Prijs: Veertig cent. 925 Het stelsel der Evenredige Vertegenwoordiging voor de praktijk bewerkt, DOOR H.. W. J. PRIEM S, leeraar in de Wis- en Natuurkunde aan de H. B. S. en Voorzitter van de Vrijzinnige Kiesvereeniging TE KAMPEN. E Met toegevoegde lijst, aangevende de provinciale Kieskringen, de daartoe behoorende gemeenten en de gemeente waar het hoofdstembureau is gevestigd. 29 T.ADS BOEK- EN COURANTDRUKKERIJ KANTOOR: HOFSTRAAT, KAMPEN. Het stelsel der Evenredige Vertegenwoordiging voor de praktijk bewerkt, DOOR H. W. J. PR I EMS, leeraar in de Wis- en Natuurkunde aan de H. B. S. en Voorzitter van de Vrijzinnige Kiesvereeniging TE KAMPEN. STADS BOEK- EN COURANTDRUKKERIJ KANTOOR : HOFSTRAAT, KAMPEN. INLEIDING. Deze brochure is geschreven met de bedoeling een handleiding te geven voor ieder, die zich op de hoogte wil stellen van het stelsel der Evenredige Vertegenwoordiging, dat bii aanneming der Grondwetsherziening zal gebruikt worden om de leden der Tweede Kamer, der Provinciale Staten en der Gemeenteraden te verkiezen. In de eerste 6 paragrafen van Hoofdstuk Iwordtaande hand van eenige uitgewerkte voorbeelden een zoo volledig mogelijk overzicht gegeven van het geheele verloop eener Kamerverkiezing. De beteekenis van eenige belangrijke hoofdpunten van het stelsel wordt in § 7 en § 8 nader uiteengezet. Hiermee hadden we de taak, die we ons bij de bewerking van dit geschrift stelden als afgedaan kunnen beschouwen, tenminste wat betreft de Kamerverkiezingen. Maar we hebben gemeend ook de uit de voorafgaande beschouwingen afgeleide voorschriften praktisch te moeten toepassen, op gevaar af van in deze onvolledig te blijven. Die toepassing is te vinden in § 9. De slotparagraaf van het eerste Hoofdstuk is hoofdzakelijk gewijd aan de o. i. zoo noodzakelijke samenwerking tusschen de drie vrijzinnige partijen. De behandeling der verkiezingen voor de Provinciale Staten en Gemeenteraden in Hootdstuk II en III kon zeer kort zijn, omdat deze verkiezingen alleen in enkele opzichten verschillen van de uitvoerig behandelde Kamerverkiezing. HOOFDSTUK I. De Verkiezingen voor de Tweede Kamer. § 1. Indeeling van het land: Het geheele land wordt verdeeld in 18 kieskringen. De volgende tabel vermeldt de uitgebreidheid van iederen kieskring ; de gemeenten, behoorende tot de daarin genoemde Provinciale kieskringen, zijn te vinden in de tabel aan het slot dezer brochure. Uitgebreidheid der Rijks-Kieskringen Hoofdstembureau I. De Provinciale kieskringen I, II, IV, V en VI van N. Brabant 's-Hertogenbosch II. De Provinciale kieskringen III, VII, VIII en IX van N. Brabant Tilburg. III. De Provinciale kieskringen I—V van Gelderland Arnhem. IV. „ „ „ VI—X „ „ Nijmegen. V. De gemeente Rotterdam (zond. Hoek v. Holland) Rotterdam. VI. „ „ 's Gravenhage .... 's-Gravenhage. VII. De Provinciale kieskringen III en IV van Z.-Holland Leiden. VIII. De Provinciale kieskringen V, VI en VII van Z.-Holland Dordrecht IX. De gemeente Amsterdam Amsterdam. X. De Provinciale kieskringen II, III en IV van N.-Holland Den Helder. XI. De Provinciale kieskringen V, VI en VII van N.-Holland Haarlem. XII. De Provincie Zeeland Middelburg. XIII. „ „ Utrecht Utrecht. XIV. „ „ Friesland Leeuwarden. XV. „ „ Overijssel Zwolle. XVI. „ „ Groningen Groningen. XVII. „ „ Drenthe Assen. XV1I1 „ „ Limburg Maastricht. § 2 Stembureau's: Te 's Gravenhage wordt een Centraal Stembureau gevestigd, bestaande uit 5 leden en 3 plaatsvervangende leden. Deze worden bij Kon. Besl. voor den tijd van 4 jaar benoemd. 6 Ook voorzitter en onder-voorzitter worden bij Kon. Besl. aangewezen. Dit Centraal Stembureau ontvangt bij iedere stemming de uitkomsten van de stemmingen, gehouden in de verschillende kieskringen, en stelt den uitslag der verkiezing vast, op een wijze, als nader zal worden aangegeven. Ook bij vacatures door bedanken of overlijden bepaalt het Centr. Stemb. met behulp van de laatst gehouden stemming, wie de opengevallen plaats zal innemen. In de plaatsen, in § 1 achter iederen kieskring vermeld, wordt een hoofdstembureau gevestigd. Dit bestaat uit den Burgemeester van de genoemde plaats als voorzitter en nog 4 andere leden, die evenals de 3 plaatsvervangende leden bij Kon. Besl. voor den tijd van 4 jaar worden benoemd. Iedere kieskring wordt door den Minister van Binnenlandsche Zaken verdeeld in stemdistricten, met in den regel niet meer dan 1000 kiezers; in iedere gemeente minstens één stemdistrict. Samenvoeging van deelen van verschillende gemeenten in 1 stemdistrict is niet geoorloofd. De 4 leden van het stembureau in ieder stemdistrict worden met de 3 plaatsvervangende leden door den Raad der gemeente, waarin het district ligt, benoemd voor den tijd van één jaar. Is er in een gemeente maar 1 district, dan worden de leden van het stembureau gekozen uit de leden van den Raad. § 3. Candidaatstelling: Den voorlaatsten Dinsdag in Mei van het jaar, waarin de leden der Tweede Kamer periodiek aftreden, vindt de candidaatstelling plaats. Op dien dag kunnen van 's morgens 9 tot 's middags 4 uur bij den voorzitter van het hoofdstembureau in iederen kieskring lijsten van candidaten worden ingeleverd.Deze lijsten mogen hoogstens 10 namen van candidaten bevatten en moeten geteekend zijn door minstens 25 kiezers uit den kieskring. Geen candidaat mag op meerdere lijsten in denzelfden kieskring voorkomen. Evenmin mag een kiezer meerdere lijsten onderteekenen. De toestand wordt dus zóó, dat op dien voorlaatsten Dinsdag in Mei in de hoofdplaatsen van alle 18 kieskringen lijsten van candidaten worden ingeleverd, die door de verschillende hoofdstembureau's worden onderzocht. Deze hebben de bevoegdheid lijsten ongeldig te verklaren, namen van candidaten of onderteekenaars te schrappen, indien niet volgens de voorschriften is gehandeld. Van de besluiten der hoofdstembureau's staat beroep bij Gedeputeerden open. Volgens de betreffende wetsartikelen moeten de besluiten der hoofdstembureau's, het beroep op en de beslissingen van Gedeputeerden binnen 4 weken afgeloopen zijn. 7 De hoofdstembureau's nummeren de geldige lijsten en zenden ze daarna onmiddellijk aan het. Centraal Stembureau. De nummers der lijsten worden door de hoofdstembureau's door een loting vastgesteld. Aangezien in bijna alle 18 kieskringen alle politieke partijen en in sommige ook nog wel zelfstandige groepen van kiezers candidatenlijsten zullen inleveren, is het vermoeden gewettigd, dat het Centraal Stembureau bij een Kamerverkiezing een 150 lijsten van candidaten zal ontvangen, verondersteld, dat de 7 politieke fracties, die de Kamer thans telt, blijven bestaan en ze alle afzonderlijke lijsten indienen. Het maximum van 10 namen per lijst zal op menige lijst voorkomen, want niet alleen dienen deze candidaten voor de aan de orde gestelde verkiezing, maar gedurende de geheele volgende 4-jarige periode wordt nog bij voorkomende vacatures uit deze lijsten geput. Het Centraal Stembureau publiceert de candidatenlijsten in de Staatscourant kieskringsgewijze en met vermelding van de bovengenoemde nummers. Verder worden in iedere gemeente alle lijsten van den kieskring, waartoe de gemeente behoort, aangeplakt. § 4. De Stemming: Binnen 45 dagen na de candidaatstelling geschiedt de stemming. Minstens 3 dagen voor den stemmings-dag ontvangt ieder kiezer van den Burgemeester zijner gemeente een stemkaart. Op deze stemkaart staan alle lijsten van candidaten aangegeven, over wie in den kieskring moet worden gestemd. Alle lijsten zijn voorzien van haar nummer en in de volgorde dezer nummers worden de lijsten op de stemkaart geplaatst, die verder een oproeping bevat om op den stemmings-dag in een daarvoor aangewezen lokaal te komen stemmen. Bij de wet wordt nu voor het vervolg aan de kiezers tevens de plicht opgelegd, om aan deze oproeping gehoor te geven. Verschijnt een kiezer niet, dan ontvangt hij van den Burgemeester zijner woonplaats een uitnoodiging zich deswege te verantwoorden. Kan hij geen geldige reden van verhindering opgeven, dan wordt hij gerechtelijk vervolgd en gestraft met een berisping of een geldboete van ten hoogste f 3, die bij herhaling tot f 10 kan stijgen. Op den stemmings-dag wordt aan ieder kiezer door het stembureau een stembiljet overhandigd. Dit moet de lijsten van candidaten bevatten, over wie in den kieskring gestemd wordt, in dezelfde volgorde en voorzien van dezelfde nummers als op de stemkaart. In menigen kieskring zullen 8 op het stembiljet een tiental lijsten voorkomen, ieder van 2 tot 10 namen bevattende. Voor iederen naam staat een zwart hokje met in het midden een witte stip. Door het groote aantal namen ziet het stembiljet er veel ingewikkelder uit dan vroeger; de bewerking, die ieder kiezer zijn biljet moet doen ondergaan, is even eenvoudig gebleven: Hij maakt het witte puntje zwart voor den naam van den door hem gewenschten candidaat. Ook voor den onontwikkelden kiezer behoeft het groot aantal namen geen aanleiding te zijn tot verwarring. De nummers boven de lijsten kunnen de handwijzers zijn, die den kiezer brengen op den weg, van vroeger al bekend. Ieder kiezer zal in 't vervolg behalve den naam van den candidaat zijner keuze ook het nummer van de lijst moeten kennen, waarop die candidaat voorkomt. Kent hij dit nummer, en daarvoor zal de propaganda zijner partij wel zorgen, dan spelen zich op het stembureau in het stemhokje deze twee bedrijven af: Hij gaat de nummers langs tot hij zijn nummer vindt en daarop volgt het van ouds bekende bedrijf : het zoeken van zjjn candidaat in de lijst. In onderstaand model van een stembiljet zijn de namen der candidaten vervangen door de letters A, B, enz. Op den candidaat B5, dus den 2en candidaat der 5e lijst is een geldige stem uitgebracht. 1 1 2 I 3 1 4 | 5 1 6 1 7 ~T6 ~ Naam Naam Naam Naam Naam Naam Naam Naam Ob^Bd^ ~I»Zl£ZlDriKII~ BEi Ie, He, Be, fïV | BH. Bk, Q Ka HL i| ~~ ö 1- I [ | I ( | | | \M\^e. | 9 Op overeenkomstige wijze als tot nu toe geschiedde, worden na sluiting van de stembus de stembiljetten geopend door den voorzitter van het stembureau en aanteekening gehouden van alle uitgebrachte stemmen. Terstond nadat dit is afgeloopen, maakt de voorzitter van het stembureau ten aanzien van iedere lijst bekend zoowel het aantal der op iederen candidaat uitgebrachte stemmen als het gezamenlijk aantal uitgebrachte stemmen. Zoo spoedig mogelijk worden nu door het jongste lid van alle stembureau's in een kieskring de processen-verbaal der stemming met de verzegelde pakketten naar den voorzitter van het hoofdstembureau gebracht. Door de uitgestrektheid van de kieskringen gaat hiermee nog al wat tijd verloren en de hoofdstembureau's der verschillende kieskringen houden den volgenden middag om 2 uur een zitting ter bepaling van de aantallen stemmen op de verschillende candidaten in den kieskring uitgebracht. (Door den Commissaris der provincie kan deze zitting uitgesteld worden tot uiterlijk den derden dag na de stemming). De uitkomsten worden gepubliceerd en zoo spoedig mogelijk ter kennis gebracht van het Centraal Stembureau, dat nu terstond na ontvangst van alle uitkomsten der kieskringen een zitting houdt tot het vaststellen van den uitslag der verkiezing. De officieele einduitslag eener verkiezing zal in het gunstigste geval wel niet eerder dan in den loop van den tweeden dag, volgende op den stemmings-dag bekend kunnen zijn. § 5. Bepaling van den uitslag eener verkiezing: Als de berichten van alle hoofdstembureau's zijn ingekomen, heeft het Centraal Stembureau dus voor zich alle ± 150 lijsten met namen van candidaten en daarachter de door deze candidaten behaalde stemmen. De som van de aantallen stemmen, die de verschillende candidaten van eenzelfde lijst hebben behaald, wordt genoemd het stemcijfer van de lijst. Voor we nu verder kunnen gaan, dienen eerst twee gewichtige wetsbepalingen vermeld te worden en wel: 1°. Indien in verschillende kieskringen lijsten zijn ingeleverd waarop dezelfde candidaten, in gelijk getal en in dezelfde volgorde gerangschikt, zijn geplaatst, gelden deze gelijkluidende lijsten voor de vaststelling van den uitslag der verkiezing als ééne lijst. Het Centraal Stembureau telt van deze gelijkluidende lijsten te zamen de stemcijfers en de aantallen op iederen candidaat uitgebrachte stemmen. 10 2°. Bij de inlevering van een candidatenlijst kunnen de onderteekenaars schriftelijk een gemachtigde en diens plaatsvervanger aanwijzen, bevoegd tot het zoogenaamd „verbinden eener lijst. Binnen 7 dagen na den dag, waarop de lijsten door het Centraal Stembureau in de Staatscourant zijn openbaar gemaakt, kunnen de gemachtigden der onderteekenaars van de lijsten deze tot een groep verbinden door een daartoe strekkende gemeenschappélijke verklaring, schriftelijk bij het Centraal Stembureau in te leveren. Dezelfde lijst kan niet deel uitmaken van meer dan één lijstengroep. Het Centraal Stembureau publiceert welke lijsten tot een groep zijn verbonden. Het resultaat van deze verbinding is, dat ter bepaling van het aantal plaatsen, toe te kennen aan lijsten, die tot een groep zijn verbonden, de groep wordt beschouwd als ééne lijst met een stemcijfer gelijk aan de som der stemcijfers van de lijsten, waaruit zij bestaat. Daar uit het volgende nog nader zal blijken, dat de verbinding van lijsten tot groepen, nooit nadeel, maar dikwijls voordeel oplevert, kunnen we als vaststaande aannemen, dat iedere politieke partij al hare lijsten tot een groep zal verbinden. Om ook alle gelijkluidende lijsten in de groep opgenomen te krijgen, is het noodig, dat bovenbedoelde verklaring ook voor alle gelijkluidende lijsten wordt ingediend. Het eerste werk van het Centraal Stembureau is nu, de som van de stemcijfers van alle lijsten te bepalen, dat is dus het totaal aantal stemmen, dat in het geheele land is uitgebracht. Laten we onderstellen, dat bij een bepaalde verkiezing voor de Tweede Kamer 1.000.000 stemmen zijn uitgebracht Daar er 100 afgevaardigden moeten gekozen worden, volgt uit het evenredigheidsbeginsel, dat het recht tot het innemen van een dezer 100 zetels verkregen wordt door een aantal stemmen, gelijk aan het honderdste deel van het totaal aantal uitgebrachte stemmen. Dit getal is in ons geval 10000; het draagt den naam van kiesdeeler. Ook zal het duidelijk zijn, dat een partij, die een aantal stemmen uitbrengt, dat gelijk is aan 7 maal dezen kiesdeeler, recht heeft op 7 zetels. Brachten alle partijen aantallen stemmen uit, die geheele veelvouden van den kiesdeeler bleken te zijn, dan was de verdeeling van de 100 zetels al zeer eenvoudig. Juist doordat dit nooit het geval is, wordt de zaak wat ingewikkelder. In de eerste plaats bepaalt het Centraal Stembureau nu, hoe' de 100 plaatsen over de verschillende partijen worden verdeeld, of m. a. w. hoeveel 11 plaatsen toegewezen moeten worden aan de groepen van lijsten en de verdere lijsten, die niet met andere zijn verbonden. Is dit gebeurd, dan wordt uitgemaakt, hoe de aan een groep toegekende plaatsen weer worden verdeeld over de tot die groep behoorende lijsten, terwijl in de derde plaats dan nog moet vastgesteld worden, welke candidaten gekozen zijn op de lijsten, die 1 of meer plaatsen hebben verkregen. Om duidelijk te maken, hoe de eerste verdeeling geschiedt, moge de volgende tabel dienst doen: I Stemcijfer I l0^'^!! schot. 3 8>J i I ~~ Lijstengroep I 289344 = 28 X 10000 4- 9344 29 II 172700 = 17 X 10000 + 2700 17 III 28520 = 2 x 10000 -f- 8520 3 IV 150000 = 15 X 10000 + 0 15 V 223150 = 22 X 10000 + 3150 23 VI 113070 = 11 x 10000 + 3070 11 Lijst A. 18332 = 1 X 10000 -f 8332 2 „ B. 4884 = 0 X 10000 -J- 4884 0 I t I | Totaal: | 1000000 — 96.X 10000 +1 40000 | 100 We stellen ons dus voor, dat alle lijsten behooren tot 6 groepen en dat er bovendien twee lijsten zijn, A en B, lijst A b. v. door een kleine politieke partij gelijkluidend in verschillende kieskringen ingediend, lijst B ingeleverd door een zelfstandige groep kiezers, die hunne bijzondere belangen door een eigen candidaat in de Kamer wenschten verdedigd te zien. Vooreerst wordt nu aan iedere groep of lijst evenzoovele malen, een der plaatsen toegekend als de kiesdeeler is begrepen in het stemcijfer der groep of lijst. Dat wil dus zeggen, dat groep I 28 plaatsen krijgt, omdat de kiesdeeler 10000 28 maal is begrepen in het stemcijfer van de groep. In de tabel is te zien, dat op deze wijze aan de 6 groepen en 2 lijsten in 't geheel 96 plaatsen worden toegekend. De nog overblijvende 4 plaatsen worden nu toegewezen aan de lijsten, die de groo# overschotten hebben. Uit de tabel/ is het duidelijk dat onder die overschotten verstaan worden de resten, die de stemcijfers overlaten bij deeling door den kiesdeeler. Groep I met het grootste overschot krijgt het 12 eerst één der overgebleven plaatsen, daarna groep III en lijst A. Op lijst A volgt lijst B met een overschot van 4884. Toch krijgt lijst B de laatste overblijvende plaats niet, omdat deze lijst een stemcijfer heeft, dat beneden 50 „ van den kiesdeeler is gebleven. Alle lijsten, die beneden den halven kiesdeeler, dat is dus hier beneden 5000 blijven met haar stemcijfer, deelen bij deze tweede toewijzing van plaatsen niet mee. Wanneer deze lijsten nog voor een plaats in aanmerking kunnen komen, zal spoedig blijken. De 4e plaats krijgt dus groep 5. De tweede verdeeling van de aan een groep toegekende plaatsen over de lijsten van die groep, geschiedt op soortgelijke wijze als de eerste verdeeling. We lichten dit toe met de volgende tabel, waarin van groep V de lijsten zijn aangegeven, waaruit deze groep bestaat. Groep V verkreeg 23 plaatsen. Daarom wordt nu het stemcijfer der groep gedeeld door 23. Het quotiënt 9700 is nu de kiesdeeler. LIJSTENGROEP V. Aantal Stemcijfer. Overschot, toegekende plaatsen. I Lijst 1. 77250 = 7 X 9700 4- 9350 9 „ 2. 67000 = 6 x 9700 4- 8800 7 „ 3. 65442 = 6 X 9700 -f 7240 7 „ 4. 4800 - 0 X 9700 + 4800 0 „ 5. 4413 = 0 x 9700 + 4413 0 „ 6. 4245 — 0 x 9700 4 4245 0 I 223150 = ! 19 X 9700 I + 38850 23 Evenzoovele malen, als de kiesdeeler is begrepen in het stemcijfer eener lijst, wordt weer aan die lijst eene der plaatsen toegekend. Zoo krijgt lijst 1 al 7 plaatsen, lijst 2 en lijst 3 elk 6 plaatsen, samen 19 plaatsen. Er blijven nu van de te verdeelen 23 zetels nog 4 over. Deze worden weer toegekend aan de lijsten met het grootste overschot, f terwijl de lijsten met stemcijfer lager dan 50 % van den ƒ kiesdeeler, dat is hier dus lager dan 4/50, niet in aanmerking komen. Alleen de eerste 3 lijsten komen dus in aanmerking voor een der overblijvende plaatsten. Hebben deze er elk ééne gekregen, dan blijft er nog 1 over. Deze wordt gegeven aan die lijst, die het grootste overschot opleverde bij deeling door den kiesdeeler, d. i. dus lijst 1, terwijl de 13 lijsten met stemcijfer lager dan de helft van den kiesdeeler nog steeds niet in aanmerking komen. Deze laatste lijsten kunnen wel in aanmerking komen voor een plaats, doch alleen, wanneer aan alle lijsten met stemcijfer, meer dan de helft van den kiesdeeler (of juist gelijk aan deze helft), twee maal een overblijvende plaats is toegekend. Hierbij dient nog opgemerkt, dat een lijst met overschot 0 wel degelijk meedeelt. Dit overschot 0 wordt dan als het kleinste overschot gerekend, zoodat eerst ook een lijst met overschot 0 twee maal een overblijvende plaats moet verkrijgen, voordat men overgaat tot de lijsten met stemcijfer beneden 50 % van den kiesdeeler. Hebben 2 lijsten gelijk overschot en kan slechts een van beide voor een overblijvende plaats in aanmerking komen, dan beslist het lot, welke lijst die plaats verkrijgt. Deze regels gelden zoowel voor deze verdeeling van het aan een lijstengroep toegekend aantal plaatsen over de groep als ook voor de te voren besproken eerste verdeeling van de 100 zetels. Er blijkt wel uit dat een lijst met stemcijfer lager dan de helft van den kiesdeeler alleen bij hooge uitzondering een plaats zal verkrijgen. We zijn nu gekomen tot de bespreking van de wijze, waarop bepaald wordt, wie der candidaten eener lijst gekozen worden verklaard. Aan de hand van de hieronder volgende lijst 3 van groep V zullen we dit uiteenzetten. Naam van den Behaalde L . -, Wettelijk Candidaat. Stemmen. 0verschot- Stemmen- aantal. Brinker. . . 15800 6100 9700 gekozen. Jansen ... 8462 9700 van Zeben. . 12625 2925 9700 Mooy ... 10050 350 9700 Bijl . . . . 2417 9700 Duinker . . 4340 5194 „ van der Haar 2860 2860 Post. ... 6028 6028 Willemsen. . 320 320 de Lange . . 2540 2540 I I I I Stemcijfer: | 65442 9375 j 65442 14 Aan deze lijst waren 7 plaatsen toegekend. Volgens het hierop betrekking hebbende wetsartikel zijn gekozen de candidaten der lijst, die het aantal stemmen hebben verkregen gelijk aan den kiesdeeler, die is gebezigd tot toekenning van de plaatsen aan die lijst. Die kiesdeeler is voor deze lijst en voor alle lijsten van de lijstengroep V 9700. De candidaten Brinker, van Zeben en Mooy zijn dus gekozen. Ze hebben zelfs een aantal stemmen grooter dan de kiesdeeler. Nu worden de stemmen, die deze candidaten boven het aan den kiesdeeler gelijke aantal stemmen hebben, overgedragen op de andere candidaten der lijst. In ons voorbeeld zijn 9375 stemmen over te dragen. Van dit aantal worden er eerst aan den het hoogst in de lijst geplaatsten candidaat met minder dan 9700 stemmen, dat is hier Jansen, zooveel gegeven dat diens stemmenaantal juist 9700 bedraagt. Nu er nog stemmen overblijven, wordt het stemmenaantal van Bijl op 9700 gebracht. De daarna nog resteerende 854 stemmen worden gevoegd bij die van den volgende: Duinker. Onder de aantallen stemmen, die de canüdaten hebben verkregen, verstaat de wet de getallen, die in de voorlaatste kolom zijn geplaatst. lansen en Bijl zijn dan ook gekozen. De nu nog resteerende 2 plaatsen worden verkregen door de twee overblijvende candidaten, die de meeste stemmen hebben; dat zijn dus Post en Duinker. Hadden Duinker en de Lange toevallig een gelijk aantal stemmen, dan zou de volgorde der lijst beslissen en dan toch Duinker gekozen zijn. Eenzelfde candidaat kan op verschillende lijsten voorkomen, mits deze lijsten maar in verschillende kieskringen zijn ingediend. Eenzelfde candidaat kan dus ook op twee of meer lijsten gekozen worden. Is dit het geval, dan geldt hij als gekozen op de lijst, die het lot aanwijst. Op de andere lijsten wordt zijn naam bij de bepaling, wie der candidaten gekozen zijn, buiten rekening gelaten. Was dus b. v. Mooy ook op een andere lijst gekozen en had het lot uitgewezen, dat hij op die andere lijst voor gekozen gold, dan werd zijn naam nu hier geschrapt en zou van der Haar gekozen zijn, omdat hij in stemmenaantal volgt op den in de laatste plaats gekozen verklaarden candidaat Post. Was deze ook al reeds op één andere lijst gekozen, dan zou zijn naam nu op onze lijst buiten rekening gelaten worden en de Lange gekozen zijn. Zoo zou het kunnen gebeuren, dat de lijst uitgeput raakte, zelfs te kort schoot. Het is trouwens niet ondenkbaar, dat bij de verdeeling der plaatsen aan een lijst meer plaatsen worden toegekend, dan 15 er namen van candidaten op voorkomen. De overschietende plaatsen worden dan,'indien de lijst met één andere is verbonden, gegeven aan deze lijst. Is de lijst met meerdere andere verbonden, dan worden de overblijvende plaatsen aan de andere lijsten der groep toegekend door voortzetting van de berekening, die wordt toegepast bij het verdeelen van de plaatsen eener groep over de afzonderlijke lijsten. Slaan we weer even onze lijstengroep V op, dan zou, indien lijst 3 minder dan 7 namen bevat, b. v. 6, nu lijst 2 er nog een plaats bij krijgen, omdat lijst 1 het laatst bij tweede toewijzing een plaats verkreeg en het overschot van lijst 2 volgt op dat van lijst 1. Indien dit geval zich voordeed met een niet verbonden lijst, zooals in ons eerste voorbeeld lijst A, dan was deze overschietende plaats in ons geval toegekend aan groep VI door voortzetting der berekening, toegepast bij de le verdeeling der 100 plaatsen. Op lijst 3 komen candidaten voor met meer dan 9700 stemmen, waardoor overdracht van stemmen plaats vond. Wanneer dit niet het geval is en geen der candidaten een aantal stemmen heeft verkregen, gelijk aan den kiesdeeler, dan zijn, ter vervulling van de aan die lijst toegekende plaatsen, diegenen van de candidaten der lijst gekozen, die de meeste stemmen hebben verkregen, waarbij bij gelijk aantal stemmen weer de volgorde der lijst beslist. § 6. Tusschentijdsche vacatures : Wanneer op de wijze, als in de vorige § is uiteengezet, door het Centraal Stembureau de uitslag eener stemming is vastgesteld, worden de candidaten der verschillende lijsten, die niet gekozen zijn, gerangschikt volgens het door ieder van hen verkregen aantal stemmen. Bij deze rangschikking worden de candidaten met gelijk aantal stemmen .in de volgorde der candidatenlijst geplaatst. Candidaten, die geen enkele stem verkregen, komen dan natuurlijk onderaan te staan weer in de volgorde der candidatenlijst. Deze zóó opgemaakte lijsten worden bij alle voorkomende vacatures gebruikt. Van iedere vacature krijgt het Centraal Stembureau bericht en in een zitting van dit lichaam wordt benoemd verklaard de candidaat, die voorkomt op de lijst, waarop het uitvallend lid is gekozen en die volgens de zooeven aangegeven volgorde voor benoeming in aanmerking komt. Van de door ons behandelde lijst 3 van groep V zou de volgorde zijn: 1 van der Haar; 2 de Lange; 8 Willemsen. Wanneer een der gekozenen zijn benoeming niet aanneemt of naderhand bedankt, wordt van der Haar gekozen verklaard. 16 Wanneer de lijst uitgeput is, wordt een openvallende plaats op dezelfde wijze als aan het slot van de vorige § is uitgelegd, toegekend aan één der met deze verbonden lijsten. § 7- De beteekenis van het „verbinden" van lijsten en van het indienen van „gelijkluidende" lijsten. Is in de vorige paragrafen met behulp van eenige voorbeelden een zoo volledig mogelijke paraphrase geleverd van de wettelijke bepalingen, we willen nu laten zien, welk voordeel gelegen is, vooreerst in 't verbinden van lijsten tot een groep. Om dit te laten zien, kan weer lijstengroep V ons als voorbeeld strekken. Wanneer de 6 lijsten, die samen de groep vormen, niet verbonden waren, dan zouden de stemcijfers dezer lijsten bij de eerste verdeeling der 100 zetels gedeeld zijn door den kiesdeeler 10000. Om het gemakkelijk overzicht te verkrijgen, vermelden we hier nog even de stemcijfers der 6 lijsten: Vooreerst zouden nu de aantallen stemmen der lijsten 4,5 en 6 met stemcijfer beneden 50% van den kiesdeeler meteen totaal van 4800 -f 4413 + 4245 = 13458 stemmen geheel waardeloos zijn (de hooge uitzondering, dat een dergelijke lijst een plaats verkrijgt, kunnen we gerust buiten beschouwing laten). Verder zouden nu de lijsten 1, 2 en 3 in eerste instantie 7, 6 en 6, dus samen 19 plaatsen verkrijgen en dan overschotten aanwijzen van 7250, 7000, 5442 stemmen. Door de verbinding tot een groep verkreeg groep V in eerste instantie 22 plaatsen en vertoonde toen nog een overschot van 3150 stemmen. Al krijgen nu de lijsten 1, 2 en 3 bij de toewijzing in tweede instantie van de overblijvende plaatsen er elk nog één bij, dan hebben de 6 lijsten in totaal 22 plaatsen gekregen terwijl groep V er thans 23 verkreeg. Wanneer wij de 6 lijsten plaatsen in het voorbeeld -van pag. 11 in plaats van groep V, dan blijken ze werkelijk elk een der overblijvende plaatsen te verkrijgen. Het is niet ondenkbaar dat door toewijzing in 3e instantie van nog overgebleven plaatsen één der 3 lijsten nog 1 plaats meer verkreeg, zoodat dus de verbinding geen winst van een zetel opleverde, maar lijst 1. lijst 2. lijst 3. lijst 4. lijst 5. lijst 6. 77250 67000 65442 4800 4413 4245 17 uit 't voorgaande zal wel duidelijk zijn geworden, dat er kans is op voordeel. De verbinding tot een groep geeft dus deze twee voordeden : le. Stemmen, uitgebracht op een lijst, die een stemmenaantal krijgt minder dan de halve kiesdeeler, zijn niet waardeloos. 2e. De overschotten der verschillende lijsten worden samengeteld en de heele groep heeft maar 1 overschot, terwijl anders iedere lijst een overschot heeft. Hierdoor krijgt de groep bij wat we genoemd hebben de toewijzing in le instantie (bij deeling door den kiesdeeler) meer plaatsen dan de lijsten samen. De toewijzing in tweede instantie (aan de grootste overschotten) blijft altijd eenigszins afhankelijk van het toeval. Het behoeft dan ook geen nader betoog, dat iedere politieke partij al hare lijsten in het geheele land tot 1 groep zal doen verbinden. Om de beteekenis van het indienen van „gelijkluidende" lijsten te doen inzien, kiezen we lijst A met stemcijfer 18332. We willen onderstellen, dat deze lijst in 8 verschillende kieskringen is ingediend en dat op deze lijst 4 namen voorkomen. In het volgende overzicht zijn de stemmen-aantallen opgegeven, die iedere candidaat behaalde in de kieskringen, waarvan de nummers boven de kolommen staan. In de laatste kolom staan de totale stemmen-aantallen, die iedere candidaat in de 8 kieskringen samen behaalde. I II III IV V VI VII VIII Peters. . . 1717 820 612 5231285 2851535 514 7291 v. d.Nagell 5351343 323 70 17 330 409 3 3030 Bordo. . . 1681099 400 1581723 556 /o6 135 5045 Wallien. . 2058 202 89 390 65 18 144 2966 242053201537 840 34151236 2768 769 18332 2 18 Geen der candidaten behaalde een stemmenaantal grootef of gelijk aan den kiesdeeler 10000, (zie de bepaling voor den te gebruiken kiesdeeler op pag. li), dus zijn de twee candidaten met de grootste stemmenaantallen: Peters en Bordo, gekozen. Een beschouwing van de aantallen stemmen, die de candidaten in de verschillende kieskringen behaalden, leert, dat de meeningen der kiezers over deze candidaten verdeeld zijn. Nemen we eens aan, dat in de verschillende kieskringen geen overeenstemming omtrent de volgorde der candidaten was verkregen, en iedere kieskring met een andere lijst was uitgekomen, doordat b. v. in I Wallien was weggelaten, in II de volgorde was Wallien, van derNagell, Bordo, Peters, enz. Gemakshalve onderstellen we, dat in de 8 kieskringen dezelfde aantallen stemmen worden uitgebracht op de verschillende candidaten, als in bovenstaand schema is aangegeven. Werden deze 8 lijsten dan niet tot een groep vereenigd, dan zou alleen de lijst in II méér stemmen hebben verkregen dan de halve kiesdeeler en dus in aanmerking kunnen komen voor een plaats. Waren de 8 lijsten verbonden tot een groep, dan zouden aan deze groep ook twee plaatsen zijn toegekend. Bij de verdeeling van deze twee plaatsen over de lijsten van de groep zouden ze beide moeten toegekend worden aan de lijst in II, omdat alleen deze een stemmenaantal heeft boven 50 % van den kiesdeeler, dus boven —— = 9166. Op deze lijst zouden dan Wallien en van der Nagell gekozen zijn. De laatste kolom doet zien, dat deze beide candidaten op alle lijsten samen juist het kleinste aantal stemmen hebben. Alleen de toevallige omstandigheid, dat zij de meest gewilde candidaten waren in den kieskring met het voor hun partij grootst aantal stemmen, deed hen gekozen worden. Door een dergelijken uitslag zou met reden niemand bevredigd worden. Waren de lijsten in de 8 kieskringen met verschillende namen ingediend, dan blijft zich het genoemde bezwaar, al is het dan in mindere mate voordoen. Door het indienen van gelijkluidende lijsten kan een partij nooit meer plaatsen verkrijgen, maar kan wel voorkomen worden, dat candidaten gekozen worden op een gering aantal stemmen, terwijl candidaten met aanzienlijk meer stemmen niet gekozen worden. Behoort dus de kleine partij, die lijst A inleverde, deze in haar welbegrepen eigenbelang gelijkluidend in te dienen in alle kieskringen, waar zij stemmen verwacht, ook grootere partijen, welker lijsten, tot groepen verbonden, tesamen veel meer 19 stemmen behaalden, behooren wel degelijk te overwegen, of zij, en zoo ja, in welke kieskringen, gelijkluidende lijsten zullen inleveren. Vooral, wanneer een partij in een bepaalden kieskring slechts weinig stemmen verwacht, zal zij er voor hebben te waken, dat hier geen zelfstandige lijst wordt ingediend, maar veel liever in combinatie met naburige kieskringen dezelfde lijst. Wanneer toch die zelfstandige lijst blijft beneden 50 % van den kiesdeeler, dan wordt op deze lijst geen candidaat gekozen. Door verbinding met andere lijsten tot een groep komen de stemmen ten goede aan die andere lijsten, maar het zal o. i. juist op de verspreid wonende partijgenooten in een dergelijken kieskring een teleurstellenden indruk maken, dat hunne candidaten evenmin kans hebben gekozen te worden als vroeger. Het meer verwijderde effect, dat hunne stemmen gehad hebben op de vertegenwoordiging der partij, kan hun worden voorgerekend, maar spreekt niet tot den onontwikkelde. Stemmen de kiezers in een dergelijken kieskring op een, in meerdere kieskringen gelijkluidend ingediende lijst, waarop eenige candidaten gekozen worden, dan zien zij den invloed van hun stem meer tastbaar voor zich. Bij het opmaken van de tabel, aangevende de 6 lijsten van groep V, hebben wij ons om deze reden en ook om redenen, die in de volgende § nader zullen uiteengezet worden, voorgesteld, dat tenminste de eerste 3 lijsten in verschillende kieskringen gelijkluidend zijn ingediend en dat die lijsten juist hierdoor tot haar groot stemcijfer zijn gekomen. § 8. De beteekenis van de volgorde der lijsten. Op onze lijst 3 van groep V hadden 3 candidaten een aantal stemmen grooter dan de kiesdeeler. Samen leverden de door deze candidaten behaalde stemmen een overschot van 6100 + 2925 + 350 = 9375. In ons voorbeeld kreeg Jansen 2238 van deze stemmen, waardoor zijn stemmenaantal 9700 werd. Denken we ons het geval, dat Jansen weinig of geen stemmen had behaald, dan zou zijn stemmenaantal door de overdracht toch zoozeer zijn gestegen, dat hij gekozen was verklaard. Trouwens op onze lijst werd Bijl gekozen, hoewel hij minder stemmen behaalde dan de niet gekozenen: van der Haar en de Lange. Hieruit blijkt de beteekenis van de volgorde: Door de overdracht van stemmen hebben de hoogste nummers der lijst meer kans gekozen te worden dan de lagere nummers- Dit verschil wordt des te grooter, naarmate een lijst grooter stemcijfer heeft, doordat dan uit den aard der zaak meerstemmen moeten worden overgedragen. Bij een kleiner stemcijfer zal zich vaker het geval voordoen, dat geen der candidaten meer stemmen heeft dan 20 de kiesdeeler, dus dat geen stemmenoverdracht plaats vindt en de candidaten met de meeste stemmen gekozen worden. De stemmen van 6100 kiezers, die op Brinker stemden, worden, zonder dat hun daarvoor nader toestemming|wordt gevraagd, overgedragen op Jansen en via Jansen op Bijl. Maar door het indienen van de candidatenlijst in deze volgorde hebben de kiezers die meewerkten tot de candidaatstelling te voren aan deze handeling hun sanctie verleend. Hebben de hoogste nummers van de lijst ontegenzeggelijk de grootste kans gekozen te worden, ook een der candidaten onder aan de lijst kan zeer goed gekozen worden. Had Post 2000 stemmen minder, de Lange 2000 meer, dan was de Lange met 4544 stemmen gekozen. Een aantal kiezers, minder dan de helft van den kiesdeeler, kunnen op deze lijst dus een willekeurigen candidaat doen verkiezen. Dat wil dus zeggen, dat op deze lijst, waaraan 7 plaatsen werden toegekend, een aantal kiezers, minder dan Vu van het totaal der stemmen uitbrengende, hun candidaat in de Kamer brengen, onverschillig de plaats, die hij op de lijst inneemt. Deze positieve macht is voor hen van meer beteekenis dan dat zij de negatieve macht missen oin te voorkomen, dat de hoogste nummers worden gekozen. Uit het voorgaande kan geen regel afgeleid worden omtrent het aantal stemmen, benoodigd om op een bepaalde lijst een candidaat, zij het dan ook in de laatste plaats, te doen verkiezen. Daartoe hangt dit stemmenaantal te veel ook van het toeval af. Is een lijst bij de toewijzing van de plaatsen in tweede instantie gelukkig geweest, dan is dit aantal geringer dan wanneer die lijst toevallig ongelukkig is geweest. Wel kunnen we nog deze opmerking maken, dat het bedoelde aantal stemmen kleiner zal zijn, naarmate het aantal namen op de lijst het aantal aan de lijst toegewezen plaatsen meer overtreft. Hier kunnen we terugkomen op de aan het slot van de vorige § gestelde vraag omtrent het verdere verschil tusschen gelijkluidende en verschillende lijsten, wanneer de stemcijfers dier lijsten grooter zijn dan in het voorbeeld der vorige §. We stellen daartoe deze vraag: Welk verschil treedt er op, wanneer we ons voorstellen dat lijst 3 van groep V gelijkluidend is ingediend in 3 kieskringen en daardoor tot haar groot stemcijfer is gekomen, öf wanneer we ons deze zelfde lijst gesplitst denken in 3 verschillende lijsten ? We nemen hierbij aan, dat de som van de stemcijfers der 3 lijsten dezelfde is als het stemcijfer der eene lijst en verder dat de 3 lijsten met de overige uit de andere kieskringen weer worden verbonden tot groep V, zoodat het totaal aantal plaatsen der groep niet verandert. Wel kan 21 hierdoor het aantal plaatsen aan deze 3 lijsten samen 1 minder worden dan tevoren voor de ééne lijst is bepaald, maar dit is van weinig beteekenis, omdat hierdoor de geheele partij-vertegenwoordiging niet verzwakt wordt. Op de drie lijsten zullen samen waarschijnlijk meer namen van candidaten voorkomen, dan op de eene groote lijst. Levert een kieskring een zelfstandige lijst in, dan zal ze daarop ook de, laten we ze noemen, reserve-candidaten willen plaatsen, noodig voor een onverhoopt gunstigen uilslag en voor tusschentijdsche vacatures. Op de eene lijst stonden 10 namen, op de 3 samen stellig 12, zoo niet 14 of 15. Bij de dikwijls moeilijke keuze van geschikte candidaten een bezwaar. De namen der candidaten op de drie lijsten zullen wel niet alle verschillend zijn, een enkele candidaat zal op de 3 lijsten voorkomen, sommigen op 2. Voorzoover deze candidaten behooren tot hen, die veel stemmen op zich vereenigen en op 1 of meerdere lijsten gekozen worden, levert dit geen enkel bezwaar op. Staat evenwel een candidaat onder aan de 3 lijsten, dan kan zich zeer goed het geval voordoen, dat hij op geen der lijsten wordt gekozen, doch op de lijsten samen een vrij groot aantal stemmen behaalt, misschien meer dan de kiesdeeler. Een dergelijke uitkomst is niet bevredigend. Om een ander en belangrijker verschil te doen uitkomen, geven we hier nog een mogelijke figuur van de 3 lijsten, waarin de namen der candidaten door letters zijn vervangen. KIESDEELER VOOR DE 3 LUSTEN: 9700. 2 plaatsen. I 2 plaatsen. 3 plaatsen. A, 11700 gek. A, 7000 gek. A3 12700 gek. B, 2000 B, 3000 B3 8000 gek. C, 2789 C, 5000 gek. Cs 500 D, 2956 D, 2175 D3 1237 E, 4385 gek. E3 2000 gek. E 23830 17175 24437 * ^ t \ L_ ! ï 65442 22 Door in Groep V lijst 3 door deze lijsten te vervangen, vinden we, dat aan de eerste twee elk twee plaatsen en aan de derde 3 plaatsen worden toegekend. De middelste lijst geeft geen aanleiding tot bijzondere opmerkingen, de le en de laatste daarentegen wel. De 2 plaatsen van de le lijst worden toegekend aan A, en E,. De 2000 stemmen, die A, boven den kiesdeeler heeft verkregen, verhoogen het stemmenaantal van B. slechts tot 4000. De 3 plaatsen der 3e lijst worden toegewezen aan A,, B, en Eg. Op beide lijsten werd dus de laatste candidaat gekozen, op de 3e lijst waren daar zelfs maar 2000 stemmen voor noodig. Hieruit blijkt, dat bij het indienen van 3 verschillende lijsten kleine minderheden 3 maal de gelegenheid krijgen een candidaat te verkiezen, dien de meerderheid blijkens het indienen der candidatenlijst lang niet in de eerste plaats wilde in aanmerking zien komen. Nog bedenkelijker is het, dat daardoor niet gekozen worden de candidaten, die de meerderheid daarvoor in de eerste plaats bestemde. Uit het bovenstaande mag o. i. de conclusie getrokken worden, dat het wenschelijk is, in zooveel kieskringen een gelijkluidende lijst in te dienen, dat daardoor op die lijst een 5-tal candidaten kunnen gekozen worden. § 9. De taak der politieke partijen vóór de candidaatstelling. In het volgende willen we de vraag nader onder de oogen zien, hoe de verschillende politieke partijen aan hare candidatenlijsten moeten komen en welke regels bij het opmaken dier lijsten moeten worden in acht genomen. Vooreerst dient een partij tijdig een eenigszins nauwkeurige schatting te kunnen maken omtrent het aantal stemmen, dat ze in iederen kieskring kan verwachten, om in verband daarmee te kunnen bepalen op hoeveel candidaten in het gunstigste geval mag gerekend worden. Waar we gelijktijdig te maken krijgen met 3 nieuwe instituten: evenredige vertegenwoordiging, stemplicht en algemeen mannen-kiesrecht en nu ook de stemmen gaan meetellen uit streken, waar vroeger nooit aan propaganda werdt gedacht, daar zal het duidelijk zijn, dat een dergelijke schatting niet zoo eenvoudig is te doen. Propaganda en organisatie zoo vroeg mogelijk en nu door het geheele land is een noodzakelijke eisch. Weet men zoo ongeveer het aantal voor iederen kieskring benoodigde candidaten, dan is het o. i. noodig, dat wordt uitgemaakt, welke kieskringen een zelfstandige lijst zullen indienen en welke kieskringen met een gelijkluidende 23 lijst zullen uitkotnen.Uit de in vorige § uitgewerkte voorbeelden is duidelijk gebleken, dat het noodzakelijk is, in al die kieskringen, waar een stemmenaantal is te verwachten kleiner dan de kiesdeeler, met een gelijkluidende lijst te komen en verder, dat het zeer wenschelijk is, in zóóveel kieskringen gelijkluidende lijsten in te dienen, dat met eenigen grond verwacht mag worden, dat op iedere lijst een 5-tal candidaten worden gekozen. Wanneer een partij als de Liberale Unie aan deze voorwaarde zou willen voldoen, dan zou slechts een enkele kieskring een zelfstandige lijst moeten inleveren. Wil de Vrijz. Dem. partij naar dit voorschrift handelen, dan zal ze in het geheele land met zeker niet meer dan 2, misschien maar met 1 lijst moeten uitkomen. O. i. is dit een zaak, die ieder partijbestuur moet regelen en wij kunnen er geen enkel bezwaar in zien, dat een bestuur aan de leden der partij bindend voorschrijft welke deelen van het land, al zijn die deelen dan ook soms vrij groot, zich met elkaar te verstaan hebben, omtrent de door hen te stellen candidaten. Maar dit alleen op voorwaarde, dat, zoodra deze kwestie is geregeld, aan de leden dier partij de grootst mogelijke vrijheid wordt gegeven omtrent de namen der door hen te stellen candidaten en de volgorde, waarin zij worden geplaatst. Hoe iedere partij door hare leden in een kieskring of in een combinatie van 2 of meer kieskringen zal laten uitmaken, welke candidaten op de lijsten worden geplaatst en in welke volgorde, is een zaak van interne regeling, die verschillende partijen wel verschillend zullen behandelen. We willen deze zaak hier dan ook zeer in 't algemeen beschouwen. Waar bij de E. V. ook de verspreide stemmen van waarde zijn, zal wel iedere partij meer dan tot nu toe behalve hare afdeelingen, algemeene of personeele leden aan zich trachten te binden Bij de candidaatstelling zullen dan zoowel de afdeelingen als deze algemeene leden hun meening moeten kunnen kenbaar maken. De candidaatstelling zal in twee phasen moeten verloopen : Het opmaken van een groslijst en het aanwijzen van de definitieve candidaten. De eerste phase biedt weinig moeilijkheden : geven èn afdeelingen èn algemeene leden de door hen gewenschte candidaten op, dan is o. i. de groslijst spoedig opgemaakt. Maar nu het tweede gedeelte. We hopen, dat de politieke organisaties nu of later zoo krachtig worden, dat het mogelijk zal blijken, aan ieder lid der partij voor deze definitieve candidaatstelling een stembiljet thuis te sturen, waarop hij zooveel namen (tot het gestelde maximum der lijst) plaatst, 24 als hij wil en in een zoodanige volgorde als hem het meest gewenscht voorkomt. Uit deze stembiljetten kan op vrij eenvoudige wijze door het bestuur van de kringorganisatie opgemaakt worden, welke candidaten de kiezers op de lijst wenschen te plaatsen en in welke volgorde. Maar hoezeer we er pok van overtuigd zijn, dat een dergelijke stemming indien ze gelukte, d. w. z. indien werkelijk het grootste deel der partijgenooten er aan deelnam, de meest betrouwbare gegevens zou verschaffen, zoo wip vreezen toch, dat de meeste partijen te veel politiek-onontwikkelden onder hare leden tellen, om deze handelwijze reeds nu te durven aanbevelen. Bij de meeste partijen zal deze definitieve candidaatstelling wel moeten plaats vinden door een stemming onder de afgevaardigden van hare afdeelingen en hare algemeene leden. Deze stemming moet evenwel de waarborgen bieden, dat de meeningen der kiezers tot uiting zijn gekomen. Waar bij het indienen van lijsten van de grootte als boven is aangegeven, althans de eerste candidaten der lijsten vrijwel zeker zijn gekozen te zullen worden, daar hebben de kiezers het recht te bepalen, wie deze plaatsen zullen innemen. Dit sluit niet uit, dat weer aan de partijbesturen moet overgelaten worden een, soms noodzakelijke, revisie, die we ons denken in het geval, dat ondanks gegeven advies, op de lijsten der verschillende kieskringen te veel gelijke namen voorkomen. Herhaaldelijk treft men in de couranten-artikelen omtrent E. V. de opmerking aan dat bij dit stelsel aan de besturen der partijen een zoo groote macht wordt toegekend. Zij zouden namelijk in de praktijk bepalen, wie de bevoorrechte plaatsen op de lijst zullen innemen. Dat mag en dat behoeft ook niet en wel geen enkel partijbestuur zou op een dergelijke macht gesteld zijn, omdat de uitoefening ervan ontevredenheid zou wekken, die bij de E. V. zoo gemakkelijk tot uiting kan komen, door het indienen van een zelfstandige ijst, hetgeen der partij slechts tot nadeel kan zijn. Zeker, krachtige leiding moét gegeven worden, maar de politiekrnondige leden eener partij, zooveel mogelijk in kiesverenigingen bijeengebracht en daar deelnemende aan de beraadslagingen en stemmingen, zullen toch bij de voorverkiezing, zooals we de definitieve candidaatstelling zouden willen noemen, zich evengoed bewust worden van de waarde van hun stem als op den stemmingsdag bij het invullen van hun stembiljet. Alleen daarvoor is nog noodig, en meer dan tot nu toe, organisatie der partijgenooten en het aanbrengen van elementaire kennis omtrent de hoofdzaken der politieke gebeurtenissen. 25 Wordt van de partijbesturen organiseerend talent en voorzichtig beleid geeischt, van de kiezers, leden der partijen, mag verwacht worden, dat zij persoonlijke belangen evenzeer als vroeger ondergeschikt maken aan de grootere belangen hunner partij. Dit was noodig in het tot nu toe gevolgde stelsel van verkiezing, maar de vage voorstellingen, die velen zich van de E. V. maken, hebben de verwachting gewekt, dat kleine groepen van kiezers met bijzondere belangen nu ook wel een vertegenwoordiging in het parlement kunnen krijgen. In verband met de invoering van algemeen kiesrecht voor mannen stijgt het aantal kiezers, zoodat verwacht mag worden, dat de kiesdeeler wel ongeveer 14000 zal zijn. Wil een groep kiezers dus zelfstandig met een lijst uitkomen, dan moet er eenige redelijke kans bestaan, dat hun lijst in het geheele land minstens 7000 stemmen haalt. Blijven ze hier beneden, dan worden hunne stemmen als waardeloos terzijde gesteld. En wat bereikt een dergelijke groep kiezers nog, wanneer ze op hun lijst een 15000 stemmen halen en één candidaat zien gekozen worden! Ze kunnen niet verwachten, dat de groote partij, waarvan ze zich hebben afgescheiden, hun lijst zal opnemen in de groep. Hun overschot van een 1000 stemmen bezorgt aan de tegenpartij misschien de winst van een zetel. Ze zenden een éénling naar de Kamer, terwijl ze de macht hadden, hun candidaat als lid der groote partij eveneens gekozen te krijgen. Het is toch in de vroeger uitgewerkte voorbeelden duidelijk gebleken, dat ze die macht hebben. Blijvende in hun partijverband moeten ze hun candidaat op de groslijst en op de definitieve candidatenlijst brengen, dan bereiken ze veel meer en verzwakken hun partij niet. Door invoering van het passieve vrouwenkiesrecht is de wensch, dat in 1918 bij de eerste verkiezing voor-de Tweede Kamer, ook één of meer vrouwen zitting zullen nemen, zeer begrijpelijk en o. i. gerechtvaardigd. Maar nu moet men toch begrijpen, dat deze wensch waarschijnlijk niet in vervulling zal komen, wanneer in sommige kieskringen een 25-tal mannen bereid zijn een afzonderlijke candidatenlijst in te dienen met de namen van eenige vrouwelijke candidaten. Nog altijd is de toestand zoo, dat deze lijsten bijna uitsluitend stemmen te verwachten hebben van de meest vooruitstrevende kiezers, die zich daartoe los moeten maken uit hun partijverband. Dit aantal zal wel niet voldoende zijn, om den candidaten eenige kans te geven. Het praktische resultaat van deze lijst zou zijn, dat de tegenpartij, tegenstander van actief vrouwenkiesrecht, misschien een zetel wint. 26 O. i. behooren alle kiesvereenigingen der linksche partijen de vrouw toe te laten als lid met dezelfde rechten als de mannelijke leden. Door haar stem kunnen dan de vrouwelijke leden allen invloed uitoefenen op de samenstelling der candidatenlijsten. Zoo kan de verklaring- van vrouwelijke afgevaardigden verzekerd worden zonder dat de politieke partijen worden verzwakt. § 10. Samenwerking van Partijen bij E. V. Geen enkel voordeel kan er meer in gelegen zijn bij E. V., dat een kiezer zijn stem uitbrengt op een candidaat eener andere partij dan de zijne. Dit gevolg van het vroegere verkiezingsstelsel zijn wij gelukkig kwijt. „Monsterverbonden" kunnen niet meer bestaan, omdat ze niemand voordeel opleveren. Een heel andere zaak is het, of twee partijen al hare lijsten misschien samen tot een groep zullen verbinden. Dit kan het voordeel opleveren, dat deze partijen samen één zetel meer verkrijgen, dan wanneer ze twee afzonderlijke groepen vormen. Maar te voren is nooit uit te maken, zelfs niet te schatten, welke der 2 partijen zich dien zetel zal zien toegewezen. De zaak is dus van zoo ondergeschikten en technischen aard, dat ze nooit eenigen invloed kan uitoefenen op de vrijheid van handelen van een der partijen. Van vrijzinnige zijde zijn den laatsten tijd stemmen opgegaan om op grond van argumenten, ontleend aan het stelsel van E. V. de wenschelijkheid te betoogen van het indienen van gemeenschappelijke lijsten door de 3 liberale partijen. Naar we hopen, is uit het voorgaande, vooral uit de beschouwingen naar aanleiding van de definitieve candidaatstelling, gebleken, dat méér politiek besef dan tot nu toe bij dö kiezers was te constateeren, zeer gewenscht, zoo al niet noodzakelijk is. De kiezers dienen zich in de eerste plaats wel bewust te zijn, welke partij door haar program hen het meest bevredigt. Dat moge voor Katholieken al zeer gemakkelijk zijn en voor C. H. en Antirev. weinig moeilijker, door het onderscheid dat het volk tusschen de Groote en de Kleine Kerk maakt, dat anderen tusschen Kuyper en Lohman doet kiezen, voor de Vrijzinnige kiezers is dit heel wat bezwaarlijker. De verschillen tusschen Vrij-Liberalen, Unie-Liberalen en Vrijz.-Democr. zijn nooit tot het volk doorgedrongen, stembusstrijd werd in zoo weinig districten gevoerd, de feitelijke begrenzingen werden den laatsten tijd zóóveel flauwer, dat deze 3 fracties zich niet als 3 verschillende partijen, maar meer als 3 stroomingen in één groote partij voordoen. En vragen we ons af, waarom een bepaald Vrij-Liberaal 27 of Unie-Liberaal Kamerlid in een bepaald district werd gekozen, dan is het in den regel niet, omdat hij Vrij-Liberaal of Unie-Liberaal was, maar had hij zijn verkiezing te danken aan zijne persoonlijke eigenschappen en zijne algemeen vrijz. denkbeelden. Moet dan nu plotseling overal, waar een voldoend groote groep vrijzinnigen in één kiesvereeniging vereenigd was, deze gesplitst worden in 3 elkaar bestrijdende vereenigingen ? Moet naast de bestrijding der in belangrijke punten van ons verschillende kerkelijke en sociaal-democratische partijen nu ingevoerd worden een bestrijding van onze vroegere vrienden op grond van verschillen, die het volk niet voelt, verschillen, die aan het vervagen zijn ? Willen de drie vrijzinnige fracties overal met zelfstandige lijsten uitkomen, dan zal iedere partij afzonderlijk haar organisatie en propaganda in het geheele land moeten doorvoeren, ook daar, waar ze tot nu toe het terrein aan een andere fractie overliet. Dan zullen de drie partijen ook ieder een zóó scherp omlijnd program moeten opstellen, dat de verschillen spreken tot het volk. We betwijfelen zeer sterk, of aan deze voorwaarden voldaan kan worden. We gelooven dan ook niet, dat de vrijzinnigen elkaar overal zullen bestrijden, en dat niet alleen op grond van het bovenstaande, maar vooral ook, omdat een dergelijke onderlinge strijd den veel belangrijker strijd tegen de andere partijen zou verzwakken. Meer aannemelijk lijkt de bovenbedoelde samenwerking, hierin bestaande, dat iedere vrijzinnige partij in sommige kieskringen een eigen lijst zal inleveren, terwijl de 3 fracties in de meeste kieskringen gecombineerde lijsten zullen indienen, waarop dus namen voorkomen van candidaten uit alle 3 of hier en daar uit 2 der vrijzinnige partijen. Wij willen nog de consequenties nagaan, die uit deze handelwijze zouden volgen: Door onderling overleg zouden de volgende punten moeten geregeld worden: le. Het aantal candidaten van elke fractie op iedere lijst; — 2e. De volgorde, waarin deze candidaten op iedere lijst moeten voorkomen; — 3e. De verbinding van deze lijsten met andere tot één of meer groepen. Om de eerste twee punten te kunnen regelen, is een overzicht van de geheele kaart van het land noodig; uit dien hoofde zou die regeling gedelegeerd moeten worden aan een gecombineerde vergadering van de drie Hoofdbesturen. Het lijkt ons een uiterst moeilijke en delicate kwestie, den juisten maatstaf te vinden om dit naar ieders bevrediging op te lossen. Daar komt nog bij, dat hierdoor aan de Hoofdbesturen een bedenkelijk groote invloed zou worden 28 gegeven op de bepaling van de volgorde der lijsten. Wat de verbinding betreft, meenen wij, dat alleen in aanmerking kan komen een verbinding van deze lijsten met alle andere der drie fracties tot één groote groep, een verbinding, waartegen geen enkel bezwaar is aan te voeren. In een kieskring, waarin een gemeenschappelijke lijst is ingediend, zullen de 3 vrijzinnige partijen dan samen den strijd aanbinden tegen hare politieke tegenstanders en daar tusschen door de kieziers ook nog wel wijzen op de verschillen tusschen de vrijzinnige candidaten, maar van strijd tusschen de drie fracties is dan geen sprake meer. Ze hebben alleen samen te zorgen zooveel stemmen te behalen als ze te voren tot grondslag van hun berekening hebben gemaakt. Gelukt dit, dan worden automatisch zooveel leden van iedere partij gekozen, als vroeger bij onderling overleg is overeengekomen. Het aantal candidaten van een der drie fracties, dat op deze wijze gekozen zou worden, zou dan ook o. i. geen representatie zijn van de sterkte dier partij en dit toch wil de E. V. trachten te benaderen. Het indienen van gemeenschappelijke lijsten is o. i. onvereenigbaar met het stelsel van E. V. en eischt, dat de Hoofdbesturen der 3 partijen of hare gedelegeerden in een gemeenschappelijk verkiezingscomité tot overeenstemming komen over de bovengenoemde delicate punten. En dat, zonder dat hun betrouwbare gegevens ten dienste staan omtrent de sterkte-verhoudingen der 3 partijen. Het wil ons dan ook voorkomen, dat deze wijze van samenwerking op zooveel bezwaren zal stuiten, dat wij ze niet kunnen aanbevelen. De eenige wijze, waarop de drie fracties kunnen samengaan, is o. i. deze, dat ze zich verbinden tot ééne groote vrijzinnige partij, die stuwkracht zal verkrijgen door de drie stroomen, die haar vormen. Op de lijsten dier partij komen dan vertegenwoordigers der drie stroomingen voor, zonder dat daarvoor moeilijke conferenties noodig zijn. De eminente mannen uit de drie partijen van nu, komen dan evengoed in de Kamer als afgevaardigde eener Vrijzinnige partij, wier program nu toch zóó op te stellen moet zijn, dat niemands vrijheid van beweging wordt belemmerd. Hebben we hier voor de hereeniging der drie Vrijzinnige partijen argumenten kunnen ontleenen aan het stelsel van'E. V. wij hopen, dat anderen, meer ervaren politici, diefdenzelfden wensch koesteren als wij, hunne politieke argumenten willen laten hooren en hun invloed willen aanwenden, opdat althans een krachtige poging in deze richtingwordegedaan. HOOFDSTUK II. De Verkiezingen voor de Provinciale Staten. § 1. Indeeling der Provincies. Iedere provincie wordt nu in provinciale kieskringen verdeeld. Deze provinciale kieskringen zijn in de aan het slot van deze brochure opgenomen tabel aangegeven met vermelding van de gemeenten, welke tot elk der kieskringen behooren. § 2. Stembureau's. In iederen Provincialen kieskring wordt een hoofd-stembureau van 4 leden gevestigd, voor den tijd van 4 jaar door Gedeputeerde Staten te benoemen. In bovenbedoelde tabel zijn ook de plaatsen aangegeven, waar de Provinciale Hoofdstembureau's worden gevestigd. Het Hoofdstembureau in den kieskring, waarin de gemeente ligt, waar de Staten vergaderen, treedt op als Provinciaal Centraal Stembureau. De kieskringen worden weer in stemdistricten verdeeld. § 3 Candidaatstelling, Stemming, Bepaling van den uitslag der Verkiezing. De candidaatstelling vindt plaats op den laatsten Dinsdag van Februari. De ingediende lijsten mogen nu niet meer dan 20 namen van candidaten bevatten, en moeten weer geteekend zijn door minstens 25 kiezers uit den provincialen kieskring. Ook hier geldt de bepaling, dat eenzelfde naam slechts op één lijst van een kieskring mag voorkomen. Daar verder èn candidaatstelling, èn stemming, èn bepaling van de gekozenen op volkomen dezelfde wijze verloopt als in Hoofdstuk I is uitgelegd voor de 2e Kamer, kunnen we hier volstaan met daarnaar te verwijzen. De eerste verkiezing der Provinciale Staten zal in 1919 plaats vinden. HOOFDSTUK III. De verkiezingen voor de Gemeenteraden. De verkiezingen voor leden van de Gemeenteraden verloopen eveneens op zoo geheel dezelfde wijze als voor de Tweede Kamer, dat we volstaan kunnen met de volgende opmerkingen: Alle plaatsen met meer dan 20000 inwoners worden verdeeld in 3 Gemeentelijke kieskringen, de gemeenten met 20000 of minder inwoners vormen één kieskring. In iederen kieskring wordt een hoofdstembureau gevestigd. Het hoofdstembureau in den kieskring, waarbinnen het Gemeentehuis ligt, treedt als Gemeentelijk Centraal Stembureau op, waarvan de Burgemeester ambtshalve Voorzitter is. De candidaatstelling vindt plaats op den tweeden Dinsdag der maand April. Iedere candidatenlijst mag ten hoogste 5 namen meer bevatten dan het aantal te vervullen plaatsen bedraagt. Een lijst moet door minstens 25 kiezers geteekend worden, alleen in Gemeenten met minder dan 1250 kiezers kan dit aantal dalen tot minstens Vso van het aantal kiezers met een minimum van 3. Is een Gemeente in kieskringen verdeeld, dan moeten de onderteekenaars weer behooren tot den kieskring, waarvoor de lijst dient. Voor de verkiezingen voor de Gemeenteraden blijft de wet de gelegenheid openstellen, dat de verkiezing zonder stemming afloopt. Wanneer slechts één lijst wordt ingeleverd, worden zooveel candidaten in de volgorde der lijst verkozen verklaard, als er plaatsen te vervullen zijn. Bevatten in de tweede plaats alle lijsten samen juist zooveel namen als er plaatsen te vervullen zijn, dan zijn allen gekozen. De eerste verkiezingen voor de Gemeenteraden, die in het vervolg ook om de 4 jaar in hun geheel aftreden, zullen in 1919 worden gehouden. LIJST, aangevende de nummers van de provinciale kieskringen, met de tot eiken kieskring behoorende gemeenten en de gemeente waar het hoofdstembureau is gevestigd. NOORDBRABANT; I. De gemeentel} 's Hertogenbosch, Rosmalen, Den Dungen, St. Michielsgestel, Schijndel, Vught, Heeswijk, Dinther, Geffen, Nuland, Heesch, Nistelrode, Lith, Lithoyen, Berlicum, Hoofdstembureau 's Hertogenbosch. II. De gemeenten Grave, Escharen, Velp, Reek, Gassel, Linden, Cuyk en St. Agatha, Schayk, Beers, Uden, Mill en St. Hubert, Zeeland, Raveostein, Dieden, Demen en Langel, Deursen en Dennenburg, Huisseling en Neerloon, Boxmeer, Sambeek, Vierlingsbeek, Maashees en Overloon, Oploo, St. Anthonis en Ledeacker, Wanroy, Beugen en Rijkevoort, Oeffeit, Haps, Óss, Bergbem, Megen, Haren en Macharen, Oijen en Teeffelen, Herpen. . Grave. III. De gemeenten Tilburg, Goirle, Berkel, Oisterwijk, Moergestel, Diessen, Hilvaienbeek, Loon op Zand, Udenhout, Gilze en Reijen, Boxtel, Esch, Helvoirt, Haaren, Cromvoirt, Liempde. Tilburg. IV. De gemeenten Heusden, Bokhoven, Alom, Marem en Kessel, Empel en Meerwijk, Engelen, Drongelen, Dossen, Hedikhuizen, Genderen, Herpt, Meeuwen, Oudheusden, Wgk en Aalburg. Veen, Woudrichem, Rjjswijk, Op- en Neer-Andel, de Werken en Sleeuwijk, Werkendam, Giessen, Almkerk, Waalwijk, Baardwyk, Besomen, Capelle, Sprang, Vrij hoeve-Capelle, Waspik, Vlijmen, Nienwknyk, Drunen Heusden. V. De gemeenten Helmond, Aarle-Rixtel, Beek en Donk, Lieshout, Mierlo, Stiphout, Gemert, Bakel en Milheeze, NuDen, Gerwen en Nederwetten, Heeze, Leende, Asten, Deurne en Liessel, Vlierden, Someren, Lierop, Budel, Maarheeze, Soerendonk, Sterksel en Gassel, Veghel, Erp, Boekei Helmond. VI. De gemeenten Eindhoven, Aalst, Dommelen, Geldrop Gestel en Blaarthem, Oerle, Stratum, Strjjp, Tongelre, Valkenswaard, Veldhoven en Mereveldhoven, Waalre, Woensel, Zeelst, Zesgehuchten, Borkel en Schaft, Westerhoven, St. Oedenrode, Son en Breugel, Oirschot, Best, Vessem, Wintelre en Knegsel, Oost-, West- en Middelbeers, Bladel en Netersel, Bergeyk, Reusel, Hooge- en Lage Mierde, Hoogeloon, Hapert en Casteren, Eersel, Duizel en Steensel, Riethoven, Luyksgestel Eindhoven. 32 VII De gemeenten Breda, Ginreken en Bavel, Teteringen, Princenbage,; Etten' en Leur, Rijsbergen, Zondert, Cbaam, Alphen en Riel, Baarle-Nas'sau Breda. VIII. De gemeenten Zevenbergen, Klundert, Willemstad, Standdaarbuiten, tlooge en Lage Zwaluwe, Oudenbosch, Oosterhout, 's Gravenmoer, Raamsdonk, Geertruidenberg, Made en Drimmelen, Terheyden, Dongen, Fjjnaart en Heiningen. . . . Zevenbergen. IX. De gemeenten Bergen op Zoom, Putte, Ossendrecht, Woensdrecht, Huybergen, Halsteren, Nieuw Vossemeer, Steenbergen en Kruisland, Roosendaal en Nispen, Rucphen en Vorenseinde, Hoeven, Dinteloord en Prinsland, Wouw, Oud- en NieuwGastel Bergen op Zoom. GELDERLAND. I. De gemeenten Arnhem, Rozendaal, Rheden. Hoofdstembureau Arnhem. II. De gemeenten Renkum, Doorwerth, Wageningen, Ede, Scherpenzeel, Barneveld Ede- III. De gemeenten Hoevelaken, Njjkerk, Putten, Ermelo, Harderwijk, Elburg, Doornspijk, Oldebroek, Hattem, Epe, Heerde. ' Oldebroek. IV. De gemeenten Apeldoorn, Voorst, Brummen. . . Voorst. V. De gemeenten Zutphen, Gorssel, Warnsveld, Laren, Lochem, Neede, Borculo, Ruurlo, Vorden, Eibergen, Groenlo, Lichtenvoorde ZutPhen- VI. De gemeenten Winterswijk, Aalten, Dinxperlo, Wisch, Ambt-Doetichem, Stad-Doetichem, Doesburg, Hummelo en Keppel, Steenderen, Hengelo, Zelhem Aalten. VII. De gemeenten Genderingen, Bergh, Didam, Zevenaar, Herwen en Aerdt, Pannerden, Duiven, Westervoort, Angerlo, Wehl, Gent, Bemmel, Valburg, Eist, Huissen Eist. VIII. De gemeenten Ngmegen, Ubbergen, Millingen, Beu- j.1tgni>Gyvit. ningen IX. De gemeenten Heteren, Hemmen, Dodewaard, Resteren, Echteld, IJzendoorn, Lienden, Maurik, Zoelen, Tiel, Wadenoijen, Ophemert, Varik, Est en Opjjnen, Geldermalsen, Waardenburg, Deil, Haaften, Herwenen, Vuren, Buren, Beusichem, Culemborg, 1, Buurmalsen X. De gemeenten Heerewaarden, Dreumel, Appeltern, Wamel, Druten, Horssen, Batenburg, Bergharen, Ewgk, Wychen, Balgoy, Overasselt, Heumen, Groesbeek, Brakel, Zuilichem, Poederoyen, Nederhemert, Ammerzoden, Hedel, Kerkwijk, Gameren, Zalt-Bommel, Hurwenen, Driel, Rossum Wychen. 33 ZUIDHOLLAND. I. De gemeente Botterdam (zonder Hoek van Holland.) Hoofdstembureau Botterdam. IL De gemeente 's Gravenhage '« Gravenhage III. De gemeenten Leiden, Leiderdorp, Zoeterwonde, Koudekerk, Voorschoten, Oegstgeest, Rijnsburg, Valkenburg, Warmond. Sassenheim, Noordwijk, Noordwijkerhout, Voorhout, Lisse, Hillegom, Katwijk, Wassenaar Leiden. IV. De gemeenten Alphen, Boskoop, Bodegraven, Zwamraerdam, Hazerswoude, Oudshoorn, Ter Aar, Nieuwveen, Alkemade, Woubrugge, fijjnsaterwoude, Aarlanderveen, Nieuwkoop, Zevenhoven, Leimuiden, Gouda, Haastrecht, Woerden, Rietveld. Waarder, Barwoutswaarder, Oudewater, Hekendorp, Papekop, LaDge Ruige Weide, Waddinxveen, Reeuwijk, Schoonhoven, Vlist, Stolwijk, Ouderkerk a/d IJssel, Berkenwoude, Gouderak, Bergambacht, Ammerstol, Lekkerkerk, Krimpen a/d Lek, Krimpen a/d IJssel, Zoetermeer, Veur, Voorburg, Zegwaart, Stompwijk, Benthuizen, Pijnacker, Nootdorp, Berkel, Hillegersberg, Schiebroek, Bergschenhoek, Zevenhuizen, Bleiswyk, Nieuwerkerk a/d IJssel, Moordrecht, Moerkapelle, Capelle a/d IJssel. Gouda. V. De gemeenten Delft, Hof van Delft, Vrijenban, Schipluiden, Vlaardingen, Vlaardinger-Ambacht, Maassluis, Maasland, Rozenburg, Naaldwijk, de Lier, 's Gravenzande, Monster, Loosduinen, Wateringen, Rijswijk, Schiedam, Kethel en Spaland, Overschie, Rotterdam (Hoek van Holland) Delft. VL De gemeenten Dordrecht, Dnbbeldam, Meerkerk, Ameide, Tienhoven, Noordeloos, Hoog Blokland, Hoornaar, Groot-Ammers, Nieuwpoort, Langerak, Goudriaan, Ottoland, Giessendam, GiessenNieuwkerk, Peursum, Streefkerk, Brandwijk, Molenaarsgraaf, Bleskensgraaf, Sliedrecht, Wijngaarden, Alblasserdam, Nieuw Lekkerland, Oud-Alblas, Papendrecht, Gorinchem, Schelluinen, Arkel, Hardinxveld, Leerdam, Schoonrewoerd, Leerbroek, Nieuwland, Asperen, Heukelum, Kedichem, Vianen, Hagestein, Everdingen, Lexmond, Hei- en Boeikop Dordrecht. VII. De gemeenten Ridderkerk, Zwijndrecht, Hendrik-Ido-Ambacht, Heersjandam, IJsselmonde, Oost- en West Barendrecht, Poortugaal, Rhoon, Hoogvliet, Pernis, Oud-Beijerland, Numansdorp, Zuid-Beijerland, Klaaswaal, Heinenoord,Nieuw-Beijerland, Piershil, Goudswaard, 's Gravendeel, Puttershoek, Maasdam, Strijen, Mijnsheerenland, Westmaas, Brielle, Oostvoorne, Zwartewaal, Vierpolders of het Nieuwland, Nieuwenhoorn, Hellevoetsluis, Nieuw-Helvoet, Rockanje, Zuidland, Hekelingen, Oudenhoorn, Spijkenisse, Geervliet, Heenvliet, Abbenbroek, Middelharnis, Sommelsdijk, Dirksland, Melissant, Goedereede, Stellendam, Ouddorp, Oude Tonge, Nieuwe Tonge, Harkingen, Ooitgensplaat, den Bommel, Stad aan 't Haringvliet Ridderkerk. 8 34 NOORDHOLLAND. I. De gemeente Amsterdam. Hoofdstemburetiu Amsterdam. II. De gemeenten Den Helder, Terschelling, Texel, Vlieland, Schagen, Sint Maarten, de Zijpe, Wieringerwaard, Callantsoog, Petten, Wieringen, Barsingerhorn, Oudkarspel, Zuid-Scharwoude, Noord-Scharwonde, Sint-Pancras, Broek op Langedijk, Harenkarspel, Warmenhnizen, Koedijk, Bergen, Schoorl,, Heer-Hugowaard, Nieuwe-Niedorp, Oude-Niedorp,Winkel, Anna Paulowna. Den Helder. IIL De gemeenten Hoorn, Berkhout, Beets, Oudendijk, Avenhorn,";Ursum, Oterleek, Wognum, Nibbixwoud, Zwaag, Blokker, Schellinkhout, Wijdenes, Enkhuizen, Urk, Medemblik, Opperdoes, Twisk, Spanbroek, Opmeer, Hoogwoud, Hensbroek, Obdam, Zijbekarspel, Abbekerk, Midwoud, Wervershoof, Andijk, Grootebroek, Bovenkarspel, Hoogkarspel, Westwoud, Venhuizen, Purmerpnd, Kwadijk, Ilpendam, Landsmeer, Beemster, Oosthuizen, Warder, Schermerhorn, de Rijp, Graft, Zuid- en Noord-Schermer, Wormer, Wijdewormer, Jisp, Edam, Middelie, Monnikendam, Katwoude, Marken, Broek in Waterland, Nieuwendam, Buiksloot, Ransdorp. Hoorn. IV. De gemeenten Zaandam, Zaandijk, Koog a/d Zaan, Wormerveer, Oostzaan, Krommenie, Wesfczaan, Assendelft, Alkmaar, Oudorp, Egmond-binnen, Egmond aan Zee, Heiloo, Limmen, Castricum, Heemskerk, Uitgeest, Akersloot Zaandam. V. De gemeenten Haarlem, Zandvoort, Bloemendaal, Schoten. Haarlem. VI. De gemeenten Velsen, Beverwijk, Wijk aan Zee, Spaarndam, Haarlemmermeer, Haarlemmerliede en Spaarnwoude, Heemstede, Bennebroek, Nieuwer-Amstel, Ouder-Amstel, Uithoorn, Aalsmeer, Sloten Velzen. VII. De gemeenten Weesp, Weespercarspel, Diemen, Watergraafsmeer, Muiden, Naarden, Huizen, Nederhorst den Berg, 's Graveland, Kortenhoef, Ankeveen, Laren, Bussum, Blaricum, Hilversum Weesp. ZEELAND. I. De gemeenten Middelburg, Aagtekerke. Arnemuiden, Domburg, Grjjpskerke, Nieuw en St. Joosland, Oostkapelle, Serooskerke, St. Laurens, Veere, Vrouwenpolder. Hoofdstembureau Middelburg. II. De gemeenten Vlissingen, Biggekerke, Koudekerke, Meliskerke, Oost- en West-Souburg, Ritthem, Westkapelle, Zoutelande. Vlissingen. III. De gemeenten Zierikzee, Brouwershaven, Bruinisse, Burgh, Dreischor, Duivendijke, Eikerzee, Ellemeet, Haamstede, Kerkwerve, Nieuwerkerk, Noordgouwe, Noordwelle, Oosterland, Ouwerkerk, Renesse, Serooskerke, Zonnemaire Zierikzee. 35 IV. De gemeenten Tholen, Ond-Vossemeer, Poortvliet, Scherpenisse, St. Annaland, St. Maartensdijk, St. Philipsland, Stavenisse, Wissekerke, Colijnsplaat, Kortgene, Cats. Hoofdstembureau Tholen. V. De gemeenten Goes, Baarland, Borsselen, Driewegen, Ellewoutsdijk, 's Gravenpolder, 's Heer-Abtskerke, 's Heer-Arendskerke, 's Heerenhoek, Heinkenzand, Hoedekenskerke, Kapelle, Kattendgke, Kloetinge, Krabbendijke, Krniningen, Nisse, Ondelande, Ovezande, Billand, Schore en Vlake, Waarde en Valkenisse, Wemeldinge, Wolphaartsdijk, Yerseke Goes. VI. De gemeenten Sluis, Aardenburg, Biervliet, Breskens, Cadzand, Eede, Groede, Hoofdplaat, Nieuwvliet, Oostburg, Retranchement, Schoondijke, St. Kruis, Waterlandkerkje, Uzendijke, Zuidzande Sluis. VII. De gemeenten Hulst, Axel, Boschkapelle, Clinge, Graauw en Langendam, Hengstdijk, Hoek, Hontenisse, Koewacht, Neuzen, Ossenisse, Overslag, Philippine, Sas van Gent, Stoppeldijk, St. Jansteen, Westdorpe, Zaamslag, Zuiddorpe Hidst. UTRECHT. I. De gemeente Utrecht .... Hoofdstembureau Utrecht. II. Het overig deel der provincie Amersfoort. FRIESLAND. I. De gemeenten Leeuwarden, Leeuwarderadeel, Idaarderadeel,Menaldumadeel,Tietjerksteradeel. Hoofdstembureau Leeuwarden. II. De gemeenten Dokkum, Ferwerderadeel, Westdongeradeel, Oostdongeradeel, Dantumadeel, Kollumerland en Nieuw-Kruisland, Achtkarspelen, Ameland, Schiermonnikoog Dokkum. III. De gemeenten Smallingerland, Opsterland, Ooststellingwerf, Weststellingwerf, Schoterland, Aengwirden, Utingeradeel. Schoterland. IV. De gemeenten Sneek, IJlst, Sloten, Workum, Hindeloopen, Stavoren, Wijmbritseradeel, Hemelumer-Oldephaert en Noordwolde, Gaasterland, Lemsterland, Doniawerstal, Haskerland, Rauwerderhem, Hennaarderadeel Sneek. V. De gemeenten Franeker, Harlingen, Bolsward, Wonseradeel, Franekeradeel, Barradeel, 't Bildt, Baarderadeel. . . Franeker. OVERIJSSEL. I. De gemeenten Zwolle, Dalfsen, Zwollerkerspel, Staphorst, Heino, Nieuwleusen Zwoüe. II. De gemeenten Kampen, Kamperveen, Zalk, Wilsum, IJsselmuiden, Grafhorst, Steenwijk, Steenwijkerwold, Oldemarkt, Giethoorn, Kuinre, Blankenham, Blokzijl, Stad Vollenhove, AmbtVollenhove, Zwartsluis, Hasselt, Genemuiden, Wanneperveen. Kampen. 36 IQ. De gemeenten Deventer, Diepenveen, Wijhe, Otet, Raalte, Holten, Bathmen Hoofdstembureau Deventer. IV. De gemeenten Stad-Ommen, Ambt-Ommen, Avereest, Stad Hardenberg, Ambt Hardonberg, Grarasbergen, Den Ham, Vriezenveen, HeUendoorn, Wierden stad Ommen. V. De gemeenten Hengelo, Borne, Markelo, Goor, Rijssen Diepenheim, Stad Delden, Ambt Delden, Haaksbergen. Hengelo. VI. De gemeenten Almelo, Tabbergen, Oldenzaal, Losser, Ootmarsum, Denekamp, Weerselo Almelo. VIL De gemeenten Enschedé, Lonneker Enschedé. GRONINGEN. I. De gemeente Groningen . . Hoofdstembureau Groningen. TL De gemeenten Zuidaorn, Grjjpskerk, Oldehove, Ezinge, Adnard, de Leek, Marum, Grootegast, Oldekerk, Bedam, Winsum, Leens, TJlrnm, Kloosterburen, Eenrum, Baflo, Warffum, Adorp, Middelstum, Kantens, Usquert, Uithuizen, Hoogkerk . . Bedum. HL De gemeenten Appingedam, Delfzijl, Bierum, 't Zandt, Loppersum, Ten Boer, Slochteren, Stedum, Uithuizermeeden, Termunten, Neorddjjk, Haren Appingedam. IV. De gemeenten Winschoten, Midwolda, Nieuwwolda, Finsterwolde, Beerta, Nieuweschans, Zuidbroek, Noordbroek, Scheemda, Muntendam, Meeden, Bellingwolde, Hoogezand, Sappemeer. Winschoten. V. De gemeenten Wedde, Onstwedde, Vlagtwedde, Oude Pekela, Nieuwe Pekela, Veendam, Wildervank . . . Oude Pekela. DRENTHE. 1 De gemeenten Assen, Anlo, Norg, Roden, Peize, Eelde, Zuidlaren, Vries, Smilde, Rolde. . . . Hoofdstembureau Assen. II. De gemeenten Meppel, Havelte, Nijeveen, Ruinen, Ruinerwold, de Wijk, Zuidwolde, Diever, Dwingelo, Vledder . Meppel. Hl. De gemeenten Hoogeveen, Beilen, Westerbork, Zweeloo, Oosterhesselen, Coevorden, Dalen, Schoonebeek, Sleen. Hoogeveen. IV. De gemeenten Emmen, Odoorn, Borger, Gieten, Gasselte. Emmen. 37 LIMBURG. I. De gemeente Maastricht . . Hoofdstembureau Maastricht. II. De gemeenten Bocholtz, Gulpen, Margraten, Mheer, Noorbeek, Oud-Valkenburg, Schin op Geulle, Simpelveld, Slenaken, Vaals, Valkenburg, Wittem, Wjjlre, Mescb, Eijsden, St. Geertruid, Rijckholt, Grondsveld, Cadier en Keer, Heer, St. Pieter, OudVroenhoven, Ambij, Bemelen, Berg en Terblijt, Houthem. Gulpen. III. De gemeenten Amstenrade, Bingelrade, Brunssum, Jabeek, Merkelbeek, Nuth, Oirsbeek, Schinnen, Schinveld, Bom, Broeksittard, Geleen, Grevenbicht, Limbricht, Munstergeleen, Nieuwstadt, Obbicht, Sittard, Urmond, Stein, Elsloo, Beek, Spaubeek, Geulle, Bunde, Ulestraten, Itteren, Borgharen, Meerssen . . . Sittard. IV. De gemeenten Eygelshoven, Heerlen, Hoensbroek, Hulsberg, Kerkrade, Klimmen, Nieuwenhagen, Schaesberg, Schimmert, Ubach over Worms, Voerendaal, Wjjnandsrade. . . . Heerlen. V. De gemeenten Roermond, Echt, Herten, Horn, Linne, Maasbracht, Melick en Herken bosch, Maasniel, Montfort, St. Odiliënberg, Ohé en Laak, Posterholt, Roosteren, Stevensweert, Susteren, Swalmen, Vlodrop Roermond. VI. De gemeenten Baexem, Beegden, Buggenum, Grathem, Haelen, Heel, Heijthuizen, Hunzel, Ittervoort, Meijel, Nederweert, Neer, Neeritter, Nunhem, Roggel, Stamproy, Thorn, Weert, Wessem. Weert. VII. De gemeenten Beesel, Belfeld, Helden, Kessel, Maasbree, Tegelen, Venlo Venlo. VIII. De gemeenten Horst, Meerlo, Sevenum, Venray, Wanssum, Bergen, Gennep, Mook, Ottersum, Grubbenvorst, Arcen en Velden, Broekhuizen Horst. INHOUD. INLEIDING Pag. 3. HOOFDSTUK I. De verkiezingen voor de Tweede Kamer „ 5. § 1. Indeeling van het land . . . „ 5. § 2. Stembureau's » 5. § 3. Candidaatstelling „6. §4. De Stemming „ 7. § 5. Bepaling van den uitslag eener verkiezing. „ 9. § 6. Tusschentijdsche vacatures. . . „ 15. § 7. De beteekenis van het „verbinden" van lijsten en van het indienen van „gelijkluidende lijsten" . . . . . „ 16. § 8. De beteekenis van de volgorde der lijsten. „ 19. § 9. De taak der politieke partijen voor de candidaatstelling „22. § 10. Samenwerking van partijen bij E. V. . „ 26. HOOFDSTUK II. De verkiezingen voor de Provinciale Staten „ 29. § 1. Indeeling der provincies . . . „ 29. § 2. Stembureau's „ 29. § 3. Candidaatstelling, stemming, bepaling van den uitslag der verkiezing . . „ 29. HOOFDSTUK III. De verkiezingen voor de Gemeenteraden » 30. LIJST, vermeldende de Provinciale kieskringen met de Gemeenten, die er toe behooren. . „31. Ter STADS BOEK- en COUKANTDRUKKERIJ te Kampen zijn o. m. versohenen: Eerste Gedichten van JAN WALCH . V ƒ 1 — gebonden 1.50 Prof. dr. B. J. KOUWER. Prof. Hector Treub en het Nieuw Malthusianisme. . js*". . . ^ „ 0.40 Gebrekkig Idealisme. Rede uitgesproken op den 278en gedenkdag van de stichting der Utrechtsche Hoogeschool, door den Rector-Magnificus dr. B. J. KOUWER . '. „ 0.40 Bureau van de KAMPER COURANT, opgericht als Kamper Weekblad op 16 Mei 1836. Verschijnt op Woensdag- en Zaterdagavonden. Abonnement per post J „ 130