dat spel, een geheel verkeerden indruk van zijn eigen spel gegeven, hetgeen zich bij het spelen van het spel bijna altijd zal wreken. Bij het R. A. Bridge met drie personen — of men het op de eene of de andere wijze speelt — komt dan ook het principe van het spel, dat men door het opbieden inzicht krijgt in het spel van zijn partner, lang niet zoo tot zijn recht ^ls bij R. A Bridge met vier personen, en men zal goed doen de annonces van zijn toevalligen partner met veel reserve te beschouwen. Het is dan m. i. nog zeer de vraag of het speculatief element door het open neerleggen van het vijftal kaarten van den blinde kleiner dan wel grooter wordt. De tegenstanders van R. A. Bridge met drie ■personen en er zijn er vele —, geven er dikwijls de voorkeur aan, wanneer zij geen vierde persoon voor hun partijtje kunnen vinden, om dan maar hun toevlucht te nemen 86 tot een partijtje gewoon Bridge met den blinde en voor afwisseling kan ik dat ook wel aanraden. Wat het opteekenen betreft, heeft ieder speler zijn eigen lijst, waarop de door elk behaalde punten afzonderlijk onder de lijn worden opgeteekend, op de wijze als zulks dij K. A. Bridge met vier personen geschiedt Voldoet een speler niet aan zijn contract, dan boeken beide tegenspelers, ieder op hun eigen lijst, de voor de te weinig gemaakte trekken behaalde strafpunten De honneurs worden voor elk speler afzonderlijk op geteekend. Voor één honneur in harten teekent A b v 8 punten boven de lijn; hebben B en C ieder twee honneurs dan noteeren zij elk 16 punten boven de lijn en dienovereenkomstig in de andere kleuren en sans atout. Het spel bestaat uit vier gewonnen manches. Heeft echter een speler twee manches gewonnen, dan worden de andere niet gespeeld. Voor het winnen van elke manche worden 100 punten boven de lijn genoteerd, voor het winnen van den robber bovendien 250 punten. Bij het eindigen van den robber worden de door ieder der spelers behaalde punten te zamen geteld. leder speler wint of verliest het verschil in punten met zijn beide medespelers. J Aangezien het opteekenen en het uitrekenen van winst en verlies in den aanvang nog al eens eenige moeilijkheden oplevert, geef ik hier onder een staatje met eene toelichting omtrent dat opteekenen. 87 Eerste spel: C. annonceert als laatste bod vier klaveren; hij maakt één trek te weinig, zoodat A. en B. ieder 50 strafpunten boeken. A heeft één, B heeft één en C heeft drie honneurs en noteeren dus boven de lijn resp. 6,6 en 18 punten Tweede spel: A. speelt 4 harten, hij maakt vier aan trek, noteert dus onder de lijn 32 punten, hij heeft drie honneurs, boekt dus boven de lijn 24 punten en 100 punten voor het winnen van de manche; B heeft twee honneurs en boekt 16 punten boven de lijn. .. Derde spel: C. speelt drie sans atout; hij maakt drie aan trek, dus 30 punten onder de lijn; hij heeft vier azen in één hand, dus 100 punten boven de lijn en 100 punten voor het winnen van de manche. Vierde spel: B speelt vier kroonschoppen; A heeft gedoubleerd; B maakt vier aan trek, dus 2x4x9 = 72 punten onder de lijn, 27 punten boven de lijn voor drie honneurs, 100 punten voor het voldoen aan het contract na de doublure en 100 punten voor de manche, A heeft twee honneurs, dus 18 punten boven de lijn. Vijfde spel: C speelt twee ruiten; hij maakt drie aan trek, dus 21 punten onder de lijn; hij heeft vier honneurs in één hand, dus 56 punten boven de lijn; B heeft één honneur, dus 7 punten boven de lijn. Zesde spel: C speelt drie kroonschoppen; A doubleert; C maakt één aan trek; A en B noteeren dos elk 200 strafpunten boven de lijn. A en C hebben resp twee en drie honneurs, dus boeken resp. 18 en 27 punten boven de lijn. 448 578 88 Zevende spel: C. speelt vier ruiten; hij maakt vier aan trek, dus 28 punten onder de lijn; hij heeft vier honneurs in één hand en in den blinde de vijfde honneur, noteert dus 9 x 7 = 63 punten boven de lijn. Hij heeft nu de robber gewonnen en noteert daarvoor 250 punten boven de lijn. De punten door A. B en C. behaald worden nu elk afzonderlijk opgeteld A. verliest aan B. 578 — 448 = 130 punten. A C. 693 - 448 = 245 „ B. „ „ C. 693 — 578 = 115 „ B. wint van A. 578 — 448 = 130 „ C „ „ A. 693 — 448 = 245 „ C B. 693 — 578 = 115 „ of uitgedrukt in tientallen, wat eenvoudiger is voor de berekening in geld A. — 37 B. + 1 C. + 36 De hiervoren aangegeven wijze van opteekenen wordt niet altijd gevolgd, omdat in de praktijk het opteekenen der honneurs voor de verschillende spelers nog wel eens tot vergissingen aanleiding geeft. Er zijn daarom wel spelers, die liever de honneurs, hetzij voor den speler van het spel opteekenen, hetzij voor de beide tegenspelers. Stel dus dat A, B en C te zamen spelen. A speelt het spel in harten, doch B en C hebben samen vier honneurs en wel B heeft die vier honneurs A. verliest 130 -f- 245 B. wint 130 — 115 C wint 245 + 115 375 punten. 15 360 „ 89 op handen, dan wordt èn voor B èn voor C 64 punten boven de lijn opgeteekend. Heeft A daarentegen drie honneurs dan noteert A alleen 16 punten boven de lijn. Het opteekenen wordt daardoor wel meer in overeenstemming met de gewone wijze van opteekenen bij Bridge, en ook wel wat eenvoudiger, maar er is m. i. wel wat onbillijks in. Het geval, dat de tegenspelers van den speler vier honneurs hebben en dan nog wel op één hand, zalzich wel niet veel voor doen en ik geef toe, dat in een normaal geval de punten met honneurs behaald van weinig invloed zijn bij de hooge scores, die bij R. A. Bridge voorkomen. Besluit. Ik ben hier aan het einde gekomen van mijne beschouwingen over R. A. Bridge, maar zal niet besluiten vóór nog even medegedeeld te hebben, dat in den Iaatsten tijd, behalve de annonces in een kleur of in sans atout, ook annonces worden gedaan in nullo. Bij nullo moeten zoo min mogelgk slagen worden gemaakt, dus iemand, die annonceert twee nullo, geeft daarmede te kennen, dat hij met zijn eigen spel in handen en dat van zijn partner open op tafel niet meer zal halen dan zes min twee, of vier slagen. De slagen van nullo worden voor 8 gerekend; nullo gaat boven harten. De azen zijn de laagste kaarten en rekenen voor honneurs. Het nullo is een variatie van het spel, het eischt ongetwijfeld oplettendheid en inzicht, maar behoort m.i. niet thuis bij het Royal Auction Bridge. Om op volledigheid aanspraak te mogen maken, heb ik echter gemeend het ook in deze handleiding te moeten noemen. @ Hoedt U voor verveling! @ IWERKJES VAN J. HAGENAAR: ÏOMBRE- EN QUADRILLESPEL. . ƒ 0.25 ■DOMINO, NOSSEN EN TRIKTRAK „ 0.35 IPATIENCES OF GEDULDSPELEN met kaarten, le en 2e 50-tal per deeltje „ 0.65 gebonden in aardig bandje „ 1.75 IjWHISTSPEL „ 0.90 I BRIDGE - | j „ " 1.25 (3e verm. dr. door Bridger) ingenaaid „ 0.90 «ROYAL AUCTION BRIDGE door Ij Bridger i „ 0.90 gebonden in aardig bandje „ 1.25 ■Wat de pers o.a. zegt van: Hagenaar, PATIENCES. IIBoekjes als deze vinden altijd hun weg, daarom zal ■op dezen vierden druk wel spoedig een vijfde volgen. J^ap Opr. Haarl. Courant. @ UITGAVEN VAN @ Rink, HET SOLITAIRE SPEL. . . ƒ 0.30j Myer, DAMMEN „ 0.35 De Haas en Battefeld, VOOR HET DAMBORD. . . ' . (geb. ƒ 1.75) „ 1.25 De Haas en Battefeld, HET DAMSPEL (geb. ƒ 3.75) „ 3.-' Hemmes, PRACTISCH DAMMEN. . „ 0.75 DIV. DAMBORDSPELEN . „ 0.30] 90 DAMPARTIJEN . . . . . . „ 0.50 Neumann—Den Hertog, HANDLEIDING VOOR HET SCHAAKSPEL „ 0.75 Den Hertog, PRACTISCHE SCHAAKLESSEN. . „ 1.10 Bakker, OPENINGEN VAN HET SCHAAKSPEL. , . . . . , . „1.10 Van Eelde, SCHAAKPROBLEMEN . „ 1.90 G. B. VAN GOOR ZONEN. !! HOEDT ü VOOR VERVELING !! Patience's. Eerste vijftigtal, 4e dr. door Hagenaar ?;;— — T w e ede „ 4e dr. !] f -r-rn Compleet gebonden . . „ —-———— * Bridge^ (3e druk door Bridger) . . . „ geb. Royal Auction Bridge , Bridger geb. Whistspel, 2e dr. • npf • „ Hagenaar Boston Whist (ter perse). Ómbre- en Quadrillespel . !f^; . . „ ——= Domino, nossen en triktrak .... „ —; Dammen . Jj. . . gSajL . ■ „ Mijer 90 Dam partij en &;. . . .48, • . <- Diverse Dambordspelen door Hemmes Practisch Dammen n —— Voor het Dambord . door De Haas & Battefeld geb. Het Damspel. .... | u d|! geb. Handleiding t/h Schaakspel, 8e dr. door Neumann Practische Schaaklessen, 3e dr. . . „ Den Hertog Openingen van het Schaakspel . . „ Bakker Nederl. Schaakproblemen ?flHjS{fffi- ,, v. Eelde Het Solitaire-spel ïfe n Rink Schaak- en Damdiagrammen50 a 35 ets., 100 a 60 ets., 250 a Schaak-en Dam briefkaarten25„ 35 „ 50 „55 „ 100,, UITGAVEN VAN G. B. VAN GOOR ZONEN IN ELKEN BOEKHANDEL VERKRIJGBAAR i' _ 80 Nemen wij b.v. het geval, dat in den blinde ligt heer, derde van ruiten; de speler, die voor den blinde zit, heeft aas met een kleine ruiten kaart. Speelt hij nu de aas uit of wacht hij tot zijn partner in ruiten speelt, dan maakt de blinde altijd den heer. Hoewel het nu regel is om als men aas tweede heeft, den aas uit te spelen en daarna de kleine kaart, kan het dikwijls aanbeveling verdienen eerst de kleine ruiten kaart te spelen, want wat moetdeJWmde nu doen? Heeft hij in zijn eigen spel de vrouw, dan is het eenvoudig en speelt hij een kleine bij, maar heeft hij die niet, dan zal hij volgens den regel in de tweede hand een lage kaart bijspelen en niet den heer opwerpen. De speler, die achter den blinde zit, kan nu de vrouw maken en ook de aas wordt gemaakt en bovendien, heeft de eerste speler daarna renonce. Hij zal dit dus met succes kunnen doen als hij kans heeft zijn troeven op de renonce te kunnen maken, maar ook wel in het later verloop van het spel, maar zeker zal hij het niet mogen wagen, als hij een lange serie in die kleur heeft, want dan loopt hij gevaar, dat zijn aas wordt afgetroefd en hij dien in het geheel niet maakt. Maar toch, als het om een trek gaat, is deze wijze van spelen met succes toe te passen, want de speler van het spel heeft niet de wetenschap waar de aas zit; die kan natuurlijk best in het spel zijn van den speler, die achter den blinde zit. Het in de tweede hand opwerpen van den heer is dan ook niet aan te raden en zal alleen in bijzondere gevallen geschieden, b.v. wanneer de speler in zijn eigen hand slechts een of twee lage kaarten van die kleur heeft en hij daardoor toch weinig kans heeft den heer te kunnen maken of wel, indien hij heer tweede heeft. 81 Een ander geval is het volgende. Heeft een der spelers, die met den blinde speelt, heer, vrouw van een kleur, met nog enkele lagere kaarten daarvan, dan zal hij den heer voorspelen. Nu heeft de speler van het spel in zijn eigen hand aas, boer, derde; hij werpt de kleine kaart bij. De slag wordt dus gemaakt door den speler, die uitkwam. Wat moet deze nu doen ? De regel zegt nakomen met een kleine kaart van die kleur, omdat de waarschijnlijkheid groot is, dat zijn partner de aas heeft. In dit geval zou dat zeer verkeerd uitkomen, want nu maakt de tegenpartij èn boer èn aas. Het is daarom gewenscht zijn medespelers te kennen iri hun wijze van spelen en in allen gevalle is het voorzichtig om, als men achter den j partner van den blinde zit af te wachten, tot de eigen I partner aan slag komt en liever eens een andere kleur te Iprobeeren. Stel het geval er wordt sans atout gespeeld en de troefmaker vindt in den blinde aas, heer, zesde van klaveren, zonder eenige rentrant; zelf heeft hij twee kleine klaveren. Nu zal hij goed doen de eerste maal, dat hij aan trek komt, klaveren te spelen en ook uit den blinde een lage klaveren bij te spelen; komt hij nu weer aan trek in zijn eigen hand, dan speelt hij zijn tweede klaveren, neemt die over met den aas en heeft dan groote kans, dat bij het spelen van den heer, de overige klaveren kaarten van zijn tegenspelers vallen; daardoor maakt hij dan de drie kleine klaveren uit den blinde. Had hij de eerste maal reeds de aas opgelegd, dan had hij nog de heer kunnen | spelen, maar een der tegenspelers zou, althans vrij zeker, I met een hooge klaveren kaart zijn blijven zitten, en, bij gebrek aan rentrant in den blinde, had hij in klaveren Royal Auction Bridge. 82 maar twee slagen gemaakt en waren de later vrij geworden klaveren geblokkeerd. 8 Ik deed in het voorgaande een greep uit de praktijk. Het zi n eenvoudige zaken, maar men ziet er toch nog dikwijls tegen zondigen. g Royal Auction Bridge met drie spelers. Als regel wordt het R. A. Bridge gespeeld met vier spelers, die twee aan twee partner zijn, maar niet altijd kan men beschikken over vier spelers en daarom werd er wat op bedacht, om het spel ook voor het spelen met drie personen geschikt te maken. En onder die spelers, die wel van dobbelen houden, vond het R. A. Bridge met drie personen spoedig veel aanhangers, die zelfs het spel bij voorkeur met drieën speelden. Zooals men zal zien, is er een groot onderscheid tusschen R. A. Bridge met vier en met drie personen. Bij het laatste komt er heel wat meer hasard bij. Evenals bij R. A. Bridge met vier personen, geeft hH,, die de laagste kaart getrokken heeft; degene, die de daaropvolgende laagste kaart getrokken heeft, zit links van den gever, de derde speler rechts. De gever deelt op de gewone wijze de kaarten uit. De spelers, die tegenover elkaar zitten zijn echter geen partners. Ieder speler, te beginnen met den gever, en verder links omgaande heeft het recht een bod te doen, evenals bij R. A. Bridge met vier personen, maar die annonces moeten gebaseerd zijn op het eigen spel, want degeen, die het hoogste bod heeft gedaan, — waarna dus de beide andere spelers hebben gepast -, speelt het spel met het