'BATAVIAASCK GENOOTSCHAP VAN RÜ N STEN' Ê N V7 EtEksèl^AP P EN GIDS VOOR DEN BEZOEKER VAN DE EITOOGRAPHISCHE VERZAMËlM DOOR H? j- É- F- SCHWARTZ. Zaal A+ SUMATR^i JAVA I EN DE ïl OMLIGGENDE EILANDEN N.;b; fAtLE1 VERZAMELINGEN VAN HETGENQOTSCHAP ZIJN KOSTELOOS TE BEZICHTIGEN. Typ: „Evolutie", Wèltóvreïleü BATAVIAASCH GENOOTSCHAP VAN KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN. GIDS VOOR DEN BEZOEKER VAN DE ETHNOGRAPHISCHE VERZAMELING DOOR H. J. E. F. SCHWARTZ. Zaal A* sumatra, java EN DE OMLIGGENDE EILANDEN. N. B. ALLE VERZAMELINGEN VAN HET GENOOTSCHAP ZIJN KOSTELOOS TE BEZICHTIGEN. Eilanden ten oosten van Sumatra* Blz. Riouw-Lingga archipel 113 Banka 115 Billiton 118 Java en Madoera. Bantam , J2Q id. (Badoei's) 125 Batavia . 127 Preanger-Regentschappen 134 Cheribon 141 Pekalongan • % 143 Semarang 14§ Rembang 149 Soeraba ja 15Q Banjoemas 152 Kedoe 154 Djokjakarta 165 Soerakarta 166 Madioen 167 Kediri 168 Pasoeroean 169 id (Tenggereezen) : . . 171 Besoeki 172 West-Java. (Wapens en krijgstuig) 172 Midden- en Oost. Java. (Wapens en krijgstuig). . 174 Midden-Ja va. (Voorwerpen met onzekere herkomst). 177 Madoera 184 Varia , . . . . 188 ZAAL A. JAVA en SUMATRA. EILANDEN BEWESTEN SUMATRA. ENGGANO. (In en op kast 1, aan den wand daarboven en terzijde en op kast 2.) GROEP I. Godsdienstig leven. 491, 495, 495a, Schutsgeesten van de prauw No. 496. 4083,4084. Anniletten. 4104a. Doos tot het bewaren van amuletten en vogelvederen. GROEP II. Familieleven. 481, 481 a. Rouwhoofddeksels voor mannen. Dracht gedurende den rouwtijd voor eene echtgenoote. •4081. Hoofddoek; wordt gedragen door kam- ponggenooten gedurende den rouwtijd voor een sterfgeval in de kampong. 4088, 4091 t/m 4093, Lendenkleedjes; worden door vrouwen alleen nog gedragen gedurende den rouwtijd voor echtgenooten en verwanten en bij speciale feesten. GROEP III. Woning en huisraad. a. W^oning. 493, 4094,4095. Modellen van bijenkorfvormige wo¬ ningen, met en zonder voorhuis. Deze eigenaardige woningen bestaan op Eng- gano niet meer en zijn vervangen door rechthoekige huizen op den grond en op palen gebouwd. 4094, 4095. Zie No. 493. 4096. Model van een varkenshok. 4097. Model van een kippenhok. b. Huisraad. 489,489a, 4100, \ , Ainn f Manden van rotan. 4100a. I 490. Doos van pandanbladreepen gevlochten. 4098. Aarden pot. 4099. Mat van aaneengeregen pandanbladreepen. 4100,4100a. Zie No. 489. 410-1, Korfje van rotan. 4102. Drinkwatervat. 4103. Bak met vijzel; wordt gebruikt tot het fijnstampen van kladi, bagoevruchten en onrijpe pisang. 4104. Koker van bamboe met deksel. GROEP IV. Kleeding en opschik. 480, 480a/d, 482, 1 Hoofdbanden en hoofdtooisels, voor 482a/è. J mannen. 480e//", 487,487a/c, 4089, 4089a, 4090. Heupsieraden; worden door vrouwen gedragen bij feesten. 482, 482a/£>. Zie No. 480. 483, 486, 486a/i, \ „ . . 4086 4086a J "alskettm9en,voormannenen vrouwen. 484, 484a, 4087. Armbanden. 485, 485a. Baadjes van geklopten boombast voor mannen. Geklopte boombast als kleedingstof is door katoen geheel verdrongen. 3 486, 486a/i. Zie No. 483. 487, Zie No. 480e//". 488, 488a/è, 4085. Oorsieraden, No. 4085 speciaal voor vrouwen. 4079. Regenkap van pandanbladreepen. 4082, 4082a/f». Hoofdtooisels voor vrouwen; worden gedragen bij bepaalde feesten. 4085. Zie No. 488. 4086. Zie No. 483. 4089, 4089a, 4090. Zie No. 480e//". GROEP V, Voorziening in het dagelijksch onderhoud en andere middelen van bestaan. 492, 492a, 4118. Prauwversieringen. 494. Monster bagoe-touw. 496, Visschersprauw. 4107,4110. Netten om wilde varkens te vangen. 4108. Model van een toestel om apen te vangen, 4113. Schepnet. 4114. Treknet. 4115,4116. Visch-elgers. 4118. Zie No. 492. GROEP VI. Maatschappelijk leven, i 4119,4119a. Schelptrompet. GROEP VII. Wapens en krijgstuig. 497, 497a/t, 14367. Werplansen. 498, Schilden. 499, 499a. Lansen voor vrouwen. 500, 500a. Kapmessen. MENTAWEI- en PAGEI-EILANDEN. (In, op en bezijden kast 2.) GROEP I. Godsdienstig leven. 3782. Amulet. 3783. Pop. Vermoedelijk een bezweringsmiddel. " 8365. Hal ssieraad voor priesters. GROEP III. Woning en huisraad. 22. Kokertje voor bet bewaren van vuurslag of medicijn. 23,8347. Mandjes. 24. Tondeldoos. 25,8360,8364. Ratten-en muizenvallen. 8344. Reiskoffertje. 8347. Zie No. 23. 8350. Nap voor spijs of drank. 8352. Etensschotel. 8354. - Slaapmat van aaneengeregen bladreepen van den sagoepalm. 8360. • Zie No. 25. 8362. Vuurtang. 8363. Pers om o. a. suikerriet uit te persen. 8364. Zie No. 25. 8366. Huis - of nokversierina. 8370. Tabakspijp. 8381. Voetstuk voor vaatwerk. 8382. Lepel van klapperdop. 8383. Waaier. 8384. Muskietenfakkel. 8385. Rasp. 8388. Waterkruik. 14 9153,9154,10352. Zegels, welker afdrukken wel.als amuletten dienst doen. 9155,9584,9586. Zie No. 695. 9814, Ï3205, 13263, \ inr,/-A (■Rozenkransen. 13264. > 10352. Zie No. 9153. 12156, 12157. Zie No. 654. 13203, 13204, 13206. Rozenkransen met amulet. 13205. Zie No. 9814. 13206. Zie No. 13203. 13214. Gedrukt Qoeranexemplaar. 13215. Wicbelboekje. 13257. Amuletdoosje. 13258 t/m 13260. Zie No. 695. 13263, 13264. Zie No. 9814. b. Geneeskunde. 8912. Hoornen kop voor bloedaftapping. c. Schrijfbenoodigdheden. 662, 13261. Inktkokers. GROEP II. Familieleven. (In kast 35.) 4669,4670. Besnijdenis-instrumenten. 8752,10781,10782. Kleeden tot bedekking van een lijkbaar. 9606. Hemel voor een bruidsbed. 10778 t/m 10780 Roode kains; (antiek weefsel); worden nog wel door bruid of bruidegom gedragen als lenden-of schouderkleed.* 10781, 10782. Zie No. 8752. 12430, 12431. Bruigomsbaadje en bruidssluier. GROEP III. Woning en huisraad. a. Woning. (Aan den wand ter weerszijden van de toegangsdeur). 15 7476. Houten pilaren, afkomstig van het ont- vanggèbouw in den voormaligen kraton te Koeta Radja. 8863. Voetlijst ter bedekking der vloerbalken van een huis. 8864. Dwarsbovensloof tevens bintbalk van kapspanten (naast kast 6). 8866. Linkerhelft van een dubbele huisdeur. 8870. Boveneinde van een trapstijl. b. Huisraad. 1. Kookgereedschappen: (In kast 23.) 650. ' Kapmessen. 655, 743, 744. Koperen kookpotten. 660, 4621, 8878 t/m 1 „ ooon f Hangers voor vaatwerk. oöoU. J 661,8882,8883, I , 3 9142,9143. ƒ Aarden watervaten. 743. 744. Zie No. 655. 4612,8892. Emmers van nibongbladscheede. 4613. Wan. 4614. Klapperrasp. 4616, 8909. Lepels van klapperschaal. 4617,8910. Waterscheppers van klapperschaal aan een steel. 4621. Zie No. 660. 4628. Vuurtang. 8878 t/m 8880. Zie No. 660. 8882, 8883. Zie No. 661. 8884,8886,8887, 8889,8890, _ . , . mnw r>itn Aarden keukengerei (pannen, potten, yi 13 t/m 9119, { , , , ii v 9135 t/m 9140 ovens» borden, ook in stellen.) 9148. 16 8885, 9133, 9147. Aarden waterkruiken en vaten. 8886,8887,8889,8890. Zie No. 8884. 8892. Zie No. 4612. 8908. Mes om visch te snijden. 8909. Zie No. 4616. 8910. Zie No. 4617. 9113 t/m 9119. Zie No. 8884. 9133. Zie No. 8885. 9135 t/m 9140. Zie No. 8884. 9147. Zie No. 8885. 9148. Zie No. 8884. 2. Overig huisraad: (In kasten 22 en 23.) 645, 651, 745, 10060. 646, 4599 t/m 4602, 8881, 10063. 647, 648. 649, 657, 658, 4610, 8893, 8895 t/m 8897,10062, 10783. 651. 652, 8473. 653. * 656, 742, 8304, 10610, 15028, 657, 658. 663. 667. 742. 745. 746, 8888. Koperen en houten presenteerbladen. Manden om allerlei in te bewaren (nos. 4600 en 4601 op kast 4. No. 8881 in kast 20.) Koperen sirihkalkdoosje. Koperen schalen, schotels en kommen voor verschillende doeleinden. (No. 10062 antiek.) Zie No. 645. Koperen kwispedoors. Koperen watervaten. Koperen lampen. Zie No. 649. Koperen reukflesch. Sigaren standaard (Palembangsch fabrikaat?)Zie No. 656. Zie No. 645. Houten borden op voetstukken. 23 9056,9057. Zijden pajongs van den Pretendent Sultan. 9590. Witte vlag met inscriptie. 9813,9815,9816. Vlaggen buitgemaakt te Bateï Ilie. (op kast 36). 10282. Roode vlag v. d. Pretendent Sultan. 12161. IJzeren zegel -v. d. Pretendent Sultan, (nagemaakt). b. Spelen en vermaken. 4643, 4644. Viool en snaren. 4645, 4646. Strijkstok en haar voor idem. 4647. Bamboe fluit. .4648. Trom. 4671. Kikvorschtrom. (speelgoed). .4672. Prauwtjes, (als voren). 8911. Atjehsche klewang in hout (als voren). 10378. Klarinet. GROEP VII. Wapens en krijgstuig. (In vitrines I, II, III en IV.) I. Aanvalswapens. a. Schietwapens: 675. Looden kogels. 680. Patroontassehen (3 stuks). 681, 681 a. Donderbussen, (aan den wand tegenover vitrine II). , ~ ™„ , 1 Kanonnen en lilla's. (draaibas No. 7863 682,683,7861 t/m I T TT , . . . ... ' 0' \ op vitrines I en II, de r^st in de zij- 7803, ö24o. , ..v J galerij). 684. Bamboe projectiel. 8756. Kogelvorm. 8757. Gereedschap om kogels in patroonhulzen te bevestigen. 24 b. Stootwapens: 678,4662,9158, ] 10353,10354, Lansen. ) 10373 t/m 10377. I (aan d«n wand te- 679, 9165 t/m 9173. Lanspunten. .{ genover vitrine II.) c. Steekwapens: 670. Kris. 671,4663,8770, 9151, 9156, 9161, 9164,9181 t/m9190,l 9195,9664,9668, fDolkmessen. (reuntjong.) 9669, 10364 t/m 10366, 12155." Wapen, samengesteld uit twee bajonetten. 67' Scheeden voor dolkmessen. 8484' Messen (sikin) gebruikt bij het afloopen van het Engelsche stoomschip „Pegu."x d. Houwwapens: 668, 669, 749, 4664, 4665,' 8169,9149, 9150, 9157, Rechte zwaarden met ronde punten 9174 t/m 9180, WSikin panjangj en breed uitloopende 9667, 10349, houwers (gliwang, klewang). 10350, 10362, 10363, 10367 t/m 10372, 12152. 676,677. Kettingen, bevestigd geweest aan sa- belscheeden. Scheeden voor zwaarden. 9152, 9159, 9160. [Sabels, meer of minder gebogen (peu- . 9162,9665, Jdeuèng) en kromme, (koelangkah of 9666a/6. J peulangkah.) 25 II. Verdediging s.w a p e n s. 672, 673, 673a, 14310. Schilden, (aan den wand tegenover vitrine II). 674. Schildsieraden. (in vitrine I). B GAJO-LANDEN. GROEP I. Godsdienstig leven. (In kast 36, onderin.) a. Godsdienst. 10187,J0197,10227, 10253, 10264a, i Amuletten. 11072t'm 11074. 10222. Witte schutsvlag. 10227. Zie No. 10187. 10240. Alphabetplankje voor het Qoeranonderwijs. 10253, 10264a. Zie No. 10187. 10981. Buis of vest voor hadji's (wordt op Vrijdag en op feestdagen gedragen). 10982. Tulband. 10983. 10984. Lange jassen of japonnen, door hadji's /• gedragen. 10985. Bidkleedje. 11071. Rozenkrans. 11072 t/m 11074. Zie No. 10187. b. Geneeskunde. 10219 10314 11080 Bamboekokers om kalk (kapör thor) 11081* 'l we^e a^s geneesmiddel gebruikt wordt in te bewaren. 26 10319, 11112. Hoornen koppen voor bloedaftapping. 10327. Klapperschaal van dwergachtigen vorm voor hetzelfde doel als No. 10219 enz. 11080,11081. Zie No. 10219. HH2. Zie No. 10319. c. Literatuur. 1"243. Vijf kokers met geschriften. GROEP II. Familieleven. (In kast 24.) 1°987- Vingerringen (zilver) waarvan bruid en bruidegom ieder een paar, aan eiken duim één, draagt. H045. Armbanden voor bruid en bruidegom. (Zie Nos 11027 t/m 11030). 11053- Sieraad door bruidegom aan den hoofd¬ doek gedragen. GROEP III. Woning en huisraad. (In kast 6.) Huisraad. Kerkgereedschappen: 10244. Rek voor potten en pannen. 10262, 10326. Waterschepper (aardewerk). 10263, 11106, Watervaten en kruiken (idem). 10269, 11103, 11104. Kommen en potten (idem). 10326. Zie No. 10262. *0328. Scheplepel voor rijst en toespijzen. 10380. Steel van een braadlepel. 11103, 11104. Zie No. 10269. H106. Zie No. 10263. Voedingsgereedschappen: 10214. Zakjes voor rijst. 27 11095,11096. Zakjes voor gekookte rijst en andere eetwaren. . Sirihgereedschappen: 10158 t/m 10162, 11085, 11086. 10163, 10166 t/m 10168, 11083, 11084. 10196, 11110. 10204, 10212, 11075 t/m 11078,11092, 11093. 10215. 10333. 11075 t/m 11078. 11083,11084. 11085, 11086. 11092, 11093. 11094. 11110. Zilveren, koperen en aarden potjes voor pinang of konjel. Zilveren en koperen sirihkalkpotjes. Pinangscharen. Gevlochten taschjes en zakjes voor sirihbenoodigdheden. (Voor mannen en vrouwen). Sirihzakje. Koperen schotel voor sirihbenoodigdheden. Zie No. 10204. Zie No. 10163. Zie No. 10158, Zie No. 10204. Band voor nos. 10204 enz. Zie No. 10196. Rookgereedschappen: 10164, 10165, . 10292 t/m 10294,11087, 11089. 10225. 10249,11079. 10266, 10267. 10292 t/m 10294. 11079. Zilveren, koperen en blikken tabaksdoosjes. Rotan doosje tot opberging van tabak. Vuurslag met tondeldoos. Opiumpijpen. Zie No. 10164. Zie No. 10249. 32 10986. Zie No. 10171. 10988 t/m 10990. Oorknoppen. 10992. Zie No. 10200. 10993. Zie No. 10181. 10994 t/m 11005, \ „. NT 11007. f Zie N°- 1020°11008 t/m 11015. Zie No. 10181. 11016 t/m 11026. Halskettingen voor jonge meisjes. 11027 .t/m 11034. Zie No. 10186. 11035. Armband voor kinderen. 11037 t/m 11040, ) _ ,Al« 11042 t/m 11044. }Zl£ N°'10186' 11047 t/m 11050. Zie No. 10191. 11051. Zie No. 10181. 11052. Zie No. 10201. 11054. Knpp (versiersel boven op een muts). 11057. Zie No. 10181. 11058 t/m 11061 ZieNo.10199. GROEP V. Voorziening in het dagelijkse*] onderhoud en andere middelen van bestaan. a. Jacht en visscherij. Jacht, (aan den wand terzijde van kast 6). 10155. Werpspiets voor de olifantenjacht. 10281. Strikken vóór het vangen van tortels. Visscherij. (aan den wand boven kast 6). 10271,10272.10275,i 10277, 10278, 10334, 10336. 10273, 10335. 10274. 10275. 10276,10329. 10277. 10278. Zegens, drijf-, werp-, kruis- en schepnetten. Onafgewerkte werpnetten en zegens. Naalden voor het knoopen van netten. Zie No. 10271. Lijnen met haken. Zie No. 10271. 43 met beweeglijk verbonden ledematen, oogen en tong; in gebruik bij doodenfeesten en ook bij het waarzeggen, (onder vitrines V en VIL) GROEP III. Woning en huisraad. a. Woning. 120, 3970, 8777 t/m 1 Modellen van woonhuizen, (op kasten '8779,14178. J 33> 34 en 35'> 9037. Model van een kampongpoort, (in kast 34.) 12249. Gevelversiering van woonhuizen, (op kast 37.) 12251. Trapversiering. (aan den wand naast kast 37.) 14178. Zie No. 120. b. H u i s r a a d. (In kast 34.) Kookgereedschappen: 148. Hakmessen. 158. Kist van boombast tot het bewaren van rijst. 3906. Steenen tórnuis. 3935. Model rijstblok. 3964, 3966. Lepels van klapperschaal en bamboe. 9496. Aarden potten. 12264. Klapperdop met rotan vlechtwerk; wordt gebruikt voor het bereiden van groenten (sajoer). Voedingsgeteedschappen: 3911,9047. Houten etensborden. 12263. Rotan voetstuk voor idem. 44 Sirihgereedschappen: 129. 133. 3813 t/m | Sirihkalkkokers en-doosjes van bamboe 3816.3850,9488. j koper en brons. 139. Omslag voor sirihbladeren. 3813 t/m 3816, 3850. Zie No. 129. 3851. Sirihzakje van geitenvel. 9488. Zie No. 129. Rookgereedschappen: 124,3931. Sigarenkokers van rotan en getah pertja. 126. Tabakskoker. 153- Vuurstaal met vuursteen en zwam in zakjes. 3817. Ivoren tabaksdoos. 3931. Zie No. 124. Inrichting slaapplaats: !22- Sierstuk voor een hoofdkussen. °698. Gekleurde strook voor een bed. O v e r i'g h u i s r a a d. (In kast 33.) 121 • Bruin gekleurde boombast; als schutsel tot afscheiding van vertrekken. 123,9502. Houten doosjes; No. 123 met rameh omvlochten. 125, 150, 3932 t/m I Bamboe kokers tot bewaring van garen, 3934, J kleinigheden, enz. 145. Drinkbeker van bamboe. 149. Mandje, gevlochten van pandanbladreepen. 150. Zie No. 125. 156. 157. Reistasch en zak. 3821. Slijpsteen. 3912. Steenen waterkruik. 3914. Muizenval. 52 d. Houwwapens: 175, 177, 179, 182,, 183,186, 187. 3829 t/m 3834, 3852. Zwaarden en sabels, met rechte of gebogen lemmeten van verschillende afmetingen en vormen; houten, hoornen, ivoren of metalen greepen, w. o. gespleten; houten scheeden al of niet met metaalbeslag dan wel omwoeling met koperdraad. Het meerendeel dezer houwwapens is in gebruik zoowel bij de Pakpak-als Karo-bataks; No. 3852 algemeen als oorlogswapen; No. 3834 dracht van Datoe's in de Tobalanden. B. MALEISCHE BEVOLKING te BAROS. (In kast 34.) 952Ö. Aarden bakje. 9521, 9522. Koperen hang-en staande lamp; No. 9521 Atjehsch model. C. LOEBOE'S (MANDA1LING). (In vitrine VII.) GROEP III. Woning en huisraad. Huisraad. 251. Deken. 253. Tabaksdoosje. 254. Sirihzak. GROEP IV. Kleeding en opschik. K 1 e e d i n g. 245. Hoofddoek. 53 246. Gordel. 247. Saroeng voor vrouwen. 248. Borstlap voor meisjes. 249,250. Slendang. GROEP V. Voorziening in het dagelijksch onderhoud. 255. Blaasroer van bamboe, (aan kast 37.) 256. Koker met vergiftigde pijltjes, (in kast 37.) SUMATRA'S WESTKUST. GROEP I. Godsdienstig leven. a. Godsdienst, (in vitrine IX.) 445, 446. Groote en kleine trommen in de moskee in gebruik. (No. 445 op kast 31.^ 448. Amulet. 3985. Wierookvat. 4005. Bidmatjes. 4037. Lezenaar. 4067. Model van een moskee, (op kast 32.) 15040. Wicheltafel (incompleet). b. Schrijfbenoodigdheden. (in vitrine IX.) 310. Bamboe brieventasch. 4020. Katoenen boekentasch. 4038. Doos voor inktpotten. 4039. Schrijfplankje. GROEP II. Familieleven. (in vitrine IX.) 287. Versierselen van een bruidsbed. 54 451. 4014. 4071. 12279. 12432. 13267. GROEP III. a. Wonini 277, 4066. 278, 4065. 279, 281,4068, 4069. 280. 281. 4031. 4065. 4066. 4068.4069. 4070. 4072. 4073. 4074. Modellen van oude grafsteenen in Poear Datar. Rotan wieg. Model van een dorpsschool, (op kast 31.) Mat van roembai- en pandanbladreepen; wordt aan den wand achter de eereplaats van een bruidspaar opgehangen. Bruigomsbaadje. Model van een bruidsbed, (op de vitrines XVII en XXV.) Woning en huisraad. |. (op de kasten 31, 32 en 33 en vitrines XI en XIII.) Modellen van raadhuizen (balei.) Idem van woonhuizen. (No. 4065 voor aanzienlijken.) 1 Idem van rijstschuren. Blikken kroontje (dakversiering.) Zie No. 279. Slot met sleutel, (in kast 32.) Zie No. 278. Zie No. 277. Zie No. 279. Houten voorstuk van een padischuur in natuurlijke grootte. Vensterluiken (2 stuks) (besneden en beschilderd.) Lijstwerk onder vensters. Deur. (besneden en beschilderd.) aan den wand tegenover kast 32. 56 Sirihgereedschappen: 295, 296. Sirihzakje en -tasch. 297, 298. Sirihschaal en voetstuk. 299, 306. Doozen (gomelastiek) voor tabak, kalk en sirih. 3996. Koperen kalkdoosje. Rookgereedschappen: 334. Vuurslag. 4035,12287. Tabakszakjes van pandanbladreepen. Inrichting slaapplaats: 284,285. Beddehemels. 286. Kussens. 4001. Geborduurde versiering voor kussens. Overig huisraad: 283. Behangsel bij feestelijke gelegenheden. 288. Versiersel voor een bordenhanger. 289 t/m 292. Messen. 307 t/m 309, I Rotan manden tot opberging van vaat- 4042. 4043. \ werk en andere voorwerpen. 311 312 4003 | ^atten van rotan, bamboe en biezen. 4004 \ (No. 311 bij feestelijke gelegenheden in > gebruik.) 329,330. , Modellen van rijstblok met stamper. 3988. Aarden lamp. 3988a. Koperen lamp. 3999. Stuk „kajoe gaboes" om messen en hanensporen op af te vegen, nadat ze gescherpt zijn. (in vitrine IX.) 4003.4004. Zie No. 311. 4006 t/m 4008. Mandjes van bamboe en lembang blad- reepen. 4009,4010, 12285, l „ 12286 > Hangers voor kopjes, flesschen, enz. 57 4016, 4017. 4034. 4Ó36,4041, 12288. 4042,4043. 12285, 12286. 12288. 12292, 12293. GROEP IV. a. K 1 e e d i n 257,3973, 3975. 3976, 12298. 265. 266. 12303 t/m 12305. 335.3974. 3973. 3974. 3975.3976. 3978. 3980, 3981. 12289 t/m 12291. 12296. 12298. 12306, 12307. Vogelkooien. Houten kandelaar. Rijstzakjes. In No. 12288 wordt rijst of kleefrijst aan aanzienlijken ten geschenke aangeboden. Zie No. 307. Zie No. 4009. Zie No. 4036. Opengewerkte ronde mandjes, met en zonder voetstuk. Kleeding en opschik. (In kast 33.) Hoeden van bamboe en pandanbladreepen; No. 12298 voor vrouwen. (No. 257 en 12298 aan den wand tegenover kast 32.) Zijden baadje met gouddraad doorweven. Zijden saroengs, met gouddraad doorweven. Hoofd- en rugbedekking (regenkappen van gebangbladeren. (Aan den wand tegenover kast 33.) Zie No. 257. Zie No. 335. Zie No. 257. Slendang, half zijde half katoen, met gouddraad doorweven. Rotan gordels met en zonder houten sluitstuk. Mutsjes zonder rand. Zie No. 257. Lendekleedjes. 58 Accessoires: Accessoires: 333. Wandelstok van akarbahar. 420. Degenstok. 13563. Zilveren oorlepeltje. b. Opschik. 260, 262, 270. Koperen en tinnen oorknoppen en ooi ringen. 263, 274. Tinnen halssieraad. 264,272,273, I Koperen armbanden. (No. 264 m« 3977. J goudmontuur). 269. Hoofdsieraad. 270. Zie No. 260. 271. Armversiersel. 272. 273. Zie No. 264. 274. Zie No. 263. 275,276. Vingerringen; No. 275 (koekoe) oi aan de pink van de linkerhand te drager 3977. Zie No. 264. 13562. Kabajaspeldjes (filigraanwerk.) 13564. Zilveren haarnaald. GROEP V. Voorziening in het dagelijksch onder houd en andere middelen van bestaat a. Jacht en v i s s c h e r ij. (in vitrine XIV en XVI Jacht: 390. Vogelknip. 391. Strikken voor de vogelvangst. Visscherij: Sleep-, werp-en schepnetten; No. 38 379 t/m 383,385, I grootendeels vergaan, No. 17831 h 8323, 17831. gebruik op het Singkarahmeer (in wan 59 385. Zie No. 379. 386. Vischsnoer. 388, 4051a, 4053a, \ Vischfuiken. (in natuurlijke grootte en 4054 t/m 4059. j modellen.) 389. Model van een sero. (vischstaketsel.) (onder vitrine XVI.) 394,398,8322. Modellen van vaartuigen voor de vischvangst (op vitrine V.) 4051a. Zie No. 388. 4053. Toestel voor het vangen van schelp¬ dieren. 4053a, 4054 t/m 4059. Zie No. 388. 8322. Zie No. 394. 8323, 17831. Zie No. 379. b. Landbouw en veeteelt, (in kast 31.) 336 t/m 338. Aplaneerplanken en modellen daar¬ van. (No. 336 onder vitrine IX.) 339 t/m 341, 4047. Eggen-in natuurlijke grootte en modellen. (No. 4047 onder vitrine XIII.) 342 t/m 345. Harken en modellen daarvan. (No. 344 onder vitrine IX.) 346,363. Padimesjes. 347 t/m 349. Matten voor het vervoeren, drogen en dorschen der padi. (No. 348 op kast 31.) 350. Model van een mand waarin de gesneden padi verzameld wordt. 351,4046,4048. Modellen van ploegen. (No. 351 en No. 4046 onder vitrine XI en XIII.) 352, 353, 4033. Modellen van patjoels. (No. 352 onder vitrine XI.) 354. Padizak. 355. - Padimolen. 356. Mes om gras weg te slaan. 357. Model van een grasmes. 60 3^8- Model van een mes om tabak te ker¬ ven. 359 t/m 361. Modellen van spaden. (No. 361 onder vitrineXI.) 362.370. Werktuigen om sawahdijkjes te be¬ werken. 363- Zie No. 346. 3o4- Model van een waterrad voor de irri¬ gatie, (op vitrine XV.) 3o^- Model van een suikerrietmolen. 366, Model van een handkoffiemolen. 367. 368. Model van een gambirpers en werktuig bij gambirbereiding. 3o^- Model van een oliepers met bijbe- hoorende hamers. 3°92. Koperen bel voor runderen. * Bamboe raam waarop tabaksplantjes te koop aangeboden worden. ™27. Toestel voor het kerven van tabak. " Model van een suikerrietpers. (op vitrine XIII.) 4033- Zie No. 352. 4044- . Rotan korfje in gebruik bij den kof- fiepluk. 4045 ~7 \ ^ak van pandanbladreepen met draag' band, als voren. 4046- Zie No. 351. 4047- Zie No. 339. 4(M8- Zie No. 351. Hoornen priem in gebruik bij het padiplanten. 4050- Wildverschrikker; de klapperdop hangt in stroomend water, (onder vitrine IX en XI.) 81^" Model van een door water gedreven stampmolen, (op vitrine XV.) 61 c. N ij v e r h e i d. Spinnen en weven (in kast 31.) 371,4028. Spinnewielen. 372. 4029. Modellen van weefgetouwen. 373. Garenklos. 4028. Zie No. 371: 4029. Zie No. 372. Timmermansgereedschappen, (in kast 31.) 375. Model van een beitel. 376, 377. Modellen van dissels.' Snijwerk: 374. Stempels om figuren op> in vitrine XIII lijnwaden te drukken. Jen aan den 4075, 4076. Proeven van hou tsn ij-(wand tegen¬ werk, j over vitrine X. 7468, 7469. Proeven van snijwerk in klapperdoppen, (in kast 31.) 17862, 17863. Motieven voor houtsnijwerk (lijsten en paneelen). (in vitrine XIII.) Overige nijverheid: 378,4021 t/m 4026. Werktuigen in gebruik bij het graven naar, en het wasschen van goud. (in vitrine XVI.) 4002. Monster passement van verguld zilverdraad. 4015. Monster van met goud-fin vitrine XIII. draad doorweven stoffen. 4021 t/m 4026. Zie No. 378. 4032. Monsters aardewerk, (in vitrine XVI.) 13560 13561 13565 I ^onsters bbgraanwerk in zilver (padi 13565a. [schuur, woonhuis, moskee, vruchten.) (in vitrine XIII.) 62 d. Vervoer - Scheepvaart. 393, 396. Modellen van handelsvaartuigen. (Op vitrine VI en VIII.) 397. Model van een vaartuig voor goederen¬ en personenvervoer, (op vitrine V.) 452. Zwemplank, in gebruik bij het overste¬ ken van bergstroomen. (Tanah Datar) (in kast 31.) 3979. Lederen gordel voor het vervoer van geld. (in kast 31.) 4060 t/m 4064. Modellen van vaartuigen in gebruik op het Singkarahmeer. (op vitrine V en VII.) 12294, 12295. Rotan draagmanden, (in kast 31.) GROEP VI. Maatschappelijk leven. a. Rangen en standen, (in kast 33.) 410. Staatsiedolk. 430. Metalen buikversiering; dracht voor mannen van hoogere standen. 449. Hoofdversiersel van een paard bij feestelijke gelegenheden. 450. Oud nationaal zadel en tuig. 3998. Koperen trens. b. Spelen en vermaken, (in vitrine XI.) 438,439. Tamboerijnen. 440,446. Trommen. 441,8407. Klarinetten. 442. Kaatsbal. 443. Sporen voor vechthanen. 444. Koker voor vechtkrekels. 446. Zie No. 440. 4000. Monster garen voor het aanbinden van sporen voor vechthanen. 63 8405. Viool met strijkstok. 8406. Korte fluit. 8407. Zie No. 441. GROEP VIL Wapens en krijgstuig. (in vitrine X en XII.) I. Aanvalswapens. a. Schietwapens: 425. Lontgeweren. (4 stuks.) 426. Kruithoorn. b. Stootwapens: 8408. Lans. c. Steekwapens: 290,292,408,414, 1 Dolkmessen. (2 stuks No. 415, 4 stuks 415,421 t/m 423. ƒ No. 421, 3 stuks No. 423.) 416,418. Krissen. d. Houwwapens: 404,405,409,411, i „ 413,417. } Zwaarden406. Zwaardheft. 407.412,419. Sabels.. e. Diversen: 400 t/m 402. Schilden van rotan en buffelhuid. (No. 401 aan den wand tegenover vitrine X.) 427. Sieraad voor voorvechters. 3994. Ploertendooder. 9810. Boksijzer. 12280 t/m 12284. Krishangers van pandan-en roembaibladreepen. 64 BENKOELEN- GROEP I. 4190. 4259.9718a. 4260. 9718a, GROEP II. 4148t/m4150,4167. 4169,4172. 4159 t/m 4164. 4165. 4167,4169,4172. 4184. 4192. 4227. 4262. Godsdienstig leven. (In kast 31.) Bamboe mandje voor de geel gekleurde rijst, welke als zoenoffer gestrooid wordt bij het slachten van buffels, geiten, enz. (Pasemah Oeloe Manna). Amuletten. Met Redjangschrift begriffeld stukje bamboe. Zie No. 4259. Familieleven. (In kast 31.) Kleedingstukken en zi tmat behoorende bij het uitzet van een bruid. (Pasemah Oeloe Manna.) (No. 4172 boven op kast 30.) Bruidstooi. Baadje voor man¬ nen (V\rtüAt>nrtm n Zie No. 4148. Bamboe mat. (Vóór de voltrekking van haar huwelijk heeft in de Pasemah Oeloe Manna de bruid aan haren aanstaanden echtgenoot proeven van hare vaardigheid in het vlechten van matten te zenden, waaraan dit patroon niet mag ontbreken.) Bamboe mandje, waarin bruid en bruidegom elkaar geschenken toezenden gedurende de bruidsdagen. (Pasemah Oeloe Manna.) Dolk, staatsiewapen van een bruidegom. Pot, afkomstig van het graf van Oempoe Si Tambah. Zeer oud. I (Pasemah Oeloe Manna). 65 9763 Model van een bruidska me r. (Op vitrines XVII en XXV.) GROEP III. Woning en huisraad. (In kast 31 en vitrine XV.) a. Huisraad. Kerkgereedschappen: 4185, Bamboe mandje, waarin rijst, aard¬ vruchten, enz. gewasschen worden. 4188. Rotan voetstuk, waarop de rijstpot neergezet wordt, nadat deze pot van het vuur afgenomen is. 4189. Rijstwan. 4198 t/m 4200. Modellen van aarden keukengereed¬ schappen. Voedingsgereedschappen: 4186,4187. Mandjes waarin de gekookte rijst op¬ gediend of bewaard wordt. 4208. Spijsdeksel. 4211, 4212. Kleedjes voor het toedekken van spijzen. 11690 t/m Ï1692. Koffiekopjes van klapperdop. Sirihgereedschappen: 4215. Sirihtasch. Rookgereedschappen: 4203.4204. Sigarenkokers van pandanbladreepen. 4205 t/m 4207, \ Bamboe doozen voor sirih, tabak, siga- 9714. ) retten, enz. 9715 t/m 9717. Lont met vuurslag. 9718. Houten koker voor lont en vuurslag. Overig huisraad: 313,4179. Bamboematje voor de bekleeding van houten of koperen tafeltjes (talam). 936,4197. Reismanden. (Op kast 30.) 66 971,4202, 11683 j Bamboe kokers, al of niet beschreven t/m 11689. J met Redjangschrfft. 4173,4176t/m4178, j Rotan-, bamboe - en pandanmatten 4183- I voor verschillende doeleinden. 4179- Zie No. 313. 4180.4181. Matten van bamboe en boomschors voor het drogen van padi. 4182- Bamboe mat voor wandversiering. 4183- Zie No. 4173. 4*91. Bamboe doos tot het bewaren van kleederen en sieraden. 4195,4196. Rotan manden tot berging van borden, lepels, enz. 4197- Zie No. 936. 420*• Hanger voor waterkruiken en flesschen. 4202 • Zie No. 971. 4261 • Stopflesch met ingewerkten haspel. 11683 t/m 11689. Zie No. 971. GROEP IV. Kleeding en opschik. (In kast 30.) a. K 1 e e d i n g. 2-*9. Geweven broek. 267, 4143 t/m 4145. Saroengs voor mannen. 268,933.4151, | Slendangs, worden ook wel los om het 4152,4157. ) hoofd geslagen. 929,4121 t/m 4125. Mutsen van rotan en boomschors. 930, 931, 4133 t/m | Baadjes van geklopte boomschors, voor 4135,9694. j mannen en vrouwen bij den veldarbeid 933. Zie No. 268. 934.4154. Borstdoeken; No. 934 met gouddraad doorweven. 935- Kapje voor kinderen. 4121 t/m 4125. Zie No. 929. 67 4126 t/m 4129. Hoeden, vervaardigd van schubben, bamboe, nipah- en bakoewangbladeren. 4133 t/m 4135. Zie No. 930. 4136. Stuk goed voor mannenbaadjes. 4137. Baadje voor jongelingen. 4138 t/m 4142. Baadjes voor vrouwen en meisjes. 4143 t/m 4145. Zie No. 267. 4146, 4147, 4166, I Saroengs voor vrouwen; No. 4168 ver- 4168. I sierd met stukjes spiegelglas. 4151,4152. Zie No. 268. 4153,4170. Kain pandjang voor vrouwen. 4154. Zie No. 934. 4155,4156. Gordels, geweven en van geklopte boomscüors. 4157. Zie No. 268. 4158. Badkleed voor mannen. 4166, 4168. Zie No. 4146. 4170. Zie No. 4153. 4171. Hoofddoek. 4209. Handdoek. 9694. Zie No. 930. Accessoires: 937. Bedakdoos. 4130. Hoornen kam. 11693. Katoenen zakvoorzien van schuif en band. b. Opschik. ( 261. Oorknop. 932. Zilveren armbanden voor meisjes. 4132. Hoornen armband met tinnen versier¬ selen. GROEP V. Voorziening in het dagelijksch onderhoud en andere middelen van bestaan. a. V i s s c h e r ij. (In kast 38.) 4232, 4242,4247. Modellen van schepnetten. 68 M.M t/m) 4239 4241 4243 > Moclellen van verschillende soorten 4246 4251 j ^u'ken voor de visch- en garnalenvangst. 4238. 4248, 4249. Modellen van vischlijnen. 4239. Zie No. 4234. 4240. Model van een mand om visch te vervoeren. 4241. Zie No. 4234. 4242. _ Zie No. 4232. 4243. Zie No. 4234. 4244. Model van een vischschepper. 4245. Ide m van een hengel. 4246. Zie No. 4234. 4247. Zie No. 4232. 4248. 4249. Zie No. 4238. 4251. Zie No. 4234. 4254, 4255. Modellen van visschers vaar tuigen. (Op kast 38.) 9695. Bamboe kokertje voor vischtuig (snoer en haak.) b. L a n d b o u w. (In kast 38.) 4214. Bijl tevens dissel. 9696. Bamboe krabber in gebruik bij den ladangbouw. c. N ij v e r h e i d. (onder vitrine XVII.) 9391,10829 tm 10851. Steenen hamers, wrijfsteenen, ertsvijzels, ertsbeitels, ertsvijzelballen, wrijfsteenen en wrijfballen, eertijds door de Inlandsche bevolking gebruikt bij het graven en verwerken van gouderts in Lebong. d. Ve r v o e r. (In kast 38.) 4193, 4194. Draagmanden met draagbanden (3 stuks op kast 31). 69 4253. , * Model van een handelsvaartuig. (Op kast 38.) 4256. Model van een transportkar. 4257. Model van een tweewielig rijtuig op veeren, wordt door sapi's getrokken. GROEP VI. Maatschappelijk leven. (In kast 38.) Spelen. 9611. Dobbelspel (dobbelsteenen^ schijfjes waarop de dobbelsteen loopt; klapperdop om te bedekken en mandje, waarin een en ander bewaard wordt.). • GROEP VII. Wapens. (In vitrine XVII.) L Aanvalswapens. Stootwapens: 4216. Lans van arenhout (aan den wand boven kast 38.) Steekwapens: 4218 t/m 4220, 9703. Krissen; recht en vlammend. 4221 t/m 4226,4228,] 8253,9705 t/m 9709, [ Dolkmessen in verschillende vormen. 9710. ) Houwwapens; 4217, 12153. Zwaarden; No. 12153 breed uitloopend met weerhaken bij het gevest. II. Verdedigingswapens. 4229, Rotan schild, zeer oud. (aan den wand boven kast 38.) 70 LAMPONGSCHE DISTRICTEN. GROEP I. Godsdienstig leven. (In kast 12.) a. G o d s d i e n s t. .• 4296. Bamboe mandje met deksel om den Qoeran in te dragen. "™58- Tamboerijn, in gebruik bij godsdienstig gezang. 4498, Amulet. 'v b. Geneeskunde. 574,575. Rotan flesch en bamboe doosje voor medicijnen. Stuk hout om een steen gegroeid; aan het afschraapsei wordt geneeskracht toegeschreven. GROEP II. Familieleven. (In kast 28.) 530, 83306. Hoofdtooisels voor bruiden en getrouw¬ de vrouwen (teeken van den huwelijken staat). 531,532. Saroengs met gouddraad doorwerkt; (als voren). 567. Sirihmandje voor huwelijksplechtighe¬ den. "fï Behang ter versiering van de zitplaats eener bruid. "8* Servet bij huwelijksfeesten in gebruik. 615. Model van een zegekar (als voren); (op kast 11). *266. Mutsje met geborduurden rand; dracht van een bruidegom. 4282. Bamboe doos bij jong-gehuwden als rijstschaaltje in gebruik. 71 4284. Deksel voor No. 4282. 4473 Model van een bruidstroon. 8328. Waterkan; wordt bij huwelijksoptoch¬ ten door een meisje gedragen. 83306. . Zie No. 530. GROEP III. Woning en huisraad. a. W o n i n g. 558. Model van een vergader- en feestzaal, tevens verblijfplaats van doortrekkende marskramers en andere reizigers, (op kast 28). 559 Model van een woonhuis (op kast 29). b. Huisraad. (In kast 28). Koqkgereedschappen: 570,591,4291. Rotan voetstukken voor vaatwerk (No. 570 in kast 27). 4293, 4317. Kegelvormige bamboe mand voor het stoomen van rijst en houten deksel. 4304, 4305. Aarden potten en kommen. 4317. Zie No. 4293. 4318. Bamboe mesje voor het snijden van groenten. 4319,4320. Houten lepels voor het omroeren en opscheppen van rijst. 4321. Lepel van klapperschaal met.houten steel. 4324,4325. Klapperraspen (ijzeren en blikken.) 4327. Klapperdop met gaatjes om deeg voor gebak door te laten, dat straalsgewijze in kokende olie valt. 8330. Houten vijzel om er spaansche peper in fijn te stampen. 72 4322. 565. Voedingsgereedschappen : ]J 4322- Etensbakje en eetlepel van klapperdop. Houten schaal, waarop spijs en drank aangeboden worden. 4313,4315. Drinkbakje van klapperdop en beker van oamboe. Zie No. 4306. (In kast 27). Sirihgereedschappen: Zakje van pandanbladreepen, waarin aoor de dochter des huizes aan bezoekers en aan haren aanstaande sirih aangeptfjfe' .boden wordt. 566.8438. Sirihdoos van bamboe en koper. Sirihmandje om onder den arm te dragen. Rookgereedschappen: Tabaksdoos van getah pertja. 563.564. Sigarettendoozen van rotan. Inrichting slaapplaats: 514,579.580, 1 Dekens en 4411,4412. /boombast. Overig huisraad: 568.569, 573, spreien van geklopten 587, 4280,4281, 4283, 4285 t/m 4287. 4289, 4292, 4294. 4295, 4297. 4298, 4357, 4358, 8329. 571,4349, 4350. Mandjes en doozen van bamboe of rotan, in verschillende vormen en grootten voor allerlei doeleinden; No. 4285 en 4286" tot het bewaren van zout; in No. 573 brengen meisjes rijst aan hare aanstaanden op het veld. (No. 568 op kast 28). Wannen van bamboe met rotan rand; No. 4349 met mand voor bet wannen van padi. 76 4263 t/m 4265. Zie No. 502. 4269,4270.4272, \ _ K1 cno 4273. jZ.eNo.509. 4271. Model van een buikband; mannen- dracht. 4274 t/m 4276. Sandalen van hertehuid, arenbast en hout. 8330a. Zie No. 522. Accessoires : 534. Zilveren haarkam. 4338. Geldzak. b. O p s c h i k. (in kast 28.) 515, 533. Hoofdbanden voor meisjes, van bamboe enkoper;No.515 voor huwbare meisjes. 516,541. Oorknoppen; No. 541 voor meisjes. 517, 542 t/m 548. Halssnoeren, ketens en sieraden, van goud, zilverdraad, knoopjes en kralen; voor meisjes. 518, 549 t/m 553. Armbanden van zeeschelp, goud en zilver voor vrouwen en meisjes. 533. Zie No. 515. 535. Looverkransen van goud, zilver en papier; worden bij feesten door meisjes, jonge vrouwen en mannen gedragen.. 536 t/m 538, 540. Hoofdtooisels van goud, zilver en koper; meisjesdracht. 541, Zie No. 516. 542 t/m 548. Zie No. 517. 549 t/m 553. Zie No. 518. 554. v Gouden vingerring; voor vrouwen en meisjes. 555. Borstsieraad voor meisjes. 4268. Hoofdband van papier en rood katoen; wordt bij feesten door meisjes en jonge* lingen gedragen. 77 8439. IJzeren toestel in den vorm van een • prauw, in gebruik bij het zwart maken van de tanden. GROEP V. Voorziening in het dagelijksch onderhoud en andere middelen van bestaan. (In kast 29.) a. Jacht en visscherij. Jacht: 593. Rotan korfje ter bewaring van sprink¬ hanen als voeder voor kwartels. 4450, 4451. Vogelknippen, inzonderheid om kwartels te vangen. 4455. Net om vogels te vangen; wordt ver¬ ticaal opgehangen. 4495. Rotan sprinkhaan-klap. Visscherij: (aan den wand tusschen kasten 9 en 10.) i -nn I Fuiken, karen en vallen (ware arootte 597 t/m 599, * , ö 4428 tl 4433 I en mode"en' voor "e vangst van zee-en ' J riviervisschen (No. 4430 in kast 29.) 4421. Model van een treknet. 4425. Rotan vischkorf. 4426. Model van een totebel. 4427. 4435, 4437. Schepnetten en manden, schepmanden om kleine visschen en garnalen te vangen; No. 4437 een model (in kast 29). 4428 t/m 4433. Zie No. 597. 4434. Fuik met houten ring als handvat; wordt gebruikt in moerassen en plassen, waarin men de fuik langzaam vooruit schuift. 4435. Zie No. 4427. 4436. Model van een vischschepper (in kast 29.) 4437. Zie No. 4427. 4438. 4439. Hengels met snoeren; No. 4438 top- hengel. 78 4440 t/m 4443. Vischlijnen (No. 4441 t/m 4443 in kast 29.) 4444 t/m 4446. Vischhaken in soorten, j 4447. Monster hout, voor > In kast 29. dobbers van netten ) b. Landbouw en veeteelt. (In kast 29.) 608. Model van een kapmes. 618, 4419. Houten klokjes voor buffels of runderen. 4300,4302. Rotan en bamboe draagmanden om landbouwproducten te vervoeren, (aan den wand tusschen kasten 9 en 10.) 4391. Schoffel. 4392. Bamboe hark om afgevallen bladeren bijeen te harken, (model.) 4393. Pootstok. 4394. Rotan mand met deksel, voor zaadpadi. 4395. Bamboe geleding met overlangsche opening om vogels, wilde varkens, enz. te verjagen; ook om daarop signalen te slaan. 4396. Klepper om vogels, wilde varkens, enz. te verjagen. 4397. Padimesje. in gebruik bij den peperpluk. (No. 4399 aan den wand tusschen kasten 9 en 10.) 4403, 4404. Modellen van suikerrietpersen. 4405. Model van een oliepers. 4406 t/m 4408. Modellen van bijlen voor het bekappen en vellen van boomen. 4409. Model van een ladder, in gebruik bij het bekappen en vellen van boomen. 4417. Rotan neusring voor buffels of runderen. 4398. Model van een bamboe mandje. 4399. Model van een ladder. 79 4419. Zie No. 618. 4420. Bamboe kokertje om buffels zout water te laten drinken. c. Nijverheid. (In kast 29.) 600. Bamboe banden; worden bij het weven als juk gebezigd. 601. Bamboe kistje met monsters katoen. 602. Monsters rotanreepen voor vlechtwerk. 603. Monsters kant en breiwerk. 4277 t/m 4279. Monsters bewerkte boombast. 4371. Spinnewiel. 4372. Garenwinder. 4373. Standaard voor den garenwinder. 4374. Monster garen, gewonnen van de bast van een slingerplant. 4375. 4376. Garenkammen van arenvezels en klap¬ perschaal. 4377 t/m 4390. Onderdeden van een weefgetouw, verschillende gereedschappen bij het weven in gebruik en rugsteunsel van hertenvel. 4479. Timmermansgereedschap om lijnen op hout te trekken. 4480. Houten knijptang; wordt gebruikt voor het vervaardigen van randen aan hoeden, spijsdeksels, wannen, enz. 4481. Haspel in gebruik bij het touwslaan. 4482. 4483, 4485 1 Monsters touw van verschillende vezels t/m 4487. f en rotan. d. Handel en vervoer. (In kast 29.) 572. Zak van biezen, waarin vrouwen land¬ bouwproducten naar de passer dragen. 80 4341 t/m 4343. Draagkorven en man¬ den van rotan en Agn dgn wgnd bamboe; No. 43431.^ kagten een model. 9 en 10. 4344. Mandje om kippen te vervoeren. 4369 Zak voor de verpakking van peper, rijst of padi. 4402. Weegschaal van tabakverkoopers. 44 jO. Bamboe horde om grint, aarde, enz. te verplaatsen. 4413 t/m 4416. Tuig en zadel voorï den wand draagpaarden. ltusschCn kast 9 4418. Draagzadel voor buf- I {Q fels. J 4^76 Model van een vrachtkar; wordt door buffels, zelden door runderen getrokken. 447g • Stut voor een stilstaanden vrachtkar. 4488 4489. Maten van bamboe en hout, voor droge waren. 4497 Bamboe kokertje met een monster ge- tah karbang. GROEP VI. Maatschappelijk leven. a. Rangen en standen. (In kast 11.) 609. Stal. 610, 611, 4471 • Houten eerezetels (pepadon) voor hoof¬ den; No. 611 en 4471 modellen; No.610 moet ruim 3 eeuwen oud zijn. (No. 610 op den vloer tusschen de kasten 9 en 10). 612,4469. Modellen van draagstoelen, waarin de¬ gene, die den eerezetel voor het eerst bestijgen zal, uit zijne woning naar het raadhuis gedragen wordt (No. 612 boven op kast 11.) Ook wanneer een 81 hoofd met pangkat padadon aan een tournooispel gaat deelnemen. 613. Model van een stoel, waarin jongelin¬ gen van aanzien zich naar de volksspelen laten dragen. 614,4470. Modellen van zegekarren waarmede hoofden („pangkat papadon"-bezitters) bij feestelijke gelegenheden naar het raadhuis gereden worden, ook wanneer zij in het huwelijk treden of aan het tournooispel gaan deelnemen. 4267. Muts voor adelijken bij het tournooispel. 4345. Rotan mat; wordt bij huwelijken en vergaderingen door voorname Lampongers gebruikt (3 stuks). 4469. Zie No. 612. 4470. . Zie No. 614. 4471. Zie No. 610. 4472. Rugstuk van een „pepadon" (model.) b. Rechtspraak, handhaving gezag, enz. 619. Beschreven stuk bamboe, een verbod bevattende tegen het ontginnen van ïmM:\ gronden. c. Spelen en vermaken. (In kast 12.) Kinderspeelgoed; dierfiguren, zweep en armbanden van klapper en pandanbladreepen, geweer, klapbus, proppenschieter. Tolletje in gebruik bij dobbelspel. Zie No. 590. Houten trom met geitenvel bespannen. Mondtrom in bamboe koker. Rotan mand tot het bewaren van een gong (koperen bekken.) 590. 620 t/m 625. 4493. 617. 620 t/m 625. 4456. 4457. 4459. 82 4460. Koker met hanensporen. 4461. Slijpsteen voor hanensporen. 4462. Stuk wortel van den djoerakboom om hanensporen na het slijpen af te vegen. 4463. Stuk hout met gaatjes, waarin geslepen hanensporen gestoken worden om deze met citroensap in te smeren. 4464. Monster garen, om hanensporen aan te binden. 4465. Scheede om een aangebonden hanenspoor te bedekken vóór het gevecht. 4466. Houten doos tot het bewaren van hanensporen. 4467. Klapperdop om het tolletje (No. 617), terwijl het draait, te bedekken. 4468. Stuk bast van den gelamboom; een -;>'■*.'■'■ versterkend middel voor vechthanen; wordt tot poeder gestooten en vervolgens in pillenvorm toegediend. 4474. Versierde stok (beschadigd); wordt bij feestelijke optochten voorop gedragen (aan den wand tusschen kasten 9 en 10.) 4475. Houten masker. 4490. Windmolen; strekt door zijn snorren of suizen tot amusement (op kast 29.) 4493. Zie No. 590. 4494. Bamboe stelten. GROEP VU. Wapens. (in kast 11.) 604, 605. Lansen: No. 604 van Raden Intan, hoofd van den in 1857 bedwongen opstand. 606,607. Dolkmessen. 4496. Zandsteenen kogelvorm. 88 945,995,4514. Zilveren halsbanden. 946, 947, 993, \ Armbanden van zilver; in No. 994 be994. j vinden zich hagelkorrels of kralen. 950. Zilveren buikband. 970, 4505. Horlogekettingen; No. 970 zilver (frag¬ ment), No. 4505 vervaardigd van hoorn van neushoornvogels. 992. Vingerring. 993,994. Zie No. 946. 995. Zie No. 945. 996. Zie No. 938. 4499. Zie No. 941. 4500. Zilveren oorbel. 4501. Zie No. 941. "Jjj 4505. Zie No. 970. 4506. Kapje; een langwerpig-vierkant lapje met kralen en knoopjes versierd en van een franje voorzien. 4509. • Zie No. 938. 4510. Zie No. 941. 4511. Zie No. 943. 4512,4513. Zilveren borstversierselen. 4514. Zie No. 945. 4515. Hoornen doosje tot bewaring van munten voor halsversiering. 9620. Modellen van platen, die aan elkaar bevestigd dienen tot halsketen of gordel. GROEP V. Voorziening in het dagelijksch onderhoud en andere middelen van bestaan. a. Jacht en visscherij. 1055. Kegelvormige korf voor de vischvangst in ondiepe moerassen, (op kast 13.) 9618. Vogelaarsfluitje (in kast 26.) 94 Overig huisraad: 465, 11465 t/m 11517. Zit- en slaapmatten in verschillende pa¬ tronen gevlochten, al of niet met katoen omboord. (No. 465. 11465 en 11472 in de kast, de overige onder vitrine XX.) 466. Katoenen knapzak. 4546. Dekkleedje | Q 4550,4551. Koperen schalen. > 10824. Zak van palmbladreepen, a jour gevlochten met voering van gele zijde en andere stof. 10825, 10826. Foedralen van opengevlochten palm¬ bladreepen voor naai- en borduurwerk. 11442,11443. Aarden waterkruik. 11464. Bamboe mandje. 11465 t/m 11517. Zie No. 465. GROEP IV. Kleeding en opschik. (In vitrine XX.) a. K1 e e d i n g. (Koerintji.) 454, 10823. Geweven kains. 455,456.460. Zilveren versiersels en vergulde ring; worden aan vrouwenhoofddoeken bevestigd. 457, Kam voor jonge meisjes. 460. Zie No. 455. 10823. Zie No. 454. 1Hoofddoeken voor vrouwen (No. 10931 en 10932 ingevoerd) met en zonder versieringen; No. 10932 met sleutels. 10930, 10933. Geweven slendangs. 10931, 10932. Zie No. 10928. 10933. Zie No. 10930. b. Opschik. (Koerintj i.). 453. Haartooi van akarwangi. 95 458. Zilveren oorknoppen. 459,461. Zilveren vingerringen en armbanden. 10927. Haarband voor vrouwen. 12187, 12188. Zilveren oorhangers en oorringen. GROEP V. Voorziening in het dagelijksch onderhoud en andere middelen van bestaan. (In kast 15.) a. V i s s c h e r ij. (Koerintji). 11519 t/m 11521. Rotan vischmanden. b. Landbouw. (Koerintji). 11522. Padisnij-mesje. c. N ij v e r h e i d. (Koerintji). 463. Bamboe kokertje in gebruik bij het weven. 477. Gewicht ad x\2 thail om goud te wegen. 478. Monster ramehtouw. 4554. , Vijl. (Djambi.) 4555. Bamboe met kwikzilver. (Djambi.) 11557. Spinnewiel. d. Handel. 4549. Tinnen gewicht. 4556. Houten rijstmaat. e. Versieringskunst, (in vitrine XX.) 927. Snijwerk, aangetroffen boven in de Kra¬ tonpoort te Djambi in 1858. 11553 t/m 11556. Proeven van houtsnijwerk. f. Vervoer. (Koerintji.) 11523 t/m 11528. Rotan draagmanden (op kast 15.) 11538. Draagmars met draagzeel van bOOm- kaof- /oor, Uoct- K\ 96 GROEP VI. Maatschappelijk leven. (In kast 26.) a. Rangen en standen. 467. Katoenen sirihzak voor hoofden en gegoeden (Koerintji). 469, 470. Matjes waarin*sirih bewaard wordt; No. 469 met zilveren ketting: (als voren). 10919. Gong „Si Timang Djambi"; rijkssieraad van den Sultan. 10922, 10924. Mesjes met reegewei; legimitatiebe- wijzen van den Sultan van Djambi tegenover hoofden in Koerintji. 10923, 10925. Pinangscharen in den vorm van een pauw en krokodil, (als voren). 10924. ' Zie No. 10922. 10925. Zie No. 10923. 11670 t/m 11672. Krissen, rijkssieraden van het Koekoegebied Ketaloe en van de Soekoe „Radja ampat poeloeh". 11674. Vlag van zwart katoen, waardig- heidsteeken van den Radja Sahari bij het instaleeren van een nieuwen Sultan. 11675 t/m 11678. Zonneschermen, waardigheidsteekenen van den Pangeran Ratoe en den Sultan ; No. 11677 geschenk van de Regeering. (op kast 26) (De zilveren ornamenten van No. 11678 in kast 26). 11679. Vlag van geel dundoek, (als No. 11674). 11680. Pinangschaar „Tjalakati goembaq mas"; rijkssieraad van de federatie Batin V. 97 GROEP VIL Wapens en krijgstuig. (In kast 26.) 472.' Dolkmes. 474.475. Zwaarden. I v 476. Slinger. Kbenn*' 479. Monster kruit. 925,4547,4548, I Houwwapens. (pedang, soendang, pa- 12923 t/m 12930. J rang.) 928. Voetangels van verschillend materiaal. 9808. Houten kanon (in de Noordelijke buitengalerij.) 11673. Ladinghouder van een achterlaadlilla. 12916 t/m 12922. Krissen. 12931. Dolkmes. 12932, 12933. Lanspunten. INDRAGIRI EN KWANTAN. (RES. RIOUW EN ONDERHOORIGHEDEN.) (In vitrine XIX.) GROEP III. Woning en huisraad. Huisraad. 889. Muziekdoos, door den laatsten Panglima van Reteh als sirihdoos gebezigd. 900. ■ Overtrek van een hoofdkussen. 903,904. Deksels van pandanbladreepen om ge¬ bak en waterkruik te bedekken. 905. Dekkleedje voor spijsdeksel. 4564,4566. Strootjes - en sigarenkokers van pan¬ danbladreepen. 98 4565. Sirihdoos van pandanbladreepen. 4566. Zie No. 4564. 4568. Mandje, gevlochten van pandanblad¬ reepen in den vorm van een vogel, (doel onbekend.) GROEP IV. Kleeding en opschik. Kleeding. 899. Hoofddeksel. 4563. Kleedingstuk van geklopten boombast, dracht van de Orang-mamak. 4569 t/m 4574. Lijnwaad. 4575 t/m 4585. Saroengs. 4586,4587. Slendangs. GROEP V. Voorziening in het dagelijksch onderhoud en andere middelen van bestaan. a. Jacht. 10553, 10554. Olifantstanden; geschenk van den Sul¬ tan van Indragiri aan den Resident van Riouw en onderhoorigheden (in kast 10.) b. Landbouw. 908. Padimes. c. N ij v e r h e i d. 901, 902. Borduurramen met dekkleedjes in be¬ werking. 906,907. Monsters kantwerk (zijden en katoenen franjes.) GROEP VI. Maatschappelijk leven. 910. Doos met hanensporen. 99 4567. Bamboe fluit. GROEP VII. Wapens en krijgstuig, (aan den wand boven kast 10.) 890,892. Donderbussen; No. 892 in 1858 buit¬ gemaakt bij vernietiging van het rooversnest Reteh. (op geweerrak tegenover vitrine II.) 891. Lansen; als boven (aan kast 10.) 893. Zwaarden; als boven. 894,895,909, ) „ . XT aoA „_ , . ,„.„. ) Krissen; No. 894 en 895 als-boven. 13424. J 897. Houten schilden. SUMATRA'S OOSTKUST. A. BATAKLANDEN. GROEP I. Godsdienstig leven. (in kast 24.) a. Priesters — en waarzeggersattributen. 209. Kostuum van een wichelaar. 243. Kalender voor een maand, vervaardigd van een schub van den miereneter. 3895. Telbord van been, om dagen te tellen; wordt ook door anderen gebruikt. 8516,9809. Tooverstaven. b. Literatuur. 240 t/m 242. Bedreigings — en andere brieven op bamboe. 100 GROEP II. Familieleven. (In kast 24.) 237. Kopie van het huisje op het graf van een in het kraambed gestorven dochter van Radja Merlampa (Boven- Assahan) (op kast 24.) 238, 239. Modellen van grafpalen; No. 238 voor mannen, No. 239 voor vrouwen. 14194. Model van een vorstelijke doodkist. 14195,14196. Maskers met bijbehoorende kostuums en voorwerpen in gebruik bij dansen tijdens de plechtigheden bij vorstelijke begrafenissen. GROEP III. Woning en huisraad. a. Woning. 17574. Modellen van woningen en andere gebouwen (op kasten 21 en 24 en vitrine XXIU.) b. H u i s r a a d. (in kast 24.) Kookgereedschappen: 159,8520. Lepels van' bamboe. 160,8513. Aarden kookgereedschappen. 3885. Houten doos tot het bewaren van visch. 8511. 14180. Modellen van rijstblokken; No. 14180 op een platvorm (op kast 19.) 8513. Zie No. 160. 8520. Zie No. 159. 11413. Bamboe wan. 14180. Zie No. 8511. Voedingsgereedschappen: 3856,8518,14179. Bamboe kokers met houten deksels voor palmwijn. 101 8510. Houten rijstschotel. 8518,14179. Zie No. 3856. Sirihgereedschappen: ' lo^-r^of ^7 I Sirihkalkdoozen en kokers van bamboe Joo/, o327, i , 14477.14478. J 6n koper- 134 t/m 137,3887. I _ . , 8526 lasschen voor sirmbenoodigdheden. 3866,3867. Zie No. 131. 3887,8526. Zie No. 134. 8527. ; Zie No. 131. 8528. Omslag voor sirihbladeren. 14477.14478. Zie No. 131. Rookgereedschappen: 130,3868,3869. Tabaksdoozen van bamboe en koper. 140, 141, 143. Bamboe doosjes met fijngekorven blad (bakal) dat met behulp van de stokjes No. 143 met opium vermengd wordt. 142,3873. j Doosjes tot het bewaren van opium. 143. • Zie No. 140. 3868.3869. Zie No. 130. 3870,3871. Tondeldoozen. 3872. Opiumpijp. 3873. Zie No. 142. Overig huisraad: 3874. Spijsdeksel. 3875. Mat van pandanbladreepen. 3882,3883. Slijpsteenen; No. 3883 met zakje. 3886. Knapzak van nipahbladreepen. 102 GROEP IV. Kleeding en opschik. (In kast 16.) a. Kleeding. 74 t/m 76, 3863. Doeken; worden om het hoofd gewikkeld. No. 74 en 75 van ramehvezel. 79 t/m 83. Saroengs. 84. Omslagdoek. 85, 3853, 3854. Baadjes van geimporteerd lijnwaad. 95. Hoofddoek voor vrouwen. 3853,3854. Zie No. 85. 3855. Slendang. 3863. Zie No. 74. 3884. Beurs van netwerk tevens gordel. b. Opschik. 104- Zilveren oor- tevens haarversiersel. ' 3859. Pluim van vederen (hoofdversiersel.) 3860. Kralen versiering van den hoofddoek. 3862,8529. Halskettingen van koper en kralen. 3864, 3865. Zilveren vingerringen. 8529. Zie No. 3862. 15029 t/m 15031. Bovenarm —en polsbanden. 17872. Ringen van koper en been aan een koperen ketting. c. Kunstmatige verminking van het lichaam. 3898. Steentje in gebruik tot verhooging van de geslachtsdrift. GROEP V» Voorziening in het dagelijksch onderhoud en andere middelen van bestaan. (In kast 18.) a. Jacht en visscherij. 171. . Eekhoornval. 172. Strik om tortelduiven te vangen. 103 173. Vischhaak en lijnen. b. Landbouw. 8512. Dissel. 8524, 14184. Wiedijzer. 14191. Padisnijmesje. c. N ij v e r h e i d. 3879. 14192. Modellen van spinnewielen.' 3880. IJzeren pen om garen op te winden. 3881. Gereedschap om kapas (katoen) van de pitten te zuiveren. 14183. Model van een garenwinder. Skft 14185. Model van een boogje om katoen te pluizen. 14186. Model van een garenkluwer. 14187. 14188. Weefgetouwen met opgezette doeken. 14189. Weefspoel. 14192. Zie No. 3879. 14193. * Vijfzijdige lat om garen te ontwarren. d. Handel. 3888. Weegschaal. 3889. Tinnen gewicht? [gevonden in een veld bij de kampong Soenggal (BovenLangkat)]. GROEP VI. Maatschappelijk leven. (In kast 16.) a. Rangen en standen. 197,8517. Zitmatjes voor vorstelijke personen; No. 8517 een stuk tijgervel. 210. Doek voor vorstelijke personen. 3861. Versiering van den hoofddoek van een penghoeloe. 8517. Zie No. 197. 104 b. Rechtspraak, handhaving van gezag. 3896. Touw van hoofdhaar vervaardigd tot het binden van gevangenen. c. Spelen en vermaken, (in kast 18.) 215. Mandoline. 3893, 3894. Bamboe fluiten. 8519. 14181. 14182. Handtrommen. 14190. Viool van klapperdop met strijkstok. GROEP VIL Wapens en krijgstuig, (In kast 17.) 146.3969,8523. } 11387.11388, 7 A ui u-n 'J ,,,„»,, Zwaarden en sabels van verschillende 11390 t/m 11395, > , 11397 t/m 11399, afmetlD9en en vormen. 15032. 178. Zwaard van aanzienlijken. 191,192,3890, \ n , * iij 2gQ. > Fa troon tasschen en houten kogeldoozen. 196.3892. Kruithoorns. 3876. Dolkmes. 11400 t/m 11402. Kapmessen (zwaarden?). B*. MALEISCHE LANDEN. GROEP L Godsdienstig leven. (In en op kast 25.) 802.830,4589, * , . 4590. / Amuletten< 831. Hoornen plaatje. 860. Almanak. 4589.4590. Zie No. 802. 109 11865,11889,17744. Versperringen voor de visch vangst in riviermondingen, (modellen.) 11869 t/m 11874. \_ XT Éto_ 11885. }Zie No. 11864. 11886. 17756 t/m 1 Samengestelde lijnen met haken (beu• 17758.17761.17762.) gen.) 11887. Zie No. 11861. 11888. Zie No. 11864. 11889. Zie No. 11865. 11890. Model slede; wordt op modderigen bodem gebezigd bij het vangen van schelpdieren. 11891. 11904. Mandjes, waarin de gevangen visch en garnalen gedaan worden. 11894, 11895, 11897. )„. w n»<;7 11901. 11902.JZlC No-11857- 11903. Zie No. 11861. 11904. Zie No. 11891. 17706.17737, 17738. Modellen van vaste fuiken (kelong, djermal, belat.). Door een systeem* van tusschen stokken of niboengpalen opgestelde horden wordt de visch in de eigenlijke fuik geleid. 17707,17708. Zie No. 11861. 17709. Plompstokken behoorende bij No. 17708. 17710 t/m 17713. Zie No. 11864. 17714. *Zie No. 11861. 17715 t/m 17733. Zie No. 11864. 17734,17735, 17755. Modellen van schepnetten en schepmandjes. 17736. Model van een kruisnet. 17737.17738. Zie No. 17706. * 17739 t/m 17741. | Modellen van vaste fuiken voor de vangst van zeegarnalen; No. 17741 met een Chineesch vaartuig (sampan kotak). 110 17742, 17743. Zie No. 11864. 17744. Zie No. 11865. 17745 t/m 17752. Zie No. 11861. 17753.17754. Zie No. 11862. 17755. Zie No. 17734. 17756 t/m 17758. Zie No. 11886. 17759,17760. Zie No. 827. 17761,17762. Zie No. 11886. 17763, 17764. Zie No. 827. 17765 t/m 17767. Zie No. 11858. 17856. Zie No. 11857. b. L a n d b o uw en v e e t e e 11. (in kast 25.) 819. Pootstok. 820, 11848, 14227. Padimesjes. 11878. Bijl (model in hout). 1.1880 t/m 11884. Werktuigen voor sagobereiding (klopper, rasp, goot, waschtoestel.) 14223. Schoffel, rechthoekig omgebogen met houten steel. 14227. Zie No. 820. c. N ij v e r h e i d. (in kast 25). Spinnen en weven: 786. Garenwinder van hoorn. 11829. Haspel voor zijde. 11830. Spinnewiel. 11831,11832. Toestellen om te tweernen en meer¬ voudige draden te maken. 11833. Toestel om cocons af te winden. 11834, 11835. Toestellen om garens te winden. 11836 t/m 11842. Weeftoestel en onderdeden. (No. 11836 en 11841 in kast 25, de overige op kast 16.) 11844. Klosjes voor gouddraad. 111 vlechten: 11850. Pandanbladsplijter. 14197. Vlechtgetouw met opgezet patroon. 14198. . Vlechtpatroon. Overige nijverheid: 818. Monster borduurwerk. 848. Gereedschap in gebruik bij het touw- slaan. 11843. Monster zijden borduursel. 11845. Mand in gebruik bij het inzamelen van boschproducten. 14232, 14238. Proeven van houtsnijwerk. • d. Handel en scheepvaart. 888, 11867, 11892, Modellen van vaartuigen voor goede17857, 17858, \ ren- en personenvervoer, (onder vitrine 17861. J XXII, No. 17857 en 17861 op kast 18.) 11846. Mand voor rijstvervoer (in kast 25.) 11866,11893,11896. Modellen van handelsvaartuigen (onder vitrine XXII. No. 11893 op kast 18). 11867, 11892. Zie No. 888. 11893, 11896. Zie No. 11866. 17768. Model van een • schoener, (op kast 18). 17857,17858,17861. Zie No. 888. GROEP VI. Maatschappelijk leven, a.' Rangen en standen. 783. Vlaggenband met gouddraad doorwe¬ ven (in kast 25.) 828. Kopie van het staatsievaartuig vroeger in gebruik bij den Sultan van Asahan. (op kast 17.) Kopieën van vlaggen van den Datoeq Sjabandar van Asahan-Radja van Pasei829,838,862, Soetan van Kampong Radja-Datoeq 876, 877. Bentara. Kiri en Datoeq Kampar van Siak. (No. 877 in kast 25, de overige aan den wand.) b. Rechtspraak en handhaving van gezag. 787. Lans (punt niet aanwezig) om ter dood veroordeelden om te brengen (aan kast 8.) c. Spelen en vermaken. 817. Koker met hanensporen. 850. Klarinet. GROEP VII. Wapens en krijgstuig. (In kast 25.) 782. ' Geborduurd onderstuk van het foedraal van een buks. 788. Kris. 821. Lans. (aan kast 8.) 822. Zwaard zonder heft. 823. Sabel. 825. Walbus (aan kast 8.) 826,852,853. Voet-en buikangels. 851. Werplans. 863. Pistool. 864. Kartets, (steentjes, in een bamboe omhulsel). 14218, 14219. Gevesten en huizen voor dolkmessen. EILANDEN BEOOSTEN SUMATRA. RIOUW - LINGGA ARCHIPEL. GROEP I. Godsdienstig leven. 3629. Schrijfgereedschap (Kalam) 7304,7305. Bidmatten van pandanbladreepen (in kast 10.) GROEP II. Familieleven. 3658. Maleisch-Arabische lettertafel om kin¬ deren te leeren spellen en lezen, (in kast 10.) GROEP III. Woning en huisraad. a. W o n i n g. 3622. Kopie van een woning van den voormaligen Radja Moeda te Penjengat. (op de tafel naast kast 10.) 7292. Model van een woning, (op de vitrines XVIII en XIX). b. H u i s r a a d. (in kast 10.) 3623. Spijsdeksel van pandanbladreepen. 3624 t/m 3626. Zit- en ligmatjes, idem. GROEP IV. Kleeding en opschik. (In kast 10.) 3621,7286. Hoofddeksels van pandanbladreepen. 7291. Rotan mutsje. 7932. Kain pandjang. 8 114 GROEP V. Voorziening in het dagelij ksch onderhoud en andere middelen van bestaan. a. V i s s c h e r ij. (in kast 10.) 3627,7299. 7302. Modellen van vaste fuiken (kèlong, djermal. belat.); zie pag. 109 No. 17706. (No. 3627 onder vitrine XIX). 3628. Vischharpoen. \, , ... 3630. Hengel. /(aan kast 10 > 3631,3632,7298. Modellen van kruisnetten'. (No. 3632 aan den wand naast kast 10.) 7293, 7296. Modellen 1 van visschersschuiten (op kast 10.) 7298. Zie No. 3631. 7299. Zie No. 3627. 7300,730). Modellen van fuiken. (No. 7300 aan den wand naast kast 10.) 7302. Zie No. 3627. b. N ij v e r h e i d. 3633, 7290. Modellen van een gambirfabriek. (No. 3633 op de vitrines XVIII en XIX. No. 7290 naast kast 10.) c. Vervoer. 7288, 7294, 7295, I Modellen van vaartuigen (No. 7288 op 7306. ) vitrine XVIII; de overige op kast 10). GROEP VI. Maatschappelijk leven. 3640. Vlaa van den voormaligen Sultan van Riouw-Lingga. (aan een stok aan den wand). 3642. Vlag van den voormaligen Radja Moe- da te Penjengat. (in kast 10.) 7316. Model van een hakplank. 7317. Zie No. 3593. '318. Model van een bamboe mandje in gebruik bij het rijststampen. 8'65. Kegelvormige mand, waarin rijst wordt gestoomd. 8166. Bamboe zeef. GROEP IV. Kleeding en opschik. (In kast 9.) 7307. Mutsje van varenbast. '308. Stel mannenkleederen van geklopten boombast, in gebruik bij de heidensche bevolking in Soengeiliat en Blinjoe bij den veldarbeid. '309. Stel vrouwenkleederen, als voren. 8164. Hoed van pandanbladreepen. GROEP V. Voorziening in het dagelijksch onderhoud en andere middelen van bestaan. a. Jacht en v i s s c he r ij. (in kast 9.) 3601, 7340 t/m 7342. Strikken om herten en dwergherten te vangen. (No. 3601,7340 en 7341 aan den wand naast en boven kast 9.) 3602. Lijmstokjes. 3604. Vischh arpoen. 3605. Model van een vaste fuik (sero)- onder vitrine XVIII. 3606. Model van een treknet. (aan den wand boven kast 9.) 3607. Model van een net voor de garnalenvangst. 7338. Modellen van fuiken. '339. Model van een schepmand. 7340 t/m 7342. Zie No. 3601. 122 4876, 4877. Zilveren, gedreven schaaltjes. 4921. Koperen vingerkom. 4949,4950. Rijstmanden van bamboe vlechtwerk, resp. voor feestelijke gelegenheden en voor dagelijksch gebruik. . Rookgereedschappen: 4894. Bamboe sigarenkokers. Inrichting slaapplaats: Model van een bed van een desabewoner. 14470. Deken van inlandsch gesponnen garen. Overig huisraad: 1135. Rattenval. (Aan den wand bovenkast40). 1137- Kleed voor wandbekleeding bij feeste¬ lijke gelegenheden. 4793. Reismand. 4948. Rotanmat. GROEP JV. Kleeding en opschik. (In vitrine XXV.) a. K1 e e d i n g. 4693 t/m 4695. 7477. Bamboe hoeden. (Aan den wand boven en terzijde kast 40.) 4732. Slendang. ^735. Dracht van poetrfs; zeer oud. 4736. Tuniek (dodot) afkomstig van een pangeran; zeer oud. 4737, 4738. Klompen, resp. voor mannen en vrouwen. 7477. Zie No. 4693. 9247 t/m 9253. Saroengs. (Oud batik-wérk.) b. Opschik. 8798 t/m 8800. Oorsieraden. 8801. Stukje hout (kajoe gaboes) voor oor." .123 c Toiletartikelen en accessoires. 4699 t/m 4701. Hoornen kammen voor mannen en vrouwen. 4912. Geldzak van „rameh" gebreid. 8781. Fleschje voor odeur. GROEP V. Voorziening in het dagelijksch onderhoud en andere middelen van bestaan. a. Jacht en v i s s c h e r ij. (in kast 39.) Jacht: 1188.5082.5085 Modellen van tijgervallen. (No. 1188 t/m 5087. op de kast, 5 stuks). 1189. Vogelknip. 5082, 5085 t/m 5087. Zie No. 1188. 5091. Model van een val voor wilde varkens. 5092. Net om varkens te vangen. (Aan den wand terzijde van "kast 39.) 5095. Model van een net om snippen te vangen. Visscherij: 1181. Zeildoek van „gebang"-vezels. 1197 t/m 1199.5124 ] Diverse soorten fuiken (No. 1197, 1199, t/m 5126, 5131. [5124,5126.5131,5134 en 5135 aan den 5133 t/m 5135. ) wand terzijde van kast 39.) 5107, 5109 t/m 5111. Modellen van vischnetten. (Sleep- en schepnetten.) 5112. Totebel. 5113. Bamboe instrument om netten te knoopen. 5117. Vischkorfje. 5124™1!«'}^No.ll97. 5133 t/m 5135.' 124 5735 t/m 5739, 5745. Modellen van visschersprauwen; enkele ook voor goederen-vervoer. (Onder vitrine XXV.) 7498, 7499. Modellen van vischtuigen gemaakt van vruchten. 17834. Plompstok (djeboek, djembloeng.) [ter¬ zijde kast 39.] 17843. Schelletje vervaardigd uit de schaar van een kreeft. 17851. Dobber, (terzijde kast 39.) b. Landbouw en veeteelt. (In kast 39.) 1160. Koffiepelmolen (op kast 40.) 1161. Model van een suiker-1 m°len- \ (naast kast 39.) H62. Katjangpers. 1185,1186.8696. Grasmessen. 1272. Klok voor karbouwen. 1274- Vogelverschrikker. (Aan kast 39.) 4967, 4968. Modellen van ploegen met jukken; voor sawah's en droge gronden. 4Q70. Model van een egge. 4971. Model van een roller voor't gelijkma¬ ken van sawah's. 8696. Zie No. 1185. c. Nijverheid, (in kast 52.) 1163 t/m 1172. ) 4846 t/m 4851 Weef toestel, spinnewiel en andere ge4853, 4855 ' | ree£lschappen in gebruik bij het weven 4856.' 14472. ) cn sPinnen1173 t/m 1177. Potten en grondstoffen voor verfberei¬ ding, respectievelijk: asch van de „pinang batoe" (zwart), indigo (blauw); schors van den „Menteng"-boom (rood); wortel van den „Mengkoedoe"-boom 125 (rood), benevens bak waarin de verf wordt aangemaakt. 1178. Mand om katoen in te bewaren. 1179. Monster geweven stuk lijnwaad. 1180. Monster touw van arèn-vezels. 1181. Monster zeildoek van gebang-vezels. 1182 t/m 1184. Timmermansgereedschap: dissel, bijlen schaaf. GROEP VI. Maatschappelijk leven. a. Rangen en standen. urn I Gamelan behoord hebbende tot de 1243 t/m 1250, _ _ nc« ,ice i rijkssieraden van het Sultanaat Bantam 1252 t/m 1256. .' . VVTV , J (tusschen vitrines XXIX en XXX.) b. Spelen en vermaken, (in kast 50.) 1258. Viool (op vitrine XXIX.) 1259, 1261. Muziekinstrumenten van bamboe. (No. 1259 op kasten 67 en 68.) 1262, 1263. Tamboerijnen. 1264. Guitar. (trawangsa.) 1265,9629. Luiten (ketjapi.) 5574. Strijkstok voor de ,,rebab". 9629. Zie No. 1265. BADOEI'S (BANTAM). (In kast 51.) GROEP I. Godsdienstig leven. 5720,11827. Wicheltafels. 11828. Grof katoenen weefsel voor religieuze doeleinden. 126 GROEP II. Familieleven. 7729. Katoenen doek (kain); geschenk van de bruid aan den bruidegom als proeve van hare bedrevenheid in de weefkunst. 8654, 8655. Hoofdversieringen, resp. voor bruide¬ gom en bruid. GROEP III. Woning en huisraad. a. W o n i n g. 9580,9581. Modellen van rijstschuren. 9582. 15068, 15069. Modellen van woningen. (No. 15069 op kast 50.) b. Huisraad. 17577. Lamp van bamboe. v GROEP IV. Kleeding en opschik. 1057,4740,9626,9627. Baadjes van „agel" (gebangvezel.) 1058, 4742, 9624. Sarongs van „agel" (gebangvezel.) 1059, Hoofddoek van katoen. 1060, 8657. Buikbanden van katoen en „agel" (ge¬ bangvezel.) 4740. Zie No. 1057. 4741,9625. „Kain pandjang" en „slendang" van „agel" (gebangvezel.) ' 4742. Zie No. 1058. 8657. Zie No. 1060. 9624. Zie No. 1058. 9525. Zie No. 4741. 9626, 9627. Zie No. 1057. 17578. Kam. 17579. Spiegel. GROEP VI. Maatschappelijk leven. 4762. Model van een raadhuis (op kast 51.) 4763, 4764. Modellen van woningen van hoofden. (op kasten 50 en 51). 17134. • - Luit (ketjapi.) BATAVIA. GROEP I. Godsdienstig leven. (In kast 53.) 4879, 4880. Wierookbranders (aardewerk.) 5703.5704. Priesterstaven. 5705. Model van een aarden watervat ten behoeve der ritueele wasschingen. 5706. Blikken moskee-lamp. 5713. Pop (Nenèk Tjoewoeng) medium bij een geestenconsult. 5724. Amulet (schildpad.) 9220. Qoeran-lessenaar. 13527. Looden wicheltafel. 14808, 14809. Poppetjes van gekleurd damast, die¬ nende ter inlossing van den levensgeest ingeval van ziekte. GROEP II. Familieleven. (In kast 53.) a. Geboorte en opvoeding. 5710. Besnijdenis-instrument voor meisjes. b. H u w e 1 ij k. 5657, 5658. ' Zijden baadje voor den bruidegom. 5669,9341. Kabaja en baadje voor de bruid. 5675. Sloffen voor de bruid. . 7740. Ouderwetsche houten sirihhouders. 7878. Versiering van een bruidsbed. 9341' Zie No. 5669. GROEP III. Woning en huisraad. a. Woning, (op kasten 52 en 53.) 1104, 4775. Modellen van padischuren. 128 1106,4745,4746. 1 Modellen van woningen. (No. 1106 4755. J Makassaarsch model). 1109. Model van een loods met rijstblok. 4745,4746. Zie No. 1104. 4747. Model van een open galerij (pendopo) behoorende bij No. 4746. 4755. Zie No. 1106. 4759. Model van een karbouwenkraal. 4775. Zie No. 1.104. 4862. Deur van de Rrawangsche regentswo¬ ning, (in de noordelijke zijgalerij.) 8721. Deurversiering van hout (Banaspati) vervaardigd in Japara en aangetroffen in de desa Madoera (Krawang) (aan den wand tusschen de kasten 69 en 70). 14476. Model van een vrouwenverblijf bij het weven. b. H u i s r a a d. (in kasten 52 en 53.) Kookgereedschappen: 1123. Keukenmes. 1140, 1142, 1144 t/m I Koperen keukengerei (potten, pannen, 1151, 1154 t/m ? kommen, schalen, wateremmer en schep1157,8815. J per, ketel, trechter.) 4802. Lepel van klapperdop. Modellen van aarden keukengerei (wa4803,4824 t/m 4829, I tervat, pannetjes met en zonder deksel, 4831,4833,4834. stoompot, schotels en schalen, martavaan, komforen, vuurhaard.) 4804. Bamboe watervat. 4805. Model van een watervat. 4813. Bamboe tang omgebraad uit een braadpan te halen. 4824 t/m 4829. Zie No. 4803. 4830. Model van een blikken stoompot. 129 4831. Zie No. 4803. 4832. Model van een aarden pot met lepel en waaier. (Voor het omroeren en afkoelen van gestoomde rijst.) 4833.4834. Zie No. 4803. 4914.4915. Modellen van rijstblokken. 8788. Mortier van steen. 8815. Zie No. 1140. 9106 t/m 9111. Houten gebakvormen. 9335. Wafelijzers. (2 stuks). 12364. Stel bamboe latjes om vuur temaken. Voedingsgereedschappen: 1138, 1139,7732. Waterkruiken van koper en van kalebas. (No. 7732 zeer oud.) 4814. Model van een schotel met deksel om groenten (sajoer) voor te dienen. 4868,4869. Bamboe mandjes voor gekookte rijst (No. 4866 op versierd voetstuk.) 4922. Koperen vruchtenschaal. 7732. Zie No. 1138. 8915. Metalen sajoerschotel. Sirihgereedschappen: 1119. Sirihstamper. 1143,4883,4884. Aarden en koperen kwispedoors. 4787. Mandje met zilverbeslag voor sirihbe- noodigdheden. 4883,4884. Zie No. 1143. Rookgereedschappen: 8444. Koperen sigarenstandaard. Overig huisraad: 1120. Pneumatisch vuurpompje. (vuurmaker.) 1121. Standaard voor een aarden lampje (pelita.) 130 1152. Koperen voetstuk van een lamp. 1153.4835. Olielampen (No. 1153 van koper.) 4837, 4838. Lampenhangers van bamboe. 4988. Bamboe mandje tot bewaring van allerlei. 8099. Koperen kandelaar. 8161. Kokos voetenveger. 8443. Klapperdop versierd met ingesneden voorstellingen van de Kruisiging, Adam en Eva, enz. (Europeesch?); laatstelijk afkomstig van de desa Madoera (Krawang.) 8663. Bamboe kokers (kooitjes voor kleine vogels.) 8664. Stokje om kleine vogels af te richten. 10794. Kapmes voor huiselijk gebruik. GROEP IV. Kleeding en opschik, a. K 1 e e d i n g. (in kast 66.) 1080 t/m 1094. 5621. Katoenen saroengs. (No. 1081 met gouddraad doorweven). Baadjes, voor mannen en vrouwen, en 4718 t/m 4722, saroeng; specima van antiek kunstnaald- 4724, 4725, \ werk. (nos. 4718 t/m 4720, 4724, 4730 4728,4730. zeer oud; No. 4725 dracht van aan¬ zienlijke vrouwen.) 4723. Vrouwenbaadje. (In 1919 +128 jaaroud.) 4724,4725. Zie No. 4718. 4726. Vrouwenbaadje. 4727. Vrouwenbaadje. (In 1919± 108 jaaroud.) 4728. 4730. Zie No. 4718. 4731. Zijden rok voor meisjes. 4733. Gebreide wollen buikband (mannen- dracht.) 4745a. 47466. Zakdoeken. 5621. Zie No. 1080. 5673. Zijden broeken (oud). 8783. Hoofddeksel (niet meer in gebruik). 131 8858. Kindermutsje. 12390. Kindersaroeng. b. Opschik. 4709,4716,4717. Borstsieraden van zilver. 4717a. Verguld zilveren gordel met dito plaat. 7479, 7480. Verguld zilveren armbanden. 7481. Zilveren vingerring. 7484. Zilveren beenband. 8633. Halsketting voor kinderen. Accessoires: 4743. Haak, waaraan een ring met zilveren sleutels, vruchten, etc. 8782,8859. Zilverenfleschjeenflaconvoorreukwerk. GROEP V. Voorziening in het dagelijksch onderhoud en andere middelen van bestaan. a. Jacht en visscherij. (In en op kast 69 en aan den wand daarboven). Jacht. . H|f^ 5083, 5084. Modellen van tijgervallen. 5094. Model van een eekhoornval. Visscherij. 1202. Modellen van vaste fuiken (4 stuks waarvan 3 op kast 66). 5118,5119. Modellen van vischkorven. 5120,5121,5127, 5129,5130.5132, I ., . .. 17844 17850 f Modellen van rt"kea. 17859.17860. ] 5143, 17855. Modellen van harpoenen. 8766. Toestel om de riviervisch „gawoeng" te vangen. 17832, 17841, 17842.) 17849 ƒ Modellen van visschersvaartuigen. 132 17835. Schelp ombaadeng-larvenoptescheppen. 17839. Vischlijn aan een vlieger (pantjing lajangan.) 17841,17842. Zie No. 17832. 17844. Zie No. 5120. 17845. Hengel voor de vangst van zeekreeften. 17849. Zie No. 17832. 17850. Zie No. 5120. 17855. Zie No. 5143. 17859,17860. Zie No. 5120. b. Landbouw en veeteelt, (in kast 68.) 1187, 8285 t/m 8290. Draagstokken, hoofddeksel, muziekinstrumenten voor het „réngkong" spel; wordt bij het opschuren van den padioogst opgevoerd. 4836. Wierookbrander. (aardewerk.) 4969, 5008. Modellen van eggen. (No. 4969 naast kast 69.) 4^91,4992,10786, | 10790, 10796, i Schoffels en messen om gras te wieden. t/m 10799. J 4996. Bamboe spuit voor besproeiing. 5008. Zie No. 4969. 5011. Model van een waterwiel van bamboe voor de bevloeiïng van bouwvelden. 5039. Kapokwan. 10784. Kapmes om de sawahdijkjes gelijk te kappen. 10785. Mes om tabaksbladeren te kerven. 10786. Zie No. 4991. 10787 t/m 10789. 10791, 10793, I Landbouwersgereedschappen en houten 10795, 10800, j scheeden hiervoor, t/m 10802. 10790. Zie No. 4991. 133 10791. Zie No. 10787. 10792. Mes om cassavestekken te snijden. 10793. 10795. Zie No. 10787. 10796 t/m 10799. Zie No. 4991. 10800 t/m 10802. Zie No. 10787. 11708 t'm 11710. Rijstmoeder, van rijstaren vervaardigd bij het begin van den oogst om als beschermster van het gewas bewaard te worden, met zonnescherm en waaier. 15079. Veldteeken van bladeren, behoort bij de vereering van Nji-Sri. 17135. Offernis gebezigd tijdens den rijstoogst. c. N ij v e r h e i d. (in kasten 52 en 67.) Hoedenindustrie in de afdeéling Tange- 4692,10803t/ml0822,lrang. (Bamboe, bamboereepen, verschil10946t/ml0959. lende stadiën van het vlechtwerk; gedeeltelijk en geheel afgewerkte hoeden.) 5026 t/m 5029. Proeven van borduurwerk. 5079. Monsters geweven stoffen. 8494. Pottenbakkerswiel. 8502. Instrument voor het gladmaken van de gevormde voorwerpen. 9092 t/m 9105,9197 | .'' t/m 9200,9336. 9366 12435 t/m (Metalen en houten batikstempels. 12446. 10803 t/m 10822, w. XT 10946 t/m 10959. pe No. 4692. 11417,11418. Hoeden van rijststroo uit Krawang. 12435 t/m 12446. Zie No. 9092. 12447. Fragmenten van roodkoperen stempels • (zie No. 12435 t/m 12446). 12448 t/m 12455. Grijze tegel en gereedschappen (tangen, passers, hamer, schaar, vijl en mes) voor de vervaardiging van batikstempels. 12914. Borduurraam met opgespannen en in bewerking zijnde sloffen. d. Vervoer (op kasten 65 en'66.) 1159. Bamboe mand tot vervoer o. a. van rijst bij verkoop in het klein. 5797. Model van een mand waarin varkens vervoerd worden. GROEP VI. Maatschappelijk leven. a. Rechtspraak, handhaving van gezag. 8148. IJzeren vork met zaagtanden om dieven mee te vangen (aan den wand naast kast 69.) 8277, 8278. Dieven-werktuigen (in kast 67.) b. Spelen en vermaken (in kast 67.) 1268. Modellen van lederen wajangpoppen. 7879.9622. Maskers. 9345. Dakonspel. % 9622. Zie No. 7879. PREANGER REGENTSCHAPPEN. GROEP I. Godsdienstig leven. (in kast 50.) a. Godsdienst. 3756. Oud houten zadel, bekleed met koper, afkomstig uit een bewaarplaats van heilige voorwerpen. 5697, 5730. Hoed en taschje in gebruik bij gods¬ dienstige feesten. 135 5722,8638,8639, 1 A . 14807. i Amuletten5730. • Zie No. 5697.. 8638,8639, 14807. Zie No. 5722. b. Geneeskunde. 1079. Gordel van boomschors, tegen rheu- matiek. GROEP II. Familieleven. (In kast 50.) a. Huwelijk. 1278. Versierde koffers en toiletspiegel, be- hoorende bij het uitzet eener bruid, (op vitrines XXVII en XXIX.) 5695. Versieringen van een bruidsbed (4 stuks.) b. Overlijden. 5794. Model van een lijkbaar. 5795. Doek (kain aros) tot het inwikkelen van lijken. GROEP III. Woning en huisraad. a. Woning. 1102. Model van een paardenstal (op kast 50) 1103,1107. Modellen van vergaderplaatsen (op kast 49.) 1110. Modelvaneenkarbouwenstal(opkast50.) 1111. Model van een schaapskooi (op kast 50.) b. Huisraad (in kast 50.) Kookgereedschappen: 9326. Hakmes in open scheede. 9411,12938. Gebakvormen. 13508. Model van een kegelvormige mand om rijst te stoomen. 136 Voedi ngsgereedschappen: 4927, 12391. Koperen vingerkommen in den vorm van een ananas en een kwispeldoor. 4930. Spijsdeksel. 8160. Klapperdop met tuit en deksel, voor drinkwater. 8641. Vorkjes, verzilverd. 8656* Koperen vruchtenschaal. 8688. Aarden waterkruik met zilverbeslag. 9327. Proviand-mandje. "346. Twee porceleinen borden met Arabische inscriptie. 12391. Zie No. 4927. 13509,13511. Modellen van rijstmandjes. Sirihgereedschappen : 8632. Sirihdoos. Rookgereedschappen: 4893. Sigarenkoker, + 128 jaar oud. Overig huisraad: 1158. Reiskoffer. 4918. Bakometen te transporteeren (opkast 48.) 7502. Oud zadel. 8162. Soort van kaars, vervaardigd van den Balanophora-wortel. 8792. Koperen lampje. 11559, 11705. 11706. Dekkleedjes (No. 11559 ± 125 jaar oud.) 12060, 12061. Beeldjes van grijzen steen. 12398. Mat van bamboereepen. 13492. Grof katoenen, gebatikte dekens (Djam- pang.) 13510. Bamboe hanger -met ingekraste figuren. 13524. Model van een houten kapstok. 137 GROEP IV. Kleeding en opschik. (In kast 49.) a. Kleed in g. 1098, 10587. Gebatikte handdoeken. 1099, 12389. Gebatikte slendangs. 4698. Fluweelen met verguld zilveren figuren versierd mutsje, voor kinderen. 4734. Buikband van gouden passement met vergulde sluitstukken. Vrouwendracht. 8158. Hoofddeksel voor zuigelingen. 8804 t/m 8814. Gebatikte saroengs. 9321 t/m 9324. Kleedingstukken van agel (gebangvezels); baadje, broek, saroeng en buikband; afkomstig van de desa Tjigajam afd. Tasikmalaja. 9325, 12388. Gebatikte hoofddoeken. 10587. Zie No. 1098. 12171 t/m 12174. Licht en donker-gekleurde weefsels voor saroengs. 12384 t/m 12387. Gebatikte saroengs en kains. 12388. Zie No. 9325. 12389. Zie No. 1099. 12915. Katoenen saroeng, met gouddraad door¬ weven. 17864. Hoofddoek, lichtbruin met magische formulieren, Qoeranteksten en Kabalistische figuren. Zeer oud. b. Opschik. 4698 a. Versiering voor een hoed of gordel. 7482, 8412,8635. Borstspelden. 8411,8487. Verguld ^zilveren halskettingen. 8412. Zie No. 7482. 8487. Zie No. 8411. 8491, 8492. Haarspelden. 138 8635. Zie No. 7482. 8636, 8637. Oorsieraden, dracht vanden kleinen man. 12405. Waaier van bamboe vlechtwerk. GROEP V. Voorziening in het dagelijksch onderhoud en andere middelen van bestaan. a. Jacht en visscherij. (In kast 49.) Jacht: 1190 t/m 1193. Knippen en vallen om kwartels en wilde kippen te vangen. 5096. Krekelklap. Visscherij : 1194, 17847. Fuiken in soorten. 1195,13525. Vischnetten (No. 13525 in zakvorm.) 1196,1201,5116. Vischkorfjes. 1200. Mand om te hoozen. 1201. Zie No. 1196. 5114,13516. Vischlijnen (enkelvoudig en samengesteld.) 5116. Zie No. 1196. 13516! Zie No. 5114. 13525. Zie No. 1195. 17847. Zie No. 1194. b. Landbouw. (In kast 50.) 11^8. Model van een rijstpellerij. (op kast 50.) 13505, 13514, 13523. Modellen van hakken (patjoel.) 13506. 13507, 13513,1 ,, , „ 13520 j Modellen van ploegen. 13512. 13522. Model van een karbouwentuig met zweep. 13513. Zie No. 13506. 13514. Zie No. 13505. 13520. Zie No. 13506. 13521. Model van een egge. 139 13522. Zie No. 13512. 13523. Zie No. 13505. 14177. Wiedgereedschap (pantjoeng.) c. N ij v e r h e i d. (In kast 48.) Spinnen en weven: 1095, 1096. Monsters van doeken met gouddraad doorweven. 1097. Monsters van geweven stoffen voor broeken en slendangs. 8715. Monsters van z. n. „Songket". 13498. Instrument om „Babakoan" vezels te zuiveren. 13517. Model van een weef toestel met toebehooren. 13518. Model van een toestel om katoen te zuiveren. 13519. Garenwinder van hout en bamboe. Vlechtwerk: (in kast 50.) 12399 t/m 12403. Bamboe materiaal voor vlechtwerk en onafgewerkte matten. 12404. Mes voor het bewerken van de bamboe. Diversen: 12433, 12434. Onafgewerkte, gebatikte hoofddoeken. 13493. Onafgewerkte grof katoenen, gebatikte dekens. (Djampang ) 13515. Model van een bankje om bloemen te snijden. d. Vervoer, (in kast 48.) 1141. Model van een draagmand. 5790. Toestel voor het vervoer van hout. 5791. Mand voor het vervoer van houtskool. 5796. Model van een mand voor het vervoer van kippen. 140 GROEP VI. Maatschappelijk leven. (In kast 48.) a. Rangen en standen. 5509 t/m 5534. Hoeden, onderscheidingsteekenen van bestuurshoofden, beambten en geestelijken (aan den wand tegenover kast 48.) 8081 t/m 8086. Bandeliers, onderscheidingsteekenen voor desahoofden en andere leden van het desabestuur. b. Rechtspraak en handhaving gezag. 8269. Houten schop, dievengereedschap. c. Spelen en vermaken, (in kast 48.) 1266. Boog, pijlen en kokers. 1269. Maskers voor straatvertooningen (2 stuks.) 1270. Idem voor het „Oedjoengan" spel (2 stuks.) 5569. Bamboe gong. 5570. Bamboe luit. 5571 t/m 5573. Tamboerijnen. 5575, 55 76. Kinderfluiten, No. 5576 van ivoor. 5577. Handtrom. 5588. Hoofddeksel, behoort bij het spel „Kangseng"; werd vroeger bij huwelijksen besnijdenisfeesten dikwijls opgevoerd. 5635. Volledig stel „Wajang golék." 8780. Koperen lamp voor een „Ronggeng" vertooning. 9823. Wajangpoppen van hout (6 stuks). 13494. Houten citer met 15 snaren en houten viool met strijkstok. 13595. Blaasinstrument in trompetvorm. 141 13496, 13497. Slaginstrumenten van bamboe. (No. 13496 tjaloeng, No. 13497 ketoek.) 13499. Blaasinstrument van bamboe, ter be¬ geleiding van No, 13495. CHERIBON. GROEP I. Godsdienstig leven. (In kast 54.) 1276. Papieren amulet met dierfiguren. 9412. Gips-afgietsel van een „Sengkala" in' den vorm van een naga. Geneeskunde: 8425. Vingerring, gemaakt van een bot van een tijger; in warm water gelegd heet dit een geneesmiddel te zijn tegen ingewandswormen bij kinderen. GROEP II. Familieleven. (In kast 54.) 1066. Kopiën van gouden kronen en andere sieraden voor een bruidspaér. 12176. Een collectie voorwerpen aan vrienden en bekenden gezonden bij gelegenheid van, en ter uitnoodiging voor het offermaal in de 7e maand der eerste zwangerschap van Raden Ajoe Pangeran Adipati, echtgenoote van Sultan Kasepoehan (8 November 1903.) 142 GROEP III. Woning en huisraad. a. Woning. * 8141. Fraai gesneden deur (op kast 58.) 14313. Bronzen waterspuier uit het vervallen waterpaleis der Sultans van Cheribon 1 (in kast 54.) b. Huisraad, (in kast 54.) 4800, 4801. Waterschepper en watervat. 4900. Pinangknijper. 5535. Met snijwerk en verguldsel versierde, rechtop staande stokken (3 stuks), werden vroeger in Koeningan enlndramajoe geplaatst naast of achter gasten, die men vereeren wilde (op kast 54.) 8790. Koperen schaal. 8844. Geelkoperen sirihdoos. 8845, 8846. Koperen en houten gebakvormen. 8847. Zeef voor koekbeslag. GROEP IV. Kleeding en opschik. (In kast 54.) a. Kleeding. 1061. Hoornen kam voor mannen. 1062. Hoed voor vrouwen. 8695. Kain voor aanzienlijke vrouwen. 8789. Degenstok. 17130, 17131. Heupdoeken. 17132, 17133. Omslagdoeken. b. Opschik. 1063,1064,8797. Oorsieraden. GROEP V. Voorziening in het dagelijksch onderhoud en andere middelen van bestaan. (Op kast 54.) a. Jacht en visscherij. 5013,5014. Korven voor de walangvangst. 143 5122. Vischfuik. b. Industrie. 4765. Model van een smederij. GROEP V. Maatschappelijk leven. (In kast 54.) a. Rangen en standen. '478. Met zilveren platen versierde hoed, vroeger de dracht van mantri's etc. b. Spelen en vermaken. 1260. Gong van bamboe. 8634. Koperen lantaarn bij dansfeesten ge¬ bruikt. "410. Speelgoed voor zuigelingen. PEKALONGAR GROEP II. Familieleven. 4903. Model van een toestel om kinderen te leeren loopen (in kast 54.) GROEP III. Woning en huisraad. a. Woning. 1327. Model van een woning van een desa¬ hoofd (op kast 55.) b. Huisraad, (in kast 54.) Kookgereedschap: 4789, 4797. Bamboe mand om ontbolsterde rijst in te wasschen. 144 4940,4945,4952 1 Keukengerei (pannen, stoompot, gebak' t'm 4956, 4960, [vormen, zoutvat, waterschepper) van 4961, 4964. J koper, aardewerk, hout en klapperdop. Voedingsgereedschappen: 4790, 4957. Manden van bamboe met deksels. 4798. Waterschepper van klapperdop met koperbeslag, als drinkbeker in gebruik. 4885 t/m 4887, 4941,1 Waterkruiken van aardewerk, (No. 4942. J 4886 oud.) 4934 t/m 4936. Trekpotten van klapperdop, aardewerk en koper. 4938,4939. Koperen doozen tot berging van eetwaren. 4941,4942. Zie No. 4885. 4957. Zie No. 4790. 4962. Koperen theebus. 4963. Koperen bord. Sirihgereedschappen: 4881. Koperen kwispedoor. 4882. Bamboe spuwbak. Overig huisraad: 4 799. Wateremmer van pinangbladscheede. 4888 t/m 4892. Spaarpotten van aardewerk en bamboe. 4932, 4933. Modellen van bloempotten. 4937. Koperen oliekan. 4944. Bezem van klappervezels. GROEP IV. Kleeding en opschik. Kleeding (in kast 54.) 1281, 1290, 1291. Kammen van koper, tin en hoorn. 1289. Klompen. 4687 t/m 4691. Bamboehoeden. 145 12382.- Gebatikte „kain pandjang". '12383. Gebatikte kindersaroeng. GROEP V. Voorziening in het dagelijksch onderhoud en andere middelen van bestaan. a. Jacht en visscherij. (aan het scherm op kast 65.) Jacht: 5101 t/m 5104. Net, knip en fuiken om vogels te vangen. Visscherij: 5108. Modellen van vischnetten. 5123. Vischfuiken. 5145. Toestel om visschen, slangen enz. welke zich in gaten ophouden te vangen. 5147. Geluid gevende hengel voor de vangst van „gaboes" in moerassen. 5148. Horde of versperring tot afsluiting van vischvijvers. 5150. Pijpjes gebakken aarde ter bezwaring van vischnetten. 5742, 5746 t/m 5750. Modellen van visschersprauwen. (op kast 55.) b. Landbouw en veeteelt, (in kast 65.) 4791,4792. Wan en stok (model); gereedschappen om katjang kedelé (sojaboonen) te ontbolsteren. 4796. Model van een grasmand. 4980,4981. Padimesje met bijbehoorende bamboe kokertjes. 4983. Model van een sawah-wacbthuis. 4998. Sikkel om alang-alang te snijden. . 4999,5000. Modellen van hakken. 10 146 5009. Model van een egge met juk en zweep. 5010. Model van een bakje van klapperdop in gebruik bij het planten van padi op droge gronden. 5072. Reepen „bamboe tali" om de padi in bossen te binden. 5073. Bamboe vlechtwerk voor het rollen van tabak. 5074. Tabak-kerfgereedschap. 5075. Modellen van manden in gebruik bij het oogsten van tabak. 5649. Roska m van klapperdop. 5817.5818. Modellen van een Aeolusharp met windmolentje, op sawahs en woonerven geplaatst ter verdrijving van vogels en als amusement wegens het geluid. c. N ij v e r h e i d. (in kast 65.) Batik. 1493. Batikpatronen. 5015. Koperen pan tot het smelten van was bij het batikken (model). 5021. Koperen batikstempels. Touwslagerij: 5032 t/m 5034, 5062, | Monsters van diverse soorten vezels 5065, 5068, 5071.Jwaarvan touw vervaardigd wordt. 5035, 5036, 5049 t/m 5055, 5057 t/m I Monsters touw, vervaardigd van ver5061,5064,5067, schillende soorten vezels. 5069, 5070. 5062. Zie No. 5032. 5063, 5066. Monsters onafgewerkt touw. 147 5064. Zie No. 5035. 5065. Zie No. 5032. . 5066. Zie No. 5063. 5067. Zie No. 5035. 5068. Zie No. 5032. 5069. 5070. Zie No. 5035. 5071. Zie No. 5032. Steenbe werking: 5048. Houweel voor steenbewerking. 5078. Model van een pot, bij suikerfabrieken in gebruik geweest. Zadelmakerij: 5645 t/m 5648. Rijharnachement compleet, waarlooze hoofdstellen met zilver gemonteerd en schabrakken. d. Handel. 4943. Trechter van klapperdop in gebruik bij olieverkoop. GROEP VI. Maatschappelijk leven. (In kast 54.) a. Rangen en standen. 1734. Modellen van de Staatsie (oepetjara) van een Regent. b. Spelen en vermaken. 4965. Poppetje van gebakken aarde. 5637. Model van een wajanglamp. 148 SEMARANG* GROEP HL Woning en huisraad. a. Woning. 1319. Model van een huis uit de priester wijk ter hoofdplaats Koedoes (vrijstaand tusschen kasten 71 en 72.) b. H u i s r a a d. (In kast 55.) 4867. Houten sirihdoos. 10865. Kapmes. GROEP IV. Kleeding en opschik, a. Kleeding. (In kast 55.) 1280,4685. Hoeden. 4686. Gevlochtenbamboebandenvoorhoeden. 15034. Saroeng, verguld batikwerk. GROEP V. Voorziening in het dagelijksch onderhoud en andere middelen van bestaan. a. Visscherij. (In kast 55.) 11419. Vischmandje. 11420 t/m 11424. Vischfuiken in verschillende vormen. 11425. Toestel om garnalen te vangen. • b. Industrie. 1288. Monsters van weefsels. 8159. Haam voor paarden; proeve van zadel- makerswerk. 11426. Molen om cassave te raspen (op kast 55.) 11668,11669. Proeven van wajangpoppen-industrie. 12393, 12394. Monsters houtsnijwerk. 12395. Houten hamer, gereedschap van den houtsnijder. 149 12396. Met houtsnijwerk versierde doos, inhoudende gereedschappen vöor houtsnijwerk. 12397. Borstel voor het verwijderen van achtergebleven stukjes hout uit het snijwerk. c. Vervoer. 2078a. Model van een vrachtkar, (pedati) (op kast 55.) GROEP VI. Maatschappelijk leven. a. Rangen en standen. (In kast 55.) 15067. Stijgbeugel met zilver geincrusteerd. b. Spelen en vermaken. (In kast 55.) 1746. „Dakon"-spel. 17625. „Nini towong". (Zie omschrijving onder Batavia,) REMBANG. GROEP V. Voorziening in het dagelijksch onderhoud en andere middelen van bestaan. (In kast 56.) a. V i s s c h e r ij. 17846. Vischhaak voor dé vangst van de boen- tek. b. Landbouw. 5001 t/m 5007. IJzeren landbouwgereedschappen. 10940. Ouderwetsch landbouwgereedschap. 150 GROEP VI. Maatschappelijk leven, a. Rechtspraak, handhaving van gezag, (in kast56.) 5811 t/m 5816. IJzeren inbrekersgereedschappen. SOERAJBAIA. GROEP III. Woning en huisraad. a. W o n i n g. 10104,10105. Koperen deurversieringen, (in kast 57.) b. Huisraad, (in kast 57.) 2109. • Houten beelden voorstellende dansende man en vrouw. 4866, 10096. Koperen sirihbak met toebehooren. 4923, Koperen bedakpot. 4924, 10558, 17128. Koperen ketels. 4925, 4926, 4928, 10594, 10599, I Koperen kommen, al dan niet gecise- 10600, 10758, | leerd. 10760. 8157. Oud model zadel. 9060, 10595, 10596. Koperen waterkruiken, met en zonder blad. 10095. Koperen koffieketel. 10096. Zie No. 4866. 10097 t/m 10103. ) „ 10601, 10604 [ Koperen staande, hang- en muurlam- t/m 10608. J pcn en kandeIaars- 10557. Koperen kwispedoor. 10558. Zie No. 4924. 10593,10603. Koperen ronde doozen voor tabak e. d. 10594. Zie No. 4925. 10595,10596. Zie No. 9060, 10597, 10598, 10761. Koperen presenteerbladen. 10599, 10600. Zie No. 4925. 10601. Zie No. 10097. 10602. 10759. Koperen trekpotten. 10603. Zie No. 10593. 10604 t/m 10608. Zie No. 10097. 10758. Zie No. 4925. 10759. Zie No. 10602. 10760. Zie No. 4925. 10761. Zie No. 10597. 12164. Koperen dekschaal. 17128. Zie No. 4924. GROEP IV. Kleeding en opschik. K 1 e e d i n g. (in kast 56.) 1279. 10425, 13529 1 ..... t- . . i Mutsen in gebruik in de desa iierme. t/m 13531. ) u ' GROEP V. Voorziening in het dagelijksch onderhoud en andere middelen van bestaan. a. Jacht en v i s s c h e r ij. (in kast 56.) 1636, 1642, 1643. Modellen van toestellen om visch te vangen („Sero"). 1637, 1640, 1641. Vischtuigen (No. 1637 en 1641 aan den wand naast kast 72 No. 1640 op kast 57.) 1639. Schepnet, (aan den muur naast kast 72.) 1640, 1641. Zie No. 1637. 1642, 1643. Zie No. 1636. 5139 t/m 5141. Visch- en palingfuiken. (No. 5139 op kast 57.) b. Landbouw en veeteelt. 10106 t/m 10108. Ouderwetsche koebellen van brons. c. N ij v e r h e i d. 12365,12366. Batik patronen (zoogdier-en vischfigu- ren). GROEP VI. Maatschappelijk leven. Spelen en vermaken, (in kast 56.) 11667. Wajangpop. (Batara Goeroe met au¬ reool, staande op Nandi). 11822. _ „Ninitowong" van stroo, als kinder¬ speelgoed, (in kast 54.) BANJOEMAS. GROEP I, Godsdienstig leven. (In kast 47.) 4768. Bedehuis, (model). 4770. Grafkapel, (model). 5734. Versierd aarden watervat voor de reiniging. 11699,11700. Djimat-wapens, in gebruik bij santri's en geestelijken. GROEP II. Familieleven. 4769. Model van een gebouwtje, waarin de besnijdenis plaats heeft, (op kast 47.) GROEP III. Woning en huisraad. a. Woning, (op kasten 47 en 48.) 4757. Model van een duiventil. 4761. Model van een kippenhok. 4771. Model van een desapoort, (in kast 47.) 4772. Model van een rijstschuur. b. Huisraad.Jin kast 47.) 2110. Steenen beeldjes. 4788. \ Platte mand van arènsteelen. 4840,4841. Lampenstandaards. 153 4907 t/m 4909. Vogelkooien. 4910. Mandje tot het bewaren van insecten, voedsel voor vogels. 4917. . Model van een bak om eten te ver¬ voeren, (op kast 48) GROEP IV. Kleeding en opschik. a. K1 e e d i n g. (in kast 47.) 1287. Gordel. , \ Hoeden van pandanbladeren, (aan den 4675 t m4682,4684. T* ^ , A7 \ ) wand tegenover kast l/.j 4697. Gebatikte hoofddoek. 4739. Kleed van „gebang" verels, voornamelijk in gebruik bij visschers omdat het weefsel goed tegen zeewater bestand is en dit niet opneemt. GROEP V. Voorziening in het dagelijksch onderhoud en andere middelen van bestaan. a. Landbouw. 4984. Model van een wachthuisje op de sawah. (op kast 47.) 5793. Model van een toestel om tabak te vervoeren, (op kast 48.) b. Industrie, (in kast 47.) 4911. Touwwinder van bamboe. 5016 t/m 5018. Grove, middel en fijne soort batik- patronen, (in hangkast terzijde van de deur). 5019. Stuk katoen, grondstof voor batikwerk. 5020. Reep katoen waarop de tien achtereenvolgende bewerkingen van een batikpatroon zijn aangegeven. 5030, Borduurwerk op fluweel en laken. 154 5638 t/m 5643. Wajangpoppen van rundleder; desa werk. (No 5643 ongeverfd, van geitenleder). 9741. Vijf stalen gebatikte doeken. 11696 t/m 11698. I 11701 t/m 11703 J ^aPmessen (koedie; en scheeden. c. Vervoer, (in kast 47.) 2077. Model van een transportkar met toe- behooren n. 1. huisraad en gereedschappen. 5792. Model van een toestel om goederen te vervoeren. GROEP VI. Maatschappelijk leven. 2102. Gesneden houten stempels (2 stuks) (in kast 47). KEDOE- GROEP I. Godsdienstig leven. (In kast 63.) a. Godsdienst. 5732. Model van een preekgestoelte in de moskee. b. Ge n 1229,1230,5157, 5489,8097,8098, .. 8142 8445 8796 Dolkmessen met één- en tweesnijdend 9673 10049 1Q766 lemmet; No- 10767 en 12154 Euro10767, 10768, 10769, peesch fabrikaat 12154. d. Houwwapens. 1128, 1131, 1209. 1210,1211, 1234. 5185,5198,5199, 5204, 5207, 5208, [ Zwaarden. 5442,5492, 5500, 5502, 8183. 8207, 8208,8296. 1212,8143,8446. Sabels. 174 • 1124.1126,1127, 1129,1130. 1233, 1235, 1236, 1238, 1239, 4919, 5162, Kapmessen. 5164, 5167, 5176, 5177,5193,5201, 10050. 1125,1237,5221, } r , , n£nri .Landbouwersgereedschappen in ver- DZZO, yÖUy, 1U/62, I i .1. , r in-7^-> /'schillende vormen en afmetingen, tevens lU/oi, 1U/64, 1U/65, ,. . 10772.10773,10773a.) W3penS e. Diversen. 1122,5202,5480, \„ „ ' 8268.8413,8642. jKnutselmessen8206. Knuppel. B. MIDDEN- en OQST-JAVA. a. Schietwapens. 5420, 5422. Bronzen lila's voor saluutschoten (in kast 42). 5171. Geweerloop. l,.- „ vv. n u i >(in vitrine XXX.) 10862. bronzen kogelvorm. > b. Stootwapens. 1646,1647,1648, ^ 1649, 1650, 1651, 1653, 1654, 1656, T , 1659 1737 5318 Lanscn met lange en korte steelen; rm' cao cia' }*No. 1737 van een Soloschen hofnar. 53/2,5340,5352, /» i i i Ae \ ro,„ (Aan den wand tegenover kast 45.) 536/, 536y, 5376, 5394, 5397, 5398, 5402,5404. ' 175 5366,5399,5410, 5411, 5412, 5417, 5418, 7495, 8692, 11824, 13968. Lanspunten (in vitrine XXX.) c. Steekwapens, (in vitrines XXX, XXXII, XXXIV en XXXVI.) 1663, 1664, 1678, 1737, 5232, 5234, 5235,5237,5238, , 5240,5241,5242, ' 5243, 5244, 5245, 5247, 5248, 5249, 5250, 5251,5252, 5253, 5254, 5255, 5257, 5258, 5260, 5262, 5264, 5265, 5266, 5267, 5268. 5269,5270,5271, 5272, 5273, 5274, 5275, 5276, 5277, 5278, 5279, 5280, 5281,5282, 5283, 5284, 5285, 5288, 5290, 5291,5292, 5293, 5294, 5295, 5296, 5297, 5298, 5299, 5300. 5304, 5305,5306, 5428, 5429, 5431,5432, 5433,5536, 7492, 7731,8069, 8070, 8088, 8089, 8090, 8091, 8093, 8170, 8185,8247, 8255. 8257, 8275, 8298, Krissen, recht of vlammend lemmer; houten, hoornen of ivoren greep; houten scheeden met of zonder overtrek. No. 1678, 5428, 5429, 5431, 5432 en 5433 voor vrouwen; No. 1737 voor een Soloschen hofnar; No. 17865 een der + 30 krissen door de boogschutters gedragen bij den feestelijken intocht ter hoofdplaats Soerakarta van de dochter van den Sultan van Djokjakarta, bruid van den Soesoehoenan van Soerakarta Pakoe Boewono X, in 1916. 176 8399, 8400, 8414, 8448,8509, 8535. 8691.8767, 8803, 9217.9348, 9360, 9683,9684, 10748, 10755, 10756. 10858, 15033,17865. 1666, 1677,5152, 5156,5168,5170, 5463, 5465,5466, 5467,5472, 5474, 5475,5476, 5482. 5484,5486, 5487, 5490, 7742, 7743, 8205,9395. 1668,5239, 5440, i 5441, 5452, 5454, 5501.7741,9738, 10757. ] d. Houwwap 1667,1669. 1670, 1672, 1676,5172, 5173, 5174,5178, 5179, 5181, 5182, 5183,5184,5186. 5187,5192,5194, 5196,5197, 5425, 5426,5427, 5434, 5435,5436, 5437. 5438,5439, 5444, 5448. 5450, 5456, 5483,7486, 7487, 8258,8276, 8338, 8447," 8723. Dolkmessen in verschillende vormen, met één- en tweesnijdend lemmet. No. 9395 Chineesch, en No. 5170 Arabisch model. Steek- tevens houwwapens, in verschil[ lende vormen en afmetingen. ens. Sabels, zwaarden en kapmessen in verschillende vormen en afmetingen. 177 e. Diversen (in vitrine XXXVIII.) 1682. Knuppel. 1684. Staatsiewapen (wedoeng) waarmede men voor den vorst verschijnt. 5163. Kapmes. 5211. 5212, 5219. 1 Roedi's in verschillende vormen (oud.) 7490. / * ' 5424. Kapmes. 5473,5495. Messen. 1683. Slinger. 5228. Krakeling. 5182,5456,8092, \ Scheeden (9 stuks) voor ^n kast 42) 8256,9662. / steek-en houwwapens. 5159. Maliënkolder van Midden-Java; zeer oud (Aan den wand naast kast 42.) MIDDEN JAVA* (VOORWERPEN MET ONZEKERE HERKOMST). GROEP I. Godsdienstig leven. (In kast 45.) a. Godsdienst. 1325, 1328, 1329. Modellen van moskeeën en bedehuis (op kasten 44 en 45). 4714. Amulet. 4931. Mes, vroeger in gebruik bij het snijden van ingrediënten voor sedekah's. 5701. Wit doek, met passement versierd, tot het bedekken van het aangezicht van vrouwelijke hadji's. 12 178 5702. Lange chitsen jas, vroeger gedragen bij godsdienst-oefeningen in de moskee. (Zeer oud). 8488. Gevleugeld paard met Naga-kop (Koedo Nogowarno) (op kast 44.) 12163. Vingerkom in gebruik bij santri's. b. Geneeskunde. 1613. Medicijnkastje. 4780. Bamboe mandje voor bereiding van medicijnen. 5799. Hoornen kop voor bloedaftappen. 8856. Mes met inscriptie, waaraan genees¬ kracht werd toegeschreven. GROEP II. Familieleven. (In kast 45.) 2098. Draagstoel voor aanzienlijken, inzon¬ derheid bij bruiloften (op kast 48). 5655. Hoofddoek voor den bruidegom (2 stuks). 5662, 5663. Haarversieringen voor de bruid. 7738. Besnijdenismes voor meisjes. 8195. Ring (roodkoper en verzilverd) geschenk van den bruidegom aan zijn bruid. 9407 t/m 9409. Bruidsuitzet. be¬ staande uit een stel toiletdoozen, een Qp toiletspiegel en een XXXIen XXXIII. koffer. 14115, 14116. Idem, zonder toilet¬ doozen. GROEP III. Woning en huisraad. a. W o n i n g. 1322. Model van woning en pendopo van districtshoofden, (op kasten 45 en 46.) 1324. Model van een woning, (op kast 45.) 179 1331. Modellen van paarden- stallen. 1333. Modellen van rijstschu- , . ' [ op kast 43. ren. v r ' 1334. Model van een runderstal. 4857. Snijwerk in hout; versiering boven een deur (aan den wand naast kast 58.) b. Huisraad. Kookgereedschappen: (in kast 44 ) 1399 t/m 1403, 1406.1 Aarden keukengerei (schotels, potten, 1407, 1409 t/m 1412. / komfoor). 1404. Koperen schaal. 1406, 1407. Zie No. 1399. H08. Vuurplaat. 1409 t/m 1412. Zie No. 1399. 8662. Bamboe saté-stokjes. Voedingsgereedschappen: (in kast 45.) H05. Aard en waterkruik. 7867. Houten krans, versiering van vruch¬ tenschalen. 9663. Koperen kom. 12166. Drinkwatervat met deksel. Sirihgereedschappen', (in kast 45.) 9361. Houten sirihdoos met toebehooren. kookgereedschappen: (in kast 45.) 4895 t/m 4898. Houten en bamboe sigarenkokers. 8284. Ouderwetschehouten tabaksdoos; wordt onder den oksel gedragen. 8722. Gedreven zilveren en verzilverde ta- baksdoozen met toebehooren. 180 Overig huisraad: (in kast 45.) 1338, Model van een ledikant, (op kast 47.) 2074.4778,4779,4785. Modellen van verschillende soorten bamboe mandjes. 47gl. Model van een stal- (vuilnis-) mand. 4845. Lichtscherm van hout. 4861. Snijwerk in hout, bovenstuk van een schutsel, (op kast 58.) 4872. Zilveren sierstukken voor kussens. 4929. Houten schalen op voetstukken met deksels. 5708. Mutsen standaard. 10944. Beeld uit witten mergelsteen gesneden. GROEP IV. Kleeding en opschik. (In kast 45.) a. Kleeding. 8173 t/m 8175. Borduursel voor kinder-borstlappen. 9371. Sarong, verguld batikwerk. b. Opschik. 4702. Verzilverde haarpennen. 4704, 4705, 8486. Oorsieraden. 4710. Armbanden. 4711. Ring- 4712,4713. Hals- en borstsieraad en halsketting. 4902. Zilveren fleschje voor haarkleursel. 7483, 8689. Versierde gordels. 8486. Zie No. 4704. 8689. Zie No. 7483. GROEP V. Voorziening in het dagelijksch onderhoud en andere middelen van bestaan. a. Visscherij. (in en op kast 42.) 4781,5115. Manden om visch te vangen op de sawahs. 181 5137,5138. Vischfuiken. 7496,7497. Vischnetten. 17833. Dobber. 17840. Modellen van visschersvaactuigen. b. Landbouw, (aan den wand terzijde van kast 42.) 4975 tlm 4977. Vogelverschrikkers van bamboe. c. Nijverheid, (in vitrine XXXVII.) Batikwerk. 5022. Houten matrijzen van wajangfiguren (met afdrukken op papier) voor batikwerk. 8470. Afdrukken op papier van wajangfiguren voor batikwerk. 9365. Batikrek (op vitrine XXXVII.) Vervaardiging van krisheften. 5310. Ivoren krisheft in wajangvorm. 10695 t/m 10747. Houten krisheften. d. Handel, (op kast 46.) 1321. Model van een overdekte markt. 1323. Model van een zoutpakhuis. 1326. Model van een waroeng (onder vitrine XXXVII.) e. Vervoer en verkeerswezen. 2096. Model van een hangbrug, (op kast 58.) 4782 t/m 4784. Modellen van manden voorgoederen- vervoer, (in kast 42.) GROEP VI. Maatschappelijk leven. a. Rangen en standen. 4878. Zilveren brievenkoker. 182 5540 t/m 5553. Verkleinde kopieën ih geel koper Van staatsievoorwerpen (oepatjara); Nos. 5541. 5543 en 5547 t/m 5553 gezegd van den Soesoehoenan van Soerakarta. b. Rechtspraak en handhaving van gezag, (op kasten 46 en 47.) 1330. Modél van een districtsgevangenis. 1332, 5802. Modellen van wachthuisblokken (kento- ngah); No. 1332 onder een dak. c. T o o n e e 1. (In kast 58.) 1852 t/m 2014. Volledig stel lederen, wajangpoppen „wajang poerwo", opgesteld. 10552. Koperen hanglamp in garoeda- vorm; in gebruik bij wajang-vertooningen. (In kast 44.; 2015 t/m 2057. Volledig stel houten wajangpoppen „ wajang klitik." 2058. Fragment van „wajang - bèbèr". (In kast *3.) 1759 t/m 1851. Stel houten maskers (topèng) Dansattributen. 5606 t/m 5612. Kleeding en sieraden van een topèng- danseres. 5613 t/m 5618. Idem van een danser (ronggèng ang- kloeng). 5619. Hoofdversiersel voor kinderen bij het „ Balinggoe' '-spel. 5620. Koperen armband voor dansers. 5622. Verzilverde schotel voor het aanbieden van de slendang bij het dansen (tandak). 183 Muziekinstrumenten. 1686. Fluiten. (4 stuks) 1687. Cither. (tjelempoeng) 5644. Viool met strijkstok (rébab) en bamboe snaarinstrument, (goembeng.) 8189. Koperen slaginstrument, (kemanoekan.) 9692. Deelen van gamelan-stellingen, rijkelijk, gebeeldhouwd. d. Spelen en vermaken. 1739 t/m 1741. Toomhaken, rijharnachementen en pie¬ ken voor het tournooi-spel (No. 1740 op en 1741 terzijde van kast 43.) 1742 t/m 1744, 2060. 1 Bogen en pijlen voor het schijfschieten; 5582, 5583. ƒ No. 1744 pijlenrak. 1747. Vechtplaats voor krekels. 1748. Kwastje waarmede de krekels aangezet worden tot het gevecht. 1751. Klap voor het vangen van sprinkhanen. 1752. Korfje, waarin de gevangen sprinkhanen opgeborgen worden. 2059. Wajangpoppen van stroo. (kinderspeelgoed.) 2060, 5582, 5583. Zie No. 1742. 5578. Hoornen knikkers. 5587. Blikken doos met hanensporen. 9058. Dakonspel. 184 MADOERA* GROEP I. Godsdienstig leven. (In kast 61.) 2141. Amulet. GROEP II. Familieleven. (In kast 61.) 2113. Modellen van broeken voor bruiden; zakdoeken en dekklëedjes voor sirihdoozen. GROEP III. Woning en huisraad. 4904.4905. Modellen van bamboe kip-J aan den penkooien. [ wand naast 4906. Legmand voor kippen. J kast 72. 8163. Waterkruik (kalebas) (op kast 59.) GROEP IV. Kleeding en opschik. (In kast 61.) a. K1 e e d i n g. 2112,5864. Buikbanden van katoen en zijde. 2114. Doekje. 5864. Zie No. 2112. b. Opschik. 5862,5863. Vingerringen; No. 5862 van kemiri- schaal. GROEP V. Voorziening in het dagelijksch onderhoud en andere middelen van bestaan. (In en op kast 72.) !>?•-"■ a- V i s s c h e r ij. 2138. Model van een „patoeroesan", een samenstel van vaststaande zak-ofkuilnetten. 185 2139, 17822. Modellen van vischkorven. 2140, 17815, 17820. Modellen van losse fuiken (soedoek, boeboeh, sosok). 17769 t/m 17778, 1 Modellen van visschersvaartuigen'; de 17823. J romp van No. 17769 t/m 17776 en 17823 bestaat geheel of gedeeltelijk uit een uitgeholden boomstam, No. 17777 en 17778 geheel van planken vervaardigd, (op de kasten 59, 60 en 61). 17779 t/m 17783, ] 17791, 17801 f Modellen van zegens, t/m 17803. J 17784, 17785, 17792,1 Modellen van kieuwnetten. (No. 17804 17804, 17808. ƒ zeer beschadigd.) 17786, 17787, 17809. Modellen van werpnetten. No. 17786 en 17787 met vischkorfjes. 17788 t/m 17790, j Modellen van schepnetten; de kleinere 17794, 17806, dienen in den regel als hulpmiddel bij 17824, 17825. andere vischtuigen, de grootere worden zelfstandig voor de visch- en garnalenvangst gebruikt. 17791. Zie No. 17779. 17792. Zie No. 17784. 17793. 17810. Modellen van kruisnetten. 17794. Zie No. 17788. 17795. Modellen van de hulpmiddelen bij de nénér- (bandengbibit) vangst. 17796 t/m 17800, | 17805,17816, [Vischlijnen (modellen). 17817. J 17801 t/m 17803. Zie No. 17779. 17804. Zie No. 17784. 17805. Zie No. 17796. 17806. Zie No, 17788. 186 17807. 17821. Modellen van toestellen (roempon en oentjem) voor het aanlokken van de visch. 17808. Zie No. 17784. 17809. Zie No. 17786. 17810. Zie No. 17793. 17811,17812. Modellen van duwnetten. 17813, 17814. Modellen van vaste fuiken (sero, tjager.) 17815. Zie No. 2140. 17816, 17817. Zie No. 17796. 17818. Model van een moddersleê. 17819. Elger, ijzeren haak en mand. (model). 17820. Zie No. 2140. 17821. Zie No. 17807. 17822. Zie No. 2139.. 17823. Zie No. 17769T 17824. 17825. Zie No. 17788. b. Landbouw en veeteelt, (in kast 60.) 2116. Grasmes. 2117. Mes in gebruik bij het aftappen van palmwijn. 2119 t/m 2121. Landbouwgereedschappen. 8862. Stuk laboeschil, dat aan de basis van de staartpennen van een tamme, door een boschhaan bevruchte kip wordt bevestigd om te verhinderen, dat deze, losloopende, door tamme hanen getreden wordt. c. N ij v e r h e i d. (in kast 61.) 2115. Monsters van geweven stoffen. (44 patronen). 2118. Knutselmes. 3733. Proeve van houtsnijwerk, vervaardigd door een Panembahan van Soemenep, 9476 t/m 9484. Modellen van krisheften. 187 GROEP VI. Maatschappelijk leven. Rechtspraak, handhaving van gezag.. 9192. Houten vorm voor valsche rij ksdaalders. (in kast 61.) 12093. Wachthuisklok in den vorm van een brulvorsch. (op kast 59.) GROEP VII. Wapens en krijgstuig. a. Schietwapens. 9440,9441. Blaasroeren (aan kast 59.) met pijltjes (in kast 59.) 5866. Koperen lila (in de noordelijke zijgalerij). b. Stootwapens. (inkast 59.) 2123,2124,9353, ) _ 9354, 9436 9437 [ Lanscn met zi'ver" cn koperbeslag. (aan 9438, 9439. f kasten 59 en 60 * 2136, 9442. -"^ Lanspunten. 2135. Zeerooverswapen. c. Steekwapens, (in kast 59.) 9443 t/m 9456. Krissen van verschillende afmetingen met recht of vlammend lemmet en houten of ivoren greep; scheeden met en zonder overtrek. 9457 t/m 9462. Dolkmessen met één- of tweesnijdend lemmet en met of zonder zilverbeslag. d. Houwwapens. (in kast 60.) * 2133, 9430, 9435. Sabels, (in kast 59.) 1685,2119,2122, Houwwapens tevens landbouwersge2126 t/m 2132, 2134,1 reedschappen in verschillende vormen en 3413 t/m 9429, 9431 grootten w.o. samengestelde, ingericht t/m 9434. J tot kapmes tevens bijl (koedi). H63 t/m 9475. Kortjan (piso blati); in gebruik als knutselmes en wapen. 188 VARIA* VLAGGEN. (Aan den zuidelijken wand). 829. Vlag van den datoek Bandar van Asahan (Oostk. v. Sum.) 838. Idem van Toengkoe Soetan, vorst van Panei (idem). 2331. Vlaggen (2 stuks) van voormalige besturende radja's van Sintang (Wes~ terafd. v. Borneo.) 2332. Vlag van een opvolger in het bestuur, idem. 2334. Vlaggen (3 stuks) van voorname mantri's en leden van de voormalige vorstenfamilie, idem. 2336. Idem (3 stuks) van negri-hoofden, idem. 2337. Idem (2 stuks) van geestelijken, idem. 2338. Idem (2 stuks) van panglima's, idem. 3640. Vlag van den voormaligen Sultan van RiouW'Lingga. 3645. Vlag van den Toengkoe Kalana of troonopvolger van den voormaligen onderkoning van Riouw. 3674. Vlag van den Maharadja van Djohor. (Malakka). (Aan den noordel ij ken wand). 862. Vlag van den Soetan moeda, hoofd van Kampong Radja (Siak). 876. Idem Bantara Kiri van Siak. 916. Idem Sjahbandar tijdens het vorsten- bestuur in Djambi. 921. Idem, Panglima dalam, idem. 189 2333. Vlaggen (2 stuks) van Mangkoe boemi's tijdens het vorstenbestuur in Sintang (Westerafd. v. Borneo). 2334. Vlag van een mantriof vorstentelg,idem. 2335. Idem van minder aanzien, idem. 2580. Vlag van den Sultan van Kotaringin (Z. en O. afd. van Borneo.) 2585. Vlaggen (2 stuks) van mantri's, idem. 2591. Vlag van den Kapitan Kahar van Goenoeng Taboer (idem). 3702. Vlaggen (2 stuks) aan boord van zeerooversprauwen aangetroffen. 2064. Model van een osèn-osèn, welke vroe¬ ger bij Hasan-Hoesirjfeesten werd rondgedragen, Java. (op kast 43.) 2575. Houten pilaren uit de troonzaal te Martapoera (2 stuks) (ter weerszijden van de poort.) 3032. Houten keten, uit één balk gesneden; ornament in een oude moskee aangetroffen. Ambon. VOORWOORD. Sedert de uitgave in 1901 van het 2e supplement op d^n door Mr. J. A. van der Chijs samengestelden catalogus der Ethnographische verzameling van het Bataviaasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen is deze meer dan verdubbeld en telt thans bijna 18000 nummers. Aan hel reeds lang opgevatte plan om een geheel nieuwen catalogus het licht te doen zien is wegens een samenloop van velerlei omstandigheden tot dusverre nog geen uitvoering gegeven. Wel zijn de aanwinsten jaarlijks in de Notulen van het genootschap vermeld, maar hiermede , is de algemeene bezoeker van het museum niet gebaat. Daar het samenstellen van een beredeneerden catalogus zeer tijdroovend is en bovendien het publiek veeleer behoefte heeft aan een beknopten leidraad om zich gemakkelijk en voldoende te oriënteeren, werd in 1917 besloten tot de uitgifte, zaalsgewijze, van een „Gids", welke tevens de basisvormt voor evenbedoelden catalogus. De verschijning van dezen „Gids" heeft veel vertraging ondergaan, doordat bij de verificatie daarvan bij de kasten o. m. bleek, dat zoowel de geographische rangschikking van de ethnographica als de onderverdeeling in groepen niet overal was in acht genomen en eene omschikking van de voorwerpen noodzakelijk maakte. Thans is de geographische rangschikking van de geheele verzameling consequent doorgevoerd. Om verschillende redenen is daarvoor de administratieve indeeling van Nederlandsch-Indië in gewesten als grondslag aangenomen. Slechts zelden is hiervan afgeweken en dan alleen waar eilanden of eilanden-groepen afgeronde geheelen vormen en opvolkenkundig gebied belangrijke verschillen vertoonen met het overige deel van het gewest. Zoo zijn, wat de in dit deel IV van den „Gids" behandelde verzameling betreft, de eilanden bewesten Sumatra afgescheiden van de gewesten, waartoe zij administratief behooren. Ook waar de gewesten bewoond worden door meerdere volksstammen, met ethcologisch veel van elkander afwijkende kuituur, zijn de representatieve voorwerpen gesplitst. Het materieele kultuurbezit bijvoorbeeld van de bevolking van Atjeh, van de Gajo- en Alaslanden, van de Ba tak- en Maleische landen in de gewesten Atjeh en Onderhoorigheden, Oostkust van Sumatra en Tapanoeli is van elkaar gescheiden. De voorwerpen van elke der op voormelde wijze gevormde collecties zijn verder gerangschikt naar een systeem van zeven groepen, waarin de voornaamste uitingen van den menschelijken geest op stoffelijk gebied zijn terug te brengen. Deze groepen-indeeling is eveneens voor de geheele verzameling van het museum streng doorgevoerd. Voor een gemakkelijk overzicht zijn de voorwerpen van dezelfde groep of ondergroep zooveel mogelijk bij elkander opgesteld en voorzien van kaarten met de namen der gewesten, landstreken of eilanden van herkomst en van de groep of ondergroep, waarbij zij ingedeeld zijn. De voorwerpen zelf zijn duidelijk genummerd, ook de kasten en vitrines, waarin zij zijn uitgestald. In overeenstemming met het bovenstaande is de „Gids" ingericht, zoodat het vinden van de voorwerpen over en weer zeer vergemakkelijkt wordt. Weltevreden, September 1919, SCHWARTZ. INHOUD» Blz. Voorwoord - • • III Eilanden ten westen van Sumatra» Enggano f 1 Mentawei en Pagei-eilanden 4 Nias en Batoe-eilanden . . .• 7 Simeuloe 9 Sumatra. Atjeh en Onderhoorigheden. a. Atjeh 13 b. Gajo-landen 25 c Alas-landen 36 Tapanoeli. a. Batak-landen 41 b. Maleische bevolking te Baros 52 c. Loeboe's (Mandailing) 52 Sumatra's Westkust 53 Benkoelen 64 Lampongsche Districten 70 Palembang 83 Djambi 92 Indragiri en Kwantan 97 Sumatra's Oostkust. a. Batak-landen 99 b. Maleische landen 104 5 8389. 8390. 8395. 8396. Bamboe koker tot bewaring van kamfer. Zitbankje. Draagmand. Vogelkooi. GROEP IV. Klecding en opschik. 1. 3. 3a, 4. 5.5a, 13, 8369, 8373. 6, 7, 8372, 8380, 8, 9, 9a, 8379. 10, 21. 11,8387. 12. 13. 14, 15. 16t/m 19, 19a/fc, 20. 21. 8369. 8371. 8372. 8373. 8379. 8380. 8387. Hoofddeksel voor mannen. Haarspeld tevens baardtang. • Hoofdversiersels voor mannen ' en vrouwen. Armsieraden. Heupsieraden. Lendekleeden van boombast en uitgerafeld pisangblad voor vrouwen. Schaamgordel van boombast voor mannen. Vrouwenhoed. Zie No. 3a. Oorsieraden voor mannen en vrouwen. Halssieraden voor mannen en vrouwen. Zie No. 10. Zie No. 3a. Tatoeëer - instrument. Zie No. 6. Zie No. 3a. Zie No. 8. Zie No. 6. Zie No. 11. GROEP V. Voorziening in het dagelijksch onderhoud en andere middelen van bestaan. 26, 26a/è. 27. 3777, 8359, 8393. 3778. Pagaaien. Vischkorf. Bijl, dissel en koevoet. Schepnet. 6 3781. Monster touw van klappervezels. 3784. Garenwinder. 8345, 8353, 8353a. Bezinkbak (model), trog en emmer, in gebruik bij de sagoebereiding. 8346. Mondstuk van een fuik. 8351. Visschersvaartuig (model). 8353, 8353a. Zie No. 8345. 8356. Klopper voor de bewerking van boombast. 8357. Visch-elger. 8358. Fakkel bij het vangen van krabben. 8359. Zie No. 3777. 8375,8377. Spinstaafjes. 8393. " Zie No. 3777. 8397. Zitplankje uit een visschersvaartuig. GROEP VI. Maatschappelijk leven. 33. Stok; onderscheidingsteeken voor een hoofd op de Pagei-eilanden. 3779,8355. Handtrommen. 8349,8361. Muziekinstrument(primitievexylophoon) en hamertjes tot bespeling daarvan. 8355. Zie No. 3779. 8361. Zie No. 8349. 8374, 8378, 8386. Speelgoed: pop, tol en klapper. GROEP VII. Wapens en krijgstuig. 29,29a/6. Dolken. 30, Boog. 31,32,8392. Pijlen. 32a, 8392. Pijlkokers. 3776. Schild. 4117,4117a. Werplansen. 8348, 8367,8368. Bakje, stamper en filter tevens pers voor het bereiden van pijlgif. 8409. Voetangel. NIAS en BATOE-EILANDEN. (In en op kasten 3 en 4 en aan den wand daarboven.) GROEP I. Godsdienstig leven. 68a/m t/m 70. 3795, 3796, 10855, 10856. 13999. 17606 t/m 17608. 67. Priestertrom. Zielenbeeldjes en schutsgeesten. Reeks van 15 afgodsbeeldjes. Ruw bewerkte beelden; vermoedelijk gediend hebbende voor de een of andere bezwering. GROEP III. Woning en huisraad. 41,42. Modellen van woonhuizen. 44. Sirihzakje van gevlochten pandanbladreepen. 8109. Sigarenkoker van idem. 8122,8124. Zakjes van idem. 8126. Mat van pandanbladreepen. 8127,8130. Manden van rotan. 8129. Houten doos met deksel. 8130. Zie No. 8127. GROEP 34,8117. 35, 36, 8123. 37, 39, 3788. 38,3790,8111, 8113, IV, Kleeding en opschik. Hoeden van gevlochten rotan en aaneengeregen pandanbladreepen. Baadjes van geklopten boombast en gevlochten koord. Halsbanden en ketting voor mannen en vrouwen. \ Armbanden. 8 39. Zie No. 37. 40. Buikgordel. * 45. Waaier. 64,65. Jassen van geel laken met en zonder mouwen. 429. Uitgesneden, houten hoofdring. 3785. Kopie van een gouden kroon voor mannen en vrouwen. 3786. Idem, hoed voor vrouwen. 3788. Zie No. 37. 3789. Kopie van een gouden halskraag. 3790. Zie No. 38. 3791. Stok voor vrouwen. 8106,8115. Hoofdbanden voor vrouwen. 8108,8110,8116. Oorsieraden. 8111,8113. Zie No. 38. 8115. Zie No. 8106. 8116. Zie No. 8108. 8117. Zie No. 34. 8123. Zie No. 35. 8125. Saroeng. GROEP V. Voorziening in het dagelijksch onderhoud en andere middelen van bestaan, 8107. Goudschaaltje. 8112. Gietvorm. 8119. Schepnet. 8121, , Drilboor. 8131. Fuik. GROEP 28,50 t/m 52, 3792, 3793. 43. 50 t/m 52. 63. VI. Maatschappelijk leven. I Lansen (8 stuks). Houten zetel van een vorst van Orahili. Zie No. 28. Koppensnellers halsring. 9 66. Handtrom. 3787. Kopie van een gouden pet voor een hoofd. 3792,3794. Zie No. 28. 3794. Dolkmes voor voorname hoofden. 8118. Trom met stok. 8128. Bamboe-fluit. 8134. Uitgehold stuk hout om signalen op te slaan. 8135. Muziekinstrument van bamboe; wordt bespeeld met een klopper. 17623. Masker, (speelgoed). GROEP VII. Wapens en krijgstuig. 46,8120. Strijdmutsen en helmen. 47 t/m 49,8132, 1 Wapenrokken van karbouwenhuid, 8133. j boombast en gevlochten touw. 53,54. Schilden. 55 t/m 59, 473. Houwers; No. 58 . met amuletten versierd zwaard van een koppensneller. 61,62. Donderbussen. 176, 1240, 1241. Dolkmessen. 8114. Imitatie kettingkogel. 8136. Wachttoren op rollen (model). SIMEULOE. (In kast 5.) GROEP I. Godsdienstig leven. 17126. Bezweringsmiddel tegen dieven. 17190. Masseerinstrument, waarmede de buik van kraamvrouwen gewreven wordt, om de nageboorte gemakkelijk te doen uitstooten. 17218. Talisman. 10 GROEP III. Woning en huisraad. 17098,17104,17105. Lig-en zitmatten van gevlochten pandanbladreepen. 17099, 17106. Taschjes van pandanbladreepen. 17101, 17102. Idem van -pandanvezels en een bie- zensoort. 17103. Mandje van gevlochten pandanbladreepen en een biezensoort. 17104, 17105. Zie No. 17098. 17106. Zie No. 17099. 17107. Wandversiering. 17108. Deurversiering. 17109. Rijstlepel. 17111. Sagoerasp. 17112. Bordenhanger van rotan. 17113. Houten schotel. 17115. Zeef van geklopten boombast. 17119. Kalebas (kwispedoor). 17121. Vuurslag. 17122. Sirihstamper (koperen vijzel met houten bodem en stamper.) 17123. 17124. Lampje voor klapperolie (aardewerk) met onderstel. 17192. Voetstuk voor vaatwerk. 17194, 17195. Wrijfschaal met bijbehoorende wrijf¬ steen. 17196, 17197. Damarlamp en damartöorts. 17205. Klapperrasp. 17206,17223. Rijststampers (modellen). 17207. Tabakstaschje van pandanbladreepen. 17216. Rijstwan van rotan. 17217. Tabaksdoos van messing. 17222. Rijstschotel-deksel van pandanbladreepen. 17223. Zie No. 17206. 11 17224. Rijstblok (model). 17221. Kalkdoosje van messing. GROEP IV. Kleeding en opschik. - 17110. Oorknop. 17199. Schaamplaatje van klapperdop. 17219. Vrouwenbroek. GROEP V. Voorziening in het dagelijksch onderhoud en andere middelen van bestaan. Padimesje. Inhoudsmaten voor rijst. Monster gekleurde biezenvezels. Fuik. Vischmandje. Duivenval. Neuskoord voor karbouwen. Anker (model). Egge (model). Ploeg (model). 17114. 17120,17227. 17127. 17191. 17193. 17198. 17201. 17208. 17209. 17210. 17211.17225. 17226, 17229. 17212. 17214. 17215. 17220. 17225,17226. 17227. 17228. 17229. 17230. Bijl en dissel (model). Pagaai (model). Klapperoliepers. Stofkam. Boetnaald van karbouwenhoorn. Zie No. 17211. Zie No. 17120. Schoffel. Zie No. 17211. Goudsmeltkroesje van gebakken leem. GROEP VI. Maatschappelijk leven. 17100. Geweertje (speelgoed). 17116. 17117,17118. Fluit. Dwarsfluiten. 12 17125. Tol (speelgoed). 17200. Windmolentje (speelgoed). 17202. 17203. Viool met strijkstok. 17213. Bamboekokertje voor Kampongpas. GROEP VII. Wap ens. 17204. Dolkmes (rentjong). EILAND SUMATRA. ATJEH en ONDERHOORIGHEDER A. ATJEH. GROEP I. Godsdienstig leven. (In kast 36.) a. Godsdienst. 654,659. 9132, | 9144, 12156, > Wierookvaten, (koper en aardewerk). 12157. 694, 8873 t/m 8875. Qoeranlessenaars. 695,695a, 8306, 8758,9155,9584, , , ■■ 9586, 13258 t/m Amuletten' 13260. 4594. Kleedingstuk voor kinderen, ten wier aanzien men de gelofte heeft gedaan hen daarmede te zullen kleeden. 4668. Houten ring, waarmede onder het reci- teeren van pantoens, rhytmische bewegingen worden uitgevoerd. 8306. Zie No. 695. 8747. ' Bidkleedje. 8758. Zie No. 695. 8873 t/m 8875. Zie No. 694. 8901. Houten lei voor Qoeranlessen. 9132,9144. Zie No. 654. 17 4595 t/m 4598, 8902' t/m 8905,8907, 9592,10361. 12177 t/m 12186 4599 t/m 4602. 4603 t/m 4605. 4606 t/m 4608, 12160. 4610. 4611,9134,10058, ï 10059. J 4618,4619,8739. * 8741,8744, l 10057. J 4620. 4626. 4627. 8304. 8473. 8739, 8741. 8742, 13237. 8744. 8751,9595. ' 8869. 8871. 8881. 8888. 8893. 8894. 8895 t/m 8897. Zit-, lig-, stoel-, en andere matten, gevlochten van pandanbladreepen, al of niet omboord met katoen. (Een deel onder vitrine XXIV.) Zie No. 646. Zakjes van gevlochten pandanbladree-* pen en van stof, Spijsdeksels. Zie No. 649. Aarden olielampen voor een en meerdere pitten. Kussen - en gordijnversieringen. Koperen sirihstamper. Vogelkooien. Muizenval. Zie No. 656. Zie No. 652. Zie No. 4618. Dekkleedjes voor spijzen. Zie No. 4618. Oplegsels en versieringen voor zit-en ligmatten. Rijstbewaarplaats van boombast (op kast 23). Koperen ketting; dient om boven de huistrap aan het dak te worden bevestigd tot steun bij het op- en afklimmen van de trap. Zie No. 646. Zie No. 746. Zie No. 649. Oliepotje. Zie No. 649. 18 8902 t/m 8905, 8907. Zie No. 4595. 9134. Zie No. 4611. 9591 9598 t/m Overtrekken voor zit- en oorkussens en 9602 10939 matrassen; No. 9591 voor een bruide- 13239 t/m 13241 9°m °f 9eëerden flast; No. 10939 op kast 4. 9595- Zie No. 8751. "596. Rand voor houten schalen op voetstuk; ook Voor rustbanken. 9-*9'?' Gordijn voor bedekking van een deur¬ opening. 9598 t/m 9602. Zie No. 9591. 9607. Hemel voor een kamer. 96°8- Bedgordijn. 9°12- Bamboe kokertje voor tabak. 10056. Kleedjes om onder een sirihbak te plaatsen. 10057. Zie No. 4618. 10058,10059. Zie No. 4611. 10060. Zie No. 645. 10061. Bronzen kandelaar (antiek). 10062. ||Zie No. 649. 10063. WZiz No. 646. 103,61. Zie No. 4595. 106W. | Zie No. 656. 10777. Koperen tandoehaken. 10783. Zie No. 649. 10939. Zie No. 9591. 12160.. m Zie No. 4606. 12177 t/m 12186.? Zie No. 4595. 13234 t/m 13236. Gordijnbanden, strooken en'ledikantversiering.13237. Zie No. 8742. 13239 t/m 13241. Zie No. 9591. 15028. Zie No. 656. 19 GROEP IV. Kleedmg en opschik. (In kast 35.) a. Kleedini 627,628,12158, ] 12159. J 629 t/m 636, 8071,8745, 13456. 637 t/m 639, \ 7474, 7475, 8755. ] 674a. 4592,12162, 12162a. 7474, 7475. 8071. 8072, 8753, 8754. 8303. 8743. 8745. 8748. 8753,8754. 8755. 12158,12159. 12162,12162a. 13456. Accessoires: 640.9585.13262, 1 13265. 4624. 4674. Hoofddeksels voor aanzienlijken en geringen (keupiah). Kains of saroengs van zijde of katoen dan wel gecombineerd en al of niet met goud-, zilver- of'koperdraad doorweven. (Voor mannen en vrouwen). Broeken, als boven. Schaamplaatje. Hoeden van pandanbladreepen. (op kast 35). Zie No. 637. Zie No. 629. Gordels. Zakdoek". Sluier voor meisjes. Zie No. 629. Hoofddoek voor jongens. Zie No. 8072. Zie No. 637. Zie No. 627. Zie No. 4592. Zie No. 629. Sleutels en allerlei andere voorwerpen aan ringen en kettingen, welke aan sirihdoeken bevestigd of met een haak aan den gordel gehangen worden. Zakmes (penrawat). Wandelstok. 20 8749,8750, 13266. Doeken om sirihbenoodigdheden in te bergen en waaraan gewoonlijk een bos sleutels gebonden is als bij No. 13266. 9585. Zie No. 640. 13253. Doos met spiegel. 13262, 13265. Zie No. 640. 13266. Zie No. 8749. b. Opschik. 642. Buikketting voor mannen ên vrouwen. 644. Voetring. 4593. Haarpen voor jonge meisjes. GROEP V. Voorziening in het dagelijksch onderhoud en andere middelen van bestaan. a. Jacht en visscherij (op kast 23). 4649. Strik om vogels te vangen. 4650. Fuik. 4651. Vischtuig om garnalen en krabben te vangen. 4654. Model van een vischnet. 4655. Schepnet. 4657,8891. Vischmand en korfje. 4658 t/m 4660. Modellen van vaartuigen, (onder vi¬ trine XXIII). 8891. Zie No. 4657. b. Landbouw en veeteelt (in vitrine XXIII). 747,4625,4641, | „ XT , t , I (jrasmessen; No. 4642 met tanden 4642, 80:77, / . .... J als een fijne zaag. 750. Kapmes. 4625. Zie No. 747. 4637, 4638. Modellen van ploegen. 21 4639, 4640. Gereedschappen om in pepertuinen en op sawahs te wieden. 4641,4642. Zie No. 747. 8305. Neusring van een vechtstier van T. Oemar. 8899, 8900. Zie No. 747. 12170. Tabak in pinangbladscheede verpakt tot geschenk aan voorname personen. c. ' N ij v e r h e i d (in vitrine XXIII en XXIV). 1. Timmermans', krismakers- en touwslagersgereed- schappen. 685. Zagen (2 stuks.) 686. Krismakersgereedschappen (een stel). 687. Vijl. 689,4622,4623. Dissels; No. 4622 model. 4633, 4634. Touwslagersgereedschappen (modellen). 2. Weven en batikken. *~P?*£i 688. Weefstok voor het weven van broeken. 690. Stempels voor batik (12 stuks). 4631,10283. Weeftoestellen met aangevangen weefsel. 4632. Monster gekleurd ananasgaren. 8913, 8914. Klossen Atjehsche zijde en houten staafje, dat als spil dient voor de klossen zijde. 10283. Zie No. 4631. 3. Pottenbakkersgereedschappen. 9120 t/m 9122. Pottenbakkersschijven. 9123,9131. Vormplank en steen, dienende om door bestamping den ruwen, voorloopigen vorm te geven. 9124, 9125. Vormhouten. 9126 t/m 9129. Mes, beitel, vijl, priem voor afwerking van het gemodelleerde vaatwerk. 22 9130. Verfstokje. 9131. Zie No. 9123. 9145. Monster verfstof (roode aarde). 9146. Vruchtjes als tampon gebruikt bij het verven. 4. Overige nijverheid. 4629. ; Rijststamper (op vitrine XXIII). 8868, 8872. Trechter van karbouwenhuid voor olie¬ winning uit rotte klappers en breede rotanbanden, waarin de in No. 8868 bewerkte klappers tusschen een houten pers nogmaals worden uitgeperst (op kast 23). 8898. Houten schotel op dito voet. Wordt door den zilversmid als tafel gebruikt bij de bewerking van zilverdraad, (op vitrines XXIII en XXIV). 8906. Zitmat in staat van bewerking, d. Handel. 665. Houten doos v: e: weegschaal. 666. Gewichten v. e. weegschaal. 4673. 8876, 8877. Rijstmaten. e. Scheepvaart. 4661. Model van een schoener (op kast 36). f. Versieringskunst, (op kast 22). 8865. Kroonlijst en stijlen van een kast. GROEP VI. Maatschappelijk leven. • (In kast 35.) a. Rangen en standen. 697. Zegelring. 28 11087.11089. Zie No. 10164. Inrichting slaapplaats: ,10254- Versiering voor rolkussens. 10304, 10344 t/m , 10348, 10355 l Ligmatten (onder vitrine XXIV) t/m 10358. j - . Accessoires : 10331 • Krabber voor jeukende huid. U°88- Doos voor kostbaarheden. 11101, 11102. Beurzen en geldzakjes. Overig huisraad: 10136,11090,11091. Knapzakken. 10150, 10151. Kapmessen. 10207 t/m 10211, j Zitmatten. '(No. 10209 in kast 6, de 10339 t/m 10343. J overige onder vitrine XXIV.) 1 I3, No9 "iet opengesneden bovenstukken voor zitmatten. (onder vitrine XXIV.) 10216 t/m 10218, Zakjes voor allerlei doeleinden, ook 10305,10306, [voor sirihbenoodigdheden. (No. 10308 10308, 10309. onder vitrine XXIV.) 10220, 10311, 11108. Foedralen voor naai- en borduurwerk 10223, 10257, 10258. Hoornen en houten ï 10224 o°SieS' (bergplaats voor Doosïes van klaP- opium, goud, enz. perschaal. J 102-55- Draagbanden van rotan. . 10257, 10258. Zie No. 10223. 10259 t/m 10261, J Mannelijke en vrouwelijke waterkruiken 10322 t/m 10325.1 met tuiten (kendi); de mannelijke rusten '( op een onderstel, (aardewerk.) 10265, Zilverbeslag voor waterkruiken. 29 10268. 10305,10306,10308.] 10309. J 10310. 10311. 10322 t/m 10325. 10339 t/m 10343. 10359. 10379. 11090, 11091. 11108. 11113. 11132 t/m 11134. Versiersel voor een stellage, waarop men eetwaren van de kendoeri moeloet naar de mérésah zendt. Zie No. 10216. Vrachtzak. Zie No. 10220. Zie No. 10259. Zie No. 10207. Mat, dienende als onderlaag voor een stapel zitmatten. (onder vitrine XXIV). Doorntrens. Zie No. 10136. Zie No. 10220. Bodem van een vogelkooi. Messen voor allerlei huiswerk. GROEP IV. Kleeding en opschik. (In kast 24.) a. Kleed ing. 10121 t/m 10125, 1 10960, 10970,1 Lendendoeken(voormeisjesenvrouwen) 10971. 10126, 10137 t/m 10139, 10284 t/m 10286, 10961 t/m 10966, 10968, 10969. 10127, 10128. 10287 t/m 10290, 10973. 10129, 10975 t/m 10980. 10130, 10131. Lendenkleeden (voor mannen en vrouwen). Lendengordels. Vrouwenbaadjes. Omslagdoeken. 30 10132. Mannenbaadje. 10133. Zwarte hoofddoeken (4 exemplaren). 10134. Kling aleesche gebatikte hoofddoek. 10135. Atjehsche hoofddoek. 10137 t/m 10139. Zie No. 10126. 10140, 10141. Mutsjes van rotan en koperdraad. 10142. Lange jas. 10169,10170,11062,1 Doeken waarin sirihbenoodigdheden 11063. worden opgeborgen, z. g. sirihdoeken. 10206, 10313. Haarkammen. 10284 t/m 10286. Zie No. 10126. 10287 t/m 10290. ; : Zie No. 10127. 10313. Zie No. 10206. 10960. Zie No. 10121. 10961 t/m 10966. ) 10968. 10969. J Zie No- 10126- . 10970,10971. Zie No. 10121. 10972. 10974. Lendengordels voor jonge meisjes. 10973. Zie No. 10127. 10974. Zie No. 10972. 10975 t/m 10980. • Zie No. 10129. 11062, 11063. Zie No. 10169. 11064 t/m 11066. Ringen, waaraan oorlepeltjes, haartangetjes, tandenstokers, dikwijls ook sleutels en zakmesjes; worden bevestigd aan sirihdoeken. 11067. Schuifring voor sirihdoek. 11068. Versierselen voor idem. b. Opschik. 10171 t/m 10177, \ 10295. 10296, [ Vingerringen.. 10986. J 10178 t/m 10180. Oorringen. 31 10181,10195,10198, 10300, 10301, 10993, 11008 t/m 11015, 11051, 11057. 10182 t/m 10184, i 10299, 10312. / 10186, 10189 t/m 10190, 10192, 10193, 10298, 11027 t/m 11034, 11037 t/m 11040, 11042 t/m 11044. 10191, 11047 t/m ï 11050. ƒ 10194, 10337. 10195, 10198. 10199,10203,10303,} 11058 t/m 11061. j 10200, 10992, 10994 t/m 1.1005,11007. | 10201,10202, 11052. 10203. 10295, 10296. 10297. 10298. 10299. 10300, 10301. 10302. 10303. 10312. 10337. Halskettingen (No. 10993 snoer van geldstukken). Bovenarmbanden. Armbanden; (No. 11027 t/m 11030 worden ook gedragen door bruid en bruidegom.) Buikgordels (No. 11047 t/m 11050 voor mannen en kinderen). Halsbanden. Zie No. 10181. Haartooi voor mannen en vrouwen; nos 11060 en 11061 zijn strengen (tje- mara) van mannenhaar. Halskettingen v%or kinderen. (Nos 10997, 10998, 110C2en 11003 worden ook door bruiden gedragen). Schaambedekking van zilver en ijzer. Zie No. 10199. Zie No. 10171. Voetringen. Zie No. 10186. Zie No. 10182. Zie No. 10181. Gespen voor buikgordels. Zie No. 10199. Zie No. 10182. Zie No. 10194. 33 10279. Roeispaan. 10280. Harpoen. 10329. Zie No. 10276. 10334. Zie No. 10271. 10335. Zie No. 10273. 10336. Zie No. 10271. b. Landbouw en veeteelt, (in kast 6.) 10154, 10291. Grasmessen. 10247. Harkje. 10270. Windmolen. 10291. Zie No. 10154. 10330. Koperen bel voor paarden, geiten, schapen en honden. c. Nijverheid, (in kast 6.) Spinnen en weven. 10221, 10236. Geïkat garen. 10228, 11109. Instrument voor het rangschikken en ontwarren van garens. 10229. Idem ter bewerking van goud- en zilverdraad tot boordsel van kleeden. 10230.10232,10321. Garenwinden 10231. Borstel bij het weven gebruikt. 10232. Zie No. 10230. 10233,10234. Weefgetouw met aangevangen weefsel. 10235. Monster geïmporteerd garen; ook om te borduren. 10236. Zie No. 10221. 10256. Looden kogeltjes ter bezwaring van den draad bij het ineendraaien. 10321. Zie No. 10230. 11109. Zie No. 10228. Vlechtwerk. 10307. Onafgewerkte zak van pandanbladree¬ pen. 34 10332. Steen ter bezwaring van een mat wel¬ ke men bezig is te vlechten. 11097 t/m 11100. Onafgewerkte matten van pandanbladreepen. Overige nijverheid: 10238, 10239. • Deelen van een toestel voor het kerven van tabak en aanzethout voor het mes. 10264. Koperen voorwerpjes om figuren op aardewerk aan te brengen. 11069, 11070. Onafgewerkte kóperen versieringen voor sirihdoeken. 11105. Monsters boomvezels voor touwslagerij. 11116. Monster touw voor draagzeelen. 11170. Onafgewerkt hoornen heft voor een mes. d. H a n d e 1. (in kast 6.) 10237, 10316, 10317. Weegschaaltjes voor opium. 10252, 11107. Klapperschaal als rijstmaat. 10316, 10317. Zie No. 10237. 11107. Zie No. 10252. 11111. Weegschaaltje voor goud. 11117,11118. ■ Stukken gambir om als geschenk te dienen. 11119. Monster hars. GROEP VI. Maatschappelijk leven. Spelen en vermaken, (in kast 6.) 10226. Heft waarin men bij het slijpen een stalen hanenspoor vasthoudt. 10241, 10242, 11131. Stokken voor het bespelen van koperen muziekinstrumenten. 10246,11114. Stokjes van hout en ijzer om, nadat men ze in den grond gestoken heeft, vechttorlels aan te binden. 10248. Een soort mondharmonica. 35 10250. Tamboerijn. ï 10251. Trom. }opkast6. 10315. Bamboe koker voor No. 10248. 10318, 11120 t/m 1 Koperen muziekinstrumenten (góng, 11130. J mèmong en tjanang.) (aan kast 6.) 10338. Trommelstokken. 11114. Zie No. 10246. 11120 t/m 11130. Zie No. 10318. 11171. Krom mesje bij het schermen gebruikt. GROEP VIL Wapens en krijgstuig. (In vitrines XXI en XXII.) I. A.a nvalswapens. Schietwapens: 10157. Blaasroer met pijlen. 10245, 10320, 11174. Kruit- en kogelhoorns. 11172. Lederen bergplaats voor bamboe kruitkokers met kogelhoorn. 11173. Geweerkogels. 11175. Buffelblaas, bewaarplaats voor kruit. Steekwapens: Verschillende soorten van steekwapens; No. 10143 ouderwetsch wapen (tjindrong); No. 10144 en 10145 gebruikelijk wapen (sèwah); No. 10146 en 11154 wapens (bahri) meest door bruidegoms 10143 t/m 10149, gedragen; No. 10147 pondoq (niet veel 10351,11135.11140, gedragen wapen). No. 10148, 10149 en 11154,11157, j 1157scheeden. No. 11158ouderwetsche 11158. 11162 t/m Atjehsche dolk, behoort o. a. tot het 11164.11169. to.kt van een bruidegom; No. 11162 en 11163 Atjehsche wapens; No. 11164 soort kris (pondoq), wapen van buitenlandsch model; No. 11169 fragment van het heft van een lange sikinscheede. 36 Houwwapens: Verschillende zwaarden en sabels; No. 9589, 10152 en 11145 t/m 11153 echt Gajosche slag wapens (amanremoe); No. 10153, 11141, 11142 en 11144 zwaarden (korte en lange sikins: loedjoe haroe, loedjoe alang en loedjoe tarah badjoi); No. 11136 t/m 11139, 11143 en 11156 houwers (löpak en ladéng); No. 11155 een ouderwetsche Atjehsche klewang welke in Atjeh zelden meer wordt aangetroffen; No. 11159 t/m 11161 sabels (pedang); No. 11165 t/m 11167 Atjehsche klewangs. II. Verdedigingswapens. 10156. Schild'AandenwandbovenvitrineXXII.) III. Signaalhoorns. 11115. Signaalhoorn van een karbouwenhoorn. 9589,10152. 10153, 11136 t/m 11139, 11141 t/m 11153. 11155, 11156. 11159 t/m 11161, 11165 t/m 11168. C. ALAS-LANDEN. GROEP I. Godsdienstig leven. (In kast 36, onderin.) Godsdienst. 11265. Rozenkrans. 11267 t/m 11270. Amuletten. (No. 11270 voor kinderen.) GROEP II. Familieleven. (In kast 20.) 11199. Omslagdoek voor een bruid. Wordt bij feestelijke gelegenheden ook door mannen, als tulband om het hoofd gewonden, gedragen. 37 11259. Hoofdsieraad; wordt door den bruide- gom aan zijn staatsiehoofddoek bevestigd, zoodat het sieraad achter in zijn nek hangt. 11262. Haartooi voor bruid en bruidegom. 11384. Mes, waarvan de punt den vorm van een vogelbek heeft. Wordt door de jonggetrouwde vrouw in de linkerhand gehouden bij het eerste officieele bezoek aan. hare familie na haar huwelijk. GROEP III. Woning en huisraad. (In kast 7.) Huisraad. Sirihgereedschappen : 11272. Bamboe koker ter berging van sirihbe- noodigdheden. 11275. Hoornen doosje voor idem. 11281 t/m 11284. Doosjes en kokertjes ter berging van sirihkalk en zwam. 11286. Sirihkalkkoker van bamboe. 11288. Zilveren kalkpotjé*. Taschjes en zakjes van gevlochten pandanbladreepen voor sirihbenoodigdheden. 11342. Koperen sirihstamper. Overig huisraad: 11260. Versiering voor rolkussens. 11273. 11274, 11287. Bamboe kokers tot berging van opium en tabak. 11276 t/m 11280. Tondeldoozen. 11285. Bamboe doosjes ter berging vermoedelijk van gouden voorwerpen. 11287. Zie No. 11273. 11328. Foedraal voor naai- en borduurwerk. 11289 t/m 11322. 11327. 38 11329 t/m 11334. 11345. 11346. 11348. 11359. GROEP Zitmatten van gevlochten pandanbladreepen. Staafje met versierd bovenstuk. Gebruik onbekend. Messenhouder. Rijstwan. (in kast 20.) Mes voor huiselijk gebruik. IV. Kleeding en opschik. (In kast 21.) a. Kleed ing. lll/o t/m lllsl, V 11183 t/m 11186. ƒ 11182, 11187 t/m ] 11198. J 11183 t/m 11186. 11187 t/m 11198. 11200. 11264. 11335, 11336. 11340. Lendenkleed voor vrouwen en mannen. Omslagdoeken voor vrouwen. (No. 11193 t/ m 11198 ook als lendenkleed in gebruik.) Zie No. 11176. Zie No. 11182. Broekband voor de sier. Sirihdoek. Houten brillenhuizen met bril. Beurs. b. Opschik. 11201 t/m 11208. 11209. 11210 t/m 11218. 11219. 11220 t/m 11228, 11231. 11232, 11251, 11252, 11254,11255. Oorsieraden. Hoofdtooi; bjj feestelijke gelegenheden door mannen in de plooien van den hoofddoek, door vrouwen in het kapsel bevestigd. Vingerringen. Vermoedelijk een fragment van een oorsieraad. Halskettingen voor vrouwen en kinderen, 39 11229, 11230. Halsbanden. 11231,11232. Zie No. 11220. 11233. Ring met snoeren kraaltjes. Wordt gedragen aan het sluitstuk van een halsketting, zoodat de snoeren op de schouders hangen. 11234 t/m 11250. Armbanden voor vrouwen en kinderen. 11251,11252. Zie No. 11220. 11253. Stukken van een collier. 11254,11255. Zie No. 11220. 11256 t/m 11258. Schaamplaatjes. H261. Snoeren van metalen kegeltjes, kralen en kogeltjes ter versiering b. v. van mesheften, spiegeltjes, enz. 11263. Kokertje met geprepareerde tempiös- bladeren en welriekende olie. Wordt in den hoofddoek achter op het hoofd gerold. H266. Belletjes voor halskettingen of armban¬ den van kinderen. 11271. Vaasje voor télaq mata (Arabisch poeder, dat bevochtigd op de oogleden gesmeerd wordt.) H344, Koperen belletje voor kinderen. GROEP V. Voorziening in het dagelijksch onderhoud en andere middelen van bestaan, . (In kast 20.) a. Landbouw en veeteelt. 11378. Grasmes. 11379 t/m 11381. Kapmessen. 11383. Padisnijmesje. b. Nijverheid. 11323 t/m 11326. Onafgewerkte zakjes en taschjes voor . sirihbenoodigdheden. 40 11337. 11338. 11339. 11341. 11349, 11350. 11382. c. Handel. 11343. 11347. Egelpen om bij het weven draden mede te rangschikken en te ontwarren. Haak om onder het naaien het naaiwerk mede vast te leggen. Monster koperdraad voor het vervaardigen van vischhaken. Zilverbeslag voor pinangschaar. Messen voor allerlei werk. Dissel. Goudweegschaaltje. Monster gambir. GROEP VII. Wapens en krijgstuig. (In kast 19.) 11351tm11358. 11360, 11362 t/m 11377. 11385, 11386. Zwaarden en houwers; No, 11351, 11352, 11372. 11373, 11375 en 11377 afkomstig van Sumatra's Oostkust; No. 11353 en 11355 t/m 11358 kapmessen; No. 11354 scheede; No. 11360 Alasch maaksel; No. 11362 en 11363 ouderwetsche Atjehsche sikin's, No. 11363 met nieuwerwetsehe scheede; (Dit wapen, in Atjeh zeldzaam, wordt in het Alasland nog wel gevonden); No. 11364 t/m 11371 en 11374 de oorspronkelijk Gajosche amanremoe; No. 11376 ouderwetsch zwaard veel gelijkend op No. 11362. Zilverbeslag voor scheeden en heften van wapens. TAPANOELL A. BATAKLANDEN. GROEP I. Godsdienstig leven. (In kast 34.) a. Voorwerpen, welke met vereering van de dooden en geesten verband houden. 226, 227, 232, 3838, 3839,3846, 3847, 3951,7473, 8947 t/m 8949, 9492, 12252.' Steenen en houten beelden (schutsgeesten); nos 226, 3951 en 8947 op vitrine III). b. Amuletten. 234,3837, 3844, j 3845,9038, > Amuletten. 9039, 13231. i 9508. Bos arenvezels, weermiddel tegen booze geesten. 13231. Zie No. 234. c. Priesters en waarzeggersattributen. 144. Wierookvat. 212. Haarspeld, priesterdracht. 228, 229, 3842, 3843. 230, 231,3840. 3841,3949, 10861. 12256, 14311,17880. i 233. Oliekruikje voor priesteres. Kalenders en wichelboeken. Tooverstaven. 42 3840,3841. Zie No. 230. 3842. 3843. Zie No. 228. 3949,10861, 12256o «7 x, 14311, 17880.} Zie No-230- d. Geschriften. 859, 3849, 3922. Brieven en geschriften op bamboe. GROEP II. Familieleven. (In kast 34.) a. Huwelijk (Bruidskostuu m.) 114. Koperen knoopen. 115. Baadje; wordt niet meer gedragen, maar is welstaanshalve bij een huwelijk meestal aanwezig. 116. Versiersel voor de' haarvlecht of haarwrong. 117. Hoofdbedekking, waarvan het breedste gedeelte op het voorhoofd afhangt. 118. Hoofdband, wordt over No. 117 gedragen. b. O v e r 1 ij d e n. 235. Kopie van het familiegraf van den Radja van Aik-Gadang. 236, 3923. Modellen van graven; No. 3923 voor oude en voorname hoofden (in en op kast 34.) 3972. Kopie van een grafmonument (op vitrine I). 9505. Masker met handen, voor den dans tijdens de plechtigheden bij vorstelijke begrafenissen. » 13969,13970,13971. Levensgroote, gekleede poppen, een man, een vrouw en een kind voorstellend; 45 3928, 3963. Mandjes tot het bewaren van borden en schotels. 3929,3930. Damarlampen. 3932 t/m 3934. Zie No. 125. 3936. Bamboekoker voor water, (model.) 3963. Zie No. 3928. 9500. Flesch-kalebas met rotan omvlochten voor palmwijn. 9501. Drinkhoorn voor palmwijn. 9502. Zie No. 123. 12261. Haak, waaraan zakken of manden met levensmiddelen gehangen worden. 12267. Spijsdeksel van vlechtwerk. GROEP IV. Kleeding en opschik. (In kast 33.) a. Kleeding. 77, 3808 t/m 3811. Doeken; (sjaals en slendangs); mannenen vrouwendracht. 86, 87, 244, 3962. Gordels en sjerpen. 3807,9493. Kains. 3808 t/m 3811. Zie No. 77. 3962. Zie No. 86. 9493. Zie No. 3807. Toiletartikelen en accessoires: 91,92. Hoornen kammen; No. 91 met koper ingelegd. 94. Haarstreng (tjemara) van mannenhaar. 3820. Baardtang. 13427. Wandelstok. b. Opschik. Hoofdtooi: 71, 72. Zilveren versierselen voor den hoofd¬ doek. 46 93,3901. Haarnaalden van zilver en bamboe; No. 3901 komt zelden meer voor. 3902,3925. Hoofdversierselen. Oorsieraden: 96,97. Oorringen. 99, 103. Stellen oorversierselen. 100. Oorbellen. 101,3797,3798. Looden en koperen oorhangers. 103. Zie No. 99. 3797,3798. Zie No. 101. Hals- en borstsieraden: 105. Koperen halsband. 106 t/m 108, 9051. Halsketenen; No. 106 dracht van Ongehuwde vrouwen. 3926. Kralen keten met kralen kwasten aan de einden. 9048. Hals- en borstsieraad. 9051. Zie No. 106. Arm- pols- en vingersieraden: 88. t/m 90, 113, j Vingerringen. No. 9052 wordt speciaal 3805,3806, I d bij het padisnijden of bij het 9052. 9509 t/m Mlukke9n J vruchten. 9514. J v 109. 111, 3799 t/m ] Armbanden van metaal, ivoor en schelp; 3804.9494. j voor mannen en vrouwen. 110. Ringen van ijzer en koperdraad, worden zoowel aan de armen als aan ,de beenen gedragen. 111. Zie No. 109. 113. Zie No. 88. 3799 t/m 3804. Zie No. 109. 3805.3806.9052. Zie No. 88. 47 9494. 9509 t/m 9514. Zie No. 109. Zie No. 88. Been- en voetsieraden'. 119. 3927. Voetbanden voor kinderen. Model van een koperen beenring. GROEP 169. 170. 3950. 12258. 12268. 12278. V. Voorziening in het dagelijksch onder¬ houd en andere middelen van bestaan. (Aan den wand boven en naast kast 37.) a. Jacht en visscherij. Jacht: Rotanstrik tot het vangen van herten. Klem voor de eekhoornvangst. Strik tot het vangen van boschkippen. Bamboe blaasroer. Korte speer met een weerhaak van ijzer. Net om vogels te vangen. Visscherij: 3915, 12266. 3916 t/m 3921, 3946, 11411, 12265a. 122656. 3940. 3941, 12257. 3942. 3943. 3946. 3947. 11411.' 12257. 12265a. 122656. ' 12266. Vischkorfjes van boombast en rotan. Vischfuiken en modellen van fuiken, in verschillende vormen. Model van een werpnet. Modellen van schepnetten. Vischlijn met haak. Rotan ring, waarom vischlijnen gewonden worden. Zie No. 3916. Vischharpoen. Zie No. 3916. Zie No. 3941. Zie No. 3916. Zie No. 3915. 48 b. Landbouw. (In vitrine VIII.) 147. Padisnij-mes. 161,3959. Modellen van eggen. 162,3938. Modellen van dissels, tevens bijlen. 163. Model van een houweel (patjoel). 164,3937. Modellen van houtenspaden. 165. Grasmes. 166. Schoffel. 3913. Steel van een dissel, tevens bijl. 3937. Zie No. 164. 3938. Zie No. 162. 3958. Model van een sawahploeg. 3959. Zie No. 161. 3960. Model van een rol. 12259. Hark. c. N ij v e r h e i d. (In vitrine VIII.) 154. Katoenmolen. (Op kast 37.) 155. Touwslagersgereedschap. 167,168. Bamboe koker en doosje in gebruik bij goudsmeden. 3908. Bamboe gereedschap voor het snijden van pandanbladreepen. 3909. Bamboe latje voor het gladstrijken van de bereide pandanbladreepen. 3910. Bamboe naald voor het herstellen van pandanmatten. 3953 t/m 3957. Steen, houten plankje, staafjes, in gebruik bij het vormen van aarden potten. nn,n ., „«Ai 1 Gereedschappen (bijl, mes, vel van een 9040 t/m 9042, I , , ,. > . , , , , qq_2 > boschrat en mandjes) in gebruik bij het > inzamelen van kamfer. 9043. Monster kamfer. 9044. Mes voor het uithollen van den bloemsteel van den arenpalm voor het aftappen van palmwijn. 49 9045. Krabber in gebruik bij de getah-winning. 9046. Beitel voor het afschrappen van benzoësap. 9053. Zie No. 9040. \ 12253. ' Weeftoestel met begonnen kain. (In vitrine VI.) 12254. Boog met pees; wordt gebruikt om katoen van de pitten te zuiveren en los-donzig te maken. d. Verkeer en vervoer (op kast 37.) 9515. Model van een brug. 12262. Model van een draagmand. GROEP VI. Maatschappelijk leven. (In kast 34.) a. Rangen en standen. 127, 128,3968. Zakjes van gevlochten pandanbladree¬ pen voor tabak of sirih; No. 127 en 128 gedeeltelijk in vitrine V. 138, 207, 208, 3907. Sirihtasschen van aanzienlijken. 198. Hoofdtooisel van een Koeria-hoofd. 199 t/m 201. Omslagdoeken (sjaals) voor hoofdenen aanzienlijken. 202. Koperen armband van aanzienlijken. 203. Versiersel voor den gordel van hoofden. 204. 205, 3818, 3819. Koperen tabakspijpen van Koeria-hoof- den en aanzienlijken. 207,208. Zie No. 138. 211. Reiszak van vorstelijke personen. 213. Hoofddoek van hoeloebalangs in oor¬ logstijd. 3818.3819. Zie No. 204. 50 3824. Houten vogel; wordt op een stok voor een kampong, waarin een geneeskundige woont, geplaatst bij wijze van uithangbord. 3900. Hoofddoek; vroeger een onderschei- dingsteeken van vorstelijke waardigheid. 3903 t/m 3905. Zitmatjes gevlochten van pandanblad¬ reepen voor voorname hoofden en aanzienlijken. 3907. Zie No. 138. 3968. Zie No. 127. 9495. Model van een staatsieprauw. 17882. Stok van een Koeria-hoofd. b. Rechtspraak, handhaving van gezag. 3971. Model van een raadhuis (op kast 33). 9035. Model van een beenblok voor misdadigers. 9036. Handboei; het touw van menschenhaar. 12250. Gevelversiering van een raadhuis (aan den wand naast kast 37). c. Spelen en vermaken, (in vitrines V en VII.) 214,9497. Mandolines. 216. Klarinet. 217. Handtrom. 218 t/m 221. Groote en kleine fluiten. 222,223. Mondtrommen. 224. Bamboe koker met hanensporen. 225. Krekelklap. 3822, 3823. Dobbelsteenen van been en schelp. 9489 t/m 9491. Houten trommen met harige buffelhuid bespannen. 9497. Zie No. 214. 9503.9504. Snaarinstrument van bamboe. 51 GROEP VII. Wapens en krijgstuig. (In kast 37 en vitrine VI.) I. Aanvalswapens. a. Schietwapens: 188. Kogelvorm. 189. 195. 3835. 3836 1^ ( Kruithoorns. 11408. ' 190,193,194,9498, I patroontasschen en-zakken en kogel9499,11412,12260, \, , XT Q.Qa , houders; No. 9498 van hoorn. 17881. J 11403,11405,11406. Pistolen (ouderwetsch en meer modern.) 11404, 11407. Vuursteengeweer en donderbus. 11409. Pijlkoker met vergiftigde pijltjes voor blaasroer. b. Stootwapens: Werpspeeren en lansen; No. 3825 staatsiewapen van hoofden; No. j 12277 met nabij de punt 4 haken, waaraan na afloop van den oorlog stukken karbouwen-, herten-, of varkensvleesch gehangen worden ter uitdeeling aan mindere hoofden die aan den krijg hebben deelgenomen. (Gedeeltelijk aan den wand naast kast 37.) c. Steekwapens: 174. 3825 t/m 3828, 3948, 12269 t/m ' 12277. 180, 181, 184. 185, 3812, 3939,8525, 11389, 11396. Dolkmessen; No. 181 staatsiewapen van radja's; No. 3969 een model. 55 b. H u i s r a a d. (in kast 32.) Kookgereedschappen: 293,294. Hakmessen. 300. Waterschepper. 321,322. Spoelbak en -kom. 324 t/m 326, 3982 ] Aarden keukengerei (pannen, potten, t/m 3984, 4032. j borden, enz.) 327, 3990. Voetstuk voor potten en pannen. 328,4040. Wannen. 331,4012. Zeven. 3982 t/m 3984. Zie No. 324. 3990.' Zie No. 327. 3991,3993. Koperen gebakvormen. 3995. Koperen waterketel. 4012. Zie No. 331. 4013, 9737. Toestellen om vuur te maken. 4032. Zie No. 324. 9737. Zie No. 4013. Voedingsgereedschappen: 301 ^ORQ05'^7' 1 Watervaten en kruiken (aardewerk en 3989» 12299 f i i i_ \ t/m 12302. ] vankalebas>- 314,317. Spijsschalen. 315. Voetstuk voor spijsschalen met deksel. 316. Dekkleedje voor spijsschalen. 317. Zie No. 314. 318,319,4011, 1 c .. . , , } Spijsdeksels. 12297. ƒ FJ 320. Bord. 323. Aarden koffiekan. 3986,3986a. Aarden en koperen vingerkommen. 3997. Koperen schaal. 4011.12297. Zie No. 318. 73 8441. 573. Zie No. 568. 576. 4310, 4311. Dekkleedjes; No. 4311 van schelpen. 582,583,4359 t/m 1 „ ' , * 43^3 ƒ Hangers voor borden, glazen, enz; 584. Waaiertje. 585,586.4326, \ ... . . I Waterkruiken en vaten (aardewerken 8324 t/m 8327, ( , , . . ggj^ kalebassen). 587. Zie No. 568. 588 4330 4332 j Standaards en voetstukken van bamboe, 4333 8440 } «out en aardewerk voor olielampjes en damartoortsen; Cno. M4I met oliebakje. 589. Bamboe zoutvaatje. 592, 4368. Kippenkooien; No. 592 voor kloek en kuikens 'en No. 4368 voor pas uitgebroede kuikens (aan den wand tusschen kasten 9 en 10). 595. Houten schroef voor het vastzetten van naaiwerk. 4280,4281,4283, 4285 t/m 4287. 4288. Model bordenrek van bamboe. 4289. Zie No. 568. 4290. 4336, 4370. Vogelnestje en vruchten tot het bewa¬ ren van snuisterijen; No. 4290 vroeger ook voor inkt of tabak. 4292. 4294. 4295, 4297, 4298. 4299. Koffertje. 4303.4328. Bezems. 4308, 4309, 4347. Spijsdeksels van nipa- en gebangbladreepen en bamboe. Zie No. 568. Zie No. 568. 74 4310,4311. Zie No. 576. 4312, 4314, 4329. Wateremmers. 4316, 4351 t/m 4353. Zeven. 4323. Waterschepper (klapperdop aan een steel). 4326. Zie No. 585. 4328. Zie No. 4303. 4329. Zie No. 4312. 4330. 4332, 4333. Zie No. 588. 4334. Knapzakje van pandanbladreepen. 4335. Wandversiering van bamboe. 4336. Zie No. 4290. 4337. Kruk voor naaiwerk. 4339. Houten spiegellijstje. 4340,4354. Model van een rijstblok en stamper. 4346. 4348. Matten van biezen en bamboe. 4347. Zie No. 4308. 4348. Zie No. 4346. 4349,4350. Zie No. 571. 4351 t/m 4353. Zie No. 4316. 4354. Zie No. 4340. 4355, 4356. Houten vijzel met houten stampers. 4357, 4358. Zie No. 568. 4359 t/m 4363. Zie No. 582. 4364 t/m 4366. Vogelkooien. 4367. Bamboe kippennest (aan den wand tusschen kasten 9 en 10). 4368. Zie Nó. 592. 4370. Zie No. 4290. 8324 t/m 8327. Zie No. 585. 8329. Zie No. 568. 8440,8441. Zie No. 588. 9817. Zie No. 585. 75 GROEP IV. Kleeding en opschik. a. K 1 e e d i n g. (in kast 28.) 501. 502 t/m 505. 507, 4263 t/m 4265. 506. 507. 508. 509,510,513, 4269, 4270, 4272, 4273. 511,525, 556. 512,524. 513. 519, 520. 521. 522, 523, 526 t/m 529,557,8330a. 524. 525. 526 t/m 529. 556. 557. 581. Hoed van pandanbladreepen. (in vitrine XVIII). Mutsen van biezen, pandanbladreepen, geklopten boombast en luffa; No. 504 met getah pertja overtrokken (in vitrine XVIII). Hoofddoek voor jonge mannen. Zie No. 502. Kleedje bij den veldarbeid. Kleedingstukken van geklopten boombast, (in vitrine XVIII). Baadjes voor mannen; No. 556 voor kinderen van aanzienlijken. Kain pandjang; No. 524 met gouddraad doorweven. Zie No. 509. Bandeliers; No. 520 voor vrouwen met één kind en No. 519 voor idem met meerdere kinderen. Gordel voor meisje. (In vitrine XVIII.) Saroengs, katoenen en met zijde doorweven; No. 528 dracht van dochters van aanzienlijken; No. 8330a van jonggehuwde vrouwen en meisjes van adel; No. 557 voor kinderen; No. 527 badkleedje.Zie No. 512. Zie No. 511. Zie No. 522. Zie No. 511. Zie No. 522. Badhanddoek. 83 PALEMBANG- GROEP I. Godsdienstig leven. (in kast 26.) a. Godsdienst. 955. Wicheltafel. 956,961,1027. Amuletten; No. 961 ingenaaid in een buikband. 12375. Mes met krisheft en geellederen scheede; het lemmet in den vorm van „boeraq" (het rijdier van Mohamad) met vogelkop en voorzien van een inscriptie. b. Literatuur. 957 t/m 960. 968. 1054. GROEP II. 1029. 7938, 7939. Brieven en andere geschriften op bamboe, rotan en boombast.. Bekraste stukjes bamboe, in gebruik bij de Koeboe's bijwijze van brief; de brenger daarvan deelt het bericht of het verzoek mondeling mede. Familieleven. (In kast 26.) Waterkruik (gendi) met sierstuk; wordt bij een huwelijksvoltrekking naast den bruidegom geplaatst. Koperen arm- en beenbanden voor bruiden. GROEP III. Woning en huisraad. a. Woning. 998, 1056. Modellen van woningen (No. 1056 op vlotten, No. 998 kast 26 en 27.) in Makakau) (op 84 1019, 1020. Fragmenten van een bamboe bekleeding . van den binnenwand eener woning in Makakau (op kast 13.) 1056. Zie No. 998. 10934. Geraamte van een huis in Makakau zonder dak (model) (op kast 13.) 10935 t/m 10938. Modellen van een zijwand, van versierde paneelen en lijst voor een ouderwetsche Makakausche woning (op kast 13.) 12211. Ijzerhouten huisdeur met snijwerk ver¬ sierd, (aan den wand naast kast 37.) b. Huisraad, (in kast 13.) Kookgereedschappen: 1007,1008. Aarden keukengereedschappen. 1011. Mes. 4524. Kegelvormige bamboe mand voor het stoomen van rijst. Voedingsgereedschappen: 1009. Model van een houten bord op voetstuk. 1010. Idem houten bord. Sirihgereedschappen: 967. Koperen kalkdoosje. 1012 t/m 1014. Sirihmandjes; No. 1013 met een doosje vervaardigd van depitderkadam-vrucht. 1040. Stuk hertevel, waarin op reis sirihbe- noodigdheden medegenomen worden. 9713. Rotan mandje met deksel voor sirihbe- noodigdheden. 12418. Verlakte sirihdoos met bijbehoorende koperen potjes. Rookgereedschappen: 962,9619. Opiumpijpen met toebehooren. 85 Overig huisraad: 999, 1000. Draagmanden. 1001,1002. 1005. 1 1006, 4533, 4534, I Manden van bamboe en rotan voor 4536, 4539 t/m [ verschillende doeleinden. 4541,4557. J 1003. Matje van bamboe. 1004. Bamboe wan. 1005. 1006. Zie No. 1001. 1015,4530. Dekkleedjes voor houten borden (doe- lang) of spijsdeksels. 1016. Model van een bordenrek. 1017. Hanger tot opberging van kopjes en schotels. 4530. Zie No. 1015. 4531,4537. Matten voor het drogen van padi (op kast 13.) 4533. 4534. 4536. Zie No. 1001. 4537. Zie No. 4531. 4538. Reismand. 4539 t/m 4541, 4557. Zie No. 1001. 7877. Zilveren klamboehaken; (volgens tra¬ ditie afkomstig van een der Sultans.) 9328 t/m 9334. Verlakte doosjes, in den vorm van vruchten, de meesten op bordjes. 12417. Werkmandje van verguld en verlakt vlechtwerk. - 13454, 13455. Verlakte gebaksdoozen (op kast 14.) GROEP IV. Kleeding en opschik. (in kast 26.) a. K1 e e d i n g. 948. 989, 990. Borstdoeken; No. 989 voor meisjes. 86 949,980,997. 1033, 4504, 4522. 4523. 9400 t/m 9403. 9406.9616. 12410 t'/m 12416. 972 t/m 976, 983. 984. 4525 t/m 4528. 9613. 9645 t/m 9648. 977.978. 981. 1032, 4502. 4520.9617. 979. 985.12911. 980. 981. 982.4521. 983, 984. 985. 986 t/m 988,4519. 989,990. 997. ■ 1032. 1033. 4502. 4503. 4504. 4519. Saroengs of kains van katoen of zijde dan wel gecombineerd en al of niet met goud- of zilverdraad doorweven dan wel verguld; voor mannen en vrouwen; No. 4504 dracht van aanzienlijke vrouwen. Kleedingstukken (baadjes, broeken, kains, buikgordels, mutsen) van geklopten boombast voor veld- en boscharbeid, in gebruik in de Ranau-districten en bij de Koeboe's. Baadjes voor mannen en vrouwen; No. 4502 met zilveren versierselen en gouden kraag; dracht van aanzienlijke vrouwen. Hoofddoeken, No. 12911 van zijde; No. 979 en 985 worden ook gebruikt als buikband of bandelier. Zie No. 949. Zie No. 977. Buikband; No. 982 met houten gesp. Zie No. 972. Zie No. 979. Mutsen van luffa en een grassoort; en bamboe hoed. Zie No. 948. Zie No. 949. Zie No. 977. Zie No. 949. Zie No. 977. Zijden broek met goud galon onder aan de pijpen; dracht van aanzienlijke vrouwen. Zie No. 949. Zie No. 986. ' 87 4520. Zie No. 977. 4521. Zie No. 982. 4522. 4523. Zie No. 949. 4525 t/m 4528. Zie No. 972. 9336 t/m 9388,9405,1 Zijden slendangs met gouddraad door12409.12912. j weven; No. 12409 met gouden franje. 9403 t/m 9403. Zie No. 949. 9405. Zie No. 9386. 9406. Zie No. 949. 9613. Zie No. 972. 9616. Zie No. 949. 9617. Zie No. 977. 9645 t/m 9648. Zie No. 972. 12408, 12913. Sjerpen of gordels (tjindai) van zijde; No. 12408 met geborduurden en No. 12913 met met gouddraad doorweven rand; worden ook als slendang gedragen. 12409. Zie No. 9386. 12410 t/m 12416. Zie No. 949. 12421 t/m 12423. Zakdoeken met geborduurden of opengewerkten rand. 12911. Zie No. 979. 12912. Zie No. 9386. 12913. Zie No. 12408. b. Opschik. 938, 996, 4509. Hoofdbanden van zilver en rietsoor¬ ten. 939, 940, 942. Zilveren versierselen behoorende bij den hoofdband No. 938. 941,4499,4501, 1 Idem voor de haarwrong of vlecht; 4510. J No. 4499 meestal geheel van goud. 942. Zie No. 939. 943,944,4511. Oorknoppen; No. 944 wordt aan de oorknoppen No. 943 vastgehecht. 89 17837. 17838. b. N ij v e r h e Kantwerk: 12406. 12407. 13452. Borduurwerk: 12419. 12420. Plangiwerk: 13961.13965. 13962 t/m 13964. 13965. Pradawerk: 12424. Stok en armen (geverfd en versierd met vergul- de ornamenten; voor ^ ^ n ) een Kruisnei. Hengel om krabben te vangen. ïid. (In kast 26.) Kantkussen met begonnen kantwerk. Proeven van kantwerk (3 verschillende soorten.) Garenwinder, waarmede het garen opgewonden wordt op de klossen bij het kantwerken gebruikt. Borduurraam met opgespannen werk van opennaaisel en kettingsteekborduursel (nog onvoltooid). Zie No. 12421 t/m 12423. Omgebogen haakje, noodig bij het kettingsteekborduursel bij No. 12419 vermeld. Twee lappen zijde in verschillende stadiën van„pelangi" bewerking; No. 13961 gereed om geverfd te worden, No. 13965 gedeeltelijk geverfd. Teekenpennen om de „pelangi" bij te. werken en naald om de zijde in te rimpelen. Zie No. 13961. Onafgewerkte kain prada. 90 12425. Reepjes bast van de jonge pisangbatoestam, waaruit de lijm gekookt wordt, benoodigd voor het opplakken van goudblad. 12426. Flesch met lijm, verkregen door het afkoken»van No. 12425. 12427. Goudblad, waarmede de figuren op de kain geteekend, beplakt worden. 12428. 12429. Kopje, schoteltje en penseelen, gebruikt bij de bewerking van kain prada. Diversen: 951. Weefspoel. 1028. • Proeve van houtsnijwerk. 4529. Monsters geklopten boombast. 4558. Gereedschap om pandanblad in reepen te snijden voor vlechtwerk. 9612. Idem om oogjes te maken. 9649. Houten hamer voor de bewerking van boombast. 9650. Monster garen, waarmede kleederen van geklopten boombast genaaid worden. 12167, 12168. Monsters aardewerk, (op kast 14.) 13979. Geïkat garen, gedeeltelijk geverfd. c. Handel en verkeer, (in kast 13.) 1030. Meetstok voor lijnwaden. 1031. Weegschaal. 1038. Model van een bamboe draagstoel. 1039 4532 4535 Manden en draagkorven voor padi- en 9615* ' l 9oederenvervoer» No. 9615 in gebruik J bij Koeboe's. 1052.1053,4545. . Modellen van prauwen, (op kasten 27 en 28.) 4532. 4535. Zie No. 039. 91 4545. Zie No. 1052. 9615. Zie No. 1039. GROEP VI. Maatschappelijk leven. a. Rangen en standen, (in kast 14.) 1034 t/m 1037. Mutsen; onderscheidingsteekenen van respectievelijk: pasirahs, pembarabs, krio gindo en penggawa's (distrikts-, onderdistrikts-, dorps- en onderdorpshoofden.) 8731, 14473, 17836. Verlakte staatsieroeispanen; No. 14473 met lofwerk besneden. b. Rechtspraak, handhaving van gezag, enz. 963. Boor, inbrekersgereedschap, (in kast 14.) 4542. Model van een gebouw voor vergaderingen en feesten (op kast 26.) c. Spelen en vermaken, (in kast 14.) Muziekinstrumenten: 1021. Xylophoon (gambang) van bamboe. 1022. Snaarinstrument van bamboe (tjelempoeng.) 1023 t/m 1025. Fluiten met en zonder mondstuk, (ser- dam, soeling.) 1026. Mondtrom. (ginggoeng). 4507. Tamboerijn, (rebana). Hanengevechten: 966, 8732. Koker en doos met hanensporen. 8733. Slijpsteen voor hanensporen. 8734, 8735. Borstel en zacht hout (kajoe gaboes) om de sporen schoon te maken en aan te zetten. 8736. Garen tot het vastbinden van hanen¬ sporen. 92 8737. Zak tot bewaring van No. 8732 t/m 8736. GROEP VIL Wapens en krijgstuig. (In kast 14.) Aanvalswapens. Schietwapens: 953. 954. 964. 965. 969.' Stootwapens 1018. 1044,1045.1047t/m 1050. 9614. Steekwapens: 1041.9672. 9704. 1042,1051,9711, 1 9712. I 4516. 13528. Houwwapens: 1043. 9701.9702. Houten kogelvorm. Kruithoorn met eigengemaakt kruit. Laadstuk voor een lilla. Patroontasch met voetangels en ammunitie. Koperen lilla. Lansenrek. Lansen; No. 9614 houten werpspeer van Koeboe's (aan kast 14.) Krissen. Dolkmessen. Heftband voor een kris. Ivoren krisheft. Sabels. DJAMBL GROEP I. Godsdienstig leven. (In kast 26.) 4077. Groen-laken tasch tot het bewaren van manuscripten. 93 11539 t/m 11552. Bidmatjes met verschillende patronen. (Koerintji.) GROEP II. Familieleven. (In vitrine XX.) 462. Rol pandanbladeren. welke jonge meis¬ jes aan hare minnaars geven. GROEP III. Woning en huisraad. a. W o n i n g. (op kast 15). 11518. Model van een planken huis. (Koerin- tji.) b. Huisraad. (Koerintji.) (in kast 15.) Voedingsgereedschappen: 464. Klapperdop, speciaal tot het drinken van het aftreksel van koffiebladeren (kopi daoen.) 11431. Aarden kan voor „kopi daoen." 11432 t/m 11441. Bamboe drinkbekers met snijwerk versierd voor kopi daoen. 11529 t/m 11537. Rotan rijstmanden. (No. 11531 en 11533 in kast 15, de overigen bovenop.) Sirihgereedschappen: 468. Matje, waarin sirih bewaard wordt. 471. Zilveren kalk- en gambirdoosje. 11444 t/m 11458. Sirihtasschen van palmbladreepen met en zonder draagbanden. Rookgereedschappen: 114 59. Taschje van palmbladreepen voor stroo¬ tjes. 11460 t/m 11463. Zakjes van palmbladreepen voor tabak. 105 14213 t/m 14215. Bidmatten; (nos 14213 en 14214 op kast 25.) GROEP II. Familieleven. (In kast 8.) 803. Kroon voor bruidegoms en voor kna¬ pen bij de besnijdenis. 14235.' Model van een grafversiering. GROEP III. Woning en huisraad. a. Woning, (aan den wand tusschen kasten 8 en 9.) 14216. Model van de nokvleugels eener vorstelijke woning. 14217, 14230 t/m i Deur. en vensterversieringen, (snijwerk). 14233, 14237. ƒ 14234. Model van een staatsiedeur. 14237. Zie No. 14217. 14240,14241. Modellen van staatsietrappen. 14252, 14253. Modellen van woningen met omwan- dingen van boombast- en bamboevlechtwerk (op kast 25). 14254. Model van een vorstelijke woning in het Rokan-gebied. (op kast 25). b. H u i s r a a d. (In kast 25.) Voedingsgereedschappen: 764,10502,10503. | 11898, 14204 t/m [Waterkruiken, (aardewerk). 14212. J 846, 847. Bekers van getah pertja en klapperdop. 10502.10503. Zie No. 764. Manden om allerlei in te bewaren; 11847, 11849, 11852, I No. 14203 in vischvorm voor „emping" 11855. 14203. I (jonge rijst of ander graan in den bolster geroost en daarna gestampt.) 106 11898. Zie No. 764. 14203. Zie No. 11847. 14204 t/m 14212. Zie No. 764. Sirihgereedschappen: 804 t/m 807. Zilveren doosjes voor kalk, tabak, pi¬ nang en gambir (sirihgereedschap van den Datoeq van Tandjong Merawa.) 14221. Betelstamper van bamboe. 14222. Betelhouder van hoorn (fraai gesneden.) 17879. Kalkpotje van geelkoper. Inrichting slaapplaats: 772 t/m 780, 814. Zijstukken van kussens, met gouddraad gestikt; No. 814 uitgeslagen koperen plaat; No. 773 t/m 777, 779 en 780 uit de mode geraakte patronen. 781. Overtrek voor hoofdkussen. 814. Zie No. 772. 815,11851. Zit- en slaapmatten. Overig huisraad: 765 t/m 769, 771. Dekkleedjes voor spijsdeksels; No. 766, 768 en 771 uit de mode geraakte patronen. 14202 ^m ) Spijsdeksels; No. 14200 onatgewerkt. 816. Muizenval. 11853. Tabaks- en gambirmandje. 11854. Naaimandje. 11899. Wierookpotje tot berooking van klee- dingstukken. 14200 t/m 14202. Zie No. 784. 14224. Klapperrasp. 14225. Kapmes. 14228, 14229. Vogelkooien. 14236. Kapstok met lofwerk versierd, in het midden twee naga's. GROEP IV. Kleeding en opschik. a. Kleèding. (in kast 8.) 761. Lijnwaad, katoen en zijde. 762. Zakdoek. 763. 14242. Wandelstokken; No. 14242 met ivoren knop en,taats. 808. Buikgordel. 813. Geborduurde broek. 844, 845. Mutsen van biezen en boombast. 865,12175. Zijden en halfzijden saroengs met goud¬ draad doorweven; No. 865 geschenk van den Sultan van Siak aan den Gouverneur Generaal. 11856. Geldzakje. 11900. Kleedingstuk van boombast, voor¬ heen in gebruik bij de Orang Sakai. 12175. Zie No. 865. 14226. Baadje, broek, saroeng en gordel van geklopten boombast. 14242. Zie No. 763. b. Opschik. 14220. Enkelring; brons, holgegoten (antiek.) 14239. Oorknop van ivoor met hoornen ring in het voorvlak. GROEP V. Voorziening in het dagelijksch onderhoud en andere middelen van bestaan. a. Jacht en visscherij. Jacht: (terzijde van kast 7.) 796, 849. Strikken om tortelduiven en boschhoen¬ ders te vangen. | r,¥}2 797. Lokfluit, waarmede het bronstgeschreeuw van herten wordt nagebootst. '°8. Rotan strik voor de hertenjacht, (aan den Zuidelijken wand langs het plafond in zaal E.) '99. Knip voor de vangst van kwartels, (in kast 25.) 849. Zie No. 796. 11868. Loklluit om duiven te vangen. 11875, 11876. Strikken tot het vangen van hertenen dwergherten. 11877. Koker voor vogellijm. Visscherij: (in kast 8; boven en terzijde van kasten 7 en 8.) 801,809. Vischlans en harpoenen. 827,17759,17760, \ 17763, 17764. [Enkelvoudige lijnen met haken. 11857.11860,11894. | Modellen van vaartuigen in gebruik bij 11895.11897. Ide visch-en garnalenvangst; No. 11901 11901,11902, |en 11902 bij de troeboekvangst. (onder 17856. j vitrine XXI.) 11858,17765 t/m 1 „ 17767. ƒ Hengels. 11859. Dobber. 11860. Zie No. 11857. 11861,11887,11903, Zegens, kieuw- en kuilnetten in ver17707, 17708, schillende vormen, in gebruik op zee, 17714, 17745 t/m in rivieren en riviermondingen, (model17752. jlen.) 11862, 11863, 17753.1 .. . „ 17754 1 Modellen van werpnetten. 11864 11869 t/m Fuiken van allerlei constructie; vervaar11874 11885 11888 ^O0" van bamboelatjes door rotan sa17710 t/m 17713 mengebonden, enkele van gedoomde 17715 t/m 17733 rotanbladsteelen; voor de vangst van 17742 17743 visch en garnalen in zee, rivieren of moerassen. 115 3645. Vlag van den voormaligen Toengkoe Kalana, troonsopvolger van den Radja Moeda. (aan een stok aan den wand). 3657. Guitaar. GROEP VIL Wapens. (In kast 10.) 3636. Kleine koperen lilla opgegraven bij Boekit Batoe op het eiland Bintan. 7287. Kapmes. BANKA. GROEP III. Woning en huisraad. a. W o n i n g. 3579. 7344. Modellen van woningen. (No. 3579 op kast 12, No. 7344 op kast 9.) b. H u i s r a a d. (in kast 9.) 3584. Gebakvorm. 3585, 7315. Rijstlepels (modellen) van niboeng en hout. 3593,7317'. Modellen van rijstblok en stampers. 3594. Model van een suikerrietpers. 3595, 3596. Modellen van honingpersen. 7310,7311. Zit- en ligmatten van pandanbladreepen. 7312. Model van een rotan mand, waarin vaatwerk opgeborgen wordt. 7313. Model van een bamboe mandje, vroeger in gebruik als bord. 7314. Lepel van klapperdop aan houten steel (model). 7315. Zie No. 3585. 117 b. Landbouw en veeteelt, (in kast 9.) 3598, 7327. Pootstokken voor het planten van padi. 7319 t/m 7321. Modellen van bijlen. 7322 t/m 7324. Idem van kapmessen. 7327. Zie No. 3598. -raio Tim I Modellen van manden voor zaadpadi 7328 t/m 7330, I . ,. gjg^ / in gebruik bij den oogst van rijst en J andere veldgewassen. c. N ij v e r h e i d. (in kast 9.) 3597. Oliepers. 3620. Steenen gietvorm vóór looden versie¬ ringsstukken, met eenige proeven daarvan in lood. 7331 t/m 7336. Gereedschappen en werktuigen voor de gambir bereiding. d. Vervoer, (in kast 9.) 3599, 7343. Modellen van vaartuigen. (No. 3599 op kast 9.) 7326. Kruiwagen. 1... , „ i 7325. • Draagmand. ) (Modellen). 7343. Zie No. 3599. GROEP VI. Maatschappelijk leven. Spelen en vermaken, (in kast 9.) 3615. Luit met 4 snaren. 3616. Klarinet. 3617,3618. Trommen, (orang sekah.) GROEP VIL Wapens. (In kast 9.) 3610. Mes, tijdens de onlusten op Banka in 1829 door de Ghineezen gebruikt. 118 3611 t/m 3613. Krissen; No. 3611 van zeeroovers af¬ komstig. 8254. Dolkmes. 8403, 8404. Lanspunt en werplans; No. 8403 af¬ komstig van zeeroovers en als poesakastuk bewaard. BILLITON. GROEP I. Godsdienstig leven. 3619. Amulet (in kast 9.) GROEP III. Woning en huisraad. a. Woning, (op kast 12.) 3578. Model van een woning. b. H u i s r a a d. (in kast 9.) 3580,3581. Sirihdoozen van pandanbladreepen en rotan. 3582. Sirihstamper van hout. 3583. Lepel, (model). 3586. Mat van pandanbladreepen. 3587 t/m 3589. Rijstmandjes. (modellen). 3590. Sigarenkoker van pandanbladreepen. 3591. Pot voor drinkwater. 8168. Harsfakkeltjes. GROEP V. Voorziening in het dagelijksch onderhoud en andere middelen van bestaan. a. V i s s c h e r ij. (in kast 9.) 3603. Vischlijn. 119 b. N ij v e r h e i d. (in kast 9.) 3608. Modellen van smidsgereedschappen. 3609. Model van een blaasbalg. c. Vervoer. 3592. " Model van een draagmand, (aan den wand boven kast 9.) GROEP VI. Maatschappelijk leven. 3614. Viool en strijkstok, (in kast 9). EILAND JAVA. BANTAM. GROEP I. Godsdienstig leven. (In kast 50.) a. Godsdienst. 1267,5595 t/m 5602 1 VoorwerPen v°or het z. g. „Gedeboes"' J spel. (No. 5600 onder vitrine XXVII). 5696. Hoed van ramboetan-bladeren, voor een „santri". (leerling van een godsdienst-school.) 5707. Bamboe lessenaar. 5'26. Lans, waaraan geheimzinnige krachten worden toegeschreven, (zie notulen Bat. Gen. XXXI pag. 48.) 5727, 5728. Heilige aarden kom en schaal, (als bij No. 5726.) 5729. Koperen wichel-tafel. 5731. Bamboe waaier, waarmede men zich na afloop van een „dikir" (litanie) afkoelt. b. Geneeskunde. 4816.4817. Steenen vijzels voor het bereiden van geneesmiddelen. c. Schrijfbehoeften '132. Lederen boekband. 1133- Koperen inktkoker. 121 GROEP II. Familieleven. a. B e s n ij d e n i s. 12134 t/m 12138. Versierselen van het rijtuig, gebruikt bij gelegenheid van de besnijdenis van de broertjes van den Regent van Serang. (Aan den wand, boven het venster terzijde van kasten 38 en 39 .) b. H u w e 1 ij k. (In kast 50.) 1067,1068. Hoofdtooisels, resp. voor bruidegom en bruid. 1069 t/m 1073. Bruidssieraden, (oor- en halsversierse¬ len, buik-, schouder- en armbanden). 4729,5671. Saroeng, oud. (bruidsuitzet.) c. O v e r 1 ij d e n. (In kast 50.) 12139. Tegel, vroeger gebruikt voor graftom¬ ben. 14469. Lijkkleed van inlandsch gesponnen garen. GROEP III. Woning en huisraad. a. H u i s r a a d. (In kast 40.) Kookgereedschappen: ,.,-,.,„,„,. 1 Keukengereedschappen. (Klapperrasp, 111/, 111o, lo1U, . , , . , 4811 4815 4818 \ 2even* bamboespatel enj?en, koperen en Acm' ,„„' *-,„., I steenen vijzel, koperen ketel, bamboe 4820,4946,4947. . . . • koker.) 4807 t/m 4809. Gereedschappen om vuur te maken en * om vuur aan te blazen, (koker en waaier van bamboe). Voedingsgereedschappen: 4794, 4819. Bamboe mand en koker, om eetwaren in te bewaren.