VOORWOORD. Bij het bewerken van onze Beroepskeuze-Leidraden, waarin van ieder vak uitteraard slechts de hoofdlijnen, Voor zoover opleiding en vooruitzichten betreft, vluchtiglijk kunnen worden aangegeven, was reeds meermalen de wensch bij ons gerezen, het arbeidsleven van bepaalde categorieën van arbeidsters aan een dieper gaand onderzoek te onderwerpen. V asteren vorm kreeg dit verlangen bjj het lezen van de belangrijke opstellen, welke naar aanleiding van enquêtes, door onze Engelsche zustervereeniging „Women's Industrial Council" ingesteld, in het orgaan dier vereeniging „Women's Industrial News" werden opgenomen. Vooral de praktische verbeteringen, ten gevolge van die onderzoekingen in Engeland voor verschillende soorten vrouwelijke arbeidskrachten op den wetgever of op den particulieren patroon veroverd, deden ons reikhalzend uitzien naar korte rustpoozen tusschen onze gewone bemoeiingen in, teneinde op gelijke wijze werkzaam te kunnen zijn ten bate van zoo menige groep van werkende vrouwen hier te lande, wier lot niet minder dringend om verbetering vraagt. Wij kozen voor ons eerste onderzoek de verkoopster in manufacturenzaken en zaken van mode-artikelen. Geenszins, Omdat de arbeidsvoorwaarden in dat vak — we mochten bij onze onderzoekingen ten behoeve der Beroepskeuze-Gidsen dikwijls vagelijk hooren gewagen van langen arbeidsduur en lage salarissen — ons vergelijkenderwijze de aller-ongunstigste leken te zijn. Ook de 'verpleegster, de vroedvrouw, de apothekersadsistente, werkt onder voorwaarden die in meer dan één opzicht verbetering behoeven. Maar dezen zijn in grooten getale lid van hare specifieke vak-organisatie, aan wie het behartigen harer belangen eerder en beter dan aan niet-vakgenooten kan worden toevertrouwd. 13 De arbeidsduur per dag bedraagt in: 1 zaak 9 uur; 1 „ 9Vs & 10 uur; 1 „ 93/4 of IO3/4 uur (om de week); 4 zaken 10 uur ; 1 zaak 10 of 10x/s uur (om beurten); 3 zaken W/4 uur; 6 „ 10Vs , ' 3 l 1 10 » • In 3 zaken wordt Zaterdags langer gewerkt, en wel in: 2 zaken, waar de arbeidstaak anders eindigt om 9 uur, tot 10 uur; 1 zaak, waar de arbeidstaak anders eindigt om9V2 uur, tot llVs uur. De rustpoozen bedragen in: 1 zaak lVs uur (voor middagmaal thuis, wat de externen betreft; de internen hebben 8/4 of 1 uur pauze voor middagmaal); 12 zaken IV2 uur (genoten hetzij ineens, hetzij ta 2 tempo's; in 6 zaken in de zaak zelf; in 6 zaken thuis — voor middagmaal —; in 1 zaak wat de externen betreft voor middagmaal thuis); 1 zaak 2 uur (nl. voor middagmaal thuis, wat de externen betreft; de internen hebben IV2 uur pauze voor middagmaal); 6 zaken 2 uur (genoten hetzij ineens, hetzij in 2 tempo's; nl. in 3 zaken lVs uur voor middagmaal thuis en Vs uur voor koffiedrinken; in 1 zaak 1 uur voor middagmaal thuis en 1 uur voor koffiedrinken thuis ; in 1 zaak 1 uur voor middagmaal thuis en 1 uur voor koffiedrinken in de zaak ; in 1 zaak 2 uur voor middagmaal in de zaak); 2 zaken 21/» uur (nl. in ééne zaak lVs uur voor middagmaal thuis en 1 uur voor koffiedrinken; in ééne zaak 2 uur voor middagmaal thuis en Va uur voor koffiedrinken). De arbeidsduur per dag bedraagt in : 2 zaken 10 uur ; 4 „ lOVs „ ; 1 zaak lOVs „ Zaterdags I2V2 uur; 1 „ 10Va ,1 voor de externen, 11 u.voor de internen; 1 „ lOVs of 11 Va uur; 5 zaken 11 uur; 2 „ 11 „ , Zaterdags 12 uur; 27 1 zaak f 50 en een klein percentage van eigen verkoop op één artikel; 2 zaken fGO; 1 zaak f 60 en een klein percentage van eigen verkoop in één afdeeling; 1 zaak f60 en een pré van moeilijk verkoopbare artikelen ; 2 zaken f60 en provisie van eigen verkoop (f 10-f 25); 1 zaak f 70, provisie inbegrepen; 1 „ pl.m. f72 (nl. f 18 per week) (jaarlijks wordt als gratificatie een week extra-salaris uitgekeerd); 1 zaak pl.m. f75 (nl. f 18 per week, en pl.m. 4 °/o winstaandeel); 1 zaak f75; 1 „ f 75, chef-verkoopsters f 100 (een zeer groot bedrijf) ; 1 zaak f75 en provisie: pl.m. f9 a f 10; chefs f 1000-f 2000 's jaars ; 1 zaak f 75 met kost en inwoning ; 2 zaken f80; 1 zaak f 80 met middagmaal en een klein percentage van eigen verkoop; 1 zaak f 90, f 100 en hooger, tot f 2000 's jaars (een groot, deftig bedrijf); 1 zaak f 100 , f 125, ruim f 150 (nl. per jaar f 1200 , f 1500, f1900); 1 zaak f 130, provisie inbegrepen ; 1 „ f 150 (een dèftige lingeriezaak) ; 1 „ f 250 , f 300, chefs f 4000-f 5000 's jaars (een zeer groot, deftig bedrijf). In de meeste zaken worden dus vaste salarissen gegeven, zonder provisie: Slechts in 8 zaken wordt een klein percentage gegeven van eigen verkoop, soms alleen van één enkel artikel, bijv. bont; soms in één enkele afdeeling, bijv. de confectie-afdeeling. In ééne groote zaak (misschien in meer, zonder dat het werd gemeld) heerscht het pré-stelsel, d. w. z. een progressieve provisie; in dier voege, dat de verkoopster niet een vast percentage krijgt van eigen omzet, maar een, in verhouding steeds grooter wordende 34 ter plaatse geen inlicht**, schijnt te zijn gevraagd eveneens doorbetaling bij ziekte regel is. Te ^'8-eravenhage bedraagt het minimum-salaris per maand in: 1 2 zaken f 5 (voor leerlingen van pl.m. 13 jaar) • 1 zaak f 5 a f 10 (voor leerlingen van plrn. 13 jaar); 1 „ pl.m. f 8 ( ,, \ 2 zaken f8 ( »»»»;, 1 zaak f 8 a f 10 ( " ) • " " " ";' 5 zaken f 10 ( " )'. 1 zaak f12 ( " " ).' 2 zaken f15 ( " " ).' 1 n pl.m. f 20: " " 1 Ï2Ó; 8 zaken f 25 (in 2 met pré); 1 zaak pl.m. f 30; 2 zaken f 30 ; 1 zaak f40. Het aanvangssalaris van aankomende verkoopsters geen leerlingen, kan dus gemiddeld op pl m f 25 worden gesteld (te Amsterdam was dit plfm f 35 ■ te Rotterdam valt het gemiddelde niet te Berekenen).' Het maximum-salaris per maand bedraagt in • 1 zaak pl.m. f 18 (nl. f 4 per week) (kleine corsetzaak met ééne verkoopster); 1 zaak f25 (nl. de externen; de interne verkoopster verdient f 15 ; kleine burgerlijke manufacturenzaak); 1 zaak pl.m. f 35 en een tantième van den omzet (burgerlijke manufacturenzaak; aantal verkoopsters 6) • 2 zaken f 40 ; ' 1 zaak pl.m. f42 (nl. f500 per jaar); 1 11 ,1 f 45, provisie inbegrepen: 1 „ f45; * ' 1 „ f 45 met kost en inwoning; 1 „ f47 en een kleine pré: 1 f50; 1 ,. f65: 35 2 zaken f60; 1 zaak pl.m. f 60 en een percentage van eigen verkoop; 2 zaken f GO en pré (in ééne zaak f 10 a f 12 bedragend); 1 zaak f 60 (hoofdjuffrouwen, 1 of 2 in getal, f 120); 1 „ f 65; 3 zaken f 65 en een percentage van eigen verkoop; 1 „ f 70; 1 „ f 75; 1 „ f 75, provisie inbegrepen ; chefs de rayon, 4 in getal; f 100-f 150; 1 zaak f 80; provisie inbegrepen ; 1 „ f 80; 1 „ f 80, provisie inbegrepen; volgens de verkoopsters maximum f 126; chefs der afdeelingen, 3 in getal, f2000 'sjaars; 1 zaak f 90 en een percentage van eigen verkoop, soms pl.m. f50 bedragend; hoofden van branches, 3 in getal, fl800-f2400 'sjaars; 1 zaak f 95 (buitenlandschen f 180-f 180); 1 || f 100 directrice f2500'sjaars; 2 zaken f 100 (nl. de chef) en pré; 1 zaak f 110 (nlyde externen; internen f60); 1 „ , f 125 en een percentage van eigen verkoop; volgens de verkoopsters maximum f80, en Vi pCt. van eigen verkoop ; 1 zaak f 125 en een tantième van de winst. Wjj zien dus dat in 2 zaken de opgaven van werkgever en werkneemster niet kloppen; in een deftige confectie- en maatzaak bedraagt het maximum-salaris der eerste verkoopster volgens den patroon f80, volgens de verkoopster f 100-f 125; in een andere deftige zaak juist omgekeerd: volgens den patroon f125, volgens de verkoopster f80. Het maximum-salaris der 3 groote steden met elkander vergelijkend, zien wij dat dit minder dan f 50 bedraagt (men stelie zich wel voor : het maximum): te Rotterdam in 11 van de 28 zaken; te '8-Gravenhage in 10 van de 36 „ ; te Amsterdam in 1 van de 23 „ Het bedraagt f75 of méér: te Rotterdam in 5 van 28 zaken; 36 te 'a-Gravenhage in 13 van de 36 zaken: te Amsterdam in 13 van de 23 „ Ook te 's-Gravenhage wordt in de meeste zaken vast salaris verdiend. In 8 zaken wordt een percentage gegeven hetzij van eigen verkoop, hetzij — voor de afdeelingschefs — van den omzet der geheele afdeeling. In 6 zaken (misschien in meer) heerscht het zg pré-stelsel. In ééne zaak wordt een tantième van den omzet in ééne zaak een tantième van de winst uitgekeerd! In enkele zaken bestaat een geregelde iaarlijksche verhooging. Enkele voorbeelden mogen den salaristoestand te s-faravennage duidelijker toelichten. a In een tamelijk groote drukke volkszaak van confectie, manufacturen, beddengoed enz. met volgens den patroon een minimum-salaris van f 250, een maximum van f500 's jaars (en een arbeidsdag van liy. Zaterdags 12% uur), bedraagt het salaris volgens de verkoopsters voor allen f,22.60-f 25 per maand. b. In een kleine volkszaak bedraagt, bij een arbeidsdag van llVs, Zaterdags 12V* uur, terwijl om den anderen Zondag van 9 tot 12 uur dienst moet worden gedaan, het salaris der aankomende verkoopsters f 25, dat der „eerste verkoopster" f40 zonder provisie. Patroon verbaast zich , dat men zelfs de „eerste verkoopster", met het „hooge" salaris, niet kan vertrouwen bij de la! c In een grootere volkszaak, waar het minimumsalaris f25 bedraagt, verdient de eerste verkoopster f 70 zonder pré, de anderen f 25, f 35, f 37.50, f 42 60 met een pré voor den verkoop van oud-modisch goed. d. In 2 filialen van een groote zaak in handschoenen enz., verdient de chef f80-f 100, de aankomende verkoopsters f25 met een kleine pré. De arbeidsduur bedraagt lH/», Zaterdags 12Vs uur, (voor de chef nog langer) en om de 3 Zondagen moet van 10 tot 12 of 1 uur dienst worden gedaan. e. In een groot bedrijf (aantal verkoopsters plm. 70), is geroepen, en door geen anderen vervangen Het Z'ZJ'Ttï V * werk^amheden flleen tot zelfs het takelen van cocosmatten en tapijten. Boete wordt te Enschedé niet geheven. K«JSi?ektu fa,at het saIaris door; a»een in de zaak bedoeld sub ö (zie bz. 43) is dit twijfelachtig tornen hebben in sommige zaken vrfl dokte?, in één zaak ook vrij apotheker. ' In één zaak zijn de internen tegen brand verzekerd. HOOFDSTUK III. Overige arbeidsvoorwaarden. Behalve naar den duur en de belooning van den arbeid, informeerden wij naar het al of niet bestaan van zitgelegenheid, naar de verwarming der winkelruimte, naar de huisvesting der interne verkoopsters, en naar eventueele contracten. De gegevens die wij omtrent één en ander ontvingen zijn de volgende : Wat zitgelegenheid betreft, is te Amsterdam in 7 zaken de toestand ongunstig. a. In een groote bloeiende volkszaak in manufacturen, met een arbeidsduur van 10 a IOVï, Zaterdags 12 a 12 V» uur, waar de arbeidstaak nooit vóór 9, Zaterdags om 11 uur eindigt, en waar géén vrije avond wordt gegeven, is geen zitgelegenheid aanwezig. Het is de verkoopsters verboden, zelfs op een uitgetrokken lade te rusten. Volgens den winkelchef — de patroon komt zelden en de chef voert het bewind — is 't in een volkszaak onmogelijk, om zitten toe te staan: er werd misbruik van gemaakt. o. In een andere groote volkszaak in manufacturen heerscht eveneens zitverbod, d. w. z. zoolang er nog één klant in den winkel is mag niemand zitten. Er staan ook geen stoelen achter de toonbank; enkel er vóór, voor de klanten. Een enkel soort werk moet zittend geschieden. Ook daar is de werktijd 10 a lOVs, Zaterdags 12 a 12Vg uur , eindigt de arbeidstaak nooit vóór 9, Zaterdags om 11 uur, en wordt geen vrije avond gegeven. c. d. en e. In 3 andere zaken: een groote volkszaak in manufacturen, een middelmatig groote volkszaak in mode-artikelen, en een vrij groote burgerlijke corsettenzaak met 3 filialen, is wel zitgelegenheid aanwezig, doch deze wordt volgens den patroon 46 lnkde-i?..laa£fe Zaken »wein%"> m de eerste „niet gebruikt , althans wat enkele afdeelingen betreften dat wel wegens te groote drukte, in de laatste zaak bovendien door den aard van het bedrijf, dat veel inpak- en opruimwerk met zich brengt De arbeidsduur bedraagt in de eerste zaak 10V», Zaterdags • '\ uur; m de tweede zaak 10, Zaterdags 12 uur • m de derde zaak 10%, Zaterdags 12 uur Een vrije avond wordt ,n de eerste zaak niet; in de tweede alleen in den stillen tijd; in de derde slechts een enkele maal op verzoek gegeven J' eC5, gr00tf bul-gerlijke' zaak in fournituren en mode-artikelen, komt de verkoopster eerst 's avonds tot werk dat zittend gebeuren kan. Overdag is 't daarvoor te druk. De arbeidsduur bedraagt 9% of 11 uur, om de week. De arbeidsdag eindlgt de eene week om 7, de andere week om 9 uur. De verkoopsters erkennen zeiven de moeilijkheid der zitgelegenheid-questie, iu verband met de drukte oer zaak. 9. In een groote burgerlijke zaak van confectie, lingerie enz. (aantal verkoopsters 24) is volgens den patroon gelegenheid tot zitten aanwezig: volgens de verkoopster bestaat die nagenoeg niet; en waar ze TitLf' • w boofst?ns '8 a™ds gebruikt worden. Overdag is het te druk. lwe-aioei/d8dnUrT,bedraagfc 111/4 alli/2, Zaterdags 121/4 4 121/s uur. De werkdag, loopend van8Vstot 9, Zaterdags 10 uur, wordt alleen onderbroken door V. a »/4 uur voor middagmaal en % uur voor koffie^ drinken. Het personeel is intern. Vrije avonden worden alleen op verzoek toegestaan; hoogstens 10 per jaar. In een groote zaak te Rotterdam van lingerie en confectie, met een werkdag van 10VS a HV» uur waar de arbeidstaak de eene week om 7, de andere week om 9 doch in het seizoen om 10 uur eindigt is geen zitgelegenheid. Te 's-Grayenhage bestaat in nagenoeg alle zaken zitgelegenheid, en voor zoover wij konden nagaan wordt er ook gebruik van gemaakt. 47 Slechts in een tamelijk groote manufacturenzaak bestaat volgens de verkoopster (de patroon beweert van wél) geen zitgelegenheid. Ér was herhaaldelijk om gevraagd, doch tevergeefs. De arbeidsduur bedraagt HVs, Zaterdags 12Vs uur ; alleen in den stillen tijd: 3 a 4 maanden, wordt een vrije avond gegeven. Er stonden geen stoelen achter, alleen vóór de toonbank. De meisjes hingen 's Maandags morgens om 10 uur al slap over de toonbanken heen. In 2 zaken te Dordrecht is geen zitgelegenheid, nl. in een kleine volkszaak met een arbeidsduur van 11 L/s uur, sluitend om 10 uur; en in een groote volkszaak van gemaakte goederen enz., met een arbeidsduur van IOV2 1 Zaterdags 12 uur, sluitend om 9, Zaterdags IOV2 uuri terwijl geen avond wordt vrij gegeven. Te Alkmaar, Hoorn, Amersfoort is overal gelegenheid tot zitten. Te Enschedé daarentegen is, volgens de patroons zelf, in nagenoeg alle zaken de dienst te druk, dan dat er aan zitten kan worden gedacht. Voor den arbeidsduur te dier plaatse sla men blz. 23-25 op. De verwarming der winkelruimte is nagenoeg overal voldoende gebleken. Alleen te Amsterdam, in de zaak bedoeld sub a , blz. 45, is volgens de verkoopsters de verwarming zuinig, in dien zin, dat ze laat begint en vroeg eindigt. En te Enschedé, in de zaak bedoeld sub b, blz. 43, is de winkelruimte, hoewel de vloer van steen is, niet verwarmd! In 19 der pl.m. 160 bezochte zaken komt nog geheel of gedeeltelijk' het internaat voor, en wél te Amsterdam in 1 zaak ; Rotterdam „ 2 zaken; 's-Gravenhage „ 3 „ ; Alkmaar „ 2 „ ; 48 Hoorn in 1 zaak; Dordrecht „ 6 zaken; Enschedé „4 _ ' In 7 dezer zaken zijn alle verkoopsters intern nl in de 2 zaken te Rotterdam, de zaak te Hoorn, 2 zaken te Dordrecht en 2 te Enschedé. In de 12 andere komen naast de interne ook externe verkoopsters voor. In de 3 zaken te 's-Gravenhage zijn de externe verkoopsters in de meerderheid, in zooverre als er zijn in1 zaak 2 internen op 26 externen: 1 » 1 « „3 „ • 1 „ pl.m. 10 internen op pl.m. 10 externen. In de zaak te Amsterdam, waar slechts enkelen extern zijn, is de huisvesting voortreffelijk : iedere verkoopster heeft haar eigen kamertje met een groot raam; er is centrale verwarming, een flinke eetzaal, ruime keuken, alles model. In de zaak te 's-Gravenhage met pl.m. 10 interne verkoopsters heerscht het chambrette-stelsel, d. w z de meisjes slapen op enkele groote zalen, waar ieder bed met een scherm is afgesloten. Te Dordrecht hebben in 3 zaken de verkoopsters allen haar eigen kamertje; in 1 zaak zijn 10 a 12 meisjes over 3 kamers verdeeld, waar ieder haar eigen bed heeft ; in 1 zaak zijn 3 gehuisvest op ééne kamer, terwijl enkelen een kamertje alleen hebben. Te Enschedé heeft in 1 zaak ieder haar eigen kamertje. Wat de andere zaken betreft, is ons omtrent de huisvesting niets bekend. In de kleinere zaken waar slechts 1 of 2 interne verkoopsters zijn.worden dezen veelal beschouwd als leden van het gezin. Van 1 zaak te Enschedé en verscheiden te Dordrecht wordt gemeld, dat zij wel eens in de huishouding mede helpen. In grootere internaten zijn afzonderlijke eetzalen voor de meisjes ingericht. Omtrent de voeding is ons nagenoeg niets bekend Slechts één patroon te Rotterdam deelde mede, dat bij , niettegenstaande het duurder was tegenwoordig 49 juist om de betere voeding (ook wel om de betere controle) intern personeel wilde hebben. Het middagmaal bestond iederen dag uit groente, vleesch en aardappelen, en een glas bier. Er werd gegeten van 1 tot 2 uur. Thee werd in den winkel verstrekt. Om 6 uur koffie met boterhammen in huis, om beurten'; en na 10, als er gesloten was, gezamenlijk „souper.'* Omtrent contracten hebben wij zeer weinig gegevens ontvangen, Te Amsterdam, Alkmaar, Dordrecht, Amersfoort, noch Enschedé werd iets anders omtrent contracten medegedeeld, dan dat ze niet bestonden. Te 's-Gravenhage laat in ééne zaak de werkgever tegenwoordig de verkoopsters bij contract teekenen, dat zij genoegen nemen met salaris-aftrek bij ziekte (ofschoon die bepaling ingeval van werkelijke ziekte niet gehandhaafd wordt). Andere bepalingen bevat dit „contract" niet. In een deftige confectie- en maatzaak van dames bovengoed, worden de verkoopsters die, na eenige jaren werkzaam te zijn geweest, blijken geven van geschiktheid, voor de keus gesteld heen te gaan, of een contract te teekenen waarbij ze zich verbinden, als ze de zaak mochten verlaten, zich in de eerste 3 jaar niet in Den Haag te vestigen noch zich aldaar bij een concurreerende firma te engageeren, tenzij met toestemming van den patroon. In 3 zaken te Rotterdam werd ons iets omtrent contracten medegedeeld : in een volkszaak, waar altijd een patriarchale verhouding tusschen werkgevers en werkneemsters heerschte, liggen nu, op verlangen van de zoons van den vroegeren patroon, contracten ter teekening. De inhoud daarvan werd niet gemeld. Evenmin van het contract, dat in een andere volkszaak door de meisjes bij het aanvaarden der dienstbetrekking moet worden geteekend, „om den schijn van verplichting te wekken." In werkelijkheid heeft de patroon ,volgens zijn eigen zeggen, geen macht over de meisjes; het contract is scheurpapier. Ook in een derde zaak — met een arbeidsdag van 11, Zaterdags 12 uur, geen vrijen avond, terwjjl het 50 salaris niet werd medegedeeld — bestaat een contract. Ook daarvan is de inhoud ons onbekend. De patroon verklaart, er nooit klachten over te hebben vernomen. Da 3 zaken te Hoorn blijkt een arbeidscontract te bestaan ; in 2 zaken den opzeggingstermijn regelende, zijnde een maand; in een derde zaak bepalende, dat de interne verkoopsters haar salaris (f 200-f 275 per jaar) per 3 maanden uitbetaald krijgen, doch tusschentijds geld mogen opvragen. Meestal schijnt per maand te worden opgezegd, evenals per maand wordt betaald. In enkele zaken is de opzeggingstermijn 3 maanden, 6 weken, 14 dagen, een week (dit laatste soms te Dordrecht). In l zaak , te Enschedé, bestaat de bepaling , dat nooitontslag mag worden verleend tegen den stillen tijd. Ofschoon er niet naar werd geïnformeerd, hoorden wij, dat te Amsterdam in 2 zaken een ziekenfonds, in 1 zaak een pensioenfonds voor het personeel bestaat. In een Naamlooze Vennootschap wordt het ziekenfonds voor 70 % gevormd door bijdragen van het personeel, d.w. z. door storting van 1 % van het salaris, terwijl ook de boeten voor dit fonds worden gebruikt. Het ontbrekende vult de zaak zelve aan. De uitkeering geschiedt voor ten hoogste 6 weken per jaar. Omtrent het andere ziekenfonds is ons niets dan het feit van zijn bestaan bekend. Een zeer groot deftig bedrijf heeft een pensioenfonds, gevormd uit bijzondere baten, welke toevloeiden bij het zooveel jarig bestaan der firma, enz. Het fonds wordt gestijfd door de boeten, doch overigens draagt het personeel er niet aan bij. Hoeveel het pensioen bedraagt en wanneer het ingaat, is ons niet bekend. HOOFDSTUK IV. Werkzaamheden der verkoopster. Ontwikkeling der verkoopster. Jn verreweg de meeste der onderzochte zaken verricht de verkoopster geen andere werkzaamheden, dan die met den verkoop onmiddellijk samenhangen. Het spreekt vanzelf, dat de arbeid een geheelandere is in deftige confectie- en maatzaken, dan in middenstands- en volkswinkels. Hoogst zelden worden door de verkoopsters ook industrieele werkzaamheden verricht; d. w. z. aan kleedingstukken veranderingen aangebracht. Aan de meeste zaken van geconfectioneerde kleedingstukken is een zg. „pomp"-atelier verbonden. Ook wordt o. a. in corsetzaken soms het veranderwerk , zoowel als het maatwerk, uitgegeven in huis-industrie. Het administratieve werk berust veelal bij speciale krachten : caissières of boekhoudsters. In kleinere zaken pleegt de patroon of zijn vrouw de administratie te voeren. Slechts in 1 zaak, te 's-Gravenhage , is aan enkele verkoopsters de administratie harer afdeeling opgedragen; in 1 zaak te Alkmaar doet ééne verkoopster tevens administratief werk; in enkele zaken te Amersfoort is de verkoopster tegelijkertijd caissière. i In 2 zaken te Dordrecht reist één der verkoopsters in de provincie ; in 1 zaak te Amsterdam worden door één der verkoopsters zelfstandig tentoonstellingen in de provincie geregeld en geleid. Nergens wordt gemeld, dat de verkoopster etaleert. Integendeel: er wordt een — mannelijke — etaleur genomen öf de etalage geschiedt door leden van het mannel ij k verkoop-personeel. In zeer vele zaken wordt de verkoopster g e r a a d- 52 pleegd bij den inkoop van fournituren; dikwijls zien de meer ervaren, in de zaak ingeleefde verkoopkrachten de collecties van stoffen en gemaakte kleedingstokken mede in. In een groote deftige lingerie-zaak te 's-Gravenhage koopen de hoofden der afdeelingen ook wel zelfstandig in, als de patroon er niet is. In een burgerlijke costuumzaak berust bij de oudste verkoopster de zelfstandige inkoop van f o u r n i t u,r en; in een deftig bedrijf heeft de chef der hoedenafdeeling het recht, hoedenvormen en andere benoodigdheden voor haar vak, zelfstandig in te koopen. In ééne groote zaak gaat ééne der verkoopsters wel eens voor den inkoop mede naar het buitenland. In 2 andere groote zaken koopen ééne of enkele verkoopsters: de directrice of de hoofden der afdeelingen, soms zelfstandig in het buitenland in. Men ziet: aan de overgroote meerderheid der verkoopsters wordt huiten den eigenlijken verkoop géén belangrijk werk toevertrouwd. Etaleeren komt voor haar nooit, reizen en zelfstandig inkoopen inbinnenof buitenland voor een zeer enkele slechts sporadisch voor. Eén en ander is grootendeels te wijten aan de gebrekkige ontwikkeling en het gemis aan vakbekwaamheid en -geschiktheid der verkoopsters. In niet minder dan 17 zaken te Amsterdam, 6 te Rotterdam, 23 te 's-Gravenhage, 1 te Alkmaar, 1 te Hoorn, 9 te Dordrecht, 2 te Enschedé, uitten de patroons klachten. 1° 2 zaken betroffen die klachten oneerlijkheid. Maar aangesrien de ééne, te 's-Gravenhage, een arbeidsdag heeft van 11 Vs, Zaterdags 121/4 Juur, terwijl om den anderen Zondag nog van 9 tot 12 uur moet worden gewerkt, en het maximum-salaris er f 40 bedraagt zonder provisie; terwijl de andere, te Dordrecht, bij een arbeidsduur van 11 Vs uur, zonder vrijen avond, 63 een salaris heeft van f2.60 a f 3 per week met den kost (geen inwoning), dns ten hoogste f 30 a f 35 per maand, kunnen deze enkele gevallen gevoegelijk worden verwaarloosd. Ook bij de — zeer weinige — klachten over minder goed zedelijk gedrag der externen, of over zucht tot opschik, lichtzinnigheid en gebrek aan spaarzaamheid, behoeven wij niet langer stil te staan. De veelvuldig voorkomende klachten — in 4 groepen vervallend — hebben in hoofdzaak betrekking op: le. den stand der meisjes. Was dit vroeger de gezeten burgerstand, tegenwoordig komen de verkoopsters nog slechts zelden zelfs maar uit de kleine burgerklasse, meestal evenwel uit de arbeidersklasse voort. Gewezen dienstmeisjes stroomen het vak binnen. In de deftigste bedrijven bieden zich verkoopsters aan „van achter de sinaasappelkar". Beschaafde verkoopsters zijn uiterst moeilijk te krijgen; 2e. het karakter der werkneemster. Zij■ zijn dikwijls onverschillig , nalatig , zonder verantwoordelijkheidsgevoel ; 3e. de gebrekkige elementaire ontwikkeling der gewone verkoopsters: schrijven gaat ongelukkig, rekenen evenzeer , vreemde talen spreken kan slechts een enkele. De meisjes hebben geen warenkennis, kunnen soms geen pakje maken, hebben om zoo te zeggen nergens begrip van; 4e. de capaciteit der oudere, eerste verkoopsters of afdeelingschefs, aan wie bij meerdere bekwaamheid en geschiktheid soms een geheel andere positie zou ten deel vallen. Vooral gemis aan commercieel inzicht wordt haar verweten, hetgeen bijv. een belemmering vormt voor het zelfstandig inkoopen. Want bij het bepalen wat en hoeveel moet worden ingekocht, komt het immers tenminste evenveel aan op handelsinzicht als op smaak. Enkele uitspraken van werkgevers mogen het hierboven summier gezegde nader toelichten. a. In een deftige lingerie-zaak wordt medegedeeld, dat een 30 jaar geleden het geheele personeel de Fransche taal sprak. Nu is dat uitzondering geworden. 54 b. In een groote, deftige confectie- en maatzaak van damesbovenkleeding wordt geklaagd over de moeilijkheid, om beschaafd en eenigszins bekwaam personeel te krijgen. De meisjes van iets beteren huize willen, ook als ze nog niets kennen, hooge salarissen verdienen, en wenschen zich niet aan de arbeidsuren te houden. Buitenlandschen, die over 't algemeen beter met gegoede clientèle kunnen omgaan, meer van de wereld hebben gezien en daardoor vrijer in hare bewegingen zijn, vragen een salaris van tenminste f ldO, f 140 per maand, terwijl zij zich bovendien niet zelden op minder gepaste wijze gedragen. Het best is nog, eigen verkoop-personeel te kweeken, bijv. uit atelier-werksters, waar iets meer in zit. Ditzelfde oordeel hoorden wij meermalen uitspreken. c Dj een groote zaak van heeren- en kinderconfectie zegt de patroon, dat de meisjes meestal onverschillig zijn, en weinig nauwkeurig. Zij hebben geen verantwoordelijkheidsgevoel en verdienen liefst zooveel mogelijk voor zoo weinig mogelijk werk. Inkoopen of reizen zou hij nooit aan vrouwelijke krachten toevertrouwen. Ze wisselen te licht en babbelen over de zaak bij haar nieuwen patroon. Behalve misschien een heel enkele ingewijde mogen zij geen inkoopprijzen, noch de namen der fabrikanten weten. d. De eigenaar van een drukke middenstandszaak in bont en stoffen vindt het eveneens onraadzaam, de meisjes verantwoordelijk werk op te dragen. Hij wil ze niet als reizigster en beslist nóóit als inkoopster Ze hebben geen doorzicht, geen „flair", laten zich door de fabrikanten bepraten, durven niet krachtig optreden tegen verkoopers en reizigers. e. In een groote zaak in passementen, zijde, garneering, hoeden enz., meent de patroon, dat het gehalte der verkoopsters eerder achter- dan vooruit gaat, doordat meisjes uit „werkmansgezinnen" liever juffrouw dan dienstbode zijn. Beizen of inkoopen in binnen- en buitenland is uitgesloten. Ze ambieeren het niet: op een enkele uitzondering na voelen de meisjes niets voor een verantwoordelijke positie. f. In een groote engros- en detailzaak in alle soorten manufacturen en confectie, beklaagt de 55 werkgever die lang in Engeland is geweest, zich over het gehalte der meisjes, in zooverre dat ze geen ambitie en geen eergevoel hebben om vooruit te komen. Ze staan ver achter bij hare collega's in het buitenland, waar de positie van verkoopster meer in aanzien is, en door meisjes uit geheel andere kringen wordt begeerd. g. In een burgerzaak van manufacturen, gemaakte onder- en bovenkleeren, zijn er geen andere vooruitzichten voor de verkoopster dan chef van een blouseof rokkenafdeeling te worden. Mochten de zaken zich uitbreiden en er meer winkels komen, zoodat de patroon ze zelf niet meer beheeren kan, dan komt er een mannelijke chef, nóóit een vrouwelijke, omdat er mannelijk personeel is, dat niet onder een vrouw wil staan. Mannelijk personeel is noodig voor den verkoop van stukgoed, dat te zwaar voor vrouwen is (nl. het afrollen), en om teetaleeren. De vrouwen schijnen dit over het algemeen niet te verstaan en leggen er zich niet op toe. Patroon betreurt dit: ze zouden veel goedkoopere werkkrachten zijn! 57 9; 9, Zaterdags 10; 9, Zaterdags 10V2; 10, Zaterdags lOVs ; 9, Zaterdags 11; 9, Zaterdags 11 uur) wordt naar een vrijen avond verlangd. In een groote zaak (internaat), waar de arbeidsdag loopt van 8Vg tot 9, Zaterdags 11 uur, met 2 uur vrij voor de maaltijden, wordt eveneens verlangd naar een vrijen avond, of eigenlijk nog meer naar invoering van het ploegenstelsel, waardoor om de week de avonden vrij zouden zijn. In een zeer groot bedrijf wordt geklaagd, dat door de voortdurende uitverkoopen de vroege ploegdienst vervalt, en daarmede de vrije avond, ook voor die rayons, waar de uitverkoop momenteel niet plaats heeft. In. eene zaak wordt verlangd naar een langere vacantie. Deze bedraagt nu 10 dagen na 1 jaar dienst; anders korter. In 2 zaken wordt geklaagd over te laag salaris; nl. in een deftige costuumzaak, waar de eerste verkoopster weliswaar f 80 verdient en 1/4 %> van eigen verkoop, maar waar zulke hooge eischen aan het toilet worden gesteld, dat er bij dit salaris niet aan kan worden voldaan. Ook de essayeuse, die slechts f 40 verdient, (hare voorgangster verdiende f 25!), kan zich van haar salaris onmogelijk kleeden. In ééne zaak, waar het salaris f 25-f 44 bedraagt zonder provisie, verdient een verkoopster f 20 per seizoen extra door 't vrijwillig doorwerken op de vrije dagen. Zij behaalt zoodoende nog geen f 550 per jaar, en arbeidt daarvoor alle dagen tot 9, Zaterdags tot 11, Zondags tot 6 uur. In 2 zaken wordt geklaagd over zitverbod; in één zaak over te weinig gelegenheid tot zitten door te voortdurende drukte. In ééne zaak wordt geklaagd over onvoldoende verwarming. Tweemaal wordt geklaagd over het locaal voorde 58 middagpauze; in één zaak is dit te klein en daardoor te vol en te druk; in een andere is het een soort pakkelder, met vuilnisbak, kattebak en privaat. Bij de aanstaande verbouwing zal daar evenwel een goed locaal beschikbaar komen. Éénmaal wordt geklaagd over de W. C. Tot dusver maakten wij nog geen gewag van klachten uit Enschedé, omdat deze van anderen aard zijn dan die uit de overige gemeenten. Daar toch heeft onze enquêtrice zich uit eigen beweging bijzondere moeite gegeven, iets te weten te komen omtrent den invloed der arbeidstoestanden op de gezondheid der verkoopsters; een onderwerp , dat wij niet binnen den kring van ons onderzoek hadden getrokken, terwille van de eigenaardige moeilijkheden, die het inwinnen van inlichtingen over een zoo kiesche aangelegenheid noodzakelijkerwijze met zich brengt. Hetgeen wij uit Enschedé op dit gebied vernemen is inderdaad treurig. In ééne zaak zegt de interne verkoopster: wanneer ze niet verloofd was en spoedig ging trouwen, m. a. w. wanneer zij haar geheele leven als verkoopster moest werkzaam blijven, ja, dan zouden er heel wat wenschèn voor den dag komen. De arbeid is verschrikkelijk vermoeiend. Haar gestel ondervindt bezwaren door het vele staan. In het begin heeft zij ook last gehad van pijnlijke voeten, maar dit is nu beter. Een verkoopster, thans elders werkzaam, doch vroeger 3 jaar in eerstbedoelde zaak, deelt mede dat het meisje dat daar nu is (de bovengenoemde dus) bovendien sterk in haar zenuwgestel is achteruit gegaan. Vroeger was zij gezond en vroolijk, zonder zenuwen als het ware; tegenwoordig is zij uiterst zenuwachtig. Ook haar zenuwgestel was tegen een langduriger verblijf in die zaak niet bestand geweest. De eenige verkoopster in de zaak, bedoeld sub b, blz. 43, verklaart eveneens in gezondheid achteruit gegaan te zijn. Zij heeft het aan de longen gekregen, HOOFDSTUK VI. Verbetering der arbeidsvoorwaarden. Wanneer wij het gegevens-materiaal in zijn geheel overzien, dan valt aanstonds in het oog, dat van alle misstanden op het thans verkende gebied de allerergste is de te lange arbeidsdag. Men herinnere zich, dat te Amsterdam in 7, te Rotterdam in 30, te 's-Gravenhage in 23, te Alkmaar in 3 , te Hoorn in 4, te Dordrecht in 20, te Amersfoort in 3 , te Enschedé in 6, te zamen in 95 der bezochte zaken, een arbeidsduur heerscht van meer dan 10 uur; in 49 zaken een arbeidsduur van 11 uur en meer; in 28 zaken een arbeidsduur van 11 a 12 uur of langer , de Zaterdagen (te Enschedé tevens de Maandagen) niet medegerek end. Men bedenke, dat in niet minder dan 109 der bezochte zaken de arbeidstaak nooit vóór 9 uur, in 29 nooit vóór 10 uur eindigt. Men stelle zich voor — voor zoover dit den buitenstaander mogelijk is — wat dat zoolang verkeeren in gesloten ruimten, zelfs waar deze aan de hoogste hygiënische eischen voldoen ; wat het ontberen van zonlicht en buitenlucht, het missen van tijd voor ontspanning en ontwikkeling, het vervreemden van den huiselijken kring, beteekenen voor de gezondheid, het geestes- en gemoedsleven der betrokken arbeidskrachten, en niemand zal er aan twijfelen, dat hierin hoog noodig verandering moet worden gebracht. (*) Het verkeerde van den toestand wordt ook door vele patroons beseft, waaronder wij er trouwens verscheiden aantroffen, die zich tegenover hun verkoopkrachten humaan betoonden, en, niet in de laatste plaats te haren behoeve, den langen werkdag gaarne bekort zagen. Doch de concurrentie nijpt fel, en de goedwillenden (*) Men zie de uitspraken van een aantal geneeskundigen in uitgave No. 11 van het Nationaal Bureau Yoor Vrouwenarbeid „Eenige opmerkingen aangaande den toestand der magazijn- en winkelbedienden in Nederland" (Oct. 1907), en de ziekte-statistieken, gemeld op blz. 325 en 487 van het voortreffelijke werk „Handleiding tot de kennis der beroepsziekten'- door L. Heyermans, arts. 61 kunnen niet hun bedrijf te gronde richten door vroeger te sluiten dan de gelijksoortige winkels in hun buurt plegen te doen. De werkgevers zeiven begrijpen dus, dat alleen dwang van overheidswege verbetering kan brengen. Niet minder dan 14 patroons uitten zich in dezen geest, en verklaarden zich voorstanders hetzij van een gemeentelijke verordening op de winkelsluiting, zooals te Amsterdam en eenige andere plaatsen in ons land bestaat; hetzij van een wettelijk geregelden arbeidsduur. Ia het eerste geval moeten dus alle winkels en magazijnen op een bepaald uur — ten onzent veelal 9 _ gesloten zijn, desnoods met uitzondering van enkele dagen: den Zaterdag, den avond vóór een feestdag; of van enkele bedrijven. In het tweede geval kan iedere werkgever zijn zaak zoo lang open houden als hij wil, mits hij zijn personeel niet langer late werken dan de wet toestaat. In de praktijk zal deze regeling veelal hetzelfde resultaat hebben als de gedwongen vervroegde sluiting. Alleen die zaken waar de late verkoop altijd of op bepaalde dagen te groot voordeel oplevert, zouden dan, om de wet niet te overtreden, hun verkoop-personeel moeten uitbreiden. Die late verkoop in 't bijzonder op Zaterdag, zou tot op zekere hoogte automatisch te beperken zijn door loonbetaling op Vrijdag zoo algemeen mogelijk in te voeren. Want dan behoefde moeder de vrouw niet meer zoo onverwijld een deel van het door den man thuisgebrachte weekgeld in noodzakelijke kleedingstukken om te zetten, omdat op den avond vóór den Zaterdag de verleiding tot drinken lang niet zoo groot is, als op Zaterdagavond met den Zondag in 't verschiet. Toch zullen er altijd bedrijven overblijven, waar verbod van laten verkoop onoverzienbare schade zou veroorzaken, en daarom wordt o. i. het zakenleven door een algemeene regeling van den arbeidsduur niet zoozeer belemmerd, als door een verplicht gestelde vroege sluiting. Om deze reden wordt wettelijke regeling van deze materie dan ook door verscheiden werkgevers, zeiven 62 soms om 7, soms om 9 nnr sluitend, in geen geval dus belanghebbenden, warm voorgestaan. Anderen daarentegen voelen wèl voor verplichte sluiting, doch niet voor een wettelijke regeling °a T,1"6!11™ 2ij,~ *" ieder gelijkelijk molt worden behandeld, en het niet aangaat om de kapitaalkrachtigen die méér personeel kunnen bekostigen een voorsprong te geven op concurrenten, wier zaak onmogelijk grootere uitgaven voor personeel zou kunnen dragen. Wanneer evenwel een zaak alleen kan blijven drijven op een te klein en daardoor geëxploiteerd verkoop-personeel (zooals bijv. te Enschede bijna overal het geval is, met 1, 2, 4, verkoopsters in zóó drukke zaken, dat er voor 2, 4, 6 nog werk in overvloed zou zijn), dan is het o. i. verkieslijker, hoe hard het ook zij voor hen die het treft, dat zulk een bedrijf te gronde gaat, dan dat het op zijn onzedelijke basis blijft voortbestaan. Niet alleen echter om de hierboven genoemde reden: dat de winkelbedrijven in 't algemeen er de minst mogelijke schade door zouden lijden, ook nog op geheel andere gronden zouden wij aan een algemeene wettelijke regeling verre de voorkeur geven boven gemeentelijke verordeningen op de winkelsluiting. Vooreerst toch zou het lange jaren duren eer gemeente voor gemeente, ons geheele land den zegen van vervroegde sluiting deelachtig geworden was len tweede: ook waar zulk een gemeentelijke verordening bestaat, is de toestand nog ver van ideaal. Wèl is Amsterdam, mèt een verordening, in dit opzicht zeer bevoorrecht boven Rotterdam en 'a-Gravenhage zonder verordening, maar toch komen ook daar nog' op de 23 bezochte, 7 zaken voor met een arbeidsduur van langer dan 10, zelfs ééne langer dan 11 uur, den Saterdag niet medegerekend. De al te late arbeid wordt er dus wel door vermeden, maar de al te lange arbeid niet! Ün ten derde vermag zulk een vorordening niets tegen Zondagsarbeid, en tal van andere euvelen zoowel op als buiten het specifieke arbeidsduur-terrein gelegen, waartegen een wet op den verkooparbeid 63 in magazijnen en winkels juist afdoende zou kunnen optreden. Deze zou immers niet alleen den arbéidsduur per dag en per week hebben te begrenzen; ze zou ook vaste regelen hebben te stellen betreffende de rustpoozen ; en een wekelijkschen rustdag, of liever, om de o.i. zeer juiste formuleering van een Amsterdamschen werkgever te herhalen, een wekelijkschen rusttijd van tenminste 36 uren achtereen te waarborgen. Zij zou bovendien bepalingen moeten inhouden omtrent behoorlijke zitgelegenheid, voldoende verwar-' ming, hygiënische inrichting van magazijn- of winkelruimte, schaftlokaal en W.C. Ten slotte zou zij natuurlijk zorgen, dat één en ander door rijksambtenaren werd gecontroleerd, en overtredingen zoodanig straffen, dat ze niet, ondanks de boete, voor den kwaadwilligen werkgever nog voordéeliger uitkwamen dan het zich voegen naar de bepalingen der wet. In meer dan ééne zaak, waar een atelier aan verbonden is, hoorden wij 't door de verkoopsters betreuren, dat hare arbeidsvoorwaarden in tegenstelling met die der atelier-werksters bij geenerlei wet geregeld, door niemand ooit gecontröleerd werden. Trouwens reeds in 1912 heeft, op voorstel van de Kamer van Arbeid voor den kleinhandel te Rotterdam, de Kamer van Arbeid voor de winkel- en grossiersbedrijven te 's-Gravenhage zich tot den Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel gewend, om een wettelijke regeling tot beperking van den arbeidsduur van volwassen winkelpersoneel en tot bescherming van kinderarbeid in winkels te verkrijgen. „De arbeidstoestand van dat personeel eischt naar het oordeel der Kamers dringend verbetering.' (*) Indien een wet als door ons bedoeid óp den verkooparbeid in magazijnen en winkels deugdelijk wordt voorbereid, in overleg met de op deze gebieden bestaande organisaties van werkgevers en werknemers beide, dan zal zij voorzeker practische voorschriften bevatten, welke de arbeidskrachten ten goede zullen (•) Overzicht van de Verslagen der Kamers van Arbeid over 1912, blz. XXI. 65 relatief beschouwd In ieder geval in wanverhouding staat tot de hoeveelheid van den gevorderden arbeid, terwijl ze absoluut beschouwd zelfs geen bescheiden levensonderhoud vertegenwoordigt. En waar het economisch zoo zwakke personen betreft, die bovendien zeer moeilijk tot deelneming aan het vak vereenigingsleven te bewegen zijn, daar is ook op dit gebied verbetering van eenige beteekenis alleen te verwachten van regeeringswege. Men weet, dat in Victoria sedert 1896 , in ZnidAustralië sedert 1905, in Nieuw Zuid-Wales en Queensland sedert 1908, wetten bestaan op het arbeidsloon, in dier voege dat de regeering looncommissiën benoemt, bestaande uit vertegenwoordigers van beide partijen : werkgevers en werknemers , die minimumloonen vaststellen. De resultaten — voor huisindustrieelen en werkplaatsarbeiders — zijn schitterend. Bijv. (*) „kleermaaksters die te voren in weken van 70 a 84 uur f 4-f 8 verdienden, ontvingen na invoering van de wet f 13.30 bij dagen van 8 uur. Het bedrijf bloeide en zag zijn uitvoer belangrijk toenemen. In de schoenenindustrie hetzelfde verschijnsel: de loonen 25 pCt. verhoogd, de uitvoer sterk toenemend. Inspectrices van den arbeid rapporteeren: „Vele vroegere thuiswerkers znn nu in werkplaatsen ondergebracht, daar de door de looncommissie vastgestelde stukloonen voor thuiswerkers belangrijk hooger zijn, dan de vroeger gebruikelijke. Vele dezer huisarbeiders hebben hun arbeid eenvoudig uit hun woning naar de werkplaats overgebracht, en herhalen telkens weer dat zij het nooit in hun leven zoo goed gehad hebben." Het land, dat in Europa het eerst Australië ten voorbeeld nam, is Engeland geweest, dat op l Januari 1910 de Trade Boards Act in werking bracht, welke in Hooger- en Lagerhuis zoo goed als de algemeene sympathie had van alle partijen De korte inhoud is deze: De wet is aanvankelijk (*) Voordracht van den Heer C. J. P. Zaalberg , Inspecteur van den Arbeid le klasse, opgenomen in het Jaarverslag over 1912 der Nederlandsche Vereeniging voor wettelijke bescherming der arbeiders. 68 blijken evenwel van deze waarheid alsnog weinig overtuigd. Alleen te Amsterdam is het verkooppersoneel in 2 zaken gedeeltelijk, in eéne zaak meerendeels georganiseerd , terwijl in ééne zaak ééne verkoopster lid eener vakvereeniging is. In enkele bedrijven , waar sinds de mobilisatie ongunstiger toestanden zijn ingetreden, begint men nü het nut van samenwerking in te zien. Overigens voelt men er niet voor: men heeft het zelve zoo slecht niet; of de verkoopsters hebben er nog nooit over nagedacht; of zij deelen mede, dat men van die vakorganisatie zoo nooit eens iets hoort! De „Nederlandsche Bond van Confectie bedienden", de specifieke vakvereeniging, heeft slechts enkele vrouwelijke leden. De „Algemeene Nederlandsche Bond van Handelsen Kantoorbedienden", telde in 1914, 249 vrouwelijke verkoopsters onder haar ledental. Ook bij den „Nederlandschen R. K. Bond van Handels-, Kantoor- en Winkelbedienden", die pl.m. 200 vrouwelijke leden telt, zijn slechts eenige verkoopsters aangesloten. Het zou zeker een loonend werk zijn voor de drie genoemde vereenigingen, evenals voor een wellicht spoedig op te richten landelijke vakvereeniging van winkel- en magazijnpersoneel, om juist deze zoo moeilijk te bereiken vrouwelijke vakgenooten bij honderden, kan het zijn bij duizenden, in den kring hunner organisatie te betrekken. HOOFDSTUK VIL Verhooging der vakbekwaamheid. Niet alleen evenwel verbetering van positie, ook verhooging der vakbekwaamheid behoeven de verkoopsters in manufacturenzaken en zaken van mode-artikelen. Wij zagen reeds in hoofdstuk IV, hoezeer de werkgevers de geringe ontwikkeling dezer werkkrachten betreuren terwijl zij bij hoogere bekwaamheid niet zelden een verantwoordelijker positie zouden kunnen verwerven. Een patroon te Rotterdam geeft de schuld van dat lage ontwikkelingspeil uitsluitend aan den Hollandschen werkgever, die niet meer van zijn meisjes vergt, haar geen opleiding geeft, geen cursussen organiseert, in warenkennis, etaleeren, omgangstoon, zooals in Engeland en vooral in Duitschland geschiedt. Er zou z. i. veel meer van de meisjes te maken zijn, maar alle zorg en leiding ontbreekt. Deze woorden, hoe sympathiek en ruim gedacht ook jegens de verkoopster, houde een naar onze overtuiging onbillijk oordeel in over den Hollandschen werkgever, of liever scheren goeden en boozen over eenen kam. Herhaaldelijk toch ontmoetten wij patroons, wien de opleiding van hun verkooppersoneel wel degelijk ter harte gaat; in verscheiden zaken worden de verkoopsters met toewijding gevormd; in één groot bedrijf is zelfs een eigen vakschool in wording. Maar dikwijls hoorden wij de klacht, dat de meisjes direct willen verdienen, en lang vóór ze een eenigszins bruikbare kracht geworden zijn van winkel wisselen, om zich uit te geven voor „aankomende verkoopsters". In menige zaak sprak de werkgever met geestdrift over het Duitsche leerlingstelsel; een voorliefde die niet alleen moet worden toegeschreven aan het feit, dat velen hunner van Duitsche afkomst zijn of in 70 Duitschland hun opleiding genoten, maar die inderdaad te danken is aan de voortreffelijkheid van het Duitsche systeem. Dat waarborgt nl. bij de wet verplichte deugdelijke opleiding van eenige jaren in dezelfde zaak , terwijl niemand zich voor verkoopster mag uitgeven, die niet een getuigschrift kan overleggen, waaruit blijkt dat ze haar leertijd beëindigd heeft. Juist dezer dagen verliet ons Departement van Binnenlandsche Zaken het wetsontwerp tot Regeling van het Vakonderwijs, dat in zijn tweeden titel handelt over „het vakonderwijs volgens het leerlingstelsel". Daarin wordt voorgesteld, rijkssubsidie te verleenen aan gemeenten en rechtspersoonlijkheid bezittende instellingen of vereenigingen, welke zich de bevordering van vakonderwijs in den zin dier wet ten doel stellen, en welker besturen zich uitdrukkelijk bereid hebben verklaard, aan de ontwikkeling van het leerlingwezen mede te werken door het te hunnen overstaan doen sluiten van leerovereenkomsten tusschen patroons en wettelijke vertegenwoordigers der leerlingen. Het bestuur van zulk een lichaam zou een controleur benoemen, in 't bijzonder belast met het toezicht op het naleven der ten overstaan van het bestuur gesloten leerovereenkomsten. Dergelijke overeenkomsten zouden alleen gesloten mogen worden met patroons wier bedrijf a. wordt uitgeoefend in of nabij een gemeente, in • welke gelegenheid bestaat tot het volgen van voldoend theoretisch vakschool-onderwijs ; o. van dien omvang en van dien aard is, dat de leerling bij hem het vak, in hetwelk hij wenscht te worden opgeleid, voor zooveel de praktijk van het vak betreft, in zijn vollen omvang kan leeren. Van de leerlingen zou leergeld worden geheven, waarvan de grootte zou worden bepaald door het bestuur ; minvermogenden zouden gedeeltelijk, onvermogenden geheel worden vrijgesteld. Het leerg'eld zou moeten worden betaald aan het bestuur, hetwelk het aan den patroon zou hebben af 71 te dragen; zoo noodig aangevuld tot een bedrag, dat de som van f 160 per leerling voor den geheelen leertijd niet zou mogen te boven gaan. De patroon zou zich o.a. moeten verplichten „zooveel in zijn vermogen is, den leerling bekend te maken of te doen maken met het vak of onderdeel van het vak, in hetwelk de leerling zou worden opgeleid, volgens de voorschriften vervat .in het voor de opleiding in dat vak door den Minister vast te stellen programma", en den leerling gelegenheid te geven tot het volgen van het theoretisch vakschoolonderwijs. Er zou bestaan een proeftijd van ten hoogste 3 maanden, binnen welken de overeenkomst door elke der partijen zou kunnen worden opgezegd. De proeftijd zou deel uitmaken van den leertijd. De duur van den leertijd is niet in het ontwerp bepaald ; hij wordt normaal op S jaar geschat, doch kan in iedere overeenkomst vrn'elijk worden vastgesteld. Bij het eindigen van de leerbetrekking zou de patroon verplicht zijn, den leerling op diens verlangen of op verlangen van diens wettelijken vertegenwoordiger een getuigschrift uit te reiken, in ieder geval bevattende opgave omtrent den aard der verrichte werkzaamheden en den duur der leerbetrekking. Op bijzonder verzoek zou één en ander omtrent ijver, gedrag en bekwaamheid kunnen worden gemeld. Eenmaal per jaar zou aan de leerlingen wier leertijd ten volle verstreken is, de gelegenheid worden geboden zich te onderwerpen aan een onderzoek naar hun bekwaamheid in het door hen gekozen vak. Dit zijn wel de hoofdpunten uit den tweeden titel van het juist verschenen wetsontwerp, dat zekerlijk minder ver gaande dan de Duitsche wet, naar Nederlandschen aard meer vrijheid latend, — in zooverre als noch het onderwijs in de werkplaats noch dat aan de vakschool verplicht wordt gesteld voor degenen die eenig vak wenschen uit te oefenen — toch oneindig veel zal kunnen doen voor de vergrooting der vakbekwaamheid van hen, die in handel of nijverheid eigen kost zullen verdienen en de nationale welvaart zullen in stand houden of verhoogen. Ook de vakbekwaamheid van de verkoopster in 72 manufacturenzaken en zaken van mode-artikelen. Mocht dit ontwerp wet worden, dan hebben de betref fende werkgeversvereenigingen : de vereenigingen van den handeldrijvenden en den industrieelen middenstand of de specifiekere vakorganisaties van werkgevers in het costunmvak enz., waar die bestaan, om te vallen binnen het kader dezer wet en alle voordeelen er van. deelachtig worden niets anders te doen, dan een nieuwe vereeniging, ten doel hebbend de bevordering van vakonderwijs, te vormen. De besturen dier nieuwe vereenigingen kunnen dan de patroons aanwijzen die voor opleiden in aanmerking komen, terwijl te hunnen overstaan deleerovereenkomsten kunnen worden geteekend. Waar zóóvele werkgevers een dergelijke wettelijke regeling verlangen, daar zal op de boven aangeduide wijze ook zonder dwang ongetwijfeld menige leerovereenkomst tot stand komen, tot nut van de leerlingen , en niet minder van het vak dat zij beter onderlegd zullen beoefenen. Intusschen — de opleiding in de zaak moge onontbeerlijk zijn voor de practische vorming, theoretische opleiding te verstrekken vermag zij niet. Déze, niet minder noodig dan het aanleeren van al wat met de praktijk van het verkoopen in verband staat, moet worden gevonden op de vakschool. En wel op tweeërlei wijze: Aan het zeer jonge meisje, dat aanstonds na afloop der lagere school of herhalingsschool dit beroep kiest en niet dadelijk behoeft te verdienen, zou een 3-jarige opleiding op de dag-vakschool kunnen worden geboden. En voor de ouderen : degenen die het vak eerst op ietwat lateren leeftijd binnengaan, of voor haar die op het 18e of 14e jaar reeds geld moeten thuisbrengen, zouden na de dagtaak in de zaak, bijv. tweemaal per week gedurende lVg uur des avonds aanvullingscursussen kunnen worden georganiseerd. De vakken die ieder harer feitelijk noodig heeft, zijn die van het lager onderwijs: in hoofdzaak taal, schrijven, rekenen, een weinig aardrijkskunde. 73 In groote plaatsen, althans voor meisjes die verkoopster willen worden in zaken voor gegoede clientèle kan eenige vaardigheid in het spreken van vreemde talen niet worden gemist. Ook vóór-opleiding, of aanvullende theoretische opleiding m warenkennis zon van waarde voor de meisjes zijn. Eenig begrip van de vervaardigingen de herkomst van verschillende weefsels zou zeker de verkoopster tot een betere kracht maken, die meer zou houden van haar werk, omdat ze haar materiaal grondiger intiemer kennen zou! s ' Ten slotte zouden meer specifieke kundigheden als etaleeren, althans op de avond-cursussen aan dè oudere leerlingen kunnen worden bijgebracht Het komt ons voor, dat zoowel de dag-vóóropleidmg voor meisjes van 13 tot 16 jaar, als het aanvullend avond-onderwijs, gegeven zouden moeten worden aan de bestaande, en in de toekomst ongetwijfeld belangrijk te vermeerderen, Industriescholen Industrie- en Huishoudscholen, Huishoud- en Industriescholen, en verwante vakscholen voor meisjes De lessen zouden nat»nrlijk geheel aan de praktijk van het vak moeten aansluiten. Overleg met patroonsvereenigingen of individueele werkgevers zou ongetwijfeld de beste resultaten waarborgen Ook zonder den, bij den aard van ons volk slecht passenden, leerdwang voor ouderen, zouden de betere elementen reeds aanstonds , en op den duur ongetwijfeld een niet onaanzieujp gedeelte der verkoopkrachten „g e schoolde" krachten worden, met alle voordeelen die aan verhoogde vakbekwaamheid en breedere algemeene ontwikkeling, zoowel voor de personen zeiven als voor het beroep waarin zij arbeiden verbonden zijn. ' Nog op andere wijze zou het beschavings- en ontwikkelingspeil der verkoopster eenigermate kunnen worden verhoogd: indien meisjes uit geheel andere kringen der samenleving zich aan dat vak wilden wijden. Reeds kunnen, zooals wij zagen, bekwame krachten in een deftig bedrijf te Amsterdam maandsalarissen 74 van f250-f 300, jaarsalarissen van f4000-f 5000 verdienen. Ook te 's-Bravenhafje komen in enkele zaken salarissen van f 1800, f 2000, f 2400 voor. Maar steeds wordt er over geklaagd, dat meisjes van goeden huize voor dergelijke betrekkingen niet of nauwelijks te krijgen zijn: zij plegen den neus op te trekken voor „werk in een winkel"! Een allerdwaast vooroordeel, dat voor zoover wij kunnen nagaan in het buitenland in veel geringere mate bestaat. En wanneer wij telkens weer hooren, hoe studeerende meisjes zwoegen om door hare examens te komen, öf, eenmaal den één of anderen graad, veelal dien van Dr. in de rechten, behaald hebbende, jarenlang moeten1 tobben om ten slotte een onnoozel, slecht bezoldigd plaatsje machtig te worden, ja, hoe somtijds de titel zelfs een belemmering is bij de mededinging naar een betrekking ver beneden haar ontwikkelingspeil , dan rijst dikwijls de gedachte bij ons op, hoe menigeen zich heel wat gelukkiger voelen zou als leidende verkoopkracht in een groote confectiezaak, waarbij zij immers hare „vrouwelijke" gaven van artisticiteit, vindingrijkheid', aanpassingsvermogen , onderscheidingsvermogen, intuïtie op zoo velerlei gebied , ten volle kan ontplooien, en daarbij een salaris verdienen, evenredig aan de eischen welke iemand van die afkomst en ontwikkeling aan het leven stelt. Het spreekt vanzelf, dat zulk een meisje, na «iftoop van tenminste een M. U. L. O., liefst een middelbare school, „von der Picke auf1' zou moeten dienen om het vak grondig te leeren, en ook eenige jaren voor verdere vorming in groote zaken in buitenlandsche hoofdsteden zou moeten werkzaam zijn. Maar o. i. is het te bereiken doel de aanwending van al deze middelen overwaard. Niet uitsluitend ter wille van de personen zelf, die zich aldus een bevredigenden , loonenden werkkring zouden scheppen; en voor de zaken, welke door verkoopsters als de boven geschetste tot grooteren bloei zouden geraken en sterker zouden komen te staan in den concurrentie-strijd tegen het buitenland. De grootere bedrijven met talrgk personeel tellen 75 steeds een aantal leerlingen en aankomende verkoopsters met geringe bezoldiging. Dat het verkoopstersJeven in vakken als de hier bedoelde ernstige gevaren voor de zedelijkheid met zich brengt, mag als bekend worden verondersteld. Ook, dat die gevaren worden verdubbeld, waar de jonge verkoopster, van wie een aardig uiterlijk .gemakkelijke omgangsvormen , „chique" en durf worden gevergd, bovendien nog door haar kleeding het oog der clientèle streelen moet, terwijl zij een belooning geniet, nauwelijks toereikend om er de kosten van inwoning en voeding mede te bestrijden Is het te verwonderen, indien het sommigen harer dagelijks omringd door wat ook zij als mooi bewonderen, doch onmachtig zich ooit iets er van aan te schaffen, zwaar valt, het smalle pad der deugd te blijven bewandelen? 6 Juist daar nu zouden jonge vrouwen, die wegens haar opvoeding en omgeving deze soort verleiding niet kennen, wanneer ze tenminste waarachtig b£ schaafde, innerlijk krachtige en waardevolle naturen zijn — en yoor meisjes van dat gehalte is 't dat wil deze regelen schrijven - in alle stilte: door het voorbeeld harer ideeeier levensopvatting en soberder smaak, zoo heel yeel goeds kunnen tot stand brengen. Veel wat scheef dreigde te gaan, zouden zij ongemerkt kunnen recht houden. Menige „zwakkere" zuster zouden zij tot steun kunnen zijn. . Ook dit ethische werk zouden zij langzamerhand gaan beschouwen als behoorend tot haar dagelijkschen plicht. Ook dit zou bijdragen tot verrijking van haar SLOTWOORD. Zoo richten zich dan deze bladzijden tot de regeering, van wie wettelijke regeling van den verkoop-arbeid in magazijnen en winkels, benevens de benoeming van looncommissiën ter vaststelling van minimumloonen mag worden verwacht, waardoor de allerergst bevonden misstanden: in de eerste plaats te lange arbeidsduur en te lage bezoldiging, voor goed en over het geheele land kunnen worden uit den weg geruimd. Tot de vereenigingen van vakgenooten, opdat zij, door op veel grooter schaal dan tot dusver geschiedt de vrouwelijke verkoopkrachten in hun organisatie te betrekken, dezen in staat stellen, rechtmatige grieven opgeheven, rechtmatige verlangens bevredigd te krjjgen. Tot de industriescholen, en aanverwante vakscholen voor meisjes hier te lande, die, door het verstrekken van zoowel dag- als avondopleiding, algemeen ontwikkelend nevens'aanvullend theoretisch vakonderwijs, de vakbekwaamheid en -geschiktheid van tallooze verkoopsters kunnen verhoogen. Tot de organisaties van werkgevers op deze gebieden, opdat zij, mocht eenmaal het ontwerp tot regeling van het vakonderwijs wet worden, door het oprichten van vereenigingen als in die wet bedoeld, krachtig zullen medewerken tot het doen opleven van een gezond leerlingwezen in hun vak, hetgeen de praktische bekwaamheid der verkoopster in hooge mate ten goede zal komen. Tot de jonge meisjes uit de meer ontwikkelde kringen, opdat zjj, indien aanleg en neiging in deze richting wijzen, niet uit een ongemotiveerd vooroordeel een beroep ter zijde schuiven, waarin zij rijkelijk levensonderhoud en, beter dan dat nog, levensbevre1 diging kunnen vinden, terwijl zij tevens anderen tot niet geringen .steun kunnen zijn. Tot het koopend publiek ten slotte, opdat dit niet, zooals ons tijdens het onderzoek meermalen met verontwaardiging werd medegedeeld, noodelooze 77 moeite veroorzake, en achtenswaardige medeburgeressen behandele op een wijze, alsof de koopende een wezen van hooger orde ware dan de verkoopende. Indien door de samenwerking van al deze factoren de verkoopsters in manufacturenzaken en zaken van mode-artikelen in waarde en welvaart, de bedrijven waarin zij werkzaam zijn deswege in bloei toenemen, dan beteekent dat niet alleen „winst" voor bepaalde groepen van personen, maar: verhooging van de economische, lichamelijke, geestelijke en zedelijke kracht van een deel van ons volk, met alle gevolgen die daaruit plegen voort te vloeien! 498 in i van Mode-Artifeelen ANNA POLAK . Directrice van l^f^$^^^^l^^(r^ü' : voor y^bc^ii^id^--;_ - c Prijs f. 0 30 franco per post. 84 KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK 0538 5981 DE VERKOOPSTER IN Manufacturenzaken en Zaken van Mode-Artikelen DOOR ANNA POLAK Directrice van het Nationaal Bureau voor Vrouwenarbeid. No. 23 der goèakoope uitgaven, bewerkt aan het Nationaal Bureauvoor Vrouwenarbeid, Jacob van der Doesstraat 68, 's-Gravenhage. Treuriger toestanden dan er heerschen in de huisindustrie zijn niet wel denkbaar. Doch herhaaldelijk werden deze, niet alleen van particuliere zijde, maar ook van regeeringswege, in hun schrille, ontroerende werkelijkheid blootgelegd. Ten opzichte der verkoopster staan de zaken anders. Daar vooralsnog geen sterke specifieke vakvereeniging, welke hare belangen zou kunnen behartigen. Daar geen tentoonstelling, geen officieuse noch officieele rapporten, den vinger leggend op de wonden, en tegelijkertijd de middelen aanwijzend om zeteheelen. En zoo kozen wij dan dit beroep voor onze eerste vak-enquête. Hèt bleek evenwel reeds aanstonds niet mogelijk, het onderzoek uit te strekken over het geheele verkoopgebied in magazijnen en winkels. Daarvoor loopen de omstandigheden, waaronder heterogene voorwerpen worden verkocht, te ver uiteen. Hoe zou de arbeid in een modezaak en een vischwinkel, in een banketbakkerij en een boekhandel ooit van dezelfde gezichtspunten uit kunnen worden beschouwd ? Uit het bij zo<5 ongelijksoortige onderzoekings-objecten waargenomene zouden geen algemeene conclusiën zijn te trekken, noch een uitvoerbaar plan tot verbetering kunnen worden gevormd. Er werd dus besloten, ons ditmaal te beperken tot de manufacturenzaken en zaken van mode-artikelen. Maar ook de afbakening van dit enger begrensd terrein leverde moeilijkheden op. Het omvat uitteraard alle soorten zaken van gemaakte goederen: van de deftige bedrijven in dames-onder- en bovenkleeding af, tot de volkswinkels, die dienstboden-japonnen, boezeroenen, schorten en kinderjurken verkoopen toe. Ook zaken van handschoenen, dassen, ceintuurs, corsetten, stoffen, garneering .... meenden wij binnen de grenzen te moeten betrekken. De schoenwinkels daarentegen, waar trouwens slechts een zeer klein aantal verkoopsters in wordt aangetroffen, vallen er o.i. buiten, wegens den geheel anderen aard van het te verkoopen materiaal; terwijl wjj de zaken met exclnsieven hoedenverkoop eveneens 6 meenden te moeten uitsluiten, omdat de verkoopsters aldaar dikwijls tevens apprêteuse3 of modisten zijn, zoodat het onderzoek dan niet meer zuiver over de verkoopkrachten alléén zou loopen. Ook caissières en andere uitsluitend administratief werkenden hebben wij buiten het kader onzer enquête gehouden. De bedenking is geopperd, dat het tijdstip voor een dergelijk onderzoek ongelukkig gékozen was, omdat tengevolge van de mobilisatie in menige zaak, in 't bijzonder op salarisgebied, een abnormale toestand heerscht. Het komt ons echter voor, dat dit bezwaar denkbeeldig is, daar immers steeds de gegevens kunnen worden gevraagd zooals ze zijn onder gewone omstandigheden. Wat wij hoorden omtrent half of verminderd salaris, omtrent uitbetaling onder voorbehoud, of omtrent opzegging op korten termijn — tijdelijke noodmaatregelen, alle — hebben wij bij het bewerken van ons rapport achterwege gelaten. Hoe gaarne hadden wij ons onderzoek uitgestrekt over alle gemeenten in ons land, waar manufacturenzaken en zaken van mode-artikelen met vrouweljjk verkooppersoneel gevestigd zijn. Dit is evenwel om verschillende redenen niet doenlijk gebleken. Daar was vooreerst de beperking in tijdruimte: de geheele enquête moest binnen enkele maanden zijn afgeloopen, wilden wij ons niet genoodzaakt zien, de gegevens tenminste een jaar onverwerkt te laten liggen. En in de tweede plaats was voor een zöö omvangrijk onderzoek het aantal onzer beschikbare hulpkrachten te klein. Het houden van een enquête als de onderhavige is waarlijk niet ieders werk. Behalve sommige onontbeerlijke karaktereigenschappen, vereischt het eenig begrip van richting op het te verkennen terrein, een weinigje kennis van maatschappelijke toestanden in den levenskring waarin het onderzoek zich beweegt, een vlug inzicht en zuiver onderscheidingsvermogen, terwijl deze arbeid bovendien zóó tijdroovend is, dat al degenen die door beroeps- of huishoudplichten een 6 groot gedeelte van den dag gebonden zijn, onmogelijk een dergelijke taak op de schouders kannen nemen. Wij hebben dns ons onderzoek moeten beperken tot de 3 groote steden: Amsterdam, Rotterdam, s-Gravenhage, benevens Alkmaar, Hoorn, Dordrecht, Amersfoort en Enschedé, gemeenten die ver genoeg uiteenloopen in grootte, karakter en geografische ligging, om de te ontwerpen schets geen eenzijdigen plaatselijken of gewestelijken stempel te doen dragen. In 't geheel werden ongeveer 160 zaken bezocht, in dier voege, dat de meest eigenaardige dus sterkst typeerende van iedere soort met zorg werden uitgelezen. Omtrent ruim 2000 verkoopsters werden op deze wijze de gewenschte inlichtingen ingewonnen, dat is, waar volgens de Beroepstelling van 1909 het totaalaantal vrouwelijke verkoopkrachten in zaken van kleeding plm. 7000 bedraagt, de door ons ter zijde gelaten verkoopsters in hoedenzaken inbegrepen, zeker meer dan 30 % der betrokkenen. Het onderzoek werd verricht: te Amsterdam door Mw. Vroom-de Kleyn; te Rotterdam door de dames C. S. Groot, J. Meinesz, de Veer-Blok Wybrandi en Zijp-van Laak; te Alkmaar door de dames E.v. d. Hoeven en Zeeman-Eriks; te Hoorn onder leiding van Mw. Kroon-Huidekoper; te Dordrecht door 4 leden van de „Dordrechtsche Vrouwenclub"; te Amersfoort door Mw. van Vollenhoven-van Rood; te Enschedé door Mw. de Bruine-van Dorp, terwijl te 's-Gravenhage de gegevens door ons zelf werden verzameld. Een woord van warmen dank worde hier gericht tot al onze medewerksters. Zonder haren met zooveel toewijding verleenden bijstand ware het ons onmogelijk geweest, deze brochure samen te stellen. Het is ons tevens een genoegen te kunnen gewagen van onze groote erkentelijkheid jegens de hoofden van zaken, die ons voor 't meerendeel met de uiterste welwillendheid te woord stonden. Een klein percentage slechts betoonde zich ongenegen, vreemden in te wijden in de „geheimen" van hun zaak. Een zienswijze die wjj begrijpen en alleszins eerbiedigen. Immers, tijdens den geheel en dunr van 1 het onderzoek hadden wij enquêtrices zeiven te kampen met een gevoel van schroom, voortspruitend uit net besef van onbescheidenheid, welke zulk een indringen in eens anders intieme zaak-aangelegenheden trots het meest ideëele oogmerk toch altijd blijft aankleven. Des te hooger hebben wij 't gewaardeerd, dat de werkgevers in overgroote meerderheid ons zoo openhartig antwoord hebben willen geven op onze vragen, en niet zelden ook hun tusschenkomst verleenden tot een ongestoord gesprek met één of meer leden van het verkooppersoneel. Wij stellen die talrijke binken van vertrouwen in de zuiverheid van onze bedoelingen ten zeerste op prijs, en spreken de hoop uit, dat deze „coöperatie' tusschen de vrouwen die de gegevens verzamelden en de voor 't meerendeel mannelijke bedrijfshoofden die ze ons zoo welwillend verstrekten, goede vruchten moge dragen, niet alleen voor de verkoopsters, maar ook voor de werkgevers in de onderzochte branches, daar immers ieder vak in bloei pleegt toe te nemen, wanneer de arbeidskrachten in gezond heiden bekwaamheid, dat is: in waarde, stijgen! 's-Gbavbnhaok, Juni 1915. HOOFDSTUK I. De duur van den arbeid. - Onze eerste vragen hadden betrekking op den duur van den arbeid. Wij wensohten van iedere zaak afzonderlijk te weten : het uur waarop de arbeid aanvangt en waarop hij eindigt; aantal en duur der rustpoozen ; of deze in of buiten de zaak worden doorgebracht• of er, indien de arbeid doorloopend niet vóór 9 uur eindigt, een vrije avond wordt gegeven; of Zon- en feestdagen vrij zijn; ten slotte, den duur der vacantie. i - Het spreekt vanzelf, dat de antwoorden de bontste verscheidenheid vertoonen, niet alleen voor de verschillende gemeenten, maar ook voorde verschillende eöorten zaken. Terwijl bijv. de deftige zaken van dameskleeding in de groote steden om 7 uur of vroeger plegen gesloten te worden, sluiten de volkswinkels, waar de late verkoop dikwijls den geheelen dag heeft goed te maken , veelal niet voor half 10, 10 uur, Zaterdags dikwijls niet vóór 11 uur, half 12 of nog' later. De gegevens rangschikkende krijgen wij het volgende: Van de 23 te Amsterdam bezochte zaken begint de arbeidsdag in: 2 zaken om 8 uur; 1 zaak om 8 of 8Vs uur (om de week wisselend); 18 zaken om 8Vj uur; 2 ,. „9 De arbeidstaak eindigt in: 2 zaken om 6 uur; 1 zaak om 6Vs (soms 10) uur, gedurende 4 a 5 maanden om 6 uur; 1 zaak „ 6l/g uur 'szomers, 7 uur 'swinters; 1 i. i> 6V2 of 7V3 uur (om beurten); 2 zaken om 6V2 of 81/2 a 9 uur (om beurten); 2 „ „7 uur; 3 „ „ 7 of 9 uur {wisselend om den dag of om de week); BB 9 1 zaak om 9, in Juli om 8, in Augustus om 7 uur (sommige verkoopsters vertrekken om 7, andere om 4Vj uur); 10 zaken om 9 uur. De vroege sluitingsuren treffen wij niet alleen in de deftigste, maar ook in de grootste zaken aan, waarvan enkele een verkooppersoneel hebben van 100 en meer. In 11 zaken wordt Zaterdags langer gewerkt, en wel '• in 3 zaken , waar anders de dagtaak eindigt om 6V2 of 8Vs a 9, 9. en 9 uur, tot 10 uur; in 8 zaken, waar anders de dagtaak eindigt om 6V2 of 8i/2 a 9, 7 of 9, en 9 uur (nl. in 6 van de 8) tot 11 uur. Eéne groote zaak, anders sluitend om 6V2 (soms 10 uur), en gedurende 4 a 5 maanden om 6 uur, sluit gedurende 6 weken 's zomers des Zaterdags om 1 uur. Enkele Israëlitische zaken, die Zaterdags in plaats van Zondags gesloten zijn, of zaken met gedeeltelijk Israëlitisch pèrsoneel, sluiten Zondags om 6 uur. De rustpoozen bedragen in: 1 zaak V2 uur (voor koffiedrinken; sluiting 6 uur); 1 „ Vsa»/4u. „ „ „ „ „ ; 2 zaken S/4 uur (sluiting 6V2 of 7 uur ; 7 uur); 1 zaak '/4 of 2 uur, (het laatste voor middagmaal thuis voor de late ploeg, die 8V3 a 9 uur vertrekt; de vroege ploeg eindigt om 6V2 uur); l zaak 1 uur (nl. 'ƒ4 uur voor koffiedrinken en V4 uur voor theedrinken ; sluiting om 6 of 6V2 uur); 1 zaak 1 a 1'ƒ4 uur (nl. Vs a *A uur voor middagmaal in de zaak, en Vj uur voor koffiedrinken); 1 zaak 1 of l'/4 uur (nl. 'ƒ4 en 1/4 uur voor koffie-en theedrinken, voor degenen die niet naar huis gaan ; voor de overigen lVs uur voor middagmaal thuis en 1/4 uur voor theedrinken); 1 zaak 1 of 21/4 uur (het laatste voor middagmaal thuis voor de late ploeg, die 8V2 a 9 uur vertrekt; de vroege ploeg eindigt om 6V2 uur); 2 zaken 2 uur (nl. 1V2 uur voor middagmaal thuis en V2 uur voor koffiedrinken); 1 zaak 2 uur (voor middagmaal en koffiedrinken in de zaak); 1 zaak 2 uur (voor middagmaal thuis; einde der dagtaak om 7V2 uur); 10 2 zaken 2 a 2V« uur (nl. lVg a 2 uur voor middagmaal thuis en Vg nur voor koffiedrinken); 7 zaken 2Vs uur (nl. 2 uur voor middagmaal thuis en 1/g uur voor koffiedrinken); ' 1 zaak 3 uur (nl. 2 uur voor middagmaal thuis en 1 nur voor koffie- en theedrinken). In de zaken waar de verkoopsters beurtelings, veelal om de week, haar arbeidsdag eindigen om 6V2 of 7Vs, 6Vs of 8Vs a 9, 7 of 9 uur, vervalt uitteraard voor de vroege ploeg de lVi of 2 uur pauze voor middageten. In ééne dezer zaken, waar de dagtaak eindigt om 6V2 of 7Vj uur, heeft alleen deze vroege ploeg V» uur vrij voor koffiedrinken> terwijl in een andere zaak de vroege ploeg, die niet de lVs uur pauze voor 't middagmaal heeft, 1/4 uur extra vrij heeft om thee te drinken. De arbeidsduur per dag bedraagt in: 1 zaak 83/4 of 9*/i uur (zaak met zeer groot personeel); „ „ 9 uur (gedurende 4 a 6 maanden 8 Vs uur); .. 1. 9 >. ; „ „ 9 „ , Zaterdags 10 uur; „ „ 9 of 9Vj uur j „ „ 91/4 a 9Vï uur; „ „ 9 of IO1/4 „ , Zaterdags 111/4 uur ; „ „ 9V« uur; „ „ 9Vï a 93/4 uur; „ „ 91/4 of uur, Zaterdags 12Vg uur (zeer groot bedrijf); „ „ 93/4 uur; „ „ 93/4 of 11 uur (om de week); ,, „ 10 uur, in Juli 9, in Augustus 8 uur (voor sommige verkoopsters korter); „ 1 zaak 10 uur; „ 3 zaken 10 uur, Zaterdags 12 uur; „ 2 „ 10 a 10Vs uur, Zaterdags 12 a I2V2 uur; „2 „ lOVs uur; „ 1 zaak 10Vs „ . Zaterdags 12Vs uur; „ 1 ,, Hl/4 a IIV2 uur, „ 121/s „ • Dus in 16 van de 23 zaken bedraagt de arbeidsduur 10 uur of minder, in 7 méér dan 10 uur; den Zaterdag niet medegerekend. 11 Van d© 11 zaken, waar de arbeidsdag het geheele jaar of althans het grootste gedeelte daarvan niet vóór 9 uur eindigt, hebben slechts 2 een vasten vrijen avond; terwijl één zaak in den stillen tijd 1, een andere alsdan 1 of 2 avonden per week vrij geeft. Enkele zaken melden, dat „op verzoek" wel eens een avond wordt vrij gegeven. Volgens de verkoopsters komt dit in een groote zaak waar de langste werktijd : li1/* a HVs- Zaterdags 12Va nur heerscht, hoogstens 10 maal per jaar voor. In den regel heeft het verkooppersoneel op Zon- en feestdagen vrij. In zaken met half Christelijk, half Israëlitisch verkooppersoneel, heeft dit laatste den Zaterdag vrij. Slechts in ééne zaak is gedurende tweemaal drie seizoenmaanden, d.w.z. het halve jaar, de zaak Zondags 10— 2 uur open; de verkoopsters hebben dan in 3 ploegen om beurten dienst, dus om de 3 Zondagen 4 uur. De duur der vacantie bedraagt in: 1 zaak 3 a 14 dagen; 3 zaken een week ; 4 „ 8 dagen; 2 „ 8 a 14 dagen; 6 „ 10 dagen; 1 zaak 10 a 14 dagen; 4 zaken 14 dagen; 1 zaak 14 „ a 3 weken ; 1 „ 3 weken. In vele zaken hangt de duur der vacantie van den diensttijd af. In verschillende zaken wordt bij een diensttijd van minder dan 1 jaar of Vs jaar geen vacantie gegeven. Voor Rotterdam beschikken wij omtrent 34 zaken over nagenoeg volledige gegevens betreffende den arbeidsduur. De arbeidstaak begint in: 6 zaken om 8 uur; 1 zaak om 8 of 9Vg uur (om beurten); 21 zaken om 8V2 uur; 1 zaak om 8Vs of 9 uur (om beurten); 5 zaken om 9 uur. 12 De arbeidstaak eindigt in: 3 zaken om 7 uur; 1 zaak om 7 of 8 uur (om de week); 1 „ „ 7 „ 9 „ „ „ „ ; in het seizoen om 7 of 10 uur; 14 zaken om 9 uur; 1 zaak „ 9Vs uur; 1 „ „ 9 4 10 uur; 13 zaken „ 10 uur (in één daarvan gedurende 4 maanden : Februari-Juni, om 8Vs uur). In 4 zaken wordt Zaterdags langer gewerkt, en wel: in 1 zaak, waar anders de dagtaak eindigt om 9 uur, tot 10 uur; in 1 zaak, waar anders de dagtaak eindigt om 9 uur, tot 11 uur; in 1 zaak, waar anders de dagtaak eindigt om 10 uur, tot 11 uur; in 1 zaak, waar anders de dagtaak eindigt om 10 uur, tot HVa uur. De rustpoozen bedragen in : 1 zaak V2 a 1 uur (voor koffiedrinken; sluiting om 7 uur); . 1 zaak 3/é uur (voor koffiedrinken; sluiting om 7 of 8 u.); 1 „ IV2 „ ( „ middagmaal thuis); 2 zaken 1^/4 uur (voor middagmaal, thee- en koffiedrinken in de zaak); 12 zaken 2 uur (nl. in 4 zaken lVg uur voor middagmaal thuis en Vs uur voor koffiedrinken ; in 8 zaken 2 uur voor middagmaal thuis; — in één dezer zaken geldt dit alleen voor de late ploeg, die om 9 uur vertrekt); 6 zaken 21/4 uur (nl. ls/4 uur voor middagmaal thuis en Vs uur voor koffiedrinken); 8 zaken 2Va uur (nl. in 7 zaken 2 uur voor middagmaal thuis en Vs uur voor koffiedrinken ; in 1 zaak 2Vs uur voor middagmaal thuis); 2 zaken 3 uur (nl. 2 uur voor middagmaal thuis en 2 maal Vs uur voor koffie- en theedrinken). Di ééne zaak bestaat geen.- vaste pauze; koffie en thee worden gedronken tusschen de bedrijven door; er wordt gewerkt van 8V3 tot 7 uur. HBHB 18 Eéne zaak heeft één vrijen avond om de 14 dagen ingaande om half 8. Eéne zaak heeft gedurende 7 a 8 maanden 2, soms ó avonden per week vrij, ingaande om 5 a 7 uur Eéne zaak heeft gedurende 4 a 5 maanden een vrijen avond per week, ingaande om 7 uur. Eéne zaak, een drukke volkszaak, heeft volgens den patroon gedurende 3 a 4 maanden, volgens de verkoopsters hoogst zelden, een vrijen avond per week ingaande volgens den patroon om half 5, volgens de verkoopsters om half 6. Eéne kleine zaak heeft alleen in Januari en Februari één vrijen avond per week. In een zaak wordt alshet kan één vrije avond per week gegeven, ingaande om 6 of 8 uur. Slechts 6 der laat sluitende zaken hebben dus een vasten vrijen ayond ; 6 andere alleen gedurende 2, 3a 4, 4a 5, 7 a 8 maanden. In de andere 14 zaken wordt het geheele jaar gedurende 6 dagen per week tot later dan 9 uur gewerkt. In sommige zaken wordt een zéér enkele maal op verzoek 's avonds vrij gegeven; in ééne zaak kunnen de verkoopsters desverlangd' s morgens wel eeDs vrij krijgen om boodschappen te doen. rr Zon- en feestdagen zijn in den regel vrij. Alleen in j filialen eener groote zaak, met een arbeidsduur per dag van 11, Zaterdags 12 uur, heeft iedere verkoopster om de 2 of 3 Zondagen van 10 tot 12 of 1 uur dienst, terwijl in een kleine volkszaak met een arbeidsduur van HVs, Zaterdags 121/4 uur, de verkoopsters om den anderen Zondag van 9—12 uur dienst hebben. De duur der vacantie bedraagt in: 1 zaak 2 dagen (nl. bovengenoemde volkszaak met een arbeidsduur van liy2, Zaterdag 12V4 uur en Zondagsdienst om de andere week 3 uur); 3 zaken een week; 10 „ 8 dagen; 1 zaak 8 en 2 dagen; 3 zaken 10 ,, • 16 „ 14 * l 22 1 zaak 11 a 12 uur ; 2 zaken 11 Vs „ ; 1 zaak 12 '" • 1 ,» . . 12 _ » voor de externen, 12Vs uur voor de internen, Zaterdags 14 en 14Vs uur • 1 zaak 12l/s uur. ' ™ü6 arbeldfdutlr bedraagt dus in 20 van de 22 zaken meer dan 10 uur, in 14 zaken 11 uür of langer *„.Van*deiJ?° zaken' waar de arbeidstaak het geheele FZufj^T^*™^ ****** er vannKor 9 uur eindigt, hebben slechts 4 eens per week, 1 tweemaal per week een vrijen avond, ingaande om 8 uur In een enkele zaak wordt soms op verzoek een avond vrij gegeven. v en ^it6^86 Zaken iS daar «een sPrake van, ook met m die waar een werkdag van 12 en 12Vs uur ^To 6n _.a;ai,Sezien voor de rustpoozen van IV, resp. 2 uur met naar huis wordt gegaan - 14 uur Dracht. Wlnkelr»imte wordt doorge- Zon- en feestdagen zjjn vrij. De duur der vacantie bedraagt in: 2 zaken een week ; 6 „ 8 dagen ; 1 zaak 8 a 10 „ • ï ',' 10 da m dag6n (afhaD&eild van den diensttijd); 1 winter^ " Z°mer 6n 6nkele dag6n iD den 6 zaken 14 dagen ; 1 zaak 8 en 10 dagen. 3 *aken WOrdt geen vaste vacantie gegeven alleen af en toe een dag, ten hoogste 4perYaar' Eene dezer zaken is de hierboven aangeduid? waar gedurende 6 dagen per week 14 uren fnTwiS ruimte worden doorgebracht! winsei ovI00Jnl.A!?-er8f00rt beschikken wij omtrent 5 zaken over volledige gegevens. 23 De arbeidsdag begint in : 4 zaken om 8 uur; 1 zaak om 8Vs „ . De arbeidstaak eindigt in: 1 zaak om 8 nur; 3 zaken „9 „ ; 1 zaak „ 9Vs „ . Van langer werken des Zaterdags wordtniets gemeld. De rustpoozen bedragen in: 1 zaak lVs uur (voor middagmaal thuis); 2 zaken 2 ,, (nl. een uur voor middagmaal thuis, en 1 uur voqr koffiedrinken); 1 zaak 2Va uur (nl. lVs uur voor middagmaal thuis, en 2 maal Vs uur voor koffie- en theedrinken); 1 zaak 3 uur {nl. lVs uur voor middagmaal thuis, en 3 maal Vs uur pauze in de zaak). De arbeidsduur per dag bedraagt in: 2 zaken 10 uur ; 1 zaak lOVs n 5 1 „ 11 ,, ; 1 „ HVs „ • In 3 van de 5 zaken dus meer dan 10 uur ; in 2 zaken 11 uur of langer. Alle zaken geven een avond per week vrij; 3 vast, 2 als de verkoopsters er om vragen. Zon- en feestdagen zijn vrij. De duur der vacantie bedraagt in: 1 zaak 8 dagen ; 4 zaken 2 weken. Voor Enschedé beschikken wij omtrent 9 zaken over volledige gegevens. De arbeidsdag begint in: 6 zaken om 8 uur; 24 1 zaak om 8 nur voor de Internen, 9 uur voor de externen; 1 zaak om 8Vj uur; 1 zaak „9 „ . De arbeidstaak eindigt in alle zaken om 9 uur; in 1 zaak ^ moet echter worden doorgewerkt „tot alles klaar is'; in ééne andere zaak wordt in het drukke seizoen wel tot 1 a 2 uur 's nachts doorgewerkt, vooral s Maandags en Zaterdags. Nog in 3 andere zaken wordt 's Maandags en Zaterdags langer gewerkt, en wel in : 1 zaak tot 10 uur; 2 zaken tot 10 a 11 uur. De rustpoozen bedragen in : 2 zaken iy2 uur (nl. voor middagmaal thuis wat de externen betreft; de internen eten met en zoolang als de familie); 1 zaak ls/4 uur, (nl. ll/4 uur voor middagmaal thuis en Vs uur voor koffiedrinken); 1 zaak 2 uur (nl. voor middagmaal thuis wat de externen betreft; de internen eten met en zoolang als de familie); 1 zaak 2 uur (nl. voor middagmaal thuis wat de externen betreft; de interne heeft volgens den patroon 1 uur voor het middagmaal; volgens de verkoopster moet zij werken zoolang er publiek is, en heeft meestal nauwelijks tijd om te eten); 1 zaak 21/4 a 23/4 uur (nl. 2 uur voor middagmaal thuis en 1/4 a 3/4 unr voor koffiedrinken); 3 zaken 2Vs uur (nl. 2 uur voor middagmaal thuis en Vs uur voor koffiedrinken). De arbeidsduur per dag bedraagt in: 1 zaak 91/4 a 93/4 uur; 1 „ 10 uur voor de externen, 11 uur voor de internen • 1 » 10 „ , maar dikwijls langer tot 14 en 15 uur • 2 zaken lOVs uur, 's Maandags en Zaterdags HVs k 12Vs uur; 1 zaak 11 uur voor de externen, 12 uur of langer voor de internen; 's Maandags en Zaterdags resp. 12 uur en 13 uur of langer; 25 1 zaak 11 Vé uur; 1 „ 11 Vs n voor de externen, voor de internen langer; 1 zaak 11 Vs uur, maar dikwijls langer. .' Dus slechts in 1 van de 9 zaken minder dan 10 uur ; in 6 meer dan 10 uur, in 4 zaken 11 uur of meer. In 2 zaken wordt een vrije avond per week gegeven, ingaande om 7 uur ; in ééne zaak eens om de 14 dagen, ingaande om 6 a 7 uur. In 1 zaak wordt een vrije morgen gegeven, van 8 tot 10 uur. Di 1 zaak wordt „als het noodig is" overdag wel eens vrij gegeven. Zon- en feestdagen zijn in de meeste zaken vrij. Eén zaak, waar de arbeidsdag tot 14 en 15 uren kan bedragen, is Zondags tot 12 uur open ; een andere zaak in normale tijden eveneens ; in een derde zaak hebben de verkoopsters om den anderen Zondag tot 12 uur dienst. De duur der vacantie bedraagt in: 2 zaken 8 of 10 dagen ; 1 zaak 8 a 10 „ ; 4 zaken 14 „ ; 1 zaak 28 „ In ééu zaak met een arbeidsduur van HVs uur of langer en zonder vrijen avond, wordt geen vacantie gegeven! HOOFDSTUK n. De belooning van den arbeid. Onze vragen omtrent de belooning van den arbeid hadden in de eerste plaats betrekking op het bedrag van het week-, maand-, of jaarsalaris bij in- en externaat; maar daarnaast ook op het al dan niet bestaan , het eventueel bedrag en de bestemming van boeten • op doorbetaling in de vacantie en bij ziekte. Voor Amsterdam bedraagt het minimum-salaris per maand in: 1 zaak f 17.50, met kost en inwoning ; 1 „ f 20 met middagmaal, en een klein percentage van eigen verkoop; 3 zaken f 25 ; 1 zaak f25 en een klein percentage van eigen verkoop op één artikel; 3 zaken 130 (in 1 zaak provisie inbegrepen); 1 zaak f 30 en een klein percentage van eigen verkoop; 1 ,, f 30 en provisie, volgens den patroon ten minste f15, volgens de verkoopsters fl0-f25; 1 zaak pl.m. f35 (nl. f 8.50 per week) en een tantième van de winst, nl. 4 % van het salaris = pl.m. fl.40 per maand; 3 zaken f 35; 1 zaak f 37.50 ; 1 „ f40; 1 „ ruim f 40 (nl. f 10 per week); 1 „ pl.m. f42 (nl. f500 per iaar); 1 „ f50; 1 „ f 50 a f 55 (gegarandeerd minimum, provisie inbegrepen); 1 zaak f55. Men mag dus het aanvangssalaris op gemiddeld pl.m. f35 per maand stellen. Het maximum bedraagt per maand in: 1 zaak f44 en een klein percentage van eigen verkoop op één artikel; 28 toeslag op ieder verkocht artikel. Soms wordt de „pré" alleen op bepaalde artikelen gegeven, bijv. oud of incourant goed, of bij uitverkoop. In ééne zaak, een JJaamlooze Vennootschap, krijgen de verkoopsters aandeel in de winst, nl. plm. 4 pCt. Enkele voorbeelden mogen den salaris-toestand te Amsterdam duidelijker toelichten. «. In een groote manufacturenhandel, volkszaak, waar het minimum per maand f 25 en het maximum f 80 bedraagt zonder provisie, verdient ééne verkoopster, lVs jaar in de zaak zijnde en 6 jaar in het vak, f55; een andere verkoopster, eveneens ,lVg jaar in de zaak, doch korter in het vak, f 35. b. In een dergelijke zaak, met f 35 als minimum en f60 als maximum-salaris, en een klein percentage (1 pCt.) in ééne afdeeling, verdient een verkoopster, 2 maanden in de zaak, 8 jaar in het vak, f 45; een andere, 6 jaar in de zaak, 14 jaar in het vak, f 60 c. In een derde groote volkszaak, in manufacturen, zijden stoffen, mode-artikelen van allerlei aard, met salarissen van f 30, f 60, f 70, f 75, zonder provisie, verdient een 23-jarige verkoopster, die 10 jaar in het vak is, f40. d. In een groote burgerlijke zaak in fournituren en mode-artikelen, met een minimum-salaris van f 37.50 en een maximum van f 60, verdient een verkoopster die 14 jaar in de zaak is, f 55; een andere, 16 jaar in het vak, f60; een derde, 5 jaar in het vak, f 42.50. e. In een volkszaak van dames-mode-artikelen van middelmatige grootte (aantal verkoopsters 12), met een minimum-salaris van f 25 en een maximum van f 44, terwijl van één artikel, nl. bont, 2 pCt.f provisie wordt gegeven, verdient één verkoopster, 13 jaar in de zaak, f 44. In het drukke seizoen werkt zij yrijwillig de vrije dagen (Zondagen, tot 6 uur) door, en ontvangt daarvoor f 20 in 't geheel. f. In een kleine burgerlijke zaak in kant, confectie enz., met een minimum-salaris van f 30 en een maximum van f 60, benevens een weinig beteekenend percentage van eigen verkoop, verdient een verkoopster die 4 jaar m het vak is, f 30. 29 g. In een groote burgerlijke zaak van confectie, lingerie enz., (aantal verkoopsters 24), met een minimumsalaris van f 20 en een maximum van f 80, benevens kosteloos middagmaal en een klein percentage van eigen verkoop, zijn de meest voorkomende salarissen f 35-f 46. Een verkoopster, 26 jaar in 't vak, 13 jaar in de zaak, verdient f 46. h. In een groote burgerlijke zaak van handschoenen enz., met een minimum-salaris van f 30, en een maximum volgens den patroon van plm. f 130, provisie inbegrepen, bedraagt volgens de verkoopsters het gemiddeld salaris van een goede kracht f 66. f. In een groote volkszaak van manufacturen enz., met een minimum-salaris van f 17.60 en een maximum van f 75, waar het internaat regel is, zijn de meest voorkomende salarissen f 20-f 30. Gewoonlijk klimt het salaris jaarlijks met f ü per maand. Eéne verkoopster, extern, oud 24 jaar, verdient er f 27.60; ééne verkoopster, intern, met 12dienstjaren, f62. j. In een vrij groot burgerlijk bedrijf met een hoofdmagazijn en 3 filialen, met een minimum-salaris van f25 en een maximum van f70, verdienen de tweede krachten f 25 a f 35, de eerste krachten f 60 a f 70, een niet hooge provisie, die als prikkel beschouwd wordt, inbegrepen. k. In een zéér groot burgerlijk bedrijf, met een minimum-salaris van f 25 en een maximum van f 75, waar waarschijnlijk het provisie-stelsel zal worden ingevoerd, verdient een verkoopster met een half jaar dienst f 35; een andere, eveneens met een half jaar dienst f 55; een met 2 jaar dienst f 45; een met 8 jaar dienst f 50; een met 10 jaar dienst f 65; een met 22 jaar dienst f 100. Deze laatste is chef-verkoopster. i. In een kleine deftige handschoenenzaak met een minimum-salaris van f 30 en een maximum van f60, verdient een verkoopster, 31/» jaar in de zaak, 15 jaar in het vak zijnde, f 57.60. m. In een groote deftige lingerie-en tricotage-zaak beginnen de leerlingen f 100 te verdienen; volwassen verkoopsters, met een minimum-salaris van f 500 's jaars, krijgen f 100 per jaar opslag, tot een maximum 30 R £ «r ^ verkoopster, lang in het vak, doch eerst 6 jaar m de zaak, verdient in een niet hooggesala rieerd rayon: dat van tricot-artikelen en kousen, f 900 n In een groote en deftige zaak van luxe-modeartikelen en artistieke toilet-benoddigdheden, metgegarandeerde minima van f 50-f 55, brovisie inbegrepen terwijl de chef-verkoopsters f 1200, f 1300 f2000 en meer verdienen, verdient een verkoopster met 1% jaar diens f 40 vast en 1 pCt. provisie; dat beteekent f t 7 S-Pei;-maand (dus f 55"f *); een verkoopster Z J<- dlenstJare?> eerste verkoopster (niet chef) in de costuum-afdeeling, f 90 per maand o. In een zeer groot en deftig bedrijf laantal verkoopsters ruim 100), waar de salarissen beginnen met f 30, doch oploopen tot f 250, f %0, en zelfs jaarsalarissen van f 4000, f 5000 voorkomen, verdient één AlTeïb5 /s jaar,in tzaak-18 jaar * 't ™k f 1500-f 1600; een andere, 12 jaar in de zaak, f 1200 f 1100 en f 400 a f 600 provisie. Wat het boetestelsel betreft - in 15 zaken wordt geen boete geheven. In 1 zaak heerscht wel een boetestelsel, doch het wordt zeer zelden toegepast. In 3 zaken, een kleine deftige zaak, een burgerlijk bedrijf en een middelmatig groote volkszaak, wordt 5 ets. boete geheven; in een groote deftige zaak 10 wVh. " tf^ahn& 26 f8- in 3 andere groote zaken <«>_cts.; altijd voor te laat komen De boete wordt besteed, naar ons gemeld werd, m l zaak voor een liefdadig doel; in 2 zaken „ten bate van het personeel", zonder nadere aanduiding? in 2 zaken ten bate van het ziekenfonds van het personeel; in 1 zaak ten bate van het pensioenfonds mIL nLi-PerSTeelj 2 Zaken werd °"s de b^temmmg niet medegedeeld. In geen enkele zaak wordt wegens de vacantie op het salaris gekort. °P In alle zaken gaat bij ziekte het salaris door; in 31 een groote volkszaak met de restrictie „gedurende eenige maanden"; in een groot deftig bedrijf gedurende ten hoogste 3 maanden; in een vrij groot burgerlijk bedrijf gedurende ten hoogste 2 a 3 maanden ; in een kleine deftige handschoenenzaak gedurende ten hoogste 6 weken; in een kleine burgerlijke zaak gedurende ten hoogste 14 dagen a 3 weken; in een groote burgerlijke zaak gedurende 14 dagen, soms langer, afhangend van geschiktheid en aantal dienstjaren. In een zeer groot bedrijf wordt verandering voorbereid ; in welken zin werd ons niet medegedeeld. In een groote deftige lingerie- en tricotage-zaak heeft tijdelijk een ander stelsel geheerscht: aftrek bij ziekte zonder, toeslag van de helft van het salaris bij ziekte mèt attest. Beide maatregelen zijn later ingetrokken. De eerste, omdat het doel: vermijding van 't vele „dagjes-ziekz^jn" werd bereikt; de tweede, omdat het aantal zieken onrustbarend toenam. Nu is de toestand: het gewone salaris wordt uitbetaald bij ziekte. Eén werkgever sprak de wenschehjkheid uit van wettelijk verplichte ziekte-verzekering. Te Rotterdam bedraagt het minimum-salaris per maand in : 1 zaak pl.m. f4 (nl. fl per week; voor leerlingen); 1 zaak f5 a f6 (voor leerlingen); 1 „ f6 ( „ „ ); 1 „ f 8.50 met kost en inwoning; 6 zaken f 10 (voor leerlingen); 1 zaak pl.m. f 13 (nl. f 3 per week ; voor leerlingen); 1 „ f 16 met kost en inwoning ; 1 „ f 17.50; 1 „ pl.m. f18 (nl. f4 per week); 6 zaken f 20 ; 1 „ f 25; 1 zaak f40; 1 „ f45; 1 „ f45 en een klein percentage van eigen verkoop; 1 zaak 150; 1 „ f 55. 32 In versoheiden, en daaronder de grootste zaken, werden omtrent het salaris geen inlichtingen verstrekt'. Het maximum-salaris per maand bedraagt in : 1 zaak f15; 1 I f20 (een drukke, deftige handschoenenzaak); 2 zaken f30; 1 zaak pl.m. f30 (nl. f350 's jaars) met kost en inwoning, geneeskundige bijstand en medicijnen1 zaak f35 a f40; 1 | f40; 1 „ pl.m. f42 (nl. f10 per week) met pré; 1 | & f45 (nl. f 10.50 per week); 2 zaken f45 (in ééne zaak is dit het salaris eener afdeelings-chef); 1 zaak pl.m. f 50 (nl. f 12 per week; dit verdient slechts ééne verkoopster; ééne verdient f 11, ééne f 9.50 ; het is een drakke middenstandszaak) ; 2 zaken f 50; 1 zaak f50 en pré tot pl.m. f5; 1 „ f 50 en een percentage van eigen verkoop ; 1 „ f50 en een percentage van eigen verkoop boven een bepaald bedrag (goede krachten halen f900-f 1000 per jaar); 1 zaak. pl.m. f 55; 1 „ f 60; 1 „ f 60 (alleen de „extra-goede" krachten) en pré : 1 „ f60 a f70; F ' 1 „ f 60 a f 75 ; 1 „ f 75, provisie inbegrepen ; 1 „ f 75 en pré; 1 „ f 80 en een tantième van de winst; 1 „ f 90 en een percentage van eigen verkoop: f 10 a f 12 (dit maximum verdient alleen de eerste verkoopster in de confectie-afdeeling ; de eerste verkoopster in de afdeeling „choses" : kleine artikelen, heeft een maximum van slechts f 45 vast salaris); 1 zaak f 100, provisie inbegrepen. Het treft ons, dat het maximum-salaris zooveel lager is dan te Amsterdam , zie blz. 27. Weliswaar hebben verscheiden zaken, en daaronder 33 juist de grootere, omtrent het salaris geen inlichtingen willen verstrekken, maar wij hebben geen reden om te veronderstellen, dat de salaris-regeling daar gunstiger zou zijn, dan in de zaken die wel inzage wilden geven in den salaris-toestand. Ook te Rotterdam wordt in de meeste zaken vast salaris verdiend. In 5 zaken wordt een percentage gegeven van eigen verkoop; in één daarvan alleen wanneer die een bepaald bedrag te boven gaat. In 4 zaken (misschien in meer) heerscht het z.g. pré-stelsel. In 1 groote deftige lingerie-zaak, waar ook overigens gunstige arbeidsvoorwaarden heerschen, en de salarissen wisselen tusschen f40 en f80, wordt een tantième van de winst uitgekeerd. In 9 zaken wordt boete geheven; meestal voor te laat komen; in ééne zaak wegens nalatigheid. De grootte werd slechts driemaal opgegeven. Ze bedraagt in ééne zaak 5, in ééne zaak 5 a 10, in ééne zaak 10 ets. De bestemming werd in 2 zaken niet medegedeeld. In 3 zaken wordt de pot eens per jaar onder het personeel verdeeld; in één zaak gaat het personeel er eens per jaar gezamenlijk voor uit; in 3 zaken wordt het geld gebruikt voor een liefdadig doel, in ééne zaak ten bate der blinden. In 2 zaken helt men tot invoering van een boetestelsel over. In geen enkele zaak wordt wegens de vacantie op het salaris gekort. Slechts omtrent 15 zaken is ons bekend, dat bij ziekte het salaris wordt doorbetaald; tweemaal met de toevoeging „mits niet te lang", in ééne zaak „tenminste een maand". In eene zaak met 42 interne verkoopkrachten wordt bij ziekte niet alleen het salaris doorbetaald maar ook vrij dokter en apotheker verstrekt. Wij veronderstellen, dat in de meeste, zoo niet in alle zaken, waar omtrent dit punt bij het onderzoek 37 waar de leerlingen mefc f 15 k f 20 beginneri, verdienen volgens de directrice de eerste verkoopsters, 25 a 30 in getal, f75 a f80; de chefs de rayons, 4 in getal, f 100-f 150. Soms is dat vast salaris; sommigen hebben provisie. Volgens de eerste verkoopsters zei ven verdienen dezen f 50 a f GO vast, terwijl de provisie f 6, f 10, f 12, f 15 per maand bedraagt. ' ƒ. In een groote deftige lingerie-zaak (aantal verkoopsters plm. 30), met een minimum-salaris van f 10 en een maximum van f 125, benevens een tantième van de winst, wordt meestal jaarlijks geregeld verhooging gegeven , en verdienen de vrouwelijke verkoopkrachten hetzelfde salaris als de mannelijke, hetgeen als een groote bijzonderheid moet worden beschouwd. g. In een groote zaak van confectie en modeartikelen (aantal verkoopsters 40 a 50) is het minimum-1 salaris plm. f 20, het maximum voor verkoopsters f 90, met provisie. Drie dames, hoofden van branches, verdienen f 1800-f 2400 's jaars, zonder provisie. Eéne verkoopster, hoofd van een niet hoog betalend rayon, verdient f 60 vast benevens 1 pCt. van den omzet der afdeeling, hetgeen f 60-f 6j per maand beloopt. De andere verkoopsters der afdeeling hebben alleen provisie van eigen verkoop, hetgeen f 10 a f 15 per maand bedraagt. h. Essayeuses : personen die de costuums enz. vóórpassen, verdienen soms f60, soms f40, soms f25. Boete wordt te 's-firavenhage slechts in 5 zaken geheven, en wel in 2 zaken 10 ets. voor te laat komen; in 1 zaak volgens den patroon 25, volgens de verkoopsters 10 ets. voor te laat komen en nalatigheid; in 1 zaak 10 a 20 ets. voor nalatigheid ; in 1 zaak 10 a 25 ets. voor te laat komen. De gelden worden in 3 zaken gebruikt voor een liefdadig doel; in 1 zaak eens per jaar onder het personeel verdeeld; in 1 zaak gebruikt tot steun van het verkooppersoneel bij ziekte. In 2 der 5 zaken wordt de boete bijna nooit geheven. 38 Nergens wordt op het salaris gekort wegens vacantie In ééne zaak wordt juist voor de vacantie een kleine gratificatie gegeven. HM Doorbetaling bij ziekte is regel. Iu 1 zaak wordials het lang duurt de helft gekort. In 2 zaken wera wegens het schromelijke misbruik dat men ei van maakte mhouding van salaris bij ziekte ingevoerd toeSpast626 maatr6gel biJ werke^ke ziekte niet wordt aJ* Zafk hehhT ude verk°opsters den dokter vrij doch zijn dan verplicht, zich door den geneeskundige van de zaak te laten behandelen. ^ Te Alkmaar is ons alleen bekend, dat in een bloeiende hrf J{. garmturekn' japonstoffen, handschoenen, enz het salaris zich beweegt tusschen f6.50 en f9 per week (dus pl.m. f 28-pl.m. f48 per maand), benevens een tantième van den omzet; terwijl in eet S middelmatig groote confectie-zaak van dames boven' kleederen met meer gegoede clientèle, de bekwaamste interne verkoopsters f6 per week (dus pl.m f 26 ™ maand) verdienen, benevens provisie van eigen verkoop SoeveTvnn Y°T\°?k d°°r de externen ^oten! SroptegreneZenhet ™* bedraagt> wordt doSetaaTrn > *" laatste zaak ™*« bij ziekte Van de andere verkoopsters te Alkmaar is ons daaromtrent niets bekend. Boete wordt nergens geheven. Te Hoorn bedraagt het minimum-salaris per maand in: 1 "woning?" fl? (DL f2°° .P« en 1 zaak f20; 1 ,, pl.m f 42 (nl. f500 per jaar) en een percentage van eigen verkoop ; F 1 zaak f 50. 39 Het maximum per maand bedraagt in: 1 zaak pl.m. ƒ 23 (nl. f 275 p. jaar) met kost eninwoning; 1 „ f 40; 1 „ f50 (nl. f 600 per jaar) en een percentage van eigen verkoop. Omtrent de 4e zaak werd alleen het minimum : f 50, opgegeven. Slechts in 1 zaak, de deftigste , wordt het vaste salaris van f 600-f 600 per jaar met een percentage van eigen verkoop verhoogd. Boete wordt in 2 'zaken geheven : in de ééne 10 ets. wegens het vergeten van boodschappen ; in de andere werd noch het bedrag, noch de reden van heffing opgegeven. Omtrent de bestemming werd niets gemeld. In een -3e zaak helt men tot het instellen van boete over. Twee zaken verstrekten omtrent al of niet doorbetaling by ziekte geen inlichting. In de beide andere zaken wordt doorbetaald, doch in één dier beide sinds Januari 1915 de eerste 5 dagen het salaris ingehoudèn. In de andere zaak, waar de verkoopsters intern zijn, hebben zij kostelobze geneeskundige behandeling, doch bij een ziekte van ernstigen aard wordt met 3 maanden de betrekking opgezegd. Te Dordrecht bedraagt het minimum salaris per maand in : 1 zaak f3 (voor externe leerlingen); (voor internen f 20 en provisie van eigen verkoop, hetgeen f 12 a f 16 kan bedragen); 1 zaak pl.m. f4 (nl. fl per week, voor leerlingen); 2 zaken f 5 (voor leerlingen); 1 zaak f 5 en pró (voor externe leerlingen en internen); 1 zaak pl.m. f 6 a pl.m. f9 (nl. f 1.50 a f2 per week) met brood en thee (voor leerlingen); (pl.m. f 11, nl. f2.50 per week, met vollen kost voor volwassen verkoopsters) ; 2 zaken pl.m. f 8.50 (nl. f 100 per jaar) met kost en inwoning; 40 1 arSelen10 " ^ ™ 1 pCt- a 2 PCt- ™> e°kele i Taken ^ ^ ,M° ^ -ek) met den kost; 1 zaak f 15 en een percentage van eigen verkoon • 1 „ Pl.m. f20 (nï. f4.50 per week); P' 1 " ïoT som,?feen met kost en inwoning; •i' tnJn ■ ( , per jaar)' sommigen met kost en inwoning en pré; 1 zaak f30, pré inbegrepen gegeve?616 ^ geen minin™a'aris op- 1 ^et maximum-salaris per maand bedraagt in: 1 zaak p].m. f 13 (nl. f3 per week) met den kost; * i. ,i flö (nl. f3.50 per week) ,. J 1 » n f 17 (nl. f4 „ )•" " " ' § a f VIS bedragen^ ^ ^ ™k°°* die i fö;f21 (nl"f5'per week) en avondet^; 1 „ f25, sommigen met kost en inwoning, en oré1„ pl.m. f 26 (nl. f6 per week); P ' 1 » „f28 (nl. f6.50 „ f' inwoning; ^ (nL f36° pCr Jaar)'met kost en 3 zaken f30; '«tikele^611 ^ 1 pCt, a 2 pCt, van enkele lzaak fBO externen; f35 internen, benevens een CbXreigen verkoop> ***** f 12 a "« 1 LtoningT" * k5° (al" f 400 Per *** ™* kost en 1 zaak f 37.601 (nl f 450 per jaar) metkost en inwoning; 1 „ pl.m. f42 (nl. f600 per jaar,), pré inbegrepen 1 " f 80 6n 6611 percentaëe van eigen verkoop ; 41 van f 75 of hooger; 18 daarentegen van minder, dikwijls veel minder, dan f50. In 2 der zaken waar het maximum boven f 50 stijgt, geldt dit alleen voor de internen. In slechts 3 zaken wordt een percentage van eigen verkoop gegeven, bedragend volgens den patroon eenmaal f2 a f 3, eenmaal f 12 a f 16. In drie andere zaken (misschien in meer) heerscht het z. g. pré-stelsel. Enkele voorbeelden mogen den salaris-toestand te Dordrecht duidelijker toelichten. a. In een groote zaak van manufacturen, fijne lingerie enz., met een werkdag van 11 a 12 uur, is het minimum-salaris f 15; het maximum f 30 per maand, zonder provisie. o. iii een middelmatig groote volkszaak van manufacturen, wollen en katoenen ondergoed enz., waarde arbeidsduur 12 uur bedraagt, terwijl — daar de rustpoozen in den winkel worden doorgebracht — de verkoopster iederen werkdag (want ook vrije avonden worden niet gegeven) 14 uren in de winkelruimte vertoeft, bedraagt het salaris f l-f6 per week, zonder provisie. c. In een middelmatig groote volkszaak van gebreide wollen en katoenen ondergoederen enz., met een arbeidsdag van 11a li1/» uur, zonder vrjjen avond, bedraagt het salaris voor leerlingen f 1.50 a f 2 per week met brood en thee; voor volleerde verkoopsters f 2.50 a f 3 per week met den kost. Provisie wordt niet gegeven. Alleen die meisjes worden aangenomen, die voldaan hebben aan een licht examen in rekenen en schrijven ! d. In een middelmatig groote corsettenzaak werken de verkoopsters 10 uur per dag voor f 17.50 in de maand, verhoogd met een klein percentage van eigen verkoop, dat f 2la f 3 kan bedragen. e. In een deftige corsettenzaak wordt lOVs uur per dag gewerkt, zonder vrijen avond, tegen f 4 per week zonder provisie; d. i. tegen 6 ets. per uur. f. In een kleine zaak van heeren-confectie, dames tricot en wollen ondergoederen verdienen de verkoop- 42 sters bij een arbeidsdag van 12i/2 nur, terwijl 14 uren per dag m de winkelruimte worden doorgebracht, géén vrije avond wordt gegeven, en „nu en dan een daff vacantie', van f5 tot f30 per maand zonder provisie g. in een kleine volkszaak van manufacturen en tricot-ondergoederen verdienen de verkoopsters bit een werkdag van 11 Vs uur zonder vrijen avond f5i per maand, zonder provisie. Het komt ons voor dat deze voorbeelden voor zichzelf spreken. Boete wordt in Dordrecht niet geheven. Bij ziekte wordt doorbetaald; in 1 zaak met de doeld f h"m„itS-nif t6 ^ang",; in 1 ^ak(dezaak be? ™»t l J' z'eb?ven) niet llet „geheele" salaris ; in fhST ■• 6n de mterne verko°Psters dokter en apotheker vrij; m 1 zaak zijn ze tegen ziekte verzekerd. Te Amersfoort werd slechts van 4 zaken het salaris opgegeven, dat bedraagt per week in een volkswinkel f2.60-f6; „ „ eerste klas confectiezaak f 2.50-f 9 • „ „ volkswinkel f3-f 12, en provisie; ' " verkoo tandZaak f 9"f 10 eD 1/4 °/o van den Tot maandsalarissen herleid, haalt alleen de 3e zaak een maximum van f50. In 2 der 4 zaken wordt provisie gegeven. hpf°!=?o^0rdt o?£heven- In den volkswinkel met het salaris van f 2.50-f 6 per week, moeten de ver- k?TS=e1'8-' ile ï?k de kas houden' biJ'Passen ^ 's avonds de kas niet uitkomt. nietemgemeldal °f ^ doorbetali^ b« «S» wordt Te Enschedé bedraagt het minimum-salaris per maand in : " 1 zaak f 10 (voor externen), f25 (voor internen); van f7feooYf3ypTjCr)eneentantième 43 ] zaak f30; 1 „ f 35. Van 4 zaken werd het maximum-salaris ; van 1 zaak, de grootste, werd het salaris in 't geheel niet opgegeven. Het maximum-salaris bedraagt per maand in : 1 zaak f 15 (nl. f180 per jaar) mèt, of pl.m. f26 (nl. f 6 per week) zonder kost en inwoning; 1 zaak. f 15 (nl. f180 per jaar) mèt, of f40, zonder kost en inwoning; 2 zaken f 25 (in ééne met kost en inwoning); 1 zaak pl.m. f 27 (nl. 325 per jaar) zonder, of pl-.m. f 30 (ni. f 350 per jaar) met kost en inwoning; 1 zaak pl.m. f30 (nl. f7 per week); 1 „ f 50 ; 1 „ f50 en een tantième van f 75-f200 a f 300 per jaar. In 4 zaken bedraagt dus het maximum-salaris, indien kost en inwoning op f30 worden geschat, f50 of iets meer. In één dezer zaken geldt dit alleen voor de interne. Slechts in één zaak wordt een tantième gegeven. Enkele voorbeelden mogen den salaris-toestand te Enschedé nader toelichten. a. Iu een zaak van witte goederen , blouses enz. , verdient de eenige verkoopster met een arbeidsduur van lOVs uur, 's Maandags en Zaterdags van 11 Vs a 12Vs uur, f 25 per maand zonder provisie; dat beteekent nog geen 9 cent per uur. b. In een zaak van. linnen , katoen, gordijnen, wiegen, zeilen enz., verdient de eenige verkoopster bij een arbeidsdag in naam van H Vs uur, doch inderdaad veel langer, daar na sluiting der zaak, om 9 uur , moet worden doorgewerkt tot alle werk klaar is, terwijl noch vrije avonden noch vacantie gegeven wordt, f 7 per week zonder provisie. Na de mobilisatie is dit bedrag verminderd — met hoeveel wordt niet gemeld — en nog niet weder verhoogd. De werkzaamheden zijn intusschen verzwaard, aangezien de knecht onder de wapenen HOOFDSTUK V. Klachten der werkneemster. Tot ons leedwezen kon in verscheiden zaken niet met de verkoopsters gesproken worden; in enkele andere bleef de werkgever bij het onderhoud tegenwoordig ; en over 't algemeen blijkt bij deze categorie van „arbeidsters" een groote, volkomen verklaarbare schroom te bestaan om — tegenover dan toch geheel vreeinden en onvoorbereid — met grieven en wenschen voor den dag te komen. Soms werd de één of andere wensch eerst na herhaald aandringen der enqnêtrice tot uiting gebracht. Het volgende vormt dus slechts een zeer verkleind beeld van hetgeen er in werkelijkheid in het gemoed der verkoopsters voor klachten en verlangens wonen. In 2 deftige confectie- en maatzaken wordt het tusschen 12 en 2 uur nooit naar huis gaan, waardoor nagenoeg niet van de buitenlucht kan worden geprofiteerd, als sterk bezwaar gevoeld. In een drukke confectiezaak wenscht het personeel voor de vroege ploeg, die dienst heeft van 8Vs tot 7 uur met Vs uur pauze voor koffiedrinken,'s middags nog een kwartiertje1 voor een kopje thee en een oogenblik rust. De middag-werktijd wordt als te lang beschouwd. Verzoek om verandering (rust bij beurten) mocht niet baten. In een zeer groot bedrijf wordt er over geklaagd, dat het sluitingsuur: 9, Zaterdags 11 uur, niet zuiver gehouden wordt. In 2 zaken wordt een kortere arbeidsdag gewenscht; in de eene loopt die nu van 9 tot 10, Zaterdags 10Vg ; in de andere van 8 tot 10, Zaterdags 11 uur. Ook in een derde zaak wordt de werkdag te lang en vermoeiend geacht: van 8Vs tot 9, Zaterdags lOVs uur, met l1/» uur voor middagmaal thuis en Vs uur voor koffiedrinken, terwijl geen vrije avond wordt gegeven (dus arbeidsdagen van lOVs, Zaterdags 12 uur.) In 6 zaken (waar de arbeidstaak eindigt resp. om 59 een breuk hier opgedaan (het is het meisje, dat o. a. cocosmatten en tapijten moet takelen), benevens dikke voeten en platvoeten. Het langdurige staan op de steenen vloer, 's winters in een onverwarmde winkelruimte, heeft bovendien nog andere, specifiek vrouwelijke kwalen in het leven geroepen. In een derde zaak verklaart de verkoopster, ofschoon zeer tevreden over de behandeling van den patroon , dat de arbeid „afbeulend" is. „Men heeft totaal niets aan zjjn leven en de gezondheid heeft ontzaggelijk te lijden". Het grootste gedeelte van haar salaris: f 35 tot dusver, nu juist f 40 geworden, gaat weg aan versterkende middelen. Déze verkoopster klaagt in hoofdzaak over zenuwzwakte en menstruatie-stoórnissen. Twee verkoopsters te Enschedé zeggen, onafhankelijk van elkander (en hoevelen denken het zonder er uiting aan te geven !) i „Het lijkt zoo mooi, het werk van winkeljuffrouw; maar het is geen leven. Ik zou het ieder afraden Nooit zullen mijn kinderen het mogen worden " 64 ^TJV°nder de bedrij'en - enkele gevallen waar slachtoffers moeten vallen uitgezonderd - noemenswaard te belemmeren. Zulk een wet zal dan niet, gelijk wij het de Arbeidswet zoo dikwijls door belanghebbenden hoorden verwijten de sporen dragen van te zijn „uitgebroed m het studeervertrek". "georoea Vooral niet, wanneer het in waarheid wordt een wet op den verkoop-arbeid, en niet: een wet ter „bescherming" van de jeugdige en vrouwelijke verkoopkracht. In de eerste plaats toch ware dat even onbillijk jegens, als onverstandig ten opzichte van den mannelijken verkooper, die, al moge de vorm waarin ze zich vertoont somtijds een andere zijn, evenzeer schade irjat m zijn gestel door overmatigen arbeidsduur, langdurig; staan, en onhygiënische toestanden in de raimte waarin hij zijn arbeid verricht; schade die oók hij m zijn hoedanigheid van aanstaand vader, on ziin nakomelingschap kan overbrengen. En in dè tweede plaats zou dan de fout herhaald worden die, naast met te loochenen goeds, onze Arbeidswet aankleeft • andermaal zouden van hooger hand „beschermde" vrouwen worden broodeloos gemaakt, doordat zij wèl haar volwassen mannelijke collega's niet, tot lastige en onvoordeelige arbeidskrachten werden gedoemd Wegens het veelvormige verschil tnsschen indüstneieen en verkooparbeid komt het ons ook overigens wenschehjk voor, deze materie niet in de algemeene Arbeidswet te verwerken, maar in een afzonderlijke wet, althans een afzonderlijke novelle fce regelen. ' Moge een ontwerp dienaangaande binnen niet te langen tijd ons Departement van Landbouw, Nijverheid en Handel verlaten! Dat ook de salarieering dringend verbetering behoeft, daarvan levert ons Hoofdstuk II overvloedige bewijzen. Naast een aantal goede, en enkele voortreffelijke salarissen , zien wij een menigte andere dikwijls juist in bloeiende bedrijven, waar de belooning' 66 van toepassing op vier industrieën, nl. heerenkleeding en gros, doozemnakerij, kantwerkerij en kettingsmederij. De Board of Trade kan haar over andere industrieën uitstrekken onder nadere goedkeuring van het parlement. ' Zij is sinds dien over naar wij meenen 5 nieuwe industrieën uitgebreid : het lingerie-vak, het borduurvak, de arbeid in blikwarenfabrieken, in suikerwerkfabrieken en de conserveering van vruchten. „Voor de onder de wet gebrachte industrieën stelt de Board of Trade trade boards in, bestaande uit door de regeering benoemde leden en uit een gelijk aantal vertegenwoordigers van de werkgevers en van de arbeiders. Deze trade board s hebben voor hun bedrijf minimum-tijdloonen en minimum-stukloonen vast te stellen, die óf voor het geheele bedrijf óf voor een bepaald onderdeel er van, óf voor bepaalde categorieën van arbeiders, óf voor een bepaalde streek zullen gelden. Een ontwerp-loonregeling wordt gepubliceerd en 3 maanden lang bestaat gelegenheid bezwaren in te brengen. Zes maanden na de openbaarmaking bekrachtigt de regeering het tarief of verdaagt haar besluit, welke verdaging na zes maanden op verzoek van den trade board door een definitief besluit kan worden vervangen. De Board of Trade kan ook tot wederopzegging een algemeene order uitvaardigen , dat alle besluiten der looncommissies rechtskracht hebben. Voor het niet uitbetalen van een rechtsgeldig minimumloon wordt de werkgever gestraft met boeten tot f 240 en bij recidive met f 60 per dag. De looncommissie kan voor minderwaardige arbeiders vrijstellingen verleenen. Over de uitwerking valt na den korten duur sedert de invoering nog niet ten volle te oordeelen, maar tot dusverre is tegenover de groote verbetering, (*) die voor de arbeiders door de wet gebracht is, nog geen nadeel voor de ondernemers of voor de natie aantoonbaar." Ook Frankrijk heeft sinds enkele jaren een wet, waarbij voor thuiswerksters in de kleediug-industrie (*) Voorbeelden van loon verbetering vindt men in het Verslag, genoemd in de noot op blz. 65. 67 loonminima worden vastgesteld; in Oostenrijk werd reeds eenmaal een ontwerp van dezelfde strekking ingediend, en in tenminste enkele der Staten van N.Amerika schijnen wettelijke bepalingen van dien aard te bestaan. Waar ten onzent invoering van het instituut der looncommissiën met warmte bepleit werd door de NederlandscheVereeniging voor wettelijke bescherming der Arbeiders, met de bedoeling, de allerergste misstanden in de huisindustrie uit den weg te ruimen op de eenige manier die afdoende hulp kan bieden, daar spreken wij onzerzijds thans de wenschelijkheid uit, dat een „Minimumloon-Wet" — welke niet al te lang op zich moge laten wachten — hare zegenrijke werking niet tot de huisindustrie-arbeiders of tot de arbeiders in de nijverheid in 't algemeen zal beperken , maar ze ook zal uitstrekken over het verkooppersoneel in magazijnen en winkels. Het spreekt vanzelf, dat ook wanneer de grofste misbruiken van hooger hand zullen zijn opgeheven , nog tal van aangelegenheden overblijven , die door geen enkele wet ooit te regelen zijn , terwijl ze toch voor het leven der betrokkenen dikwijls groote beteekenis kunnen hebben. Ongetwijfeld zijn er zaken — wij namen er met voldoening kennis van — waar zooveel wederzijdsche welwillendheid heerscht, dat wenschen, beleefdelijk door het personeel kenbaar gemaakt, door den patroon overwogen en indien eenigszins mogelijk bevredigd worden. Doch een dergelijke gezindheid treft men in de kringen dezer belanghebbende partijen al evenmin algemeen of zelfs maar veelvuldig aan, als elders in het gemeenschapsleven. Gewoonlijk wordt alleen datgene geschonken dat zoo noodig zou kunnen worden afgedwongen. En aldus blijft vakorganisatie ook hier het aangewezen middel om rechtmatige verlangens ingewilligd te krijgen. De verkoopsters in de door ons onderzochte branches INHOUD. Voorwoord ..... g I. De duur van den arbeid ... 8 II. De belooning van den arbeid ... 26 III. Overige arbeidsvoorwaarden ... 45 IV. Werkzaamheden der verkoopster. Ontwikkeling der verkoopster ... 51 V. Klachten der werkneemster . . 56 VI. Verbetering der arbeidsvoorwaarden . . 60 VII. Verhooging der vakbekwaamheid . . 69 Slotwoord rja