AARDEWERK MET VEELKLEURIGE VERSIERING, WELKE IN HET VOLLE VUUR GEBAKKEN IS. Veel later, pas in het laatste kwart der 17e eeuw, zijn de plateelschilders naast de versieringen in blauwe kleur, décors in drie, vier of meer tinten gaan toepassen. Het is bekend, dat veelkleurige versieringen geïnspireerd op Italiaansche motieven reeds omstreeks 1600 met groot succes werden aangewend. Deze décors werden echter tegen het midden der 17e eeuw bijkans geheel door het blauw en wit Delftsch aardewerk verdrongen. Eerst c. 1680 è 1690 herleeft de liefde voor schitterende kleuren, welke voorkeur evenals bij het „blauw en wit" aan den invloed van het Chineesche porselein moet worden toegeschreven. Het waren ook in hoofdzaak Oostersche motieven, die voor de versieringen werden gebruikt. De kleuren voor dergelijke décors, als donkerblauw, diep groen, fel geel, bruinrood of helder rood, paars en ook wel zwart, moesten tegelijk met de glazuur in het groote vuur gebakken worden. Een groot aantal schakeeringen was te verkrijgen, al naar gelang men de kleuren, in feller of gedempter tinten schilderde. In het algemeen kan men wel zeggen, dat in de eerste 55 helft der 18e eeuw een gamma van heldere, frissche kleuren voor décors bestaande uit Europeesche lambrequins en Chineesche motieven met groote voorliefde werd toegepast. Wij hebben in het bijzonder de schitterende serie kunstwerken op het oog, die zich groepeeren om de meesterstukken uit de fabrieken van L. van Eenhoorn of L. Fictoor. Deze voorwerpen vertoonen veelal een geribde oppervlakte en behalve de genoemde lambrequins, nog een décor van bloemen, dieren of ook wel landschappen. Het fraaiste stuk is ontegenzeggelijk het rijk gemodelleerde en smaakvol versierde koelvat (no. 179) dat wel niet geteekend, doch om de overeenkomst in stijl en behandeling met kunstwerken uit de fabrieken van L. van Eenhoorn of L. Fictoor aan een dezer plateelbakkerijen moet worden toegeschreven. Naast eenige geteekende voorwerpen van deze fabrieken o. a. een kom met paradijsvogel en breed geschilderde bloemen en planten (no. 177) en een beeldje van den „Doornuittrekker" (no. 178), plaatsen we een stel van drie schitterende vaasjes (no. 180) met een décor in drie kleuren op een roomig-wit fond en een groote bekervormige vaas met lambrequins (no. 181). Enkele voorwerpen dezer serie, welke van merken voorzien zijn, vertoonen in de plaatsing en de combinatie der kleuren een eigen karakter, waardoor zij duidelijk van de andere kunstwerken zijn te onderkennen. Op de groote geribde vaas met deksel en eene versiering van landschappen (no. 172 merk W.K.) valt vooral het felle rood op door schittering en glans. En als wij beseffen, dat eerst na overwinning van velerlei moeilijkheden zulk een prachtig resultaat kon worden verkregen, stijgt onze bewondering voor hetgeen op dit stuk en op de twee groote kalebasvazen (no. 183) met bloemornament bereikt is. De versiering der twee 56 balustervormige vazen (no. 174 merk P.K.) daarentegen is in dit opzicht minder gelukkig geslaagd. Om de originaliteit der ontwerpen, waarin als versieringsmotief o.a. eene heraldische lelie een rol vervult, nemen de kannen met het merk L L (nos. 170, 171) eene afzonderlijke plaats in. De versieringen van arabesken en bloemen zijn fraai, doch niet van zulk eene voorname qualiteit als de décors van de fabrieken van Eenhoorn of Fictoor. De meeste voorwerpen dezer groep zijn echter niet geteekend. Op enkele stukken komen jaartallen voor o.a. 1703 op een bord met de wapens van F. v. Tright en J. Leeuwenhoeck (no. 185) en 1721 op een groote schotel (no. 190) met een buitengemeen rijk ontworpen ornament bestaande uit een landschap omgeven door lambrequins en bloemdécors. Een paar gelijksoortige tegelplaten, waarop een Chineesche vrouw en jongen (no. 196) een z. g. n. „bliksembord" (no. 188) voorts een reeks beeldjes waaronder een doedelzakblazer en een paar harlekijnen (nos. 197—200) bewijzen ons, dat vóór 1750 heldere en krasse kleursamenstellingen nog zeer gewaardeerd werden. De décors zijn op wel begrepen wijze in groote vlakken geschilderd, waardoor het effect van dit schitterende palet bijzonder verhoogd wordt. Als later de ontwerpen rijker worden en het witte tin-email bijna geheel bedekken, verliezen de kleuren, door ineensmelting veel van hare kracht. Deze toch zeer fleurige, meer verfijnde wijze van versieren treffen we b.v. aan op een fraai opengewerkt schaaltje (no. 202) met medaillons en rijke bloemdécors en op een haan (no. 203) met naar rechts gewende kop en sierlijk gebogen staart. In de tweede helft der 18e eeuw is echter eene verandering in den smaak te bespeuren. Er wordt bij voorkeur naar gestreefd om zachte gedempte tinten voor 57 de versieringen aan te wenden. Dergelijke décors zijn o.a. te zien op eenige borden met waaiervormig geplaatste bloemen en bladen (nos. 247 en 261). De producten uit de fabriek van J. T. Dextra (nos. 239—242) moeten ten slotte als de uitloopers dezer groep beschouwd worden. Beter dan op de groote schotel en de twee borden (no. 241) met het bekende patroon der bloemenmanden, is de wijziging in het kleurengamma op de zuigkan (no. 239) te bestudeeren. Hoe weinig diep en hoe mat zijn de kleuren van deze, overigens nog zoo fraaie producten! Na achtereenvolgens de verschillende specimina dezer uitgebreide serie besproken te hebben, moeten we nu nog even teruggaan, om op eenige zeer karakteristieke stukken uit het einde der 17e en het begin der 18e eeuw te wijzen. Als wonder-knappe nabootsingen van uitheemsche ceramiek verdienen de theepot (no. 167) van Ary de Milde, eene navolging van het Chineesche „boccaro", en de blauwe kan (no. 168) imitatie van het aardewerk van Nevers, onze aandacht. Tot de vroege polychrome producten behooren de twee borden met afbeeldingen en opschriften van: La bergère Aminte en Le vendeur de Melon (nos. 163 en 164) welke het merk A. R. in blauw vertoonen. Dezelfde initialen, nu echter in bruin, vinden we terug op twee bordjes met eene versiering van engeltjes tusschen bladranken in Italiaanschen trant (no. 165), waarvan de aarde ietwat roodachtig, de glazuur crèmekleurig van tint is. Zij wijken hierdoor sterk af van de eerstgenoemde borden, die juist een vrij witte materie en glazuur vertoonen. Ook onder het later te noemen aardewerk met eene polychrome versiering, welke deels in het volle-, deels in het zachte vuur gebakken is, ontmoeten we dezelfde letters, thans in rood, op voorwerpen, die veel op het Pij nacker-fabrikaat gelijken. Of 58 deze stukken, die wat materie, glazuur en kleur betreft zeer van elkaar verschillen, uit dezelfde fabriek afkomstig zijn, is vooralsnog niet uit te maken. Een zeer zeldzaam specimen is het pagode beeldje uit de fabriek vanAdriaen Pijnacker in vier kleuren: blauw, rood, groen en zwart, welke alle tegelijk met de glazuur bij hooge temperatuur gebakken werden (no. 166). Het «zwarte" Delftsch met veelkleurige versiering, is vertegenwoordigd door een precieuse theebus (no. 175) uit de fabriek van L. v. Eenhoorn of L. Fictoor en een sierlijk muiltje (no. 176) met zwarten hak en een décor van bloemranken. Naast de serie voorwerpen met een décor, dat op Van Eenhoorn of Fictoor teruggaat, treffen wij nog verschillende soorten aan, waarvan de versieringen in Europeeschen- of Chineeschen geest zijn uitgevoerd. Europeesch is het décor deels in blauw, deels in vele kleuren, dat we op een groote groep schotels (nos. 218—220) tegels (no. 215) en vazen (no. 217) ontmoeten. De zware polychrome randversieringen, welke landschappen of bijbelsche voorstellingen omlijsten, vertoonen veelal Louis XIV- en Louis XV motieven. Aan de bloemstukken van J. van Huijsum herinnert het décor der schotels, waarop manden en vazen met bloemen zijn afgebeeld. De versieringen der randen daarentegen doen aan het Rouaansch aardewerk denken (nos. 224—226). Het meerendeel der schotels en borden vertoonen echter bloemmotieven geïnspireerd op het Chineesche porselein uit den Ch'ien-Lung tijd (nos. 227—230). Geheel apart staan de borden, kwispedoors, kopjes en schotels (nos. 235—237) met eene bloemversiering op turkoois blauwen grond. Vermoedelijk heeft ook hier het Chineesche porselein tot voorbeeld gestrekt. De meeste voorwerpen der genoemde serieën zijn om- 59 streeks het midden en in de tweede helft der 18e eeuw vervaardigd. Daar jaartallen ontbreken en uit de ornamenten, waarin motieven uit de verschillende Lodewijkstijlen zijn verwerkt, geenerlei conclusie te trekken valt, is eene nauwkeurige dateering uitgesloten. In de tweede helft der 18e eeuw is echter duidelijk een verschil in toon van glazuur en kleuren waar te nemen. Opgemerkt kan worden, dat in deze jaren de gele kleur herhaaldelijk ter versiering van het fond op borden (no. 277) en tegels (nos. 274 en 278) of ter beschildering van figuren (no. 268) wordt toegepast. Voorts vertoont het palet nog een vrij krachtig diep blauw en een grijsachtig groen (zie botervloot van A. Pennis, (no. 253). Naast paars en bruin komt ook een fletsgroen voor (zie blaker geteekend A. Kiell, no. 244). Door de meer genoemde lijst van merken uit 1764 zijn wij in staat om van enkele stukken de herkomst te vermelden. Zoo blijkt, dat de sierlijke chocoladeketel (no. 251) in de fabriek ,,'t Jonge Moriaanshooft" van de Weduwe van Jan van der Hagen vervaardigd is en de aardige botervlootjes in den vorm van korhoenders (no. 255) door Jacobus Halder Adr. Zn., eigenaar van de fabriek: „de Grieksche A", ontworpen zijn. In de verzameling vinden we ook eenige uitnemende polychrome borden en beeldjes uit de bekende fabrieken „de Klaauw", „de Lampetkan" en „de Porceleijne Bijl". Enkele voorwerpen kunnen door vergelijking met overeenkomstige stukken in andere collecties eenigszins nader gedateerd worden. Zoo vermoeden wij dat een paar tegels (no. 276) en een bord (no. 277) met een décor van vruchten in manden van c. 1770 dagteekenen, daar blijkens de jaartallen 1764, 1770, 1776 op analoge stukken in het Victoria en Albert Museum en de Collectie Loudon dergelijke versieringen in die jaren veelvuldig werden toegepast. Een tegel met op- 60 schrift als raadsel bedoeld (no. 310) moet te oordeelen naar een gelijksoortig specimen in de verzameling Loudon c. 1780 gemaakt zijn. Voorts leveren de data van eenige papegaaien uit genoemde collectie de gegevens voor onze specimina -waarvan nos. 191 en 192 uit het tweede kwart der 18e eeuw, no. 313 uit c. 1784 dateert. Over het algemeen waren de Delftsche plateelbakkers geen knappe modelleurs. Dit komt vooral in de uitbeelding der menschelijke figuren aan het licht. Behalve op de reeds genoemde beeldjes zij echter nog gewezen op eenige imitaties van Chineesche goden en priester figuren, waaronder een zittend godenbeeldje (no. 285) met lange pijp om de treffende nabootsing geroemd mag worden. Dat niet alleen Chineesche-, maar ook enkele Grieksche beelden zich blijkbaar in eene groote bekendheid mochten verheugen, getuigen de diverse navolgingen van den „Doornuittrekker" terwijl het naakte vrouwenfiguurtje, leunende tegen een boomstam (no. 290) vermoedelijk op de Satyr van Praxiteles geïnspireerd is. Het is opmerkelijk, dat onder de dieren vele uitnemend geslaagde proeven aangetroffen worden. Geestig van modelé is de papagaai met even gewende kop en staande in een ring (no. 281), terwijl een paar zwijnen (no. 260) van de fabriek „de Porceleijne Bijl" uitmunten door kracht en stoerheid van bouw en eene zeer fraaie beschildering der huid. De wijze waarop de haren der huid der verschillende dieren zijn weergegeven, verdient onze bewondering, om de teere kleurnuances en fijne penseelbehandeling. Ten slotte wenschen wij nog de vazen van Engelsche aarde (no. 328) te noemen, die het merk van Piccardt, een Fransch kapitein, omstreeks 1810 eigenaar der fabriek „de Porceleijne Flesch", vertoonen. De materie dezer vazen is geelachtig van kleur en 65 181. Bekervormige vaas, achtkantig, geribd met eene versiering van lambrequins, vogels, bloemen en bloemranken in blauw, groen en roodbruin. Voet gerestaureerd. Hoog: 27,6 cM. Fabriek als voren. 182. Bekervormige vaas, achtkantig, geribd aan boven-en onderzijde versierd met lambrequinornament; op de wanden vier vakken met bloemen in %A blauw, paars, groen, geel en rood. Hoog: 21.5 *V cM. Merk in blauw. 183. Twee kalebasvormige vazen met eene versiering in blauw, groen en rood; op den voet aaneengerijde bladen; op den buik aan de onderzijde golvende bloemranken, op het middelveld een rots met bloeiende boomen en planten, voorts bakken en vazen met bloemen, kraan- en paradijsvogels en insecten; op de zwelling der hals lambrequinornament, rondom de opening bloemranken. Hoog: 53,5 cM. 184. Bord met eene versiering in blauw, paars, groen, bruin en geel; in het midden de Fortuna omgeven door een dubbele rand van bloemornament, de achterzijde met een décor van ruitvormig geplaatste punten. Hoog: 2 cM. Middellijn: 22,7 cM. Merk in blauw. Fabriek de Roos. 185. Bord met eene versiering in blauw, groen en roodbruin; in het midden de wapens met het onderschrift: „F. V. Tright, Anno 1703, J. Leeuwenhoeck", op den rand bloemranken, arabesken, twee vazen met vruchten en twee gekroonde cherubs-kopjes. Hoog 3 cM. Middellijn 25,5 cM. 66 186. Bord met rebus als wapen en omgekeerde druiventros als helmteeken. De rebus, bestaande uit een liggende druiventros boven drie bloemen en een G met een kruis er door, en het onderschrift zijn te lezen als: „Wie druiven boven eer-en-prijs geniet, Die boutsiin eigen verdriet 1706, 5"; de rand met arabesken en bloemen in blauw en roodbruin. Hoog 2 cM. Middellijn 22 cM. 187. Bord met eene versiering in blauw, groen, roodbruin en geel; in het midden een wierookbrander, vazen en een pot met bloemen; op den rand vijf groote en vijf kleine medaillons met bloemen, de tusschenruimten met geometrisch ornament. Hoog 3 cM. Middellijn 26,2 cM. 188. Bord versierd met medaillon met bloemen, omgeven door een wolkenband, zig-zagvormig streepornament, prunus en andere bloemen in blauw, roodbruin, groen en geel; op de achterzijde drie blauwe concentrische cirkels. Hoog 2,5 | cM. Middellijn 26,3 cM. Merk in blauw. 189. Twee borden / met afbeeldingen • V"O r\ i A van koorddan- '/ \ sers; de randen met lambrequinornament. Hoog 2 cM. Middellijn 22,2 cM. Jaartal en cijfers in blauw. 67 190. Schotel met eene versiering in blauw, groen, geel rooaoruin en paars. Het middelveld, waarin bloemen vogels en een ch'ilin (Chineesch fabeldier) op een rots zijn afgebeeld, wordt omgeven door een dubbele rand van ' lambrequins verbonden doorbanden met geometrisch ornament. De vakken tusschen de banden zijn met bloemen gedecoreerd. De binnenste lambreauinrand ver¬ toont om den ander geplaatste vakken met bloemen en medaillons met ch'ilins. De achterzijde is versierd met ruiten en cirkels gevormd door blauwe punten. Hoog 4,5 cM. Middellijn 34 cM. Merk in blauw. Afb. XXVIII. h ïlin (Lhineesch fabeldier) op eer PVD ui i 191. Papegaai met blauwe, groene, bruine en gele kleuren beschilderd, staande op voetstuk met blauwe arabesken versierd. Hoog 18,5 cM. Tweede kwart 18e eeuw. 192. Papegaai met veelkleurige beschildering staande op voetstuk met blauwe streepen versierd. Hoog 17,7 cM. Tweede kwart 18e eeuw. 193. Kan met tinnen deksel en eene versiering van een vogel op een rots, bladen en bloemen in blauw, groen en rood; aan den hals een rand van arabesken. Hoog 23,4 cM. 72 218. Schotel, in het midden een heer en een dame in blauw; de rand met bloemen op paarsen grond. Hoog 5 cM. Middellijn 30 cM. 219. Schotel, in het midden eene voorstelling van Jezus den blindgeborene genezend en het onderschrift: Joh. 9 Vr. 7 in blauw; de rand met lambrequinmotieven in blauw, paars, groen, bruin en geel. Hoog 5,5 cM. Middellijn 34,3 cM. 220. Schotel, in het midden eene voorstelling in blauw van Christus en drie zijner discipelen op den olijfberg tegenover den tempel gezeten en het onderschrift: Mark 13.12 (lees 13, 2); de rand met polychroom bloemornament op bruinen grond, waarin vier medaillons zijn gespaard, waarvan twee gehouden door engeltjes, tuingezichten en twee, buitenverblijven in blauw vertoonen. Hoog 4,5 cM. Middellijn 34,3 cM. Afb. XXXII. 221. Spaarpot in den vorm van een vaas met deksel, waarin een gleuf. Het décor in blauw bestaat uit een landschap en bloemen en de drie letters C, B en V afzonderlijk in drie medaillons. De randen en de knop in geel en blauw en op het deksel drie groene bladen in reliëf. Hoog 18,2 cM. 222. Schaaltje met kartelrand op drie pootjes met eene versiering in blauw, paars, groen, geel en roodbruin; in het midden eene voorstelling van drie vrouwen en een jongen bij een tafel met bloemen onder boomen; op den rand rozetten en geometrisch ornament; op de achterzijde een meanderrand en kleine bloempjes. Hoog 2,7 cM. 223. Schaaltje zeskantig op drie pootjes, met kartelrand en eene versiering in blauw, paars, groen, rood en geel; op den bodem een landschap met rivier en een 73 zeilboot; op den rand, blad- en geometrisch ornament, cherubskopjes, schelpen en medaillons met vazen; op de achterzijde Chineesche symbolen. Hoog 3,8 cM. 224. Groote schotel met eene versiering in blauw, groen, geel en bruin; in het midden een vaas met bloemen op een betegelden vloer; op den rand lambrequinornament. Hoog 4.5 cM. Middellijn 36 cM. 225. Twee groote schotels met eene veelkleurige versiering; in het midden een vaas met bloemen; op den rand lambrequinornament. Hoog 5 cM. Middellijn 34,5 cM. 226. Een groote schotel met eene veelkleurige versiering; in het midden een mand met bloemen; op den rand lambrequinornament. Hoog 5 cM. Middellijn 34,5 cM. Afb. XXXIII. 227. Groote schotel met eene versiering van een rots, bloemen en een vlinder in blauw, paars, groen, geel en bruin. Hoog 5,7 cM. Middellijn 35,3 cM. 228. Groote schotel versierd met bloeiende struiken en een vogel in blauw, groen, geel, paars en bruin. Hoog 4,3 cM. Middellijn 35,5 cM. Afb. XXXiv. 229. Bord met veelkleurige versiering; op bodem en rand, een rots, hekje, voorts bloem- en bladornament. Hoog 2,5 cM. Middellijn 20,2 cM. ^30. Bord met veelkleurige versiering; op bodem en rand, een rots en bloemornament. Hoog 3,2 cM. Middellijn 22,2 cM. 231. Twee borden met veelkleurige versiering; op den bodem bloemornament, op den rand een décor van spiralen en chrysanthen. Hoog 2,5 cM. Middellijn 22,5 cM. 74 232. Bord met veelkleurige versiering; op den bodem een hek, prunusboom en twee vogels; op den rand lambrequinornament. Hoog 3 cM. Middellijn 22 cM. 233. Bord versierd met bloemen, vogels en een vlinder in blauw, paars, groen, geel en bruin. Hoog 2,5 cM. Middellijn 22,2 cM. 234. Twee borden met eene versiering in blauw, bruin, groen, geel en zwart; op den bodem een hekje, waarop twee vogels, voorts bloemen; op den rand insecten en bloemen. Hoog 2,5 cM. Middellijn 22,6 cM. 235. Twee borden met kartelrand; op turkoois blauwen grond eene versiering van bloemtakken in paars, groen en geel. Hoog 3,5 cM. Middellijn 21,5 cM. 236. Twee kwispedoors, zeskantig, versierd met bloemen en op den rand lambrequinornament in blauw, paars, groen en geel op turkoois blauwen grond. Hoog 7,7 cM. Middellijn 12,3 cM. 237. Twee schoteltjes (a) en vier kopjes (b) met kartelrand versierd met bloemen op turkoois blauwen grond. Eén kopje gerestaureerd, a Hoog 2,7 cM. Middellijn 12 cM. b Hoog 4,2 cM. Middellijn 7,4 cM. 238. Theepotje gedecoreerd met bloemen in blauw en roodbruin. Deksel gerestaureerd. Hoog ' 7,5 cM. Merk in blauw. 239. Zuigkan met bolvormigen buik en opengewerkten hals met bladornament en eene verdikking bestaande uit een hollen band met één uitsteek- 9 sel aan de bovenzijde der opening. De buik -"^ is versierd met vier hartvormige medaillons met bloemornament, gespaard op een groen met bloemen versierden grond; het oor met groene 75 en blauwe arabesken en bladen. Hoog: 21 c.M. Merk in rood. Fabriek van J. T. Dextra, de Grieksche A. Derde kwart 18e eeuw. 240. Vaasje met groenen grond, waarin bladen, arabesken en geometrisch ornament zijn uitgespaard. De x platte zijkanten vertoonen een décor van médail- J) o lons met bloemen, de smalle wanden arabesken en bladornament, de voet een rand van bladeren en geometrisch ornament. De ver- J siering is in blauwe, groene, bruine en gele kleuren uitgevoerd. Hoog: 10.3 c.M. Merk in blauw. Fabriek als voren? 241. Groote schotel (a) en twee kleine borden (b) met eene versiering in blauw, groen, bruin, geel ^. en paars; in het midden en op den II Tm j rand medaillons met bloemenman- oen omgeven door blauwe t% banden; op den grooten s0"^ schotel zeven, op de bor- » • den zes medaillons. ' / a. Hoog 5.1 c.M. Middellijn 34.5 c.M. Merk I in rood. b. Hoog 2,9 c.M. Middellijn 19.7 c.M. Merken II in blauw. Fabriek als voren. Schaaltje vierkant met ingebogen hoeken en ^ eene versiering in roodbruine kleur: oo den —« bodem medaillon met zeilschepen; op den rand "v. ïamDrequinmotieven. Hoog 2 c.M. Zijde 12.3 c.M Merk in rood. Fabriek als voren. f 243. Twee borden met eene voorstelling van een landschap, waarin eene vrouw op een bank zittende 77 249. Drie borden met een veelkleurig décor bestaande uit een pot met waaiervormig geplaatste bloemen en bladen, op den rand insectvormig ornament, arabesken en bladen. Hoog 2.7 cM. Middellijn 22.3 cM. |'250. Twee bordjes met geschulpten rand versierd « met bloemornament in blauw, paars, groen, yT geel en bruin. Hoog 2.3 cM. Middellijn 16.5 cM. geel en bruin. Hoog 2.3 cM. Middellijn 16.5 cM. Merk in paars. Chocolade ketel op metalen voet met geel hengsel en Dioemvormige dekselknop en eene versiering van bloemen, bladen en insecten in paars en groen. Hoog 26.2 cM. Merk in rood. Voet nieuw. Fabriek van de Wed. Jan van der Hagen »'t longe Moriaanshooft". Omstreeks 1765. Afb. XXXV. 252. Hert staande op een langwerpig hol voetstuk met groen bovenvlak en geel met bruin, groen en y CBS paars gemarmerde zijkanten. De haren C van de huid, voorts hoeven, neus, /h oogen en het gewei met paarsen kleur Jr* beschilderd. Hoog 28.5 cM. Voetstuk «l lang lb.5 cM., breed 7.5 cM. Merk in paars. Fabriek van Johannes van Duijn „de Porceleijne Schotel". Derde kwart 18e eeuw. Botervlootje in den vorm van een kool met een visch op het deksel, met schotel beschilderd met groen, blauw, geel en bruin. Gerestaureerd. Hoog 14.5 cM. Merken op schaal, schotel en deksel in blauw. Fabriek van Anth. Pennis „de 2 Scheepjes". Derde kwart 18e eeuw. 78 254. Botervlootje in den vorm van een ananas op een schotel beschilderd in geel, groen, blauw en paars. Op den schotel met geschulpten en met blauwe ornamenten versierden rand liggen bladeren en ananasvruchten in reliëf. Hoog 13.7 cM. 255. Twee botervlootjes (a en b) in den vorm van een korhoen metuitgespreide in vloot a in paars 10; in de deksel in blauw 11. Merk in deksel b in Fabriek van Jacobus Halder Adr. Zn.: „de Grieksche A.". Derde kwart 18e eeuw. 256. Botervloot ovaal met bloemranken in reliëf op de vloot en geschilderde bloemen op het deksel. Tot bekroning is op het deksel een liggend hert? in grijsblauwe kleur aangebracht. De overige versie- /\ ring in paars, groen, geel en roodbruin. Hoog: ;j vleugels, staande op een schotel met groen loof, waarin eieren. De botervlootjes zijn met blauw, paars, groen en roodbruin beschilderd. Vleugel van een der vogels gerestaureerd. Merken I en II op schotels in paars. Merk blauw 3. Afb. XXXVI. 12.3 c.M. Merk in blauw. a. Deksel van een dergelijke botervloot. Fabriek als voren. 79 257. Botervlootje met witte zwaan als deksel en eene versiering in blauw, paars, geel en bruin. Op het vlootje is met blauw en fijne witte lijntjes het water weergegeven, waarin twee visschen zwemmen. In het vlootje in rood: het woord Zwaan. Merk in blauw. Hoog: 13 c.M. Lang: 12 c.M. Breed: 9,3 c.M. a. Deksel van een dergelijk vlootje. Fabriek „de Porceleijne Bijl." Tweede helft 18e eeuw. 258. Vaasje op voet, langwerpig met ingebogen hoeken en blauwe handvatsels versierd met blauwe bloemen op een bruin fond. Gerestaureerd. Hoog: 11.9 c.M. Merk in blauw. Fabriek als voren. 259. Beeldje: Vrouw in staande houding een viooU^ bespelend. Zij draagt een hoog kapsel, ge- Jƒ plooid onder- en gebloemd bovenkleed met ^ groenen kraag. Hoog: 34.5 c.M. Merk in paars. Fabriek als voren. §260. Twee zwijnen met eene huidbeschildering in bruin-violet op voetstukken in blauw en groen met gele bies. Hoog: 16 c.M. Lang: 21 c.M. Breed: 14,3 c.M. Merk in blauw. Fabriek als voren. Afb. XXXVII. [261. Twee borden met potten en waaiervormig geplaatste bloemen en varens in blauw, paars, groen, geel en bruin, op den rand blauwe ornamenten en bruine arabesken. Hoog: 3 c.M. Middellijn: 22.7 c.M. Merk in paars. Fabriek „de Lampetkan". Tweede helft 18e eeuw. CM | 1313 ■ CATALOGUS VAN DE VERZAMELING NEDERLANDSCH AARDEWERK D 38 3EMEEN RAVENH CATALOGUS VAN DE VERZAMELING NEDERLANDSCH AARDEWERK CATALOGUS VAN DE VERZAMELING NEDERLANDSCH AARDEWERK DOOR V IDA C. E. PEELEN Onder-Directrice van het Museum GEMEENTE MUSEUM TE 'SGRAVENHAGE 1917 Het Gemeente-Museum te 's Gravenhage bevat eene belangrijke verzameling Delftsch aardewerk, waarvan de kern wordt gevormd door de omvangrijke collectie, die door wijlen Mr. A. H. H. van der Burgh in 1904 aan de Gemeente gelegateerd werd. Uit de wijze, waarop de voorwerpen bijeengebracht zijn, spreekt de fijne geest van dezen, eertijds zoo bekenden verzamelaar. Aan zijn juist begrip van het wezen en de waarde der ceramiek, gepaard met een fijn gevoel voor de qualiteit der voorwerpen is het te danken, dat deze verzameling bovenal rijk is aan aardewerk met die schitterende kleuren, welke alleen door het bakken in een zeer groot vuur kunnen worden verkregen. Door deze, voor het aardewerk bij uitstek geëigende manier van versieren, verkrijgen de kleuren door ineensmelting met de glazuur, dien buitengewonen glans, welke aan deze materie juist zulk eene groote bekoring verleent. De andere soorten, waaronder b.v. het aardewerk uit de bekende fabriek van Adriaen Pijnacker met deels in het volle-, deels in het zachte vuur gebakken kleuren en ten slotte de groep met een uitsluitend ge- VI moffeld décor, nemen weliswaar in de collectie een meer bescheiden plaats in, toch kunnen zij, daar ook hier de keuze viel op de meest karakteristieke stukken, van deze versieringstechnieken een vrij duidelijk beeld geven. In de Inleiding worden over deze verschillende rubrieken de noodige gegevens verstrekt. Hier zij slechts op enkele stukken nog de aandacht gevestigd. In de allereerste plaats op de Schiedamsche schaal {no. 154), welke voor de kennis van het aardewerk, dat, buiten Delft, in ons land vervaardigd werd van groot belang is. Omstreeks 1779 werd door den Delftenaar A. Klos, te Schiedam eene fabriek opgericht. Opmerkelijk is, dat het fabrikaat, dat waarschijnlijk volgens Delftsche recepten zal zijn samengesteld, toch een geheel ander aanzien heeft. Tot op heden zijn nog weinig geteekende stukken uit andere fabrieken — Arnhem en Rotterdam natuurlijk uitgezonderd — tot ons gekomen. Uit gebrek aan vergelijkingsmateriaal is het voorhands niet mogelijk — al zijn er gissingen te over — om de voorwerpen, welke een van het Delftsch afwijkend aspect vertoonen, als het tegeltableau met het portret van Amalia van Solms (no. 4), de melkpot van 1693 (no. 49), voorts de twee theebusjes met bloemornament (no. 135) en de stellen van twee en van vijf vazen (nos. 330 en 329) met eene polychrome bloemversiering, welke veel op het Pijnacker-décor gelijkt, aan bepaalde fabrieken toe te schrijven. Reeds vrij spoedig na de aanvaarding en de opstelling der verzameling in het Museum werd door VII den toenmaligen Directeur den Heer A. J. Servaas van Rooyen, in 1905 een Catalogus dezer collectie uitgegeven. Nu deze is uitverkocht verdiende een nieuwe catalogus den voorkeur boven een herdruk. In deze uitgave vindt men de merken, welke in vele gevallen verkleind moesten worden opgenomen, naast de beschrijvingen der voorwerpen afgebeeld. Ten slotte dient nog vermeld, dat alle kunstwerken, waarvan de herkomst niet wordt aangegeven, deel uitmaken van de uitgebreide verzameling van der Burgh. October 1917. r INLEIDING. Majolica, d.w.z. aardewerk gedekt met tinglazuur, werd in Noord-Nederland reeds in de tweede helft der 16e eeuw vervaardigd. Het is bekend, dat lang vóór dat in Delft de ceramiekkunst tot zulk een grooten bloei geraakte er reeds in de 16e eeuw o.a. te Haarlem, — wij herinneren hier aan de plateelbakkerij van Cornelis en zijn zoon Hendrik Cornelisz. Vroom — en te Rotterdam eene belangrijke aardewerk-industrie bestond 1). De voorwerpen uit deze vroege periode zijn vervaardigd van korrelige, vrij rood gekleurde aarde. Eerst later werd, door de verschillende aardsoorten beter te mengen en te zuiveren, het den pottenbakkers mogelijk deze materie fijner, brosser en lichter van kleur te maken. Het vaatwerk, dat uit deze substantie gedraaid of gevormd werd, moest om doelmatig en dus waterdicht te zijn, gedekt worden door glazuur, een glasachtige vloeistof, welke met bakken hard wordt en het voorwerp met een glanzende en ondoordringbare huid beschermt. Oorspronkelijk werd daarvoor doorzichtig loodglazuur gebruikt, dat echter in den x) Voor de geschiedenis van het Oud Noord-Nederlandsch en het Delftsch aardewerk zij verwezen naar de handleiding voor het aardewerk door Mej. Dr. E. Neurdenburg getiteld: Oud Aardewerk, toegelicht aan de verzamelingen van het Nederlandsch Museum voor Geschiedenis en Kunst te Amsterdam. In velerlei opzichten wordt door de schrijfster de voorstelling van Havard's werk „La céramique hollandaise'', wederlegd. 2 loop der 16e eeuw eerst ten deele en daarna geheel door het fraaie, ondoorzichtige email met tinoxyde werd vervangen. Het toepassen der tinglazuur, in Europa o.a. in Italië sinds de 14e eeuw bekend, was van groote beteekenis voorde ontwikkeling onzeraardewerkindustrie. Niet alleen om hare deugdelijkheid en de meerdere glans, maar ook in het bijzonder om hare ondoorschijnendheid, waardoor de kleur en de oneffenheden der aarden kern aan het oog onttrokken werden, was de toepassing van deze glazuur van groot gewicht. Het is begrijpelijk, dat met het gebruik van dit email voor de versiering in kleuren een bijkans onbegrensd gebied van mogelijkheden werd opengesteld. De kleuren: donker blauw, mangaan paars, groen, geel en bruin en het ornament bestaande uit dieren, planten, voorts wapenschilden en vlammen van deze vroege producten zijn ontleend aan Italiaansche majolica en wel vooral aan het aardewerk van Faënza. Wij vermoeden, dat het den Haarlemschen schilder en pottenbakker Hendrik Cornelisz. Vroom1) (1566—1640) is geweest, die deze ceramiekstijl via Spanje in Holland heeft overgebracht. Gedurende zijn verblijf in Spanje was Vroom te Sevilla werkzaam op een fabriek van een Italiaan, waarschijnlijk een leerling van Francesco Niculoso. In deze werkplaats werden in hoofdzaak het ornament en het kleurenpalet der fabrieken te Faënza nagevolgd. Ofschoon daaromtrent niets bekend is, ligt het vermoeden voor de hand, dat het Vroom is mogen gelukken, voortbouwende op de kennis, welke hij zich in deze fabriek had verworven, in zijn geboorteland teruggekeerd de Hollandsche plateelbakkerskunst in nieuwe *) Zie over het Noord-Nederlandsche aardewerk de artikelen van Dr. A. Pit in het Bulletin van den Nederl. Oudheidkundigen Bond 4e jaargang 1902—1903 en Oud-Holland 1909. 9^1 3 banen te leiden. Dank zij dien invloed ontwikkelde zich in den loop der 17e eeuw uit dezen Faënteeschen stijl eene typisch Hollandsche kunst met inlandsche versieringsmotieven. De vele voorwerpen, scherven en fragmenten, welke in de laatste vijftien jaren zijn gevonden en bijeen gebracht, toonen ons, dat de ceramiekkunst in technisch en aesthetisch opzicht in de eerste helft der 17e eeuw een hooge trap van ontwikkeling bereikt heeft. Uit deze periode zijn in onze collectie geen voorwerpen aan te wijzen. In de verzamelingen te Amsterdam (Nederlandsch Museum) en te Rotterdam (Stedelijk Museum) wordt deze oude Noord-Nederlandsche majolica, welke voor de kennis van onze ceramiekkunst van groot gewicht is, door belangrijke specimina vertegenwoordigd. Vele dezer stukken zijn vermoedelijk te Haarlem en te Rotterdam x), waar de oudste plateelbakkerijen zich bevonden, vervaardigd. Eerst tegen het midden der 17e eeuw begint Delft een rol in de aardewerk industrie te spelen en het is dan eerst mogelijk van een speciaal Delftsch fabrikaat te spreken. Een geheel nieuw ontwikkelingstijdperk vangt tevens omstreeks 1650 voor de aardewerk industrie aan. Dit vond zijn oorzaak in de bewondering, welke gekoesterd werd voor het Chineesch en Japansch porselein, dat in groote hoeveelheden door de schepen der Oost-Indische Compagnie werd aangevoerd. De groote voorliefde voor dit in hun oogen wonderbaar fijne product en de hooge prijzen, die voor dit porselein besteed werden, brachten de plateelbakkers er al ras toe, zich vooral op de imitatie dezer voorwerpen toe te leggen. Dank zij hunne technische kundigheden, x) Zie A. Hoynck van Papendrecht: Het oude Noord-Nederlandsche Majolica in het Museum van Oudheden te Rotterdam in Eigen Haard van 5 Febr. 1916. waardoor het mogelijk werd de materie en de glazuur te verfijnen en hun aanpassingsvermogen om op smaakvolle wijze de Oostersche motieven voor de versieringen over te nemen, is het hun mogen gelukken producten van buitengewone glans en fijnheid te vervaardigen, die op waarlijk bedriegelijke wijze op het Chineesche porselein gelijken. Deze invloed is voor de verdere ontwikkeling van het Delftsch aardewerk van overwegend belang geweest, zelfs nog tot diep in de 18e eeuw toe, niettegenstaande toen ook het Europeesch — n.1. het Duitsch — en het Fransch porselein tot navolging prikkelde. Aan dezen invloed heeft de Delftsche ceramiek zich niet kunnen ontworstelen; tot eene ontwikkeling van een karakteristieken nationalen stijl is het niet meer gekomen. Wel worden er nog voorwerpen in Hollandschen geest gemaakt, doch zij komen slechts sporadisch voor. In de verzameling zijn eenige stukken o.a. een paar zeer fraaie geheel gelijkvormige tegels no. 276 uit c. 1770 in dezen zin uitgevoerd. Zij leveren dus het bewijs, dat in de late 18e eeuw, naast de uitheemsche — toch de Hollandsche stijl ook nog enkele beoefenaars vond. Alvorens tot de bespreking der voorwerpen in de collectie over te gaan, willen wij aan de hand van het boekje van Gerrit Paape: „De Plateelbakker of Delftsch Aardewerkmaker" x) over het fabrikaat en zijn bewerking eenige technische bijzonderheden meedeelen. De materie, waaruit de voorwerpen gemaakt werden, bestond uit Doorniksche-, Rijnlandsche- en Delftsche aarde, welke velerlei bewerkingen moest ondergaan, eer zij voldoende gezuiverd was om tot voorwerpen gedraaid of gevormd te kunnen worden. Waren deze behandelingen afgeloopen dan moest men de voorwerpen eerst laten drogen en daarna *) Uitgegeven in 1794 bij A. Blussé en Zoon te Dordrecht. 4 5 bakken. Dit eens gebakken aardewerk, het z.g.n. „ruw goed" werd vervolgens door den „geever" van glazuur voorzien. Deze bewerking vereischte groote handigheid: de geever moest de voorwerpen één voor één met de eene hand „keilend in de witkuip werpen" en aan den tegenovergestelden kant met de andere hand deze ten spoedigste weder opvangen, opdat de voorwerpen slechts even ondergedompeld werden. Op dit poreuse met glazuur bedekte voorwerp werd de beschildering aangebracht. Dit geschiedde eenvoudig met waterverf en Paape deelt mede, „dat men voor 't overige geen paletten of soortgelijken kunsttuigen" kent. Voor het teekenen der cirkels maakte de schilder van het „profileer wiel" gebruik, terwijl de versieringen van bloemen, figuren enz., veelal door middel van „sponsen" werden aangebracht. Een „spons" is een stukje papier, waarop de omtrekken van het décor worden geteekend en daarna doorgeprikt. Wordt nu de „ spons" op het te versieren voorwerp gelegd en „klopt of tikt" men op de „spons" met een zakje met houtskool, dan wordt na het wegnemen der „spons" de teekening zichtbaar. Om de glans der kleuren en van het glazuur te verhoogen, werden de voorwerpen na de beschildering meestal gekwaart. Het is wel merkwaardig, dat ook deze bewerking van de ceramiek van Faënza is overgenomen. Bij geen ander soort van aardewerk wordt de kwaart aangetroffen. De kwaart is een lood glazuur, welke door middel van een borstel met kort stijf haar op het voorwerp wordt gesprenkeld. Het schitterend effect der kwaart is o.a. te bewonderen op het bordje met eene voorstelling der besnijdenis uit de fabriek „de Roos" (no. 57). Kenmerkend voor de kwaart is het pakken en terugkaatsen van het licht, waardoor tintelingen ontstaan, 6 die aan de oppervlakte der voorwerpen een indruk van bewegelijkheid verleenen. Het gebeurt dikwijls, dat de kleuren en de lijnen der teekening door het kwaarten min of meer vervloeien. Op de twee vazen (no. 6) is dit een weinig, op de polychrome zuigkan (no. 201) echter zeer sterk te zien. Na bovengenoemde bewerkingen, wordt het aardewerk ten slotte „gevold" d.w.z. in kokers geplaatst, waarop deze in den oven worden gezet. Bij zeer hooge temperatuur wordt het aardewerk nu gedurende 28 a 30 uren gebakken. Het stoken, waarvan het welslagen der voorwerpen geheel afhankelijk is, moet door den „Groot- en Kleinvuurstoker" met de grootste zorg en omzichtigheid „bestuurd" worden. Na het stoken moet „de oven een dag of twee te koelen staan". Daarna worden de kokers er uit gehaald en de voorwerpen gesorteerd. Het aardewerk is nu geheel gereed om in den handel te worden gebracht. Er bestaat echter naast deze wijze van beschildering, waarbij de kleuren met de glazuur in het volle vuur gebakken worden, eene versiering, welke deels in het volle vuur, deels in een zacht vuur wordt aangebracht, terwijl eene derde manier van decoreeren hierin bestaat, dat alle kleuren in een zacht vuur op de glazuur worden gemoffeld. Bij de bespreking dezer drie groepen afzonderlijk komen wij hierop nog nader terug. In Delft werden in de tweede helft der 17e- en in de 18e eeuw achtereenvolgens verschillende aardewerkfabrieken opgericht. De opgaven der verschillende schrijvers o.a. D. van Bleyswijck en G. Paape over het aantal fabrieken loopen uiteen. Toch kan met groote waarschijnlijkheid worden aangenomen, dat er in het geheel ruim een dertigtal fabrieken te Delft bestaan hebben, waar gedurende korter of langer tijd het plateelbakkersbedrijf werd uitgeoefend. 7 Tot de bekende plateelbakkerijen, welke door hare producten in de collectie vertegenwoordigd zijn, behooren o. a. de Grieksche A, de Porceleyne Flesch, de Roos, De Metalen Pot, De Dubbelde Schenkkan, de Porceleyne Bijl, de 2 Scheepjes, de Klaauw, de Porceleyne Schotel, de Ster, de Lampetkan enz. Na een tijd van grooten voorspoed zijn deze plateelbakkerijen echter tegen het einde der 18e eeuw door de ongunstige tijdsomstandigheden, de groote buitenlandsche concurrentie en vooral door den invoer van het Engelsche aardewerk de een na de ander te gronde gegaan. Zoo bestonden er in 1794 nog maar tien fabrieken, in 1808 slechts acht, waaronder de fabriek van Engelsch aardewerk van Sanderson en Bellaerd.1) Van de twee fabrieken, welke in 1850 nog te Delft worden aangetroffen, „de Drie Klokken" en „de Porceleyne Flesch", heeft slechts de laatste tot op heden het bedrijf, dat echter geheel gereorganiseerd werd, kunnen voortzetten. Hier zij slechts er op gewezen, dat de vervaardiging van het tegenwoordige Delftsch aardewerk op een andere wijze geschiedt dan voorheen omdat de samenstelling der stof gewijzigd is. De voorwerpen uit genoemde fabrieken afkomstig dragen somtijds het merk, hetzij in woorden, hetzij in teekens, dezer fabrieken. In vrij wel de meeste gevallen komen echter initialen als merken voor. Ook deze moeten veeleer als fabrieksmerken, dan als persoonsnamen opgevat worden. Dit blijkt o.a. ten sterkste uit de produkten, welke A. P. K. (Fabriek van Adriaen Pijnacker) zijn geteekend. Hieronder komen talrijke stukken voor, die na 1707, het sterfjaar van genoemden plateelbakker, vervaardigd zijn. Het bordje met het wapen van Corn. Westwout en het jaartal 1713 (no. 59) ') Zie Havard: La Céramique hollandaise I, p. 152. 8 dat de merken A.P.K. en M.V.W. draagt, levert voor deze onderstelling een overtuigend bewijs. Overigens is er over het algemeen weinig waarde aan de merken en hare toeschrijvingen te hechten. Niet alleen, dat hierover de noodige gegevens ontbreken, maar het komt ook herhaaldelijk voor, dat de plateelbakkers zich niet ontzagen om merken van andere fabrieken of meesters over te nemen. Dit gaf aanleiding tot velerlei klachten, die ten slotte den Magistraat deden besluiten, krachtige maatregelen te nemen om aan dit misbruik paal en perkte stellen. De „keure tegens het Namaaken der Teeckens of Merken der Plateelbakkerijen mitsgaders het veranderen der voorseyde Teeckens of Mercken" van 1764 was hiervan het gevolg 1). De plateelbakkers moesten in genoemd jaar hun merken bij de overheid deponeeren en een zware boete van 600 gulden werd voor de overtreding dezer keur gesteld. Door deze lijst van merken van vijf en twintig plateelbakkerijen 2) is het mogelijk de gesigneerde kunstwerken, welke omstreeks 1764 vervaardigd werden aan bepaalde fabrieken toe te schrijven. Na deze uiteenzetting kunnen wij aan de hand der voorwerpen in de Haagsche verzameling, die zoo rijk is aan specimina uit de tweede helft der 17e- en de 18e eeuw het verdere ontwikkelingsverloop van het Delftsch aardewerk schetsen. Eerst wordt op het blauw en wit —, later op het polychroom Delftsch aardewerk gewezen. De oudste stukken immers uit deze tweede periode der aardewerkindustrie, zijn in blauw en wit uitgevoerd. Het is eerst in het laatste kwart der 17e eeuw, dat eene beschildering in meer kleuren wordt toegepast. J) Wel werd in 1680 reeds een dergelijke maatregel getroffen, doch deze had alleen betrekking op vervaardigers van roode theepotten. 2) Zie Obreen: Archief voor Nederl. Kunstgeschiedenis I, p. 128 BLAUW EN WIT AARDEWERK. De glazuur en de kleur van het blauw en wit Delftsch aardewerk, waarvoor talrijke recepten bestonden, — G. Paape geeft er o. a. vijf voor het blauw — komen al naar gelang harer samenstelling in verschillende nuances voor. Ook de versieringen, voor het meerendeel van het Oostersch porselein overgenomen, vertoonen in hare teekeningen met of zonder toepassing van den „trek" (de donkere omtreklijn van het décor) eene rijke verscheidenheid. Het is echter mogelijk uit de groote hoeveelheid stukken, serieën te vormen van voorwerpen, welke eene overeenkomstige bewerking en behandeling vertoonen. Op deze wijze kunnen niet alle, maar toch vele specimina der collectie tot groepen worden bijeengebracht, welke op eene overzichtelijke manier de variëteit in kleuren en versieringen ten duidelijkste doen uitkomen. In de tweede helft der 17e eeuw, ja zelfs nog tot c. 1740 worden voorwerpen aangetroffen met een warm roomig-wit getinte glazuur; hier naast staan echter ook stukken met een email van fijn witten toon, welke somwijlen ietwat groenig, blauwig of paarsachtig gekleurd is. Voor het „blauw" is een dergelijk verschil in tinten op te merken. De nuanceeringen zijn echter zoo verschillend, dat het wenschelijk is deze in de afzonderlijke groepen te bespreken. De versieringen van het „blauw en wit" zijn hoofd- 10 zakelijk aan het Chineesch porselein uit den K'angHsi tijd (1662—1722) ontleend, toch komen er détails voor, ja somwijlen geheele versieringen zooals op de vazen met draken (no. 11) en op de fleschvormige vaas (no. 28) of op de schotels met bloem- of figuraal décor en randverdeelingen in vakken (nos. 27-29-37) waarbij het Chineesch porselein uit den Mingtijd (1368—1643) tot voorbeeld heeft gestrekt. Voor de kennis en waardeering van het blauw en wit Delftsch aardewerk is onze verzameling van groot belang, daar de verschillende fabrieken er door zeer karakteristieke en zeldzame voorbeelden vertegenwoordigd zijn. Met de bespreking der oudste producten kan al dadelijk eene serie meesterwerken, een kan, een paar siervazen en pullen (nos. 5—8) waarvan er vier het merk A. K. (Fabriek van Aelbrecht de Keizer) dragen, genoemd worden. Raak, doch uiterst fijn zijn de versieringen in rijk genuanceerde blauwe kleur op de poreuse stof geschilderd. De vastheid van teekening der bouquetjes en lambrequins op de kannen, der Chineesche vrouwen en chrysanthemums op de pullen, is bijzonder te roemen. Op onnavolgbare wijze heeft men het Chineesche porselein weten te imiteeren. Het warm roomkleurige email verleent bovendien aan de voorwerpen eene molligheid van vormen, die we bij het Chineesche porselein, dat van vaster en harder substantie is, tevergeefs zoeken. Drie andere stukken der verzameling, een bord met de wapens van Jan van der Does en Elisabeth van der Dussen x) (no. 9) en twee tulpenvazen (no. 10) eveneens A. K. geteekend, zijn mogelijk van dezelfde fabriek, doch te oordeelen naar de afwijkende bewerking en versiering dan toch door andere plateelschilders vervaardigd. J) Mededeeling van den heer J. D. Wagner. 11 Het bord is de vertegenwoordiger van eene serie voorwerpen, waarvan de witachtige glazuur en de ondoorzichtige bleek-blauwe kleur omgeven door den „trek" vrij dof en glansloos zijn. Ook de eigenaardige versiering van bandornament en bloemen is kenmerkend voor deze groep. De tulpenvazen (no. 10) eveneens van een décor met den „trek" voorzien, vertoonen echter een zacht witte glazuur en een paarsachtig blauwe kleur. De hand van dezen schilder, die op vrij slordige wijze zijne kunstwerken signeert, wordt herhaaldelijk in de versieringen op obelisken en op monumentaal trapsgewijs gebouwde tulpenvazen aangetroffen. De beschouwing dezer stukken leidt ons tot eene bespreking dezer fijne versieringswijze, welke door den „trek" reliëf verkrijgt en die op de fraaiste stukken uit den besten tijd, altijd in doorschijnend teere kleuren werd uitgevoerd. Wij ontmoeten dit décor in allerlei schakeeringen van blauw, op verschillende voorwerpen der verzameling, van teer licht blauw zooals op de vierkante kandelaars (no. 22), tot het paarsachtige blauw der groote theebus (no. 23), die het merk S. v. E. (Samuel van Eenhoorn) draagt. In dit verband moet ook gewezen worden op de randversieringen van bladranken op het huisaltaar met de figuren van Maria en Johannes (no. 24) en op twee kleine vaasjes (no. 25) met een décor van bloemen op ietwat rose getinte glazuur. Te betreuren is het voorzeker, dat uit de bekende fabriek van Rochus Hoppesteijn c. 1680, die met zooveel succes deze versieringswijze met den „trek" heeft toegepast geen enkel voorwerp in de collectie aanwezig is. Onder de zeventiend'eeuwsche producten valt één groep in het bijzonder op door de blauwig of groenig getinte glazuur en de doorzichtige sterk paarsachtige kleur van het blauw. De versiering van de fleschvormige vaas (no. 28) en de randen van den schotel 12 (no. 27) is in vakken verdeeld, terwijl louter Chineesche décors en vooral Chineesche mannenfiguren zijn geïmiteerd. De invloed van het porselein uit den tijd van Keizer Wan-Li (1573—1619) is hierin, evenals in de eigenaardige plantmotieven op het kalebasvormige vaasje (no. 30), onmiskenbaar te bespeuren. Het wil ons voorkomen, dat de schotel met eene voorstelling van een optocht (no. 29) hoewel in krasser blauw uitgevoerd om het figuraal décor en de randverdeeling in verband staat met deze groep. De vaas van 1678 (no. 31) met een décor van Chineezen in blauw- en in paars-blauwe kleur, eveneens van het Ming porselein overgenomen, behoort om de pittiger penseelbehandeling strikt genomen niet tot deze serie, doch staat er toch zeer dicht bij. Tegen het einde der 17e eeuw ontwikkelt zich naast deze versiering in teer doorzichtig blauw eene breedere schilderwijze in dieper tonen en zwaarder kleuren. Dergelijke décors worden o.m. aangetroffen op de voorwerpen, welke L. F of L. V. E. (Fabriek van Louwys Fictoor of Lambert van Eenhoorn) gesigneerd zijn. In vrijwel de meeste gevallen zijn deze initialen niet van elkaar te onderscheiden. Alleen wanneer zij vergezeld zijn van de namen der meesterknechts of de merken der plateelbakkerijen als MP: de Metalen Pot of DS of DK: de Dubbelde Schenkkan is eene bepaalde toeschrijving mogelijk. Prachtige stalen van het werk dezer fabrieken komen in de collectie voor. Twee groote gelijkvormige schotels (no. 37) waarbij alle moeilijkheden der techniek meesterlijk zijn overwonnen, zijn wat uitvoering betreft volmaakt geslaagd. De versiering bestaande uit rotsen met planten en een insect op den bodem en eene randverdeeling in vakken is uiterst getrouw naar een Chineesch voorbeeld uit den Mingtijd gevolgd. Van de andere stukken munt de taartschotel (no. 38) uit door het sierlijke rankendécor, dat een rijk genuanceerde 13 blauwe rozet met uitgespaarde witte arabesken omlijst. Vermoedelijk moeten de twee voetstukken van obelisken (no. 39) hoewel grover van uitvoering om de overeenkomst in kleur en behandeling der bladranden ook aan deze fabriek worden toegeschreven. Dat de merken zooals reeds is aangetoond, overigens weinig ter zake doen, bewijzen de genoemde taartschotel en een bord met eene figurale Chineesche versiering (no. 40), welke beide het merk L.V.E of L.F met een paar cijfers en de letter A dragen, doch door hun groot verschil in qualiteit van geheel andere fabrieken afkomstig moeten zijn. Het bord is veel grover van makelij dan de voorwerpen uit de fabrieken van L. van Eenhoorn of L. Fictoor, terwijl de teekening in een egale donker-blauwe kleur is aangebracht. Om de overeenkomstige behandeling behoort dit bord tot de serie van A.I.K. gesigneerde voorwerpen, welke in de collectie door een geribde kan met lambrequinornament (no. 42) vertegenwoordigd is. Ook de twee L.V.E of L.F gemerkte schoteltjes eveneens met Chineesche figuren versierd (no. 41) moeten om dezelfde redenen met deze kan in verband worden gebracht. Tot de meesterstukken dezer periode behooren nog de twee groote kalebasvormige vazen (nos. 12 en 13) en een theebusje (no. 14) met de bekende „lange lijzen" gedecoreerd, allen G.K. gemerkt, voorts een tweetal C.K. gesigneerde stukken, waaronder een fraaie schaal met deksel (nos. 35 en 36) en ten slotte een paar ongeteekende vazen (no. 15) en een A. P. K. (Fabriek van Adriaen Pijnacker) gemerkt vaasje met lambrequins (no. 58), welke allen door fijnheid en diepte van kleur uitmunten. Bovendien verleent de kwaart aan enkele stukken een buitengewone glans. Uit dezen tijd dateert ook de vogelkooi (no. 46), welker fraaie versieringen van bloemen en jachttafereelen geroemd moeten worden. 14 Het stel van vijf vazen mei bloemen gedecoreerd (no. 51) en twee pullen (no. 52), waarop een groote paradijsvogel op een rots tusschen struiken is afgebeeld, nemen een afzonderlijke plaats in om hare in forsche toetsen gepenseelde versiering. De bespreking der producten uit de fabriek: de Roos voert ons geleidelijk in de 18e eeuw. Is het bord met een décor van strooibloemen (no. 56) vermoedelijk nog een 17e eeuwsch specimen, het bordje met eene voorstelling der besnijdenis (no. 57) daarentegen moet om de randversiering met engelen in wolken, zeker uit het tweede decennium der 18e eeuw dateeren. Randversieringen van engelen tusschen bladornament of wolken komen in de eerste helft der 18e eeuw veelvuldig voor (zie o.a. de schotels nos. 62 en 66). Het karakteristieke der vroeg 18e eeuwsche décors aan te geven is niet wel mogelijk, daar zij van de laat 17e eeuwsche versieringen niet zoo sterk verschillen. Dit kan echter wel gezegd worden, dat de fijne versiering met den „trek" vrijwel niet meer voorkomt. De décors zijn integendeel met breeder toetsen in dieper tonen geschilderd, terwijl de ontwerpen over het algemeen een rijker aspect vertoonen. Duidelijk is dit waar te nemen op de ovale tegel met eene afbeelding van een lustslot (no. 60), voorts op het bord met de wapens van Francois Boogert Jansz. en Margaretha de Bries x) (no. 61) en de borden met de initialen A. S. van 1724 (no. 65). Het bijzonder mooie presenteerblad op pootjes (no. 69) rijk met figuren en arabesken gedecoreerd, levert een prachtig voorbeeld van deze 18e eeuwsche versieringswijze. Dit schenkblad behoort met een overeenkomstig stuk van de Collectie Loudon in het Nederlandsen Museum tot de meesterstukken, welke !) Mededeeling van den heer J. D. Wagner. 15 de beroemde Jan Aalmis uit Rotterdam tijdens zijn verblijf te Delft in 1731 op de fabriek „De Ster" van Cornelis de Berg vervaardigd heeft. Uit denzelfden tijd ongeveer dateeren de borden met bloemversieringen en merken, welke geheel getrouw van het Chineesch porselein zijn overgenomen (nos. 71—73). De Chineesche navolgingen op borden en schotels (nos. 98 en 99) uit de fabriek „De Ster" zijn echter van later dagteekening en bovendien veel grover van uitvoering. Eenige voorwerpen van omstreeks 1730-1740 als een sleetje met jaartal 1732 (no. 75) een vrouwenbuste (no. 78), een paar muiltjes met lambrequinornament (no. 77), en een borstelrug met meermin als handvatsel (no. 76), vormen te zamen met eenige stukken uit de Collectie Loudon (Ned. Mus.) o. a. een zeszijdige doos en een opengewerkt mandje geteekend: H, een groep, welke zich door een warm-roomkleurig fond, en eene versiering in teer licht-blauwe kleur onderscheidt. Veelal komen onder de décors vrouwenfiguurtjes voor, afgebeeld naast monumentale tuinvazen. De beschouwing der vroeg 18e eeuwsche stukken doet ons zien, dat de plateelbakkers nog over een uitgebreid palet van blauwe tonen en dik, vettig tinemail wisten te beschikken. Dit verandert echter allengs in den loop der jaren. Van de meeste voorwerpen uit de tweede helft der 18e eeuw kunnen wij opmerken, dat de glazuur koel wit en het blauw grijsachtig getint is. Bovendien missen de kleuren diepte van toon. Dat knappe artisten met dit koele palet toch nog veel .konden bereiken, getuigen de fraaie kunstwerken die in de verzameling aanwezig zijn. We wijzen o. m. op de zeldzame serie van vijf borden met tafereelen uit de geschiedenis van Jozef uit 1756 en 1757 (no. 92) voorts op eenige tegels met landschappen in den geest 16 van Berchem (nos. 93-95) en ten slotte op de groep voorwerpen, welke vermoedelijk uit de fabriek van J. T. Dextra omstreeks 1760 eigenaar van „de Grieksche A" afkomstig zijn. Met vaardige hand zijn de versieringen o.a. op de tabaksdoos (no. 100) en de schaaltjes (no. 103)geteekend terwijl de kleuren en het email eene schittering en glans vertoonen, die in deze periode niet geëvenaard worden. Door de bovengenoemde lijst van merken uit 1764 kunnen wij van enkele kunstwerken de makers of eigenaars der fabrieken, waar de voorwerpen vervaardigd werden, noemen. Zoo treffen wij den naam van Albertus Kiell, sinds 1763 eigenaar van de fabriek „De Ster" aan op de merkwaardige monumentale vaas met twee ooren (no. 117), die van Johannes van Duijn op de fruitschaal en schotel met eene versiering van bloemen (no. 116) en van Hugo Brouwer op een paar sauskommen (no. 118). Deze fabrikanten teekenden met de initialen of met den geheelen naam. Er komen echter op de lijst ook teekens of namen van plateelbakkerijen voor, die wij op de voorwerpen kunnen terugvinden. Uit de fabriek: „de Porceleyne Bijl" zijn de bekende serie borden met voorstellingen uit de haringvisscherij (no. 105) afkomstig, uit „de Lampetkan" een paar bordjes met Salomo's rechtspraak (no. 114) en een inktkoker met kaarsenhouder (no. 112) terwijl tenslotte een schotel met een breed geschilderde boom (no. 111) het merk van de fabriek „de Klaauw" draagt. Tot het blauw en witte aardewerk behoort ook de schaal met riviergezicht en eenige hengelaars (no. 154), welke volgens het merk door A. Klos te Schiedam vervaardigd werd. Zoowel glazuur als kleur wijken door hare dofheid sterk af van de overige producten. Behalve deze schaal zijn ons nog slechts drie polychrome voorwerpen bekend, welke eveneens het merk A. Klos, 17 S.dam dragen. Een dezer stukken bevindt zich in de Collectie Bodenheim te Amsterdam, terwijl twee fruitschalen in het Gemeente Museum te Schiedam te bezichtigen zijn. Over het plateelbakkersbedrijf te Schiedam kan bij gebrek aan de noodige gegevens weinig medegedeeld worden. Alleen weten wij dat Arend Klos in 1745 te Delft1) geboren werd en den 17 Augustus 1779 een verzoekschrift *) aan de Vroedschap van Schiedam richtte, waarin hij zich noemt „schilder van het plateelbakkers of Delfsch aardewerk, burger en inwoner van Delft". Voorts geeft hij te kennen: „dat hij suppliant een veel beter soort van aardewerk dan tot nog toe te Delft of in deeze landen was gefabriceert, had uitgevonden" en nu eene aardewerkfabriek te Schiedam wenschte op te richten. Naar aanleiding hiervan verzocht hij de Vroedschap hem een stuk grond en eene .genoegzame ondersteuning" te willen verstrekken. Ruim een maand later, den 27en Sept. 1779 werd door de Vroedschap aan Klos en recht verkrijgenden, gemeentegrond in het West Frankeland „achter de erven van Pieter Leeuwenschild en Anthony de Zwart" (over de Hoofdbrug) kosteloos voor de stichting der fabriek afgestaan. Op het verzoek om finantieële steun werd echter niet ingegaan. Reeds vrij spoedig, den 2en October 1779, werd Klos geadmitteerd tot het ,kleyn burgerrecht" der stad Schiedam. Ten slotte vernemen wij nog door eene resolutie van Burgemeesteren van 14 Mei 1781, dat Klos zijn bedrijf onder het beheer van een vennootschap „De onderneming" had gesteld. Na den 26en Mei 1781, *) Havard. La céramique hollandaise II p. 282. 2) Mededeelingen van den heer N. J. M. Dresch, GemeenteArchivaris van Schiedam. 18 waarop hij voor notaris Pierre Lassis de verklaring aflegt, dat hij geen kopie van het contract der Vennootschap heeft ontvangen, worden noch de fabriek, noch Klos' naam meer genoemd. 1. Vier tegels, waarvan er drie met dieren en de vierde met een bloeiende plant in een ovaal medaillon zijn versierd. Eerste helft der 17e eeuw. Afkomstig uit het huis Westeinde No. 18. Geschenk van F. J. Beysens, pastoor van de Theresiakerk te 's-Gravenhage. 2. Acht en zeventig tegels met figurale voorstellingen. Eerste helft der 17e eeuw. Afkomstig van het huis hoek Spui—Lange Poten en van het huis van Dr. E. T. H. M. Graaf van Bylandt in de Nobelstraat. 3. Tegels in de muren langs den benedentrap en het onderhuis van het Gemeente-Museum met figurale voorstellingen, kinderspelen en landschappen uit de 17e en 18e eeuw. (Enkele 19e eeuwsche herstellingen). Een groot gedeelte dezer tegels is blijkens eene resolutie van den Magistraat van 28 September 1651 in dat jaar in het gebouw, toen de Nieuwe Doelen, geplaatst. 4. Tegeltableau in zwarte lijst bestaande uit drie en dertig tegels met eene afbeelding van Amalia van Solms ten voeten uit. Gerestaureerd. Hoog 1.45 M. Breed 0.41 M. Afkomstig uit een huis op de Ammunitiehaven. Aangekocht 1892. 5. Kan met rechten, wijden hals, welke in het midden zich verbreedt tot buik, versierd met arabesken, bloemen, bloemtakjes en lambrequinornament. Hoog: 20.5 cM. Merk in blauw. Fabriek van Aelbrecht de Keizer. Midden 17e eeuw. Afb. I. 19 6. Twee vazen in den vorm van kannen met sterk gebogen ooren eindigende in mascarons, op hoogen voet met eivormigen buik, slanken f\S hals en wijden tuit. Hals en onderste deel f¥~ van den buik geribd. Het décor bestaat uit ' arabesken, bloemen, vogels, lambrequin-motieven en medaillons met dieren. Hoog 38 cM. Merk in blauw. Fabriek als voren. Afb. fk 7. Pot met deksel en eene versiering in blauw; op deksel, schouder en voet bloemorna- a ment; op het middenveld chrysanthen /\f 1 op blauwen grond en vier medaillons, / f\ waarvan twee met bloemvazen en twee ' met Chineesche figuren gedecoreerd \K £ zijn. Hoog 20 cM. Merken oppot/en V) * (J op deksel II in blauw. Fabriek als voren. , TT M 8. Pot met deksel versierd met een Chineesch landschap, gestoffeerd door vier vrouwen, waarvan er een bloemen begiet; op den schouder, bladen, bloemen en arabesken; aan den voet bladvormig ornament. Deksel nieuw. Hoog 20.8 cM. Fabriek als voren. 9. Bord met eene versiering in blauw, omgeven door uen „ircK . in nei miaaen ae wapens van Jan van der Does en Elizabeth van der Dussen, die den 15en Sen- tember 1677 in het huwelijk traden; op den rand medaillons met arabes¬ ken en bloemornament; op de achterzijde vier concentrische cirkels in grijs en donker grijze kleur. Hoog 2.5 cM. Middellijn 26 cM. Merk in blauw. Fabriek als voren? 20 De heer H. H. Beels van Heemstede te Haarlem bezit twee borden, twee kannen en een kandelaar, welke eene overeenkomstige versiering vertoonen en dezelfde wapens en merken dragen. Zie den Catalogus van de Tentoonstelling van Oude Kunst in het Frans Hals museum te Haarlem, 14 Juni—12 Juli 1915, na. 210—214. 10. Twee tulpenvazen bestaande uit een rijk gemodelleerde bak op hoogen voet, een deksel met acht tuiten en een vaas met zeven tuiten tot bekroning; voorts twee kameelkoppen als handvatsels. Het décor in lichtblauwe kleur omgeven door den „trek" bestaat a uit arabesken, bloemen en schubornament op xVA het deksel; terwijl in het midden der voor- />fc en achterzijde Daphne tusschen gebladerte geteekend is. Verschillende tuiten gerestaureerd. Hoog: 28.8 cM. Merk op bakken en deksels in blauw. Fabriek als voren? Afb. III. 11. Twee kalebasvormige vaasjes, achtkantig, met een décor van draken, takken en bloemen. Hoog 23 cM. Merk op een der vaasjes / ƒ ƒ \/ pn reliëf. I I J » 12. Kalebasvormige vaas met eene versiering van bloem¬ ranken en vogels; aan de bovenznde der buik een rand van uitgespaarde bloem- /l ^ ranken op blauwen grond en drie medail- \ 7 lons, waarin bloemen en vogels; aan den hals een zig-zagvormig streepdécor boven een rand van uitgespaarde bloemranken. Hoog: 57 cM. Merk in blauw. Tweede helft 17e eeuw. Ai 21 13. Kalebasvormige vaas met eene versiering in blauw; op Duik en zwelling zes vakken, waarin afwisselend bloembakken en Chineesche vrouwen; in een der vakken een Chineesche man; aan den hals bloemornament. Hoog: 49 cM. Merk in blauw. Tweede helft 17e eeuw. Afb. IV. ƒ 14. Theebusje met eene versiering in blauw. De wand is verdeeld in zes vakken, waarvan vier met Chi- j. neesche vrouwen en twee met bloempotten ge- ( _ decoreerd zijn; op voet en schouder bloem- j ornament. Deksel en voetrand van zilver, nieuw. \^ Hoog: 16.7 cM. Merk in blauw. Tweede helft 17e eeuw. 15. Twee vaasjes met korte halzen, versierd met vogels, arabesken, blad- en bloemranken. Hoog: 20.5 cM. 16- Schaaltje met eene versiering van bloemen, arabesken, en een rand van ovale noppen en reliëf. * r Hoog: 4 cM. Middellijn: 21.3 cM. Merk |V£ J in blauw. Fabriek van Joris Mes of Mesch. ' 17. Tegel in zwarte lijst, zeshoekig, met blauw décor, voorstellende een landschap met rivier, een kerk en eenige huizen tusschen geboomte aan den oever. In de manier van Fred. van Frijtom, c. 1660. Hoog en breed 31.5 cM. Afkomstig uit het huis, naast het oude Diaconiehuis aan het Spui. Het huis werd in 1865 afgebroken. 22 18. Groote diepe schotel met eene versiering in blauw, voorstellende: Jezus voor Cajaphas, omgeven door een smallen rand van bloemranken. Omstreeks 1670. Hoog: 6.6 cM. Middellijn 37.2 cM. Afb. V. 19. Schaaltje, rond, met vier ooren en hoogen, hollen opengewerkten rand van takken en bladen, met blauw décor; op den bodem vlinders en een vaas met bloemen. Hoog: 8 cM. Jaartal in blauw. Afb. VI. 20. « 7 Vaasje van langwerpig achtkantigen vorm, versierd met bloemen en vogels. Voet en hals gerestaureerd. Hoog: 16 cM. Lang: 4.8 cM. Breed l> 3.5 cM. Merk in blauw. 4 Tweede helft 17* eeuw. 21: Stoof; de wanden versierd met bloemen, bloemenmanden en vogels; de bovenzijde met è jour bewerkt, geometrisch ornament. W~ Gerestaureerd. Hoog: 7.5 cM. Merk in bruin. **y Tweede helft 17e eeuw. " 22. Twee kandelaars, vierkant, versierd met arabesken bloemen, vogels, vlinders en lambrequinmo- tieven; op den voet vier medaillons met vogels en bloemen. Het décor is in lichtblauwe kleur met zwarten -trek" aangebracht. Hoog: 24, cM., Zijde: 15.7 cM. Merk in blauw. Afb. VII. 10- 23 23. Theebus, rechthoekig, met eene versiering in blauw met zwarten „trek , op de oreede wanden bloeiende struiken, op de smalle wanden hangende bloemtakken met vogels; aan de onderzijde een lambrequinrand; op den schouder vier medaillons, waarvan twee met bloemen en twee met vogels; op de hoeken arabesken. Het deksel is met een chrysanth arabesken en een lambrequinrand versierd. Hoog: 27 cM., Lang: 9.5 cM., Breed: 7.5 cM. Merk in blauw. Afb. VIII. Fabriek van Samuel van Eenhoorn: Laatste kwart 17e eeuw. 24. Huisaltaar met eene versiering in blauw; op het halfronde voetstuk staan Maria en Johannes ter weerszijden van het kruis, waarvan alleen het onderstuk nog aanwezig is; het crucifix zelf ontbreekt. Op den heuvel, waarop het kruis gestaan heeft, zijn het hemd van Christus, de dobbelsteenen en nagels, op de vierkante voetstukken van Maria en Johannes, bloemen afgebeeld. Het bovenvlak van het halfronde onderstuk is versierd ^. , met de lijdenswerktuigen van Christus. Op den ronden wand zeven paneelen, waarop afbeeldingen van Maria en de zes apostelen Mattheüs, Andreas, Johannes, Petrus, Jacobus en Tho- ( mas; de randen en pilasters met bloemen en geometrisch ornament. Voetstuk van Maria gerestaureerd. Hoog: 31.2 cM. Merk in blauw. Afb. IX. De vijf laatst genoemde apostelen zijn naar gravures van C van Sichem (Biblia Sacra 1657 p. 271) gecopieërd. Zie OudHolland 1916, p. 232. 25. Twee vaasjes met bloemornament en vlinders in blauw met donkeren „trek"; aan den hals zig-zagvormig streepornament. Hoog: 9.4 cM. 24 26. Test met oor, op drie pootjes. Op den bodem een rozet in blauw met donkeren „trek"; aan 9 den buitenkant arabesken. Hoog 3 cM. Merk J\ in blauw. Laatste kwart 17e eeuw. 27. Schotel met eene versiering in paarsachtig blauw; in nei miuuen een cnineescn lanascnap; op den rand acht vakken, waarin afwisselend bladen en arabesken en landschappen met Chineezen; op de achterzijde zes vakken met om den ander geplaatste cirkels en kruisen. Hoog: 6 cM. Middellijn 35.5 cM. Merk in blauw. Laatste kwart 17e eeuw. 28. Vaas, fleschvormig met eene versiering in blauw en paars op groenachtig witte glazuur. Het décor is verdeeld in zes vakken, waarin afwisselend bloemen, een vogel en Chineesche ballen; aan den hals lambrequinmotieven. Hoog: 26.5 cM. Laatste kwart 17* eeuw. Afb. X. 29. Schotel met donkerblauwe versiering; in het midden een optocht van Chineezen; op den rand acht vakken, waarin afwisselend bloemranken en landschappen met Chineezen. Hoog: 4.5 cM. Middellijn: 38 cM. 30. Kalebasvormige vaas met eene versiering van bloemen en vlinders. Hoog: 15.7 cM. Legaat van den heer B. W. O. Lukwel, 1917. 25 31. Vaas, zeshoekig met eene versiering in paarsachtig blauw. De breedgeschouderde vaas rustend op een slanken hoogen voet is versierd meteenChi* neesch landschap, gestoffeerd door menschen en dieren; op den schouder een lambrequinrand, aan den voet arabesken. Hoog: 29.1 cM. Jaartal in blauw. Afb. XI. 32. Vaas met korten hals en eene versiering in blauw, bestaande uit drie Chineezen en een rots met bloemtakken; op den schouder rotsen en struiken. Gerestaureerd. Hoog: 22 cM. 33. Twee vaasjes, geribd, met bolvormigen buik en nauwen hals versierd met bloemen en arabesken in blauw. Hoog: 14,6 cM. . 34. Twee muiltjes met blauwe hakken, versierd met banddécor waarop bloemen; in de open vakken losse bloemtakjes. Beide muiltjes gerestaureerd. Hoog: 4 cM. 35. Schotel met eene versiering in blauw; in het midden een medaillon met chrysanth omgeven door stervormig geplaatste vakken met bloemornament; in de tusschenruimten geometrische versiering; op den rand een dito ornament van vakken met bloemen; op de achterzijde een décor van punten. Hoog: 4.7 cM., Middellijn: 31 cM. Merk in blauw. 26 36. Schaal met deksel, ovaal, met blauw décor; de schaal heeft twee vrouwenkoppen als handvatsels, de deksel een hagedis tot knop. Rondom de schaal en op het deksel twee horizontale rijen van vakken, waarin bloemen, / afgewisseld door banden met geo- f f. ^ metrisch ornament. Hoog: 19.5 ^ cM., Lang: 25 cM., Breed: 20.5 ^> cM. Merk in blauw op schaal / J en op deksel II. 37. Twee schotels met eene versiering in blauw; in het midden rotsen, bloemstruiken en een groot insect; op den rand, verdeeld in acht groote en acht kleine vakken, een décor van om Hph anrW rronloatc+o (5Won mot wnnhten Chineesche symbolen en strikvormige ver- V' :t besken. Hoog: 20.2 cM. Merk in blauw. Fabriek van Adriaen Pijnacker. 59. Bord met eene versiering in blauw; in het midden net wapen met het onderschrift: ,16 Cornelius Westwout. Out burgem. 72"; op den rand bloemranken, waartusschen aan de bovenzijde twee engelen, die een » . v* kroon vasthouden en onderaan * \ ' t in een cartouche, het jaartal CI0DCCXI1I. Op de achterzijde een décor van punten. Hoog 2.9 cM. Middellijn 25.5 cM. Merk in blauw. Fabriek als voren. 60. Tegel, ovaal, met een décor in blauw, voorstellende een lustverblijf, gestoffeerd door eenige figuren. De 32 schuin opstaande rand is versierd met bloemranken. Lang 31 cM., Breed 24.5 cM. Afb. XVI. De afbeelding is overgenomen van de tegenzijdige copie naar D. Marot uit 1712. Zie Oud-Holland 1916, p. 232, 61. Bord met blauw décor; in het midden de wapens van Francois Boogert Jansz. en Margaretha de Bries, die 7 Mei 1714 in het huwelijk traden. Op den rand lambrequinornament; op de achterzijde een décor van punten. Hoog: 3 cM., Middellijn 26.5 cM. 62. Schotel met eene versiering in blauw; in het midden een groote zaal met eenige figuren, welke volgens het opschrift: „Kornelis de Koning en Petronella van der Doe vereenigtd: 15de November 1718" op symbolische wijze het huwelijk der bovengenoemde personen weergeven; achter den bruigom staan Mercurius en eene vrouw met bloemen in de handen en een duif op het hoofd; achter de bruid, die door een engel met bloemen bestrooid wordt, eene vrouw met een zon op de borst, een boek in de rechter- en een myrrhetak in de linkerhand, terwijl een andere figuur, de Laster voorstellend, op de vlucht gaat; op den voorgrond een altaar met- twee brandende harten, ter weerszijden engelen. Op den achtergrond der zaal een balcon met eenige toeschouwers en aan de rechterzijde eene • deuropening met uit- * • zicht op een plein met * gebouw en talrijke belangstellenden. Het middelveld omgeven door een rand van i • ê 33 bladeren en een rand van engelen in wolken. Hoog 5.5 cM. Middellijn 39.8 cM. Merk in blauw. Afb. xvn. 63. Theebusje, vierkant, versierd met uitgespaard bladornament op blauwen grond; op de zijkanten ovale medaillons met bloemen. Hoog 8.5 cM. Zijde 4.5 cM. Merk op theebus I en op deksel II, in blauw. 64. Kwispedoor met zeer breeden rand en eene versiering in blauw; op buik en rand voorstellingen , uit de walvischvangst; op de onderzijde van "*3 72~L den rand bloemen en arabesken. Hoog 8.8 cM. Jaartal in blauw. 65. Twee borden met blauw décor; in het midden een gekroond monogram bestaande uit twee jf A en twee S, ter // -tV 9 A weerszijden engel- /\ylfl''Tt.O J(£ £j- tjes; op den rand, - lambrequin-orna- Q ment en putti. . f^7r*o y* Hoog 2.5 cM.Mid- 9 J 0 ^ /^f dellijn 26.5 cM.Jaar- l H- lS tal in blauw. 66. Schotel met blauw décor; op den voorgrond eene voorstelling van het Laatste Avondmaal met opschrift: „doet dit tot mijner gedagtenis , ter weerszijden Mozes en Aaron; op den achtergrond eenige gebouwen, waarvoor links twee vrouwen en rechts twee mannen J/Z? 34 staan, waarvan de eene een flambouw, de andere een schaal draagt; op den rand arabesken en engelen tusschen bloemenranken. Hoog 4.3 cM. Middellijn: 29.5 cM. Jaartal in blauw. Voor deze voorstelling is van de tegenzijdige copie naarGoltzius B. 27 gebruik gemaakt. Zie Oud-Holland 1916, p. 232. 67. Scheerbekken met blauw décor en bruinen rand; op den bodem Jonas, die door de scheepslieden in het water wordt geworpen; op den rand zeven medaillons met bijbelsche voorstellingen en het jaartal 1730, de tusschenruimten gevuld met bloemornament. De afbeeldingen stellen voor: 1. Jonas door den walvisch op het land geworpen. 2. De verloren zoon verlaat zijn ouders. 3. De verloren zoon feestvierend. 4. Christus en de Emmaüsgangers. 5. De verloren zoon varkens hoedend. 6. De verloren zoon terugkomend, valt voor zijn vader op de knieën. 7. Jonas onder den wonderboom. Hoog: 6.1 cM. Middellijn 26.1 cM. Afb. XVIII. 68. Bordje met eene randversiering van geometrisch ornament en vijf medaillons met een décor van bladen; in het midden een draak met opengesperden bek tusschen bloemornament. De buitenste rand is bruin gekleurd. Hoog: 2,2 cM. Middellijn 22,8 cM. Bruikleen van de heeren F. A. H. Weckherlin de Marez Oyens en H. J. de Marez Oyens. 1917. 69. Blad, vierkant, op pootjes met opstaanden rand, ronde hoeken en eene versiering in blauw; in het midden een gezicht op een huis met terras en tuin; op den voor- 35 71. C3 1A t W\ grond een rookende heer en vier dames aan een tafel gezeten en een meia, aie een Ketel met komfoor brengt; onder dit • tafereel het jaartal 1731 en het monogram J. A.; de hoeken met bloemornament en medaillons met harlekijnen; de rand met bloemranken, waartusschen mensche- lijke figuren en dieren. Hoog 4,8 cM. Zijde 25 cM. Merk in blauw. Afb. XIX. Cornelis de Berg en Jan Aalmis. Fabriek de Witte Ster. 70. Borstelrug met eene versiering in blauw; in een ovaal medaillon omgeven door bloemornament een staande vrouw, een waaier en een bloem vasthoudend. Handvat van hout nieuw. Lang: 20 cM. Twee borden op Chineesche wijze versierd met de z.g.n. zonnebloemen; op de achterzijde takken met vruchten. Hoog: 2.4 cM. Middellijn: 25.8 cM.Merk in blauw. Een bord met dezelfde versiering; op de achterzijde takken met bloemen en om het merk, een wierookbrander, drie concentrische cirkels. Hoog 2,5 cM. Middellijn 25.5 cM. Merk in blauw. 36 73. Zes borden met eene versiering in blauw: in het midden bloeiende struiken en een rots; de rand verdeeld in vakken, waarin een bloem; de buitenste rand afwisselend versierd met vakken met geometrisch ornament en bladmotieven; op de achterzijde Chineesche symbolen tusschen twee concentrische cirkels. Hoog 2.5 cM. Middellijn 21.8 cM. Merk in blauw. 74. Voetstuk op zes pooten vermoedelijk van een tulpenvaas, zeskantig, met eene versiering in blauw. Op de zes wanden door pilasters en bogen omgeven, zijn afwisselend een dame in een tuin en een heer dragend een flesch en een blad met glazen in een open galerij voorgesteld. Het bovenvlak met zes knopvormige krullen is versierd met kikkers, slakken, rupsen en andere insecten; de boven- en onderranden zijn met bloemen, arabesken en maskers gedecoreerd. Twee pooten gerestaureerd. Hoog: 42 cM. Op bovenrand in zwart de letter A. 75. Sleetje met eene versiering in blauw; op de zijkanten riviergezichten en eenige figuurtjes; op de voorzijde een masker, op de achterzijde een medaillon met vrouwenportret. Op de bank het jaartal 1732. Hoog: 10 cM. 76. Borstelrug met meermin als handvatsel en dolfijnkop als eindiging, met blauw décor bestaande uit twee medaillons, waarin een mannen- en een vrouwenportret, en bloemen in de tusschenruimten. Lang: 32 cM. 37 77. Twee muiltjes met blauwe hakken, versierd met lambrequinornament en bloemranken. Hoog: 7.3 cM., Lang: 20 cM. 78. Vrouwenbuste met blauw kapsel en gedecolleteerd gewaad op vierkant voetstuk met eene versiering in blauw; het voetstuk met lambrequinmotieven, arabesken en bloemranken; op den rug der vrouw arabesken. Hoog: 17.7 cM. 79. Vrouwenbuste met blauw kapsel en gedecolleteerd gewaad op vierkant voetstuk, dat met arabesken, bladen en bloemen versierd is. Voet gerestaureerd Hoog: 23.3. cM. 80. Tegel met een Louis XlV-rand in reliëf, welke een blauw Chineesch décor, voorstellend een huis met terras, bloemen en vogels, omgeeft. Gerestaureerd. Hoog: 21.7 cM., Lang: 23.5 cM. 81. Drie borden versierd met vrouwenfiguren, voorstellende: het Geloof en de Matigheid. De derde vrouwenfiguur staat met gekruiste armen, terwijl de linkerhand bovendien een appel vasthoudt. Zij vertrapt met den linkervoet een kroon, terwijl aan haar rechterzijde een schaap rust. Op den rand cherubskopjes en lambrequinornament. Rand van een der bordjes gerestaureerd Hoog: 2.8 cM. Middellijn: 22,3 cM. 82. Schaaltje, hartvormig met eene versiering in blauw; op den bodem bloeiende struiken, een pauw en andere vogels, op den rand bloemornament. Hoog: 2 cM. 83. Vaasje met slanken hals en eene versiering in blauw, bestaande uit twee medaillons met bloemen en arabesken in de tusschenruimten; aan den hals zigzagvormig streepornament. Hoog: 10.2 cM. li Merk in blauw. 38 84. Kannetje versierd met bloemen en zig-zagvormig streepornament aan den hals. Hoog: 7.6 cM. 85. Vaasje met eene versiering in blauw; bloemen en zig-zagvormig streepornament. Hoog 10.5 cM. 86. Vaasje versierd met bloemen in blauw en zig-zagvormig streepornament. Hoog: 8.6 cM. 87. Vaasje versierd met bloemen en vruchten in blauw. Hoog, 7.5 cM. 88. Pauw met waaiervormig opstaande staart. Hoog: 55 cM. 89. Stel van vijf vazen bestaande uit drie potten (a-b) met deksels en twee bekervormige vazen (c) met blauw décor. In een medaillon omgeven door bloemtakken, de portretten van Prinses Anna en Prins Willem IV met het onderschrift: P. Anna. W. C. H. F. (Willem Carel Hendrik Friso) en het jaartal 1747; de deksels met bloemranken. Alle vazen gerestaureerd. a. Hoog: 26.5 cM.; b. Hoog: 24 cM.; c. Hoog: 18.9 cM. 90. Schotel met kartelrand en nagenoeg dezelfde versie¬ ring als op no. 62 vervaardigd ter eere van het huwelijk van Jacob Schut en Maria Franken, wier namen op de guirlande aan de zoldering te lezen zijn. Het opschrift luidt: „vereenigt den 16 Maart 1749"; op de achterzijde een décor van punten. Hoog: 5.4 cM. Middellijn 39.5 cM. Merk in blauw. 91. Kan in den vorm van een zittend man op een heuvel, beschilderd met bloemen in blauw. Hoog: 33.5 cM. 39 92. Vijf borden met geschulpten rand en eene versiering in blauw; in het midden voorstellingen uit de geschiedenis van Jozef, de rand met bloemornament. a. Jozef door zijn broeders in een kuil geworpen, met bijschrift: Gen. 37:20 en het jaartal 1756. b. Jozef door de broeders verkocht aan de Ismaëliten met bijschrift: Gen. 37:28 en het jaartal 1756. c. Het vinden van den beker in Benjamin's zak, waarop de letter B met bijschrift: Gen. 44:12. d. Jozef maakt zich bekend aan zijn broeders met bijschrift: Gen. 45:1—13. e. Jozef omhelst zijn vader met bijschrift: Gen. 46: 26—29 en het jaartal 1757. Hoog: 4.5 cM., Middellijn: 25 cM. Afb. (e) XX. 93. Tegel in zwarte lijst met riviergezicht; langs den oever eenige boerenwoningen. Lang: 33 cM., Breed: 22 cM. 94. Tegel in zwarte lijst met een décor in blauw; landschap met rivier, een vrouw, die aan het wasschen is en eenige dieren. Lang: 33.8 cM., Breed: 22.5 cM. 95. Tegel in zwarte lijst met eene versiering in blauw; landschap met bergen en op den voorgrond een rivier, aan welks oever koeien, een hond en een geit staan. Lang: 33.8 cM., Breed: 22.5 cM. 96. Tegel in zwarte lijst met eene afbeelding der Waterpoort te Delft. Lang: 33 cM., Breed: 22 cM. 97. Tegel, vierkant, met ingebogen hoeken en blauw décor. Om het ingediepte cirkelvormig middenveld bestemd voor een plaat met de namen der predikanten, is een 40 cirkelvormige band geteekend, welke in zes vakken verdeeld is, die de volgende opschriften dragen. a. Sondag Voormiddag en Des Donderdag Avonts N: kerk. b. Sondag Namiddag en Des Vrijdags Namiddags O: kerk. c. Swinters Sondags Avonts en Soomers Smorgens Vroeg O: kerk. d. Swinters Sondags Avonts en Des Soomers vrij N: kerk. e. Sondag des Voormiddags en Dijnsdags Avonts N: kerk. ƒ. Sondag Namiddags en Des Woensdag Voormiddags O: kerk. De randen zijn met bloemen, de hoeken met geometrisch ornament versierd. Hoog en breed: 22 cM. 98. Twee schotels met geschulpten rand; in het midden een medaillon met bloemen, omgeven door twee randen verdeeld in vakken, waarin w**^? bloemen en smalle randjes met geometrisch ornament; op de achterzijde drie concentrische cirkels. —j #v Hoog: 5 cM., Middellijn 34,4 cM. Merk in £ LJ blauw. ^* Fabriek van Cornelis de Berg: De Witte Ster. Midden 18e eeuw. 99. Vier borden met eene versiering van een vogel, een tijger, bloemen en bloemvazen in het midden en lambrequinmotieven op * den rand; aan de achterzijde drie concen- _J f% trische cirkels. Hoog: 2.8 cM., Middellijn ^ |^ 26.5 cM. Merk in blauw. Fabriek als voren. 41 100. Tabaksdoos met eene versiering in blauw; rondom de doos, voorstellingen van de bereiding der tabak, op het deksel eene 7} Jj afbeelding van een rookend heer op terras, omgeven door een lambrequin- f' rand en arabesken. Hoog: 9.3 cM., Middellijn: 16,8 cM. Merk in blauw. Afb. XXI. Fabriek van J. T. Dextra: de Grieksche A. — Derde kwart 18e eeuw. 101. Twee kandelaars (a en b) met geleden stam, op ^ ronden voet, rustend op een achthoekig grondvlak, versierd met bloemen en insecten in blauw. a. De opening van den kaarsenhouder versierd met gelen rand. Merk in blauw. b. De opening van den kaarsenhouder ver- 7-^ sierd met bruinen rand. Merk in blauw. Hoog: 14,5 cM. Fabriek als voren. 102. Diepe ronde schaal met bruinen rand geheel met bloemen in blauw versierd; op de achterzijde bloemtakken. Hoog: 4.6 cM., Middellijn: 25 cM. Merk in blauw. Fabriek als voren. 24 D 103. Twee achtzijdige schaaltjes met deksels versierd met een vaas met bloemen en lambre- quinranden. / 3 Hoog 7.5 c.M. Lang 12.6 cM. Breed 9.8 c.M. Merk in blauw. Fabriek als voren. 42 104. Twee schaaltjes op drie pootjes met gelob- fj den rand, welke met om den ander geplaatste " bloemen en Chineesche symbolen versierd is; op den bodem een insect tusschen struiken. , J ue Duitensxe rana is Druin geKieura. Hoog 6.1 cM. Middellijn 23 cM. Merken in blauw. Fabriek als voren. Bruikleen van de heeren F. A. H. Weckherlin de Marez Oyens en H. J. de Marez Oyens 1917. J 105. Twaalf bordjes met voorstellingen uit de haringvisscherij. No. t. 't Braijen der Haring Netten. „ 2. 't Fictaljeere van de Buisch. „ 3. 't Toemaken van een Hoeker. „ 4. De Buijsen lopen in Zee. „ 5. De Buisch op de Neering. „ 6. Een Zeeschuyt op de Neering. ^ „ 7. De Buisen zeijlen Binnen. y^l „ 8. 't Verkoope van den haring. , 9. 't Haring Banket. „ 10. 't Verpakke der Haring. „ 11. 't Rooke der Haring of Bockemhang. „ 12. 't Boete der Haring Netten. Hoog: 2.5 cM., Middellijn: 22.5 cM. No. 6. Hoog: 2.5 cM., Middellijn: 25.4 cM. Merk in blauw. Fabriek de Porceleijne Bijl. Tweede helft der 18e eeuw. De voorstellingen zijn vrij gevolgd naar de gravures van A. van der Laan. Zie Oud-Holland 1916, p. 232. 106. Bord met blauw décor; in het midden een vaas met waaiervormig geplaatste varens: op den rand bladen en spiraalornament. Hoog: 5 c.M., Middellijn: 30.6 c.M. Merk in blauw. Fabriek als voren. 43 107. Bord met portret en het onderschrift: Willem —- deV 1760, de rand met Louis XV ornament. J. Hoog: 2.5 cM., Middellijn: 22.5 cM. Merk in blauw. Fabriek als voren. 108. Scheerbekken ovaal met breeden geribden en ge- schulpten rand en eene versiering in blauw; op den bodem een bak met bloemen; op den rand geometrisch ornament en medaillons met bloemen; op de achterzijde takken.Hoog:7.5cM. Merk in blauw. Fabriek als voren. 109. Twee theebussen versierd met een fond van bloemen en arabesken, waarin twee groote a ^ -« *• medaillons met bloemen en een Vv\j» fit v • vogel zijn gespaard; op schou- ** der, hals en deksel eveneens bloemen en arabesken. Een der deksels gerestaureerd. Hoog: 15 cM., Lang: 9.3 cM. Breed: 5.5 cM. Merk in blauw. 110. Vogelkooi versierd met draperieën aan voor- en achterzijden en landschappen op de vier zijden. Hoog: 34.4 cM. Merk in blauw. p 3 44 111. Schotel met geschulpten rand en eene versiering in blauw; op het middenveld een boom; derand metvruch ^^v. ten, bloemen en lambrequin- - ornament; de achterzijde met Cf I n een décor van ruitvormig ge- r " plaatste punten. Hoog: 4.5 cM., Middellijn 31.8 cM. Merk in blauw. Fabriek „de Klaauw". Tweede helft 18e eeuw. 112. Inktkoker bestaande uit een rijk gemodelleerde bak, waarin drie potjes, één voor zand en twee voor inkt, welke bedekt worden door een niet bijbehoorend plat los deksel uit het 2e kwart - att der 18e eeuw. Op den achterwand staat X een kaarsenhouder in den vorm van een bloemkelk. Het décor bestaat uit bloemen en bloemranken; aan de achterzijde uit geometrisch ornament. Hoog 13.5 cM. Merk in blauw. Fabriek „de Lampetkan" van de weduwe van Gerardus Brouwer. — Tweede helft 18e eeuw. U3- Schotel met blauw décor, voorstellende de Torens van zjernczee met onderschrift: „Dit soo als hij nu is en moest geweest hebben Anno 1450." De rand versierd met arabesken, draagt een tweeregelig omschrift: «Ziet hier nu afgebeeld het Zierikzeesche wonder, Een hooftstuk van de kunst, van booven en van onder, Nepthuyn heeft dit benijd en 't heerlijk werk gestaakt, En in zijn holle buyk geslokt dit was volmaakt. Maar spijt Nepthuyn Vulcaan Blijft met zijn hooge spits nog tot de wolken staan Maar evenwel niet al daar is nog wat gebleeve, 45 't Geen hier nu werd vertoont al vrij zeer hoog verheeve, Maar Zierikzee roemt meer op innerlijk gebouw, Hetgeen Gods dinaar leerd hier zuiver en getrouw" Hoog 5 cM. Middellijn 35.5 cM. Merk in blauw. Fabriek als voren. 114. Twee borden met kartelrand en versiering in blauw; in het midden het Oordeel van Salomo, de rand met bloem en en arahpQ- ken. Hoog 2.8 cM. Middellijn 22.8 cM. Merk in blauw. Fabriek als voren. 115. Schotel met gegolfden rand en blauw décor; in het midden twee wapens, waarvan het eene van de familie van Rijswijck, het tweede onbekend is. Onder de wapens staat te lezen: Anno IVR 1762. Hoog 5.5 c.M. Middellijn 35.6 cM. 116. Fruitschaal met schotel en geschulp- • ren rana geneel met bloemen versierd Merk OO schotel en srhaal • f Hoog 7 cM. Middellijn schaal 21.8 cM. •C/'CCy/'V schotel 22.6 cM. S Fabriek van Johannes van Duijn: „de Porceleijne schotel". Omstreeks 1765. 117. Vaas met deksel en twee ooren in den vorm van meerminnen met eene versiering en reliëf van , . ribbels, bladen, schelpen en arabesken, welke •A.K mei umuw oescmiaera zijn. voet gerestaureerd. Hoog 45.5 cM. Merk op pot en deksel: Fabriek van A. Kiell: „de Witte Ster", c. 1765. Afb.XXH 118. Twee sauskommen met rijk gemodelleerde ooren en eene versiering van blad-en bloemranken. Hoog: 14 cM. Merk in blauw. Fabriek „de 3 Porceleijne Flessies", van Hugo Brouwer. Derde kwart 18e eeuw. 46 119. Theebusje zonder deksel, rechthoekig met ingebogen hoeken, geheel versierd met bloemen in blauw. Hoog: 12.5 cM. Merk in blauw. IX* V- f} \B Fabriek „'t Fortuijn", van Elisabeth Elling, wed. van den Briel. — Derde kwart 18e eeuw. 120. Schaaltje met eene voorstelling van vier rookende en kaartspelende heeren en een vijfde, die komt aangeloopen, en het onderschrift: „gemorge Knelis Korenwinder, hoe vaart Jaap Ket al, daar komt Ysak van der Does; heb je Piet Veen niet gezien, je moet goeien dag hebben van Hannes Florijn". 1768. Hoog: 4.9 c.M., Middellijn: 15.9 c.M. 121. Twee diepe schalen, langwerpig, met geschulpten rand en eene versiering in blauw; op den bodem een J) M^B landschap met man en vrouw - onder een boom bij een hek; » op den rand lambrequinorna- ^fC ' <• O ment; op de achterzijde Chi- ' ^ neesche symbolen. Hoog: 6.5 cM., Lang: 31.5 cM., Breed: 26.6 cM. Merk in blauw. 122. Twee haringschaaltjes, langwerpig, met ingebogen hoeken en eene versiering in blauw; op n het middenveld eene haring, op den rand J) geometrisch ornament, op de hoeken en in ^ het midden der lange zijden halve rosetten. Hoog: 2.8 cM., Lang: 22.7 cM., Breed: 14.5 c.M. Merk in blauw. Fabriek de Roos van Dirk van der Does. — Laatste kwart 18e eeuw. 47 IK \yoJt 123. Tegel met voorstelling en opschrift: De: Overstroo¬ ming: voor: bchevening.Anno 1775 den 15 November. Hoog: 26,1 cM., Lang 33.3 cM. Merk in blauw. Geschenk van den heer J. Z. Mazel, 1865. De voorstelling is ontleend aan de gravure van N. van der Meer Jr. naar H. Kobell. Zie Oud-Holland 1916, p. 232. 124. Twee muiltjes met blauwe hakken versierd met bloemen in blauw. Een der muiltjes gerestaureerd. Hoog: 2.3 cM., Lang 7.5 cM. 125. Twee muiltjes met paarse hakken en blauwe voorstukken. Hoog 1,6 cM., Lang 5 cM. 126. Vier liggende hondjes, beschilderd met blauw op groene voetstukken. Hoog 5 cM. 127. Schotel met eene versiering in blauw en paars; landschap met drie Chineezen op terras. Rand gerestaureerd. Hoog 4.1 cM. Middellijn 34.5 cM. Merk in blauw. Laatste kwart 18e eeuw. 128. Twee schotels met blauw décor; in het midden een vaas met waaiervormig geplaatste bladen, waaromheen een rand van vazen met bladornament en arabesken; de buitenste rand bruin. Hoog 5.6 cM. Middellijn 35 cM. Merk in blauw. 48 129. Een pot zonder deksel met blauw décor, bestaande uit drie vakken met bloemen waaronder magno- lia^s; de ruimte tusschen de vakken versierd met 1 ^ medaillons met bloemen en geometrisch oma- V# ment; aan den hals arabesken. Hoog 17.5 cM. Merk in blauw. Einde 18e eeuw. 130. Een pot zonder deksel met eene dergelijke f versiering. Hoog 15.6 cM. Merk in blauw. I ^L* 131. Kopje versierd met blauwe bloemen in vier vakken. Hoog 6.6 cM. Middellijn 7 c.M. 132. Twee kwispedoors, zeskantig, met kartelrand en eene versiering van geometrisch ornament en medaillons. Hoog 8.1 c.M. Lengte en breedte 7 c.M. 133. Zittend hondje, kop en hals met blauwe kleur beschilderd. Hoog 8.5 c.M. 134. Twee leeuwhondjes, met blauwe kleur beschilderd. Hoog 6 c.M. 135. Twee theebusjes, achtkantig, geheel versierd met bloemen en bloemranken in blauwe kleur. Van een der theebusjes zijn schouder en hals gerestaureerd. Hoog: 12.7 c.M. Lang: 5.8 c.M. Breed: 5,2 c.M. 136. Zoutvaatje, achtkantig, met eene versiering van bloemen en geometrisch ornament. Hoog 2.7 c.M. Lang 8 c.M. Breed 7 c.M. 49 137. Mosterdpotje met deksel, achtkantig, met eene versiering van bloemranken op den wand. Deksel en hals beschilderd met blauw. Hoog 8 c.M. Lengte en breedte 7.2 c.M. 138. Spaarpot, rond, versierd met een landschap en een décor van punten. Hoog 5.7 c.M. 139. Schaaltje op drie pootjes, zeshoekig, met gegolfden rand en eene versiering van bloemen en arabesken in blauw; op de achterzijde takken. Hoog 3.5 c.M. 140. Vergietje met twee oortjes en eene versiering van bloemranken in blauw; aan de binnenzijde en op de oortjes een décor van punten. Hoog 3 c.M. Middellijn 5.2 c.M. 141. Olielampje met blauw décor; op het oliebakje een blauwe vlek; op den onderschotel eene versiering van om den ander geplaatste cirkels en kruisen. Hoog 3.5 c.M. 142. Vijf kopjes, geribd, met kartelrand versierd met bloemen in blauw. Hoog 4.5 c.M. Middellijn 9.7 c.M. 143. Twee knoppen (a en b), zeskantig, met eene versiering in blauw; op a. een medaillon met landschap, een bladrank, geometrisch ornament en een décor van punten; op b. twee medaillons met landschappen. Hoog 9 c.M. 144. Deksel zeskantig, geribd met zittend leeuwtje als knop en een décor van bloemen in blauw. Leeuwtje beschadigd. Hoog 13.3 c.M. 50 145. Tabakspot met blauw décor. In eene cartouche het monogram W.D.E. en het opschrift: „Tabak bij Erve Waldeck a S. Hage." Hoog 10.5 c.M. Merk in blauw. Aangekocht 1893. 146. Twee snuifpotten (a en b) met koperen deksels en blauw décor en het opschrift op a: Rappe, op b: Tonka, en eene voorstelling van een inlander en een Europeaan te midden van manden met tabaksbladen; op den achtergrond eenige masten van schepen. Hoog 26.3 c.M. Merk in blauw. A 147. Tabaks- of snuifpot met koperen deksel en blauw décor. In een cartouche gevormd door bladmotieven en arabesken en bekroond door een mand met bloemen, het opschrift: Jan WBosse. Hoog 26.6 c.M. Merk in blauw. Aangekocht 1893. P 148. Tabaks- of snuifpot met eene versiering in # oiauw. in een cartoucne gevormd door bloemen bladranken en arabesken en bekroond door een mand met bloemen, het opschrift: Porte uize. Hoog c.M. Merk in blauw. Aangekocht 1893. 149. Tabaks- of snuifpot met eene versiering in blauw. In een cartouche gevormd door bloem- en bladmotieven, schelpen en arabesken, het opschrift: S. T. Domingo. Hoog: 24,7 c.M. Merk in blauw. Aangekocht 1893. 51 150. Tabakspot met het wapen van den Haag gehouden door twee leeuwen waaronder No. 5. Beschadigd. Hoog 29.2 c.M. 5 Geschenk van Jhr. C. H. C. A. van Sijpesteijn, 1898. 151. Twee snuifpotten (a en b) met koperen deksels en eene versiering in blauw, voorts een weinig paars, gtci, giucn cii luuuurum. In een cartouche omlijst door bladen en arabesken op a: het opschrift: Hanover, op b: F. Raooe en in een vier¬ kant vak een gezicht op een schip met volle zeilen, terwijl op den voorgrond Mercurius te midden van vaten en kisten is afgebeeld. Op eene draperie het opschrift: „In de Mercuur"; in een medaillon de letters G. F. op de vaten en kisten de woorden R.A.P., en het monogram V.O.C. Hoog zonder deksels 26.6 c.M. Merk in blauw. Br Drie snuifpotten (a,b,c.) waarvan één met koperen deksel. In een cartouche gevormd door bladmotieven en arabesken en bekroond door een mand met bloemen, het opschrift op a: Rose- f*} . T> reuk, op b: Nagelgeur, en op c: J^P >JZ Spaanse. Hoog 23,4 c.M. Moyn» _ blauw. Aangekocht 1893. 53. Snuifpot met koperen deksel en blauw décor. In een cartouche gevormd door bloem- en bladranken en een schelp aan de bovenzijde, het opschrift: Rappe St. Vincent No. 2. Hoog 26,7 c.M. Aangekocht 1893. 52 154. Schaal langwerpig, met ingebogen hoeken en eene versiering in blauw; op fi I den bodem landschap met Jc /\ ^ } nvier en eenige hengelaars, v wsn v op den rand geometrisch ~ _ ornament, op de hoeken yj I .» arabesken en op de ach- yrf jTr/1 \ terzijde bloemtakjes. Hoog ^ * 'CUcy-J 6,8 c.M. Lang 30 c.M. Breed 25,7 c.M. Merk in blauw. Omstreeks 1780. Afb. XXIII. WIT AARDEWERK. Onder de voorwerpen van wit aardewerk in onze verzameling, welke uit de achttiende eeuw dateeren, wordt vooral de aandacht gevestigd op de groote kan (no. 162), welker mollige vormen gedekt door een warm roomigwitte glazuur van eene groote bekoring zijn. 155. Twee beeldjes voorstellende een man en een vrouw koeien melkend. Hoog: 15.5 c.M. 156. Vuurmand met opengewerkt rooster en kap. Beschadigd. Hoog: 12.6 c.M. 157. Kind in een tafelstoel op vier wieltjes. Hoog: 14 c.M. 158. Schaap met lam. Hoog: 10 c.M. 159. Bok met vergulde horens. Gerestaureerd. Hoog: 11 c.M. 160. Twee varkens. Hoog: 8.5 c.M. 161. Zittende hond. Hoog: 7.3 c.M. 162. Groote kan. Hoog: 26 c.M. 61 harder dan het Delftsche aardewerk. De versiering bestaande uit een strandgezicht, omgeven door bloemen in Engelsche roode, groene en blauwe kleuren op bruinen grond, is waarschijnlijk door een der laatste Delftsche schilders A. Tulk (1803—1880) vervaardigd. Toen de heer Joost Thooft de fabriek in 1876 van een der dochters van Piccardt overnam, was Tulk er nog werkzaam. 163. Bord met eene versiering in blauw, geel, groen en Drum. in net miaaen een man met een mand meloenen en het opschrift: Le vendeur de Melon en no. 22; de rand met lambrequinornament; op de achterzijde een ruitvormig décor van punten. Hoog 2,2 cM. Middellijn 22,6 cM. Merk in blauw. Tweede helft 17e eeuw. 164. Bord met eene versiering in blauw, geel, groen en orum; in net miaaen eene neraerin met het opschrift: La Bergère aminte en no. 23; op den rand bloemranken; op de achterzijde een ruitvormig décor van punten. Hoog 2.2 cM. Middellijn 22.5 cM. Merk in blauw. Tweede helft 17e eeuw. 165. Twee bordjes versierd met bladranken en A putti in medaillon en op den rand in geel, 1J\ groen en bruin. Hoog 2,7 cM. Middellijn / \\ 19 cM. Merk in bruin. 166. Beeldje van een god, die met gekruiste beenen tus- scnen twee vaasjes op eene ovaalvormige verhooging is gezeien, weiKe met araicenKoppen versierd is en op een zeskantig voetstuk rust. Het beeldje is met blauwe, groene, roode en zwarte kleuren beschilderd. Hoog 17 cM. Merk in rood. Fabriek van Adriaen Pijnacker. Omstreeks 1690. 62 167. Theepot van rood aardewerk versierd met bloemranken in reliëf. Gebarsten. Hoog 12,3 c.M. Merk: stempel. Fabriek van Ary de Milde c. 1690. Zie over: Arv rip Milrip Mr ThoonniK^u. het artikel van W. F. K. Baron van Verschuer in Oud-Holland 1916. 168. Kan met omgekeerd eivormigen buik, dunnen hals met kleine tuit, getorst oor en zilveren deksel, geheel bedekt met donker blauwe glazuur en versierd met geelgroene bloem- en bladranken. Merk op deksel een schild waarin een M en een R. Hoog 22,5 c.M. Navolging van het aardewerk van Nevers, c. 1690. Deksel uit het laatste kwart der 18e eeuw. Afb. XXIV. 169. Tegel in bruine lijst, waarop een vogel in paars, groen en geel. Lengte en breedte: 12,5 cM. Einde 17eeeuw. 170. Koffiekan, zeskantig, geribd, op drie pootjes met deksel, wddrup nonaje ais Knop, versierd met lambrequinmotieven, twee ruitvormige medaillons met bloemvazen, waaronder twee medaillons met heraldische lelies, voorts geometrisch ornament, arabesken, bladen en bloemen in blauw, groen, roodbruin en geel. Gebarsten. Hoog: 29,2 cM. Merk in blauw op kan I en op deksel II. 171. Kan met deksel en zilveren montuur, geribd, versierd met arabesken, bloem- en bladranken en heraldische lelies in blauw, geel, groen en rood Drum. ueksei gerestaureerd. Hoog 22 cM. Merk in bruin. 63 8 Vaas met deksel, achtkantig, geribd met eene ver¬ siering in blauw, groen, rood en geel verdeeld in acht vakken, afwisselend gedecoreerd met bloemornament en Chineesche landschappen; op het dek¬ sel bekroond door een leeuw en den schouder, lambrequinmotieven. Hoog 57,5 cM. Merk in rood. Schaaltje op hoogen voet met een open geschulpten bovenrand, versierd met bloemen en arabesken en twee medaillons, waarvan een \\J// met een Chineesch landschap, de ander met a bloemen gedecoreerd is, in blauwe, rood- i bruine, groene en gele kleuren. Voet gerestaureerd. Hoog 13,1 cM. Merk in blauw. Twee vazen met eene versiering in blauw, groen en bruin op hoogen achthoekigen voet met bolvormigen duik, slanken hals met verdikking aan de opening. De voet is gedecoreerd met om den fc » en roodbruine kleuren; de rand van het <\ voetstuk vertoont uitgespaarde bloemranken 1 op bruinen grond. Hoog 16 cM. Merk in 'V blauw. fsf-1 Fabriek als voren. 179. Koelvat geribd, op vier pootjes en leeuwenkoppen met ringen als handvatsels. Buitenwand en bodem versierd met lambrequinornament en medaillons, waarin bloemdécors; aan den binnenkant der opening een rand van golvende bloemranken. De versieringen zijn in blauwe bruine en groene kleuren uitgevoerd. Hoog 18,2 cM. Fabriek als voren. Afb. XXVI. 180. Een stel van drie vazen, bestaande uit een vaas met korten hals en twee fleschvormige vazen alle met geribde oppervlakte; aan voet en hals en op den . buik lambrequinornament, arabesken, 111\/ bloemen en dieren in blauw, groen, rood- I // V bruin en geel. Hoog: 23,2 cM. Merk in reliëf. Fabriek als voren. Afb. XXVII. 68 194. Bord met eene versiering in blauw, paars, groen, geel en bruin: in het midden één medaillon en op den rand zes medaillons met streep-, vrucht- en bloemornament, de tusschenruimten gevuld met arabesken. Hoog 2,3 cM. Middellijn 23 cM. 195. Vaasje, achthoekig, bekervormig met eene versiering van bloemen en een vogel in blauw, paars, groen, roodbruin en geel. Beschadigd. Hoog 13 cM. 196. Twee tegelplaten, waarvan de eene bol, de andere hol gebogen is, zijn versierd met blauwe, bruine, gele, groene en paarse kleuren.'Het décor stelt voor eene Chineesche vrouw met een jongen, die een korf draagt en een hert staande onder een prunusboom bij een rots; op de randen in blauw en groen, zijn in het blauw blaadjes en arabesken uitgespaard. Hoog 2 cM. Lang 34 cM. Breed 29 cM. Tweede kwart 18e eeuw. Afb. XXIX. 197. Doedelzakblazer, zittende op een ton. Hij draagt een blauwe jas, groene broek, gele schoenen en paarsen hoed. Hoog 21,2 cM. Merk in blauw. Afb. xxx. 198. Twee harlekijnen, (a en b) op zeskantige voetstukken; a. met plank om den hals, b. met hand op de borst, met eene beschildering in blauw, paars groen, _ geel en bruin. b. gerestaureerd. Hoog 21,5 cM. Merk op b. in bruin. Afb. XXX. De figuren zijn gecopieërd naar modellen in rood steengoed uit Meissen. Zie voor de afbeelding van een dezer modellen: K. Berling: Das Meissner Porzellan p. tl. 69 199. Bazuin-blazende engel, op zeskantig voetstuk met eene beschildering in blauw, geel, groen en bruin. Bazuin ontbreekt. Hoog 27,5 cM. Merk in blauw. 200. Bazuin-blazende engel op driekantig voetstuk met l voluten en eene beschildering in blauw, paars, geel, groen en bruin. Gerestaureerd. Hoog 26 cM. 201. Zuigkan met opengewerkten hals bestaande uit bladornament en drie uitsteeksels aan den hollen rand der opening versierd in blauwe, groene, gele en bruine kleuren. Op den buik; aan den voet een rots met papegaai en een hekje, ter weerszijden chrysanthen; aan den hals lambrequinornament met vier medaillons waarin bloemen; het oor met bladornament. Hoog 24,5 cM. Midden 18e eeuw. 202. Schaaltje op drie pootjes, met oortjes en deksel met oor en zittend hondje als knop, met eene versiering in blauw, rood, geel en groen. Aan voor- en achterzijde groote medaillons met voorstellingen van: a. Christus en de overspelige vrouw en de woorden Joan: 8 v. 3, in b. een kamer, waarin heeren en een dame aan een tafel; de smalle zijkanten met opengewerkte versiering en bloemornament; het deksel versierd met een décor van bloemen, waarin medaillons met bloemornament zijn uitgespaard. Hoog 19,3 cM. Lang 17,7 cM. Breed 15,8 cM. Midden 18e eeuw. Afb. XXXI. 203. Haan met naar rechts gewende kop en veelkleurige beschildering. Hoog 19,6 cM. 204. Haan met veelkleurige beschildering. Hoog 16 cM. 70 205. Twee hanen met veelkleurige beschildering. Een haan gerestaureerd. Hoog 15,5 cM. 206. Muiltje met gelen hak en polychroom bloemornament. Hoog 4,5 cM. 207. Twee schoentjes met gele hakken versierd met bloemornament op bruinen grond; op de voorzijde eene strikvormige versiering. Hoog 6,8 cM. 208. Twee schoentjes, versierd met bloemen, waaronder gele chrysanthen op groenen grond. Hoog 6,5 cM. 209. Borstelrug versierd met bloemen op een fond van bruine spiralen, waarin twee medaillons met de beeltenissen van Prins Willem IV en Prinses Anna in blauw zijn gespaard. Hoog 2,5 cM. Lang 15 cM. Breed 7,5 cM. 210. Stoof, vierkant, aan de voorzijde versierd met bloemornament, de zijkanten met landschappen en op het bovenvlak eene a jour versiering in den vorm van een rozet, omgeven door een rand van arabesken en bloemornament. Een der hoeken gerestaureerd. Hoog u cm. z,ijKani y.3 cm. 211. Bord met eene versiering in blauw, groen, bruin en geel; in het midden bloemornament; op den rand arabesken; op de achterzijde arabesken en een décor van punten. Hoog 2,5 cM. Middellijn 22,5 cM. Merk in bruin. 212. Theepot versierd met chrysanthen, vogels, vlinders, Chineesche symbolen en meanderrandjes in blauw, bruin, geel en groen. Hoog 13,5 cM. 71 213. Schildpad met blauwe kop en pooten en met geel, rood en blauw gekleurd schild. Hoog /t 4,5 cM. Lang 11,5 cM. Merk in rood. VJ O 214. Tegel versierd met een vaas met bloemen omgeven door een rand van bloemornament en arabesken op donkerpaarsen grond. De buitenste rand in reliëf is gedecoreerd met lambrequinmotieven in blauw, paars, groen, geel en roodbruin. Lang 36,3 cM. Breed 32,2 cM. 215. Tegel ruitvormig met ingebogen hoeken; in het midden een medaillon met het portret van Prinses Maria, vrouw van Prins Willem III omgeveYi door bloemornament in blauw, paars, groen, bruin en geel. Zijde 26,5 cM. 216. Olie- en azijnstel, bestaande uit een bak met twee cirkelvormige vakken en twee ooren en twee kannen versierd met arabesken, bloemen en bladvormige reliëf versieringen. De deksels zijn gevormd van groene bladen en paarse vruchten. Gerestaureerd. Hoogte van het geheele stel 21 cM. Bak lang 23 cM., breed 12,8 cM. 217. Stel van drie achthoekige vazen bestaande uit twee potten (a) met deksels en één bekervormige vaas (b) versierd met medaillons, waarin landschappen en bloemen in blauw, omgeven door randen in geel; de tusschenruimten met blad- en bloemranken op paarsen grond; het deksel eveneens met bloemen gedecoreerd, wordt door een zittend leeuwtje bekroond. Deksel en één der vazen gerestaureerd. a. Hoog 34,5 cM. b. Hoog 27 cM. 76 kijkt naar een hanengevecht. De rand is verdeeld in vijf vakken met bloemornament. Het décor is geschilderd in blauwe, paarse, groene, bruine en gele kleuren. Hoog 3.5 c.M., Middellijn 26 c.M. 244. Blaker op drie pootjes, in den vorm van a, een wingerdblad, met knopvormige kaarsen- */*"houder in groen met blauwe nerven. Hoog 6.5 cM. Merk in blauw. Fabriek van A. Kiell, „de Witte Ster" Omstreeks 1764. 245. Bakje op vier pootjes met gegolfden rand; — de buitenzijde groen met bladen in paars- ^-pT"*^ achtig bruin, de binnenzijde wit. Hoog 2.8 / rO cM. Lang 9.2. Breed 5.4 cM. Merk in paars. Fabriek „de Klaauw". Tweede helft 18e eeuw. 246. Groepje. Vrouw met bakerkind naast een vuurmand gezeten, waar een hond tegenop springt; een jongen zit op den grond. Het groepje vertoont eene polychrome be- f \ /W» a. Hoog: 6.5 cM.Middellijn39.7cM. b. Hoog: 2 cM. Middellijn 22 cM. c. Hoog: 4 cM. Middellijn 25 cM. b c Merk op a, b, c in rood. Fabriek als voren. 347. Kan met tinnen deksel en voet, versierd met bloeiende struiken, vogels en een hekje aan den voet en lambrequin motieven aan den bovenrand in rood, blauw en goud. Hoog: 22.8 c.M. Gebarsten. Fabriek als voren. 348. Theepot, geribd, met eene versiering in blauw, rood en goud; de platte zijkanten met ovale medaillons, waarin huisjes en bloemstruiken; aan voor- en achterzijde, bij tuit en oor en op deksel lambrequinornament bloemen en arabesken. Deksel gerestaureerd. Hoog: 13.3 c.M. Fabriek als voren. 349. Vijf Messen en Vijf vorken versierd met bloemen en lambrequins in blauw, rood en goud. 2 messen en 1 vork zonder knopje. 2 messen gebarsten. 1 mes gerestaureerd. Heften lang: c. 7 c.M. Fabriek als voren. 350. Vaasje met slanken hals versierd met pagode, chrysanthen, prunusbloemen en vogels in blauw, rood en goud. Hoog 18 c.M. Fabriek als voren. 351. Zoutvaatje, langwerpig, versierd met rood, blauwen goud; op het bovenvlak prunusbloemen en een vogel, aan den voet lambrequinmotieven. Gerestaureerd. Hoog: 3,5 c.M. Lang: 8 c.M. Breed: 6,5 c.M. Fabriek als voren. 100 352. Bord met eene versiering in blauw, rood, groen, zwart en goua; m net miaaen een rots, cnrysanthen, magnolia's, fazanten en insecten; op den rand lambrequinmotieven; aan de achterzijde zes bloemen. Hoog: 2 c.M. Middellijn: 22,2 c.M. Merk in rood. Eerste helft 18e eeuw. 353. Bord met eene versiering in tweekleurig blauw, voorts rood, groen, zwart en goud. Op bodem en rand zijn in den blauwen fond chrysanthen, bladen, T) medaillon met draak en strepen met bloemorna- /(\ ment, uitgespaard; aan de achterzijde zesbloe- * * men. Hoog: 2 c.M. Middellijn 22,5 c.M. Merk in rood. Eerste helft 18e eeuw. 354. Bord in denzelfden geest versierd als het vorige. In het medaillon man in een boot. /O Hoog: 2,5 c.M. Middellijn: 22.— cM. Merk in rood. ' ^» Eerste helft 18e eeuw. AARDEWERK MET EENE VEELKLEURIGE VERSIERING, WELKE IN HET ZACHTE VUUR GEBAKKEN IS. Tot slot wenschen wij de aandacht te vestigen op de voorwerpen met eene versiering, welker kleuren op het reeds geglazuurde en gebakken specimen in het „kleine" vuur werden gemoffeld. Het aantal tonen en nuances van deze décors was zeer uitgebreid, daar meer kleuren een „klein" dan een „groot" vuur kunnen weerstaan. De zucht om de schitterende emailversieringen van het Chineesche porselein der K'ang-Hsi (1662—1722), Yung-Cheng(1723-1735) en Ch'ien-Lung(1736—1795) periode en de rijke décors van het Europeesche porselein na te bootsen, bracht deze versieringstechniek in zwang. Dat de plateelschilders er inderdaad in geslaagd zijn, zoowel het wit als de glanzende emailkleuren te imiteeren, getuigt het sierlijke kannetje met een décor van lambrequins (no. 355) dat het merk van Pijnackers fabriek draagt. Onmiskenbaar is de invloed van het K'ang-Hsi porselein, het z.g. „familie verte" te bespeuren. Dit kostelijke voorwerp behoort vermoedelijk tot de vroege producten dezer categorie en kan uit het begin of het tweede kwart der 18e eeuw dateeren. Talrijker en van later datum zijn daarentegen de imitaties van het Chineesche porselein, het z.g.n. „familie 102 rose". Op een vierkante kom met figuraal- en bloemornament (no. 356) een borstelrug met bloemvaas als versierings motief (no. 358) en een inktkoker met twee kaarsenhouders (no. 357) treffen we in de décors herhaaldelijk die eigenaardige rose-violette emailkleur aan. Behalve het Chineesch — werd ook het Europeesch — vooral ook het Saksische porselein meermalen tot voorbeeld gekozen. De fraaie ragout-terrine met medaillons met landschappen en figuren (no. 362) uit de fabriek van Zacharias Dextra en een paar botervlootjes met figuraal décor zijn in Saksischen trant versierd. Meer curieus dan fraai zijn de twee eigenaardig gedraaide vazen (no. 369) van Jacobus Halder eigenaar van de fabriek de Grieksche A. Onder de stukken met gemoffeld décor vormen een paar schotels (nos. 365 en 366) welke een roos als merk dragen, dat volgens de lijst van 1764 aan Dirk van der Does eigenaar van de fabriek de Roos moet worden toegeschreven, met nog enkele ongeteekende stukken door de wel niet fraaie, doch meer eigenaardige kleurencombinatie eene afzonderlijke groep. Deze schotels, waarvan er een met figuren a la Watteau, de andere met eene afbeelding van een vertrek met een dansend paar en rookende heeren zijn versierd, vertoonen een randornament van bloem- en . bladmotieven in doffe kleuren, waar roodbruin en lichtgroen domineeren. Hetzelfde palet ontmoeten we op een schotel met eene voorstelling van Christus en de Samaritaansche vrouw (no. 367) voorts op een zuigkan van 1758 (no. 364) en ten slotte op een schoentje geheel met een décor van bloemen op rood gestippelden grond versierd (no. 368). 355. Kan, geribd, met deksel en tinnen montuur, versierd met blauw, rood, groen, zwart en goud. Aan den voet, 103 gedecoreerd met aaneengerijde bladen, ontspruiten oioeienae pianten; ae duik is versierd met een band van lambrequins en de opening met een rand van blad- en bloemslingers. Oor en deksel zijn eveneens met bloem- en blad ornament versierd Deksel gebarsten. Hoog 21 c.M. Merk in rood. £ ' Fabriek van Adriaen Pijnacker. Afb. XLI. 356. Vierkante kom met uitgebogen wanden en ingebogen hoeken, versierd met blauw, rood, groen, geel, lila, zwart en goud; op den bodem een Chineesche man en vrouw staande onder een boom bij een tafel, waarop een vaas met bloemen; op de wanden aan binnenen buitenzijde, vazen en bakken met bloemtakken. Gebarsten. Hoog: 7,5 c.M. Middellijn: 23,5c.M. Afb. XLII. 357. Inktkoker bestaande uit een rijk gemodelleerde bak, waarin drie potjes, een voor zand en twee voor inkt, welke bedekt worden, door een plat los deksel, waarop een liggend mannenfiguurtje. Op den achterwand staan twee kaarsenhouders in den vorm van bloemknoppen ter weerszijden van een langwerpig bakje met los deksel, dat door een zittende man bekroond wordt. Het décor in blauw, rood, groen, geel, paars, zwart en goud bestaat uit bloem- en lambrequinmotieven op witten, roodbruinen of zwarten fond. Hoog: 18 c.M. Lang: 19,5 c.M. Breed: 9,5 c.M. 358. Borstelrug versierd met een rand van bladen en een vaas met bloemen in rood, geel, groen, licht blauw, paars, zwart en goud. Hoog: 3 c.M. Lang 15,3 c.M. Breed 9,1 c.M. 359. Botervlootje met deksel, waarop zittende hond als knop met eene versiering in groen, geel, bruin, zwart, lila 104 en goud. Vlootje en deksel gedecoreerd met landschappen, waarvan twee met vrouwen en twee met mannen gestoffeerd zijn; aan de onderzijde van JP het vlootje bandornament en bladslingers. Hond gerestaureerd. Hoog: 8.2 c.M. Merk in blauw. 360. Botervlootje ovaal met eene versiering in blauw, rood, groen, geel, violet, zwart en goud; deksel en vlootje gedecoreerd met ovale medaillons metboerenen herderscènes, afgewisseld door cherubskopjes; op den bodem van het vlootje herderin met twee schapen. Het deksel met twee inkepingen voor de rechtopstaande oortjes heeft als knop een liggende koe. Hoog: 8.5 c.M. Lang 12 c.M. Breed 8.8 c.M. a. Deksel van dergelijk vlootje. 361. Ronde botervloot met schotel versierd met medaillons, waarin afwisselend een hengelaar in een boot en bloemenmanden zijn afgebeeld, in rood, groen, goud en zwart. Het deksel met twee inkepingen voor de ooren wordt bekroond door een zittend leeuwtje. Leeuwtje gerestaureerd. Hoog: 9.5 c.M. Middellijn schotel: 18.3 c.M. Middellijn vloot: 11.5 c.M. Merken in de vloot in rood: 4, onder de vloot in rood: 80, in het deksel in blauw: O; in rood: J. 362. Ragoutterrine op schotel met eene versiering in groen, geel, rood- en blauwachtig lila, rood, zwart en goud! Beide stukken vertoonen een décor van medaillons en bouquetten. De medaillons op terrine en deksel zijn gedecoreerd met landschappen, waarin heer en dame musiceerend en pratend zijn voorgesteld, het . nEv- medaillon op den schotel vertoont de slapende x'' Diana in achttiende-eeuwsch costuum. Hoog: 15 c.M. Merk onder de terrine en in het deksel in rood. Fabriek van Zacharias Dextra. Navolging Saksisch porselein. Afb. XLIII 105 363. Diep bord met eene versiering in blauw, rood, groen, zwart en goud; op den bodem het wapen met den naam Jac. Douw en A 1750; op den rand lambrequinornament; aan de achterzijde blad- en bloemtakken. Hoog: 3,1 c.M. Middellijn: 22,5 c.M. 364. Zuigkan met opengewerkten hals en drie knopvormige uitsteeksels aan den bovenrand en eene versiering in geel, groen, bruin, roodbruin, zwart en goud; op den buik een landschap met eenige huizen, een paar koeien en een man en vrouw met marsen op den rug; op voet, oor en hals bloemen en arabesken gespaard op roodbruinen grond. In het opengewerkte ornament van den hals staan de cijfers 1.7.5.8. te lezen. Hooe • 21.5 c.M. 6 365. Schotel versierd met bruinrood, paars, groen, geel, blauw, zwart en goud. Bo¬ dem en rand verdeeld in vijf onregelmatige vakken, waarvan een met twee dames en twee heeren onder een boom, en vier met landschappen en koeien gedecoreerd zijn. De ruimte tusschen de vakken geven bloemen en bladen op roodbruin fond te zien. Hoog: 4.3 c.M. Middellijn: 34.3 c.M. Merk in blauw. Fabriek „de Roos" van Dirk van der Does. Derde kwart 18e eeuw. 106 366. Schotel versierd met roodbruin, bruin-violet, geel, blauwen geelgroen, paars, zwart en goud. In het midden eene atoeeiding van eene Kamer, waarin zeven heeren en eene dame zich bevinden. Een der heeren rechts achter een balustrade gezeten, kijkt naar het dansen van een heer en dame, terwijl een der mannen op de viool speelt. De overige heeren, deels staand, deels zittend rooken uit lange pijpen. De rand vertoont een décor van bladen en bloemen op rood-bruinen grond Hoog: 4.3 c.M. Middellijn 33.8 c.M. Merk in blauw. Fabriek als voren. 367. Schotel met eene versiering in blauw, rood, groen, geel, paars, zwart en goud; op den bodem Christus en dé Samaritaansche vrouw, op den rand bloem- en bladornament. Hoog: 5.4 c.M. Middellijn: 35.5 c.M. 368. Schoentje geheel versierd met bloemornament, in blauw, rood, groen, geel, lila, zwart en goud; op de voorzijde een strik, gevormd door steeltjes en bloemen. Hoog: / cm. Miaaeuijn: ió.o c.M. 369. Twee vazen versierd met bloemen en vier medaillons, (welke twee aan twee gelijk zijn) met landschappen waarin heer en dame. Hoog: 29 c.M. Merk in rood. Fabriek van jacobus Halder Adr. Zn., „de Grieksche A.". Derde kwart 18e eeuw. 7£ IH 370. Klokkekast versierd met geschilderde en gevormde bloemen en een medaillon, waarin heer en dame. Hoog 33 c.M. 107 371. Twee vogels met zwarte koppen en veelkleurige beschildering. Hoog: 8,5 c.M. 372. Twee jongens op liggende karbouwen met veelkleurige beschildering. Hoog 4,5 c.M. Afb. II. Cat. no. 6- Afb. L Cat. no. 5. Afb. IV- Cat. no. 13. Afb. III. Cat. no. 10. Afb. VI. Cat. no. 19. Afb. V. Cat. no. 18. Afb. VII. Cat. no. 22. Afb. XII. Cat. no. 37. Afb. XI. Cat. no. 31. Afb. XVI. Cat. no. 60. Afb. XV. Cat. no. 57» Afb. XVIII. Cat. no. 67. Afb. XVII. Cat. no. 62. Afb. XX. Cat. no. 92, e. Afb. XIX. Cat. no. 69. Afb. XXII. Cat. no. 117. Afb. XXV. Cat. no. 175. Afb. XXXI. Cat. no. 202. Afb. XXXIII. Cat. no. 226. Afb. XXXII. Cat. no. 220. Afb. XXXV. Cat. no. 251 Afb. XXXIV. Cat. no. 228. Afb. XXXVII. Cat. no. 260. Afb. XXXIX. Cat. no. 276. Afb. XXXVIII. Cat. no. 265. INHOUD. u k . ii Nrs. Blz. Voorbericht. V Inleiding 1 Blauw en wit aardewerk 1—154 9 Aelbrecht de Keizer 5—8 18 Aelbrecht de Keizer? 9—10 19 G- K 12-14 20 Joris Mes of Mesch. 16 21 Fred. van Frijtom (in de manier van) 17 21 Samuel van Eenhoorn 23 23 C K 35—36 25 L. Fictoor of L. van Eenhoorn . . 37—39 26 A. I. K 42 28 Fabriek de Roos 56—57, 122. 31, 46 Adriaen Pijnacker 58—59 31 Corn. de Berg en Jan Aalmis ... 69 34 Corn. de Berg 98—99 40 J. T. Dextra 100-104 41 Fabriek de Porceleijne Bijl .... 105—108 42 „ de Klaauw 111 44 „ de Lampetkan 112—114 44 Joh. van Duijn 116 45 Alb. Kiell 117 45 Hugo Brouwer 118 45 El. Elling, wed. van den Briel. . . 119 46 Dirk van der Does . . . .... 122 46 J- Kunst . 123 47 A- Klos 154 52 Wit aardewerk 155-162 53 Nrs. Blz. Aardewerk met eene veelkleurige versiering, welke in het volle vuur gebakken is 163-328 54 A. R 163—165 61 Adriaen Pijnacker 166 en 300 61, 86 Ary de Milde 167 62 LI 170-171 62 W. K 172—173 63 p. K 174 63 L. Fictoor of L. van Eenhoorn. . . 175—181 63 Fabriek de Roos . 184 65 J. T. Dextra 239-242 74 Alb. Kiell . . 244 76 Fabriek de Klaauvr 245-247 76 Wed. Jan van der Hagen 251 77 Joh. van Duijn 252 77 Anth. Pennis 253 77 Jac. Halder Adr. Zn 255-256 78 Fabriek de Porceleijne Bijl .... 257-260 79 de Lampetkan 261—264 79 Piccardt 328 92 Aardewerk met eene veelkleurige versiering, welke deels in het volle-, deels in het zachte vuur gebakken is 329-354 93 Adriaen Pijnacker 331-351 94 A. R. . 352—354 100 Aardewerk met eene veelkleurige versiering, welke in het zachte vuur gebakken is 355—372 101 Adriaen Pijnacker 355 102 Zacharias Dextra 362 104 Fabriek de Roos (D. v. d. Does). . 365-366 105 Jac. Halder Adr. Zn. ...... . 369 106 Afbeeldingen.