ARBEIDSDUUR Vrije Aantal — — Loon dagen Loon _ . .. Naam . werkgever ge- gewQne des Totaal gewoon Schafttijd per zjekte Zondagsarbe.d zellen dagen Zaterdags per week geze jaar [ I II ! ———— ——— 1. Coöp.Voorwrts. 13 10a 11 12 a 14 62 a 69 14.- lu.p.dag 6 vol 6 uur n.m. 2. , Vooruitg.J 26 11 15 70 14.- 1 .. , 4 Verplichte 7 „ „ ziekenfonds 3. „ De Hoop. 4 11 18 73 13.- onbep. 2 niet bep. 8 » . 4. Korenschoof. . 40 12 22 82 12.526 Vs it-P-da* 2 geen 5 „ „ 5. Peters uur schaftijd. Op den z.g. dubbelen dag 3 maal V2 uur schafttijd. Op den z.g. dubbelen dag mag niet langer dan 18 uren met inbegrip van V/, uur schafttijd gearbeid worden, tenzij men de uren, die men langer arbeiden laat, als overwerk uitbetaalt. Klasse B. (Bedrijven met 5 of minder bakkersgezellen): Meesterknecht-Ovenist ƒ16.—, Overige bekwame gezellen ƒ 14.—, Halfwassen (naar bekwaamheid) ƒ 7.— tot ƒ 13.— per week. Jongens beneden 18 jaar worden als leerlingen beschouwd, waarvoor geed loon wordt vastgesteld. Van de 2 arbeiders mogen er / halfwas of / jongen zijn; van de 3 arbeiders / halfwas en 1 jongen of 2 halfwassen; van de 4 arbeiders / halfwas en 1 jongen of 2 halfwassen; van de 5 arbeiders 1 halfwas en 1 jongen of 2 halfwassen. Wanneer in 2 ploegen (dag- en nachtploeg) gewerkt wordt, kan iedere ploeg als één groep arbeiders beschouwd worden, in verband met het aantal halfwassen en jongens. Arbeidsduur 66 uur per week (schafttijd wordt niet als arbeidstijd beschouwd) of 72Vi uur per week met inbegrip van schafttijd voor die bedrijven, waar ongeregelde schafttijden zijn. Op den z.g. dubbelen dag mag niet langer dan 18 uren (met inbegrip van schafttijd) gearbeid worden, tenzij men de uren, die men langer arbeiden laat, als overwerk uitbetaalt. Bevordering van Halfwassen. Een halfwas wordt op 23-jarigen leeftijd als volwassen beschouwd, wanneer hij aan de vereischte bekwaamheid voldoet. (De patroon heeft echter het recht zijn danvolwassen-geworden gezel te verwisselen tegen een halfwas, voor zóóver het in deze loonregeling bepaalde aantal zulks toelaat). Overwerk. Overwerk moet voor alle bakkersgezellen betaald worden met het y„ van het vaste weekloon met als minimum 25 cents per uur voor bekwame bakkersgezellen, 15 cents per uur voor halfwassen en 10 cents voor jongens. Noodhulpen. Noodhulpen moeten betaald worden met 25 cents per uur. Wanneer een noodhulp geroepen is en het is niet noodig, dat hij aan het werk gaat, moet hem daarvoor 50 cents vergoed worden. Uitkeering bij ziekte. De patroon is verplicht zijn bakkersgezellen bij ziekte of ongeval uit te keeren: de eerste zes weken 3/4 loon en de tweede zes weken balf loon. Om aanspraak te maken op uitkeering bij ziekte moet de bakkersgezel minstens Vi jaar in dienst zijn. Deze bepaling geldt voor ieder ziektegeval en voor ieder ongeval, als de patroon niet volgens de Ongevallenwet verzekeringsplichtig is. De uitkeering vindt plaats van af den derden dag (werkdag) der ziekte. (De 3de dag der ziekte is de lsté dag der uitkeering). Geen uitkeering behoeft plaats te hebben zonder bewijs van den behandelenden geneesheer. Waar reeds een ziekenfonds is, of een regeling bestaat, kan deze gehandhaafd blijven, mits deze niet lager is dan deze regeling. Het is den patroon niet 41 geoorloofd een arbeider te ontslaan gedurende den tijd, waarover deze ingevolge het bepaalde over uitkeering bij ziekte, loonvergoeding toekomt. Deze regeling van de uitkeering bij ziekte geldt totdat eene wettelijke ziekteverzekering in werking is. Verzuim. De patroon is verplicht één dag verzuim met behoud van loon toe te staan in geval van a. Bevalling der echtgenoote. b. Sterfgeval, van een familielid tot in den tweeden graad. Zondagsarbeid. Arbeid verricht des Zondags vóór 9 uur n.m. wordt betaald met eene verhooging van 50 % voor ieder uur. Uurloon te berekenen naar het Vee van het vaste weekloon. . Vrije nacht voor gezellen die geregeld nachtarbeid verrichten. In bedrijven waar tot dusver periodiek een vrije nacht gegeven wordt, moet zulks ook na het in werking treden dezer loonregeling, gehandhaafd blijven. Vacantie. Jaarlijksch moet aan alle bakkerijarbeiders, die op 1 Januari van het betreffende jaar in dienst der onderneming zijn, eene vacantie van 4 achtereenvolgende dagen met behoud van loon gegeven worden. De vacantiedagen moeten vallen in de maanden Juni-Juli-Augustus of September naar keuze van den patroon. In Israëlitische bakkerijen kan de vacantie ook in de Paaschweek gegeven worden. 111PI Algemeene bepalingen. De in deze loonregeling genoemde loonen zijn m/wmam-loonen. Waar reeds hoogere loonen betaald worden, mogen deze niet anders dan geleidelijk in overeenstemming gebracht worden met dit tarief. *) Ook zijn alle loonen in dit tarief berekend zonder brood of broodkost. Voor broodkost wordt ƒ 1.50 per week gerekend. Dagelijks 1 versch brood mêe naar huis (7 brooden) wordt gelijkgesteld met 75 cent per week. Deze loonregeling treedt in werking op Zondag 4 Januari 1914. Namens het Bestuur, FRED. C. STAHLE, Voorzitter. 1. F. H. WILMINK, Secretaris. *) Deze bepaling heeft geen terugwerkende kracht. De gezellen, die thans hooger loon hebben moeten zulks houden. Alleen bij aanstelling van nieuw personeel heeft men vrijheid het loon in overeenstemming met dit tarief te brengen. LOONTARIEF DEN HAAG De actie voor betere levensvoorwaarden aan het einde van 1912 ingezet, bracht geen behoorlijk contact met de werkgevers. In Februari 1913 trok de Roomsch Katholieke Bond zich uit de actie terug. Ze werd nu door onzen Bond met die der Christelijken voortgezet. In Juli voerde de Patroonsvereeniging het volgende tarief in: Artikel 1. In deze regeling wordt verstaan: onder grootbedrijf, ondernemingen waarin als regel tien of meer bakkersgezellen werkzaam zijn; onder middenbedrijf, ondernemingen waarin als regel ten minste vier, doch ten hoogste negen bakkersgezellen werkzaam zijn; onder kleinbedrijf, ondernemingen waarin als regel ten hoogste drie bakkersgezellen werkzaam zijn. Artikel 2. De arbeidsduur van eiken bakkersgezel zal (schafttijden niet inbegrepen) bedragen per week: in het grootbedrijf hoogstens vijf en zestig uren; in het middenbedrijf ten hoogste acht en zestig uren; in het kleinbedrijf ten hoogste twee en zeventig uren; met dien verstande, dat de verdeeling van den wekelijkschen arbeidsduur over de verschillende dagen per week zooveel mogenlijk aldus zal geschieden, dat de arbeidsduur zal bedragen: in het grootbedrijf op gewone dagen als regel tien uur en des Zaterdags ten hoogste vijftien uur; in het middenbedrijf op gewone dagen als regel tien en een half uur en des Zaterdags ten hoogste vijftien en een half uur; in het kleinbedrijf op gewone dagen als regel elf uur en des Zaterdags ten hoogste zeventien uur. De schafttijden worden in elke onderneming afzonderlijk geregeld. 42 Artikel 3 Het loon, dat aan eiken volslagen bakkersgezel zal worden uitgekeerd, bedraagt: in het grootbedrijf: a. voor meesterknechts en daarmede gelijkgestelden ten minste zestien gulden per week; b. voor deegmakers, ovenisten en daarmede gelijkgestelden ten minste veertien gulden vijf en zeventig cents per week; c. voor bankwerkers, schaalmannen en daarmede gelijkgestelden ten minste dertien gulden vijf en zeventig centen per week; • tc.-'^: in het middenbedrijf: a. voor meesterknechts en daarmede gelijk gestelden ten minste vijftien gulden per week; b. voor deegmakers, ovenisten en daarmede gelijkgestelden ten minste veertien gulden per week; c. voor bankwerkers, schaalmannen en daarmede gelijkgestelden ten minste dertien gulden vijf en twintig cents per week; in het kleinbedrijf; voor eiken volslagen bakkersgezel ten minste dertien gulden per week. Voor broodkost wordt niet meer dan één gulden in rekening gebracht. Wordt brood mede naar huis gegeven, dan wordt daarvoor niet meer dan èèn gnlden per week in rekening gebracht, waarvoor zeven brooden per week geleverd moeten worden. Artikel 4. Met den bakkersgezel kan worden overeengekomen, dat er zoo noodig overwerk zal worden verricht. Het loon, dat aan eiken volslagen bakkersgezel voor overwerk zal worden uitgekeerd bedraagt zoowel voor het groot- als voor het midden- en kleinbedrijf vijf en twintig cents per uur. Arbeid in het grootbedrijf boven vijf en zestig uren, in het middenbedrijf boven acht en zestig uren en in het kleinbedrijf boven twee en zeventig uren per week zal als overwerk worden betaald. Artikel 5. Het loon van halfwassen bedraagt per week: in het grootbedrijf ten minste zeven gulden; in het middenbedrijf ten minste zes gulden; in het kleinbedrijf ten minste vijf gulden. Overwerk wordt betaald met vijftien cents per uur. Artikel 6, Het loon van leerlingen bedraagt per week zoowel voor het groot als voor het middenen kleinbedrijf ten minste twee gulden vijftig cents. Artikel 7. Het loon voor noodhulpen bedraagt voor de eerste zes uren ten minste vijf en twintig cents per uur. Wanneer een noodhulp, opgeroepen zijnde zich op den bepaalden tijd aanmeldt en zijne diensten niet meer van noodig zijn, wordt hem vijftig cents uitgekeerd. Artikel 8. In het grootbedrijf is het internaat verboden. In het midden- en kleinbedrijf wordt het internaat zooveel doenlijk beperkt en mag voor kost en inwoning niet meer dan vijf gulden per week in rekening worden gebracht. Artikel 9. Des Zondagsavonds zal in elke onderneming zoo laat mogelijk met den voorbereidenden arbeid worden aangevangen doch in geen geval, behoudens bijzondere omstandigheden, vroeger dan zes uur voor het groot, acht uur voor het midden- en tien uur voor het kleinbedrijf. In de werkplaatsen, waar vóór 1 Mei' 1913 voor het verrichten van arbeid vóór des Zondagsavonds twaalf uur het normale uurloon van eiken in vasten dienst zijnden bakkersgezel gedurende die uren met vijftig procent verhoogd is, blijft deze verhooging gehandhaafd. Artikel 10. Elke bakkersgezel, die op 1 Januari in vasten dienst is, heeft in dat begonnen jaar recht op drie achtereenvolgende vacantiedagen met behoud van loon. Artikel 11. In den nacht, voorafgaande aan den Hemelvaartsdag, aan den eersten Kerstdag en aan den Nieuwjaarsdag, wanneer deze laatste dagen niet vallen op Zaterdag of Maandag, zal niet worden gearbeid. De in het eerste lid genoemde dagen zullen niet als vacantiedagen worden beschouwd, in artikel 10 bedoeld. 43 Artikel 12 Deze regeling treedt in werking op den 30 Juni 1913. Aldus vastgesteld in de vergaderingen van 22 April, 6 en 14 Mei 1913. Dè Locale Vergadering ,,'s-Gravenhage" der Nederlandsche Vereeniging van Werkgevers in het Bakkersbedrijf, De 's-Gravenhaagsche Bakkerspatroonsvereeniging, EENE VERKLARING. De volgende verklaring was aan dit tarief nog toegevoegd: De ondergeteekenden, allen werkgevers in het Bakkersbedrijf te 's-Gravenhage verklaren zich met ingang van 30 Juni 1913 aan bovenstaande loonregeling te zullen houden en verbinden zich eventueele geschilpunten omtrent deze regeling ter beslissing te onderwerpen: a. voor zoover zij lid van de Nederlandsche Vereeniging van Wercgevers in het Bakkersbedrijf, aan het hoofdbestuur dier Vereeniging; b. voor zoover zij lid zijn van de 's-Gravenhaagsche Bakkerspatroonsvereeniging, aan het bestuur dezer Vereeniging; c. voor zoover zij lid zijn van beide onder a en b genoemde vereenigingen, hetzij aan het hoofdbestuur der Nederlandsche Vereeniging van Werkgevers in het Bakkersbedrijf, hetzij aan het bestuur der 's-Gravenhaagsche Bakkerspatroonsvereeniging, ter keuze van den werkgever; d. voor zoover zij geen lid zijn van onder a en b genoemde vereenigingen, aan een commissie, samengsteld uit twee hoofdbesturen van de Nederlandsche Vereeniging van Werkgevers in bet Bakkersbedrijf en twee bestuursleden van de 's-Gravenhaagsche Bakkerspatroonsvereeniging. Beide vereenigingen zullen van elke beslissing, als hier bedoeld, afschrift aan elkander zenden. Hoewel dit tarief diverse verbeteringen gaf, bracht het toch geen bevrediging in de kringen der gezellen. Men merkt terstond, vooral ook aan de toegevoegde verklaring, dat de Gezellenorganisaties zorgvuldig van elke inmenging werden uitgeschakeld. En zoo werd 30 October 1913 een nieuw concept contract door onzen Bond en de Christelijke organisatie, bij de Patroonsorganisaties ingediend. Toen de Patroons in geen enkel opzicht aan de gestelde eischen wenschten tegemoet te komen, werd op 23 December 1913 de werkstaking geproclameerd bij: De 'S-Gravenhaagsche Broodfabriek aan 't Groenewegje; de Haagsche Broodfabriek, firma Roeters van Lennep; de Nieuwe Haagsche Broodfabriek, Rochussenstraat: de broodfabriek „De Zeeuw", firma B. Hus, J. Catsstraat en Valkenboschlaan; de broodfabriek „Summum", Prinsengracht; de bakkerij van Vreken, Van Ostadestraat; de „De Holland" (z.g. buurtbakkerij), Vaillantlaan en „De Eensgezindheid", Fagelstraat. Acht bakkerijen gingen alzoo in staking, waarbij denzelfden nacht nog een tweetal, met name die van Berkenbosch aan den Denneweg en Hesselman eveneens in die straat gevestigd, werden betrokken, omdat deze patroons onderkruiperswerk gingen verrichten. Na 3 uur staking berichtte de eigenaar van de „Eensgezindheid", dat hij met de besturen wenschte te onderhandelen. Deze onderhandeling kwam hierop neer, dat den len Februari 1914 het volledig collectief contract zou zijn ingevoerd, van nu af tot dien datum geleidelijk. Na één-dag-staking kwam het stakingscomité met den eigenaar van de bakkerij „Holland" overeen, dat ook in die bakkerij het nieuwe collectief contract zou gelden. Hierop volgde nog een succes en wel, dat patroon Vreken des Vrijdagsmiddags de overeenkomst teekende en voor hem dus de staking eveneens kon worden opgeheven. Nadat de staking ruim 4 weken geduurd had moest zij op Donderdag 22 Januari 1914 worden opgeheven. In een tweetal conferenties met de Werkgevers gehouden op 19 en 22 Januari werd een grondslag voor beëindiging van den strijd gevonden. Er werden nieuwe onderhandelingen geopend omtrent een verbeterd loontarief dat per 1 Maart 1914 in werking trad. De verbeteringen die tot stand kwamen waren voornamelijk: Arbeidsduur van het grootbedrijf van 65 uren op 63 uren per week; voor de overige bedrijven van 72 op 68 uren per week. 44 Loonen grootbedrijf voor gewone gezellen van ƒ 13.75 op ƒ 15.— per week; voor de overige bedrijven van / 13.— op ƒ 14.—. Ook voor de meer verantwoordelijke functies gingen de loonen naar verhouding omhoog. BAKKERSSTAKING 1914 IN DEN HAAG. Een kijkje op de broodbezorging uit de fabriek van de firma B. Hus. De vacantie, werd van 3 op 4 dagen per jaar gebracht. Behalve in Den Haag moest ook bij patroon Appel in Enkhuizen een staking geproclameerd worden. De staking omvatte 2 gezellen en duurde 2 dagen en eindigde door afsluiting van een contract met belangrijke loonsverhooging en arbeidstijdverkorting. De staking aan „De Vlijt' te Zaandam. Deze firma bleef halsstarrig weigeren met onzen Bond in onderhandeling te treden. Van 23 Juli tot 13 September was de directie daartoe gelegenheid gegeven en nog op Zondagavond 14 September vervoegden zich de Zaansche afd.-voorzitter Wieman en het hoofdbestuurslid Roeg tot de directie om eenige aanknooping te verkrijgen, teneinde daardoor alsnog de staking te vermijden. Het antwoord der directie was echter: „inmenging van derden kan ik in mijn fabriek niet dulden." Daarop gaf het personeel een klinkend antwoord: 45 man van het volwassen personeel bleef de fabriek uit. Slechts 2 chefs plus 1 oude man, blikkenschuurder, en een politieagent van de Koog, die 's nachts in gemeentedienst was en overdag expediteur aan „De Vlijt", gingen er in. De fabriek werd gepost, zoowel vóór als achter waar men met bootjes op wacht lag in de Zaan. Tot overmaat van ramp voor de directie, wilden onder deze omstandigheden ook de jongens en meisjes uit Amsterdam, ten getale van 22, de fabriek niet in. Daar had men niet op gerekend. De directie kwam dan ook spoedig op haar autocratisch standpunt terug en verzocht het bestuur van den vakbond de eischen te komen toelichten, waarover een inmiddels bijeengeroepen vergadering van commissarissen nader zou beslissen. Na een bespreking met het personeel werd ten slotte in een laatste bijeenkomst tusschen de strijdende partijen volkomen overeenstemming verkregen en een collectief contract afgesloten tot Mei 1915. 45 DIVERSE CONTRACTEN, RESULTATEN EN STAKINGEN. .Aan het einde van 1913 kon worden vastgesteld, dat de volgende collectieve contracten bestonden Naam der onderneming of Aantal Aantal in Datum waarop de PLAATSEN dïenstzijnde overeenkomst Patroonsvereeniging bedrijven personen af,00pt Amsterdam. . . Patr. Ver. „Eensgezindheid" 16 140 31 December 1914 „ ... J. J. Bonnet ' 1 Idem „ ... A. I. de Haan 1 Idem „ ... Goudeket en De Leeuw. . 1 jqq Idem „ ... I. B. Zeehandelaar.... 1 Idem „ ... LM. Levisson 1 Idem „ ... „Eensgezindheid" .... 1 J Idem * Den Haag . . Van der Spek 1 9 3 Januari 1914 . . „Volharding" 1 100 30 September 1914 Deventer . . . Boersma 1 7 Onbepaald „ ... Coöp. „Ons Belang" ... 1 30 31 December 1915 Enkhuizen ... P. Appel 1 3 Onbepaald ... J. Koster 1 2 31 Juli 1914 Eindhoven. . . Coöp. „Helpt Elkander". . 1 11 31 December 1913 * Enschede. . . Patroonsvereeniging ... 20 80 31 December 1914 Groningen . . . Coöp. „De Toekomst" . . 1 45 1 Mei 1914 * „ ... Bos 1 3 Onbepaald Haarlem. . . . Coöp. „Vooruitgang". . . 1 20 31 December 1913 Leeuwarden . . Patroonsvereeniging ... 30 130 Middelburg . . Coöp. „Vooruit" 1 7 31 December 1914 Schiedam . . . Coöp. „D. E. S." .... 1 20 30 Juni 1915 Zaandam ... „De Vlijt" . 1 45 1 Mei 1915 „ . . . Coöp. „H. U. Z." .... 1 10 31 December 1913 B. v. Ned. Arb Coöperaties. 27 287 30 April 1913 TOTAAL ... 133 1027 In de met een * gemerkte plaatsen waren de contracten ook met andere gezellenorganisaties afgesloten. 2JSTE ALGEMEENE VER- In het volle teeken van groei en machtstoename kwam de 21ste GADERING IN 1914 Algemeene Vergadering op 29 en 30 Maart 1914 in het gebouw „De Ruyter" te Amsterdam bijeen. Gelijk wij reeds mededeelden was het ledental het afgeloopen boekjaar met 42 procent gestegen. Het congres zag de noodzakelijkheid in over te gaan tot aanstelling van een derde gesalarieerde. Hiertoe werd bij declamatie gekozen B. Roeg, tot dusver tijdelijk aangesteld voor de afdeeling Amsterdam. 1 AUGUSTUS 1914 De datum van 1 Augustus 1914 is niet alleen voor ons gedenk¬ waardig omdat toen de Europeesche oorlog uitbrak, doch tevens omdat de Bond toen juist 20 jaar bestond. Het lag in het voornemen van het Bondsbestuur dat feit feestelijk te herdenken en reeds waren diverse feestelijkheden voorbereid. O.a. was het programma voor een feestvergadering in het Concertgebouw, al uitgegeven. Al spoedig werd het Bondsbestuur bericht dat de samenkomst in het Concertgebouw niet kon doorgaan omdat de legerautoriteiten op dat gebouw even als op zoovele anderen beslag hadden gelegd. In plaats van feestvieren, werd deze circulaire naar de afdeelingen gezonden! OORILOG! Mannen, Kameraden, OORLOG! Sedert Oostenrijk naar de wapenen gegrepen heeft om het tienmaal kleinere Servië te verslaan, sedert de Tzaar aller Russen verklaard heeft geen afwachtende houding te zullen aannemen, sedert dien 46 Algemeene Vergadering gehouden 29£en 30 Maart 1914 te Amsterdam. ALGEMEENE NEDERLANDSCHE BOND VAN ARBEIDERS(STERS) IN HET BAKKERS-, CHOCOLADE- en SUIKERBEWERKINGBEDIJF Goedgekeurd bij Kon. Besluit van 5 Sept. 1911 (Staatsbl.no.233) ■■ HOOFDBESTUUR ■■ PROGRAMMA VAN DE F EEST VERG ADERING TER GELEGENHEID VAN HET 20-JARIG BESTAAN OP ZONDAG 16 AUGUSTUS 1914, 'S VOORMIDDAGS TE 11 UUR IN HET CONCERTGEBOUW VAN BAERLESTRAAT tijd is heel Europa in angstvolle spanning. Al wat door jaren en jaren arbeid de menschheld aan beschaving gewonnen heeft, dreigt op het spel te staan. Wat het einde zal zijn van dezen gruwelijken oorlogsgeest weet niemand. Maar wat wij wel weten dat is: Dat de arbeidersklasse van heel de wereld deze ontzettende militaire lasten, dat opdrijven van de prijzen der levensmiddelen, dat vernielen van tallooze zaken en bedrijven- en het teloorgaan van millioenen aan verbruiksartikelen, te dragen zal hebben. Het staat wel vast, dat wanneer er weder een normale toestand ingetreden zal zijn, er bijzondere belastingen op het volk gelegd zullen worden eenerzijds, daarnaast zullen de prijzen stijgen en voorts zullen de werkgevers trachten gebruik te maken van de verzwakking der arbeidersklasse om de geleden schade op de arbeiders terug te winnen, door hen te trachten sterker dan ooit te voren uit te buiten. En in het bijzonder zullen onze werkgevers trachten alle op hen veroverde voordeelen af te nemen, tenzij: wij met man en macht gereed zullen staan om hen dat te betwisten en te belettenI Het komt er in deze dagen dus in het bijzonder op aan, om vaster en sterker dan ooit, vast te houden aan de organisatie) Ook in onze rijen worden de collega's weggevoerd naar de grenzen en worden hen de wapenen in de hand gedrukt. Wij verzoeken onze afdeelingsbesturen dringend om te zorgen, dat de organisatiemachine behoorlijk blijft loopen. Mocht uwen secretaris opgeroepen worden, zorgt dan dat een ander hem in de organisatie vervangt. Moet de penningmeester onder de wapenen, neemt met U allen als bestuur zijn werk over. Moet de bode of zij die gewoonlijk voor de contributie-inning zorgen weg, neemt maatregelen dat ander(en) de contributie wekelijks ophalen. En voorts, weet ge dat militairen van contributie zijn vrijgesteld. Zij ontvangen wekelijks een M.-zegel, waarvan we U hierbijgaand een aantal sturen. Mannen, kameradeA zorgt er voor dat de organisatie die met zooveel moeite en strijd is opgebouwd niet door eigen achteloosheid verzwakt, opdat wij zoo noodig binnenkort in volle kracht gereed staan om eiken aanval te kunnen afslaan!I Met hoopvolle groeten, Voor het Bondsbestuur, A. HILLEBREGT, Voorz. I. Aug. 1914. I. GOUDSMIT, Secr. Deze groote volkerenvernietiging op de slachtvelden was oorzaak van bijna even groote bedrijfsvernietiging met als jammerlijke aankleving van dien, werkloosheid, gebrek en ellende voor de arbeidende klasse. Volgens de gegevens van het Nederlandsch Verbond van Vakvereenigingen was de toestand van 17 bij haar aangesloten Bonden op 1 September 1914 aldus, dat van de 44.947 leden 1274 minder dan 3 dagen per week werkten en 7889 minder dan een volle week. Op 1 Oct. hadden 27 Bonden met te zamen 79.380 leden, een totaal aantal werkloozen van 17.926 of 22.6 procent. Deze cijfers zeggen voldoende hoe ook in ons „neutraal" en van den oorlog vrijgebleven Nederland, de economische crisis om zich heen gegrepen had. En ook onze bedrijven waren daarbij niet gespaard gebleven. Door het uitblijven van graan en meelaanvoer werd gaandeweg door heel het land het bakken van witbrood verboden, waarvoor in plaats kwam het zoogenaamde oorlogsbrood. Hoewel gezegd kan worden, dat de bakkerspatroons slechts matig tot het afdanken van personeel overgingen, staat daar toch tegenover dat in de plaatsen van de 342 leden, die onder de wapenen geroepen werden, bijna geen andere krachten te werk werden gesteld. Ook in de koek- en beschuitfabrikage heerschte de eerste maanden der crisis bijna algemeene stilstand, die pas de laatste weken van het jaar voor meer bedrijvigheid plaats maakte. En soortgelijk ging het in de cacao- en chocoladeindustrie. Deze stond vanaf begin Augustus tot half September geheel stop. De levendigheid die na dien tijd intrad bepaalde zich hoofdzakelijk tot het fabriceeren van cacaopoeder en chocoladereepen grootendeels voor het buitenland, doch in de overige branches en voornamelijk in de suikerbewerking, bleef de stilstand aanhouden. Op 1 September 1914 was het aantal werkloozen in den Bond reeds tot 214 gestegen. Het Bondswerkloozenfonds dat juist per 1 Juli tevoren pas in werking trad bewees nu haar goede diensten. Immers alleen in dit tweede half jaar van 1914 werd het aangesproken voor een bedrag van ƒ1973,845 waarop nu als bijslag van Rijk- en Gemeente ƒ 3126,60 kon verstrekt worden. Aan het einde van 1914 bleek het ledental tot 2346 te zijn teruggeloopen tegen 2510 bij het uitbreken, van den oorlog. 49 DE CRISISJAREN 1915-1919 ( Beter dan in de eerste vijf maanden van den oorlog Augustus-December 1914, kon het bakkersbedrijf in 1915 haar loop hernemen. Gaandeweg werd de toestand echter gedrukter, zoowel door de sterk oploopende prijzen van brood en meel als ook door de samenstelling der grondstoffen. Onderstaand lijstje geeft een overzicht van den loop der prijzen: JULI 1914 i5SePtai916 Januari 1917 Januari 1918 Januari 1919 Tarwebloem per 100 K.G. (gebuild) ƒ 11.875 a ƒ 12.— ƒ 20.75 ƒ 24.85 ƒ30.— ƒ30— Tarwe (gebuild) per 100 K.G „ 10.505 „ „ 11— „ 18.90* „ 22.35* „ 25.40* „ 39.75 Gebuild tarwebrood afgehaald per K.G.. . . „ 0.145 „ 0.245 „ 0.28 „ 0.35 „ 0.36 Ongebuild tarwebrood per K.G I „ 0.14 „ 0.22 „ 0.12 „ 0.12 | „ 0.12 * Kostprijs voor de gemeentebesturen. Het werd den bakkers tot zeer uiteenloopende gereduceerde prijzen verstrekt. RANTSOENEERING VAN Bij deze oploopende prijzen kwamen nu nog de diverse rantHET BROOD soeneeringsmaatregelen. Zoo mocht vanaf 24 April tot 24 Juni 1916 slechts uitsluitend brutnbrood gebakken worden. Terwijl 1916 verder zónder maatregelen verliep, doch de meelvoorziening zich al dreigender liet aanzien kwam 5 Februari 1917 de algemeene broodrantsoeneering los. De broodkaarten werden voor een periode van 4 weken uitgereikt, onderscheiden in W.-, B.- en R. kaarten, voor Wit, Bruin en Roggebrood, aanvankelijk 400 gram per persoon en per dag. De geldigheidsduur der broodkaarten van 2800 gram werd verlaagd: 2 April 1917 van 7 op 9 dagen =311 gram per dag. 2 September „ „ 9 „ 11 „ = 254 „ 30 Maart „ „ 11 „ 14 „ = 200 „ „ „ Voorts werd vanaf 29 Mei 1917 bepaald dat ook de beschuitverkoop op bons moest plaats hebben. Voorwat de koek- en banketbakkerij betreft werd door het Rijk aan erkende bedrijven 500/° bloem toegewezen van de in 1916 verbruikte hoeveelheid. Pas aan het einde van 1918 trad er verruiming in de broodvoorziening in, 15 November 1918 kon de broodkaart tot op 10 dagen verbruik worden gesteld, dus 280 gram per dag terwijl zij vanaf 5 December 1918 tot op 9 dagen = 311 gram per dag kon worden teruggebracht. KWALITEIT VAN BROOD Met de kwaliteit van het brood bleef het evenwel nog slecht gesteld. Vanaf 25 November 1918 werdt onder regeeringsbloem verstaan een mengsel van 5 K.G. gerstebloem, 10 K.G. roggebloem 85 K.G. bloem verkregen door uitmaling op 80 pet. van 30 K.G. buitenlandsche tarwe, 35 K.G. inlandsche tarwe en 35 K.G. inlandsche rogge. Het regeeringsmeel (Krop) werd samen gesteld uit: 20 pet. inlandsche tarwe, 40 pet. inlandsche rogge, 10 pet. erwten en of boonen. 30 pet. gedroogde aardappelen of: 20 pet. inlandsche tarwe, 50 pet. inlandsche rogge, 30 pet. gedroogde aardappelen. 50 GROEI TIJDENS DE CRISIS Ondanks deze neerdrukkende verhoudingen, groeide de Bond tijdens de crisisjaren ais nooit te voren en werden rusultaten bereikt die alle voorgaande jaren sterk overtroffen. Het ledental was op: 1 Augustus 1914 2506, 1 Januari 1916 2925, 1 Januari 1918 4459, 1 Januari 1915 2346, 1 januari 1917 3626, 1 Januari 1919 5149. DE GESTELDE EISCHEN In Juli 1915 werd aan alle werkgevers eene circulaire gericht, met TIJDENS DE CRISIS " " ne* verzoe'{ om '0 procent loonsverhooging. In 32 afdeelingen werd hieraan stevig gewerkt, ongeacht de afzonderlijke eischen die werden gesteld tot verbetering van bestaande tarieven of collectieve contracten. Nauwelijks was het jaar 1915 verdwenen of begin Januari 1916 had te Utrecht een looncongres plaats waar eene algemeene eisch gesteld werd van twee gulden loonsverhooging. Ook in 1917 e. w. op 4 Maart, werd te Amsterdam een soortgelijk congres bijeengeroepen, doch nu werd een eisch gesteld van twintig procent loonsverhooging. Amsterdam was de eerste afdeeling waar eene loonsverhooging van ƒ 3.50 tot stand kwam, dewelke de minister door verlaging van meelprijzen had bevorderd. Deze ontwikkeling plantte zich terstond op vele andere plaatsen over, zoodat in de meest belangrijke plaatsen des lands, loonsverhoogingen en meelprijsverlagingen tot stand kwamen. Deze aangelegenheid had zoo sterk de aandacht van den toenmaligen Minister van 'Landbouw, Nijverheid en Handel getrokken, dat hij in zijn memorie van antwoord van het „Wetsontwerp tot beschikbaarstelling van Levensmiddelen" op blz. 42 verklaarde: „Het is de bedoeling om de meelprijzen zoodanig te stellen, dat het onder de huidige omstandigheden voor de patroons mogelijk is een redelijk loon uit te keeren aan het personeel dat voor de broodbereiding en bezorging noodig is." Deze verklaring deed onder den druk van onze organisatie ook in 1918 hare uitwerking gelden, zoodat 12 Juli 1918 de volgende circulaire verscheen: MINISTERIE VAN LANDBOUW, NIJVERHEID EN HANDEL. No. 66304/36 's Gravenhage, 12 Juli 1918 Rijksbureau voor de D'StR'Butie van Graan en Meel. Aan Heeren Burgemeesters. BETREFFENDE PRIJSVERLAGING VAN HET REGEERINGSMEEL. Bij mijne circulaire van 25 April 1918 deelde ik u mede, dat het mijn voornemen was om in overleg met u tot eene nieuwe prijsverlaging van het regeeringsmeel over te gaan en verzocht ik u een opgave van den voor uwe gemeente noodig geachten meelprijs. In afwijking van hetgeen tn het vorige jaar ten aanzien van een aantal groote gemeenten is geschied, werd deze prijsverlaging voor geen enkele gemeente afhankelijk gesteld van het tot stand komen van maatregelen in het belang van de arbeiders in het bakkersbedrijf. Intusschen Werd van de zijde dier arbeiders mijne aandacht er op gevestigd, dat gedurende de laatste maanden in verschillende plaatsen van het land meelprijsverlagingen zijn tot stand gekomen, zonder dat daarna de loonen der arbeiders verbetering hebben ondergaan, terwijl een gemeentebestuur als zijn gevoelen kenbaar maakte, dat de nieuwe meelprijsverlaging voor een groot deel daartoe zou moeten strekken, om het den patroons mogelijk te maken ook hun niet strikt noodzakelijk personeel het gecontracteerde loon te blijven uitbetalen. Een en ander heeft mij aanleiding gegeven de vraag, in hoever verlagingen van den meel- .of bloemprijs afhankelijk behooren te worden gesteld van het tot stand komen van loonregelingen tusschen patroons en arbeiders in het bakkersbedrijf, Of van maatregelen om te voorkomen flat deze arbeiders tengevolge van de crisis buiten verdiensten geraken, opnieuw te doen onderzoeken. Dit onderzoek heeft mij tot de overtuiging geleid, dat een aan de patroons op te leggen verplichting, om meer personeel in dienst te houden dan zij voor den goeden gang van zaken in hunne onderneming noodig oordeelen, geen aanbeveling verdient. Hierdoor toch worden in vele ondernemingen de productiekosten van het brood te hoog opgevoerd, hetgeen weder, tot nadeel van Rijk en gemeenten, zal leiden tot vaststelling van den meel- en bloemprijs op een lager bedrag dan noodig is om het bakkersbedrijf in doorsnede een behoorlijke winst te verzekeren. Tot de bovenbedoelde conclusie ben ik niet gekomen, dan nadat mij gebleken is, dat het Koninklijk Nationaal Steuncomité bereid is voor een belangrijk aandeel bij te dragen in steunregelingen, welke plaatselijk worden getroffen ten behoeve van de werkloozen in het brood-, koek- en banketbakkersbedrijf, waardoor aan deze personen 70 pCt. van de gemiddelde verdiensten per laatste 6 volle werkweken kan beloopen. Verlagingen van den meel- en bloemprijs zullen dan ook niet meer dienstbaar mogen worden gemaakt aan maatregelen, welke ten doel hebben ontslag van personeel te voorkomen. Daarentegen acht tk het gewenscht, dat daar, waar daaraan behoefte blijkt te bestaan, de verlaging van den meel- en bloemprijs afhankelijk worde gesteld van het tot stand komen van een plaatselijke 51 loonregeling voor het bakkersbedrijf. Zoodanige prijsverlaging behoort aan het bedrijf in zijn geheel ten goede te komen en heeft dus in den regel niet alleen ten doel den toestand der bakkerspatroons te verbeteren, maar ook aan de arbeiders een redelijk loon, dat rekening houdt met de prijsstijging van bijna alle levensbehoeften, te verzekeren. Het Is aan ernstigen twijfel onderhevig, of de bakkerspatroons in gemeenten, waar de meelprtjsverlaglng sinds November 1917 onvoorwaardelijk werd toegestaan, wel steeds met dit laatste voldoende rekening hebben gehouden. Ik ben dan ook voornemens bij eene verdere verlaging van den meel- en bloemprijs, welke vermoedelijk binnenkort in overweging zal moeten worden genomen, op grond van de bij mijn departement aanwezige gegevens omtrent een juiste verhouding van het arbeidsloon als onderdeel van den kostprijs van het brood en dien kostprijs, te overwegen in hoever deze prijsverlaging afhankelijk behoort te worden gesteld van het tot stand komen van een plaatselijke loonregeling. Aangezien de bij mijn circulaire van 25 April j.1., in het vooruitzicht gestelde meelprijsverlaging inzonderheid ten doel heeft te voorzien in den noodtoestand der bakkerspatroons, zooals die in het begin van het jaar bestond en dezen toestand sindsdien verergerd is door de vermindering van het broodrantsoen, meen ik thans geen pressie te moeten oefenen in de vorenbedoelde richting. Mocht een gemeentebestuur evenwel vastkoppeling van deze meelprijsverlaging aan een plaatselijke loonregeling in verband met de uitkomsten van het bedrijf mogelijk en met het oog op den toestand der arbeiders noodig achten, dan bestaat daartegen bij mij geen bezwaar. De loonregelingen, welke aldus of bij verdere verlagingen van den meel- of bloemprijs door de bemoeiing der overheid tot stand mochten komen, kunnen ook bepalingen bevatten omtrent andere arbeidsvoorwaarden dan het loon, met name betreffende den arbeidsduur, de rusttijden en de vrije dagen, doch een beperking van de vrijheid van den patroon om zijn overtollig personeel te ontslaan mag daarin niet opgenomen worden. In elke loonregeling behoort de bepaling te worden opgenomen, dat zij, behalve door het verstrijken van den daarin gestelden eindtermijn, ook vervalt, indien opnieuw wijziging in den meel- ën bloemprijs wordt gebracht. Het verdient in het algemeen aanbeveling, dat dergelijke loonregelingen tot stand komen door overeenstemming tusschen partijen. Mocht deze geheel of gedeeltelijk ontbreken, dan ware aan partijen het voorstel te doen, om de tusschen hen bestaande geschilpunten te onderwerpen aan de beslissing van een door hem of door derden aan te wijzen scheidsrechter. Indien ook partijen hiertoe bereid zijn, kunnen burgemeester en wethouders, na partijen te hebben gehoord, een loonregeling vaststelleb en van de aanvaarding daarvan door partijen het in werking treden van de verlaging van den meelen bloemprijs afhankelijk stellen. Sluit de totstandkoming van een loonregeling af op den tegenstand eener kleine minderheid, dan kan het betrokken gemeentebestuur met mij in overleg treden, hoé verder gehandeld dient te worden. Ik verzoek u met het vorenstaande rekening te willen houden en daarvan, voor zoover het u dienstig mocht voorkomen, mededeeling te doen aan de in uwe gemeente woonachtige patroons en arbeiders in het bakkersbedrijf of aan hunne organisaties. Mochten bovenstaande mededeelingen aanleiding geven tot wijziging uwer bereids ingediende voorstellen op mijne circulaire van 25 April, dan verzoek ik u mij dit vóór 25 Juli aanstaande te berichten. Na dien datum neem ik aan, dat u uw ingezonden voorstel handhaaft en stel ik mij voor daarop spoedig te beslissen. Gaf deze circulaire eenige steun voor Gemeenten waar nog geen loonregeling tot stand was gekomen, moeilijker werd het voor die plaatsen waar ten vorige jare reeds verbeteringen bereikt waren, doch nu opnieuw looneischen ter verbetering der toestanden moesten worden gesteld. Nu was Rotterdam de eerste plaats waar reeds in Augustus het loon opnieuw met ƒ2.50 werd verhoogd en op ƒ22.50 werd gebracht. Daarop volgde Den Haag waar ƒ3.— loonsverhooging tot stand kwam, terwijl in Amsterdam aan het einde des jaars de partijen sterk gespannen tegenover elkander stonden, doch men het tenslotte eens werd op ƒ3.50 loonsverhooging, zoodat het minimumloon met terugwerkende kracht vanaf 16 November 1918 op ƒ23.50 werd gebracht. CACAO-, CHOCOLADE- 1915 kenmerkte zich voor de Chocolade- en Suikerbedrijven door EN SUIKER-BEWERKERS ongekende drukte. Doordat de aanvoer van grondstoffen voor Duitschland en Oostenrijk sterk belemmerd was en in de meeste overige oorlogvoerende landen de productie sterk verminderd werd, had zich speciaal voor cacao, in ons land een sterke handel in dat artikel ontwikkeld. Aan de groote fabrieken, o.a. Bensdorp, Blooker, Driessen, Van Houten en aan de Zaanstreek werd veelal in dag- en nachtploegen gewerkt of kwam regelmatig overwerk voor. In nagenoeg alle plaatsen waar de Bond vakgenooten tot zijne leden telde werd actie tot lotsverbetering gevoerd. Speciaal Rotterdam II kon een respectabel bedrag aan bereikte loonsverhooging boeken. In het algemeen heeft deze industrie zich tijdens de crisis tamelijk kunnen handhaven, waardoor de organisatie van jaar tot jaar belangrijke resultaten kon bereiken. Voor de bijzondere cijfers verwijzen wij naar pag. 36. 52 I QRg^^- I ONS VAMELAN6* 1 van pks Maandblad van den Bond van Arbeiders(sters) in liet Chocolade-, Suiker- fieSBrl Boafl ïü Cacao- (JllOCOlailB— tl Slit8fll8ierkers Koet 6D BaDtelliate bewerkers- en Banketfaakkersbednif. **' ""ItZSSS^^ Z1BSENIS*ADE 17- • — ■»™* » jf" —' -p _ ' • — """f"'' """"^ VAN DE REDACTIE. WAARSCHUWING £;fHr3H.x «f^rSS^ =H"S§ ■■emiiuui ^gïE^^*13^ I' i^fi^Rïj^Ka i gsssas gilles j a^S^SrU-^J-S-^ 8.' H. WILHELM, . ' .. a..w..u. .... b...ï„ ^ dat au ruste in vrede. sr^^ ti^oXnV»8!! £?U^Lr'Srf^ j —■ I i Het tegenwoordige Bondsbestuur met de Distriktsbestuurders. HET TEGENWOORDIG BONDSBESTUUR (BIJ DE FOTO). Van links naar rechts: le Rij. 1. J. Kurk; 2. I. Goudsmit; 3. A. Hillebregt; 4. B. Roeg; 5. A. Polak. 6. A. v. Heel; 7. J. v. Putten; 8. P. Ferweda; 9. J. D. de Vries; 10. A. Draak; 11. G. N. Metz; 12. H. Wils; 13. F. v. Genk. 1. J. Kurk, 22 Januari 1906 werd J. Kurk bij tusschentijdsche verkiezing tot lid van het dagelijksch hoofdbestuur gekozen. Tot aan Juli 1907 nam hij de functie van 2e Secretaris waar en verzorgde op uitstekende wijze de notulen. Hij vervulde vanaf toen de functie van 2e Voorzitter, in welke kwaliteit hij tot op heden onafgebroken deel van het Bondsbestuur bleef uitmaken. Op één na is Kurk degene die het langste zitting in het Bondsbeheer heeft. 2. I. Goudsmit, werd 6 Augustus 1905 tot secretaris van den het Bond gekozen. Toen het congres van 1908 hem tot 2e gesalarieerde koos werd hij secretaris- penningmeester en daarbij vanaf Januari 1910 tot redakteur aangewezen. Deze drieledige functie werd tot aan 1917 door hem waargenomen. Vanaf dien tijd bleef hij secretaris- redakteur. 3. A. Hillebregt, vanaf November 1900 reeds, secretaris der afdeeling Rotterdam, werd op het congres 3 en 4 April 1910 tot gesalarieerd bestuurder gekozen. Kort daarop 16 Juli 1910 werd hem de functie van Bondsvoorzitter opgedragen, dewelke hij. onafgebroken bleef waarnemen. Vanaf 1912 maakt Hillebregt deel uit van het bestuur van het Nederlandsch Vakverbond en toen in 1917 het Centraal Broodkantoor werd ingesteld vertegenwoordigde hij daarin onzen Bond. 4. B. Roeg, werd in 1908 tot lid van het Bondsbestuur gekozen waarvan hij tot op heden onafgebroken deel bleef uitmaken. Omstreeks denzelfden tijd werd hij tot secretaris der afdeeling Amsterdam gekozen. In die functie was hij ook geruimen tijd half gesalarieerd tot dat het Bondsbestuur hem vanaf Mei 1913 tot vol gesalarieerde speciaal voor Amsterdam aanstelde. Het congres van Maart 1914 benoemde hem tot 4e gesalarieerde Bondsbestuurder en toen de aangestelde voor de cacaobewerkers C. C. Wilders aan het einde van 1917 bedankte werd Roeg in zijn plaats tot Bondspenningmeester benoemd, de functie welke hij nu nog vervult. 5. A. Polak, werd 2 Maart 1916 tot lid van het dagelijksch bestuur gekozen. 6. A. van Heel, wonende te Rotterdam in Maart 1914 tot verspreid lid van het Bondsbestuur gekozen, behoort tevens tot een der opzichters van den Bond. Hij viert thans gelijk met den Bond zijn 25 jarig jubileum als Bondslid. 7. J. v. Putten, thans voorzitter van de Afdeeling Den Haag, werd in Mei 1917 in de plaats van W. Winterdijk tot verspreid lid van het Bondbestuur gekozen. 8. P. Ferwerda, te Leeuwarden werd op het congres van 5 Juni 1916 tot verspreid lid van het Bondsbestuur gekozen. In Leeuwarden vervulde hij toen en nog langen tijd daarna de functie van Secretaris der afdeeling. 9. J, de Vries, maakt sedert 10 December 1917 deel uit van het dagelijksch hoofdbestuur voor de branche der cacao-, chocolade- en suikerbewerkers. 10. A. Draak is de Benjamin van het Bondsbestuur. Hij maakt sedert 17 Juli 1918 deel uit van het D. B. 11. G. N. Metz heeft sedert de fusie met de Cacaobewerkersbond van 1908 eene belangrijke plaats in onze organisatie ingenomen. Vanaf Juli 1908 maakte hij deel van het Bondsbestuur uit en vervulde 55 zelfs vanaf Juni 1909 tot 16 Juli 1910 de functie van Bondsvoorzitter. Hij is sedert 15 April 1918 aangesteld als gesalarieerd distriktsbestuurder voor Noord-Holland en heeft als zoodanig in de vergaderingen van het Algemeen Bondsbestuur een adviseerende stem. 12. H. Wils maakt vanaf October 1913 als verspreid bestuurslid, deel van het Bondsbestuur uit. Naast deze functie vervult hij reeds meer dan 10 jaren de post van penningmeester der afdeeling Enschede 13. F. v. Genk behoort tot degenen die veel en goed stil werk in den Bond doen en slechts langzaam naar voren komen. Sedert 1911 vervulde hij in de afdeeling Breda eene leidende functie. Toen het Bondsbestuur er in Februari 1918 toe overging voor Rotterdam en omgeving een gesalarieerd distriktsbestuurder aan te stellen, stelde hij zich daartoe beschikbaar. Als zoodanig heeft hij ook in de Bondsbestuursvergaderingen eene adviseerende stem. WOUTER WINTERDIJK, f Eene bijzondere plaats in dit boek moeten wij zeer tot ons leedwezen afstaan aan de nagedachtenis van Wouter Winterdijk. Want hoe gaarne zouden wij hem op de groote foto van het Bondsbestuur zien prijken. Zondag 16 Februari 1919 is hij te Amsterdam overleden in den leeftijd van ruim 36 jaar. Wij hebben Winterdijk vanaf 1912 in de afdeeling Den Haag werkzaam gezien, eerst als penningmeester, daarna als secretaris dezer belangrijke afdeeling, uitmuntend steeds in stiptheid en accuratesse. En toen in 1916 het tafellaken tusschen ons en Louis de Visser werd doorgesneden, koos het Congres hem in zijn plaats tot lid van het Bondsbestuur. Daarmede was hem èn den Bond een groote dienst gedaan. Want met vol enthousiasme kon hij zich nu geven voor het werk van de geheele organisatie, klaar elk oogenblik er op uit te trekken, hetzij naar Groningen, Rotterdam, Haarlem of waar ook, om dan met schittering in zijn heldere oogen te spreken over de rechten en de eischen zijner beroepsgenooten. In Amsterdam was hij nog slechts vanaf Mei 1917 werkzaam. Een tijd eigenlijk veel te kort om van zich te doen spreken en door de massa begrepen te worden. Echter niet voor Winterdijk, want binnen enkele maanden had hij het werk onder de knie, was voor zijn taak berekend als de beste, en . . geacht en bemind door allen, zooals maar weinigen. Den 20 Februari werd deze ontslapen strijdmakker onder enorme bewijzen van aanhankelijkheid, zoowel van de zijde van den Bond als uit andere deelen der arbeidersbeweging, ten grave geleid. Gevoelens van groote dank en oprechte erkentelijkheid zullen ons blijven vervullen voor de vele diensten, door vriend Winterdijk aan den Bond bewezen. 56 DE OUDSTE BONDSLEDEN Nog slechts zeer weinigen zijn er over van hen, die in de eerste jaren van organisatie-worsteling, tot den Bond toetraden. Het is ons daarom een vreugde de namen dezer trouwe pioniers, voor zoover ze thans nog leden van onzen Bond zijn, te kunnen vermelden. NAMEN. Lip der Jaar van Afdeeling toetreden 1. J. H. DE BRUIN Amsterdam 1894 2. J. D. DURING. ........ j, 3. A. J. GOEDHART j " [ 4. L. v. d. GRAGT I ] [ 5. m. GRUNWALD " 6. J. J. HOOGLAND [ ] 7. A. MEESTER 'n \ 8. w. vanTnieuwland, . •. , . . " " 9. J. v. d. VEEN. . . . ' , [ 10. L. MOERMAN Den "Haag [ 11. G. REUD1NG | 12. A. K. J. POORTMAN Dordrecht 13. H. BOKS. . M' ! Haarlem [ 14. E. J. BOUCQAERT Leiden 15. C. J. CHRiSTIAANSE j 1 [ 16. P. C. CHRISTIAANSE " [ 17. N. v. d. LINDEN | " 18. C. P. VAN OOGEN [ 19. N. VAN WELZEN " 20. A. HOUMAN Purmerend 21. A. l. VAN HEEL Rotterdam 22. P. VEENIS . . , Wormerveer 1895 23. J. klokkemeiier Zaandam 1896 24. J. G. v. d. ZEEUW Leiden 1896 25. I. GOUDSMIT Amsterdam 1896 De vier laatst genoemde leden zijn van af hun toetreden tot op heden eveneens onafgebroken lid van onzen Bond gebleven. 57 TOENAME VAN HET LEDENTAL IN DE AFDEELINGEN VANAF 1 JANUARI 1906 TOT 1 JANUARI 1919. Aantal Leden op 1 Januari i n: AFDEELINGEN ; 1906 1907 1908 1909 1910 1911 1912 1913 1914 1915 1916 1917 1918 1919 Alfen aan den Rijn ___ 7 Alkmaar - - - 23 21 9 - - 9 7 8 16 16 23 Almelo _ _ _ _ _ _ _ g _ 20 Amersfoort _ _ . _ _ _ _ _ _ ^g 33 Amsterdam 1 160 122 198 410 518 706 749 570 756 850 1087 1404 1582 1503 Amsterdam II _ _ _ _ _ _ _ 92 133 147 162 148 271 Apeldoorn 12 12 - 20 10 10 9 10 10 12 16 19 36 45 Arnhem 21 25 20 20 29 29 35 30 40 32 31 32 65 63 Assen - - - - - - - 9 7 8 23 16 18 13 Berlikum — _ _ _ _ _ _ jq _ _ Bolsward — _ jj g Breda - - - - 7 9 12 10 11 25 30 110 146 132 Bussum- - - - - - - 37 1*7 11II 11,? 15 14 37 37 Capelle aan de IJsel _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 17 Delft 10 9 9 9 8 8 10 10 10 13 13 16 16 13 Deventer • - - 10 28 38 22 23 23 46 48 43 20 35 68 Dokkum — _ 5 5 _ _ _ _ _ Dordrecht 23 30 29 53 67 76 74 63 61 56 58 63 68 82 Drachten — — _ _ _ _ 23 9 j _ _ Edam _ _ _ _ _ _ _ g g Eindhoven _ _ _ _ 7 6 n 12 13 13 13 17 16 15 Enkhuizen 5 13 Enschedé — — 19 45 58 65 55 72 63 58 j 62 78 72 63 Gorinchem _ _ _ _ .7 _ _ j2 Gouda _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 67 'sGravenhage 60 68 66 95 98 105 166 308 297 136 179 353 557 602 Groningen 28 27 25 41 30 31 44 60 55 48 50 50 70 90 Haarlem 38 48 49 54 53 38 44 55 48 48 49 60 75 156 Harlingen _ _ _ _ _ _ _ _ 20 14 13 10 9 12 Heerenveen _ _ 9 _ _ _ _ _ 44 30 26 32 29 21 Heerlen:: • • V ~ v ~ v ~ l - \ - l- v - > - 1 - 1, « L13 L» U23 i 25 Den Helder - 13 l 20 j 17 12 I 10 - - ! 40 ( 26 [ 33 22 / 26 I 24 Hengelo - \ - \ \ - \ 7 - - 11 13 14 10 11 . 3 12 Hilversum - - - - - 15 - - - 27 37 29 43 42 Hoorn - - - " - " - = * ^ 9 * 1 .JJJ Joure — — — — — Kennemerland _ _ _ — — Leeuwarden - - 33 48 . .42 43 24 31 122 119 130 132 120 120 Leiden 67 61 54 92 80 60 56 81 99 80 74 148 127 151 Maarssen — — — — — — — — — 8 Maastricht ___ 22 12 - 14 24 12 13 66 28 41 36 Meppel - - - - - - - ' - - - 9 9 10 10 Middelburg - - - - 13 15 18 10 _7 _9 _9 1_7 28 32 Nijmegen _ ~ ~ ~ 21 9 12 9 8 Purmerend ___ — — — — — — — 9 iz y o Rotterdam I . . 150 225 190 242 220 189 193 125 130 112 149 155 298 404 Rotterdam II _ _ - - - 19 18 65 89 94 104 Schiedam .... 21 20 22 29 25 43 28 24 20 19 30 30 49 53 Sneek - - - - - ~ " " 11 " ? * Stadskanaal — — — - ~ — _ — ~ 20 12 _ J2 Steenwijk - g _ 17 Srecht' 46 20 18 47 40 45 46 56 66 66 78 85 122 164 ÏSL'geh ' - Z Z 1 1 1 1 - 6 - - Veenendaal — — — — Vlissingen — — — 10 9 ~ — — — — ~~ ~~ ~ . __ — — — 7 8 8 9 15 11 :™: :::::■:: = = ! - - » • « n « >« *,nfch0,e"" " ~ . Z - - - - - - 16 14 12 12 ~t\= r3 r0 - » ,» » » 2» „ .. f » » „. ,oor „ ______ 41 29 31 35 34 51 Wormerveer II _ _ _ ,„ „„ .... — — — — 15 — — Io i.o ZaTndam '. '. '- '. '- '. '. 54 55 44 43 43 40 51 45 126 70 70 59 40 60 Zeist - - - - - - - - 11 - - - - 15 f-"- - - 1 -9 - - - 23 S 16 15 2?0 sl Z7ntp^enZ Z _ _ - 18 19 11 11 10 15 6 36 51 Correspondeerende Leden! - - - - 24 18 34 40 42 39 31 51 49 62 TOTAAL ... 690 748 825 1360 1500 1629 1827 1762 2506 2346 2925 3626 4459 5149 EERELEDEN VAN HET BAKKERSCONORES 1907. TER GELEGENHEID VAN DE VERWERPING DER BAKKERSWET-TALMA 5 JUNI 1912. („De Notenkraker"), BIJZONDERHEDEN UIT DEN STRIJD VOOR AFSCHAFFING VAN DEN Tijdens het liberale ministerie Veegens -in 1907 kwam van christelijke en Roomsch katholieke zijde een Comité tot stand voor het beleggen van een congres voor afschaffing van den nachtarbeid. In de uitnoodiging tot deelname, ook tot onzen Bond gericht, heette het: Door de minnen der wetenschap en de mannen der practijk eens in vollen ernst te doen behandelen en in het licht te stellen; om door een bestudeerde behandeling van sociaal economischen en sociaal politiek, van medisch en juridisch en daarbij tevens van maatschappelijk en zedelijk standpunt te komen tot juiste en overtuigende conclusies, waarvoor de autoriteiten niet blind zullen zijn. Het Bondsbestuur wees deelname aan dit congres af op grond van dat er al genoeg gepropageerd en geagiteerd was en de wetenschap medici en publieke opinie reeds voldoende aan onze zijde staan; 2e. dat het bereiken van meer praktisch nut niet noodig is omdat al reeds drie maal een ontwerp is ingediend en de huidige minister van arbeid wederom verklaard heeft dat er een ontwerp gereed ligt; 3e. dat de totstandkoming van het wettelijk verbod nog slechts een kwestie van tijd is, die door zulk een congres niet verhaast zal worden. Op dergelijke en meer optimistische gronden werd aan dat congres niet deelgenomen. Men zag wel spoedig in dat voor dit optimisme geen plaats was. En toen in 1909 wederom zulk een congres gehouden werd, was onze Bond dan ook mede van de partij. Van het congres 1907 op 24, 25 en 27 September gehouden, is een deugdelijk verslag behouden gebleven waarvan op de 6e en 7e; pagina de namen schitteren van een 30-tal „Eereleden" notabelen van ons land van allerlei kleur en politieke richting. Toen 5 Juni 1912 in de Tweede Kamer de wet Talma met 43 tegen 49 stemmen verworpen werd, bracht „De Notenkraker" van 29 Juni 1912 een gedenkplaat". Na Talma deed ook Minister Treub in den aanvang van 1914 bepaalde toezeggingen, zoodat het Bondscongres in Maart 1914 gehouden bij het ] NACHTARBEID t 61 Bondsbestuur op eene hernieuwde agitatie aandrong. Toen daarvoor diverse maatregelen getroffen waren, brak de oorlog uit. Den 2den Augustus zou te Sneek eene groote provinciale meeting tegen den nachtarbeid plaats hebben met optocht, zang en banieren; diverse extra treinen zouden loopen en naast de Bondsvoorzitter Hillebregt zou Ds. van de Heide uit Britswerd spreken .... doch daags te voren, op Zaterdag 1 Augustus moest dat alles vliegensvlug worden afgelast. De Burgemeester van Sneek kon in de gegeven omstandigheden de optocht niet toestaan en gaf in overweging de geheele betooging uit te stellen. Dat uitstel werd afstel, want in de volgende vier jaren praktiseerde men maar weinig over eene betooging te Sneek. De drang naar dagarbeid maakte zich in de oorlogsjaren ook meer en meer bij de patroons merkbaar. Vooral de distributiebepalingen en in het innen der broodbonnen droegen daartoe bij zoodat op verzoek van de Bakkerspatroons te Hoorn, op 23 Februari 1917 eene Verordening tot het tegengaan van bakkersnachtarbeid in werking trad, vastgesteld door den Gemeentenraad in zijn zitting van 30 Januari 1917 en luidende als volgt: Artikel 1 Voor de toepassing dezer verordening worden verstaan: a. onder broodbakkerij: alle open of besloten ruimten, behoorende tot eene inrichting, waar ten behoeve van eene onderneming brood wordt gebakken, met uitzondering van die ruimten, waar nimmer met de broodbereiding verbandhoudende werkzaamheden worden verricht; b. onder broodwinkel: alle voor het publiek toegankelijke plaatsen, waar brood wordt verkocht en afgeleverd voor gebruik elders, dan ter plaatse van verkoop: c. onder bakkersarbeid: alle werkzaamheden, verricht in eene broodbakkerij, met uitzondering van die, welke dienen tot herstelling of onderhoud van gebouwen. Artikel 2. Behoudens het bepaalde in artikel 4, is het verboden, bakkersarbeid te verrichten tusschen negen uur des avonds en zes uur van den daarop volgenden voormiddag. Artikel 3. Het is verboden, langs de openbaren straat brood te vervoeren vöör des voormiddags tien uur. Van dit vervoer is uitgezonderd het vervoer in afzonderlijk en gesloten pakket van ten hoogste 5 K.G., door of van wege den dienst der posterijen of van een spoor of tramweg maatschappij, rechtstreeks naar de woning van den verbruiker, alsmede het medebrengen van brood door den verbruiker of één van diens huisgenooten uit eene bakkerij of eenen broodwinkel. Onder huisgenooten van den verbruiker worden voor de toepassing van dit artikel tevens verstaan: a. diens kinderen en 6. dienstboden en andere personen, die geregeld huiselijke diensten bij den verbruiker verrichten, beide groepen ook al wonen zij niet bij den verbruiker in. Artikel 4. Het verbod van bakkersnachtarbeid geldt niet: a. gedurende het tijdvak van vier tot zes uur van den Zaterdagmorgen, uitgezonderd voor de onder b van dit artikel bedoelde bakkerijen: b. voor eene broodbakkerij, waarvan het hoofd of de bestuurder ten genoegen van burgemeester en wethouders doet blijken, dat zij onder rabbinaal toezicht werkt, gedurende het tijdvak van vier tot zes uur van den Vrijdagmorgen. Artikel 5. Het hoofd of de bestuurder eener broodbakkerij is verplicht te zorgen, dat: a. daarin geen bakkersarbeid worde verricht in strijd met de verbodsbepaling van artikel 2; b. geen brood, afkomstig uit zijne bakkerij of zijnen broodwinkel, worde vervoerd in strijd met verbodsbepalingen van artikel 3. Artikel 6. Het hoofd of de bestuurder van eenen broodwinkel, niet tevens hoofd of bestuurder eener binnen deze gemeente gevestigde broodbakkerij zijnde, is verplicht te zorgen, dat ten behoeve van zijn bedrijf geen brood worde vervoerd in strijd met de verbodsbepaling van artikel 3. Artikel 7. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd eene al dan niet voorwaardelijke ontheffing te verlèenen van de verbodsbepalingen dezer verordening: a. algemeen ten aanzien van alle broodbakkerijen of broodwinkel voor enkele, door hen aan te wijzen, dagen of uren; b. ten aanzien van bepaalde broodbakkerijen of broodwinkels, in gevallen, dat de noodzakelijkheid of billijkheid daarvan voldoende is aangetoond. 62 Van de ontheffingen, sub a en b bedoeld, wordt door burgemeester en wethouders openbare kennisgeving gedaan. Artikel 8. Met het opsporen van de overtredingen en met het toezicht op de bepalingen dezer verordening zijn, onverminderd het bepaalde in artikel 8 van het wetboek van strafvordering, belast, de ambtenaren en beambten der gemeente-politie. Hun wordt de last verstrekt, om, indien de zorg voor de nakoming dezer verordening zulks vereischt, met inachtneming van de wet van 31 Augustus 1853 (Staatsblad N°. 83), de woningen, gebouwen en erven der ingezeten, huns ondanks, ook tusschen zonsonder- en opgang, binnen te treden. Zij zijn bevoegd rij- en voertuigen, alsmede tot verpakking of berging dienende voorwerpen, indien het vermoeden bestaat, dat daarmede of daarin, in strijd met de bepalingen dezer verordening, brood vervoerd wordt, te onderzoeken. De bestuurder van een rij- of voertuig en ieder ander, die vermoed wordt brood te vervoeren, in strijd met de bepalingen dezer verordening, is, op de eerste vordering der in het eerste lid van dit artikel genoemde'ambtenaren en beambten, verplicht, dezen tot dat onderzoek de gelegenheid te verschaffen en alle verder vereischte hulp en medewerking.te verleeneh. Artikel 9. Overtreding van een van de bepalingen dezer verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste zes dagen of geldboete van ten hoogte vijf en twintig gulden. Artikel 10. Deze verordening treedt in werking op den dag na dien waarop zij is afgekondigd. Het verbod van bakkersarbeid treedt evenwel, voor zoover het tijdvak van vier tot zes uur des voormiddags betreft, eerst in werking den eersten Mei 1917. Zijnde deze verordening aan de gedeputeerde staten van Noordholland, volgens hun bericht van den 14en Februari 1917, No. 124, in afschrift medegedeeld. En is hiervan, afkondiging geschied, waar het behoort, den 22n Februari 1917. Burgemeester en Wethouders voornoemd, - ^\y' A. A. DE JONGH, Burgemeester, W. VAN WANING, Secretaris. Uitgegeven den Twee en twintigsten Februari 1917. De Secretaris der gemeente Hoorn,. W. VAN WANING. HET UITBLIJVEN VAN :: Bij het tot stand komen van deze Gemeentelijke maatregelen werd EEN RIJKSWET dezerzijds echter niet stilgestaan. In samenwerking met de religieuse organisaties en de Neutrale Federatie van Bakkersgezellen werd per 3 Februari 1917 een uitvoerig adres tot de Tweede Kamer gericht met het verzoek „er bij Zijne Excellentie den Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel op aan te willen dringen met zoodanigen spoed een wetsontwerp te willen indienen en door Uwe vergadering te doen behandelen, dat nog in deze zittingperiode, deze voor ons zoo urgente zaak kan worden afgedaan". Hierop is in Juli 1917 een wetsontwerp van minister Posthuma verschenen, hetwelk ondanks herhaalde aandrang zoowel van buiten als in de Kamer, wegens „tijdgebrek" niet in behandeling werd genomen. REEDS TOT STAND GE- Tot aan het tijdstip April 1919 waren bij ons bekend geworden KOMEN VERORDENINGEN de navolgende verordeningen tot verbod van bakkers-nachtarbeid die in deze gemeenten zijn tot stand gekomen. Volledigheidshalve zij nog vermeld, dat sedert dien in nog tal van gemeenten, verordeningen tot stand kwamen, w.o. ook s' Gravenhage en Rotterdam. Op een enkele uitzondering na — Breda — is wel in alle plaatsen waar de bond afdeelingen heeft thans de nachtarbeid afgeschaft en werken onze Bondsleden als vrije lieden, op den dag. Wij geven de lijst met daarachter geplaatst het aantal inwoners op 1 Januari 1918, plus een overzicht van twee der voornaamste punten in de verordening omschreven: 63 BEVOI UREN WAAR°P ARBEID UUR WAARVOOR OEEN PLAATSEN ' K1NG VERBODEN IS: BROOD MAO WORDEN ! I VAN N.M. TOT V.M. BEZORGD. 2 Akm aaI22687 9 „ 5' „ 12 3 Almelo* \ ■ " , ^ rt: " 4 Amsterdam 640.996 9 „ 6 11 « 5 Apeldoorn • . ■ 44 474 9 6 " 10 " « > 6 Amersfoort 28777 9 " 5 " 10 * " 87 BevSrwijk* \ \ \ \ ' " ™S 9 " 6 ' "iet bepaald 10 Rn,6™331• &£° 9 - 6 - 10 uur voormidd. 10 Brummen 8.393 , 0 6 10 2 Rnf^rt ' ' ■ '-416694 9 - 6 - niet bepaald 12 Bolsward 7.353 9 6 »" 13 Coevorden * 5 333 " 1-5 Rp'JL»;■ f6"680 9 - 6 - 11 uur voormidd. c Deventer 32.111 8 . 6 „ 10 6 gdam 7.220 9 . 5 1 10 , „ \l £de • 21.890 9 „ 6 „ niet bepaald 8 Enschede 4l.602 9 „ 6 \ v 19 Gaasterland . . . 6.o85 v/ y/ lO'/i uur voormidd. o? 20U.dV •26162 9 . 6 " 10 . 21 Gorinchem I3.O00 9 6 , 1 „ namiddag 22 Groningen 87.063 8 „ 6V, . 12 „ voormidd 23 Haarlem 80-000 9 „ 6 10 24 Harlingen 1 i0.52o 9 . 6 "„ 1 „" namiddag *o naariemmeriiede-bpaarnwoude . 4.398 9 „ 6 „ 10 „ voormidd. 26 Hengrelo . .. 25.150 8 „ j 6 . 10 . 27 Hilversum 35.260 9 , 5 , niet bepaald S "oorn H.207 9 . I 6 . 10 uur voormidd. 29 Krommenie 4.356 9 „ 5 „ 10 oi) Leeuwarderadeel* ! 12.052 31 Lemsterland 7.257 9 5 10 tl M°nn!keL2h69° 9 l \ 6 l niet" bepaald 33 Ma5Str,,:,hl40 000 9 „ 5 „ 10 uur voormidd. 34 Medembhk 2876 9 „ 6 10 II M?PPeI H-667 9 „ 6 „ 11 ! l 36 ; Middelburg .21.500 8.6 10 37 Nijmegen , 66-479 9 „ 6 , I niet" bepaald oq K^o^f1• 5697 8 - 5 - 8u.n.m.tot8u.v.m. 39 OudePekela 7.415 8 „ 6 „ 9 uur voormidd. 40 Purmerend 6-174 9 „ 5 11 A ï?e Riip • • 1 429 9 „ 5 " 9 " 42 Renkum H.327 9 „ 5 . 10 ! ! 43 Rijswijk 7.869 9 „ 5 „ 10 44 Schiedam 37.613 9 „ 6 12 jf l™** : ■ 13.715 9 I 6 . niet" bepaald 46 Schoterland 16.397 71/, . 5'A \ 10% uur voormidd. 47 Steenwijk 6.515 8 „ 6 „ 10 48 Utrecht 120.000 8 5 9 49 Veenendaal 6.443 9 6 11 n 50 Vlaardingen 24.155 9 " 6 " 12 " " 51 Veendam 12.980 8 " | 6 ." 10 52 Voorburg 6.816 niet bepaald 12 " " £? Ve'sen 25.311 9 uur I 6 uur 12 " j» Wageningen 10.974 9 6 11 55 Weesp* " 56 Wildervank 10.107 8 „ | 6 10 57 Winschoten 12.552 niet bepaald" 10 " " •» Zaandam 27.000 9 uur 6 uur 10 59 Zeist. , 15.968 9 „ 5 „ 10 " ! 60 Zutfen» 18.599 9 , I 6 10 6' I Zwolle 34.854 18-6 I 11 Van de plaatsen met een * gemerkt is ons de inhoud der verordening niet bekend geworden. ') Tenzij niet op denzelfden dag gebakken. 64 ONTWIKKELING VAN DEN BOND IN LEDENTAL EN AANTAL i ~ _J AFDEELINGEN l -i Wij wezen er reeds op, dat omtrent de omvang van den Bond bij zijn stichting zoowel als in de eerste jaren daarna, geen definitieve cijfers vermeld zijn. Wij bepalen ons daarvoor dus bij datgene wat zoo hier en daar in de vakbladen of de congressen is medegedeeld: Jaar Ledental Aantal Aantal Aantal afdeelingen • [ ingeschr. leden. afgevoerde leden. 1894 400 4 _ _ 1895 500 Niet bekend. — _ 1896 700 7 _ _ 1897 700 Niet bekend. — _ 1898 800 Niet bekend. _ _ 1899 900 Niet bekend. — _ 1900 1000 14 _ _ 1901 1000 12 — 1902 1100 12 _ _ 1903 1200 14 — 1904 800 13 — _ 1905 630 14 — 1906 690 18 — ■ 1907 748 15 506 255 1908 992 18 690 322 1909 1360 19 596 456 1910 1500 23 765 636 1911 1629 25 1012 814 1912 1827 26 863 928 1913 1762 29 1817 1073 1914 2506 43 1164 1324 1915 2346 46 1463 884 1916 2925 47 2473 SP 1772 1917 3626 49 2481 1648 1918 4459 50 2942 2252 1919 5149 57 _ _ 65 FINANCIEEL BEHEER EN GROEIEND BONDSVERMOGEN Al het voorgaande dat een bescheiden beeld van de groei, omvang en de praestaties van den Bond geeft, dient naar onze meening besloten te worden met de cijfers nopens het geldelijk beheer en het financieel vermogen. Daarbij valt het terstond op, dat wij slechts van het jaar 1901 kuunen uitgaan, omdat voor dien tijd geen gegevens ten dienste staan. Tot aan 1907 werd geen gespecificeerd financieel rapport uitgebracht. Dat veranderde met de daarop gevolgde reorganisatie van den Bond. Wij laten daarom eerst volgen: _ ,,. Kassaldo jaar Ontvangsten Uitgaven ^ December 1901 1496.49 1200.80 295.68 1902 1628.605 1449.625 178.98 1903 3122.795 2838.735 284.06 1904 3313.92 5 2726.10 ' 587.82 1905 3344.225 3069.03 ' 275.18 1906 3301.82 5 3045.25 256.25 Vanaf 1907 werden allengs diverse fondsen ingevoerd en vanaf 1912 werd de boekhouding op deskundige wijze ingericht. Met het bijhouden der rekeningen, uitbrengen van balansen, winst en verliesrekening, belaste zich de accountant H. J. Wegerif te Amsterdam. Onder „totaal ontvangsten" sedertjl912, nemen wij dus op het totaalcijfer dat de winst- en verliesrekening steeds aangeeft, waarbij de kolom uitgaven achterwege wordt gelaten. .... , . . Kosten Totaal Financieel Uitgekeerd werd voor: stakingen, Steun aan jaar vermogen - —j— H steun slacht- andere ontvangsten per 31 Dec overlijden W^05" ""^f" organisaties 1907 8148.10 1064.12 I 885.92 I I s) 50.— 1908 9331.07 828.32 1306.43 - 310.20 8) 57.33 1909 15395.15 1535.09 2489.19 — — 1654.105 *) 124.11 . 1910 17120.47 2688.385 2815.81 50.— 505.96 5) 25.— 1911 ' 21514.545 2600.84 2963.625 410.— 1917.24 6) 71.35 19121) 17579.505 2096.65 2711.17 450.— — 982.3Ö5 ') 691.74 1913 19295.07 4698.04 3213.035 100.— 633.58 8) 416.44 1914 22386.37 756Ö.465 2636.03 185.— 2363.39 5171.485 9) 27.125 1915 23031.385 15118.03 2150.91 65.— 1929.42 210.98 1916 33227.32 21425.235 3293.445 280.— 1016.20 364.40 1917 46364.50 30805.785 4379.37 175.— 6838.86' 568.65 1918 I 68612.11 39645.69' 1 8079.14 855.— | 11445.30 3259.90 | — 'J Vanaf 1912 volgens winst- en verliesrekening. 2) Bakkers Praag in Oostenrijk. 8) Sigarenmakers Eindhoven. ") Glasblazers Maastricht, bakkers Zweden en actie tegen het Arbeidscontract. 5) Textielarbeiders. 6) Zeelieden Rotterdam en Bakkers Budapest. ') Electriciens, Glasblazers en Zweden. 8) Sigarenmakers 366.44, Zeelieden 50.—. 9) Naaisters Almelo. 66 ONTWIKKELING DER CONTRIBUTIE-BEDRAGEN EN LOONKLASSEN, VASTGESTELD OP DE CONGRESSEN VAN: Contributiebedrag per week in centen. LOONKLASSEN I I I 1907 1910 1913 1916 1917 1919 Adsp. leden beneden 16 jaar — — — — I — 7 Alle personen beneden 18 Jaar — 10 — — Vrouwlijke leden . ^ — — 13 15 15 15 Voor hen, die in twee vakken werkzaam zijn en beneden ƒ 6.— per week verdienen . . . .!\ — — 13 — — — Voor hen,' die in twee vakken werkzaam zijn en beneden ƒ7.99 loon per week verdienen. . . — — 15 15 15 Beneden ƒ 7.99 per week — 15 15 15 Van ƒ 8.— tot ƒ 9.99 . .'f: . . . T^t . . — — — 20 20 25 Beneden ƒ 10.— per week 14 16 19 — • — — Van ƒ 10.— tot ƒ 12.99 . ' . . .*?**" . . 17 19 22 — — •— Van ƒ 10.—- tot ƒ 13.49 r$e¥*^?'t — — 25 25 30 Van ƒ 13.— tot ƒ 14.49 1;"." — 22 25 — — — Van ƒ 13.— tot ƒ 14.49 . .|| 20 — — — .— — Van ƒ 13.50 tot ƒ 14.99 — — — 28 28 33 Van ƒ 14.50 tot ƒ 15.99 . . . . — 25 28 — — — Van ƒ 15.— tot ƒ 16.99 23 — — 30 80 35 Van ƒ 16.— en daarboven — 27 30 — — — Van ƒ 17.— en daarboven 25 — 35 — — Van ƒ 17.— tot ƒ 18.49 !?!•■• — — — — 35 40 Van f 18.50 tot ƒ 20.99 . .....%...— — — | — 40 45 ' Van ƒ 21.— en daarboven '. . . . — — ' — I — 45 50 67 INTERNATIONALE BETREKKINGEN Van het onderhouden der Internationale betrekkingen werd reeds bij het jaar 1901 melding gemaakt. Op 9 Juni van dat jaar namen de Bondsbestuurders F. Mol en A. Reijnders aan een Bakkerscongres te Brussel deel. Daarop woonde een Belgische afgevaardigde het onze bij te Dordrecht, bij welke gelegenheid tevens een verzoek om steun werd overgebracht van de bakkersgezellen uit Cadix (Spanje). Er werd nu te Dordrecht onder de bakkers en onder de afgevaardigden eene collecte gehouden, waardoor ƒ 10.— naar Spanje kon worden opgezonden. Onderwijl had reeds uitwisseling van de vakbladen plaats met de Duitsche en Oostenrijksche Broederbonden. En het mag tot een der verdiensten van den Nederlandschen Bakkersgezellenbond gerekend worden, dat hij de eerste stoot ^gaf tot het stichten van het Internationaal Bakkerssecretariaat. De erkenning daarvan vindt men in de eerste oproep tot eene Internationale samenkomst: Hamburg 11 Januari 1905. Aan de besturen van de Bakkersbonden aller landen. Waarde Collega's! Door onze beroepscollega's in Nederland werd herhaalde malen bij ons aangedrongen dat onze bond het initiatief zou nemen, een internationaal congres te Hamburg bijeen te roepen. Ons congres te Dresden 1903 droeg het congresbestuur op, een rondvraag te richten aan alle broederbonden, of zij eventueel aan zulk congres deel konden nemen, en, als er eèn meerderheid voor te vinden was, een congres te Hamburg bijeen te roepen. Daar wij ons congres van dit jaar te Hamburg houden van 3 op 6 April, zoo houden wij het voor geraden, bijgaande rondvraag aan de gezamenlijke broederbonden te richten. Wij verzoeken toezending van de beantwoording daarvan tot ten laatste 15 Februari e.k. De volgende landelijke bonden komen hierbij in aanmerking: 1. Amerika; 2. Australië; 3. België; 4. Bohemen; 5. Denemarken; 6. Duitschland; 7. Engeland; 8. Italië; 9. Nederland; 10. Noorwegen; 11. Oostenrijk; 12. Zweden; 13. Zwitserland; Wij zouden gaarne als grondslag zien gesteld, dat, als minstens 8 bonden zich voor bijeenroeping van een congres verklaren, dit plaats zal hebben. Bij geringer deelname zal het plaats vinden daarvan tot een lateren tijd verschoven worden. Wij verzoeken evenwel de bonden voor 't geval zij zich tegen verklaren, de vragenlijst toch in te vullen en op te zenden, opdat uit de antwoorden de meening van de bonden in deze aangelegenheid door ons samengesteld kan worden. Met broedergroet, Het bestuur van de Bond voor r-ry': Bakkers in Duitschland O. ALLMAN. VRAGENLIJST 1. Kan het bestuur van Uwen Bond zich verklaren voor een congres, te houden op 7 en 8 April te Hamburg? 2. Zal Uwen bond door middel van het zenden van een gedelegeerde aan dat congres deelnemen.? 3. Zijt gij met het voorstel eens, dat iedere bond tot 1000 leden één afgevaardigde en voor iedere 2000 méér, nog een gedelegeerde zendt? 4. Zijt gij er voor, dat de onkosten van het congres (drukkosten, kosten van vertaling en wat dies meer zij) worden omgeslagen over alle bonden gemeenschappelijk, procentelijk gerekend naar het aantal leden.? 68 5. Als dagorde voor het congres te stellen: de bakkersbeschermingswetgeving betreffende 1 a. duur van den dagelijkschen arbeidstijd; b. van den wekelijkschen rustdag; c. verbod van nachtarbeid. 2 Den strijd tegen den nachtarbeid. 3 De wederzijdsche overeenkomsten van de bonden, betreffende overgang van leden, reis- werkloozen- en zieken ondersteuning. 4. Wederzijdsche ondersteuning bij werkstakingen, door het weren van de onderkruiperij; ook in financieel opzicht. 5. Is het doelmatig en noodzakelijk een internationaal secretariaat op te richten? 6. Wenscht ge nog verdere punten op de dagorde gesteld te zien? Over de vragenlijst moesten onze afdeelingen en daarna het congres nog gehoord worden. Soortgelijk ging het ook in andere landen. In elk geval, de Duitsche Bond zag zich genoodzaakt van het houden eener bijeenkomst in 1905 af te zien. Ze werd nu verschoven tot Augustus 1907 te Stuttgart, gelijktijdig met het Internationaal Socialistisch Congres. Aan dat Congres werd door onzen Bond om „financieele redenen" niet deelgenomen. Echter dateert vanaf dat congres de stichting der Internationale en vanaf 1907 werd dan ook door onzen Bond regelmatig contributie aan dat lichaam betaald, dewelke bepaald werd op 3 pf. per lid en per jaar. Doordat nu regelmatig correspondentie met de diverse buitenlandsche Bonden werd onderhouden, zocht het Bondsbestuur vriend J. Lousberg aan — destijds secretaris der afdeeling Utrecht —deze werkzaamheden op zich te nemen. Tot aller tevredenheid verrichte hij deze taak tot aan het einde van 1909. Het tweede Internationaal Bakkerscongres had in Augustus 1910 te Kopenhagen plaats, doch wederom werd uit geldelijk oogpunt door onzen Bond, daaraan niet deelgenomen. DE INTERNATIONAAL SE- Tengevolge van het herhaaldelijk afwezig blijven van de InternaCRETARIS IN HOLLAND tionale samenkomsten brachten de Duitsche bestuurders Oscar Allmann en F. Friedmann in den Zomer van 1911 een bézoekaan Engeland, België en Holland. Op 2 en 3 September 1911 werden openbare vergaderingen belegd te Amsterdam en Rotterdam. Almann sprak over „De stand der Internationale organisatie" en Friedmann over „De resultaten der loonacties van de Duitsche bakkers- en chocoladebewerkers". Deze vergaderingen waren zeer goed bezocht en droegen een bij uitstek leerzaam karakter. Uit dat bezoek vloeide voort, dat onze Bond betrekkingen met de Belgische collega's ging onderhouden, zoodat voorzitter en secretaris van onzen Bond eenige malen besprekingen in Brussel voerden tot het consolideeren der „Voedingscentrale". In Juli 1914 namen Roeg en Goudsmit deel aan het Belgische Bakkerscongres en de feestelijke herdenking van het 10-jarig bestaan van de afdeeling Antwerpen. Het was intusschen met de financiën van onzen Bond ook wat beter gesteld geworden en toen in 1917 de uitnoodiging van den Deenschen Bakkersgezellenbond kwam, tot deelname aan de feestelijke herdenking van zijn 25-jarig bestaan, viel schrijver dezes de eer te beurt naar Kopenhagen te gaan. Voor het eerst sedert het bestaan van het Internationale Bakkerssecretariaat — 1907 — werd nu persoonlijk kennis gemaakt met de afgevaardigden van de Broederbonden uit Duitschland, Oostenrijk, Zweden, Noorwegen en Denemarken. 69 TOT BESLUIT Aan het einde van ons vijf en twintig jarig overzicht gekomen, moet om het geheel te voltooien, een „slotwoord" gegeven worden. Wij zullen in dit besluit slechts grepen kunnen doen uit het voorgaande, slechts kunnen samenvatten wat bij de beschrijving voor onze oogen levendig oprees. En dan zien wij dat het zaad door het kleine, onbeteekende clubje van 1894 uitgestrooid, tot volle wasdom is gekomen, dat het plantje zich ontwikkeld heeft tot een knoestige, forsche boom die zijn takken naar alle richtingen uitstrekt, dicht begroeid met een weelderigen bladerkruin. Wij zien dat die Bond eenmaal tot rijpheid gekomen, alle stormen en aanvallen rustig kon doorstaan, biedend steun en schuilplaats aan duizenden zwakken en wijfelaars. Allengs werd de Bond in staat en van jaar tot jaar meer, om de werkgevers en de Regeering te noodzaken met zijn eischen rekening te houden. Dat bewijzen de getroffen loonregelingen in nagenoeg de meesten plaatsen waar afdeelingen van den Bond gevestigd zijn, dat bewijzen de wetontwerpen door elkander opvolgende regeeringen; ingediend en de 'verordeningen tot verbod van den nachtarbeid in nagenoeg alle beteekende plaatsen van ons land totstandgekomen. Voor wantrouwen, miskenning en bespotting, waaraan onze eerste strijders niet alleen bij de werkgevers, maar ook bij hunne eigen Kollega's blootstonden, is in de plaats gekomen, achting, waardeering en erkenning van het nut en de noodzakelijkheid van het bestaan der organisatie. En wanneer thans de voormannen van den Bond en hunne medebestuurders in de afdeelingen, met trotsch het hoofd opheffen voor den zuil van macht en invloed die zij zich gesticht hebben, dan kunnen zij dat doen met het volste recht en met het diepste gevoel van innig geluk, omdat zij daarvoor jarenlang geijverd, gestreden en zich opofferingen getroost hebben. Van de vele acties en gebeurtenissen gaat mij juist voorbij de staking van Koek- en Biscuitbakkers van de firma ter Haak in Alkmaar. Dat was in 1909. Die staking duurde twee volle maanden en omvatte 24 personen plus eenige jongens en meisjes. Die staking moest als verloren worden beschouwd en opgeheven. Dat besluit werd genomen op een bovenzaaltje van Café „Voorwaarts" op de Oude Gracht te Alkmaar. En daarbij zie ik ze zitten, enkelen van onze veteranen met gebalde vuisten uit woede en met tranen in de oogen van onmacht. Aan geld ontbrak het tijdens dien strijd wel niet, want er werd veel geofferd door kollega's en ook veel opgehaald bij buitenstaanden die met onzen strijd symphatiseerden, maar grootendeels moest de Bond er zelf voor zorgen. In die dagen was schrijver dezes ook Bondspenningmeester en dat was nu juist niet het vroolijkste baantje. Ons kantoor was in de le Jan van de Heijdenstraat en eens per maand kwam de huisbaas om ƒ 25.—. Maar nooit heb ik zoo voor een huisbaas gebeefd als in die dagen. Want hij moest nu al ƒ 50.— hebben van twee maanden, waarvoor hij zich niet liet wegsturen. Nog nooit heb ik iemand zoolang tevergeefsch laten bellen als dien middag. Ik geloof dat kameraad Vernooys, die toen penningmeester van de afdeeling Amsterdam was, mij uit de moeilijkheid kwam verlossen. • * • Er is veel veranderd en veelal tengoede, dank zij de taaie moed en volharding van zoovele dapperen in heel het land. Groote dank en waardering vervuld ons voor al die vrienden en medestrijders, zoowel voor de weinigen in dit geschrift genoemd, als ook voor de honderden die hier onvermeld moesten blijven. Slechts even rusten wij bij den mijlpaal van dit kwart eeuw van strijd en propaganda; en allen aanschouwen we vol eerbied en voldoening het werk van zoovele hoofden en warm kloppende harten; maar dan gorden we ons weer aan, scheppen nieuwe moed Jen strijdlust en werpen ons in de volle branding van het onrecht der maatschappelijke tegenstellingen, om voor al de onzen en onze kollega's te vechten, voor een maatschappij vol van zonnevreugd en menschengeluk, waarboven hoog uit zal tronen de burcht van onzen Bond. Voorwaarts naar nieuwen strijd, vooruit naar meerdere overwinningen I LEVE DE ALOEMEENE BOND VAN BAKKERS EN BROODBEZORGERS, KOEK-, BANKET, CHOCOLADE- EN SUIKERBEWERKERS! HOOG, HOOG ONS DIERBAAR PAND, DE ORGANISATIE! 70 BEKNOPT VERSLAG NOPENS DEN TOESTAND EN DE VERRICHTINGEN VAN DEN BOND VAN 1 JANUARI 1916 TOT 31 DECEMBER 1918 ] ALGEMEENE BESCHOUWINGEN [ In zijne Algemeene Bestuurs-vergadering van 24 Maart 1918 besloot het Bondsbestuur als naar gewoonte, een verslag uit te geven. Met het oog op de crisis echter, in beknopt formaat. Kort na dien werd dat besluit echter ingetrokken en besloten, het overzicht te laten samenvallen met de verschijning van een gedenkboek in 1919, ter gelegenheid van het 25 jarig bestaan van den Bond. En na het verhandelde in het eerste deel van deze uitgave, kan het volgende driejaarlijksch verslag uit den aard der zaak kort zijn. De jaren 1916, 1917 en 1918 waren voor wat de ontwikkeling van onzen Bond betreft en de resultaten door hem bereikt, zeer bevredigend. Te meer wanneer we in aanmerking nemen de steeds sterker ingrijpende, bezwarende maatregelen van overheidswege voor het bakkersbedrijf en het grondstoffengebrek, alsook de kolenschaarschte voor de cacao- en chocoladeindustrie. Ondanks de slechte toestand in het bakkersbedrijf en de gedrukte verhoudingen in de chocolade- en suiker-industrie was het de Bond mogelijk voor tienduizenden kollega's, enorme bedragen winst aan loon te kunnen bereiken. En trots de geweldige slapte en het afschrijven van honderden leden wegens militaire dienst, kunnen wij eene vooruitgang in ledental boeken, van 2925 op 1 Januari 1916 tot 5149 op 1 Januari 1919. Dat voor het bereiken van deze rusultaten enorm veel arbeid moest worden verricht en het samenspannen van alle krachten in den Bond moest worden gevorderd, zal ieder begrijpen. Wij hopen daarvan in de volgende bladzijden een beeld te geven, doch doen zulks niet, alvorens een oprecht woord van waardeering te uiten voor de honderden functionarissen onder de afdeelingsbesturen en evenveel actieve Bondsmakkers, die ons in dat moeilijke werk dag aan dag hunne trouwe hulp en medewerking verleenden. DE RANTSOENEERINQ :: Op 24 April 1916 kwam van het departement van Landbouw, Nijverheid en Handel de maatregel af, dat er uitsluitend bruinbrood mocht worden gebakken. Deze maatregel bleef tot aan 24 Juni van dat jaar van kracht. Het Bondsbestuur dat van deze maatregel groote werkloosheid vreesde, vroeg terstond eene audiëntie met den Minister aan, dewelke op 19 April plaats had, waaraan Hillebregt, Goudsmit en Roeg deelnamen. De Minister was van zijn maatregel niet af te brengen, doch verklaarde nadrukkelijk, dat van de Bruinbroodmaatregel geen enkel ontslag nog loonsvermindering het gevolg mocht zijn. Van deze uitslag werden alle kollega's in het land door middel van een manifest, terstond in kennis gesteld Uit deze circulaire stippen wij aan: „Zooals u uit de pers zal zijn bekend geworden, heeft uw bestuur Woensdag met den minister over zijn maatregel geconfereerd. Het resultaat van die conferentie is, dat de in uitzicht gestelde maatregel komt en het bakken van witbrood beslist verboden zal zijn. Daarentegen heeft de minister uitdrukkelijk verklaard, dat de arbeiders, die tot nu toe regelmatig in en ten dienste van de bakkerij arbeid hadden, ook bij het verbod van witbrood te werk gesteld moeten blijven. Dit geldt niet alleen voor bakkers, maar ook voor bezorgers. Ook indien de normale verdiensten, tengevolge van minder werkuren of tengevolge van minder broodverkoop, zullen dalen, dan zal de minister zulks voor den wellicht betrekkelijk korten tijd dat deze maatregel noodzakelijk is, niet toestaan. De minister zal het op prijs stellen indien hij 'regelmatig door ons bestuur op de hoogte gehouden wordt van den gang van zaken te dezen opzichte, zoodat elk ontslag of gebleken loonsvermindering, te zijner kennis komt. Daartegen zal dan sterk opgetreden worden. Dit is het voornaamste wat wij meenden u te moeten zeggen. Daaruit moet nu volgen dat ieder uwer zich precies houdt aan wat de bond van u verlangt, le. Wanneer één uwer wordt ontslagen of vermindering van loon krijgt, dient hij daarvan direct mondeling bij het afdeelingsbestuur kennis te geven; 2e. Ook wanneer een niet-lld werkloos wordt, doet ge daarvan mededeeling, met opgave van naam en adres." 75 Tegelijk met deze werden spoedvergaderingen in een 14 tal afdeelingen van den Bond aangekondigd Voorts werd eene circulaire verzonden aan alle patroons en fabrikanten in heel het land waarin o.m gevraagd werd: le. Alle werklieden, die de afgeloopen weken in uwe dienst waren, hetzij als vaste of als los-vaste arbeiders, ook in de komende weken in dienst te houden en hun het volle, vastgestelde weekloon te blijven doorbetalen, ook indien er een aantal uren per week minder mocht worden gewerkt. 2e. De broodbezorgers, die volledig of gedeeltelijk op provisie loopen, voor den tijd dat de regeeringsmaatregel zal gelden, het normale loon uit te betalen, ongeacht of de verkoop gelijk is gebleven of eenigzins gedaald is. Onder het normale loon zouden wij willen verstaan, datgene wat in de week van 9—15 April ten volle is uitbetaald. Per 13 Mei werd in een uitvoerig adres aan den Minister kennis gegeven van diverse gevallen van ontslag die desondanks hadden plaats gehad. Toen op 24 Juni 1916 weer de Bruinbroodmaatregel opgeheven werd, konden wij, dank zij het krachtig agiteeren van den Bond constateeren, dat nagenoeg geen slachtoffers waren gevallen. CHOCOLADE EN SUI- De goede gang van zaken in de chocolade en suikerwerkbedrijven KERWERK INDUSTRIE van 1915 zette zich ook in 1916 goed in. Doordat tijdens de oorlog, de cacaopoeder belangrijk meer dan vroeger en vooral in de oorlogvoerende landen, als uitstekend voedingsmiddel gewaardeerd weid, bleef de vraag voor dat artikel voor het buitenland, sterk aanhouden. Onze fabrikanten waren voor den aanvoer van cacao nu uitsluitend op de Londensche markten aangewezen. Het is bekend dat Engeland, onder garantie van de Nederlandsche Overzee Trust Maatschappij de aanvoer van ruwe cacao weinig moeilijkheden in den weg legde. Vooral in de eerste helft van 1916 gingen enorme hoeveelheden chocolade en poeder met een suikergehalte van 40 pCt. en van 35 pCt. vetgehalte onze grenzen over. Toen zulks in Maart 1916 naar de inzichten van de N. O. T. te groote afmetingen had aangenomen stelde zij de fabrikanten zulke bezwarende bepalingen, dat de diverse fabrikanten tot ontslag en stopzetten der werkzaamheden moesten overgaan. De firma Bensdorp in Bussum ontsloeg 200 losse arbeiders en te Amsterdam 60, Kwatta te Breda 75, Rademaker Den Haag, met inbegrip van jeugdige personen circa 150, Grootes Zaandijk 56, terwijl hier en daar meerdere personen in aanmerking kwamen. Gelukkig heeft deze situatie zich weer in enkele weken hersteld doordat nog 18286 in ons land aanwezige balen cacao den fabrikanten werden vrijgegeven. In den aanvang van 1917 kwamen er groote moelijkheden voor deze industrie door kolengebrek, waardoor inkrimping van werkuren of gedeeltelijk verzuim hier en daar plaats had, terwijl in de loop des jaars de poederproductie gaandeweg achteruitging. Aan het einde des jaars was de werkloosheid onder deze branche beduidend toegenomen. Voorwat de suikerwarenbedrijven betreft, hadden vooral de fabrikanten van drop en gom, met gebrek aan grondstoffen te kampen. TOESTAND IN 1918 :: Voor het Bakkersbedrijf stond 1918 in het teeken van sterk ■;"■»■ verminderde broodrantsoenen en oploopende broodprijzen. Zoowel van patroons als van gezellen zijde moest er krachtig bij de regeering op worden aangedrongen, door restitutie op het regeeringsmeel, het bedrijf loonender te maken. Meer nog dan van de zijde der gezellen werd daartoe door de patroons met „staking" gedreigd; wij herinneren daartoe b.v aan de groote patroonsmeeting op 29 Januari 1918 in Bellevue te Amsterdam, ter bespreking van de onhoudbare toestand in het bakkersbedrijf. Voor de cacao-,chocolade- en Suikerwarenbedrijven was 1918 een jaar van sterke depressie, vooral wat de rantsoeneering en het gebrek aan suiker betreffen. Werd in 1917 nog 7861 ton ruwe cacao ingevoerd, in 1918 kwam dat cijfer niet hooger dan 2300 ton. 76 [ ] BOND EN AFDEELINGEN [ ] BONDSBESTUUR :: Op 1 Januari 1916 was het Bondsbestuur als volgt samengesteld: A. Hillebregt, Voorzitter; I. Goudsmit, Secretaris-Penningmeester; J. Kurk, 2e Voorzitter; P. J. Witte, 2e Secretaris; B. Roeg, 2e Penningmeester; C. C. Wilders en G. Trompetter. Deze 7 vormden het dagelijksch bestuur, waarbij als verspreide leden zitting hadden: H. Wils, uit Enschede en A. v. Heel uit Rotterdam. Het bestuurslid L. de Visser uit Den Haag dat door de Algemeene Bestuursvergadering van Zondag 27 Juni geschorst werd, bleef dat tot aan de algemeene vergadering van 4 en 5 Juni 1916. In de vergadering van het dagelijksch bestuur van 8 Februari 1916 werd kennis genomen van een schrijven van het lid G. Trompetter waarin hij te kennen gaf, wegens voortdurende militaire dienst, als bestuurder te moeten bedanken. In zijn plaats werd door de afdeeling Amsterdam voorzien door de verkiezing van den banketbakker A. Polak. Wegens verlaten van het bedrijf zag P. J. Witte in Juni 1916 zich genoodzaakt als lid van den Bond te bedanken. De algemeene vergadering van 1916 koos in zijn plaats de chocoladebewerker R. Sakes en in de plaats van L. de Visser werd W. Winterdijk gekozen, terwijl als 4e verpreid lid P. Ferwerda uit Leeuwarden gekozen werd. Wegens huiselijke omstandigheden zag R. Sakes zich in October 1917 genoodzaakt als bestuurslid te bedanken. In zijn plaats werd door Amsterdam II J. de Vries aangewezen. Wegens aanstelling van W. Winterdijk tot districtsbestuurder te Amsterdam, zag deze zich genoodzaakt, zich als verspreid hoofdbestuurslid terug te trekken. De afdeeling Den Haag wees in zijn plaats J. van Putten aan. Op 1 Januari 1918 was door al deze mutaties het hoofdbestuur als volgt samengeteld: 1 A. Hillebregt, voorzitter; 2 I. Goudsmit, Secretaris; 3 B. Roeg, Penningmeester; 4. J. Kurk, 2e voorzitter; 5. A. Polak, 6. J. de Vries, 7. C. C. Wilders, bestuursleden, vormend het dagelijksch bestuur; 8. H. Wils, Enschede, 9. A. v. Heel, Rotterdam, 10. P. Ferwerda, Leeuwarden, 11. J. v. Putten, Den Haag, verspreide leden. 1918 Bracht slechts een enkele wijziging in het Bondsbestuur, doordat voor C. Wilders, die bode van de afdeeling Amsterdam werd, de cacaobewerker J. Draak werd gekozen. VERLOOP VAN HET LEDENTAL Op 1 Januari 1916 bedroeg het ledental 2925 Totaal ingeschreven in 1916. 2473 Totaal afgeschreven in 1916 1772 Meer ingeschreven dan afgevoerd — 701 Ledental per 1 Januari 1917 3626 Totaal ingeschreven in 1917 2481 Totaal afgeschreven in 1917 1648 Meer ingeschreven dan afgevoerd — 833 Ledental per 1 Januari 1918 4459 Waarvan vrouwelijke leden 91 Totaal ingeschreven in 1918 2942 Totaal afgeschreven in 1918 2252 Meer ingeschreven dan afgevoerd 690 Ledental per 1 Januari 1919 5149 Waarvan vrouwelijke leden 199 77 Onderverdeeld naar de diverse rubrieken waren de redenen van het verloop als volgt: TOEGETREDEN: 1917 1918 Nieuwe-entreebetalenden 2263 2255 Van andere bakkersorganisaties 91 0 59s) Van andere organisaties uit een ander bedrijf .7 29*) Opheffing van bedanken . 112 138 Totaal ingeschrevenen 2473 2481 AFGESCHREVEN werden wegens contributiebezwaren 85 37 Uit het bedrijf. 356 330 Vertrek zonder adres 100 63 Militairen dienst 92 145 Intrekking van aanmelding 240 185 Naar ean andere organisatie 25 9 Geschrapt voor contributieschuld 173 243 Zonder opgaaf van redenen , . 654 592 Overlijden 13 13 Patroon geworden 18 16 Royementen om verschillende redenen 15 5 Naar het buitenland vertrokken 1 — Principieele redenen — 104) Totaal afgevoerd 1772 2648 l) Hierbij zijn 50 leden van het Ziekenfonds „De Vriendschap" te Leiden. ') 16 Overgekomen uit eene plaatselijke vereeniging te Bussum. 8) 10 Uit de afdeeling van den Transportarbeidersbond te Nijmegen. 4) 10 Om verworpen voorstel, tot afscheiding van den Haagschen Bestuurdersbond. 78 TOEGETREDEN EN AFGEVOERDE LEDEN OVER HET JAAR 1918. TOFTRFDlNfiFN le kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal Over 1918 dbhedwimp lUhlKbUINÜEN | igi8 | 1Q18 lgl8 lgi8 toegetrede„ BEMERKING Nieuwe leden • • 963 462 452 676 2553 Opheffing van bedanken ») . . . : < . . . 39 19 24 80 162 Daaronder zijn obk Van andere afdeelingen 50 22 26 57 155 aangeteekend de uit Van andere organisaties. ......... 27 9 8 8 52 Militairen Dienst terugVan andere organisaties uit een ander bedrijf .5 6 3 6 20 gekeerde leden. Totalen I •> . . . . 1084 518 518 827 2942 Er traden toe over neven vermelde kwartalen: Mannen , 999 505 461 738 2703 Vrouwen 85 13 52 89 239 AFvnFPiNrjFM le kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal I Over 1918 Dc«cm/nin AFVOERINGEN ,gi8 | ,gi8 igig ^ afgevoerd BEMERKING Contributiebezwaren 3 3 2 11 19 Uit het bedrijf 95 158 127 131 511 2) Van het totaal aantal Vertrokken zonder adres 13 20 19 40 92 nieuw ingeschreven le- Militaire dienst 50 58 81 24 213 den bedraagt het percen- Intrekking van aanmelding 78 41 42 34 195 tage der afschrijvingen: Naar een andere afdeeling 50 22 26 58 156 a. voor mannelijke Contributieschuld 56 48 59 60 223 leden .... 78% Zonder opgave van redenen . 104 127 116 161 508 b. voor vrouwelijke Overlijden ..' 5 3 7 30 45 leden . . .-.55% Patroon gewordeu 3 6 6 6 21 Royement diverse redenen 3 3 3 19 28 Laksheid 27 40 41 29 137 Naar andere organisaties in het bedrijf.... 16 20 26 42 104 Totalen 503 549 555 645 2252 Er werden over nevenstaande kwartalen afgevoerd: Mannen 445 520 540 616 2121 2) Vrouwen 58 29 15 29 131 Het ledental op 1 Jan. 1918 bedroeg. . 4459, waarvan 4368 m. en 91 vr. Tegenover 43 vrouwelijke leden op 1 Januari 1916. stond Ingeschreven leden over 1918 . . . . 2942, „ 2703 „ „ 239 „ . . „„ , . . t2j, ^i2 . . , . „s _ ' ^ " dat aantal op 1 Januari 1917 op 49 en wel in de plaatsen: Tezamen 7401, » 7071 „ „ 330 „ Afgevoerde leden over 1918 2252, , 2121 , . 131 , Amsterdam I 3, Amsterdam II 18, Enschendé 1, 's GravenHet ledental op 31 Dec. 1918 bedroeg . 5149, „ 4950 „ „ 199 „ hage 11, Groningen 1, Weesp 14 en Zierikzee 1. Bij het overschrijden van het vijfduizend-ledental 1 April 1918. De Algemeene Bond en zijn tegenvoeters. De werkers van den trog en oven Voor des meesters wraak nog bang, Misten eigen kracht geheel, Bleven afgezonderd sloven. Tegen slaafschheid en vooroordeel, Streden dapperen jarenlang. Dan, de Algemeene Bond rees op, Ontwarde Christelijk en Neutraal getreuzel, Hief zijn vaandel hoog in top, Ging bergopwaarts, flink en forsch! Geïsoleerden, stram, verdwaasd nu staren Naar moed en durf van den Kolos. Dadendrang is nu geboren, Immer zwelt het leger aan, De werkers zien d'ochtend gloren, Hen wenkt bereids een nieuw bestaan. Broodbereiders, Suikervormers, en Gij Aanverwanten op, Voert Uw Bond naar nieuwen luister, naar den gindschen zegetop. We laten hier weer, evenals in onze vorige verslagen, de cijfers van vooruitgang in ledental volgen vanaf de reorganisatie van den Bond, alzoo vanaf 1 Juli 1907. Vooruitgang Achteruitgang DATA Ledental i Absoluut Procent Absoluut Procent 1 Juli 1907 742 —' — 31 Maart 1908........ 993 251 34 31 December 1908 ...... 1360 367 . 37 31 „ 1909 1500 140 10 31 . „ 1910 1629 129 8.6 31 „ 1911 1827 198 12 31 „ 1912 1762 — — 65 3.6 31 f 1913 2506 744 42.1 31 „ 1914 2346 — — 160 6.3 31 , 1915 2925 579 24.8 31 „ 1916 3626 701 29.9 31 „ 1917 4459 833 23 31 „ 1918 5149 690 15.7 Naar men ziet is de absolute vooruitgang in 1917 grooter dan in alle voorgaande jaren. Van den procentelijken groei kan dat niet gezegd worden. Naar men ziet hebben wij in de beide afgeloopen jaren in dat opzicht nog lang niet het recordjaar 1913 bereikt. Hoewel er alle reden tot tevredenheid is, moeten we ons toch inspannen het procentelljk cijfer 42.1 van 1913 te slaan. Hopen wij dat zulks in 1920 het geval zal zijn. LEDENTAL NAAR^DE BRANCHES. Chocolade- JAAR Bakkers uBrood- en Suiker- Koek-en TOTAAL bezorgers bewerkers Banketbakkers 1912 1223 402 45 92 1762 1913 1816 391 176 123 2506 1914 1619 428 218 81 2346 1915 1935 503 355 132 2925 1917 2584 988 562 325 4459 1918 2728 1079 862 430 5149 -4- 50 depóth. 82 ■ LEDENTAL DER AFDEELINGEN. AFDEELINGEN 1 Jan. 1918 1 Jan. 1919 Vooruit * Achteruit I I 1. Alfen a.d. Rijn — 7 1918 opgericht 2. Alkmaar 16 23 7 = 43.75 pCt. 3. Almelo — 20 1918 opgericht 4. Amsterdam I. . . . t . 1582 . 1503 79 = 4.36pCt. 5. Amsterdam II 148 271 123 = 83.10 pCt 6. Amersfoort ...... 48 33 15 31.23 pCt. 7. Apeldoorn 36 45 9= 25 pCt. 8. Arnhem. . 65 63 2 = 3.33pCt. 9. Assen 18 13 5 = 2.77pCt. 10. Breda 146 132 14 = 9.58pCt. 11. Bussum 37 37 Gelijk 12. Correspondeerende Leden. 49 62 13 = 26.5 pCt. 13. Capelle o.d. IJssel. ... 17 Opgericht in 1918 14. Delft 16 13 3=18.75pCt. 15. Deventer. 35 68 33 = 44.28 pCt. 16. Dordrecht 68 82 14 = 20 pCt. 17. Edam 8 5 3 = 37.5pCt. 18. Eindhoven 16 15 l=6.25pCt. 19. Enschede 72 63 9=12.5pCt. 20. Gorinchem ...... — 12 Opgericht 1918 21. Gouda — 67 „ „ 22. 's-Gravenhage 557 602 45 = 8.07 pCt. 23. Groningen 70 90 20 = 28.59 pCt. 24. Haarlem 75 156 81 = 108 pCt. 25. Harlingen 9 12 3 = 33.33pCt. 26. Heerenveen 29 21 8 = 36.36pCt. 27. Heerlen 23 25 2 = 8.69pCt. 28. den Helder 26 24 2 = 7.69pCt. 29. Hengelo 13 12 l=7.69pCt. 30. Hilversum. ...... 43 42 l=2.32pCt. 31. Hoorn 7 10 3 = 4.28 pCt. 32. Joure. . . \ % ... . 8 — Opgeheven 1918 33. Leeuwarden 120 120 Gelijk 34. Leiden 127 151 24=18.89pCt. 35 Maarsen — 8 Opgericht 1918 36 Maastricht. 41 36 5=12.19pCt. 37 Meppel ....... 10 10 Gelijk 38. Middelburg 28 32 4=14.28pCt. 3a Nijmegen 22 23 l=4.54pCt. 40. Purmerend 9 8 l = ll.llpCt. 41. Rotterdam I . 298 404 106 = 35.56 pCt. 42. Rotterdam II 94 104 10 = 10.63 pCt. 43. Schiedam. 49 53 4 = 8.16pCt. 44. Sneek ■ 9 — Opgeheven 1918 45. Tiel 17 Opgericht 1918 46. Utrecht 122 164 42 = 34.43 pCt. 47. Steenwijk ....... — 12 Opgericht 1918 48 Vlaardingen 25 17 8 = 3.28pCt. 49. Wageningen 15 11 4 = 2.66pCt. 50. Weesp 77 162 85 = 110.38 pCt. 51. Winschoten 7 7 Gelijk 52. Winterswijk 12 12 Gelijk 53. Wormerveer I 19 15 4 = 21.05pCt. 54. Wormerveer II 34 51 17 = 50pCt. 55. IJmuiden 18 23 5 = 27.77pCt. 56. Zaandam ■. 40 60 20 = 50pCt. 57. Zeist _ 15 Opgericht 1918 58. Zuid-Scharwoude .... 7 5 2 = 28.57pCt. 59. Zutfen ........ 20 . 33 13 = 65pCt. 60. Zwolle 36 51 | 15 = 41.66pCt. In Jan. 1918 totaal 4459. 1 Jan. '19 5149. Vooruitgang 690 = 15.69"/,. 83 25 Afdeelingen gingen vooruit in Ledental, waarvan 2 n.m. Haarlem en Weesp met meer dan 100 %• De vooruitgang was in die 25 Afdeelingen 699 Leden. 19 Afdeelingen gingen achteruit met 167 leden, waarvan Amsterdam I met 79 leden. Vijf Afdeelingen bleven gelijk in ledental. De in 1918 opgerichte afdeelingen telden op 1 Januari 1919 175 leden. De in 1918 opgeheven afdeelingen telden op 1 Januari 1918 17 leden, waarvan 5 nog van Sneek, naar de correspondeerende leden zijn overgegaan. Vooruitgang is dus van 25 Afdeelingen 699 leden. Opgerichte afdeelingen 175 „ — Totaal 874 leden Achteruitgang in 19 Afdeelingen ... 167 leden. Opgeheven afdeelingen 17 Totaal 184 leden Meer vooruitgegaan dan achteruit totaal = 690 leden Aantal afdeelingen 1 Januari 1918 50 Opgerichte „ in 1918 10 Totaal . . 60 Opgeheven afdeelingen Doetinchem, Joure en Sneek ..... 3 Aantal afdeelingen 1 Jan. 1919 . . 57 LEDENTAL ADSPIRANTEN. Plaatsnamen. 1 Aug. 1 Sept. 1 Oct. 1 Nov. 1 Dec. 1 Jan. 1919 Amsterdam .... 9 11 29 23 26 22 Almelo 3 3 3 3 3 Breda 2 2 4 10 10 9 Correspondeerende . 2 3 2 2 1 2 Doetinchem ..... — — — 2 2 Eindhoven .... — 1 i i i i Enschede 1 1 i 1 ] i Gouda 6 11 16 16 . 16 13 's-Gravenhave ... 11 9 11 15 17 14 Leiden — — 1 i Meppel 1 1 i i i i Maarssen — — — _ i Purmerend .... — — — — 1 i Rotterdam .... — 2 5 5 6 1 Steenwijk .... — — 1 1 l l Zwolle 6 6 9 6 6 *" 32 50 80 89 94 76 84 Duur van het Amsterdam Rotterdam Den Haag I Geheele Bond Lidmaatschap Korter dan Vi jaar. . 210 is 11.84pCt. 131 is 25.79pCt. 110 is 18.27pCt. 859 is 16.68pCt. Langer dan Vi jaar, nog geen jaar 135 „ 7.61 „ 91 , 17.91 „ 66 „ 10.96 „ 750 „ 14.57 „ 1 jaar ...... 285 „ 16.06 „ 154 „ 30.31 „ 210 „ 34.88 „ 1076 „ 20.90 „ 2 „ 292 „ 16.46 „ 35 „ 6.89 „ 87 „ 14.45 „ 656 „ 12.74 „ 3 „ 231 „ 13.01 „ 42 „ 8.27 „ 36 „ 5.98 „ 441 „ 8.57 „ 4 „ 160 „ 9.02 „ 4 „ 0.79 „ 8 „ 1.33 „ 247 „ 4.80 „ 5 „ . 173 „ 9.75 „ 7 „ 1.38 „ 26 „ 4.32 , 393 „ 7.63 „ 6 „ 45 „ 2.54 „ 3 „ 0.59 „ 28 „ 4.65 „ 152 „ 2.95 „ 7 „ 55 „ 3.10 „ 2 „ 0.39 „ 7 „ 1.17 „ 110 , 2.13 „ 8 „ 52 „ 2.93 „ 3 „ 0.50 „ 2 „ 0.33 „ 85 „ 1.65 „ 9 „ 33 „ 1.86 „ 2 „ 0.39 „ 3 „ 0.50 „ 80 „ 1.55 „ 10 „ 52 „ 2.93 „ 4 „ 0.79 „ 5 „ 0.83 „ 114 „ 2.21 „ 11 „ 18 „ 1.01 , 36 „ 0.70 „ 12 „ 4 „ 0.23 „ 4 „ 0.79 , 1 „ 0.17 „ 19 „ 0.37 „ 13 6 „ 0.34 „ 4 „ 0.79 „ 2 „ 0.33 „ 21 „ 0.41 „ 14 „ 4 „ 0.23 „ 4 „ 0.79 „ 2 „ 0.33 „ 22 „ 0.43 „ 15 „ ...... 4 „ 0.23 „ 9 „ 1.77 „ 2 „ 0.33 „ 19 „ 0.37 „ 16 „ 17 „ 18 „ [ 6 „ 0.34 „ 8 „ 1.57 , 3 „ 0.50 „ 42 „ 0.82 „ 19 „ 20 , 21 „ ï 22 23 " | 9 „ 0.51 „ 1 „ 0.20 „ 4 „ 0.67 „ 27 , 052 „ 24 I j | ' I 1 - , ; - Totaal . . . jl774 is 100 pCt. | 508 is 100 pCt. ] 602 is 100 pCt. |5149 is 100 pCt. LEEFTIJD VAN DE LEDEN IN DEN GEHEELEN BOND. [ 1 Jan. 1919 | 1 Jan. 1918 | 1 Jan. 1919 I 1 Jan. 1918 16—17 jaar 216 is 4.20 pCt. 7.45 pCt. | Transport 4442 is 86.28 pCt. 86.19 pCt. 18—20 „ 451 „ 8.76 , 5.08 „ N 51—55 jaar 288 „ 5.59 „ 5.63 „ 21—25 „ 742 „ 14.41 „ 12.71 „ 56—60 „ 231 „ 4.49 „ 4.52 „ 26—30 „ I 756 „ 14.68 „ 16.33 „ 61—65 „ 120 „ 2.34 „ 2.32 „ 31—35 „ 784 „ 15.23 „ 15.12 „ 66—70 „ 52 „ 1.01 „ 1.03 „ 36—40 „ 582 „ 11.30 „ 11.66 J 71—75 „ 11 „ 0.21 „ 0.22 „ 41—45 „ 510 „ 9.91 , 10.04 „ \ 76—80 „ 3 „ 0.06 „ | 0.06 „ 46—50 | 401 „ 7.79 „ | 7.80 „ || 81—85 „ 1 „ 0.02 „ | 0.02 . Transport. | 4442 is 86.28 pCt. | 86.19 pCt. || Totaal 5149 is 100 pCt. | 100 pCt. 85 LOONACTIES 1916 :: :; Nauwelijks was het jaar 1915 verstreken of in Januari 1916 had te Utrecht plaats het looncongres, uitgeschreven voor de 16 grootste afdeelingen van den Bond. Daar werd als eisch gesteld, dat de loonen met minstens twee gulden per week sedert het uitbreken van den oorlog dienden omhoog te gaan. Na langdurige onderhandelingen met de werkgevers, werden de volgende resultaten verkregen: Te Amsterdam, Utrecht, Den Haag en Leiden kwamen tarief overeenkomsten met de werkgevers tot stand, waarbij de loonen in die plaatsen onderscheidenlijk met ƒ 1.—, ƒ 1.50 en ƒ2.— per week vooruit gingen. Breda. Hier kwam een collectief contract voor bakkers en bezorgers tot stand, waarbij de loonen voor 26 personen elk ƒ 2.— ; 8 personen elk ƒ3.— ; 4 personen elk ƒ 1.— ; 1 persoon ƒ 0.50; 2 personen elk ƒ 4.— vooruit gingen, benevens een arbeidstijdverkorting van circa 5 uren per persoon en per week. Den Haag. Behalve de verbeteringen van het algemeen tarief, brachten de contracten bij de volgende coöperaties verbetering: „De Hoop" 86 personen ƒ 148.25 per week, „Eendracht" 6 personen ƒ 6.— per week, benevens aan „De Hoop" voor 40 personen elk een uur arbeidstijdverkorting. Dordrecht. Bij den koekfabrikant Kramer voor 14 personen j 9.— verhooging per week. Arnhem. Voor gehuwde gezellen in het particulier bedrijf werd 10 procent toeslag verkregen. Assen. Voor het personeel der coöperatie „De Dageraad" werd een verbeterd collectief contract afgesloten met voor ieder ƒ 1.— loonsverhooging. Eindhoven. Verbeterd contract onder aftrek van reeds vroeger vermelde duurtetoeslagen aan de coöperatie „Helpt Elkander". Enschedé. Hier werd met goed resultaat in samenwerking met de religieuse organisaties eene actie gevoerd tot verbetering van het collectief contract. Voor 53 personen werd ƒ 64.50 loonsverhooging per week bereikt en voor 39 personen 277 uren arbeidstijdverkorting. Groningen. Toeslag aan de coöperatje „De Toekomst". Harltngen. Verbetering collectief contract. Leeuwardeu. Contractverbetering en extra duurtetoeslag plus afzonderlijke verbetering aan de coöperatie „Excelsior". Voor Leiden verhouden zich de cijfers als volgt: a. Broodfabriek „Ceres": invoering tarieven, voor 19 personen ƒ 21.30; b. Koekfabriek „Holland": partieel optreden 21 personen ƒ 17.50; c. Coöperatie „Ons Doel": verkregen contract 8 personen ƒ 11.— ; d. Biscuitfabriek „Natrix": partieel optreden 27 personen ƒ 33.50; e. Leidsche Broodfabriek: in verband met tariefactie 28 personen ƒ 34.50 ; ƒ. Coöperatie „Vooruit": verbetering contract voor 24 personen ƒ 22.— per week; g. Firma Hus: partieel optreden 6 personen ƒ 18.—; h. N.V. Rembrandt, drop- en suikerwerkers 4 personen ƒ 3.—; /. Van Noord (Broodbakkerij) 4 personen ƒ 6.—. Totaal 141 personen ƒ 166.80. Bij de Leidsche Broodfabriek werd voor 28 personen eene arbeidstijdverkorting ingevoerd tot 84 uren per week. Sneek. Collectief contract met coöperatie „Werkmansbelang". Utrecht. Verbeteringen in 10 ondernemingen tengevolge van de algemeene tariefactie. Voor de Cacao-, Chocolade- en Suikerbewerkers werden looneischen gesteld in Amsterdam, Breda, Den Haag, Rotterdam, Wormerveer en Weesp. Amsterdam. Meisjes in dienst bij de firma Franken, benevens een 10-tal suikerwerkers van de firma Bensdorp, gingen met ƒ 1.— a ƒ 1.50 per week vooruit. Apeldoorn. Aan de suikerwarenfabriek De Ruiter verkregen wij voor 1 lid ƒ 1.— loonsverhooging. Breda. Invoering nieuwe loonregeling aan „De Kwatta" in samenwerking met den R.-K. Bond. Den Haag. 18 personen van Rademaker gingen elk ƒ 2.— en 8 volwassenen van Paré ƒ 1.— a ƒ 1.50 per week vooruit. Rotterdam. De verbeteringen betreffen de firma's Hammelberg, Ringers, De Koning, Lemm <£ Co. en Roodhuizen. Wormerveer. Verbeterde loonregeling bij de firma Pette met inbegrip voor de meisjes. Weesp. Na conferentie en correspondentie met de firma v. Houten werd loonsverhooging bereikt. Ook de meisjes in de productie-afdeeling gingen met ƒ 0.50 vooruit. 86 De totaal bereikte resultaten zijn voor 1916 Voor bakkers, banketbakkers en bezorgers alsvolgt: •- Loons- Arbeidstijd- g verhooging verkorting PLAATSEN Aantal » * . M , Aantal | betrokken Bedrae Aantal uren > personen Per week personen per week ■ 1 Amsterdam I 2107 ƒ 2536.50 961 3271 2 Alkmaar 3 „ 4.50 — 3 Arnhem'. 10 „12.— — — 4 Assen 14 „ 14— — — 5 Breda 41 „ 140.50 37 155 6 Den Haag 1200 „ 1575 — 7 Den Haag („De Hoop") " 86 „ 148.25 40 40 8 Dordrecht 14 „ 9.— 9 Eindhoven 17 „ 14.75 10 Enschede 53 „ 6450 39 177 11 Groningen 21 „21.— — — 12 Harlingen 10 „ 12.— 2 25 13 Heerenveen 18 „ 27.— 21 63 14 Hengelo . -i 7 „ 8.50 15 Hilversum 15 „ 18.— — — 16 Leeuwarden 132 „ 135.50 — 17 Leeuwarden („Excelsior") 34 „ 48.60 — 18 Leiden 141 „ 166.80 28 84 19 Middelburg . . ' — „ — — 4 60 20 Meppel 9 „ 11.50 6 48 21 Charlois . 12 „ 12.— — — 22 Purmerend 5 „ 4.25 23 Sneek 9 „ 9.75 24 Steenwijk 3 „ 2.— — 25 Utrecht 180 „ 240.— 50 175 26 Winterswijk 5 „ 5.50 IWormerveer 1 Krommenie \ 21 „41.— — Assendelft J 28 Zaandam 47 „ 46.50 29 Zuid-Scharwoude 14 „ 15.— — — Totaal 4228 ƒ 5344.90 1188 4098 Voor cacao-, chocolade- en suikerbewerkers in 1916 als volgt: Aant.personen Totaal bedrag 1 Amsterdam II 28 ƒ 22.05 2 Apeldoorn 1 „ I.— 3 Breda. . . , 325 „ 550.— 4 Den Haag 26 „ 49.— 5 Rotterdam 90 „ 85.50 6 Wormerveer 130 „ 128.— 7 Weesp . . 275 , 137.50 Totaal 875 ƒ 972.05 87 In totaal werden in 1916 derhalve de volgende resultaten verkregen: Voor 5103 personen f 6316.95 per week, gemiddeld f 1.23 per persoon en per week. Voor 1188 personen 4098 aren arbeidstijdsuervorting, hetgeen gemiddeld per persoon en per week bijna 3 V: uur bedraagt. LOONACTIES 1917 :: :: Het loontarief voor Amsterdam zou 30 April 1917 afloopen terwijl meerdere tarieven in andere plaatsen slechts tot October 1917 geldig waren. Doch behoudens dat, bleef de stijging der prijzen van alle levensmiddelen zoo geweldig aanhouden, dat het Bondsbestuur besloot op 4 Maart te Amsterdam een Agitatiecongres bijeen te roepen met als eisch voor het geheele land twintig procent loonsverhooging. De verhoudingen voor het bakkersbedrijf lieten zich toen al reeds minder gunstig aanzien en in het licht van de ten vorige jare pas bereikte verbeteringen, scheen het allesbehalve gemakkelijk die eisch te verwezenlijken. Dat verklaart wel eenigszins de reden waarom in het bijzonder de Roomsch Katholieke organisatie ons weinig succes voorspelde en het geheele congres een „roode poppenkastvertooning" noemde. In elk geval, onze organisatie zette door en naar onze leden weten, met succes. Toen het in Amsterdam niet wilde vlotten werd er een ultimatum gesteld hetwelk tengevolge had, dat B. en W. voor de zaak geïntresseerd werden. Deze actie viel juist samen met het aardappelenoproer in Amsterdam. Te begrijpen is, dat de autoriteiten ten koste van wat ook, eene bakkersstaking wilden voorkomen. Wethouder Wibaut trad in deze dan ook als bemiddelaar op en kon na overleg met den Minister, in een onderhoud met het bestuur der afdeeling Amsterdam het volgende voorstellen: „Als met ingang van Zaterdag 14 Juli per week een bedrag van ƒ 1.50 boven de thans bestaande loonregeling voor alle gezellen in het binnenbedrijf van de bakkerijenis verkregen, zullen de organisaties hare actie opschorten totdat na rapport van de door den Minister ingestelde commissie inzake den meelprijs een regeling omtrent arbeidsvoorwaarden te hunner genoegen zal zijn getroffen of anders arbitrale uitspraak, het door den Minister hetzij van een ander door partijen aan te wijzen scheidsman zal zijn verkregen." Zoowel door de patroons als onze leden te Amsterdam werd deze voorloopige schikking aanvaard. Voor definitieve afwikkeling der'geschilpunten werd overeengekomen de zaak ter uitspraak aan één arbiter,voor te leggen door den Minister aan te wijzen. Hierdoor kwam de zaak geheel in handen van den heer van IJselsteijn, Directeur-Generaal van den Arbeid. Het rapport van dezen heer gesteuud op een grondig accountantsonderzoek, verscheen pas in den aanvang van Januari 1918, maar bracht een volledig succes voor onze organisatie. Plus de ƒ 1.50 verhooging reeds vanaf Juli 1917 uitbetaald, werden de patroons veroordeeld de loonsverhooging tot drie gulden vijftig per week op te voeren. Omtrent den arbeidsduur werd toegewezen, dat vanaf 1 Octobor 1918 de werkweek 60 uren zal bedragen en tot dien datum 63 uren. Op dien grondslag kwam dan ook 8 Januari 1918 een collectief contract tusschen de Gezellenorganisaties en de Patroonsorganisaties te Amsterdam tot stand met voor wat de loonen betreft, terugwerkende kracht vanaf 16 Juli 1917. Als gevolg van de in Amsterdam ingezette actie tot verbetering van de arbeidsvoorwaarden kwamen achtereenvolgens in vele plaatsen Arbeids- of z.g. loonregelingen tot stand. Ook werden vele Collectieve Arbeidsovereenkomsten afgesloten of de bestaande ondergingen wijziging en verbetering. Voor Amsterdam, Den Haag, Rotterdam, Utrecht, Leiden en Schiedam werden nieuwe regelingen gemaakt. Voor de eerste drie plaatsen — na bespreking in het Centraal Broodkantoor — werden de regelingen geacht te zijn ingegaan, voor wat de loonen betreft op 16 Juli 1917 en voor wat de overige bepalingen betreft op 1 Aug. en 1 October 1917. Amsterdam was daardoor de eerste groote stad in ons land waarin de arbeidsduur op 60 uur per week (waarvan 14 op Zaterdag) werd gebracht. Althans de loonregeling stelde vast dat op 1 Oct. 1918 60 uren zou worden gewerkt. Wij laten een staatje volgen van de meest belangrijke bepalingen der voornaamste steden: 88 SCHIEDAM LEIDEN UTRECHT ROTTERDAM DEN HAAG AMSTERDAM piaatsl WEEKLOONEN 1917 Arbeidsduur " , I Loon J u Zieken- i , Overwerk ... Vacantie ... . Bakkers Bezorgers per week noodhulpen uitkeering f 22.— f 18.— (60 uur) 60 uur, Vso deel 35 cent -een 13 weken f 21.— f 12.— (34 uur) waarvan van het per uur volle vol loon f 20.— f 10.— (30 uur) op loon, week per jaar magazijn- en f 7.50 (25 uur) Zaterdag minimum zolderpersoneel: Buiten deze ca- 14 34, 24 of f 19.50 tegoriën een gr. 14 cent voor halfwassen aantal op provi- leerlingen van f 11.— sie werkenden tot f 20.— i | i f 21.— f 2.50 op de be- 63 uur deel van 33 cent 5 dagen 13 weken f 20.— staande loonen waarvan het loon per uur per jaar, magazijnpers. in vollen dienst, op met als 2/s deel f 19.— naar rato in Zaterdag minimum van het halfwassen gedeeltelijken 15 uur 32 en 20 weekloon van f 10.— dienst. cents tot f 20.— i ~t i ' ~ i i * f 22.— f 20.— (66 uur) 66 uur 766ste deel 31 cent 4 dagen 13 weken f 21.50 f 10.— (33 uur) waarvan van het loon, per uur % deel f 21.— f7.50 (24 uur) 16 op minimum van het f 20.— Zaterdag 31 cent weekloon. Magazijn- en per uur zolderpersoneel f 19.halfw. v. f 11.— tot f 20.— f 19.50 f 17.50 in Kleinbedrijf V,sste deel 30 cent 4 dagen 13 weken f 19.25 vollen dienst 68 uur, of per uur per jaar, f 19.12» f 8.50 in z.g. Grootbedrijf 7«ste deel 73 deel f 18.75 halven dienst 65 uur van het loon, van het f 18.— minimum weekloon. halfwassen 30 en 20 ct. van f 10.— per uur. tot f 18.— f 17.50 66 uur, 766ste deel 27 cent 3 dagen 13 weken f 17.— waarvan van het loon, per uur 2/a deel f 16.— 16 uur op minimum van het f 15.50 Zaterdag 25 en 15 ct. weekloon halwassen per uur. per jaar. van f 9.— tot f 15.50 f 22.— f 20.— (70 uur) 70 uur 7,0ste deel 30 cent 4 dagen 13 weken f 21.— f 18.50 (59 uur) waarvan op van het loon, per uur per jaar f 20.— f 15.— (47 uur) Zaterdag minimum V« deel magazijn- f 10.— (35 uur) 16 uur 30 cent. van het personeel f 7.50 (24 uu) weekloon f iahalfwassenvan f 11.— tot f 20.— 89 In Amsterdam werden daarna overeenkomsten afgesloten met: Coöperatie „Vooruit", Amsterdamsche Coöp. Verbruiksvereeniging, A. Koomen, Jaq. Evers, „De Tijdgeest". Aan „Vooruit" kwamen de loonen op ƒ 17.50 tot ƒ 21.—, de arbeidsduur werd op 58 uren per week bepaald. Aan de nu opgeheven bakkerij van de A.C.V. werden de loonen op ƒ 16.50 tot ƒ 22 gebracht — de arbeidsduur op 60 uren. DenJHaag. Hier waren reeds in Juni de Patroonsorganisaties de eischen bekend gemaakt. Dit had tengevolge, dat vanwege het Departement van Landbouw, Nijverheid en Handel, reeds op 4 Augustus het volgende aan B. en W. van 's-Gravenhage werd medegedeeld: MINISTERIE VAN LANDBOUW, NIJVERHEID EN [HANDEL. No. 1939 afdeeling ARBEID. s'-GRAVENHAGE, 4 Augustus 1917. Betreffende Meelprijsverlaging. De commissie uit het Centraal Broodkantoor, welke naar aanleiding van de recente-geschillen tusschen werkgevers en werknemers in het bakkersbedrijf een onderzoek heeft ingesteld naar de gemeentelijke meelprijzen is tot de conclusie gekomen, dat een verlaging van den meelprijs voor Amsterdam en Rotterdam met ƒ 2.50 en voor 's-Gravenhage met ƒ 2.— noodzakelijk is om tot betere verhoudingen tusschen werkgevers en werknemers te komen en dat aan die partijen moet worden overgelaten tot eene definitieve overeenstemming te geraken. Op grond van die conclusie kan ik er mij mede vereenigen, wanneer de meelprijs voor Uwe gemeente met ingang van 14 Juli op ƒ 7.— wordt gesteld, mits vóór 18 Augustus a.s. tusschen belanghebbenden, waaronder ook de broodbezorgers zijn te begrijpen, definitieve overeenstemming omtrent eene loonregeling met terugwerkende kracht tot op 16 Juli is verkregen. • De bovengenoemde termijn van 14 Juli wordt door mij gewenscht geacht, omdat ik indertijd heb toegezegd, dat een eventuëele verlaging van den meelprijs te Rotterdam tot op dien datum zou terugwerken en een uniforme regeling ten aanzien van dien termijn voor de 3 groote steden van ons land mij alleszins aanbeveling schijnt te verdienen. DE MINISTER VAN LANDBOUW, NIJVERHEID EN HANDEL. Voor den Minister, DE SECRETARIS-GENERAAL t l (get.) VERSTEEG. Heeren Burgemeester en Wethouders van 's-GRA VENHAGE. Omtrent de loonregeling werd reeds in November overeenstemming bereikt met de meeste patroons, echter zij gingen met de gestelde meelprijs van ƒ 7.— niet accoord en nadat in December dat bedrag ook tot ƒ 6.50 verlaagd was, werd de loonregeling met terugwerkende kracht vanaf 14 Juli ingevoerd. Met de coöperaties werden afzonderlijke overeenkomsten afgesloten. Betreffende de loonsverhooging bleef een geschil met het bestuur van „De Volharding" bestaan, waarin na vele maanden wachtens een scheidsgerecht uitspraak deed. Het bestuur van „De Volharding" bood tegenover onzen eisch van ƒ 3 — verhooging ƒ 2.— aan. Het scheidsgerecht stelde ons in het gelijk. Na vele bemoeiingen kwam ook voor het personeel van .,De Hoop" een beslissing. Alhoewel niet voldaan werd eene overeenkomst geaccepteerd, waarin voor de overgroote meerderheid van het personeel een loonsverhooging werd verkregen van ƒ 4.— per week. De bezorgers kwamen niet in voldoende mate omhoog. Met het bestuur van „De Eendracht" werd ook eene, verbetering brengende, overeenkomst getroffen. Hoewel hier in het algemeen niet werd bereikt wat aan de zustercoöperaties kon worden genoteerd; wij accepteerden het mindere om ondergang van de zaak te voorkomen. Rotterdam. Nadat voor Amsterdam in Juli eene voorloopige verhooging tot stand was gekomen, 'werd op aandrang van de Gezellenorganisaties te Rotterdam, de Minister bereid gevonden dezelfde meelprijsverlaging voor Rotterdam te laten gelden onder voorwaarde van eene behoorlijke loonregeling. Voor het Bonsdbestuur hield Roeg zich in het bijzonder met deze afdeeling bezig en reeds in Augustus 90 werd op denzelfden voet als de eischen in Amsterdam gesteld, overeenstemming met de Patroons verkregen. Ook hier dus ƒ 3.50 a ƒ 4.— loonsverhooging per week. De arbeidsduur in de oude regeling, die echter schromelijk werd overschreden, was bepaald op 70 uur per week in het middenbedrijf, 67 uur in het grootbedrijf, terwijl voor het kleinbedrijf heelemaal niets was bepaald. In de nieuwe regeling is de arbeidsduur op ten hoogste 66 uur per week vastgesteld, alzoo een positieve arbeidstijdverkorting van 1 uur per week in groot- en 4 uur per week in het middenbedrijf, terwijl ook in kleinere bedrijven geen langere arbeidsduur is toegestaan. Voorts brachten wij eene overeenkomst tusschen het bestuur van de coöperatie „Vooruitgang" en onzen Bond tot stand. De bepalingen dezer overeenkomst steken belangrijk bovendie van het particuliere bakkersbedrijf uit. Het loon voor de bakkers was ten minste ƒ 21.— (na 2 jaar dienst ƒ 22.—) tegen ƒ20.— in de overige bedrijven. Ook met het bestuur van de coöperatie „Voorwaarts" werd een nieuwe loonregeling getroffen. Behoudens een aantal punten, die meer bieden dan in het particulier bedrijf werd verkregen, kwamen de loonen op hetzelfde peil. In Utrecht werd naast de regeling voor het part. bedrijf een andere overeenkomst tusschen ons en het bestuur van de coöp. „Voorwaart" tot stand gebracht. Dit moest echter ten slotte nog worden gedaan door een door ons aangevraagd scheidsgerecht. Onze eisch was, voor wat de bakkers betreft, ƒ1.— hooger dan de loonregeling voor de stad, voor de bezorgers ging de verhooging nog iets verder. Het Coöp. bestuur bood ƒ 0.50 minder dan onze eisch; voor de bezorgers nog iets minder. Het scheidsgerecht deed de volgende uitspraak: Tot 30 Maart 1918 zal de loonregeling voorgesteld door de Coöperatie gelden; vanaf dezen datum zou onzen eisch in vervulling gaan. In de stad Leiden werden naast de overeenkomst voor het partikuliere, bedrijf twee afzonderlijke overeenkomsten afgesloten. De eene, met de Coöperatie „Ons Doel", bracht voor het personeel ƒ 1.— meer loon dan het part. bedrijf had toegestaan, de arbeidsduur 64 uur inplaats 66. De andere, met de coöperatie „Vooruit". In Schiedam Merd de bestaande -collectieve Overeenkomst, in verband met de getroffen loonregeling met de patroons, voor de Coöperatie „Door Eendracht sterker" verbeterd. De loonen werden voor bakkers en bezorgers op ƒ 20.— per week gebracht — gelijk de bakkersloonen in het part. bedrijf — plus de verhoogingen voor functionarissen. In de helft van 1918 werd een toeslag op deze loonen gelegd van ƒ 2.50 voor gehuwden en ƒ1.— voor ongehuwden. De arbeidsduur was reeds eerder op 60 uur bepaald. Overige plaatsen. Het zou te ver voeren voor alle andere plaatsen een even beknopt rapport te geven. Genoeg zij thans te vermelden dat in nagenoeg alle afdeelingen van den Bond op een grondslag van 20 procent loonsverhooging, eischen zijn gesteld. Vermits de inwerkingtreding der resultaten nagenoeg overal vanaf 27 October is vastgesteld — overeenkomstig eene deze voor al die plaatsen bepaalde datum van meelprijsverlaging — volstaan wij nu met verwijzing naar het rapport in „De Bode" van October 1918. Daarin zijn opgenomen de resjiltaten voorzoover ze tot aan het einde van het eerste half jaar van 1918 waren binnengekomen, overeenkomstig.de verstrekte cijfers van de afdeelingsbesturen. Volgens bedoelde tabel was bereikt in 34 plaatsen omvattende 794 bedrijven voor: 7117 personen f 17704.70 loonsverhooging per week en voor 697 personen 1232 uren arbeidstijdverkorting per week. 91 RESULTATEN CACAO-, CHOCOLADE- EN SUIKERBEWERKERS IN 1917. Amsterdam. Aan de firma Voornveld werd eene regeling tot betere arbeidsvoorwaarden voorgelegd, waarover eene bespreking plaats had. De firma Bensdorp voerde na herhaalde aandrang der organisatie en na het publiceeren eener motie van ontevredenheid in het najaar eene toeslagregeling in van 6 tot 16 procent op het weekloon. Aan „De Magneet" kwam de verbetering door correspondentie tot stand. Breda. Bij den aanvang des jaars werd tot de werkgevers een verzoek gericht tot 15 procent duurtetoeslag, terwijl aan het einde des jaars een extra verzoek tot loonsverhooging werd ingediend. Te Den Haagsen Groningen deed de organisatie stappen bij de ver¬ melde firma's met de daarbij vermelde resultaten. Met de firma Paré werd er over geconfereerd met het bestuur der organisatie. Rotterdam II. Hier werd het geheele jaar door eene krachtdadige actie gevoerd en bij alle werkgevers eischen gesteld. Ofschoon diverse firma's de organisatie niet officieel erkenden zijn de vermelde verbeteringen toch door herhaald aandringen verkregen. Wormerveer II. Zoowel de fabrikant de Jong als Pette hielden rekening met de verzoeken van de organisatie. Bij de eerste werden belangrijke toeslagen verstrekt, terwijl de laatste aanvankelijk alleen de toeslag voor de gehuwden verhoogde. Na herhaald aandringen kregen tenslotte ook de on gehuwden toeslag van f 0.50 tot f 1.— per week. aantal betrokkenen Arbeidsduur ^ Va" dC Aantal xt ,1 Hiervan waren Bedrag per week verkorting overige verbeteringen PLAATS firma of van de bedril- Tota*' , , hranrho ven per" Bonds- Andere Onge- per persoon of Totaal Aantal Aantal en diversen orancne. ,onen , organi- organi- . . KL . per- uren leden. saties seerden branche bedrag sonen. p. week . . . . Amsterdam II. Voornveld .... 1 28 27 — 1 ƒ 2.— ƒ 56.— — — ^ 6 tot 10 %, toeslag op de „ . Bensdorp , . 1 100 65 57 118 ± ƒ 2.— p. p. „ 600.— — — vaste loonen. De vormwer- „ De Magneet ...1 — — — — — 8 32 kers 5 ct. per K.G. meer Breda De Faam 1 2 2 — — ƒ0.75 en ƒ1.— „ 1.75 — — ± ƒ 3.—per persoon en per a Kwatta 1 982) 98 — — „ 1.— tot „ 3.— L 198.75 — — week. Vrije Zaterdagmiddag Den Haag . . . Paré 1 44 20 2 22 „ 0.50 „ „ 2.— „ 46.— — — vacantie van 3 op 6 dagen. Groningen... Prijt en Wieringa 1 8 4 1 3 , 0.50 , , 2.- , 11.50 >) Loonsverhooein? en toeRotterdam II. . Lem & Co 1 57 - „ 0.50 , „ 2.- . 62.50 57 114 w_^0on."Te'2 VZll " ■■ LtS°• ■ ! g "1- ■ *r " 5" % \\ü AnfenTekervanTond6": DrÏÏSr 5? = = Z 'h~f"l- " lï- - - leden. 4 dagen vacantie, : :: SgXecht::: ! I - - - f : ?!:- 9 27 overwerk5o%extra. u.n.^oik..,» i iq Toeslag van ƒ 7.— eau üo ok *) Verhooging van duurte- .. Hammelburg. . . 1 18 - - p.m. 0£/2._ p. w. » 688 48 96 toeslag voor gehuwden en . . Jamin 1500 — — — „ 600.— 500 1000 ongehuwden. „ . . Maas. ; 1 14 — — — „ 15.— — — Roodhuizen. ... 1 1 1 — — „ 2.— 4 12 Ringers 1 30 — — — „ 65.— — — Rademaker .... 1 8 — — — „ 17.— 32 14 Wilhelm 1 4 — „ 8.— — — Wormerveer II Pette3) 1 120 — — — ƒ 0.50 tot ƒ 2.— , 135.— — — Totaal... 20 1126 217 60 144 ƒ1937.38 756 1559 LOONACTIES BAKKERSBEDRIJF 1918 Na de uitspraak des Ministers in 1917 voor de plaatsen Amsterdam, Rotterdam en Den Haag, betreffende meelprijsverlaging met daaraan verbonden loonsverhooging, werd door verdere aandrang dezerzijds een meer algemeene uitspraak verkregen voor het geheele land. In de memorie van antwoord op het wetsontwerp tot beschikbaarstelling van levensmiddelen dat 18 Januari 1918 verscheen, schreef Minister Postuma: Met de verlaging van de prijzen, waarvoor het goedkoope meel ter beschikking van de bakkers wordt gesteld, wordt niet beoogd de bakkers in de gelegenheid te stellen een overcompleet aan personen in dienst te houden. Het is de bedoeling, om de meelprijzen zoodanig te stellen, dat het onder de huidige omstandigheden voor de patroons mogelijk is een redelijk loon uit te keeren aan het personeel, dat voor de broodbereiding en bezorging noodig is." (Bladz. 42). Bij schrijven van 16 Maart aan het Bureau voor Graan en Meel, werd door het Bondsbestuur er op gewezen, dat voor de navolgende plaatsen nog geen verlaagde meelprijs was vastgesteld: Alkmaar, Amersfoort, Apeldoorn, Arnhem, Bussum, Gouda, Haarlem, rlarlingen, Heerenveen, Hoogezand Nijmegen, Purmerend, Sneek, Tiel, Velzen, Wageningen, Winterswijk, Zaandam. Hierop werd reeds 25 Maart d.v. dit schrijven ontvangen: In antwoord op Uw schrijven van 16 dezer hebben wij de eer U mede te deelen, dat voor onderstaande gemeenten de daarbij genoemde meelprijzen zijn vastgesteld met terugwerkende kracht tot 27 October 1917: Apeldoorn ƒ 8.—, Hoogezand ƒ 9.—. Nijmegen ƒ 7.50, Purmerend ƒ 8.—, Sneek ƒ8.50, Wageningen ƒ 8.—. Voor de overige, door U in genoemd schrijven vermelden gemeenten, zijn de voorstellen tot verlaging van den meelprijs reeds naar de besturen dier gemeenten uitgegaan, op hun definitieve beslissing wordt thans gewacht. Gelijk reeds in het vorige deel van deze uitgave vermeld, drongen de Bakkerspatroons inmiddels weer op eene tweede meelprijsverlaging aan. Het gevolg daarvan was de circulaire des minister van 12 Juli (zie bladz. 51). In bedoelde circulaire werd ook de mogelijkheid tot „bloem-prijsverlaging" opengelaten. In samenwerking met de Roomsch Katholieke en Christelijke organisaties werd nu in de maand September een adres tot den minister gericht, waarin o. m. tot voorwaarde voor bloem-prijsverlaging werd gesteld: „Het totstandkomen van collectieve arbeidsovereenkomsten met beduidende verbetering der arbeidsvoorwaarden, tusschen Patroons- en Gezellenorganisaties." Het heeft tot 5 November geduurd alvorens — en dan niet met den Minister maar met zijn zaakgelastigde — op het Graanbureau een onderhoud omtrent deze zaak kon plaats hebben. Inmiddels heeft dat de organisaties niet weerhouden om de werkgevers met onze nieuwe eischen speciaal voor Rotterdam, Den Haag, Amsterdam, Leiden en Utrecht in kennis te stellen. Daarop gingen de patroons niet in, het standpunt innemende, dat er eerst broodprijsverlaging moest komen. De inmiddels inplaats van Posthuma optredende Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel, de heer Van IJselsteijn had verklaard den ingetreden wegzijn's voorgangers niet te volgen, hetwelk de gezellen zoodanig verbolgen had gemaakt dat in protestvergaderingen in de grootste steden des lands, de volgende motie werd aangenomen: 93 MOTIE: „De Bakkerijarbeiders, op uitnoodiging van het Hoofdbestuur van den Algemeenen Nederlandschen Bond van Arbeiders in het Bakkersbedrijf enz., in protestvergadering bijeen op Zondag 27 October 1918 in Amsterdam, Den Haag en Leiden, gehoord het afwijzend antwoord van de werkgevers, die zonder verdergaande tegemoetkoming van overheidswege tot geen onderhandelingen nopens de gestelde eischen bereid zijn, terwijl het pogen om overeenstemming te verkrijgen een eerste voorwaarde is om te doen blijken dat de werkgevers tegen verbetering van de arbeidsvoorwaarden geen bezwaar maken, gehoord de onhoudbare toestand voor de bakkerijarbeiders wier loonen tijdens den oorlog meer en meer bij andere vakarbeiders zijn tenachter gekomen, overtuigd dat hiervan de schuld ligt bij de Regeering welke in verzuim blijft afdoende maatregelen daartegen te nemen, voorts vernemende dat op herhaald verzoek om door den Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel gehoord te worden, de organisatiebesturen totaal geen antwoord hebben ontvangen, spreekt hierover hare sterke verontwaardiging uit, dringt er met klem op aan dat in eene te vormen adviescommissie voor het Bakkersbedrijf ook de gezellen vertegenwoordigd zullen worden teneinde duurzaam hunne belangen behartigd te zien, draagt het Bondsbestuur op, zich met een desbetreffend dringend telegram tot den Minister te wenden en wanneer eventueel' vóór 5 November geen uitzicht op positieverbetering voor de gezellen mocht zijn verkregen, meer dwingende maatregelen te nemen tot verwezenlijking van de gestelde eischen." De daarop gevolgde woelige Novemberdagen brachten ons een verhoogd broodrantsoen van 200 op 280 gram per dag, hetwelk de actie van de gezellen nog meer inspireerde. En de een na den ander, kwamen nu aan het einde des jaars de verbeterde loonregelingen in de groote plaatsen los. * * * Na voorgaand algemeen overzicht volgt nu eene verkorte weergave in alphabetische volgorde der betrokken afdeelingen. Amsterdam. Hier werd alleen een looneisch gesteld omdat de overige bepalingen van het contract geldigheidsduur hebben tot 31 December 1919. De samenwerking aanvankelijk ingezet met de Christelijke. Roomsch-Katholieke Bonden benevens de Broodbezorgersvereeniging „Nieuw Leven", bleef tenslotte bepaald tot de laatsgenoemde en onzen Bond, omdat de religieuse organisaties, hangende de onderhandelingen, met het aanbod van de patroons genoegen namen. Geëischt was ƒ 4.— loonsverhooging voor gewone volwassenen waardoor het loon van ƒ 20.— op f2A.— moest komen. De werkgevers boden aan ƒ 23.— Ook de duur dezer loonbepaling gaf aanleiding tot twist; terwijl men dezerzijdsch niet verder wilde gaan dan tot 1 Juni 1919, bleven de werkgevers vasthouden tot aan 1 October. Tenslotte werd in een bijeenkomst op Zondag 29 December 1918 in hotel 1'Europe een grondslag gevonden tot het voorkomen van eene algemeene werkstaking in het bedrijf, als volgt: Tusschen de Commissie van onderhandeling, benoemd uit en door de besturen der te Amsterdam bestaande patroonsorganisaties in het bakkersbedrijf lyglp eenerzijds, en den Algemeenen Nederlandschen Bond van Arbeiders(sters) in het Bakkers-, Chocolade- en Suikerbewerkingbedrijf en de Broodbezorgersvereeniging „Nieuw Leven" anderzijds is op Zondag 29 December 1918 overeengekomen als volgt: Eeniglartikel. De loonen, in de thans geldende overeenkomst tusschen werkgevers- en arbeidsorganisaties vastgelegd, worden verhoogd met drie gulden vijftig cent per week met terugwerkende kracht tot 16 November 1918. De loonen der noodhulpen worden verhoogd tot twee en veertig cents per uur met terugwerkende kracht voor de vaste noodhulpen tot 16 November 1918. De loonen der broodbezorgers in z.g. particuliere bakkerijen (Categorie I) worden pro rato verhoogd, naar boven afgerond met vijf en twintig cents, eveneens met terugwerkende kracht tot 16 November 1918. De vastlegging eener loonregeling voor broodbezorgers (stukwerkers, categorie II) zal geschieden op een basis van drie gulden vijftig cents loonsverhooging per week bij nader overleg in eene bijeenkomst tusschen partijen op Donderdag 2 Januari 1919. Aan deze categorie van broodbezorgers zal uiterlijk 30 December 1918 worden uitgekeerd een toeslag van een en twintig gulden. Deze overeenkomst geldt tot 1 October 1919. 94 De arbeidersorganisaties verbinden zich mede te werken tot verbetering van den toestand in het bakkersbedrijf en in het bijzonder daarvoor allen steun bij autoriteiten te verleenen. AMSTERDAM, 29 December 1918. DE COMMISSIE VAN ONDERHANDELING, BENOEMD UIT EN DOOR DE BESTUREN DER-TE AMSTERDAM BESTAANDE PATROONSORGANISATIES IN HET BAKKERSBEDRIJF (w.g.) W. v. d. MEER. (w.g.) G. de JONGE. DE ALGEMEENE NEDERLANDSCHE BONDIVAN ARBE1 DERS(STERS) IN HET BAKKERS-, CHOCOLADE- EN SUIKERBEWERKINGBEDRIJF, (w.g.) A. HILLEBREGT. (w.g.) I. GOUDSMIT. DE BROODBEZORGERSVEREENIGING „NIEUW LEVEN", (w.g.) H. P. HESP. (w.g.) A. de ROOY. fa details werd deze grondslag nog nader uitgewerkt en door beide partijen onderteekend. De loonsverhooging bedroeg voor: Volwassen bakkerijarbeiders ƒ 3.50 per week. Halfwas bakkerijarbeiders ƒ 1.50 a ƒ 2.— „ „ Noodhulpen ƒ 0.07 per uur. Bezorgers ochtendwijken . ƒ 1.— a ƒ 1.25 per week. Halve wijken ƒ 1.25 i ƒ 1.75 „ „ Wijken tot 34 uren per week ƒ 1.75 a ƒ 2.— „ „ -Voor stukwerkers-bezorgers werd een verhoogd provisie-loon ingevoerd, waarbij met vervallen van bestaande toeslagen, de bedragen met 65 procent verhoogd werden. Alkmaar. Hier kwam pas in het voorjaar de eerste meelprijsverlaging tot stand. De loonregeling, in verband daarmede door de Patroonsvereeniging aanvaard, bepaalde voor Mr. knecht ƒ 21.—, ovenist of deegmaker ƒ 20.— en ƒ 19.— voor overige volwassenen met terugwerkende kracht tot 27 October 1917. Voor 70 personen gingen hierdoor de loonen ƒ 2.50 per week vooruit. De arbeidsduur werd bepaald op 64 uren per week, waardoor de arbeidsduur met circa 12 uren per week werd verkort. Voor de banketbakkerij „Excelsior" (v. d. Wal) werd 20 procent loonsverhooging gevraagd en na onderhandeling voor 7 personen ƒ 14 loonsverhooging plus 42 uren arbeidstijdverkorting per week verkregen. Almelo. Herhaaldelijk werd hier getracht met de Patroonsorganisatie in contact te komen, doch deze ging op de gestelde eischen niet in. Persoonlijk bezoek bij de patroons had toch belangrijke resultaten tengevolge. Voor 19 personen werd hierdoor ƒ 35.75 aan loonsverhooging bereikt. Amersfoort. In overleg met de Patroonsvereeniging kwam hier eene loonregeling tot stand. Vanaf 30 Maart 1918 werden de loonen met ƒ 2.— a ƒ 2.50 verhoogd, de arbeidsduur tot 69 uren per week, met inbegrip van schafttijd teruggebracht, 4 dagen vacantie per jaar vastgesteld enz. Apeldoorn. Ofschoon het Gemeentebestuur onze gestelde eischen tot voorwaarde nam tot het toestaan van meelprijsverlaging, ging de Patroonsvereeniging daarop niet in. De patroons afzonderlijk weigerden dan ook de voorwaarden te teekenen. Bij patroon Levisson werd daarop een ultimatum gesteld met het gevolg, dat deze de geëischte loonen van ƒ18.50 voor de gewone gezel en ƒ 21.— voor den Mr. bakker uitkeerde. Ook door de coöperatie werden de eischen ingewilligd. Voorts werden door persoonlijk bezoek bij de patroons, de loonen van enkele gezellen nog verbeterd. Arnhem. Door het uitblijven eener plaatselijke loonregeling werd reeds aan het einde van 1917 alle werkgevers gevraagd eene voorloopige toeslag te geven. Hieraan voldeden slechts enkele particuliere patroons. De coöperatie „Werkmansbelang" gaf ƒ 1.50 toeslag terwijl de coöperatie „Vooruitgang" 95 de loonen met ƒ1.— verhoogde. Deze toeslagactie bracht voor 36 personen ƒ 46.— meer loon per week. Het verkregen contract met de coöperatie „Werkmansbelang" leidde in den loop des jaars tot het afsluiten van een collectief contract. Met de Patroonsvereeniging was het wachten op eene contractueele regeling, op het afkomen der meelprijs-verlaging. Deze kwam in den loop van den maand Augustus totstand. De arbeidsduur is bepaald op 66 uur en de loonen onderscheidenlijk van ƒ 18.— tot ƒ 20.— per week; voorts 4 dagen vacantie, 6 weken Vs loon bij ziekte enz.. In aanmerking genomen dat dit de eerste collectieve overeenkomst met deze patroons is, kan gezegd worden dat het een goed begin is. Voor de loonsverhooging is terugwerkende kracht verkregen vanaf 30 Maart 1918. Assen. Pogingen om in verband met meelprijsverlaging eene plaatselijke loonregeling te verkrijgen, stuitten af op de lakschheid der gezellen, die zich daartoe niet in voldoende mate aansloten. Voor de coöperatie „De Dageraad" was het resultaat dat het loon vanaf 30 Maart voor 11 personen met ƒ 2.— per week omhoog ging. Breda. Het in 1916 tot stand gekomen contract gaf gedurende 1917 geen verandering, doordat het wachten was op tegemoetkoming van de regeering. De definitieve beslissing daaromtrent kwam pas in den zomer van 1918 tot stand. De nu nieuwe getroffen overeenkomst met de patroons bracht ƒ 2.— loonsverhooging ingaande per 1 Januari 1918, omdat het gemeentebestuur niet bereid bleek de datum op 27 October 1917 te bepalen. Pogingen om hierin wijziging te brengen, brachten tot dusver geen succes. De arbeidersduur werd met 7 uren per week verkort en van 76 uren per week op 69 uren per week teruggebracht (inbegrepen schafttijd). Voorts bracht het contract nog de navolgende verbeteringen: a. 5 cent per uur meer voor overwerk. b. 12 cent per uur meer voor Zondagsarbeid. c. Vacantiedagen van 2 op 3 dagen per jaar. d. Ziekengeld van 3 op 4 weken vol loon en daarna van 3 op 4 weken half loon. Bussem. Vermits de verlaging der meelprijs op zich liet wachten werd op eene voorloopige loonsverhooging aangedrongen. Bij „Walden" en de firma Kaiser werd voorloopig ƒ.1.— loonsverhooging ingevoerd. Toen daarna de meelprijs op ƒ 8.— per 100 K.G. werd gebracht, namen de patroons er geen genoegen mede. Zij voerden nu eene „loonactie" om haar op ƒ 6.— te verkrijgen hetgeen ook gelukte. In overleg met den Burgemeester werd deze verlaging echter afhankelijk gesteld van onze loonregeling met een minimumloon van ƒ 19.— per week. Capelle op de IJsel. Deze afdeeling, pas 9 Maart d. j. na eene inleiding van den distriktsbestuurder F. van Genk opgericht, mocht reeds het resultaat boeken van het tot standkomen eener loonregeling. De arbeidsduur werd hier nog op 70 uren per week bepaald niet inbegrepen schafttijden; loonen van ƒ 18.— voor gewone gezellen tot ƒ 21.— voor Mr. knecht. Terstond zijn 4 dagen vacantie ingevoerd plus de overige bepalingen eener collectieve overeenkomst. Deze regeling werd met 1 October 1918 van kracht. Delft. In den aanvang des jaars werd een beroep op het gemeentebestuur gedaan, om aan meelprijsverlaging de voorwaarde van loonsverhooging te verbinden. Hierop werd bericht ontvangen dat de particuliere patroons zich daartoe tegenover den burgemeester gunstig hadden uitgelaten. De religieuse organisaties die hier een contract met de patroons hebben, accepteerden een minimumloon van ƒ 18.50. Onze afdeeling vond dat loon beneden peil en drong althans bij de coöperatie op flinke verhooging aan. Na ettelijke conferenties werden de loonen bepaald voor: bankwerkers ƒ 20.—, deegmaker en ovenist ƒ 21.—, 2e Mr. bakker ƒ 22.—, le Mr. bakker ƒ 25.—, halfwas ƒ 14.—. Een en ander met terugwerkende kracht vanaf 27 October 1917, waardoor 10 personen ƒ 25.50 in loon per week vooruit gingen. Deventer. Tot twee maal toe werd bij de Koekfabrikant Bussink opgetreden voor loonsverhooging èn met succes. In Juni werd 20 procent gevraagd plus het geven van 4 vacantiedagen. Het resultaat was dat vanaf 1 Juli een minimumloon van ƒ 17.— werd vastgesteld en de vacantiedagen werden toegestaan. In October werd wederom f 3.— loonsverhooging gevraagd. Toen de firma Bussink zulks afwees werd tot staking besloten. Zoover liet deze firma het echter niet komen, want des Zaterdags daarop werd het minimumloon ad ƒ 20.— minimum uitgekeerd. Ons verzoek om 20 procent verhooging 96 had bij Dekema tengevolge dat 10 personen elk ƒ 2.— en 5 personen elk ƒ 1.— per week in loon vooruit gingen. Voor het bakkersbedrijf werd herhaaldelijk bij de firma Gantvoort op loonsverhooging aangedrongen, waaraan deze firma schoorvoetend gevolg gaf. Dordrecht. Correspondentie en overleg met de Vereenigde Banket- en Speculaasfabrikanten had tot resultaat, dat voor 19 personen het loon met ƒ 32.50 per week vooruitging. Tengevolge der meelprijsverlaging werd aan de coöperatie „Vooruit" voor 20 personen ƒ 3.35 per persoon en per week bereikt. Eene poging om in samenwerking met de Christelijke Bond tot eene plaatselijke regeling te komen, stuitte af op den onwil der Bakkerspatroonsvereeniging. Edam. De enkele kleine ondernemingen waaruit hier het bakkersbedrijf bestaat, maakten het onmogelijk om stappen te doen voor eene plaatselijke loonregeling. Toch vallen hier als resultaten van onze bemoeiingen te boeken, de afschaffing van den nachtarbeid en 3 a 4 vrije dagen per jaar. Enschedé. Met de Patroonsvereeniging werd overeengekomen dat de loonen volgens de loonbepaling van het collectieve contract met 10 procent verhoogd werden met terugwerkende kracht vanaf 27 October 1917; daarbij werd dezerzijdsch bedongen, dat zoodra de roggebroodprijs gewijzigd zou worden, de loonen wederom met 10 procent zouden worden verhoogd. Dat laatste geschiedde vanaf 13 Juli. In totaal bedroeg de verhooging circa ƒ 3.— per week voor 105 personen. Aan het einde des jaars werd eene nieuwe eisch tot loonsverhooging gesteld, waarvan de onderhandelingen volledig resultaat hadden. Het inwerking treden daarvan valt echter in het boekjaar 1919. Gorinchem. Met de Patroonsvereeniging had in de maand Februari eene bespreking plaats over eene ingediende loonregeling. De patroons vereenigden zich er mede ƒ 18.— als minimumloon voor een volwassene te accepteeren. Hierna werden de patroons afzonderlijk nog voor de doorvoering bezocht, terwijl ook met het gemeentebestuur hierover geconfereerd werd in verband met het toekennen der restitutie op de meelprijs. Gouda. In den aanvang des jaars reeds werd bij de werkgevers de eisch aanhangig gemaakt, voor 20 procent loonsverhooging. Successievelijk kwamen de patroons daarna over den brug, allereerst de Koek-, Beschuit- en Suikerwerkfabrikant Derksen; 4 Mei verhoogde patroon Pieter Boer de loonen voor 24 personen met ƒ 19.50 per week; 18 Mei verkregen wij voor 45 personen van de firma E. Arends ƒ 40.50 per week. Aan het einde dezer actie kon worden vastgesteld dat bereikt was voor 162 arbeiders en 13 arbeidsters f'-Cps 60 personen kregen ƒ 0.50 meer loon per week = ƒ 30.— 103 , „ „ 1.— „ ..' = „ 103.— 5 „ „ „ 1.50 „ KgfpM: y = „ 7.50 6 „ „ 2.— ' ,. :-'^:-m ■■ = » 12-- 1 persoon kreeg „ 3.— ,. ,. SMjm. • = » 3.— 175 personen in totaal ■^Sm^^êj^SSêi • • f 155.50 meer loon per week. Diezelfde actie heeft voor 103 vakgenooten een verkorting van den werktijd gebracht van 543 uren per week en voor 17 personen 2 dagen vacantie per jaar, terwijl ook nog 22 collega's 10 °/o duurtetoeslag verkregen. Wij voerden de actie verder, omdat hier en daar te weinig of niets was verkregen. Het resultaat van die tweede aptie was, dat verkregen werd: voor 53 personen ƒ 0.50 meer loon. voor 101 personen „ 1.— meer loon. voor 2 personen „ 1.50 meer loon. voor 1 persoon „ 2.50 meer loon. voor 7 personen „ 2.— meer loon. Voor 164 personen dus ƒ 147.— per week. Bij deze actie werd nog voor 3 personen 18 uren arbeidsduur verkorting verkregen en aan extra loon in den vorm van toeslagen in eens in totaal ƒ 1206.—. In Juli stelden wij ons in verbinding met de Patroonsvereeniging om tot eene plaatselijke loonregeling te komen. Hoewel deze ons verwees naar de landelijke Patroonsbond van Koek- en Suikerwerkfabrikanten valt tocb als resultaat van deze poging te boeken dat de 58 urige werkweek werd ingevoerd, waardoor wederom de arbeidsduur van 3 tot 5 uren per week verkort werd en wederom voor 97 127 personen ƒ 123.— loonsverhooging werd verkregen. Opgetreden werd nog voor 2 leden wien loon gekort was voor feestdagen. Een bedrag van ƒ 16.— werd daardoor voor beide personen verkregen. 's Gravenhage. De ten vorige jaren overeengekomen regeling met de werkgevers had geldigheid tot 1 October. Herhaaldelijk moest opgetreden worden voor handhaving daarvan. Reeds in Augustus werden de nieuwe eischen ter kennis van de Werkgevers gebracht hetwelk in samenwerking met de Christelijke- en Roomsen-Katholieke Bond geschiedde. De eischen ƒ 3.— loonsverhooging en 3 uren arbeidstijdverkorting, hooger loon voor overwerk, noodhulpgeld, 6 dagen vacantie enz., werden ten volle toegewezen. Vanaf 17 November trad de nieuwe loonregeling in werking. Met de coöperaties „De Volharding" en „De Hoop" werd afzonderlijk geconfereerd omtrent eene nieuwe loonregeling. Aan „De Volharding" gingen de loonen eveneens met ƒ 3.— per persoon omhoog voor de volwassen en ƒ 1.50 a ƒ 2.— voor halfwassen. Banketbakkers 's-Gravenhage. Ook voor de vakgroep banketbakkers werd in verbinding getreden met de Patroonsvereeniging en diverse eischen gesteld. Op eene conferentie kwam men niet tot resultaat doordat de plaatselijke vereeniging deze zaak verwees naar de landelijke Bond van Banketbakkerspatroons. Onze bemoeiingen leidden evenwel tot belangrijke verbeteringen in diverse bedrijven o.a. bij den heer Zwaan en Polak Wagenstraat. Met de laatste kwam zelfs een collectief contract tot stand met loonen voor le bediende ƒ 25.—, 2e bediende ƒ 15.— tot ƒ 20.— en 3e bediende ƒ 9.— tot ƒ 14.—, 63-urige werkweek, 6 dagen vacantie enz., enz. Groningen. Met ingang van 1 Juni 1918 werden hier de loonen met 20 procent verhoogd, waartoe de patroons op onzen eisch, zich tegenover het gemeentebestuur moesten verbinden. Met de coöperatie „De Toekomst" werd afzonderlijk geconfereerd. Deze had reeds vanaf October 1917 f 2.— toeslag op de loonen gegeven. Er werd nu genoegen genomen met eene nieuwe verhooging van ƒ 1.20 voor de bakkers, welke vanaf 1 September 1918 inging. Voor de bezorgers werd getracht eene nieuwe loonregeling vast te stellen op eene basis van ƒ 23.50 vast loon. Zulks stuitte evenwel af op bezwaren van de bezorgers, die na de verhooging van het broodrantsoen, daardoor minder voordeel zouden hebben. De verbetering voor deze groep ligt derhalve in de meerdere provisie der toegenomen broodverkoop. Haarlem. Voor deze afdeeling heeft het tot einde October geduurd, alvorens de loonregeling in verband met de meelprijsverlaging tot stand kwam. De Amsterdamsche loonen (minimum ƒ 20.—) werden tot basis genomen, en de arbeidsduur werd op 63 uren per week vastgesteld. De regeling kreeg voor wat het loon betreft terugwerkende kracht tot 27 October 1917, zoodat de gezellen over 51 weken, verhooging moest worden uitgekeerd. Waar inmiddels reeds te Amsterdam en elders nieuwe loonsverhoogingen op het punt van invoering stonden, werden alreeds aan het einde des jaars stappen gedaan om tot dezelfde verhoudingen te komen als te Amsterdam. Tengevolge van de tot stand gekomen regeling werd ook opgetreden in de omliggende gemeenten Bloemendaal, Heemstede, Schoten, O verveen en Zand voort. Nog zij vermeld dat in den aanvang des jaars, na conferentie met de coöperatie „Vooruitgang" voor 13 personen ƒ 42.50 loonsverhooging verkregen werd plus 22 uren arbeidstijdverkorting voor 11 personen en ƒ 5.— reispenning in de vacantieweek. Heerenveen. Als resultaat van onze actie valt te boeken, dat vrij algemeen eene loonsverhooging tot stand kwam van ƒ 2.— per week. In den loop des jaars kwam. met een 10-tal patroons eene collectieve arbeidsovereenkomst tot stand. Den Helder. Hier kwamen na herhaalde aandrang bij de patroons verhoogingen tot stand met terugwerkende kracht tot 27 October en voor 9 personen elk ƒ0.75; 21 personen elk ƒ1.— ; 10 personen elk ƒ 1.25; 4 elk ƒ 1.50 en 18 personen elk ƒ 1.75 per week. Te Hengelo, Harlingen, Hoogezand en Hoorn leidden onze bemoeiingen tot bevredigende resultaten, waarvoor wij ter bekorting naar de tabel op blz verwijzen. Hilversum. Het talmen van de patroons en van den minister deed onze afdeeling in eene vergadering op 16 Februari besluiten, om indien per 1 Maart de loonsverhooging niet zou worden uitbetaald, tot staking over te gaan. Hiervan werd de patroons en het Gemeentebestuur kennis gegeven, met het gevolg dat de zaak vóór 1 Maart behoorlijk in orde kwam. De patroons teekenden tegenover 98 den Burgemeester eene verklaring, waarbij vanaf 27 October 1917 het minimumloon ad ƒ 18.— zou worden uitbetaald. Hilversum was na de groote plaatsen van het land de eerste, waar op deze wijze de loonregeling haar beslag kreeg. Leeuwarden. Met terugwerkende kracht tot 27 October 1917 werden de loonen vanaf 22 Mei met ƒ 1.50 a ƒ 2.— per week verhoogd. In verband daarmede werden de desbetreffende bepalingen van het collectief contract gewijzigd, terwijl de overeenkomst voor onbepaalden tijd werd voortgezet. De verkregen verhoogingen bleven tegenover de verhoogde levensstandaard ver onvoldoende, zoodat terstond bij de verhooging van het broodrantsoen — 16 November — de werkgevers nieuwe eischen werden aangeboden. Aanvankelijk toonden de patroons maar weinig tegemoetkoming, waardoor onze ledenvergadering op 15 December zich in eene motie voor een ultimatum uitsprak. De patroons lieten het echter zoover niet komen en bewilligden in de volgende loonbepaling: Deze loonen waren vanaf: mï0s 22 Mei 1918 27 October 1917 Ovenisten-deegmakers ƒ 22.— ƒ 18.50 ƒ 16.50 Verantw. Koekbakkers „ 22.— „ 18.50 „ 16.50 Overige volwassenen . . „ 20.— ■ 17.— • 15. Met de Coöperatie „Excelsior" werd afzonderlijk voor loonherziening onderhandeld, waarop zoowel in Mei als in December loonsverhooging is gevolgd. Leiden. Half April kwam hier de nieuwe loonregeling tot stand. Zij bracht voor de volwassenen ƒ 2.50 loonsverhooging per week plus 3 uren arbeidstijdverkorting in het algemeen. Het uurloon van losse arbeiders werd met 7 centen van 20 op 27 cent verhoogd; vacantiedagen werden van 2 op 3 gebracht. In den loop der maand Maart werden ook voor de Koek- en Banketbakkers eischen gesteld. Al dadelijk had dit tengevolge, dat de „Nutrix" aan de volwassenen ƒ 2.— en aan de overigen ƒ 0.50 a f 1.— toeslag gaf. De firma Bisiot verhoogde de loonen voor 19 personen met ƒ 29.50 per week, hetwelk de eerste Zaterdag van April inging. In November drongen wij wederom op verbeteringen aan, tengevolge waarvan op 22 November eene conferentie met deze firma plaats had. Overeengekomen werd hierbij;: Arbeidstijdverkorting van 72 tot 66 uren per week, ingaande 1 Januari 1919 en tot 60 uren, ingaande 1 April 1919; loonsverhooging van ƒ 18.— op ƒ 20.— en voor hen die beneden ƒ 17.— verdienen ƒ 3.— meer per week, ingaande 1 Januari 1919. In afwachting van deze verbeteringen werd nog in de maand December aan 10 volwassenen elk ƒ 10.— en 4 ongehuwden onderscheidelijk ƒ 2.50 en ƒ 5.— extra toeslag uitgekeerd. Maastricht. Tengevolge van de eischen reeds aan het einde van 1917 bij de Patroonsvereeniging aanhangig gemaakt kwam het in Februari tot het afsluiten van eene collectieve overeenkomst. De loonen werden in minimum op ƒ 18.— gesteld tot ƒ20.— voor meesterknecht of ploegleider; arbeidsduur 66 uren met inbegrip van schafttijd. Met de coöperatie „Het Volksbelang" werd eene loonregeling getroffen als volgt: Mr. bakker ƒ 24.— ; ovenist en deegmakers ƒ 21.— ; overige volwassenen en bezorgers ƒ20.—. Voor alle bedrijven gold de bepaling dat de verhoogde loonen vanaf 27 October 1917 moesten ingaan. Middelburg. Vanaf 30 Mei 1918 werd hier het minimum loon op ƒ 18.— bepaald. Tevoren had al reeds loonsverhooging met terugwerkende kracht tot 27 October plaats gehad. De loonen gingen nu ƒ 1.50 a ƒ 2.— omhoog terwijl 3 personen elk ƒ 4.—, 2 elk ƒ 5.— en 1 ƒ 3.50 vooruit gingen. Nijmegen. In samenwerking met de rellgieuse organisaties kwam aan de coöperatie „Werkmansbelang" een collectief contract tot stand, de loonen werden bepaald op ƒ 17.— voor bankmannen, tot ƒ 20.— voor den Mr. bakker, de arbeidsduur op 60 uren per week. Rotterdam. De loonregeling in 1917 tot stand gekomen had geldigheid tot 1 Augustus 1918. Wegens de slechte bedrijfsverhoudingen duurde het tot 10 November, alvorens eene nieuwe loonregeling tot stand kwam. Zij bracht ƒ 2.50 loonsverhooging en 6 uren arbeidstijdverkorting per week. De gewijzigde collectieve overeenkomst werd in samenwerking met de religieuse organisaties en B. Z. O. D. aangegaan. 99 Schiedam. In April kwam een collectief contract tot stand met omschrijving van dezelfde loonen als in Rotterdam, alsmede terugwerkende kracht tot 27 October 1917. Hierdoor gingen de loonen met ƒ 2.— a ƒ 3.— per week vooruit. Begin November stelden wij wederom nieuwe looneischen op dezelfde basis als Rotterdam, welke ook ten volle werden toegewezen, waardoor wederom ƒ 2.50 verhooging tot stand kwam. De arbeidsduur werd o.a. van 70 op 60 uren per week verkort. Tiel. In Februari deden wij de patroons onze looneischen toekomen, terwijl bij het Gemeentebestuur er op aangedrongen werd geen meelprijsverlaging toe te staan zonder loonregeling. Met deze actie werd volledig succes bereikt en met met ingang van 27 October 1917 werd voor 11 personen ƒ 38.— loonsverhooging per week verkregen. Utrecht. Het heeft tot in de eerste weken van Januari 1919 geduurd, alvorens de nieuwe loonregeling in orde kwam. De verhoogde loonen werden echter vanaf 16 November 1918 uitbetaald. De loonen werden met ƒ 3.— per week verhoogd en de arbeidsduur met 2 tot 5 uren per week verkort. Het klassestelsel der bedrijven verviel met deze nieuwe loonregeling. Aan de Coöperatie „Voorwaarts" had bij den aanvang des jaars en met 16 November loonherziening plaats. Omtrent de eerste werd een scheidsrechterlijke beslissing verkregen, dewelke onze eischen, voor de helft vanaf 27 October 1917 en voor de andere helft, vanaf 30 Maart 1918 volledig toewees. In totaal verkregen wij gedurende 1918 aan deze Coöperatie voor: 2 personen elk ƒ 6.85 per week = ƒ 13.70 2 „ „ „ 6.50 „ „ „ 13.— 7 „ „ „ 7.— „ „ . „ 49.— 1 persoon 7.25 „ „ ''— „ 7.25 1 „ 4 075 „ „ = 9 4.075 * v 1 6.50 l - „ 6.50 1 „ 4.22 „ | | „ 4.22 Totaal 15 personen per week ... ƒ 97.74' 4 Juli 1918 werd alle koek-, banket- en bischuitfabrikanten eene circulaire gezonden om 20 procent loonsverhooging. Voor het personeel van Gebr. Doesburg kon worden vastgesteld dat voor 58 pers. de arbeidsduur in totaal 348 uren per week verkort werd en de loonen van ƒ 0.50 a ƒ 1.— en met ƒ 2.— a ƒ 3.— voor de volwassenen verhoogd werden. Bij de firma v. d. Kaay verkregen 7 personen elk ƒ 2.— en 1 gezel ƒ 3.— verhooging. Vlaardingen. Ook hier werden onze voorwaarden tot grondslag voor de meelprijsverlaging genomen met het resultaat dat half Juli de loonen met 20 procent zouden verhoogd worden. Het heeft tot half December geduurd voor de zaak in orde kwam. Er werd nu terugwerkende kracht verkregen tot 30 Maart 1918. In totaal werd aan deze terugwerkende kracht alleen ƒ 1836.20 uitbetaald. Onmiddelijk daarna werden stappen gedaan om regeling te brengen in de overige arbeidsvoorwaarden. Velsen en IJmuiden. De eerste week In Juli waren wij er in geslaagd de loonen met ƒ 1.— per week verhoogd te krijgen met terugwerkende kracht tot 27 October 1917. Inmiddels waren reeds stappen gedaan voor een tweede meelprijsverlaging om daardoor de loonen vanaf 30 Maart 1918 wederom met ƒ 2.— verhoogd te krijgen. Aan het einde des jaars waren de bemoeiingen daaromtrent nog gaande. Door bijzondere stappen bij de coöperatie „De Eendracht" kwam per 1 December eene loonsverhooging voor 2 personen tot stand van ƒ 1.— en ƒ 1.50 per week. Wageningen. Aan de hand van een brief van onze afdeelingssecretaris zij het volgende vermeld: Loonsverhooging. één gezel van ƒ 10.— ƒ 12.—. één gezel van ƒ 11.— ƒ 15.— (had bij die ƒ 11.— vrij brood; nu niet meer). één gezel van ƒ 6.— ƒ 10.—. één gezel van ƒ 6.50 ƒ 8.— (intern). II. één gezel van ƒ 15.— ƒ 17.— (ongeorganiseerd). Bovenstaande loonen zijn ingegaan 27 October 1917. Hierbij komt nog dat zij allen 3 dagen vacantie krijgen per jaar en voor de 4 bovenste werd bedongen, dat zij bij ziekte 6 weken vol loon krijgen. De laatste ontvangt 13 weken vol loon. 100 Op 1 April 1918 kwamen wederom de volgende verhoogingen tot stand: 5 gezellen elk ƒ 3.- per week. 2 gezellen elk ƒ 2.— per week. 1 gezel ƒ 1.50 per week (ongeorganiseerd). II. 1 gezel ƒ 1.— per week (ongeorganiseerd). Van deze 13 gezellen waren 11 modern georganiseerd, de 2 anderen ongeorganiseerd. Tevens kan ik u mededeelen dat het noodhulpgeld verhoogd werd van ƒ 0.25 per uur op ƒ 0.30 per uur. II. Is de zelfde persoon uit de 4 eerst vermelden. In totaal kwam dus voor 13 gezellen ƒ 34.— loonsverhooging per week tot stand. Wormerveer-Krommenie. Onze bemoeiingen hebben hier tot loonsverhooging geleid in één particulier bedrijf en bij de coöperaties .Voorwaarts" en „Werkmanskracht". In de beide laatsten kwam aan het einde des jaars wederom ƒ4.— loonsverhooging tot stand. De bedragen daarvan boeken we echter op 1919. Zaandam. Naast de pogingen voor het particulier bedrijf en de fabrieken van Hille en Verkade, werden belangrijke resultaten verkregen bij de Bestuurdersbond van coöperaties, omvattend: „Walden", „Excelsior", „Help U zelf', „Zaanlandsch Eenheid" en „Ons Beginsel". Vanaf 1 April werd hier het loon in minimum op ƒ 20.— gebracht met terugwerkende kracht tot 27 October 1917. Ook de arbeidsduur werd verkort en de vacantie op 6 dagen gesteld. Begin November werd alle coöperaties opnieuw een eisch gesteld tot ƒ 4.— loonsverhooging waaraan tenvolle voldaan werd echter met ingang van 1 Januari 1919 voor twee coöperaties, terwijl de anderen de verhooging vanaf 16 November of begin December lieten ingaan. Volledigheidshalve noteeren wij deze bedragen dus op 1919. Zutfen. Ons herhaald aandringen en bezoek bij de patroons had tengevolge, dat in het voorjaar ƒ 1.— a ƒ 2.— loonsverhooging werd gegeven. Bij de coöperatie „Het Volksbelang" kwam een verbeterd collectief contract tot stand waardoor de loonen met ƒ 1.— a ƒ 1.50 vooruit gingen. In het particulier bedrijf deden wij aan het einde des jaars wederom stappen tot loonsverhooging met een minimumlooneisch van 27.—. Voor zoover door het afdeelingsbestuur kon worden nagegaan verkregen hierdoor 14 personen in totaal ƒ 21.— loonsverhooging. Zwolle. Met de Nieuwe Zwolsche Coöperatieve Winkelvereeniging werd nog aan het einde van 1917 overeenstemming verkregen omtrent de verbeteringen in het collectief contract. De Oude Zwolsche Coöperatieve Winkelvereeniging wilde van onderhandeling met den vakbond niets weten. En het zou daar tot staking gekomen zijn, ware het coöperatiebestuur niet ter elfder ure met belangrijke verbeteringen over den brug gekomen. In den loop des jaars werd wel met de Patroonsvereeniging over eene loonregeling geconfereerd, maar verder kwam het ook niet, daar deze patroons „betere tijden wenschten af te wachten". Voor het personeel der Biscuitfabriek Helder en Co. werden stappen gedaan In samenwerking met de Roomsch Katholieken Bond, om tot eene arbeidsovereenkomst te geraken. De firma bleek daartoe niet genegen en door de slechte bedrijfsverhoudingen werd dezerzijds niet krachtiger opgetreden. De bemoeiingen leidden er wel toe dat de duurtetoeslagen verbeterd werden. Aan het slot van onze beschouwing gekomen nopens de gevoerde loonacties in de afdeelingen voor het bakkers- en banketbakkersbedrijf, moet ons van het hart, dat we noodgedrongen tot de uiterste beknoptheid moesten vervallen. En daar waar ons optreden uitsluitend tot gevolg had verbeteringen bij een enkele onderneming of coöperatie, vindt men derhalve geen beschouwing, doch alleen het resultaat in de volgende samenvatting vermeld: 101 b Aantal betrokkenen Bereikte loonsverhooging Arbeidstijd- PLAATS Naam van de firma 1| mi Hiervan waren Verkorti"g Overigeverbetering of van de branche «| aantal . Bedrag per week ^ en Diversen ■° pers. Bonds- andere en per persoon we^P aantal uren , . leden organ- perS- p.week ' AlkmaafBakkersbedrijf ... 42 70 32 28 10 f 2.50 per persöon 175.- 70 840 5 vacantiedagen Coop. Voorwaarts . 1 2 2 - - 1 a f4.-, 1 af3.50 7 50 - - . . • Banketb. v. d. Wal 1 7 5 1 1 f 2.- per persoon 14.- 7 42! 2Almel°Bakkersbedrijf... 9 19 19 _ _ van f 0.75 tot f4.- 35 75 - _ 3 Amersfoort .. . BakkersenBanketb. 14 37 37 - - van f2.-tot f2.50 77.50 30 90 4 Amsterdam ... Broodfabr De Haan 1 35 35 - - Verh. tonnengeld 54.60 - - Vanaf 1 Oct. '18 ... Bakkers, bezorgers f 3.50 voor volw., 3 uur p. w. voor het ... en banketb 250 3200 1485 560 1155 jf 1.50 a f2.— voor Bakkersbedrijf. halfwassen. Bezor- - . '"• D ,, , gersv. f 1.25-f3.50 j 7981.50 1600 4800 0 Invoering 8 uren- 5 Apeldoorn ... . Bakkersbedrijf i). . 60 128! 44 24 60 f 2.-tot f 3.50 I 289.- 17 170 dag Coöp. „Voo". 6Arnnem . 2)- • 4 36! 36 - - fl.-afl 50 46- - - en 10 urendag • • Part bedr. . 20 40 26 10 4 ± f2.- p. persoon 80— - - bij Levisson. „ fabr. Ceres. 1 20 j 7 11 2 7485 — — ^Voorl.verhooging » » Pufity- 1 6 4 - 2 f 1.- tot f 3.- , 12- - ; - 7 Assen.:::::: £SS!r\ TA " 13 3 f22-totf5- i 34 308 1-^8 QD <-uupcrrfiie 1 11 | 11 _ — f2.— per persoon 1 22.— — — 9 Bussum" " BakkerSbedrijf ' " ■ 8 * 40 '° 6 ■ f 1- a f 2- 106.- 56 392 Verbeterd Co,.. Contract 10 Capelleo.d.IJsel „ ... 8 12 12 - - f 1.25 tot f 4 - 34 25 12 96 Coll. contr. m. terugw. !^elft;Coöperatie , 10 ,0 - - f 2.- tot f 3.50 25.50 10 ™ tot 27 Oct. ,fï?. °e™terKoekfabr. Bussink. 1 12 8 - 4 f 4.25 a f 4.50 44.- - - 4 vacantiedagen 13 Dordrecht... . Koekbakkerijen. . . 6 19 11 - 8 f 2.- tot f 3 - 32 50 - - VaCantledagen- „ Coöperatie Vooruit 1 24 24 - - f 3.35 per persoon 80.40 4 Enschede . Bakkersbedrijf ... 40 105 65: 30 10 ± f3.- p. persoon 315.- - _ 15 s draven hage- Scheveningen ... 40 900 260 | 120 520 f 1.- tot f 3.- 2150.- 420 1439 3 a 4 uren per week • • | Coop. Volharding . 1 54 17 j 29 8 f 1.50 tot f 3.- 153.50 - - 6 Gorinchem. . . . j Bakkersbedrijf ... I 3 5 5 . - - f 1- a f 2- p. p. 6.50 - - 17G°Uda)Koek en Suikerw. . 6 175 86 ? ? f 0.50 a f 3.- p. p. 155.50 103 543 2 dagen vacantie " " " ■■ " " | — — f 0.50 a f250 p. p. 147.— 3 18 j f 1206 extra loon 18 Groningen:::: Bakkersbedrijf, " " " ~ ~ ± * 1-P-persoon 123.- 3 | 320 Resultaten najaar. ]Q begrepen Coöp. . . 40 220 ! 85 30 105 20 % verhooging 580— - I - 19haarlmr jde.m • • • 50 243 118 65 60 f 1.50 tot f 5.50 749- 350 j 1400 Collectief contract " | Coop. Vooru.tgang. [ 1 13 13 j - - 42.50 lij 22 f 5- reispenning. 20 Har/ingen / Bakkersbedrijf . . . / 5 I 8 j VJ 2 [- / f 1— tot f 4— f 13.50 f - f - f 21 Heerenveen ... „ . ^ 16 15 1 -f2— per persoon j 32— - - 22 Helden, Den. . . . 13 62 24 19 19 f 0.75 tot f 1.75 77.75 - - 23 Hengelo , „ .... 3 9 5 3 1 f 1- tot f 3.50 24.50 - - 24 Hilversum 35 98 50 18 30 f 1.50 tot f 4— 260— - - 25 Hoogezand. ... . „ - . . . 1 5 5 - - f 1-50 tot f 2.50 10- - - g onen g 26 Hoorn. ...... , , 2 6 6 - - f 3.- per persoon 18— - - vacantie. 27 Heerlen Coöp. Glück Auf. . 1 24 24 - - 112- a f 2.50 55.50 *) f 2.50 reispenning 28 Leeuwarden .. . Bakkersbedrijf3).. 15 95 75 20 — f 1.50 a f 2— 177.50 — — verbetering na verhoo- 4-9 „ - - f 1.50 a f 3— 276— 89 267 , ging b™oi™fs?™ t- » » » o Vanaf 27 Oct. 1917. ... Coöp. Excelsior . . 1 34 34 - - f 1.35 a f 2— 62.75 - - _ f 0.50 tot f 3.50 72.90 - - Van3t lb UeC-1918' 29 Leiden . . . Bakkersbedrijf ... 20 153 78 50 25 19 pers. f 1— tot 358.50 152 459 ingaande 27 Oct. 1917. f 2.-, 134 pers. f2.50 Nutrix 1 29 14 2 13 f 0.50, f 1—a f 2— 33— - - :.:.:: KoekfabriekBisiot. 1 19 13 3 3| idem 29.50 - - f145 extra toeslag 30 Maastricht Bakkersbedrijf ... 20 100 50 20 30 1 f 2— tot f 4— 280— 86 516 31 Meppel Coöperatie Vooruit 1 j 8 8 — — | f 2.50 a f 3— 22— — — 32 Middelburg .. . Bakk.bedr. en Coöp. 7 I 26 26 - —I f 1.50 tot f 5— 69.50 - - 33 Nijmegen Coöp. Werkm.bel. . 1 46 22 13 11; f 2—tot f 5— 172 25 46 92 Vacantie 4 dagen 34 Purmerend. ... Coöp. De Dageraad 1 4 4 - - f 1.50 tot f 2- 6.50 - - met f4- toeslag. 35 Rotterdam 1 Alle bedrijven ... 200 2000 400 600 1000, f 1.50 tot f 2.50 4400— 1200 7200' Gerekend naar ge- (enkelen f 3—) mlddeld ^.20 per 36 Schiedam 25 90 52 2 36 f 3- tot f 5.50 360- 70 700 j Pe™°" lZrg£. 37 Steenwijk .... Bakkersbedrijf ... I 2 5 5 - — f 1— tot f 4.50 7.50 3 30 38 -piel ! 4 28 16 - 12 ; f 1— tot f 3— 38— - - 39 Utrecht I .73 388 120 ! 130 138 i f 2.50 a f 3— 1086— 338 1256 Loonregeling vanaf . Coöp. Voorwaarts . 1 15 15 - - f 4.22 tot f 6.85 97.74 - - 16-U-'18. „ Gebr. van Doesburg 1 58 12 - 46 f 0.50 tot f 2— 74— 58 358 , Banketb. v. d. Kaay 1 8 3 3 2 f 2— tot f 3— 17— — — 40 Vlaardingen. . . Bakkersbedrijf ... 8 20 20 - — f 1.60 tot f 4.60 54.90 - - 41 Velsen-Ijmuiden . „ 27 38 29 - 9 f 1— tot f 1.50 38— - - 42 Winschoten . . . Coöperatie 1 6 6 - — f 2.50 per persoon 15— - - 43 Winterswijk... Coöp. De Dageraad 1 12 12 f 2— per persoon 24— 12 120 Invoering 8 urendag 44 Wageningen. . . Bakkersbedrijf... 8 13 11 - 2 f 1.50 tot f 3— 34— — — 45 Wormerveer. . . „ „ . . . . 3 14 14 — — f 2— per persoon 28— 12 28 46 Zaandam Coöperaties 5 61 20 18 23 idem 122— 60 120 47 Zierikzee „ 1 1 1 — — f 2-— 2— — — 48 Z.-Scharwoude . Coöp. Vooruit. ... 1 1 8 8 — — f 2— a f 3— 22— — , — 49 Zutfen Bakkersbedrijf ... 1 4 16 13 1 2 f 2— a f 3— 43— — j — 50 Zwolle Coöperaties j 2 27 19 5 3 f 1.50 tot f 3— 55— 2 \ 48 | Totaal 1133 9063 ]3759*)11851 *)j 3364*) Totaal bedrag j 22420.64 4854 21732 *) Door de ? ? onder Gouda verschillen deze cijfers 89 met de totaalkolom. STAKING AAN DE BROODFABRIEK „CERES" TE AMSTERDAM Doordat deze firma de vakvereeniging nimmer wilde erkennen en zich ook niet neerlegde bij de loonregeling zooals die begin 1918 in Amsterdam was tot stand gekomen, werd hier 12 Augustus 1918 de werkstaking geproclameerd. Directe aanleiding voor het personeel om tot staking te besluiten was, het ontslag van 12 personen ten gevolge waarvan, overmatig lange arbeidsduur plaats had. Bij deze staking was onze Bond betrokken met 46 leden. De Roomsch Katholieke Bond met 9 leden. De Christelijke Bond met 6 leden. Ongeorganiseerd 16 personen. In totaal betrokken 77 personen. Hiervan moesten 7 van de stakerslijst worden afgevoerd, zoodat de staking 70 personen bleef omvatten. Na enkele dagen kwam de fabriek geheel stop te staan, doordat de Gemeentelijke distributie geen meel afstond omdat, door het posten voor de depóts, het weinige brood dat gebakken werd voor het menschelijk voedsel verloren ging. De depóts werden bij een 11-tal, in overleg met de organisaties, aangewezen bakkerijen ingedeeld waar de stakers tevens ten deele te werk werden gesteld. De staking duurde tot 13 December, dus vier volle maanden. Door bemiddeling van de Kamer van Arbeid voor de Voeding- en Genotmiddelen hadden op 26 November en daarna op 3 December conferenties met de organisatiebesturen plaats waar het tot volledige overeenstemming kwam nopens het afsluiten van eene collectieve overeenkomst. AANTAL STAKERS DAT TIJDENS DEN STRIJD IN ANDERE BAKKERIJEN WERK VOND. AANTAL DAGEN DAT ELK WERKTE IN DE WEEK VAN , . een twee drie vier vijf zes 12—17 Augustus . 4 2 1 — — 19—24 . 10 5 — — 45 26—31 . 6 — 4 2 37 2— 9 September .9 6 3 2 41 9—14 „.921 1 45 16—21 „.9 5 3 — 45 23—28 1 1 2 — — 46 30/9— 5 October ..861 1 49 7—12 „ . . 10 6 ' 1 1 47 14—19 . . 12 5 1 2 46 21—26 . . 11 8 1 1 46 28/10—2 November . 8 7 1 2 45 4— 9 „ . 4 10 7 — 3 44 11—16 ' „ . 7 5 3 2 1 49 18—23 „.51 — 60 25—30 5 3 — — — 62 2— 7 December .3 3 — — — 63 9—13 „ §pl;jf 4 1 — — — 64 TOTAAL I 125 76 29 8 10 834 104 Bij vermenigvuldiging van vorenstaande tabel is het totaal aantal dagen dat gewerkt is: 125 personen 1 dag = 125 X 1 = 125 dagen 76 , 2 dagen = 66 X 2 = 152 | 29 I 3 „=29 X 3 = 87 „ 8 , 4 „ 8X4= 32 , 10 l 5 „ = 10 X 5 = 50 . 834 \ 6 „ = 834 X 6 = 5004 „ Totaal aantal dagen arbeid 5450 Voor 70 personen komt het aantal verloren arbeidsdagen derhalve hierop neer: Voor 70 personen is het aantal arbeidsdagen per week 70 X 6 = 420 Gedurende 18 weken = 18 X 420 == 7560 Aantal dagen dat gewerkt werd 5450 Verloren aantal dagen 2110 De firma zegde toe geen enkele rancune te zullen toepassen en voor zoover de werkzaamheden het toelE stakers en ontslagenen weder te zullen plaatsen. Op 1 Januari 1919 stond het daarmede als volgt: VAN DE STAKERS GEPLAATST IN DE ONDERNEMING LEDEN VAN DE(N) 13 December 24 December TOTAAL Algemeenen Bond. . . 38 5 43 Roomsch Katholieke org. 7 2 Christelijke organisatie .51 6 Ongeorganiseerden • ■ 10 TOTAAL | 60 | 8 68 VAN DE ONTSLAGENEN WERDEN TERUG GENOMEN: 1 lid van den Algemeene Bond op 16 December. 1 Ud van den Algemeene Bond op 17 December. 1 ongeorganiseerde op 17 December. NIET TERUG GENOMEN: Van de stakers 2 vaste en 1 noodhulp. Van de 12 ontslagenen vonden 3 elders vast werk terwijl 6 niet meer opgeroepen werden. Het collectief contract bracht de volgende verbeteringen: f|§g;a I Voor de staking Na de staking Werktijd . . . . 78 uar per week 60 uren per week naar verhouding van het ^ t Overwerk. ... weekloon ± 32 ct. p. uur 40 P Ziekengeld . . niets van de firma 13 weken vol loon Vacantie .... geen 6 dagen Zondagsarbeid. . geen extra betaling 100 procent extra 105 DE LOONEN :: :: :: Na de staking werden de loonen als volgt vastgesteld: Ovenist ƒ26.—, deegmakers,>verantwoordeiijk bankvoorman ƒ 25.—, bankwerkers en overige bekwame bakkersgezellen ƒ 24.—, binnenpersoneel, o.a. magazijnknechts etc. (met geen opzichthoudend en verantwoordelijk werk belast) ƒ 23.50. Vóór de staking bestonden de volgende loonverhoudingen: Bankwerkers ƒ 2.10 per dag voor 12 uren, taak 8 deegen voor elke deeg meer ƒ0.25 per man en per deeg. Des^Zaterdags werden de over-deegen met f 0.15 inplaats van met ƒ 0.25 extra betaald. Op het verdiende weekloon werd 15% duurtetoeslag gegeven plus ƒ 1.50. Voor vroeger opkomen op Zondagavond werd ƒ 0.25 per uur betaald. De wegers hadden ƒ 0.25 en de knippers ƒ 0.50 toeslag per week. Gemiddeld ƒ 28.— verdienste. Deegmakers en assistent-ovenisten als hierboven omschreven plus ƒ 0.16 toeslag per dag. Ovenisten als voren plus ƒ 0.38 per dag. Voor de overnacht op Zondag werd voor 12 uur ƒ 3.— betaald (van 6 uur tot 6 uur. Voorlieden als voren plus ƒ 0.76 per dag, voor overdeegen ontvingen zij in de week ƒ 0.35 en op Zaterdag ƒ0.25 per deeg. Magazijn-personeel werd per uur betaald, plus 15 % en ƒ 1.50 toeslag. Magazijnmeester per uur ƒ0.25. Magazijnknechts per uur ƒ0.23. Karrijders per uur ƒ0.171/!» voor overwerk ƒ 0.25. RESULTATEN BEREIKT VOOR DE CACAO-, CHOCOLADE- EN SUIKERBEWERKERS OVER HET JAAR 1918.J) Arbeidsduur- ! Hiervan waren: Loong. verkorting „.'„,„ Aantal ? i Tl verhooging— rfi PLAATS h.^.ii„«„ aantal be- Andere „ i„ +ntaai » . Totaal bedrijven ,, Bonds- Onze ln totaal Aantal trokkenen Donas organi- ™. „i>r wepk aantai uren ,eden saties or8anisatie Per week personen per week Amsterdam ... I 10 454 187 121 146 894.85 54 75 Breda 3 480 90 140 250 675.— 380 760 Deventer .... 1 15 6 9 25.— Den Haag.... 1 109 23 4 82 92.- Groningen. ... 6 170 46 3 121 450.— 20 . 60 Rotterdam. ... 15 1115 100 ? ?? 2199.50 1035 5007 Weesp 1 500 140 100 260 787.50 — Wormerveer ... 3 236 40 110 86 579.75 25 162 Totaal 40 3079 632 ? 478 ? 945 5703.60 1514 6064 ') Men zie de hierbij behoorende tekst op de bladzijden 107—110. 106 CACAO-, CHOCOLADE- EN SUIKERBEWERKERS NEDERLANDSCHE VER- Tengevolge van onze~pogingen'in diverse plaatsen tot eene be- EENIGING VAN SUIKER- hoorlijke regeling van arbeidsvoorwaarden te komen, stelde onze WERK- EN CHOCOLADE- ^ond zich in het voorjaar van 1918 in verbinding met de vereening r-»i-»r^,.^»x,^r-xr van Suikerwerk- en Chocolade-fabrikanten. Deze organisatie rARrclKAN l FN * vov^v*.wenschte geen overleg met den vakbond en stelde zelf eene arbeidsregeling vast die per 1 Januari 1919 zou worden ingevoerd. Tegen deze wijze van doen is door het Bondsbestuur sterk protest aangeteekend. In de Algemeene bestuur-vergadering van 19 Nov. werd de volgende motie ter publicatie vastgesteld: „Het bestuur van den Algemeenen Nederlandschen Bond van Bakkers,- Chocolade- en Suikerbewerkers, gehoord de besprekingen inzake de houding der Fabrikantenvereeniging nopens eene arbeidsregeling, constateerende dat de Fabrikantenvereeniging in strijd met eene vroegere toezegging, geen overleg heeft gepleegd met de vakvereeniging. Van oordeel dat de regeling thans door de Fabrikantenvereeniging gereedgemaakt noodwendingerwijs een eenzijdig karakter heeft, overtuigd dat het gebodene op geen enkelen grond de arbeiders kan bevredigen, betreurende dat de Fabrikantenvereeniging bij een zóó gewichtige aangelegenheid, een zoo verouderd standpunt inneemt, spreekt als haar oordeel uit dat geen enkel goed bewust arbeider zich bij eene dergelijke regeling kan neerleggen en deze dus niet aanvaard kan 'worden; dringt daarom ernstig op herziening van de houding der Fabrikantenvereeniging nopens deze materie aan. Verklaart, zich onder geen beding bij eene dergelijke behandeling van zaken te zullen neerleggen. Roept alle vakgenooten op door toetreding tot de organisatie blijk te geven van hun misnoegen omtrent deze achteruitstelling, teneinde alsnog door behoorlijk overleg met de Fabrikantenvereeniging tot eene betere arbeidsregeling te geraken. In Rotterdam, Amsterdam en Den Haag werden ook protestvergaderingen gehouden, waar deze motie door de vakgenooten ondersteund werd. ONZE LANDELIJKE ACTIE In den aanvang der jaars werd allen werkgevers door heel het land den eisch gesteld van 20 procent loonsverhooging. Wij konden vaststellen, dat bereikt werd in de volgende plaatsen: AMSTERDAM II. Hoek en Co. Voor 34 personen ƒ 46.— per week. Wijnberg, Asserman en Delie. Deze firma's stonden 10 procent verhooging toe, waardoor voor 22 personen ƒ 32.— werd bereikt. Voorts werd het geheele personeel 'in de maand April 1 week extra loon uitbetaald. Cohen, Plantage. De loonen werden hier in het voorjaar verhoogd voor 2 personen elk ƒ 2.—, 4 personen elk ƒ 1.50, een ƒ 1.30, een ƒ 0.90 in totaal f 12.20. De vacantiedagen werden na eene bespreking met de firma van 2 op 4 dagen gebracht. Op 9 September ging na overleg met de firma eene nieuwe verhooging in, waarbij 12 personen betrokken waren en in totaal ƒ21.911/! bereikt werd. Betke en Co. Hier werd van 8 tot 14 procent verhooging ingevoerd, waardoor 12 arbeiders en 6 meisjes in totaal ƒ 22.80 vooruitgingen. De Firma Bensdorp, stelde eene toeslag in van 8 procent voor ongehuwden tot 16 procent voor gehuwden. Volgens het uitbetaald extra weekloon (ƒ 2371) zou deze toeslag volgens een gemiddeld percentage van 10 procent, ƒ 273.— per week bedragen. Cohen, Kattenburg. De verhooging betrof hier voor 4 personen ƒ 6.— per week. 107 Ook de Bont en Leyten, voerde na sterken aandrang 10 procent verhooging in, waardoor voor 15 mannelijke en 15 vrouwelijke personen !n totaal ƒ 48.- per week bereikt werd. In de maanden September en October werden opnieuw eischen tot verbetering gesteld bij diversen firma's, waarvan kan worden vastgesteld, dat wederom bereikt werd bij: Hoek en Co. Voor 21 personen elk ƒ 2.-, 2 personen ƒ 0.75 en 5 personen elk ƒ 0.50, ingaande 2 November 1918. Caspar Flick. Aan loonsverhooging en verbetering duurtetoeslag, welke laatste 10 Augustus inging, werd voor 35 personen in totaal ƒ 117.24Vi bereikt. De Firma Bensdorp, welke de duurtetoeslag aanvankelijk voor een half jaar had toegestaan, verlengde dezen termijn met 3 maanden. Daarenboven werden tengevolge van onze eischen de loonen verhoogd voor: 22 personen ieder ƒ 3.— = ƒ 66.— 16 . . 2.50 = „ 40.— 11 i . n 2.- = . 22.- 8 „ „ „ 1.- = . 8.- 57 personen in totaal ... ƒ 136.— Bovendien werd aan het geheele personeel een week extra loon verstrekt e.w. aan 86 arbeiders totaal ƒ 1771.— | 150 , „ 600.- 236 personen totaal ƒ 2371.— Na verdere aandrang werd ook voor de afdeeling expeditie eene verhooging van ƒ 2.50 tot ƒ 3.50 ingevoerd, hetwelk voor 28 personen neerkwam op ƒ 73.50 per week. Bij de firma Voornveld had na eene door ons ingediende loonregeling eene loonherziening plaats, waardoor vanaf 15 Juni het loon voor 20 personen met f 61.50 per week verhoogd werd. Voorts werd een week vacantie ingesteld met een toeslag van de helft van het weekloon. „Kwatta", Breda. Nadat eene poging dezerzijdsch tot samenwerking met den Roomsen-Katholieken Bond vóór de fabriek „Kwatta" op den onwil van dien Bond was afgestuit, stelden wij per 25 Mei de volgende eischen: 1. Eene algemeene loonsverhooging van 20 procent; 2. Behoud van de thans geldende duurtetoeslag; 3 Voor overwerk tot 's avonds 10 uur 25 procent extra en na 10 uur 50 procent verhooging: 4 Zondagsarbeid vanaf Zaterdag 10 uur tot Maandagochtend 7 uur 100 procent boven het gewone loon; 5 De arbeidsduur op gewone dagen te stellen van 7-12 uur en van half twee tot halfzeven en 2 maal een kwartier schaftijd; des Zaterdags van 7-9 uur en van half tien tot twee uur, in totaal 54 uren per week; 6. 4 vacantiedagen met behoud van loon; 7. Doorbetaling van loon op de Chr. feestdagen aan allen die tenminste 3 maanden op de fabriek werkzaam zijn; — 8 Ingeval van ziekte zal 3 weken vol loon en daarna 3 weken de helft van het loon worden vergoed; 9 Toepassing van de bepaling der Wet op het arbeidscontract tot vrijaf met behoud van loon voor tenminste 1 dag bij geval van sterfte van een der naaste bloedverwanten, of bevalling der echtgenoote. Ofschoon de firma niet tot onderhandeling met onze organisatie bereid bleek, werd toch eene belangrijke wijziging in de verhoudingen ingevoerd. De arbeidsduur op den Zaterdag werd met 2 uur verkort hetwelk voor 380 personen totaal 760 uren verkorting per week beteekent. De loonen werden verhoogd voor 150 personen met ƒ 2 -, 70 personen ƒ 1.50 en 160 personen van ƒ 050 tot ƒ 1.— totaal voor 380 personen ƒ 525.— per week. Aan het einde der maand October werden ook eischen gesteld aan de fabrikanten „De Faam en Vollenga. Zij leidden slechts tot verhouging van de duurtetoeslag en van kindertoeslag hetwelk voor 100 personen op ƒ 150.— per week gesteld kan worden. Deventer. Per 1 Maart deden wij in overleg met het personeel, de firma Dekema een verzoek toekomen om 20 procent loonsverhooging. Als gevolg daarvan werden met ingang van 8 Maart de loonen voor 10 personen elk met ƒ 2.— en voor 5 personen elk met ƒ 1.— verhoogd. In een bespreking hierna met de firma gevoerd werd verduidelijkt dat de bedrijfsmoeilijkheden het onmogelijk maakten verder te gaan. Paré Den Haag. Ten gevolge van in den aanvang des jaars bij deze firma gestelde eischen, had eene conferentie piaats omtrent loonsverhooging en verkorting van arbeidstijd. Bereikt werd dat de loonen van 19 volwassenen met ƒ 1.50 a ƒ 2.— per week verhoogd werden, voor 90 jeugdige personen met ƒ 0.50, ƒ 0.75 en ƒ 1.— in totaal voor 109 personen ƒ 92.— per week plus invoering van den vrijen Zaterdagmiddag. Te Groningen werd in het voorjaar aan alle suikerwerkpatroons eene eisch gesteld tot 20 procent loonsverhooging, Hierover hadden ook besprekingen met diverse patroons plaats. Een 7-tal personen .ging van 8 tot 10 gulden in loon vooruit, terwijl alle overige arbeiders en arbeidsters de volle 20% verhooging ontvingen. Voor zes ondernemingen met 70 volwassen arbeiders en circa 100 jeugdige personen bedraagt deze verhooging ƒ 450.— per week. Aan ons verzoek om een volle week vacantie met een week extra loon voldeden een drietal werkgevers, terwijl de firma van Kollem 4 dagen gaf met 20 procent van het loon. Rotterdam II. Onze vakgenooten weten reeds dat deze afdeeling geen jaar laat voorbijgaan zonder de werkgevers flink aan den gouden tarid te voelen. Wat hier de resultaten van ons optreden waren illustreeren we het beste door onverkort op te nemen hetgeen de voorzitter dezer afdeeling ons toezond: ntal Totale loons- Aantal uren Aantal uren Totale FIRMANAAM. verhooging per vroeger die nu worden vermindering personen week. gewerkt. gewerkt. per week. 1 Lemm 4 Co 60 ƒ 107.- 54 uren 52 uren ' 120 uren 2 Ringers . . .%\ S 2 80 - 140.- 58 „ 60 „ 160 „ 3 Veka . A^. « ' 60 - 65.- j 58 „ 52%„ -330 „ 4 Beukers . . .Qi . . ■ .",> 40 - 55.- 60 „ 54 „ 240 „ 5 A. de Koning 10 - 30.- 64 „ 56 „ 80 „ 6 C. Jamin . . I'% . . % 600 - 1500.- 60 „ 57 „ 1800 „ 7 Roodhuizen. ..... 4 - 10.— 58 „ 55 „ 12 „ 8 A. Driessen ........ 150 - 150.- 60 „ 48 „ 1800 „ 9 Maas «S Zoon V '30 - 45.— 57 „ 52 „ i 150 „' 10 Fr. Rademaker 25 - 25.- 58 „ 47 „ 275 „ 11 Felix Faal — — — ~~ 12 Jansen 2 - 4.— 60 „ 56 „ 8 „ 13 Smulders 35 - 40.- 60 „ 56 „ 120 „ 14 Engelbrecht. 15 - 22.50 55 „ 51 „ 60 „ 15 Vredebregt 4 - 6.— 58 „ 55 „ 12 „ 15 Firma's. 1115 ƒ 2199.50 65869 uren I 60862 uren j 5007 uren Ik heb zoo goed en zoo kwaad als in mijn vermogen was, getracht om u een staatje te geven van wat zeer dicht de werkelijkheid nabij komt. Zooals u ziet is bij Ringers den werktijd verlengd inplaats van verkort, dat zit hem hierin, Ringers wenschte hetzelfde loon te geven als Jamin, maar dan wilde hij recht hebben op 60 uren arbeid per week, maar zij worden niet gewerkt als het niet noodig is. Zooals u ziet is er een loonsverhooging van ƒ 2199.50 bereikt. Vroeger werd er in totaal 65869 uren gewerkt Nu 60862 Een vermindering van . . 5007 uren per week 109 Weesp. Als gevolg van de door de 4 moderne organisaties ingezette actie in de maand November van het jaar 1917, gaf de Firma Van Houten in het begin van de maand Februari een loonsverhooging van gemiddeld ƒ 1.— per week plus een extra duurtetoeslag van gemiddeld ƒ 1.25. Voor 500 personen bedraagt de loonsverhooging en toeslag ƒ 787.50. Het uurloon voor losse arbeiders werd met 2 cent verhoogd. Wormerveer. Reeds aan het einde van 1917 was op onzen aandrang bij de firma Pette verbetering van de toeslag voor de gehuwden bereikt. Er werden nu door ons stappen gedaan ook voor de öngehuwden toeslag te verkrijgen, met het resultaat dat zulks aan het begin van 1918 ingesteld werd voor: Loonen beneden ƒ 8.— per week ƒ 0.50 toeslag; loonen van ƒ 8.— tot ƒ 10.—, ƒ 0.75 toeslag; loonen boven ƒ 10.— per week 1.— toeslag. In de maand April deden Wij in samenwerking met de overige organisaties ter plaatse aan alle werkgevers ons program van eischen toekomen inhoudende o.m. een uurloon van ƒ 22.—. De firma Pette wenschte evenals altijd daarop niet in te gaan. Zij antwoordde: „zelf wel voor de arbeiders te doen wat haar eenigszins mogelijk was". Na herhaalde aandrang kon echter geconstateerd worden dat de toeslag voor gehuwden was gebracht van ƒ3.— op ƒ 6.— plus ƒ 1.50 per week voor elk kind. Voor öngehuwden toeslag als volgt: Boven 20 jaar ƒ 4.— per week; van 16 tot 20 jaar ƒ 2.50 per week; beneden 16 jaar ƒ 1.50 per week. Voor circa 140 personen kan het totale resultaat hiervan op ƒ 300.— per week gesteld worden. Bij de firma De Jong werd de duurtetoeslag van ƒ 15.— op ƒ 25.— per maand gebracht voor 71 personen, terwijl de vacantie van 4 op 6 dagen werd gebracht. De firma Boon voerde aanvankelijk onze gestelde eischen in voor de georganiseerden en liet dezen eene verklaring teekenen, waardoor alle Consequenties voor hunne rekening kwamen. Bij de daarop e.v. intredende slapte, ontsloeg hij alle georganiseerden. Door onze bemoeiingen echter bij het Departement voor Crisiszaken te 's-Gravenhage, werd de firma van dat besluit teruggebracht. Na dien hadden ook eenige conferenties met de firma plaats en kwamen de ontslagenen ook successievelijk op hunne plaatsen terug. Aan deze fabriek bedraagt de loonsverhooging voor 25 personen ƒ 114.75 per week. De tabel op bladzijde 106 geeft eene samenvatting van de verkregen resultaten voor de cacao-, chocolade- en suikerbewerkers over 1918. 110 BEMOEIINGEN VOOR DE KOEK- EN BANKETBAKKERS De totstandgekomen loonregelingen voor het Bakkersbedrijf in 1917 deden ook bij de Banketbakkers den drang ontstaan om te komen tot regeling hunner arbeidsvoorwaarden. De eerste stap werd daartoe gedaan door een schrijven van 20 Maart 1918 aan de Banketbakkerspatroonsvereeniging te Rotterdam. Per 23 April kreeg het Bondsbestuur daarop het volgende tijdkenmerkende antwoord: Aan den WelEd. Heer A. HILLEBREGT, Bondsvoorzitter. Weled. Heer! In beleefd antwoord op Uw geëerd schrijven, deel ik UEd. mede, dat bedoelde loonregeling in bestuursvergadering is besproken en op de ledenvergadering in behandeling genomen, doch bij de bespreking daarover werd de behandeling verdaagd tot een volgende vergadering, om reden de vergadering werd geschorst wegens de onlusten in de stad, gepaard gaande met ruiten ingooien bij collega's, welke per telefoon daarvan verwittigd, onverwijld de vergadering verlieten. Begin Mei hopen wij opnieuw de loonregeling te bespreken en zullen U terstond met de genomen besluiten in kennis stellen. Inmiddels Hoogachtend, namens het Bestuur, (w.g.) M. J. WINKELMAN, Secretaris. In een volgende vergadering besloot de Patroonsvereeniging de zaak in handen te stellen van haar Hoofdbestuur. Zoo geschiedde het ook in Den Haag waar eene kwestie dreigde te ontstaan bij den heer Krul Noordeinde. Onze pogingen deden de Algemeene Vergadering der Nederlandsche Banketbakkersvereeniging in Juni 1918 te Rotterdam gehouden besluiten, in nader overleg te treden met de diverse arbeidersorganisaties, waartoe zij zich met alle organisaties in verbinding stelde Er kwam daarop eene commissie voor onderhandelingen totstand bestaande uit de heeren: W. C. van Breda, P. Wiedijk, J. C. van Woerden, W. H. Meijer en F. van Heesbeen voor de Patroons en: C. B. Zuiderhoudt voor de Banketbakkersbediendenvereeniging; A. Hillebregt voor den Algemeenen Bond; S. P. v. Tol voor den Roomsch-Katholieken Bond en A. Hanemaaijer voor den Christelijken Bond. Tot voorzitter van deze commissie werd de heer van Breda en tot secretaris onzen Bondsvoorzitter aangewezen. Na eenige maanden was deze commissie het omtrent den inhoud van een landelijk collectief contract eens geworden. Het ontwerp werd geplubiceerd in het orgaan van de Nederlandsche Banketbakkersvereeniging „De Banketbakkerij" van 11 December 1918: Het heeft tot in Maart 1919 geduurd alvorens de Algemeene Vergadering van de Banketbakkerspatroonsvereeniging zich met het contract kon vereenigen. Inmiddels is het contract ingevoerd. De loonen zijn in minimum op ƒ 20.— gebracht voor het land en ƒ 23.—, ƒ 22.— a ƒ 21.— voor Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht; de arbeidsduur zal niet meer dan 60 uren per week mogen bedragen. 111 VERHOUDING DER ARBEIDSVOOR LOONEN IN HET AFDEELING Bankwerkers Deegmakers Ovenisten 1 Jan. 1914 1 Jan. 1919 1 Jan. 1914 j 1 Jan. 1919 | 1 Jan. 1914 1 Jan. 1919 Guldens Guldens Guldens Guldens Guldens Guldens Alkmaar 12.- a 13.- 19.- 14.— 20.- 14.- 20— Amersfoort 10.- „ 14.- 17— 14.- 18.- 14.- 18.50 Amsterdam 14.- „ 15.- 23.50 16.- 24.50 16.- 25.50 Apeldoorn 12.- 18.50 13.- a 14.— 21— Arnhem 12.- 18.- 13.- 19— 13— 19— Assen 13— 19— 13— 20— 14— 20— Breda 12— 17— 12— 18— 13— 18— Bussum 14— 19— 15— 20— 16— 20— Delft 13— 18.50 14— 20— 15— 21 — Deventer 10— a 13— 20— 12— a 14— 21— 13— 21 — Dordrecht 15— „ 17— 20— 16— „ 18— 21— 16— 4 18.50 21— Eindhoven1) 12.50 19— 12.50 19— 13.50 19— Enschedé 9— a 11 - 21— 12— 22— 12— 23.50 Gouda 13— „ 14— j 17— a 18— 14— 4 15— 14— a 15— 's Gravenhagt- 14— 23— 15.50 24— 15.50 24— Groningen 13— 120— a 22— 13.50 22— 14— 22— Haarlem 13— a 16— 23— 14— 4 16— 24— 15— a 17— 25— Heerenveen 13— 17— 13— 17— 15— 19— Den Helder 13— 17.75 15— 19.25 17— 21.75 Hilversum 13— 21— 14— 22— 14— 22— Hoorn 13— 19— - - 15— 20.75 Leeuwarden 12.50 20— 14— 22— 14— 22— Leiden 12.50 20— 13— 22— 13.50 22— Maastricht 9—4 10— 21— 10— 23— 14— 23— Middelburg 13— 18— 13— 18— 13— 18— 4 20.- Ntjmegen 17— 17.50 18— Rotterdam 14— 22.50 15— 23.50 15— 24— Schiedam 17— 22.50 17— 23.50 18— 23.50 Utrecht 12.50 21— 13— 22.125 13.50 22.25 IJmuiden (Velsen) ... 21— 23— 23— Vlaardingen 15— 19— 15— 19— 16— 20— Zaandam 13— 4 14— 20— 14— a 15— 21— 15— 4 16— 22— Zwolle 13— 20— 13— 21— 13.50 21 — 0 Alleen aan de Coöperatie. z) Bezorgers van de Coöperatie. 3) Plus ƒ 2.50 reisgeld. 4) Bij de Coöperatie week. 6) Bij een 4-tal Coöperaties is de 8-urendag ingevoerd. Het minimumloon aan alle Coöperaties van de 112 ... . . t itaxt 1 ni a rrr\rr 1 ni n W AAKUciN VAiN ïwi iviz>. BAKKERSBEDRIJF Arbeidstijd Aantal Vacantiedagen Zelfstandigwerkend Broodbezorgers in Klein-Bedrijf volle dienst . . — V^^TTTan-^ir^ 1 Ja"- 1914 I 1 J3"- 1919 1 19U ' 1 Ja"- 1919 5jd= Guldens Guldens _ _ g 13._ 19— — io — . ,K x 17 _ onbepaald 65 uur geen j 12.— a 15— 15— a 17— - ™ » r 16_ 25.50 niet bepaald 21.50^ 30— 66 uur 60 uur 4 b _ n._ 18.50 63 uur 48 uur 61) 6) 12_ 19._ 11— 18— 63 uur 66 uur geen 445 '__ 13 _ i9._ 63 uur 63 uur 11 61) 11-115- 18- 9- alO- 16- onbepaald 65% uur geen 3 ' ™ ,o * in — 60 uur 3 6 13— 20— 12— a 13— 19— ia 18 — 60 uur geen 5 13._ 20— 14— 18— _ 10 - 4 12 - 20 - 60-72 uur 54-60 uur geen 6 ,, _ a 13 - 21- 9- 4 16- 20- 70 uur 60 uur niet bepaald 4-6 ' n_' ,7_ 12 50 i9._ 63 uur 48 uur , niet bepaald , 6 12 _ 22- 24— a 25.50 66 uur 60 uur | 3 12'_ _ 10 _ _ 66 uur 60 uur geen — 1550 24- 12— a 15— 18.50 4 20.50 ! 63-68 uur 60 uur 3 6 12'_ 20 - 17— 4 18— 24— a 26— I 76-80 uur 70 uur 3-6 13- fc 15- 21- 12- 17- i onbepaald 60^uur 6 12— 19— — . - — . 13_ _ 7 + prov. 19- 78 uur 68 uur j geen ( 4 '_ 23_ n _ is— onbepaald | 63 uur 3 6 ofl _ — onbepaald 60 uur 4 10— 20— k f 7 3\ 22 _ _ _ 70—75 uur 62 uur 6 / '• > 20— — — onbepaald 63 uur 2 4 2l'_ 15__ onbepaald 60 uur geen 6 ia_ i8._ a 20— 10— 18— onbepaald 63 uur 6 12— 17.50 - l5-50 _ - 14._ 24- 14- 23- 78 uur 60 uur 15 _ 24— 17— 21— onbepaald 60 uur 3 4 12 - 21— 4 22 25 12— 20.50 68-72 uur 63 uur5) 3 5 13.-4 17- 21- 78 uur 60 uur 2 ,5_ 20— — — onbepaald 60 uur J—0 13_ 22— - 20— 66 uur 55—60 uur6) 3 6 14._ 20- 12;50 j 80"" 72 uur 3~10 „Werkmansbelang" vanaf 1-1-19 ƒ 21-, ƒ 22.50 en ƒ24- 5) Aan de fabrieken en Coöperatie 48 uren per Zaanstreek bedraagt vanaf 1-1-'19 ƒ 24—. 113 OVERIGE VERRICHTINGEN I HOOFDBESTUUR S- In 1916 werden 23 Dagelijksche Bestuursvergaderingen gehouden VERGADERINGEN •• en 6 Algemeene Bondsbestuursvergaderingen, de laatsten op: 23 Januari, 1 April, 9 Mei, 29 Juni, 15 Juli en 23 September. Over 1917 werden 21 Dagelijksche Bestuursvergaderingen gehouden en 6 Algemeene Bondsbestuursvergaderingen, de laatsten op: 10 Januari, 31 Januari, 3 Februari, 28 Juni, 2 Augustus en 13 September. In 1918 werden 23 Dagelijksche Bestuursvergaderingen gehouden en 4 Algemeene Bondsbestuursvergaderingen, de laatsten op: 6 Januari, 24 Maart, 30 Juni en 13 October. Om een beeld te vormen van het aantal bijgewoonde vergaderingen, conferenties e.d., zooals die in het bureauhoek zijn opgeteekend, geven we het volgende staatje: HILLEBREGT GOUDSMIT ROEG . °iverig1eJ AARD DER BEZOEKEN . bestuursleden 1916 1917 1918 191611917 11918 1916 11917 11918 191611917 11918 Openbare Vergaderingen. . . 12 27 18 21 20 14 4 17 7 15 — — Huishoudelijke Vergaderingen. 45 35 57 29 28 39 23 28 17 21 2 2 Personeele Bijeenkomsten . . 21 14 17 29 16 22 133 39 20 27 — — Bestuursvergaderingen ... 85 74 75 56 32 27 73 72 38 29 1 — Aantal dagen huisbezoek .. 2 61 10 41 1 7 Conferenties 110 122 162 99 84 109 190 122 57 59 12 9 Bezoeken aan afdeelingen voor diverse zaken 12 j 1 2 9 17 1 — 28 161 44 — — Totaal aantal bezoeken ... 287 279 332 253 201 213 423 I 306 I 301 202 I löl 11 Hillebregt bleef ook over 1918 onzen Bond in het bestuur van het Nederlandsch Verbond van Vakverenigingen vertegenwoordigen. Hij woonde een zestal vergaderingen bij. Roeg bleef lid van de Kamer van Arbeid en woonde daarvan over 1918 13 vergaderingen bij. • * • Het staatje hierboven geeft niet aan, de verrichtingen van de districtbestuurders Van Genk en Metz over 1918. ALGEMEENE ZAKEN :: Vacantteactte. Aan het einde van Mei 1917 stelde het Bondsbestuur eene circulaire ter beschikking van de afdeelingsbesturen ter bezorging bij de patroons, houdende hef verzoek om een volle week vacantie. Waar reeds in meerdere plaatsen bij tarief de vacantie geregeld is, werd van deze circulaire slechts door enkele afdeelingen gebruik gemaakt. Vertegenwoordiging. In het bestuur van het Nederlandsch Verbond van Vakvereenigingen bleef Hillebregt den Bond vertegenwoordigen. Ter gelegenheid van het 10-jarig bestaan van het N. V. V. (januari 1916) bood het Bondsbestuur het N. V. V. een fraai bloemstuk aan. Het geheele Dagelijksch Bestuur was op den dag der receptie tegenwoordig. 114 Centraal Broodkantoor. In den aanvang van 1917 werd van Regeeringswege ingesteld het „Centraal Broodkantoor". Daarin waren aanvankelijk alleen de werkgeversorganisaties plus enkele andere bedrijfscombinaties opgenomen. Na eenige aandrang dezerzijds werd ook de arbeiders-organisaties vertegenwoordiging toegekend. De Bondsvoorzitter A. Hillebregt werd benoemd tot lid en B. Roeg tot plaatsvervangend lid. Het Centraal Broodkantoor werd aan het einde 1918 opgeheven, waarbij onzen vertegenwoordiger dank gebracht werd voor de bewezen diensten. INTERNATIONAAL :: Met den Duitschen Bakkersgezellenbond en den Internationalen Secretaris Allmann bleven wij regelmatig in correspondentie. In Juni 1916 wisselden wij brieven met Jef Lauwers, de Secretaris van den Belgischen Bond in de Voedingsbedrijven. Het Bondsbestuur bood zelfs financieele steun aan, waarop in Maart 1916 bericht kwam, dat dank zij de hulp van de Syndicale Commissie van ons aanbod geen gebruik behoefde te worden gemaakt. Kort na het totstandkomen van den wapenstilstand, November 1918, kregen wij weder belangrijke berichten uit België omtrent de opleving der organisatie. In den zomer van 1917 werd eene uitnoodiging ontvangen tot deelname aan een Intern. Bakkerscongres 'te Kopenhagen, ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van den Deenschen Bakkersbond. Tot deelname werd besloten en de Bondssecretaris Ooudsmit gelukte het na veel moeite, toestemming voor de reis door Duitschland te bekomen. Voor bijzonderheden dezer internationale samenkomst zij verwezen naar „De Bode" van 24 Augustus t/m. 5 October 1917. J WERKLOOZENVERZEKE- De noodregeling, zooals die in 1914 en 1915 bestond, werd bij RING :: :: :: :: mjnistriëel schrijven op 28 Februari buiten werking gesteld. Hierna kwam echter nog eene overgangsmaatregel, waardoor deze regeling tot 1 Mei 1916 doorliep. Na dien tijd traden de gewone vakvereenigingsuitkeeringen plus Gemeentelijke toeslag inwerking. Inmiddels ontwikkelde zich eene Rijksregeling tot subsidie op de contributie der werkloozenkas, waartoe onze Bond reeds in het voorjaar van 1917 een ontwerp-reglement ter goedkeuring bij den Dienst voor de Werkloozenverzekering inzond. Hieraan werden zooveel eischen en bemerkingen gesteld, dat het tot November 1917 duurde, voor het Bondsbestuur een buitengewoon congres daarover kon laten besluiten. Het congres keurde het reglement goed en gaf het Bondsbestuur vrijheid, zich naar meerdere aanwijzingen van regeeringswege te gedragen. Het duurde tot 29 April 1918 alvorens de Bond tot het Rijkssubsidie voor de Werkloozenverzekering werd toegelaten. AANSTELLING DISTRIKT- Door het benoemen van functionaris B. Roeg tot BondspenningEN AFDEELINGSBE- meester werd in Mei 1918 tot vrijgestelde voor Amsterdam aanSTUURDERS gewezen W. W. Winterdijk. In de plaats van C. C. Wilders, die als vrijgestelde voor de cacaobewerkers aan het einde van 1916 werd gekozen — en in den loop van 1917 bedankte — werd in de Algemeene Hoofdbestuursvergadering van 24 Maart 1918 G. N. Metz benoemd. Voor Rotterdam en omgeving achtte het Bondsbestuur het sedert lang reeds wenschelijk tot aanstelling van een distriktsbestuurder over te gaan. Na overleg met de betrokken afdeelingen, werd in de Bondsbestuursvergadering van 6 Januari 1918 benoemd F. v. Genk, die daarop op 18 Februari in dienst trad. In Den Haag werd vanaf 1 Januari 1918 P. G. le Blanc tot half bezoldigde voor de afdeeling aangesteld, nadat deze reeds vanaf Juli 1917 secretaris der afdeeling was. VAKBLAD „DE BODE" :: Het Vakblad „De Bode" bleef in de jaren 1911—1918 eens per 14 dagen verschijnen. Was de oplage aan het begin van 1916 3500 exemplaren, aan het einde van dat jaar was dat cijfer tot 4200 gestegen en aan het einde van 1917 bedroeg de oplage reeds 5100 exemplaren. De redactie werd waargenomen door den Bondssecretaris Goudsmit, die daartoe door de Algemeene Vergadering van Juni 1915 herkozen werd. Gedurende deze geheele periode kwamen geen geschillen met inzenders of medewerkers ter kennis van het Bondsbestuur. Over het jaar 1918 verscheen „De Bode" omwisselend met 4 en 8 pagina's. Er verschenen 23 nummers. Wegens de toenemende papierduurte en mede met het oog op de intredende 115 vacantiemaanden besloot het Bondsbestuur in zijn vergadering van 30 Juni 1918, dat gedurende de maanden Juli, Augustus en September, „De Bode" slechts om de 4 weken e.w. in 8 pagina's zou verschijnen. De oplaag van „De Bode" was in 1918 als volgt: No 1 5150 ex. No. 14 5750 ex. > 2 5300 „ „ 15 5600 „ , 3 5300 , „ 16 5700 „ 4 , 5350 „ „ 17 5800 „ " 5 5650 „ „ 18 ... . |? 5850 „ l 6 5700 „ „19 5850 „ l 7 5750 „ „ 20 5800 „ " ' 8 5800 „ „ 21 . . 5800 „ " 9 5800 „ „ 22 . . . 5800 „ " 10 5800 „ „23 • • • 5850 „ » 11 I™ " Totaal 130700 ex. „ 12 5750 „ 13 5800 „ Tegen in 1917 yH ■ 111550 ex. TENSLOTTE :: :: :: » Wij zijn hiermede tot aan het einde genaderd van ons driejaarlijksch overzicht. Wij zullen den lezer het verwerken van eene uitvoerige slotbeschouwing besparen. Moge hij uit het vele cijfermateriaal de indruk hebben gekregen, dat de jaren 1916 tot 1919 tot de beste behooren van den bestaanstijd der organisatie. Wij kunnen met groote voldoening op deze periode terugzien, omdat zij den Bond heeft gebracht op een hooger plan van omvang, macht en invloed. Laat ons tesamen alle krachten verder inspannen die macht en invloed te benutten voor het welzijn van den Bond en tot het bevorderen van den welstand zijner leden. Geen arbeid mag U daarvoor te zwaar vallen. Wij eindigen dit verslag met dezelfde gevoelens als waarmede wij begonnen zijn, vol van groote voldoening voor wat bereikt is en vervuld met de vaste overtuiging, dat in de naaste toekomst nog veel meer bereikt moet en zal bereikt worden. De nevelen van bekrompenheid en vooroordeel wijken alom voor de krachtige stralen der stijgende zon van de internationale organisatie van den arbeid, die eens heel de wereld en geheel de menschheid'zal koesteren met volle vrijheid en welvaard, geluk en levensblijheid. Voorwaarts naar nieuwen strijd, Voorwaarts met onze organisatie I Voor het Bondsbestuur, A. HILLEBREGT, Voorzitter. I. GOUDSMIT, Secretaris. 116 FINANCIEEL VERSLAG OVER DE JAREN 1917 EN 1918 INLEIDING TOT DE FINANCIEELE VERSLAGEN OVER 1917 EN 1918 Op 1 Juli 1917 werd ondergeteekende door het Bondsbestuur belast met het financieel beheer van onze organisatie. Voordien hoofdzakelijk mijn werkterrein op organisatorisch en propagandistisch gebied te Amsterdam vindende, werd ik door de benoeming tot bondspenningmeester voor een geheel nieuwe taak gesteld. Van een eigenlijk positief aanvangen met den nieuwen arbeid was pas sprake op 1 Januari 1918, doordat ook gedurende het tweede halfjaar 1917 een groot deel van mijn tijd in beslag werd genomen met de groote loonacties in Rotterdam en Amsterdam. Een en ander geeft een verklaring van het feit, dat onze leden voor zoover het betreft het verslag van 1917, minder uitvoerige staten en cijfers zullen vinden dan bij het verslag 1918. Het is ons voornemen, om met de voor het verslagjaar 1918 gepubliceerde staten en aangevangen statistiek in de toekomst voort te gaan en voor zoover de medewerking door de afdeelingsfunctionarissen kan worden verkregen, zulks nog uit te bouwen. De waarde van de statistiek, is voor onze groeiende organisatie van bijzondere beteekenis en wij vertrouwen, dat ook door onze leden voldoende belangstelling voor de dorre cijfers aan den dag zal worden gelegd en dezen een leiddraad zullen kunnen zijn voor de te nemen maatregelen tot verdere uitbouw van den bond. Overigens kunnen wij ons verheugen over de, ook in financieel opzicht, verbeterde positie van den bond. In 1917 is het totale bondsvermogen met ƒ 11302.311/2 vooruitgegaan. Door de buitengewone stijging der werkloozenuitkeering in verband met de omvangrijke en langdurige crisis in de verschillende bedrijven, is het vermogen der bondswerkloozenkas in 1918 met ƒ 3725.02 teruggeloopen. Deze teruggang eenerzijds en het voor onzen bond ongekende hooge bedrag aan ziekenuitkeering betaald en de geweldige prijsstijging van drukwerken, reis- en verblijfkosten, kantoorbenoodigdheden etc. anderzijds, waren oorzaak, dat in 1918 het bondsvermogen in niet zoo sterke mate is vooruitgegaan, als zulks in verband met de hoogere contributieafdracht en de groei van het ledental had mogen worden verwacht. Wij gaan met onze machtsvorming in financieel opzicht de goede richting uit, doch voor de naaste toekomst zullen maatregelen moeten worden genomen, dat deze machtsvorming nog wordt verbeterd en onzen bond in staat gesteld kan worden aan de groote eischen op elk gebied te voldoen. Het naaste doel voor de komende tijden moet zijn, de vorming van een strijdkas van tenminste honderd duizend galden. Dit kort woord ter inleiding willen wij niet eindigen, zonder een woord van hartelijken dank te hebben gebracht aan onze trouwe medewerkers in de afdeelingen én in 't bijzonder aan de afdeelingspenningmeesters, die op een enkele uitzondering na, ons geregeld de wekelijksche en maandelijksche gegevens hebben verschaft, die het mogelijk maakten, dit Verslag samen te stellen. Door de invoering van de Rijkswerkloozen-verzekering moesten vele nieuwe organisatorische en administratieve maatregelen genomen worden, maatregelen die van onze afdeelingspenningmeesters veel tijd, moeite en inspanning vergden. Dat het offer door deze functionarissen voor de organisatie gebracht de mogelijkheid schepte, om zoowel de administratie op het bondskantoor, als in de afdeelingen te verbeteren,kan voor onze mannen een voldoening zijn. Door hunne medewerking liep alles vlot van stapel en konden de nieuwe en zeer ingrijpende maatregelen worden genomen. Hopen wij dat deze, door het bondsbestuur op hoogen prijs gestelde medewerking, ook in de toekomst zal worden verkregen, opdat onzen bond van een en ander de goede vruchten zal kunnen blijven plukken. B. ROEG, Bondspenningmeester. 121 Balans per 1 Januari 1918 (Bondskas) 1 Afdeelingen . ƒ 3476.7S5 2 Belegde gelden.. „ 21887.91 3 Porti en telefoon „ 42. 4 Propaganda I 241.50 5 Contributie „ 2. 6 Inventaris i 500. 7 Onkosten afdeelingen „ 450.— 8 Kassa I 36Ö.795 9 Advertentiegelden i „ 205. 10 Interest )( 285.70 11 Bureaubehoeften „ 100. 12 Werkloozenkas „ 706.06 13 Garantiefonds „ 17.50 14 Salarissen „ 350.— j 28631.22 15 I Kapitaal 1/ 16193.70 16 Huur, vuur, licht en schoon¬ maak „ 47.62 17 Propaganda „ 30.27 18 Diverse kosten „ 13.278 19 Vertegenwoordiging „ 50. 20 Kapitaalsvermeerdering .. „ 12296.356 } 28631.22 'i' ; ■ ■ V Winst- en Verliesrekening over 1917 (Bondskas) 1 Subsidie afdeelingen 1/ 1479. 2 Uitkeering bij overlijden „ 175.— 3 Algemeene Vergadering .... „ 1548.89 4 Afdeelingen | „ 48.75 5 Drukloon en exp. vakbl. ..|„ 2807.53 6 Huur, vuur, licht en schoon-1 maak I „ 578.08 7 Porto's, Telegrammen en telefoon „ 628.56° 8 Propaganda en Acties „ 3458.50 9 - Inventaris „ 82.52 10 Onkosten afdeelingen 1188.40 11 Salarissen „ 5758.23 12 Bureaubehoeften „ 425.66 13 Diverse kosten „ 401.92 14 Uitkeering ziekengeld „ 4379.37 15 Contributieaandeel afdeelingen 1 „ 8535.05 16 Steun I „ 568.65 17 Vergaderingen hoofdbestuur! „ 361.476 18 Vertegenwoordiging „ 1495.04 19 Abonn. op bladen en tijdschr. „ 147.515 20 Kapitaalsvermeerdering „ 12296.356 i 46364.50 | 21 Contributie ( / 44670.205 22 Entreegelden | ,, 549. 23 Advertentiegelden „ 365.878 24 Interest | „ 626.25 25 Verkoop van het vakblad ..1 „ 7.33 26 Abonnementen vakblad .. „ 94.20 27 Garantiefonds I „ 51.64 j 46364.50 123 WERKLOOZEN KAS Uitkeeringen j 3993.60 Kapitaal 1-1-'17 / 9610.10 Salaris en Adminis'.ra iekoslen , 1000.— Gereserveerde contributiën „ 3588.58 Kapitaal 1-1' 18 ., 8551.08 Terug ontvangen bijslag :, 4.66 Interest ,, 341.34 j 13544768 } 13544.68 BALANS WERKLOOZENKAS, Beleggingen } 9155.80 Kapitaal 1-1-'18 j 8551.08 Te vorderen interest „ 101.34 Schuld aan de Bondskas „ 706.06 ƒ 9257.14 1 9257.14 SPECIFICATIE BELEGDE GELDEN WERKLOOZENKAS 1-1-'18. 2 Obligaties Staatsleening 1916 a j 1000.— rente 4% % •. j 2000.— Rijkspostspaarbank , 2263.98 1 Obligatie H.Y.S.M. 1889 a ƒ 1000.— rente 3x/2 % „ 884.67 1 Obligatie Stad Rotterdam 1917 a f 1000 — rente 4% % 1000.— 3 Schatkistbiljetten a j 1000.— rente 4V2 % „ 3007.15 Totaal j 9155.80 SPECIFICATIE VAN NOG TE VORDEREN INTEREST WERKLOOZENKAS. Staatsleening 1916 j 15-— Rijkspostspaarbank * „ 59.74 Obl. H.Y.S.M o 11-60 Obl. Stad Rotterdam , 3.75 Schatkistbiljetten H-25 Totaal f 101.34 ACCOUNTANTSVERKLARING- AMSTERDAM, 30 April 1918. Aan het Hoofdbestuur van den Alg. Ned. Bond van Arbeiders en Arbeidsters in het Bakkersbedrijf. Amsterdam. Mijne Heeren, Ik hèb het genoegen U hiernevens over te leggen de balans, winst- en verliesrekening over het jaar 1917 van de bondskas en werkloozenkas, door mijJ[opgemaakt uit Uwe boeken en uit mij door U verstrekte inventarisatie-gegevens. Hoogachtend, (w.g.) H. J. WEGERIF, Accountant. VERKLARING VAN DE CONTROLE-COMMISSIE. De ondergeteekende leden der Controle-Commissie voor de bondsfinantiën hebben boeken en bescheiden over 1917 gecontroleerd en alles in volkomen orde bevonden. Het kassaldo en de desbetreffende stukken van waarde zijn ons getoond en was alles tot ons genoegen aanwezig. De Controle-Commissie, (w.g.) A. J. Goedhart ( „ ) H. G. Kramer. Amsterdam, 8 Januari 1918. ( „ ) H. Hakker. 124 TOELICHTING TOT DE BALANS. (DEBETZIJDE VAN DE BALANS.): ï. Deze post geeft het bedrag aan, dat aan 't einde van het jaar nog van de afdeelingen te vorderen was. Orootendeels werd dit in het begin van 1918 geind. 2. Per 1 Januari 1918 waren de volgende bedragen voor de bondskas belegd: 2 Obligaties Staatsleening 1914 a ƒ 1000.— rente 5 % f 2000.— Schatkistbiljetten 2 stuks a j 1000.— rente 41/2 % , 2016.— 3 „ a ƒ 1000.— rente 4% % , 3013.51 1 Obligatie Stad Amsterdam 1861 a f 1000.—rente 'ó1,'^ % „ 811.25 Spaarbank Stad Amsterdam . u 5297.15 Twentsche Bankvereeniging(Deposito) ,, 6250.— Amsterdamsche Bank (Deposito) „ 1000.— 3 Obligaties a ƒ 500.— „Het Volk" rente 4 % „ 1500.— È^É* Totaal j 21887.91 3. Vooruitbetaalde telefoonkosten tot 1 Mei 1918 en op 1 Januari voorraad postzegels. 4. Reeds voor 1918 betaalde Spoorabonnementen. 5. Voor nog te vorderen contributie verspreide leden. 6. Betreft de waarde van het Kantoorameublement, bondsbanier met kast, schrijfmachine, duplicator, feliograph, etc. 7. Vastgesteld bedrag van de waarde der aanwezige voorraad benoodigdheden voor de afdeelingen, w.o. bondsboekjes, reglementen, contributiekaarten, papier, couverts etc. 8. Het bedrag van het kassaldo op 31 December 1917. 9. Nog te vorderen bedrag aan het einde des jaars en in begin 1918 ontvangen. 10. Aan interest van belegde gelden en effecten was nog te vorderen : Staatsleening 1914 j 41.50 Schatkistbiljetten , 33. Obl. Stad Amsterdam , 14.50 Spaarbank Stad Amsterdam „ 98.26 Amsterdamsche Bank „ 38.44 Obl. „Het Volk" 60.— Totar' "7 285.70 11. Waarde van aanwezige benoodigdheden, z.a. ledenkaarten, boeken, stempels, stencils, inkt, etc. 12. Het door de bondskas te vorderen bedrag van de werkloozenkas. 13. Het bedrag op 31 December nog te vorderen van de garantiefondsen Utrecht en den Haag. 14. Voor reeds tot Juni 1918 betaalde premiën voor pensioen en ziekte verzekeringen beambten. (CREDITZIJDE VAN DE BALANS): 15. Kapitaal 1-1-'17. 16. Voor nog te betalen kantoorhuur en gas 1917. 17. Bedrag voor nog te betalen manifesten „Vooruitgang" Amsterdam. 18. Voor nog te betalen vergoeding Contróle-Commissie en aan controleerend geneesheer. 19. Contributie Internationaal Secretariaat. 20. Vermeerdering bondsvermogen over 1917. 125 Toelichting tot de Winst- en Verliesrekening. 1. SUBSIDIE AFDEELINGEN. Amsterdam I ƒ 1305.— Den Haag „ 174 — Verlies ~ ƒ 1479.— 2. UITKEERING BIJ OVERLIJDEN. L. Hamet, Leiden J 70.— W. N. J. Greidanus, Amsterdam I „ 70.— W. v. Doorn, Utrecht „ 35.— Verlies 175.— 3. ALGEMEENE VERGADERING. Agitatie congres 4 Maart Amsterdam Afgevaardigden j 191.90 Hoofdbestuur „ 79.78 Zaalhuuren Verslag „ 11.60 } 283.28 Bijeenkomst 28 October Amsterdam van afdeelingen Cacaobewerkers en Zuid- Hollandsche afdeelingen } 89.40 Congres Utrecht 25 en 26 November Afgevaardigden ƒ 818.18 Hoofdbestuur , „ 128.33 Internationaal Secretaris 18.95 Verslaggever , 25.— Verslag „Bode" „ 71.— Drukwerk „ 51.30 Zaalhuur „ 24.50 Benoodigdheden „ 8.— ~~ „ 1145.26 Bijeenkomst Zuid Hollandsche afdeelingen op 30 December te Rotterdam „ 30.95 Verlies ~j 1548.89 4. AFDEELINGEN. Oninbare saldo's van opgeheven afdeelingen: Kennemerland ƒ 32.83 Steenwijk (oud) „ 7.91 Tiel (oud) „ 5.37 Charlois „ 2.64 Verlies .77777777777 j 48.75 5. DRUKLOON EN EXPEDITIE VAKBLAD. Betaald , 2807.53 126 6. HUUR, VUUR, LICHT EN SCHOONMAAK- Huur 5xJ 41.67+7 x/ 43.75 f 514.60 Gas en electrisch licht ti - 52.27 Brandstoffen , 179.89 Schoonmaak en benoodigdheden !. 308.28 Nog te betalen huur en gas December ,, 47.62 _ „ 1102.66 Betaald gas December 1916 ƒ 4.58 Ontvangen kantoorhuur Amsterdam I , 520. ~ „ 524.58 Verlies ~ 578.08 7. PORTI, TELEGRAMMEN EN TELEFOON. Vooruitbetaalde telefoon en postzegels (balans 1916) / öS.g^ Betaald in 1917 622.935 "ƒ 676.86 Terug ontvangen: Betaalde strafport / 545 Inningskosten postkwitanties g 5.65 Waarde postzegels en betaalde telefoon tot 1 Mei 1917 , 42. „ 48.29B Verlies ƒ 628.56* 8. PROPAGANDA. Voor volgens balans 1916 betaalde Spoorabonn., K-M. boekjes etc j 156.70 Voor betaald: Reis en Verblijfkosten 983.275 Spoorabonnementen 947. Propagandageschriften, Manifesten en Vergaderingen 315.445 Acties en propagandakosten verrekend met de maandstaten „ 1427.96 Nog te betalen manifesten „Vooruitgang" „ . 30.27 i 3860.65 Terug ontvangen: Volgens balans 1916 / 39.17 R.K- en Chr. Bond actie Enschede „ 17.70 Neutrale federatie en Chr. Bond actie A. v. N , 16.65 Kantoorbedienden en Slagersgezellenbond actie Deventer , 28.66 R.K- Bond actie Hengelo M 1.876 Rotterdam I en den Haag propagandakosten „ 14.40 Bond van Arb. Coop. Collectief Contract 2.Ö26 Extra's openbare vergadering Den Haag „ 8.57 Waarborgsom K.M. boekje Wilders „ 5. Restitutie reiskosten 6. Terugboeking propaganda Winterdijk „ 20.— Betaalde Spoorabonnementen 1918 241.50 " } 402.15 Verlies ~] 3458.50 127 9. INVENTARIS. Waarde volgens balans 1916 f 420.— Aangekocht: 1. bureau Cylindre en bureaustoel j 136.55 2. Archiefrek en krantenkastje „ 25.97 ƒ 162.52 7 582.52 Balanswaarde „ 500.— Verlies 7 82.52 10. ONKOSTEN AFDEELINGEN. Waarde voorraad 1916 j 500.— Betaald: Contributie Bestuurdersbonden (noodlijdende afdeelingen) , 248.376 Administratiekosten , 104.45 Zegels, formulieren e.d , 203.65 Verhuizing W. Winterdijk „ 50.— Briefpapier, couverts, strookjes etc ,, 232.95 6000 Diplomakaarten „ 65.55 Contributie, afreken, register en kasboeken „ 233.426 7 1638.40 Waarde aanwezige voorraad ,. ,, 450.— Verlies j 7 1188.40 11. SALARISSEN. Voor op 1 Januari 1917 vooruitbetaalde verzekeringspremiên ƒ 222.75 Hillebregt, Goudsmit en Roeg elk 52 X./ 25.— p.w.=/ 1300.—X3=.. 3900.— Hillebregt, Goudsmit en Roeg elk 52 X} 2 duurtetoeslag = ƒ 104.— X 3 = „ 312.— 3X2 weken vacantietoeslag „ 162.— Pensioen, ziekte en ongevallenpremiën „ 737.23 Mej. N. ter Hoeve 26x/ 9.50 + 26 x / 12.— p.w „ 559.— J. v. Praag 26x ƒ 7.50+ 26x/9.— p.w „ 429.— Jongste bediende 5x/ 3.—hlOX/ 5.— p.w , 65.— Vacantietoeslag en overwerk personeel „ 74.25 C. Wilders 13X/ 24.— p.w.+/ 93.75 loontoeslag „ 405.75 ~j 6866.98 Restitutie ziekenuitkeering Goudsmit j 8.75 Overgeboekt op Werkloozenkas j „ 750.— Reeds betaalde verzekeringspremiên voor 1918 , 350.— ~ ,. 1108.75 Verlies j 5758,23 128 12. BUREAUBEHOEFTEN. Waarde voorraad papier 1 Jan. 1917 ƒ 50.— Betaald: Onderhoud schrijfmachine j 11.80 Feliograph en benoodigdheden , 80.68 Inkt, machinelintjes en doorslagpapiei „ 168.— Briefkaarten, Couverts en Briefpapier (H.B.) „ 118.— Actetasch, Ordners en archief mappen ,, 94.45 Kantoorboeken J „ 4S.425 Diverse benoodigdheden en bureauonkosten „ 205.805 ~~ „ 727.16 ~) 777.16 Verkoop oud papier j 1.50 Ten laste Werkl. Kas „ 250.— Waarde aanwezig papier etc „ 100.— _ „ 351.50 Verlies ~) 425.66 13. DIVERSE KOSTEN. Controleerend geneesheer ƒ 74.50 Personeele belasting „ 93.86 Honorarium accountant „ 125.— Reparatiën „ 39.75 Berging banier en kruier „ 8.— Brandassurantie ,, 2.13 Bewaking en Safè „ 14.20 Fooien „ 5.96 Controle-Commissie „ 20.73* Advertenties en Onkosten Sollicitatiën ,, 22.13 Bijdragen Steun-Comité Utrecht „ 24.90 Nog te betalen Controle-Commissie en controleerend geneesheer.. „ 13.275 Terugbetaald kassa... „ —.29 _ j 444.73 Hiervan was van 1916 ,, 13.— Ontvangen: Duplicaten 4.80 Extra 'bijdragen ,, 1.13 Kassaldo opgeheven afdeeling Veenendaal , 6.48 Kassaldo Plaatselijke Vereeniging Bussum „ 1.48 Bijdragen „Eigen gebouw" 4.13 Restitutie Amsterdam I controleerend geneesheer ,, 1.50 Restitutie Steun-Comité Utrecht „ 10.— Kasboekverschil „ —.29 „ 42.81 Verlies ~f 401.92 14 UITKEERING BIJ ZIEKTE. Voor betaald / 4387.17 Restitutiën 7.8O Verlies ~j 4379.37 129 15. CONTRIBUTIE-AANDEEL AFDEELINGEN. Voor betaald aan de afdeelingen j 8543.05 Restitutiën 1916 „ 8.— Verlies :. ~j 8535.05 16. STEUN. Rotterdam II (Stakers en Slachtoffers Barend en de Rot) ƒ 250.40 Amsterdam I (Slachtoffer W. Renout) „ 12.— Amsterdam II (Slachtoffer Sickesz) ,, 10.— Groningen (uitgestotenen Benis) ,, 15.— Breda (slachtoffersuitkeering) . ,, 101.25 Duitsche Vakgenoot (Markowitz) 30.— Geinterneerde Mijnwerkers 100.— Textielarbeiders Tilburg -. „ 53.35 ~j 572.— Terug ontvangen: Textielarbeiders Tilburg op steunlijsten ,, 3.35 Verlies ~} 568.65 17. VERGADERINGEN HOOFDBESTUUR. Voor betaald verzuim en onkosten ƒ 361.47' 18. VERTEGENWOORDIGING. Contributie Ned. Verb. van Vakvereenigingen ƒ 1142.50 „ Nat. Ver. tegen de Werkloosheid ,, 5.10 „ Bond voor Plaatselijke Keuze „ 2.50 „ Internationaal Bakkers-Secretariaat (1915+1916). 63.935 Vergadering N.V.V. Levensmiddelenactïe 7-30 Duurtemeeting N.V.V „ 18.316 Contributie Centr. Bureau voor Sociale Adviezen ,, 20.10 Deelname Goudsmit Congres Kopenhagen ,, 185.29 Nog te betalen contributie 1917 Intern. Secretariaa' „ 50.— Verlies ' j 1495.04 19. ABONNEMENTEN OP BLADEN EN TIJDSCHRIFTEN. Voor betaald ) 147.515 20. KAPITAALSVERMEERDERING. Voor overboeking saldo winst en verliesrekening } 12296.355 130 21. CONTRIBUTIE. Voor ontvangen : le kwartaal ƒ-11070.17 2e kwartaal „ 11048.69 3e kwartaal „ 12054.08 4e kwartaal „ 14099.89 Restant contributie Dokkum u 1.88 Oude contributie 1916 , 6.35 Verschil saldilijst afdeelingen „ —.90* Nog te ontvangen correspondeerende leden „ 2.— f 48283.96» Ontvangen volgens balans 1916 f 25. Gestort Werkloozenkas „ 3588.58 Restitutie voor teveel geboekt ,, .18 _ ƒ 3613.76 Winst j 44670.206 22. ENTREEGELDEN. Ontvangen: le kwartaal j 100. 2e „ „ 80.— 3e „ 194.— 4e „ y 175.25 ) 549.25 Ontvangen van 1916 25 Winst "ƒ 549.— 23. ADVERTENTIEGELDEN. Voor ontvangen volgens kasboek f 3S4.626 Nog te vorderen volgens balans j 205. ~7 559.62* Hiervan was van 1916 193.75 Winst ~~f 365.87» 24. INTEREST. Voor ontvangen ƒ 540.67 Nog te vorderen volgens balans 285.70 ~ ƒ 826.37 Van 1916 te vorderen ƒ 197.62 Vervallen rente 1/t maand a 4 % * 2.50 „ 200.12 Winst ~~j 626.25 131 25. VERKOOP VAKBLAD. Voor ontvangen ƒ 9.83 Hierbij was van 1916 > 2.50 Winst . ., ■ t 7.33 26. ABONNEMENTEN VAKBLAD. Voor ontvangen volgens kasboek } 94.20 27. GARANTIEFONDS UTRECHT EN DEN HAAG. Voor ontvangen j 79.84 Nog te vorderen volgens balans • • • • ,» 17.50 ~~ ) 97.34 Betaald aan voorschotten en onkosten , 45.70 Winst j 51.64 132 Verstrekte Uitkeering bij Werkloosheid in 1917. . , ., . | Uitgekeerd Bedrag Aantal leden Aantal dagen 5 ; MAANDEN ^g'"8 uitkeering ^ Toeslag Rijk TOTAAL per maand Per maand uitkeering j en Gemeenten Januari I 39 382 f 216.65 ƒ 137.60 } 354.25 Februari 36 286 „ 180.90 „ 119.178 „ 300.075 Maart 45 443 [ „ 272.65 „ 174.45 | „ 447.10 April *" 52 439 „ 254.15 „ 179.766 „ 433.915 Mei 57 548 „ 318.45 „ 216.316 „ 534.766 juni 49 556 „ 324.40 „ 241.90 , 566.30 juli , 38 245 „ 132.55 „ 106.85 „ 239.40 Augustus 40 239 „ 182.30 „ 139.37 „ 321.67 September 67 321 „ 489.25 „ 377.99 „ 867.24 October 70 662 „ 384.30 „ 257.95 „ 642.25 November 76 753 „ 396.90 „ 281.25 „ 678.15 December ............. 117 1419 „ 841.10 ,. 612.65 „ 1453.75 Over 1917 6293 ) 3993.60 j 2S45.265 } 6838.866 Verstrekte Uitkeering bij Ziekte in 1917. I I _ | Aantal leden Aantal dagen ,... , . Restitutie MAANDEN ^"'K*"8 uitkeering u»«'keerd bedrag TOTAAL ontVin« ner maand Ziekengeld * 3 ct. per maand Per maana per zegel Januari 76 774 1/ 444.33 j 4.35 } 448.68 Februari \ 91 753 „ 491.78 „ 3.42 „ 495.20 Maart 74 676 „ 482.36 „ 4.56 „ 486.92 April 62 597 „ 356.30 „ 3.63 „ 359.93 Mei 54 485 „ 309.826 „ 3.78 „ 313.605 Juni ... 51 538 „ 3Ö4.925 „ 3.99 „ 358.915 Juli ; J 36 339 „ 232.65 „ 3.60 „ 236.25 Augustus 47 465 „ 299.70 „ 3.15 „ 302.85 September | 36 398 „ 253.346 „ 4.41 „ 257.7Ö6 October ,»* i 56 504 „ 314.125 „ 3.72 „ 317.848 November .............. 52 489 „ 337.15 3.33 „} 340.48 December .: 56 625 „ 456.50 „ 4.44 „ ^ 460.94 Over 1917 6643 ƒ 4332.99 j 46.38 ƒ 4379.37 133 AMSTERDAM, 20 Maart 1919. ACCOUNTANTS-RAPPORT. Aan het Hoofdbestuur van den Algem. Ned. Bond van Arbeiders(sters) in het Bakkersbedrijf, Amsterdam. Mijne Heeren, Hierbij doe ik U toekomen : le. Balans- en Winst- en Verliesrekening van de Bondskas over het boekjaar 1918 sluitende met een winstsaldo van f 11.088.64. 2e. Balans en Winst- en Verliesrekening van de werkloozenkas over het boekjaar 1918 sluitende met een verliessaldo van f 3.725.02. 3e. Balans en Winst- en Verliesrekening van de werkloozenkas over het tijdvak van 1 Januari—27 April 1918, sluitende met een verliessaldo van f 954.24. 4e. Balans en Winst- en Verliesrekening van de werkloozenkas over het tijdvak 27 April—31 December 1918, sluitende met een verliessaldo van f 2.770.78. Hoogachtend, (w.g.) H. J. WEOERIF. VERKLARING VAN DE CONTROLE-COMMISSIE. PROCES-VERBAAL. Ondergeteekenden, leden der Commissie van Controle, bedoeld bij artikel 77 en 78 van het Huish. Reglement en bij artikel 37 van het Reglement van de Werkloozenkas, verklaren, dat zij de boeken, bescheiden, waardestukken en Kas van den bond en de Werkloozenkas hebben gecontroleerd en alles in volkomen orde hebben bevonden. Afzonderlijk zijn door ons gecontroleerd de uitgaven en ingekomen steungelden betreffende de actie „Ceres" te Amsterdam. Ook hierover kunnen zij hun volle tevredenheid uitspreken. Alle waardestukken en het kassaldo per 31 December 1918 zijn ons door den Bondspenningmeester getoond. Wij kunnen dan ook den Bondspenningmeester voor zijn beheer volkomen dechargeeren. De Commissie van Controle : (w.g.) JOHS. HOOGLAND. ( „ ) A. KRANSEN. ( „ ) H. G. KRAMER. Amsterdam, 5 Februari 1919. 134 Balans Bondskas per 31 December 1918. 1 Voorschotten | ƒ 200.— 19 Huur, Vuur en Licht | ƒ 77.44 2 Porti, telegr. en telefoon I „ 46.05 20 Porti, telegr. en telefoon..! ,, 5.70 3 Propaganda -j „ 156.575 21 I Propaganda I „ 120.08 4 Contributie .....f 10.29 22 I Onkosten Afdeelingen I „ 89.— 5 Inventaris .' ,, 600.— 23 Salarissen I „ 129.60 6 Onkosten Afdeelingen „ 200.— 24 Bureaubehoeften ! „ 24.70 7 Kassa „ 540.—6 25 Diverse kosten I „ 10.20 8 Advertentiegelden „ 152.98 26 Onk. en Adm. Werkl. kas 9 Interest „ 316.605 v. rekening Bondskas „ 18.— 10 Salarissen „ 383.18 27 Expl. Gebouw Hemonylaan „ 10.31 11 Bureaubehoeften 250.— 28 Buitenregl. steun en wacht- 12 Onkosten en adm.k. Werk- gelduit keeringen „ 10.99» loozenkas v.rekg. Bondskas „ 800.— 29 Kapitaal 1-1-1918 „ 28490.05» 13 Gebouw Hemonylaan ,, 13400.— 30 Onderhoudsreserve Geb. 14 Expl. Gebouw Hemonylaan „ 75.— Hemonylaan „ 67.— 15 Buitenregl. steun en wacht- 31 Kapitaalvermeerdering .. „ 11088.64 gelduitkeeringen .-. „ 160.16 16 Belegde gelden „ 18506.66 17 Afdeelingen „ 2841.08 18 Saldo. Werkloozenkas „ 1503.13» j 40141.72 ƒ 40141.72 Winst- en Verliesrekening Bondskas per 31 Dec. 1918. 1 Drukloon en exp. Vakblad ƒ 4081.28» 26 Contributie 1/ 66437.02» 2 Abonn. op bladen en tijdschr. „ 132.03 27 Contributie en Entree's Adsp. 3 Bureaubehoeften v'..j „ 1245.77 Organisatie | „ 67.69» 4 Huur, vuur, licht, enz.'. ...I „ 913.57 28 | Entree's i „ 626.07» 5 Porti, telegr., telefoon enz.| „ 733.69» 29 Abonnementsgelden | „ 89.20 6 Propaganda j „ 6990.26» 30 Verkoop Vakblad i „ 8.94 7 Inventaris „ 719.05 31 Advertentiegelden „ 324.29» 8 Onkosten Afdeelingen .... „ 1798.—» 32 Interest „ 633.77» 9 Subsidie Afdeelingen ' „ 320.— 33 Brochures „ | 27.25 10 Diverse kosten ...I „ 515.49 34 Expl. Geb. Hemonylaan.. | „ 397.85» 11 Onkosten en Adm.kosten Werkl. kas v.rekng. Bondsk.j „ 2733.91 12 Salarissen ' „ 11747.71» 13 Garantiefonds, Ziekeng.uitkJ ,, 157.72 14 Uitkeering bij ziekte j „ 8079.14 15 Uitkeering* bij f overlijden..' ,, 855.— 16 Contributiêaandeel afdeel... I „ 11278.21 17 Steun „ 902.76» 18 Buitenregl. steun en wachtgelduitkeeringen „ 188.37* 19 Vergaderingen Hoofdbestuur „ 593.64 20 Algemeene Vergadering „ 33.85 21 Vertegenwoordiging „ 1754.39 22 Gebouw Hemonylaan ! „ 1211.08» 23 Onderhoudsres. Geb. Hem. 1.1 „ 67.— 24 Belegde gelden „ 471.51 25 Kapitaalsvermeerdering .. „ 11088.64 ƒ 68612.11 ƒ 68612.11 135 Toelichting tot de Balans (Bondskas) DE BEZITTINGEN (Debetzijde) : 1. Nog te vorderen voorschotten van v. Genk, Rotterdam. In kas gehouden voor dagelijksche uitgaven. 2. Reeds vooruitbetaalde telefoon tot 1 Mei 1919 en voorraad postzegels aan 't einde des jaars. 3. Reeds vooruitbetaalde spoorabonnementen en nog te vorderen aandeel van diverse organisaties in onkosten-acties. 4. Contributie van verspreide leden Zierikzee, Doetinchem en Baarn, begin 1919 ontvangen. 5. Vastgestelde waarde van den inventaris. Hieronder is o.a. begrepen : het geheele kantoor-ameublement archiefkasten, schrijfmachine, duplicator, feliograph, banier met kast, benevens inventaris kantoor Rotterdam. 6. Betreft de vastgestelde waarde van de nog in voorraad zijnde afdeelingsboeken, staten, couverts, briefkaarten, briefhoofden en verdere benoodigdheden voor de afdeelingen. 7. Aanwezig kassaldo op 31 December 1918. 8. Nog te vorderen advertentiegelden. In begin 1919 ontvangen. 9. Nog te vorderen interest: ƒ 1000.— obligatie Stad Amsterdam 3-Vj % (5 maanden) j 14.58 „ 1500.— obligaties „Het Volk" 4 % (1918) „ 60.— „ 2000.— „ Staatsleening 1916 41/2 % (2 maanden) „ 15.— „ 4500.— „ „ 1917 41/a% (5 maanden) „ 84.375 Spaarbank Stad Amsterdam (1918) „ 142.65 Totaal ~J 316.605 10. Reeds voor 1919 betaalde premiën voor pensioen- en ziekte-verzekering en nog te vorderen bedrag ziekte-uitkeering van „Het Hollandsche Kruis". 11. Vastgestelde waarde voor aanwezige bureau-benoodigdheden, zooals couverts, briefkaarten, briefhoofden (H.B.), doorslag-, carbon- en cyclostylpapier, stencils, mappen, kaarten, formulieren, etc. 12. Te vorderen bedrag van het Rijk voor vergoeding in de onkosten der administratie, etc. werkloosheidsverzekering. Berekend naar Va cent per lid en per week. 13. Balanswaarde gebouw Hemonylaan, na afschrijvingen. 14. Nog te vorderen huur December 1918 gebouw Hemonylaan. 15. Voor nog te ontvangen van Koninklijk Nationaal Steun-Comité. 16. Belegde gelden. Per 31 December 1918 waren deze bedragen als volgt belegd : ƒ 1000.— obligatie Stad Amsterdam (1869) ƒ 811.25 „ 1500.— obligaties „Het Volk" , 1500.— Deposito Amsterdamsche Bank 1000.— Deposito Twentsche Bankvereeniging „ 2500.— „ 2000.— Staatsleening 1916 „ 1800.— „ 4500.— „ 1917 „ 4050.— Obligaties Volksgebouw Den Haag 250.— Spaarbank Stad Amsterdam „ 6595.41 Totaal ƒ 18506.66 17. Post te vorderen van de afdeelingen op het einde des jaars en in begin 1919 grootendeels ontvangen. 18. Bedrag, hetwelk de bondskas heeft te vorderen van de werkloozenkas. 136 F DE SCHULDEN (Creditzijde). 19. Nog te betalen huur en licht kantoor de Genestetstraat en Rotterdam. 20. Nog te betalen portikosten v. Genk, Rotterdam. 21. Nog te betalen rekeningen „Vooruitgang" Amsterdam; Collectief-abonnement „Het Jonge Volk" 1918; reis- en verblijfkosten v. Genk, Rotterdam, over December en Scheidsgerechtskosten Arnhem. 22 en 24. Posten nog te betalen van diverse benoodigdheden voor de afdeelingen en bondskantoor. 23. Salaris en toeslag v. Genk, Rotterdam, over December. 25. Controleerend geneesheer en Bewaking over December. 26. Nog te verrekenen gratificatiën met afdeelings-penningmeesters. 27. Inningskosten en 2 maanden contributie duinwater „Eigen Gebouw". 28. Nog te verrekenen bedrag met afdeelingen voor wachtgelduitkeering over December. 29. Het kapitaal, dat de bond had op 1 Januari 1918, afgescheiden van de werkloozenkas. 30. Gereserveerd bedrag voor onderhoud „Eigen Gebouw". 31. Het bedrag, waarmede het kapitaal van den bond over 1918 is vermeerderd. 137 Toelichting tot de Winst- en Verliesrekening (Bondskas) SPECIFICATIE DER REKENINGEN. U DRUKLOON EN EXPEDITIE VAKBLAD. Voor betaald : le kwartaal j 1009.01 2e , 1075.02 3e .. „ 628.29 4e , „ 1368.968 Verlies j 4081.286 Opmerking: In het 3e kwartaal 1918 werd het vakblad slechts éénmaal per maand uitgegeven. 2. ABONNEMENTEN OP BLADEN, TIJDSCHRIFTEN, ETC. Voor betaald : 2 abonnementen „Socialistische Gids" / 13.50 „De Gemeente" 1.078 Dagbladen | 68-93 Persbureau „Vaz Dias" 23.30 Kort Verslag 55 Bindwerk 12.70 Gemeentelijke verordeningen A. v. N 1.35 Boeken en Brochures 7.50 Vakbladen 3.126 Verlies .77777777777 j 132.03 3. BUREAUBEHOEFTEN. Waarde der voorraad op 31 December 1917 / 100. Voor betaald : Couverts, Briefhoofden, Briefkaarten (H.B.) en Formulieren 277.378 Doorslag, carbon- en cyclostylpapier, Roneo-inkt en stencils , 316.80 Statistiek-leden- en stamkaarten t 335.50 Kantoor Rotterdam ti . 31.04 Overige kantoor-benoodigdneden „ 457.98 Nog te betalen voor 1918 24.70 j 1543.39* Ten laste der Werkloozenkas 1 Jan.—29 April 1918 j 47.625 Waarde der aanwezige voorraad op 1 Jan. 1919 , 250. „ 297.628 Verlies f 1245.77 138 4. HUUR, VUUR, LICHT, ENZ. Voor betaald: Kantoorhuur de Genestetstraat / 525.50 Brandstoffen, Gas en Electra n 366.35 Werkster en extra hulp schoonmaak tt 342. Glazenwasscher 8,50 Huur en onkosten kantoor Rotterdam 153.50 Schoonmaak-artikelen • 5.50 Schoorsteenveger t 2.40 / 1403.75 Voor nog te betalen over 1918: Huur December de Genestetstraat } 43.80 Huur kantoor Rotterdam )( 25. Gas, electra en Glazenwasscher , 8.64 ~~ „ 77.44 ~f f481.19 Voor ontvangen: Volgens balans 31 December 1917 J 47.62 Kantoorhuur Amsterdam I '~ 520. ~~ j 567.62 Verlies jj 913.57 5. PORTI, TELEGRAMMEN, TELEFOON, ENZ. Volgens balans 31 December 1917 -.... j 42. Porti, telegrammen, verschuldigd rechi, enz , 522.21 Portikosten v. Genk, Rotterdam i 45.18 Opname telefoongidsen en Naamlijs , 4. Telefoon 1 Mei 1918—30 April 1919 " 156.34 Spreekbuis 15. Voor nog te betalen porti v. Genk, Rotterdam „ 5.70 _ j 790.43 Voor ontvangen strafport en inningskosten f 10.686 Vooruit betaalde telefoon tot 30 April 1919 , 26.05 Voorraad postzegels op 31 Dec. 1918 „ 20. 06.738 Verlies ~J 733.69* 139 6. PROPAGANDA EN ACTIES. Voor betaald: Volgens balans 31 December 1917 ƒ 241.50 Verrekend per maandstaten met de afdeelingen voor onkosten, acties en propaganda ' 908.395 Reiskosten, spoorabonnementen Hillebregt, Goudsmit en Roeg en verblijfkosten 3015.32» Manifesten, Vergaderingen, Loonregelingen, etc „ 428.59 Vergoeding te Kolster voor propaganda Utrecht „ 45. Reis-en verblijfkosten V.Genk, Rotterdam , 326.70 Extra propagandanummer „de Bode" , 100.84 Scheidsgerecht Utrecht „ 43.49» Actie Broodfabriek „Ceres", Amsterdam „ 1568.68» Propaganda brochure Banketbakkers „ 27. Feestvergadering Amsterdam „ 122.62» ■ Extra propagandakosten Amsterdam „ 700. „Het Jonge Volk" » 2. ~~ } 7590.15» Nog te betalen over 1918: „Het Jonge Volk" f 51.05 Reis- en verblijfkosten v. Genk, Rotterdam „ 27.92 Scheidsgerecht Arnhem 15.09 Voor manifesten en vergaderingen „ 26.02 „ 120.08 ~j 7710.23» TerugTontvangen: Volgens maandstaten afdeelingen „ 44.06» Restitutie samenwerkende organisaties voor aandeel div. acties.. ,, 171.06 Restitutie abonnement Hillebregt „ 10. Voor overboeking reiskosten, op rekening onkosten werkloosheidsverzekering ten laste der bondskas „ 308. Volgens balans 31 December 1917 „ 30.27 Nog te vorderen of vooruitbetaalde posten „ 156.57» „ 719.97 Verlies ~j 6990.26» . INVENTARIS. Volgens balanswaarde op 1 Januari 1918 j 500. Aangekocht in 1918: Archiefkast .- f 80.05 2 kaartenkastjes „ 29.10 6 kaartenbakjes „ 16. Wandplaat en lijst „ 8 . Schrijfmachine „ 675.05 Meubilair Rotterdam ; „ 42.35 Kachel Rotterdam „ 38.50 ~ „ 889.05 7 1389.05 Voor ontvangen: Afbetaling meubilair afdeeling den Haag „ 70.— ~] f319.05 Balanswaarde op 1 Januari 1919 , 600.— Afschrijving (verlies) f 719.05 140 8. ONKOSTEN AFDEELINGEN. Balanswaarde op 31 December 1917 ƒ 450. Voor betaald : Contributie-zegels A.N.D.B 280.90 Gewijzigde Statuten en Huish. Reglement j 68.10 Lidmaatschapformulieren 48.55 Strookjes voor verzending „Bode" „ 120.80 Couverts, briefkaarten en briefhoofden . 345.176 Maandstaatboeken, afrekenstaten, diverse formulieren en zegelcahiers „ 230 50 Andere benoodigdheden 87 90 Verrekend met de maandstaten, 91..585 Boekjes, staten, formulieren.etc. ten dienste der Adspiranten- Organisatie 197.25 Nog te betalen voor 1918: Zegels A.N.D.B / 7.50 Drukkerij „Vooruitgang" I 81.50 89. ƒ 2010.76 Voor gerestitueerde onkosten , 12.758 Waarde der voorraad op 31 Dec. 1918 ; 200. „ 212.755 Verlies ~~j f798.005 9. SUBSIDIE AFDEELINGEN. Amsterdam I \ f 300 Hilversum 20 Verlies 77777777777 ) 320.— 10. DIVERSE KOSTEN. Controle Commissie j 20 146 Brand- en Inbraakverzekering ;V. 29.99 Sleutels en reparatie sloten 26.73 Controle geneesheer 23.50 Bewaking en Safe ; \Q.AQ Vergoeding kosthuis en verhuiskosten v. Genk , 125. Honorarium Accountant .. .• .125. Waterreservoir de Genestetstraat 41.93 Betimmering, Schilder- en Transportkosten kantoor te Rotterdam „ 126.01 Personeele belasting de Genestetstraat .. 90.94 „ "„ Rotterdam 3.60 Onkosten, niet tot andere hoofden te brengen „ 6. Nog te betalen voor 1918 I 10.20 ~ ) 645.445 Ontvangen: Volgens balans 31 December 1917 / 13.275 Overdracht kassaldo „Vriendschap" Leiden , 44.37 Duplicaten bondsboekjes 6.80 Verkoop oud papier 2.70 Kassaldo „Ons Belang" Amsterdam - , 47.81 Kassaldo opgeheven afdeeling Stadskanaal ; , 1.50 Kassaldo opgeheven afdeeling Joure . 4. Kassaldo Plaatselijke Vereeniging te Almelo „ 5.-^ Extra bijdragen Winterswijk i 4.50 „ 129.955 Verlies ~} 515.49 141 11. ONKOSTEN EN ADMINISTRATIEKOSTEN WERKLOOSHEIDSVERZEKERING TEN LASTE DER BONDSKAS. Porti op bondskantoor en in de afdeelingen f 161.66 Reglementen, formulieren, contróle-staten, etc „ 1033.25 Gratificatiën afdeelingspenningmeesters „ 368.— Overgeboekte reiskosten ten behoeve Werkloosh.-Verzekering.. ,, 308.— Overgeboekte salarissen „ 1645.— Nog te betalen voor 1918 „ 18.— 7 } 3533.91 Te vorderen aandeel van het Rijk in de gemaakte onkosten „ 800.— Verlies ~j 2733.91 12. SALARISSEN. Betaald aan: Hillebregt, Goudsmit en Roeg elk: 52 x j 30 = j 1560— 4 weken loontoeslag , 24.— Vacantietoeslag „ 60.— 3 X ~j 1644.— = j 4932— W. Winterdijk 52 X ƒ 27 = f 1404— 4 weken loontoeslag , 21.60 Vacantie-toeslag , 54.— Ziekte-toeslag „ 80.— „ 1559.60 Districtbestuurder G. N. Metz : 26 X / 25. h 10 X ƒ 27.— = / 920.— Vacantie- en loontoeslag „ 46.60 ~~ „ 966.60 Districtbestuurder F. v. Genk: 26 x ƒ 25. h 15 x ƒ 27.— = j 1055— 1 week vacantietoeslag , 27.— j 1082— Secretaris afd. den Haag P. le Blanc (halve dagen): 52 x i 12.50 = ƒ 650— Vacantie-en loontoeslag •. „ 22.50 ~ ) 672.50 Bureaubeambte J. Lub : 46 x j 25.— = : ƒ 1150.— Vacantie- en loontoeslag , 70.— ~~ ƒ 1220— Kantoorpersoneel: Salarissen j 1635.— Vacantie-toeslagen „ 62.— — ) 1697— J. M. Andriessen (plaatsvervanging Winterdijk) „ 50.— Premiën voor Pensioen- en ziekteverzekering „ 1230.07 Overwerk personeel , 29.40 Voor betaald volgens balans 31 December 1917 , 350.— Nog te betalen aan v. Genk salaris en toeslag December 1918 4 X i 27— + 4 X ƒ 5.40 , 129.60 Hierbij voor vooruitbetaalde premiën 1919 j 383.18 Voor rekening der werkloozenkas 1 Jan.—29 April 1918 „ 142.878 Overgeboekt op rekening onkosten werkloozenkas voor rekening Bondskas „ 1645.— ~ „ 2171.058 Verlies J 11747.716 142 13. GARANTIEFONDS ZIEKENUITKEERING. DEN HAAG. Voor betaald j - 154.45 „ ontvangen 72.29 Verlies 77777777777 j 82.16 UTRECHT. Voor betaald j 70.28 „ ontvangen ,, 12.22 Verlies 77777777777 „ 58.05 ~J 140.22 Voor volgens balans 31 December 1917 ,, 17.50 Totaal Verlies *t 157.72 14. ZIEKENUITKEERING. (tjondskas) Voor betaald ƒ 8085.24 Restitutie | 6.10 Verlies , ƒ 8079.14 15. UITKEERING BIJ OVERLIJDEN. AMSTERDAM I. F. Kleinsmid f 65.— J. Voorhorst ,, 70.— W. de Klooster 30.— B. Tak „ 30.— A. Berkhof f „ 70.— J. v. Daalen „ 35.— M. S. de Goede „ 40.— ~ f 340.— AMSTERDAM II. J. Horné j } 70.— A. Kraan „ 45.— J. Poppen „ 30.— 145.— DEN HAAG. C. Vring j 65.— K. de Jong , 45.— 110.— LEEUWARDEN. Sj. v. d. Veer j 40.— J. D. Wielsma „ 30.— A. Peters „ 45.— 115.— &Ê MIDDELBURG. J. Leynse , 50.— UTRECHT. v. d. Schaaf M 65.— WEESP. M. Bouwhuis „ 30.— Verlies .77777777777 J 855.— 143 16. CONTRIBUTIE-AANDEEL AFDEELINGEN. Voor verrekend met de afdeelingen : a 4 cent restitutie per zegel / 1356.36 * 5 » » „ „ 9921.85 verlies 77777777777 f 11278.21 17. STEUN. Voor betaald : SLACHTOFFERS-UITKEERING. J. Mellegers, Vlaardingen ƒ 10. J. Cocaiko, Maastricht „ 15. K- Vorster, Wormerveer II ( 20. J. Mak, Capelle a.d. IJssel „ 20. * i 65.— Reisgeld leden Duitschen Bond , 5. Afdracht steunlijsten Textielarbeiders, Tilburg , 5.60 Stakers en uitgestotenen „Ceres", Amsterdam „ 3184.30 " ƒ 3259.90 Voor ontvangen: Steunlijsten Textielarbeiders, Tilburg / 5.60 Gecombineerde steunlijsten Amsterdam, staking „Ceres" „ 1654.656 Steunlijsten afdeelingen staking „Ceres", Amsterdam 666.96 Terug van Duitschen Bond voor steun Markowitz 1918 „ 29.92 ~~ j 2357.136 Verlies ~j 902.768 18. BUITEN-REGLEMENTAIRE EN WACHTGELD-UITKEERINGEN. Verstrekte buitenreglementaire uitkeering j 2538. Wachtgelduitkeering (aandeel Bond) , 321.28 Onkosten Formulieren, Circulaires, etc. , 89.55 Nog te verrekenen met afdeelingen „ 10.995 ~ j 29Ö9.826 Ontvangen: Van Chr. en R.K- Organisaties aandeel in de onkosten j 22.10 Restitutie Koninklijk Nationaal Steuncomité voor verstrekte buiten-reglementaire en wachtgelduitkeeringen „ 2589.19 Nog te vorderen van Kon. Nat. Steun-Comité H 160.16 „ 2771.45 Verlies "j 188.378' 19. VERGADERINGEN HOOFDBESTUUR. Voor betaald Verlies ƒ 593.64 20. ALGEMEENE VERGADERING. Bijeenkomst Zuid-Hollandsche afdeelingen op 27 Januari 1918 te Rotterdam Verlies j 33.85 144 21. VERTEGENWOORDIGING. Voor betaald : Algemeene Vergadering N.V.V. op 18,19 en 20 Juli ƒ . 61. Bijdrage monument H. Spiekman 25. Contributie N.V.V. 1918 1476.475 „ Nat. Vereeniging t.d. Werkloosheid , 5.10 Huldeblijk „De Stem des Volks" 5. Bloemstuk Jubileum Timmerlïedenbond „ io. „ „ Schildersgezellenbond , fS io.— Contributie Centraal Bureau voor Sociale Adviezen 1917+1918 „ 40.20 Jubileum R. Pasma te Rotterdam „ 5. Contributie 1917+1918 Internationaal Bakkers-Secretariaat „ 89.4S5 Congres en Verslag Bond van Staatspensioneering. „ 12.50 Contributie Bond voor Plaatselijke Keuze , 2.50 Vergaderingen N.V.V. Levensmiddelenactie „ 14.80 Congres N.V.V. en S.D.A.P. te Rotterdam „ 47.36 ~~ ƒ 1804.39 Reeds betaald volgens balans 31 Dec. 1917 „ 50. Verlies ~j 1754.39 22. EIGEN GEBOUW HEMONYLAAN. Koopsom j i3400._ Overname Gas en Waterleiding ■ 75. Notaris, Makelaar, Veilings-, Registratiekosten, eu. „ 1136.085 _ } 14611.088 Balanswaarde 31 December 1918 13400. Afschrijving (verlies) ,....... ~j 1211.085 23. ONDERHOUDSRESERVE GEBOUW HEMONYLAAN. Gereserveerd voor onderhoudskosten (V2 %) j 67. 24. BELEGDE GELDEN. Koersverschil ƒ 4500.— Staatsleening 1917 / 450.— Verlies conversie Schatkistbiljetten , 29.51 Afschrijving zegelrecht Obligaties Volksgebouw Den Haag ,. 2.— ~~ ƒ 481.51 Winst conversie Staatsleening 1914 10 Verlies ~f 471.51 25. KAPITAALSVERMEERDERING. Voor overboeking winst op kapitaalrekening / 11088.64 145 26. CONTRIBUTIE. 37009 zegels Klasse A. a 15 cent = f 5551.35 15489 , „ B. a 20 „ = „ 3097.80 32561 „ „ C. a 25 „ = , 8140.25 16511 „ „ D. a 28 „ = „ 4623.08 37103 „ „ E. k 30 „ = „ 11130.90 29872 „ „ F. a 35 „ . = , 10455.20 39822 „ „ Q. a 40 „ = , 15928.80 26978 „ „ H. k 45 „ = , 12140.10 235345 zegels .77777777777 j 71067.48 Voor zoekgeraakte zegels en oude schuld ƒ 49.66 Voor nog te ontvangen contributie „ 10.29 ~~ „ 59.95 j 71127.43 Hiervan af: Voor volgens balans 31 December 1917 j 2.— Gestorte bijdragen werkloozenkas ,, 4687.60 Te veel geboekte contributie correspondeerende leden „ —.75 Verschil saldilijst afdeelingen „ —.056 ~ ,, 4690.405 Winst j 66437.025 27. ADSPIRANTEN-ORGANISATIE. Contributie en entreegelden onder aftrek van restitutiën afdeelingen Winst j 67.696 28. ENTREEGELDEN. Voor ontvangen ) 626.326 Restitutie afdeeling Alkmaar —.25 winst .77777777777 ƒ 626.076 29. ABONNEMENTS-GELDEN VAKBLAD. Voor ontvangen volgens kasboek Winst ƒ 89.20 30. VERKOOP VAKBLAD. Voor ontvangen: 'WÊm W. v. Nieuwland, Amsterdam ƒ 7.— Afdeelingen „ 1.94 winst 77777777777 ƒ 8.94 31. ADVERTENTIEGELDEN. Voor ontvangen : j 376.316 Nog te vorderen ,, 152.98 _ } 529.296 Hierbij was van 1917 volgens balans „ 205.— Winst .., f 324.296 146 32. INTEREST. Obligaties „Het Volk" j 60.— Amsterdamsche Bank , 68.44 Staatsleening 1914 „ 50.— Obligatie Stad Amsterdam(1869) „ 35.— Schatkistbiljetten „ 75.— Spaarbank Stad Amsterdam , 98.26 ■> Twentsche Bankvereeniging , 114.92 Staatsleening 1917 , 101.25 Nog te vorderen rente voor 1918 „ 316.606 ~~ } 919.476 Reeds ontvangen volgens balans 31 Dec. 1917 „ 285.70 Winst ~~j 633.775 33. BROCHURES AFSCHAFFING VAN NACHTARBEID. Voor ontvangen van de afdeelingen f 162.90 Betaald aan N.V. „Ontwikkeling" , 135.65 Winst ~~f 27.25 34. EXPLOITATIE GEBOUW HEMONYLAAN. Voor ontvangen: 8 maanden huur a ƒ 75.— per maand ƒ 600.— Nog te ontvangen huur Decemberl918 „ 75. 1 ƒ 675.— Voor betaald: Restitutie huur April ƒ 75. Brandverzekering 9.50 7 maanden grondbelasting , 34.62 7 maanden straatbelasting „ 13.578 Contributie duinwater ; 19.84 Zegel- en inningskosten „ 16.75J Waterreservoirs volgens gemeentevoorschriften „ 97.55 Nog te betalen: 2 maanden contributie duinwater , 8.06 Inningskosten „ 2.25 „ 277.145 Winst ~f 397.8S6 147 Balans Werkloozenkas per 31 December 1918. 1 Belegging ƒ 4708.39 5 Kapitaal 1-1-1918 j 8551.08 2 Interest , 70.80' 6 Saldo Bondskas „ 1503.13' 3 Subsidie Rijk en Gemeenten „ 1550.— 4 Kapitaalsvermindering .. „ 3725.02 | } 10054.21' f 10054.21' Winst- en Verliesrekening Werkloozenkas per 31 December 1918. 1 Uitkeering Werkloosheid .. ƒ 11445.30 4 Interest j 280.33 2 Belegging „ 207.15 5 Contributie „ 4687.60 3 Onkosten 190.50 6 Subsidie Rijk en Gemeenten „ 3150.— 7 Kapitaalsvermindering .. „ 3725.02 / 11842.95 ƒ 11842.95 Balans Werkloozenkas over het tijdvak 1 Januari—27 April 1918. Belegging ƒ 8655.80 Kapitaal 1-1-1918 ..I ƒ 8551.08 Interest „ 117.06 Saldo Bondskas „ 1176.02 Kapitaalsvermindering ,, 954.24 ƒ 9727.10 f 9727.10 148 Winst- en Verliesrekening Werkloozenkas over het tijdvak 1 Januari—27 April 1918. Uitkeering Werkloosheid I j 2307.65 Interest .1 ƒ 57.97 Onkosten i „ 190.50 Contributie :. „ 1485.94 Kapitaalsvermindering 954.24 } 2498.15 f 2498.15 Balans Werkloozenkas over het tijdvak 28 April—31 December 1918, Belegging f 4708.39 Kapitaal '. } 8551.08 Interest „ 70.808 Saldo Bondskas „ 1503.136 Subsidie ,, 1550.— Kapitaalsvermindering 28 April .. „ 954.24 Kapitaalsvermindering „ 2770.78 ƒ 10054.215 j 10054.218 Winst- en Verliesrekening Werkloozenkas over het tijdvak 28 April—31 December 1918. Uitkeering Werkloosheid f 9137.65 Interest j 222.36 Belegging , 207.15 Contributie „ 3201.66 Subsidie „ 3150.— Kapitaalsvermindering „ 2770.78 f 9344.80 j 9344.80 149 Toelichting tot de Balans Werkloozenkas per 31 December 1918. (Debetzijde). 1. BELEGGING. Op 31 December waren de gelden voor de werkloozenkas als volgt belegd: ' 1 Obligatie Stad Rotterdam 1917 (472 %) j 1000.— Rijkspostspaarbank ,, 323.72 j 1000.— Obligatie H.Y.S.M. 1889 (372%) „ 884.67 I 2500.— Obligaties Staatsleening 1917 (472%) „ 2500.— Totaal .77777777777 } 4708.39 2. INTEREST. Op 31 December was nog te goed : } 1000.— Obligatie Stad Rotterdam (1 maand a 47e %) ƒ 3.75 Rijkspostspaarbank (1918) 8.52 j 1000.— Obligatie H.Y.S.M. (4 maanden a ƒ 372%) „ 11.66 ƒ 2500.— Staatsleening 1917 (5 maanden è 472 %) „ 46.87' ~~ j 70.805 3. SUBSIDIE RIJK EN GEMEENTEN. Voor nog te vorderen bedrag aan subsidie over 4e kwartaal 1918. 4. KAPITAALSVERMINDERING. Bedrag, waarmede het vermogen der werkloozenkas over 1918 is verminderd. (Creditzijde). 5. Het vermogen der werkloozenkas op 1 Januari 1918. 6. Het bedrag door de bondskas te vorderen van de werkloozenkas. Toelichting tot de Winst- en Verliesrekening Werkloozenkas per 31 December 1918. 1. UITKEERING WERKLOOSHEID. le kwartaal ƒ 1630.55 2e „ „ 4773.61 3e „ „ 3123.94 4e , „ 1993.05 ~~ } 11521.15 Restitutiën voor ten onrechte verstrekte uitkeeringen j 57.35 Restitutie bijslag Stadskanaal 18.50 ~ „ 75.85 Verlies ƒ 11445.30 150 2. BELEGGING. Verkoop ƒ 2000.— Obligaties Staatsleening 1916 Slip met koersverlies j 200.— Conversie j 3000.— Schatkistbiljetten , 7.15 Verlies .77777777777 j 207.15 3. Voor onkosten ten laste der werkloozenkas over het tijdvak 1 Jan. tot 27 April 1918 (verlies) j 190.50 4. INTEREST. Voor ontvangen: Schatkistbiljetten f 24.75 Obligatie H.Y.S.M 35.— Staatsleening 1916 „ 90.— Rijkspostspaarbank , 59.74 Obl. Stad Rotterdam , 45.126 Staatsleening 1917 { 56.25 Op 31-12-'18 nog te vorderen , 70.806 ~~ ƒ 381.67 Hiervan volgens balans 31-12-'18 „ 101.34 Winst f . 280.33 5. CONTRIBUTIE. Voor gestorte bijdragen: le kwartaal ƒ 1128.48 2e „ „ 1187.60 3e „ ; 1170.38 4e | I 1201.14 Winst .. .7777777777 } 4687.60 6. SUBSIDIE RIJK EN GEMEENTEN. Voor ontvangen: Meien Juni. ƒ 600.— Juli, Augustus en September , 1000.— Nog te vorderen voor: October, November en December , 1550. winst 77777777777 f 3150.— 7. KAPITAALSVERMINDERING. Kapitaal der Werkloozenkas op 1 Januari '18 j 8551.08 ,, „ „ 31 December '18 „ 4826.06 Kapitaalverlies over 1918 ~1 3725.02 151 STAAT VAN ONTVANGEN CONTRIBUTIËN EN UITGEKEERDE BEDRAGEN BIJ ZIEKTE, EN DE PROCENTELIJKE VERHOUDING VAN CONTRIBUTIËN EN UITKEERINGEN IN 1918 Totale Aantal per- Procentelijke „ • Aantal dagen 1M.n w;en Verstrekte uitkeering AFDEELINGEN contributie- sonen wien van de totale ontvangst uitkeering uitkeering is uitkeeringen contributieverstrekt ontvangst 1 , Alkmaar ƒ 417.35 I 58 7 ƒ 40.80 9 77 Amersfoort „ 480.37 27 3 „ 14.90 3 10 Amsterdam I en II „ 24560.931) 1075 94 „ 891.10 3.62 Apeldoorn „ 500.59 67 '5 „ 28.95 5 78 Arnhem ,, 956.842) 270 20 „ 171.775 1 7 95 Assen „ 228.95 61 5 „ 24.35 10.63 Breda , 1830.28 364 41 „ 243.S26 12 80 Bussum „ 561.50 75 9 „ 82.35 14 66 Capelle a.d. IJsn „ 220.88 63 6 „ 30.80 13.94 Corresp.leden „ 866.22 110 9 „ 43.20 4 98 Delft „ 244.72 67 4 „ 62.20 25.41 Deventer „ 1043.49 350 27 „ 192.46 18.44 Dordrecht „ 1159.53 266 20 „ 201.61 17.38 Edam „ 70.45 48 2 „ 9.60 13.62 Eindhoven , 261.30 53 4 „ 25.226 9.65 Enschede „ 983.703) 225 14 „ 107.90 10.96 Gorinchem „ 131.06 12 2 ,, 7.875 6 Gouda „ 1106.89 200 22 I „ 103.10 9.31 's-Gravenhage ,, 8668.85 1927 147 „ 1621.— 18.69 Groningen , 1384.49*) 278 21 „ 132.875 9.59 Haarlem 1557.10 307 30 „ 266.50 17.11 Harlingen „ 103.57 36 4 „ 32.25 31.13 Heerlen „ 519.75 30 3 „ 15.60 3 Helder (den) „ 334.11 73 9 „ 48.426 14.49 Hengelo , 157.83 13 2 „ 5.90 3.74 Hilversum ; „ 633.22 115 8 „ 57.90 9.15 Leeuwarden „ 1663.14 507 28 „ 247.40 14.87 Leiden „ 2139.28 817 53 „ 557.895 26.07 Maastricht „ 771.01 103 9 ,, 53.15 6.89 Meppel „ 138.25 6 1 „ 3.— 2.17 Middelburg , 442.06 65 7 „ 39.90 9.02 Nijmegen „ 317.95 49 2 „ 15.626 4t90 Purmerend ... „ 126.55 30 2 ,, 16.80 13.27 Rotterdam I , 520I.415) 875 80 „ 723.40 13.90 Rotterdam II .. . „ 1554.09 356 32 „ 308.40 19.84 Schiedam , 945.48 32 4 „ 22.45 2.37 Tiel .' „ 208.43 46 5 „ 25.05 12.07 Utrecht „ 2270.52 1022 55 „ 783.025 34.48 Vlaardingen „ 292.13 16 1 „ 8.— 2.72 Weesp „ 1426.17 443 28 ,. 260.50 18.26 Winschoten „ 97.95 78 4 .. 32.20 32.80 Winterswijk „ 168.55 48 3 „ 16.80 9.96 Wormerveer I , 276.30 85 ' 6 „ 51.80 18.74 Wormerveer II „ 509.99 37 3 „ 62.06 12.14 IJmuiden „ -361.85 45 3 „ 37.725 10.42 Zaandam „ 861.54 314 24 „ 228.33 26.50 Zuid-Scharwoude .. „ 126.40 10 1 „ 5.40 4.27 Zutphen .' „ 544.34 41 6 „ 16.10 2.95 Zwolle „ 765.89 167 11 „ 108.26 14.13 Over 1918 1 ƒ 70193.25 11362 886 I ƒ 8085.24 I 11.51 *) Hiervan ƒ 0.40 gerestitueerd. 2) „ „ 4.50 3) „ „ 0.20 „ Éllll *) 1.- 5) Hierbij inbegrepen ƒ 64.— buiten-reglementaire zieken-uitkeering. Opmerking: De afdeelingen in dezen staat niet voorkomende, hebben over 1918 geen ziekenuitkeering verstrekt. 152 OVERZICHT VAN HET AANTAL DAGEN WAAROVER EN HET AANTAL PERSONEN WIEK ZIEKENUITKEERING WERD VERSTREKT IN 1918. Duur der Aantal Aantal dagen uitkeering personen uitkeering 1 dag 27 27 2 dagen 52 104 3 „ 60 180 4 „ 57 228 5 „ 53 265 6 „ 64 384 7 „ 35 245 8 „ 57 456 9 „ 65 585 10 „ 20 200 ■ tl „ 26 286 12 „ 51 612 13 „ 22 286 14 , 24 336 15 ., 26 390 16 „ 3 48 17 „ 14 238 18 „ 14 252 19 „ 14 266 20 „ 10 200 21 „ 27 567 22 „ 7 154 23 „ 12 276 24 ,, 21 504 25 „ 7 175 26 „ 6 156 27 „ 10 270 28 „ 1 28 29 9 261 30 „ 21 630 31 „ . 7 217 32 „ 4 128 33. ., 8 264 34 „ - 1 34 35 „ 5 175 36 „ 7 252 37 „• 3 111 38 „ 3 114 39 „ 1 39 40 „ 2 80 41 „ 3 123 42 | 20 840 43 „ 1 43 48 „ "2 96 53 „ 3 159 78 „ . 1 78 )ver 1918 886 11362 SALDILIJST DER AFDEELINGSKASSEN PER 31 DECEMBER 1918. Plaatsen - Bedragen Alphen a.d. Rijn ƒ 1.68 Almelo „ 8.93 Alkmaar . 3.92 Amersfoort : n 24.82 Amsterdam I 39.39 Apeldoorn , 11.51' Arnhem n 40.89' Assen „ 13.90 Breda 41.39 Bussum | 14.14' Capelle a.d. IJsd ,, 3.24 Delft „ 7.58' Deventer f 18.11 Dordrecht , 16.25 Edam l( 3.67 Eindhoven „ 21.53 Enschedé , 13.226 Gorinchem 9.17 Groningen , 61.856 Harlingen , 7.63 Heerlen n 39.87 Helder (den) „ 3.63 Hengelo „ 12.92 Hilversum „ 3.21 Hoorn „ 3.69 Leeuwarden „ 1.07 Leiden 193.02 Maarssen „ 2.23 Maastricht „ 8.925 Meppel , 18.15 Middelburg 13.54* Nijmegen , 3.84. Purmerend , 7.28 Rotterdam I \ „ 4.75 Rotterdam II „ n.60 Schiedam M 27.06 Steenwijk „ 6.99 Tiei 8.30 Utrecht „ 4.42 Vlaardingen , 9.79 Wageningen j 4.42 Weesp „ 30.— Winschoten | 7.985 Winterswijk „ 7.89 Wormerveer I ,, 6.05 Wormerveer II „ 14.108 Zaandam 1 80.71 Zeist I 1.10 Zutphen I 26.155 Zwolle , 3.135 Totaal ƒ 928.78 Enkele afdeelingen in deze lijst niet vermeld, hadden een nadeelig saldo of bleven in gebreke, ons omtrent den stand harer kasten in te lichten. Over 1918 153 PROCENTE LIJKE VERHOUDING DER ZEGELVERKOOP IN 1918. Klasse A. 15 cent 37009 zegels = 15.72 % „. B. 20 „ gf 15489 „ = 6.58% C. 25 „ 32561 „ = 13.83% „ D. 28 „ 16511 „ = 7.02% E. 30 „ 37103 „ = 15.76% F. 35 „ 29872 „ .= 12.70% G. 40 „ 39822 „ = 16.92% „ H. 45 „ 26978 „ = 11.47% Totaal 235345 zegels = 100 % GEMIDDELDE CONTRIBUTIE-ONTVANGST PER LID EN PER WEEK. nmM,.u Gemiddelde . ar Q,VSlitt\ contributie ont- 19 öe? week vangst p. week per weet jn centen 1910 1464 17 1911 1658 18 1912 1744 18.5 1913 1914 20.2 1915 2203 23.1 1916 3333 21.8 1917 3808 24.3 1918 4921 27.7 Opmerkingen : De cijfers over 1914 zijn weggelaten wegens den abnormalen invloed van de crisismaanden Augustus tot en met December. Vanaf 1916 is de gemiddelde contributie-ontvangst over alle leden gerekend, dus ook over hen, die wegens ziekte, werkloosheid, militairen dienst, voor korten of langen tijd van betaling waren vrijgesteld. Bij de gemiddelde contributie-ontvangst zijn ook de bijdragen voor de werkloozenkas inbegrepen. HET AANTAL GEMOBILISEERDEN EN DE PROCENTELIJKE VERHOUDING TOT HET LEDENTAL IN 1918. Aan het Aantal Percentage einde der maand. gemobiliseerden. van het ledental. Januari 185 4.1 Februari 191 4 Maart 185 3.7 April 179 3.6 Mei 180 3.6 Juni 178 3.5 Juli 178 3.6 Augustus 170 3.4 September 161 3.2 October 161 3.1 November 97 1.8 December 52 1 leid per maand 159 3.2 154 PROCENTELIJKE VERHOUDING DER UITGAVEN EN HET AANDEEL PER LID IN 1918 ^ (BONDSKAS) Per- Aandeel Rekening. Bedrag. centage per lid. 1. Vakblad ƒ 4081.286 5.96 ƒ 0.826 2. Salarissen „ 11747.715 17.13 „ 2.388 3. Ziekengeld2) „ 8236.86 12.03 „ 1.67 4. Beheer Hoofdbestuur en afdeelingen „ 18283.31 26.65 „ 3.71 5. Onkosten en adm. werkloosh.verzek. „ 2733.91 3.99 „ 0.558 6. Propaganda ] 6990.268 10.19 „ 1.42 7. Uitkeering bij overlijden „ 855.— 1.25 „ 0.17 8. Vertegenwoordiging „ 1754.39 2.56 „ 0.355 9. Diversen „ 2840.738 4.07 „ 0.578 0. Kapitaal-vermeerdering „ 11088.64 16.17 „ 2.25 Totaal ƒ 68612.11 J 100 / 13.918 1) Het gemiddelde ledental in 1918 bedroeg 4921. 2) Inbegrepen het nadeelig saldo beheer garantiefonds Utrecht en den Haag. DE TOENAME VAN HET WERKELIJKE VERMOGEN VAN DEN BOND. Aan het Kapitaal I Bezit in de Vermogen Totaa, Bezjt afdeelings- werkloozen- einde van van den bond. kassen kas vermogen. per lid. 1910 ƒ 2688.38 ƒ 2688.38 ƒ 1.60 1911 „ 2600.84 ƒ 516.408 „ 3117.248 „ 1.66 1912 „ 3330.38 „ 520.— „ 3850.38 „ 2.18 1913 „ 3501.87 „ 582.09 ƒ 2082.34 „ 6166.30 „ 2.46 1914 „ 5664.74 „ 780.— „ 3581.61 „ 10026.35 „ 4.27 1915 „ 11482.80 „ 1194.25 „ 5379.93 „ 18056.98 „ 6.16 1916 „ 16193.70 „ 950.— „ 9610.10 „ 26753.80 „ 7.37 1917 „ 28490.058 „ 1014.98 „ 8551.08 „ 38056.11B „ 8.53 1918 „ 3964S.698 „ 928.78 | „ 4826.06 „ 45400.538 „ 9.21 155 OVERZICHT DER BONDSWERKLOOSHEIDS-UITKEERING PER AFDEELING EN HET AANTAL PERSONEN EN DAGEN IN 1918. Acrwcci hun Aantal I Aantal I Uitgekeerd AFDEELING I personen dagen bedrag Alkmaar 1 42 ƒ 58.80 Amersfoort 3 63 „ 44.10 Amsterdam I en II 232 5571 „ 5655.45 Apeldoorn 2 23 „ 16.45 Arnhem 3 41 „ 36.85 Assen 1 2 „ 1.40 Breda ... 15 350 „ 358.90 Bussum 2 51 „ 58.50 Capelle a.d. IJsel 2 48 „ 64.80 Delft 1 24 „ 18.— Deventer 1 9 „ 6.75 Dordrecht 3 42 „ 34.05 Edam 1 30 „ 35.35 Eindhoven 3 73 „ 84.50 Enschedé 12 257 „ 230.90 Gouda 3 14 „ 13.30 's-Gravenhage 54 865 „ 909.65 Groningen 1 30 „ 27.— Haarlem 15 310 „ 340.50 Harlingen 4 144 „ 100.95 Heerenveen 2 39 „ 22.50 Helder (den) 2 66 „ 69.— Hilversum 5 138 „ 133.50 Leeuwarden 24 666 „ 613.35 Leiden J 11 206 „ 147.15 Maastricht | 2 48 „ 67.20 Middelburg 2 30 „ 40.84 Purmerend 2 38 „ 31.40 Rotterdam I en II 40 935 „ 1085.76 Schiedam 7 163 „ 204.60 Sneek 4 138 „ 119.40 Utrecht 27 483 „ 428.75 Vlaardingen 1 24 „ 10.80 Wageningen 1 24 „ 28.80 Wormerveer II 1 39 „ 50.70 IJmuiden 2 48 „ 46.80 Zaandam 1 40 „ 40.60 Zutphen 2 48 „ 55.20 Zwolle 4 73 „ 65.10 Correspondeerende leden 6 163 145.— Over 1918 505 . 11398 ƒ 11502.65 Af restitutie „ 57.35 Netto ƒ 11445.30 156 WERKLOOSHEIDSDAGEN EN UITKEERINGEN VOOR DE TOELATING TOT DE RIJKSWERKLOOSHEIDSVERZEKERING. (1 Januari—27 April 1918) h*"*^! ♦ Aantal Totaal I Gemiddeld Gemiddeld Maand. ,™'n' dat dagen bedrag bedrag uitkeering uitkeering bedrag per persoon per lid ontving Januari 90 883 ƒ 517.10 i ƒ 5.748 ƒ 0.588 Februari 96 903 „ 536.— „ 5.58 „ 0.59 Maart 78 971 „ 558.95 „ 7.168 I „ 0.578 April 122 1236 „ 726.55 „ 5.958 „ 0.588 Over de periode 1/1-27/4 254 3993 I ƒ 2338.60 I ƒ 9.208 I „ 0.585 WERKLOOSHEIDSDAGEN EN UITKEERINGEN NA DE TOELATING TOT DE RIJKSWERKLOOSHEIDSVERZEKERING. (28 April—31 Dec. 1918) lede^dat Aantal Totaal Gemiddeld I Gemiddeld Maand. ,c"cu' ydl dagen bedrag bedrag uitkeering ... . k„jr.„ B 6 . . 6 uitkeering oearag per persoon per lid. ontving |' ' Mei 137 1647 ƒ 2070.61 ƒ 15.11 ƒ 1.286 Juni 107 1565 „ 1983.05 „ 17.69 „ 1.268 Jl'l' 71 749 „ 930.55 „ 13.106 „ 1.24 Augustus 79 970 „ 1206.75 „ 15.278 „ 1.24 September 68 795 „ 980.04 „ 14.41 „ 1.23 October 63 659 „ 793.— „ 12.586 „ 1.20 November 47 435 „ 502.65 „ 10.69 „ 1.156 December 48 585 „ 697.40 „ 14.525 „ 1.19 Over de periode 28-4-31-12 333 7405 ƒ 9164.05 ƒ 27.516 ƒ 1.238 Over het jaar 1918 505 11398 ƒ 11502.65 I ƒ 22.778 ƒ 1.008 157 DE WERKLOOSHEID IN DEN BOND EN DE VERSTREKTE UITKEERINGEN NAAR BRANCHE EN HET TOTAAL AANTAL UITKEERINGSDAGEN IN 1918. BRANCHE Aantal Werkloozen Aantal dagen Werkloosheid Gemiddeld aantal dagen Werkloosheid per lid Aantal leden dat uitkeering ontving uit de Bondswerkloozenkas Totaal bedrag der Uitkeering Aantal dagen, waarover Uitkeering is verstrekt Gemiddeld bedrag per lid Gemiddeld bedrag per dag Bakkers 626 52478 | 83.8 285 ƒ 8033.27 7466 ƒ 28.185 ƒ 1.075 Broodbezorgers .. 205 15613 76.1 104 „ 1680.80 2170 „ 16.16 „ 0.77 Banketbakkers .. 106 5793 j 54.6 49 „ 831.33 861 „ 16.966 „0.96* Choc. en Suïkerbew. 198 9987 | 50.4 67 „ 957.25 901 „ 14.285 „ 1.06 Over 1918 1135 83871 | 73.8 505 I ƒ 11502.65 11398 j „ 22.77* „ 1.00* OVERZICHT VAN HET AANTAL WERKLOOZEN NAAR LEEFTIJD EN DE WERKLOOZE DAGEN IN 1918. Percentage Aantal Gemiddeld I pffrlp Aantal van het dagen aantal dagen Leeituaen werjti002en totaalaantal werkloos- werkloosheid werkloozen heid per lid 16—17 25 2.06 842 \ 33.6 18—20 93 8.07 5588 60 21—25 184 16.23 12911 70.1 26—30 184 16.32 10665 57.9 31—35 145 12.83 8985 61.9 36—40 122 10.76 8644 70.8 41__45 108 9.69 8880 82.3 46—50 89 7.71 7090 79.6 51—55 70 6.28 7299 104.3 56—60 52 4.58 5540 104.6 61—65 34 3.05 3932 115.6 66—70 25 2.06 2695 107.8 71—75 2 0.18 418 209 76—80 2 0.18 382 191 81—85 — — Over 1918 1135 100 83871 73.8 158 WACHTGELD-UITKEERINOEN. Ingevolge de met het Koninklijk Nationaal Steun-Comité getroffen wachtgeld-regeling zijn de onderstaande bedragen verstrekt. .,. Uitgekeerd Aantal Afdeeling " Perioden bedrag personen Alkmaar ƒ 257.70 2 9 Sept.—28 Dec. Leeuwarden „ 727.746 15 24 Juni— 28 Dec. Middelburg „ 96.92 2 3 Nov. — 28 Dec. Purmerend „ 384.30 3 30 Sept. — 28 Dec. Sneek 328.15 3 30 Sept. — 28 Dec. Zutphen 202.20 2 30 Sept. — 28 Dec. Totaal ƒ 1997.016 27 Bovenstaand bedrag is in de periode 24 Juni—31 December aan 27 personen over 1281 werklooze dagen verstrekt. Behoudens de uitkeering over de periode 24 Juni—10 Augustus te Leeuwarden verstrekt, kwam 5 % voor rekening der bondskas. Over genoemde periode te Leeuwarden, moest door de bondskas 15 % worden bijgedragen. BUITEN-REQLEMENTAIRE WERKLOOZEN-UITKEERING. (29 April—28 September 1918) ... ,. Uitgekeerd Aantal Afdeeling bedrag personen Alkmaar ƒ 7.20 1 Amsterdam I „ 1569.90 25 Breda , 297.20 3 Bussum ,, 25.20 1 Edam , 39.— 1 's-Gravenhage „ 258.40 3 Rotterdam I „ 26.10 2 Sneek „ 315.— 3 Totaal ƒ 2538.— 39 Bovenstaand bedrag aan 39 personen over 2192 werklooze dagen uitgekeerd, kwam geheel voor rekening van het Koninklijk Nationaal Steun-Comité. 159 GEDENKBOEK GEDENKBOEK TER GELEGENHEID VAN HET 25-JARIG BESTAAN VAN DEN ALGEMEENEN NEDERL. BOND VAN ARBEIDERS(STERS) IN HET BAKKERS-, CHOCOLADE- EN SUIKERBEWERKING-BEDRIJF, MET AANSLUITEND VERSLAG NOPENS DEN TOESTAND EN DE VERRICHTINGEN VAN DEN BOND VAN 1 JAN. 1916 TOT 1 JAN. 1919 1 AUG. 1894 - 1 AUG. 1919 ] INHOUDSOPGAVE [ DEEL I. GEDENKBOEK BLADZIJDE 9—70 DEEL 1 AANSLUITEND VERSLAG BLADZIJDE 73—116 DEEL É FINANCIEEL VERSLAG BLADZIJDE 119—159 Blz. Inleidend woord van den Samensteller 9—10 Het ontstaan van den Bond . . . . 11—14 Bedrijfsverhoudingen 11 De Bakkersgezellenvereeniging „Ons Genoegen", Amsterdam 11 De Bakkerijtentoonstelling Amsterdam in 1866 11 Bakkersgezellenvereeniging „Loon Naar Werk". 12 Statuten van den Nederl. Bakkers- gezellenbond 12 Zoeken van samenwerking met andersdenkenden 13 Verschil van inzicht 13 Vastgestelde eischen 1894 13 Stichting van den Bond 13 De eerste bestaansjaren 15—18 De eerste statuten 15 Omvang en Standpunt van den Bond in 1894 15 De eerste strijd November 1894 ... 15 Het Vakblad 16 Staking te Middelburg in 1895 . . . 16 1896 De Bondszetel verplaatst naar Den Haag 16 Bijzondere propaganda voor verbod van nachtarbeid .18 Het tijdperk 1900—1905 19—25 De loonacties in 1900 19 Gestelde eischen in 1900. ...... 19 Samenstelling van het Contract in 1900 19 Tot staken besloten in 1900 .... 19 Actie in Rotterdam 19 Deelname Congressen 20 Het vakblad wordt weekblad, de contributie verhoogd . 20 Onze internationale betrekkingen. . . 20 Nieuwe actie in Amsterdam .... 20 Congres December 1902 20 Ontvangsten en uitgaven 1902. ... 21 Bondszetel naar Amsterdam verplaatst 21 Blz. Woelige dagen 1903 . 21 De arbeidswet van Dr. Kuiper 22 Omvang van den Bond na tien jaar . 22 De stichting van het N. V. V. . . . 24 Het Congres in 1905 24 De nieuwe richting 24 Onderzoek naar de toestand der arbeidsvoorwaarden in het bakkersbedrijf 1905 . 26-29 Amsterdam, Apeldoorn, Arnhem ... 26 Groningen, Haarlem, Leiden, Rotterdam 27 Utrecht, Zutfen, Zaanstreek 28 Krommenie, Wormerveer, Purmerend, Schiermonnekoog, Winkel 29 Het totstandkomen van de centralisatie 30—35 De 1ste vrijgestelde -30 Van 1907—1914 30 Het eerste Bondsbureau 31 Voor afschaffing van nachtarbeid en voor den tien-urendag 32—33 Verwerping Bakkerswet 34 De eerste stappen voor de werkloozen- verzekering 34 Cacao-, Chocolade- en Suikerbewerkers 36—39 De eerste Cacaobewerkersbond ... 36 Bestrijding door patroons en Roomsch- Katholieke geestelijkheid 37 Nieuwe teekenen van bewustwording . 38 Definitieve samensmelting en fusie . . ' ^-$0: Slotwoord (cacaobewerkers) .... 39 Staking in de Isr. bakkerijen te Amsterdam en diverse acties 40—49 Loonovereenkomsten in Amsterdam . „Voorzorg"-tarief verbeterd 40—41 Loontarief Den Haag 42—43 Staking Den Haag 44—45 Diverse contracten, resultaten en stakingen 46 21ste Algemeene Vergadering in 1914. 46 1 Augustus 1914 . 46—49 De crisisjaren 1915—1919 50—52 5 I Blz. Rantsoeneering van het brood.... 50 Kwaliteit van het brood 50 Groei tijdens de crisis 51 De gestelde eischen tijdens de crisis . 51 Cacao-, chocolade- en suikerbewerkers 52 Het tegenwoordige Bondsbestuur . . 55 W. Winterdijk 56 De oudste Bondsleden 57 Toename van het ledental in de afdee- lingen vanaf 1 Jan. 1906—1 Jan. 1919 58—59 Bijzonderheden uit den strijd voor afschaffing van den nachtarbeid . . 61—65 De opkomende dagarbeid 61 Blz. Het uitblijven van een Rijkswet ... 63 Reeds totstandgekomen verordeningen 63—64 Ontwikkeling van den Bond in ledental en aantal afdeelingen 65 Ontwikkeling der contributiebedragen en loonklassen vastgesteld op de con- - gressen . '.. 67 Internationale betrekkingen .... 68—69 Tot besluit . . . 70 Beknopt verslag nopens den toestand en de verrichtingen van 1 Jan. 1916 tot 31 Dec. 1918 73—116 Financieel verslag 119—159 NAMEN VAN IN HET 1E DEEL VOORKOMENDE PERSONEN Blz. ADAM, J. H 16 ALLMANN, 0 68, 69 ANDR1ESE, H 40 BODEGRAVEN, v 38 BOEKHORST, J. P. A. te 13, 14, 15, 18, 21, 22, 30, 33 BOKS, H . . 57 BOSMAN . 37 BOUCQAERT, E. J 57 BOXEM, H. van 24, 25, 37 BREED 11, 16 BROUWER 38 BRUIN, J. H. de 25, 30, 57 CHRISTIAANSE, C. J 57 CHR1STIAANSE, P. C 57 DOMMELEN, v 16 DOOREN, J. van 19 DRAAK, J. A 55 DURING, J. D 57 ELEAZER, G 19 ELZENGA, J 19 ERKEL, G. van 20 FERWERDA, P 55 FONTEIJN, A. . . . 25 FRIEDMANN, F 69 GENK, F. van 55 GOEDHART, A. J. . . 13, 14, 15, 21, 24, 57 GOES, F. v. d 14 GOUDSMIT, I . 24, 25, 30, 33, 49, 55, 57, 69 GRAGT, L. v. d .57 GROOT, M. de 21, 24, 25 GRüNWALD, M 57 HAAN, A. I. de 40 HAMEL, Prof. Mr. G. A. van 40 Blz. HAVERS 16 HEEL, A. L. van 19, 55, 57 HEIDE, Ds. v. d 62 HEYKOOP, A 34 HILLEBREGT, A. . . 31, 32, 33, 40, 49, 55, 62 HOEK . . » 16 HOOGLAND, J. J . 57 HORNÉ . . . .- 37 HOUMAN, A . 57 HUIZENGA .13 JONGH, A. A .63 KAT, A 38 KLAASSEN . . . 13 KLEEREKOPER, A- B 34 KLERK, de 34 KLOKKEMEIJER, J 57 KLOPPER, H 21, 25 KOLLEN 13 KUIPER, Dr 21, 22, 24 KURK, J 25. 55 LEPPENS, H 19 LINDEN, N. v. d 57 LOEFF, Mr 22 LOUSBERG, J 69 MEELLOO. 19 MEESTER, A 57 MEYDEN, v. d 36 METZ, G. N 36, 37, 38, 39, 55 \ MISDOM, TH. C 21 MOERMAN, L 57 MOL, F. ..... 16, 18, 19, 21, 24, 30, 68 MULLER 16, 19 NIEUWLAND, W. v 13, 14, 57 NOLTING, P 15 6 Blz. OOGEN, C. P. van 57 OOSTERUM, v 11, 12 OS, v 16 PAS, v. d 19 PAUW, J. J. v. d 21 POLAK, A. . , 55 POLAK, HENR1 . . 25 POORTMAN, A. H. J 57 POORTMAN . . 16, 19 POSMA . 36 POST 16 POTHUIS, S. J. • . 40 PRAAG, v 37 PUTTEN, J. v 55 RANG 16 REEPE 13 REUDING, G 57 REIJNDERS, J. A 19, 24, 68 REIJNEN, K 21 RIEK, S. L. v 38 ROEG, B 45, 46, 55, 69 SARPHATIE, Dr 11 SLUYTER . . 13, 15 STaHLE, FRED 22, 42 STEMMERIK 37, 38 STENNEKE 13 STEYNTJES, A - 25 [ Blz. A. ALFEN, van — Rotterdam 37 AMSTEL, van (Choc. fabr.) — Amsterdam 38 APPEL — Enkhuizen . . . ... 45—46 ARBEIDERS MAATSCHAPPIJ, (Coöperatie) — Amsterdam 26 B. BENSDORP (Choc. fabr.) — Amsterdam 37—52 BERKENBOSCH, van — Den Haag ... 44 BLOK, M. A. — Amsterdam 26 BLOOKER (Choc. fabr.) - Amsterdam 37-52 BOERSMA — Deventer 46 BOLT, F. — Groningen 27 BONNET, J. J. — Amsterdam . . . 40—46 BOS — Groningen 46 BUNDELS — Amsterdam 33 C. „CERES", Broodfabriek — Rotterdam . . 28 CREBAS, C. A. - Groningen 27 Blz. STEYNTJES, W 24 TALMA, Ds. A 32, 34 TAS, M 24, 25, 30 TROELSTRA, Mr. P. J. . 19, 34 VALCONNET 16 VEEN, J. v. d 57 VEENIS, P 57 VERKERK 36 VERMEULEN, TH 24 VERNOOYS, J 70 VISSER, L. de 18 VLIEGEN, W. H 34 VOOREN, H ' 21 VRIES, A. de 37 VRIES, J. D. de 55 WANING, W. van 63 WELZEN, N. van 57 WIEMAN, W 45 WILDERS, CC... 39 WILMINK, I. F. H 42 WILS, H 55 WINTERDIJK, W 56 WIT, L. J. de . 19 WOLRING, W 20 WOUTERS 14 ZEEUW, J. G. v. d 57 Blz. D. „DE BROEDERBAND" (Coöperatie), Middelburg 16 „DE EENSGEZINDHEID" — Den Haag . 44 „DE DAGERAAD" (Coöperatie) Amsterdam 26 „DE HOLLAND" — Den Haag 44 „DE HOOP" (Coöperatie), Den Haag 18—21 „DE HOOP" (Coöperatie), Rotterdam . . 28 „DE HUNZE" — Groningen 27 „DE ORANJEBOOM" — Groningen ... 27 „DE TOEKOMST" (Coöperatie), Groningen 27—34—46 „DE VEREENIGING" — Amsterdam . . 26 „DE VLIJT" — Zaandam . . ... 45—46 „DE VOLHARDING" (Coöperatie), Den Haag . . 18—34—35—46 „DOOR EENDRACHT STERK" (Coöperatie) — Schiedam 46 DRENT, H. — Groningen 27 DRIESSEN (Choc. fabr.) Rotterdam ... 52 I IN HET 1E DEEL VOORKOMENDE FIRMANAMEN I 7 Blz. E. „EENSGEZINDHEID" — Amsterdam 40—46 F. FABER, E. — Groningen 27 G. GOUDEKET EN DE LEEUW, Amsterdam 40—46 GRONINGER BROODFABRIEK, Groningen 27 H. HAAGSCHE BROODFABRIEK, (oude) . , 44 HAAGSCHE BROODFABRIEK, Roeters van Lennep 44 HAAGSCHE BROODFABRIEK (Nieuwe), Fa. Hesselman — Den Haag 44 HAAGSCHE MEEL- EN BROODFABRIEK „GROENEWEGJE" — Den Haag . . 18—44 HAALEBOS, F. — Leiden ....... 27 HAAN, A. I. de — Amsterdam . . . 40—46 HAARLEMSCHE BROOD- EN MEELFABRIEK — Haarlem 27 HAPPEL, F. C. — Amsterdam 26 HARTIG, F. de — Rotterdam 28 HEELSUM, Gebr. van — Utrecht .... 28 HEINEMAN — Amsterdam 26 „HELPT ELKANDER" (Coöperatie), Eindhoven 46 „HELPT U ZELVEN" (Coöperatie), Zaandam 28—46 „HET VOKLSBELANG" (Coöperatie), Zutphen 28 HILDESHEIM, Ph. — Groningen .... 27 HILLE & Zn., G. — Zaandam 28 „HOLLAND" (Choc. fabr.) — Zaandam . 37 HOUTEN, van (Choc. fabr.) — Weesp . . 52 HUS, B. — Broodfabriek „De Zeeuw" 44—45 J- JAMIN (Choc. fabr.) — Rotterdam . 36—38 JONGE, de — Amsterdam 26 K. KORENBLOEM — Amsterdam 26 KORENSCHOOF Rotterdam 28 KOSTER, J. — Enkhuizen 46 L. LEESTEMAKER (Suikerw. fabr.), Amsterdam 37 LEEMHORST (Suikerw. fabr.), Amsterdam 38 LEIDSCHE BROODFABRIEK — Leiden . 27 LENSVELT, Nicola — Leiden 27 LEVISSON, I. M. — Amsterdam . . 40—46 LEVISSON, W. — Rotterdam 28 LOOMAN — Utrecht 28 Blz. M. MASTRIGT, W. v. — Utrecht 28 MEIJ, W. v. d. — Leiden .27 MEIJER, J. G. — Groningen .27 MIDDELBURGSCHE BROODFABRIEK. . 16 N. NERING BöGEL — Broodfabriek „Ceres", Amsterdam 13 NOORD, H. F. VAN — Leiden . .' . . . 27 NOTEBOOM — Utrecht ....... 28 O. „ONS BELANG" (Coöperatie), Deventer . 46 P. PETERS & Zn. — Rotterdam 28 PRIOR — Amsterdam ........ 26 R. RENOUT, W. — AMSTERDAM .... 26 S. SCHREUDER — Amsterdam 16 SPEK, v. d. — Den Haag 46 STERNVELD, GEBR. — Amsterdam. . . 26 „SUMMUM" BROODFABRIEK — Den Haag 44 SWART — Amsterdam 26 T. TOL, H. — Amsterdam 26 TIJDGEEST (Coöperatie), Winkel .... 29 V. ULRICH & Zn., O — Rotterdam .... 28 UTRECHTSCHE BROODFABRIEK ... 28 V. VEDDER, A. — Amsterdam 40 VERKADE — Zaandam 28 VERSLUIS, A. P. Rotterdam 28 „VOORUIT" (Coöperatie), Amsterdam . . 26 „VOORUIT" (Coöperatie), Apeldoorn . . 26 „VOORUIT" (Coöperatie), Leiden .... 27 „VOORUIT" (Coöperatie), Middelburg . . 46 „VOORUITGANG" (Coöperatie), Arnhem . 27 „VOORUITGANG" (Coöperatie), Haarlem . 46 „VOORUITGANG" (Coöperatie), Rotterdam 28 „VOORWAARTS" (Coöperatie), Rotterdam 28 VREKEN, v. — Den Haag 44 W. WARNER, R. — Groningen 27 „WERKMANSBELANG" (Coop.), Arnhem. 26 Z. ZEEHANDELAAR, I. — Amsterdam . 40—46 8 INLEIDEND WOORD VAN DEN SAMENSTELLER Men verwachte in dit geschrift geen geschiedenis vanaf, of nog veel minder van vóór de opnch ing van den Bond. Behalve dat mij daartoe geen opdracht gegeven werd gelde dat mij daartoe geen materiaal ten dienste stond. En hetgeen ik uit persoonlijke waarneming zou kunnen verwerken, dateert slechts vanaf 1905, omdat ik van toen afpas een werkzaam aandeel ,„ het Bondsleven ging nemen. Voorzoover dan van „werkzaam aandeel nemen» sprake kan z,jn, want als jong broekje had ik te maken met tal van anderen, die alles veel beter wisten dan ik die onervaren, vreemd tegenover alles stond. Toch wenschte het Bondsbestuur dat, zij het ook maar in vogelvlucht, iets door mij zou worden oSsat^ Ski"" ^ °VerZiCht "* e» ^ontwikkeling onzer !LbpTdaanPJaan ;eLSpeUro getr°kken in onze ei«en bezittingen, bij Bondsmakkers en vrienden ga^ne had" U"1VerSlteitS-en Gemeente-Archieven, vond hier en daar wel wat, maar niet wat ik ï.,lLerinner ïierWi„ T" ^ e" dieer tegelijk' hetgeen ik in miJn cerste jaarverslag, uitgebracht in de Algemeene Vergadering van 15 en 16 April 1906 omtrent het archief heb vermeld: aSTdüTdïbSS ^"^chïf!,*tweede 2in van het 0ude Testament -■ <-„ Sa1nteevi„eden^emplaar ^ »°e Bakkersbode"8nóch'van enquêtesnaar de bakkerstoestanden U^öll feï a"feS;rfl Sf°e„dig verande'd- E« als ik nu kijk naar alles wat voor en om mij heen ligt dan komt mij de getroffen orde en regel in het wezen der organisatie voor, als een symboo" van de veranderingen in de bedrijfsverhoudingen. symoooi In de 25 jaren arbeid der organisatie zijn de bakkerijarbeiders van uit de diepte der duistere nachtslavernij opgeheven, tot vrije arbeiders die zich bewegen bij het licht van den vol.e zon; het in den kost werken bij den patroon, dat voorheen regel was, komt in de groote steden niet ^^^SSLLT P-incieplaatsen tot de uitzonderingen en is op het platte Vn^ot "een de werktijden zijn van 90, 100 en soms nog meer uren per week tot gemiddeld 10 uren per dae teruggebracht, terwijl de achturendag als snel bereikbaar voor ons ligt; de loonen dte veela zoo laag waren dat een bakkersgezel aan het vormen van een gezin niet kon denfcen zih, op een Uil gebracht waarvan gezinsverzorging mogelijk is- 1 P P lölfectiïvf, h3",rechtel0°sheid en will<*eur, waaraan de gezel blootstond, zijn lot stand gekomen^^^°^mUtia'^ reCM ^ °P 8Chaft" en ««^^. vacantie, loon bfzS teng'evolgl gehad arbeidere-°r*anisatie hee« "genrijke resultaten voor de bakkerij-arbeiders e"h k! die" arDeid heeft de bond steeds den weg gevolgd die parallel ging met het belane der Ï^ d^tfbrn^dTibeid'^81^ geZ°Cht " ^ ""«"^ uie meae net belang der arbeidende klasse wenschten te dienen Gelijk reeds opgemerkt, zal in de hiernakomende bladzijden gepoogd worden, slechts in-overzichtelijke vorm een beeld te geven van datgene, wat de Bond sedert zijn oprichting heeft doorleefd en tot stand heeft gebracht. Daarbij zal even vluchtig en beknopt kunnen worden stilgestaan, bij de mannen, die rusteloos en moeizaam voor den Bond gewerkt hebben, mannen, slechts voortgekomen uit de groote schare van verdrukten uit het vak zelf. Naar den wensch van het Bondsbestuur heb ik dezen arbeid op mij genomen, boven mijn gewonen dagelijkschen vakvereenigingsarbeid, het leiden van loonacties en de redactie van het vakblad, omstandigheden, die even sterk tot beknoptheid noopten. Ik achtte het noodig den lezer deze omstandigheden niet te onthouden, ten einde op een gematigde beoordeeling van dit werkje aanspraak te kunnen maken. Amsterdam, Januari 1919. GOUDSMIT. 10 ] HET ONTSTAAN VAN DEN BOND [ PLAATSELIJKE VEREENIGINGEN. - DE EERSTE POGINGEN IN 1890. - EENIGE PIONIERS. BEDRIJFS-VERHOUDIN- Van een positieve drang naar lotsverbetering was in de 80 en GEN :: 90er jaren weinig sprake. De bedrijfsverhoudingen waren daartoe te patriarchaal. De bedrijven waren van betrekkelijk kleinen omvang. Broodfabrieken, zooals wij ze thans kennen, waren pas in opkomst. Naar men weet werd de eerste Amsterdamsche broodfabriek pas in 1857 door Dr. Sarphatie gesticht, n.1. de Maatschappij voor Meel- en Broodfabrieken. De lange arbeidstijden, nacht- en Zondagsarbeid, internaat en lage loonen hielden de gehuwde gezellen van het bedrijf verre. De bakjongens, die weinig anders deden dan werken, eten en slapen, hadden dan ook in verre na niet de behoeften, die we tegenwoordig kennen. Daarbij was het ,,'t oog van den meester dat het paard vet maakt". De baas was er meestal bij en wist met „een hartversterking op zijn tijd" de goeie geest er in te houden. DE BAKKERSGEZELLEN- De zin naar genoegen en vermaak werd dan ook door de patroons VEREENIGING „ONS GE- buiten de werkplaats bevorderd. In de jaren 1884 tot 1886 treffen NOEGEN", AMSTERDAM we een 20"tal Patroons aan als donateurs van de Bakkersgezellenvereeniging „Ons Genoegen" te Amsterdam. Deze vereeniging stelde zich in hoofdzaak ten doel, ten minste eikeldrie maanden, met elkaar te fuiven en daarnaast gaf men steun bij ziekte en bij bevalling van de vrouwen der gehuwde leden. Bij ziekte werd ƒ 5.— per week uitgekeerd en bij bevalling werd ééne uitkeering van ƒ 4.— verstrekt. Echter de leden moesten vooral binnen de kom der gemeente wonen. In de notulen van 4 October 1885 lezen we b.v. dat het lid Breed, om ziekengeld vraagt, „daar hij in de stad ziek is geworden en zich bij zijn ouders liet verplegen in de gemeente Sloterdijk, dat daar de zieken-commissie van de vereeniging hem wel kon bezoeken". Waarop de voorzitter hem op het besluit van eene vroegere vergadering wees en er aan toevoegde: „men kan zich wel te Brussel of Parijs gaan laten verplegen maar dat de vereeniging daar geen gehoor aan kan geven." De eenige gelegenheid tot vergaderen was op Zaterdag tégen of na middernacht. Men kwam dan bijeen of in de „Koningskroon" of in gebouw „Plancius". Na afhandeling van een meestal onbeteekenende agenda begon de soiree. Een denkbeeld van hoe het daarbij vaak toeging krijgen we het beste uit de volgende passus der notulen van eene vergadering op 5 September 1885: S?rfoJÖ0"ittKr wfnscntJe allen die tegenwoordig waren een aangename en gezellige nacht, hetwelk wnr^ T beantwo°rd weJd' want er ontstonden weer kwesties die volstrekt vermeden moeten worden, daar anders de goede naam der vereeniging er mede verloren zou gaan". Tenslotte riep de voorzitter de medewerking der aanwezigen in, „om eiken woordenstrijd en althans vechtpartijen uit de zaal te verdrijven." DE BAKKERIJ-TENTOON- Het eerste symptoom van drang naar lotsverbetering in de kringen STELLING, AMSTERDAM der gezellen n die jaren vinden we vermeld, ter gelegenheid van de Bakkerij-Tentoonstelling te Amsterdam in 1886. Den leden van „Uns Genoegen" was toegestaan, de tentoonstelling voor half geld te bezoeken, zoo ook aan de bakkersgezellenvereeniging „Bijstand zij Ons Doel", van Rotterdam. Na samen op 8 Augustus de Tentoonstelling te hebben bezocht, had er een vergadering plaats met „de gasten uit Rotterdam". Bij die gelegenheid drong gezel Van Oosterum op verbetering en verandering aan- 11 van de zoo lastige werktijd die zoowel bij U als bij ons van dag tot dag erger wordt en wij na langer of korter tijd ons zelve genoodzaakt zullen zien alle dagen der week *) te zullen moeten werken." Spreker had vooraf reeds doen uitkomen dat zulks alleen kon „in samenwerking met de Heeren Patroons, want de werkman alleen kon zijn lot niet verbeteren." BAKKERSGEZELLENVER- Of op de woorden van den heer Van Oosterum spoedig resultaat ppMir.iMP, 1 nr>N NAAR gevolgd is vermeld de geschiedenis ons niet. Wel vinden we D " " • . . „ vermeld dat in 1887 een nieuwe Bakkersgezellenvereeniging te WERK ' :: :: :: » Amsterdam het levenslicht zag onder den naam „Loon naar Werk". Deze vereeniging hield — volgens „De Bakkersbode" van 30 Juli 1904 — in 1887 te Amsterdam eene openbare vergadering ter bespreking van de misstanden in het Bakkersbedrijf. Tegelijkertijd werd gepoogd de gezellen in andere gemeenten tot organisatie te brengen, en er ontstonden zusterverenigingen te 's Gravenhage, Rotterdam, Leeuwarden, Groningen en Zaandam, die in 1890 te Amsterdam door afgevaardigden bijeenkwamen. Het kwam toen reeds tot het stichten van een Bond. Op een „Voorloopig Congres", gehouden 25 Mei 1890 werden de volgende bepalingen vastgesteld: STATUTEN VAN DEN NEDERLANDSCHEN BAKKERSGEZELLENBOND. Art. 1. De Bond heeft voor doel, alle bakkersgezellen en aanverwante vakken onder haar banier nationaal te vereenigen. Art. 2. De Bond streeft naar opheffing van den overmatigen arbeid der bakkersgezellen. Art. 3. Hij tracht dat doel te bereiken door het houden van openbare- en cursusvergaderingen, ter bespreking der sociale vraagstukken. Art. 4. Hij richt zooveel mogelijk door geheel Nederland bureaux op voor statistiek en verspreidt geschriften. AFDEELINOEN. Art. 5. De Bond richt in iedere gemeente een afdeeling op. In steden of dorpen, waar het aantal bakkersgezellen niet voldoende is om een afdeeling op te richten, worden zij als correspondentschappen bij het Bondsbestuur aangenomen. Art. 6. De afdeeling stort voor ieder betalend lid 5 cent per maand in de Bondskas. Art. 7. Correspondeerende leden betalen 1 gulden per jaar. BONDSBESTUUR. Art. 8. Het Bondsbetuur bestaat uit 7 leden: le en 2e Voorzitter, le en 2e Secretaris, 1 Penningmeester en 2 Commissarissen. Art. 9. Elk jaar treedt de helft van het Bestuur af, doch is weder herkiesbaar. De aftreding heeft plaats: het eerste jaar de 2e Voorzitter, le Secretaris en 2 Commissarissen; het tweede halfjaar') de le Voorzitter, 2e Secretaris en Penningmeester. Art. 10. Het Congres wijst de plaats aan waar het Bondsbestuur zetelt. Art. 11. De Afdeeling ter plaatse aangewezen als zetel van het Bondsbestuur, stelt candidaten, waaruit door alle afdeelingen het Bondsbestuur wordt gekozen bij volstrekte meerderheid van stemmen. Art. 12. Jaarlijksch den lsten Mei wordt het Congres gehouden ter plaatse door het vorige congres aangewezen. Art. 13. Drie maanden voor het Congres richt het Bondsbestuur een vraag aan de afdeelingen, welke punten zij wenschen te behandelen, en twee maanden voor het Congres worden alle punten ter behandeling aan de afdeelingen bekend gemaakt. ') Bedoeld wordt ook des Zondags. 2) Vermoedelijk zal bedoeld zijn „jaar" inplaats van halfjaar. 12 Art. 14. Het Bondsbestuur is bevoegd een buitengewoon Congres uit te schrijven en is daartoe verplicht, indien een derde der afdeelingen het verlangen. VERTEGENWOORDIGING EN STEMMING. Art. 15. De afdeelingen zenden ieder een afgevaardigde, welke eene stem uitbrengen. Art. 16. Het Bondsbestuur en correspondeerende leden hebben op het Congres een adviseerende slem. Art. 17. De besluiten, genomen op het Congres, worden aan het referendum der afdeelingsleden onderworpen. Art. 18. De Afdeelingen op het Congres betalen ieder een deel van de gezamenlijke reis- en verblijfkosten van alle afgevaardigden. Een jaar later verscheen het eerste vakblad „De Bakkersgezel" dat zeer onregelmatig uitkwam en met den Bond na korten tijd verdween. Een oolijke collega knipte eens de g uit het opschrift van het blaadje, zoodat nu te lezen stond „Bakkers-ezel" en stuurde het zoo aan den redacteur terug. Dat was geen slecht begrip van zelfkennis, want ook nog vele jaren daarna bleven de bakkersgezellen er in berusten, zich als ezels te laten behandelen. Omstreeks dien tijd heeft er een samensmelting plaats gehad tusschen de beide Amsterdamsche Gezellenvereenigtngen „Ons Genoegen" en „Loon naar Werk", onder den doopnaam „Ons Genoegen is Loon naar Werk". Waarschijnlijk door het ernstige streven van „Loon naar Werk" tot lotsverbetering, heeft die verbroedering niet lang geduurd en scheidde „Ons Genoegen" zich spoedig af. ZOEKEN VAN SAMEN- De drang naar Zondagsrust en afschaffing van den nachtarbeid WERKING MET ANDERS- dee(1 »Loon naar Werk" besluiten samenwerking te zoeken met de DENKENDEN " Roomsen-Katholieke Brood-, Koek- en Banketbakkers-vereeniging „St. Hubrecht", vakafdeeüng van den Nederlandschen RoomsenKatholieken Volksbond en de Christelijke Bakkersgezellen-vereeniging „Ons Beginsel", allen te Amsterdam. Men werd het eens tezamen in Juli 1894 een propagandablad uit te geven, waarin de vakgenooten van alle godsdienstige en politieke richtingen werden uitgenoodigd tot het bijwonen van een congres op 1 Augustus 1894 te Amsterdam tot stichting van een nieuwen nationalen vakbond. VERSCHIL VAN INZICHT Zoo eenvoudig als enkelen het zich hadden voorgesteld, zou het echter niet gaan. De Katholieke en Christelijke woordvoerders achtten het voldoende te ijveren voor „een wettelijk vastgestelden arbeidsdag van 12 uur" en „een wekelijkschen rustdag van 24 uur" (van Zaterdagnacht 12 uur tot Zondagnacht 12 uur). Voorts wenschten zij de instelling van een verplicht examen voor ien; 2e» en 3en bakkersgezel. VASTGESTELDE De meerderheid der „neutrale" gezellen wilde van een dergeiijk EISCHEN:: :: :: examen zonder deugdelijke grondslagen niets weten en verlangde in haar program van actie de volgende eischen op te nemen: le. Een wettelijk vastgestelde arbeidsdag van 8 uur; 2e. Een wettelijk vastgestelde rustdag per week van 36 uur; 3e. Afschaffing van nachtarbeid tusschen 'savonds 11 uur en 'smorgens 8 uur; 4e. Vaststelling van minimum-loonen. Toen deze eischen waren aangenomen verlieten de RoomsenKatholieke en Protestantsch Christelijke gezellen de vergadering. STICHTING VAN DEN Door de overigen werd daarop besloten eene organisatie te BOND :: :: :: :: :: :: stichten onder den naam van Nederlandsche Bakkersgezellenbond. Terstond werd overgegaan tot het verkiezen van een hoofdbestuur, waartoe gekozen werden: Stenneke, Huizenga, Klaassen, Sluijter, Kollen, Reepe, Goedhart, van Nieuwland en te Boekhorst. Sluyter was op de vergadering niet aanwezig. Men wist dat zijn patroon Nering Bögel hem niet toestond het werk te verzuimen. 13 willem van nieuwland a. j. goedhart Van deze 9 personen zijn er thans nog twee actief dienende in den Bond, waarvan de oudste is: Willem van Nieuwland, geboren 25 December 1855 te Zierikzee, thans nog lid onzer afdeeling Amsterdam. Reeds in de jaren 1890—1891 stuurde hij als voorzitter van „Ons Genoegen" herhaaldelijk aan op het voeren van actie tot lotsverbetering. Mede op zijn initiatief trad F. v. d. Goes pmstreeks dien tijd in eene vergadering dezer vereeniging op met het onderwerp: Het nut van algemeen kies- en stemrecht". De tweede en wel meest populaire persoon, oprichter en van toen af hoofdbestuurder van den Bond is A. J. Goedhart, geboren 15 Mei 1869 te Amsterdam, thans nog voorzitter der grootste afdeeling van onzen Bond, Amsterdam I. Reeds lang voor het oprichten van den Bond behoorde Goedhart tot de georganiseerde gezellen van Amsterdam. Ook destijds stak hij zijne meening niet onder stoelen en banken. Naar hij zelf in „De Bode" van 26 November 1915 heeft medegedeeld, debatteerde hij in eene openbare vergadering omstreeks 1890 tegen Te Boekhorst, die een syndicalistisch standpunt innam. Van beide vereenigingen „Loon naar Werk" en „Ons Genoegen" heeft Goedhart deel uitgemaakt. Dat hij ook reeds destijds in gezellenkringen wel „gewild" was, moge blijken uit het volgende bericht, dat wij vonden in de „Bakkersbondscourant" van 25 Juli 1894: „Tot president van de Broodbakkersgezellen-vereeniging „Ons Genoegen" is inplaats van den heer Wouters gekozen de heer A. J. Goedhart, Zeedijk 125". In die dagen wist men nog niets van vakvereenigings-kantoren, vandaar zeker, dat we het adres er bij vermeld vinden. Voor dit geval had die redactie echter beter gedaan, dat adres weg te laten, want de Zeedijk was in die dagen niet zoo'n verheven buurt. Maar des te meer kunnen wij er dan trotsch op zijn, dat een onzer beste strijders en woordvoerders vanuit de heffe des volks omhoog gestuwd werd, om te worden een der felste kampvechters voor de rechten der klasse, waaruit hij is voortgekomen. 14 DE EERSTE BESTAANSJAREN [ DE EERSTE STATUTEN Ofschoon de oprichtingsvergadering, 1 Augustus 1894 zich terstond met het vastleggen der statuten bezighield, is het eerste exemplaar der statuten dat wij vinden, gedateerd met de Koninklijke Goedkeuring van 8 December 1900. Onder „doel en middelen" is aangegeven; De Bond streeft naar betere levensvoorwaarden voor de gezellen en tracht den zedelijken en stoffelijken toestand zijner leden te verhoogen. Hij streeft naar: a. afschaffing van den nachtarbeid; b. afschaffing van het werken in den kost; c. regeling en verkorting van den arbeidstijd; d. Zondagsrust; e. verbetering van vak- en algemeen onderwijs. In 1902 werd deze bepaling gewijzigd als volgt: De Bond streeft naar opheffing van overmatigen arbeid der bakkersgezellen: a. Algemeen Kies- en Stemrecht; b. wettelijk vastgestelde arbeidsdag van 8 uur; c. wettelijk vastgestelde rustdag per week van 36 uur; d. afschaffing van den nachtarbeid tusschen des avonds 11 en des morgens 7 uur. OMVANG EN STANDPUNT Zonder nadere aanduiding vinden we in de uitgave van het Centraal VAN DEN BOND IN 1894 Bureau voor de Statistiek vermeld, dat het ledental in 1894 op 400 werd opgegeven. Tot de deeluitmakende afdeelingen behoorden o.m. Amsterdam, Rotterdam, 's Gravenhage, Leeuwarden en Zaandam. De contributie die per lid aan den bondskas moest worden afgedragen, bedroeg f 0.1272 per maand, voor welk bedrag de leden nog gratis „het Orgaan van den Bond" ontvingen. De Bond heeft zich van den aanvang af, zoowel in zijn orgaan als op vergaderingen, op parlementair standpunt geplaatst. De verwachting op goede wettelijke maatregelen werd sterk levendig gehouden. Dat is misschien wel de reden dat de-organisatie op de aanzoeken tot aansluiting bij het Nationaal Arbeids-Secretariaat nooit inging. DE EERSTE STRIJD NO- Het stichten van den Bond had vooral bij de gezellen in Amsterdam VEMBER 1894 nogal verwachtingen gewekt op spoedige lotsverbetering. Met de Patroonsvereeniging „De Voorzorg" werd in overleg getreden omtrènt maatregelen tegen het „Zondagsbakken". Overeengekomen werd, eene vergadering voor Patroons en Gezellen te houden op Woensdag 14 November 1894. De vergadering was druk bezocht en vermoedelijk geïnspireerd door de spontane staking van de Diamantbewerkers welke 10 November begonnen was, trok men na afloop der vergadering in formeele optocht de stad door, waarna de stoet op het Museumterrein ontbonden werd. Zondag 25 November 1894 waren de gezellen ter groote meeting opgeroepen in het Paleis voor Volksvlijt. In zijn bijdrage ter gelegenheid van ons 20-jarig bestaan, beschreef onze vriend A. j. Goedhart het verloop als volgt: „Zaterdagavond 24 November lag de geheele Joodsche bakkerij al stop, terwijl des Zaterdagsnachts de werklieden van de „Ceres" aan alle hoeken in de buurt werden bewerkt. Des Zondagsmorgens stroomden de vakgenooten naar het Paleis. Beide zalen waren ten slotte stampvol, men stond man aan man, 800 nieuwe leden meldden zich dien dag aan. Het was inderdaad een en al geestdrift. Toen er geen plaatsje meer onbezet was werd het woord gevoerd door P. Nolting, toenmaals het eenigste arbeiders-raadslid, Ten Boekhorst, Goedhart en Sluyter, welke een en al geestdrift verwekten, 32 sympathie-betuigingen werden voorgelezen, door verschillende organisaties gezonden. En toen ten slotte gestemd werd om het werk neer te leggen, donderde het door de zaal: staken, staken! Onder groote geestdrift gingen honderden en honderden armen omhoog, en was de staking voor de bakkers in de hoofdstad geproclameerd. Hoe groot het aantal precies was kan ik niet 15 zeggen, doch het kleinbedrijf was meer uitgebreid, terwijl van machinaal bedrijf bij de burgerbakkerij nog niet zooveel sprake was. Maar in elk geval, toen ik 's morgens bij het vergaderen in den Parkschouwburg bij de contróle zat, waren er een 2000 stakers in het gebouw, waaronder eenige patroons, die eens kwamen neuzen. Daar er in het Paleis besloten was om 's avonds weer bij elkaar te komen tot het houden van appèl en verdere regeling, moest er uitgezien worden naar een geschikte zaal. De politie, hoewel haar dezen strijd wat was overvallen, zat niet stil ons de zalen afhandig te maken. Echter, dank zij de houding van wijlen den heer Post, voorzitter van het Werkliedenverbond, verklaarde deze aan de politie, dat „d'Geelvinck" ons tehuis was, en zoo konden wij 'savonds en den geheelen nacht beschikken over „d'Geelvinck". Nu werden de groepen samengesteld om te zien, wie er nog hier en daar aan. het werk was gebleven. Was dat met deze of gene het geval, dan werd hij er gewoon uitgehaald: waar dit op een enkele plaats niet mogelijk was, daar ging het er nog wel eens een beetje Spaansch naar toe. Zoo bijv. bij Schreuder, Utrechtschestraat, waar twee man het werk bleven. De vensters waren al heel gauw stuk, terwijl een uur daarna de politie de raad gaf maar te stoppen met het werk, daar zij niet geheel kon instaan voor het rustig doorwerken". De staking was vrij algemeen en had tot gevolg dat de Patroonsvereeniging „De Voorzorg" er in toestemde des Zondagsnachts niet vóór 12 uur te laten beginnen benevens eene algemeene loonsverhooging van f 2.50 per week. Afgesproken werd, dat de organisatie in nader overleg met de Patroonsvereeniging zou treden voor eene definitieve loonregeling. Hieraan is echter geen gevolg gegeven. Want al spoedig keerden de gezellen in massa de organisatie den rug toe. Telde de afdeeling Amsterdam in de eerste stakingsdagen ruim 900 leden, na enkele weken was dat cijfer tot beneden 200 teruggeloopen. HET VAKBLAD Het werd December 1894 vóór het eerste vakblad onder den titel „De Bakkersgezel" verscheen. Na enkele maanden moest de uitgave worden gestaakt, vermoedelijk om financieele redenen. Op het tweede Bondscongres, gehouden 12 Augustus 1895, werd besloten het vakblad opnieuw te doen verschijnen onder den naam >,De Bakkersbode", waarvoor Havers te 'sGravenhage als verantwoordelijk redacteur werd benoemd. STAKING TE MIDDEL- In October 1895 had aan de Middelburgsche Broodfabriek een BURG IN 1895opzienbarend ontslag plaats. Het lid Breed uit Amsterdam was er als koekbakker komen werken en was er al spoedig in geslaagd onder zijn collega's organisatie te brengen. Toen hij om „gezochte redenen" ontslagen werd, staakte het geheele personeel. Van uit de afdeeling Den Haag werd door middel van steunlijsten eene steunbeweging georganiseerd, doch resultaat leverde deze beweging niet op. Uit de georganiseerde arbeiders te Middelburg vormde zich een commissie om tegenover de Middelburgsche Broodfabriek eene „Arbeidersbakkerij" op te richten. Inderdaad is hieruit voortgevloeid de stichting van de coöperatieve bakkerij „de Broederband". Wat de bakkersorganisatie te Middelburg betreft, deze hield nog geruimen tijd na het conflict aan de Middelburgsche Broodfabriek, stevig stand. En een half jaar na het voorval berichtte het blad „De Toekomst", dat de loonen aanmerkelijk werden verhoogd, terwijl de werklieden is toegezegd dat in geval van ziekte ƒ 6.— per week zal worden uitgekeerd. 1896. DE BONDS-ZETEL Het 3e Bondscongres was blijkbaar over de gang van zaken onder VERPLAATST NAAR DEN Amsterdamsche leiding niet te spreken en besloot den zetel naar H . . ^ Den Haag over te brengen. Worden tegenwoordig de leden van het Bondsbestuur op de algemeene vergadering gekozen, in die dagen volstond men er mede, alleen de afdeeling aan te wijzen, welke uit haar midden een Hoofdbestuur had te leveren. Op eene ledenvergadering der afdeeling Den Haag 22 October 1896 gehouden, werd derhalve het Bondsbestuur als volgt samengesteld: J. H. Adam, le Voorzitter; Hoek, le Secretaris; F. Mol, le Penningmeester; Rang, Poortmans, Valconnet in genoemde vice-functies, v. Dommelen, v. Os en Muller commissarissen. Ook onder dit bestuur, bleven bijzondere voorvallen in den Bond, in de eerste jaren nog achterwege. 16 mm S De Bakkersbode Org-aaa van den. Nederlandschen BakkersgezeUenbond. Voor 't BuiisniaoJ iianko pti post. ^. . . ••«ut. . Koningstraat 555, .j' m,w«'1|»M^ ■ • «.w ■■ ■ ■ ■ ■ »•*>»*- la ow lïe™ vaderland l w«arf««^ Vooral In de groot* ited«n eo dorpen ' ons {aren geopend) doosje, eenig» dr nppeli tillen j Na een uitvoerig relaas over .bdeedigingvan 'k Arg'loo* d-a.lt mm de hand. |:n oaaUdd*Uijk* nabijheid gelegen, ie de j die op de oppervlakte vloei™. Dia «.kek drup- ] na vroaw m kind", ,kw»jong«a»*tr*k*n'', .Ter- fi| Of " ^grw^dero^olb^'— j ^"8*'"^V0' beler***** ^m»***'». j ojw^^^and«Ppd eto^™""1 «"at.«"> | ™r merkwaardig. Hg wil n.1. wbwid i«ken | ■ 7 ^5*. -{)rsfto.iiiïa\ft.tif*-' ' vergadering te gsau, daarbij kamt nog j Ii.Sriat. Het platiDadroadje werd opnieuw in de j & Cu. aangaat, wij vermoedt», dat er nog ' j ':}■ -l?5fcplSfe ' '* w "'■ 'f' 1 die den i' .L-r .• ]-M..r -gedoopt, ten erndo ei ■ -. -I ■ wel andore sanlsidtag tot het - - n' ojl- De beteekeni* van dat' «■-.:.■: kan ra. ■ niet | 'j- ' alg«niB*n:(?geQ«D«», _:" 1M af - j ■-- .V c-.'.-l -li.b jhi :- «.'.yn vivJ>'-Tt-n j - ilec "j" "-' Jl! •'" «rtJkiisn • ■ f.■ m' ii lijn lm li» riTiiijiffn w l*> M^iiiiiii tii i'itl Vi-jati'^ iniin iUmmii mini iTi l il, j ifr iit» |iïaliiiiili> nlfn tiiiiiinnni i i^'l^tf i' ii*m Tju'i fë$Ka |i|i»]^ry«r^Vn^ tfeüï? .'.'V Om de bioodbokkerijurbeldera blijvend te otga- ' ie, volgen* mijne menninf:, niota anders dan j verder kan uitbreiden,- terwijl bet beslag in de I honne theoriöu verkondigen en banna ooge- i J K""» g-eakk'iijt-r Lunn-s gedwonjnn wordaa ; die kerkje*, ■krachtig* tonen t»o d-n ééoeo ojtgesochten «tam- nitermate lastige iadi*idntaia wtslplaatoan Jo»^^at luege.en va» ebwmen, dan inUl i= bet ^ In** 8«*'« stede» vWl mto io val* gevallen | vader. De inbond van dane Batch wordt — altijd I «n tanciekan, omdat sij na voort durecdo. ^ i middel is., dal meer Ut lai-n b*he.t»ch( 4aa ■ Ciagen, t»rUg. Ddntlli* klein* tring vu men-, andere, en toe. vervolg™» in telkena giootere | waarop ttj Bentn te moeten optraden ter jniat .wrood", dat door afia menecbea eiken dag | ecban waet «Iknu nUU nlanwe mee te dealen Seaacbei verdeeld, «aaib.j bit nagralacht ïich | ondermi;Q.DtE f--':: verda. btmeking na Doelelqker M-j-rnd U orgJ'eeun. ' oc=,:L:e.un toaatnnd v'oor oogra, boa aroeitlrjk L. Hm .Vlrl- ^m^'i"^'.-.^ kolonie! vnn |' ZiT"-.^/V'ondear^ v.7 een geboaw { art '"bïÏZ T a"\ d'": h'f'ViVz1,031 ' 'LZ 'd " "dt'k^f-^b'Tr'^b "'"'"'T ' *™ loWU' -ot^ «iUigrameen. van nu», | D t* bagtanaa. a dio u< bij d*o Nid. Bakkaragnallnnboad I. Znlk een voortplanting *»• volkomen aolrara vragen of srjn vermotdea ook onjanat, kan zijn. ! die op de bbnekoo werteo. inatm hierop Van aan aan*, ogwdofn *aa*M vu broodbarat | rIm, noemt men in wetane»happ«ujko taal «ene boowt b.j daarop nun gebaele bewijevoaring. Wij •ea oittondeiioc omdat nq om de andnr* week , dera, di. dit . | NêdirlaniUr neemt een gedeelte over van de be- dow. «oz. werd langzamerhand het beginnen in aohijnlrjk ook doiaande kwaadge^da bacteriën, Ï onze afkeuriog uitepraken otar de handelirig van j gaven, ronder haar oordeel nit te spraken, terwijl De krachtigste figuur uit dit college was wel de latere Bondsvoorzitter F. MOL. Al reeds in de 90er jaren trad hij in Amsterdam als spreker op over de misstanden in het treurige leven der bakkersgezellen. Hoe hij dat zelve aan den lijve ondervond, vertelt ons eene biografie van de hand des lateren bondspropagandist J. P. A. te Boekhorst, voorkomende in het „Jaarboekje" van 1906. F. Mol werd in Maart 1893 aan de coöperatieve bakkerij „De Hoop" in Den Haag te werk gesteld. Hij kwam toen van Workum (Fr.), waar hij als gehuwd gezel ƒ 6.— per week verdiende voor een werktijd van 18 uren daags. Tot aan het congres van April 1912 bleef Mol deel uitmaken van het Bondsbestuur, dan werd in zijn plaats gekozen Louis de Visser. Hoezeer dat Mol smaakte, moge blijken uit de volgende aanhaling van zijn rede uit het congresverslag van 1912: „Er is een tijd van komen en een tijd van gaan. In 1884 heb ik mijn eerste spreekbeurt vervuld, voor de bakkers van Leeuwarden. Sinds dien ben ik onafgebroken werkzaam geweest in het belang der organisatie van de bakkersgezellen. Vier malen ben ik wegens mijn optreden, uit mijn werk gezet. Maar ik had machtige beschermers, want ik werd in de opkomende vrijzinnige democratie gevierd als _de arbeider". Toen ik echter in 1903 meestaakte. werd ik ook uit de coöperatie „De Hoop" gezet. Nu ga ik uit het hoofdbestuur. Waarschijnlijk voor goed. Ik zal geen werkzaam aandeel meer hebben aan de beweging van de bakkersgezellen. Gij begrijpt, dat dit moment niet licht uit mijn geheugen zal gaan. De beweging heeft mij bloed en tranen gekost. Maar mijn taak is afgeloopen. Ik had nog gehoopt, de afschaffing van den nachtarbeid in den bond mede te vieren. Het mag niet zoo zijn. Ik hoop het beste voor den bond en u allen. ,(Luid applaus). Vriend Mol heeft niet alleen het overwinningsfeest op den nachtarbeid, in den Bond niet mogen meemaken, maar zelfs het gloren van den komenden dagarbeid niet mogen beleven. In den leeftijd van 68 jaren stierf hij op Vrijdag 2 Juni 1916. Door afgevaardigden van den geheelen Bond werd hij op onvergelijkelijk plechtige wijze den 5en Juni ten grave geleid, want juist dien dag .hield de Bond te Scheveningen zijn 22e algemeene vergadering. BIJZONDERE PROPAGAN- De jaren 1897 en 1898 stonden sterk in het teeken van strijd voor DA VOOR VERBOD VAN wettelijk verbod van den nachtarbeid. Tal van vergaderingen MAPHTAPRFin werden voor dat doel belegd en de beweging kreeg haar hoogte- NAL-H 1 AKdcIIJ:: :: :: punt in egne posjtieve werkstaking te 's-Gravenhage. De coöperatieve bakkerijen „De Hoop" en de „Volharding" hadden reeds den nachtarbeid afgeschaft en de gezellen zouden hu door werkstaking datzelfde van hunne patroons afdwingen. In eene vergadering van circa 200 gezellen werd besloten, na 17 Januari 1898 geen nachtarbeid meer te verrichten. Men hield er geen rekening mede, dat dit aantal veel te gering was om te slagen. Behalve aan de Haagsche Meel- en Broodfabriek was van de staking weinig te merken. Het personeel dezer fabriek werd geheel uitgesloten. Er werd een stevige actie tegen deze fabriek ondernomen, doch met geen ander gevolg dan dat ook na een daarop gevolgde boycot circa 80 personen ontslagen bleven. Deze vonden grootendeels werk in een nieuw opgerichte broodfabriek „De Toekomst". 18 [ ] HET TIJDPERK 1900-1905 [ ] DIVERSE LOONACTIES. — DE BONDSZETEL VERPLAATST NAAR AMSTERDAM. — DE WOELIGE DAGEN VAN 1903. — NIEUWE RICHTING EN AANSLUITING BIJ HET N.V.V. DE LOONACTIES IN 1900 Op de Kerstdagen van 1899 had te 's-Oravenhage het 5e Congres van den Bond plaats. Dientengevolge werd in het Bondsbestuur gekozen: door de afdeeling Den Haag F. Mol, bondsvoorzitter, Reijnders, secretaris, Poortman, penningmeester, benevens Muller en Leppens als 2e voorzitter en 2e secretaris; door Leeuwarden J. Elzinga, Amsterdam G. Eleazer, Utrecht J. van Doorn, Rotterdam A. van Heel, de vier laatsten als verspreide leden. Te Amsterdam was G. Eleazer tevens secretaris der afdeeling en L. J. de Wit voorziter. Deze beide mannen namen het initiatief tot eene loonactie, en 5 Maart werden o.m. de volgende eischen aan de bakkerspatroons te Amsterdam voorgelegd: GESTELDE EISCHEN :: Bekwaam arbeider in vasten dienst minimumloon van ƒ 15.—, aankomende gezellen ƒ 10.—. voor kost en inwoning mag ƒ 4.— berekend worden. De arbeidsduur mag voor dagwerk 72 uur en bij nachtwerk 67 uur per week bedragen. Zondag 11 Maart 1900. had in het gebouw „Frascatie" des middags om half één, eene groote openbare vergadering plaats, uitgeschreven voor „patroons en gezellen". (Op datzelfde uur had ook de Roomsen-Katholieke gezellen-vereeniging „St. Hubrecht" eene vergadering belegd ter bespreking van „het bakken op 2e Paaschdag". Zij deden dus niet mee.) In eene vervolgvergadering op Zondag 8 April 1900, gehouden in de Schouwburg Van Lier, Plantage Franschelaan, kon worden medegedeeld dat reeds een 25-tal ondernemingen de eischen hadden ingewilligd en daarnaast stond dat de Patroonsvereeniging f 13.— aanbood. SAMENSTELLING VAN Het Centraal Bureau voor Sociale Adviezen had geweigerd — HET CONTRACT :: :: vermoedelijk uit hoofde van „neutraliteitsbegrip" — het contract voor de gezellen samen te stellen en onder applaus der vergadering bracht de voorzitter een woord van dank aan Mr. P. J. Troelstra, die bereid was gevonden de gezellen daarin te helpen TOT STAKEN BESLOTEN Met 457 stemmen voor en 173 tegen werd tot staking besloten. Des avonds om 8 uur was er wederom vergadering en kon worden medegedeeld dat reeds 44 patroons voor circa 300 gezellen de eischen hadden ingewilligd. Echter, na eenige dagen reeds begon de staking te verloopen. Er werd met de Patroonsvereeniging onderhandeld waardoor men tot een bevredigend compromis kwam. De werktijd werd op 78 uur bepaald, het loon voor een meesterknecht f 15.—, ovenist of deegmaker f 14.— en gewone bankwerkers f 13.—. Dit was dé eerste loonregeling te Amsterdam, waarop in latere jaren vruchtbaar zou worden voortgewerkt. ACTIE IN ROTTERDAM Onder begeestering van de staking der bootwerkers, stelden de Rotterdamsche bakkersgezellen in eene vergadering op Woensdag 11 Juli 1900 hunne eischen te weten: Op gewone dagen 11 en des Zaterdags 15, totaal 70 uren per week a 20 cent per uur, voor overwerk 25 cent per uur. Naast de afdeelingsbestuurders v. Heel en v. d. Pas voerden voor het hoofdbestuur het woord F. Mol en Meelloo. De patroons gingen op deze eischen heel niet in. Ook van een poging der gezellen tot Zondagsrust had geen enkele patroon nota genomen. Daarbij sterk verbitterd door het bakken van brood voor de onderkruipers in de bootwerkersstaking, legden de bakkersgezellen het werk neer. 19 Doordat diverse patroons dé gezellen eenige verbetering gaven, bleven na enkele dagen nog slechts een 100-tal gezellen op straat. De staking moest worden opgeheven. In het algemeen kon wel verbetering geconstateerd worden, doch de organisatie zat met een 25-tal slachtoffers. Naar vermeld werd, ging de afdeeling door deze actie met 70 leden vooruit. DEELNAME CONGRESSEN In 1901 werd aan een drietal belangrijke congressen deelgenomen. Allereerst op uitnoodiging van de S.D.A.P. aan haar verkiezingscongres in Maart te Utrecht. Voorts aan de meeting voor Algemeen Kiesrecht op 12 Mei en ten slotte aan het bakkerscongres op 9 Juni te Brussel. Bij het blijk geven van zulk ruim standpunt is het eigenaardig in een der notulen van dat jaar te lezen, dat zeer angstvallig werd gesproken over de vraag van het Centraal Bureau voor de Statistiek naar de adressen der afdeelingen en hun ledental. Door de toenmalige secretaris werd „sterk in twijfel getrokken of de regeering dat alles wel in het belang der arbeiders deed." HET VAKBLAD WORDT Op het bondscongres op de Kerstdagen van 1901 gehouden, werd WEEKBLAD DE CONTRI- 0-m- oesl°*en ^e afdracht per lid te brengen van ƒ 0.121/! op ,,rrmnnr.n f 0.25 per maand en daarbij het vakblad inplaats van om de 14 BUTIE VERHOOGD :: :: . „ , . . ... r. . , .. . . dagen, elke week te doen uitkomen. Deze besluiten traden pas 1 April 1902 in werking. ONZE INTERNATIONALE Wij zagen reeds dat onzen Bond in 1901 op een bakkerscongres BETREKKINGEN *e Brussel vertegenwoordigd was. Als tegenbezoek kwamen nu op de Kerstdagen van 1902 .eenige Brusselsche collega's ons congres bezoeken. In dat jaar werd door de bakkers uit Zweden een beroep op onze solidariteit gedaan, het welk met eene zending van f 50.— beantwoord werd. Tenminste dit bedrag werd door de Bondskas „voorgeschoten" want er werden fluks lijsten uitgezet, om door vrijwillige bijdragen, die som in de bondskas te doen terugvloeien. Behalve de voortdurende propaganda voor afschaffing van den nachtarbeid verliep 1902 zooals de voorgaande jaren. Alleen te Amsterdam werd in het voorjaar een ernstige poging tot loonsverhooging gedaan. NIEUWE ACTIE IN AM- In samenwerking met de afdeelingen van de Christelijke en STERDAMRoomsch Katholieke Bakkersorganisaties, zoomede met die van den „Bond van Broodbezorgers", werd eenige malen een omvangrijk extra propagandablad uitgegeven. Gevraagd werd voor volwassen gezellen f 15.—, deegmakers en ovenisten f 16.—, meesterknechts f 17.—. De arbeidsduur zou „niet langer" mogen bedragen dan 11 uur per etmaal in het kleinbedrijf en 10 uren in het grootbedrijf en 15 uren op den Zaterdag, dus onderscheidenlijk 65 en 70 uren per week. Omtrent andere punten van arbeidsvoorwaarden of rechtspositie werden geen eischen gesteld. Met vlammenden aandrang werden de gezellen ter vergadering opgeroepen op Zondag 13 Juli 1902 in het gebouw „Plancius". En de oproep daartoe werd met deze passus besloten: „Daarheen met de woorden van Julius Ceasar op de lippen Veni, vidi, vici — ik kwam, ik zag, ik overwon." Het werd echter geen overwinning, want de patroons gingen op de gestelde eischen niet in en tot staking achtte de leiding zich niet sterk genoeg, ondanks men tevoren zoowel van de Amsterdamsche Bestuurdersbond als van het Nationaal Arbeids-Secretariaat de volle verzekering van moreele en financieele steun had ontvangen. Op bedoelde Openbare Vergadering werd daartoe voor den Bestuurdersbond het woord gevoerd door W. Wolring en voor het N. A. S door G. van Erkel. CONGRES DECEMB. 1902 De Bakkersbode van 3 Januari 1903 geeft een overzicht van het op de Kerstdagen van 1902 gehouden congres. Vertegenwoordigd waren de volgende afdeelingen: Amsterdam, Arnhem, Alkmaar, 'sGravenhage, Haarlem, Leiden, Rotterdam, Utrecht en Zaandam, totaal 9 afdeelingen. De afdeelingen Delft. Dordrecht en Leeuwarden hadden zich om financieele redenen afgescheiden, terwijl de afdeeling Nijmegen bericht had „niets meer met den Bond te maken te willen hebben". Met deze magere gegevens moeten wij het stellen want eenig cijfer omtrent ledental vinden wij niet vermeld. Eenigzins beter is het gesteld met het financieel verslag.' Dat luidt in haar geheel als volgt: 20 ONTVANGSTEN: UITGAVEN: Verkoop brochure ƒ 32.22 Zaalhuur ƒ 12.20 Terugbetaling geldleening . . . . „ 16.— Drukwerk 116.50 Verkoop statuten 2.50 Diverse Onkosten 57.74 Congreskosten 13.415 Congreskosten „ 8.085 Blad verkoop 1.02 Afdracht Bakkersbode 651.35' Steunpenning 68.45 Steunpenning „ 51.— Contributie 1199.32 Advertentie „ 1.66 Saldo vorig jaar , 295 68 Reis- en verblijfkosten 137.55 Porto's en schrijfbehoeften 27.16 Werkverzuim „ 172.13' Voorschot. . |f| 145.08 Spaarbank voor de reiskas 69.16 Per saldo N. jaar 1 Dec. 1902 . . „ 178.98 Totaal ... ƒ 1628.605 Totaal ... ƒ 1628.60' Het geheele Bondsbezit bedroeg in die dagen dus ƒ 178.98. BONDSZETEL NAAR AM- Als meest belangrijk besluit van dit congres dient nog vermeld, STERDAM VERPLAATST de verplaatsing van den Bondszetel van den Haag naar Amsterdam. Niet dat het nu terstond zooveel beter ging, doch wel dat daardoor spoedig de tijd kon aanbreken, dat het betere milieu omtrent organisatiebegrip, haar invloed zou doen gelden op de verdere ontwikkeling van den Bond. Per 1 Februari 1903 trad het nieuwe Bondsbestuur te Amsterdam in functie en was als volgt samengesteld: A. J. Goedhart, le voorzitter; J. J. de Pauw, 2e voorzitter; J. P. A. te Boekhorst, le Secretaris; K. Reijnen, 2e Secretaris; M. de Groot, Penningmeester; terwijl als verspreide leden van het Bondsbestuur zitting hielden: F. Mol uit Den Haag, H. Klopper te Rotterdam, Th. C. Misdom te Haarlem en H. Vooren te Zaandam. WOELIGE DAGEN :: Het jaar 1903 zou voor de rustige ontwikkeling van den Bakkersgezellenbond, niet het beste jaar zijn, evenzoomin voor de geheele Nederlandsche vakbeweging. 31 Januari hadden de organisaties van de spoorwegarbeiders met hunne eischen op de conservatieve directies gezegevierd. De dwangwetten waren ingediend en de strijd daartegen werd ondernomen. De man der kleine luyden, Dr. Kuiper, minister van Binnenlandsche Zaken, zon op weerwraak voor de spoorwegdirecties en zou de arbeiders als volgt knevelen: „Gevangenisstraf van negen maanden of geldboete van ƒ300.— die een ander hindert of overlast aandoet of dwingt iets te doen. niet te doen of te dulden; gevangenisstraffen van zes maanden tot vier jaren voor spoorwegarbeiders en gemeentewerklieden, indien zij zich schuldig maken aan stremming van het verkeer of dienst weigeren of daartoe aansporen." Dat was dezelfde Dr. Kuiper die in 1872 deed hooren: „Er is den arbeider vrijheid voorgespiegeld en hij gevoelt slechts de dwang der wetten." „De zwakke bezit slechts een rechtsmiddel: De werkstaking." Ook de bakkersgezellen werden in woord en geschrift opgewekt zich niet als koelies bij de dwangwetten neer te leggen, doch zich met de overige georganiseerde arbeiders solidair te verklaren. In eene op Zaterdag 4 April 1903 gehouden vergadering van voormannen uit de arbeidersbeweging verklaarde de woordvoerder van de bakkersgezellen „dat hun de gist aan de vingers jeukte om le staken" en dat te Amsterdam daartoe een 800 a 900 bakkersgezellen bereid waren. Toen de staking geproclameerd werd gaven slechts enkele personeelen daaraan gehoor. Soortgelijk ging het met de gezellen in Den Haag en Haarlem. Bij deze gelegenheid ontsloeg het bestuur van de coöperatieve bakkerij „De Hoop" te 'sGravenhage het hoofdbestuurslid F. Mol, dewelke vanaf dien tijd geen werk meer in het bedrijf vond. » * • 21 Deze beweging had de Nederlandsche Bakkersgezellenbond een gevoelig verlies bezorgd. De afdeeling Amsterdam liep van circa 400 leden tot 130 terug, Den Haag verloor tientallen leden, terwijl van Haarlem slechts een klein clubje overbleef. Deze terugslag had tengevolge dat het Hoofdbestuur met ingang van 1 October 1903 besloot het vakblad „De Bakkersbode" weer eens per 14 dagen uit te geven, inplaats van tot dusver elke week. DE ARBEIDS WET VAN In den loop van 1903 verscheen het vóórontwerp der Arbeidswet Dr. KUYPER :: :: :: van Dr- KuiPer> waarin o.m. voor de bakkers het verbod van nachtarbeid was opgenomen. Dit voorontwerp hield langen tijd de gemoederen gespannen. Ter weerlegging der bestrijding „van eenige heeren grootindustrieelen" deed het Bondsbestuur eene brochure het licht zien, samengesteld door den redacteur van „De Bakkersbode", J. P. A. te Boekhorst. Toen in den aanvang van 1904 het definitieve ontwerp Arbeidswet verscheen, nam de Bond, in overleg met den Rotterdamschen Bestuurdersbond, het initiatief tot eene krachtige landelijke beweging inzake de Arbeidswet en het Arbeidscontract. Tengevolge van de indiening eener „Wet op het Ar¬ beidscontract" van Mr. Loeff ontwikkelde dit initiatief zich tot een omvangrijk comité, waarbij behalve talrijke vakbonden, ook de S.D.A.P., het Algemeen Nederlandsch Werkliedenverbond en het N.A.S. zich aansloten. Die aansluiting was wel niet van langen duur, want ofschoon het N.A.S. in 1902 besloten had te ijveren voor goede en te agiteeren tegen slechte wetten, trok het zich na korten tijd, uit afkeer tegen het parlementarisme, uit het Agitatiecomitee terug. Een van de meest gevreesde bepalingen van dat wetsontwerp was, dat de arbeider voor elk half jaar en volgend dienstjaar een langere opzegtermijn ip acht zou moeten nemen. Zoo b.v. na 1 jaar diensttijd 2 weken, na 2 jaar 5 weken tot aan 12 jaar de opzegtermijn 25 weken zou moeten zijn. Het resultaat der agitatie was, dat al deze gifttanden het ontwerp werden uitgetrokken. Met het beleggen en het deelnemen aan een groot aantal vergaderingen nopens beide wetsontwerpen ging een groot, deel van het jaar 1904 heen. En zoo naderde de dag van 6 Augustus 1904, waarop feestelijk in herdenking werd gebracht het tienjarig bestaan van den Bond, hetwelk in de groote zaal van het Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam op schitterende wijze werd gevierd. OMVANG VAN DEN BOND Zooals wij reeds meerNA TIEN JAAR" :: :: :: malen opmerkten gaf ook het jaarverslag 1904 geen enkel gegeven omtrent de omvang van den Bond. Blijkens de adreslijst voorkomende in een der nummers van het vakblad, telde de organisatie aan het einde van 1904 13 afdeelingen, wier ledental op totaal 800 „geschat" werd. Hoe weinig kracht de Bond" kon ontwikkelen, vertelt ons een stukje in het vakblad van 11 Februari 1905: „Hier gaat het veroverde weer te loor. 'sZondags is er weer warm brood bij de vleet verkrijgbaar. En het publiek is er tuk op, het heeft er maling aan, of aan dat snikheete brood een stuk Zondagsrust van den broeder kleeft. En de patroons doen maar, het is reeds langen tijd stille in de gezellenwereld. Daarvan getuigde zelfs patroon Stahle bij de opening der vergadering van „De Voorzorg." 22 DE STICHTING VAN HET Te midden van deze zwakke verhoudingen, werd de circulaire N. V V van ^en Algem. Ned. Diamantbewerkersbond, om te komen tot oprichting van eene nieuwe vakvereenigingscentrale, met blijdschap ontvangen. En zoo was onze Bond dan ook tegenwoordig op de historische vergadering in het gebouw van den A.N.D.B. op 26 Februari 1905, waar in beginsel het Nederlandsch Verbond van Vakvereenigingen werd opgericht en onze Bond zich dus van stonde af aan bij dit lichaam aansloot. Dat ging echter niet zonder schokken in de afdeelingen gepaard. Want daarvoor had eene inmiddels verschenen circulaire van het N.A.S. aan de afdeelingen, onder het devies „wat niet bij elkaar behoort moet dan maar van elkaar af," wel gezorgd. In het bijzonder te Amsterdam, Den Haag en Zaandam gaf het nogal wat beroering. Het jaarverslag over 1905 uitgebracht/geeft aan, dat in Amsterdam 7, Den Haag 21 en Zaandam 12 leden de organisatie verlieten om de aansluiting bij het N.V.V. In genoemde 3 plaatsen kwam het dan ook tot het stichten van eene „vrije" bakkersorganisatie. In hunne ijver voor onze goede zaak kenden onze menschen die clubjes veel meer gewicht toe, dan ze naderhand wel bleken te bevatten. Zoo werd te Amsterdam op 4 Februari 1916, zeer serieus een gecombineerde debatvergadering uitgeschreven, over het onderwerp „Moderne of Onafhankelijke organisatie". Voor de moderne richting sprak A. J. Goedhart, ook destijds voorzitter van de afdeeling Amsterdam, voor de onafhankelijke richting niemand minder dan J. A. Reijnders de vorige bondssecretaris uit Den Haag. De „vrije" berg tegen ons opgezet, heeft ook in dit geval een muis gebaard, hetwelk uit de verdere ontwikkeling der organisatie duidelijk zal blijken. HET CONGRES IN 1905 Op de beide Paaschdagen van 19Ó5 had te Rotterdam het 10e Bondscongres plaats. Er waren van een 14-tal afdeelingen afgevaardigden aanwezig, vertegenwoordigende 630 leden. De inkomsten en uitgaven sluiten met een bedrag van f 3313.92 en geven een saldo van f 378.25. Op' dit congres werd de aansluiting bij het N.V.V. met 17 tegen 4 stemmen goedgekeurd. Teekenend voor de verhoudingen in die dagen is wel, dat op voorstel van de afdeeling Utrecht het volgende werd besloten: „Elke afdeeling welke een actie op touw zet, of een harer leden in conflict komt met zijn patroon, stelle het hoofdbestuur daarmede onmiddellijk in kennis." Na dat congres viel de afdeeling Amsterdam weer de eer te beurt het dagelijksch hoofdbestuur uit haar midden te kiezen, waartoe aangewezen werden: Th. Vermeulen, Voorzitter; I. Goudsmit, Secretaris; M. de Groot, Penningmeester; M. Tas, 2e Voorzitter en H. van Boxem, 2e Secretaris. Tot verspreide leden van het Bondsbestuur werden aangewezen door de afdeelingen: Arnhem, W. Stijntjes; 's Gravenhage, F. Mol; Rotterdam, H. Klopper. DE NIEUWE RICHTING Dit Bondsbestuur zou spoedig laten blijken, dat zij voortaan leidingen richting aan de afdeelingen wenschte te geven. Al dadelijk vond het aanleiding in het congresbesluit 1904, „dat de afdeelingen van elk geschil aan het Bondsbestuur dienen kennis te geven", om een stapje verder te gaan. In zijn eerste bijeenkomst van 6 Augustus werd ten aanzien van de propaganda de volgende resolutie aangenomen: Het Hoofdbestuur in zijne vergadering van Zondag 6 Augustus, overwegende, dat, waar het standpunt van den Bond uiteenzetting behoeft of vereischt, öf ter verdediging dient tegenover de aanvallen van tegenstanders, wenscht de afdeelingen erop te wijzen: dat aan het hoofdbestuur dergelijke taak moet worden opgedragen en het geenszins, uit het oogpunt van goed organisatiebegrip ligt op den weg der afdeelingen, daartoe het iniatief te nemen. Afdeelingen treden daartoe in verbinding met het Hoofdbestuur ter bepaling harer gedragslijn en richten hare aanvrage om een spreker of sprekers aan hetzelve opdat ten dien opzichte geen verwarring zal kunnen ontstaan. Al dadelijk kwamen hierop natuurlijk protesten van diverse afdeelingen binnen. En de Bondsbestuurder F. Mol maakte zich in een volgende bestuursvergadering tot tolk der protesteerenden door te zeggen: „Het speet hem de vorige vergadering niet te hebben kunnen bijwonen, men had er zeker van geweest eene ernstige bestrijding van hem te hooren. Nu echter moet hij het genomen besluit betreuren en verklaren dat het de afdeelingen, die zoo lang de Bond bestaat in hunne handelingen vrij waren, zeer hard moet vallen, daarin eenigszins te worden belemmerd." 24 Omstreeks dezen tijd was verschenen het werkje van Henri Polak, de voorzitter van den Algemeenen Nederlandschen Diamantbewerkersbond, omtrent doel, inrichting en wijze van werken van de vakvereeniging, waarvan de aankoop door de afdeelingsbesturen, door het Bondsbestuur sterk aanbevolen werd. Het droeg er toe bij, dat in de vergaderingen van het Bondsbestuur reeds aan het einde van 1905 diverse stemmen opgingen voor centralisatie der Bondsmiddelen. En in de bestuursvergadering van 7 Janari 1906 maakte zelfs een geheel nieuw ontwerp statuten en relementen daartoe een onderwerp van breede discussie uit. Men meende echter dat de tijd van voorbereiding, voor zulke «ingrijpende veranderingen", voor het met Paschen te houden congres te kort was en besloot, alleen „de urgentie ervan op het congres te bepleiten". Tot dat „bepleiten" kwam het echter niet. Het congres werd wel een reglement voor het vormen van een „weerstandskas" voorgelegd, ontworpen door het hoofdbestuurslid M. Tas, hetwelk ook tot stand kwam. . Voortaan zou 5 cent per lid en per maand in deze kas gestort worden. „Om bij het uitbreken eener werkstaking in het Bakkersbedrijf verzekerd te zijn al of niet steun te ontvangen, moet vóór het aangaan eener actie, het hoofdbestuur door de betrokken afdeeling of door het correspondentschap in kennis gesteld zijn. Zoo dit is verzuimd, kan door het hoofdbestuur steun worden onthouden, tenzij door de betrokkenen de onmogelijkheid daarvan kan worden aangetoond" aldus bepaalde art. 3 van dat reglement. Dat was een behoorlijke' stap in de goede richting. Na het congres van 15 en 16 April 1906 hadden er eenige mutaties in het Bondsbestuur plaats. De leden M. Tas en Th. Vermeulen trokken zich terug, zoodat aan het einde van 1906 het Bondsbestuur als volgt was samengesteld: J. de Bruin, Voorzitter; I. Goudsmit, Secretaris; M. de Groot, Penningmeester; J. Kurk, 2e Secretaris *)» A. Fonteijn, 2e Voorzitter, benevens de verspreide leden: F. Mol, A. Stijntjes en H. Klopper. Nog slechts betrekkelijk korten tijd zou vriend Klopper aandeel blijven nemen in de leiding van den Bond, want eene aanval van tuberculose dwong hem spoedig, van alle functies afstand te doen. En die functies waren niet weinigen. Reeds in Maart 1903 werd hij voorzitter der afdeeling Rotterdam, hetwelk hij onafgebroken bleef, voorzitter van het plaatselijk comité voor afschaffing van den nachtarbeid, voorzitter van het looncomité, enz. Klopper heeft het lichamelijk weer goed opgehaald en hoewel geen deel meer uitmakende van onzen Bond, door zijn positie als bedrijfsleider aan de coöperatie „Voorwaarts" te Rotterdam, geeft 'hij nog regelmatig blijk van medeleven met den strijd der organisatie. Een woord van groote erkentelijkheid voor het vele goede dat hij voor den Bond deed, is hier wel op zijn plaats. 0 Bij tusschentijdsche verkiezing werd J. Kurk reeds 22 Januari 1906 gekozen in de plaats van, H. van Boxem. 25 ONDERZOEK NAAR DEN TOESTAND DER ARBEIDSVOORWAARDEN i 1 IN HET BAKKERSBEDRIJF 1905 l I Toen het nieuwgekozen Bondsbestuur in Augustus 1905 geïnstalleerd was, overwoog het kort daarna de mogelijkheid tot het instellen Van een uitvoerig onderzoek naar de arbeidsvoorwaarden in het bakkersbedrijf. Tot dusverre waren wel gemeentelijke rapporten verschenen van Zutfen, Leiden en Dordrecht, maar volledig met den toestand van het geheele land was men niet op de hoogte. Het lag aanvankelijk in de bedoeling, om het resultaat dezer enquête in een volledig rapport te verwerken en uit te geven. Daarvan is echter in die jaren door de kosten en gebrek aan beschikbaren tijd, niets gekomen. Toch bleven de 600 antwoorden, die van een 40-tal plaatsen binnenkwamen, een goede vraagbaak voor de werkzaamheden en de taktiek van het Bondbestuur Het is voor de vergelijking van de verhoudingen van toen en nu goed uit die antwoorden thans nog een en ander naar voren te brengen. AMSTERDAM. Hier gold z.g.n. een tarief, door de Patroonsvereeniging „De Voorzorg" en zonder overleg met de gezellen vastgesteld. De arbeidsduur stond op 78 uren per week bepaald, en het loon voor een gewoon volwassen gezel op tenminste ƒ 13.— per week. Hoe de werkgevers zich daaraan hielden, moge uit het volgende staatje blijken: ! Aantal I Arbeidstijd Schafttijd per I Aantal vrije Loon bij W'pw™!!en NAAM WERKGEVER gezellen | pef ^ j dag dage„ per jaar | ziekte feilen 1. prior 5 83 onbepaald geen onbepaald ƒ 13.— 2. Korenbloem . . 5 78 1 uur p. d. „ half loon „11.— 3. F. G. Happel. 4 82 „ 1 Z5onwdeakgenper onbepaald ƒ 5.-intern 4. P. Swart ... 5 72 „ geen „ ƒ 12.50 5. M. A. Blok . . 7 78 „ Isr. feestd. „ „ 13.- 6. Gebr. Sternfeld. 7 78 onbepaald „ ., „ 13.— 7. W. Renout . . 5 78 20 min. geen neen „ 14.— 8. Heinemann . . 10 80 geen „ „ » H — 9. H. Tol . . . . 13 78 1 uur p. d. 4 dagen vol loon „ 16.— 10. Coöp. De Dageraad 7 69 „ 2 dagen half loon „16.— 11. „ Vooruit .16 66 „1 dag ƒ6 —p.w. „16.— 12. De Vereeniging. 14 75 onbepaald geen neen „ 14.— 13. Arb. Maatsch'i . 22 72 voldoende „ ƒ7.—p.w. „16.— 14. De Jonge ... 35 78 geen „ neen „ 13.— APELDOORN. Het laagste aantal voorkomende werkuren wordt hier op 74 uur per week opgegeven, dat is bij de Coöperatie „Vooruit". In andere bedrijven wordt van 85 tot 96 uren per week gewerkt. Omtrent andere punten van arbeidsvoorwaarden is nergens iets bepaald. De loonen voor gewone volwassenen zijn van ƒ 8.50 tot ƒ 10.— per week. ARNHEM. In bedrijven met 1 a 2 gezellen wordt 85 a 90 uren per week gewerkt, waarvan op den dubbelen dag 20 a 22 uur. Het loon, extern, wordt op ƒ 11.— opgegeven. Aan de Coöperatie „Werkmansbelang" werken 10 gezellen. De arbeidstijd is 72 uren per week. Er wordt in dag- en nachtploegen gewerkt. Op den dag wordt 1 Vi uur schafttijd toegekend. Vacantie 3 dagen per jaar, 26 loon ƒ 12.— per week. Bij de Coöperatie „De Vooruitgang" werken 3 gezellen. De arbeidsduur is 78 uur per week met onbepaalde schafttijden. Vacantie 3 dagen, terwijl bij ziekte vol loon wordt uitgekeerd. Het loon voor volwassenen varieert van ƒ 10.— tot ƒ 13.— voor den Mr. bakker. GRONINGEN. m.,« Aantal Arbeids- Weekloonen Arbeid op I Op Vacantie-I Zieken- NAaM WERKGEVER „ duur per gewone _ . , ,. gezellen week gezellen Zondag feestdagen dagen geld . i i j 1. E. Faber .... 14 81 [f9.— a ƒ 9.50 vrij wordt gew. geen geen 2. Groninger Broodf. 12 70 „ 9.— „ „ 9.25 41/, n.m. „ 4 verpl.fds. 3. C. A. Crebas . . 8 91 ƒ 8.— ') 10 „• , „ j geen onbep. 4. De Hunze. ... 8 78 L'kV.enf'it- 6 „ „. , 5. F. Bolt. .... 7 88 f f 9.50 10 ,. vrij „ half loon 6. De Toekomst • • 7 66 „ 10.50 10 : „ „ 3 7. H. Drent .... 4 89 ƒ 2.50 a 3.—!) 91/, „ „ I geen geen 8. Ph. Hildesheim. 3 81 ƒ 16.— 3) S*bb.rust n „ <) onbep. 8. R. Warner ... 2 95 „ 2.50 2) 10 n.m. I „ geen 9. Dé Oranjeboom ')• 5 72 „ 8.— 6 „ „ „ onbep. 10. J. G. Meijer') • . 4 79 ƒ 8.—a 10.— vrij wordt gew. „ *) Loon voor gehuwde gezellen met broodkost. 2) Intern. *) Per maand intern. 4) De Israëlitische Paaschdagen worden als vacantie beschouwd. 6) Overwegend koek- en banketbakkerij. HAARLEM. In een bedrijf met 8 gezellen wordt 83 uren per week gewerkt met „ongeregelde schafttijd". Het loon bedraagt voor gewone gezellen ƒ 11.50, voor de deegmakers ƒ12.50. Aan de Haarlemsche Brood- en Meelfabriek wordt op gewone dagen 12 uren gewerkt en des Zaterdags 18 uren. Omtrent schafttijden is ingevuld : „rust na het werk". Des Zondags wordt om 8 uur begonnen, zoodat de wekelijkschen rustdag „gemiddeld 25 uren duurt". Het loon variëert voor volwassenen van ƒ 8.— tot ƒ 14.—. In een kleinbedrijf met 2 gezellen (intern) wordt daags 12 uur en des Zaterdags 24 uur gewerkt. Eén gezel, 30 jaar, verdiend ƒ 5.— per week. LEIDEN: . ARBEIDSDUUR „ „ Aantal ' Loon .Vr«e , Naam werkgever ge- gewQne .£ , ^ gewoon Schafttfld da£" J*^ Zondagsarbeid zenen . _ , . , gezel i dagen Zaterdags per week jaar ' * i I I I I 1. LeidSChe Broodf. 40 12 18 78 10.50 2 X 20 m. i 2 vanaf derde Om beurten 1) week balf L 2. W. v. d. Mey . 6 12 22 82 13.— best.niet 2 geen Aanv. n u. -sav. 3. Coöp. „Vooruit". 7 11 14 69 12.— lu.p.dag 2 f 1 p. dag Ru«t door dagarb. 4. Lensvelt Nicola. 4 12Vi 15 77V2 « 9.— V2„„ „ 2 geen Aanv. 9 u. 'sav. 5. H. F. van Noord 4 12 183 24') 78 a 84 9.— onbep. geen geen Aanv. io u. 's av. 6. F. Haalebos . . 2 12 16417 76 a 77 8.50 lu.p.dag 2 geen Aanv. 8M u. sav. Ó Om beurten wordt van Zaterdagsavonds 6 tot Zondagmorgen 6 of Zondag op den dag gewerkt, terwijl weer anderen Zondagsavond om 6 uur aanvangen. ') Afwisselend de eene week 18 en de andere week 24 uur. ROTTERDAM: Van een 20-tal bedrijven kwamen gegevens binnen, waarvan we ons bepalen tot enkele coöperaties, grootbedrijven en eenige middenbedrijven. In de grootbedrijven komen veelal dag- en nachtploegen voor, waardoor de arbeidstijd in dag- en nachtweek omwisselend is. Daardoor wordt aan „Voorwaarts" de eene week 62, de andere week 69 uren gewerkt en bij Ulrich 78 of 84 uren. 27 VERWERPING BAKKERS- Het jaar 1912 stond weer in het teeken van de agitatie voor het WET" wettelijk verbod van bakkersnachtarbeid. Immers het gewijzigd wetsontwerp-Talma was ingediend en nu werd dezerzijdsch herhaaldelijk op behandeling aangedrongen. Het resultaat er van is bekend, 5 Juni 1912 werd het wetsontwerp met 42 voor en 49 stemmen tegen, door de Tweede Kamer verworpen. Behalve de Sociaal-Demokraten en de Vrijzinnige heer De Klerk, stemde de geheele linkerzijde tegen plus 17 politieke Christenen van allerlei richting. Gedurende eenige maanden hield de Bond zich nu bezig om in alle oorden des lands vlammende protestvergaderingen te houden, waarin naast leden van het Bondbestuur het woord voerden: Mr. P. J. Troelstra, W. H. Vliegen, A. B. Kleerekooper en A. Heijkoop. Al spoedig kwamen de gezellen tot de conclusie, dat nu meer aandacht geschonken moest worden aan de direkte lotsverbetering. In Den Haag werden eischen gesteld omtrent eene 65-urige werkweek, Zondags niet voor 12 uur namiddag beginnen en loonen van ƒ 14.— tot ƒ 16.— in het grootbedrijf en van ƒ 13.— tot ƒ 15.— in de overige bedrijven. Ook te Enschede, Groningen, Utrecht en Wormerveer werden soortgelijke eischen gesteld. Zij leidden vrij algemeen tot het invoeren van verbeteringen. Te Enschede kwam het met de Patroonsvereeniging tot het afsluiten van een collectief contract. (Een contract waar tot op heden op kon worden voortgebouwd). Eenige van de beste contracten werden afgesloten: a. met de Coöperatie „De Toekomst" te Groningen; b. met de Coöperatie „De Volharding" te 's-Gravenhage. Ook beide laatstgenoemde contracten werden tot op heden van jaar tot jaar voortgezet. (Zie pag. 25). DE EERSTE STAPPEN De algemeene vergadering in 1912 gehouden, had in beginsel VOOR DE WERKELOOS- besloten tot invoering van 3 cent contributieverhooging op alle ucmcucD7ci/cnikir klassen, teneinde daardoor te komen tot de instelling van een HEIDSVERZEKERING:: :: t a l t. -u u» • • •. -a u * » a u a fonds tot uitkeering bij werkeloosheid. Het referendum had dit voorstel met 397 voor, 256 tegen en 43 blanco, bekrachtigd. Tot vaststelling van een afzonderlijk reglement voor de uitkeering bij werkloosheid werd op 2 en 3 Februari 1913 een Buitengewoon Congres te 's-Gravenhage gehouden. Om recht op uitkeering te kunnen erlangen, moest men 52 weken contributie hebben betaald. Artikel 7 bepaalde dat: „Geen uitkeering zal geschieden aan hen, die 4 of meer weken achter zijn met de betaling hunner contributie; 2e. bij niet aangifte of bij onjuiste aangifte; 3e. aan hen, die bij eene werkstaking of een uitsluiting betrokken zijn; 4e. aan hen, die volgens invaliditeit, ouderdom, ziekte of ongeval, onwil om te werken of werk te zoeken, buiten werk zijn." De Bondscontributie — dus met inbegrip voor het Werkloozenfonds, — werd in zes klassen bepaald, van ƒ 0.13 tot ƒ 0.30 per week, met de volgende uitkeeringen bij werkloosheid: Aantal dagen Uitkeering na Contributie- Uitkeering een Lidmaatschap van Klasse per dag 1 jaar 2 jaar I B. 13 cent I ƒ 0.40 24 30 C. 19 „ „ 0.45 24 30 D. 22 „ „ 0.50 24 30 E. 25 , „ 0.60 24 30 F. 28 „ „ 0.70 24 30 G. 30 „ „ 0.75 24 30 Deze uitkeeringen traden per 1 Januari 1914 in werking, terwijl de verhoogde contributie reeds een half jaar tevoren, 1 Juli 1913 inging, met de bedoeling daardoor een half jaar eenige reserve te kunnen vormen voor het Werkloozenfonds, waartoe 4 cent per lid en per week werd afgezonderd. Toen het fonds op 1 Januari 1914 in werking trad, bedroeg dientengevolge haar reserve ƒ2082.34. 34 baarheid, hetwelk blijkt uit de contributieheffing, 10 cent voor het ziekenfonds en 5 cent voor de vakvereenigingskas. In Amsterdam zijn de eerste pogingen om tot oprichting eener vakorganisatie te komen op 21 April 1895 gedaan en vinden wij in de leiding o.a. Stemmerik, v. Praag en A. de Vries (de laatste is thans nog medestrijder). De stichting van het vakblad „Ons Vakbelang" is toen tot stand gekomen. De levensvatbaarheid is echter gering en de afdeeling Amsterdam gaat weder verloren om opnieuw in April 1896 te worden opgericht. Kort daarna ging de ajdeeling wederom verloren en werd 12 Juni 1897 opnieuw opgericht. Vanaf dit tijdstip, Juli 1897, is echter het organisatieleven gebleven. In 1897 zijn zelfstandige afdeelingen te Rotterdam, Amsterdam D.E.V. en Dordrecht van Chocoladeen Suikerbewerkers opgericht. In Februari 1899 werd met Stemmerik te Breda eene openbare vergadering belegd namens Amsterdam, en kwam eene afdeeling aldaar tot stand, deze afdeeling ging echter spoedig verloren. In dit jaar werden de eerste stappen gedaan om te komen tot oprichting van een vakblad en tot eene landelijken Bond. Er werd dit jaar in de Zaanstreek ook eene afdeeling opgericht. Breda wordt eveneens opnieuw opgericht. Te Amsterdam tracht de ex-voorzitter der afdeeling een R.-K. afdeeling op te richten, echter tevergeefs. Kenmerkend is de houding der patroons, vooral te Amsterdam, waar namens de firma Leestemaker bij het houden eener personeei-vergadering de portier dezer fabriek aan het vergaderlokaal „De Geelvink" wordt geplaatst met opdracht, ieder te noteeren welke de vergadering bezoekt. (26 Juni 1899). De firma Blooker wil niets met organisatie te maken hebben en wordt daarin door meerdere patroons gevolgd. Bij Bensdorp vindt eene belangrijke verlaging der stukwerkprijzen plaats, hetwelk door te weinig organisatiekracht niet te keeren is. Op de voormannen wordt de broodroof toegepast, o.a. Stemmerik, die ontslagen wordt. Op 3 September 1899 wordt te Rotterdam eene vergadering gehouden, om te komen tot oprichting eener landelijken Bond, afgevaardigden van Amsterdam, Rotterdam en Zaanstreek zijn vertegenwoordigd, Breda was verhinderd. Een Bond wordt gesticht en het Hoofdbestuur te Rotterdam gevestigd; een vakblad, onder den titel „Orgaan", werd opgericht en Stemmerik tot Redacteur gekozen. De uitgave van dit „Orgaan" brengt bij de patroons heel wat beroering en verzet, want treurige toestanden worden aan het licht gebracht door dit „Orgaan". Wij zien in Amsterdam inmiddels Horné, Bosman, v. Boxem e.a. in de leiding optreden. Te Weesp wordt door het afdeelingsbestuur uit Amsterdam getracht, te komen tot oprichting eener afdeeling, echter tevergeefs. Daar de afdeeling Rotterdam door den invloed van de leiding van uit Amsterdam, meer als vakvereeniging gaat optreden, wordt de tegenwerking der patroons aldaar grooter. Jamin verbiedt het lidmaatschap absoluut. De aanranding van het vereenigingsrecht komt meer en meer voor en heeft in 1900 een boycot der firma v. Alfen te Rotterdam tengevolge. In dit jaar is de eerste werkstaking bij fabriek „Holland" te Zaandam, welke eenig resultaat oplevert. In 1901 werd opnieuw de afdeeling Dordrecht opgericht, welke voor eenigen tijd was opgeheven, eveneens wordt Wormerveer gesticht. Amsterdam heeft een aanzienlijk bedrag bij ziekte en werkloosheid uitgekeerd, waardoor de contributie verhoogd wordt. Te Deventer, Bussem en Dokkum komen afdeelingen tot stand. Tevergeefs wordt getracht te Den Haag eene organisatie te stichten. Wegens het verspreiden van het vakblad en het maken van propaganda worden bij de firma Bensdorp v. Boxem en Metz ontslagen, de laatste wordt weer aangenomen, dit ontslag heeft een boycot tengevolge, welke tot resultaat heeft, erkenning der vakorganisatie en ƒ 100 in de kas als schadeloosstelling. Tijdens de boycot was het personeel verplicht geworden te bedanken. In Bussum komt bij dezelfde firma eene kortstondige staking voor, welke na eene conferentie met de direktie wordt opgeheven. In dit jaar kwam'een onderzoek in de bedrijven (naar de arbeidsverhoudingen) tot stand, en werd door de afdeeling een brochure uitgegeven, welke onder de vakgenooten werd verspreid. In 1902 worden de eerste stappen gedaan om te komen tot oprichting eener productieve Coöperatie. Afdeeling Bussum wordt opnieuw opgericht (22 September). BESTRIJDING DOOR PA- 1903. De in dit jaar in April uitgebroken Spoorwegstaking heeft TROONS EN ROOMSCH- tengevolge, dat de R.-K. geestelijkheid eene hetze tegen de algewath pff