158 op den kerkvoogd S. A. van Galama, tot verkoop van twee graven in de kerk te IJlst. 1733. 1 charter. 788. Quitantie van Rienk Wytzes, te Blessum, voor de ontvangst der nalatenschap van Pieter Rienks, die als provenier in het St. Anthony-Gasthuis is overleden. 1734. 1 charter. 789. Testament van Namkjen Carels de Clerk, met eene bespreking ten behoeve van de buitenvoogden van het Oldehoofster espel. 1736. 1 charter. 790. Wederzijdsch testament van Paulus Barhuis en Wypkje Heeres, echtelieden te Ryperkerk. 1714. (Ongeteekend afschrift uit de 18e eeuw). Met drie bijlagen, uit 1721, 1737 en 1742. 4 charters. 791. Boelgoedstaten van goederen, verkocht door de voogdessen van het St. .Anthony-Gasthuis van 1742—1772. 19 Stukken. 792. Accoord tusschen de gasthuisvoogden en Sibbeltje Ritskes, weduwe van Nicolaas Elonkerts, waarbij de laatste, ter voldoening van hare proef-penningen, aan de eersten het 1jt gedeelte van de opbrengst van eenige verkochte landerijen afstaat, benevens een bedrag in geld. 1756. 1 charter. 793. Verantwoording van gelden, welke door de proveniersche Trijntje Willems aan de voogdessen in bewaring zgn gegeven, aan hare erfgenamen. 1757. 1 charter. 794. Acte van afstand van de opbrengst van een boelgoed, door Engeltje Angelbeek, weduwe Loensma, aan de voogden van het gasthuis gepasseerd, ter voldoening van hare proefpenningen. 1759. 1 charter. 160 het vuur en het ontbjjtin hunne kamers onthouden, waarop zij, volgens hunne proef brieven aanspraak meenen te mogen maken. Copie, met afschriften dezer proef brieven. 1557." Hierbij de overeenkomst tusschen beide partijen in deze zaak getroffen. 1557. 2 charters. (Reg. nos. 119a, 150, 156a, 160a, 1606 en 161.) 801. Verslag van Meyne Lyckles, raad in den Hove van Vriesland, van de bijeenkomst, welke hij, als gecommitteerde van dit Hof, met de voogden van het St. AnthonyGasthuis heeft gehouden over de weder-opneming in dit gesticht van Wopcke Willems, die wegens wangedrag uit het gasthuis was verwijderd. 1586. 1 charter. 802. Klacht van een aantal proveniers over het gebruik van onzuiver water voor het brouwen van het bier in het gasthuis. 1644. 1 charter. 808. Klacht van de gezamenlijke bewoners van de „kerk" over beleedigingen, hun aangedaan door de bewoners van de „kamers". Ongedateerd. 1 charter. , 804. Klacht van eenige proveniers over de te vroege sluiting van het reventer. 1745. 1 charter. 805. Rescriptie, door de voogden van het St. Anthony-Gasthuis ingediend bij den Hove van Vriesland, over de klachten van dr. A. Ketel en B. ter Swiep, die wederrechtelijk hunne dienstboden in hunne kamers wilden opnemen. Met de kantbeschikking van den Hove, ten gunste van de voogden. 1750. Hierbij, extracten uit de proefbrieven vfin A. Ketel en B. ter Swiep. 3 charters. 806. Extract uit het recesboek der stad Leeuwarden betreffende het vonnis, uitgesproken tegen Sipke Clazes, die, wegens in dronkenschap begane beleediging van Jan Klingenburg, 161 veroordeeld wordt tot rehabilitatie van den laatsten en tot betaling eener boete. 1757. 1 charter. 807. Klacht van eefi provenier over het ongedierte in de kerk en de onaangename behandeling, waaraan hij daar bloot staat. 1779. 1 charter. 808. Sententieboek der proveniers, van 1704—1779. 1 deel. 809. Request, door de voogden van het St. Anthony-Gasthuis aan den Hove van Vriesland gericht, contra Johannes Bouma en Gerardus Nyeveen, betreffende de verpleging der proveniersche Anna Bouma, die krankzinnig is geworden. Met kantbeschikking van den Hove. 1789. Hierbij drie getuigenverklaringen, citatiën e. a. 10 charters. f. Contracten van uittreding van proveniers uit het gasthuis. ') 810. Overeenkomst met Hotthye Tyaertzoon, van Suameer, die wegens een geschil met de voogden, uit het gasthuis treedt. 1536. 1 charter (Reg. no. 142.) N.B. Zie Inv. no. 148. 811. Overeenkomst met Johannes Bouts, die bij zgne uittreding uit het gasthuis een jaargeld zal genieten van 40 gld. 1661. 1 charter. N.B. Zie Inv. no. 427. 812. Contract tusschen de voogden en Aefcke Mammen, die, bij hare uittreding uit het gasthuis, eene jaarlijksche rente zal genieten van 70 gld. 1678 (in duplo). 2 charters. 813. Overeenkomst met Trijntie Willems, die, door haarhuweUjk met Jacobus Hagenaar het gasthuis verlatende, als ') Zie hiervoor ook de nos. 269, 875, 892, 453 en 549. 164 Staten van Friesland, om te willen bevorderen, dat hg in het gasthuis worde opgenomen. 1668. 1 charter. 826. Request van den soldaat Jan Wïlemie aan de Gedeputeerde Staten van Friesland, om vergunning, dat hij, wegens ouderdom, tegen storting van zgn tractement in het gasthuis worde opgenomen. 1669. 1 charter. 827. Request van den kapitein Johan van Haren aan Gedeputeerde Staten, betreffende de alimentatie-penningen voor den soldaat Hans Thomas, welke z. i. ten onrechte door de voogden van hem worden ingevorderd. (Gelijktijdig, ongeteekend afschrift.) 1 charter. 828. Request van de voogden aan Gedeputeerde Staten, om betaling van achterstallige verplegingskosten van soldaten. 1676. Met eene aanteekening van deze kosten. 2 charters. 829. Request van den kapitein Eelke Beyns van der Hoet, over de alimentatie-penningen voor den soldaat Jacob Lansbergh, welke door de voogden van hem worden ingevorderd. 1676. (Gelijktijdig, ongeteekend afschrift.) 1 charter. 830. Request van Claes van der Ley, schrijver van de compagnie van den kapitein Willem Sloot, aan Gedeputeerde Staten van Friesland, nopens een verschil over de betaling van achterstallige alimentatie-penningen van een voor Blokzijl gekwetsten en in het gasthuis opgenomen soldaat. 1676. (Gelijktijdig, ongeteekend afschrift.) 1 charter. 831. Overeenkomst tusschen de Gedeputeerde Staten van Friesland en de voogden over de opneming van den innocenten Franschman Jean Barton in het gasthuis, tegen vergoeding van 2.50 gld. 's weeks. 1689. (Gelijktijdig, authentiek afschrift.) 1 charter. 165 832. Borgstelling door de voogden van Oost- en Westhoeksterespel voor de kleeding van Dirkje Willems. 1703. 1 charter. 833. Request van Lieuwe Jans aan de Magistraat om tegen fl. 160 te willen voorzien in eene borgstelling voor zijne kleeding, daar hij, ofschoon hij voor fl. 150 den kost in den beyer heeft gekocht, daarin niet kan worden opgenomen zonder deze borgstelling. 1708. Met een extract uit het resolutieboek van de Magistraat, houdende het besluit tot inwilliging van dit verzoek en opdracht aan den rentmeester van het stads-weeshuis om de fl. 100 te ontvangen en vervolgens in de kleeding van den requestrant te voorzien. 1708. 2 charters. 834. Borgstelling door Johan ten Post voor'kleeding van Clara Cuilenborgh. 1709. 1 charter. 835. Besluit van de Magistraat van Leeuwarden, om te voorzien in de kleeding van den afgedankten, krankzinnigen soldaat Predrick Sibrands, die opgenomen is in het St. Anthony-Gasthuis. 1710. (GeUjktijdig, authentiek afschrift.) 1 eharter. 836. Borgstelling door Theunis Jansen en Johannes van der Heiden voor de kleeding van de krankzinnige Dorothea Jansen. 1713. 1 charter. 837. Borgstelling door Teunis Jansen, Jan Brunink en Christoffel Gebuer voor de kleeding van Trijntje Pieters, die wegens krankzinnigheid in den beyer is opgenomen. 1714. 1 eharter. 838. Request aan de Magistraat om den bijna tachtigjarigen soldaat Gerryt Riemers, wegens ouderdom en gebreken in den beyer te doen opnemen. 1714. 1 charter. *»^*^ 839. Request aan de Magistraat van Sandrina Jacobs, om hare 166 krankzinnige zuster, Grietje Fransen, in de doorkast van het gasthuis te doen opsluiten. 1717. 1 eharter. 840. Request aan de Magistraat om te voorzien in de kleeding van Elisabeth Jans, gedurende haar verblgf in den beyer. 1717. 1 charter. 841. Request als boven, voor Trijntje Hanses, 1718. 1 charter. 842. Request als boven, voor den innocenten Hendrik Koster.1718. 1 charter. 848. Request aan de Magistraat ten behoeve van de krankzinnige Trijntje Menses Beukema, met machtiging van de Magistraat aan de voogden om op stads kosten in hare kleeding te voorzien. 1719. Met een inventaris harer goederen. 2 charters. 844. Borgstelling door de diakenen der Nederduitsch Hervormde Gemeente te Leeuwarden voor de kleeding van Bernardus van der Mollem, indien hij in den beyer wordt opgenomen. 1720. 1 charter. 846. Borgstelling door Daniël Heins, te Harlingen, voor de kleeding en de begrafeniskosten van Elske Koerts, die in den beyer is opgenomen. 1722. 1 eharter. 846. Request van Hendrik Andries aan de Magistraat om in den beyer te worden opgenomen, met kantbeschikking om hem van kleeding te voorzien. 1722. 1 charter. 847. Request van Jacob Dirks, mattemaker, die in den beyer is opgenomen, aan de Magistraat, om in zijne kleeding te voorzien. 1722. 1 charter. 848. Verklaring van Hendrik van Putten, dat hij zijne moeder 194 987. Koopbrief van grondpachten, te zamen jaarlijks 13 gld. 2 stvrs. 8 penningen opbrengende, uit huizen aan de St. Jacobstraat en den Raadhuis-burgwal (Heerenwaltje), aangekocht van de erfgenamen van Hylk Riemersma. 1629. 1 charter. 988. Extract uit het resolutieboek der stad Leeuwarden, waarbij op voorstel van de voogden van het St. Anthony-Gasthuis besloten wordt, dat de grondpachten, toebehoorende aan dit gesticht, door de eigenaren der perceelen, waarop zij rusten, tegen den penning twintig mogen worden afgekocht. 1694. (Gelijktijdig afschrift.) 1 charter. c. Eigendomsbewijzen van graven. 989. Twee lijsten van graven op het Oldehoofster- en het Jacobijner kerkhof, aan het gasthuis toebehoorende, met vermelding van de daarvoor verschuldigde grafgelden, over de jaren 1652—1657. Met twee bijlagen. 1697. 4 charters. 990. Lijsten van graven op het Oldehoofster- en het Jacobijnerkerkhof, toebehoorende aan het gasthuis. 1714. 1 charter. 991. Idem, uit 1738; benevens eene ongedateerde lijst, twee quitantiën en losse aanteekeningen. 6 charters. 992. Afstand van 25 graven op het Oldehoofster-kerkhof aan het Old-Burger-Weeshuis te Leeuwarden. 1738. 1 charter. d. Stukken betreffende de Gasthuiszathen en -1 anden en losse landen.1) 995. Acte van scheiding van de Galgefenne, tusschen de voogden van het St. Anthony-Gasthuis, de Magistraat van ') Zie ook de nos. 911—913, 915—917, 933, 941, 947 en voorts bij Proefbrieven. 195 Leeuwarden en dr. Eelco Heymans, als administrator Vaü het St. Jobsleen, ter eenre, en jhr. Homme van Camstra c. s., ter andere zijde, waarbij aan het gasthuis vijf koegangen en eene kalfgrazinge worden toebedeeld. 1634. (Authentiek afschrift uit 1634.) 1 charter. 1. Onder Akkrum.1) 996. Koopbrief van eene zathe onder Akkrum, groot 581/» pdmt., door de voogden van het St. Anthony-Gasthuis van de Staten van Friesland gekocht tegen 751/* ggld. de pondemaat. 1644. 1 charter. 997. Verklaring van Watse Johannes, die gedurende 40 jaar de zathe te Akkrum heeft bewoond, dat het gasthuis niet verplicht is den rijweg, langs de zathe loopende, mede te onderhouden. 1687. 1 charter. 998. Overeenkomst tusschen de gasthuisvoogden en Mary Abes, weduwe van Minnold Gerbens, betreffende de bemaling van 321/« pdmt. land, welke tot de gasthuiszathe onder onder Akkrum behooren. 1704. Met toevoegsel van 1706. N.B. Door brand beschadigd origineel, met gelijktijdig afschrift. 2 charters. ') De hierna volgende groepen van stukken zgn in 1778 door den gasthuisvoogd T. N. Suringar in pakketten volgens de verschillend» zathen bijeenverzameld. Zij bevatten alle documenten, welke op de onderhavige zathen betrekking hebben, zoowel titels van aankomst, als verhuringen, eventueele processtukken e. a. Zeer waarschijnlijk hebben er meer pakketten bestaan, daar het gasthui» toen nog zathen en landen bezat: te Hallum (groot ruim 79 pdmt.), te Boxum (groot 78 pdmt.), te Ried (groot 40 pdmt), te Boodkerk (groot 60'/» pdm$.), te Smallingtr Opeind» (groot 150 pdmt.), eene tweede plaats te Ferwerd (groot 67-'/i ,pdmfc) en eene derde plaats te Akkrum (groot 83'/» pdmt.), welke alle, met vele losse landen, waaronder de 1472 pdmt. te Hylaard, tengevolge van de decreten van 6 Oct 1796 en 10 Jan. 1797 zijn verkocht. Van de verkochte zathen zijn geene stukken meer aanwezig; misschien zijn deze, bg den verkoop, in handen gesteld van de koopers; enkel de stukken omtrent de 14'/a pondemaat land in het massale bezit van Sickinge-State te Hylaard zyn nog bewaard gebleven. 196 999. Plattegrond en teekening in opstand van de huizinge der gasthuisplaats te Akkrum. 1776. 1 charter. 1000. Bestek en voorwaarden voor den bouw van eene nieuwe huizinge op de gasthuisplaats te Akkrum. 1777. Rapport over den bouw dezer huizinge, door G. Lourens in 1778 uitgebracht. Met eenige bijlagen. Hierbij eene insinuatie en citatie voor Jan Binnes, aannemer van den bouw van dit huis, tot overneming van de huizinge. 1778. Met eene overeenkomst tusschen de voogden en Jan Binnes over deze zaak. 1778. 15 charters. 1002—1004. Huurcontracten en stukken betreffende de verhuring van deze zathe en landen. 1002. Huurcontract met Derk Jansen, tegen een huur van 145 gld., terwijl de huurders de huizinge ca. voor 1900 gld., volgens tauxatie, ontvangen. 1729. Met voortzetting van de huur met zijne weduwe, hertrouwd met Dirk Jans. 1731 (in duplo). 2 charters. 1003. Huurcontract met Janke Jacobs, weduwe van Ruurd Minnes, tegen 110 gld. 1746. Vernieuwd tegen een huursom van 120 gld. gedurende het eerste jaar, 130 gld. het tweede, en 140 gld. het 3»—«5e jaar, benevens de interessen der huistauxatie. 1748. Hierbij eene tauxatie der huizinge c a. ten laste van Hille Sipckes, den afgaanden huurder, 1746; eene liquidatie van diens achterstallige landhuren, 1746, en eene acte van tauxatie, ten laste van Janke Jacobs. 1752. 4 charters. 1004. Voorwaarden van verhuring van deze plaats, bij inschrijving en opbod gegund aan Sipke Postmus tegen 320 gld. 1774. Met verschillende stukken betreffende de achterstallige huur en tauxatiegelden van Sipke Postmus. 1775—1779. 10 eharter*. 209 1082. Huurcöntract met denzelfden, tegen dezelfde som. 1691. 1 charter. 1083. Huurcontract van de zathe en bijgevoegde losse landen, te zamen groot 50 pdmt., met Jacob Harmens, tegen 175 gld. 's jaars. 1727. 1 charter. 1084. Huurcontract met Harmen Jacobs, tegen 185 gld. 1748. Met eene vernieuwing van dit huurcontract, tegen 190 gld. 1752. 1 charter. 9. Onder Leeuwarden. 1085. Eigendomsbewijs voor de voogden van het St. AnthonyGasthuis van een huis en hof, staande aan den Dockumer trekweg, „het Tolhuis" genaamd, aangekocht van Dr. Johannes Petreus. 1655. Hiervóór, de decreetbrief van den Hove van Vriesland, waarbij Dr. Joh. Petreus dit tolhuis aankoopt van Pieter Glaesz. 1665. Met een: a. Schuldbrief van Jan Rinnerts en Hilbrandt Heeres, groot 275 gld., wegens achterstallige grondpacht van het tolhuis, ten nadeele van het gasthuis. 1653. 6. Request van Hilbrandt Heeres aan de gasthuisvoogden om uitstel van betaling (zonder datum). c. Protest van Pieter Juckes, huurder van het tolhuis aan den trekweg naar Dockum, tegen den verkoop van dit perceel ten nadeele van Hilbrant Heeres, daar hij dit tolhuis zelf reeds van Heeres heeft gekocht. 1653. d. Sententie van den Hove van Vriesland, waarbij de huur-opzegging aan Pieter Juckes gedaan, wordt gehandhaafd. 1654. e. Publicatie van den verkoop van het huis, met hovinge, staande aan den Dockumer trekweg, het Tolhuis genaamd (zonder datum). f. Request van den rentmeester van het gasthuis 14 210 Claes Can, aan de magistraat van Leeuwarden, tot bekoming van betaling van schuld door Jan Rinnerts. 1655. Met een relaas van den deurwaarder. 1655. 8 charters. 1086. Acte van verkoop door de gasthuisvoogden van het tolhuis aan den Dockumer trekweg aan Foeck Pieters, tegen 300 gld. 1666. 1 charter. 1087. Opgaaf der landen, behoorende tot de gasthuisplaats te Viswerd. (Zonder datum.) 1088. Request van den rentmeester van den Dockumer trekweg aan de gasthuisvoogden, betreffende het wegnemen van drie bruggen, welke in den trekweg langs de landen van het gasthuis liggen, om daarvoor riolen of pompen inde plaats te stellen. 1726. 1 charter. 1089. Acte de precario, gepasseerd door de eigenaren van den Dockumer trekweg over het vervangen van twee bruggen in dezen weg door dammen. 1726. Met eene dergelijke acte over het vervangen van de derde brug in den Dockumer trekweg door een dam. 1734. 2 charter*. 1090—1094. Huurcontracten en andere stukken betreffende de verhuring dezer zathe en landen. 1090. Huurcontract van deze zathe, groot 77 pdmt., met nog 16 pdmt. aan den Dockumer trekweg, met Jacob Willems, tegen 315 gld. huur en overneming der huizinge tegen 2000 gld. 1684. 1 charter. 1091. Huurcontract van deze zathe, nu groot 116 pdmt., met Jan Meinerts, tegen 390 gld. 1714. Vernieuwd in 1719, tegen 400 gld. 1 eharter. 211 1092. Huurcontract met Sybren Doeckes, tegen 450 gld. 1729; met huuroverdracht aan Bavius Span. 1782. 1 charter. 1093. Vernieuwing van het huurcontract met Bavius Span, voor 340 gld. gedurende de eerste 6 jaar en 400 gld. gedurende de volgende 5 jaar. 1736. 1 charter. 1094. Voorwaarden der verhuring van deze plaats, bij inschrijving en opbod gegund aan Willem Sibes, 4©*#l tegen 610 gld. 's jaars. 1775. 1 charter. 10. Onder Leeuwarden. 1095. Opmeting van de kleine en van de groote zathe te Bilgaard, de eerste groot ruim 12 pdmt., de laatste ruim 34 pdmt. 1558. 2 charters. 1096—1101. Huurcontracten en andere stukken betreffende de verhuring van deze zathe en landen. 1096. Huurcontract met Jan Jacobs, tegen eene huursom van 50 gld. benevens de tauxatie der huizinge c. a. tegen 500 ggld. 1685. 1 charter. 1097. Overeenkomst tusschen de gasthuisvoogden en den afgaanden huurder Sierck Pieters, betreffende den afkoop der tauxatie. 1685 (in duplo). 2 charters. 1098. Huurcontract van deze zathe, thans ruim 69 pdmt. groot, met Claes Jelles tegen een huursom van 330 gld., terwijl de huizinge, volgens tauxatie van den afgaanden huurder op hem overgaat. 1732. 1 charter. 1099. Obligatie, groot 1814 gld., ten bate van Hiltie 212 Jelles, voor de tauxatie der huizinge c. a., welke zij als afgaande huurdersche overdraagt. 1733. 1 charter. 1100. Huurcontract met Claes Jelles, tegen 256 gld. 19 st. 1746. Vernieuwd tegen een huur vim 330 gld., benevens de rente der tauxatie. 1749. Op gelijke voorwaarden vernieuwd in 1758 (in duplo). 2 charters. 1101. Voorwaarden der verhuring der zathe en landen, bij inschrijving en opbod gegund aan Jan Jacobs tegen 505 gld. 1774. 1 charter. 11. Onder Lekkum. 1108. Sententie van het Hof van Vriesland in het geschil tusschen de voogden van het St. Anthony-Gasthuis t*r eenre, en. de kerkvoogden te Ryperkerk ter andere zijde, over het bezit van 22 pdmt. land te Lekkum. 1561. 1 charter. (Reg. no. 167.) 1103. Eigendomsbewijs voor de gasthuisvoogden van een stuk land te Lekkum, in naam groot 40 pondematen, bij decreet van het Hof van Vriesland voor 251/* ggld. aangekocht van de onmondige kinderen Van Tzalingh Andringa. Met de quitantiën voor den koopprijs dezer zathe, welke inderdaad ruim 29 pondematen groot was, en de kosten. 1565. Hierbij: a. eene tauxatie door het Hof van een huis en hooiberg op bovengenoemd land, voor de som van 285 ggld., toebehoorende aan de weezen van Tzaling Andringa. 1585; 6. Een verzoek door de gasthuisvoogden tot Burgemeesteren> Schepenen en Raden van Leeuwarden gericht, om consent tot dezen aankoop, en tot verkoop op afbraak van het huis met den hooiberg, met verwijzing naar de toestemming, welke de Magistraat hun in 1580 heeft verleend tot den verkoop van 10 pdmt. land op Schilkampen aan Margriet, weduwe Van Jan 213 Heeres, mits de verkoopsom op nieuw in landerijen werd belegd. 1585. c. De koopbrief voor Margarete Doedes, weduwe van Jan Heeres, van bovengenoemde 10 pdmt. land op Schilkampen. 1580. d. Een verzoek van de voogden aan het Hof van Vriesland om consent op den verkoop van dit land op Schilkampen. 1580. e. Eene quitantie, groot 740 gld., door juffrouw Cent Andringa, als voogdes over hare kinderen gepasseerd, voor den verkoop van land te Lekkum aan de voogden van het St. Anthony-Gasthuis. 1585. 8 charters. 1104. Verklaring van de kerkvoogden van Lekkum, dat zij van de voogden van het St. Anthony-Gasthuis ter bede 14 voet grond van de gasthuis-terp, over de reed, te Lekkum, hebben ontvangen. 1732. 1 charter. 1105. Overeenkomst tusschen de voogden van het St. AnthonyGasthuis en die van het Popta-Gasthuis, waarbij bepaald wordt, dat beide gestichten voortaan elk voor de helft zullen bijdragen in de slattingskosten van 53 roeden van eene opvaart te Lekkum, loopende van de Dokkumer Ee tot eene zathe, toebehoorende aan het Popta-Gasthuis. 1737. 1 eharter. 1106—1113. Huurcontracten en andere stukken betreffende de verhuring van deze zathe en landen. 1106. Huurcontract met Aede Glaessen tegen 85 gld. 1683. 1 eharter. 1107. Huurcontract met Andries Tjeerds en Trijntje Aedes, tegen 220 gld. 1729. 1 eharter. 1108. Huurcontract met dezelfden, tegen 220 gld., onder bepaling, dat bij eventueele slatting van de Ee, de kosten gedragen zullen worden door huurder en verhuurder, ieder voor de helft. 1745. 1 eharter. 214 1109. Voorwaarden der verhuring bjj inschrijving en opbod van de plaats te Lekkum. 1775. 1 charter. 1110. Tauxatie van het huis en de hovinge op 2270 gld., aanvaard door Jesse Tiepkes. 1776. 1 charter. 1111. Huurcontract met Meindert Haytes, tegen 485 gld. 1788. 1 charter. 1112. Huurcontract met denzelfden, tegen 500 gld. 1800. 1 charter. 1113. Huurcontract met denzelfden, tegen 800 gld. 1807 (in duplo). 2 charters. 12. Onder Lekkum. 1114. Opmeting van eene stuk land, gelegen bij het Tolhuis, groot ruim 29 pdmt. 1586. 1 eharter. 1115. Koopbrief van 5 pdmt. land bij' het tolhuis op Harnserland, door de voogden van het St. Anthony-Gasthuis voor 600 ggld. gekocht van Sybe Gerrytsz. 1630. 1 charter. 1115a. Acte van scheiding van het meenschar, „de Hingstekoppen", liggende tusschen het Kalverdijkje en het Ouddeel, tusschen het St. Anthony-Gasthuis, de eigenaren der zathe Takklehuis en Auke Pieters de Vries. 1732. Met de rekening van deze „afslattinge." 2 charters. 1116. Opmeting van het meenschar Rosendaal. 1777. Met twee teekeningen. 3 charters. 1117—1127. Huurcontracten en andere stukken betreffende de verhuring van deze zathe en landen. 1117. Huurcontract met Baucke Rommerts, die tegen 215 een propijn van 750 ggld., 15 pdmt. tegen 30 ggld. en 42 pdmt. tegen 28 ggld. in huur ontvangt, met het recht om op dit land een huis te zetten tegen 300 ggld. 1599. Hierbg een afschrift der verkoopsvoorwaarden van de huizinge van Baucke Rommerts. 2 charters. 1118. Huurcontract met Rinse Siercks, tegen 100 gld. en een daalder taux. 1684. 1 charter. 1119. Huurcontract met Baucke Dircks, tegen 125 gld. en 1 daalder taux. 1688. 1 charter. 1120. Huurcontract met Jacob Willems, tegen 60 ggld. en een daalder taux. 1696. Hierbg* eene tauxatie der huizinge c. a. 2 charters. 1121.. Huurcontract met Frans Theunis, tegen 75 gld. benevens 1 daalder taux en tauxatie der huizinge ca. 1716- 1 charter. 1122. Huurcontract met Saeckien Clases, weduwe van Abe Halbes, tegen 94 gld. en 1 daalder taux. (1721). 1 charter. 1123. Huurcontract met Rinse Symons, tegen 115 gld. benevens 6 daalders taux. 1729. Hierbg de overdracht van de huizinge c. a. door de afgaande huurdersche Saeckien Clases, 1731, met quitantiën, en een contract met Rinse Symons, betreffende de verbouwing van de huizinge en de schuur. 1732. 4 charters. 1124. Huurcontract met denzelfden, op gelijke voorwaarden. 1732. 1 charter. 1126. Huurcontract met denzelfden, voor 5 jaar, tegen 216 100 gld. gedurende de beide eerste, en 115 gld. gedurende de drie laatste jaren. 1746. 1 charter. 1126. Voorwaarden der verhuring van deze plaats, bij inschrijving en opbod gegund aan Hessel Meinards, tegen 320 gld. 1772; niet eene inventaris van diens boedel. 1777. 2 charters. 13. Onder Marssum. N.B. Zie Iht. nos. 75, 78, 79, 80 en 86. 1127. Opmeting der landen van de zathe te Marssum door Jacob Heeres. 1553. 1 charter. 1128. Eigendomsbewijs van 13 pdmt. land onder Marssum, door de gasthuisvoogden aangekocht van de onmondige kinderen van Dr. Tyailing Eysinga, voor 331 ggld. 1605. 1 charter. «•«■ 1129. Acte van niaarneming van 5 pdmt. land, gelegen onder Marssum, door de voogden van het St. AnthonyGasthuis genaast van Dominicus Oedtsma, die dit land voor 122 ggld. had aangekocht van Neeltje Adriaens, weduwe van Cornelis Franssen, te Harlingen. 1608. Hiervóór deze koopacte. Met eene opmeting van deze landen. 1608. 2 charters. 1130. Transportbrief van 6 pdmt. weiland in het meenschar y. De Warnefliet", in Menaldumadeel, door de voogden van het St. Anthony-Gasthuis voor 600 gld. aangekocht van Isbrant Jacobsz en Jets Jochums. 1608. 1 charter. 1131. Koopbrief van 1 pdmt. land op het Marssumer Nieuwland, aangekocht door de gasthuisvoogden voor 109 ggld. en een rozenobel van Watze Mientses Buma. 1619. 1 charter. i 217 1182. Koopbrief van 7 pdmt land onder Marssum, door de gasthuisvoogden voor 1600 ggld. gekocht van Aaltie van der Velde, te Rotterdam. 1632 (in duplo). Met den consentbrief van den grietman van Menaldumftdeel op dezen koop. 1633. 3 charters. 1133. Eigendomsbewijs voor de gasthuisvoogden van 4 pdmt. kerkeland te Marssum, „de Gueple" genaamd, aangekocht tegen 64 ggld. de pondemaat. 1735. Hierbij het decreet van den Hove van Vriesland, waarbij aan de kerkvoogden van Marssum den verkoop van kerkelanden wordt toegestaan. 1735. 2 charters. 1184—1142. Huurcontracten en andere bescheiden, betreffende de verhuring van deze zathe en landen. 1184. Huurcontract van een stuk land bij de gasthuiszathe te Marssum, verhuurd aan Trijn Sipckesdr., weduwe van Jurjen Ottes, tegen 23 ggld. 1607. 1 charter. 1185. Huurcontract van 3 pdmt. land, liggende aan den Marssumerweg, verhuurd aan Willem Jansz. tegen 20 ggld. 1631. 1 charter. 1136. Idem van 12 pdmt. losse landen, verhuurd aan Johannes Rjjpckes, tegen 6*/ï ggld. de pondemaat. 1675 (in duplo). 2 charters. 1137. Huurcontract van de zathe en landen te Marssum, groot ruim 78 pdmt. met Wopcke Rinnerts en Eecke Doeckeles, tegen 2 ggld. en 3 realen de pondemaat, boven de tauxatie der huizinge. 1688. Met de tauxatie, 1688, en een contract tot overneming van de huizinge. 1689. 3 charters. 1138. Huurcontract van de geheele zathe, met Jelle 218 Wopckes, tegen 21/» ggld. de pondemaat. 1701. 1 charter. 1139. Huurcontract met denzelfden, tegen 2 ggld. 3 realen de pondemaat. 1715. 1 charter. 1140. Een geheel gelijk huurcontract, met denzelfden. 1720. 1 charter. 1141. Voorwaarden der verhuring van deze zathe, bij inschrijving en opbod gegund aan Pieter Gosses. 1772. 1 charter. 1142. Tauxatie der huizinge, bij het verlaten der zathe door den huurder Heere Jelles. 1773. 1 charter. 14. Onder Minnertsga. 1143. Koopbrief van eene zathe te Minnertsga, groot ruim 53 pdmt., door de gasthuisvoogden aangekocht van Lieuwe Epckis en Hintte Jarichs tegen 130 ggld. de pdmt. 1633. Hierbij eene quitantie van den laatsten termijn der koopsom. 1634. 2 charters. 1144. Opmeting der landen, tot deze zathe behoorende. 1633. 1 charter. 1145. Transportbrief van ruim 10 pdmt. los land onder Minnertsga, door de gasthuisvoogden aangekocht van Pytter Rinties en Wypkien Sytses tegen 1800 gld. 1759. Hierbij het reversaal ten laste van de voogden en eene quitantie. 3 charters. 1146. Koopbrief van 1 pdmt. land, liggende in de gasthuiszathe te Minnertsga, door de gasthuisvoogden aangekocht van de Staten van Friesland tegen 291 gld. 1763. Met reversaal ten laste der voogden. 1763. 219 1147—1162. Huurcontracten en andere stukken betreffende de verhuring van deze zathe. 1147. Huurcontract met Pieter Lieuwes, tegen 107 ggld. 1677. 1 charter. 1148. Huurcontract met Sipke Clases en Antie Wouters, tegen 200 gld., benevens de tauxatie der huizinge. 1729. 1 charter. 1149. Huurcontract met Wopke Eyberts en Antie Wouters, tegen 176 gld., benevens het onderhoud der huizinge. 1736. Met verlenging van dit huurcontract op dezelfde voorwaarden, 1746, en eene acte van tauxatie der huizinge. 1764. 2 charters. 1160. Voorwaarden van de verhuring der zathe, bij inschrijving en opbod toegewezen aan Tjerk Ottes, tegen 422 gld. 1776. £t 1 charter. 1161. Stukken uit het proces voor het gerecht van Barradeel, betreffende de invordering van twee jaar achterstallige huur van Tjerk Ottes. 1779. 5 charters. 1152. Tauxatie der huizinge op de plaats te Minnertsga, bij de aanvaarding der huur door Pieter Durks. 1779. Met een proces-verbaal van den toestand van dit huis. 1779. 2 charters. 15. Onder Minnertsga (FoUa-State). 1163. Koopbrief van Folta-zathe en -landen te Minnertsga, groot 73 pdmt., door de gasthuisvoogden gekocht van Oene Jouckes Oenema tegen 38 ggld. de pdmt., onder beding, dat deze er 13 huurjaren aan behoudt. 1595. Hierbg een request van de voogden aan de Magistraat van Leeuwarden om toestemming tot dezen koop, met 220 gunstige kantbeschikking, 1595; den consentbrief op den koop door den grietman van Barradeel, 1595, en twee quitantiën voor de ontvangst der koopsom. 1595 en 1596. 5 charters. 1154. Opmeting van Folta-zathe. 1595. Met eenige bijlagen. 7 charters. 1156. Stukken betreffende den afkoop eener eeuwige rente, groot 6 ggld., rustende op Folta-zathe, n.1. de koopbrief van deze rente, door Johan Hermana uit naam van zgn broeder Hobbe, verkocht aan Gerardus Ludolphus Agricola, 1593, met het consent op dien koop, en, in margine, de overdracht van deze rente door laatstgenoemden aan Oene Oenema, 1596, benevens de afrekening voor de aflossing van deze rente tegen 125 ggld. door Oene Oenema. 1596. 2 charters. 1166. Request van Oene Joukes Oenema aan den gasthuisvoogd Hessel Aysma om een voorschot van 100 ggld. in vermindering van de koopsom. 1595. Met een: <*. Verzoek van denzelfden aan den voogd Watze Eelckes, van dezelfde strekking. 1595. 6. Verzoek als boven aan Hessel Aysma, met eene aanmerking op de opmeting der landerijen, tot de zathe behoorende. 1596. c. Brief van Oene Jouckes, waarbij hij den gasthuisvoogden aanbiedt om tegen een zekere som afstand te doen van zijne rechten op de huur dezer zathe. 1595. d. Accoord tusschen de gasthuisvoogden en Oene Jouckes betreffende de verhuring der zathe aan laatstgenoemden, tegen een huursom van 1021/2 ggld. en een geschenk van 200 ggld. Z. d. (1610. Ongeteekend concept.) e. Sententie van den Hove van Vriesland in een geding tusschen de gasthuisvoogden en Oene Jouckes Oenema. 1610. 6 charters. 1157. Transportbrief van 6 pdmt. land, door de gasthuisvoogden gekocht van Oene Jouckesz. Oenema tegen 410 ggld. 1616. Hierbij een koopbrief van deze 6 pdmt) door Oene Jouckes 221 Oenema gekocht van Hoyte Haytsema, tegen 410 ggld. 1614; met het reversaal op dezen koop ten laste van Oene Jouckes Oenema. 1614. 3 charters. 1158. Koopbrief van ruim 8 pdmt. bouwland te Minnertsga, door de voogden aangekocht van Jacob Epckis tegen 1800 ggld. en 2 rozenobels. 1635. Met den consentbrief op dezen koop door den grietman van Barradeel, 1635, twee qttitantiën en eene opgave van de grootte der perceelen. 5 charters. 1159. Twee verklaringen betreffende het recht van de eigenaars van Folta-aathe op een ljjk- en voetpad naar Minnertsga over de landen, toebehoorende aan den heer Diest. 1690. 2 charters. 1160. Transportbrief van 13 pdmt. los land onder Minnertsga, door de voogden van het gasthuis aangekocht van Gerben Willems tegen 1500 gld. 1716. 1 charter. 1161. Acte van niaarneming van V» pdmt. land onder Minnertsga, door de gasthuisvoogden genaast van Gerryt Jansen, die dit had gekocht van Jan Oepkes Langius tegen 91 ggld. 1756. Hierbij eène specificatie der kosten, gevallen op deze koopacte, en een reversaal ten laste van Gerrit Jans. 1756. 3 charters. 1162. Acte van niaarneming van */* pdmt. land onder Minnertsga, door de gasthuisvoogden geniaard van Allard Scheltinga c. s., die dit had gekocht van Taekle Symons tegen 8 ggld. 1776. Hierbij een reversaal ten laste van Allard Scheltinga. 1776; en twee nota's van kosten, op bovengenoemde actes gevallen. 4 charters. 1163—-1171. Huurcontracten en andere stukken betreffende de verhuring van deze zathe en landen. 225 1185. Koopbrief voor de voogden van het St. Anthony-Gasthuis van ljt pdmt. land onder Stiens, aangekocht van Sybrant Unia, voor 42 ggld. 1611. 1 charter.- 1186. Wandelbrief tusschen de gasthuisvoogden en Sierck Tanya, waarbij de eersten l'/s pdmt. bouwland, liggende in een stuk land, groot 4 pondematen, dat aan het gasthuis toebehoort, ontvangen en de laatste een kamp land op het Stienser Nieuwland, eveneens groot IV» pdmt., verkrijgt. 1673. 1 charter. 1187. Wandelbrief tusschen de gasthuisvoogden en Jurjen Pytters, waarbij de eersten 1 pdmt. land te Stiens, „de Warren" genaamd, verkrijgen en de laatste eveneens 1 pdmt. land aldaar, „de Freem" genoemd, ontvangt. 1716. Met het- consent van den grietman van Leeuwarderadeel. 1717. 1 charter. 1188. Transportbrief voor de gasthuisvoogden van 3 pdmt. land, liggende in de meenschar: „de Hooge Witsen", onder Stiens, voor 200 gld. aangekocht van Ruurd Tieerds. 1740. 1 charter. 1189. Transportbrief van 61/» pdmt. land onder Stiens, door de voogden van het gasthuis aangekocht van Gesina Geukama, vrouw van David Timmer, en ds. Aug. Geukama, voor 710 ggld. 1743. Met reversaal. 2 charters. 1190. Transportbrief van 17* pdmt. land onder Stiens, door de voogden van het gasthuis aangekocht van dezelfden, voor 165 ggld. 1743. Met reversaal. 2 charters. 1191. Transportbrief van 37* pdmt. land onder Stiens, door de voogden van het gasthuis aangekocht van Jochum Johannes voor 511 ggld. 1756. Met reversaal, benevens eene nota van kosten. 1757. 3 charters. 15 226 1192. Koopbrief van 37* pdmt. land op het Oudland onder Stiens, door de voogden van het gasthuis aangekocht van de Staten van Friesland voor 746 gld. 1763. Met reversaal. 2 charters. 1193. Koopbrief van 6 pdmt. land aan den Oudlandsdijk te Stiens, door de voogden van het gasthuis gekocht van de Staten van Friesland, voor 1160 gld. 1763. Met reversaal. 2 charters. 1194. Twee lijsten van grondpachten, welke de huurder van de gasthuisplaats te Stiens moet ontvangen. Zonder datum. 1 charter. 1195—1202. Huurcontracten en andere stukken betreffende de verhuring van deze zathe en landen. 1195. Huurcontract tusschen Jacob Canter van Oesten, eigenaar eener zathe te Stiens, en Botte Poppes en zijne vrouw Aeff Roeloffs, die deze plaats huurt voor 50 ggld. benevens eene eeuwige rente van 2 V* ggld. 's jaars, terwijl hij het huis moet koopen voor 609 ggld. 1592. (Authentiek afschrift van 1593.) 1 eharter. 1196. Huurcontract van de zathe' te Stiens, groot 55 pdmt. van de gasthuisvoogden met Goike Gerrits, tegen 37* ggld. de pondemaat. 1675. Met eene acte van compromis tusschen de verhuurders en den huurder betreffende de tauxatie der huizinge, 1675, en twee nota's der tauxatiën. 4 charters. 1197. Huurcontract met Dirk Cornelis, tegen 165 ggld. 's jaars. 1683. 1 charter. 22? 1198. Huurcontract niet Hendrik Gerrits, tegen 3 ggld. de pdmt. 1690. 1 charter. 1199. Huurcontract met Nanne Johannes, tegen 272 gld. 's jaars, benevens de tauxatie. 1715. Met eene requisitoriale intimatie voor de voogden tegen Nanne Johannes wegens achterstallige huur, benevens twee nota's van hetgeen door hem is verschuldigd. 1731. 4 charters. 1200. Huurcontract met Symen Jans, tegen 220 gld. 's jaars, terwijl de huurders de huizinge op tauxatie hebben. 1731 (in duplo). 2 charters. 1201. Tauxatie van de huizinge ca. voor een bedrag van 2654 gld. 1745. Met eene quitantie voor 1000 gld., door Symen Jansen van de gasthuisvoogden ontvangen voor de verbetering van de huizinge ca. 1746. 2 charters. 1202. Huurcontracten met denzelfden, tegen eene huur van 200 gld. gedurende de drie eerste, en van 250 gld. gedurende de twee laatste jaren, 1745, en vervolgens tegen 250 gld. 1750. 2 charters. 18. Onder Tietjerk, aan het Oud-deel. N.B. Zie Inv. nos. 28 en 41. 1203. Request voor de voogden van het St. Anthony-Gasthuis aan Gedeputeerde Staten van Friesland om den grietman van Tietjerksteradeel te beletten eene niet verschuldigde schatting te heffen van de gasthuislanden aan het Ouddeel en zich te beklagen over eene onrechtmatige executie ten nadeele van de gebruikers dier landen. Met gunstige kantbeschikking. 1587. 1 charter. 228 1204. Decreetbrief van het Hof van Vriesland, waarbij aan de kerkvoogden van Hardegarijp vergunning wordt verleend tot den verkoop van 5 mad maden, liggende ten zuiden van het Oud-deel. Verkocht aan de voogden van het St. AnthonyGasthuis, voor 60 ggld. 1713. 1 charter. 1205. Transportbrief van 5 pdmt. land, gelegen in Huizumer hemrik, ten oosten van het Oud-deel, door de voogden van het St. Anthony-Gasthuis gekocht van Willem van Haren, tegen 307° ggld. de pondemaat. 1702. Hierbij eene nota der kosten op dezen koop gevallen. 1702. 2 charters. 1206. Aanteekening, betreffende het gebruik van voetpad over de fenne van de plaats onder Tietjerk en van de draai over het zet. 1772. 1 charter. 1207—1215 Huurcontracten en andere stukken betreffende de verhuring van deze zathe en landen. 1207. Huurcontract met Thomas Everdtsz. en Trijn Meynerdtsdr. van deze zathe en landen, tegen 29 ggld. 's jaars, benevens 675 ggld. voor de overneming van de huizinge c. a. 1596. 1 charter. 1208. Huurcontract met Freerck Jacobsz. van 9'/° pdmt. miedland op Wylaerdt en omtrent 6 pdmt. over het Oud-deel, tegen 13 ggld. en 7 ggld. 's jaars. 1629. 1 charter. 1209. Koopbrief van de huizinge c. a. op de gasthuiszathe en -landen van Tietjerk, door Meynts Pyters, weduwe van Tiaerd Jeltes, verkocht aan Sydts Rymers en Sioertie Tiallings voor 2525 ggld.; benevens ontruiming van 80 pdmt. land onder Tietjerk, met het recht van 9 jaar huur. 1665. 1 charter. 1210. Koopbrief van dezelfde huizinge c. a., door Oene Atis, te Grouw, verkocht aan Hylcke Riemers, te 229 Boornbergum, voor 757 ggld. en 6 zilveren ducatons, met last van 1 jaar huur, waarvoor aan het gasthuis 40 ggld. moet worden betaald. 1690. 1 charter. 1211. Huurcontract met Uble Johannes en Auck Wyberens, tegen 50 ggld. 's jaars. 1693. 1 charter. 1812. Huurcontracten met Harmen Jans en Gryttie Eetzes, tegen 95 gld., 1747 's jaars, en tegen dezelfde som in 1751. Met een tauxatie uit 1747. 3 charters. 1213. Acte van tauxatie ten laste van Harmen Jans, met bijlage, betreffende de tauxatie der huizinge. 1753. 3 charters. 1214. Inventaris der meubelen en der levende have, toebehoorende aan Aeltye Johannesdr., weduwe van Floris Jarichs, hertrouwd met Jan Harings, huurders dezer plaats, met acte de precario van die goederen, ten voordeele van het gasthuis. 1767. Met de acte van tauxatie der huizinge ca. van Jan Harings, en twee nota's. 1767. 4 charters. 1215. Tauxatie der huizinge c. a. te Tietjerk, verlaten door Tierd Yepes en aanvaard door Ruierd Wygers. 1772. 1 charter. 19. Onder Tietjerk *) (Lutjegeest). 1216. Koopbrief van 138 pdmt land onder Lutjegeest, Tietjerk en Bergumerklooster, door de gasthuisvoogden aangekocht van de Staten van Friesland tegen 45 gld. de pdmt. 1638. 1 charter. 1217. Transportbrief van 31/- pdmt. mieden, gelegen onder ■) In 1778 was deze plaats 165 pdmt. groot. 230 Tietjerk, door de gasthuisvoogden aangekocht van Hans Casper Sleufoor en Goytie Sybrans, tegen 500 gld. 1700 (in duplo). 2 chartert). 1218. Staat van opbrengst van de klijnlanden, in 1754 voor het gasthuis verkocht', met eene berekening. 2 charters. 1219. Bestek en voorwaarden voor de aanbesteding van eene nieuwe schuur. 1757. 1 charter. 1220. Request van de voogden van het St. Anthony-Gasthuis aan den Hove van Vriesland om machtiging tot verkoop van vastigheden tot het dekken van schulden. Met gunstige kantbeschikking van het Hof tot den verkoop van landerijen, gelegen te Lutjegeest. 1759. 1 charter. 1221. Quitantie van 31gld., door Klaas Bouwes c. s., als koopers van het in 1754 verkochte klijnland, aan het St. Anthony-Gasthuis betaald, wegens het zetten van een molendijk op grond van het gasthuis. 1760. (Gelijktijdig, authentiek afschrift.) ' 1 charter. 1222. Rapport, met teekening, van de vergraving van 24 mad klijnland, waarvan de bovengrond in 1754 is verkocht, met behoud van den ondergrond. 1776. Met een contract over bovengenoemde vergraving, 1776, en eene bijlage. 3 charters. 1223—1233. Huurcontracten en andere stukken betreffende de verhuring van deze zathe en landen. 1223. Stukken uit het proces van de voogden van het St Anthony-Gasthuis tegen Jan Ulbes te Tietjerk, over de ontruiming van aan dit gasthuis toebehoorende landen, welke hij in huur heeft gehad. 1615 -1617. 6 stukken. 231 1224. Verklaring van Jan Ulbes, dat hij van de voogden van het St. Anthony-Gasthuis heeft gehuurd 8 mad mieden, gelegen bg Lutkegeest, „het Ruigland" genaamd, tegen 12 ggld. 's jaars. 1620. 1 charter. 1225. Gerechtelijke tauxatie, op last van het Hof van Vriesland, van de huizinge ca. op de zathe te Lutjegeest, ten verzoeke van Jan Tiercx. 1658. 1 charter. 1226. Tauxatie van deze huizinge ca., op last van den Hove en ten verzoeke van de gasthuisvoogden, contra Jan Rompckes. 1661. Hierbij de insinuatie (afschrift) en nota's van tauxatie en kosten. 5 charters. 1227. Huurcontract, bij vernieuwing, met Syds Jans en Reinsck Johannes, tegen 56 gld. 's jaars. 1677. 1 eharter. 1228. Huurcontract met Rienck Thomas en Jantie Jacobs, tegen 150 gld. 's jaars. 1694. Met twee actes van tauxatie van 1693 en van 1695 en eene obligatie en borgstelling wegens verschuldigde huur, groot 655 gld., ten laste van Rienck Thomas. 1706. 4S charters. 1229. Huurcontract met Thonis Jans tegen 40 ggld. 's jaars, benevens betaling der tauxatie van de huizinge c a. 1703. Met de acte van tauxatie. 1704. 2 charters. 1230. Huurcontract met Sybren Dircx, tegen 120 gld. 's jaars, benevens een renteloos voorschot van 1000 gld. en de tauxatie der huizinge. 1713. 1 charter. 1231. Huurcontract met denzelfden, tegen 115 gld.'s jaars en een renteloos voorschot van 500 gld. 1723. 1 charter. 232 1282. Huurcontract met denzelfden, tegen 125 gld. 's jaars. 1729. 1 charter. 1233. Voorwaarden van verhuring der zathe tnj inschrijving en opbod, welke plaats, bij gebrek aan bod, opnieuw wordt verhuurd aan de huurster Aagje Heeres, weduwe van Sybe Jans, tegen 250 gld. 's jaars. 1774. 20. Onder ^Tietjerk *) (Lutjegeest). 1234. Koopbrief van eene zathe, "groot 82 '/a pdmt., liggende onder Tietjerk, Lutjegeest en Bergumerklooster, door de voogden van het St. Anthony-Gasthuis aangekocht van de Staten van Friesland, tegen 23 ggld. de pdmt. 1638. 1 charter. 1235—1237. Huurcontracten van deze zathe en landen. 1235. Huurcontract met Symen Hansen tegen 35 gld. 's jaars, benevens het onderhoud der huizinge. 1677 (in duplo). 2 charter*. 1236. Huurcontract met Alef Douwes, tegen 85 gld. 's jaars. 1713. 1 charter. 1237. Huurcontract met Jan Harmens, van 40 pdmt. fennen en 28 mad mieden, tegen 50 gld. 's jaars. 1778. (Gelgktijdig afschrift.) 1 charter. 21. Onder Tietjerk 2) (Lutjegeest). 1238. Koopbrief van eene zathe en landen, groot 104'/» pdmt., gelegen onder Tietjerk, Lutjegeest en Bergumerklooster, door de gasthuisvoogden gekocht van de Staten van Friesland, tegen 22 ggld. de pdmt. 1638. 1 charter. ') In 1778 bedroegen deze landen te zamen 68 pdmt. 2) In 1778 was deze plaats 196 pdmt. groot. 233 1239. Dècreetbrief van den Hove van Vriesland, waarbij aan D. Ruardi, predikant te Suawoude en Tietjerk, wordt toegestaan 9 mad mieden onder Tietjerk te verkoopen, welke in openbare veiling worden aangekocht door de voogden van bet St. Anthony-Gasthuis, tegen 261 ggld. 1697. 1 charter. 1240. Transportbrief van 8 mad bouw- en miedland onder Tietjerk, door de gasthuisvoogden aangekocht van Pytter Symens Algera, tegen 4157- ggld. 1755. Met reversaal. 2 charters. 1841. Verkoop-besognes: extract uit de gasthuis-rekeningen van 1685, 1686, 1687 en 1755, betreffende de vastigheden onder Lutjegeest; lijst der goederen van het gasthuis onder Tietjerk; inspectie en rapport aangaande bovengenoemde vastigheden te Tietjerk, 1778; teekening van het ten deele ingedijkte Louwsmeer, 1779; verkoopsvoorwaarden e. a. 1779. 20 charters. 1242—1246. Huurcontracten en andere stukken betreffende de verhuring van deze zathe en landen. 1242. Huurcontract met Gabe Sioerdts, tegen eene huur van 122 gld. 1699. 1 charter. 1243. Huurcontract met Thonis Jacobs tegen 40 ggld. 's jaars, benevens de som, waarop de huizinge wordt getaxeerd, of de rente van dit bedrag tegen 4»/o. 1704. Hierbg de tauxatie van de huizinge ca. 1704; de tauxatie uit 1746, met acte van liquidatie tusschen de afgaande huurdersche Auck Oeges, weduwe van Sybren Dirks, en Jacob Thonis, 1746, en de quitantie van de huis-tauxatie door Auck Oeges. 1747. 5 charters. 1244. Huurcontract met Oege Cornelis, tegen 100 gld. 's jaars. 1716 (in duplo). 2 charters. 1245. Huurcontract met Jacob Teunis, tegen 130 gld. 234 's jaars. 1746. Verlengd voor 5 jaar en 2 keurjaren, tegen 130 gld. gedurende de huurjaren, en 150 gld. gedurende de keurjaren. 1751. Hierbij een verklaring van Jacob Theunis, betreffende de inhuring van de in 1754 aangekochte 8 mad bouw- en miedland, tegen 10 gld., daar 4 mad waren verkocht. 1755. 3 charters. 1246. Voorwaarden Tan verhuring, bij inschrijving en opbod gegund aan Jacob Theunis, tegen 160 gld. 's jaars. 1777. (Gelijktijdig afschrift.) 1 charter. 22. Onder Wanswerd.1) 1247. Kaart van de zathe te Wanswerd, groot ruim 67 pdmt., opgemaakt in 1754. 1 eharter. 1248. Opmeting van deze zathe. 1754. 1 charter. 1249. Transportbrief van 6 pdmt. land, gelegen op het Wanswerdermeenschar, door de gasthuisvoogden aangekocht van Pier Dircks, tegen 100 gld. de pdmt. 1756. Met reversaal, en eene opmeting van dit perceel. 1756. 3 charters. 1250—1251. Huurcontracten en andere stukken betreffende de verhuring van deze zathe en landen. 1250. Huurcontract van deze zathe, groot 51 pdmt., met Dirk Abes en Rixt Romckes, tegen 60 ggld. 's jaars. 1683% 1 charter. 1251. Voorwaarden voor de verhuring dezer zathe, bij inschrijving en opbod toegewezen aan Wibren Jacobs, tegen 517 gld. 's jaars. 1778. 1 eharter. ') In 1778 was deze zathe 74 pdmt. groot. 240 1284. Contract van verhuring met Halbe Eernstes van twee perceelen leyen onder Oostermeer, te' zamen tegen 15 ggld. 's jaars. 1631. 1 charter. 1285. Contract van verhuring der veenen aan Rintse Sipckes en Wybren Hendricz. te Oostermeer, tegen het genot van de helft der uitgegraven turf. 1633. 1 charter. 1286. Contract van verhuring der leyen onder Oostermeer aan R. Sipckes en W. Hendricx, tegen 35 ggld. 's jaars. 1633. 1 eharter. 1287. Contract van verhuring der veenen aan dezelfden, wederom tegen het genot van de helft der uitgegraven turf. 1644 (in duplo). 2 charters. 1288. Aanteekening der veenen onder Oostermeer, welke aan het gasthuis toebehooren. Zonder datum. 1 charter. 1289. Opmeting van vijf perceelen veen in Smallinger Opeinde. 1607. Met teekening. 1 charter. 1290. Opmeting der leyen te Oostermeer. 1617. Met aanteekening. 2 charters/ 1291. Request van de voogden aan het Hof van Vriesland, om machtiging tot verkoop van zes mad mieden onder Oostermeer. 1680. 1 eharter. 1292. Request van de voogden aan het Hof van Vriesland om machtiging tot verkoop van eenige leyen' te Oostermeer en Smallinger Opeinde. 1695. 1 charter. 1293. Opgaven der opmeting van 19 perceelen klijnland, met vermelding van den koopprijs per roede, en de daarop gedane verhooging. Zonder datum. 1 charter. 241 1294. Twee berekeningen der op 13 Februari 1696 gehouden verkooping der leyen onder Oostermeer, met eene nota der verteringskosten bij de verkooping, en eene berekening van de 2», 3» en 4e termijnen van betaling der koopsommen, verschenen in 1697, 1698 en 1699. 4 charters. 1296. Opmeting; van de 19 perceelen klijnland, gedaan na den verkoop dezer landen, 1696. 1 charter. 1297. Opmeting van veenen, gelegen achter Oostermeer. 1714. Met eene opgave der verdeeling van de Houcke-polle, 1714, en een verslag over den dam, welke in de Gasthuisvaart, uitkomende in de vaart van Oostermeer naar Rottevalle, is gelegd. 1714. 3 charters. 1298. Request aan het Hof van Vriesland, om machtiging tot den verkoop van eenige leyen te Oostermeer en te Smallinger Opeinde. 1715. 1 charter. f. Eigendomsbewijzen van obligatiën. 1299. Obligatie van Gerryt Aarts, te Minnertsga, groot 1000 gld. tegen 4%, in mindering van achterstallige huur zijner zathe aan de voogden gegeven. 1703. 1 charter. 1300. Obligatie groot 200 gld. tegen 5°/o, ten laste van Vrouwe Maria Vegelin, weduwe van Julius Doys, door Antje Hendriks aan de voogden overgedragen. 1709. Met 3 bijlagen, uit 1693, 1702 en 1706. 4 charters. (Zie no. 694.) 1801. Ljjst van de Landschapsobligatita, toebehoorende aan het St. Anthony-Gasthuis. (1771.) 1 charter. 16 242 g. Verkoop en overdracht van huizen en landen. 1302. Decreetbrief van burgemeesteren, schepenen en raden van Leeuwarden tot verkoop van een huis op de noordzijde van de Nieuwestad, dat voor de helft aan het St. AnthonyGasthuis toekomt uit het legaat van Alijdt Hermansdr. 1543. (Gelijktijdig afschrift.) Hierbij eene: sententie van het Hof van Vriesland, waarbij de uitspraak van het Nedergerecht van Leeuwarden ten bate van de voogden van het St. Anthony-Gasthuis en de erven van Jan Jan zoon scherrier, over de betaling van den eersten termijn der koopsom van dit huis, wordt vernietigd. 1545. 2 charters. (Reg. nos. 1S1 en 155.) 1303. Verkoopacte van eene kamer op het Vliet, wegens bouwvalligheid door de voogden van het St. Anthony-Gasthuis in openbare veiling verkocht aan Lambert Fettiesz. 1586. 1 charter. 1304. Verkoopacte van eene kamer, staande in de Gasthuisstraat te Dockum, door de voogden van het St. AnthonyGasthuis te Leeuwarden verkocht aan Beyts Pietersdr., weduwe van Abe Schroer. 1592. 1 charter. 1305. Verkoopacte van eene kamer in de Gasthuisstraat te Dockum, door de voogden van het St. Anthony-Gasthuis te Leeuwarden verkocht aan Focke Sybrensz. 1592. 1 charter. 1306. Verkoopacte van eene kamer aan het bolwerk bij den Moncke-toren, door de voogden aan Wopcke Pyeters verkocht. 1593. 1 charter. 1307. Acte van overdracht van eene kamer aan de westzijde van Remmersma's hofs-poort (bij het St. Jacobs-Gasthuis) gelegen, door de voogden van het gasthuis aan hunne mede-voogdes Hylck Remmersma afgestaan, als vergoeding voor sinds jaren te veel betaalde grondpacht. 1600. 1 charter. 243 1308. Verkoopacte van eene kamer in de Jacob Roeperstraat, door de gasthuis- en de weeshuisvoogden aan Auck Feckedr. Cock verkocht. 1601. 1 charter. 1309. Verkoopacte van eene ledige plaats aan den Groeneweg, door de gasthuisvoogden aan Tjallingh Claesz. verkocht. 1603. 1 eharter. 1310. Verkoopacte van eene kamer, met plaats, achter de Groote Schole, door de gasthuisvoogden aan Mecke Meynses verkocht. 1604. 1 charter. 1311. Verkoopacte van eene kamer in de Kerkstraat, achter de gewezen Latijnsche School, door de voogden aan Beint Wybes verkocht. 1626. 1 charter. 1812. Verkoopacte van een kamex op den hoek van de Kruisstraat, door de voogden aan D. Abraham verkocht. 1628. 1 charter. 1313. Verkoopacte van een huis, loods en plaats in de Haniasteeg, door de voogden aan Gerben Jansz. verkocht. 1640. 1 charter. 1314. Verkoopacte van eene kamer op den Groeneweg, door de voogden aan J. en C. Tyerx verkocht. 1658. 1 eharter. 1815. Verkoopacte van eene kamer aan de zuidzijde van de Tuinen, door de voogden aan Claes Buwes Coopman verkocht. 1653. 1 charter. 1816. Verkoopacte van vijf kamers in de Gasthuissteeg, door de voogden aan Jan van Leeuwen verkocht. 1668. 1 charter. 1317. Verkoopsvoorwaarden van de doorkasten inhetStAnthony- 244 Gasthuis (in duplo). Met eene aanteekening van verkocht lood, ijzer, steen, etc. 1775. 3 charters. 1318. „Staat van opbrengst der vastigheden door de voogden van het St. Anthony-Gasthuis binnen Leeuwarden verkogt, uit kragte der publicatie van het Provintiaal Bestuur van Friesland in dato 6 October 1796." 1 deel. (18 beschreven fol.). Aan de achterzijde van dit deel zijn ingeschreven: „Aantekeningen van 's Lands en particuliere obligatiën, recipissen, promessen en reversaalen, alle ten voordeele van het gasthuis lopende." Z. d. (waarschijnlijk uit 1796.) 36 blz. 1319. Gedrukte verkoopbilletten uit het laatst der 18* en het begin der 19e eeuw. 11 stukken. h. Achterstallige inkomsten. 1320. Lijst van landhuren, stedepachten, renten etc, welke het St. Anthony-Gasthuis heeft te vorderen en welke sedert 1545 onbetaald zgn gebleven. 1557. 1 eharter. 1321. Schuldbrief, groot 25 gld., ten laste van Aede Heeres en Tyemck Boettedr., die, volgens sententie van den Hove van Vriesland, aannemen een som van 25 gld., met de interessen, binnen twee jaar aan de voogden van het St. Anthony-Gasthuis te voldoen. 1578. 1 eharter. 1322. Aanteekening van eenige onbetaalde grondpachten en renten, tusschen de jaren 1643 tot 1664. 1 eharter. 1323. Staat van preferente schuldeischers van Abbe Freerks Gabbema en Aukjen Hillebrants, opgemaakt door Frans van Jongema, raad in den Hove van Vriesland. 1660. (Copie van een afschrift.) Met een rechtsgeleerd advies 245 over een accoord tusschen de voogden van het St. AnthonyGasthuis en Hessel en Ulbe van Bootsma, betreffende de ontvangst van gelden uit bovengenoemden boedel, 1669, en eene aanteekening daaromtrent. 3 charters. 1324. Schuldbekentenis van Feddrick Hylckes, bode van het St. Anthony-Gasthuis, en zgne vrouw Gryttie Andrgs, groot 1031 gld., wegens de administratie van grondpachten en eeuwige renten, toekomende aan het gasthuis, door hem in zijne qualiteit gedaan. 1667. Hierbg eene nota van geregistreerde schulden van Feddrick Hylckes. 2 charters. 1325. Verklaring, waarbij Jochem Hoytes en Idsie Jans, te Marrum, bekennen ruim 497 gld. a 5 °/o schuldig te zgn aan de voogden van het St. Anthony-Gasthuis, wegens achterstallige huur en taux van 10 pmdt. land te Marrum. 1686. Met eene berekening van deze achterstallige huur. 2 charters. 1326. Verklaring, waarbij Anthony Roelofs aanneemt verscheidene achterstallige grondpachten aan den rentmeester van het gasthuis te betalen. 1716. (Extract uit hetrecesboek van Leeuwarden.) Hierbg de koopbrieven van verscheidene woningen in de Amelandsstraat en achter Amelandshof, door verschillende eigenaren verkocht aan Anthony Roeloffs in 1677 en 1679—1682. (Afschriften.) 2 charters. i. Schulden. 1327. Lijst van onbetaalde land-, stede- en kamerhuren, welke de armen nog te vorderen hebben. 1542. 1 charter. 1328. Memorie voor de gasthuisvoogden, opgemaakt door de voogden der Huiszittende armen, betreffende de door het gasthuis verschuldigde grondpachten en verplegingskosten van miserabele en innocente weezen, waarvan het 246 onderhoud komt ten laste van het St. Anthony-Gasthuis en van de Huisarmen. Z. d. (omstreeks 1595). 1 eharter. 1329. Schuldbrief, groot 2000 gld., ten laste van het gasthuis en ten bate van Uiltje Theunis en zijne vrouw Yke Arjens, te Oudehaske. 1779. 1 charter. 1330. Schuldbrief, groot 3000 gld., ten laste van het gasthuis en ten bate van Gijsbert Idzes te Goutum. 1781. 1 charter. 1331. Specificatie der kosten, door Dr. M. "van Vierssen ten behoeve van het gasthuis gemaakt, inzake de procedure tegen Claes Janties, boer te Wytgaard, voor het gerecht van Leeuwarderadeel. 1786—1787. 1 charter. 1332. Specificatie der kosten, door Dr. B, H. van Altena ten behoeve van de gasthuisvoogden gemaakt, in zake de procedure tegen Eelke Sleman, als curator over Helena Sleman, proveniersche in het gasthuis. 1787—1791. Met drie nota's van kosten. 4 charters. 1333. Procuratie van Johanna Ruith, weduwe van Joseph Schattenberg, te Groningen, op J. Ellens, om van de voogden van het St. Anthony-Gasthuis per kwartaal de haar toekomende rente van een kapitaal, groot 2200 gld. a 5°/o, te innen. 1803. 1 charter. 7. Varia- a. Stukken, welke niet in het archief van het St. Anthony-Gasthuis behooren. 1334. Missive van de Magistraat van Dokkum aan die van Leeuwarden, behelzende eene weigering om het overge- 247 zonden concept van eene zekere volmacht te bezegelen, daar zij reeds een volmacht bezegeld hebben. 1581. 1 charter. 1336. Opmeting der landen, behoorende tot Roorda-zathe te Irnsum, door J. Verreyken. 1561. 1 eharter. 1336. Aanteekening betreffende eene declaratie van kosten, onderteekend M. Romraarts, met, aan keerzijde, eene aanteekening aangaande eene verkooping. 1564. 1 charter. 1887. Procuratie van Vincent Tyepma, te Berlicum, op Gheryt Tyercksz. aldaar, om te ageeren tegen Jarych, zijn broeder. 1565. 1 charter. 1338. Onderhandsche koopbrief voor Carolina en Rinske Coulon, te Leeuwarden, van een huis in de Kerkeburen te Dronrijp, door haar voor 615 gld. aangekocht van Cornelis Feddes en Aaltie Jacobus, echtelieden te Dronrijp. 1808. Met twee quitantiën wegens betaalde verponding. 3 charters. b. Moderne afschriften van stukken, belangrijk voor de geschiedenis van het St. Anthony-Gasthuis.1) 1839. Extract uit de rekeningen van de geestelijke goederen der stad Leeuwarden, van 1580—1583, betreffende de drie leenen, behoorende tot het St. Anthony-Gasthuis. 1 charter. 1840. Octrooi van Frans van Anjou tot bevestiging van het besluit van burgemeesteren, schepenen en raden van Leeuwarden van 9 April 1582, waarbij de baten en lasten der drie kloosters te dezer stede, die der Jacobijnen, der Witte Nonnen en der Grauwe Bagijnen, welke bij ') Deze afschriften zijn omstreeks 1870 •vervaardigd voor de uitgave der „Oorkonden der geschiedenis van het St. Anthony-Gasthuis". 248 de invoering der Hervorming aan de stad waren vervallen, worden overgedragen aan de voogden van het St AnthonyGasthuis, de voogden der Huisarmen en de voogden van het Weeshuis, ieder voor */» gedeelte. 1582. 1 charter. REGESTENLIJST. Als grens voor de regestenlflst geldt de 15e Januari 1577, de datum, waarop George de Lalaing, graaf van Rennenberg, door den Raad van State tot stadhouder van Friesland is benoemd. Het de „Oorkonden", waarnaar onder de meeste regesten wordt verweien, ia de tekstuitgave bedoeld der documenten, opgenomen in het werk: «Oorkonden der Geschiedenis van het Sint Anthony-Gasthuis te Leeuwarden", dat in 1876 verscheen. (Zie Inv. no. 141.) Daar de oude charters meest alle in het Friesch afln geschreven en de regesten derhalve den inhoud daarvan vertaald weergeven, zijn ook de plaatsnamen in den tegenwoordigen vorm opgenomen. Tot deze regeling ben ik te eer overgegaan, omdat men den oud-Frieschen vorm der plaatsnamen in bovengenoemde „Oorkonden" kan vinden. £ 1406 Juni 26. Mamma Mammingha verklaart, dat hij aan Gosse, den bloedlater, drie pondematen land in Buweerstera-fenne heeft verkocht, tegen 141'4 schild de pondemaat en dat hij deze som heeft ontvangen. Int ieer uns Heren M^CCCC0 ende VI des snandis ney Synte Johannisdey to mydsomera. Inv. nor 29. Oorspr. Perkament Het zegel afgevallen. N.B. Zie Oorkonde no. 1. 2. 1406, na Juni 26. Hoecka Mynnama, grietman in de Bacuwa, en zijne mederechteren verklaren, dat zij aan Gossa, den bloedlater, ferdban hebben gegeven op drie pondematen land, welke hij heeft gekocht tegen 14 V* schild de pondemaat. Int jaer uses Heren thusend fiouwerhunderth ende sexse. Inv. no. 2». Oorspr. Perkament. Met 2 zegels in groene was, van Hoecka Mynnama en van Jayka Jellaman. Het eerste sterk beschadigd; 3 afgevallen. N.B. Zie Oork. no. 3. 250 3. 1425 April 1. Jouke Burmana, te Leeuwarden, schenkt aan het St. AnthonyGasthuis eene stede in de Scochstrede (Groote Kerkstraat), ten nutte van arme en ellendige lieden, onder bepaling, dat, indien het gasthuis te niet gaat, hare erfgenamen de stede weer tot zich kunnen nemen. Int ieer ons Herens M°CCCC° vjjf ende tontich, opten sonnaiond effter Pascha achtenda. Inv. no. 15. Oorspr. Perkament. De zegels afgevallen. N.B. Zie Oork. no. 3. 4. 1430 Februari 23. Utkia Jellama, burger van Leeuwarden, schenkt aan het St. Anthony-Gasthuis aldaar zijne halve stede, waarop de kerk mede gebouwd is. Int ieer ons Herens fan fioerteenhondert ende thritich, op zunte Mathias jond apostel. Inv. no. 18. Oorspr. Perkament. Met 3 zegels in groene was, van Utkia Jellama, Enka, persona van Oldehove, en Sipka Yaikama, olderman van Leeuwarden. Het eerste en het laatste licht beschadigd. N.B. Zie Oork. no. 4. 5. 1432 Februari 5. Thomas Kraen en de gemeene raad van het convent te Leeuwarden staan aan het Sint Anthony-Gasthuis aldaar hunne vermeende rechten af op de stede op de kamp, waarop Sipka Smid gewoond heeft, en waarop St. Anthonius ferdban bezit, "daar deze afkomstig zijn uit het „half deel" van Mamka, dat aan de kerk van St. Anthonius en aan de armen is gegeven. Int ieer uus Herens thusent fibwerhundert ende twa en tritich, up senta Agads dey. Inv. no. 17. Oorspr. Papier. De 4 zegels afgevallen. N.B. Zie Oork. no. 5. 6. 1433 December 4. Kampo Abbema verklaart, dat zijne grootmoeder, zijne moeder en hij zelf, ter eere van St. Anthonius en ten behoeve van de armen, de stede hebben afgestaan, waarop Blanckenborch eertijds stond, van af de sloot tot de straat, met de stede ter westzijde daarvan. 251 Int jeer uses Herens M.CCCC ende XXXm des wernesdeis efter sunte Andreas den appostel. Inv. no. 18. Oorspr. Perkament. Met 2 zegels in groene was, van Symon, persona, en van Schelta ther Nesze. Het laatste *half afgevallen; 1 verloren. N.B. Zie Oork. no. 6. 7. 1433 December 4. Olderman en schepenen van Leeuwarden verklaren, dat zij aan de voogden van het Sint Anthony-Gasthuis ferdban verkenen op de stede, waarop Blanckenborch heeft gestaan, en de stede ten westen daarvan; benevens op de steden, hun geschonken door Joucke Burmanninggha, Uteke Jellama en Frowcke Mynnama en op de stede, waarvan de Prior van het convent der Jacobijnen afstand heeft gedaan. Int jeer uses Herens MCCCC ende XXXIII des wernesdeys efter sunte Andreas den appostel. Inv. no. 19. Oorspr. Perkament. Met beschadigd zegel in groene was, van Beneko Syuxzama, olderman van Leeuwarden; 3 verloren. N.B. Zie Oork. no. 7. 8. 1436 Juni 8. Wyba Onnama schenkt aan St. Anthonius, ten behoeve van het gasthuis te Leeuwarden, het V» gedeelte van Wasmanna-stins en -stede, onder bepaling, dat het op geenerlei wijze vervreemd mag worden; wordt deze voorwaarde geschonden, dan keert het goed terug, vanwaar het gekomen is. Int ieer ons Herens thusent fyower hondert ende sex ende tritich des fryadis efter sunte Bonifacius dey. Inv. no. 90. Oorspr. Perkament. Met licht beschadigd zegel in groene was, van Wyba Onnama; 9 verloren. N.B. Zie Oork. no. 8. 9. 1436 Juni 15. Beenka Siukesma, olderman te Leeuwarden, verklaart, dat hij in het geschil tusschen Buwa Haythummama, als procurator van het gasthuis, en Beyke Nittama, over de stede naast Rolkama-huis, dat de laatste thans bewoont, en over den uitgang van deze stede, welken Frouwcke Mennama aan het gasthuis heeft gegeven, de volgende uitspraak heeft 252 gedaan: Beyke zal de stede, welke hij nu bewoont, behouden, met den uitgang voor zoover die betimmerd is, en Buwa zal den uitgang naar den bijhof van het St Anthony-Gasthuis hebben, achter de stede, welke Frouwcke heeft geschonken, tot aan het diep toe. Int ieer ons Hera M.CCCC ende XXXVI up santa Fytes dey. Inv. no. 81. Oorspr. Perkament- Met 3 beschadigde zegels in groene was, van Beenka Siukesma, Jelteka Wiggama en Heenka Tadinga, olderman en schepenen te Leeuwarden. N.B. Zie Oork. no. 9. 10. 1440 October 13. Gheerd Hillama verklaart zijne aanspraken op de stad Leeuwarden, wegens zijne gevangenneming en wegvoering naar Igga Wobbingha's huis door Sighir Baukazn. Siurdsma, en de daardoor aan hem en aan wijlen zjjne vrouw Jel toegebrachte schade, voor vervallen, nadat hij van de stad een half Rammonsk laken, twee schilden en acht clinckers heeft ontvangen. Hij handhaaft echter zijn aanspraak op Sighir, wegens een ander onrecht door dezen hem aangedaan, waarin de stad geen deel had. Int jeer ons Herens Mo.CCCC0. ende fiouertich des donnersdeis ney Gereonis et Victoris. Inv. no. 121. Oorspr. Perkament. Met beschadigd zegel in groene was, van Sibrent, persona te Oldehove. N.B. Zie Oork. no. 10. 11. 1442 Maart 2. Olderman en schepenen van Leeuwarden verklaren, dat zij aan St. Anthonius en het gasthuis ferdban geven op de schenking van Kampa Abbama van eene stede, loopende van de Weerd tot aan het St. Anthonius hof, en op den aankoop van de ten oosten daaraan grenzende stede, welke, door Kampa Abbema aan onze lieve Vrouwe te Nijehove gegeven, door deze is verkocht aan Beenka Syuxsma. Int jaer ons Heren dusent veerhondert twe ende veertich des vriendaghis nae sinte Mathias dach apostel. Inv. no. 22. Oorspr. Perkament. De 3 zegels afgevallen. N.B. Zie Oork. no. 11. 12. 1443 Maart 21. Freescher Pekazn. en Dirck Johanszn., met zijne vrouw 255 Int jeer uus Heren M°CCCC ende LV des lettera deys ney Ghertrudis virginis. Inv. no. 28. Oorspr. Perkament. De 3 zegels afgevallen. N.B. Zie Oork. no. 18. 19. 1456 Juni 24. Doede Surkisma en Sibrent Hiddema, schepenen, getuigen, dat Syet, zoon van wijlen Johannes, den goudsmid, en Evert goudsmid voor hen zijn verschenen om de verklaring af te leggen, dat Evert aan Johannes 18 postulaatgulden, uit het weergeld voor den doodslag op zijn vader, heeft gegeven om hem ter school te laten gaan. Datum int jeer uus Herens M°CCCC° sex ende fiiftich up sente Johannes dei baptista. Dit. 67c. Papier. Oorspr. Met opgedrukt, licht beschadigd zegel in groene was, van Sibrent Hiddema; 1 verloren. N.B. Zie Oork. no. 19. 20. 1457 Februari 5. Doedo Surkisma verklaart, dat hij zgn steenen huis bij den Oldehoof te Leeuwarden, waar wijlen Wibrent Smyt woonde, verkocht heeft aan Aelke, de weduwe van Beenkia kuiper, voor 42 postulaatgulden en deze som van haar heeft ontvangen. In 't jeer uus Herens M°CCCC° sawn ende fiiftich up sancta Agata dei virginis. Inv. no. 98. Oorspr. Perkament. Met 2 licht beschadigde zegels in groene was, van Doedo Surkisma en Walckia Allertsen. N.B. Zie Oork. no. 20. 21. 1457 April 30. Doedo Siirkisma en Sicko Wibrens, te Leeuwarden, verklaren, dat Ewert goudsmid aan Syueth en Baernd, zonen van wijlen Johannes goudsmid, een half Romonsk laken van vijf oude schilden heeft gegeven, boven de 18 postulaatgulden, welke Syueth vroeger heeft ontvangen, in korting op het weergeld voor hun vader. Int jeer uus Herens M°CCCC° sawn ende fiiftich up Maya jound Philippi ende Jacobi apostolorum. Inv. no. 67d. Oorspr. Papier. Met 2 opgedrukte zegels in groene was, van Doedo Siirksma en Sicko Wibrens. Het eerste licht beschadigd. N.B. Zie Oork. no. 21. 256 22. 1457 Mei 1. Jarich Joenkis verklaart voor zich, voor zijne vrouw Thede en voor rijne kindskinderen, tegen drie oude schilden 's jaars, van de voogden van het gasthuis gehuurd te hebben de stede vroeger door wijlen Jacob Peylerth bewoond, welke zich uitstrekt van de straat tot aan Jarich's huis. Int jeer uus Heren M°CCCC° sauwen ende fijfftich, op Philippi ende Jacobi apostolorum. Inv. no. 6. Oorspr. Perkament. Het zegel afgevallen. N.B. Zie Oork. no. 22. 23. 1457 Mei 1. Jacob Winckiens te Leeuwarden neemt op rijn steenen huis, staande op het land van Onze-Lieve-Vrouwe van Nyehove, waarin hij thans woont, een hypotheek, groot honderd postulaatgulden, ten bate van Galckie Albertsma, en belooft dit huis niet weer te verpanden, voordat hg deze som heeft afgedaan. Int jeer uus Herens M°CCCC° sawn ende fiiftich up Maga dey Philippi ende Jacobi apostolorum. Inv. no. 29. Oorspr. Papier. Met 2 opgedrukte, beschadigde zegels in groene was, van Jelle, persona te Oldehove en Herman, persona te Nyehove. N.B. Zie Oork. no. 23. 24. 1457 Mei 5. Jarich Joenkis verkoopt aan de voogden van het St. AnthonyGasthuis te Leeuwarden, voor 24 oude schilden, de stede bg de steenen brug te Oldehove, welke vroeger toebehoorde aan heer Willem en waaraan het gasthuis zelf ten oosten grenst door de stede, welke het heeft ontvangen van Gheriiff Wigghama. Datum int jeer uus Heren thusent CCCC0 sauwen énde fijfftich op sinte Johannes jouwend ante portam latinam. Inv. no. 2*. Oorspr. Perkament Met licht geschonden zegel in groene was, van Jarich Joenkis. N.B, Zie Oork. no. 24. 25. 1459 Januari 13. Arnt van Suerhusum en Hille, rijne vrouw, bespreken bg testament 7s deel hunner goederen aan den langstlevende; 257 V» deel besteramen zij tot godvruchtige doeleinden, en laten 7s gedeelte aan hunne naaste bloedverwanten na. Int jaer van neghen ende vijftich frydaghes nae Ephyfanie Domini. Inv. no. 47. Oorspr. Perkament. Met 5 beschadigde zegels in groene was, van Rippert, cureit te Stiens, Kempo Onynga, Walken te Huizum, Symon, persona te Huizum, en Sycke, scriver. N.B. Zie Oork. no. 25. 26. 1459 Februari 1. Gerrith Kammingha verklaart aan Tyaerd Sehipsmeer en zijne vrouw Fokel eene huisstede te Hoek voor 60 oude schilden en twee bezegelde Rommonsche halve lakens verkocht te hebben, op voorwaarde, dat de stede voor dezelfde som terug zal komen aan den verkooper, indien zij genoodzaakt zijn deze weer te verkoopen, of door het niaerrecht daarvan verdreven worden. Int jeer uus Herens MCCCC ende LIX op sinte Maria jond lyachtmisse. Inv. no. 100. Oorspr. Perkament. Met 2 zeer beschadigde zegels in groene was, van Otta, persona te Kammynghabuur en Harmen, persona te Nyehove; 1 verloren. N.B. Zie Oork. no. 26. 27. 1462 November 10. Bauck Sickes kent aan de voogden van het Sint AnthonyGasthuis de drie pondematen land in Buweerstera-fenne toe, welke eertijds door Gossa, den bloedlater, voor vijftig postulaatgulden van Mamma Mammyngha waren gekocht, en wel in ruil voor de 55 postulaatgulden, welke door heer Bombert, pastoor te Wirdum, aan het gasthuis werden toebedeeld krachtens het testament van Goska Fyazn. Int jeer ons Herens M°GCCC° ende twa ende sextich des warndeys toe ferra sente Marten. Inv.no. 29. Oorspr. Papier. De 2 zegels nagenoeg afgevallen. N.B. Zie Oork. no. 27. 28. 1464 Juli 18. Baernd, de zoon van Johannes goltsmyt, verklaart, dat het bedrag, hem nog door Ewert goldsmyt en de erfgenamen van Lieuwe verschuldigd wegens den doodslag aan zgn 17 258 Vader begaan, thans met zeven el laken én een klinkert boven hetgeen hij vroeger heeft ontvangen, geheel voldaan is. Int jeer unses Herens MCCCC fiouer ende sextich des werndeis nei tolof Apostela dei. Inv. no. 87e. Oorspr. Met 2 opgedrukte zegels in groene wae, van Doedo Surkisma en Sicko Wybrens; 1 verloren. N.B. Zie Oork. no. 28. 29. 1465 Mei 12. Sipka Mynnama, grietman in het Hirmarecht op het Leeuwarder Nieuwland, en zjjne mederechters verleenen aan de voogden van het St. Anthony-Gasthuis ferdban op de drie pondematen land, door Bauck Sickis en haar zoon, jongen Goska Sickes, aan hen verkocht, daar Banck's andere zonen Hulbrand en Albert dit land, liggende bij den zuiderhoek van Heer Ynta-fenne, op grond van bloedverwantschap, verzoeken te niaeren. Int jeer ons Heren tusent fiouwerhundert fiiff ende sextich op sinte Pancratius dey. Inv. no. 30. Oorspr. Perkament Met 3 beschadigde zegels in groene was, van Sipka Mynnama, Tyaerd Burmannya en Hessel Bennertszn. N.B. Zie Oork. no. 29. 30. 1465 November 5. Oenthia in de Hammen en zijne vrouw Rintkie verklaren aan Aernth van Swolle en Hille zijne vrouw vijf pondematen miedland op Marssumerland voor 10 rgnsgulden te hebben verkocht, en dat bedrag te hebben ontvangen. Int jeer uus Herens thusent fyouwerhonderth fijff ende sextich des thijsdeys thoe ferra sente Willibrord biscop. Inv. no. 72. Oorspr. Perkament. Met licht beschadigd zegel in groene was, van Thiard Hayngha. N.B. Zie Oork. no. 30. 31. 1465, zonder datum. Dodo Juusma, persona te Warrega, en vijf andere mannen verklaren, dat zij eene scheidsrechterlijke uitspraak hebben gezien, waarbij, op 19 April 1462, een geschil werd beslecht tusschen Feyke Peynghae te Warrega en Jarich Wybazn. 'Jellama met zijne vrouw Syouke te Akkrum, over 259 de 'verdeeling van het erfgoed van Feythia Peyngha en den wandel tusschen Peyngha-goed en Nanningha-goed, en dat zij deze baar, daar zij op papier was geschreven, met de meeste nauwkeurigheid op perkament hebben laten overschrijven. Int jeer uuses Heren thusent fyourhundert ende fijf ende sextich. Inv. no. 101. Oorspr. Perkament. Met sterk beschadigd zegel in groene was, van Wilhelmus, persona te Goutum; 5 verloren. N.B. Zie Oork. no. 31. 32. 1466 Januari 1. Bauka Sickis en hare drie zonen Gosse, Albert en Hylbrant verklaren aan Aerend van Zwolle en zijne vrouw Hilla eene rente, groot vier gouden postulaatgulden 's jaars, uit het huis en hof, eertijds toebehoord hebbende aan Gosse bloedlater, verkocht te hebben. Inden jaere ons Herens MGCCC ende ses ende sestich opp nyenjaeres daeghe circumcisionis Domini. Inv. no. 57. Oorspr. Perkament. Met beschadigd zegel in groene was, van Doedo Zyrxsma; 1 verloren. N.B. Zie Oork. no. 32. 33. 1466 Mei 27. Baucke Sickis weduwe en hare zonen Gosse, Albert en Hiilbrant verkoopen aan Arndt van Suerhusum en zijne vrouw Hille een huis met hof, door Gosse bloedlater gebouwd in de Groote Hoogstraat bij de post, voor eene eeuwige rente ter waarde van 30 gouden postulaatgulden, welke rente onvervreemdbaar is, doch enkel door Arndt en Hille en hunne nakomelingen kan worden afgekocht tegen den penning 25. Int jeer ons Herens tusent fiouwerhundert ende sex ende sextich des tiisdeys ney Pynxteren. Inv. no. 58. Oorspr. Perkament. Met 3 zegels in groene was, van Jarich Allerts, deken te Leeuwarden, Doeda Allertszoen en Peter Allertszoen; 1 verloren. N.B. Zie Oork. no. 33. 34. 1468. Januari 21. Hiilbrand Sickes verkoopt aan Arent en Hille zijn aandeel 260 in de bovengenoemde rente, groot twee postulaatgulden, tegen vijftig gelijke guldens. Int jeer ons Herens tusent fiouwerhundert acht ende sextich Agnete virginis. Inv. no. B9. Oorspr. Papier. De 2 zegels afgevallen. N.B. Zie Oork. no. 34. 35. 1468 Februari 1. Jelger Feycksma en rijne vrouw Tethe verkoopen aan Heer Jelle Juwisma, persona te Oldehove, op Papingha stins, eene huisstede met het huis op de Weerd, loopende voor van de straat tot achter aan het diep, op den zuidhoek van de steeg, die naar Goverts-fenne te Oldehove leidt, voor 50 oude schilden, welke zg verklaren ontvangen te hebben. Int jeer uus Herens thusend fyouwerhondert acht ende sestich op uus lyauwe Frowa iound purificacionis. Div. no. 102. Oorspr. Perkament. Met 2 zegels in groene was, van Jelger Feyckisma en heer Symon; het eerste licht beschadigd. N.B. Zie Oork. no. 35. 36. 1469 Juni 14. Hiilbrant Sicka zoon geeft aan Aernd van Suerhuesen en rijne vrouw Hille quitantie voor de koopsom van het */s gedeelte van het huis, dat rij thans bewonen. Int jeer ons Herens tusent fiouwerhondert nyoghen ende sextich op sunte Vitus joend. Inv. no. 60. Oorspr. Papier. Met 2 opgedrukte zegels in groene was, van Keympa Unyngha en Doda Allertszoon. N.B. Zie Oork. no. 86. 37. 1470 Mei 8. Ofka Dottingha verklaart, dat hij aan Arnd van Swol en zijne vrouw Hille, vier pondematen land op het Marssumer Nieuwland heeft verkocht voor 80 postulaatgulden en quiteert hen voor de betaling van deze som. Int jeer ons Herens M°CCCC ende LXX des thijsdeis nei invencio sanctae Grucis. Inv. no. IX. Oorspr. Papier. Met opgedrukt, sterk beschadigd zegel in groene was, van Ofka Dottingha. N.B. Zie Oork. no. 87. 261 38. 1470 October 10. Oefka Dottyngha, grietman van Marssumer Nieuwlandshemrik, en zijne mederechteren verleenen aan Aernt en Hylla van Swoel ferdban op vijf pondematen land, gekocht van Oentza in de Hammen, twee pondematen van Wopka Roedmersma en twee pondematen van Ulka Epingha. Int jeer uus Herens tuuzen fyouwerhondert ende sanctych op sente Gereonis ende Victoris dey mey hyerra selscaep martyrum. Inv. no. 74. Oorspr. Perkament; de 4 zegels verloren. N.B. Zie Oork. no. 38. 39. 1471 Januari 24. Garrerth Kammingha sluit een wandelkoop met de heeren Redert en Willem, priesters van Oldehove, waarbij hij 31/» pondemaat land, liggende op het Leeuwarder Nieuwland, verruilt tegen 31/» pondemaat, liggende in Dockama-fenne. Int jeer uus Herens M°CCCC° een ende sauwentich, up sinte Paulus joend conversio. Inv. no. 109. Oorspr. Papier. Met 2 opgedrukte, geschonden zegels in groene was, van Garrerth Kammingha en Jelle Juwesma, persona te Oldehove. N.B. Zie Oork. no. 39. 40. 1471 Mei 1. Wyba Syuurdszen van Grovestins verklaart, dat hg aan Aernd en Hille van Swoel heeft verkocht twee pondematen land in Huuytyngha-Nieuwlandsfenne, welke in het geheel 10 pondematen beslaat, en waarvan zij vroeger reeds 4 pondematen hebben gekocht, tegen 20 postulaatgulden de pondemaat. Int jeer uus Herens tusen fyouwerhondert ende LXXI op sente Philyppus ende Jacobus dey apostolorum. Inv. no. 75. Oorspr. Perkament. Met zegel in groene was, van Tzalyngus, prebendarius te Marssum. N.B. Zie Oork. no. 40. 41. 1471 Mei 25. Hermanna, persona te Engelum, en de kerkvoogden aldaar verklaren aan Arnt en Hille van Zwol verkocht te hebben vier pondematèn, op vier einzen na, kerke-land, liggende op den Dijkstael, ten noorden van den Franjumer Nieuwlands- 262 weg, en anderhalf pondemaat ten zuiden van dien weg, tegen tien en een kwart gouden rijnsgulden de pondemaat. Int jeer us Heren M°CCCC° ende LXXI op sente Urbanus dey pape ende martyris. Inv. no. 76. Oorspr. Perkament. Het zegel afgevallen. N.B. Zie Oork. no. 41. 42. 1471 Juli 26. Heer Nicolaas, kelner van Floorkamp, Heer Albertus, procurator van Thabor, en Tzummo Wiarda dragen, als executeurs testamentair van Folkert Bentes te Oosterwierum, aan de verzorgers van de huiszittende armen te Leeuwarden en te Sneek, twee zathen lands over, geheeten te Aersem en te Batens, om de opbrengst onder deze armen te verdeden. Int jaer ons Herens M°CCCC ende LXXI daghes na sinte Jacobus apostel. Inv. no. 77. Oorspr. Papier. Met 2 opgedrukte, geschonden zegels in groene was, van Mathüs, abt van Floorcamp, en den prior van Thabor. N.B. Zie Oork. no. 42. 43. 1471 November 11. Timen Allertszèn, op de Lemmer, verklaart, dat Ewert goudsmid, thans burger te Leeuwarden, hem de schade heeft vergoed, welke hij als zijn borg in de Lemmer had geleden en waarvan het bedrag is vastgesteld door zoenslieden te Bolsward. Int jeer uus Heren MCGGC een ende tsantich op sunte Martens dey episcopis. Inv. no. 67f. Oorspr. Papier. De 2 zegels verloren. N.B. Zie Oork. no. 43. 44. 1472 Februari 27. Tzomma Wyarda, van Goutum, schenkt aan het HeiligeSacramentsgild te Leeuwarden, ten behoeve van de huiszittende armen aldaar, eene zathe te Lekkum, Sjoerdsma-goed geheeten, onder bezwaar van verschillende jaarlijksche uitkeeringen aan de Minderbroeders te Galileën, de armen te Goutum, het convent te Genaerth en de zusters te Wiswerd, mits deze laatste „reformeerd" worden en de rechte orde houden. 263 Int jeer uus Herens thusent fyouwerhonderth twa ende tzauwentich op den freed ney sinte Mathias dey apostoli inder heyliger festa. Inv. no. 78. Oorspr. Perkament. Met 2 geschonden zegels in groene was, van Tzorama Wyarda en Wyllem, persona te Goutum ; 1 verloren. N.B. Zie Oork. no. 44. 46. 1472 Juli 1. Harmannus, persona, en de kerkvoogden van Beetgum verklaren, dat zij 14 einzen land in de Wernafliet aan Arnd van Swoll verkocht en den koopprijs daarvoor ontvangen hebben. Int jeer uus Heren M°CCCCÜ ende LXXIJ dis lettera deys post Petri et Pauli apostolorum. Inv. no. 78. Oorspr. Papier. Met opgedrukt, beschadigd zegel in groene was, van Harmannus, persona te Beetgum. N.B. Zie Oork. no. 45. 46. 1472 November 2. Peter Kampstra verklaart, dat hg zeven pondematen land in Buweerstera-fenne, afkomstig van heer Syurd te Rauwerd, aan heer Douwe, sacrista te Oldehove, heeft verkocht onder voorbehoud van zes jaar niaer, voor 7 7* snees1) postulaatgulden en dat hij dit bedrag heeft ontvangen. Int jeer ons Heren MCCCC ende LXXII up Allerseelna dey. Inv. no 84. Oorspr. Papier. Met opgedrukt, licht beschadigd zegel in groene was, van Peter Kampstra. N.B. Zie Oork. no. 46. 47. 1473 Juni 10. Heer Thiebbo, jonger-priester te Beetgum, verklaart, dat hij aan Aernth van Swol en zijne vrouw Hille een pondemaat miedland, liggende in Awernafliet, voor 15 postulaatgulden heeft verkocht en de koopsom daarvoor heeft ontvangen. Int jeer uus Heren thusent fyouwerhondert LXXHJ des thonghersdeys thoe ferra Odulphi confessoris. Inv. no. 80. Oorspr. Papier. Het zegel verloren. N.B. Zie Oork. no. 47. 48. 1473 October 25. Graethie Kammyngha verklaart voor 20 oude schilden aan ') Een snees = 80. 264 Aernd en Hille van Zwol, met recht van wederkoop, verkocht te hebben eene stede in de Speelmansstraat, waarop een huis staat, dat aan Doedo Surckisma toebehoort. Int jeer uus Heren MCCCC LXXIIJ op sinte Cryspini ende Cryspiani dey. Inv. no. 61. Oorspr. Panier. Het zegel afgevallen. N.B. Zie Oork. no. 48. 49. 1475 October 25. Melko Wiggersma, te Giekerk, verklaart aan Aerndt van Swol en diens vrouw Hille 7l\% pondemaat land aan «den zuidkant van den Wynzer weg, voor 43 mark van 24 philipsgulden, verkocht en deze koopsom ontvangen te hebben. Int jeer ons Heren M°CCCC° ende LXXV op sint Crispinus ende Crispinianus dey. Inv. no. 81. Oorspr. Papier. Het zegel afgevallen. N.B. Zie Oork. no. 49. 50. 1475. Zonder naderen datum. De voogden van St. Vitus te Oldehove verklaren, dat zij aan heer Sibet, persona te Oldehove, voor 40 oude schilden de huisstede op de Nieuwestad verkocht hebben, welke door zijn ouders Beentia Cuper en Aelke is gebouwd, en dat zij deze som van hem hebben ontvangen. Int jeer fan LXXV scriown. Inv. no. 104. Oorspr. Papier. Het 2 opgedrukte, sterk beschadigde zegels in groene was, van Heer Jella Juwsma en Hayo Kamminga. N.B. Zie Oork. no. 50. 51. 1476 Januari 5. Wopka Roedmersma en zijne vrouw Eetza, te Marssum, verklaren, dat zij met Aernd van Surhusem en Hylle van Swol een wandelkoop hebben aangegaan, waarbij de laatsten 7 pondematen, en de eersten 9 7» pondemaat land op het Marssumer NÏeuwland, benevens een toehaak van 12 postulaatgulden, hebben ontvangen. Int jeer uus Herens tuusen fyouwerhondert ende sexensaentych op dijn helga treekonynga jond. Inv. no. 89. Oorspr. Perkament. Met licht beschadigd zegel in groene was, van Tzalyngus, prebendarius te Marssum. N.B. Zie Oork. no. 51. 265 52. 1476 Mei 3a Melko Wigghersma, te Giekerk, verklaart aan Arent en Hille van Zwol rijn state aldaar, door Wopko voor 4 schilden jaars gehuurd, benevens deze huursom, ten onderpand gegeven te hebben voor het gebruik en de opbrengst van 7*/i pondemaat land, welke tot deze state behooren, doch door Aernt en Hille van hem rijn gekocht. Int jaer onses Heren MCCCC ende LXXVI des frydaghes foer Pinxteren. Inv. no. 83. Oorspr. Papier. Met opgedrukt, sterk beschadigd zegel in groene was, van Jarich, persona te Nyehove. N.B. Zie Oork. 52. 53. 1477 Augustus 17. De voogden van het St. Anthony-Gasthuis te Leeuwarden verklaren, dat zij Benne Jacobs, te Noordermeer, alsproveniersche hebben aangenomen om haar naar lijf en ziel te verzorgen, volgens de gewoonte van het gasthuis. Zij wordt vrijgesteld van het verplegen der zieken en behoeft slechts zooveel werk ten behoeve van het gasthuis te doen, als rij zelve wil, waartegen zij aan het gesticht haar huis en hare tilbare have geeft. Int jaer dat men scref MCCCC ende LXXVIJ in octaue Laurencii martyris. Inv. no. 1. Oorspr. Papier. Met opgedrukt zegel in groene was, van jongen Heer Jelle te Leeuwarden. N.B. Zie Oork. no. 53. 54. 1478 Augustus 1. Hille van Zwolle, weduwe van Aernt van Surhusin, verklaart, dat zij volgens hun wederzijdsch testament, na den dood van haar man, het 7» gedeelte zijner goederen toewijst aan de armen, naar den raad van haren pastoor. Zij bestemt daarvoor 30 pondematen land aan den Marssumerweg, benevens het */« gedeelte van het huis, dat rij met haar man bewoond heeft, en voegt daaraan uit eigen middelen toe het overige deel van dit huis in de Groote Hoogstraat (met uitzondering van eene kamer, die zij voor zich zelf behoudt) en eene jaarlijksche rente van 22 rijnsgulden aan de armen, te beuren door de Jacobijnen, die daarvoor dagelijks eene mis zullen lezen. Verder bepaalt zij, 266 dat het voorhuis van het door haar bewoonde perceel tot eene kapel, en het achterhuis tot een gasthuis moet worden ingericht en benoemt de voogden van het Heilige-Sacramentsgild, bij rade van den persona van Oldehove, en hare naaste bloedverwanten tot bestuurders. Int jaer ons Heeren MCCCC LXXVIII op Petri ad vincula: Inv. no. 48. Oorspr. Perkament. De 4 zegels verloren. N.B. Zie Oork. no. 54. 55. 1478 October 10. Jettze Huuytyngha, te Marssum, verklaart met Hylla van Swol een wandelkoop te hebben aangegaan, waarbij aan de laatste 2 7» pondemaat land op het Marssumer Nieuwland ten deel valt, terwijl hij zelf 2 pondematen land op dit Nieuwland, benevens een Leidschen zakdoek en hoofddoek, ontvangt. Int jeer uus Herens tuusen fyowerhondert ende acht ende santych op sente Gereonis ende Vyctoris dey martyrum. Inv. no. 85. Oorspr. Papier. Het zegel verloren. N.B. Zie Oork. no. 56. 56. 1479 Maart 9. Folka Wytiazoen, te Gelasloot, verklaart aan Douwa Gabbazoen en zijne vrouw Fokel eene weer lands, liggende op Waldmanna hemrik, ten zuiden grenzende aan land van het gasthuis te Leeuwarüen, voor 20 oude schilden verkocht te hebben en deze som te hebben ontvangen. Int jeer uus Heren MCCCC LXXIX op den thijsdey ney Reminiscere inder heliga festa. Inv. no. 105. Oorspr. Papier. Het zegel verloren. N.B. Zie Oork. no. 56. 57. 1479 Augustus 24. Wyba Sywertzoen (van Grovestins) bespreekt aan Umke en hare kinderen, bij hem verwekt, verschillende stukken land en eene state, onder bepaling dat, indien deze kinderen zonder nakomelingen komen te sterven, genoemde goederen zullen vervallen aan het Heilige-Sacrament te Sneek en te Leeuwarden. lot jeer uus Herens tusent fyoerhondert ende nyoghen ende 267 tsawntich op sunte Bartholomeus dey appostel. Inv. no. 53. Oorspr. Perkament. Met 2 geschonden zegels in groene was, van Feyka, persona te Beetgum, en van Mynna, persona te Tuutghem; 2 verloren. N.B. Zie Oork. 57. 58. 1480 Augustus 9. Katherina, weduwe van Albert Sickis, hertrouwd met Hans goudsmit koopt, met toestemming van de voogden van Alberts kinderen en diens broeders en zwager, de helft van de eeuwige rente, groot 31/* postulaatgulden, rustende op het St. Jacobs-gasthuis, welke aan haar was toebedeeld, tegen den penning 25 af en quiteert de voogden voor de ontvangen som. Int jeer uus Heren tusen fyourhondert ende tachtich op sinte Laurentius jouwend. Inv. no. 95. Oorspr. Perkament. Met zegel in groene was, van Redert, vicaris te Oldehove; 1 verloren. N.B. Zie Oork. no. 58. 59. 1481 Juli 4. Tyerck Peerszoen en zijne vrouw Rixt verkoopen aan hun bloedverwant Syuk Kammingha, te Grouw, 8 pondematen land, gelegen op Blidzaerderahemrik in het Zinderland bij Leeuwarden, tegen 60 rijnsgulden, onder bepaling, dat zij dit land binnen vier jaar tegen dezelfde som mogen terugnemen en quiteeren hem voor de ontvangen som. Int jaer uus Heren MCCCC op sinte Martens dey translacio int jeer van LXXXI. Inv. no. 106. Oorspr. Papier. Met opgedrukt, zeer beschadigd zegel in groene was, van Ludolphus, persona. N.B. Zie Oork. no. 59. 60. 1483 October 1. Heer Peter Baerndzoen, pronda-priester in het St. AnthonyGasthuis, en de voogden van .dit gesticht verklaren, dat zij van de executoren van het Heer Alberts-leen een som van 40 rijnsgulden hebben ontvangen, waarvoor zij dezen eene eeuwige rente van 2 rijnsgulden hebben verleend op een huis bij de St. Jacobs-kapel, naar de Brolbrug toe, en dat zij dit geld hebben gebruikt om te timmeren en om een nieuw blauw leien dak op het gasthuis te maken. 268 Int jeer uus Heren MCCCC LXXXIII op den Wernsdey ney sinte Michiel. Inv. no. 45. Oorspr. Perkament. De 3 zegels afgevallen. N.B. Zie Oork. no. 60. 61. 1484 Mei 12. Heer Wybrandus, pronda-priester in Oldehove, Gerryt Midler, voogd aldaar, en Jacob Kuper, raad der stad Leeuwarden, doen uitspraak in het geschil tusschen Heer Feyka, persona te Papingha-stins ter eenre, en Heer Peter, priester in het St. Anthony-Gasthuis, en de voogden van dat gesticht ter andere zijde, over de verdeeling van Papingha-fenne, welke zij gemeenschappelijk bezaten, en waardoor de Stad een gracht heeft laten graven. Int jeer uus Heren tuusen fyourhondert fyouwer ende tachttich up sinte Pancracius ende Servatius dey martirum. Inv. no. 31. Oorspr. Perkament. Met licht beschadigd zegel in groene was, van Jella Juwisma, sacrista te Oldehove; 1 verloren. N.B. Zie Oork. no. 61. 62. 1484 Juni 22. Heer Hidde, persona te Nyehove, heer Claes, persona te Kornjum, broer Nanno Syrckszoen, gardiaan te Galileën, en heer Gherrit, biechtvader van de zusteren te Wiswert, doen uitspraak in een geschil tusschen heer Sibet, persona te Oldehove, en de voogden der armen van Leeuwarden ter eenre, en Peter Kampstra ter andere zijde, over het bezit van 7 pondematen land in Buweerstera-fenne, welke door wijlen heer Douwe, sacrista te Oldehove, aan de armen van Leeuwarden besproken zijn, en de achterstallige renten daarvan, waarbij 'het land aan de armen wordt toegekend, terwijl de voogden geen recht mogen doen gelden op de achterstallige renten. Int jeer uus Herens tusent fioerhondert ende fiber ende tachtintich up tien dusent Martelaren dey. Inv. no. 84. Oorspr. Papier. De 4 zegels afgevallen. N.B. Zie Oork. no. 62 en Reg. no. 46. 63. 1484 Juni 29. Tyempck, dochter van Wibren Boulsme en echtgenoot van Gerbith (Mynnama) bespreekt bij testament talrijke legaten, 269 waarbij o. m. aan het Sacrament te St. Vijt een schild rente in een goed te Hyum, en aan het St. Antony- en het St. Jacobs-Gasthuis de helft van haren kleinen zilveren riem, waarvan de andere helft aan onze Lieve Vrouwe te Nyehove toekomt. Int jeer ons Heren tusen viouverhondert ende fiowerentachtich des tijsdeys nei sancte Johannis midsommera. Inv. no. 184. Ongeteekend afschrift op papier, uit c. 1870. N.B. Zie Oork. no. 68a. Het orgineel berust in het archief der gemeente Leeuwarden. 64. 1485 Maart 26. Katryne, weduwe van Albert Sickes, verkoopt aan de Heilige-Sacramentsvoogden de jaarlijksche rente van 10 gouden postulaatgulden, welke nog rusten op de St. Jacobs-kapel, eertijds het huis van Arend en Hille van Zwolle, aan dezen verkocht voor 30 postulaatgulden rente, door Bauck Sickes, Alberts moeder, die het huis had geërfd van Gosse, den bloedlater. Int jeer uus Heren thusent fiouwerhondert fijff ende tachtich op Palma jownd. Inv. no. 68. Oorspr. Papier. Het zegel in groene was, van Haye Heringa, olderman van Leeuwarden; 1 verloren. NB. Zie Oork. no. 63. 65. 1485 Augustus 29. Menna Wygersma verklaart van de voogden van het St. Jacobs-gasthuis een huis gekocht te hebben, staande te Oldehove, voor 55 postulaatgulden, welke hij binnen drie jaar zal betalen, voor V» in geld, 7s in laken, en het overige in hoornvee. Tevens bespreekt hij aan de voogden van dit gasthuis en aan de voogden van St. Vitus 55 postulaatgulden, waarvan aan ieder de helft toekomt, en waarvan de laatsten aan de voogden van het St. Anthony-Gasthuis 5 postulaatgulden zuilen moeten geven. Int jeer uus Heren thusent fiouwerhondert fijffendetachtich decollacionis sancti Johannis. Inv. no. 86. Oorspr. Papier. Het zegel verloren. N.B. Zie Oork. no. 64. 66. 1485 November 14. Butta Halbazoen en zijne vrouw Bely verklaren aan de 270 voogden van het Heilige-Sacrament te Leeuwarden hun deel van het huis, staande op de noordzijde van de steeg bij de St. Jacobs-kapel, voor 10 rijnsgulden verkocht en de koopsom daarvoor ontvangen te hebben. Int jeer uus Heren MCCCC fijff ende tachtig op den monendey ney sinte Marten. Inv. no, 63. Oorspr. Papier. Het zegel verloren. N.B. Zie Oork. no. 65. 67. 1487 Maart 24. Auka Syttiazoen Eelksma, te Giekerk, verklaart aan Jacop Cuper en diens vrouw Katheryna, 14 V» pondemaat land op de Blokken, op Oenkerksterhemrik en op de Noorderwarren, tegen 6 oude schilden de pondemaat, verkocht te hebben en de koopsom te hebben ontvangen. Int jeer uus Heren tusent fyouwerhondert saun ende tachtich in profesto annuntiationis Marie virginis. Inv, no. 106. Oorspr. Papier. Het opgedrukt, licht beschadigd zegel in groene was, van Pieter Sybrands Auckama. N.B. Zie Oork. no. 66. 68. 1489 Juli 10. De voogden van het St. Anthony-Gasthuis verklaren, dat zij Douwa Banga en zijne vrouw Juck als proveniers in het gasthuis aannemen: deze zullen genieten vrije kost, eene kamer, welke zij met een ander echtpaar moeten deelen, en jaarlijks 4 postulaatgulden voor nieuwe kleeding en schoenen, waartegenover Douwa en Juck hun land te Wanswerd en vele renten aan het gesticht overdragen, terwijl hetgeen Juck spint en hetgeen zij beiden in het gasthuis nalaten, aan dit gesticht zal vervallen. Int jeer uus Heren MCCCC nioghen ende tachtich op di achtende uus liaef Frouwe visitationis. ' Inv. no. 2. Oorspr. Papier. Het sterk beschadigd zegel in groene was, van Henric, prondapriester te Oldehove; 8 verloren. N.B. Zie Oork. no. 67. 69. 1489 Juli 8. Peter Kampstera, Jan Sibrants ende Lyumme Syomme, zoenslieden, doen uitspraak in het geschil tusschen de 2?1 bloedverwanten van Ewert goltsmit ter eenre, en de Sacra* mentsvoogden ter andere zijde, over het huis, dat door wijlen Evert aan de rechte armen is nagelaten, en bepalen, dat den Sacramentsvoogden het huis in vollen eigendom zal toebehooren, waarvoor zij aan Everts broeder Jelke zes rijnsgulden in ééns, en voorts twee beboterde sacramentsbollen wekelijks moeten geven. Int jeer uus Heren MCCCC nyoghen ende tachtich ipso die Kyliani et Sociorum ejus. Inv. no. 64. Oorspr. Papier. Met 2 opgedrukte, licht beschadigde zegels in groene was, van Peter Kampstra en Jan Sibrants Auckama; 1 verloren. N.B. Zie Oork. no. 68. 70. 1489 Juli 8. Petrus, priester in het St. Anthony-Gasthuis en Jarich goudsmid doen uitspraak in het geschil tusschen Botta en rijne vrouw Beelka, te Sneek, als erfgenamen van Ewert goltsmit ter eenre, en de Sacramentsvoogden te Leeuwarden ter andere rijde, over hun aandeel in het steenen huis in de Hoogstraat, dat door Ewert en rijne vrouw Lijsbeth aan de armen is vermaakt, en bepalen, dat het huis in vollen eigendom aan de Sacramentsvoogden zal toebehooren, waartegen zij aan Botta en Beelka 40 klinkerts zullen uitkeeren. Int jeer uus Heren MCCCC nioghen en tachtig op sancte Barbara dei translationis. Inv. no. 65. Oorspr. Papier. Met 2 opgedrukte, licht beschadigde zegels in groene was, van Petrus, priester in het St Anthony-Gasthuis, en Wytia Wauttiazoen, schepen te Leeuwarden. N.B. Zie Oork. no. 70. 71. 1489 November 14. Botta schomaker en rijne vrouw Beelka, te Sneek, erfgenamen van Euert goltsmit, verklaren van de Heilige-Sacramentsvoogden te Leeuwarden 40 klinkerts te hebben ontvangen, welke hun volgens uitspraak van zoenslieden toekomen voor den afstand van hunne aanspraken op het steenen huis in de Hoogstraat, dat door Euert en zijne vrouw Lijsbeth aan de Sacramentsarmen is besproken. 272 Int jeer uus Heeren MCCCC nyoghen ende tachtigh snyond ney Martini Episcopi. Inv. no. 66. Oorspr. Papier. Met opgedrukt, aterk beschadigd zegel in groene was, van Agga Peers, priester te Sneek. N.B. Zie Oork. no. 69. 72. 1490 October 4. Jelck Sackes, vrouw van Bauka Peers, schenkt volgens testament van haren eersten man, Pyba Gherritsma, het Vs ged. van het huis, dat zij (op de Nieuwestad) bewoont, aan de voogden van het Heilige-Sacrament te Leeuwarden, en voegt daaraan, voor zich zelve, de andere */« gedeelten toe, onder voorbehoud, dat de voogden haar eene jaarlijksche lijfrente van 5 gouden rijnsgulden zullen uitkeeren, en dat, zoo zij kinderen nalaat, de schenking van het */» gedeelte te niet worde gedaan. Int jeer uus Heren tusent fyouwerhondert ende nyogentich op sinte Franciscus dey confessoer. Inv. no. 68. Oorspr. Perkament. Met licht beschadigd zegel in groene was, van Ghjjsbert, deken te Oldehove; 3 verloren. N.B. Zie Oork. no. 71. 73. 1491 Januari 10. Obba Gherrits en Elsbeth Jayties, echtelieden te Bolsward, verklaren aan heer Bena, persona te Wirdum, eene stede op den hoek van de Weerd te Leeuwarden, benevens eene koegrazing in Buweerstera-fenne voor 60 rijnsgulden verkocht en deze som ontvangen te hebben. In dae jere uus Herens tusen fyouwerhondert ende een ende nyogentich monendeis in dae octaua Epiphanie DominL Inv. no. 107. Oorspr. Papier. Met 2 opgedrukte, sterk beschadigde zegels in groene was, van Obba Gherrits en Juw Junghama. N.B. Zie Oork. no. 72. 74. 1492 Maart 2. Willa Heentiama, Allert Doedis, Luitzen Jacobszoen en Hugha ferwer doen uitspraak in het geschil tusschen den Persona te Oldehove en de Heilige-Sacramentsvoogden ter eenre, en Wyba Harmenszoen ter andere zijde, over het door dezen bewoonde huis van Ewert goltsmit, dat aan de eersten wordt toegewezen, terwijl. Wyba Harmens het 273 kleinere huis daarnaast ontvangt, tegen eene jaarlijksche grondrente van drie oude schilden, te betalen aan genoemde voogden. Int jeer uus Heren MCCCC twa ende nyogentigh freeds ney Mathie apostoli. Inv. no. 67. Oorspr. Papier. Met zwaar beschadigd zegel in groene was, van Willa Heentiama. N.B. Zie Oork. no. 73. 75. 1493 Januari 17. Allert Claeszoen, burger te Leeuwarden, laat — buiten talrijke legaten, waarbij o. a. het St. Anthony-Gasthuis en het St. Jacobs-Gasthuis elk met een schuit turf, en de Sacramentsvoogden met zijn aandeel in klein Doekema-goed begiftigd worden, — zijne goederen na aan zijne drie zusters te Sneek, onder bepaling, dat, indien zij de legaten niet binnen het jaar uitkeeren, zijne geheele erfenis "zal vervallen aan de Sacramentsvoogden, ten behoeve der armen. Int jeer uus Herens tusen Houwerhundert ende trya ende nyoghentich op sinte Anthonius dey confessor. Inv. no. 125. Ongeteekend afschrift uit omstreeks 1870. Papier. N B. Zie Oork. no. 73a. Het origineel berust in het archief der gemeente Leeuwarden. 76. 1493 Maart 9. Mammo, pastoor in de St. Vitus-kerk te Leeuwarden, bericht den Bisschop van Utrecht, David van Bourgondië, dat, door den dood van heer Dirk, de prebende in de St. Jacobs-kapel, door Arend en zijne vrouw Hille gesticht, is opengevallen, en hij, met toestemming der voogden van het St. Jacobs-Gasthuis in de vacature heeft voorzien door de benoeming van Dirks zoon Thelesforus. Anno Domini MCCCC nonagesimo tercio sabbatho ante Dominicam Oculi. Inv. no. 126. Afschrift uit omstreeks 1870. Papier. N.B. Zie Oork. no. 735. Het origineel berust in het archief der gemeente Leeuwarden. 77. 1493 April 19. Baernd Willems verklaart aan de Heilige-Sacramentsvoogden en aan de voogden van St. Vitus zgn huis, staande op de Waeze, op Ona Jowsma-land, voor 122 rijnsgulden ver- 18 274 kocht te hebben, welke koopsom gedeeltelijk aan Katherina Taekis en aan One Jowsma moet worden betaald, en quiteert de voogden voor de voldoening dezer som. Int jeer uus Heren tusen fiowerhundert ende trya ende nyoghentich des vreeds ney Pasca achtenda. Inv. no. 69. Oorspr. Papier. Met opgedrukt, licht beschadigd zegel in groene was, van Walle Hiethyeme. N.B. Zie Oork. no. 74. 78. 1493 Juni 19. Onthia Unama, grietman in Ferwerderadeel, en zijne mederechters verklaren, dat zij aan de voogden van het St. AnthonyGasthuis ferdban hebben verleend op de landen en renten te Wanswert, welke Douwe Banga en zijne vrouw Juck, bij hunne aanneming als proveniers, aan het gasthuis hebben overgedragen. Int jeer uus Herens tusend fiourhondert ende tria ende nyoghentich des wernsdeis to farre sinte Johannes dey baptista. Inv. no. 32. Oorspr. Papier. Met 2 opgedrukte, beschadigde zegels in groene was, van Jacop, persona te Blya, en Arnold, priester te Ferwerd, N.B. Zie Oork. no. 75. 79. 1493 November 24. Oldermannen, schepenen en raad der stad Leeuwarden verklaren, dat zij aan Bena, persona te Wirdum, ferdban hebben verleend op den koop van de stede Ther Klocka, met achterstede en daarop gebouwde kamers, staande op den hoek van de Weerd. Int jeer uus Herens MCCCC trya ende tnyogentich op den monadey ferra sente Andreas dey apostoli. Inv. no. 108. Oorspr. Papier. De zegels Verloren. N.B. Zie Oork. no. 76. 80. 1494 Mei 16. Syuck Kammingha, wonende op Dokeme-huis, verklaart, dat hij aan Bauke Gossama 57» pondemaat bouwland, liggende op het Dijkland op de Kaag en strekkende tot aan den Hoogedgk, verkocht heeft tegen 117» gouden rijnsgulden de pondemaat, en quiteert hem voor deze som. Int ieer uus Heren thusen fyouwerhondert ende fyouwer 275 ende tnyoghentich op den freed farra Pinxtera. Inv. no. 51. Oorspr. Papier. Met opgedrukt, licht beschadigd zegel in groene was, Tan Syuck Kammingha. N.B. Zie Oork. no. 77. 81. 1494 October 11. Jan Sibrantzoen, Sibbel Sibrantsdochter en Gerrith Middeler verklaren, dat Sibrant Peterzoen, vader van beide eerstgenoemden, aan de rechte armen te Leeuwarden eene eeuwige rente van 13 oude schilden heeft besproken, rustende op zijne landen te Jelsum, welke rente jaarlijks door den huurder dezer landen, Baucka Gosma, aan de Heilige-Sacramentsvoogden is uitbetaald, benevens eene jaarlijksche rente van 2 oude schilden aan St. Vitus, welke tijdens het leven van Peter Sibrantzoen jaarlijks door dezen aan Gerrith Middeler, als voogd van St. Vitus, is verstrekt, en sinds rijn dood nog ééns door His, Peter Sibrants weduwe. Jan en Sibbel Sibrants betuigen voor zich' en hunne nakomelingen van deze renten afstand te doen. Int jeer uus Heren tusen fiouwerhondert fiouwer ende tnyogentich altera Gereonis et Victoris martirum. Inv. no. 86. Oorspr. Perkament. Met sterk beschadigd zegel in groene was, van Mammo, persona te Oldehove; 1 verloren. N.B. Zie Oork. no. 78. 82. 1495 April É De voogden van St. Vitus en de voogden van het HeiligeSacramentsgilde ter eenre, en Peter Backer en rijne vrouw Griet ter andere zijde, verklaren eene overeenkomst te hebben aangegaan, waarbij de laatsten levenslang de priesterkamer in het St. Jacobs-Gasthuis ter bewoning verkrijgen, '*inet vrije kost, kleeding en verdere nooddruft, en daartegen het bestier in het gasthuis op zich nemen en zich verbinden hunne goederen, uitgenomen 50 rijnsgulden en hun zilver, aan genoemde voogden na te laten. Int jeer uus Heren tusen fiouwerhondert fijff ende tnyogentich des wernsdeys ney dominica Letare in der festen. Inv. no. 49. Oorspr. Perkament. Met 3 licht beschadigde zegels in groene was, van Mammo, persona te Oldehove, Jan Sibrantzoen, olderman, en Willa Hentiama, schepen ; 2 Terloren. N.B. Zie Oork. no. 79. 283 Int jeer uus Heren tusen vgfhondert acht opten IXde dey in marcio. Inv. no. 98. Oorspr. Papier. Met opgedrukt, sterk beschadigd zegel in groene was, van Syuck Kammingha. N.B. Zie Oork no. 100. 104. 1508 Mei 4. Haye Johanzoen, te Makkum, verklaart aan de voogden der armen te Leeuwarden twee koegrazen land in Buweersterafenne voor 16 gouden rijnsgulden verkocht en de koopsom daarvoor ontvangen te hebben. Int jeer fijffteenhondert ende acht op den fioerde in maye. Inv. no. 38. Oorspr. Papier. Met opgedrukt, sterk beschadigd zegel in groene was, van Jacob, persona te Makkum. N.B. Zie Oork. no. 101. 105. 1508 Augustus 5. Dodo Wibrandi, prebendarius van het door wijlen Heer Tzalingh ingestelde leen in Oldehove, verklaart dat hg, met toestemming van den persona en de kerkvoogden van Oldehove, als patroons van het door hem genoten leen, de stede „ter Graple" genaamd, met het daaropliggend hout • en steen, aan de voogden van het St. AriQiony-Gasthuis voor 60 gouden rijnsgulden heeft verkocht en de koopsom heeft ontvangen. Hij heeft deze som besteed aan de verbetering van het huis, thans door hem bewoond, dat voortaan tot het leen zal behooren. Int jeer tusent fijfhondert ende acht den fijfte dey in Augusto. Inv. no. 34. Oorspr. Papier. Met 3 opgedrukte zegels in groene was, van Dodo Wibrandi, prebendarius, Feddo, persona te Oldehove, en Tymen Frerickzoen, schepen van Leeuwarden; de beide eerste licht beschadigd. N.B. Zie Oork. no. 103. 106. 1510 April 5. Minka, Hans weduwe, verklaart aan heer Johannes Jorwertzoen, prebendarius in de St. Vitus-kerkjte Leeuwarden, en heer Dirck Feckazoen, sacrista te Stiens, als voogden over de nagelaten kinderen van Folkert (Fecka's) en Liske, een enkelgulden rente uit haar huis in de Oldehoofster- 284 straat voor 10 rgnsgulden verkocht te hebben, met recht van wederkoop binnen een jaar, en quiteert hen voor de betaling. Int jeer uus Heren tusent fijfhondert ende tiaen freeds nei paescha. Inv. no. 113. Oorspr. Papier. Met opgedrukt, geschonden zegel in groene was, van Peter, vicaris te Oldehove. N.B. Zie Oork. no. 103. 107. 1510 Mei 6. Bernardus Bucho (van Aytta), licentiaat in de rechten en pastoor te Oldehove, verklaart aan de Heilige-Sacramentsvoogden te Leeuwarden eene rente van 5 enkelgulden uit zgn goed te Aeghum, in Idaarderadeel, overgedragen te hebben, opdat zij daarvoor den kleermaker Pauels in het St. Jacobs-Gasthuis zullen opnemen, en hem zullen verzorgen als andere proveniers, onder bepaling, dat deze rente na Pauels dood weder aan hem of aan zijne erfgenamen zal vervallen. Actum den VI dach may anno XVc decimo. Inv. no. BS. Oorspr. Papier. Met opgedrukt zegel in groene was, van Bucho. N.B. Zie Oork. no. 104. 108. 1511 Juli 12. Frans Mennema, optredende voor het priesterleen in het St. Anthony-Gasthuis, en de pastoors en de kalende van Oldehove ter eenre, en Hans van Grombach, amptman te Harlingen, ter andere zijde, verklaren, dat zij een wandelkoop hebben aangegaan, waarbij de eersten te zamen eene eeuwige rente van 10 goudgulden uit landen te Stiens ontvangen, terwijl de laatste eene jaarlijksche rente van 8 koopmansgulden en drie goudgulden op een huis, benevens een toehaak van 15 goudgulden, verkrijgt. Int jaer ons Heren MCCCCC0 ende elff op sinte Margarete auent. Inv no. 35. Oorspr. Papier. Met 3 opgedrukte zegels in groene was, van Bernardus Bucho, Frans Mennama en Hans van Grombach. Het eerste licht beschadigd ; 1 verloren. N.B. Zie Oork. no. 105- 285 109. 1511 November 8. Wopka Jarighzoen, te Eestrum, verklaart, dat hij aan het St. Anthonius-Gasthuis te Leeuwarden alle landen overdraagt, welke hem, bij erfenis, toe zullen vallen van vader, moeder en broeder, tegen elf rijnsgulden, en voorts om Gods wil. Int jeer uus Herens XVc elve opten snyond voer sinte Merten. Inv. no. 36. Oorspr. Papier. Het zegel verloren. N.B. Zie Oork. no. 106. 110. 1512 September 1. De voogden van het St. Jacobs-Gasthuis verklaren Claes Symonzoen en rijne vrouw Wemeld als proveniers te hebben aangenomen en hen in alles te sullen verzorgen volgens de gewoonte van het gasthuis; waartegen deze aan het gesticht al hun huisraad en vee, te zamen voor eene waarde van 160 gouden rijnsgulden, geven en al hetgeen rij nalaten in het gasthuis zullen laten blijven. Op ten aersten dei Septembris anno XV duodecimo. Inv. no. BI. Papier. Gelijktijdig afschrift. Ongeteekend. N.B. Zie Oork. no. 107. 111. Zonder datum. (1512?) Een ongenoemde geeft een overzicht van de vorderingen, welke aan de beide gasthuizen, de Sacraments armen en de kerk van Oldehove betwist worden, zoo o. m. van eene eeuwige rente uit landen te Stiens, welke Hans van Grombach heeft verwandeld, en van twee steden, door Frans Minnema in rijn testament aan de gasthuizen besproken. Inv. no. 9. Oorspr. Papier. N.B. Zie Oork. no. 108. 112. 1516 September 30. Eebel Sytiedochter verklaart aan haar neef Tiaerd Tiaerdzoen vijf pondematen weiland, ten noorden van Westerwird gelegen, voor 20 rijnsgulden verkocht en de koopsom daarvoor ontvangen te hebben. 286 Int jeer uus Heren tusent fijfhondert ende sexteen op den lesten dei in Septembri. Inv. no. 116. Oorspr. Papier. Met opgedrukt, licht beschadigd zegel in groene was, van heer Peter Baerndzoen. N.B. Zie Oork. no. 109. 113. 1517 Januari 5. Tyepke Goslyngha en zijne vrouw Frouk Unnemme verklaren, dat zg hun goed Taer Graft onder Wanswerd bezwaard hebben met eene jaarlijksche rente van 2 gouden rijnsgulden ten bate van koopman Doede en zgne vrouw Katherin, voor de som van 30 gouden rijnsgulden, met recht van inlossing binnen drie jaar. Int jeer tusen fijfhundert ende sauntteen den fijfte dey in Januario. InT. no. 114. Oorspr. Papier. Met opgedrukt zegel in groene was, van heer Fedda Gerkezoen Popkema. N.B. Zie Oork. no. 110. 114. 1517 Maart 14. Ids Romkezoen verklaart zijn goed op de Weywiske op het Nieuwland onder Wirdum met eene jaarlijksche rente van 3 rijnsgulden bezwaard te hebben, ten behoeve van Arend Pieterzoen en diens vrouw Alijd, die hem daarvoor 45 rijnsgulden hebben betaald. Int jeer uus Heeren fijftienhondert ende santien snonds ante Oculi. Inv. no. 115. Oorspr. Papier. Met opgedrukt zegel in groene was, van Albert, prebendarins te Oldehove. N.B. Zie Oork. no. 111. 115. 1517 Mei 14. Aelthie Wythiezoen, te Hallum, verklaart, dat hg* op raad van goede mannen tegen 7 enkelgulden afstand doet van zijne rechten op twee pondematen weiland, op Goutumer Nieuwland gelegen, welke door zgne dochter Ayll, die in het St Anthony-Gasthuis te Leeuwarden aan de pest is overleden, aan dit gesticht zijn vermaakt. Int jeer XVo ende saunthien op ten XHlIen dey May. Inv. no. 67. Oorspr. Papier. Het zegel afgevallen. N.B. Zie Oork. no. 112. 287 116. 1517 September 1. Douwa Glins, grietman van Menaldumadeel, verklaart, dat hij aan Tyaerd Tyaerdzoen consent heeft verleend op den koop van vijf pondematen land te Westerwird, aangekocht van zijne moei Ebel Sityadochter. Den aerste september anno domini XVc saunteen. Inv. no. 117. Oorspr. Papier. Met opgedrukt zegel in groene was, Tan Douwa Glins. N.B. Zie Oork. no. 114. 117. 1517 December 22. Stinnert Tzommezoen, te Dijcksterahusem, verklaart aan de voogden van het St. Anthony-Gasthuis te Leeuwarden twee pondematen weiland op de Menaldumer mieden voor 9 enkelgulden verkocht en de koopsom daarvoor ontvangen te hebben. Actum altera sancti Thome apostoli anno XVc decimo septimo. Inv. no. 38. Oorspr. Papier. Met opgedrukt, licht beschadigd zegel in groene was, van Tymen Frerijckzoen, schepen Tan Leeuwarden. N.B. Zie Oork. no. 115. 118. 1519 Sept. 3. Idzs Romckezoen, van Oosterend, verklaart, dat hij al zijne goederen en renten, zoowel die, welke te Oosterend, als te Wirdum en elders gelegen zijn (op eene kleine uitzondering na) aan het St. Anthony-Gasthuis te Leeuwarden overdraagt, mits de voogden van dit gesticht hem in het gasthuis opnemen en verzorgen, zooals het behoort. Datum opten IHen dey septembris anno XVc decimo nono. Inv. no. 3. Oorspr. Perkament. Met 4 zegels, waarvan alleen het tweede ongeschonden is, in groene was, Tan Aggo Ockozn., persona te Oosterend, Martinus Lichtfoet, persona te Wirdum, maester Bernert Bucho, persona te Oldehove, en maester Focko Rummertz., vicaris te Oldehove. N.B. Zie Oork. no. 116. 119. 1520 April 12. Tyaerd Burmannie ter eenre, en de voogden van het St. Anthony-Gasthuis ter andere zijde, verklaren een 293 Actum opten XlIIIen dach Novembris anno XO XXXIo. Inv. no. 4. Oorspr. Perkament. Met het stadszegel in groene was; 1 zegel verloren. N.B. Zie Oork. no. 132. 134. 1532 Mei 27. De voogden van het St. Anthony-Gasthuis verklaren, dat zij, met consent van de Magistraat van Leeuwarden, Wybren Mettbiezoon en zgne vrouw Foeck Wybedochter tot proveniers» in het gasthuis aangenomen hebben, waarvoor deze aan het gasthuis Damstera-goed te Bergum overdragen, bestaande uit een huis, huisstede en 8 akkers zaailand, benevens 5 koegrazingen en 5 maden weiland, liggende aan den Diepswal, en eenige tilbare have. Actum Leuwarden optenn XXVLIen dach May anno XVc XXXHo. Inv. no. 5. Oorspr. Perkament. Met het stadszegel en dat van Binnert Wybes in groene was. N.B. Zie Oork. no. 133. 135. 1532 Juni 5. Jacob Femmyszoon en zgne vrouw Algt verklaren, dat hun vicaris, heer Wabbo, hun niets schuldig is. Hij dankt heer Wabbo voor de huisvesting, die deze hem en zijn gezin heeft verleend, en verklaart, dat hij oogenblikkelijk zal vertrekken, indien hij op nieuw twist mocht krijgen met zgn weldoener of met zgne vrouw Alijt. Ook wil hij, zoolang hij bij heer Wabbo woont, niet meer dan deze „te bier gaan". Anno XXXII ipso die Bonifacii. Inv. no. 932a. Oorspr. Papier. N.B. Zie Oork. no. 134. 136. 1534 Juni 4. Ryns Pieterzoon vermaakt aan de rechte armen van Leeuwarden al zgne goederen, met uitzondering van de helft van een huis op het Vliet, dat hij aan de zuster zijner moeder nalaat. In den jare unsers Heeren duysent vijff hundert ende in dem vier ende dertigisten den vierden dach des maents Juny. Inv. no. 12. Oorspr. Papier. N.B. Zie Oork. no. 135. 294 137. 1534 Maart 18 en October 29. Pieter Johanzoen (Auckama) laat zijne goederen na aan zijne zuster Tyete en den zoon van zijne zuster Wyts, Willem Canter, en bespreekt onder talrijke legaten, aan het St. Anthony-Gasthuis twee bedden met toebehooren, terwjjl hij tevens bepaalt, dat, indien zijne nicht Ansck de vier koegrazingen in Heenthiema-fenne en de zes pondemaat weiland op het Huizumer Nieuwland, welke hij haar nalaat, wil vervreemden, deze aan het gasthuis ten deel zullen vallen. Voorts bespreekt hij aan de huiszittende armen verschillende renten, ter voldoening aan de toewijzing van 100 postulaten, door den grootvader van den erflater aan deze armen gedaan. Zijn huis en hof vermaakt hij aan het St. Jobsleen, dat wijlen zijn oom heer Jelle Juwsma heeft ingesteld. Actum int jaer ons Heeren dusent vijffhondert vier ende dartich opten XVIII dach in Martio et completum anno 34 altera Symonis et Jude. Inv. no. 18. Copie van een afschrift uit omstreeks 1560, geteekend S. Nicolaï, door P. Eemskerck. Papier. N.B. Zie Oork. no. 136. 137a. 1534 October 29. Pieter Johanzoen voegt een codicil aan zijn testament toe, waarbij hij o. m. een zeker bedrag voor de armen van Leeuwarden en voor den bouw van de St. Vitus-kerk bestemt. Int jaere onses Heeren duysent vijffhondert und in dem XXXIHIen altera Symonis et Jude. Inv. no. 18. Copie van een afschrift uit omstreeks 1560, geteekend S. Nicolaï, door P. Eemskerck. N.B. Zie Oork. no. 136. Papier. 138. 1535 September 13. Burgemeesters, schepenen en raden van Leeuwarden, als overste voogden ex officio, en de rentmeester en medevoogden van het St. Anthony-Gasthuis verklaren, dat zij Hette Janszoen en zgne vrouw Jouck, op verzoek van Tyaert Tyaerts en Lyoets, Hettes zuster, tot proveniers in het gasthuis hebben aangenomen, waarvoor Hette Jans en Jouck de door hen bewoonde kamer op Heer Tyaert 295 Burmania-grachtswal, benevens eenig huisraad overdragen, terwijl Tyaert en Lyoets 10 goudgulden storten, met belofte, dat bij het overlijden van Lyoets, nog 90 goudgulden aan het gasthuis betaald zullen worden. Int jaer XVc vijff ende dertich upten XlIIen dach Septembris. Inv. no. 148. Oorspr. Papier. Met opgedrukt stadszegel in groene was. N.B. Zie Oork. no. 138. 139. 1535 November 16. Burgemeesters, schepenen en raden van Leeuwarden, als oversten ex officio tot provisie van het St. Anthony-Gasthuis en de armen te Leeuwarden, met consent van den rentmeester en de medevoogden van dit gesticht, verklaren, dat zij met Hotthye Tyaerdtzoen, die een tijdlang als provenier in het gasthuis gewoond heeft, overeengekomen zijn, dat deze met zijne vrouw Yd voortaan als proveniers in het gasthuis zullen blijven; dat, indien Yd echter weder bevrucht mocht worden, zij beiden het gesticht moeten verlaten en aan Hotthye 25 goudgulden zal worden uitgekeerd voor de stede te Bergum, welke aan den grietman Geroenn Rattaller is verkocht; terwijl Hottye en Yd daartegen aan de voogden zeven mannen mad weiland, liggende in Garyp op de Hammen, met eene huisstede te Bergum, staande naast Wybren Metthyes goed, overdragen, benevens een bedrag van 10 goudgulden, en Hotthye daarenboven aan het gasthuis 40 goudgulden na zijn dood , bespreekt. Actum opten XVI«i» dach Novembris anno XVc vijff ende dartich. Inv. no. 148. Oorspr. Papier. Met opgedrukt stadszegel in groene was. N.B Zie Oork. no. 189. 140. 1535 December 20. Heer Wabbo, vicaris te Lekkum, bespreekt eene kamer, welke hij achter het huis van meester Thijs bezit, aan drie armen,' weduwen of weduwnaars, die deze kamer moeten bewonen, en legt aan ieder van hen eene jaarlijksche rente van vier enkelgulden toe, welk bedrag ge- 296 vonden moet worden uit eene rente, rustende op het goed van Jorryt Feckazoen, en uit den aankoop van eene rente van drie enkelgulden. Int jeer uus Heren dusent fyef hondert ende fyefentryttich den twintichste dach Decembri. Inv. no. 932. Oorspr. Papier Zeer beschadigd. N.B. Zie Oork. no. 140. 141. 1536 Januari 10. Yds Hamkezoen, wever te Workum, en zgne vrouw Rinke verklaren, mede voor hare zuster Wybrich, kloosterlinge te Workum, dat zij zich als erfgenamen van heer Wabbo niet zullen verzetten tegen diens laatsten wil, waarbij hij een kamer, achter Thijs'huis, ter bewoning aan drie arme weduwnaars of weduwen heeft besproken, die bovendien eene jaarlijksche rente van 4 enkelgulden zullen ontvangen. Op den tijnsten dach January anno XVc ses ende dertich. Inv. no. 982. Oorspr. Papier. Met opgedrukt zegel in groene was, van Dominicus Pybezoon, burgemeester van Leeuwarden. N.B. Zie Oork. no. 141. 142. 1536 Januari 19. Hotthye Tyaerdtzoen van Suameer verklaart, dat hij, wegens een geschil met de voogden uit het St. Anthony-Gasthuis tredend, volgens uitspraak van twee burgemeesteren, 10 goudgulden voor het door hem genoten onderhoud zal geven, boven hetgeen hij bij zgne intrede heeft aangebracht. Tot betaling van deze som wijst hij eene stede te Bergum aan, welke met een toehaak van 15 goudgulden het eigendom van het gasthuis wordt. Actum optenn XlXen dach January anno XVc XXXI. Inv. no. 810. Oorspr. Papier. Met opgedrukt stadszegel in groene was. N.B. Zie Oork. no. 142. 143. 1536 Maart 18. De voogden van het St. Anthony-Gasthuis verklaren, dat zij met consent van burgemeesteren, schepenen en raden van Leeuwarden, tot proveniers in het gasthuis hebben aangenomen Binnert Wybezoon en rijne vrouw Romck, die vroeger gehuwd is geweest met Albert Wilckezoen, waarvoor Binnert aan het gasthuis het V» gedeelte van 297 het groote goed te Wanswerd en een halven goudgulden losse rente uit Agge Kuipers huis afstaat en Romck afstand doet van het vruchtgebruik van het huis op de Waeze bij Hans Lensesteeg, dat haar door haren eersten man is vermaakt, en dat, na haar dood, voor de helft aan het gasthuis en voor de andere helft aan St. Vitus zal komen. Actum te Leewaerden opten XVIHen dach Martii anno XVc sess ende dertich. Inv. no. 144. Oorspr. Papier. Met 2 opgedrukte zegels in groene was, van de stad Leeuwarden en van Binnert Wybezoon. N.B. Zie Oork. no. 143. 143a. 1586 Mei 29. Harmen Luwysz. verklaart, dat hij voor Frans Gammingha 24 stuivers ontvangen heeft van twee jaar huur van de stede, liggende achter de schole, welke heer Wabbe aan de armen heeft besproken. Int jaer XVt en XXXVI den XXIX dach May. Inv. no. «32c. Oorspr. Papier. 144. 1537 December 7. De voogden van het St. Anthony-Gasthuis verklaren, dat zij met Abbe Lyobbezoen overeengekomén zijn diens broer en schoonzuster, Sytthie Lyobbezoen en Wybrich, als proveniers in het St. Anthony-Gasthuis aan te nemen, waartegen Abbe aan het gasthuis 200 goudgulden zal nalaten. Anno XVc soevendertich den soevenden dach Decembris. Inv. no. 14B. Oorspr. Perkament. Met het stadszegel in groene was. N.B. Zie Oork. no. 144. 145. 1538 November 12. De voogden van het St. Anthony-Gasthuis dragen den timmerman Douwe op, de St. Jacobs-kapel inwendig met sindel te beschieten en haar te voorzien van banken, peyen en peydeuren* waarvoor hij 230 goudgulden, benevens het wagenschot, dat in de kapel staat, zal ontvangen. Anno XVc XXXVHI den XII dagh Novembris. Inv. no. 902. Oorspr. Papier. N.B. Zie Oork. no. 145. 298 146. 1538 November 16. Albert Janzoon en zgne vrouw Geertyen verklaren hun hnis in de Hoogstraat met eene jaarlijksche rente van twee goudgulden belast te hebben ten bate van Lyoets, weduwe van Tyaerdt Tyaerdts, die hun daarvoor 20 goudgulden betaalt. Zij hebben het recht deze rente binnen vijf jaar tegen dezelfde som weer in te lossen. Den XVIen dach Novembris anno XVc acht ende dartich. Iny. no. 142a. Oorspr. Papier. Met opgedrukt zegel in groene was, van Pieter Pieterzoon, burgemeester van Leeuwarden. N.B. Zie Oork. no. 146. 147. 1539 Juli 8. De voogden van het St. Anthony-Gasthuis verhuren voor den tijd van haar leven aan Alyet Taeckes, weduwe van Johan Hinckarts, te Akkrum, eene kamer in de St. Jacobsstraat, tegen storting van 30 philipsgulden, terwijl Alyet zich verbindt haar huisraad benevens eene gift in geld aan het gasthuis te zullen nalaten. Op den VHT July anno XVc negen ende dartich. Inv. no. 908. Oorspr. Papier. Met 2 opgedrukte zegels in groene was, van de stad Leeuwarden en van Tiepko Schiercxma. N.B. Zie Oork. no. 147. 148. 1540 Januari 15. De voogden van het St. Anthony-Gasthuis komen met de bloedverwanten van Meynu Yle dochter, een onnoozel meisje, overeen, om deze in het gasthuis op te nemen tegen overdracht van eene kamer op de Weerd, staande tusschen het weeshuis en Reyner Drayershuis. Gedaen op den XV dach January anno XVc ende veertich stilo Phrisie. Inv. no. 146. Oorspr. Papier. Met opgedrukt zegel in groene was, van de stad Leeuwarden. N.B. Zie Oork. no. 148. 149. 1540 Januari 24. De voogden van het St. Anthony-Gasthuis sluiten met Trijn, Juycke metselaars weduwe, en hare zonen Wybeen Jelle, eene overeenkomst, waarbij de eersten Trijn in levenslange alimentatie in het gasthuis opnemen en de laatsten 299 daarvoor een huis op de Weerd, tusschen de huizen van schipper Reyn en Hendrick wever gelegen, afstaan. Op den x"YTiTT January anno XVc ende veertichstiloPhrisie. Inv. no. 147. Oorspr. Papier. Met opgedrukt zegel in groene •was, van de stad Leeuwarden. N.B. Zie Oork. no. 149. 149a. 1540 Juli 24. De voogden van het St. Anthony-Gasthuis nemen Harmen van Dortman en Frouck Kempedochter tot proveniers aan en beloven hen te zullen onderhouden „ghelijck een andere bequaem ende goet provenaer", waartegen Harmen en Frouck aan het gasthuis hunne kamer in de St. Jacobsstraat en 120 gulden overdragen met belofte al hunne goederen aan dit gesticht te zullen nalaten. Den XXTTn Jury anno XVc ende veertych. Inv. no. 800. Ongeteekend afschrift uit 1557. Papier. N.B. Zie Oork. 164a. 160. 1540 September 18. De voogden van het St. Anthony-Gasthuis verklaren, met consent van burgemeesteren, schepenen en raden van Leeuwarden, Sipke Lieuwezoon en zijne vrouw Elske, op de Zwaag, tot proveniers aan te nemen tegen betaling van 120 goudgulden, terwijl Sipke zich verbindt toezicht te zullen houden op de uitgraving van turf uit de gasthuisveenen, op de hooilanden, het vee en anderszins. Den XVIHon dach Septembris anno XVc tfyrtieh. Inv. no. 148. Oorspr. Papier. Het opgedrukte zegel afgevallen. N.B. Zie Oork. no. 151 en ook Inv. no. 800. 150a. 1541 October 26. Dyrck Freryckzoen, grietman van Idaarderadeel, verklaart, dat Jeldert Lollezoon, Wybren Wopkezoen en Frans voor hem met Agge Symonsz zgn overeengekomen, hun recht op de vrucht van een reidland, liggende onder Warstiens, bij Jornahuister landen en de landen van de HeiligeSacramentsvoogden te Leeuwarden, te laten uitmaken door het gerecht van Leeuwarderadeel, voor zoover zij reeds ingezameld is, terwijl over den eigendom der nog te veld staande vrucht, hetzij in der minne, of door het gerecht 300 beslist zal worden en de impetranten binnen 14 dagen hun recht zullen moeten vervolgen. Accorderet op den XXVI dei Octobris anno XLI. Inv. no. 1269. Afschrift, geteekend door den secretaris van Idaarderadeel, A. Petreus. Papier. N.B. Zie Oork. no. 152. 150b. 1541 December 2. Het gerecht van Idaarderadeel beslist in bovengenoemde zaak ten gunste van Agge Symenzoen en veroordeelt de gedaagden in de kosten. Actum den Hen Decembris anno XLI. Inv. no. 1269. Afschrift geteekend door den secretaris van Idaarderadeel, A. Petreus. Papier. 151. 1543 Januari 13. Burgemeesteren, schepenen en raden van Leeuwarden verklaren, dat zij, op verzoek van de voogden van het St.AnthonyGasthuis en van de erven van Jan Janzoon scherrier, den verkoop hebben toegestaan van een huis op de noordzijde van de Nieuwestad, hetwelk aan wijlen Jan. Janzoon heeft toebehoord en waarvan aan het St. Anthony-Gasthuis de helft toekomt uit de bespreking, door Alijdt Hermansdr. aan dit gesticht gedaan, en dat het voor 785 goudgulden is toegewezen aan Thomas Hermanszoon. Op den XIII January anno XVc drei ende vyertich. Inv. no. 1302. Ongeteekende copie uit het decreetboek van Leeuwarden. Papier. N.B. Zie Oork. no. 154 en Reg. no. 155. 152. 1543 Mei 11. De voogden van het St. Anthony-Gasthuis komen met Eggle (Lieuwe zoon), pastoor te Marssum, overeen om Lieuwe Eggle zoon, met consent van de gasthuismoer Bauck Wybesweduwe, tot provenier in dit gesticht aan te nemen, waarvoor Heer Eggle 100 goudgulden zal storten, en zoo Lieuwe na tien jaar nog leeft, daarenboven nog 20 goudgulden, terwijl hij hem ook van kleederen zal voorzien. Daarbij zal Lieuwe, gedurende drie dagen in de week, „de schamele weezen belappen". 301 Óp den XI May anno XVc drie en veertien. Tut. no. 149. Oorspr. Papier.' N.B. Zie Oork. 156. 163. 1643 Juni 1. De voogden van het St. Anthony-Gasthuis verzoeken het gerecht van Leeuwarden te verklaren, dat de verspiering, welke zij tegen den verkoop van een huis in de Kleine Hoogstraat bij Cammingha-horne hebben ingesteld, billijk is. Zij voeren daartoe als grond aan, dat zij eene jaarlijksche rente van een gouden philipsgulden, waarmee Hilgond Buyckes dit huis ten bate van Claes Dirckszoon bezwaard heeft, van dezen laatsten hebben gekocht, en dat deze rente sinds 9 jaar niet is uitbetaald. Gedient den 1 Juny anno XLIII. InT. no. 976. Oorspr. Papier. N.B. Zie Oork. no. 187 en Reg. no. 189. 154. 1544 Februari 24. Jan van Arum en Albert Jacobszoen verklaren, dat zij, ingevolge het testament van Trijn Doedes, aan de Sacramentsarmen "van St. Anthonis eene losbare rente van twee goudgulden uit een huis op de Nieuwestad overdragen. Den XXIIII February anno XVc ende XLHII. InT. no. 977. Oorspr. Papier. N.B. Zie Oork. no. 157. r^i- 166. 1546 Mei 19. Het Hof van Vriesland vernietigt de uitspraak van het gerecht te Leeuwarden, waarbij Thomas Harmanssoen aldaar werd gelast den eersten termijn van de kooppenningen van een huis op de noordzijde der Nieuwestad te betalen aan de voogden van het St. Anthony-Gasthuis en aan de erven van Jan Janzoon, op grond van onontvankelijkheid. Uuytgesproocken den XTXen in Maio anno XVc XLV. InT. no. 1302. Gelijktijdig afschrift, geteekend A. Boeymer. Papier. N.B. Zie Oork. no. 158 en Reg. no. 151. 166. 1546 Januari 23. De voogden van het St. Anthony-Gasthuis, als collatoren van het St. Anthony-Gasthuisleen, en Upcko a Bourmannia, 302 tut naam van de erven van Tyaerdt van Bourmannia, als collatoren van het heer Schelte-leen, welke beide kleine leenen vroeger zijn vereenigd, verklaren, dat zij, in plaats van Ariaen Warnaerssoen, Wilhelmus Cato Hannonius tot prebendarius in de St. Vituskerk te Oldehove hebben benoemd. •Den XXIIIen dach January anno XVc sess ende viertich. Inv. no. 881. Afschrift, geteekend door den notaris Lodo. Toxius. 1581. Papier. N.B. Zie Oork. no. 159. 156a. 1550 Januari 2. De voogden van het St. Anthony-Gasthuis ter eenre, en Lyeuwe Onis en Jets Gerloffsdr. ter andere zijde, bekennen eene overeenkomst te hebben aangegaan, waarbij «Ie eersten de laatsten in het gasthuis opnemen, hun daarin een vrije woning geven, waarin zij brood, boter en bier zullen ontvangen, terwijl de laatsten eene som van 220 goudgulden storten en hun huisraad, benevens nog 10 goudgulden ana het gasthuis bespreken. Den Dien January anno XVc vijftych stilo Phrisie. Inv. no. 800. Ongeteekend afschrift uit 1557. Papier. N.B. Zie Oork. no. 164a. 157. 1550 September 23. Heer Symon Spannenburch verklaart eene halve fenne, gelegen buiten de Wirdumerpoort, „de Gasthuisfenne" genaamd, aan de voogden van het St. Anthony-Gasthuis te hebben verhuurd voor 12 goudgulden en een schuit Oostermeerder turf. Den XXIII Septembris anno XVc ende vijftich. Inv. no. 885. Oorspr. Papier. N.B. Zie Oork. no. .160. 158. 1553 Mei 13. Jacob Yeliszoen, burgemeester, en Mathijs Rommaerts, secretaris van Leeuwarden, verklaren, dat Georg van Roorda ter eenre, en heer Symon Spanneborgher, Pieter van Cammingha en de voogden van het St. Anthony-Gasthuis ter andere zijde, een wandelkoop hebben gesloten, waarbij de eerste het oude huis aan de zuidzijde van de Kerkstraat, 303 dat tot de prebende behoort en door heer Symon bewoond wordt, zal ontvangen, terwijl de laatsten een nieuw huis aan de noordzijde van de Kerkstraat benevens een toehaak van 70 goudgulden verkrijgen. De gasthuisvoogden mogen deze som ontvangen om daaruit eene jaarlijksche rente van 4 goudgulden aan den prebendarius uit te keeren, die deze rente ten allen tijde tegen hetzelfde bedrag kan inlossen. Den derthiensten dach May XVc drie en vijftich. Inv. no. 886. Copie, geteekend M. Rommarts, naar een authentiek afschrift, geteekend W. Coquillan, notaris. Papier. N.B. Zie Oork. no. 161a. 159. 1553 Mei 16. De voogden van het St. Anthony-Gasthuis ter eenre, en Frans van Cammingha met zijne vrouw Fed ter andere zijde, verklaren met elkaar een wandelkoop te hebben aangegaan, waarbij de eersten twee stukken land te Bilgaard, tusschen en bij de gasthuis-landen gelegen, verkrijgen en de laatste een stuk land op het Huizumer Nieuwland ontvangt. Den XVTen May anno XVc LUI. Inv. no. 1066. Oorspr. Papier. Met opgedrukt zegel in roode was van Frans van Cammingha, en in groene was van de stad Leeuwarden. N.B. Zie Oork. no. 162a. 160. 1553 Juli 26. Keizer Karei oorkondt, dat hij op advies van den stadhouder, en president en raden van het Hof van Vriesland, consenteert in den wandelkoop tusschen de voogden van het St. Anthony-Gasthuis te Leeuwarden en Frans van Cammingha c. u. Den zess ende twintichsten Jury anno XVc drie ende vijftich. InT. no. 1066. Papier. Met sterk beschadigd zegel van den Keizer, in roode was. N.B. Zie Oork. 162». 160a. 1554 November 12. De voogden van het St. Anthony-Gasthuis verklaren, dat zij Warner Warnerzoon, die, uit hoofde van onvermogen 304 om Godswille in het gesticht was opgenomen, daaruit wilden verwijderen, toen het bleek dat hij niet onbemiddeld was; dat zij hem echter zijne woning tegen 50 goudgulden hebben laten behouden, aannemende hem te onderhouden „zoe dat behoort", onder voorwaarde, dat de door hem ingebrachte goederen aan het gasthuis zullen verblijven. Den XII Novembris anno XVc LIIH. Inv. no. 800. Ongeteekend afschrift uit 1557. Papier. N.B. Zie Oork. no. 164a. 160b. 1556 Augustus 3. De voogden van het St. Anthony-Gasthuis verklaren Syts Wylckezoon en Feyck Syeurtsdochter tot proveniers aan te nemen tegen 125 goudgulden, onder belofte hen te laten wonen in de kamer, welke Syts en Feyck hebben laten herstellen, en hen te onderhouden „als dat goede provenaers toestaet", terwijl al de door hen ingebrachte goederen aan het gesticht zullen vervallen. Den IJlen Augusti anno XVc zess ende vijftych. Inv. no. 800. Ongeteekend afschrift uit 1557. Papier. N.B. Zie Oork. no. 164a. 161. 1557 Maart & Mr. Jacob Rousseau, commissaris van den Hove van Vriesland, doet, als bemiddelaar, uitspraak in het geschil, gerezen tusschen de voogden van het St. Anthony-Gasthuis en de proveniers Warner Warnerzoon, Syts Wylckezoon en zijne vrouw Feyck Syeurtsdochter, Lyeuwe Oenezoon en zijne vrouw Jets Gerloffsdochter, Lyeuwe Yglezoon, Elsck Sipkes weduwe en Frouck Harmens weduwe, die zich bij het Hof beklaagd hebben, dat de voogden hun het ontbijt en het vuur in hunne kamers onthouden, waarop zij volgens hunne proef brieven recht hebben. Op huyden den VIII dach van Meerte anno XVc LVII. InT. no. 800, Oorspr. Papier. N.B, Zie Oork. no. 1645. 162. 1558 April 28. De erfgenamen van Renyck van Burmanya en de voogden van het St. Anthony-Gasthuis benoemen, als collatoren van het leen van het Metselaars-altaar in St. Vitus en het 305 heer Holke-leen in het St Anthony-Gasthuis, tot preben* darius van «üt leen: Reyner Franszoon, klerk van het bisdom van Utrecht in plaats van heer Pieter Lyuwezoen, die vrijwillig van dit beneficie afstand heeft gedaan. Actum den XXVillen Aprilis anno XVc acht ende vijftych. Inv. no. 888. Oorspr. Papier. N.B. Zie Oork. no. 167. 163. 1558 Juni 9. Koning Philips II verleent aan de Magistraat van Leeuwarden octrooi tot het houden van eene loterij van 40.000 loten, tegen 2 stuivers Brabantsen het lot, ten bate van het St. Anthony-Gasthuis alhier. Den LXen dach van Junio in 't jaer onss Heeren duysent vijffhondert achtendvjjftich. o. Inv. no. 960. Oorspr. Perkament Het zegel verloren. b. Inv. no. 960. Gelijktijdig afschrift, geteekend S.Nicolai. Papier. N.B. Zie Óork. no. 168. 164. 1560 Maart 23. Anna Broersdochter, te Menaldum, vermaakt hare goederen, met uitzondering van eenige kleine legaten in huisraad en kleederen, aan hare broers- en zusterskinderen, met last om hare schulden te betalen, waaronder 100 goudgulden aan Ryord Roerda, te Menaldum: Den XXIHen Martii anno 1560. Inv. no. 738. Gelijktijdig afschrift, geteekend E. Hitzing. N.B. Zie Oork. no. 170. 165. 1561 September 13. Balthasar van Warkutsch, maarschalk van zijne Kon. Majesteit op het blokhuis te Leeuwarden, bespreekt, onder talrijke legaten, aan het St. Anthony-Gasthuis een half last rogge, terwijl hij bepaalt, dat al hetgeen er na afrekening van zijn boedel mocht overblijven, te gelde gemaakt en aan de rechte armen gegeven zal worden. Int jaer ons Heeren Jhesu Christi duysent *gffhondert een ende tzestich opten XIHen Septembris. Inv. no. 934. Papier. Het zegel afgevallen. N.B. Zie Oork. no. 172. 166. 1561 December 15. Bernardus Meylema en Hack, Seerp Ayttadochter, verkla- 20 306 ren, dat zij aan Pieter Pieterzoen, als administrator van het heer Wabbo-leen, eene rente van 7 goudgulden uit hunne zathe te Warrega verkocht en daarvoor 100 goudgulden ontvangen hebben, voor welke som zij hem quiteeren. Zij behouden zich het recht van weder inlossing binnen de vijf jaar voor. Opten vijfthienden dach Decembris anno XVc een ende tzestich. Inv. no. 933. Oorspr. Papier. Met opgedrukt zegel in roode was, van Bernardus Meylema. N.B. Zie Oork. no. 173. 167. 1561 December 20. Het Hof van Vriesland vernietigt de uitspraak van het Nedergerecht en wijst 22 pondematen weiland onder Lekkum, waarvan de voogden van het St. Anthony-Gasthuis aan de kerkvoogden van Rijperkerk het bezit betwisten, aan de laatsten toe. Gepronuncieert den XXen Decembris anno XVc LXL Inv. no. 1108. Gebjktrjdig afschrift. Papier. N,B. Zie Oork. no. 174. 168. 1562 Februari 13. Dr. Seerp Hannye, burgemeester, en Jacob Sybrantszoon en Frans Huyghes, schepenen van Leeuwarden, hooren de gasthuisrekening van 1 Januari—31 December 1561 van den administrator van het St Anthony-Gasthuis, Willem Aernszn., af. Gedaen binnen Leeuwaerden opten Baidthuyse den XHI February anno XVc twee ende tsestich. Inv. no. 980. Oorspr. N B. Zie Oork. no. 175. 169. 1562 Maart 3. Joucke Abema, Pieter Abbezoon en Abbe Douwezoon ter eenre, en de voogden van het St. Anthony-Gasthuis te Leeuwarden, ter andere zijde, verklaren te zgn overeengekomen, dat Michiel Waelzoon, bloedverwant der comparanten ter eenre zijde, tegen betaling van 250 goudgulden, tot provenier in het gasthuis zal worden aangenomen; dat, indien hij wegloopt, zgne bloedverwanten gehouden 307 zullen zijn hem weer in het gesticht terug te brengen, en zoo hij zich slecht gedraagt, de voogden hem, zonder inmenging der verwanten, zullen mogen tuchtigen. Den ÏÏIen Martii anno XVc twee ende tsestigen. Inv. no. 1B0. Oorspr. Papier. Het opgedrukt stadzegel in groene was. N.B. Zie Oork. no. 176. 170. 1562 October 23. Pilgrum ten Indijck, grietman van Ferwerderadeel, doet uitspraak in het geschil tusschen Bocke Tyalinghzoon, huurder van eene plaats van het St. Anthony-Gasthuis, en Claes Johanneszoon, boer op eene zathe van het klooster Foswerd, beiden wonende te Wanswerd, over de beschadiging, welke met ploegen is gedaan aan den men-weg (rijweg) over de Wanswerderterp. Actum den XXIII dach Octobris anno XVc twie ende tsestich. Inv. no. 1858. Gelijktijdig afschrift, geteekend F. Gabbes.') Papier. N.B. Zie Oork. no. 177. 171. 1562 October 29. Petrus van Maestricht, abt van het klooster Foswerd, ter eenre, en mr. Julius van Geele en de voogden van het St. Anthony-Gasthuis ter andere zijde, komen, volgens de scheidsrechterlijke uitspraak van Eelcke van der Haule en Jan Versteveren, overeen, dat de eerste aan de laatsten reed en drift over eene weide en hiem, het klooster toebehoorende, zal toestaant doch alleen in tijden, waarop de Miedwech onberijd- en onbegaanbaar is. Opten neghen ende twintichsten dach Octobris anno XVc twee ende tsestich. Inv. no. 1864. Oorspr. Papier. N.B. Zie Oork. no. 178. 172. 1563 Maart 17. Saepck van Inthiema, weduwe van Douwe van Burmania, vervangt het in haar testament aan het gasthuis besproken legaat van 50 goudgulden door eene dadelijke uitkeering van 87 gulden 15 stuivers, waaruit de voogden jaarlijks ») F. Gabbes was van 1577 tot 1580 secretaris van Ferwerderadeel. 308 aan de voogdessen 6 gulden ter hand moeten stellen om te dienen tot lafenis van bedlegerige armen. Voorts schenkt zij 20 gulden aan de gasthuisvoogden, om dit bedrag te voegen bij de 80 gulden, welke deze, krachtens den uitersten wil van Seerp Doedes, aan de voogden der huiszittende armen moeten uitkeeren, waarvoor de gasthuisvoogden dezen eene losbare rente van 6 gulden 's jaars zullen geven. Den XVLT Martii anno XVc drie ende tsestich. Iny. no. 935. Gelijktijdig afschrift, geteekend M. Rommarts. Papier. N.B. Zie Oork. no. 179. 173. 1563 April 28 tot Juli 3. Jacob Rousseau, raadsheer, neemt ten verzoeke van Meynert Martens Druyst en diens vrouw Elizabeth, een getuigenverhoor af in het proces tusschen de voogden van het St. Anthony-Gasthuis ter eenre, en bovengenoemden Druyst ter andere zijde, over de levering van balken, kalk en steen voor een aanbouw, en in het bijzonder voor het maken van een waterput in het St. Anthony-Gasthuis in het jaar 1541. Den XXVIII dach van Aprili anno LXITI — den derden Juny anno voorschreven. Inv. no. 903. Origineel. Papier. N.B. Zie Oork. no. 180. 174. 1568 Mei 23. De voogden van het St Anthony-Gasthuis verklaren, dat zij op voorspraak van Gerryt Wybes, diens vrouw, en Reynu Jansdochter, vrouw van Daem Daems, den krankzinnigen Tymen Tymenszoon als provenier in het gasthuis aannemen, tegen ontvangst van 50 goudgulden en op voorwaarde, dat hij, indien hij woest en onhandelbaar mocht worden, uit het gesticht zal worden gezet, met restitutie van de gestorte som. Opten XXIII May anno XVc drie ende tsestich. InT. no. 151. Oorspr. Papier. N.B. Zie Oork. no. 181. 175. 1564 November 23. Boldewijn van Loo, raad en rentmeester-generaal van 309 Friesland ter eenre, en de voogden van het St. AnthonyGasthuis ter andere rijde, verklaren, dat zij eene overeenkomst hebben gesloten, waarbij de laatsten aan den eersten toestaan, de massale steeg, ten noordoosten van het huis van Van Loo liggende, te overdekken met een poortgewelf, mits dit zoo hoog zij, dat de hooiwagens voor het gasthuis daaronder kunnen dóórrijden, en Van Loo en zijne rechtverkrijgenden den sleutel der poort nooit aan de voogden zullen weigeren, waartegen Van Loo den voogden toestaat de deur in de genoemde steeg, welke •eveneens door een steeg - toegang geeft tot de Beyerstraat, af te sluiten. Actum den XXIII Novembris anno XVc vier ende tsestich. Inv. no. 904. Oorspr. PapierN.B. Zie Oork. no. 182. 176. 1575 Februari 10. Koning Philips II verleent, op hun verzoek, aan de voogden van het St. Anthony-Gasthuis, ter verbetering van hunne geldmiddelen, octrooi tot het houden van eene loterij, daar de loterij ten behoeve van dit gasthuis, waarvoor het stedelijk bestuur in 1558 octrooi had aangevraagd en verkregen, door toevallige omstandigheden niet is gehouden. Thans wordt het aantal loten van 40.000 tot 80.000 verhoogd, welke in Friesland en Groningen verkocht mogen worden tegen 2 stuivers Brabantsch het . lot. Den Xen dach van Februario int jaer onss Heeren duysent vijffhondert vijff en tzestich. Inv. no. Ml. Oorspr. Perkament. Het zegel verloren. N.B. Zie Oork. no. 183. 177. 1665 Maart 16. Hindrick Dircks en Rixt Syurdtsdochter, echtelieden, wonende te Noordemeer, vermaken al hunne goederen aan den langstlevende van hen beiden, zonder voorbehoud. Actum den 16«n Martii anno 1565. Inv. no. 789. Oorspr. Papier. 178. 1565 December 10. Beyts Hayedochter, weduwe van Lieuwe Taeckezoon, verklaart van Berber Aemtsdochter 25 goudgulden ontvangen 310 te hebben voor de overdracht van eene grondpacht ten bedrage van 2 goudgulden. Op den 10en Decmber 1565. Inv. no. 740. Authentiek afschrift uit 1570. Papier. 179. 1565 December 15. Burgemeesteren, schepenen en raden van Leeuwarden ter eenre, en de voogden van het St. Anthony-Gasthuis ter andere zijde, komen met elkander overeen, dat de eersten eene rente, groot 17 gulden 10 stuivers, welke den gasthuisvoogden, volgens hun beweren, toekomt uit de opkomsten Van de stadswaag, zullen aflossen met een som van 300 gulden, mits de voogden dit geld gebruiken tot de verbouwing van den beyer om daarin burgers, burgerskinderen, dienstboden e. a., die aan eene besmettelijke ziekte lijden, op te nemen, en zoo er geen zieken zijn, vreemde armen voor drie dagen en niet langer te herbergen. Actum den XVen Decembris anno XVc vijf ende tzestich. Inv. np. 962. Oorspr. Papier. Met opgedrukt stadszegel in groene was. wll&aÉ N.B. Zie Oork. no. 184. 180. 1566 Mei 20. Caerl van den Nyetszen, president van het Hof van Vriesland, verklaart met de voogden van het St. AnthonyGasthuis overeen te zijn gekomen, dat zij den ouderloozen, innocenten Oege, Gerbrant Agge'szoon, levenslang in dit gesticht zullen onderhouden, tegen overdracht van een aan dezen toebehoorend huisje op het Vliet. Den XXen May 1566. InT. no. 819. Oorspr. Papier. 181. 1566 Juli 12. Alberth Tammynga, hoveling en redger te Winsum en Bellingeweer, verklaart, dat hij op verzoek van Johan Sweldrayer, de goederen van diens vrouw Anna heeft doen waardeeren tot een bedrag van 10 Embdergulden, ten behoeve van hare twee kinderen. In den jare uns Herren duysent vijff hundert ses ende tsestich den twaelfften dach July. Inv. no. 174. Oorspr. Papier. Het zegel afgevallen. Door water beschadigd. 311 183. 1570 Juli 20. Margriet», gravin van der Marck en Aremberge, bevestigt den koop van eene jaarlijksche rente, groot 195 gulden, door wijlen haar gemaal voor 3250 gulden aangekocht van Eelco van der Haule, executeur testamentair van Jhr. Balthasar van Warkutsch. Zij draagt den drost van Terschelling op de achterstallige renten over de drie laatste jaren te voldoen en deze rente voorts jaarlijks te betalen, doch behoudt zich het recht voor haar binnen vijf jaar tegen 3250 gulden in te lossen. Onderschreven opten XXen July XVc tseventich. Inv. no. 934a. Afschrift van 11 Maart 1607, geteekend door den secretaris van Leeuwarden, H. Gualtery. Papier. N.B. Zie Oork. no. 186. 183. 1570 Juli 26. Heer Symon Spanneburger verklaart, dat hij de 70 goudgulden, welke Georgien van Roerda als toehaak bij de ruiling der huizen in de Groote Kerkstraat heeft gestort, uit handen van de voogden van het St. Anthony-Gasthuis terugontvangen, en deze som, ten behoeve der prebende, belegd heeft bij Pieter van Cammingha, die deze verklaring bevestigt. Actum Lieuerden XXVIen July anno 1570. Inv. no. 887. Oorspr. Papier. Met opgedrukt zegel in roode was, van Pieter van Cammingha. N.B. Zie Oork. no. 1616. 184. 1571 Maart 31. Pieter Poppes en zijne vrouw Aeff Wybedochter verklaren aan Johannes Gerryts en Geel Lippedochter een huis op de Nywe Werrelt bij het stadsbolwerk verkocht te hebben voor 340 goudgulden. Opten laesten Martii anno XVc een ende tzeventich. Inv. no. 748. Oorspr. Papier. Met opgedrukt stadszegel in groene was. 185. 1571 Juli 10. De voogden van het St. Anthony-Gasthuis verklaren Syurdt Pieterszoon en Sydts Binnertsdochter als proveniers in het gasthuis te hebben opgenomen en de daarvoor gestorte 312 som van twee honderd goudgulden te hebben ontvangen. Opten Xen July 1571. Inv. no. 158. Oorspr. Papier. N.B. Zie Oork. no. 186. 186. 1571 November 26. Johan Petreius en Jan van Swynderen, executeurs testamentair van wijlen Jhr. Balthasar van Warkutsch, dragen, krachtens diens laatste wilsbeschikking, het overschot van zijne nalatenschap aan de „rechte" armen over, n.1. aan het Zoete-Name-Jezus-Gilde, het St. Anthony-Gasthuis en het weeshuis, elk V» gedeelte. Zij wijzen daarvoor een rentebrief, groot 3250 gulden, ten laste van de gravin van Aremberg aan, welke jaarlijks 195 gulden opbrengt. Actum den XXVI Novembris anno XVc een en tzeventich. InT. no. 9316, Afschrift Tan den Hen Maart 1607, geteekend door den stads-secretaris H. Gualtery. Papier. N.B. Zie Oork. no. 187. 187. 1571 November 26. De Olderman van 't Zoete-Name-Jezus-gilde met zijne adjuncten, de voogden van het gasthuis en die van het weeshuis verklaren, dat zij aan mr. Johan Petreius uit hoofde van zijne vele diensten, zoowel vroeger als schoolmeester, als thans, als executeur testamentair van jhr. Balthasar van Warkutsch, bewezen, een jaargeld toeleggen van 100 gulden, en bg zijn eventueel afsterven, aan zgne weduwe een jaargeld van 50 gulden. Zij stellen daarvoor inzonderheid de rente borg, welke de gravin van Aremberg hun verschuldigd is. Actum Leeuwarden den XXVIen, Novembris anno XVc een ende tzeventich. InT. no. 931e. Oorspr. Papier. Met 5 opgedrukte zegels in roode was, van Gerryt Wybes, Doco van Martna, Seerp Hanye, Mathijs Boom en Sirich van Doenia; 1 afgevallen. N.B. Zie Oork. no. 188. 188. 1572 Januari 25. Coert Georgiens en zgne vrouw Anna Jans verklaren aan Symon Sipckes en diens vrouw Trijn Dominicus eene kamer in de Speelmanstraat te hebben verkocht voor 28 goudgulden. 313 Den XXV January ano XVc twee en tseventich. Inv. no. 748. Oorspr. Papier. Met opgedrukt stadszegel ia groene was. 189. 1573 Mei 7. De voogden van het St. Anthony-Gasthuis nemen aan, Alijt Sybrantsdochter haar leven lang in dit gesticht te verzorgen, uit hoofde van hare trouwe diensten, als binnenmoeder van het gasthuis, gedaan, waarvoor zij 50 goudgulden stort en belooft al hetgeen zij bezit aan het gasthuis te zullen nalaten. Actum den VD>n May anno XVc drie ende tseventich. Inv. no. 153. Oorspr. Papier. N.B. Zie Oork. no. 189a. 190. 1573 Mei 8. Alijt Sybrandtsdochter, oud-binnenmoeder van het St. Anthony-Gasthuis, verklaart, bg hare opneming als proveniersche in dit gesticht, al hare na te laten goederen aan het gasthuis te vermaken. Actum den VDJen Mayo anno XVc drie ende tseventich. Inv. no. 153. Oorspr. Papier. N.B. Zie Oork. 1895. 191. 1574 Februari 17. De voogden van het St. Anthony-Gasthuis verklaren Hendrick Thijszoon en rijne vrouw Jeeslick Eebedochter als proveniers in het gasthuis te hebben opgenomen tegen 200 goudgulden, welke som zij hebben ontvangen. Opten XVHen February anno XVc vier ende tzeventich. Inv. no. 154. Oorspr. Papier. N.B. Zie Oork. no. 190. 192. 1574 December 2. Symon Rypckes en zgne vrouw Trijn Dominicus verklaren aan Willemthien Pieters weduwe eene kamer in de Zuupsteeg verkocht te hebben tegen 39 goudgulden. Opten tweeden Decembris anno XVc vier en tzeventich. „ Inv. no. 744. Oorspr. Papier. Met opgedrukt stadszegel in groene was. 314 193. 1574 December 25. De voogden van het St. Anthony-Gasthuis verklaren Geesse Jans weduwe, op aandrang van de voogdessen, tegen 100 goudgulden, bg de andere oude vrouwen in het nijhuis te hebben opgenomen, en haar van kleeding te zullen voorzien. Geschreven den XXV Decembris anno XVc vier ende tseventich. Inv, no. 155. Oorspr. Papier. N.B. Zie Oork. no. 192. 194. 1575 Januari 30. Jacob Reyners, burgemeester van Leeuwarden en voogd van het gasthuis, protesteert tegen de huuropzegging van 10 pondematen land, gedaan aan Yvo Ygles. Actum den XXX January anno XVc vijffentzeventich stilo com. Inv. no. 910. Extract uit het recesboek van Leeuwarderadeel. Papier. 195. 1576 Januari 26. De voogden van het St. Anthony-Gasthuis verklaren, dat zij Arentthien Rutgersdochter tot proveniersche hebben aangenomen, waarvoor hare zuster Gerbrich Rutgersdochter zich verplicht aan het gasthuis twee honderd goudgulden na te laten. Bevestiget opten XXVIen January anno XVc zes ende tzeventich. Inv. no. 156. Oorspr. Papier. Met opgedrukt stadszegel in groene was. N.B. Zie Oork. no. 193. 196. 1576 Augustus 1. Gees Jansdochter, proveniersche in het St. Anthony-Gasthuis, verklaart van de voogden 25 goudgulden te hebben ontvangen, waarvoor zg hen ontheft van de zorg om haar van kleeding te voorzien. Opten iersten dach Augusti anno XVc sessentzeventich. Inv. no. 155a. Oorspr. Papier. N.B. Zie Oork. no. 194. ALPHABETISCHE INDICES. A. INDEX DER PERSOONSNAMEN. 1. Voornamen. 2. Bij- en familienamen. 3. Ambten, waardigheden en bedrijven. B. INDEX DER PLAATSNAMEN. A. INDEX DER PERSOONSNAMEN. I. beteekent inventaris; R. regest. De vet gedrukte nummers der regesten geven aan, dat de zegels der betrokken personen of corporaties zich op, of aan de oorkonden bevinden. Daar er slechts zeer weinig zegels van niet met name genoemde autoriteiten en corporaties in het gasthuisarchief voorkomen, zgn deze aangeduid onder de plaatsnamen. Personen met denzelfden voornaam zgn opgegeven in de alphabetische volgorde van hunne patronymica; slechts indien deze niet bekend zijn, in de alphabetische volgorde hunner hg- of familienamen, en zoo deze ook ontbreken, in die hunner bedrijven, ambten en waardigheden. Personen met denzelfden voornaam en hetzelfde patronymicum zgn geplaatst in de volgorde, waarin zij in den inventaris voorkomen. Deze rangschikking is gevolgd, omdat het vroeger dikwijls voorkwam, dat leden, zelfs van aanzienlijke geslachten, hunnen familienaam verwaarloosden en enkel teekenden met hun patronymicum. (Zoo noemt Jan Sybrants Auckama zich meestal Jan Sybrants.) Om nu te vermijden, dat personen van denzelfden naam, die zelfs identiek kunnen zgn, in het alphabet ver van elkaar verwijderd zouden komen te staan, is bovengenoemde volgorde toegepast. Personen met denzelfden naam zijn, indien hunne identiteit niet met zekerheid of hooge waarschijnlijkheid blijkt, als verschillende personen in den index opgenomen. Bij het ontbreken van den voornaam van den vader is bg gehuwde vrouwen de voornaam van den echtgenoot genomen. De c, behalve voor e en i, is op de k gealphabetiseerd. Afkortingen van namen zijn öf gebracht op den oorspronkelijken naam, zooals Thonis en Theunis op Anthonius, Thjjs op Mathijs, 6f op den meest gebruikten wisselvorm zooals Johannes, Johan en Hans op Jan. 320 Barbara Sythyes, vrouw van Sytbye Jeltezn., I. 120; R. 131. Berent Hendrixzn., I. 214. Baernd Johanneszn., L 67e; R. 21, 28. Beernt Johannis, I. 578. Baernd Willemzoon, I. 69; R. 77. Barend Boekhorst, I. 698. Bernardus Bucho van Aytta, pastoor te Oldehove, R. 107, 108, 118. Bernardus Meylema, I. 933: R. 166. Bernardus van der Mollem, I. 844. Barend de Wolff, I. 797. Berendina Berends, I. 799. Barrick Feyckis, vrouw van Minne Halbis, I. 357. Bartel Nannes, I. 706. Bartel Pyters, I. 657. Barthold van Aylva, I. 1025. Baucke Dircks, I. 1119. Baucke Gerleffs, I. 168. Baucka Peers, I. 68; R. 72. Baucke Rommerts, I. 1117. Bauke Gossama, I. 51; R. 80, 81, 93. Bauckien Auckes, vrouw van Frans Dircx, I. 546. Bauck Fryses, weduwe van Fryse Het- tes, I. 324. Bauck Oenedr., I. 753. Bauck Sickis weduwe, I. 29, 80, 57,85; R. 27, 29, 32, 33, 64. Bauck Ubledr., vrouw van Gerrit Kue- nisz, I. 1279, 1281. Bauck Wybes weduwe, R. 158. Bauckje Schiphorst, L 787. Bauckien Wyarda, I. 365. Bavius Span, I. 1092, 1093. Beatrix Gerryts weduwe, I. 343. Beyts Hayedr., weduwe van Lieuwe Tae- kes, I. 740; R. 178. Beitscke Cornelis Sminia, vrouw van Aesge Claessen Moy, I. 679. Beyts Pietersdr., weduwe van Abe Schroer, L 1304. Beyke Nittama, I. 21, R. 9. Bely Butta's, vrouw van Butta Halba- zoon, I. 63, 66; R. 66, 70, 71. Bely Jacobsdr., weduwe van Pieter Matheysz., I. 985. Bely Martens, weduwe van Marten Gerryts Hoen, I. 330. Beint Wybes, I. 1311. Beneko Syuxzama, R. 7, 9, 11. Beenthia Cuper, R. 50. Bena, persona te Wirdum, I. 107, 108; R. 73, 79. Benne Jacobs, I. 1; R. 52. Beernt, Berend, zie Baernd. Bernardus, zie Baernd. Binnert Gosses, I. 189. Binnert Wybezn., I. 144; R. 134, 143. Biucke van Cammingha, weduwe van Goffe van Aebinga, I. 982. Boete Pietersz., I. 178. Bokke Alberts, I. 1030. Bocke Tyalinghzn., I. 1253; R. 170. Boldewijn van Loo, I. 904; R. 175. Butta Halbazoon, I. 63, 66 ; R. 66, 70, 71. Botha Jacobs Sterckenburgh, I. 630. Botte Poppes, I. 1195. Botte Willems, I. 407. Bottie Gerryts, weduwe van Jetse Eynties, I. 488. Brecht Johannes, weduwe van Johannes Bernardus, I. 878. Broer Johannes, I. 666. Bronger Tjeerdtz., I. 753. Buwa Haythummama, R. 9. O. Zie op K. Cent Andringa, I. 1103*. Cyprianus Tzallingi, I. 194. D. Daem Daems, R. 174. Daniël Heyns, L 845. Daniël Plecker, I. 731. David Philipszoon, I. 176. David van Bourgondië, bisschop van Utrecht, L 126; R. 76. David Timmer, I. 1189, 1190. Ded Claes, vrouw van Claes Dirckzn., I. 118; R. 129. Ded Minnes, I. 464. Dionisius Frans, L 243. Dionysius Metz, I. 617, 943. 321 Dirck Abes, I. 1250. Dirck Beerns, I. 600. Dirck Dircks, I. 946. Dirck Eyberts, I. 1168, 1169, 1170. Dirck Emes, I. 174. Dirck Evertsz., I. 944. Dirck Feckazoon, sacrista te Stiens, R. 106. Dy rek Feryckzoon, I. 1269; R. 150a. Dirck Harmens, I. 770. Dirck Heeris, I. 1081, 1882. Dirck Hessels, I. 650. Dirck Jacobs, I. 645, 691. Dirck Johanszn., R. 12. Dirck Jans, I. 370. Dirck Jansen, I. 767. Dirk Jans, I. 1002. Derk Jansen, I. 1002. Dirk Cornelisz., I. 1197. Dirck Pieters, I. 268. Dirck Pyters, I. 656. Dirck Saeckes, I. 470. Dirck Symons, I. 500. Diderick Julius Doys, I. 694. Dirck Sponner, I. 454. Dirk, prebendarius in de St. Jaeobskapel te Leeuwarden, R. 76. Dyrckien Jansdr., Trouw Ta» Jan de Vries, I. 182, 986. Dirckien Matthijssen, I. 690. Dirkje WUlems, I. 832. Dirkje de Wolff, Trouw Tan Hendrik Tan Nee, L 797. Dyucke Abels, vrouw Tan Gerryt Gerbens, I. 372. Dieucke Jacobs, I. 362. Dieucke Jansdr., L 397. Dyeucke Juckedr., eerste Trouw van Pieter Sybrants, I. 384. Dieucke Claeses, I. 545. Dieuw Wülemsdr., vrotiw van Hendrick Martens, I. 939. Dioerd Wabbes, I. 275. Doeda AUerts, R. 33, 36. Doede Lolckes, I, 263. Doede Nicolaaszn., I. 123. Doede Symons Stalman, I. 616. Dodo Juusma, R. 31. Doeda Surkisma, schepen Tan Leeu¬ warden, I. 67; R. 19,29, «1,28,32, 48. Dodo Wibrandi, prebendarius te Oldehove, R. 105. Doede, koopman, I. 114; R. 113. Doetie Aleffs, Trouw Tan Gerben Jans, I. 387. Doed Jochumsdr., Trouw van Keimpe Murks, I. 265. Doetie Jochums, weduwe van Regnerus Acronius, I. 348. Doetie Keympes, weduwe van Frerick Hendricx, L 498. Doye Eepezn., I. 170, 979. Doye Eerdts, I. 204. Doytze Pieters, I. 248. Dominicus Pybezn., R. 126, 141. Dominicus Oedtsma, I. 1129. Dorothea Jansen, L 836. Douwe Alberts, I. 612. Douwe Feyckes, I. 225.. Douwa Gabbazn., I. 105; R. 56. Douwe Hotthiesz., I. 1028, 1045. Douwe Jacobs, I. 270. Douwe Jans, I. 755. Douwe Meinerts, I. 1049. Douwe Minnes, I. 533. Douwe Saeckes, L 647, 661. Douwe Stinnerts, L 272. Douwe Taecles, I. 1167. Douwe Watses, I. 916. Douwe Wibrens, I. 437. Douwe Banga, I. 2, 82; R. 68, 78. Douwe van Burmania, I. 935; R. 171, 172. Douwa Glins, R. 116. Douwe Lolkama, I. 876. Douwe, timmerman, I. 902; R. 145. Douwe, sacrista te Oldehove, I. 84, 84a; R. 46, 62. Duco van Martna, R. 187. Duco Martena, I. 1047, 1048. E. Aebe Thymens, I. 680, 774. Eebel Sytiedochter, I, 116, 117; R. 112, 116. Aede Heeres, I. 1321. 21 322 Aede Jansz., I. 746. Aede Claessen, I. 1106. Aedzert Lieuwes Minnama, I. 71; R. 96. Eecke Doeckeles, I. 1137. Eelck Jacobs, Trouw van Ferck Wopckes, I. 362. Eelke Beyns van der Hoet. I. 829. Eelcke Ruurds, I. 1069, 1060. Eelco van der Haule, 1.934a; R. 171,182. Eelco Heymans, I. 996. Eelcke Steman, L 1832. Eepe Tyaerdtsz., I. 179. Aesge Aesgeszn., R. 124. Aesge Dirks, I. 1028. Aesge Claessen Moy, I. 679. Aesge Rabodez, I. 716. Eeske Jans, bruid van Douwe Saeckes, L 661. Aete Feytties, I. 411. Aete Jans, I. 368. Aete Oenea, I. 664. Aete Dyoerdtsdr., vrouw van Aede Jans, I. 746. Ettie Dirx, vrouw van Gerrit Wybis, L 881. Eets Gerbrantsdr., weduwe van Feycke Tammes, I. 217. Eetza, vrouw van Wopke Roedersma, I. 82; R. 61. Egbert Willems, I. 296. Egbert Coops, I. 916. Egbert de Gruyter, I. 640. Egbertien van Borck, vrouw van Ime Tziallings Idtsma, I. 715. Egge Arnoldus, I. 664. Eggle Lieuwezn., pastoor te Marssum, R. 152/ Elsien Berents, vrouw van Symons Rijc- kles, I. 347. Else Bockes, I. 591. Lijsbeth Dionisius, vrouw van Dionisius Metz, L 948. Lg'sbet Dirks, vrouw Tan Frans Jans, I. 1074, 1075. Elscke Essers, I. 618. Lijsbeth Everts, vrouw Tan Evert goud- amit, I. 65; R. 70, 71. Lijsbeth Evarts, vrouw van Meynse Frans, I. 889. Elisabeth Franses, vrouw van Alle van Burum, I. 958. Lijsbeth Jacobs, I. 879. Elsbeth Jayties, vrouw van Obba Gherrits, I. 107; R. 73. Elisabeth Jans, I. 840. Lijsbeth Jans Letma, weduwe van Gabriel Gabriels, I. 665. Elske Jans Reneman, I. 440. Lijsbeth Clasen van Kessel, I. 776. Elske Koerts, I. 846. Lijsbeth Louwrens, I. 567. Elizabeth Meynerts, vrouw van Meynert Martens Druyst, I. 903; R. 173. Lijsbeth Nannedr. weduwe van Feycke Siucks, L 413. Lijsbeth Ottis, vrouw van Frans Taeckis, I. 1263. Lijsbet Pietersdr., vrouw van Andries Eelckes, L 185. Elske Pyeters, vrouw van Claes Claesz., I. 319. Lijsbet Piers, weduwe van Hans Henriz Drayer, I. 877. Elske Remmans, tweede vrouw van Dirck Jans, I. 370. Elske Sipkes, vrouw van Sipke Lieuwezn., I. 148; R. 150, 161. Lijsbeth Thomas, weduwe van Jan Gerryts, I. 494. Lijsbeth Tymene, vrouw van Willem Gerryts, I. 374. Elisabeth Margaretha Rattaller, I. 943. Lijsbeth Vieravondt, vrouw van Pybe Douwis, later vrouw van Jasper Willemsen, L 568, 599. Enghel Jans weduwe, L 110; R. 83. Engeltje Angelbeek, weduwe Loensma, I. 794. Engeltie van der Chijs, weduwe van Sybbe Piers Meilama, I. 500. Enka, persona van Oldehove, R. 4. Ents Diorredr., I. 887. Erasmus Sybrants, I. 391. Ernst Casimir, graaf van Nassau, I. 890. Ernestus Vitringa, I. 1077. Eevert Annes, I. 238. Eevert Henricxzn., L 165. 323 Eeuwart Loos, I. 400. Evert Goltsmit, I. 64, 65, 67, 67a—f; R. 12, 14, 21, 28, 43, 69, 70, 71, 74. r. Fecke Reyners, I. 526, 767. Fecke Abinghe, I. 87; R. 85. Fed, vrouw van Frans van Cammingha, I. 1066; R. 159. Fed Jelckes, vrouw van Jelcke Popma, I. 1181. Fedtie van Saeckma, I. 732. Fedda Gerkezn. Popkema, R. 113. Fedde Goethiezn., I. 37f. Fedde Ydes, I. 1064, 1065. Fedde Jouckes, I. 284. Fedde, persona te Oldehove, R. 85, 91, 93, 105. Feddrick Gerbens, I. 1040, 1041. Feddrik Hylckes, I. 1324. Ferck Wopckes, I. 252. Feye Dirckx (Loensma), I. 466, 499. Feycke Eeuertzn., I. 169. Feye Saeckes, I. 758. Feycke Siucks, I. 413. Feicke Syurdts, I. 1046. Feycke Tammes, I. 217. Feycke Thomas, I. 590. Feye van Aylva, I. 726. Feyke Peynghae, I. 101; R. 31. Feicke Schol, I. 737. Feyka, persona te Beetgum, R. 57. Feyckien Louwrens, weduwe van Hendrik de Baar, I. 538. Feyck Syeurtsdr., vrouw van Syts Wylckexn., R. 160». 161. Feythia Peyngha, R. 31. Fenne Hayes, I. 785. Fenne Luyties, I. 285. Floris Jarichs, I. 1214. Focke Gerlofs, I. 484. Foke Johannesz,, I. 912. Focko Rummerts, persona te Oldehove, R. 118. Focke Sybrensz., I. 1305. Fokel Douwa's, vrouw van Douwa Gabbazn., I. 105; R. 66. Foockeltie Jans, weduwe van Carel Er- berts, I. 471. Foeck Oenttzeedr., I. 166. Foeck Pieters, I. 1086. Foeck Sygers, I. 495. Foeck Wybedr., vrouw van Wybren Met thiezn., I. 5; R. 134. Foeka Dylgisma, vrouw van Evert Golt smit, R. 14. Folka Wytiazn., I. 105; R. 66. Folkert Bentes, I. 77 ; R. 42. Folckert Duckis, I. 849. Folckert Epez., I. 748. Folkert Feckazn., I. 113; R. 106. Folckert Jeltes, I. 428. Folkert Wijs, I. 359. Fopkien Dirks, I. 537. F(oppe) Gabbes, R. 170. Foppe Heerkis Koell, I. 396. Foppe Jans, I. 229, 727, 759. Foppo Mathias Unninghe, schepen van Leeuwarden, I. 111; R. 96, 100. Foppe Saeckes, I. 915. Frans Theunis, I. 1121. Frans Attazn., R. 97. Frans Dircx, I. 546. Frans Jans, L 1074, 1075. Frans Juwsz, L 246. Frans Taeckis, I. 1262. Frans Wybrands, I. 1269, 1270. Frans van Anjou, I. 1340. Franciscus Austophorus, I. 717. Frans van Donia, L 1069. Frans van Jongema, I. 716. Frans van Jongema, I. 1323. Frans van Cammingha, L 197, 983. Frans Cammingha, I. 932. Frans van Cammingha, L 1066; R. 159 160. Frans Canter, I. 981. Franciscus Livy, I. 573. Frans Minnama, I. 9, 14; R. 108, 111. Franske Claeses, I. 459. Frans van Minnema, Vrouwe, I. 892. Freerck Gerryts, L 480. Frerick Hendricx, I. 493. Freerk Jacobsz., I. 1208. Freerck Jans, I. 809. Freerck Juriens, I. 363. 324 Fredrick Sibranda, I. 835. Freerck Sipts, I. 1073. Freerck Taekes, I. 688. Freescher Pekazn , R. IS. Fryse Hettes, I. 384. Frouckien Dircks, I. 571. Frouck Douwes, I. 626. Frouckien Gerryt», weduwe Tan Philippus Bodendijck, I. 570. Frouck Harckedr., Trouw Tan Hessel Melles, I. 259, 719. Frou Jans, I. 377. Frouk Eempedr., vrouw van Harmen van Oortman, R. 149a, 161. Frouckien Lodewijks, weduwe van Wi- nolt Hendriks, I. 589. Frouck Luytiens, I. 597. Frouck Luytiens, I. 814. Frouck Pyetersdr., I. 883. Frouck Pyters, I. 446. Frouck Tan Emingha, I. 1871. Frouckien Lawerman, vrouw Tan Tiebbe Ennes, I. 660. Frouwcke Minnama, R. 7, 9. Frouk Unneme, Trouw Tan Tyepke Goslyngha I. 114; R. 113. a. Gabe Sioerdts, I. 1842. Gabriël Gabriels, I. 665. Galckie Albertsma, I. 99; B. 83. Garbren, zie Gerbren. Garreth, zie Gerrit. Gatscke Ockes, I. 609. Gauts Auckes, Trouw Tan Aucke metselaar, I. 4; R. 138. Geel Lippedr., Trouw van Johannes Gerryts, R. 184. Geel Humalda, weduwe van Frans Cantor, I. 981. Geertyen Alberts, vrouw Tan Albert Janzn., R. 146. Geert Bayes, vrouw van Claes Jacobs, I. 831. Geertruid Dircks, vrouw van Dirck Johanszn., R. 12. Geert Harmens, vrouw van Tyaerd Mey- nes, L 300. Geertie Heeres, vrouw Tan Louw Gei— rijts, I. 486. Geert Jansdr., I. 811. Geertie Nanninghs, I. 518. Geertie Pyters, I. 678. Geertruid Pyters, Trouw Tan Jacob Johannis, I. 683. Geertie Sipckes, weduwe van Hayte Sipckes, I. 563. Geertruit Gelove, vrouw van Egge Arnoldus, I. 664. Geertruid Westerup, I. 686. Geertruid de Wilde, weduwe van dr. Joachim Lamberti, I. 1084. Geeske Hendrix, weduwe van Jacob Hetserdts, I. 372. Geesse Jans weduwe, I. 155; R. 193,196. Gesina Geukama, vronw van David Timmer, L 1189, 1190. Geyske Broers, I. 337. Geyske Christoffels, I. 730. Geyske WUlems Eltinga, I. 463. Georg, zie Jurjen. Gerben Arys, I. 836. Gerben Jans, L 387. Gerben Jansen, L 507. Gerben Jans, I. 1313. Gerben Pyters van Statum, I. 624. Gerben Willems, L 1160. Gerben Wouters, L 986. Gerben Rinkhout, I. 1859. Gerbeth Lieuwes Minnama, L 71; R. 96. Gerbeth Minnama, I. 71, R. 96. Gerbeth Minnama, R. 93. Gerbrant Agges, R. 180. Gerbrant van Aysma, I. 780. Garbren, persona te Enkhuysen, R. 88. Gerbrich Bennes, Trouw Tan Kempe Eeskes, I. 397. Gerberich Eepes, bruid van Dirck Jans, L 370. Gerbrich Eppens, weduwe van Lambert Jans, I. 318. Gerbrich Rutgers, I. 200; R. 196. Gercke Syucxs, I. 938. Gherlifl Wigghama, R. 84. Gerloff Alberts, I. 381. I Gerloff Eelckes, I. 633. 325 Gerloff Martens Watsma, I. 955. Gerloff Knijff, L 497. Geroen, zie Jeronimus. Gerryt Aarts, I. 1999. Gerryt Gerbens, I. 378. Gerryt Gerryts, I. 424. Gerryt Hoytes, I. 458. Gerryt Jansz., I. 892. Geert Jans, I. 386. Gerryt Jans, L 399. Geert Jansen, I. 450. Gerryt Jansen, I. 476. Gerrit Jansz., L 944. Gerryt Jansen. L 1161. Gerryt Jaspers, I. 408. Gerrit Kuenisz., t 1278, 1279, 1281. Gerryt Martens, I. 452. Gerryt Riemere, I. 838. Gheryt Tyercksz.. I. 1387. Gerryt Wybis, L 391. Gerryt Wybes, R. 174, 187. Gerard Adius, I. 985. Gerardus Ludolphus Agricola, I. 1155. Gerard de Jonge, I. 734. Gerrith Kammyngha, I. 100; R. 86. Garrerth Kammingha, I. 103; R. 39. Gerard Tan Kammingha, I. 1078» Geert Cleis, I. 625. Gerrith Middeler, I. 86; R. 61, 81. Gherijt Midlerkerck1), I. 127; R. 87. Gerardus Nyeveen, I. 809. Gerard Fels, I. 9344. Gherrit, biechtvader te Viswerd, R. 62. Gerritje Holstein, Trouw Tan Carel Dubois, I. 857. Gyles Alles, I. 966. Gyelis Joris, I. 221. Gillis Ockes, I. 394, 788. Ggsbert Hendricks, I. 681, 775. Gijsbert Idsers, I. 1080, 1048, 1830. Ghijsbert, deken te Oldehove, R. 72. Goffe van Aebinga, I. 988. Goike Gerrits, I. 1196. Goytie Sybrans, vrouw van Hans Cas- per Sleufoor, I. 1217. Goitske Hettinga, I. 866. Gosse Eernstes van Munster, 1.398, 760. Gosse Sickes, I. 30, 58; R. 29, 32, 33. Gosse Wopcke», I. 588. Gosse bloedlater, I. 29a en 5, 57, 58; R. 1, 9, 87, 38, 33, 64. Graethie Kammyngha, I. 61; R. 48. Griet, zie op Margaretha. H. 104. Haye Johanszn., I. 33; R- Haye Jans, I. 708. Hayte Sipckis, I. 868. Haye Heringa, R. 84. Hayo Cammingha, R. 50. Hack, Seerp Ayttadr., vrouw van Bernardus Meylema I. 933; R. 166. Halbe Eernstes. I. 1884. Hans, zie Jan. Haring Tjitzes, I. 1007. Harke Taeckes, L 1257. Harmen Aerndts, I. 947. Harmen Gerryts, I. 433. Harmen Harmens, I. 251. Harmen Hiddes Folsgare, I. 299. Harmen Jans, I. 853. Harmen Jans, I. 1212, 1213. Harmen Claeszn., I. 160. Harmen Claessen, I. 471. Harmen Luwysz., I. 932; R. 143« Harmen Martens, I. 783. Harmen Sydtses, I. 361. Harmen Sioerdta, L 611. Harmen van Dortman, R. 149a. Harmannus, persona te Beetgum, L 79; R. 48. Herman, persona te Nyehove, R. 23, 26. Harmke Eylarts, I. 860. Hauckien Bauckes, weduwe van Pyter Gerryts, L 674. Heere Jelles, I. 1142. Heere Sybrens, I. 1273. Heyltie Jans, weduwe van Cornelis Crijns, I. 513. Heine Foekes, I. 945. Helena Sleman, I. 1832. Helcke Ewerts, I. 811. «) Waarschijnlijk zgn Gerrith Middeler en Gheryt Midlerkerck, die beiden als voogd van de St. Vitus-kerk voorkomen, één en dezelfde persoon geweest. 326 Hemell Jans, vrouw van Robert Ro- bertsz., L 730. Hemka Tadinga, R. 0, 13, 14, 15. . Hendrik Alberts, I. 439. Hendrik Andries, I. 846. Hendrik Dircks, I. 739; R. 177. Hendrik Douwes, I. 762. Hendrick Franse, I. 408. Hendrick Fransen, I. 438. Hendrick Geerts, I. 237. Hendrik Gerrits, I. 1198. Hendrick Hartoghs, I. 627. Henrick Henricxzoon, I. 162. Hendrick Hendricx, I. 376. Hendrick Hendricx, I. 638. Hendrik Jacobs, I. 763. Hendrik Janssen, I. 917. Hendricus Christoffels, L 859. Hendrick Martenszn. I. 989. Hendrick Thyszn., I. 154; R. 191. Hendryck Pyters, I. 282. Hendrick Popckes, I. 492. Henrick Sickes, I. 92. Hendrick Tieerds, I. 701. Hendrik de Baar, I. 538. Henricus Duivestein, I. 1070. Hendrik Koster, I. 842. Hendrik van Nee, I. 797. Hendrik van Putten, I. 848. Hendrick Reynsdorp, I. 582. Hendrick Rijsdorp, I. 778. Henrick Schol, 1. 737. Hendrik Wartena, I. 873. Hendrick, wever, R. 149. Henric, prebendarius te Oldehove, R. 68. Hendrickie Hendrycks, L 308. Henrick, mr. Lamberts weduwe, vrouw van meester Harten, I. 25; R. 132. Hendrickien Vysbeeck, vrouw van Ul- drick van Horn, I. 702. Hessel Broers Rhala, I. 810. Hessel Jouckes, I. 328. Hessel Meinards, I. 1126. Hessel Melles, I. 869, 719, 953. Hessel Rennerts, R. 89. Hessel Aysma, I. 923, 1166. Hessel van Bootsma, L 1323. Hester Andries, vrouw van Hendrick Hendricx, h 688. Hester Moleniser, li 680. Hette Eekes Horatil, L 1260. Hette Janszn., I. 149; R. 188. Hetto Fenema, I. 925. . Hidde, persona van Nyehove, R. 62. Hidzar Hornada, R. 16. Hieronymus, zie Jeronimus. Hilbrant Heeres, I. 1085a. Hilbrant Meynes, I. 267. Hylbrant Sickis, I. 80, 58,59,60; R. 29, 39, 88, 34, 36. Hylck Johannis, vrouw van Gerryt Jansz., I. 388. Hylck Lyuwedr., weduwe van Erasmus Sybrants, I. 291. Hylck Meylckedr., weduwe van Jur- gien Lyeuwez., I. 191. Hilcke Meckesdr., I. 210. Hylckien Tiepkedr., vrouw van Anthonius Harmannus Costerus, I. 453. Hylk Oentziema, vrouw van Wybe van Grovestins, I. 166, 752. Hylck Remmersma, I. 987, 1307. Hyelke Riemers, I. 1210. Hildegond Cornelis, vrouw van Jan Jansz., I. 421. Hylgond, vrouw van Syurd Buyckes, I. 118; R. 129, 153. Hyltie Jacobs, vrouw van Lyeuwe Lyeu- wes, I. 368. Hiltie Jelles, I. 1099. Hiltie Jurjens Brinck, I. 640. Hille Sipckes, I. 1008. Hiltie Radijs, weduwe van Franciscus Livy, I. 578. Hille van Zwolle, I. 47, 48, 57—61, 72—76, 79—88, 85, 963; R. 25, 30, 38—34, 36—88, 40, 41, 47 —49, 51, 58, 54, 65, 64. Hinke Joekes, vrouw van Yzak Philippus, I. 798. Uintie Jarichs, vrouw van Lieuwe Epckis, I. 1148. His, weduwe van Peter Sybrants Auckama, R. 81. His Pieters Auckama, weduwe van Harmen Aerndts, I. 947. 327' Hisck Tammen, I. 770. Hobbe van Aylva, I. 1056. Hobbe Hermanna, I. 49a; R. 84. Hobbe Hermana, I. 1156. Hoecka Mynnama, R. 8. Hoyte Haytsema, I. 1157. Homme Byrdes, I. 941. Homme van Camstra, I. 995. Hotse Pyters, I. 890. Hotse Sjoerds, I. 644. Hotthye Tyaerdzn., I. 143, 810; R. 139, 148. Houckien. zie HauckienHugha Ferwer, R. 74. Huybert Jans, I. 860. Huybert Wybes, I. 569. I en Y. Ibel Lieuwes, I. 490. Ytje Dirks, weduwe van Lammert Cornelis, I. 880. Yd Hotthyes, vrouw van Hotthye Tyaerdzn., I. 143; R. 189. Idlie Jans, vrouw von Jochum Haytes, I. 1325. Itie Clasen, I. 863. Ydtske Lieuwes, weduwe van Gerryt Freercks Ringhvelt, I. 781. Yd Wopkes, I. 97; R. 95. Ida Ariens, I. 410. Ida Heynedr., I. 948. Yda Jacobs, vrouw van Jacob Jelysz., I. 46; R. 184. Ida van Loo, weduwe van Jan Rattaller, I. 943. Ida Catharina Scheller, I. 663. Ide Jans, I. 523. Yds Hamkes, I. 938*; B. 141. Idtse Jacobs, I. 670. Idts Jans, I. 753. Ida Romckes, L 3; R. 118. Ids Romkes, I. 115; R. 114. Ydze Jukama, R. 12. Ye Auckes, 1078«—e. Yffke Arents, vrouw Hans Roelandt, I. 584. Igga Wobbingha, R. 10. Yke Arjens, vrouw van Uiltje Theunis, | 1329. Yldu Tyallingsdr., vrouw van Hotze Pyters, I. 290. Ime Intes, L 1052. Ime Tziallings Idtsma, I. 715. Ymke, R. 57. Ympck Djorres, I. 198. Impck Euerts, weduwe van Douwe Jans, vrouw van Thonis Jukes, I. 755. Impck Gerbens, I. 242. Impkien Jansdr., vrouw van Tierek Jans, I. 539. Ypke Doedes, I. 1270. Isbrandt Auckes, I. 263. Isbrant Jacobs, I. 1130. Islyck Eff's, vrouw van Tietze Bauckes, I. 760. Yvo Ygles, L 910; R. 194. Yw Ywingha, I. 112. Yzak Phillippus, I. 798. J. Jacob Theunis (Thonis), I. 1243, 1245, 1246. Jacob DyonisiuB, I. 483. Jacob Dirckszn., L 123. Jacob Dircxzn., I. 173. Jacob Dircks, L 862. Jacob Dirks, I. 847. Jacob Epckes, I. 1158. Jacob Ewes, I. 485. Jacob Femmyszn., I. 932; R. 135. Jacob Jelyszn., I. 46; R. 124. Jacob Jeliszn., R. 158. Jacob Goverts Verroeten, I. 404. Jacob Harmans, I. 1077, 1083. Jacob Heeres, I. 1127. Jacob Hetserdts, I. 372. Jacob Jacobs, I. 615. Jacob Johannis, L 683. Jacob Juriens, I. 769. Jacob Thijszoon I. 119; R. 130. Jacob Mewis, I. 429. Jacob Pieters, I. 532. Jacob Pijtter», I. 1018, 1020. Jacob Reynerszn., I. 910. Jacob Reiner*, I. 980. 328 Jacob Riemers, I. 764. Jacob Tiaerdtsz., I. 749. Jacob Willems, I. 824. Jacob Willems, I. 1090. Jacob Willems, I. 1120. Jacop Winckiens, I. 99, R. 23. Jacob Bourboom, I. 926. Jacobus Eppinga, I. 926. Jacob de Haan, I. 926. Jacobus Hagenaar, I. 818. Jacob Canter van Oosten, I. 1180, 1196. Jacob Clouburgh, I. 686. Jacob Lansbergb, I. 829.' Jacobus Recalff, I. 926. Jacob Rousseau, I. 903; R. 173. Jacop, cuper, I. 109, 110; R. 61, 67,83. Jacob, wolkammer, I. 864. Jacop, persona te Blya, R. 78. Jacob, persona te Makkum, R. 1194. Japicke Jacobs, vrouw van Rienck Gotes Wackersma, I. 606. Jopcke Jansdr., vrouw van Dirck Beerns, I. 600. Jacob Jelgersdr., vrouw van Sibbe Ja- cobsz., I. 753. Jaepcke Lamberts, I. 381. Jaeycke Thonis, vrouw van Hendrick Hendricx, I. 376. Jaey Reins, weduwe van Douwe Jacobs, I. 870. Jayka Jellaman, R. 2. Jan Alberts, I. 395. Hans Andrieszn., I. 186. Jan Ates, I. 352. Jan Ates, I. 1044. Johannes Bernardus, I. 978. Jan Binnerts, I. 189. Jan Binnes, I. 1001. Jan Bolties, I. 1050. Johannes Bouts, L 427, 811. Jan Entes de Vries, I. 182. Jan Eeuwarts, I. 378, 418. Jan Everts, I. 589. Hans Franck, I. 401. Jan Gerryts, I. 494. Johannes Gerryts, I. 742; R. 184. Johannis Gerritsz., I. 748. Jan Gerrits Decker, I. 772. Jannes Gerrits, I. 821. Jan Harings, I. 1214. Hans Harmens, I. 335. Jan Harmens, I. 385. Jan Harmens, I. 692. Jan Harmens, I. 638. Jan Harmens, I. 1287. Jan Heeres, I. 11035 en e. Jan Hendrix, I. 406. Jan Hendricx van Coelman, I. 604. Jan Hendricx, I. 692. Hans Henrix Drajer, I. 877. Jan Hobbes, I. 678. Johannes Hotzes, I. 1031. Johannes Ydzes, R. 14, 17. Jan Intyes, I. 208. Jan Jacobsz. MarschaU, I. 444. Jan Jacobs, 1096. Jan Jacobs, I. 1101. Jan Janss, I. 280. Jan Jansz., I. 286. Joban Joannis, I. 302. Jan Jans, I. 325. Jan Johannes, I. 341. Jan Joannis, I. 418. Jan Janss., I. 421. Jan Jansen, I. 451. Jan Jansen, I. 548. Jan Jansen Jellema, I. 568. Hans Jansen, I. 687. Jan Hansen, I. 851. Jan Johannes, I. 974. Jan Janss., I. 1802; R. 161, 155. Jan Jaspers, I. 441. Johannes Jorwertzn., prebendarius St Vitus, R. 108. Jan Jouckes, I. 474. Hans Kempes, I. 876. Jan Claessen, I. 509. Jan Claessen, I. 789. Jan Claes, I. 745. Jan Marcx, I. 254. Jan Meinerts, L 1091. Jan Melchiors Oostervelt, I. 285. Johannes Melcherts, I. 875. Jan Obbes, I. 816. Jan Oepkes Langius, I. 1161. Jan Pyters van Acht I- 809. 332 Trijntie Lammerts, I. 574. Trijncke Thijsdr., vrouw van Foppe Jans, I. 759. Trijn Meynerdtsdr., vrouw 'van Thomas Everdts, I. 1207. Trijntje Menses Beuckema, I. 843. Catrina Piers, vrouw van Pieter Annes, I. 196. Trijntje Pieters, weduwe van Jacob Dyonisius, I. 483. Trijntie Pieters, vrouw van Gerben Jansen, I. 507. Trijntie Pietersdr., vrouw van Claes Pieters, I. 765. Trijntje Pieters, I. 837. Kaatje Pyters, weduwe van Abel Tymens, I. 854. Trijntje Quiryns, I. 723. Trijn Simons, vrouw van Jan Jans, I. 280. Tryn Sipckesdr., weduwe van Jurjen Ottes, I. 1134. Katharina Taekis, R. 77. Trijn Thomas, I. 318. Trijntie Tyaerdts, vrouw van Sipke Roelefs, I. 1261. Trijntie Wibrens, vrouw van Harmen Gerryts, I. 433. Trjjntje WiUems, I. 793. Trijntie Willems, vrouw van Jacobus Hagenaar, I. 813. Trijn Wopkes weduwe, I. 822. Trijn Wytzes, I. 417. Trijntie Assema, I. 467. Trijntie Balsma, I. 682. Catharina Heymans, vrouw van Lucas Pluym, I. 659. Catherina Heuwers, vrouw van Barent Boekhorst, I. 698. Trijntje Nauta, vrouw van Feicke Schol, I. 737. Catharina van Putten, I. 848. Trijntie Roos, I. 491. Catharina Victoria van Sternsee, 1.1078a. Kempe Aebes, I. 414. Kempe Eeskes, I. 297. Keimpe Murks, I. 266. Kampo Abbema, I. 18, 22; R. 6, 11. Keimpe van Donia, I. 934*. Kempo Unyngha (Onyngha), R. 15, 25,88. Claes Auckes, I. 1005. Klaas Bouwes, I. 1221. Claes Buwes Coopman, I. 1315. Claes Cents, L 250. Claes Dirckzn., I. 118; R. 129, 153. Claes Entes, I. 293. Claes Gerryts, I. 420. Claes Hiddes Coopman, I. 766. Claes Jacopzn., R. 95, Claes Jacobs, I. 231. Claes Jacobs, I. 356. Claes Jacohsz., I. 942. Claes Joannis, I. 392. Claes Jansen, I. 477, 770. Claes Jansen, I. 728. Claes Johannis, I. 1013, 1014. Claes Johanneszn., I. 1253; R. 170. Claes Janties, I. 1331. Claes Jelles, I. 1098, 1100. Claes Jochumsz., I. 758. Claes Claes, I. 319. Claes Clasen Fonck, I. 779. Claes Coerts, I. 459. Claes Cornelis, I. 1070. Claes Meyesz. Nijenhuys, I. 245. Claes Pyeters, L 423. Claes Pieters, I. 765. Claes Sybrandts, I. 323. Claes Sibrantsz., I. 820. Claes Symonzn., I. 54; R, 110. Nicolaas Arnoldi, I. 925. Claes Fonck, I. 610. Claes IJsselmuiden, I. 1175, 1176. Claes Cann, I. 927, 1085/. Claes Cater, I. 890. Nicolaas Klonkerts, I. 792. Claes Coegel, I. 670. Klaas Crans, L 861. Claes van der Ley, I. 830. Klaas Zijlstra, I. 906. Nicolaas, kelner te Floorkamp, R. 42. Claes, pastoor te Kornjum, R. 62. Claeske AUerts, L 389. Klaaske Annes, L 856. Claeske Gerryts, I. 445. Claaske Jacobs, vrouw van Jan Jansen, I. 643. k 333 Clara Jans weduwe van Arien Jans, i. 369. Clara Cuileiiborgh, I. 834. Coert Allertszn., i. 937. Coert Georgiens, i. 743; E. 188. Curtius Ruerda, L 785. Neeltje Adriaena, weduwe van Cornelis Franssen. I. 1120. Neeltie Dircx, i. 681. Neeltie Jans, weduwe van Jan Jans, i. 885. Cornelia Joppes, L 481. Cornelyske Ritskes, i. 296. Keeltje Senten, I. 778. Neel Noys, vrouw van Jan Alberts, i. 395. Cornelys Alexanderzn., i. 11 ; R. 187. Cornelis Douwis, i. 373. Cornelis Feddes, I. 1338. Cornelis Franssen, i. 1189. Cornelius Franciscus Frisius, i. 995. Cornelys Hottyesz., i. 978. Cornelis Jacobsx., I. 434. Cornelis Jans, i. 751. Cornelis Corneliszn., i. 253. Cornelis Corneliszn. Noordstrandt, i. 461 Cornelis Crijns, I. 518. Cornelia Pfltters Alma, i. 1163, 1165. Cornelis Senten, i. 778. Cornelis Sybrens, i. 974. Cornelis Volckerts, i. 193. Cornelis Breuckel, I. 602. Cornelis Feicama, i. 777. Cornelis van Kinnema, i. 957. Cornelia Clock, I. 436. Cornelis Visscher, I. 687. Stoffel Watzes, i. 727. Christoffel Gebuer, i. 837. Ij. Laas Sydses, i. 783, 784. Lambert Fettiesz., I. 1303. Lambert Jacobs, I. 1266. Lambert Jans, i. 313. Lambert Jansen, i. 469. Lammert Clasen, i. 768. Lammert Cornelis, i. 880. Lambertus Pyeters, i. 219. Lambertus Fenema, i. 677. Lambertus Vitringa, i. 925. Lambert, reetor in de Groote Scbole, i. 26; R. 132. Lenaerdt Hugezn., i. 120; R. 131. I Leenert Wessels, i. 855. Leentie Jacobs, weduwe van Jan Everts, i. 589. : Lycle Cannegieter, i. 205. Lijsbeth, zie Elisabeth. Lisck Atedr., vrouw van Cornelis Corneliszn., i. 258. Liska, vrouw van Folkert Feckazu., i. 113; R. 106. Lieuck Dominiey, weduwe Roos, 1.491. Lyumme Syomme, R. 69. Lyupck Hettings, vrouw van Kempe Aebes, i. 414. Lieutjen Jacobs, i. 725. Lyoets Jans, vrouw v. Tyaert Tyaertszn., R. 138, 146. Luyts Sytsedr., weduwe van Doede Lolckes, i. 263. Lieuwe, i. 67e, R. 28. Liuwe Aelses, i. 355. Lyuwe Bauckes, i. 249. Lieuwe Boelis, i. 175. j Lieuwe Egglezn., i. 149; R. 159. Lieuwe Epckis, i. 1143. Lieuwe Jans, i. 833. ! Lyuwe Lyuwezn., R. 124. Liuwe Liuwes, i. 312. Lyeuwe Lyeuwes, i. 368. Liuwe Minnezn., i. 932. Lyeuwe Oenezn., R. 156a, 161. Lieuwe Steffens Wyvesteijn, i. 558. Lieuwe Taekes, i. 740; R. 178. Lyuwe van Juckema, i. 716. Lyauwo Oeffingha, R. 13. Lodewijk Foxius, R. 156. Lolcke Jorrytsz., i. 913. Lolke Reen, i. 1023. Lou Eeuwarts, i. 400. Louw Gerryta, i. 426. Louwerens Pyters, i. 652. Ludolphus, persona, R. 59. Luirt Gerryts, i. 850. Luitzen Jacobszn., R. 74. 334 Luytzen Jans, I. 193. Lucas Jans, I. 320. Lucas van Aarssen, I. 852. Lucas Mereel, I. 727. Lucas Pluyra, I. 659. Lucretia Jansdr. Rattaller, Trouw Tan Reyner Jelmersz., I. 943. Lutger Jansdr., Trouw Tan Willem Alberts, I. 259. H. Machtelt Aernt Vosdr., Trouw van Jacob Canter Tan Oesten, I. 1180. Magdalena Jansdr., I. 339. Magdaleentie Thijssen, I. 425. Magdalena Pietersdr., weduwe Tan Tyaerdt Taeekes, I. 950. Mamka, R. 5. Mamma Mammingha, I. 29, R. 1, 27. Mammo, persona te Oldehove, I.- 186; R. 76, 81, 82, 89, 91, 98, 98. Margaretha Alexanders, I. 455. Gryttie Andrijs, vrouw Tan Feddrik Hylckes, I. 1334. Greet Baukes, Trouw Tan Bauke Gossema, I. 51; R. 98. Margriet Doedes, weduwe van Jan Heeres, I. 1103. Gryttie Eetses, vrouw van Harmen Jans, I. 1313. Gryet Engels, vrouw van Claes Cents, I. 850. Greta Everts, vrouw van Evert goudsmid, R. 18. Grietie Fransen, I. 839. Gryet Hayedr., vrouw van Agge Lolckes, I. 315. Grietje Harmens, vrouw van Thomas Douwes, I. 773. Gryet Idsedr., vrouw van Johan Joannes, I. 308. Griet Jans, vrouw van Isbrandt Auckes, I. 863. Griet Jansdr., weduwe van Symon Willems, I. 887. Gryet Hanses, I. 867. Griet Peters (van Sneek), vrouw van Peter Backer, I. 49, 49a; R. 83, 84. Griet Pieters, I. 759. Grytie Wygers, I. 877. Margaretha Gellius, weduwe van dr. Pie- rius Rheen, I. 689. Gryetie Jensma, weduwe van Gerbrant van Aysma, I. 780. Margaretha Lomans, I. 646. Margriete, gravin van der Marck en Aremberg, I. 984a, d, e f, h; R. 179,181, 189. Margaretha Quebeau, I. 614. Mary Abbes, weduwe van Minnold Gerbens, I. 998. Marytie Dircx, vrouw van Hendrick Alberts, I. 439. Maeycke Gerbens, I. 638. Maycke Hendrixs, I. 486. Maryke Hendriks, I. 869. Mary Jansdr., I. 161. Mary Hanses, Trouw Tan Hans Kempes, I. 276. Mayke Hanses, I. 534. Mary Jansdr., I. 980. Maycke Jelles, weduwe Tan Thietsr Tzietses, I. 432. Mary Clases, I. 409. Maycke Clases, I. 564. ! Maeycke Pijtters, I. 515. Mary Pietersdr., I. 559. Maritgen Reynolts, Trouw van Hans Landt, I. 201. Marytje Senten, I. 778. Mary Sybedr., weduwe Tan Abbe Jacobs, I. 757. Maria Sybrants, Trouw Tan Dirck Pyters, I. 656. Marycke Lens, I. 817. Maryke Pfeiffers, I. 608. Maycke van Tongeren, I. 548. Maria Vegelin Tan Claerbergen, wed. Diderick Julius Doys I. 694, 1300. Marcus Vrindt, I. 547. Mar ten Gerryts Hoen, I. 880. Marten Hendricx, I. 699. Marten Rebrechts, I. 761. Marten Kelder, I. 948. | Martinus Laverman, I. 579. 341 Utkia Jellama, I. 16; R. 4 en 7. T. Vincent Ipckes, I. 951* Vincent Tyapma, I. 1337. W. Wabbo Romkes, vicaris te Lekkum, 1.122, 932, 932a, b en d, 933; R. 135, 140, 141, 143a, 166. Walken, R. 26. Walckia AUertzn., R. 20. Warner Warnerzn., R. 160a, 161. Watze Eelckes, I. 1156. Watse Johannes, I. 997. Watze Mientses Buma, I. 1131. Watse Pyters, I. 531. Wautthye Gaelezn., R. 95. Weybert Feyes, I. 195. Welmoetie AUerts, I. 389. Welmoed Bastiaens, Trouw van Andries Straetman, I. 603. Welmoedtie Jans, weduwe Hemert, 1.465. Wemeld Claeses, Trouw van Claes Sy- monszn., I. 54; R. 110. Welmoed Paeschen, weduwe Sondach, L 973. Wibbe Lubbertszn., weduwe van Jan Claes, I. 745. Wyba Harmens, I. 67; R. 74. Wybe Juyckes, R. 149. Wyba Sioerts, I. 496. Wybbe Sioerts, I. 498. Wyba Sywertszn., Tan Grovestins, I. 55, 75; R. 40, 57. Wybe van Grovestins, I. 166, 752. Wyba Onnama, I. 20; R. 8. Wybren Franssen, I. 653. Wybren Hendricx, I. 1285—1287. Wibren Jacobs, I. 1251. Wybren Metthiesn., I. 5; R. 134, 139. Wybren Wopkezn., I. 1269. Wibren, merser, R. 13. Wibrent, smyt, R. 20. Wybrich, jt 932; R. 141. Wybrichien Segers, I. 661. Wybrich Sytthies, vrouw van Sytthie Lyobbezn., I. 145; R. 144. Wiger Jochums, I. 235. Wiggel Pieters, vrouw van Eeuwart Lotts, I. 400. Wilco Folkerts, R. 124, 127. Willa Heentiama, R. 74, 77, 82, 91, 92. Willem Albertszn., I. 111, 112 ; R. 88,100. Willem Alberts, I. 252. W(illem) Arenszn., I. 920; R. 168. Willem Egberts, I. 306. Willem Gerryts, I. 274. Willem Harmens, I. 442. Willem Jansz., I. 181. Willem Jansz., I. 1135. Willem Sibes, I. 1094. WiUem Thijszn., I. 383. Willem Willems, I. 572. Wilhelmus Cato Hannonius, I. 884; R. 156. Willem van Haren, I. 1205. Willem Canter, R. 137. Willem Crans, I. 995. Willem Lodewijk, graaf v. Nassau, I. 390. Willem Hendrik de Portz., I. 925. Willem Velsius, I. 281. Willem, pastoor, R 24. Wyllem, persona te Goutum, R. SI, 44. WiUem, pastoor te Oldehove 1.103, R. 39. Willeniijntje Hendricus, I. 859. Willemke Jacobs, weduwe van Arien Luyties, I, 234. Willemtien Pieters, weduwe van Jan Witte, I. 744; R. 192. Willemke Pieters, vrouw van Claes IJsselmuiden, I. 1176. Willemke Siuerdts, tweede vrouw van Meynse Frans, I. 354. Wylt Gerrits, I. 1282, 1283. Wimer Doekes, I. 768. Winolt Hendriks, I. 529, Wynout Jans, I. 634 Wyntien Symons, I. 721. Wypkje Heeres, vrouw van Paulus Barhuis, I. 790. Wipcke Hemckes, I. 510. Wypkien Sytses, vrouw van Pijtter Rinties, I. 1145. Wierd Vos, I. 528. Wytske Hotses, I. 508. 342 Wyts Johansdr. Auckama, R. 137. Wyts Obbedr., I. 307. Wytscke Pyters, weduwe van Sioerdt Jacobs, I. 649. Wydts Sipckedr., vrouw van Andries Sybes, I. 206. Wytske Sipckes, I. 374. Wytse Jelles, I. 764. Wytze Suyrdtsz., I. 760. Wytia Wauttiazn., R. 70. Wolbertus Helmetz, I. 562. Wopko, R. 52. Wopke Eyberts, li 1149. Wopka Jarighzn., I. 36; R. 109. Wopcke Pyeters, I. 1806. Wopcke Rinnerts, I. 1187. Wopcke Willems, I. 174 801. Wopckes Wopckes, I. 760. Wopke Eekhoff, I. 138, 140. Wopka Roedmersma, I. 82; R. 38, 51. Wopke, wever, I. 97; R. 96. Wopkjen Dirks, 1. 870. Waiter Hemmis, I. 382. Wouter Jans, I. 697. Wouter Philippus, I. 658. Wouterke Heerckes, vrouw van Helcke Ewerts, I. 311. Z. Zake, zie Saake. Zijg Hoytema, vrouw van Harmen Hiddes Folsgara, I. 299. 2. Bij- en familienamen. A. Aarssen, Lucas van, I. 852. Abbema, Kampo, I. 18, 22; R. 6, 11. Abema (Obma) Joucka, R. 169. Abinghe (Aebinge), Fecke, I. 87; R. 85. Aebbinga, Goffe van, I. 982. Abinghe (Aebinge), Rinth, R. 85. Acht, Jan Pyeters van, I. 209. Adius, Gerard, I. 925. Agricola, Gerardus Ludolphus, I. 1155. Aylva, Barthold van, I. 1025. Aylva, Feye van, I. 726. Aylva, Hobbe van, I. 1058. Aylva, Ulbe van, I. 1057, 1059. Aysma, Gerbrant van, I. 720. Aysma, Hessel, I. 923, 1156. .Aytta, Bernardus Bucho van, R. 197, 108, 118. Aytta, Hack, vrouw van Bernardus Mey- lema, I. 933; R. 166. Acronius, Regnerus, I. 348. Albertsma, Galckie, L 99; R. 23. Algera, Pqtter Symens, I. 1240. Alma, Cornelis Pijtters, I. 1163, 1165. Altena, R. H. van, I. 1332. Althuis, Sytse Pyters, I. 358. Andla, Jets, weduwe van Renick, 1.94; R. 128. . Andla, Syuerd, I. 94; R. 128. Andringa, Cent, I. 1103e. Andringa, Claes Pyters, I. 1036. Andringa, Pieter Rienks, 1.1034—1036. Andringa, Tzaling, I. 980, 1103. Angelbeek, Engeltje, wed. Loensma, I. 794. Anjou, Frans van, I. 1340. Aremberg, Margriete, gravin van der Marck en, I. 934a, d, e, f, h; R. 182, 186, 187. Arnoldi, Nicolaas, I. 925. Arum, Jan van, R. 154. Asperen, Tyttie van, vrouw van Anne Clases Jellema, I. 1038. Assema, Trijntie, I. 467. Atzma, Rinske, L 622. Auckama, Anseke Johan Sybrandsdr., I. 56; R. 97. Auckama, Ansck, R. 137. Auckama, His Pieters, weduwe van Harmen Aerndts, I. 947. Auckama, His, weduwe van Peter Sybrants, R. 81. Auckama, Jan Sibrants, R. 69, 81, 82, 85. Auckama, Pieter Johanzn., I. 13, 119; R. 121, 130, 137. Auckama, Peter Sybrantzn., I. 86; R. 67, 81. 343 Auckama, Sibbel Sybrantsdr., Trouw van Sibbet, I. 7, 8; R. 81, 90, 99. Auckama, Sybrant Petera, I. 7, 80 ; R. 13, 81, 90. Auckama, Tyete Johansdr., R. 137. Auckama, Wyts Johansdr., R. 137. B. Baar, Hendrik da, I. 538. Backer, Peter, I. 49, 49a; R. 82, 84. Balk, B-s., I. 1028. Balsma, Trijntie, I. 682. Banga, Douwe, I. 2, 32; R. 68, 78. Banga, Juck, vrouw van Douwe, I. 2, 32; R. 68, 78. Banga, Pierius, I. 925. Banga, Rinske, I. 1028. Barhuis, Paulus, I. 790. Barton, Jean, I. 831. Bavius, F., I. 931. Beyns van der Hoet, Eelke, I. 829. Besko, Agnis de, T. 707. Beukema, Trijntje Menses, I. 843. ■ Byleholdt, Anneke Jansen van, I. 556. Byrdes, Homme, I. 941. Bloemendaal, Amel Aernsz. van, I. 754. Bodendijck, Philippus, I. 570. Boeymer, A., R. 156. Bois, Carel du, I. 857. Boekhorst, Barent, L 698. Boom, Matthjjs, R. 187. Bootsma, Abbe van, I. 1032. Bootsma, Hessel van, I. 1388. Bootsma, Ulbe van, I. 1323. Borck, Egbertien van, vrouw van Ime Tziallings Idtsma, I. 716. Bosch, Johannes van den, I. 1173. Botnia, Tialling van, I. 726. Boulsme, Tyempck, vrouw van Gerbeth Mynnama, L 124; R. 63, 92. Bouma, Anna, I. 809. Bouma, Johannes, I. 809. Bourboom, Jacob, I. 926. Bourboom, Sara, weduwe Gevershaven, I. 698. Bouts, Johannes, I. 427, 811. Brandenburg, Jurriaan, I. 818. Bredwer, Bale Hendricx, I. 642. Breuckel, Cornelis, I. 602. Brinck, Hiltie Jurjens, I. 640. Bruyns, Jetske, I. 575. Brunink, Jan, I. 887. Brunsvelt, Theodorus, I. 585. Buyckes, Hylgond, vrouw van Syurd, I. 118; R. 129, 158. Buitenpost, Antie, I. 677. Buma, Watze Mientses, I. 1131. Buma, W. W., I. 140. Buy ren, Swaecke van, I. 256. Burmania, Tan, I. 1064, 1065. Burmania, Anna Tan, I. 890. Burmania, Douwe van, I. 986; R. 172. Buurmanya, Joost van, R. 122. Burmana, Jouke, I. 15; R. 3. Burmania van Tziaarda, M., I. 1259. Burmania, Renyck van, R. 162. Burmania, Taco van, I. 1184. Burmannya, Tyaerd, B. 29. Burmania, Tyaerdt van, I. 39, 884; R. 119, 128, 138, 156. Burmania, Upco van, I. 984/'. Bourmannia, Upcko van, R. 156. Burum, Alle van, I. 958. C. (Zie op K.) Chijs, Engeltie van der, weduwe van Sybbe Fiers Mellema, I. 500. D. Dekemans, Anna, I. 443. Decker, Jan Gerrits, I. 772. Diest (de Heer), I. 1159. Dylgisma, Foeka, R. 14. Dylgisma, Jelia, R. 14. Dylgisma, Syken, R. 16. Dyonisius, Jacob, I. 483. Dysenbeecke, Jenneken, weduwe van Jan Pyeters van Acht, I. 209. Doys, Diderick Julius, I. 694, 1300. Dominicy, Lieuck, weduwe Roos, I. 491. Donia, Frans van, I. 1069. Donia, Keimpe van, I. 934*. Doenia, Sirich van, R. 187. Dortman, Harmen van, R. 149a. 344 Dotingh, Johan, I. 925. Dotingh, Johannes, I. 985. Dottingha, Ofka, I. 73, 74; R. 87, 38. Douwama, Auck, vrouw van Sybrent Peten. Auckama, R. 13. Drayer, Hans Henrix, I. 877. Drayer, Reyner, R. 148. Dreggher, Roelif, I. 90; R. 94 en 101. Druyst, Meynert Martena, I. 908; R 173. Duivenstein, Henricus, I. 1070. B. Abinga (Aebinge), Fecke, I. 87, R. 85. Aebbinga, Goffe van, I. 982. Abinghe (Aebinge), Rinth, R. 85. Echten, Petrus, I. 734. Eekhoff, Wopke, t 188, 140. Eelen, Jan van, I. 255. Eelksma, Auka Syttiazn., R. 67. Eemskerck, P., R. 90, 99, 137. Eysinga, TyaUing, I. 1128. Elias, Sara, weduwe van Abraham Voogh- dingh, I. 560. Ellens, J., 1333. Eltinga, Geyske Willems, I. 463. Emingha, Frouck van, I. 1271. Emingha, Tiberius van, I. 1029. Ens, Ane, I. 951. Epingha, Ulka, R. 38. Eppinga, Jacobus, I. 925. Essers, Elscke, I. 618. Evarts, Lijsbeth, vrouw van Meynse Frans, I. 289. Euwsum, Joost van, I. 984. F. Faber, Joan Otto, I. 925. Feicama, B. J., I. 777. Feicama, Cornelis, I. 777. Feycksma, Jelger, I. 102; R. 85. Feycksma, Tethe Jelgers, I. 102; R. 36. Felix, Berber, I. 462. Fenema, Hetto, I. 925. Fenema, Hieronymus van, I. 1011. Fenema, Lambertus, I. 677. Ferwer, Hugha, R. 74. Folsgara, Harmen Hiddes, I, 299. Fonck, Claes, I. 610. Fonck, Claes Clasen, I. 779. Foxius, Lodewijk, R. 156. Franck, Hans, I. 4001. Fresema, Antje Roorda van, weduwe van Willem Harmens, I. 442. Frisius, Cornelius Franciscus, I. 925. K Gabbema, Abbe Freerks, I. 1823. Galama, S. A. van, I. 787. Gebuer, Christoffel, L 887. Geele, Julius van, I. 1264; R. 171. Gel, Alexius van, I. 976. Gellius, Margaretha, weduwe van Dr. Pierius Rheen, I. 689. Gelove, Geertruit, vrouw van Egge Arnoldus, I. 664. Gerardi, Tarquinius, I. 726. Geringa, Pytie Paulus van, I. 517. Gherritsma, Pyba, R. 72. Geukama, Augustus, I. 1189, 1190. Geukama, Gesina, vrouw van David Timmer, I. 1189, 1190. Gevershaven, Sara Bourboom, weduwe, I. 693. Glins, Douwa, R. 116. Goltsmit, Ewert, I. 64, 65, 67, 67a— f; R. 12, 14, 19, 21, 28, 43, 69,70,71, 74. Goudsmit, Hans, R. 58. Goutsmit, Jarich, R. 70, 126. Goltsmit, Johannes, 1.67e en e; R. 19, 28. Goslyngha, Tyepke, I. 114; R. 113. Gossama, Bauke, I. 51; R. 80, 81, 93. Gravius, Oene, I. 924, 925, 928. Grombach, Hans van, I. 35, 42; R. 108, 122. Grovestins,- Wyba Syurdszn. van, I. 55, 75; R. 40, 57. Grovestins, Wybe van, I. 166, 752. Gruyter, Egbert de, I. 540. Gualtery, H., R. 182, 186. H. Haan, Jacob de, I. 925. Haestrecht (Adriaan van), I. 927. Hayngha, Thiard; R. 30. Haythummama, Buwa, R. 9. 345 Hagenaar, Jacobus, I. 813. Haytsema, Hoyte, I. 1157. Hania, Seerp, I. 1182; R. 168, 187. Hannonius, Wilhelmus Cato, I. 884; R; 156. Hardes. Auck, vrouw van Gerryt Gerryts, I. 424. Haren, Johan van, I. 827. Haren, Willem van, I. 1205. Harkema, S., I. 136—138, 925. Haule, Eelco van der, I. 934a; R. 171,182. Heemstra, Mevrouw van, I. 1178. Heentiama, WUla, R. 74, 77, 82, 91, 92. Heiden, Johannes van der, I. 836- Heymans, Catharina, vrouw van Lucas Pluym, I. 659. Heymans, Eelco, I. 995. Heysmeyer, Joost, I. 514. Helmets., Wolbertus, I. 662. Hemert,Welmoedtie Jans, weduwe, 1.465. Herdtsgrewen, Anneke, weduwe van Francois Matijssen, I. 478. Heringa, Haye, R. 64. Hermanna, Hobbe, I. 49a; R. 84. Hermana, Hobbe, I. 1165. Hermanna, Johan, I. 1166. Hermanna, persona te Engelum, R. 41. Hettinga, A. van, I. 865. Hettinga, Goitske, I. 865. Heuvers, Catherrina, vrouw van Barent Boekhorst, I. 698. Hiddema, Sibrent, R. 15, 19*. s HiUama, Gheerd, I. 121; R. 10. Hitzing, E., R. 164. Hoeck, Jelke, I. 620. Hoen, Marten Gerryts, I. 330. Ho et, Eelke Beyns van der, I. 829. Hoytema, Thyalla. R. 16. Hoytema, Tiaerd. I. 676. Hoytema, Zijg, vrouw van Harmen Hiddes Folsgara, I. 299. Holstein, Gerritje, vrouw van Carel du Bois, I. 857. Holwerda, Tzierck Jorryts, I. 412. Hoofman, Meynert Martens, I. 801. Horatii, Hette Eekes, I. 1260. Hom, Uldrick de, I. 702. Hornada, Hidzar, R. 16. Hottinga, Titia van, weduwe Theodorus Brunsvelt. I. 686. Huytyngha, Jetze, I. 85; R. 66. Hulscamp, Pyter, I. 868. Humalda, Geel, weduwe van Frans Canter, I. 981. j Humalda, Philips van, I. 926. I- Idtsma, Ime Tziallings, I. 715. i IJsselmuiden, Claas, I. 1175, 1176. IJsselmuiden, Michiel, I. 1174, 1176. '■ Indgck. Pilgram ten, I. 1253; R. 170. Inthiema, Saepck van, weduwe van Douwe van Burmania, I. 935; R. 172. J. Ysikama, Sipka, R. 4. Jellama, Anne Clases, I. 1038. Jellema, Jan Jansen, I. 562. Jellamans, Jayka, R. 2. Jellama, Jarich Wibazn., I. 101; R. 31. Jellama, Sibbel, I. 50; R. 89. Jellama, Utkia, I. 16; R. 4. Jensma, Gryetie, weduwe van Gerbrant van Aysma, I. 720.. Jever, Michiel van, I. 601. Jochum, Johannes, I. 1191. (Joenkema), Jarich Joenkis, I. 6, 24; R. 22, 24. Jonck, Pieter Jansen, I. 655. Jongema, Frans van, I. 716. : Jongema, Frans van, I. 1323. Junghama, Juw, R. 78. Jowsma, Ona, R. 77. Jnkama, Ydze, R. 12. Juckema, Lyuwe van, I. 716. Juwingha, Juw, I. 112. Juwsma, Dodo, R. 31. Juwsma, JeUe, I. 102; R. 23, 35, 39, 50, 137. Juwsma, Jelle, R. 53, 61. K. en G. Cammingha, Biucke van, weduwe van Goffe van Aebbinga, I. 982. Cammingha, Fed van, I 1066; R. 169. 346 Cammingha, Frans van, I. 197, 983; R. 148a. Cammingha, Frans, I. 932. Cammingha, Frans van, I 1066; R. 159, 160. Kammingha, Garrerth, I. 108; R. 39. Kammingha, Gerard van, I. 1078. Kammyngha, Gerrith, I. 100; R. 26. Kammyngha, Graethie, I. 61 ; R. 48. Camminga, Hayo, R. 50. Cammingha, Pieter van, I. 886, 887,892; R. 158, 188. Kammingha, Syuck, I. 93, 106; R. 59, 80, 108. Cammingha, Taco van, I. 892. Camstra, Homme van, I. 995. Kampstra, Peter, I. 84, 84a; R. 46, 62, 69. Campstra, Tyallingh, I. 1068. Cann, Claes, I. 927, 1085/. Cannegieter, Jel Lycles, I. 805. Canter, Frans, I. 981. Canter van Oesten, Jacob, I. 1180, 1195. Canter, Willem, R. 187. Karaten, Otte, I. 560. Cater, Jhr. Claes, I. 890. Caterenbergh, Orseltie van, weduwe van Wolbertus Helmets., I. 568. Caterenbergh, Sara van, I. 568. Kelder, Marten, I. 948. Keppel, Anna van, I. 1078. Kerckman, AUert, I. 680. Kessel, Lijsbeth Clasen van, vrouw van Sydtse Wopckes, I. 776. Ketel, A., I. 805. Kingma, Antie, weduwe van Thijs Piers, I. 641. Kingma, Petrus, I. 687. Kinnema, Cornelis van, I. 957. Claerbergen, Maria Vegelin van, weduwe van Diderick Julius Doys, I. 694, 1300. Claarkamp, Melis, I. 708. Cleis, Geert, I. 586. Clerk, Namkjen Carels de, I. 789. Klingenburg, Jan, I. 806. Clock, Cornelis, I. 436. Klonckerts, Nicolaas, I. 799. Clouburgh, Jacob, I. 685. Cluiver, Aeltien Jans, I. 779. Cluiver, Jan, I. 772. Knijff, Gerloff, I. 497. Coegel, Claes, I. 670. Koell, Foppe Heerckis, 1. 396. Coelman, Jan Hendricx van, I. 604. Cock, Auck Feckedr., I. 1308. Kolk, H. W. van der, I. 996. Colt, Antie Martens, vrouw van Abbe Yes Rijckerda, I. 576. Koopman, Doede, I. 114, R. 118. Coopman, Claes Buwes, I. 1815. Coopman, Claes Hiddes, I. 766. Coops, Egbert, I. 816. Coquillan, W., R. 168. Koster, Hendrik, I. 842. Costerus, Anthonius Harmannus, I. 453. Coulon, Carel Willem, I. 925. Coulon, Carolina, I. 1338. Coulon, Rinske, I. 1338. Kraen, Thomas, I. 17 ; R. 5. Crab, Jeltje, I. 681. Crans, Klaas, I. 861. Crans, Willem, I. 996. Cromminga, Anna, vrouw van Philibert Leliën, I. 511. Cuilenborgh, Clara, I. 884. Kuiper, Agge, R. 148. Kuiper, Beenkia, I. 98; R. 20, 60. Cu per, Jacob, I. 109, 110; R. 67, 83. L. Lamberti, Joachim, I. 1024. Landt, Hans, I. 801. Langius, Jan Oepkes, I. 1161. Lansbergh, Jacob, I. 829. Lawerman, Frouckien, vrouw van Tiebbe Ennes, I. 660. Laverman, Martinus, I. 679. Leeuwen, Jan van, I. 1316. Ley, Claes van der, I. 830. Leliën, Philibert, I. 511. Lens, Marycke, I. 817. Letma, Lijsbeth Jans, vrouw van Gabriël Gabriëls, I. 666. Licbtfoet, Martinus, R. 118. Lieskert, Anna Margriet, vrouw van Jeroen Mentingh, I. 700. 347 Lyuukama, Aggha, R. 88. Livy, Franciscus, I. 573. Loensma, Engeltje Angelbeek, weduwe, I. 794. (Loensmal, Feye Dircks, I. 466, 499. Lolkema, Douwe, I. 876. Lotnans, Margaretha, I. 646. Loo, Bolde wgn, van, I. 904; R. 175. Loo, Ida van, weduwe van Jan Rattaller, 1. 948. H Maestricht, Petras van, R. 171. Mammingha, Mamma, I. 29: R. 1, 97. Marck en Aremberg, Margriete, gravin van der, I. 934a, d, t, f. h : R. 182,186,187. Marschall, Jan Jacobsz., I. 444. Martna, Duco van, R. 187. Martena, Duco, I. 1047, 1048. Medum, Jetkia, L 98; R. 15. Meer, D. van der, I. 899. Mey, Antie Clases van der, I. 449. Meyldam, Antie, I. 478. Meylema, Bernardus, I. 933; R. 166. Mellama, Sibbe Piers, I- 600. Meivill, Pieter, I. 436. Mentingb, Jeroen, I. 700. Mereel, Lucas, I. 727. Merser, Wibren, K. 13. Metz, Dionysius, I. 617, 943. Metzelaer, Douwe, I. 4; R. 133. Metselaer, Juycke, 1. 147; R. 149. Middeler, Gerrith, I- 86; R. 61, 81. Midlerkerck, Gherryt'), I. 127 ; R. 87. Minnama, Aedzert Lieuwes, I. 71; R- 96. Minnama, Frans van, I. 9. 14 : R. 108,111. Minnema, (Vrouwe) Frans van, I. 892. Minnema, Frouwcke, R. 7, 9. Minnama, Gerbeth, I. 124; R. 63, 92. Minnama, Gerbeth, I. 71; R. 96. Minnama, Gerbeth Lieuwes, I. 71; R. 96 Minnama, Hoecka, R. 2. Mynnama, Sipka, R. 89. Minnama, Tzaling Lieuwes, I. 71; B. 96 Minnema, Tyempck Boulsme, vrouw vai Gerbeth, I. 124; R. 63, 98. Moy, Aesge Claessen, I. 679. Moleniser, Hester, I. 580. Mollem, Bernardus van der, I. 844. Monnichuys, A., I. 952a. Munster, Gosse Eernstes van, I. 398, 760. M. Napcke, Jurien Juriens, I. 557. 1 Nassau, Ernst Casimir, graaf van, 1.890. Nassau, Willem Lodewijk, graaf v., I. 890. Nauta, Jan Jacobs, I. 858. Nauta, Trijntje, vrouw van Feicke Schol. I. 737. Nee, Hendrik van, I. 797. Nesze, Schelta ther, R. •■ Nicolai, S-, R. 168. Nyenhuia, Claes Meyes, I. 845. Nyetsxen, Carel van den, I- 819; R. 180. I Nyeveen, Gerardus, I. 809. Nittama, Beyke, I. 21; R. 9. Noordstrandt, Cornelis Cornelisz , I. 461. Noys, Neel, vrouw van Jan Alberts, 1.395. O. Obma (Abema), Joucka, R. 169. Oedtsma, Dominicus, I. 1189. Oeffingha, Lyauwo, R. 13. Oenema (Unneme) Frouck, vrouw van Tyepke Goslyngha, I. 114; R. 113. Oenema, Oene Jouckes, I. 1168, 1155. Oenema (Unama). Onthia, R- 78. Oenama (Onnama), Wyba, I. 80; R. 8. Oenninghe (Unninghe), Foppo Matthias, I. 111; R. 96, 100. Oenyngha(UnyDgha),Kempo, R. 15, 25, 36. ! Oentziema, Hylck, vrouw van Wybe van Grovestins, I. 166, 768. Oesten, Jacob Canter van, I. 1180,1195. Ockinga, Anna van, vrouw van Joost van Euwsum, I. 984. Oostervelt, Jan Melchiors, I. 285. P. Paeschen, Welmoed, weduwe Sondach, I. 973. •) Zie de noot op blz. 325. 348 Peylerth, Jacob, I. 6; R. 13 en 22. Peynghae, Feyke, I. 101; R. 31. Peyngha, Feythia, R. 31. Peka, Freescher, R. 12. Pecama, Symon, I. 596. Pekel, Mathijs, I. 786. Pels, Gerard, I. 9344. Pelser, Johannes, I. 751. Petreus, A., R. 150a en b. Petreius, Johan, I. 934c; R. 186, 187. Petreus, Johanna, I. 1085. Pfeiffers, Janneke, I. 608. Pfeiffers, Maryke, I. 608. Plecker, Daniël, I. 731. Pluym, Lucas, I. 659. Popkema, Fedda Gerkexn., R. Hl. Popma, Fed, I. 1181. Popma, Jelcke, I. 1181. Porte, Abraham Pyeters de la, I. 375. Portz, Willem Hendrik de, I. 893, 925. Post, Johan ten, I. 834. Poutsma, Petrus, I. 925. Prins, Anne Jenties, I. 658. Putte, Reyner van, I. 389. Putten, Hendrik van, I. 848. Putten, Jan Hubrecht van, I. 744. Putten, Catharina van, I. 848. Quebeau, Margaretha, I. 614. Questi, Sioerd Jacobs, I. 447. B. Radijs, Hiltie, weduwe van Franciscus Livy, I. 578. Rhala, Hessel Broers, I. 310. Rattaller, Elisabeth Margaretha, I. 943. Rattaller, Jan, I. 948. Rattaller, Geroenn, R. 139. Rattaller, Lucretia Jansdr., vrouw van Reyner Jelmersz., I. 943. Reen, Lolcke, I. 1023. Rheen, Pierius, I. 689. Recalff, Jacob, I. 925. Remmersma (Riemersma), Hylck, I. 987. 1807. Reneman, Elske Jans, I. 440. Reneman, Earst, I. 266. Reynalda, Douwe, L 671. i Reynsdorp, Hendrick, I. 582. Rickwardsma, Amcka, R. 18. Rijckerda, Abbe Yes, I. 576. Rijsdorp, Hendrick, I. 778. Ring, Assuerus, de, I. 541, 733. : Ringie, Ritske van, I. 934». Ringhvelt, Gerryt Freercks, I. 781. Roedmersma, Wopka, I. 82; R. 38, 61. Roorda, Georg van, I. 886; R. 158, 183. Roorda van Frese.ma, Antje, weduwe van Willem Harmens, I. 442. Roos, Trijntie, I. 491. Rotmans, Anna Elisabeth, I. 648. Rouckema. Jan Wybes, I. 504. Rousseau, Jacob, I. 903; R. 161, 173. ! Ruardi, D., I. 1239. Ruerda, Curtius, I. 786. Ruith, Johanna, weduwe van Joseph Schattenberg, I. 1338. 8. Saekama, Fedtie van, I. 732. Schattenberg, Joseph, I. 1333. Schetter, Ida Catharina, I. 663. Scheltinga, Allard, I. 1169. Scheltinga, Theodorus, I. 966. 1 Schepper, Abraham de, I. 928. ' Schemer, Jan Jansz., 1.1302; R. 151,155. Scheverstein, AlbartuS, I. 684. Schiercxma, Tiepko, R. 147. Schiphorst, Bauckje, I. 787. ' Schipper, Reyn, R. 149. Schipsmeyer, Siurd, I. 90, 91 ; R. 94, 101. Schipsmeer, Tyaerd; I. 100; R. 26. Schomaker, Butta, R. 71. Schol, Feicke, I. 737. Schol, Hendrick, I. 787. Schotzman, Robert Jansz., I. 212. Schouwenburg, Jan, I. 735. I Schroer, Abe, I. 1804. < Scroer, Pauels, L 63; R. 107. Scriver, Sycke, R. 25. I Scuutmaeker, Siurd, I. 90; R. 94 I Senten, Keeltje, I. 778. | Sibbitzma, Sibbel, dochter van Sybrant Auckama, I. 7, 8; R. 90, 99. | Siderius, G., L 796. 349 Siderius, Meinardus, I. 925. Sipma, Jan Saeckes, I. 593. Syrici, Petras, R. 123. Syvers, Johanna Geertruid, Trouw van Jan Ulbes, I. 796. Sixma, Julius Ritske van, I. 1858. Sixrna, Tzalling Edo Tan, I. 1098. Siurdsma, Sighir Baukazn., R. 10. Syuxzama, Beneko, R. 7, 9, 11. Sleman, Eelke, I. 1338. Sleman, Helena, I. 1338. Sleufoor, Hans Casper, I. 1817. Sminia, Beitscke Cornelis, Trouw Tan Aesge Claessen Moy, I. 679. Smyt, Janka, R. 18. Smid, Jelka, I. 87; R. 17. Smid, Sipka, I. 17; R. 6. Smyt, Wibrent, R. 90. Smoelinck, Rynts, I. 176. Sneek, Griet van, vrouw van Pieter Backer, I. 49, 49a; R. 88, 84. Sondach, Welmoed Paeschen, weduwe, I. 873. Span, Bavius, I. 1099, 1098. Spannenberger, Hans, I. 891. Spannenberger, Symon, I. 885 — 887,891; R. 167, 168, 183. Sponner, Dirck, I. 454. Stalman, Doede Symons, I. 616. Statum, Gerben Pyters Tan, I. 684. Sterckenburgh, Bothe Jacobs, I. 630. Sterkenburg, J., I. 798. Sternsee, Catharina Victoria van, I. 1078. Straetman, Andries, I. 608. Suikenhuis, Joannis, I. 544. Surhusen, Arent Tan, I. 47, 48, 57—61, 78—76, 79—83; R. 85, 30, 38—34,86, 38, 40, 41, 45, 47—49, 51. 58, 54,64. Suringar, Tjaerd Nicolaas, I. 186, 918, 985. Surkisma, Doedo, I. 67d; R. 19, 80,81, 88, 32, 48. Sweldrayer, Anna, Trouw van Johan, I. 741; R. 181. Sweldrayer, Johan, I. 741; R. 181. Swiep, B. ter, I. 805. Swynderen, Jan van, R. 186. T. Tadema, Jarich, I. 995, 980. Tadinga, Heenka, R. 9, 18, 14, 15. Taecoma, Tiberius, I. 995. Tammynga, Albert, I. 741; R. 181. Tanya, Sierck, I. 1186. Tebbinga, Abel HiUes, I. 516. Teetlum, Pieter, I. 1045. Terpsma, Trflntie Feickes, weduwe van Hendrik Schol; L 737. Thiessens, Sydts van, I. 956. Thiessens, Thietske van, I. 956. Tyepma, Vincent, I. 1387. Timmer, David, I. 1189, 1190. Timmerman, Douwe, I. 909; R. 145. Tongeren, Maycke van, I. 548. Tromp, S. W., I. 140. Tziaarda, M. Burmania Tan, I. 1859. Tzallingi, Cyprianus, I. 194. D. Unia, Sybrant, 1186. Unyngha en Unninghe, zie Oeninge. V. Vegelin Tan Claerbergen, Maria, weduwe van Diderick Julius Doys, I. 694, 1300. Velde, Aaltie Tan der, I. 1139. Velsius, Auck Hendryck, weduwe van WiUem, I. 881. Velsius, WiUem, I. 981. Verbrugge, Antie Jakes, weduwe Tan Wiert Vos, I. 598. Verreyken, J., I. 1335. Verroeten, Jacob Goverts, I. 404. Versteveren, Jan, R. 171. Vieravondt, Lijsbeth, eerst Trouw van Pybe Douwes, later Tan Jasper WU- lemsen, I. 568, 599. Vierssen, M. Tan, I. 1331. Vinck, Johanna, I. 706. Vysbeeck, Hendrikien, Trouw van Uldrick van Hom, I. 708. Visscher, Cornelis, I. 687. Vitringa, Ernestus, I. 1077. 350 Vitringa, Lambartus, I. 986, 1088. Vooghdingh, Abraham, I. 660. Vos, Trijntie Annes, I. 860. Vos, Machtelt Aerntdr., vrouw van Jacob Canter van Oesten, I. 1180. Vos, Wierd, I. 688. Vries, Auke Pieters de, I. 1116e. Vries, Dirck Jansdr., vrouw van Jan Entes de, I. 188, 986. Vries, Jan Entes de, I. 189, 986. Vrindt, Marcus, I. 547. W. Wackersma, Rienck Goten, I. 606. Warkutsch, Balthasar van, I. 934, 934a—e; R. 165, 188, 186, 187. Wartena, Hendrik, I. 873. Watsma, Gerloff-Martens, I. 955. Wesselius, Johannes, I. 925. Westerup, Geertruid, I. 686. Wever, Hendrik, R. 149. Wever, Wopke, I. 97; R. 95. Wiarda, Arent, I. 879. Wyarda, Bauckien, I. 866. Wyarda, Tzummo, I. 78; R. 42, 44. Wibrandi, Dodo, R. 105. Wigghama, Gherliff, R. 84. Wiggama, Jelteka, R. 9. Wiggersma, Melko, I. 81, 83; R. 49, 59. Wygersma, Menna, I. 96; R. 65. Wijngaarden, Jan Tjommes, I. 926. Wijs, Folckert, I. 869. Wilde, Geertruid de, weduwe van dr. Joachim Lamberti, I. 1094. Willemie, Jan, I. 886. Wisselpenningh, Johannes, I. 815. Wissema, Jan, I. 1057. Wyvesteyn, Lieuwe Steffens, I. 568. Wolff, Barend de, I. 797. Wolff, Dirckje de, vrouw van Hendrik van Nee, I. 797. Wolff, J. H. de, I. 1049. Wolkammer, Jacob, I. 864. Wouwenaer, Abigaël, vrouw van Dirck Jacobs, I. 646. Z. Zijlstra, Klaas, I. 906. Zwolle, Hille van, I. 47, 48, 57—61, 79—76, 79—83, 85, 963; B. 25, 30, 89—84, 36—38, 40, 41, 47—49, 51, 59, 54 65, 64. 3. Ambten, Waardigheden en Bedrijven. De ambten en waardigheden zgn op den naam van het college, of op dien van de plaats gezet; de bedrjjven op dien van het bedrijf. Achtkarspelen, Grietman van, Geroenn Rattaller, I. 139. Achtkarspelen, Secretaris van, Lieuwe Boelis, I. 175. Anticqsnijder, Claes Pieters, I. 765. Aremberg, Margriete, Gravin van der Harck en, I. 984a, d, «,ƒ,*; R. 188, 186, 187. Aremberg, Rentmeester van de Gravinweduwe van, Gerard Pels, I. 934. B. Bakker, Daniël Plecker, I. 731. Pieter, L 49, 49a; R. 82, 84. Bacuwa, Grietman in de, Hoecka Mynnama, R. 8. Beetgum. Persona te, Feyka, R. 57. Hermannus, R. 45. Beetgum, Jongerpriester te, Thiebbo, I. 80; R. 47. Bethlehem, Kloosterzuster in, Saeck Douwes, I. 179. 351 Bildt, Secretaris van het, Amel Aernzn. van Bloemendaal, I. 754. Blija. Persona te, Jacop, R. 78. Bloedlater, Gosse, I. 29a, 6, 57, 58; R. 1, 2,87, 88, 88, 84. Boekhouder, Gerard de Jonge, I. .734. Buweklooster, Provenier in, Kerst Berentsn., I. 168. Buweklooster, Zuster in, Alijdt Jansdr. van Groningen, I. 167. C. Zie K. D. Dokkum, Abt te, Johannes, R. 97. Draaier, Hans Henriz, I. 877. Reyner, R. 148. Dregger, Roelif, I. 90a; R. 94, 101. E. Engelum, Persona te, Hermanna, R. 41. Enkhuizen, Persona te, Garbren, R. 88. P. Ferwerd, Persona te, Arnold, R. 78. Ferwerderadeel, Grietman van, Onthia Unama, R. 78. Pilgram ten Indijk, I. 1253; R. 170. Ferwerderadeel, Secretaris van, F(oppe) Gabbes, R. 170. Finantiën, Lid der Kamer van, Keimpe van Donia, I. 984. Floorkamp, Abt te, Matthiis, R. 48. Floorkamp, Kelner te, Nicolaas, R. 42. Foswerd, Abt van het Klooster, Petrus van Maestricht, R. 171. Friesland, Bode der Staten van, Jan Entes de Vries, I. 188, 986. Friesland, Deurwaarder bij het Hof van, Hamert, I. 465. Friesland, Griffier van het Hof van, P. Eemskerk, R. 137. Friesland, President van het Hof van, Carel van den Nyetzen, I. 819; R. 180. Friesland, Raadsheer in het Hof van, Frans van Jongema, I. 1323. Jacob Rousseau, I. 903; R. 173. Meyne Lyckles, I. 801. Theodorus Scheltinga, I. 966. Friesland, Rentmeester-Generaal van, Boldewijn van Loo I. 904; R. 175. Friesland, Stadhouder van, Ernst Casimir, I. 930. 6. Galileën, Gardiaan van het Klooster, Nanno Syrckszn., R. 69. Gardenier, Lolcke Jorrytsz., I. 918. Goudsmid, Ewert, I. 64, 65, 67, 67a—f; R. 19, 14, 19, 21, 28, 48, 69, 70, 71, 74. Hans, R. 58. Johannis, L 67c, «; R. 19, 28. Jarich, R. 70, 125. Goutum, Persona te, Wilhelmus, R. 81, 44. H. Hellebardier, Harten Kelder, I. 948. Huizum, persona te, Symon, R. 28. I. en J. Idaarderadeel, Grietman van, Dyrck Ferijckzn., I. 1869. Idaarderadeel, Secretaris van, A. Petreus, R. 150a, b. Inckhuusen, zie Enkhuizen. 352 Jelsum, Ontvanger te, Klaas Cornelis, I. 1070. K. en C. 4te*i Camminghabuur, Persona te, Otta, R. 26. Klaarkamp, Brouwer in het klooster, Feycke Eevertzn., I. 169. Koopman, Doede, I. 114; R. 113. Claes Buwes, I. 1315. Claes Hiddes, I. 766. Koopmansbode, TJlke Ruyrds, I. 735. Kornjum, Persona te, Claes, R. 69. Kuiper, Agge, R. 143. Beenkia, I. 98; R. 20, 50. Jacop, I. 109, 110; R. 61, 67, 83. L. Leeuwarden, Burgemeester van, Augustinus, R. 132. Dominicus Pybezn., R. 126, 141. Jacob Yeliszoon, R. 158. Pieter Pietersz., R. 146. Seerp Hannye, R. 168. Sybbe Piers Mellema, I. 500. Tjerk Abbes, I. 1069c. Leeuwarden, Olderman van, Beenka Siukesma, R. 9. Haye Heringa, R. 64. Jan Sibrantzn. Auckama, R. 82. Leeuwarden, Schepen van, Doede Surkisma, I. 67 ; R. 19, 20, 21, 28, 32, 48. Foppo Mathias Uninghe, I. 111; R. 96. 100. Frans Huyghes, R. 168. Jacob Sybrantsz., R. 168. Sibrent Hiddema, R. 19. Timen Freryckzn., R. 101,102, 105,117. Willa Heentiama, R. 74, 77, 82. Wytia Wauttiazn., R. 70. Leeuwarden, Secretaris van, H. Gualtery, R. 182, 186. Matthijs Rommarts, I. 1336; R. 158, 172. Wilco Folckerts, R. 124. Leeuwarden, St. Anthony-Gasthuis te, Procurator, rentmeester, voogd van het, Adriaen van Haestrecht, I. 927. Abraham de Schepper, I. 998. Buwa Haythummama, R. 9. Gerard Adius, I. 925. H. W. van der Kolk, I. 925. Hessel Aysma, I. 923. Hetto Fenema, I. 995. Jacob Bourboom, I. 925. Jacobus Eppinga, I. 995. Jacob de Haan, I. 995. Jacob Recalff, I. 925. Jan Tjommes Wijngaarden, I. 925. Jarig Tadema, I. 925, 930. Johan Dotingh, I. 995. Johannes Dotingh, I. 996. Joan Otto Faber, I. 995. Johannes Wesselius, I. 925. Carel WiUem Coulon, I. 995. Claes Cann, L 927. 1085. Cornelius Fransiscus Frisius, I. 995. Lambertus Vitringa, I. 926. Meinardus Siderius, I. 995. Nicolaas Arnoldi, I. 995. Oene Gravius, I. 924, 995. Petrus Johannis, I. 993. Petrus Poutsma, I. 925. Pierius Banga, I. 925. Philips van Humalda, I. 995. S. Harkema, I. 136-138, 925. Tiberius Taecama, I. 995. Tjaerd Nicolaas Suringar, I. 925. Willem Aerns, I. 920; R. 168. WiUem Crans, I. 926. Willem Hendrik de Portz, I. 926. ' Leeuwarden, St. Anthony-Gasthuis, te, Prebendarius, Albert, R. 60, Peter Baerndzn., R. 60, 61, 70, 94, 112. Symon Spannenburch, I. 884—887, 891; R. 157, 158, 183. 353 Leeuwarden, St. Anthony-Gasthuis te, Dienstbode in het, Beyermoer, Berendina Berends, I. 799. Binnenmoer, Alijt Sybran tsdr., 1.153a; R. 189,190. Bauck Wybes weduwe, R. 162. Bode, Feddrik Hylckes, I. 1324. Bovenmoer, Eescke Jans, I. 661. Keukenmoer, Antie Hendricks, I. 694. Frou Jans, I. 377. Trijntie Hetses, I. 519. Werkmeid, Auck Douwes, I. 823. Leeuwarden, St. Anthony-Gasthuis te, Gecommitteerde uit het Gerecht der stad Leeuwarden tot het afhooren Tan de rekening van het, Frans Huyghis, R. 168. Jacob Sybrants, R. 168. Seerp Hannye, R. 168. Leeuwarden, St. Jacobs-Gasthuis te Prebendarius in het, Dirk, R. 76. Telesphorus, R. 76. Leeuwarden, Jacobijnerklooster te, Prior, Thomas Eraen, I. 17; R. 5. Leeuwarden, St. Jobsleen te, Administrateur, Eelco Heymans, I. 995. Leeuwarden, Nyehove, Onze Lieve Vrouwe te, Persona, Herman, R. 23, 26. Hidde, R. 62. Jarich, R. 52. Leeuwarden, Oldehove, St. Vitus te, Deken, Ghijsbert, R. 72. Jarich Allertzn., R. 88. Leeuwarden, Oldehove, St. Vitus te, Persona, Bernardus Bucho, B. 107, 108, 118. ') Zie de noot op blz. 325. Enka, R. 4. Fedde, R. 85, 91, 93, 105. JeUe Juwisma, I. 109; R. 88, 35, 39, 50, 137. Ludolphus, R. 59. Mammo, L 126, R. 76, 81, 82, 89, 91, 92, 98. Redert, I. 103; R. 39. Sibet, I. 84, 104; R. 50, 62. Sybrend, R. 10. Symon, R. 6. Symon, R. 85. Willem, I. 103; R. 24, 39. Leeuwarden, Oldehove, St. Vitus te, Prebendarius, Ariaen Warnaerszn., R. 156. Albert, R. 114. Dodo Wibrandi, I. 34; R. 105. Henric, R. 68. Johannes Jorwertzn., R. 106. Pieter Lieuwes, I. 940; R. 162. Reyner Fransz., I. 888; R. 162. Wilhelmus Cato Hannonius, I. 884; R. 156. Wybrandus, R. 61. Leeuwarden, Oldehove, St. Vitus te, Sacrista, Douwe, I. 84, 84a; R. 46, 62. JeUa Juwisma, R. 58, 61. Leeuwarden, OldehoTe, St. Vitus te, Vicaris, Focko Rummerts, R. 118. Peter Baerndz., R. 60, 61, 70, 83, 94, 106, 112. Petrus Syrici, R. 123. Redert, R. 58. Leeuwarden, Oldehove, St. Vitus te, Kerkvoogd, Gerrit Middeler, I. 86; R. 61, 81. Gheryt Midlerkerck; I. 127; R. 87.') Leeuwarden, Oldehove, St. Vitus te, CoUateur en collatrice Tan het Heer Schelte-leen in, Renyck Tan Burmania, R. 162. Tyaerdt van Burmania, 1.884; R. 156. Upcko van Burmania, R. 166. Anna van Burmania, I. 890. 23 354 Leeuwarden, Papinghastins, Persona te, Feyke, I. 81; R. 61. Leeuwarden, Commissaris der Sneeker trekschepen te, Feike Schol, I. 737. Leeuwarden, Maarschalk Tan zijne E. M. op het Blokhuis te, Balthasar van Warkutsch, I. 934, 934a, b,c; R. 165, 182, 186, 187. Leeuwarden, Notaris te, L. Foxius, R. 156., j S. Nicolaï, R. 168. W. Coquillan, R. 158. Leeuwarden, Portier aan de Vrouwenpoort te, Daniël Plecker, L 731. . Tjaard Clasen, I. 731. Leeuwarden, Rector in de Schole te, Lambert, L 25; R. 132. Thijs, I. 932; R. 140; 141. Leeuwarderadeel, Grietman van, Hoecka Mynnama, R. 2. Joost van Buurmanya, R. 122. Leeuwarderadeel, Bewaarder der grietenij, Jhero Abbezoon, R. 122. Lekkum, Pastoor te, Albert, R. 96. Peter Lyeuwezn., I. 724. Wabbo Romkes, 1.122, 932, 932a, b, d; R. 135, 140, 141, 143a, 166. Linnenwever, Gijsbert Hendriks, L 621, 775. Claes Jansen, I. 728. H. Makkum, Persona te, Jacob, R. 194. Marssum, Pastoor te, Eggle Lieuwezoon, R. 152. Marssum, Prebendarius te, Tzalyngus, R. 40, 51, 86. Marssumer Nieuwlands-hemrik, Grietman van de, Ofka Dottingha, R. 38. Mattemaker, Jacob Dirks, I. 847. Menaldumadeel, Grietman van, Douwa Glins, R. 116. Wybe van Grovestins, I. 166, 768. Merser, Wibren, R. 18. Metselaar, Aucke, I. 4; R. 133. Juycke, I. 147; R. 149. N. Nassau, Graaf van, Ernst Casimir, I. 390. Willem Lodewijk, I. 890. O. Opsterland, Ontvanger der Grietenij, Feye Saeckes, I. 758. B. Rauwerd, Pastoor te, Syurd, R. 46. Rome, Keizer van, Karei V, R. 160. 8. Saksen, Stadhouder van den Hertog van, Hendrik, graaf van Stolberg en Wer- ningerode, I. 188. Scherrier, Jan Jansz., L 1308; R. 151, 166. Schipper, Reyn, R. 149. Schipsmeier (of schuitmaker), Siurd, L 90; R. 94, 101. Tyaerd, I. 100; R. 26. Schoenlapper, Sydtse Wopckes, I. 776. Schoenmaker, Butta, R. 71. Hendrick Martens, I. 939. Schroer (kleermaker), Abe, I. 1304. Pauels, I. 53; R. 107. Sygerswolde, Kloosterzuster te, Martien Harmensdr., I. 188. Smallingalee, Provenier in het klooster, Eewert Henricx, I. 165. Henrick Henricx, I. 162. Roelof Janszoon, L 173. 360 Roordahuizum, I. 1172—1178. Rosendaal, (Het meenschar), I. 1116. Rotterdam, I. 1132. Rottevalle, I. 1297. S. Scheltema- of Rapenburgertille, I. 1030. Schiermonnikoog, I. 184. Schilkampen, I. 1103», e, è. Schingen, De, R. 98. Sygerswolde, .1 188. Synada-goed, R. 98. Sjoerdsma-goed, I. 78, 88; R. 44, 86. Sloten, I. 340. Smallingalee (Smallenee, klooster), I. 162, 168, 173. Smallinger-Opeinde, I. 1280, 1289, 1292, 1298. Sneek, I. 77, 379, 666; R. 49, 70, 71, 75, 127. Sneek, (Knossenre-goed in de Vijfgaën bij), I. 112; R. 88. Spannum, I. 303. Stavoren, I. 318. Steenwjjk, I. 745. Steggerda, I. 196. Stiens, I. 35, 42, 282,358, 1179—1808; R. 108, 111, 122. Stienser Oudland, K. 1192. Suameer, I. 810. Suawolde, I. 583, 1239. T. Thabor (klooster), R. 42. Takklehuis, I. 1115a. Teerns, I. 1028. Terhorne, I. 941. Terschelling, I. 934a, f, h; R. 182. Tiedmarum, R. 98. Tietjerk, I. 1908—1946. . Tietjerksteradeel, I. 1808. Tongeren, I. 548. Tzum, L 708. TJ. Utrecht, I. 122, 888; R. 162. T. Veenklooster, I. 163. Vjswerd, I. 1087; R. 44. W. Waldmanna-hemrik, I. 105; R. 56. Wanswerd, I. 32, 44, 114, 1247—1268; R. 68, 78, 113, 126,' 143, 170. Wanswerd, „Berg en Huis" onder, 1.1857. Wanswerd, (Het Kelders-zet onder), I. 1256. Wanswerderdraai, I. 1259. Wanswerdermeenschar, I. 1249. Wanswerderterp, I. 1253; R. 170. Warrega, I. 175, 933, 1270; R. 166. Warstiens, I. 1269—1277. Wartena, I. 159. Watervoort ('n Ierland), I. 599. Weg, Zwarte, I. 1079. Weywiske, de, I. 115; R. 114. Wernafliet (bij Beetgum, zie Awernafliet), I. 79, 80, 1130; R. 45, 47. Westerwird, I. 116, 117; R. 112, 116. West-Terschelling, I. 673. Wydmera-buren, (onder Stiens), I. 1179, 1180. Wylaerd, I. 1208. Wylaarder-hemrik, I. 911. Wynaldum, I. 292. Wynzerweg, I. 81; R. 49. Wytgaard, I, 1037, 1331. Winsum, I. 741; R. 181. Wirdum, I. 107, 108, 284; R. 27, 73, 79, 114, 118. Wits en, De Hooge, (onder Stiens), 1.1188. Workum, I. 191,496,498,9325; R. 141. Z. Zevenbergen, I. 934d. Zinderland, Het, (bij Leeuwarden), R. 59. Zwaag, De, (Zie ook Beetsterzwaag), L 148, 235, 563; R. 150. Zwette, De, I. 947. Zwichum, I. 942. AANVULLINGEN EN VERBETERINGEN. Blz. 11. In noot ') staat: (Inv. no. 976); lees: no. 977. „ 14. In noot ') staat: (Inv. no. 804); lees: no. 803. „ 18. In noot ') staat: Zie blz. 14; lees: blz. 16. „ 26. In noot ') staat: (Inv. no. 805); lees: no. 804. „ 28. In noot '), regel 3 v. o. staat: (Inv. no. 887); lees: no. 888. D 33. In noot ') staat: (Inv. no. 1339); lees: no. 1340. „ 39. In noot ') staat: (Inv. nos. 108 en 116); lees: nos. 108 en 117. „ 41. In noot ') staat: (Inv. no. 1339); lees: no. 1340. Aldaar, in noot 2) staat: (InT. nos. 18 en 17); lees: nos. 17 en 19. „ 44. In noot 2) staat: (InT. no. 65); lees: no. 2. „ 58. In noot ') staat: (InT. no. 913); lees: no. 961. Aldaar, in noot 4) staat: (InT. no. 904); lees: no. 909. „ 60. InT. no. 6a voeg in het jaartal: 1443. „ 80. Regel 2 T. b.: de letter B vervalt. „ 84. InT. no. 156 staat: (Reg. no. 159); lees: no. 195. „ 91. Inv. no. 201 voeg in: Met nader contract. 1606." Staat: 1 charter; lees: 2 charters. „ 94. InT. no. 223 is vervallen. „ 132. InT. no. 566 staat: Aaffke Mannes; lees: Aaffke Mammes. „ 150. InT. no. 736 staat: Joucke Jans; lees: Jancke Jans. „ 182. InT. no. 931 staat: notaris T. Bavius; lees: F. Bavius. „ 184. InT. no. 935 staat: Saepck van Itthiema; lees: Inthiema. „ 198. Inv. no. 1014 staat: Syke Jacobs; lees: Sybe Jacobs. „ 995. Inv. no. 1187 staat: de Warren; lees: de Marren. „ 226. Inv. no. 1194 staat: 1 charter; lees: 2 charters. „ 279. De regesten no. 93 en no. 94 behooren chronologisch van plaats te verwisselen. , 302. Reg. no. 156 staat: notaris Lodo. Toxius; lees: Lodo, Foxius. „ 323. Kolom 1, regel 3 v. b.: Evert Goltsmit; voeg in: R. 19. „ 324. Kolom 8, regel 15 v. o.: Gerbeth Minnama; voeg in: I. 124; R. 63. „ 326. Kolom 1, regel 23 v. o. staat: Duivestein; lees: Duivenstein. „ 329. Kolom 1, regel 10 v. b.: Jan Sybrants (Auckama); voeg in: R. 81. « 330. Kolom 1, regel 10 v, o.: JeUe Juwsma, persona te Oldehove; voeg in: I. 102; R. 35. „ 334. Kolom 2, regel 10 v. b.: Margriete, gravin van der Marck en Aremberg; staat: R. 179, 181, 189; lees: R. 182, 186, 187. „ 336. Kolom 1, regel 2 v. o.: Pieter Sybrands Auckama; voeg in: I. 86, R. 81. INHOUD. Blz. INLEIDING 5 A. HET ST. ANTHOtnY-GASTHUIS 9 § 1. Het Gesticht 9 § 2. Rechtstoestand en Bestuur 38 § 3. Het Archief 45 B. HET ST. JACOBS-GASTHUIS 51 INVENTARIS 60 I. Stukken vóór 1534 60 A. Het archief van het St. Anthony-Gasthuis vóór de inlijving van het St. Jacobs-Gasthuis 60 1. Proef brieven 60 2. Verhuringen . 60 3. Beschikkingen ten bate van het gasthuis 61 4. Bezittingen 62 a. Eigendomsbewijzen van huizen en renten in de stad . 62 b. Eigendomsbewijzen van landen en renten buiten de stad 63 c. Verkoop van huizen en renten 66 B. Het archief van het Heilig-Sacramentsgilde en van het St Jacobs-Gasthuis 67 1. Stukken betreffende de stichting 67 2. Proefbrieven 67 3. Beschikkingen ten behoeve van het Heilige-Sacramentsgild . 68 4. Bezittingen 68 a. Eigendomsbewijzen van huizen en renten in de stad . 68 b. Eigendomsbewijzen van landen en renten buiten de stad 71 c Aflossing van renten en verkoop van huizen .... 74 C. Eigendomsbewijzen voor particulieren, behoorende óf tot het archief van het St. Anthony-Gasthuis, öf tot dat van het St. Jacobs-Gasthuis 75 363 Blz. D. Varia 78 a. Stukken, welke niet in het archief van het St. AnthonyGasthuis behooren 78 b. Moderne afschriften van stukken, belangrijk voor de geschiedenis van het St. Anthony-Gasthuis en van het St. JacobsGasthuis . : 79 II. Stukken na 1534 80 Het archief van het St. Anthony-Gasthuis na de inlijving van het St. Jacobs-Gasthuis 80 1. Stukken van algemeenen aard 80 a. Memorialen, accoord- en annotatieboeken, notulenboeken . 80 b. Inventarissen 81 2. Verpleegden 83 a. Proef brieven 83 b. Lijfrentebrieven ten laste van het St. Anthony-Gasthuis. . 147 c. Schuldbrieven ten laste, of ten bate van proveniers ... 148 d. Koopbrieven, testamenten en boedels van proveniers ... 150 e. Klachten van- en tucht over proveniers ....... 159 f. Contracten van uittreding van proveniers uit het gasthuis 161 g. Stukken, betreffende de opneming van verpleegden in den beyer en de doorkas 163 3. Prebenden 171 4. Algemeen Beheer 173 a. Huishoudelijk beheer 173 b. Onderhoud der gebouwen 173 c. Verhuringen 174 5. Geldelijk Beheer 176 a. Rekeningen en bijlagen 176 b. Beschikkingen ten behoeve van het gasthuis 182 c. Bijzondere ontvangsten 189 d. Belastingen en heffingen 190 6. Bezittingen en Schulden 191 a. Algemeene registers van bezittingen 191 b. Eigendomsbewijzen van huizen en renten in de stad . . . 191 c. Eigendomsbewijzen van graven 194 d. Stukken betreffende de gasthuis-zathen en -landen en losse landen 194 1. Onder Akkrum 195 2. „ Akkrum 197 3. „ Ferwerd 197 364 Bh. 4. „ Goutum 199 5. „ Goutum 202 6. , Hylaard 204 7. „ Jelsum . '. 206 8. „ Leeuwarden 207 9. » Leeuwarden .• 209 10. „ Leeuwarden 211 11. j, Lekkum 212 12. „ Lekkum 214 13. p Marssum 216 14. „ Minnertsga 218 15. „ "Minnertsga (Fol ta-State) 219 16 „ Roordahuizum 223 17 , Stiens 224 18. „ Tietjerk, aan het Oud-deel 227 19. „ Tietjerk (Lutjegeest) 229 20. , Tietjerk (Lutjegeest) 232 21. „ Tietjerk (Lutjegeest) 232 22. , Wanswerd 234 23. , Wanswerd 235 24. . Warstiens 237 e. Stukken, betreffende de gasthuisveenen te Oostermeer . . 239 f. Eigendomsbewijzen van obligatiën 241 g. Verkoop en overdracht van huizen en landen 242 h. Achterstallige inkomsten 244 i. Schulden 245 7. Varia. 246 a. Stukken, welke niet in het archief van het St AnthonyGasthuis behooren 246 b. Moderne afschriften van stukken, belangrijk voor de geschiedenis van het St. Anthony-Gasthuis 247 REGESTENLIJST 249 ALPHABETISCHE INDICES 315 A. Persoonsnamen 316 1. Voornamen 316 2. Bij- en familienamen , 342 3. Ambten, waardigheden en bedrijven 350 B. Plaatsnamen 355 AANVULLINGEN EN VERBETERINGEN 361 DE ARCHIEVEN VAN HET ST. ANTHONY-GASTHUIS 41 DE ARCHIEVEN VAN HET ST\ ANTHONIJ-GASTHUIS TE LEEUWARDEN 1425—1813 BESCHREVEN DOOR R. VISSCHER GEDRUKT TE LEEUWARDEN 1921 Inleiding. In het najaar van 1918 verzochten de Voogden van het St. Anthony-Gasthuis te Leeuwarden mij een inventaris te willen maken van het oud-archief van deze instelling. Met het oog op de betrekking, welke er sinds eeuwen tusschen dit invloedrijke gesticht en de stad Leeuwarden bestaat en het belang, dat dit archief voor het gemeente-archief en voor de geschiedenis van Leeuwarden heeft, aanvaardde ik deze opdracht gaarne, hoewel ik mij niet ontveinsde, dat deze taak, hoe aangenaam ook, veel tijd en inspanning zou kosten. Na een algemeen overzicht over het archief te hebben verkregen en de aanwezige stukken met de oude, beknopte en zeer onvolledige „Naamlijsten" daarop te hebben vergeleken, ging ik over tot de beschrijving der archieven. De tekstuitgave der „Oorkonden van het St. Anthony-Gasthuis," door den heer W. Eekhoff in 1876 uitgegeven, vergemakkelijkte dezen arbeid zeer, daar ik den oorspronkelijken tekst slechts met de gedrukte oorkonden behoefde te vergelijken. Omdat het mij bleek, dat de data niet altijd juist waren weergegeven, heb ik alle op nieuw geverifieerd, met dit gevolg, dat de data der regesten hier en daar niet overeenkomen met die der gedrukte oorkonden. x) Als grens voor de regesten stelde ik den 15en Januari 1577 vast, den datum, waarop Geokge de Lalaing, graaf van ') Zoo noemt de heer Eekhoff, in oorkonde no. 70, den 4en December 1489 als datum van een feit, dat, blijkens de voorafgaande oorkonde no. 69, reeds vóór 14 November van dat jaar moet zijn geschied, omdat hy „Sente Barbara dei translationis" stelde op 4 December, in plaats van op 8 Juli. 6 Rennenberg, door den Raad van State tot stadhouder van Friesland werd benoemd. Daarmee sloot ons gewest zich toch openlijk bij de „rebellen" in den opstand tegen Spanje aan, zoodat deze gebeurtenis als een keerpunt in de geschiedenis van Friesland mag worden beschouwd. Nadat de beschrijving der archieven voltooid was, volgde de samenstelling van den inventaris. Daar het oud-archief van het Sfc. Anthony-Gasthuis ook dat van het Heilig-Sacramentsgild en vall het St. Jacobs-Gasthuis bevat, welk gesticht omstreeks 153Sfe althans vóór November 1534, met het St. AnthonyGasthuis werd vereenigd, splitste ik den inventaris in twee deelen, n.1. in: „Stukken vóór 1534" en „Stukken na 1534". De eerste afdeeling bevat a: het archief van het St. AnthonyGasthuis vóór de inlijving van het St. Jacobs-Gasthuis, b: het archief van het St. Jacobs-Gasthuis en van het Heilig-Sacramentsgilde; de tweede afdeeling behelst het archief van het St. Anthony-Gasthuis, na zijne vereeniging met het St. JacobsGasthuis. Met de documenten van het St. Jacobs-Gasthuis zijn die van zijne bestuurders, de broeders van het Heilig-Sacramentsgilde vereenigd, daar deze beide archieven zoo dooreengestrengeld zijn, dat het niet altijd is uit te maken, of de stukken tot de eene of tot de andere instelling behooren. Wat den inventaris van het archief na 1534 betreft, heb ik eene concessie moeten doen aan eene bewerking van het archief uit 1778. Destijds heeft de heer T. N. Suringar de aanwezige losse stukken in pakketten verdeeld, waarbij hij o. m. alle stukken betreffende de verschillende zathen en landen, hetzij titels van aankomst, huurcontracten of eventueele processtukken betreffende deze boereplaatsen, in afzonderlijke bundels samenvoegde. Deze pakketten der zathen en landen heb ik om hunne practische indeeling laten bestaan; zij zijn alphabetisch naar de plaatsnamen gerangschikt in de rubriek: „Eigendomsbewijzen van landen en renten buiten de Stad". Omstreeks 500 proef brieven, tusschen 1600—1713, welke bij twintigtallen jaren, in het ruwe chronologisch bijeengelegd waren, (na 1713 zijn deze contracten in Proveniers-accoordboeken ingeschreven) heb ik zuiver chronologisch, naar den datum van de afsluiting van het contract, in den inventaris opgenomen. Geheel buiten eene rubriek „Varia" kon ik niet blijven. Doch 7 zij bevat enkel: 1°. stukken, waarvan het verband met het gasthuis niet blijkt, zoodat deze documenten, oogenschijnlijk althans, niet in het archief behooren, en 2°. moderne afschriften van stukken, welke bij de uitgave der „Oorkonden" als belangrgk voor de geschiedenis van het St. Anthony-Gasthuis aan het archief werden toegevoegd. Daar ik deze niet in den inventaris kon indeelen en ze toch niet onvermeld wilde laten, heb ik ze in de rubriek „Varia" ingelascht. Waar in den Inventaris de uitdrukkingen: deel, stuk en charter rijn gebruikt, wordt daarmee enkel te kennen gegeven, dat het betreffende document geplaatst is bg de deelen, in portefeuille, of in charterdoozen, zonder dat daarbij op de technische beteekenis dier woorden is gelet. Ten slotte wensch ik hier mijn oprechten dank te betuigen aan professor mr. R. Fruih voor de vriendelijke hulp welke hij mij bij dezen arbeid verleende, en aan de heeren dr. J. A. Romer, mr. A. Menalda en mr. J. M. van Hettinga Tromp, leden der Archief-Commissie uit het Bestuur van het St. AnthonyGasthuis, die mij daarbij steeds zeer welwillend ter rijde stonden. A. HET ST. ANTHONY-GASTHUIS. § 1. HET GESTICHT. De oorsprong van het St. Anthony-Gasthuis verliest zich in Oorsprong, den nacht der tijden. Geen stichtingsbrief is er van bekend; evenmin blijkt uit eenig gegeven, door wien dit gesticht in het leven is geroepen: hetzij door de overheid, door een gilde of door een bepaald persoon. Het oudste oorspronkelijke stuk, waarin het gasthuis wordt vermeld, dateert uit 1425. Dit is een schenkingsbrief, waarbij Jouke Burmana eene stede in de Schochstriete (thans Kerkstraat) aan het St. Anthony-Gasthuis afstaat, onder bepaling, dat, indien het gasthuis „woesthaftig werde ende urgenge", d. i. zou vervallen en vergaan, de geschonken stede door zijne erfgenamen teruggenomen kon worden. Men heeft de oprichting van het gasthuis wel eens in verband gebracht met eene bepaling uit den zoenbrief, door Albrecht van Beteben en Willem van Oostervant op 11 Augustus 1398 aan de volmachten van Oostergoo en Westergoo verleend, welke behelst, dat de laatsten een gasthuis moeten maken, „daertons „(d. i. hertog Albrecht) geneucht ende daer sullen sy dertien, „bedden in legghen ende een wijff of twee in setten, die die. „arme lude, die daer comen, ontfaen ende haffenen sullen ende elc „arm mensch, die daer comt, sal daer drie daghe legghen ende „herberge hebben". ') In 1399 werd echter voor vijf jaar vrijstelling van deze bepaling toegestaan *) en door de verdrijving van den hertog ligt het voor de hand, dat er later geen gevolg aan is gegeven. Er wordt' dan ook geen spoor gevonden van ') Charterboek van Vriesland, I. blz. 283 en 293. 2) Charterboek van Vriesland, I. blz. 295. 10 eenig toezicht op het gasthuis door beide genoemde goöen, wat stellig het geval zou zijn geweest, indien zij dit hospitium hadden gesticht. Evenmin blijkt in de 15e eeuw iets van inmenging van de Stedelijke Regeering in de zaken van het gasthuis. Dat dit door de overheid opgericht zou zijn, is dus vrij wel buitengesloten. Dankt het St. Anthony-Gasthuis zijn ontstaan dan aan een geestelijk gilde? Waar de oorsprong van dit gesticht niet kan worden nagegaan, zou het opwerpen van deze vraag overbodig^ kunnen heeten, indien de heer W. Eekhoff in zijne „Geschiedenis van het St. Anthony-Gasthuis" (welke in 1834, dus lang vóór zijne uitgave van de „Oorkonden van het St. "AnthonyGasthuis" is geschreven) niet de Broeders van het Heilig-Sacrament eerst vermoedelijk, daarna waarschijnlijk en eindelijk zeer waarschijnlijk als stichters van het gasthuis had aangewezen. Deze bewering kan echter geen stand houden tegenover de volgende feiten: 1°. Indien het Heilig-Sacramentsgild het gasthuis had gesticht, dan zou dit stellig het Heilig-Sacramentsgasthuis hebben geheeten; 2°. Dan ook zouden de gildebroeders van het Heilig-Sacrament bestuurders van het St. Anthony-Gasthuis zijn geweest. Nu wordt de naam van het Heilig-Sacramentsgilde niet alleen eerst in 1472 in de oorkonden van het gasthuis vermeld, doch ook bepaalt Hille van Zwolle, weduwe van Abent van Subhosen, in den stichtingsbrief van het St. Jacobs-Gasthuis uit 1478, dat dit gestichfr zal worden bestuurd door de voogden van het HeiligSacramentsgild, bij rade van den Persona van Oldehove „en daertoe Henbick, mijn broeder en LoEnwiCH en Habmen fan Subhusin, saelighe Abents newen" etc. Dat dit „daertoe" moet worden opgevat als „daarenboven" blijkt uit een koopbrief van 1480, waarin wordt gezegd, dat het St. Jacobs-Gasthuis wordt bestuurd door den Persona te Oldehove, met de Sacramentsvoogden en met Henobick van Zwolle, Loedwich en Habmen „saelige Abend ende Hille fryonden".l) Hendbik van Zwolle behoorde derhalve niet tot de broeders van het Heilige-Sacrament, en daar hij in 1477 voorkomt als voogd van het St. AnthonyGasthuis, waren de Sacramentsvoogden klaarblijkelijk geen bestuurders van het St. Anthony-Gasthuis; ') Zie Oorkonde no. 68. (Inv. no.. 95.) 11 3°. In 1485, zeven jaar na de stichting van het St. JacobsGasthuis, besprak Menna Wtggersma aan de voogden van dit gesticht en aan de kerkvoogden van St. Vitus te Oldehove te zaraen 55 postulaat gulden, onder bepaling, dat de laatsten van hun aandeel 5 postulaat gulden moesten geven aan de voogden van het St. Anthony-Gasthuis. Omstreeks 1533, althans vóór 13* November 1534, hebben het St. Jacobs-Gasthuis en het Heilig-Sacramentsgild opgehouden te bestaan en gingen, met hunne bezittingen, de rechten en verplichtingen der broeders over op de voogden van het St. AnthonyGasthuis. Zóó kan er in 1544 sprake zijn van de „Sacraments„armen van het St. Anthony-Gasthuis"1). Zóó vindt men in de oudst bekende gasthuisrekening van 1561 een post onder de uitgaven, luidende: „'t Convent van Gernauwert betaelt naer „ouder gewoonte als eene renthe uuyt het H. Sacramentsgylt, „de somme van 4 L. XVI st". Daarop volgen in deze rekening do uitgaven, gedaan voor het onderhoud van den dienst van het Heilig-Sacramentsaltaar in de kerk van Oldehove, „daer 't gast„huys binnen derselver kercke mee beswaert is". Hieruit blijkt, dat hot St. Anthony-Gasthuis niet uitteraard eene rente voor het Heilig-Sacramentsgilde betaalt, of de zorg voor het HeiligSacramentsaltaar op zich neemt, doch door eene toevallige omstandigheid (d.i. de opheffing van het Sacramentsgild) daarmee belast is. Daar er geene andere geestelijke broederschap te Leeuwarden heeft bestaan, aan wie de stichting van het St. Anthony-Gasthuis kan worden toegeschreven, (het Zoete-Name-Jezus-gilde is van veel lateren datum) ligt het voor de hand, dat dit gesticht zijn ontstaan te danken heeft aan één of meer privaat persoon, die, evenals Hille van Zwolle haar gasthuis opdroeg aan den patroon van wijlen haren man St. Jacob (,saelighe Arents apostel"), zijne. stichting instelde ter eere van den Heiligen Anthonius.*) ') Zie Oork. no. 157. (Inv. no. 976.) 2) In tak Huesseh en van Rijn's „Oudheden en Gestichten van Vriesland", Leiden 1728, deel I Hz. 264, wordt gesproken van eene broederschap van St. Anthonis: „Ook zijn er (te Leeuwarden), zoowel al* elders eenigo Broeder„schappen geweest. Vooral was het Broederschap van St. Anthonis aan het „altaar van denzelven Heilig, zeer vermaard". Doch dit is de eenige plaats, waar er sprake is van eeu broederschap van St. Anthonis te Leeuwarden. In geen enkele oorkonde van het gasthuis, in geen enkel document uit het archief der stad is er een spoor te ontdekken 12 Bebouwen. Al ligt het ontstaan van het St. Anthony-Gasthuis in het duister, toch mag men, op grond van de oudst bekende schenkingen, veilig aannemen, dat dit gesticht van den aanvang af in de.Groote Kerkstraat heeft gelegen. Behalve bovenvermelde schenking van eene stede in de Scochstriete of Kerkstraat door Jouke Bubmana in 1425, wijst hierop ook de gift van Utkia Jellama, die in 1530 eene halve stede, „waar de kerk mede op getimmerd is", aan het gasthuis schonk. De gasthuiskerk, welke, ofschoon reeds lang tot andere doeleinden bestemd, eerst bij de verbouwing van het gesticht in 1877 is afgebroken, stond ongeveer in hét midden . van het front van het proveniershuis, zooals dit thans in de Groote Kerkstraat is opgetrokken. Zoowel door schenking als door aankoop breidde het gesticht zich in de eerste helft der 15e eeuw sterk uit. Kampo Abbema verrijkte het in 1433 met de stede, waarop het oude kasteel van Albbecht van Beijeben, Blankenborg, had gestaan, benevens eene stede ten westen daarvan en in 1442 met eene stede op de Weerd; Fbowke Minnema en Wyka Oenama schonken omstreeks 1433 en in 1436 plekken grond ten zuiden en ten oosten van het gasthuis; de voogden zelf kochten in 1450 het huis ten oosten van de kerk aan. Ook daarna neemt het gesticht steeds in omvang toe, zoodat het aan het eind der 15e eeuw nagenoeg de oppervlakte besloeg, welke het oude gesticht thans nog inneemt.1) In (of vóór) 1433 verkreeg het gasthuis door de schenking van Fbouke Minnaha een uitgang door eene steeg op den Eewal (thans Hofplein). Een groote poort aan het einde der steeg gaf van een dusgenaamd gilde. M. i. hebben de schrijvers, door den naam: „het „St. Anthony-Gasthuis" misleid, er het „zeer vermaarde" gilde bij gedicht. Ook de uitdrukking: „het altaar van denzei ven heilig" wijst daarop. Het Gasthuis toch bezat een eigen kapel en van het onderhoud van een St. Anthonius-altaar in de kerk van St. Vitus, of in de Onze-Lieve-Vrouwe-Kerk, is nergens sprake. Misschien hebben de schrijvers gedacht aan het H. Saeraments-altaar in de St Vitus kerk, dat, na de opheffing van het H. Sacramentsgild, inderdaad dooide Voogden van het St. Anthony-Gasthuis is onderhouden. Dat men de mededeelingen van van Huessen en van Bun niet voetstoods kan aannemen, blijkt wel uit de volgende zinsnede op dezelfde bladzijde: „De burgers van Leeuwar„den hebben in 't jaar 1589 op Aldenhof een nieuwe kerk met nieuwen toren „getimmert, waarvan het grondwerk gelegt was in 't jaar 1529". Naar bekend . is, werd hier geen nieuwe kerk gebouwd. ') Het charter uit 1601 (Inv. no. 947) betreffende de erflating van His Pieters Auckama, wed. van Habmen Aebndts, is vroeger onjuist gelezen: zjj besprak niet eene kamer in de Beverstraat aan het gasthuis, zooals Eekhoff in zijne Geschiedenis van het St. Anthony-Gasthuis blz. 52 meedeelt, doch de Voogden kwamen met hare erfgenamen overeen, dat deze erfgenamen de eerste gasthuiskamer in de Beijerstraat naar goedvinden mochten begeven. iÊ toegang tot St. Anthonius-bijhof, waardoor met hooi beladen wagens het erf konden oprijden. In 1566 gingen de voogden een overeenkomst aan met Boudewijn van Loo, die, bij den bouw van het huis, dat later de residentie der Friesche stadhouders zou worden, de steeg gedeeltelijk overwulfde en eene poort aan de zijde van het Hofplein oprichtte, welke ten allen tijde door het gasthuis gebruikt zou mogen worden. Eerst in 1880, bij de verbouwing van het Koninklijk Paleis is deze toegang gesloten. De hoofdingang tot het gesticht aan de Groote Kerkstraat werd in 1682 verfraaid door het mooie poortje, dat thans gemetseld is in het front van den Juliana-vleugel van het nieuwe gasthuis aan het Schoenmakersperk. Omtrent de gebouwen en de inrichting van het gesticht in de vroegste tijden is weinig bekend. De gasthuiskapel moet reeds dadelijk bij de stichting gebouwd zijn, zooals dit gewoonlijk bij deze instellingen geschiedde; in 1430 komt zij dan ook reeds voor. In het laatst der 15« eeuw bestond het gasthuis, zooals uit oude proefbrieven valt op te maken; uit een zeker aantal woningen, eene mannen- en eene. vrouwen slaapzaal1), waarbij zich een eetzaal of reventer en eene keuken bevonden moeten hebben. Overigens zijn de berichten uit deze eeuw uiterst schaarsch; men weet alleen, dat het gasthuis in 1483 van een leien dak werd voorzien, waarschijnlijk tengevolge van de maatregelen door de overheid genomen na den hevigen brand van 13 Juni van dit jaar, welke twee honderd huizen in de asch legde. Uit de 16e eeuw is een „Memoriael" bewaard gebleven, loopend over de jaren 1558—1566, dat meer licht over de inrichting van het gasthuis werpt. Men leest er uit, dat, dank zij de offervaardigheid van joffrouwe Saepck weduwe van Burmania, in 1565 de keuken, de bottelrie, het waschhuis, het koehuis, de put en de plaats hernieuwd werden, terwijl er een geheel nieuwe beyer werd gebouwd. Het volgend jaar werden „nyeuws gemaeckt" een reventer met dubbele kraak, „bequame by de coken", eene kamer voor de voogden en voogdessen, met den kelder daaronder, „dienstich an de brouwerie", eene kleine kamer voor de keukenmoer, terwijl er voorts eene noodzakelijke herstelling werd aangebracht in het „sieckhuys" en elders. De rekening van 1561 vermeldt daarenboven, dat er in dit jaar ') Zie Oork. no. 67. (Inv. no. 2.) 14 een nieuw leien dak op de kerk werd gelegd en deze, mét den toren, geheel vernieuwd werd. Niet lang meer zou de kerk aan hare oorspronkelijke bestemming voldoen. Nadat de stad in 1580 tot de Reformatie was overgegaan, zijn er in de kerk nog hervormde godsdienstoefeningen gehouden, zooals uit de rekening over 1582 blijkt; en nog in 1589 drukt Pieter Lieuwes, vroeger prebendarius van het Heer HoLKE-leen, bij testament den wensch uit in de gasthuiskerk begraven te worden. *) Doch kort daarna, in 1603, werd de kerk ingericht tot eene algemeene woon- of zwakkamer. Langs de wanden werden legersteden aangebracht; op de galerij of kraak maakte men zes zeer kleine vertrekjes, zonder schoorsteen. Aan de westzijde der kerk lag een reventer voor de kerkbewoners. In de kerk werden de .„kleine luiden" opgenomen, die een trap lager op de maatschappelijke ladder stonden dan de rijke proveniers, welke hunne eigene kamer hadden. De laatste werden echter, bij ziekte, ook naar de kerk overgebracht, om daar verpleegd te worden, daar reeds van oudsher de bepaling bestond, dat niemand een famielielid, of dienstbode bij zich mocht laten inwonen. Eveneens vonden de welgestelde proveniers, die op eene woning moesten wachten, een tijdelijk verblijf in de kerk. Niet alles was in het gesticht „pais en vreê!" De kerkbewoners werden dikwijls minachtend door hunne meergegoede broederen bejegend; zij beklagen er zich althans eens bij de voogden over, dat zij zich, wanneer hun verblijf schoongemaakt werd, wel eens naar de „Plaats, of naar „de galerij, waar de rijke proveniers zaten, begaven en dan door „dezen met smaad werden afgewezen en teruggezonden". *) In 1667 konden kerk en toren, dank zij de erflating van een der voogdessen gerestaureerd worden. Toch moest de toren na verloop van tijd worden afgebroken, terwijl de kerk in 1783 geheel vertimmerd en in twaalf kamers verdeeld werd. Uitwendig bleef het gebouw steeds kenbaar aan de steenen beeren, welke de muren steunden, en toen ook deze aan de noordzijde werden weggebroken om aan de Kerkstraat een grootere breedte te geven, bleef hun oude plaats nog zichtbaar. Het laatste spoor van het bestaan der kerk werd eerst uitgewischt, toen het geheele gasthuis in 1877 werd geslecht om plaats te maken voor het tegenwoordige gebouw, waarvan de voorgevel 1 M. 25 cM. ') Zie Oork. no. 245. (Inv. no. 940.) 2) Inv. no. 804. Ongedateerd. 16 achteruit is gezet om de Kerkstraat op dit punt te verbreeden. Ten oosten van de kerk lag de beyer, die een afzonderlijken ingang in de Beijerstraat had; ten zuiden, de kerkebleek. Het overige terrein werd ingenomen door de gebouwen, welke noodig waren voor de huiselijke bedrijven, de voogdenkamer en de woningen der meergegoede proveniers, terwijl in het midden eene open ruimte, dienende tot plaats en bleek, was opengegehouden. Aan den zuidwesthoek van het emplacement lagen de verblijven, waarin de krankzinnigen werden opgesloten. Deze „doorkasten" zijn in 1775 opgeruimd: de meubelen en het ijzerwerk werden toen tegelijk met de voorwerpen uit den beyer verkocht. Bij de sterke toename van het aantal proveniers in de 17e eeuw bouwde men vele woningen aan en ontstonden er verschillende buurten, welke min of meer deftig waren, zooals: „de Duistere Gang", aan de westzijde, in 1604; de „Heerestraat", aan de zuidzijde, in 1623; het „Hoog" aan de oostzijde, in 1636, welke streek in 1644 met vier woningen langs de zuidzijde van den beyer werd vermeerderd: de „Nieuweburen" aan de Hofpoortzijde, in 1685, waaraan in 1696 nog zes kamers werden toegevoegd en de „Hoek", aan de Kerkeplaats gelegen.l) In de tweede helft der 18« eeuw bevatte het gesticht 56 provenierskamers, waarvan zes zeer kleine vertrekjes op de kraak der kerk lagen. Bij de verbouwing der kerk verdwenen deze, zoodat de voogden, na 1783, over 62 provenierswoningen konden beschikken. De voogdenkamer, welke in 1566 boven den kelder, op den hoek van de Kerkstraat en de Oude Gracht was gebouwd, 8) werd in 1668 naar het naastbijzijnd vertrek, dat aan het reventer der kerkbewoners grensde, overgebracht. Deze kamer bleef hare bestemming behouden, zoolang het oude gasthuis heeft bestaan. -Het doek, voorstellende den heiligen Anthonius, dat thans in de voogdenkamer van het bestuurshuis hangt, versierde daar den schoorsteen, terwijl de wanden prijkten met de portretten der voogden, die van 1678 af het St. Anthony-Gasthuis hadden bestuurd. Bij de omwenteling van 1795 werden deze doeken, ten getale van 24, aan de respectieve familiën teruggezonden. Behalve deze kamer verkregen de voogden in ') Zie Eekhoff's Geschiedenis van het St. Anthony-Gasthuis, blz. 52 en 53. 2) Memoriael van 1558—1566. Dit vertrek diende later tot reventer. 16 1783 daarnaast een grootere zaal, toen, bij de vertimmering der kerk het bovengenoemde reventer overbodig was geworden. Dit vertrek werd daarbij vernieuwd en vergroot en tot eene voogdenkamer voor bijzondere gelegenheden ingericht. Wat den beyer betreft, deze wordt in het gasthuis-archief het eerst vermeld in het Memoriael, in 1565, waar, bij de verbouwing van het gesticht, van een „geheelen nyeuwen beyaert" wordt gesproken. Waarschgnlijk zal de nieuwe beyer op de oude plek verrezen zijn. Nadat de weduwe Saepck van Bttrmania de noodige fondsen had verstrekt voor den opbouw van den beyer, moest er nog eene som worden gevonden voor de inwendige inrichting daarvan. Deze werd verkregen door eene dading met het Stedelgk Bestuur. De voogden beweerden tel., dat sinds onheuchelijke tgden aan het gasthuis eene losbare, jaarHjksche rente van 17 V» gld. uit de opkomsten van de stadswaag toekwam. Telken jare werd deze som onder de onbetaalde renten geboekt op de rekening, welke door commissarissen uit den gerechte (n.1. een burgemeester en twee schepenen) werd afgehoord en gesloten. Om nu tot een vergelijk hierover te komen, bood de Stedelijke Regeering aan, deze pretensie af te koopen tegen 300 gld., welke som de voogden, „geholden „sullen weesen te emploijeeren wel ende deuchdelijken te ver„bouwen binnen in den Beyer, ten eynde daerinne wel ende „bequamelycken goede arme burgers, burgeren kynderen, diénsthoeden ende ander diergelijcke persoenen, mit eenigen conta„giosen cranckheden geslagen ofte beladen, gelogiert ende „waergenomen ende, zoe wanneer alzulcke cranckheden binnen „deser stede niet en zijn, de gaende ende coemende vreemde „arme luyden elck voor hen persoenen drie nachten ende niet „langher geherberget ofte ontholden zullen moegen worden".1) Zoo waren beide partijen gebaat, daar de Stedelgke Regeering hieraan het recht ontleende om over een zeker aantal der beschikbare plaatsen te vervoegen. Het gasthuis moest voor het onderhoud der personen, welke door het Stedelijk Bestuur in den beyer opgenomen werden, zorgen, terwijl de Magistraat in hunne kleeding en voeding voorzag. Dit recht gaf later aanleiding tot hoogloopende oneenigheden tusschen de Stad en het Gasthuis. Bij het verval der geldmiddelen in de 18e eeuw drukte de beyer toch als een zware >) Zie oork. 184. (Inv. no. 962.) 17 last op het gesticht. Daarom besloot de Raad in 1772 voor goed af te zien van zijne rechten op den beyer en de voogden geheel vrij te laten om daarmee naar goedvinden te handelen. Nu werden de goederen en de meubelen van den beyer verkocht en het gebouw zelf, dat uit een slaapzaal, een reventer, een keuken en een moerskamertje bestond, waarbij een plaatsje en een tuintje behoorden, eerst in 1775 als boekdrukkerij aan den uitgever H. A. de Chalmot en daarna, in 1777, aan de Stad verhuurd om tot s^ads- en armenschool en wóning van den onderwijzer te dienen. In 1813 werd het nog tot dit doel gebruikt. Het gasthuis omvatte feitelijk twee verschillende instellingen: Bestemming den beyer en het proveniershuis. De beyer, waarin noodlijdende personen grootendeels om godswil werden opgenomen, droeg vnl. een tijdelijk karakter; het proveniershuis daarentegen verschafte eene levenslange inwoning aan personen, die zich in het gasthuis gekocht hadden. Eene scherpe afscheiding kan men tusschen beide instellingen niet trekken; er waren overgangsvormen: als armhuis verstrekte de beyer een blijvend onderkomen aan armen en aan minvermogenden, die eene kleine tegemoetkoming konden betalen, terwijl daarentegenhetproveniershuis ook wel huisvesting in gemeenschappelijke vertrekken verleende aan lieden, die geheel of nagenoeg gratis werden verzorgd. De beyer diende tot passantenhuis, ziekenhuis, militairhospitaal, armhuis en weeshuis. Of het gasthuis van zijne stichting af tevens tot proveniershuis bestemd was, is bij gemis aan eene stichtingsoorkonde niet uit te maken; doch stellig vindt men in den beyer den oudsten vorm van het gasthuis terug. Gewoonlijk werden „gasthuizen", zooals de naam dit reeds aanduidt, ingesteld als passantenhuis; dit blijkt ook uit den bovenvermelden zoenbrief van Albrecht van Beyeren aan de volmachten van Oostergoo en Westergoo, van 11 Augustus 1398.J) In de middeleeuwen toch kende men hier te lande geene logementen voor den gaanden en komenden man; vorsten en heeren bezaten meestal een eigen gebouw in de voornaamste steden van hun gebied, waar zij en hun gevolg een onderdak konden vinden of namen hun intrek in kloosters; doch reizigers van lageren rang, die geene verwanten of bekenden in eene stad hadden, zochten hun toevlucht of in een klooster of klopten bij een gasthuis aan, ') Zie blz. 9. 2 18 waarin hun gewoonlijk drie dagen en drie nachten logies werd toegestaan. » Naarmate het verkeer toenam en de behoefte aan nachtverblijf voor vreemdelingen meer werd gevoeld, verrezen er logementen, waarin men tegen betaling kon worden opgenomen. Dit had ten gevolge, dat de lieden, die, „om Godswille" een toevlucht in den beyer zochten, afdaalden tot den rang van landloopers en zwervers. Eene „Ordinancie van den Raedt in den Beyert", uit 1578, getuigt er van, welk slag van volk hier binnenkwam. Art. 1 luidt: „Nyemant en sall hem vervorderen eenyge kijverije, „dronckenschap, hoererije, noch andere excessen ofte ongeregelt„heyden alhier te pleegen, bij pene, dat men deselve terstondt „uyt den Beyert sal setten ende/voortaen ter stadt uyt leyen. „Oft andersins nae gelegenheyt der zaecken bgden Baedt arby„tralijcken sullen gestraft worden, anderen ten exempele"; — en art. 4: „Ende zal de (beyer-) moeder bg haer eedt geholden „weesen den Raedt aen te geven de namen en toenamen van de „onwillige personen om gecorrigeert oft anders daer mede gedaen „te worden nae behooren". De overgang van passantenhuis tot ziekenhuis ligt voor de hand. Hoevelen zullen hier niet hebben aangeklopt, uitgeput van vermoeienis na eene bezwaarlijke, gevaarvolle reis, waardoor zij gemakkelijk aan ziekte ten prooi vielen. De ordonnantie van 1578 licht ons ook hieromtrent in. Art. 3 verbiedt de beyermoeder iemand langer dan drie dagen en drie nachten in den beyer te houden: „ten waere bij sieckten ofte onweer". Doch de beyer diende üiet in de eerste plaats tot ziekenhuis voor de passanten; de „goede arme burgers, burgeren kynderen, dienst„ boeden en andere diergelijcke persoenen, met eenigen conta„giosen cranckheden geslagen ofte beladen", gingen voor, volgens de overeenkomst, in 1565 tusschen de Magistraat en de gasthuisvoogden gesloten.') Zoo werd de beyer dus ten deele eene stedelijke inrichting voor besmettelijke ziekten. Art. 6 der ordonnantie van 1578 zegt dan ook, dat de moeder, indien de nood dit eischt, gehouden zal zijn „in den beyert te nemen arme verlatene persoenen, „kranck zijnde van pokken, ofte anders geinflciert". Ook pestlijders zijn in den beyer verpleegd, o.m. in 1517. *) Soms ') Zie blz. 14. i~ *) Zie oork. no. 112. (Inv. no. 87.) In zijne Geschiedkundige Beschrijving van 19 gebeurde het, dat kranken uit andere plaatsen naar het gasthuis ter behandeling werden overgebracht. Dit blijkt o.m. uit het memoriaal der voogden: op 26 Augustus 1630 werd er eene jonge dienstmaagd uit Minnertsga opgenomen „voor niet langer „dan drie weken, om te genezen van eene quellinghe in den arm*'. Ook als militair ziekenhuis en tehuis voor oud-gedienden deed de beyer dienst. De laatsten werden daarin meestal opgenomen tegen geheele of gedeeltelijke storting van hun pensioen, terwijl de militaire zieken op staatskosten verpleging vonden. ') De patiënten, zoowel in den beyer als in het proveniershuis, werden behandeld door een chirurgijn, die vast aan het gasthuis was verbonden. Ofschoon in de rekening van 1561 geen post voor een chirurgijn voorkomt, moet het gasthuis toen sinds lang een vasten chirurgijn of barbier bezeten hebben. In het oudste memoriaal staat n.1. aangeteekend: „Op huyden den XXe Mey anno „(15)63 hebben wy Voechden van 't gasthuys angenommen tot „een Chiruergin ofte Barbier Mr. Pieter Janszoen van Worckum, „burger deesser stede, voer die zomma van tien carolusgulden „iaers, waervoer hij gehouden zal weessen alle die cranken int „gasthuys na zin beste vermoegen te cureren ende geneessen, „gelijck als zin predicesseurs gedaen hebben, ende dit alles tot „revocatie van die Voechden". Moesten, zooals hieruit blijkt, oudtijds alle patiënten in het gasthuis door den chirurgijn behandeld worden, in den loop der jaren schijnt hierin eene wijziging te zijn gebracht. Uit de instructie van den chirurgijn van 7 Juni 1729 zien wij n.1., dat niet onder zijne behandeling werden gesteld: „soodanige personen, „die selfs van vermogen zijn ofte op versoeck van dese oft geene „in de Beyer of Doorkassen (sijn) opgenomen ofte besteed, maar „werdt sulx gelaten ter besorginge van de besteeders, 't zij „voogden, vrinden oït anders". — Zoo werden personen, die van Leeuwarden, II. blz. 84, deelt Eekhoff mee, dat de beyer van het St. AnthonyGasthuis bij de groote pest-epidemie van 1681—1583 voor pestlijders werd ingeruimd. Dit heb ik nergens bevestigd gevonden. Integendeel: de gasthuisrekening over 1582, waaruit dit dan wel in de eerste plaats zou moeten blijken, bevat daarover geen enkele aanwijzing. Zoo ontvangt de chirurgijn over het tijdvak van Mei 1581—Mei 1582, en later nog van Mei—November 1582 zijn gewone salaris, „ verdiendt binnen den gasthuyse anden gewonde ende andere crancke pacienten". Indien er pestlijders waren verzorgd, zou dit stellig hier ten minste vermeld zijn. ') Zie de rekening over 1582 (Oorkonden deel II, blz. 740), waarop o. m. een post van 101 gld. 18'/2 stv. voorkomt, welke door de Staten van Friesland aan het gasthuis werden betaald voor het onderhoud van vier gewonde en zieke Engel sche soldaten. 20 stadswege in den beyer waren geplaatst, op stadskosten door den stads-medicus en -chirurgijn verpleegd. Aan de zorgen van den gasthuis-chirurgijn bleven dus opgedragen: de arme proveniers, hetzij, dat deze geheel ten laste van het gasthuis kwamen (de zoogenaamde „gasthuiskinderen"), of door de voogden en voogdessen voor onvermogend werden verklaard. Hij verbond zich tevens om de mannen, zoowel de proveniers als de beyergasten, die geen scheerloon konden betalen, Vrijdags om de veertien dagen te laten scheren. Daarbij moest hij „de personen „in den beyer, in cas van allerhande toevallen" als chirurgijn bedienen, en de lijders, die van gasthuiswege in de doorkassen werden verpleegd, verzorgen. Ook de bedienden van het gasthuis stonden onder zijne behandeling. De belooning voor al, deze diensten, welke in 1563 tien gulden 'sjaars bedroeg, was in 1628 tot 40 gld. benevens twee schuiten turf geklommen en werd in dat jaar gebracht op 60 gld. zonder turf. In 1686 troffen de voogden eene overeenkomst met den als provenier in het gasthuis opgenomen chirurgijn Mr. Symen Harmenr, om den dienst in het gasthuis te verrichten tegen 50 gld. De chirurgijn Tiberius Piersma werd in 1729 op een tractement van 75 gld. 's jaars benoemd, welke jaarwedde in het vervolg gehandhaafd bleef. De titularis moest daarvoor, uit eigen beurs, alle medicamenten, zelfs wijn en brandewijn aan de patiënten verstrekken; alleen het linnen kwam ten laste van het gasthuis. x) In 1798, bij den dood van Wigerus Alma, die, in 1732 tot gasthuis-chirurgijn benoemd, op lateren leeftijd ook in het gesticht woonde, werd de betrekking opgeheven. In de eerste helft der 17e eeuw bezat het gesticht tevens een vasten dokter, die het eerst vermeld wordt in 1628, in verband met eene wijziging van zijn tractement. 2) Later werd dit op 120 gld. gebracht, waarvan hij eveneens de geneesmiddelen voor zijne patiënten moest betalen. Nadat de heer Dr. Justos Schellingen in 1718 tot gasthuis-dokter benoemd was, bleek omstreeks 1730 dat de instructie van den geneesheer verloren was geraakt. Zijne „aanteekening" is, zonder naderen datum, in het accoord- en annotatieboek van 1730—1775 dus ingeschreven: „De heer Justus Schellingen, Med. Dr., aangesteltop ') Oudtijds bestond deze bepaling niet, daar uit de rekening van 1582 blykt, dat de toenmalige chirurgijn mr. Pieteb Joestzn. zjjne medicamenten in rekening bracht. *) Memoriaal 1628. Sept. 14. 21 „een tractament van 120 gulden jaers. Sgn instructie of aen„tekeninge niet te vinden, maer dient dat deselve daer voor „moet bedienen der Gasthuis arme en onvermogende proveniers, „alsmede de proveniers, die geheel tot laste van het Gasthuis „zijn en alzoo gasthuiskinderen genaamt. Ook de moeren, knegten, .meiden, als bedienden van het huis, als mede Beyer en Doorlassen voor soo verre als de persoonen daerinne geplaatst ten „laste van het Gasthuis sijn en sulx alles met de leverancie van „medicamenten tot Sijn E. laste, exempt oud toeck". Na den dood van Dr. Schellingen, in 1750, werd er uit bezuiniging geen medicus meer aangesteld. Wat de rampzalige lijders aan krankzinnigheid betreft, die zoowel onder de verpleegden in den beyer als onder de prove» niers voorkwamen, deze werden in twee soorten verdeeld. De zachtaardigen onder hen werden in de gemeenschap opgenomen, en verplicht tot het doen van de diensten, waartoe zij in staat waren. Zoo werd, volgens besluit van de Voogden van 17 April 1634 een „jonggesel, in sijne sinnen gekrenckt, gehouden al dat „werck te doen, 't gene men verstaet dat door hem gedaan „kan worden"; zoo diende er een innocent meisje in den beyer. De ernstige patiënten, die gevaar voor de omgeving opleverden, werden opgesloten in de doorkassen, waarvan er. eenige aan den zuidwesthoek van het terrein van het gasthuis waren gebouwd. Van eene verpleging in den waren zin des woords was hier geen sprake; die rampzaligen werden alleen uit de gemeenschap verwijderd. Werden er in den beyer dikwijls zwakzinnigen verpleegd, ook onder de proveniers kpmen vele „innocenten" of idioten voor. Zoo sterk was hun aantal, dat er in een besluit van de voogden, in Januari 1633, zelfs wordt gesproken van een zwakzinnigen provenier, die aan de „innocenten-tafel" zal eten. Behalve aan passanten en zieken bood het gasthuis ook een toevluchtsoord aan armen, die zichzelf niet meer konden onderhouden. Dit blijkt o.m. uit het octrooi, dat koning Philips II in 1558 aan de Magistraat van Leeuwarden verleende op eene ten bate van het gasthuis te houden loterij. Daarin wordt de aanhef van het request van het Stedelijk Bestuur herhaald, luidende, dat er: „binnen derselver stede gefondeert is een Gast„huys ter eeren van Sinte Antheunis, daer moet men aanveerden „ende onderhouden alrehande crancke siecke ende gebrecklijcke 22 „menschen ende daerenboven de buyten-weeskinderen ende „vondelingen van 't plattelandt, mitsgaders oick een groot getal „van arme, oude mans- ende vrouwen per soonen, onmachtigh den „cost te winnen".1) Ofschoon ook in het proveniershuis wel minvermogende lieden, hetzij gratis, hetzij tegen eene geringe vergoeding werden opgenomen, die dan in een gemeenschappelijk vertrek, of wel buiten het gasthuis sliepen en hunne maaltijden aan de arme provenierstafel in het reventer gebruikten, zoo was toch de beyer meer bepaald als armhuis aangewezen. De Stad zond niet alleen hare besmettelijke zieken, doch ook hare armen hierheen. Het gasthuisarchief bevat verschillende requesten van armen aan de Magistraat om in den beyer te mogen worden opgenomen. Zij moesten dan een borg kunnen stellen voor hunne kleeding en begrafeniskosten. Het kwam echter ook voor, dat verpleegden in den beyer een kleine jaarlijksche tegemoetkoming (van 50 of,70 gld. 's jaars) of een gering entreegeld (150 gld.) stortten, zoodat beyer en proveniershuis elkaar op dit punt de hand reiken. Wat de „buyten-weeskinderen en de vondelingen van het „plattelandt" aangaat, deze werden, blijkens de oudste rekeningen, meestal uitbesteed. In de rekening van 1582 wordt daarnevens eene belooning aan den beyervader vermeld voor het „onderhouden van een arm kint" in den beyer. Toen het Burger Weeshuis in 1596 zijn aandeel in de kloostergoederen aanvaardde, nam het de verplichting op zich om „die stadt te ontlastigen „van den weesen exempt die innocent ende sinloos" zijn. Over het onderhoud der zwakzinnige weezen rees nu een geschil tusschen de voorstanders der Huisarmen en de voogden van het St. Anthony-Gasthuis, zooals blijkt uit een ongedateerde „Memori" der eersten aan den gasthuisvoogd, burgemeester Hesskl Aysma. *) Het gasthuis toch was alleen belast met het onderhoud der „buyten-weeskinderen". Hoe dit geschil is beslecht, is, bij gemis aan rekeningen en andere bronnen, niet na te gaan. Zoodra het Nieuwe Stads-Weeshuis in 1676 was geopend, werden, de „innocente" stadsweezen daarin verzorgd. De gasthuisrekeningen uit de 17e eeuw vermelden geene uitgaven meer ten behoeve van arme idiote weezen. ') Zie Oork. no. 168. (Inv. no. 960.) 2) Zie Oork. 267. (Inv. no. 1328). Hessel Aysma was gasthuis voogd van 1589 tot 1597. 23 Voorwaar, de lasten, welke op het gasthuis drukten, waren zwaar. Daarbij kwam, dat de voogden, als erfgenamen van het Heilige-Sacramentsgild, bij de opheffing van deze broederschap en van het door haar bestuurde St. Jacobs-Gasthuis, hun deel hadden gekregen in de zorg voor de huiszittende armen. In de oude rekeningen komen dan ook posten voor, onder het hoofd: „Utgaeve van penningen, die den armen huyszitten ende „andere schamele luyden, woenende buytten 't voersz. gasthuys, „om goedeswille gegeven zijn, met 't gene daeraen cleeft". En in genoemd request aan Philips H verklaart de Magistraat, dat de voogden „overmits den voerledenen groeten ende extremen „dieren tijd van coern groote aelmoessenen deden en vele „menschen onderhielden". Aan sommigen gaven zij eene vrije woning, aan anderen ondersteuning in geld of levensmiddelen, hetzij dat deze aan huis werden bezorgd, of dat de armen hun maal haalden aan de keuken van het gasthuis. Eveneens stonden de voogden aan armen en gebrekkigen (zoo aan een jonkman, die aan eene oogziekte lijdt) toe, de maaltijden in het reventer van het proveniershuis te gebruiken. Aan de vrouwen werd daarbij gelast, dat zij zonder huyck zouden komen, „opdat zij geen eten mee zullen nemen". In het „maalhalen" en in het verstrekken van maaltijden in het reventer, of van onderdak en kost aan behoeftigen en minvermogenden, doet de liefdadige strekking van het proveniershuis zich nog kond. Maar voor de finantiën van het gesticht was het verre van ondienstig, dat zich ook rijke proveniers in het gasthuis vestigden. Of het St. Anthony-Gasthuis reeds van zijne stichting af aan proveniers gelegenheid heeft gegeven om zich, tegen betaling, van een rustigen ouden dag te verzekeren, is niet vast te stellen; doch zoo niet, dan heeft het gesticht toch reeds kort na zijne oprichting als proveniershuis dienst gedaan. In den oudst bekenden proefbrief, die uit 1477 dateert, wordt n.1. gesproken van eene proveniersche, die verzorgd zal worden in „lieve ende siele, nae de ghevoente onzes gasthuwses". Deze proveniersche, Benne Jacobs, kwam uit Noordermeer: zij was dus geene burgeres van Leeuwarden. In tegenstelling met den fundatiebrief van het St. Jacobs-Gasthuis, • waarin Hille vah Zwolle den wensch uitspreekt, dat eerbare, oude, zieke en verarmde „burgers en burgeressen" zullen worden opgenomen, hebben de voogden van het St. Anthony-Gasthuis 24 destijds nimmer de opname van proveniers van hunne woonplaats afhankelijk gesteld. Wat was natuurlijker in die eeuw van anarchie in Friesland dan dat welgestelde, oude, onbeschermde lieden van het platteland een toevluchtsoord zochten binnen de steden, in het veilige gasthuis? Deze eerste proef brief is merkwaardig om de gegevens welke hij bevat omtrent de rechten en plichten der proveniers. Zij worden door het gasthuis voorzien van woning, voedsel, kleeding en schoeisel en voorts van alles, wat zij naar lijf en ziel behoeven. Daarentegen staan zij hunne bezittingen geheel of ten deele aan het gasthuis af, verplegen de zieken en werken voor het gestieht. Benne Jacobs, die veel aanbracht, werd uit dien hoofde bijzonder ontzien: zij zal er „nyt toe verbonden „wesen tot enich syecken te verwaren, noch tot enich werck te „doen, meer dan hoer luste te doen, of doen se vermach, ende „dat sal see doen voer dat ghemende hus, ofte orber, went see „all hoer neetdrofte hebben sal van den huse als voersz. is". Daarenboven werd haar eene andere kamer beloofd, omdat zij niet ingenomen was met de „stede", welke de voogden haar hadden aangewezen. Bij een volgenden proefbrief, uit 1489, wordt aan de proveniers jaarlijks eene bepaalde som voor kleeding en schoeisel verstrekt; deze moesten één vertrek met een ander echtpaar deelen. Uit 1631 dateert een proefbrief, waarbij de proveniers zelf zorg moeten dragen voor kleeding en schoenen, terwijl de man, die metselaar is, gehouden zal zijn het metselwerk in het gesticht te doen, waarbij hij „s'daegs op 't werck" een halve kan bier zal ontvangen; een andermaal moeten de proveniers zelf voor bedderij en kleeding zorgen. Zoo wisselen de bepalingen telkens; doch, zoodra dit mogelijk is, worden de voor den gasthuisdienst geschikte proveniers ten bate van het gesticht aan den arbeid gezet: de vrouwen spinnen, de mannen oefenen hun ambacht uit, of houden toezicht op het vee, de landerijen en de veenen van het gasthuis. Ook de proefpenningen liepen zeer uiteen. Dit hing samen met de meer of mindere welgesteldheid der proveniers, die naar gelang van de som welke zij stortten, gehuisvest werden in een gemeenschappelijk vertrek, of eene afzonderlijke kamer verkregen. Ook gaf de ligging der kamers in de verschillende* buurten nog een groot onderscheid in deftigheid aan. Soms gebeurde het, dat aan twee echtparen eenzelfde vertrek tot 25 bewoning werd aangewezen; soms werd de bepaling gemaakt, dat bij het overlijden van één der echtelieden, een ander provenier of proveniersche de opengevallen plaats zou innemen; meestal moest de overlevende echter de woning ontruimen en eene andere kamer betrekken. De kamerbewoners ontvingen brandstof (wekelijks twee manden turf) brood, boter, bier en melk in hunne woning en gebruikten tweemaal per dag een maaltijd in de „stove" of reventer, waar eene tafel voor de rijke proveniers en eene tafel voor de arme proveniers werd aangerecht. De gewoonte om brandstof en levensmiddelen aan proveniers in hunne eigene kamers te verstrekken gaf in 1557 aanleiding tot een hevigen twist, welke zoo hoog liep, dat hij voor het Hof van Vriesland werd gebracht. Op bezuiniging bedacht, onthielden de voogden, die in 1558 verklaren, dat ,,'t voers. gasthuys meer dan drye duysent guldenen ten achteren is gegaen", aan de kamerbewoners hun brandstof en ontbijt. Dit wekte eene hevige verontwaardiging. Acht proveniers wendden zich tot den Hove van Vriesland met een request, waarin zij betoogen, dat de voogden hun te kort doen, daar zij volgens hunne proefbrieven recht hebben op brandstof, brood en boter in hunne woningen. In één dezer proefbrieven stond dit ook werkelijk in woorden uitgedrukt; in de andere beloofden de voogden de proveniers „in cost, dranck en huysvestinge" te zullen onderhouden, zooals zij dit de „andere goede proveniers" doen. De zaak werd bijgelegd door den Commissaris van het Hof; onverkort ieders recht, zouden de proveniers voorloopig tot Pinksteren 1558 hunne toelage ontvangen in brandstof en levensmiddelen, terwijl degene, wiens proefbrief op dit punt nauwkeuriger was, in het voortdurend genot bleef van wat hem was toegezegd. Hoe deze zaak geregeld is, blijkt niet. Ofschoon geen geschil weer zoo hoog geloopen is, dat de tusschenkomst van het Hof noodig bleek, heeft toch één maatregel van het bestuur nog eens een storm te voorschijn geroepen, waarvoor de voogden de vlag moesten strijken. Dat gebeurde in den winter van 1745, toen het reventer, om brandstof en licht uit te sparen, 's avonds om zes uur, in plaats van zoo'als gewoonlijk om negen uur, gesloten werd. De verontwaardiging, welke dit bij de oude mannen wekte, was hevig: zij dreigden recht te zullen zoeken bij het Hof, met dit gevolg, 26 dat de „treemter" tot 's avonds negen uur geopend bleef. *) Stellig, het bestuur van het gasthuis was het tegendeel van eene sinecure voor de voogden: voor al hunne belangelooze inspanning hadden zij met zware zorgen te kampen. Daarbij schijnen er voor en na vele misbruiken ingeslopen te zijn. Burgemeesteren, Schepenen en Raden van Leeuwarden achtten het althans noodig in 1578 „bij ad vijs ende consent van den „Voochden" eene verordening op het gasthuis vast te stellen, om „te versien ende remediëren inden inconvenienten ende mis- " „bruyckingen die dagelycx gebeuren ende vallende zijn den „Gasthuyze van Sincte Anthonys bynnen deser Stéde zoo deur „den proevenaeren als anderen in den gasthuyze residerende". De eerste bepalingen gelden het Bestuur; uit de laatste, welke meer in het bijzonder den inwendigen dienst betreffen, zou men opmaken, dat tucht en eerlijkheid onder de bewoners van het gasthuis nog al te wenschen overlieten. Zoo moeten, volgens art. 15, de deuren van het gesticht des zomers en des winters na aanvang van den avondmaaltijd gesloten worden en den geheelen nacht gesloten blijven, opdat de zieken niet in hunne nachtrust gestoord zullen worden en „den provenaers van vreemde „gasten bevrijet ende ongemolesteert moegen weesen". Ook mogen er geen vreemde personen in 't gasthuis of in de provenierskamers overnachten, tenzij met goedkeuring van de voogden en de buitenmoérs. De zieken toch, die oppassing behoefden, mochten niet in hunne kamers blijven, maar moesten worden overgebracht naar „'t sieckhuys", dat in 1566 eene „noottruftige „reparacie" had ondérgaan. In 1603 werd de kerk tot dit doel ingericht. Voorts moet de deur van de keuken op slot blijven, opdat er geene levensmiddelen of andere waren weggenomen kunnen worden, zonder voorkennis en toestemming van de voogden en buitenmoérs. Evenmin mag er iemand in het bak- en in het brouwhuis komen, die daar niet van noode heeft. Buitendien mogen al degenen, die hun maaltijd in het gasthuis krijgen, niets van de spijzen naar hunne kamers of elders meenemen. Ten slotte zullen de voogden een sleutel hebben van al de deuren, hetzij van de provenierskamers of van andere vertrekken, om deze naar believen te visiteeren. ') Zie Inv. no. 805. 27 De straffen, welke op overtreding van deze bepalingen stonden, waren streng. De provenier die het waagde iets van de spijzen van de gemeenschappelijke maaltijden haar zijne kamer of elders mee te nemen, kon gestraft worden met inhouding van „kost en logies" gedurende ten hoogste drie maanden naar „discretie ende moderatie" van de voogden. Dengenen, die alleen in het gasthuis aten, werd, indien zij spijzen meenamen, de vergunning tot deelneming aan de maaltijden ontzegd; dit gebeurde o. a. in 1629, met iemand, die een stuk rookvleesch in zijn zak had gestoken. Zelfs is het voorgekomen dat een maalhaalster gedurende zes weken van den maaltijd buitengesloten werd, omdat zij blijken had gegeven van een lekkerbek te zijn. ') Bij dronkenschap, twist of ander vergrijp wordt de delinquent óf gestraft met verbanning uit het gasthuis voor een bepaalden tijd, zonder vergoeding voor kost of drank, of hij mag gedurende een maand het gesticht niet verlaten. Overtrad hij dit verbod, dan werd hij opgesloten, hetzij in zijne kamer of „aan het blocq". *) De zorg voor het zieleheil der gasthuisbewoners was voor de Kerkelijke Hervorming opgedragen aan den pastoor der parochiekerk van p^enden1 Nijehove, die den dienst daar door zijn kapelaan liet waarnemen. Voorts was er aan de St. Anthony-Gasthuis-kapel een leen verbonden. Omtrent den dienst van den prebendarius, die dit leen genoot, blijkt niets: waarschijnlijk zal hij er slechts de mis bediend en gepreekt hebben. De eenige gasthuisrekening, welke aanwezig is uit den tijd voor de Reformatie, die van 1561, behelst daaromtrent geene aanwijzing. Men ziet daaruit slechts, dat - terwijl heer Symon Spannknbebger, die in deze rekening wordt genoemd, prebendarius van St. Anthonis-capelle was -, de gasthuisvoogden den kapelaan van den pastoor der Onze-Lieve-Vrouwe-kerk te Nijehove bezoldigden: „ter cause, „dat hij de sepulturen ende communicatiën van den Sacramenten „binnen thyde dezer reeckeninge gedaen en bewaert heeft".8) ') Resolutie der Voogden van 16 April 1629. 2) Resolutie der Voogden van 9 Oet. 1628. 3) In 1430 alleen wordt gesproken van de kerk van het St. Anthony-Gasthuis, n.1. bij de schenking van eene halve stede „der dio tzerke mey op tymmereth is"; in latere stukken vóór de Hervorming, evenals in de rekening van 1582, heet dit gebouw de kapel. Wat den dienst betreft, is het voornaamste verschil tusschen eene kapel en eene kerk wel dit, dat de priester of geestelijke, die aan de kapel verbonden is, niet belast is met de cura animarum, welke den '28 Ook van de werkzaamheid der prebendarii buiten hunne ambtsfunctiën merkt men weinig. Van hen, wier namen tot ons gekomen zijn: heer Albert, van wien in 1483 wordt gezegd, dat hij „in foertiiden pronda-prester in St. Anthonius „jesthws" was; heer Peter Baerndzoen, voorkomend in 1483 en 1489; heer Holke, genoemd in 1511, en heer Symon Spannenberger, die het ambt van vóór 1543 tot 1582 heeft bekleed, treedt er slechts één meer op den voorgrond, n.1. Peter Baernds, die in 1483, met de voogden, aan de executoren van het heer AxBERTS-leen eene eeuwige rente verkoopt, en in 1489 met de voogden proveniers aanneemt en in hetzelfde jaar als scheidsrechtér fungeert. *) De inkomsten van het St. Anthony-Gasthuis-leen waren gering, zoodat de gasthuisvoogden, als collatoren van dit leen, met Tjaerd van Burmania overeenkwamen om het gasthuis-leen te vereenigen met het heer ScHELTE-leen, dat door een prebendarius in de St. Vitus-kerk te Oldehove werd genoten en waarvan het collatie-recht aan Tjaerd van Burmania toekwam. Zeer waarschijnlijk is de eerste prebendarius, die de inkomsten van deze vereenigde leenen heeft getrokken, heer Holke geweest, daar het leen later naar zijn naam wordt genoemd, terwijl hij in 1511 nog enkel het gasthuis-leen bezat.8) Vóór 1540 is de gasthuiskapel met een ruimer leen begiftigd door Frans van Minnema, wiens erfgenamen, als collatoren van dit leen, heer Symon Spannenberger omstreeks 1543 tot prebendarius benoemden. 8) Het heer HoLKE-leen werd nu door zijne collatoren: de voogden van het St. Anthony-Gasthuis en de erfgenamen van pastoor eener parochiekerk toekomt. De zielezorg der gasthuisbewoners was blijkbaar niet door den pastoor der parochiekerk Onze-Lieve-Vrouwe te Njjehove aan den prebendarius der gasthuiskapel opgedragen; want, indien heer Symon Spannenberger zich in 1661 tijdelijk, bijv. door ziekte, had laten vervangen door den kapelaan van den pastoor te Nijehove, dan had hij zijn plaatsvervanger uit zijne prebende moeten bezoldigen, terwijl uit de rekening van dat jaar (waarin heer Symon ook genoemd wordt) blijkt, dat de voogden zeiven den kapelaan voor zijne diensten beloonen. Zoo kon Allert Claesz. in 1493 ook aan het gasthuis eene schuit turf en aan de priesteren aldaar elk een halven gulden bespreken. ') Eekhoff noemt nog een Pietek Lieüwes als prebendarius in de St. AnthonyGasthuis kapel (zie Oork. 246. Inv. no. 910). Deze Pieter Lieüwes was echter prebendarius in de St. Vitus kerk te Oldehove en genoot de saamgevoegde Heer Schelte- en St. Anthony-Gasthuis-leenen, onder den naam van het Heer HoucE-leen (zie Oork. 167. Inv. no. 887). 2) Zie Oork. 106 en 191. (Inv nos. 35 en 889). 3) Zie Oork. 156a en 288. (Inv. nos. 883 en 892). 29 Tjaerd van Burmania. begeven aan een prebendarius in de St. Vituskerk te Oldehove. ') Zij kozen daartoe heer Ariaen Warnaerszoon en toen deze er in 1546 vrijwillig afstand van gedaan had, heer Wilhelmus Cato Hannonius. Daarna werd het verleend aan heer Pieter Lieüwes, die het in 1558 vrijwillig resigneerde, waarschijnlijk omdat hij, zooals uit zijn testament blijkt, tot de Hervorming was toegetreden. *) Hij werd opgevolgd door Retner Fransz, klerk des bisdoms van Utrecht. De laatste, die dit leen (tot 1582) heeft genoten was de zoon van Cornelijs mesmaker, alias Meske. In 1582 gingen de gasthuisvoogden eene overeenkomst aan met Jhr. Claes Cater als echtgenoot van Anna van Burmania, collatrice van het leen, waarbij de aanspraken van beide partijen op deze prebende werden geregeld. Daaruit blijkt, dat het gasthuis gehouden was geweest jaarlijks zeven goudguldens voor dit leen te storten. *) Eerst in 1587 werd er eene overeenkomst getroffen met de erfgenamen van Frans van Minnema, betreffende het Spannenberger-leen. Blijkens dit contract was er aanvankelijk tusschen de collatoren uit het geslacht van Minnema eenerzijds en de stad Leeuwarden en de gasthuisvoogden anderzijds, een geschil gerezen over het jus patronatus van deze prebende, dat in 1541 ten gunste van eerstgenoemden was beslist. 4) In den vroegen winter van 1582 overleed heer Symon Spannenberger, die in 1581 als „uitlandig" staat aangegeven. Behalve enkele bewijzen van zorg voor zijne geldelijke belangen heeft hij, in zijn bijna veertigjarige loopbaan geene sporen van eenige werkzaamheid nagelaten.6) Ja, het schijnt zelfs, alsof de voogden eene grieve tegen hem hadden, daar zij in 1584 - toen zijn natuurlijke zoon voor het gerecht der stad Leeuwarden aanspraak op de inkomsten der prebende maakte ten behoeve van diens kinderen, - verklaren, dat, ofschoon Spannenberger tijdelijk vier koegangen in Janthiema-fenne van hen had ontvangen „deur „ vruntschap, omme die selffs te gebruycken tot sijn eigen nooddruft ende gerieve, hij dezelve an eenen derden wederomme „hadde verhuyrt ende jaerlicx de huyre daeraff genooten". 8) ') Zóó kon er in 1674 sprake zijn van het „Heer HoutE-leen tot Oldehove. (Zie Oork. 191. Inv. no. 889.) 2) Zie Oork. 246. (Inv. no. 940.) 3) Zie Oork. 217a. (fav. no. 890.) 4) Zie Oork. 288. (Inv. no. 892.) 5) Zie Oork. 160, 161a en b, 221. (Inv. nos. 886, 886, 887 en 891.) e) Zie Oork. 281. (Inv. no 891.) 30 Na zijn dood wilden Stad en voogden nog rechten op de prebende laten gelden, doch, gewezen op de acte van renunciatie van 1541, trokken zij zich terug. Daarop sloot Taco van Cammingha in 1587, als curator over de weezen van Pieter van Cammingha en vrouwe Frans van Minnema, een contract met de voogden, waarbij werd bepaald, dat het gasthuis de goederen, tot het leen behoorende - de voogden hadden de pastorie reeds verkocht - zou ontvangen, terwijl de erfgenamen van Frans en Wyts van Minnema l) het recht verkregen, om steeds gratis over één proveniersplaats in het gasthuis te beschikken en daarenboven eenige zieken in het gesticht ter verpleging te doen opnemen. Na de Hervorming zijn er in de gasthuiskapel nog godsdienstoefeningen gehouden door de Leeuwarder predikanten. In de gasthuisrekening over 1582 wordt n.1. de volgende post gevonden: „Noch ontfangen van 't geen onder die predicatiein „den Gasthuyscapelle met dat ommegaen vergaert, ende van „die tijt aff dat men aldaer begonnen heeft thoe prediken tot „nyuwe jaer thoe vercregen heeft, die somma van twie ende „veertich karolus gulden, thien stuvers." Lang heeft dit echter niet geduurd, daar de kerk in 1603 tot andere doeleinden is ingericht.*) Daarmee zijn de kerkelijke diensten in het gasthuis geëindigd; ook bestaat er geene aanwijzing, dat er een ziekentrooster, belast met de geestelijke verzorging der zieken, aan het gesticht verbonden zou zijn geweest. Pinantiën. Het spreekt van zelf, dat de bloei van het gasthuis ten nauwste samenhangt met den algemeenen ecónomischen toestand des lands. Over den staat der finantiën van het gesticht in de 15e eeuw kan men, bij gebrek aan gegevens, moeilijk een oordeel vellen: de toestand van anarchie, waarin Friesland destijds verkeerde, zal zijn nadeeligen invloed ook op het gasthuis hebben uitgeoefend, doch de schenkingen om Gods wille vloeiden toen nog toe. In het midden der 16e eeuw, toen het land zuchtte onder de zware beden, welke voor de kostbare oorlogen, door Karei V en Philips II buitenlands gevoerd, ver- ') Hieruit, zoowel als uit den datum der bovengenoemde acte van renunciatie van 7 Sept. 1541, blijkt, dat de insteller van het leenj Frans Minkema Jr. is geweest, die na 1529 hertrouwde met Wyts vak Jowinga en in 1540 stierf. Zijn vader Frans Minnema Sb. stierf in 1512. 2 Zie blz. 14. 31 eischt werden, en in de eerste jaren van den tachtigjarigen oorlog doorleefde het gasthuis eene crisis, die zijn bestaan bedreigde. Gedurende het bloeitijdperk der Republiek in de 17« eeuw genoot het eene ongekende welvaart, terwijl er bij de algemeene verslapping en den finantiëelen achteruitgang van ons land in de 18» eeuw voor het gasthuis eveneens een tijd van groote geldelijke moeilijkheden aanbrak, welke het gesticht in het Napoleontisch tijdvak aan den rand van den ondergang brachten. Oudtijds bestond het bezit van het gasthuis grootendeels, zoo niet uitsluitend, in onroerende goederen en grondrenten; langzamerhand, naarmate het finant ie wezen zich ontwikkelt, treedt daarnevens de eigendom van rentegevende papieren op. Bij het ontbreken der rekeningen uit de 15e, nagenoeg de geheele 16e en de eerste helft der 17e eeuw, ') kan men niet nagaan over welke geldmiddelen het gesticht destijds kon beschikken. Men mag echter veilig aannemen, dat het zijne voornaamste bron van inkomsten te danken had aan erflatingen en schenkingen, waarmee godsvruchtige personen het gesticht bedachten. Daarnevens ontving het de proefpenningen of entreegelden der proveniers, met hetgeen zij aan roerende goederen meebrachten, tenzij hierover van te voren anders was beschikt, benevens de opbrengst der collecten langs de huizen. Ook genoot het gesticht vrijdom van eenige belastingen. In de 16e eeuw verkreeg het gasthuis tweemaal eene aanzienlijke vermeerdering van grondbezit. Omstreeks 1533 verdween het Heilige-Sacramentsgild en hief het Stedelijk Bestuur, op grond van de Keizerlijke ordonnantie van 7 October 1531, het St. Jacobs-Gasthuis op. De goederen van dit gild en van dit gesticht werden met die van het St. Anthony-Gasthuis vereenigd. Het St. Anthony-Gasthuis belastte zich daarentegen met het onderhoud der bewoners van het St. Jacobs-Gasthuis gedurende hun leven en met de verplichtingen, welke op het Heilige-Sacramentsgild rustten. Echter liet 4e finantiëele toestand van het gesticht in 1558 zooveel te wenschen over, dat .de Raad der stad Leeuwarden zich in dat jaar tot den Koning wendde met het verzoek om verleening van octrooi tot het houden van eene loterij, ten einde te voorzien in de zware lasten, welke op het ') Uit de 16e eeuw zijn enkel de rekeningen Tan 1661, 1582, 1594 en 1597 bewaard gebleven, terwjjl de rekeningen uit de 17e eeuw eerst aanvangen met 1668. 32 gesticht drukten, dat „overmits den voerledenen groeten ende „extremen dieren tijt van coern meer dan drye duysent gulden "ten achteren is gegaen". Door toevallige omstandigheden („mits 't affsterven van eenighe Voechden") ging de loterij niet door, zoodat in 1565 de toenmalige voogden op nieuw de koninklgke toestemming tot het houden van eene verloting vroegen en verwierven. Of deze loterij inderdaad plaats heeft gehad, blijkt niet. De tweede belangrijke uitbreiding van grondeigendom in deze eeuw vond haar oorzaak in de Hervorming. Eerst richtten de voogden op 14 November 1579 het verzoek tot het Stedelgk Bestuur van Leeuwarden, om, daar de dienst in de St. Jacobskapel ophield, de goederen van bet leen, dat door Hille van Zwolle op het altaar van deze kapel gevestigd was, te mogen ontvangen, daar zij „ouermits dessen troubelen ende zeer duire „tijden ende dorch dagelixe aanvallende schattingen en sware „lasten, die sy supplianten den lantsaten mede moeten helpen „dragen, sy supplianten het gasthuys ende den armen in den„selven gasthuyse, nu in groten getalle wesende, niet met den „goederen van 't selve gasthuys sollen konnen onderholden, „sonder assistentie ofte bystandt". ') Uit de rekening van 1582 blgkt, dat dit verzoek werd toegestaan, daar zich onder de verhuurde landen, ook de llpdmt. land bij Boxum bevindt, welke tot de prebende der St. Jacobskapel behoorden. Daarna, in 1583, ontving het gasthuis een derde gedeelte der buiten de stad gelegen goederen landen en eeuwige renten welke aan drie der voormalige kloosters binnen Leeuwarden hadden toebehoord. Daar deze goederen later zeer in waarde zgn gestegen, en de lasten, welke er eerst op drukten, mettertgd daarvan afvielen, heeft zich langzamerhand de meening gevestigd, dat het gasthuis door deze vermeerdering van inkomsten plotseling van al zgne geldzorgen was ontheven. Verre van daar! 't Is voor de bestrijding van deze dwaling noodig de feiten te zien in de lgst van hunnen tijd en daarover werpt het octrooi van Fbans van Anjotj van 18 Mei 1682, waarbij hg zgne goedkeuring hecht aan de overdracht der baten en lasten van drie kloosters te Leeuwarden aan de voogden van het St. Anthony-Gasthuis, aan die der Huis-armen en aan de i) Zie Oorkonde 200a. (Inv. no. 963.) 33 Weesmeêsteren, een helder licht. ') Na de opheffing dezer kloosters vervielen hunne goederen aan de Stad. De drie kloosters, n.1. dat der Predikheeren, dat der Witte Nonnen en dat der Graue Bagijnen (de Minderbroeders bezaten niets) hadden in 1580 te zamen een inkomen van 2307 gld. 18 stuivers, 1 duit, waarvan jaarlijks 2066 gld. moest worden betaald voor bet levensonderhoud der kloosterbroeders en -zusters en andere lasten, terwijl daarbij de landhuren voor een groot deel onbetaald bleven „vermidts de landtsaten dagelycx verarmen ende „doer de groote schattingen ende principalijcken door de groote „doortochten der soldaten sommighe altemet de helft naulycx „connen opbrenghen". Bovendien drukte er een zware schuldenlast op de kloosters, welke ten deele op het gasthuis overging. *) Daar deze goederen indertijd tot liefdadige doeleinden aan de kloosters waren geschonken, oordeelde het Stedelijk Bestuur het billijk hieraan thans eene soortgelijke bestemming te geven door er, op herhaald- en dringend verzoek der administrator», de drie bovengenoemde liefdadige instellingen «mee te begiftigen. Zoo werden deze bezittingen in drie nagenoeg gelijke deelen verdeeld en op 24 Juli 1583, bij loting aan de besturen toegewezen. Het eerste lot viel aan het St. Anthony-Gasthuis ten deel, waardoor dit verrijkt werd met zes zathen en landen (n.1. twee te Viswerd en te Roodkerk, Marssum, Irnsum en Wanswerd elk één), benevens eenige stukken los land, alles te zamen 491 pondemaat bedragende. Toch beseften Burgemeesteren, Schepenen en Raden, dat de baten daarvan in den eersten tijd niet veel zouden beteekenen, zoolang de kloosterlingen, die daaruit onderhouden werden, leefden. Want, zeggen zij: „hoewel ten „respecte van dezelve lasten niet oft zeer weynich aolde konnen „overschieten, ten waere altemet eenighe der geestelicke personen overleden", zoo willen zij toch het hunne ertoe bijdragen om deze instellingen in haren grooten nood bij te staan. Bovendien werden de drie genoemde armbesturen verplicht bij eene pest-epidemie „het pesthuis te besorgen", elk voor een derde deel. Droevig is het beeld, dat de armbesturen van den toestand geven en dat zoo scherp in hun request wordt geteekend: „Doer „dese oorlogsche ende truble tqden", worden zg' „hoe langer <) Zie Oork. 218a. (Inv. no. 1889.) 2) Zie Oork. 2186. (Inv. no. 964.) 3 34 „hoe meerder van daege tot daege belast ende bezwaert, niet „alleene mette arme miserabele persoonen deeser steede, maar „ooyck van den platte lande doer de verwoestinghen ende de„solatiën der personen ende armen huysluyden aldaer; com„ mende derhal ven dagelijcx in dese stadt krijten ende karmen „olde, sieke, beroofde, gewonde persoonen, weduwen, weesen „ende vondelingen, waertegens der supplianten armehuysen niet „en vermoghen, .... derhalwen de supplianten, zoo met schot„telen als anders dagelycx ende op zekere gedestineerde tijden „big maenden ende vierendeel jaeren, benootsaeckt zijn aelmoes„sen voor de voors. armehuysen te bidden ende versameien, „waerinne de gemeene man hem goetwillich heeft laten vinden „in dese verleden jaren, gelijck een yeder noch geerne doen solde „ende oyck doet na 't cleyne vermoghen; maar, eilacy, vermidts „d'oorloghen daegelix vermeerderen ende de armen derhal ven ver„menichfuldigen, jae de gemeene man oyck zoo zeer verarmt wordt „eensdeels deur de maentlicke contributifin tot der oorloghen „ende anderdeels door dese duyre benawde tijden der loopende „imposten ende schattinghen, dat bijcans neeringe nog welvaren „onder de borgeren en is" . . . zoo wisten de supplianten geen raad om de ongelukkigen meer te ontvangen en te helpen. Welk een treffend beeld van den rampzaligen toestand des lands. Gelukkig keerde de krijgskans en braken er betere tijden voor de jonge Republiek der Zeven Provinciën aan. De krachtige strijd tegen de overmacht deed langzamerhand rust en veiligheid terugkeeren; zelfvertrouwen, daadkracht en stoute ondernemingsgeest voerden tot den ongeëvenaarden bloei, waartoe de Republiek in de 17e eeuw geraakte. Ook voor het gasthuis is de 17e eeuw een tijdperk van grooten voorspoed geweest. Ofschoon de rekeningen tot 1668 ontbreken en de reeks daarna nog enkele hiaten vertoont, blijkt dit ten volle uit de toenemende welvaart en uitbreiding van het gesticht. De „Annotatiën van de propijn van de Gasthuis„meyers in den jare 1653 gedaen", toonen aan, dat het gasthuis destijds 21 zathen en landen bezat, die te zamen aan huur 7982 gld. opbrachten, terwijl de rekening van 1668 aanwijst, dat het aantal grondpachten en eeuwige renten 229 beliep, welke te zamen jaarlijks 441 gld. opleverden. De proefpenningen vormden een aanzienlijke bron van inkomsten, daar het aantal proveniers zich sterk uitbreidde. Elke jaarrekening sluit 35 ntët een flinke overwinst, waarvan nu een gedeelte in rentegevende papieren werd belegd. In het jaar 1700 klom de rente van dit kapitaal, dat grootendeels in 4°/0 staatsfondsen was belegd tot fl. 1406; de geheele ontvangst in 1700 beliep fl. 46686, waartegenover eene uitgave stond van fl. 23257. Tegenover dezen bloei steekt het toenemend verval in de 18e eeuw sterk af. In de eerste plaats ligt dit natuurlijk aan den algemeenen achteruitgang van den .toestand der Zeven Provinciën, wier handel niet meer kon concurreeren met dien van Engeland en wier geldmiddelen door de zware oorlogen, waarin zij door den stadhouder-koning Willem III werden gewikkeld, uitgeput waren. De kleine Republiek kon de haar opgedrongen rol van groote mogendheid niet volhouden: op overspanning volgde verslapping. Daarbij kwam, dat de levensstandaard in de lange reeks van voorspoedige jaren zeer gestegen was. Wat Friesland in het bijzonder betreft, ons gewest, dat in veeteelt zijn voornaamste bron van inkomsten vindt, werd in deze eeuw herhaaldelijk getroffen door de veepest. l) Dat het gasthuis in den algemeenen achteruitgang deelde, bewijzen de rekeningen. In 1715 daalden de ontvangsten tot 29297 gld., terwijl de uitgaven 23957 gld. bedroegen; de rekening van 1737 sluit met een nadeelig saldo van 2572 gld. Om hierin te voorzien leende het Bestuur nu eens kleinere, dan weer grootere sommen, zoodat de schuldenlast in 1771 tot ongeveer 80.000 gld. was gestegen. In deze zoo moeilijke zeventiger jaren, toen Friesland sterk leed onder een langdurige veepest, namen de voogden op 19 December 1771 en 5 Maart 1772 het besluit om „tot stuur der zaaken van 't Gasthuis" 14000 gld. aan landschapsobligatiën, welke toen op 73'/» °/o stonden te verkoopen. In 1778 grepen zij nog eens naar dit middel en verkochten, wat het gasthuis nog aan landschapsobligatiën restte, tegen 80 ll* °/o, ') In het dagboek van een Frieschen boer, Jan Thomas uit Herbaijum, dat over de jaren 1710—1741 loopt, staat in 1714 aangeteekend: „Langdurige seer droevige sterfte onder het vee". In 1740 was de nood hier zoo hoog gestegen, dat hij daarvan getuigt: „Nu kan men zien in onze dagen, „Hoe dat ons land al werd geslagen „Met dieren tgd en hongersnood, „Waardoor de armoe is seer groot." Na de geduchte veepest in 1744 en 1745 kan de achteruitgang o. m. worden getoetst aan de opbrengst van het reöel in onze provincie: terwijl in 1788 de Ren 6e penning van de huur moest worden betaald, tegen de 4e en 41/» penning in 1747, daalde deze opbrengst toch van fl. 354000 op fl. 338000. 36 tot een gezamenlijk bedrag van 16.644 gld. Daarbij besloten de voogden tot eene openbare ve^uring der landerijen, zoodat deze aanmerkelijk meer opbrachten, terwijl het gasthuis in dit jaar bovendien ontheven werd van het onderhoud van den beyer, welke als een zware last op het gesticht drukte. Tengevolge van nieuwe leeningen (in 1783 werd nog weer 14000 gld. genegotieerd voor de verbouwing van de kerk) sluiten de rekeningen tot 1794, met kleine* schommelingen, vrijwel met een batig slot van circa 20.000 gld., dat voortdurend in omloop blijft. Sinds lang kochten de voogden geen landschapsobligatiën meer aan. Doch de omwenteling van 1795 zou hen daartoe dwingen. Om aan geld te komen bepaalde het Provinciaal Bestuur van Friesland in Augustus 1795, dat de publycflqe corpora de gereede penningen, „welke bij die Corpora gevoegelijk kunnen worden gemist", tegen behoorlijke recipissen en obligatiën naar de Landscomptoiren moesten overbrengen, tegen een interest van 3'/« °/o. Tengevolge van dezen maatregel was het gesticht verplicht ten spoedigste 5000 gld. te storten in 't comptoir der domeinen. Nadat daarenboven de 25e, 50e en 100e penning waren geheven, werd bij resolutiën van 28 Juli en 6 October 1796 en 10 Januari 1797 gelast, dat eerst het gedeelte en daarna nog eens het gedeelte der overblijvende 6/e gedeelten, dus in het geheel het J/s gedeelte van de waarde der bezittingen van de publicque corpora moest worden ingeruild tegen Lands-obligatiën, rentende 3'ls °/o. Tengevolge van deze maatregelen van het Provinciaal Bestuur tot stijving van de schatkist, waren de voogden van het gasthuis genoodzaakt zeven zathen en landen ') en vele losse landen te verkoopen, terwijl ook alle grondpachten en eeuwige renten werden opgeofferd. Samen brachten zij de som van 102.882 gld. op. Ondanks het request van de voogden om vrijstelling, werd het gasthuis niet ontheven van den reëlen penning van zijne vastigheden. Wanneer men daarbij voegt de duurte der levensmiddelen, de steeds zwaarder drukkende heffingen en eindelijk de tierceering van de Staatsschuld (het gasthuis bezat nu een kapitaal van 106.700 gld. op het Grootboek en ontving na de tierceering daarvan jaarlijks slechts 1231 gld. rente), dan ligt het voor de hand, dat het gesticht in het tijdperk tusschen de omwenteling van 1795 en Neder- ') Te Ferwerd, Hallum, Akkrum, Roodkerk, Opeinde, Ried en Boxum. 37 lands herstel in November 1813 een zwaren strijd om het bestaan heeft moeten voeren. De achteruitgang der finantiën in de 18e eeuw heeft op de Wfziglng van bestemming van het gasthuis een grooten invloed gehad. In de jj^™""118 17e eeuw reeds had het gesticht zich meer en meer als pröve^ Anthonyniershuis ontwikkeld; de 18e eeuw bracht hierin geene verande- Gasthuis, ring. Zoolang de kerk met hare benauwde slaapvertrekjes op de kraak nog tot algemeene zieken- en zwakkenkamer diende, werden, hoewel in steeds minder mate, nog arme proveniers („gasthuiskinderen") opgenomen en verzorgd; doch, met de verbouwing van de kerk tot 12 provenierskamers, hield dit op. De beyer, die steeds zijne bestemming van ziekenhuis, armhuis en passantenhuis had gehandhaafd, had den strijd om het bestaan reeds vroeger moeten opgeven. Die beyer, waarin de voogden sinds 1565 l) genoodzaakt waren stads-armen of ^sieken gratis te onderhouden, drukte mettertijd als een looden last op het gesticht. De voogden trachtten reeds aan het einde der 17e eeuw de opneming van zieken en armen zooveel mogelijk te beperken. Daardoor kwamen zij herhaaldelijk in botsing met het. Stedelijk Bestuur, dat over een niét vastgesteld aantal plaatsen in den beyer kon vervoegen. Zoo lieten de voogden o. m. in 1719 eene vrouw, die door de Magistraat in den beyer was geplaatst, daaruit verwijderen, waarop deze haar met den sterken arm in den beyer terug liet brengen. Eindelijk liep de oneenigheid zoo hoog, dat het tot een proces kwam. De zaak werd echter in 1729 nog in der minne geregeld. Bij deze overéénkomst werd bepaald, dat van de 23 bedden, welke de beyer bevatte, er drie voor de moeder en hare beide dienstmeisjes en twee voor den gaanden en komenden man zouden zijn, terwijl de voogden en het Stedelijk Bestuur er elk over negen konden beschikken. De beide passantenplaatsen stonden ter vervoeging van den presideerenden burgemeester; werd er tijdelijk geen gebruik van gemaakt, dan konden de voogden er over beschikken. Het gasthuis zorgde voor het onderhoud der personen, die van stadswege in den beyer werden opgenomen, terwijl de Magistraat in hunne kleeding en geneeskundige behandeling voorzag. Doch de druk bleef bestaan, zoodat de Raad in 1743 besloot ') Zie blz. 16. 38 een opengevallen plaats in den beyer niet te begeven, zoolang een krankzinnig ingezetene der stad door de voogden in de dóorkast werd onderhouden. Daarop volgde in 1750 een verzoek van de voogden om de eerstvolgende vacature niet te vervullen; op 21 Februari 1755 besloot de Raad voorloopig geene stadsplaatsen meer in den beyer te begeven, met het oog op den slechten staat der geldmiddelen van het gasthuis, en eindelijk op 17 Januari 1772 om voor goed van zijn recht daarop af te zien. Daarmee was het lot van den beyer beslist. Kort daarna werd het gebouw ontruimd; de bedienden werden ontslagen, terwijl er voor de beide zieken, die er nog verblijf hielden, op andere wijze werd gezorgd. Ook de doorkasten verdwenen; zij werden in 1775 op afbraak verkocht en brachten met enkele meubelen uit den beyer 219 gld 11 st. op. Laatstgenoemd gebouw werd, zooals boven is meegedeeld l), tot andere doeleinden gebruikt. Zoo had het St. Anthony-Gasthuis in het laatst der 18e eeuw zijne bestemming van passantenhuis, ziekenhuis, militair hospitaal en armhuis verloren; slechts het proveniershuis bleef onder den naam van gasthuis bestaan. § 2. RECHTSTOESTAND EN BESTUUR. Bij gemis aan eene stichtingsoorkonde is er omtrent het bestuur van het gasthuis in de vroegste tijden niets bekend. Zooals reeds vermeld is, treft men in de 15e eeuw geen spoor aan van eenig ingrijpen van het Stedelijk Bestuur in de zaken van het gasthuis: van invloed der overheid op de aanstelling der voogden blijkt niets; evenmin heeft zij stem in het aannemen van proveniers, in het aangaan van koop en verkoop, of in het aanvaarden van erflatingen en schenkingen. Wel komt het voor, dat Olderman en Schepenen van Leeuwarden „ferdban" op de aanwinst van grondbezit in de stad geven doch deze toestemming wordt eveneens aan de gasthuisvoogden verstrekt door de grietmannen en hunne mederechters van Tietjerksteradeel in 1450 *), van Leeuwarderadeel in 1465 *•) en van Ferwerderadeel in 1493 6), op den aankoop van grond in die grietengen, ') Zie blz. 17. 2) Zie Oork. nos. 7 en 11. (Inv. nos. 19 en 22.) *) Zie Oork. no. 16. (Inv. no. 26.) 4) Zie Oork. no. 29. (Inv. no. 30.) 5) Zie Oork. no. 75. (Inv. no. 32.) 39 terwijl ook particulieren, bij onderlingen aan- en verkoop, het consent van de Magistraat of van den grietman voor overdracht van grondbezit behoeven, zooals uit transportbrieven uit 1498 en 1517 blijkt. ') Daarentegen ontbreekt de ferdban of het consent der overheid op de meeste aankoopen of schenkingen: hetzij dat die oorkonden verloren zijn gegaan, of dat zij niet bestaan hebben. De gasthuisvoogden traden derhalve in hunne rechtshandelingen volkomen vrij en onafhankelijk van het Stedelijk Bestuur op. Dit wordt bevestigd door een document, berustende in het archief der gemeente Leeuwarden. Het behelst een ongeteekend afschrift eener memorie door Kempo van Martena, dr. Wtttoe en Sicko van Camminga en Fbans Mynnema, uit naam van talrijke edellieden te Leeuwarden, tusschen 23 en 29 April 1526 gericht aan Stadhouder, President en Raden van Vriesland, waarin zij zich beklagen, dat zij, sedert er geen Olderman meer uit hun midden is verkozen, van allen invloed op het bestuur der stad verstoken zijn en er op wijzen, dat er „eene groete ongeregulheit op alle dinghen bynnen deser stadt, „groeterer dan in andere besloten steden in Vrieslandt, gelijck „dat notoerlicken ende kenlicken is", bestaat. Onder de twaalf punten, waarop zij de aandacht vestigen, behoort ook, dat het „regiment vant gasthuys zonder regel ende ordinancie is".8) Juist in dit jaar 1526 vindt men echter een feit, dat op toezicht van de Magistraat op het bestuur van het gasthuis wijst. Den 24sten onderwierpen de voogden zich n.1. „met consent en „wille van Borgermeester, Schepens ende Raedt der Stadt „Leuwerden", aan eene scheidsrechterlijke uitspraak. *) Het Stedelijk Bestuur gaf hier dus aan de voogden verlof tot het inroepen van arbitrage. In 1531 accentueert zich het gezag der overheid. Den 18en Juli sluiten de voogden met hare toestemming eene overeenkomst met particulieren 4); op 14 November 1531 en op 27 Mei 1532 6) nemen zij met „wille, raedt ende consent" van het Stedelijk Bestuur proveniers aan. Ja, het gaat zelfs zoo ver, dat de Magistraat in 1535 „als overste foegden ex officio" met den rentmeester en medevoogden van het ') Zie Oork. nos. 76 en 114. (Inv. nos. 108 en 116.) 2) Zie: Inventaris op het oud-Archief van Leeuwarden, no. 1604. 3) Zie Oork. no. 122. (Inv. no. 46.) 4) Zie Oork. no. 130. (Inv. no. 85.) 5) Zie Oork. nos. 132 en 188. (Inv. nos. 4 en 5.) 40 St. Anthony-Gasthuis proveniers benoemen. *) Dat de overheid zich meer met de armenzorg begon te bemoeien lag in den geest des tijds. In 1526 had J. L. Vives te Brugge zgne: „De subventione Pauperum" uitgegeven en zgne denkbeelden verspreidden zich snel, ook in de Noordelijke Nederlanden. O. m. spreekt hij de meening uit, dat de Regeering toezicht moet uitoefenen op alle gast- en weeshuizen zonder onderscheid, opdat het geld niet verkeerd worde uitgegeven".*) Keizer Karei V legde die denkbeelden neer in zgne ordonnantie op het armwezen van 7 October 1531 en het is zeer waarschijnlijk op grond van deze ordonnantie, dat de Magistraat zich beschouwde als „overste foegden ex officio" van de gasthuizen en als zoodanig optrad, 8) wat o. m. tot de opheffing van het St. Jacobs-Gasthuis zal hebben geleid. Na 1535 worden Burgemeesteren, Schepenen en Raden niet meer opperbestuurders ex officio genoemd, maar nog jaren daarna geven zij bij het aannemen van proveniers óf „hunne wille, raedt ende consent", óf bekrachtigen de desbetreffende actes met het stadszegel, totdat ook dit uitslijt. Het toezicht van het Stedelijk Bestuur op het beheer van het gasthuis is in de 16e eeuw zeer merkbaar. Zoo was het in 1558 de Stedelijke Overheid, die zich tot Philips H wendde met een verzoek om octrooi tot het houden van eene loterij ten behoeve van het St. Anthony-Gasthuis en dit van den koning verkreeg *); doch, toen deze loterij om verschillende redenen niet was doorgegaan, hebben de voogden zelf, zonder tusschenkomst van de Magistraat, dit request in 1565 herhaald. De gasthuisrekeningen worden steeds afgelegd ten overstaan van één der burgemeesteren en twee schepenen, als Commissarissen uit den Gerechte van Leeuwarden, evenals de verhuring der gasthuislanden voor hen plaats heeft. Dit blijkt niét alleen uit de verhuring dezer landen van 1558 en 1559 en uit de oudste gasthuisrekening van 1561, maar ook uit het besluit van de Magistraat van 1582, waarbij het 1js gedeelte der kloostergoederen aan het St. Anthony-Gasthuis wordt toegezegd. Dit luidt: „Alzoo de Voochden van 't Gasthuys ') Zie Oork. nos. 138 en 139. (Inv. nos. 142 en 143.) 2) „Vanden armen toe onderholden". Vertaald door Geldorpius. Antwerpen, 1666. 2e boek blz. 166 en w. 3) Zin Charterboek van Vriesland. II. blz. 594 en vv. *) Zie Oork. no. 168. (Inv. no. 960.) 41 „gewoontlicken sijn alle jaeren voor den Raet deeser stede „rekeninge te doen en by denselven gequyteerd, verandert oft „vernieuwt worden, wiens verhuyringen oyck geschien by des „Raedts Commissarissen, hebbende tot dien ende heur superin„tendent mit de adiuncten om alle aanvallende swaricheden „met goede ordre te beter te dirigeeren", etc. ') Hoezeer de Stedelijke Overheid zich in deze eeuw inliet met de zaken van het gasthuis en het opperbestuur daarover aan zich had getrokken, ziet men ten overvloede uit een stuk, voorkomende in het oudste policy-boek van Leeuwarden, dat in het archief dezer gemeente berust. Dit policy-boek werd, volgens zijn titel, in 1579 op last van den Raad „gecolligeert", waarschijnlijk ten dienste van de vier fracties, waaruit de Raad was samengesteld. De vier „policyen" bevatten verschillende hoofdstukken; het derde capittel van A. behelst: „de Articulen van de Gasthuys-voechden". Deze verordening op het gasthuis werd, zooals de aanhef vermeldt, door Burgemeesteren, Schepenen en Raden, „bij advijs ende consent" van de gasthuisvoogden vastgesteld. De eerste artikelen betreffen de commissie, welke door de Magistraat aan de voogden zal worden verstrekt; het doen van rekening en verantwoording door de voogden; de bewaring der archieven; het houden der vergaderingen; de geldigheid der besluiten, genomen bij afwezigheid van één der voogden; het opmaken en bijhouden van een inventaris der onroerende goederen en van eene lijst der roerende zaken, waarvan de binnenmoers jaarlijks rekenschap af moeten leggen aan de buitenmoérs of voogdessen; de laatste bevatten voorschriften omtrent de maaltijden, het sluiten van de deur van het gasthuis, maatregelen ter voorkoming van diefstal van levensmiddelen enz. Daarop volgt nog eene afzonderlijke „ordonantie van den Raedt in den Beyert", met bepalingen omtrent de opname en het verblijf aldaar. Het stuk is gedateerd uit 1578. Daar de Magistraat de gasthuisvoogden jaarlijks veranderde of vernieuwde, is het niet te verwonderen, dat de regenten van dit gesticht in de 16e, 17e en 18e eeuwen bijna uitsluitend uit de regeeringskringen zijn gekozen. *) Gewoonlijk werden zij ') Zie Charterboek van Vriesland. IV. blz. 295 en Oork. no. 218a (Inv. no. 1339.) T Uit de 15e eeuw zijn te weinig namen van regeeringspersonen en voogden bekend, om daaruit eenige conclusie te trekken. Slechts Bowa Haythummama komt in 1482 als schepen en in 1433 als gasthuisvoogd voor. (Zie Oork. 5 en 7. Inv. nos. 18 en 17.) 42 herbenoemd en hadden voor hun leven zitting, zooals o. m. blijkt uit de laatste wilsbepaling van His Pieter Auckama's dochter, mr. Harmen Arenots weduwe uit 1598, waarin zij meedeelt gedurende 42 jaar buitenmoer te zijn geweest. Ook hare mede-voogdes Ctjnier Willemsdr. komt zoowel in het memoriaal van 1565, als in de gasthuisrekening over 1582 als voogdes voor. Overigens heeft men slechts de chronologische naamlijsten der voogden en voogdessen na te gaan, om dit feit bevestigd te zien. *) Zoolang het Stedelijk Bestuur de jaarlijksche benoeming der voogden bleef handhaven, zal het zijn invloed op het gasthuis behouden hebben; doch bij de voortdurende continuatie der regenten werd de herbenoeming spoedig een vorm en verdween in den loop der tijden geheel. Het toezicht van de Stedelijke Regeering op het gasthuis verslapte en ging te niet; slechts worden de rekeningen nog door commissiën uit de Magistraat afgehoord en de verhuringen te haren overstaan gedaan. Bij vacatures boden de voogden den Raad eene voordracht van één persoon aan, die steeds gekozen en voor zijn leven met de functie bekleed werd. Toen de Stedelijke Regeering bij de omwenteling van 1795 in haar geheel aftrad en door een democratisch bestuur werd vervangen, „removeerde" dit de toenmalige voogden en voogdessen, met uitzondering van den rentmeester, die in Januari 1799 door den Raad werd ontslagen, omdat hij bij continuatie niet in de vergaderingen verscheen. De nieuwe voogden hielden echter de oude privilegiën hoog en ontzegden den Raad het recht van demissie. *) Zij werden in het gelijk gesteld èn door het Departementaal Bestuur èn door den Agent van Inwendige Politie, en behaalden eveneens de zege over den Raad, toen deze een voordracht van drie candidaten, in plaats van één eischte (1801). Eene instructie, door den Raad voor de voogden uitgevaardigd, werd door dezen ter zijde gelegd (1801), en toen de Raad weigerde een door de voogden voorgedragen candidaat aan te stellen, op grond dat deze geen raadslid was, werd hij in alle instantiën in het ongelijk gesteld en moest, na jaren tegenstribbelen, bij besluit van de Eerste Kamer des Ver- <) Zie Inv. nos. 131 en 132. 2J De bovengenoemde rentmeester trad op 11 Dec. 1800 uit het bestuur, daar zgne medevoogden hem verweten, dat hij in 1796 op de vlucht was gegaan, zonder orde op de zaken van 't gasthuis te stellen. 43 tegenwoordigenden Lichaams des Bataafschen Volks van 3 Sept. 1805, eindelijk den door de voogden voorgestelden candidaat benoemen. Hiermee eindigde in het hier beschreven tijdvak tot 1813 de laatste poging van het Stedelijk Bewind, om invloed te herkrijgen op het bestuur van het St. Anthony-Gasthuis. ') Hoe het Bestuur van het gasthuis oorspronkelijk was samengesteld, is niet met zekerheid te zeggen. In geen der oorkonden uit de 15e eeuw worden meer dan drie voogden tegelijk genoemd, van het bestaan van voogdessen blijkt niets. In 1436 heet een der voogden „prokater" *); in 1493 treedt een „scriver, ful„machtich forspreka fan der voegden" op, doch het is niet noodzakelijk, dat hiermee een secretaris-voogd wordt bedoeld. *) In 1520 *) treft men nog steeds drie voogden aan, zoodra echter de overheid zich met het gasthuis gaat bemoeien, verandert dit. In 1528 toch is hun getal tot vier gestegen; zij worden dan vermeld als" „foegden en geordineerde administratoers van den aermen ende des godeshuyses Sancte Anthony Gasthuis te Leeuwarden". 6) De bij voeging „geordineerde" wgst op eene aanstelling en door wie kunnen de voogden anders zijn aangesteld dan door de Magistraat, die, zooals hierboven uiteengezet is, het opperbestuur van het gasthuis aan zich had getrokken? Van deze vier voogden trad er een op als „ontfanger en utgever", (1531)6); in 1543 wordt deze functionaris betiteld als rentmeester in 1583 heet hij „provisor, administrator en rentmeester". Bij hem berustte, naar het schijnt, tot 1566 uitsluitend het beheer der finantiën, zonder dat aan de medevoogden een blik in den stand der geldzaken gegund werd. Dit zou men ten minste afleiden uit den aanhef van den staat van inkomsten van het gasthuis uit dit jaar, welke dus luidt: „Register der Saten en Landen, mede alle d'opcomsten ordi- ') Voor de volledigheid zg° bier meegedeeld, dat de oude wijze van benoeming stand hield tot 1824. Sinds geschiedde de benoeming der voogden en voogdessen door den Raad: eerst op grond van art. 68 van het in 1821 vastgestelde Stedelijk Regeeringsreglement, daar de fundatie-brief van het gasthuis ontbreekt, en daarna krachtens art. 147 van de Gemeentewet van 29 Juni 1851. De wet tot regeling van het Armbestuur van 88 Juni 1854 bracht hierin verandering, daar het St. Anthony-Gasthuis, na een langdurig rechtsgeding met de Gemeente Leeuwarden den 8sten Februari 1861 in hoogste instantie verklaard werd te behooren tot de instellingen van liefdadigheid, genoemd onder art. 2e dier wet, waardoor aan de Voogden een volledig zelfbestuur werd gewaarborgd. *) Zie Oork. 9. (Inv. no. 21.) 3J Zie Oork. 75. (Inv. no. 32.) 4) Zie Oork 117. (Inv. no. 89.) 5) Zie Oork. 123. Unv. no 43.) •) Zie Oork. 132. (Inv. no. 4.) 7) Zie Oork. 154. Unv. no. 1808.) - 44 „naris, van St. Anthonis Gasthuyse, die (na older gewoonte) ,,d' Administrator alleen in sijn bewaringe heeft gehad. Voortan „(als 't behoort) d' andere medevoochden te bringen tot ken„nisse van dien hier in 't Memori-boeck gescreven." Van de mede-voogden was er een als „chedulmeester" belast met het afgeven der ordonnantiën, zooals blijkt uit de rekening van 1561, d. i. de oudste gasthuisrekening, welke bewaard is gebleven. Deze beide voogden genoten eene toelage; die van den administrator was door den Raad van Leeuwarden bepaald op 24 goudgulden; de chedulmeister genoot 6 ggld. Deze bedragen zijn tot het einde van het hier beschreven tijdvak (1813) onveranderd gehandhaafd. In 1782 werd een der voogden benoemd tot directeur der landerijen, op een salaris van 3% der zuivere opbrengst yan de huursommen. Dit werd in 1785 op 200 gld. teruggebracht. Wat de voogdessen betreft, uit het Memoriael des Gasthuyse St. Anthonis, loopende over de jaren 1558—1566 blijkt, dat er destijds twee buitenmoérs of regentessen waren. ') Dit aantal is in de 17e eeuw op vier gebracht. Aan haar was het opperbestier over de huishouding opgedragen; zij hadden het beheer over de levensmiddelen en deelden deze aan de binnenmoers uit. Oudtijds hadden zij over geene inkomsten te beschikken; alle betalingen werden door den administrator gedaan. Daar het echter nadeelig voor het gesticht bleek te zijn om de dagelijksche uitgaven en de rekeningen der ambachtslieden te laten oploopen, ging het Bestuur er in 1565 toe over om aan de voogdessen per kwartaal 25 car. gld. ter hand te stellen, waaruit zij „de cleyne dagelixe nootrufte en de ambachtsluyden" konden betalen. Van deze som moesten zij elke drie maanden behoorlijk rekening en verantwoording doen. Zoo bedenkelijk schijnt deze verandering geacht te zijn, dat de schrijver van genoemd Memoriael er aan toe voegt: „alles op een proeff". Tot de bedoelde ambachtslieden werden gerekend: de wever, de bleekster, de kuiper, de slotenmaker, de ketelboeter en de korfmaker. In haar bestier werden de buytenmoers oorspronkelijk bijgestaan door een „jestmaster en eene jestfrou". *) Bij de uitbreiding van het gesticht is hierin verandering gebracht. Dan treft men ') Zij waren niet de echtgenooten der voogden, zooals dat bg gasthuizen in andere steden wel voorkwam. 2) Zie oork. no 67 uit 1489. (Inv. no. 65.) 45 in het proveniershuis een keukenmoer en een zieke- of kerkemoer, met hare dienstmeisjes, en soms een binnenmoer, belast met „linnen, tinnen en wollen" aan, benevens twee knechten en een bode. De huisknecht nam oudtijds ook het bakken en brouwen op zich. Eerst in 1780 werd er een binnenvader aangesteld om bij „absentie der Regentessen, het huishoudelijk „bestier waar te nemen", terwijl een der beide knechten gelijktijdig werd afgeschaft. Aan het hoofd van den beyer, die zijn afzonderlijke keuken had, stond een beyermoer, geassisteerd door een of twee dienstmeisjes. Soms, zooals in de rekening van 1582, wordt er van een beyervader gewag gemaakt. De bovengenoemde „Ordinantie van den Raedt in den Beyert", uit 1578, ontworpen kort nadat de Stad medezeggingsschap had verkregen over de plaatsing van personen in den beyer (1565), legt de beyermoeder, „met Hans haren man" de verplichting op om, „die voechden „in alle redelijcke bevelen te obidieeren ende gehoorsaem te „weesen, bij poene ende correctie van den Rade ende anders „die Beyert metterdaet te ontruymen". Niemand mocht volgens deze ordonnantie in den beyer worden opgenomen, zonder toestemming van de beyermoeder, die voorts bij eede verplicht werd aan den Raad de namen en toenamen der onwillige personen op te geven om gecorrigeerd te worden. Dat hare positie minder afhankelijk was, dan die van de andere binnenmoers blijkt ook hieruit, dat de beyermoer hare jaarwedde uit de handen van den rentmeester-voogd zeiven ontving, terwijl de salarissen der overige vrouwelijke bedienden door de voogdessen werden uitbetaald. Doch ovrigens vindt men geen bewijs, dat het gezag der voogden over de beyermoeder minder groot geweest zou zijn dan over de andere bedienden van het gasthuis. Zij werd ook door de voogden aangesteld en ontslagen. § 3. HET ARCHIEF. Het archief van het St. Anthony-Gasthuis is gevormd uit documenten, afkomstig van drie lichamen, n.1. van het Bestuur van dit gasthuis, van het Heilig-Sacramentsgild en van het Bestuur van het St. Jacobs-Gasthuis. Toen de broeders van het Heilig-Sacrament, die belast waren met de zorg voor de huiszittende armen, in 1478 tevens werden aangesteld tot voogden 46 van het St. Jacobs-Gasthuis, is er geene splitsing gemaakt tuöschen de documenten van dit gilde en die van het gasthuis. Daardoor loopen de archieven dezer beide instellingen zóó dooreen, dat men ze niet scherp meer kan afscheiden; enkele stukken, zooals een schenkingsbrief uit 1471 en een testament uit 1472 behooren klaarblijkelijk tot het archief van het Sacramentsgilde, daar het St. Jacobs-Gasthuis eerst in 1478 werd gesticht, doch van andere is het niet altijd uit te maken, of de Sacramentsvoogden deze bezaten als verzorgers der huiszittende armen, dan wel als voogden van het St. Jacobs-Gasthuis. Vandaar, dat beide archieven in den inventaris in ééne afdeeling vereenigd zgn. Het archief van het St. Anthony-Gasthuis begint met het jaar 1425. Uit de 15« en uit de eerste helft der 16« eeuw zgn, op enkele uitzonderingen na, buiten de proefbrieven slechts eigendomsbewgzen bewaard gebleven: koopactes, schenkingsbrieven, testamenten, uitspraken in geschillen over eigendomsrechten enz. Eerst in 1558 vindt men in het oudste memoriaal, dat over de jaren 1558—1566 loopt, dé voornaamste handelingen van het Bestuur opgeteekend. Ook is hierin een „Register der „Saten en Landen, mede alle d' opcomsten ordinaris" opgenomen. Het eerstvolgend memoriaal begint met 1624, hetzg dat de tusschenliggende deelen verloren zijn gegaan, ofi dat men na 1566 geen boek meer heeft aangehouden. Het eindigt met 1635.. Daarop verschijnen na een tijdsverloop van 40 jaar, in 1676, de accoord- en annotatieboeken, waarvan het eerste over 1676—1729 en het tweede van 1730—1775 loopt. In de memorialen, zoowel als in de accoord- en annotatieboeken werden geregistreerd: het aannemen van proveniers en het verstrekken van ondersteuning in maaltgden en soms in geld ; zaken het Bestuur betreffende; het aanstellen van beambten en bedienden, besluiten omtrent de administratie, het doen aan herstellingen aan de gebouwen. Ook zijn hierin de verhuringen opgeteekend, evenals de straffen, welke op overtredingen van proveniers en maalhalers werden toegepast. In 1778 legde de toenmalige rentmeester T. N. Suringar op nieuw een accoord- en annotatieboek aan, doch, behalve de namen der voogden en voogdessen van de vroegste tijden af, voor zoover men die heeft kunnen opsporen, en eene lgst van 24 regenten „welkers portretten voorhanden zgn" (van 1678—1782), bevat dit deel slechts enkele sporadische aanteekeningen. De „annotatiën" worden niet voort- 47 gezet, daar het Bestuur in April 1778 notulen van zijne vergaderingen begint te houden. Ongelukkig zijn ook enkele der notulenboeken verdwenen. In het hier behandelde tijdvak tot 1813 zijn zij slechts aanwezig van 1778—1789, 1799-1802 en van 1802—1810. l) Voorts bevat het oud-archief nagenoeg geene ingekomen brieven, noch minuten van uitgaande missives. De proefbrieven, waarvan tusschen 1477—1713 een zeshonderdtal aanwezig zijn, worden na 1713 in een proveniers-accoordboek ingeschreven. Wat de rekeningen betreft, uit de 15« eeuw zijn er geen en uit de 16e eeuw slechts die over de jaren 1561, 1582, 1594 en ten deele over 1597 bewaard gebleven; in de 17e eeuw vangen zij aan met 1668 en loopen dan vrij geregeld door tot 1813.2) Tegenover deze betrekkelijke armoede van het nieuwere archief staat een rijkdom van documenten uit den ouden tijd. Stellig is dit mede te danken aan de goede zorgen, welke Burgemeesteren, Schepenen en Raden van Leeuwarden voor de archieven van het gasthuis hebben gedragen. Bij de reeds meermalen aangehaalde ordonnantie op het gasthuis van 1578 verplichtten zij de voogden: „eenen stercke ende vaste kiste" te laten maken, waarop vier sleutels zouden passen en die in de voogdenkamer geplaatst moest worden, om daarin te bewaren: „alle „die brieven, monumenten, fundatiën, testamenten etc. dien het „Gasthuys eenichsins moegen aengaen ende concerneren ende „voer handen ende te becoemen zijn". Ook moest dit archief geïnventariseerd worden: „Ende men sal alsdan de voorscreven „brieven opt gasthuyscosten doen ende laeten inventariseeren, „copieren ende aüctentiseren, opdat in toecomende tijden gheene „van dien en sullen worden verdonckert ofte 't gasthuyse aff„handich gemaeckt". Die inventaris, zoo hij al geschreven is, bestaat niet meer. *) Na 1578 wordt er gedurende twee eeuwen geen blijk meer gevonden van eenige zorg, welke aan de archieven besteed zou zgn. In April 1778 droegen de voogden aan hun mede-voogd T. N. Suringar op om „met behulp van ymand dieskundig alle ') Het eerstvolgend notulenboek loopt van 1818—1830. 2) De jaren 1671, 1673—'76, 1677, 1782, 1798 en 1805 ontbreken. 3) Zou hij, daar er in de ordonnantie van fundatiën gesproken wordt, naast den stichtingsbrief van hét St. Jacobs Gasthuis ook dien van het St. AnthonyGasthuis vermeld hebben? Wonderlijk is er soms, uit onkunde, met die documenten omgesprongen: de stichtingsoorkonde van het St. Jacobs-Gasthuis, dat door Hille van Zwolle is opgericht, is n.b. terecht gekomen in het archief der stad Zwolle, vanwaar zij in 1870 naar het Gasthuis-archief teruggezonden is. 48 „oude stukken, papieren voorn. Huis betrekkelijk, naukeurig te „revideeren en sorteeren en dezulke, die van eenige waarde of „belang zijn, afzonderlijk te bewaren, met aanteekening in het „nieuw daer toe aangelegde boeck en copieering der zodanige, „welken niet algemeen meer leesbaar zijn, ten kosten van het „gasthuis". Het hier aangeduide boek is niet meer aanwezig, doch wel zgn er sporen van de werkzaamheid van den heer Suringar overgebleven. Hij heeft, blgkens de omslagen van dossiers, die tot opschrift dragen: „Opgepakte stukken in 1778", de oudste documenten afzonderlijk gehouden en de overige naar hunnen aard.in bundels samengevoegd. Zoo vormden de stukken betreffende de verschillende zathen en landen pakketten, waarin de titels van aankomst, de verhuringen en de eventueele processtukken betreffende die bezitting zijn bijeengebracht. Andere pakketten bevatten: testamenten, documenten over prebenden, gasthuisvenen, grondpachten enz., terwijl die stukken, welke geen onderling verband houden, pakketten vormden, getiteld: „Allerhande oude stukken", of „Eene verzameling van belangrijke oude stukken". De proefbrieven werden, bg twintigtal jaren, in het ruwe chronologisch bgeengelegd. Nadat de heer Suringar, tengevolge van de revolutie van 1795, met nagenoeg het geheele Bestuur afgetreden was, werd de heer S. Harkema, in December 1802 door zgne mede-voogden met het ordenen der archievenkast, „waarin alles verwan! „door elkaar ligt", belast. Hij verzamelde de „Documenten'van ^donatiën, permutatiën, koop- en verhuringen", van 1400—1699 in een Hoofdarchief bgeen; de daarvan opgemaakte lijst, in regest-vorm, is nog in het archief voorhanden. ') ,Hg is het waarschfrilijk geweest, die de door Suringar gemaakte pakketten heeft herzien en genummerd. Aan de pakketten van de verschillende zathen en landen welke een doorloopend nummer dragen, ontbreken n.1. juist die dossiers, die betrekking hebben op de zeven in 1796 en 1797 verkechte vastigheden, welke in 1778 nog tot de gasthuisgoederen behoorden. Met uitzondering van de stukken omtrent de 141/» pondematen lands, gelegen in Sickinge-State en landen te Hglaard, zijn de documenten betreffende de verkochte zathen en landen uit het archief gelicht, hetzg' dat zij aan de nieuwe eigenaren ter hand zijn gesteld, of dat zij vernietigd zijn. ') Inv. no. 187. 49 In 1834 gaf de heer W. Eekhoff achter zijne Geschiedenis van het St. Anthony-Gasthuis, welke in 1864 het licht zag en in 1893 is herdrukt, eene: „Naamlijst der archieven, handschriften, hoeken enz. van het St. Anthony-Gasthuis te Leeuwarden, „benevens een Afschrift van de meest belangrijke documenten „uit de eerste eeuw der stichting van het Gasthuis, 1400—1600, „in het oud Friesch". Deze inventaris of „Naamlijst" is in drie gedeelten gesplitst: de eerste afdeeling, getiteld: „Naamhjstder „documenten van donatiën, permutatiën, koop en verhuringen, „van 1400—17Ó0" is niets dan de hierbovengenoemde, woordelijk overgenomen lijst van Habkema, uit 1803; de tweede afdeeling: „Naamlijst van opgepakte losse stukken", bevat de eveneens reeds vroeger gemaakte, korte aanduiding van de door Suringab bijeengebrachte en door Habkema herziene pakketten; slechts de derde afdeeling: „Naamhjst der boeken enz. in handschrift, „de administratie van het gasthuis betreffende", voegde Eekhoff waarschijnlijk zelf hieraan toe: zij bestaat uit eene korte opsomming van de weinige gebonden deelen, welke in het archief aanwezig zijn. Deze inventaris ontleent echter zijne belangrijkheid aan de tekstuitgave der oorkonden van 1400—1500, welke op de „Naamlijsten" volgt. Later zette Eekhoff deze tekstuitgave, met medewerking van de voogden mT. S. W. Tbomp en mr. W. W. Buma, tot 1600 voort en herzag zijn vroeger werk. Het resultaat van dezen arbeid is neergelegd in de: „Oorkonden van het St. Anthony-Gasthuis uit de 15© en 16e eeuw", dat in 1876 in twee deelen door het gasthuis-bestuur werd uitgegeven. Iedere oorkonde wordt daarin voorafgegaan door haar regest, dat natuurlijk in hoofdzaak, en dikwijls zelfs geheel, overeenstemt met de beschrijving der stukken van het „Hoofdarchief" van Habkema. Bij den herdruk van Eekhoff's Geschiedenis van het St. Anthony-Gasthuis in 1893, is het „Afschrift der meest belangrijke stukken, van 1400—1600" weggelaten, daar het door de publicatie der „Oorkonden" overbodig was geworden. Nog een vierde hand is in het ordenen van het gasthuisarchief merkbaar, n.1. van den onbekende, die, omstreeks 1860, een „Register van de acten van koop, verkoop, ruiling en scheiding, sedert 1778" (dóorloopend tot 1856) heeft vervaardigd. Van 1912—1917 heeft buitendien de heer W. Jaabsma Hzn. in het gasthuis-archief gewerkt. Voor het oud-archief hebben 4 50 zgne werkzaamheden zich bepaald tot het maken van uittreksels uit de notulen van 1778—1802. Daarna heeft hg' zich uitsluitend met het nieuw-archief, na 1813, bezig gehouden. Ten slotte zij hier vermeld, dat het Bestuur van het St. AnthonyGasthuis in 1916 een ruim, brandvrg locaal voor zijn archief heeft laten inrichten, dat van centrale verwarming en electrisch licht voorzien is. Zoo wordt de meest mogelijke zorg voor een goede bewaring van deze archieven gedragen. B. HET ST. JACOBS-GASTHUIS. Kan men den oorsprong van het St. Anthony-Gasthuis niet Oorsprong, nagaan, het ontstaan van het St. Jacobs-Gasthuis is bekend. In het midden der 15e eeuw woonde te Leeuwarden een kinderloos echtpaar: Arent van Surhusen en Hille van Zwolle, die den 13en Januari 1459 hun testament maakten. Daarbij bepaalden zij wederzijds, dat, indien een der echtgenooten overleed, de andere het Vs gedeelte zijner na te laten goederen tot liefdadige doeleinden moest aanwenden, „tot onser zielen salicheed". Zoo Arent het eerst werd opgeroepen, moest van dit deel zijner nalatenschap een legaat van 40 rijnsgulden worden uitgekeerd. Nog bijna 20 jaar mochten Arent en Hille zich in eikaars bezit verheugen. Blijkens hunne aankoopen in land en huizen moeten zij zeer vermogend zgn geweest. Onder meer kochten zij in 1466 een ruim huis in de Groote Hoogstraat tegenover de Poststraat aan, dat zij gingen bewonen en dat later tot gasthuis werd ingericht. Toen Arent in 1478 stierf, stond zgne weduwe krachtens bovengenoemd testament het ljs gedeelte zijner nalatenschap, verminderd met 40 rijnsgulden, aan de „rechte armen" af. Deze ontvingen daardoor 30 pondemaat lands onder Marssum en het '/« gedeelte van het huis in de Hoogstraat. Als vrije gift voegde Hille daar haar aandeel in dit huis en den grond, waarop het stond, toe, onder bepaling, dat het voorhuis tot kapel en het achterhuis tot gasthuis zou worden ingericht. Voor zich zelve behield zij: , de kamer, die in den huse is", en bepaalde, dat haar broeder en diens kinderen, of de beide neven van Arent dit vertrek later mochten bewonen, indien zij dit begeerden. Daarenboven schonk zij eene jaarlijksche rente van 22 rijnsgulden aan de Jacobijnen, die daarvoor dagelijks eene mis in de 52 kapel zouden lezen voor de rust van hare ziel en die harer vrienden. Het gasthuis moest naar St. Jacob worden genoemd, daar deze .saelighe Abents apostel" was. Bij dezen fundatiebrief van 1 Augustus 1478 draagt Hixlk voorts het bestuur over de nieuwe stichting op aan de voogden van het Heilig-Sacramentsgilde „bij des Persoeners raed toe Oldenhoeuwe", benevens aan haar broer Henbick en aan twee neven van wglen haar man, die, bg overigden, opgevolgd zullen worden door de te Leeuwarden wonende, naaste bloedverwanten van beide kanten. Het Bestuur beslist over de opneming van verpleegden, doch Hille drukt den voogden op het hart „eer„weerdighe en eerbaer borgheren ende borgherinnen, die „olt „ende cranck ende foerarmit sint", en daardoor hun brood niet kunnen verdienen, toe te laten. In de eerste plaats zullen echter bloedverwanten van haar of van haren man, indien zij tot armoede vervallen, in aanmerking moeten komen. Verder bepaalt zij nog, dat aan het gasthuis zal verblijven al datgene wat de verpleegden meebrengen, of wat zij na hunne opneming nog zouden mogen verkrggen. Gebouwen. Het huis, dat Hille van Zwolle voor hare stichting bestemde en dat reeds in 1406 voorkomt onder den naam van „Gosse „bloedlaters huis", lag op den zuidwesthoek van de Groote Hoogstraat en de Klokstraat. Op den plattegrond van Leeuwarden van Joh. Sems en Pieter Bast uit 1603, kan men, ofschoon het gasthuis toen reeds lang was opgeheven en de Nieuwetoren was verrezen op de plek, waarop zeer waarschgnlijk Hilles kamer had gelegen, nog duidelijk de kapel en het achterhuis, dat tot gasthuis had gediend, herkennen. In het daarachter gelegen vierkant, gevormd door de Groote Hoogstraat, de Klokstraat, de St. Jacobstraat en het Nauw, komen op deze kaart nog enkele huisges voor, welke blijkbaar als provenierskamers dienst hebben gedaan. Van de uitbreiding van het gesticht is slechts dit weinige bekend: in 1485 kochten de Sacramentsvoogden, ten behoeve van het gasthuis, een deel van eene woning aan, staande op den noord westhoek van Groote, Hoogstraat en Klokstraat1); in 1489 ontvingen zij een huis in de Groote Hoogstraat, dat hun door Evebt goudsmit was nagelaten *); vóór ') Toen Kloksteeg genoemd. 2) Deze nalatenschap werd hun door de andere erfgenamen betwist: het geschil is bij scheidsrechterlijke uitspraak beslecht. Zie oork. 68 tot 70 en 73. (Inv. nos. 64 tot 67.) 53 1500 kochten zij van Wille Heentyama voor 47 gouden rijnsgulden een stuk grond aan, dat tot aan het Nauw doorliep („een steed uppis ende utis henne aene dieep tee"1)), waarop zij eene schuur bouwden, terwijl zij in 1501 van de weduwe van dezen gasthuisvoogd, volgens diens uitersten wil, twee open stukken grond met den daarop gebrachten steen verkregen, welke naast deze schuur aan den muur „die daer nu staet" lagen. Het gasthuis besloeg dus slechts eene beperkte ruimte en weinig zgn ook de bescheiden, welke over de opneming van verpleegden tot ons zgn gekomen. In de stichtingsoorkonde van het St. Jacobs-Gasthuis drukt Bestemming Hille van Zwolle den wensch uit, dat „eerbaere borgheren „ende borgherinnen, die olt ende cranck ende foerarmit sint, „dat sie hemmen sulven nyet konnen helpen ende raeden die „scaemele kost toe winnen, haer proeven hyrin (moegen) hebben". Dit gasthuis had derhalve niet de bestemming van passantenhuis, noch van ziekenhuis; het was slechts een hofje voor oude, gebrekkige lieden. De finantiën van het gasthuis zullen echter niet hebben toegelaten, dat er uitsluitend armen in werden opgenomen: blijkens de nog aanwezige proefbrieven hebben ook welgestelde lieden zich hierin gevestigd. In het geheel zijn er slechts zes proefbrieven bewaard gebleven: vijf bevatten de proeven van bemiddelde personen, terwijl de zesde de toelating behelst van een arm man, die door hulp en voor spraak van Bebnabdus Bucho (van Aytta), pastoor te Oldehove als 't ware op risico wordt aangenomen. *) De proefbrieven toonen aan, dat de proveniers van het St. Jacobs-Gasthuis nagenoeg dezelfde rechten en plichten hadden als die van het St. Anthony-Gasthuis. Ook hier ontvangen zij kost, kleeding (of geld daarvoor) en vuur, met belofte, dat zij. „zooals het zede en gewoonte is" te Oldehove begraven zullen worden en dat er, gedurende één jaar na hun dood, zielmissen voor hen zullen worden gelezen. Gewoonlijk krijgen zij eene vrije kamer, soms met toevoeging van brood en boter en van eene schuit turf. In 1495 wordt aan Pieteb Backeb en zgne vrouw de priesterskamer5) ter bewoning gegeven, op ■) Zie oork. 87. (Inv. no. 70.) 2) Zie oork. 104. (Inv. no. 53.) ') Dit is waarschijnlijk de kamer geweest, welke Hille, die blykens een 54 voorwaarde, dat zij het bestier van het gasthuis op zich zullen nemen en toezicht zullen houden op de boden en dienstmeisjes, opdat de armen flink verzorgd en de goederen gebruikt mogen worden „ther armen profyt ende netticheit". Blijkbaar bestond ook hier de gewoonte, dat de proveniers ten bate van het gesticht moesten werken: in den proefbrief van Bauke Gossama en zgne vrouw Griet, uit 1503, staat uitdrukkelijk, dat hetgeen „Bauke ende Greeth venne ende spinne, dat schil „int ghemeen gaen" *) terwijl in den laatst aanwezigen proefbrief van Claes Symonsz en Wemeld, uit 1512, wordt bepaald, dat zij nooit tot het doen van eenig werk in het gasthuis gedwongen zullen worden.') Daartegen staan de proveniers hunne goederen geheel of gedeeltelijk af. Ook gebeurt het, dat zij gedurende hun leven de beschikking behouden over bepaalde inkomsten of bepalingen maken omtrent enkele stukken uit hunne nalatenschap. Prebende. De geestelijke verzorging der bewoners van het St. JacobsGasthuis rustte op den pastoor der St. Vitus-kerk te Oldehove, onder wien Hille vak Zwolle „geseten was". Het lezen der missen ten behoeve van hare ziel en die harer vrienden, welke dagelijks in de St. Jacobskapel gehouden moesten worden, had zij echter opgedragen aan de Jacobijnen of Predikheeren, die daarvoor 22 rijnsgulden 's jaars genoten. Onder de goederen, welke zij voor dit leen aanwijst, behooren ook 22 oude schilden, welke de Predikheeren haar schuldig zijn; op deze wijze werd derhalve eene oude schuld vereffend. Toen bij de invoering van de Hervorming de dienst in de St. Jacobskapel een einde nam, zgn de goederen van dit leen aan het St. Anthony-Gasthuis overgedragen. Op den 14«n November 1579 richtten de voogden daartoe een request tot het Stedelijk Bestuur,*) doch, ofschoon het antwoord hierop verloren is gegaan, blijkt zoowel uit de rekening der geestelijke goederen van Leeuwarden over 1581—1582 waarin een post voorkomt met het opschrift: „Andere opkomsten van de prebende van St. Jacobscapell, welke prebende die van 't Gasthuis koopbrief van 9 Augustus 1480 reeds vóór dezen datum was gestorven, voor zich zelve had behouden, daar er slechts ééne „kamer in den huse" was. ') Zie oork. 89. (Inv. no. 51.) 2) Zie oork. 107. (Inv. no. 54.) 3) Oork. 200a (Inv. no. 963.) 55 „binnen Leeuwarden possideeren", als uit de rekening van het St. Anthony-Gasthuis over 1582,«) dat het verzoek is toegestaan. Over welke inkomsten het St. Jacobs-Gasthuis kon beschikken, Ftaantiën. welke eigendommen het bezat, is niet meer na te gaan, daar niet alleen de rekeningen van dit gesticht ontbreken, maar er evenmin eene lgst bestaat van zgne goederen, zooals die omstreeks 1533 door het St. Anthony-Gasthuis zgn overgenomen. Behalve de 30 pondemaat land bg Marssum, uit de nalatenschap van Arent van Sürhtjsen en de enkele stukken land, welke in de proef brieven genoemd worden, verkregen de Sacramentsvoogden door aankoop en door erflating verschillende vaste goederen. Daar zg echter nu eens als verzorgers der huiszittende armen en dan weer als voogden van het St. Jacobs-Gasthuis optreden en het niet altijd is uit te maken in welke van beide qualiteiten zg handelen, kan men niet uitvorschen, welke goederen juist aan het gasthuis hebben behoord. Ruim zullen de geldmiddelen waarschgnlgk niet zgn geweest. In den proefbrief van Pieter Backer en zijne vrouw uit 1495 toch wordt reeds gestipuleerd, dat, indien het gasthuis niet bg machte mocht zgn hen „vormits armoeth jeffta oers onghefall" van het noodige te voorzien, de Sacramentsvoogden hen zouden onderhouden uit de gelden van dit gilde, of de St. Vitusvoogden vanwege de kerk te Oldehove. Hoe dit zg, de goederen van het St. Jacobs-Gasthuis en van het Heilige-Sacramentsgild werden met hunne baten en lasten bg de opheffing van het gesticht en van het gilde bg de bezittingen van het St. Anthony-Gasthuis „geïncorporeert" en wel op zoodanigen voet, dat uit de oudste rekening van het St. Anthony-Gasthuis uit 1561, niet meer is op te maken, welke goederen oorspronkelgk tot het St. Jacobs-Gasthuis hebben behoord. Volgens den fundatiebrief werd het gesticht bestuurd door Bestnnr. „die foeghden fan dat Heilighe Sacramentsgild bij des Persoeners „raed toe Oldehoeuwe", benevens door Henrick van Zwolle en Loedwich en Harmen van Sürhtjsen, die bij overigden opgevolgd moesten worden door hunne te Leeuwarden wonende, naaste bloedverwanten. Hoe de uitdrukking: „Bg des Persoeners ') Zie Oork. 217, bta. 718 en 714. OnY. bo. 921.) 56 „raed toe Oldenhoeuwe" moet worden opgevat, blijkt uit den afkoop eener eeuwige rente, welke tot 1480 op het gasthuis rustte. In dit stuk1) wordt gezegd, dat het huis bestuurd wordt door den Persona te Oldehove, met de Sacramentsvoogden en met Hendrik van Zwol en Loedwich en Habmen „saelighe „Abent en Hille fryonden". De pastoor van St. Vitus te Oldehove zal dus voorzitter van het Bestuur zijn geweest. De fundatrice had voorts Olderman, Schepenen en Raad van Leeuwarden verzocht den stichtingsbrief te bezegelen en mede te helpen om dezen „te stereken ende bescermen".») Had zij kunnen voorzien, wat er nog geen 60 jaar na de stichting met haar gasthuis zou gebeuren, dan zou zij stellig alles hebben aangewend om den wolf buiten de schaapskooi te houden. Want, ofschoon men den datum van den ondergang van het St. Jacobs-Gasthuis niet kent, bestaat er een onwraakbaar getuigenis, dat het Stedelijk Bestuur dit gesticht vóór 14 November 1534 heeft opgeheven. het Gasthuis" Di* bewijsstuk is het testament van Acjck Petebsdb., de fun1 datrice van het Old Burger Weeshuis, die daarin bepaalt: „Item, ick wil mijn guet van die stad niet forrucket hebben „ende ofte ymant dar van vorrucken woude, als Abnt van Zwols „gueden ghedan zgn, soe sullen mijn vrienden mijn gueden „weder antasten, als erwen van mgn guet". Zeer waarschijnlijk heeft het Stedeüjk Bestuur zich tot die daad gerechtigd gevoeld door de ordonnantie van Karei V van 7 October 1531, waarbij de armenzorg aan de overheid wordt opgedragen. Hierbij werd o. m. bevolen, dat er ééne beurs gemaakt moest worden van „allen caritaten, tafelen van huys„ armen, gasthuysen, broederschappen en andere hebbende obyten „ende distribuciën van pro venen ende aelmoessen". Ten einde het werk der liefdadigheid beter te regelen, moesten ') Zie Oork. no. 58. (Inv. no. 95.) 2) Opmerkelijk is het, dat, waar Hille geen plaats in het bestuur van het gasthuis toekent aan de Stedelijke Regeering en haar gesticht geheel onafhankelijk van de Magistraat stelt, de „Aulderinan, Rjucht ende Reed" in 1512 toch hun „reed ende moed" geven tot het aangaan van een proefcontract. In twee der zes proefbrieven, welke bekend zgn, n.1. die uit 1495 en uit 1600, bezegelt de overheid de overeenkomst op verzoek van beide partijen; in drie andere, uit 1608. 1505 en 1510 wordt zij niet vermeld, doch in dien van 1512 staat uitdrukkelijk: „Disse contract habbet wg forser, foeghden vorsern. bg reed ende „moed vau Aulderman, Rjucht ende Reed der Sted Leowrd oengeen". Mogelijk beteekent „reed en moed" hier: raad en voorkennis, en niet: raad en wille. Er is ten. minste geen daad bekend, waaraan het Stedelijk Bestuur de macht zou ontleenen tot het geven van zijne toestemming. 57 de steden in kwartieren worden verdeeld. Aan het hoofd van elk kwartier zou door het Stadsbestuur een man worden geplaatst „van den bequaemsten ende best gequalificeerde", die zich persoonlijk met het onderzoek naar de armen belastte, of dit aan anderen opdroeg. Het makén van ééne gemeenschappelijke beurs van alle liefdadige instellingen is te Leeuwarden blijkbaar niet geschied '), maar wel schoeide het Stedelijk Bestuur de zorg voor de huiszittende armen op den aangewezen voet. Uit de policyboeken ziet men, dat volgens de raadsbesluiten van 7 Februari 1554, 5 Januari 1556 en 24 Januari 1558 de armen, naar de espels of wijken der stad, onder de vier polieyen werden ingedeeld; in 1558 worden ook de kwartiermeesters vermeld. Deze nieuwe regeling der armenzorg van hooger hand maakte de werkzaamheid der broeders van het Heilige-Sacrament overbodig. Hun gilde moet kort na de publicatie van de Keizerlijke ordonnantie van 7 October 1531 opgeheven zgn. Dat dit werkelijk vóór 5 Februari 1533 plaats heeft gehad, blijkt uit eene quitantie, gedateerd van St. Agathe-dach (5 Februari) 1533, voor een bedrag, dat door het convent Aalsum was ontvangen van de „Oldermans des Heilighen name Jesu ende voechden des „Heiligen Sacraments erwen bynnen Leeuwarden". *) Met deze ontbinding van het Heilige-Sacramentsgild viel het door Hille van Zwolle aangewezen bestuur van het St. JacobsGasthuis. Ongetwijfeld heeft de overheid, welke zich krachtens de ordonnantie des Keizers als: „opperste voogden ex „officio" beschouwde, het wenschelijk geacht van deze omstandigheid gebruik te maken om het St. Jacobs-Gasthuis, dat in de laatste jaren een kwijnend bestaan geleid moet hebben, met het St. Anthony-Gasthuis te vereenigen, waarbij alle baten en lasten van het St. Jacobs-Gasthuis en van het Heilige-Sacramentsgilde op St. Antoon overgingen. Ofschoon er geen acte van deze overdracht bestaat, blijkt dit toch voldoende èn uit de rekening van het St. Anthony-Gasthuis van 1561, waarin ') Men denke slechts aan het St. Anthony-Gasthuis en aan het ZoeteNameJezusgild, dat hier reeds in 1628 voorkomt en die steeds afzonderlijk hebben bestaan. 2) Zie mr. F. C. J. A. Boetes, „Armengoederen en Armbesturen in Friesland'' in De Vrije Fries, deel XX, bis. 66. Leeuw. 1906. Met „des Heilighen Sacraments erwen" moeten de Voogden van het St Anthony-Gasthuis bedoeld zgn, op wie de -goederen, de rechten en de plichten van het Heilige-Sacramentsgilde overgingen. 58 posten voorkomen betreffende de betaling van eene rente, door het Heilig-Sacramentsgild verschuldigd en den dienst van het altaar, dat deze broederschap in de St. Vitus-kerk te Oldehove had bezeten, èn uit den aanhef van het request der St. AnthonyGasthuisvoogden aan de Stedelijke Regeering van 14 Nov. 1579'), welke luidt: (De Voogden van het St. Anthony-Gasthuis) .... „hebbende de administratie van den goederen van het St. Jacobs„ Gasthuis binnen denselven stede (Leeuwarden), soe dzelve goederen voermals met den goederen van S. Anthonis Gasthuis „sijn geunieert ende in denselven gasthuise mede sijn geïncor„poreert" etc. In hoeverre het St. Anthony-Gasthuis met de buitengoederen van het St. Jacobs-Gasthuis en van het Heilig-Sacramentsgild ook de binnen de stad gelegen panden van dit gesticht heeft verkregen, blijkt niet. In de rekening van 1561 komt eene: „Specificatie „van den cameren dewelcke om goodtswillen bewoont worden", voor, waarin o. m. twee kamers in de St. Jacobstraat en één in de Kloksteeg, „door Jacob Roeper bewoont" genoemd worden. Dit zou er op kunnen wijzen, dat de gasthuiskamers mede zgn overgedragen. Een stellige uitzondering maakt dan hierop echter „ Hille's kamer", ten oosten van de kapel gelegen. Deze behield de Stad zich voor. Tusschen 1534 en 1541 ') liet het Stedelijk Bestuur op deze plek den prachtigen, slanken Nieuwetoren bouwen, die eeuwenlang (tot Januari 1884) een sieraad van Leeuwarden is geweest. Van den torenbouw weet men niets; evenmin kent mende beweegreden, welke tot dien bouw geleid heeft. Misschien is zijn ontstaan te danken aan onderlingen naijver tusschen verschillende espels der stad, waar in het Oldehoofsterespel de Oldehove langzaam verrees. •) Door het leen, dat op haar altaar was gevestigd, heeft de St. Jacobskapel hare bestemming tot 1579 behouden. Op de voogden van het St. Anthony-Gasthuis rustte de plicht dit gebouw te onderhouden. In 1538 lieten zij het vertimmeren en van banken en peyen voorzien, waarvoor de in dien tijd belangrijke som van 230 goudgulden, „ende dat wagenschot, dat „in die capella staet" besteed werd. *) Waarschijnlijk houdt deze 5 Zie Oork. 200a. (Inv. no. 913.) *) In dit jaar werd de groote slagklok van dezen toren gegoten. 3) In 1629 was men met den bouw van den Oldehove begonnen. 4) Zie Oork. no. 146. (Inv. no. 904.) 59 vertimmering verband met den bouw van den Nieuwetoren. Toen de dienst in de kapel bij de invoering van de Hervorming ophield en de prebende aan het St. Anthony-Gasthuis verviel, bleef het gebouw aan de Stad, die het tot verschillende doeleinden heeft gebruikt, totdat het in 1887 wegens bouwvalligheid is afgebroken. INVENTARIS. I. Stukken vóór 153 4. A. Het Archief van het St. Anthony-Gasthuis vóór de inlijving van het St. Jacobs-Gasthuis. 1. Proefbrieven. 1. Proefbrief voor Benne Jacobs te Noordermeer»1477. 1 charter. (Reg. no. 53.) 2. Proefbrief voor Douwa Bangma en zgne vrouw Juck. 1489. 1 charter. (Reg. no. 68.) 3. Proefbrief voor Ids Romkes zoon te Oosterend. 1519. 1 charter. (Reg. no. 118.) 4. Proefbrief voor Aucke metzelaar en Gauts, zgne vrouw. 1531. 1 charter. (Reg. no. 133.) 5. Proefbrief voorWybren Metthie zoon en Foeck Wybe dr. 1532. 1 charter. (Reg. no. 134.) 2. Verhuringen, 6. Huurcontract, waarbij Jarich Joenkis voor drie oude schilden 's jaars van de voogden van het gasthuis de stede huurt, waarop Jacob Peylerth vroeger woonde. 1457. Hierbij een: a. Koop- en kwijtbrief van eene stede, bewoond door Jacob Peyler. ') 2 charters. (Reg. no. 22 en 18.) ') Om bqzondere redenen heb ik mij niet tot de bloote aanduiding der bijlagen tot de stukken bepaald, doch deze iets nader omschreven. 61 3. Beschikkingen ten bate van het Gasthuis. 7. Testament van de weduwe Sibbel Sibbitzme (dochter van Sybrant Auckama) met gunstige bepalingen ten behoeve van het St. Anthony-Gasthuis, het St. Jacobs-Gasthuis en de huiszittende armen. 1601. (Authentiek afschrift uit de 16e eeuw, geteekend P. Eemskerck). 1 charter. (Reg. no. 90.) 8. Tweede testament van Sibbel, Sybeth's weduwe, ter vervanging van dat van 1501, waarbij zij de bepalingen ten gunste van de St. Anthony- en St. Jacobs-gasthuizen en van de huiszittende armen te Leeuwarden bevestigt. 1506. (Authentiek afschrift uit de 16e eeuw, geteekend P. Eemskerck). 1 charter. (Reg. no. 99.) 9. Aanteekening omtrent vorderingen van de beide gasthuizen, de Sacramentsarmen en de kerk van Oldehove, waarvan de voldoening belemmerd of betwist wordt. Zonder datum. (1512? na den dood van Frans Minnema.) 1 charter. (Reg. no. 111.) 10. Testament van Albert Wilcke zoon, met eene bespreking ten gunste van het St. Anthony-Gasthuis. 1525. 1 charter. (Reg. no. 183.) 11. Testament van Cornelis Alexanders zoon van Bergen op Zoom, die het St. Anthony-Gasthuis tot erfgenaam van al zijne goederen maakt. 1530. 1 charter. (Reg. no. 127.) 12. Testament van Ryns Pieter zoon, die aan de rechte armen te Leeuwarden zijne goederen, met uitzondering van de helft van een huis op het Vliet, vermaakt. 1534. 1 charter. (Reg. no. 136.) 13. Testament van Pieter Johanzn. (Auckama) met gunstige bepalingen voor het St. Anthony-Gasthuis te Leeuwarden en de huiszittende armen aldaar. 1534. (Authentiek afschrift eener copie, geteekend P. Eemskerck). 1 charter. (Reg. no. 13T.) 62 14. Aanteekening omtrent renten, welke de armen vorderen" van Peter Johanzn. (Auckama), Frans Minnema en anderen. Zonder datum. 1 charter. 4. Bezittingen. a. Eigendomsbewijzen van huizen en renten in de stad. 15. Schenkingsbrief van Jouke Burmana van eene stede in de Scochstrede te Leeuwarden. 1425. 1 charter. (Reg. no. S.) 16. Schenkingsbrief van Utkia Jellama van de halve stede, waarop de kerk mede gebouwd is. 1430. 1 charter. (Reg. no. 4.) 17. Kwijtbrief, waarbij Thomas Kraen, prior, en de gemeene raad van het (Jacobijner) convent te Leeuwarden ten behoeve van het gasthuis afstand doen van hunne vermeende rechten op eene stede op de kamp, waarop Sipka smid heeft gewoond. 1432. 1 charter. (Reg. no. 5.) 18. Schenkingsbrief van Kampo Abbema, zgne moeder en zijne grootmoeder van de stede, waarop Blankenborg heeft gestaan. 1433. 1 charter. (Reg. no. 8.) 19. Ferdban van olderman en schepenen van Leeuwarden, aan de voogden van het gasthuis verleend ter bevestiging van het door schenking verworven grondbezit, dat in de voorgaande vier acten wordt genoemd. 1433. 1 charter. (Reg. no. 7.) 20. Schenkingsbrief van Wyba Onnama van het derde gedeelte van Wasmanna-stins en -stede aan den Heiligen Anthonius, ten behoeve van het gasthuis. 1436. 1 charter. (Reg. no. 8.) 21. Uitspraak, door den olderman van Leeuwarden gedaan in het geschil tusschen den procurator van het gasthuis en Beyke Nittama, over het bezit van eene stede met uitgang.1436. 1 charter. (Reg. no. 9.) 22. Ferdban van olderman en schepenen van Leeuwarden op de schenking van eene stede op de Weerd, door Kampa Abbema aan het gasthuis geschonken. 1442. 1 charter. (Reg. no. 11.) 23. Koop- en kwijtbrief voor de voogden van het St. AnthonyGasthuis van een steenen huis, met huisstede, aangekocht van Jetkia Medum. 1460. 1 charter. (Reg. no. 15.) 24. Koop- en kwijtbrief voor de voogden van het St. AnthonyGasthuis van eene stede bij de steenen brug te Oldehove, aangekocht van Jarich Joenkis. 1467. 1 charter. (Reg. no. Si.) 25. Overeenkomst tusschen de voogden der armen ter eenre, en de nagelaten weduwe van meester Lambert, in leven rector van de Groote School te Leeuwarden, en hunne kinderen ter andere zijde," waarbij de eersten op zekere voorwaarden een. gebouw verkrijgen, dat meester Lambert . vlak naast de school had laten zetten. 1631. 1 charter. (Reg. no. 132.) b, Eigendomsbewijzen van landen en renten buiten de stad. 26. Ferdban, gegeven door de grietmannen en hunne mederechters van Tietjerksteradeel aan de voogden van het St. Anthony-Gasthuis op den koop van negen pondematen land, liggende tusschen Koelka-meer en Liachta-meer en strekkende over het Deel tot de Lenna. 1450. 1 charter. (Reg. no. 16.) 27. Koop- en kwijtbrief voor de voogden van het St AnthonyGasthuis van drie pondematen miedland, tusschen de Miedrijd en het Ouddeel, door hen aangekocht van Jelka den smid. 1455. 1 charter. (Reg. no. 17.) 28. Koop- en kwijtbrief van het */» gedeelte van eene stede op een kamp te' Ferwerd, gekocht door de voogden van het 64 St. Anthony-Gasthuis van den pastoor en de kerkvoogden van Nijehove. 1455. 1 charter. (Reg. no. 18.) 29. Overdracht aan de voogden van het St. Anthony-Gasthuis van drie pondematen land in Buweerstera-fenne, door Baucke Sickis weduwe. 1462.v Hierbij een: n. Koop- en kwijtbrief, waarbij Mamma Mammingha dit land aan Gossa, den bloedlater, verkoopt. 1406, en den: 6. Ferdban aan Gossa op dezen koop verleend. 1406. Drie charters. (Reg. nos. 27, 1 en 2.) 30. Ferdban, door grietman en mederechteren in het Hirmarecht op het Leeuwarder Nieuwland verleend aan de voogden van het St. Anthony-Gasthuis op de drie pondematen land, welke aan hen waren verkocht door Bauck Sickes en haren zoon jonge Goska, met afwijzing van het verzoek tot niaarkoop, door hare andere zonen Hulbrand en Albert gedaan. 1465. 1 charter. (Reg. no. 29.) 31. Uitspraak in het geschil tusschen den priester en de voogden van het St. Anthony-Gasthuis ter eenre en heer Feyke, persona te Papinga-stins, ter andere zijde, betrekkelijk de verdeeling van Papinga-fenne. 1484. 1 charter. (Reg. no. 61.) 32. Ferdban, door grietman en mederechteren van Ferwerderadeel aan de voogden van het St. Anthony-Gasthuis verleend op de landen en renten te Wanswerd, hun door Douwe Banga en Juck, zijne vrouw, bij hunne intrede in dit gesticht, overgedragen. 1493. 1 charter. (Reg. no. 78.) 33. Koop- en kwijtbrief voor de voogden der armen te Leeuwarden van twee koegrazen lands in Buweersterafenne, aangekocht van Haye Johanzoon te Mackum. 1508. 1 charter (Reg. no. 104.) • 34. Koop- en kwijtbrief voor de voogden van het St. AnthonyGasthuis van de stede ter Graple, aangekocht van Dodo Wibrandi, prebendarius te Oldehove. 1508. 1 charter. (Reg. no. 105.) 65 35. Wandelbrief tusschen de bestuurders van het priesterleen in het St. Anthony-Gasthuis en de pastoors en de kalende van Oldehove ter eenre, en Hans van Grombach, amptman te Harlingen, ter andere zijde, waarbij de eersten eene eeuwige rente van 10 goudgulden op landen te Stiens verkrijgen, en de laatste eene rente op een huis, benevens een toehaak van 15 goudgulden ontvangt. 1511. 1 charter. (Reg. no. 108.) 36. Schenkingsbrief van Wopka Jarighzoen te Eestrum van alle landen, welke hem nagelaten kunnen worden door zgne ouders en zijn broer. 1511. 1 charter. (Reg. no. 109.) 37. Eigendomsbewijs van twee pondematen weiland op Goutumer Nieuwland, aan het gasthuis vermaakt door Ayll, Aelthie Wythiesdr. 1517. 1 charter. TReg. no. 115.) 38. Koop- en kwijtbrief voor de voogden van het St. AnthonyGasthuis van twee pondematen weiland op de Menaldumer mieden, aangekocht van Stinnert Tzommezoen. 1517. 1 charter. (Reg. no. 117.) 39. Wandelbrief tusschen de voogden van het St. Anthony-Gasthuis ter eenre, en Tyaert Burmania ter andere zijde, waarbij de eersten 14 pondematen land onder Marssum, Beetgum en Goutum, benevens een last koren ontvangen, terwijl de laatste zes pondematen nieuwland bij de Galgefenne en 5 pondematen ten zuiden van het Galgediep op Colmerland verkrijgt. 1520. 1 charter. (Reg. no. 119.) 40. Koop- en kwijtbrief voor de voogden van het St. AnthonyGasthuis van den aankoop van twee pondematen land in Buweerster-fenne, aangekocht van de oversten en broeders van het klooster der Predikheeren te Leeuwarden, 1520. 1 charter. (Reg. no. 180.) 41. Koop- en kwijtbrief voor de voogden van het St. AnthonyGasthuis van 5 pondematen land, gelegen aan het Ouddeel, 5 66 en aan beide zijden grenzende aan grond van het gasthuis, aangekocht van Taka Tiepkazoen en Reemrich Claesdr. 1524. 1 charter. (Reg. no. 181.) 42. Consentbrief op de overeenkomst tusschen de voogden van het St. Anthony-Gasthuis (voogden der armen) en Hans van Grombach, waarbij de eersten eene jaarhjksche rente van 10 goudgulden op land te Stiens ontvangen. 1524. 1 charter. (Reg. no. 188.) N.B. Zie Inv. no. 36. 43. Koop- en kwijtbrief voor de voogden der armen en van het St. Anthony-Gasthuis van eene koegrazing in de Galgefenne bij Leeuwarden, aangekocht van den Pater, de oversten en conventuelen van Oegeklooster bij Bolsward. 1528. 1 charter. (Reg. no. 186.) 44. Koop- en kwgtbrief voor de voogden der armen van eene jaarlijksche rente van twee goudgulden, rustende op 3 pondematen land te Wanswerd, aangekocht van Juycke Sydszn., huurder van het Leeuwarder armen-land te Wanswerd. 1530. 1 charter. (Reg. np. 186.) c. Verkoop van huizen en renten. 45. Rentebrief, groot 2 rijnsguldens jaars, door den priester en de voogden van het St. Anthony-Gasthuis uitgegeven op een huis bij de St. Jacobskapel, ten behoeve van de executeurs van het Heer Alberts-leen. 1483. 1 charter. (Reg. no. 60.) 46. Uitspraak in het geschil tusschen de voogden van de armen en van het St. Anthony-Gasthuis, als verkoopers ter eenre, en Jacob Jelyszoon, met zgne vrouw Yda, als koopers ter andere zijde over den verkoop van een huis, schuur, ledige plaats en hieraan gelegen vijf kamers „de Heilige-Sacraments-kamers" genoemd. 1526. (Authentiek afschrift, uit de 16e eeuw, geteekend Wilko Folkerts.) 1 charter. (Reg. no. 184.) 67 B. Het Archief van het Heilig-Sacramentsgilde en van het St. Jacobs-Gasthuis. 1. Stukken betreffende de stichting. 47. Testament van Arnt van Suerhusum en zijne vrouw Hille, waarhij zij het 1js gedeelte van hunne na te laten goederen tot liefdadige doeleinden bestemmen. 1459. K■ jBJ^ 1 charter. (Reg. no. 85.) 48. Fundatie-brief, waarbij Hille van Zwolle, weduwe van Aerent van Surhusen, het gasthuis en de kapel van St. Jacob sticht. 1478. 1 charter. (Reg. no. 54.) 2. Proefbrieven. 49. Proefbrief voor Peter Backer en zijne vrouw Griet. 1495. Hierbij een: a. Koop- en kwijtbrief voor Griet, Pieter Backers weduwe, van drie koegangen lands in Janthiema-fenne, aangekocht van Hobbe Hermanna en Reneyd zgne vrouw. 1498. 2 charters. (Reg. nos. 88 en 84.) 50. Proefbrief voor Jelle Hesselzoen en Sibbel Jellama. 1500. 1 charter. (Reg. no. 89.) 51. Proefbrief voor Bauke Gossema en zijne vrouw Greet. 1503. Hierbij een: Koop- en kwijtbrief voor Bauke Gossama van 51/* pondemaat bouwland, liggende in het Dijkland op de Kaeg. 1494. 2 charters. (Reg. no. 93 en 80.) 52. Proefbrief voor Syrd Myrckszoen. 1505. 1 charter. (Reg. no. 98.) 53. Proefbrief voor Pauels scroer. 1510. 1 charter. (Reg no. 107.) 54. Proefbrief van Claes Symonzoen en zijne vrouw Wemeld. 1512. (Ongeteekend afschrift uit de 16e eeuw.) 1 charter. (Reg. no. 110.) 68 3. Beschikkingen ten behoeve van bet HeiligeSacramentsgild. 55. Testament van Wyba Sywertszoen van Grovestins te Englum, met eventueel gunstige bepaling voor de HeiligeSacramentsvoogden te Leeuwarden en te Sneek. 1479. 1 charter. (Reg. no. 57.) 56. Testament van Anske, Johan Sybrandsdr. (Auckama), met gunstige bepaling voor de Sacramentsvoogden. 1505. 1 charter. (Keg. no. 97.) 4. Bezittingen. a. Eigendomsbewijzen van huizen en renten in de stad, 57. Koop- en kwijtbrief voor Aerend van Zwolle en zijne vrouw Hilla van eene rente, groot vier gouden postulaat gld. gevestigd op het huis en de stede, welke eertijds aan Gosse bloedlater hebben toebehoord, aangekocht van Baucke Sickis wed. en hare drie zonen. 1466. 1 charter. iReg. no. 32.) 58. Koop- en kwgtbrief voor Arndt van Suerhusen en Hille, zgne vrouw, waarbij Baucke Sickis en hare Zonen Gossa, Albert en Hiilbrandt het huis met hof bü de Hoogstraat, dat vroeger Gossa bloedlaters huis werd genoemd, aan hen tegen eene eeuwige rente van 30 postulaat gulden verkoopen. 1466. 1 charter. (Reg. no. 38.) 59. Koop- en kwijtbrief, waarbij Arnd van Suerhusen en zijne vrouw Hille van Hilbrand Sickes diens aandeel in eene eeuwige rente, rustende op een huis in de Hoogstraat, groot 2 gouden postulaat gld., voor 50 gelijke gulden verwerven. 1468. 1 charter. (Reg. no. 34.) 60. Koop- en kwgtbrief voor Aernd van Suurhuesen en zgne vrouw Hille van */» gedeelte van het huis, door de eersten bewoond, aangekocht van Hiilbrand Sickazoon. 1469. 1 charter. (Reg. no. 36.) 69 61. Koopbrief voor Arend van Zwolle en Hille, zgne vrouw, van eene stede in de Speelmansstraat, aangekocht van Graethie Kammyngha. 1473. 1 charter. (Reg. no. 48.) 62. Kwgtbrief ten behoeve van de Heilige-Sacramentsvoogden, gepasseerd door de weduwe van Albert Sickes voor de afkoopsom der jaarlijksche rente, rustende op de St. Jacobskapel, groot 10 postulaatgulden, tegen den penning 25. 1485. 1 charter. (Reg. no. 64.) 63. Koop- en kwgtbrief voor de Sacramentsvoogden van een deel van het huis, staande op de noordzijde van de steeg bg de St. Jacobskapel, aan hen verkocht door Butta Halbazoon en Bely, zgne vrouw. 1485. 1 charter. (Reg. no. 66.) 64—67. Eigendomsbewijzen van het huis, aan de Sacramentsvoogden nagelaten door Ewert Goudsmid, met 6 bglagen. 64. Scheidsrechterlgke uitspraak tusschen de Sacramentsvoogden ter eenre en eenige der bloedverwanten van Ewert goudsmid ter andere zijde betreffende het huis, dat Ewert aan de rechte armen heeft besproken. 1489. 1 charter. (Reg. no. 69.) 65. Scheidsrechterlgke uitspraak tusschen de Sacramentsvoogden ter eenre, en de kleindochter van wglen Euert goudsmid ter andere zgde over het steenen huis in de Hoogstraat te Leeuwarden, dat Ewert en zgne vrouw Lysbeth aan de Sacramentsarmenhebben besproken. 1489. 1 charter. (Reg. no. 70 ) 66. Kwijtbrief voor de Sacramentsvoogden te Leeuwarden, waarbg Botta Halbazoon en Beelka, zijne vrouw, dezen quiteeren voor de 40 klinkerts, welke hun volgens scheidsrechterlgke uitspraak toekomen voor den afstand hunner rechten op bovengenoemd huis in de Hoogstraat. 1489. 1 charter. Jleg. no. 71.) 67. Uitspraak van zoenslieden in het geschil tusschen de Heilige-Sacramentsvoogden ter eenre, en Wyba Harmens 70 ter andere zgde over het door dezen bewoonde huis van Euert goltsmit. 1492. 1 charter. (Reg. no. 71.) Hierbij den: a. Kwijtbrief voor Ewert goudsmid, voor den afstand van het huwelijksgoed van zijne tweede vrouw aan haar zoon uit haar eerste huwelijk. 1443. b. Overeenkomst tusschen Ewert, den goudsmid, en den broeder zijner eerste vrouw, om aan de kinderen uit haar eerste huwelijk, bij hunne meerderjarigheid, hun moederlijk erfdeel uit te keeren. 1443. c. Verklaring van schepenen over de uitkeering van een deel van het weergeld voor den moord op Johannes goudsmidt, aan diens zoon Syuet, door Ewert goudsmid. 1456. d. Verklarihg van Doede Siirkisma en Sicko Wibrens, dat Ewert goudsmid opnieuw een deel van dit weergeld aan de zonen van den verslagene heeft voldaan. 1457. e. Kwijtbrief door Baernd, zoon van wijlen Johannes goudsmid, aan Ewert goudsmid en wijlen Lieüwes erfgenamen gegeven, voor het nog resteerende weergeld voor den doodslag op zijn vader begaan.1464. f. Kwgtbrief voor Ewert goudsmid, gegeven door Timen Allertszoon, die verklaart, dat Ewert hem de schade heeft vergoed, welke hij als zijn borg had geleden. 1471. 6 charters. (Reg. nos. 18, 11, 19, 81, 88 en 13.) 68. Schenkingsbrief ten behoeve van de voogden van het Heilige-Sacrament, door Jelck Sackes, vrouw van Baucka Peers, van het door haar bewoonde huis, onder voorwaarde, dat de voogden haar eene lijfrente zullen geven van vijf gouden rijnsgulden 's jaars. 1490. 1 charter. (Reg. no. 78.) 69. Koop- en kwgtbrief voor de voogden van St. Vitus en die des Heiligen-Sacraments van een huis, staande op de Waeze, gekocht van Baernd Willemszoon. 1493. 1 charter. (Reg. no. 77.) 71 70 Eigendomsbewijs voor de Heilige-Sacramentsvoogden van de stede, waarop de schuur van het St. Jacobs-Gasthuis staat, met de twee ledige steden daarnevens. 1501. 1 charter. (Reg. no. 91.) 71 Kwgtbrief aan de Sacramentsvoogden en de Predikheeren verleend door Aedzert, Tzalingh en Gerbert lieüwes Minnema, voor de uitkeering van het hun door den Raad van den Hertog van Saksen toegezegde aandeel in eene rente van acht schilden, welke hun oom Gerbeth Minnama aan de armen en aan het Jacobijner klooster had besproken. 1506. 1 charter. (Reg. no. 96.) b. Eigendomsbewijzen van landen en renten buiten de stad. 72. Koop- en kwgtbrief van vijf pondematen land op Marssumerland, door Aemth van Zwolle en Hille, zgne vrouw, aangekocht van Oenthia in de Hammen en zgne vrouw Rintkie. 1466. 1 charter. (Reg. no. 30.) 73. Koop- en kwijtbrief van vier pondematen land op het Marssumer Nieuwland, door Arnd van Swol en zgne vrouw Hille gekocht van Ofka Dottingha. 1470. 1 charter. (Reg. no. 87.) 74. Ferdban, verleend door den grietman en de mederechters van Marssuraer Nieuwland's hemrik aan Aernd en Hille van Swoel, op den aankoop van 5 pondematen land van Oentza in de Hammen, 2 pondematen van Wopka Roedmersma, en 2 pondematen van Ulka Epingha. 1470. 1 charter (Reg. no. 38.) 75. Koop- en kwgtbrief, gegeven aan Aernd en Hille van Swoel door Wyba Syurdszn. van Grovestins, op den koop van twee pondematen land in Huytyngha-Nieuwlandsfenne. 1471. 1 charter. (Reg. no. 40.) 76. Koop- en kwgtbrief, verleend aan Arnt en Hille van Zwol, door den persona en de kerkvoogden van Engelum voor den aankoop van omstreeks 4 pondematen kerke-land, liggende op den Dijkstael, ten noorden van den Franjumer Nieuw- 72 landsweg en l1/* pondemaat, liggende ten zuiden van dien weg. 1471. 1 charter. (lieg- no. 41.) 77. Acte van overdracht aan de verzorgers der huiszittende armen te Leeuwarden en te Sneek vani twee zathen lands, te Aersem en te Batens geheeten, door de executeurs-testamentair van Folkert Bentes te Oosterwierum. 1471. 1 charter. (Reg. no. 42.) 78. Schenkingsbrief aan het Heilige-Sacramentsgilde van Sjoerdsma-goed te Lekkum, door Tzomma Wyarda van Goutum. 1472. 1 charter. (Reg. no. 44.) 79. Koop- en kwgtbrief voor Arnd van Swoll van 14 einzen land in de Wernafliet, door hem gekocht van den persona en de kerkvoogden van Beetgum. 1472. 1 charter. (Reg. no. 45.) 80. Koop- en kwgtbrief voor Aernth en Hille van Swol van een pondemaat land in Awernafliet, door hen gekocht van Heer Thiebbo, jonger-priester te Beetgum. 1473. 1 charter. (Reg. no. 47.) 81. Koop- en kwijtbrief voor Aerndt en Hille van Swol van 71/* pondemaat land, liggende aan den Wynzerweg, door hen gekocht van Melko Wiggersma. 1475. 1 charter. (Reg. no. 49.) 82. Wandelbrief tusschen Aernd van Surhusem en Hylle van Swol ter eenre, en Wopka Roedersma en zgne vrouw Eetza, te Marssum, ter andere zijde, van 91/» tegen 7 pondematen land, liggende op het Marssumer Nieuwland. 1476. 1 charter. (Reg. no. 51.) 83. Hypotheekbrief ten behoeve van Aernt en Hille van Zwol, gegeven door Melko Wigghersma, waarbij deze laatste zgne state te Giekerk en de huursom daarvan ten onderpand geeft voor het gebruik van 71/» pondemaat land, welke hij aan Arent en Hille heeft verkocht. 1476. 1 charter. (Reg. no. 52.) 73 84. Uitspraak door scheidsrechters gedaan in het geschil tusschen Heer Sibet, persona te Oldehove en de voogden der armen ter eenre zijde» en Peter Kampstra ter andere zgde over het bezit van zeven pondematen land in Buweersterafenne, welke wglen beer Douwe, sacrista te Oldehove, aan de armen had besproken. 1484. Hierbij een: Koop- en kwijtbrief voor heer Douwe, sacrista te Oldehove, van zeven pondematen land in Buweerstera-fenne, door hem gekocht van Peter Kampstra. 1472. 2 charters. (Reg. nos. 62 en 18.) 85. Wandelbrief tusschen Hylla van Swol en Jettze Huytyngha, waarbij de eerste 21/» pondemaat land en de laatste 2 pondematen land op het Marssumer Nieuwland ontvangt. 1478. 1 charter. (Reg. no. 55.) 86. Verklaring van den zoon en de dochter van Sibrant Peters (Auckama) en van Gerrith Middeler, als voogd van St. Vitus, dat Sibrant Peters aan de rechte armen te Leeuwarden eene eeuwige rente van 13 oude schilden uit zijne landen te Jelsum heeft besproken, welke jaarlijks door den huurder dezer landen aan de Heilige-Sacramentsvoogden zgn uitbetaald; benevens 2 oude schilden aan St. Vitus, welke Gerrith Middeler jaarlijks tijdens het leven van Peter Sibrants en nog een jaar na diens dood heeft ontvangen. 1494. 1 charter. (Reg. no. 81.) 87. Rentebrief voor de Heilige-Sacramentsvoogden, groot zes enkelgulden, 'gevestigd op een goed te Jelsum, door hen gekocht van de erven van Fecke Abinghe. 1498. 1 charter. (Reg. no. 85.) 88. Rentebrief, groot 2 arentsgulden, gevestigd op Sjoerdsmagoed te Lekkum, door de Heilige-Sacramentsvoogden aangekocht van Sybrich Jellinga. 1498. 1 charter. (Reg. no. 86.) 89. Wandelbrief tusschen de Sacramentsvoogden ter eenre, en de Predikheeren van het Jacobijner klooster ter andere zijde, waarbij de eersten eene stede, liggende bij de schuur van het St. Jacobs-Gasthuis, en de laatsten eene jaar- 74 lijksche rente van één oud schild uit Bowlsma-goed te Hijum ontvangen. 1502. 1 charter. (Reg. no. 92.) 90. Koop- en kwgtbrief voor de voogden van het St. JacobsGasthuis van een koegrazinge in Buweerstera-fenne, aangekocht van Syurd, schipsmeier. 1507. Hierbij eene: Koop- en kwijtbrief voor Siurd, schuitmaker, van een koegrazinge in Buweerstera-fenne, door hem gekocht van Rolif Dregger. 1503. 3~ charters. (Reg. nos. 101 en 91.) 92. Koop- en kwgtbrief voor de voogden van het St. JacobsGasthuis van 14 pondematen land „de Poel" geheeten, liggende onder Peins, aangekocht van Sybe Oentziezn. 1507. 1 charter. (Reg. no. 199.) 93. Wandelbrief tusschen de Heilige-Sacramentsvoogden en Syuck Kammingha, waarbij de eersten 8 pondematen land op Blitzaerderahemrik en 4 gouden rijnsgulden uit een goed te Lekkum ontvangen en de laatste de landen in klein Doekema-goed, door Allertr Claeszoon aan de armen besproken, benevens een toehaak van 11 rijnsgulden verkrijgt. 1508. 1 charter. (Reg. ne. 101.) 94. Verklaring van Syuerd Andla, dat zgne moeder Jets, weduwe van Renick Andla, aan de rechte armen te Leeuwarden bij testament 14 einsen nieuwland heeft besproken, welke hij aan de Sacramentsvoogden overdraagt. 1530. 1 charter. (Reg. no. 128.) c. Aflossing van renten en verkoop van huizen. 95. Acte van aflossing, door de voogden van het St. JacobsGasthuis gepasseerd, van de aan de weduwe van Albert Sickes toekomende helft van eene eeuwige rente, groot 7 postulaat gld., welke op dit gasthuis rust. 1480. 1 charter. (Reg. no. 58.) 76 96. Koopbrief van een huis te Oldehove, door de voogden van het St. Jacobs-Gasthuis verkocht aan Menna Wygersma. Met testamentaire beschikking ten behoeve van dit gasthuis, St. Vitus en het St. Anthony-Gasthuis door den kooper. 1485. 1 charter. (Keg. no. 85.) 97. Uitspraak in hét geschil tusschen de voogden van het St. Jacobs-Gasthuis ter eenre, en Wopke wever en zgne vrouw Yd ter andere rijde, over den verkoop van een huis op de zuidzijde van de Nieuwestad door genoemde voogden. 1505. 1 charter. (Reg. no. 95.) C. Eigendomsbewijzen voor particulieren, behoorende óf tot het archief van het St. Anthony-Gasthuis, óf tot dat van het St. Jacobs-Gasthuis.1) 98. Koop- en kwgtbrief voor Aelke, weduwe van Beenkiaden kuiper, van een huis bij den Oldehoof. 1457. 1 charter. (Reg. no. 80.) 99. Hypotheekstelling op een steenen huis, staande op het land van Onze-Lieve-Vrouwe te Nijehove, groot 100 postulaat gulden, door Jacop Winckiens, ten bate van Galckie Albertsma. 1457. 1 charter. (Reg. no. 23.) 100. Koop- en kwgtbrief van eene stede te Hoek, door Gerrith Kammyngha aan Tyaerd Schipsmeer en zgne vrouw verkocht. 1450. 1 charter. (Reg. no. 86.) 101, Vidimus van eene scheidsrechterlgke uitspraak, op 19 April 1462 gegeven in een geschil tusschen Feyke Peynghae te Warrega en Jarich Wibazn. Jellama en zijne vrouw Syoucke te Akkrum over de verdeeling van het erfgoed '] Men kan van deze eigendomsbewijzen niet nagaan op welke wijze zij in de archieven van genoemde gasthuizen opgenomen zgn. Waarschijnlijk zgn zg ten deele overgelegd door verpleegden, bij hunne opname in een der beide gestichten of behooren zij, als oude eigendomsbewijzen, bij later verkregen bezittingen. 76 van Feythia Peyngha en den wandel van Peynghagoed en Nanriingba-goed. 1465. 1 charter. (Reg. no. 31.) 102. Koop- en kwijtbrief, waarbij Jelger Feycksma en zijne vrouw Tethe aan heer Jelle Juwisma, persona te Oldehove, een huis en stede op de Weerd verkoopen. 1468. 1 charter. (Reg. no. 35.) 103. Wandelbrief tusschen Garrerth Kammingha en heer Redert en heer Willem, priesters te Oldehove, van 21/» pondemaat land, gelegen op het Leeuwarder Nieuwland, tegen 37* . pondemaat, gelegen in Dockama-fenne. 1471. i charter (Reg. no. 39.) 104. Koop- en kwijtbrief voor heer Sibet, persona van St. Vitus te Oldehove, van een huis op de Nieuwestad, aan hem verkocht door de voogden van deze kerk. 1475. 1 charter. (Reg. no. 50.) 105. Koop- en kwijtbrief voor Douwe Gabbazoon en zijne vrouw Fokel van een weer lands, liggende op Waldmanna hemrik en grenzende aan land van de gasthuisvoogden te Leeuwarden, aan hen verkocht door Folka Wytiazoen. 1479. 1 charter. (Reg. no. 58.) 106. Koop- en kwijtbrief voor Syuck Kammingha te Grouw van 8 pondematen land, liggende op Blidzaerdera hemrik bij Leeuwarden, door hem gekocht van Tyerck Peerszoen en zgne vrouw Rixt. 1481/ 1 charter. (Reg. no. 59.) 107. Koop- en kwgtbrief voor heer Bena, persona te Wirdum, van eene stede op den hoek van de Weerd te Leeuwarden en eene koe-grazing in Buweersterafenne, aangekocht van Obba Gerrits en Elsbeth Jayties te Bolsward. 1491. 1 charter. (Reg. no. 73.) 108. Ferdban, door olderman, schepenen en raad der stad Leeuwarden aan heer Bena, persona te Wirdum, verleend op den koop van de stede liggende op den hoek van de Weerd. 1493. 1 charter. (Reg. no. 79.) 109. Eigendomsbewgs voor Jacop cuper en zijne vrouw Kathenjna van 14V» pondemaat land, liggende in drie stukken: op de Blokken, op Oenkerkster hemrik en op de Noorder warren. 1487. 1 charter. (Reg. no. 67.) 110. Koop- en kwijtbrief voor Katrijn, Jacob cupers weduwe van 7 pondematen land, liggende op de Blocken, aan gekocht van Enghel Jans weduwe. 1497. 1 charter. (Reg. no. 83.) 111. Kwgtbrief door Foppo Matthias Unninghe, schepen vanLeeuwarden, aan Willem Alberts verleend voor de uitkeering van .rijn aandeel in de nalatenschap van wijlen Katharijn. 1507. 1 charter. (Reg. no. 100.) 112. Uitspraak in het geschil tusschen Wyllem Albertzn. en Sack Ywesdr. betreffende eene rente van vierdehalf enkelgulden uit Knossenre-goed in de Vijfgaen bij Sneek, welke Wyllem van Yw Ywingha had gekocht. 1500. 1 charter. (Reg. no. 88.) 113. Rentebrief, groot één enkelgulden, gevestigd op een huis in de Oldehoofsterstraat, aangekocht van Minka Hans weduwe door de voogden over de kinderen van Folkert en Liske. 1510. 1 charter. (Reg. no. 106.) 114. Rentebrief, groot 2 gouden rijnsgulden, gevestigd op de zathe Taer graft in Wanswerdergae, door koopman Doede en zgne vrouw Katherin aangekocht van Tyepke Goslinghe en Frouck Unneme. 1517. 1 charter. (Reg. no. 113.) 115. Rentebrief, groot 3 enkel rijnsgulden, gevestigd op het goed op de Weywiske, door Arend Pieters en zgne vrouw Alyd aangekocht van Ids Romkes. 1517. 1 charter. (Reg. no. 114.) 116. Koop- en kwgtbrief voor Tjaerd Tjaerds van 5 pondematen weiland ten noorden van Westerwird, aangekocht van zijne tante Eebel Sytiedr. 1516. 1 charter. (Reg. no. 112.) 78 117. Transportbrief van de 5 pondematen land te Westerwird, door Tyaerd Tyaerds van zijne tante Eebel Sityadr. gekocht. 1517. 1 charter. (Reg. no. 118.) 118. Rentebrief, groot een gouden philipsgulden. gevestigd op een huis op Kammingha-horne in de Kleine Hoogstraat, door Claes Dirckzoon en zijne vrouw Ded aangekocht van Hylgond, de vrouw van Syurd Buyckis. 1530. 1 charter. (Reg. no. 128.) 11%. Rentebrief, groot 8 goudgulden, gevestigd op een nieuw huis op de Nieuwestad, door Pieter Johanzn. (Auckama) aangekocht van Jacob Thyszn. en Ryxta Gabbadr. 1531. 1 charter. (Reg. no. ISO.) 120. Koop- en kwgtbrief voor Sythye Jelltezn. en zijne vrouw Barbara van een huis met een kamertje, staande aan het stadsbolwerk in de buurt: „de Nije werlt", aangekocht van Lenaerdt Huge en Anna Jacobsdr. 1531. 1 charter. (Reg. no. 181.) D. Varia. a. Stukken, die niet in het archief van het St. Anthony-Gasthuis behooren. 121. Kwgtbrief, door Gheerd Hillama te Bilgaard verleend aan de stad Leeuwarden voor zijne gevangenneming en de hem daardoor toegebrachte schade. 1440. 1 charter. (Reg. no. 10.) 122. Brief van Graaf Hendrik van Stolberg en Werningerode, stadhouder van den hertog van Saksen in Friesland, aan den Proost van St. Salvator te Utrecht, waarbij hij heer Wabbo Romkes tót priester in het St. Cecilia-vicariaat te Lekkum voordraagt. 1507. 1 charter. 123. Testament van Petrus Nicolaï te Grootebroek in WestFriesland, waarbij hij o. a het vruchtgebruik van een perceel lands te Hoogcarspel instelt tot studiebeurs, met 79 benoeming van rijn neef Jacob Dirckszn. en van Doede Nicolaaszn., als eerste beneficianten. 1517. (Authentiek afschrift uit de 16" eeuw, geteekend Corn. Volckerts.) 1 charter. b. Moderne afschriften van stukken, belangrijk voor de geschiedenis van het St. Anthony-Gasthuis en van het St. Jacobs-Gasthuis.1) 124. Testament van Tyempck, dochter van Wibren Boulsme en echtgenoote van Gerbith Mynnama te Leeuwarden, met gunstige bepalingen voor het St. Anthony- en voor het St. Jakobs-Gasthuis. 1484. 1 stuk. (Reg. no. 63.) 125. Testament van Allert Claeszoen, burger van Leeuwarden, met gunstige bepalingen voor het St. Anthony-Gasthuis, het St. Jacobs-Gasthuis en de Heilige-Sacramentsvoogden. 1493. 1 stok. (Reg. no. 75.) 126. Brief van heer Mammo, pastoor in de St. Vituskerk te Oldehove, aan David van Bourgondië, over de benoeming van een prebendarius in de kapel van het St. Jacobs-Gasthuis. 1493. 1 stuk. (Reg. no. 76.) 127. Testament van Gheryt Midlerkerk, met gunstige bepalingen voor het St. Anthony-Gasthuis, het St. JacobsGasthuis en de Heilige-Sacramentsvoogden. 1499. 1 stuk (Reg. no. 87.) ') Deze afschriften zijn otnBtreeks 1870 vervaardigd Voor de uitgaVe van de „Oorkonden der geschiedenis van het St. Anthony-Gasthuis". II. Stukken na 1 5 3 4. B. Het Archief van het St. Anthony-Gasthuis na de inlijving van nfet St. Jacobs-Gasthuis. 1. Stukken van algemeenen aard. a. Memorialen, Accoord- en Annotatieboeken, Notulenboeken. 128—135. Memorialen, 1558—1573 en 1624—1635. Accoorden Annotatieboeken, 1676—1729; 1730—1775 en 1778. Notulenboeken, 1778—1789; 1799—1802 en 1802-1810. Te zamen 8 deelen. In al deze boeken werden geregistreerd: het aannemen van proveniers en het verstrekken van ondersteuning in maaltijden en soms in geld; zaken, het bestuur betreffende, het aanstellen van beambten, het doen van herstellingen, besluiten omtrent de administratie. Ook de verhuringen zgn hierin opgeteekend, evenals de straffen, welke op overtredingen van proveniers en maalhalers toegepast werden. 128. Memoriaal 1558 Februari 10—1573 Januari 21. 1 deel. Op bet schutblad: „Isaie LVIII. Dat du breekste dyn broodt, „den hongerigen Dyne Rechtvaerdicheyt- sall voor dy „henegaan en de heerlickheyt des Heeren sall dy omvangen". Op de eerste blz. „A°. M.D.LXV. Memoriael des Gasthuyse S. Anthonis binnen Leeuwarden", met eene penteekening, voorstellende den Heilige en de woorden: „Niemant sonder cruys". In het geheel beslaat de tekst 48 blz.. De rest van het boek in blanco. Dit memoriaal is in zijn geheel afgedrukt in de „Oorkonden der Geschiedenis van het St. Anthony-Gasthuis", deel I. no. 166. 81 129. Memoriaal, 1624 Augustus 5 —1635 April 2. 1 deel. Dit deel bevat 48 blz., waarvan pag. 11 en 12 in blanco. De vier eerste blz. onleesbaar door roetwater. De aanhef luidt: „A° 1624 Memorg Tan 't gene bij d' voegden ende moeren verhandelt wordt soe van provenars aen te nemen ende anders, vanden 5 augustus begonnen a°. 1624". 130. Accoord- en Annotatieboek, 1676—1729. 1 deel. Dit deel bevat 284 bladen. De fol. 117—119 en 173—199 zgn bij een nieuwe inbinding uit den band genomen, daar deze „schoon papier" waren, fol. 204—208 en 210—248 in blanco ; verder komen hier en daar nog onbeschreven bladen voor. 131. Accoord- en Annotatieboek, 1780—1775, 1 deel. Dit deel bevat 372 blz., waarvan vele in blanco. 132. Accoord- en Annotatieboek, 1778. 1 deel. In dit boek, dat 12 beschreven blz. bevat en aangelegd is door den rentmeester T. K. Suringar, staat niets opgeteekend dan de namen der regenten, van de vroegste tijden af, voor zoover men die heeft kunnen opsporen; zij zijn onvolledig bijgehouden tot 1802. Met eene lijst der „Heeren Regenten, welkers portretten voorhanden zijn", (in het geheel 24, van 1678—1782). 133. Notulenboek, 1778 April 16 — 1789 Nov. 4. 1 deel. 134. Notulenboek 1799 Januari 1—1802 Octob. 1802. 1 deel. 135. Notulenboek 1802 October 28 —1810 Maart. 1 deel. b. Inventarissen. 136. Inventaris van het Archief van het St. Anthony-Gasthuis te Leeuwarden (1778). Ms. In dossier. Deze inventaris behelst een inhoudsopgave van 43 door T. N. Suringar gemaakte en waarschijnlijk door S. Harkenia herziene pakketten van oningebonden documenten. Pakket no. 16 bevat enkel twee teekeningen; pakket no. 17 is verdwenen en naar het schijnt opgelost in andere pakketten. Hierbij is een kort uittreksel uit dezen inventaris gevoegd, dat enkel de stukken vóór 1600 vermeldt. 137. Register van de archiven en stukken, liggende in de Archivekas van St. Anthony-Gasthuis te Leeuwarden, bestaande 6 82 in Donatiën, Permutatiën, Koop en Huuringen, tusschen de jaaren 1400 en 1500. 170 nos. Hs. in 1803 vervaardigd door S. Harkema. Deze inventaris loopt feitelijk van 1406 tot 1694. 138. Naamlijst der archiven, handschriften, boeken enz. van het St. Anthony-Gasthuis te Leeuwarden, benevens een afschrift van de meest belangrijke documenten uit de eerste eeuw der stichting van het Gasthuis, 1400—1500, in het Oud-Friesch. Hs. in 1834 vervaardigd door W. Eekhoff. Deze Naamlijst, welke twintig jaar later werd gedrukt achter de eerste uitgave van de Geschiedenis van het St Anthony-Gasthuis (blz. 71—176), bevat: 1°. de „Naamlijst der Documenten van Donatiën, permutatiën, koop en verhuringen", zooals deze door den heer S. Harkema waren beschreven (170 nos.); 2°. de .Naamlijst van opgepakte losse stukken", welke door den heer Suringar waren verzameld, volgens den door dezen vervaardigden inventaris daarvan; 3°. de „Naamlijst der boeken enz. in handschrift, de administratie van het Gasthuis betreffende"; en: 4°. „Documenten van donatiën, permutatiën, koop en verhuringen, van 1406—1494" (volledige tekst). 139. Lgst der Charters van het St. Anthony-Gasthuis. (1455—1599). Hs. z. j. Deze band is doorschoten met de gedrukte „Naamlijst der archieven" (zie no. 138) en vermeldt de aan deze Naamlgst ontbrekende charters. 140. Chronologische lijst van de charters van het St. AnthonyGasthuis, loopend van 1406—1588. Hs. 53 blz. z. j. Deze Mjst is blijkbaar gebruikt bg de uitgave van de „Oorkonden der Geschiedenis van het St. Anthony-Gasthuis te Leeuwarden, uit de 15e en 16e eeuw", welk werk in 1876 in 2 deelen verscheen.') ') Deze „Oorkonden", waarvan het eerste deel de jaren 1406—1562 en het tweede deel de jaren 1562—1600 omvat, bestaan uit den tekst der oorspronkelijke stukken, voorafgegaan door een regest. Ze zgn bewerkt door Mr. 8 W. Tromp, Mr. W. W. Buma en den heer W. Eekhoff. In de regesten heeft Eekhoff de „Naamlijst der Documenten van donatiën," etc verwerkt; onder de teksten zijn natuurlijk ook die opgenomen, welke in 1854 reeds verschenen waren onder afd. 4 van zijne „Naamlijst der archiven". Bovendien bevatten deze „Oorkonden" een afschrift van de rekeningen over 1561 en 1582, den volledigen tekst van het Memoriael van 1568, en van eene Memorie van de verhuring der Gasthuislanden in 1558 en 1559. 83 141. Register van de Akten van koop, verkoop, ruiling én scheiding enz. sedert 1778. Hs. 29 fol. Dit register, waarvan de vervaardiger onbekend is, loopt door tot 1856. 2. Verpleegden. a. Proefbrieven.*) 142. Proefbrief voor Hette Janszoon en zgne vrouw Jouck. 1636 September 13. Hierbij een: Koop- en kwijtbrief voor Lyoets, weduwe van Tyaerdt Tyaerdtzoon van eene jaarlgksche rente, groot twee goudgulden, waarmede Albert Janzoon en zijne vrouw Geertgen hun huis in de Hoogstraat bezwaren. 1538. 2 charters (Reg. nos. 188 en 146.) 143. Proefbrief voor Hotthye Tyaerdzoon en Yd, zijne vrouw. 1536 November 16. 1 charter. (Reg. no. 139.) 144. Proefbrief voor Binnert Wybezoon en Romck, zijne vrouw. 1636 Maart 18. 1 charter. (Reg. no. 148.) 145. Proefbrief voor Syttbie Lyobbezoon en zijne vrouw Wybrich. 1537 December 7. 1 charter. (Reg. no. 144.) 146. Proefbrief voor Meynu Yle dochter. 1540 Januari 15. 1 charter. (Reg. no. 148.) 147. Proefbrief voor Trijn, Juycke metselaars weduwe. 1540 Januari 24. 1 charter. (Reg. no. 149.) 148. Proefbrief voor Sipke Lieuwezoon, op de Zwaag, en zgne vrouw Else. 1540 September 18. 1 charter. (Reg. no. 150.) •) Daar deze proefbrieven zuiver chronologisch, naar den datum van de afsluiting van het contract, in den Daventaris zijn opgenomen, heb ik b(j eiken proefbrief niet alleen het jaar, doch ook den datum vermeld. 84 149. Proefbrief voor Lieuwe Egglezoon. 1543. Mei 11. 1 charter. (Reg. no. 152.) 150. Proefbrief voor Michiel Waelzoon, van Anjum. 1562 Maart 3. 1 charter. (Reg. no. 169.) 151. Proefbrief voor Tijmen Tijraenszoon. 1563 Mei 23. 1 charter. (Reg. no. 171.) 152. Proefbrief voor Syurdt Pieterszoon en zijne vrouw Sydts Binnertsdr. 1571 Juli 10. 1 charter. (Reg. no. 185.) 153. Re versaal van den proefbrief van Alijt Sybrantsdr., die om hare trouwe diensten als binnen-moer van het gasthuis, wordt aangenomen tegen storting van 50 ggld. en de belofte, dat al hetgeen zij zal nalaten aan het gasthuis zal vervallen. 1573 Mei 7. Met eene: ra. Verklaring van Alijt Sybrantsdr., dat zij al hare goederen, zonder uitzondering, aan het gasthuis zal nalaten. 1573 Mei 7. 2 charters. (Reg. nos. 189 en 190.) 154. Proefbrief voor Hendrik Thijszoon en zgne vrouw Jeeslick Ebedr. 1574 Februari 17. 1 charter. (Reg. no. 191.) 155. Proefbrief voor Geesse Jans weduwe. 1574 December 25. Met eene: Quitantie van Gees Jansdr., die verklaart van de voogden 25 ggld. te hebben ontvangen, waarvoor zij hen ontheft van de zorg om haar van kleederen te voorzien. 1576. Augustus 1. 2 charters. (Reg. nos. 193 en 196.) 156. Proefbrief voor Arenthien Rutgersdr. 1576 Januari 26. 1 charter. (Reg. no. 159.) 157. Overeenkomst tusschen de Gedeputeerde Staten van Friesland en Ansck Luythiesdr., zuster in het klooster Weerdt, in Oost-Dongeradeel, waarbij deze alle goederen en bezit- 85 tingen van dit convent aan de Staten overdraagt en daarvoor eene jaarlijksche rente van 50 ggld., benevens 15 gld. in eens, ontvangt. 1580 Februari 15. >) 1 charter. 158. Overeenkomst, waarbij de Gedeputeerde Staten van Friesland aan Rinck Claesdr., van Hartwerd, zuster in het Nyeklooster bg Sneek, voor de overdracht van de goederen en bezittingen van dit convent jaarlgks eene toelage van 42 gld. toestaan, benevens 20 gld. in eens, voor hare kleeding. 1580 April 19. 1 charter. l ttn 159. Proefbrief voor Ryurdt Janszoon, van Wartena, die voor 220 ggld. in het gasthuis wordt opgenomen. 1581 Maart 14. 1 charter. 160. Proefbrief voor heer Harman Claeszoon, aangenomen tegen 200 ggld. Bij eventueel huwelijk van heer Harman Claeszoon zal de gestorte som aan het gasthuis verblijven. 1581 Mei 8. 1 charter. 161. Proefbrief voor Mary Jansdr., in het gasthuis opgenomen tegen storting van 75 ggld. in ééns, en overdracht van het koopcontract van een huis te Ferwerd, waaruit haar nog 90 ggld. toekomen. Van deze som staat zij 50 ggld. aan de voogden af en behoudt de resteerende 40 ggld. voor zich zelve. 1581 Juni 26. 1 charter. 168. Proefbrief voor Henrick Henricxzoon, voorheen provenier in Smallingalee, aangenomen tegen storting van 60 gld. in ééns, en overdracht van eene lijfrente van 55 gld, 's jaars, welke hem bij de opheffing van het klooster door de Staten is verleend op voorwaarde, dat de voogden hem hiervan 's jaars 15 gld. ter hand zullen stellen tot eigen gebruik. 1582 Januari 31. 1 charter. i) Dezelfde redenen, welke er mij toe geleid hebben om de bijlagen tot de stukken nader aan te duiden, nopen mg ook een uitvoeriger beschrijving van de oudste stukken na 1577 te geven, dan strikt wordt vereischt. 86 163. Proefbrief voor Kerst Berentzoon, gewezen provenier in Buweklooster, die voor zijne opname in het St. Anthony* Gasthuis aan de voogden een rentebrief van 6 philipsgld. ten laste van Poucke Bennezoon en Anna Jansdr. en 30 car. gld. in ééns, benevens zgne pensie van 35 gld. van de Staten van Friesland overdraagt, op voorwaarde, dat hem van. zgne pensie jaarlijks 7 gld. zal worden teruggegeven voor eigen gebruik. 1582 Mei 31. Met eene: Overeenkomst, waarbij de Gedeputeerde Staten van Friesland aan Carst Berentszoon, gewezen provenier in Buweklooster, voor de overdracht der goederen en bezittingen van Buweklooster en Veenklooster, eene jaarlij ksche pensie verleenen van 35 gld. 1580. 2 charters. 164. Proefbrief voor Jouck Aebedr., een blind meisje, dat uit hoofde van haar ongelukkigen toestand, voor 200 ggld. in het gasthuis wordt opgenomen. 1582 December 11. 1 charter. 165. Proefbrief voor Kevert Henricxzoon, voorheen provenier in het klooster van Smallingalee, aangenomen tegen storting van 100 ggld. in ééns en overdracht van een lijfrentebrief, hem verleend door de Staten van Friesland, groot 50 car.gld. 1584 September 19. 1 charter. 166. Proefbrief voor Foeck Oenttziedr., eene miserabile persoon, aangenomen tegen overdracht van twee kamers op de Nieuweburen door Hylck Oentziema, vrouw van den grietman van Menaldumadeel, Wybe van Grovestins. 1584 October 3. 1 charter. 167. Proefbrief voor Alijdt Jansdr., voorheen zuster in Buweklooster, aangenomen tegen storting van 30 gld. in eens, en overdracht van de lijfrente, groot 44 car.gld., welke haar bij de opheffing van het klooster door de Staten van Friesland is verleend. 1585 Maart. 18. Hierbij: De acte, waarbij eene lijfrente, groot 35 gld., namens de Staten van Friesland aan Alyth van Groningen, zuster in Buweklooster, bij de opheffing van dit con- 87 168. 169. vent, wordt toegestaan, onder bepaling dat, zoo eemge der voormalige kloosterzusters komen te otdj^ hwe pensie over de andere zusters zal worden verdeeld. 1681. 2 charters. Proefbrief voor den innocenten Baucke Gerleffs, aangenomen tegen 200 gld. 1585 Augustus 25. 1 charter. Proefbrief voor Feycke Eeuertzoon, voorheen brouwer in het klooster Claercamp, aangenomen tegen storting van 300 gld., onder belofte, dat hg zgn leven mug w kamer alleen mag bewonen. 1585 Augustus 25. 1 charter. 170 Proefbrief voor Rints Petersdochter, weduwe van Doye Bepezoon, aangenomen tegen afstand van eene kamer. I&g 1686 Augustus 26. 1 charter. 171. Proefbrief voor Sybrant Rintzesz., aangenomen tegen betaling van 260 ggld. 1585 November 4. 1 charter. 172 Proefbrief voor Saeck Douwes, voorheen zuster in het klooster Bethlehem, die voor hare opneming m het gasthuis 100' gld. stort eii jaarlijks van de haar door de Staten van Friesland verleende lijfrente van 70 gld., 56 gld. aan de gasthuisvoogden afstaat. 1585 November 6. 1 charter. 173 Proefbrief voor Roelof Janszoon, vroeger wonende in het ' convent Smallenee, aangenomen tegen overdracht van een pensie-brief uit de inkomsten van dit klooster, groot 50 gld. en een hypotheek van 100 ggld. op het huis van Jacob Dircxzoon en zgne vrouw Jouck Cornelisdr. te Leeuwarden. 1686 Juni 3. 1 charter. 174. Proefbrief voor Wopcke Willemsz., bg zgne wederopneming in het gasthuis, waaruit hg verwijderd was. Hierbg 88 staat Dirck Emes, curator over Wopcke Willemsz., al diens goederen aan het gasthuis af. 1586 Augustus 29. , Hierbij eene: Citatie van Dirck Emes aan de bloedverwanten van Wopcke Willemsz. om de curateele over dezen miserabelen man over te nemen, 1586; en de: Minuut van een request, door de voogden van het St. Anthony-Gasthuis aan den Hove gericht, om goedkeuring van de met Wopcke Willemsz. aangegane overeenkomst. 1586. 3 charters. 175. Proefbrief voor Rynts, dochter van Jan Janszoon Smoelinck, eene innocente wees, aangenomen tegen overdracht van twee obligatiën, de ééne van 100 ggld. en de andere van 100 daalders, benevens eene eeuwige rente van 51/* ggld. rustende op drie zathen te Warrega. 1586 September 24. Met eene: Verklaring van Lieuwe Boelis, secretaris van Achtkarspelen, dat de nagelaten dochter van Jan Jans Smoelinck eenigszins van haar verstand beroofd is. 1586. 2 charters. 176. Proefbrief voor Davidt Philipszoon, die, volgens contract met de over hem gestelde curatoren, voor 400 gld. wordt opgenomen. 1587 Mei 15. 1 charter. 177. Proefbrief voor Aucke, het miserabele dochtertje van Symon Sytzez., van Dockum, die voor hare opneming in het gasthuis aan de voogden een rentebrief van 28 ggld. overdraagt. 1587 Mei 19. 1 charter. 178. Proefbrief voor Boete Pieterz., in het gasthuis opgenomen voor 118 gld. en al zgn meubelen. 1588 Februari 23. 1 charter. 179. Proefbrief voor Eepe Tyaerdtsz., een doofstom man, voor 400 ggld. in het gasthuis opgenomen. 1589 Januari 15. 1 charter. 89 180. Proefbrief voor Sipcke Wopckeszoon, van Ferwerd, aangenomen tegen 400 ggld. 1689 Februari 3. 1 charter. 181. Proefbrief voor Willem Jansz., van Deventer, aangenomen tegen 500 car.gld. 1589 Mei 23. 1 charter. 182. Proefbrief voor Dirck Jansdochter, vrouw van den Statenbode Jan Entes de Vries, waarbij dit echtpaar 60 car.gld. aan de voogden van het St. Anthony-Gasthuis ter hand stelt voor de opneming van de vrouw in dit gesticht, indien de man mocht komen te sterven. Bij vóór-overlgden,van de vrouw blg'ft de gestorte som aan het gasthuis, waaraan Dirck ook al hare goederen zal nalaten. 1590 Februari 5. (In duplo). 2 charters. 183. Proefbrief voor Paulus Mercxzoon en Rynck Syurdtsdr., aangenomen tegen 110 car.gld. 1590 Februari 5. 1 charter. 184. Proefbrief voor Pieter Yeszoon, aangenomen tegen 210 ggld., welke som, volgens beschikking van de Staten van Friesland, gevonden zal worden uit de opkomsten van Schiermonnikoog. 1691 December 22. 1 charter. 185. Proefbrief voor Andries Eelckesz. en zgne vrouw Lijsbet Pietersdochter, aangenomen tegen storting van 250 gld. en overdracht van hunne nieuwe kamer, staande bij den Muncketoren aan het bolwerk. 1592 November 15. 1 charter. . V, 186. Proefbrief voor Hans Andrieszoon, die voor 300 ggld. levenslang in het gasthuis wordt besteed. 1592 November 30. 1 charter. 187. Proefbrief voor Reyner Jansz., die door zgne voogden, tegen overdracht van zgne ouderlijke erfenis, voor rijn leven in het gasthuis wordt uitbesteed. 1593 Januari 16. 1 charter. 90 188. Verklaring van de Gedeputeerde Staten van Friesland, dat zij de pensie van Martien Harmensdr,, gewezen kloosterlinge in Sygerswolde, groot 25 gld., tot 40 gld. hebben verhoogd. 1593 Juli 26. 1 charter. 189. Proefbrief voor Aefï Harmensdr., weduwe van Binnert Gosses, haar zoon Jan Binnerts en hare dochter Aelcke Jansdr., aangenomen tegen 650 ggld. 1593 Augustus 25. (in duplo). 2 charters. 190. Proefbrief voor Melis Douwez., te Lekkum, aangenomen tegen 200 daalders. 1593 October 4. 1 charter. 191. Proefbrief voor Hylck Meylckedr., weduwe van Jurgien Lyeuwez., van Ferwolde bij Workum, aangenomen tegen 300 gld. 1593. October 4. 1 charter. 192. Proefbrief voor Henrick Sickes, die de kost en jaarlijks eene halve schuit zwarte turf zal ontvangen, tegen storting van 150 ggld. 1593 October 12. (in duplo). Hierbij een: Schuldbrief ten laste van het gasthuis en ten bate van Henrick Sickes, groot 200 gld., rentende 7°/0. 1594. (Met een authentieke copie uit de 16e eeuw.) 4 charters. 193. Proefbrief voor Luytzen Jans, van Havelte, aangenomen tegen 100 ggld. 1594 Januari 11. 1 charter. 194. Proefbrief voor Cyprianus Tzallingi, aangenomen tegen 300 gld. 1594 Februari 14. 1 charter. 195. Proefbrief voor Weybert Feijes, van Oldeholtpade, aangenomen tegen 400 gld. 1594 September 26. (in duplo). 2 charters. 91 196. Proefbrief voor Andries Jan Elles, uit Steggerda, aangenomen tegen 350 gld. 1595 April 22. Hierbg een: Lijfrentebrief, groot 400 gld., rentende 8 %, ten laste van het gasthuis en ten bate van Andries Jan Ellens, 1607; (in duplo) en eene: Acte van overdracht van eene obligatie, groot 900 philipsgld., a 25 stvrs. het stuk, ten laste van Pieter Annes eh Catrina Piers, te Oldetrijne, met bepaling, dat aan Andries Jan Ellens in het geheel ruim 64 gld. per half jaar zal worden uitgeteerd en dit kapitaal na zijn dood aan het gasthuis zal verblijven onder beding van eene wekelijksche uitkeering aan drie schamele weduwen. 1612. (in duplo). 5 charters. 197. Proefbrief voor Anna Martens, eene blinde, wonende op Ameland, aangenomen tegen 200 gld. Zij komt in de kamer, te vergeven door Jhr. Frans van Cammingha. 1595 Juni 5. 1 charter. 198. Proefbrief voor Ympck Djorres, eene krankzinnige vrouw, aangenomen tegen 350 gld. 1595 September 28. 1 charter. 199. Proefbrief voor Pyeter Douwes en Appolonia Reynersdr., zijne vrouw, aangenomen tegen 350 gld. 1596 Juni 16. 1 charter. 200. Proefbrief voor Gerbrich Rutgersdr., aangenomen tegen afstand van de helft harer lijfrente, ad 14 ggld., welke zij van het gasthuis geniet. 1596 Juli 3. 1 charter. 201. Proefbrief voor Hans Landt en Maritgen Reynolts, aangenomen tegen 700 gld. 1597 Mei 4. 1 charter. i 202. Proefbrief voor Syurdt Minnes, aangenomen tegen 300 ggld. 1597 September 26. 1 charter. 92 203. Proefbrief voor Berber Jansdr., huisvrouw van den provenier Pyeter Pyeters, aangenomen tegen 230 gld. 1597 November 8. (in duplo). 2 charters. 204. Proefbrief voor Anna Douwes, weduwe van Doye Eerdts, eene krankzinnige vrouw, aangenomen tegen 350 ggld. 1597 November 19. 1 charter. 205. Proefbrief voor Jel, Lycle Cannègietersdr., eene krankzinnige, aangenomen tegen 300 daalders. 1598 Mei 4. (Authentiek afschrift.) 1 charter. 206. Proefbrief voor Andries Sybes en Wydts Sipckedr., zijne vrouw, aangenomen voor 400 daalders. 1598 Augustus 24. 1 charter. 207. Proefbrief voor Trijn Egberts, aangenomen tegen overdracht van hare kamer, staande in de Beijerstraat. 1598 September 28. 1 charter. 208. Proefbrief voor Jan Intyes, ter verpleging in'de doorkast opgenomen tegen 600 gld. 1601 Maart 5. 1 charter. 209. Proefbrief voor Jenneken Dysenbeecke, weduwe van Jan Pyters van Acht, geboortig van Bethunen. aangenomen tegen 571 ggld. en overdracht van alle rechten, welke zij, krachtens het testament van wijlen haar man kan doen gelden op het huis De Rode Leuw te Eindhoven en elders. 1601 Maart 7. (in duplo). 1 charter. 210. Proefbrief voor Hilcke Meckesdr., een innocente vrouw, aangenomen tegen 600 gld. 1602 Mei 11. 1 charter. 211. Proefbrief voor Geert Jansdr., enkel in alimentatie aangenomen tegen overdracht van eene woning achter de Groote 93 School, welke zij zal blijven bewonen, en van drie obligatifin, samen groot 135 ggld. 1602 October 8. Hierbg de: Koopbrief van genoemde kamer, in 1596 door Geert Jansdr.' aangekocht. 2 charters. 212. Proefbrief voor Robert Jansz. Schotzman, aangenomen tegen 100 daalders. 1602 October 28. 1 charter. 213. Proefbrief voor Tonis Sydtsz., aangenomen tegen 300 ggld. 1603 Maart 17. 1 charter. 214. Proefbrief voor Berent Hendrixz, en Jantyen Jans, zgne vrouw, aangenomen tegen 700 gld. 1603 April 21. 1 charter. 215. Proefbrief voor Syurdt Frederix en rijne vrouw Anna Wybedr., aangenomen tegen 600 ggld. 1603 April 28. (In duplo). 2 charters. 216. Proefbrief voor Egbert Coops en Metke Hendrycks, aangenomen tegen 600 gld. 1604 Juli 12. (In duplo). 2 charters. 217. Proefbrief voor Eets Gerbrantsdr., weduwe van Feicke Tammes, aangenomen tegen 300 gld. 1604 Augustus 9. t charter. 218. Proefbrief voor Sybrich Jansdr., weduwe van Oene Frans, aangenomen tegen 300 gld. 1604 October 26. 1 charter. 219. Proefbrief voor Lambertus Pyeters, een innocent man, aangenomen tegen 350 gld. 1605 April 15. 1 charter. 220. Proefbrief voor Auck Wigerdr., aangenomen tegen 500 ggld. 1606 November 28. 1 charter. 221. Proefbrief voor Gyelis Jorys, te St. Anna-Parochie, aangenomen tegen 475 gld. 1606 Januari 30. 1 charter. 94 222. Proefbrief voor Andryes .lans, aangenomen tegen 100 gld. 1606 Januari 30. 1 charter. 228. Proefbrief voor Hans Lant en zijne vrouw Marij Reyners, aangenomen tegen 200 gld. 1606 Februari 23. 1 charter. 884. Proefbrief voor Tziebbe Bauckes, te Hindeloopen, aangenomen tegen 300 gld. 1606 November 5. 1 charter. 286. Proefbrief voor Douwe Feyckes en zijne vrouw Catharina Jans, aangenomen tegen 500 ggld. 1606 November 15. 1 charter. 886. Proefbrief voor Trijn Jacobsdr., aangenomen tegen 375 gld. 1607 April 23. jjt 1 charter. 887. Proefbrief voor Ents Diorredr., van Ferwerd, aangenomen tegen 226 gld. 1607 October 9. 1 charter. 288. Proefbrief voor Eeuert Annes, aangenomen tegen overdracht van een woning in de St. Jacobstraat, benevens eene uitkeering van 200 gld. na zgn dood. 1608 Maart 10. Hierbg een: Koopbrief van een huis in de Amelandsstraat, door zgne erfgenamen, met quitantie voor de afdoening der 200 gld. 1615. 2 charters. 889. Proefbrief voor Foppe Jans, aangenomen tegen 121 -gld. 1608 Juni 28. 1 charter. 830. Proefbrief voor üylck Michiels, aangenomen tegen 100 gld. 1608 Juli 21. 1 charter. 881. Proefbrief voor Claes Jacobs en Geert Bayes, echtelieden 95 te Harlingen, aangenomen tegen 650 gld. 1608 November 24. (In duplo). Hierbij eene; Machtiging van hunne erfgenamen op Geertgen Jacobs om van de voogden van het St. Anthony-Gasthuis het lijflinnen te ontvangen, nagelaten door hunne moei Geert Bayes. 1625. Met quitantie voor de ontvangst aan keerzijde. 1625. 3 charters. 282. Proefbrief voor Jantien Aerns, van Heerenveen, aangenomen tegen 200 ggld. 1608 November 24. 1 charter. 883. Proefbrief voor Frouck Pyetersdr., gewezen ziekemoer in in het gasthuis, aangenomen tegen 300 gld. 1608 December 3. 1 charter. 884. Proefbrief voor Willemke Jacobs, weduwe van Aerien Luyties, aangenomen tegen 100 gld. 1609 April 27. 1 charter. 885. Proefbrief voor Wiger Jochums en zgne vrouw, van de Zwaag, aangenomen tegen 700 gld. 1609 September 7. 1 charter. 236. Proefbrief voor Gerben Arijs, aangenomen tegen 100 daalders. 1609 September 14. 1 charter. 887. Proefbrief voor Hendrick Geerts en zgne vrouw Trijn Hanses, aangenomen tegen 100 gld. 1609 September 14. 1 charter. 238. Proefbrief voor Philippus Jans, te Blija, aangenomen tegen 220 ggld. 1609 October 19. 1 charter. 889. Proefbrief voor Thonys Benedictus, aangenomen tegen 280 gld. 1610 Mei 3. 1 charter. 96 240. Proefbrief voor Amelia Jansdr. aangenomen tegen over* dracht van eene kamer, met plaats, staande achter Jacobijnen. 1610 November 10. 1 charter. 241. Proefbrief voor Jeroen Lourens, aangenomen tegen 300 daalders. 1612 Februari 22. 1 charter. 242. Proefbrief voor Impck Gerbens, aangenomen tegen 300 gld. 1613 Januari 11. 1 charter. 243. Proefbrief voor Dionisius Frans, aangenomen tegen 300 daalders. 1613 November 6. 1 charter. 244. Proefbrief voor Dirck Euertsz., aangenomen enkel in kost, tegen de som van 340 gld. 1614 Januari 28. 1 charter. 245. Proefbrief voor Claes Meyesz. Nijenhuys, aangenomen tegen 500 gld. 1614 Juli 7. 1 charter. 246. Proefbrief voor Frans Juwsz. en Anna Michyelsdr. aangenomen tegen 173 gld., terwijl Frans Juwsz. aanneemt kosteloos al het meel voor het gasthuis te malen. 1615 Februari 18. 1 charter. 247. Proefbrief voor Symon Rijckles en zijne vrouw Elsien Berents, aangenomen tegen 850 gld. 1615 Juli 15. 1 charter. 248. Proefbrief voor Doytze Pieters en zijne vrouw Anna Tyaerts, te Oldeboorn, aangenomen tegen 650 gld. 1615 September 21. 1 charter. 249. Proefbrief voor Lyuwwe Baukes, aangenomen tegen 450 gld. 1615 November 18. • 1 charter. 97 250. Proef brief voor Claes Cents en zijne vrouw Gryet Engels, aangenomen tegen 600 gld. 1616 Maart 4. (In duplo). 2 charters. 251. Proefbrief voor Jouck Reyners, weduwe van Harmen Harmens, aangenomen tegen 475 gld. 1616 Mei 18. 1 charter. 252. Proefbrief voor Willem Alberts en zijne vrouw Lutger Jansdr., aangenomen tegen overdracht van eene obligatie groot 150 ggld. ten laste van Ferck Wopckes en Eelck Jacobs, echtelieden. 1616 Augustus 7. 1 charter. 253. Proefbrief voor Cornelis Cornelisz. en Lisck Atedr., echte" lieden, aangenomen tegen 500 ggld. 1617 Mei 8. 1 charter. 254. Proefbrief voor Jan Marcx, te Gerkesklooster, aangenomen tegen 700 ggld. 1617 Mei 14. 1 charter. 255. Proefbrief voor Martyen Cornelisdr., weduwe van Oester Janz., aangenomen tegen overdracht eener obligatiè groot 50 gld. ten laste van Jan van Eelen. 1617 Augustus 25. Hierbij het: Testament van Oester Janz. en Martyen Cornelisdr. 1609. 2 charters. 256. Proefbrief voor Swaecke van Buyren, aangenomen tegen 175 gld. 1617 September 12. 1 charter. 267. Proefbrief voor Hilbrant Meynes van Oldelemmer, aangenomen tegen 416 gld. 1618 Februari 12. 1 charter. 258. Proefbrief voor Ansck Rinsedr., weduwe van Minke Hendricx, aangenomen tegen 320 gld. 1618 Juni 4. 1 charter. 7 98 269. Proefbrief voor Hessel Melles en Frouck Harckedr., aangenomen tegen 950 gld. 1620 Juni 9. 1 charter. 260. Proefbrief voor Saack Tacodr. en hare innocente dochter, aangenomen tegen 850 gld. 1620 November 17. 1 charter. 261. Proefbrief voor Barbera Melchiorsdr., aangenomen tegen 400 gld. 1621 Maart. 2. 1 charter. 262. Proefbrief voor Jeldert Tyaerts, aangenomen tegen 900 gld. 1621 April 27. 1 charter. 263. Proefbrief voor Luyts Sytsedr., weduwe van Doede Lolckes, aangenomen tegen 300 gld. 1622 Januari 7. Hierbij een: Schuldbrief, groot 150 ggld. ten bate van Doede Lolckes en Liuoedts Sytzedr. en ten laste van Isbrandt Auckes en Griet Jans, uit 1602. 2 charters. 264. Proefbrief voor Anna Davids, aangenomen tegen 200 gld., waarvan haar, zoolang zij nog niet in het gasthuis woont, 12 °/o zal worden uitgekeerd. 1622 Juli 7. 1 charter. 266. Proefbrief voor Keimpe Murks en zijne vrouw Doed Jochumsdr., aangenomen tegen 750 gld. 1622 November 5. 1 charter. 266. Proefbrief voor Karst Reneman, aangenomen tegen 700 gld. 1622 December 9. 1 charter. 267. Proefbrief voor Moederke Jansdr., aangenomen tegen 500 gld. 1623 Juni 12. 1 charter. 268. Proefbrief voor Dirck Pieters, aangenomen tegen 1000 gld. 1623 September 7. 1 charter. 99 269. Proefbrief voor Sippe Jochums en zijne vrouw Jel Doüwedr», aangenomen tegen 800 gld. 1623. October 7. Met eene verklaring van Sippe Jochums, aan keerzijde, dat hij, na den dood zijner vrouw, uit het gasthuis treedt en daarvoor 100 gld. betaalt boven de 400 gld., welke door den dood zijner vrouw aan het gasthuis blijven. 1624 Augustus 10. 1 charter. 270. Proefbrief voor Jaey Reins, weduwe van Douwe Jacobs, aangenomen tegen 400 gld. 1624 Februari 24. 1 charter. 271. Proefbrief voor Rienck Kempes, aangenomen tegen 600 gld. 1624 Februari 28. 1 charter. 272. Proefbrief voor Douwe Stinnerts en zijn zoon Pieter Douwes, aangenomen tegen 900 gld. 1624 Maart 11. 1 charter. 273. Proefbrief voor Welmoed Paeschen, weduwe Sondach, aangenomen tegen overdracht van al hare goederen. 1624 Juli 30. 1 charter. 274. Proefbrief voor Willem Gerryts, van Grijpskerk, aangenomen tegen 500 gld. 1624 September 18. Hierbij een: Lijfrentebrief, groot 100 gld. a 10 "/o, ten laste van het het gasthuis en ten bate aan Willem Gerryts, 1625; en een: Proefbrief voor Willem Gerryts en zijne vrouw Lijsbeth Tymens, aangenomen tegen 350 gld., waarbij bovengenoemde lijfrentebrief vervalt. 1625. April 90. 3 charters. 275. Proefbrief voor Dioerd Wabbes en zijne vrouw Orsel Jochums, aangenomen tegen 950 gld., terwijl bepaald wordt, dat hunne erfgenamen de door hen in het gasthuis gebrachte goederen na hun dood mogen inlossen tegen 100 gld. 1624 September 29. 1 charter. 100 276. Proefbrief voor Hans Kempes en zijne vrouw Mary Hanses, aangenomen tegen 600 gld. 1624 October 17. 1 charter. 277. Proefbrief voor Grytie Wygers, aangenomen tegen overdracht van hare goederen en aanbieding van hare diensten, indien de ziekenmoer, de keukenmoer of een der meiden ziek mocht worden. 1624 November 18. (In duplo). 2 charters. 278. Proefbrief voor Brecht, weduwe van Johannes Bernardus, aangenomen tegen de huur van hare woning, staande in de Dwars-Oosterstraat. 1624 November 25. 1 charter. ' 279. Proefbrief voor Lijsbeth Jacobs aangenomen tegen 550 gld. 1625 Januari 6. Hierbij een: Nader contract, waarbij deze som, welke nog niet is betaald, wordt verhoogd tot 700 gld. 1625 November 3. 2 charters. 280. Proefbrief voor Jan Jans, aangenomen tegen overdracht van een huis, met achterplaats, in de Nieuwe Oosterstraat. 1625 Februari 17. Hierbij het: Wederzijdsch testament van hemzelf en van zijne overleden vrouw Tryn Simons. 1613. *,'.1ÉL^ ^ charters. 281. Proefbrief voor Auck Hendryck, weduwe van Willem Velsius, aangenomen tegen 200 gld. 1625 Mei 19. 1 charter. 282. Proefbrief voor Hendryck Pyters,'te Stiens, aangenomen tegen 550 gld. 1625 October 27. 1 charter. 283. Proefbrief voor Aucke Hendrycks en Pytie Tijsdr., aangenomen tegen 900 gld. 1626 Februari 9. 1 charter. 284. Proefbrief voor Fedde Jouckes, van Wirdum, door de kerkvoogden aldaar in het gasthuis uitbesteed, tegen 725 gld. 1626 Maart 11. 1 charter. 101 285. Proefbrief voor Fenne Luyties, aangenomen tegen storting van 50 gld. in ééns en nog 100 gld. na den dood. van haren neef Jan Melchiors Oostervelt. 1686 Maart 21. Hierbij eene: Verklaring, dat Jan Melchiors Oostervelt bn znn leven de 100 gld. heeft voldaan. 1667. 2 charters. 286. Proefbrief voor Jan Jansz., aangenomen tegen 650 gld. 1626 April 6. 1 charter. 287. Proefbrief voor Griet Jansdr., weduwe van Symon Willems, aangenomen tegen 300 gld. 1626 April 17. 1 charter, 288. Proefbrief voor Aecht Heere, schippers weduwe, aangenomen tegen 150 gld. 1626 October 25. 1 charter. 289. Proefbrief voor Meynse Frans en Lijsbeth Evarts, echtelieden, aangenomen tegen 900 gld. 1626 November 30. 1 charter. N.B. Zie Inv. no. 354. 290. Proefbrief voor Hotze Pyters en Yldu Tyallingsdr., echtelieden, aangenomen tegen 1150 gld. 1627 Januari 10. 1 charter. 291. Proefbrief voor Hylck Lyuwedr., weduwe van Erasmus Sybrants, aangenomen tegen 450 gld. 1627 Maart 14. 1 charter. 292. Proefbrief voor Tjaerd Claes, een blinde, door de ge committeerden van Wynaldum in het gasthuis uitbesteed tegen 840 gld. 1627 Mei 27. 1 charter. 293. Proefbrief voor Claes Entes, aangenomen tegen 150 gld., benevens 50 gld. na zijn dood door zijne erfgenamen te betalen. 1627 September 11. 1 charter. 294. Proefbrief voor Jan Sygers en rijne vrouw Jantyen Jan 102 Eysesdr., aangenomen tegen storting van 625 gld. en overdracht van eene kamer, staande achter den Heer van Amelands hof. 1627 November 12. 1 charter. 295. Proefbrief voor Egbert Willems, aangenomen tegen storting van 60 gld. en overdracht van eene kamer, staande bij het gedemolieerde blokhuis, tegenover het stads-turfhuis. 1627 December 10. 1 charter. 2%. Proeftïrief voor Cornelyske Kitskes, aangenomen tegen 200 gld. 1628 Augustus 21. 1 charter. 297. Proefbrief voor Kempe Eeskes en zijne vrouw Gerbrich Bennes, aangenomen tegen 600 gld. 1628 Augustus 21. • » 1 charter. 298. Proefbrief voor Reyner Dircks en zijne vrouw Anna Jacobsdr., aangenomen tegen 1100 gld. 1628 September 2. (In duplo). Hierbij een: Inventaris van door hem nagelaten brieven en documenten. 1638. 3 charters. 299. Proefbrief voor Harmen Hiddes Folsgara, aangenomen tegen 500 ggld. 1628 October 5. Hierbij een: Inventaris van hetgeen Harmen Hiddes Folsgara bij zijn huwelijk van zijne moeder heeft ontvangen. 1607. (Gelijktijdig afschrift) en eene: Sententie van den Hove van Friesland, waarbij Zijg Hoytema, huisvrouw van Harmen Hiddes Folsgara, verplicht wordt hem te volgen en bij hem te wonen en de renten, bij het huwelijkscontract beloofd, in te brengen. 1610. 3 charters. 300. Proefbrief voor Tyaerd Meynes en zijne vrouw Geert Harmens, aangenomen tegen 250 gld. benevens al hetgeen zij verder bezitten of zullen verkrijgen. 1628 December 20. 1 charter. 103 301. Proefbrief voor Meynert Martens Hoofman en zijne vrouw Tied Baerns, aangenomen tegen al hetgeen rij bezitten of zullen verkrijgen. 1628 December 2^ 1 charter. 302. Proefbrief voor Johan Joannis en zijne vrouw Gryet Idsedr., aangenomen tegen 1200 gld. 1629 April 9. Met een authentiek, gelgktgdig afschrift van dezen proefbriefHierbij het: Testament van Johan Johans en Griet Idsedr. 1631, met een afschrift van dit testament uit 1634, en eene: Verklaring van de erfgenamen, dat rij een eikenhouten kast van de gasthuisvoogden hebben ontvangen. 1636. 5 charters. 303. Proefbrief voor Reyner Yllerts, van Spannum, aangenomen tegen 825 gld. 1629 Augustus 24. Hierbij eene: Quitantie van de erfgenamen voor de ontvangst der gelden, door Reyner Yllerts nagelaten. 1633. 2 charters. 304. Proefbrief voor Anna Jeremyesdr., aangenomen tegen 400 gld. 1630 Januari 8. 1 charter. 305. Proefbrief voor Aeffke Syerdts, aangenomen tegen 50 gld. 1630 Februari 27. 1 charter. 306. Proefbrief voor Willem Egberts en zijne vrouw Aekke Lucas, aangenomen tegen 700 gld. 1630 April 15. 1 charter. 307. Proefbrief voor Wyts Obbedr., aangenomen tegen 100 gld., 1630 April 16. 1 charter. 308. Proefbrief voor Hendrickie Hendrycks, tegen overdracht van twee lijfrenten, te zamen groot 260 gld., ten laste van het gasthuis. 1630 Juli 7. Met deze beide lijfrentebrieven uit 1618 en 1624 en een 104 contract (in duplo) over de opname van Hendrickie Hendrycks in het gasthuis. 1624. ,' ^. 5 charters. 809. Proefbrief voor Freerck Jans en Sue Wybedr., aangenomen tegen overdracht van een huis, staande op den hoek van de Kleine Kerkstraat. 1630 October 15. 1 charter. 310. Proefbrief voor Hessel Broers Rhala, aangenomen tegen 1200 gld. 1630 December 9. (In duplo). 2 charters. 311. Proefbrief voor Helcke Ewerts en Wouterke Heerckes, aangenomen tegen overdracht van eene kamer staande in de steeg „naest*Galileesterkerck" 1631 Januari 31. 1 charter. 312. Proefbrief voor Liuwe Liuwes en zijne vrouw Anna Tonysdr.; aangenomen tegen 1400 gld. 1631 Maart. 7. 1 charter. 313. Proefbrief voor Gerbrich Eppens, weduwe van Lambert Jans, te Groningen, aangenomen tegen 800 gld. 1631 Maart 11. 1 charter. 314. Proefbrief voor Judith Juriens, aangenomen tegen 554 gld. 1632 Januari 19. 1 charter. 315. Proefbrief voor Agge Lolckes en Gryet Haeyedr., aangenomen tegen 1250 gld. 1632 Mei 2. 1 charter. 816. Proefbrief voor Albert Uylckes en zijne vrouw Trijntje Aeriens, aangenomen tegen 1600 gld. 1632 Juli 25. Met eene verklaring daaronder, dat zij tegen 80 gld. het recht van de voogden op de door hen in het gasthuis gebrachte goederen afkoopen. 1642. 1 charter. 165 317. Proefbrief voor Albert Jacobs, aangenomen tegen 200 gld. en overdracht van eene kamer „binnen dezer Stede". 1632 Juli 27. 1 charter. 318. Proefbrief voor Trijn Thomas van Stavoren, eene innocente vrouw, aangenomen tegen 1100 gld. 1632 September 10. 1 charter. 819. Proefbrief voor Claes Claes cn zijne vrouw Elske Pyeters, aangenomen tegen overdracht van eene lijfrente, groot 30 ggld. ten laste van het gasthuis, en van eene lijfrente, groot 16 ggld., ten laste van Jan Roeloffs, beide ten bate van Claes Claes, benevens van eene lijfrente, groot 40 gld. ten laste van het gasthuis en ten bate van Elske Pyeters. 1633 Mei 20. Hierbij de beide genoemde lijfrentebrieven, ten laste van het gasthuis, van 1617 en 1627. 3 chart ers. 320. Proefbrief voor Lucas Jans, jonggezel, aangenomen tegen 300 gld. 1633 Juli 2. 1 charter. 321. Proefbrief voor Appollonia Hendrix, weduwe van Jetse Jigis, aangenomen tegen 550 gld. 1634 Januari 23. 1 charter. 322. Proefbrief voor Gerryt Jansz. en zijne vrouw Hylck Johannis, aangenomen tegen 1020 gld. 1634 Februari 6. 1 charter. 323. Proefbrief voor Claes Sybrandts en zgne vrouw Aeltie Hiddedr., aangenomen tegen 1000 gld., benevens afstand van de door haar ingebrachte goederen. 1634 Februari 6. (In duplo). Hierbij eene: Overeenkomst met Aeltie Hiddes, waarbg deze de bepaling omtrent de overdracht van de door haar ingebrachte goederen afkoopt tegen 300 gld. 1638. 3 charters. 324. Proefbrief voor Bauck, mr. Fryse Hettes weduwe, aangenomen tegen 300 ggld. 1634 Maart 19. 1 charter. 106 325. Proefbrief voor Neeltie Jans, weduwe van Jan Jans, aangenomen tegen 1050 gld. 1634 Maart 19. 1 charter. 326. Proefbrief voor Siuerdt Hettis, een innocent man, aangenomen tegen 350 gld. 1634 Augustus 13. 1 charter. 327. Proefbrief voor Anna Rimmerts weduwe, aangenomen tegen 400 gld. 1634 November 20. (In duplo). 2 charters. 328. Proefbrief voor Hessel Jouckes, van het Vliet, aangenomen tegen 1100 gld. 1635 April 80. 1 charter. 829. Proefbrief voor Jurien Allerts en zgne vrouw AnnaOttis, aangenomen tegen 900 gld. 1635 October 8. 1 charter. 380. Proefbrief voor Bely Martens, aangenomen tegen 100 gld., benevens overdracht van een huis, door haar en haren man Marten Gerryts Hoen aangekocht van Obbe Claeszn. 1635 October 30. 1 charter. 881. Proefbrief voor Jaepcke Lamberts, aangenomen tegen 100 gld. 1636 Januari 23. 1 charter. 882. Proefbrief voor Sara Douwis, aangenomen tegen 800 gld. 1636 Februari 19. 1 charter. 333. Proefbrief voor Olphert Olpherts, aangenomen tegen eene Landschaps-obligatie van 100 daalders. 1636 Maart 10. 1 charter. 884. Proefbrief voor Andries Gerloffs, te Ferwerd, aangenomen tegen 500 gld. 1636 April 28. 1 charter. 335. Proefbrief voor Hans Harmens, aangenomen tegen 400 gld. 1636 Mei 9. 1 charter. 107 336. Proefbrief voor Oene Gerbens, een innocent man, aangenomen tegen 150 gld. 1636 Mei 15. 1 charter. 837. Proefbrief voor Geyske Broers, aangenomen tegen 60 gld. 1636 November 1. 1 charter 338. Proefbrief voor Anna Datis, aangenomen tegen 425 gld. 1636 November 10. 1 charter. 339. Proefbrief voor Aefke Jansdr., aangenomen tegen over-' dracht van al hetgeen zij bezit. 1636. Januari 22. Hierbij eene: Scheiding der goederen van Magdalena Jansdr. 1637. 2 charters. 340. Proefbrief voor Pieter Ottes, te Sloten, aangenomen tegen 1100 gld. 1687 Februari 17. 1 charter. 341. Proefbrief voor Jan Johannes en zijne vrouw Sybrich Christoffels, te Kollum, aangenomen tegen 1250 gld. benevens hetzij 300 gld. óf voor een dergelijk bedrag aan goederen, na hun overlijden uit te keeren. 1637 Mei 20. Hierachter eene verklaring van Sybrich, dat de voogden, die de voorkeur hebben gegeven aan 800 gld., deze som na haren dood zullen ontvangen, 1642, en eene quitantie voor de ontvangst van dit bedrag. 1661. 1 charter. (Zie do. 418.) 842. Proefbrief voor Ulcke Alberts, aangenomen tegen 100 gld., met belofte diensten in het gasthuis te zullen verrichten. 1637 Mei 25. 1 charter. 343. Proefbrief voor Beatrix Gerryts, eene blinde weduwe, aangenomen tegen 250 gld. 1637 Juni 20. 1 charter. 844. Proefbrief voor Tjerck Wybrandts en zgne vrouw Jedt Piers, aangenomen tegen 1000 gld., benevens overdracht 108 van hun huis in de Olde-Doele-steeg. 1637 Juni 21. (In duplo). Hierbij een: Wandelbrief van dit huis, 1635; een: Beversaal van den verkoop van een huis, door Tjerk Wybrandts verkocht, 1637; een: Transportbrief van een huis en mouterij in de Sacramentstraat, in 1652 voor 400 ggld. door Tjerck Wybrandts verkocht, en een: Lijfrente-brief, groot 30 gld., ten laste van het St. Anthony-Gasthuis en ten bate van Tjerk Wy0 brandts, gekocht tegen genoemde koopsom van 400 ggld. 6 charters. 345. Proefbrief voor Reyner Siuerdts, aangenomen tegen 300 gld. 1637 Augustus 24. 1 charter. 346. Proefbrief voor Pieter Isbrandts, aangenomen tegen 600 ggld. 1637 Augustus 31. 1 charter. 347. Proefbrief voor Joell Juriens, aangenomen tegen 250 gld. 1637 November 7. 1 charter. 348. Proefbrief voor Doetie Jochums, weduwe van Regnerus Acronius, aangenomen tegen 900 gld. 1637 December 22. Hierbij eene: Verklaring van de erfgenamen van Doetie Jochems, dat zij hare nalatenschap uit handen van de voogden van het St. Anthony-Gasthuis hebben ontvangen. 1640. 2 charters. 349. Proefbrief voor Folckert Duckis, aangenomen tegen 1300gld. 1638 Januari 9. 1 charter. 350. Proefbrief voor Trijntie Annes Vos, aangenomen tegen 800 gld. 1638 Maart 10. 1 charter. 361. Proefbrief voor Ate Tziepckis, aangenomen tegen 490 gld. 1638 Mei 8. 1 charter. 109 352. Proefbrief voor Aete Jans, ter verpleging opgenomen tegen 1000 gld., waarvan 400 gld. blijft staan voor de tauxatie van de aan rijn vader Jan Ates toebehoorende hniringe 'op de gasthuisplaats te Hylaard. 1638 Juni7. Hierbij eene: Authentieke copie van het testament van Jan Ates, geteekend Petreus. 1638. 2 charters. N.B. Zie Inv. no. 1057. 363. Proefbrief voor Harmen Jans, aangenomen tegen 150 gld. 1628 Juni 28. Met een nader contract, waarbij aan dezen provenier eene andere kamer wordt aangewezen tegen 150 gld. 16*4. 2 charters. 354. Proefbrief voor Wülemke Siuerdts, tweede vrouw van Meynse Frans, aangenomen tegen 450 gld. 1638 Augustus 17. 1 charter. N.B. Zie Inv. no. 289. 356. Proefbrief voor Liuwe Aelses, aangenomen tegen 100 ggld., met belofte diensten in het gasthuis te zullen verrichten. 1639 Februari 13. (in duplo). 2 charters. 366. Proefbrief voor Claes Jacobs, aangenomen tegen 100 gld. 1639 Maart 25. 1 charter. 357. Proefbrief voor Minne Halbis en zijne vrouw Barnek Feyckis, aangenomen tegen 1500 gld. 1639 April 4. 1 charter. 358. Proefbrief voor Sytse Pyters Althuis, te Stiens, aangenomen tegen 200 gld. 1639 Mei 1. 1 charter. 859. Proefbrief voor Folckert Wgs, een innocent man, aangenomen tegen 1000 gld. 1639 Juni 17. 1 charter. 360. Proefbrief voor Huybert Jans en rijne vrouw Trijntie Carstes, aangenomen tegen 1400 gld. 1639 September 27. 1 charter. 110 361. Proefbrief voor Harmen Sydtzes, aangenomen tegen 800 ggld. 1639 October 19. 1 charter. 368. Proefbrief voor Antie Jarichs, weduwe van Jacob Dircks en hare dochter Dieucke, aangenomen tegen 210 gld. 1639 October 23. 1 charter. 363. Proefbrief voor Freerk Juriens, aangenomen tegen 300 gld. 1639 November 16. 1 charter. 364. Proefbrief voor Taetie Jans, weduwe van Pouwels Thonis, aangenomen tegen 600 gld. benevens eene uitkeering van 100 gld. na haren dood en hare na te laten goederen. 1639 December 5. Hieronder eene verklaring, dat zij deze laatste clausule vervangt door eene storting van 200 gld. in ééns. 1644. 1 charter. 365. Proefbrief voor Bauckien Wyarda, te Akkrum, aangenomen tegen 950 gld. 1640. Januari 10. Met een nader contract, waarbij deze som met fl. 300 wordt verhoogd. 1640 October 23. 2 charters. 366. Proefbrief voor Pieter Alberdts, een innocent nian, aangenomen tegen 250 gld. 1640 Januari 15. 1 charter. 367. Proefbrief voor Gryet Hanses, aangenomen tegen 200 gld. 1640 Januari 29. 1 charter. 368. Proefbrief voor Lyeuwe Lyeuwes en Hyltie Jacobs, zijne vrouw, aangenomen tegen 300 gld. 1640 Februari 4. 1 charter 369. Proefbrief voor Clara Jans, weduwe van Arien Jans, aangenomen tegen 300 gld. 1640 Februari 6. 1 charter. lil 370. Proefbrief voor Dirck Jans, bruigom van de proveniersche Gerberich Eepis, aangenomen tegen 700 gld. 1640 Februari 27. (in duplo). Met eene quitantie voor 400 gld., welke som Dirck Jans aan de voogden van het gasthuis ter hand stelt om daarvan een lijfrente te geven aan zijne tweede vrouw, Elske Remmans. 1665. 3 charters. 371. Proefbrief voor Trijntie Erijns, weduwe van Fedde Goeyties, aangenomen tegen 800 gld., benevens een som van 50 ggld. welke na haar dood voldaan zal worden. 1640 Maart 20. Met eene quitantie voor de ontvangen som, daar Trijntje dit laatste bedrag reeds tijdens haar leven heeft gestort. 1641 Maart 20. 2 charters. 372. Proefbrief voor Geeske Hendrix, weduwe van Jacob Hetserdts, aangenomen tegen eene obligatie, groot 60 gld. ten laste van Gerryt Gerbens en Dyucke Aebels. 1640 Juni 20. 1 charter. 873. Proefbrief voor Cornelis Douwis, aangenomen tegen 200 gld. 1640 Juli 20. 1 charter. 374. Proefbrief voor Wytske Sipckes, aangenomen tegen 150 gld. 1640 September 20. 1 charter. 375. Proefbrief voor Abraham Pyeters de la Porte, van Leiden, aangenomen tegen 300 gld. 1641 Juni 15. (in duplo). Onder één der beide exemplaren staat eene verklaring van dezen Abraham Pyeters de la Porte, dat hij, bij het verlaten van het gasthuis, 200 gld. van de voogden terug heeft ontvangen. 1642. 2 charters. 376. Proefbrief voor Hendrick Hendricx en Jaeycke Thonis, echtelieden, aangenomen tegen 800 gld. 1641 October 28. 1 charter. 112 377. Proefbrief voor Frou Jans, vroeger keukenmoer in bet gasthuis, aangenomen tegen 100 gld. 1641 November 4. 1 charter. 378. Proefbrief voor Jan Eeuwarts, te Harlingen, aangenomen tegen 950 gld. 1642 Mei 12. 1 charter. 379. Proefbrief -voor Siuerdt Rinties, te Sneek, aangenomen tegen 50 gld. 1642 Juli 7. (in duplo). 2 charters. 380. Proefbrief voor Pyetie Pyers, aangenomen tegen 250 gld. 1642 December 29. (in duplo). 2 charters. 381. Proefbrief voor Gerloff Alberts, te Irnsum, aangenomen tegen 1000 gld. 1643 Juli 8. 1 charter. 382. Proefbrief voor Walter Hemmis en zijne vrouw Sybrich Glaesen, aangenomen tegen 1500 gld. 1643 Augustus 17. (in duplo). Hierbij een nader contract, waarbij aan genoemde echtelieden eene andere kamer wordt aangewezen, mits zij daarvoor 1100 gld. betalen. 1645 September 10. (in duplo) en een nader accoord van 1650 Juni 20. 5 charters. 383. Proefbrief voor Willem Thijsz. aangenomen tegen 800 gld. 1643 October 30. 'l charter. 384. Proefbrief voor Pieter Sybrandts en zjjne vrouw Dyeucke Juckedr., aangenomen tegen 1500 gld. 1643 November 30. 1 charter. N.B. Zie Inv. no. 419. 385. Proefbrief voor Jan Harmens en zjne vrouw Aeltie Sickes, aangenomen tegen 1700 gld. 1643 December 19. 1 charter. 386. Proefbrief voor Trijn Dirx, weduwe van Geert .Jans, aangenomen tegen de overdracht van al hare tegenwoordige 113 en toekomende, roerende en onroerende goederen. 1644 Februari 8. (in duplo). Hierbij: de koopbrief van een kamer staande achter de Jacobijner kerk, bij de Wabbe Wissesbrug, 1628 (in duplo); de koopbrief van dezelfde kamer, verkocht aan Geert Jans, 1639; het testament van Geert Jans en Trijn Dirx, 1643; eene obligatie, groot 100 gld. ten laste van Anne Thomas en ten bate van Trgn Dirx, 1644, en eenige quitantiën. 11 charters. 387 Proefbrief voor Gerben Jans en rijne vrouw Doetie Aleffs, aangenomen tegen 1700 gld., benevens een legaat van 200 gld., na den dood van den langstlevende uit te keeren. 1644 October 10. 1 charter. 388. Proefbrief voor Mintie Jans weduwe, aangenomen tegen 100 gld. 1645 Februari 17. (in duplo). 2 charters. 389. Proefbrief voor Claeske en Welmoetie Allerts, aangenomen tegen 500 gld. 1645 Februari 28. Hierbg een afschrift van een codicil van Reyner van Putte, waarin aan bovengenoemde vrouwen een legaat is besproken van 500 gld. 1642. 2 charters. 390. Proefbrief voor Sicke Gerbrandts en Anna Jans, aangenomen tegen het wekelijkseh pensioen van 35 stuivers, dat hg, als gewezen zadelknecht van Willem Lodewgk en Ernst Casimir van Nassau, geniet, benevens de vereering, hem door den Stadhouder toegekend. 1645 April 28. 1 charter. 391. Proefbrief voor Gerryt Wybis en Ettie Dirx, aangenomen tegen 400 gld. 1645 April 28. (in duplo). 2 charters. 392 Proefbrief voor Tied Sipkes, weduwe van Claes Joannis, aangenomen tegen 200 gld. 1645 Aprü 28. (in duplo). Hierbij eene overeenkomst, waarbg' aan Tied Sipkes, die het gasthuis verlaat, eene lgfrente van de gestorte som wordt gegeven, groot 24 gld. 's jaars. 1647. . 3 eharters. 8 114 393. Proefbrief voor Rixt Pieter Nanneadr., eene innocente vrouw, aangenomen tegen 1000 gld. 1645 November 21. 1 charter. 394. Proefbrief voor Gillis Ockes en Antie Beerns, echtelieden, aangenomen tegen 1700 gld. 1645 December 19. 1 charter. 396. Proefbrief voor Jan Alberts en Neel Noys, aangenomen tegen 600 gld. 1646 April 28. 1 charter. 396. Proefbrief voor Foppe Heerckis Koell, aangenomen tegen overdracht van eene kamer achter het Schavernek, bij de nieuwe Haven, waarin hij zal blijven slapen. 1646 September 24. (in duplo). Hierbij de koopbrief van deze kamer, waarvoor 235 ggld. is betaald. 1643. 3 charters. 397. Proefbrief voor Dieucke Jansdr., aangenomen tegen 141 gld. en den koopprijs van haar huis in de Galileer Kerkstraat, ad 350 gld., benevens eene jaarlijksche grondpa cht op dit huis van lVs ggld. 1646 November 19. Met 2 bijlagen. 3 charters. 398. Proefbrief voor Sytske Jeltedr., weduwe van Gosse Eernstes van Munster, aangenomen tegen overdracht van eene kamer, met loods, staande in de Schuitemakerssteeg, welke zij in 1628 heeft aangekocht voor 110 ggld. 1646 November 26. 1 .charter. 399. Proefbrief voor Antie Sygersdr., weduwe van Gerryt Jans, aangenomen tegen 213 ggld. 1647 Maart 18. 1 charter. 400. Proefbrief voor Eeuwart Lous en Wiggell Pieters, echtelieden, en hun zoon Lou Eeuwarts, een innocent kind, aangenomen tegen 900 gld., benevens overdracht van twee kamers, staande in de steeg aan de Speelmanstraat, door hen in 1642 aangekocht voor 225 ggld. 1647 Juni 3. Hierbg de koopbrief dezer kamers. 1642. 2 charters. 115 401. Proefbrief voor Jeltie Gerardi, weduwe van Hans Franck, aangenomen tegen 275 gld. 1647. Juni 14. 1 charter. 402. Proefbrief voor Taede Jacobs, aangenomen tegen 250 gld. 1647 November 27. 1 charter. 408. Proefbrief voor Hendrick Fransz. en Siouck Gerryts, zgne vrouw, aangenomen tegen 700' gld. 1648 Februari 3. 1 charter. N.B. Zie Inv. no. 438. 404. Proefbrief voor Jacob Goverts Verroeten, van Haarlem, aangenomen tegen 1000 gld. 1648 Juni 30. 1 charter. 405. Proefbrief voor Anna Alberts, weduwe van Popcke Luytiens, aangenomen tegen 50 gld., benevens hetgeen haar zal verblijvén van den verkoop van twee woningen in het Krommejat, na aftrek harer schulden; terwijl hare zuster het gasthuis nog 100 gld. belooft, na haren dood uit te keeren. 1648 Juli 1. 1 charter. 406. Proefbrief voor Jan Hendrix, aangenomen tegen 1220 gld. .1648. September 2. 1 charter. 407. Proefbrief voor Sydts Harings, weduwe van Botte Willems, aangenomen tegen 50 ggld. 1648 November 14. 1 charter. 408. Proefbrief voor Gerryt Jaspers, te Amsterdam, aangenomen tegen 600 gld. 1648 December 7. 1 charter. 409. Proefbrief voor Mary Claeses, aangenomen tegen 200 gld. 1649 Augustus 14. 1 charter. 410. Proefbrief voor Ida Ariens, aangenomen tegen overdracht 110 van eenige obligatiën, te zamen 525 gld. bedragende. 1649 Augustus 23. 1 charter. 411. Proefbrief voor Aete Feytties, een innocent man, aangenomen tegen 1400 gld. 1649 September 18. 1 charter. 412. Proefbrief voor Tzierck Jorryts Holwerda, aangenomen tegen 500 gld. 1650 Januari 11. 1 charter. 413. Proefbrief voor Lijsbeth Nannedr., weduwe van Feycke Siucks, aangenomen tegen 50 gld. 1650 Juni 20. 1 charter. 414. Proefbrief voor Eempe Aebes en Luypck Hettings, echtelieden, aangenomen tegen 1400 gld. 1650 Juni 22. (in duplo). 2 charters. 415. Proefbrief voor Pyter Pyters en zijne vrouw Pytie Sickesdr., aangenomen tegen 900 gld. 1650 October 27. 1 charter. 416. Proefbrief voor Joost Epes, aangenomen tegen overdracht van eene halve huizinge, staande bij de Put op den hoek van de Speelniansstraat en de Slotmakersstraat. 1650October 28. Hierbij eene verklaring van den schoonzoon en dochter van Joost Epes, dat dit huis voor 732 ggld. is verkocht, van welk bedrag het gasthuis de helft toekomt. 1653. 2 charters. N.B. Zie Inv. no. 431. 417. Proefbrief voor Ruierd Wytzes, aangenomen tegen overdracht van eene woning in de Haniasteeg. 1650 October 28. (in duplo). Hierbij: de koopbrief van deze woning, 1630; obligatiën ten laste van Ruierd Wytzes en zijne zuster Trijn, en de verkoopsvoorwaarden van genoemde woning, voor de voogden van het gasthuis geveild. Dec. 1650. 10 charters. 418. Accoord tusschen Sybrich Christoffels en haar tweeden man, Jan Evarts, beiden proveniers in het gasthuis, ter 117 eenre, en de voogden ter andere zijde, waarbij aan de eersten de bewoning van een bepaalde kamer wordt toegestaan, terwijl Sybrich afstand doet van 25 gld., haar door haar eersten man Jan Joannis nagelaten. 1651 Maart 2. 1 charter. N.B. Zie Inv. no. 341. 419. Proefbrief voor Siouckien Simensdr., tweede vrouw van den provenier Pyter Sybrants, aangenomen tegen 700 gld. 1661 April 28. 1 charter. N.B. Zie Inv. no. 384. 420. Proefbrief voor Claes Gerryts, aangenomen tegen 350 gld. en overdracht van een kamer, staande aan den Groeneweg. 1652 Februari 13. Hierbij de koopbrief van deze kamer, op 14 Maart 1651 verkocht tegen 180 ggld. 2 charters. 421. Proefbrief voor Jan Jans en rijne vrouw Hildegond Comelis, te Enkhuizen, aangenomen tegen 1700 gld. 1652 Mei 24. 1 charter. 422. Proefbrief voor Jonger Wabbes, aangenomen tegen 1200 gld. 1652 September 16. 1 charter. 423. Proefbrief voor Claes Pyeters en zijne vrouw Meynu Oedses, te Harlingen, aangenomen tegen 2100 gld. 1652 December 9. 1 charter. 424. Proefbrief voor Auck Hardes, weduwe van Gerryt Gerryts, aangenomen tegen overdracht van twee woningen in de Kloksteeg aan de Tuinen. 1652 December 16. Hierbij de koopbrieven van beide huizen uit 1612 en 1648 en een bewgs van verkoop van eene jaarlijksche grondpacht op een dier woningen. 1642 e. a. 6 charters. 425. Proefbrief voor Magdaleentie Thijssen, aangenomen tegen 1000 gld. 1653. April 6. 1 charter. 118 426. Overeenkomst met Louw Gerryts en zijne vrouw Geertie Heeres, waarbij deze gedurende hun leven eene kamer in de Gasthuissteeg verkrijgen en den kost koopen in het gasthuis, tegen storting van 600 gld. 1653 October 14 Met eene proefbrief voor Geertie Heeris, aangenomen tegen 100 ggld. 1667 Augustus 13. 2 charters. 427. Proefbrief voor Johannes Bouts, uit Oost-Dongeradeel, aangenomen tegen afstand van zijn recht op acht jaar loon, dat hem toekomt als dienstknecht van het gasthuis, welk loon hem nog niet was uitgekeerd. 1654 Januari 30. (in duplo). 2 charters. • N.B. Zie Inv. no. 811. 428. Proefbrief voor Antie Gerryts, weduwe van Folckert Jeltes, aangenomen tegen 300 gld. 1654 Februari 24. 1 charter. 429. Proefbrief voor Tial Buwes, weduwe van Jacob Mewis, aangenomen tegen overdracht van een huis, staande op den hoek van de Oude Doelesteeg aan het bolwerk, en eene obligatie van 100 gld., ten laste van Jurrien Johannes Lamberts en Swaentie Dircx. 1654 Maart 16. (in duplo). Hierbij: de koopbrief van dit huis uit 1614, met reversaal; bovengenoemde obligatie, benevens een request van de buren van Tial Buwes aan de Magistraat, om te voorzien in den nood van deze oude vrouw. 1654. 6 charters. 430. Proefbrief voor Carst Romckes, aangenomen tegen 650 gld. 1654 Maart 16. 1 charter. 431. Contract met Joost Epes, waarbij wordt bepaald, dat zijne huisvrouw mede in zijne kamer zal wonen, tegen betaling van 200 gld. 1654 Mei 1. • 1 charter. N.B. Zie Inv. no. 416. 432. Proefbrief voor Maycke Jelles, weduwe van Thietse Tzietses, aangenomen tegen 200 gld. 1654 Juli 28. 1 charter. 119 483 Proefbrief voor Harmen Gerryts en zijne vrouw Trgntie Wibrens, aangenomen tegen 1700 gld., benevens 60 gld, na den dood van ieder hunner. 1654 Augustus 10. 1 charter. 434. Proefbrief voor Cornelis Jacobsz., van Enkhuizen, aange#nomen tegen 1000 gld. 1655 Mei 19. 1 charter. 485. Proefbrief voor Pieter Melvill, van Aberdijn, aangenomen tegen 800 gld. 1655 Juli 19. 1 charter. 486. Proefbrief voor Cornelis Clock, aangenomen tegen 1000 gld. 1655 September 22. 1 charter. 487. Proefbrief voor Douwe Wibrens, aangenomen tegen 400 gld. 1666 Februari 28. 1 charter. 438. Overeenkomst met de proveniers Hendrick Fransen en vrouw, die, tegen bijbetaling van 230 gld. eene andere kamer in het gasthuis verkrggen. 1656 Maart 6. 1 charter. N.B. Zie Inv. no 403. 489. Proefbrief voor Hendrick Alberts en rijne vrouw Marytie Dircx, aangenomen tegen 1950 gld. 1666 April 27. 1 charter. 440. Proefbrief voor Elske Jans Reneman, aangenomen tegen 300 gld. 1656 Mei 1. (in duplo). 2 charters. 441. Proefbrief voor Sybrich Jacobs, weduwe van Jan Jaspers, aangenomen tegen 300 gld., benevens 100 gld., na haar overlijden uit te keeren. 1656 November 13. 1 charter. 442. Proefbrief voor Antje Roorda van Fresema, weduwe van Willem Harmens, aangenomen tegen 350 gld. en over- 120 dracht van eene kamer staande achter de Jacobrjner kerk, 1657 April 12. 1 charter. 443. Proefbrief voor Anna Dekemans, aangenomen tegen 550 gld. 1657 Mei L • 1 charter. 444. Proefbrief voor Jan Jacobsz. Marschall, van Praag, aangenomen tegen 1200 gld. 1657 Mei 20. 1 charter. 446. Proefbrief voor Claeske Gerryts, van Harlingen, aangenomen tegen 1000 gld. in eens, en eene uitkeering van 50 gld. na haar overlijden. 1667 Juni 6. 1 charter. 446. Proefbrief voor Frouck Pyters, aangenomen tegen 900 gld. 1667 Juni 11. 1 charter. 447. Proefbrief voor Sioerd Jacobs Questi, aangenomen tegen 1000 gld. 1667 Juli 20. 1 charter. 448. Proefbrief voor Aeffke Jans, aangenomen tegen 100 gld. 1658 Februari 12. 1 charter. 449. Proefbrief voor Antie Clases van der Mey, aangenomen tegen overdracht van al hare goederen. 1658 Februari 12. 1 charter. 460. Proefbrief voor Jantien Impckes, weduwe van Geert Janssen, aangenomen tegen al hetgeen zij bezit. 1658 Februari 12. 1 charter. 461. Proefbrief voor Jan Jansen, van Giekerk, aangenomen tegen 450 gld. 1658 Juli 22. 1 charter. 452. Proefbrief voor Gerryt Martens en zijne vrouw Tiamcke Taackes, aangenomen tegen 1700 gld. 1658 Juli 22. Met quitantie. 9 charters. 121 458. Proefbrief voor Anthonius Harmannus Costerus en zgne vrouw Hylckien Tiepkedr., aangenomen tegen 1600 gld., benevens eene uitkeering van 200 gld. na hun dood. 1658 Augustus 13. Hierbg een request van bovengenoemde echtelieden, om, bij het verlaten van het gasthuis, eene Hjfrente te mogen ontvangen, ten bedrage van 10 °|o van de door hen gestorte som. 1664. 2 charters. 464. Proefbrief voor Dirk Sponner, aangenomen tegen 550 gld. 1658 September 9. 1 charter. 455. Proefbrief voor Margaretha Alexanders, aangenomen tegen 577 gld. 1658 October 26. 1 charter. 466. Proefbrief voor Rieme Sioerdts, aangenomen tegen 100 gld. 1659 Januari 7. 1 charter. 467. Proefbrief voor Aeffke Jetses, aangenomen tegen 300 gld. 1659. 1 charter. 458. Proefbrief voor Gerryt Hoytes, aangenomen tegen 300 gld. 1659 Februari 25. T charter. 469. Proefbrief voor Tietske Frieses, weduwe van Claes Coerts, en hare dochters Swaantie en Franske Claeses, aangenomen tegen 1300 gld., benevens 200 gld., na den dood van de langstlevende uit te keeren. 1669 Februari 26. 1 charter. 460. Proefbrief voor Jochum Jacobs, aangenomen tegen 1500 gld. 1659 Juni 25. 1 charter. 461. Proefbrief voor Cornelis Corneliaz. Noordstrandt en zijne vrouw Meynu Cornelis, van Enkhuizen, aangenomen tegen 2200 gld. 1659 Juli 8. 1 charter. 122 462. Proefbrief voor Berber Felix, aangenomen tegen 700 ggld. 1660. Februari 13. 1 charter. 463. Proefbrief voor Geyske Willems Eltinga, aangenomen tegen 200 gld. 1660 Februari 24. 1 charter. 464. Proefbrief voor Ded Minnes, aangenomen tegen 177 gld. 1660 Maart 27. 1 charter. 465. Proefbrief voor Welmoedtie Jans, weduwe van den deurwaarder Hemert, aangenomen tegen 1200 gld. 1660 Juni 8. 1 charter 466. Proefbrief voor Feye Dirckx, aangenomen tegen 600 gld. 1660 October 2. (in duplo). 2 charters. N.B. Zie Inv. no. 499. 467. Proefbrief voor Trijntie Assema, aangenomen tegen 300 gld. 1660 November 15. 1 charter. 468. Proefbrief voor Uilcke Claesen, aangenomen tegen 200 gld. 1661 Januari 25. 1 charter. 469. Proefbrief voor Lambert Jansen, aangenomen tegen 700 gld., benevens 100 gld., na zijn overigden uit te keeren. 1661 Februari 4. 1 charter. 470. Proefbrief voor Dirck Saeckes „in sijn memorie geslaeghen", aangenomen tegen 1600 gld. 1661 Maart 8. 1 charter. 471. Proefbrief voor Foockeltie Jans, weduwe van Carel Frberts, aangenomen tegen overdracht van een huis, door Harmen Claessen aangekocht tegen 600 gld. 1661 Maart 12. 1 charter. 123 472. Proefbrief voor Trijntie Foockes, aangenomen tegen 1400gld. 1661. Mei 27. 1 charter. 473. Proefbrief voor Anneke Herdtsgrewen, weduwe van Franco» Matijssen, aangenomen tegen afstand van al hare goederen. 1661 Augustus 26. (in duplo). 2 charters. 474. Proefbrief voor Riemme Rinses, weduwe van Jan Jouckes, aangenomen tegen 200 gld. 1661 September 30. 1 charter. 475. Proefbrief voor Pytter Lammerts, aangenomen tegen overdracht van twee kamers, staande ten zuiden van het Oldehoofster kerkhof. 1661 October 8. Met eene verklaring hiervan ten behoeve van zjjne onmondige kinderen. 1661. 2 charters. 476. Proefbrief voor Gerryt Jansen, van Haarlem, aangenomen tegen 800 gld. 1662 April 9. Met een nader contract, waarbij aan Gerryt Jansen eene andere kamer wordt aangewezen tegen betaling van nog 200 gld. 1664. 2 charters. 477. Proefbrief voor Claes Jansen, aangenomen tegen 700 gld., benevens 100 gld., na zijn overlijden uit te keeren. 1662 Mei 12. 1 charter. 478. Proefbrief voor Antie Meyldam, aangenomen tegen 300 gld. 1662 Juni 26. 1 charter. 479. Proefbrief voor Antie Eelckes, aangenomen tegen 250 gld. 1662 Juli 18. 1 charter. 480. Proefbrief voor Freerk Gerryts, aangenomen tegen 500 gld. en de door hem na te laten goederen. 1662 Augustus 2. 1 charter. 481. Proefbrief voor Cornelia Joppes, aangenomen tegen 1400 gld. 1662 October 17. 1 charter. 124 482. Proefbrief voor Symon Meeuwis, aangenomen tegen 1000 gld. 1662 October 25. 1 charter. 488. Proefbrief voor Trijntje Pieters, weduwe van Jacob Dyonisius, aangenomen tegen 400 gld. 1662 December 22. 1 charter. 484. Proefbrief voor Focke Gerlofs en zijne vrouw Sydts Tieerdts, die, om hun hoogen leeftijd, uit barmhartigheid worden aangenomen, en beloven hunne nalatenschap aan het gasthuis te zullen vermaken. 1663 October 23. 1 charter. 485. Proefbrief voor Jacob Ewes, een blinde, aangenomen tegen storting van het tractement, dat hij als geappointeerde geniet. 1664 Juni 16. Met de minuut van een request van Jacob Ewes aan Gedeputeerde Staten tot behoud van zijn tractement en verdere bijlagen. i 4 charters. 486. Proefbrief voor Maycke Hendrixs, eene innocente vrouw, aangenomen tegen 50 ggld. 1664 Juni 16. 1 charter. 487. Proefbrief voor Ocke Jansen, van Haarlem, aangenomen tegen 800 gld. 1664 Augustus 20. 1 charter. 488. Proefbrief voor Bottie Gerryts, weduwe van Jetse Eynties, aangenomen tegen 400 gld. 1664 October 17. 1 charter. 489. Proefbrief voor Pytter Willems, een innocent man, aangenomen tegen 950 gld. 1665 Januari 6. 1 charter. 490. Proefbrief voor Biel Lieuwes, aangenomen tegen 800 gld. 1665 Februari 23. 1 charter. 491. Próefbrief voor Lieuck Dominicy en hare dochter Trijntie Roos, aangenomen tegen 750 gld. 1665 Februari 25. 1 charter. 125 492. Proefbrief voor Hendrick Popckes, aangenomen tegen 600 gld. 1665 April 6. 1 charter. 493 Proefbrief voor Doetie Keympes, weduwe van Frerick Hendricx, aangenomen tegen 1000 gld., benevens eene uitkeering van 150 gld. na haar overigden. 1665 April 10. 1 charter. 494. Proefbrief voor Lgsbet Thomas, weduwe van Jan Gerryts, aangenomen tegen 300 gld. 1665 November 3. 1 charter. 496. Proefbrief voor Foeck. Sygers, aangenomen tegen 300 gld. 1666 Maart 3. 1 charter. 496 Proefbrief voor Sioert Ottes, van Workum, en zgn zoon Wybe Sioerts, aangenomen tegen 2000 gld. 1666 October 23. 1 charter. 497. Proefbrief voor Gerloff Kngff, wegens riekte in het gasthuis opgenomen tegen overdracht van al rijne goederen. 1667 Januari 14. 1 charter. 498. Proefbrief voor Wybbe Sioerdts, van Workum, aangenomen tegen 1250 gld. 1667 Maart 2. 1 charter. 499. Wgziging van het proefcontract met Feije Dirks, waarbij deze, tegen betaling van 600 gld., eene betere kamer krggt. 1667 Maart 5. (in duplo). Met een o^ract tot schadeloosstelling van Feije Dirks (Loensma), bij zgne uittreding uit het gasthuis. 1685 Maart 26. 3 charters. N.B. Zie no. 466. 500. Proefbrief voor Dirck Symons, aangenomen tegen overdracht van eene obligatie op Engeltie van der Chgs, weduwe van den oud-burgemeester Sybbe Piers Mellema. 1667 Mei 5. (in duplo). 2 charters. 126 601. Proefbrief voor Attie Jans, aangenomen tegen 350 gld. 1668 Maart 16. 1 charter. 502. Proefbrief voor Oeds Hommes, aangenomen tegen 800 gld. 1668 April 27. 1 charter. 503. Proef brief voor Trijntie Gerryts, aangenomen tegen 315 gld. 1668 April 27. 1 charter. 504. Proefbrief voor Aefke Jans, weduwe van Jan Wybes Rouckema, aangenomen tegen 500 gld. 1668 Juni 11. X eharter. 505. Proefbrief voor Sytske Oenses, aangenomen tegen 300 gld. 1668 Augustus 20. 1 charter. 506. Proefbrief voor Uylckien Wybes, van Harlingen, aangenomen tegen 400 gld., benevens 100 gld., na haar overigden uit te keeren. 1668 October 15. (in duplo). 2 charters. 507. Overeenkomst tusschen de voogden en Gerben Jansen en zijne vrouw Tryntie Pieters, waarbij bepaald wordt, dat de vrouw, tegen betaling van 200 gld., na het overigden van haar man, de kamer mag behouden, welke rij met hem heeft bewoond. 1668 October 29. 1 charter. 508. Proefbrief voor Wytske Hotses, van het Bildt, aangenomen tegen 400 gld. 1668 November 10. 1 charter. 509. Proefbrief voor Tietske Harmens, weduwe van Jan Claessen, aangenomen tegen 900 gld. 1668 December 31. 1 charter. 610. Proefbrief voor Wipke Hemckes, aangenomen tegen 280 gld. 1669 Maart 18. 1 eharter. 127 611. Proefbrief voor Phflibert Leliën, van Bronswijk, en zijne vrouw Anna Cromminga, van Groningen, aangenomen tegen 2000 gld., benevens nog 100 gld., na het overigden van den langstlevende uit te keeren. 1669 Mei 27. 1 charter. 512. Proefbrief voor Antie Jans, aangenomen tegen 800 gld. in ééns en nog 100 gld., na haar overigden uit te keeren. 1669 Augustus 13. 1 eharter. 513. Proefbrief voor Heyltie Jans, weduwe van Cornelis Crijns, aangenomen tegen 1000 gld. 1669 September 2. 1 charter. 514. Proefbrief voor Joost Heysmeyer, van Bronswijk, en Barber Feyckes, zijne vrouw, aangenomen tegen 2200 gld. 1670 Juni 2. 1 eharter. 515. Proefbrief voor Maeycke Pgtters, aangenomen tegen 500 gld. 1671 Mei 9. 1 charter. 516. Proefbrief voor Aefke Abels, weduwe van Abel Hilles Tebbinga, aangenomen tegen 900 gld. 1671 Juli 30. (in duplo). 2 charters. 517. Proefbrief voor Pytie Paulus van Geringa, aangenomen tegen 100 alveren ducatons. 1678 Mei 1. (in duplo). 2 charters. 518. Proefbrief voor Geertie Nanninghs, aangenomen tegen 700 gld. 1673 Juni 13. 1 charter. 619. Proefbrief voor Trijntie Hetses, keukenmoer in het St. Anthony-Gasthuis, aangenomen tegen 500 gld. 1673 Augustus 5. 1 eharter. 520. Proefbrief voor Jelke Hoeck, aangenomen tegen 1200 gld. 1673 December 12. 1 eharter. 128 621. Proefbrief vóof Romcke Claessen, van Harlingen, aangenomen tegen 200 gld. 1674 April 28. 1 charter. 622. Proefbrief voor Anna Wybes, aangenomen tegen 400 gld. 1674 November 8. 1 charter. 628. Proefbrief voor Ide Jans, aangenomen tegen 400 gld. 1674 November 20. 1 charter. 624. Proefbrief voor Take Tietses, aangenomen tegen 200 gld. 1675 Januari 28. 1 charter. 585. Proefbrief voor Nieske Abbes, weduwe van Geert Cleis, aangenomen tegen 425 gld. 1675 Mei 21. 1 charter. 626. Proefbrief voor Trijntie Jans, weduwe van Fecke Reiners. aangenomen tegen 425 gld. 1675 Juli 28. 1 eharter. 527. Proefbrief voor Stijntie Cornelis, aangenomen tegen 300 gld. 1675 Augustus 4. 1 charter. 528. Proefbrief voor Antie Jakes Verbrugge, weduwe van Wierd Vos, van Harlingen, aangenomen tegen 350 gld. 1675 Augustus 14. 1 charter. 529. Proefbrief voor Frouckien Lodewijks, weduwe van Winolt Hendriks, aangenomen tegen 300 gld. 1675 October 9. 1 charter. 530. Proefbrief voor Hester Moleniser, eene innocente vrouw, aangenomen tegen 500 gld. 1675 October 26. 1 charter. 531. Proefbrief voor Watse Pyters en Antie Hanses, aangenomen tegen 750 gld. 1676 Januari 12. 1 charter. 129 532. Proeibrief voor Jacob Pieters, van Molkwerum, een innocent man, die door burgemeesteren en raadslieden van Molkwerum in het St. Anthony-Gasthuis te Leeuwarden wordt uitbesteed tegen 2 gld. 's weeks. 1676 Februari 10. 1 charter. 533. Proefbrief voor Douwe Minnes, van Suawolde, aangenomen tegen 500 gld. 1676 Februari 18. 1 charter. 534. Proefbrief voor Maike Hanses, aangenomen tegen 350 gld. 1676 Februari 28. 1 charter. 535. Proefbrief voor Trijntie en Tietske Jans, aangenomen tegen 1800 gld. 1676 Februari 28. 1 charter. 536. Proefbrief voor Arjaantie Hanses, aangenomen tegen 300 gld. 1676 October 5. 1 charter. 537. Proefbrief voor Fopkien Dirks, aangenomen tegen 400 gld. 1677 Januari 11. 1 charter. 538. Proefbrief voor Feyckien Louwerens, weduwe van Hendrik de Baar, aangenomen tegen" 1100 gld. 1677 April 20. 1 eharter. 539. Proefbrief voor Tierck Jans en Impkien Jansdr., echtelieden, aangenomen tegen 800 gld. 1677 Mei 18. (in duplo). 2 charters. 540. Proefbrief voor Jetske Gerryts, weduwe van Egbert de Gruyter, aangenomen tegen 725 gld. 1677 Mei 30. 1 charter. 541. Proefbrief voor Antie Willems, laatst weduwe van Assuerus de Ring, aangenomen tegen 382 gld. 1677 September 15. 1 charter. N.B. Zie Inv. no. 733. 9 i30 542. Proefbrief voor Atse Pyters en zijne vrouw Aaltie Hessels, aangenomen tegen 1460 gld. 1677 October 20. 1 charter. 543. Proefbrief voor Jan Jansen en zijne vrouw Glaaske Jacobs, aangenomen tegen 1260 gld. 1677 November 29. 1 charter. 544. Proefbrief voor Joannis Suikenhuis, aangenomen tegen 850. gld. 1677 November 29. 1 charter. 545. Proefbrief voor Dieucke Claeses, aangenomen tegen 725 gld. 1678 Januari 22. 1 charter. 546. Proefbrief voor Frans Dircx en zijne vrouw Bauckien Auckes, aangenomen tegen 1400 gld. 1678 April 4. 1 charter. 547. Proefbrief voor Aeltien Jans, weduwe van Marcus Vrindt, aangenomen tegen 350 gld. 1678 April 11. 1 charter. 548. Proefbrief voor Maycke van Tongeren, aangenomen tegen 500 gld. 1678 Juli 16. 1 charter. 549. Proefbrief voor Aaltie Lieuwes, weduwe van Sicke Obbes, aangenomen tegen 1100 gld. 1678 Augustus 2. Hierbij eene acte, waarbij de voogden zich verbinden, aan Aaltje Lieuwes, bij hare uittreding uit het gasthuis, eene lijfrente te geven van 66 gld. 'sjaars. 1682. 2 charters. 550. Proefbrief voor Otte Karsten, aangenomen tegen 650 gld. 1678 October 10. 1 charter. 551. Proefbrief voor Antie Hendrix, aangenomen legen 300 gld. mits zij, zoo noodig, de behulpzame hand in het gasthuis biedt. 1678 November 7. * .< 1 charter. 131 552. Proefbrief voor Jan Jansen Jellema, aangenomen tegen 1100 gld. 1678 November 19. 1 charter. 553. Proefbrief voor Antie Hendrix, weduwe van Jentie Annes, aangenomen tegen 315 gld. 1679 Januari 30 (in duplo). Met eene verklaring van haar zoon Anne Jenties Prins omtrent de verkooping van een huis in de Aytta-steeg, waar „de Prins" uithangt, en waarvan de opbrengst zal dienen om de bovengenoemde proef penningen te betalen. 167».** 3 charters. 554. Proefbrief voor Tjaerd Keympes en Sytske Hillebrands, echtelieden, aangenomen tegen 2000 gld. 1679 Januari 30. 1 charter. 555. Proefbrief voor Antie Joosten, aangenomen tegen 775 gld. 1679 Februari 13. 1 charter. 566. Proefbrief voor Anneke Jansen van Bjjleholdt, aangenomen tegen 100 zilveren ducatons. 1679 April 9. 1 charter. 667. Proefbrief voor Jurien Juriens Napcke, aangenomen tegen 50 gld. per half jaar. 1679 April 24. Hierin} het testament van zgne vrouw, en eene verklaring omtrent het maken van zijn doodkist. ISSF-* 3 charters. 568. Proefbrief voor Lieuwe Steffens Wyvesteyn, aangenomen tegen 24 stuivers per week. 1679 Juni 5. 1 charter. 659. Proefbrief voor Mary Pieters, aangenomen tegen 350 gld. 1679 Juni 12 (in duplo). 2 charters. 560. Proefbrief voor Sara Elias, weduwe van Abraham Vooghdingh, aangenomen tegen 600 gld. 1679 Juli 23. 1 eharter. 661. Proefbrief voor Grietie Jans, keukenmoer in het gasthuis, 132 die, als bruid van den provenier Ate Pieters, wordt aangenomen tegen 500 gld. 1679 Juli 24. 1 charter. 562. Proefbrief voor Orseltie van Caterenbergh, weduwe van Wolbertus Helmetz, en hare zuster Sara van Caterenbergh, aangenomen tegen 1400 gld. 1679 October 80. 1 charter. 563. Proefbrief voor Geertie Sipckes, weduwe van Hayte Sipckes, van Beetsterzwaag, aangenomen tegen 400 gld. 1679 November 1. 1 charter. 664. Proefbrief voor Maycke Claeses, aangenomen tegen 300 gld. 1682 Februari 16. 1 charter 665. Proefbrief voor Jisck Piters, weduwe van Andrys Auckes, aangenomen tegen 630 gld. 1682 Februari 23. 1 charter. 666. Accoord met de proveniersche Aaffke Mannes, die tegen betaling van 200 gld. de kamer mag betrekken van de ondertrouwde Aaltie Lieues. 1682 April 15. 1 charter. 567. Proefbrief voor Lijsbeth Louwrens, aangenomen tegen 375 .gld. 1682 Mei 18. 1 charter. 568. Proefbrief voor Pybe Douwis en Lijsbeth Vieravondt, aangenomen tegen 150 gld. 1682 Mei 18. 1 charter. N.B. Zie Inv. no. 599. 569. Proefbrief voor Huybert Wybes, aangenomen tegen 850 gld. 1682 Juli 27. 1 charter. 570. Proefbrief voor Frouckten Gerryts, weduwe van Philippus Bodendijck, aangenomen tegen eene obligatie ten laste van Idtse Jacobs, groot 1000 gld. 1682 Augustus 3. 1 charter. 133 571. Proefbrief vóór Frouckien Dircks, aangenomen tegen 350 gld. 1682 September 4, en voor hare zuster Rebecca Dircks, aangenomen tegen 315 gld. 1684 Maart 13. 2 charters. 572. Proefbrief voor Willem Willems, aangenomen tegen 800 gld. 1683 Februari 15. 1 charter. 673. Proefbrief voor Hiltie Radijs, weduwe van Franciscus Livy, aangenomen tegen 275 gld. 1683 Maart 29. 1 charter. 574. Overeenkomst met de proveniersche Trijntie Lammerts, die, tegen bgbetaling van 150 gld., eene andere kamer ter bewoning krijgt. 1683 Juni 21. 1 charter, . 576. Proefbrief voor Jetske Bruyns, aangenomen tegen 350 gld. 1683 Juli 19. 1 charter. 576. Proefbrief voor Abbe Yes Ryckerda, aangenomen tegen 725 gld. 1684 Januari 31. Hieronder: de proefbrief voor Antie Martens Colt, oud omtrent 50 jaar, vrouw van Abbe Yes Ryckerda, aangenomen tegen 350 gld. 1686 Juli 16 (in duplo). 2 charters. 577. Proefbrief voor Jelle Aarnts en rijne vrouw Tieskien Tieerds, aangenomen tegen 900 gld. 1684 Juni 26. 1 charter. 578. Proefbrief voor Beerent Johannis en zijne vrouw Tiedtske Tiedtses, aangenomen tegen 1600 gld. 1684 September 29. 1 charter. 579. Proefbrief voor Martinus Laverman, aangenomen tegen 500 gld. 1685 Maart 19. 1 charter. 580. Proefbrief voor Symon Nanninghs, aangenomen tegen 600 gld. 1685 Augustus 20. 1 charter. 134 581. Proefbrief voor Neeltie Dircx, van Harlingen, aangenomen tegen 1000 gld. 1685 September 1. 1 charter. 583. Proefbrief voor Hendrick Reynsdorp, aangenomen tegen 400 gld. 1685 September 10 (in duplo). 2 charters. 583. Proefbrief voor Minne Feddes en Antie Bernardus, echtelieden, aangenomen tegen 1400 gld. 1686 Mei 13. 1 charter. 584. Proefbrief voor Hans Roelandt en Yffke Arents, aangenomen tegen 1700 gld. 1686 Mei 20. 1 eharter. 585. Proefbrief voor Titia van Hottinga, weduwe van Dr. Theodorus Brunsvelt, aangenomen tegen 850 gld. 1686 Juli 22. 1 charter. 586. Proefbrief voor Albertie Jans, aangenomen tegen 375 gld. 1687 Januari 13. 1 charter. 587. Proefbrief voor Melle Jurriens, aangenomen tegen 270 gld. 1687 Februari 17. 1 charter. 588. Proefbrief voor Gosse Wopckes, van Dockum, aangenomen tegen 1050 gld. 1687 April 14. 1 charter. 589. Proefbrief voor Leentie Jacobs, weduwe van Jan Everts, aangenomen tegen 275 gld. 1687 April 17. 1 charter. 590. Proef brief voor Feycke Thomas, aangenomen legen 400 gld. 1687 Juni 2. 1 charter. 591. Proefbrief voor Else Bockes, aangenomen tegen 200 gld. 1687 Augustus 11. 1 charter. 135 592. Proefbrief voor Auckien Wierds, weduwe van Jan Harmens, aangenomen tegen 500 gld. 1687 November 3. 1 charter. 593 Proefbrief voor Rinske Jacobs, weduwe van Jan Saeckes ' Sipma, aangenomen tegen 300 gld. 1687 November 4. 1 charter. 594. Proefbrief voor Jelle Aarnts, aangenomen tegen 250 gld. 1687 December 8. 1 charter. 595. Proefbrief voor Sioerdtie Freerks, aangenomen tegen 500 gld. 1687 December 8. 1 charter. 596. Proefbrief voor Symon Pecama, aangenomen tegen 1000 gld. 1687 December 8. 1 charter. 597. Proefbrief voor Frouck Luytiens, op nieuw als proveniersche aangenomen tegen 465 gld. 1687 December 15. 1 charter. 598. Proefbrief voor Aeltie Hendricx, aangenomen tegen 650 gld. 1689 Januari 4. 1 charter. 599 Proefbrief voor Jasper Willemsen, van Watervoort in Ierland, aangenomen tegen 900 gld. 1689 Februari 14. Hieronder eene overeenkomst met Jasper Willemsen, waarbij hij, door rijn huweüjk met Lgsbettie Vieravond, eene andere kamer betrekt. 1689. 1 charter. ' N.B. Zie Inv. no. 568. 600. Proefbrief voor Dirck Beerns en Jopcke Jans, echtelieden, aangenomen tegen 1200 gld. 1689 Juni 13. 1 charter. 601. Proefbrief voor Joecke Doedes, aangenomen tegen overdracht van de koopsom van rijn huis, benevens al zijne verdere effecten 1689 Augustus 17. Hierbij de koopbrief 136 van zijn huis in de Groote Kerkstraat, aan notaris Mi chiel van Jever verkocht. 1688. 2 charters. 602. Proefbrief voor Cornelis Breuckel en Tettie Claeses, echtelieden, aangenomen tegen 1800 gld. 1689 September 12. 1 charter. 603. Proefbrief voor Andries Straetman en zijne vrouw Welmoed Bastiaens, van Franeker, aangenomen tegen 1450 gld. 1689. October 3. 1 charter. 604. Proefbrief voor Jan Hendricx van Coelman, uit Limburg, aangenomen tegen 700 gld. 1689 November 7. 1 charter. 605. Proefbrief voor Jancke Jans, aangenomen tegen 400 gld. 1689 November 7. 1 charter. 606. Proefbrief voor Rienck Gotes Wackersma en Japicke Jacobs, zijne vrouw, aangenomen tegen 1600 gld. 1689 December 12. - 1 charter. 607. Proefbrief voor Thomas Hanssen, van Drammen, aangenomen tegen 1250 gld. 1690 Maart 27. Hierbij een inventaris van de door hem nagelaten goederen, 1695; de minuut van een request van de voogden aan Magistraat tot verkoop van deze goederen, 1695, en eene verklaring in het Deensch, met bijgevoegde vertaling, dat Thomas Hanssen slechts ééne zuster heeft, die aanspraak op zijne nalatenschap kan maken. 1695. 5 charters. 608. Proefbrief voor Janneke en Maryke Pfeiffers, te Amsterdam, aangenomen tegen 2075 gld. 1690 April 3. 1 charter. 609. Proefbrief voor Gatscke Ockes, aangenomen tegen 315 gld. 1690 Augustus 14. 1 charter. 187 610. Proefbrief voor Claes Fonck en zijne vrouw Tietscke Arents, aangenomen tegen 1700 gld. 1690 October 2. 1 charter. 611. Proefbrief voor Harmen Sioerdts en zijne vrouw Martien Hansses, aangenomen tegen 1950 gld. 1691 Juni 25. 1 charter. 612. Proefbrief voor Douwe Alberts, aangenomen tegen 815 gld. 1691 Juli 10. 1 charter. 618. Proefbrief voor Jouckien Krijns, aangenomen tegen 400 gld. 1691 October 8. 1 charter. 614. Proefbrief voor Margareta Quebeau, aangenomen tegen 600 gld. 1691 December 3. 1 charter. 615. Proefbrief voor Jaeob Jacobs, aangenomen tegen 100 gld. 1692 Januari 28. 1 charter. 616. Proefbrief voor Doede Symons Stalman, aangenomen tegen 350 gld. 1692 Februari 18. 1 charterei?. Proefbrief voor Dionysius Metz, aangenomen tegen 875 gld. 1692 Februari 25. 1 charter. 618. Proefbrief voor Elscke Essers, aangenomen tegen 600 gld. plus 100 gld. uit haar nalatenschap. 1692 April 29. 1 charter. 619. Proefbrief voor Nampckien Jacobs, aangenomen tegen 700 gld. 1692 Mei 26. 1 charter. 620. Proefbrief voor Albert Kefckman, van Harlingen, aangenomen tegen 1200 gld. 1692 October 26. 1 eharter. 138 621. Proefbrief voor Gijsbert Hendiïcks en zijne vrouw Jancke Keimpes, aangenomen tegen 222 gld. 1692 December 22 (in duplo). 2 charters. 622. Proefbrief voor Rinske Atzma, aangenomen tegen 525 gld. 1693 Januari 12. 1 charter. 623. Proefbrief voor Trijntie Clases, aangenomen tegen 750 gld. 1693 Maart 23. 1 charter. 624. Proefbrief voor Gerben Pyters van Statum en Antie Ypckes, zijne vrouw, aangenomen tegen 1660 gld. 1693 Juli 27. 1 charter. 625. Proefbrief voor Antie Clases, aangenomen tegen 300 gld. 1693 December 15. 1 charter. 626. Proefbrief voor Frouck Douwes, aangenomen tegen 400 gld. 1693 December 21. 1 charter. 627. Proefbrief voor Hendrick Hartoghs, aangenomen tegen 300 gld. 1693 December 27. 1 charter. 628. Proefbrief voor Maeycke Gerbens, aangenomen tegen 450 gld. 1694 Februari 8. 1 charter. 629. Proefbrief voor Simckien Theunis, aangenomen tegen 400 gld. 1694 Februari 22 (in duplo). 2 charters. 630. Proefbrief voor Bothe Jacobs Sterckenburgh, aangenomen tegen 1500 gld. 1694 Mei 24. 1 charter 631. Proefbrief voor Catharina Ides, aangenomen tegen 750 gld. 1694 Mei 31. ■ 1 charter. 139 632. Proef brief voor Gerioff Eelckes, aangenomen tegen 550 gld. 1694 Mei 31. 1 charter. 633. Proefbrief voor Hendrick Hendricx en Hester Andries, echtelieden, aangenomen tegen 1900 gld. 1694 Juni 14. 1 eharter. 634. Proefbrief voor Wynout Jans, aangenomen tegen 600 gld. 1694 Juli 19. 1 charter. 636. Proefbrief voor Taecke Reyners en zijne vrouw Rinscke Jans, aangenomen tegen 1500 gld. 1694 September 6. 1 charter. 636. Proefbrief voor Antie Thijsses, weduwe van Tiete Piebes, aangenomen tegen 650 gld. 1695 Januari 18. 1 charter. 637. Proefbrief voor Hans Jansen, aangenomen tegen 300 gld. 1695 Februari 14. 1 charter. 638. Proefbrief voor Jan Harmens, aangenomen tegen 450 gld. 1695 Mei 30. 1 charter. 639. Proefbrief voor Jouckien Gerbens, weduwe van Symon Ypckes, aangenomen tegen 1000 gld. 1695 Juli 25. 1 charter. 640 Proefbrief voor Hiltie Jurjens Brinck, aangenomen tegen 600 gld. 1695 Augustus 29. 1 charter. 641. Proefbrief voor Antie Kingma, weduwe van Ttnjs Piers, aangenomen tegen 425 gld. 1695 Augustus 29. 1 charter. 642. Proef brief voor Bale Hendricx Bredwer en zijne vrouw JilduGeelts, aangenomen tegen 2100 gld. 1695 September 26. 1 eharter. 140 643. Proefbrief voor Jancke en Auckyen Sybes, aangenomen tegen 1650 gld. 1695 November 7. 1 charter. 644. Proefbrief voor Hotse Sjoerds en rijne vrouw Trijntie Gerbens, aangenomen tegen 2000 gld. 1696 Februari 19. 1 charter. 645. Proefbrief voor Dirck Jacobs en zgne vrouw Abigaël Wouwenaar, aangenomen tegen 1650 gld. 1696 Maart 12. 1 charter. N.B. Zie Inv. no. 691. 646. Proefbrief voor Margareta Lomans, van Groningen, aangenomen tegen 825 gld. 1696 Maart 20. 1 charter. 647. Proefbrief voor Douwe Saeckes, aangenomen tegen 500 gld 1696 April 30. 1 charter. 648. Proefbrief voor Anna Elisabeth Rotmans, aangenomen tegen 630 gld. 1696 Mei 14. 1 charter. 649. Proefbrief voor Wytscke Pyters, weduwe van Sioerdt Jacobs, aangenomen tegen 300 gld. 1696 Juni 23. 1 charter. 650. Proefbrief voor Dirck Hessels, van Oudkerk aangenomen tegen 400 gld., benevens 50 gld. na zijn dood uit te keeren. 1696 Juni 25. 1 charter. 661. Proefbrief voor Wybrichjen Segers, van Enkhuizen, aangenomen tegen 1150 gld. 1696 Juli 16. 1 charter. 652. Proefbrief voor Louwerens Pyters, aangenomen tegen 1075 gld. 1696 Juli 23. 1 charter. 663. Proefbrief voor Wybren Franssen, van Franeker, aangenomen tegen 630 gld. 1696 November 17. 1 charter. 141 664. Proefbrief voor Aete Oenes en rijne vrouw Mintie Jans, aangenomen tegen 1500 gld. 1696 December 24. 1 charter. 666. Proefbrief voor Pyter Jansen Jonck en rijne vrouw Jeltie Roeloffs, aangenomen tegen 2000 gld. 1697 April 6. 1 charter. 656. Proefbrief voor Dirck Pyters en zijne vrouw Maria Sybrants, van Amsterdam, aangenomen tegen 2200 gld. 1697 Mei 20. 1 charter. 657. Proefbrief voor Bartel Pyters en Jencke Beernts, echtelieden, aangenomen tegen 1860 gld. 1697 Juni 24. 1 charter. 658. Proefbrief voor Wouter Philippus, van Amsterdam, aangenomen tegen 700 gld. 1697 Juli 22. 1 charter. 669. Proefbrief voor Lucas Pluym en Catharina Heymans, echtelieden, aangenomen tegen 1650 gld. 1697 Juli 26. 1 charter. 660. Proefbrief voor Tiebbe Ennes en zijne vrouw Frouckien Lawerman, aangenomen tegen 1800 gld. 1697 Juli 29. 1 charter. 661. Proefbrief voor Eescke Jans, bovenmoer in het gasthuis, ondertrouwd met den provenier Douwe Saeckes, waarbij zij tegen 400 gld. als proveniersche wordt aangenomen, mits zij nog één jaar hare functie blijft waarnemen. 1698 October 20. 1 charter. 662. Proefbrief voor Theunis Janssen, van Amsterdam, aangenomen tegen 1100 gld. 1697 October. 28. 1 charter. 663. Proefbrief voor Ida Catharina Scheffer, aangenomen tegen 800 gld. 1699 Februari 23. 1 eharter. 142 664. Proefbrief voor Egge Arnoldus en rijne vrouw Geertruit Gelove, aangenomen tegen 1900 gld. 1699 Maart 30. 1 charter. 665. Proefbrief voor Lijsbeth Jans Let ma, weduwe van Gabriel Gabriels, van Sneek, aangenomen tegen 900 gld. 1699 Juni 20. clS-iWi * charter. 666. Proefbrief voor Broer Johannis, aangenomen tegen 1050 gld. 1699 Juli 13. 1 charter. 667. Proefbrief voor Baafke Clases, aangenomen tegen 500 gld.; met belofte, dat de door haar ingebrachte goederen aan het gasthuis zullen verblijven, tenzij zij later nog 100 gld. stort. 1699 December 21. 1 charter. 668. Proefbrief voor Janneke Sytses, uit de Kuinre, aangenomen tegen 1100 gld. 1700 Maart 30. 1 charter. 669. Proefbrief voor Ryxtie Dircx, aangenomen tegen 1050 gld. 1700 April 18. 1 charter. 670. Proefbrief voor Claes Coegel, aangenomen tegen 225 gld. 1700 Mei 30. 1 charter. 671. Proefbrief voor Pleuntie Reyners, weduwe van Douwe Reynalda, aangenomen tegen 1000 gld. 1700 Juli 4. 1 charter. 672. Proefbrief voor Jan Hobbes, aangenomen tegen 450 gld. 1700 Augustus 29. 1 charter. 673. Proefbrief voor Antie Lourens, van West-Terschelling, aangenomen tegen 1000 gld. 1700 September 26. 1 charter. 143 674. Proefbrief voor Hauckien Bauckes, weduwe van Pyter Gerryts, aangenomen tegen 450 gld. 1701 April 21. 1 charter. 676. Proefbrief voor Tiaerd Hoytema, aangenomen tegen 700 gld. 1701 Juni 9. 1 charter. 677. Proefbrief voor Antie Buitenpost, aangenomen tegen 500 gld. 1701 Juni 23. Met eene borgstelling voor hare kleeding en bedderij door Lambertus Fenema. 1701 Juni 23. 2 charters. 678. Proefbrief voor Geertie Pyters, aangenomen tegen 800 gld. 1703 Juli 5. 1 charter. 679. Proefbrief voor Aesge Claessen Moy en Beitscke Cornelis Sminia, echtelieden, aangenomen tegen 1500 gld. 1703 Juli 26. 1 charter. 680. Proefbrief voor Syke Tymons, weduwe van Ebbe Tymons, aangenomen tegen 250 gld. 1703 November 21 (in duplo). Met de quitantie voor de betaling van deze som. 3 charters. 681. Proefbrief voor Jeltje Crab, aangenomen tegen 1000 gld. 1703 December 6. 1 charter. 682. Proefbrief voor Trijntie Balsma, aangenomen tegen 1100 gld. 1704 April 17. 1 charter. 688. Proefbrief voor Jacob Johannis en zgne vrouw Geertruid* Pyters, aangenomen tegen 2000 gld. 1704 April 17. 1 charter. 684. Proefbrief voor Albartus Scheverstein, aangenomen tegen 900 gld. 1705 December 16. 1 charter. 685. Proefbrief voor Jacob Clouburgh, aangenomen tegen 1000 gld. 1706 Januari1^. 1 charter. 144 686. Proefbrief voor Geertruid Westerup, aangenomen tegen 400 gld. 1707 December 22. 1 charter. 687. Overeenkomst tusschen de voogden van het gasthuis en Cornelis Visscher over de opneming van Antie Jans, weduwe van ds. Petrus Eingma, in de kerk van dit gesticht, waarvoor Corn. Visscher wekelijks 1 ggld. zal betalen. 1708 Januari 7. 1 charter. 688. Proefbrief voor Freerck Taekes en zijne vrouw Janke Willems, aangenomen tegen 1260 gld. 1708 April 12. 1 charter. 689. Proefbrief voor Margaretha Gellius, weduwe van Dr. Pierius Rheen, aangenomen tegen 1000 gld. 1708 Augustus 9. 1 charter. 690. Proefbrief voor Dirckien Matthijssen, aangenomen tegen 685 gld. 1708 September 6. 1 charter. N.B. Zie Inv. no. 645. 691. Overeenkomst tusschen de voogden van het gasthuis en den provenier Dirck Jacobs, waarbij deze zijne kamer in de Heerestraat in dit gesticht afstaat tegen eene plaats in den beyer en daarvoor een som van 300 gld. ontvangt. 1708 October 19. Met een lijfrente-brief, groot 200 gld. tegen 10°/o, ten laste van het St. Anthony-Gasthuis en ten bate van Dirck Jacobs. 1709. 2 charters. 692. Proefbrief voor Jan Hendricx en Janke Abrahams, echtelieden, aangenomen tegen 850 gld. 1709 Februari 21. 1 charter. 693. Proefbrief voor Sara Bourboom, weduwe Gevershaven, aangenomen tegen 350 gld. 1709 April 21. 1 charter. 694. Proefbrief voor Antie Hendricks, gewezen keukenmoer in het St. Anthony-Gasthuis, aangenomen tegen 150 gld. en 145 overdracht van eene obligatie, groot 200 gld., ten laste van vrouwe Maria Vegelin van Claerbergen, weduwe van Diderick Julius Doys. 1709 Mei 30. 1 eharter. N.N. Zie Inv. no. 13O0v 695. Proefbrief voor Abraham Lodewicx, aangenomen tegen 300 gld. 1710 September 18. 1 charter. 696. Proefbrief voor Trijntie Koerts, weduwe van Roelof Jochums, aangenomen tegen 800 gld. 1711 Februari 12. 1 charter. 697. Proefbrief voor Wouter Jans, aangenomen tegen 1150 gld. 1711 October 29. 1 charter. 698. Proefbrief voor Barent Boekhorst en rijne vrouw Gatherrina Heuvers, aangenomen tegen 1500 gld. en overdracht van eene LandschapsöllMgatie, groot 600 gld. 1712 Februari 11. 1 charter. 699. Proefbrief voor Marten Hendricx, aangenomen tegen 275 gld. 1712 Maart 10. 1 charter. 700. Proefbrief voor Jeroen Mentingh en zgne vrouw Anna Margriet Lieskert, aangenomen tegen 1800 gld. 1712 April 21. 1 charter. 701. Proefbrief voor Hendrick Tieerds en rijne vrouw Trijntie Fransen, aangenomen tegen 1500 gld. en overdracht van eene Landschapsobligatie, groot 300 gld. 1712 October (zonder naderen datum). 1 charter. 702. Proefbrief voor Uldrick de Horn en Hendrick ien Vysbeeck, echtelieden, aangenomen tegen 2300 gld. 1712 November 10. 1 charter. 708. Proefbrief voor Haye Jans, aangenomen tegen 750 gld. 1712 December 8. 1 charter. 10 146 704. Proefbrief voör Upke Rinses en Jancke Pyttei-s, echtelieden, aangenomen tegen 1500 gld. 1712 (zonder naderen datum). 1 charter. 705. Proefbrief voor Johanna Vinck, aangenomen tegen 1000 gld. 1713 Januari 12. 1 charter. 706. Proefbrief voor Bartel Nannes, aangenomen tegen 250 gld. 1713 Maart 8. 1 charter. 707. Proefbrief voor Agnis de Besko, aangenomen tegen 1100 gld. 1713 Maart 23. 1 charter. 708. Verklaring van Atse Dirks, te Tzum, dat hij voor de opneming van Melis Claarkamp in het St. Anthony-Gasthuis te Leeuwarden 600 gld. in eens heeft gestort, en dat hij jaarlijks nog 20 gld. zal geven voor diens kleeding en zakgeld. 1720 October 25. 1 charter, 709—712. Proveniers-accoordboeken, 1714-1816. 4 deelen. N.B. Na 1713 werden de proefbrieven in de proveniers-accoordboeken ingeschreven. 709. 1714—1722, 1 deel. 710. 1723—1778, 1 deel. N.B. Dit deel heeft eene dubbele pagineering: aan de voorzijde begint het boek met de „Generale Articulen, waarop de proveniers worden aangenomen", welke artikelen, in 1754 herzien, opnieuw voorkomen op bis. 133; aan de achterzijde vangt het aan met de „articulen, waarop de proveniers in het Anthoni-Gasthuis, in de kerk, worden aangenomen". Ook deze artikelen werden herzien in 1754. (blz. 99.) 711. 1778—1788, 1 deel. 712. 1789—1816, 1 deel. N.B. Dit deel begint met een „Reglement voor alle proveniers in het Anthoni-Gasthuis", van 4 Juni 1789. Achterin bevindt zich een lijst der personen, welke na den 4 Juni 1789 als proveniers aangenomen zyn. 147 713. Register der proveniers, 1726—1778. 1 deel. N.B. Hierin een: „Naamregister der personen uyt gratie op het Re ven ter 's middags eetende". 1726, en een: „Naamregister der personen in de Beyer werdende gealimenteert". 1726. Aan den anderen kant van dit boek staat het relaas van enkele visitatiën van boereplaatsen en eene opgave van het grondbezit van het gasthuis. 714. „Lijst der proeveniers, zoo als op en na den eersten Januari] 1778 woonen in St. Anthonij-GaSthuis binnen Leeuwarden, in hunne gekochte kaameren, met derselver inkomsten, ouderdommen en betaalde proevpenningen, als meede de toehaaken voor de verbetering. 1778—1814." Met klapper. 1 deel. b. Lijfrentebrieven ten laste van het St. Anthony-Gasthuis. 715. Lgfrentebrief, groot 800 gld. tegen 12 °/o, ten bate van Ime Tziallings Idtsma en zijne vrouw Egbertien van Borck; 1612. (Gelijktijdig, authentiek afschrift). 1 charter. 716. Lgfrentebrief, groot 2000 gld. tegen 10 °/o, ten bate van Aesge Rabodesz, verkregen tegen overdracht van twee obligatiën, elk groot fl. 1000, ten laste van Lyuwe van Juckema en Frans van Jongema. 1616. 1 charter. 717. Lgfrentebrief, groot 300 gld. tegen 10 °/o, ten bate van Franciscus Austaphorus. 1626. 1 charter. 718. Lgfrentebrief, groot 700 gld. tegen 10 °/o, ten bate van Sytze Harmens. 1630. 1 charter. 719. Lgfrentebrief, groot 150 gld. tegen 6 °/o, ten bate van Frouck Harckes, vrouw van Hessel Melles, beiden proveniers in het gasthuis. 1633. 1 eharter. 720. Lgfrentebrief, groot 300 gld. tegen 7 °/o, ten bate van 148 Gryetie Jensma, weduwe van Gèrbrant van Aysma. 1638. 1 eharter. 721. Lgfrentebrief, groot 1200 gld. tegen 81/* °/o, ten bate van Wyntien Symons. 1650. 1 charter. 722. Lijfrentebrief, groot 200 gld. a 10 u/o, ten bate van Gilles Ocken en zijne vrouw Antie Berends. 1655. Hierbij een lijfrentebrief, groot 200 gld. a 5 °/o, ten bate van dezelfden. 1662 (in duplo). 3 charters. 723. Lgfrentebrief, groot 400 gld. a 7 °/o, ten bate van de proveniersche Trijntje Quirijns, van Harlingen, onder beding, dat hare goederen na haar overlijden aan het gasthuis zullen vervallen. 1659. 1 charter. c. Schuldbrieven ten laste of ten bate van proveniers. 724. Schuldbekentenis, groot 40 ggld., gegeven door heer Peter Lyeuwezoon, voorheen pastoor te Lekkum, die den kost heeft gekocht in het St. Anthony-Gasthuis, met belofte deze som te voldoen, zoodra er in het gasthuis eene kamer voor hem open komt. 1583. 1 charter. 726. Obligatie, groot 50 Embdergld., gepasseerd voor den stadhouder en hooftmannen van de stad Groningen en Ommelanden door Thomas Jansen en zijne vrouw, ten bate van Lieutjen Jacobs. 1597. 1 charter. 726. Obligatie, groot 200 gld., ten laste van Jhr. Tialling van Botnia, door Jhr. Feye van Aylva overgedragen aan Tarquinius Gerardi. 1611. Hierachter, de overdracht van deze obligatie door Jhr. Feye van Aylva aan de voogden van het St. Anthony-Gasthuis, ten bate van het miserabel nagelaten kind van Tarquinius Gerardi, dat in dit gesticht is opgenomen. 1615. 149 727. Schuldbrief van Lucas Mereel te Leeuwarden, ten bedrage van 44 guld., wegens aankoop van weversgereedschappen. 1612. Hieronder, de overdracht van deze schuldbekentenis op Foppe Jansen te Leeuwarden. 1613. 1 charter. 728. Acte van overdracht van eene schuldvordering ten laste van Minne Jelles en zijne vrouw, en ten bate van Claes Jansen, linnenwever te Leeuwarden, aan het St. AnthonyGasthuis. 1644. 1 charter. 729. Schuldbrief, groot 50 gld., ten laste van Jeltie Symons, weduwe van Jan Claessen, en ten bate van Judith Andries. 1 charter. 730. Schuldbrief, groot 100 gld., ten laste van Robert Robertsz. en rijne vrouw Hemell Jans, en ten bate van Geyske Christoffels te Blessum, met belofte tot restitutie dezer som over één jaar. 1660. 1 charter. 731. Notariëele verklaring van Daniël Plecker, mr. bakker, dat hij, voor de overneming van het portiersambt aan d.e Vrouwepoort te Leeuwarden, wekelijks aan Tjaard Clasen 3 gld. 10 strs. zal betalen. 1663. Met authentiek afschrift van deze verklaring, uit 1664. 2 charters. 732. Schuldbekentenis, groot 300 gld., ten laste van juffr. Fedtie van Saeckma, en ten bate van Pgttie Pgtters, weduwe van Pouwels Tyercx. 1671. Met quitantie voor betaling der rente en aflossing tot op 100 gld, in margine. 1 charter. 733. Cessie van eene schuldvordering ten bate van Antje Willems, wed. van Assuerus de Ring, groot 882 gld., welke som zij aan de voogden overdraagt ter betaling van hare proefpenningen. 1677. 1 eharter. N.B. Zie Inv. no. 541. 150 734. Schuldbekentenis, groot 650 gld., ten laste van Gerard de Jonge, boekhouder te Groningen en ten bate van dr. Petrus Echten. 1666. Met overdracht van deze obligatie door dr. Petrus Echten aan de gasthaisvoogden ter betaling van zijne proerpenningen. 1685. 2 charters. 735. Schuldbekentenis, groot 400 gld., ten laste van Ulke Ruyrds, „coopmansbode" op Amsterdam, en ten bate van Jancke Jans, weduwe van Jan Schouwenburg. 1689. 1 charter. 786. Acte van overdracht van bovenstaande schuldbekentenis door Joucke Jans aan de voogden van het St. Anthony-Gasthuis, ter gedeeltelijke voldoening van hare proefpenningen. 1689. 1 charter. 'T^PSI N.B. Zie Inv. no. 605. 737. Schuldbekentenis, groot 700 gld., ten laste van Feicke Schol, commissaris van de Sneeker trekschepen, en Trijntje Nauta, zgne vrouw, en ten bate van zijne ouders Henrick Schol en Trgntie Feickes Terpsma. 1696. Met eene overeenkomst met Trijntje Feyckes, weduwe Schol, die, omdat zij hare proefpenningen, groot 800 gld. niet kan voldoen, een andere kamer in het gasthuis krijgt, terwijl de voogden haar daartegen 100 gld. benevens eene lijfrente van 20 gld. 's jaars schenken. 1717. 2 charters. d. Koopbrieven, testamenten en boedels van proveniers. 738. Testament van Anna Broersdochter, te Menaldum. 1560. (Gelijktijdig, authentiek afschrift.) 1 charter. (Reg. no. 164.) 739. Wederzijdsch testament van Hendrick Dircks en Rixt Syurdtsdr., te Noordermeer. 1565. Hierachter: een nader testament van dezelfde personen. 1578. 1 charter. (Beg. no. 177.) N.B. In het laatste testament bepalen zij dat hunne goederen, na het overlijden van den langstlevende, verkocht zullen worden 151 door den Pastoor en de kerkvoogden van Bergum, terwfll de renten van dit kapitaal moeten worden aangewend tot het'onderhoud van een schoolmeester, die de arme kinderen des zomers en des winters zal leeren lezen en koorzingen. 740. Quitantie van Beyts Hayedr., weduwe van Lieuwe Taekes, voor den aankoop van eene grondpacht van 2 ggld., aangekocht voor 25 ggld. van Berber Aerntsdr. 1565. (Authentiek afschrift uit 1570.) 1 charter. (Reg. no. 178.) 741. Verklaring van Alberth Tammynga, hoveling en redger te Winsum en Bellingeweer, dat hij op verzoek van Johan Sweldrayer, de goederen van diens overleden vrouw Anna heeft doen waardeeren ten behoeve van hare twee kinderen. 1566. 1 charter. (Reg. no. 181.) 742. Koopacte van een huis op de Nieuwe Wereld, door Pieter Popjes aan Johannis Gerryts c. u. verkocht. 1571. 1 charter. (Reg. no. 184.) 743. Koopacte van eene kamer in de Speelmansstraat, door Coert Georgiens aan Symen Sipckes verkocht. Met reversaal. 1572. 2 charters. (Reg. no. 188.) 744. Koopacte van eene kamer in de Zuupsteeg, door Symen Rypckes verkocht aan Willemthien Pieters, weduwe van Jan Witte. 1574. Hierbg een extract uit het recesboek van Leeuwarden over de verbouwing van een belendend huis aan den Eewal, toebehoorend aan mr. Jan Hubrecht van Putten. 1575. 2 charters. (Reg. no. 192.) 745. Codicilair testament van Wibbe Lubbertsdr., weduwe van Jan Claes, van Steenwijk, betreffende de scheiding harer goederen tusschen hare kinderen. 1679. (Auth. afschrift. 1588.) 1 charter. 746. Koopbrief voor Aede Jansz. en Aete Dyoertsdr., van een i huis, met land, vee en toebehooren, onder Bergum, voor 152 250 ggld. aangekocht van Ricxt Syurdts dochter, die daarvoor jaarlijks onder nadere bepalingen, eene rente zal genieten van 16 ggld. 1580. Met authentiek afschrift 1582. 2 charters. 747. Testament van Philippus Jan zoen en zijne vrouw Tzyal Sybrens, te Blija. 1582. 1 charter. 748. Koopacte van eene kamer in Droevendal, door Folckert Epez. aan Johannis Geriïtz. verkocht. 1590 (in duplo). 2 charters. 749. Positiën, den Hove van Vriesland overgegeven door Jochum Emits, contra de voogden van het St Anthony-Gasthuis, benevens getuigenverhoor in zake de nalatenschap van den provenier Jacob Tiaerdtsz. 1596. (Gelijktijdig, ongeteekend afschrift.) 1 charter. 750. Testament van Islyck Eff's dr., vrouw van Tietze Bauckes, waarbij zij, met uitzondering van eenige legaten, haar man tot erfgenaam harer goederen benoemt. 1570. (Authentiek afschrift. 1591.) 1 charter. 761. Extract uit het decreetboek van Leeuwarden betreffende den koop van eene kamer, door Johannes Pelser verkocht aan Cornelis Jansz. 1599. vï^in 1 charter. 752. Decreetbrief van den Hove van Vriesland, waarbij aan de erfgenamen van Hylck Oentsma, vrouw van Wybe van Groustins, wordt toegestaan haar huis en drie kamers te Leeuwarden te verkoopen, ten einde de boedelschulden te dekken. 1599. 1 charter. 763. Testament van Bronger Tjeerdtz. te Ferwerd, die aan zijne krankzinnige nicht Bauck Oenedr. 450 ggld. nalaat, voor welke som zij na den dood harer moeder, besteed zal worden in het St. Anthony-Gasthuis te Leeuwarden. 1603. (Authentiek 153 afschrift. 1603.) Met eene verklaring van Idte Janss., namens zijne vrouw Syurd Hettes, en Sibbe Jacobsz., namens Jacob Jelgersdr,, dat rij deze som aan de gasthuisvoogden zullen betalen. 1603. 2 charters. 754. Codicil van Amel Aernsz. van Bloemendaal, secretaris van het Bildt, betreffende veranderingen in de in zijn testament besproken legaten. 1604. (Authentiek afschrift van een copia copiae. 1634.) 1 charter. 755. Eigendomsbewijs van eene kamer op de Nieuweburen, door Impck Euerts. weduwe van Douwe Jans en thans vrouw van Thonis Jukes, wederom aan de voogden van het gasthuis overgedragen, daar rij de koopsom niet heeft kunnen voldoen. 1612. (Authentiek afschrift. 1612.) Hierachter eene quitantie van Impck Euerts, dat zij de voorheen op den koop gestorte gelden van de voogden heeft terug ontvangen. 1613. 1 charter. 756. Testament van Rutger Claesz., met gunstige bepalingen voor de Diakenen te Leeuwarden. 1613. (Authentiek, gelijktijdig afschrift.) 1 charter. I 757. Eigendomsbewijs van eene kamer in de Speelmansstraat, door Mary Sybe dr., weduwe van Abbe Jacobs, aan de gasthuisvoogden overgedragen, daar deze aangenomen hebben in haar onderhoud te voorzien. 1617. 1 charter. 758. Testament van Claes Jochumsz. en Aef Cornelisdr. 1614. Hierbij een acte, waarbg Jelmer Jelles aan Claes Jochumsz. en Aef Cornelis een huis in het Jacobyner hof te Leeuwarden in eeuwige pacht overdraagt, 1594, en eene schuldbekentenis van 200 gld. ten laste van Feye Saeckes, ontvanger der grieteng' Opsterland en ten bate van Claes Jochumsz. 1619. 3 charters. 154 759. Verklaring van Trijncke Thjjsdr., vrouw van Foppe Jans, te Dokkum, dat zij uit handen van de voogden van het St. Anthony-Gasthuis een som van 100 gld. ontvangen heeft, welke haar bg testament door hare bestemoer Griet Pieters weduwe was vermaakt. 1615. 1 charter. 760. Koopbrief van eene kamer in de Schuitmakerssteeg, door Gosse Eernses aangekocht van Wytze Suyrdtsz. 1628. Met re versaal. 2 charters. 761. Reversaal van den koopbrief van eene kamer achter de Jacobijner kerk, door Anneke Feyckes, weduwe van Marten Rebrechts, aangekocht van Petrus Heixan. 1642. 1 charter. 762. Reversaal van den koopbrief van een huis, met gebruik van een koégrazinge, door Sjoerd Eelckes aangekocht van Hendrik Douwes. 1644. 1 charter. 763. Overeenkomst tusschen de gasthuisvoogden en Hendrik Jacobs, als erfgenaam van zijn innocenten broer Taco Jacobs, die in het gasthuis is verpleegd, betreffende de betaling van 650 gld., welke het gasthuis toekomen. Met vier* bijlagen, 1644. 5 charters. 764. Koopacte van eene kamer op Olde-Galileën, door Wytze Jelles verkocht aan Jan Reyns en Jacob Riemers. 1647. 1 charter. 765. Wederzjjdsch testament van Claes Pieters, „mr. antycqsnider" en Trijntie Pietersdr., echtelieden te Leeuwarden. 1658. 1 charter. 766. Wederzijdsch testament van Claes Hiddes Coopman en Janke Keimpesdr. 1665. 1 charter. 767. Reversaal van den koopbrief van een huis en hiem onder 155 Anjum, door Dirck Jansen aangekocht van Trijn Jansdr,, weduwe F. Reyners. 1660. Met eene verklaring van Fecke Reyners, te Anjum, houdende afstand van de goederen zijner vrouw. 1660. 2 charters. 768. Koopbrief van een huis op den hoek van de Amelandsstraat, door Wimer Doekes te Rgperkerk verkocht aan Lammert Clasen te Leeuwarden, voor 550 gld. 1667. (Afschrift uit de 18e eeuw.) 1 charter. 769. Rekening en verantwoording van de nalatenschap van Jacob Juriens, overleden in het St. Anthony-Gasthuis te Leeuwarden, door Auke Tierx, rijn gewezen curator, voor het gerecht in Oost-Dongeradeel. 1668. Met een gelijktijdig afschrift. 2 charters. 770. Testament van Claes Jansen, provenier in het St. AnthonyGasthuis, verleden te Embden 29 Juli 1669, waarbij deze zgn neef en nicht Sappe en Hisck Tammen, te Rysum in Oost-Friesland, tot erfgenamen benoemt. 1674. (Authentieke copie in het Duitsch, met notariëel afschrift in het Nederlandsch, 1674.) Hierbij een inventaris van zgn boedel, 1672; eene procuratie van de erfgenamen op Tamme Sappes en Dirck Harmens tot ontvangst der nalatenschap, in het Duitsch, en notariëel afschrift van deze procuratie in het Nederlandsch. 1674. 5 charters. 771. Fragment van een extract uit het weesboek der stad IJlst, betreffende een boedelscheiding, waarin Simk Innes, Sytze Harings weduwe, partij is. 1670. (Auth. afschrift. 1679.) 1 charter. 772. Volmacht, door Jan Cluiver te Eibergen aan Jan Gerrits Decker te Leeuwarden verleend, om de goederen van zgn overleden dochter Aeltien Jans Cluiver in ontvangst te nemen. 1672. Hierachter , eene verklaring van Jan Gerrits 156 Decker, dat hij eene kist met goederen, door Aeltien Jans Claiver nagelaten, uit handen van de voogden van het St. Anthony-Gasthuis heeft ontvangen. 1 charter. 773. Wederzijdsch testament van Thomas Douwes, mr. timmerman, en Grietje Harmens, echtelieden te Leeuwarden. 1679. Met eene quitantie voor Grietje Harmens. 1717. 2 charters.' 774. Wederzijdsch testament van Aebe Thymens en Syke Thymens, echtelieden te Leeuwarden. 1681. 1 charter. 775. Wederzijdsch testament van Gijsbert Hendricks, mr. linnenwever, en Jancke Keimpes, echtelieden te Leeuwarden. 1683. 1 charter. 776. Wederzijdsch testament van Sydtse Wopckes, schoenlapper, en Lijsbeth Clasen van Kessel. 1691. Hiermj een koopbrief van eene kamer in het Ritsumastraatje door S. Wopckes en zijne vrouw, 1703, met reversaal; en een huurcontract van Elisabeth van Kessel, weduwe van Sytse Wopckes, van een kamer en paardestal. 1719. 4 charters. 777. Quitantie, door B. J. Feicama aan de gasthuisvoogden gegeven voor de ontvangst van een bijbel, welke hij aan wijlen zijn broer Cornelis Feicama had uitgeleend. 1701. 1 charter. 778. Procuratie op Neeltje Senten tot ontvangst van de nalatenschap van de overleden proveniersche Anneke Theuni's, weduwe van Hendrik Rijsdorp. 1703. Met twee bijlagen. 3 charters. 779. Verklaring van Claes Clasen Fonck, „nar. uurwerekmaecker", en Antie Martens, zijne vrouw, dat zij niet in gemeenschap van goederen zijn getrouwd. 1703. 1 charter. 157 780. Volmacht, verleend door de erfgenamen van Roeleff .Jansz., soldaat, overleden in het St. Anthony-Gasthuis te Leeuwarden, aan Theunis Jansz. tot aanvaarding der erfenis. 1710. Met eene quitantie van Thonis Jansz. voor de ontvangst der erfenis uit handen van de voogden. 1710. 2 charters. 781. Inventaris der goederen, nagelaten door Ydtske Lieuwes, weduwe van Gerryt Freerks Ringhvelt, proveniersche in het St. Anthony-Gasthuis. 1716. 1 charter. 782. Testament van Rinse Jacobs van Menaldum, met gunstige bepaling voor de buitenarmen van Menaldum. 1720. 1 charter. 788. Koopbrief van een huis tusschen de Tuinen en de Amelandsstraat, door Harmen Hartens verkocht aan Laas Sydses, voor 150 ggld. 1720. (Ongeteekend afschrift uit de 18e eeuw.) 1 charter. 784. Koopbrief van een huis aan de noordzij van de Amelandsstraat bij het Vossegat, door Roelof Rinses aan Laas Sydses verkocht, voor 250 gld. 1721. (Ongeteekend afschrift uit de 18e eeuw.) 1 charter. 785. Quitantie van Curtius Ruerda voor de ontvangst van een lijfrentebrief van Fenne Hayes, ten laste der stad Harlingen, welke brief door wijlen Pieter Hayes aan de gasthuisvoogden is overgedragen om uit de interessen zgn kostte voldoen. 1724. 1 charter. 786. Notariëele verklaring omtrent de erfgenamen van Mathijs Pekel, overleden in het St. Anthony-Gasthuis te Leeuwarden. Hieronder eene quitantie voor de ontvangst van eenig geld en gouden en zilveren voorwerpen. 1738. 1 charter. 787. Procuratie van de nagelaten kinderen van Bauckje Schiphorst 159 796. Quitantie van de erfgenamen van Sytze Klazes, in het gasthuis overleden, voor de ontvangst van eene kist, welke zijne nalatenschap bevat. 1759. 1 charter. 796. Quitantie van de erfgenamen van Jan Ulbes en Johanna Geertruid Syvers voor de ontvangst van dier nalatenschap uit handen van de voogden van het St. Anthony-Gasthuis, met procuratie op G. Siderius tot liquidatie en verdeeling van den boedel. 1760. 1 charter. 797. Volmacht van Dirkje de Wolff op haar man Hendrik van Nee tot aanvaarding van de nalatenschap van Barend de Wolff, overleden in het St. Anthony-Gasthuis te Leeuwarden op 8 November 1762. Met quitantie voor de ontvangst, 1763, en eenige bijlagen. 8 charters. 798. Testament van Yzak Philippus en Hinke Joekes te Dockum. 1749. Hierachter de scheiding der nalatenschap van Yzak Philippus, overleden in het St. Anthony-Gasthuis den 5en April 1771. Met eene procuratie van J. Sterkenburg tot ontvangst van zgn aandeel in bovengenoemden boedel, 1771, en de rekening van de begrafeniskosten van Yzak Philippus. 3 charters. 799. Staat van den boedel, inventaris der nagelaten goederen en lijst der bij boelgoed verkochte goederen van Berendina Berends, voorheen beyermoer, die hare bezittingen aan het gasthuis heeft vermaakt. 177,2. 3 charters. e. Klachten van- en tucht over de proveniers. 800. Request, gericht tot den Hove van Vriesland door vijf proveniers, die er zich over beklagen, dat de voogden hun 162 als lijfrente, 6 °/o ontvangt van de door haar in 1678 gestorte poefpenningen ad 1200 gld. 1682. 1 charter. 814. Overeenkomst tusschen de voogden en Frouck Luytiens, die, bij het verlaten van het gasthuis, 350 gld. terugkrijgt van hare proefpenningen, welke 650 gld. hadden bedragen. 1685. 1 charter. 815. Overeenkomst tusschen de voogden en den provenier Johannes Wisselpenningh, die, daar hij het gasthuis verlaat, voorloopig 5 % van de door hem gestorte proefpenningen zal genieten, doch, zoodra zijne kamer weer verhuurd is, 6 °/«. 1689. 1 charter. 815a. Overeenkomst tusschen de voogden en Jancke Pyters, waarbij de eersten haar, bij hare uittreding uit het gasthuis, wekelijks fl. 1 zullen uitkeeren, totdat de som van fl. 200 is verbruikt. 1701. 1 charter. 816. Vernietiging van den proefbrief van Jan Obbes dd. 16 Maart 1730, onder terugbetaling der proefpenningen ad 700 gld., na aftrek van 50 gld. 1731. 1 charter. 817. Overeenkomst tusschen de voogden en Marijcke Lens, die, bij het verlaten van het gasthuis, eene jaarlijksche rente ontvangt ten bedrage van 5 °/o van de door haar gestorte proefpenningen ad 1500 gld. 1773. 1 charter. 818. Quitantie, door de voogden gegeven aan Jurriaan Brandenburg voor de ontvangst van zijne proefpenningen, bedragende 850 gld. 1764. Hieronder eene overeenkomst tusschen de voogden en Jurriaan Brandenburg, waarbij aan dezen, bij het verlaten van het gasthuis, eene lijfrente wordt toegekend van 5 °/o van de gestorte proefpenningen. 1775. 1 charter. 163 g. Stukken, betreffende de opneming van verpleegden in den beyer en de doorkas. 819. Overeenkomst tusschen de voogden en Carel van den Nyetsen, presideift' van den Hove van Vriesland, over de opneming van den ouderloozen, innocenten Oege Gerbrants, tegen overdracht van een aan dezen toebehoorend huisje op het Vliet. 1566. 1 charter. (Reg. no. 180.) 890. Resolutie van de Staten van Friesland, waarbij deze aan de Gedeputeerde Staten opdragen om aan de voogden van , het St. Anthony-Gasthuis te Leeuwarden 200 gld. uit te betalen voor de opneming en levenslange verzorging van Claes Sibrantsz. 1601. (Authentiek afschrift uit 1601.) 1 charter. 821. Request van Jannes Gerrits aan de Magistraat van Leeuwarden om hare tusschenkomst in te roepen bij de gasthuisvoogden ten einde, op grond van zijne blindheid en vergevorderde jaren, in dit gesticht te mogen worden opgenomen. 1601. 1 charter. 822. Request van Trijn Wopkes weduwe, aan de voogden tot opneming om Godswil van haar innocenten zoon in het gasthuis. 1607. 1 eharter. 823. Request aan de Magistraat van Leeuwarden, ten behoeve van de innocente Auck Douwes, om bg de voogden te bewerken, dat zij als werkmeid in het gesticht worde opgenomen. 1652. 1 charter. 824. Request van den ruiter Jacob Willems aan Gedeputeerde Staten van Friesland, om te willen bevorderen, dat hij wegens ziekte in het gasthuis of in den beyer worde opgenomen. 1635. 1 charter. 825. Request van den soldaat Joost Gyliaems aan Gedeputeerde 167 Catharina van Putten niet lastig zal vallen over zgn vaderlijk erfdeel. 1726. Met zijne toestemming tot verkoop van eene kamer. 1726. 2 charters. 849. Request van Tjeerd Auckes aan de voogden ter verkrijging van één maal eten per dag. 1726. 1 charter. 860. Request alsvoren, van Luirt Gerryts, zonder datum. 1 charter. 851. Besluit van de Magistraat om Jan Hansen, die in den beyer verpleegd wordt, op stadskosten van kleeding te voorzien. 1727. (Gelijktijdig, authentiek afschrift.) 1 eharter. 852. Request van Lucas van Aarssen aan de Magistraat om, ingeval hij in den beyer wordt opgenomen, hem van kleeding te willen voorzien. 1728. 1 eharter. 863. Overeenkomst tusschen de voogden van het St. AnthonyGasthuis en de Magistraat van Leeuwarden over het aantal bedden, waarover beide partgen in den beyer zullen mogen beschikken, en over de voeding en de kleeding dergenen die van stadswege in den beyer worden gezonden. 1729. 1 eharter. 854. Request van Kaatje Pyters, weduwe van Abel Tymens, aan de Magistraat, om in den beyer te worden opgenomen. 1730. 1 charter. 856. Request als boven, van Leenert Wessels. 1781. 1 eharter. 866. Request van Thomas Annes aan de Magistraat, om zgne krankzinnige zuster Klaaske Annes in het St. AnthonyGasthuis te doen opnemen. 1732. Hierbij eene verklaring van den bedienaar der Armen omtrent de ontoerekenbaarheid van de patiënt. 2 charters. 168 857. Request van Carel du Bois aan de Magistraat om zijne Vróuw, Gerritje Holstein, die krankzinnig is geworden, in het gasthuis te plaatsen. 1732. Hierbij eene verklaring van den geneesheer. 2 charters. 858. Request van Jan Jacobs Nauta aan de Magistraat om opneming in den beyer. Met gunstige kantbeschikking, mits zijne nabestaanden in zijne kleeding voorzien. 1733. 1 charter. 869. Request van Hendricus Christoffels aan de Magistraat om zijne krankzinnige dochter Willemijntje te laten opsluiten. 1733. s^-.vat-'* 1 eharter. 860. Request als boven, van Harmke Eylarts voor hare innocente zuster Trijntje Eylarts. 1733. Hierbij eene verklaring omtrent den toestand van de patiënt. S charters. 861. Request van Klaas Crans aan de Magistraat om opneming in den beyer. Met gunstige beschikking, mits de Diaconie voor zijne kleeding zorgt. 1734. 1 charter. 862. Request van den binnenvoogd in het Landschaps-tucht-en- • werkhuis aan den Hove van Vriesland om betaling van • verschotten en schadevergoeding voor de oppassing van een zieken gevangene. Hieronder de ordonnantie van het Hof aan de voogden van het St. Anthony-Gasthuis tot betaling van een zoodanig bedrag, als genoemde gevangene te goed heeft uit de interessen van de som, welke hg bij zijne intrede in den beyer heeft gestort. 1734. Met eene specificatie van de verschotten. 2 charters. 863. Request van Rie Clasen om hare krankzinnige dochter Aaltie in verzekerde bewaring te stellen. 1734. 1 charter. 864. Extract uit de resolutiën van de Magistraat, waarbij aan 169 Jacob Wolkammer de eerst openvallende stadsplaats in dèn beyer wordt toegewezen. 1734. 1 charter. 865. Borgstelling door A. van Hettinga voor de kleeding van hare zuster Goitske Hettinga, ter „bewaringe" opgenomen in het gasthuis. 1736. 1 charter. 866. Extract uit de resolutiën van de Magistraat, waarbij aan Paulus Caspars een opengevallen stadsplaats in den beyer wordt toegewezen. 1737. 1 charter. 867. Request van Simon Feddes aan de Magistraat om zijne krankzinnige vrouw, Jeltje Baukes, in de doorkast van het gasthuis, of elders, te doen opsluiten. 1739. 1 eharter. 868. Request van Pyter Hulscamp aan de Magistraat om opneming in den beyer. Met gunstige beschikking, behoudens borgstelling voor kleeding en begrafeniskosten. 1739. 1 charter. 869. Als voren, van Maryke Hendriks. 1741. 1 eharter. 870. Alsvoren, van Wopkjen Dirks, 1741. 1 charter. 871. Alsvoren, van Auke Pabes, 1742. Met eene verklaring van den bedienaar der Armen. 1742. 2 charters. 872. Alsvoren, van Uilkjen Pyters. 1742. 1 charter. 873. Besluit van de Magistraat om, zoolang de krankzinnige Hendrik Wartena in de doorkast van het gasthuis opgesloten moet blijven, de eerst openvallende stadsplaats in den beyer niet te begeven, ten einde de voogden zooveel ' mogelijk schadeloos te stellen voor, de kosten van diens onderhoud. 1743. 1 charter. 170 874. 'Request van de voogden aan den Hove van Vriesland over de terugbetaling der onderhoudskosten van dé krankzinnige Agtien Edgers, die in de doorkast wordt verpleegd, volgens het contract daartoe aangegaan met de armvoogden van Lekkum en de bloedverwanten van de patiënte. 1743. Hierbij eene verklaring over den toestand van de patiënt. 2 charters. 876. Request van Pietie Thomas aan de Magistraat tot opneming van Janke Wybrandus, vrouw van Johannes Melcherts, in de doorkast van het gasthuis. Met besluit van de Magistraat om, daar Pietie Thomas niet in staat is om in de onderhoudskosten van de patiënte te voorzien, de eerst openvallende stadsplaats in den beyer niet te begeven, ten einde den voogden tegemoet te komen in de door hen te maken onkosten. 1745. 2 charters. 876. Request van Douwe Lolkema aan de Magistraat, om met een stadsplaats in den beyer begiftigd te worden. Met gunstige beschikking, behoudens borgstelling voor kleeding en begrafeniskosten. 1749. 1 charter. 877. Als voren, van Lijsbeth Piers, weduwe van Hans Henrix Drayer. 1750. 1 charter. 878. Alsvoren, van Obbe Jeltis. 1751. 1 charter. 879. Alsvoren, van Arent Wiarda. 1753. 1 charter. 880. Besluit van de Magistraat, waarbij de aan Ytje Dirks, weduwe van Lammert Cornelis, verstrekte onderstand wordt ingetrokken, op grond, dat zij met eene stadsplaats in den beyer is begiftigd. 1754. 1 charter. 881. Extract uit de resolutiën van de Magistraat van Leeuwar- 171 den om tot wederopzegging toe geene plaatsen in den beyer meer te begeven. 1755. 1 charter. 882. Extract uit de resolutiön van de Magistraat van Leeuwarden, om voor altoos af te zien van de begeving van de stadsplaatsen in den beyer. 1772. 1 eharter. 3. Prebenden. 883. Opgave van de opbrengst der vastigheden en renten, toebehoorende aan de prebende van het St. Anthony-Gasthuis en aan die van het St. Jacobs-Gasthuis, aan den Hove van Vriesland verstrekt. 1543. (Authentique extracten uit den Aanbreng der Beneficiale goederen van Oostergoo, uit 1588.) 1 charter. 884. Benoeming van heer Wilhelmus Cato Hannonius tot prebendarius in de St. Vitus-kerk te Oldehove door de voogden van het St. Anthony-Gasthuis, als collatoren van het St. Anthony-Gasthuis-leen, en de erven van Tyaerdt van Burmania, als collatoren van het heer ScheKe-leen. 1546. (Authentiek afschrift uit 1581.) 1 eharter. (Reg. no. 156.) 885. Verklaring van heer Symon Spannenburch, dat hij eene halve fenne, gelegen buiten de Wirdumerpoort, de Gasthuisfenne genaamd, welke tot zijne prebende behoort, voor 12 gld. en een schuit turf aan de voogden heeft verhuurd. 1550. 1 charter. (Reg. no. 15T.) 886. Wandelbrief tusschen de voogden, heer Symon Spanneborgher en Pieter van Cammingha ten eenre, en Georg van Roorda ter andere zijde betreffende eene ruiling van het oude huis in de Kerkstraat, dat tot de prebende behoort, tegen een nieuw huis in diezelfde straat, benevens een door Georg van Roorda te betalen toehaak van 70 ggld., welke som de gasthuisvoogden mogen ontvangen om daaruit jaarlijks 4 ggld. rente aan den prebendarius te geven, die 172 het recht van weder-inlossing behoudt. 1553. (Gelijktijdig, authentiek afschrift.) 1 charter. (Reg. no. 1S8.) 887. Verklaring van heer Symon Spanneburger, dat hij de som van 70 ggld. van de gasthuisvoogden heeft terugontvangen en het geld, ten behoeve van het leen, heeft uitgezet bij Pieter van Cammingha, hetgeen door dezen laatsten wordt bevestigd. 1570. 1 charter. (Reg. no. 183.) 888. Benoeming van Reyner Frans zoon, clerk van het Bisdom Utrecht, tot prebendarius van het metselaars-leen en het heer Holcke-leen. 1558. 1 charter. (Reg. no. 162.) 889. Opgave der renten, behoorende tot het heer Holcke-leen te Oldehove. 1574. 1 charter. 890. Overeenkomst tusschen de voogden, als collatoren van het St. Anthony-Gasthuis-leen, en Jhr. Claes Cater, voor zijne vrouw- Anna van Burmania, als collatrice van het heer Holcke-leen, welke beide leenen vroeger om hunne geringheid zgn vereenigd, betreffende de verdeeling van de inkomsten van dit leen. 1582. 1 charter. 891. Uitspraak door het gerecht der stad Leeuwarden in het geschil tusschen de voogden en Hans Spannenburger, over de huur van vier koegangen in Janthiema-fenne én van een huis in de stad, behoorende tot het Frans Minnema-leen, waarvan zijn overleden vader, heer Symon Spannenburger, prebendarius was geweest. 1584. 1 charter. 892. Overeenkomst tusschen de voogden en Taco van Cammingha, als curator over de weezen van Peter van Cammingha en Vrouwe Frans van Minnema, waarbij de laatste, beschikkende over het jus patronatus van de St. AnthonyGasthuis-kapel, de inkomsten der prebende van deze kapel 173 aan de voogden van het gasthuis afstaat, terwijl deze zich verbinden, om desverlangd, steeds één provenier, van wege de erven Cammingha, kosteloos in het gasthuis te onderhonden. 1587. Hierbij een concept van dit contract. 2 charters. 4. Algemeen Beheer. a. Huishoudelijk beheer. 893. „Registratie-boek van de ordonnantiën voor het AntonijGasthuis, aangelegd door W.H. Portz. A. 1714,"1714—1732. 1 deel. 894. Idem, 1733—1769. 1 deel. 895. Idem, 1770—1785. 1 deel. 896. Voogdessenboek. Aanteekeningen der voogdessen over huishoudelijke zaken, 1668-1752. 1 deel. 897. Klad-kasboekje, 1686—1716. 1 deel. * 898. Kasboek der gewone dagelij ksche uitgaven van 1786—1810. Aan de achterzijde bevat dit deel een kasboek der ontvangsten, 1798—1810. 1 deel. 899. Journaal van kleine dagelij ksche uitgaven, in 1800 aangelegd door D. van der Meer, doorloopend tot 1817. 1 deel (in duplo). 900. Ontvangboek, 1798—1803. 1 deel. 901. üitgaafboek, 1798-1803. 1 deel. b. Onderhoud der gebouwen. 902. Overeenkomst tusschen de voogden van het St. AnthonyGasthuis en Douwe timmerman, over de vernieuwing en verbetering van het inwendige van de St. Jacobs kapel. 1538. 1 charter. (Reg. no. 145.) 903. Getuigenverhoor voor den raadsheer Jacob Rousseau, ten verzoeke van Meynert Martens Druyst en zijne vrouw 174 Elizabeth, gedaagden, tegen de voogden, eischers, betreffende . de levering van balken, kalk en steen voor een aanbouw, en in het bijzonder voor het maken van een waterput in het gasthuis,, in het jaar 1541. 1563. (Gelijktijdig, ongeteekend afschrift.) 1 charter. (Reg. no. 17S.) 904. Overeenkomst tusschen de voogden en Boldewijn van Loo, rentmeester-generaal van Friesland, over de betimmering en overdekking van een massale steeg, loopende van het gasthuis tot den Eewal. 1564. Met ongeteekend afschrift uit de 18« eeuw. 2 charters. (Reg. no. 175.) 905. Twee plattegronden van kerk, bleek en beyer in het gasthuis. Zonder datum. 18e eeuw. 906. Bestek en voorwaarden der aanbesteding van het verwen van het gasthuis en toewijzing van dit werk aan Klaas Zijlstra, tegen 235 gld. 1774. Met twee begrootingen. 3 charters. 907. Bestek en voorwaarden der verbouwing van de gasthuiskerk en het reventer. 1783. Met drie bijlagen, uit 1771, 1782 en 1784. 4 charters. c. Verhuringen.1) 908. Verhuring door de voogden van eene kamer in de St. Jacobstraat aan Alijet Taeckes, weduw*e van Johan Hinckarts, van Akkrum, voor den tijd van haar leven. 1539. 1 charter. (Reg. no. 147.) 909. Memorie van de verhuring en verpachting van de verschillende gasthuis- zathen en -landen, door de voogden in 1558 en 1559 opgemaakt, ten overstaan van commissarissen uit het gerecht der stad Leeuwarden. 1558 en 1559. 1 charter. 910. Protest van Jacob Reyners, voogd van het gasthuis, tegen ') Zie Toorts op eigendomsbewijzen van Janden. 175 de huuropzegging van 10 pondematen land, gedaan aan ÜvO IJgles. 1575. 1 charter. (Reg. no. 194.) 911. Huurcontract tusschen de voogden' en Tzietse Pyeckes, waarbij deze 13 V* pondemaat land, in 2 stukken, n.1.: 9 pondematen op Wijlaarder hemrik en 41/» pondemaat over. het Langdeel, voor den tijd van 1 jaar, tegen 20 ggld. huurt. 1609. 1 eharter. 912. Huurcontract tusschen de voogden en Foke Johannesz., waarbij deze voor 6 jaar, een huis met 2ljt pondemaat land, gelegen tegenover Oude-Galileén, tegen 28 ggld. 's jaars huurt, met propijn van één jaar huur. 1619 (in duplo). 2 charters. 918. Huurcontract tusschen de voogden en Lolcke Jorrytsz. gardenier, waarbij deze 2 plaatsen buiten de Hoeksterpoort, te zamen tegen 70 ggld. 's jaars, voor den tijd van 10 jaar huurt. 1650 (in duplo). vjR 2 charters. 914. Aanteekening van den propijn, door de gasthuismeiers in 1653 gegeven. 1653. 1 charter. 916. Huurcontract tusschen de voogden, verhuurders, en Foppe Saeckes, huurder, van 7 pondematen land te Deinum, voor 6 jaar, tegen 8 ggld. de pondemaat. 1667. 1 charter. 916. Huurcontract tusschen de voogden, verhuurders, en Douwe Watses, huurder, van 12 pondematen land met huizinge, onder den klokslag van Leeuwarden, tegen een huur van 40 ggld. 's jaars en een propijn van 50 ggld., onder voorwaarde, dat er niet meer dan 300 ggld. aan het huis, op kosten van het gasthuis, verbouwd mag worden. 1668. 1 charter. 917. Huurcontract tusschen de voogden, verhuurders, en Hendrik Janssen te Menaldum, huurder, van 5 pondematen land. 1699. 1 charter. 176 918. „ Verhuur-boeck no. 2 van de zathen en landen, behoorende aan het Anthoni-Gasthuis te Leeuwarden, aanfang neemende met den jare 1778, aangelegt door T. N. Suringar." Met klapper. 1 deel.. N.B. Het eerste deel van dit verhuurboek ia niet meer in het archief aanwezig. Het tweede loopt door tot 1791. 919. Verhuurboek, 1796—1804. Met klapper. 1 deel. 5. Geldelijk Beheer. a. Rekeningen en b ij 1 a g e n. 920. Rekening van het St. Anthony-Gasthuis over 1661, afgelegd door den rentmeester Willem Aernszoon op 13 Februari 1562. 1 deel. (Reg. no. 1S8.) N.B. Zie Oork. no. 145. 921. Rekening van het St. Anthony-Gasthuis over 1582, afgelegd door den rentmeester Waethie Eelckes, op 7 Maart 1583. 1 deel. N.B. Zie Oork. no. 217. 922. Kladrekeningen over de jaren 1594 en 1595. Ongeteekend. 1 deel. 28 en 33 beschreven fol. N.B. Hierbij zgn 16 losse bijlagen: notities van ontvangsten over deze beide jaren. 923. Twee rekeningen, loopende over enkele maanden van het jaar 1597. 2 deelen. 7 en 11 beschreven fol. a. Rekening, gehouden door Hessel Aysma, yan Februari 8, tot aan den dag van zijn overlijden (April 10?), afgelegd doorzijn zoon Gerbren Aysma en den vertegenwoordiger zijner weduwe Ilduw Ecedr., Eco Evertsen. Boner, op Mei 5. 4. Rekening, gehouden door den gewezen voogd en administrator van het St. Anthony-Gasthuis, Petrus Joannis, van April 10 tot Juni 9. Deze rekening is niet afgehoord. 924. Korte staten van rekeningen van het St. Anthony-Gasthuis over de jaren 1676—1679, 1681, 1700 en 1713—1718. 18 stukken. De eerste rekening werd door de erfgenamen van Oene Oravius gepasseerd op 26 Nov. 1677. Hierbij is gevoegd 177 een: „Opstel van onbetaalde resten voor Anthoni Gasthuis, „waeraff nae alle apparentie noit iets te bekoomen is; daerom „geresolveert voor de laeste mael in rekeninge te brengen „tot den Jaere 1729 Incluis en voorts de hier gespecificeerde „posten in volgende jaeren niet weder in ontvangst te brengen". 1711—1729. 4 blz. Van de andere staten worden de samenstellers niet genoemd. 935. Rekeningen, afgelegd door den rentmeester van het gasthuis, afgehoord door gecommitteerden uit den gerechte van Leeuwarden, 1668—1813. 139 dln. (De jaren 1671, 1678, 1674, 1675, 1677, 1782, 1793 en 1805 ontbreken.) N.B. Van deze rekeningen werden twee exemplaren in het net geschreven en geteekend door de auditeurs (n.1. een burgemeester en twee schepenen), de gasthuisvoogden en den stads-secretaris, of zijn plaatsvervanger. Het eene werd in het stedelijk archief, het andere in het gasthuis-archief bewaard. De gasthuisrekeningen, welke thans nog in het gemeente-archief van Leeuwarden aanwezig zijn, beginnen met 1786. Ook uit het gasthuis-archief is eene reeks van rekeningen verdwenen: op die van 1597 volgt de rekening van 1668. De rekening van 1668 is door auditeurs en voogden, doch niet door den stads-secretaris geteekend; de rekeningen van 1669, 1670, 1672 en 1678—1680 zijn slechts door den stadssecretaris voor accoord geteekend, terwijl de rekening van 1676 nóch door auditeurs en voogden is onderteekend, nóch door den secretaris is geauthentiseerd. Eerst met 1681 vangt een onafgebroken reeks oorspronkelijke, door beide partgen en den secretaris geteekende rekeningen aan; zij loopt door tot 1813. Slechts de rekening van 1795 is ongeteekend, terwijl de jaren 1782, 1793 en 1805 ontbreken. Iedere rekening loopt over het tijdvak van 1 Januari tot 31 December. Over 1668, afgelegd door Gerard Adius, 1669 Mrt. 22. „ 1669, „ „ Philips van Humalda, 1670 Oct. 13. Doublet. „ 1670, „ „ idem, 1671 Nov. 30. Doublet a 1672, „ „ Johan Dotingh, 1675 Nov. 17. Doubl. „ 1676, „ „ Oene Gravius, klad. „ 1678, „ „ Tiberius Taecama, 1679 Dec. 29. Doublet. „ 1679, „ „ idem, 1681 Jan. 24. Doublet. „ 1680, „ „ Hetto Fenema, 1681 Dec. 20. Doubl. „ 1681, „ a idem, 1662 Dec. 29. 12 178 Over 1682. afgelegd door Jacob Recalff, 1683 Dec. 8. | 1683, 1 i, idem, 1685 Jan. 21. t 1684, E „ idem, 1685 Dec. 22. „ 1685, , „ idem, 1686 Dec. 15. „ 1686, , , idem, 1687 Dec 13. } 1687, | g ilem, 1688 Dec. 20. „ 1688, „ „ idem, 1689 Dec. 19. I 1689, I „ idem, 1690Dec. 15. „ 1690, „ '-tiü i idem, 1691 Dec. 22. jj 1691, f i idem, 1692 Dec. 21. | 1692, % [ idem, 1693 Dec. 18. i 1693, I | idem, 1694 Dec. 18. | 1694, , , idem, 1696 Jan. 15. „ 1695, „ „ Willem Crans, 1696 Dec. 21. „ 1696, , „ idem, 1697 Dec. 7. „ 1697, , „ idem, 1698 Nov. 21. „ 1698, „ „ idem, 1699 Dec. 11. | 1699, | , idem, 1700 Dec. 2. „ 1700, „ 3t . idem, 1701 Dec. 6. „ 1701, „ „ idem, 1702 Dec. 6. „ 1702, , „ idem, 1703 Dec. 11. i 1703, „ „ idem, 1704 Dec. 8. „ 1704, , | idem, 1705 Dec. 15. „ 1705, „ „ Petras Poutsma, 1706 Dec. 21. „ 1706, „ „ idem, 1707 Dec. 21. „ 1707/ „ , idem, 1708 Dec. 22. „ 1708, , j idem, 1710 April 15. „ 1709, „ „ idem, 1710 Dec. 22. „ 1710, r „ idem, 1711 Dec. 30. , 1711, „ [ idem, 1713 Jan. 9. • 1712, „ , idem, 1713 Mrt. 28. „ 1713, „ J Willem Henrick de Portz, 1714 Dec. 10. „ 1714, „ „ Jacobus Eppinga, 1715 Dec. 17. „ 1715, „ | Meinardus Siderius, 1716 Oct. 26. „ 1716, , „ idem, 1717 Nov. 1. . 1717, „ „ idem, 1718 Oct. 25. „ 1718, |j , idem, 1719 Oct. 23. Éj 1719, , „ idem, 1720 Oct. 29. , 1720, „ „ idem, 1721 Dec. 9. 119 Over 1721, afgelegd door Pierïus Banga, 1722 Dec. 2. , 1722, ; „ idem, 1723 Nov. 30. , 1723, , | idem, 1724 Dec. 12. , 1724, i „ idem, 1725 Nov. 25. , 1725, , j Jacob Bourboom, 1726 Oct. 26. i 1726, „ , idem, 1727 Dec. 20. , 1727, „ i idem, • 1728 Dec. 7. j 1728, , „ idem, 1729 Oct. 26. ] 1729, „ 4 idem, 1730 Oct. 17. | 1780, , , idem, 1731 Oct. 11. | 1731, , i idem, 1732 Oct. 21. , 1782, i . , idem, 1733 Oct. 20. | 1733, j g idem, 1734 Oct. 12. „ 1734, „ „ Cornelius Franciscus Frisius, 1735 Oct. 11. , 1735, „ , idem, 1736 Oct. 23. , 1736, „ l Lambartus Vitringa, 1737 Oct. 15. [ 1787, ( „ idem, 1738 Oct. 14. „ 1738, | „ idem, 1739 Oct. 20. jj 1789, i , idem, 1740 Oct. 18. „ 1740, j i idem, 1741 Oct. 17. , 1741, „ idem, 1742 Oct. 23. , 1742, m a idem, 1743 Oct. 22. „ 1748, „ , idem, 1744 Oct. 20. „ 1744, , \ idem, 1745 Oct. 12. „ 1745, „ ] idem, 1746 Oct. 18. „ 1746, . , , idem, 1747 Oct. 23. „ 1747, „ | idem, 1748 Oct. 24. „ 1748, „ „ idem, 1749 Oct. 21. | 1749, „ ï idem, 1750 Nov. 30. a 1750, l , idem, 1751 Sept. 30. b 1751, „ a Nicolaas Arnoldi, 1752 Dec. 11. „ 1762, „ n idem, 1753 Dec. 18. l 1753, a i) idem, 1754 Nov. 14. „ 1764, \ „ idem, 1755 Oct. 16. , 1756, \ i idem, 1756 Nov. 27. L 1756, , I idem, 1757 Dec. 3. I 1757, , t idem, 1768 Nov. 25. , 1758, a » idem' 1759 Nov. 10. | 1769, g a idem, 1760 Nov. 8. 180 Over 1760, afgelegd doorNicolaas Arnoldi, 1761 Nov. 7. i 1761, „ , idem, 1762 Nov. 6. I 1762, I „ Johannes Wesselius, 1763 Dec. 17. I 1763, L , idem, 1764 Dec. 17. i 1764, | „ idem, 1766 Jan. 11. „ 1765, „ „ Jan Tjommes Wijn- gaarden, 1766 Dec. 23. „ 1766, „ „ idem, 1767 Dec. 23. » 1767, „ , idem 1769 Mei 20. I 1768, „ „ idem, 1774 Febr. 2. | 1769, „ „ Jarig Tadema, 1774 Febr. 2. „ 1770, „ „ idem, 1774 Febr. 2. „ 1771, „ „ Johannes Dotingh, 1774 Dec. 22. » 1772, i j idem, 1774 Dec. 22. „ 1773, | „ idem, 1776 April 15. | 1774, „ , idem, 1776 April 15. „ 1775, | „ idem, 1777 Nov. 19. i 1776, „ „ Joan Otto Faber, 1779 Nov. 29. „ 1777, „ „ idem, 1780 Juni 24. „ 1778, „ „ Tjeerd Nicolaas Suringar, 1780 Dec. 18. n 1779, , , idem, 1781 April 23. I 1780, „ ,, idem, 1781 Dec. 24. „ 1781, „ „ idem, 1782 Dec. 30. „ 1783, „ „ Carel Willem Coulon, 1784 Dec. 29. „ 1784, „ „ idem, 1786 Jan. 25. „ 1785, „ „ idem, 1786 Dec. 20. fc 1786, „ „ idem, 1787 Dec. 19. | 1787, „ B idem, 1788 Dec. 27. n 1788, | ,, idem, 1789 Dec. 29. „ 1789, „ „ idem, 1790 Dec. 29. „ 1790, „ | idem, 1791 Dec. 19. „. 1791, „ „ idem, 1793 Febr. 6. t 1792, „ „ idem, 1794 Jan. 22. „ 1794, „ , idem, 1797 Jan. 10. „ 1795, „ ongeteek. en ongedateerd. „ 1796, , door S. Harkema, 1797 Dec. 13. „ 1797, „ „ H. W. van der Kolk, 1799 Febr. 26. „ 1798, „ , idem, 1799 April 9. „ 1799, „ , idem, 1800 Nov. 20. 181 Over 1800, afgelegd door H. W. van der Kolk, 1801 Dec. 21. | 1801, „ j idem, 1802 Nov. 4. „ 1802, „ . idem, 1803 Mei Ü , 1803, , | S. Harkema, 1804 April 30. , 1804, , „ idem, 1806 Febr. 25. a 1806, I . idem, 1807 Jnni 8. , 1807, i * , idem, 1808 Dec. 21. I 1808' » J| « idem' 1809 Herfstm. 20. I 1809, „:f:„ idem, 1810Grasm. 11 , 1810, „ „ Jacob de Haan, 1811 Juni 20. ,1811, idem, 1812 Mei 22. „ 1812, , , idem, 1813 April 5 (met conceptrekening). „ 1818, n '.Wn idem, 1814Sept. 7. 926. Bijlagen tot de rekeningen van 1780 en 1785—1787. 3 paketten. 927. Register van de brieven en documenten, door den afgaanden rentmeester Claes Cann overgedragen aan zijn opvolger, burgemeester Haestrecht. 1666. N.B. Dit register is waarschijnlijk bestemd geweest om bij de rekening van 1666 te worden ingebonden. In de rekening van 1668 komt een dergelijk register voor; daarna echter niet meer. 1 charter. 928. Acte van liquidatie, gepasseerd tusschen Abraham de Schepper, als voogd van het St. Anthony-Gasthuis, en de erfgenamen van Oene Gravius, in leven rentmeester van dit gesticht, wegens een abuis in de rekening, waardoor het gasthuis de som van 165 gld. ontvangt. 1678. 1 charter. 929. Nota omtrent de afsluiting der rekeningen van 1768 en 1769. 1 eharter. — 930. Rekening en verantwoording over het jaar 1771, den 14en Februari 1774 door den aftredenden rentmeester Tadema aan zijn opvolger gedaan. 1 eharter. 182 931. Liquidatie van bet slot der rekening van 1795, gepasseerd door notaris T. Bavius aan de provisioneele voogden. 1797. 1 charter. b. Beschikkingen ten behoeve van het gasthuis. 932. Testament van heer Wabbo, vicaris te Lekkum, waarbij deze eene kamer achter meester Thijs' huis ter bewoning nalaat aan drie arme weduwen of weduwnaars, die elk eene rente van vier enkelgulden 's jaars zullen ontvangen. 1535. Hierbij eene: a. Verklaring van Jacob Femmyszoon en zijne vrouw Alijt, dat heer Wabbo hem niets schuldig is. 1532; b. Verklaring van IJds Hamkes, te Workum, en zijne vrouw Rinke, met hare zuster Wybrich erfgenamen van heer Wabbe, dat zij deze bespreking aanvaarden en er zich niet tegen zullen verzetten. 1536; c. Verklaring van Harmen Luwysz., dat hij voor Frans Cammingha 24 stuivers geïnd heeft, als twee jaar grondhuur van de kamer Achter de Schole, welke wijlen heer Wabbe aan de armen heeft besproken. 1536; d. Specifieke opgave van de geldstukken, door heer Wabbe aan de armen nagelaten, 1539, met quitantie voor de ontvangst van de waarde van het totale bedrag door Liuwe Minnezoon. 1540. 5 charters. (Reg. nos. 1S5, 140, 141 en 143a.) 933. Koop- en kwijtbrief voor Pieter Pieters, als administrator der goederen van wijlen heer Wabbe ten profijte der armen, van eene rente van 7 ggld., welke hij voor 100 ggld. heeft gekocht van Bernardus Meylema en zijne vrouw Hack, Seerp Ayttadr., die daarmee hunne zathe te Warrega bezwaren. 1561. 1 charter. (Reg. no. 166.) 934. Testament van Balthasar van Warkutsch, die, onder eene menigte legaten, aan het St. Anthony-Gasthuis een half last rogge bespreekt, en al hetgeen van den boedel zal 183 overschieten, aan de rechte armen van Leeuwarden nalaat. 1561. Hierbij eene: a. Verklaring van de gravin-weduwe van Aremberg, waarbij zij den koop van eene jaarlij ksche rente van 195 gld., door wijlen haar gemaal van mr. Eelco van der Haule, als executeur-testementair van Jhr. Balthasar van Warkutsch voor 3250 gld. aangekocht, bevestigt en den drost van Terschelling opdraagt, jaarlijks deze rente uit te keeren. 1570. (Authentiek afschrift uit 1607.) 6. Verklaring van de executeurs-testamentair van wijlen Jhr. Balthasar van Warkutsch, dat zij, krachtens diens laatste wilsbeschikking, het overschot zgner nalatenschap overdragen aan de rechte armen te Leeuwarden, n.1. aan het gasthuis, het Zoete-Name-Jezus-gild en het weeshuis, elk voor V» gedeelte, en dat zjj daarvoor hebben aangewezen eene obligatie, groot 3250 gld., rentende 195 gld. 's jaars, ten laste van de gravin van Aremberg. 1571. (Authentiek afschrift uit 1607.) c. Besluit van de voogden van het gasthuis, de bestuurders van het Zoete-Name-Jezus-gild en de voogden van . het weeshuis om aan mr. Johan Petreius, uit hoofde van zijne vele diensten als executeur-testamentair van jhr. van Warkutsch en anderszins, een jaargeld van 100 gld. en, na zijn dood, aan zijne vrouw Anna Goeyttiens, een jaargeld van 50 gld. toe te leggen. 1571. d. Missive van de gravin van Aremberg, waarbij zij verklaart aan Gerard Pels, haar dijkgraaf en rentmeester te Zevenbergen, te hebben opgedragen, gedurende 10 jaar, jaarlijks 420 gld. te zenden aan de bestuurders van het Zoete-Name-Jezus-gild en de voogden van het gasthuis en van het weeshuis, om zoo het verschuldigde kapitaal, met de loopende renten, af te doen. 1577. (Authentiek afschrift uit 1607.) e. Missive van dezelfde aan den olderman van het ZoeteName-Jezus-gild en de voogden van het gasthuis en van het weeshuis, met verzoek om uitstel van betaling van de beloofde 420 gld. 's jaars, wegens de binnenlandsche beroerten. 1578. (Authentiek afschrift uit 1607.) f. Transactie tusschen jhr. Upco van Burmania, als gelastigde van het gasthuis, het weeshuis en het Zoete» 184 Name-Jezus-gilde ter eenre, en de Staten van Holland en West-Friesland ter andere zijde, waarbij de laatsten aannemen de jaarlijksche rente ad 195 gld., ten laste van de gravin van Aremberg, te doen betalen door den drost van Terschelling, met behoud van de schuldvordering. 1606. (Gelijktijdig, authentiek afschrift.) g. Goedkeuring door de drie genoemde armbesturen van bovenstaande transactie. 1607. (Gelijktijdig, ongeteekend afschrift, in duplo.) h. Acte, waarbij de gecommitteerde Raden, uit naam van de Ridderschap, Edelen en Steden van Holland en Westfriesland aannemen, jaarlijks door den drost van Terschelling fl. 195 rente, ten laste van de Gravin van Aremberg, aan de drie armbesturen te Leeuwarden te doen uitbetalen. 1607. (Gelgktijdig, authentiek afschrift, in duplo.) *. Procuratie, gegeven door de Magistraat van Leeuwarden, voor de voogden van het St. Anthony-Gasthuis, het Zoete-Name-Jezus-gilde en het weeshuis, aan de heeren Ritske van Ringie, lid der Staten-Generaal en Eeimpe van Donia, lid der Kamer van Finantiën te 's Gravenhage, om de achterstallige renten van den graaf van Aremberg in te vorderen. 1610. 12 charters. (Reg. nos. 165, 182, 18C en 187.) 985. Wijziging van het testament van Saepck van Itthiema, weduwe van Douwe van Bourmania, waarin zij het vroeger aan het St. Anthony-Gasthuis besproken legaat van 50 ggld. vervangt door eene dadelijke gift van 87 gld. 10 stuivers, terwijl zij bovendien nog 20 gld. aan de voogden schenkt. (Gelijktijdig, authentiek afschrift.) 1 charter. (Reg. no. 172.) 986. Testament van Jan de Vriés, bode der Staten van Friesland, en zijne vrouw Dyrckien Jansdr., met eventueel gunstige bepalingen voor de rechte armen te Leeuwarden. 1581. 1 charter. 937. Testament van Coert Allertzoon, die het gasthuis tot zgn erfgenaam benoemt, na uitkeering van eenige legaten. 1582. . 1 charter. 185 938. Testament van Anna Hermensdr., weduwe van Gercke Syucxs zoen, die aan het St. Anthony-Gasthuis en aan het weeshuis elk 50 ggld. bespreekt benevens de helft harer goederen, indien hare erfgenamen kinderloos komen te overigden. 1583. (Gelijktijdig, authentiek afschrift.) 1 charter. 939. Wederzijdsch testament van Hendrick Martenszn., mr schoenmaker, en zijne vrouw Dieuw Willemsdr., die bij kinderloos overigden, hunne nalatenschap, met uitzondering van enkele legaten, voor de helft aan het St. Anthony-Gasthuis en voor de andere helft aan het weeshuis bespreken. 1583. (Gelijktijdig, authentiek afschrift.) 1 charter. 940. Testament van heer Pieter Lieuwes, voorheen priester in het St. Anthony-Gasthuis, die aan dit gesticht 20 ggld. voor zijne begrafenis in de gasthuis-kerk, benevens 100 ggld. nalaat, met verzoek aan de voogden om datgene, wat er na uitkeering der legaten nog van zijne nalatenschap overblijft, uit te keeren aan arme weduwen. 1589. Met de verantwoording van het boelgoed van zijne bezittingen. 1589. 2 charters. 941. Testament van Homme Byrdes, soldaat, die aan het St. Anthony-Gasthuis, uit dankbaarheid voor zijne verpleging aldaar, 2 pondematen land bij Kimswert en 7 pondematen land (het Specklandt) bij Terhorne vermaakt. 1590. 1 charter. 942. Testament van Claes Jacobsz., van Zwichum, die bepaalt, dat het erfdeel van zgn jongsten zoon, indien deze kinderloos mocht komen te overigden, voor de helft aan het St. Anthony-Gasthuis te Leeuwarden en voor de helft aan het weeshuis aldaar ten deel zal vallen. 1590. (Gelijktijdig, authentiek afschrift.) 1 charter. 943. Testament van Lucretia Jansdr. (Rattaller), vrouw van Reyner Jelmersz., waarbij zij aan het gasthuis en aan het weeshuis te Leeuwarden te zamen eene pretentie van 186 250 gld. op de erfgenamen van haren vader legateert, onder beding, dat de renten hiervan levenslang zullen toekomen aan Dionisius Metz en rijne vrouw Lijsbeth. 1598. Met codicil van 1597. (Gelijktijdig, authentiek afschrift.) Hierbij een tweede authentiek afschrift van dit testament, uit 1616; een schuldbrief van Ida van Loo, weduwe van Jan Rattaller, groot 250 gld., mede uit naam van hare kinderen, ten bate van hare stiefdochter Lucretia Rattaller 1592, en eene sententie van den Hove van Vriesland, waarbij Ida van Loo, weduwe van Jan Rattaller, en hare dochter Elisabeth Margaretha Rattaller worden veroordeeld tot betaling van achterstallige renten aan Lijsbeth, weduwe van Dionisius Metz. 1599. 4 charters. 944. Testament van Gerrit Jansz., te Leeuwarden, waarbij deze indien zijne dochter kinderloos komt te sterven, aan het weeshuis, het gasthuis en aan de armvoogden in deze stad, elk 100 gld. bespreekt. 1595. (Authentiek afschrift uit 1698.) 1 charter. 945. Accoord tusschen de voogden van 't arme gasthuis en Heine Foekes c. s., waarbij de eersten tegen ontvangst van 60 ggld. afstand doen van een legaat van Ida Heynedr., dat hun door de laatsten wordt betwist. 1595. (Gelijktijdig extract uit het recesboek van Leeuwarden.) 1 charter. 946. Testament van Anna Bottedr., weduwe van Dirck Dircks, waarbij zij, onder zekere voorwaarden, de kamer, waarin zij woont, aan het St. Anthony-Gasthuis legateert. 1600. (Gelijktijdig, authentiek afschrift.) 1 charter. 947. Accoord tusschen de gasthuisvoogden en de erfgenamen van His Pieters Auckama, weduwe van Harmen Aerndts, en van hare dochter Anna Harmens, waarbij de eersten een legaat van 1000 ggld. benevens 2 pondematen land aan de Zwette ontvangen, onder voorwaarde van eene jaarlijksche uitkeering in rogge aan hare erfgenamen en vergunning tot het begeven van de eerste gasthuiskamer 187 in de Beverstraat door deze laateten. 1601. Hierbij een request van de erfgenamen van His Pieters Auckama aan den Hove van Vriesland over het niet nakomen door de gasthuisvoogden van de bepalingen van haar testament, daar de V» last rogge sinds 2 jaar niet is uitgekeerd, terwijl de kamer in de Beverstraat, door de voogden ononbruikbaar is gemaakt. 1651. N.B. Met 22 quitantiën voor de ontvangst der rogge, loopende van 1654—1783. 24 charters. 948. Testament van Marten Kelder, hellebardier, waarbij deze de helft zijner goederen nalaat aan het gasthuis en aan het weeshuis te Leeuwarden. 1604. (Gelijktijdig, ongeteekend afschrift.) 1 charter. 949. Extract uit het testament van Aef Allerts, met eene beschikking van 100 ggld. ten behoeve van het gasthuis te , Leeuwarden. 1607. (Gelijktijdig, authentiek afschrift.) 1 charter. 950. Testament van Magdalena Pietersdr., weduwe van Tyaerdt Taeckes, met gunstige bepalingen ten behoeve van het gasthuis en van het weeshuis te Leeuwarden. 1607. (Gelijktijdig, authentiek afschrift.) 1 charter. 951. Extract uit het testament van Ane Ens, waarbij deze 1000 ggld. aan het gasthuis bespreekt, op voorwaarde, dat Vincent Ipckens, of zgne verwanten, het recht mogen hebben om een provenier in het gasthuis te doen opnemen. 1625. (Gelijktijdig, authentiek afschrift.) 1 charter. 952. Testament van Anna Cornelis, van Leeuwarden, overleden te Boekhoven, met bepaling dat, indien hare erfgenamen niet tevreden zijn met hare wilsbeschikking, het St. AnthonyGasthuis te Leeuwarden en de kerk te Boekhoven te zamen hare goederen zullen erven. 1628. (Authentiek afschrift uit 1646.) 1 charter. 188 952a. Citatie, in zake revisie van een vonnis van den Hove van Vriesland, uitgesproken den 27sten October 1626 waarbij dr. A. Monnichuys was veroordeeld om aan de gasthuis- en de weesvoogden te Leeuwarden een legaat uit te keeren, aan dezen besproken door Thonis Thoniszn. 1628. 1 charter. 953. Testament van Hessel Mellisz., provenier in het gasthuis waarbij hij 100 gld. aan dit gesticht legateert. 1646. (Gelijktijdig, authentiek afschrift.) 1 charter. 954. Wederzijdsch testament van Hans Samuels en Teuntie Anthonis, echtelieden te Leeuwarden, met gunstige bepaling ten behoeve van het gasthuis. 1656. (Geïgktijdig, authentiek afschrift.) 1 charter. 955. Codicillaire beschikking van Gerloff Martens Watsma, waarbij aan het gasthuis 500 ggld. gelegateerd wordt. 1659. (Gelijktijdig, authentiek afschrift.) 1 charter. 956. Verklaring van Thietske van Thiessens contra de voogden van het St. Anthony-Gasthuis, in zake het testament van juffrouw Sydts van Thiessens. Z. d. (Gelijktijdig, ongeteekend afschrift.) Met eene lastgeving van Theodorus Scheltinga, raad in den Hove van Vriesland, aan den deurwaarder tot citatie van partijen. 1660. 2 charters. 957. Extract uit het testament van Romckien Fockens, weduwe van Cornelis van Kinnema, waarbij deze een legaat, groot 500 gld., aan het gasthuis bespreekt tot herstel van de vervallen gasthuiskerk. 1667. 1 charter. 958. Extract uit het testament van burgemeester Alle van Burum, in leven voogd van het gasthuis en rijne vrouw Elisabeth Franses, die aan dit gesticht een legaat van 1000 gld. nalaten. 1668. (Gelijktijdig, ongeteekend afschrift.) 1 charter. 189 959. Acte van liquidatie tusschen de voogden van het St. AnthonyGasthuis en de Magistraat van Leeuwarden, waarbij de eersten afstand doen van hun recht op eene jaarlijksche rente van 5 gld. uit de opkomsten van de Boterwaag, en daartegen de Galge- en Buweerstera-fennen voor 250 gld. in huur ontvangen. 1683. 1 charter. c. Bijzondere ontvangsten. 960. Octrooi, door koning Philips II aan de Magistraat van Leeuwarden op haar verzoek verleend, om eene loterij te mogen houden ten bate van hèt St. Anthony-Gasthuis, ten einde de sterk gedaalde finantiën van dit gesticht eenigermate te herstellen. 1558. Hierbij een gelijktijdig, authentiek afschrift van dit octrooi. 2 charters. (Reg. no. 163.) 961. Vernieuwd octrooi, door koning Philips II aan de voogden van het St. Anthony-Gasthuis verleend tot het houden van eene loterij, daar er van het octrooi, hiertoe in 1558 gegeven, geen gebruik is gemaakt. 1565. 1 charter (Reg. no. 176.) 962. Overeenkomst tusschen burgemeesteren, schepenen en raden van Leeuwarden ter eenre, en de voogden van het St. Anthony-Gasthuis ter andere zijde, betreffende de aflossing van eene rente, groot 17 gld. 10 stuivers uit de opkomsten van de waag, waarop de voogden beweren recht te hebben, terwijl het Stedelijk Bestuur dit in twijfel trekt. 1565. 1 charter. (Reg. no. 179.) 963. Request van de voogden van het St. Anthony-Gasthuis aan burgemeesteren, schepenen en raden van Leeuwarden, verzoekende om, nu de dienst in de St. Jacobskapel wordt afgeschaft, ten behoeve der armen begiftigd te mogen worden met de goederen, welke door Hille van Zwolle in 1478 bij testament tot den dienst van die kapel zgn aangewezen. 1579. Hierbij eene authentieke copie van- een afschrift van het testament van Hille van Zwolle, uit 1579. 2 charters. 190 964. Lijst van het */s deel der kloostergoederen van Leeuwarden, door de Stedelijke Regeering aan het gasthuis afgestaan, met de daarop rustende lasten. 1583. 1 charter. 965. Nota van den verkoop van oud hout, gehouden op de Lange Pijp te Leeuwarden. 1759. 1 charter. d. Belastingen en heffingen. 966. Processtukken in zake de aanklacht, door Gyles Alles, gewezen pachter van turf en brandhout, bij de Gedeputeerde Staten tegen de voogden van het gasthuis ingediend, omdat deze laatsten wel eens van hun eigen turf aan particulieren verkochten, zonder daarvoor den verschuldigden impost te betalen, waarvan zij, voor het gesticht, waren vrijgesteld. Met verwijzing van deze zaak naar de Magistraat van Leeuwarden. 1633—1640. 9 charters. 967. Request van de voogden aan de Gedeputeerde Staten, ten geleide van eene rescriptie om, volgens 's Lands ordonnantie ontslagen te mogen worden van de impositiën en vnl. van het hoofdgeld op de proveniers, met de insinuatie van bovengenoemde rescriptie. 1694. (De rescriptie in duplo.) 4 charters. 968. Missive van het Mindergetal en publicatie van de Staten van Friesland betreffende de vernieuwing van de stem- en floreenregisters. 1788. Met 16 gequiteerde aanslagbilletten van de floreen-rente te Akkrum, over de jaren 1751—1764. 18 stukken. 969. Authorisatie tot overbrenging van 5000 gld. naar het kantoor der Domeinen, om ingewisseld te worden tegen obligatiën, rentende 3 '/* °/o, krachtens resolutie der provisioneele Representanten van het volk van Friesland, van 15 Juni 1795. Gegeven te Leeuwarden, 29 Augustus 1795. 1 charter. 191 970. Nota van de aan den Ontvanger-Generaal gedane betalingen en daarvoor ontvangen obligatiën. 1796. 1 charter. 971. Request van de voogden van het St. Anthony-Gasthuis aan de commissie van Gedeputeerden uit het Provinciaal Bestuur van Friesland om vrijstelling van de betaling van den reëelen penning. 1796. 1 charter. 972. Request van de voogden van het gasthuis aan de Municipaliteit om machtiging tot het verkoopen van vastigheden, ten einde te kunnen voldoen aan den inhoud der publicatie van het Provinciaal Bestuur van 6 October 1796. 1796. 1 charter. 973. Request van de gasthuisvoogden aan de commissie van Gedeputeerden uit het Provinciaal Bestuur van Friesland, om de betaling der Vs penning (*ic) te mogen doen naar de tauxatie van de reëele waarde der vastigheden. Z. d. (Met afwijzende kantbeschikking van 30 Maart 1797.) 1 charter. 6. Bezittingen en Schulden. a. Algemeene registers van bezittingen. 974. „Staat van vastigheden en effecten, toebehoorende aan het St. Anthony-Gasthuis binnen Leeuwarden, met derzelver waarde ten aanzien der plaatsen én landerijen, volgens tauxatie van Jan Johannes en Cornelis Sybrens." 1796. 6 stukken. 975. „Korte staat der bezittingen en effecten 't St. AntonyGasthuis toebehoorende, zooals dezelve is opgemaakt in Januari 1806." 1 deel. b. Eigendoms-bewijzen van huizen en renten in de stad.1) 976. Conclusie voor de voogden van het St. Anthony-Gasthuis ') N.B. Zie ook de nos. 908, 932, 946, 959 en voorts hij Proefbrieven. 192 tegen dr. Alexius van Gel, in zake de grondpacht van één gouden philipsgulden, rustende op een huis in de Kleine Hoogstraat bij Cammingha-horne, dat door dezen is aangekocht. 1543. 1 charter. (Reg. no. 15S.) 977. Eigendomsbewijs van eene jaarlijksche rente van twee ggld. uit een huis op de Nieuwestad, door Trijn Doedes bij testament aan de Sacraments-armen van St. Anthonis besproken. 1544. 1 charter. (Reg. no. 154.) 978. Eigendomsbewijs van eene kamer op het Noordvliet, door Cornelis Hottyesz. en Albert Aggesz. voor 14 ggld. aan de gasthuisvoogden overgedragen. 1578. 1 charter. 979. Eigendomsbewijs van eene kamer in de Kleine Kerkstraat, aan de voogden van het St. Anthony-Gasthuis afgestaan door Tzomme Epe zoon en zijne zuster Rints, op voorwaarde dat de voogden zich verbinden levenslang te voorzien in het onderhoud van hunne schoonzuster Rints Petersdr., - weduwe van Doeye Eepis zoon. 1585. 1 eharter. 980. Eigendomsbewijs van vier pachten uit huissteden aan de oostzijde van de Zuypsteghe te zamen 26 Vi stuiver bedragende, door Jacob Reiners aan de voogden van het St. Anthony-Gasthuis overgedragen ter vergoeding van het renteloos genot van 50 ggld., dat door hem is ingevorderd ten behoeve van de in het gasthuis verpleegde Mary Jansdr., als weergeld voor den manslag op haar broer gepleegd. 1587. Hierachter een koop- en kwijtbrief voor Jacob Reiners van deze pachten, door hem tegen den penning 16 aangekocht van Tzalingh Andringa. 1578. 1 charter. 981. Koop- en kwijtbrief voor de voogden van het St. AnthonyGasthuis van jaarlijksche grondpachten op verschillende huizen in de stad, te zamen li gld. 15 stuivers op- 193 brengende, aangekocht van Geel Humalda, weduwe van Frans Canter, voor de som van 165 gld. 10 stvrs. 1692. 1 charter. 982. Koop- en kwijtbrief voor de voogden van het St. AnthonyGasthuis van jaarlijksche grondpachten op verschillende huizen in de stad, te zamen 11 ggld. 5 stvrs. opbrengende, door hen aangekocht van Biucke van Cammingha, weduwe van Goffe van Aebbinga, voor de som van 207 ggld. 1593. Hierbij het consent van Burgemeesteren, Schepenen en Raden van Leeuwarden op dezen koop. 1593. 2 charters. 983. Koop en kwijtbrief, voor de voogden van het St. AnthonyGasthuis van een aantal jaarlijksche grondpachten, rustende op huizen in deze stad, waarbij 44 achter den Heer van Amelandtshoff, aangekocht van Frans van Camminga. 1595. Hierbij een oud register van deze grondpachten, getiteld: „Kammingha huyssteeden", aangelegd in 1567. 2 charters. 984. Koop- en kwijtbrief voor de voogden van het St. Anthony. Gasthuis van een aantal jaarlijksche grondpachten, rustende op huissteden en plaatsen ten oosten, noorden en westen van Burmania-huis, samen ten bedrage van 64 gld. 's jaars, aangekocht van Jhr. Joost van Euwsum en zijne vrouw Anna van Ockinga. 1598. 1 charter. 985. Koopbrief van verschillende grondpachten, te zamen jaarlijks 82 gld. 16 stvrs. opbrengende, op huizen binnen Leeuwarden, aangekocht van Bely Jacobs Dr., wed. van Pieter Matheysz. 1605 (in duplo). 2 charters. 986. Eigendomsbewijs van een grondpacht, groot 36 stuivers, rustende op een huis in de Weërd, aangekocht van Gerben Wouters. 1613. 1 eharter. 18 197 2. Onder Akkrum. 1005—1008. Huurcontracten en stukken betreffende de verhuring van de zathe te Akkrum, groot 104 pdmt. 1005. Huurcontract met Claes Auckes, tegen een huursom van 280 gld. 1725. 1006. Huurcontract met Auke Clases, tegen 400 gld. 1739. Met hernieuwingen van dit contract in 1746 en 1760. 1 charter. 1007. Voorwaarden van verhuring van deze plaats, bij inschrijving en opbod gegund aan Haring Tjitzes, tegen 703 gld. 1772. 1 charter. 1008. Acte van tauxatie der huizinge ca., door den afgaanden huurder Zake Hendriks aan de gasthuisvoogden overgedragen tegen 2475 gld. 1773. 1 charter. 3. Onder Ferwerd. 1009. Koopbrief van eene zathe en landen te Ferwerd, groot 66 pdmt., door de gasthuisvoogden aangekocht van de Staten van Friesland tegen 93 ggld. de pdmt. 1644. 1 eharter. 1010. Voorwaarden, waarop de voogden van het St. AnthonyGasthuis, eene huizinge en hovinge c. a., met 72 pdmt. bouw- en greidland te Ferwerd denken te verkoopen. 1645. 1 eharter. 1011. Transportbrief van 12 V, pdmt. bouwland onder Ferwerd, door de gasthuisvoogden voor 1075 ggld. aangekocht van Hieronimus van Fenema. 1763. Hierbg een request van den verkooper aan den Hove van Vriesland om vergunning tot den verkoop van deze perceelen land, met 198 appointement, (afschriften) en het reversaal, de nota van kosten en de situatie-teekening van dit land. 6 charters. 1012—1020. Huurcontracten en stukken betreffende de verhuring der zathe en landen te Ferwerd. 1012. Tauxatie van de huizinge, schuur c. a., bewoond door Sioucke Jetsis. 1645. 1 charter. 1013. Huurcontract met Claes Johannis en Trijntje Johans, van 22 pdmt. land, gedurende 21 jaar, tegen eene huursom van 150 ggld. 's jaars, met overdracht van de huizinge c. a. tegen 7000 ggld. 1651. 1 charter. 1014. Huur-overdracht van deze landen door Claes Johannes aan Syke Jacobs tegen 150 ggld. 's jaars, terwijl de afgaande huurder het huis c. a. tegen 3975 ggld. aan den komenden huurder overdoet. 1656. «&>■ 1 charter. ,Vi&''v- 1015. Contract tot vernieuwing van deze huur op gelijke voorwaarden, mits Sybe Jacobs een propijn van 1000 ggld. en na 9 jaar één jaar huur extra betaalt. 1667. 1 charter. 1016. Tauxatie van de huizinge c. a. tusschen de gasthuisvoogden, als verhuurders, en Pieter Harmens, als huurder dezer zathe. 1705. 1 charter. 1017. Huurcontract met Pieter Harmens, tegen 225 gld. 's jaars. 1715. 1 charter. 1018. Huurcontract met Jacob Pytters, eveneens tegen 225 gld. 's jaars. 1740. 1 charter. 199 1019. Huurcontract met denzelfden, tegen 215 gld. 's jaars. 1748. 1 charter. 1020. Voorwaarden van verhuring der zathe, bij inschrijving en opbod aan Jacob Pytters gegund tegen 702 gld. 's jaars. 1776. 1 charter. • 4. Onder Goutum. N.B. Zie Inv. no. 37. 1021. Opmeting van de landen te Goutum in zes perceelen, groot ruim 80 pondematen. 1553. 1 charter. 1022. Opmeting van twee stukken lands onder Hempens, te zamen ruim 10 pondematen groot. 1575. 1 eharter. 1023. Stukken uit het proces tusschen de voogden van het St. Anthony-Gasthuis, Douwe Hotthiesz. e.a. ter eenre, en Lolcke Reen, te Goutum, ter andere zf de, over den eigendom van 4l/« en 21/» pdmt. land in Hack-Sippesfenne op het Goutumer Nieuwland. 1590—1595. 14 charters. 1024. Uitwisseling van éene eeuwige rente, groot 2.10 gld., rustende op de gasthuis-zathe te Goutum, overgedragen door Geertruid de Wilde, weduwe van Dr. Joachim Lamberti, aan de voogden van het gasthuis, tegen eene eeuwige rente, groot 1.90 gld., rustende op het huis van Geertruid de Wilde in de Minnemastraat, overgedragen door de gasthuisvoogden aan genoemde Geertruid. 1644. Met quitantiën van ontvangen renten uit de zathe te Goutum. 2 charters. 1025. Scheiding van land onder Goutum, groot ruim 26 pondematen, tusschen de voogden van het St. Anthony-Gasthuis, jhr. Barthold van Aylva en de kerkvoogden van Warga. 1677 (in triplo). 3 charters. 200 1026. Verklaring van den dorpsrechter te Goutum omtrent het slechten van den dijk aldaar. 1679. 1 charter. 1027. Accoord tusschen de voogden van het gasthuis en Pieter Riencks omtrent het slechten van land en dijken. 1696. 1 charter. 1028. Contract tusschen de voogden van het gasthuis, jhr. Tzalling Edo van Sixma, juffr. Rinske Banga, L. Vitringa en Ds. Balk, ter eenre, en Aesge Dirks, te Teerns, ter andere zijde, betreffende den bouw van een watermolen en den aanleg van een molendijk onder Goutum. 1741. (Authentiek afschrift uit 1800.) 1 charter. 1029. Concept eener verklaring van jhr. Tiberius van Eminga betreffende het onderhoud van de waterlossing van *enige landen te Goutum. Zonder datum. 1 charter. 1030. Stukken uit het proces voor het gerecht van Leeuwarderadeel tusschen Bokke Alberts, als gecommitteerde van de contribuanten tot het onderhoud van de Rapenburgerof Scheltema-tille, eischer, en Gijsbert Idzes, gedaagd als gebruiker van een stemdragend hornleger en 10 pdmt. land onder Hempens, waarvan het gasthuis eigenaar is. 1785—1792. 20 charters. 1031—1043. Huurcontracten en andere stukken betreffende de verhuring dezer zathe en landen. 1031. Request van Johannes Hotzes, huurder van de gasthuis-zathe te Goutum, aan den Raad van Leeuwarden, om ontheven te worden van de betaling van een ton boter, welke hij boven zijne gewone huur aan het gasthuis moet opbrengen. Met besluit van den Raad, in margine, waarbij hem wordt gelast voor de achterstallige boter, 50 ggld. in eens bij den rentmeester van het gasthuis te 201 storten. 1591. Hierbij een request van denzelfden aan den Raad om afslag van huur van zgne plaats; met kantbeschikking en nadere overeenkomst met 5 ». de voogden. 1592. 2 charters. 1032. Huurcontract met jhr. Abbe van Bootsma, te Huizum, tegen eene huursom van 160 ggld. en een ton roode boter, benevens 1000 ggld. tot propijn. 1626. • 1 charter. 1033. Huurcontract met de kinderen van Jouke Dirx, op gelijke voorwaarden als te voren, met betaling van een geschenk van 1000 gld. en van een gelgke som, na verloop van 7 jaar. 1669. 1 charter. 1034. Huurcontract met Pieter Rienks Andringa, tegen 240 ggld. en een ton roode boter. 1683. 1 charter. 1035. Huurcontract met denzelfden, tegen 280 gld. 1716. 1 charter. 1036. Koopbrief van de huizinge c. a., door Pyter Wgnses, als curator over de minderjarige kinderen van Pyter Riencks Andringa, volgens tauxatie, voor 3202 gld. 1720. 1 charter. 1037. Schuldbekentenis van Meinert Cornelisz. te Wijtgaard, voor de tauxatie van de huizinge c. a., groot 3274 gld. 1726. 1 charter. 1038. Huurcontract met Anne Clases Jellema en Tyttie van Asperen, tegen een huursom van 315 gld. en een geschenk van 100 gld. 1738. 1 eharter. 1039. Schuldbekentenis van de voogden, groot 3286 gld., voor de overdracht der tauxatie van de huizinge ca. 1746. 1 charter. 202 1040. Huurcontract met Feddrick Gerbens, te Poppingawier, tegen een huursom van 362 gld. 1749. Met 2 bijlagen. 3 charters. 1041. Voorwaarden van verhuring van deze plaats, bij inschrijving en opbod gegund aan Sibbeltje Rienks, weduwe van Feddrick Gerbens, tegen een huursom van 727 gld. 1774. 1 charter. 1042. Verhuring van tien pondematen land te Hompens, ten zuiden van de vaart, tegenover het schoolhuis gelegen, bij inschrijving en opbod gegund aan Ritske Rinnerts, tegen 113 gld. huur. 1775, 1 charter. 1043. Tauxatie, van wege het Hof van Vriesland, van de huizinge c. a. op de zathe en landen onder Goutum, door Gijsbert Idsers gehuurd. 1800. 1 charter. 5. Onder Goutum. 1044. Décreetbrief van het gerecht van Leeuwarderadeel, waarbij de voogden van het St. Anthony-Gasthuis 18 pdmt. land onder Goutum tegen 130 ggld. aankoopen van Jan Ates en Tied Syurdts. 1608. Hierbij de koopbrief van dit land, met reversaal, ten name van Jan Ates, 1605, en quitantiën. 5 charters. 1045. Acte van niaarneming door de gasthuisvoogden van ruim 11 pdmt. land onder Goutum, door Pieter Teetlum voor 1100 ggld. aangekocht van Douwe Hotzes. 1608. Met gequiteerd reversaal op bovenstaande verkooping. 2 charters. 1046. Acte van niaarneming door de gasthuisvoogden van lpdmt. land onder Goutum, door Aucke Broers voor 159 ggld. aangekocht van Feicke Syuerds. 1609. 1 charter. 203 1047. Transportbrief van 9 pdmt. land onder Goutum, door de gasthuisvoogden, tegen 84 ggld. per pdmt., aangekocht van Jhr. Duco Martena. 1689. 1 charter. 1048. Transportbrief van 9 pdmt. land onder Goutum, door de gasthuisvoogden, tegen 9674 ggld. per pdmt., aangekocht van jhr. Duco Martena. 1689. Hierbij een afschrift uit het Collectboek van den 56en penning in Leeuwarderadeel, eene nota van kosten op bovenstaande koopacten en eene opmeting van de beide perceelen. 4 charters, 1049. Overeenkomst tusschen de voogden^ van het St. AnthonyGasthuis en J. H. de Wolff c.s., waarbij de eersten, ter voorkoming van een proces, eene acte van niaarneming van 3 pdmt. land onder Goutum, afkomstig van Douwe Meinerts, vernietigen, daar dit perceel bezwaard is met fideïcommis. 1689. Met den geroyeerden koopbrief en acte van niaarneming, uit 1682, benevens verrekening der kosten en ontvangen huren. 4 charters. 1060. Transportbrief van 13 pdmt. land onder Goutum, door de voogden van het St. Anthony-Gasthuis aangekocht van Jan Bolties, tegen 1775 gld. 1728. Met reversaal en twee quitanties. 4 charters. 1061—1066. Huurcontracten en stukken betreffende de verhuring der zathe en landen te Goutum. 1051. Huurcontract met Symen Douwes, van 33 pdmt. land tegen 107 lU ggld. 1678. 1 charter. 1052. Huurcontract met Ime Intes, tegen dezelfde som. 1682. 1 charter. 1053. Huurcontract met Rintie Rinties, van 56 pdmt. tegen 224 gld., onder verplichting, dat lnj op zgne 204 kosten een hiem of hornleger zal afgraven en eene huizinge, ter waarde van 1800 gld., laten bouwen, dat bij het eindigen der huurjaren op taxatie zal worden overgenomen. 1715. Vernieuwd in 1726. 2 charters. 1054. Gequiteerde schuldbrief, ten laste van het St.AnthonyGasthuis en ten bate van Rintze Rinties, groot 1873 gld., voor de tauxatie der huizinge ca. 1746. 1 charter. 1055. Huurcontract met Rintie Rinties,-tegen eene huursom van 326 gld. 1749. ® 1 charter. 1056. Voorwaarden van verhuring van deze plaats, bjj inschrijving en opbod gegund aan Rintie Rinties tegen 601 gld. 1778. Met eene bijlage. 2 charters. 6. Massale zathe en landen onder Hylaard. 1057. Acte van scheiding van de zathe te Hylaard, „Sickinga" genaamd, tusschen de gasthuisvoogden, Ulbe van Aylva en Jan Wissema, waarbij het gasthuis het '/* ged. min twee pdmt., d. i. 15 pdmt., afkomstig van de goederen van het St. Anna-klooster der Grauwe Bagijnen,ontvangt. 1592. Met eene authentieke copie van deze acte. 1637. 2 charters. N.B. Zie Inv. no. 352. 1058—1065. Huurcontracten en stukken betreffende de verhuring van de zathe te Hylaard. 1058. Request van Hobbe van Aylva aan den Hove van Vriesland, betreffende de huizinge c a. staande op de zathe te Hylaard. 1637. Met de tauxatie door een commissaris va.n den Hove, 1637, en eene quitantie, gepasseerd door de erven van Ate Ates aan Hobbe van Aylva wegens betaling der tauxatie 205 Van *U ged. van de,huizinge ca. 1637. (Gelijk* tijdig, authentiek afschrift.) 3 charters. 1059. Huurcontract tusschen jhr. Ulbe van Aylva, verhuurder, en Eelcke Ruurds, huurder der landen tot deze zathe behoorende, tegen 150 ggld. 's jaars, terwijl de eerste aan den laatsten de huizinge c. a., verkoopt tegen 4125 ggld. 1651. (Authentiek afschrift uit 1671, in duplo.) 2 charters. 1060. Overeenkomst tusschen de eigenaren der zathe en de huurdersche.Sytsche Tietes, wed. Eelcke Ruurds, behelzende, dat de laatste bij afkoop van de huizinge ca. 1750 ggld. op tauxatie zal ontvangen. 1679. (Gelijktijdig, authentiek afschrift.) 1 charter. 1061. Huurcontract met Age Symens, voor den huurprijs van 65 stvrs. de pondemaat, en tauxatie der huizinge c a., 1704. (Gelijktijdig afschrift.) Hierbij de tauxatie der huizinge ca., met acte van goedkeuring dezer tauxatie door de huurders. 1704. 2 charters. 1062. Huurcontract met Alle Douwes, tegen 2 gld. de pondemaat. 1715. Hierbjj de tauxatie van de huizinge c a., met goedkeuring dezer tauxatie door de nieuwe huurders. 1715. 2 charters. 1063. Huurcontract met denzelfden, tegen 31/* gld. de pondemaat. 1719. 1 charter. 1064. Huurcontract met Fedde Ydes, tegen een huursom van 75 gld. aan den heer van Burmania en 30 gld. aan de gasthuisvoogden, boven dentaux. 1748. 1 eharter. 206 1065. Huurcontract met denzelfden, op gelijke voorwaarden, waarbij het aandeel van het gasthuis wordt bepaald op 45 gld. 1751. (Authentiek afschrift uit 1753.) 1 charter. 7. Onder Jelsum. 1066. Wandelbrief 'tusschen de voogden van het St. AnthonyGasthuis ter eenre, en Frans van Cammingha met zijne vrouw Fed ter andere zijde, waarbij de eersten twee stukken land te Bilgaard, tusschen en bij de gasthuislanden gelegen, verkrijgen, en daarvoor aan de laatsten een stuk land op het Huizumer Nieuwland overdragen. 1553. Met, als transfix, den transportbrief van den Hove van Vriesland op bovenstaande verwandeling. 1553. 1 charter. (Reg. nos. 159 en 160.) 1067. Opmeting der gasthuislanden te Jelsum, te zamen bedragende 30 pondemaat, 11 einsen, 2 penningen, 6 roeden, 3 voeten. 1553. 1 charter. 1068. Wandelbrief tusschen de voogden van het St. AnthonyGasthuis en jhr. Tyallingh Campstra, die wederzijds 2 7» pdmt. land, liggende op Jelsumer Nieuwland, met elkaar ruilen. 1602. 1 charter. 1069. Transportbrief van 23 pdmt. land te Jelsum, door de voogden van het St. Anthony-Gasthuis voor 2185 ggld. aangekocht van jhr. Frans van Donia. 1627. Hierbij: a. de koopbrief van dit stuk land, door de Gedeputeerde Staten van Friesland aan jhr. Frans van Donia, uit de kloostergoederen, verkocht. 1624; een b. afschrift der opmeting van de zathe te Jelsum uit 1625, met twee bijlagen; en een c. brief van jhr. Frans van Donia aan Tjerk Abes, burgemeester van Leeuwarden, over het bovengenoemde stuk land. 1626. 6 charters. 207 1070. Transportbrief van 2 pdmt. land onder Jelsum, door Henricus Duivenstein verkocht aan Klaas Cornelis, ontvanger te Jelsum. 1766. 1 charter. 1071—1076. Huurcontracten en stukken betreffende de verhuring van de gasthuisplaats te Jelsum. 1071. Huurcontract van de zathe te Jelsum, groot 64 pdmt., verhuurd aan Sicke Hanssen tegen 2 ggld. 24' 2 stvr. de pondemaat. 1689. 1 charter. 1072. Huurcontract alsvoren, met dezelfden, tegen 3 ggld. de pondemaat. 1696. 1 eharter. 1073. Quitantie van de gasthuisvoogden voor een van Freerk Sipts, gasthuisboer te Jelsum, ontvangen voorschot, groot 600 gld. 1706. Met een quitantie van Freerk Sipts voor de terugbetaling dier som door de gasthuisvoogden. 2 charters. 1074. Huurcontract van deze zathe met Frans Jans en Lijsbert Dirks, tegen 226 gld. per jaar en een jaar huur als renteloos voorschot. 1727. 1 charter. 1076. Huurcontract met dezelfden, voor 10 jaar, tegen 170 gld. gedurende de eerste en 200 gld. gedurende de laatste 6 jaar. 1736. Met twee bijlagen. 3 charters. 8. Onder Leeuwarden. 1076. Scheiding tusschen de gasthuisvoogden ter eenre, en Tjalke Sjoerds, namens zijne vrouw Jentie Tes, ter andere zijde, van een stuk land onder Leeuwarden, groot 9 pdmt., waarvan 3 pdmt. aan het gasthuis behooren, 1728. 1 eharter. 208 MM"?. Acte van niaarneming door de voogden van het St. AnthönyGasthuis, van V* pdmt.- land onder Leeuwarden, door Ernestus Vitringa verkocht aan Jacob Harmans. 1728. Hiervoor, de bovengenoemde koopacte. Met de specificatie van kosten op de verkooping en op de niaarneming van dit perceel gevallen. 3 charters. 1978. Acte van niaarneming door de voogden van het St AnthonyGasthuis van 87» pdmt. land, gelegen buiten de Vrouwenpoort onder den klokslag van Leeuwarden, door Jentie Yes, weduwe van Jalke Sjoerds, verkocht aan de voogden van het Old-Burger Weeshuis voor 114772 ggld. 1744. Hiervoor, bovengenoemde koopbrief van 1743. Met een reversaal, ten laste van de weesvoogden, 1743 en stukken betrekkelijk de liquidatie van de koopsom. Hierbij drie koopactes, waarbij Ye Auckes koopt: a. van Vrouwe Cath. Victoria van Sternsee, 5 pdmt. los- land op het Nieuwland onder Leeuwarden, 1696; 6. van Vrouwe Anna van Keppel, 1'/» pdmt. onder Leeuwarden, 1700, - met reversaal; en c. van jhr. Gerard van Kamminga, 3 pdmt. onder de zathe Paffenrode. 1711. 15 Stukken. 1079. Opmeting van een stuk land aan de Bonkesloót, ten noorden van den Zwarten Weg. 1753. Met teekening en korte aanteekening. 3 charters. 1080, Extract uit het resolutieboek der Gedeputeerde Staten van Friesland, van 7 Aug. 1726, aangaande de floreenschatting der landen onder Engelum. (Gelijktijdig, authentiek afschrift.) 1 charter. 1081—1084. Huurcontracten en stukken betreffende de verhuring der zathe en landen onder Leeuwarden. 1081. Huurcontract met Dirck Heeris, van 12 pdmt. land, tegen 50 ggld. 1685. 1 eharter.' 222 1163. Huurcontract met Cornelis Pyttersen Alma en Jetske Heins, tegen 400 gld. 1713. 1 eharter. 1164. Voorwaarden voor het gebruik der landen, behoorende tot deze zathe. 1726. 1 eharter. 1165. Liquidatie tusschen de gasthuisvoogden en de crediteuren van Cornelis Pytters Alma, met quitantiën. 1740. 2 charters. 1166. Huurcontract met Minne Wytses van deze zathe, met de losse landen groot 109'/« pdmt., tegen een huur van 360 gld., benevens het onderhoud der huizinge. 1736 (in duplo). 2 charters. 1167. Huurcontract als boven, met Douwe Taecles, tegen 330 gld. 1738 (in duplo). 2 charters. 1168. Huurcontract, als boven, met Dirk Eyberts, tegen 326 gld. 1754. Verlengd in 1769 tegen 365 gld. (Gelijktijdig, authentiek afschrift.) 1 charter. 1169. Processtukken in het geding tusschen de gasthuisvoogden en Dirk Eyberts te Minnertsga over de aan den laatsten gedane huuropzegging van Foltazathe, 1759. 9 charters. 1170. Contract tusschen Dirk Eyberts en Pieter Steffens, betreffende de tauxatie der huizinge c. a. 1760. (Gelijktijdig, authentiek afschrift.) 1 charter. 1171» Opgave der tauxatie van de huizinge c. a. op Foltazathe, te Minnertsga, ter somma van 2966 gld. 1777. 1 charter. M*V 223 16. Onder Roordahuizum. 1172. Accoord tusschen de gasthuisvoogden en Symen Ates, waarbij de eersten aannemen den laatsten te ontheffen van den koop der zathe te Roordahuizum, welke hij in openbare veiling had aangekocht, tegen de som van 1550 gld., welke bij het passeeren dezer acte was betaald. 1705. 1 charter. 1173. Transportbrief van de zathe en landen, groot 60 pdmt. rondom de huizinge en 16 pdmt. los land, liggende aan de Neerslingh, door de gasthuisvoogden aangekocht van Johannes van den Bosch, tegen 80 '/* ggld. de pondemaat. 1705. Hierbij het reversaal, groot 6099 ggld., ten laste van het gasthuis, 1706, en overdracht van dit reversaal op Romke Douwes c. s. 1706. 3 charters. 1174—1178. Huurcontracten en andere stukken betreffende de verhuring van deze zathe en landen. 1174. Huurcontract met Michiel IJsselmuiden, tegen 250 gld., benevens de tauxatie der huizinge. 1749. 1 charter. 1175. Quitantie van Claas IJsselmuiden voor het restant der huistauxatie van de zathe, door Michiel IJsselmuiden bewoond geweest, 1750 en verdere stukken betreffende deze tauxatie. 5 charters. 1176. Huurcontract met Claas IJsselmuiden en Willemke Pieters, tegen 225 gld., met overneming van de huizinge voor 3000 gld., zonder tauxatie. 1752. 1 charter. 1177. Voorwaarden van de verhuring dezer zathe, bij inschrijving en opbod toegewezen aan Saake Hendriks, tegen 670 gld. 1772. 1 charter. 224 1178. Contract tusschen Saake Hendriks, huurder der gasthuiszathe te Roordahuizum, en Jelle Johannes, huurder eener zathe toebehoorende aan Mevrouw van Heemstra, over het bemalen hunner landen.1775. 1 charter. 17. Onder Stiens. 1179. Opmeting van de zathe te Stiens, genaamd Wydmereburen, groot ruim 27 pondemaat, met aanteekening, dat deze gekocht is voor 1357 ggld. 1593. 1 charter. 1180. Transportbrief van de zathe en landen Wydmeraburen te Stiens, door de voogden van het St. Anthony-Gasthuis voor 1357 ggld. aangekocht van Jacob Canter van Oesten en zijne vrouw Machtelt Aernt Vos dochter. 1593. Hierbg de voorwaarden voor deze verkooping. 2 charters. 1181. Transportbrief van eene zathe en vijf perceelen land onder Stiens, door de voogden van het St. AnthonyGasthuis voor 488 ggld. aangekocht van Jelcke en Fed Popma. 1594. Hierbij een authentiek extract uit den lsten legger van Leeuwarderadeel. tlfiiB 2 charters. 1182. Koopbrief van eene jaarlijksche eeuwige rente groot 2 V* ggld., rustende op de gasthuis-zathe te Stiens, door de voogden voor 43 ggld. afgekocht van Anna Rintzedr., weduwe van Seerp Hania. 1602. 1 charter. 1183. Opmeting van eenige landen te Stiens, groot 4 pdmt. 1606. 1 charter. 1184. Koopbrief voor de voogden van het St. Anthony-Gasthuis van l\t pdmt. land onder Stiens, aangekocht van jhr. Taco van Burmania, voor 40 ggld. 1611. 1 charter. 235 23. Onder Wanêwerd.1) 1252. Opmeting der zathe en landen te Wanswerd, groot ruim 29 pdmt. 1553. 1 charter. 1263. Uitspraak van den grietman van Ferwerderadeel, Pilgram ten Indijck, in het geschil tusschen Bocke Tyalinghzoon, boer op eene plaats van het St. Anthony-Gasthuis en Claes Johanneszoon, huurder van eene zathe van het klooster Foswerd, beide wonende te Wanswerd, over de beschadiging van den rijweg over de Wanswerder terp. 1562. (Gelijktijdig, authentiek afschrift.) 1 charter. (Reg. no. 170.) 1254. Overeenkomst tusschen den abt van het klooster te Foswerd ter eenre, en mr. Julius van Geele en de gasthuisvoogden ter andere zijde, betreffende reed en drift over een aan eerstgenoemden toebehoorende weide en hiem te Wanswerd. 1562. 1 charter. (Reg. no. 171.) 1265. Processtukken betreffende een reed over de gasthuislanden te Wanswerd, in het geschil tusschen de voogden en Johannes Tzommes. 1593. 4 charters. 1256. Naamlijst van eigenaren en gebruikers der landen, op wie het onderhoud van het Kelders-zet rust 1710—1731. 1 charter. 1267. Decreetbrief van het gerecht van Ferwerderadeel, waarbij aan Sjoukje Tjebbes, weduwe van Harke Taekes, te Marrum, vergund wordt 10 pdmt. land „Berg en huis" genaamd, en 61/» pdmt. los land aldaar te verkoopen, welke in openbare veiling gekocht worden door het St. AnthonyGasthuis voor 657'/ï ggld. en 378 ggld. 17 stvrs. 1731. Met reversaal. 2 charters. 1258. Scheiding, bij loting, van twee perceelen land te Wanswerd, elk groot 6 pdmt., tusschen de voogden van het ') In 1778 behoorde tot deze plaats ruim 76 pdmt. land. 236 St. Anthony-Gasthuis en jhr. Julius Ritske van Sixma, die deze landen tot nu toe bij jaarlijksche verwisseling hebben gebruikt en bezeten. 1732. 1 eharter. 1259. Acte van niaarneming van 14 pdmt. land op de Marssumer Tjoegen, bij de Wanswerderdraai, door de voogden van het St. Anthony-Gasthuis genaast van Gerben Rinkhout, die dit land voor 469 ggld. had gekocht van jhr. M. Burmania van Tziaarda. 1733. Hierboven, deze koopacte en de quitantie van Rinkhout voor de betaling der koopsom door de gasthuisvoogden. Met reversaal, ten laste van Rinkhout, twee nota's van kosten, eene insinuatie van de gasthuisvoogden om dezen koop te proclameeren, 1733, e. a. 6 charters. 1260. Acte van niaarneming van 4 pdmt. land onder Hallum, door de voogden van het St. Anthony-Gasthuis genaast van Romke Clases, die dit land voor 380 ggld. gekocht had van Hette Eekes Horatii. 1735. Hierboven, deze koopacte. Met reversaal. 1735. 2 charters. 1261—1268. Huurcontracten van deze zathe en landen. 1261. Huurcontract met Sipke Roelefs en Trijntie Tyaerdts, tegen 100 ggld. 's jaars en' een renteloos voorschot van 200 gld. 1672. 1 charter. 1262. Huurcontract met Frans Taeckis en Lijsbeth Ottis, tegen 110 gld. 's jaars. 1684. 1 charter. 1263. Verhuring van landen onder Wanswerd bij perceelen, te zamen tegen 57 gld. 's jaars. 1704 (in duplo). Met eene aanteekening. 3 charters. 1264. Huurcontract van de zathe en landen, groot 42 pdmt., met Tjeerd Hettes tegen 114 gld. 's jaars, onder 23? bepaling, dat de huurder een nieuw huis zal moeten bouwen, dat bij het eindigen van de huurjaren niet hooger geschat mag worden dan 1000 gld. 1713. 1 charter 1265. Huurcontract met denzelfden, tegen 100 gld. 's jaars. 1718. 1 charter. 1266. Huurcontract met Lambert Jacobs tegen 160 gld. 's jaars. 1731. 1 charter 1267. Huurcontract met Sipke Jetses, tegen 300 gld. 's jaars, daar bij de plaats thans ruim 34 pdmt. land gevoegd zijn. 1735. 1 charter. 1268. Huurcontract met Jan Willems, tegen 200 gld. gedurende de eerste, en 250 gld. gedurende de laatste twee jaar. 1749. Voortgezet voor onbepaalden tijd tegen 275 gld. 1752. 1 charter. 24. Onder Warstiem. 1269. Verbaal van Dyrck Feryckzoon, grietman van Idaarderadeel, van de comparitie in het geschil tusschen Jeldert Lollezoen, Wybren Wopkezoen en Frans, ter eenre, en Agge Symenzoen ter andere zijde, waarbij de eersten den laatsten het genot betwisten van de vrucht van een reidland, liggende tusschen Jornahuister landen en de landen van de Sacramentsvoogden te Leeuwarden, bij Warstiens; met de uitspraak van het gerecht van Idaarderadeel, dat de zaak ten gunste van Agge beslist. 1541. (Authentiek 16e eeuwsch afschrift.) 1 charter. (Reg. no. 150a.) 1870. „Informatiën" en „Positiën en Articulen" in -het geding tusschen de gasthuisvoogden ter eenre, en Ypke Doedes en Frans Wybrands ter andere egde, over het genot van 238 het rietgewas uit de „Reydboerde", tusschen de Gasthuis* fenne te Warstiens en Jomahuisterfenne te Warrega. 1547 en 1548. (Gelijktijdige afschriften.) 2 charters. 1271. Accoord tusschen de gasthuisvoogden en Frouck van Emingha, aangaande de scheiding en omheining van het hornleger der gasthuis-zathe te Warstiens. 1669. 1 charter. 1272—1276. Huurcontracten en andere bescheiden betreffende de verhuring dezer zathe en landen. 1272. Huurcontract met Age Louws, tegen 160 gld. 's jaars, 1715, en met zijne weduwe Antie Arjens, tegen gelijke huur. 1716. 1 charter. 1273. Huurcontract met Heere Sybrens, den tweeden man van Antie Arjens, tegen 400 gld. 's jaars. 1729. 1 charter. 1274. Huurcontract met Agge Heeres, tegen330 gld. 's jaars. 1747. 1 eharter. 1275. Vernieuwd huurcontract met Agge Heeres, tegen 425 gld. 's jaars, met bepaling, dat de huurder een nieuwen watermolen zal moeten maken, 1752. Hierbij eene obligatie ten laste van Agge Heeres wegens een renteloos voorschot van 999 gld. 1746; eene tauxatie der huizinge, door Agge Heeres als eigenaar bewoond, 1753; eene schuldbekentenis van de gasthuisvoogden, groot 3110 gld., ten bate van Agge Heeres, voor den afkoop van het huis op deze plaats, 1753, en eene liquidatie, tusschen de voogden en Agge Heeres, wegens verschenen huur, ontvangen voorschot, tauxatie der huizinge etc. 1753. 5 charters. 1276. Acte van liquidatie der tauxatie van de zathe en 239 landen te Warstiens, tusschen de voogden en Sytze Claessen. 1775. Met eene bijlage. 2 charters. 1277. Voorwaarden der verhuring der zathe, bij inschrijving en opbod gegund aan Anne Johannes, tegen 660 gld. 's jaars. 1775. 1 charter. e. Stukken betreffende de Gasthuisveenen te Oostermeer. 1278. Voorwaarden, waarop Gerryt Kunisz., als veenmeester van het gasthuis wordt aangesteld. 1586. 1 charter. 1279. Contract met Gerrit Euenisz. en Bauck Ubledr., waarbij hun de vergraving der veenen van het gasthuis, onder Oostermeer, voor zes jaar wordt gegund, op voorwaarde, dat het gasthuis gedurende vier jaar het V» gedeelte en gedurende twee jaar, de helft der uit te graven turf zal ontvangen. 1587. Met eene verlenging van dit contract tot 1600. 1 charter. 1280. Uitspraak van het Hof van Vriesland in het geding tusschen de voogden van het St. Anthony-Gasthuis en de weesvoogden over den eigendom van twaalf roeden Opeinder veenen. 1610. 1 eharter. 1281. Acte van afstand door Gerrit Coenes en Bauck Ulbedr. van de bij hen in huur gebruikte landen, ten behoeve van hun zoon Wylt Gerrits. 1614. 1 charter. 1282. Contract met Wylt Gerrits over het vergraven der veenen te Oostermeer. 1625 (in duplo). 2 charters. 1283. Nader contract met denzelfden over het vergraven dezer veenen. 1629. Met eene kantteekening van de weduwe van Wylt Gerryts, waarbij zij afstand doet van de bij deze veenen behoorende „leven". 1631. 1 eharter. 253 Geertruid verklaren, als voogden van Jarich, zoon van Greta (Geêrtruids zuster) uit haar eerste huwelijk, dat Evert de goudsmid, Greta's tweede man, al hetgeen zij hem ten huwelijk aanbracht, heeft afgegeven en quiteeren hem daarvoor. Int jeer uus Herens M°CCCC° tria ende fiowertich up sente Benedictus dey abbatis. Inv. no. 67a. Oorspr. Papier. Met 2 opgedrukte zegels in groene was, van Freescher Peka en van Tdze Jukama. Het eerste sterk geschonden. N.B. Zie Oork. no. 12. 18. 1443. April 28. Lyauwo Oeffingha verklaart eene stede naast Wieren die. merser, thans bewoond door Jacop Peyler, voor 63 postulaatgulden verkocht te hebben aan Sybrent Peterszoon, man van Auck Douwama, voor welke som hg hem hierbg quiteert. Int jeer uus Herens dusent fiouwerhundert tria ende fiouwertich up Pascha achtenda. Inv. no. 6a. Oorspr. Perkament Met beschadigd zegel in groene was, van Hemka Tadinga, olderman van Leeuwarden. N.B. Zie Oork. no. 13. 14. 1443 Augustus 24. Jella Dylgisma verklaart, dat hg met zgn zwager Ewert, den goudsmid, weduwnaar van zijne zuster Foeka, overeen is gekomen, dat Ewert, zoodra Foeka's voorkinderen volwassen zgn, aan dezen 46 klinkerts, als hun moeders erfdeel, zal uitkeeren, waarmee hij dan aan alle eischen zal hebben voldaan. Int jeer ons Herens M.CCCC. ende XLIH up sunte Bartholomeus dey apostolL Inv. no. 676. Oorspr. Papier. Met 2 opgedrukte, licht beschadigde zegels in groene was, van Hemke Tadingha en van Johannes Tdzes. N.B. Zie Oork. no. 14. 15. 1450 Maart 24. Jetkia Medum verkoopt aan de voogden van het St AnthonyGasthuis een steenen huis, met de halve huisstede, welke ten oosten van het gasthuis, naast de Gasthuiskerk ligt, 254 Voor 1Ö0 oude schilden en quiteert hen voor de betaling. Int jeer uus Herens M°CGCC° ende fiiftich, up senta Maria jond anunciationis beate Marie virginis inder heiliger festa. Inv. no. 23. Oorspr. Perkament. Met 3 zegels in groene was, van Kempo Unyngha, Heneko Tadingha en Sibrent Hiddema, schepenen van Leeuwarden. N.B. Zie Oork. no. 15. 16. 1450 Mei 22. De grietmannen en hunne mede-rechteren in Tietjerksteradeel verklaren, dat zij aan de voogden van het St. AnthonyGasthuis ferdban geven op den aankoop van negen pondematen land van Syken Dylgisma, welke tusschen de Koelkameer en de Liachtameer liggen en zich over het Deel uitstrekken tot de Lenna, hebbende Jelka Smid ten zuiden en groote Bitzaert ten noorden. Int jeer ons Herens M°CCCC ende fijftich des fredes ney uus Heren himelfirdes achtenda. Inv. no. 88. Oorspr. Perkament. Met 3 zegels in groene was, van Amcka Bickwerdsma, Hidzar Hornada en Thyalla Hoytema. Het eerste beschadigd; 1 verloren. N.B. Zie Oork. no. 16. 17. 1455 Maart 5. Jelka Smid verklaart, dat hij aan St. Anthonius, patroon van het gasthuis te Leeuwarden, drie pondematen miedland, gelegen tusschen de Miedrijd en het Oud-deel en grenzende aan de landen van St. Antoon, overdraagt. Int jeer uus Heren M.CCCC ende LV des thijsdes foer sinte Gregorius papa. Inv. no. 87. Oorspr. Perkament. Met beschadigd zegel in groene was, van Johannes Idzszoon, schepen te Leeuwarden; 1 verloren. N.B. Zie Oork. no. 17. 18. 1455 Maart 18. De persona en de kerkvoogden van Nyehove verklaren verkocht te hebben aan St. Anthonius, patroon van het gasthuis te Leeuwarden, het 7» gedeelte van eene stede op de kamp, waarop Janka Smyts huis te Ferwerd staat, en waarvan de twee andere deelen reeds in het bezit van het gasthuis rijn. 276 83. 1497 Juni 28. Enghel Jans weduwe verklaart, dat. zij aan Katrijn, Jacob Cupers weduwe, 7 pondematen land, liggende op de Blocken, heeft verkocht tegen 28 gouden f§nsgulden, waarvoor zij haar quiteert. Int jeer uus Heren tusent fiourhondert sawn ende nioghentich op sente Peter ende Pauwels jawond apostolorum. Inv. no. 110. Oorspr. Papier. Het zegel verloren. N.B. Zie Oork. no. 80. 84. 1498 Maart 23. Hobbe Hermanna en zijne vrouw Remyd verklaren aan Griet van Sneek, Peter Backers weduwe, drie koegangen land in Janthiema-fenne voor 45 gulden rijnsgulden verkocht en deze som van haar ontvangen te hebben. Int jeer uus Heren tusen fyouwerhundert acht ende nyoghentych des fredis to farre annunciacionis Marie. Inv. no. 49a Oorspr. Papier. Het zegel verloren. N.B. Zie Oork. no. 81. ' 85. 1498 Mei 10. Jan Sibrenzoen (Auckama) olderman van Leeuwarden, met Binth Abinghe zijne vrouw, hare moeder en hare beide broeders, verklaren aan de Heilige-Sacramentsvoogden te Leeuwarden eene rente van zes enkelgulden uit een goed te Jelsum verkocht te hebben voor de som van 90 enkelgulden, welke rente Rinth's ouders indertijd voor hetzelfde bedrag van de stad Leeuwarden hadden gekocht en die haar uit de erfenis van haren vader Fecke ten deel was gevallen. Zg quiteeren de Sacramentsvoogden voor de goede betaling. i Int jeer uus Heren thusen fiouwerhondert achtendetnyoghentich op den dey Gordiani -et Epimachi martirum. Inv. no. 87. Oorspr. Papier. Met 3 opgedrukte, beschadigde zegels in groene was, van Jan Sibrens, heer Peter, vicaris te Leeuwarden, en heer Fedde, persona te Oldehove. N.B. Zie Oork. no. 82. 86. 1498 Juni 10. Sybrich Jellinga verklaart aan de Heilige-Sacramentsvoogden te Leeuwarden eene jaarlijksche rente van 2 arentsgul- 277 den, rustende op Syuwrdsmagoed te Lekkum, dat aan wijlen Tsumma Wyaerde heeft toebehoord, verkocht te hebben voor 30 arentsgulden, voor welke som zij hen quiteert. Int jeer uus Heren tusen fiouwer hondert acht ende tnyogentich des monnedeis ney Servacij episcopi. Inv. no. 88. Oorspr. Papier. Met opgedrukt zegel in groene was, van heer Tzalingh te Marssum. N.B. Zie Oork. no. 83. 87. 1499 Mei 2. Gheryt Midlerkerck, kerkvoogd van St. Vitus, verdeelt bij testament zijne nalatenschap in drie deelen: het eerste dient tot uit keering van talrijke legaten aan kerken, geestelijken, gasthuizen en armen, waarbij aan de beide gasthuizen te Leeuwarden elk 1 gulden en aan de Heilige-Sacramentsvoogden aldaar 6 gulden wordt besproken; het tweede vervalt aan het klooster Klaarkamp en het derde aan zijne kinderen. Int jaer ons Herens MCCCC ende neghen ende neghentich daghes na Philippi et Jacobi. Inv. no. 187. Authentiek afschrift uit de 19e eeuw, geteekend 6. Colmjon. Papier. N.B. Zie Oork. no. 83a. Het origineel berust in het Rijksarchief in de provincie Friesland. 88. 1600 Maart 12. Jan Sybazoen en Aggha Lyuukama doen uitspraak in het geschil tusschen Wyllem Albertzoen en Saek Ywesdochter over eene rente van drie en een halven enkelgulden, rustende op Knossenre-goed in de Vijfgaen bij Sneek, welke rente Saek binnen vier of vijf jaar mag afkoopen tegen 45 enkelgulden. Int jeer fan XVc op sent Gregorys dey. Inv. no. 118. Oorspr. Papier. Met 9 opgedrukte zegels in groene was, van Garbren, persona te Inekhuusen, en van .... Myttyszoen.1) N.B. Zie Oork. no. 84. 89. 1500 November 30. De voogden van het. St. Jacobs-Gasthuis te Leeuwarden verklaren, dat zij Jelle Hesselzoen en Sibbel Jellama tot proveniers hebben aangenomen en hun kost, kleeding, huis- ') Door beschadiging van het papier is de voornaam verdwenen. 278 vesting en vuur zullen verleenen als aan andere proveniers, waartegen Jelle en Sibbel aan de voogden afstaan: het huis, waarin zij nu wonen, zeven pondematen land over het Deel en 5 koegangen in Buweerstera-fenne, terwijl zij, bij hun overlijden, van zeven pondematen land op het Nieuwland, welke zij tot hun lijfstond behouden, er twee aan St. Vitus, drie aan het Sacramentsgild en twee aan de Minderbroeders bespreken. Int jeer uus Herens tusen ende fijf hundert up sente Andreas dey appostoli. Inv. no. 50. Oorspr. Perkament. Met beschadigd zegel van master Mamme, in groene was; 2 verloren. N.B. Zie Oork. no. 85. 90. 1501 April 3. Sibbel (Sybrantsdr. Auckama) Sibbitzme weduwe bespreekt, onder vele legaten, aan het St. Anthony-Gasthuis en aan het St. Jacobs-Gasthuis elk één rijnsgulden,, terwijl, indien haar zoon Sibren kinderloos overlijdt, het 7S gedeelte van diens nalatenschap zal vervallen* aan de „rechte armen" te Leeuwarden. Int jeer uus Herens tusen fijfhundert ende een ub Palme jond. Inv. no. 7. Authentiek afschrift, geteekend P. Eemskerck.') Papier. N.B. Zie Oork. no. 86. 91. 1501 April 25. Maester Mamme en heer Fedde, pastoors te Oldehove en Jees, weduwe van Wille. Hyntyama verklaren, dat Wille aan de Sacramentsvoogden te Leeuwarden de stede heeft verkocht, waarop nu de schuur van het St. Jacobs-Gasthuis staat en daarvoor den koopprijs heeft ontvangen, en dat deze voogden volkomen hebben voldaan aan de verplichtingen tegenover Jees, hun opgelegd door het testament van Wille, die hun de twee ledige steden naast die schuur heeft besproken. Int jeer uus Herens tusen fijfhundert ende een up sinte Mercus dey ewangeliste. Inv. no. 70. Oorspr. Perkament. Met 2 zwaar beschadigde zegels in groene was, van Maester Mamme en heer Fedde. N.B. Zie Oork. no, 87. *) P. Eemskerck was van 1557—1578 griffier bg het Hof van Friesland. 279 92. 1502 Januari 21. De prior, supprior en conventualen van het Jacobijnerklooster te Leeuwarden ter eenre, en de Heilige Sacramentsvoogden aldaar ter andere zijde, verklaren met elkaar een wandelkoop te hebben aangegaan, waarbij aan de laatsten eene stede, door Wille Henthiama aan het klooster besproken en liggende tusschen de schuur van het St. JacobsGasthuis en het huis, vroeger door Wille bewoond, ten deel valt; terwijl de eersten een oud schild rente uit Bowlsma-goed te Hyum, dat Tyemck Boulsma, vrouw van Gherbet Mynnama, aan de Sacramentsvoogden heeft gelegateerd, ontvangen. Int jeer uus Heren fifftien hondert ende twa op sinte Agnieten dey. Inv. no. 80. Oorspr. Perkament. Met 1 licht beschadigd zegel in roode was, van het klooster der Jacobijnen en 1 ongeschonden zegel in groene was, van Mammo, persona te Oldehove. N.B. Zie Oork. no. 88. 93. 1503 October 26. Bauke Gossema en zijne vrouw Griet ter eenre, en de Sacramentsvoogden ter andere zijde, verklaren, dat zij met elkaar de volgende overeenkomst hebben aangegaan: de laatsten nemen de eersten als proveniers, op de gebruikelijke voorwaarden, in het 'St. Jacobs-Gasthuis op ; de eersten staan daarvoor af: het door hen bewoonde huis, met 2 koeien en hooi, benevens 5 pondematen land op Colmeland, op het Nieuwland, 3 pondematen op Jelsum er Oudland, genoemd Bobbenghe-kamp, en 3 7* pondemaat op Jelsumer Nieuwland. Int jeer uus Herens MCCCCC ende trya op sinte Amandus dei.' Inv. no. 51. Oorspr. Perkament. Met 2 zeer geschonden zegels in groene was, van Maester Mamma en Fedde, pastoors te Oldehove. N.B. Zie Oork. no. 89. 94. 1503 Mei 8. Rolif Dregger verklaart aan Siurd scutmaeker, burger te Leeuwarden, ééne koegrazinge land in Buweerstera-fenne voor 20 Hoérnties gulden verkocht en de koopsom ontvangen te hebben. 280 Int jeer uus Heren tusen fijfhondert ende tria op den achtendei in maiamonna. InT. no. 90. Oorspr. Papier. Het opgedrukt, sterk beschadigd zegel in groene was, van Peter Beerndzoen, vicaris te Oldehove. N.B. Zie Oork. no. 90. 95. 1505 Januari 17. Claes Jacop zoen en Albert Reyner zoen doen uitspraak in het geschil tusschen de voogden van het St. Jacobs-Gasthuis ter eenre, en Wopke wever en zijne vrouw Yd ter andere zijde, over de verkoopsom van het huis, op de zuidzijde van de Nieuwestad, dat door wijlen Wautthye Gaele zoen bewoond is geweest, en dat hierbg voor 70 gouden rèjnsgulden aan de laatsten wordt toegewezen. Int jeer uus Heren ffijfftyenbundert ende ffijff up sinte Anthonius dei confessoris. Inv. no. 97. Oorspr. Papier Het zegel verloren. N.B. Zie Oork. no. 91. 96. 1505 Maart 12. Aedzert, Tzalingh en Gerbeth, zonen van Lieuwe Minnema, verklaren, dat zij van de Heilige-Sacramentsvoogden en de Predikheeren te Leeuwarden, door tusschenkomst van den Raad van den Hertog van Saksen, hun aandeel ontvangen hebben in eene jaarlijksche rente van 8 schilden, welke door hun oom Gerbeth Minnema aan de armen en aan het convent was besproken. Int jeer uus Heren tusen fijfhondert ende fijff op ten (HHen dey ney) den snyond als men (syongt ) in der festen. ') Inv. no. 71. Oorspr. Papier. Zeer beschadigd. Met 2 opgedrukte, licht geschonden zegels in groene was, van Albert, persona te Leckum, en Foppa Matthijszoen Oengha, schepen te Leeuwarden. N.B. Zie Oork. no. 99. I 97. 1505 April 12. Anscke, Johan Sybrandsdochter (Auckama) Iaat bij hare intrede in het klooster, al hare goederen na aan haren zoon Frans Atta zoen, met uitzondering van eenige legaten, ') Dezen datum heb ik uit de tekstuitgave der „Oorkonden" overgenomen; hij is thans onleesbaar. 281 waaronder eene bezwaarde stede, welke zij aan de HeiligeSacramentsvoogden bespreekt. In den jaer ons Heren dusent vijf hondert ende fijf op ten saterdach voer die derde sondach nae Pasce achtene. Inv. no. 56. Oorspr. Perkament. Het sterk beschadigd zegel in groene was, van Johannes, abt te Dokkum; 2 zegels verloren. N.B. Zie Oork. no. 93. 98. 1505 October 3. De voogden van bet St. Jacobs-Gasthuis ter eenre, en Syrd Myrckszoen, met toestemming van diens voogden, ter andere zijde, komen overeen, dat Syrd voor zgn leven in het gasthuis zal worden opgenomen, waartegen hij aan dit gesticht overdraagt 3'/* pondemaat land te Tiedmarum in Synada-goed, 2 pondematen op de Schingen, genaamd Sinte Ghertrudisfenne en nog vijf pondematen te . . . .') Int jeer uus Heren tuusen vijf hondert ende fijf op ten tredda dey in octobri. Inv. no. 52. Oorspr. Perkament. Het het zegel van Leeuwarden in groene was; 1 zegel verloren. NA Zie Oork. no. 94. 99. 1506 Sept. 13. Sibbel (Sybrantsdochter Auckama) Sybet's weduwe bevestigt, met eenige kleine veranderingen, het testament, dat zij in 1501 heeft gemaakt en handhaaft daarbij de bespreking van een rijnsgulden aan het St. Anthony- èn een aan het St. Jacobs-Gasthuis, benevens eene uitkeering aan de huiszittende armen. Int jeer XVc ende sex den XHI dey septembris. Inv. no. 8. Authentiek afschrift nit de 16e eeuw, geteekend P. Eemskerck. Papier. N.B. Zie Oork. no. 95 en de noot bij reg. no. 90. 100. 1507 Juni 20. Foppo Mathias Unninghe, schepen van Leeuwarden, verklaart van Willem Albertszn. en de zijnen het hem door uitspraak van zoenslieden toekomende aandeel in de nalatenschap van wijlen Katerijn ontvangen te hebben. ') Dit woord is door beschadiging van het perkament verdwenen. 282 Int jeer uus Heren tuusent fijfhundert ende sawnd dyn twynttiehte dey in juny. Inv. no. 111. Oorspr. Papier. Met opgedrukt, licht beschadigd zegel in groene was, van Foppo Mathias Unninghe. N.B. Zie Oork. no. 97. 101. 1507 Februari 20. Syuurd schipsmeier verklaart, dat hij aan de voogden van het St. Jacobs-Gasthuis eene koegrazinge in Buweersterafenne, welke hij voorheen van Roelif Dreggher heeft aangekocht, voor 8 gouden rijnsgulden heeft overgedragen, voor welk bedrag hij hen quiteert. Int jeer fijffteenhundert ende saun opten snyoun toe ferra sinte Peter ad cathedra. Inv. no. 90a. Oorspr. Papier. Met opgedrukt, lieht geschonden zegel in groene was, van Thimen Frerickzoen, schepen te Leeuwarden. N.B. Zie Oork. no. 96. 102. 1507 September 23. Sybe Oenthiezin, te Leeuwarden, verklaart, dat hij van de voogden van het St. Jacobs-Gasthuis de som van 32 gouden rijnsgulden heeft ontvangen, als koopsom voor 14 pondematen land, geheeten „de Poel" en liggende in Peinseraghae, welke hij hun op 20 Februari 1507 verkocht heeft. Int jeer fijfftien hundert ende saun opten XXHJ dey septembris. Inv. no. 92. Oorspr. Papier. Met opgedrukt, licht beschadigd zegel in groene was, van Timen Frerickzoen, schepen te Leeuwarden. N.B. Zie Oork. no. 99. 103. 1508 Maart 9. Syuck Kammingha verklaart met de voogden van het Heilig-Sacramentsgilde een wandelkoop te hebben gesloten, waarbij de laatsten 4 gouden rijnsgulden rente uit een goed te Leckum en 8 pondematen land op Blitzaerder hemrik onder Leckum zullen ontvangen, waartegen hijzelf al de landen in klein Doekema-goed, door Albert Claeszn. aan de armen besproken, met een toehaak van elf rijnsgulden, verkrijgt. 288 wandelkoop met elkaar te hebben gesloten, waarbij de laatsten 14 pondematen land onder Marssum, Beetgum en Goutum, benevens een toehaak van één last koren ontvangen, en de eerste 11 pondematen land verkrijgt, waarvan er 6 bij de Galgefenne en 5 op Colmerland liggen. Actum int jeer XVc ende twintieh opten XHen dey Aprilis. Inv. no. 39. Oorspr. Papier. Met 9 opgedrukte zegels in groene was, van Tyaert van Burmania en van de stad Leeuwarden. N.B. Zie Oork. no. 117. 120. 1520 Mei 25. De oversten en broeders van het Predikheeren-klooster te Leeuwarden verklaren, dat zij aan de voogden van het St. Anthony-Gasthuis aldaar twee pondematen land in Buweerstera-fenne voor 18 goudgulden verkocht en de koopsom ontvangen hebben, welke zij hebben besteed voor den bouw van hunne nieuwe kerk. Int jaer ons Heren dusent fijfhondert ende twintieh op den fijf en [de twintichsten dach] des maentz ghenoempt Mayus. Inv. no. 40. Oorspr. Papier. Sterk beschadigd. Met opgedrukt zegel in roode was, van het Jacobijnerklooster. N.B. Zie Oork. no. 118. 121. 1524 Februari 17. Taka Tiepka zoen en zijne vrouw Reemrich Claesdochter, te Leeuwarden, verklaren, dat zij aan de voogden van het St. Anthony-Gasthuis aldaar 5 pondematen woudland, liggende aan de overzij van het Ouddeel en aan weerskanten aan land van het gasthuis grenzende, voor 16 enkelgulden verkocht en deze koopsom ontvangen hebben. Int jeer uus Heren tusen f ij ff hondert ende ffyower ende twintieh opten XVIIon dey februarij. Inv. no. 41. Oorspr. Perkament. Met zeer beschadigd zegel in groene was, van Peter Johanzoon, burgemeester van Leeuwarden. N.B. Zie Oork. no. 119. 122. 1524 April 19. Jhero Abbezoen, bewaarder der grietenij voor Joost van Buurmanya, grietman over Leeuwarderadeel, verklaart, 289 dat hij aan de voogden van de armen te Leeuwarden consent verleent op hunne overeenkomst met Hans van Grombach, waarbij zij eene jaarlijksche rente van 10 goudgulden nit een goed te Stiens hebben ontvangen. Datum den XIX Aprilis XVc fionwer en twintieh. Inv. no. 42. Oorspr. Papier. Met opgedrukt zegel in groene was, van Jhero Abbezoon. N.B. Zie Oork. no. 120. 128. 1526 November 13. Albert Wilckezoon bespreekt, onder bezwaar van vruchtgebruik door zgne vrouw Remck, de helft van het door hen bewoonde huis, aan de voogden van het StAnthony-Gasthuis, en de andere helft aan Onze-Lieve-Vrouwe en St. Vitus. Int jaer ons Heren M vijfhondert ende vijf en twintieh op Brictii Episcopi dach. Inv. no. 10. Oorspr. Papier. Met opgedrukt, beschadigd zegel in groene was, van Petrus Syrici, vicaris van St. Vitus. N.B. Zie Oork. no. 121. 124. 1626 Januari 24. Aesge Aesgezoon, Lyuwe Lyuwezoon en Peter Johanzoon doen, als scheidsrechters, uitspraak in het geschil tusschen de voogden der armen en het St. Anthony-Gasthuis, als verkoopers, ter eenre, en Jacob Jelyszoon met zijne vrouw Yda ter andere zijde, over den verkoop van „der armen huis" met schuur, ledigen grond en daaraan gelegen vijf kamers, de Heilige-Sacramentskamers genaamd. Zij bepalen den koopprijs op 550 goudgulden en geven den koopers het recht een gedeelte dier som als hypotheek op het pand te laten staan, met recht van aflossing. Datum opten XXHHen dach January anno XVc sess ende twintieh. Inv. no. 46. Gelijktijdig afschrift van de hand van den stadssecretaris Wilco Folckerts. Papier. N.B. Zie Oork. no. 122. 125. 1528 Augustus 27. De pater, oversten en conventualen van het Oege-klooster te Bolsward verklaren aan de voogden der armen en het 19 290 St. Anthony-Gasthuis eene koegrazinge lands in de Galgefenne bij Leeuwarden, welke hun door Jarich goltsmidt bij testament is besproken, voor 35 goudgulden verkocht en den koopprijs daarvoor ontvangen te hebben. Datum opten XXVTIen dach Augusti anno XVc acht ende twintieh. Inv. no. 43. Oorspr. Papier. Met opgedrukt zegel in groene was, van het Oege-klooster. N.B, Zie Oork. no. 183. 126. 1530 Februari 4. Juycke Sydszoen, huurder van de plaats te Wanswert, welke aan de Leeuwarder armen toebehoort, verklaart voor 30 goudgulden aan de voogden dezer armen eene jaarlijksche rente van 2 goudgulden verkocht te hebben, rustende op drie pondematen land, welke bij dezelfde plaats liggen en hem toebehooren, onder bepaling, dat het hem vrij zal staan deze rente binnnen de vijf jaar weer in te lossen. Actum opten lillen dey February anno XVc XXXo. Inv. no. 44. Oorspr. Papier. Met opgedrukt zegel in groene was, van Dominicus Pybezoon, burgemeester van Leeuwarden. N.B. Zie Oork. no. 124. 127. 1530 Maart 26. Cornelys Alexanderzoen van Bergen op Zoom, ziek liggende in het St. Anthony-Gasthuis te Leeuwarden, laat aan het Godshuis van de „pauperes Christi" en het St. Anthony-Gasthuis, al zijne goederen, geene uitgezonderd, bij testament na. Hij vermeldt daaronder een schuld van honderd philipsgulden, welke hem toekomen van Syurd Janszoen te Sneek, en onterft uitdrukkelijk zijne dochter, indien deze nog in leven mocht zijn. In den jaer onzes Herenn Jhesu Christi Geboerte dusent vijf hondert ende dertich opten sess ende twintichsten dach des maents Martii. Inv. no. 11. Oorspr. Perkament. Geschreven door Wilko Folkertzoon, secretaris en notaris, en onderteekend met zijne signatuur. N.B. Zie Oork. no. 125. 291 128. 1530 Juli 4. Syuerd Andla verklaart, dat wijlen zijne moeder Jets, weduwe van Renick Andla, bij testament aan de rechte armen te Leeuwarden 14 einsen land, in huur bij Tyaerd Burmania, besproken heeft, en dat hij deze aan de Sacramentsvoogden overdraagt. Hij deelt mede, dat zijne moeder, die in Juni 1521 overleden is, hem herhaaldelijk heeft gezegd, dat zij in 10 of li jaar geen huur van Tyaerd Burmania heeft ontvangen. Schryoun anno XVc XXX den Iin«n dey July. Inv. no. 91. Oorspr. Papier. Eigenhandig geschreven en onderteekend door Syuerd Andla. N.B. Zie Oork. no. 126. 129. 1530 December 22. Hylgond, de vrouw van Syurd Buyckes, verklaart, dat zij haar huis op Kamminghahorne in de Kleine Hoogstraat bezwaard heeft met eene jaarlijksche rente van 1 gouden philipsgulden, met recht van inlossing, ten bate van Claes Dirckszoon en zijne vrouw Ded, die haar daarvoor 10 philipsgulden hebben gegeven, voor welk bedrag zij hen quiteert. Int jaer XVc dartich altera Thome apostoli. Inv. no. 118. Oorspr. Papier. Het zegel verloren. N.B. Zie Oork. no. 127. 130. 1531 Februari 6. Jacob Thijszoen en Rixta Gabbadr., zijne vrouw, verklaren, dat zij hun nieuw huis op de Nieuwestad hebben bezwaard met eene jaarlijksche rente van 8 goudgulden, met recht van inlossing binnen de vijf jaar, ten bate van Pieter Johanzoen (Auckama), die daarvoor 100 goudgulden heeft betaald, voor welke som zij hem quiteeren. Int jeer uus Heren tusen fijffhondert ende een ende triuchtich opten Vlon dey in Februario. Inv. no. 119. Oorspr. Papier. Het zegel verloren. N.B. Zie Oork. no. 128. 131.. 1531 Juni 9. Lenaerdt Huge en Anna Jacobsdr., zijne vrouw, verklaren 292 aan Sytthye Jellte zoon en diens vrouw Barbara een huis met kamertje, staande aan het stadsbolwerk, in de buurt „de Nye Werlt," en belast met eene grondpacht van 12 stuivers, voor 12 goudgulden verkocht te hebben, voor welk bedrag zij hen quiteeren. Actum opten Vllen dach Juny anno XVc XXXI». Inv. no. 120. Oorspr. Papier. N.B. Zie Oork. no. 129. 132. 1531 Juli 18. Meester Marten en zijne vrouw Henrick, eertijds weduwe van wijlen meester Lambert, rector in de schole te Leeuwarden, en hare kinderen verklaren, dat zij met de voogden der armen te Leeuwarden eene overeenkomst hebben gesloten, waarbij zij dezen het gebouw afstaan, dat meester Lambert vlak naast de school had laten timmeren, terwijl zij en hare kinderen daarvoor twee kamers achter op de stede naast de school ontvangen, welke voor het jaar 1531 van stedelijke grondpacht vrijgesteld zullen zgn, doch bij verkoop belast zullen worden met eene grondpacht van 5 stuivers elk, terwijl de Magistraat haar bovendien eene ton roode boter schenkt. Actum Leeuwaerden opten XVffien dach July anno XVc XXXIo. Iny. no. 25. Oorspr. Papier. Met opgedrukt zegel in groene was, van meester Augustinus, burgemeester Tan Leeuwarden. N.B. Zie Oork. no. 130. 133. 1531 November 14. De voogden' van het St. Anthony-Gasthuis verklaren, dat zij, met consent van de Magistraat van Leeuwarden, Aucke metzelaar en zijne vrouw Gauts tot proveniers in het gesticht hebben aangenomen, waar zij spijs en drank, doch geene kleeren of schoenen zullen ontvangen; dat daartegen Aucke zich zal belasten met het metselwerk in het gasthuis en het opzicht zal houden over de gebouwen, terwijl hij voor het metselwerk, zoo noodig, knechten mag aannemen op kosten van het gasthuis, en dat zij bij hunne intrede in het gasthuis 50 goudgulden in eens betalen en aan dit gesticht verschillende huisrenten overdragen. 316 Het alphabetiseeren van de Friesche namen bood eene eigenaardige moeilijkheid aan, daar in het Friesch een tweeklank voorkomt, welke het Nederlandsch met kent In oude stukken wordt hij meest ae, thans meer ea geschreven Naast dezen tweeklank, die meestal in open lettergrepen voorkomt, bgv. in Aele, of Eale; Aebe of Eabe, vindt men ook de ae, die, evenals in het Nederlandsch, eene verdubbeling van de a is; bgv. in Aeffke. De laatste is onder de letter A., de eerste onder de letter E. opgenomen. De Friesche y, welke voor een klinker tot j verzwakt, zooals in Tyaerd en Tyebbe, klinkt soms als ie, bijv. in Lycle, Sytse, Wytse, en dan weer als i bijv in Rynsk, Rynts, Ryxt. Deze letter is naar den klank gealphabeüseerd. Opgemerkt zij hier nog, dat Friesche mannennamen voor Hollandsche ooren niet altijd van vrouwennamen te onderscheiden zgn: zoo duidt Anne een man, en Anna eene vrouw aan. Wytse, Baucke, Aucke zgn mannen, Wyts ofWytske' Bauck of Bauckje, Auck of Auckje, vrouwen. Zelfs komt het voor, dat dezelfde vorm voor mannen- en vrouwennamen gebruikt wordt, als bgv. Sjoucke, welke naam gewoonlijk door mannen gedragen wordt, doch waarmee in regest no. 31 eene vrouw wordt aangeduid. Hieruit vloeit soms eene schgnbare afwijking in de alphabetische volgorde der voornamen voort Dit, wat de voornamen betreft Wat de familienamen aangaat, hierbij «Sn personen met denzelfden bg- of familienaam opgegeven in de alphabetische orde hunner voornamen; zijn ook deze gelijk, dan beslist de volgorde, waarin zij in den inventaris voorkomen. VerlatJniseerde patronymica gelden ais familienamen. Onder de familienamen zgn ook namen van enkele bedrijven opgenomen, die zoowel een bg- of familienaam, als een bedrijf kunnen aanduiden. Personen, die hetzelfde ambt hebben bekleed, zgn geplaatst volgens de voornamen, en zoo deze niet bekend zijn, volgens de familienamen. A. PERSOONSNAMEN. 1. Voornamen. A. Aefke Abels, weduwe van Abel Hilles Tebbinga, I. 616. Aeff Allerts, I. 949. Aeff Harmensdr., weduwe van Binnert Gosses, I. 189. Aefke Jansdr,, I. 339. Aeffke Jans, I. 448. Aefke Jans, weduwe van Jan Wybes Rouckema, I. 504. Aeffke Jetses, I. 457. Aef Cornelisdochter, vrouw van Claes Jochems, I. 758. Aaffke Mammes, I. 566. Aefcke Mammes, I. 812. Aeff Roeloffs, vrouw van Botte Poppes, I. 1195. Aeffke Syerdts, I. 305. Aeff Wybedr., vrouw van Pieter Poppes, R. 184. Agtien Edgers, I. 874. Aecht Heere, schippersweduwe, I. 288. Aagje Heeres, wed. van Sybe Jans, I. 1233. Aekke Lucas, vrouw van Willem Egberts, I. 306. Alijd Arende, I. 115; R. 114. 31? Aelke Beenthia's, vrouw van Beenthia Cuper, I. 98; R. 20, 50. Aeltie Hendricx, I. 598. Alijdt Hermansdr., I. 1302; R. 151. Aaltie Hessels, vrouw van Atse Pyters, I. 542. Aeltie Hiddedr., vrouw van Cues Sy- brandts, L 323. Aaltie, Itie Clasendr. I. 863. Alijt Jacobs, vrouw van Jaeob Femmijszn. I. 932; R. 135. Aaltie Jacobus, vrouw van Cornels Fed- des, I. 1338. Alijdt Jansdr., van Groningen, I. 167. Aelcke Jansdr., I. 189. Aeltien Jans, weduwe van Marcus Vrindt, I. 547. Aeltien Jans Cluiver, L 772. Aeltye Johannesdr., weduwe van Floris Jarichs, vrouw v. Jan Harings, 1.1214. Aeltie Lieuwes, weduwe van Sicke Ob- bes, I. 549, 566. Alijt Sybrantsdr., I. 153; R. 189 en 190. Aeltie Sickes, vrouw van Jan Harmens, I. 385. Alijet Taeckes, weduwe van Johan Hinckarts, I. 908; R. 147. Aaltie van der Velde, I. 1132. Abbe Douwezn., R. 169. Abbe Freerks Gabbema, I. 1323. Abe Halbes, I. 1122. Abbe Yes Ryckerda, I. 676» Abbe Jacobs, I. 757. Abbe van Bootsma, I. 1032. Abe Schroer, I. 1304. Abel HiUes Tebbinga, I. 516. Abel Tymens, I. 854. Abigaël Wouwenaer, vrouw van Dirck Jacobs, I. 645. Abraham Lodewicx, I. 695. Abraham Pyeters de la Porte, L 876. Abraham de Schepper, I. 928. Abraham Vooghding, I. 560. Arien Jans, I. 369. Aerien Luyties, I. 234. Ariaen Warnaerszoon, R. 156. Arjaantie Hanses, I. 536. Agge Heeres, I. 1274, 1275. Agge Lolckes, I. 815. Age Louws, I. 1272. Aggo Ockozn., persona te Oosterend, R. 118. Agga Peers, R. 71. Agge Symenzoen, 1.1061,1269; R. 150a, 1505. Agge Kuyper, R. 143. Aggha Lywkama, R. 88. Agnis de Besko, I. 707. Ayll, Aelthie Wythiesdr., L 37, R. 116. Albert Jacobs, L 317. Albert Jacobszn., R. 154. Albert Janzn., R. 146. Albert Reynerzn., R. 95. Albert Sickis, I. 80, 68; R. 29, 82, 33. Albert Uylckes, I. 316. Albert Wilckezoon, I. 10; R. 123, 143. Albartus Scheverstein, I. 684. Alberth Tammynga, I. 741; R. 181. Albertus, procurator van Thabor, R. 42. Albert, prebendarius in het St. AnthonyGasthuis, R. 60. Albert, persona te Lekkum, R. 96. Albert, prebendarius te Oldehove, R. 114. Albertie Jans, I. 586. Alef Douwes, I. 1236. Alexius van Gel, L 976. AUert Aggesz. I. 978. AUert Doedis, R. 74. Alle Douwes, I. 1062, 1063. AUert Claeszn., I. 93, 125; R. 75 en 103. Alle van Burum, I. 958. AUert Kerckman, I. 620. Allard Scheltinga, I. 1162. Alijdt, zie Aaltje. Amcke Rickwardsma, R. 16. Amel Aernsz. van Bloemendal. I. 754. Amelia Jansdr., I. 240. Andrijs Auckes, I. 565. Andries Eelckes, I. 185. Andries Gerloffs, I. 334. Andries Jan FJles, I. 196. Andryes Jans, I. 222. Andries Sybes, I. 206. Andries Tjeerds, I. 1107, 1108. 318 Andries Straetman, I. 603. Anna Alberts, weduwe van Popcke Luytiens, [. 405. Anna Tonysdr., vrouw van Liuwe Liu- wes, I. 318. Anneke Theunis, weduwe van Hendrick Rijsdorp, I. 778. Antie Arjens, weduwe van Age Louws, vrouw v. Heere Sybrens, 1.1272 1273. Antie Beerns, vrouw van Gillis Ockes, I. 394. 722. Antie Bernardus, vrouw van Minne Fed- des, I. 583. Anna Bottedr., wed. van Dirck Dircks, I. 946. Anna Broersdr., I. 738; R. 164. Anna Davids, I. 264. Anna Douwes, weduwe van Doye Eerdts, 1. 204. Antie Eelckes, I. 479. Anneke Feyckes, weduwe van Marten Rebrechts, I. 761. Antie Gerryts, weduwe van Folckert Jeltes, I. 428. Anna Goeyttiens, vrouw van Johan Petreius, I. 934e. Anna Harmens, I. 947. Anna Hermensdr., weduwe van Gercke Syucxs, I. 938. Antie Hendrix, I. 551. Antie Hendrix, weduwe van Jentie Annes, I. 558. Antie Hendricks, I. 694, 1300. Antie Ypckes, vrouw van Gerben Pyters van Statum, I. 624. Anna Jacobsdr., vrouw van Lenaerdt Hugezn., I. 120; R. 181. Anna Jacobsdr., vrouw van Reyner Dircks, I. 298. Antie Jakes Verbrugge, weduwe van Wierd Vos, I. 528. Anscke Johan Sybrandsdr. Auckama, R. 97. Anna Jansdr., vrouw van Poucke Benne- zn., I. 163. Anna Jans, vrouw van Sicke Gerbrandts, I. 390, Antie Jans, I. 512. Antie Hanses, vrouw van Watse Pyters I. 531. Anneke Jansen van Bijleholdt. I. 556. Antie Jans, weduwe van ds. Petrus Kingma, I. 687. Antie Jariehs, weduwe van Jacob Dircks I. 362. Anna Jeremyesdr., I. 304. Antie Joosten, I. 555. Antie Clases van der Mey, I. 449. Antie Clases, I. 625. Anna Cornelis*, I. 952. Antie Lourens, I. 673. Ansck Luythiesdr., I. 157. Anna Martens, I. 197. Antie Martens Colt, vrouw van Abbe Yes Ryckerda, I. 576. Antie Martens, vrouw van Claes Clasen Fonck, I. 779. Antie Thgsses, weduwe van Tiete Pie- bés, I. 686. Anna Michyelsdr., vrouw van Frans Juwsz., I. 246. Anna Ottia, vrouw van Jurien AUerts, I. 329. Anna Rimmerts weduwe, I. 327. Ansck Rinsedr., weduwe van Minke Hendricx, I. 258. Anna Rintzedr., wed. van Seerp Hania, I. 1182. Antie Sygersdr., weduwe van Gerryt Jans, I. 399. Anna Tyaerts, vrouw van Doytze Pieters, I. 248. Anna Wybedr., vrouw van Syurdt Frederix, L 215. Anna Wybes, I. 622. Antie Willems, weduwe van Assuerus de Ring, I. 641, 733. Antie Wouters, vrouw van Sipke Clases, later vrouw v. Wopke Eyberts, 1.1148, 1149. Ansck Auckama, R. 137. Anna Bouma, I. 809. Antie Buitenpost, I. 677. Anna van Burmania, I. 890. Anna Datis, I. 338. Anna Dekemans, I. 443. 3*9 Anneke Herdtsgreeven, weduwe van Francois Matijssen, I. 473. Anna van Keppel, I. 1078. Antie Kingma, weduwe van Thijs Piers, I. 641. Anna Crotnminga, vrouw van Pbilibert Leliën, I. 511. Anna Margriet Lieskert, vrouw van Jeroen Mentingh, I. 700. Antie Meyldam, I. 478. Anna van Ockinga, vrouw van Joost van Ewsum, I. 984. Antje Roorda van Fresema, weduwe van Willem Harmens, I. 442. Anna Elisabeth Rotmans, I. 648. Anna Sweldrager, I. 741. Anne Jenties Prins, I. 553. Anne Clases Jellema, I. 1038. Anne Thomas, I. 386. Ane Ens, L 951. St Anthonius, I. 128; R. 5, 6, 8, 11, 17, 18. Thonis Thoniszn., I. 952a. Tbonys Benedictus, I. 239. Thonis Jacobs, I. 1243. Theunis Jansen, I. 662. Theunis Janz., I. 780. Theunis Jansen, I. 836, 837. Thonis Jans, I. 1229. Thonis Jukes, L 755. Anthony Roelofs, T. 1326. Thonis Sydtszn., I. 213. Teuntie Anthonius, vrouw van Hans Samuels I. 954. Appollonia Hendrix, weduwe van Jetse Jigis, I. 321. Appolonia Reynersdr., vrouw van Pye- ter Douwes, I. 199. Arend Pieterzn., I. 115; R. 114. Arent van Surhusen, (ook wel: „van Zwolle"), I. 47, 48, 67—61, 72—76, 79—83; R. 25, 30, 32—34, 36, 38, 40, 41, 45, 47—49, 51, 52, 54, 64. Arent Wiarda, I. 879. Arentthien Rutgersdr., I. 156; R. 195. Arien, zie Ariaen = Adriaan. Arnold, persona te Ferwerd, R. 78. Assuerus de Ring, I. 541. Atse Dirks, I. 708. Atse Pyter*, I. 542. Ate Tziepkis, I. 351. Attie Jans, I. 501. Augustus Geukama, I. 1189, 1190. Augustinus, burgem. van Leeuwarden, R. 132. Auck Douwes, I. 823. Auck Feckedr. Cock, I. 1308. Auck Hardes, weduwe van Gerryt Gerryts, L 424. Auck Hendryck, weduwe van Willem Velsius, I. 281. Auckjen Hillebrants, vrouw van Abbe Freerks Gabbema, I. 1323. Auck Oeges, weduwe van Sybren Dirks, I. 1243. Auckyen Sybes, I 643. Aucke Symonsdr. I. 177. Auckien Wierds. weduwe van Jan Harmens, I. 592. Auck Wyberens, vrouw van Ulbe Johannes, I. 1211. Auck Wigerdr., I. 220. Auck Douwama, vrouw van Sybrent Peterzoon (Auckama) R. 13. Aucke Broers, L 1046. Aucke Hendrycks, I. 283. Aucke Clases, I. 1006. Auke Pabes I. 871. Auke Pieters de Vries, I. 1115a. Auka Syttiazn. Eelksma, R. 67. Auke ïierx, I. 769. Aucke, metzelaar, I. 4; R. 133. B. Baafke Clases, I. 667. Bale Hendricx Bredwer, I. 642. Balthazar van Warkutsch, I. 934; R. 165, 182, 186, 187. Berber Aerntsdr., I. 740; R. 178. Barber Feyckes, vrouw van Joost Heysmeyer, I. 514. Berber Felix, I. 462. Berber Jansdr., vrouw van Pyeter Pyeters, I. 803. Barbera Melchiorsdr., I. 261. . 329 Jan Reyns, I. 764. Johannes Rijpckes, I. 1136. Jan Rinnerts, I. 1085. Hans Roelandt, I. 584. Jan Roeloffs, I. 319. Jan Rompckes, I. 1226. Jat. Saeckis Sipma, I. 593. Hans Samuels, I. 954. Jan Sybazn., R. 88. Jan Sybrants (Auckama), R. 69, 82, 85. Jan Sygera, I. 294. Hans Thomas, I. 827. Jan Tierex, I. 1225. Jan Tjommes Wijngaarden, I. 925. Johannes Tzommes, I, 1255. Jan Ulbes, I. 796. Jan Ulbes, I. 1223, 1224. Jan.Wybes Rouckema, I. 504. Jan Wilemie, I. 826. Jan Willems, I. 1268. Jan Witte, I. 744. Jan van Arnm, R. 154. Jean Barton, I. 831. Johannes van den Bosch, I. 1173. Johannes Bouwma, I. 809. Jan Brunink, I. 837. Johan Dotingh, I. 925. Johannes Dotingh, I. 925. Jan van Eelen, I. 255. Joan Otto Faber, I. 925. Hans van Grombach, I. 35, 42; R. 108, 111, 122. Johan van Haren, I. 827. Johannes van der Heiden, I. 836. Johan Hermana, I. 1155. Johan Hinckarts, I. 908; R. 147. Jan Klingenburg, I. 806. Jan Cluiver, I. 772. Hans Landt, L 201. Jan van Leeuwen, I. 1316. Johannes Pelser, I. 751. Johan Petreius, I. 934e; R. 186, 187. Johannes Petreus, I. 1085. Johan ten Post, I. 834. Jan Hubreeht van Putten, I. 744. Jan Rattaller, L 943. Jan Schouwenburg, I. 737. Hans Casper Sleufoor, I. 1217. Hans Spannenburger, I. 891. Joannis Suikenhuis, I. 544. Johan Sweldrayer, I. 741. Jan van Swynderen, R. .186. Jan Versteveren, R. 171. Jan de Vries, L 936. Johannes Wesselius, I. 925. | Johannes Wisselpenningh, I. 815. Jan Wissema, I. 1057. Johan van den Zande, I. 995. j Hans, goudsmit, R. 58. Johannes, goltsmit, I. 67e en e; R. 19, 28. Janka Smyt, R. 18. Johannes, abt te Dokkum, R. 97. Jantien Aerns, I. 232. Janke Abrahams, vrouw van Jan Hendricx, I. 692. Jantien Impckes, weduwe van Geert Janssen, L 450. Janke Jacobs, weduwe van Ruurd Minnes, I. 1003. Jantie Jacobs, vrouw van Rienck Thomas, L 1228. Jantyen Jans, vrouw van Berent Hendrixzn., I. 214. Jantyen Jan Eysesdr., vrouw van Jan Sygers, I. 294. Jancke Jans, I. 605. j Jancke Jans, weduwe van Jan Schouwenburg, I. 735, 736. Janke Keimpesdr., vrouw van Claes Hiddes Coopman, I. 766. Jancke Keimpes, vrouw van Gijshert Hendricks, I. 621, 775. Jancke Pijtters, vrouw van Upke Rinses, I. 704. j Jancke Pyters, I. 815a. Jancke Sybes, L 643. I Janneke Sytses, I. 668. Janke Wybrandus, vrouw van Johannes Melcherts, I. 875. Janke Willems, vrouw van Freerck Taekes, I. 688. Janneken Dysenbeecke, weduwe van Jan Pyters van Acht, I. 209. Janneke Pfeiffers, I. 608. Johanna Ruith, weduwe van Joseph Schattenberg, I. 1333. 330 Johanna Geertruid Syvers, vrouw van Jan Ulbes, I. 796. Johanna Vinek, I. 705. Jarich, zoon van Greta, I. 67a; R. 12. Jarich Allerts, R. SS. Jarich Joenkis, I. 6, 24; R. 22, 94. Jarych Tyercksz., I. 1337. Jarich Wybazn. Jellama, I. 101; R. 31. Jarig Tadema, I. 925. Jarich, goutsmit, R. 70, 125. Jarich, persona te Nyehove, R. 52. Jasper Willemsen, I. 599. Jees, weduwe van Wille Hyntyama, R. 91. Jeeslick Eebedr., vrouw van Hendrick Thijszn., I. 154; R. 191. Jel Douwedr., vrouw van Sippe Jochems, I. 269. Jel Geerds, vrouw van Geerd Hillama, R. 10. Jelck Sackes, vrouw van Bauka Peers, I. 68; R. 72. Jel Cannegieter, I. 205. Jeldert LoUezn., I. 1269. Jeldert Tyaerts, I. 262. Jelger Feycksma, I. 102, R. 35. JeUte, R. 69. Jelle Aarnts, I. 577. Jelle Aarnts, I. 594. Jelle Hesselzn., I. 50; R. 89. Jelle Johannes, I. 1178. JeUe Juyckes, R. 149, Jelle Wopckes, I. 1138—1140. JeUe Dijlgisma, R. 14. Jelke Hoeek, I. 520. Jelcke Popma, I. 1181. Jelteka Wiggama, R. 9. Jelka, smyt, I. 27; R. 17. Jelle Juwsma, persona te Oldehove, R. 28, 39, 50, 137. Jelle (Juwsma), sacrista te Oldehove, R. 53, 61. Jehner Jelles, I. 758. Jeltje Baukes, vrouw van Simon Feddes, I. 867. Jeltie Roeloffs, vrouw van Pyter Jansen Jonck, I. 655. Jeltie Symons, weduwe van Jan Claessen, I. 729. Jeltje Crab, I. 681. Jeltie Gerardi, weduwe van Hans Franck, I. 401. Jencke Beernts, vrouw van Bartel Pyters, I. 657. Jentie Yes, vrouw van Tjalke Sjoerds, I. 1076, 1078. Jhero Abbezn., R. 128. Jeroen Lourens, I. 241. Hieronymus van Fenema, I. 1011. Jeroen Mentingh, I. 700. Geroenn Rattaller, R. 139. Jesse Tiepkes, I. 1110. Jets Gerloffsdr., vrouw van Lyeuwe Oenez., R. 156a, 161. Jetske Gerryts, weduwe van Egbert de Gruyter, I. 540. Jetske Heins, vrouw van Cornelis Potters Alma, I. 1163. Jets Jochums, vrouw van Isbrant Jacobs, I. 1130. Jedt Piers, vrouw van Tjerck Wybrandts, I. 344. Jets, weduwe van Renick Andla, I. 94, R. 128. Jetske Bruins, I. 575. Jetkia Medum, I 23; R. 15. Jetse Eynties, I. 488. Jetze Jigis, I. 321. Jetze Huytyngha, I. 85; R. 55. Jildu Geelts, vrouw van Bale Hendricx Bredwer, I. 642. Jisck Piters, weduwe van Andrijs Ane* kes, I. 566. Jochum Emits, I. 749. Jochum Hoytes, L 1325. Jochum Jacobs, I. 460. Jochum Johannes, I. 1191. Joecke Doedes, I. 601. Joëll Juriens, I. 347. Jonger Wabbes, I. 422. Joost Epes, I. 416, 431. Joost Gyliaems, I. 826. Joost van Buurmanya, R. 122. Joost van Euwsum, I. 984. Joost Heysmeyer, I. 614. Jopcke zie Japickje. Jorryt Feckazn., R. 140. 331 Joseph Schattenberg, I. 1333. Jouck Aebedr., I. 164. Juck Douwes, vrouw van Douwe Banga, I. 2, 88; R- 68, 78. Jouckien Gerbens, weduwe van Symon Tpckes, I. 639. Jouck Hettes, vrouw van Hette Jansz., I. 148; R. 138. Jouke Keimpesdr., vrouw van Claes Hiddes Coopman, I. 766. Jouck Cornelis, vrouw van Jacob Dircx, I. 173. Jouckien Krijns, I. 613. Jouck Reyners, weduwe van Harmen Harmens, I. 251. Jouke Burmana (Burmanninggha), I. 15; R. 3 en 7. Joucke Dirx, I. 1083. Joucke Abema (Obma), R. 169. Judith Andries, I. 729. Judith Juriens, I. 314. Juycke, zie Jurjen. Julius Doys, I. 1300. Julius van Geele, I. 1254; R. 171. Julius Ritske van Sixma, I. 1258. Jurien Allerts, I. 329. Jurrien Johannes Lamberts, I. 429. Jurien Juriens Napcke, I. 567. Jurgien Lyeuwez., I. 191. Jurjen Ottes, I. 1134. Jurien Pijtters, I. 1187. Juycke Sydszn., I. 44. Jurriaan Brandenburg, I. 818 Georg van Roorda, li 886; R. 158, 183. Juycke, metselaar, I- 147; R. 149. Juw Junghama, R. 78. K. en C. Kampo zie Kempe, Keimpe. Carel du Bois, I. 857. Carel Willem Coulon, I. 925. Carel van den Nyetzen, I. 819; R. 180. Karei V (Keizer), R. 160. Carolina Coulon, T. 1338. Kerst Berentzn., I. 163. Carst Romckes, I. 430. Karst Reneman, I. 266. Trijntje Aeriens, vrouw van Albert Uylc- kes, I. 316. Catrijne Alberts, weduwe van Albert Sickes, I. 62, 95; R- 58, 64. Trijntie Annes Vos, I. 360. Trijn Dirx, weduwe van Geert Jans, I. 388. Katherin Doedes, I. 114; R. 113. Trijn Doedes, I. 977; R. 154. Trijn Dominicus, vrouw van Symon Rijpckes, R. 192. Trijntje Aedes, vrouw van Andries Tjeerds, I. 1107, 1108. Trijn Egberts, I. 207. Trijntje Eylarts, I. 860. Trijntje Feyckes Terpsma, weduwe van Hendrick Schol, I. 737. Trijntie Foockes, I. 472. Trjjntie Fransen, vrouw van Hendrick Tieerds, I. 701. Trijntie Gerbens, vrouw van Hotse Sjoerds, I. 644Trijntie Gerryts, I. 503. Trijntie Hetses, I. 519. Catharina Ides, I. 631. Katheryna Jacops, vrouw van Jacop Cuper, I. 109, 110, 111; R. 67, 83, 100. Trijn Jacobsdr., I. 226. Catharina Jans, vrouw van Douwe Feyckes, I. 225. Trijn Hanses, vrouw van Hendrick Geerts, I. 237. Trijntie Jans, weduwe van Fecke Reyners, I. 526, 767. Trijntie Jans, I. 535. Trijntje Hanses, I. 841. Trijntje Johans, vrouw van Claes Johannis, I. 1013- Trijn Juyckes, weduwe van Juycke metselaer, I. 147; R. 149. Trijntie Carstes, vröuw van Huybert Jans, I. 360. Trijntie Clases, I. 623. Trgntie Koerts, wed. van Roelof Jochums, I. 696. Trijntie Krijns, weduwe van Fedde Goeyties, I. 371. 335 Martinus Iichtfoet, persona te Wirdum^ R. 118. Marten, meester te Steenwijk, R. 138. Martien Harmensdr., I. 188. Martien Hansses, vrouw Tan Harmen Sioerdts, I. 611. Martyen Cornelisdr., weduwe van Oester Jansz., I. 855. Thijs Piers, I. 641. M(atthijs) Rommarts, 1.1386; R. 158, 172. Mathijs Boom, R. 187. Mathijs Pekel, I. 786. Mathiis, abt van Floorkamp, R. 42. Thijs, meester, I. 932, R. 140. Meindert Haytes, I. 1111—1113. Meynert Cornelisz., I. 1087. Meyne Lyckles, I. 801. Meynert Martens Druyst, I. 908; R. 178. Meynert Martens Hoofman, I. 801. Meinardus Siderius, I. 985. Meynse Frans, I. 289, 854. Meynts Pyters, weduwe van Tiaerd Jeltes, I. 1209. Meynu Yledr., I. 146; R. 148. Meynu Cornelisdr., vrouw van Cornelis Cornelisz. Noordstrandt, I. 461. Meynu Oedses, vrouw van Claes Pyeters, I. 428. Mecke Meynses, I. 1310. Melis Douwezn., I. 190. Melle Jurriens, I. 587. Melis Claarkamp, I. 708. Melko Wiggersma, L 81, 83; R. 49, 62. Menna Wygersma, I. 96: R. 65. Metke Hendryks, vrouw van Egbert Coops, I. 216. Michiel Waelszn., I. 150; R. 169. Michiel IJsselmuiden, IT 1174, 1175. Michiel van Jever, I. 601. Minke Hendricx, I. 258. Minka Hans weduwe, I. 113; R. 106. Mintie Jans weduwe, I. 388. Mintie Jans, vrouw van Aete Oenes, I. 654. Minne Feddes, I. 583. Minne Halbis, I. 357. Minnes Jelles, I. 728. Minne Wytzes, I. 1166. Mynna, persona te Tuutghem, R. 67. Minnold Gerbens, I. 998. Myttyszoon, R. 88. Moederke Jansdr., I. 267. N. Nampckien Jacobs, I. 619. Namkjen Carels de Clerk, I. 789. Nanne Johannes, I. 1199. Nanno Syrcks, gardiaan v. Galileën, R. 62. Neeltje, zie Cornelia. Nicolaas, zie Claas. Nieske Abbes, weduwe van Geert Cleis, I. 525. O. Obba Gherrits, I. 107; R. 78. Obbe Jeltis, I. 878. Obbe Claeszn., I. 330. Ocke Jansen, I. 487. Oeds Hommes, I. 502. Oege Gerbrants, I. 819; R. 180. Oege Cornelis, I. 1244. Oene Atis, I. 1210. Oene Frans, I. 218. Oene Gerbens, I. 336. Onthia Unama (Oenema), R. 78. Oene Jouckes Oenema, I. 1153, 1155 — 1157. Oene Gravius, I. 924, 925, 928. Oenthia in de Hammen, I. 72, 74; R. 30, 38. Ona Jowsma, R. 77. Oester Janzn., I. 255. Ofka Dottingha, I. 73, 74; R. 87, 38. Olphert Olpherts, I. 338. Orsel Jochums, vrouw van Dioerd Wab- bes, I. 275. Orseltie van Caterenbergh, weduwe van Wolbartus Helmetz, I. 562. Otte Karsten, I. 550. Otta, persona te Camminghabuur, R. 86. P. Poucke Bennezn., L 163. Paulus Caspers, I. 866. Paulus Mercxzn., I. 183. Pauwels Thonis, I. 364. Pauwels Tyerx, I. 732. 336 Paulus Bar(re)huys, I. 790. Pauels. scroer, I. 53; R. 107. Philibert Leliën, I. 511. Philippus Jans, I. 238, 747. Philippus Bodendijck, I. 570. Philips van Humalda, I. 925. Philips II, koning van Spanje, I. 960, 961; R. 163, 176. Pybe Douwis, I. 568. Pyba Gherritsma, R. 72. Pieter Abbezn., R. 169. Pieter Alberdts, I. 366. Peter Allertszn., R. SS. Pieter Annes, I. 196. Peter Baerndzn, prebendarius in het St. Anthony-Gasthuis, R. 60, 61, 70, 85, 04, 106, 112. Pieter Durks, I. 1152. Pier Dircks, I. 1249. Pyeter Douwes, L 199. Pieter Douwes, I. 272. Pyter Gerryts, L 674. Pieter Hayes, I. 785. Pieter Harmens, I. 1016, 1017. Pieter Tes, I. 184. Pieter Isbrandts, I. 346. Pieter Johanzn. (Auckama), I. 13, 14, 119; R. 121, 124, 180, 137. Pyter Jansen Jonck, I. 655. Petrus Joannis, L 983. Pieter Juckes, L 1085e. Pieter Claesz., L 1085. Pijtter Lammerts, I. 475. Pieter Lieuwes, I. 724, 940; R. 162. Pyter Lieuwes, I. 1147. Pieter Matheysz., I. 985. Pieter Ottes, L 340. Pieter Pieters, R. 146. Pyeter Pyeters, I. 203. WftSjltti Pyter Pyters, I. 415. Pieter Pyters, I. 938; R. 166. Pieter Popjes, I. 742; R. 184> Pieter Rienks, I. 788. Pieter Rienks Andringa, I. 1097, 1034— 1036. Pijtter Rinties, I. 1145. Pieter Sybrands Auckama, R. 87. Pyter Sybrants, L 884, 419. Pijtter Symens Algera, I. 1240. Pieter Steffens, I. 1170. Pijtter Willems, I. 489. Pyter Wynses, I. 1036. Peter Backer, I. 49, 49a; R. 82, 84. Pierius Banga, I. 925. Petrus Echten, I. 734. Petrus Heixan, I. 761. Pyter Hulscamp, I. 868. Pieter van Cammingha, I. 886, 887, 892 R. 158, 188. Pntor Katnnatr» I. 84.. Sin' R iR 119 «Q Petrus Kingma I. 687. Petrus van Maastricht, abt van Fos< werd, R. 171. Pieter Melvili, L 485. Petrus Nicolaï, L 123. Petrus Poutsma, I. 925. Pierius Rheen, I. 689. Petrus Syrici, R. 188. Pieter Teetlum, I. 1045. Pytie Tijsdr., vrouw van Aucke Hendryeks, I. 283. Pytie Paulus van Geringa, I. 517. Pyetie Piers, I. 380. Pijttie Potters, weduwe van Pouwels Tyercx, L 732. Pytie Sickesdr., vrouw van Pyter Pyters, I. 415. Pietie Thomas, I. 876. Pilgrum ten Indijk, L 1253; R. 170. Tleuntie Reyners, weduwe van Douwe Reynalda, I. 671. Popcke Luytiens, I. 405. Poucke, zie Paulus. B. Rebecca Dircks, I. 571. Redert, pastoor te Oldehove, I. 108; R. 39, 58. Reemrich Claesdr., vrouw van Taka Tiepkazn., I. 41; R. 121. Reyner Dircks, I. 898. Reyner Fransz., L 888; R. 162. Reyner Yllerts, L 803. Reyner Jansz., I. 187. Reyner Jelmersz., L 943. 337 Reyner Siuerdts, I. 345. Regnerus Acronius, I. 348. Reyner van Putte, I. 38». Reyner, drayer, R. 148. Reyn, schipper, R. 149. Reinsck Johannes, vrouw van Syds Jans, I. 1897. Reynu Jans, vrouw van Daem Daems, R. 174. Remyd Hobbes, vrouw van Hobbe Her- manna, I. 49a; R. 84. Riemme Rinses, weduwe van Jan Jouckes, I. 474. Rieme Sioerdts, I. 456. ' Rienck Gotes Wackersma, I. 606. Rienck Kempes, I. 271. Rienck Thomas, I. 1228. Rienk Wytzes, I. 788. Renyck van Burmanya, R. 162. Rinke Ydses, vrouw van Yds Hamkezn., I. 932; R. 141. Rinck Claesdr., I. 158. Rynck Syurdtsdr., vrouw van Paulus Mercxzn., I. 183. Rinse Jacobs, I. 782. Ryns Pieterzn., I. 12; R. 136. Rintie Rinties, I. 1053—1056. Rinse Siercks, I. 1118. Rinse Simons, I. 1123—1125. Rintze Sipckes, I. 1286—1287. Rints Eepedr., I. 979. Rinske Jacobs, weduwe van Jan Saeckes Sipma, I. 593. Rinscke Jans, vrouw van Taecke Rey- ners, I. 635. Rintkie Oenthies, vrouw van Onthia in de Hammen, I. 72; R. 30. Rints Petersdr., weduwe van Doye Episzn , I. 170, 979. Rinth Abinghe, vrouw van Jan Sibrenzn. (Auckama), R. 85. Rinske Atzma, I. 622. Rinske Banga, I. 1028. Rinske Coulon, I. 1338. Rynts Smoelinck, I. 175. Rippert, cureit te Stiens, R. 26. Ritske Rinnerts, I. 1048. Ritske van Ringie, I. 934». Ryxtie Direx, I. 669. Ryxta Gabbadr.,vrouw van Jacob Thgszn., I. 119; R. 130. Rixt Pieter Nannesdr., I. 393. Bixt Romkes. vrouw van Dirk Abes, I. 1250. Bixt Syurdtsdr., vrouw van Hindrick Dircks, I. 739, 746; R. 177. Bixt Tyercks, vrouw van Tyerck Peerszn., I. 106; R. 59. Robert Jansz. Schotzman, I. 212. Robert Robertsz., I. 730. Roeleff Janszn., I. 173. Roeleff Janszn., I. 780. Roelof Jochums, I. 696. Roelof Rinses, I. 784. Roelif, dreggher, I. 90a; R. 94, 101. Rombert, pastoor te Wirdum, R. 27. Romck Binnerts, weduwe van Albert Wilckezn., later vrouw van Binnert Wybezn., I. 114; R. 143. Romke Douwes, I. 1173. Romckien Fockens, weduwe van Cornelis van Kinnema, I. 957. Romcke Claessen, I. 621. Romke Clases, I. 1260. Rutger Claesz., I. 756. Ryurdt Janszn., I. 159. Ruurd Minnes, I. 1003. Rnnrd Tieerds, I. 1188. Ruird Wygers, I. 1215. Ruierd Wytzes, I. 417. 8. Saeck Douwes, I. 172. Saek Ywesdr., I. 112; R. 88. Saeckien Clases, wed. van Abe Halbes, I. 1122, 1123. Saack Tacodr., I. 260. Zake Hendriks, I. 1008. Saake Hendriks, I. 1177, 1178. Saepck van Inthiema, weduwe van Douwe van Burmania, I. 935; R. 172. Sandrina Jacobs, L 839. Sappe Tammen, I. 770. Sara Douwis, I. 882. Sara Bourboom, weduwe Gevershaven, I. 693. * 22 338 Sara Elias, weduwe van Abraham Vooghdingh, I. 5G0. Sara van Caterenbergh, I. 562. Schelta ter Nesze, R. 6. Seerp Doedes, R. 172. Seerp Hanye, R. 168, 187. Sibbeltje Rienks, weduwe van Feddrick Gerbens, I. 1041. Sibbeltje Ritskes, weduwe van Nicolaas Elonkerts, I. 792. Sibbel Sybrantsdr. Auckama, I. 7, 8; R. 81, 90 en 99. Sybe Gerrytsz., I. 1115. Sibbe Jacobs, I. 753. Sybe Jacobs, I. 1014, 1015. Sybe Jans, I. 1233. Sybe Oenthiezn., L 92; R. 102. Sybbe Piers Meilama, I. 500. Sybet Sibbitsma, I. 7, 8; R. 90, 99. Sibet, persona te Oldehove, I. 84, 104; R. 50, 62. Sybren Direz, I. 1880—1232, 1243. Sybren Doeckes, I. 1092. Sybrant Peterszn. (Auckama), I. 7, 86; R. 18, 81, 90. Sybrant Rintzesz., I. 171. Sibrent Hiddema, R. 15, 19. Sybren Sybetsma, R. 90. Sybrant Unia, I. 1185. Sybrent, persona te Oldehove, R. 10. Sybrich Jacobs, weduwe van Jan Jaspers, I. 441. Sybrich Jansdr., weduwe van Oene Frans, I. 218. Sybrich Claessen, vrouw van Walter Hemmis, I. 382. Sybrich Cfcristoffels, vrouw van Jan Johannes, later vrouw van Jan Evarts, I. 341, 418. Sighir Baukazn. Siurdsma, R. 10. Sieke Gerbrandts, I. 390. Sicke Hanssen, I. 1071, 1072. Sicke Obbes, I. 549. Sicko Wybrens, I. 674, R. 21. Sycke, scriuer, R. 85. Syke Thymens, weduwe van Aebe Thymens, I. 680; 774. Syken Dylgisma, R. 16. Simckien Theunis, I. 629. Simck Innes, weduwe van Sytze Harings, I. 771. Symen Ates, I. 1172. Symen Douwes, I. 1051. Simon Feddes, I. 867. Symon Ypckes, I. 639. Symon Jans, I. 1200-1202. Symen Hansen, I. 1235. Symon Meeuwis, I. 482. Symon Nanninghs, I. 580. Symon Rijckles, I. 247. Symon Rijpckes, I. 744; R. 192. Symon Sipckes, I. 743; R. 188. Symon Sytzez., L 177. Symon Willems, I. 287. Symon Pecama, I. 596. Symon Spannenberger, I. 885—887, 891; R. 157, 158, 183. Symon, persona, R. 6. Symon, persona te Huizum, R. 85. Symon, pastoor, R. 35. Sipka Yaikama, R. 4. Sipke Jetses, I. 1867. Sippe Jochums, L 869. Sipke Clazes, I. 806. Sipke Clases, I. 1148. Sipke Lieuwezn., L 148; R. 150. Sipke Roelefs, L 1261. Sipcke Wopckezn., L 180. Sipka Mynnama, R. 29. Sipke Postmus, L 1004. Sipka, smid, I. 17; R. 5. Syrd Myrcks, I. 52; R. 98. Sytse Harings, I. 771. Sytze Harmens, I. 718. Sythye Jelltezn., I. 120, R. 131. Sytze Klazes, I. 795. Sytze Claessen, I. 1276. Sytthie Lyobbezn., L 146; R. 144. Sytse Pyters Althuis, I. 858. Sydts Rymers, I. 1209. Syts Wylckezn., R. 160», 161. Sydtse Wopckes, § 776. Sydts Binnertsdr., vrouw van Syurdt Pieterss., I. 152; R. 185. Sydts Harings, weduwe van Botte Willems, I. 407, / 339 Sytske Hillebrands, vrouw van Tjaerd Keyrapes, I. 554. Syds Jans, I. 1887. Sytske Jeltedr., weduwe van Gosse Eernstes van Munster, I. 398. Sytske Oenses, I. 506. Sytsche Tietes, weduwe van Eelcke Ruurds, I. 1060. Sydts tan Thiessens, I. 966. Sydts Tieerdts, vrouw van Focke Ger- lofs, I. 484. Sierck Pieters, I. 1097. Sirick van Doenia, R. 187. Sierck Tanya, I. 1186. Sjuck Kammingha, I. 93, 106; R. 59, 80, 108. Sjoerd Eelckes, I. 768. Syurdt Frederiz, I. 816. Siuerdt Hettis, I. 386. Sioerdt Jacobs, I. 649. Sioerd Jacobs Questi, I. 447. Syueth Johanneszn., I. 67e; R. 19, 21. Syurd Janszn., R. 187. Syurdt Minnes, I. 202. Sioert Ottes, I. 496. Syurdt Pieterszn., I. 169, R. 185. Siuerdt Rinties, I. 379. Syuerd Andla, I. 94; R. 128. Siurd, scutmacker of schipsmeyer, I. 90a; R. 94 en 101. Syurd, pastoor te Rauwerd, R. 46. . Sioerdtie Freerks, I. 695. Syurd Hettes, vrouw van Idts Jans, 1.768. Sioertie Tiallings, vrouw van Sydts Ry- mers, I. 1209. Sue Wybedr., vrouw van Freerck Jans, I. 309. Siouck Gerryts, vrouw van Hendrick Franss., I. 403. Siouckien Simonsdr., tweede vrouw van Pieter Sybrants, I. 419. Sjoukje Tjebbes, weduwe van Harke Taeckes, L 1267. Syoucke Jellama, I. 101; R. 31. Sioucke Jetsis, I. 1012. Stijntie Cornelis, I. 527. Stinnert Tzommezn., I. 38; R. 117. Stoffel, zie Christoffel. Swaecke van Buyren, I. 256. Swaentie Dircx, vrouw van Jurrien Johannes Lamberts, I. 429. Swaentie Claeses, I. 459. T. Taco Jacobs, I. 763. Taka Tiepkazn., I. 41; R. 121. Take Tietses, I. 524. Taco van Burmania, I. 1184. Taco van Cammingha, I. 892. Taede Jacobs, I. 402. Taecke Reyners, I. 685. Taeckle Symons, I. 1162. Taetie Jans, weduwe van Pauwels Thonis, I. 364. Thede Jarichs, vrouw van Jarich Joenkis, R. 22. Tethe Jelgers, vrouw van Jelger Feycksma, I. 102; R. 35. Tettie Claeses, vrouw van Cornelis Breuckel, I. 602. Thelesforus Dirkszn., R. 76. Theodorus Brunsvelt, I. 585. Theodorus Scheltinga, I. 956. Theunis, zie Anthonius. Theuntie, zie Anthonia. Thijs, zie Matthgs. Thomas Annes, I. 856. Thomas Douwes, I. 773. Thomas Everdtszn., I. 1207. Thomas Hermansz., R. 151, 155. Thomas Hanssen, I. 607. ' Thomas Jansen, I. 725. Thomas Kraen, I. 17; R. 5. Tiberius van Eminga, I. 1029. Tiberius Taecama, I. 985. Timen AUertszn., I. 67/. R. 43. Thimen Frericksn., R. 101, 102, 105, 117. Tymen Tymenszn., I. 151, R. 174. Tietske Arents, vrouw van Claes Fonck, I. 610. Tied Baerns, vrouw van Meynert Martens Hoofman, I. 301. Tietske Frieses, weduwe van Claes Coerts, I. 459. 340 Tietske Harmens, weduwe van Jan Claessen, I. 509, Tietske Jans, I. 635. Tiete Piebes, I. 636. Tied Sipkes, weduwe van Claes Joannis, I. 399. Tied Syurdts, vrouw van Jan Ates, 1.1044. Tiedtske Tiedtses, vrouw van Beerent Johannis, I. 578. Tieskien Tieerds, vrouw van Jelle Aarnts, I. 577. Tyttie van Asperen, Trouw van Anne Clases Jellema, I. 1038. Tyete Auckama, E. 137. Titia van Hottinga, weduwe van Theodorus Brunsvelt, I. 585. Tbietske van Thiessens, I. 966. Tietze Bauckes, I. 750. Tietze Pyeckes, L 911. Thietse Tzietses, I. 438. Tial Buwes, weduwe van Jacob Mewis, I. 489. Tzyal Sybrens, Trouw Tan Phillippus Jansz. I. 747. Tjallingh Claesz., I. 1309. Tzaling Lieuwes Minnema, I. 71; B. 96. Tjalke Sjoerds, I. 1076. Tzalingh Andringa, I. 980, 1103. Tialling van Botnia, I. 786. Tyalling Eysinga, I. 1198. Thyalla Hoytsma, R. 16. Tyallingh Campstra, I. 1068. Tzaling Edo Tan Sixma, I. 1028. Tzalyngus, prebendarius te Marssum, R. 40, 51, 86. Tiamcke zie Tyemck. Tjeerd Aukes, I. 849. Tjeerd Hettes, I. 1264, 1265. Tjeerd Yepes, I. 1215. Tiaerd Jeltes, I. 1209. Tjaerd Keympes, I. 554. Tjaerd Claesz., I. 292. Tjaard Clasen, I. 731. Tyaerd Meynes, I. 300. Tyaerdt Taeckes, I. 960. Tjaerd Tjaerdzn., I. 116, 117 ; R. 112, 116. Tyaert Tyaerts, R. 138. Tyaerd Burmannya, R. 29. Tjaerd Burmannie, L 39; R. 119. Tjaerd Burmania, R. 128. Tyaerdt Tan Bourmannia, I. 884; R. 166. Thiard Hayngha, R. SO. Tiaerd Hoytema, I. 676. Tjaerd Schipsmeer, I. 100; R. 26. Tjaerd Nicolaas Suringar, I. 136, 925. Tziebbe Bauckes, I. 224. Tiebbe Ennea, I. 660. Tyepke Goslyngha, I. 114; R. 113. Tiepko Schiercxma, R. 147. Thiebbo, jonger-priester te Beetgum, I. 80; R. 47. Tjeerd, zie Tjaerd. Tyemck Boettedr., Trouw Tan Aede Heeres, I. 1321. Tiamcke Taackes, vrouw van Gerryt Martens, I. 452. Tyempck Wibren Boulsmedr., vrouw van Gerbith Mynnama, I. 124; R. 63, 99. Tjerk Abbes, I. 1069. Tierck Jans, I. 589. Tzierck Jorryts Holwerda, I. 412. Tjerk Ottes, I. 1160, 1151. Tyerck Peerszn., I. 106; R. 59. Tjerck Wybrandts, I. 344. Tzomme Epezn., I. 979. Tzummo (Tzummo) Wyarda, I. 78; R. 42, 44. Trijntje, de Catharina. V. Uiltje Theunis, I. 1329. Uilcke Claesen, I. 468. Uylck Michiels, L 230. Uilkjen Pieters, L 872. Uylckien Wgbes, I. 506. Uble Johannes, I. 1211. Ulbe van Aylva, I. 1057, 1059. Ulbe van Bootsma, I. 1323. Uldrick de Hom, I. 702. Ulcke Alberts, I. 342. Ulcke Ruyrds, I. 786» Ulka Epingha, R. 38. Upke Rinses, I. 704. Upcko van Bourmannia, R. 156. Upcko van Burmania, I. 934/. Ursula, zie Orsel. 355 Smid, Janka, R. 18. Jelka, I. 27; R. 17. Sipka, I. 17; R. 5. Wibrent, R. 20. Sneek, Kloosterzuster in het Nye- klooster bij, Rinck Claesdr., I. 158. Sneek, Pastoor te, Agga Peers, R. 71. Spanje, Koning van, Philips II, I. 960, 961; R. 163, 176. Staten-Generaal, Lid der, Ritske van Ringie, I. 984». Steenwijk, Schoolmeester te, Marten, R. 132. Stiens, Cureit te, Heer Rippert, R. 88. Stiens, Sacrista te, Dirck Feckazn., R. 106. Stolberg en Werningerode, Graaf van Hendrik, I. 189. T. Thabor, Procurator van het klooster, Albertus, R. 42. Timmerman, Douwe, I. 902; R. 145. Thomas Douwes, I. 773. Tuutghem, Persona te, Mynna, R. 57. ü. Utrecht, Bisschop van, David van Bourgondië, I. 126; R. 76. Utrecht, Klerk in het Bisdom, Reiner Franss., I. 888; R. 162. T. Verwer, Hugha, R. 74. Viswerd, Biechtvader van de Zusteren te, Gberrit, R. 62. W. Warga, Persona te, Dodo Juwsma, R. 31. Weerdt, in Oost-Dongeradeel, Kloosterzuster te, Ansck Luythiesdr., I. 157. Wever, Hendrick, R. 149. Yds Hamkezn., R. 141. Wopke, I. 97; R. 95. Winsum en Bellingeweer, Hoveling en redger te, Alberth Tammyngha, I. 741; R. 181. Wirdum, Pastoor te, Bena, I. 107, 108; R. 73, 79. Martinus Lichtfoet, R. 118. Rombert, R. 27. Wolkammer, Jacob, I. 864. Z. Zevenbergen, Dijkgraaf te, Gerard Pels, I. 9344. B. PLAATSNAMEN. De namen, beginnende met Sint, den, ter, etc. zijn gealphabetiseerd, alsof die voorvoegsels niet aanwezig waren. De samengestelde straatnamen, zooals Groote Kerkstraat, Kleine Hoogstraat zijn op het zelfst. n.w. geplaatst. Het St. AnthonyGasthuis is niet in dezen index opgenomen, daar de geheele inventaris en regestenlijst op dit gesticht betrekking hebben. De weinige zegels van niet met name genoemde autoriteiten en corporaties staan in dezen index vermeld. A. Aersem, te, I. 77; R. 42 (boereplaats). Aberdijn, I. 435. Akkrum, 1.101,365,908,968,996—1008; R. 31, 147. Ameland, I. 197. 356 Amsterdam, I. 408, 608, 656, 658. 662, Dokkum, I. 177, 588, 759, 798, 1304, 735. 1305, 1334. Anjum, I. 150, 767; R. 169. Dokkumer Ee, I. 1105, 1108. Anna-Parochie, St., I. 221. Dokkumertrekweg, I. 1085, 1085e, «, Awernafliet (zie ook Wernafliet), I. 79, 1086, 1088—1090. 80, 1130; R. 45, 47. Dokkumertrekweg (Het Tolhuis aan den), I. 1085, 1085a, e, e, 1086. B" Doekema-goed, Klein, I. 93; R. 103. Bacuwa, de, R. 2. Drammen, I. 607. Barradeel, I. 1151, 1153, 1158. Dronrijp, I. 1338. Batens, te, I. 77; R. 42 (boerep)aats). Beetgum, I. 47, 79; R. 45, 119. B' Beetsterzwaag (zie ook De Zwaag), I. 148, Aeghum, R. 107. 235, 563; R. 150. Eestrum, I. 36; R. 109. BeUingeweer, I. 741; B. 181. Eibergen, I. 772. Bergen op Zoom, I. 11; R. 127. Eindhoven, I. 209. Bergum, I. 746; R. 134, 139, 142. Embden, I. 770. Bergumerklooster, I. 1216, 1234, 1238. Engelum, I. 76, 1080; R. 41. Berlikum, I. 1337. Enkhuizen, I. 421, 434, 461, 651. Bethlehem, klooster, I. 172. Béthune, I. 209. - Bildt, Het, I. 508, 754. Ferwerd, I. 28, 161, 180, 227, 334, 753, Bilgaard, I. 121, 1066, 1095; B. 159. 1009—1020; B. 18. Blessum, I. 730, 788. Ferwerderadeel, L 32, 1253; R. 78,170. BUdzaerdera-hemrik, I. 93, 106; R. 59, Ferwolde, I. 191. 103. Floorkamp, klooster, R. 42. Blija, I. 238, 747. Folta-State, onder Minnertsga, I. 1153— Blokken, De, I. 109, 110; B. 67, 83. 1171. Blokzijl, I. 830. Foswerd, klooster, I. 1253,1254; B. 170, Boekhoven, I. 952. 171. Bolsward, I. 43, 107; B. 43, 73, 125. Franeker, I. 603, 653. Bonkesloot, I. 1079. Franjumer Nieuwlandsweg, I. 76; R. 41. Boornbergum, I. 1210. Freem, De, bij Stiens, I. 1187. Bowlsma-goed, te Hyum, I. 89; R. 92. Friesland, R. 176. Brunswijk, I. 511, 514. Friesland, (Zegel van het Hof van), R. 160. Buweerstera-fenne, bjj Leeuwarden, 1.29, 33,40, 84, 84a, 90, 90a, 107, 959; R. 1, G' 2, 27, 46, 62, 73, 89, 94, 101, 104, 120. Galgefenne, I. 39, 959, 995; R. 119. Buweklooster, I. 163, 167. Galileën, klooster, R. 44. Garijp, R. 139. D. Gelasloot, R. 56. Genaerth (klooster te), R. 44. Damstera-goed, (te Bergum), R. 134. Gerkesklooster, I. 254. Deel, Het, I. 26; R. 16, 89. St. Ghertrudis-fenne, R. 98. Deinum, I. 915. Giekerk, I. 83; R. 49, 52, 67. Deventer, I. 181. Goutum, I. 39, 78, 1021—1066, 1330; Dijksterahuizen, R. 117. R. 44, 119. Dockama-fenne, I. 103; R. 39. Goutumer Nieuwland, 1.37,1023; R. 115. 357 Graft, Taer, (onder Wanswerd), I. 114; R. 11S. Grijpskerk, I. 974. Groningen, I. 167, SIS, 611, 646, 784. 1838; R. 176. Groningen en Ommelanden, I. 725. Grootebroek, I. 123. Grouw, I. 106; R. 59. Graple, Ter, I. 34; R. 106. Gueple, De, (bij Marssum), I. 1133. H. Haarlem, I. 404, 476, 487. Hack Sippes-fenne, I. 1023. Hallum, I. 1260. Hammen, op de, (bg Garijp), I. 72, 74; R. 30, 38, 139. Hardegargp, I. 1204. Harlingen, 1.^35, 231, 378, 423, 445, 606, 521, 528, 681, 690, 723, 785, 1189; R. 108. Harnserland, I. 1116Hartwerd, I. 168. Havelte, I. 198. Heenthiama-fenne, R. 137. Heerenveen, I. 232. Hempens, I. 1022, 1080, 1048. Hylaard, I. 868, 1057—1065. Hindeloopen, I. 884. Hingstekoppen, De, (meenschar tusschen Kalverdijkje en Ouddeel), I. 1115a. Hyum, I. 89; R. 63, 92. Hoogkarspel, I. 188. Houcke-PoUe, I. 1297. Huuytyngha-Nieuwlandsfenne, I. 76; R. 40. Huizum, I. 1038. Huizumer-hemrik, I. 1205. Huizumer Nieuwland, 1.1066; R. 137,159. I. Idaarderadeel, I. 1269. Ierland, I. 599. LTlst, I. 771, 787. Ynta-fenne, Heer, R. 29. Irnsum, I. 381, 1335. J. Jelsum, I. 66, 87, 1066—1075; R. 81, 85. I Jelsumer Nieuwland, R. 93. I Jelsumer Ondland, R. 93. 1 Jornahuister-fenne (bij Warrega), I. 1269, 1270. K. Kaag, De, R. 80. Kalverdijkje, L 1115e. Kimswert, I. 941. Klaarkamp, Klooster, I. 169. ! Knossenre-goed, (bij Sneek), 1.112 ; R. 88. Koelka-meer, L 26; B. 16. Kollum. I. 841. Colmerland, I. 89; B. 93, 119. Kuinre, de, I. 668. h. Langdeel, Het, I. 911. Leeuwarden (Achter de Groote Schole, of Meester Thgs'huis), I. 932c, 1310, 1811; R. 140, 141. Leeuwarden (Achter den Heer van Amelands hot), I. 294, 983, 1886. Leeuwarden (Achter de Jacobijner kerk), I. 240, 386, 442, 761. Leeuwarden (Amelandsstraat), I. 228, 768, 788, 784, 1326. Leeuwarden (Ayttasteeg), I. 553. Leeuwarden (Beyerstraat), I. 207, 947; R. 175. Leeuwarden (Stins Blankenburg), I. 18; R. 6, 7. Leeuwarden (Het Blokhuis te), R. 165. Leeuwarden (.Bg het gedemolieerde Blokhuis), I. 895. Leeuwarden (aan het Bolwerk bij den Moncketoren), I. 186, 1306. Leeuwarden (Brolbrug), R. 60. Leeuwarden (Burmamahuis), I. 984. Leeuwarden (Buweerstera-fenne bij), I. 89, 33, 40, 84, 84a, 90, 90a, 107, 969; R. 1, 2, 27, 46, 69, 73, 89, 94, 101, 104, 180. Leeuwarden (Olde Doelesteeg), I. 344, 489. Leeuwarden (Droevendal), L 748. Leeuwarden (Eewal), I. 744, 904. Leeuwarden (Olde-Galileën), 1.764, 912, 358 Leeuwarden (Steeg naast de Galileër- kerk), I. 311. Leeuwarden (Galileër Kerkstraat), I. 397. Leeuwarden (Gasthuis-fenne bij), I. 885 ; K. 157. Leeuwarden (Gasthuissteeg), I. 426,1316. Leeuwarden (Groeneweg), I. 490, 1309, 1314. Leeuwarden (Haniasteeg), I. 417, 1313. Leeuwarden (De Nieuwe Haven), I. 396. Leeuwarden (Heerenwaltje), I. 987. Leeuwarden (Hoek), I. 100; B. 26. Leeuwarden (Buiten de Hoeksterpoort, bij), I. 913. Leeuwarden (Groote Hoogstraat), I. 58, 59, 64—66; R. 83, 54, 69—71. Leeuwarden (Kleine Hoogstraat), I. 118, 976; R. 129, 146, 158. Leeuwarden (Jacob Roeperstraat), 1.1308. Leeuwarden (St. Jacobs-Gasthuis), L 7, 8, 9, 48—54, 70, 89, 90, 92, 95—97, 124—127, 883; R. 54, 58, 63, 65, 76, 76, 82, 87, 89—93, 95, 98, 99, 101, 102, 107, 110, 111. Leeuwarden (bij het St. Jacobs-Gasthuis), I. 1307. Leeuwarden (St. Jacobs-kapel), I. 45, 48, 69, 63, 196, 909, 963; R. 54, 60, 64, 66, 76, 145. Leeuwarden (St. Jacobsstraat), I. 228, 908; R. 147. Leeuwarden (Jacobijnerhof), L 768. Leeuwarden (Jacobijnerkerkhof), I. 989, 990, 991. Leeuwarden (Jacobijnerklooster), I. 17, 71, 89; R. 5, 92, 96, 120. Leeuwarden (Zegel van het Jacobijner klooster te), R. 92, 120. Leeuwarden (Hans Lensesteeg), R. 143. Leeuwarden (Janthiema-fenne bij), I. 49a, 891; R. 84. Leeuwarden (Cammingha-horne), I. 118, 976; R. 199, 153. Leeuwarden (Groote Kerkstraat), I. 601, 886; R. 158, 183. Leeuwarden (Kleine Kerkstr.), I. 309,979. Leeuwarden (Kloksteeg aan de Tuinen), I. 424. Leeuwarden (Krommejat), I. 405. Leeuwarden (Kruisstraat), I. 1312. Leeuwarden (Minnemastraat), I. 1024. Leeuwarden (Nieuweburen), L 166, 755. Leeuwarden (Nieuwestad), I. 97, 104, 119, 977, 1309; R, 50, 72, 95, 130, 151, 154, 155. Leeuwarden (Onze Lieve Vrouwe te Nyehove), I. 28, 99; R. 11, 18, 23, 62, 128. Leeuwarden (Noordvliet), I. 978. Leeuwarden (Old-Burger Weeshuis), I. 992. Leeuwarden (Olde-Galileën), I. 764,912. Leeuwarden (Oldehove), L 94, 96, 98; R. 80, 24, 35, 65. Leeuwarden, (St. Vitus -te Oldehove), I. 9, 34, 35, 84, 86,96, 104,126, 884, 888, 889; R. 46, 50, 61—63, 65, 76, 81, 82, 87,91,105—108,111,156,168. Leeuwarden (Oldehoofsterkerkhof), I. 475, 989—998. Leeuwarden (Oldehoofsterstraat), I. 113; R. 106. Leeuwarden (Ona Jowsma-land), R. 77. Leeuwarden (Dwars Oosterstraat), L 878. Leeuwarden (Nieuwe Oosterstraat), 1.280. Leeuwarden (Papinga-fenne), I. 31; R. 61. Leeuwarden (Papingha-stins), I. 31; R. 35, 61. Leeuwarden (De Lange Pijp), L 965. Leeuwarden (De Post), R. 33. Leeuwarden (Bij de Put), L 416. Leeuwarden (Raadhuis-burgwal), I. 987. Leeuwarden (Ritsuma-straatje), I. 776. Leeuwarden (Rolkamahuis), R. 9. Leeuwarden (De Heilige-Sacramentska mers), I. 46; R. 184. Leeuwarden (Sacramentsstraat), I. 344. Leeuwarden (Schavernek), I. 396. Leeuwarden (Schuitmakerssteeg), 1.398, 760. Leeuwarden (Slotmakersstraat), I. 416. Leeuwarden (Speelmansstraat), I. 61, 416, 743, 757; R. 48, 188. Leeuwarden (Steeg aan de Speelmansstraat), L 400. Leeuwarden (de Tuinen), L 788, 1315. 359 Leeuwarden (Het Vliet bij), I. 12,. 328, 819, 1303; B. 136. Leeuwarden (Wabbo Wissesbrug), L 386. Leeuwarden (Waeze), I. 69; R. 77,143. Leeuwarden (Wasmanna-stin»), L 20; B. 8. Leeuwarden (de Weerd), I. 102, 107,108, 986; R. 35, 73, 79, 148, 149. Leeuwarden (Het huis ter Klocka op de Weerd), R. 79. Leeuwarden (De Nye Werelt), I. 120, 742, R. 131, 184. Leeuwarden (buiten de Wirdumerpoort), I. 885; R. 157. Leeuwarden (Zuupsteeg), I. 744, 980; R. 192. Leeuwarden (Zegel der Stad), R. 98, 119, 138, 134, 138, 139, 142, 143, 144, 147, 148, 149, 159, 169, 179, 184, 188, 192, 195. Leeuwarder Nieuwland, I. 30,103; R. 29, 39. Leiden, I. 375. Lekkum, L 78, 93, 190, 724, 874, 932, 1102—1126; R. 44, 103, 167. Lekkum, (Het Tolhuis bij), I. 1114,1115. Lemmer, De, R. 43. Lenna, De, I. 26; R. 16. Liachta-meer, L 26; B» 16. Limburg, L 604. Lutjegeest onder Tietjerk, 1.1216—1246. M. Maastricht, R. 171. Makkum, I. 33; R. 104. Marren, de, (onder Stiens), I. 1187. Marrum, I. 1257, 1325. Marssum, I. 39, 82, 1127—1142; R. 51, 55, 119. Marssumerland, I. 72; R. 30. Marssumer Nieuwland, I. 73, 74, 82, 85; B. 37, 38, 51, 55. Marssumer Tjoegen, I. 1259. Menaldum, I. 738, 788, 917; R. 164. Menaldumadeel, I. 1130, 1133. Menaldumer mieden, I. 38; R. 117. Miedrijd, De, I. 87; R. 17. Minnertsga, I. 1143—1171, 1899. Molkwerum, I. 538. N. Nanningha-goed, I. 101; B. 31, Neerslingh, De, I. 1173. Nieuwland, Het, R. 89, 93, 114. Nyeklooster, I. 158. Noordermeer, I. 1, 739; R. 53, 117. Noorder-Warren, I. 109; R. 67. O. Oegeklooster (bij Bolsward), 1.43 ; R. 125. Oegeklooster, (Zegel van het), R. 185. Oenkerkster hemrik, L 109; R. 67. Oldeboorn, I. 348. Oldeholtpade, I. 195. Oldelemmer, L 357. Oldetryne, I. 196. Oost-Dongeradeel, L 487, 769. Oosterend, I. 3; R. 118. Oostergoo, I. 883. Oostermeer, L 1879—1898. Oosterwierum, I. 77; R. 49. Opeinde, zie Smallinger-Opeinde. * Opsterland, I. 758. Ouddeel, L 87, 41, 1115a, 1803—1215; R. 17, 131. Oudehaske, L 1339. Oudkerk, I. 650. P. Paffenrode Orij Bilgaard), I. 1078e. Peyngha-goed, I. 101; B. 31. Peins, L 99; B. 109. Peinseraghae, R. 108. Poel, De, I. 92; R. 103. Poppingawier, I. 1040. Praag, I. 444. R. Rapenburger- of Scheltema-tille, 1.1080. Rauwerd, R. 46. Ryperkerk, I. 768, 790, 1102 j B. 167. Rysum (in Oost-Friesland), I. 770. Ritzaert, De groote, B, 16.