WEGWIJZER VOOR DE BINNENSCHEEPVAART. DEEL L NOORDOOSTELIJK NEDERLAND. MET 3 O V^ xïZICHTSK A A EST 24 SCHETSKAARTJES. 1922. UITGEGEVEN DOOK HET MINISTERIE VAN "WATERSTAAT. Verkrijgbaar bij de „GEBROEDERS VAN CLEEF". 's-Gravenhage, Spui 28a. 's-Gravenhage, Algeheene Landsdrukkerij. Bladz. Regel. 34 16 staat: Grootdokkumerdiep; lees: Dokkumerdiep. 43 laatste staat: Eemskanaal; lees: Boterdlep. 48 14 toe te voegen: Verdieping der vaart bij en oostelijk van Winschoten is thans in uitvoering. 61 24 staat: 2,08 M.; lees: 2,20 M. 62 39 staat: 2,20 M.; lees: 1,80 M. 61 laatste staat: 8,52 M.; lees: 8,70 M.; gewoonlijk is de waterstand 0,35 M. lager; de bovenslagdorpels liggen echter méér dan dit bedrag dieper dan de benedendorpels. Bij dezen lageren waterstand is net '6de pand toch met ong. 1,50 M. bevaarbaar. 62 21 staat: 2,00 M.; lees: 2,25 M. 22 toe te voegen: De waterstand wordt in den zomer meestal op 10,05 M. + N. A. P., in den winter op 9.90 M. + N. A. P. gehouden. 69 2 toe te voegen: vaartverbinding met Gieten en Eext in voorbereiding.91 25 lees: geen bruggeld. 101 31 Het schutpeil vervalt. 108 31 staat: 5,80 M.; lees: ruim 6,00 M. 118 28 staat: westelijk; lees: oostelijk. 32 staat: oostelijk; lees: westelflk. 163 3 toe te voegen: Op de provinciale bruggen over het Hoendiep worden de volgende seinen getoond: rood licht of roode schijf: nachtsluiting (van 8 u. n.m. tot 5 u. v.m.; bediening niet . verplicht dan op nazonderen last van den Hoofdingenieur; nachttarief); horizontale roode band over wit licht of schijf: de brug is gesloten, doch wordt op verzoek tegen dagtarief bewogen. 193 11 De lantaarn op den Westoever van het Bergumermeer is sedert eenigen tijd vervallen; pogingen worden aangewend om aldaar weder een licht te verkrijgen. 202 4 achter te voegen: K.M. 84,5 N.O. schutsluis, toegang gevende tot het Waterschap Woudfennen, lang 35 M., wijd 4 M., diep ong. 1,50 M. (= 2,30 M. ■f N.A.P.). 205 17 Het mistsein te Lemmer is onvoldoende. 231 3 staat: op zuidelijken oever; lees: op beide oevers. 236 8 achter te voegen: K.M. 1,5 W., schutsluis naar den Rietscharpolder, schutlengte 25 M., wijdte ruim 4 M., diepte ong. 1,60 M. (= 2,40 M. -r N. A.P.) 243 23 toe te voegen: bevaarbaar voor schepen van 30 ton. 27 toe te voegen: Te Ijlst loopbrugjes, wijd ruim 3 M. 244 4 van toe te voegen: bevaarbaar voor schepen van 30 ton. onder 252 19 staat: 4,70 M.; lees: 5,40 M. 278 9 staat: 1,88 M.; lees: 1,65 M. 282 17 staat: draaibrug; lees: ophaalbrug. 18 staat: 5,65 M.; lees: 5,40 M. 284 6 toe te voegen: De vaartdiepte wordt op ruim 1,50 M. onder F. Z. P. gebracht. 291 12 toe te voegen: en eenige vaste bruggen. 829 20en22 staat: Schwartzenbnrgervaart; lees: Schwartsenbergervaart. 345 22 toe te voegen: met vasto brug in den Zijlsterweg. 872 26—28 Taarweg Drachten—Gronw. De mededeeling betreffende de ondiepten in de Kromme Ee kan vervallen. Aanvullingen en verbeteringen. Bladz. Regel. 385 26 toe te voegen: vanuit de vaart géven verschillende schut- sluisjes, gebouwd voor bokken en pramen van ruim 10 ton, toegang tot de kavels. 386 5 staat: 32,25 M.; lees 38,26 M. 400 14 staat: F. Z. P.: lees: P. 17 staat: 25,3 M.; lees: ong. 24 M. 401 4 toe te voegen: diepgang 1,60 M. -r F. Z. P. 403 12 staat: 80 M.; lees: 32 M. 432 12 staat: 27 M.; lees: ong. 26 M. 433 9 staat: (wordt op 2,00 M. gebracht); lees: (is feitelijk 1,60 M.; wordt op 2,30 M. gebracht). 438 24 toe te voegen: de verbetering der Hoogcveensclie Taart is thans in uitvoering. 458 19 Het Drostendiep is nagenoeg onbevaarbaar. 463 85 staat: Ophaalbrug n°. 4; lees: Draaibrug. 38 staat: Draaibrug; lees: Ophaalbrug n°. 6. 470 30 toe te voegen: tusschen de spoorbrug en het Coevorden— Vechtkanaal bevindt zich aan de noordzijde der gracht de nieuw aangelegde SpooiweghaTen van Coevorden met kade, lang 265 M., diep 2 M.; breedte der vaart aldaar minstens 30 M. Beheer bij de Prov. Overijssel. Geen havenrecht, onder- toe te voegen: doorvaartwijdte 7,00 M.; de draaibrug wordt ste thans vernieuwd. 479 8 en 24 staat: 5,59 H.; lees: 5,55 M. 485 35 staat: 6,94 M.; lees: 6,10 M. 494 1 staat: 0,63 M. -r N.A.P.; lees: 0,02 M. -f N.A.P. (Lichtmiskanaal). 604 23. toe te voegen: Ter plaatse waar de Vecht in het Zwartewater komt ligt een seheidiugston. rood met zwarte banden en voorzien van een topteeken. 612 29 staat: Schwartzenburgervaart: lees: Schwartsenbergervaart. Geldersche IJssel: 523 25—32 te vervangen door: De betonning dient in den regel slechts ter aanduiding der uiteinden van sommige kribben aan den linberoever gelegen. Op de koppen der kribben langs den rechteroever staan raambakens. De bebakening geschiedt door bolbakens op den vasten wal. Twee of meer bakens langs denzelfden oever geven aan, dat de vaargeul langs dien oever loopt. Waar de vaargeul naar den anderen oever overgaat, wordt' deze aangegeven door de lijn van één bolbaak op den eenen oever naar één bolbaak op den anderen oever. 526 tus- toe te voegen: schen in de 2de kolom: 13 regel in de 3de kolom: 1 6 en 6 in de 4de kolom: Brughaventje van de voormalige schipbrug; wordt bij abnormaal hooge waterstanden nog als vlucht- haventje gebruikt 12 staat: 22,9; lees: 23,5. 35 staat: 34,5; lees: 34,6. 526 20 staat: 30,2; lees: 39,2. 527 6 Het wintertarief vervalt. 15 Geen kraan aanwezig. 19 Het bruggeld aan de Schinbrng te Doesburg bedraagt tot 20 ton: f0,25. Toe te voegen: de Ver. der Gem. Doesbdrö van 22 Aug. 1907 | bepaalt: stroomafwaarts sleepen van schepen of vlotten door I Bladz. Regel. de schipbrug behoeft schriftelijke vergunning van B. en "W. Geen naast elkaar varende of gekoppelde schepen mogen dóór de brug varen. Stroomafwaarts moeten alle schepen, behalve stoombooten en gesleept wordende vaartuigen, zich achterwaarts d.i. met het roer vooruit door de doorvaartopening laten zakken. Van 10 u. n.m. tot 6 u. v.m. is het gebruik van de stoomfluit verboden, tenzij in geval van nood. I' 530 7 toe te voegen: Tusschen de draaibrug en de vaste brug bevindt zich een leiddam, waarboven een kogelton met roode en zwarte banden. | 534 31 toe te voegen: voor het doorvaren der Schipbrug te Deventer gelden ongeveer dezelfde bepalingen als voor de brug te Doesburg, met dien verstande, dat doorvaart door de groote opening geoorloofd is voor twee vast aan elkaar gesjorde schepen, indien deze te zamen niet breeder zijn dan 13 M. I 637 30 De gem. los- en laadplaats vervalt I 538 28 De los- en laadplaats (part.) bij het voetveer bestaat niet meer. Overzichtskaart n°. 1. ■ Douwstertil, over het 'Westerwijdwerdermaar; lees: Donatil. Voor de betonning in het Leekstermeer, zie bladz. 176. i Reitsdiepsbrug (Gem. Groningen); lees: Reitdiepbrug. I Het Paterswoldermeer (zie bladz. 186) is als nagenoeg onbevaarbaar; niet op B de kaart aangegeven. Het Zijlkerdiep, oostelijk van het Renselverlaat, staat in geene verbinding K met bet Winschoterdiep. De sluis in de Molenwijk keert naar de andere richting, t ' Zie voor verdere verbeteringen onder aan de kaart Overzichtskaart n°. 2. ■ Een gedeelte van de provincie Groningen benoorden Zoutkamp is abusievelijk ■ blauw gekleurd. I De Vliet (O. van Leeuwarden) staat in open verbinding met het Nieuwe l kanaal (zie schetskaartje n°. 4). ; , Zijlvaart Sneek—Franeker (benoorden Sneek); lees: Zeilvaart, enz. De Terhornsterslnis keert, indien gesloten, naar het Sneekermeer. ■ Toeleidingsknnaal Tan de Zuiderzee naar Blokzijl: De dammen zijn ongeveer ■ 500 M. langer dan op de kaart aangegeven. Het licht bevindt zich op het einde ■ van den noorderdam. Overzichtskaart n°. 3. ■ Bij het vaartje van de Dedemsvaart naar Ohmerschans (zie bladz. 464) is op I de kaart abusievelijk Molenwijk geplaatst. E De tram van Zwolle naar Katerveer, aangegeven op de kaart, is opgeheven. I De sluizen in het Overiisselsch kanaal van Lemele naar Deventer, sluis ■ n°. 1 in het kanaal Almelo—Nordhorn en de sluis in de Middenraai keeren fè naar de andere richting. I Eenige der verbeteringen konden nog op een gedeelte der Overzichtskaarten ■ worden aangebracht 1. BLADWIJZER. Bladz. I. Bladwijzer ) 3 II. Afkortingen 4 III. Toelichting . 5 IV. Verklaring dor opgaven 9 V Reglementaire bepalingen 13 VI. Belangrijkste verbindingen 32 VII. Beschrijving der vaarwegen 40 «. Groningen 44 b. Friesland 189 c. Drenthe, Overijssel, Oostelijk-Gelderland 406 VIII. Woordverklaringen 646 IX. Alphabetisch register der vermelde steden, dorpen, sluizen, enz. . 548 X. Alphabetisch register der vaarwegen 581 XI. Overzicht der vaarwegen naar de volgnummers . . 625 XII. Schetskaartjes 1. Groningen; 1 : 25.000 2. Delfzijl; 1 : 25.000 3. Zoutkamp; 1 : 25.000 4. Leeuwarden; 1 : 25.000 5. 't Oudhof; 1 : 25.000 G. Dokkum; 1 : 25.000 7. Franeker; 1 : 25.000 8. Harlingen; 1 : 10.000 9. Sneek; 1 : 25.000 10. Bolsward 1 : 25.000 11. Lemmer; 1 : 25.000 12. Stavoren; 1 : 25.000 13. Kampen; 1 : 25.000 14. Blokzn'1; 1 : 25.000 15. Steenwijk; 1 : 25.000 16. Zwartsluis; 1 : 25.000 17. Meppel; 1 : 25.000 18. Hasselt; 1 : 25.000 19. Coevorden; 1 : 25.000 20. tïramsbergen; 1 : 60.000 21. Deventer; 1 : 25.000 22. Zwolle; 1 : 25.000. 23. Zutphen; 1 : 25.000 24. Doesburg; 1 ; 25.000 XHI. Overzichtskaart N°. 1. Groningen en Noordelijk-Drenthe; 1 : 100.000 XIV. Overzichtskaart N°. 2. Friesland en Noordelijk-O verijssel; 1 : 100.000 XV. Overzichtskaart N°. 3. Zuid-Drenthe, Overijssel en Oost-Gelderland; 1 : 200.000 II. AFKORTINGEN. P. - Peil. K.P. - Kanaalpeil, peil van den normalen waterstand. N. A. P. = Herzien Amsterdamsen Peil. A.P. = Oud AmsterdamschPeil; ligt meestal van 0,00 M. tot'0.30 M. onder het N. A. P. M.V. = Hoogte van den gemiddelden vloed gedurende het tijdperk van 1911— 1920. M.E. == Hoogte van gemiddeld laagwater, als boven. H.W.' = M.V. L.W. = M.E. M.B. = Middelbare rivierstand gedurende de zes zomermaanden, over het tijdperk van 1911—1920. N.L.W. = Normaal laagwater; rivierstand overeenkomende met een stand van 1,50 M. boven de nul aan de peilschaal te Keulen. Deze stand is op de bovenrivieren ongeveer 1 M. beneden M.E. G1.W. = „Gleichwertiger "Wasserstand" = N.L.W. F.Z.P. = Frieslands Zomer-boezempeil. W.P. = Winschoterpeil. F.P. = Peil van het Waterschap Fivelingo. H.P. — Peil van het waterschap Hunsingo. si. = Schutsluis, keersl. = Keersluis. uitw.sl. = Uitwateringssluis, br. = Brug. bew. br. = Beweegbare brug. dr. = Draaibrug, oph. = Ophaalbrug. vl.br. = Vlotbrug, base. = Basculebrug. kr. = Kraanbrug. v. br. = Vaste brug. M. = Meter. K.M. = Kilometer. K.M.R. =r Kilometerraai; slechts bij gi'oote rivieren ge- bruikeujk. H. A. — Hektare. t. = Ton, laadvermogen van 1000 kg. r. - Rechts, rechteroever (af¬ varend). I. z= Links, linkeroever (af¬ varend). n. = Noord, noordelijk vari. z. = Zuid, zuidelijk van. 0. = Oost, oostelijk van. w. = West, westelijk van. s.b. = Stuurboordzijde (rechts, binnenvarend), b.b. = Bakboordzn'de(links,binnenvarend). 1. = Lang, lengte, b. = Breed, breedte, w. = Wijd, wijdte, d. = Diep, diepte, sn. = Snelheid. R. = R;jk, Rijks-. Pr. = Provincie, pr. =: Provinciaal.. Gem. z Gemeente, gem. = Gemeentelijk. B. en W. = Burgemeester en wethouders.Wp. = Waterschap, part. = Particulier. Pr. St. = Provinciale Staten. G. St. = Gedeputeerde Staten. W. = Wet. B. = Besluit. K. B. — Koninklijk besluit. Ver. = Verordening. Stbl. = Staatsblad. Pr. bl. = Provinciaal blad. Gem.bl. = Gemeenteblad. Gr. = Groningen. Fr. = Friesland. Dr. — Drenthe. Ov. : Overijssel. Gd. = Gelderland. III. TOELICHTING. Doel van dezen „Wegwijzer voor de Binnenscheepvaart" is, hoofdzakelijk voor practisch gebruik, eene beknopte beschrijving te geven der binnenvaarwegen en der verbindingen ,te water in Nederland, met vermelding van 't voornaamste, dat bij 't bevaren van belang is te weten. Zooveel mogelijk zijn alle vaarten opgenomen, die slechts eenig belang voor de scheepvaart hebben, uitgezonderd alleen talrijke onbelangrijke veenwijken, landbouw- en poldervaartjes, plassen, van slechts zeer plaatselijk of tijdelijk belang. In den tekst zijn betreffende de vaarwegen meestal o. a. de volgende bijzonderheden vermeld: 1. de totale lengte. 2. de minste breedte op Kanaalpeil. 3. de minste bodemdiepte onder Kanaalpeil. 4. het aantal dei beweegbare bruggen. 5. het aantal der vaste bruggen. 6. de nauwste doorvaart wijdte der bruggen. 7. de minste vrije doorvaarthoogte der vaste bruggen. 8. de sluizen, met schut- of schutkolklengte, wijdte en slagdorpeldiepte onder Kanaalpeil. 9. de kanaal-, sluis-, brug- en andere rechten. 10. de beheerder. 11. voorzooveel noodig het belangrijkste uit de reglementen, bijv. betreffende de toegelaten grootste afmetingen der schepen, de snelheden, de motorvaart, het voorschuttingsrecht, de sluitingstijden, de seinen, enz. 12. een naar den kilometrischen afstand uit het beginpunt gerangschikte beschrijving van den vaarweg (afstandstabel), met aanduiding der ligging van de zijvaarten, plaatsen, sluizen, bruggen, enz. Een aantal verdere bijzonderheden, die niettemin voor de scheepvaart van belang zijn, moesten in deze eerste uitgave van den Wegwijzer, ter bespoediging van den druk, nog worden weggelaten. Veelal zijn slechts de meer belangrijke kanalen onder een eigen volgnummer behandeld, terwijl de zijkanalen onder ditzelfde nummer in de afstandstabel zijn beschreven. 6 K Waar omtrent eenen vaarweg ook ter andere plaatse gegevens vermeld zijn, wordt daarheen door vermelding van het betreffende volgnummer verwezen. Het in dit eerste deel van den Wegwijzer behandelde gebied is grootendeels slechts voor kleine schepen toegankelijk. In den regel zijn de kanalen met 2 M. aanwezige minste diepte bevaarbaar voor schepen van 200 tot 300 ton laadvermogen; bij 1,50 M. diepte tot ruim 100 ton; bij 1,20 M. diepte tot 50 a 60 ton. Voor schepen van méér dan 300 ton laadvermogen zijn slechts bevaarbaar: 1. het Beltdiep, tot ruim 500 ton; 2. het Meppelerdlep, tot ongeveer 600 ton; 3. het Eemskanaal, het Zwartewater, de Willemsvaart en de Geïdersche LIssel, tot méér dan 1000 ton. Als empirische formule ter ruwe schatting van het maximum-laadvermogen in tonnen van 1000 K.G. van de schepen, die in het algemeen de in het behandelde gebied gelegen vaarwaters kunnen bevaren, kan Sb3d worden aan- . i genomen, waarin b = de kleinste doorvaartwijdte in meters en d = de feitelijk aanwezige minste diepte in meters. Waar zeer ongunstige bochten aanwezig zijn, is het laadvermogen geringer. Ter vermijding van onnoodige herhalingen zijn in het hoofdstuk „Reglementaire bepalingen" de voornaamste bepalingen betreffende de scheepvaart opgesomd, die van algemeene strekking zijn, hetzij met betrekking tot hét Rijk of tot eene der behandelde provinciën, enz. Zoo vindt '. men aldaar bijv. het voornaamste uit het „Reglement van politie op de rivieren, kanalen, enz. in de provincie Groningen", dat in de geheele provincie geldt. Dientengevolge wordt bij de afzonderlijke beschrijvingen deikanalen in de provincie Groningen dit reglement verder niet meer vermeld. Wat het Rijk betreft zijn de wetten en voorschriften met betrekking tot de scheepvaart, die een algemeen geldend karakter hebben, meestal slechts genoemd, maar niet in bijzonderheden medegedeeld; daaronder vallen bijv. de 7 bepalingen omtrent gezonken of gestrande schepen, omtrent voorkoming van aanvaring, betreffende het vervoer van ontplofbare stoffen, enz. In het algemeen is de graad van belangrijkheid der vaarwegen reeds uit de wijze van druk in den tekst kenbaar. Voor de systematische indeeling naar de verkeersdichtheid leze men het vermelde op bladz. 40. Op de drie groote kaarten, die als Bijlage bij het werk zyn gevoegd, zijn de vaarten naar gelang der belangrijkheid aangegeven met dubbele lijnen, met vette lijnen of met dunnere lijnen, waarbij echter niet steeds de maatstaf der verkeersdichtheid is aangenomen, aangezien een doorgaande vaarweg met minder verkeer soms belangrijker kan zijn dan een vaarweg uitsluitend van plaatselijk belang, die echter drukker bevaren wordt. Tenzij duidelijk het tegendeel is aangeduid, staan alle op de kaarten in elkaar loopende wateren ook bevaarbaar met elkaar in verbinding. Op de kaarten zijn ook de spoorwegen en de gemeentegrenzen aangegeven, zoodat de'schipper steeds weten kan in welke gemeente hij zich bevindt. Niet aangegeven zijn de landwegen, waaromtrent echter in den tekst bij de vermelding der bruggen veelal iets gezegd wordt. Alle plaats- en vaartnamen, sluizen, bruggen, enz. die in den tekst voorkomen, komen ook op de kaarten voor (hetzij op de groote kaarten of op de schetskaartjes); overigens komen daarop nog slechts voor de spoorwegstations en de hoofdplaatsen der gemeenten of, waar de gemeente een anderen naam draagt dan de hoofdplaats, ook de naam der gemeente. Behalve een overzicht der scheepvaartwegen, gerangschikt naar de volgnummers (hoofdzakelijk afhangende van de geografische ligging), is aan den Wegwijzer toegevoegd een tweeledig alphabetisch register, waarvan één alle in den tekst en op de kaarten vermelde scheepvaartwegen en het ander alle vermelde plaatsnamen, bruggen enz. bevat. Voor alles wat de zeevaart en de vaart in de zeegaten betreft wordt verder verwezen naar den „Zeemansgids 8 voor de Nederlandschc kust", uitgegeven door het Ministerie van Marine, Afdeeling Hydrografie, prijs f 3.— (verkrijgbaar bij de „Gebroeders van Cleef", Spui 28a te 's-Gravenhage), van welk werk periodiek eene nieuwe bewerking verschijnt. Slechts bij uitzondering vindt men dienaangaande in dezen Wegwijzer een en ander vermeld. Niet van alle waterwegen konden volledige opgaven worden verkregen; bovendien zijn deze aan verandering onderhevig. In het bijzonder de diepten der kleine vaarten kunnen tijdelijk door slecht onderhoud enz. wijzigingen ondergaan, die niet steeds terstond bekend worden. Dientengevolge kan voor de algeheele juistheid der gegevens van den Wegwijzer de verantwoordelijkheid niet worden aanvaard; ook niet voor de medegedeelde administratieve en financieele gegevens; te minder, wijl vooral deze laatste in verband met den algemeenen financieelen toestand in de laatste jaren veelal zijn herzien en dit tijdperk van herziening nog niet is afgeloopen. Het is onvermijdelijk, dat bij de samenstelling van een werk als dit, vooral in de eerste bewerking, hier en daar onnauwkeurigheden voorkomen en ook de gewenschte stelselmatigheid niet geheel zal zijn bereikt. Men wordt verzocht eventueele mededeelingen ter aanvulling en verbetering liefst schriftelijk te willen richten aan den Algemeenen Dienst van den Rijkswaterstaat te 'sHage, van Speykstraat N°. 20. IV. VERKLARING DER OPGAVEN. Betreffende de gegevens in den tekst dienen de volgende toelichtingen: 1°. Afstanden. Voor zijkanalen gelden deze, indien niet anders is aangegeven, vanaf de uitmonding in het hoofdkanaal. 2°. Kanaalbreedten. Deze zijn aangegeven op K.P. De bodembreedte is meestal 2 tot 4 maal het bedrag deidiepte onder K.P. kleiner. 3°. Kanaaldiepten. De diepten zijn vermeld ten opzichte van het aangegeven kanaalpeil (K.P.), dat meestal met het boezempeil der waterschappen overeenkomt. Daar de feitelijk aanwezige waterstand schommelt, zijn hieronder de belangrijkste afwijkingen der meest voorkomende boezempeilen aangegeven. Nog grootere afwijkingen (zooals in 1921) komen zelden voor. Op de meeste vaarten kunnen in den zomer waterstanden voorkomen, die voor de scheepvaart hinderlijk zijn, zoodat de schipper ter bepaling van den diepgang, waarmede een vaarweg kan worden bevaren, zich op de hoogte moet stellen van den oogenblikkelijken waterstand onder of boven K.P. Bovendien moet bij de dieptecijfers bedacht worden, dat vele vaarwegen niet steeds voldoende worden onderhouden en dientengevolge verondieping kan ontstaan, zoodat het steeds wenschelijk blijft plaatselijk daaromtrent inlichtingen te vragen. Als regel zijn de feitelijk aanwezige minste diepten aangegeven; het kan echter voorkomen, dat bij enkele vaarten, niettegenstaande navragen, eenige verondieping over 't hoofd is gezien. Vooral beneden sluizen kunnen zich somtijds stroomdammen vormen, waar eenigen tijd na het op diepte baggeren reeds een paar decimeter minder water staat. In sommige gevallen is het jaar der laatste baggering aangegeven. Waar in den tekst de toelaatbare diepgang of het grootste laadvermogen der vaartuigen, die de vaart kunnen bevaren, vermeld worden, hebben deze eveneens betrekking op waterstanden = K.P. Voor de provinciale vaarwegen in Friesland en voor de voornaamste vaarwegen in Drenthe, Overijssel en Gelderland zijn de grootst toelaatbare diepgangen, enz. officieel vastgesteld; niet echter in de provincie Groningen, waar dienaangaande slechts weinige bepalingen bestaan. 10 Bij de vaarten, waar omtrent den grootsten diepgang niets wordt vermeld, is het, vooral bij kleine vaarten, met het oog op plaatselijke verondiepingen of het aanwezig zijn van een sliklaag, in den regel raadzaam den diepgang niet grooter te nemen dan 0,30 M. kleiner dan de uit de opgegeven minste bodemdiepte af te leiden diepte van den bodem onder den feitelijken waterstand; bij zeer breede schepen is deze overmaat nog iets grooter te nemen. Boezempeili Hoogste | Laagste j ten , . Benaming. ^pzichte ten van Bemerkingen. in Meters.' het. Boezempeil m Meters. Winsehoter- 0,62 + 0,35 + 0,70 — Van 1 November—1 April peil. wordt het peil te Groningen zoo mogelijk op 0,42 M. + N. A. P. of lager gehouden. I Op het Winschoterdiep en daar bezuiden wordt het peil zoo mogelijk op K.P. gehouden. A-peiL | ' 0,25 + 1,00 + 0,60 -r I De zomerstand is meestal 0,10—0,15 M. 4- A.peil. Te Nieuw-Statenzijl zijn de verschillen in waterstand grooter. Peil van Duurs- 1,28 -r 1,23 + 0,02 -f- Van 1 Mei-1 September wold. is het peil 0,98 M. -r N.A.P. Peil van Old- | 1,28 -=- 0,80 + 0,30 -f- Van 1 April tot 1 October ambt. komen geen lagere standen dan van 0,15 M. -r P. voor. Peil van Five- 0,93 -f 0,80 + 0,15 -jlingo. Peil van Hun- 0,93 H- 0,60 + 0,25 -r Het zomerpeil is ongeveer singo. 0,12 M. hooger. Peil van Wes- 0,93 4- 0,60 + 0,30 -r terkwartier. Frieslands 0,66 -r 1,00 + 1,00 -r Tot dezen boezem bo- zomerboezem- hooren de meeste van Fries- peil. lands bevaarbare wateren. Standen beneden 0,40 M. 4F. Z. P. komen zelden voor. De laagste boezemstanden komen in het Z.W. (Stavoren) voor. 11 „ .. Hoogste I Laagste I Boezempeil ' ten t , Benaming. opzichte ten opz|cllte van Bemerkmgen. Meters' het Boezempeil in Meters. in Meter& Thans is besloten, dat tot hot jaar 1926 de boezemstand in den zomer (van 15 April tot 15 October) zooveel mogelijk op minstens 0,20 M. + F.Z.P. zal worden gehouden en in den wimer op minstens 0,25 M. + F.Z.P. Dit is voor de scheepvaart van groot belang. Na afsluiting der Zuiderzee zal ook in den zomer gelegenheid bestaan door inlating van .zoetwater de laagste zomerstanden te verhoogen. Peil van het 0,50 4- 0,10 + 0,35 4- Het peil wordt zooveel waterschap mogelijk gehandhaafd. Voor Vollenhove. de scheepvaart is het in 't algemeen te laag. Omtrent de zeestanden worde volstaan met de volgende opgaven. I M-v- | M-E- | Ge- I Verval b« Laagst middeld bekende Plaats. 1911—1920 verval springtij doodtij | ebstand ten opzichte van N. A. P. _ M —NAP in meters. 111 meters. Statenzijl .... +1,33 Delfzijl +1,17 4-1,61 2,78 ' 3,35 2,15 4- 3,48 Zoutkamp.... +1,03 4-1,44 2,47 2,70 1,65 4-2,94 Ezumazijl .... + 0,99 4-1,40 2,39 2,70 1,90 4- 2,29 Harlingcn . . . . + 0,62 4- 0,71 1,33 1,55 0,95 4- 2,18 Hindeloopen . . + 0,32 4- 0,26 0,58 0,70 0,45 4-1,78 Stavoren +0,22 4-0,25 0,47 0,60 0,35 4-1,68 Lemmer + 0,12 4- 0,07 0,19 0,30 0,15 4-1,88 Kraggenburg . . + 0,16 4- 0,09 0,25 ' 0,30 0,20 4-1,97 12 De hoogste zeestanden zijn van 2 M. tot 3 M. hooger dan M.V. De laagste zeestanden zijn van 1,50 M. tot 2,00 M. lager dan M.E. 4°. Sluisafmetingen. Waar geene schut- of schutkolklengte | is aangegeven, beteekent dit, dat de sluizen open staan of de doorvaart bij gelijk water (bij op- en toeslag) plaats heeft. Niet steeds waren inlichtingen te verkrijgen omtrent de grootste lengte der schepen, die nog geschut kunnen worden, wat dikwijls ook van den bouw van het schip afhangt. De verstrekte lengte-opgaven zijn dus in het algemeen als „ongeveer" te beschouwen. Beknoptheidshalve is van de diepten der slagdrempels | meestal slechts de ondiepste (onder het peil van het betreffende kanaalpand) opgegeven., 5°. Bruggen. In den regel zijn de vóór de afstandstabellen j aangegeven wijdten de doorvaartwijdten der nauwste \ bruggen; de vrije hoogten zijn gerekend van de onder- j kanten der laagste vaste bruggen tot K.P. In den regel zijn niet alle bruggen op de kaarten en in de afstandstabel afzonderlijk aangegeven, met name niet bij kleine vaarten, indien het aantal groot is. Het is raadzaam geen sluis of brug door te varen met vaartuigen breeder dan minstens 0,20 M. minder dan de doorvaartwijdte. Waar voorschriften omtrent toegelaten grootste , breedte der vaartuigen bestaan, is deze maat van 0,20 M. meestal als minimum aangehouden. Sommige voorschriften omtrent toegelaten grootste afmetingen bepalen echter ; grootste breedten en diepgangen voor vaartuigen, die méér i bedragen dan waarmede de betreffende vaart feitelijk bevaarbaar is; dit is dan daaruit af te leiden, dat bijv. de kleinste brugwijdte volgens den Wegwijzer minder bedraagt ' dan de grootste toegelaten oreedte;*ook hiermede dient dus rekening te worden gehouden. 6°. Los- en laadplaatsen zijn slechts nu en dan bijzonder vermeld; ze zijn in den regel in alle hoofdplaatsen langs ' de kanalen aanwezig. Niet steeds zijn de tarieven hiervan aangegeven. 7°. In Groningen zijn meestal trekpaden aanwezig; in Friesland meestal niet. Zelfs waar geene bepaalde trek- . paden aanwezig zijn, kan dikwijls toch langs den oever getrokken worden. V. REGLEMENTAIRE BEPALINGEN.*) Behalve het groote werk van J. F. Boogaard: „Wetten, Decreten, Besluiten, Tractaten en andere bescheiden betreffende den Waterstaat in Nederland, met aanteekeningen", thans verzameld en uitgegeven op last van het Departement van Waterstaat, van welk werk jaarlijks een vervolgdeel verschijnt, bestaat eene officieele uitgave: „Verzameling van wetten, besluiten en verordeningen betreffende de Binnenlandsche scheepvaart in Nederland", uitgegeven door het Ministerie van Waterstaat in 1910, dat in veel gevallen verouderd is, en verder een kleiner werk: „Reglementen en voorschriften betrekking hebbende op de Binnenscheepvaart", ten dienste der schipperij, bewerkt door A. H. Sirks, 4e druk van 1920. Voor het gebruikmaken van 's Rijkswaterstaat&werken, het bevaren van openbare wateren onder beheer van het R\jk enz., wordt verwezen naar: de wet van 28 Februari 1891, St.bl. N°. 69, en het K. B. van 24 November 1919, St.bl. N°. 765, tot vaststelling van een algemeen reglement van politie voor rivieren, kanalen, havens, sluizen, bruggen en daartoe behqprende werken onder beheer van het Rijk. Bij afkorting wordt dit reglement genoemd: „Algemeen reglement van politie voor rivieren en Rijkskanalen". Dit reglement is van toepassing op de meeste bevaarbare rivieren, op de Rijkskanalen en op een aantal verspreid liggende werken. Het is verder in de bijzondere reglementen van een aantal kanalen, enz. onder provinciaal of ander beheer, op deze van toepassing verklaard, voor zoover daarvan in die bijzondere reglementen niet uitdrukkelijk wordt afgeweken." Zooals vanzelf spreekt is dit in de eerste plaats het geval ten aanzien van de bevoegdheid deiRijksambtenaren. Bij een kanaal in beheer bij de provincie is dientengevolge overal, waar in het „Algemeen reglement" i) "Wat de reglementaire bepalingen betreft, is datgene, wat in dit hoofdstuk in 't algemeen is behandeld, niet bh' de behandeling der afzonderlijke kanalen, op welke het betrekking heeft, herhaald. Bij het gebruik van den Wegwijzer is hierop te letten. 14 van een ambtenaar van den Rijkswaterstaat wordt gesproken in de plaats van „Rijkswaterstaat" te lezen: „provincialen Waterstaat" enz. Elke schipper, die een der wateren, waarop het reglement van toepassing is, bevaart, moet een exemplaar er van aan boord hebben, benevens van het betrokken Bijzonder reglement en van het Blnnenaanvaringsreglement. Grondige bekendheid met de bepalingen van het „Algemeen reglement" moet dus bij den schipper worden ondersteld; een groot deel der politiebepalingen schijnt overigens bijna vanzelf sprekend. Een letterlijke afdruk blijft hier achterwege; volstaan wordt met een uittreksel: Art. 3. Alle door mechanische kracht voortbewogen vaartuigen worden als stoom vaartuigen aangemerkt, tenzy; tijdelijk alleen onder zeil. Art. 5. Alle vaartuigen van meer dan 1 M. diepgang moeten' nabij den achtersteven voorzien zijn van eene schaal, waarop de diepgang duidelijk is af te lezen. Art. 7. Bij schepen van meer dan 10 ton laadvermogen moeten de naam van het vaartuig, benevens de naam en woonplaats van den schipper duidelijk leesbaar in letters van tenminste 0,10 M. hoogte en 0,01 M. breedte op de vaste deelen van het vaartuig zijn aangegeven. Art. S. Tenzij met vergunning of op bevel van den Ambtenaar van den Waterstaat, is het verboden elders dan op de daartoe bestemde aanlegplaatsen aan te leggen. Art. 14. Het aandoen van eene haven is verboden, wanneer des daags eene roode vlag op een der havenhoofden en des nachts een tweede rood licht wordt geloond nabij het gewone roode havenlicht. Art. 15. Het openen eener sluis tot spuiing wordt tenminste één uur te voren aangeduid, dés daags door eene blauwe vlag, waarin met witte letters het woord ,spuien", des nachts door drie roode lichten, geplaatst in de hoekpunten van een gelijkzijdigen driehoek, met den top naar boven gericht. Op vertoon van dit signaal of aankondiging der spuiing do,or den betrokken ambtenaar, moeten vaartuigen stevig worden vastgelegd. 15 Art. 16. De schipper moet zijn vaartuig doen stoppen (en desgevorderd vastleggen) indien des daags een roode cylinder, afgedekt door een halven bol, of een rood bord of eene roode vlag op de sluis of brug wordt getoond en indien des nachts een of meer roode Jichten worden getoond. Bij stremming der doorvaart van sluizen en bruggen, die in den regel ook des nachts geopend worden, wordt dit des nachts door twee roode lichten boven elkaar aangeduid. Groene lichten duiden des nachts de doorvaartopeningen aan. Art. 18. Elk vaartuig wordt, behoudens het bepaalde in artikel 19, geschut naar de orde van aankomst, met dien verstande, dat een later aangekomen kleiner vaartuig geschut kan worden vóór een vroeger aangekomen grooter vaartuig, wanneer in verband met de reeds rechtens ter doorschutting opgenomen of op te nemen vaartuigen, 'voor het grootere voor het oogenblik de ruimte in de schut kolk ontbreekt. Indien zich van weerszijden vaartuigen ter doorschutting aanmelden, worden zij beurtelings van de eene en de andere zijde doorgelaten, te beginnen met het vaartuig, komende van den kant, waar de waterstand gelijk is aan dien der schutkolk. Bij drukke scheepvaart geven de sluismeesters of sluiswachters voor het bewaren der orde nummers af. Art. 19. Recht op vóórschutting hebben, in de navolgende orde: vaartuigen, die den wimpel voeren; Rijksvaartuigen en vaartuigen, dienende tot vervoer van in dienst zijnde ambtenaren van den waterstaat; vaartuigen met hunne sleepbooten onder militair commando of geleide, dienende voor vervoer van gewonden; vaartuigen, geregeld varende tot vervoer van personen volgens afgekondigde dienstregeling; vaartuigen met versche visch geladen; vaartuigen met lading van al of niet aan gemunt edel metaal,' bestemd voor of komende van 's Rijks Munt te Utrecht; vaartuigen met lading voor militaire doeleinden; vaartuigen, geregeld varende volgens afgekondigde dienst 16 regeling tot vervoer van stukgoederen of vee, met hunne lichters of bijliggers. Vaartuigen met ontplofbare of licht ontvlambare stoffen geladen, worden zooveel mogelijk vóór alle andere en steeds afzonderlijk geschut. '• Art. 24. In den regel wordt eene brug, telkens nadat twee vaartuigen achtereen zijn doorgevaren, ten behoeve van het verkeer te land gesloten. De brugwachter is bevoegd, bij uitzondering van dezen regel af te wijken, zoo het doorvaren van een vaartuig zoolang duurt, dat door het doorlaten van een tweede vaartuig de belangen van het verkeer te land te zeer zouden worden benadeeld. Sleeptreinen worden in hun geheel ineens doorgelaten. Bij het doorvaren eener brug hebben de vaartuigen, die voor stroom gaan, den voorrang boven die, welke tegen stroom gaan. Wanneer er geen stroom gaat, hebben de vaartuigen, die voor den wind gaan, den voorrang boven die, welke gesleept of gejaagd worden. Art. 25. Het bevaren van een kanaal bij besloten water kan door den Commissaris der Koningin worden verboden. Art. 28, 30. Bij het zinken of aan den grond raken van een vaartuig of het verloren raken van voorwerpen, die gevaar of hinder kunnen veroorzaken, is de schipper verplicht terstond aan den betrokken ambtenaar van den waterstaat kennis te geven. De plaats, waar het vaartuig of voorwerp gezonken is, moet door den schipper terstond door eene boei worden aangewezen. Art. 32. Bij het voorbijvaren van diep geladen vaartuigen, baggermolens, in lossing of lading liggende vaartuigen, vlotten of andere drijvende inrichtingen, voor welke de golfslag gevaarlijk k;m zijn en die tot teeken daarvan moeten vertoonen des daags eene roode vlag, des nachts twee helder roode lichten loodrecht boven elkander geheschen, met eene tusschenruimte van niet minder dan 0,50 M. en niet meer dan 1 M., moeten stoomvaartuigen hunne vaart zooveel verminderen als noodig is om nadeeligen golfslag te voorkomen. Hetzelfde moet geschieden op die gedeelten van rivieren of kanalen, waar op last van de daartoe bevoegde ambtenaren 17 van den waterstaat, of vanwege dijksbesturen door de bedoelde seinen is aangeduid, dat door golfslag schade oe onheil zou kunnen ontstaan. Art. 52. Behalve in ge var van eenig onheil en in de gevallen, waarvoor dit verplicht is gesteld, mag aan boord van een vaartuig of vlot des nachts geen klok geluid en geen stoomfluit of sirene gebruikt worden. Art. 95. De schippers zijn verplicht, onverwijld te gehoorzamen aan alle bevelen, welke hun door de ambtenaren van den waterstaat in het belang van de vaart of van de werken worden gegeven. Van de bevelen der in het eerste lid genoemde ambtenaren is, onverminderd de verplichting om daaraan onmiddellijk te voldoen, hooger beroep op den Commissaris der Koningin. Bij circulaire van den Minister van Waterstaat van 4 November 1910 is verder bepaald, dat bij stremming van een vaarwater in beheer bij het Rijk daarvan aankondiging zal worden gedaan op borden aan verschillende sluizen en bruggen, aan de woningen der kanaalbeambten, aan de koopmansbeurzen te Amsterdam en Rotterdam, in de Staatscourant en in de scheepvaartbladen Schuttevaer en Scheepvaart. Voor het bakenwezen op de groote rivieren gelden: de wet 'van 20 April 1895, St.bl. n°. 71; het Reglement, vastgesteld bij K. B. van 5 Juni 4915, St.bl. n°. 234, bepalende de indeeling in bakenkwartieren! Betreffende de aanduiding der betonning van de hoofdrivieren, geldt de beschikking 'van den Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid van 4 Februari 1901 La. M., Afd. Waterstaat. I Het aantal en de grenzen der bakenkwartieren (dienstkringen van de bakenmeesters) zijn intusschen weder gewijzigd en in dezen Wegwijzer bij de betreffende rivieren aangegeven. ■ De taak van den bakenmeester is de zorg voor de 2 18 bebakening en betonning op alle groote rivieren, uitgezonderd de zeemonden, benevens het inlichten der schippers met betrekking tot het vaarwater, enz. Zij mogen geene vergoeding vorderen. Hun aantal bedraagt ongeveer 50. De betonning der hoofdrivieren geschiedt naar het volgende stelsel: De grens van het vaarwater, zooverre dit betond wordt, wordt aangegeven: afwaarts varende aan stuurboord door zwarte stompe tonnen; aan bakboord door roode spitse tonnen. Eene ondiepte of scheiding van twee vaarwaters wordt aangegeven door kogeltonnen met als topteeken: aan het benedeneind twee kegels met het grondvlak tegen elkaar; aan het boveneinde één kegel. Kan een kogelton aan beide zijden gepasseerd worden, dan is deze beschilderd met roode en zwarte banden. Kan een kogelton slechts aan eene zijde gepasseerd worden, zoo is deze geheel rood en geheel zwart, naarmate de kleur is van de aan denzelfden kant gelegen tonnen. Ankerplaatsen kunnen worden aangegeven door rood en zwart geblokte kogeltonnen of petroleumvaten. Als topteekens kunnen ook gebezigd worden: een afgeknotte kegel ter aanduiding van de rechterzijde van het vaarwater (afwaartsvarende); een bol ter aanduiding der linkerzijde van het vaarwater (afwaartsvarende); een staand en liggend kruis als bijzondere merken. De tonnen dragen als merk den naam van de rivier en het nummer van het bakenkwartier. Bij beschikking van den Minister van Waterstaat van 4 April 1913, n°. 254, Afd. Waterstaat, is het seinwezen aan een groot aantal bruggen en sluizen vereenvoudigd. Het seinwezen aan deze kunstwerken is als volgt geregeld : 19 bij gesloten stand van brug of sluis: twee roode lichten, waarvan een aan elke zijde der doorvaartopening; gedurende het openen of sluiten: één rood licht aan de eene en een groen licht aan de andere zijde der doorvaartopening; bij geopenden stand en vrije doorvaart: twee groene lichten, waarvan een aan elke zijde der doorvaartopening; bij verboden doorvaart en als het openen onmogelijk is • twee roode lichten boven elkander. Wat dit deel van . den Wegwijzer betreft, gelden deze seinen slechts aan de sluizen en de Rijksbruggen op de Willemsvaart en aan de sluizen op het Meppelerdiep te Zwartsluis. De talrijke reglementen voor de scheepvaart ter beveiliging van spoorwegbruggen verschillen meestal sléchts weinig. Het seinstelsel aan de spoorbruggen is voor de meeste gevallen geregeld bij K. B. van 30 April 1910, St.bl. n°. 129. De meest gebruikelijke seinen zijn: bjj geopende brug en vrije doorvaart: des daags: een geheel opgehaalde bol met een minimum-middellijn van 0,90 M., beschilderd met zwarte en witte driehoeken, minstens 5,50 M. boven de spoorstaven en brugliggers; des nachts: een groen licht, minstens 3,50 M. boven de spoorstaven en brugliggers; bij gesloten brug: des daags: een geheel neergelaten bol; des nachts: een rood licht aangebracht alsboven voor het groen licht aangegeven. 20 Nachtseinen worden gegeven van een nali uur na zonsondergang tot een half uur vóór zonsopgang; eveneens bij mist, enz. Slechts waar van deze seinen wordt afgeweken, zal dit bij de betrokken brug worden vermeld. De spoorwegbruggen worden zooveel mogelijk geopend gehouden tot 10 a 15 minuten vóór het vermoedelijke tijdstip,- dat een trein zal passeeren. In het algemeen is deze tijdruimte 15 minuten. Slechts waar eene andere regeling bestaat, zal deze bij de betrokken brug nader worden medegedeeld. Indien twee door vaartopeningen aanwezig zijn, is in den regel de opening aan stuurboordzijde door te varen. Indien een van de andere zijde komend vaartuig nader bij de brug is, moet het verst verwijderde vaartuig buiten de stoppalen wachten. Bij gelijktijdige aankomst aan eene brug, hebben in den regel vaartuigen, in dienst van den beheerder van het vaarwater, en het van bövenwindskomende of met den stroom varende schip, passagiersstoombooten, beurtschepen, soms ook alle stoombooten enz. den voorrang. Meestal moet een getrokken vaartuig stoppen voor andere vaartuigen. In den regel wordt aan de spoorwegbruggen geen bruggeld geheven. Verwezen wordt verder: Voor de voorschriften ter voorkoming van aanvaring of aandrijving naar: de wet van 15 April 1891, St.bl. n°. 91; het K. B. van 18 Mei 1892, St.bl. n°. 102, laatst gewijzigd bij K. B. van 15 Mei 1913, St.bl. n°. 185 (Binnenaanvaringsreglement). Voor de opruiming en het beheer van gezonken of gestrande vaartuigen en voorwerpen naar: de wet van 23 Juli 1885, St.bl. n°, 151. 21 Voor de bepalingen betreffende meting van binnenvaartuigen naar: het K. B. van 20 Juli 1899, St.bl. n°. 164, laatst gewijzigd bij K. B. van den 26sten Mei 1920, St.bl. n°. 258. Voor het vervoer van licht ontvlambare en ontplofbare stoffen naar: de wet van 26 April 1881, St.bl. n°. 81; het K. B. van 15 October 1885, St.bl. n°. 187, laatst gewijzigd bij K. B. van 20 Juli 1921, St.bl. n°. 1001. Volgens de wet van 22 Juli 1899, Stbl. n°. 173, heft de Staat geene rechten meer voor het gebruik van wegen, kanalen, havens, sluizen en bruggen. Alle Rijkskanaal-, haven-, sluis- en bruggelden zijn dus afgeschaft. De vroegere rijksschippersbeurskringen, die ingevolge de Binnenscheepvaartwet waren opgericht, zijn vervallen. Voor het verkrijgen van inlichtingen omtrent binnenvaartaangelegenheden, zal men zich kunnen wenden tot de navolgende ambtenaren voor de binnenvaart: K. Salomons, te Gasselternijeveen, tel. n°. 12; G. S. Vlieger, O. Z. Voorburgwal 151, Amsterdam, tel. C.503; M. C. Dekkers, Thorbeckestraat 24a, Rotterdam, tel. 13688. De tusschenkomst dezer ambtenaren kan desverlangd worden ingeroepen bij het opmaken van verklaringen nopens scheepsrampen en ongevallen in de binnenvaart. Ter informatie van de belanghebbenden worden in de Nederlandsche Staatscourant dagelijks opgaven van waterhoogten en van den ijstoestand op de Nederlandsche hoofdrivieren gepubliceerd. Ter beoordeeling van deze Waterstanden is op het verschil van den momentanen stand en den M. R. stand te letten. Eene regeling is in voorbereiding, waardoor bij de Rijksambtenaren voor de Binnenvaart te Amsterdam, Rotterdam en Gasselte-Nijeveen, benevens op eenige andere plaatsen kosteloos 'inlichtingen zijn te verkrijgen betreffende de waterstanden en den ijstoestand in de hoofdrivieren, de Zuiderzee en in eenige belangrijke scheepvaartkanalen. 22 PKOVINCIE GKONINGEN, In deze provincie zijn de meeste vaarwaters in beheer bij de groote waterschappen. De provincie beheert echter o. a de drie groote vaarwegen: het Eemskanaal, het Reitdiep en het Hoendiep; de stad Groningen o. a. het Stadskanaal met zijkanalen en een groot deel van het Winschoterdiep. Slechts weinige andere gemeenten beheeren eenige kleine vaarten. Het Rijk heeft slechts weinige scheepvaartwerken in beheer. Algemeen van toepassing is het: „Politie Reglement op de rivieren, kanalen, havens, en daarbij behoorende werken in de provincie Groningen , afgekondigd bij Notificatie van G. St. van 12 November 1914, Pr.bl. n°. 63, gewijzigd volgens Pr.bl. n°. 48 van 1920, waarvan evenwel in vele gevallen vrijstellingen en ontheffingen kunnen worden verleend. Voor iederen schipper, die in de provincie Groningen vaart, is het van belang dit reglement in bezit te hebben. Eene korte samenstelling der voornaamste bepalingen volgt hieronder. Art. 3. Met stoomschepen gelijkgesteld worden alle door mechanische kracht voortbewogen vaartuigen. Art. 8. Het is verboden: 1. bruggen of batten, na deze te zijn doorgevaren, open te laten staan, tenzij zij openstaande zijn bevonden. 2. vaartuigen te laten liggen naast een ander vaartuig, uitgezonderd in de meeste wateren in de stad Groningen, en op zoodanige plaatsen als door G. St. wordt bepaald. 3. eene andere ligplaats in te nemen als door de betreffende autoriteit is bepaald. 4. op vaartuigen aan trekpad- of trekweg-zijde liggende, de masten staande te hebben, behalve in geval van laden en lossen en mits de gezagvoerder de lijnen van passeerende vaartuigen klaar houde. 5. behoudens vergunning des nachts of in den tijd, dat er niet geladen of gelost wordt, een vaartuig aan trekpadof trekwegzijde vast te maken. 6. kanalen te bevaren met vaartuigen grooter dan 10 ton, zonder dat daarop de tonnenmaat, de namen van vaartuig, 23 gezagvoerder of eigenaar en diens woonplaats ter weerszijden op de vaste deelen van het vaartuig zijn geschilderd, van af den kanaaloever duidelijk leesbaar. 7. met een sleepboot meer dan 5 schepen tegelijk te sleepen. 8. de kanalen te bevaren met vaartuigen, waarvan de bovenlast meer dan 0,50 M. buiten scheepsboord uitsteekt. Hiervan is ontheffing verleend voor vaartuigen geladen met riet, ongedorschte granen, ongeperst hooi, gras, rijshout enz. 9. de kanalen te bevaren met vaartuigen dieper geladen dan tot den onderkant der aan iedere zijde van het vaartuig aangebrachte metalen ijkplaat of zoo deze niet is aangebracht, dieper dan 0,06 M. beneden het vaste boord, gemeten midscheeps. 10. de stoomfluit te gebruiken. Art. 10. Sluizen en bruggen moeten op werkdagen van 5 u. v.m. tot 8 u. n.m. worden geopend tot het doorlaten van vaartuigen; zeesluizen echter niet vóór zonsopgang of na zonsondergang. Passagiersvaartuigen, voor welke ten minste 2 maal 24 uren en hoogstens 8 dagen te voren bij den beheerder mededeeling is gedaan, worden ook op Zon- en feestdagen doorgelaten. Op andere uren en dagen mogen geene schepen worden doorgelaten, tenzij om dringende redenen, met vergunning van den beheerder. Pr.bl. n°. 4 van 1921 (met aanvullingen) bevat eene opsomming der afwijkende sluitingstijden aan een groot aantal bruggen en sluizen. Art. 13. Betreffende vóórschutting bepaalt dit artikel: Vaartuigen met ontplofbare stoffen worden dadelijk en zooveel .doenlijk vóór alle andere geschut; vaartuigen dienende tot geregeld vervoer van personen, goederen of vee op bepaalde dagen en uren hebben recht dp vóórschutting. Aan zeesluizen worden in den regel de naar zee bestemde vaartuigen eerst geschut. Bij sluizen -en bruggen waar een recht geheven wordt, moet een tariefbord geplaatst zijn. 24 Art. 14. Dit artikel bevat bepalingen omtrent de grootste snelheid in de minuut met welke kanalen, behoudens schriftelijke ontheffing door GL St., met stoom- en motorschepen mogen worden bevaren. Deze wisselen af van 150 M. tot 50 M. in de minuut. "Waar in dezen Wegwijzer bij een in de provincie Groningen gelegen kanaal niets anders vermeld wordt, bedraagt deze grootste snelheid 50 M. in de minuut of 3 K.M. per uur. Aangezien deze snelheid in den regel te klein wordt geacht, wordt meestal Tergunning gevraagd met grootere snelheid te mogen varen. Art. 17. Motorschepen, grooter dan 10 ton, moeten ter weerszijden het woord „Motorschip" vertoonen. Het reglement bevat verder bijzondere bepalingen omtrent het Eemskanaal en het Verbindingskanaal tusschen het Eemskanaal en het Noord-Willemskanaal. Betreffende de „heffing en Invordering van kanaal-, sluis-, haven-, dok-, steiger- en bruggelden" geldt het Reglement, afgekondigd bij Notificatie van G. St. van 22 Januari 1920, Pr.bl. n°. 7, met wijzigingen. Het bevat de tarieven van een aantal kanalen, in beheer bij de provincie. Voor alle in het reglement genoemde objecten, waar rechten worden geheven per keer of per etmaal, zijn tegen betaling van 30 maal het bedrag voor één keer en één etmaal couponboekjes verkrijgbaar, bevattende 45 coupons, waarmede het verschuldigde recht zal kunnen voldaan worden. Wanneer op Zon- en feestdagen of op werkdagen tusschen des namiddags 8 uur en des voormiddags 5 uur, sluizen of' bruggen worden door gevaren, wordt het sluisgeld met f 2,50 en het bruggeld met f 1 verhoogd, welke verhoogingen aan den betrokken brugwachter of sluismeester zjjn te Tbetalen. Bij voorschutting wordt het sluisgeld tot het drievoudige verhoogd. Voor schepen, voor welke vaste ligplaatsen zijn toegestaan, wordt het recht met 25 % verhoogd. Voor stoomschepen worden de rechten, die per ton 25 geheven worden met 50 % vermeerderd, waarbij echter voor stoomschepen van minder dan 100 ton de "gewone tarieven, berekend naar den tonnenmaat, vermeerderd met 50 tonnen, moeten worden toegepast. Bij gebreke van een geldigen meetbrief moet de gezagvoerder zich onderwerpen aan de van het vaartuig door den gaarder te maken begrooting. Het reglement somt verder een aantal vrijstellingen van betaling op; zoo o. a. veelal voor vaartuigen, die enkel doorvaren, bij wachten tengevolge van ijs of wegens vertraagde doorlating door brug of sluis, bij vertoeven op Zondagen of alleen des nachts zonder té laden of te lossen enz. Be in genoemde reglementen vervatte speciale bepalingen worden bij de betreffende vaarwegen medegedeeld. Sedert 1 November 1922 is op de Veenkoloniale kanalen in beheer bij de Gem. Groningen (niet in de Gem. Groningen gelegen) een nieuw tarief van sluis- en bruggelden ingevoerd, i) In het algemeen bedraagt op deze kanalen het sluisgeld per 2 ton 7 ct., voor ledige vaartuigen de helft, het bruggeld 10 ct. per brug en 2 et. per vonder, uitgezonderd de bruggen over of naastsluizen en de spoor- en trambruggen. die vrij zjjn. Een aantal verdere uitzonderingen zijn in de afstandstabellen genoemd. Bovendien blijven voorloopig nog uitgezonderd de gevallen waarvoor gelden het in 1817 door de Gem. Groningen gesloten Convenant met de Marken westelijk van het Stadskanaal enz. (gewijzigd in 1870), het contract met het Emmercompascum en de Munstersche Stukken van 1875 en het contract met de Weerdiugervenen van 1872 (gewijzigd in 1875). Deze contracten betreffen bijna het'geheele scheepvaartverkeer van Groningen met de Drentsche venen door de kanalen in beheer bij de Gem. Groningen en regelen de heffingen van turf- en andere schepen. Voor de schepen bestemd naar de Drentsche vonen, waarvoor deze verdragen gelden, blijven voorloopig nog de oude heffingen van kracht. (Sluisgeld meestal 30 cent per Bchip, 10 ct per praam; bruggeld soms 5 ct.) Schepen, die recht hebben op de oude tarieven, moeten in het bezit zijn van een bewijsstuk van de betrokken waterschapsbesturen of andere verklaring ten genoege van den Ingenieur der Stadsbezittingen en bekomen op vertoon daarvan aan de sluizen een schipperskaart, die aan de volgende sluizen wordt afgestempeld. Hét voornemen bestaat de veenkoloniale kanalen van de Gem. Groningen uit te diepen en voortaan beter op diepte te houden. Eveneens is thans bepaald, dat behoudens eenige uitzonderingen in den Wegwijzer aangegeven, op de Groningsche kanalen bezuiden het Winschoterdiep geene schepen breeder dan 5,80 M. toegelaten zullen worden (behoudens speciale vergunning van Ged. St.) en in zooverre de brugwijdten enz. de vaart met schepen van deze grootte mogelijk maakt. PROVINCIE FRIESLAND. Bijna alle belangrijke kanalen en vaarwegen in Friesland zijn in beheer bij de provincie. Ook vele gemeenten, i) K. B. van 12 Oct. 1922 n°. 33. 26 waterschappen en dijkbesturen beheeren een groot aantal, doch slechts kleinere vaarten. Enkele vaarten van belang, als b.v. de Engelenvaart, zijn in beheer bij particulieren. Het Rijk beheert o. a. de trekvaart van Dokkum naar Gerbenallesverlaat, eenige zeesluizen en havens. Tengevolge van de oprichting van vele nieuwe waterschappen zijn in de laatste jaren talrijke kleine vaarten afgesloten, andere gewijzigd en verdiept en deze periode van veranderingen is nog niet ten einde. In het algemeen gelden voor de kanalen in beheer bij de provincie de bepalingen van het „Reglement van politie op de waterstaatswerken in onderhoud en beheer bij de provincie Friesland", herdrukt bij besluit van G. St. van 5 October 1911, Pr.bl. n°. 143, met wijzigingen, genaamd „Provinciaal Huishoudelijk reglement van Politie". Dit reglement is voor den schipper van veel belang. Hierbij behoort het besluit van G. St. van 2 October 1911, Pr.bl. n°. 140, met wijzigingen, bevattende verschillende Staten, opsommende de vaarten en werken in beheer bij de provincie, de toe te laten lengten, breedten, diepgangen en snelheden der vaartuigen. Verder behooren hierbij talrijke provinciale tarieven voor kanaal-, sluis-, brug- en andere scheepvaartrechten, laatstelijk vastgesteld in Maart 1920 (met wijzigingen). Hieronder volgt een uittreksel van de voornaamste algemeene bepalingen uit het „Huishoudelijk reglement". Het is verboden: Art. 6. in de lengte richting van den weg op den benedenberm te loopen om een vaartuig te trekken; Art. 12. de giek, boegspriet of ander tuig over een trekweg of pad, dijk of berm te laten strijken of uitsteken; Art. 14. een vaartuig bij nacht aan de trekweg- of padzijde te laten liggen of over dag met staanden mast langer dan voor het laden en lossen volstrekt noodig is. De gezagvoerders zijn in het laatste geval verplicht te zorgen, dat de lijnen van voorbij getrokken vaartuigen behoorlijk worden overgebracht; 27 Art. 15. eenige stremming of belemmering voor scheepvaart of afstrooming te veroorzaken. Van verloren of gezonken voorwerpen, die hinder kunnen veroorzaken, is terstond kennis te geven aan den betrokken ambtenaar of beambte van den provincialen waterstaat. Art. 23,26. Op schepen van meer dan 19 ton laadvermogen moeten ter weerszijden van den steven het laadvermogen,benevens de namen van schip en schipper zijn aangegeven in letters van 7 c.M. hoogte. Alle stoom- en motorschepen en andere schepen van meer dan 60 ton moeten ter weerszijden van den voor- en achtersteven voorzien zijn van een schaal, die den diepgang in decimeters aangeeft. Art. 25. Het is verboden met een zeil te manoevreeren, of zonder noodzakelijkheid de stoomfluit te doen werken, indien hierdoor gevaar voor paarden kan ontstaan. Art. 26. Dit artikel bevat een opsomming van een drietal kanalen op welke motorvaart niet wordt toegelaten (bij twee ervan, behoudens bijzondere vergunning van Gr. St.), en van een groot aantal kanalen op welke de stoomvaart verboden is. Verder bepaalt dit artikel: 1. meer dan 10 schepen, hoogstens metende 750 M3., mogen niet te zamen worden gesleept; 2. door bruggen of door bebouwde kommen mogen hoogstens 5 schepen gesleept worden, als de wachter dit gelast; 3. op motorvaartuigen moet ter weerszijden van den steven het woord „motorschip" duidelijk zijn aangebracht. Art. 27, 28. De gezagvoerder van een stoom- of motorvaartuig is verplicht: a. bij het naderen van een plaats, waar gevaar voor aanvaring bestaat, tijdig een signaal te geven en maatregelen te nemen om ongelukken te voorkomen, en bij eene plaats, waar schepen aan den wal gemeerd liggen, den gang zoodanig te verminderen, dat geen gevaar kan ontstaan; b. bij het doorvaren van eene brug of sluis den stoom af te sluiten of den motor stop te zetten, tenzij bij sterken stroom of harden tegenwind. ■ Art. 29. Dit artikel geeft de gebruikelijke voorschriften 28 voor naderen, doorvaren of liggen bij sluizen en bruggen o. a. dat de zeilen te strijken zijn, de jaaglijn is loste maken en de ankers binnen boord zijn te brengen. Art. 30. Bij het gelijktijdig aankomen aan eene brug heeft het met wind en stroom varende schip den voorrang. Het zwaaien van de roode vlag door den wachter in de richting van een aankomend schip beteekent, dat dit te stoppen heeft, totdat een ander vaartuig is gepasseerd. Art. 35. Recht op vóórschutting hebben: vaartuigen in dienst van het Rijk of de provincie, die welke dienen tot vervoer van personen of van personen en goederen op bepaalde dagen en uren, zoomede marktschepen, tenzij- | de sluiswachter anders beveelt. Art. 36. Bij het doorvaren' van een sluis of brug met 2 doorvaartopeningen is steeds de opening aan stuurboordzijde te nemen, tenzij de wachter anders beveelt. Art. 53. Een aan den grond zittend vaartuig mag om vlot te komen geen gebruik van de schroef maken. Art. 55 bevat de bepalingen betreffende gezonken vaartuigen. Er moet onverwijld een baken met witte vlag en 's nachts met een helder brandende lantaarn op of nabij het vaartuig worden geplaatst, terstond kennis worden gegeven aan den naastbij zijnden ambtenaar of beambte van den provincialen Waterstaat en binnen 24 uren worden aangevangen met het lichten of opruimen. Art. 57. G. St. zijn bevoegd van een aantal bepalingen ontheffing te verleenen. Voor het overige is de schipper in het algemeen verplicht de aanwijzingen der betrokken ambtenaren en beambten van den provincialen Waterstaat na te komen. Het reglement bevat verder een aantal strafbepalingen. Staat A, behoorende bij het „Huishoudelijk Reglement", bevat eene opsomming der waterstaatswerken (hoofdzakelijk "vaarwegen) in onderhoud en beheer bij de provincie, waarop dit reglement van toepassing is. Staat B bepaalt de maxima van den diepgang, met welken elk der genoemde vaarwegen mag worden bevaren. Deze wisselen af van 1,00 M. tot hoogstens 1,90 M. onder F.Z.P. of K.P. 29 Staat C bepaalt de maxima der lengten en breedten, met welke stoom- en motorvaartuigen de vaarwegen mogen bevaren en onderscheidt 4 typen van maxima: 1. lengte 31,50 M., breedte 5,40 M. 2. lengte 21,50 M., breedte 3,80 M. 3. lengte 18.20 M., breedte 3,30 M. 4. lengte 14,90 M., breedte 2,80 M. Na gehouden proefvaart kan hiervan voor motorschepen worden afgeweken, behalve voor de vaarten voor welke de grootste maxima gelden. Staat D bepaalt in het algemeen de maximum-lengte voor andere dan stoom- en motorvaartuigen op 31,50 M. Voor deze vaartuigen zijne geene breedte-grenzen vastgesteld. Staat E bepaalt de maximum-snelheden, voorstoomen motorvaartuigen en wel van 6 tot hoogstens 9 K.M per uur. Na gehouden proeftocht kan zoo mogelijk grootere snelheid worden toegestaan. Schepen, die zonder bijzondere vergunning Frieslandsboezem bevaren, mogen een grootte hebben tot 270 ton. Voor grootere schepen is eene vergunning aan G. St. aan te vragen. Te Harlingen kunnen schepen tot ruim 500 ton worden geschut. De provinciale tarieven betreffende de scheepvaartrechten zijn over het geheel tamelijk eenvormig. Geheven worden kanaal-, brug-, sluis- en opslaggelden. Kanaalgelden zijn als regel aan dezelfde plaats slechts eenmaal per dag' verschuldigd. Vrijgesteld van kanaalgeld zijn schepen van minder dan 20 ton, terwijl van vaartuigen van 20 tot 35 ton slechts de helft wordt geheven. Vrijgesteld van schutgeld zijn bootjes tot 5 ton bij grootere vaartuigen behoorende. De in bovengenoemde tarieven en in de Staten A tot en met E vervatte speciale bepalingen worden in den Wegwijzer bij de betreffende kanalen vermeld. 30 Behoudens in door G. St. te bepalen uitzonderingsgevallen zijn de provinciale brug-, sluis- en kettingwachters in het tijdvak van 1 April tot 1 October van 's avonds 10 uur tot 's morgens 4 uur, en in het tijdvak van 1 October tot 1 April van 's avonds 9 uur tot 's morgens 5 uur vrij van dienst. Op Zon- en feestdagen gaat op de provinciale kanalen : > de gewone dienst door. Het besluit der Pr. St. van 16 November 1904, Pr.bl. n°. 32, : stelt een Reglement van politie vast „Op de tot den gemeenen dienst van alle bestemde waterstaatswerken in Friesland, niet in onderhoud en beheer bij de provincie". De meeste bepalingen van dit reglement zijn geheel dezelfde als die van het Huishoudelijk Reglement voor zoover van algemeenen aard. Niet van kracht is het aangehaalde betreffende de artikelen: 6, 23, 26, 30 (wat het sein betreft), 53 en 57. Het voorschuttingsrecht wordt ook toegekend aan vaartuigen in dienst der gemeenten, waterschappen en veenpolders. Stoombooten hebben bij het varen langs vaartuigen, die aan den wal gemeerd liggen, de snelheid tot op 2/3 der toegelaten snelheid te verminderen. Van gezonken vaartuigen is aan den Burgemeester kennis te geven en niet aan den provincialen ambtenaar. Voor een groot aantal verspreid liggende sluizen en beweegbare bruggen in de provincie Friesland gelegen, in beheer bij het Rijk, geldt het Bijzonder Reglement : vastgesteld bij K. B. van 23 Mei 1892, St.bl. n°. 118, laatstelijk gewijzigd bij K. B. van 1 Maart 1902, St.bl. m°. 40, waarin ; o. a. eenige afwijkingen van het „Algemeen Reglement | van Politie voor rivieren en Rijkskanalen" worden bepaald. Bij het naderen van eene dezer Rijksbruggen of -sluizen heeft de schipper de vaart zoodanig te verminderen, dat hij desnoods op 50 M. van het kunstwerk kan stoppen. Des nachts moet bij de gestelde handwijzers gestopt worden, tenzij de sluis of brug is geopend. 31 Recht op voorschutting hebben, behalve overeenkomstig het „Algemeen reglement" (zie blz. 15), ook: vaartuigen in dienst der Prov. Friesland, schepen geladen met bijen en biezen, en marktschepen. Telkenmale nadat 3 vaartuigen onmiddellijk achtereen een brug zijn doorgevaren, wordt deze zoonoodig ten behoeve van het landverkeer gesloten. Overigens geldt voor deze werken het „Algemeen reglement" (zie bladz. 13), dat intusschen, wat de seinen betreft, niet steeds gevolgd wordt. Een algemeene instructie voor de beambten bij de sluizen en beweegbare bruggen in beheer bij het Rijk, die zijn gelegen in waterwegen, niet in beheer bij het Rijk, in de prov. Friesland, is laatstelijk gewijzigd vastgesteld bij Ministerieele Beschikking van 19 Februari 1909 N°. 231, Afd. Waterstaat. De jaarlijks verschijnende Provinciale Almanak van Friesland, (uitgave A. Bruis te Leeuwarden) bevat talrijke opgaven betreffende de provinciale waterwegen. DRENTHE, OVERIJSSEL, GELDERLAND. In deze provinciën bestaan geene algemeene provinciale politiereglementen voor de scheepvaart, zooals in Groningen en Friesland. Daarentegen zijn voor de meeste groote kanalen uitvoerige bijzondere reglementen vastgesteld. Het Rijk beheert o. a. de Drentsche hoofdvaart en het Meppelerdiep met aangrenzende vaarten, de Willemsvaart, het Apeldoornsche kanaal, den Gelderschen IJssel en het Zwartewater; de provincie Overijssel beheert o. a. de Dedemsvaart en aangrenzende vaarten en het kanaal Almelo — Nordhorn. De voornaamste andere vaarten zijn grootendeels in beheer bij particuliere maatschappijen. De provinciën Drenthe en Gelderland beheeren geene scheepvaartwegen van eenig belang en heffen geene scheepvaartrechten. VI. BELANGRIJKSTE VERBINDINGEN. De achter de namen der vaarwegen geplaatste cijfers zijn de volgnummers, onder welke deze in den tekst, in het „Overzicht der vaarwegen naar de volgnummers" (bladz. 608 en volgende) en op de kaarten te vinden zijn. De tusschen [) geplaatste cijfers betreffen de vaarwegen in Groningen en randgebied, die tusschen () de vaarwegen in Friesland, die tusschen () de vaarwegen m de andere provinciën. 1. Het Gemskanaal [52], van de Eems te Delfzijl naar Groningen, ook voor de zeevaart, lang 27 K.M. Bevaarbaar voor schepen tot ongeveer 1800 ton laadvermogen en 3,95 M. diepgang. Bij gelijk water kunnen nog grootere schepen de sluis passeeren. 2. Het Beltdiep [91] van Groningen naar de Lauwerszee, ook voor de kleine zeevaart, lang 31 K.M. Bevaarbaar voor schepen tot ruim 500 ton laadvermogen en ongeveer 2 M. diepgang. 3. De Vaarweg van Groningen naar de Drentsche venen, langs het Winschoterdiep [1] tot Hoogezand, het Kielsterdiep, het Annerveensch- en Eexterveenschkanaal [4], het Stadskanaal, het Musselkanaal, het TerApelkanaal [5], het Compascumkanaal (18), het Scholtenskanaal (19), de Hoogeveenschevaart (15), het Stieltjeskanaal (20), tot Coevorden ; lang tot de grens van Groningen en Drenthe 60 K.M. en van deze grens tot Coevorden bijna 39 K.M.; tezamen 99 K.M. Van Groningen tot aan de Hoogeveenschevaart, in den regel bevaarbaar met schepen van 1,40 tot 1,50 M. diepgang en 150 ton laadvermogen. Op het westeiyk deel van het Winschoterdiep kunnen aanzienlijk grootere schepen varen. Bezuiden Ter-Apel heeft deze vaarweg door het Buitenbroekkanaal [42] verbinding met het ZuidNoordkanaal in Pruisen en het West-Pruisisch kanalenstelsel. Tusschen Hoogezand en het Stadskanaal kan ook de vaarweg: Winschoterdiep [1] tot Zuidbroek, Muntendammerdlep, Dwarsdiep, Westerdlep, Benedendwarsdiep, Oosterdiep [24] gevolgd worden. Deze route is 8 K.M. langer; de schutlengten der sluizen en de kleinste doorvaartwijdte der bruggen zijn echter grooter. 33 Schepen langer dan 26 M. kunnen de bocht van hel Kielsterdlep bij Nieuw-Baarveld niet bevaren. Behalve door het Scholtenskanaal kan ook het thans voltooide kanaal door het Barger Compascum (18) naar de Hoogeveenschevaart worden gevolgd. Beide routes zijn bijna even lang. 4. De Vaarweg van Groningen naar de Lemmer, langa het Hoendiep [92] over Gaarkeuken, hetCasperRoblesdiep, het Bergumermeer, en vandaar door de Kruiswaters het Sneekermeer, het Oudhof en het Tjeukemeer (1)' lang 100 K.M., waarvan 27 K.M. in' de provincie' Groningen en 73 K.M. in de provincie Friesland. Bevaarbaar voor schepen van 1,80 M. diepgang 31,50 M. lengte en ongeveer 200 ton laadvermogen. . Schepen van 30—31,5 M. lengte kunnen aan de sluis te Gaarkeuken slechts geschut worden, indien bijzonder smal gebouwd. Het gedeelte in Friesland is voor iets grootere schepen bevaarbaar. Het voornemen bestaat dezen belangrijken vaarweg te verbeteren en in te richten voor schepen van 67 M lengte, 8,20 M. breedte en 2 M. diepgang. Aan den bouw eener grootere sluis te Gaarkeuken is reeds begonnen. 5. De Vaarweg van het Oudhof naar Stavoren door de Nieuwesloot, Heegermeer, Fluessen en Morra. (18). In het Oudhof heeft deze vaarweg aansluiting aan de. vaarwegen naar Groningen, Leeuwarden Sneek Lemmer. (1). Lengte van het Oudhof tot Stavoren 30 K.M van Groningen tot het Oudhof 77 K.M., van Groningen tot Stavoren 107 K.M. Bevaarbaar als de vorige vaarweg. 6. De Binnenvaarweg Groningen—Leeuwarden—Harlingen. Dit vaarwater volgt tot Suawoude—Garijp (ongeveer 7 K.M. westelijk van het Bergumermeer) den vaarweg Groningen—de Lemmer (1); vandaar het Schalkediep, 3 34 Tijnje, enz. (5) tot Leeuwarden en verder de Trekvaart naar Hardingen. (52) Lengte van Groningen tot aan het Scaalkediep ruim 47 K.M.; van het Schalkediep tot Leeuwarden ruim 11 K.M.; van Leeuwarden tot Harlingen 30 K.M.; tezamen lang van Groningen tot Harlingen 89 K.M.; . ruim 20 K.M. korter dan de vaarweg door de Lauwerszee, echter minder diep en wijd en met minder schutlengte (Gaarkeuken). Bevaarbaar voor schepen van 1,80 M. diepgang, hoogstens 31,50 M. lengte en ongeveer 200 ton laadvermogen. 7. De Buitenvaarweg Groningen—Lauwerszee— Leeuwarden—Harlingen, langs het Reitdiep [91] en de Lauwerszee [91] (de Slenk en het Dokkumerdiep) ' naar de Dokkumer Nieuwe Zijlen, het Grootdokkumer- ! diep naar Dokkum, de Ee tot Leeuwarden en de Trekvaart Leeuwarden—Harlingen (52). Lengte van Groningen tot de Lauwerszee 31 K.M.; de Lauwerszee 16 K.M.; van de Dokkumer Nieuwe Zijlen tot Leeuwarden 33 K.M.; van Leeuwarden tot Harlingen 30 K.M. Tezamen van Groningen tot Harlingen 110 K.M. Bevaarbaar voor schepen tot 1,90 M. diepgang, 31,50 M. lengte en ongeveer 270 ton laadvermogen; met bijzondere vergunning méér. 8. De Vaarweg van Groningen over Zwartsluis en Zwolle naar den Gelderschen Ussel en de groote rivieren, langs het Noord willemskanaal [114], Assen, de Drentsche Hoofdvaart (1), Meppel, het Meppeler- j diep (5), Zwartsluis, het Zwarte Water (37), Hasselt, Zwolle, de Willemsvaart (34), Katerveer, (Uitmonding der Willemsvaart in den Gelderschen Ussel) en den IJssel (41), langs Deventer, Zutfen en Doesburg tot Westervoort (bovenmond van den Gelderschen IJssel); vandaar N. W. naar de Lek en Z. O. naar den Boven j Rijn en de Waal. Lengten van af Groningen: tot Assen 28 K.M. tot Meppel 72 K.M. 85 tot Zwartsluis 83 K.M. tot Zwolle 99 K.M. tot Katervèer 102 K.M. tot Deventer 137 K.M. tot Zutfen 155 K.M. tot Westervoort 203 K.M. Bevaarbaar : ï. van Groningen tot Meppel, voor schepen van 1,25 M. tot 1,41 M. diepgang en ruim 100 ton laadvermogen. 2. van Meppel tot Zwartsluis, voor schepen van 2 M. diepgang en ruim 600 ton laadvermogen. 3. van Zwartsluis langs Zwolle tot Kater veer, voor IJsselschepen van meer dan 1000 ton laadvermogen en kleine zeeschepen met 2 M. diepgang. In de Willemsvaart is 3 M. diepgang toegelaten. 4. van Katervèer tot Westervoort, (Geldersche IJssel) voor schepen van 2,00 tot 2,60 M. diepgang en 1000 tot 2000 ton laadvermogen. Verbinding van af Zwartsluis door den benedenmond van het Zwarte-Water en het Zwolschediep naar de Zuiderzee, lang 10 K.M. Bevaarbaar voor schepen met 2 M. diepgang en méér dan 1000 ton laadvermogen. Verbinding van af Katervèer langs den IJssel, Kampen en het Keteldlep tot in de Zuiderzee, lang 26 K.M. Bevaarbaar voor schepen van 2 M. diepgang en 1000 tot 2000 ton laadvermogen. 9. De Vaarweg van Leeuwarden naar Lemmer door de Kruis waters; langs de Tijnje, het Langdeel en 't Wijd naar de Kruiswaters (6), en vandaar in aansluiting aan de vaart Groningen—Lemmer (1); lang tezamen ruim 60 K.M. Bevaarbaar voor schepen van 1,80 M. diepgang, 31,50 M. lengte en ongeveer 270 ton laadvermogen. ' 10. De Vaarweg van Leeuwarden naar Lemmer langs 36 de Tijnje (5) en de Warregastervaart (7), in aansluiting te Groüw aan de vaart Groningen—Lemmer (1); lang van Leeuwarden tot Groüw 15 K.M. en van Leeuwarden tot Lemmer 56 K.M. (ruim 4 K.M. korter dan over Kruiswaters, echter minder diep). Bevaarbaar van Leeuwarden tot Grouw met schepen van 1,50 M. diepgang en ongeveér 150 ton laadvermogen. 11. De Vaarweg van Leeuwarden naar Sneek door de Kruiswaters (6), langs de Tij njé enz. tot Kruiswaters, in aansluiting aan de vaart Groningen— Lemmer (1), tot bezuiden het Sneekermeer en vandaar door de Houkesloot(12) tot Sneek; lang 39 K.M.; van Leeuwarden tot de Kruiswaters 12 K.M.; van Kruiswaters tot de Houkesloot 22 K.M.; vandaar tot Sneek 5 K.M. Bevaarbaar voor schepen tot 1,80 M. diepgang, 31,50 M. lengte en ongeveer 270 ton laadvermogen. 12. De Trekvaart Leeuwarden—Sneek (10), lang 23 K.M. Bevaarbaar voor schépen van 1,50 M. diepgang en ongeveer 150 ton laadvermogen. 13. De Vaarweg van Sneek naar Harlingen, langs de Zeilvaart (49) en de Harlingervaart langs Franeker (52): lang 35 K.M. Bevaarbaar voor schepen tot 1,50 M. diepgang en ongeveer 150 ton laadvermogen. 14. De Vaarwegen van Sneek naar Lemmer, 1. door de Houkesloot (12) in aansluiting aan de vaart Groningen—Lemmer (1); lang van Sneek naar Lemmer 32 K.M.; van Sneek tot 't Oudhof 10 K.M. Bevaarbaar voor schepen van 1,80 M. diepgang, 31,50 M. lengte en ongeveer 270 ton laadvermogen. 2. langs de Woudvaart, enz. (14) direct naar 't Oudhof en verder als boven; lang van Sneek tot Lemmer 28 K.M.; van Sneek tot 't Oudhof 5 K.M. Bevaarbaar voor schepen van 1,50 M. diepgang en ruim 150 ton laadvermogen. 3. langs de Geeuw, IJlst, Wijmerts (23), Woudsend 37 het Slotermeer en Sloten (26); tezamen lang 27 K.M Bevaarbaar voor. schepen van 1,50 M. diepgang en ruim loO ton laadvermogen. Tot het Heegervar (ben. Woüdsend), in aansluiting aan den vaarweg van 't Oudhof naar Stavoren, is de toegelaten diepgang 1,80 M. 15. De Vaarweg van Leeuwarden naar de Drentsche Hoofdvaart, 4 K.M. westelijk van Assen; langs de Tijnje (5), het Langdeel, Kruiswaters (5) en vandaar langs Hooidam, Drachten, Bakkeveen de Haulerwijkstervaart (84) en het Veenhuizerkanaal (3) naar de Drentsche Hoofd vaart (1); tezamen lang 6o K.M.; van Leeuwarden tot de Kruiswaters 12 K.M.; van Kruiswaters tot de Drentsche grens 41 K.M.; van de Drentsche grens tot de Drentsche Hoofdvaart 13 K.M Bevaarbaar: van Leeuwarden tot de Kruiswaters met schepen tot 1,80 M. diepgang, 31,50 M. lengte en ongeveer 250 ton laadvermogen; van de Kruiswaters tot de Drentsche grens met schepen tot 1,50 M. diepgang en van bijna 200 ton (in het benedendeel) tot ruim 100 ton laadvermogen (in het bovendeel); in Drenthe met schepen van 1.25 tot 1,41 M. diepgang en ongeveer 125 ton laadvermogen. In dit kanaal kunnen in den zomer lage waterstanden zeer hinderink zijn of de vaart geheel stremmen. 16. De Vaarweg van het Sneekermeer bil Terhorne naar de Drentsche Hoofdvaart, ruim 2 K.M. be noorden het Oranjekanaal; langs Akkrum, Oldeboorn Gorredijk, de Opsterlandsche Compagnonsvaart (87) en de Witte Wijk (4). Lang van de schutsluizen te Terhorne tot Gorredijk 25 K.M.; van Gorredijk tot de Drentsche Hoofdvaart 33 K.M.; van Terhorne tot de Drentsche Hoofd vaart 58 K.M. Bevaarbaar met vaartuigen tot 1,50 M. diepgang (in Drenthe van 1,25 M. tot 1,41 M.), en ruim 100 ton laadvermogen; het westelijk gedeelte tot 200 ton. Bij Nes (oostelijk van Akkrum), verbinding noordwaarts 38 langs Gkoüw en Warga naar Leeuwarden ; lang van Nes tot Leeuwarden 21 K.M. Bevaarbaar voor schepen van 1,50 M. diepgang en ongeveer 150 ton laadvermogen. Ook op dit kanaal kunnen in den zomer zeer hinderlijke lage waterstanden voorkomen, vooral in de hooger gelegen panden. Daarentegen is het kanaal aldaar dieper en dientengevolge beter bevaarbaar dan de vaarweg over Drachten. 17. De Hoogeveenschevaart (15), van het Meppelerdiep (6) te Meppel langs Hoogeveen naar de Pruisische grens^ in aansluiting aan de vaarten van Groningen naar de Drentsche venen (18) (19), het Oranjekanaal (13) en het Stieltjeskanaal (20); lang van Meppel tot de Pruisische grens 65 K.M.; vandaar door het Schöninghsdorfkanaal in Pruisen naar het Zuid-Noordkanaal. Bevaarbaar voor schepen van ongeveer 1,20 M. diepgang en ruim 100 ton laadvermogen. 18. De Vaarweg van het Zwarte Water, bij Zwartsluis naar Friesland, langs' de Arembergergracht, Belterwijde, Giethoornschemeer (9), het Steenwijkerdiep (11), de Wetering, Kalenbergergracht (12),Linde (99),Heioma vaart (98), Tjonger (94), Pier Christiaansloot (96) en het Tjeukemèer, in aansluiting aan de vaart Groningen—Lemmer (1); lang van Zwartsluis tot het Tjeukemèer 42 K.M. Bevaarbaar (afhankelijk van den waterstand in het Waterschap Vollenhove) voor schepen van ruim 1M. diepgang en ongeveer 80 ton laadvermogen (kleine vaart). 19. De Vaart van het Zwarte Water bij Hasselt naar Coevorden, in aansluiting aan het kanalennet aldaar, door de Dedemsvaart (21) en Lutterhoofdwijk (23); lang van het Zwarte Water tot Coevorden bijna 50 K.M. Bevaarbaar voor schepen tot hoogstens 1,41 M. diepgang en ongeveer 150 ton laadvermogen. Te Coevorden door het Stieltjeskanaal verbinding met de Hoogeveensche vaart en door het kanaal Coevorden— Alte-Picardie met het Zuid-Noordkanaal in Pruisen en het West-Pruisische-kanalenstelsel. 39 20. Het Overijsselsehekanaal van Zwolle over Vroomshoop naar Almelo (26) en vandaar door het kanaal Almelo—Nordhorn naar het Eems—Vechtkanaal en het Zuid—Noordkanaal in Pruisen. Lang van Zwolle tot Vkoomshoop 36 K.M.; van Zwolle tot Almelo 49 K.M.; van Zwolle tot de Pruisische grens 77 K.M. Bevaarbaar voor schepen met hoogstens 1,41 M. diepgang en ruim 200 ton laadvermogen. ' Zijtak van Yroomshoop naar Haan dr ik (27) en vandaar naar Coevorden langs het Coevorden—Vechtkanaal (25); lang tezamen 27 K.M. Bevaarbaar voor schepen van hoogstens.1,41 M. diepgang en ruim 150 ton laadvermogen. Zijtak van Lemelerveld naar den Gelderschen Ussel (28) te Deventer, lang 28 K.M. Bevaarbaar met schepen tot hoogstens 1 41 M. diep gang en ruim 200 ton laadvermogen. 21. Het Apeldoornsche kanaal, van den Gelderschen IJssel, tusschen Doesburg en Zutphen, naar den Gelderschen IJssel bij Hattem. Lang 55 K.M., bevaarbaar voor schepen van ongeveer 150 ton. De hierboven opgegeven diepgangen gelden bh' normale waterstanden. Bij waterstanden van 0,50 M. boven F. Z. P. kunnen de meeste hoofdvaarten van Friesland bevaren worden met schepen van'300 ton. Van gewicht voor Overyssel (Twente) en Gelderland (Achterhoek) is het aanhangige plan ter verbinding van het Twentsche industriegebied met den Ussel en met den Boven-Rijn beneden Lobith door een kanalenstelsel bevaarbaar voor schepen van minstens 600 ton, waarvan het geheele tracé echter nog niet definitief vast staat. 40 VII. BESCHRIJVING DER VAARWEGEN. Opmerkingen voor het gebruik. De in de afstandstabellen achter de namen der vaarwegen geplaatste Arabische getallen zijn de volgnummers onder welke de betreffende vaarten in den tekst, op de kaarten en in het „Overzicht der vaarwegen naar de volgnummers" (bl. 608 en verder) te vinden zijn. De tusschen [ ] geplaatste getallen betreffen de kanalen in Groningen en randgebied, die tusschen () Friesland, die tusschen ( ) de overige provincies. Op de kaarten zijn deze teekens respectievelijk cirkeltjes, vierkantjes en vetter gedrukte cirkeltjes. Betreffende den druk in de afstandstabellen geldt het navolgende. Gedrukt zijn: Vet'CUTSiefi hoofdvaarwegen; Klein-vet-cuvslef: hoofdvaarwegen vaii den tweeden rang; gespatieerd: goedbevaarbare vaarwegen van mindere beteekenis; gewoon: vaarwegen van gering belang of in geringe mate bevaarbare waterwegen; klein kapitaal: plaatsnamen; cursief: bruggen; gewoon vet: sluizen; klein: opgaven betreffende tarieven en sluitingstijden. De namen der vaarwegen aan de hoofden der artikelen zijn op tweeërlei wijzen gedrukt: de belangrijke VET, de onbelangrijke DUN. Naar gelang der verkeersdichtheid, d. w. z. van het totale laadvermogen in tonnen van 1000 K.G. der schepen, die het kanaal per jaar bevaren (op- en afvaart elk voor ééne vaart gerekend), zijn de vaarwegen in i klassen ingedeeld, aangeduid door Romeinsche cijfers achter de namen aan het hoofd der betreffende artikelen en wel naar den volgenden maatstaf: b(j méér dan 600000 ton: I. van 100000—500000 ton: 11. van 10000—100000 ton: III. bij minder dan 10 000 ton: IV. Slechts bij uitzondering vindt men deze aanduiding ook bij zijkanalen in _ de afstandstabellen. Waar deze ontbreken, beteekent dit in den regel, dat de betreffende vaart tot klasse IV behoort. Daar het verkeer niet constant is en er in de meeste gevallen geene üihcieele statistische gegevens bestaan, of zelfs, waar deze bestaan, de opgaven niet steeds vergelijkbaar zijn, is deze indeeling slechts als approximatief te beschouwen. 41 GRONINGEN EN RANDGEBIED. Zie hierbij de Overzichtskaarten N°. I en N°. II, en de schetskaarten: N°. 1. Groningen. 8°. 2. Delfzijl. N°. 3. Zoutkamp. 1. VERBINDINGSKANALEN EN HAVENS TE GKONINGEN. (I) (Zie schetskaartje n°. 1.) a. Verbindittffskanaal tusschen het Boterdiep en het Damster diep. b. Verbindingskanaal tusschen het Damsterdiep en het Eemskanaal. c. Oosterhaven,. d. Zuidelijk verbindingskanaal. e. Zuiderhaven. f. Noorderhaven. g. Verbindingskanaal tusschen het Zuidelijke verbindingskanaal en de WesterJiaven. h. Westerhaven. i. Hoendiep tusschen de Westerhaven en het Eendrachtskanaal. Deze kanalen volgen in hoofdzaak de Stadssingelgracht en vormen van af het Boterdiep een doorgaanden vaarweg tot aan het Hoendiep en Reitdiep. Tusschen het Reitdiep en het Boterdiep bestaat geene directe verbinding; de singelgracht aldaar is beiderzijds afgedamd. Met uitzondering van de Zuiderhaven, de Noorderhaven en de wateren binnen de stad, die in beheer zijn bij de gemeente Groningen, zijn alle kanalen en havens in beheer bij de provincie. Van toepassing zijn behalve het prov. politiereglement en het reglement op de prov. heffingen (zie bladz. 22), het reglement voor de havens der Gem. Groningen, de verordening tot uitvoering " van eenige bepalingen van het 42 reglement van politie (met wijzigingen), de verordening \ en op de heffing etc. van havengeld in de Gem. Groningen j völgens Gem.bl. van 18 April 1921, en het Convenant j (zie [5]). De meeste in de Gem. Groningen gelegen bruggen en sluizen worden op werkdagen niet geopend van 7 u. n.m. ] tot 6 u. v.m., of in den winter van 6 u. n.m. tot 7 u. v.m.; bovendien niet van 8 u. 30—9 u. v.m. en van 12 u.—1 u. n.m. j en op tijden dat dit in verband met den treinenloop ongewenscht is, echter met talrijke afwijkingen. De Reitdiepsbrug en de Kijk-in-'t Jatsbrug worden evenwel ] voor stoombooten steeds geopend. Pr.bl. n°. 4 van 1921 (met wijzigingen) bevat een volledige j lijst der sluitingsuren voor de bruggen en sluizen. Aan havengeld in wateren die de gemeente beheert, wordt 1 geheven: a. uij uLMjiiuiiuuu, z/unuer ue laueii ui ue lussen, van noog- j stens 4 uren (Zondagen en nachten niet meegerekend) | ct. ] per ton; minimum f 0,10. B. bij laden of lossen of oponthoud van langer dan 4 uren, i 1 ct. per ton voor het eerste etmaal en i- ct. voor elk 3 volgend etmaal; minimum f 0,10. Indien het schip ligt j in het Winschoterdiep tusschen de Oosterhaven en het J Helpenerdiepje 1 ct. voor elk etmaal; doorvaart zonder i oponthoud op dit traject is vrij. C. bij oponthoud van méér dan 4 uren zonder te laden of te lossen in het Reitdiep tusschen de Reitdiepsbrug I en de brug in den spoorweg naar Delfzijl | ct. per ton I en per etmaal; minimum f 0,10. Jaarabonnement. Voor stoom- en motorschepen worden de tarieven 50 % ] verhoogd. De gemeente heft binnen de stad geene bruggelden. Voor de provinciale heffing, zie de afstandstabel. In de provinciale havens enz. binnen de Gem. Groningen ; zijn geene rechten verschuldigd voor schepen, voor welke J reeds in een der andere provinciale havens enz. binnen 43 de Gem. Groningen op den dag van aankomst rechten betaald zijn. Het reglement voor de havens der Gem. Groningen in beheer bij de Gem. {Gem.bl. n°. 23 van 1905) bepaalt, dat de havenpolitie wordt uitgeoefend door een havenmeester en twee of meer onderhavenmeesters. De schipper, die een brug wil doorvaren, buiten den daarvoor bepaalden tijd, moet dit tenminste één uur vóór de sluiting aan het havenkantoor schriftelijk aanvragen. Het daartoe verleend verlof moet door hem vóór het sluiten der brug aan den brugwachter afgegeven worden. Het prov.- politiereglement bepaalt, dat binnen de bebouwde kom der Gem. Groningen een sleeptrein niet meer dan 250 M. lengte mag innemen. In aanleg is eene nieuwe verbinding tusschen het Boterdiep 0,9 K.M. benoorden de Korrebrug in het Damsterdiep 0,5 K.M uit het Verbindingskanaal. Dit kanaal heet Goorechtkanaal en krh'gt een ttfjtak naar het Verbindingskanaal tusschen het Boterdiep en het Damsterdiep 0,2 K.M. oostelijk van de sluis. Eene voortzetting van dit kanaal naar het Eemskanaal en het Winschoterdiep, 0,8 K.M. uit de Oosterhaven, is in overweging; eveneens eene verlenging tot aan het Hoendiep bij de Popfert, ongeveer 7 K.M. w. van Groningen (niet waarschijnlijk). Afstandstabel. Van af het Boterdiep oostwaarts naar het Iteitdiep. Afstand in Ligging. KM. uit het beginpunt. 0,0 Korrebrug (dr.) over het Boterdiep in den Korreweg benoorden Groningen, wijd 6,5 M. Bruggeld als aan de Eemskanaalbruggen [52]. 0,0 . N. Boterdiep [73]. ■0,0—1,6 Verbindingskanaal tusschen Damster¬ diep en Eemskanaal, breed minstens 44 Afstand in Ligging.1 K.M. uit het beginpunt. I 18 M.; de verbreedingen zijn ten deele gedempt: diep 2 M. Los- en laadplaats aan het N.W. einde; ligplaats langs de N.O. zijde. 0,3 Schutsluis; schutkolklengte 25,2 M., wijdte 5,80 M., diepte 2,25 M. onder K.P. = 0,93 M. N. A. P. De sluis staat meestal open. Geen schutgeld. Voor het gebruik der havens in het Boterdiep en het j Damsterdiep is verschuldigd voor den eersten dag 1 ct. per ton, voor iederen volgenden dag i/2 ct. per tón. Voor de ligplaats in het Verbindingskanaal is verschuldigd: voor minder dan 7 dagen per schip en per ton 1 ct., uitgezonderd voor schepen, die tot het bekomen van aanwijzing, waar geladen of gelost moet worden/ gedurende ten hoogste i uren tusschen 9 u v.m. en 8 u. n.m. moeten wachten; voor een verbluf langer dan 6 en korter dan 30 dagen per schip en per ton 3 ct. Bij een verblijf langer dan 29 dagen, wordt het tarief opnieuw toegepast. 0,4 N.O. Verbindingskanaal naar het Goorechtkanaal (in aanleg). 1,6 Ophaalbrug in den weg langs het Dam¬ sterdiep, wijd 6 M. 1»6—1,8 Verbindingskanaal tusschen Damster¬ diep en Eemskanaal, diep 1,70 M. onder ; K.P. bij het Damsterdiep tot 4 M. bij het Eemskanaal. 1,6 N.O. Damsterdiep [60]. 1.6 Z.W.! Voortzetting van het Damsterdiep binnen I de kom der Gem. Groningen over ongeveer 0,2 K.M. met de Damsterdiepbrug (dr.). 1.7 Oosterhavensluis; Schutlengte ruim 50 M., wijdte 6M., diepte 2,25 M. onder K.P. K.P. N. pand = F. P. = 0,93 M. 4- N. A. P. K.P. Z. pand = W.P. = 0,62 M. -j- N. A. P. Sluisgeld: 3 ct. per ton, minstens f 0,30. Vrijgesteld zijn ledige schepen, ligplaats nemende of genomen hebbende in het Verbindingskanaal Damsterdiep—Boterdiep. 18 M.; de verbreedingen zijn ten deele gedempt: diep 2 M. Los- en laadplaats aan het N.W. einde; ligplaats langs de N.O. zijde. Schutsluis; schutkolklengte 25,2 M., wijdte 5,80 M., diepte 2,25 M. onder K.P. = 0,93 M. -f- N. A. P. De sluis staat meestal open. Geen schutgeld. Voor het gebruik der havens in het Boterdiep en het Damsterdiep is verschuldigd voor den eersten dag 1 ct. per ton, voor iederen volgenden dag i/2 ct. per ton. Voor de ligplaats in het Verbindingskanaal is verschuldigd: voor minder dan 7 dagen per schip en per ton 1 ct, uitgezonderd voor schepen, die tot het bekomen van aanwijzing, waar geladen of gelost moet worden/ gedurende ten hoogste i uren tusschen 9 u v.m. en 8 u. n.m. moeten wachten; voor een verblijf langer dan 6 en korter dan 30 dagen per schip en per ton 8 ct. Bij een verblijf langer dan 29 dagen, wordt het tarief opnieuw 45 Afstand in ILigging. K.M. uit het beginpunt. 1,8 O. Eemskanaal [52]. 1,8—2,2 Oosterhaven, 2,25 H.A., breed 35 M. en meer, diep 4,50 M. onder W.P. Voor verblijf in de haven wordt per ton en per dag 1 ct. geheven met dezelfde bepalingen als voor het Eemskanaal [52]. 2,1 N.W. Verbinding door de stad (Schuitendiep en Turf singel) naar de Noorderhaven en het Reitdiep, lang tot aan de Noorderhaven (Kijkin-'t Jatbrug) 1,4 K.M., diep 1,30 M., breed 20 M., met 5 bew. en 2 vasté bruggen, minstens wijd 7,80 M., hoog 3,40 M. Vanaf de Oosterhaven: Steentilbrug (dr.), Poelebrug (dr.), Sint Jansbrug (dr.), Maagdenbrug (dr.), Ebbingebrug (v.), Boteringebrug (v.). 2.1 „ Z.0. Winschoterdiep [2]. 2,2—3,7 Zuidelijk Verbindingskanaal, breed minstens 35 M., diep 4,50 M. -J- W. P.; de vier draaibruggen zijn minstens wijd 10,20 M. Geen bruggeld. Grootst toegelaten snelheid 100 M. in de minuut; grootst toegelaten diepgang 3,95 M. Voor vaartuigen, die met liggende mast kunnen doorvaren, worden de bruggen niet geopend. Het jagen langs het kanaal is verboden. Zonder schriftelijke vergunning van G. St. mogen in het kanaal geene vaartuigen stil liggen. Het kanaal wordt door schepen van méér dan 1000 ton laadvermogen bevaren. Tarief als voor verblijf in de Oosterhaven. 2.2 Braaibrugje in de Trompstraat. 2,4 Oosterbrug (dr.). 2,7 Heerebrug (dr.). 46 Afstand in Ligging. K.M. uit het beginpunt. 2,9—3,2 Verbreeding bij het spoorwegstation. Los- en laadplaats; hier zal een electrische kraan worden geplaatst. 3,3 Emmabrug of Stationsbrug (dr ). 3,5 Z. Noord-Willemsvaart of IIoomse Jied iep [114]. 3,5 W. Verbindingskanaal tusschen het Zuidelijk Verbindingskanaal en de Westerhaven, lang 0,2 K.M., breed minstens 18 M., diep 2,20 M. onder K.P. Hierin bevindt zich de Westerhaverisluis met rolvoetbrug; schutkolklengte 32 M., wijdte 7,25 M., diepte 2 M. Peil W. pand = peil van Westerkwartier. Peil 0. pand = W.P. Schepen, breeder dan 7 M., mogen niet worden geschut.x) Sluisgeld per ton 2 ct., minimum f 0,20. In dit kanaal mag tusschen de sluis en de Westerhaven slechts met bijzondere vergunning van G. St. worden gelost en geladen.s) Aan het westelijk einde: verbinding door het Eendrachtskanaal naar het Hoendiep [92], lang nog 0,3 K.M.. breed 30 M., diep 2,20 M., met Eendrachtsbrug (base.) over de invaart. Geen bruggeld. 150 M. uit de sluis bevindt zich de Westerhaven, 1,35 H.A., diep 1,8 M., met de Steenhouwersbrug (dr.) over de invaart en de Krodusbrug (dr.) aan het noordeinde. Door deze laatste brug verbinding met het Hoendiep; deze brug wordt echter slechts in bijzondere gevallen geopend. Van hier tot het vereenigingspunt met | het Eendrachtskanaal (0,4 K.M.) is het >) Pr.bL n' !) PrM. n' i». 89 van 19Ï8. i°. 80 van 1908. * 47 Afstand in Ligging. K.M. uit het beginpunt. Hoendiep minstens 10 M. breed en 2 M. diep. Aan de noordzijde is het verboden aan te leggen, tenzij met kleine vaartuigen aan de trap tot het in- en ontschepen van personen.J) Nabij het Eendrachtskanaal bevindt zich de Colleniusbrug (dr.). Minste brugwijdte al dezer bruggen 7,20 M. Geen bruggeld. Voor het verblijf in het Hoendiep, binnen de Gem. Groningen, in het Eendrachtskanaal, met aansluitend watervlak tot de Steenhouwersbrug en de Westerhavensluis, is per schip, dag en ton 1 ct verschuldigd. Voor verblijf in de Westerhaven tusschen de Steenhouwersbrug en de Havenbrug of Krodusbrug is verschuldigd : voor den eersten dag 1 ct. per ton, voor eiken volgenden dag 1/2 ct. per ton, behalve voor schepen, daar vertoevende tot het bekomen van aanwijzing van de plaats waar geladen of gelost moet worden, na hunne aankomst, gedurende hoogstens 4 uren tusschen 8 uur v.m. en 8 uur n.m. Vermoedelijk zal öf de Westerhavensluis worden vergroot, öf eene omsnijding 1 van het kanaal worden gebouwd als aangegeven bij het Goorechtkanaal (blz. 43). 3,5—3,7 W. Sluiskade, los- en laadplaats. 3,7—4,2 Zuiderhaven (beheer bij de Gem.), lang 10,6 JOL, breed ong. 20 M., diep 3,50 M. onder W.P. 3 draaibruggen, wijd 10,50 M. Geen bruggeld. 3,7 j Praedinius- of Museumbrug (dr.).. 3 9 Abrug (dr.) in de Brugstraat. 4,2 Kranebrug (base.) in de Visscherstraat. 4,2 W. Reitdiep [91]. 4,2—4,5 O. Noorderhaven (beheer bij de Gem.), lang 0,3 K.M., diep 3,50 M. 4,5 Kijk-in-'t Jatbrug (dr.); verbinding langs den Turf singel en het Schuiteridiep naar de Oosterhaven (zie aldaar). i) Pr.bl. n». 58 van 1907. 48 2. WINSCHOTERDIEP. (I) Van de Oosterhaven te Groningen naar de Pelcel-A te Winschoterzijl. Lengte 37,6 K.M. Breedte 18 tot 25 M. tot Zuidbroek ; verderop 12 tot 15 M. In 1922 gepeilde diepten: tot het Martenshoeksterverlaat 2,10 M.—2,60 M. onder W. P. over 8 M. breedte ; tot het Zuidbroeksterverlaat 1,70 M.—2,10 M. onder W. P. over 7 M. breedte; tot Winschoten 1,55 M.—1,85 M. onder W. P. over 6. M. breedte. Bij Winschoten 1,50 M.; over niet meer dan 5 M.breedte; verder benedenwaarts iets dieper. Het kanaalpeil over het geheele kanaal is het Winschoterpeil. Op de bovenpanden wordt de waterstand zooveel mogelijk op peil gehouden, is in den zomer echter veelal tot 0,30 M. lager. Beneden Zuidbroek tracht men standen onder 0,25 K.P. te voorkomen. Allerlaagste stand ongeveer 1 M. onder K.P. Het kanaalvak van Groningen tot de Oostermoersche vaart zal vermoedelijk op 3,50 M. diepte worden gebracht. De vaart is tot Martenshoek met een diepgang van 2 M. bovenwaarts slechts met 1,60 M. tot 1,50 M. te bevaren; de Renselvaart met 1,40 M. De diepgang is echter niet officieel vastgesteld. 22 beweegbare bruggen; wijd 10,50 M. tot K.M. 7, 7,15M. tot Zuidbroek, verderop tot 5,90 M. 5 vaste bruggen tusschen Martenshoek en Zuidbroek; wijd 7 M.; hoog 3,90 M. De grootst toegelaten breedte is, behoudens bijzondere vergunning: tot Martenshoek 7,80 M., tot Zuidbroek 6,80 M., verder oostelijk 5,80 M. 3 schutsluizen. Jaagpad. De nachtsluitingstijden aan de bruggen en sluizen in de Gem. Hoogezakd Sappemeeb en Zuidbroek (K.M 6,1—24,4) en Muntendam, Veendam, Wildebvank, Oude Pekela, zijn van 16 Maart tot 1 December van 7 u. n.m. tot 20 minuten vóór zonsopgang, doch niet vroeger dan 6 u. v.m. en niet later i) Pr.bl. n°. 30 van 1908. =) Pr.bl. n°. 53 van 1907. 49 dan 7 u. run.;.Tan 1 December tot 16 Maart: van 6 u. n.m tot 7 u. v.m. Bovendien worden m de Gem. Hoogezand en Sappemeer en Veendam de brueeen overdag enkele minuten tusschen 12 u. en 1 u. n.m. en verder in verband met den treinenloop gedurende eenige minuten gesloten gehouden i) Des Maandags en des Donderdags vangt voor het Winschoterdiep van kroningen tot en met Zuidbroek de nachtsluiting eerst om 8 uur n m aan Ues Dinsdags en des Vrijdags eindigt de nachtsluiting voor dit traject V, uur vroeger dan boven aangegeven en vangt in de Gemeente Veendam de nachtsluiting eerst om 8 u. n.m. aan. In beheer bij de gemeente Groningen tot ongeveer K.M. 29, vandaar tot het Renselverlaat bij de provincie Groningen. Toegelaten snelheid voor stoom- en motorbooten tot Martenshoek 100 M. in de minuut; verderop 75 M. in de minuut. Voor de sluis- en bruggelden, zie bladz. 25. Afstandstabel. Afstand in Ligging. k.M. uit het beginpunt. 0,0 Oosterhaven [1] te Groningen. N.W. Noordwestelijk van de Oosterhaven, voortzetting als Schuitendiep, Turfsingel en verbinding met de Noorderhaven. Per schip, per ton en per dag is aldaar 1 ct. liggeld verschuldigd. 0,1 Bontebrug (dr.) te Groningen; wijd 7,65 M., kan verwijd worden tot 10,50 M. door oplichting der aanbrug. Voor sluitingstijd zie [1] bi. 42. Geen bruggeld. N.O. Los- en laadplaats, lang 200 M. Z.W. Los- en laadplaats, lang 800 M. Alleen van ligplaats binnen de gemeente heft de Gem Groningen recht. (Zie bl. 42.) 1.1 Helpenerdiep, naar het Noord-WillemsI kanaal [114], alleen passeerbaar voor zeei kleine vaartuigen (3 lage bruggen). De mond is bevaarbaar voor schepen I van 100 ton. 6.2 I I Draaibrug te Waterhuizen, wijd 10,50 M. Geer. bruggeld. Sluitingstijd als In de Gem. Muntendam. (Zie blz. 48). 6,5 Drentsche Diep [3] naar het Zuidlaar- dermeer. 8,0 Bekhofsklap (Oph.) te Westerbroek, wijd 8,20 M. ' ' I Geen bruggeld; staat meest open. ») Volledige tabel der sluitingstijden in Pr. bl. n». 4 van 1921. 4 50 Afstand in Ligging. K M. uit het beginpunt. 8,3 N. Westerbroek; los- en laadplaats, vrij. 9,7 Boerenklap (dr.), wijd ong. 10 M. Geen bruggeld; staat meest open. 11,4 Los- en laadplaats, vrij. 11.4 Foxholsterdraaibrug in den weg naar Kbopswolde (2,5 K.M.); wijd 8 M., kan worden verwijd tot 10 M. Bruggeld f 0,20. In de Gem. Hoogezand blijven de bruggen, behalve als boven aangegeven, gesloten van 12 u. tot 12 u. 15 n.m. en van 12 u. 50 tot 1 u. n.m. Z.W. Verbinding met het Foxholstermeer en het Drentsche Diep [3],lang3K.M.,breed8M., diep ongeveer 1 M.; 1 oph. en 1 v.br., wijd 4,70 M., hoog 1,35 M., voor kleine vaartuigen. 11,6 N.O. Foxham. Los- en laadplaats bij den weg naar Kolham, vrij. 12.5 N. Martenshoek. Los- en laadplaats, vrij. 12,9 Martenshoekster Verlaat met vaste brug, hoog 4,30 M. Schutkolklengte 50 M.; wijd 6,95 M.; diep 1,90 M. De sluis wordt eerst gesloten, zoodra de waterstand tot peil is gedaald. Doorvaartrechten: 7 ct. per 2 ton; ledige vaartuigen 7 ct per 4 ton. (Voor turfschepen speciaal tarief, zie blz.25.) Hoogezand. 13.6 Z. Kielsterdiep [4], naar het Stads¬ kanaal [5]. 13,8 Hoogexmdsterbrug (dr.) Geen bruggeld. Sluitingstijd als te k.m. 11,4; verder van 20 tot 10 mm vóór spoortijd. 14,2 Vaste brug (hooghout). Z. Kalkwijksterdiep [20]. 15,0 Bonthuizerbrug (dr.). Geen bruggeld. Sluitingstijd als te k.m. 11,4 en verder van 10 tot 5 min. vóór spoortijd. 15,0 N. Winkelhoeksterdiep [43]. . 15,4 Vaste brug. 15,8 Z. Zij vaartje naar het electrische gemaal; geene verbinding met het KleinemeerI sterdiep. 51 Afstand in Ligging:. I K.m. uit het beginpunt. 15,8 I Kleinemeersterbrug (dr.). Sluitingstijd in de Gem. Sappemeer als in de Gem Hoogezand uitgezonderd van 12 u. 50 tot 1 u. -Geen bruggeld. 16,1 Vaste brug. Sappemeer. 16)5 Borgercompagniesterbrug (dr.). Geen bruggeld; Sluitingstijd als te k.M. 15,8 en verder van 10 tot 5 min. vóór spoortijd. 16.5 Z. Borgercompagniesterdiep [21]. 16.8 Vaste brug. 17,1 Draaibrug. Geen bruggeld; meest open voor de vaart: sluitingstijd als K.M. 15,8. 17.3 N. Noordbroeksterdiep [44]. OOSTEINDE. Draaibrug (meestal openstaande). Geen bruggeld. 19.1 Draaibrug (idem). Geen bruggeld. 20.9 Z. Muntendammerdiep [24]. Zuidbroek. 21,0 Zuldbroekster Verlaat, schutlengte ong. 35 M.; wijdte 6 M.; diepte 2,08 M.; schutpeil 1,82 -f N. A. P. Staat een deel van het jaar open. Sluisgeld, overeenkomstig blz. 25. 21,0 Ophaalbrug. Geen bruggeld. 22.2 Draaibrug in den Noord-Ooster-Locaalspoorweg. l) 24.6 Medener draaibrug. Bruggeld f 0,10. 28.4 N.W. Opdiep (Termunterzijldiep) [45]. 28.7 Scheemda. Los- en laadplaats. Basculebrug. Bruggeld f 0,10, boven 100 ton f 0,20. 30,3 30,6 Verboden ligplaats langs den tramweg (N.O. oever). 31,2 I O. Nieuwe kanaal (geen scheepvaartverbinding). 31,7 Kloosterlil (dr.) te Heiligerlee. I I Geen bruggeld, i) K.B. van 21 Juli 1911, St.bl. 253 betreffende de beveiliging. 52 Afstand in ILigging. k.m. uit het beginpunt. Los- en laadplaats aan de W.zijde der brug (pr.). 32.5 Draaibrug bij het voormalige Kloosterverlaat. Geen verplicht bruggeld. 33.1 O. Hessenbril; zijweg naar Bovenburen. Van hier af tot aan het Renselverlaat is het liggen, lossen en laden van vaartuigen verboden. x) 33.6 Draaibrug bij het Poelken. Los- en laadplaats. Bruggeld f 0,10. 2) 33,6-35,1 Winschoten (Kom der Gem.). Havengeld: f 0,012 per ton voor de eerste week, f 0,006 per ton voor de tweede week, f 0,003 voor iedere volgende week. Vrijgesteld zijn schepen, die zonder te laden of te lossen hoogstens 24 uren oponthoud nemen. ■ Jaarabonnement."3) 34,2-35,0 Z. Omsnijdingskanaal te Winschoten. 34.2 Z. Zijtakje door Winschoten. 34,2 Draaibrug te Winschoten in de Lange- straat. Tarief als voor de Eemskanaalbruggen [52]. 35.0 W. Oosterhaven te Winschoten, lang 200 M. Van hieraf heet het vaarwater ook Trekvaart de Rensél. (Plan tot verruiming 35.1 der Rensel vaart.) Posttil (dr.) met tram: Bruggeld f0,10. Sluitingstijd als in de Gem. Muntendam. (Zie bladz 48.) 35.2 Z. Tramhaven, lang ong. 400 M., breed 50 M. 37,1 Draaibrug in den spoorweg Groningen— Nieuweschans. Wordt 10 min. vóór aankomst van een trein gesloten. 4) 37.5 Renselverlaat met oph. Schutkolklengte 35 M.; wijdte 6 M; diepte 2,20 M. De sluis staat bijna altijd open. Sluisgeld f 0,20; bruggeld f 0,10.5) 37.6 O. Pekel A, O. van Winschoterzijl. i) Pr.bl. 41 van 1918. ?) Ver. der Gem. Winschoten van 10 Aug. 1920. 3) Ver. der Gem. Winschoten van 27 Dec. 1916, met wijziging. «) k. B. van 11 Sept.1875, StJbl 169. met wijzigingen, betreffende de beveiliging. 5) Sedert 1 Nov. 1922. 53 3. DRENTSCHEDIEP, HUNSE of OOSTEKMOERSCHEVAART. (III) Van het Winschoterdiep [2] zuidoostelijk van Groningen naar het Zuidlaardermeer, en vandaar tot Spijkerboor. Tot het Zuidlaardermeer: Lengte 5,7 K.M. Breedte 12 M. en meer. Diepte van 1,30 M. tot 2 M. onder W. P. Van het Zuidlaardermeer tot Spijkerboor is bij gunstige waterstanden 1,00 tot 1,50 M. diepte voorhanden en is het riviertje bevaarbaar voor schepen tot 60 ton, bij lage'standen echter onbevaarbaar. Ongeveer 2 K.M. boven Spijkerboor houdt de scheepvaart geheel op, wijl aldaar een duiker onder het Annerveenschkanaal ligt. Beneden het Zuidlaardermeer 1 vaste spoorbrug (zie onder), tot Spijkerboor nog 2 draaibruggen, wijd 4,30 M.; geen bruggeld. Geen schutsluis. Het beheer van het gedeelte op Groningsch gebied is nog ongeregeld. Het gedeelte zuidelijk van het Zuidlaardermeer is in beheer bij het Waterschap „De Oostermoerschevaart". Op dit gedeelte worden ten behoeve der uitwatering meerdere bochten afgesneden, welke werken vermoedelijk in 1923 gereedkomen. De scheepvaart op dit gedeelte is van afnemende beteekenis. Grootst toegelaten snelheid 100 M. i/d min. Bezuiden het Zuidlaardermeer worden geen motorbooten toegelaten. Afstandstabel. Afstand in Ligging. k.m. uit het beginpunt. 0,0 Winschoterdiep [2], 6,5 K.M. oostelijk van Groningen. 0,4 Vaste brug in den spoorweg van Groningen naar Nieu we-Schans, wijd 6M., hoog 3,07 M. 54 Afstand in Ligging. K.M. uit het beginpunt. 1,7 Z.W. Onnerkanaal, naar Onnen, bevaarbaar voor schepen van ruim 100 ton, lang 2 K.M., breed 9 M., diep 1,90 M., met schutsluis aan de invaart (schutkolklengte 27 M., wijdte 5 M., diepte 1,50 M.) Schutgeld 3 ct. per ton. Zijkanaal naar het zuiden, achter de sluis, lang ruim 3 K.M.; bevaarbaar voor schepen van ruim 60 ton. Geene bruggen. In beheer bij het bestuur van den Onnerpolder. K.P. = 0,42 M. -4- W. P. 3,0 O. Verbinding door het Foxholstermeer naar het Winschoterdiep [2]. 5,5—9,1 Zuidlaardermeer, ten deele betond. 9,6 Z.O. Havenkanaal van Zuidlaren (III), lang 1,8 KM., breed 10 M., diep ruim 1 M. Geen bruggen. Beheer bij de Gem. Zuidlaren. Motorbooten toegelaten. Los- en laadplaats te Zuidlaren. Op- en afvaartrecht l'/s ct. per ton. i) De vaart zal worden uitgediept. 10,2 Draaibrug in den weg naar Zuidlaren bij de Groeve. 12,8 | Draaibrug bij de Knijpe. 18,5 Vaste brug te Spijkerboor in den weg van Anlo naar Nieuw-Baarveld, wijd 4 M. Geen verbinding met de Molenwijk. 4. VAARWEG KIELSTERDIEP- ANNERVEENSCHEN EEXTERVEENSCH KANAAL. (I) Van het Winschoterdiep [2] bij Hoogezand naar het Stadskanaal [5] bij Bareveld. i) Ver. d. Gem. Zuidlaren v. 30 Mei 1900. 55 Het kanaal ligt van K.M. 9,5—K.M. 14,8 op Drentsen 1 gebied; overigens in de Prov. Groningen* Lengte 15,2 K.M. Breedte 12 M. tot 14 M. (wisselplaatsen). In 1922 gepeilde diepten: tot het Kielsterverlaat 1,40 M. — 1,75 M.; bovenwaarts 1,60 M.—2,00 M, alles onder K.P. en over 51/» M. breedte. 34 gewone beweegbare bruggen, wijd 5,60 M., grootendeels voetbruggen. Grootst toegelaten breedte der vaartuigen 5,40 M. 2 schutsluizen; schutlengte 32 M. Schepen langer dan 26,5 M. kunnen echter de bocht bij K.M. 9,6 niet passeeren. Sluitingstijden voor bruggen en sluizen in de prov. Groningen als aan gegeven voor de Gem. Hoogezand. (Zie blz. 48 en 59). Voor de sluis- en bruggelden zie blz. 25. Aan 8 bruggen is 10 ct., aan 18 bruggen 2 ct. te betalen. Verbinding met talrijke zijwijken. Beneden het Kielsterverlaat mag niet gejaagd worden. In beheer bij de Gem. Groningen. Behalve het prov. politiereglement (in de prov. Groningen) is van toepassing het „Convenant", enz. In de prov. Groningen behoeven motorschepen geene vergunning. In Drenthe is ook van toepassing het „Politiereglement voor de Kanalen in eigendom en onder beheer en toezicht der Gem. Groningen". Pr.bl. van Drenthe n°. 1 van 4 Februari 1916, gewijzigd overeenkomstig Pr.bl. n°. 7 van 1922. Dit reglement verklaart in het algemeen ook toepasselijk het „Algemeen politiereglement voor rivieren en Rijkskanalen" (zie bl. 13), en bevat verder o. a. volgende bepalingen : Grootst toegelaten diepgang 1,55 M., breedte 0,20 M. minder dan de wijdte der door te varen bruggen en sluizen. Beperking van den diepgang wordt door de kanaalbeambten bekend gemaakt. Het is feitelijk niet raadzaam het benedendeel van het kanaal met meer dan 1,50 M. diepgang te bevaren. Vaartuigen langer dan 26 M. kunnen de bocht bij NieuwBaarveld niet passeeren. 56 Behoudens op vertoon van een schriftelijke vergunning van B. en W. van Groningen of namens deze van den Ingenieur der stadsbezittingen, blijven dé bruggen en sluizen gesloten: a. op Zondagen en op Christelijke feestdagen; b. op werkdagen van 16 Maart tot 1 December van 7 u. n.m. tot 25 min. vóór zonsopgang, doch niet vroeger dan 6 u. v.m. en niet later dan 7 u. n.m.; c. op werkdagen van 1 December tot 16 Maart van 6 u n.m. tot 7 u. v.m. Recht op voorschutting hebben behalve vaartuigen genoemd in het Algemeen reglement ook die geladen met verhuisboedel, bijen en ongedorschte veldvruchten. In tijden van waterbesparing zijn regelen betreffende de schutting op te volgen. Vonders, bij welke geen bedienaar is, wat door waarschuwingsborden wordt aangegeven, moeten door den schipper geopend worden en daarna wederom zorgvuldig worden gesloten. Stoom- en motorvaartuigen behoeven vergunning van den beheerder. Behalve om te lossen en te laden mogen schepen niet aan de jaagzijde liggen. Indien 2 vaartuigen elkander niet kunnen passeeren moet het ongeladene terugkeeren. Indien beide geladen of ongeladen zijn beslist de kanaalbeambte. Afstandstabel. Afstand in Ligging. I K.M. uit het beginpunt. 0,0 N. Winterschoterdiep [2]. Hoogezand. 0,0—9,0 Kielsterdiep of Kieldiep. 0.0 Kielsterklap. Oph. Bruggeld 10 ct. 0,4 Draaibrug in den spoorweg Groningen— Nieuweschans. Wordt 10 min. vóór aanI komst van een trein gesloten. J) 2,4 I Z. Nieuwe Compagniesterdiep [6]. >) k. B. van 11 September 1876, SM. 169, (met wijzigingen) betr. de beveiliging 57 Afstand in I Ligging. k.m. uit het • beginpunt. 3.7 Kielsterverlaat. Schutlengte 32,8 M.; wijd 5,55 M.; diep 2,00 M. K.P. noordelijk pand = Winschoterpeil. K.P. zuidelijk pand = 1,44 -f- N. A. P. Op het bovenpand kunnen waterstanden tot 0,70 M. onder K.P. voorkomen. Schutgeld 7 ct. per 2 ton, ledige vaartuigen de helft, met uitzonderingen als vermeld op bladz. 25 (1 ct per ton). 3.8 Kiel. 3.8 W. Verbinding met het nieuwe Compagnie- sterdiep, zuideinde [6]. 4>7 Draaibrug in den weg van Hoogezand naar Zuidlaren (van de Gem. Hoogezand). Doorvaart geld voor het openen 21/2 ct. 5.9 Ophaalbrug. Bruggeld f 0,10. "Windeweer. 8,1 KlELSTER VEERHUIS. 8,8 Ophaalbrug in den Dwarsweg naar Wil- dervank. Bruggeld f 0,10. 9,0—9,6 W. Molenwijk. Voorbij K.M. 9,6 gaat de Molenwijk z.w. nog tot Spijkerboor (2 K.M.) door, doch wordt aldaar slecht onderhouden en is nog slechts 0,80 M. diep (draaivonder, wijd 5,60 M. Part. beheer). Te Spijkerboor geene verbinding met de Oostermoersche vaart. 9.5 Grens tusschen de Prov. Groningen en Drenthe. . 9.6 Nieuw-Baarveld. Oph. Bruggeld f 0,10. Moeilijk passeerbare bocht (zie boven). 9,6—14,9 Annerveensch- en Eexterveensch kanaal of Grevelingskanaal. wijd 5,55 M.; diep = Winschoterpeil. 1,44 + N. A. P. 58 Afstand in Ligging. K.M. uit het beginpunt. 10,6 Z.W. Kanaal Annerveensche mond [7]. 10.8 Annerveensch kanaal. 11.9 Draaibrug. Bruggeld f 0,10. 12,6 Draaibrug. Bruggeld f 0,10. 12,9 Eexterveenscbverlaat. Schutlengte 32 M.; wijd 6 M.; diep 2,15 M. K.P. bovenpand = 2,83 M. + N. A. P. Schutgald als aan het Kielsterverlaat; het lagere recht overeenkomstig bladz. 25 is 1/2 ct. per ton. 13.1 Draaibrug. Bruggeld f 0,10. 14,8 Bareveld. Grens tusschen de Prov. Groningen en Drenthe. 15,0 Ophaalbrug. Bruggeld f 0,10 14,9-15,2 N.O. Oosterdiep. 15.2 N.O. Oosterdiep, naar het Batjesverlaat [24]. 15,2 Z.O. Begin Stadskanaal [5]. 5. STADSEANAAL-MUSSELKANAALTER APELK ANAAL. (1) Van het Oosterdiep [24] bezuiden Batjesverlaat naar de grens tusschen Groningen en Drenthe bezuiden Ter-Apel. Lang 31,4 K.M. Breed 14 M. tot 16 M. In 1922 gepeilde diepteruonder K.P. over ong. 6 M. breedte: tot het 3de verlaat (K.M. 10.7) 1,75 M.—2,10 M.; tot het 6de verlaat (K.M. 21 ) 1,60 M.—3,00 M.; tot het 8ste verlaat (K.M. 30 ) 1,40 M.—2,20 M.; verder bovenwaarts 1,60 M.—1,90 M. De slagdrempels der sluizen liggen minstens 1,90 M. onder K.P. 59 In het algemeen kan het kanaal met 1,40 M. tot 1,50 M. diepgang worden bevaren; tusschen het 6de en 8ste verlaat met niet meer dan 1,40 M. Het kanaalpeil wisselt van 2,83 M. -f- N. A. P. in het benedenste pand tot 12,31 M. .-[- N. A. P. boven het 8ste pand. De peilen dalen zelden meer dan 0,40 M. onder K.P. De laagste standen kunnen echter meer dan 1,00 M. onder K.P. bedragen. 37 beweegbare bruggen, wijd minstens 5,90 M., uitgezonderd de brug bij K.M. 18,1, wijd 5,75 M. 8 Schutsluizen, wijd minstens 5,35 M. De nachtsluitingstijden aan de sluizen en bruggen zijn als opgegeven voor de Gem. Muntendam, zie blz. 48. Voor de sluis- en bruggelden, zie blz. 25. Jaagpad. In beheer bij de Gem. Groningen. Van toepassing is behalve het prov. politiereglement, het „Convenant" tusschen de stad Groningen en de Drentsche Veengenooten van Eext tot Valthe van 5 April 1817, dat ook de bijzondere rechten, die van turfschepen geheven worden, regelt, maar overigens voor den schipper niet veel belangrijks bevat. Af stand sta bel. Afstand in {Ligging.! k.h. uit het beginpunt. 0,0 N.W. Oosterdiep [4], [24] bij Baeeveld 0,1 K.M. zuidelijk van het Batjesverlaat. Baeeveld. 0,113,2 Stadskanaal. 0,2 Draaibrug in den spoorweg Zuidbeoek— Stadskanaal, bij station Baeeveld. Geen dagseinwijd 6,05 M., hoog ong. 3,70 M. 1,0 Z.W. Eerste Gietermond [9], naar de Gieter Venen. 2.0 N.O. Dalkanaal [27]. 3.1 Ophaalbrug. Bruggeld 10 ct. i) K. B. van 21 Juli 1911, StM. 258, gewijzigd 5 Mei 1919, St.bl. 256, betr. de beveiliging. 60 Afstand in I Ligging. K.M. uit het beginpunt. 3.1 Z.W. Tweede Gietermond; geen vaarwater, afgesloten door dam. 4,3 le Verlaat met dr.; schutlengte ong. 40 M.; wijdte 6 M.; diepte 2,10 M. K.P. benedenpand = 2,83 M. + N. A. P. bovenpand == 3,53 M. -}- N. A. P. 4.5 Z.W. Bonnermond [10]. 4.6 N.O. Zijkanaal naar het Boer endiep [29]. 5.3 Bonnerbrug (dr.) in den weg naar Gassel- TEBBOEE VEEN. Bruggeld f 0,10. 5.5 Draaibrug in den stoomtramweg Winschoten—Stadskanaal. 5.6 N.O. JPekeler Hoofddiep [28]. Z.W. Station Stadskanaal-Pekelderweg in den spoorweg naar Stadskanaal. 6.2 Draaibrug. Bruggeld f 0,10. 6,2 ZW. Gasselterboerveensche mond [11] naar de Gasseltervenen. 7,1 2de Verlaat met dr.; schutlengte ong. 31 M.; wijdte 6,00 M.; diepte 2,80 M. K.P. bovenpand = 4,57 M. -f- N. A. P. 7.4 Stadskanaal. 8,1 Draaibrug in den weg naar Gasselter- nijeveen. Bruggeld f 0,10. 8,1 Z.W. Gasselternijeveensche mond [12] naar Gasselternijeveen. 8.7 Stationsbrug (dr.) bij het station NieuwStadskanaal (0,3 K.M. z.w. van het kanaal). Geen bruggeld. 8,9 N.O. Zijkanaal naar het Boeren diep [29] ( Veenhuizer door snij ding). 9,0 Draaivonder. 61 Afstand in Ligging. KM. uit het beginpunt. 9,6 Z.W. Zuiderdiep of Drou wenermond [13] naar de Drouwener Venen. 9,6 Draaibrug. Bruggeld f 0,10. 10,1 Nieuw-Stadskanaal (gemeentehuis). Draaivonder. 10,7 3de Verlaat, (Buinerverlaat) dubbel, met dr. Schutlengte ong. 4t M. en 29 M.; wijdte 5,90 M. en 5,10 M.; diepte 2,10 M. en 2,30 M. De oostelijke (nieuwe) sluis is de langste. K.P. bovenpand = 5,85 M. -f- N. A. P. 11,3 Z.W. Buinermond [14]. Hoofdvaart naar Btjinen. 11.3 Draaibrug in den weg naar Nieuw-Buinen. Bruggeld f 0,10. 12,5, O. Zijkanaal in de verlengde kanaalrichting naar het Bovenste Vledderveenkanaal [33]. 12,5 Draaivonder. 13.1 Draaivonder, wijd 5,75 M. (nauwste brug over het kanaal). 13,221,1 Mnsselkanaal. 13.2 Z. Zijkanaal in de verlengde kanaalrichting. 14,1 4de Verlaat, (1ste Musselverlaat), dubbel, met dr.; schutlengte ong. 42 M. en 29 M.; wijdte 6 M.; diepte 2,10 M. en 1,65 M. De westelijke (nieuwe) sluis is de langste. K.P. bovenpand 7,33 M. + N. A. P. 14.4 N.O. Zijkanaal. 15.3 Draaibrug. Bruggeld f 0,10. 15.4 Z.W. Eerste Exloërmond [15] of Noorder Hoofddiep. 16,1 Draaivonder. 17,1 5de Verlaat, (2de Musselverlaat) dubbel, met oph. Schutlengte ong. 34 M. en 29 M.; wijdte 5,95 M. en 5,50 M.; diepte 2,15 M. en 1,70M. K.P. bovenpand 8,52 M. + N. A. P. 62 Afstand in Ligging. K.M. uit het beginpunt. 17,2 Z.W. Tweede Exloërmond [16] of Zuider Hoofddiep. MüSSELKANAAL. 17,2 Draaibrug in den weg langs den 2den Exloërmond. Bruggeld f 0,10. 17,9 Draaivonder. 18,6 Z.W. Eerste Valthermond, [17] naar de Valt her venen. 18,6 Ophaalbrug in den weg naar Okstwedde. Bruggeld f 0,10. 19,0 Kruising Mussel A; geen scheepvaartverbinding. 19,2 N. Mussel~A-hanaal [85]; Jipsingboer- mussel. 19.6 Draaivonder. 20.7 N. Zijkanaal. 21.0 Ombuiging naar het Zuiden. 21.1 6de Verlaat (Ter-Apelverlaat), met dr. schutlengte ong. 29 M.; wijdte 5,95 M.; diepte 2.00 M. K.P. bovenpand = 9,80 M. + N. A. P. 21,1-31,5 Ter-ApelJcanaal. 21,4 Ophaalbrug in den weg naar Terhaak. Bruggeld f0,10. 23,0 Draaibrug. Bruggeld f 0,10. 23.2 W. Tweede Valthermond of Vetstuk- kenmond [18]. 24,0 Draaibrug bij den Nulweg. Bruggeld f -0,10. 24,9 Draaibrug in den spoorweg, wijd 8,10 M., hoog ong. 3,70 M. 25,7 Draaibrug in den weg langs den Weer- dingermond. Bruggeld f 0,10. 63 Afstand in I Ligging. k.m. uit het beginpunt. 25,7 W. Weerdingermond of WeerdingerJeanaal [19]. Ombuiging naar het Oosten. 26,3 Draaibrug in den stoomtramweg Ter- Apel-Emmen. 26.3 Draaivonder. 26,9 Roswinkelerbrug (dr.). Bruggeld f 0,10. 27,2 Kruising Ruiten A; geen scheepvaart¬ verbinding. Ombuiging naar het Zuidoosten. Ter-Apel. 27,7 O. Ruiten-A kanaal [38]. 28,7 7de Verlaat; schutlengte ong. 30 M.; wijdte 5,85 M.; diepte 2 M. » K.P. bovenpand 11,21 M. -f- N. A. P. 28.7 Draaibrug. Geen bruggeld. O. Barnflair. 29,6 Draaivonder. 29.8 Keersluis in den Leidijk; wijd 6,30 M.; diep 1,90 M. 29.9 W. Muitenbroekkanaal [42] naar Duitsch- land. 30.0 8ste Verlaat te Munnekemoer ; schutlengte ong. 30 M.; wijdte 5,90 M.; diepte 1,90 M. K.P. bovenpand: 12,31 M. -4- N. A. P. 30.1 Draaibrug. Geen bruggeld. 31.4 Grens der Prov. Groningen-Drenthe. Z. Stads-Compascumkanaal (18). 6. NIEUWE COMPAGNIESTERDIEP. (IV) Vair het Kielsterdiep [4], 2,4 K.M. bezuiden het Winschoterdiep naar de grens van Drenthe, westelijk van Windeweer. Bevaarbaar met 1,40 M. diepgang. 64 Lengte 3,1 K.M. (beide gedeelten tezamen). Breedte 8 M.; met wisselplaatsen. Diepte 1,50 M. onder K.P. Schutsluis nabij het Kielsterdiep. Schutkolklengte 23,70 M.; wijdte 5 M.; diepte 1,75 M. De sluis staat meestal open en-keert alleen hooge standen. Doorvaartgeld aan de sluis 1 ct. per ton; geen nachtschuttingen. Op 1,3 K.M. uit de sluis bevindt zich een dam. Het bovenkanaaldeel is door een 0,6 K.M. lang zij kanaal in open verbinding met het bovenpand van het Kielsterdiep. - Tot aan den dam 3 beweegbare bruggen, wijdte 4,50 M.; boven den dam nog 4 beweegbare bruggen, wijdte 5 M. Geen bruggeld. Sluitingstijd als bij de Gem. Hoogezand. (Zie blz. 48 en 50.) De meeste bruggen moeten door de schippers zelf bediend worden. Vele zijwijken. Trekpad. In beheer tot aan den dam bij het waterschap Nieuw Compagniesterdiep „Noordeinde"; boven den dam bij het waterschap Nieuw Compagniesterdiep „Zuideinde". Motorbooten toegelaten. 7. ANNERKANAAL OF KANAAL ANNERVEENSCHE MOND. (III) Van het Annerveenschelmnaal [4] 1 K.M. boven de JffolemvijJc naar den Vallaatsdijk nabij Annen. Lengte 5 K.M. Breedte 10,50 M., 2 zwaaiplaatsen. Diepte 1,70 M. onder K.P. = 1,44 M. + N. A.P. met laagste standen tot 0,80 M. onder K.P. 4 beweegbare bruggen, wijd 6 M.; geen bruggeld. Haven aan het eindpunt breed 20 M., lang 100 M. Geen schutsluis Jaagpad. 65 Geene verbinding metde Oosterm oerschevaart [31 die met een duiker onder het kanaal wordt doorgevoerd. In beheer bij het "Waterschap Annen. Van toepassing is het reglement van politie voor het kanaal in het "Waterschap „Annen", van 27 Augustus 1919 dat eveneens van toepassing verklaart „het Algemeen Reglement van politie voor de rivieren en Rijkskanalen" (zie bl. 13). Grootst toegelaten afmetingen der vaartuigendiepgang 1,40 M.; beperking van diepgang wordt aangekondigd. Feitelijk wordt het kanaal met grooter diengang bevaren; ^ breedte 0,20 M. minder dan de wijdte der bruggen. Tusschen 9 u. n.m. en 5 u. v.m. en op Zondagen worden de bruggen slechts met vergunning van het bestuur geopend. Stoom- en motorvaartuigen behoeven vergunning. Aan de jaagpadzijde mogen schepen slechts ter lossing en lading stilliggen. In- en uitvaartrecht per ton tezamen f 0,10. Bovendien voor aardappelen, kunstmest, hooi en stroo per 100 K G van f 0,20 tot f 0,25. Opslaggeld per M2. en per week f 0,25. Afstandstabel. Afstand in I Ligging. / k.m. uit het beginpunt. 0,0 N.O. Annerveensch kanaal [4]. 0,0 Draaibrug. 2.0 Zwaaiplaats, breed 40 M. Los- en laadplaats. 2.1 Ophaalbrug in den weg van Spijkerboor naar Noord Eexterveen. 2.2 Draaivonder. 3.3 Ophaalbrug. 4,9 Zwaaiplaats, breed 40 M. 5,0 Havenkolk te Annen, breed 30 M. 5 66 8. NIEUWEDIEP. (III)' Van Babeveld in de verlengde richting van het Annerveensch kanaal [4] (te Bareveld geene verbinding) tot de grens der gemeenten Gieten en Gasselte, evenwijdig aan het Stadskanaal [5] op 0,4 K.M. afstand. Door een dam in twee panden zonder bevaarbare verbinding verdeeld. Bevaarbaar met ongeveer 1,30 M. diepgang. Lengte 4,6 K.M. Breedte 7—10 M. Diepte ong. 1.60 M. onder K.P. K.P. benoorden den dam = K.P. van het 1ste Stadskanaalpand. K.P.- bezuiden den dam .= K.P. van het 2de Stadskanaalpand. Benoorden den dam 11 beweegbare bruggen, bezuiden 9 beweegbare bruggen. Brugwijdte 4,20 M. Geen bruggelden. Geen schutsluis. Weg langs het geheele kanaal. Vele zijwijken. In beheer bij de Waterschappen „Gieterveen" (N.W. deel) en „Bonnerveen" (Z.O. deel). • Het kanaal ligt geheel op Drentsch gebied. Afstandstabel. Afstand in Ligging. K.m. uit het beginpunt. 0,0 Baeeveld. 0,7 N.O. Eerste Gietermond [9] naar het Stadskanaal. 2,8 N.O. Tweede Gietermond. Afgesloten door dam; geen vaarwater. 3,3 Dam. 4,2 N.O. Bonnermond [10]. 4,8 Grens der Gemeenten Gieten en Gasselte. 67 9. EERSTE GIETERMOND. (III—IV) Vari het Stadskanaal [5] 1 K.M. boven het Oosterdien naar het Nieuwediep [8]. Lengte 0,4 K.M. Breedte 10 M. Diepte 1,60 M. onder Stadskanaalpeil (1ste Pand) Bevaarbaar met 1,50 M. diepgang. °p 0,1 £-M- uit het Nieuwediep vaste brug in den spoorweg van Zuidbroek naar Stadskanaal, wijd 5 95 M • verder nabij het Nieuwediep 1 draaibrug, wijd 5 95'm noog 3,15 M.; voor bruggeld zie bladz. 25 ? Geen schutsluis. Weg langs het kanaal. Grootendeels in beheer bij de Gem. Groningen. Sluitingstijden en reglementen, enz. als voor het Stads- IvctlltLcll [ö]. Motorbooten toegelaten. 10. BONNERHOND. (III—IV) Van het Stadskanaal [5] 0,2 K.M. boven het 1ste verlaat naar het Nieuwediep [8]. ^'cnuat Lengte 0,4 K.M. Breedte 10 M. Diepte 1,40 M. onder Stadskanaalpeil. (2de pand) Bevaarbaar met 1,20 M. diepgang. Op 0,1 K.M. uit het Nieuwediep, vaste brug in den spoorweg van Zuidbroek naar Stadskanaal- verder een draaibrug nabij het Nieuwediep, en een draaivonder nabij het Stadskanaal. Aan deze laatste 2 ct. brug-eid Brugwijdte: 5,70 M., hoogte: 3,15 M. Sluitingstijden en reglementen, enz. als voor het StadsKanaal [o]. Geen schutsluis. Weg langs het kanaal. Grootendeels in beheer bij het Waterschap „Bonnerveen" Motorbooten toegelaten. 68 11. GASSELTERBOERVEENSCHEMOND. (III) Van het Stadskanaal [5] 0,9 K.M. beneden het 2de verlaat, boven het station Stadskanaal—Pekelerweg door de Gasselter Boervenen naar het Dwarsdiep. Lengte 2,9 K.M. Breedte 11 M. Diepte ongeveer 1,50 M onder Stadskanaalpeil (2de pand). Bevaarbaar met 1,25 M. diepgang. Op 0,1 K.M. uit het Stadskanaal vaste brug in den spoorweg Zuidbroek—Stadskanaal, wijd 5,40 M., hoog 3,85 M.; verder 5 beweegbare bruggen, wijd 5,95 M. Bruggeld aan een brug op Groningsch gebied 10 ct.; verder geen bruggeld. Geen schutsluis. Weg langs„het kanaal. Verbinding met vele wijken. In beheer bij het Waterschap „Gasselterboerveen". Motorbooten toegelaten. Sluitingstijden en reglementen, enz. als voor het groningsch gedeelte. [5] 12. GASSELTERNIJEVEENSCHEMOND. (II—III) Van het Stads kanaal [5], 1 K.M. boven het 2de verlaat, nabij het station Nieuwstadskanaal naar Gasselternije- VEBevaarbaar voor schepen tot 150 ton en 1,40 M. diepgang. Lengte 6,1 K.M. Breedte 12 M, wisselplaatsen bi] alle wijken. Diepte 1,70 M. of iets minder, onder Stadskanaalpeil, (3de pand). Op 0 1 K.M. uit het Stadskanaal, draaibrug in den NoordOoster-Locaalspoorweg; verder nog 14 beweegbare bruggen wyd 5,90 M.; bruggeld aan een brug op Groningsch gebied 2 ct.; verder geen bruggeld. Geen schutsluis. Verharde weg langs het kanaal. Verbinding met vele zijwijken. Hoofdwijken zijn het 1ste Dwarsdiep, het 2de. Dwarsdiep, het Nieuwgraven en het Schreijersdiep. 69 Bevaarbare verbinding door het Nieuwgraven naar den Drouwenermond. Losplaatsen aan de einden van alle wijken. Jaagpad. Op Groningsch gebied in beheer bij de Gem. Groningen. Motorbooten zijn aldaar toegelaten. Sluitingstijden der bruggen aldaar als op het Stadskanaal [5]. In Drenthe is het beheer bij het Waterschap Gasselternijeveen. Van toepassing op dit gedeelte is het Reglement van Politie voor kanalen in het Waterschap „Gasselternijeveen", van 1 Febr. 1918. Daarin wordt in het algemeen eveneens toepasselijk verklaard het „Algemeen Reglement van Politie voor de Rivieren en Rijkskanalen". (Zie bl. 13). De grootst toegelaten afmetingen der schepen zijn: diepgang 1,40 M., breedte 0,10 M. minder dan de door te varen bruggen. Beperking van diepgang wordt bekend gemaakt. Tusschen 9u.n.m. en 5 u. v.m. en op Zondagen worden bruggen slechts met schriftelijke vergunning van het Bestuur geopend. Waar geen vaste brugwachters zijn, worden de bruggen door den schipper geopend en weder gesloten. Stoom- en motorvaartuigen behoeven vergunning. Aan de jaagpadzijde mogen schepen slechts liggen ter lading en lossing. Geene rechten. 13. DROUWENERMOND of ZUIDERDIEP. (III—IV) Van het Stadskanaal [5], 1,1 K.M:, beneden het 3de verlaat te Nieuwstadskanaal, door de Drouwenervenen naar Dhouwenerveen. . Bevaarbaar voor schepen van 50 ton en 1,30 M. diepgang, bovenwaarts 1,15 M. Lengte 6 K.M. Breedte HM. Diepte 1,40 M. onder Stadskanaalpeil (3de pand). 70 22 beweegbare bruggen, wijd 5,80 M. Bruggeld, behalve aan een brug óp Groningsch gebied, 2 ct., verder aan de 3de brug vóór het Noorderdiep en aan de brug bij het Blokkendiep, elk 5 ct. per vaartuig. Sluitingstijd op Groningsch gebied, als voor het Stadskanaal [5]. . Geen schutsluis. Verharde weg langs het kanaal. Verbinding met vele wijken. Op 0,5 K.M. uit het Stadskanaal, verbinding naar het op 0,2 K.M. afstand parallel loopende Noorderdiep, lang ongeveer 4 K.M., met vele bruggen (slechts aan ééne wordt f 0,05 bruggeld geheven). Op 4,7 K.M. bevindt zich noordwaarts hetNoorderblokkendiep, zuidwaarts het Zuiderblokkendiep. Het Noorderblokkendiep staat door het Nieuwgraven in be vaar bare verbindin g met den G a s s e 11 e r n jj e v e e n s c h e n mond. Aan 2 bruggen in het Noordenblokkendiep is f 0,05 bruggeld te betalen. In beheer, tot de Drentsche grens, bij de Gem. Groningen, verder bij bet Waterschap „Nieuw Drouwen". Motoj'booten op Groningsch gebied toegelaten. 14. BUINERMOND en ZUIDER HOOPDDIEP. (II—III) ' Van het Stadskanaal [5], 0,6 K.M. boven het 3de verlaat, naar Buiken. Bevaarbaar met 1,45 M. diepgang. Lengte 11 K.M. Breedte 11—14 M. Diepte 1,60 M. onder het Stadskanaalpeil (4de pand). Vele beweegbare bruggen, wijd minstens 5 M. Bruggeld aan 4 bruggen op Drentsch gebied f 0,05 per brug en aan een draaivonder f0,01; verder aan 2 biuggen over het N o o r d e r h o o f d d i e p f 0,05 per brug, op Groningsch gebied 2 ct. aan eene brug. 2 schutsluizen. Jaagpad. 71 In beheer bij de Gem. Groningen, voor het Groningsch gedeelte (0,7 K.M.). Op dit gedeelte zijn motorbooten toegelaten en gelden de sluitingstijden der bruggen als op het Stadskanaal [5]. Voor het gedeelte in Drenthe is het beheer bij het Waterschap ,.Nieuw-Buinen" tot Buinerveen en verder bij de Gem. Borger. Toepasselijk zijn hier ^Reglementen van Politie" van 11 Juli 1899, Pr.bl. n°. 32 en n°. 33, met wijzigingen. De Reglementen zijn weinig verschillend. In het algemeen wordt ook het „Algemeen Reglement van Politie op de Rivieren en Rijkskanalen" toepasselijk verklaard. (Zie bl. 13.) De grootst toegelaten afmetingen der schepen zijn: diepgang 1,50 M. onder K.P., op het oostelijk deel; 1,60 M. onder K.P. op het westelijk deel; breedte 0,10 M. minder dan de wijdte der bruggen, en sluizen. Op Zondagen en Christelijke feestdagen, benevens op werkdagen van 8 n.m. tot 5 v.m., blijven sluizen en bruggen gesloten, behoudens schriftelijke vergunning van het waterschapbest uur of van B. en W. der Gem. Borger, ieder voor het gedeelte in eigen beheer. Recht op vóórschutting hebben, behalve overeenkomstig het „Algemeen Reglement van Politie", schepen geladen met biezen, russchen en ongedorschte veldvruchten. In tijden van waterbesparing zijn bij de sluizen zekere regelen in acht te nemen; eveneens bij het naderen van bruggen en vonders. Stoom- en motorschepen behoeven vergunning van het betr. bestuur, die in den regel verleend wordt. Afstandstabel. Afstand in ILigging. K.M. uit het beginpunt. 0,0 N.O. Stadskanaal [5] 0,6 K.M. boven het 3de verlaat. 0,0—0,8 Buinermond. 0,0 Draaibrug. °>1 Draaibrug in den spoorweg van Stads¬ kanaal naar Terapel. 0,7 Grens tusschen Drenthe en Groningen. 72 Afstand in Ligging. K.M. uit het beginpunt. 0,8 Ombuiging naar het Z.0.; van hieraf heet de vaart Dwarsdiep. 0,8—1,7 Dwarsdiep. 1,5 Z.W. Noorderhoofddiep, lang ongeveer 6 K.M., bevaarbaar en van ongeveer gelijke afmetingen als het Zuiderhoofddiep, vele hew. bruggen. Eveneens, in beheer bij het waterschap Nieuw-Buinen. 1,5 Ophaalbrug in den weg, zuidelijk van de Noorderhoofdvaart. 1.7 Ombuiging naar het Z.W.; van hieraf heet de vaart Zuidèrhoofdvaart. of Zuiderhoofddiep. 1,7-11,0 Zuiderhoofddiep. 1.8 lste verlaat. Schutlengte ongeveer 25M., breedte 5,40M., diepte 1,90 M. K.P. benedenpand = 5,85 M. -|- N. A. P, K.P. bovenpand = 6,45 M. -f- N. A. P, Sluisgeld f 0,06 per ton, bij opvaart en bij afvaart minstens f 0,25; ledige afvarende schepen vrij. 3,8 Beweegbare brug. 4.3 2de verlaat. Schutlengte ongeveer 22,5 M., breedte 5,95 M., diepte 2,05 M. K.P. bovenpand — 6,90 M. -f N. A. P. Sluisgeld 11/2 ct. per ton; minstens f 0,25. NlEUW-BüINEN. 8,0 Buinerveen. Van hieraf wordt het kanaal door de Gem. Borger beheerd. 8.4 N. Draaibrug; weg naar Gasselternijeveen. 11,1 Haven te Buinen, nabij den Noord-Ooster- locaalspoorweg. Geen havengeld. 73 15. EERSTE EXLOËRMOND en NOORDELIJKE HOOFDVAART. (III) Van het MtisselJcanaul [5], 1,3 K.M. boven het Me verlaat, door de Exloërvenen. Bevaarbaar voor schepen van ruim 100 ton en 1,40 M. diepgang; landbouwvaart. Lengte 7 K.M. Breedte 11—13 M. Diepte minstens 1,60 M. onder K.P. = Musselkanaalpeil (5de pand). Ruim 40 gewone draaibruggen en draai vonders en 1 spoorwegdraaibrug nabij den mond; wijd minstens 5,40 M. Bruggeld op Groningsch gebied 2 ct. aan eene loopbrug; verder geen bruggeld. Sluitingstijden, op Groningsch gebied, als op het Stadskanaal. [5] Geen schutsluis. Verharde weg langs het kanaal. Verbinding met vele zijwijken. In beheer bij de Gem. Groningen op Groningsch gebied; in Drenthe bij het Waterschap „Exlo". Motorbooten op Groningsch gebied toegelaten. Geen rechten. 16. TWEEDE EXLOËRMOND en ZUIDELIJKE HOOFDVAART. (II) Van het Musselkanaal [5], 0,1 K.M. boven het 5de verlaat, door de Exloërvenen. Bevaarbaar voor schepen van meer dan 120 ton en 1,70 M. diepgang; belangrijke landbouw- en turfvaart. Lengte 7 K.M. Breedte 11—13 M. Diepte van 1,70—2,10 M. onder K.P.' — Musselkanaalpeil (6de pand). 30 draaibruggen, wijd 6 M. 74 Geen bruggeld, behalve 10 ct. aan de eerste draaibrug nabij het Musselkanaal en 21 ct. aan de eerste brug in Drenthe. Sluitingstijd als op het Stadskanaal [5], Geen schutsluis. Klinkerweg langs het kanaal. Verbinding met vele zij wij ken. In beheer bij de Gem. Groningen op Groningsch gebied; in Drenthe bij het Waterschap „Exlo". Geen rechten. Motorbooten op Groningsch gebied toegelaten. 17. EERSTE VALTHERMOND en ZUIDER HOOFDVAART. (II) Van het Musselkanaal [5], 1,5 K.M. boven het 5de verlaat, in Z.W. richting door het Waterschap „Valthe". Turf- en landbouwvaart. bevaarbaar met schepen van 1,80 M. diepgang. Lengte 11 K.M. Breedte ruim HM. Diepte 1,90 M. onder K.P. van het Musselkanaal (6de pand). Weinig hinder van lage waterstanden. Meer dan 100 beweegbare bruggen over de hoofdkanalen, wijd ruim 5,50 M. Bruggeld in het Noorder- en Zuiderhoofddiep, tezamen aan 8 bruggen, elk 5—10 ct. Sluitingstijd als aan het Stadskanaal [5] op Groningsch gebied. Op het Drenthsch gedeelte worden de sluizen en bruggen van 1 April—1 Nov. van 5 u. v.m.—9 u. n.m. en van 1 Nov.—1 April van 6 u. v.m.—7 u. n.m. bediend. 1 schutsluis. Wegen langs de hoofdkanalen. Vele zijwh'ken. In beheer bij de Gem. Groningen (0,3 K.M.), verder bij het Waterschap „Valthe". Motorbooten toegelaten. 75 Afstandstabel. Afstand in Ligging. K.M. uit het beginpunt. 0,0 Musselkanaal. [5]. 2.4 Z.W. Noorderhoofdvaart; paralielvaart der Zuiderhoofdvaart, op 0,2 K.M. afstand, van ongeveer gelijken aard, lang ruim 8 K.M. Op 3,4 K.M. uit den mond bevindt zich een dam en boven den dam een verbindingskanaal naar het 2de pand van de Zuider Hoofd vaart. 3.5 Schutsluis; schutlengte ongeveer 30 M., wijdte 6 M., diepte 1,90 M. Het K.P. van het bovenpand is ongeveer 0,45 M. hooger dan dat van het benedenpand. Beurtschepen hebben voorschuttingsrecht. Schutgeld 11/2 ct. per ton; 's-nachts dubbel, opvaart vrij. 5,7 N.W. Verbindingsvaart met het bovendeel der Noorderhoofdvaart, met 2 bruggen. Bruggeld 3 ct. per brug. 10,9 N.W. Dwarsvaart. Z.O. Dwarsvaart. 18. TWEEDE VALTHERMOND. (III) Ook Vetstukkenmond en verderop Zuidelijke Hoofdvaart genaamd. Van het Terapélkanaal [5] 1,9 K.M. bezuiden het 6de verlaat, in W. en Z.W. richting, door het Waterschap : „Valthe". Turf- en landbouw vaart; bevaarbaar met 1,50 M. diepgang. \ Lengte ongeveer 8,5 K.M. Breedte 11—12 M. Diepte 1,90 M. onder K.P. van het Terapélkanaal (7de r pand). Ruim 20 beweegbare bruggen en 1 spoorwegdraaibrug [(nabij den mond), wijd minstens 5,50 M, 76 Bruggeld aan tezamen 5 bruggen, elk 5 ct. — 10 ct. Sluitingstijd als aan den lsten Valthermond [17]. Geen schutsluis. Weg langs het kanaal. Vele zywijken. Op 0,2 K.M. uit het Terapélkanaal leidt een parallelvaart, lang bijna 3 K.M. naar den Weerdingermond. In beheer bij de Gem. Groningen, op Groningsch gebied (1 K.M.), verder bij het Waterschap „Valthe". Motorbooten op Groningsch gebied toegelaten. 19. WEERDINGERMOND of WEERDINGERKANAAL. (II) Van het Terapélkanaal [5] bij Terapel langs Weerdingermond, door de Weerdingervenen tot op 1 K.M. van den Noord-Oosterlocaalspoorweg tusschen Valthe en Weerdinge. Hoofdzakelijk turfvervoer; bevaarbaar met schepen van ruim 1,60 M. diepgang. Het kanaal is officieel kanaal A genaamd. Lengte 10 K.M. Breedte 12 M. Diepte 1,50 tot 2 M. onder K.P. over minstens 6 M. breedte. De hoofdwijken zijn: 10 M. breed en 1,80 M. diep. 12 draaibruggen en draaivonders, wijd 5,90 M.; bruggeld op Groningsch gebied 2 ct. aan eene loopbrug, in Drenthe 2\ ct., slechts bij afvaart. Aan de bruggen over de monden der Hoofdwijken is 5 ct. bruggeld te betalen. Dubbel tarief als bij de sluis. Sluitingstijden op Groningsch gebied als voor het Stadskanaal [5]. 1 schutsluis. Weg langs het kanaal. In beheer bij de Gem. Groningen tot aan de prov. grens (2,3 K.M.); in Drenthe bij het Waterschap „Weerdinge". Motorbooten toegelaten. Aan de sluitketting nabij den mond in het Terapélkanaal is voor turf 3 ct. per ton te betalen. 77 Afstandstabel. Afstand in Ligging. K.M. uit het beginpunt. 0,0 Terapélkanaal [5]. ' 0,2 N. Paralleldiep naar den 2den Valthermond [18]; hierop monden 15 bevaarbare zij- wijken. 1,5 Weerdingermond. 2.2 Ombuiging naar het Z.W. 2.3 Grens tusschen Groningen en Drenthe. Vanhier af heet de vaart ook kanaal A. 2,9 Lokkerslnls (schutsluis); schutlengte 26,25 M., wijdte 6 M., diepte 2,30 M. Peil van het benedenpand = Terapelkanaalpeil = 9,80 M. + N. A. P. (7de pand). Peil van het bovenpand = 10,60 M. -\N. A. P. Lagere waterstanden komen zelden voor. Sluisgeld 2 ct. per ton, bij afvaart (minstens 20 ct.); de opvaart is vrij. Schuttijd van 6 u. v.m. tot 7 u. n.m.; van 1 Nov. tot 1 Maait van 7 u. v.m. tot 6 u. v.m., op andere uren dubbel sluisgeld. Recht van voorschutting hebben vaartuigen geladen met vee. Beurtschepen of andere legen betaling van 2 ct. per ton boven het tarief. 4,1 ■ Nieuw Weerdinge. 4,8 N.W. Hoofdwijk X. 4,8 Z.O. Hoofdwijk O. Staat door schutsluis in verbinding met de vaarten door het Eoswinkelerveen (Westelijk kanaal en Oude-schuttingkanaal), schutlengte 33,5 M., wijdte 6 M., diepte 2 M. Sluisgeld 3 ct. per ton bij afvaart (minstens 30 ct.), 's nachts dubbel. 6,1 N.W. Hoofdwijk IX. 6,1 Z.O. Hoofdwijk VI, naar de Hoofdwijken D en III. 7.4 N.W. Hoofdwijk VIII. 78 Afstand in Ligging. K.M. uit het beginpunt. 7.4 Z.O. Hoofdwijk V, naar de Hoofdwijken III ■ en lila. 7.5 Z. Hoofdwijk II. 9.9 Eindpunt. Vafn hieraf zal eene verbinding naar den Odoorner zijtak van het Oranjekanaal (13) worden gegraven. 20. KALKWIJKSTERDIEP. (III) Van het Winschoterdiep [2] ten oosten van Hoogezand, naar den Dwarsweg zuidoostelijk van Windeweer. Bevaarbaar met schepen van 1,50 M. diepgang. Lengte 8,1 K.M. Breedte 10 M.; met wisselplaatsen. Diepte 1,70 M. onder W. P. Nu en dan kunnen verondiepingen de vaart met schepen van meer dan 1.20 M. diepgang bemoeilijken. In den zomer is de waterstand gewoonlijk 0,25 M. onder peil. Draaibrug in den spoorweg Groningen—Nieuwe Schans, 0,5 K.M. uit het Winschoterdiep, wijd 5,80 M.; wordt 10 min. vóór aankomst van den trein gesloten. Geen dagsein. *) 15 gewone beweegbare bruggen, wijd 4,90 M. Sluitingstijd voor de bruggen, als voor de bruggen in de Gem. Hoogezand aangegeven. (Zie bl. 48 en 50.) Sluitingstijd voor de draaibrug in den parallelweg nabij den spoorweg, bovendien van 10 min. vóór tot spoortijd. Doorvaartgeld te betalen voor het openen van de Kalkwijksterhoofddraai, gelegen over de monding van het Kalkwijksterdiep in het Winschoterdiep f 0,02 per vaartuig voor heen en terug; 's nachts f 0,10; verder geene rechten of bruggelden. Geen schutsluizen. de brugB Tan 11 Sept' 18'5> 169> niet wijzigingen, ter beveiliging van 79 Vele zijwijken. Trekpad tot den Borgercompagniester kunstweg (K.M. 6,6). In beheer bij het Waterschap „Kalkwijk". Motorvaartuigen worden toegelaten. 21. BORGERCOMPAGNIESTERDIEP. (III) • Tusschen het Winschoterdiep f2] te Sappemeer en den Tolweg bij Wildervank. Bevaarbaar met schepen van ruim 1,10 M. diepgang. Lengte 8,6 K.M. Breedte 10 M. (wisselplaatsen op afstanden van ruim 600 M). Diepte 1,60 M. onder K.P., met verondiepingen, die geregeld worden opgeruimd. Bij droogte is het bovenpand zeer waterarm. 19 gewone beweegbare bruggen, wijd 5 M. Geen bruggeld. Een schutsluis. Sluitingstijd voorbruggen en sluizen als aangegeven voor de Gem. Sappemeer en Muntendam. (Zie bl. 48 en 50.) Jaagpad. Vele zijwijken. In beheer bij het Waterschap Borger- en Tripscompagnie. Afstandstabel. Afstand in ILigging.! KM. uit het beginpunt. 0,0 Winschoterdiep. [2] 0,6 Draaibrug in den spoorweg Groningen — Nieuwe Schans, wijd 6 M., wordt 10 min. vóór aankomst van een trein gesloten. *) | 1,0 O. Tripscompagniesterdiep. [23] 1,0 W. Kleinemeersterdiep [22]. i) K B. van 11 Sept. 1875, St.bl. 169 (met wijzigingen), ter beveiliging van de brug. 80 Afstand in Ligging. k.m. uit het beginpunt. 3,0 Borgercompagniester verlaat; schut¬ kolklengte 25 M., wijdte 5,85 M., diepte 2M. Lage waterstanden zijn soms zeer hinderlijk. Kanaalpeil noordelijk pand — W.P. Kanaalpeil zuidelijk pand = 0 92 M. -|I N. A. P. Dagelijks, behalve Zondags, wordt 3 maal, of zoodra de kolk vol is, geschut. Sluisgeld: voor een geladen tjalk of grooter schip f 0,50; kleinere schepen van f 0,10—f 0,30; ledige schepen van f 0,10—f 0,20. 8,6 Eindpunt van het kanaal. 22. KLEINEMEERSTERDIEP. (IV) Tusschen het Borgercompagniesterdiep [21], op 1 K.M. zuidelijk van het Winschoterdiep en Kleinemeer. Lengte 1,3 K.M. Breedte 7 tot 9 M. Diepte ong. 1,40 M. 4 gewone beweegbare bruggen; brugwijdte 4,10 M. Op korten afstand van het Borgercompagniesterdiep bevindt zich het Klelnemeersterverlaat, kolklengte 18,50 M.; breedte 4,30 M.; diepte 1,25 M.'onder K.P.; kanaalpeil pa 0.24 + N. A. P. In beheer bij het Waterschap Kleinemeer. Sluitingstijd als aangegeven voor de Gem. Sappemeer. (Zie bl. 48 en 50.) 23. TRIPSCOMPAGNIESTERDIEP. (III) Van hetBorgercompagniesterdiëp [21] naar de buurt Tripscompagnie. Bevaarbaar voor schepen met ruim 1,10 M. diepgang. 81 Lengte 6 K.M. Breedte 10 M.; wisselplaatsen op afstanden van ruim 600 M. Diepte ongeveer 1,60 M. onder W. P. 15 beweegbare bruggen en 1 vaste voetbrug, wijdte 4 90 M vrije hoogte 3,50 M.; geen bruggeld. ISluitingstijdals aangegeven voor de Gem. Zuidbroek, zie [2] Geen schutsluizen. Verbinding met een aantal wijken. Trekpad langs het grootste gedeelte. In beheer bij het Waterschap Borger- en Tripscompagnie. Afstandstabel. f Afstand in [Ligging. i K.M. uit het [ beginpunt. 10,0 O. Borgercompagniesterdiep[21],lK.M. bezuiden het Winschoterdiep. 1,3 Grens der Gem. Sappemeer en Muntendam; vaste voetbrug (hooghout). 1,8 Ombuiging naar het zuiden. 3,6 Bew. brug in de Tripscompagniesterlaan naar Muntendam. 4,4 Bew. brug in den Tolweg. 6,1 Eindpunt. 24. VAARWEG VAN HET WINSCHOTERDIEP TE ZUIDBROEK NAAR HET STADSKANAAL TE BARE VELD. (I—II) i Langs het Muntendammerdiep, Dwarsdiep, 1 Westerdiep, Beneden Dwarsdiep en Oosterdiep. [ Belangrijke verkeersweg. Het is niet raadzaam een f diepgang van 1,50 M. te overschrijden. Lengte 14 K.M. Breedte 11 tot 14 M. Diepte 1,50 M. tot 2,20 M., met waterstanden tot 0,60 M en meer beneden K.P. 82 47 gewone beweegbare bruggen, wijd minstens 5,80 M. (tot aan het Oosterdiep ruim 6,80 M., tot het Middelste Verlaat ruim 6,50 M.). Voor de bediening der bruggen wordt gewoonlijk 2£ ct. per vaartuig gerekend. Grootst toegelaten breedte der vaartuigen tot het Participanten Verlaat 6,80 M., verder zuidelijk 5,80 M. 3 schutsluizen. Sluitingstijd voor bruggen en sluizen als op blz. 48 voor de Gem. Züidbeoek aangegeven. Bovendien blijven eenige bruggen in verband met de treinenloop eenige minuten gesloten. In de Gem. Veendam en Wildervank zijn eenige bruggen op werkdagen van 12 tot 1 u. n.m. gesloten.l) Jaagpad. Grootste toegelaten snelheid voor stoom- en motorbooten 75 M. in de minuut. Het Muntendammerdiep is in beheer bij het Waterschap Oldambt; het Dwarsdiep, het Westerdiep en het Beneden Dwarsdiep bij het Waterschap „Veendammer beneden Verlaat"; het Oosterdiep tot de Molenwijk bij het waterschap „Het Oosterdiep"; vandaar tot het Boven-Wildervankster Verlaat bij het Waterschap „Het Wildervankster \ Participanten Verlaat." Het Batje-verlaat is in beheer bij de Gem. Groningen. Van toepassing is ook het „Convenant", zie [5]. Afstandstabel. Afstand in Ligging. k.m. uit het beginpunt. 0,0 Winschoterdiep bij Züidbeoek. 0,1 Ophaalbrug, wijd 6,25 M., kan worden verwijd tot 7,05 M. 0,0—2,5 Muntendammerdiep. 0,3 Draaibrug in den Spoorweg Groningen— Nieuweschans. Wordt 10 min. vóór aankomst van een trein gesloten.s) 0,4 O. Spoorweghaven; tarief bij den stationchef te Züidbeoek. 1) Voor de volledige sluitingstijden zie Pr.bl. v. Groningen n°. 4 van 1921. 2) k. b. van 11 Sept. 1875 St.bl. 169 met wijzigingen, betreffende de beveiliging. Afstand in Ligging. I K.M.uithet beginpunt. 2,5 Z. Muntendam, draaibrug. 2,5—3,5 Dwarsdiep of Medenerdiep. 8,5 0. Voortzetting van het Medenerdiep naar Meden (ruim 1 K.M.) met draaibrug in den N.O. Loc. spoorweg, i) 3,5—5,2 j Westerdiep. 3.7 | Ophaalbrug in den weg naar Muntendam. 4,9 I Beneden Veendammer Verlaat; lang 41,60 M.; wijd 8,05 M.; diep 2,25 M. onder K.P. — Winschoterpeil. De stand van het bovenpand is gewoonlijk 0,82 M. -f-N.A.P. J Sluisgeld tot H ton f 0,10; opklimmende tot f 0,55 bil 160 ton en meer. 5,2—6;0 Beneden Dwarsdiep. 5,2 Z. Voortzetting van het Westerdiep; door het Wildervankster-Beneden-Dwarsdiep in verbinding met het Oosterdiep boven het I Participanten Verlaat. Goed bevaarbaar met ruim 1 M. diepgang. 6,0 N. Voortzetting van het Oosterdiep 0,9 K.M. 5,0-13,9 | Oosterdiep. 7,2—7,3 0. Kanaal naar de spoorweghaven te Veendam. 7.8 Veendam. O. Ommelanderwijk [25] naar het Pekeler Hoofddiep [28]. 8.9 I O. Molenwijk (1 K.M. bevaarbaar). 8,9 ! Grens tusschen de gemeenten Wilder- vank en Veendam. 8,9 W. Westerdiep; toegang door het 0,1 K.M. lange Beneden Dwarsdiep. 9,0 Beneden Wlldervankster Verlaat of Participanten- of Middelste Verlaat. Lang 45 M., wijd 6,65 M, diep 2,06 M. K.P. bovenpand = 1,72 M. + N.A. P. Schutgeld 1 ct. per ton. 83 i) K. B. van 21 Juli 1911 St.bl. 258 betreffende de beveiliging. 84 Afstand in I Ligging. k.m. uit het beginpunt. 9.1 W. Verbinding met het zuidelijk Westerdiep. Toegang door het 0,1 K.M. lange Boven Dwarsdiep. Het Westerdiep loopt tot tegenover het Batjesverlaat door (zonder verbinding) en is over 2 K.M. goed bevaarbaar met ruim 1,20 M. diepgang, verderop minder. 21 beweegbare bruggen, minstens wijd 5 M. 11,4 I Wilder vank. 13.8 I Boven Wlldervankster Verlaat of Batje-verlaat; lang 36,00 M., wijd 5,92 M., diep 2 M. K.P. bovenpand = 2,83 M. + N. A. P. Schutgeld 7 ct. per 2 ton, ledige vaartuigen de helft, zie verder blz. 25. 13.9 Draaibrug "in den weg naar Stadskanaal, wijd 5,76 M. Geen bruggeld. 13,9 Z.O. Begin van het Stadskanaal [5] nabij het station Bareveld. Het Oosterdiep loopt nog 400 M. door tot aan het Eexterveensch kanaal [4]. 25. OMMELANDEBWLJK. (II) Van het Oosterdiep [24] bij Veendam naar het Pekeler Hoofddiep [28] bezuiden Nieuwe Pekela. Ook Ommelanderwij kster Hoofddiep genaamd. Bevaarbaar met vaartuigen van 1,50 M. diepgang. Lengte 6,3 K.M. Breedte 13 M.; wisselplaatsen. Diepte ongeveer 1,70 M. onder K.P. Is goed op diepte onderhouden. Lagere waterstanden zijn niet zeer bezwaarlijk. 10 beweegbare gewone bruggen, wijdte ruim 5,60 M. Grootst toegelaten breedte der vaartuigen 5,50 M. Geen bruggeld, behalve te Nieuwe Pekela (zie afstandstabel). Een schutsluis. Verbinding met vele zijwijken. Jaagpad. 85 In beheer bij het Waterschap „de Ommelanderwijk" en de Gem. Nieuwe Pekela (tot de grens der gemeente). Afstandstabel. Afstand in Ligging. I k.m. uit het beginpunt. 0,0 Oosterdiep [24] te Veendam. 0,3 Draaibrug in den Noord-Oosterlocaal- spoorweg naar Zuidbroek, wijdte 6 M.!) 1,9 N.O. Zuidwendinger Hoofddiep [26]. 2.0 Ominelanderwtykster verlaat. Schutkolklengte 23,70 M. wijdte 5,60' M. diepte 1,90 M. K.P. westelijk pand = W.P. (meestal 0,20 M. hooger), K.P. oostelijk pand = 2,25 M. -f- N.P., des winters ruim 0,20 M. lager. Doorvaartgeld: beneden 50 ton 1 ct. per ton, daarboven voor elke ton Va ct. 2) Voorschuttingsreclit hebben vaartuigen, die op bepaalde uren varen. 2.1 Wijk N°. 1 zuidwaarts, lang 5 K.M. 4,8 Grens tusschen de Gem. Veendam en Nieuwe Pekela. Van hieraf heet het kanaal ook „De Doorsnede" of „Nieuwe Doorvaart". 6.2 Draaibrug. Bruggeld voor het openen 10 ct.3) 6,2 Pekeler Hoofddiep [28] bij Nieuwe Pekela. 26. ZUIDWENDINGERHOOFDDIEP. (III) Van de Ommelanderwijk [25] naar de grens van Nieuwe Pekela. ' ^ .* Bevaarbaar met ongeveer 1 M. diepgang. Lengte 3,9 K.M. Breedte 10 M.; eene wisselplaats bij de aardappelmeelfabriek firma Scholten. i) Reglement K. B. van 21 Juli 1911, St.bl. 258 betreffende de beveiliging. ") K. B. van 23 Sept. 1917 n°. 32. ') K. B. van 15 Januari 1921 n". 88. 86 Diepte ong. 1,40 M. onder peil van het westelijk pand van de Ommelanderwijk. 17 beweegbare bruggen, wijdte 5,00 M.; geen bruggeld. Geen schutsluizen. Verbinding met vele zijwijken. Jaagpad. In beheer bij het Waterschap „Zuidwending". 27. DALKANAAL. (IV) Van het Stadskanaal [5], 2 K.M. boven het Oosterdiep, in noord-oostelijke richting tot voorbij Wildehvanksterd allen. Van plaatselijk belang; bevaarbaar met 1,30 M. diepgang, althans in het benedendeel. Lengte 4,6 K.M. Breedte 10 M. Diepte ong. 1,50 M. onder Stadskanaalpeil (eerste pand). In droge zomers komen hinderlijk lage standen voor. 9 draaibruggen, wijd 5,25 M. Geen bruggeld, uitgezonderd aan de brug over de invaart (in beheer bij de stad Groningen), alwaar het bruggeld 10 ct. bedraagt. Geen schutsluizen. Verbinding met vele wijken. Trekpad. In beheer bij het Waterschap „Het Wildervankster Participanten .verlaat". Vanaf 1 Dec. tot 1 April wordt het kanaal ongeveer in het midden afgesloten. 28. PERELER HOOFDDIEP, PEKEL A EN WESTERWOLDSCHE A. (II) Van het Stadskanaal [5] tusschen, het le en 2e verlaat naar den JDoUard b;j de Nieuwe-Statenzfll. Bevaarbaar voor schepen tot 150 ton, in den regel 87 echter met niet meer dan 1,40 M. diepgang; schepen tot 600 ton kunnen van uit den Dollard Nieuweschans bereiken. Lengte 35,2 K.M. Breedte tot de Bult van 10 M. tot 17 M., tot Tutjeshut van 18 M. tot 30 M., verder benedenwaarts van 30 M. tot 50 M. In 1922 gepeilde diepten beneden K.P. over 6 M. breedte: tot het Middelste Verlaat (K.M. 7,4) 1,50—2,00 M., tot voorbij Wedderbrug (K.M. 13) 1,40 M.—1,70 M., tot Tutjeshut 1,70 M. en meer benedenwaarts 2,50 M. en meer. De benedenmond istijdelijkverondiepttotongeveer2M.-^N.A.P. (waarbij nog iets af te rekenen voor sliblaag). De waterstanden zijn zelden lager dan 0,40 M. -f- K.P., allerlaagste standen tot 1 M. ~ K.P. Aantal draaibruggen: tot Wedderbrug bij K.M. 12,4 34; wijd ruim 5,80 Mr vandaar tot Nieuweschans . 9; wijd minstens 7,80 M. verder benedenwaarts ... 8; wijd minstens 8,30 M. Aan de meeste bruggen wordt een bruggeld geheven van 4 tot 10 ct. per schip, in totaal voor alle bruggen ong. f 2; in sommige gevallen wordt des nachts het tarief verdubbeld. Geen vaste bruggen. Toegelaten grootste breedte der vaartuigen, tot Wedderbrug (K.M. 12,2) 5,80 M. noordwaarts 7,80 M. 6 schutsluizen. De schutlengten zijn iets meer dan de in de afstandstabel vermelde schutkólklengten. Jaagpad. Sluitingstijden voor bruggen en sluizen gelegen in de Gem. Wildervank en Oude-Pekela, het Bultsterverlaat en de trambrug te Winschoter-hooge-brug als opgegeven op blz. 48 voor de Gem. Wildervank. In beheer tot de grens der Gem. Oude-Pekela en Winschoten (K.M. 14,3) bij de Gem. Groningen ; vandaar tot het Bulsterverlaat bij het Waterschap Pekel A, en verder benedenwaarts bij het Waterschap Westerwolde, uitgezonderd de buitenmond, die in beheer bij het Rijk is. Op de Westerwoldsche A bedraagt de grootst toegelaten snelheid van stoom- en motorschepen 100 M. in de minuut. Bulsterverlaat bij het Waterschap Pekel A, en verder Snelheid van stoom- en Tïintnrsnrip.npn IflflM in Hp minnnt- 88 Afstandstabel. Afstand in Ligging. K.M. uit het beginpunt. 0,0 Z. Stadskanaal, [5] 1,2 K.M. boven het le verlaat. 0,0—12,0 Pekeler Hoofddiep. 0,0 Draaibrug. 0,2 *["2o Noorder- of Boerendiep [29], naar het en ' ' Alteveerkanaal [80]. 1,4 Gekoppelde schutsluis; schutlengte ongeveer 30 M., wijd 5,95 M., diep 1,95 M. K.P. zuidelijk pand'= 3,53 M. + X. A. P. K.P. noordelijk pand = 2.62 M. + N.A.P. (des winters — 2,52 M. -f-N.A.P.) Sluisgeld 7 ct. per 2 ton, ledige vaartuigen de helft. 4,8 Schutsluis bij stadsplaats 57 (Bovenste Pekelerverlaat); schutkolklengte ongeveer 26 M., wijd 5,95 M., diep 2 M. K.P. noorderlijk pand = 2,25 M. -f- N. A. P. (des winters ' = 2,02 M. + N. A. P.) Sluisgeld als boven. 6,2 N.W. Ommeland&fwijk [25] naar Veendam. 7,4 Schutsluis bij stadsplaats 31 (Mld- denste Pekelerverlaat); schutkolklengte ongeveer 26 M., wijd 6 M., diep 2 M. K.P. noordelijk pand = 1,73M. + N.A.P. (des winters =2,02M.-f N. A.P.) Sluisgeld als boven. 7,4 Z.O. Nieuwe Pekela. 8.1 Poortmanswijk [31] naar Alteveer. 8,'6 Draaibrug tegenover den weg naar Onst- wedde. 9.2 Benedenste Pekelerverlaat; schutkolklengte ongeveer 26 M., wijd 6 M., diep 1,95 M. K.P. noordelijk pand = Winschoterpeil. Sluisgeld als boven. 12,0-22,8 Pekel-A. 12,2 Oude Pekela. Wedderbrug (oph., wijd 6,25 M.) in den fó; weg naar Wedde. 89 Afstand in Ligging. k.m. uit het beginpunt. 13,8 Draaibrug tegenover den Ouden- of Turf- weg naar Blijham. 14.3 Stroobos. Grens tusschen de Gem. Oude Pekela en Winschoten. 16,2 Draaibrug te Winschoterhoogebrug, in den weg van Winschoten naar Blijimm (tramweg). 18,8 W. Trekvaart de Mensel. [2]. 19.2 N. Zijlkerdiep, benoorden den Noorderkanaal¬ dijk; geen scheepvaartverbinding. Winschotebzijl. 19.4 Draaibrug. Bruggeld als voor de Eemskanaalbruggen [62]. 22.6 Bultstcrverlaat met draai te de Bult ; schutkolklengte 40 M., wijdte 8 M., diepte 2,17 M. K.P. noordelijk pand = A peil. Schutgeld als boven, met uitzonderingen als vermeld pp bladz. 26 (20 ct. per schip). In beheer bij de Gem. Groningen. 22,8-35,0 Z. WesterwoUche A. 22,8 Westerwolsche A [34] naar Wedde. 23.7 N. Draaibrug te Ulsda. Geen bruggeld. 24,1 Buiskooldiep, benoorden het kanaal, naar Nieuw-Beertha. Geen scheepvaartverbinding. 27.3 Z. Vereenigd kanaal van WestenvoldeX'Sy] te Tutjeshut. 28,3-28,8 Zijtak door Nieuweschans (Snikdiep). 28,7 Draaibrug te Nieuweschans (Oude-zijl». Bruggeld als. voor de Eemskanaalbruggen [62]. 29,0 Draaibrug in den spoorweg Nieuwe¬ schans—Bunde. 31.5 Oude Statenzijl, keersluis met rolbrug; wijd 8,50 M., diep 2,90 M. De sluis is steeds geopend, behalve indien spuiing noodzakelijk is. Kanaalgeld 1 ct. per ton, minimum f 0,20. 90 Afstand in [Ligging. K.M. uit hot beginpunt. 34,5 W. Westelijke tak naar de Nieuwe Statenzijl. 34.7 Nieuwe Staten/ijl, schutsluis met rolbrug; schutkolklengte 40 M., wijd 8,50 M., diep 3,34 M. -f- K.P. • Schutpeil = 2,45 M. 4-KAP H.W. = 1,33 M. -f N. A. P. Geen schutgeld. 34.8 O. Uitwateringssluis in den oostelijken tak, wijd 8,50 M., diep 2,80 M. -4- K.P. 34.9 Vereenigingspunt met den westelijken tak. 35,2 Dollard; vaargeul Schanskerdiep of Buiten A, met baken, westelijk van het vaarwater. Veroerop het Groote Gat. 29. NOORDER- of BOERENDIEP. (II) Parallelkanaal benoorden het Stadskanaal [5] op 0,2 K.M. afstand, vanaf 1 K.M. noordwestelijk van het Pekeler Hoofddiep [28] tot den dam achter het Buinerverlaat in het Stadskanaal. Het_ kanaal dient ter verbinding van vele zijwijken en ter ontlasting van het Stadskanaal. Bevaarbaar met ruim 1,30 M. diepgang. Lengte 6,3 K.M. Breedte 10 M. Diepte ongeveer 1,80 M. of iets minder. - 44 beweegbare bruggen (meest dubbele batten), wijd 4,90 tot 6,25 M. Geen bruggeld, behalve aan drie bruggen. (Zie afstandstabel.) 1 schutsluis. Trekpad. In beheer bij de Gem. Groningen. Sluitingstijden als aan het Stadskanaal [5]. 91 Afstandstabel. Afstand in Ligging.I K.M. uit het beginpunt. 0,0 Z.W. Zijwijk (Boerendwarsdiep), lang 0,2 K.M naar het Stadskanaal [5], bevaarbaar als het Boerendiep, met oph. bh' het Stadskanaal. Bruggeld 10 ct. Ophaalbrug in den stoomtramweg naar Nieuwe-Pekela. Bruggeld 10 ct. 1,0 Pekeler Hoofddiep [28]. 2.0 N.O. Alteveerkanaal [30]. 2,8 Schutsluis; schutlengte ongeveer 30 M., wijdte 5,90 M., diepte 2 M. K.P. benedenpand = K.P. 2de pand Stadskanaal. K.P. bovenpand = K.P. 3de pand Stadskanaal. Schutgeld zie bladz. 25. 4,4 Z.W. Zijwijk naar het Stadskanaal, (Veenhuizer Doorsnijding), bevaarbaar als het Boerendiep, met draaibrug nabij het Stadskanaal. Bruggeld 10 ct Brugsluiting 15 min. voor spoortijd. 4,8 Draaibrug in den weg naar Onstwedde. Bruggeld 2'/j ct. per vaartuig. 6.1 N.O. Benedenste Vledderveenkanaal [32]. 6,3 I Dam tegenover het 3de verlaat in het Stadskanaal. K.P. boven den dam = K.P. 4de pand Stadskanaal. 30. ALTEVEERKANAAL. (II) Van het Noorder- of Boerendiep [29] te Stadskanaal naar de noordelijke grens van de Gem. Onstwedde. Landbouw- en veenvaart. Lengte 13 K.M. Breedte 11—12 M. Diepte 1,90 M. onder K.P. of iets minder. 92 12 draaibruggen, wijd 6 M.; bruggeld f 0,05 aan elk der bruggen. Sluitingstijd 8 u. n.m—6 u. v.m. en des Zondags. Een schutsluis, wijd 5,10 M. Jaagpad. In beheer bij het Waterschap „Alteveer". Afstandstabel. Afstand in Ligging. I K.M. uit het beginpunt. 0,0 Noorder- of Boerendiep [29], 1 K.M. Z.O. van het Pekeler Hoofddiep'. 1,6 Zijwijk. 1.8 Ombuiging naar het Z.O. 3,6 Ombuiging naar het N.O. Z.W. Verschillende zijwijken. 7,3 Ombuiging naar het N.W. Z.O. Zijwijk in de verlengde richting van het kanaal. 8.3 Ombuiging naar het N.O. Z.O. Zijwijken. Alteveer. 9.4 N.W. . Poortmanswijk [31]. 9.9 Draaibrug in den Beumeesweg van Nieuw Pekela naar Onstwedde. 10.5 Schutsluis; lengte 26 M.; wijdte 5,10 M.; diepte ong. 2 M. K.P. = 3,53 M. + N. A. P. zuidelijk pand en 1,93 M. + N.A.P. noordelijk pand. Lage waterstanden gemiddeld 0,20 M. -f-K.P., allerlaagste stand 0,60 M. -4-K.P. 10.6 Ombuiging naar het Z.O. 11,0 Ombuiging naar het N.O. Zijwijken. 12,6 Ombuiging naar het O. 13,4 Eindpunt van het kanaal. 93 31. POORTMANSWIJK. (III) Van het Pekeler Hoofddiep [28] bij Nieuwe Pekela, naar het Alteveerkanaal [30] bij Alteveeh. Lengte 3,4 K.M. Breedte 12 M. Diepte 1.90 M. onder K.P. (of iets minder) = 1,73 M. -4- N. A. P. (1,62 M. + N. A. P. des winters). Nabij het Alteveerkanaal: koppelsluis met ophaalbrug; schutkolklengte 24 M., wijd 5,50 M., diep ong. 2 M. Sluisgeld: H ct. per ton. Sluitingstijd: van 8 u. n.m.—6 u. v.m., en des Zondags. 1 draaibrug bij het Pekeler Hoofddiep, wijd 6 M.; bruggeld f 0,05. Jaagpad. In beheer bij het Waterschap Alteveer. 32. BENEDENSTE VLEDDE RVEENKANAAL. (II—III) Van het Boerendiep [29] beneden den dam naar de grens van het Waterschap „Vledderveen". Bevaarbaar met ruim 1,30 M. diepgang. Lengte 8,7 K.M. Breedte 12 M. Diepte 1,35 M. onder K.P. = 4,57 M. + N. A. P. Laagste stand tot 0,50 M. -f- K.P. Zomerstand gewoonlijk 0,10 M. onder K.P. 9 beweegbare bruggen, minstens wijd 6 M. Geen bruggeld. Van 1 Nov. tot 1 Maart blijven de bruggen van 5 u. n.m. tot 7 u. v.m. gesloten; van 1 Maart tot 1 Nov. van 7 u. n.m. tot 6 u. v.m. l) Jaagpad. Op 3,2 K.M. ombuiging naar het Zuiden. Op 5,4 K.M. „ „ „ Noordoosten. Op 6,5 K.M. „ „ „ Zuidoosten. i) Besluit van G.S. van 31 Dec. 1911, Pr.bl. 97. 94 In beheer bij het Waterschap „Vledderveen". Voor het gebruik van het kanaal wordt door het Waterschap „Vledderveen" een recht geheven van 2 ct. per scheepston, behalve voor schepen, die in het Waterschap gegraven turf afvoeren. Van beurtschepen wordt f 0,50 geheven, van schepen geladen met aardappelen of kunstmest wordt i ct. per H.L. of 100 K.G. geheven, en geen recht per scheepston; van hout 1 ct. per balk etc. ') 33. BOVENSTE VLEDDERVEENKANAAL. (II—III) Van het verlengde Stadskanaal [5] boven de eerste ombuiging, tusschen het 3e en 4e verlaat, naar het Boerendiep, 1,8 K.M. boven het-Benedenste Vledderveenkanaal [32] en vandaar naar de grens van het Waterschap „Vledderveen". Bevaarbaar met ruim 1,30 M. diepgang. Lengte 6,6 K.M. Breedte 11—12 M. Diepte 1,45 M. onder K.P. = 5,85 M. + N. A. P. Laagste standen ongeveer 0,50 M. beneden K.P. Zomerstand gewoonlijk 0,10 M. onder K.P. 8- beweegbare bruggen, minstens wijd 6 M. Bruggeld alleen aan de brug over den mond 10 ct. Voor den/sluitingstijd der bruggen en het kanaalrecht: zie bij het Benedenste Vledderveenkanaal [32]. Ombuiging naar het Zuid-Oosten bij K.M. 2,3 nabij Vledderveen. Jaagpad. In beheer bij het Waterschap „Vledderveen". Op dit kanaal wordt hetzelfde recht geheven als op het Benedenste Vledderveenkanaal [32]. 34. WESTERWOLDSCHE A. (III) Van bezuiden de Wedderbrug te Wedde, tot de vereeniging met de Pekel A [28] te de Bult. Bevaren door vaartuigen tot 60 ton. i) K. B. van 17 April 1905, n°. 15. 95 Lengte 15,8 K.M. Breedte 11—28 M. en meer. Diepte 1,30—2,00 M. onder A-peil, met waterstanden tot 0,50 M. lager. Nabij de Stoomgemalen kunnen tijdelijk eenige verondiepingen voorkomen, zoodat het niet steeds raadzaam is met meer dan ruim 1 M. diepgang te varen. 3 beweegbare en 16 vaste bruggen, wijd minstens 4,30 M., hoog ong. 2,00 M. Geen bruggeld. De vaste bruggen bevinden zich alle boven Oude-Schans. Jaagpad vanaf Bellingwolde. In beheer bij het Waterschap „Westerwolde". Grootste toegelaten snelheid voor stoom- en motorbooten 100 M. i/d minuut. Vermoedelijk zal deze vaarweg mettertijd op 2,00 M. diepte worden gebracht en de bruggen op 6 M. doorvaartwijdte. Afstandstabel. Afstand in Ligging.' k.m. uit het beginpunt. 0,0 Z. Samenvloeiing van Mussel-A en RuitenA bezuiden Wedde. Beide riviertjes zijn onbevaarbaar. 1,3 Brug bij Wedde. 2,8 Draaibrug bij Hoorn, in den weg naar Oude-Pekela. 5,7 Lutjeloosche brug bij Lutjeloo. 8,5 O. Veendiep [41] naar het Vereenigd kanaal van Westerwolde. i8,8 Langebrug in den weg van Bellingwolde (1,5 K.M.) naar Blijham (2 K.M.), met stoomtram. 14,0 O. Oude-Schans; dr., wijd ruim 5,00 M. 15,8 De Bult; oph., wijd 6,00 M. 15,8 N. Vereeniging met de Pekel A [28]. 96 35. MUSSEL-A-KANAAL. (II—III) ' Van het MusselJsaiiaal [5], tusschen het 5e en 6e verlaat, oostelijk van de Mussol-A, naar het Vereenigde kanaal van Westenvolde [40] te Veelerveen. Bevaarbaar voor schepen van meer dan 150 ton. Lengte 18,2 K.M. Breedte 14,50 M.; zwaai- en wisselplaatsen op 1 a 2 K.M. afstand, Diepte 2,00 M. In den zomer is het peil meestal 0,20 M. of meer onder K.P., doch zelden hinderlijk. 10 beweegbare bruggen, alle wijd 6 M.; bruggeld f 0,10 aan alle bruggen, behalve over de sluizen. De 7 sluizen hebben alle dezelfde afmetingen; kolklengte 27 M., breedte 6 M., diepte 2,20 M. Grootste toegelaten breedte der vaartuigen 5,80 M. Jaagpad. Los- en laadplaatsen bij alle bruggen en sluizen. Tarief als bij [40]. Sluitingstijd voor bruggen en sluizen als voor het Vereenigd kanaal [40]. Het sluisgeld voor alle sluizen bedraagt per sluis en per ton 1 ct, minstens f 0,20. :) In beheer bij het Waterschap „Westerwolde". In de gemeente Onstwedde is het verboden, behalve voor lossen of laden, wachtende schepen op korteren afstand dan 150 M. van eene sluis te laten liggen. Afstandstabel. Afstand in Ligging. k.m. uit het beginpunt. 0,0 Z. M/ussélkancml [5] bij Jipsingboermussel. Oph., bruggeld f 0,10. i) 1,0 Jipslngboermusselsluls met oph. K.P. bovenpand = 8,52 M. -4- N. A. P. K.P. benedenpand = 7,50 M. + N. A. P. i) k. B. van 3 Jan. 1920 n°. 42. 97 Afstand in I Ligging. K.M. uil het beginpunt 3,0 BoTen-Mu8sel- of Braambergsluls met oph. K.P. benedenpand = 6,48 M. -|- N. A. P. 4,3 Zandtangesluis met oph. K.P. benedenpand = 5,46 M. -}- N. A. P. 5,3 0. Zijkanaal naarWeende-Jipsinghuizen [36]. 6,3 Mussel- of Kopstukkensluis met oph. K.P. benedenpand = 4,44 M. -f-N.A.P. 7,9 Draaibrug (Blekslagebrug). Bruggeld f 0,10. i) 9,3 Harpelslnls met oph. K.P. benedenpand = 3,41 M. -|- N. A. P. 12,7 Onstwedderslnls met oph. in den weg naar Onstwedde (2 K.M.). K.P. benedenpand = 2,39 M. -f- N. A. P. 13,5 W. Zijkanaal naar Onstwedde [37]. 14,5 Havelandschebrug (dr.) te Ter Wupping. Bruggeld f 0,10. i) 15,7 Veelersluis te Veele met oph. en brug in den stoomtramweg naar Vlagtwedde (1,5 K.M.). K.P. benedenpand = 1,37 M. + N. A. P. 18,2 O. Vereenigingspunt met het Ruiten-Akanaal [38]. Van hieraf heet de vaart: Vereenigd kanaal van JFestenvolde [39]. 36. ZIJKANAAL NAAR WEENDE-JIPSINGHUIZEN. (IV) Van het Mussel-A-kanaal [35], 5,3 K.M. beneden het Musselkanaal [5] naar Jipsinghuizen, nabij de Ruiten-A; ook wel Weenderwijk genaamd; landbouwvaart. Lengte 6,4 K.M. Breedte 11 M. i) K. B. van 3 Jan. 1920 n°. 42. 7 98 Diepte 1,90 M. K.P. = 5,46 M. + N. A. P. = Pand van het Mussel-Akanaal, tusschen de Zandtange- en de Musselsluis. Een ophaalbrug, wijd 6 M. Bruggeld 24 ct. per ton. Geen sluis. In beheer bij het Waterschap „Weende-Jipsinghuizen". 37. ZIJKANAAL NAAR ONSTWEDDE. (III) Van het Mussel-A-kanaal [35] 0,8 K.M. beneden de Onstwedderslnis naar de haven van Onstwedde. Lengte 1,3 K.M, tot de draaibrug. Breedte 14,50 M. Diepte ong. 1,90 M. 1 draaibrug nabij het Mussel-A-kanaal, wijd 6 M. Bruggeld f 0,10. Haven aan 't einde, breed 26 M. Tarief als bij [39]. In beheer bij het Waterschap „Westerwolde". Sluitingstijd als voor het Vereenigd kanaal [40]. 38. RUITEN-A-K ANAAL. (II) Van het Ter-ApelJeanaal [5] tusschen het 6e en 7e verlaat bij Tee-Apel naar het Vereenigd kanaal van Westerwolde [40] te Veelerveen. Bevaarbaar voor schepen van meer dan 150 ton. - Lengte 24,4 K.M. Breedte 14—16 M. Diepte 2,00—2,30 M. onder K.P. In den zomer is het peil meestal 0,20 M. of meer beneden K.P., doch nimmer hinderlijk. 14 beweegbare bruggen, alle wijd 6 M. Bruggeld f 0,10 aan elke brug, behalve over de sluizen. Zwaai- en wisselplaatsen, op 1 a 2 K.M. afstand. 99 8 schutsluizen. De afmetingen der sluizen zijn voor alle dezelfde: kolklengte 27 M., breedte 6 M., diepte 2,20 M. Sluisgeld als bij [35]. Grootste toegelaten breedte der vaartuigen 5,80 M. Sluitingstijd der bruggen en sluizen, sluis- en bruggelden als voor het Vereenigd kanaal van Westerwolde [40]. Los- en laadplaatsen bij alle bruggen en sluizen. Tarief als bij [40]. Jaagpad. In beheer bij het Waterschap „Westerwolde". Afstandstabel. Afstand in Ligging. K.M. uit het beginpunt. w. 0,0 Ter-Apelkanaal [5]. Oph. in den stoomtramweg Ter-Apel- Klazinaveen. 0,4 Boschbrug (dr.). 0,7 Draaibrug in den spoorweg naar Ter-Apel. 2,3 Ter-Apelersluis met oph. K.P. bovenpand = 10,10 M. + N. A. P. K.P. benedenpand = 8,71_ M. -(- N. A. P. 3,7 Roelagebrug (dr.). 6.1 Terwischbrug (dr.). 8,0 Terwalslagébrug (dr.). 9.2 Zuldveldsluls met oph. K.P. benedenpand = 7,43 M. N. A. P. 11,7 Sellingersluls met oph. K.P. benedenpand = 6,42 M. + N. A. P. 14.7 Jipsinghutzerslnls met oph. K.P. benedenpand = 5,41 M. -f- N. A. P. 16.5 Wollinghuizersluls met oph. K.P. benedenpand = 4,40 M. -f- N. A. P. 18.6 O. Zijkanaal naar Botjrïange [39]. 18.8 BonrtHngersluls met oph. K.P. benedenpand = 3,39 M. -4-N.A.P. 21,0 Vlagtwed'dersluis met oph. in den weg 100 Afstand in |Ligging. K.M. uit het beginpunt. van Vlagtwedde (1,5 K.M.) naar Bourtange: 4 K.M. K.P. benedenband = 2,38 M. + N. A. P. 21,4 Voedingsleiding naar de Ruiten-A. 23.3 Veelerveensterslnis met oph. K.P. benedenpand = 1,37 M. -|- N. A. P. 24.4 W. Mussel-A-kanaal [35]. Van hieraf heet de vaart Vereenigd kanaal van Westerwolde [40]. 39. ZIJKANAAL NAAR BOURTANGE. (IV) Van het JRuiten-A-kanaal [38] 0,2 K.M- beneden de Bourtangerschutsluis, naar de haven van Bourtange. Lengte 1,9 K.M. Breedte 13,50 M. Diepte ong. 1,90 M. Geen bruggen; geen sluis. 1 wisselplaats en haventje aan het einde. Tarief als bij [40]. Jaagpad. In beheer bij het Waterschap „Westerwolde". 40. VEREENIGD KANAAL VAN WESTERWOLDE, ook genaamd B. L. TIJDENSKANAAL. (II) Van de WesterwoldscJ&e A [34] te Tutjeshut (ruim 1 K.M. boven Nieuwe-Schans) tot het vereenigingspunt van het Mussel-A-kanaal [35] met het Ruiten-Akanaal [38] te Veelerveen. Bevaarbaar voor schepen van meer dan 150 ton. Lengte 15,6 K.M. Breedte van 20 tot 27 M. Diepte 2,00 M. in het bovenpand, 2,50 M.—2,90 M. in het benedenpand, 8 beweegbare bruggen, wijd 6 M. Grootste toegelaten breedte der vaartuigen 5,80 M. 1 schutsluis. Jaagpad. 101 Los- en laadplaatsen bij alle bruggen (behalve bij de brug te Tutjeshut) en bij de sluis. Tarief voor laden of lossen van goederen, die niet opgeslagen worden, per scheepsvracht fl,—; voor gedeelten kleiner dan een een halve vracht f 0,50. De bruggen en sluizen zijn in het algemeen gesloten op werkdagen van 21 Dec. tot 13 Maart van 1 u. na zonsondergang tot zonsopgang; van 13 Maart tot 15 April van des avonds 7 u. tot zonsopgang, van 15 April tot 1 Oct. van des avonds 7 u, tot .des morgens 5 u., en van 1 Oct. tot 21 Dec. van des avonds 7 u. tot des morgens 6 u. '), Bruggeld voor alle bruggen, behalve over de sluis, f 0,10 per vaartuig.s) In beheer bij het Waterschap „Westerwolde". Afstandstabel. Afstand in Ligging. KM .uit het beginpunt. 0,0 Z.W. Westerwoulsche A bij Tutjeshut. 0,1 Tutjeshutbrug (dr.). 1,8 Draaibrug te Booneschans, in den weg Nieuwe Schans—Oude-Schans. 5,7 Wijmeester-draaïbrug nabij Belling¬ wolde. 7,2 ; Leetebrug. (Oph.) 9,0 Leidijksbrug. (Oph.) 10,6 Bhederbrug (dr.) in den weg naar Ehede. 11,3 N.W. Veendiep [41] naar de Westertvoldsche A [34]. 12.5 Vrieschelooster sluis, kolklengte 27 M., wijdte 6,00 M., diepte 2,20 M. K.P. benedenpand = A peil. K.P. bovenpand = 1,37 M. + N.A.P. Schutpeil = 1,37 M. + N. A. P. Sluisgeld 1 ct. per ton, minstens f 0,20. *) 15,2 Z. Veendijksbrug. (Oph.) 15.6 Vereenigingspunt van het Mussél-Akanaal [35] en het Muiten-A-kanaal [38]. 1) Besluit van G. St. van 19 Jan. 1917? Pr.bl 7. 2) KB. van 8 Jan. 1920 n°. 42. 102 41. VEENDIEP. (III—IV) Van het Vereenigd kanaal van Westerwolde [40] beneden de Vriéscheloosche sluis naar de Westerwoldsche A [34]. Lengte 3,4 K.M. Breedte 10 M.; 2 wisselplaatsen. Diepte ongeveer 1,30 M. onder A Peil. Wordt slecht onderhouden. In het O.deel komen verzandingen voor; het is niet raadzaam aldaar met meer dan 1 M. diepgang te varen en zelfs deze diepgang kan bezwaar opleveren. Plan in overweging om het kanaal op 2,00 M. diepte te brengen en de bruggen op 6,00 M. wijdte. 2 beweegbare bruggen en 1 loopbruggetje, wijd minstens 4,35 M., hoog 2 M. Geen schutsluis. Jaagpad. In beheer bij de Gem. Bellingwolde. Kanaalrecht voor ieder schip kleiner dan 20 ton f 0,30, grootere vaartuigen f 0,50, geldend voor een maand oponthoud ; voor iedere maand meer f 0,25. Jaarabonnement. Voor het gebruik der los- en laadplaats zie de verordening.x) Afstandstabel. Afstand in .'Ligging. E.m. uit het beginpunt. 0,0 Vereenigd kanaal van Westerwolde [40]. Ophaalbrug wijd 6 M. Geen bruggeld. 2,1 Draaibrug in den weg Bellingwolde- Vbiescheloo, wijd 4,50 M. Bruggeld f 0,06. 2,1 Los- en laadplaats. 3,4 Voormalige keersluis, wijd 4,35 M.; diep 1,75 M. De sluisdeuren zijn weggenomen. 3,4 Westerwoldsche A [34] bij het Vrie- scheloosch stoomgemaal. i) Ver. d. Gem. Bellingwolde van 23 Oct. 1908. 103 42. RITTENBROEKKANAAL. (II—III) Van het Ter-Apelkanaal [5], 1,2 K.M. bezuiden het 7e verlaat en het Zuid-Noordkanaal en verder naar de JEems. Verbinding met Duitschland. Het jaarverkeer over de grens bedraagt ongeveer 100 000 ton. Lengte op Nederlandsch gebied 0,5 KM.; op Duitsch gebied nog 2,5 K.M. tot aan het Zuid-Noordkanaal; tot aan de Eems tezamen 14 K.M. Breedte 17 M. Diepte 1,90 M. onder K.P. = Peil van het Ter-Apelkanaal boven het 7e verlaat. Waterstanden van meer dan 0,40 M. onder K.P. komen zeer zelden voor. Schut- en keersluis nabij het Ter-Apelkanaal, schutlengte 33 M.; breed 6 M..; diep 2 M. De sluis staat gewoonlijk open. Geen schutgeld. Oph. over de sluis en spoorbrug (dr.) wijd 5,84 M.; geen bruggeld. Sluitingstijd als voor de Gem. Muntendam aangegeven. (Zie bl. 48.) In beheer bij de Gem. Groningen. Op het kanaalvak in Duitschland is de scheepvaart verboden 's nachts en op Zon- en feestdagen, des morgens van 9 u.—12 u. en des middags van 2 u.—4 u., behoudens bijzondere vergunning. De grootste geoorloofde lengte op dat gebied is 33 M., breedte 6 M., diepgang 1,40 M., snelheid 5 K.M. per uur, behoudens bijzondere vergunning. J) Stoom- en motorvaart op de Links-Emsische kanalen behoeft vergunning van den Voorzitter der „Links-Emsische Kanalgenossenschaft". Als kanaalgeld wordt op het Duitsche kanaal vak geheven per K.M. en per 5 ton voor ledige vaartuigen 0,02 Mark en voor geladene bovendien 0,10 tot 0,12 Mark per 5 ton lading; bruggeld 0,75 Mark, sluisgeld 1,20 Mark, enz. 2) 1) Polizei-Verordming von 21 Okt. 1919. 2) Tarief van 31 Maart 1921. Is later gewijzigd. 104 43. WLNKELHOEKSTER- en ACHTERLIEP. (III) Van het Winschoterdiep [2] bij de Bonihuizerbrug, tusschen Hoogezand en Sappemeer tot den dam aan het Noordbroeksterdiep [44]. Lengte 3,2 K.M. Breedte 10 M., wisselplaatsen. Diepte ruim 1,25 M. onder K.P. = 0,26 M. -4- N. A. P. 5 beweegbare bruggen, wijd ruim 4,00 M.; geen bruggeld. 1 schutsluis. Sluitingstijd als in de Gem. Sappemeer. (Zie bl. 48 en 50.) Verbinding met vele landbouwvaarten. In het algemeen is de vaart thans niet bevaarbaar voor schepen met méér dan 1,25 M. diepgang. Trekpad. In beheer bij het "Waterschap „Noordzijde der Gem. Sappemeer-Hoogezand en verdere onderhoorigheden". Voor de sluitingstijden der bruggen en sluizen, zie [2]. Afstandstabel. Afstand in Ligging. K.M. uit het beginpunt. 0,0—0,7 Winkelhoeksterdiep. 0,0 Winschoterdiep [2], draaibrug. 0,1 Winkelhoeksterverlaat; lang 30 M., wijd 4,85 M., diep 1,70 M. onder K.P. = 0,26 M. -h N. A. P. Sluisgeld 8 ct. per ton. 0,7—3,2 Achterdiep. 0,7 N. - Het Winkelhoeksterdiep loopt nog tot Buitenhuizen (2,1 K.M.) door; het noordelijk deel heet Hooiteswijk (diep 1,10 M.). 1.6 N. Lange of Bakkerswijk naar Vroombosch (2,3 K.M.), diep 1,10 M. 1.7 Draaibrug in de Slochterstraat. 2,5 Draaibrug in de Heerenstraat. 2,9 N. Verbinding met de Siepsloot noordwaarts; bevaarbaar met 1 M. diepgang. 3,2 Dam. 105 44. NOORDBROEKSTERDIEP. (III) Van het Winschoterdiep [2] oostelijk van Sappemeer naar Noordbroek. - Bevaarbaar met ruim 1,10 M. diepgang voor vaartuigen van 60 ton. Lengte 6,3 K.M. Breedte 10—12 M.; 3 wisselplaatsen. Diepte ong. 1,20 M. onder K.P. = 0,13 -=r N. A. P., met waterstanden tot 0,25 M. -J- K.P. 4 beweegbare bruggen en 1 vaste brug; wijd ongeveer 5 M., hoog 3 M. Geen bruggeld, behalve f0,05 aan de brug van het Waterschap „Jagerswijk, Spitsbergen en Kostverloren". Sluitingstijd voor het gedeelte in de Gem. Sappemeer gelegen, zie bladz. 48 en 50. 1 schutsluis. Het kanaal is aan het eindpunt door een dam in den weg Zuidbroek—Noordbroek afgescheiden van het BuitenNieüwediep, dat naar het Termunterzijldiep [45] loopt. Eveneens is het kanaal door een dam afgescheiden van het Achterdiep [43]. In beheer bij de Gem. Noordbroek. Voor de sluitingstijden der bruggen en sluizen, zie [2]. Afstandstabel. Afstand in Ligging. I k.m. uit het beginpunt. 0,0 Z. Winschoterdiep [2] bij Sappemeer. 0,0 Basculebrug. 0,1 Noord broek ster verlaat. Schutkolklengte: ong.23 M., wijdte4,97M., I diepte 1,45 M. j Benoorden de sluis is meestal een ondiepte. Sluisgeld 2 ct. per ton. i) 0,6 Draaibrug. 1.1 Draaibrug. 1.2 W. Achterdiep [43]; geen scheepvaartver- I binding (dam). i) Beheer bij het Waterschap „Jagerswijk, Spitsbergen en Kostverloren" 106 Afstand in ILigging. k.m. uit het beginpunt. 1.2 Vaste brug. 2.3 Draaibrug. 4.2 Noobdbboekstebveen; ombuiging naar het Oosten. 6.3 Noohdbeoek; weg van Nookdbroek naar Züidbeoek. 45. TERMUNTERZIJLDIEP en OPDIEP. (II—III) Van het Winschot er diep [2] te Scheemda naar de JEems te Teemunteezijl. Bevaarbaar voor schepen van ruim 60 ton; beneden Nieüwolda tot ruim 120 ton. Lengte 18 K.M. Breedte van 12 M. tot 30 M. Diepte van 1,60 M. tot 2,00 M. onder peil van Oldambt. Het kanaal is in 1920 uitgebaggerd op 1,80 M. te Scheemda, tot 2,00 M. te Nieüwolda. 11 beweegbare bruggen, wijd minstens 4,80 M. zuidelijk van Nieüwolda, noordelijk 5,20 M. 15 vaste bruggen, alle zuidelijk van Nieüwolda, wijd 4,80 M., hoog 2,75 M. Bruggeld voor het openen f0,10; behalve waar anders aangegeven. 2 schutsluizen. Los- en laadplaatsen te Nieuwscheemda, Nieüwolda, 'tWaae en Termuntebzijl. In beheer bij het Waterschap Oldambt. Grootste toegelaten snelheid 75 M. in de minuut. Van kracht is de Politieverordening betreffende werken van het Waterschap Oldambt van 19 Maart 1917. Bij de sluizen en haven te Teemunteezijl bestaat geen verlichting. Na zonsondergang worden geene schepen doorgelaten. Electrische verlichting is in aanleg. 107 Afstand in Ligging. I k.m. uit het beginpunt. 0,0 Scheemda. 0,0 Z. Winschoterdiep [2]. 0,0 Prov. Ophaalbrug, wijd 4,80 M. Bruggeld f0,05; 'snachts f0,10. 0,0—1,2 Opdiep. 0,1 Scheemder verlaat, schutkolklengte 26 M., wijdte 4,46 M., diepte 1,10 M. 30 M. achter de sluis ligt een keerschut waardoor het water 0,80 M. kan worden opgezet; de diepte is 1,70 M. -4- Peil. Sluis en keerschut zijn in 1922 vernieuwd zonder dat aan de afmetingen iets is veranderd. Sluisgeld: 11/2 ct. per ton; ledige schepen 1 ct. per ton; vaartuigen tot 12 ton f 0,15, ledige tot 12 ton f 0,10. Keerschutgeld 11/2 ct. per ton, indien van het keerschut gebruik wordt gemaakt. 0)3 n. Koediep [49], naar Oostwold. 1>2 Medenerdiep, diep 1,50 M., bevaarbaar tot aan het Winschoterdiep (0,8 K.M.); aldaar geen bevaarbare verbinding. 1>2 W. Mensediep of Rechte Watering, niet bevaarbaar. 1)2—17,7 Termunterzijldiep. 1|" Draaibrug te Scheemdebzwaag in den weg Scheemda—Noordbroek. Voetdraaibrug in den weg naar Noord- beoek. Geen bruggeld. 4,5 W. Kerkwijk naar Nieuw-Scheemda. Los- en laadplaats te Nieuw-SScheemda. Tarief: beneden 10 ton f 0,10; boven 10 ton f 0,02 per ton; na 2 dagen dubbel tarief; na een week driemaal het tarief; volledig tarief bi) den tolgaarder. (6,6 Draaibrug in den weg van Nieuw- Scheemda naar Nieüwolda. Los- en laadplaats ten zuiden der brug. (Plaatsgeld, part.). Afstandstabel. 108 Afstand in Ligging. KM. uit het beginpunt 6.6 't Waar. Buiten Nieuwediep [46] naar Noordbroek. 6,9 N.W. Verbindingskanaal naar het Hondshalstermaar [47]. 7,9 Draaibrug in den weg van 't Waar naar Nieüwolda, te Westeind. 8.7 Los- en laadplaats met opvaart, lang 0,3 K.M. van Gebr. Steenhuis, voor algemeen gebruik. 9,1 Z. Nieuwekanaal [48] naar Kloosterholt. 9.5 Ophaalbrug. Nieüwolda. 9.6 O. Los- en laadplaats (van het Waterschap). Tarief: tot 10 ton, f 0,10: voor schepen grooter dan 10 ton, ladende of lossende 2 ct. per ton; niet ladende of lossende Vj cent per ton. Ha 14 dagen dubbel tarief, na êéne maand driemaal het tarief. Volledig tarief bij den dokmeester. 11,2 Scheveklap, oph., wijd 5,20 M. 11.2 W. Hondshalstermaar [47]. 14,7 Kobeetdraaibrug, bezuiden Lalleweer, wijd 5,50 M. 16,7 Wartumerklap (oph.), in den weg van Delfzijl naar Woldendorp bij Borgsweer; wijd 5,45 M. 17.3 Trambrug (dr.), bij Termunterzijl, wijd 8,00 M. Sluitingstijd als aangegeven voor de Gem. Muntendam (zie bl. 48). t 17.4 Westelijke tak naar de Oude Termunterzjjl of Kleine sluis (koker); wijd 5,80M., diep 1,60 M., vrije hoogte 5 M. P. v. O.; doorvaart bij gelijk water. Sluisgeld per ton voor geladen schepen 2 ct., voor ledige 1 ct.; minium f 0,10. i) Voorhaven; lang 120 M. 17,4 Kleinediep, naar Termunten, lang 1,2 K.M.; met dr. -en v.br., minstens wijd 4,25 M., hoog 1,50 M. i) K b. van 25 Febr. 1874, n°. 5, met wijzigingen. 109 Afstand in Ligging.! k.m. uit het | beginpunt. [ 17,5'17,7 O. Binnenhaven te Termunterzijl (van het Waterschap), diep 4,20 M., onder M.V. Tarief voor de los- en laadplaats als te Nieüwolda. Schepen, die door de sluis varen zijn vrij van havengeld, andere schepen, in de haven ladende of lossende betalen per 10 ton 7% ct. i) 17.7 Termunterzijl. Basculebrug, wijd 8 M. Bruggeld f 1. 17.8 Nieuwe Termunterzijl, schutsluis in den Oostelijken kanaaltak; lang 50 M., wijd 7,80M., diep 2 M. Doorvaart gewoonlijk bij gelijk water. Op verlangen wordt geschut, zoolang binnen- en buitenwaterstanden niet meer dan 1 M. verschillen. Sluisgeld per ton voor geladen schepen 4 ct., voor ledige 2 ct, minimum f 0,101), ook bij gelijk water. 17,7-18,5 Buitengeul, breed 34 M., diep4M. onder M.V. over 12 M. breedte; tusschen rijsdammen, lang ruim 800 M., hoog 1,50 M. beneden M.V., waarvan de Oostelijke is bebakend en beide van kopbakens voorzien zijn. M.V. = 1,22 M. -f N.A.P. M.E. = 1,70 M. -f- N. A. P. 46. BUITEN-NIEUWEDIEP. (IV). Van de spoorwegbrug te Noordbroek, tegenover het Noordbroeksterd iep [44] n aar hetTermunterzijldiep [45J bij 't Waar. Landbouwvaartje. Lengte 6,60 K.M. Breedte 6,5—8,5 M. Diepte 1,20—1,80 M. onder K.P. = P. v. O. Slechts de eerste K.M. vanaf 't Waar is goed bevaarbaar met schepen van 50 ton, overigens slechts voor kleine vaartuigen. De laatste K.M. is bijna onbevaarbaar. 11 vaste bruggen, wijd 6,50 M., hoog 1,40 M. Geen schutsluis. i) K. B. van 26 Febr. 1874 n°. 5, met wijzigingen. 110 In beheer bij het Waterschap „Oldambt". Geen rechten. Afstandstabel. Afstand in Liggïng.1 K.M. uit het beginpunt. 0,0 Termunterzijldiep [45] bij 't Waar. 0,1 Vaste brug in den weg van Nieüwolda naar Noordbroek. 1,3 Z.O. Nieuw Scheemda. Vaste bruggen. 5,2 Roode til, in den weg van Noordbroek naar Scheemda; ombuiging naar het W. 6,6 Vaste brug in den Noord-Ooster locaal- spoorweg, 0,3 K.M. westelijk van den weg van Züidbeoek naar Noordbeoek, en het Noordbroeksterdiep. 47. HONDSHALSTERMAAR en LUTJEMAAR. (IV) Van het Termunterzijldiep [45] bij Scheveklap tot benoorden Noordbroek. Het westelijk deel heet Lutjemaar en Ringsloot. Landbouwvaartje. Lengte ruim 11 K.M. Breedte tot K.M. 6,0: 8—9 M., bovenwaarts 5 M, Diepte tot K.M. 6 ong. 1,50 M., bovenwaarts minder. 1 draaibrug, wijd 4,50 M. en 22 vaste bruggen, wijd minstens 4,25 M., hoog 1 M. Geen schutsluis. Slechts het noordelijk deel tot Kopaf is goed bevaarbaar voor schepen van 50 ton; het overige gedeelte slechts voor zeer kleine vaartuigen. De Lutjemaar is alleen voor zeer kleine vaartuigen bevaarbaar. In beheer bij het Waterschap „Oldambt". Afstandstabel. Afstand in Ligging.l K.M. uit het beginpunt. 0,0—5,9 Hondshalstermaar. Afstand in Ligging. KM. uit het beginpunt. 0,0 O. ~ Termunterzijldiep. [45J. 0,0 SCHEVEKLAP. 0,0 Draaibrug. Bruggeld f0,10. 0,8 Kopaf; los-, laad- en opslagplaats nabij den weg van Wagenborgen (2 K.M.) naar Nieüwolda (2,5 K.M.) Tarief 2 dagen vrij, met uitzonderingen; 8 dagen: i ct. per M=.. langer 10 ct. en 20 ct.; wortelgewassen 5 dagen: 5 ct., enz. 1,0 Vaste brug in den Noord Ooster-locaal- spoorweg. 3,6 Z.O. Verbindingskanaal naar Termunterzijldiep, lang 1,5 K.M., breed 8 M., diep 1,60M. of iets minder, met 2 vaste bruggen, wijd I 8 M., hoog 1,40 M. 5,9-11,4 Lutjemaar of Ringsloot. 5,9 Z. Grootemaar, naar Noordbroeksterhamrik, lang 1,2 K.M., diep 1,20 M., met 4 vaste bruggen, wijd 4,25 M. 8,9 Brug benoorden Noordbhoek. 11,9 Weg van Slochteren naar Noordbroek. 111 48. NIEUWE KANAAL. (III—IV) Van het Termunterzijldiep [45] te Nieüwolda naar Heiligerlee nabij het Winschoterdiep. Bevaarbaar tot Midwolda voor vaartuigen van 50 ton, zuidwaarts tot"30 ton. Lengte 9,3 K.M. Breedte 6—10 M. Diepte 1,70—2,00 M. onder K.P. = Peil van Oldambt; boven Midwolda minder. 1 draaibrug, wijd 5,50 M., en 5 vaste bruggen, alle zuidelijk van K.M. 7,6 gelegen, wijd 5,00 M., hoog tot de Hoofdwijk minstens 1,70M.; verderzuidwaartsslechtsO,80M. hoog, zoodat de vaart daar slechts bevaarbaar is voor zeer kleine scheepjes. Geen schutsluis. In beheer bij het Waterschap „Oldambt". 112 Afstandstabel. Afstand in Ligging.l K.M. uit het beginpunt. 0,0 Termunters ijldiep. [45]. Nieüwolda; los- en laadplaats. 5,5 Kruising met het Koediep [49]. 5,8 Draaibrug te Midwolda (stoomtramweg); wijd 5,50 M. Los-, laad- en opslagplaats. Tarief als te Nieüwolda. (Zie [45] bij K.M. 9,6.) Sluitingstijd als in de Gem. Muntendam. (Zie bl. 48.) Tot Midwolda is het kanaal in 1922 op diepte gebaggerd. Boven Midwolda nog slechts voor kleine pramen bevaarbaar. 8,4 N.O. Hoofd- of Turfwijk, landbouwvaart, lang ongeveer 4 K.M., met schutsluisje nabij de invaart, dat alleen bij hooge boezemstanden gesloten wordt. Schutlengte 15—20 M., wijdte 4,00 M., diepte 1,26 M. De sluis wordt gewoonlijk gesloten hij standen van 0,45 M. -j- Z.P. Vele zijwijken naar de venen van Enne- mabokg. 9,3 Z. Grondduiker onder het Winschoterdiep, noordelijk van Heiligeelee—Kloostebholt. Geen scheepvaartverbinding. 49. KOEDIEP. (IV) Tusschen het Opdiep [45], westelijk van Scheemda en Oostwold. Voor kleinere vaartuigen tot 50 ton laadvermogen; het kanaal verondiept. Lengte 6,4 K.M. Breedte 7,5—8,0 M.; 4 wisselplaatsen. Diepte 1,20 M. onder K.P. = Peil van Oldambt; van af het Nieuwe Kanaal W. 1,70 M. 51 vaste bruggen, wijd 4,50 M., hoog 2,10 M. Geen schutsluis. Los- en laadplaats te Oostwold. Tarief voor opslag f 2 per week, per 10 Ms. 113 Op 2,7 K.M. uit het Opdiep westelijk van Midwolda, kruising met het Nieuwekanaal [48]. In beheer bij het Waterschap „Oldambt". De laatste 300 M. bij Oostwold zijn in particulier beheer. 60. ZIJLKBR- en BEERSTERDIEP of HOOFDKANAAL. (IV) Van Winschoterzijl naar den Dollard. Zeer weinig bevaren; diepgang tot 1,40 M. mogelijk. Lengte 12 K.M. Breedte 8—13 M. Diepte 1,60 M. tot 2 M. K.P. — 0,68 M. N. A. P.; waterstanden tot 0,30' M. -f K.P. 40 vaste bruggen, wijd 3,60 M., hoog 1,70 M. Trekpad. In beheer bij het Waterschap „Reiderland". Afstandstabel. Afstand in ILigging.l K.Mjiuit het beginpunt. 0,0 Noordelijke kade langs de Pekel-A bij Winschoterzijl; geen verbinding met de Pekel-A. Los- en laadplaats, vrij. 0,0—1,4 I Zijlkerdiep. 0,4 I ! Vaste brug in den spoorweg Groningen— Nieuwe-Schans, wijd 5 M., hoog 2 M. 1,4—12,0| Beersterdiep. 1,4 | Z.W. Groote Wetering naar het Z.W., lang I 1,5 K.M., diep ongeveer 2 M. (geene verbinding met de Renselvaart). 4, { Beerta. 5,0 I Vaste brug in den weg van Winschoten naar Nieuw-Beerta. 5,3 Vaste brug in den weg naar Finsterwolde. . 7,0 W. Finsterwolde, 2 K.M. westelijk van het kanaal. 8 114 Afstand in iLigging.l k.m. uit het beginpunt. 7,9 Ganzedijk; weg naar Finsterwolde 2 K.M.; los- en laadplaats, vrij. 9.5 | Z. Bellingwolderzijldiep [51], naar Nieuw- Beerta. O. Buiten,-Tjamme, naar Kostverloren, diep ong. 1,40 M. 9.6 Belllngwolderzijl (Reiderlander binnensluis), 2 kokers, wijd 4,10 M., diep 1,80 M., vrije hoogte 2 M. Wordt alleen gesloten om te spuien. 11,2 Beersterzyi (Reiderlander buitensluis); 2 kokers, wijd 3,75 M., diep 1,40 M., vrije hoogte 1,30 M. Doorvaart bij gelijk water (slechts voor pramen). De geul buitendijks is bevaarbaar voor vaartuigen van 100 ton; plaatselijke bekendheid noodzakelijk. 12,0 N. DoUard-Beerstemiude. I Vaargeul niet bebakend. 51. BUISKOOLDLEP of BELLINGWOLDERZIJLDIEP. (IV) Van het Beersterdiep [50] bij Bellingwolderzi.il tot benoorden de Westerwoldsclte A [28], (geene verbinding). Zeer weinig bevaren; diepgang tot 1,40 M. mogelijk. Lengte 6,2 KM. Breedte 7,5 M. Diepte 1,50 M.; zelden lagere standen. K.P. = 0,68 M. -f- N. A. P.; met waterstanden tot 0,30 M. -=r K.P. 5 vaste bruggen, wijd ong. 4 M., hoog 1,70 M. Geen sluis. Trekpad. In beheer bij het Waterschap „Reiderland". Afstandstabel. Afstand in ILigging.l k.m. uit het beginpunt. 0,0 N. Beersterdiep [50] bij Bellingwolderzijl. 115 IAfstand in Ligging.l K.M. uit het beginpunt. 0,6 Vaste brug in den weg naar Finsterwolde. 3,5 O. Vaste brug in den Beersterhoogenweg, naar Nieuw-Beerta. 2 K.M. Opslagplaats vrij. 5;ö Vaste brug in den spoorweg Groningen— Nieuwe-Schans. 6,2 Kade ten noorden van de Westerwoldsche A te Klein Ulsda, ruim 1 K.M. beneden de Bult; opslagplaats vrij. Geen scheepvaartverbinding met de Westerwoldsche A. 52. EEMSKANAAL en HAVEN VAN DELFZIJL. (I) Van de Oosterhaven [1] te Groningen, langs het Eemskanaal, de Buitengeul van het Eemskanaal, de I Buitenhaven te Delfzijl naar de Jiïems. Ook het Groote I Scheepvaartkanaal genoemd. Vaarweg voor zeeschepen van hoogstens 1800 M3. i waterverplaatsing. Bij gelijkwater kunnen grootere schepen de sluis passeeren. I Lengte 27,3 K.M. Breedte ruim 30 M., bodembreedte minstens 12 M Diepte 4,50 M. onder K.P. = Winschoterpeil. Waterstanden tot hoogstens 0,90 M. onder K.P. Behalve de spoor- en sluisbruggen nog 15 draaibruggen; ■ minste doorvaartwh'dte 10,20 M. Zeesluis te Delfzijl. Toegelaten diepgang voor schepen 3,95 M. Toegelaten vaarsnelheid 100 M. in de minuut. Jaagpad aan beide zijden. In beheer en exploitatie bij de provincie Groningen. Behalve de provinciale reglementen, gelden voor de haven ■ van Delfzijl : het „Reglement van Politie voor haven en I havenwerken te Delfzijl", vastgesteld bij Notificatie van G. St. I d.d. 5 October 1911, Pr.bl. n°. 79, met wijzigingen, benevens 116 het „Reglement op de Heffing en Invordering van rechten voor het gebruik van de haven te Delfzijl met bijkomende werken", vastgesteld bij Notificatie van G. St. d.d. 20 April 1917, Pr.bl. 93, gewijzigd volgens Pr.bl. 71 van 1920. Voor het verblijf in het Eemskanaal wordt 1 ct. per ton en per dag in rekening gebracht, behoudens het anders bepaalde voor de ligplaatsen, nabij de bruggen. (Zie hieronder). Vrijgesteld zijn schepen, die terstond doorvaren of die moeten wachten op doorlating aan brug of sluis, ingevolge ijs, of die slechts een nacht of een Zondag over in het kanaal verblijven, zonder te lossen of te laden. In afwijking van het prov. Politiereglement is voor de bruggen Nbs. 2 t/m 15 van 1 Januari tot en met 15 Maart l de sluitingstijd van 7 u. n.m. tot 6 u. v.m. !) Afstandstabel. Afstand in Ligging.l K.M. uit het beginpunt. 0,0 Beginpunt aan de Oosterhaven te Groningen. Draaibrug N°. 1 in den Singelweg te j Groningen. Tarief voor het openen van elk der draaibruggen N°. 1—15: voor een schip van minder dan 10 ton .... f 0,05 j „ „ „ 10 tot 49 ton f0,10 1 " 50 „ 99 „ f0,15 1 „ 100 „ 149 „ f0,20 1 „ 150 „ 199 , f0,25 j " „ „ „ 200 „ 249 „ f0,30 tl „ ,. „ , 250 „ 349 „ f0,40 I „ „ ,y „ 350 „ en meer ..... f 0,50 I Tusschen de bruggen N°. 1 en N°. 2, is j het jagen van schepen alleen langs den noordelijken kanaaldijk geoorloofd. 0,0—1,6 Ligplaats voor schepen aan de Zuidzijde van het kanaal, (met schriftelijke vergunning van den ambtenaar belast met j het toezicht op de Oosterhaven). Liggeld (mits niet om te laden of te lossen). Voor een verbhjf tot 5 dagen, per ton f 0,01, klimmende ! tot f 0,09 per ton voor een verblijf van 89—200 dagen. Na 199 dagen wordt het tarief opnieuw toegepast. Pr.bl. 39 van 1921. Afstand in Ligging | k.m. uit het beginpunt. 1,6 j Draaibrug N°. 2 in den Euvelgunnerweg. Nabij de draaibruggen N°. 2—14 bevinden zich los- en laadsteigers. Voor een gebruik langer dan 1/2 uur en hoogstens 6 uren is per ton 1 ct. te betalen; verder tot 24 uren 2 ct Na 24 uren wordt het tarief opnieuw toegepast. i4,l j | DraaibrugN°. 3 teRuisscherbrug. (Hinke- I mahorn). 5,0 Z.O. Slochterdiep [53], vaarweg naar Slochteren. 5,8 Draaibrug N°. 4 in den Garmerwolderweg. 9,0 Draaibrug N°. 5 in den Hamweg. 11,9 Draaibrug N°. 6 te Woltersum. 13.6 Draaibrug N°. 7 in den Woltjerweg. 15,8 • Draaibrug N°. 8 in den Grouwedijkster- weg. 17.7 Draaibrug N°. 9 in de Wirdumerlaan. 19,0 Draaibrug N°. 10 in den Garreweerster- weg. 20,4 Z. De Groeve [54], vaarweg naar het Schildmeer. N. De Groeve, vaarweg naar het Damsterdiep. 20.8 Draaibrug N°. 11 in den Woldweg. 22,3 Draaibrug N°. 12 in den Opwierderweg. 22,8 I Draaibrug N°. 13 in de Eelderlaan, (naar Eelwerd). 24.3 Draaibrug A°. 14 in den Amsweersterweg. 25,0 Draaibrug in den N.O. locaalspoorweg (Delfzijl—Zuidbroek).J) 25.4 Draaibrug N°. 15 in den Farmsumerweg. 25,4-26,4 Ligplaats voor schepen. 117 ;) K.B. van 21 Juli 1911, StM. 258, ter beveiliging van de brug. 118 Afstand in Ligging. K.M. uit het beginpunt. Binnenschepen mogen ook laden en lossen.x) Tarief als voor de ligplaats tusschen K.m. 0,0-K.m. 1,6. Houtlossende schepen betalen 4 ct. per ton, waartoe Vergunning noodig is van den sluismeester te Farmsum. 25,9-26,2 N.O. Dole te Faemsum, lang 300 M., breed 60 M. diep van 3,50 M. tot 4,50 M. Tarief voor hoogstens 5 dagen f 0,02 per ton, opklimmende tot f 0,12 per ton voor een verbluf van 89 tot 200 dagen. Na 199 dagen wordt het tarief opnieuw toegepast. 26.3 Z.O. Verbindingskanaal [59] met het Af¬ wateringskanaal van Duurswolde. 26.4 DELFZIJL (zie schetskaartje n°. 2). Eemskanaalsluis, schutlengte 60 M., wijdte 10.50 M., diepte 5,30 M. Tarief voor de doorvaart f 0,08 per ton; minimum f 0,40. . Van schepen, welke het kanaal slechts tot aan de Groeve (6 K.M.i bevaren, wordt de helft geheven. Draaibrug over de sluis. Geen bruggeld. Op elk der sluishoofden brandt nog een wit licht. Drie roode lichten in een driehoek, geven aan dat de sluis niet mag worden genaderd. 26.5 Buitengeul. 26,5-27,2 Buitenliaven van Delfzijl. 0,2 K.M. westelijk van den mond van het Eemskanaal in de buitenhaven, bevindt zich de mond van het Afwateringskanaal van Duurswolde [55]; 0,1 K.M., oostelijk de mond van* het Damsterdiep. [60] Het getijverschil in de haven van Delfzijl bedraagt gemiddeld 2,78 M. Springvloed 3,35 M., doodtij 2 15 M. M. V. = 1,17 M. + N. A. P.; M. E. =. 1,61 M. -4- N. A. P. Ligplaatsen in de buitenhaven te Delfzijl aan den kaaimuur, lang 250 M., aan stei- 1) Pr.bl. 49 van 1919. 119 Afstand in Ligging.l K.M. uit het boginpunt. gers en in de haven, met diepten van 4,50 M. tot 9 M. onder N. A. P. Voor de binnenvaart is meer bijzonder het binnendeel der haven bestemd. De haven van Delfzijl is steeds ijsvrij en modern ingericht met 3 stoom- en 2 electrische kranen van 4 en 8 ton, laadbrug van 10 ton, drijvenden hijschbok (hefvermogen 20 ton), scheepswerven, sleepdiensten, enz. De buitenhaven • is uitgebreid door verlenging der dammen, opruiming van het voormalige Boomshoofd en vorming aan de N.W. zijde van eene nieuwe haven voor loods vaartuigen, passagiers- en sleepbooten. Deze werken zijn nog niet voltooid. Eene groote uitbreiding van de haven, oostelijk van den Oosterhavendam, is in voorbereiding. 27,2 Toegang tot de Eems; diep 9 M. onder N. A. P. Op den Zeedijk benoorden de haven is een steenen lichttoren. Verder bevindt zich op den kop van den Westerhavendam een groen licht en op den kop van den Oosthavendam een rood licht. Bij het invaren van de haven van uit zee ligt aan S.B. een roode, aan B.B. een zwarte ton. Het vaarwater in de Eems bij Delfzijl heet de Bocht van Watum en ligt niet ver van den Nederlandschen oever. Richting N.W.—Z.O. Voor de verlichting, betonning en invaart, van de Eems: zie ook den „Zeemansgids". Zoolang de havenwerken nog niet voltooid zijn, is de toestand niet als permanent te beschouwen. 120 Alstand in ILigging.l K.M: uit het beginpunt. Handhaving der politie in de haven door den havenmeester en de havenpolitie. Het reglement van Politie bevat uitvoerige voorschriften voor de scheepvaart. De vroeger bestaande seinen op Boomshoofd zijn vervallen. Havengeld voor de haven van Delfzijl: a. Voor zeestoomschepen. hoogstens metende 250 M. per M3. 3 ct; voor grootere zeestoombooten, per M3. 4 ct: voor zeezeilschepen, hoogstens metende 250 M3., per M3. 3 ct; opklimmende tot Oct per M3. voor zeezeilschepen, metende boven 760 M3. Bij jaarlijksch abonnement bedragen deze rechten het dertigvoud. ï>. Voor binnenstoombooten per ton laadvermogen en per reis f 0,025 of bh' jaarlijksch abonnement f 0,75. Voor alle andere binnenvaartuigen per ton en per reis f 0,01* of bij jaarlijksch abonnement f 0,45. Als minimum laadvermogen wordt voor alle schepen 5 ton aangenomen. Voor passagiersvaartuigen zijn de rechten 50 »/0 hooger. Extrarecht voor laden of lossen 1 ct. per 1000 K.G. goederen. De havenrechten gelden voor een ternujn van 28 dagen. Voor vrijstellingen of vermindering van rechten, wordt verwezen naar de bepalingen van het reglement 53. SLOCHTERDIEP. (II) Van het Eemskanaal [52] tegenover Rollen naar Slochteren. Lengte 11 K.M. Breedte 10 M. Diepte 1,50 M. onder peil van Duubswold. 6 draaibruggen, wijd 5,70 M. 1 schutsluis. In beheer bij particulieren. 121 Afstandstabcl. Alstand in ILigging.) k.m. uit het I beginpunt. 0,0 W. | Eemskanaal [62]. 0,0 Z.W. Ringsloot, verderop Borgsloot, landbouwj vaartje, lang 8 K.M. tot de schutsluis van j den Westerbroekster Engelberter molen: polder, breed ong. 8 M., diep ong. 1,20 M. Be vaarbaar met vaartuigen van on g. 50 ton. 0,0 | Schutsluis en draaibrug; lang 27 M., wijd 6 M., diep 1,97 M. Schutpeil: 1,62 M. + N.A.P. Schutgeld 8 ct. per ton, minstens 30 ct 0,1 Draaibrug. 4,2 Draaibrug in den Hamweg. 6,0 Draaibrug nabij Schaaphok. 6.0 Z. Scharmer Ae, over 3 K.M. lengte, diep 1,40 M., breed 8 M. Bevaarbaar met schepen van ruim 50 ton. 6.1 I N. Woltersumer Ae naar Woltersum (geene verbinding met het Eemskanaal), lang 2 K.M., breed 6,50 M, diep ong. 1,25 M.; scheepvaartverbinding door het Verbindingskanaal naar het Afwateringsi kanaal van Duurswold. 6,1 Z. ! Slochter Ae, van af de zuidelijke verI binding met de Scharmer Ae. lang ruim j 3,5 K.M., breed ong. 7 M., diep ruim 1,20 M. j Bevaarbaar voor schepen van ong. 40 ton. 6,5 N. Afwateringskanaal van Duurs- I wold [55]. 11,0 I Slochteren. 54. DE GROEVE. (II) Van de omgraving van het Damsterdiep [60] ten Zuiden van Appingedam naar het Eemskanaal [52] en vandaar naar den noordelijken top van het Schildmeer. Grootst tóegelaten snelheid 100 M. i/d minuut. Noordelijk gedeelte. Bevaarbaar voor vaartuigen tot 250 ton. 122 Lengte 1,6 K.M. Breedte 20—28 M. Diepte 2,00 M. onder Fivelingopeil, ondiepte met 0,35 M. minder. 1 draaibrug. (Zie onder.) 1 schutsluis. « Trekpad. In beheer bij het Waterschap „Fivelingo". Afstandstabel. Afstand in I Ligging. k.m. uit het ^^^ïl beginpunt. 0,0 N. Damsterdiep [60] te Appingedam. 1,6 Noordersluis, lang 30—38,80 M., wijd 8,00 M., diep 2,65 M. In beheer bij de Prov. Groningen. Sluisgeld per schip en per ton f 0,03, minimum f 0,30 vrijgesteld zijn schepen, die beide sluizen dwars over hel kanaal passeeren, behalve op Zon- en feestdagen, of tusschen s avonds 8 uur en 's morgens 5 uur. 1,6 Draaibrug in den dijk; wijd 8,05 M. (pr.) 1,6 | Z. Eemskanaal [52]. Zuidelijk gedeelte. Lengte 1,8 K.M. Breedte 18 M. Diepte 1,50 M. onder Peil van Duurswold 1 draaibrug (zie onder). 1 schutsluis. * Trekpad. In beheer bij het Waterschap Duurswold. Afstandstabel. Afstand in ILigging.l k.m. uit het beginpunt. 0,0 N. Eemskanaal [52]. 0,1 Draaibrug in den dijk. wijd 6,05 M. 0,1 j Zuidersluis; lang 32,50 M., wijd 6 M., diep 1,80 M., verder als voor de Noordersluis. 1,8 Z. Schildmeer bij de Keet; verbinding over het Schildmeer met het afwateringskanaal van Duurswold [55]. 123 55. AFWATERINGSKANAAL VAN DUURSWOLD. (II—III) Van" het Slochterdiep [53] nabij Schaaphok door het Schildmeer naar de buitenhaven van Delfzijl [52]. Lengte 19 K.M. Breedte tot aan het Schildmeer 13 M., verder tot de sluizen, minstens 20 M. Diepte van 1,50 M. boven het Schildmeer tot meer dan 2,00 M. beneden het Schildmeer, onder peil van Duurswold. Lagere' waterstanden komen zelden voor. Op het Schildmeer is de geul niet meer dan ruim 1 M. diep. In den zomer is echter het peil veelal 0,30 M. -JPeil van Duurswold. 1 oph. brug en 10 vaste bruggen; brugwijdte: 4,40 M., hoogte: 3,09 M. 1 schutsluis. In beheer bij het Waterschap Duurswold. Grootst toegelaten snelheid; boven het Schildmeer: 75 M. in de' minuut, beneden „ „ 100 M. „ „ „ Afstandstabel. Afstand in Ligging.l k.M.uithet| beginpunt. 0,0 Z. Slochterdiep [53], oostelijk van het Schaaphok. 0,2 W. Verbindingskanaal met de Woltersumer ! Ae, lang 0,6 K.M., diep 1,50 M., breed 12 M. 5,6 I Uitmonding in de Vossebult(Schildmeer). 5,6 Z. Schildwolder Schipsloot [56], naar Schildwolde, lang 3,5 K.M. 5,6—8,5 | Vaart door de Vossebult en het Schild¬ meer, lang ongeveer 3 K.M. Verbinding met de Groeve door het Schildmeer. De vaart door het Schildmeer is bij z"omerpeil (0,98 M. N. A. P) mogelijk met den navolgenden diepgang: in de richting Vossebult—Groeve met 1,10M., in de richting Vossebult—Steendam met | 1,20 M. Laadvermogen ruim 60 ton. 124 Afstand in Ligging.l km. uit het beginpunt. Overigens dient de vaart door het meer in hoofdzaak plaatselijk verkeer. 6,6 Z. Haan vaart [57] naar Hellum. 8,3 Z. Siddebuurster Schipsloot, naar Siddebueen, lang 3 K.M., diep ong. 1,50M., breed 6 M.; 2 bruggen; bevaarbaar voor schepen van 50 ton. 8,5 Uitmonding in het Schildmeer bij Steen- dam. 11,6 Z. Munnikesloot, lang 3,7 K.M., diep ong. 1,40 M., breed 6 M.; bevaarbaar voor vaartuigen van 40 ton. 13.8 Meedhuizen ; brug. 14.4 O. Voormalig Meedhuizermeer. 14.5 Z.O. "Wagenborgermaar (tot 1,5 K.M. benoorden "Wagenboegen), lang 2 K.M., diep ong. 1.20 M., breed 5,5 M. Scherpe bochten; bevaarbaar voor kleine vaartuigen. Aan het einde is de aanlegplaats voor Wagenborgen. .17,6 Vaste brug in den Noord-Ooster-locaal- spoorweg. 18.0 Trambrug. 18.1 N.O. Farmsumerdiep naar het Weiwerdermaar [58], lang 0,4 JOL, diep 1 M., breed 6 M. 18.5 | N.W. Verbindingskanaal met het Eems¬ kanaal te Faemsum [59]. 18.6 Brug. 18.9 Farmsumer Uitwateringssluis; wijd 8 M., diep 1,90 M. Doorvaart bij gelijk water. 19,1 Buitenhaven van Delfzijl [52]. 56. SCH] LD WOLDER SCHIPSLOOT. (IV) Van het Schildmeer. [55] naar Schlldwolde. Landbouwvaartje voor kleine vaartuigen tot ong. 35 ton Lengte 3,5 K.M. Breedte 6,50 M. Diepte ongeveer 1,00 M. onder peil van Duurswold. 125 Schutsluis aan het Schildmeer, lang 25 M.; wijd 4,40M., diep 0,85 M.; staat meestal geopend; dient alleen om hooge buitenstanden te keeren. Geen bruggen. In beheer bij particulieren. 57. HAANVAART. (IV) Van het Schildmeer [55] naar Hellum. Landbouwvaartje voor vaartuigen tot 60 ton. Lengte 3,6 K.M. Schutsluis aan het Schildmeer,lang24M.; wijd4,30 M., diep 1,30 M.; staat meestal open, dient alleen om hooge buitenstanden te keeren. Geen bruggen. In beheer bij particulieren. 58. WEIWERDERMAAR, (IIMV) Van het Afwateringskanaal van Duurswold [55] te Farmsum naar Weiwerd. Lengte 2,3 K.M. Breedte 7 M. Diepte 1,40 M. onder peil van Duurswold. 3 vaste bruggen, wijd 4,45 M., hoog 2,24 M. Geen schutsluis. In beheer bij het Waterschap Duurswold. 59. VERBINDINGSKANAAL TE FARMSUM. (III) Tusschen het Eemskanaal [52] en het Afwateringskanaal van Duurswold [55] te Farmsum. Lengte 0,3 K.M. Breedte 11 M. Diepte 1,50 M. onder peil van Duurswold. Schutsluis bij de uitmonding in het Eemskanaal. lang 27 M., wijd 5,40 M., diep 1,97 M. Geen bruggeld. Draaibrug over de sluis, wijd 6 M. Sluisgeld per schip en per ton f 0,03; minimum f 0,30. 126 In beheer bij het Waterschap „Duurswold" De sluis is in beheer bij de Provincie. 60. DAMSTERDIEP. (II—III) Van nabij de Oosterhaven te Groningen [1] tot de haven Van Delfzijl [52]. Bevaarbaar voor schepen van 180 ton. Lengte 30 K.M. Breedte van 10—30 M. en meer. Diepte 1,80 M. onder Fivelingopeil. Op het vak beneden Ten Boer komen echter verondiepingen voor van 0,50 M. 14 gewone beweegbare bruggen, wijd 5,85 M. 1 vaste spoorbrug en 1 vaste betonbrugoverde Dorpsterzijl. Uitwateringssluizen te Delfzijl. Jaagpad. Los- en laadplaatsen in 't algemeen in aile aan het kanaal gelegen plaatsen. In beheer bij het Waterschap „Fivelingo". Afstandstabel. Afstand in Ligging.l k.m. uit het beginpunt. 0,0 W. Verbindingskanaal tusschen het Damsterdiep en liet Boterdiep te Groningen [1]; Z.W. loopt het Damsterdiep nog 250 M. binnen Groningen door. 0,0 Draaibrug, buiten de Steentilpoort in den Sin gel weg te Groningen. Tarief als voor de Eemskanaalbruggen. 0,5 N.W. Goorechtkanaal, nog in aanleg [1]. 1,6 Oosterhoogebrug (oph.), wijd 5,85 M. Bruggeld f 0,10, ledig f 0,0C; zeeschepen dubbel (gem.). Los- en laadplaats. 4,2 • Ruisscherbrug (dr.) in den weg van Noord- dijk naar Middelbert. Geen bruggeld. Los en laadplaats. 4,8 N. Kardingermaar (met schutsluis) [62]. Rollen. •5,9 Draaibrug te Garmerwolde. Bruggeld f0,10. Los- en laadplaats. 127 Afstand in Ligging.l K.M. uit het beginpunt. 10,4 Tenboersterschipsloot naar Ten Boer (0,5 K.M.), breed 5,5 M., thans slechts diep 0,60 M., met brugwijdten van 3 M., vrije hoogte 1,70 M., voor scheepjes van 15 ton. 10,4 Boltdraaibrug te Ten Boer. Bruggeld als voor de Eemskanaalbruggen. Los- en laadplaats. 11.7 O. Lustigemaar [61]. 11.8 W. Westerwijtwerdermaar bij Dijks- horn [63]. 13.7 O. Ten-Poster-Ae, bevaarbaar 0,7 K.M.; breed 5.5 M., diep 1,30 M., met vaste brug, wijd 2,80 M., hoog 1,15 M. 13.8 Draaibrug te Ten post in den weg naar WlTTEWIERUM. Bruggeld f0,10. Los- en laadplaats. 14,1 Kroddebuurstermaar, 0,5 K.M. benoorden Ten Post, breed 6 M-, diep 1,50 M., met brug; voor vaartuigen tot 40 ton. 15.9 Draaibrug te Winneweer. Bruggeld f 0,10, schepen, beneden 20 ton f 0,05. i) Los- en laadplaats. 17,0 Draaibrug te Garrelsweer. Geen bruggeld. Los- en laadplaats. 17,7 Draaibrug beneden Garrelsweer. Bruggeld f0,10. 17,7 N. Loppersumer Wijmers [66]. 17,7 Z. Oude Wijmers naar Hoeksmeer, lang 1.6 K.M., breed 5,5 M., diep thans slechts 0,60 M.; 'met vaste brug bij de invaart, wijd 3,80 M., hoog 2,15 M., en bij Hoeksmeer nog 3 kleine vaste bruggen; thans slechts bevaarbaar voor scheepjes van 10 ton. — A ._ 1) k. B. 24 Oct. 1908, n". 46. 128 Alstand in ILigging.l K.M. uit het beginpunt. 18,9 | Wirdumertil (dr.) in den weg naar Wirdum. Bruggeld 10,10. 18,9 N. Wirdumermaar, naar Wibdum, lang 1 K.M., breed 7 M., diep thans 0,90 M., voor schepen van ruim 30 ton. Vaste brug bij de invaart, breed 3,85 M., hoog 2,40 M. 19.6 Eekwerdertü (dr.). Bruggeld f0,10. Los- en laadplaats. 20,2 N. Eekwerdermaar, lang 1 K.M, breed 6 M., met 1 brug, diep thans slechts 0,50 M., voor bootjes van 10 ton. 20,9 N. Oosterwijtwerdermaar [67]. 22,2 Draaibrug bij Tjamsweek. Geen bruggeld. 23,0-34,51 Nieuwediep; omsnijding bezuiden Ap- pingedam. De noordelijke tak gaat door de stad Appingedam en is nauwer. In deze zijn 4 vaste bruggen, wijd 7 M., hoog 2,86 M., en de uitmonding van de Groote Heekt [71]. Appingedam; los- en laadplaatsen. Geen havengeld 23,5 Westerdraaibrug in het Nieuwediep, wijd 6,50 M. Bruggeld f 0,20; schepen beneden 20 ton f'0,10. 23.7 Z. De Groeve [54], 24,1 Oester-draaibrug in het Nieuwediep, wüd 7,50 M. Bruggeld als bij voorgaande draaibrug. 24,5 . Vereeniging met den noordelijken tak. 25.8 N. Uitwierdermaar [72]. 26,5-27,4 Doorsnijding van het Tuikwerderrak, lang 0,3 K.M., breed 17 M., diep 1,70 M., met vaste brug, wijd 6,50M., hoog 2,40 M.; alleen ter doorstrooming bestemd. De vaart volgt de bocht benoorden de doorsnijding. 129 Afstand in j Ligging. K.M. uit het beginpunt 26,9 N. Biessumermaar naar Biesstjm, lang 0,8 K.M., breed 5 M., diep thans slechts 1 M., met 1 gewone brug en 1 spoorbrug; voor scheepjes van 10 ton. 28,3 N. Vaste brug in den Noordoosterlocaalspoorweg, w{jd 28 M., hoog 4 M. 28,5 Draaibrug in den tramweg Delfzijl—Win¬ schoten, wijd 8 M. Sluitingstijd als' in de Gem. Muntendam. (Zie bl. 48.) 29,7 Delfzijl. 29,7 Dorpsterzijl (uitw. sluis), met beton- brug, wijd 6,13 M., hoog 4,10 M., diep 1,81 M. Slochter- en Scharmerzijl (ultw. sluis), wijd 5,15 M., diep 1,69 M. De doorvaart geschiedt des daags bij gelijk water. Sluisgeld f 0,05 per MS.; roeibooten f 0,25. 29,7 Haven van Delfzijl [52] zie schetskaartje n°. 2). 30,5 N.O. Eems. 61. LUSTIGEMAAR. (IV) Van het Damsterdiep [60] bij Dijkshoorn, ruim 1 K.M. N.O. van Ten Boer, naar den noordelijken Eemskanaaldijk te Woltersum. (Geen verbinding met het Eemskanaal). Bevaarbaar voor schepen van ruim 60 ton. Lengte 2,4 K.M. Breedte 6,5—8 M. Diepte 1,80 M. onder Fivelingopeil, met ondiepten waar 0,30 M. minder. Te Woltersum 1 vaste brug, wijd 4,50 M., hoog 1,70 M." Los- en laadplaatsen te Woltersum. Geen schutsluis. In beheer bij het Waterschap „Fivelingo". 9 130 62. KARDINGERMAAR. (IV) Van het Damsterdiep [60] te Rollen (5 K.M. beneden Groningen) naar het Boterdiep [73] te Onderdendam. Vroeger ook het Geweijde genaamd; het eerste gedeelte wordt ook Thesingermaar genaamd. Lengte 15,2 K.M. Breedte van 6,70 M. tot 10 M. Diepte ongeveer 1,50. M. onder Hunsingopeil, vanaf het St. Annermaar tot het Boterdiep 1,90 M. 10 vaste bruggen, 2 bew. bruggen en 1 bew. loopbrugje; minstens wijd 4 M., hoog 2,10 M. 1 schutsluis. In beheer bij het Waterschap „Hunsingo". Geen doorgaand verkeer wegens de nauwe sluis te Rollen. Afstand In Ligging.l KM. uit het beginpunt. 0,0 Z. Damsterdiep [60]. 0,0 Vaste Bijksbrug. 0,0 Schutsluis te Rollen (Thesingerverlaat), lang 20 M., wijd 3,50 M., diep 1,55 M. Schutgeld 1/4 ct. per ton. 1.0 [ Hontil (v.), bij Noorddijk. 2,6 Lagewegstertil (v.), wijd 10 M., in den weg Garmerwolde—Thesinge. 3,6 Landbrug (v.). 4.1 Thesingertil (v.). 4,3 Thesinge; wipbrug (zelf te bedienen). Los- en laadplaats met opslag; vrij. 5,6 Draaibrugje. 8,0 Vaste brug te Lutjewolde. 8,8 Vaste brug in den weg van Bedum naar St. Annen. Afstandstabel. 131 Afstand in Ligging. k.m. uit het beginpunt. 8,8 O. St. Annermaar, lang 1,6 K.M., breed 6 M., diep 1,30 M. met 5 bruggen, wijd 3,75 M., hoog 1,60 M. 9,4 Kardingerzijl (v.) in den Wolddijk. Vaste brug in den spoorweg Groningen— Delfzijl. 11.1 Keesrieftil (v.) in den weg Westerwijt- werd—bedum. I2,5 Steenenpijp (v.) in den weg naar Fraam- klap. 12,5 Ombuiging naar het Westen. . N. Hooimaar; ondiepe verbinding naar het Boterdiep. 14,0 Ombuiging naar het Noorden. 15.2 Boterdiep [73] bij Onderdendam nabij de middelste draaibrug. 63. WESTERWIJTWERDERMAAR. (III) Van het Damsterdiep [60] bij Dijkshorn naar het Boterdiep [73] bij Fraamklap. Lengte 9,8 K.M. Breedte 9,50 M. Diepte ong. 1,40 M., onder Hunsingopeil. Het gedeelte bezuiden de sluis is bijna 2,00 M. diep. 3 gewone beweegbare bruggen en 5 gewone vaste bruggen; brugwijdte 5,10 M.; hoogte 3,10 M. Jaagpad van het Damsterdiep tot het Stedummermaar, verder trekpad tot de spoorbrug. Jaagpad v/d spoorbrug tot het Loopbrugje te Westerwijtwerd, verder trekpad. In beheer bij het Waterschap „Hunsingo"; bezuiden de sluis bij het Waterschap „Fivelingo". 132 Afstandstabel. Afstand in Ligging. k.m. uit het beginpunt. 0,0 Z. Damsterdiep [60]. 0,0 Rijksbrug (v.), wijd 4,95 M., hoog 2,50 M. 0,5 Ophaalbrug in den Stadsweg, wijd 4,10 M. Geen bruggeld. 0,6 Ooster dij kshorner verlaat. Schutlengte 22 M., wijdte 5,18 M., diepte 1,63 M. Schutgeld per ton 1/4 ct.; voor de trekschuiten van Stedum naar Groningen en terug 5 ct. per vaart. 3,6 N. Stedumeimaar (64) naar Stedum. 3.6 Stedumer Nieuwtil, wijd 6,75 M., in 't jaagpad Stedum-Oosterdijkshorn. 4.7 Donatil (v.) in den weg Stedum-Sint Annen, wnd 6 M. 6,1 Vaste spoorbrug in de lijn Groningen- Delfzijl, wijd 8,15 M. 7.8 Westerwijdwerd. Draaibrug, wijd 5,10 M. Bruggeld f 0,05. Los- en laadplaats, vrij. Opslag f 0,05 per m'. en per dag; na 1 week, dubbel tarief. 8.0 Loopbrug, wijd 6. M. 8 5 Huizingermaar [65]. 9.1 Draaibrug te Boerdam in den weg Middelstum-Engeweer, wijd 5.70 M. 9 7 Boterdiep [73] bij Fraamklap. 64. STEDUMERMAAR, (III) Van het Westerwijtwerdermaar [63] naar Stedum. Lengte 2,3 K.M. Breedte 8—10 M. Diepte 1,50 M. onder Hunsingopeil. Geen bruggen. Jaagpad. Haven met opslagplaats te Stedum, beide vrij. In beheer bij het Waterschap „Hunsingo". 133 66. HUIZINGERMAAR. (IV) Van het Westerwijtwerdemaar [63], benoorden Westerwijtwerd naar Huizinge. Lengte 2,20 K.M. Breedte 5,30 M. Diepte ong. 1,30 M. onder Hunsingopeil. 1 vaste brug (Pomptil), wijd 4,90 M., hoog 2,40 M. Trekpad. Los- en laadplaatsen te Huizinge, vrij. Opslag 5 ct. per M2. per dag, na 1 week, dubbel tarief. In beheer bij het Waterschap „Hunsingo". 66. LOPPERSUMER WIJMERS en WESTEREMDERMAAR. (III—IV) Van het Damsterdiep [60] te Garrelsweer, ruim 5 K.M. westelijk van Appingedam, langs Loppersum naar Westeremden. Voor vaartuigen van bijna 100 ton; voorbij Loppersum tot 50 ton. Lengte 6 K.M. Breedte HM. tot Loppersum, verder op 8 M.; wisselplaatsen. Diepte 1,70 M. onder Fivelingopeil, met ondiepten waar 0,45 M. minder. Het Westeremdermaar is thans slechts ong. 1 M. diep. 6 gewone vaste bruggen en 2 beweegbare bruggen, minstens wijd 4,28 M., hoog 2,37 M. Jaagpad tot voorbij Loppersum. In beheer bij het Waterschap „Fivelingo." 134 Afstandstabel. Afstand in Ligging.l k.m. uit het beginpunt. 0,0 Z. Damsterdiep. [60]. Bijksbrug, (v.), wijd 5,30 M., hoog 2,65 M. 2.5 Draaibrug te Loppersum. Geen bruggeld. 2.8 Nanningabrug (<\r.) Loppersum. Geen bruggeld. Los- en Laadplaats. 3.6 Vaste brug in den wegLoppEfisuM-stedum (2,5 K.M.). 4,1 Vaste brug in den spoorweg Groningen- Delfzijl, .wijd 5 M., hoog 2,48 M. 5.9 Westeremden ; los-, laad- en opslagplaats. 67. OOSTER WIJTWERDER, ZANDTSTER-, LEERMENSTER en ZIJLDLJKSTERMAAR, (III—IV) Van het Damsterdiep [60] aan de Oosterwijtwerdertil (2,5 K.M. westelijk van Appingedam) naar Zijldijk benoorden 't Zandt. Voor vaartuigen van ruim 60 ton, tot verderop ruim 50 ton. Lengte 9,5 K.M. Breedte 10 M. tot Oosterwijtwerd, verderop 8 M. "Wisselplaatsen. Diepte tot Oosterwijtwerd 1,80 M., verderop 1,70 M., (met ondiepten waar 0,30 M. minder) onder Fivelingopeil. Tot 't Zandt 7 gewone vaste bruggen en 2 beweegbare bruggen; verderop nog 1 vaste brug; wijdte: 4,10 M.. hoogte: 2,53 M. Geen schutsluis. Trekpad tot 't Zandt. In beheer bij het Waterschap „Fivelingo" 135 Afstand in Ligging.l k.m. uit het beginpunt. 0,0 Z. j Damsterdiep. [60]. Rijksbrug(v.) in den weg van Garrelsweer naar Appingedam. 0,0—2,1 Oosterwij twerdermaar. 1.3 Vaste brug in den spoorweg Groningen— Delfzijl, wijd 6 M., hoog 2,65 M. 2,1 W. Eenumerdiep, naar Eenum [68]. 2,1—4,8 Leermenstermaar. 2.1 Vaste brug in den weg naar Oosterwijtwerd (2 K.M.). 2.2 O. Op vaart je naar Oosterwijtwerd (0,3 K.M.). Los- en laadplaats der Gem. 2,2 Voetbrug. 2.4 . Spijkerboor. N. Godlinzermaar [69] naar Godlinze. 3,1 Draaibrug. Oeen bruggeld. 3.4 O. Leermens; los- en laadplaats. 3.7 Draaibrug. Geen bruggeld. 4.8 Wisselplaatsen benoorden de Schatsborgertil. Los- en laadplaats. 4,8 Schaisborgertil (v.) in den weg van Zeerijp (2 K.M.) naar Godlinze (3 K.M.). 4,8—6,8 Zandstermaar. Los- en laadplaats der Gem. 5,6 Vaste brug, zuidelijk van 't Zandt. 6.6 Voetbrug (v.) naar 't Zandt. 6.7 O. 't Zandt. 6.8 Vaste brug, noordelijk van 't Zandt. 6,8—9,5 Zijldijkstermaar. 8.9 Zwijntil (v.). 9.5 J O. ^ Voorwerk, bezuiden Zijldijk, met v.br. Zijldijk. Los- en laadplaats der Gem. Zwaaiplaats in aanleg. Afstandstabel. 186 68. EENUMER-, ZEER1JPSTER- en GARSTHTJIZERMAAR. (IV) Van het Oosterwijtwerdermaar [67] te Oosteewijtweed naar Garsthuizen. Voor vaartuigen van ruim 50 ton. Lengte 7,6 K.M. Breedte 8 M.; wisselplaatsen. Diepte 1,70 M.—1,60 M. onder Fivelingopeil; met ondiepten van 0,40 M. minder. 1 beweegbare en 10 vaste bruggen, minstens wijd 4,30 M., hoog 2,35 M. Geen schutsluis. Jaagpad tot Eenum. In beheer bij het Waterschap „Fivelingo". Afstandstabel. Afstand in Ligging. K.M. uit het beginpunt. 0,0 Oosterwijtwerdermaar [67] te Ooster- wijtweed. 0,4 Dieftü (v.) in den weg naar Leeemens. 0,0—2,0 Eenumermaar. 2,0 W. Eenum. Los- en laadplaats der Gem. 2,0 Vaste brug. 2,0—3,3 Zeerijpermaar. 3,0 Draaibrug; wijd 6 M. Geen bruggeld. 3,3 W. Brug in den weg van Zeeeijp (0,5 K.M.) naar Godlinze. Los- en laadplaats der Gem. 3,3—7,6 Garsthuizermaar. 4 8 Vaste brug in den weg naar 't Zandt. qq . Wijnjetil (v.) in den weg van Zeerijp naar Dijkum. 7 6 Eindpunt 1 K.M. oostelijk van Gaest- huizen. Los- en laadplaats. 137 69. GODLINZERMAAR. (IV) Van het Oosterwijtwerdermaar [67], westelijk van Oosterwijtwerd naar Godlinze. Voor vaartuigen van ruim 50 ton. Lengte 5,2 K.M. Breedte 8 M.; wisselplaatsen. Diepte 1,60 M. onder Fivelingopeil; met ondiepten van 0,35 M. minder. 4 vaste bruggen, wijd 4,50 M., hoog 2,50 M. Geen schutsluis. In beheer bij het Waterschap „Fivelingo". Afstandstabel. Afstand in Ligging. k.m. uit het beginpunt. 0,0 Z. Oosterwijtwerdermaar [67] bij Spijkerboor. v 0,2* Voetbrugje. 0,3 O. I Op vaartje naar Oosteewijtwerd 0,4 K.M. 2.8 O. Steenfabriek. 3,6 Vaste brug bij het Maarhuis, in den weg naar Godlinze. 4,0 j O. Losdorpster maar naar Losdorp en Spijk. [70]. 3,2 I N. | Godlinze ; los- en laadplaats. 70. LOSDORPSTER- en SPIJKSTERMAAR. (IV) Van het Godlinzermaar [69] 1,20 K.M. Z.W. van Godlinze, langs Losdorp (1.7 K.M.) naar Spijk. Voor vaartuigen van ruim 50 ton. Lengte 3,8 K.M. Breedte 8 M.; wisselplaatsen. Diepte 1,60 M. onder Fivelingopeil; met ondiepten van 0,35 M. minder. 3 vaste bruggen, wijd 4,40 M., hoog 2,50 M. Geen schutsluis. Los- en laadplaatsen te Losdorp en te Spijk. In beheer bij het Waterschap „Fivelingo". 138 71. GROOTE HEEKT en BIERUMERMAAR. (III) Van den noordelijken arm van het Damsterdiep [60] te Appingedam naar Bierum. Voor vaartuigen van 80 tot 50 ton. Lengte 9 K.M. Breedte 10 M. tot Holwierde, verder 8 M. Diepte 1,90 M. tot Holwierde, verder 1,70 M. onder Fivelingopeil, met ondiepten van 0,20 M. minder. 1 draaibrug en 6 gewone bruggen, wijd 4,50 M., hoog 2,50 M. Geen schutsluis. In beheer bij het Waterschap „Fivelingo". Afstandstabel. Afstand in ILigging.l k.m. uit het beginpunt. 0,0 Damsterdiep [60] te Appingedam. 2 bruggen (v.) nabij de invaart. 0,0—5,3 Groote Heekt. 1,0 Vaste brug in den spoorweg Groningen— Delfzijl, wijd 5 M. 3,4 Draaibrug te Heekthuizen, in den weg naar Marsüm, wijd 4,90 M. Geen bruggeld. 4,9 W. Krewerdermaar naar Krewerd (1,2 K.M.); breed 7,5 M., diep 1,60 M. (ondiepten 0,20 M.. minder); met vaste brug, nabij de invaart, wijd 4,60 M., hoog 2,60 M.; voor vaartuigen tot 50 ton. 5,3 Holwierde; los- en laadplaats; vaste brug (prov.) en voetbrug iets zuidelijker. 5,3—8,8 Bierumermaar. S>S J Bierum; los- en laadplaats. 72. UITWIERDERMA AR. (IV) Van het Damsterdiep [60], 1,5 K.M. beneden Appinge dam naar Uitwierda. Voor schepen van ruim 50 ton. 139 Lengte 2,8 K.M. Breedte 7—8 M. Diepte 1,70 M. (onder Fivelingopeil). Is in 1922 uitgebaggerd. I draaibrug en 1 v.brug, minstens wijd: 4,38 M., hoog 2,48 M.; geen bruggeld. Geen schutsluis. Jaagpad tot het Marsumermaar. In beheer bij het Waterschap „Fivelingo." Afstandstabel. Afstand in ILigging.l k.m. uit het beginpunt. 0,0 Z. Damsterdiep [60]. 0,0 Rijksdraaibrug bij het Damsterdiep, wijd !5 M. Geen bruggeld. 0,6 Vaste brug in den spoorweg Groningen— I Delfzijl, wijd 5 M. 1,5 W. Marsumermaar naar maesum, langO,6, K.M. breed 5,5 M., diep 1,40 M. Hierin nabij UiTwiEHDA draaivonder, wijd 4,30 M., voor schepen van 40 ton. 2,8 | üitwxerda; los- en laadplaats, vrij. 73. BOTERDIEP. (II) Van het Noordelijk verbihdingskanaal te Groningen, langs Onderdendam naar Uithuizen. Benoorden Onderdendam wordt het kanaal ook Uithuizerdiep genaamd. Lengte 26,5 K.M. Breedte van 9 M. tot 20 M. Diepte 1,50 M. tot Onderdendam, verder noordelijk 1,60 M.—2,00 M. (onder Hunsingopeil.) In den zomer is de waterstand veelal 12 c.M. -f- H.P. De vaarwegen in beheer bij het Waterschap Hunsingo worden door uitbaggering geregeld op diepte gehouden, zoodat weinig last van verondieping bestaat. II beweegbare bruggen, benevens 5 vaste bruggen (alle benoorden Onderdendam); minstens wijd 5,75 M., hoog3 M. 140 Geen schutsluis. Jaagpad. In beheer bij het Waterschap Hunsingo. Grootst toegelaten snelheid voor stoom- en motorbooten: tot Onderdendam: 100 M. in de minuut; tot Uithuizen: 75 M. in de minuut. Verboden ligplaats vanaf het Noordeinde der haven te Groningen tot tegenover de Zuidzijde van den Noorder Ringweg, anders dan aan den steiger voor het laden of lossen aldaar. !) Afstand sta bel. Afstand in I Ligging. k.m. uit het beginpunt. 0,0 Z. Verbindingfikanaal [1] met het Damsterdiep [60] te Groningen. 0,0 Korrebrug te Groningen (dr.), wijd 6,50 M. Bruggeld als voor de Eemskanaalbruggen [60]. 0,9 O. Goorechtkanaal; nog in aanleg [1]. 1,9 Noorderhoogebrug (dr.), wijd 6,80 M. Bruggeld als boven. Los- en laadplaats der Gem. 4.7 Draaibrug te Zuidwolde in den weg naar Noordwolde (1,5 K.M.), wijd 6 M. Bruggeld als boven. Los- en laadplaats der Gem. Bedum. Tarief: 2 dagen li/2 ct. per ton en per dag, iederen dag langer 1/2 ct. per ton meer; Zonder te laden of te lossen: 1/4 ct. per ton per dae minstens f 0,10. Opslaggeld: 1 dag vrij; den 2den dag f 0.02», per m'„ van den 3den tot en met den 7den dag f 0.05 per m?'volgende dagen f 0,10 per MV, steen en hout opgestapeld, dubbel. Jaarabonnement 6.8 Draaibrug te Ellerhuizen, wijd 6 M. Bruggeld als boven. Los-, laad- en opslagplaats van de Gem. Bedum. Tarief als te Zuidwolde. i) Pr.bl. n°. 60 van 1921. 141 Afstand in ILigging.l K.m. uit liet beginpunt. 6,8 W. Haven en opslag aan de Westzijde van I het kanaal te Ellebhuizen. Tarief als te Zuidwolde. I Part. opslag aan de Oostzijde van het kanaal. 9,6 ' Basculebrug te Bedum, wijd 5,90 M. Bruggeld ah boven. !Los- en laadplaats en opslag der Gem. Tarief als te Zuidwolde. ' 10,5 Draaibrug in den spoorweg Groningen— Delfzijl, wijd 6 M.; wordt minstens 10 min. vóór aankomst trein gesloten. *) 13,6 Molendraaibrug, wijd 6,10 M. Bruggeld als voor de Korrebrug. 13,6 O. Kardingermaar [62]. 13,6 Onderdendam. Los-, laad- en opslagplaats der Gem. Bedum. Tarief als te Zuidwolde. 13,6 W. Draaibrug. Bruggeld als voor de Korrebrug. 13,6 W. Winmimerdiep [79]. 15,0 Los- en laadplaats. 15.5 Z. Hooimaar, naar het Kardingermaar, lang 0,6 K.M., breed 5 M., diep ong. 1 M., 2 lage bruggen, alleen voor zeer kleine vaartuigen. 16,0 Fraamtil (oph.) te Fraamklap. Bruggeld 1/4 ct. per ton; trekschuiten en stoombooten telkens f 0,05.2) 16,0 O. Westerwijtwerdermaar [63]. 17,0 Nieuwe til (v.) bij Middelstum. 17,8 N.O. Vaartje naar Middelstum. 17,4 N. Toornwerdermaar, naar Tooenwebd; lang 0,6 K.M., breed 3 M., diep ong. 0,80 M.; bevaarbaar voor zeer kleine vaartuigen. 17.6 Voetbrug „'t Balkje". 17,8 Haven vrij. Opslag f 0,05 per m*. en per dag; na 1 week dubbel - tarief. 1) k. B. van 10 Mei 1884, St.bl. n°. 105. met wijziging. 2) k. B. van 12 Mei 1905 n». 38 142 Afstand in Ligging. K.m. uit het beginpunt. 17,9 Middelstum, draaibrug. Bruggeld f 0,05. 18.5 O. Hoogpandstermaar* verderop Startenhuis- termaar genaamd, bevaarbaar voor kleine landbouwvaartuigen; lang tot den weg van Eppenhuizen naar Gaesthuizen ruim 6 K.M. en tot den Dijkumerweg 9 K.M.; diep ong. 1 M., breed 4,50—5,00 M. 18.6 Topstil (v.). 19.7 Vaste brug te Kantens. Haven en opslag vru'. 20.3 Klinkenborgertil. 21,2 W. Koksmaar (met de Ëelswerdertil over de invaart, wijd 6,00 M., hoog 3,10 M.) naar de Delte [76] en naar het Rottumermaar (met haven en opslag te Rottum), lang 3 K.M., breed 6 M., diep 1,30 M.; slechts voor zeer kleine vaartuigen bevaarbaar; 3 bruggen. Is ten deele op 1,60 M. diepte gebracht. 23,0 W. Eppenhuistermaar, naar Eppenhuizen, lang ruim 3 K.M., breed 4 M., diep ong. 1 M.; 2 bruggen voor kleine pramen. 24,9 Doodstil (dr.) bij Zandeweer. Bruggeld als aan de Korrebrug. Wordt van 9 uur n.m.—4 uur v.m. niet geopend. Haven en opslagplaats vrij. 25,5 Z.O. Uithuizermeedstermaar [74]. 25,5 W. I Helwerdermaar, naar de Delte, l'ang I 6 K.M., breed 5 M., diep ong. 1,00 M.; bevaarbaar voor kleine vaartuigen; is ten deele op 1,30 M. diepte gebracht. 26,5 N. Uithuizen met haven (vrij) en opslag; (tarief). 74. UITHUIZERMEEDSTERMAAR. (IV) Van het Boterdiep [73], 1 K.M. bezuiden Uithuizen, naar Uithuizeemeeden en Oostee-Nieland. 143 Lengte 7,3 K.M. Breedte 7 M. Diepte ongeveer 1,40 M. (onder Hunsingopeil). 3 vaste bruggen; 1 draaibrug; brugwïjdte 4,90 M., hoogte 3 M. Geen schutsluis. In beheer bij het Waterschap -Hunsingo". Afstandstabel. Afstand in I Ligging. k.m. uit het beginpunt. 0,0 W. Boterdiep [73], 0,6 K.M. benoorden de Doodstil. 0,9 Z. Opvaartje naar Zandeweer, lang 0,2 K.M., breed 5 M., diep 1,20 M. 4,3 Oldenzijl; haven- en opslagplaats. Tarief als te üithuizermeeden. 4,3 Paaptil (dr.), in den weg Garsthuizen— UlTHÜIZERMEEDEN. Bruggeld f 0,05; van 7 u. n.m.—5 u. v.m. f 0,15. 6,1 Haven en opslag aan den weg naar OoSTER-NlELAND (1 K.M.). Tarief als te Üithuizermeeden. 6,8 Opslagplaats. 7,3 Üithuizermeeden, haven, vrij. Opslag: 2 dagen vrij, verder per m'. f 0,10 per eerste week, volgende weken, f 0,05 per m'. per week. 75. WARFFUMERMAAR of TREKVAART, NOORDPOLDERKANAAL an ZIJLRIET. (III) Van het Winsumerdiep [79], westelijk van Onderdendam naar de Wadden bij Noordpolderzijl. Totale lengte: 13,50 K.M. Tót aan het Noordpolderverlaat: breedte 17 M. tot 9 M.; diepte 1,50 M. tot 1,80 M. 2 gewone draaibruggen en 9 gewone vaste bruggen: wijd 144 tot Warffum 5,70 M., hoog 3,00 M., verder noordwaarts resp. 4,35 M. en 2,55 M. Beneden het Noordpolderverlaat: breedte van 9 M. tot 11 M. diepte van 1,60 M. tot 1,80 M. 14 gewone vaste bruggen, wijd 3,90 M., hoog 1,55 M. 2 sluizen. Los- en laadplaatsen te Wakffum; geen rechten. Jaagpad. Het Warffumermaar is in beheer bij het Waterschap .Hunsingo"; het Noordpolderkanaal met inbegrip van de schutsluis, is in beheer bij het Waterschap Noordpolder. Motorbooten behoeven op het Noordpolderkanaal vergunning. Afstandstabel, Afstand in Ligging.! k.m. uit het beginpunt. 0,0 Z. Winsumerdiep [79] bij Onderdendam. 0,0—6,6 Warffumermaar. 0,1 Pietstil (v.), wijd 6 M., in den weg naar WlNSUM. 1,0 Delte [76], bij Scheeftil, naar Usquerd. 1.5 Draaibrug bij Poelman, wijd 6,30 M., door schippers te bedienen. (Staat gewoonlijk open.) 2.6 Draaibrug bij Kamphuis, wijd 6 M., door schippers te bedienen. (Staat gewoonlijk open.) 3,0 W. Rasquerdermaar [77] naar Baflo. 3,0 Haantil (v.), wijd 9 M., in den weg Onder¬ dendam—Warffum. 3.6 Verbindingsvaartje door den Zuiderhorn naar de Delte. (Wordt niet bevaren). [76]. 4.7 Bieuwketil (v.), wijd 5,70 M. 6,3 Vaste brug in den spoorweg Groningen— Roodeschool, wijd 5,70 M. 145 Afstand in Ligging. k.m. uit het beginpunt. 6,6 N.0. Zijtakje naar Warffum met haven en opslag; vrij. 6,6-11,2 Noordpolderkanaal. 6,6 Vaste brug in den weg Warffum—Onder- fDENDAM. Twee loopbruggen. 7.1 Opslagplaats. Vaste brug in den weg Warffum—Baflo 7,6 Noordpolderverlaat, lang 25 M., wijd 4,15 M., diep 1,50 M. K.P. (benedenpand) = Hunsingopeil. K.P. (bovenpand) = 0,18 M. + N. A. P (standen tot 0,20 M. -f- K.P.). 8,9 Keersluis in den Middendijk, breed: 3,90 M diep: 1,35 M. 9,0 Ombuiging naar het Oosten. In westelijke richting loopt een tak nog 4,4 K.M. verder. 9,8 N. Zij vaartje naar Groote zeewijk. 11,2 Ombuiging naar het Noorden; in Oostelijke richting loopt een tak nog 3,7 K.M. verder 11,2-13,5 Zijlriet. 13,2 Noordpolderzyl, uitwateringssluis, wijd 3,55 M., diep 1,80 M. Doorvaart bij gelijk water (zelden). Bij eb ligt de buitenvaargeul geheel droog. Schutgeld 1 ct. per ton; stoom- en motorbooten IV, ct per ton. '- 13,5 Uitmonding in de Noordzee. 76. USQUERDERMAAE of DELTE. (III—IV) Van het Warffumermaar [75] bij Scheeftil, naar Usquert. Lengte 8,0 K.M. Breedte 8 M. Diepte ong. 1,50 M. onder Hunsingopeil. 10 146 1 vaste brug en 1 ophaalbrug, wijd 5,50 M., hoog 3,05 M. Geen bruggeld. Geen schutsluis. In beheer bij het Waterschap „Hunsingo". Afstandstabel. Alstand in Ligging. K.M. uit het beginpunt. 0,0 Z.W. Warffumermaar [75]. Scheef til, (v.>, wijd 6,70 M. 2,1 W. Verbindingskanaaltje door den Zuiderhorn met het Warffumermaar, (wordt niet bevaren), met vaste brug, wijd 3,90 M., hoog 1,70 M. 2,1 O. Stitsweerdermaar, breed 6 M., diep ong. 1,20 M., naar Stitswebd (1 K.M.). Los- en laadplaats met opslagplaats; vrij. 2,9 O. Koksmaar [73], 3 bruggen (v.), wijd 4,80 M„ hoog 1,60 M. 4,8 O. Helwerder- of Holwindermaar naar het Boterdiep, benoorden Doodstil, tegenover het TJithuizermeedermaar; lang 6 K.M., breed 5 M., diep ong. 1,00 M.; 5 bruggen, wijd 4 M., hoos; '1,60 M. 7,7 Kruisstedeklap (oph.), wijd 5,50 M. 8,1 Usqueet (nabij het station). Los- en laadplaats met opslag; vrij. 77. RASQUERDERMAAR en KANAAL BAFLO—MENSINGEWEER. (III) Van het Warffumermaar [75]- bij Haantil naar Baflo (Rasquerdermaar) en vandaar naar het Mensingeweersterloopdiep bij Mensingeweer. (Kanaal Baflo— Mensinge weer). Lengte 8,3 K.M. Breedte tot Baflo: 11 M., tot Mensingeweer: 15 M.. Diepte ong. 1,60 M. onder Hunsingopeil. 147 2 gewone draaibruggen en 8 vaste bruggen; wiid 5,75 M hoog 3,10 M. Geen schutsluis. Los- en laadplaatsen te Baflo en Mensingeweer. In beheer bij het Waterschap „Hunsingo". Afstandstabel. _ Afstand in I Ligging. k.m. uit het beginpunt. 0,0 | W. Warffumermaar [75] bij Haantil. 0,0—4,0 j Rasquerdermaar. 1.1 Niemcetü, wijd 7,30 M., in den weg Baflo— Haantil. 1,9 ■ Loopbrug (v.), wijd 6,10 M., met los- en laadplaats voor Tinallinge. 3.2 N. Andelstermaar naar Den Andel. 3,5 Vaste brug in den spoorweg van Groningen naar Roodeschool, wijd 5,75 M. Haven en opslag (vrij) der Gem. Baflo. 3,7 N. Noordelijk zijtakje naar Rasquert; lang 0,2 K.M., breed 5 M. 3.7 Draaibrug te Baflo—Rasquert, wijd 7,60 M. Bruggeld 1/4 ct per ton. 3,9 Voetbrug (v.). 4.0 Z. Zuidelijk zijtakje naar Baflo. Haven en opslag; havengeld 1/2 ct. per ton en per dag; jaarabonnement. 4,0—8,3 Kanaal Baflo—Mensingeweer. 4.5 Ellenstil (v.), wijd 6 M. 5.6 Lutke Saaxum. Brug (v.) in den weg Lutke-Saaxum— Saaxumhuizen, wijd 6,05 M. 6.8 Brug (v.) te Ernstheem, wijd 5,95 M. 7.1 Vaste brug in den spoorweg ZoutkampWinsum; wijd 12,10 M. 7,6 Draaibrug in den weg van Mensingeweer naar Eenrum (1 K.M.), wijd 7,10 M. Bruggeld 1/4 ct. per ton. 8.3 Z. Mensingeweersterloopdiep [81], wes¬ telijk van Mensingeweeb. 148 78. ANDELSTERM AAR. (IV) Van het Rasquesdermaar [77] oostelijk van Baflo naar Andel of Den Andel. Lengte 3 K.M. Breedte 5—6 M. Diepte ongeveer 1,30 M. onder Hunsingopeil. Gebaggerd in 1920. Over den mond nabij het Rasquerdermaar ligt de Zwijntil. Op 0,5 K.M. uit het Rasquesdermaar: vaste brug in den spoorweg Sauwerd—Roodeschool, wijd 5 M., hoog 2,60 M.; verder nog 3 gewone vaste bruggen, wijd 4,80 M., hoog 2,50 M. Geen schutsluis. Haven met opslag te den Andel; vrij. In beheer bij het Waterschap „Hunsingo". Van het Boterdiep [73] te Ondebdendam naar het Reitdiep [91] bij Schaphalstebzijl. Lengte 9 K.M. Breedte van 15 M. tot 30 M. Diepte tot K.M. 5 1,80 M.; verderop minstens ong. 2,00 M. (onder Hunsingopeil). 1 gewone draaibrug; 4 vaste bruggen; brugwijdte 6,90 M., hoogte 3,10 M. Geen schutsluis. Jaagpad. Los- en laadplaatsen te Winstjm en aan de sluizen. In beheer bij het Waterschap „Hunsingo". Grootste toegelaten snelheid voor stoom- en motorschepen: 100 M. in de minuut. Afstandstabel. Afstand in ILigging.l K.M. uit het beginpunt. 0,0 O. Boterdiep [73] te Ondebdendam. 0,1 Draaibrug bij de Roo te Ondebdendam, wijd 6,90 M. Bruggeld 1/4 cent per ton. i) i). K.B. van 2 Maart 1920, n°. 19. 79. WINSÜMERDIEP. (II) Afstand in Ligging. km. uit het beginpunt. 0,4 N. Warffumerdiep [75], naar Warffum. Z. Haven. Havengeld als te Zuidwolde [73]. 1,5 Z. Oude Ae [80]. 3.8 Z. Potmaar, tot aan den locaalspoorweg; lang 1,5 K.M., breed 4 M., diep 0,80 M., nagenoeg onbevaarbaar. 4>9 Vaste brug in den spoorweg Groningen— Roodeschool, wijd 7,90 M. 4.9 Bovenmond der omgraving noordelijk van Obergum met 3 vaste bruggen, wijd 5,00 M., hoog 1,55 M. en 2,35 M. Dit vaartje wordt niet door de scheepvaart gebruikt. Ligplaats voor kermisschepen, enz. 5,1 Loopbrug, wijd 10 M. 5,3 Vaste brug te Winsum—Obergum ; wijd 13 M., hoog 3,20 M.; haven en opslag te Winsum, vrij. 6,3 Benedenmond der omgraving westelijk van Obergum. 6,6 N. Mensingeweersterloopdiep (Maar huisterdiep) [81] bij de Winsumerlooptil, naar Maarhuizen. Van hieraf heet het vaarwater ook Winsumer- of SchapJialster Mijt. 9.0 Scha phal sterzijl met vaste bruggen. Alleen de middelste opening (Nieuwe sluis) is ten behoeve der scheepvaart; wijd 10 M., diep 2,06 M., vrije hoogte 3,25 M. De sluizen staan steeds open (kunnen echter gesloten worden). Doorvaart bij gelijk water. Sluisgeld 1/4 cent per ton. i) 9.1 Z.W. Reitdiep [91]. 149 i) K. B. van 2 Maart 1920 n«. 19. 150 80. OUDE AE en WETSINGERMAA.K. (lil) Van het Winsumerdiep [79] 1,5 K.M., westelijk van Onderdendam naar het Reitdiep [91], ruim 1 K.M. boven Garnwerd. Lengte 7,5 K.M. Breedte 7 tot 13 M. Diepte Oude Ae ong. 1,60 M., Wetsingermaar 1,20—1,50 M. onder Hunsingopeil. 9 vaste bruggen, wijd 4,85 M., hoog 2,85 M. 1 keersluis. In beheer bij het Waterschap „Hunsingo". Afstandstabel. Afstand in 1 Ligging. K.M. uit het beginpunt. 0,0 N. Winsumerdiep. [79]. 0,0—2.3 Z. Oude Ae. 0,0 Vaste brug in 't jaagpad. 0,5 Boschbrug. 1,4 Loopbrug. 2,3 O. Westerdijkshornerwatermolen. 2.3 Z. Voortzetting der Oude Ae; breed 4,5 M., diep 0,9 M. Zuidwaarts over 1—4 K.M. nog bevaarbaar voor pramen (tot den Munnikeweg). 2,3—7,5 W. Wetsingermaar. 2.8 Brug bij Kampinga. 4,2 Vaste brug in den spoorweg Groningen— Roodeschool. 4.4 Brug in den weg naar Winsum bij Tilburg. 5.9 Brug in den weg naar Wetsinge. 6.6 Brug in den weg naar Sauwerd (1 K.M.). 6.7 O. Sauwerdermaar, lang 0,6 K.M., breed 6,5 M., diep 1,40 M., naar Sauwerd, met haven, vrij. Opslag: 2V' ct. per ton voor 6 dagen. 7.5 Wetsingerztyl met brug, schutsluis nabij het Reitdiep; staat gewoonlijk open. Lengte: 22,5 M., wijdte: 6 M., diepte: 1,50 M. Schutgeld: V< ct. per ton. 7,5 W. Reitdiep. [91]. 151 81. MENSINGEWEERSTER-LOOPDIEP, WARFHÜISTER-LOOPDIEP en HUNSINGOK ANAAL. (III) Van het Winsumerdiep [79], 1 K.M. westelijk van Winsum, naar de Lauwerszee, noordelijk van Zoutkamp. Lengte: 17 K.M. Tot het hulpkanaal over den Hoorn bij Douwen breed minstens 9 M., diep 1,60 M. Tot Zoutkamp breed minstens 20 M., diep ong. 2,00 M. onder Hunsingopeil. 4 beweegbare bruggen en 11 vaste bruggen, minstens wijd 5,75 M., hoog 3,10 M. In beheer bij het Waterschap „Hunsingo". Toegelaten snelheid 75 M. in de minuut tot K.M. 11,1 (Leensterdiep); verder benenedenwaarts 100M. in de minuut. Afstandstabel. Afstand in Ligging. k.m. uit het beginpunt. 0,0 Winsumerdiep [79]. Looptil (v.), wijd 9,80 M. 0,0—4,1 Mensingeweerster-loopdiep; het eerste gedeelte wordt ook Maarhuister. diep genaamd. 1,1 Maarhuistertil (v.), wijd 6 M., bij Maab- 2 8 huizen. Leitil (v.), wijd 5,75 M. 3,1 Mensingeweee, met v. br. en loopbr., wijd 6,75 M. 3.4 N. Kanaal Baflo-Mensingeweer [77] 4,1 N. I Hulpkanaal over den Hoorn, naar den I Hoorn [83]. 4,1 Abelstokstertil (v.), wijd 5,95 M. 4,1—9,7 Warfhuister Loopdiep.' 6.5 ! Z. Krommeraken of Schouwerzijlster rij te [82], naar het Reitdiep. 152 Afstand in Ligging. K.M. uit het beginpunt. 6.8 Waefhuizen, met oph., wijd 6,20 M. Bruggeld 1/4 ct. per ton, trekschuiten en stoombooten f 0,05 telkens, ij 8,0 Brug bij het voormalige Wehester tolhek (v.), wijd 6,70 M., in den weg naar Wehe (1,6 K.M.). 8,5 Tjiptil (v.), wijd 6,40 M. " 8.9 Vaste brug, wijd 6,10 M. 9,4 Douwenstertil (v.), wijd 6.70 M., in den weg naar Leens. 9,7 N. Hulpkanaal over den Hoorn [83]. 9,7—16,3 • Hunsingokanaal. 11,1 Draaibrug bezuiden Leens, wijd 6 M. Bruggeld: f 0,05 per vaartuig, plaatselijk thuisbehoorende schepen de helft, i) Los- en opslagplaats, vrij. 11,1 N. Leenstervaart naar Leens (0,7 K.M.), breed 7 M, diep ong. 1,50 M. Met rolbrug wijd 5,45 M. Haven en opslag te Leens, vrij. 11,1 z. Houwerzijlstervaart naar Houweezijl, lang 3 K.M., breed 7,5 M., diep ong. 1,50 M.; 3 bruggen [84]. 13,3 Ulrumertü (v.) bezuiden Uleum, wijd 19,80 M., hoog 3,25 M. Van hier tot de Ulrumeropvaart laadplaats voor stroo- schepen. 13.5 N. Ulrumeropvaart, 0,7 K.M.; breed 6 M., diep ong. 1,30,M., met de Pastorietil (v.), wijd 19,80 M., hoog 3,30 M., met oostelijken zijtak, beide met haven en opslag te Uleum, vrij. 14.6 Zuidematil (Oph.), wijd 6,90 M., in den weg naar Niekerk. 16,3 zoutkamp. (Zie schetskaartje n°. 3.) i) K. B. van 2 Maart 1920 n°. 19. 153 Afstand in Ligging.! k.m. uit het beginpunt. § L Hunsingosluis uitwateringssluis, met I' draaibrug benoorden Zoutkamp [91], wijd 8 M., diep 2,65. Doorvaart bij gelijk binnen- en buiten[ water; gemiddeld 1 schip per dag. Sluisgeld 1/2 ct. per ton; zeeschepen 1/3 ct. per ton. i) i M.V. = 1,03 M. -f N. A. P. | M.E. = 1,44 M. -4- N. A. P. Laagste stand 2,86 M. ~ N. A. P. Havengeld voor alle schepen, die in de binnenhaven (Oude haven) vertoeven, 11/2 ct. per ton, geldig voor 6 dagen (zeeschepen 1 cent); minimum f 0,10. Van 6—30 dagen dubbel tarief; langer 4 en S maal het tarief. Telkens met 1 Januari wordt het tarief gerekend opnieuw te beginnen te loopen. Jaarabonnement. *) Op den noordelijken leidam brandt een wit licht en bevinden zich 2 roode bakens. Weinig water in de geul naar de Lauwerszee. 16,6 j Vaargeul door de Lauwerszee [91]. 82. KROMME RAKEN of SCHOUWERZIJLSTER RIJTE. (III) Van het Warfhuisterloopdiep [81], oostelijk van. Warphuizen naar het Reitdiep bij Schouwerzijl. Lengte 2,3 K.M. Breedte 15 M. Diepte 1,80 M. onder Hunsingopeil. 2 vaste bruggen, wijd 4,50 M., hoog 3,10 M. Los- en laadplaats te Schouwerzijl. In beheer bij het Waterschap „Hunsingo". Toegelaten snelheid voor stoom- en motorschepen 75 M. in de minuut. 1) k.b. van 2 Maart 1920 11». 19. 2) Verord. op de haven- en kaderechten der Gem. Ulrum van 18 Oct. 1918 n». 2. 154 Afsta nd sta bel. Afstand in I Ligging. K.M. uit het beginpunt. 0,0 N. Warfhuisterloopdiep. [81]. Warfhuisterlooptil. (v.), wijd 6,45 M. 2,1 Schoüweezijl; vroegere schutsluis; wijd 4,50 M., diep 1,62 M.; thans open doorvaart; kan echter gesloten worden. Doorvaartgeld: J/4 ct. per ton. Haven en opslagplaats te Schoüweezijl. 2,4 Z. Reitdiep [91] 0,6 K.M. beneden Schaphalsterzijl. 83. HULPKANAAL OVER DEN HOORN. (III) Van het Mensingeweersterloopdiep [81] bij de Aberstokstertil langs het Hoornschemaar, hetMolenrijgster maar en verder naar het Hunsingokanaal [81]. Lengte 6,6 K.M. Breedte 18 M. Diepte ong. 1,80 M. onder Hunsingopeil. 7 gewone vaste bruggen en 2 vaste spoorwegbruggen wijd 5,70 M., hoog 3 M. Geen schutsluis. In beheer bij het Waterschap „Hunsingo". Toegelaten snelheid voor stoom- en motorbooten 100 M. in de minuut. Afstandstabel. Afstand in Ligging.l k.m. uit het I beginpunt. 0,0 Z. Mensingeweersterloopdiep [81] bij de Aber8tokstertil. 0,3 Vaste brug in den spoorweg Zoutkamp— Winsum, wijd 12,80 M. 0,4 N. Boersloot of Eenrumermaar naar Eenrum [85]. 1,1 Brug in den weg naar Eenrum. 1)6 Den Hoorn. Haren en opslagplaats vrn'. [ Vaste brug. 155 Afstand in jLigging.l k.m. uit het beginpunt. 2,1 I W. Wehestervaart naar Wehe, lang 0,6 K.M., breed 5,5 M., diep ong. 1,30 M. Te Wehe haven en opslagplaats, vrij. 2,5 N. Pieterbuurstermaar [86]. 3,0 1 Wehesterklap benoorden Wehe in den weg van Wehe naar Molenruge, wijd 7,25 M. 3,7 N. Molenrijgstermaar naar Molenrijge [89]. 3,7 | Vostil, wijd 5,75 M. 4,5 Loopbrug te Grjjssloot, wijd 7,85 M. 5,4 Vaste brug in den spoorweg Zoutkamp— Winsum. 5,7 Brug, wijd 5,70 M., bij Verhildersum in den weg Wehe—Leens. • 6,7 Scheeftil, wijd 7,75 M. Hunsingokanaal [81]. 84. HOUWERZIJLSTERVAART. (IV) Van het Hunsingokanaal [81] bezuiden Leens, naar Hoüwerzijl. Lengte 3 K.M. Breedte 7,5 M. Diepte ong. 1,40 M. 3 vaste bruggen, wijd 6,00 M., hoog 2,75 M. Geen schutsluis. In beheer bij het Waterschap „Hunsingo". Afstandstabel. Afstand in |Ligging.l k.m. uit het beginpunt. , 0,0 N. Hunsingokanaal [81] tegenover de Leenstervaart. Quatre-Bras; brug bij de invaart. 1,2 Vlakkeriet. Los-, laad- en opslagplaats, vrij. Brug in den weg Zuurdijk—Niekerk. 2,7 Vliedorp. Houwer zijlster til. 2,9 Houwerzijl. Haven, vrij. Opslag voor bieten f 0,10 per 1000 k.g. 14 dagen. 156 85. EENRUMERMAAR of BOERSLOOT (IV). Van het Hulpkanaal over den Hoorn [83] beneden Abelstokstertil naar Eenrum. Lengte 2,0 K.M. Breedte 7 M. Diepte ong. 1,30 M. onder Hunsingopeil. In het midden van het kanaal de Aagdstil, vaste brue wijd 8,50 M., hoog 3,10 M. Geen schutsluis. Haven en opslagplaats te Eenrum, vrij. In beheer bij het Waterschap „Hunsingo". 86. PIETERBÜURSTERMAAR. (IV) Van het Hulpkanaal over den Hoorn, 1 K.M. N.W. van den Hoorn, naar Pieterburen. Lengte 5,4 K.M. Breedte 8 M. Diepte ong. 1,30 M. onder Hunsingopeil. 3 vaste bruggen, wijd 6,85 M., hoog 2,85 M. Geen schutsluis. In beheer bij het Waterschap „Hunsingo". Afstandstabel. Afstand in Ligging. k.m. uit het beginpunt. 0,0 | Z. Molenrijgstermaar en Hulpkanaal over den Hoorn [83]. 0,6 Vaste brug (vroeger dr.), wijd 10 M ' hoog 3,10 M. 1,8 IN.W. Broekstermaar [88] naar Beoek en Houweel. 2,0 Oldenhuistertil. 3.3 Steentil in den weg Broek-Wierhuizen— Eeneum. 3,7 W. Westernielandstermaar [87] naarWESTEE- nieland. 5.4 N. Pieterburen met haven en opslagplaats, vrij. 157 87. WESTERNLELANDSTERMAAR. (IV) Van het Pieterbuurstermaar [86] naar Hiddengerzijl en Westernieland. Lengte 3,4 K.M. Breedte 8,5 M. Diepte ong. 1,30 M. onder Hunsingopeil. 3 vaste bruggen, wijd 8,50 M., hoog 2,80 M. Geen schutsluis. Los-, laad- en opslagplaats te Westernieland, vrij. In beheer bij het Waterschap „Hunsingo". 88. BROEKSTERMAAR. (IV) Van het Pieterbuurstermaar [86] naar Broek-Wierhuizen en Het Houweel. . Lengte 3,6 K.M. Breedte 6,50 M. Diepte ong. 1,30 M. onder Hunsingopeil. 2 draaibruggen en 1 vaste brug, minstens wijd 5,45 M., hoog 2,45 M. Geen schutsluis. In beheer bij het Waterschap „Hunsingo". Afstandstabel. Afstand in Ligging. k.m. uit het beginpunt. 0,0 O. I Pieterbuurstermaar [86]. fl.3 Draaibrug de Luit. 2,3 i Lutjebroek, met los-, laad- en opslag¬ plaats, vrij. Broekstertil. 3,6 't Houweel en Wierhuizen. Haven en opslag, vrij. 158 89. MOLENRIJGSTE RMA AR of KLOOSTERBUURSTERMAAR. (IV) Van het Hulpkanaal over den Hoorn [83] naar Molenrijge bij Kloostehburen. Lengte 2,6 K.M. Breedte 8 M. Diepte ong. 1.30 M. onder Hunsingopeil. 2 vaste bruggen, wijd 6 M., hoog 3,10 M. Geen schutsluis. Het vaarwater loopt onder dezelfde benaming tot het Hoornschemaar door. 1,4 JOL uit het beginpunt takt het Hornhuister- of üilennestermaar naar Hornhuizen [90] af. Haven met opslagplaats te Molenrijge, vrij. In beheer bij het Waterschap „Hunsingo". 90. ÜILENNESTERMAAR of HORNHÜISTERMAAR. (IV) Van het Molenrijgstermaar [89] naar 't Uilnest, oostelijk van Hornhuizen. Lengte 2 K.M. Breedte 8 M. Diepte ong. 1,30 M. onder Hunsingopeil. Nabij de uitmonding de Hornhuistertü, vaste brug, wijd 5,90 M., hoog 3,15 M. Geen schutsluis. Haven en opslagplaats te Uilnest, vrij. In beheer bij het Waterschap „Hunsingo". 91. REITDIEP of HUNZE. (I) Van de Noorder- en de Zuiderhaven [1] te Groningen tot de Lauwerszee te Zoutkamp. Vaarwater bevaarbaar ook voor kleine zeeschepen tot ruim 500 M3. inhoud. 159 Onderdeel van den buitenvaarweg van Groningen naar Friesland. Boven Wieeummeeschouw (K.M. 7) wordt de vaart ook het Loopende Diep genaamd. Lengte 31 K.M. Breedte 20 tot 40 M. en meer; bij Zoutkamp 300 M. (betonde vaargeul aldaar breed ong. 80 M.) Diepte 2,40 M. Lage waterstanden, gewoonlijk niet meer dan 0,35 M. lager. 7 beweegbare bruggen, minstens wijd 8,85 M. 3 schutsluizen. Geen doorgaand jaagpad. In beheer bij de Gem. Groningen tot ,,'t Blauwe Boegje"' (K.M. 2,8); verderop bij de provincie Groningen. Schepen breeder dan 8,05 M. mogen het Reitdiep niet bevaren.l) Grootst toegelaten snelheid van Groningen tot de Stoepen (K.M. 21) 100 M. in de min.; verder tot Zoutkamp 150 M. in de min. De bruggen over het Reitdiep moeten ook des Zondags voor de scheepvaart geopend worden. Afstandstabel. Afstand in ILigging.l k.M. uit het beginpunt. 0,0 Zuiderhaven [1] te Groningen, bij de Noorderhaven. 0,1 Plantsoen- of Reitdiepsbrug, dr. in den singel weg, wijd 8,85 M. (gem.) Geen bruggeld, behalve gedurende de sluitingstijden (zie blz. 42). Z. Aanlegplaatsen aan den Z. oever. Liggeld zie blz. 42. E1,0 Draaibrug in den spoorweg Groningen— Sauwerd; wijd 9,35 M. Wordt 10 min. | vóór aankomst van een trein gesloten. 2) 2,8 j 't Blauwe Borgje. 1) Pr.bl. n°. 89 van 1918. 2) k. B. van 10 Mei 1884, St.bl. n«. 105, met wijziging. 160 Afstand in Ligging.l k.m. uit het beginpunt. 4,8 I Durkwerd. Aanlegplaats (pr.). Voor een gebruik langer dan 1/2 uur en korter dan 6 uur is verschuldigd per schip en per ton 1 ct.; tot 24 uren 2 ct. Na 24 uren wordt het tarief opnieuw toegepast. 7,1 Draaibrug in den Schouwsterweg naar Adorp te Wierumerschoüw bij Wierum, wijd 9 M. In afwijking van het prov. regl. is de sluitingstijd van 1 Januari tot en met 15 Maart van 7 u. n.m. tot 6 u. v.m. i). Los- en laadplaats van de Gem. Adorp. Tarief 5 ct. per ton voor 6 dagen. Jaarabonnement. 9,7 Schutsluis en draaibrug te Wetsinge, schutkolklengte 56,6 M., wijdte 8.85 M., diepte 3,50 M. K.P. bovenpand = Winschoterpeil. K.P. benedenpand = Westerkwartierpeil. Schutgeld f 0,03 per ton, minstens f 0,30. Sluitingstijd als te k.m. 7,1. 10,3 O. Wetsingermaar [80], te Wetstngerzijl naar het Winsumerdiep. 1L4 Los- en laadplaats van de Gem. Ezlnge te Gahnwerd. Tarief: 2s ct. per ton. 14.5 Z. Aduarderdiep [93],, oostelijke uitmonding te Aduarderzijl. (Niet voor de scheepvaart bestemd.) 14.6 Z. Aduarderdiep. De westelijke uitmonding te Aduarderzijl, is voor' de scheepvaart bestemd. 15.7 N.O. Winsumerrijte [79], te Schaphalster- zijl, naar Winsum. Tusschen Schaphalsterzijl en Schouwerzijl voorzichtig varen wegens paalresten van oude kribben. 16,3 N.W. Kromme Eaken [82], te Schouwerzijl, naar Warfhuizen. 19,7 Aanlegsteigers van de Provincie te Roode Haan. Tarief als te Dorkwerd. 1) PrU. n». 39 van 1921. 161 Afstand in Ligging.l k.m. uit het beginpunt. 19,8 Draaibrug te Roode Haan, wijd 10 M. Geen bruggeld. Sluitingstijd als te KM. 7,1. 21,3 De Stoepen. 25,6 z. Komnierzijlsterdiep [97], naar het Hoendiep. 25,6 Lammerburen ; afdamming in het Reitdiep met uitwateringssluizen en schutsluis met oph. en electr. gemaal Electra. Schutlengte: 50,50 M., wijdte 9 M., diepte 3 M. De sluis wordt alleen gesloten bij hooge waterstanden. Geen bruggeld. zoutkamp (Zie schetskaartje n°. 3). . 30,8 Sinneithaven te Zoutkamp, 0,5 H.A. met 300 M. kade binnen en 170 M. kade buiten (gem.). Havengeld van alle schepen, die van de haven en kaden gebruik maken: 11/2 ct per ton, geldig voor 6 dagen (zeeschepen 1 ct.) minimum 10 ct: van 7—30 dagen: dubbel tarief; langer 4 en 8 maal net tarief. Telkens met 1 Januari wordt het tarief gerekend opnieuw te beginnen te loopen. Jaarabonnement Voor het aanleggen aan de kaden der haven is.per dag verschuldigd: • van zeeschepen f 0,40; van binnenschepen f 0,30; indien kleiner dan 50 ton, half tarief, i) 31,0 Schutsluis. Schutlengte ong. 35 M. (bij vloed 36 M.), wijdte 8,20 M., diepte 4,08 M. Bij gelijk water kunnen langere schepen passeeren. M.V. = 1,03 M. -f N. A. P. M.E. = 1,44 M. -4- N. A. P. Laagste stand 2,86 M. -f- N. A. P Op het sluishoofd brandteen vast wit licht. Spuien wordt aangeduid door 3 roode lichten in een driehoek. Schutgeld f 0,03 per ton; minstens f 0,80. Doorvaart naar de Ldiwverszee en de Slenk (vaargeul). i) V. der Gem. Ulrum van 18 Oct. 1918, n». 2. 11 162 Afstand in [Ligging.] k.m. uit het beginpunt. Op den kop van den ongeveer 100 M. langen Westerhavendam brandt een vast wit licht. In de buitenhaven van het Reitdiep (0,65 h.a.) zich uitstrekkende van de zeesluis tot den kop van het veiUgheidswerk te Zoutkamp (130 m.), wordt als liggeld geheven f 0,01 per schip, dag en ton, behalve van schepen, komende van de zeesluis, of die deze moeten passeeren, zoolang het oponthoud door wind of getij wordt veroorzaakt Van Zoutkamp af is de Slenk over 6 K.M. bebakend, daarna over 2,3 K.M. betond, van nabij de roode ton aan de Babbelaar, tot het splitsingspunt Slenk-Dokkumerdiep (naar de Nieuwe Zijlen), welk laatste . bebakend is (52). De minste vaardiepte in deze vaarwaters (Lauwerszee) ben. M.E. is nog niet 1M. 92. HOENDIEP en STROOBOSSERTBEKVAART. (I) Van het Vei'bindingskanaal tusschen het Zuidelijke verbindingskanaal en de Westerhaven [1] te Groningen tot het Kolonelsdiep bij Gerbenallesverlaat, deel uitmakende van den hoofdvaarweg van Groningen naar de Zuiderzee. Bevaarbaar voor schepen tot ruim 200 ton laadvermogen. Lengte tot de Lemmer ongeveer 100 K.M., waarvan tot de grens van Friesland 26,5 K.M. De breedte bedraagt in de provincie Groningen van 13 M. tot 26 M. De diepte is 2 M. Bezwaarlijke lagere waterstanden komen zelden voor. Het oostelijk pand ligt op Westerk wartierpeil; het westelij k pand behoort tot Frieslands boezem. 14 gewone draaibruggen (tot Stroobos), wijd 6 M. Jaagpad (noordzijde). 1 schutsluis. 163 In beheer bij de provincie Groningen. Voor de tarieven enz., zie ook blz. 25. Grootste toegelaten snelheid 100 M. in de minuut. Vermoedelijk zal benoorden het kanaal van Groningen tot de Poffert een tweede kanaalarm worden aangelegd. Afstandstabel. Afstand in iLigging. k.m. uit het beginpunt 0,0 Westerhaven [1] te Groningen (0,1 K.M. westelijk van de Westerhavensluls.) 0,0—0,3 I JEendrachtskanaal. 0,0 ÉëndrdcJüsbrug (rolbasculebr.), wijd 9,8 K.M. Geen bruggeld. 0,3-26,5 Hoendiep. 0,3 | N. Zijtak naar de Westerhaven: lang 0,4 K.M. [I j. 0,9 j ! Draaibrug in den spoorweg Groningen— | Sauwerd; wijd 7,15 M.; wordt 10 minuten vóór aankomst van een trein gesloten. *) Niet ladende of lossende schepen mogen ' tot aan de spoorwegbrug niet in het kanaal I stil liggen. 3) 4,1 Draaibrug te Hoogkerk, wijd 7,25 M. Bruggeld als voor de Eemskanaalbruggen [52]. S) j Ligplaats alleen om te lossen of te laden. 4.8 N. Aduarderdiep [93], naar het Reitdiep. 4.9 i I Draaibrug in den spoorweg Groningen— j Leeuwarden; wijd 7,10 M.; wordt 10 min. vóór aankomst van een trein gesloten. +) 5.0 | Koningsdiep [103], naar Drenthe. 5.1 | Draaibrug te Vier verlaten. Bruggeld als te Hoogkerk. Geene ligplaats tusschen de bruggen te j Hoogkerk en Vierverlaten van Sept.—Dec, tenzij met vergunning van G. St. 5) 6,7 N. Zuid wending [94], verbinding met het | Aduarderdiep. i) k. B. van 10 Mei 1884, StM. n». 105, met wijzigingen. -) B. van G.St. van 9 Oct 1908, PrM. n°. 65. 3) PrM. van 22 Januari 1920. n». 7. «) K. B. van 11 Sept 1875, StM. n°. 169, met wijzigingen. S) PrM. van 2 April 1914, n». 2. 164 Afstand in Ligging. k.m. uit het beginpunt. 6.8 Z. De Gave [104], verbinding met het Leek- stermeer. 6.9 Draaibrug te De Poffert, wijd 7 M. Bruggeld als te Hoogkerk. 8,8 Draaibrug in dé Kerklaan naar Oostwolde, wijd 6,55 M. Bruggeld als te Hoogkerk. 10.4 Z. | Lettelberterdiep [107,] naar het Leekster meer. Los- en laadplaats van het Waterschap „Westerkwartier". Tarief voor de opslagplaats: 1 ct. per ton en per dag. 10.5 W. Matsloot [110] naar Maeüm. 10,7 Draaibrug te Enumatil; wijd 7 M. Bruggeld: voor het openen van f 0,05 bij minder dan 10 ton opklimmende tot f 0,20 bij 100 ton en f 0,50 bij 350 ton en meer. Van 8 u. n.m. tot 5 u v.m. en op Zondagen f 1,— meer; 'snachts 0,10. (In beheer bij het Waterschap). Los- en laadplaats. 13,9 Briltil, dr. te De Bril ; wijd 7 M.; in den Fanerweg naar Zuidhorn. Bruggeld als te Hoogkerk. Los- en laadplaats Z. v. d. brug. W. Schipsloot naar Zuidhorn (1 K.M.), met v.br. over de invaart, wijd 5,70 M.; bevaarbaar met 1,00 M. diepgang. Beheer bij de Gem. 14,0 O. Brildiep (Kolonelsdiep), tot nabij Niekerk: (3 K.M.). 14,9 N.O. Noordhornerschipsloot(l,2K.M.),tot300M. Z. van Noordhoen, met v.br. over de invaart, wijd 5,05 M., en verderop 2 v.br., wijd 3,70 M., hoog 2,60 M.; bevaarbaar met 1,00 M. diepgang. Beheer bij de Gem. 15.3 Gabrug (dr.), (part. beheer), te Noordhornerga; wijd 7,75 M. Bruggeld f 0,10; pramen enz. f 0,05. 15,5 Los- en laadplaats van de provincie. Geene rechten. 16,5 Niezijlsterdiep[97],naarhetjBei*<ï*e2>. 17.4 Zantumerdraaibrug, wijd 7 M. Bruggeld als te Hoogkerk. 165 Afstand in Ligging. K.M. uit het beginpunt. 19,6 N. Hoerediep [99], naar Grijpskeek. Z. Wolddiep of Langsdiep [111] naai Oosterzand enz. 19.6 Schutsluis te Gaarkeuken met draaibrug; schutlengte hoogstens 31,50M.; voor breedere vaartuigen minder: wijdte 5,95M., diepte 2 M. Sluisgeld per schip en per ton f 0,02; minimum f 0,20. Een nieuwe, grootere sluis is in aanbouw voor schepen van ong. 1000 ton. 21,0 Buiksteder draaibrug; wijd 7 M. Bruggeld als te Hoogkerk. 21,9 Z. Lutjegastertocht [112], vaarwater naar Grootegast. 22,9 N. Visvlietervaart [102] vaarwater naar de Lauwers. 23.7 Eiberbuursterdraaibrug; wijd 5,95 M. in den weg naar Lütjegast (1 K.M.). Bruggeld als te Hoogkerk. Los- en laadplaats O. v. d. brug. 24,9 Z. Dorpsterdraaibrug (Dorpelertil) te 't Dobp ; wijd 6,75 M. Bruggeld als te Hoogkerk. Doezemertocht [113]; naar Peebosch, enz. 26,4 Draaibrug te Steoobos; wijd 7 M. Verboden ligplaats (tenzij met vergunning) van de brug tot 60 M. daar beoosten. *) 26,4 Grens tusschen Groningen en Friesland. Lauwers. (Geene scheepvaartverbinding). I 26,4-27,7 Stroobossertrekvaart. Deze naam wordt ook wel voor het geheele kanaal- Ivak van af Gaaekeuken gebruikt. 27,7 N.O. Stroomkanaal [101]; verbinding met de Lauwerszee te Zoutkamp. N.W. Dokkumer Trekvaart (78) naar Dokkum. Z.W. Kolonelsdiep of Casper Moblesdiep (1) naar Leeuwabden en de Lemmee. i) Pr.bl. n». 27 van 1920. 166 93. ADUARDERDIEP. (IL Van het Hoendiep [92] bij Viebverxaten naar het Reitdiep [91] te Aduarderzijl. Lengte 13 K.M. Breedte minstens 23 M. Diepte 1,70—2,50 M., onder Westerkwartierpeil. 2 draaibruggen en 3 vaste bruggen. Brugwijdte: 5,90 M., hoogte: 3,40 M. 1 schutsluis. Jaagpad. In beheer bij het Waterschap „Westerkwartier". Afstandstabel. Afstand in ILigging.l k.m. uit het beginpunt. 0,0 Z. I Hoendiep [92] bij Vierverlaten. 0,0 Kinderverlatentil, (v.br.). 2,6 Nieuwebrug (dr.) te Leegkerk. Bruggeld als voor de Eemskanaalbruggen [52]. Los- en laadplaats. 2,8 Z. Zuid wending [94], naar het Hoendiep bij de poffert. 4,6 Nieuweklap, (Rijksdr.) in den weg naar Aduard (1,5 K.M.). Geen bruggeld. Wordt op Zondagen en Christelijke feestdagen niet geopend tenzij in dringende gevallen bij tijdige aanvrage aan den hoofdingenieur van den Rijkswaterstaat te Groningen. Voor deze brug geldt het „Algemeen reglement van politie voor rivieren en Rijkskanalen" (zie bl. 13). Los- en laadplaats. 4,6 W. De Lindt [95], naar Aduard. Steentil, vaste brug in den weg naar Aduard (1,5 K.M.). Los- en laadplaats. 6,3—6,5 W. Omgraving van de Steentil, breed 14 M. De westelijke arm wordt niet meer op de diepte gehouden. 167 Afstand in Ligging.l k.m. uit het " beginpunt. !11,4 W. Oldehoofsterkanaal [96], naar Oldehove. 12,8 Splitsing in 2 takken; in den oostelijken I tak: Nieuwe Aduarderzijl, dubbele kokersluis, niet voor de scheepvaart bestemd; in den westelijken tak: Oude Aduarderzijl, wijd 5,90M., diep 2,02 M.; openstaand. Sluisgeld: 8 ct. per ton; 'snachts dubbel. 13,1 N. Uitmonding in het Reitdiep [91]. 94. ZUIDWENDING. (III) Vertakking van het Aduarderdiep [93] bij de Nieuwebkug I naar het Hoendiep [92] bij de Poffert. [Lengte 2,6 K.M. Breedte 10—11 M. Diepte 1,70 M. (of iets minder) onder Westerkwartierpeil. Los- en laadplaats nabij de Nieuwebrug in den weg van ; den Horn naar Leegkerk. 2 gewone vaste bruggen, minstens wijd 5,70 M., hoog I . 2,00 M. en vaste spoorbrug in de lijn Groningen—Leeuwarden, ! wijd 6 M., hoog 2,80 M., ongeveer in het midden van het kanaal. , Geen schutsluis. Trekpad. In beheer bij het Waterschap „Westerkwartier". 95. DE LINDT. (IV) Vaart van Aduard naar het Aduarderdiep [93] bij de Nieuweklap. Bevaarbaar voor vaartuigen van ong. 60 ton. Lengte 2,0 K.M. Breedte 9—11 M. Diepte ong. 1,00 M. (onder Westerkwartierpeil). 168 2 vaste bruggen: Tjapketil bij het Aduarderdiep en de Steenenpijp te Aduard, wijd 4,00 M., hoog 3,00 M. Geen schutsluis. Los- en laadplaats te Aduard. Haven of kadegeld: 5 ct. per ton; bij oponthoud van langer dan 6 dagen wordt het tarief nogmaals geheven, behalve bij ijsgang, invriezing of hoogen waterstand. Met 1 Januari worden de termijnen gerekend opnieuw te beginnen. Voor het liggen aan de kaden buiten de haven is verschuldigd 21/2 ct, per ton en per dag. i) Jaagpad. In beheer bij de Gem. Aduard. 96. OLDEHOOFSTEKKANAAL. (III—IV) Van het Aduarderdiep [93] naar Oldehove. Lengte 6,6 K.M. Breedte van 8 tot 11 M. Diepte ong. 1,10 M. onder K.P. = Westerkwartierpeil. Zal tot 1,50 M. worden uitgebaggerd. 1 ophaalbrug; 4 vaste bruggen; brugwijdte: 4,80 M., hoogte: 3,00 M. Geen schutsluis. In beheer bij de Prov. Groningen. Afstandstabel. Afstand in Ligging. k.m. uit het beginpunt. 0,0 O. Aduarderdiep [93], ruim 1,5 K.M., zuidelijk van het Reitdiep [91]. 0,0 Frouketil (vaste brug). C,8 Feerwerd. Los- en laadplaats, vrij. . 1,6 Ophaalbrug. Geen bruggeld. 2,7 Ezinge; los- en laadplaats. 4,4 N. Vaartje naar Saaksum, 0,2 K.M., diep 1,00 M.; los- en laadplaats, vrij. 6,6 Oldehove (eindpunt); los- en laadplaats, vrij. i) Ver. der Gem. Aduard van 8 Jan. 1920 en 80 Maart 1920. 169 97. NIEZIJLSTER en KOMMERZIJLSTERDIEP. (III) Van het Hoendiep bi) Scheeftü, (3 K.M. oostelijk van Gaarkeuken) en het Reitdiep [91] 5 K.M. boven Zoutkamp. Lengte 9 K.M. Breedte 14 tot 32 M. Diepte 1,70—2 M. onder Westerkwartierpeil; benoorden Kommerzijl ruim 2 M. 1 beweegbare brug, wijd 6 M.; 4 vaste bruggen, wijd 6 M., hoog 3 M. Geen schutsluis* Trekpad alleen langs het Niezijlsterdiep. In beheer bij het Waterschap „Westerkwartier". Afstand in ILigging.j k.m. uit het beginpunt. 0,0 Z. Hoendiep [92]. Ofl—2,2 Niezijlsterdiep. Scheeftü (v.). 0,3 Vaste brug in den spoorweg Groningen— Leeuwarden, wijd 6,85 M., hoog 3 M. 1.1 Draaibrug. \ Geen bruggeld. 2.0 ; Niezijl ; los- en laadplaats, vaste brug in den Rijksweg van Groningen naar Friesland. 2.2 Z. Hoerediep [99J. 2,2—9,3 i Kommerzijlsterdiep, boven Kommer¬ zijl, ook Kommerzijlsterrijd genaamd. 4,2 N.O. Niehoofsterdiepje [98] naar Niehove. 4,8 ! Kommerzijl, voormalige uitwaterings- [ sluis, wijd 6,35 M., diep 1,84 M., openstaand. , Sluisgeld: 3 ct. per ton; 'snachts dubbel. Los- en laadplaats. Brug in den weg naar Niehove. Van hier af heet de vaart ook Kommerzijlster rijt. 9.1 N. Reitdiep [91], oostelijk van de sluizen te Lammerburen. Afstandstabel. 170 98. NTEHOOFSTERDIEP. (IV) Van het Kommer zij Isterdiep [97], zuidelijk van Kommerzijl naar Niehove. Lengte 3,8 K.M. Breedte 9—12 M.; met wisselplaatsen. Diepte ongeveer 1,50 M. onder Westerkwartierpeil; gebaggerd in 1917 cp 1,70 M. 1 beweegbare en 1 vaste brug, wijd 4,25 M., hoog 2,65 M.; geen bruggeld. Geen schutsluis. In beheer bij het Waterschap „Westerkwartier. Afstandstabel. Afstand in {Ligging.! k.m. uit het beginpunt 0,0 W. Kommerzijlsterdiep [97], 0,6 K.M. I zuidelijk van Kommerzijl. 1,5 ! Vaste brug te Niehoverzijl in den weg •naar Kommerzijl. 3,8 Niehove. 99. HOEREDIEP. (III—IV) Tusschen het Niezijlsterdiep [97] bij Niezijl en het Hoendiep [92] te Gaarkeuken. Landbouwvaart. Lengte 3,5 K.M. Breedte 12 M. Diepte ong. 1,50 M. onder Westerkwartierpeil; wordt weer op 1,80 M. diepte gebracht. 2 gewone vaste bruggen, wijd 6 M., hoog 3 M. Geen schutsluis. In beheer bij het Waterschap „Westerkwartier" 171 Afstand in Ligging. KM. uit het beginpunt. 0,0 Z. Hoendiep [92] te Gaarkeuken, oostelijk v/d schutsluis. Vaste brug. 0,2 0. Poeldiep [100] naar Grijpskerk. 1,9 Vaste spoorbrug in de lijn Groningen— ! Leeuwarden, wijd 6,00 M., hoog 1,53 M. 3,2 Vaste brug te Niezijl, in den Rijksweg van Grijpskerk naar Groningen. 3,5 N.O. Niezijlsterdiep en Kommerzijlster- diep [97]. Afstandstabel. 100. POELDIEP. (III—IV) Van het Hoerediep [99] 0,1 K.M. uit het Hoendiep [92] naar Grijpskerk. Lengte 1,4 K.M. Breedte 8,00 M. Diepte ong. 1,50 M. onder Westerkwartierpeil. Van Oct. tot Dec. zijn lage waterstanden dikwijls hinderlijk voor de scheepvaart. Draaibrug in den spoorweg van Groningen naar Leeuwarden, wijd 6,05 M., ongeveer in het midden van het kanaal, wordt 10 min. vóór aankomst van een trein gesloten. Geen dagsein. *) Geen schutsluis. Los- en laadplaats in de haven te Grijpskerk, vrij. Jaagpad. In beheer bij de Gem. Grijpskerk. 101. STROOMKANAAL naar de FRLESCHE SLUIS te ZOUTKAMP. (Ut—IV) Van het kanaal DokJcum-Gerbenallesverlaat (78) bij Gerkesklooster en de Stroobossertrekvaart [1] langs i) K B. Tan 11 Sept. 1876, St.bl. n°. 169, met wijzigingen. 172 de Oude vaart, het Zh'ldiep, de Lauwers en het Munnikerzijlsterrijt naar de Frlesche sluis, bezuiden Zoutkamp. Bevaarbaar voor schepen van ruim 60 ton. Lengte 16,0 K.M. Breedte van 11 M. tot 82 M en meer. Diepte 1,60—1,80 M. en meer onder Frieslands boezem zomerpeil. 3 bew. en 4 vaste bruggen, wijd 4,75 M., hoog 2,75 M. 1 schutsluis. Het kanaal ligt ten deele op Friesch- ten deele op Groningsch gebied. In beheer grootendeels bij de Prov. Friesland, behalve het noordelijk gedeelte (2 K.M.) met de sluis, die bij het Rijk in beheer zijn, en het Zijldiep (beheerder onbekend). Toegelaten grootste afmetingen: diepgang tot 1,5 M. Voor stoom- en motorschepen: lengte 21,50 M. breedte 3,80 M. snelheid 8 K.M. per uur; van 1 Oct—15 April 9 K.M. Afstandstabel. Afstand in ILigging.l k.m. uit liet beginpunt. 0,0 Z. Stroobo8sertrekvaart [1] bij Gebkes- KLOOSTEB. 0,0—1,0 Oud-Kolonelsdiep. 0,7 Vaste brug (pr.). 1.0— 3,1 Oudevaart. 2,9 Vaste spoorbrug in den lijn Groningen— Leeuwarden, wijd 8 M., hoog 2,80 M. 3.1— 6,7 Lauwers. 5,3 Brug in den Rijksweg naar Visvliet. 5,5 N.W. Opvaart naar Bubum of Schipsloot, lang 173 Afstand in [Ligging. K.m. uit het beginpunt. 1,4 K.M., breed van 7 M. tot 12 M., diep 1,10 M.; brugwijdte 4 M., hoogte 2,63 M. Klapbrug. Bruggeld, walgeld en opslaggeld als te Kollum (79), ook voor den opslag op „De Leegte, i) 6,0 Z. Visvlietervaart [102] naar het Hoendiep.Visvliet. 6,7—9,4 W\ Aftakking van de Lauwers naar het Westen. 6,7—9,4 Zijl diep; hoofdvaarwater. 8,2 Ophaalbrug te Pieterzijl; wijd 5,25 M. Bruggeld f 0,16, 's nachts f 0,80. Los- en laadplaats. 9,4—10,7 Lauwers. 10,5-10,9 Oostelijke omsnijding bij Munnikezul met uitwateringssluizen, niet bevaarbaar. 10,7 Keersluis en vaste brug van het Rijk te Müknikezijl in den westelijken tak, wijd 4,75 M.; staat open. 10,7-16,1 Munnikkezijlsterrijt. 12,2 Brug (v.) (pr.) te Lauwerszijl in den weg Grijpskerk—Zoutkamp. 16,1 Frleschesluis te Zoutkamp met oph., wijd 5,86 M., diep 2,03 M. I Op elk der sluishoofden brandt een rood licht. De doorvaart geschiedt bij gelijk water. Bij sluisgang, aangeduid door 3 roode lichten in een driehoek, mogen binnen den afstand van 200 M. uit het midden der sluis geen schepen stilliggen.s) Lauwerszee [91]. Geul naar de groote vaargeul van Zoutkamp, lang ruim 0,2 K.M. In den winter, als met de sluis gestroomd wordt, is veelal 1,50 M. diepte onder L. W. in de geul voorhanden. In den zomer slibt de geul meestal tot boven L. W. toe. ') Ver. der Gem. Kollumerland en Nieuwkruisland van 3 Maart 1921. 2) Huish. Regl. (Friesland) art. 40. 174 102. VISVLIETERVAART of BESHEERSDLEP. (III—IV) Van het Hoendiep [92] bij de Visvlietertil naar de Lauwers [101] bij Visvliet. Lengte 2,9 K.M. Breedte 10 M., met wisselplaatsen. Diepte ong. 1,40 M. onder F. Z. P. Vaste brug in den spoorweg Groningen—Leeuwarden, ongeveer in het midden van het kanaalvak. 3-gewone vaste bruggen, wijd 5,65 M., hoog 2,45 M. Geen bruggeld. Geen schutsluis. ■ Los- en laadplaats te Visvliet. In beheer bij de Gem. Grijpskerk. 103. KONINGSDIEP. (III) Van het Hoendiep [92] te Vierveblaten, tot de samenvloeiing van het Eelder- en Peizerdiep, nabij de grens van Drenthe. Landbouw vaart. Lengte 2,0 K.M. Breedte 11—14 M. Diepte 1,2—1,5 M. onder "Westerkwartierpeil. Het Peizerdiepje, zuidelijk van de samenvloeiing, is tot de Havensloot van Peize, bezuiden Rodeewolde (5 K.M.), bij gewone standen nog 0,90 M. diep en bevaarbaar voorkleine schepen. Voetbrug te Koningspooet, ruim 0,1 K.M. uit het Hoendiep. Geen bruggeld. Geen schutsluis. Trekpad over het grootste gedeelte. In beheer bij het Waterschap „Westerwolde." 175 104. VAARWEG ran het HOENDIEP door het LEEKSTER MEER naar ZEVENHUIZEN. (II) Van het Hoendiep [92] aan de Popfeet lans de Gave, de Munnikesloot, het Leekstermeer en het Leekster :- Hoofddiep tot Zevenhuizen. De sluizen zijn bevaarbaar voor schepen van ruim 70 ton. Plannen bestaan om den doorgaanden vaarweg van het ; Hoendiep tot de Frieschepaalstervaart aanzienlijk te verbeteren en voor schepen van ongeveer 100 ton steeds ■ bevaarbaar te houden. Lengte 13,7 K.M. Breedte 12 M. en meer tot aan het Middelste verlaat, 5 verder tot Zevenhuizen, minstens 9 M. (verbreedingen). Diepte van 1,70 M. bij het Hoendiep tot 1,20 M. op het I bovenpand. In den zomer komen op het bovendeel soms zeer lage standen voor en is de vaart bezwaarlijk. Zie [105]. 6 beweegbare bruggen, alle boven De Leek, wijd 4,60 M. 3 schutsluizen. Sluisgeld: 1$ ct. per ton en per sluis. Indien twee sluizen heen en terug bevaren worden: 1\ ct. per ton te zamen. Indien slechts ééne sluis heen en terug wordt bevaren ■ 4| ct. per ton te zamen. Trekpad tot het Leekstermeer en westelijk van de Leek. In beheer bij het Waterschap „Westerkwartier" tot het [Leekstermeer en verderop bij de Gem. De Leek. Grootste toegelaten snelheid tot De LEEk 100 M. in de minuut. Afstandstabel. Afstand in | Ligging. k.m. uit het beginpunt. 0,0 N. Hoendiep [92] aan de Poffeet. 0,0—0,9 Gave. r0,9 W. Los- en laadplaats; weg naar Oostwolde. (0,8 K.M.). 0,9—2,3 Munnikesloot. 176 Afstand in ILigging.l K.JI. uit het beginpunt. 2,2 O. | Matsloot, noordoostelijke uitlooper van het Leekstermeer, lang 2,5 K.M. 2,3—5,3 Mietboor en Leekstermeer. Tusschen Rietboor en Leekstermeer gaat de vaargeul tusschen een witte en een I roode ton. Het Leekstermeer is verder betond met i roode tonnen bezuiden de vaargeul en nog éëne witte ton in het westelijk | gedeelte benoorden de geul. De laatste roode ton ligt nabij bet Lettel- berterdiep [107J. De geul van de Roondervaart [106] is eveneens betond (wit met roode banden). 3.5 Z. Kanaal van Roden [106], zuidelijk van het Leekstermeer. 4.6 N. Lettelberterdiep [107], naar het Hoen¬ diep. 5,3—11,0 Leekster Hoofddiep. 8,0 Leek. Trambrug. Oph. Bruggeld f OIO. Benedenleeksterverlaat met oph. Schutkolklengte 27 M., wijd 5 M., diep 1,70 M. (beneden) en 2,35 M. (boven). K.P. benedenpand = Westerkwartierpeil. K.P. bovenpand = 0,73 M. -f N. A. P. 9,4 Middelste Leeksterverlaat met oph. Schutkolklengte 27 M., wijd 4,90 M., diep 1,70 M. (beneden) en 2,30 M. (boven). K.P, bovenpand = 2,23 M. + N. A. P. 10.2 Boven Leeksterverlaat met dr. Schutkolklengte 22 M., wijd 4,60 M., diep 1,65 M. (beneden) en 1,95 M. (boven). K.P. bovenpand = 3,03 M. -f- N.A.P. 10.3 N. Tolbertkanaal naar Tolbebt [108]. 11,7 Draaibrug. Brueeeld f 0.10. 177 Afstand In Ligging.l " K.M. uit het beginpunt. --; ] 11.8 O. Oost-Indische Wijk en Drentsche Wijk met | Zuidwaarts de Drostindewijk, diep 1,20 M. 11.9 I W. Jonkersvaart [105], verbinding met de Friesche Palenvaart. 13,0 N.W. Evertswijk en Veldstreeksterwijk (vroeger Mandeelig Hoofddiep). Diep 1,20 M., lang ong. 3 K.M. 13,5. O. Kokswijk, diep 1,10 M., lang 1 K.M. Zevenhuizen. 13,7 Van hieraf loopt de vaart als Haspel wijk nog 4 K.M. zuidwaarts, diep 1,20 M. 105. JONKERSVAART, WILPSTERHOOFDVAART. (III—IV) Van het Leeksterhoofddiep [104], 2 KM. benoorden Zevenhuizen en de Friesche Palenvaart benoorden Sie- gebswoude. ■ Belangrijke vaartverbinding met Friesland, die echter dikwijls onvoldoende bevaarbaar is. Bij voldoende water is de vaart bevaarbaar voor schepen van 70 ton. Lengte 10,8 K.M. Breedte van 8 tot 10 M. (met wisselplaatsen) Diepte van 1,10 M. tot 1,50 M. onder K.P Meestal is de waterstand 0,50 M. lager. Laagste standen nog lager 2oodat in droge zomers het vaarwater dikwijls onbruikbaar is. De zijvaarten zijn veelal diepér. 6 draaibruggen, wijd 4,70 M., altijd te openen, behoudens uitzonderingen. 1 schutsluis. j Trekpad, tot de Wilp. In beheer: beneden het verlaat bij de gemeente Leek, -,r . . boven het verlaat bij de gemeente Marum. Motorbooten niet toegelaten. 12 178 Afstand in Ligging. k.m. uit het beginpunt. 0,0 Leeksterhoofddiep [104], verbindingmet het Hoendiep [92]. 0,0 Draaibrug. 2,9 Z. Zandwijk, Oudewijk, Gravenlandschewijk, lang ong. 3 K.M. 3,8 Jonkersverlaat met oph.; lang 27 M., wijd 5 M., diep 1,90 M. K.P. benedenpand — 3,03 M. + N.A.P. K.P. bovenpand = 3,96 M. + N.A.P. Driemaal per dag wordt geschut, als het water niet te laag is, schepen met levende have worden zoo mogelijk terstond geschut. I Sluisgeld f 0,02 per ton; voor ongemeten pramen f 0,20. i) 5,0 N. Holtropswijk [109] naar MarüM. Van hier af heet de vaart Wilpsterhoofdvaart.6,8 Ombuiging naar bet Zuiden. 7,3 Ombuiging naar het Westen. O. Zij kanaal. 7,8 Ombuiging naar het Zuiden. N. Akkermans wijk. Dit water is thans af-, | gedamd en dus onbevaarbaar. 8,3 Ombuiging, naar het Westen. 8,3 Hoofdwijk, naar het Oosten. 8,3 O. Draaibrug te Wilp. Bruggeld f 0,25; pramen f 0,10. 2) 8,8 Ombuiging naar het Zuiden. 10 8 W. FrieschepalenvoMrt^Si) beneden Siegebs- woude. Afstandstabel. 106. ROONDEBVAART. (Hl) Van Roden naar het Leekstermeer [104]. Bevaarbaar voor vaartuigen van 80 ton. Lengte 4,4 K.M. 1) Ver. der Gem. Marum van 7 Maart 1910. 2) Ver. der Gem. Marum van 16 Febr. 1910. 179 Breedte 10,50 M.; 2 wisselplaatsen. Diepte ong. 1,40 M. (onder Westerkwartierpeil). Lagere standen tot 0,25 M. onder K.P. komen voor. 1 draaibrug, breed 5,50 M. Geen schutsluis, jaagpad. In beheer bij de Gem. Roden. Van toepassing is het „Reglement van Politie voor het kanaal van Roden naar het Leekstermeer", van 8 November 1904, met wijziging. Naar dit Reglement is ook het „Algemeen Politiereglement voor de Rivieren en Rijkskanalen", in 't algemeen toepasselijk verklaard. Grootst toegelaten diepgang 1,40 M., breedte 5,40 M. Toegelaten snelheid: voor stoom- en motorvaartuigen, tot 1,00 M. diepgang: 125 M. per minuut, bii grooteren diepgang 100 M. per minuut. Behoudens schriftelijke vergunning van B. en W. der Gem. Roden worden de bruggen niet geopend op Zon- en feestdagen en op werkdagen van 8 u. n.m. tot 5 u. v.m. Tenzij voor laden of lossen, mogen aan de jaagpadzijde geen vaartuigen stil liggen. Geheven wordt een doorvaartrecht van f 0,05 per ton bij af- en bij opvaart. Afstand in I Ligging. K.M. uit het beginpunt. 0,0 Z. Roden. 0,0 Haven te Roden; opslagplaats. 1,3 Draaibrug te Leutingewolde, met wissel¬ plaats. Bruggeld f 0,05; wordt op Zon- en feestdagen slechts geopend met vergunning van B. en w. van de Gem. Roden. Opslagplaats. 2,5 Sandebutjb; opslagplaats. 4,1 Leekstermeer [104]; baak, oostelijk van de invaart. Afstandstabel. 180 Afstand in Ligging.l K.M. uit het beginpunt. 4,1—4,4 Gebaggerde vaargeul door het Leek¬ stermeer naar de vaargeul van de Munnikesloot naar het Hoofddiep [104]. Betond, ten westen met 3, ten oosten met 1 ton. De tonnen zijn wit met roode banden. Van hier tot de Munnikesloot [104], nog 1 K.M. 1Q7. LETTELBERTERDIEP. (ITI) Van het Hoendiep [92] bij Enumatil naar het Leekstermeer [104]. Lengte 3,5 K.M. • Breedte minstens 14 M. Diepte van 1,20 M. tot 1,50 M. (onder Westerkwartierpeil). Draaibrug (pr.) te Lettelbeet, breed 6 M., 2,5 K.M. vanaf het Hoendiep. Bruggeld: f 0,30; kleinere vaartuigen f 0.15 en f 0,05. Geen schutsluis. Los- en laadplaats te Lettelbeet (partic). Trekpad. In beheer bij het Waterschap „Westerkwartier." 108. TOLBERTKANAAL. (IV) Van het Leeksterhoofddiep [104] boven' het Bovenleeksterverlaat tot nabij Tolbeet. Lengte 2,7 K.M. -Breedte 10 M. (mét wisselplaats). Diepte ong. 1,50 M. K.P. == 3,03 M. + N. A. P. 2 beweegbare bruggen, wijd 5 M. Bruggeld aan ééne brug: f 0,10. Geen schutsluis. 181 In beheer bij de Gem. Leek. Het kanaal zal wellicht benedenwaarts eenigszins worden omgelegd. 109. HOLTROPWIJK. (IV) Van de Jonkersvaart [105] 1,2 K.M. westelijk van het verlaat naar Mabum. (Kruisweg). Wordt bevaren met schepen van 50 ton. Lengte 2,3 K.M. Breedte 9 M. Diepte ong. 1,40 M. onder K.P. = 3,95 M. -j- N. A. P. Gewoonlijk staat het water lager en is de vaart slechts met 1,20 M. diepgang te bevaren. 1 draaivonder, wijd 4,75 M. Geen schutsluis. Los- en laadplaats te Mabum aan den Kruisweg. . Kanaalrecht: f 0,50 per schip. Aanlegplaats 3 dagen vrij. In beheer bij particulieren. 110. MATSLOOT. (III) Van het Hoendiep [92] te Enumatil tot benoorden Mabum. Bevaarbaar voor schepen van 60 ton. Lengte 12 K.M. Breedte 7—10 M.; wisselplaatsen. Diepte 1,30—1,50 M., onder Westerkwartierpeil. Weinig last van lage waterstanden. 8 beweegbare bruggen, minstens wijd 4,30 M.. Bruggeld aan de meeste bruggen f 0,05. Geen schutsluis. In beheer bij het Waterschap Westerkwartier. Kanaalgeld: 3 ct. per ton. 182 Afstandstabel. Afstand in Ligging.l KJ!, uit het beginpunt. ■■ , ., „ 0,0 O. Hoendiep [92] bij Enumatil [92]. 1,4 Draaibrug in den weg van Midwolde naar Enumatil. 6,4 Draaibrug te Boeeakkek. 7,1 N. Wolddiep of Langsdiep (111], naar | het Hoendiep bij Gaabkeuken. 7,3 Draaibrug in den weg Boekakkee— Lucaswolde. 12,1 W. Balktil in den weg van Mabum naar Nooedwijk. Verderop is de vaart niet meer bevaarbaar. 111. WOLDDIEP of LANGSDIEP. (III—IV) Van het Hoendiep [92], oostelijk van de sluis te Gaarkeuken, tot de Matsloot. Lengte 6,5 K.M. Breedte ongeveer 7 M. Wisselplaatsen. Diepte ongeveer 1 M. onder Westerkwartierpeil. 3 beweegbare bruggen, wijd 4,25 M. Geen schutsluis. In beheer bij het Waterschap „Westerkwartier". Geen rechten. Afstandstabel. Afstand in Ligging. k.m. uit het beginpunt. 0,0 Hoendiep [92] te Gaabkeuken. 1,6 Zandstertil (Oph.) in den weg van Westee- zand naar Oosteezand. Bruggeld f 0,05. Los- en laadplaats. 3,1 Sebaldebuursterklap (Oph.) in den weg. van Geootë gast over Sebaldebueen naar Oldekeek en Hiekeek. Bruggeld f 0,05. Los- en laadplaats. 4,0 Kuzemerbalk, (draaivonder). Bruggeld f 0,05. 6,5 O. Matsloot [110] naar Enumatil. 183 112. LÜTJEGASTERTOCHT. (III) Van het Hoendiep [92], ruim 2 K.M. boven Gaarkeuken, naar de schutsluis bezuiden Grootegast. Het vaarwater heet ook Grootegastertocht en ten deele ook Kolonelsdiep. Bevaarbaar voor schepen van 50 ton. Lengte 5 K.M. Breedte 8,00 M. Diepte ruim 1,00 M. onder Prieslands zomerboezempeil. 2 beweegbare bruggen, wijd 4,60 M.; bruggeld 10 ct. per brug. 1 schutsluis. In beheer bij de eigenaren vande Grootegaster Hoofd vaart. Kanaalrecht bij het doorvaren van den tolboom van 2\—15 ct. per ton. Afstandstabel. Afstand in ILigging.! k.m. uit het beginpunt. 0,0 N. I Hoendiep [92]. 1,0 Lutjegastemerklap, in den weg van Lutje- I gast naar Oosterzand. 2,3 Ombuiging naar het westen (Kolonelsdiep). 3,0 Ombuiging naar het zuiden. 3,9 Grootegast; ophaalbrug. 5,0 Schutsluis; lang 21,00 M., wijd 4,00 M., diep 1,30 M. Sluisgeld 2'/3 ct. per ton. Bezuiden de sluis loopt het vaarwater nog als poldervaart door. 113. DOEZEMERTOCHT en ZIJLROE. (III) Van het Hoendiep [92] te 't Dorp 5,3 K.M., westelijk van Gaarkeuken tot zuid-westelijk van Doezem. Lengte 6,9 K.M. Diepte ong. 1,30 M. (onder Prieslands zomerboezempeil). Breedte van 8 M. tot 10 M.; wisselplaatsen. 184 10 draaibruggen, 2 vaste bruggen; brugwijdte: 3,85 M., hoogte: 2,50 M Geen schutsluis. Trekpad tót aan Peebosch. Los- en laadplaatsen bij den Doezemertil, en bij den' Kalenweg. In beheer bij het Waterschap „Doezem en Opende". Bij het doorvaren van den tolboom is een recht te betalen van 2$ ct. tot 15 ct. per ton, naar den aard der lading; ledige vaartuigen minder; zeer kleine vrij. 114. NOORD-WILLEMSKANAAL. (I—II) Van het ZuidélijTee verbinrfinr/skuruiul te Groningen [1], naar de Drentsche Moofdvaart (1) te Assen. Lengte 27,9 K.M. Breedte 13 M. met talrijke wisselplaatsen op ongeveer dubbele breedte. Diepte minstens 2 M. De waterstanden op het kanaal kunnen in de eindpanden tot 0,9 M. a 1,10 M. -f- K.P. dalen. Standen lager dan 0,35 M. -r- K.P. komen zelden voor. 21 gewone draaibruggen, breed van 6,80 M. tot 7 M. Geen bruggeld. Afmetingen der 4 schutsluizen: Schutlengte van '26 tot 28 M., wijdte 6 M., diepte 2 M. en méér. Jaagpad aan de Oostzyde. Opslagplaatsen te Assen, Vries, Eelde en bij Groningen. In beheer bij de Noord-Willemskanaalmaatschappij. Op het Groningsch kanaalgedeelte is van toepassing het provinciaal Politie Reglement. Op het Drentsche kanaal vak is van toepassing het Reglement van Politie voor het Noord-Willemskanaal en daarmede verbonden wateren *), met inachtname van de toepasselijk verklaarde bepalingen van het Algemeen Reglement van Politie voor Rivieren en Rijkskanalen, i) Pr.bl. n°. 12 van 1900 en n°. 16 van 1904. 185 Op dit kanaalvak zijn de grootste geoorloofde afmetingen: lengte naar gelang van de schutlengte; breedte 0,20 M. minder dan de brug- of sluis wijdte; diepgang voor schepen breed 4,85 M. of minder, 1,41 M. en voor breedere 1,25 M. Tijdelijke beperking van diepgang wordt geregeld aangekondigd. Grootst toegelaten snelheid: 75 M. in de minuut op het kanaalvak in de provincie Groningen. Schepen door mechanische kracht voortbewogen, behoeven vergunning van den secretaris-kassier der Noord-Willemskanaalmaatschappij te Groningen. Bruggen en sluizen worden niet geopend op Zon- en feestdagen en op werkdagen van 8 uur n.m. tot 5 uur v.m., tenzij met vergunning van den opzichter. In tijden van lagen kanaalstand zijn regelen op te volgen aangaande de volgorde van de te schutten vaartuigen. Voorschutting ook voor vaartuigen geladen met biezen, ongedorschte producten, bijen en verder als in het Algemeen Reglement van Politie voor Rivieren en Rijkskanalen aangegeven. (Zie blz 13). De heffingen op het kanaal geschieden ingevolge K. B. van 13 Febr. 1856 N°. 63 met wijzigingen. Bij K. B. van 21 Febr. 1921 N°. 50 zijn de tarieven met 50 % verhoogd en op hier achter volgende bedragen gebracht. Afstand sta bei. Afstand in ILigging. KM. uit hetj beginpunt. 0,0 j N. Zuiderhaven en Zuiderverbindingskanaal te Groningen [1]. Hoornsche brug, (dr.) wijd 7,10 M. Sluitingstijd van 7 u. n.m. tot 6 u. v.m. 's Zondags en in verband met den treinenloop. Kanaalgeld ledige schepen per ton 3/4 ct, geladen H/2 ct. 0,0—0,2 Verboden ligplaats, tenzij voor laden en lossen. *) 0,2 Draaibrug in den spoorweg Leeuwarden— Groningen, wijd 7,05 M. Over de spoorbrug wordt gerangeerd, zoodat vertraging ontstaan kan. Voor treinen in de richting '1 Besl. van G. St. van 22 Sept 1910, Pr.bl. n°. 69. 186 Afstand in [Ligging. k.m. uit het beginpunt. naar Leeuwarden wordt 5 min. vóór het vertrek van Groningen gesloten. *) 0,3 O. Spoorweg haven, diep 1,40 M., oppervlakte 0,6 H.A. 1,3 0. Helpenerdiep naar het Winschoterdiep [2] 2 K.M., met 3 lage bruggen, alleen passeerbaar voor kleine vaartuigjes. 4,1 W. Oud Hoornschediep, voert li K.M. zuidwaarts naar een kraan alwaar kleine scheepjes tot 4 ton over den dijk in het Paterswolder meer gebracht kunnen woorden. Het meer is 0,50—2,60 M. diep en heeft geen bevaarbaren toegang. 4,8 Draaibrug N°. 18 te Hemmen (Dllgt). Kanaalgeld ledige schepen per ton lVi ct., geladen 8 ct. 5.5 W. Oud-Hoornschediep, voert naar de kraan boven bedoeld. 6,0 ' O. Draaibrug in den weg van Haren naar PATERêwOLDE. 6.0 O. Harenervaart naar Haren [115]. 6.1 W. Schipsloot naar Paterswolde, lang2K.M., bevaarbaar met vaartuigen van 40 ton. 7,3 W. Eeldersloot naar Paterswolde, lang 1,8 K.M., bevaarbaar voor pramen van 10 ton. 8,3 O. Hoornschediep, Punterdiep of Drentsche A, bevaarbaar als het Noord-Willemskanaal tot de Punterbrug (3 K.M.); met 2 vaste bruggen. Vandaar tot de brug in den weg van Vries naar Zuidlaren, nog voor kleine vaartuigen. (8 K.M.). 8.6 Draaibrug bij Glimmen. 9,0 Provinciale grens tusschen Groningen en Drenthe. 9,5 Draaibrug te Oosterbroek. 11,0 Draaibrug N°. 15 te De Punt in den Rijksweg Groningen—Assen. Kanaalgeld per schip per ledige ton */« ct., geladen 11/2 ct. 11,8 Draaibrug. i) K.B. van 11 Sept. 1875, StM. n°. 169, met wijzigingen. 187 Afstand in Ligging.! K.M. uit het beginpunt. Los- en laadplaats. Tarief voor opslag 2i/j ct per m>. 11,9 Schutsluis N°. IV. Diepte beneden slagdrempel 3,25 M. „ bovenslagdrempel 2 M. K.P. benedenpand = Winschoterpeil. K.P. bovenpand = 3,62 M. + N. A. P. | Kanaalgeld per schip en per ton, ledig: 3k ct.; geladen: 11/2 ct; voorschutting: dubbel tarief. 12,4 Draaibrug bij 1de. (1 K.M.). 14.2 ■ Schutsluis N°. III. K.P. bovenpand = 6,62 M. + N.A.P. Sluisgeld als voor sluis n°. IV. 14,6 Draaibrug benoorden Tinaarlo. 16,1 Draaibrug in den weg van Tinaarlo (1,5 K.M. O.) naar Vries (1 K.M.). 17.6 Draaibrug bezuiden Tinaarlo. 19.7 Draaibrug inden weg Oudemolen—Zeijen. 21,0 Draaibrug in den weg Taarlo—Vries. 21.8 Draaibrug bij de Messchen. 23,0 Draaibrug benoorden Loon. 23.8 Draaibrug in den weg Peelo—Loon. 24,7 Schutsluis N°. II. K.P. bovenpand = 9,12 M. + N. A. P. Kanaalgeld per ton, ledig 21/4 ct, geladen 41/2 ct. Voorschutting dubbel tarief. 26,7 Draaibrug in den weg Groningen—Assen. 26.9 Draaibrug in den Molenweg bij Assen. 27.3 Draaibrug in den Veeneweg te Assen. 27,7 Schutsluis N°. I. Diepte benedenslagdrempel 2 M. „ bovenslagdrempel 2,75 M. K.P. bovenpand = 11,60 M. -f- N. A. P. Sluisgeld als voor sluis ii. 27,9 Basculebrug in den stoomtramweg. Toegang tot de havenkolk te Assen (0,5 K.M.). Z. iyrentsche Moofdvaart (1). 115. HARENERVAART. (IV) Van het Noord-Willemskanaal [114], 6 K.M. zuidelijk van Groningen naar de haven van Haren. 188 Bevaarbaar voor schepen van ruim 100 ton. Lengte 0,7 K.M. Breedte 8,80 M. Diepte 1,70 M. onder W.P. In den zomer komen somtijds hinderlijk lage waterstanden voor. 1 draaibrug bij het Noord-Willemskanaal, wijd 6 M.; geen bruggeld. Geen schutsluizen. Jaagpad. In beheer bij de Gem. Haken. Havengeld: 2i ct. per ton en per week.l) Voor gebruik der opslagplaats in de haven wordt per M*. en per week 3 ct. berekend; voor het laden en lossen per wagenvracht f 0,10, per hand- of kruiwagenvracht 2 ct. i) K.B. van 12 Febr. 1912 n°. 20. 189 FRIESLAND Zie hierbij de kaarten II en I. en de schetskaartjes: Leeuwarden n°-. 4. 't Oudhof n». 5. Dokkum n°. 6. Franeker n°. 7. Harlingen n°. 8. Sneek n°. 9. Bolsward n°. 10. Lemmer n°. 11. Staroren n°. 12. f, VAART ran GRONINGEN naar de LEMMER. (I) Hoofdvaarweg van Friesland. De vaarweg bestaat uit een opeenvolging van een groot aantal vaarten, meren en watergangen en volgt in hoofdzaak den weg door het Hoendiep [92], het Bergumermeer, het Sneekermeer, het Tjeukemeer naar''de Zuiderzee te Lemmer. De totale lengte is ruim 99 K.M., waarvan 73 K.M. in Friesland. De breedte der vaargeul is afwisselende van minstens 8 M. in den bodem in Groningen tot minstens 14 M. in den bodem in Friesland, op de meren meest van 20—30 M. Op K.P. is de breedte van minstens 13 M. in Groningen tot 200 M. en meer in Friesland. De diepte is 2,00 M. onder F. Z. P. Vanaf het verlaat te Gaabkeuken in Groningen is het K.P. — Frieslands zomerboezempeil. Bij storm en abnormale waterstanden kan door de sluis te Terhorne (K.M. 69) het kanaal vanaf Gaarkeuken in 2 panden worden verdeeld: Op het gedeelte in Friesland zijn 12 draaibruggen, wijd minstens 6,60 M. Schutsluizen te Lemmer en te Terhorne. (Deze staat meestal open.) Jaagpad, slechts van Gioningen tot de draaibrug te Blauwverlaat (K.M. 29,6). De vaargeulen op de meren zijn meestal betond en bebakend. • Geregelde sleepdienst. 190 Het gedeelte in Friesland is in beheer bij de Provincie. De Nieuwe sluis te Lemmer is in onderhoud bij het Waterschap de Lemstersluis. De haven van Lemmer is in beheer bij de Gem. Lemsterland, uitgezonderd de Tramhaven, in beheer bij de Ned. Tramwegmij. De Pr. heft kanaalgeld aan 6 bruggen en sluizen, bruggeld aan 7 bruggen en opslaggeld te Bergümerdam en bij de Scharsterbrug (zie hieronder). *) Voor de Algemeene voorschriften zie blz. 26 en volgende. Toegelaten grootste afmetingen, enz.: diepgang 1,80 M. onder F. Z. P. Voor stoom- en motorschepen: lengte 31,50 M.; breedte 5,40 M. Snelheid per uur 8 K.M.; van 15 Oct.—1 April 9K.M.; behalve van Stroobos (K.M. 27) tot Schtjilenbubg (K.M. 37) en op de Scharsterrijn (van K.M. 82—K.M. 89) 7,5 K.M. De vaarweg zal aanmerkelijk worden verruimd en bevaarbaar worden gemaakt voor schepen van 67 M. lengte, 8 M. breedte en 2 M. diepgang, dus voor vaartuigen van meer dan 600 ton, terwijl thans ruim 200 ton het maximum is. De nieuwe vaarweg zal bovendien vanaf het Oudhof tot Lemmer de ruim 3 K.M. kortere route over het Koevordermeer en de Groote Brekken volgen. Afstandstabel. Afstand in ILigging.l k.m. uit het beginpunt. 0—26,6 0. Van het Zuidelijk verbindingskanaal [1] te Groningen tot de grens tusschen Groningen en Friesland [92]. 26,6 Draaibrug te Stroobos. Bruggeld f 0,10 (pr.) Te Stboobos los- en laadplaats der Gem. I vrij. Van de draaibrug tot 75 M. westwaarts verboden te liggen. 26,4-27,7 Stroobosser Trëkvaflurt. i) Volgens het prov. tarief van 23 Maart 1920 n°. 56. 191 Afstand in Ligging.l km. uit het beginpunt. 27,7 ! Gebkeskloosteb, Voormalig Gerbenalles- verlaat. N. Stroomkanaal naar de Friesche sluis te Zoutkamp [101]. N. Dokkumer Trekvaart (78) naar Dokkum en Kollum 27,7-38,2 Kolonels-, Komels- of Casper [ Moblesdiep. 27,9 Z.O. Broekster Wijk (82), landbouwvaart. 28,6 Z.O. Tiltje of Compagnonswijk, door het Waterschap. „Surhuizum"; landbouwvaart, diep ong. 1 M.; bevaarbaar voor scheepjes van ruim 10 ton. 29,6 Blauwveelaat (voormalig). Draaibrug, wijd 6,90 M. Bruggeld f 0,10 (pr.). Kanaalgeld (pr.1: eenmaal per dag, tot 20 ton vry; tot 35 ton Vs ct. per ton; meer dan 35 ton 1 ct. per ton; stoom- en motorbooten dubbel tarief. Los- en laadplaats der Gem. te Blauwveelaat; vrij. 29,6 Z.O. Surhuister Binnenvaart naar Suehuizum (3 K.M.) landbouwvaart, diep ong. 1,20 M.; bevaarbaar voor vaartuigen tot 30 ton. Te Suehuizum los- en laadplaats der Gem.; vrij. 30,4 Z.O. Augustinusgastervaart naar Auöustinusga (0,8 K.M.) landbouwvaart, diep ong. 1,20 M.; bevaarbaar voor vaartuigen tot ruim 30 ton. Te Augustinusga los- en laadplaats der Gem.; vrij. 31.3 Eohel. 31.4 Z. Nieuwevaart, Compagnonsvaart of Surhuisterveensche vaart (83) naar Suehuisterveen (5 K.M.); in verbinding met vele wijken. Te Suehuisteeveen los- en laadplaats der Gem.; vrij. 192 Afstand in Ligging.l k ji. uit het beginpunt. ~ . ■"■ 32,2 N. Buitenpostervaart naar Lütkepost es Buitenpost, landbouwvaart (ruim 3 K.M.), diep ong. 1,20 M.; bevaarbaar voor vaartuigen tot ruim 30 ton. Te Buitenpost los- en laadplaats der Gem.; vrij. 32,5 Z. Oude vaart naar Drogeham, landbouwvaart (2,4 K.M.), diep ong. 1,30 M.; bevaarbaar voor schepen van ruim 50 ton. Te Drogeham los- en laadplaats der Gem.; vrij. 32,5 I monniketille. 33,5 N. TwijzelervaartnaarTwuzELERBUREN,land bouwvaart (2 K.M.) en verder naar Twuzel, diep ong. 1,20 M; bevaarbaar voor schepen tot 30 ton. Los- en laadplaats der Gem. te Twijzelerburen ; vrij. 35.2 Kootstertille (dr.) bij Kooten ; wijd 6,85 M. Bruggeld f 0,10 (pr.). Los- en laadplaats der Gem.; vrij. 37.3 N.W. schüilenburg. Los- en laadplaats van de Gem., vrij. Draaibrug. Kanaal- en bruggeld als te k.m. 29,6 (pr.). Bij duisternis brandt eene lantaarn op de brug. 38,2-40,2 Bergumermeer. Lichttoren aan den mond van het Kolonelsdiep op den N.W. oever (Schuilenburgerhoofd); ducdalf aan de zuidzijde deider geul. De vaargeul in het meer is 25 M. breed en betond, noordelijk zwart, zuidelijk wit. Bij het kruispunt der vaargeul naar het Stroomkanaal (81) 2 roode tonnen. 193 Afstand in Ligging. K.m. uit het beginpunt. 38,2 [N. Eestrumervaart, aan den noorderoever, van het Bergumermeer naar Eestrum; lang 1 K.M.; breed 6—10 M.; diep ong. 1,00 M. 38,2 Z. De Oostermeer, vaartje van den oostoever naar Oostermeer; lang: 0,4 K.M.; breed 7 M.; diep: ong. 1,00 M. 39,7 N. Kuikhornstervaart (81), naar Nieuwe Zijlen. 39.7 Z. De Lits (81), naar de Leijen enz. 40,2 Lantaarn aan de invaart van het Noor¬ dergat; op den zuideroever. Ducdalf aan den noordkant der vaargeul. 40,2 Z. Zuidergat, naar de Groningervaart. 49,2-40,5 Noordergat. 40,5-41,2 Noorderm eerder Meer. 41,2-43,0 Groningervaart. 41,4 Bergumernieuwstadvaart, naar Bergu- mernieuwstad ; lang 1 K.M.; breed 6— 10 M.; diep hoogstens 1 M. Los-, laad- en opslagplaats te Bergumer- nieuwstad. 41.8 Z.O. Verbinding door het Zuidermeer of Sua- meerder Meer en het Zuidergat met het Bergumermeer (1,7 K.M.). 42,7 N. Oostersche Hei en opvaartje naar Bergum, breed: van 7—10 M.; diep: ong. 1,00 M. Tot Bergum 0,8 K.M. Aldaar los- en laadplaats. 42.9 Z. Bergumerdam. Los- en laadplaats (pr.). Opslaggeld per week voor vee f 0,03 tot f 0,10 per stuk; voor waren van f 0,05 per wagen tot f 0,02 per stuk. Kanaal- en bruggeld als te K.m. 29,6 (pr.). Draaibrug; vaartuigen moeten na het doorvaren van een der handwijzers onmiddellijk stoppen, indien van de bij de brug geplaatste mast des daags de roode 13 194 Afstand-m Ligging. K.M. uit het beginpunt. bal neergelaten is of des nachts twee roode lichten boven elkaar zichtbaar zijn. Wanneer des daags de roode bal is geheschen en des nachts een groen lichtzichtbaar is, mogen de schepen in door den brugwachter aangegeven volgorde door-varen.l) 43,1 N. Westersche Hei. Los- en laadplaatsen. 43,0-44,0 Kromme Me. 44,0-46,6 Wijde Be; breed tot 250 M. 44,1 N. Baak op den noordelijken oever. 45,1 N;W. Plappevaart, tot aan de Warrelaan (1,2 K.M.); voor pramen. 45.6 Baak op den noordelijken oever. 45,6-47,4 . Wijde Hop of Wijdhop. 45.7 Z.O. Garijpervaart, naar Garijp (1,7 K.M.) met nieuwe schutsluis aan de invaart; lang 25 M , breed 5 M., diep ruim 1,50 M. Toegang door de Ringvaart tot de vaarten van het Waterschap Eerhewoude. Te Garijp los- en laadplaats. 46,1 N.W. Bartesloot; 1,6 K.M.; voor pramen. 47,3 N.W. Suawoude. 47.3 N.W. Los- en laadplaats bij het Bakkershuis. Liggeld naar overeenkomst. Aanlegsteiger van de Gem. Geen liggeld. Voetveer. 47.4 W. Schalkediep (5); hoofdverbinding naar Leeuwarden. 47,4-48,6 Nieuwe kanaal. 48,3 Fonejachtbrug (gem.) in den weg van Garijp naar Wartena; Bruggeld tot 30 ton f 0,10; tot 60 ton f 0,20; boven 60 ton f 0,80. 2) 1) Huish. regL 2) Ver. der Gem. Tieti3rksteradeel van 18 Mei 19fT0. 195 I Afstand in 'Ligging. | KM. uit het 1 beginpunt. 48.6-51.0 Meersloot. 51.0- 51,1 - Kruiswaters; kruispunt van belang¬ rijke vaarwaters. Op elk der 4 hoeken een baak. N.W. Rog sloot (6) naar Wartena; hoofdverbinding naar Leeuwarden. Z.O. Lange Sloot (84) hoofdverbinding naar Drenthe.- 51.1- 55,5 Graft. N.W. Oude Wegsloot; thans afgesloten. 51.6 N.W. Halfwegsloot; thans afgesloten. 52,4 O. Wijde Saiter en Nauwe Saiter; alleen voor roeibooten en dergelijke. 52.4 W. Schroetsmadeel; thans afgesloten. 53,0 I O. Rommertsmeer en de Oudewegstervaart; slechts 0,5 M. diep; vaart door de uitgeveende plassen voor kleine bootjes en . pleizierjacbten De op de kaart aangegeven wateren zijn schetsmatig, zonder bekendheid is de weg moeilijk te vinden. 53,2 W. Windsloot, verbinding met Warga (7), enz. diep ong. 1,00 M. 53.7 W. Stijkelsloot; onbevaarbaar. 54,7 W. Meertijnje, naar het Timertsmeer; enz. (7), diep 1,00 M.; breed van 5—7 M.; lang 3,4 K.M. 55,0 I W. Uiltjebuurstervaart naar het Tjaard- of Biggemeer (2 K.M.); ondiep (0,6 M.). 55,0 O. Folkertssloot; diep 1,50 M.; verderop 1,10 M.; verbinding met de Langesloot I (84) (4 K.M.), en het Prinsenhof (uit- geveende plassen). Baken wederzijds de invaart. 55.5 I Z. i Graft; diep ruim 1,50 M., zuidelijke ' voortzetting, verbinding met de Geeuw ! (diep 0,60 M.) en de Sijtenbuurster ! Ee (85). Tusschen de Folkertssloot en de 196 Afstand in Ligging. K.M. uit het beginpunt. Geeuw ondiepe vaart door het Prinsenhof (aaneenschakeling van plassen) voor kleine vaartuigjes en plezierjachtjes. 55.5- 56,9 Drieïiuistersloot. Baak op den noordelijken oever aan de invaart (scherpe bocht). 56,2 N. Meijnektsbuken. 56,9-57,6 Tjaards- of Biggemeer. 57.4 O. Borgsloot; breed 7 M.; ondiep (0,60 M.) naar de Lange Lits, Graft en Geeuw (1,5 K.M.) 57.6- 58,5 De Meer. 57,6 Baak aan de invaart op den N. oever. 58.5 Baak aan de invaart op elk der oevers. 58.5 N. Nauwe GaUe, (7) verbinding met Warga en Leeuwarden. 58.5- 59,2 Wijde Galle. 59,0 O. Toegang tot het Pikmeer; verbinding met de Wijde Ee [86], en verdere vaarten. 59,0 0. Grouw. 59.0 O. Aanlegsteiger van de Gem. 59,2 W. De Blieken, naar de Spokersloot; landbouwvaartje, diep 0,50 M. 59,2-60,6 Rechte Grouw. 59,4 0. Los- en laadplaats (gem.). Tarief voor laden en lossen 1 ct per ton; voor opslag van goederen 1 ct. per M*. en per dag. 60.6 Draaibrug inden spoorweg Leeuwarden— Heerenveen, wordt 10 minuten vóór treinenaankomst gesloten. :) Spoorwegstation 0,4 K.M. zuidelijk van de vaart. 60.6- 62,6 Kromme Grouw. 61.1 N. Zwin naar Roordahuizen ; lang onge¬ veer 4 K.M., breed 9 M., diep ong. 0,90 M.; landbouwvaart» 1) k.b. van 11 Sept. 1875, StM. n°. 169, met wijzigingen. 197 ' Afstand in Ligging. K.m. uit het i beginpunt. 62,6 Irnsumerzijl. 62,6 Draaibrug in den weg van Irnsum naar Grouw. Kanaal- en bruggeld als te k.m. 29,6 (pr.). 62,6-65,2 Boorne. W. Irnsum. 63,5 W. Los- en laadplaats van de Gem.; geen liggeld. Verplichting te verhalen voor de dorpsstoomboot. 64,0 Kanaalvak ook genaamd: Mak van Ongemak. 64,8 O. Aalsum. 65,2 O. Voortzetting der Boorne naar Akkrum. (90). 65,2 Oude Schouw. .65,2-68,5 Nieuwe Wetering. 65,2 Rijk8draaïbrug in den weg van Irnsum naar Akkrum; geen bruggeld. Van toepassing is het „Algemeen reglement van politie voor rivieren en Rijkskanalen" (zie bl. 13) en het „Bijzonder Reglement" van 23 Mei 1892, St.bl. 118 (zie bl. 30). 66,5 Z.O. Slachtegat, naar de Meinesloot (1,2 K.M.), thans onbevaarbaar; wordt bevaarbaar gemaakt voor schepen van 25 ton. 68.4 Zwarte ton oostelijk aan het vaarwater. 68.5 Baak op het punt van samenkomst van de Nieuwe en de Oude Wetering tegenover de vaargeul naar Terhorne. ^68,5-68,7 I Terhomstermeer. Roode ton op het. I kruispunt met de vaart naar Akkrum oostelijk van de vaargeul. Zuidelijk van de geul van de sluis naar de Terhornsterpoelen 2 zwarte tonnen. 198 Afstand in Ligging. K.m. uit het beginpunt. 68.5 Z.O. De Geeuw (87) oostelijk van Terhorne, naar de Meinesloot en Akkrum. Z. Jongebuurstersloot, voor roeibooten. Met keersluis, wijd 3,50 M., diep 1,20M., die gesloten zijnde hetzelfde sein vertoont als de Terhornster schutsluis. 68.6 N. Oude Wetering en Terzoolster Zijlroede (met schutsluis aan de invaart) (11). 68.7 Dubbele schutsluis bij Terhorne (pr.); schutkolklengte: 49 M.; wijdte: 7 M.; diepte: 2,20 M.; wordt eerst gesloten bij standen van minstens 0,20 M. + F. Z. P. en hevige westenwinden. Het gesloten zijn wordt kenbaar gemaakt bij dag door een roode vlag, bij nacht door een rood licht, beide in den top van een mast. Is de sluis gesloten, dan mogen slechts sleeptreinen, komende van de Nieuwe Wetering, met hoogstens 2 schepen van meer dan 90 ton, of hoogstens 3 schepen van minder dan 90 ton achter de sleepboot de sluis invaren, tenzij de sluiswachter door het hijschen eener blauwe vlag het sein geeft, dat meer schepen mogen naderen. Kanaalgeld als bij K.M. 29,6; geen schutgeld. 68,7-72,0 Sneekemieer; vaargeul breed: 30 M. betond, oostelijk met zwarte, westelijk met witte tonnen. Ook buiten de geul is het meer meest 2.00M. diep, metenkele plaatsen van 1,50 M. Bij hooge waterstanden wordt van af het midden der vaargeul door het Sneekermeer of van af het Kolmeersgat ook de vaarroute door de Sijbesloot, Goëngarijpster poelen, Noorder Oude Weg, enz. 199 I Afstand in Ligging.l f k.m. uit bet j. beginpunt. naar de Langeweerder Wielen (16) genomen, alwaar aansluiting aan de gewone vaarroute naar Lemmer. 68,9 Baak op den kop van een hoofd. Voor de scheepvaartverbindingen aan den westelijken oever van het Sneekermeer naar het Waterschap „De Sneeker Oudvaart", zie (11). 71,0 O. Heeregat of Heeresloot, met baken aan beide zijden der invaart, naar de Zoutpoel en Goëngarijpster poelen. (Baak w. van de invaart der Goëngarijpster- rpoelen.) Grootendeels 1,80 M. diep. 71,3 N.W. Roospollen (eilandjes). 71,8 Rookoepolle (eilandje) met baak; de vaar¬ geul is westelijk. 72,0-73,0 Houkesloot, baak aan de invaart; vaargeul breed: 30 M.; betond N.W. met witte en Z.O. met zwarte tonnen. 72,0 Sneeker Oudkerkhof, met "baak. 72,(5 Z.O. Het Kolmeersgat (16) roode ton en 2 bakens aan de invaart; vaart naar Joure enz. ; 73,0-73,3 Het Kruiswater; op het punt van Isamenkomst met den vaarweg naar Sneek 2 roode tonnen westelijk, zwarte ton oostelijk. W. Houkesloot (12) naar Sneek (4 K.M.). N.W. Baken op het punt van samenkomst. 73,1 Z.O. Jourstervaart naar Joure (8 KM.). 73,3 74,7 Modderige Geeuw. 73,7 W. Douwesloot en het Wijd,' naar Oppenhuizen (13). 74,5 O. Tienesloot, naar de Dolle, het Sneekermeer enz. (ong. 1,00 M. diep). 74,7 O. Hollegracht, eveneens naar de Dolle enz. (ong. 1,00 M. diep). 200 Afstand in ILigging.l k.m. uit het ■ beginpunt. 74,7 Z. Voortzetting der Geeuw als Nauwe Geeuw naar den Horseweg en Jurgensloot. 74,7-75,7 Oosterbr ug sloot. 75.7 N. Het Ges (13) naar Oppenhuizen (1 K.M.) en naar Sneek. Z. Vaarwater naar Zuideeend (1 K.M.); (ong. 1,00 M. diep). 75,7-77,4 Westerbrugsloot. N.W. UlTWELLINGEEGA. 75.8 Pontveer. 76,1 Th aaibrug in den stoomtramweg Sneek— Jouke; zooveel mogelijk blijft de brug geopend. 10 minuten vóór aankomst van een trein moet de brug gesloten zijn. J) 76,5 Z.O. Zevene Poel (meertje). 77.4- 77,7 • het Oudhof; vaargeul betond o. met zwarte tonnen, w. met witte ton. Eoode ton op het kruispunt van de richtingen naar Stavoeen en Sneek. (Zie schetskaartje n». 5.) 77,5 N.W. Kauw van Brekken (19), verbinding met Sneek enz. N.W. Oosterwij merts. 77,5 W. Kerksloot naar Hommeets (20) (ruim 2 K.M.). 77,5 Z. Nieuwe Weg (18) naar de Koevorde; hoofdverbinding met Stavoeen; de ontworpen nieuwe vaarweg naar de Lemmee volgt dit vaarwater tot de Koevorde." 77,7-78,5 Geeuw. 78,1 Z.O. Statenbocht, (15), naar Zuideeend (1,5 K.M.), diep ong. 1,00 M. 78.5- 78,9 Fetsehol. i) K. B. van 3 Jan. 1911, StM. n°. 2. 201 Afstand in jLigging.! K.M. uit het beginpunt. 78,6 Z.W. Slingerak en Hoitsesloot; vérbinding met den Nieuwenweg (1 K.M.), onbelangrijk. N.O. Statenbocht, diep ong. 1,00 M., komt 0,3 K.M. verder samen met den anderen I tak van de Statenbocht (15). 78,9-80,2 iMngweerdervaart. 79,3 0. de Brekken naar 'tJentjemeer (3 K.M.), bevaarbaar voor schepen van 30 ton. 79.6 Z.W. Kleine Koevorde (meertje). 80,1 N.O. Baken ter aanduiding van den toegang. 80,1-82,0 Langweerder Wieten, betond met 3 wiite tonnen aan de Z.W. zijde van het vaarwater en met 3 zwarte tonnen aan de N.O. zijde. Op het punt van samenkomst met de vaargeul naar Joure (16) liggen twee roode tonnen N.W. van de geul. Buiten de vaargeul is het meer van 0,90 M. tot 1,50 M. diep. ' 80,1 N.O. De Kaai naar de Brekken: 0,7 K.M., onbelangrijk. 80,5 Z.W. Vaargeul naar de Sint Janssloot lang 0,8 K.M., diep 1,50 M. (naar het KoeVordermeer). Baak (gem. op den n. oever der invaart). 81,3 Z.W. Vaargeul naar Langweer, westelijk van van de Groote Polle, lang 1 K.M., diep 1,30 M.; betond, noordelijk met 2 zwarte tonnen, zuidelijk met 3 witte tonnen (gem.) (1 K.M.). Los- en laadplaats te Langweer. Opslag van goederen 8 dagen vrij; dan f 0,10.per M*. en per I week. i) 81,5 Z.W. Baken ter aanduiding van de Groote Polle (eilandje), zuidelijk van den vaarweg. 81.7 N.O. Oude Weg (16); verbinding met Joure en met het Sneekermeer. Ver. der Gem. Döniawèrstal van 24 Aug. 1899. 202 Afstand in Ligging.l K.M. uit het beginpunt. 82,1-89,2 Schorster- of Nieuwe Mijn. 82,1 Z.W. Booenzwaag. Voetveer. 82,9 Z. Houtvaart, landbouwvaartje. 85,5 De Schabben. 85,5 N.O. Scharsterbrug (dr.) in den weg naar Joure (1,5 K.M.). Kanaalgeld: dubbel tarief van dat te KM. 29,6. Bruggeld: voor het openen f 0,10. Vaartuigen moeten na het deorvaren van een der handwijzers onmiddellijk stoppen, indien van de bij de brug geplaatste mast des daags de roode bal is neergelaten en des nachts twee roode lichten boven elkaar zichtbaar zijn. Wanneer des daags de roode bal is geheschen en des nachts een groen licht zichtbaar is, mogen de schepen in door den brugwachter aangegeven volgorde doorvaren. J) 85,5 Z.W. Los- en laadplaats van de Pr. Opslaggeld als te K.M. 42,9. 86,7 I O. Vaarwater door den Scharsterpolder; (1,5 K.M.) met schutsluis aan de invaart; schutlengte 27 M.; wijdte 4 M.; diepte ong. 1 M. 88,3 O. Vaarwater naar Oldeouwee (2 K.M.), met schutsluis aan de invaart, en verder in den polder. 89,0 Z.W. Vaart naar St. Nicolaasga (bijna 4 K.M.) met draaibrug in den stoomtram Lemmer —Joure. Moet 10 minuten vóór aankomst van een trein gesloten zijn.3) Los- en laadplaats te St. Nicolaasga. Opslaggeld als te Langweer (KM. 81,5). J) Huish. regl. ') KB. van 3 Jan. 1911, StM. n°.2. 203 Afstand in Ligging.| K.M. uit het beginpunt. 89,2 89,4 Het Lutkekruis. 89.4 Z.O. Arm naar het Tjeukemeer, 0,4 K.H.). 89,4-90,3 Het Zand of Binnenwater ; de vaar geul loopt tusschen een witte ton W. en een zwarte ton 0. 90,2 Z.O. Baken ter aanduiding van den toegang tot het Tjeukemeer nabij de TJilesprong. 90,3-94,7 Tjeukemeer; betond met 9 zwarte ton¬ nen aan de Z.O. zijde en 6 witte tonnen aan de N.W. zijde. Buiten de vaargeulen is het meer zeer ongelijkmatig diep van 0,80 M. tot 2,50 M. Voor de verdere betonningen zie (96) en (97). Bovendien liggen nog enkele tonnen op ondiepten. 91,0 Z.O. Vaargeul naar de Broeresloot of (ongeveer) Vierhuistervaart (97); ruim 4 K.M.; (minder diep dan naar de Pier Christiaansloot.) 92,2 Z.O. Vaargeul naar de Pier-Christiaansloot (96); 3,5 K.M. 2 roode tonnen ten O. van het kruispunt. 93,0 N.W. Vaargeul naar de Follegasloot (22); naar de Ee (22) en het Slotermeer. 94,7 99,4 Mien of Lemster Rijn. 94,7 Z.O. De Gebraden Haan. 95,0 Pontveer. 95.5 Z.O. Oosterzee (0,5 K.M.). . 98,5 N.O. Dijksloot, naar Schoterzijl; dijkvaartje, diep ruim 1 M.; bevaarbaar voor scheepjes van ongeveer 30 ton. 99,2 Nieuwe Truitjezijhbrug (base.) tevens nood- keering. Bruggeld 1 ct. per ton. De Lemmer of Lemmer (zie schetskaartje n°. ii). 204 Afstand in ILigging.l k.m. uit het beginpunt. Sleepdienst; scheepswerf. Het havenbeheer berust bij den gem. havenmeester. Binnenhaven te Lemmer ; los- en laadplaatsen. Voor schepen, die de Lemsterhaven binnenkomen, is een Vuur- en havengeld verschuldigd van 2 ct. per ton, voor doorvarende schepen te voldoen aan de Nieuwe Truitjezijlsbrug of aan de brug over de Lemstersluis in de Zijlroede. Binnen de bebouwde kom van het dorp Lemmer mogen geene schepen worden gesleept. M 99,2 N.W. Zijlroede (28), verbinding met Tacozijl enz. 99.4 Nieuwe schutsluis; schutlengte 50 M.; wijdte 8 M.; diepte 2,00 M. Schutgeld: 2 et. per ton. Schepen geladen met buskruit, vee, levende visch, zoomede schepen, die in vaste beurten varen, hebben vóórschut tings- en vóórdoorvaartrecht, ook aan de bruggen.J) In geopenden stand der sluis brandt een groen licht. 99.5 Z. Buitenhaven met W. de tramhaven, O. de vluchthaven. Vuur- en havengeld als boven. 99,5-100,0 Vaargeul tusschen 2 steenen dammen; lang 600 M. Verboden langer dan £ uur aan het remmingswerk of aan den Westhavendam te liggen; verboden in de buitenhaven tusschen havenmond en schutsluis te liggen. !) 100,0 Invaart Zuiderzee, 40—60 M. breed, open naar het Z.O. ') Alg. politiever. der Gem. Lemsterland van 15 Dec. 1910. 205 Afstand in Ligging.l k.m. uit het beginpunt. I M.E. = 0,07 M. -4- N. A. P.; M.V. ~= 0,12 M. + N. A. P. Laagste stand == 1,88 M. N. A.-P. Verval by springtij 0,30 M. bij doodtij 0,15 M. I Diepte naar en in de haven ongeveer ! 2,50 M. ben. L.W. Lichten: vast groen licht op den kop van den Westerdam; vast rood licht op den kop van den Oosterdam; vast wit licht (Hooge licht) 260 M. binnen den kop van den Westerdam. Het witte licht tusschen de beide anderen lichten gebracht geeft leiding in de haven. Mistsein op het Westerhoofd. Ingeval na zonsondergang de havenvuren I niet branden is dit een bewijs, dat de haven verstopt of onklaar is. *) 2. SINGELGRACHT te LEEUWARDEN. (I) (Zie schetskaartje n°. 4.) De Singelgrachten rondom Leeuwarden zijn als de verbindingskanalen te beschouwen van de vaarwegen naar Groningen (1), de Lemmer (1), Harlingen (52), Dokkum (52) enz. De lengte der Singelgracht is 3,80 K.M.; de breedte minstens 20 M.; de diepte minstens 2 M.f behalve het noordoostelijk deel 1,80 M. (onder F. Z. P.) De 8 bruggen zijn alle draaibruggen met minste wijdte van 6,35 M. Geen schutsluizen. ' De doorgaande vaart van de Dokkumer Ee naar de !) Alg. politiever. der Gem. Lemsterland van 18 Dec. 1910. 206 Harlinger Trekvaart volgt den weg door de Noorderen Westersingelgraeht. In beheer bij de provincie, behalve het gedeelte van de Dokkumer Ee door den Oostersingel tot het Nieuwe kanaal en de binnengrachten, die de Gemeente beheert. Toegelaten grootste afmetingen enz. op het gedeelte in beheer bij de provincie: diepgang 1,90 M.; en voor stoom- en motorschepen: lengte 31,60 M.; breedte 5,40 M.; snelheid tot 8 K.M. per uur; van 15 October—1 April 9 K.M. Binnen de bebouwde kom eh aaneengebouwde buurten mag de ^snelheid hoogstens 5 K.M. in het uur bedragen. Van toepassing is de verordening van politie op het leggen van schepen en de scheepvaart in de Gemeente Leeuwarden volgens Gem bl. N°. 20 van 1911, met wijzigingen en het Besluit betreffende het leggen van schepen en de scheepvaart in de Gemeente Leeuwarden volgens GemM. N°. 3 van 1908, dat de ligplaatsen ten behoeve der scheepvaart aangeeft en regelt. Stoomschepen liggen meest in de Zuidergracht; schepen met hooi of turf in het Nieuwe kanaal. Zeilvaart is in de Stadsgracht, in het Vliet binnen de Poppebrug en in de Potmarge benoorden de spoorbrug verboden. De sluitingstijden der bruggen worden geregeld tweemaal per jaar ter algemeene kennis gebracht. Op Zon- en feestdagen zijn de meeste bruggen van 9 u.—1 u. v.m. en van 2 u.—8 u. n.m. gesloten. De Gemeente heft brug-, haven- en kadegeld. Bruggeld aan 7 draaibruggen over de Singelgracht (de Hoekpoortsbrug is uitgezonderd) bedraagt: voor vaartuigen beneden 50 ton 12 V, ct.,'s nachts (na 10 u.) 35 ct. van 50 ton tot 100 ton 15 „ „ „ 45 „ „ 100 „ „ 150 ., 20 „ „ „ 60 „ „ 150 „ „ 200 '„ 25 „ „ „ 75 „ „ 200 „ en meer 30 „ „ „ 90 „ ') i) Zie verder: GemM. n». 35 van 1919. 207 Havengeld: voor ligplaats nemen in de stadswateren li ct per ton per 4 weken; voor beurtschepen verminderd tarief. Het recht is ook verschuldigd op het Vliet tot de Poppebrug, de Dokkumer Be tot benoorden Camstrabtjren en op een deel van de Totmarge. Met ladende of lossende vaartuigen zijn gedurende 24 uren vrij.J) Kadegeld wordt geheven voor het genot eener vaste ligplaats.2) De binnengrachten, tezamen lang 1,5 K.M., zijn nauw, slechts 1,40 M. diep en overspannen door 14 vaste bruggen (kleinste wijdte 4,20 M. en vrije hoogte 2,10 M.). De vaart met stoom- en motorschepen erin is verboden. Van Donderdag 3 u. n.m. tot Vrijdag 3 u. n.m. is in het algemeen de gewone vaart door de binnengrachten 'ten behoeve der marktvaart verboden. Afstandstabel. (Van af de Harlingervaart oostwaarts rond.) Afstand in ILigging.I K.M. uit het beginpunt. 0,0 Z. Trekvaart naar Harlingen (52) (29 K.M.) tevens invaart voor de trekvaart naar Sneek (22 K.M.). Over den mond bevindt zich de Verlaatsbrug; wijd 9 M. Bruggeld als voor de bruggen over de Stadsgracht. Op 0,2 K.M. uit den mond bevindt zich oostelijk de spoorhaven; lang: 200 M.; diep: 1,80 M. met draaibrug; wijd: 7 M. 0,0—1,0 Zuiderstadsgracht. 0,3 Prins Hendrikbrug (dr); wijd: 7 M. 0,6 Wirdumerpoortsbrug (dr.); wijd 8,80 M. 0,7 Z. Potmarge (4) naar de Tijnje (5). 0,8 Voetveer. ') Zie verder: GemM. n°. 25 van 1907. 2J Zie verder: GemM. n°. 6 van 1921. 208 Afstand in ILigging | K.M. uit het beginpunt. 0,9 O. Nieuwekanaal[ö],naai devaartvan Groningen (58 K.M.) naar Lemmer (55 K.M.) met lste kanaalbrug over den mond (dr.); wijd 7 M. Bruggeld als voor de bruggen over de stadsgracht. 0,9—2,2 ! Ooster Stadsgracht. 1,0 Oosterbrug (dr.); wijd 6,95 M. 1,3 Vlietsterbrug (dr.); wijd 6,35- M. 1.3 Het Vliet (3); verbinding met de Tijnje. 1,9 Hoeksterpoortbrug (Rjjksdr.) in den Gronin¬ ger straatweg; wijd 7,90 M. Geen bruggeld. Van toepassing is het „Algemeen reglement van politie voor rivieren en Rijkskanalen" (zie bl. 13) en het „Bijzonder reglement" van 23 Mei 1892 StM. n°. 118 (zie bl. 30). Sluitingstijd op Zondagen van 9 u. v.m.—1 u. n.m. en van 2,30 n.m.—8 u. n.m. 2,0 Verwersbrug (dr.) wijd 9,90 M. 2.2 Dokkumer Me (52) naar Dokktjm (24 K.M.) en de Lauwerszee. 2,2—3,0 No order stadsgracht. 2.3 Noorderbrug (dr.); wijd 6,90 M. 2,5 Voetveer. 3,0—3,8 Westerstadsgracht. 3.3 Vrouwenpoortsbrug (dr.); wijd 6,60 M. in den weg naar Feanekeb. 3.4 Station van den tramweg naar 't Bildt. 3.7 Voetveer. 3.8 I Z. Trekvaart naar Harlingen. (52). 3. HET VLIET. (I) Van de OosterstatlsgracM te Leeuwaeden bij de Vlietsterbrug naar het Nieuwe kanaal en de Tijnje (5). Lengte 1,6 K.M. Breedte van 10 M. tot 25 M. Diepte 1,50 M. onder F.Z. P. 209 4 beweegbare 'bruggen; wijdte 5,45 M. Bruggeld: f0,06; na 10 u. 'snachts f0,30. i) Op Zondagen van 9 u.—12 u. v.m. gesloten. Geen schutsluizen. Los- en laadplaats over bijna de geheele lengte. In beheer bij de Gem. Leeuwarden. Toegelaten snelheid 5 K.M. per uur; verboden te zeilen. Zie voor het beheer (2). Afstandstabel. Afstand in ILigging.l K.M. uit het beginpunt 0,0 W. Oosterstatlsgracht, benoorden de Vliet sterbrug. 3,0 Boomsbrug. 0,3 [ Wiltebrug. 0,5 Blamoebrug. 1,0 Poppebrug. 1.5 N.O. Kurkemeer (III) naarhet Ouddeel nabij den spoorweg; voor vaartuigen tot 30 ton. lengte 2,1 K.M.; breedte van 9 M. tot 14 M.; diepte 1,20 M. (officieel 1,50 M.). 1 vaste brug; wijdte 4,25 M.; hoogte 2,40 M. In beheer bij de Gem. Leeuwarden. Motofbooten toegelaten. 1.6 j Nieuwe kanaal (5). 4. POTMARGE. (II) Vande Zuiderstadsgracht te Leeuwarden (2) naaide Tijnje, wordt slechts door vaartuigen tot 40 ton bevaren. Lengte bijna 3 K.M. Breedte van 7 M. tot 22 M. Diepte 1,40 M. onder F. Z. P.; gebaggerd in 1917. i) GemM. n°. 35 van 1919. 14 210 1 gewone vaste brug en 1 bew. spoorwegbrug; minste brugwijdte 5,8 M.; hoogte 3,25 M. Geen schutsluizen. In beheer bij de Gem. Leeuwarden. Zie voor het beheer (2). Afstandstabel. Afstand in Ligging. KM. uit het beginpunt. 0.0 Potmargebrug. (v.). 0,2 Beweegbare brug in den spoorweg naar Groningen; wijdte 5,80 M. Wordt 10 min. vóór aankomst van een trein gesloten. Geen dagsein. 1) 1.0 Hüizum; haven van de Gem. Leeuwarderadeel; geene rechten. 1.1 Wirdumervaart. (8). 2,8 I Tijnje. (5). 5. VAART van LEEUWARDEN naar SUAWOUDE in aansluiting met de VAART van GRONINGEN naar DE LEMMER. (I) Van de Stadssingelgracht (2) te Leeuwarden naar de Nieuwe vaart (Suawoude) (1). Hoofdvaarweg van Leeuwarden naar Groningen. Lengte ruim 11 K.M. Breedte 25 M. en meer. Diepte 2,0 M. onder F. Z. P. 3 draaibruggen, wijd 7,00 M. Geen schutsluizen. Los- en laadplaatsen langs het Nieuwe Kanaal. In beheer bij de Pr. Toegelaten grootste afmetingen, enz. : diepgang 1,80 M. Voor stoom- en motorbooten: lengte 31,50 M.; breedte 5,40 M.; i) K. B. van 11 Sept. 1875, StM. n°. 169, met wijzigingen. 211 snelheid 8 K.M. per uur; van 15 October—1 April 9 K.M., behalve westelijk van de spoorbrug over de Tijnje: 6 K.M. Afstandstabel. -Afstand in ILigging.l k.m. uit het beginpunt. 0,0 I W. Zuiderstadsgracht van Leeuwarden (2). N. | Oosterstadsgraoht van Leeuwar- i den (2). 0,0—1,7 I ! Nieuwe Kanaal. 0,0 lste Kanaalbrug (dr.), wijd 7,00 M. (gem.). Bruggeld als voor de bruggen over de Stadsgracht te Leeuwarden; zie (2). 1,0 2e kanaalbrug (dr.). | Bruggeld als boven. 1,7 Het Vliet (3), verbinding met de Ooster¬ stadsgracht. Nabij het Nieuwe kanaal uitmonding in het Vliet van de Kurkemeer (3) naar het Ouddeel. 1,7—2,7 Tijnje. Kleienburg. 2.0 Draaibrug in den spoorweg Leeuwarden— Groningen; wijd 7,05 M. Wordt 10 min. vóór aankomst van een trein gesloten.J) 2.7 W. Potmarge (4) naar Huizumfrumi 1,5 K.M.), en naar de Wirdumervaart (8). 2.8 W. Oude Potmarge, diep ong. 1,30 M., bevaar¬ baar tot de afdamming bij Huizum. 2,7—3,2 Wijde Grons. 3,2 Froskepolle. Voetveer. 3,2 Z. Nauwe Grons (7), verbinding te Grouw met de vaart Groningen—de Lemmer. 3,2—4,1 Woudmansdiep. 4.1 O. Het Ouddeel (72) naar Tietjebk en Dokkum. i) k. B. van 11 Sept 1875, StM. n°. 169, met wijzigingen. 212 Afstand in ILigging.l k.m. uit hot beginpunt. 4,1—6,4 | Langdeél. 4.2 I O. Rustenburg. 4,9 0. Altenburg. Voetveer. 6.4— 9,5 Langemeer. 6,4 Z. Zuidelijke voortzetting van het Langdeél naar de Kruiswaters (6), hoofdverbinding met den vaarweg Groningen—de Lemmer. 6,4 Z. Baak ter aanduiding van de samenkomst der beide vaarrichtingen. 7,6 Z. Oeble Oomssloot, naar het Wartenaster Wijd (6) (ruim 2 K.M.), landbouwvaartje. 8,1 Z. Magere Werdstersloot, (als boven). 8.3 N. Oude Luijnen, opvaartje naar den Louws- meerpolder (2 K.M.). 8,3 Voetveer. 9.5— 11,3 Schalkediep. 10,0 N. Nieuwe-Diep (76) naar Suawoude (2 K.M.) en Tietjerk (5 K.M.). 10,9 Z. Fonejagt, Oude Diep, Garijper Rak (tezamen 1,3 K.M.), doodloopend. 11,3 | Punt van samenvloeiing met het Wijde Hop en het Nieuwe kanaal (vaart van | Groningen naar de Lemmer) (1). 6. VAART WARSTIEN8—KRUISWATERS In aansluiting met de VAART van GRONINGEN naar DE LEMMER. (I) Verbindingsvaart van de vaart Leeuwarden—Suawoude (5), met de vaart Groningen—Suawoude— de Lemmer (1), van benoorden Warstiens tot de Kruiswaters; tevens vaarweg van Leeuwarden naar Drenthe, in aansluiting met den Vaarweg van Kruiswaters naar de Smildevaart bij Assen (84). 213 Lengte 5 K.M. Breedte 25 M. en meer. Diepte 2,00 M. onder F. Z. P. 1 draaibrug, wijd 6,00 M. Geen schutsluizen. In beheer bij de provincie. Toegelaten grootste afmetingen, enz.: diepgang 1,80 M. Voor stoom- en motorbooten: lengte 31,50 M.; breedte 5,40 M.; snelheid 8 K.M. per uur; van 15.October—1 April 9K.M. Afstandstabel. Afstand in i Ligging. K.M. uit het beginpunt 0,0—2,8 Langdeei. 0,0 N. Voortzetting van het Langdeei (5) noordwaarts naar Leeuwarden (6,4 K.M.) O. Lange-meer (5), verbinding te Suawoude met de vaart naar Groningen (1). 0,0 Baak op den hoek van het Langdeei en de Langemeer. 1.0 W. Warstiens. 1.1 W. . Los- en laadplaats. 2,0 W. Ondiepe verbinding naar de Wargastervaart (7). 2,5 Z. [ MlDBUREN. 2,8—4,0 j Wartenaster Wijd. 3,3 | Oeble Oomssloot, naar de Langemeer (ruim 2 K.M.) ondiep landbouwvaartje. 3,8 Magere Werdstersloot naar de Lange¬ meer (ruim 2 K.M.), ondiep landbouw' vaartje. 4,0 N.Z. Wartena; los- en laadplaats van de Gemeente. Verschuldigd is voor laden en lossen f 0,01 per ton, : (minstens f 0,10); voor opslag van goederen f 0,01 per I M*. en per dag. 214 Afstand in Ligging. k.m. uit het beginpunt. 4,0 Draaibrug (gem.), wijd 6 M. Bruggeld: tot 10 ton f 0,06, klimmende tot f 0,40 b(| 100 ton, en tot f 0,80 bij 500 ton en meer; 'snachts dubbel tarief. ') 4,0—5.0 Mogsloot. 5,0 Z. Kruiswaters; baak op elk der vier I landhoeken. Z.W. I Graft (1) naar Lemmer. Z.0. Langesloot (84), naar de Wijde Be, en verder naar Drenthe. ■ - N.O. Meersloot (1) naar Groningen. 7. VAARWATER van GROUW naar het WOUDMANSDIEP. (II) Van de vaart Groningen—de Lemmer (1), noordelijk van Grouw, noordwaarts langs de Nauwe Galle,. Pomprak, Koldijksterrak, Kromslootrak, Aegumer Diep, Wargastervaartf Nauwe Grons, naar het Woudmansdiep (5). Lengte 11 K.M. Breedte 8 M. en meer. Diepte 1,70 M. onder F. Z. P. 3 beweegbare bruggen, wijd 6 M. Geen schutsluizen. Toegelaten grootste afmetingen, enz.: diepgang 1,50 M. onder F. Z. P. Voor stoom- en motorbooten: lengte 21,50 M.; breedte 3,80 M.; snelheid 8 K.M. per uur; van 15October—1 April 9K.M. In beheer bij de provincie. Afstandstabel. Afstand in Ligging.l KM. uit het beginpunt. 0,0 Z. Wijde Galle (1) 0,5 K.M. benoorden Grouw bij het vereenigingspunt met De Meer. i) Ver. der Gem. Idaarderadeel van 4 Nov. 1920. 215 Afstand in ILigging.! K.M. uit het beginpunt. 0,0—1,1 | Nauwe Galle. 0,0 | O. De Meer (1). Baken wederzijds de invaart. 0,0 I W. Spokerssloot, verder Boschsloot naar I Idaard; landbouwvaartje, diep ongeveer 0,80 M. 0,5 W. Hoflandstersloot; landbouwvaartje, ondiep. 1,1—1,7 Pomprak. 1,7 O. Bouwesloot naar het Timertsmeertje; 0,7 K.M., diep 1,10 M. en verder door de Meertijnje naar de Graft (1). 1,7—2,1 Koldijksterrak. 2,1 Z.W. Vaartje naar de Hoflandstersloot, ondiep. 2,1—2,5 Kromslootsrak. 2,5 W. Kroramesloot naar Idaard, ruim 1 K.M., breed 8 M., diep ong. 0,80 M. 2,5—3,7 W. Aegumerdiep. 3.1 W. Aegum, opvaartje, lang 0,4 K.M., breed 7 M., diep 0,60 M. 3,7—8,0 Wargastervaart. 3,7 W. Ringsloot om den Wargasterpolder, lang 3,5 K.M., zuidelijke mond; ondiep. 3,9 O. Dom wier. 5.2 W. Ringsloot om den Wargasterpolder, noor¬ delijke mond; ondiep. 5,7 O. Verbinding, diep 1,20 M., met de Graft (naar Groningen), door de Fondering, Maenewei en Windsloot (4 K.M.), noordoostelijk van het Waterschap De Groote Krijte. 1 K.M. oostelijk van Warga heeft deze vaart een verbinding naar het Wartenasterwijd (6) benoorden Midburen. 5,8" Draaivoelbrug. Bruggeld: stoom- en motorbooten 3 ct.; andere vaartuigen: 2 ct, boven 25 ton 3 ct; beneden 10 ton 1 ct. ') i) K. B. van 11 Nov. 1908. 216 Afstand in Ligging.l k.h. uit het beginpunt. 5,9 Wakga. Groote brug. Bruggeld tot 10 ton f0,06, klimmende tot f 0,40; bij 100 ton en f 0,80 bij 500 ton en meer; "s nachts dubbeL n Los- en laadplaats van de Gem. Verschuldigd voor laden en lossen f 0,01 per ton, minstens f0,10; voor opslag van goederen f 0,01 per m=. en per dag. Verboden ligplaats van 35 M. ten noorden van de brug, tot 60 M. ten noorden van K.M. paal. 8,9. 6,9 W. Ringvaartje om den Hempensermeerpolder, zuidelijke mond, lang 1,5 K.M., diep 0,6 M. 8,0 O. Nieuwe sloot, naar het Langdeei, lang 0,7 K.M., diep 1 M. 8,0—11,2 Nauwe Grons. 8,8 Z. Ringvaartje om den Hempensermeerpolder; noordelijke mond, diep 0,60 M. 10,0 0. Hempens, draaibrug. Geen bruggeld. 10,0 O. Hempenser Dorpsvaartje naar het Langdeei (5) 1,5 K.M. 11,2 O. Woudmansdiep (5). 11,2 N. De ODijnje (5) naar Leeuwarden, (ruim 3 K.M.). 8. WIRDUMERVAART of OUDE WIRDUMER VAART. (III—IV) Van de Potmarge, 1 K.M. Z.O. van Leeuwaeden tot Wirdum en de Tjaardervaart. Vaarwater van slechts plaatselijk belang. Voor pramen en kleine zeilschepen. Lengte 6 K.M. Breedte 5—12 M. Diepte ong. 1,00 M. onder F. Z. P. 2 beweegbare bruggen en 4 vaste bruggen. Wijd 4 M.; hoog 2,10 M. ]) Ver. der Gem. Idaarderadeel van 4 Nov. 1920. 217 Geen bruggeld. Geen schutsluizen. In beheer bij de Gem. Leeuwarderadeel. Van toepassing is het Algemeen politiereglement der Gem. Motorbooten toegelaten. Afstand in ILigging.l K. .M. uit het . beginpunt. 0,0 N. Pot marge (4), ruim 1 K.M. Z.O. van Leeuwarden. 0,1 Huizum; oph. Los- en laadplaats nabij de Potmarge. 0,1 Z.W. Oude Potmarge; nabij Huizum afgedamd; oostelijk deel bevaarbaar. (5). 0,7 Brug (v.). 1.2 Brug (v.) in den weg naar Hempens. 1,9 W. Goutum ; brug. Los- en laadplaats. 3,6 Brug in den weg van Leeuwarden naar Warga. 4.3 W. Oud-Diep slechts bij hoogen boezemstand voor pramen bevaarbaar; wordt afgesloten. 4,3 Het Hemeltje. 4,8 Brug. 5,3 Brug. 6,0 WlRDUM. Los- en laadplaats. 6,5 N. Werpster vaart, wordt uitgediept tot 1,20 M. en bij het ontworpen stoomgemaal afgesloten. N. Marwerdervaart, bevaarbaar als het Ouddiep. 6,8 O. Nieuwe Wirdumervaart naar de Wargaster ringvaart (7) (2 K.M.), landbouwvaartje. Z. Tjaardervaart naar Tjaard en de Wrjtgaardervaart, lang. tot de brug in den spoorweg naar Leeuwarden 1,6 K.M.; tot Wijtgaard aan den Rijksstraatweg nog 1,3 K.M., diep ruim 1 M., breed 7—12 M.; 1 valbrug, minste briigwijdte 4,50 M. Afstandstabel. 218 9. STADSSINGELGRACHT te SNEEK. (I) (Zie schetskaartje n°. 9.) " De Stadssingelgracht te Sneek is als het verbindingskanaal te beschouwen der vaarten naar Fkaneker (49), Leeuwarden (10), het Sneekermeer (12), het Oudhof (14) en naar IJlst en Bolsward (23)'. De Westersingelgracht wordt weinig bevaren wegens de onvoldoende doorvaartruimte der vaste bruggen. Lengte 2,2 K.M. Breedte ongeveer 20 M. Diepte 1,70 M. onder F. Z. P. van de Franekervaart tot de Houkesloot. 2,00 M. onder F. Z. P. van de Franekervaart tot de Kolk. 7 draaibruggen, minstens wijd 5,30 M. Geen schutsluizen. Over de binnenstadsgrachten bevinden zich nog meerdere bruggen, waarvan 3 met f 0,05 bruggeld en 1 met f 0,15 bruggeld; 's nachts dubbel. Los- en laadplaatsen aan de binnengrachten. In beheer bij de Provincie, behalve de Westerstadsgracht van de Franekervaart tot de Kolk, die in beheer is bij de gemeente. Toegelaten grootste afmetingen, enz.: Van de Geeuw tot de Houkesloot: diepgang 1,80. M. Voor stoom- en motorbooten: lengte 31,50 M.; breedte 5,40 M. Van de Franekervaart tot de Houkesloot: diepgang 1,50 M. Voor stoom- en motorschepen: lengte 21,50 M.; breedte 3,80 M.; snelheid in beide vakken 8 K.M.; van 15 Oct.—1 April 9 K.M. De Algemeene Politieverordening der Gem. Sneek, van 12 Jan. 1904, handelt over de openbare wateren, grachten en havens. 219 Verder zijn van toepassing de verordeningen betreffende het bruggeld van 5 Sept. 1916, gewijzigd 8 Nov. 1920 en betreffende de bediening van bruggen van 17 Jan. 1916 en betreffende kadegeld, enz. van 5 Sept. 1917. Recht voor het gebruik van wateren kaden en wallen in de Gem. Sneek: voor stoom- en motorschepen per M3. 3 ct.; voor zeilschepen li ct.; voor beurtschepen bijzonder tarief. Schepen, die niet laden of lossen en langer dan 12 uur oponthoud nemen 1 ct. per M3. Bij korter oponthoud zonder te laden of te lossen, benevens voor den Zondag is geen recht verschuldigd. Afstand sta bol. De sluitingstijden der bruggen in de Gem. Sneek zijn als volgt geregeld: Op weekdagen: van S u. 30—9 u. v.m.; van 12u.—12 u. 15n.m.: van 1 u.45— 2 u. n.m.; Van 10 u. 30 n.m.—4 u. 30 v.m. De Lemmerbrug is bovendien gesloten van 7 u. 15—7 u. 30 v.m. Op Dinsdagen worden de bruggen steeds geopend. Op Zondagen: van 9 u.—12 u. v.m.; van 1 u.—3 u. 30 n.m. en van 4u. 45— 6 n. n.m. De Koninginnébrug is op Zondagen den geheelen dag gesloten. Van af de Houkesloot zuidwaarts rond. Afstand in Ligging. KJL uit het beginpunt. 0,0 i Sneek. 0,0 ; N.O. De Oudevaart (11) naar Rauwebd (11 K.M.) i enz. 0,0 !' O. Houkesloot (12) of Zomerrak naar het Sneeker meer; 5 K.M. 0.0 Oppenhuizerbrug; dr.; wijd 5,60 M. i Geen bruggeld. 0,3 i Electrische ophaalbrug (nieuw gebouwd), ; wijd 8,20 M. i Geen bruggeld. 0,6 { Z.0. Woudvaart (14) naarH Oudhof (5 K.M.) I en Lemmer; met dr. over de invaart. Bruggeld f 0,15; 's nachts dubbel. 0,9 | ; Lemmerbrug; dr.; wijd 7,70 M. Bruggeld als boven. 0,9 \ De Kolk; haven, 0.5 H.A. 0,9 W. De Geeuw (23) naar Ulst (3 K.M.) en de Wij inerts. 0,9 0. Verbinding door de Waterpoort met de I Binnengrachten. 220 Afstand in Ligging. k.m. uit het beginpunt. 1,0 Wonderbrug (Oph.); wijd 6,80 M. Bruggeld als boven. 1,2 Koningsbrug (v.) in de Stationsstraat, wijd 5,55 M., hoog 1,3^7 M. 1.5 | Noorderpoortsbrug (v.) in de Parkstraat, wijd 2,88 M., hoog 2,05 M. 1.6 I N. Franekervaart (49), zeilvaart naar Fea- neker. 1.7 Koninginnébrug; dr. wijd 5,34 M. Geen bruggeld. 1,9 j N.O. Trekvaart naar Leeuwarden. (10). j met dr. „Bij den laatsten stuiver", over de invaart. Bruggeld als te K.M. 0,6. 2.0 Oosterpoortsbrug; dr. wijd 6,35 M. Geen bruggeld. 2.1 Z.W. Verbinding met de binnengrachten. 2.2 Houkesloot (12) naar het' Sneeker\ meer. 10. TREKVAART van SNEEK naar LEEUWARDEN Of ZWETTEVAART. (JI) Van de Woorderstadsgracht (9) te Sneek naar de Trekvaart van Harlingen naar Leeuwarden{h2), ruim 1 K.M. westelijk van de Leeuwardsche Stadssingelgracht. Lengte ruim 21 K.M. Breedte 14 tot 25 M. Diepte 1,70 M. onder F. Z. P. • 4 gewone beweegbare en 2 vaste bruggen, minstens Wijd 5,30 M., hoog 2,95 M. Geen schutsluizen. Jaagpad. In beheer bij de provincie. 221 Toegelaten grootste afmetingen, enz.: diepgang 1,50 M. onder F. Z. P.; voor stoom- en motorbooten; lengte 21,50 M.; breedte 3,80 M.; snelheid 8 K.M. per uur; van 15 October—1 April 9 K.M. Afstandstabel. Afstand in Ligging.l k.m. uit het beginpunt. 0,0 Sneek. 0,0 Z. Woordelijke Stadsgracht (9). 0,0 Draaibrug „Bij den laatsien stuiver", wijd 6,50 M. Bruggeld f 0,15, 's nachts dubbel, i) Sluitingstijd als in de Gem. Sneek (9). 2,9 N. Opvaartje naar Schabnegoütum 0,5 K.M. 2,9 Ophaalbrug (gem.); wijd 5,30 M. (nauwste brug over de vaart). Bruggeld voor vaartuigen tot 10 ton f 0,03, grootere f 0,06; 's nachts dubbel. 2) 5.3 N.W. Bozumervaart (50) naar de Zeilvaart Sneek—Franeker (49). 7.4 O. Deebsum, 0,5 K.M.; brug met los dek, wijd 5,55 M. 10,0 Z.O. Zijltjessloot; verbinding met de Sneeker Oudvaart(ll). Schutsluis aan de in vaart. 10,2 Dillebrug (dr.) v. d. Gem. Sneek. Bruggeld tot 20 ton f 0,03; van 20-40 ton f 0,05; „ 40—50 „ f0,10; „ 50—60 „ f0,15; boven 60 „ f 0,20; stoom- en motorbooten dubbel. 's Nachts tot 20 ton dubbel, grootero vaartuigen f 0,06 meer. De Dille. Los- en laadplaats. Krinzerarmzijl. 10,2 N W. Oosterwierumervaart (50), naar de Frane- kprvan rt. tA.Q\ •) Ver. der Gem. Sneek van 5 Sept. 1916, gew. 8 Nov. 1920. ') Ver. der Gem. Wymbritseradeel van 19 Dec. 1908. 222 Afstand in Ligging. K.M. uit bet beginpunt. 13,2 W. Mantgu niervaart naar Mantgum; lang 2,5 K.M., breed 7—12 M., diep 1,30 M , gebaggerd in 1920; 1 vaste brug, wijd 5,50 M., hoog 2,50 M. Los- en laadplaats. 15,5 W. "Weidumervaart, naar Weidum (1 K.M.) en naar de Jorwerdervaart (ruim 2 K.M.) (51). 15.5 ! Weidumerbrug (v.), in den weg van Wir- dum naar Weidum; wijd 5,70 M.. hoog 3,20 M. 16,1 W. Jorwerder- of Jaanvaart (51), naar Joewerd en verdér. 17,1 W. Opvaartje naar Jellum, ruim 1 K.M. 18,1 W. Jellumervaart, naar Noordburen; lang 1,7 K.M., breed 4—6 M., diep 1,20 M. 3 zetten, wijd 4,00 M.; verkeert in vervuilden toestand. 19.6 W. Boxumervaart, naar Boxum, met los- en laadplaats der Gem. vrij. Bevaarbaar voor schepen van 25 ton; 4 bruggen. Geen bruggeld. De vroegere verbinding door de Hilaarder Oudvaart naar Hilaard is onbevaarbaar. 20,5 Draaibrug in den spoorweg van Har¬ lingen naar Leeuwarden, wh'd 6,75 M. Wordt- 10 min vóór- aankomst van een trein gesloten.1). 21,1 N. Trekvaart van Harlingen naar Leeuwarden, (52) bij Schenkenschans, westelijk van Leeuwarden. ii. oude vaart, ui—iv. Van de Houkesloot (12) nabij de Stadsgracht (9) te Sneek naar Rauwerd. Plaatselijk- en landbouwverkeer. De meeste dorpen, ook aan de zij vaarten gelegen, zijn met schepen van 30 ton te bereiken. i) k. B. van 11 Sept» 1875, St bl. n". 169, met wijzigingen. 223 Lengte 11,3 K.M. Breedte van 7—15 M. (bodembreedte minstens 5 M.) Diepte ong. 1,30 M. Kanaalpeil = 0,10 M.—0,15 M. onder F. Z. P. Het winter peil is hooger. In de hoofdvaarten: 5 beweegbare (zetten) en 5 vaste bruggen; minstens wijd 3,90 M.; minstens hoog 2,20 M. 4 schutsluizen en 2 keersluizen in de zij vaarten. Naar het Sneekermeer bestaat scheepvaartverbinding door de Houkesloot, de schutsluis Gauwsterzljl en de schutsluis in de Oude Wetering, tenzij bij gelijk water. De sluizen en keersluizen zijn in den regel gesloten. In beheer bij het Waterschap „De Sneeker Oudvaart". Van toepassing is de Politieverordening van het Waterschap. Motorbooten behoeven schriftelijke vergunning van het bestuur. Geene sluis-, bruggelden of andere rechten. Ook de gem. los- en laadplaatsen zij vrij van rechten. Afstandstabel. Afstand in Ligging. K.M. uit het beginpunt. 0,0 Z. Houkesloot (12), onmiddellijk aan de stadsgracht (9) te Sneek. 1,1 Schutsluis te de Domp; schutlengte: 28 M.; wijdte 4,50 M.; diepte 1,70 M. 1,5 O. Offlngawierstervaart, naar Offingawier (1 K.M.) en de Ofnngawiersterzijl (2 K.M.), breed 3 M., diep ong. 1 M. De Offingawiersterkeersluis is wijd 3,50 M., diep ong. 1,10 M. Scheepvaart door de sluis is alleen mogelijk in gevallen van gelijken binnen- en buiten waterstand. 2,0 W. i Opvaartje naar Loënga 0,8 K.M. onbeduidend; diep 0,60 M. 3,4 W. | Opvaartje naar Goënga 0,6 K.M. onbeI duidend; diep 0,70 M. j Los- en laadplaats der Gem. 224 Afstand in Ligging.l K.m. uit het beginpunt. 4,1 N.O. Rollumervaart;diepong.lM.naarGAUwen verder naar het Oude Ried (diep 1,20 M.) met schutsluis aan het Sneekermeer (Gauwstersluis) lang 16 M., wijd 3,50 M., diep ong. 1,10 M. 4.8 O. Gauwstervaart, naar Gauw en verder Kipsloot genaamd, naar het Oude Ried en de Gauwstersluis; diep tot Gauw ong. 1,20 M. verderop 0,60 M. Los- en laadplaats der Gem. te Gauw. 5.3 N.O. Aesgemavaart. 5,5 Z.W. Speersteropvaart naar Speeesteehujzen, onbeduidend. 5.9 O. Sybrandabuurstervaart; breed 7 M.; diep ong. 1,20 M.; naar Sybeandabueen 0,4K.M. en verder naar het Sneekermeer (3,5 K.M.). Keersluis nabij het Sneekermeer. Wijd 3,60M.; diep ong. 1,10 M. Scheepvaart door de sluis is alleen mogelijk bij gelijken buiten- en binnenwaterstand. Los- en laadplaats der Gem. ' Oph. (gem.) te Sybeandabueen in den weg van Gauw naar Teezool ; 's Zondags vanaf 8,30 v.m. gesloten.x) 6.4 N.O. Westei einder vaart, naar Teezool (1 K.M.) en verder. 7,1 N.W. Deersumer Opvaart, lang 1,3 K.M.; diep on g. 0,80 M.; naar Deeesum bevaarbaar voor vaartuigen tot 20 ton. Los- en laadplaats der Gem. 7,8 O. Kerkevaart (diep ong. 1 M.), naar Teezool, en verder naar de Kruisbrekken en Terzoolster Zijlroede. Oph. (gem.) in den weg van Sybeandabueen naar Poppingawieb te Teezool. Sluitingstijd als te Sybrandaburen. Los- en laadplaats der Gem. te Teezool. i) Ver. der Gem. Bauwerderhem van 14 Aug. 1920. 225 Afstand in Ligging. k.m. uit bet beginpunt. 18,5 N. Bu re vaart, naar Poppingawieh, 0,4 K.M. en oostelijk door de Bangavaart naar de Kruisbrekken of Terzoolsterbrekken en Terzoolster Zijlroede naar de Nieuwe Schutsluis nabij de monding in de Oude Wetering, benoorden de schutsluis te Terhorne. Afmetingen als te K.M. 1,1. Lang tot de sluis ruim 4 K.M., diep ong. 1,40 M.; breed van 8—10 M., brugwijdte 4 M. Oph. (gem.) te Poppingawier in den weg Ivan Rauwerd naar Terzool. Sluitingstijd als te Sybrandaburen. 2 los- en laadplaatsen der Gem. 10,3 W Zijltjesloot; lang 1,2 K.M.; breed van 7 tot 10 M.; diep ong. 1,40 M.; naar de Trekvaart Sneek—Leeuwarden. Schutsluis bezuiden De Dille; afmetingen als te K.M. 1,1. 11.2 O. Flansumervaart, naar de Kruisbekken enz. 11.3 O. Rauwerd; afdamming van het vaarwater naar het noorden. 2 los- en laadplaatsen der Gem. 12. VAART van SNEEK naar het KRUISWATBR, of HOUKESLOOT. (I) Van de uitmonding in de Oosterstadsgracht te ;Sneek [9] naar het Kruiswater, westelijk van het Sneekermeer. Hoofdverbinding van Sneek met de vaart van Groningen naar de Lemmer (1). Lengte ruim 4 K.M. Breedte (bodembreedte): 11 tot 15 M. Diepte 2,00 M. onder F. Z. P. Geen bruggen. Geen schutsluizen. 15 226 In beheer bij de Provincie. Toegelaten grootste afmetingen, enz. diepgang : 1,80 M. onder F. Z. P.; voor stoom- en motorbooten: lengte 31,50 M. breedte 5,40 M. snelheid 8 K.M. per uur; van 15 Oct.—1 April 9 K.M. Afstandstabel. Afstand in ILigging.l k m. uit het beginpunt. 0,0 j W. Oosterstadsgracht te Sneek [9] nabij de Oppenhuizerbrug. 0,0—4,3 I | Houkesloot. (Zomerrok.) 0,0 N.O. I Oudevaart (11), naar Rauwerd. 1,9 Z. Nieuwe Aanleg; voetveer. 2,0 ' Z. Vaarwater naar Oppenhuizen, enz. (13). 3,3 Z. ] De Drie Pollen. Vaargeul noordelijk. 3,9 i N. Verbinding met de Potten, diep: 0,80 M. en verder met de Zijlroede van Offinga- vier (11); de zuidoostelijke doorvaart naar de Houkesloot door de Langelandsloot is onbevaarbaar. 4,3 I N. Baak op den noordelijken landhoek bij het Bruiswater. 4,3 O. Het Bruiswater (1); van hier noordelijk naar het Sneekermeer, zuidelijk naar Lemmer. 13. GES of OUDE VAART. (III) Vaarwater van de Houkesloot (12) naar de Brugsloot (1). Plaatselijk- en landbouwverkeer. Lengte 2,5 K.M. Breedte ongeveer 8—10 M. Diepte ruim 1 M. 7 draaibruggen, minstens wijd 3,60 M. Geen bruggelden. 227 Geen schutsluizen. In beheer bij het Waterschap „Oppenhuizen". Van toepassing is de politieverordening van het t Waterschap. Schepen grooter dan 15 ton mogen in dit vaarwater niet zeilen, kleinere alleen voor den fok. Stoom- en motorbooten behoeven vergunning van het Waterschap. Geen rechten. Afstandstabel. Afstand in Ligging.l K.M. uit het ! beginpunt. 0,0 N. j Houkesloot (12), bij den Nieuwen Aanleg. 0,6 Z.W. Broeresloot, naar de Witte Brekken; lang 1,5-K.M., diep ong. 1,00 M.; met trambrug (V.). 0,9 O. Douwesloot en het Wijd, naar Modderige Geeuw (1), 1,8 K.M., diep ong. 1,00 M. 1,3 Oppenhuizen. 2,1 Z.W. Leijenpoelsloot en Leijnepoel, naar het Nauw, lang 1,8 K.M., diep ong. 1,00 M.; met tramdraaibrug. 2,5 UlTWELT.INGEKGA. 2,5 Z. Ooster en Westerbrugsloot, (1) (vaart Groningen- de Lemmer). Voortzetting der vaart, zuidelijk van de Oosterbrugsloot naar de Horseweg (15) onder den naam Zuidendstervaart, ruim 1 K.M., diep ong. 1,00 M. 14. VAARWEG ran SNEEK naar 'T OUDHOF. (I—II) Van de Stadsgracht (9) te Sneek, 0,3 K.M. oostelijk van de Kolk, door de Woudvaart en Witte Brekken naar het Oudhof; verbinding aldaar met de vaart Groningen—de Lemmer. (1). Lengte 5 K.M. Breedte in den bodem 10—15 M. Diepte 1,70 M. 228 Geen bruggen, behalve te Sneek; wijdte 6,30 M. Geen schutsluizen. In beheer bij de Provincie. Toegelaten grootste afmetingen, enz.: diepgang 1,50 M. onder F. Z. P.; voor stoom- en motorbooten: lengte 21,50 M.; breedte 3,80 M.; il'i.or'ti snelheid 8 K.M. per uur; van 15 October—1 April9 K.M. Afstand in ILigging.j K.M. uit het beginpunt. 0,0 I Stadsgracht te Sneek; (9) met los-en laadplaatsen. 0 0 2 6 | Woudvaart. 0,0 I ! Woudvaartsbrug (Oph.); wijd 6,30 M. | Bruggeld f 0,16, 's nachts dubbel tarief, i) j Sluitingstijd als in de Gem. Sneek (9). 0,3 O. | Sperkhem, doodloopend water. 2 5—3 7 I Witte Brekken; baak op den N.O. oever ter aanduiding van de invaart der WoudI' vaart. De vaargeul is aangeduid met j een witte ton aan de westzijde, en een zwarte ton aan de oostzijde. 2 6 N.O. Broeresloot (13), naar Oppenhuizen, 1,5 | K.M. 2 7 W. Door de Zwarte Brekken naar de Ooster "Wijmerts enz., diepte ong. 1,00M. tot 1,80M. J Nauwe- en Ooster Wijmerts zijn 1,00 tot I 1,40 M. diep. 3 2 W. Modderige Rijd, naar de Ooster Wijmerts (19), slechts 0,60 M. diep. 3 7 4 9 Kauw van de Brekken. Afstandstabel. 1) Verord. Gem. Sneek van 5 Sept. ,1916, gew. 8 Nov. 1920. 2) Verord. Gem. Snoek van 17 Jan. 1916. 229 Afstand in ILigging.j K.M. uit bet beginpunt. 4,5 N.O. Leijenpoelsloot, naar Uitwellingerga, ; ruim 1,5 K.M.; diep ong. 1 M. 4,9—5,1 I Set Oudhof (1); (vaart Groningen— de Lemmer), betond als de Witte Brekken. ! Roode ton beneden het kruispunt der fi vaarwaters naar Stavoren (18) en Groningen (1). (Zie schetskaartje n». 5.) N.O. Westerbrugsloot. Z.W. Geeuw. Z. Nieuwe Weg. N.W. Ooster Wijmerts. 15. VAARWATER van het FETSEHOL naar de GOËNGARIJPSTER POELEN. (IV) Weinig bevaren; plaatselijk verkeer. Lengte 4,6 K.M., diepte 1,40 M., behalve in de beide | mondingen in de Langmeerdervaart, die ong. 1 M. diep zijn. 1 vaste brug;-wijd 6 M., hoog 3 M. Geen schutsluizen. In beheer bij de aangrenzende Gemeenten, de Domeinen ': en het Waterschap Oppenhuizen c. a. Afstandstabel. Afstand in Ligging.! F K.M. uit het j beginpunt. 0,0 Z.W. | Fetsehol; vaarweg Groningen— ' Lemmer. (1). 0,3 W. Verbinding met de Geeuw. (0,7 K.M.). 0,7 J Statenbocht. ' 0,7—1,8 Stobberak. 1.7 Brug(v.) in den Stoomtramweg naar Joure. 1.8 N. | . Zuiderendstervaart (13) naar Zuiderend, I en naar de Oosterbrugsloot. [1,8—2,5 Horseweg. 230 Afstand in ILigging.' K.M. uit het beginpunt. 2.5 N. Nauwe Geeuw, naar de Modderige | Geeuw. 2.5— 3,0 Juigensloot. 3,0—3,6 Langstaartenpoel. 3,4 Z. Naar het Jentje-meer, Fammensrakken, de Brekken (ondiep). 3,4 O. Elvesloot (ondiep). 3.6 N. De Dolle en Hollegracht, diep 1,20 M. 3.6— 4,0 Vrije Grassloót. 4,0—4,6 Gudsekop. 4,6 N.W. Joustervaart. (16). 4,6 N. Goëngarijpster Poelen; verbinding naar het Sneekermeer en Joure. 16. VAARWATER VAN HET SNEEKERMEER NAAR DE LANGWEERDER WIELEN. (II) Van de Houkesloot (12) door het Sneekermeer (1), Siebesloot, Goëngarijpster Poelen, Noorder Oude Weg, Oude Weg en de Langweerder Wielen naar de vaargeul der vaart Groningen—de Lemmer (1). Lengte ruim 9 K.M. Breedte zeer onregelmatig. Diepte 1.70 M. 1 draaibrug, wijd 7 M. Geen schutsluizen. In beheer bij de Provincie. Toegelaten grootste afmetingen, enz.: diepgang: 1,50 M. — F. Z. P.; voor stoom- en motorbooten: lengte: 21,50 M.; breedte: 3,80 M.; snelheid: 8 K.M. per uur; van 15 Oct.—1 April 9 K.M. 231 Afstand in ILigging.I k.m. uit het beginpunt. . 0,0 N.W. Houkesloot (12). Roode ion n. der invaart naar het Kolmeersgat. 0,0 Kolmeersgat, baken.op den zuidelijken oever. 0,0—1,3 I I Kolmeer en Sneekermeer. 1,3—1,6 Siebesloot of Sybeslool. fl,3 Baak op den noordelijken oever. 1,6 Baak op den zuidelijken oever. 1,6—3,1 Goëngarijpster poelen, grootendeels 1,80 M. diep. N. Doorvaart naar de Zoutpoel, Heeresloot en het Sneekermeer. (Zie bladz. 199.) 2,6 O. Goëngarijp. 3,1—8,3 Koorder Oude Weg en Oude Weg. Baak aan de invaart op den o. oever. 3,1 N.W. Joustervaart, naar het Bruiswater en Sneek (ondiep). 3.1 Z.W. Verbinding naar het Fetsehol (15). 5,4 W. Bloksloot (ondiep) naar Jentje meer (bevaarbaar voor bokvaartuigen) en door de Pammensrakken en de Brekken, diep j 1,20 M., naar ée-Langweerdervaart (1), 4 K.M. 6,6 O. Zijlroede (l^^aar Joure,met schutsluis aan de invaart. 7.2 Draaibrugin den stoomtram weg van Sneek naar Joure, wijd 7,00 M. Wordt 10 min. vóór aankomst van een trein gesloten. Geen bruggeld. 8,3—9,0 Langweerder Wielen. 9,0 Z.O. Vaargeul der vaart Groningen— Lemmer bij Boornzwaag; noordelijk van de Groote Polle. t-—— i) k. B. van 3 Jan. 1911, St.bl. n°. 2, ter beveiliging van de brug. Afstandstabel. 232 Afstand in I Ligging. K.M. uit bet beginpunt. Het vaarwater vanaf de Zijlroede is betond, Z.O. zwart, N.W. wit. N. van het kruispünt met de vaargeul van de vaart Groningen—de Lemmer liggen 2 roode tonnen. 17. ZIJLROEDE Tan JOURE. (II) Van het vaarwater Sneeker Meer—Langweerder Wielen (16) naar Jotjee. Hoofdvaarweg naar Joure. Lengte 2,60 K.M. Breedte minstens 20 M. Diepte 1,70 M. 4 beweegbare bruggen, minstens wijd 4,80 M., hoog 2,00M. Schutsluizen aan in- en uitvaart. In beheer (tot de Tolhuisbrug) bij de Provincie. Toegelaten grootste afmetingen, enz.: diepgang 1,50 M. -f- F. Z. P.; voor stoom- en motorbooten: lengte 21,50 M.; breedte 3,80 M.; snelheid 8 K.M.; van 15 Oct.—I April 9 K.M. Geen tarieven voor de gem. los- en laadplaatsen. Afstandstabel. Afstand in Ligging. K.M. uit het beginpunt. 0,0 W. Oudeweg (16) 0,7 K.M. benoorden de stoomtrambrug, naar het Sneekermeer en de Langeweerder Wielen. 0,1 Schutsluis in de Nieuwe Slachtedijk (pr.). Schutkolklengte 35 M., wijd 7 M., diepte 1,80 M. De sluis wordt slechts gesloten bij storm achtig weer en hoog water, tegelijk met de sluis te Terhorne; kenbaar bij dag 233 Afstand in ILigging. C.M. uit het beginpunt. door een roode vlag, bij nacht door een rood licht, beide in den top van een mast. Green sluisgeld. Het is verboden in de vaart langs de binnenbermen der Nieuwe Siachte te varen of vaartuigen te leggen.1) 1,0 N. Scheensloot of Broekstervaart, naar Ballingabuur (2,5 K.M.) en verder door de Lijkvaart naar Goëngarijp en de Goëngarijpsterpoelen, alwaar een keersluis (pr.) (wijd 4,00 M., diep ong. 1,00 M.). Het gesloten zijn der sluis wordt op de wijze kenbaar gemaakt als aan de schutsluis hierboven. Alle Landbouwvaarten. 1,0 N. Broek. 1.5 N. I Verbinding met de Snikzwaagstervaart, diep 0,90 M., voor bokvaartuigen. 1.6 Z. Jonkersloot, ondiep en onbeduidend. 1.7 I N.O. Snikzwaagstervaart,diepong.l,20M.,breed 8 M., brugwijdte 3,60 M., hoogte 2,20 M; i langs Snikzwaag en verder voor bokj vaartuigen door de Zevenvoetsloot en j Akmarij per vaart naar Akmarijp en Ter| kaple, of door de Langesloot en Wijde Geeuw naar de Terkaplester Poelen. Bij Akmarijp verbinding door de Zijltjesi sloot(diepong. 1,00M.) naar deScheensloot. ! Alle slechts landbouwvaarten, diep oni geveer 0,90 M. brugwijdte 3,50 M., hoogtg j 2,00 M. Motorbooten behoeven vergunning. Van het zuidelijk einde der Langesloot verbinding, diep 0,60 M. door de Herema- vaart naar de Terkaplester Poelen; voor pramen enz. i) Huish. Regl. 234 Afstand in Ligging. K.M. uit het beginpunt. 2,3 Joure. Los- en laadplaats der Gem. Tolhuisbrug (oph.) wijd 5,25 M. | Bruggeld f 0,10; voor onoverdekte vaartuigen f 0,05 2,3—2,5 De Kolk; verbreed gedeelte. 2.5 Boterstraatbrug (Oph.) 2,55 Torenstraatbrug (Oph.) 2,5—2,6 Overspitting. en verder 2.6 Schutsluis met klapbrug naar den Haskerveenpolder. Schutlengte 35 M., wijdte 4,90 M., diepte 1,30 M. Van hier noordwaarts door de Nieuwe Schipsloot, Dwarsvaart en Haskervaart naar de Heerensloot bij Stobbegat (91) (schutsluis), breed 10 M., diep 1,20 M., brugwijdte 3,80 Mi, hoogte 2 M. en oostwaarts door de Overspitting enz, (diep 1,30 M., brugwijdte 4 M., hoogte 2 M.) in den polder en naar Nijehaske (91), schutsluis. De Oude Schipsloot is niet meer bevaarbaar; een gedeelte, lang bijna 1 K.M. benoorden de Dwarsvaart, wordt thans op 1,25 M. diepte gebracht. (Zie verder kaart n°. ii.) De diepten bedragen van 0,90 M. tot 1.30 M. Het polderpeil isöc.M.onder F. Z. P. Geen schutgeld op de gewone schutlijden: vanaf 1 April—30 Sept, om 6 en 11 u. v.m. en 6 u n.m.; vanaf 1 Oct—31 Maart om 8 v.m. en 1 en 4 u. n.m. Schutgeld gedurende den overigen tijd en op Zondagen (met vergunning van den voorzitter) f 0,15; voor 2 of meer vaartuigen f 0,10 per vaartuig. Bij lossing of lading binnen den polder uitvaart vrij waartoe eene kaart wordt afgegeven. Geen bruggelden. Voor schuttingen met sluizen van droogmakingen f 0.20. Bovendien is in den Haskerveenpolder een tol verschuldigd van f 0,05 voor vaartuigen korter dan 5 M. en f 0,10 bij minder dan 10 ton oploopende tot f 1 bij meer dan 90 ton. 2) 1) Ver. der Gem. Haskerland van 11 Oct. 1899. 2) k. B. van 20 Juni 1918 n°. 50. 235 18. VAART vaH 'T OUDHOF naar STAVOREN. (II) In aansluiting in 'f Oudhof (1) aan den hoofdvaarweg van Groningen naar de Lemmer. Hoofdvaarweg van Groningen naar Stavoren over het Heegermeer, de Fitnessen en de Morra. Lengte 30 K.M. Breedte 20 M. en meer. Diepte 2,0 M. onder F. Z. P. 5 beweegbare bruggen wijd minstens 7,15 M. Zeesluis. Sleepdienst. In beheer bij de Provincie. Het Rijk beheert de havenwerken te Stavoren. De Pr. heft kanaalgeld aan de ketting bij de Koebrug. Toegelaten grootste afmetingen: diepgang 1,80 M. onder F. Z. P.; voor stoom- en moterbooten: lengte 31,50 M.; breedte 5,40 M.; snelheid 8 K.M. per uur; van 15October—1 April9K.M. Afstandstabel. Afstand ih I Ligging. k.m. uit het beginpunt. 0,0—0,6 Het Oudhof (1); (zie schetskaartje n°. 5). Kruispunt van belangrijke vaarwegen. De vaargeul is aangeduid aan de westzijde door witte, aan de oostzijde door zwarte tonnen. Op het kruispunt met den vaarweg Sneek (14)—de Lemmer ligt een roode ton. Naar Groningen (1) benoorden de roode ton rechtuit varen. 0,0 Z.O. De Geeuw (1) naar de Langweerder Wielen en de Lemmer. i) Volgens tarief van 23 Maart 1920 (n°. 66). 236 Afstand In Ligging.l k.m. uit het beginpunt. , N.O. Westerbrttgsloot (1) naar het Sneekermeer (en Groningen). N.W. Nauw (14), naar Sneek. 0,4 N.W. Ooster Wijmerts (19). W. Kerksloot (20), naar Hommebts. 0,6—2,6- Nieuwe Weg. Baak op den oostelijken oever ter aanduiding van den toegang. 1,6 O. Hoitsesloot naar het Fetséhol (1 K.M.), voor ondiepe bokvaartuigen. 2,1 O. Koevobdehuis. 2,6 I Z.O. Koevorder Meer of Koevorde (21) (noordpunt). 2,6 O. St. Janssloot, naar de IiangweerderWielen, diep ongeveer 1,80 M., weinig bevaren wegens ondiepten in de Langweerder Wielen. (Baak op den noordelijken oever ter aanduiding van de invaart van uit de Langweerder Wielen). 2,6—7,0 Jeltesloot. 4,8 ] N. LlPPENWOUDE. 5,3 Jelteslootbrug, (Rij ksdr.) in den weg Sneek —de Lemmeb. Geen bruggeld. Van toepassing is het „Algemeen Reglement voor Rivieren en Rijkskanalen" (zie bl. 14), benevens het" .Bijzonder Reglement" van 23 Mei 1892, St.bl. n°. 118 (zie bl. 30). 7,0 O. Zandsloot (20), naar Hommebts (2 K.M.) en verder Noordwaarts (ondiep). 7,0 N. Wijde Wijmerts (23) naar IJlst, Sneek, enz. 7,0 Z. Nauwe Wijmerts [26] naar het Stotermeer. 7,0—8,1 Jleeg er Var. 237 f: Afstand in ILigging. W? K.M. uit het I beginpunt. 7,5 Z. Opvaartje naar Oostwoude (1 K.M.). 7,8 N. Oudevaart naar Osingahuizen (1 K.M.). 8,1 W. "Westelijke voortzetting van het Heeger Var naar Heeg. 0,4 K.M. Aanlegplaats, los- en laadplaats van de Gem. Geen kadegeld. 8,1—8,6 Graft. ' 8.5 Voetveer. 8.6 2 baken ter aanduiding van de invaart. 8,6—12,3 Heeger Meer. Vaargeul, breed 25 M., betond aan de N.W. zijde met witte, aan de Z.O. zijde met zwarte tonnen. 8,8 Z.O. Wtmdsender Makken (27), naar Woudsend (2 K.M.) en het Slotermeer. De geul is aangeduid door 2 roode tonnen nabij de Graft en is verder betond N.O. zwart, Z.W. wit. 12,3-18,0 De Fluessen. De betonning blijft dezelfde tot aan het einde van het merenstelsel. Buiten de vaargeul grootendeels minstens 1,70 M. diep. Langehoek. 12.3 W. 2 roode tonnen ter aanduiding van de vaargeul naar Visschebsburen en de Inthiemasloot naar Worküm, met baak nabij de invaart aan den oever. Betonning, zie verder (88). 12,3 Z.O. Leijepolle, eilandje met baak, bezuiden | de vaargeul, eveneens ter aanduiding van het vaarwater naar de Inthiemasloot. 14,8 Z.W. Baak ter aanduiding van het vaarwater j naar de Nijegaster zuivelfabriek, genaamd 288 Afstand in Ligging. k.m. uit het beginpunt. Toekegracht, lang 0,5 K.M., breed'7 M., diep 1,10 M., verderop niet bevaarbaar; los-, laad- en opslagplaats v. d. Gem. aan den weg van Nijega naar Elahtjizen (1 K.M.). Tarief als aan de Warnserbrug (k.m. 25,5). 15,3 N.W. Baak ter aanduiding van de opvaart naar het Hofmeer en de Heidénschapstervaart (ondiep) naar de Lan ge Vliet (33)4,5 K.M. 15,5 Z.O. De Nijegastervaart, naar Nijega (1 K.M.) en de Wijde Rijn, thans slechts over 0,6 K.M. bevaarbaar, (wordt waarschijnlijk verdiept). Los-, laad- en opslagplaats der Gem. Nijega. Tarief als aan de Warnserbrug (k.m. 25,5). 15,5 N.W. Wrakton (zwart-wit) ter aanduiding eener ondiepte. 15.7 Kruispollen, 3 eilandjes elk met baak, 2 benoorden en 1 bezuiden het vaarwater. 16,3 N.W. Opvaart naar de ondiepe Oude-Heidenschapstervaart, naar de Vischwijk en Nauwe Larts (36). 17,0 N.W. 2 roode tonnen ter aanduiding van de vaargeul (diep 1,50 M.) naar de Zwarte Wou de; verbinding met Hindeloopen, Woekum en Koudum. Voor de betonning enz. zie (34). De bloksloot, noordwaarts in de Zwarte Woude mondende, is zeer ondiep. 17.8 Z.O. Groote Turfvaart en Woudvaart; lang I tot Oudega 2 K.M., breed minstens 8 M., j diep 1,10—1,50 M.; met schutsluis a/d ingang. Kolklengte 33 M., breedte 5,50 M., diepte 1,50 M. Los-, laad- en opslagplaats der Gem. -te Oudega. 239 ■T- Afstand in Ligging. K.m. uit het beginpunt. B>i>; • Tarief als aan de Warnserbrug te k.m. 25,5. In de vaart zijn 18 beweegbare bruggen, minstens wijd 3;45 M. Geen bruggeld. 18,0-18,6 Nieuwe Vaartdooï de Zandige Horrf; doorgraving. Baken ter aanduiding der invaart aan beide einden. Dit gedeelte der Fluessen is buiten de vaargeul zeer ondiep (ongeveer 1,00 M.). 18.6 De Oorden, betond (als boven); buiten de vaargeul grootendeels 1,70 M. diep. 18.7 W. Baak met ruit op een eilandje. 19,3 O. Baak op een eilandje. 19,9 W. Baak op den noordelijken landpunt van het Ruilartsgat. 19,9-21,0 De Kuilart.. 20,9 Galamadammen. Rijkskeersluis met 3 openingen, waarvan ééne voor de scheepvaart; doorvaartwijdte 8 M.; staat steeds open. Draaibrug wijd 8 M. Bruggeld van f 0,02* tot f 0,07* per schip of f 0,01 per ton; na zonsondergang dubbel tarief. i) Van toepassing is het „Algemeen reglement van politie op rivieren en Rijkskanalen" (zie bl. 13) en het Bijzonder reglement" van 23 Mei 1892 St.bl. 118 (zie bl. 30). 21,0-23,3 De Morra. 22.1 N.W. Baak op vooruitstekend landpunt (Paarden- hoek.) 22.2 N.W. Kanaal naar Hindeloopen en Köudtjm (35), met baak aan de invaart. Ter aanduiding van het kruispunt deivaargeul, ligt in het midden van het meer een roode ton. § J) Volgens het reglement op het gebruik van de Galamadammensluis vastï gesteld door Ged. St. van 26 Oct. 1837. 240 Afstand in Ligging. k.m. uit het beginpunt. 22,5 Z.O. Opvaart naar Hemelum, lang 0,6 K.M.. breed 13 M., diep 1,40 M., met baak ter aanduiding van de invaart (gem.). De geul door de Morra naar de vaargeul Stavoren—Heeg zal worden betond. Los-, laad- en opslagplaats der Gem. te Hemelum. Tarief als aan de Warnserbrug te k.m. 25,5. 23.2 Z. Bakhuistervaart naar Bakhuizen (31). 23,2-23,7 De JToutendam, met baak op den Noorderoever. 23,7-24,5 De Geeuw. 23,9 Doorsnijding van den noordelijken oever (met baak). Einde der betonning. 24f4-29,0 Wamservaart. 25.3 N. Fenke, naar Molkwerum (1,5 K.M.) en naar de vaart naar Koudum. Breed 10 M., diep 0,90 M., brugwijdte 3—4 M., hoogte 1,60 M., voor scheepjes tot 20 ton. 25,5 Z. Noorderburen. 25,5 Warnserbrug (dr.). Geen bruggeld. Los- en laadplaats (gem.) bezuiden de brug. Havengeld f 0,03 per ton, beneden 10 ton f 0,45 per 14 dagen. Jaarabonnement, i) 25,9 Z. Postsloot, naar Warns, lang 1,6 K.M., breed 10 M., diep 1,10 M. (gem.). Los-, laad- en opslagplaats v. d. Gem. te Warns. Tarief als aan de Warnserbrug. 26,1 Z. Ringvaart van den Zuidermeerpolder, onbevaarbaar. i) Ver. der Gem. Hemelumer Oldephaert en Noordwolde van 27 April 1918, met wijziging. 241 Afstand in Ligging. | >. K.M. uit het .. beginpunt. 28,5 Verbinding met de Dijkvaart en met de stadsgrachten van Stavoren. JDe Dijkvaart is ongeveer 1,00 M. diep, bevaarbaar voor pramen. 29,0 Koebrug (dr.), van de Gem. Stavoren, wijd 7,90 M. Gesloten 's nachts als voor de provinciale bruggen en op Zondagen van 8—12 uur v.m. Bruggeld 1 cent per ton. i) Kanaalgeld beneden 20 ton vrij, tot 35 ton 1 ct. per ton, grootere schepen 2 ct. per ton. Stoomvaartuigen dubbel tarief (eens per dag) (pr.). 29,0-29,5 Stavoren. (Zieschetskaartjen».n.) Rijkshaven- meester. Geen haven- of liggelden. 29.3 W. Verbinding met de binnengrachten van Stavoren; de bevaarbare vakken (zie schetskaartje) zijn toegankelijk . voor schepen van 35 ton en 1 M. diepgang; 5 vaste bruggen, wijd minstens 4,70 M., hoog 2,70 M. 29.4 Station van den spoorweg naar Leeuwae- den. 29,4 Schutsluis met basculebrug (in beheer bij de Gem.). Schutlengte 32,50 M.; wijdte 7,60 M.; diepte 1,83 M. IDag- en nachtschuttingen. Geen schuttingen meer indien het buitenwater meer dan 0,60 M. boven het binnenwater staat. Schut- en bruggeld 2 ct. per mj.; na zonsondergang 10 o/o verhooging. 2) [ 29,4-29,6 Oude Haven, diep 3 M. onder N. A. P.„ Voor deze haven, benevens voor den havenmond, geldt het „Bijzonder reglement van politie" van 24 Nov. 1919 St.bl. n°. 768. Het oponthoud in den havenmond anders | dan bij doorvaart is verboden. t l) Ver. der Gem. Stavoren van 1 Nov. 1919. „ 2 Tarief tot heffing van schut- en bruggelden aan de zeesluis te Stavoren, It K. B. van 26 Juli 1900 n». 85 (met wijziging). 16 242 Afstand in Ligging. K.M. uit het beginpunt. . ,T . „ 29,6 O. SpoorwegJmven, diep 3,60 M.—N.A.P., voor den veerdienst op Noord-Holland bestemd. Voor deze haven geldt het „Reglement op het gebruik van de spoorweghaven te Stavoren" van 24 Nov. 1919, St.bl. n°. 769. Elke schipper, die deze haven bevaart, moet voorzien zijn van dit reglement en van het Binnenaanvaringsreglement. Behalve de veerbooten, dienstvaartuigen enz. mogen slechts de goederenbooten, die goederen aan het spoor of aan de veerbooten hebben te laden of te lossen, van de haven gebruik maken, tenzij met vergunning. Het reglement geeft verder uitvoerige politievoorschriften voor de scheepvaart in de haven. 29 6-29,8 Havenmond met dammen; wordt op 3,70 M. -7- N. A. P. onderhouden. Invaart ongeveer Z.W.—N.O. Indien op het westelijk einde van de landtong tusschen de Oudehaven en de Nievyehaven bij dag eene blauwe vlag en bij nacht twee groene lichten 1,50 M. boven elkander zichtbaar zijn, is de inen uitvaart van den havenmond voor andere dan de veerbooten verboden. Het vaarwater moet dan voor de veerbooten open blijven. Het sein wordt hoogstens 10 minuten vóór den tijd van vertrek of aankomst der veerbooten (volgens de dienstregeling) geheschen. Het inloopen is verboden als op een der havendammen overdag een roode vlag en des nachts een rood licht wordt getoond. Op den Havenmond en de Oudehaven is ook van toepassing het Algemeen reglement van politie op rivieren en RijksI kanalen (zie bl. 13). "„ Afstand in Ligging, i K.M. uit het beginpunt. 30,0 Z. Kom der Zuiderzee. Vast wit kustlicht (Hoogelicht) aan den noordkant der haven. Rondschijnend groen licht op den Zuiderdam. Rondschijnend rood licht op den Noorderdam. Het kustvuur tusschen de damlichten gebracht geeft de in vaartrichting aan. | Vast wit licht op den Z. havendijk van j de Oude haven. Het Hoogelicht met dit licht inéén gezien geeft leiding bew. van het Vrouwenzand. Vast wit licht op den noordoosteliiken kop van den zuidelijken havendam, zichtbaar alleen binnenwaarts. M. V. — 0,22 M. + N. A. P. I M. E. = 0,25 M. ^ N. A. P. | Verval by springvloed 0,60 M. Verval bij doodtij 0,35 M. 243 19. VAARWATER van IJLST naar het OÜDHOF. (IH) Van de Geemv (23) benoorden IJlst, door de Zo uw de Kerksloot, Nauwe Wijmerts en Ooster Wijmerts naar het Oudhof (1). Binnenvaart van slechts plaatselijk belang. Lengte ruim 4 K.M. Breedte 10 M. en meer. Diepte 1 M. 1 vaste brug, wijd 6,50 M., hoog 2,70 M. Geen schutsluizen. In beheer tot aan de Kerksloot bij de Gem. IJlst tot de Ooster Wijmerts bij het Waterschap Hommerts—Sneek. Stoom- en motorbooten niet toegelaten op het noordelijk deel. J Afstandstabel. Afstand in ILigging.l KM. uit het | beginpunt. 0,0 | N. I De Geemv (23). 244 Afstand in Ligging.' K.M. uit het beginpunt. 0;o—0,6 Zouw; beoosten de stad IJlst. 0,2 Vonder. 0,6—2,2 Kerksloot. 0,6 N. Vaart door IJlst naar de brug over het Wijddraat, diep 0,80 M., met 4 bruggen; wijd 4,30 M. hoog 1,55 M. Walgeld voor het aanleggen aan wallen der Gem. IJlst. 0,6 Z. Jutrijpervaart (20). 2 2 Vaste brug in den Rijksstraatweg Hom¬ merts—Sneek, wyd 6,50 M., hoog 2,70 M. 2,4 O. Draaisloot (ondiep, onbevaarbaar). 2,4—3,7 Nauwe Wijmerts. 3,1 N.O. Door de Zwarte Brekken naar de Witte Brekken (14). 3,1 W. Zoolsloot, naar de Jutrijpervaart, ruim 1 K.M., (met 2 vaste bruggen) diep 1,20 M. of iets minder. 3,7—5,0 Ooster Wijmerts. 3,7 N.O. Modderige Rijd, naar de Witte Brekken 0,6 K.M., diép 0,60 M. 3,7 W. Verbrande sloot, ondiep. 5,3 W. Kerksloot naar het Var bij Hommerts. (Ophaalbrug aldaar). Lengte 2,3 K.M., diepte 1,20 M. of iets minder. 5,0—5,4 Het Oudhof (1); vaart Groningen— de Lemmer. 20. JUTRIIPERVAART en HET VAR. (Hl) Van de Kerksloot (19), beoosten IJlst, langs Jütrijp en Hommerts, door de Zandsloot naar de Wijde Wijmerts (23). Ondiepe vaart van slechts plaatselijk belang. Lengte 6 K.M. Breedte minstens 7 M. Diepte 1 M. 245 7 beweegbare bruggen, wijd 4 M. 1 vaste brug, zuidelijk van Hommerts; wijd 5 M., hoos SM. a Geen bruggeld, geen rechten. In beheer bij het Waterschap Hommerts-Sneek. Van toepassing is het Regl. van politie van het Waterschap. Motorbooten worden niet toegelaten. Afstandstabel. Afstand in Ligging.l K.H. uit het beginpunt. 0,0 W. I Stadswater te IJlst (19). 0,0 O. Kerksloot (19). 0,0—2,0 Jutrijpervaart. 0,3 Z. Zouw; diep 1,20 M. of iets minder, en de Wijnsloot, diep 1 M., naar de Wijde Wijmerts, 1,8 K.M. 1.8 O. I Zoolsloot, naar de Ooster Wijmerts (19), diep 1,20 M. of iets minder, met v.brug, wijd 6 M. 2,0 Louwepoel. 2,2 O. Verbrande sloot, naar de Ooster Wijmerts, ondiep. 2,2 | Hengstepoel. 2,0—2,5 O. | Jutrijp. 2,9—4,9 I Hommertster Var. 2.9 W. Welle of Hornesloot; geen vaarwater. 3,5 O. Kerksloot, door 't Anewiel naar 't Oudhof, diep 1,30 M. of iets minder (2,5 K.M.) | met Rijksophaalbrug in den weg Sneek— I Lemmer, wijd 6 M. j Geen bruggeld. | Op Zondagen gesloten van 6 uur v.m.—6 uur n.m. | Van toepassing op de brug is het „AlgeI meen reglement van politie voor rivieren j en Rykskanalen", (zie blz. 14) benevens het „Bijzonder Reglement" van 23 Mei I 1892, StM. n°. 118 (zie blz. 30). 246 Afstand in ILigging.! K.M. uit het beginpunt. 3,5 O. Hommerts. 4,0 Vaste brug in den weg naar Heeg. 4,7 Ombuiging naar het "Westen 4,7—6,2 Zandsloot, naar de Wijde Wijmerts (23,, diep 1,20 M. of iets minder. 21. STROOMKANAAL door DE KOEVORDE naar DE LEMMER. (III—IV) Van de Jéltesloot (18), door het Koevorder-meer, de nieuwe doorgraving naar de Groote Brekken, naar de Lemmer. Is in aanleg en dientengevolge nog weinig bevaren. Lengte 15 K.M. Breedte zeer ongelijk. Dit vaarwater is bestemd op 3,00 M. diepte te worden gebracht, en wordt dan hoofdvaarweg van Groningen naar Lemmer, door den „Nieuwe Weg"'in 'f Oudhof (1) aansluitende aan den bestaanden vaarweg. Door de plassen worden geulen, breed 40 M., gebaggerd. Voorloopig is het vaarwater door de meren nog zeer ondiep, en op niet meer dan 1,00 M. diepte te rekenen. De draaibrug te Wollegaast blijft voorloopig nog gesloten, wijdte 9,00 M., vrije hoogte 1,40 M. Verder geen bruggen, geen schutsluizen. In beheer bij de Pr. Op het kanaal tusschen de Koevorde en de Groote Brekken zijn de volgende grootste afmetingen, enz. toegelaten: diepgang 1,80 M.; voor stoom- en motorvaartuigen : lengte 31,50 M.; breedte 5,40 M.; snelheid 8 K.M.; van 15 Oct—1 April 9 K.M. Afstandstabel. Afstand in Ligging.l K.M. uit het beginpunt. 0,0 N. Jfieutve Weg (18). 0,0—3,9 I Het Koevorder-meer of de Koevorde, ten 247 Afstand in Ligging. K.m. uit het beginpunt. deele betond met tonnen westelijk van de vaargeul, is echter zonder plaatselijke bekendheid wegens ondiepten moeilijk | te bevaren. Diep ongeveer 1 M. 0,6 O. Vaartje naar Terhorne (0,5 K.M.), in verbinding met de Kraansloot, die N.Z. loopt. Landbouwvaartje, diep ruim 0,50 M. 1,2 O. Vaartje naar de Kraansloot, diep ruim I 0,50 M. 1.6 W. De Binge, landbouwvaartje, diep ongeveer j 1 M. voor schepen tot 30 ton, 2 baken vóór de invaart. ■ 1.8 O. Vaartje naar Dijken. 1.9 O. Leidpolle, eilandje; vaarwater beiderzijds. 2,0 W. Boomsloot, landbouwvaartje, diep ongeveer 1 M., voor schepen tot 30 ton, 2 baken vóór de invaart. 2,5 O. Nieuwevaart, landbouwvaartje. 2.7 De Welle naar Woudsend (26), 3 K.M., diep 1,70 M. Nieuw gebaggerde vaargeul van de Welle naar Idskenhuizen, diep 1,40 M. 3,7 W. Fokkegracht. 3,9—7,9 StroomTeanaal. 3,9 O. Vaarweg naar Idskenhuizen door het Idskenhuizermeer (2 K.M) en naar de Welle, diep 1,40 M. Opslagplaats v. d. gemeente te Idsken-, huizen. Tarief als te Langsweer (zie (1) bij k.m. £1,5). Het zuidelijk deel van het Idskenhuizermeer is thans volgespoten. 6,4 Wollegaast ; draaibrug (te Spannenburg), kruispunt der wegen van Sneek naar Follega en de Lemmer en van SlotenTjerkgaast naar St. Nicolaasga-Joure. 248 Afstand in Ligging.l K.M. uit het beginpunt. 7,1 O. Landbouwvaartje voor scheepjes van 20 ton. W. van het kanaal is het vaartje thans niet meer van uit het stroomkanaal' invaarbaar. 7,9-12,0 Groote Brekken; diep van 1,50 tot 2,20 M. 8,3 O. Follegasloot (22) naar het Tjeukemeer, baak aan de invaart op den zuidelijken oever. 8,3 W. Haringsloot (22) naar Sloten. 11,1 O. Baak op den Oostelijken oever. 11,9 O. Idem. 11,9 W. Langesloot (26). 'Baak op den noord oever der invaart. 11,9 Z. Modderige Wijd (26) naar de Lemmer, Van hier naar de Lemmer: zie (26) en (1). 15,0 Taart Groningen—de Lemmer (1) bij de Nieuwe Schutsluis te Lemmer. 22. VAARWATER van SLOTEN naar het TJEUKEMEER. (II—III) Van de Ee (26), bezuiden Sloten, langs de Woudsloot* de Brandemeer, de Kromme Ee of Haringsloot, de Groote Brekken en de Follegasloot naar den westhoek van het Tjeuke-meer. (1). Als doorgaanden vaarweg weinig bevaren. Lengte 6,7 K.M. Breedte 30 M. en meer. Diepte 1,50 M., in de groote meren 2,20 M. 2 draaibruggen, wijd 7,10 M.; geen bruggeld. Geen schutsluizen. In beheer bij de Gem. Lemsterland. 249 Afstandstabel. Afstand in ILigging.l K.m. uit het beginpunt. 0,0 N.Z. Ee (26), 1 K.M. bezuiden Sloten. 0,0—0,7 Woudsloot. 0,7—1,7 Brande-meer. 1.4 Baak op de Polle, bezuiden de vaargeul. 1,7—2,9 Kromme Ee of Haringsloot. * 2 baken aan de oevers. 2.5 N W. Landbouwvaartje, zal geschikt worden genaaakt voor scheepjes van 25 ton; geen verbinding naar het Stroomkanaal (21). 2,5 Z. Baak op den zuidoever. 12,9—3,7 Groote Brekken (21); verbinding zui¬ delijk met de Modderige Wijd (26); noordelijk met het Koevordermeer. 3,2 N. Baak op de Polle in de Brekken benoorden de vaargeul. 3,7—6,7 Follegasloot. 3,8 Z. Baak op den zuidelijken oever, nabij de invaart. 5,5 Draaibrug v/d stoomtram van Jqure naar de Lemmer. Wordt 10 min. vóór aankomst van een tram gesloten. *) Geen bruggeld. 6,2 Rijksdraaibrug in den weg Leeuwarden— Lemmer. Van toepassing op de brug is het „Algemeen reglement van politie voor rivieren en Rijkskanalen" (zie bl. 13) en het „Bijzonder reglement" van 28 Mei 1892, St.bl. n°. 118 (zie bl. 30). Geen bruggeld. follega. 6,7 | Tjeukemeer (westhoek). Van hier nog 0,8 K.M. tot de vaargeul voor de vaart Groningen—de JLem| | mer (1). i) K.B. van 3 Jan. 1911, StM. n°. 2. 250 23. VAARWATER SNEER—IJLST—HEEGER VAR. (II) Van de Kolk te Sneek (9), door de Geeuw, langs IJlst naar het Wijddraai en door de Wijde Wijmerts naar het Heeger Var. In aansluiting W aan den vaarweg van Groningen naar Stavoren (18) en naar de Iiemmer (1). Lengte 8,6 K.M. ??f?* Breedte 20 M. en meèr. Diepte 2,00 M. onder F. Z. P. 2 draaibruggen, wijd minstens 7,25 M. Geen sluizen. In beheer bij de provincie. Toegelaten grootste afmetingen: diepgang 1,80 M. onder F. Z. P.; voor stoom- en motorbooten: lengte 31,50 M.; breedte 5,40 M.; snelheid 8 K.M. per uur; van 15 Oct.—1 April 9 K.M. Afstandstabel. Afstand in iLigging.l k.m. uit het beginpunt. 0,0 N.O. De Kolk (9) te Sneek; haven. 0,0—3,3 | De Geeuw. 3,1 Z. Stads water, oostelijk van IJlst naar 't Oudhof (19) en naar Juteijp (20), voor kleinere vaartuigen. 3,1—3,6 IJlst. Walgeld (gem.) voor aanleggen aan de gemeentewallen. 3,3 Draaibrug te IJlst, wijd 7,25 M. Gesloten 's Zondags van 9 u.—12 u. en 1 u.—4 u. Bruggeld f 0,20, kleine vaartuigen f 0,10. 3,3 Z.O. Vaarvater door IJlst (19). 3,3—4.0 Het Wijddraai. 251 "Afstand in Ligging.l KM. uit het beginpunt. 4,0 N. I Bols warder vaart. (25). N. Nieuwezijl. I Z.W. Voortzetting van het Wijddraai tot DraaiI steehuizen; ondiepe verbinding met het Pieke-meer, dat vermoedelijk wordt afgedamd. 4,0—8,6 I Wijde Wijmerts. 5,6 O. Wijnsloot (20) naar Ylst, diep ongeveer 1,00 M. 7.5 Draaibrug (gem.) bij Osingahuzen. Geen bruggeld. i Los en laadplaats. 8.6 I O. 'Zandsloot (20). Ondiep. 8,6 Z.O. Jeltesloot(18)naardenNieuwen Weg. 8,6 Z. Nauwe Wijmerts (26) naar het Sloter- meer en de Lemmer. 8,6 W. Het Var, naar Heeg en Stavoeen (18). 24. STADSSINGELGRACHT te ROLSWARD. (II) (Zie schetskaartje n°. 10.) De Stadssingelgracht is als verbindingskanaal te beschouwen der vaarten naar Leeuwarden (47) naar Hardingen (44), der Makkumer- (39) en Witmarsumervaart (41), der Workumer- (37) en der Bolswardervaart (25). De vaart gaat bijna "geheel door de Westelijke gracht (Nauw,e Gracht, Turfgracht en het Kruiswater), diep 2 M. De Oostelijke gracht langs het Hoog Bolwerk en de Nieuwe Turfkade wordt wegens ondiepten tot 0,75 M. enwegens de nauwe vaste Sneekerbrug weinig bevaren. De Westelijke gracht is in beheer bij de Provincie. Toegelaten grootste afmetingen enz. op de westelijke gracht: diepgang 1,80 M. onder F. Z. P.; 252 voor stoom- en motorbooten: lengte 31,50 M.; breedte 5,40 M.; snelheid 8 K.M. per uur; van 15 October—1 April 9 K.M. Geen kadegelden; los- en laadplaats vr$J. De Gemeente heft bruggelden.J) Afstandstabel. Van af de Leeuwardervaart door de westelijke singelgracht rond Afstand in Ligging. k.m. uit het beginpunt. 0,0 N. Leeuwardervaart (47) naar Leeuwarden en Harlingen (52). 0,0 Z. Toegang tot de Binnengrachten (vele bruggen). Los- en laadplaats aan de St. Jansstraat (gem.). 0,0 St. Jansbrug (oph.), wijd 4,70 M. Bruggeld f0,05. 0,0—0,8 NauioegracM, langs het Laag-Bolwerk. 0,8 W. Makkummer vaart (39) naar Makkum en Witmarsum (41). 0,8 Blauwpoortsbrug of Harlingerbrug (dr.), wijd 5,70 M. Bruggeld f 0,05. 0,8—1,1 Turf singel. 1,1 Kruiswater. W. Vaart naar Workum (37). Z.W. Wijmerts (25) naar Sneek en de Lemmer. 1.1 N. Verbinding met de Binnengrachten. 1.1 Bew. brug, wijd 5,40 M. Geen bruggeld. 1.2 Bew. brug, wijd 5,40 M. Geen bruggeld. »ï*f4> * Nieuwe Turfkade. 1,7 Sneekerbrug (v.) in den weg naar Sneek, wijd 3 M., hoog 1,80 M. Hoog Bolwerk. ') Volgens Ver. der Gem. van 10 Mei 1900. 253 Afstand in Ligging. k.m. uit het beginpunt. 2.2 O. Hartwerdervaart naar Hartwerd, lang I ruim 3 K.M., bodembreedte 4,5 M., diepte I 1,30 M., brugwijdte 4 M.; bevaarbaar voor schepen tot 30 ton. 2.3 Bew. brug, wijd 4,60 M. Geen bruggeld. 2.3 N. Leeuwardervaart. (47). 25. WIJMERTS of ROLSW ARDERZEILVA ART. (II) Van de Zuidelijke stadsgracht [24] te Bolsward, tot het Wijddraai, bewesten IJlst ; in aansluiting N.O. aan den vaarweg van Sneek naar de Lemmer [23]. Lengte 9 K.M. Breedte 23 M. en meer. Diepte 2 M. onder F.Z.P. 5 beweegbare bruggen, minstens wijd 6,30 M. Geen schutsluizen. In beheer bij de provincie. Toegelaten grootste afmetingen enz.: diepgang 1,80 M. F. Z. P.; voor stoom- en motorbooten: lengte 31,50 M. breedte 5,40 M.; snelheid 8 K.M. per uur; van 15 Oct.—1 April 9 K.M. Afstandstabel. Afstand in I Ligging. k.m. uit het beginpunt. 0,0 I N. Stadsgracht te Bolsward, bij het Kruiswater (24). 0,9 Z.W. Bloedsloot, naar Eemswoude, 1 K.M., diep slechts 0,50 M. 2.4 N.O. Nijlanderopvaart naar Zijlsterburen en Nijlanderzijl, 2,4 K.M., breed 7 M., met wisselplaats, diep 1,10 M., (wordt verdiept tot 1,30 M); met v.br. 254 Afstand in (Ligging. k.m. uit heti beginpunt. ] Motorbooten toegelaten; snelheid tot 5 K.M, per uur. Iets verder schutsluis (in aanbouw), lang 20 M., wijd 4,50 M., diep 1,85 M. -f- N. A. P. (1,20 M. K.P.), en de Oudvaart naar Nijland (nog 0,7 K.M.). De Nijlandervaart loopt nog 3,5 K.M. voorbij de sluis door. Te Nijland los- en laadplaats der Gem. vrij. 2.6 Z. Vaartje naar Wolsum, 0,7 K.M., diep ongeveer 1 M. 3,0 Ophaalbrug bij Wolsum (Gem.). Bruggeld 10 ct. i) 4,0 Morra-wieltje (droog). 4,0 Z.W. Blauwhuisteropvaart, naar Blauwhuis, 2 K.M., breed 8 M., diep 0,80 M. Los- en laadplaats der Gem. 4,0 N.W. Tjaardvaart, 2 K.M., vandaar naar Folsgara; nog 2 KM., zeer ondiep (0,5 M.). 4,5 Z.W. Westhemmeropvaartje, naar Westhem, ruim 1 K.M., zeer ondiep (0,6 M.). Los- en laadplaats der Gem. (in voorbereiding). 5,2 Abbegasterketting, (dr.). Bruggeld 8 ct.; beneden 10 ton V/i ct.; 's nachts dubbel.') 5.7 Z. Opvaartje naar Abbega, diep 0,80 M. 6,4 Vaartje naar Oosterburen, 0,4 K.M., I ondiep. 7,0 I Z. I Piekezijlster Zijlroede naar Piekezijl, 1 K.M.; diep 0,80 M., naar het Piekemeer; wordt vermoedelijk bij Piekezijl afgedamd. 7.8 O. Oosthem; los en laadplaats der Gem. Draaivonder, steeds open. !). Ver. der Gem. Wijmbritseradeel van 3 Nov. 1921. 2). - „ „ „ „ „16 Aug. 1919. 255 Afstand in Ligging.l k.m. uit het beginpunt. 7,8 I N. Oude Rijn naar de Geeuw (3 K.M.), diep ongeveer 1 M. met verschillende I opvaartjes. 8,1—8,5 S Oosthemmermeer. 8.7 Draaibrug in den spoorweg nabij het I station IJlst. Wordt 10 min. vóór aankomst van een trein gesloten.J) 8.8 I Nieuweztjl; draaibrug. Bruggeld f 0,10 voor vaartuigen langer dan 12,70 M., voor kortere vaartuigen f 0,06.2) 8 9 Z. Wijddraai (23), naar IJlst, 1 K.M. 26. VAARWEG van het HEEGER VAR naar LEMMER. (II) Langs de Nauwe Wijmerts, de Noorder Ee, het Sloter Meer, het Slotergat, de Ee en door de Lange sloot (benoorden Tacozijl), de Modderige Wijd en de Zijlroede naar de Lemmer. Lengte ruim 17 K.M. Breedte 20 M. en meer. Diepte 1,70 M. 5 beweegbare bruggen, wijd minstens 6,30 M. Zeesluis. De vaart door de Modderige Wijd en de Zijlroede zal in aansluiting met de vaart door de Groote Brekken enz. (21) tot hoofdvaarweg naar Groningen omgebouwd worden, ter diepte van 3,00 M., met direkte verbinding naar de buitenhaven, even boven den spoorweg te Lemmer, niet aldaar nieuw te bouwen schutsluis. Toegelaten grootste afmetingen, enz.: diepgang 1,50 M.; voor stoom- en motorbooten: lengte 21,50 M.; breedte 3,80 M.; snelheid 8 K.M. per uur; van 15 Oct.—1 April 9 K.M 1) K. B. van 8 Nov. 1885, met wijzigingen. 2) Ver. der Gem. Bolswarderadeel van 6 Dec. 1917. 256 Afstand in |Ligging. KM. uit het beginpunt. 0,0 N. Heeger Var. 0,0—1,9 Nauwe Wijmerts, Z. van den Wijden Wijmerts. Jeltesloot (18) naar den Nieuwen Weg en het Oudhof. 1,9 W. Baak. 1,9—2,8 Noorder Ee; 2 zwarte tonnen ten 0. van het vaarwater. 2,7 N.W. De Rakken (27), naar het Heeger- meer (2 K.M.), tot Heeg 4 K.M. 2.7 0. De Welle, naar het Koevorder-meer (21), ruim 3 K.M., diep 1,70 M.; met Rijksdraaibrug in den straatweg van Sneek naar. De Lemmer. Op de dr. is van toepassing het „Algemeen reglement van politie voor rivieren en Rijkskanalen (zie bl. 13), benevens het „Bijzonder reglement van 23 Mei 1892, St.bl. n°. 118 (zie bl. 30). 2.8 Draaibrug, wijd 7,30 M. Geen bruggeld. 2,8 Woudsend. 2,8—4,1 Ee of Boomsvaart. 4.0 0. 2 ijzeren baken. 4.1 W. 1 houten baak. 4.1— 7,2 Slotermeer. Het Vaarwater over het meer is betond, oostelijk zwart, westelijk wit. W. 2 roode tonnen, nabij den noorder oever, alwaar het vaarwater naar Balk, zuidwestelijk aftakt (30). Buiten de vaargeulen is het meer van 1,00—1,90 M. diep. 7.2 W. 2 ijzeren baken en 1 gemeentebaak. 7.2— 8,2 Slotergat. Aan den westelijken oever der invaart 3 baken. Afstandstabel. 257 Afstand in [Ligging. K.m. uit het beginpunt. 8,2 Z.W. I Westelijke stadsgracht van Sloten; afgedamd. 8,2 Z. Binnengracht van Sloten, met 4 bruggen. Gemeentelijke retributie voor de passage door de binnengracht voor ieder schip f 0,30, 's nachts dubbel. 8,2—8,6 Oostelijke stadsgracht van Sloten (vaar¬ water). 8,4 j Lange brug (oph.) in de Oostelijke stads¬ gracht, wijd 7,53 M. Gemeentelijke retributie voor de passage door de lange brug volgens schaal beginnende met f 0,30 voor schepen I beneden 20 ton, tot f 1,20 voor schepen van 100 ton, voor elke 10 ton meer f 0.10. 's Nachts dubbel tarief, i) | De Gem. heft bovendien opslaggeld. Sloten. 8,6 W. Westelijke stadsgracht, afgedamd. 8,6—11,5 Ee. 9,4 O. Woudsloot (22), naar de Groote Brekken, enz. 10,7 N.W. Vaartje naar de Wijckeler Eebuuet, 1 K.M. (weinig bevaarbaar, diep 0,70 M.). 11,5-14,2! • Langesloot. N. I Baak aan elk der einden, op den Noordi oever ter aanduiding van de invaart. 11,5 Z. Zijlroede naar Tacozijl (28), 0,8 K.M. 14,2-14,4 Groote Brekken. 14,3 Z. De Oude Duiker, 0,5 K.M. (doodloopend). 14,4-15,5 Z.O. Modderige Wijd. O. Baken ter aanduiding der invaart op I den oostoever van de Groote Brekken. 15,1 W. Baak op den westoever. 15,5 I Z. Doodloopend water naar het nieuwe Stoomgemaal, met ophaalbrug, wijd8,00 M. Geen bruggeld. i) Ver. der Gem. Sloten van 28 Juli 1920. 17 258 Afstand in Ligging. KM. uit het beginpunt. Op dit water zijn de grootste toegelaten afmetingen der vaartuigen enz. als op het Stroomkanaal (21). 15,5-17,4 Zijlroede. 16,9 Rijksdraaibrug in den stoomtramweg te De Lemmer, wijd 7,15 M. Geen bruggeld. Wordt 10 min. vóór aankomst- van een trein gesloten. *) 17,2 Draaibrug, wijd 7,00 M. Bruggeld f 0,01 per ton, 's nachts f 0,10 méér. 17,4 Basculebrug, wijd 6,15 M., met de meestal openstaande Lemstersluis. Schutkolklengte 36,30 M., wijdte 6,15 M., diepte 1,70 M. Bij sterken stroom wordt de sluis ten behoeve der scheepvaart gesloten. Doorvaartgeld f0,01 per ton, minimum'f 0,05. Voor het havengeld enz. te de Lemmer, zie (1). 17,4 Vaart Groningen—de Lemmer 0,2 K.M. verder: Nieuwe schutsluis te de Lemmer (1). 27. WOUDSENDER RAKKEN. (III) Van de Koorder Ee (26), benoorden Woudsend, naar het Seegermeer (18). Lengte 2 K.M. Breedte 20 M. en meer. Diepte minstens 1,70 M. Geen bruggen. Geen sluizen. In beheer bij de Provincie. i) K.B. van 3 Jan. 1911, St.bl. n". 2. 259 Toegelaten grootste afmetingen, enz.: diepgang 1,50 M.; Ivoor stoom- en motorbooten: lengte 21,50 M.; breedte 3,80 M.; snelheid 8 K.M. per uur; van 15 Oct.—1 April 9 K.M. Afstandstabel. Afstand in Ligging. K.M. uit het beginpunt. 0,0 N. Noorder Ee (26), naar IJlst. W. De WellenaarhetKoevordermeer(21). Z. Ee, naar het Slotermeer. 0,1 W. Wegsloot, naar IJpecolsga en Trophorne, lang 3,8 K.M., diep 1,40 M., vele bruggetjes. 1,3 W. Hooiwijk, ruim 1 K.M., 4 bruggetjes, afgedamd bij het Heeger-meer. 2,0 W. I Heegermeer. Baak op den westelijken oever, ter aanduiding van de invaart. Het vaarwater over het meer naar het Var (ruim 1 K.M.) en Heeg (1,5 K.M.) I is betond. Oostelijk zwart, westelijk wit. I Nabij het kruispunt der vaargeul Stavoren I —Oudhof (18) liggen bezuiden deze geul I 2 roode tonnen. j Te Heeg los- en laadplaats aan den Nieuwen Wal en den Zijlswal; vrij. 28. ZIJLROEDE van TACOZIJL. (III) Van de Langesloot (26) tot Tacozijl. Weinig verkeer. Lengte 1 K.M. Breedte minstens 30 M. Diepte 1,70 M. 1 ophaalbrug, wijd 5,50 M. Zeesluis. 260 In beheer bij de provincie, uitgezonderd de zeesluis bij het Waterschap „Zeven Grietenijen en de stad Sloten". Toegelaten grootste afmetingen: diepgang 1,50 M. -.- F. Z. P.; voor stoom-, en motorbooten: iengte 21,50 M.; breedte 3,80 M.; snelheid 8 K.M. per uur; van 15 Oct.—1 April 9 K.M. Afstand in Ligging.l K.m. uit het beginpunt. 0,0 N. Ee (26), naar Sloten. 0 0 W. Langesloot (26) naar de Lemmeb. 0,1 W. De Sondelervaart en Eeintjegracht (29). 0,8 Tacozijl. Schutsluis met oph. Schutkolklengte 23,10 M.; wijdte 5,45 M., diepte 1,18 M. Sluisgeld f 0,45 en f 0,275 (indien de brug niet behoeft gewipt te worden); kleine vaartuigen f 0,10. Vlaggegeld f 0,15 per jaar. By zeestanden hooger dan 1,50 M. + A. 1'. wordt niet meer geschut. 0 8 1,1 Buitenhaven voor visschersvaartuigen en ledige schepen, breed ong. 25 M., ondiep. 1,1 Zuiderzee (De Bank). Baak aan de invaart. Door het hijschen van vlaggen op de sluis wordt de diepte op de bank geseind van „vlag half stok" bij 0,75 M. water tot 4 vlaggen bij 1,50 M. en meer. Het diepste vaarwater wordt door steek- bakens aangegeven, die invarend aan stuurboord zijn te houden. , In gewone tijden kan de Bank met 0,75 M. diepgang worden gepasseerd. M. V. = ongeveer 0,15 M. + N. A. P. M. E. = ongeveer 0,10 M. 4- N. A. P. Afstandstabel. 261 29. VAARWATER van de ZIJLROEDE naar TACOZIJL naar GAASTBUREN. (III—IV) Langs de Reintje-Gracht, de Sondelervaart, Sondeier Leijen, de Hooibergsterwijk, en de Zandvaart. Landbouwvaart van slechts plaatselijk belang. Lengte ruim 7 K.M. Breedte 6—10 M., wisselplaatsen. Diepte 1,10 M. 1 beweegbare brug; verscheidene vaste bruggen en zetten, wijd 3,40 M., hoog 1,70 M. Geen bruggeld. Geen schutsluizen. In beheer bij het Waterschap De Luts. Motorbooten niet toegelaten. Afstandstabel. Afstand in Ligging. K.M. uit het beginpunt. 0,0 N.Z. Zijl roede naar Tacoziji, (28) en Sloten, en door de Langesloot naar de Lemmer (26). 0,0—0,1 W. Reintjegracht. 0,1 W. Voortzetting der Reihtje-Gracht naar de Zandpoel;' 1,5 K.M., breed 6 M,, diep 0,70 M., landbouwvaartje. 0,1—1,3 Z.W. Sondelervaart. 1.3 W. Voortzetting der Sondelervaart naar Sonüel; bijna 2 K.M., diep 1,25 M. Los- en laadplaats te Sondel. Opslag gedurende 3 dagen (1 M. uit den wal) vrij. l) 1.3— 2,5 , Sondeier Leijen. 2,5—3,4 Hooibergsterwijk. 3.4 Brug in den weg naar Hooibergen (0,5 K.M.). 3.4— 7,8 . Zandvaart tot nabij den Leemerigen weg. 7,3 W.. Gaastburen (1 K.M. westelijk). i) Ver. der Gem. Gaasterland van 1 Juni 1901. 262 30. VAARWEG van het SLOTERMEER over BALK naar de OORDEN. (III) Van het Slotermeer (26) langs de Luts, van Swinderensvaart, Spokershoekvaart, Rijn en Rijstervaart naar de Oorden. (Vaarweg van 't Oudhof naar Stavoren (18).) Tot Balk varen vaartuigen tot 100 ton, verderop tot 50 ton. Lang 11 K.M. Breed 7,20 M.; wisselplaatsen. Diep minstens 1,10 M.; tot Balk minstens 1,60 M. 4 beweegbare bruggen en 4 vaste bruggen, minste wijdte 3,90 M., minste hoogte 2,20 M. Geen bruggeld. Geen schutsluizen. In beheer van het Slotermeer tot Balk bij de provincie (300 M.) en Gem. Gaasterland (1200 M.); verder bij het Waterschap De Luts. Kleine motorbooten toegelaten. Afstandstabel. Afstand in ILigging.l k.m. uit het beginpunt. 0,0 N.O. Slotermeer (26). N.O. De vaart over het meer naar de Ee (4 K.M.) is oostelijk met zwarte, westelijk met witte tonnen betond. Aan beide oevers baken ter aanduiding van de invaart der Luts. Toegelaten grootste afmetingen der vaartuigen : diepgang: 1,50 M.; voor stoom- en motorschepen: lengte: 21,50 M.; breedte: 3,80 M.; snelheid: 8 K.M.; van 15 Oct. tot 1 April 9 K.M. Het zuidelijk deel van het Slotermeer tusschen het Slotergat en de Luts is ondiep (0,90 M.). Schepen komende van de Lemmer met diepgang tot 1,20 M. 263 Afstand in jLigging.i k.m. uit het beginpunt. kunnen bij den vierden zwarten ton vanaf het Slotergat westwaarts naar de geul naar de Luts varen. 0,0—5,2 Z.W. I Luts. 0,4 N.W. Haricheropvaart naar Haeich 2,5 K.M.; j diep 1,30 M., bodembreedte 4 M. 1,3 Balk, 3 beweegbare bruggen. Green bruggeld. i Voor stoom- en motorbooten behoeft I slechts van 7—8, 11—12, 3—4 en 7—8 j uur te worden geopend. Op Zondagen blijven de bruggen gesloten. | Opslag gedurende 3 dagen, 7 m. uit den wal, vrij. i) 5,2 Z. Steendollensvaart, 2,1 K.M. tot nabij Oude Mirdum. 5,2—6,5 Van Swinderenvaart of Schouws- vaart. 6.5 Z. Vaartje naar het Heidebouwbosch, lang I 0,8 K.M., breed 8 M., diep 0,80 M. 6.5— 8,6 Spokershoekvaart. 7,2 Z.W. Savonstervaart, lang 3 K.M., breed 7 M., diep 0,75 M. tot nabij den Zuiderzeedijk. 8.6— 8,9 Eijn. 8.6 N.O. Rijn; breed 8—10 M., diep 1,10 M.— 1,40 M.; 2 vaste bruggen en 1 zet, wijd 3,50 M., hoog 3 M., noordoostelijk nog 4,5 K.M. tot de Wijde Rijn verder. Geene bevaarbare verbinding van de Wijde Rijn naar de Nijegastervaart. 8,9 Z.W. Rijstervaart, 1,5 K.M. 8,9—10,9 Rijstervaart. 10,7 1 Bijster Ophaalbrug, in den weg naar KOLDERWOLDE (1 K.M.) Partic. bruggeld, vroeger f 0,05, thans verhoogd. 10,9 N.W.J Het Oud-Karre, bezuiden de Oorden; van hier tot de vaargeul der vaart '< Oudhof—Stavoren (18) nog ongeveer 1,5 K.M. i) Ver. der Gem. Gaasterland van 30 Dec. 1914. 264 31 BAKHUISTERVAART. (III—IV) Van de Morra naar Bakhuizes. Voor schepen tot 50 ton. Lengte 1,6 K.M. Breedte 9—13 M. Diepte 1,20 M. 1 vaste brug, wijd 4,00 M., hoog 2,20 M. Geen schutsluizen. In beheer bij de Gem. Gaasterland. Afstandstabel. ■ Afstand in Ligging.l k.m'uit het beginpunt. 0,0 N. Invaart van de Morra (18); van hier tot de vaargeul der vaart 'f Oudhof— | Stavoren (18) nog ongeveer 1 K.M. I Baak op den O. oever (Gem.). 0,0 Bakhuisterbrug (v.) in den Zoolweg van Warns naar Hemelum (1 K.M.). 0,6 Grens der Gem. Hemelumer Oldehaert en Gaasterland. " 0,6 Z. Vaart naar de Roode Schuur aan den Zeedijk. 1,6 Bakhuizen. ;i* Los- en laadplaats vrij. 32. VAARWEGEN van HEEG door HET WATERSCHAP „HEEG". (IV) Landbouwvaarten van slechts plaatselijk belang. De vaart door het Waterschap is moeilijk en alleen met kleine vaartuigen mogelijk. In voorbereiding zijn plannen tot afsluiting van het Waterschap door 3 schutsluizen en afdammingen, gepaard met uitdieping deilokale vaarten. 1°. Van Heeg door de Wegsloot, Idsegaster Poel, Bratsloot, Ringwiel, Ate Gracht naar de Vlakke Brekken. Lang 8 K.M., diep ongeveer 1 Mv plaatselijk meer 265 Afstandstabel. Afstand in Ligging.l k.m. uit het beginpunt. 0,0 Heeg (27). Z.O. Nauwe Vliet, verbinding met het Var I en het Heegermeer. (18). 0,0 Draaibrug (gem.). Bruggeld f 0,05; van zonsondergang—zonsopgang f 0,10.1) 0,0 Ontworpen schutsluis te Heeg. 0,0—1,8 | I Wegsloot. 1,8—2,7 Idsegasterpoel. 2,7—4,5 Bratsloot. 4,5 Woudbuben; ontworpen schutsluis. Van hier naar den Woudbuurster Poel (diep 1 tot 1,50 M.), met 2 draaibruggen, westelijk naar het Groote Gaastmeer ! (33), zuidelijk naar het dorp Gaastmeer, | en het, Piel (1 K.M.), diep 1,5 M. 4,5 j Benoorden de ontworpen sluis vei binding ) door het Ringwiel, diep 1,7 M. naar de • Ategracht, diep 1 M., alwaar eene afdam1 ming ontworpen is; vandaar naar de ! Vlakke Brekken (diep 1,5 M.). 8,0 I Van de Vlakke Brekken, zuidwaarts door de Grons (diep 1,6 M.), naar de Lange en Korte Vliet (33), noordwaarts door de Oudegaster Brekken naar Oudega, (diep grootendeels 2,00 M., bij Oudega 1,50 M.). De Oudegaster Brekken heeft noordwaarts door de Zijp een ondiepe verbinding met het Sipkemeer, Rietmeer en het Vliet. 2°. Van Heeg door de Kerksloot, Diepesloot, Rintjepoel, Palsepoel, Schuttelpoel naar Oudega, met tak naar Piekezijl (ondiep). i) Ver. der Gem. Wijmbritseradeel van 7 Sept. 1912. 266 Afstandstabel. Afstand in Ligging. k.m. uit het beginpunt. 0,0 Heeg. 0,0 Ontworpen schutsluis. 0,0—0,6 Kerksloot. 0,6—1,2 Diepesloot. 1,2—1,7 Rintjepoel. 1,7—2,2 Palsepoel. 2.2— 2,7 Vaartje. 2,7—3,3 Schuttelpoel. 3.3— 5,2 Vaaltje. 4,5 Zijtak door het Hissemeer en Piekemeer naar Piekezijl (3,6 K.M.), en vandaar verbinding met de Bolswardervaart (2b); (wordt misschien afgedamd). 5,0 "Oudega. Los- en laadplaats ten westen van de draaibrug; vrij. 5,2 W. Oudegaster Brekken. Tusschen Oudega en den Schuttelpoel is de derde schutsluis van het waterschap ontworpen. De ondiepe verbinding tusschen Piekemeer en Wijddraai (25) wordt misschien afgedamd. 33. VAARWEG van WOBKITM naar de FLUESSEN. (III) Van de Trekvaart van Bolsward naar Workum (37), 1 K.M. beoosten Workum, door het Klif of 't Klifrak, het Lange Vliet, het Korte Vliet, het Zandmeer, de Zond, het Groote Gaastmeer, de Inthiemasloot naar de Fluessen .(18). Lengte bijna 7 K.M. Breedte 25 M. en meer. Diepte 1,70 M. 1 spoorwegbrug, wijd 7 M. Geen schutsluizen. In beheer bij de provincie. 267 Toegelaten grootste afmetingen: diepgang 1,50 M. 4- F. Z. P.; voor stoom- en motorschepen: lengte 21,50 M.; breedte 3,80 M.; snelheid 8 K.M. per uur. Van 15 Oct.—1 April 9 K.M. Afstandstabel. Afstand in [Ligging. K.M. uit het beginpunt. 0,0 N.O. Trekvaart van Bolsward naar Workum (37). 0,0 Z.W. Horsa. 0,0—2,0 Z.O. Lange Vliet, in het beginvak ook 'tKlif of 't Klif rak genaamd. 0,1 | Draaibrug in den spoorweg van Stavoren j naar Leeuwarden, wijd 7 M. I Wordt 10 min. na aankomst trein ge| sloten.]) 0,1 [ Z.W. Verbinding langs den spoorweg met dè j Nauwe Larts. 1,4 N. ! Lortevaart naar Nijhuizum, 0,4 K.M., breed 6—8 M., diep 1,00 M. 1.7 Z.W. Haijemer Dolte, naar de Heidenschapster- vaart en de Fluessen (18), 4,5 K.M., diep 0,90 M. 2.0—2,2 j Zandige Grons; noordwaarts invaart van de Grons, Vlakke Brekken en Oudegaster Brekken naar Oudega, (ruim ! 5 K.M.) (32). 2,2—2,9 | Korte Vliet. 2,9 N. I Baak ter aanduiding der invaart. 2,9—3,8 | Zandmeer. 3.8 N. ! Zond. Baak bij de invaart. 3,8—4,6 i Groote Gaastmeer; noordein'ke invaart ! van den Woudbuurster Poel (32), naar L . Woudburen en Gaastmeer (1,5 K.M.) i vandaar naar het Piel (32). !) K. b. van 8 Nov. 1885, met wijzigingen. 268 Afstand in Ligging.l K.M. uit het beginpunt. 4,6 N. Baak bij de invaart. 4,6—5,9 Inthiemasloot. 5,9 N. Baak bij de invaart. 5,9 N. Het Piel naar Gaastmeer. 5,9—6,7 Z.O. Vaargeul .door de Fluessen tot aan de geul voor den vaarweg van 'f Oudhof naar Stavoren bij de Leije Polle. De geul is betond, noordelijk met 2 witte, zuidelijk met 3 zwarte tonnen; N.W. van de vaargeul van 't Oudhof naar Stavoren 2 roode tonnen (18). 34. VAART van de PLUESSEN naar de MOLKWERUMERZIJL. (III—IV) Van de vaargeul der vaart '< Oudhof-Stavoren (18), in de Fluessen, door de Zwarte Woude, hetKoudumer Var, de Koudumervaart, de Gronzen en de Dijkvaart. Lengte 8,8 K.M. Breedte minstens 10 M. Diepte 1,30 tot 1,50 M. 6 vaste bruggen, minstens wijd 4,40 M., hoog 2,30 M. Sluis aan de Zuiderzee. In beheer bh' de Provincie. De zeesluis is in beheer bij het Rijk. Toegelaten grootste afmetingen: diepgang 1,30 M. (van de Fluessen tot aan de Gronzen, bij Molkwerum). verder zeewaarts 1 M.; voor motorbooten: lengte 14,90 M.; breedte 2,80 M. snelheid 6 K.M. per uur. Stoombooten worden niet toegelaten, motorbooten wel. 269 Afstandstabel. Afstand in Ligging.l k.m. uit het beginpunt. 0,0 z.w.- Vaargeul in Fluessen voor den vaarweg N 0- van H Oudhof naar Sneek (18). 0,0—2,5 W. Vaargeul door de Fluessen en de Zwarte Woude: betond noordelijk met 3 witte, zuidelijk met 5 zwarte tonnen. 2 roode tonnen geven het punt van samenkomst met de vaargeul naar het Oudhof aan. [ Baken op den N. oever bij de invaart der Zwarte Woude en iets verder op een I eilandje Z.W. der vaargeul. 2,5 N. Baak bij de invaart van het KoudumerVar. 2,5—3,6 Koudumer-Var. 3.5 N.W. Nieuwevaart, langs den Koudumerslaper- dijk naar de Oostervaart bij de Noorder ! sluis (36); verbinding met Workum en j Hindeloopen, bevaarbaar voor schepen I tot 80 ton; lang 2,6 K.M., breed minstens 14 M., diep 1,00 M., zal in 1922 worden verdiept. 1 vaste brug bij de zuidelijke invaart, wijd 5,40 M., hoog 2,50 M. Beheer bij het Rijk. Van toepassing is het „Algemeen Reglement van politie voor rivieren en Rijkskanalen (zie bl. 13). Motorbooten toegelaten. I Geen rechten. 3.6 Koudumerzyl (keersluis, openstaand) met vaste bruggen, wijd 7,10 M., diep 1,95 M. Van toepassing is behalve het „Algemeen Reglement" (zie boven) het „Bijzonder Reglement" van 23 Mei 1892, StM. 118 (zie bl. 30). Beheer bij het Rijk. Los-, laad- en opslagplaats van de Gem. Tarief als te Koudunï: 270 Afstand in Ligging. K.M. uit het beginpunt. 3,6—6,0 Koudumervaart. Oostend. 4,6 N. Housldot, landbouwvaartje. 4,8 Z. Sijmkewijk, naar Koudum. ,Los-, laad- en opslagplaats van de Gem. Havengeld 8 cent per ton. beneden 10 ton f 0,45 per 14 dagen, i) 5,0 Z. Koudum ; (v. br.). 6,0 N. Indijk (35), naar Hindeloopen. 6,0 Z. Nieuwe Groote Gersloot, ook genaamd Kruisvaart of het Kanaal (35) naar de Morra (18). 6,0—8,3 de Gronzen. 7,5 | Vaste brug in den spoorweg Leeuwarden— Stavoren, wijd 15.00 M., hoog 2,40 M. 8,3 Z.W. Molkwerum, los-, laad- en opslagplaats van de Gem. Tarief als te Koudum. Midden door Molkwerum bestaat verbinding zuidwaarts door de Fenke naaide Warnservaart (18) en verder voor kleine scheepjes door het Molkwerumervaartje naar de Binnenhaven van Stavoren, lang 3 K.M., diep 0,70 M., met 5 bruggen, wijd 3 M., hoog 2 M. (weinig bevaren). 8,3—8,8 | Het Wijd. 8,8 N. Noorderdijkvaart naar Hindeloopen. Lang ruim 4 K.M., breed 8—12 M., diep j 1,00—1,30 M. Trekpad I 4 beweegbare bruggen en 1 vaste brug, I wijd 3,70 M., hoog 2,50 M. Geen bruggeld. De Palesloot en de Norgsloot, tusschen Dijkvaart en Indijk, zijn onbevaarbaar. In beheer bij het Waterschap Wijmbritseradeel, ca. Contributie Zeedijken. Motorbooten toegelaten. 9,0 Vaste brug. !) Ver. der Gem. Hemelumer Oldephaert en Noordwolde van 27 April 1918, met wijziging. 271 Afstand in [Ligging. K.M. uit het beginpunt. 9,3 W. Westwaarts voortzetting der Dijkvaart naar Stavoren (ook Xoorderdijkvaart genaamd). Lang 3,8 K.M., breed ongeveer 10 M., diep minstens 0,85 M. (zal worden uitgebaggerd). 2 zetten, wijd 3,20 M. Te Stavoren is geen verbinding met'de haven. In beheer bij de Waterschappen „Wijmbritseradeels ca. Contributie Zeedijken", en „Hemelumer Oldephaert en aanhoorige Zeedijken". Motorbooten toegelaten; weinig bevaren. 9,3 .Molkweruinerztyl, Rijksschutsluis, naai¬ de Zuiderzee; voor zeer kleine vaartuigen. Schutkolklengte 13 M., wijdte 5,35 M., diepte 0,83 M. M.V. =: ongeveer 0,25 JF, -f- N. A. P. . M.E. = ongeveer 0,25 M. — N. A. P. Er wordt geschut, zoolang het water niet meer dan 1,50 M. boven het boezempeil staat. Van toepassing is het „Algemeen reglement van politie op de rivieren en Rijkskanalen (zie bl. 13) en het Bijzonder reglement van 23 Mei 1892, St.bl. n°. 118 (zie bl. 30). 35. VAART van DE MORRA naar HINDELOOPEN. (III) Van de vaargeul in de vaart van '« Oudhof naar Stavoren (18) door de Morra; langs de Kruisvaart of het Kanaal en de Indijk naar de schutsluis te Hindeloopen. PWIm Lengte ongeveer 7 K.M. Breedte minstens 10 M. Diepte 1,50 M. 272 5 vaste bruggen, minstens wijd 4 M.; hoog 2,30 M. Sluis aan de Zuiderzee. In beheer bij de provincie. Toegelaten grootste afmetingen enz.: diepgang 1,30 M. onder F. Z. P.; voor motorschepen: lengte 14,90 M.; breedte 2,80 M.; snelheid 6 K.M. per uur. Stoombooten worden niet toegelaten, motorbooten wel. Afstandstabel. Afstand in ILigging.l KM. uit het ■ beginpunt. 0,0 Z. Morra (18). Bij de aftakking van de hoofdvaargeul j door het meer naar Stavoren ligt een roode ton n.w. der geulen. 0,8 N.W. Baak ter aanduiding der invaart. 0,8—2,6 Kruisvaart, het Kanaal of Nieuwe Groote Gersloot. 2,6 Vaste brug in den weg Molkwerum— Koudum. 2 6 zvw.- Koudumer vaart (34) naar Molkwerum. ' n.o. , 2,6—6,5 | -Indijk. 3,6 I Z.W. Palesloot, niet bevaarbaar. 5 2 Vaste brug in den spoorweg van Stavoren naaf Leeuwarden, wijd 15 M., hoog 2,42 M. ; 6,3 Z. Verbinding met de Dijkvaart naar Stavoren (18). 6,4—6,7 i Hindeloopen. De gemeente heft geene bruggelden of opslaggelden. 6.5 Indijkbrug (met beweegbare klep), gem. los- en laadplaats bezuiden de brug, vrij. Ombuiging naar het N. 6.6 Schoolbrug, met beweegbare klep, breed . 1 M. 6.7 O. Vaart van Hindeloopen naar Wor¬ kum (36). 6,7 Schutsluis met brug aan de Zuiderzee, zie verder (36). 273 36. VAART yan WORKUM naar HINDELOOPEN. (III) Van de Trekvaart van Bolsward naar Workum (37), f bij het Lange Vliet, langs de Horsa, Dijkvaart, Ooster1 vaart en Oude Oostervaart naar de Zuiderzee. Bevaarbaar voor vaartuigen tot 50 ton. Lengte bijna 8 K.M. ' fr^"*\ Breedte van 8—16 M. Diepte 0,85 M., zal in 1922 op 1,00 M. worden gebracht. I Het kanaalvak van het Lange vliet tot de Brandebure i vaart is in 1920 op 1,40 M. diepte gebracht. In de zomermaanden komen geregeld zeer hinderlijke lage waterstanden voor. 3 beweegbare bruggen; 10 vaste bruggen, minstens I wijd 4,00 M., hoog 1,60 M. m. Zeesluis. Van Hindeloopen tot de spoorwegbrug te K.M. 2,6 I; is de vaart in beheer bij de Gem. Workum; vandaar tot I de Noorderkeersluis te K.M. 5,1, bij het Waterschap „Het f- Workumer Nieuwland", verder tot'.nabij de Weeshuisbrug |- te K.M. 7,5 bij het Rijk, en overigens bij de Gem. Hindeloopen p (ook de zeesluis). Voor het gedeelte in Rijksbeheer geldt het Alg. Reglement r van politie voor rivieren en Rijkskanalen (zie bl. 13). Geen rechten, behalve sluisgeld. Motorbooten toegelaten. Afstandstabel. K Afstand in I Ligging. ■ K.M. uit het m beginpunt. 0,0' N. Trekvaart van Bolsward naar Workum (37), nabij den „Lange Vliet". 0,0—2,6 Z.W. Horsea of Horsa. 0,4 Vaste brug. 0,9 Stationsbru'g (v.), wijd 6 M. 1,2 N.W. Brandeburevaart. Beste vaarweg voor het verkeer van Hindeloopen naar de Diepe Dolte (zie (37)). ■ te K.M. 7,o bij het Rijk, en overigens bij de Gem. Hindeloopen 18 274 Afstand in Ligging.l k.m. nit het * beginpunt. 1,3 Z.0. Nauwe Larts; breed 10,00 M., diep 0,75 M. Verbinding voor kleine vaartuigjes door den Ursulapoel en de Oude Heidenschapstervaart (breed 5 M., diep 0,50 M.) met de Fluessen (6 K.M.) en door De Gracht of Vischwijk (breed 8,00 M., diep 0,90 M.), noordwestelijk door de Nieuwe Bloksloot (thans onbevaarbaar) met de vaart Workum—Hindeloopen en Z.O. door de Bloksloot (ondiep) naar de Zwarte Woude (18). 1,6 N.W. Burevaart, naar de Diepe Dolte, benoorden de schutsluis; lang 1 K.M., breed minstens 10 M., diep 1 M., met vonder, wijd 5,40 M., hoog 2,35 M. 2,1 Draaibrug, wijd 3,85 M. Geen bruggeld. 2.6— 3,7 Dijkvaart. 2.6 Vaste brug in den spoorweg van Leeuwahden naar Stavoren, wijd 7 M., hoog 2,14M. 3.7 Z.O. Nieuwe Bloksloot naar De Gracht of Vischwijk (zie bij K.M. 1,3). 3.7— 5,1 Oostervaart. 5.0 Z.0. Nieuwe vaart (34), naar de Fluessen en Molkwerum. 5.1 Noorder keersluis, wijd 5,35 M., diep 1,16 M. Staat open. In beheer bij het Rijk. Los- en laadplaats. 5,1—7,6 Oude Oostervaart. 6,3 Draaibrug in den spoorweg Leeuwarden— Stavoren, wijd 7 M. Wordt 10 min. vóór aankomst van een trein gesloten. *) Wisselplaats in de doorvaart. i) K.B. van 8 Nov. 1885, St.bl. n". 191, en wijziging. 275 Afstand In ILigging. k.m. uit bet beginpunt. 7.5 Hindeloopen. Het beheer der haven berust bij den pachter (gem.). Havengeld voor schepen van meer dan 4 ton f 0,25. Voor kleinere vaartuigen f 0,10 (Jaarabonnementen). Weeshuisbrug (v.). 7.6 Verbinding door de stad (Zijlroede) met de Indijk (35) en de Dijkvaart naar Molkwerumerzijl (ruim 5 K.M.). 7,6 Schutsluis te Hindeloopen met ophaal¬ brug. Schutlengte 20,6 M., wijdte 4,78 M., diepte 1,00 M. Bij buitenstanden van 0,60 M. boven den boezemstand, wordt niet meer geschut. Sluisgeld: tot 6 ton f 0,10: tot 16 ton f 0,20; boven 16 ton f 0,40. Jaarabonnementen. 7,6—7,8 Voorhaven, met vast wit licht op het westelijk hoofd. Invaart Noord-Zuid. 7,8 Zuiderzee. M. V. = 0,32 M. -f- N. A. P. M. E. = 0,26 M. 4- N. A. P. Laagste stand = 1,78 M. 4- N.A.P. Diepte in de haven en in de Zuiderzee bij H. W. nog niet 1,00 M. 37. TREKVAART van BOLSWARD naar WORKUM. (III) Van de Zuiderstadsgracht te Bolsward (24) naar de schutsluis aan de Zuiderzee te Workum. De vaart wordt ook Ee genaamd. Lengte ruim 14 K.M. Breedte minstens 15 M. Diepte 1,70 M. 9 beweegbare bruggen, minstens wijd 5,50 M. 1 zeesluis. 276 Te Workum los- en laadplaats aan de kaden en aan de Schoolstraat en Dwarsnoord. Jaagpad. In beheer bij de Provincie. l)e haven en sluis te Workum zijn in beheer bij de Gem. Workum. Toegelaten grootste afmetingen: diepgang 1,50 M. = F. Z. P.; voor stoom- en motorbooten: lengte 21,50 M; breedte 3,80 M; snelheid 8 K.M. per uur; van 15 Oct.—1 April 9 K.M. Afstandstabel. Afstand in | Ligging. I k.m. uit het beginpunt. 0,0 N. Zuiderstadssingelgracht (24) te Bolsward aan het Kruiswater. Los- en laadplaatsen te Bolsward vrij. 0,8 Hollander zet (oph.). | Tol der Gem. Bolsward voor het openen van den val; per vaartuig: tot 40 ton f 0,10; tot 100 ton f 0,16; tot 150 ton f 0,20; boven 160 ton f 0,25. I Van 8 u. n.m.—5 u. v.m. dubbel tarief, i) 1.6 Ophaalbrug in den weg naar Eemswoude of IJmswolde (1 K.M.). Bruggeld als te k.m. 0,8. 2,4 O. Tjerkwerd. Ophaalbrug. Tolgeld tot 12 ton f 0,03, van 12—30 ton f 0,06, boven 30 ton f 0,12. 5) 2.7 W. Van-Panhuijskanaal(38)naarMAKKUM. 4.2 Z.O. Vaartje naar Dedgum, 0.5 K.M., diep on¬ geveer 1,40 M. 4,7 W. Angterperopvaart, 1 K.M., diep 0,70 M. 5.3 Parrega. Ophaalbrug. Bruggeld als te K.m. 0,8. 7,1 W. Indijk, verbinding met de Dijkvaart (40). 9,1 Z.O. Nijhuizumervaart, naar Nijhuizüm(1 K.M.) en. de Vlakke Brekken (ruim 1,5 K.M.), I breed 20 M., diep 1,50 M. 1) Ver. der Gem. Bolsward van 3 Dec. 1914, met wijziging van 8 Juli 1920. 2) Ver. der Gem. Wonseradeel van 20 Juli 1907. 277 Afstand in Ligging.l k.m. uit het beginpunt. Westelijk van de Trekvaart is de Tolhuisvaart afgedamd. 9,1 Draaibrug aan het Tolhek, in den weg naar Nijhuizeh. Bruggeld van 7—25 ton f 0,05, kleinere vaartuigen f 0,025, grootere vaartuigen f 0,10. i) Zondags en 's nachts van 11 u.—5 u. blijven de bruggen van de Gem. Workum gesloten. 2) 9,8 Z.O. Klifrak en Langevliet (33); verbinding met de Fluessen. 9,8 Z.W. Horsa (36), naar Hindeloopen. 9,8 Ombuiging naar het N.W. 10.7 N.O. Opvaartje naar de Hollemeer (afgedamd op ong. 0,5 K.M.), met draaibrug (Holle meersbrug) over de invaart. Bruggeld f 0,10, 's nachts dubbel. Sluitingstijd als boven. 10,7-12,6 Workum. 10.8 N.W. IJskeboerevaart, breed 9 M., diep 0,80 M., naar Ferwoude en de Djeppert, met draaibrug (Paardenstalbrug) over de invaart. Bruggeld 21/2 ct., 's nachts dubbel tarief, i) Sluitingstijd als boven. 10.9 Noorderbrug (dr.). Bruggeld f 0,05, 's nachts dubbel tarief, i) Sluitingstijd als boven. 10,9-12,6 ! Diepe Dolte. 10,9 Noorderhaven. Brugje over het Dwars¬ noord. Bruggeld 1 ct. Verder als boven. 11,5 Bagijnebrug (oph.) in den weg naar het j station. Bruggeld en sluitingstijd als te k.m. 10,9. Los- en laadplaats. 11,8 Z.O. Brandeburevaart (partic), naar de Horsa (1 K.M.); breed 14 M.; (in den ') Volgens Ver. der Gem. Workum van 24 Juli 1908. 2) Volgens Ver. der Gem. Workum van 24 Oct. 1920. 278 Afstand in Ligging. k.m. uit bet beginpunt. bodem 3 M.), diep 1 M., geen bruggen. Hoofdverbinding met de Horsa. 12.1 Zuider- of Kettingbrug (dr.). Bruggeld en sluitingstijd als te k.m. 10,9. 12.2 Z.O. Burevaart naar de Horsa, lang 1 K.M., breed 10 M., diep 1 M. (36) 12,6 Schutsluis met draaibrug. Schutkolklengte 36,10 M.; wijdte 7,30 M.; diepte 1,88 M. Aanleggelegenheid aan den Kadedijk nevens de sluis. Havengeld te Workum voor alle vaartuigen f 0,06. i Vuurgeld voor passeeren van het kleine vuur, dalende van f 1 voor vaartuigen van 800 ton en meer, tot f 0,10 voor vaartuigen van 5- tot 10 ton. Bakengeld, eenmaal 'sjaars van 10,30 voor alle vaartuigen boven 5 ton. / Sluisgeld; voor het passeeren der sluis: van f5 voor schepen vanaf 300 ton tot f 0,10, voor vaartuigen kleiner dan 5 ton. i) 12,6-14,6 Uitvaart langs den Zeedijk of Zool, breed ongeveer 45 M., richting N.O.-Z.W.; aanlegplaatsen aan het zeeëinde. 14,6-15,2 Leidam in deZtiiderzee, richting W.Z.W. De diepte van uit zee naar de sluis wisselt van 1.00 M. tot 1.70 M. onder M.E. Nabij den vuurtoren te Workum (Groote vuur, vast wit licht aan het worteleinde van den Zuiderhavendam), wordt met korven en vlaggen de hoogte van het water op de bank voor de haven geseind ! (meestal 1 tot 2 M.). Biljet met den „Kegel der seinen" bij den pachter der sluis tegen verplichte betaling van f 0,10. Het kleine vuur (vast wit licht bij den Zuiderhavendam), in het groote vuur gehouden geeft bij den ingang van de geul de richting van het vaarwater aan. De roode ton op het eind van den steenen dam (in de richting west van i) Ver. der Gem. Workum van 5 Oct 1899. 279 Afstand in Ligging.! K.M. uit het beginpunt. den vuurtoren) moet bij het binnenvaren aan stuurboordzijde worden gehouden. M.V. = ong. 0,35 M. + N. A. P. M.E. = ong. 0,30 M. -f- N. A. P. 38. VAARWATER van MAKKUM naar TJERK WERD. (III) Van . de schut- en uitwateringssluis te Makkum aan de Zuiderzee, naar de Trekvaart van Bolsward naar Workum (37) te Tjekkweed. Lengte ruim 7 K.M. Breedte 20 M. en meer. Diepte 1,55 M. en meer onder F. Z. P. 6 beweegbare bruggen, wijd minstens 5,90 M. Geen bruggeld. Zeesluis. Trekpad. De Groote Zijlroede is in beheer bij de Provincie, verderop berust het beheer bij het Waterschap: „Makkumer en Parregaster meerpolders". De zeesluis is in beheer bij de Gem. Wonseradeel. Op de Groote Zijlroede worden stoom- en motorbooten toegelaten tot een: diepgang: van 1,50 M. onder F. Z. P.; lengte: van 21,50 M.; breedte: van 3,80 M.; snelheid: van 8 K.M. per uur; van 15 Oct.—1 April9 K.M. Op het Van-Panhuyskanaal bestaan geen beperkende bepalingen, is echter de brugwijdte tijdelijk tot 5 M. beperkt. Afstandstabel. Afstand in I Ligging.! K.M. uit het beginpunt. 0,0 W. Zuiderzee ; gebaggerde en betonde vaargeul, (Makkumerdiep) van Makkum noordwaarts naar de „Boontjes", met I bakens op de koppen der kribben. 280 Afstand in | Ligging. k.M. uit het beginpunt. De invaart is over 5 K.M. Z. Z. O. en wordt over ong. 20 M. breedte op ong. 2 M. ben. M. V. gebaggerd (aanwezig 1,65 M.). Steenen dam vóór de sluis, die bij invaart aan stuurboord is te houden. M. V. ong. 0,40 M. + N. A. P. M. E. ong. 0,50 M. -4- N. A. P. 0,0 Makkum. Schutsluis te Makkum, met draaibrug. Schutlengte ruim 27,50 M., wijdte 7,75 M., diepte binnenslagdrempel 1,65 M., buitenslagdrempel 1,80 M. -4- F. Z. P. Het doorschutten is verboden wanneer, de waterhoogten meer dan 1,00 M. verschillen. !) Sluisgeld van f 0,20 voor vaartuigen beneden 10 ton, tot f 0,75 bij 100 ton, voor iedere ton meer f 0,01. Havengeld (bij in- en uitvaart verschuldigd) tot 9 ton vrij; van 9—30 ton '/i ct. per ton, grootere vaartuigen, 3/4 ct. per ton. Visschers vaartuigen f 0,25 sluisgeld, ' en f 0,15 havengeld. Bruggeld voor het openen der valbrug over de sluis f 0,05 (behalve indien tevens door de sluis wordt gevaren).') Aan de zeezijde der sluis bevindt zich een aanlegsteiger, lang 70 M. en een walmuur, lang 60 M. 0,0—2,1 Groote Zijlroede. 0,1 Ophaalbrug te Makkum, wijd 7,45 M. 0,2 Z. Krommesloot en Kleine Zijlroede naar den Makkumermeerpolder (1,5 K.M.). In beheer bij de provincie. Stoombooten worden niet toegelaten, | motorbooten mogen niet sneller dan 6 I K.M. per uur varen. Toegelaten grootste afmetingen: diepgang 1,30 M. onder F. Z. P.; en voor motorbooten: j lengte 14,80 M.; breedte 2,80 M. 1) Instr. voor den Havenmeester te Makkum, van 21 Mei 1887, in 1913 gewijzigd. 2) Volgens Ver. der Gem., van 20 Juli 1907. 281 Afstand in ILigging.! k.m. uit het beginpunt. 0,8 N. Nieuwe-Vaart, verbinding met de Melk- | vaart, 0,5 K.M., landbouwvaart, diep 1,50 M. 2.0 I Draaibrug. 2,1—7,1 Van-Panhujjskanaal. 2.1 Z. Verbinding naar de Kleine Zijlroede (0,8 | K.M., diep 1,60 M.), en verder naar Idse- I gahuizen, diep 1,10 M. 2.2 i Aanlegsteiger voor stoombooten. 3,0 N.O. I Vaart naar Bolsward. (Makkumer- ! vaart.) 3.0 j Kakeshoek. 3.3 Z. Allingawierstervaart, diep ong. 1,20 M. 3,5 i Allingawierster draaibrug. 3,5 Z. Allingawier, (0,5 K.M.). Aanlegsteiger voor stoombooten. 4,7 j Exmorster draaibrug. Aanlegsteiger voor ' stoombooten. 4,7 I N. Exmorra (1 K.M.). 7.1 j i Tolhuisbrug (dr.). 7,1 Kj^ | Trekvaart van Workum naar Bolsward (37) bij Tjerkwerd, 3 K.M. bezuiden Bolsward. 39. MAKKUMER VAART. (III) Van de vaart Makkum—Tjerkwerd (38) te Kakeshoek, naar de noordelijke stadsgracht te Bolsward (24). Lengte 7 K.M. Breedte 7,5 M. en meer. Diepte 1,50 M. onder F. Z. P. 2 beweegbare bruggen en 1 vaste brug, minstens wijd 4,40 M., hoog 2,80 M. Geen schutsluis. In beheer bij de provincie, behalve ruim 1 K.M. aansluitende aan het van Panhuijskanaal, dat in beheer is bij den Makkumer- en Parregastermeerpolder. 282 Toegelaten grootste afmetingen: diepgang 1,30 M. onder F. Z. P.; voor stoom en motorbooten: lengte 21,50 M.; breedte 3,80 M.; snelheid 8 K.M. per uur; van 15 Oct.—11 April 9 K.M. per uur. Afstandstabel. Afstand in I Ligging. K.M. uit het beginpunt. 0,0 | Kakeshoek. 0,0 Z. Van-Panhuijskanaal (38). 1,2 Bolswardergat. 1.2 N. Schraardervaart, naar Scheaard (2,5 K.M.) en Witmarsum (41) (6,5 K.M.). 1,7 Exmorsterzijl, met draaibrug in den weg van Schraard naar Exmorra, wijd 5,65'M. Geen bruggeld. 2.3 Z. Exmorravaartje, 0,8 K.M. 2.7 N. Vaartje naar Langerhou, 0,5 K.M., diep 1,30 M., bevaarbaar met schepen van 40 ton. 5.4 I Z. Babuurstervaart naar Babueen, 1,5 K.M.; diep 1,00 M. (Melkvaartje.) 5.5 Marnezijl (vaste brug). 5.8 N. Witmarsumervaart (41), naar Schet- tens (3,5 K.M.) en Witmaesum (6 K.M.). 6,1 Ophaalbrug bij Bolsward, wijd 5,75 M. Geen bruggeld. 6,1 Stadsgracht te Bolsward (24). Van hier westwaarts naar de trekvaart naar Leeuwarden, zuidwaarts naar Sneek. 40. DIJKVAART. (IV) Van Makkum langs den Zeedijk tot Workum. Weinig bevaren vaart, hoofdzakelijk van belang voor het Dijksbestuur. Bevaarbaar voor schepen van ong. 60 ton, behalve het onbevaarbare zuidelijke gedeelte. Lengte bijna 10 K.M. Breedte iO—18 M. 283 Diepte ongeveer 1,00 M. onder F. Z. P.; zal worden uitgebaggerd. 6 vaste bruggen, minstens wijd 4,50 M., hoog 2,30 M. Tusschen Makkum en Gaast nog 2 zetten met doorvaartwijdten van 3,90 M. Geen bruggelden. Geen schutsluizen. In beheer bij het Dijksbestuur van Wonseradeels ZuiderZeedijken. Stoombooten verboden. Motorbooten behoeven vergunning van het Bestuur. Afstandstabel. Afstand in Ligging. k.m. uit net beginpunt. 0,0 Makkum. 0,0 N.O. Kleine Zijlroede, bij de Krommesloot (38). 1.0 Idsegastertille (v. br.) 1,7. Pi aam; Piamertille (v. br.) 4.1 Gaast. Los-, laad- en opslagplaats, vrij. 5,8 O. Djeppert, (0,7 K.M.) en verder langs de Ferwoudstervaart, de Kleinevaart, en de Indijknaar de Trek vaart Bolsward— Workum (37), tezamen lang 3,5 K.M. De Djeppert is breed 10 M., diep ong. 1,00M., met 1 draaibrug en 1 vaste brug, wijd 3,90 M., hoog 1,95 M. De Indijk is op enkele plaatsen slechts 0,90 M. diep. Door de Ferwoudstervaart en IJskeboerevaart verbinding met de Diepe Dolte te Woekum (37). Opslagplaats te Ferwoude. Motor booten niet toegelaten. Geen rechten. Bezuiden de Djeppert wordt de Dijkvaart al minder bevaarbaar. Het zuidelijk gedeelte is onbevaarbaar. 9,7 Uitmonding onbevaarbaar in de Diepe Dolte benoorden de schutsluis. 284 41. VAART van BOLSWARD naar WITMARSUM en ARUM. (III) Kleine vaart van slechts plaatselijk belang. Tot Witmarsum bevaarbaar voor vaartuigen van 30 ton henoorden Witmabsum tot 50 ton. De vaart is 9 K.M. lang, 6—18 M. breed, ongeveer 1,20 M. diep. 6 draaibruggen, 2 vaste bruggen, 2 zetten, wijd minstens 3,90 M., vrije hoogte 2,30 M.. Geen schutsluizen. In beheer bij de Prov. Geen bruggelden of andere rechten. Stoom- en motorbooten toegelaten. Afstandstabel. Afstand in Ligging.l k.m. uit het | beginpunt. 0,0 Z. Makkumervaart (39), 0,3 K.M. westelijk van de Stadsgracht te Bolsward (24). 3,3 schettens. 4,9 Z.W. Vaart naar Schraard, (3 K.M.) en de Makkumervaart (5,5 K.M.), breed 9— 20 M., diep ong. 1,30 M. 5,9 Witmarsum. Dorpsopslagplaats vrij. 6,6 W. Pingjumervaart naar Pingjum, 2K.M., breed 9—15 M., diep ong. 1,40 M. 8,6 N.W. Vaartje naar de Nes, 1,5 K.M. Opslagplaats te de Nes breed 8 M., diep ong. 1,30 M. 9,0 N.O. Zeilvaart naar Harlingen, tegenover de Franekervaart bij Arum. 42. VAARWATER van MAKKUM langs WONS naar de DIJKVAART te ZURIG. (IV) Van de GrooteZijlroede, oostelijk van Makkum, langs de Nieuwevaart, Melkvaart en de Gooiumervaart naar Zurig. Landbouwvaart voor kleine vaartuigen van slechts plaatselijk belang. Geen schutsluizen. 285 Afstand in I Ligging.l k.m. uit het t beginpunt. 0,0 Z. Groote Zijlroede (38), 0,5 K.M. oostelijk van Makkum. 0,0—0,5 Nieuwe vaart, diep ong. 1,30 M. 0,5—2,8 Melkvaart. diep ong. 1,30 M. (1,5 0. Ondiepe verbinding door het Nauw, naar de vaart naar Bolsward. 2,8 W. Kornwerdervaart, naar Sottekum (2 K.M.) en de Dijkvaart (43). 2,8—3,2 Kornwerdervaart. 3,2—7,3 Gooiumervaart. 3.2 Wons. 5,8 Gooium. 7.3 W. Zurig, Dijkvaart (43), langs den zeedijk. 43. DIJKVAART langs de zeekust bezuiden HARLINGEN. (IV) Van de Zeilvaart naar Bolsward (44) ruim 1 K.M. bezuiden Harlingen tot Sotterum. Weinig bevaren vaart, hoofdzakelijk ten behoeve van het Dijkbestuur. Voor vaartuigen tot 70 ton. Lengte ruim 10 K.M. Breedte (in den bodem) 4—10 M. Diepte tot Zurig ong. 1,40 M.; verder zuidelijk ong. 1,10 M. 11 vaste bruggen, minstens wijd 4,80 M., hoog 2,15 M. Geen schutsluizen. In beheer bij het waterschap „Vijfdeelen Zeedijken Buitendijks". Van toepassing is eene politieverordening van het waterschap. Geen rechten. Motorbooten worden toegelaten. Afstandstabel. t Afstand in Ligging. k.m. uit het beginpunt. 0,0 0. Zeilvaart (44), 1,20 K.M. bezuiden den spoorweg te Harlingen. Afstandstabel. 286 Afstand in ILigging. k.m. uit het beginpunt. 2,6 ' DlJKSTEEBUEEN. 3,2 O. Bedelaarsvaart, naar de Zeilvaart (44) (2 K.M.), verwaarloosd en bijna onbevaarbaar, diep 0,60 M. 5,6 Zurig. 5,6 Z.O. Gooiumervaart (42) naar Gooium en Wons. 9,2 Opvaart naar Koenweed. 10,0 Sotterum of Sottrum, 2 K.M. benoorden Makkum. 10,0 O. Kornwerdervaart naar Wons (42). 44. ZEILVAART van HARLINGEN naar BOLSWARD of HARLINGERVAART. (III) Van de kleine schutsluis te Harlingen, door de Mosengracht, zuidwaarts naar Bolswaed. Lengte ruim 17 K.M. Breedte van 11 tot 40 M. Diepte 1,50 M. 7 beweegbare bruggen en zetten, wijd minstens 4,45 M. 16 gewone vaste bruggen, minstens wijd 4,10 M., hoog 2,25 M. Geen schutsluizen. In beheer bij de prov.; de Stadsgracht te Harlingen by de Gem, Toegelaten grootste afmetingen, enz.: diepgang 1,30 M. onder F. Z. P.; voor stoom- en motorbooten: lengte 14,90 M.; breedte 2,80 M.; snelheid 7,50 M. Afstandstabel. Afstand in Ligging.l k.m. uit het beginpunt. 0,0 Zuiderhaven te Haelingen. Voor de haven eh sluizen te Harlingen zie (52). 0,0 Kleine schutsluis te Haelingen. 287 i Afstand in Ligging:! k.m. uit liet • beginpunt. 0,0—0,2 Rozengracht, met Waschbleekbrug (v.), wijd 5,75 M. j Geen bruggeld. 0,2 O. Zuidoostergracht (52), naar de Trekvaart naar Leeuwarden, 0,4 K.M., | met 2 draaibruggen, wijd 5,80 en 7,00 M. 0,3 j Draaibrug, wijd 5,50 M. (tram). 0,3 I Draaibrug in den spoorweg naar Leeuwar¬ den, wijd 5,50 M. De regeling van de opening en sluiting is aan den ' stationschef te Harlingen opgedragen, i) 0,3 W. Spoorweghaven (Zuidergracht), lang 0,4 K.M., diep ongeveer 1,40 M. 4-F. Z. P. 0,4 Basculebrug, wijd 5,70 M. Geen bruggeld. 1,5 Z.W. I Dijkvaart (43). 2,2 Vaste brug in den tramweg van Har¬ lingen naar Bolsward. 4,7 Kimswerd; vaste brug in den tramweg. 5,9 Z.W. Bedelaarsvaart, naar de Dijkvaart (43), 2 K.M. bijna onbevaarbaar. 7.4 Rimswerderzijl; v. br. (pr.). 8.5 N.O. Arumervaart (46), naar Franeker. 8,5 N.O. Arum, (0,5 K.M.) 8,5 Z.W. 1 Vaart naar de Nes, Pingjtjm, Witmarsum (41). 10,5 Brug (v.) in den stoomtramweg Harlin¬ gen—Bolsward bij Rijpend, 2 K.M., benoorden Witmarsum. 12,3 Hanzumatille (v. br.) bij Eesterburen. - 13,8 Hemeet. 14,3 N.O. Lathumervaart (45), verbinding met Feanekee (slecht bevaarbaar). 16,2 W. Sijdsweed. i) k. b. van 11 Sept. 1875, StM. n°. 169, met wijzigingen. 288 Afstand in iLigging.l KM. uit het! beginpunt. 16,4 j O. I HlCHTUM. 17,6 ! N.O. Trekvaart van Bolsward naar Leeuwarden (47); 0,5 K.M. zuidelijker mondt de Trekvaart in de stadsgracht van Bolsward (24). 45. LATHUMERVAART en TJUMERVAART. (IV) Van de Vaart van Bolsward naar Harlingen (44), bezuiden Hemert, naar de Trekvaart HarlingenFraneker (52V zuidwestelijk van Franeker. Het gedeelte van Tzuii tot de Achlummervaart wordt ook Oude Bolswardervaart genoemd. Van slechts plaatselijk belang. Thans slechts van de Harlingervaart (52) tot Tjcm goed bevaarbaar. De vaart verkeert op het vak bezuiden Tjum in slechten staat van onderhoud en is dientengevolge op dat deel slecht bevaarbaar. Eerst na uitvoering van verbeteringswerken zal dit vak weder als verkeersweg kunnen dienen. Lengte ruim 12 K.M. Breedte 7—12 M. Diepte 1,30 M.; bezuiden Tjum minder. Van de Harlingervaart (52) tot Tjum 5 vasjte bruggen, wijd 4 M., hoog 2 M. Brugwijdte zuidelijk van Tjum 3 M. Geen schutsluizen. In bebeer bij de Gem. Franeker en Franekeradeel voor de gedeelten in die gemeenten; tot aan de Achlummervaart bij de Gem. Wonseradeel; van de Achlummervaart tot Tolsumerzijl bij het Waterschap „Ruige Lollum"; benoorden Ruigelollum wordt het beheer nieuw geregeld. In de Gem. Franekeradeel behoeven motorbooten toestemming van B. en W. 289 Afstand in ILigging.l k.M. uit het beginpunt. 0,0 Z.W, Zeilvaart van Bolsward naar Harlingen (44), 3,5 K.M. benoorden Bolsward (bij Hemert). 0,0—5,8 j Lathumervaart. !1,6 O. Dorpsvaartje naar Tornwerd en Waaxens 1 K.M. 3,7 N.W. Lollumervaart naar Ruige lollum (0,6 K.M.) I en naar de vaart van, Arum naar j Franeker (46) (5 K.M.). Landbouwvaart. 5.8 Tolsumerzijl, met vaste brug. 5,8—8,3 I Dit kanaalvak is thans zoo goed als on¬ bevaarbaar. 7.9 W. Laakwerderopvaart (1,3 K.M.), naar Laak- werd. 8,3 O. Tjum (of Tzum); met dorpshaven en. Gem. los en laadplaats, westelijk van de haven de Westelijke Achteromvaart; oostelijk van de haven de Oostelijke Achteromvaart. Ondiepe verbinding (0,80 M.) door de Oude Meer naar de Zeilvaart van Sneek naar Franeker (49) (4K.M.). 10,9 Miedum, br. Grens der Gem. Franeker en Franekeraj deel. 12.0 Z. Doijemeropvaart, naar Doijem, 2 K.M. 12.1 j Brug in den spoorweg van Harlingen naar Leeuwarden. 12,4 Trékvaart Harlingen—Leeuwar¬ den (52), ongeveer 1 K.M. Z.W. van de Singelgracht te Franeker. Afstandstabel. 46. FRANEKERVAART, van FRANEKER naar ARUM. (II—III) Van de Trékvaart van Harlingen naar Leeuwarden (52), 1 K.M. westelijk van Franeker, naar de Zeilvaart (44) bezuiden Arum. 19 290 Lengte ruim 7 K.M. Breedte 10—15 M. Diepte ong. 1,50 M. onder F. Z. P. 2 beweegbare bruggen, minstens wijd 4,35 M., geen bruggeld. 6 vaste bruggen, minstens wijd 4,50 M., hoog 2,48 M. Geen schutsluizen. In beheer bij de Gem. Franeker, Franekeradeel en Wonseradeel. Motorbooten behoeven vergunning van de Gem. Afstand in ILigging.j k.m. uit het beginpunt. 0,0 N. Trekvaart van Harlingen naar Leeuwarden (52), ruim 1 K.M. westelijk van de Stadsgracht te Feaneker. 0,7 | Vaste brug in den spoorweg van Harlin- i gen naar Leeuwarden; wijd 5,30 M., hoog 2,85 M. 0,8 Grens der Gem. Franeker en Franekera¬ deel. 0,8 N. Doodemansvaart naar de Loop, verbinding door het Waterschap de Loop naar de Achlummervaart (4,5 K.M.). Thans bijna onbevaarbaar; diepte 0,6 M.; wordt verruimd tot 1,30 M. diepte, 7 M. breedte en 4 M. brugwijdte. 1,1 O. üorpsvaart naar Hitzum; lang 0,6 K.M.; breed 6 M., diep 1,20 M.; in beheer bij de Gem. Franekeradeel. 1,8 o.enw. Hitzum en, Wester Hitzum. Los- en laadplaats vrij. Ophaalbrug. Geen bruggeld. 2,6 W. I Gelterperopvaart naar den weg HitzumAchlum, 0,3 K.M., breed 6 M., diep 1,40 M.; in beheer bij de Gem. Franekeradeel. 2,8 Vaste brug jn den tramweg van Franeker naar Arum, wijd 5,30 M., hoog 2,85 M. Afstandstabel. 291 Afstand in Ligging. K.h. uit het beginpunt. 4,3 Paijezijl; keersluis, wijd 5,00 M., open. 4,3 N.W. Achlumervaart, naar de Trekvaart van Harlingen naar Leeuwarden. Landbouwvaart, lang ongeveer 5 K.M., breed 10 M., diep 1,40 M., met bruggen te Achlüm, wyd 3,10 M. en hoog 2,08, M., en te Hebingazijl, wijd 4,00 M. en hoog 2,40 M. 4.3 Z.O. Lollumervaart, naar Ruigelollüm en de Lathumervaart (45). Landbouwvaart, lang ongeveer 4,5 K.M., breed 8 M., diep 1,30 M., met ophaalbrug, wijd 3,80 M. 7,0 I Aeum. 7.4 Z.W. Zeilvaart van Haelingen naar Bols- waed (44). 47. TREKVAART van BOLSWARD naar . LEEUWARDEN. (II—III) Van de Trekvaart van Harlingen naar Leeuwarden (52), bij de Bolswarderbrug naar de Stadsgracht te Bolswaed (24) bij de St. Jansbrug. Lengte 215 K.M. Breedte 13—40 M. Diepte 1,50—1,70 M. onder P. Z. P. 2 ophaalbruggen en 10 vaste bruggen, minstens wijd 4,75 M., hoog 2,60 M. Geen schutsluizen. Jaagpad. In beheer bij de provincie. Toegelaten grootste afmetingen, enz.: diepgang 1,30 M. onder F. Z. P. voor stoom- en motorbooten: lengte 18,20 M.; breedte 3,30 M.; snelheid 7,5 K.M. per uur. 292 Afstand in Ligging.! K.M. uit bet beginpunt. 0,0 N. Trekvaart van Harlingen naar Leeuwarden (52) bij deBolswarderburg, 7,5 K.M. westelijk van Leeuwarden. 0,4 Vaste brug in den spoorweg van Har¬ lingen naar Leeuwardfn; wijd 5,50 M., hoog 3,00 M. 0,6 Z. Hijlaardervaart naar Hijlaard, lang 3,3 K.M., breed 8 M., diep 1,25 M. met 2 zetten, wijd 4 M. Los- en laadplaats te Hijlaard. ! De vroegere verbinding langs de Hijlaarder j Oudvaart naar Boxum is niet meer bevaarbaar. 2,4 Boptille (v. br.), in den weg van Be werd (1 K.M.) naar Hijlaard (2 K.M.) 4,4 Z. Opvaart naar Lions, 0,7 K.M. 4,6 N.W. Huinservaart, naar Huins, lang 1 K.M., breed 5 M., diep 1,20 M., met 1 brug (y.), wijd 4 M., hoog 2,15 M. 4,6 Brug (v.) in den weg van Lions naar Huins. 5,6 Z. Baardersloot, naar de Jaanvaart (2 K.M.), I thans onbevaarbaar wegens ondiepten. 5 7 Z. Baard; ophaalbrug. Bruggeld f 0,16; beneden 40 ton f 0,05 indien met staande mast, anders vrij. Los- en laadplaats. 7,4 Z. Oosterlittens ; los- en laadplaats. 7.4 Z.O. Vaart van Sneek naar Franeker (49). 7,4—7,5 Vaart van Sneek naar Franeker. Tolbrug (v. br.) 7.5 N.W. Vaart van Sneek naar Franeker. 9,8 Spijktille (v. br.) iu den weg van Spannum naar Hennaard. 10,0 Z. Opvaartje naar Hennaard, 1,0 K.M., diep ongeveer 1 M. Afstandstabel. 293 Afstand in Ligging.l K.m. uit het beginpunt. 10.3 N. Sassingarijd of Spannumeropvaart naar Spannum (3,6 K.M.), breed 7 M., diep 1,10 M.; met 3 bruggen, wijd 3,95 M., hoog 1,95 M. Voortzetting van Spannum ' naar de Oude Meer (1,3 K.M.), breed I ruim 4 M., diep 0,70 M. Te Spannum los- en laadplaats der Gem. vrij. 11,0 W. Sibadavaart naar Oostekend, ruim 2 K.M ; slechts voor pramen, enz., diep 0,40 M. 11,5 N.O. Opvaartje naar Edeks, 0,5 K.M., diep 0,60M. 13,0 Warntille (v.br.). 13,5 N. I Barkweerderopvaart, naar Barkwerd (onbevaarbaar). 13,5 W. Kubaardervaart, naar Kubaabd (1 K.M.), diep 0,90 M. Los- en laadplaats der Gem. te Kubaard; yr\j. 14,5 O. Wommels; ophaalbrug. Bruggeld f 0,06, beneden 8 ton f 0,03, boven 25 ton f 0,10, 's nachts dubbel, i) j Los- en laadplaats der Gem. bij de brug, vru'. 15,0 O. Vaart naar Oosterend (48) 3 K.M., diep i ongeveer 1 M. 16,2 N. Wester-Littens, 0,5 K.M. Krommezijl, v.br. in den Slachtedijk. 17,5 Z. Mildsdiep, naar de Oudevaart, nagenoeg onbevaarbaar. 18.4 O. Burgwerd. Burgwerderpijp (v.br.). 20.4 O. Oude Kloostervaart (48), slecht bevaar¬ bare ondiepe verbinding (tot 0,60 M.) met I de vaart Sneek—Franeker (49) benoorden Sanlean. 21 N. Zeilvaart naar Harlingen (44). 21.5 Westelijke stadsgracht te Bols| ward (24). j De Oostelijke Stadsgracht is slecht bevaarbaar. i) Ver. d. Gem. Hennaarderadeel van 30 Sept. 1918. 294 48. OUDE KLOOSTERVAART (IV) en OOSTERENDERVAART. (TII) Van de Trekvaart van Bolsward naar Leeuwarden (47), benoorden Bolsward, naar de vaart van Sneek naar Franeker (49). De Oude Kloostervaart is bijna niet bevaren en ondiep. Lengte 9,5 K.M. Breedte 15—20 M. Diepte van 0,60 M. tot 1,50 M. onder F. Z. P. 8 bruggen en zetten, minstens Wijd 4,00 M. Geen schutsluizen. In beheer bij de betreffende gemeenten. Motorbooten behoeven vergunning. Afstandstabel. Afstand in i Ligging. K.M. uit het beginpunt. 0,0 W. Trekvaart van Bolsward naar Leeuwarden (47), 1 K.M. benoorden Bolsward. 0,0—4,8 Oude Klooster vaart; bijna niet bevaren; dient voor afwatering. 2.5 N. Mildsdiep, naar de Trekvaart, zeer ondiep, bijna onbevaarbaar. 4,8 HlDAARDERZIJL. 4,8—8,3 Hidaardervaart. 5,1 Grens tusschen de Gem. Hennaarderadeel en Wonseradeel. 5.6 N. HlDAARD. Los- en laadplaats, vrij. 6,6 N. Wij nzervaartje, langs Wijns (1 K.M.) naar Oosterend (2 K.M.) zeer ondiep, slechts voor roeibooten, enz. 8,1—8,9 Oosterende-rvaart; de N.W. verlenging vormt eene verbinding tusschen de Trekvaart Bolsward—Leeuwarden bezuiden Wommels langs Oosterend1 naar de Zeilvaart Farneker—Sneek (49); bevaarbaar voor scheepjes van 25 ton. 295 Afstand in Ligging.l KM. uit bet beginpunt. Het meest bevaren en diepere deel, vanaf de Zeilvaart Frameker—Sneek langs Gaastebp, tot Oosterend, is lang 1,70 K.M., breed 12 M., diep 1,30 M., met 2 beweegbare bruggen, wijd 4,25 M. Bruggeld aan de klapbrug te Oosterend f 0,06, beneden 8 ton f 0,08, boven 25 ton f 0,10, 's nachts dubbel. De verdere lengte (nog 3 K.M.) is breed 7 M., diep ong. 1,00 M., met 1 vaste en 6 beweegbare bruggen, wijd 3,75 M., hoog 2,25 M. Van Oosterend noordwaarts bestaat nog eene ondiepe verbinding langs Eeskwerd ' (1 K.M.) naar de Trekvaart van Bolsward naar Leeuwarden, ruim 2.K.M., voor pramen, enz. 8,1 N. Vaart naar Itens, 1,5 K.M. vanuit de Oosterendervaart, breed 6—8 M., diep ruim 1,00 M., met 2 beweegbare bruggen, wijd 4 M. Te Itens los- en laadplaats der Gem., vry. 8,9 Z.O. Trekvaart van Sneek naar Leeuwarden (49). 49. ZEILVAART Tan SNEEK naar FRANEKER Of FRANEKERVAART. (II) Van de Noorderstadsgracht te Sneek (9) tot de Trekvaart van Harlingen naar Leeuwarden (52) bij Franeker. Lengte 21 K.M. Breedte van 12 M. tot 30 M. Diepte 1,70 M. onder F. Z. P. 7 beweegbere bruggen en 7 vaste bruggen, minstens wijd 5,40 M. en hoog 2,98 M. Geen schutsluizen. In beheer bij de Prov. vaart van Harlingen naar jLeeuwaraen (Oü) Dij ï ranekeb. 296 Toegelaten grootste afmetingen, enz.: diepgang 1,50 M. onder F. Z. P.; voor stoom- en motorschepen: lengte 21,50 M.; breedte 3,80 M. snelheid 8 K.M. per uur; van 15 Oct.—1 April 9 K.M. Afstandstabel. Afstand in Ligging. K.M. uit het beginpunt. 0,0 Z. Noorderstadsgracht te Sneek (9). 0,3 Draaibrug in den spoorweg van Sneek naar Leeuwarden, wijd 5,45 M. Wordt 10 min. vóór aankomst van een trein gesloten.l) 0,3 Vaste brug in de Kerkhofslaan. 2,3 Taborlille (v. br.), in den weg van Schab- negoutum naar IJsbeechtum. 2,3 Z.W. Opvaartje naar IJsbeechtum, 0.7 K.M., diep ong. 1,00 M. 3,8 W. Tibns; ophaalbrug (gem.). j Bruggeld 2 ct voor schepen onder 10 ton, andere 3 ct. >) Los- en laadplaats der Gem. in ontwerp. 6.0 Sanlean en Sanleanderzijl, v. brug over het keersluisje. Los- en laadplaats der Gem.; vrij. 7,3 N.W. Oosterendervaart (48) naar Oostebend. . 7,6 N. Vaartje naar Oosterend, onbevaarbaar. 9.1 Rjen; ophaalbrug.. Bruggeld f 0,06, beneden 8 ton f 0,08, boven 25 ton f 0,10, 's nachts dubbel. 3) Los- en laadplaats der Gem. bh' de brug; vrij. 10,5 Z.O. Oosterwierumer Oudvaart en Bozumervaart (50). 11,2 N.W. Jaanvaart (51), naar Joeweed en verder. 1) k. B. van 22 Mei 1883, StM. n". 47, met wijzigingen. 2) Ver. van Gem. Wu'mbritseradeel van 28 Sept. 1918. ') Ver. der Gem. Hennaarderadeel van 80 Sept. 1918. 297 Afstand in | Ligging. K.M. uit het beginpunt. 11.2 Khomwal; Britswerd; draaibrug. Geen bruggeld. Gesloten van 10 u. n.m.—4 u. v.m.; van 1 Oct.—1 April van 9 u. n.m.~5 u. v.m. 13.0 N.O. Vaartje naar Wammerd; lang 0,8 K.M., breed 4 M., diep ong. 1 M.; 1 vaste brug, wijd 4 M., hoog 2,10 M. 14.1 O. Oosterlittens, ophaalbrug. Bruggeld beneden 8 ton f 0,02*, van 8—25 ton f 0,05, boven 25 ton f 0,10 's nachts dubbel tarief.!) Los- en laadplaats. 14.5 N.O. Trekvaart van Bolsward naar Leeuwarden (47). 14.6 Z.W. Trekvaart van Bolsward naar Leeuwarden. 15,5 N.O. Memerderopvaart, naar Memeet, lang 1,9 K.M., breed 4 M., diep ong. 1 M. 16.1 N.O. Bruggeburen; dr. in den weg van Span¬ num (1,5 K.M.) naar Winsum (0,5 K.M.). Bruggeld als te Oosterlittens. 16.4 Winsum ; opvaart, lang 0,6 K.M., breed 5—8 M., diep ong. 1,20 M. Los- en laadplaats. 17.3 W. Oude Meer naar Tjum en de Tjumer- vaart (45), diep ongeveer 1 M. 17.5 Munnike Baijum; Munniketille (v.br.) in den weg Winsum—Tjum. 18.2 N.O. Baijumeropvaart naar Baijum, 1,8 K.M. breed 6—8 M., diep ong. 1,10 M.; met 1 bew. en 1 v.brug, wijd 3,90 M., hoog 2,05 M.; gebaggerd in 1918. Los- en laadplaats der Gem., vrij. 18.7 O. Welsrij per vaart, 0,8 K.M., naar Welsrijp, breed 7 M., diep 0,80 M., geen br. Los- en laadplaats der Gem., vrh'. Ver. der Gem. Baarderadeel van 14 Oct. 1916 n°. 7. 298 Afstand in Ligging.! k.m. uit het beginpunt. ^0,0 Draaibrug in den spoorweg van Feane- I ker naar- Leeuwarden ; wijd 5,60 M. Wordt 10 min. vóór aankomst van een trein gesloten.J) 20,7 Trekvaart van Harlingen naar Leeuwarden, 3 K.M. oostelijk van Franeker. 50. BOZUMERVAART en OOSTERWIERUMER OUDVAART. (III—IV) Twee verbindingen tusschen de Zeilvaart van Sneek naar Franeker (49) bezuiden Britswerd, naar de Trekvaart van Sneek naar Leeuwarden (10) bij Bozum en bij de Dille. 'Slechts van plaatselijk belang. In beheer bij het Waterschap „De Oosterwierumer Oudvaart". Politieverordening v. h. Waterschap. Motorbooten behoeven vergunning. Geen bruggeld. Geen schutsluizen. - BOZUMERVAART. Lengte bijna 5 K.M'. Breedte 7,5—9 M. Diepte ong. 1,30 M. onder F. Z. P., gebaggerd in 1920. 4 vaste gewone bruggen, minstens wijd 3,75 M., hoog 2,25 M. en 3 zetten. Afstandstabel. Afstand in I Ligging. k.m. uit het beginpunt. 0.0 N. Oosterwierumer Oudvaart; 0,2 K.M. uit de Zeilvaart Sneek—Franeker (49). 2.4 Vaste brug in den spoorweg van Sneek naar Leeuwarden. 2,9 Bozum; los- en laadplaats. 4.5 Z.O. Trekvaart van Sneek naar Leeuwar¬ den (10). i) k. B. van 11 Sept. 1875, St.il. n°. 169, met wijzigingen. 299 OOSTERWIERUMER OUDVAART. Lengte 5,3 K.M. Breedte 6,5—1.0,5 M. Diepte ong. 1,30 M. onder F. Z. P. gebaggerd in 1920. 3 beweegbare bruggen, 7 zetten, 2 vaste bruggen, minstens wijd 3,75 M., hoog ,2,30 M. Afstandstabel. Afstand in I Ligging. k.m. uit het beginpunt. 00 | W. Zeilvaart Sneek—Franeker (49), 1 K.M. bezuiden Britswerd. 0,2 Z.O. Bozumervaart. 0,7 N. Zwaanwerd. 1,6 N. Wieuwerderopvaartje, naar Wieuwerd, 0,3 K.M. Los- en laadplaats te Wieuwerd. 2,3 Vaste brug in den spoorweg van Sneek naar Leeuwarden. 3,3 N. Schillaardervaartje, naar Schillaard, 1 K.M. 4,0 N. Vaartje naar Oosterwierum. 4,8 Vogelzang; brug in den weg van Weidum j naar Bozum. 5,3 De Dille. 5 3 Z.O. Trekvaart van Sneek naar Leeuwarden (10). 51. JAANVAART en JORWERDERVAART. (III—IV) Van de Zeilvaart van Sneek naar Franeker (49) te Kromwal, naar de Trekvaart van Sneek naar Leeuwarden (10), benoorden Weidum. Van slechts plaatselijk belang. Lengte 9,5 K.M. Breedte 10—17 M. Diepte van Kromwal naar Jorwerd ong. 1,40 M.; verderop 300 slechts 0,85 M. onder F. Z. P. Dit gedeelte zal op 1,50 M. worden gebracht. 4 beweegbare bruggen en 3 vaste bruggen, minstens wijd 4,10 M., hoog 2,85 M. Geen bruggeld. Geen schutsluizen. Trekpad. De aanlegplaatsen zijn vrij. In beheer bij de Gem. Baarderadeel. Motorbooten behoeven vergunning. Afstandstabel. Afstand in Ligging.l k.m. uit het beginpunt; 0,0 W. Zeilvaart Sneek—Franeker (49). 0,0 O. Kromwal. 0,3 O. Vaart naar Britswerd ; lang 0,4 K.M., J breed 6—12 M., diep 1,30 M. met 1 beweegbare brug, wijd 3,70 M. 0,8 Brug (Zet). 1.7 O- Jet; rolbrug. 3,2 De Hem; Hemtille, (v.br.). 3,2 N.W. Baardersloot, naar Baard en de Trekvaart Bolsward—Leeuwarden, (47) lang 1,9 K.M., breed 15 M., met 2 vaste bruggen en 1 zet, wijd 4 M., hoog 1,65 M. Thans bijna onbevaarbaar wegens ondiepten. 5,2 Jorwerd; los- en laadplaats. 5,2 Ophaalbrug. 5,9 N. Fonseropvaart, naar Fons, lang 0,8 K.M., breed 5 M. en diep ruim 1,30 M. (part. vaart). 6,4 Vaste, brug in den spoorweg Sneek— Leeuwarden. 6.8 O. Weidumervaart naar Weidum en de Trék- vaart Sneek—Harlingen (10), lang 2,4 301 Afstand in Ligging. K.M. uit het beginpunt. K.M., breed 7—8 M., diep ong. 1,30 M, (gebaggerd in 1920). 1 beweegbare brug, 2 zetten, 1 vaste brug, wijd 4 M., hoog 2,50 M. 7,5 N. Beers; brug (zet). 8,2 Wiel, WieUterzijl (v.br.). Los- en laadplaats. 9,5 Trekvaart Sneek—Leeuwarden [10], 5 K.M. bezuiden de Trekvaart Sar- lingen—Leeuwarden, (52). 52. VAART Tan de NIEUWE ZIJLEN naar HARLINGEN. (I) Van de Lauwerszee over Dokkum, Leeuwarden en I Franeker naar de Zuiderzee te Harlingen. HoofdTerkeersweg tusschen Groningen, Leeuwarden I en Harlingen over de Lauwerszee. Voor de verbinding in de pr. Groningen zie [91]. Totale lengte van de Lauwerszee te Nieuwe Zijlen, tot I de Waddenzee te Harlingen ongeveer 63 K.M. Breedte minstens 15 M., meestal meer. Diepte 2,10 M. 22 beweegbare bruggen; wijd minstens 6,75 M. Zeesluizen aan de eindpunten. Jaagpad, uitgezonderd langs de Stadsgrachten. Sleepdienst. In beheer bij de provincie Friesland, uitgezonderd de sluizen aan de Lauwerszee te Engwierum, een deel der F havenwerken te Harlingen en eenige bruggen, die aan ■ het Rijk behooren; de Gem. Harlingen beheert de haven f te Harlingen; verder zijn eenige bruggen in ander beheer. Van kracht is het Huishoudelijk Reglement (zie blz. 26) I en het provinciaal tarief, dat kanaalgelden (op 5 punten) en bruggelden vaststelt. 802 Toegelaten grootste afmetingen: diepgang: 1,90 M. onder F. Z. P.; lengte voor alle schepen 31,50 M.; voor stóom- en motorbooten: breedte: 5,40 M. snelheid: 8 K.M. per uur; van 15 Oct.—1 April 9 K.M. Afstand in ILigging.l K.M. uit.net beginpunt. I 0,0 O. Lcvuwerszee, zeer ondiep, kan alleen bij opgaand tij worden bevaren. Tij verschil: ongeveer 2,40 M.; bij springtij 2,70 M.; bij doodtij 1,90 M. M.V. = 1,00 M. + N.A.P. M.E. = 1,40 M. 4- N.A.P. De afvaart vanuit het kanaal gaat door het Dokknmerdiep, verderop Motgat geheeten, tot aan de Slenk, tusschen steekbakens met bosjes (aan stuurboord), later met dwarslatten (aan bakboord), tot aan een roode drijfbaken (aan bakboord); verderop zwarte drijf- en steekbakens (aan stuurboord) tot aan den kogelton (aan stuurboord) bij de Slenk. Van hier Z. O. naar Zoutkamp [91]. 0,0 Schutsluis Dokkumer Nieuwe Zijlen, met draaibrug ; middenkoker: schutkolklengten (tusschen de punten der deuren) 34,4 M. en 44,9 M.; door vaartwijdte 8,33 M.; diepte 2,10 M. De beide zijkokers dienen voor spuiing. In beheer bij het Rijk. Zoolang met de sluis gestroomd wordt, wordt' niet geschut, indien het buitenwater meer dan 2 M. boven het binnenwater staat. Wanneer niet gestroomd wordt, wordt niet geschut, zoolang het buitenwater meer dan 1,50 M. boven het binnenwater staat. Bij sluisgang mogen binnen den afstand Afstandstabei. 308 Afstand in Ligging. « K.M. uit het van 200 M. uit het midden der sluis geen vaartuigen stilliggen. J) Op de sluizen zijn de navolgende lichten zichtbaar: bij gesloten buitendeuren en geopende binnendeuren 4 roode lichten naar buiten; naar binnen: 2 lage groene, 2 höoge roode en 2 witte lichten; bij gesloten binnendeuren en geopende buitendeuren naar buiten 4 groene lichten; naar binnen 2 lage roode lichten, 2 hooge groene en 2 hooge witte lichten; en op de brug over de sluis: bijgesloten buitendeuren rood naar buiten, rood naar binnen'; bij gesloten binnendeuren groen naar buiten, groen naar binnen. Spuiing wordt aangeduid door 3 roode lichten in een driehoek. Geen sluisgeld. Toepasselijk is het Algemeen reglement van politie voor rivieren en Rijkskanalen (zie bl. 13) en het „Bijzonder reglement" van 23 Mei 1892, StM. n°. 118 (zie bl. 30). Los- en laadplaats binnen de sluis, vrij. 0,0—10,7 Do kkumerdiep. {0,0 Z. Oud Dokkumerdiep (81), naar het Bergumermeer. Van hier tot K.M. 5,9 volgt het vaarwater vier bochtafsnijdingen. De afgesneden bochten zijn nog open, doch worden niet meer onderhouden. 1,2 N. Engwiertjm. Engwierumerbrug (dr.), wijd 6,90 M. Bruggeld voor het openen f 0,10 (pr.). Kanaalgeld (1 maal per dag): stoombooten 2 ct per ton, andere vaartuigen 1 ct per ton; beneden 20 ton vrij: van 20—35 ton half tarief (pr.). 1,2 N. Los- en laadplaats van de Gem. Oostdongeradeel. I Geen liggeld. i) Huish. Eegl. art. 40. 304 Afstand in Ligging.] K.M. uit het beginpunt. 3,9 N. Los- en laadplaats'van de Gem. te Steenvak, 1 K.M. Z. van Ee. Geen liggeld. 3,9 Voetveer. 5,4 Z. Monding der Oude vaart of Oude Meer (81), naar de Nieuwe Zwemmer bij Wes- teegeest. 6,9 Z. Driezumer Zijlried, naar de Dokkumer Trekvaart (2 K.M.), (78). 10,7-11,4 N. Dokkum (53). 10,7-11,4 Zuider Singelgracht van Dokkum (53). 11.4- 11,5 Doorsnijding, naar de Me. 11.5- 32,51 Me of Trekvaart Dokkum— Leeuwarden. 11,9 I N. I De Steeek; los- en laadplaats. 12.6 Z. Oude Zijlried; verbinding met de Woud¬ vaart (0,5 K.M.), onbeduidend. N. De Keegen. Geene bevaarbare verbinding met de Bornwerdervaart (69). 14.8 N. Raardervaart, naar Raaed, (0,7 K.M.). Geene verbinding met de Holwerdervaart. 15,9. Hooge- of Klaarkampsterbrug (dr.); wijd 9 M. (vernieuwd). Bruggeld voor het openen f 0,10 (pr.). Kanaalgeld (1 maal per dag): stoombooten 8 ct. per ton; andere vaartuigen IV2 ct. per ton; beneden 20 ton vrij; van 20—85 tori half tarief (pr.). 15.9 Z. Trekvaart; verbindingmetdeWoud vaart (72) en Rinsumageest, lang 2,4 K.M.. breed ongeveer 12 M., diep ongeveer 1,20 M. 16,4 N. Hol werdervaart (68), naar Lichtaabd, Blija en Holweed. 11.7 N. Janumervaart, verderop Reitsumervaart, naar Janum en Reitsum; lang 2 K M., breed 5—6 M., diep ong. 1,00 M; motorbooten niet toegelaten; los- en laadplaats te Reitsum. 19,6 N. Oude of Jeslumervaart (67), naar Jeslum, Genum, Hooge Beintum en Feeweed. 19,6 Z. Vaartje naar Kolkhuizen (0,7 K.M ), onbeduidend. • 305 Afstand in jLigging.l k.m. uit het beginpunt. 20.2 | Birdaaed; draaibrug, wijd 7,25 M. Bruggeld f 0,16, beneden 50 ton f0,10; 's nachts dubbel (part.). 20,4 N. Los- en laadplaats van de Gem. vrij. 22,6 " Tergracht. 22,6 N.W. Heerenwegstervaart (66), naar Wanswerd (2 K.M.), Marrum (5 K.M.), Wester Nijkerk (6 K.M.), Hooge Beintum (7 K.M.), Ferwerd (7 K.M.), (65). 23.6 W. Hallumer Trekvaart (64) naar Hallum (5 K.M.). 23,8 Voetveer te Bartelehiem. 23,8 O. Oudkerkstervaart; verbinding met de Murk en Oud-kerk (3,5 K.M.). 23,8 W. Finkumervaart (63); verbinding met Finkum, Hijum (6 K.M.) en 't Bildt. 24,4 W. Wurge, naar Stiens (3 K.M.), diep ong. 1 M., voor pramen. 25.4 Het Tichel werk; voetveer. 26.5 W.' Wijns; los- en laadplaats nabij de school. 27,1 N.W. Stjenservaart(62),naarBRiTsuM(4K.M.) en Stiens (5 K.M.). 28.3 W. Kornjumervaart, naar Kornjum (ruim 3 K.M.); diep 1,50 M.; gebaggerd in 1920. ■ 1 beweegbare brug; wijd 4,20 M. In beheer bij de Gem. Leeuwarderadeel. Motorbooten toegelaten. Los- en laadplaats te Kornjum. 28.4 O. Miedumerdiep, naar de Murk en Miedum (2 K.M.). 29.7 i O. I Opvaartje naar Lekkum (0,2 K.M.), onbe¬ duidend. 80.5 W. Jelsumervaart naar Jelsum en Bontekoe (2 K.M.), breed van 7 tot 11 M.; diep ong. 1,40 M., met 1 v. brug, wijd 4,50 M., hoog 2,20 M. In beheer bij de Gem. Leeuwarderadeel. Motorbooten toegelaten. Los- en laadplaats te Bontekoe. 20 306 Afstand in ILigging.] K.M. uit hBt beginpunt. 31.1 j O. Snakkerbueen. 31.2 W. Bonkesloot, naar de Murk (3 K.M.); breed van 7 tot 11 M., diepong. l,40M.,met | 3 v. bruggen, wijd 4,30 M., hoog 2,30 M. In beheer bij de Gem. Leeuwarderadeel. Motorbooten toegelaten. • 31,8 I W. Oude-Meer, diep ong. 1,00 M., slechts voorlage pramen. 32.2 W. Kaaimuur van de Gem. Leeuwarden. Leeuwarden. 32.5- 34,11 Stadsgrachten te Leeuwarden (2). 34,1 | Trekvaart Leeuwarden-Marlin- gen. Verlaats- of Harlingervaartsbrug (dr.) Bruggeld als voor de bruggen over de Stadsgracht (2). 34.3 Z. Spoorlutven. 35.4 Draaibrug in den spoorweg van Leeuwarden naar Stiens; wijd 9,05 M.; wordt gesloten 10 min. vóór- aankomst trein.') 35,4 Z. Sneeker Trekvaart of Ztvettevaart (10), naart Sneek. 35,4-86,4 Kanaalvak, ook Bisschopsrak ge¬ naamd. 36,4-37,4 Kanaalvak, ook Zifilsterrak genaamd. 37,6 Eitzumazijl. met draaibrug in den weg van Marssum naar Deinum; wijd 6,90 M. Kanaal- en bruggeld als te K.M. 1,2. (Prov.) 37.6 W. Menaldumer- of Ballensvaart [59] naar Marssum (2 K.M.) en Menaldum (6 K.M.),' 'tBilt enz. 37.6- 38,6 Kanaalvak ook Deinumerrak ge- naamd. 37.7 Z.O. Los- en laadplaats van de Gem. vrn. i) k. B. van 8 Maart 1910, StM. n°. 81. 307 Afstand in ILigging.1 KM. uit het beginpunt. 38,8 Z. Deinüm. Eös- en laadplaats van de Gem. vrij. 40,1 Z. Blessumervaart, naar Blessum; lang 1,3 K.M., breed van 6 tot 9 M., diep ong. 1,20 M. Los- en laadplaats van de Gem. vrij. 41,7 Z. ! Bolswardervaart (47), naar Bolsward enz. 41,7 Bolsivarderbrug (oph.); wijd 7 M. Meestal geopend, wordt afgebroken. Geen bruggeld. 13.0 N. Poelstervaart; onbeduidend, voor scheep¬ jes tot 7 ton, (2 K.M.). 44.7 N. Dronrijp. Los- en laadplaats van de Gem., vry. 44.8 Hoornbrug (oph.); wijd 6,80 M. Bruggeld: tot 00 ton f 0,10, tot 100 ton f 0,15, tot200 ton ! f 0,20, boven 200 ton f 0,25. Van 10 u. n.m. tot zonsopgang meer. N.W. van de brug mogen aan de zuidzijde der vaart geene vaartuigen gelegd worden."l) 45.9 N.O. Oude Meer en Schingervaart naar Schin- gen en de Slappeterpstervaart (57); diep ong. 1,00 M.; breed van 4 tot 8 M. Los- en laadplaats der Gem. te Schingen; vry. 46,5 Z.O. Langebuurstervaart (1,5 K.M.), landbouwvaartje. 47.5 Z.O. Hatsumervaart, naar Hommema (2 K.M.). 47.6 N.W. Vaarwater naar Zweins (0,5 K.M.). 48.1 Ringmatille (dr.), in den weg naar Fbanekee; wijd 7 M. Bruggeld voor het openen f 0,10 (prov.). Kanaalgeld de helft van het tarief te K.m. 1,2 (prov.). 48,5 Z. Vaartje naar Tjeppeebuuet (0,5 K.M.), onbeduidend i) B. van G. St. van 2 Nov. 1916. 308 Afstand in [Ligging. KM. uit het beginpunt. 49,1 Z.0. Zeilvaart (49) naar Sneek. 50.1 N. Vaart naar Salwerd. 50,3 Z. Vaart naar Ltjtkelollum (1 K.M.). 51.3 Zevenhuizen. 51,9 N.W. Oude Trekvaart (vroegere hoofd vaart) (54); verbinding met de Oosterstadsgracht van Franeker 51,9-53,1 Nieuwe Kanaal. 52.2 Station8brug (dr.); wijd 7 M. Bruggeld f 0,10 (Pr.). Vaartuigen moeten na het doorvaren van een der handwijzers onmiddelln'k stoppen, indien van de bij de brug geplaatste mast des daags de roode bal is neergelaten en des nachts 2 roode lichten boven elkaar zichtbaar zijn. Wanneer des daags de roode bal is opgeheschen en des nachts een groen licht zichtbaar is, mogen de schepen in door den brugwachter aangegeven volgorde doorvaren. x) Feanekek (54). 52,2 N. Ooster- en Noor der stadsgracht van Feanekek (54). 52,2-52,4 Zuiderstadsgracht van Feanekeb (54), . valt samen met jiet Nieuwe kanaal. 52.4 W. Voortzetting der Zuiderstadsgracht. 53.1 N. Vliet (54), benedenmond, verbinding met de Zuiderstadsgracht. 53.2 Brug (dr.) bij het Geoot Tichel week; wijd 8 M. Bruggeld voor het openen f 0,10 (Pr.). 53.2 N.W. Spoorhaventje van den lokaalspoorweg. 53.3 Z.O. Tjum er vaart (45) naar Tjum en verder. i) Huish. regl. art. 35!;is, ge wij zij 309 [ Afstand in Ligging.l 1 km. uit het t beginpunt. 53,8 Z.W. Arumervaart (46); verbinding met de vaartHarlingen—Bolsward, te Arüm (8 K.M.). 54,7 Z. De loop, wordt op 0,4 K.M. afgedamd, | onbevaarbaar. 55,5 j Kiestra- of Kiesterzijl; Rijkskeersluis met draaibrug wijd 7 M.; wordt bij doorbraak gesloten. Geen bruggeld. 156,4 N. Dorpsvaart naar Herbaijum (0,5 K.M.); breed 7 M., diep ong. 1,30 M.; 1 vaste brug, wijd 4 M., hoog 2,25 M.; in beheer bij I de Gem. Franekeradeel. 58,6 Draaibrug, wijd 9 M., in den spoorweg van Harlingen naar Stiens. ! Wordt gesloten 10 min. vóór aankomst I van een trein.2) 58,7 Koetille (dr.); wijd 8 M. Kanaal- en bruggeld als te km. 1,2 (Prov.). 59,1 N. Frittemavaartje, naar Midlum. F 59,1-60,9 * Zuidelijke arm der Harlingervaart (vroeger hoofdkanaal). 59,1 Z. j Bovenmond; 0,2 K.M. zuidelijk van den mond; uitmonding der Achlumervaart (46), I in welke 0,8 K.M. zuidelijker het IJslumbuursteropvaartje mondt. 159,5 Hopmansbrug (dr.), wijd 7 M. Bruggeld f 0,10 (Pr.). 59,5 N. | Hopmansvaart, naar Midlum (0,6 K.M.), J breed 6 M., diep ong. 1,30 M., geen bruggen; in beheer bij de Gem. Franekeradeel. 60,9 Z. Benedenmond der Oude trekvaart, met klapbrug over den mond. Geen bruggeld (Pr.). Indien op deze klapbrug bij dag een roode bal en des nachts een roode lantaarn is geheschen, moeten de in de richting naar Harlingen varende vaartuigen terstond i) K B. van 8 Maart 1910, StM. n°. 81. aio Afstand in [Ligging.l K.M. uit bet beginpunt. \ I oostelijk van de brug meren aan de zijde tegenovergesteld aan die, waar het jaagpad loopt, totdat het sein is neergehaald. Met toestemming van den kanaal wachter kunnen vaartuigen, die niet door de groote sluis moeten varen, hunne losen laadplaatsen innemen. *) Gretting of Grettingabuubt. 60,9 N. Sexbierumervaart (55) naar de vaart van Franeker naar Roptazijl (4K.M.). 60,9-62,4 HARLINGEN. (Zie schetskaartje n°. 8.) Los- en laadplaatsen in alle stadsgrachten. In de Gem. Harlingen worden scheepvaartrechten (haven-, brug-, vuur-, kaai-, wal-, schut- en houtgelden, geheven volgens ver. der Gem. van 18 Januari en 24 Februari 1912, gewijzigd 11 September 1920. Havengeld bij het aankomen van binnenschepen in het havengebied voor: stoom- en motorvaartuigen: tot 160 ton, per ton f 0,02. minimum f 1; van 150—300 ton, per ton f 0,03; boven 300 ton, per ton f 0,04; Sieepoooten f2,50. Andere vaartuigen: tot 100 ton, per ton f 0,02; van 100—200 ton, per ton f 0,03; van 200—500 ton, per ton f 0,04; boven 500 ton, per ton f 0'06; doorvarende vaartuigen per ton f0,01; visschersvaartuigen per vaartuig f 0,25. Voor zeeschepen bestaat een afzonderink tarief. Vmu-geld, voor vaartuigen, die den buitenhaven mond I in- of uitgaan, f 0,20 voor heen en terug; zeeschepen f 0,875; doorgaande vaartuigen betalen f 0,10 per doorvaart. Kaal- en walgeld van binnenvaartuigen stoom- en motorvaartuigen: tot 51 ton, per ton f 0,01; minimum f 0,30; van 51—150 ton, per ton f 0,011/2; van 151-800 ton, per ton f 0,02; boven 300 ton, per ton f 0,03; sleepbooten f 1; zeil- en andere vaartuigen: tot 20 ton f 0,80; van 20—50 ton f 0,60; van 50-260 ton f 1.; van 250—300 ton, per ton f 0,005; i) Huish. Regl. art. 4a 311 Afstand in Ligging.l \ KM. uit het E beginpunt. van 300—400 ton, per ton f 0,01; boven 400 ton, per ton f 0,02. Doorvarende vaartuigen, die zonder te laden ofte lossen, eenigen tijd verblijven en vaartuigen beneden 6 ton, zijn vrijgesteld van kaai- en walgeld. Opslaggeld op den wal voor elke 50 M». per week f 0,50; per jaar f 10. Hontgeld voor het gebruik maken van openbare wateren voor hout: zie tarief. De bruggelden zijn hieronder bij de betreffende bruggen opgegeven, met dien verstande, dat des Zondags en wanneer de bruggen gesloten zijn, het dubbele van het tarief gevorderd wordt; ingeval het bruggeld voor heen en terug geldt, is voor elke doorvaart nog de helft van dit recht verschuldigd. Van toepassing is de Ver. van politie voor de havens en gemeentewateren te Harlingen van 16 Januari 1912 (met wijzigingen), die uitvoerige bepalingen bevat. • De politiedienst is opgedragenaan een gem. Buiten- en aan een Binnenhavenmeester of aan hen, die deze vervangen. Binnen de sas- of keersluizen is het verboden met de stoomfluit signalen te geven. Het is verboden het havengebied van de zeezijde binnen te komen, indien aan den seinmast bij de Willemshaven een roode bal is geheschen, of, indien donker, aldaar 2 boven elkaar aangebrachte groene lichten worden vertoond. Het is verboden de Oude Buitenhaven en de Oude Willemshaven binnen te komen, indien van den seinmast getoond wordt een roode vlag of des nachts één wit licht. Het is verboden de Buitenhaven naar den zeekant op te varen, indien bij de Willemshaven eene roode vlag of bij nacht een roode lantaarn wordt getoond. 312 Afstand in ILigging.l K.M. uit het beginpunt. j In 1922 is het middenhoofd tusschen de I Willemshaven en Buitenhaven opgeruimd en de seinmast naar het westelijk hoofd j der Willemshaven verplaatst, alwaar I thans de seinen worden gegeven. I Indien wegens hooge waterstand de keersluis der Noorderhaven gesloten is, wordt op de brug aldaar eene roode vlag vertoond of b;j nacht een rood licht. „Spuien" wordt kenbaar gemaakt door roode vlaggen op de bruggen en door een blauwe vlag aan den seinmast. Schepen, die in de Buitenhaven of aangrenzend gedeelte der Nieuwe Willemshaven liggen, moeten van zonsonder- tot -opgang aan de waterzijde een wit licht hebben, 2,5 M. boven de verschansing. Dé gezagvoerder van een vaartuig, zich bevindende in het kanaalvak, westelijk van de KoeMlle (K.M. 59,9), dat moet overladen in een ander vaartuig, is verplicht zich daartoe te begeven op door den kanaalwachter aan te geven plaats en door het leggen van een zeil over de aanliggende boorden het vallen in het water van lading te voorkomen. Bij overneming van lading, bestaande uit steen, grond, en soortgelijke stoffen, moet door het aanbren gen eener opstaande plank van tenminste 30 c.M. hoogte aan het niet aanliggend boord het afvallen worden voorkomen.l) De gezagvoerders van alle vaartuigen op dit kanaalvak zijn verplicht onmiddellijk de bevelen in het belang van de onbelemmerde doorvaart, hem door den kanaal I wachterte Harlingengegeven,optevolgen. i) Huish. Regl. 313 Afstand in Ligging.l K.M. uit het beginpunt. 61.1 Z. Zuid Oosterstadsgracht, zuidwaarts (zie hierachter „Zijtak"). Noor dooster stadsgracht, noordwaarts diep van 2,00 M. tot ongeveer 1,40 M. ~ F. Z. P., met de Singelbrug (bew.) over de invaart (wijd 7 M.). Bruggeld f 0,10, beneden 50 ton f 0,05. Gesloten van zonsondergang tot zonsopgang. Verderop de Franekerpoortsbrug, (v., wijd 3,90 M.). Door deze gracht verbinding met de Dijkvaart langs den Zeedijk (56) en met de Zoutsloot (zie onder). 61.2 Franekereindsbrug (dr.), wijd 8 M. Bruggeld f 0,16; vaartuigen beneden 50 ton f 0,08. Gesloten van 8.30 u. n.m. tot een half uur voor zonsopkomst. 61.3 N. Zoutsloot, diep ongeveer 1,30 M. F. Z. P., verbinding met de Noordergracht, voor vaartuigen van 20 tot 30 ton. Ophaalbrug wijd 4,80 M. over de invaart nabij het Franekereind; verder nog 9 vaste bruggen (waarvan 2 over den zijtak naar het Noordijs), wijd minstens 3,75 M. en hoog 2,00 M., uitgezonderd 1 brug nabij de Noordergracht, hoog 1,80 M. 61.4 Noordijsbrug (dr.); wijd 6,95 M. Bruggeld en sluitingstijd als boven. 61.5 N. Zijtak van de Zoutsloot (zie boven). 61,5 Groote Schutsluis (Sassluis) met dr. van de Gem. Harlingen; schutlengte bij vloed 58 M.; bij eb 53 M.; wijdte 6,70 M.; diepte 2 M. (2,66 M. 4- N. A. P.). Geen schutting, indien het buitenwater hooger dan 0,20 M. boven volzee staat. Schutgeld: zeeschepen per M3.2y2 ct., binnenvaartuigen per ton 21/2 ct. minimum f 0,30, na 8u. nam. tot zonsopgang dubbel, i) !) Volgens Ver. van den Gem. van 18 Januari en 24 Februari 1912, met wij ziging. 314 Afstand in iLigging.l K.M. uit het beginpunt. 61,5-61,9 Noorder- of Groote haven, van de Gem., met 600M. ligplaats; lang 300M., breed van 15—45 M., diep 2,00 M. onder M.E. 61,6 Baadhuisbrug (dr.), wijd 8,37 M. Geen bruggeld. 61,9 Noordersassluis (keersluis); wordt bij hooge zeestanden gesloten; wijd 9,40 M., diep 3,00 M. 4- M. E. Prins Hendrikbrug (dr.) over de keersluis, wijd 9,45 M. Bruggeld: voor binnenvaartuigen f 0,40; beneden 100 ton f 0,20; voor zeeschepen f 1,05; beneden 110 M8. de helft; doorvarende vaartuigen de helft. Gesloten als de Franekereindsbrug. Indien op de brug wordt getoond: bij dag een roode vlag, bij nacht een rood licht, mogen binnenkomende schepen niet verder dan op 10 M. van de brug doorvaren. 61,9-62,3 Buitenhaven; diep 3,70 M. onder M. E. met 400 M. ligplaats. 62,0 Z. Verbinding met de Zuiderhaven. (Zie hieronder.) 62,2 Z. Willemshaven of Dole, diep 4,7 M.; gewone ligplaats (400 M.) voor zeeschepen. 62,2 Z. Nieuwe Willemshaven, lang 700 M., breed 125 M., diep 4,7 M. onder M.E. bewesten de dukdalven, beoosten deze 2,2 M. onder M. E., met 800 M. ligplaats. 62,4-62,7 Voorhaven; open naar het Noorden. 62,8 Einde van den westelijken havendam, diep 4,7 M. onder M. E. Buiten den havendam begint een stroomieidende dam over den rug van de Pollen. De geul langs dezuidzijde wordt over minstens 50 M. breedte op 5,50 M. onder M.V. uitge baggerd. Zij voert door de Blauwe Slenk naar den Vliestroom en de Noordzee. 315 Afstand in Ligging.l | K.M. uitliet £ beginpunt. De kleine binnenvaart gaat ook door de Meepen en over de vlakte van Oosterbierum. Springtij 1,55 M.; doodtij 0,95 M. M.V. = 0,62 M. -f- N. A.P. IM.E. = 0,71 M. 4- N. A. P. Laagste stand = 2,18 M. 4- N. A. P. Voor de lichten, zie schetskaartje n°. 8. Het onderbroken wit licht op den Zuiderdam en het vaste witte licht op den dijk bij de Willemshaven ineengezien, geven j de richting van het vaarwater bezuiden I den Pollendam aan. 52a. ZIJTAK door de ZUID-OOSTERSTADSGRACHT en KLEINE SCHUTSLUIS te HARLINGEN. (I—II) Afstand in {Ligging.! K.M. uit liet beginpunt. 61,1-61,5 I Zuid-Oosterstadsgracht, diep van 2,00 M. | tot ongeveer 1,40 M. -f- F. Z. P. 61,1 Oosterbrug (dr.); wijd 7 M. Bruggeld f 0,10; beneden 50 ton f 0,05. Gesloten van zonsondergang tot zonsopgang. 62,6 Kerkpoortsbrug (dr.); wijd 5,80 M. 62.6 Z. Zeilvaart naar Bolsward (49) en ver¬ binding naar de Zuidergracht (spoorweghaven), diep ongeveer 1,40 M. -4- F. Z. P. 62,6-62,9 Mozengracht. 62.7 Waschbleekbrug (v.), wijd 5,75 M. Geen bruggeld. 62,9 Kleine schutsluis met v br.; schutlengte 33,9 M. en 26,2 M., wijdte 4,10 M., diepte 1.40 M. (2,13 M. -4- N. A. P.) Geen schutting indien het buitenwater hoöger dan .0,20 M. boven volzee staat. Schutgeld als bh de groote schutsluis. Tusschen zonsondergang en -opgang dubbel tarief. 62,9-63,4 Zuiderhaven, breed 30—60 M.; diep 3,1 M. onder M. E. met 800 M. ligplaats 316 Afstand in ILigging.1 K.M. uit het beginpunt. 63,2 i Zuiderbrug, base, wijd 11,60 M. Bruggeld als voor de Prins Hendrikbrug. 63,4 I Zuldersassluis (keersluis), wordt bij I hooge zeestanden gesloten; diep 3,00 M. I -f- M.E., met de Havenbrug (dr.), wijd 10M. I Bruggeld als voor de Prins Hendrikbrug. Gesloten van zonsondergang tot zonsopgang. Oude Buitenhaven ; 100 M. beneden de keersluis der Noorderhaven. 58. STADSGRACHT van DOKKUM. (II (Zie schetskaartje n". 6.) De Stadsgracht van Dokkum kan als het verbindingskanaal beschouwd worden van het Dokkumerdien (52), de Stroobossertrekvaart (78), de Woudvaart (72), de Ee (52), de vaarten naar "Ternaard (69) en Paesens (70) en de Zuider Ee (71). De totale lengte bedraagt ruim 1,8 K.M., de breedte van 20 tot 40 M. De diepte in de Zuidergracht en Woudpoortsgracht is 2,10 M., overigens 1,70 M.; tusschen de sluis in den mond der Paesens en de Zuider Ee is de diepte thans . slechts 0.90 M. onder F. Z. P. en de gracht weinig bevaren. 2 beweegbare en 2 vaste bruggen; voor bruggeld zie onder. Geen schutsluizen. In de verlengde richting van het Dokkumerdiep naaide Ee doorsnijdt het Diep de zuidelijke binnenstad, in welke nog 2 nauwe en ondiepe binnengrachten (met meerdere vaste bruggen) uitmonden. Het vaarwater der vaart van de Nieuwe Zijlen n aar Leeutvarden volgt de Zuidelijke Singelgracht. In beheer bij de provincie, behalve het gedeelte tusschen de Paesens en Zuider Ee, het Diep en de binnengrachten, die de gemeente beheert. Van toepassing is op de wateren in gem. beheer de Alg. politieverordening van 6 Juli 1907. 317 De toegelaten grootste afmetingen enz. zijn in de Zuider- en Woudpoortsgracht dezelfde als op de vaart van Nieuwe Zijlen naar Leeuwarden [52J. Voorliet overige,- diepgang 1,50 M.; voor stoom- en motorbooten: lengte 21,50/M.; breedte 3,80 M.; snelheid 8 K.M. per uur; van 15 Oct.—1 April 9 K.M. De Gem. Dokkum heft een havengeld van 1^ ct. per ton; tot 5 ton vrij; doorvaart (met 12 uren oponthoud) vrij. Voor aanlegplaatsen niet in onderhoud bij de Gem. half tarief, "j Afstandstabel. Van af het Dokkumerdiep, zuidwaarts rond. Afstand in Ligging.! KJH. uit het beginpunt. 0,0 O. Dokkumerdiep (52) naar Nieuwe Zijlen. 0,0 N. Halvemaansgracht. 0,0 W. Het Grootdiep, breed 30 M., diep 1,50 M. door de binnenstad, met aan den ingang een draaibrug. Bruggeld f 0,15, 's nachts f 0,25. *) Voorbij de Zijl (v.br., breed 5 M., diep 1,20 M.) tot de Hantumergracht heet dit water het Kleindiep, breed 20 M., diep 1,30 M., met nog 2 vaste bruggen. 0,0—0,4 Woudpoortgraeht. 0,15 Z. Trekvaart naar Gerben-Allesverlaat (Stroobossertrekvaart) (78). 0,3 Woudpoortbrug (dr.) in den tramweg naar Bebgum; wijd 7,40 M. Bruggeld vermeerderende van f0,10 voor vaartuigen kleiner dan 20 ton, tot f 0,40 voor vaartuigen tot 150 ton en f 1,75 voor schepen grooter dan 460 ton; van zonson dergang tot 10 uur n.m. en van 's morgens 3 uur tot zonsopgang f 0,10 meer; van 10 u. n.m.—3 u. v.m. dubbel tarief. 1) Ver. der Gem. van 24 April 1919. =) Volgens Ver. der Gem. Dokkum van 24 April 1919. 318 Afstand in Ligging. k.m. uit het beginpunt. 0,4—0,75 Zuidergracht. 0,55 N.O. Monding binnengracht. 0,6 Z.W. Woudvaart (72), naar de vaart van Leeuwarden naar Suawoude. 0,75 N.W. Doorsnijding naar de Ee, ongeveer 100 M. lang; vaarwater der route Nieuwe Zijlèn—Leeuwarden. 0,75—1,0 Hantumergracht. 0,8 O. j Kleindiep, naar de Halvemaansgracht (zie boven); over de invaart een vaste b/ug, hoog 4,35 M. F. Z. P. 0,8 W. Ee, naar den westelijken mond deidoorsnijding. 0,95 Hantumerpoorts- of Westergrachtsbrug (oph.) in den weg naar Holwekd; wijd ruim 5 M, Bruggeld enz., als voor de draaibrug over het Grootdiep (zie boven). 1,0—1,25 Parksgracht. 1,2 N.W. Voorhaven van het Nieuw-Verlaat naar de vaarten naar Teenaaed (69) en Paesens (70). 1,2—1,6 Over dit gedeelte is de gracht slechts 0,90 M. diep. 1,25—1,5 Aalsumergracht. 1,4 Aalsumerpoortsbrug (v.); wijd 5,55 M., hoog 1,62 M. 1,5—1,8 Halvemaansgracht. 1,6 O. Zuider Ee (71), naar Ezumazijl. 1,6 O. Mond binnengracht. 1,8 Halvemaanspoortbrug (v.); wijd 6,90 M.; hoog 3 M. 1,8 O. Dokkumerdiep (52), naar NieuweZijlen. 319 54. STADSSINGELGRACHT te FRANEKER. (I) (Zie schetskaartje n°. 7.) De stadssingelgracht te Franeker vormt de verbindingsvaart tusschen de Trekvaart Leeuwarden— Harlingen (52) en de Oude Trekvaart, de Dongjtjmervaart, naar Berlikum (57), de vaart langs Schalsum en Peins (58), de Sexbierumervaart (56) en het Vliet. De westelijke stadsgracht tusschen den mond der Sexbierumervaart en het Vliet is ondiep en weinig bevaren; de hoofdvaart gaat door de Zuider-, Ooster- en Noordergracht. 2 vaste en 2 beweegbare bruggen; geen sluizen. Met uitzondering der Westergracht zijn de singelgrachten in beheer bij de provincie. De toegelaten grootste afmetingen der vaartuigen enz. op het noordelijk en oostelijk deel zijn als voor de Sexbierumervaart (56), op het zuidelijk deel en de beide omsnijdingen als voor de Harl/ingervaart (52). De binnengrachten te Feaneker zijn zeer smal (tot 3,80 M.) diep 1,30 M.; slechts vaste bruggen, wijd 2,95 M., hoog 1,73 M. De Gem. Franeker he*ft een walgeld van schepen, die ligplaats nemen om te laden of te lossen binnen de eigenlijke Stadssingelgracht overeenkomstig de Ver. der Gem. van 19 Nov. 1914. Vaartuigen van minder dan 8 ton zijn vrij; dan f 0,05 oploopende tot f 0,15 bij 30 ton; boven 30 ton 3/4 ct. per ton, en boven 50 ton 1 ct. per ton. De verordening somt de plaatsen op, alwaar geen walgeld te betalen is. Afstandstabel. Vanaf de Trekvaart naar Leeuwarden bij de Stationébrug westwaarts rond. Afstand in ILigging.j .K.M. uit het beginpunt. 0,0 O. Trekvaart naar Leeuwarden (52) met over de invaart de Stationsbrug. 0,0—0,7 I Zuider ■stadssingelgracht. 320 Afstand in ILigging.l K.M. uit het beginpunt. 0,0-0,2 Z. Prins Hendrikkade. 0,2 Z.W. Sarlingervaart, naar Haelingen. 0,2—0,7 N. Zuiderkade. i Z. Tuinen. 0,5 Brouwersbrug (v.); wijd 6,05 M., hoog 1,94 M. 0,7 Z. Vliet, verbinding naar de Harlingervaart. Nabij den mond de Vlietsterbrug (oph.), wijd 7 M. Bruggeld f0,05. . 0,7 O. Uitmonding der binnengracht. 0,7 Harlingerendbrug (v.); wijd 4,40 M., hoog 1,99 M. 0,7—1,1 Westersingelgracht; ondiep. 1,1 O. Uitmonding der binnengracht. 1.1 N.W. Sexbierumervaart (56). 1,1—1,5 Z. Noorderstadssingelgracht. 1.2 Dongjumerpoortbrug (oph.); wijd 5 M. Bruggeld f0,05. Noorder Bolwerk. 1,5 N. Dongjumervaart naar Beblikum, enz. (57), (58). Z. Uitmonding der binnengracht. 1,8 W. Uitmonding der binnengracht. 1.8 O. Oude Trekvaart naar Leeuwarden, met over de invaart de Bijks-Kaatsveldsbrug, wijd 5 M. Van toepassing voor deze brug is het „Algemeen Reglement van Politie voor de Rivieren en Rijkskanalen" (zie bl. 13) en het „Bijzonder Reglement van 23 Mei 1892" St.bl. n°. 118, (zie bl. 30). Geen bruggeld. Op Zondagen gesloten van 6 u. v.m.~ 6 u. n.m. Nabij het oostelijk eindpunt der Oude Trekvaart: de Paardébrug, v., wijd 6 M. O. Turfkade. 1.9 Oosterdraaibrug; wijd 7,20 M. Geen bruggeld. 2,0 O. Trekvaart naar Leeuwarden (52). 321 55. SEXBIERUMERVAART. (III) Van de Harlingervaart bij Harlingen naar de Roptavaart. Lengte 3,7 K.M. Breedte 7—12 M. Diepte ong. 1.40 M. 6 vaste bruggen, wijd 4,50 M., vrije hoogte 2,05 M. Geen schutsluizen. In beheer bij de provincie. Stoombooten worden niet toegelaten, motorbooten wel. Toegelaten grootste afmetingen: diepgang: 1,30 M. 4- F. Z. P.; voor motorschepen: lengte 14,90 M.; breedte 2,80 M.; snelheid 6 K.M. per uur. Afstandstabel. Afstand in ;Ligging.! k.m. uit hetl beginpunt. 0.0 Harlingen, Grettingabuurt. 0,0 Z. Trekvaart Leeuwarden-HarUngen, 0,2 K.M. oostelijk van de stadsgracht. 1.6 O. Vaartje naar Midlum, 1 K.M., diep 1,50 M., met 1 brug. • 2,1 i Blijnsertille, (v.br.). 3,4 j Roodetille, (v. br.). 3.7 N.W. Roptavaart (56). W.•[ Stroomkanaal naar Sexbiebum en Franeker (56). 56. SEXBIERUMERVAART en ROPTAVAART. (III) Van de noorder Stadssingelgracht te Franeker (54) naar Roptazijl. (Geen verbinding met de zee.) Lengte 9 K.M. Breedte minstens 12 M. Diepte 1,40 M.; bij lossing door de Roptasluis minder. 21 322 6 gewone vaste bruggen, en 2 vaste spoorbruggen, minstens wijd 4,20 M. en hoog 2,15 M. In beheer bij de provincie. Stoombooten worden niet toegelaten; motorbooten wel. Toegelaten grootste afmetingen: diepgang 1,30 M. -f- F.Z.P.; voor motorbooten: lengte 14,90 M.; breedte 2,80 M.; snelheid 6 K.M. per uur. Afstandstabel. Afstand in ILigging. k.m. uit het beginpunt. 0,0 Z. Franeker (54). 0,0 Z.O. Koorder sUtdssiugelgracht te Franeker. 0,0 Vaste brug, wijd 4,60 M., hoog 2,50 M. 0,6 Vaste brug in den spoorweg van Franeker naar Stiens. 0,8 N. Vaartje naar Dongjum, 1,5 K.M., diep 1 M. 3,0 Vaste brug. 2,9 Getswerderzijl (keersl. Pr.), met brug in den weg van Franeker naar Wijnaldum. 3,2 Van hieraf heet de vaart ook Stroom¬ kanaal naar Roptazijl of Ried. 5,4 N. Opvaart naar Sexbierum, breed li M., diep, 1,50 M., met vaste brug in den spoorweg van Harlingen naar Stiens; lang tot Sexbiebum 2 K.M. ; vandaar tot Sexbierumerhorn, de Sexbierumer Visschersvaart, lang ruim 1 K.M., breed 4,50 M., diep 1,00 M. Dorpsopslagplaats te Sexbierum; 1 dag vrij; vergunning voor langer gebruik f 0,40. 5.7 Vaste brug in den spoorweg van Harlingen naar Stiens. 5,9 N. Vaartje naar Pietersbierum (1,7 K.M.), diep 1,50 M., met dorpsopslagplaats. Tarief als te Sexbierum. 323 Afstand in ILigging. KM. uit het beginpunt. 6,2 I Z. Vaartje naar Wijnaldum (0,7 K,M.), diep 1,50 M., met dorpsopslagplaats. Tarief als te Sexbierum. 6,9 Z.W. Sexbierumervaart (55), naar Haelingen. 6,9 Van hieraf heet het kanaal de Roptavaart. 8,6 z.enN. Dijkvaart naar Haelingen en naar den Slachtedijk (westelijk van Oostebbieeumeehoen), lang 9 K.M., breed minstens 6 M., diep 1,20 M.. met 9 vaste bruggen, wijd 5 M., hoog 2,35 M. In beheer bij het Waterschap „Vijfdeelen Zeedijken Binnendijks". Motorbooten toegelaten. 8,6 Roptazijl, uitwateringssluis (Prov.), geen scheepvaartverbinding met de zee. 57. VAART van FRANEKER naar BERLIKUM. (III) Van de Noorderstadssingelgracht te Feanekee (54) tot de vaart van Leeüwaeden naar Beblikum te Beelikdm. (59). Lengte ruim 10 K.M. Breedte van 4—30 M. Diepte 1,50 M. > 1 draaibrug te Beblikum, wijd 4,80 M. 6 vaste bruggen, minstens wijd 4,65 M., hoog 2,65 M. In beheer bij de provincie. Stoombooten worden niet toegelaten, motorbooten wel. Toegelaten grootste afmetingen: diepgang: 1,30 M., 4- F. Z. P.; voor motorbooten: lengte 14,90 M.; breedte 2,80 M.; snelheid 6 K.M. per uur. 324 Afstandstabel. Afstand in Ligging.l K.M. uit het beginpunt. 0,0 Z. Stetdsèingelarctcht te Franeker (54), 0,5 K.M. uit de Stationsbrug en de Trek* vaart Franeker—Leeuwarden (52). 0,0—1,2 Dongjumervaart, 0,0 Vaste brug, wijd 4,65 M., hoog 2,70 M. 0,25 O. Vaart naar Peins (58), (4 K.M.) en Menal- DTJM (10 K.M.). 1.3 N. Dorpsvaart naar Dongjum, 1,4 K.M., breed 5 M., diep ong. 1,30 M. Geen bruggen. In beheer bij de Gem. Franekeradeel. 2,5 W. Dongjum. 1,2—8,2 Riedstroom. 2,7 Brug (v.) in den weg van Dongjum naar Ried. 3,5 N. Tjummarumervaart naar Tjummaeum (3 K.M.); "diep ong. 1,40 M. Vandaar noordwaarts als Tjummarumervisschersvaart naar Tjummahumeehohn (2,2 K.M.). Van Tjummaeum westwaarts de Oosterbierumervaart (1,80K.M.), en verderals Oosterbierumervisschersvaart naar Oosteebieeumeehoen, (lang 1,7 K.M., breed 4,50 M., diep ong. 1,00 M.). Oostwaarts van Tjummaeum verbinding naar de Oude Meer, enz. Dorpsopslagplaats te Tjummarum,l dag vrij; vergunning voor langer gebruik f 0,40. 4.4 Z. Dorpsvaartje naar Boee; 0,2 K.M., breed 6 M., diep ong. 1,20 M.; in beheer bij de Gem. Franekeradeel. 5,9 N. Oude Meer naar Fiedgum (3 K.M.); vandaar naar Tjummaeum en Minneetsga (Tjummarumer-Minnertsgastervaartje). Dorpsopslag te Minnertsga (midden), 1 dag vrij; vergunning voor langer gebruik f 0,40. 325 Afstand in ILigging.! k.m. uit het beginpunt. r' 5,9 Z. Dorpsvaartje naar Ried (0,1 K.M.). breed 8 M., diep ong. 1,30 M.; in beheer bij de Gem. Franekeradeel. 6,0 Z. Ried. 7.4 N. Miïlnertsgastervaart, naar Minneetsga, ! 2,5 K.M.; verbinding van Minnertsga naar Tjummaeum. 7.5 I Z. Oude Meer, lang 2,3 K.M., breed 4—6 M., diep ruim 1 M. Los- en laadplaats der Gem. (vrij) bij de brug te Aanjuro (0,4 k.m.). 8.2 Z. Botgorre, naar de Menaldumervaart, benoorden Menaldum (59). 8,2—10,1 Berlikumerwijd of Wijd. 9.3 N. Oude Meer, naar de voormalige Bolkezijl S(2,5 K.M.); in beheer bij de Pr. Geen stoombooten toegelaten, wel motorbooten; grootste toegelaten afmetingen als voor het Wijd'. Van de Bolkezijl door de Zuidervaart naar St. Jacobi Parochie en verder westelijk door de Westervaart (slecht bevaarbaar) naar den Statendijk. Bijna onbevaarbare verbinding door de ver vuilde Hollerijd met de Oude Bildtdijkstervaart, die eveneens verondiept is. De meeste dezer vaartjes zijn overigens ongeveer 1,25 M. diep. 10,1 N.Z. Moddergat (59), vaart van Beblikum naar Leeuwabden. 10,1 Berlikumeropvaart naar Beelikum. 58. VAARWATER van FRANEKER naar de BERLIKUMERVAART BENOORDEN MENALDUM. (IV) Van de Dongjumervaart (57) 0,3 K.M. benoorden de stadsgracht te Feanekee, langs de Schalsumervaart, en 326 de Oude of Slappeterpstervaart naar de Berlikumervaart, 1 K.M., N.W. van Menaldum. Hoofdzakelijk landbouwvaart voor vaartuigen tot 25 ton. Lengte 9,5 K.M. Breedte minstens 5 M. met verbreedingen. Diepte ruim 1.20 M.—1,40 M. 1 beweegbare-brug, wijd 3,85 Mv geen bruggeld. 10 vaste bruggen, wijd 4 M., hoog 2,20 M. In beheer bij de gemeentebesturen van Franeker en Franekeradeel, elk voor het gedeelte in de betrokken gemeente gelegen, en verder bij het Waterschap „de Kloosterpolder". Motorbooten toegelaten. Geen rechten. Afstandstabel. Afstand in Ligging.! K.M. uit het beginpunt. 0,0 W. Dongjumervaart bij Franeker, 0,25 K.M. uit de Noordergracht. 0,0—4,5 Schalsumervaart. 1,4 Vaste brug in den weg Franeker— Schalsüm. Grens tusschen de Gem. Franeker en Franekeradeel. 2,0 Schalsum. 4,0 N. Peihs.' 4,5—9,5 Oude of Slappeterpstervaart. 5.4 Z.O. Schingervaart naar de Trekvaart .van Leeuwarden naar Harlingen, 1 K.M. westelijk van Dronrijp, lang 2,2 K.M. (52). 6,6 N. Slappeterp, opvaartje 0,4 K.M., breed 4,5 M., diep ong. 1,00 M. 9.5 Berlikumervaart (59) benoorden Menaldum, verbinding met Berlikum en Leeuwarden. 59. VAART Tan LEEUWARDEN naar BERLIKUM. (II) Van de Trekvaart van Leeuwarden naar HarUngen (52), te Ritzumazijl, 3,5 K.M. westelijk van Leeuwarden, naar.de vaart van Franeker naar Berlikum te Berlikum (57). Lengte ruim 10 K.M. Breedte minstens 11 M. Diepte 1,50 M. 1 beweegbare brug, wijd 4,70 M. 12 vaste bruggen, minstens wijd 4,70 M., hoog 2,65 M. In beheer bij de provincie. ■' Stoombooten worden niet toegelaten, motorbooten wel. Toegelaten grootste afmetingen: diepgang 1,30 M.; voor motorbooten: lengte 14,90 M.; breedte 2,80 M.; snelheid 6 K.M. per uur. Afstandstabel. Afstand in ILigging.] K.M. uit het beginpunt. 0,0 Z. Trekvaart van Leeuwarden naar Harlingen (52). 0,0 Z. RlTSUMAZIJL. 0 0 6,0 Menaldumer- of Hal lens vaart. 0,0 Vaste brug. N. RlTSUMABUREN. 1,4 N. Marssumervaart naar Marssum, I 0,7 K.M. en de Engelumervaart (60). 3;6 Vaste brug in den stoomtram van Fra¬ neker naar Leeuwarden. 5,6 Wanserbueen. . 6,0 Menaldum. Los- en laadplaats der Gem., vrij. 328 Afstand in Ligging, i K.M. uit het beginpunt. 6.2 I Ophaalbrug in den weg naar Drgnhij'p, geopend van 5 u. v.m.—10 n.m.; 's winters J van 6 u. v.m.—9 u. n.m. Op Zon- en feestdagen gesloten. Geen bruggeld. 7,4 Z.W. I Oude of Slappeterpstervaart, naar Peins en Franeker (58). 7.6 W. I Verbinding door de Botgorre met den i Riedstroom, lang 3 K.M., breed 5—7 M., diep ong. 1,00 M. 8.3 I N.O. Horslandsvaart naar Beetgum. Enge- lum, en verder. 9.7 N.O. Opvaartje naar Berlikum. 2 los- en laadplaatsen der Gem., vrij. 9.8 Vaste brug in den weg van Berlikum naar Ried. 10,1 jZ.W. Berlikumer Wijd, naar Franeker (57). N.O. Opvaartje naar Berlikum. 10,1 N.W. Moddergat, naar 't Bildt (61). ! I 60. VAARWATER van MARSSUM, ENGELUM, BEETGUM. (III—IV) Vaarweg van de Menaldumervaart (59), bezuiden Marssum, langs Engelum, Beetgum en de Horslandsvaart naar de Berlikumervaart benoorden Menaldum. Vaarwater voor vaartuigen tot 40 ton, van slechts plaatselijk belang. Lengte 8 K.M. Breedte 5—12 M. Diepte ong. 1,25 M. 2 draaibruggen, wijd 4,25 M., geen bruggeld. 11 vaste bruggen, wijd 4 M., hoog 2,45 M. In beheer van Marssum tot Beetgum bij de Gem Menaldumadeel; verder bij het waterschap „De Drie Dorpen"! 329 Stoom- en motorbooten behoeven vergünning. Toegelaten snelheid 5 K.M. per uur. Afstandstabel. K Afstand in ILigging. | k.M. uit het f beginpunt. 0,0 Z. Menaldumervaart (59), 1,4 K.M. uit de Trekvaart van Leeuwarden naar Harlingen. , 0,0—0,4 Marssumervaart. 0,4 N. Opvaart naar Marssum, 0,4 K.M. Los- en laadplaats der Gem. te Marssum, vry. 0)8 Vaste brug in den stoomtramweg van Leeuwarden naar Franeker. 0,4—2,5 Engelumervaart. 12,5 N.W. Vaart naar Engelum, 0,2 K.M. Met los- en laadplaats der Gem., vrij. Voorbij Engelum heet deze vaart Beetgumermolenvaart (1,5 K.M.), naar Beetgumermolen, en de Schwartzenburgervaart. !- 2,5—4,7 Beetgumervaart. 3,7 N.O. Schwartzenburgervaart, lang 0.9 K.M., breed 5 M., diep ong. 1,25 M., naar Beetgumermolen.4,0 Brug in den weg van Beetgumermolen naar Menaldum. 4,7 Beetgum. Met 2 los- en laadplaatsen der Gem., vry. 4,7—5,7 Bessebuurstervaart. 5,7 Besseburen. §5,7—7,7 Horslandsvaart. 7,7 n.w. en Berlikumervaart (59), naar Berlikum z-w- en Leeuwardem. 61. VAART van BERLIKUM door 'TB1LDT naai- de LEISTERVAART en verder tot NIEUWE BILDTZIJL. (III) Van het Berlikumerwijd (57), (59); zuidwestelijk van JBerlikum, langs het Moddergat, het Wierzijlsterrak, 330 de Blikvaart, de Zuidhoekstervaart, Oude Rijd, naar het Leisterdiep bij Letje, en vandaar langs deKadijk- 1 stervaart tot Nieuwe Bildtzijl. Geen verbinding met de zee. Lengte 14 K.M. Breedte 12 M. tot 10 M. (Kadijkstervaart). Diepte 1,50 M. onder F. Z. P. of iets minder. In de Oude Rijd 5 vaste bruggen, wijd 4,90 M., hoog ; 2,40 M. In de Kadijkstervaart 3 vaste bruggen, wijd 5,70 M., hoog 2,45 M. Geen schutsluis. In beheer bij de Pr. tot aan de Leistervaart; verder noordelijk tot Oude Bildtzijl bij het Waterschap „Het Oud Bildt,', tot Nieuwe Bildtzijl bij het Waterschap „Het Nieuwe Bildt". Op alle vaarwegen in de Gem. 't Bildt gelegen is de vaart vrij en wordt geen bruggeld geheven. Motorbooten behoeven de vergunning van B. en W.; j max. snelheid 100 M. i/d min. Toegelaten afmetingen voor motorbooten op het gedeelte j in beheer bij de Pr.: diepgang 1,30 M., uitgezonderd in het Oude Rijd, waar 1,50 M. is toegestaan; lengte 14,90 M.; breedte 2,80 M.; snelheid 6 K.M. Afstandstabel. Afstand in ILigging.! k.m. uit het beginpunt. 0,0 Z.W. Berlikumerwijd (57),'naar Franeker. j Z.O. Berlikumervaart (59), naar Menaldum en Leeuwarden. 0,0—1,1 Moddergat. 1,3 Wier. Los- en laadplaats der Gem. bij den tramweg, vrij. 1,1—2,1 Wierzij lsterrak. 331 • Afstand in Ligging.l . k.m.uithet beginpunt. 12,1 W. KleineBlikvaart,naardeZuidervaart tot Sint Jacobi Parochie; ruim 2 K.M., diep ong. 1,30 M. f 2,1—4,2 | Blikvaart. 2,5 N. I Koude vaart, noordwaarts naar Oosthoek; 3,5 K.M., diep 1,50 M.; verbinding met de Oude Bildtdijkstervaart langs den Bildtdijk. 4,2 N. Z u i d e r v a a r t, naar Sint Anna Paeochie ; 2 K.M. verder noordwaarts de Noordervaart geheeten, tot Uitwijk en de Oude Bildtdijkstervaart; 4 K.M., diep ong. 1,30M. [ 4,2—10,3 Zuidhoekstervaart. 7,7 Ombuiging naar het Noorden. 10,3 W. Vaarwater naar Lieve Veouwe Paeochie (ruim 1 K.M.), verder naar Sint Anna Parochie en de Zuider- en Noordervaart, alle diep ong. 1,30 M. | 10,3-12,5 Oude Rijd. 10,6 Vaste brug in den spoorweg van Stiens Enaar Harlingen. 11,3 O. Leistervaart (63), naar Leije, Hijüm, FiNKUM en de Dokkumer Ee (52). 12,3 W. Oude Bildtdijkstervaart, diep minder dan 1,30 M., eenigszins vervuild (bevaarbaar voor schepen van 25 ton), breed 5—7 M.; 45 bruggen, langs den Ouden Bildtdijk, langs Oosthoek (6 K.M.); tot Westhoek (10,5 K.M.). Bij Mooie Plaats verbinding door de vervuilde Hollerijd naar de ondiepe Westervaart. 12,5 • Oude Bildtzijl. Los- en laadplaats (Konings- streek). Geen rechten. Sluis; dient alleen bij doorbraak. \ 12,5-14,1 Kadijkstervaart, bevaarbaar voor schepen van ong. 80 ton. 332 Afstand in Ligging. k.m. uit het beginpunt. 14,1 Nieuwe Bildtzijl; sluis dient alleen bij doorbraak. W. Nieuwe Bildtdijkstervaart, verderop „Het Kanaal" genaamd, langs den Nieuwen Bildtdijk, tezamen lang 13 K M.; diep ong. 1,30 M., breed 8—10 M., 25 bruggen, wijd 4,00 M., hoog 2,25 M.; bevaarbaar voor vaartuigen van 40 ton. 62. STIBNSERVAART. (IV) Van de Dokkumer Ee (52), 5,5 K.M. benoorden Leeuwarden naar Stiens. Bevaarbaar voor vaartuigen van 80 ton. Van slechts plaatselijk belang. Lengte ruim 6 K.M. Breedte 7—18 M. Diepte ong. 1,30 M. onder F. Z. P. 3 vaste bruggen, wijd 4,50 M., hoog 2,45 M. In beheer bij de Gem. Leeuwarderadeel. Motorbooten toegelaten. Afstandstabel. Afstand in Ligging.l k.m. uit het beginpunt. 0,0 O. Dokkumer Ee (52), naar Dokkum en Leeuwarden, bezuiden Wijns. 0,0 Brug (v.). 3.5 Z. Britsum; gem. los- en laadplaats. 4.6 Vaste brug in den spoorweg Stiens— Leeuwarden. 5,6 N.O. Stiens; brug (v.). Gem. los- en laadplaats. 6,3 Eindpunt bij Stiens. 333 63. FINKUMER- en LEISTERVAART. (III) Van de Dokkumer Ee (52), te Bartelehiem, 9 K.M. benoorden Leeuwarden, langs Finkum, naar de Oude Rijd (61), westelijk van de Leije. . Lengte bijna 9 K.M. Breedte minstens 8 M. Diepte 1,70 M. onder F. Z. P. 9 gewone vaste bruggen, wijd minstens 4,50 M., hoog 2,25 M. In beheer bij de provincie. Stoombooten worden niet toegelaten, motorbooten wel. Toegelaten grootste afmetingen: diepgang 1,50 M.; voor motorbooten: lengte 14,90 M.; breedte 2,80 M.; snelheid 6 K.M. per uur. Afstandstabel. Afstand in ILigging. k.m. uit het beginpunt. 0,0 Dokkumer Me (52), bij Bartelehiem, naar Dokkum en Leeuwarden. 0,0—8,0 Finkumervaart. 2,3 N. Hijumervaart, omsnijding, lang 6,3 K.M., diep 1,40 M., met 3 bruggen en vaste brug in den spoorweg van Stiens naar Dokkum. Op bijna 4 K.M. uit de monding het dorp Hijum, met gem. los- en laadplaats; 0,2 K.M. verder noordwaarts een verbinding met de Hallumervaart (64), lang 2 K.M. In beheer bij de Gem. Leeuwarderadeel en Ferwerderadeel. 5,7 Vaste brug in den spoorweg van Stiens naar Dokkum, wijd 4,50 M., hoog 2,50 M. 6.0 Finkum; gem. los- en laadplaats. 7.1 Ombuiging naar het noorden. 334 Afstand in Ligging. K.M. uit het beginpunt. 8,0 Hijumervaart; westelijke monding; : 0,6 K.M. benoorden deze monding losen laadplaats, nabij den grintweg. 8,0—8,9 Leistervaart. 8,5 Leije. 8,9 OudeRijd (61), naar 't Bildt en Berlikum. Ligging.l 64. HALLUMER TREKVAART. (IV) Van de Dokkumer JBe (52), 9 K.M. noordelijk van Leeuwarden, naar Hallum. Van slechts plaatselijk belang; bevaarbaar voor schepen, van ruim 80 ton. Lengte ruim 5 K.M. Breedte 9—16 M. Diepte ong. 1,60 M. onder F. Z. P. 1 vaste brug, wijd 4,70 M., hoog 2,70 M. Trekpad over de geheele lengte. In beheer bij de Gem. Ferwerderadeel. Betreffende vaart met stoombooten, enz. zie (65). Afstandstabel. Afstand in ILigging. I k.m. uit het beginpunt. 0,0 O. Dokkumer JEe (52) naar Dokkum en Leeuwarden. 0,0 Vaste brug nabij de invaart. 4,5 N.O. Opvaartje. 5,0' N.O. Opvaartje naar Hallum, 0,5 K.M. | Los- en laadplaats te Hallum vrij. 5,0 Brug in den weg Hallum—Hijum. Van hieraf heet de vaart : Koervaart, breed 10 M., diep ong. 1,40 M., met vaste | spoorbrug in de lijn Stiens—Dokkum. 33& Afstand in Ligging. k.m. uit het beginpunt. Op 0,6 K.M. uit de Hallumeropvaart splitsing; zuidwaarts door de Koersloot, breed 10 M., diep ong. 1,40 M, naar de Hijumervaart (63), en westwaarts door de Hallumerhoekstervaart, breed 10 M., diep ong. 1,40 M. naar Hallumerhoek. Los- en laadplaats aan den Hoogen Heerenweg vrij. 65. FERWERDERVAART. (III) Van de Dokkumer JEe (52), te Tergracht, 10 K.M. benoorden Leeuwarden, langs de Heerenwegstervaart, de Contributievaart, de Traan en de Ferwerdervaart naar Ferwerd. Bevaarbaar voor schepen van ruim 50 ton en 1,20 M. diepgang. Lengte ruim 8 K.M. Breedte 8—16 M. Diepte 1,50 M. onder F. Z. P. 7 vaste bruggen, wijd minstens 4 M., hoog 2,35 M. Trekpad. In beheer bij de Gem. Ferwerderadeel. Het gemeentelijke politie-reglement bepaalt o.a.: Het is verboden: 1°. De wateren bij de Gem. in onderhoud, te bevaren met stoombooten en motorschepen van grootere afmetingen, dan het maximum, hetwelk voor elk kanaal door B. en W. wordt voorgeschreven. 2°. Aan stoombooten en motorschepen een snelleren gang te geven dan: Van zonsopgang tot zonsondergang, van 6 K.M. per uur buiten de bebouwde kommen, en van 4 K.M. per uur in deze. Van zonsondergang tot zonsopgang, van 4 K.M per uur buiten de bebouwde kommen, en van 3 K.M. per uur in deze. In bijzondere gevallen kan door B. en W. van deze verbodsbepalingen ontheffing worden verleend. 336 Afstandstabel. Afstand in Ligging.! k.m. uit het beginpunt. 0,0 Z. Dokkumer Ee, te Tergracht (52). 0,0—2,1 Heerenwegstervaart. 1.3 N.O. Opvaart naar Wanswerd, 0,5 K.M., breed 5—8 M., diep ong. 1,30 M.; brugwijdte 3,75 M., hoogte 2,25 M. Los- en laadplaats, vrij. 2,1 N.W. Voortzetting der Heerenwegstervaart. . 2,1—3,5 Contributievaart. 3,5 N.W. Nijkerker- en Marrumervaart naar Marrum en Wester Nijkerk, 3 K.M., breed 7—10 M., diep ong. 1,30 M.—1,65 M. Bevaarbaar als de Ferwerdervaart. Los- en laadplaats nabh' het eindpunt (Kopkewier), vrij. 3,5 Burmaniavaart naar Tersted, 2,7 K.M.; breed 7—9 M., diep ong. 1,30 M.; brugwh'dte 4 M., hoogte 2,35 M. Los- en laadplaatsen aan den weg Ferwerd—Marrum, en aan den Kloosterweg, 1 K.M. zuidelijk van Ferwerd. 3,5—4,8 N.O. De Traan. 3,5 Oude Pijp (v. br.). - 4,8—8,1 N. Ferwerdervaart. 4,8 Z.O. Oude vaart. 6.4 Nieuwe Pijp (v. br.). 6,4 O. Hooge Beintum. Los- en laadplaats, vrij. 6,7 N. Rijpstervaart, naar Boteburen en de Rijp, lang 1,3 K.M., breed 5—9 M., diep ong. 1,30 M.; met vaste spoorwegbrug; brugwijdte 3,90 M., hoogte 2,25 M. 7>5 Taste brug in den spoorweg Stiens— Dokkum, wijd 4,10 M., hoog 2,40 M. 8,1 Ferwerd. Los- en laadplaats, vrij. 337 66. HEERENWEGSTERVAART. (IV) Vanaf de Contributievaart (65) tot den Hoogen Heerenweg. Landbouwvaart van plaatselijk belang. Lengte 5 K.M. Breedte 5—10 M. Biepte ong. 1,40 M. onder F. Z. P. 4 vaste bruggen, wijd 3,75 M., hoog 2,25 M. 1 beweegbare brug over de noordelijke opvaart, wijd 4 M.; geen bruggeld. I vaste brug over de zuidelijke opvaart, wijd 3,50 M., hoog 2,15 M. Trekpad over ongeveer 2 K.M. In beheer bij de Gem. Ferwerderadeel. Betreffende de vaart met stoombooten, enz. zie (65). Als tan ds tabel. Afstand in ILigging.) K.M. uit het 'beginpunt. 0,0 Z.O. Heerenwegstervaart (65), voortzetting naar de Me. N. Contributievaart (65), naar Ferwerd. 3,5 Molénbrug in den Lagen Heerenweg, naar i Hallum (1,5 K.M.) en naar Marrum j (0,7 K.M.) Los- en laadplaats van Marum tot Kopkewier vrij. Van hier heet de vaart Hooge HeerenI wegstervaart. 3,8 I Vaste brug in den spoorweg Stiens— Dokkum. 4,3 i Splitsing der vaart in: Noordelijke opvaart tot den Hoogen Heerenweg, 0,8 K.M., breed 7—8 M., diep ruim 1,00 M. Met los- en laadplaats, vr(j. Westelijke opvaart tot den Hoogen HeerenwegO,9K.M.,breed4—6M.,diepruiml,00M. Met los- en laadplaats, vrij. 22 338 67. OUDE of JESLUMERVAART. (IV) Van de Dokkumer Ee (52), bij de Jeslumerbrug, 8 K.M. westelijk van Dokkum, naar de Ferwerdervaart (65) bij den hoek van de Traan. Van slechts plaatselijk belang. Lengte 4 K.M. Breedte minstens 7—11 M. Diepte ong. 1,40 M. onder F. Z. P. 4 vaste bruggen, wijd minstens 3,70 M., hoog 2,25 M. In beheer bij de Gem. Ferwerderadeel. Betreffende de vaart met stoombooten, enz. zie (65). Afstandstabel. Afstand in ILigging. k.m. uit het beginpunt. 0,0 I Z. Dokkumer Ee (52), 0,5 K.M. oostelijk van Birdaakd. 1,5 Opvaartje naar Jeslum, diep 1,50 M. Los- en laadplaats; vrij. 2,2 N. Opvaartje naar Genum, 1 K.M., diep 1,50 M. Los- en laadplaats; vrij. 4,0 Z.W. De Traan, naar de Contributievaart (65); hoofdvaarweg voor de vaart van Ferwerd naar het zuiden. 4,0 N. Ferwerdervaart naar Ferwerd (65); j los- en laadplaats. 68. HOL WERD ERV AART. (III) Van de Dokkumer Ee (52), bij Hohverdertille, 5 K.M. westelijk van Dokkum naar Holwerd. Bevaren met vaartuigen tot 40 ton. Lengte 8 K.M. Breedte minstens 10 M. in het zuidelijk deel; voorbij het Dwarsmeer 6—12 M., met 4 wisselplaatsen. Diepte, ong. 1,40 M. onder F. Z. P. 3 gewone vaste bruggen, wijd 3,75 M., hoog 2,15 M. 389 In beheer bij de Gem. Ferwèrderadeel en West Dongeradeel; behalve het zuidelijk deel (0,6 K.M.), dat de provincie beheert. Op het provinciaal gedeelte bedragen de toegelaten grootste afmetingen: diepgang 1,30 M.; voor stoom- en motorbooten: lengte 14,90 M.; breedte 2,80 M.; snelheid 7,5 K.M. per uur. Geen rechten. Afstandstabel. ! Afstand in Ligging.' k.m. uit het beginpunt. 0,0 Dokkumer Me (52) naar Dokkum en Leeuwabden. Holwerdertille (v. br.) wijd 3,75 M., hoog 2,20 M. 1.6 W. | LlCHTAAED. 2,4 i N. J Vaart naar Blija, 4,6 K.M.; breed 6—12 M., diep 1,40 M.; 3 beweegbare bruggen. Bevaarbaar voor schepen van 30 a 40 ton. Geen bruggeld. Vaste spoorwegbrug nabij Blija, wijd minstens 4,00 M., hoog 2,35 M. Los- en laadplaats te Blija; vrij. 2,4—3,1 Dwarsmeer. 2,4 Ombuiging naar het Oosten. 3,1 Ombuiging naar het N.W. 3,1 Z. Voormalige verbinding met Raaed door de Oude Holwerdervaart, thans vervallen. 5.7 ! I Meddeebueen. Tonnebrug (v.). Dorpslos-, laad- en opslagplaats. 6,9 i Vaste brug in den weg van Stiens naar rDokkum, wijd 4,30 M.^ hoog 2,23 M. 7,9 Hol weed; Dijkmanswal bij den Ouden Zeedijk; dorpslos-, laad- en opslagplaats, vrij; aanleghoofd. 340 69. VAART Tan DOKRUM naar TERNAARD. (III) Van de vaait naar Paesens (70) benoorden het NieuwTerlaat te Dokkum, naar Ternaaed, langs de Zijl rijd Hiaurstervaart, Hantumervaart en Ternaardervaart. Bevaren met vaartuigen tot 40 ton. Lengte ongeveer 8 K.M. Breedte 5—13 M., met 4 wisselplaatsen. Diepte ong. 1,40 M. onder K.P. = Z. P. van Westdongeradeel = 0,54 M. -f- N. A. P. 3 draailoopbruggen, minstens wijd 3,90 M. 11 gewone vaste bruggen, minstens wijd 3,95 M., hoog 2,15 M.; geen bruggeld. Geen sluizen. In beheer bij de Gem. Westdongeradeel. Motorbooten worden toegelaten. Afstandstabel. Afstand in Ligging.l k.m. uit het beginpunt. 0,0 O. Vaart naar Paesens (70). 0,2 Vaste brug. 0,7 Koetille (v. br.). 1,1 N. Oude Paesens; verbinding met de vaart naar Paesens (2,5 K.M.) (70). 1,4 N. Bornwerderhuizen, brug. 1,6 W. Zijtak naar Bornwerd, (0,5 K.M.) Foudgum (2 K.M.) en Brantgum (4 K.M.); breed I 6—10 M., diep ong. 1,30 M.; 2 vaste bruggen bij Foudgum, wijd ongeveer 4 M., hoog 1,90 M. ! Los- en laadplaats te Brantgum, vrij. De verbinding met de Dokkumer Ee I naar de Keegen, op 0,5 K.M. uit de Ternaardervaart is niet meer bevaarbaar. 341 r Afstand in Ligging. | k.m. uit het f" beginpunt. 3.4 O. Opvaart naar Hiaüee, 0,5 K.M., diep 1,40 M. 4,0 Bew. brug. 5.5 Hantum; los-, laad- en opslagplaats; vrij. rW. Ketelvaart, onbevaarbaar. 7,2 Vaste brug in den spoorweg Stiens— I Dokkum; wijd 4,30 M., hoog 2,35 M. 7,7 Teenaabd ; los-, laad- en opslagplaats; vrij. 7,7 W. | Vischbuurstervaart, naar Vischbuuet ; i lang 1 K.M., breed 5—7 M., diep ong. 1,25 M., J geen bruggen. 7,7 O. | Oosteindschevaart en Kooterhuizervaart; zyn als vaarwater vervallen. 70. AALSUMERVAART en PAESENS. (III) Van het Nieuwverlaat, benoorden de Noorderstads\ gracht te Dokkum (53), naar Paesens aan de Noordzee, (geen I zeeverbinding). Bevaarbaar met vaartuigen van 50 ton. Lengte bijna 13 K.M. Breedte minstens 6 M. Diepte ong. 1,40 M. onder K.P. = Zomerpeil van'WestF Dongeradeel = 0,54 M. ~ N. A. P. 10 vaste bruggen, minstens wijd 3,50 M., hoog 2,10 M. Schutsluis aan de invaart. In beheer bij de provincie. Vaart voor stoombooten verboden. Toegelaten grootste afmetingen: diepgang 1,40 M.; voor motorbooten: lengte 14,90 M.; breedte 2,80 M.; snelheid 6 K.M. 342 Afstandstabel. Afstand in jLigging.' k.m. uit het beginpunt. 0.0 Z. Nieuwverlaat, nabij de Noorderstads| gracht (53) te Dokkum. Schutkolklengte 20 M., wijdte 4,25 M., | diepte 1,63 M. I Schutgeld voor schepen van 11 m. lengte en meer f 0,30, I voor Kleinere vaartuigen van f 0,20 tot f 0,10, 's nachts dubbel tarief, i) 0,3 W. Vaart naar Ternaard (69). 0,3 Vaste brug in den spoorweg van Dokkum ! naar Anjum, wijd 4,26 M., hoog 2,50 M. 0,5 Vaste brug in den kunstweg van Dokkum naar Hantum. 0,7 Z. Spoorweghaven, nabij het station Dokkum—Aalsum, lang ruim 200 M., breed I 10 M., diep 1,50 M. Geen havengeld. i :~" 1,8 O. Aalsum; los- en laadplaats (bij de kerk). 2,7 W. Oude Paesens, naar de vaart van Dokkum naar Ternaard (2,5 K.M.), diep ong. 1,20 M., | doorvaartwijdte 3,00 M.; wordt weinig bevaren. 3,5 Z.O. Opvaart naar Wetzens; 0,7 K.M., diep ong. 1,40 M. Bevaarbaar voor schepen j van 30 ton. 4,2 O. Dorpsvaart naar Nijewier of Niawier; ruim 2 K.M., diep ong. 1,40 M.; 3 vaste ! bruggen, wijd 3,40 M., hoog ong. 2,20 M.; ] los- en laadplaats te Niawier, vrij. Bei vaarbaar voor schepen van ruim 30 ton. 6,5 W. Dorpsvaart naar Hantumhuizen, ruim 1 K.M. Bevaarbaar voor schepen van ruim 30 ton. Los- en laadplaats te Hantumhuizen, vrij. 7,2 N. Wierumervaart of Oude Hulp, naar I Wierum, lang 3,5 K.M., breed 6—10 M., i) Keur Polderbestuur van Oost- en West Dongeradeel van 1 Mei 1920. 843 F Afstand in Ligging. m KM. uit het h beginpunt. diep ong. 1,20 M.; 2 vaste bruggen, wijd ongeveer 4,00 M., hoog 2,00 M. Bevaarbaar voor schepen van ruim 30 ton. Los- en laadplaats te Wiebtjm, vrij. I De Oude Wierumervaart van Wierum naar de Kooterhuistervaart is vervallen, doch zal weder voor de scheepvaart worden opengesteld. Lang 2,2 K.M., breed | 6—12 M., diep 1,50 M. 8,0 I Z. I Bollingwier ; los- en laadplaats, .vrij. 8,9 | N. Opvaart naar Nes, lang 1,2 K.M., breed 6—8 M., diep ong. 1,40 M. Bevaarbaar" I voor schepen van ruim 30 ton. Los- en laadplaats te Nes, vrij. Geen bruggen. 9,9 | Z. Dorpsvaartje naar Ooster-Nijkerk, lang 0,6 K.M., diep ong. 1,40 M. Bevaarbaar voor schepen van 30 ton. Los- en laadplaats, vrn'. 12,9 N. Paesens; los- en laadplaats, vrij. Geene zeeverbinding. Moddergat; tegenover Paesens; los- en laadplaats, vrij. 71. ZUIDER EE. (III) Van het Dokkumerdiep (52) te Dokkum, naar de Dauwerszee aan de Ezumazljl. Bevaarbaar voor vaartuigen tot ong. 40 ton. Lengte bijna 12 K.M. Breedte minstens 12 M. Diepte 1,50 M. De hieronder aangegeven zij vaartjes zijn ruim 1,00 M. diep en 6—10 M. breed. Het kanaalpeil is het peil van Oost-Dongeradeel = 1,29 M. 4- N. A. P. Laagste standen 0,1 tot 0,2 M. lager. 344 2 beweegbare bruggen over de sluizen en vele vaste bruggen, minstens wijd 4,50 M. en hoog 2,15 M. Sluizen aan elk der eindpunten. In beheer bij de provincie. Aan de gemeentelijke los- en laadplaatsen (ook in de dorpen aan dé zij vaarten) is het laden en lossen gedurende 24 uur vrij. Vaart voor stoombooten verboden. J) Toegelaten grootste afmetingen: diepgang 1,30 M.; voor motorbooten: lengte 14,90 M.; breedte 2,80 M.; snelheid 6 K.M., op sommige deelen (aangegeven door waarschuwingsborden) 75 M. per minuut. Als regel worden in de zij vaartjes ook motorbooten niet' toegelaten. Afstandtabel. Afstand in I Ligging. [ k.m. uit het beginpunt. 0,0 O. j DokJeumerdiejh Qaar de Lauwers\ nee. % ■ 0,0—0,3 | Oosterstadsgracht te Dokkum (53). 0,0 I Vaste brug in de Oosterstadsgracht. 0,3 N.W. Stadsgracht, voortzetting. 0,3—11,8 Zuider Ee. 0,7 Schutsluis met ophaalbrug; wijd 4,50 M. Schutlengte 2C,3 M., wijdte 4,50 M., diepte 1,42 M. Schutgeld voor schepen van 11 ,m. lengte en meer f 0,80: voor kleinere schepen van f 0.20 tot f 0,10. Bruggeld voor het openen f 0,10. Walgeld f 0,05 per ton en per dag. 's Nachts dubbel tarief. 2) Door de sluis kunnen schepen van 100 ton worden geschut. 3,8 [N.W. Jaarla; onbevaarbaar. 1) Huish. Regl. 2) Keur Polderbestuur van Oost en West Dongeradeel van 1 Mei 1920. 345 Afstand in Ligging.! k.m. uit het beginpunt. 3,9 Opvaart naar Tilbuken en Oostrum, I ruim 1 K.M. Bijna onbevaarbaar. . 6,0 N. | Dorpsvaart naar Metslawier ; 0,7 K.M.; bevaarbaar voor schepen van 40 ton. Losen laadplaats te Metslawier. 6,8 N. Dorpsvaart naar Welgelegen, Morra en Liöessens, verderop Dijkstervaart genaamd I (ong. 4 K.M.). Bevaarbaar voor schepen van 35 ton. Los- en laadplaatsen. . 7,0 Z. Opvaart naar Jouwswiee; los- en laadplaats te Jouwswier. Bevaarbaar voor schepen van 30 ton. 8,4 Z. Eester Opvaart, naar Tilma en Ee, 3 K.M. Bevaarbaar voor schepen van 30 ton. Losen laadplaats. 9,2 N. Anjumerschipvaart naar Anjum, (ruim 2 K.M.). Bevaarbaar voor schepen van 40 ton; los- en laadplaats te Anjum. 11,5 N.W. Ezumabueen. N. Nieuwe vaart, naar Oostmahoen, lang 2,5 K.M., breed 8 M., diep 1,60 M. Bevaarbaar als de Zuider Ee. 11,8 Ezumazijl; schutsluis met oph. ; Schutlengte 20 M., wijdte 5,95 M., diepte ' ong. 1,30 M. onder K.P. In beheer bij den Polder van Oost- en West-Dongeradeel. Schutgeld van f 0,40 tot f 1,60, naar gelang der grootte; los- en ladinggeld van f 1,20 per dag voor schepen beneden 12 m. lengte, tot f 3 voor schepen van 15 m. lengte en meer; 'snachts dubbel tarief. ') Geen vuren. Los- en laadplaats. O. Lauwerszee; Rasker. M.V. = 0,99 M. + N. A. P. M.E. = 1,40 M. N.A.P. In de geul van de sluis naar diep water (2 K.M.) is de minste diepte 0,30 M. M.E. ') Keur Polderbestuur van Oost- en West-Dongeradeel, van 1 Mei 1920. 346 72. VAART Tan DOKKUM naar het LANGDEEL en WOUDMANSDIEP. (III) Van Dokkum (53) langs de Woudvaart, Murk, Wijde Murk, Oudkerkstermurk, Murk en Ouddeel. Voor vaartuigen tot ong. 60 ton. Lengte ruim 20 K.M. Breedte 10 M. en meer. Diepte minstens 1,10 M. onder F. Z. P.; benoorden Rinsumageest-1,30—1,60 M. (wordt vermoedelijk verdiept). 3 beweegbare bruggen, 9 vaste bruggen, minstens wild 4,35 M., hoog 2,50 M. Geen sluizen. In beheer bij de Gem. Dantumadeel en Tietjerksteradeeel. Geen rechten. Motorbooten toegelaten. Grootst toegelaten snelheid 90 M. i/d minuut. Afstandstabel. Afstand in Ligging.' k.m. uit het] beginpunt. 0,0 N. Zuider stadsgracht te Dokkum (53), 0,2 K.M. oostelijk van de Trekvaart naar Leeuwarden; en 0,7 K.M. westelijk van het Groot Dokkumerdiep naar Nieuwe Zijlen. 0,0—5,1 Z. Woudvaart of Geestmerdiep. 0,1 Betonbrug (v.) in den weg van Bikdaard naar Dokkum. 0,2 Draaibrug. | Geen bruggeld. 0,4 ] Z.O. Meersloot, naar de Stroobosser Trekvaart (78); breed 6 M., diep ong. 1,00 M. met 2 vaste bruggen, wijd 4,35 M., hoog 1,88 M. 0,4 Ombuiging naar het Z.W. 0,6 Z. Murmerwoudstervaart, (2,5 K.M.), diep 1,30—0,90 M. naar Mukmerwoude. 347 Afstand in Ligging.! [ k.m. uit het beginpunt. 2,8 Z. Akkerwoudstervaart, diep ong. 1,40M. naar Akkerwoude (2,2 K.M.). I Los- laad- en opslagplaats der Gem. te I Akkerwoude, vrij. 4,6 N.W. Trekvaartje naar de Dokkumer Ee, (2,0 K.M.), breed ongeveer 12 M., diep ongeveer 1,00 M.; met verbinding door de Juckemavaart (alleen voor schouwen) naar de Woudvaart terug (2 K.M.). 5,1 p. Rinsumageest ; beton brug (v.). Los- en laadplaats, vry. 2 hooghouten (v.br.). ! 5,1—7,1 Murk. 6,1 N. Juckemavaart, naar de Woudvaart terug (ondiep). 16,1 Z. Galgensloot, naar Het Gewei en verder, slecht bevaarbaar, diep 0,70 M. 7,1 Z. I Engelaan, verbinding met Eeltjemeer en verder (77).. I 7,1—9,0 Wijde Murk, diep 1,60 M. I" 9,0—10,9 Murk. 9,9 Halfbaardbrug (Friesch: Haélbirdster- brug), wijd 5,75 M. in den weg naar Roodkerk. 10,0 Grens der Gem. Dantumadeel en Tietjerk- j steradeel. 10,5 W. üudkerkstervaart, naar de Trekvaart Leeuwarden— Dokkum ; lang 3,4 K.M., breed 7—10 M., diep ong. 1,20 M.; nauwste brugwijdte 4,80M.,metvastebrug (gem.) in den wegOuDKERK-RiNSUMAGEEST, 0,2 K.M. uit de Murk, en vaste brug (gem.) in den weg Wijns—Birdaard, 0,2 K.M. uit de Trekvaart. 10,7 O. oudkerk. Klapbrug (gem.); bruggeld tot 30 ton f 0,05, voor grootere vaartuigen f 0,10, 's nachts f 0,05 meer.') Los- en laadplaats vrij. I 10,9-11,41 | Oudkerkstermeer. 1) Ver. der Gem. TietjerksteradeeJ van 21 Oct. 1905. 348 Afstand in |Ligging.l k.m. uit het beginpunt. 11,0 I W. Nieuwe Meer, naar de Oudkerkstervaart, diep 1,10 M. 11,4-14,2! Z.W. Murk. 12.2 0. ! Oenkerkervaart, naar Oenkekk, lang ! 1,5 K.M., diep ong. 1,00 M., breed7M.,geen I bruggen; los- en laadplaats te Oenkerk. 12.3 J Brug (v.) in den weg naar Oenkerk. 14,0 O. | Giekerkstervaart, naar Giekeek, (1,4 K.M.) j breed 7 M., diep ong. 1,00 M. Los- en laadplaats nabij de kerk. 14.2 ! Kanterlandsbrug (v.) in den weg van Giekeek naar Miedum. J Los- en laadplaats. 14,2-20,3 Het Ouddeel. 14,5 O. Miedumerdiep of Ake,naarMiÉDUM(lK.M.) en naar de Trekvaart van Leeuwarden naar Dokkum (2 K.M.). 16.4 O. f Verbinding door de Groote Wielen (74) naar Rijpebkekk, enz. 16,8 W. Bonkesloot (52), naar de Trekvaart * Leeuwarden—Dokkum, 3 K.M. 16,8 Hoogebrug (v.) in den weg Leeuwarden— Habdegabijp. 17.3 O. Verbinding met de Kleine Wielen. 18,0 O. Vaarwater door het Doitsewiel naar Tietjeek, diep on g. 1,00 M., voor schepen tot 30 ton. 18,3 W. Kurkemeer, naar het Vliet (3) (2 K.M.) en naar Leeuwabden. 18,3 Vaste brug in den spoorweg van Leeuwar- | I den—Groningen, wijd 6 M., hoog 2,70 M. 18,3 j O. Tiètjefkstervaart (73), naar Tietjeek, 4 K.M. 19.0 i Zet met draai (wordt afgebroken). 19.1 O. | Kleinegeestemervaart naar Kleinegeest, I lang2,5K.M.,breed5—8M.,diepong.l,00M. 19.5 Z.W. Ombuiging naar hot Westen. 20,3 W. Woudmansdiep (5), naarLEEuwAEDEN. Z.O. Langdeei (5), naar de vaart Gronin! [ gen—de Lemmer (1). 349 73. TIETJERKSTERVAART. (III) Van het Ouddeel (72) bezuiden de spoorbrug tot bezuiden Habdegaeijp, en verder, als Bergumerveenstervaart, tot QUATREBRAS. Vaarweg voor vaartuigen tot ong. 40 ton. Lengte ruim 9 K.M. Breedte 5—12 M. Diepte vanaf het Ouddeel 1,30 M., bij de Zanding 0,9 M. 3 beweegbare bruggen en 1 vaste brug, minstens wijd 4,40 M-, hoog 2,50 M. Geen sluizen. In beheer bij de Gem. Tietjerksteradeel, behalve de Spoorsloot, ten zuiden van den spoorweg, die aan den spoorweg behoort. Motorbooten toegelaten. Toegelaten snelheid 90 M. in de minuut. Geen rechten. Afstandstabel. Afstand in ILigging. k.m. uit het | beginpunt. 0,0 1 W. Het Ouddeel (72), onmiddellijk bezuiden de spoorwegbrug. 0,0—3,0 Spoorsloot, breed 12 M., diep 1,30 M. 0,6 Draaibrug. EGeen bruggeld. Halte Ouddeel in den spoorweg Leeuwarden—Groningen. Verbinding noordwaarts j onder den spoorweg door, met het DoitI sewiel. 3,0—6,0 j Tietjerkstervaart. 2.8 | Tot hiertoe loopt de vaart langs den spoorweg. 3,4 | De Zanding. N. Verbinding met de Kleine Wielen, zuidelijk met het Schalkediep (76) en door het Doitsewiel naar het Ouddeel (72). 3.9 Tietjerk. Ophaalbrug. Bruggeld f 0,05, ledige schepen vrij. 1 Los- en laadplaats vrij. 350 Afstand in Ligging. . K.M. uit het beginpunt. 4,5 N. Nieuwevaart, naar de Kijperkerkstervaart, lang 2 K.M., breed 5 M., diep ong. 0,90 M., voor kleine vaartuigen en pramen, kruist de Slagteweg en den spoorweg. 5,3 Ophaalbrug. Geen bruggeld. 5,7 De Hoek; vaste brug(Hardegarijperpijpke). 6,0 N. Vaartje naar Hardegahijp; (1 K.M.) en verder; breed 6—8 M., diep 1,15 M.; met los- en laadplaats nabij de brug. 6,0—9,5 Van hieraf voortzetting der vaart als Bergumerveenstervaart. 7,7 Ophaalbrug. Geen bruggeld. 9,5 Quatrebras; kruispunt der wegen van Hardegarup naar Buitenpost, en van Bergum naar Veenwouden. Los-, laad- en opslagplaats. 74. VAARWATER van het OUDDEEL bij de GROOTE WIELEN naar de VAART xan het BERGUMERMEER naar de NIEUWE ZIJLEN. (III—IV) Langs de Wielhals, de Groote Wielen, Rijperkerkstervaart, Muizerijd, Walstermuizerijd, de Wiel, Sanjes, Kliendobbe, Valomstervaart, tot de Nieuwevaart benoorden Zwaag - westein de. Hoofdzakelijk landbouwvaart, bevaarbaar in het westelijk deel voor vaartuigen tot 40 ton, in het oostelijk deel tot GO ton. Lengte ruim 15 K.M. Breedte 8—15 M. Diepte westelijk van de Meer (K.M. 7,7) 1,00—1,30 M., oostelijk 1,10—1,50 M. 2 beweegbare bruggen en 3 vaste bruggen, oostelijk van de Meer minstens wijd 3,70 M., hoog 2,20 M.; westelijk van de Meer minstens wijd 4,20 M., hoog 2,35 M. Plan tot verdieping van den Wielhals. Geen schutsluizen. 351 I)e Valomstervaart is in beheer bij de Prov.; verder [ bij de Gem. Dantumadeel en Tietjerksteradeel. Op de Valomstervaart is de vaart met stoombooten I verboden. Deze vaart zal wellicht worden verdiept Er worden motorbooten toegelaten, met: lengte 14,90 M.; breedte 2,80 M.; diepgang 1,00 M.; snelheid 6 K.M. per uur. Motorbooten worden in de Gem. Tietjerksteradeel toege[ laten tot max. snelheid van 90 M. i/m, in Dantumadeel niet. Geen rechten. Af stands tabel. I Afstand in {Ligging.l | k.m. uit het I beginpunt. 0,0 W. Ouddeel (72), 2 K.M. benoorden den spoorweg. 0,0—0,7 W.O. Wielhals. j 0,0—1,8 W.O. Groote Wielen. 1,0 N. Verbinding (75) met de Houtwielen enz., naar de Meer, zuidelijk van de Zwarte Broek. 1,8 Z. Verbinding naar de Kleine Wielen (76) I en het Soliulkediep bij Suawoude. ; 1,8—6,6 W.-O.j Rij perkerkstervaart. 3,8 j Patroonstille (v.) in den weg van Tietjerk naar Giekerk. 4,4 I Rijpe «kerk; ophaalbrug. Gem. los- en laadplaats. 5,2 Z. Nieuwevaart, naar de Tietjerkster- vaart (73). 5,7 Z. Hardegarijp; 0,7 K.M. < 6,6—7,7 N.-O. Muizerijd. 7,7 N. De Meer (77), verbinding met de Murk. 7,7 Z. Grens der Gem. Dantumadeel en Tietjerksteradeel. [7,7—8,7 Walstermuizerijd of Moezeret, diep 1,60 M. 8,7 Z. Vaartje naar Veenwoudsterwal, onder den spoorweg door, tot 0,5 K.M. oostelijk i) Huish. Regl. 352 Afstand in ILigging.j k.m. uit het beginpunt. van den weg van Veenwouden naar Bergum ; lang 2 K.M., diep ong. 1,00 M.. laatste 0,5 K.M. ondieper. 8.7— 9,8 Z.-N. Vaarwater naar de Looden Hel en Hout- wielen. 9,8 Verbinding door de Houtwielen en het Wielspetje, diep ong. 1,30 M. naar de Meer. 9.8— 12,7 z.w- Vaarwater door de Wiel, Sanjes, Roode- ' ' poel, Kliendobben naar Kruiswater en de Valomstervaart, diep ong. 1,20 M. 9,8 W; Verbinding noordwaarts door den Korten Suaweg met den Langen Suaweg (77). 11,0 O. Binnen-Sanjes, ondiep; door het Zooltje diep ong. 0,90M.,naardeSmeerpot.Slechts bevaarbaar voor pramen, enz. 12,0 Kruiswater. 12,0 N. Schiersloot, onbevaarbaar. 12.0 z. Smeerpot, verbinding naar Veenwouden, lang bijna 2 K.M., diep ongeveer 1,00 M. Los-, laad- en opslagplaats der Gem. te Veenwouden nabij den weg naar Bergum; vrij. 12,7-15,7 W.-O. Valomstervaart, zal vermoedelijk worden verdiept. 13.1 z.O. Singelvaart naar Kuikhobne, onbevaar¬ baar. 13,1 Brug (v.) bij het „Goddeloos Tolhuis", in den weg van Kuikhorne naar Akkerwoude. Los-, laad- en opslagplaats. 13,4 N.W. Vaartje naar den Broekpolder, 1,5 K.M. 14,4 Valom, bew. brug in den tramweg Veen- wouden—Dokkum. Bruggeld f 0,10 (niet officieel). Los-, laad- en opslagplaats. 14,9 Brug (v.). 14,9 N. Nieuwe opvaart, 1,5 K.M. 15,7 N. Nieuwe vaart (81) van het Bergtvmer.- meer naar Nieuwe Zijlen, benoorden zwaagwesteinde. 353 75. VAARWATER van de GROOTE WIELEN door de RIJD naar DE MEER. (IV) Van de Groote Wielen (74) door de Houtwielen, Potmarge, Sierdswiel, Westersche Rijd, Oostersche Rijd en Bouwepet. Hoofdzakelijk landbouwvaart. Bevaarbaar tot aan de Oostersche Rijd met schepen tot 40 ton verder oostelijk met pramen. Lengte 6,5 K.M. Breedte 8—15 M. Diepte tot aan de Rijd 1,10 M., verder 0,90 M., Bouwepet 0,70 M. Plan tot verdieping van het westelijk deel. 1 vaste brug, wijd 4,20 M., hoog 1,90 M., 1 zet, wijd 3,95 M. Geen schutsluizen. In beheer bij de Gem. Tietjerksteradeel tot aan de brug te K.M. 3,3; verder oostelijk bij particulieren. Motorbooten toegelaten (westelijk deel). Toegelaten snelheid tot 90 M. i/d minuut. Geen rechten. Afstandstabel. Afstand in ILigging. k.m. uit het beginpunt. | 0,0—0,3 j Groote Wielen (74). 0,3—0,7 Houtwielen. 0,7—0,9 Potmarge (verbinding tusschen Hout¬ wielen en Sierdswiel.). 0,9—1,3 Sierdswiel. Baak aan het zuideinde bij de Potmarge. 1,3—1,8 Kooiboutvaart,verbindingtusschenSierdswiel en Westersche Rijd, breed 6—8 M. 1,5 Brug (zet). 1,8—3,3 Westersche Rijd. N. Vaartje naar Giekekk, 0,3 K.M., diep ongeveer 1 M., slecht bevaarbaar. 3.1 Los- en laadplaats nabij den Korenmolen. 23 354 Afstand in ILigging. K.M. uit het beginpunt. 3,3 | Brug (v.) in den weg van Giekerk naar Tietjeek en Rijperkerk. 3,3—4,6 Oostersche Rijd. 4,6—6,5 Bouwepet. 6,5 O. De Meer, naar de Murk (72) en Veen woudstebw al. 76. VAARWATER van de GROOTE WIELEN naar het SCHALKEDIEP. (IV) Vanaf de Groote Wielen (74), door de Kleine Wielen, Zanding, Haringsloot en 't Nieuwediep. Landbouwvaart; ondiep en smal, vaarwater voor kleine vaartuigen tot 20 ton. Lengte bijna 8 K.M. Breedte 4,5—8 M. en meer. Diepte van ong. 0,70 M. tot 1,10 M. 4 vaste bruggen, minstens wijd 3,25M., hoog ongeveer 2 M. Geen schutsluizen. In beheer bij de Gem. Tietjerksteradeel. Motorbooten toegelaten. Grootste toegelaten snelheid 90 M. i/d minuut. Afstandstabel. Afstand in Ligging.l k.m. uit het beginpunt. 0,0 I O. Groote Wielen (74), 2,00 K.M. 'oostelijk van het Ouddeel benoorden de Schanzerbrug. 0,0—0,4 Vaarwater naar de Kleine Wielen. 0,3 Schanzerbrug, in den weg van Leeuwaeden naar Rijpeekerk. 0,4—2,0 W.O. Kleine Wielen; verbinding met het Ouddeel; geul zuidelijk van de eilandjes in de Kleine Wielen,' diep 1,0.0 M. 2,0—2,9 I Vaarwater naar de Zanding. 355; f Afstand in Ligging.) E k.m. uit het ■ beginpunt. 2,6 Vaste brug in den spoorweg Leeuwarden— I Groningen. 2,9—3,3 j Zanding. 2,9 W. I Tietjerkstervaart (73), naar het Ouddeel, 3,5 K.M. 2,9 O. Tietjerkstervaart, naar Tietjeek en O. Tietjeek. 3,3—3,9 Haringsloot. 3,6 Kleinegeestmerbrug, v. brug in den weg Kleinegeest—Tietjeek. 3,9—7,8 Nieuwediep. 4,6 Z. I Verbinding naar de Zanding, benoorden Suawoude. 4,6 Ombuiging naar het westen. 4,9 W. Verbinding met het Ketelerdiep, 1 K.M., slecht bevaarbaar. 6,8 O. Opvaartje naar Suawoude, 0,8 K.M., breed [ 6—8 M., diep 1,10 M., met los- en laadplaats te Suawoude. 7,8 Z. Schalkediep (5), 1,3 K.M. westelijk van de vaart Groningen—Lemmer (1). 77. VAARWATER van de MURK tot de MUIZERIJD benoorden VEENWOUDSTERWAL. (IU) Langs de Engelaan, Eeltje Meer, Leege Meer, Zwarte l Broek, Breval en de Meer. Kleine vaart, voor vaartuigen tot ongeveer 40 ton. Lengte 6,4 K.M. Breedte minstens 8 M. Diepte 1,10—1,60 M. 1 vaste brug, wijd 3,90 M., hoog 2,35 M. I Geen schutsluizen. '. Vaargeul in beheer bij de Gem. Dantumadeel en Tietjerkisteradeel. 356 Geen rechten. Motorbooten in Dantumadeel niet toegelaten, in Tietjerk steradeel wel. Snelheid tot 90 M. i/d minuut. Afstandstabel. Afstand in Ligging.l k.m. uit het beginpunt. 0,0 Murk (72), nabij de Wijde Murk. 0,0—0,7 Engelaan, diep ong. 1,20 M. 0,7 O. . Het Gewei, diep ong. 1,20 M. naar de Galgensloot. 0,7—1,4 Z.W. " Eeltje-Meer, diep ong. 1,20 M. 1,4—4,0 Leege Meer of Roodkerkervaart, diep 1,20 M. 3.6 Roodkerk, v.brug in den weg naar Oudkerk. 4,0—4,7 Zwarte Broek en Breval, diep ong. 1,50 M. Grens der Gem. Dantumadeel en Tietjerk"steradeel. 4,0 Haven met los- en laadplaats te Molenend aan den noord-west oever van het Zwarte Broek, 1 K.M. westelijk der Roodkerkervaart. 4.7 O. Lange Suaweg, verbinding met de Hout¬ wielen (74). 4,8—6,4 Z.0. De Meer, diep ong. 1,50 M. 5.3 N.O. Wielspetje naar de Houtwielen, en de Valomstervaart (74). 5,5 W. Bouwepet (75), naar de Rijd. 6.4 W. Muizerijd (74), naar het Ouddeel. 6,4 O. Moezeret of Walstermuizerijd (74). Van hier af loopt de vaart nog onder den spoorweg {vaste brug) door langs Veenwoudsterwal tot de vaste brug in den tramweg naar Beröum (diep 1,00 M.) en verder nog 0,7 K.M. westwaarts; dit .laatste deel alleen bevaarbaar voor pramen. 357 78. KANAAL DOKKCM-GERBEN ALLES VERLAAT of TREKVAART naar DOKKUM. (II) ' Van de Zuidelijke stadsgracht te Dokkum (53); naar de vaart Groningen—Lernmer (1), bij Gekkeskloostek, 1 K.M., westelijk van de provinciale grens. Lengte 17 K.M. Breedte minstens 13 M.; wisselplaatsen. Diepte 1,30 M.; officieel 1,60 M. (verondiept). 14 gewone vaste bruggen, wijd minstens 8 M., hoog 3,00 M. en 1 vaste spoorwegbrug, wijd 7,85 M., hoog 3,09 M. Geen schutsluizen. Jaagpad. In beheer bij het Rijk. Van toepassing is het Bijzonder Reglement van Politie voor dit kanaal en den zijtak naar Kollum van 23 Mei 1892 St.bl. n°. 104, laatst gewijzigd 5 Sept. 1892 St.bl. n°. 217.' De grootst geoorloofde diepgang bedraagt voor zeilvaartuigen 1,40 M., voor stoomvaartuigen 1,20 M.; de breedte voor zeil vaartuigen 5 M., voor stoomvaartuigen 3,40 M. Bij waterstanden lager dan F. Z. P wordt de maximum diepgang met evenveel verminderd. Bij hooger standen kan deze voor zeilvaartuigen evenveel grooter zijn. De grootste geoorloofde snelheid voor stoomvaartuigen is 125 M. per min. Hoogstens 10 vaartuigen mogen gelijktijdig worden gesleept. Motorbooten toegelaten. Geen rechten. Afstandstabel. Afstand in [Ligging.l k.m. uit het beginpunt. 0,0 j Zuidelijke Stadsgracht (53), te Dok- j kum; 0,1 K.M. zuidelijk van de monding i van het Dokkumerdiep (52) en 0,8 K.M. oostelijk van de Trekvaart naar Leeuwarden (52). 0,1 Roode brug (v.j. 358 Afstand in Ligging.l k.m. uit het beginpunt. 0,6 Z. Trekvaart naar Dantumawoude ; 3,4 K.M., diep 1,20 M.; v. brug over de invaart, wijd 4 M., hoog 2 M.; verder nog 2 bruggen. Opslagplaats der Gem. te Dantumawoude. 1,5 Z.W. Meersloot, naar de Woudvaart (72), lang 2 K.M., v. brug over de invaart, wijd 3,80 M., hoog 1,75 M, 2,1 Z. Wouterswoudsterop vaartje, met brug over de invaart, wijd 3,60 M., hoog 2,10 M. 2,1 Brug (v.) in de Dokkumerlaan naar wouteeswoude, 2 K.M. Aanlegplaats. 3,1 Denserbrug (v.). 4.1 Z.W. Driezumervaart, naar het Driezumermeer en Deiezum, 1,5 K.M., met v. brug over de invaart, wijd 5,20 M., hoog 2,80 M. 4.2 N. Driezumerzijlsried, naar het DoTe- kumerdiep (52), 2 K.M. 5,4 O. Oostwoude. 5,4 Brug (v.) in den weg van Deiezum naar Westeegeest. Aanlegplaats. 6.3 N.O. Nieuwe Zwemmer (81), naar de Nieuwe Zijlen. Z.W. Petsloot (81), naar het Bergummermeer; met brug over de invaart, wijd ongeveer 6 M., hoog 2,90 M. 7,0 N.O. Brug (v.) in den weg naar Westeegeest, 0,5 K.M. 7,8 j Z. Triemerbrug .(v.) in den weg van Westeegeest (1 K.M.) naar Kolltjmeezwaag en zwageeveen (2 K.M.). 9,2 j Z. Brug (v.) nabij het Huis ter Noord in den weg naar Veenkloostee (1,5 K.M.) en Kollumerzwaag (3 K.M.). 359 Afstand in ILigging.] k.m. uit het beginpunt. • 10,5 N. Brug (v.) in den weg van Oudwoude naar Veenkloostek en Kollumeezwaag. Aanlegplaats. 11.5 Plattebrug (v.) Z.W. van Kollum. 12.6 Kollumerbrug (v.). 12,6 N. Zijlster Rijd (79), naar Kollum, en het Oud Dokkumerdiep. il3,l O. Lutkewoude; (v. br.). 13,9 Steenharstertille (v. br.), in den Rijksweg Leeuwarden—Groningen. 13,9 O. Steenharst en Kleinehorne. 14,6 Vaste brug in den spoorweg van Leeuw¬ arden naar Groningen, wijd 7,50 M., hoog 3,00 M. 15,8 Dijkhuistertil (v. br.). 15.8 W. Dijkhuizen 0,8 K.M. 16.9 Gerkesklooster; (v.br.). 16,9 N.O. Nieuwekanaal [101], naar de Frlesche sluis te Zoutkamp. 16,9 Z. Vaart Groningen—Lemmer (1), 1,1 K.M., westelijk van Stroobos. 79. ZIJLSTER-RIJD. (III) Van de Trekvaart van Dokkum naar Steoobos, (78), naar het Oud-Dokkumerdiep, 2 K.M. zuidelijk van de Nieuwe-Zijlen (52). Lengte 4,3 K.M. Breedte 9—18 M., (wisselplaatsen). Diepte ong. 1,50 M. 1 draaivoetbrug en 2 vaste bruggen; minstens wijd 4,35 M., hoog 1,60 M. Geen schutsluizen. In beheer bij de Gem. Kollumerland en Nieuwkruisland; behalve het gedeelte bezuiden Kollum (0,9 K.M.) dat bij 360 het Rijk in beheer is en voor hetwelk hetzelfde reglement van kracht is als voor de trekvaart van Dokkum naar Stroobos (78). Motorbooten toegelaten. Afstandstabel. Afstand in Ligging. K.M. uit het Beginpunt. 0,0 Z. Trekvaart van Dokkum naar Stroobos, (78). 2 K.M., N.W. van de spoorwegbrug. 1,0 Kollum; vaste brug. Los- en laadplaats aan de Koemarkt. Walgeld voor schepen, die laden of lossen: f 0,20 voor schepen onder 10 ton, tot f 0,80, voor schepen van 30 ton en meer; bij gedeeltelijke lossing der lading de helft. Opslag aan de Koemarkt 2 ct. per M2. en per dag. i) 1.2 Draaivoetbrug. Bruggeld voor schepen boven 10 M3. f 0,20. Bruggeld voor kleinere schepen f 0,10. Beneden 5 MS., vrij. J) 2,5 O. Dwarsrijd. Landbouwvaartje, ondiep. 4,0 Kollumer-Oudzijl met brug (v.). Los- en laadplaats. Zelfde tarief als te Kollum. i) 4.3 Dokkumerdiep (81), 1,7 K.M., Z.W. van Nieuwe Zijlen. 80. KOLLUMMERZWAAGSTERVAART. (III) Van de Fetsloot (81), nabij de Stroobossertrekvaart, naaiden weg Kollumeezwaag—Zwaagwesteinde. Bevaren met vaartuigen van 50 ton. Lengte 3,50 K.M. Breedte 9—11 M. Diepte ong. 1,40 M. 1 vaste brug, wijd 4,80 M., hoog 2,40 M. Geen schutsluizen. In beheer bij de Gem. Kollumerland en Nieuw-Kruisland. Motorbooten toegelaten. !) Ver. der Gem. Kollumerland en Nieuwkruisland van 3 Maart 1921. 361 Afstandstabel. Afstand in Ligging.l K.M. uit het beginpunt. 0,0 N. j Petaloot (81), 0,1 K.M. westelijk van de Stroobossertrekvaart (78). 2,0 Gauw. 3,5 Kollumeezwaag; los-, laad- en opslag- [ plaats. i Walgeld en opslaggeld als te Kollum [79]. i) 81. VAART van de SMALLE EESTER ZANDING naar de NIEUWE ZIJLEN. (II—III) Van de Smalle Eester Zanding (84), 4 K.M. westelijk van Deachten, langs de Kletservaart, het Nieuwe kanaal, Opeindervaart, Binnen Leij en, Leijen, Lits, Bergumermeer, Stoppelzool, Kuikhornstervaart Nieuwevaart, Zwarte Brak, Petsloot, Nieuwe Zwemmer, Oud Dokkumerdiep naar de Nieuwe Zijlen en de Lauwerszee (52). Lengte 30 K.M. Breedte 20 M. en meer. Diepte 1,20 M.—1,70 M. tot de Bergumer Meer, vandaar tot Kuikhorn toenemende; benoorden Kuikhorn 2 M. 1 draaibrug en 9 vaste bruggen, minstens wijd 5,20 M., hoog 2,50 M. In beheer bij de provincie. Toegelaten grootste afmetingen, enz. diepgang benoorden de vaargeul der vaart naar Groningen in het Bergumermeer 1,80 M.; bezuiden: 1,50 M. uitgezonderd in de Leijen en in het zuidelijk deel van het Bergumermeer 1,10 M. voor stoom- en motorschepen: benoorden de Leijen: lengte 21,50 M.; breedte 3,80 M.; !) Ver. der Gem. Kollumerland en Nieu w-Kruisland, van 8 Maart 1921. 362 overig kanaalvak: lengte 14,90 M., breedte 2,80 M. Snelheid bezuiden de Leijen 6 K.M., Opeindervaart 7,5 K.M., overigens 8 K.M. Op het Nieuwe kanaal is de vaart met stoombooten verboden. Bij sterke strooming door de Nieuwe Zijlen is de scheepvaart soms gestremd. Het kanaal dient hoofdzakelijk ter afwatering. De grootste toegelaten afmetingen gelden ook voor den zijtak: Oude Zwemmer. Afstandstabel. Afstand in Ligging.l k.m. uit het beginpunt. 0,0 Z. Smalle Mester Zanding, nabij de Draait (84). 0,0—0,1 Kletservaart. 0,1 O. Kletservaart, voortzetting tot den Hoogenweg (2,5 K.M.). 0,1—3,4 Nieuwe kanaal. Op dit kanaalvak is de vaart met stoombooten verboden. 2,9 Vaste brug in den Hoogen weg (pr.). 3,4 Vaste trambrug (pr.) in den weg van Nijega naar Opeinde. 3,4—4,4 Opeindervaart. 4,4—5,0 I Binnen Leijen. 5,0—6,7- - De Leijen. I O. Oostelijk van de Leijen toegang tot het waterschap „Het Witveen", door de Witveenstervaart en de Kattegatsterwijk, tezamen 4 K.M., met ophaalbrug. Geen bruggeld. 6,7—8,4 De Lits. 7.7 Draaibrug (gem.) in den weg van Suameee naar Oostebmeeb, wijd 5,50 M., bij de Wal (Oostekmeek). Bruggeld f 0,05, 's nachts f 0,10. i) 7.8 Snakkebbueen, los- en laadplaats aan opvaartje. 0,0- 0,1—3.4 2,9 3,4 3.4—4,4 4,4—5,0 ! 5,0—6,7 - O Ver. der Gem. Tietjerksteradeel van 20 Juli 1904. 363 Afstand in j Ligging. K.M. uit het beginpunt. 8,4—11,8 Bergumer Meer. Op het kruispunt met de vaargeul voor de vaart Groningen—Lemmer (1) liggen 2 roode tonnen; verder noordelijk betond oostelijk met 1 witte, westelijk met 2 zwarte tonnen. 9,4 W. Zuidergat, naar de Kromme Ee. 10,4 | Kruispunt der vaargeul voor den vaar¬ weg Groningen—de Lemmer (1). 11,8-12,8 Stoppelzool. 12,8-15,7 Kuikhornstervaart. 13.6 Zwartetille (v. br.) in den weg van Hardegarijp naar Opperkooten. Los- en laadplaats, bereikbaar met vaartuigen tot 100 ton. 15.7 Kuikhorne; v.br. (Prov.). 15,7-21,0 Nieuwevaart. 16.1 Vaste brug in den spoorweg van LeeuwarI den naar Groningen; wijd 7 M., hoog 3 M. 17,9 W. Zwaagwesteinde, v. br. (pr.). Los-, laad- en opslagplaats, vrij. 18,4 W. Valomstervaart, naar de Houtwielen en verder (74). 18,9 Opsla gje (Zwaagwesteinde). 21,0-21,4 z^.- Zwaite Brak. 21,4-23,3 W'.-Ö. ■ Petsloot. 23.2 Kollumerzwaagstervaart, naar Kollumeezwaag (80). 23.3 Langebrug (v.). 23,3 n.w.— Trekvaart van Dokkum naar Stroobos z-°- (78). 23,3-23,6 Oude Zwemmer. 23,6 N. Oude Zwemmer, voortzetting naar de afgesneden bocht van het Dokkumerdiep bij Oudwouderzijl, en door de Oude Vaart of Oude Meer (met 2 v. br.) naar het Dokkumerdiep bij Beintema; I bevaarbaar met 0,70 M. diepgang. 364 Afstand in Ligging. K.M. uit het beginpunt. De vaart van de Zwemmer door de Oude Meer is voor stoombooten gesloten. 23,6-27,5 Nieuwe Zwemmer. 24,1 Z. Westergeest; v. brug. 26,1 Brug («?.), naar Wijgeest. 27,1 Brug (v.), bij Ter Luine. 27,5 N. Oud Dokkumerdiep, bij de Dellen (oude tak). 27,5-29,9 z-W--\ Oud Dokkumerdiep. 28,5 Z. Zijlsterrijd (79). 29,9 N. Dokkumerdiep. 30,1 I Schutsluis. Nieuwe Zijlen (52). 82. BROEKSTER WIJK en OUDEVAART. (IV) Van de vaart Groningen—de Lemmer (1) te Gerkesklooster naar het Surhuisterveen. Weinig bevaren landbouwvaart voor vaartuigen tot 25 ton; van gering belang. Lengte ruim 7 K.M. Breedte 7 M., wisselplaatsen. Diepte 1,30 M. tot K.M. 2,0, en verder 1,00 M. (gebaggerd in 1920). 2 ophaalbruggen en 3 vaste bruggen, wijd 3,65 M., hoog 1,60 M. (lastig voor de scheepvaart). Geen bruggeld. Geen schutsluizen. In beheer bij de Waterschappen „Stroobos" en „de Oudvaart". Motorbooten worden niet toegelaten. Afstandstabel. Afstand in [Ligging.l k.m. uit het beginpunt. 0,0 N. Kolonelsdiep (1), 0,1 K.M., Z.W. van Gerbenallesverlaat. 865 Afstand in ILigging. K.M. uit het beginpunt. 0;0—1,8 Z.N. Broeksterwijk. 1,1 Z.W. Bijlewijk, naar het Tiltje. 1,8—6,8 Oudevaart. 2.5 j W. Tjibbewijk, naar het Tiltje of Compagnons¬ vaart tot aan het Kolonelsdiep, ruim 3 K.M. 7,1 I ' Duiker te Kortwoude; opslagplaats. 83. SURHUISTERVEENSTER VAART, NIEUWE of COMPAGNONSVAART. (III—IV) Van het Kolonelsdiep (1) te Rohel naar Subhuisterveen. Vaartje van slechts plaatselijk belang, bevaarbaar voor vaartuigen tot 60 ton (bij hooge waterstanden). Lengte 5,6 K.M. Breedte 10 M. (4 wisselplaatsen). Diepte 1,30—1,70 M. 2 beweegbare bruggen en 1 vaste brug, minstens wijd 4,50 M. Geen bruggeld. 1 schutsluisje. Geen trekpad. In beheer bij het Waterschap „Surhuisterveen". Motorbooten behoeven vergunning. 's Zondags blijven de sluizen en bruggen gesloten. Afstandstabel. Afstand in ILigging.! K.M. uit het beginpunt. 0,0 N. Kolonelsdiep (1). 1,3 Brug. 2.6 Roodeschuur; verlaat en brug. Schutlengte 25,80 M., wijdte 4,45 M., diepte 1,50 M. 366 Afstand in jLigging.] K.M. uit het beginpunt. K.P. bovenpand = 0,39 M. -|- N. A. P. Van 1 April—15 Nov. wordt slechts driemaal per dag geschut. Sluisgeld f 0,05 per ton. Een zelfde bedrag is voor het laden en lossen in de Compagnonsyaart te betalen, indien niet geschut wordt. 4.5 Z.W. Baukewijk, en verder door het Eisingarak langs Blauwhuis (1,6 K.M.), het Dwarsdiep en de Opgaandewijk tot benoorden Rottevalle (bijna 4 K.M.); bevaarbaar voor pramen. 5,0 Dikkedraai te Surhuisterveen; ombuiging naar het oosten. 5,0 I W. Dorpsvaart, naar het westen (0,6 K.M.). 5.6 Surhuisterveen. 84. VAARWEG van de KRUISWATERS naar het VEENHUIZERKANAAL. (II—III) Van de vaart Groningen—de Lemmer (1) aan de Kruiswaters, langs Hooidammen, Drachten en Bakkeveen naar de Drentsche grens; langs het Veenhuizerkanaal in verbinding met het Drentsche Hoofddiep (1). Lengte 41 K.M. Breedte minstens 8 M., in het eerste gedeelte zeer onregelmatig.Diepte 1,70 M. Beneden de eerste sluis komen weinig hinderlijke waterstanden voor; op de bovenpanden kunnen waterstanden van 1 M. en méér onder K.P. voorkomen en is de vaart soms zeer bezwaarlijk of onmogelijk. 35 beweegbare bruggen, wijd minstens 4,60 M. 3 vaste bruggen, wijd minstens 5,00 M., hoog 2,37 M. 5 schutsluizen. Trekpad van de Drachsterspijp, K.M. 15,0, tot de Mandewijk te Bakkeveen (K.M. 28,6). Jaagpad alleen langs het Haulerwijksche kanaal. In beheer bij de provincie. 367 Toegelaten grootste afmetingen: diepgang 1,50 M., uitgezonderd tusschen het Buitenste en het Bunrtstcrverlaat te Drachten 1,60 M. Tusschen Drachten en Ureterp kan feitelijk met niet méér dan 1,40 M. diepgang worden gevaren. Voor stoom- en motorbooten: lengte 21,50 M.; breedte 3,80 M.; snelheid 8 K.M.; van 15 Oct—1 April 9 K.M.; boven het Bultensteverlaat te Drachten 7,5 K.M. Boven het Buurtsterverlaat te Drachten is de vaart met stoom- en motorschepen verboden en mag alleen gezeild worden met de Drentsche fok van boven, ten hoogste 75 c.M. breed of alleen met het grootzeil in de gei. De Prov. heft kanaal- en schutgelden bij de sluizen (zie hieronder) volgens het Prov. tarief van 30 April 1920. Afstandstabel. Afstand in ILigging.j k.m. uit het beginpunt. | * 0,0 De Kruiswaters, met baken aan elk der 4 hoeken. N.W. Kogsloot (5), naar Leeuwarden. N.O. | Meersloot (1), naar Groningen. Z.W. j Graft (1), naar de Lemmer. 0,0—2,0 Langesloot. 10,7 Z.W. Nauwe Saiter en Wijde Saiter naar de Graft (1); 1,8 K.M., ' alleen voor roeibooten enz. 2,0 W. Oudewegstervaart (1), naar de Graft, voor I kleine bootjes (naar de uitgeveende plassen). 2,0—2,7 Siegersdiep. 2,7 Z.W. | Folkertsloot (1), naar de Graft; 4 K.M., invaart 1 M. diep. Toegang door de Raamsloot enz. (op ong. 1 M.) naar het Prinsenhof. De op de kaart aangegeven wateren zijn schetsmatig; zonder bekendheid is | de weg moeilijk te vinden. (Pleziervaart in de veenplassen.) 2,7 | N.O. I Aanlegplaats voor stoombooten. 368 Afstand in Ligging.! k.m. uit het beginpunt. 2,7 Eernewoudsterwijd, afgedamd, met schutsluis, lang 25 M., wijd 5 M., diep | 1,70 M., toegang gevende tot de vaarten van het Waterschap „Eerne woude"; (tweede schutsluis benoorden Garijp). i Te Eernewoude los- en laadplaats, bereikbaar voor schepen tot 50 ton. 2,7—3,9 Yo' Fokkesloot. 3,9—4,3 Kruisdobbe, naar het Prinsenhof (1). 4,1 Z.O. Kruisdobbe; invaart diep 1,50 M., verderop ong. 1 M., naar de Lange Lits, 4,5K.M., en Graft (1). 4,1 O. Kruisdobbe; de doorvaart naar de Westerzanding is afgedamd; invaart door de sluis te K.M. 2,7. Op de landpunt tusschen Kruisdobbe en Fokkesloot staat een baak. 4,3—5,7 N.Z. HooidarnsslooU 5,6 Draaibrug; is verwijd. Bruggeld f 0,05, 's nachts f 0,10.« 5,6 Hooidammen, met baken nabij het Griet¬ mans rak, 0,4 K.M. zuidelijk is de uitmonding in het Grietmansrakvanhet PolderJioofdkanaal (88). 5,7—8,9 W.O. Wijde Ee en Monnike Ee; betond, noordelijk met zwarte, zuidelijk met witte tonnen. 8,9—10,0 W.O. Nieuwe Monnike Greppel; met baak op den zuidelijken oever. De Oude Monnike Greppel (ten zuiden) is niet bevaarbaar. 9,4 N. Ouddiep, door de Oudegaster Zanding naar Oudega; 2 K.M., met haven en opslagplaats. De Oudegaster Zanding wordt drooggelegd ; de vaart naar Oudega komt aan de westzijde. 10,0 Z. Baak aan de invaart. i) Ver. der Gem. Smallingerland van 6 Dec. 1910. 369 Afstand in ILigging.l KM. uit het beginpunt. 10,0-11,9 Smalle Eester Zanding en Gaaster diep, betond evenals de Wijde Ee. 10,5 | Z. Smalle Ee, met gem. los- en laadplaats. 11 4 | N. Baak bp den N. oever. 11,9 I Z. Baak op den Z. oever. 11,9-12,4 Nieuwe Draait. 12,0 N.O. Stroomkanaal naar De Leijen en Kletservaart (81). 12,4 Z. Oude Draait; onbevaarbaar, wordt over 4 K.M. bevaarbaar gemaakt. Op 0,6 K.M. uit den mond bevindt zich eene gem. op! haalbrug in de Postlaan. Bruggeld de helft van het tarief te K.m. 14,9.1) 12,4-16,4 W.O. Drachtstervaart. 12,4 Buitenste verlaat n°. I te Dbachten met oph. Schutlengte 29 M., wijd 5,50 M., diepte 1,70 M. onder K.P. K.P. benedenpand = F. Z. P. K.P. bovenpand = 0,43 M. + N. A. P. Kanaalgeld per ton f 0,01, stoom- en motorbooten dubbel, minder dan 20 ton vry, van 20—85 ton half tarief, (een! maal per dag). Schutgeld f 0,20 (pr.). 14,9 Dracht8terpijp, gem. oph., wijd 6,20 M. I in den Hoogeweg. Bruggeld: f 0,20; voor vaartuigen korter dan 12 M. f 0,10, korter dan 8 M. f 0,04; voor open pramen, bakvaartuigen en pleiziervaartuigen f 0,10; voor pleizier vaartuigen op Zon- en feestdagen f0,20; des nachts dubbel tarief.») 15,8 Gasfabriekdraai, vrij. 16,0 Drachten, gem. oph. in den weg naar Heerenveen, wijd 5,00.M. {.tramweg).. Bruggeld als te K.m. 14,9. 16,2 Rerkedraai. vrij. 16,4 | Drachtster- of Bnurtsterverlaat n°. II, te Drachten, met draaibrug. I Schutkolklengte 27 M., wijdte 5,00 M., diepte 1,70 M.' K.P. bovenpand = 1,33 M. + N.A.P. I Schutgeld f 0,20 (pr.). 10,0-11,9 1) Ver. der Gem. Smallingerland van 8 Nov. 1899. 2) Ver. dor Gem. Smallingerland van 15 Juni 1920. 24 870 Afstand in Ligging. K.M. uit het beginpunt. 16,4-28,2 W.O. Ureterpstervaart. 16.6 Armhuisdraai, vrij. 16.7 N. Noorder Dwarsvaart, diep ong. 1,40 M., met vele wijken, naar de Deachtèe Compagnie, 2,6 K.M. Sluis te Deachteb Compagnie in de Meerwijk. Schutgeld f 0,10. i) In beheer bij de Gem. Smallingerland. 16.8 Ophaalbrug, vrij. 16.9 Z. Zuider Dwarsvaart, diep ong. 1,40 M., lang ruim 5 K.M., met vele wijken, tot Olteeterp. In beheer bij de Gem. Smallingerland. Van hieraf wordt de vaart ook Drachtster Compagnonsvaart genaamd. 18.2 Ureterpsterverlaat n°. III, met Oph. Afmetingen als bij voorgaande sluis. K. P. bovenpand 2,33 M. + N. A. P. Kanaal- en schutgeld als te K.M. 12,4. 19.3 Hooge brug (v.); wijd 5,00 M., hoog 2,37 M. 20,0 Pieteesbueen ; Ophaalbrug (in bouw) in de Kerkelaan naar Ueeterp. Zal vermoedelijk geen bruggeld worden geheven. Z. Ubeteep; 1 K.M. Van hier tot K.M. 23,6 nog 5 draaien (vrij). 22,2 Dalen. 23,2 Verlaat n°. IV, te Feiesche Palen. Afmetingen als bij vorig verlaat. K.P. bovenpand = 3,95 M. + N. A. P. Kanaal- en schutgeld als te K.m. 12,4. 23,2-26,6 Friesche Palenvaart. 28.6 Feiesche Palen, draaibrug in den weg naar Mabum. Bruggeld f 0,05 (gem.). 24.7 Kromhoeksterbrug (v.); wijd 4,80 M., hoog 3,00 M.; wordt vervangen door een oph. i) Ver. der Gem. Smallingerland van 4 Sept. 1917. 871 Afstand in ILigging. k.m. uit het beginpunt. 26,2 N. Wilpster Hoofdvaart [105] naar de Wilp en het Hoendiep. 26,6 W. Siegerswoude, 1 K.M.; Voorwerksbrug (v.), hoog 3,35 M.; wordt vervangen door een oph. 27,6 N.O. Mieuwmeerswijk, 5 K.M. 28,6 Slotsingeldraai, vrij. 26,6-30,0 Bakkeveenschevaart. 28,6 Bakkeveen. 28,6 Verlaat n°. V., te Bakkeveen, met op¬ haalbrug. Afmetingen als bij vorig verlaat. K.P. bovenpand = 5,83 M. -f N.A.P. Kanaalgeld 2 ct. per ton; verder als te K.M. 18,2. 29,4 Draaivonder, vrij. 30,0 Ombuiging naar het Z.W.; loopt als Regtwijk nog in dezelfde richting door. 30,0-30,6 *™. Man de wijk. z. w. ^ 30.6 Ombuiging naar het Z.W.; loopt als Nieuwveensterwijk nog in westelijke richting door, lang 1,7 K.M., diep 1,70 M. 30,6-41,2 Z.O. Haulerwijkstervaart. 31.7 Bultsdraai, bij de Bisschopswijk (vrij). 31.8 Z.W. Bisschopswyk, lang 1,5 K.M., diep ong. 1,20 M. 32,2 Z. Draaivonder bij de Oudewijk. 32,2 Z. Oudewijk, lang 1,6 K.M., diep ong. 1,40 M. 32,4 Ophaalbrug te Beneden Haulerwijk. Bruggeld aan de Gem. f 0,06. i) Van hier tot K.M. 36,2 nog 2 draaivonders (vrij). 36,2 Haulerwijk; ophaalbrug in den weg van Zevenhuizen naar Haule. Bruggeld f 0,06. i) 26,6 W. 27,6 N.O. 28,6 26,6-30,0 28,6 { 28,6 i) Ver. der Gem. Ooststellingwerf van 4 Sept. 1917. 372 Afstand in Ligging.l k.m. uit het beginpunt. Van hier tot K.M. 40,00 nog 3 draaivonders (vrij). 38.1 Ombuiging naar het zuiden. 38,1-40,8 ! Dit kanaalvak wordt ook Kromme Elleboogsvaart genoemd. 40,0 Draaibrug bij het Witte Huis, i/d weg van Koudenbubg naar Veenhuizen. Bruggeld f 0,05. i) 40,8 Ombuiging naar het oosten. 40,8 W. Wijk naar het Haulerverlaat (1 K.M.). (Schutsluis naar den Haulerpolder). 41.2 Grens tusschen Friesland en Drenthe. 41,2 O. Veenhuizerkanaal (3), naarde Drentsche Hoofdvaart (1). Tusschen het verlaat te Bakkeveen èn de provinciale grens bevinden zich bebehalve de genoemde nog eenige draaivonders. 85. VAARWATER van de WIJDE EE bezuiden GROUW tot aan de WIJDE EE te HOOIDAMMEN. (II—III) Van de Graft en de Peanster Ee (86), door de Wijde Ee, en Kromme Ee naar de Wijde Ee bij Hooidam (84). Hoofdverkeersweg tusschen Deachten en Gbauw. Lengte ruim 7 K.M. Breedte afwisselend. Diepte ong. 1,50 M. onder F. Z. P. In de Kromme Ee bevinden zich echter eenige ondiepten, zoodat op niet meer dan 1,00 M. diepgang te rekenen is. Het vaarwater bestaat grootendeels uit plassen. Geene betonning. Geen bruggen. Geen schutsluizen. In beheer bij de Gem. Smallingerland en IdaarderadeeL Motorbooten toegelaten. Geen rechten, geen beperkende bepalingen. i) Ver. der Gem. Ooststellingwerf van 4 Sept. 1917. Ligging.l 373 Afstand m Ligging. K.M. uit het beginpunt. 0,0—3,3 Wijde Ee, van af de Graft (86); 2 K.M. bezuiden Grouw. 0,0 | Z.W. Wijde Deel en Nauwe Deel, diep ong. 1,00 M., breed 10—14 M., bevaarbaar tot den spoorweg (2 K.M.) voor schepen van 30 ton. 0,9 Z. Vaartje naar het Botmeer, ondiep. 1.2 O. Verbinding met de Kromme Ee, door de Janssloot, de Groote of Modderige Bol, en de Goëngahuistersloot (ruim 3 K.M.), diep ong. 1,00 M., voor vaartuigen tot 40 ton. 1,5 Z.O. Baak op de landpunt (Aegehoek). 2.1 W. Wijd Bird naar het Pikmeer, diep 0,60 M., voor scheepjes tot 15 ton. 2.3 N. Sijteburen. Het vaarwater wordt hier ook Sijtebuurster Ee genoemd. N. Door de Blijken en de Lange Lits, diep ong. 0,60 M., voor vaartuigjes van 15 ton, rnaar de Geeuw en de Graft, tot den vaarweg Groningen—de Lemmer (1) (1,5 K.M.). 3,0 Z. Oudevaart en Gooisloot, naar den Grooten Bol, diep ong. 0,90 M., voor pramen. 3,3—6,9 Kromme Ee. 5.2 W. Goëngahuistersloot, verbinding door den [Grooten Bol naar de W ij d e E e (zie boven). 6,2 Z. Vlierboschsloot, naar de Sjoukesloot en de Zwette tot de Boorne; door de Scheanesloot tot den Bol; door de Ruigesloot naar het Botmeer en te Wakniahuizen met de Warniasloot (die geen verbinding heeft met het Koningsdiep). Alle diep ongeveer 1,00 M.). Voor kleine vaartuigen. —7,5 Grietmansrak. 7,5 N. Hooidamsloot, met baak. O. Wijde Ee; vaart van de Kruiswaters naar Drenthe (84). Afstandstabel. 374 86. VAARWATER Tan de BOORNE, beoosten AKKRUM naar GROUW. (II) Van de Boorne bü' Nes, langs de Zijlroede, het Bok~ kumermeer, Birstumerrak, Douwetjeerdsrak, Graft, Peanster Ee, Tijnje en Pikmeer. Lengte bijna 6 K.M. Breedte 20 M. en meer. Diepte 1,70 M. 1 ophaalbrug, wijd 5,50 M. Geen schutsluizen. In beboer bij de provincie. Toegelaten grootste afmetingen: diepgang 1,50 M.; voor stoom- en motorbooten: lengte 21,50 M.; breedte 3,80 M.; snelheid 8 K.M. per uur; van 15 Oct.—1 April 9 K.M. De Prov. heeft te Nesserzijl een recht volgens het Prov. tarief van 23 Maart 1920. Afstand in Ligging.l k.m. uit het beginpunt. 0,0 Z. Boorne (87), bij Nes, ruim 1 K.M. oostelijk van Akkrum. 0,0 Nesserzijl, ophaalbrug. Kanaalgeld (eens per dag) 1 ct. per ton, tot 20 ton vrij; van .20—36 ton half tarief; stoombooten dubbel (pr.) 0,0—1,4 N. Zijlroede. 1.4— 1,6 Bokkumermeer, afgedamd en geen door*1 vaart naar de Boorne, oostelijk van Oudeschouw. 1,6—2,5 N. Birstumerrak. 2.5— 3,0 N.O. Douwetjeerdsrak. 3,0 0. Botmeer, naar Sobmorra; 1,5 K.M., en door de Ruigesloot (85) oostwaarts 2,5 K.M., noordwaarts ondiepe verbinding met de Wijde Ee (85), 1 K.M. 3,0—3,6 I N. I Graft. Afstandstabel. 375 Afstand in ILigging. ■ K.M. uit het beginpunt. 3.4 Pean. 3.6 O. Baak ter aanduiding der invaart van de Graft op den oostelijken oever. 3;6 4,3 Wijde Me (Peanstei' Ee). Het vaarwater loopt tusschen een witte (W.) en een zwarte ton (0.). 3.7 O. Wijde Ee (85) naar Hooidammen. 3.8 Wijde Deel en Nauwe Deel, diep ong. 1,00 M., breed 10—14 M.; tot aan den spoorweg (85). 4,3 Tijnje; baken aan beide oevers der invaart. 4;3—5;9 Pikmeer, betond W. met witte, O. met zwarte tonnen. 4.6 O. Nauwe Bird en Wijde Bird, breed 7 M., diep 0,60 M., naar de Sijtebuurster Ee (2 K.M.). 5,1 Groot Eiland, oostelijk van het vaarwater. 5.5 N.O. Klein Eiland, noordoostelijk van het vaarwater. 5.7 Z.W. Groüw. 5.9 N. Wijde Galle (1), (vaart Groningen— de Lemmer). 87. VAART van TERHORNE naar de DRENTSCHE HOOFDVAART. (II) Van de vaart Groningen—de Lemmer (1) aan den zuidelijken mond van de Nieuwe Wetering, door het Terhwrnstermeer, de Zandsloot, de Terhomster Poelen, het Kruiswater, de Meinesloot, de Boorne, de Nieuwevaart, de Opsterlandsche Compagnonsvaart en Witteivijk. (4). Lengte tot aan de Drentsche Hoofdvaart bijna 58 K.M. 376 Breedte 12 M. en meer, met verbreedingen bij de schut sluizen wijd 17 M. Diepte 1,70 M., boven Gorredijk méér; daarentegen komen beneden Gorredijk weinig zeer lage waterstanden voor; boven Gorredijk komen in de zomermaanden dikwijls standen van 0,50 M. onder K.P. voor; in 1921 zelfs van méér dan 1 M. (beneden Gorredijk tot 0,50 M.). In Friesland 27 beweegbare bruggen en 16 draaivonders de laatste (meest oostwaarts van Gorredijk). wijd minstens 4,84 M. (beneden Gorredijk minstens wijd' 5,30 M.). In Drenthe nog 1 ophaalbrug over de Wittewijk (4). 9 schutsluizen. Voor schuttingen op de „gewone" schuturen wordt in vele gevallen vrijstelling van schutgeld verleend. Overigens wordt er veeial slechts geschut als het bovenpand vol op peil is of als er genoeg schepen zijn om-de schutkolk geheel te vullen. Trekpad vanaf het tweede pand tot de Drentsche Hoofdvaart. In beheer bij de provincie tot en met de Damsluis aan de Drentsche grens. De Pr. heft kanaal-, schut-, uitvaarts-, brug- en opslaggeld, volgens het Pr. tarief van 23 Maart 1920 (nos. 5 C en 5e), met eenige vrijstellingen. Het uitvaartgeld is slechts voor de turf verschuldigd en betaalbaar aan de eerstkomende sluis (zie het tarief). Van Gorredijk (K.M. 24,5) tot de Drentsche grens is de vaart voor stoombooten verboden en behoeven motorbooten vergunning van Ged. St. Het is gebruikelijk voor de bediening der draaivonders 2i ct. te betalen. Sommige vonders moeten door den schipper bediend worden. Toegelaten grootste afmetingen: diepgang 1,50 M.; voor stoom- en motorschepen: lengte 21,50 M.; boven Gorredijk 14,90 M. • breedte 3,80 M.; boven. Gorredijk 2,80 M.; snelheid 8 K.M.; van 15 Oct.—1 April 9 K.M.; boven Gorredijk voor motorvaartuigen. 6 K.M. per uur. 377 Feitelijk kan beneden Gorredijk slechts met 1,50 M. diepgang worden gevaren bij plaatselijke bekendheid (vooral bij de aanlegplaatsen.) Op het bovenkanaalpand bedraagt de diepgang nu en dan méér dan 1,50 M. Afstandstabel. Afstand in Ligging.l K.M. uit het beginpunt. 0,0 N.O. Nieuwe Wetering (1), oostelijk van de schutsluizen te Terhorne. Oostelijk van het vereenigingspunt met de vaargeul van den vaarweg van Groningen, ligt een roode ton; bezuiden de geul liggen 2 zwarte tonnen. 0,0—0,5 n.w. Terhomstermeer. 0,5 Terhorne. Los- en laadplaats (part. tarief). 0,5—1,0 O. Zandsloot of Geeuw, noordelijk van Terhorne. 0,6 Ophaalbrug, wijd 6,70 M. Bruggeld f 0,10, 's nachts f 0,20. i) N. De Meer, ondiepe verbinding voor kleine vaartuigen met de Niewwe Wetering en Meinesloot. 1,0—1,7 Terhomster Poelen; 2 baken op den ! N. oever; het vaarwater loopt tusschen j 2 eilandjes elk met baak. Z.W. Verbinding met de Terkaplester poelen, diep ong. 0,90 M. 1,7—2,0 Kruiswater, Z. van de vaargeul liggen 2 zwarte tonnen. Z.W. Verbinding met de Terkaplester poelen, diep ong. 1 M. 2,0—4,2 I Meinesloot. Baak op den N. hoek aan i de invaart. 2,7 Z.O. I Henshuister Deel, naar Heerenveen (91); I baak op den Z. oever der invaart, N.W. verbinding voor kleine vaartuigen i) Ver. der Gem. Utingeradeel van 24 Dec. 1919. 378 Afstand in ligging.l k.m. uit het beginpunt. naar de Nieuwe Wetering (met brug in den weg van Terhorne naar Akkrum). Thans geen doorgaande vaart mogelijk; zie Slachtegat (1). 4,0 O. De Driegreppel, verbinding voor kleine vaartuigen met de Polssloot (0,6 K.M.) (91). 4,2 Ryksdraaibrug, wijd 7,50 M. Geen bruggeld. Van toepassing is het algemeen reglement van politie voor rivieren en Rijkskanalen (zie bl. 13), benevens het Bijzonder reglement van 28 Mei 1892, St.bl. n°. 118 (zie bl. %0\. 4.2 N.W. Boome (90), naar de Nieuwe Wetering bij Oude Schouw. 4,2-11,7 Boome. Akkrum. Los- en laadplaats vrij. 4.7 Ophaalbrug (part.); staat meestal open. Geen bruggeld. 4.8 Smalle of Oordjesbrug (gem. oph.). Bruggeld f 0,05.1) 4.9 Z. Polssloot (91), n&&r het Deel en de Heeren- sloot. 5.3 Los- en laadplaats der Gemeente, vrij. 5,3 Draaibrug in den spoorweg Leeuwarden— Heerenveen, wijd 6,00 M. Wordt 10 min. vóór aankomst van een trein gesloten (zeer dikwijls, ligt in rangeerterrein). *) 6,2 N.O. Zijlroede (86), naar Gbouw. 6.2 Nes. Los- en laadplaats (part.). 6.3 Draaibrug, wijd 5,30 M. Bruggeld f 0,10 (pr.); kanaalgeld. (eens per dag) f 0,01 per ton, tot 20 ton vrij, van 20—35 ton half tarief; stoomschepen dubbel. 9) ') Ver. der Gem. Utingeradeel van 5 October 1919. j) k.B. van 11 Sept. 1875 SIM. 169, met wijzigingen. ») Prov. tarief van 23 Maart 1920. 379 Afstand in Ligging. k.m. uit het beginpunt. 9,5 Z. Oldeboobn; 3 draaibruggen. Los- en laadplaats vrij. Bruggeld voor het openen van 1 of meer der 3 bruggen tezamen: f 0,05; stoombooten en schepen met staande ! mast f 0,15, 's nachts dubbel, i) Z. Ontworpen schutsluis toegang gevende tot den veenpolder „De Deelen" (91). 9,8 N. Zwette (85), verbinding met de Wijde Ee, enz., (diep 1,20 M.), met ophaalbrug nabij de Boorne. Geen bruggeld. 11,7 N.O. Boorne, Oud-of Koningsdiep, slechts over korte lengte bevaarbaar (ondiep). 11,7-14,2 Nieuwediep.. 12.0 i Oostekboobn. 12,7 Z. Ontworpen schutsluis, toegang gevende tot den veenpolder „De Deelen" (91). 14,2-24,6 Nieuwevaart. 14,2 Z. Afstroomingskanaal naar de vaart van Akkrum naar Heerenveen bij Haskerdijken of Buitenringvaart zal worden verruimd (91). 14.2 Z.0. Langerak, langs Klisse naar de Nieuwe¬ vaart benoorden Goeeedijk terug (89>. 15.5 N.O. Polder hoofdkanaal van den grooten veenpolder van Opsterland en Smallingerland (88). (Sluizen aan de in- en uitI vaart). 17.1 Draaibrug in den Rij per woud weg. 22.3 W. Tebwispel. 22,3 Spaltenbrug, (Oph.). 22,7 j Trimbeetsbrug, (dr.). 23.6 W. De Kromten, naar het Klisserak, enz. (89). 24,5 Gobredijk, draaibrug in den tramweg. Bruggeld f 0,10. Walgeld. i) Ver. der Gem. Utingeradeel van 13 Oct. 1920. 380 Afstand in Ligging. k.m. uit het beginpunt. Van hier tot Appelscha wordt de vaart ook Appelsclta'stervaart of Opsterlandsche Oom-paan onsvaart genoemd. Vanaf Gorredijk tot Wijnjeterp talrijke zijwijken. 24.6 Verlaat n°. I, te Gorredijk schutlengté 55 M., wijdte 5,50 M., diepte 1,70 M. K.P. benedenpand = P. Z. P. K.P. bovenpand zzs 0,66 M. -4- N. A. P. Kanaalgeld als te K.m. 6,3, met vele vrijstellingen. (Pr.). Schutgeld fo.20. „Gewoon" schutuur: 8 u. v.m. 25.3 Oosterend; weg naar Kortezwaag. 25.7 Z.W. Dwarsvaart, naar de Pieter-Janswijk. 26.4 Scherpe ombuiging naar het noorden; verbinding met de Kruisvaart, diep ong. 1,00 M. onder K.P. (Voor pramen). 26,4-28,2 Lange Wijk en Korte Wijk. 28,2 Ombuiging naar het N.O. 29.5 Diepe Wijk, naar de Kruisvaart en vandaar naar de Langewijk. 29,7 Haneburen. Lippenhuizen. 30,4 N. Verlaat n°.' II, te Lippenhuizen met met voetklapbrug; schutkolklengte 29 M., wijdte 5,50 M„ diepte 1,9Ö M. K.P. bovenpand = 1,87 M. • + N.A.P. Kanaal- en schutgeld als te K.M. 21,6. „Gewone" schuturen 1 u. n.m, en 4 n.m 30,4 vossebuben. 32,2 Verlaat n°. III, te Hembik, met weiWapörwo/schutkolklengte 29M., wijdte 5,50 M., diepte 2,00 M. K.P. bovenpand =r 2,73 M. -f N. A. P. Schutgeld f 0,20. „Gewone" schuturen: 2Vs u. n.m. en 51/2 n.m. Hemrik. 381 Afstand in ILigging.j } K.M. uitliet] beginpunt. 34,1 | Verlaat n°. IV te Wijnjeterp met draailoopbrug; schutkolklengte 40 M., wijdte 5,50 M., diepte 1,90 M. K.P. bovenpand = 4,00 M. + N. A. P. | Kanaal- en schutgeld als te K.M. 21,6. „Gewone" schuturen: 1 u. n.m. en 7 n.m. t31,5 Ophaalbrug in den tramweg van Lippen¬ huizen naar Oosterwolde ; vrij. Wijnjeterp. 37,3 Klein Groningen; voetdr. vrij. 37.3 Ombuiging naar het Z.W. 38.4 Grens der Gem. Opsterland en OostStellingwerf. 40,9 O. Donkerbroek, ophaalbrug, wijd 5,10 M. Bruggeld f 0,10. Opslagplaats; recht per wagenvracht of ton f 0,01 tot 11 dagen, enz. (pr.) 44,0 W. Tjongerkanaal (94), met schutsluis aan j de invaart. 44.5 N. Ombuiging naar het Oosten. Z.W. Weg naar Makkinga 1,5 K.M. 45,5 Nanningaverlaat n°. V, met voetdraai¬ brug, te Oosterwolde. I Schutkolklengte 29 M., wijdte 5,50 M„ diepte 2,00 M. K.P. bovenpand = 5,54 M. + N.A.P. Kanaal- en schutgeld als te K.M. 21,6. „Gewone" schuturen: 8 u. v.m. en 2 n.m. 46,3 N. Oosterwolde, met gem. los- en - laad- j plaats aan het opvaartje. 46,3 Z. Oosterwolderbrug (dr.), wijd 5,50 M. in den weg naar Appelscha, 5 K.M. j Bruggeld f 0,10 (pr.) 48,5 Veenekoten. 49,3 Verlaat n°. VI te Fochteloo met voetklapbrug; schutkolklengte 29 M., wijdte 5,50 M., diepte 2,00 M. K.P. bovenpand = 6,89 M. + N. A. P. Kanaal- en schutgeld als te K.M. 21,6. „Gewone" schuturen: 11 u. v.m. en 5 u. n.m. 382 Afstand in Ligging. K.M. uit het beginpunt. 51,4 Stokers- of Beneden verlaat n°. VII met draaibrug; schutkolklengte 29 M., wijdte 5,50 11., diepte 2,00 M. K.P. bovenpand = 8,89 M. -4- N. A. P. Kanaal- en schutgeld als te K.M. 24,6. „Gewone" schuturen: 8 u. v.m. en 2 u. n.m. 51.4 Nieuw-Appelscha. 52,9 Bovenstever laat n°. VIII met ophaal¬ brug te Nieuw-Appelscha; schutkolklengte 29 M., wijdte 5,50 M., diepte 2,00 M. K.P. bovenpand =s 10,15 M. -+- N. A. P. Schutgeld f 0,20; opslagrecht als te Donderbroek (Prov.). „Gewone" schuturen: 1 u. n.m en zonsondergang. 54,8 Z. Brugge wijk. 55.5 Damsluis n°. IX, met ophaalbrug, op de Drentsche grens. Schutkolklengte 29 M., wijdte 5,50 M., diepte 2,00 M. K.P. bovenpand 11,60M. + N. A. P. = K.P. bovenpand der Drentsche Hoofdvaart. Voor het schutten bij standen beneden K.P. bestaat de volgende regeling. Bij waterstanden tot 0,10 M. -H K.P. zal de schutting tusschen 1 Nov. en 1 April zonder beperking plaats hebben. Bij waterstanden van 0,10—0,30 M. -f- K.P. zal de op- en afschutting om beurten geschieden. Bij waterstanden van 0,30—0,70 M. -i- K.P. worden per dag verricht 3 gewone en hoogstens 4 buitengewone schuttingen. Bij waterstanden van 0,70—0,85 M. -j-K.P. worden per dag 3 gewone en hoogstens 1 buitengewone schutting verricht. Bij waterstand lager dan 0,85 M. K.P. zal de doorschutting ophouden. Ligging. 383 Afstand in ILigging. K.M. uit het beginpunt. Kanaalgeld voor afvarende schepen, per ton f 0,01, voor terugkeerende schepen f 0,01; voor andere f 0,01, f 0.04 en f 0,07 per ton (pr.) Voor motorschepen dubbel tarief. Schutgeld f 0,20. 55,5-57,6 Witte Wijk, in Drenthe (4). 57,6 I Z.0. Drentsche Moofdvaart. 88. POLDERHOOFDKANAAL. (II) In den GROOTEN VEENPOLDER in OPSTERLAND en SMALLINGERLAND. Ook BeetserJcanaal genaamd van de Nieuwevaart (87), 3,9 K.M. oostelijk van Oostebbookn naar het Orietmansrak (85) bezuiden de Hooidamsloot. Dit kanaal kort den vaarweg van Goeeedijk naar Leeuwaeden ongeveer 5 K.M. af en is goed bevaarbaar; daarentegen zijn meestal 2 schuttingen noodig (snelle doorschutting). Lengte 7,5 K.M. Breedte ongeveer 16 M. Diepte 1,90 M. onder K.P. =0,05—0,10 M. onder F. Z. P. Lagere standen komen zelden voor. In den zomer staan de sluizen somtijds open. 5 draaibruggen, wijd 6,0 M. Geen bruggelden. Jaagpad; langs de zij vaartjes meestal een trekpad. Laden en lossen is in 't algemeen overal langs het kanaal geoorloofd. Het kanaal heeft een tamelijk groot turf- en doorgaand verkeer (verkorte verbinding Gorredijk—Leeuwarden). Verbinding met talrijke vaarten in den polder, die diepgang van ongeveer 1 M. toelaten. In beheer bij het Waterschap „de Groote Veenpolder in Opsterland en Smallingerland". Van toepassing is de algemeene politieverordening voor den Grooten Veenpolder in Opsterland en Smallingerland van 25 Augustus 1920. Stoom- en motorbooten behoeven bijzondere vergunning. Grootst toegelaten snelheid 8 K.M. 384 Van de vaartuigen, die het kanaal bevaren, wordt zoowel bij de invaart als uitvaart aan de Noordelijke en Zuidelijke schutsluis een tol geheven, volgens eene schaal, afwisselende van f 0,05 voor vaartuigen van minder dan 5 M. lengte tot f 0,45 bij een inhoud van 50 ton en f 1,00 bij meer dan 90 ton inhoud. Van één uur na zonsopgang tot één uur voor zonsopgang 50 % meer. Voor vaartuigen, die de lading in den polder laden of lossen, is de tol slechts bij de invaart verschuldigd.3) Dit tarief zal vermoedelijk vervangen worden door eene algemeene heffing van l£ ct. per ton. Invarende schippers bekomen aan de sluis eene kaart ter controle of de lading in den polder wordt ge- of ontladen. Vaartuigen beneden 5 M. lengte zijn, indien geene schutting plaats heeft, vrijgesteld; eveneens vaartuigen, die binnen den polder thuisbehooren. In 1922 zal de tol vermoedelijk worden verhoogd. Afstandstabel. Afstand in ILigging.l k.M. uit het beginpunt. 0,0 Z. Nieuwevaart (87), 3,5 K.M. oostelijk van Oosteebooen. 0,1 Zuider- of Schouwstrasluis met draai¬ brug. Schutlengte 30 M., wijdte 5,50 M., diepte 1,70 M. 0,1 W. Binnenringvaart, tot nabij den straatweg van Oldebooen naar Beetsterzwaag • (4 K.M.). 0,6 O. Zijvaart, toegang gevende naar den Zuidoost-polder, met schutsluis; schutlengte 15 M., wijdte 4 M., diepte 1,50 M. 2,0 Draaibrug in den straatweg Beetster- zwa ag—Oldebooen. Los-, laad- en opslagplaats. Gering walgeld. 2,0 O. Zij vaart, toegang gevende naar den Oostpolder, met schutsluis; schutlengte 15 M.; wijdte 41; diepte 1,50 M. J) Ver. op de tollen ten behoeve van den grooten Veenpolder in Opsterland en Smallingerland, van 1 Jan. 1919. 385 Afstand in ILigging.l K.M. uit het beginpunt. 2,4 | Draaibrug in den Prikkeweg. 2,8 Ombuiging naar het N.W. 7,0 Draaibrug in den Drachtster Hooiweg. 7,3 O. Binnenringvaart, ongeveer 4 K.M. 7,3 W. Binnenringvaart, ruim 4 K.M. tot aan den straatweg van Oldebooen naar Beetsterzwaag. 7,3 Noordersluis, met loopbrug; afmetingen als bij de Zuidersluis. 7.3 Draaibrug. 7.4 N. Grietmansrak (85), 0,4 K.M. bezuiden I hooidammen, (84). 89. BINNENVAARWEG van de NIEUWEVAART beoosten OOSTERBOORN naar de NIEUWEVAART benoorden GORREDIJK. (III) Landbouw- en turfvaart voor vaartuigen tot 50 ton. Lengte ongeveer 10 K.M. . Breedte 15 M. en meer. Diepte 1,20 M. K.P. tusschen de sluizen 0,30 M. ben. F. Z. P. Lagere standen zijn zeldzaam. In de Kromten komen soms standen tot 30 c.M. beneden peil voor. 2 beweegbare bruggen; minstens wijd 5,50 M. Geen bruggeld; geen sluitingstijden. Geen trekpad. Beheer bij het Polderbestuur van het 6e en 7e Veendistrict onder Opsterland en Aengwirden; uitgezonderd de Kromten, die in beheer is bij Provincie. Van toepassing is de politieverordening van den polder. Motorbooten behoeven schriftelijk vergunning van den voorzitter. Niet voor doorgaand verkeer in gebruik. 25 386 Afstand in Ligging. K.M. uit het beginpunt. 0,0 N. Nieuwevaart (87), 2 K.M. beoosten Oosterboorn. 0,0—2,9 Langerak. 0,0 Teljenssluls, met bascule brug. Schutkolklengte 32,25 M., schutwijdte 5,60 M., diepte 1,69 M. Gedurende de schuttijden van 4 u. v.m.—10 u. n.m. en en 's winters van 8 u. v.m.—6 n.m. (behalve op Zonen feestdagen) wordt om de 2 uren kosteloos geschut. Gedurende de nachturen is f0,10 per vaartuig verschuldigd, i) 2,9 Kleine Tijnje-draaibrug, naar Tijnje (0,5 K.M.). 2,9—8,8 Schietersrak. 4,2 Tijnje, groote Tijnje-draaibrug. I Los-, laad- en opslagplaats. Los-, laad- en opslaggeld 0,05 per ton (van de lading) 4,2—4,5 Tijnjerak. 4,5—6,1 Wispel. 6,1—9,1 Klidserecht of Klisserak. 8,2 Damsluis, met ophaalbrug. Schutkolk¬ lengte 24,5 M.; schutwijdte 4,88 M., diepte 1,63 M. Verder als bij de Teijenssluis. 8,2 Z. Nieuwevaart, naar de Zuivelfabriek aan den weg Langezwaag—Gobbedijk, lang 2,5 K.M., diep 1,00—.1,20 M., breed ongeveer 15 M. Geen bruggen. In beheer bij het Polderbestuur van het 6e en 7e Veendistrict, enz. 9,1 Z.W. Ee, onbevaarbaar. 9,1—9,8 Kromten. 9,8 O. Nieuwevaart (87). 1 K.M. N.W. van Gobbedijk. Afstandstabel. i) K. B. van 18 Januari 1882 n». 18. 387 90. De BOORNE Tan OUDESCHOUW naar AKKRUM. (II—Hl) Verbinding tusschen de vaart Groningen de Lemmer (1) en de vaart van Terhorne naar Drenthe (87). Lengte 3,2 K.M. Breedte 20 M. en meer. Diepte 1,70 M. Geen brüggen. Geen schutsluizen. In beheer bij de provincie. Toegelaten grootste afmetingen: diepgang 1,50 M.; voor stoom- en motorbooten: lengte 21,50 M.; breedte 3,80 M.; «nelheid 8 K.M. per uur; van 15 Oct.—1 April 9 K.M. Afstandstabel. Afstand in ILigging. k.m. uit het beginpunt. 0,0 N. Boorne (vaart Groningen—de Lemmer) (1), te Otjdeschotjw. 3,2 Z.W. Meinesloot naar Terhorne (87). 3,2 O. ' Voortzetting der Boorne naar Akkrum, enz. (87). 3,2 Akkrum. 91. VAART van HEERENVEEN naar de MEINESLOOT bij AKKRUM. (II) Van de Schoterla'ndsche Compagnonsvaart (92) te Heerenveen, naar de Meinesloot (87) Z.W. van Akkrum, langs de Heeresloot, het Monnikerak, en het Deel. Lengte ruim 12 K.M. Breedte 30 M. en meer. Diepte 1,70 M. Behalve de spoorwegbrug 2 beweegbare bruggen, wijd minstens 5,95 M. 388 In beheer bij de provincie. Toegelaten grootste afmetingen: diepgang 1,50 M.; voor stoom en motorbooten: lengte 21,50 M.; breedte 3,80 M.; snelheid 8 K.M.; van 15 Oct.—1 April 9 K.M. Deze toegelaten grootste afmetingen gelden ook voor het vaarwater door de Diepesloot en Bolssloot naar Akkrum. De Prov. heft aan de Terbandsterbrug een recht volgens Prov. tarief van 23 Maart 1920. Afstandstabel. Afstand in Ligging.l K.m. Uit het beginpunt. 0,0 O. Schoterlandsche Compagnonsvaart (92) te Heerenveen. 0 0 7 0 Meeresloot. 0,1—1,2 NlJEHASKE. Los- en laadplaats der Gem. Haskerland. 01 Z.W. Veenscheiding (93). ojö I Basculebrug, naar het spoorwegstation, wijd 5,95 M. Bruggeld (alleen 's nachts) f 0,25 per vaartuig; (van 10 u. n.m— i u. v.m.; 1 Oct.—1 April 9 u. n.m.—6 u. v.m.). i) Sluitingstiiden 15 min. voor tot 10 min, na aankomst van personentreinen, 's Zondags volgens besluit van b. en W. si 1 2 Terbandsterbrug, wijd 6,20 M. in den weg naar Oudehaske (2 K.M.) en naar Tebband (1 K.M.) en Luinjeberd (2,5 K.M.). Bruggeld f 0,10; kanaalgeld (eens per dag) f0,01 per M>. of ton. Stoomschepen dubbel. Tot 20 ton vrij; van 20—35 ton half tarief. Stoom- en motorbooten dubbel tarief; vrijstellingen (pr.). 1,2 Terbandstebschans\ 1,2 Z.W. Haskervaart, naar Oudehaske (3K.M.) met schutsluis aan de invaart te NlJEHASKE. Schutlengte 35 M. wijdte 4,50 M., diepte 1,20 M. | Sluisgeld en tol als aan de schutsluis te Joure (17). 1) Volgens Ver. der Gem. Haskerland en Aengwirden, van 21 en 22 Juni 1920. J) Ver7 der Gem. Haskerland en Aengwirden, van 28 April en 27 Maart 1911. 389 Afstand in Ligging. K.M. uit het beginpunt. Verbinding met de Ringvaart en naar Joure. 4,6 Nieuwebrug. 4,6 N.O. Nieuwevaart, hoofdvaart voor den Veenpolder in het 4de en 5de Veendistrict, verderop Hoofd vaart buitendijks genaamd.' Nabij de Heeresloot te Nieuwebrug schutsluis, lang 45 M., wijd 5,50 M.. diep 1,50 M.; staat open als het peil onder F. Z. P. zakt. • Iets verder bevindt zich in de Nieuwe vaart een „ondergronds-schutsluis, lang 30 M., wijd 4,50 M., diep 1,30 M., naar de droogmakerij (met K.P. = 1,50 M. ben. F. Z. P.). Schutgeld f 0,50. Tot de Spitserbeug (oph. op 2,8 K.M.) is de vaart 1,20 M. diep en bevaarbaar met vaartuigen van 30 ton; meer oostelijk 1,00 M. diep. Op 1 K.M. bezuiden de Spitzerbrug Luinjebeed. Voor de verdere poldervaarten, zie de kaart. Deze vaarten zijn bevaarbaar voor vaartuigen tot 25 ton. Brugwijdte ruim 4 M. Van af de Schoterlandsche Compagnonsvaart is de polder door 3 schutsluizen bereikbaar (92). Op de vaste schuturen zijn de schuttingen vrij, overigens f 0,10, behalve aan de „ondergrond"-sluis f 0,50. Bruggeld in den polder f 0,10. 5,9 W. Stobbegat. 5,9 Z.W. Haskersloot, naar de Dwarsvaart en in den Haskerveenpolder; met schutsluis aan de invaart, lang 47 M., breed 5,30 M., diep 1,30 M. l Sluisgeld en tol als te Joure (17). 6,3 O. Nieuwe Pompsloot en Buitenringvaart van de Veenpolders 4e en 5e en 6e en I 7e Veendistricten (afstroomingskanaal). 390 Afstand in ILigging. k.m. uit het beginpunt. ' Open verbinding naar het Nieuwe diep (87), 2 K.M. oostelijk van Oosterboorn, lang ruim 9 K.M., breed 8 M., diep 0,90 M., brugwijdte 4,20 M.; bevaarbaar met schepen van 30 ton. Wordt vermoedelijk verbreed tot 15 M. en verdiept tot 1,70 M. Beheer komt bij de provincie. De polder „De Deelen" zal vermoedelijk door 4 schutsluizen van Frieslandsboezem worden afgesloten en de, binnenkanalen. op 1 M. diepte worden gebracht; bevaarbaar voor schepen tot 25 ton. Het polderpeil wordt vermoedelijk 0,60 M. onder F. Z. P. 6,4 O. Haskerdijken. 7,0—7,6 Monnikerak. 7,6 N. Kerksloot, zal worden verdiept. Ontworpen schutsluis aan de invaart; toegang tot den Veenpolder De Deelen. Thans slecht bevaarbaar. 7,6—10,4 Het Deel. 7,9 Draaibrug in den spoorweg Leeuwarden— Heerenveen, wijd 7,40 M. Wordt 10 min. vóór aankomst van een trein gesloten. x) 8,4 Tweehuis. 8,4 N.O. Watergang (geen vaarwater). 10,1 Nieuweschouw ; pontveer. 10,1-12,3 Henshuister Deel. 10,5 N.O. Diepesloot en Polssloot, naar de Boorne (87), te Akkrum, 0,4 K.M. beneden de spoorbrug, met Rijks Oph. te Akkrum (2 K.M.). Geen bruggeld. Baak ter aanduiding van de invaart der i) k. b. van 11 Sept. 1875 St.bl. n°. 169, met wijzigingen. 391a Afstand in ILigging.l ' k.m. uit het beginpunt. Diepesloot, en 0,6 K.M. verder van de invaart der Polssloot. Meest directe en meest bevaren verbindingsweg tusschen Heerenveen en Akkrum. Toegelaten diepgang enz. zie boven. 11,3 Z.W. Akkrumer' Rak, diep ongeveer 1,50 M. (wordt wellicht afgedamd), naar de Wijde Geeuw en Terkaplester Poelen, Langesloot, Akmarijpstervaart en het Zijltjesloot. Landbouwvaarten, diep ongeveer 1 M.; alle bij de Gem. in beheer. 12,3 zwq— Meinesloot (87), oostelijk van Terhorne, '1,5 K.M. Z.W. van Akkrum. 92, SCHOTERLANDSCHE COMPAGNONSVAART. (III) Van de Heeresloot (91) te Heerenveen naar de Schoterlandsche venen; voor vaartuigen tot 40 ton. Lengte ruim 21 K.M. Breedte tot 12 M. Diepte ruim 1 M. 21 beweegbare bruggen; wijd minstens 4,50 M. Geen bruggeld (behalve te Heerenveen). 3 schutsluizen. Trekpad. Vele zijwijken, (slecht bevaarbaar). Het oostelijk deel is minder goed bevaarbaar, wegens lage waterstanden. De vaart verkeert in minder goeden staat van onderhoud. In beheer bij de Compagnons van de Decama Cuijck— Foeitsvenen; voorzitter mr. Heioma, te 't Meer bij Heerenveen. Afstandstabel. Afstand in ILigging. k.m. uit heti beginpunt. 0,0 Heerenveen. 0,0 | N.W. Heeresloot (91), naar Akkrum. 392 Afstand in Ligging.l k.m. uit het beginpunt. 0,0 ! Rijksophaalbrug; bruggeld als voor de Garstenbrug. Vervallen schutsluis, staat open. 0,2 Garstenbrug. Bruggeld f 0,05 voor schepen met staande mast, andere vaartuigen vrij. i) Boomgeld f 0,10 (voor beide bruggen tezamen). Vaartgeld 0,60 per schip; beneden 20 ton f 0,30. 1.3 'tMeee, draaibrug. 2.4 N. Toegang tot den Veenpolder van het 4e en Be Veendistrict door de Veensluis; zie verder (91). 2.5 Ophaalbrug in den weg naar het Oranjewoud. 3,2 Beneden Knijpe. 3,5 N. Toegang tot den Veenpolder van het 4e en 5e Veendistrict door schutsluis; zie verder (91). 4,9 Boven Knijpe. 7,1 Verlaat te Bontebok met oph., lang 84 M., wijd 4,55 M., diep 1,09 M. K.P. bovenpand = 0,66 M. + N.A.P. Sluisgeld als het vaargeld te k.m. 0,2. 11,1 Verlaat bij Oudehobne, met draaivonder, lang 49 M., wijd 4,55 M., diep 1,95 M. K.P. bovenpand = 1,49 M. -j- N. A. P. Sluisgeld als boven. 13,0 Compagnonsbrug (dr.), in den weg van Schueega naar Gorredijk. 15,9 Verlaat bij Jubbega—Schueega, met draaivonder. lang 48 M., wijd 4,50 M., diep 2,10 M. K.P. bovenpand = 2,73 M. + N. A. P. Sluisgeld als boven. 17,7 Draaibrug. 20,7 Vaste trambrug in de lijn Goeeedijk— Oosteewolde, wijd 10,60 M., hoog 3,75 M. 21,0 Eindpunt. h Volgens Decisie van den Prefect van 23 Dec. 1812. 393 93. VAART van het TJOXUERKAXAAL naar HEERENVEEN. (II) Van het Tjongerkanaal (94) 2 K.M. beneden de spoorbrug, door de Engelenvaart en de Veenscheiding naar Heebenveen. Lengte bijna 7 K.M. Breedte 11 tot 15 M. (3 wisselplaatsen). Diepte 1,70 M. 4 beweegbare bruggen voor gewopn verkeer, wijd minstens 5,35 M. Bruggeld voor het openen aan elk dezer bruggen 2 ct.; 's nachts 5 ct. Los- en laadplaats te Heerenveen. In beheer by den Administrateur A. Snijder te Rotstergaast. Van kracht is het regl. v. 11 Aug. 1841. Motorbooten toegelaten. Zeilvaren zonder vergunning is verboden. Veerschepen hebben bij het passeeren van bruggen, recht op voorgang. In het algemeen zijn de orders van den opzichter verbindend. Doorvaartgeld op de Engelen vaart voor geladen vaartuigen 4 ct. per ton, voor ledige vaartuigen 21js ct. per ton, voor vaartuigen beneden 5 ton 12V2 ct.; te betalen aan de klapbrug te Nieuweschoot. Walgeld voor opslag van goederen gedurende 2 dagen 3 M. uit de boorden der vaart, op de daarvoor aangewezen plaatsen, volgens tarief naar den aard der goederen. Op de Veenscheiding wordt geen doorvaartgeld geheven. Afstandstabel. Afstand in Ligging. K.M. uit het beginpunt. 0,0 Z. Tjongerkanaal (94). 0,0—5,5 Engelenvaart. 1,4 Draaivonder, los- en laadplaats. 394 Afstand in Ligging. KM. uit het beginpunt. 2,5 Ophaalbrug te Nieuweschoot ; wijd 5,50 M.; los- en laadplaats. 3,9 Ophaalbrug in den weg naar Heerenveen ; los- en laadplaats. 5,5 Z.W. Ringvaart naar het Haskerwijd; met schutsluis nabij de invaart (te Nije- haske). Schutlengte 38 M., wijdte 4,50 M., diepte 1,40 M. Toegang tot den Sint Johannisgaster veenpolder. Sluisgeld en tol als voor de schutsluis te Joure (17). 5,5—6,7 Veenscheiding. 6.4 Draaibrug in den spoorweg Leeuwarden— Heerenveen; wijd 5,63 M. 6.5 Z. , Kempenaarsvaart naar Oudeschoot. Lengte 3 K.M., breedte 7,50 M., diepte 1,20 M.; 2 beweegbare bruggen, wijd 3,54 M. Geen bruggeld. 6,4—6,7 Los- en laadplaats. 6,7 Voetbrug. 6,7 N. Heeresloot (91), naar Akkrum. 94. TJONGERKANAAL. (II—III) Van de Pier Cliristiaansloot (96) tot de Opsterlandsche Compagnonsvaart (87) bij Oosterwolde. Lengte ruim 35 K.M. Breedte tot aan de Engelenvaart 20 M., verderop minstens 14 M. Diepte 1,70 M., boven sluis n°. 1 feitelijk slechts ongeveer 1,50; met waterstanden tot hoogstens 0,35 M. beneden K.P. 8 ophaalbruggen en 1 kraanbrug (in den spoorweg); alle wijd 5,50 M. De afmetingen der 3 schutsluizen zijn: schutlengte 29 M.; wijdte 5,50 M.; diepte 1,70 tot 1,80 M. Vele zijwijken. Jaagpad. 395 In beheer bij de Pr. Toegelaten grootste afmetingen, enz: diepgang 1,50 M.; lengte voor stoom- en motorbooten 21,50; M. boven de Engelenvaart (K.M. 8,5) 14,90 M.; breedte 3,80 M.; boven de Engelenvaart (K.M. 8,50) 2,80 M.; r snelheid 8 K.M. (van 15 Oct.—1 April 9 K.M.); boven de Engelenvaart 6 K.M. Boven de Engelenvaart is de vaart voor stoombooten verboden, motorschepen behoeven vergunning van G. St. De Pr. heft kanaal-, schut-, brug-, opslag- en doorvaartsrechten volgens het Pr. tarief van 23 Maart 1920 (n°. 5 f), (gewijzigd 14 Juli 1921). Afstand in ILigging.l k.m. uit het beginpunt. 0,0 N.W. Pier Chriatiaansloot (96), naar het Tjeukemeer.0,0—0,4 Het Wijd. 0,2 N.W. Toegang tot den veen polder Delfstrahuizen door schutsluis, met schutlengte van ong. 20 M., wijdte 4,50 M., diepte ong. 1,20M. 0,7 'Z.O. Jonkers- of Helomavaart (98), naar de Linde. 1,1 O. Toegang tot den Oordpolder met schutsluis, met schutlengte van ong. 20 M.> wijdte 5 M., diepte ong. 1.70 M. 1.5 N.W. Delfstrahuizen, (2 K.M.). 2,3 O. Toegang tot den Sickingapolder door schutsluis, met schutlengte van ruim 22 M., wijdte 4,80 M., diepte 1,40 M. 3.6 N. Broeresioot of Vierhuistervaart (97), naar hét Tjeukemeer. Het kanaalgeld alhier is in 1921 afgeschaft. 5,3 N. Rotsteeg aast. 6,6 Z.O. Schipsloot, vroeger Baard- of Wolvegaastersloot genaamd; langs Nijelamee (3,4 K.M.) naar Wolvega (6,4 K.M.); breed 7—14 M., diep ong. 1,00 M. onder Afstandstabel. 396 Afstand in Ligging. k.m. uit het beginpunt. K.P. met 1 draaibrug te Nijelamer (bruggeld f 0,05), en 1 draaivoetbrug bij Wolvega, in den weg naar het station (bruggeld f 0,02^). Doorvaartwijdte 5,00 M. Los-, laad- en opslagplaatsen te Nijelamer en Wolvega. In beheer bij de Gem. In overweging is eene verbetering der vaart. Bevaren met vaartuigen tot 60 ton. Motorbooten toegelaten. Vaartgeld voor het opvaren der Schipsloot: Let. per ton. Liggeld: voor langer dan 3 dagen tot 10 dagen 1 ct. per ton, verder voor iedere 14 dagen 1 ct. meer. Tarief voor de opslagplaatsen per wagenvracht 4 ct. per handkar 2 ct voor een aantal artikelen speciaal tarief; alles per 14 dagen, i) 8,5 N.W. Engelenvaart "(93), naar Heerenveen. 8,7 O. Metworst, naar den straatweg van Heerenveen naar Wolvega. Bij hooge •waterstanden bevaarbaar voor schepen van 20 ton. 10,5 Kraanbrug in den spoorweg van Heeren¬ veen naar Meppel; wijd 6,50 M. 10,5 Draaiplaats. 11,1 Schoterbrug (oph.), bezuiden Otjdeschoot (0,5 K.M.), in den weg van Heerenveen naar Wolvega, wijd 5,50 M. Bruggeld f 0,10 (pr.). Kanaalgeld als te K.m. 20,9. 13,9 Mildam; oph., wijd 5,50 M. Draaiplaats. Bruggeld f 0,10 (pr.). 17,0 Draaiplaats. 18,9 Z. Vaart naar Nijeholtpade, 1 K.M., diep 1,50 M., wijd 5,50 M., hoog 3 M. Los- en laadplaats te Nlteholtpa.de (part.). 20,9 Schutsluis n°. 1 (onder Oudehorne). K.P benedenpand = F. Z. P. / K.P. bovenpand = 0,40 M. + N. A. P. Kanaalgeld (pr.) (eenmaal per dag) 1 ct. per ton, ') Ver. der Gem. Weststellingerwerf van 6 Oct. 1910. 397 Afstand in Ligging. K.M. uit het beginpunt. beneden 20 ton vrij; van 20—35 ton half tarief; stoomen motorschepen 2 ct. Schutgeld f 0,20. 23,3 Ophaalbrug in de Bruggelaan naar Olde- beekoop. Bruggeld f 0,10 (pr.). 23,3 Z. Vaart naar Oldeberkoop, ruim 1 K.M. diep 1,50 M. met vaste brug, wijd 5,50 M., hoog 3 M. Los- en laadplaats te Oldeberkoop (part.). 27,0 Schutsluis n°. II onder Nijeberkoop met ophaalbrug, in den weg naar Jübbega. K.P. bovenpand = 2,10 M. + N. A. P. Kanaal- en schutgeld als te K.M. 20,9. 29,3 Twijteler ophaalbrug, in den weg van Twijtel naar Hoornsterzwaag. - Bruggeld f 0,10 (Pr.). 31,8 Vaart naar Makkinga; ruim 1 K.M., diep 1,50 M.; met vaste brug, wijd 5,50 M.. hoog 3 M. Los- en laadplaats te Makkinga (van de Makkingaster Compagnie.) 33,0 Ophaalbrug voor gewoon verkeer en voor den tramweg in den Balkweg van Donkerbroek naar Makkinga en Oosterwolde. Bruggeld f 0,10 (pr.). 35.0 Schutsluis n°. III met ophaalbrug. K.P. bovenpand = 4 M. -j- N. A. P. Kanaal- en schutgeld als te K.M. 20,9. Bovendien wordt van schepen koménde van de Appel- schaster- of Compagnonsvaart een doorvaartsrecht van hoogstens 3 ct. per ton geheven, indien geen bewijs wordt overgelegd, dat de rechten op die vaart zijn betaald. 35.1 O. CompagnonsvoMrt (87), 2 K.M. westelijk van Oosterwolde. 95. TJONUER of KUINDER. (III—II) Van het Tjongerkanaal (94) bij de Pier-Christiaansloot naar de Zuiderzee, bij de haven van Kuinre. Lengte tot aan de Zuiderzee 12,4 K.M. Breedte tot aan Schoterznl minstens 40 M.; benedenvaarts minstens 13 M. 398 Diepte van 1,00 M. tot 1,50 M. Boven Schoterzijl is de rivier ongeveer 2 M. diep. 3 beweegbare bruggen, wijd minstens 4,75 M. In beheer bij het Rijk' tot aan de Oude Schoterzijl, meer benedenwaarts is het beheer ongeregeld. Afstandstabel. Afstand In ILigging.j k.m. uit het beginpunt. 0,0 N.W. Pier-Christiaanaloot (96), naar het Tjeukemeer. 0,0 N.O. Tjongerkanaal (94). 0,0—1,0 Het Wijd, breed ongeveer 200 M. 0,0 Voetveer. 1,2 0. Langelille (noordelijk deel). 2,8 Voetveer. 3,8 O. Langelille (zuidelijk deel). 5,8 O. Toegang tot den Grooten Veenpolder van West Stellingwerf door sehutsluisje, met schutlengte van ong. 20 M., wijdte 3,50 M., diepte 1,20 M. 5,8 W. Dijksloot, naar de Uien te Lemmer, ondiep (1). Schotebzijl. 5.8 Oude Schoterzijl; Rijksschut- en uitwateringssluis met ophaalbrug, wijd 5,50 M. Schutlengte 32,50 M., wijd 5,50 M., diepte 1,70 M. Er wordt niet geschut, zoolang het buitenwater meer dan 1,50 M. boven het boezemwater staat. Geen schutgeld. Van toepassing is het „Algemeen reglement" van politie voor rivieren en Rijkskanalen (ziebl. 13),benevens het„ Bijzonder reglement" van 23 Mei 1892, StM. n°. 118 (zie bl. 30). 5,8—8,3 Bij-Linde of Tusschen-Linde, diep 1 M., breed 13. M. 5.9 Z.W. Worstsloot, bevaarbaar over 0,5 K.M. voor schepen van 80 ton; zee-einde toegeslibt. 8,3—10,8 Nieuwekanaal, diep 1 M., breed min¬ stens 20 M. 399 Afstand in Ligging. k.M. uit het beginpunt. 8.3 O. Slijkenbubg. 8,6 Ophaalbrug. Bruggeld 2 ct. per ton, ledig 1 ct. per ton. 10,0 KtJINEE. 10,8 Ophaalbrug. Geen bruggeld. 10,8 Mond van de Linde (99), beneden de waalersluls. 10,8-12,4 Haven van Kuinke (99); geen rechten. 12,4 Z.W. Zuiderzee. M.V. = ongeveer 0,15 M. + N. A. P. I M.E. = ongeveer 0,05 M. N.A.P. 96. PIER CHR1STIAANSL00T. (II) Van de Tjonger (94) béneden de Helomuvaart tot het Tjeukemeer (1). Lengte tot den vaarweg Lemmer—Groningen 6,4 K.M. Breedte minstens 20 M. Diepte 1,70 M. 1 draaibrug, wijd 6,50 M. Geen schutsluizen. In beheer bij de provincie. Toegelaten grootste afmetingen: diepgang 1,50 M. F.Z. P.; voor stoom- en motorbooten: lengte 21,50 M.; breedte 3,80 M.; snelheid 8 K.M. per uur; van 15 Oct.—1 April 9 K.M. Het prov. kanaalgeld is in 1921 afgeschaft. Afstandstabel. Afstand in Ligging. k.M. uit het beginpunt. 0,0 Z.O. Tjonger (94), 0,7 K.M. benedendeHelomavaart (98). 1.4 Z. Oostelijke vaart met schutsluis n°. 1 aan den mond, toegang gevende tot den Veenpolder van Echten. De polderwateren zijn verder toegankelijk 400 Afstand in Ligging. K.M. uit het beginpunt. door de Midden vaart en de Westelij ke- vaart, beide aan het Tjeukemeer gelegen, met schutsluizen aan de invaart. De hoofdpoldervaarten (zie de kaart) zijn: Oostelijkevaart, lang 3,2 K.M., met oph., wijd 5 M. Bandsloot, lang 1,1 K.M. Middenvaart, lang 5,1 K.M. Oph., wijd 5 M. Otterweg, lang 1,9 K.M. Kooisloot, lang 1,9 K.M. Westelijkevaart, lang 2,9 K.M., met Oph., wijd 5 M. De breedte dezer vaarten is 8 M., diepte 1 M. onder F. Z. P. De brugwijdte behalve de Oph. 4,20 M. De afmetingen der sluizen zijn: schutlengte 25,3M., wijdte 5,20 M., diepte 1,30 M. De poldervaarten zijn bevaarbaar vóór vaartuigen tot ruim 30 ton. Vrije schuturen van 8—9 u.; 12—1 u. en 4—5 u. Schutgeld overigens f 0,20. In den polder wordt geen bruggeld geheven. 2,2 Echterbrug, (bew.), wijd 6,50 M. 3,1—6,4 N.W. Tjeukemeer. De vaargeul door het Tjeukemeer is betond, noordoostelijk met zwarte, zuidwestelijk met witte tonnen. Oostelijk van het punt van vereeniging met de vaargeul in de vaart van de Lemmer naar Groningen (1) liggen twee roode tonnen. Diepte 1,70 M. 6,4 N.W. Vaargeul in de vaart Groningen— de Lemmer. 97. BR0ERESL00T of V1ERHU1STERVAART (III) Van het Tjongerkanaal (94) 3 K.M. boven de Heiomavaart naar het Tjeukemeer (1). Lengte tot den vaarweg Groningen—de Lemmer, 7 K.M. Breedte minstens 11 M. Diepte 1,50 M. 401 1 ophaalbrug, wijd 5,70 M. Geen schutsluizen. In beheer bij de provincie. Toegelaten grootste afmetingen: voor stoom- en motorbooten: r lengte 21,50 M.; breedte 3,80 M.; snelheid 8 K.M. per uur; van 15 Oct.—1 April 9 K.M. Het prov. kanaalgeld is in 1921 afgeschaft. Afstandstabel. Afstand in Ligging.l km. uit het beginpunt. 0,0 Z.O. Tjongerkanaal (94). 2,9 N. Hooge Dijkstervaart naar de Haskervaart bij Rottum, 5 K.M.; (diep ongeveer 1 M.; brugwijdte 4,50 M.; vrije hoogte ruim 2 M.; geen bruggeld) met de Vierhulstersluls nabij de Broeresloot; schutlengte' 48 M., wijdte 5,50 M., diepte ong. 1,70 M. onder K.P. = 0,10 M. -f- F. Z. P. (sluisgeld). De Haskervaart noordwaarts is slecht bevaarbaar. 2,9 Vierhuis. Vierhui8terbrug (bew.). Bruggeld f 0,10, bokken enz. f 0,05. 3,0—7,0 Tjeukemeer. De vaargeul is ten deele betond met 2 zwarte tonnen, zuidelijk van de geul. Bij bekendheid met het vaarwater is op ],50 M. diepte te rekenen. Richting naar de geul naar de Pier Christiaansloot tusschen de beide zwarte tonnen rechts en de roode ton links. 7,0 Vaargeul in den vaarweg Gronin¬ gen—Lemmer (1) nabij den noordelijken oever van het Tjeukemeer. Baak aan de Uilesprong. 26 402 98. JONKERS- of HELOMAVAART. (II) Van het Tjongerkanaal (94), 0,7 K.M. benoorden de Pier-Christiaansloot (96), naar de Linde (99), 3 K.M. boven de Ossenzijlersloot (12). Lengte 7 K.M. Breedte 20 M. Diepte ong. 1,60 M. 3 beweegbare bruggen, wijd minstens 5,70 M. Een schutsluis. In beheer bij de Prov. Toegelaten grootste afmetingen, enz.: diepgang 1,50 M.; voor stoom- en motorschepen: lengte 21,50 M.; breedte 3,80 M.; snelheid 7,5 K.M. per uur. De Pr. heft kanaal-, schut-, brug- en opslaggelden, volgens het pr. tarief van 23 Maart 1920 (n°. 5h), (gewijzigd 14 Juli 1921). Afstandstabel. Afstand in Ligging.l KM. uit bet beginpunt. 0,0 W. Tjongerkanaal (94); benoor Jeri het Wijd. 1,4 Z. J Gracht, vaart om Scheepenzeel, naar de I Scheene, lang ongevëer 9 K.M., breed I 7 M., diep 1,50 M., met schutsluis bij de invaart; (schutlengte ong. 22,50 M., wijdte ruim 5,50 M., diepte ong. 1,65 M.); slechts vaste bruggen wijd 4 M., hoog ongeveer 2 M. Turf- en landbouwvaart. 2,9 Oldelamer ophaalbrug, naar Munneke- buren (1 K.M.). Bruggeld f 0,10 (pr.). Opslagplaats (Prov. tarief). 3.4 i Draaivonder. I Bruggeld f 0,05 (pr.). 4,0 I Z.W. Scheene, lang ruim 5 K.M., met schutsluis (schutlengte ong. 28 M., wijdte ruim 5,50 M., diepte ong. 1,65 M.) Afmetingen enz. als bij de Gracht. 403 Afstand in ILigging. K.M. uit het beginpunt. 4,0—4,3 De vaarweg volgt hier de richting der Scheene. 4.3 N.O. Voortzetting der Scheene (2 K.M.), loopt I dood. 5.4 Oldetrijnster ophaalbrug in den weg naar Oldeteijne (2 K.M.) en Wolvega (6 K.M.); wordt vervangen door draaibrug wijd 7 M. Bruggeld f 0,10 (pr.). Opslagplaats (Prov. tarief). 6,7 Helomasluis: Schutlengte ong. 30 M., eventueel méér, wijdte 5,25 M., diepte 1,54 M. Kanaalgeld, eenmaal per dag, J.1/2 ct per ton; stoom-en motorbooten 3 ct, tot 20 ton vrij: van 20—35 ton half tarief. Schutgeld f 0,20. 7,1 Z. Linde (99), boven de Ossenzijlersloot (12). 99. LINDE. (II—III) Van de haven van Kuinre naar het Kontermanss verlaat. Lengte tot het KonterinansvcrIaat ruim 29 K.M. Breedte minstens 11 M. Diepte tot* de Lindesin is 1,50 M., verderop 1,00 M. en Iminder. 1 ophaalbrug te Kuinbe, wijd 6,75 M.; 2 vaste bruggen, I wijd 5,50 M., hoog 2,70 M. 3 schutsluizen. Op het benedenpand gaat eb en vloed, en is het LindeI peil N. A. P. Op het 2de pand (tot het Kontermansverlaat) is het peil 0,05 -4- N. A. P. Jaagpad. Het gedeelte tusschen de Helomavaart en de Ossenzijlerïsfoot is in beheer bij de Prov. en maakt deel uit van Ide doorgaande vaart van Overijssel (Zwartewater) naar Friesland. 404 Het gedeelte boven de schutsluis bij de Helomavaart is in beheer bij het Waterschap de „Linde". Het gedeelte beneden de Ossenzijlersloot behoort aan het Eijk, met uitzondering der sluis te Kuinre, die het Waterschap „Vollenhove" beheert. De haven van Kuinre (beneden de Waaiersluis) is in beheer bij de provincie Overijssel. Toegelaten grootste afmetingen enz. op het riviervak in beheer bij de Prov.: diepgang tot 1,80 M. onder volzee; en voor stoom- en motorschepen: lengte tot 21,50 M.; breedte tot 3,80 M.; snelheid tot 7,5 K.M. per uur. De Prov. heft aan de Nieuwe Lindesluls een recht volgens Prov. tarief van 23 Maart 1921, n°. 5g. Afstandstabel. Afstand in ILigging. k.m. uit het beginpunt. 0,0 I Z.W. I Zuiderzee. 0,0—1,7 Haven van Kuinre, invaart N.N.O. minste water ong. 1,50 M. Geen havenkom. Op den kop van het Westerhoofd staat een vast groen licht, 170 M. meer naar binnen op hetzelfde hoofd een vast wit licht. Geen havengeld, M.V.=ong. 0,15M.+N. A. P. te Schoterzijl. M.E.=ong. 0,05 M. -f- N.A.P. te Schoterzijl. 1.6 I N. Uitmonding van het N ie u we kanaal (95). 1.7 Keer- en uitwateringssluis (waaiersluis); wijd 7,50 M., diep 2 M.; wordt van Nov.—Maart bij den zeestand van 1,20 M. -f- N. A. P. en van April—Oct. bij 0,60 M. -f- N. A. P. gesloten. (Zuiderzeepeil = ongeveer N.A.P.) 1,7 Ombuiging naar het Noorden. 1,9 Ophaalbrug te Kuinre. Bruggeld f 0,05. 4,1 Slukenburg, tot hiertoe loopt de Linde 405 Afstand in Ligging. k.m. uit het beginpunt. naast en parallel aan het Niéuwe Kanaal (95). 9,6 Z.O. Ossensijlerahtot (12) naar Ossenzijl (1 K.M.) en Overijssel. O. 2 K.M. voorbij de Ossenzijlersloot zb'n 2 bochten afgesneden. 12,7 N.W. Helomavaart (98), naar het Tjongerkanaal. 14,1 Z.O. Mallegat, vaartje naar de haven van Oldemarkt; 1,5 K.M. Havengeld f 0,02 per ton. minimum f 0,20. Na een verblijf van 5 dagen is het recht voor iedere 8 dagen opnieuw verschuldigd. Tarief voor opslag: f 0,071/j per m'.; voor langer dan Ben week f 0,02Vi per week meer. Niet verschuldigd voor opslag van hoogstens 12 uur op of meer dan 5 M. uit de beschoeiing. 14,8-16,2 Het Wijde; verbreeding. 16,5 Nieuwe Lindeschutsluis; schutlengte ong. 32 M., wjjdte 5,50 M., diepte 2,15 M. Schut- of kanaalgeld 2 ct. per ton; stoom- en motorschepen dubbel tarief; tot 20 ton vry, van 20—35 ton half tarief. (Pr.) 21,5 Blessebrug, (v.), wijd 5,50 M., hoog 2,70 M. 22,3 Vaste brug in den spoorweg van Leeuw¬ arden naar Meppel; wijd 11,10 M., hoog 2,77 M. 29,3 Kon termans verlaat. De Linde is thans slechts tot op 0,5 K.M. beneden dit verlaat bevaarbaar. De vroegere geregelde beurtvaart op Noordwolde gaat thans tot de Blesse, en vandaar gaat het vervoer per as verder. Plannen tot verdere verbetering en bevaarbaar maken der Linde tot nabij Oldeberkoop, en van de Noordwoldervaart zun in behandeling. 406 DRENTHE, OVERIJSSEL, OOSTELIJKG ELDERL AND. Zie hierbij de kaarten-in, II en I, en de schetskaartjes: Kampen n°. 13; Blokzijl n°. 14; Steenwn'k n". 15; Zwartsluis n°. 16; Meppel n°. 17; Hasselt n°. 18; Coevorden n». 19; Gramsbergen n°. 20; Deventer n°. 21: Zwolle n°. 22; Zutphen n». 23; Doesburg n°. 24. 1. DRENTSCHE HOOFD VAART. (I) Van de havenkom te Assen, tot het Meppelerdiep (5), benoorden Meppel (Veene- of Galgenkampsbrug). Lengte 43,8 K.M. Breedte in den bodem 8 M., op K.P. 18 M. Diepte 2,50 M. (met verondiepingen van 0,50 M.); sluisdrempel 2 M. Waterstanden tot 1 M. beneden K.P. en zelfs méér komen voor, vooral op het bovenpand. In voorbereiding zijn nieuwe bemalingsinrichtingen, waarmede lagere standen dan 0,50 M.-^-K.P. kunnen worden voorkomen. (Zullen vermoedelijk in 1925 gereed komen.) 30 draaibruggen, voor gewoon verkeer, wijd 6,00 M.; 1 draaibrug in. den spoorweg, wijd 5,67 M. 6 schutsluizen; elk wijd 6 M., diep minstens 2 M., schutlengte minstens 27 M. Jaagpad, meestal aan beide zijden. In beheer bij het Rijk. Van toepassing zijn: „Het Algemeen Reglement van Politie voor Rivieren en Rijkskanalen", en het Bijzonder Reglement van Politie voor de Drentsche Hoofdvaart en het Veenhuizerkanaal. 1). De grootste geoorloofde afmetingen der vaartuigen zijn: Lengte: naar gelang der schutkolken (van 26,5 M. tot 27,5 M.). Breedte: 0,10 M. minder dan de wijdte der door te varen kunstwerken. i) Vastgesteld bij K.B. van 23 Mei 1892 StM. n». 106; laatstelijk gewijzigd bij K. B. van 7 Febr. 1916, StM. n». 63. 407 Diepgang: van 1 December tot 30 April 1,41 M.; gedurende de overige maanden voor vaartuigen niet breeder dan 4,85 M. 1,41 M.; voor breedere vaartuigen, lading inbegrepen, 1,25 M. Nabij de Veenebrug tot de bij die brug geplaatste bergloods kan de diepgang 1,80 M. bedragen. Schriftelijke vergunning om bij gunstigen waterstand met méér 'diepgang te varen kan door of namens den Ingenieur van den Rijkswaterstaat te Assen worden verleend (tot 1,70 M. werd reeds toegestaan). Van één uur na zonsondergang tot één uur voor zonsondergang en op Zondagen, wordt niet door de sluizen geschut dan op vertoon van schriftelijke vergunning van den hoofdingenieur-directeur of ingenieur. De bruggen worden niet geopend van Zaterdag 2 uur na zonsondergang tot Maandag 2 uur voor zonsopgang tenzij met dezelfde vergunning. Recht op vóórschutting hebben: 1°. de vaartuigen bedoeld in art. 18 van het Algemeen Reglement van politie voor rivieren en Rijkskanalen (Zie blz. 13); 2°. de vaartuigen geladen met biezen, russchen en bijen. In tijden van lagen waterstand zijn regelen op te volgen, aangaande de volgorde van het naderen der te schutten schepen. Vaartuigen, geladen met ontplofbare stoffen mogen slechts aan de overzijde van het jaagpad en op minstens 500 M. van sluizen, bruggen, schutten en woningen overnachten. De grootste toegelaten vaarsnelheld bedraagt voor stoom- en motorschepen, breeder dan 4,50 M. en voor vaartuigen, die gesleept worden, 80 M. in de minuut, voor smallere vaartuigen 100 M. in de minuut. Sleeptreinen mogen uit hoogstens 4 vaartuigen achter de sleepboot bestaan. Rechten van welken aard ook worden niet geheven. Afstandstabel. Afstand in I Ligging.] K.M. uit het beginpunt. 0,0 Havenkolk te Assen; doodloopend; lang 70 M., breed 28 M., diep 2,50 M. Geen rechten. 408 Afstand in ILigging.! k.m. uit het i beginpunt. 0,2 Stadsdraai (dr.). 0,4 N. Noordtvillemskanaal [114], naar Groningen. 0,6 Witterbrug (dr.). 0,7 Losplaats der Gem. Assen. 1.4 Zaagmolendraai (dr.). 2,0 N. I Asserwijk (beheer bij de Gem. Assen), met oph. over de invaart; wijd 4,40 M. I en verder Domeinwijk naar de Norgervaart.Geen bruggeld. 2.5 Primo'8 draai (dr.). 4,0 Kloosterveen. 4,7 N. I Norgervaart(Veenhuizerkanaal)(3),verderop Kolonievaart; verbinding met Friesland. 4,7 Norgervaart8che draaibrug (Norgerbrug). 5,5 N.W. Van- Lierswijk (2,1 K.M.), met dr. over de invaart, wijd 6 M. 5,5 Van Liersbrug (dr.). 6,2 Boven-Smilde. - 6,7 N.W. Sickenswijk (2,9 K.M.), met dr. over de invaart, wijd 6 M. 6,7 -Z.0. Veenstra'swijk; Parallelvaart der Drent-.. sche Hoofdvaart in de verlengde richting der Molenwijk, lang 2,4 K.M. 6.7 | Meester Sickensbrug. 7.8 N.W. Grietmanswijk (3,6 K.M.), met dr. over de invaart, wijd 6 M. Grietmansbrug (dr.). 9,0 N}W. Jonkerswijk (3,2 K.M.), met (Zr. - over de invaart, wijd 6 M. Johkersbrug (dr.). 10.0 Pieter Feijenbrug (dr.). 10.1 N.W. Evert Hendrikswijk (2,2 K.M.), met dr. over de invaart, wijd 6 M. 10,4 Smilde. 10,7 Koopbakkersdraai (dr.). 409 Afstand in {Ligging.! k.m. uit het beginpunt 11.2 Veenhoopsbrug (dr.). Z.0. Molenwijk (2), met oph. over de invaart, wijd 5,70 M. 11.3 N.W. Kijmmelswijk, met Kijmmelsbrug over | de invaart. 11.8 I Vroomsdraai (dr.), 12.1 j Hijkersmii.de. 12.2 N.O. ! Wittewijk (4), verderop Compagnons- I vaart (84); verbinding' met Friesland. Scheepstimmerwerf. 12.3 Z.O. Hellingwifk, met dr. over de invaart; wijd 5,30 M. 12.4 | Tentigerdraai (dr.). J2,6 I Z.0. Timmerswijk, met de Timmersbrug (dr.) over de invaart, wijd 6,20 M. 13.5 ; Leembrug (dr.) in den Leemdijk (Beiler- weg). 14.9 Spiérs- of Wolvenbergsdraai (dr.). 14,9 Z.O. Oranjekanaal (13), naar de Verlengde Hooge veenschevaart. 16,4 hoogersmilde. 16,4 Pieter Hummelenbrug (dr.). 16.6 | Z.O. Beilervaart (14), naar Beilen. 17.1 Hendrik Oostdraai. 19.4 Veeneschutsluis. ! K.P. noordelijk pand = 11,60 M. -+- N. A. P. i K.P. zuidelijk pand = 9,86 M. -f N. A. P. | Gesloten van 1 uur na zonsondergang tot 1 uur vóór zons[ opgang, tenzij met schriftelijke vergunning van den Hoofdingenieur-Directeur van den Rijkswaterstaat of van den Ingenieur te Assen. 20.5 Geeuwenbrug (dr.). 21.2 Haarsluis. K.P. zuidelijk pand = 7,80 M. + N. A. P. Gesloten als bij de Veeneschutsluis aangegeven. - 410 Afstand in Ligging. k.m. uit liet beginpunt. 24.0 Dieverbrug (dr.), in den weg Dieveb-Dwingelo. Los- en laadplaats. 24,3 Dieyersluis. K.P. zuidelijk pand = 5,74 M. -J- N. A. P. Gesloten als vorige sluizen. 25,2 Oude Dieverbrug (dr.). 27.2 Wittelterbrug (dr.). Wittelte. 31.1 Eerste Uffelterbrug (dr.). "N.W. TJffelte. 32.1 Tweede Uffelterbrug (dr.) in den weg naar Ruinen (6 K.M.). 32.3 Uffeltersluis. K.P. zuidelijk pand = 3,68 M. -|- N. A. P. Gesloten als boven. 35.2 Havelterbrug (dr.). Havelte. 35,7 Haveltersluls. K.P. zuidelijk pand = 1,82M.-f N.A.P. Gesloten als boven. 36,6 Boschkampsbrug (dr.). 37,9 Lokbrug (dr.), in den weg naar Ruinerwold (5 K.M.). 38,0 Voormalige Lokvaart, thans afgedamd. 40.3 Piel- of Pijlebrug (dr.). 41,3 Draaibrug in den spoorweg Leeuwarden— Meppel, wijd 5,67 M. i Wordt 10 min. vóór aankomst van een trein gesloten.*) 41,9 I ParadUssluts. i) K. b. van 11 Sept. 1875 St.bl. n°. 169 mét wijzigingen. 411 Afstand in {Ligging. K.U. uit het beginpunt. K.P. zuidelijk pand = 0,23 M. -f- N. A. P. Los- en laadplaats der Gem. Meppel nabij de sluis. Gesloten als boven. 43,4 ] W. I Nijeveensche Grift, landbouwvaart, bevaarbaar voor vaartuigen tot 5 ton (bij gunstigen waterstand), lang ongeveer 6 K.M.,, met 3 vaste bruggen en vele zijvaartjes. 0,5 K.M. uit de Hoofdvaart bevindt zich een schutsluisje, lang 19,00 M., wijd 3,30M., diep ongeveer 0,60 M. beneden het boezempeil van Vollenhove (?)• Sluisgeld f 0,05. Op ruim 3,5 K.M. bevindt zich het dorp NlJEVEEN. Beheer bij het Waterschap Nijeveen— Kolderveen. 43,8 Veene- of Galgenkampsbrug; benoorden de brug los- en laadplaats der Gem. Meppel. Gratis gelegenheid tot opslag van ankers, kettingen en tuigage. 43,8 Meppelerdiep (5); verbinding met het Zwarte Water (37). MEPPEL (Zie schetskaartje n°. 17). 2. MOLENWIJK. (III) Parallelvaart der Drentsche Hoofdvaart (1), (0,2 K.M. Z.O.), mondt nabij de Kijmmelswijk in de Hoofdvaart uit en loopt tot nabij den Witterweg bezuiden de Sickensbrug. Landbouwvaart. Lengte 4,4 K.M. Breedte 9 K.M.; wisselplaatsen aan de monden der hoofdwijken. Diepte 1,80 M.; binnen de sluis 1,45 M.; laagste standen tot 0,90 M. -4- K.P. Is de waterstand tot 0,40 M. K.P. 412 gedaald, dan wordt niet meer geschut en moet aan de sluis worden overgeladen. 7 beweegbare bruggen; minstens wijd 4,60 M. 1 schutsluis. Jaagpad. Vele zijwijken; totale lengte der zijwijken 29 K.M. Het Kanaaldeel van de Drentsche Hoofd vaart tot aan de sluis is in beheer bij het Rijk; hiervoor gelden in het algemeen de bepalingen als bij de Drentsche Hoofdvaart aangegeven. De grootste toegelaten diepgang is echter 1,25 M. Het is verboden dit kanaal met stoom- en motorbooten te bevaren, tenzij de Minister hiervan ontheffing verleent. Het kanaaldeel benoorden de schutsluis is in beheer bij het Waterschap „De Molenwijk". Geene brug- of andere rechten. Afstandstabel. Afstand in ILigging. k.m. uit het beginpunt 0,0 W. Monding in de Drentsche Hóofdvaart (1). 0,0 Ophaalbrug te Hijkebsmilde, wijd 5,70 M.; wordt door de schippers zelf bediend. 0,6 j Molenwijksschutsluis (van het Rijk); schutlengte ruim 27 M., wijd 6 M., diep 2 M. K.P. bovenpand = 13,03 M. -f N. A. P. K.P. benedenpand = 11,60 M. -f N. A. P. 1.2 Z.O. Suermondswijk (ruim 3,5 K.M.). 2.3 Eekhoutswijk (4,5 K.M.). 3,5 'Z.O. Duikerslootswijk (1,5 K.M.). 4.4 Eindpunt nabij den Witterweg. 3. VEENHUIZERKANAAL. (II) Tusschen de Drentsche Hoofdvaart (1), bij de Norgerbrug en de Haulerwijkstervaart (84), tot aan de grens tusschen Drenthe en Friesland. Tot aan de Koloniesluls heet het kanaal ook de Tforgervaart; verderop de Kolonievaart. 413 Lengte 12,4 K.M. Breedte 13 M. Diepte 2.50 M. tot aan de Kolonlesluis; verder westwaarts 2 M. 10 beweegbare bruggen, wijd 6 M. Geen bruggeld. 4 schutsluizen. Jaagpad. In beheer bij het Rijk. Bepalingen in het algemeen als aangegeven voor de Drentsche Hoofdvaart (1). De grootste toegelaten snelheid bedraagt echter 80 M. in de minuut, de grootste diepgang 1,25. M. Geen rechten. Afstandstabel. Afstand in ILigging.! k.m. uit het beginpunt. 0,0 Drentsche Hoofdvetart (1), boven de Norgerbrug. 0,0 Trambrug (dr.). 0,8 O. Domeinwijk, naar de Asserwijk. 1,4 W. Norgerwijk. O. Jan Klokwijk. 3,1 I Draaibrug bij Huis ter Heide. 3,1 j Kolonieschütsluls, bij Huis ter Heide, schutlengte ruim 27,50 M., wijd 6 M., diep 2 M. K.P. oostelijk pand = 11,60 M. -4- N. A. P. (= K.P. Drentsche Hoofdvaart). K.P. westelijk pand = 10,77 M. -4- N. A. P. Ombuiging naar het Westen. 7,0 Z.O. Veenwijk. 7.0 Ombuiging naar het Noorden. 7.1 i Schutsluis n°. 1, schutlengte ruim 25 M., wijd 6 M., diep 2 M. K.P. benedenpand = 8,83 M. + N. A. P. Eerste Gesticht Veenhuizen. 7,8 N.O. Eerste Wijk. . 8,4 N.O. Tweede Wijk, lang 3 K.M. Eindpunt 3 K.M. Z.W. van Norg. 414 Afstand in Ligging.l K.M. uit het beginpunt. 8,4 Draaibrug. 9,9 Veenhuizen. 10,6 Vijfde Wijk (met schutsluis nabij den mond), naar het Tweede Gesticht. 11,1 Schutsluis n°. 2, schutlengte ruim 27,50 M., wijd 6 M., diep 2 M. K.P. benedenpand 6,78 M. -4- N. A. P. 11,3 ! Zesde Wijk. 11.3 i Schutsluis n°. 3, schutlengte ruim 27,50 M., wijd 6 M., diep 2,10 M. K.P. benedenpand = 5,72 M. -f- N. A. P. 12.4 j Grens tusschen Drenthe en Friesland. | W. Haulerwijkstervaart (84), naar Drachten en Kruiswaters. 4. WITTEWIJK. (II) Van de Drentsche Hoofdvaart, (1) ruim 2,5 K.M. boven het Oranjekanaal naar de Appelschastervaart (87) aan de Friesch-Drentsche grens; verbinding met de hoofdvaarwegen van Friesland. Lengte 2 K.M. Breedte 13,50 M. Diepte 2,5 M. onder K.P. = 11,60 M. -4- N.A.P. = Peil van het bovenpand der Drentsche Hoofdvaart. Wittewijksdraaibrug (Tranibrug) nabij de Drentsche Hoofdvaart, wijd 6,25 M.; verder geene bruggen. Juist over de Friesch-Drentsche grens bevindt zich eene schutsluis (Damsluis n°. IX) met brug in de Appelschastervaart (87). In beheer bij het Rijk. Bepalingen als aangegeven voor de Molenwijk (2). Geene rechten. 5. MEPPELERD1EP. (I) Van de Drentsche Hoofdvaart (1) benoorden Meppel tot het Zwartewater (37) bij Zwartsluis. 415 Lengte 11,0 K.M. Breedte van 24 M. tot 40 M. en méér bij de sluizen Diepte van 2,00 M. tot 2,25 M. onder K.P. K.B. = van 0,23 M. 4- N. A. P. te Meppel tot 0,37 M. ■4- N.A.P. te Zwartsluis. Lager dan tot 0,37 M. ~ N.A.P. wordt het water niet afgelaten; zoodat de scheepvaart van lagere standen geen hinder heeft. Behalve de Kaapbrug te Meppel en de bruggen over de sluizen te Zwartsluis, geen bruggen. Brugwijdte: 8 M. 1 schutsluis. Dag- en nachtdienst, behalve als in de afstandstabel aangegeven. Jaagpad, behalve in de bebouwde kom der Gem. Zwartsluis. In beheer bij het Rijk. Behalve het „Algemeen Reglement van Politie voor Rivieren en Rijkskanalen" geldt het „Bijzonder Reglement van Politie", vastgesteld bij K.B. van 23 Mei 1892 StM. n°. 107, gewijzigd bij K. B. van 30 Sept. 1918 StM. n°. 554. De grootste toegelaten afmetingen der vaartuigen zijn, lengte: 60 M.; breedte: 7,80 M.; diepgang 2,00 M. De voorschutting is als voor de Drentsche Hoofdvaart. De grootste toegelaten snelheden per minuut bedragen voor schepen met niet meer dan 1 M. diepgang—200 M.; n f „ „ • „ „ 1,25 M. „ —150 M.; » » • 1,50 M. „ —125 M.; „ „ „ meer dan 1,50 M. „ —100 M. Het grootste aantal vaartuigen, dat door een stoomboot mag worden gesleept, bedraagt 6. Rechten, ook brug- en sluisgelden, worden niet geheven. Afstandstabel. Afstand in i Ligging. I CM. uit het beginpunt 0,0 N. | Meppel. (Zie schetskaartje n°. 17.) J Drentsche Hoofdvaart (1) bij de j Veem- of Galgenkampsbrug te MeppcL0,1 I O. | Haven (Oudediep), lang ongeveer 0,1 K.M., aldaar afgedamd. 0,7 I Kaapbrug (dr.), wijd 8 M. I Gesloten van Zaterdag 2 uur na zonsondergang tot 416 Afstand in Ligging.! k.m. uit bet beginpunt. Maandag 2 uur voor zonsopgang, tenzij met bijzondere vergunning van den Hoofdingenieur-Directeur. 0,7 O. Zijtak naar Meppel (6); verbinding met de Hoogeveenschevaart (15), enz' 0,8 N. Kolderveensche Oostergrift; landbouwvaart, bevaarbaar voor vaartuigjes, tot 5 ton;' lang ongeveer 6 K.M., met 3 vaste bruggen. Op 0,4 K.M. van het Meppèlerdiep, bevindt zich, bij de Galgenkamp, een schutslulsje, lang 12 M., wijd 3,20 M., diep ongeveer 0,50 M., beneden boezempeil van Vollenhove; zie (7). Sluisgeld f 0,10 voor heen en terug. Op ruim 3,5 K.M. ligt Kolderveen en aan het einde Gortebruhoek. Beheer bij het Waterschap Nijeveen— Kolderveen. lfi—1,8 Z.O. Oliemolen rak; bevaarbaar met kleine vaartuigen. 1,8 Kolderveensche Westergrift; parallel vaart van de Oostergrift en van denzelfden aard; lang ruim 6 K.M. met 3 vaste bruggen. Nabij het Meppèlerdiep bevindt zich de schutsluis te Jan de Goe, lang 27 M.; breed en diep ongeveer als de sluis in de Oostergrift. Sluisgeld f 0,06. Op ongeveer 3,5 K.M., kruising van den weg Kolderveen—Zwollingerkamp. Beheer bij het Waterschap Nijeveen— Kolderveen. 2,0 N.W. Leenders, met dr. (wijd 6,95 M.), over het Oude diep of Rak van Leenders, bevaarbaar, maar doodloopend. 4.2 Z.O. Oude Arm, bevaarbaar voor bokschuiten. 4.3 N. Haagjesgracht (7), naar Dinxterveen en Giethoorn, met dr. over de invaart. 417 Afstand in Ligging. K.M. uit het beginpunt. 4,4—5,3 z.O. Doosjesrak, afgesneden arm; onbevaarbaar. 6.3 i Het vaarwater volgt den westelijken tak. , 7,0 z.0. Baablo. 7,2 N. Beukersgracht (8), naar Blokzijl en en Steenwij k. 8.4 • z.O. Oude Diep (N. mond); bijna onbevaarbaar. 8.6 Vaarwater door den westelijken tak. 9.7 Vaarwater door den oostelijken tak. 9,9 O. Oude Diep (z. mond); ten deele bevaarbaar. zwartsluis. (Zie schetskaartje n». 16.) 10,6 > Binnenhavens. 10,8 Staphorstersluis (oostelijke tak), met ophaalbruggen; schutlengte 22,70 M., wijd 5,80 M., diep 1,75 M. Nteuwesluis (westelijke tak) met dr. en tramoph. z.W. van het buitensluishoofd; schutkolklengte 70 M., wijd 8 M., diep 2,25 M. Bij hoogere standen van het buitenwater dan 1,40 M. -f- N. A. P. wordt niet meer geschut. De voorhaven der groote sluis is diep 2,70 M. -f- N. A. P. Voor het seinstelsel is van toepassing de Beschikking van 4 April 1913 (zie blz. 19). Met beide sluizen wordt niet geschut van Zaterdag 9 u. n.m. tot Maandag 6 u. v.m., uitgezonderd aan de Nieuwesluis op Zondagen van 7—8 u. v.m. en van 8—4u. n.m. en in bijzondere gevallen, ter beoordeeling van den technisch-ambtenaar, op Maandag tusschen middernacht en 6 u. v.m. 11,0 1 z. | Uitmonding der voorhavens in he* Zwartewater (37). In de voorhavens mag niet worden geankerd zonder vergunning van den Rijkssluismeester. 27 418 6. ZIJKANAAL btt MEPPEL. (I) Van het Meppèlerdiep (5), 0,8 K.M. beneden de Veene- of Galgenkampsbrug, tot de Meppelersluis, toegang gevende tot de Hoogeveensche vaart (15). Lengte 0,5 K.M. Breedte 38 M. Diepte 2,27 M. onder K.P. = peil van het Meppèlerdiep = 0,23 M. onder N. A. P. Geene bruggen. 1 schutsluis. Jaagpad. In. beheer by het Rijk, uitgezonderd de Meppelersluis, die bij de Gem. Meppel in beheer is (15). Geldend zijn op het Rijksgedeelte dezelfde reglementen als voor het Meppèlerdiep. Afstandstabel. Afstand in Ligging.l K.M. uit het , beginpunt. 0,0 j Meppèlerdiep (15). MEPPEL. (Zie schetskaartje n°. 17.) 0,0 N. Oude Diep, bevaarbaar tot de uitmonding van het Mallegat, waarin 0,4 K.M. verder de Oude Smildervaart (onbevaarbaar) en de Wold A uitmonden. De Wold A is voor kleine vaartuigen (punters en bokken tot 10 ton) nog ruim i K.M. bevaarbaar tot Tweelo. Aldaar eene los- en laadplaats, vry. 0,2 K.M. bezuiden de vereeniging van Oude Smildervaart en Wold A bevindt zich in een tak door de stad Meppel het Wold A sluisje (15). Het Oude Diep is benoorden het Mallegat afgedamd; dient als haven en zal worden verbreed en verruimd. Draaivonder over de invaart. Op het Mallegat is van toepassing het Afstand in K.M. uit het beginpunt. 0,0 419 Afstand in Ligging. K.M. uit het beginpunt. i reglement van politie op het Mallegat volgens Pr.bl. n°. 31 van 1896. 0,1 Z. Vrouwenrak; benedenniond, dient als haven. r 0,2 Z. Vrouwenrak, bovenmond. 0,4 N. Houthaven. 0,5 Z. Aanlegsteiger van de Gem. Meppel. 0,5 Z. De Reest, bevaarbaar over ongeveer 1 K.M. voor vaartuigen tot 30 ton tot aan den straatweg van Meppel naar Zwolle. 0,5 Meppelersluis, schutlengte 40,50 M. (b\j grooten diepgang minder), wijd 5,80 M. diep 1,95 M. K.P. benedenpand 0,23 M. 4- N. A. P. K.P. bovenpand 0,68 M. -f N. A. P. Voor sluisgeld enz. zie (15). 0,5 Hoogeveensche vaart. Meppel. 7. HAAGJESGRACHT of ENGBERTSGRACHT. (III) Van het Meppèlerdiep (5), ruim 4 K.M. beneden Meppel naar het Bovenwijde. Slechts bevaarbaar voor vaartuigen tot ongeveer 12 ton; onbevaarbaar in droge zomers. Lengte 5,5 K.M. Breedte 5 M. Diepte meestal niet meer dan 0,65 M., soms nog minder. Het K.P. is het boezempeil van Vollenhove, waarvoor 0,50 M. 4- N.A.P. is aan te houden met laagste standen van 0,85 M. 4- N.A.P. en hoogste van 0,45 M. 4- N.A.P. Sedert het gereedkomen der nieuwe bemaling van het Waterschap Vollenhove zijn de beschikbare vaardiepten nog kleiner geworden. Het onderhoud der vaarwegen in het Waterschap Vollenhove laat bovendien veel te wenschen over. 3 bew. bruggen, minstens wijd 4 M. 1 schutsluis. 420 Jaagpad. In beheer van het Meppèlerdiep tot de Haagjesbrug te Dinxterveen bij particulieren, en verdèr bij de Gem. Wanneperveen. Stoom- en motorbooten behoeven vergunning van G. St. of voor minder dan 4 reizen per jaar, van den Hoofdingenieur van den Prov. Waterstaat. x) Afstandstabel. Afstand in ILigging [ K.M. uit het beginpuut. 0,0 Z. Meppèlerdiep (5). 0,0 Draaibrug in het jaagpad (van het Rijk) gesloten van Zaterdag 2 uur na zonsondergang tot Maandag 2 uur voor zonsopgang tenzij met bijzondere vergunning van den Hoofdingenieur Directeur. 0,1 Schutsluis en ophaalbrug bij 't Doosje, schutkolklengte 31,0 M. wijd 3,40 M., diep ongeveer 0,60 M. onder K.P. Part. beheer. Schutgeld heen en terug ongeveer f 0,30, voor vaartuigen kleiner dan 6 ton, van f 0,06 tot f 0,15. 3,0 | Haagjesbrug (oph.) in den weg naar Wan¬ neperveen en Kolderveen, te Dinxter-. veen. Bruggeld f 0,02 per ton, onder 6 ton f 0,12, punters f 0,05, 's nachts dubbel tarief. 3,9 Van hier af heetde vaart ook Hoosjesgracht. 5,5 N. Bovenwijde. Giethoorn; westelijk van het meer. In het noordelijk deel van de Bovenwijde verbinding met vaarten, die naar de gronden bezuiden Steenwijk leiden. 8. VAARWEG van het MEPPÈLERDIEP langs GIETHOORN naar het STEENWIJKERDIEP. (Hl—IV) Van het Meppèlerdiep (5), 3 K.M. boven Zwabtsluis, langs de Beukersgracht, Bel ter Wij de, Kettinggracht, i) Besluit van Pr. St. van 17 Dec. 1914. 421 de Zuideindiger Wijde en verder noordwaarts langs Giethoorn tot het Steenwijkerdiep (11). Binnenvaart voor kleine vaartuigen tot 10 ton. De betere vaarweg naar Giethoorn is over de Belter Wijde en de Ronduite tot Jonen en dan door de Kornelisgracht. Lengte 16 K.M. Breedte^ minstens 6 M. Diepte tot de Belter Wijde 1,20 M. onder K.P. = boezempeil van Vollenhove, zie (7); verder noordelijk nog niet 1 M.; bij Steenwijk slechts 0,50 M. Behalve de brug over de sluis en de Kettingbrug (wijd 4,05 M.) en 4 vaste bruggen bij Zuidveen, wijd 3 M., hoog 2,20 M., nog ong. 48 vaste bruggen door het dorp Giethoorn, wijd 5 M., hoog 2,80 M. Geen bruggeld. 1 schutsluis. De vaart door Giethoorn heet ook Dorpsvaart en staat in verbinding met een groot aantal kleinere vaartjes, zoodat een groot deel van het plaatselijk verkeer te Giethoorn en omstreken te water plaats vindt. In beheer bij particulieren, behalve in de Gem. Giethoorn, bij het gemeentebestuur. Stoom- en motorbooten behoeven vergunning, zie (7). Afstand in [Ligging k.m. uit het beginpunt. 0.0 0,0—2,0 0,1 I 2,0—3,7 Afstand stabel. Meppèlerdiep (5), tegenover Baarlo. Beukersgracht. Beukersschutsluis met oph.; schutkolklengte 25,35 M., wijd 4,70 M., diep ongeveer 1,30 M. onder het boezem peil van Vollenhove. Schutgeld 1 ct. per ton. De vaardiepte aan deze sluis is veelal 0,10 M. grooter dan aan de Arembergersluis (9). Bel ter wij de, diep hoogstens 2 M.; van hier af door de Belterwijde verbinding 422 Afstand in Ligging. K.M. uit het beginpunt. met dc Arembergergracht; 3,5 K.M. tot de oph. bij de Ronduite voor schepen van 100 ton (9). 3,7—3,9 Kettinggracht. 3,7 Kettingbrug (v.) in den weg van Wanne- perveen naar de Ronduite; wijd 4,05 M., hoog 2,10 M. -+- N. A. P. Het vaarwater 1s hier ong. 0,90 M. diep. 3,9—4,9 Zuideindiger Wijde; niet betond, diepte der geul 1 M. 4,9 Begin der Dorpsvaart door het dorp Giethoorn, ook Giethoornsche vaart genaamd, diep nog niet 1,00 M. 6,0 W. Jan Hozen- of Zuidergracht naar de Toutenburgersloot, diep 1,30 M. 6,7 O. Volkensvaart, verbinding met de Boven wijde, lang 0,3 K.M., breed 8 M., diep nog niet 1,00 M. 7,5 W. Kornelisgracht,naarde Toutenburgersloot; breed 6 M., diep ong. 1,50 M., met brug in den straatweg naar Steenwijk. Hoofdverbinding voor dé Gem. Giethoorn. In beheer bij de Gem. 8,5 O. Verbinding met de Boven-Wijde (0,1 K.M.), ondiep. 10,0 Giethoorn (Noordeinde). Van hier af 2 vaarwegen naar het Steen- wijkerdiep; de diepte is slechts 0,60 M. (voor vaartuigen van 10 ton). Beide takken weinig bevaren (de westelijke bijna onbevaarbaar). 10,0-11,0 Kiele. 10,0 N. Westelijke tak (zie hieronder). 11,0 O. Stouwsloot; diep 0,60 M. 11,0-13,51 Stouwe, Elssloot, Kramerij. 423 Afstand in ILigging. I K.M. uit het beginpunt. 12,0 Z.W. Lekkersgracht. I 13,5-16,0 Langesloot en Zuidveenér A; breed 5 M.; diep ong. 0,50 M. Op de Langesloot en Zuidveenér a heft de Gem. Steenwijkerwold een vaartgeld van ltyj ct. per ton, minstens 5 ct.; voor ledige vaartuigen half tarief. 13,5 O. Dwarssloot; breed 9 M.; diep 0,50 M. 15,0 Zuidveen; voetbr. in den weg naar Giet¬ hoorn. 15.2 Karenbrug (voetbr.) bij Zuidveen. 15,8 Varkenweidebrug (voetbr.), in d.en weg naar Steenwijk. 16,0 Oude tak van het Steenwijkerdiep, weste¬ lijk van Steenwijk; onbevaarbaar. 16.3 Voetbrug. 16.3 Steenwij kei-diep (11), 0,8 K.M. westelijk van Steenwijk. Westelijk van Giethoorn langs den Giethoornschen weg naar Steenwijk, vanaf de Jan Hozengracht tot benoorden de Tijssengracht bevindt zich de Lijksloot, breed 6 M., diep 1 M., met bruggen, wijd 7 M.; hoog 2,20 M. en losen laadplaats aan de Gornelisgracht (Zuideinde). In beheer bij de* Gem. Giethoorn. Ongeveer 3 K.M. westehjk van de Dijksloot verbindt de Buiten-Dwarsgracht de Cornelis- en Bouwersgrachten; hierin dr. wijd 7 M. In beheer bij de Gem. Giethoorn. Westelijke tak naar het Steenwijkerdiep vanaf K.M. 10,0. Grootendeels part. eigendom; voor kleine vaartuigen; weinig bevaren, ondiep. Afstand in ILigging.! K.M. uit het beginpunt. 10,0 Splitsing (als boven). 10,4 W. Tijssengracht, naar het Oiethoornsche 424 Afstand in Ligging. K.M. uit het beginpunt meer (bijna 6 K.M.); breed 6 M.; diep ong. 1,40 M., met brug in den Giethoornschen straatweg naar Steenwijk. Hoofdverbinding voor de Gem. Giethoorn. In beheer bij de Gem. .10,6 Z.W. Verbinding met de Tijssengracht. 't Klooster. 11,1 O: Lekkersgracht naar de Elssloot. 11,6-14,0 Vliegerstaart en Puntersloot. 11.5 O. Elssloot. 11.6 Giethoornsche weg naar Steenwijk. Klossenbrug. 12,1 W. Stijnengracht, naar het Giethoornsche meer. (In beheer bij de Gem. Giethoorn.) Diep ong. 1 M. 13,4 Grens der Gem. Giethoorn en Steenwijker- wold; brug (v.). 14,0-15,0 j Terhorstervaart; breed 5 M., diep ong. 0,60 M., zelden bevaren. 15,0 N. Steenwijkerdiep ongeveer 2 K.M. westelijk I van Steenwijk. 9. VAARWEG van het ZWARTE WATER naar het STEENWIJKERDIEP. (II) Van het Zwarte Water (37) 0,5 K.M. beneden Zwartsluis, door de Arembergergracht, de Belter Wijde, Beulaker Wijde, Walengr acht, Toutenburgersloot, Giethoornsche meer, de Riete naar het Steenwijkerdiep (11), ruim 3 K.M. noordoostelijk van Blokzijl. Hoofdbinnenvaarweg van Overijssel naar Friesland, bevaarbaar voor schepen van ongeveer 80 ton; in den regel met niet meer dan ruim 1 M. diepgang tot Ronduite; verder noordelijk 1,20 M. Lengte 13 K.M. Breedte ongeveer 20 M. en meer. - 425 Diepte 1,20 M. onder Boezempeil van Vollenhove, zie (7). Veel last van de te geringe diepte; plan tot verdieping in voorbereiding. Het onderhoud der vaarwegen in het "Waterschap Vollenhove laat veel te wenschen over. 2 ophaalbruggen; brugwijdte 4,60 M. 1 schutsluis. In beheer tot den mond der Walengracht (K.M. 9,3) bij de participanten der Aremberger schutsluis. De gemeente Giethoorn is eigenares van het gedeelte benoorden de Walengracht tot benoorden het Giethoornsche meer. Stoom- en motorbooten behoeven vergunning van G. St., of indien niet meer dan vier reizen per jaar makende, van den Hoofdingenieur van den Prov. Waterstaat. l) Afstandstabel. Afstand in ILigging.! K.M. uit het beginpunt 0,0 Z. Zwarte Water (37), beneden Zwart- ! sluis. 0,0—0,2 I Buitenhaven, met laadplaats. 0,0—4,7 Arembergergracht. 0,2 I Arembergerschutsluis met oph., schutkolklengte 22,80 M., wijd 4,66, diep 1,23 M. onder K.P. = boezempeil van Vollenhove (7). Schutpeil = 0,99 M. + N. A. P. I Sluisgeld f 0,021/2 per ton, ledige vaartuigen f 0.011/2 per ton. Paal- of havengeld van vaartuigen, die zonder door te schutten in de haven aanleggen, f0,20 per vaartuig, kleinere f 0,15.*) Geen bruggeld. Van één uur na zonsondergang tot één uur voor zonsopgang wordt niet geschut. Stoombooten en beurtschepen hebben I voorschuttingsrecht. Aan deze sluis staat meestal 0,10 M. minder water dan aan de Beukerssluis (8), zoodat somstijds de route door laatstgenoemde sluis is aan te bevelen (van daar naar de Ronduite). 1) Besluit van Pr. St. van 17 Dec. 1914. 2) K. B. van 29 Aug. 1838 n». 120 en 6 Aug. 1826 n°. 72. 426 Afstand in Ligging. k.m. uit het beginpunt 0,2 Binnenhaven, met losplaats. 3,5—3,8 Meertje; zijvaarten. 4,7—5,4 Belter-Wijde, diep ong. 1,30 M.; in oostelijke richting verbinding met de Beukersgracht (3,5 K.M.). 5,4—5,9 Doorgraving, diep ong. 1,40 M. 5,7 Ophaalbrug bij de Ronduite, wijd 5,20 M. Bruggeld f 0,20, 's pachts f 0,30. Los- en laadplaats vrij. 5,9—7,7 Beulaker Wijde, niet betond; diep 1,50M. of zelfs minder, in noordwestelijke ting verbinding met het Ettenlandsche kanaal, diep 2,00 M. naar het stoomgemaal (bebakend). 7,7—9,3 Walengracht Baak zuidelijk van de .invaart. 9,3 Z.W. Vaartsloot naar het zuidwesten, later Moespotvaart tot nabij Vollenhove, beide slecht onderhouden, bijna onbevaarbaar. 9,7 O. Jan Hozen- of Zuidergracht naar Giethoorn (4,5 K.M.), diep 1,20 M 9,3—10,4 Toutenburgersloot. 9,3 N. Zuidermond, van den westelijken tak der Toutenburgersloot,; wordt niet bevaren. Het vaarwater gaat door den oostelijken arm. 10,5 Noordermond, van den westelijken tak. 10,1 O. Kor nel is gr acht bij Jonen; goede vaarweg naar Giethoorn (5 K.M.). diep 1,50 M. (8). 10,4-12,7 Giethoornsche meer, diep ongeveer 1,50 M. 10,5 O. Boom ter aanduiding invaart Toutenburgersloot. 10,8 W. Verbinding met de Duininger Meer. 11.0 O. Bouwersgracht naar Giethoorn (4 K.M.), ondiep. 11.1 W. Het Enge, verderop Zuiderdiep; naar Blokzijl (3 K.M.), ondiep. 11,5 Tijssengracht, naar 't Klooster be¬ noorden Giethoorn (ruim 5 K.M.), goed vaarwater, diep 1,50 M. 427 Afstand in ILigging.' k.M. uit het - I beginpunt. 11,9 Z.W. De Lee; verbinding met het Zuiderdiep, en Blokzijl (2,5 K.M.). 12.1 N.O. I Uitmonding der Stijnengracht en der Klossengracht (naar het N.O.), diep ongeveer 1,00 M. 12.2 Z.W. Valache trog (11), verbinding langs het Noorderdiep met Blokzijl (ruim 2 K.M.), diep 1£0 M. Baak zuidelijk van de invaart. Van hieraf is de vaargeul door het Giethoornsche meer betond, oostelijk met roode, westelijk met witte tonnen. Diepte 1,50 M. 12,7-13,1 Miete. 13,1 Wetering. 13,1 N. Steenwijkerdiep (11); noordoostwaarts naar Steenwijk; zuidwéstwaarts naar Blokzijl. 10. HAVEN van VOLLENHOVE. (IV) Vollenhove bezit geene binnenscheepvaartverbinding. Het vaartje „de Moespot", bereikbaar vanuit de Arembergergracht (9), houdt vóór de stad op en verkeert in slecht bevaarbaren toestand. De haven, bijna onmiddellijk aan de Zuiderzee gelegen, met eene diepte van ong. 0,80 M., bestaat uit 2 kommen, gescheiden door een Mapbrugje, dat de schipper zelf heeft te bedienen. Op het Westerhoofd bevindt zich een wit licht, op het Oosterhoofd een rood licht. Havengeld: voor geladen vaartuigen f 0,05 per ton, beneden 20 ton f 1; voor meer dan 80 ton f 0,04 per ton; voor niet geladen vaartuigen f 0,02 per ton; minstens f 0,50. Punters en bokkers f 0,30 en f 0,20. Na 30 dagen oponthoud is het havengeld opnieuw verschuldigd. 428 Beheer bij de Gem. M. V. = ongeveer 0,15 M. -f- N. A. P. M. E. = ongeveer 0,10 M. ~ N. A. P. 11. VAART van STEENWIJK naar de ZUIDERZEE. (II) Van Steenwijk, langs het Steenwijkerdiep, Wetering, de Miete, Giethoornschemeer, Noorderdiep naar de haven van Blokzijl en de Zuiderzee. Lengte 16 K.M. Breedte 14 M. en meer. Diepte 1,40—1,70 M en meer onder K.P. = 0,50 M. 4* N. A. P., dat thans door bemaling gehandhaafd wordt; zie (7). Geen bruggen, behalve bij de sluizen te Blokzijl. 1 schutsluis. Jaagpad van Steenwijk tot de Wetering. In beheer bij de Gem. Steenwijk tot de Wetering en in het Giethoornsche meer, verder benedenwaarts bij diverse besturen De haven van Blokzijl is in beheer bij het Rijk. Op het Steenwijkerdiep aan het Tolhuis worden vaartgelden geheven van f 0,03 per ton; ongeladen schepen de helft, voor vaartuigjes beneden 6 ton bestaat een afzonderlijk tarief van f 0,04 tot f 0,14 per vaartuig. Ledig op- en afvarende vaartuigen zijn vrijgesteld. !) De Gem. Steenwijk heft een opslagrecht van goederen, die langer dan 2 maal 24 uren op hare opslagplaatsen opgeslagen blijven, van 2 tot 4 cent per M8. en per dag. Van enkele terreinen bedraagt het opslagrecht 8 cent per maand. 2) Stoom- en motorbooten behoeven vergunning; zie (7). Afstandstabel. Afstand in j Ligging. K.M. uit het beginpunt. 0,0 N.O. steenwijk. (Zie schetskaartje n». 15.) 0,0—9,3 I Steenwijkerdiep (geen zwaaiplaats, moei- ') k.B. van 9 Oct. 1915 n». 3. j) Ver. der Gem. Steenwijk van 19 Nov. 1920 429 Afstand in ILigging.! ,. K.M., uit het beginpunt. lijk passeeren); moeilijk vaarwater voor stoom- en motorbooten. 0,2 Z. Nieuwe kanaal; verbinding met de Steenwijker A, door schutsluis, lang 20 M., wijd 4,90 M.; bevaarbaar bij normalen waterstand tot aan de spoorhaven, benoorden den spoorweg (0,9 K.M.) voor scheepjes met 0,40 M. diepgang; verder alleen bij hooge waterstanden voor kleiné scheepjes tot in de Gem. Vledder. Vermoedelijk zal de bevaarbaarheid op dit gedeelte als gevolg van werken ten behoeve der afwatering eenigszins worden vergroot. Bij Steenwijk in het Nieuwe kanaal en in de A een draai- en een vaste brug, wijd 5,00 M-i hoog 2,00 M., en een kraanbrug in den spoorweg, wijd 5,50 M. De stadsgracht is onbevaarbaar. 0,0—0,8 Los- en laadplaatsen. 0,8 Z. Verbinding naar Giethoorn (8), voor scheepjes met 0,40 M. diepgang. 0,8 N.W. Kapelsloot, thans Dolderkanaal. Is bevaarbaar gemaakt voor de schepen, die het Steenwijkerdiep bevaren, tot aan de kraanbrug in den spoorweg (ong. 1 K.M.). Verbinding rnet de spoorhaven, die tot 1,60 M. 4- N. A. P. verdiept zal worden, in voorbereiding. Op 300 M. uit het Steenwijkerdiep bevindt zich de vaste kapelbrug, wijd 3,75 M., hoog 1,20 M. -4- N. A. P., die vervangen wordt door een grootere beweegbare brug. 1,3 Z. Steenwijker A, oude doodloopende tak^ onbevaarbaar. 2,8 Z. Terhorstervaart, naar Giethoorn. (8). 3,6 N. Hooijmansvaart, onbeduidend. 9,3 Gehucht „Eind van 't Diep" of De Wete ring; Tolhuis. 430 Afstand in ILigging. k.M. uit het beginpunt. N.W. Wetering; verbinding met Friesland (12) en het Zwartewater (9). 9,3—10,1 Wetering. 10.1- 10,5 Z. Biet of Biete Wetering, naar het Giet- hoornschemeer. 10,1 W. Muggebeet; kortere maar ondiepe en verwaarloosde verbinding met het Noorderdiep door het Moddergat. i Deze vaarweg staat door het Opgeschoren gat en het Meertje in verbinding met de ondiepe Roomsloot (0,50 M.) en de Heer van Diezenvaart (byna onbevaarbaar). 10,1 N. Muggebeet. 10,5-11,2 GiethoornscJie meer. Het noordelijk deel is betond, oostelijk met roode, westelijk met witte tonnen (beheer Gem. Steenwijk). Het Giethoornschemeer is grootendeels ongeveer 1,50 M. diep. 11.2- 13,2 Noorderdiep, oostelijk deel ook Vdlsche Trog genaamd. Baak op den zuidelijken oever. 13,1 O. Zuiderdiep; verbinding met het Giethoornschemeer (3 K.M.). 13.4 N.Z. Verbinding met de Stadswateren te Blok¬ zijl (doodloopend). 13.5 blokzijl (Zie schetskaartje n». 14). Provinciale schutsluis met oph. te Blokzijl, schutlengte 40 M., wijdte 7,00 M., diepte ruim 2,00 M. Sluisgeld f 0,10 per 3 ton; 's avonds van 7 u. n.m.— 10 u. n.m. dubbel, n Schuttijden op werkdagen van 6 u. v.m.—10 u. n.m. met rusttijden van 8—8V2, 12—U/2, 4—41/2 uur. Met schriftelijke vergunning van g. St. of van den Hoofdingenieur van den pr. Waterstaat wordt ook op Zon- en feestdagen en des nachts geschut tegen berekening van het avondtarief. 13,5-13,7 Havenkolk te Blokzijl, ruim 2 H.A., vaargeul 1,90 M. -4- N. A. P. Geen rechten. b. v. G. St. van 23 Juli 1920, Pr.bl. n°. 90. 431 Afstand in ILigging. K.M. uit het beginpunt. 13,7 Rijkskeersluis, wijd 7,50 M., welke eerst gesloten wordt als het buitenwater tot 0,87 M. -f- N. A. P. is gestegen. 13,7-16,1 Haven, en Toeleidingskanaal (van het Rijk) tusschen steenen dammen, diep 1,90 M. 4- N.A.P.; vóór de jaarlijksche baggering kan deze tot 1,60 M. 4- N. A. P. verminderen; wit licht op het Noorderhoofd. De lagere zuiderdam blijft ten deele onder water (ongemak voor de scheepvaart). Vóór den mond is 'de diepte eveneens 1,90 M. 4- N. A. P., die echter op 2,50 M. 4- N. A. P. wordt gebracht. Wit licht op den N. havendam. 16,1 Zuiderzee. M.V. = 0,15 M. -f N. A. P. M.E. = 0,08 M. 4- N. A. P. Allerlaagste stand = 1,90 M. 4- N. A. P. 12. VAART van FRIESLAND naar het STEENWIJKERDIEP. (II) Van de Linde (99) benoorden Ossenzijl, langs de Ossenzijlersloot, Oude Weg of Kalenbergergracht, Heuvengracht en Wetering naar het Steenwijkerdiep. Slechts bevaarbaar voor schepen, niet breeder dan 3,50 M. en ongeveer 1,25 M. diepgang. Lengte 11,4 K.M. Breedte minstens 12 M. Diepte 1,50 M. onder K.P.; = peil van Vollenhove; zie (7). In den zomer kunnen lagere standen zeer hinderlijk zijn. 2 beweegbare bruggen, wijd 5,50 M.; geen bruggeld. 1 schutsluis. Trekpad. De talrijke zijvaarten zijn ruim 0,50 M. diep. In beheer bij de Gem. Steen wij kerwold en het Kerspel IJsselham, ieder voor het gedeelte op haar grondgebied. Stoom- en motorbooten slechts toegelaten met vergunning; zie (7). 432 Afstand in ILigging.l k.m. uit het beginpunt. 0,0 i N. Linde, (99) benoorden Ossenzijl, vanhier opwaarts door de Helomavaart naar het fyeukemeer (1) en verder. 0,0—0,9 Ossenzijlersloot. * 0,9 Ossenzijl; los- en laadplaats. Geen rechten. Schut- en uitwateringssluis; schutlengte 27 M. eventueel méér, wijd 5,60 M.. diep ongeveer 1,80 M., onder Lindepeil (= N. A. P.) en ongeveer 1,40 onder peil van het Waterschap Vollenhove. Rekening te houden met evf. afvloeiing ingevolge windrichting. Van 1 uur na zonsopgang tot 1 uur voor zonsondergang wordt niet geschut. Sluisgeld 4 ct. per ton, ledige schepen 2 ct. per ton. Voorschuttingsrecht voor beurtschepen, i) 0,9—6,4 Z.W. Oude Weg of Kalenbergergracht. 5.6 Kalenbeeg. 6,4 Heer van Diezenvaart, naar de Hams¬ gracht en het Noordergat, ondiep (0,4 — 1,00 M.) en bijna onbevaarbaar. 6,4 N.O. Ombuiging naar het N.O. 6,4—7,7 Heuvengracht. 7.7 Zij vaart naar het N.O. 7,7 W. Ombuiging naar het Zuiden. 7,7—11,5 Wetering. 9,9 W. Noordgracht, naar de Roomsloot (1,5 K.M.), ondiep. 10,8 Zuidgracht naar de Roomsloot (1,5 K.M.), ondiep. 11,4 Wetering. 11,4 N.O. Steenwijkerdiep. Zuidelijk loopt de Wetering nog tot de Riete door (0,9 K.M.), en staat dan in verbinding met het Moddergat en door het Giethoornsche meer naar Blokzijl (11) en het zuiden. Afstandstabel. i) K.B. van 25 Aug. 1838 n°. 10. 433 13 ORANJEKANAAL. (II) Van de Drentsche Hoofdvaart (1), 2,5 K.M. bezuiden de Witte Wijk (4), naar de Hoogeveenschevaart, 6 K.M. van de Duïtsche grens. Bevaarbaar voor schepen van ongeveer 125 ton. r Lengte 48,5 K.M. Breedte van 11 M. tot 12 M., met wisselplaatsen op gemiddeld 2,5 K.M. afstand (niet meer voldoende). Diepte 1,80 M. onder K.P. (wordt op 2,00 M. gebracht). De waterstanden op het kanaal kunnen tot 0,60 M. onder-K.P. zakken; op het eerste pand tot 1 M. 24 draaibruggen, 5 beweegbare loopbrugjes en 2 beweegbare spoorwegbruggen, wijd minstens 5,60 M. Bruggeld bij afvaart: 2| ct. per brug en 1 ct. per loopdraaibrug; spoorbruggen vrij. 4 schutsluizen. Jaagpad'aan beide zijden, behalve te Schoonoord, waar slechts één jaagpad is. Behalve bij brug n°. 9 bestaan geen bijzondere los- en laadplaatsen, aangezien het laden en lossen overal vrij is. In beheer bij De Drentsche Veen- en Middenkanaalmaatschappij te Dordrecht. Van toepassing is het Reglement van Politie voor het Oranjekanaal, volgens Besluit van G. St. van Drenthe van 27 April 1900 Pr.bl, n°. 11, met wijzigingen. Dit reglement geldt tevens voor alle wateren in open verbinding met het Oranjekanaal met uitzondering van de Drentsche Hoofdvaart. Eveneens van toepassing is het Algemeen Reglement van Politie op Rivieren en Rijkskanalen, in zooverre hiervan niet uitdrukkelijk in bovengenoemd reglement wordt afgeweken. De toegelaten grootste afmetingen der vaartuigen bedragen: lengte naar gelang der schutlengten; breedte 0,10 M. minder dan de wijdte der door te varen kunstwerken; diepgang in afvaart 1,40 M.; in opvaart 1,20 M. Beperking van den diepgang wegens lage waterstanden wordt aan de schippers bekend gemaakt. 28 434 Van 1 uur na zonsondergang tot 1 uur vóór zonsopgang (echter minstens van 7 u. n.m. tot 5 u. v.m.) en op Zonen christelijke feestdagen mogen de sluizen en bruggen niet geopend worden, tenzij op vertoon eener schriftelijke vergunning van den Opzichter. Recht op voorschutting hebben behalve overeenkomstig het Algemeen Reglement van Politie, ook vaartuigen geladen met biezen, russchen, ongedorschte landbouwproducten, bijen en verder tegen betaling van een voor.schuttingsrecht van 4| ct. per ton. In tijden van waterbesparing kan aan de sluizen gewacht moeten worden op gelijktijdig te schutten schepen. Ten aanzien van het passeeren van bruggen, geeft het reglement eenige voorschriften, o. a. dat bij gelijktijdige aankomst aan een brug van vaartuigen, die niet zeilen en niet gesleept worden de opvarende, indien er geen stroom gaat, den voorrang hebben. Stoom- en motorvaartuigen mogen het kanaal slechts bevaren met vergunning van het bestuur. Aan het jaagpad mogen vaartuigen zonder vergunning geen ligplaats nemen, tenzij voor laden en lossen. Afstandstabel. Afstand in ILigging. K.M. uit het beginpunt. 0,0 N.W. Drentsche Hoofdvaart. 0,0 Draaibrug n°. 1. 1,4 Schutsluis n°. 1 met dr., schutkolklengte I 28,70 M., wijd 5,90 M., diep 1,90 M. j K.P. benedenpand = K.P. bovenpand ! der Drentsche Hoofd vaart = 11,60 M. -+- i N. A. P. i K.P. bovenpand = 13,27 M. + N.A.P. Sluisgeld: I voor geladen schepen tot 14 ton f 0,30; I van 14 tot GO ton, bij afschutting f 0,06, bij opschutting : f 0,011/2 per ton; 1 voor iedere ton boven de 60 de helft per ton. | Ledige vaartuigen betalen bij de afschutting de helft { en zijn bij de opschutting vrij. I Voorschuttingsrecht tegen betaling van f 0,041/. por ton boven het gewone recht, j Volgens Contract hebben schippers, die aan bepaalde terreinen laden, een voorkeurtarief, i) i) K. B. van 31 Jan. 1980 n°. 75 435 Afstand in Ligging.l k.m. uit het beginpunt. 2.8 Draaivoetbrug. 5.2 Idem. 6,4 I Draaibrug n°. 2 te Hijken. 6,7 Idem n°. 3 te Hijken. 7.3 Idem n°. 4 te Hijken. 8.9 Idem n°. 5, in den weg van Beilen (ruim 3 K.M.) naar Assen. 9,0 | Draaibrug in den spoorweg Assen— Meppel; wordt gesloten 10 minuten vóór het passeeren van treinen. Geen dagsein voor den geopenden toestand.x) 10,2 i Draaivoetbrug. 11.8 Schutsluis n°. 2 met dr.. schutkolklengte 28,55 M., wijd 6,02 M., diep 1,93 M. K.P. bovenpand = 14,95 M. -f- N. A. P. Sluisrecht als boven. 12.6 Draaibrug n°. 6. 13,1 Idem n°. 7. 14.9 Idem n°. 8. 16,9 [ Idem n°. 9, in den weg van Westebbobk (2,5 K.M.) naar Elp (2 K.M.). Los- en laadplaats W. van de brug. 19.1 Schutsluis n°. 3 met dr., schutkolklengte 28,50 M., wijd 6,02 M., diep 1,93 M. I K.P. bovenpand = 16,76 M. N. A. P. Sluisrecht als boven. Het recht bij opschutting bedraagt echter f 0,03. 19,8 Draaibrug n°. 10, bij Obvelte (0,5 K.M.). 23.7 Idem n°. 11 (Wezuperbrug), in den weg naar Weztjp (3 K.M.) en Zweelo (5 K.M.). 26,4 Idem n°. 12, te Schoonoóbd (trambrug). 27.2 Zijwijken aan beide kanaaloevers. ) k. b. van 11 Sept. 1875, St.bl. n°. 169, met wijzigingen. 436 Afstand fa Ligging. K.M. uit het beginpunt. 27.4 Ombuiging naar het Z.O. Borgerzijtak, in noordwestelijke richting naar het Westdorper- en Eeserveen, lang 1,3 K.M., diep 1,70 M. 27.5 Draaibrug. Van hieraf meerdere zijwijken door het Odoornerveen. 29.3 Draaibrug n°. 13. 31.5 Draaibrug. 31.6 O. Odoornerzijtak, lang 2,6 K.M., diep 1,70M., naar den weg van Odoobn naar Emmen (2 K.M. bezuiden Odoobn). Van hieraf zal eene verbinding naar het Weerdingerkanaal worden gegraven [19]. 31.8 Draaivoetbrug. 33,6 Draaibrug n°. 14, bij 't Haantje. 36,2 Idem n°. 15. 37.4 Idem n°. 16 te Westenesch in den weg van Sleen (5 K.M.) naar Emmen (1,5 K.M.). 38,0 Idem n°. 17, bij Emmen. 39,2 Idem n°. 18; trambrug, bij Nooedbahge in den weg van Oosteeeind naar Emmen. 39.4 Idem n°. 18a, bij Noobdbabge. 40.9 Draaibrug in den Noord-Ooster Locaalspoorweg. Los- en laadplaats nabij de halte ZuidBaege. .'=33 41,6 Draaibrug n°: 19, nabij Zuid-Babge. 42.5 Idem n°. 20, zuidelijk van Zuid-Baege in den weg naar Eeica. 43.6 Z. Eerste Boerwijk (parallelwijk), door het Oosterveen met brug nabij de invaart. In elk der hoofdwijken door het Westerveen wordt bij de brug over den mond bij afvaart een recht van f 0,40 of voor schepen kleiner dan 40 ton van f 0,25 geheven 43,9 Ombuiging naar het Zuid-Oosten. 437 Afstand in ILigging. k.m. uit het ! beginpunt. Van hieraf heet de vaart ook Bladderswijk. N.O. Verbinding met de Oosterwijk (parallelwijk op 0,2 K.M. afstand); met schutsluis en dr. nabij de invaart. 44,0 Draaivoetbrug te Oranjedorp. 48.3 j Oranjesluis; schutkolklengte 27,60 M., wijd 6,05 M., diep 2,35 M. K.P. als op de Hoogeveenschevaart = 16,0 M. -f N. A. P. Sluisgeld als boven. Het recht bij opschutting bedraagt echter f 0,06, terwijl van ledige vaartuigen het volle recht wordt geheven. 48.4 Draaibrug n°. 21. Z.O. Hoogeveensche vaart (Echtenskanaal). 14. BEILERVAART. (III) Van de Drentsche Hoofdvaart (1) te Hoogersmilde (1,5 K.M. bezuiden het Oranjekanaal) naar Beilen Lengte 10 K.M. Breedte 10 M.; met 5 wisselplaatsen. Diepte 1,80 M. onder K.P. = peil van het bovenpand der Drentsche Hoofdvaart = 11,60 M. -f- N.A.P. 5 draaibruggen, breed 6 M. Geen schutsluizen. Jaagpad aan eene zijde. In beheer bij Rijk. Van toepassing is het Algemeen Reglement van'Politie pvoor rivieren en Rijkskanalen, benevens het Bijzonder Reglement van Politie voor de Drentsche Hoofdvaart (met |dezelfde ^bepalingen als voor de Molenwijk (2)). Geene rechten. \ Ih voorbereiding is eene doorgaande kanaalverbinding door Midden-Drenthe naar het 7e pand van de Hooge| veensche vaart, waarvan de Beilervaart na verbreeding en verdieping deel zal uitmaken. Met de verbreedingswerken is reeds aangevangen. 438 Afstandstabel. Afstand in Ligging.l K.M. uit het beginpunt. I 0,0 I W. Drentsche Hoofdvaaxt (1). 0,0 I Beilervaarlsbrug (dr.). 2,4 Van-Dijksbrug (dr.). 4,9 Strankenbrug (dr ). 6,4 Hijkerbrug (dr.). 7.8 | Brunstingerbrug (dr.). 9.9 I Havenkolk te Beilen, vrij. 15. HOOGEVEENSCHE VAART. (II) Van de Meppelersluis te Meppel tot de Duitsche grens in de Gem. Emmen. Voorbij Hoogeveen wordt de vaart ook Verlengde Hoogeveensche vaart genaamd. Lengte 64,7 K.M. Breedte van 12 M. tot 14 M., met wisselplaatsen. Diepte van 1,60 M. in het westelijk gedeelte tot 2,50 M. in het oostelijkst pand. Vooral op de bovenpanden komen hinderlijk lage standen voor tot 1,00 M. en méér ben. K.P. Het voornemen bestaat de vaart vanaf Hoogeveen tot de Duitsche grens te verbeteren. Eene omsnijding ten behoeve der scheepvaart onmiddellijk ten oosten van Hoogeveen (het Om-kanaal Haagje—Noord) is thans in uitvoering. 59 beweegbare bruggen, minstens 5,40 M. wijd (toegestane breedte der vaartuigen 5,30 M.). 8 schutsluizen, met ong. 27,5 M. schutlengte, 5,30 M. wijdte en 1,90 M. tot 2,25 M. diepte, benevens de Meppelersluis (6). Langs het kanaal mag overal gelost en geladen worden. In beheer bij de Drentsche Kanaalmaatschappij, uitgezonderd de eerste 0,75 K.M. bij de Gem. Meppel. Toepasselijk zijn: het Reglement van Politie voor de Hoogeveenschevaart (Besluit van G. St. van 18 Januari 1907, Pr.bl. n°. 3, met wijziging); het Algemeen Reglement van Politie voor Rivieren en de Rijkskanalen (zie bl. 13), in zooverre hiervan niet in het eerstgenoemd reglement 439 wordt afgeweken; benevens de statuten en concessies der Drentsche Kanaalmaatschappij. Deze reglementen hebben eveneens betrekking op: 1°. den Zijtak naar het Amsterdamsche Veld. 2°. het Hollandsche Veldsche Opgaande (16); 3°. het Zuider Opgaande; r benevens op alle verdere watergangen in open verbinding met het hoofdkanaal. De bepalingen van eerstgenoemd reglement zijn in het algemeen overeenkomstig die van het Reglement van Politie voor het Oranjekanaal (13). In afwijking hiervan is echter bepaald: 1°. de grootste toegelaten diepgang bedraagt bij afvaart 1,26 M., bij opvaart 1,19 M.; 2°. Vanaf 1 uur na zonsondergang tot 1 uur vóór I zonsopgang, (echter niet na 7 uur n.m. of vóór 5 uur v.m.) benevens op Zon- en christelijke feestdagen worden de . sluizen en bruggen niet geopend tenzij met schriftelijke vergunning van het bestuur (Directeur of B. en W. van Meppel), met dien verstande echter, dat wat de nachtsluiting betreft op het kanaalvak gelegen buiten de Gem. Meppel, de beambten gerechtigd doch niet verplicht zijn bruggen en sluizen te openen tegen betaling van f 0,10 per brug en ; f 0,25 per sluis als persoonlijke vergoeding. Het tarief van de heffingen is gecompliceerd. Volgens overeenkomst van 18 Juli 1921 en van de overeenkomst betreffende de rechten in de Gem. Emmen , worden door de Drentsche Kanaalmaatschappij geheven: ei. Op het kanaaldeel van af het Meppèlerdiep tot de [ oostgrens der Gem. Hoogeveen: afvaartsgeld: 24 ct. per ton bij iedere sluis; bruggeld: aan elk der bruggen der Mü. 7i ct. per schip of van 3£ ct. indien kleiner dan 50 ton; alléén bij de afvaart; opvaarlsgeld: 7J ct. per ton in eens; dit wordt echter ' bij afvaart in mindering gebracht, zoodat de opvaart ^ gerekend kan worden vrij te zijn. b. Van Hoogeveen tot Zwinderensche kanaal: opvaarlsgeld: 3 ct.; afvaartsgeld: 3 ct.; van het betaalde.opvaartsgeld wordt bij terugkeer 1 ct. per ton terugbetaald indien de schipper verder is gevaren dan de 440 grens der Gem. Emmen en zijn briefje daar heeft laten afstempelen; bruggeld: 7£ ct. per schip of 3* ct. indien kleiner dan 50 ton; bij afvaart öf bij opvaart (éénmaal). c. Van de Oostgrens der Gem. Hoogeveen tot de grens der Gem. Emmen: opvaartsgeld: 6 ct.; afvaartsgeld: 6 ct.; bruggeld alsvoren. d. In de Gem. Emmen: sluisgeld aan 2 sluizen: li ct. per ton bij op- of bij afvaart te betalen; bruggeld: aan elke brug der M« 5 ct. per schip of 2| ct. indien kleiner dan 50 ton; (éénmaal voor op- en afvaart te zamen). Bij afvaart uit de Marke van Noord- en Zuid-Barge en afsluizing langs de Hoogeveensche vaart wordt het bij de opvaart geheven opvaarts- en bruggeld teruggegeven, of zal bij betaling van het afvaartsgeld, genoemd onder a, het betaalde afvaartsgeld, genoemd onder b, in mindering worden gebracht. Het totale te betalen bedrag van op- en afvaartsgelden en sluisgelden over het traject van de grens der Gem. Emmen benedenwaarts mag niet hooger dan 23 ct. per ton bedragen voor hetzelfde schip. De tonnenmaat der schepen wordt na de berekening bij ijzeren schepen met 7| pet, bij houten schepen met 12 pet. verminderd. Voor schepen geladen met turf en keien bestaan bijzondere tariefsbepalingen. Verder bestaan gedeeltelijke vrijstellingen en restilutiën, o. a. bij lagen waterstand, en bepalingen betreffende de heffingen bij het bevaren van bepaalde kanaalgedeelten en betreffende de heffing van een recognitie bij voorschutting. Ter vergemakkelijking wordt een deel der rechten gelijktijdig op bepaalde plaatsen geheven. Als voorbeeld van berekening volgt hier eene opgaaf der betalingswijze: Een schipper, die te Meppel de vaart opvaart, kan deze vrij gebruiken tot aan de Veenesluis te Hoogeveen ; hier betaalt hij 7* ct. per ton en kan zonder betaling van «1 I rechten doorvaren tot de Noord schc sluis, waar hij 3 ct. ï per ton moet betalen. Daarna betaalt hij te Zwindeeen 6 ct., benevens het verschuldigde bruggeld voor alle bruggen van daar af j tot aan de Gem. Emmen in éénmaal. Hij heeft dus verder ï nergens oponthoud en kan aan alle bruggen zonder beitaling doorvaren. Te Zwindeeen geeft hij het aan de [ Noordsche sluis ontvangen briefje af. Bij de grens der Gem. Emmen aan de Veenbrug laat | de schipper het, brief je, dat hij aan de Zwindersche brug heeft ontvangen, afstempelen, als bewijs, dat hij de geheele I vaart bevaren heeft. I Vaart de schipper nog verder, dan betaalt hij aan de Kalffsluis 3 ct. per ton, waarvoor hij de daaropvolgende [ Heemskerksluls zonder betaling kan passeeren; hij geeft hier f het eerder ontvangen briefje gedeeltelijk af, doch behoudt I een bewijs dat hij het recht heeft gedurende een bepaalden I tijd de terugvaart tegen inlevering van dat bewijs gratis te I mogen doen. Op dit traject, dus vanaf de grens der Gem. f Emmen tot aan de Duitsche Grens, zijn vier bruggen, waar f- de schipper tegen betaling van 5 ct. respectievelijk 2$ ct. ï kan passeeren. Terugvarende heeft de schipper niet te betalen voor hij [bij de Veenesluis te Hoogeveen. is; wel ontvangt 4iij | tegen inlevering van het te Zwindeeen ontvangen bewijs, Imits hij dit aan de Veenbrug heeft laten afstempelen, aan Ide Noordsche sluis 1 ct. per ton terug. Te Hoogeveen betaalt de schipper verder aan den Ontjvanger der afvaartsgelden een afvaartsgeld van 13 ct., f benevens de verschuldigde bruggelden, onder aftrek van [de bij de opvaart betaalde 7* ct., blijft dus 5i ct. per tton over. ■ Hij moet nu nog te Meppel aan de sluis betalen 2 ct. |per ton. ■: In totaal heeft hij dus betaald aan vaartgelden 7± en 3 ^en 6 en 5|, tezamen 22 ct. per ton, waarvan hem 1 ct. iis gerestitueerd, plus 2 ct. te Meppel, wordt in totaal 23 ct., alleen betrekking hebbende op het kanaaldeel tot aan de Gem. Emmen. Het bij de opvaart ontvangen opvaartbriefje wordt bij ^de afvaart te Hoogeveen in betaling gegeven: het te Hoogeveen ontvangen afvaartbriefje wordt aan het z.g. 442 Klaasseinenvonder te Meppel in ontvangst genomen door den brugwachter aldaar. Vaart een schipper vanaf de Groninger kanalen verder de Hoogeveensche Vaart af, dan betaalt hij aan de Heemskerksluis 3 ct. per ton, geeft "een gedeelte van zijn briefje af aan de Kalffsluis en behoudt een deel als bewijs van vrije opvaart door deze sluizen gedurende een bepaalden tijd. Vaart hij verder de Hoogeveensche vaart af, dan ontvangt hij aan de Veenbrug een briefje tegen betaling van 1{ ct. per ton; hij behoeft nu verder niet te bètalen vóór hij te Hoogeveen is, waar hij zijne afvaart betaalt van 13 ct. per ton en het reeds betaalde briefje der Veenbrug hem in mindering van het te betalen bedrag gebracht wordt. Tezamen is het gewone bruggeld aan 29 bruggen te betalen. Afstandstabel. Afstand in Ligging. K.M. uit het beginpunt. 0,0 Meppelersluis met oph., zie (6); ver¬ binding met het Meppèlerdiep. K.P. — 0,68 m. + N.a.P. Waterstanden tot 0,60 m. 4- K.P. Sluisgeld per ton 2 ct.; de afvaart is vrij, als de schipper het bewijs kan vertoonen, dat hij bij de opvaart het sluisgeld betaald heeft. Voor punters en dergelijke vaartuigen is 10 ct. in het geheel te betalen; ledig de helft. Dag- en nachtschutting, uitgezonderd van 12—1 uur n.m. Beurtschepen hebben op werkdagen recht op voorschutting. Bij nachtschuttingen is een extra fooi voor | den wachter en knecht verschuldigd van f 1,—. 0,0 meppel (zie schetskaartje n°. 17). Los- en laadplaats langs alle grachten, j Kaaigeld: 3 ct. per ton en per 15 dagen de helft; voor j vaartuigen, waarin niet geladen of gelost wordt. Jaarabonnement. Vrijgesteld: vaartuigen, die zonder te laden ofte lossen, J niet langer dan 2 etmalen aan wal liggen. Behoudens bijzondere gevallen worden in de Gem. Meppel de bruggen van één uur na zonsondergang tot 1 één uur vóór zonsopgang (of van 1 Mei tot 31 Augustus I van zonsondergang tot zonsopgang) en des daags van } 12—1 uur n.m. niet geopend. 0,1 N. Verbinding met de Sluisgracht en de i gracht langs de Stoombootkade, Maat-1 443 Afstand in Ligging. K.M. uit het beginpunt. kade, Groote Oever, tot aan het Wold A-sluisje of Prlnsenschut, met zijtak van de Maatkade naar het Kerkplein, alwaar de vaart is afgedamd. Bevaarbaar voor schepen tot 150 ton en met 1,80 M. diepgang. Lengte tot aan het Wold A-sluisje 0,4 K.M.; 3 beweegb. bruggen; draaibrug aan de Brouwerstraat, wijd 5,76 M„ Bruggeld 10 ct. (beneden 50 tonnen de helft), Langebrug (dr.) wijd 5,80 M. Zelfde bruggeld. Ophaalbrug tusschen de Kruisstraat en de Molenstraat, wijd 4,20 M. Het Wold-A-slulsje is lang 27,20 M., breed 3,55 M., diep ongeveer 1,20 M. Geen sluisgeld. Even benoorden de sluis verdeelpunt der Oude Vaart (verderop Wold A), die westwaarts door het Mallegat vrij in het Oude Diep afstroomt. 0,3 j Nieuwe brug (oph.), voorheen Berebrug genaamd, in den weg naar Staphorst (6 K.M.), wijd 6,00 M. Bruggeld 10 ct,, beneden 50 ton de helft, i) 0,6 . Tipbrug (dr.), wijd 5,80 M. Bruggeld als boven. 0,6 N.W. Prinsengracht (0,1 K.M.)* verderop aan het Prinsenplein afgedamd. 0,8 Kuperusvonder (dr.) of Klaasseinenvonder. Gewoon bruggeld. 0,9 Trambrug (dr.) in den Drentsch-Frieschen locaalspoorweg. 0,9 Draaibrug in den Staatspoorweg; slui¬ tingstijd voor treinen komende van het station Meppel, 5 minuten vóór het vertrek van het station; voor andere treinen' i) Ver. der Gem. Meppel van 25 Juni 1919. 444 Afstand in ILigging. k.m. uit het beginpunt. 10 minuten vóór de aangekondigde komst.J) 1,0 Z. Spoorweghaven; lang 0,2 K.M. 2,4 Runtigerbrug (oph.) bij de Runt. Gewoon bruggeld. 3,9 Weteringbrug (oph,). Gewoon bruggeld. 5.2 Rogatsluis met dr. K.P. bovenpand = 2,70 M. -|- N. A. P. 5,4 Rogatbrug (oph.) bij Ro'gat in den weg naar Ruinerwold (3 K.M.) en de Wijk (2,5 K.M.). Gewoon bruggeld. 7,7 Wijkbrug, in den weg naar de Wijk (1,5 K.M.). Gewoon bruggeld. 8,0 N. Koekangerwijk, lang 2,5 K.M. (oph.), voor pramen en bokschuiten. 10,9 Stapelbrug (oph.). Gewoon bruggeld. 11.0 Ossesluis met dr. (of. Oshaarschutsluis). K.P. bovenpand = 4,79 M. -4- N. A. P. 11.1 Z. Veningschewijk. naar het Drogterveen voor schepen van 30 ton; schutsluis op 1,3 K.M. uit de Hoogeveenschevaart. Bevaarbaar tot aan de stuw (3 K.M.). 13,6 Moesbrug (oph.). 'Gewoon bruggeld. 14,8 Z.O. Jan-Derkswijk of Traanwijk naar het Steenberger Westerveld. Bevaarbaar tot aan de brug in den straatweg naar Keekenbosch voor schepen van 40 ton (2 K.M.). 15.2 Paar denvonder. Gewoon bruggeld. 16,5 N.W. Echtenerstroom of Oude Diep; alleen de monding over 0,2 K.M. bevaarbaar voor bokken. i) k. B. van 11 Sept. 1875 St.bl. n°. 169. 445 b' Afstand in Ligging. K.M. uitjiet E beginpunt. 16.7 Echtener schutsluis met dr. K.P. bovenpand 6,99 M. -4- N. A. P. 16.8 Echtenerbrug (oph.). Gewoon bruggeld. 18.9 Nieuwebrug (oph.). Gewoon bruggeld. 19,0 Nleuwebrugsluis; K.P. bovenpand = 9,17 M. -4- N.A.P. 21,0 Veeneschutsluis met dr.; K.P. bovenpand = 11,32 M. + N. A. P. Waterstanden tot 0,95 M. ~ K.P. 21,2 N. Griendtsveenkanaal (III), lang 1,2 K.M., breed 12 M., diep 2,0 M.; 2 oph., wijd 6 M. Met haven aan den Staatsspoorweg, in part. bezit. Tegen eene kleine vergoeding wordt het gebruik toegestaan. 21,5 Kistenbrugje (dr.). 21,8 Zuidwoldinger ophaalbrug. Gewoon bruggeld. 21,8 Z. Zuidwoldersloot of Slootsch Opgaande, naar het Zuiden; lang 9 K.M., bevaarbaar voor schepen tot 60 ton; vele zijwijken. Op 6,5 K.M. keersluisje, wijd 5,40 M., en oostelijke aftakking der Wijde Wijk, verderop Zuiderdiep genaamd (5 K.M.). Bezuiden het keersluisje heet de vaart Hoofddiep en is in beheer bij het Waterschap „Kerkenbovenveen". Aldaar is een vaartgeld te betalen van V2 ct. per ton, minstens 5 ct.; voor turfschepen speciaal tarief. 21,8 O. Hollandscheveldsch Opgaande (16), naar het Hollandsche Veld; met talrijke zijwijken. 21,8 Ombuiging naar het Noorden. 446 Afstand in Ligging.l K.m. uit het beginpunt. 21,8 Zuiderschebrug (oph.). 22.0 Westerdijksbrugje (dr.). 22,2 Thomasbrugje (dr.). 22.2 Hoogeveen. Voor het opendraaien van kleine bruggen in deze Gem. wordt 1 ct. betaald. Het geheele gebied Oostelijk en Zuidoostelijk van Hoogeveen is over meer dan 10 K.M. lengte met talrijke wijken doorsneden. 22.3 O. Krakeelsch Opgaande, met vele zij¬ wijken naar het Oosten; lang ruim 4 K.M.; dan splitsing in vele zijwijken. Bevaarbaar voor schepen van ong. 50 ton. 22.4 Noordschebrug (oph.). Gewoon bruggeld. 22,4 Trambrug (oph.). 22.6 Hugesbrugje (dr.). 22.7 Ombuiging naar het Oosten; vanhier af vele zijwijken. Be vaart wordt hier ook „Ufoordsch Opgaande" genoemd. 23,3 Korremorvonder (dr.). 24.1 N. Tiendewijk en het Achteromsche Op¬ gaande, noordwaarts, dan oostwaarts naar Achterom ; lang ruim 2,5 K.M.; vele zijwijken. Voor bokschuiten. 24,3 Twaalfde-wijkvonder (dr.). 25.2 Achttiende-wijkvonder (dr.). 25,7 Schoolvonder (dr.). 26.7 N. Hoofddiep, noordwaarts, lang 0,7 K.M.; dan afgedamd; 3 zijwijken. Voor bokschuiten. 26.8 Noordschesluis met oph. K.P. bovenpand = 12,95 M. -4- N. A. P. 447 Afstand in [Ligging.l ■ k.m. uit het beginpunt. 27.4 N. Wilhelminevaart; noordwaarts, lang 4 K.M., vele zijwijken. Voor grootere vaartuigen. 28.8 N. Middenraai (17), naar Nieuw--Utrecht (met schutsluis). 28.9 Draaibrug. 29,0 Trambrug (oph). 30.8 Grens tusschen de Gem. Hoogeveen en Oosterhesselen. 33,6 j Geesbrug (dr.). Gewoon bruggeld. 133,8 I Z. Zwinderschewijk, zuidwaarts'naar het Zwinderscheveld; lang 3,5 K.M.; vele zijwijken; bevaarbaar voor schepen als in de Hoogeveensche vaart. Afvaartsgeld 3 ct. per ton. 36,4 Zwinderschebrug (oph.), te Zwinderen. Gewoon bruggeld. 37.9 Driftbrug (oph.). 38,6 Dalerbrug (oph.). Gewoon bruggeld. 39.5 Oosterhesseler draaibrug (tram), in den weg van Dalen (5 K.M.) naar Oosterhesselen (2,5 K.M.) en Zweeloo (7 K.M.). 40,5 Hesselerbrug of Grevenbrug (oph.). fGewoon bruggeld. 42,7 N. Boksloot naar Klenke (2,5K.M.), weinig bevaren. 42,8 Klenkerbrug (oph.). Gewoon bruggeld. 44,3 Haarbrug (oph.), naar Sleen (5 K.M.) Gewoon bruggeld. 45,3 Ermerbrug of Hoolslooterbrug (oph.), in Iden weg naar Sleen en Noord- en ZuidbaTrge.46,2 Hoolbrug (oph.). Gewoon bruggeld. 448 Afstand in Ligging.l KM. uit liet beginpunt. 47.8 Berkhoutbrug of Kuiersbrug (oph.). Gewoon bruggeld. 49,1 Draaibrug in den Noord-Ooster Locaal- spoorweg nabij het station Nieuw-Amsterdam. Veenoord. 49,3 Veenbrug te Veenoord. Gewoon bruggeld. Grens tusschen de Gem. Sleen en Emmen. 50,1 Z. Stieltjeskanaal {Zijtak door 't Amsterdamsche Veld) (20). Van hieraf zijwijken door het Barger- Westerveen. Nieuw-Amsterdam. 50.1 Kerkbrug (dr.). 50.3 N. Marchiene-wijk; goed bevaarbaar. 51,0 Z. 1ste Zuid-raai, lang ong. 1,1 K.M., goed bevaarbaar. 51.9 Westerveenschebrug (oph.). 52,7 Z. 2de Zuid-raai, lang ong. 1,1 K.M., goed bevaarbaar. 52,7 N. Molenwijk, goed bevaarbaar. 53.5 Karifschutsluis met dr. K.P. bovenpand 14,45 M. -f N. A. P. 53.6 N. Veldhuizerwijk, goed bevaarbaar. 54.2 Z. 3de Zuid-raai, lang ong. 1,5 K.M., goed bevaarbaar. 54.4 Heemskerksluis met dr. K.P. bovenpand 16 M + N. A. P. 54.5 Erica. 54,5 N. Veenschapswijk, goed bevaarbaar. 54.5 Heemskerkbrug (dr.). Gewoon bruggeld. 55,0 Z. 4de Zuid-raai, lang ong. 1,5 K.M., goed bevaarbaar. 55.6 [ Ombuiging naar bet Noord-Oosten. 449 Afstand in ILigging. Of. uit bet beginpunt. 55.6 0. Wijk in de richting van de Hoogeveen- schevaart haar het Barger-Oosterveen, goed bevaarbaar. Op 2,4 K.M. bevindt zich een schutsluis; schutlengte ong. 30 M., wijdte 6 M., diepte 2,60 M. ■ Schutgeld 3 ct. per ton. 55.7 j Oosterveensche draaibrug. Gewoon bruggeld. 58.1 N.W. Oranjekanaal (13). 58.2 Draaibrug. 59,2 Dordtschebrug, Klazienaveen. Gewoon bruggeld. 59,9 Trambrug. 60,0 N. Scholtenskanaal (19), naar het TerApelkanaal [5].' 60.7 Z. Wijk, zuidwaarts door het Barger-Oosterveen. 60,7 i Smeulveensche draaibrug. Gewoon bruggeld. 61.7 I Draaibrug. 62,9 | Draaibrug bij het Rundiep; van hieraf zijwijken noordwaarts door het BargerOosterveen. 63,0 N. Kanaal door het Barger-Comvascum (18), naar het Ter Apelkanaal [5]. 63.6 ■ Z. Wijk nabij het Zwarte Meer. 63.8 N. Wn'k door het Barger Compascuum. 64.7 Duitsche grens; verbinding door het Schöninghsdorfkanaal op Duitsch gebied naar het Zuid-Noordkanaal; ongeveer 2,5 K.M. lang. Zie voor de voorschriften op Duitsch gebied bij [42]. 29 450 16. HOLLANDSCHEVELDSCHE- en ZUIDEROPGAANDE. (III) Van de Hoogeveenschevaart (15), oostwaarts en zuidwaarts door het Hollandsche Veld, bevaarbaar voor de meeste schepen, die de Hoogeveenschevaart bevaren. Lengte ongeveer 10 K.M. Breedte 13 M. Diepte ong. 1,50 M. K.P. == Peil van de Hoogeveenschevaart te Hoogeveen = 11,32 + N. A. P. Laagste standen tot hoogstens 1 M. lager. 10 beweegbare bruggen en vonders, wijd 5,30 M. Geen bruggeld; sluitingstijd 1 u. vóór zonsopgang tot 1 u. na. zonsondergang, en op Zondagen. Over de geheele lengte van het kanaal talrijke zijwijken, meest in oostelijke richting, lang 5 a 6 K.M. en meer, door het Hollandscheveld. In beheer bij de Drentsche-Kanalenmaatschappij. Van toepassing zijn de bepalingen voor de Hoogeveenschevaart (15). Afstandstabel. Afstand in ILigging. K.M. uit het beginpunt. 0,0 O. Hoogeveenschevaart (15) te Hoogeveen. 0,0—5,0 ! Hollandscheveldsche opgaande. 0,8 ] Ombuiging naar het Z.O. 2.7 I Ombuiging naar het O. 5,0 i Hollandsche Veld. In overweging is aanleg eener nieuwe vaart naar 't Noord scheschut. (Hoogeveenschevaart.) 5,0—9,8 Van hieraf buigt de hoofdvaart naar het zuiden om, Zuider Opgaande genaamd. O- Het Hollandscheveldsche Opgaande loopt als „Rechtuit", oostwaarts nog 5 KM. | door. 5.8 O. Oostopgaande (8 K.M.), naar het Zwinder! sche Veld. 9,8 Van hieraf splitsing in meerdere zijwijken, elk nog 2—3 K.M. lang, doorloopende tot op ongeveer 2 K.M. van de Lutterhoofdwijk. 451 17. MIDDENRAAI. (III) Van de Hoogeveenschevaart (15), 6 K.M. oostelijk Van Hoogeveen, noordwaarts; bevaarbaar voor schepen tot 100 ton, over ongeveer 5 K.M. -Slechts van belang voor Nieuweroord. Lengte ongeveer 5 K.M. Breedte ongeveer 8 M. Diepte ongeveer 1,40 M. onder K.P. = 13,95 M. -+- N. A. P. De vaart krijgt in droge tijden spoedig gebrek aan water. Schutsluis nabij de Hoogeveenschevaart, schutlengte ong. 25 M., wijd 5,00 M. Sluisgeld f 0,045 per ton, minstens f 0,10. 5 beweegbare bruggen, wijd ongeveer 5 M. Trekpad. Vele zijwijken. In beheer bij de Landmaatschappij Nieuweroord. Van toepassing zijn de bepalingen voor de Hoogeveenschevaart (15). Motorbooten niet toegelaten. 118. STADS-, EMMER- en BARGER-COMPASCUMKANAAL. (I—II) Van het Ter-Apelkanaal [5] aan de grens tusschen | Drenthe en Groningen tot de Verlengde HoogeveenscheI vaart, 1,70 K.M. westelijk van de Rijksgrens. Lengte 13,6 K.M. Breedte 13 M., vele wisselplaatsen aan de uitmondingen [ der plaatswij ken. Diepte ong. 1,80 M. De waterstanden zijn zelden meer dan 0,40 M. 4- K.P. I, kunnen echter nu en dan meer dan 0,60 M. 4- K.P. bedragen. 15 beweegbare bruggen; wijd 5,80 M. Bruggeld aan de I meeste bruggen f 0,05, 'snachts meestal dubbel; zelfde |tarief aan vele bruggen van zijwijken. Op het Stadscomj-pascumkanaal wordt aan 4 bruggen 10 ct. en aan eene p brug 2 ct. geheven. \ 3 schutsluizen. Vele zijwijken. Weg langs de Oostzijde van het kanaal. Gelegenheid te laden en te lossen over de geheele lengte. 452 In beheer over 3,3 K.M. bij de Gem. Groningen; over de volgende 3,4 K.M. bij de Naamlooze Vennootschap het Emmer-Compascum en verder zuidelijk bij het Waterschap Barger-Compascum. Van toepassing op het Stads-Compascumkanaal is het politiereglement voor de kanalen in eigendom en onder beheer en toezicht der Gem. Groningen; Pr.bl. van Drenthe n°. 1 van 1916. (Zie bij „Kielsterdiep" [4]), en het contract van 20 Februari 1875 nopens de doortrekking van het Stads- Ter-Apelkanaal naar het Emmer-Compascum. De grootst toegelaten diepte op dit kanaalvak is 1,55 M. Regeling der sluitingsuren in voorbereiding, wordt vermoedelijk als in de Prov. Groningen. Van toepassing op het Emmer-Compascumkanaal is het „Reglement van Politie voor de kanalen in het Waterschap het Emmer-Compascum" van 14 April 1920. Grootst toegelaten afmetingen op dit kanaal vlak: diepgang 1,70 M. of zooveel minder als de waterstand onder K.P. is; breedte 0,10 M. minder dan de doorvaartwijdten der bruggen en sluis. Stoom- en motorbooten behoeven vergunning. Aan de jaagpadzijde mogen schepen slechts ter lading en lossing stilliggen. Het kanaal is in 1921 tot aan de Hoogeveenschevaart geopend. Afstandstabel. Afstand in Ligging.l K.M. uit het beginpunt. 0,0 N. Ter-Apelkanaal [5], naar Groningen. 0,0 N. Provinciale grens; 1,5 K.M. zuidelijk van den mond van het Ruitenbroekkanaal [42]. 0,0—3,2 StaoZs-Compascumkanaal. 0,3 Draaibrug. 1,0 Draaibrug. 1,6 Draaibrug. 2,0 Ophaalbrug. 2.8 Draaivonder. 2.9 Trambrug. 3,2—6,6 | Emmer-Compascumkanaal. Afstand in ILigging.! k,m. uit het beginpunt. 3.8 Seholtenskanaal (19), naar het Westen, verbinding met de Hoogeveenschevaart. Emmer-Compascum. Van hieraf heet het kanaal ook Oosterdiep. 3.9 Draaibrug. 4.4 Schutsluis; schutlengte ruim 26 M., wijd I 6 M., diep ruim 2 M. K.P. noordelijk pand sê 12,31 M. -fN. A. P. a= Peil van het Ter-Apelkanaal. K.P. zuidelijk pand = 13,41 M. + N. A. P. Van hieraf wordt het kanaal ook Oosterdiep genaamd. Sluisgeld 1 ct. per ton, 's nachts dubbel. 4,9 . Draaivonder. 5.5 Draaivonder. 6,5 Draaivonder. 6,6—13,6 Borger-Compascumkanatt I. 5,9 Schutsluis; afmetingen als bij vorige sluis. Peil zuidelyk pand = 14,80 M. + N. A. P. Sluisgeld 2 ct. per ton. 7,9 O. Hoofdwijk in Veenplaats 17, naar het Zwartenberger Compascum. 11.5 Schutsluis; afmetingen als bij vorige sluis. Peil zuidelijk pand = Peil Hoogeveenschevaart = 16,00 M. -4- N. A. P. Sluisgeld 2 ct. per ton. 13.6 i Draaibrug. 13,6 Z. Hoogeveenschevaart (15), 2,5 K.M., oostelijk van het Scholtenskanaal. 19. SCHOLTENSKANAAL. (I) Van de verlengde Hoogeveenschevaart (15), te KlazienaiVEEn, door het Barger-Oosterveen, het Klazienaveen en het 453 454 Emmer-Erfscheidenveen naar het Stads-Cornpascumkanaal (8). Het kanaal is eigenlijk opeenvolgend genaamd: Hoofdwijk A, Seholtenskanaal, Willemsvaart, en verder Kanaal F., Kanaal D., Kanaal A. (Zie hieronder). Veenkanaal, ook voor doorgaand verkeer, met talrijke wijken en zijwijken. Lengte 12,5 K.M. Breedte 13 M. Diepte 2 M., behalve op het pand aansluitende aan de Hoogeveenschevaart, waar de diepte 2,50 M. bedraagt: met waterstanden die tot bijna 1 M. lager kunnen dalen doch bijna uitsluitend op het bovenpand. 12 beweegbare bruggen, wijd 6 M. 3 schutsluizen, elk lang 35 M., wijd 6 M., diep ong. 2,50 M. Vele zijwijken. Jaagpad. Geen bijzondere los- en laadplaatsen. In beheer tot K.M. 3,6 bij het Waterschap Barger-Oosterveen; van daar tot K.M. 7,6 bij de Naamlooze Vennootschap Klazienaveen; over de volgende 4,0 K.M. bij het Veenschap Emmer Erfscheidenveen en verder noordelijk bij het Waterschap Emmer-Compascuum. Geen bijzonder reglement. Geen voorgeschreven grootste afmetingen. Op Zon- en feestdagen, benevens des nachts van 1 uur na zonsondergang tot 1 uur vóór zonsopgang, worden de sluizen en bruggen niet geopend. Motorbooten slechts bij uitzondering toegelaten. Van K.M. 7,6 af noordwaarts bedraagt het bruggeld f 0,05; 's nachts dubbel. Aan de bruggen tot K.M. 7,6 bedraagt het bruggeld f 0,10 per brug, behalve op het zuidelijk pand (tot aan schutsluis n°. 1) f 0,05; en aan de draaivonders niets. Bruggeld aan vele bruggen over zijwijken meestal ongeveer even hoog. In de hoofdwijken van het Barger-Oosterveen wordt aan vele bruggen over de monden een verhoogd vaart- of bruggeld geheven tot f 0,50. ' 455 Afstandstabel. Afstand in Ligging.] K.M. uit het beginpunt. 0,0 Z. Verlengde Hoogeveenschevaart (15), 2 K.M. oostelijk van den mond van het Oranjekanaal (13). 0,0—3,6 Hoofdwijk A. 0,0 Draaibrug. 0,2 Draaivoetbrug te Klazienaveen. 0,5 W. Wijk. 0 6 Schutsluis n°. I. K.P. zuidelijk pand = 16,00 M. -4- N. A. P.; waterstanden tot 0,50 M. onder K.P.; K.P. noordelijk pand == 14,80 M. + N. A JP. Sluisgeld 1 cent per ton. 1.2 Draaivonder. ],8 W. Wijk. 2,0 Draaivonder. 2.8 Draaivonder. 3.3 Trambrug (oph.). 3.6 O. Wijk. 3.7 Schutsluis n°. II. K.P. noordelijk pand = 13,60 M. + N. A. P. Sluisgeld 2 ct. per ton. 3,6—6,0 Seholtenskanaal. 5,3 Draaibrug. 5.9 Schutsluis n°. III. K.P. noordelijk pand = 12,31 M. + N. A. P. Sluisgeld 2 ct. per ton. 6,0—7,6 Willemsvaart. 6.0 W. Ombuiging naar het Oosten. De Willemsvaart loopt •westelijk door. 6.8 ! Ombuiging naar het Noorden. 7,7 ! Draaibrug. 9,0 Draaibrug. 10,2 | W. Wijk A. 10,4 | | Draaibrug. 456' Afstand in {Ligging. k.m. uit het beginpunt. 10.4 Ombuiging naar het Oosten. W. Wijk B. 11.2 N. Wijk C, verderop zuidelijk Oude Schut¬ tingkanaal. 11.3 Draaibrug. 12,3 Z. Westerdiep, naar het Zuiden (1,7 K.M.); zijwijken. 12.5 Trambrug (dr.). Emmer-Compascum. 12,5 N.O. Stad-Compascumkancial (18). Z. Oosterdiep (18). 20. STIELTJESKANAAL. (II) Van de Binnengracht (23) te Coevorden tot de Verlengde Hoogeveenschevaart (15) bij Nieuw-Amsterdam. Het noordelijke gedeelte van het vaarwater (1,8 K.M.) tot aan de Hoofddommerswijk draagt den naam „Zijtak in het Amsterdamsche Veld". Lengte 11,9 K.M. Breedte van 13 M. tot en met 15 M. met verbreedingen. Diepte 2 M., uitgezonderd de Coevordergracht, die 1,60 M. diep is. De waterstanden kunnen tot 1 M. beneden peil dalen. 10 beweegbare bruggen, wijd 6 M. 2 schutsluizen. Jaagpad. In beheer: a. het gedeelte bij en in Coevorden bij de Gem. Coevorden en de Prov. Drenthe; b. het Stieltjeskanaal (K.M. 0,4—K.M.-10,1) bij de Stieltjes Kanaalmaatschappij; c. de zijtak in het Amsterdamsche Veld (K.M. 10,1— K.M. 11,9) bij de Drentsche Kanaalmaatschappij [zie Hoogeveenschevaart (15)] en de Drentsche Landontginningsmaatschappij, ieder voor een gedeelte. Van toepassing is op het Stieltjeskanaal, met alle daarop uitmondende wijken, het „Reglement van Politie voor 457 het Stieltjeskanaal met alle daartoe behooren.de werken, van 11 Juli 1899" met wijzigingen, benevens het „Algemeen Reglement van Polite voor rivieren en Rijkskanalen" in zooverre daarvan niet in eerstgenoemd reglement afgeweken wordt. De grootste toegelaten afmetingen der schepen zijn: lengte naar gelang der schutkolken; breedte 0,10 M. minder dan de doorvaartwijdte der kunstwerken; diepgang 1,45 M Beperking van diepgang wegens lage waterstanden, wordt door de brug- en sluiswachters bekend gemaakt. Op Zon- en Christelijke feestdagen blijven de bruggen en sluizen gesloten. Eveneens behoeven deze niet geopend te worden vanaf 1 uur na zonsondergang tot 1 uur vóór zonsopgang, echter nimmer 1ia 7 u. n.m. of vóór 5 u. v.m. tenzij op schriftelijken last van den voorzitter der Stieltjeskanaalmaatschappij. Recht op vóórschutting hebben, behalve de vaartuigen genoemd in art. 18 van het „Algemeen Reglement", ook die geladen met biezen, russchen en bijen. In tijden van waterbesparing moet nu en dan aan de schutsluizen -gewacht worden op aankomst van andere vaartuigen. Vaartuigen door mechanische kracht voortbewogen, mogen het kanaal slechts bevaren met vergunning van het bestuur. Aan de zijde, waar het meest gejaagd wordt, mogen geen vaartuigen ligplaats nemen, zonder vergunning van de kanaalbeambten, tenzij om te laden of te lossen. Voor den „Zijtak" gelden de voorschriften voor de Hoogeveenschevaart (15). Tarief: Aan elk der sluizen 3 ct. per ton bij opvaart alleen. Bij afvaart binnen 14 dagen geen afvaa'rtgeld. Bij afvaart alléén 1| ct. per ton. Bruggeld: 10 ct. voor vaartuigen grooter dan 40 ton; 6 ct. indien grooter dan 20 ton; 2ct. indien kleiner dan 20 ton. Dubbel vaart- en bruggeld van 1 u. na zonsondergang tot 1 u. vóór zonsopgang; tusschen 7 u. v.m. en 8 u. n.m. steeds enkel tarief. 458 Schepen, die van de Hoogeveensche vaart (15) komen, betalen 3 ct. per ton, die terugbetaald worden indien deze langs denzelfden weg binnen een bepaalden termijn terugkeeten en in het Amsterdamsche Veld of in het Schoonebekerveen zijn gelost of geladen. Afstandstabel. Afstand in Ligging.l K.M. uit het beginpunt. 0,0 Z. COEVORDEN. (Zie schetskaartje n». 19.) Binnengracht^) te Coevorden, 0,1 K.M. westelijk van het kanaal Coevorden— Alte Picardie. (24) 0,0—0,4 i Binnettgracht. 0,3 | N.W. Haven van Coevorden, lang ong. 300 M., I diep ruim 1.60 M. Havengeld, zie bl. 470. 0,4—10,1 Stieltjeskanaal. 1,3 ! N.W. Drostendiep of Stroom; bevaarbaar voor kleine vaartuigen tot de brug in den Noord Ooster Locaalspoorweg (6 K.M.) bij gunstigen waterstand. 3.0 Schutsluis n°. 1, met oph., in den weg naar Dalen (3 K.M.). Schutlengte ong. 40 M., wijdte 6 M., diepte 2 M. K.P. zuiderpand = 9,10 M. -f- N.A.P. = Peil der Stadsgrachten te Coevorden. K.P. noorderpand = 10,99 M. -f- N. A. P. 3,8 | Wisselplaats. 4,8 | Draaibrug n°. 1. 5,6 1 Voetbrug. 7,2 Draaibrug n°. 2. 8,8 Draaibrug. 9.1 I Schutsluis n°. 2. Schutlengte ong. 40 M., wijdte 6 M., diepte 2,30 M. I K.P. noordelijk pand = 12,95 M. = Peil I | van de Verlengde Hoogeveensche Vaart te Nieuw-Amsterdam. 9.2 I Wisselplaats. Z.O. I Kanaal A, in het Oud Schoonebeekerveen 459 Afstand in ILigging.] k.m. uit het , beginpunt. in beheer bij het veenschap „het Oud Schoonebeekerveen"; lang ruim 3,5 K.M. Bruggeld aan de brug over de invaart f 0.10 ;'s nachts | dubbel. 10.0 Wisselplaats. 10.1 Draaibrug bij La Paix. 10,1 O. Hoofd-Dommerswijk of Hoofdkanaal naar het Amsterdamsche Veld. Op ruim 2 K.M. uit den mond splitsing in 2 takken, resp. lang 1,3 K.M. en 4 K.M. In den zuidelijken tak op 1,2 K.M. uit het verdeelpunt schutsluis n°. 1. Sluisgeld U/z ct. per ton, 's nachts dubbel. Aan de bruggen ii en iii (zie overzichtskaart n°. 3) wordt een bruggeld geheven van 5 ct.; van 20—40 ton 3 ct.; beneden 20 ton 1 ct. 10,1-11,9 Zijtak in het Amsterdamscheveld. 10.8 Vonder. 11.9 | Trambrug (oph.). 11.9 N. Verlengde Hoogeveenschevaart (15), bij echtenstein. Nieuw-Amsterdam. 21. DEDEMS VA ART. (I—II) Van het Zwarte Water (37) bij Hasselt tot de Vecht (30) bij Ane nabij Gramsbebgen. Lengte 40,7 K.M. Breedte 10 M. tot 18 M. met enkele verbreedingen. Diepte ong. 1,80 M. tot de Lutterhoofdwijk; meer bovenwaarts ong. 1,60 M. Lagere standen dan 0,30 M. beneden K.P. zijn zeldzaam. 41 beweegbare bruggen; wijd meestal 6 M., minstens 5,50 M., boven de Lutterhoofdwijk bedraagt de minste wijdte 4,90 M. 8 schutsluizen. Jaagpad, uitgezonderd door Hasselt. Vanaf de Lutterhoofdwijk tot de sluis te Ane is het kanaal minder bevaren. 460 De vaart door Hasselt is in beheerbij de Gem. Hasselt. Van toepassing zijn de gemeentelijke politieverordening, de verordening regelende de heffing van kaai-, diep- en havengeld in de Gem. Hasselt1) en die op de heffing van sluis-, diep- en bruggelden. *) Het overige kanaaldeel is in beheer bij de provincie Overijssel. Op dit gedeelte is van toepassing het „Reglement voor de Dedemsvaart en daartoe behoorende zijtakken en wijken," 3) en het „Algemeen reglement van politie voor Rivieren en Rijkskanalen", voorzoover daarvan in eerstgenoemd reglement niet wordt afgeweken. Deze reglementen zijn eveneens geldig voor: 1°. de stuw in de Vecht te Ane; 2°. het Lichtmis kanaal; 3°. de Schotkamps wijk; 4°. het Ommerkanaal; 5°. de Lutterhoofdwijk tot de Drentsche grens; 6°. de daarmede in verbinding staande wijken, bokslooten en andere wateren. De grootste toegelaten afmetingen der vaartuigen bedragen : lengte naar gelang der schutkolken; J breedte 0,10 M. minder dan de doorvaartwijdten; diepgang 1,41 M.; beperking van diepgang wegens lage waterstanden wordt door de sluiswachters bekend gemaakt. Vaartuigen, ingericht om door mechanische beweegkracht te worden voortbewogen, worden niet toegelaten, tenzij met vergunning van G. St. Voor vaartuigen, die minder dan 4 reizen per jaar maken, kan de vergunning voor elke reis afzonderlijk worden verleend door den Hoofdingenieur van den Provincialen Waterstaat. Behoudens vergunning van G. St. of van den Hoofdingenieur van den Provincialen Waterstaat, worden geene schepen aan sluizen of bruggen doorgelaten: a. op Zondagen, alsmede op Nieuwjaarsdag, den tweeden j) Van 8 Augustus 1918. ') Van 20 September 1920. 3) Van 12 Januari 1899, PrM n°. 6 (met wijzigingen). 461 Paasch- en Pinksterdag, deiLHemelvaartsdag en den eersten en tweeden Kerstdag; b. op werkdagen van 1 Maart tot 15 November van 's avonds 7 uur tot 's morgens 6 uur; c. op werkdagen van 15 November tot 1 Maait van ^s avonds 6 uur tot 's morgens* 7 uur.2) In tijden van waterbesparing hebben de schepen eerst recht op schutting, nadat zij een half uur op de aankomst l van andere vaartuigen hebben gewacht. Aan de jaagpadzijde mogen geene schepen stilliggen zonder vergunning. Betreffende de tarieven op het provinciaal gedeelte is * van toepassing het Besluit van 27 Jan. 1920, Pr.bl. n°. 8. Geheven wordt alleen een doorvaartrecht van f 0,10 'per ton, te betalen bij invaart in oostelijke richting aan de Lichtmlsslnis en in westelijke richting aan de Coevordersluls (23); geene brug- of sluisgelden. Bij betaling van het vaartrecht ontvangt de schipper eene kaart, die hij bij de eerstvolgende schutting door een der beide genoemde sluizen voor de helft heeft terug te geven. Indien de schipper niet meer in het bezit is van de geheele kaart, heeft hij bij de schutting het volle f vaartgeld te voldoen. Abonnementen voor beurtschepen a f 5 per ton voor het loopende kalenderjaar. Afstandstabel. Afstand in ILigging.! K.M. uit het] beginpunt. 0,0 W. Zwarte Water (37) bij Hasselt. (zie schetskaartje n°. 18.) 0,0—0,5 Vaart door Hasselt; met los- en laad¬ plaatsen. Voor het gebruik van gem. wateren, kaden enz. heft de Gem. rochten: Diepgeld: voor elk geladen schip, dat ligplaats vindt binnen de Gem., beneden de 100 ton l/j ct. per ton; van 100—ÜOO ton 1 ct. per ton; grootere 2 ct. per ton. Vrij van dit diepgeld zijn schepen, waarvoor reeds gedurende dezelfde reis bij doorvaart door de Stadsgracht, diepgeld is betaald. i). Besluit van G. St. van 27 Jan. 1920, PrM. n°. 7. 462 Afstand in Ligging. K.M. uit het beginpunt. Kaaigeld: Voor elk schip, dat ligplaats vindt aan de gem. kaden enz. behalve aan de verhuurde of in erfpacht uitgegeven wateren in de Stadsgracht, 1 ct. per ton; schepen, die een gedeelte der lading aan kaden, l steigers enz. lossen of laden en daarna de schutsluis ! doorvaren i/2 ct. | Diepgeld voor geladen vaartuigen bij in- en bij uitvaart | iv2 ct. per ton; schepen, die bij het invaren betaald hebben en het vaarwater in de Gem. niet verlaten, zijn bij het uilvaren vrij van diepgeld. Indien gedurende dezelfde reis in de Gem. reeds diepgeld overeenkomstig de andere verordening is betaald, is slechts de helft verschuldigd. Havengeld: schepen boven 100 ton, die ligplaats vinden in '„de Beer", 1 ct. per ton laadvermogen. Schepen, die langer dan 30 opeenvolgende dagen ligplaats vinden, zijn het kaai-, diep- en havengeld opnieuw verschuldigd. Vrijgesteld zijn o.a. vaartuigen, die zonder te laden of te lossen of slechts tot inkoop voor eigen gebruik korter dan 6 uren, of die slechts des nachts of op een I Zondag in de Gem. vertoeven. 0,1 Schutsluis n<\ 1 nabij het Zwarte Water; I schutlengte 40 M., wijdte 6 M. Diepte be | nedenslagdrembel ong. 2,60 M. ~ N. A. P.; bovenslagdrempel 2,40 M. -f- N. A. P. M. R. ong. = N. A. P. Gemiddelde zomerstand van het bovenpand | = 0,02 M. 4- N. A. P.; winterstand iets hooger. I Sluisgeld 1 ct. per ton. Verlaatsbrug (oph.) over de sluis Bruggeld: schepen boven 25 ton f 0,05; andere f 0,025 j van 1 uur na zonsondergang tot 1 uur vóór zonsop gang dubbel. Geene schuttingen op Zondagen, tenzij om bijzondere redenen. „Zonnegeld" voor schuttingen van een uur na zonsondergang tot een uur voor zonsopgang f 0,20. 0,1 | Saven te Hasselt; breed 12 M. 0,3 i Havenbrug (oph.). J Geen bruggeld. 0,° Keppelbrug (oph.) Bruggeld als aan de Verlaatsbrug. ■ Sluitingstijd van één uur na zonsondergang tot een „ uur vóór zonsopgang en op alle Zondagen. u>° u- ! Stadsbinnengracht; doodloopend j vaarwater; diep 1,50 M.; los- en laadI plaatsen. 0,5 j De Pijper, tusschen de Stadsbinnen- en de Stadsbuitengracht. 463 Afstand in I Ligging. I 1'k.m. uit het s beginpunt. 0,5—0,7 i StaiUbuitengracht, breedte 25M. tot30M.; zuidwaarts doodloopende tak, diepl,50 M. I Toegang tot het Waterschap Hasselt en 10,6 N. Zwartsluis door schutsluisje voor pramen enz. JDedemsvaart. 0,7—40,7 Aanlegsteigers van de provincie; met 0,7 loods voor kostelooze bewaring van zeilen, kettingen enz. Boekweitenbrug (dr.) bij Boekweitenboer 2,1 Z. in den weg Hasselt—de Lichtmis. Lichtmiskanaal (31), bij de Lichtmis 8,0 naar de Overijsselsche Vecht. Schutsluis n°'. 2 met oph.; schutlengte 8,0 I 40 M., wijdte 6 M., diepte beneden-slag¬ drempel 1,60 M., boven-slagdrempel 2 M. j K.P. bovenpand = 1,41 M. -4- N. A. P. I Spoorweghaven; lengte 0,2K.M., breedte 10,1 N. 18 tot 20 M., diepte minstens 1,20 M. Toegang door draaibrug, wijdte 6 M. Draaibrug in den spoorweg Meppel— 10,1 Zwolle. Gesloten 10minuten voorde komst van een trein.2) De brug ligt in rangeerterrein en blijft dientengevolge zeer dikwijls gesloten. 10.1 Dedemsvaart—Rollecate; spoor- en tramstation. 10.2 Ophaalbrug in den tramweg Zwolle— Dedemsvaart. 11,9 Ophaalbrug bij Rollecate. 12,9 Schutsluis n°. 3 met oph.; schutlengte 40 M., wijdte 6 M., diepte 1,80 M. K.P. bovenpand = 2,89 M. -(- N. A P. De Hulst. 14,0 Ophaalbrug n°. 4, tegenover den Ommer- I dijk naar Nieuwleusen, (2 K.M.). 15.3 Draaibrug (Koeriersbrug). 16,3 | Draaibrug (Trambrug). i) K. B. van 11 Sept. 1875, St.bl. n°. 169, met wijzigingen 464 Afstand in Ligging.l K.m. uit het beginpunt. 17,7 Schutsluis n°. 4 met dr.; kolklengte 30 M.. wijdte 5,40 M., diepte 1,60 M. K.P. bovenpand — 4,33 M. -f N. A. P. Waterstanden tot 0,25 M. -f- K.P. 18,4 Draaibrug. 20,3 ■ Z. Zij vaart. 20,7 Schutsluis n°. 5 (Veenschut) met dr.; kolklengte 30 M., wijdte 5,50 M., diepte 1,80 M. K.P. bovenpand=6,12 M. -\- N. A .P. 2.1,6 Balkbrug (dr.), naar de Ommerschans (1,5 K.M.) en naar Oud-Aveeeest (2,5 K.M.). Aan weerszijden der brug balkstelling ter aangeving van den diepgang, waarmede mag worden gevaren. •21,7 Z. Vaart naar Veldzicht en Ommerschans 1,5 K.M. 22,1 N. Molenwijk (ruim 1 K.M.). 28,3 N.O. Sponturfwijk of Schotkampswijk langs Spontuefwijk en Stbooiendorp naar De Roest. Lang ruim 2 K.M., breed 7 M., diep ruim 1,00 M., 6 bruggen. Op 1,7 K.M. uit de Dedemsvaart bevindt zich de Schotkampssluls, schutlengte 15,5 M., wijd 3,05 M., diep 1.30 M. In beheer bij de prov. Ovijssel. Van toepassing zijn dezelfde reglementen enz. als op de Dedemsvaart. De grootst toegelaten diepgang is 0.20 M. minder dan de bodemdiepte onder K.P. 23,9 N.O. Kruizinga's wijk of Langewijk.Loopt I noordelijk op ongeveer 0,5 K.M. nagenoeg parallel aan de Dedemsvaart en mondt beneden sluis n°. 6 weder in de Hoofdvaart uit. Lengte 4,5 K.M., breedte 11 M. tot 15 M., diepte ong. 1,50 M., 6 bew. bruggen. Het verkeer door deze wijk is slechts van plaatselijk karakter. beginpunt. 465 Afstand in Ligging. KM. uit het beginpunt. Van hieraf tot voorbij de Lutter-Hoofdwijk talrijke zijwijken, de meeste in zuidoostelijke richting, lang tot 6 K.M. 24.1 Draaivonder. 24,9 Draaivonder. 25.2 Z. Ommerkanaal naar Ommen (22). 25.3 Draaibrug. 25,9 Draaibrug. Dedemsvaart (Avereest). Op dit gedeelte der vaart komen nog al eens ondiepten voor. 26.4 Draaibrug (bij de Markt). 26.4 Wisselplaats. 26.5 N. Kalk wijk, verbinding met Kruizinga's wijk; lengte 0,6 K.M., diepte 1,30 M. 26,5 Draaibrug. 27,1 Draaibrug. 27,3 Z. Van Royens Hoofdwijk; zuidwaarts, ruim 5 K.M.; met vele zijwijken oostwaarts. 27,5 Draaibrug. 27.7 Z.O. Saamswijk, zuidoostwaarts, 4 K.M 27.8 Draaibrug. 28.5 Draaibrug. 28,7 Z.0. Schutswijk, zuidoostwaarts, 5 K.M. 28,7 N.W. Ombuiging naar het N.W. 29.1 Ombuiging naar het Oosten. 29.2 W. Kruizinga's wijk; bovenmond. 29,2 Schutsluis n°. 6 met oph. in Rheeze; schutlengte 40 M., wijdte 6 M., diepte 1,80 M. K.P. bovenpand = 6,91 M. + N. A. P. 29.6 Draaibrug. 30,2 Draaivonder. 31,5 N. Ongelukswijk, naar Ongeluk; lengte 4 K.M. 30 466 Afstand in Ligging.; k.m. uit het beginpunt. 31,6 Ophaalbrug. 31,9 Schutsluis n°. 7 met oph.; schutlengte 40 M., wijdte 6 M., diepte 1,80 M. K.P. bovenpand = 7,80 M. -f N. A. P. 32.6 Draaibrug. 33.0 Draaivonder. 33.1 N. Lutterhoofdtoijk (23), naar Coevokden. Hoofdvaarweg voor de verbinding met Drenthe. Eikenoord. 38.7 Z. Modderwijk naar ■ Heemserveen (ruim 2 K.M.). 33.8 | Draaibrug in den straatweg naar Harden- berg (6 K.M.). 34,1 Draaivonder. 34.9 Draaivonder. 35,3 Draaivonder. 35,3 ' Lutten aan de Dedemsvaart. 36.3 i Draaivonder. 37,0 ] Ophaalbrug en keersluis; wijdte 4,90 M., diepte 1,65 M. 37.4 Wisselplaatsen. 39,4 Ophaalbrug. 40,4 Schutsluis n°. 8 met oph. bij Ane. Schutlengte ruim 30 M., wijdte 5,20 M., diepte 1.80 M. K.P. = 7,80 M. -f-N. A. P. De waterstanden kunnen tot meer dan 0,50 M. 4- K.P. dalen. Bij waterstand op de Vecht hooger dan 9,45 M. -4- A. P. wordt niet meer geschut. 40.8 N. Afwateringskanaal van het Coevorden- Vechtkanaal (25); lengte 3,9 K.M.; nabij den bovenmond in het Coevorden-Vechtkanaal bevindt zich een niet passeerbare stoneyschuif; slechts kleine vaartuigen (bokken en punten) toegelaten. 40.9 Vecht (30), westelijk van Gramsbergen. 467 22. AFWATERINGS- en SCHEEPVAARTKANAAL naar OMMEN. (III) Van de Dedemsvaart (21) zuidwaarts naar Ommen. Lengte 10 K.M. Breedte van 8 M.—11 M. Diepte 1,20 M.—1,60 M. 10 beweegbare bruggen en vonders; wijd 5,25 M. Geen schutsluizen. K.P. = 6,12 M. -|- N. A. P. = P. van het 5de pand der Dedemsvaart. In beheer bij de Prov. Overijssel. Van toepassing zijn dezelfde bepalingen als voor de Dedemsvaart. De grootste toegelaten diepgang is echter op 0,20 M. minder dan de bodemdiepte onder K.P. bepaald. Afstandstabel. Afstand in Ligging. ï.m. uit het beginpunt. 0,0 N. Dedemsvaart, ruim 1 K.M. beneden de Kalkwijk te Dedemsvaart. Over de eerste 4 K.M. verbinding met vele zijwijken naar het Westen. Van K.M. 0—K.M. 2, 6 draaivonders. 2.1 Draaibrug. 4,4 Draaibrug. 9.2 Draaibrug. 9,9 Havenkolk te Ommen. j Ommen; weg van Ommen naar Harden- I berg. ' v 23. LÜTTERHOOFDWLJK. (I) Van de Dedemsvaart (21) bij Eikenoord, ruim 1 K.M. boven schutsluis n°. 7, in noord-oostelijke richting tot aan het kanaal Coevorden-Alte Picardie (24) te Coevorden. Lengte 16 K.M. Breedte Lutterhoofdwijk 18 M. Stadswateren te Coevorden (zie hieronder). Diepte ong. 1,80 M. 468 14 beweegbare bruggen; wijd minstens 6 M. 2 schutsluizen. Jaagpad. In beheer bij de Prov. Overijssel. Van toepassing zijn op het gedeelte in Overijssel het reglement voor de Dedemsvaart enz. (21); op het gedeelte in Drenthe het voor dit vaarwater vastgestelde „Reglement van politie" van 12 Juli 1898, Pr.bl. n° 35, met wijzigingen, dat ook op de Coevordergracht toepasselijk is, voor zoover deze de verbinding tusschen de Lutterhoofdwijk en het kanaal Coevorden—Alte Picardie vormt; op beide gedeelten: het „Alg. Reglement van politie voor rivieren en Rijkskanalen" (zie bl. 13), in zoo verre niet uitdrukkelijk het tegendeel is aangegeven, en het „Reglement op de heffingen op de Dedemsvaart en aanhoorigheden"; zie (21). De grootste geoorloofde afmetingen op het kanaaldeel in Overijssel zijn dezelfde als voor de Dedemsvaart vastgesteld; in de Prov. Drenthe eveneens wat diepgang en breedte betreft, lengte met roer in geopenden stand van de sluis in den Trageldijk 43,30 M. en bij gesloten stand dezer sluis 32 M. Beperking van den diepgang tengevolge van lagen waterstand wordt ook in Drenthe door de sluis- en brugwachter bekend gemaakt. Op het geheele kanaaldeel worden vaartuigen, door mechanische kracht voortbewogen, niet toegelaten, tenzij met vergunning als bij de Dedemsvaart omschreven (21). Behoudens door G. St. van Overijssel of door den Hoofdingenieur van ^den Provincialen Waterstaat in Overijssel te verleenen ontheffing, blijven de sluizen en bruggen gesloten: a. op Zondagen en Christelijke feestdagen; b. op werkdagen van 1 Maart tot 15 November van 7 uur n.m. tot 6 uur v.m.; c. op werkdagen van 15 November tot 1 Maait; van 6 uur n.m. tot 7 uur v.m. Waar zich het spoor van den stoomtram langs de Lutterhoofdwijk bevindt tusschen den kunstweg en het jaagpad moeten schippers bij het naderen van een trein 469 de lijn laten vallen en zich met hunne paarden op den kunstweg begeven tot de trein voorbij is gegaan. Bij nachtvaart zal de schipper de betreffende wachters aan brug of sluis moe'ten wekken. Afstand in ILigging.l k.m. uit het beginpunt. 0,0 Z. Dedemsvaart (21). 0,0 Ophaalbrug voor gewoon - en tramverkeer. 2,2 | Schutsluis te Slagharen; schutlengte 40 M., wijdte 6 M., diepte 1,80 M. K.P. zuidelijk pand = 7,82 M. + N. A. P. = Peil van het 7de pand van de Dedemsvaart. K.P. noordelijk pand = 9,10 M. -f- N. A. P. Beneden de sluis komen standen tot 0,25 M. 4- K.P., boven de sluis tot 0,70 M. -f- K.P. voor. Slagharen. 2,4 Slagharensche brug (oph.) 3,2 Draaivonder. 3,2 N. Schuinesloot, lang 4 K.M.; door de Oosterslagen; vele zijwijken. 4,4 Draaivonder. 6,2 Draaivonder. De Krim. 7,1 ' Draaibrug n°. 1. 7,9 Draaibrug n°. 2. 8,7 Draaibrug n°. 3. 9,0 Draaivonder. 10,0 Draaivonder nabij de Dommerswijk. 10,6 Draaivonder. 11,0 De Scheere. 11.3 Grens tusschen Drenthe en Overijssel. 12.4 Draaibrug n°. 4. 13.5 Draaibrug n°. 5. Afstandstabel. 470 Afstand in Ligging. K.M. uit het beginpunt. 14,5 Ophaalbrug n°. 3 iyoor gewoon en tram¬ verkeer). 15.0 Schutsluis, Coevordensche of Trageldij ksluis; schutlengte 32 M., wijdte 5,50 M., diepte 1,70 M.- K.P. bovenpand = 9,10 + N. A. P. Waterstanden tot 0,70 M. 4- K.P. De sluis staat meestal open; keert naar de Coevordergrachten. ' Doorvaartrecht 0,10 per ton. 15.1 N. Buitengracht te Coevorden. 15,1 coevorden. (Zie schetskaartje n°. 19.) Havengeld per vaartuig beneden 4 ton vrij; tot en met 15 ton f 0,10; daarboven 0,30. Liggeld bij langer gebruik dan 24 uren van haven of kade tot 4 ton vrij, tot en met 15 ton f 0,10; daarboven f 0,20, geldig voor 14 dagen. Schepen, welke minstens) 2 maal per week te Coevorden komen, betalen 2/3. i> 15,1-15,3 Buitengracht; breed van 30 M. tot 45 M., diep 1,90 M. (gebaggerd in 1920). 15,3 I Z. Kleine Vecht, doodloopend. 15.3- 15,41 VerbinMngskanaal tusschen de Buiten- en de Binnengracht; breed van 16 M. tot 18 M. 15.4- 16,0 Binnengracht; breed van 80 M. tot 40 M. 15,5 Draaibrug in den spoorweg Coevorden— Zwolle. Geen offlcieele sluitingstijd. 15,8 Z. Coevorden-Vecht kanaal (25); verbinding met de Vecht en de Dedemsvaart bij Ane en met het Overijsselschekanaal (27). 16,0 Draaibrug in den weg Coevorden— Eschebrügge van de Gem. Coevorden. j) Ver. van de Gom. Coevorden van 15 Mei 1900. 471 Afstand in ILigging.) K.M. uit het beginpunt. Bruggeld: voor vaartuigen van 4 tot en met 30 ton f 0,10; van 31 tot 50 ton f 0,20; van 51 ton en hooger f 0,80; dubbel geld tusschen 1 uur na zonsondergang en 1 uur vóór zonsopgang, echter tusschen 7 u. v.m. en 8 u. n.m. steeds enkel bruggeld, i) Gesloten van 8,30 u. v.m.—9 u. v.m., 11,55 u. v.m.— 12^0 u. n.m. en van 8,50 u. n.m.—4,15 u. n.m., benevens van 7 u. n.m.—6 u. v.m. (in November, December én Januari van 6 u. n.m.—7 u. v.m.). 16.1 N. Binnengracht, noordwaarts; verbinding met het Stieltjeskanaal (20). 16,1-16,2 Buitengracht. 16.2 Z. Kanaal Coevorden—Alte Picardie (24). 24. KANAAL COEVORDEN—ALTE PICARDIE. (IV) Van de Buitengracht (23) te Coevobden tot de Duitsche grens. Op Duitsch gebied loopt het kanaal nog 23 K.M. door tot het Zuid-Noordkanaal. . Lengte ruim 2 K.M. Breedte 14 M. Diepte ong. 1,70 M. onder K.P. = 9,10 M. -4- N.A.P. 1 draaibrug; wijd 6 M. Geen schutsluizen. In beheer bij de Prov. Overijssel. Van toepassing is dezelfde regeling als voor het Drentsche gedeelte der Lutterhoofdwijk (23). Rechten worden niet geneven. Op het kanaalvak in Duitschland bestaat dezelfde regeling als op het Ruitenbroekkanaal [42], met dien verstande, dat de grootste toegelaten diepgang 1,20 M. bedraagt. J) Ver. der Gem. Coevorden van 17 December 1918. 472 Afstandstabel. Afstand in Ligging. K.M. uit het | beginpunt. 0,0 N. Buitengracht (23) te Coevorden, 0,3 K.M. oostelijk van de dr. in den weg van Coevorden naar EsCHEBRÜGGE. (Zie schetskaartje n°. 19.) Het oostelijk deel der Buitengracht loopt dood, is over ruim 100 M. lengte opkanaaldiepte gebracht. 0,2 Draaibrug in den weg van Coevorden naar Schoonebeek. Bruggeld tot 25 ton IJ/2 ct., daarboven 2Vs ct. 2,0 Nabij de uitmonding van het Schoonbeker- diep ontstaat wel eens verondieping. 2,2 Z.O. Grens tusschen Nederlanden Duitschland. Voortzetting van het kanaal op Duitsch gebied. Zeer weinig verkeer over de grens. 25. COEVORDEN-V ECHTKANAAL. (III) Ook COEVORDERKANAAL genoemd. Van de Coevordergracht (23) nabij de ophaalbrug bij de Aardappelmeelfabriek naar de Vecht (30) te Haandrik, tegenover den mond van het Overijsselschkanaal (28). Ook Coevorderkanaal genaamd. Lengte 5,0 K.M. Breedte 18,0 M. Diepte 1,80 M.; op het benedenpand 2,10 M. Waterstanden tot 0,70 M. ben. K.P. op het bovenpand en tot 1,25 M. ben. K.P. op het Vechtpand kunnen voorkomen. 5 beweegbare bruggen, wijd 6,00 M. 1 schutsluis. Jaagpad. In beheer bij de Prov. Overijssel. Van toepassing op het geheele kanaal is het Reglement van Politie voor het Coevorderkanaal, met al de daartoe 473 behoorende werken benevens het Algemeen Reglement van politie voor rivieren en Rijkskanalen, voor zoover daarvan bij eerstgenoemd reglement niet is afgeweken. De grootste toegelaten afmetingen voör vaartuigen zijn: Lengte met roer 40 M. Breedte 5,90 M. Diepgang 1,45 M. Beperking van den diepgang wordt door de sluis- en brugwachters bekend gemaakt. Voor stoomvaartuigen geldt dezelfde beperking als op de Dedemsvaart. Op Zondagen worden sluizen en bruggen niet geopend, tenzij met schriftelijke vergunning van den Opzichter; bij nachtvaarten is de betreffende sluis- of brugwachter te wekken. Stilliggen aan de jaagpadzijde is zonder vergunning, tenzij voor lossen en laden, verboden. Bruggeld voor het openen aan elke brug: voor vaartuigen grooter dan 50 ton 3 ct.; voor vaartuigen van 26 tot 50 ton 2 ct.; voor kleinere vaartuigen 1 ct.; verdubbeling van tarief als bij de sluis te K.M. 4,4. s) Afstandstabel. « Afstand in Ligging.] k.m. uit het beginpunt. 0,0 N. coevorden. (Zie schetskaartje n°. 19.) Coevordergracht (23). 0,0 Ophaalbrug. 0,3 Draaibrug in den spoorweg naar Neuen- haus. 2,7 Ophaalbrug. t3,6 Ophaalbrug. 4,0 W. Afwateringskanaal naar de Vecht bij Ane, beneden Gramsbergen, Stoneyschuif aan I de invaart; niet invaarbaar. i) Volgens gemeensch. b. der St. v. Overijssel en Drenthe, van 5 en 9 November 1897, met wijzigingen. ") Pr.bl. n°. 92 van 1906. 474 Afstand in Ligging. K.M. uit het beginpunt. 4,4 Keer- en schutsluis; schutkolklengte 47 M., wijdte 7,00 M., diepte 1,70 M., van den bovenslagdorpel 2,20 M. K.P. voor beide panden 9,10 M. -j- N. A. P. De sluis wordt eerst gesloten als het water op de Vecht boven of beneden K.P. staat. Als de waterstand op de Vecht hooger is dan 10,20 M. -+- N. A. P., of op het kanaal hooger dan 9,95 M. 4- N. A. P., wordt niet meer geschut. Sluisgeld voor geladen vaartuigen 3 ct. per ton: voorledige vaartuigen U/j ct. per ton. Dubbel tarief voor den tijd van 1/2 uur na zonsondergang tot 1/2 uur vóór zonsopgang, met dien Verstande, dat van 8 uur 's avonds tot 7 uur 's morgens steeds enkel tarief geldt. 4i6 Verbreeding, lang 85 M. 4-9 Ophaalbrug nabij de stopplaats Haandrik. 5>° j Vecht (30), bij het Overijsselsch- kanaal (27) 100 M. boven de draaibrug in den Noord-Oosterlocaalspoorweg. j Bij de uitmonding ontstaat wel eens verondieping. 26. OVERIJSSELSCHE KANAAL. (II) le en 2e Sectie. Hoofdkanaal van af de stadsgracht te Zwolle naar de haven te Almelo. Lengte 49 K.M. . Breedte 12 M. tot 15 M.; met wisselplaatsen op 1—2 K.M. afstand. De gekanaliseerde Nieuwe Wetering en Hegge, in zooverre met het kanaal samenvallende, zijn breeden Diepte ong. 1,60 M. tot 1,70 M. onder K.P. Waterstanden tot 0,90 M. onder K.P. kunnen voorkomen, vooral boven sluis n°. V (K.M. 35). 475 24 beweegbare bruggen; wijd minstens 6 M. De schutkolklengten van alle 6 sluizen bedragen 40 M., de wijdten 6 M., de diepten van 1,70 M. tot 2 M. onder K.P. Jaagpad. De inhoud der grootste schepen, die het kanaal kunnen bevaren, bedraagt ongeveer 200 tonnen. In beheer bij de Overijsselsche Kanalisatiemaatschappij. Van toepassing is het „Reglement voor de kanalen en daartoe behoorende werken der Overijsselsche Kanalisatiemaatschappij". x) Grootste toegelaten afmetingen der vaartuigen: lengte 35,37 M.; breedte 0,10 M. minder dan de wijdte der door te varen kunstwerken; maximum 5,90 M.; diepgang minstens 0,185 M. minder dan de aanwezige werkelijke waterdiepte; maximum 1,41 M. Veelal kunnen feitelijk slechts schepen breed 5,70 M. tot 5,80 M. de kunstwerken passeeren en is de diepgang waarmede gevaren kan worden dikwijls minder dan 1,40 M. Vooral de toestand van het bovenste pand (Vriezenveen— Almelo) laat te wenschen over. Het onderhoudsbaggerwerk geschiedt overigens tot 1,80 M. 4- K.P. Door mechanische kracht voortbewogen vaartuigen behoeven vergunning en regeling der toe te laten snelheid door den Raad van Administratie der Maatschappij onder goedkeuring van G. St. De grootst toegelaten snelheid bedraagt 110 M. in de minuut. Op de vaartuigen moet duidelijk leesbaar de naam van het vaartuig en van den eigenaar of schipper zijn aangebracht. Tenzij tot lading en lossing mogen de vaartuigen, behalve in de uitwijkplaatsen niet stilliggen. Evenmin mag een vaartuig binnen 50 M. van een brug of sluis worden gelegd. Indien twee vaartuigen elkander niet kunnen passeeren, moet het opvarende naar eene wisselplaats terugkeeren, om het afkomende te laten voorbijvaren. i) K. B. van 3 December 1902 n°. 17. 476 Bij nacht zullen de schippers, die eene sluis of brug willen doorvaren, de wachters moeten wekken. In tijden van waterschaarschte hebben de schippers aan de sluizen geen doorvaartrecht dan nadat zij een uur op het aankomen van andere vaartuigen gewacht hebben. Recht op voorschutting hebben vaartuigen in dienst van het Rijk of de provincie, of die met ontplofbare stoffen geladen zijn, de door mechanische kracht voortbewogen vaartuigen en beurtschepen. Op Zon- en Christelijke feestdagen is de vaart op de kanalen verboden, tenzij met bijzondere vergunning 2 maal 24 uren te voren bij den Hoofdopzichter aan te vragen. De vaart-, brug- en stuwgelden bedragen in dat geval het dubbele. Het tarief op de heffingen J) regelt vaart-, brug-, stapel-, haven-, stuw- en pontgelden. Vaartgeld te betalen aan 4 sluizen en aan 1 brug, als opgegeven in de afstandstabel, bedraagt: 2i ct. per ton voor ledige of met mest geladen vaartuigen; 5 „ „ r „ geladen vaartuigen. 6 „ „ „ „ vaartuigen geladen met turf of ijzererts. Bovendien aan de sluizen n°. 2 te Dalmsholte (K.M. 14,6) en n°. 5 (K.M. 35,3) respectievelijk 1| ct., 2| ct. en 3 ct. •-Dubbel tarief van i uur na zonsondergang tot ± uur vóór zonsopgang; in geen geval echter vóór 8 uur n.m. en na 7 uur v.m. Vaartuigen, welke het kanaal te Haandeik (27), Deventer (28) of Zwolle binnenvaren en na rechtstreeksche doorvaart op een dezer punten verlaten, zullen tegen afgifte van bewijs van invaart en onafgebroken doorvaart aan dé laatste sluis eene restitutie ontvangen van f 0,18 per ton indien geladen en van f 0,09 per ton indien ongeladen. Wordt door de vaartuigen, die rechtstreeks doorvaren, niet de Pothoofdsluis te Deventer, doch wel de Snlppellngsluls gebruikt, dan wordt de restitutie tot f 0,15 en f 0,07| per ton verminderd. Bewijzen van in- en rechtstreeksche doorvaart worden door den wachter der eerst doorgevaren sluis afgegeven. 1 i) K. B. van 15 Dec. 1920, n°. 38. 477 Deze bewijzen gelden: voor de reis Zwolle—Haandrik gedurende 5 maal 24 uur; „ „ „ Zwolle —Deventer „ 4 maal 24 uur; „ „ „ Deventer—Haandrik „ 6 maal 24 uur; Zondagen worden niet medegerekend. Bruggeld, te betalen aan elk der bruggen, behalve aan de spoorwegbruggen, de vlotbrug aan het „Sepaiatiepunt" 6n de Schoenkuipenbrug te Zwolle (zie hieronder): 3 ct. voor vaartuigen kleiner dan 25 ton; 4 „ „ „ van 25 tot 50 ton; 5 „ „ „ grooter dan 50 ton. Vaartuigen beneden 2 ton, aan grootere vaartuigen vastgehecht, zijn vrijgesteld. Verdubbeling van het tarief zooals aangegeven bij het vaartgel d. Stapelgeld op gronden der Maatschappij wordt, behoudens mededeeling aan den naastbij wonenden haven-, brug- of ' sluismeester en bij navolging van diens aanwijzingen, gedurende ééne week niet geheven; verder 2 ct. per week per M2. Uitgezonderd is het terrein bij brug n0. 18 te Almelo (zie aldaar hieronder). Voor het havengeld en het stuwgeld zie hieronder. Afstand in ILigging.l K.M. uit het beginpunt. 0,0 W. Stadsgracht (33) te Zwolle; verbinding westwaarts door de Thorbeckegraeht met het Zwarte Water (37) en de Willemsvaart (34). 0,0—7,0 Nieuwe Wetering. r0,0 Schoenkuipenbrug (dr.), wijd 7,90 M. Bruggeld 10 ct.; zompen 5 ct. 0,3 N.O. Nieuwe Vecht of Binnen Vecht (32) naar de Vecht en het Lichtmiskanaal (31). 2,3 Kraanbrug in den spoorweg naar Meppel. Sluiting 15 minuten vóór aankondiging van een trein. *) Afstandstabel. i) K.B. ran 11 Sept. 1875, StM. n°. 169. «478 Afstand in ILigging. E.H. uit het beginpunt. 2,9 Z. Soestwetering. Bevaarbaar in den winter voor kleine zompen zonder bovenlast en met bokschuiten van ongeveer 10 ton, tot in de Gem. Wijhe. Op ongeveer 2£ K.M. uit den benedenmond, uitmonding (westelijk) der Zandwetering, die tot aan de Bakkersbrug bij Windesheim (3 K.M.) bevaarbaar is. Op 0,6 K.M. uit de Soestwetering bevindt zich bij het café de Hollewand eene gem. los- en laadplaats. 4,4 Hoevenbrug (oph.). Los- en laadplaats der Gem. Zwollerkerspel. 6,9 Linthorsterbrug (dr.). 7.0 Van hieraf loopt het kanaal oostwaarts^ het bed der Nieuwe Wetering zuidwaarts. De Nieuwe Wetering is in den winter nog tot aan den weg van Zuthem naar Heino (1,5 K.M.) bevaarbaar voor dezelfde vaartuigjes als de Soestwetering en in de Gem. Wijhe nog voor platte schuiten en zandbakken. 7.1 Schutsluis n°. 1 te Linthorst. Het benedenpand is in open verbinding met het Zwarte Water. Gemiddelde stand ; te Zwolle — 0,07 M. + N. A. P. K.P. bovenpand == 2,04 M. + N. A. P. met standen tot 0,90 M. -f- K.P. De bovenslagdrempel ligt 2,60 M. -4- K.P. Vaartgeld (zie boven). 9,4 Qanzepannenbrug (dr.), in den weg van | Raalte naar Zwolle. Tusschen de handwijzers dezer brug mag j wel gejaagd, doch nimmer gezeild of! gestoomd worden. ■ 10,5 Bolderbrug (oph.). 12,3 Kluinhaarsbriig (oph.) in den weg van i Heino naar Dalfsen. 479 Afstandin Ligging.l k.m. uit het beginpunt. 14.6 Schutsluis n°. 2 in Dalmsholte; diep 1,80 M. K.P. bovenpand = 4,05 M. -4- N. A. P. Vaartgeld (zie boven). 16,4 Eaalterbrug (vl. br.). 17.7 Schutsluis n°. 3 te Dalmsholte, diep 1,70 M. K.P. bovenpand = 5,59 M. 4- N.A.P. Vaartgeld als bij sluis n°. 1. 18.8 Z. Overijsselschkanaal. zijtak van Leme- tlebveld naar Deventer (20). 19,1 Draaibrug in den spoorweg van Deventer naar Ommen. *) Lemelerveld. 19,2 Ophaalbrug in den weg van Raalte naar VlLSTEEEN. 20.4 Ophaalbrug n°. 7 bij Heidepaek. 22.9 Vlotbrug n°. 8 in den Lemelerweg naar Ommen. Vaartgeld als bij sluis n°. 1. 26,0 Ophaalbrug bij Hankate. 26.5 N.W. Regge; stuw op 0,1 K.M. uit het kanaal. Stu wgeld: f 1, wanneer het water beneden de stuw lagei dan 5,59 m. + n. A. p., doch niet lager dan 5,84 m. + n.a.p. is gedaald, f3. wanneer het water beneden de stuw lager dan 5,34 m. + n.A.p. doch niet lager dan 5,14 vi. + n. A. p. is gedaald. Bij een waterstand beneden de stuw lager dan 5,14 + n. A. p., wordt de stuw niet meer geopend. Wanneer dé stuw open staat, is geen recht verschuldigd. rBeneden de stuw is de Regge alleen bij zeer hoogen waterstand bevaarbaar tot de Vecht beneden Ommen, of over ongeveer 13 K.M. met 3 oph. en 1 dr. in den spoorweg van Zwolle naar Ommen. In den regel wordt de spooibrug alleen op verzoek geopend. Geen dagsein. *) 2 in Dalmsholte; diep = 4,05 M. + N. A. P. Dalmsholte, diep 4- N.A.P. I i) k.b. van 21 Juli 1911 n°. 258, ter beveiliging van de spoorbrug. ') k. b. van 14 Juli 1904 StM. n°. 143, met wijziging van 5 Mei 1919, StM n°. 256, ter beveiliging van de spoorbrug. 480 Afstand in ILigging. K.m. uit het beginpunt. 26,5-27,3 Gekanaliseerde Hegge. 27.2 Pontveer te Egede. 27.3 Z. Regge. Bezuiden het kanaal is de Regge in den regel nog tot Nijveedal of over ongeveer 12 K.M. bevaarbaar voor, vaartuigen tot 30 ton; 3 oph. en 1 dr. in den spoorweg Zwolle—Almelo. *) Op 8 K.M. uit het Overijsselsen kanaal ligt 1 K.M W. Hellendooen. Boven Nijveedal bevinden zich tot Russen nog 2 ophaalbruggen en bij Russen (7 K.M. boven Nijveedal) nog een draaibrug in den locaalspoorweg Deventer— Almelo. !) De Regge is in beheer bij het waterschap „de Regge". De bruggen over de Eegge in Ambt Ommen (Nieuwe brug 3 K.M. Z. van Ommen) bij Nijverdal en bij Eijssen zijn Eijksbruggen, "welke van Zaterdag 1 uur na zonsondergang tot Maandag 1 uur na zonsopgang en op Christeüjke feestdagen gesloten blijven, tenzij met bijzondere vergunning van den Hoofdingenieur-Directeur te Zwolle. 27,5 Schutsluis n°. 4 met oph. bij Egede, diep 1,70 M. K.P. bovenpand = 7,37 M. -f- N. A. P. Vaartgeld als bij sluis n°. 1. 29,0 Kempersbrug (vl. br.) in den weg van Maele (1 K.M.) naar den Ham (4 K.M.). 30,8 Kruimersbrug (vl. br.). 32.8 Dalvoorderbrug (oph.) in den weg van Daaele (1,5 K.M.) naar den Ham (3 K.M.). 34,3 Twistbrug (vl. br.). 35,3 Schutsluis n°. 5, diep 1,95 M. K.P. bovenpand = 9.10 M. 4- N. A. P. = ' stuwpeil te Haandrik. Vaartgeld als bij sluis n°. 2. 35.9 Draaibrug in den spoorweg van Almelo j naar Mariënberg. •) K. B. van 27 Dec. 1880 StM. n°. 234, ter beveiliging van de spoorbrug. 481 . Afstand in ILigging. k.m. uit het -beginpunt. 36,0 N. Haven te Vroomshoop naast-den spoor weg. Havengeld 4 ct. per ton en per 5 dagen. 36,2 Separatiepunt. Ombuiging naar het zuiden bij de Punt (bezuiden Vroomshoop. Havengeld als te Almelo. N. Voortzetting noordwaarts van den zijtak naar Haandrik (27). 36,2 Vlotbrug bij het Separatiepunt. Geen bruggeld. 36,8 N.O. Kalkwijk (3 K.M.) met vele zijwijken. 37.4 Ophaalbrug in het Daarlerveen. 37,6 N.O. Webbinkswij k. 37.8 N.O. Vriezenveensche wijk. 41.9 Haven te Vriezenveen. Havengeld als te Almelo. 42.0 Schutsluis n°. 6 met oph. te Vriezenveen, diep 1,80 M. K.P. bovenpand = 9,10 M. 4- N. A. P. z= K.P. benedenpand. De sluis wordt eerst gesloten bij stijging van den waterspiegel boven K.P. Vaartgeld als voor sluis n°. 1. Havengeld 21/2 ct. per ton, voor elke 5 dagen. 47,6 Eilandsbrug (bew.) n°. 17 bij Almelo. 48.1 N.O. Kanaal naar Nortlhom (29). 48.5 Ophaalbrug n°. 18 in den Duisteredijk te Almelo. Van hier tot de haven te Almelo mag niet gezeild, gejaagd of gestoomd enz. worden. 48,9 Havenkolk te Almelo; lang 80 M., breed 45 M. Havengeld 4 ct. per ton en per 5 dagen; doorvarende schepen zijn vrij. De haven wordt geacht te beginnen bij brug n». 17 (K.m. 47,6). Stapelgeld tot 75 m. beneden brug n°. 18 f 0,10 per week en per mv, de dag, waarop de nederlegging geschiedt, is vrfl. 31 482 27. OVERIJSSELSCHE KANAAL. (III) 4e Sectie. Van het Hoofdkanaal te Vroomshoop (26) naar de Vecht te Haandbik (30). Lengte 21,40 K.M. Breedte Ï3—14 M.; 12 wisselplaatsen. Diepte ong. 1,70 M. Tengevolge van den stuwbouw te Haandrik komen lagere waterstanden minder voor dan vroeger. 15 beweegbare bruggen, en 2 voetbrugjes, minstens wijd 5,75 M., behalve te Haandrik 5,30 M. (of 5,75 M. op 1,60 M. -4- K. P.). 1 schutsluis. Jaagpad Beheer en tarief als bij het Hoofdkanaal Zwolle— Almelo (26). • Het vaartgeld is te betalen aan 3 plaatsen. (Zie hieronder). Het bruggeld is aan alle bruggen te voldoen, behalve aan 2 gewone en 2 voetbruggen. (Zie onder). Afstandstabel. Afstand in ILigging.l k.m. uit het beginpunt. 0,0 Z. Overijsselsen Kanaal (26). 'Hoofdkanaal 0,9 K.M. boven schutsluis n°. 5. Separatiepunt. Havengeld te Vroomshoop 4 ct. per ton, voor elke 5 dagen 0,1 Ophaalbrug te Vroomshoop. Vaartgeld als aan sluis n°. 2 van het Hoofdkanaal (26) 0,9 Vlotbrug aan den Kloosterweg. 2,1 O. Fortwijk, oostwaarts; lang ruim 4 K.M., vele zijwijken. 2,6 Vlotbrug tegenover den Geerdijk. Geen bruggeld. 3,6 O. Wijk in Nieuw-Gelderland, lang 2 K.M.; zijwijken. 4,4 Vlotbrug aan den Beerzerweg te Beee- zerveen. 483 B Afstand in 'Ligging. K.M. uit het |J> beginpunt. 4,8 Z.O. Pijjmanswijk. 5,8 Ophaalbrug aan den Kloosterdijk, in den weg naar Marienberg. p 5,9 Z.O. Kelderswij k. 6,6 Z 0. Nieuwe van Roijenswijk. «jji Bergentheimerbrug. 1,1 Z.O. Bergentheimerwijk, lang 3 K.M. 9,6 Z.O. Van Roijenswijk. 9,6 I Vlotbrug n°. 6, bij station Bergentheim (0,5 K.M.). 10,9 Z.O. Bruchterwijk. ' 10,9 Bolksvonder (dr.). Geen bruggeld. 11,9 | Bruchterophaalbrug en dubbele keersluis; wijd 6,08 M.; open. Vaartgeld als aan sluis n°. 1 van het Hoofdkanaal (26). 13,3 | Vlotbrug aan den Emterbroekdijk. 1M Ophaalbrug in den Hoogeweg van Harden- berg naar Duitschland. 15.5 Vlotbrug aan den Baalderdijk. 17,0 Ophaalbrug n°. 11. 17.6 Vlotbrug aan den Loozerweg. 18,2 Keersluis te Loozen; wijd 6 M.; open. 119,6 Ophaalbrug aan de Steensteeg te Grams- bergen, nabij het Station van den Noordooster Locaalspoorweg. 21,3 Ophaalbrug te Haandrik. Geen bruggeld. 21,4 Haandriksluis te Haandrik met dr. Schutkolklengte 31,80 M., wijdte 5,30 M., diepte 2,10 M. K.P. =r Stuwpeil te Haandrik = 9,10 M. -4N. A. P.; waterstanden tot 0,60 M. -f- K.P. kunnen voorkomen. Er wordt niet meer geschut, wanneer de 484 Afstand in ILigging. k.m. uit het beginpunt. waterstand op de Vecht hooger is dan 10,40 M. + N. A. P. * Vaartgeld als aan sluis n°. 1 van het Hoofdkanaal; zie ook omtrent restitutie van rechten (26). Geen bruggeld. 21,5 I N. Overijsselsche Vecht (30) en hetCoevorden-Vechtkanaal (25). (Zie schetskaartje n°. 20.) 28. OVERIJSSELSCHKAXAAL. (II) 3e Sectiet Van het Hoofdkanaal te Lemele naar den Gelderschen IJssel te Deventeb. Lengte 27,7 K.M. Breedte ruim 14 M.; vele wisselplaatsen. Diepte ong. 1,70 M.; lagere waterstanden dan 0,30 M. -f- K.P. komen zelden voor. 3 schutsluizen; de schutkolklengte is bij alle 40 M., de wijdte 6 M., de diépte van 1,60 M.—ruim 2,00 M. 21 beweegbare bruggen, wijd minstens 5,95 M. Jaagpad. Beheer en tarief als bij het Hoofdkanaal Zwolle— Almelo (26). Het vaartgeld is te betalen aan 3 sluizen en aan 1 brug. (Zie hieronder.) Het gewone bruggeld is te betalen aan alle bruggen, uitgezonderd aan 2 spoorbruggen en 2 bruggen te Deventer. Afstandstabel. Afstand in ILigging.] k.m. uit het beginpunt. 0,0 N. Over%fssel8chkanaal(Hoofdkatiaal)(2&), ruim 1 K.M. boven schutsluis n°. 3 bij Lemeleeveld. 0,2 Vlotbrug in den weg Lemeleeveld naar Dalmsholte. 2,1 Wolthaarsbrug (vl. br.) in den Ouden T wentschenweg. 485 Afstand in ILigging.! K.m. uit hetl beginpunt. 3,0 | Sennipinanschutsluis, diep 1,70 M. i K.P. zuidelijk pand = 5,55 M. N. A. P. Deze sluis wordt eerst gesloten bij stijging van den waterstand boven K.P. Doorvaartgeld als aan sluis n°. 2 vanhethoofdkanaal<26): zie omtrent restitutie van rechten het aldaar vermelde. 4.5 Luttenbergerbrug (vl. br.). 5,3 Spoolderbrug (vl. br.). 6.6 Jonge Raansbrug (vl. br.). 7,6 Draaibrug in den spoorweg Zwolle— Almelo. j) 7,6 N.W. Spoorweghaven te Raalte, vrij. 7,8 Brug aan den Molenweg (vl.br.); van hier tot de volgende brug mag niet gezeild, gejaagd of gestoomd enz. worden. 8,2 Brug aan den straatweg van Raalte naar Almelo. Raalte. 11,0 Brug bij Kogelman (vl. br.). Vaartgeld als aan sluis n°. 1 van het hoofdkanaal (26.) 13,ö Veldkampsbrug (vl. br.) in den weg naar Heeten. 14,5 Brug aan den Weseperweg (vl.br.). 15,9 Zonnenbergerbrug (vl. br.). 18,4 Brug bij de Ster (vl. br.). 19.7 Zandbeltbrug (vl. br.) in den weg van Deventer naar Heeten. 22,4 Oerdijksbrug (vl. br.). 23.2 Gorsselschebrug (vl. br.). 24.3 Kraanbrug in den spoorweg Deventer— Almelo. J) 24.8 Snlppelingssluis met oph.; diep 1,60 M. K.P. zuidelijk pand = 5,35 M. -f N. A. P. : Deze sluis wordt bij een waterstand van 5,94. M. 4- N.A.P. op den IJssel met schotbalken gesloten. Vaartgeld als aan sluis n°. 1 van liet hoofdkanaal (26). Zie omtrent restitutie van rechten hel aldaar vermelde. 24.9 Z. Schipbeek; bovenwaarts nog slechts be- >)_Van toepassing is het K.B. van 27 Dec. 1880, StM. n°. 284. 486 Afstand in Ligging.l k.m. uit het beginpunt. vaarbaar tot de Koerhuisbeek (1 K.M.) voor platboomde vaartuigen, indien de schutbalkkeering bij het kanaal open staat. 24,9-26,6 Van hier benedenwaarts volgt de vaart de Genormaliseerde Schipbeek. 25,9 Ophaalbrug aan de Snippeling. Van hierai wordt het kanaal zuidwaarts omgelegd naar den hoek der Buitengracht van Deventer met brug over de invaart. Zal in 1923 gereed komen. 26,5 Ophaalbrug bij het Glacis te Deventer. 26.5 N. Toegang naar de Handelshaven en Handelskade te Deventer, lang ongeveer . 0,5 K.M. diep ong. 2,5 M., met hefbrug over den ingang, wijd 15 M., hoog 7 M. Geen bruggeld. 26,6 27,6 Buitengracht te Deventer. 27.2 Raambrug (oph.) van de Gem. Deventer. Geen bruggeld. 27.3 Pothoofdsluis, diepte bovenslagdrempel: 2,30 M. -7- K.P.; benedenslagdrempel: 2,50 M ~ M.R. M. R. te Deventer = 3,15 M. -4- N. A. P. Vaartgeld als aan sluis n°. 2 van het Hoofdkanaal (26). 27.4 Pothoofdshaven (zie bladz. 533). 27.6 Pothoofdébrug wijd 11,80 M., nabij den Ussel (van de Gem. Deventer). Geen bruggeld. Het beheer van de haven te Deventer is bij de Gem. 27.7 Geldersche Ussel te Deventer. (Zie schetskaartje n°. 21.) Tarief voor de Gem. heffing van kaai- en havengeld, enz. in de Gem. Deventer. Zie (41) hij Deventer. 29. KANAAL ALMELO—NORDHORN. (III—IV) Van het Overijsselsche kanaal (26) bij Almelo tot de Nederlandsch-Pruissische grens bij Denekamp, in aansluiting aan het Pruissisch kanalennet, ten westen van de Eems. Lengte 28,1 K.M. 487 Breedte 14 M., met 19 wisselplaatsen op afstanden van hoogstens 2 K.M. Diepte ong. 1,60 M. De laagste waterstanden kunnen tot 0,70 M. 4- K.P. bedragen. Het kanaal wordt thans zeer weinig bevaren en vervuilt ingevolge plantengroei. 18 beweegbare bruggen, wijd 6 M. 1 vaste brug (nabij de Rijksgrens); hoog 4 M. boven den hoogsten waterstand. De afmetingen der 5 sluizen zijn alle gelijk en wel: schutlengte 41 M., wijdte 6 M., diepte 1,85 M. In beheer bij de Prov. Overijssel. Van toepassing is het „Reglement voor het kanaal van Almelo naar de Pruissische grens" (K. B. van 4 Januari 1899, met wijzigingen), dat dezelfde bepalingen bevat als voor de Dedemsvaart (21) opgesomd, ook wat de sluitingstijden en de grootste toegelaten afmetingen der vaartuigen betreft. De grootste toegelaten breedte is 5,90 M. Op het kanaal worden rechten geheven volgens Pr.bl. van 30 December 1907 n°. 102. Bruggeld aan de 18 beweegbare bruggen per vaartuig: beneden 26 ton 1 ct.; van 26—50 ton 2 ct.; boven 50 ton 3 ct. Verdubbeling van het tarief als bij sluis n°. 1 is aangegeven. Voor laden en lossen aan de prov. steigers wordt het volgende steiger geld geheven: voor vaartuigen grooter dan 50 ton f) 0,25 „ „ van 26—50 ton f 0,15 „ kleinere vaartuigen f 0,10 Beurtschepen betalen de helft. Vrijstelling van recht voor Rijks- en prov. vaartuigen. Afstandstabel. Afstand in Ligging. [ K.M. uit het beginpunt. 0,0 Z.W. Overijsselschekanaal (26), 0,8 K.M. uit de Havenkolk te Almelo. 0,1 Provlncieslnis of sluis n°. 1, met oph. K.P. benedenpand — K.P. Overijsselsch- 488 Afstand in Ligging.i ; k.m. uit het * beginpunt. kanaal te Almelo = 9,10 M. 4- jST. A. p. K.P. bovenpand = 10 M. -f- N. A. p. Doorvaartgeld 2 ct per ton. Ledige vaartuigen, beurtschepen èn schepen met mest, betalen de helft; dubbel tarief tusschen Vj uur na zonsondergang en 1/2 uur vóór zonsopgang; niet echter vóór 8 uur 's avonds en na 7 uur 's morgens. Bij doorvaart door de sluis opwaarts ontvangt de schipper een opwaartsbiljet, dat op verlangen aan de ambtenaren van den prov. waterstaat is te vertoonen. 0,4 Duisterébrug (oph.). 1.0 Vriezebrug (oph.). 1,9 Tukkersbrug (br.). 2,0 N. Loo-Lee, verderop Markgraven; alleen bevaarbaar voor kleinere vaartuigjes; diep in den zomer ongeveer 0,60 M.', in den winter ongeveer 1,40 M.; 3 bruggen. Vaartuigen, die het kanaal langs de Loo-Lee binnenvaren en laden of lossen tusschen de sluizen n°. 1 en n°. 2 zonder een dezer door te varen betalen, indien grooter dan 10 ton f0,20 walgeld, kleinere f0,10; te betalen aan den wachter der Tukkersbrug. 4,5 Veldslnis of sluis n°. 2 met oph. in den Gravendijk van Almelo—Albergen. K.p. bovenpand = 12,40 M. + N. A. p. Doorvaartgeld 1 ct. per ton; verder als bij sluis n°. 1. 6.7 Beunesluis of sluis n°. 3 met oph. K.p. bovenpand = 14,40 M. 4- N. A. p. Doorvaartgeld als bij sluis n°. 2. 7,5 Albergerbrug, bezuiden Albeegen. 1 (K.M.). 8.8 | Weemsélerbrugje. 10,0 Rikmansbrug (oph.). 12,2 Fleringsluis of sluis n°. 4 met oph. ih den weg van Oldenzaal en Weebseló naar Tubbeegen. K.p. bovenpand = 16,60 M. 4- N. A. p. Doorvaartgeld als bij sluis n°. 2. 13,9 Dubbele sluis of sluis n°. 5 met oph. K.p. bovenpand = 21,00 meestal 21,50 M. + N. A. p. Doorvaartgeld als bij sluis n°. 2. ■ 17,2 Agelerbrug (oph.) in den weg van Oot- maesum (3 K.M.) naar Oldenzaal. 19,9 Hiinnebrug (oph.) in het Voltherbroek. Doorvaartgeld als bij sluis n°. 2. 21,6 I Harsveldbrug (oph.). 489 Afstand in ILigging.! k.m. uit het beginpunt. 22,7 j | Nosseltbrug (oph.) in den weg van Ootmarsum naar Denekamp. > 23,8 \ i Draaivoetbrugi 24,3 ; \ Noord Deumingerbrug, (oph.)Ut den weg ' van Denekamp 1,5 K.M.) naar Noordi Deürninge (1,5 K.M.). 25,6 I j Gele brug (oph. n°. 15) in den weg van I Denekamp (2 K.M.) naar Nordhorn, 6 K.M.). i Doorvaartgeld als bij sluis n». 2; vaartuigen, die boven ! de brug lossen zonder door de brug te varen, zijn eenmaal | het recht verschuldigd. I Bij afvaart ontvangt de schipper alhier een afvaartbiljet. 27,6 Vaste brug. 28,1 j | Nederlandsch-Pruisische grens. Zeer ; weinig verkeer over de grens. Van hier nog ongeveer 5 K.M. naar het ! Eems-Vechtkanaal en het Zuid-Noortl! kanaal. j Zie voor de voorschriften op Duitsch gebied [421. 30. OVERIJSSELSCHE VECHT.. (III—IV) Van het Zwartewater (37) bezuiden Hasselt langs Dalpsen, Ommen, Hardenberg en Gramsbergen naar de ' Duitsche grens. In de Vecht z\jn voor bevloeiingsdoeleinden stuwen gebouwd. Bij de beide benedenste (te Vechterweerd en te Vil: stèren), benevens bij de beide bovenste (te Ane en Haandrik) [zijn schutsluizen gebouwd. Onbevaarbaar is het middenvak (14 K.M.) van Junne tot Hardenberg. De rivier is dientengevolge, wat de bevaarbaarheid betreft, in de navolgende vakken in te deelen: K.M. 0-16: Van het Zwartewater tot Dalfsen. M. R. bij het Zwartewater = 0,06 M. 4- N. A. P; op het gedeelte beneden de eerste stuw = ong. 0,25 M. -f- N. A. P. De vaargeul is minstens 1,50 M. beneden M. R. diep; 490 (ondiepste plaats bij Bekkum). Bij lagen waterstand is de minste vaardiepte nog 0,80 M. Standen van meer dan 1 M. onder M. R. zijn zeer zeldzaam. Meestal bevaarbaar voor schepen tot ongeveer 150 ton. K.M. 16—19: Van Dalfsen tot Hessemsche-schipper onder Hessem. Tot hiertoe is de rivier gewoonlijk nog als bevaarbaar te beschouwen. K.M. 19—35: Van Hessemsche-schipper tot Junne(6K.M. boven Ommen). Dit vak is in den regel slechts in den winter bevaarbaar. K.M. 35—49: Van Jcnne tot Hardenberg. Onbevaarbaar, wegens de stuwen. K.M. 49—56: .Van Hardenbeeg tot Ane, bij de uitmonding der Dedems- VAAET (21) Dit vak is slechts bevaarbaar als de stuw te Ane, kan geopend worden. Na voltooiing van dit werk zal ook op dit vak geregelde scheepvaart kunnen plaats hebben. Het is van belang voor Haedenbebg, Heemse, Baalder, Anevelde enz. K.M. 56—59: Van Ane, langs Gramsbergen tot Haandrik, bij de mondingen van het Overijsselschekanaal naar Vroomshoop (27) en het Coevorden-Vechtkanaal (25). De diepte op dit kanaal vak is thans 1,70 M. onder K.P. K.M. 59—61: Van Haandrik tot de Duitsche grens. Dit vak is eveneens bevaarbaar, doch weinig in gebruik. De totale lengte van het Zwartewater tot de landsgrens j is ruim 61 K.M. De breedte is beneden Ommen, minstens 40 M., boven j Ommen 25 M. en meer. 7 beweegbare bruggen. De brugwijdte beneden Ommen bedraagt minstens 5,60 M. I Te Ommen is de nauwste brug wijd 4,10 M. 491 Verlaging der stuwpeilen komt zelden voor, meestal niet meer dan 10 c.M. In beheer bij het Rijk. Van toepassing is het „Algemeen Reglement van politie voor rivieren en Rijkskanalen". (Zie bl. 13.) Motorbooten zijn toegelaten. Geen sluis- of scheepvaartrechten. Afstandstabel. Afstand In ILigging. K.M. uit het beginpunt. 0,0 W. Zwartewater (37) 3 K.M. boven Hasselt. 1,3 O. i Genne; los- en laadplaats der Gem. Zwollerkerspel. Genneger voetveer. 3,5 O. Haebst, pontveer. 5,8 I Berkumerbrug (oph.); trambrug in den Rijksweg van Zwolle naar Meppel; wijd 5,95 M. Sluitingstijd van Zaterdag 1 uur na zonsondergang tot Maandag 1 uur na zonsopgang en op Christelijke feestdagen, tenzij met bijzondere vergunning van den Hoofdingenieur-Directeur te Zwolle. Geen bruggeld. 6,5 Z. [ Nieuwe Vecht (32), naar Zwolle; I toeleidingskanaal tot de schutsluis „Het I Nieuweverlaat". 6,8 N. Lichtmiskanaal (31) naar de Dedemsvaart; toeleidingskanaal naar de Ber- | kumer schutsluis. 8,1 Kraanbrug in den spoorweg Zwolle— ! Meppel; wijd 5,60 M. *) - I Geen bruggeld. Meerpaal op 100 M. boven de brug. De brug zal worden vervangen door een ophaalbrug met grootere doorvaartwijdte. 11,7 ! Schutsluis te Vechterweerd ; schut¬ lengte 36,0 M., wijdte 6,0 M., diepte- ') Van toepassing is K. B. van 11 Sept. 1875 St.bl. n°. 169 met wijzigingen. 492 Afstand in Ligging.l k.m. uit het beginpunt. I 1,50 M. 4- N. A. P. of 2,50 M. beneden Zomerstuwpeil. j M.R. benedenpand = 0,26 M. 4- N. A. P.; Stuwpeil bovenpand = 0,80—1,10 M. 4I N.A.P. I Sluitingstijd als aan de Berkumerbrug. 16,1 ! Ophaalbrug; wijd 6,45 M. in den weg van Dalpsen naar Zwolle. Bruggeld f 0,10. Wordt op Zondagen geopend. j Dalpsen; los- en laadplaats. 19.6 Hessemsche-schippee, onder Hessem. Tot hiertoe is de rivier gewoonlijk bevaarbaar. Ondiepte 0,50 M. beneden stuwpeil. 22,4 Schutsluis te Kemminkhoest bij Vil- steren ; afmetingen als te Vechteeweeed. Stuwpeil = 1,80—2,60 M. -|- N. A. P. Sluitingstijd als aan de Berkumerbrug. 26,0 Z.0. I Regge (26). 28,9 N. I Ommen. Ophaalbrug; wijd 4,10 M. Blijft op Zondagen gesloten. 34,9 Stuw bij Junne. I Van Junne tot Habdenbeeg is de Vecht | onbevaarbaar. 48,8 Stuw bij Haedenbebg. Stuwpeil 6,90 M. 4- N. A. P. 49.7 W. Habdenbeeg; ophaalbrug; wijd 4,60 M. Sluitingstijd als aan de Berkumerbrug. 55.6 Schutsluis te Ane (in aanbouw). Schutlengte 36,50 M., wijdte 6 M., diepte 1,70 M. Stuwpeil = 7,80 M. 4- N. A. P. Ophaalbrug, wijd 6 M. 55.7 N.W. Dedemsvaart en Afwateringskanaal van het Coevorden-Vechtkanaal (geene doorvaart). 56.8 Z.O. GbaMSBEEGEN. (Zie schetskaartje n». 20.) 58,7 Schntsluis bij Haandeik. 493 Afstand in ILigging.' k.m. uit het beginpunt. Schutlengte 36,50 M., wijdte 6 M., diepte 1,70 M. i Stuwpeil = 9,10 M. 4- N. A. P. | Sluitingstijd als aan de brug te Berkum. 58,9 Draaibrug in den spoorweg Zwolle— ; Delfzijl; wijd 6,50 M. 59.0 I Z.W. j Overijsselschekanaal (27) naar | Veoomshoop. 59.1 N.O. Coevorden-Vechtkanaal (25). 61,1 I j Rijksgrens. 31. LICHTMISKANAAL. (III) Van de Vecht (30) te Bebkum tot de Dedemsvaart (21) bij de Lichtmis. Lengte 7,1 K.M. Breedte 16 M. Diepte ong. 1,80 M. Het riviervak van de Vecht tusschen het Lichtmiskanaal en de Binnenvecht wordt ten behoeve der scheepvaart op meer dan 2,00 M. -f- N. A. P. diepte onderhouden. 4 beweegbare bruggen, wijd 5,20 M. 1 schutsluis. In beheer bij de Prov. Overijssel. Van toepassing zijn dezelfde bepalingen als op de Dedemsvaart (21), met dien verstande, dat de toegelaten diepgang is vastgesteld op 0,20 M. minder dan de bodemdiepte onder K.P. Geen rechten. l) Afstandstabel. Afstand in Ligging.l k.m. uit het beginpunt. 0,0 Vecht (30), 0,4 K.M. boven den mond van de Nieuwe Vecht of Binnen Vecht (32). 0,4 Berkumerscbutsluis en oph. Schutlengte ong. 31 M., wijdte 5,20 M., diepte 2,07 M. -f- N. A. P. i) Pr. bl. van 27 Januari 1930, n°. 8. 494 Afstand in [Ligging.l k.m. uit het beginpunt. K.P. noordelijk pand = 0,63 M. 4- N. A. P. Gewoonlijk is de waterstand echter hooger. K.P. Zuidelijk pand = Vechtstand = gem. ongeveer 0,25 M. 4- N. A. P. Schutpeil = Vechtstand van 1,55 M. 4- N.A.P. 1,3 Ophaalbrug. 5,7 Veenkampsche draaibrug. 7,1 Draaibrug aan de Lichtmis. 7,1 [ N. | Dedemsvaart (21); 7 K.M. boven Hasselt. 32. NIEUWE- of BINNENVECHT. (III) Van het Overijsselschkanaal (26) te Zwolle tot de Vecht (30) te Berkum. Lengte 3,5 K.M. Breedte 18 M. Diepte ong. 2,30 M. Zie verder bij (31). 5 beweegbare bruggen; wijd 5,15 M. 2 schutsluizen. In beheer bij de Gem. Zwolle. Afstandstabel. Afstand in Ligging. k.m. uit het beginpunt. 0,0 Z. Overijsselschkanaal (26) 0,2 K.M. boven de Stadsgracht te Zwolle. 0,0 Weezenslnls met dr. Schutlengte ong. 29 M., wijd 4,90 M., diepte ong. 2,20 M. Als kanaalpeil geldt 0,05 M 4- N. A. P.=gemiddelde zomerstand. De stand op het Zwartewater (37) te Zwolle is ongeveer even hoog. Sluisgeld f 0,02 per ton, minstens f 0,10; geen bruggeld. j De sluis wordt opgeruimd en vervangen I door een keersluis, wijd 8 M., diep 2,50M. ~ N. A. P. Bij een waterstand hooger dan 0,90 M. 4- N. A. P. zal de keersluis worden gesloten. 0,4 Vechtbrug (oph.); wijd 5,15 M., nauwste brug over het kanaal. 32. NIEUWE- of BINNENVECHT. (III) Van het Overijsselschkanaal (26) te Zwolle tot de Vecht (30) te Berkum. Lengte 3,5 K.M. Breedte 18 M. Diepte ong. 2,30 M. Zie verder bij (31). 5 beweegbare bruggen; wijd 5,15 M. Q schutsluizen. In beheer bij de Gem. Zwolle. Afstandstabel. Afstand in ILigging., K.M. uit het beginpunt. 0,0 z. 495 Afstand in |Ligging.l K.M. uit het beginpunt. Bruggeld f 0,10, voor een zomp f 0,05. 1,9 N. ' . Boerendans los- en laadplaats der Gem. Zwollerkerspel. 2,4 Ophaalbrug aan liet Oude verlaat. Bruggeld als aan de Vechtbrug. 3.4 Nieuweverlaat met Oph. Schutlengte ong. 40 M., wijdte- 6,00 II., ! diepte ong. 2,20 M. Sluisgeld f 0,02 per ton, minstens f 0,10; geen bruggeld. 3.5 N. Uitmonding in de Vecht (30), 0.4 K.M. beneden den mond van het LichtmisI kanaal (31). 33. STADSGRACHT te ZWOLLE. (I) (Zie schetskaartje n°. 22.) Zijnde de vroegere Vestinggracht benevens de dooide stad loopende Thorbeckegracht. De hoofdvaartverbindingen zijn: 1. van het OveHjsseUchekanaal in westelijke richting door de Thorbeckegracht naar het Zwartewater (37), lang bijna 1 K.M.; diep feitelijk 2,20 M. onder M.E. Hierin de Diezerpoortendraaibrug en de Vischpoor-tendraaibrug; wijd 8,40 M. Van schepen breeder dan 7 M., die een dezer bruggen moeten passeeren, moet vooraf mededeeling worden gedaan ten bureele van den Directeur van openbare werken. 2. Van de Willemsvaart (34) in noordelijke richting naar het Zwartewater (37), lang 0,5 KM. ; diep feitelijk 2,85 M. onder M. R. Hierin de Kamperpoortendraaibrug; wijd 12,20 M. In de Achtergracht, diep 2,25 M., bevindt zich nog 1 beweegbare brug (geen bruggeld) en in de verlengde richting der Diezerpoortenbrug een darn. Ook in het verdere deel der Stadsgracht is geen doorgaand verkeer voor grootere vaartuigen mogelijk, wegens de vaste overbrugging aan de Sassenpoort. De diepte bedraagt ruim 1,50 M. onder N. A. P. Er bevinden zich nog 2 beweegbare bruggen in. [Nieuwe Havenbrug en Kerkbrug.) Geen bruggeld. De breedte der grachten is van 25 M. tot 45 M. 496 De Stadsgracht staat in open verbinding met het Zwartewater, waarvan de middelbare stand iets boven N.A.P. is met laagste standen tot 1,50 M. N.A.P. Los- en laadplaatsen over bijna de geheele lengte der Stadsgracht. Sleepdienst. In beheer bij de Gem. Zwolle. Stoom-- en motorschepen zonder beperking toegelaten. Havengeld in de gemeentewateren:*) zijnde: in de Nieuwe Vecht (binnen de Gem.), in de Achtergracht, in de Stadsgracht en in de Thorbeckegracht: per ton f 0,02, minimum f 0,20. Stoom- en motorschepen betalen 50 pet. meer. / Jaarabonnement. Telkens na 2 weken onafgebroken oponthoud wordt het havengeld opnieuw geheven, tenzij bij verplicht oponthoud tengevolge van stremming door ijs. Doorgaande schepen, mits niet ladende of lossende, zijn gedurende 24 uren (Zon- en feestdagen niet medegerekend), vrij gesteld. Van aankomende schepen, moet terstond aangifte worden gedaan bij den havenmeester. Voor opslag van goederen op gem. grond is verschuldigd 2 ct. per Ms. voor één etmaal, 10 ct. per week en per M*. *) Bruggelden aan de Diezerpoorten-, Vischpoorten- en Kamperbrug: beneden 10 ton f o,05 van 10 ton tot beneden 25 ton . . . . f 0,10 van 25 .. „ „ 50 „ .... f 0,15 50 „ „ „ 100 „ .... f 0,25 •> 100 „ „ „ 150 „ .... f 0,35 » 150 „ „ „ 250 „ .... f 0,50 « 250 „ -H „ 500 „ .... f 0,75 « 500 „ „ „ 1000 „ . . . . f 1 ,— boven 1000 ton f 1,50.3) De Algemeene verordening van politie4) bevat verder .eenige maatregelen : van politie voor het verkeer in de Stads wateren. i) Zie GemM. n». 41 van 1920. i) Zie GemM. n°. 28 van 1919. 3) » » „ 37 ,, 1919. 4) ,, „ „ 20 „ 1921. 2) Zie Gem.l 4) „ 497 34. WILLEMSVAART. (I) Van de Stadsgracht te Zwolle (33) naar den Gelderschen IJssel (41) te Katervèer. Belangrijke scheepvaartweg. ' Lengte 2,2 K.M. _ Breedte van 20 M. tot 50 M.; bodembreedte minstens 12,5 M. Diepte 3,35 M. onder K.P., waarvoor 0,05 M. -f- N. A. P. kan worden aangenomen, hoewel een vast K.P. niet bestaat.' Onder de spoorbrug is gewoonlijk iets minder diepte! Gewoonlijk bluft de waterstand tusschen 0,50 M. boven en 0,50 M. beneden N.A.P.; allerlaagste stand 1,50 M. beneden N. A. P. 5 beweegbare bruggen, minstens wijd 11,70 M. 1 schutsluis. Jaagpad. Ligplaatsen langs het jaagpad zijn door borden aangegeven. Geen rechten, geen brug- of sluisgelden. Het kanaal is bevaarbaar voor schepen tot 2000 ton laadvermogen. Sleepdienst. Ter ontlasting van het kanaal, bestaat het plan een kanaal te graven van beoosten de sluizen te Katervèer tot het Zwartewater bij Frankhuis, 2 K.M. beneden Zwolle, dat echter voorloopig is uitgesteld. In beheer bij het Rijk. Van toepassing is het „Reglement van politie voor de Willemsvaart" i) en het „Algemeen reglement van politie voor rivieren en Rijkskanalen (zie blz. 14). Degrootste geoorloofde afmetingen der vaartuigenztin: Lengte 93 M. J Breedte 11,50 M. Diepgang 3 M.; bij waterstanden minder dan 0,20 M. 4N.,A. P. zooveel minder als de stand lager is. f Schepen breeder dan 9 M. mogen des nachts niet binnenvaren en behoeven overdag de vergunning van den sluiswachter te Katervèer. i) K. B. van 30 Maart 1917, St.bl. n°. 271. 32 498 De grootste toegelaten snelheden per minuut bedragen: voor stoombooten met méér dan 1,50 M. diepgang 100 M. ,, „ niet meer dan 1,50 M. „ 125M. " „ „ » „ » 1,25 M. „ 150 M. Vaartuigen breeder dan 10 M.- mogen in het kanaal geen ligplaats nemen. Vaartuigen minder dan 10 M. breed, mogen slechts 2 maal 24 uur ligplaats nemen, uitsluitend op de daartoe met merkteekens aangegeven plaatsen. Nabij de spoorwegbrug mogen slechts schepen ligplaats nemen, die op de eerstvolgende opening wachten. Schepen, komende van Katervèer moeten langs den zuid-oostelijken oever, schepen komende van Zwolle, langs den noordwestelijken oever liggen. Meer dan 4 schepen mogen tegelijk niet gesleept worden en evenmin meer dan één vaartuig met tezamen meer dan 800 ton laadvermogen. Eén vaartuig van meer dan 600 ton mag niet met andere tezamen gesleept worden. Voor de sluizen en Rijksbruggen over dit vaarwater gelden de seinen overeenkomstig de Beschikking van 1913 (zie bl. 19). Afstandstabel. Afstand in Ligging. K.M. uit het beginpunt. N. zwolle. (Zie schetskaartje n°. 22.) 0,0 Stadsgracht (33) te Zwolle ; verbinding noordwaarts door de Stadsgracht met het Zwartewater (37) (ruim 0,5 K.M.) en verder oostwaarts, door de Thorbeekegracht met het Overijsselschkanaal (26) en het Lichtmiskanaal (31). 0,0 Keersluis met dr.; wijd 12 M., diep 3,18 -4- N. A. P. De sluis wordt gesloten bij een waterI stand te Zwolle van 1,12 M. 4- N. A. P. i De draaibrug is gesloten op werkdagen van 8.30 u. v.m.— 9 u. n.m., 12 u. v.m.—12.45 n.m., 1.46 u. n.m.—2 u. n.m., 4 u. n.m.—4.15 u. n.m. Op Zondagen wordt slechts gedurende een uur in den morgen en één uur in den namiddag, volgens nadere bekendmaking geopend (van 8 u.—9 u. v.m. en van 7 u. 80—1 u. 30 n.m.) 499 Afstand in Ligging. K.M. uit het beginpunt. 0,3 O. Spoorhaven, 0,3 H.A., lang 150 M., breed 20—30 M. 0,3 Draaibrug in den spoorweg naar Kampen, gesloten 10 min. vóór aankomst van een trein. Bij gelijktijdige aankomst hebben schepen van de richting Zwolle den I voorrang.i) 0,4 Veeladingbrug (dr.). Zondagssluiting als voor de dr. aan de keersluis. 1,4 Spoolderbergbrug (dr.), wisselplaats. 2,2 Schutsluizen met ophaalbruggen te Kateeveeb, bestaande uit: de Groote schutsluis (noordelijk). Schutlengte 94 M., wijdte 12 M., diepte 3,18 M. -f- N. A. P.; toegangskanaal van uit den IJssel 3,53 M. ~ N. A. P. Kleine schutsluis. Schutlengte 91 M., wijdte 5,90 M., diepte 2,38 M. 4- N. A. P. Geen schuttingen vinden plaats: 1°. wanneer de keersluis te Zwolle gesloten is; 2°. wanneer het water op den IJssel hooger is dan 3 M. + A.P. == 2,82 M. -f- N. A. P.; 3°. wanneer het verschil in waterstand op den Ussel en in de Willemsvaart meer dan 2,25 M. bedraagt.2) Zondagssluiting als voor de dr. in de keersluis. Geen sluisgeld. Voorhavens; ankering zonder vergunning van den sluiswachter is verboden. Het roode licht aan den mond van de voorhaven der groote sluis is wegens verbreedingen van den havenmond, vervallen. „, }) ^?-tTa? 10 .Au.g- 1874> n°- U9. gewijzigd bij k.b. van 4 Mei 1920 StM. 228; ter beveiliging van de brug. 2) k.b. van 80 Maart 1917 St.bl, n°. 271. . 500 Afstand in jLigging.l KM. uit het beginpunt. 2,3 I Uitmonding in den Gelderschen IJssel (41) bij het pontveer over de rivier, 1 K.M. beneden de draaibrug in den spoorweg Zwolle—Amersfoort. 35. TREKVAART VAN ZWOLLE NAAR KAMPEN. (IV) Van het Zwartewater (37) 2 K.M. beneden Zwolle naar den Geldersche IJssel (41) tegenover Kampen. Landbouwvaartje, voor schepen tot 30 ton; weinig bevaren. Lengte 14 K.M. Breedte 10—12 M. met verbreedingen. Diepte 0,80—1,00 M. onder Zomerpeil = ong. 0,60 M. 4- N. A. P. De Kamperschutsluis is ondieper (0,60 M.) Het winterpeil is 0,1 M. hooger. 2 schutsluizen. 9 vaste bruggen, wijd 4,20 M., hoog ong. 2,0 M. Trekpad. Beheer bij het Waterschap „Mastenbroek". Voor motorbooten slecht bevaarbaar wegens plantengroei. Afstandstabel. Afstand in Ligging.l k.m. uit het beginpunt. 0,0 0. Zwartewater (37). Rademakersschutslnlsmet brug; schutlengte 19.30 M., wijdte 3,85 M., diepte 0,80 M. onder Z.P. Van hieraf heet de vaart Oude Wetering. Schutgeld f 0,08 per ton, ledig half tarief, bootjes f 0,10. 0,0—6,2 Oude Wetering. 0,9 Brug in den stoomtramweg naar Hasselt. 1,2 Werkeeen; brug. 3,1 De Boksen; brug. 501 Afstand in Ligging. k.m. uit het beginpunt. 6,2 Mastenbroek. Van hieraf volgt de vaart de Kerkwetering in zuidwestelijke richting. De Oude Wetering loopt N.W. verder tot den dijk. N.O. Kerkwetering, naar de Nieuwe Wetering en Genemuiden (36). 6,2—8,4 Z.W. Kerkwetering. 6,2 Brug. 8,4 I De drie Bruggen; 2 bruggen. Bisschopswetering; beiderzijds tot nabij de dijken doorloopend. Van hieraf heet de vaart Trekvaart of Kamper Wetering. 11,3 Brug. 11,7 Brug. 13,0 Brug. 13.6 Brug. 13.7 Kamperschutsluis; schutlengte 19,70M., wijdte 3,80 M., diepte 0,60 M. onder Zomerpeil. Schutgeld als aan de andere sluis. 13.8 Z.W. I GelderscTie IJssel (41) tegenover' [ Kampen. 36. GENEMUIDER A, NIEUWE- en KERKWETERING. (IV) \ Van het Zwartewater (37) bij Genemuiden naar de Trekvaart van Zwolle naar Kampen (35) te Mastenbroek. Binnen de sluis weinig bevaren landbouwvaart voor schepen tot 30 ton. Lengte 8 K.M. Breedte 10—12 M. Diepte 0,80—1,00 M. onder Zomerpeil. Zie (35). De schutsluis is ondieper (0,60 M.) 1 beweegbare brug, wijd 4,50 M.; 6 vaste bruggen, wijd 4,20 M., hoog 2 M. 1 schutsluis. 502 Beheer bij het "Waterschap „Mastenbroek". Voor motorbooten slecht bevaarbaar wegens plantengroei. Afstandstabel. Afstand in Ligging. k.m. uit het beginpunt. 0,0 N. Zwartewater (37) 2 K.M. oostelijk der Zuiderzee. 0,3 Keersluis, wijd 7,5 M. 0,8 Mastenbroekerschutsluls met brug; schutlengte 19 M., wijdte 4,20 M., diepte 0,60 M. onder Z.P. Schutgeld f 0,03 per ton; ledig half tarief;bootges f 0,10. Genemuiden. Havengeld (slechts éénmaal per dag), van binnenschepen boven 10 ton van f 0.10 tot f 0,30 bij 129 ton en verder f 0,10 meer voor elke 25 ton; van zeeschepen i/j ct per ton. van stoom- en motorbooten van f 0,20 tot 40 ton tot f 0,30 bh' 79 ton en verder f 0,05 voor iedere 20 ton meer. Na 80 dagen wordt het tarief opnieuw toegepast. Opslaggeld f 0,06 per m*. en per dag. >) 0,8—5,6 Nieuwewetering. 4,1 De Prins. Prinsenbrug. 5,6 't Vosje. Ombuiging naar het Z. W., brug. Z.O. De Nieuwewetering loopt zuidwaarts nog - tot Ruimzicht (4 K.M.) door. N.O. Hasseltschewetering tot nabij den dijk van het Zwartewater (ruim 2 K.M.). 5,6—7,9 Kerkwetering. Mastenbroek. Z.W. Trekvaart Zwolle—Kampen (35). 37. ZWARTEWATER EN ZWOLSCHEDIEP. (I) Open rivier van de Stadsgracht (33) te Zwolle naar de Zuiderzee, Bevaarbaar voor IJsselschepen van 1000 tot 2000 tonnen en kleine zeevaartuigen. Schepen van 1000 tonnen kunnen van af den IJssel het Zwartewater bereiken. i) Ver. der Gem. Genemuiden van 26 Oct. 1909. 503 Lengte 26,2 K.M. Breedte van 45 tot 265 M. Diepte minstens 2,30 M. tot 2,50 M. onder M. R, die door jaarlijksche baggering wordt onderhouden. De vaargeul tusschen de leidammen van het Zwolschettiep wordt over 40 M. breedte op ten minste 2,35 M. -onder N. A. P. uitgebaggerd; kan echter iets verondiepen. Bij mindere vaardiepte dan 1,80 M. wordt de beschikbare diepte te Zwolle en te Zwartsluis aangekondigd. Als M. R. geldt: te Zwolle: 0,04 M. 4- N.A.P.; te Zwartsluis: 0,02 M. 4- N.A.P.; Te Kraggenburg: M.V. = 0,16 M. 4- N.A.P. M. E. = 0,09 M. 4- N. A. P. Laagste standen van 1,50 M. beneden M. R. en hoogste standen van 3,00 M. boven M. R. kunnen voorkomen. Standen van méér dan 1 M. beneden M. R. zijn zeer zeldzaam. 1 draaibrug, wijd 12,00 M. tusschen de remmingwerken. Jaagpad langs den linkeroever. Sleepdienst. De vaargeul op de rivier wordt, behalve door spitse tonnen (rechts zwart, links wit) en bleesbakens, waarvan die aan de rechterzijde van de geul een stroobos dragen, aangegeven door bol- en raambakens op den vasten wal. Twee baken-kwartieren. In beheer bij het Rijk. Van toepassing is het „Algemeen Reglement van Politie voor rivieren en Rijkskanalen" (Zie bl. 13) en het „Bijzonder Reglement van Politie voor de rivier het Zwartewater" van 8 Febr. 1897, St.bl. n°. 65, met wijzigingen. r Geene rechten van welken aard ook. Het is verboden zonder vergunning een vaartuig te leggen terzijde van een ander vaartuig. Boven de brug te Hasselt mogen ook geen vaartuigen naast elkaar worden gesleept en niet meer dan 8 vaartuigen tezamen worden gesleept. Aan de zijde van het jaagpad mogen in het algemeen geen vaartuigen stilliggen, dan ter lading of lossing. 504 Afstandstabel. De Kilometerraaien, aangegeven langs de rivieroevers, zijn ongeveer dezelfde als de Kilometerafstanden van de afstandstabel, met dien verstande, dat van af Westerveld (K.m. 4,7) ingevolge de nieuwe bochtafsnijding aldaar, de Kilometerraaien steeds ongeveer 0,2 K.m. méér aangeven dan de Kilometerafstanden gerekend vanaf de Thorbeckegracht Afstand ln Ligging. K.m. uit het beginpunt. 0,0 Z.O. zwolle. (Zie schetskaartje n°. 22.) Standplaats bakenmeester 1ste kwartier. Z. Stadsgracht te Zwolle (33), zuidwaarts naar de Willemsvaart (34) (0,5 K.M.). O. Thorbeckegracht (33), oostwaarts naar het Overijsselschkanaal (26) (0,9 K.M.). 1,2 W. Frankhuis (0,5 K.M.). Los- en laadplaats, voor tjalken en turfschepen vrij. 2,1 W. Trekvaart van Kampen naar Zwolle (35) met sluis aan de invaart. 4,7 O. Westerveldsche A te Westerveld; geen invaart binnendijks; los- en laadplaats. Nieuwe bochtafsnijding (1917). 6,4 O. Overijsselsche Vecht (30). O. Los- en laadplaatsen. Genne. N. Genne Overwaters. 9,4 O. Galgenrak; doodloopend vaarwater naar Streukel met aan het einde (Varkensgat) los- en laadplaats van de Gem. Zwollerkerspel (1,5 K.M.) 9,6—10,4 Hasselt (zie schetskaartje n°. 18), kademuur, lang 160 M.; voor de tarieven enz. zie (21). 9,6 Haven de Beer; diep 2,50 M. -f- N. A. P. »/. H.A. 9,9 O. Voorhaven van de Dedemsvaart (21). 10,2 Van-Nahuijsbrug (dr.) in den tramweg van Zwolle naar Blokzijl, wijd 13,75 M.; v/d Gem. Hasselt. Geen bruggeld. Sluitingstijd: 6 min. vóór tot 15 min. na den tijd van aankomst van een trein uit de richting Zwolle of van vertrek iu de richting Zwolle (volgens dienstregeling) met dien verstande, dat de brug na het passeeren mag worden geopend. 505 Afstand in ILigging. k.m. uit bet beginpunt. Gedurende den sluitingstijd moeten op de brug vertoond worden: des daags een rood gekleurd vierkant bord: des nachts of bij mist enz. 2 roode lichten boven elkaar. i) (Tot heden zijn deze seinen door de Gem. nog niet geplaatst.) 10,4 O. Gat van Van Aller, rechterarm van het Zwartewater, met bruggetje, wijd 4,95 M., diep van 3,40 M. tot 0,80 M. 11,6 O. Molenwaardsstreng; voert langs het Gat van van Aller weer naar het Zwartewater terug; diep 2 M. 15.6 O. Uitmonding van de Kostverlorenstreng; geene verbinding binnendijks. 15,8 Grens van de beide bakenkwartieren. 16,1-16,5 N. zwartsluis (zie schetskaartje n°. 16). Voorhavens van de Staphorstersluis, de uitwateringssluis en de Nieuwesluls; verbinding met het Meppèlerdiep (5). 16.7 N. Voorhaven van de Arembergergracht (9). 18,7 Z. Haven van Genemuiden; diep van 2 M. tot 2,5 M. 4- N. A. P.; 3 H.A. Buiten- en binnenhaven zijn gescheiden door eene keersluis; wijd 7,50 M.. diep 2,62 M. 4- N. A. P. Verbinding door de Masten b roeker schutsluis met de Genemuider A (36). Kabelpontveer over het Zwartewater. 19,6 Van hieraf heet het vaarwater Zwol- sehediep. Z. Vluchthaven; 0,1 H.A.; diep 1,25 M. beneden N. A. P.; standplaats bakenmeester 2de kwartier; witte lichten, O. van den Zuiderdam en naast de bakenmeesterswoning, die ineen gezien de vaarrichting door het O. deel van het Zwolsche diep aangeven. Op den steiger bij deze woning staat een rood en wit licht, waarvan i) K. B. van 6 Nov. 1917, StM. n°. 614, ter beveiliging van de brug. bOG Afstand in Ligging. K.M. uit het beginpunt de kleurenverandering dwars merk op de lichtenlijn Zwolsche diep is. 20,2 Van hieraf loopt het vaarwater in de Zuiderzee tusschen twee dammen op ruim 100 M. afstand van elkander, over bijna 6 K.M. De Zuiderdam blijft bij hoogen vloed zichtbaar (tot 0,90 M. 4- N.A.P.). De Noorderdam blijft grootendeels onder water, ligt ongeveer = N. A. P. en is aangegeven door raambakens. Behalve in het O. deel, waar aan de Zuidzijde tonnen liggen, loopt het vaarwater op 20 M. uit den Zuiderdam. 21.1 Z. Scheepsvaartgat voor kleine schepen in den Zuiderdam met brugje; wijd 3,50 M., hoog 2,30 M., diep 1,10 M. onder N. A. P. 23,4 Scheepvaartgat voor kleine schepen in den Noorderdam; breed 85 M., diep ruim 2 M. onder N. A. P., aangeduid door bakens met stroo-omwinding of blees aan den top ter weerszijden der opening. Op de Noordervlakte, benoorden het scheepvaartgat, staat 1,50 M. water. 26,0 Z. Kraggenburg. Haven van het Rijk, (0,8 H.A.); diep bij M.E. 1,1 M.; biedt bij storm weinig beschutting. Wit licht op de wachterswoning. Mistklok. 26.2 Zuiderzee. Kop van den verlengden lagen Zuiderdam met onderbroken wit J licht. De benedengrens van den 2den bakendienst is 1800 M. zeewaarts van den kop van den Zuiderdam. De toegang tot het Zwolschediep wordt aangegeven door de tonnen van de Voprst | en verder door drie witte okshoofden, binnenkomende aan S.B. Men moet bij | het binnenkomen het verlengde van den Zuiderdam houden. 507 Afstand in ILigging.l k.m. uit het beginpunt. De breedte der vaargeul vóór den mond bedraagt tot aan de grens van het bakenkwartier méér dan 50 M., de diepte wordt door baggering op 2,35 M. -f N.A.P. gehouden, kan echter tijdelijk 0,50 M. minder bedragen. 38. APELDOORXSCHKANAAL. (II) Ook Griftkanaal genaamd; van den Gelderschen IJssel (41) beneden Dieeen naar den Gelderschen IJssel beneden Hattem. ' Voor vaartuigen tot ongeveer 150 ton. Lengte 54,6 K.M. Breedte van 11 M. tot 15 M. en meer. Behalve de in de afstandstabel aangegeven keerplaatsen, nog talrijke wisselplaatsen en verbreedingen, somtijds over groote lengten. Diepte ong. 1,60 M. Waterstanden onder kanaalpeil komen benoorden Apeldoorn zelden voor, hoogstens tot 0,25 M. 4- K.P. Tusschen de Apeldoornsche sluis en de Bovenburgersluls (K.M. 23,3—K.M. 42,3) wordt de waterstand steeds van 0,10 M.—0,20 M. boven K.P. gehouden. In het eerste pand (bezuiden Apeldoorn) kunnen standen tot 0,70 M. 4- K.P. voorkomen, daarentegen is de diepte op dit pand 2 M. 4- K.P. Niettemin kan de scheepvaart hiervan hinder ondervinden. De vaardiepten op de rivierpanden zijn afhankelijk van den IJsselstand. Beneden de monding der Grift kan bij hooge Griftstanden een stroom ontstaan van 0,20 M. per seconde. 6 schutsluizen, elk met schutlengte van 32,00 M., wijdte van 6,00 M. en diepte van ongeveer 2,10 M. Bij alle rivierstanden wordt geschut. Niet geschut wordt van Zaterdag 1 uur na'zonsondergang tot Maandag 1 uur vóór zonsopgang, tenzij met bijzondere vergunning van den Hoofdingenieur-Directeur. 49 beweegbare bruggen; bezuiden Apeldoorn meest 508 draaibruggen; benoorden Apeldoorn meest ophaalbruggen; minste brugwijdte 6 M. Voor du bruggen vangt de sluitingstijd Zaterdags 1 uur later aan en eindigt Maandags 1 uur vroeger dan voor de sluizen. Overigens wordt ook 's nachts geschut en worden de bruggen geopend, uitgezonderd als in de afstandstabel aangegeven. Jaagpad, langs de oostzijde van het geheele kanaal; trekpad langs de westzijde van Dieren tot Apeldoorn. Ongeveer 24 los- en laadplaatsen, waarvan 12 van Apeldoorn tot Dieren. In beheer bij het Rijk. Van toepassing is het „Algemeen Reglement van Politie voor rivieren en Rijkskanalen" en het „Bijzonder Reglement van Politie voor het Apeldoornschkanaal van 23 Dec. 1913, St.bl. n°. 447." De grootste goorloofde lengte der. vaartuigen is 30 M. Op het kanaalvak van de Apeldoornschesluls (K.M. 23,3) tot de Hezenbergersluls (K.M. 51,4) kan, voor niet door stoomkracht voortbewogen vaartuigen, de breedte 5 M., de diepgang 1,38 M. bedragen; voor stoombooten: bij hoogstens 1,38 M. diepgang, breedte hoogstens 4,15 M.; 1.30M. „ 4,50M.; 1.20M. „ , „ „ 5,00M. Op de andere kanaalvakken mag de breedte voor alle vaartuigen 5,90 M. bedragen, de diepgang 1,56 M. Het eerstgenoemde kanaalvak zal worden verbreed en verdiept en de toegelaten afmetingen der vaartuigen zullen dan worden gebracht op dezelfde maten als voor het zuidelijk deel. Voor niet door stoomkracht voortbewogen vaartuigen, niet breeder dan 5 M., mag op het kanaalvak bezuiden Apeldoorn de diepgang zooveel méér bedragen als de waterstand boven peil is. Vaartuigen, niet door stoomkracht voortbewogen, niet breeder dan 5,90 M. en met niet meer diepgang dan 1,56 M. mogen na schutting door de Hezenbergerschutsluis (K.M. 51,4) tot aan de Berghuizerpapierfabiek (K.M. 50,7) door- 509 varen en vastleggen aan den westelijken oever, mits geen stoornis opleverende voor de vaart op het kanaal. Is de waterstand in eenig kanaalpand lager dan het kanaalpeil, dan bedraagt de toegelaten diepgang even zooveel minder als de waterstand lager is. De opperlast der vaartuigen mag niet breeder zijn dan de grootste geoorloofde breedte. Indien twee in tegengestelde richting varende vaartuigen elkaar niet passeeren kunnen, moet het ledige vaartuig terstond naar de eerste wisselplaats terugkeeren en het andere de vaart zooveel mogelijk bespoedigen. Zh'n beide vaartuigen ledig of geladén, dan keert het in de richting Hattem—Dieben varende vaartuig terug. Maakt een der vaartuigen deel van een sleeptrein uit, dan moet het andere vaartuig terugkeeren. Bij grootere breedte dan 4,15 M. van een of van beide vaartuigen moet echter steeds het vaartuig met de grootste breedte terugkeeren, tenzij indien het deel uitmaakt van een sleeptrein. Wanneer een vaartuig breeder dan 4,15 M. wordt ingehaald door een minder breed vaartuig, moet het dit aan de eerste wisselplaats laten voorbij varen. De grootste toegelaten snelheid voor stoomvaartuigen bedraagt: a. van K.M. 2 tot de Apeldoornsche sluis K.M. 23,3) en beneden de Hezenbergersluls (K.M. 51,4): hij meer dan 1,25 M. diepgang . . 80 M. i/d min.; „ niet meer dan 1,25 M. „ . . . 95 M. „ „ „ „ „ „ 1,00 M. „ . . . 110 M. „ „ „ 0,75 M. „ . . . 125 M. „ „ Bij standen onder K.P. bedragen deze snelheden respec tievelijk 60, 70, 85 en 100 M.; b. van de Apeldoornschesluls tot de Hezenbergersluls: bij meer dan dan 4,15 M. breedte . . 40 M. i/d min.; „ minder dan 4,15 M. breedte: en meer „ 1,25 M. diepgang . 55 M. „ • „ en niet meer dan 1,25 M. „ . . . 65 M. „ „ „ „ ■ „ 1,00 M. „ . . . 80 M. „ t■ „ ;, 0,75 M. „ . . . 100 M. „ „ 510 Bij standen onder K.P. bedragen deze snelheden respectievelijk 35, 40, 50, 65 en 85 M. Op het kanaalvak bezuiden K.M. 2 mag de snelheid nooit meer dan 50 M. in de minuut bedragen. De westelijke kanaaldijk mag niet als jaagpad worden gebezigd. Meer dan twee vaartuigen mogen niet worden gesleept. Geen sluis-, brug- of kanaalrechten. Afstandstabel. Afstand in ILigging.] , KM. uit het beginpunt. 0,0 O. Vaargeul in den Geldersehen IJssel (41); 1 K.M. beneden het Dierensche kabelpontveer. 0,0 Voorlwwen der Diercnschesluis. Vaar tuigen mogen niet langer vertoeven dan noodig is om geschut te worden of de haven te verlaten. 0,15 • Dierenschesluls, met 3 schutkolken achter elkaar. K.P. = 13,21 M. 4- N.A.P.; laagste stand 0,70 M. lager. M.R. op den IJssel beneden de sluis = 6,00 M. 4- N.A.P.; normaal laag water süt 5,40 M. 4- N. A. P. Laagste stand == 3,96 M. 4- N.A.P.; benedenslagdorpel = 2,79 M. 4- N. A. P., I bovenslagdorpel = 11,09 M. -j-j N. A. P. De vorm der schutkolkvloer is oorzaak dat bij waterstanden beneden 5,00 M. 4N. A. P. zeer breede schepen moeilijk te schutten zijn. Niet geschut wordt van 1 uur na zonsondergang, tot . 1 uur vóór zonsopgang. 0 2 Dierensche brug (dr.) bij Dieeen. 0 8 Los- en laadkade. 0 5 Keerplaats bij de spoorbrug; breed 50 M. Los- en laadplaats. Afstand in ILigging, -K..M. uit net beginpunt. Bil Afstand in ILigging. K.m. uit het beginpunt. 0,5 Draaibrug in den spoorweg van Arnhem naar Zutphen. *) 1,1 Spankerensche brug (dr.) bij Spankeren. 2.5 Nachtegaal8brug (dr.). 3.7 Laag Soeremchebrug(di.)bij Laag-Soeben. j (Los- en laadplaats). 5.8 Brummensche brug (dr.) in den weg naar Brummen. Los- en laadplaats. 7,0 Hallesche brug (dr.) of Koningsbrug. 7.6 Keerplaats; breed 38 M. Los- en laadplaats. 7.8 Eerbeeksche brug (dr.) bij Eerbeek. Los- en laadkade. 8.9 Koldenhovensche brug (dr.) 10.3 Keerplaats, breed'ruim 50 M. 10.4 Züvenschebrug (dr.). 11.3 Los- en laadkade. 11.5 Klabanusbrug (dr.). 12,2 Loenenschebrug (dr.) in den weg naar Loenen. 13,8 Scherpenbergerbrug (dr.). 15.5 Oosterhuizerbrug (dr.) bij Oosterhtjizen. Los- en laadplaats. 16.4 | Keerplaats, breed ruim 50 M. 16.5 Woudioegbrug (dr.) in den Woudweg. I Los- en laadplaats. 17,2 Veldwegbrug (dr.) in den Veldweg. 18,4 Bruggelerbrug (dr.) in den Engelanderweg. 5 20,2 Kaijersbrug (dr.). 21,1 Wormenschebrug (dr.). 21.6 Kraanbrug in den spoorweg van Apeldoorn ■i) KB. van 11 Sept. 1895, St.bl 169 (met wijzigingen), ter beveiliging van de beug. ■>. 512 Afstand in Ligging.! K.M. uit het beginpunt. naar Deventer en Zutphen nabij het station Apeldoorn. *) 22.0 Welgelegenbrug (dr.) te Apeldoorn. 22,0-23,2 Apeldoorn. Los- en laadplaatsen met kaden. 22.1 Keerplaats, breed ruim 40 M. 22,8 Apeldoormchebrug (dr.). 23,3 Apeldoornschesluis; K.P. noordelijk pand s= 10,80 M. 4- N. A. P. Keerplaats breed 23 M. 25,0 1. Broekebrug (oph.) in den weg naar Het Loo. Het Loo (1,5 K.M.). Los- en laadkade. 25,8 Koudhoornschesluis. Kanaalpeil noordelijk pand = 8,27 M.'4N. A. P. 27.2 Papagaaisbrug (oph.). 27.5 Keerplaats; breed 30 M. 28.3 Bamsbrug (oph.). 29.0 Keerplaats; breed 30 M. 30.6 i Jonasbrug (oph.) te Jonas. Los- en laadkade. 30.8 Keerplaats; breed 40 M. 31,5 Cannenburgerbrug (oph.) in den weg naar Cannenburg en Vaassen (2 K.M.). Los- en laadplaats. 32.1 Yaassenschesluis; K.P. noordelijk pand ±s 5,55 M. -f- N. A. P. 33.9 Schobbertsbrug (oph.). Los- en, laadkade. 34,0 Keerplaats; breed 40 M. 36.2 Zuukbrug (oph.). Los- en laadplaats. ') Zelfde reglement als te K.M. 0,5 513 Afstand in j Ligging. k.m. uit het ■•beginpunt. I 37,0 Dragterbrug (oph.). 37,6 : Keerplaats; breed 40 M. 37,6 Horsterbrug (oph.) in den weg naar Oene . (1,5 K.M. O.) en Epe (2,5 K.M. W.). Los- en laadkade. 39.0 Dijkhuizerbrug (oph.). 39,8 Vemderbrug (oph.). 41.1 Olstbrug (oph.). Los- en laadplaats. 41.8 Bonenburgerbrug (oph.) in den weg van Heehde naar Veessen. 41.9 Keerplaats; breed 27 M: 42.3 Bonenburgerslnls; K.P. noordelijk pand = 4,00 M. 4- N. A. P. 42,8 W. Grift; beneden de stuw in de Grift is een los- en laadkade; verder geheel onbevaarbaar. 43,0 Keerplaats. 43,0 Griftbrug (oph.) naar Heebde 1 K.M. W.). 48.5 Vosbergerbrug (oph.). 44,0 Vosberger voetbrug (dr.). 44.6 Winkelschebrug (dr.) bij Het Winkeltje. 45,0 Oost-Indischebrug (oph.) bij Hoobn. Los- en laadplaats. 45.7 Kazerbrug (oph.). 47,0 | Suikerbrug (oph.) in den Revelingschen weg. Los- en laadplaats. 47,7 Fle&schenbergerbrug (oph.). 48,0 Keerplaats, breed 40 M. 48.4 Los- en laadplaats te Wapenveld. 48,6 Manenbergerbrug (oph.) te Wapenveld. 49,4 Molenvoetbrug (dr.). Keerplaats, breed 26 M. 83 514 Afstand in ILigging. k.m. uit het beginpunt. 49,9 Kloosterbrug (oph.) bij Klooster Huls¬ bergen. 50.7 Berghuizerbrag (oph.) of Wervenschebrug te Berghuizen. 51,4 Hezenbergersluls. M.R. op den IJssel benoorden de sluis 0,72 M. -f- N. A. P.; normaal laagwater = 0.50 M. 4- N. A. P. Laagste stand = 0,60 M. 4- N. A. P. (benedenslagdrempel = 1,96 M. 4- N. A. P., bovenslagdrempel = 1.82 M. -j. N. A. P.). In het pand tusschen deze sluis en den IJssel ontstaan nu en dan ondiepten, die periodiek worden opgeruimd. 51.4 Hezenbergerbrug (oph.). 52.5 O. Groote Wetering, over ongeveer 0,4 K.M. bevaarbaar voor schepen van 4,75 M. breedte en 1,40 M. diepgang, vrije hoogte 1,80 M. Verderop tot de Evergeune nog bevaarbaar voor scheepjes tot 4 M. breedte en 0 50 M. diepgang (2 K.M.); alles bij M.E. 53.8 Hattemerbrug (oph.). W. Hattem. Los- en laadkade. 54.6 | N.O. I Geldersche IJssel (41). 39. BERKEL. (IV) Van nabij den Gelderschen IJssel (41) te Zutphen (waarmede geen scheepvaartverbinding is) tot de Pruissische grens, bij Oldenkotte. Lengte ongeveer 48 K.M. Breedte van 14 M. tot 21 M. Op de panden kan een aanmerkelijk verhang bestaan. Schepen met meer dan 1 M. diepgang kunnen den Berkel in den regel niet bevaren. De Berkelzompen, die vroeger de rivier bevaarden, zijn thans verdwenen, zoodat 515 feitelijk slechts pramen en roeibooten ten behoeve van den landbouw op den Berkel voorkomen. Te Zutphen verhindert de stuw in den Houtwal de verbinding met den IJssel, tenzij de vaartuigjes over den Houtwal worden gesleept. 8 beweegbare bruggen, wijd 3,30 M. 38 vaste bruggen, wijd 3,50 M. 7 sluizen en stuwen. In beheer bij het Waterschap van de Berkel. Afstandstabel. Afstand in ILigging.j K.M. uit het .beginpunt. 0,0 I N.W. j ZüTPHEN. (Zie schetskaartje n°. 23.) 0,0 I Stuw in den Houtwal, 0,4 K.M. uit den J IJssel; geen doorvaart naar den Ussel. 0,0—1,0 | Hoofdgracht en Graaf Ottosingel. 0,8 j Vaste brug in den weg (stoomtram) naar ! Waknsveld. 1,0 j Naar de Oude Waterpoort (0,3 K.M.), i waaronder een onbevaarbare Berkelarm. 2,4 1. Waknsveld. 5,4 Kraanbrug in den Geldersch-Overijssel- schen Locaalspoorweg. 9,0 Spüholderophaalbrug. r. Almen. 10,5 Kloekhor sterstuw metoph.; wijd 3,70 M., diep 1,60 M; scheepjes kunnen passeeren. K.P. benedenpand = 7,05M. -f- N.A.P. K.P. bovenpand = 9,62 M. 4- N.A.P. r. De Ehze. 12,5 Boevink-ophaalbrug. 16,5 Vaste brug in den Geldersch-Overijssel- schen Locaalspoorweg. 17,9 I Lochemersluis met bew. brug. Schutlengte 19,80 M., wijdte 3,68 M., diepte 1,40 M. K.P. bovenpand 11,97 M. -4- N.A.P. 1. lochem. 516 Afstand in Ligging.! _ i;,: . K.M. uit het beginpunt. 27,9 Vaste brug in den Geldersch-Overijssel- schen Locaalspoorweg. 28,4 Borculoschesluis. Schutlengte 19,90 M.. wijdte 3,74 M., diepte 1,20 M. K.P. bovenpand = 15,98 M. 4- N. A. P. r. Bokculo. 28.6 Geesterensche brug (oph.). 29,1 Toegangsbrug tot de Bleek (oph.). 29.7 Diepe-Meenenbrug (oph.). 33.8 r. Bolksbeek, met sluis aan den mond, onbevaarbaar. 34,6 Sluis aan den Nieuwen Molen. Schutlengte 18,80 M., wijdte 3,73 M., diepte 1,20 M. K.P. bovenpand == 19,17 M. 4- N. A. P. 37,3 Vaste brug in den Geldersch-Overijssel- schen-Locaalspoorweg. 39,3 Mallemschesluis. Schutlengte 18,80 M., wijdte 3,73 M., diepte 1,25 M. K.P. bovenpand = 22,35 M. 4- N. A. P. 43,3 Stuw te Rekken met oph., wijdte 3,60 M., diepte 1,65 M. Scheepjes kunnen passeeren. K.P. bovenpand = 24,68 M. + N. A. P. 47,8 Pruissische grens bij Oldenkotte. Het riviervak in Pruissen is nagenoeg onbevaarbaar. 40. OUDE IJSSEL. (III) Van den Gelderschen IJssel (41), even boven Doesburg tot nabij de Duitsche grens boven Gendringen. Lengte bijna 29 K.M. Breedte minstens 16 M., boven Ulft (K.M. 27) minstens 12 M.; 13 zwaaiplaatsen, breed 32 M. Diepte van 1,50 M. tot 3 M. 517 De scheepvaart heeft weinig hinder van de lage waterstanden. Nu en dan geven verzandingen eenigen last. 6 beweegbare gewone bruggen en 1 beweegbare spoorbrug; wijd minstens 5,80 M. 1 vaste brug; wijd 8 M.; hoog ongeveer 4,75 M. 5 schutsluizen. Sluisgeld aan elk der sluizen f 0,02 per ton, minimum f0,20; stoom- en motorbooten f 0,03 per ton, minimum 0,30; passagiersvaartuigen f 0,50; voor onbeladen schepen half tarief. l) Jaagpad. De in den Ussel uitstroomende beken zijn onbevaarbaar. Aanlegplaatsen te Doesburg, Keppel, Doetinchem, Terborg en TJlft, in beheer bij de Gemeenten. Op aanvrage kan langs de geheele rivier geladen of gelost worden. / In beheer bij het Waterschap van den Ouden Ussel. Van toepassing is het „Reglement van politie voor het scheepvaartkanaal de Oude Ussel", van 10 Juni 1905, dat zeer uitvoerige bepalingen bevat. Elke schipper, die den Ouden IJssel bevaart, moet een exemplaar in bezit hebben. Verkrijgbaar bij de sluiswachters. Toegelaten grootste afmetingen der vaartuigen: diepgang tot 1,25 M. of met bijzondere vergunning tot 1,50 M.; lengte tot 30 M.; breedte tot 5,80 M. Voor het bovendeel, van de Engbergschébrug tot den mond van den Astrang (boven TJlft), zijn deze maxima: diepgang tot 1,10 M.; lengte tot 26 M.; breedte tot 5 M. Beperking van diepgang, wegens lage waterstanden, Wordt bekend gemaakt. Stoom- en motor booten behoeven vergunning van den Watergraaf en Heemraden. Van één uur na zonsondergang tot één uur vóór zonsopkomst, benevens op Zon- en feestdagen, wordt niet geschut dan met schriftelijke vergunning. J) Keur van het Waterschap van 25 Juli 1919. 518 Sleeptreinen mogen slechts 2 schepen omvatten. Bij ontmoeten van vaartuigen, die elkaar niet passeeren kunnen, moet het ledige naar de eerste wisselplaats terugkeeren. Zijn beide ledig of geladen, dan moet het opvarende terugkeeren, enz. Alle vaartuigen van meer dan 1 M. diepgang moeten voorzien zijn van eene peilschaal, schepen grooter dan 10 ton moeten de namen van schip en eigenaar, benevens diens woonplaats, vertoonen. Voorschutting wordt toegestaan aan Rijksvaartuigen, vaartuigen geladen met ontplofbare stoffen en zulke dienende tot geregeld vervoer van personen en goederen enz. of geladen met versche visch. Stroomafwaarts varende schepen hebben bij het doorvaren eener brug de voorkeur. Na doorvaart van 2 vaartuigen achter elkaar wordt de brug zoo nöodig gesloten. Bij het voorbijvaren van vaartuigen enz. voor welke de golfslag gevaar kan opleveren en die ten teeken daarvan een roode vlag of des-nachts 2 roode lichten boven elkaar vertoonen, moeten voorbijvarende schepen hunne vaart dienovereenkomstig verminderen. Afstandstabel. Afstand in I Oever. K.M. uit het beginpunt. 0,0 r. Doesburg; de Stadsgrachten zijn onbevaarbaar. (Zie schetskaartje n°. 24.) Het aandoen der buitenhaven is verboden wanneer des daags een roode vlag of des nachts een rood licht aan den ingang zichtbaar is. 0,0 w. Geldersche IJssel (41), ruim 1 K.M. boven de Schipbbug te Doesbubg. 0,0—0,1 I Buitenhaven. I. Broekhuizerwater, onbevaarbaar. 0,1 Schutsluis n°. V. Schutlengte 39,20 M., wijdte 6 M., diepte 2,80 M. M. R. te Doesburg = 6,90 M. 4- N. A. P. K.P. bovenpand = 8,25 M. 4- N. A P. Het aandoen der buitenhaven is verboden wanneer des daags een roode vlag of des nachts een rood licht aan den ingang zichtbaar is. Geldersche IJssel (41), ruim 1 K.M. boven de Schipbbug te Doesburg. 519 . • Afstand in I Oever. I K.M. uit het "Beginpunt. I Bij hoog water op den Ussel komt de waterstand op het bovenpand daarmede overeen. Ophaalbrug over de sluis. Bruggeld f 0,20, onder 10 ton f 0,05. i) 2,1 Zwaaiplaats. 2,7 r. Drempt. 5.3 Zwaaiplaats. 5,9 Draaibrug bij Muldera te Hoogkeppel. J Bruggeld als boven. 7,7 Zwaaiplaats. 1. Zijtakje naar Laagkeppel. 7,9 Schutsluis n°. IV, met draaibrug te Laagkeppel. Geen bruggeld. Schutlengte 31,10 M., wijdte 6 M., diepte 1,50 M. K.P. bovenpand = 10,14 M. 4- N.A.P. Los- en laadplaats; opslaggeld perM'. f 0,05 per maand.') 8.4 Laagkeppel; oph. in den weg van Wehl naar Hummelo. j Bruggeld als boven. 10,5 Zwaaiplaats. 13,0 Zwaaiplaats. 14,5 r. Doetinchem of Deutinchem. Liggeld aan de gemeentelijke werken: tot 10 ton f 0,10 voor elke ton meer f 0,02. Kadegeld voor opslag: per M*. eerste 2 dagen f 0,10, verder per 8 dagen f 0,10.3) Ophaalbrug in den weg Doetinchem— Zeddam (stoomtram). Bruggeld als te K.M. 0,1. 15,2 Draaibrug in den Geldersch-Overijssel- schen Locaalspoorweg. 4) Geen bruggeld. i) Keur van het Waterschap van 25 Juli 1919. =) Ver. der Gem. Hummelo en Keppel van 10 Oct. 1902, n". 5. '.) Ver. der Gem. Doetinchem van 3 Nov. 1920. J) Van toepassing is het K. B. van 15 April 1910. StM. n». 113. 520 Afstand in 1 Oever. KJH. uit het beginpunt. Nieuwe bochtafsnijding boven de brug. 16.5 Zwaaiplaats. 17.6 1. Kemmenade. Zwaaiplaats. 17.7 1. Waalsche Water, onbevaarbaar. 18,2 Schut- en keersluis n°. III, met voet¬ brug te Kemmenade. Geen bruggeld. Schutlengte fe 31,10 M.*; wijdte 6 M.; diepte 1,50 M. K.P. bovenpand = 11,28 M. 4- N.A.P. Zwaaiplaats. 19,4 Zwaaiplaats. 20,9 r. Zijtakje, (haven), naar de ijzerfabriek „Vulkaansoord"; 0,3 K.M. bevaarbaar voor schepen tot 1,45 M. diepgang. 21.2 Schutsluis n°. II, met voetbrug te Terborg. Geen bruggeld. Schutlengte 31,10 M., wijdte 6 M., diepte 1,50 M. K.P. bovenpand 12,38 M. 4- N. A. P. 21.4 Zwaaiplaats. 22.5 Strangbrug, (stoomtram) in den weg van Etten naar Terbobg. Bruggeld als te K.M. 0,1. 1. Etten (0,5 K.M.). r. Teebobg (0,5 K.M.). 23.3 I Zwaaiplaats. 24,1 r. Stoerstrank, onbevaarbaar. 25.4 Hoogvonder (v.); wijd 8 M., hoog 4,75 M. 25.6 Zwaaiplaats. 25,6-26,6 Bochtafsnijding. 26,6 r. Astrang of Priesterbeek, onbevaarbaar. 27,0 Schutsluis n°. I te Ulet. Schutlengte 34,88 M.. breedte 6 M., diepte 1,50 M. 521 Afstand in Oever. K.M. uit het beginpunt. K.P. bovenpand =~13,38 M. 4- N. A. P. Ophaalbrug in den stoomtramweg van Terborg naar Gendringen. Bruggeld als te K.M.0,1. Ulpt. 27,6 r. Astrang, onbevaarbaar. 28,6 Vaste brug in den weg van Engbebgen naar Gendbingen. 1. Gendbingen (I K.M.). Zwaaiplaats. Tot hier is de Oude IJssel bevaarbaar; 0,3 K.M. vertier, bevindt zich de Rijksgrens. 41. GELDERSCHE IJSSEL. (I) Van het vertakkingspunt aan den Neder-Rijn tegenover Huissen, tot aan den mond van het Keteldiep in de Zuiderzee. Lengte ruim 127 K.M. Breedte op 0,50 M. boven den normalen lagen waterstand afwisselend van 75 M. bij Westervoort (K.M. 0,0) tot 100 M. bij Deventer (K.M. 67), 135 M. te Katervèer (K.M. 100) en 165 M. te Kampen (K.M. 116). Aan den Ketelmond is de breedte 100 M. De normale breedte van het winterbed en overstroomingsgebied is 500 M., die echter niet overal aanwezig is. Bij M.R. is eene doorgaande vaardiepte van ruim 2,75 M. aanwezig. Het vaarwater tusschen de dammen van het Keteldiep wordt tot 3 M. onder L.W. gebaggerd. Daarbuiten is op niet meer dan 2,50 M. te rekenen. Het getijverschil aldaar is 2 a 3 d.M. M.V. = ongeveer 0,15 M. 4- N.A.P. M.E. = ongeveer 0,15 M. -f- N. A. P. De normale lage waterstanden bedragen nabij den boven- 522 mond te Westervoort ongeveer 1 M. onder M.R., geleid elijk afnemende tot ongeveer 0,20 M. in den benedenmond. De allerlaagste waterstanden gaan van ruim 2 M. onder M.R. aan den bovenmond tot bijna 1,50 M. onder M.R. op het benedendeel en bijna 2,00 M. onder M. E. in de Zuiderzee. Zie onderstaande tabel. ■g USS l-Sö a . I .Sss I .5sa' I SP 1 |^ al p II J Ij O Sflf l'lg t'm I*- I125' Plaatsnaam. L° 7 1^? S>S Jsg .2* £ . ~* ^ *~ ^ ^ö £E)'|®' "ë 5 ® a> 5> TJ« £a jB ® 5{ 'g 2fiJ g>ö * §1 | la | g" 2 Westervoort (brug) . I + 9,08 — 0,90 2,40 I 4,33 19,20 15 De Steeg I + 7,73 ! 3,20 — 2,17 3,84 — 24 Doesburg +6,90 — 0,75 2,06 8,65 — 32 Dieren +6,02 — 2.06 8,84 — 49 Zutphen + 4,42 3,00 =) — 2,16 4,30 10,94 66 Deventer + 3,15 2,90 0,60 2,00 4,05 12,39 78 Olst + 2,26 3,00 — 1,73 3,95 — 86 Wijhe +1,61 3,10 0,50 1,49 4,00 — 101 Katervèer + 0,66 — 1,35 3,40 6,19 116 Kampen + 0,12 3,00 0,20 1,20 2,75 3,22 127 Mond Keteldiep ... + 0,11 — — — _ _ Hierbij valt te bemerken, dat de ondiepste plaatsen inde rivier zich van jaar tot jaar kunnen verplaatsen en plaatselijke verondiepingen van eenige decimeters kunnen voorkomen. Zoodra de vaardiepte op eenig punt der riviervakken Westervoort—Doesburg, Doesburg—Zutphen, Zutphen— Deventer, Deventer—Katervèer minder dan 2,40 M. bedraagt, wordt dit op de waarschuwborden te Westervoort (IJsselkop), Doesburg, Zutphen, Deventer, Katervèer (sluis) en Kampen aangegeven en bovendien door een roode vlag aan een stang boven het bord. !) Begin 1923 is eene (tijdelijke) verondieping ontstaan, zoodat boven Zutphen op 2,60 m. diepte onder m.r. te rekenen valt. 523 Zoolang de vaardiepte op eenig punt tusschen den IJsselkop bij Westervoort en te Katervèer minder dan 2,25 JL bedraagt, is hiervan bovendien kennis te verkrijgen bij: het „Hafenamt" Ruhrort; ' den Rijksbakenmeester te Lobith; den sluismeester der Koninginnesluis te Vreeswijk; en bij de Rijksambtenaren voor de Binnenvaart te Gasselternijeveen, Rotterdam en Amsterdam. Zoolang de vaardiepte op bovengenoemd riviervak minder dan 2,00 M. bedraagt wordt aan den IJsselkop te Westervoort wacht gehouden door een bakenmeester of ander beambte van 1 u. vóór zonsondergang tot 1 u. na zonsopgang en worden vaartuigen wier diepgang te groot is niet doorgelaten. Wordt de vaardiepte minder dan 1,70 M. dan worden ook op tusschengelegen punten bij voorkeur in de nabijheid der waarschuwborden wachtposten geplaatst. Zoolang de vaardiepte minder dan 1,50 M. bedraagt wordt de nachtvaart verboden, wat door de plaatsing van borden met „Nachtvaart verboden" nevens of nabij de waarschuwborden aangegeven wordt. Aan deze borden wordt des nachts een roode lantaarn gehangen. In 1920 is gedurende 98 dagen de wachtpost te Westervoort betrokken geweest. Op de rivier wordt de vaargeul, behalve door enkele tonnen, aangegeven door bolbakens op den vasten wal. De bolbakens staan aan den oever, langs welken de vaargeul loopt; waar de vaargeul naar den anderen oever verspringt, is op eiken oever de richting der kruising aangegeven door 2 bakens, die inéén gezien het vaarwater aangeven. Naar de uitkomst der peilingen worden de bakens en tonnen verplaatst. Voor den bakendienst is de rivier in 5 bakenkwartieren verdeeld, als in de afstandstabel aangegeven. '4 beweegbare-, 2 schip- en 3 vaste bruggen. 7 kabelpontveeren en 16 voetveeren. . Meer dan 40 los- en laadplaatsen van algemeen belang. Het jaagpad is aan den linkeroever gelegen, behalve in twee vakken bij Wilsüm en bij Dieren; zie nieronder. 624 Met uitzondering van den gekanaliseerden Ouden IJssel (40) en een gedeelte van de Schipbeek (26), zijn de talrijke in den IJssel uitmondende beken niet bevaarbaar. De IJssel wordt bevaren door vaartuigen tot 1400 ton laadvermogen en 2,60 M. diepgang. Stoombooten gaan tot 2,30 M. diep; sleepbooten tot 1,90 M. Bij hoogere waterstanden komen vaartuigen tot 2000 ton voor. De voor de scheepvaart bezwaarlijks te bochten zijn de bochten te Rheden (K. M. R. 34,8). Overigens is het riviervak Doesburg—Zutphen het bezwaarlijkst. Sleepdienst door een aantal ondernemers. Vaste stoom- en motordiensten; op den Beneden IJssel ook passagiersdienst. . De rivier is in beheer bij het Rijk. Van toepassing is het „Algemeen Reglement van politie voor rivieren en Rijkskanalen" (zie bl. 18). De Rijnvaartakte enz. is op den Gelderschen IJssel niet van toepassing. Afstandstabel. De kilometerraaien, aangeduid door genummerde borden op een der oevers, geven ongeveer 20,5 K.m. méér aan dan de afstand uit het vertakkingspunt aan den Neder-RIJn (k.m. 0,0 van de afstandstabel). Kilometer- Afstand in I Oever. I raai (vanaf K.H. uit het Lobith). vertakkingspuntaan den Neder-Rjjn. 20,5 0,0 Z. I Verdeelpunt van den WederI Mijn. 0,0 Z.O. | Jfeder-Hijn, naar Soven- Hijn en Waal. 0,0 N.W. Neaer-Mijn, ongeveer 4 K.M. boven Arnhem, verderop Lelt. 20,5 j r. Waarschuwingsbord te Wester¬ voort. 22,3 1,6 I r. Los- en laadplaats van de Gem. Westervoort, geschikt bij waterI standen tot 2,50 M. boven M.R. 525 Kilometer- Afstand in I Oever. I raai (vanaf k.m. uit het Lobith). vertakkingspuntaan den Neder-Rijn. Tarief f 0,25 per ton te laden of te lossen goederen, 1/2 et. per ton laadvermogen voor ligplaats nemen. Opslaggeld 1 dag vrij, le week f 0,20perm*., vervolgens f0,08 en f0,05 per week». 2,0 r. Westervoort. 22.8 2,2 Vaste brug in den spoorweg Arnhem—Zevenaar, benevens brug voor gewoon verkeer (van het Rijk); wijd 112 M., hoog ong. 10,10 M.-f-M.R. 22.9 2,3 r. Vluchthaven van het Rijk; grootte 0.5 H.A.; diepte 2 M.— 3 M. Veilig bij ijsgang en hoogwater. Bij waterstanden hooger dan 3 M. 4- M.R. is het bevaren van het havenkanaal niet meer mogelijk. 24,7 4,1 L Los- en laadplaats aan desteenfabriek „De Durk", part. Gebruik in den regel toegestaan tegen betaling van f 0,05 per ton. 26,0 6,2 r. Los- en laadplaats te Lathum; lang 32 M.; geschikt bij waterstanden omstreeks M.R. 27.0 Voetveer te Lathum. 27,7 7,0 I 1. Velpsche Hank, geen vaarwater. ■ 30,6 10,0 r. Bahr. 32.1 11,5 r. Los-en laadplaats (van het Water¬ schap Lijmers); lang 27 M.; alleen geschikt bij waterstanden onder M.R. 32,6 12,0 r. Giesbeek. . 34,5 13,9 1. De Laak, geen vaarwater. 34,6 14,0 1. Rheden ; los- en laadplaats Rhedermark, nabij den Stoomkorenmolen Moscou, in haventje, geschikt bij waterstanden tot 2,50 M. boven M.R. i) Volgens Ver. der Gem. Westervoort van 17 Mei 1921. 526 Kilometer- I Afstand in I Oever, raai (vanaf K.m. uit het Lobith). vertakkingspuntaan den | Neder-Rijn. Kadegeld lty2 ct. per ton, stoombooten 21/2 ct. per ton; binnen 2 uur vertrekkende 1 ct. per ton. "Walgeld volgens overeenkomst. i) 34,9 14,2 Kabelpont. 34,9 1 14,2 1. Los- en laadplaats ..Rhedensche veer" (part.). Liggeld per dag f 1,25; voor schepen van 100-300 ton f 2,50, boven 300 ton f 3. Geschikt bii waterstanden tot 2,50 M. boven M.R. 35.1 14,5 1. Los-en laadplaats van den Staats¬ spoorweg; lang ruim 600 M. 36,3 15,7 1. De Steeg. MlDDACHTEN. 36.5 15,8 . 1. Los- en laadplaats de Steeg, ge¬ schikt bij waterstanden tot 2 M. boven M.R. Voetveer aan den Eikenboom. 30.2 18,5 r. | De Zwalm; slechts bevaarbaar, bij hooge standen tot het Stoomgemaal (0,4 K.M.). Giesbeek. 41,0 20,0 r. Bingebden; los- en laadplaats, geschikt bij waterstanden tot 1 M. boven M.R. 43.6 22,9 r. Gekanaliseerde Oude IJssel • (40), naar Doetinchem. 43,7-44,7 23,0-24,0 r. DOESBUEG (zie schetskaartje n». 24). Standplaats van den bakenmeester in het 1ste bakenkwartier. 43,9 23,2 r. Haven van Doesbueg (Molenkolk), van de gemeente 1,3 H.A.; diep van 1,5 M. tot 3 M.; kaailengte 250 M.; buiten de haven nog 170 M.; 1 kraan; veilig bij ijsgang en hoogwater. i) Tarief van 30 Juni 1919. 527 i Kilometer-1 Afstand in Oever, raai (vanaf K.M. uit het Lobith). vertakkingspuntaan den > Neder-Rijn. Scheepstimmerwerf en reparatiewerf. Haven- of kadegeld: voor hoogstens 1 dag per ton 2 ct.; bij langer verblijf 3 ct. per ton en per maand; jaarabonnement. In den winter 4 ct. per ton voor meer dan 30 dagen. 44,0 23,2 r. Los- en laadplaats van de Gem.; lang 30 M. Tarief als boven. 44,0 23,3 Grens tusschen het 1ste en 2de bakenkwartier. 44.4 23,9 Los- en laadplaats van de Gem.; lang 140 M., geschikt bij waterstanden tot 3 M. boven M.R. Kraan van 1 ton hefvermogen; tarief als boven. 44,7 24,0 Schipbrug van de Gem. Doorvaart- wijdte 17 M. Bruggeld: tot 20 ton f 0,15; voor elke 10 ton meer f 0,08. 44,7 1. Waarschuwbord te Doesburg. Wordt naar den rechteroever verplaatst. 51,2 30,5 1. Dierensche Hank; geen vaarwater. 52.5 318 1. Ruitersbeek; geen vaarwater. 52,7 31,9 1. Dieren; los- en laadplaats van de Gem.; geschikt bij waterstanden tot 2,50 M. 4- M.R. met lage en hooge loskade, lang ruim 70 M. Kadegeld IV2 ct. per ton, stoombooten 2 ct. per ton, vaartuigen, die binnen 2 uren vertrekken, 1 ct. per ton, bootjes onder 6 ton 10 ct. per keer; alles per 7 dagen. Opslaggeld 1 ct. per M'. en per 7 dagen. Jaarabonnement. '). 52,7 31,9 Dierensche kabelpont; van hier tot beneden den Gelderschen toren loopt het jaagpad aan den rechteroever. i) Ver. der Gem. Rheden van 10 Juni 1899. 528 Kilometer- I Afstand in Oever, raai (vanaf K.M. uit het Lobith). vertakkingspuntaan den Neder-Rijn. 53,7 33,0 1. Apeldoornsch kanaal (38); voorhaven van het Rijk; lang ruim 60 M., diep 3,30 M. 54,3 33,6 r. Los- en laadplaats „Het Hoogeland" (Rha en Olburgen), voor kleinere vaartuigen, geschikt bij waterstanden tot 2 M. boven M.R. Voetveer te Dieren. 55,5 34,8 1. Geldersche toren. 58,5 37,8 r. Groote beek; geen vaarwater. 59,2 38,4 1. De Hank; geen vaarwater. 59,2 38,4 Bronkhorster kabelpont, tusschen Steenderen, Bronkhorst en Brummen. r. Bronkhorst (op ruim 0,5 K.M.). 59,2 38,4 r. Los- en laadplaatskade, lang ruim 100 M. (part.), geschikt bij waterstanden tot 2,50 M. boven M.R. 59,2 38,4 l. Los- en laadplaats „Brummen", zonder steiger of kade (part.), geschikt bij waterstanden tot 1 M. boven M.R. 59,2 38,4 1. Brummen (op ruim 1 K.M.) 60,7 39,8 1. Halfvasten ; los- en laadplaats, lang 50 M. (part.); geschikt bij alle waterstanden. 60,7 34,8 Voetveer te Halfvasten. 63,5 42,5 r. De Groene Jager; uitmonding der Baaksche beek (Hackfortsche beek); geen vaarwater. Voetveer. 63,5 42,5 I Los-en laadplaats (part.), geschikt bij waterstanden tot 1 M. boven M.R. 64—66 r. Overlaat over den Baakschen weg. 529 Kilometer- I Afstand In Oever, raai (vanaf IKM. uit het Lobith). vertakkingspuntaan den Neder-Rijn. 69,1-70,8 48,1-49,8 r. zutphen. (Zie schetskaartje n°. 23.) Standplaats van den bakenmeester in het 2de bakenkwartier. 69,1 48,1 r. Zuiderhaven, van de Gem. Zutphen; 0,6 H.A.; diep 2,70 M,; veilig bij ijsgang en hoog water. Kadegeld voor hoogstens 1 dag f 0,01 per ton, bij langer verblijf f 0,01 Vs per M3. tot 15 dagen. Daarna gaat het tarief opnieuw in. Jaarabonnement Geen recht is verschuldigd voor vaartuigen, geen pleziervaartuigen of sleepbooten zijnde, die zonder te laden of te lossen, minder dan 12 uren aanliggen. Liggeld van goederen bij 10 M=. of minder f 0,10 per week, verder f 0,01 per M'. en per week, na 6 weken f 0,25 per iVR en per week. De eerste week is vTjj. Havengeld b(j overwintering 1ste maand f0,02 per Mi; bij langer verblijf f 0,03 per M3. i) Geldend voor alle gem. los- en laadplaatsen. 69,5 48,5 r. Oude- of Vischpoorthaven, van de Gem. Zutphen; 0,65 H.A., diep 2,70 M.; nauwe invaart; veilig bij ijsgang en hoogwater. 69,7 48,7 r. Oude mond van de Berkel (39); geene scheepvaartverbinding. 69,7 48,7 r. Kade langs den IJssel; lang 700 M., en loswal lang 100 M. met oeververdediging; geschikt bij waterstanden tot 2,50 M. boven M.E. Los- en laadplaats van de Gem. Zutphen. Handkraan aan de kade, hefvermogen 5000 K.Gr. Kraangeld van f 0,02 voor lasten tot 140 K.G., tot f 0,24 tot 700 KG. en verder f 0,04 voor iedere 100 K.G. meer. i) 70,0 I 49,0 1. Waarschuwbord te Zutphen. i) Ver. van 6 April 1914, OemM. n°. 14. 34 530 Kilometer- Afstand in Oever, raai (vanaf K.M. uit het Lobith.) vertakkingspuntaan den Neder-Bijn. 70.1 49,1 Draaibrug in- den spoorweg. Arnhem—Zutphen, wijd 15 M.; met vaste opening, wijd 85 M.„ hoog 6,37 M. boven M.R., met dubbele ophaalbrug (even wijd en hoog) op dezelfde pijlers voor de Gem. brug voor gewoon verkeer. Van zonsonder- tot zonsopgang blijft de brug gesloten, hoogstens evenwel van 84 u. n.m. tot 51 u. v.m.; overigens 10 min. vóór aankomst van een trein. Zoolang de ophaalbrug gesloten is, vertoont deze des nachts een rood licht naar de zijde afgewend van de spoorwegbrug. Des nachts wordt de doorvaartopening beider bruggen aangeduid door een groen licht op elk der pijlers ter weerszijden op den cordonband tusschen de bruggen.*) Geen bruggeld. Rooster der openingstijden tegen betaling verkrijgbaar bij den ingenieur der Staatsspoorwegen te Zutphen. 69,9 48,9 1. Los- en laadplaats (van de Gem. Zutphen) links boven en rechts beneden de brug, elk lang 100 M. Geschikt bij waterstanden tot 1 M. boven M.R. 70.2 49,2 r. Los- en laadplaats van de ,Gem. Zutphen. Geschikt bij waterstanden tot 1 M. boven M.R. i) K. B. van 8 Sept. 1916 StM. n». 439 ter beveiliging aan de brug. 531 Kilometer- Afstand in Oever. I raai (vanaf k.m. uit het ; Lobith). vertakkingspuntaan den Neder-Rijn. 70,4 49,4 1. I Noorder- of Handelshaven van de Gem.ZuTPHEN, ongeveer2 H. A., diep in denmond2,80M.;verderop minder; kaailengte ruim 300 M. Veilig bij ijsgang en hoogwater. Bruggeld des nachts voor het openen van de brug over de Noorderhaven f 0,40 voor schepen kleiner dan 100 M.3.; voor grootere Des zomers is van 7 u. v.m. en des winters van 5 u. v.m.—5 u. n.m. geen bruggeld verschuldigd. 70,8 49,8 Haven van de gasfabriek; 0,9 H.A.; diep 3 M.; onveilig bij ijsgang en hoogwater; ten dienste der gasfabriek en aangrenzende eigenaren. In beheer bij de Gem. Ten noorden dezer haven is een nieuwe part. haven ontworpen, groot ong. 21/,, H.A. 71,0 50,0 Grens tusschen het 2de en 3de Bakenkwartier. 71.3 50,3 1. Hoendernesterbeek; geen vaar¬ water. 72.6 51,6 r. Polbeek, bij het voormalige fort de Pol; geen vaarwater. 73.7 52,7 r. Nederlandsch Mettray, (ruim 0,5 K.M. oostwaarts). 74.4 53,4 r. Flierderbeek, onbevaarbaar. 77,0 56,0 1. Kasteel Nijenbeek. 77,0 Voetveer bij Nijenbeek. 77,0 56,0 E Nijenbeek of Loenschebeek; geen vaarwater. 77>5 li Los- en laadplaats Houtwal (Vooest) ; part, geschikt bij waterstanden tot 1 M. boven M.R. 78,2 57,2 1. Los-en laadplaatsLokin(Voorst); part.; geschikt bij waterstanden tot 1 M. boven M.B. 78.5 | 57,5 I 1. Los- en laadplaats Slijkhuis 532 Kilometer- I Afaland in I Oever. i raai (vanaf k.m. uit het Lobith). vertakkingspuntaan den Neder-Rijn. (Voorst); geschikt bij waterstanden tot 1 M. boven M.R. r. i Gorssel, 1 K.M. oostwaarts; 80,8 59,8 voetveer bij Dommerholt. 80,8 59,8 r. Los- en laadplaats Dommerholt (Gorssel), part.; geschikt bij waterstanden tot 1 M. boven M.R. 81,1 60,1 r. Dommerbeek; geen vaarwater. 85.5 64,5 r. Koerhuisbeek, geen vaarwater. r. I Havenkanaal van v. d. Lande; I 1,75 HA.; diep 2,90 M.; veilig bij ijsgang en hoogopperwater. 85.6 64,6 r. Haventje der gasfabriek, lang 200 M., diep ongeveer 3,50 M. -r- M.R. 85,8-88,0 64,8-67,0 r. Deventer. Standplaats van den bakenmeester in het 3de baken| kwartier. Langs de IJsselkade (Pothoofd, de Welle, Onder de Linden, Lagestraat) kunnen bij normalen waterstand de grootste rivierschepen aanleggen. Van toepassing is de ver. op het gebruik van de havens, de kaden enz.J) en de ver. omtrent het gebruik der bruggen.2) Schippers, die met hunne vaartuigen binnen de Gem. Deventer aanleggen, moeten zich binnen 2 uren bij den havenmeester melden. Stoombooten mogen slechts aan de vaste, daartoe bestemde ligplaats gelegd worden. i) Vastgesteld 6 December 1880 en 5 Sept. 1906. J) Vastgesteld 12 Januari 1891, 6 October 1902 en 4 October 1915. 533 Kilometer-1 Afstand in Oever, raait vanaf K.M. uit het Lobith.) vertakI kingspunt aan den Neder-Rijn. | Sleepdienst De gemeente heft haven-, kaai-, opslag-, kraan- en hijschgelden. Bruggeld wordt niet geheven. Haven- en kaaigeld voor het verbruik aller gem. wateren, havens enz.: 3 ct. per ton laadvermogen en per 15 dagen; jaarabonnement, i) Vrijgesteld zijn gedurende 2 etmalen (Zonen feestdagen niet medegerekend) vaartuigen die niet lossen of laden. Opslaggeld: 1,6 ct. per M'. en per week.2) Kraangeld: van 2,6 ct. per 100 K.G., beneden 600 K.&. tot 16 ct. per 100 K.G. voor lasten, zwaarder dan 4000 K.G.3) Hijschgelden: voor het gebruik der electrische ' hijschinrichtingen der Gem. aan de Welle: f 0,75 per uur. Maximum gewicht dat tegelijkertijd geladen of gelost mag worden: 300 K.G.4) 85,8 64,8 r. Nieuwe Saven van de gem. Deventer, nog in bouw (de voltooiing is echter nog onzeker). Groot ontworpen plan. Tezamen zullen ongeveer 1,5 K.M. lengte havenbassin gereedkomen, met verdere uitbreidingsmogelijkheid en later evt. verbinding met het Overijsselsch kanaal ter plaatse waar dit met de Schipbeek samenkomt. De diepte zal ruim 3,50 M. onder M.R. bedragen. In de voorhaven komt een schipdeur ter keering van hooge waterstanden; het achtergelegen industrieterrein zal worden bemalen. 86,0 65,0 r. Pothoofd ; los- en laadplaats van de Gem. Deventer; geschikt bij waterstanden tot ongeveer 4 M. boven M.R. Kadegeld als hierboven. i) Ver. der Gem. Deventer van 16 Juli 1917, gewijzigd 4 Nov. 1918. ») „ „ „ „ „ 14 Mei 1900, gewijzigd 4 Nov. 1918. 3) „ „ „ „21 April 1900, gewijzigd 4 Nov. 1918. «) „ „ „ „ „15 Nov. 1915. 534 " \ Kilomoter- Afstand in Oever, raai (vanaf K.m. uit het Lobith). vertakkingspunt. aan den Neder-Rijn. 86,6 65,5 r. Pothoofdshaven; 2,0 H.A.; diep I 3 M., ongeveer 400 M. kaailengte; veilig; verbinding door de Pothoofdssehutsluis met de Handelshaven, het Overijsselschkanaal en de Schipbeek (26). Over de haven, de Pothoofdsbrug (dr.), wijd 11,80 M., en de Havenbrug (oph.), wijd 11,40 M. Geen bruggeld. 86,6 65,5 r. i Kaaimuur langs den IJssel (De Welle); los- en laadplaats. Geschikt bij waterstanden tot bijna 3 M." boven M.R.; beneden I de schipbrug slechts tot 1 M. ) a 1,75 M. boven M.R. 86,9 65,8 r. Schipbrug met oph. van de Gem. in den weg van Twello naar Deventer, met openingen, wijd 6,40 M. en 21,50 M. Op een afstand van 200 M. boven of beneden de brug mogen geen vaartuigen ankeren of liggen behalve aan de kaden. Het is verboden op de rivier voor de stad een stoomfluit te I doen hooren, tenzij in geval van nood of waar dit bepaaldelijk is voorgeschreven. Stoombooten mogen slechts met halve kracht door de brug varen. Geen bruggeld. r. Los- en laadplaats van de Gem. beneden de schipbrug (onder de Linden), geschikt bij waterstanden tot 1 M. boven M.R. 87,0 65,9 1. Waarschuwbord te Deventer. 87,6 66,5 Vaste brug in den spoorweg 535 Kilometer- Afstand in I Oever, raai (vanaf k.m. uit het Lobith). vertakkingspuntaan den Neder-Rijn. I Apeldoorn—Deventer, wijd 65 M., hoog 9,20 M. 4- M.R. 87.7 66,6 r. Los- en laadplaats van de Gem. Deventer, lang ruim 200 M. (Lage straat); geschikt bij waterstanden van 1,00 M. tot 1,75 M. boven M.R. 89,2 68,1 1. De Volle Hand; los- en laadplaats (part.); lang 100 M., geschikt bij waterstanden tot 1 M. boven M.R. 90,9 69,8 1. Het Blokhuis bij TERWOLDElruim 1 K.M.); los- en laadplaats; lang ruim 150 M., geschikt bij waterstanden tot 1 M. boven M.R. Voetveer bij het Blokhuis. 91,2 70,1 1. Los- en laadplaats, geschikt bij waterstanden tot 1 M. boven M.R. 92.8 71,7 o. Diepenveen (3 KM. oostwaarts). 96,6 75,5 Van hier af loopt het jaagpad over bijna 2 K.M. aan den rechteroever. 98,1 77,0 1. Welsum; los en laadplaats. 99,0 77,9 Grens tusschen het 3de en éde bakenkwartier. 99,0 77,9 r. Olst. 99,"0 77,9 Kabelveer tusschen Welsum en Olst. Los- en laadplaats „Veer" (part.) lang 200 M., geschikt bij waterstanden tot 2 M. boven M.R. 100.2 79,1 1. Los- en laadplaats. 104.3 83,2 1. Veessen. De Hank. Haven, groot 0,5 H.A., diep 1,80 M., los- en laadplaats der Gem. Heerde; geschikt bij waterstanden tot bijna 1 M. boven M.R.; onbruik- 536 Kilometer- Afstand in Oever. I raai (vanaf K.m. uit het Lobith). vertakkingspuntaan den Neder-Rijn. baar bij ijsgang en hoogwater; brug over de invaart. 104,3 83,2 Voetveer bij Veessen. 107.0 85,9 Voetveer bij Wijhe. 107.1 86,1 r. Bovenhaven van de Gem. Wijhe; 0,4 H.A.; lang 50 M., diep 1,30 M. tot 2,75 M.; niet veilig bij ijsgang en hoogwater. 107.2 86,2 r. Benedenhaven (winter ha ven) van de Gem. Wijhe ; 0,25 H.A.; lang 40 M., breed 20 M., diep - 1,15 M. tot 1,75 M.; niet veilig bij ijsgang en hoogwater. Haven-, wal- en steigergeld voor het gebruik der havens, van den steiger en den wal der Gem. Wijhe. i) Voor schepen, die meer dan de halve lading lossen 2 ct. per ton; minder dan de halve lading 1 ct. per ton, bi) niet laden of lossen "2 ct. per ton. Na 4 weken opnieuw. Even aan den wal aanleggen om minder dan 200 K.G. te laden of te lossen is-vrij; van 200—500 K.G. wordt f 0,15, van 501— 1000 K.G. f 0,20 ineens betaald, en verder voor iedere 1000 K.G. f 0,10 meer. Voor iedere stoom- of motorboot, is telkens bij aanleg een steigergeld van f 0,80 verschuldigd. Walgeld voor goederen, die korter dan 24 uur op den wal blijven liggen, en voor vrachtgoed 2 ct. per ton laadvermogen van het vaartuig indien méér dan de halve lading wordt j gelost of geladen; bij minder dan de halve lading 1 ct. per ton ladingsvermogen Speciaal tarief voor goederen die langer blij ven liggen. 107,7 86,6 r. Wijhe. 107,7 86,6 KabeMveer tusschen Wijhe en Vorchten. 1. Vorchten, ruim 1 K.M. westwaarts ; los- en laadplaats (part.), lang 40 M., geschikt bij waterstanden tot 1 M. boven M.R. 118,5 97,4 Het kleine veer (voetveer) I tusschen Hattem (1 K.M.) en !) Ver. der Gem. Wijhe van 15 Oct. 1917. 537 B Kilometer- j Afstand in I Oever. [ r raai (vanaf k.m. uit het | Lobith). vertak- ■ kingspunt aan den Neder-Rijn. Oldeneel en Zwolle (ruim 3 K.M. tot het spoorwegstation), r. Oldeneel. I, Hattem. 119,7 98,5 1. Voorhaven van het Apeldoornsch kanaal (38) van het Rijk: lang 3 K.M., diep 3M.-fM.R., 250 M. loswal; veilig. ' 120,9 99,7 Dubbele draaibrug in den spoorweg l van Utrecht naar Zwolle; wijd 16 M.: tevens twee vaste openingen, Iwijd 66 M., hoog 5,38 M. + M.R. Gesloten 10 min. vóór aankomst van een trein. Bij nacht worden de uiteinden der vaste brug bij de doorvaartopening aangeduid door een groen licht. Is slechts door ééne der doorvaartopeningen doorvaart toegelaten, dan wordt het gewone sein voor toegelaten doorvaart gegeven; aan de zijde waar geene doorvaart toegelaten is, wordt tegelijkertijd vertoond: bij dag een rood bord, bij nacht een rood licht.1) 121.7 100,5 Ontworpen vastebrug in den IZuiderzeeweg van Elbtjrg naar Zwolle, wijd 135 M.,hoog 10,00M. 4- M.R, 121.8 100,6 Los- en laadplaats boven het veer (gem.). Idem beneden het veer (part.). Geschikt bij waterstanden tot 1 M. boven M.R. r. Waarschuwingsbord te Katerveer. >) K. B. van 8 Sept. 1916 St.bl. n°. 439, ter beveiliging van de brug. 538 Kilometer- Afstand in Oever, raai (vanaf KM. uit het Lobith). vertakkingspuntaan den Neder-Rijn. 121,9 100,7 Kabelpontveer te Katebveeb van de Gem. Zwolle, (zal worden op| geheven, nadat de brug te K.M. 100,5 is voltooid). | r. I Voorhaven der kleine schutsluis der Willemsvaart (34). r. Voorhaven der groote schutsluis der Willemsvaart (34), Verbinding met Zwolle en het Zwarte Water (37). 121,9 | 100,7 | r. | Katervèer. Standplaats van den bakenmeester in het 4e kwartier. Sleepdienst. 123 101,8 Grens tusschen het 4e en 5e bakenkwartier. 123,9 102,7 r. Spoolder Hank; doodloopend vaarwater. 125,7 104,5 1. j Zalk. 125,7 104.5 r. | Westenholte (1 K.M. oostwaarts). 126.0 104,8 Kabelpontveer in den weg naar Zwolle (5 K.M.). 126.1 104,8 t | Los- en laadplaats (part.), lang 75 M.; geschikt bij waterstanden tot even boven M.R. 127.2 106,0 r. Veecaten. Los- en laadplaats, lang 90 M. (van het Waterschap Mastenbroek). 127,2 106,0 r. Voetveer te Zalk, met los- en laadplaats; geschikt bij waterstanden tot even boven M.R. 132,0 110,8 1. Koeluchtergat, doodloopend, met drie los- en laadplaatsen in beheer bij het Waterschap Kamperveen en bij part.; geschikt bij waterstanden tot weinig boven M.R. L Kamperveen ; 2 K.M. zuidwaarts. 132,9 I 111,8 r. Wilsum ; los- en laadplaatsen 539 Kilometer- [ Afstand in ] Oever, raai (vanaf KJt. uit het Lobith). vertakkingspunt.| aan den Neder-Rijn. van de gem.; geschikt bij waterstanden tot 0,70 M. boven M.R. Aanleggeld: 2 ct. per m3. voor schepen, die meer dan de halve lading lossen, 1 ct. per ms. indien minder dan de halve lading gelost wordt, i/s ct. per m'. indien ledig. Stoombooten en beurtschepen zijn vrij indien minder dan 200 K.G. ladende of lossende, anders tot 500 K.G. 15 ct. en daarboven 40 ct. ineens. 132,9 111,8 Voetveer te Wilsum. 134,5 113,3 I r. Gat van Uiterwijk, bevaarbaar tot aan de buurt Uiterwijk voor kleine vaartuigen. 135,8 114,7 1. Los- en laadplaats van de Gem. Kampen (Herkenhoopd) ; geschikt bij waterstanden tot 0,60 M. boven M.R. 136,0 114,9 , 1. Los- en laadplaats Station Zuid, in den spoorweg naar Hattem, geschikt bij alle waterstanden. 136,0-138,4 114,9—117,2 kampen (zie schetskaartje n°. 18). Standplaats van den bakenmeester in het 5de bakenkwartier. Vanaf den Rijn kunnen in den regel slechts schepen tot 1200 ton Kampen bereiken; van benedenwaarts grootere. Aan den linkeroever bevindt zich boven de brug 500M. kade (ondiep) en beneden de brug eveneens ongeveer 500 M. kade bestemd voor stoom- en beurtschepen. Sleepdienst, scheepswerven. De haven is in beheer bij de Gem. Haven-, kade- en bruggelden worden te Kampen niet geheven. De Algemeene verordening van politie der Gem. bevat eenige politiebepalingen voor de.scheepvaart en verbiedt o. a. het varen 540 Kilo-motor- | Afstand in Oever, raai (vanaf k.m. uit het Lobith). vertakkingspuhtaan den Neder-Bijn. met een stoomboot met meer | dan halve kracht vanaf de Korenmarktspoort (ongeveer 0,5 K.M. boven den IJsselbrug) tot de Nieuwe haven. 136,6 115,5 1. j Bovenhaven van de Gem. Kampen; 1,25 H.A.; diep van 1,25 M. tot 1,70 M.; veilig. 136,9 115,8 1. Burgel, door de middenstad, lang 1,5 K.M., breed ongeveer 18 M., diep ongeveer 0,50 M., met 10 bruggen (3 beweegbaar, geen bruggeld); bij een waterstand van 0,80 M. -+- A. P. worden de sluizen aan weerszijden gesloten. Bevaarbaar voor ondiepe vaartuigjes. De stadssingelgracht is onbevaarbaar. 137,0 116,0 1. Los- en laadkade der Gem. Kam♦ pen, geschikt bij waterstanden tot bijna 2 M. boven M.R. 137,5 116,3 r. Trekvaart naar Zwolle (35); verI binding door de KamperschutI sluis met Mastenbboek en Zwolle. r. ijsselmuiden. 137.5 1. Waarschuwbord te Kampen. 137.6 116,4 I Vaste brug met dubbele ophaal¬ brug van de Gem.; wijd 16,4 M., hoog 3,10 M. + M.R.; 4 vaste openingen, wijd 40 M., hoog ; 3,08 M. 4- M.R. Geen bruggeld. 1. Kastje aan de portiek der brug, alwaar bij mindere vaardiepte in den IJssel dan van 2,40 M. deze worden bekend gemaakt. 541 Kilometer-1 Afstand in Oever, raai (vanaf km. uit het Lobith). vertakkingspuntaan den Neder-Rijn 137.6 116,4 r. j Los- en laadplaatsen aan de Spoorkade geschikt bij alle waterstanden. 137.7 116,5 r. Aanlegsteiger van de - Gem. Kampen. 1. Kaaimuur met meerpalen van de Gem. Kampen, met handkraan van 10 ton draagvermogen. Tarief per pak en per 500 K.G. f 0,80. 138.2 117,0 r. Ganzendiep (42), verbinding met de Zuiderzee. 138.3 117,1 1. Oude Buitenhaven; 0,4 H.A.; diep 1.50 M.; kaailengte 185 M.; veilig bij ijsgang en hoogwater; verbinding met de Burgel (zie boven). 138.4 117,2 L Nieuwe Buitenhaven; 0,6H.A.; diep van 1,80 M. tot 2,50 M., kaailengte 2,30~ M.; veilig bij ijsgang en hoogwater. 138,4 117,2 Voetveer te Kampen. 139,0 117,8 1. Los- en laadplaats van de Gem. Kampen, lang 40 M. 140.8 119,6 1. Los- en laadplaats van de Gem. Kampen, lang 50 M. 141,8 120,7 r. Haven met los- en laadplaats van de Gem. Kampen, 100 M. loswal, 142,8 121,7 r. Los- en laadplaats van de Gem, Kampen, lang 40 M. 143,0 121,9 r. Rechterdiep; verbinding met de Zuiderzee voor kleine vaartuigjes ; lang ongeveer 2,3 K.M.; minste diepte (aan den benedenmond) 0,4 M. -f- L.W. Nabij den bovenmond bevindt zich een beteugelingsdam met scheepvaartgat en 0,3 K.M. verder een pontveer. 542 Kilometer- I Afstand in Oever. I raai (vanaf K.M. uit het Lobith). vertakkingspuntaan den Neder-Rijn. i Benoorden den benedenmond het vroegere eilandje Bamspol. 143,5 122,4 1. Los- en laadplaats van de Gem. Kampen, lang 50 M. 143,5 122,4 r. Los- en laadplaats van de Gem. Kampen, lang 60 M. 143,5 122,4 Voetveer Kattenwaard. 143,9 122,8 r. Lichtwachterswoning. Gelegenheid om sleepboothulp te telephoneeren. 144,0 122,9 Van hieraf heet het vaarwater Keteldiep en loopt tusschen twee dammen nog ruim 4 K.M. verder in de Zuiderzee. De noordelijke dam is voorzien van bakens. Bij lagen waterstand is het geraden den zuidelijken dam te houden. Nabij het worteleinde van den Noorderdam bevinden zich twee witte lichten, die in één gehouden leiding in den Ketel geven. 147,5 126,5 1. Haven van het Rijk; 0,5 H.A.; diep ongeveer 0,8 M. N. A. P.; onbruikbaar bij storm enz. 148,0 127,0 Einde der dammen; op de koppen der dammen staan lichtopstanden met flikkerlichten; groen en wit op den Zuiderdam; rood op den Noorderdam. Op den kop van den Zuiderdam bevindt zich bovendien een mistklok. Kom der Zuiderzee. Toegang tot het Keteldiep uit de kom der Zuiderzee geven twee betonde geulen, waartusschen een zandbank. Van deze is de 543 L Kilometer- ] Afstand in ! Oever. I f raai (vanaf k.m. uit hetl Lobith). vertak. kingspunt J aan den Neder-Rijn zuidelijke de beste. In deze geul komt men het best langs de lichtboei van de ondiepte het Roggebot, koers Z.Z.W.—N.N.O.; minste diepte 2,75 M. L.W., kan echter vóór de geregelde baggering tot 2,25 M. verminderen. Invarende liggen aan S.B. twee spitse tonnen ('s winters roode drijf bakens met 2 bollen); aan B.B. 3 stompe tonnen en een kogelton met kegel ('s winters 3 zwarte drijf bakens en een rood en zwart drijf baken met kegel). De noordelijke geul is ongeveer 1,60 M. -^-L.W. diep. Invarende, koers Z.Z O., aan S.B. een spitse ton ('s winters een rood drijf- ] baken met 2 bollen)en een kogelton met kegel; aan B.B. een j stompe ton ('s winters een zwart drijfbaken met kegel). 148,0 | 127,0 | j Grens van het 5de bakenkwartier. 42. GANZENDIEP. (III) ; Rechter arm van den Gelderschen IJssel (41) van ^Kampen tot de Zuiderzee. Lengte: ongeveer 10 K.M. De diepte bedraagt op het bovendeel (tot K.M.R. 139,2) Éninstens 1,70 M. bij laag water, benedenwaarts minstens 2,30 M. Tot Grafhorst varen schepen tot 250 ton en kleine stoom[schepen. De .vaargeul wordt aangegeven door bolbakens op den vasten wal. De mond van het Ganzendiep ligt in de ondiepte het 544 Kamperzand en is alleen voor zeer kleine schepen bevaarbaar; diepte bij L. W. 0,9 M. Geen bruggen. 2 kabel pont veren. 2 voetveren. In beheer bij het Rijk. Van toepassing is het „Algemeen Reglement van Politie voor Rivieren en Rijkskanalen". (Zie bladz. 13). Afstandstabel. k.m.r. I Afstand in Oever. I k.m. uit het beginpunt. 0,0 Z. Geldersche IJssel (41), 0,6 i K.M. beneden de brug te Kampen. 0,3 Beteugelingsdammen. r. ijsselmuiden. 138,6 0,6 Kabelpontveer te Zevelingen, tusschen het Kamper Eiland en ijsselmuiden. 4,2 r. Grafhorst. 142,2 4,4 Kabelpontveer. Haven van Grafhorst:0,1 H.A.: I diep 1,55 M. tot 1,85 M. — M.E.; veilig bij ijsgang en hoogwater. 6,2 r. Goot (43), verbinding met de Zuiderzee. ; 144,8 6,8 Voetveer. 146,5 8,5 Voetveer. 10.0 I N. Zuiderzee. 43. GOOT. (IV) Rechterarm van het Ganzendiep (42), naar de Zuiderzee. Lengte ongeveer 6 K M. Breedte minstens 30 M. • Diepte 2,30 M. In den mond staat slechts 0,8 M. water bij L.W. 545 Geen bruggen. 1 kabelvoetveer. 2 voet veren. Beheer, zie Ganzendiep (42). De Goot is bevaarbaar voor schepen tot 250 tonnen; de mond slechts voor visschersvaartuigjes en kleine of ledige scheepjes. Afstandstabel. K.M.R. Afstand in Oever, j K.M. uit het beginpunt. 0,0 W. Ganzendiep (42), 4,0K.M. boven den benedenmond. - 145,1 1,1 Kabelpontveer. 147,4 Voetveer. 148,0 Voetveer. 5,4 O. Afwateringskanaal; verbinding met den Mastenbroekschen dijk (bijna 3 K.M.), breed 20 M., diep minstens 0,80 M. 6,0 N. Zuiderzee. 35 546 VIII. WOORDVERKLARINGEN. Tenslotte zij hier eene verklaring gegeven van enkele vooral in Groningen of Friesland veel gebruikte woorden en geographische namen, ') A, Aa, Ae, Ee . . . = watergang, bandijk, schouwdijk. = hoofdelijk. bat, barte = los brugdek. boezem = bergplaats van water. bol ==: plaat of waard in een rivier. brekken, brakken. . = poel. broek = drassig land. buren = gehucht. dalgrond = afgeveend hoogveen. deel — rechts-district. delte = sloot diep = watergang. dobbe = plas. donk = woonplaats. draai = draaivoetbrug. drecht = waadbare plaats. enge = weide. esch = dorpsland. ga, go, géa . . . . = buurt. gaast, gast, geest. . = hooge zandgrond. • gau, gouw, geeuw . = waterweg. go, gou, gouw, goy . = landstreek. goor . = moerassige plaats. grietenij = rechtsdistrict. grondzijl = duikersluis. haak = zandplaat in zee. hang, hank . . . . = kreek in de buitengronden langs de groote rivieren, hooghout . . . ." . = hooge, vaste, houten brug. hem, ham . . . . — hoek lands, bocht aan een rivier, heem, heim, hem . = woonplaats. beeróV = behuisd land. kil = heuvel. indijk = binnendijk. kaap — baken met korf. kamp = stuk land. kil, kreek = geul tusschen buitendijksche gronden. klap, klapbrug . . . = ophaalbrug, koog, keeg . . . . = buitenland, kote = hut. kwelder = begroeide aanwas buiten den zeedijk. laak, leek s meer. lei, leije, lee, liede . = watergang. lo, loo = bosch (wordt ook in andere beteekenissen gebruikt). maalpeil ■= boezempeil waarboven geen water meer op den boezem mag worden gebracht, maar, mar, meer . . = watergang. mude = uitmonding in zee. nes ....... = drassig land, landtong, neus. oog = eiland. - pet - veenpunt. pol, polle = eilandje. pijp = gemetselde boogbrug. riet, reid, rijt, rijd . = geul dicht bij de kust of mond. i) In hoofdzaak ontleend aan: A. A. Beekman. Het Dijk- en Waterschapsrecht in Nederland vóór 1796. 547 rijn, rien . . . . = stroom. schaar, schoor . . . = oever. schaardijk . . . . = dijk zonder voorland. schouw = veer. slachte = dijk. slaperdijk = binnendijk. slenk = geul in de wadgronden. schutpeil = hoogste waterstand waarbij nog mag worden geschut. 'state = landgoed. til, tille = brug. tocht = sloot. verlaat = schutsluis. voorwerk = land behoorende bij een landgoed. waal, waai, wiel . . = gat door dijkbreuk ontstaan. wierd, wier . . . . = terp, kunstmatige vlucht- of woonheuvel. wijk = zijvaart in de hooge venen. zet = kleine brug met los brugdek of draai. zwaag = laaggelegen land. zwet, zwette . . . — grens, zwin = kreek. zijl ■ . = sluis, meestal uitwateringssluis. zijp, ziep, sieb . . . = waterlossing. zijlroede = toegangsvaart naar een sluis. De schrijfwijze *an vele geographische namen is overigens nog steeds zoo onvast, dat bijv. de naam van het dorpje Zurig (gelegen aan de Friesche kust Z. van Harlingen) ook Zurich, Surig, Surich wordt geschreven. Voor enkele plaatsnamen is op de kaarten een eenigszins moderner schrijfwijze toegepast dan in den tekst van den "Wegwijzer. 548 IX. ALPHABETISCH REGISTER VAN DE IN DEN TEKST EN OP DE KAARTEN VOORKOMENDE NAMEN VAN STEDEN, DORPEN, SLUIZEN, BRUGGEN ENZ., MET UITZONDERING VAN DE VAARWEGEN. Yet gedrukt zijn de namen der gemeenten en van de hoofdplaatsen van gemeenten, indien deze gelijkluidend zyri. Indien de zetel van het gemeentebestuur niet is gevestigd in een plaats, die denzelfden naam draagt als de gemeente, is deze tusschen ( ) achter den naam der gemeente vermeld. Cursief gedrukt zijn de namen van bruggen en sluizen. In sommige gevallen, in het bijzonder indien meerdere plaatsen denzelfden naam dragen, is ter oriënteering tusschen ( ) öf de naam der gemeente in welke de plaats enz. ligt, öf een plaats in de nabijheid, öf een vaarwater aangegeven. Samengestelde namen zijn, indien aanvangende met een gebruikelijk bijv. naamwöord (nieuw-, oud-, noord-, zuid-, boven-, beneden-, enz.), veelal zoowel naar het beginwoord als naar het hoofdwoord gerangschikt, Niet in den tekst vermelde namen staan niet in het register, met uitzondering alleen van enkele namen van gemeenten en gemeentelijke hoofdplaatsen, die alle zijn opgenomen in zooverre deze in het op de kaarten aangegeven gebied liggen. Indien een brug of sluis naar een plaats of vaarweg is genaamd, is meestal alléén de plaatsnaam of vaarweg opgenomen. Niet opgenomen zijn verder de bruggen enz. gelegen in de belangrijkste steden (waarvan als bijlagen speciale kaartjes zijn bijgevoegd), en de spoor- en tramstations, welke laatste wél öp de groote kaarten voorkomen. De getallen in de eerste kolom achter de plaatsnamen geven de volgnummers der vaarwegen aan, onder welke deze in den tekst, in het „Overzicht der vaarwegen gerangschikt naar volgnummers" en op de kaarten te zoeken zijn. Bij plaatsnamen, welke bij meerdere vaarwegen vermeld zijn, is alleen het nummer van de belangrijkste vaart aan welke de plaats ligt, aangegeven. 549 De volgnummers, betrekking hebbende op vaarwegen in de provincie Groningen en randgebied zijn tusschen [ ] geplaatst, op vaarwegen in Friesland tusschen ( ), op vaarwegen in de overige provinciën tusschen ( ): Bij vaarwegen, betrekking hebbende op méér dan eene provincie, is deze aanduiding overeenkomstig het „Overzicht der vaarwegen". ri*d|- I! inM Hij gf I t Namen _ ó Namen | JjJ der plaatsen enz. -a c | der plaatsen enz. D Kg s A. Aagdstil . . . . I [85] 1156II Akmarijp ... .1 (17) 1233 Aalsum (Dokkum) . (70) 342 Albergén .... (29) 488 Aalsum (Oude Allingawier . . . (38) 281 Schouw) .... (1) 197 Almelo (26) 481 Aalten Almen (39) 515 Aanjum (Menalduma- Altenburg. . . . | (5) 212 deel) f57) 3251! Alteveer .... [30] 92 Aanleg, Nieuwe- . (12) 226 Amsterdamsche Abbega | (25) 254 Veld (20) 456 Abbegasterketting .1 (25) 254 Amsweer ... .1 [52] 117 Abelstoksterstil . . [81] 151 Andel. Den ... [78] 148 Achlum . . . . j (46) 291 Ane (21) 466 ■ Achterom . . . . i (15) j 4461 Anevelde .... (30) 490 Aehtkarspelen (Bui- j Angerlo .... tenpost) j Anjum (Oostdongera- Achttiendemjkvon- deel) (71) 345 der I (15) 446 Anlo. ..... [3] 54 Adorp I [91] 160 Annen [7] 65 Aduard I [95] 167 Annen. Sint-. . . [62] j 130 Aduarderzijl. Oude-1 [98] 167 Annerveensch Aegehoek . . . . | (85) 373 kanaal.,. ... [4] I 58 Aegum ! (7) 215 Apeldoorn. ... (38) 512 Aengwirden (Heeren- Appejscha. . . .1 (87) 381 veen) Appelscha. Nieuw-1 (87) 382 Agelerbrug. . . . | (29) 488 Appelscha. Oud- . (87) 382 Akkerwoude. . . (72) 347 Appingedam. . . [60] 128 Akkrum . . . . [ (87) \S78\\ Arembergersluis. . \ (9) 425 550 tl° = li Sc . Namen •eiS.g.S Si . Namen ■ hoiq» Si der plaatsen enz. j >\g 3 m s der plaatsen enz. >~,§'5 K -ë = l gpS S *g » & : * S ](>fs'3.ïïj Armhuisdraai . . (84) 137o| Augustinusga . .1 (1) I 191 Arnhem I (41) 524 Avereest (Dedems- Arum (46) 291 vaart) I (21) 466 Assen (1) (407| Avereest, Oud- . . | (21) 1464 B. Baaider I (30) 4901 Batjesverlaat . . . [24] 84 Baalderdijk ... (27) 483 Baijum (49) 297 Baard | (47) 292 Bedum [73] 140 Baarderadeel (Wei- | Beers (51) 301 dum) Beerta [50] 113 Baarlo (5) 417 Beerta. Nieuw- . . [50] 113 Baarveld. Nieuw- . I [4] 57 Beertsterzijl ... [50] 114 Baburen . . . . (39) 282 Beerzerveen . . . (27) 482 Baflo [77] 147 Beetgum .... (60) 329 Bagijuebrug . . ' . (37) 277 Beetgumermolen . (60) 329 Bahr (41) 525 Beetsterzwaag . . (88) 384 Bakhuizen . . . I (31) 2641 Bellen (14) 438 Bakkersbrug ... (26) 477|j Beüervaartsbrug. . (14) 438 Bakkershuis ... (1) 194 Beintema .... (81) 363 Bakkeveen . - i- ... (84) 371 Beintum. Hooge . (65) 336 Balk (Gaasterland) . (30) 263 Bekhofsklap ... [2] 49 Balkbrug (Avereest). | (21) 464 Bellingwolde. . . [34] 95 Balkje, 't ." . . .1 [73] 141 Bellingwolderzijl. . [50] 114 Balktil [110] 182 Bemmel .... Ballingbuur . . . i (17) 233 Beneden-Hauler- Bareveld .... i [4] 58 wijk (84) 371 Barge. Noord- . .1 (13) . 436 Beneden-Knijpe. . (92) 392 Barge. Zuid- . . . (13) 436\\Beneden Leekster] Barger-Oosterveen. (19) 1453 Verlaat . . . . [104] 176 Barkwerd .... I (47) 1293 Beneden Veendam-1 Barnflair ._...[ [5] 63 mer verlaat . . . I [24] 83 Barradeel fsexbie- [ Beneden-Verlaat rum) I (Fochteloo) .... (87) 382 Bartelehiem . - . (62) 305 Beneden Wilder- Bathmen (Overijssel) j vankster verlaat . j [24] I 83 551 i 3| ga L§ s|§.s 9§ Namen L^S-3 =■!! Namen Lies gg der plaatsen enz. | ?",S 5 m rg.3 ^er plaatsen enz. :>,§ Ij ra -S ,j~ Benedenste Pekeler- I I Blokhuis (Tenvolde). I (41) I 534 verlaat [28] 88 Blokzijl (11) 430 Bergentheim... (27) 1483 Blija (68) 339 Berghuizen . . . (38) 514 Blijham [84] 95 Bergum .... (1) 193 Blijnsertille . . . (55) 321 Bergumerdam . . (1) 1193 Boekweitenboer . (21) 463 Bergumernieuw- Boekweitenbrug . . | (21) 1463 stadt (1) ! 193 Boer j (57) 324 Berkhoutbrug. . . (16) 448 Boerakker.... [110] 122 Bei-kumerbrug . . (30) 491 Boerdam . . . . i [63] 132 Berlikum .... (59) 328 Boerendans . . . j (32) 494 Besseburen ... (60) 329 BoeretMap ... [2] 50 Beukersschutsltüs . (8) 421 Boevinkbrug ... (39) 515 Beumrsluis ... (29) j 488 Boksen. De ... (35) 600 Beuninseii . . . Bolderbrug. . . . (26) 478 Bierum [71] 138 Bolkezijl . . . . (57) 325 Biessum .... [60] 129 Bolksvonder . . . (27) 483 Bieawketü .... (75) 144 Bollingwier ... (70) 343 Bildt. 't (Sint-Anna- Bolsward . . .- . (24) 251 Parochie) .... Bols toarderbrug . . (52) 307 Bildtzijl. Nieuwe- . (61) 332 Boltdraaibrug . . [60] 127 Bildtzijl. Oude- . . (61) 331 Bonenburgersluis . (38) 513 Bingerden.... (41) 526 Bonnerbrug ... [5] 60 Birdaard .... (52) 305 Bontebok .... (92) 392 Blankenham (Over- Bontebrug .... [2] 49 ijssei) Bontekoe .... (52) 305 Blauwe Borgje. 't . [91] 1159 Bonthuiserbrag . . [2] 50 Blauwebrug ... (3) 209 Boomsbrug. . . . (3) 209 Blauwhuis (Bols- Boomshoofd . . . [52] 120 ward) (25) 254 Booneschans. . . [40] 101 Blauwhuis (Botte- Boornzwaag . . . (1) 202 vaiie) (83) 366 Boreulo (39) 516 Blauwverlaat . . (1) 191 Borger [14] 71 Bleek. De ... . (39) 516 Borgsweer. . . . [45] 108 Blekslage .... [36] 97 Borne (Overijssel) Blessebrwj .... (99) 405 Bornwerd . . . . (69) 340 Biessum .... (52) [307 Bornwerderhuizen. | (69) 340 652 bOCJ J_ | i hntD ■ i ˧IJ c ^ggS ^ sfd I o U'SÏc ë I 5| £•£ gs S £ §f ga Namen " '-cSsjs §| Namen ' la® der plaatsen enz". !"?".§'5 s r§.§ der plaatsen enz. t.g'Sm ■w.g >fl*l |gsl» Boschbrug (Ruiten-A-1 Britswerd .... (49) 237 kanaal) [38] 99 Broek (17) 233 Bosc/ïbr«*g'(Wetsin. \\Broeksbrug ... (38) 512 germaar) . . . . j [80] 150 Broek-Wierhuizen . [88] 157 Boschkampsbrug. . (1) 410 Bronkhorst ... (41) 528 Boteburen. ... (65) 336\\BruchteropMalbrug \ (27) 483 Boterstraatbrug . . (17) 234 Bruggeburen... (49) 297 Bourtange.... [39] 100 Bruggelerbrug . , (38) 511 Bourtangersluis . . [ [88] 99 Brummen .... (41) 528 Bovenburen . . . [2] 52 Brummensche brug (38) 511 Boven-Kmj'pe . . (92) 392 Brunsting. ... (14) 438 Boven Leeksterver- Buikstederdraaibrug [92] 165 laat [104] 176 Buinen [14] 70 Boven-Miisselsluis . [35] 97 j Buinen. Nieuw-. . [14] 72 Boven-Smilde . »• (1) 408 Buinerveen . . . [14] 72 Bovenste Pekeler- \\Buiner-Verlaat . . [5] 61 Verlaat . .'. . [28] 88 Buitenhuizen . .1 [43] 104 Bovenste-Verlaat Buitenpost (Acht- (Nleuw-Appelscha) . (87) 382 karspelen) . . . . | (1) | 192 Boven Wïldervank- \\Buitenste-Verlaat ster-Verlaat. . . [24] 84 (Dbachtemj. ... (84) 369 Boxum ! (10) 222 Bult. De . . . . [28]- 89 Bozum. . . . . (50) 298\\Bultsdraai. ... (84) 371 Braambergsluis . . [36] 97\\ Bultsterverlaat . . [28] 89 Brantgum. . . .! (69) 340 Burgwerd . ... (47) 293 Bril. De . . . . j [92] 164 Burum [101] 172 Briltil [ [92] 164 \Buurtster■verlaat U Britsum . . . . | (62) 1332 [ (Drachten). . . . | (84) 1369 c. Camstraburen . . I (2) 207 Goevordensche sluis. (23) 470 Cannenburg . . . (38) 512 Compagnonsbrug . (92) 392 Coevorden. . . .| (23) 470 D. Daarle I (26)i 148011 Dalen (Coevorden) . i (15) I 447 Daarlerveen . . . | (26) 1481 [| Dalen (üreterp) . .1 (84) 1370 553 INamen ■nÜ'S.S Namen !^Jc^ •=>§ der plaatsen enz. "?,§"2 m der plaatsen enz. !"P\S!'3 k !*§■§ E Oalerbrug . . . ,.| (15) 447\\ Dikkedraai (Surhuis-1 Dalfsen (30) 492 terveen) (83) 366 ■ Dalmsholte ... (26) 479 Dilgt [114] 1186 I Dalvoorde .... (26) 480| Dille. De . . . . (10) 221 I Damsluis (Klisserak) (89) 386\\Dillebrug . . . .! (10) ! 221 ■ Damsluis (Wittewijk) (87) 382 Dinxperlo. . . . F Dantumadeel (Mur- | Dinxterveen . . . j (7) ; 420 I mei-woude). . . . | Doesburg .... (41) j 526 I Dantumawoude. . (78) 358 Doetinchem . . . (40) 519 i Dedemsvaart (Ave- Doezem [118] 183 I reest) . , . . . (21) 465 Dokkum .... (53) 316 I Dedemsvaart-Rolle- Dokkumer Nieuwe l eate (21) 463 Zijlen (52) 302 I Dedgum : . . . (37) 276 Dommerholt . . . (41) 532 I Deersnm . . . . (10) 221 Domp. De. ... (11) 1223 [ Deinum .... (52) 307 Domwier .... (7) 1215 ; Delden. Ambt- Donatil [63] ' 132 f (Overflssei) . . . . Dongeradeel. Oost- E Delden. Stad- (Over- (Metslawier) ... I Ussel) Dongeradeel. West- ■ Delfstrahuizen . . (94) 395 (Ternaard) .... Delfzijl [52] 118 Dongjum .... (57) 824 ! Dellen. De . . . (81) 364 Doniawerstal ■ Denekamp.... (29) 489 (Langweer). . . . 1 Denserbrug. . . . (78) 358 Donkerbroek. . . (87) 381 F Deumingerbrug. . Doodstil [73] 142 I Noord- (29) 489 Doorwerth ... Deventer .... (41) 532 Doosje, 't . . . . (7) 1420 I Didam Dordtschebrug . . (15) 449 I Dieftü [68] 136 Dorkwerd .... [91] 160 I Diepe Meenebrug . (39) 516 Dorp. 't [113] 188 l Diepenheim (Over- Dorpsterdraaïbrug . [92] 1165 f- ijssel) . : . . . Dorpsterzijl (Delfzijl) [60] 128 Diepenveen ... (41) 535 Douwen . . . . [81] 152 f; Dieren (38) 610 Douwenstertil... [81] 152 I Dierensche sluis . . (38) 510 Doijem (45) 289 Diever | (1) 1410 Draaisterhuizen. . | (23) j 251 554 ifcl alli aio's el' Namen •o^a5 =1! Namen «Sfl» 5S der plaatsen enz. "P.8'3 » r§51! der plaatsen enz. f®'5 m ■§ o o'~ iS ' ~ 10 c ™ * 2 Drachten (Smaiiinger- I Dronrijp .... (52) 1307 land) (84) 369 Drouwenerveen. . [13] 69 Drachtster Com- 4 Dubbele Sluis (n°. 5) pagnie (84) 370 (Aimeio-Nordhorn) . (29) 488 Drachtsterpijp . . (84) 369\\Duistere brug. . . (29) J 488 Drachtsterverlaat . (84) 369 Duiven Dragterbrug (Apei- Durk. De ... . (41) 525 doornsch kanaal) . . (38) 513 Dwillgelo .... (1) 410 Drempt (40) 519 Dijken (21) 247 Drie bruggen. De . (36) 501 Dijkhuizen . . . (78) 359 Drie Pollen ... (12) 226\\Dijkhuizerbrug . . (38) 513 Driezum . . . . (78) 358 Dijkshorn . ... [601 127 Driftbrug (Zwinderen) (15) 4471 Dijkstel-buren . . (43) 286 Drochterveen . . (15) 444 DJjkum [68] 136 Drogeham. . . . (1) 192 E. Echten (Buinen) . .1 (15) 1445 Ees . . . . . . (13) 1436 Echten (Lem'steriand) (96) 399 Eeskwerd .... (48) 295 Echtenstein ... (20) 459 Eesterburen . . . (44) 287 Edens (47) 293 Eestrum .... (1) 193 Ee (Ezumaziji) . . . (71) 345 Eexterveen. Noord- [7] 65 Ee. Smalle . . . (84) 369 Egede (26) 480 Eekwerd .... [60] 128 Ehze. De . . . . | (39) 1515 Eelde . . . . . [114] 184 Eiberbuursterdraai- Eelswerd (Boterdiep) [73] 1142 brug (92) 165 Eelwerd (Delfzijl). . [62] 117 Eiber-gen .... Eemskatiaalsluis. . [52] 118 Eikenoord. ... (21) 466 Eemswoude . . . (26) 253 Eikenboom. De . . (41) [526 Eendrachtsbrug . . [92] 163[Eilandsbrug . . .! (26) 481 Eenrum (Hoomsche Eiland. Groot- (Pik- Maar) [85] 166 meer) j (86) 875 Eenum ('t Zandt). . [68] 136 Eiland. Klein- (Pik-' Eerbeek .... I (38) 611 meer) (86) 375 Eemewoude . . . (84) 368 Eind van 't Diep . (11) 430 leGest.Veenhuizen (3) 413 Elahuizen. . . . (18) 238 Eerste Uffelterbrug. (1) 1410 Elbnrg (Gelderland) . j 555 I ba Electra. Gemaal . | [91] 162Ij Enumatil . . . . j [92] ] 164 Ellenstil .... [77] 147 Epe (38) 513 Ellerhuizen ... [78] 140 Eppenhuizen. . . [73] 142 Elp '(13) 435j Erica (15) 448 Eist I Er 111 el» - Emmen ; (13) \i%&\Ermerbrug. ... (15) 447 Emmer-Compas- | Ernstheem . . . [77] 147 cum i (18) 453 Eschebrugge . . . (23) 470 Emmer Erfscheide- Etten (40) 520 veen (19) 454 Euvelgunne . . . [52] 117 Emterbroekdijk Ewtjk (Hardenberg) . . . (27) 483 Bxluërvenen . . . [15] 73 Engbergen. . . . (40) 521 Exmorra . . . . j (88) 1281 Engelum .... (60) 329 Exmorsterzijl . . (39) 1282 Engeweer . . . . [63] 132 Eze. De- .... (39) 515 Engwierum ... (52) 303 Ezinge [96] 168 Ennemaborgh . . [48] 112 Ezumaburen . . . (71) 345 Enschede .... Ezumazijl .... (71) 345 F. Farmsum .... [62] (1181 Fonejachtbrug . . (I) [194 Feerwerd .... [96] 168 Fons. . . ". . (51) 300 Ferwerd (Ferwerde- Foudgum .... (69) 340 radeei) ! . . . . (65) 336 Foxham .... [2] | 50 Ferwerderadeel Foxhol [2] 1 50 (Ferwerd) .... Fraamklap ... [73] 141 Ferwoude . ... (40) 283\\FraamtH .... [73] 141 Feyenbrug. Pieter- (1) 408 Franeker .... (54) 319 Finkum .... (63) 333 Franekeradeel (Fra- Fiusterwolde. . . [60] 113 neker) Firdgum .... (57) 324 Frankhuis. . . . (37) 604 Fleringsluis . . . (29) 488 Friesche Palen . . (84) 370 Flesscheribergerbrug (88) 513 Friesche sluis . . [101] 173 Fochteloo . . . . (87) 381 Froskepolle ... (5) 211 Follega (22) 249\\Frouketil .... [96] 168 Folsgara . . . . (25) 254| 556 Namen L,,gc.giS|! Namen L,5c« 1>S der plaatsen enz. f-g'^-ra \%ë\\ der plaatsen enz. p^'So | = . I i'is'Së NI I &i§'£ë'l«§ G. Gabrug I [92] 116411 Gelebrug ... .1 (29) 489 Gaarkeuken • • ■ [92] 165 Gendriiigen ... (40) 620 Gaast . . . . . (40) 283 Genemuiden ... (36) 502 Gaastburen ... (29) 261 Genne (30) 491 Gaasterland (Balk) . [ Genne-Overwaters. (37) 504 Gaastmeer . . . j (33) 267 Gent Gaasterp . . . . (48) 294 Genum..... (67) 338 Gabrug [92] 164 Gerbenallesverkuit Galamadammen . (18) 239 (Voormalig). ... (1) 191 Galgenkamp. . . (5) ' 416 Gerkesklooster . . (l) 191 Galgenkampsbrug . (1) 411 Getsuxrdersijl . . (56) 322 Ganzedijk. . . . [50] 114 Giekerk (72) 348 Gansepannenbrug . (26) 478 Giesbeek .... (41) 525 Garmerwolde . . [60] 127 Gieten [8] 66 Garnwerd . . . . [91] 160 Giethoorn.... (8) 422 Garrelsweer (Dam- Glacis (Deventer). . (28) 486 sterdiep) .... [60] 127 Glimmen . . . . [114] 186 Garreweer (Eems- Goddeloos Tolhuis (74) 352 kanaal [52] 117 Godlinze . . . . [69] 137. Garstenbrug . . . (92) 392 Goënga (11) 223 Garsthuizen ... [68] 136 Goëngahuizen . .1 (85) 373 Garijp (1) 194 Goëngarijp ... (16) 231 Gasfabriekdraai. . (84) 369 Goor (Overijssel) ... Gasselte .... [8] 66 Goorecht .... [1] 43 Gasselterboerveen. [11] 68 Gooijum .... (43) 286 Gasseltermjeveen . [12] 68 Gorredrk .... (87) 379 Gauw (11) 224 Gorssel' (41) 532 Gauwstersluis . . (11) 224 IGorsselschebrug . . (28) 485 Gebraden Haan. . (1) 203 Gortebreihoek . . (5) 416 Geerdijk .(Vrooms- Goutum .... (8) 217 hoop) (27) 482 Grafhorst . ... (42) 514 Geesbrug .... (15) 446 Gramsbergen . . (27) 483 Geesterensche brug . (39) 516 Gretting .... (52) 310 Geeuwenbrug . . . (1) 409 Grettingabuurt . . (52) 310 Geldersche toren . (41) 527 Grevenbrug ... (15) 447 OOI •luifel Ha Namen Ls.gs || Namen „J|a g| der plaatsen enz. !"?° N- m •§ O' der plaatsen enz. ">« ^ m .._S" — "§' ._a— .32 s,?miJ COS c-SUi. me =■5.2 § 5:i afiss & ^ , ,3 ^ o ra _3 ^ Grietmansbrug . . (1) 408 Groote Tijnje-draai-1 Griftbrug . '. . . (38) 513 (89) 386 Groene Jager. De . (41) 528 Groote Polle ... (16) 231 Groenlo (Gelderland). [Groote Polle (Lang- Groeve. De . . . [3] 54 weerder Wielen) . . (1) 201 Groningen . . .. [1] 41 Groote Zeewijk. . [75] 145 Groningen. Klein-. (87) 381 Groot Tiehelwerk. Grootegast . . . [112] 183 Brug bij het. . . (52) 308 Groot-eiland (Pik- Grouw (Idaarderadeel) (1) 196 meer) (86) 376 Grouwedijk ... [52] 117 Groote-Krijte. Wa- Grjjpskerk ... [99] 171 terschap .... (7) 12151 Grijssloot . . . . [83] 155 H. Haagjesbrug . . . (7) 420 Hardenberg. Ambt- (30) 1492 Haaksbergen (Over- Hardenberg. Stad- (30) 492 Ussel) Hardegarijp . . .! (73) 350 Haandrik .... (27) 483 Hardegarijperpijpke (73) 350 Haandriksluis . . (27) 483 Haren [115] 187 Haantil (Warffumer- Harich (30) 263 maar) [75] 144 j Harlingen. ... (52) 310 Haantje. Draaibrug [ Harlingervaarts- bij 't (Odoorn) . . (13) 436 brug (Leeuwarden) . (52) 306 Haarbrug .... (15) 447 Harpelsluis ... [35] 97 Haarsluis .... (1) 409\\ Harsveldbrug. . . (29) 488 Haerst (30) 491 Hartwerd .... (24) 253 Halfbaardbrug . . (72) 347 Haskerland (Joure) . Halfvasten . . . (41) 528 Haskerdn'ken . . (91) 390 Halkschebrag. . . (38) 511 Haskerveenpolder . (17) 234 Hallum (64) 334 Hasselt (21) 461 Hallumerhoek . . (64) 335 Hattem (38) 514 Ham. Den . . . (26) 480 Haule (84) 371 Hankate .... (26) 479\\Haulerverhtat . . (84) 872 Haneburen . . . (87) 380 Haulerwijk . . . (84) 371 Hantum .... (69) 341 Haulerwjjk. Bene- Hantumhuizen . . (70) 342 den (84) 371 HanzumaiiMe. . . (44) 287 Havélandschébrug . (35) 97 558 |||| gl ifg.3 g| Namen L, " ö m S§ Namen LjJSe® =>§ der plaatsen enz. \~>£ a a> ■o.S der plaatsen enz. \~>£,'2 m ! %B Havelte I (1) 4101 Herbaijum. . . . I (52) 1309 Havenbrug (Hasselt). (21) 4621Heringazijl ... (46) 291 Healbirdsterbrug . (72) 347 Herkenhoofd (Kam- Heeg (18) 237 pen) (41) 539 Heekthuizen. . . [71] 138 Herwen en Aerth Heemse .... (30) 400 (Boven-Btjn) ... Heemserveen . . (21) 1466 Hesselerbrug . . '■.] (15) 447 Heemskerkbrug . . (15) 1448 Hessenbril . . . j [2] 52 Heemskerksluis . . (15) 448 Hessem . . . . (30) 492 Heerde (41) 535 Hessemsclie schipHeerenveen (Schoter- per (30) 492 land). ..... (91) 388 Hezenbergersluls. . (38) 514 Heeten (28) 485 Hiaure (69) 341 Heidepark. ... (26) 479 Hichtum .... (44) 288 Heiligerlee ... [2] 51 Hidaard .... (48) 294 Heino (26) 478 Hidaarderzijl. . . (48) 294 Hellendoorn (Over- Hiddingerzijl... [87] 167 tissei) (26) 480 Hij urn (63) 333 Helium [57] 125 Hilaard (10) 222 Helomasluis . . . (98) 403 Hindeloopen ... (36) 275 Helwerd . . . . [76] 146 Hinkemahorn . . [52] 117 Hem. De .... (51) 300 Hitzum (46) 290 Hemeltje, 't . . . (8) 217 Hitzum. Wester- . (46) 290 Hemelum. (18) |240 Hoek.De(Hardegarijp) (73) 350 Hemelnmer-Olde- Hoeksmeer . . . [60] 127 phaert en Noord- Hoevenbrug • • (26) 477 wolde (Koudum) . Hollanderset ... (37) 276 Hemert (44) 287 Hollandscheveld . (16) 450 Hemmen .... [114] 1186 Hollemeersbrug . . (37) 277 Hempens .... (7) 216 Holten (Rijssenj . . Hemrik | (87) 380 Holwerd . . . . (68) 339 Hendrik Oostdraai. (1) 409 Holtoerdertille . . (68) 339 Hengelo (Gelderland) Holwierde.... [71] 138 Hengelo (Overyssei) . Holwinde .... [76] 146 Hennaard. . . . (47) 292 Hommema ... (52) 307 Hennaarderadeel Hommerts ... (20) 245 (Wommeis).... I . | Hontil I [62] 1130 559 li illllss Namen Ujü e.g !!S|, Namen ^"gojga der plaatsen enz. ^«'Sn '§,§ der plaatsen enz. ►\§'3» •o.S raflli5!! Nazi's [S§ |gg1»| j| Hooge-Beintum. . (65) 1336 Hoptille I (47) 292 I Hoogébrug (Klaar- Hopmansbrug . . (52) 309- I kampsterbrug) . . (52) j 304 Horn. Den ... [94] 167 I Hoogébrug (Ouddeel) (72) 348 Hornhuizen . . . [90] 158 f Hoogébrug (Ureterp) (84) 370 Horsterbrug . . . (38) 513 ■ Hoogébrug. Noorder- Houtwal (Voorst) . (41) 531 (Boterdiep) .... [73] 140 Houweel, 't . . . [88] 157 E Hoogébrug. Ooster- Houwerzijl . . . [84] 155 (Damsterdiep) . . [60] 126 Hugesbrugje ,. . . (15) 446 I Hooge Heerenweg. (66) 337 Huins . ., . . . (47) 292 Hoogeland. Het. . (41) Huis ter Héide I Hoogersrnilde . . (1) 409 (Veenhuizerkanaal) . (3) 413 f HoogeTeen ... (15) 446 Huissen .... (41) 521 \ Hoogezand ... [2] 50 Huis ter Noord ■ Hoogkerk. . . . [92] 163 ö .!S'5 m >ë 5 der plaatsen enz. ^,§5 m •§ 5 «»®.t! Sg «*:S1'D*- co 2 J. Jan-de-Goe ... I (5) 1416 Jonasbrug .... (38) I 512 Janum (52) 304 Jonen (9) 426 Jellum | (10) 222 Jonge-Raansbrug . (28) 485 Jelsum (62) 305 Jonkersbrug . . . (1) 408 Jeslum . . . . . (67) 338 Jonkersverlaat . . [105] 178 Jet (51) 300 Jorwerd .... (51) 300 Jipsingboermussel. [5] 62 Joure (17) 234 Jipsingboermussél-' Jouwswier . . . (71) 345 sluis . . . . : [35] 96 Jubbega .... (94) 397 Jipsinghuizen . . [36] 97 Junne | (30) 492 Jipsinghuizersluis . [38] 99 Jutrijp (20) 245 K. Kaapbrug . . . . I (6) 14151 Keegen. De . . .1 (52) 1304 Kaatsveldsbrug . . (54) 320 Keet. De . . . . [54] 122 Kakeshoek . . . (38) 281 Keisrieftil .... [62] 131 Kalenberg. ... (12) 432 Kemminkhorst . . (30) 492 Kalftschutsluis . . (15) 448 Kemmenade ... (40) 520 Kalkwijksterhoofd- Kerdpersbrug ... (26) 480 draai ..... [20] 78 Keppel. Hoog- . . (40) 519 Kampen .... (41) 539 Keppel. Laag- . . (40) 519 Kampersluis • • • (35) 601 Keppelbrug (Hasselt) (21) 462 Kamperveen ... (41) 538 Kerkbrug (Nieuw Kampinga. Brug bij [80] 160 Amsterdam) ... (15) 448 Kanaalbrug. Eerste (5) 211 Kerkedraai ... (84) 369 Kanaalbrug. Tweede (5) 211 Kerkenbosch (Zuid- Kannenburg . . . (38) 512 woide) (15) 444 Kantens .... [73] 1421\ Kettingbrug (Belter- | Kanterlandsbrug . (72) 348 wijde) (8) 422 Kardingerzijl. . . [62] 131 \\ Kettingbrug fWor- Karenbrug. ... (8) 423 kum) (87) 278 Katervèer. . . . (34) 499 Kiel [4] 57 Kattenwaard. . . (41) 541 \\Kielsterklap ... [4] 56 Kaijersbrug ... (38) 511 Kielster veerhuis . [4] 57 Kazerbrug. • • • (38) 5131 Kielsterverlaat . . [4] 57 561 |i|g . gf&a- geS-g gs 11 g-g si Namen L-Sao g| Namen «Jas Ss , der plaatsen enz. fSy» •§ = der plaatsen enz. fS'S'S I a I af|| m| cgg« «8 [gil5* - I Eksterzijl . . . . (52) 309 Kloosterweg Kiestrazijl .... (52) 309 (Vroomshoop) . . (27) 482 I Kimswerd. . . . (44) 287 Klosseribrug . . . (8) 424 Kimswerderzijl . . (44) 287 Kluinhaarsbrug . . (26) 478 Kinderverlatentil . [93] 166 Knijpe, De ... [3] 54 Kingmatille . . . (52) 307 Kn\jpe, Boven- . . (92) 892 Kistenbrugje . . . (15) 445 Knijpe, Beneden- . (92) 392 E Kl-aarkampster- Kobeetdraaibrug. . [45] 108 I brug (52) 304 Koebrug (Stavoren) . (18) 241 Klabantisbrug . . (38) 511 Koekange .... (15) 444 Klaasseinenvonder . (15) 443 Koeriersbrug . . . (21) 463 Klazienaveen . . (19) 455 Koetille (Harlingen) (52) 309 ! Kleienburg ... (5) 211 Koetille (West-Donge- I Kleinegeest . . . (76) 355 radeel) (69) 340 f Klein-Eiland (Pik- Koevordehuis . . (18) 236 meel') (86) 375 Kogelman. Brug bij (28) 485 Kleinehorne . . . (78) 359 Koldenhovensche 1 Kleinemeer . . . [22] 80 brug ' (38) 511 Kleinemeersterbrug. [2] 51 Kolderwolde ... (30) 263 f Kleine Tijnje draai- Kolderveen ... (l) 411 t brug ..... (89) 386 Kolham .... [2] 50 Klem-Groningen . (87) 381 Kolkhuizen . . . (52) 304 IKlein-Ulsda . . . [51] 115 Kollum (79) 359 B Klenke (15) 447 Kollumerbrug. . . (78) 369 Klmkenborgertü . . [73] 142 Kollumerland en | Kloekhorsterstuw . (39) 515 Nieuw kruisland Klooster, 't . . . (8) 424 (Kollum) .... ■ Kloosterbrug (Apeld. Kollumer-Oudzijl . (79) 360 I .r,kan,) ; • • • • <38) 614 KoUumerzwaag. . (80) 361 f Kloosterburen . . [89] 158 Kohnieschutsluis . (3) 413 Klöosterholt ... [2] 52 Kommerzijl . . . [97] 169 h Kloostertil .... [2] 51 Koninginnébrug E Kloosterveen. . . (1) 408 (Sneek) (9) 220 Kloosterverlaat Koningsbrug . . . (38) 511 (voorm.) .... [2] 52 Koningspoort . . [103] 174 Kloosterweg (Per- Koningsstreek . . (61) 331 wd> I (65) 336| Kontermansverlaat. (99) 406 36 562 a £ S-S a a « g o.a e a . Namen - 1-ö.S a=> SS Namen I.S! a g :S§ der plaatsen enz. j"P ^fi a'~ L3<3 a— i3« l0a§SS a'S'Ss; «o jl> I |!> Koopbakkersdraai . (1) 408 .Kwdwmem/Z. . . (34) 1269 Kooten (1) 192 Kraggenburg. . . (37) 1506 Kooterhuizen . . (70) 343 Krewerd .... [71] 1133 Kootstertille ... (1) 192 Krim. De . . . . (23) 469 Kopaf [47] 111 Krinzerarmzijl . . (10) 221 Kopkewier . . . (65) 336\\Kromhoeksterorug. . (84) 370 Kopslükkenshiis' . [85] 971 \ Krommesijl . . (47) 293 Korenmolen (Gie- Kromwal .... (49) 297 kerk) (76) 353 Kropswolde • • • j [2] 50 Kornjum .... (62) 305 Kruimersbrug . . (26) 430 Kornwerd.... (43) 286 Kruispollen . . .! (18) 238 Korrebrug .... [73] 140 Kruisstedeklap . . [76] x46 Korremor vonder. . (15) 446 Kubaard .... I (47) 293 Kortezwaag . . . (87) 380 Kuiersbrug. . . .! (15) 443 Kortwoude ... (82) 366 Kuikhorne . . . I (81) 353 Kostverloren. . . [60] 114 Kuinre (95) 399 Koudenburg . . . (84) 372 Kuperusvonder . . (15) 443 Koudhoornschesluis. (38) 512 Kuzemerbalk . . .1 [111] ^82 Koudum .... (34) 269 Kijmmelsbrug . . (1) 409 L. Laag-Keppel ... I (40) 15191 Langehoek . . . (18) 1237 Laag-Soeren . . . (38) 511 Langelille (Tjonger). (95) s98 Laak werd .... (45) 289 Langerhou . . . (39) 2*2 Laatsten Stuiver. Langezwaag . . . (89) 386 Oph. bij den . . (10) 221 Langweer .... (1) 201 Laaxum (Stavoren) . La Paix .... (20) 459 Lage-Heerenweg . (66) 337 Laren (Gelderland) . Lagewegstertil . . [62] 130 Lathum .... (41) 525 Lalleweer . ... [45] 108 Lauwerszijl . . . [101] 173 Lammerburen . . [91] 161 Leegkerk .... [93] 166 Langebrug (Belling- Leek [104] 176 wolde) [34] 95 Leeksterverlaat Langebrug (Sloten) . (26) 257 (Beneden-, Midden- en Langebrug (Wester- Boven-) [104] 176 geest) | (81) |363| Leembrug .... (1) 1409 563 HSlU HflLf Namen L5oglS| Namen «fes SS der plaatsen enz. |« der plaatsen enz. >r,s'3 _ -o a agjö «g -gis «1 oSaf — ^53? ö Ij gg4*| l Leenders .... (5) 1416 Lippenwoude . . | (18) 236 f Leens [81] 162 Loehem (39) 515 I Leermens .... [67] 135 Loenen (38) 511 I Leetebrug .... [40] 101 Loenga (11) 223 f Leeuwarden ... (2) 205 Lokhurq .... (1) 410 I Leeuwarderadeel Lokin (41) 531 1 (Leeuwarden) ... (4) 210 Lolikersluis . . . [19] 77 | Leidpolle .... (21) 247 Lonneker (Overijssel) I Leidijksbrug . . . [40] 101 Loo. 't (38) 512 : Leitil [81] 161 Loon [114] 437 . Lekkum .... (52) 305 Looptil (Kromme I Lemelerveld . . . (26) 479 Kaken) [82] 154 I Lemmer .... (1) 203 Looptü (Maarhuizen) [81] 151 ■ Lemmerbrug (Sneek) (9) 219 Loozen (27) 483 F Lemsterland (Lem- Loppersum . . . [66] 138 I mei") Losdorp .... [70] 137 L Lemstersluis ... 26) 258 Losser (Overijssel) Lettelbert.... [107] 180 Louwsmeerpolder . . (5) 212 I Leusen. Nieuw- . (21) 463 Lucaswolde . . . [HO] 182 I Leutingwolde . . [106] 179 Luine, Ter . . . (81) 364 I Letje (63) 334 Luinjeberd . . . (91) 388 ■ Leijepolle .... (18) 237 Luit. De ... . [88] 157 t Lichtaard .... (68) 339 Lntjebroék ... [88] 157 I Lichtmis. De . . (31) 493 Lutjegast .... [112] 183 ■ Lichtenvoorde . . Lutjeloo .... [34] 95 ; Liersbrug. Van-. , (1) 408 Lutjewolde . . . [62] 130 fc Lieve-Vrouwen- Lutkelollum . . . (52) 308 I Parochie .... (61) 331 Lutkepost.... (1) 192 f Lindesluis .... (99) 405 Lutke-Saaxum . . [771 147 | Linthorst .... (26) 477 Lutkewoude . . . (78) 359 Lioessens .... (71) 345 Lutten . . - . . (21) 466 \ Lions (47) 292 Luttenbergerbrug . (28) 485 I Lippenhuizen . . | (87) 380 M. L Maarhuis. 't . . .1 [69] 113711 Makkinga . . . . I (94)- 1397 E Maarhuizen . . . | [81] 11511| Makkum . . . .) (38) |279 564: Namen ""l^ E,3 i Namen 2-!» 2.S der plaatsen enz. m «5 der plaatsen enz. >-,2'2 m «0 c—* <§5 o— offl ti r o cl & te |t>^p,p j: >£o,p MallemscJie sluis . I (39) 15161 Middelbert ... [60] 126 Manenbergerbrug . (38) 513 Middelste Leekster- Mantgum . ... (10) 222 verlaat [104] 176 Mariönberg . . . (27) 483 Middenste Pekeler- Markelo (Overijssel) . verlaat [28] 88 Marle (26) 480 Middelste Verlaat . [24] 83 Marnezijl .... (39) 282 Middelstum ... [73J 142 Marrum .... (65) 336 Midlum (55) 320 Marsum (Appinge- Miedum (Franeker) . (45) 289 dam) [72] 139 Miedum (Leeuwarde- MarSSUm (Menal- radeel) (52) 305 dumadeel) .... (59) 327 Midwolda .... [48] 111 Marum [109] 181 Midwolde (Leek) . . [110] 182 Martenshoek... [2] 50 Mildam (94) 396 Mastenbroek • ■ ■ I (35) 501 Milligen .... Mastenbroekerschut- Minnertsga . . . (57) 324 sluis (Renemuiden) . (36) 502 Mirdum. Oude . . (30) 263 Medderburen. . . (68) 339 Moddergat (Paesens) (70) 343 Meden [24] 83 Moesbrug . . . . (15) 444 Medenerdraaibrug . [2] 51 Mólenbrug (Heeren- Meedhuizen . . . [55] 124 wegstervaart) ... (66) 337 Meer. 't (Heerenveen) (92) 392 Molendraaibrug Meester Sickensbrug \1) 408 (Onderdendam) . . [73] 141 Memert (49) 297 Molenend (Zwarte Menaldum. ... (59) 327 Broek) (77) 356 Menaldumadeel Molenrijge. ... [89] 158 (Menaldum) . . . Molenvoetbrug Mensingeweer . . [81] 1151 (Apeid. kan.) ... (38) 513 Meppel (15) \U2 Molenwijkschutsluis \ (2) 412 Meppelersluis. . . (6) 419 Molkwerum ... (34) 270 Messchen. De . . [114] 187 Molkwerumerzijl. . (34) 271 Metslawier ... (71) 345 Monniketille . . . (1) 192 Mettray. Neder- Mooie-Plaats ... (61) 331 landsch- .... (41) 513 Morra (Oost-Dongera- Meynertsburen . . (1) 1196 deel) (71) 345 Midburen .... (6) 212 Muggebeet . . . (11) 430 Middachten . . . (41) |526 Muldera .... (40) 1519 565 \im\j\ \mm i ' > 2 §■£ g S 3 g g~ j c g Namen Llc» gf Namen LlasÜ8 der plaatsen enz. :>=> '5 m rf 5 j der plaatsen enz. j?,g'Ï5ro 1 •§.! |c?JsHsJ! Icg»s «s iggi>[ ~ Munneke-Baijum . (49) 297 Muntendam . . .1 [24] I 83 Munnekeburen . . (98) 402 Murmerwoude . . (72) 346 Munnekenioer . . [5] 63 Musselkanaal . . [5] 61 Munniketille (Baar- Musselsluis ... [35] 97 deradeel) .... (49) 297 Musselverlaat. 1ste . [5] 61 MUnnikezn'1 (Lau- Musselverlaat. 2de . [5] ! 61 wers) [ [101] [ 173 N. Nachtegaalsbrug. .1 (38) 1511 Nieuive-brug (Leeg- Nahuijsbrug. Van-. (37) 504 kerk) [93j 166 Nanningabrug . . [66] 134 Nieuwebrugsluis Nanningaverlaat . (87) 311 (Hoogeveen) . . . (15) 445 Nederlandsch-Met- Nieuweklap tran' (41) 531 (Aduard) .... [93] 166 Neede Nieuwe-Molen Nes (Akkrum)... (87) 378 (Berkel) (39) 516 Nes (Paesens) ... (70) 343 Nieuwe-Pekela . . [28] 88 Nes. De(Arum) . . (41) 284 Nieuwe-pijp . . . (65) 336 Nesserzijl . . . . (86) 374 Nieuweroord. . . (17) 451 Niehove .... [98] 170 Nienwe-Sehans . . [28] 89 Niehoverzijl . . . [98] 170 Nieuwe-Schoot . . (93) 394 Niekerk (üirum). . [81] 152 Nieuwe-Schouw. . (91)- 390 Niekerk (Oldekerk) . [111] 182 Nieuwe Schutsluis Nieland. Ooster- [74] 143 (Lemmer) .... (1) 204 Nieuw-Amsterdam (15) 448 Nieuwe Schutsluis Nieuw-Appelscha . (87) 1382 (Terzoolster Zijlroede). (11) 225 Nieuw-Baarveld. .i [4] 57 Nieuwe Slachtedijk (17) 231 Nieuw-Beerta . . [51] \lL5\\Nieuwe-Sluis Nieuw-Buinen . . [14] 72 (Zwartsluis) ... (5) 417 Nieuwe-Aanleg . . (12) 226 Nieuwe-Statensijl . [28] 90 Nieuwe Bildtzijl . (61). 332 Nieuwe Termunter- Nieuwe-brug (Hee- zijl [45] 109 rensloot) . . . . j (91) j 389 Nieuwe til (Boterdiep) [73] j 141 Nieuwe-brug (Hooge- j Nieuwe til (Basquer- veen) (15) j 445 dermaar) .... [77] 147 566 ilsl ga «1g| gl Namen vS'sS = ! Namen £la» S| der plaatsen enz. f 5» der plaatsen enz. a— LSS ^ o— ,20 cioSs »° -' * i?Së «§ t>Ëo. j Nieuwe til, Stedmner- [63] 132 IVoorderfcee? sZuis" ' . Nieuwe Truitjesijls- (Hindeloopen) ... (36) 274 brug ..... (1) 203 \ Nodrdersassluis Nieuwe-Verlaat, (Harlingen). ... (52) 314 (Zwollerkerspel) . . (32) 495 Noordersluis (Groeve) [64] 122 Nieuwe- Verlaat, Noordersluis (Hinde- (Dokkum) .... (70) 342 loopen) (34) 269 Nieuwe-ZJil (IJlst) . (23) 251 Noordersluis (Poider- Nieuwe-Zijkn. Dok- hoofdkanaal) ... (88) 385 kumer- (52) 302 Noordhorn ... [92] 164 Nienwleusen . . . (21) 463 Noordhornerga . . [92] 164 Nieüwolda. . . [45] 106 Noordpolderverlaat. [75] 145 Nieuw-Scheemda . [45] 106 Noordpoldersijl . . [75] 145 Nieuw-Stadskanaal [5] 61 Noordschébrug Nieuw-Utrecht . . (16) 447 (Hoogeveen) ... (15) 446 Nieuw-Weerdinge . [19] 77 Noordschesluis Niezijl [97] 169 (Hoogeveen) ... (15) 446 Noord-. Huis ter . (78) 368 Noordwolde (Boter- Noordbarge . . . (13) 436 diep) [73] 140 Noordbroek . . . [44] 106 Noordwolde (Linde). (99) 405 Noordbroekster- Noordwijk (Marum) . [110] 182 veen [44] 106 Nordhorn .... (29) 489 Noordbroekster- Norg (3) 413 hamrik .... [47] 111 Norgerbruq ... (1) 408 Noordburen . . . (10) 222 Nosseltbrug ... (29) 489 Noord-Deurninge . (29) 489 Nijerberkoop... (94) 397 Noorddijk . . . . [60] 126 Nijega (Fluessen) . . (18) 238 Noord-Eexterveen . [7] 65 Nijega(Smaiiingeriand) | (81) 362 Noordeinde (Giet- • Nijenbeek . . . . | (41) 531 hoom) (8) 422 Nijehaske .... (91) 388 Noorderbrug (Wor- Nijeholtpade ... (94) 396 kum) (37) 277 Nyeveen .... (1) 411 Noorderburen . . (18) 240 Nijewier .... (70) 342 Noorder Dwars- N^elamer .... (94) 395 gracht (Giethoorn) . (8) 423 Nijhuizum • • • (37) 276 Noorder-Hoogebrug Nijkerk. Wester- . (66) 336 (Boterdiep) . . . [73] 1140 Nijkerk. Ooster-. . | (70) 343 567 §|g.S g§ ra|c.3 g| Namen wlgS §>s j Namen H| der plaatsen enz. ~P\g'tj m r|^|j der plaatsen enz. f,g'3 m "§5 a'^So «8 |j aglë m| O ets a3 > o « ra St >^ftg > Njjland (25) 254 Nijmegen .... Nijlanderzijl . . . (25) 1253||Nljverdal .... (26) 480 O. Obergum .... [79] j 14911 Ondergrond-schut- Odoorn (13) 436 sluis (Heerensloot) (91) 389 Oene (38) 513 Ongeluk .... (21) 465 Oenkerk .... (72) 348 Onnen [3] 54 Oerdijksbrug . . . (28) 485 Onstwedde . . . [37] 98 Offlngawier . . . (11) 223 lOnstweddersluis . . [35] 97 Olburgen .... (41) 528\\Oordjesbrug . . . (87) 378 Oldeberkoop . . . (94) 396 Oordpolder . . . (94) 395 Oldeboorn. . . . (87) 379 Oostdongeradeel Oldebroek (Gelder- (Metslawier) ... land) Oostdraai. Hendrik- (1) 409 Oldehove .... [96]. 168 Oosteinde (Zuidbroek) [2] 51 Oldekeik .... [111] 182 Oostend (Koudum) . (34) 270 Oldelamer. . . . (98) 402 Oosterbierum . . (57) 324 Oldemarkt. ■ • ■ (99) 405 Oosterbierumer- Oldeneel .... (41) 536 hom (56) 323 Oldenhuistertil . . [86] 156 Oosterburen . . . (25) 254 Oldenkotte ... (39) 516 Oosterboorn . . . (87) 379 Oldenzaal .... (29) 488 Oosterbroek . . . [114] 186 Oldenzijl . . ' . . [74] 143 Oosterdraaibrug . . [60] 128 Olde-ouwer . . . ] (1) 202 Oosterdijkshorner- Oldeterp . . . . (84) 370 verlaat [63] 132 Oldetrijne . ... (98) 403 Oostereind (Emmen). (13) 436 Olst (41) 535 Oosterend (Hennaar- Olstln-ug .... (38) 513 deradeel) .... (48) 294 Olterterp .... (84) 370 Oosterend (Gorredijk) (87) 380 Ommelanderwijkster Oosterhavensluis. . [1] 44 Verlaat .... [25] 85 Oosterhesselen . . (15) 447 Ommen. Ambt-. . (26) 480 Ooster-Hoogebrug . [60] 126 Ommen. Stad- . . (22) 467 Oosterhuizerbrug. . (38) 511 Ommerschans . . (21) 464 Oosterlittens. . . (49) 297 Onderdendam . . [73] 1141 Oostermeer ... (1) 193 568 Mg & . I soo M . flff gf • ilfj 4 Namen \vS%S |l Namen ^fgo || der plaatsen enz. 5 g r|.§ del' Plaatsen enz. ?",g'ês m ■o.S, .SP» 2» B • *P«"t=. « Ooster-Nieland . . [74] 143 Oshaarsluis . . . (15) 1444 Oosterpoortsbrug Osingahuizen . . (18) 237 (Sneek) (9) 220 Ossenzijl .... (12) 432 Oosterslagen. De . (28) 469 Ossesluis . . . . (15) 444 Oosterveen ... (13) 436 Oud-Appelscha . . (87) 382 Oosterveensche Oud-Avereerst . . (21) 464 draaibrug ... (15) 449 Oude Aduarderzijl . [93] 167 Oosterwierum . . (50) 299 Oudeberkoop. '. . (99) 405 Oosterwolde. . . (87) 381 Oude-Bildtzijl . . (61) 331 Oosterwijtwerd. . [67] 135 Oude Dieverbrug. . (1) 410 Oosterzand . . . [111] 182 Oudega (Fluessen) . (18) 238 Oosterzee .... (1) 203 Oudega (Smaiiinger- Oosthem .... (25) 254 land) (84) 368 Oosthoek .... (61) 331 Oudega (Heeg) . . (32) 265 Oost-Indischébrug . (38) 513 Oudehaske . . . (91) 388 Oostmahorn ... (71) 345 Oudehorne ... (92) 392 Oostrum .... (71) 347 Oude-Mirdum . . (30) 264 Ooststellingwerf Oudemolen . . . [114] 186 (Oosterwolde) . . . Oude-Pekela . . . [28] 88 Oostwold (Midwolda) [49] 112 Oude-pijp .... (65) 336 Oostwolde (Leek) . [92] 164 Oudeschans . . . [34] 95 Oostwoude (Heeger- Oudeschoot . . . (93) 394 meer) (18) 237 Oude Schoterzijl. . (95) 398 Oostwoude (Dokkum) (78) 358 Oudeschouw . . . (1) 197 Ootmarsum .... (29) 488 Oude-Statenzijl . . (28) 89 Opeinde .... (81) 362 Oude-Termunterzijl. [45] 108 Oppenhuizen. . . (12) 226 Oude Verlaat. Oph. Oppenhuizerbrug . (9) 219 aan 't (32) 1495 Opperkooten . . . (81) 363 Oudezijl (Nieuwe- Opsterland (Beetster- Schans) (23) 89 zwaag) Oudkerk (Murk) . . (72) 347 Opwierda .... [52] 117 Oudwoude (Koilumer- Oranjedorp . . . (13) 437 zwaag) (78) 359 Oranjesluis ... (13) 437 Oudwouderzijl . . (81) 363 Orvelte (13) 1435 - ' ; . ' j. .* 569 «SS; Sq 8 g g-S I g 2 Namen Usüs.2 **! Namen ■e.So.gls'E der plaatsen enz. 5 m "§ 5 der plaatsen enz. I 5 « i '2 fi ^>|«:S SB jSg-g^j g P. Padptil I [74] 143 Pietersburen (Fries- j Paardenbrug . . . (54) 320j land) (841 370 Paardenboek. . . (18) 2391 Pieterzijl .... [101] j 173 Paardenstalbrug. . (37) 277 \ Pietstil [75] 144 Paardenvonder Pingjum .... (41) 284 (Hoogeveenschevaart). (15) 444\\ PUtntsoeribrug . . [91] 159 Paesens .... (70) Plaltebrug (Kollum) . (78) 359 Pannerden (Gelder- Poelken. 't ... [2] l 52 land) | Poffert. De ... [92] 164 Papegaaisbrug . . (38) 512| Polle. Groote- . .1 (1) 201 Paradijssluis . . . (1) 4111 iPomptil [65] 133 Parrega j (37) 276\\ Poppebrug . ... (3) 209 Participanienver- I Poppingawier . . (11) 224 laat I [24] 83\\Posttil [2] 52 Pastorietil . , . . j [81] 152 Pothoofd .... (41) 533 Paterswolde . . . [114] 186\\Pothoofdsluls . . . (28) 486 Patroonstille . . . (74) 351 Potmargebrug . . (4) 210 Paijezijl (46) 291 \\Primosdraai ... (1) 408 Pean (86) 375 Prins. De .... (36) 1502 Peebosch .... [113] 184\\ Prinsenschut(Meppel) (15) 1443 Peelo [114] 187 Provinciale schut- Peins (58) 326 sluis (Blokzijl) . . (11) 430 Peize [103] j 174\\Provinciesluis Pekela. Nieuwe- . j [28] 88 (Almelo) .... (29) 487 Pekela. Oude- . . [28] 88 Punt. De (Noord- Piaam (40) 283l Willemskanaal) . . [114] 186 Piekezijl .... (25) 254j| Punt. De (Vrooms- Pielbrug .... (1) 410 hoop) (26) 481 Pieter-Feyenbrug . (1) 408| \Punterbrug . . . [114] 186 Pieter-Hummekn- Pijlebrug .... (1) 410 brug' -(1) 409 Pijp. Nieuwe- . . (65) 336 Pietersbierum . . (56) 322 Pijp. Oude- . . . (65) 336 Pieterburen (Groningen) ..... [86] 156 570 Ijll g| |isl s§' Samen .. ^êlsg S| Namen fl|oa> |E der plaatsen enz. ï",§'5 w ■§ c j der plaatsen enz. o 1c Sol c-3 co Si o Q. Quatrebras (Bergu- I II Quatrebras (Houwer-1 merveenstervaart). . | (37) 1350 zijlstervaart) ... [84] 155 R. Raalte I (28) 148511 Ritsumazijl . . .1 (52) 306 Raalterbrug ... . (26) 479 Roden [106] 178 Raambrug. ... (28) 486 Roderwolde ... [103] 174 Raard (52) 304|Roelage [38] 99 Rademakerschut- \\Rogatsluis . . . ". (15) 444 sluis (35) 500 Rohel (1) 191 Ramsbrug . . . . (38) 512 Rolde (Drenthe) . . Rasquert .... [77] 147 Rollecate .... (21) 463 Rauwerd (ftauwerder- Rollen [53] 120 hem) (11) 2251 Ronduite . . . . (9) 426 Rauwerderhem \Roo. Draaibrug (Rauwerd) .... \ bij De- ... .\ [79] 148 Reiderlander bin- I Roodébrug . . . . j (78) 357 nensluis .... [50] 1141 Roode Haan ... [91] 160 Reiderlander buiten- j Roode schuur (Bak- sluis [50] 114 huizen) (31) 264 Reitdiepsbrug. . . [91] 159 Roode-Schuur (Sur- Reitsum .... (52) 301 huisterveen) ... (83) " 365 Rekken (39) 616\\Roode til .... [46] 110 Renselverlaat. . . [2] m\\Roode tille. ... (55) 321 Rewerd (47) 292 ( Roodkerk .... (77) 356 Rha (41) 528 Rookoepolle . . . (1) 199 Rhede [40] 1011 Roordahuizen . . | (1) 196 Rheden (41) 625; Roospollen . . . (1) 199 Rheeze (21) 465 Roptazijl . . . . (56) 323 Ried (Berlikum) . . (57) 324| Roswinkelerveen . [19] 77 Rien (49). 296\ Roswinkelerbrug. . [5] 63 Rikmansbrug. . . (29) 488 Rotstergaast . . . (94) 365 Rinsumageest . . (72) 347 Rottevalle. ... (83) 365 Ritsumaburen . . (59) j 3271 Rottum (Boterdiep) . j [73] 1142 571 £ Sb- <0 "3? P Ki> ® lla.S agl 3«eS ag \>B£> Sgji f-.d,§ > »B Kamen L^fl« S° Namen fl|ao g,e der plaatsen enz.. ^ m ^ a | ' der plaatsen enz. ^ x *p a 511:1 w jj Jfllll w O R ^ w O cd cd > '—■ Rottum (Schoterland). (97) 1401 Runtbrug .... (15) 444 Rozendaal. . . . \\Runtigerbrug . . . (15) 444 Ruige-Lollum . . (45) 289 Rustenburg ... (5) 212 Ruimzicht. . . . (35) 502 jBiinrlo (Gelderland) . Ruinen (1) 410 Rijp. De .... (65) 336 Ruinerwold . . . (15) 444 Rijpend. '. . . . (44) 287 Buisscherbrug . . [60] 127pRijperkerk. . . . (74) 351 Rundiep. Draaibrug RÜperwoudweg. . (87) 379 bij het (15) 449||Rijssen (26) 480 Runt. De . . . .] (15) \U4\\Rijsterbrug ... (30) 263 s. Saaxum .... I [96] 1168 Scheeftil (Usguerder- Saaxum. Lutke- . (77) 147 maar) [76] 146 Saaxumhuizen . . (77) 147 Seheemda .... [2] 51 Salwerd .... (52) 308 Scheemda. Nieuw- [45] 107 Sandebuur ... (106) 179 Scheemder-Verlaat . [45] 107 Sanlean (49) 296 Scheemderzwaag . [45] 107 Sappemeer . . . [2] 51 Scheere. De . . . (23) 469 Sassluis (Harlingen) . (52) j 313 Schenkenschans . (10) 222 Sauwerd . . . . [80] \ 150\\Sclierpenbergerbrug. (38) 511 Schaaphok . . . [53] 121 Scherpenzeel. . . (98) 402 Schalsum . ... (58) 326 Schettens . . . . (41) 284 Schamerbrug. . . (76) 354\\Scheveklap. ... [45] 108 Schaphalstei-eijl . . [79] 149 Schildwolde ... [55] 123 Scharmersijl ... [60] 129 Schillaard.... (50) 299 Scharnegoutum. . (10) 1221 Schingen .... (52) 307 Scharren. De. . . (1) :202\ Schobbertsbrug . . (38) 512 Scharsterbrug. . . I (1) 202\ Schoenkuipenbrug . (26) 477 Scharsterpolder. . I (1) i202\ Schoolbrug (Hinde- Schatsborgertil . . [67] 185 loopen) (35) 272 Scheeftil (Hulpkanaal Schoolvonder (Hooge- over den Hoorn) . . [83] 1155 veenschevaart). . . (15) 446 Scheeftil (Niezflister- Sehoonebeek ... (24) 472 diep) [97J 1169 Schoonoord . . . (13) 435 572 :1 colli -I Namen - _, => Namen -0.0 c<= gg der plaatsen enz. >\2"5 m |s der plaatsen enz. ?",§'5 k "f o o cd cd :> —- o cd cd S —' Schoterbrug . . . (94) 396 Slagharen . ... (23) 469 Schoterland (Heeren- Slappeterp • • • (58) 326 veen) ' Sleen (13) 436 Schoterlandsche Slochteren ... [53] 1121 venen (92) 391 Slachter- en Scltar-l Schoterzijl. Oude- . ' (95) 398 mersijl (Delfzijl) . . [60] 128 Schotkampssluis. . (2l) 464 Sloten (26) [ 257 Schouwerzijl. . . [82] 154 Slotsingeldraai . . (84) 371 Schouwstrazijl . . I (87) 384 Slljkenburg . . . (95) 399 Schraard . . . . (41) 284 Smallebruq (Akkrum) (87) 378 Schuilenburg. . . (1) 192 Smalle Ee. ... (84) 387 Schuilenburger- Smallingerland hoofd (1) 192 (Drachten) .... Schurega . . . . (92) 392 Smeulveenschedraai-l Sebaldeburen . . [111] 182 brug (15) 449 Sellingen . . . . [38] 99 Smilde (1) 1408 Sennipmanschut- Smilde. Boven- . . (1) i 408 sluis (28) 485 Snakkerburen . . (81) 362 Separatiepunt . . (26) 481 Sneek (9) 218 Sexbierum (Barra- Sneeker Oudkerk- deel) , (56) 324 hof (1) 199 Sexbierumerhorn . (56) 324 Snikzwaag ... (17) 233 Sickensbrug.Meester- (1) 408 Snippeling. De . . (28) 486 Sickingapolder . . (94) 395 Snippelingsluis . . (28) 485 Siddeburen . . . [55] 123 Sormorra .... (86) 374 Siegerswoude . . [105] j 178 Sondel (29) 261 Sint-Anna-Porochie (61) 331, Sotterum. Sotrum. (43) 286 Sint-Annen (Kar- Spaltenbrng . . . (87) 379 dingermaar) . . . [62] 130 Spankeren . . .1 (38) 511 Sint-Jacobi- Spannenburg. . . (21) 247 Parochie .... (61) 331 Spannum .... (47) 1293 Sint-Johannesgas- I Speersterhuizen . (11) 224 ter veenpolder. . (93) 394\\Spiersdraai ... (1) 409- Sint-Nicolaasga . . (1) 202\ Spitholderbrug . . (39) 515 Slachtedh'k. Spitserbrug . . . (91) 389 Nieuwe- .... (171 232 Sponturf wijk. . . (21) 464 Slachtedijk . . . (56) 13231 Spoolderbrug . . . (28) 1485 B73 Namen .«.aa» **° - Namen ■a.2sjSi='S der plaatsen enz. ^.2 5 m Ha\\ der plaatsen enz. r?\g'5 m "Sa sa co 53 w gil n « o »P rt "g :S B -cfll? B >js'Sii| I^Ip.'5 Spoolderbergbrug . I (34) 14991 Steenvak ... .1 (52) 304 Spijk [70] 137 Steenwflk . . . . | (11) • 428 Spijkerboor(GodUnze) [67] 135 Steenwijkerwold Spijkerboor (Hunse) [3] 53 (Overijssel) . . . Spijktille .... (47) |292 Stellingwerf, OostStadskanaal . . . [5] | 60 (Oosterwolde) ... Stadskanaal, Stellingwerf, WestNieuw- .... [5] j 60 (Wolvega) .... Stadskanaal Peke- Ster. De . . . . (28) 485 lerweg .... [11] 68 Stiens (62) 332 Stapelbrug. ... (15) 444| Stitswerd . ... [76] 146 Staphorst. . . . (15) 443 Stobbegat . ... (91) 389 Stcvpliorster sluis . . (6) 417 Stoepen. De . . . [91] 161 Statenzijl. Nieuic- . [28] 90 Stokersverlaat Statenzijl. Oude- . [28] 89 (Fochteloo) .... (87) 382 Stationsbrug te Strangbrug . . . (40) 520 Nieuw-Stadskanaal I [5] 60j| Strankenbrug. . . (14) 438 Stationsbrug te Streek. De ... (52) 304 Workum. . . ' . (36) 273 Streukel .... (37) 504 Stavoren .... (18) 241 Stroobos (Hoendiep). [92] 165 Stedum [64] 132 Stroobos(Winschoten) [28] 89 Stedumer Nieuwtü . [63] 132 Strooiendorp... (21) 464 Steeg. De . ... (41) 526 Suameer .... (81) 362 Steendam .... [55] 123 Suawoude.... (1) 194 Steenderen ... (41) 528 \Suikerbrug. . . . (38) 513 Steenenpijp (Aduard) [95] 168 Surhuisterveen. . (83) 366 Steenenpijp (Kar- Surhuizum . . . (1) 191 dingermaar) . . . [62] 131 Sijbrandaburen . . (11) 224 Steenharst ... (78) 359 Spswerd . ... (44) 287 Steentil (Aduarderdiep) [93] 166 Sijteburen. . . . (85) 1373 Steentil (Pieterbuurstermaar) .... [86] 156 T. Taarlo I [114] 118611 Tacozij] I (28) | 260 Taborstille. ... (49) 296 Ten-Boer . . . . [60] 127 574 Namen L^b»|SS Namen |«Jc<» SS der plaatsen enz. f^ri « >"g3 der plaatsen enz. >",g'5 m •= 1 n | jog -g ij, w 5 S3 £ w o cs es "6 — |> ^ & | ji^o.1* Ten-Post . . . . I [60] 127) Tietjerk .... (73) 1349 Tentingerdraai . . (1) 409 Tietjerkradeel . Terapel [5] 62 J fnetjerk) .... TerapeUrsluis . . [38] 99! Tilburen .... (71) 345 Terband .... (91) 38811 Tilburg (Wetsinge) . [80] 150 Terbandsterbrug. . (91) 388 Tilma (71)' 345 Terbandsterschans (91) 388 Timmersbrug. . . (1) 409 Terborg I (40) 520 Tinaarlo .... [114] 187 Tergracht .... (52; 305 Tinallinge.... [77] 147 Terhaar (5) 62 Tirns ..... (49) 296 Terhorne (Sneeker- Tjaard (8) 217 meer> (1) 197 Tjamsweer ... [60] 128 Terhorne (Koevorder- Tjapketü .... [95] 168 meer) (21) 247 Tjepperbuurt. . . (52) 307 Terkaple .... (17) 233 Tjerkgaast . . . (21) 247 Ter Luine. . . . (81) 364 Tjerkwerd. . . . (37) 276 Termnnten ... [45] 108\\Tjiptil [81] 152 Termunterzijl . . [45] 106 Tjum, Tzum. . . (45) 289 Termunterzijl. T.jummamm. . . (57) 324 Nieuwe- .... [45] 109 Tjummarumerhorn (57) 324 Termunterzijl. Oude- [45] 1081 Tolbert [108] 180 Ternaard (West-Don- I iTolbrug (Oosterlittens) (47) 292 geradeel) .... (69) 3411 Tolhuis. Goddeloos (74) 352 Tersted (66) 336 Tolhuis (Steenwijker- Terwalslage ... [38] 99! diep) (H) 429 Terwisch .... [38] 991 Tólhuisbi 'ug (Joure) . (17) 234 Terwispel .... (87) 379 Tolsumerzijl ... (45) 289 Terwolde .... (41) 536\\Tonnebrug. ... (68) 339 Ter-Wupping. . . [36] 97 Toornwerd . . . [73] 141 Terzooi (11) 224 Topstü [73] 142 1 Teijensluis.... (89) 386 Torenstraatbrug. . (17) 234 ; Thesinge .... [62] 130 Tornwerd .... (45) 289 1 Thomasbrugje . ; (15) 446 Trageldijkslids . . (23) 470 \ Tichelwerk. Groot Triemerbrug . . . (78) 358 3 (Franeker) .... (52) 308 Trimbeetsbrug . . (87) 379.1 Tichelwerk. Het Tripscompagnie. . [23] 80 j rwijiis) | (52) 3051 575 I é>d i ir~ i g>. i >is 3 £ i >i 3'? 3 S Namen L^a» •=>§ Namen' •o^.SS =;§ der plaatsen enz. >~,2'5 m 3: der plaatsen enz. a O rtjd w; O « « t> j w Trophorne.... (27) 259 ïweelo (6) I 418 Truitjesijlsbrug. Twello (41) 533 Nieuwe- .... (1) 1203 Twistbrug .... (26) 480 Tubbergen . . . (29) 488 Twijtel (94) 397 Tukkersbrug ... (29) 488 Twijzel (1) 192 Tutjeshut . . . . [28] 89 Twijzelerburen . . (1) 192 Twaalfde wijkvonderl (15) 446 Tunje (89) 386 Tweede Gesticht Tijnje draaibrug. . Veenhuizen. . . (3) 414 Groote (89) 386 Tweede U/felterbrug (1) 410 Tijnje draaibrug. Tweehuis . . . '. (91) 390 Kleine (89) 386 u. Ubbergen .... !| TJlft (40) 1520 Uffelte (1) ,410 Ulrum [81] 152 TJilenest, Uilnest.'t [90] 1158'\Ulrumertil. . . . [81] 152 Uiterwijk .... (41) 538! Ulsda [28] 89 Uithuizen .... [73] 1142'! Ulsda, Klein-. . . [51] 115 Üithuizermeeden . [74] 143i Ureterp (84) 370 Uitwellingerga . . (1) 200i Usquert .... [76] 145 Uitwierda . . . . [72] 139 Utingeradeel (01- Uitwijk (61) 1331 !| dehoorn) .... V. Vaassensche Vechtbrug . . . . [ (32) 494 sluis (38) 512 Vechterweerd . . (30) 491 Valburg .... Veecaten .... (41) 538 Vallaatsdnk ... [7] 64 Veeladingbrug . . (34) 499 Val om (74) 352 Veele [35] 97 Valthe [17] 74 Veelersluis. ... [35] 97' Valthervenen . . [5] 62 Veelerveen . . . [35] 96 Van Dijksbrug . . (14) 438 Veelerveenschesluis . [38] 100 Van Uersbrug . . (1) 408 Veendam .... [24] 83 Van Nahumbrng . (37) 504 Veendijksbriig . . [40] 101 Varkenweidébrug . (8) 423 Veenebrug (Meppel) . (1) 411 Varsseveld (Wisch). | | | Veenekoten . . . (87) 381 576 ® ■Sof dl l^ofd L| llfi dl Namen o'a^ Namen Li^e® =| der plaatsen enz. "P",2'5 m "S a I der plaatsen enz. 'S',8'5 n "3 o o n n ^ —'I o co^cS > ■— | p- P p, | j ï> £ p. Veeneschutsluis Vischbuurt (Ter- (Drentsche Hoofdvaart) (1) 409 naard) (69) 341 Veeneschutsluis Visschersburen . . (18; 237 (Hoogeveen) ... (15) 445 "Visvliet [101] 173 Veenhuizen . . . (3) 413 i Vlagtwedde . . . [35] 97 Veenhoopsbrug . . (1) 409 \ lagtweddersluis . [38] I 99 Veenkampsche Vlakkeriet . . . [84] 1155 draaibrug ... (31) 493 Vledder .... Veenklooster (Kol- Vledderveen . . . [33] 94 lumerzwaag) . . . (78) 358 Vliedorp .... [84] 155 Veenoord (Nieuw- Vlietsterbrug . . . (54) 320 Amsterdam) . . . (15) 448 Vogelzang.... (50) 299 Veenschtd (Dedems- Volle Hand. De . (41) 535 vaart) (21) 4641 Vollenhove. Stad- (10) 428 FeewstetHeerenveen) (92) 1392j Vollenhove. Ambt- Veenwouden. . . (74) 352 Voltherbroek. 't . (29) 1488 Veenwoudsterwal . (77) 356 Voorst (41) 531 Veessen .... (41) 535 Voorwerk . . . . [67] 135 Veldkampsbrug . . (28) 485 Voorwerksbrug . . (84) 370 Veldsluis . . . .! (29) 488 Vorchten .... (41) 536 Veldwegbrug . . . (38) 511 Vorden (Gelderland) . Veldzicht .... (21) 464 Vosbergerbrug . . (38) 513 Vemderbrug . . . (38) 513 Vosje, 't . . . . (36) 502 Verhildersum . . [83] 155 Vosseburen ... . (87) 380 Verlaatsbrug (Has- Vostil [83] 155 seit) (21) |462 Vries [114] 186 Verlaatsbrug Vriescheloo ... [40] 101 (Leeuwarden) ... (52) 306 Vriezébrug. ... (29) 488 y Vierhuis .... (97) 401 Vriezenveen' . . . (26) 481 Vierhuistersluis . . (97) 401 Vroombosch ... [43] 104 Vierverlaten ... [92] 163 Vroomsdraai... (1) 409 Vilsteren .... (26) 479 Vroomshoop ... (26) 481 I I w. Waar. 't . . . . I [45] 110611 Wagenborgen . .1 [55] 1124 Waasens .... | (46) | 289|| Wal. De (Oostermeer) (81) 362 577 aë i; SP3 ie . i gggj £ |||| ~ J g "2Jf ij Namen «^.SS =§ Namen -v^SS l"fi ' dei-' plaatsen enz. "£"« N- x -Se der plaatsen enz. "jr® '3 _ •§ § aio X 53 M § °'Ï?S 33 ^ ° I Wammerd. . . . j (49) 12971 Welsum . . . . j (41) 535 M anneperTeen . . (7) 420 Werkeren . ... (35) 500 BWanserburen . . j (59) 327 Wervenschebrug. . (38) 514 1 Wanswerd ... (65) 336] Wesepe (Over«ssei) . (28) 485 ^'Wapenveld. ... (38) 513 Westdongeradeel Warffnm .... [75] 145 (Ternaard) .... Warfhuisterlooptil. [82| 154 Westdorp .... (13) 436 "Warfkuizen . . . j [81] 152 Westeind ('t Waar) . [45] 108 RWarga I (7) 216 Westenesch ... (13) 436 K Warniahuizen . . (86) 373 Westenholte . . . (41) 538 ■"Warns (18) 240 Westerbork . . . (13) 435 Warnserbrug. . . (18) 240 Westerbroek . . . [2] '50 Warnsveld. . . . (39) 515\\ Westerbroekster t WarntiUe .... (47) 293 Engelberter molenjWarstiens. . . . (6) 213 polder. Schutsluis Wartena .... (6) 213 van den .... [53] 121 WWartumerklap . . [45] 108 Westerdraaibrug I Waterhuizen. . . [2] 49 (Appingedam) . . [60] 128 f Wedde [34] I 95 Westerdijksbrugje . (15) 446 Wedderbrug ... [28] I 88 Westerdijkshorner. Weemselerbrugje . (29) 1488 watermolen. . . [80] 150 Weende .... [36] 97 Wersteremden . . [66] 134 Weerdinge ... [19] I 77 Westergeest . .■ . (78) 358 Weerdinge. Nieuw- [19] 77 Westerhavensluis E Weerdingermond . [19] 77 (Groningen) ... [1] 46 Weerselo . . . .! (29) 488 Wester-Hitsum . . (46) 290 Weeshuisbrug . J (36) 275 Wester-Littens . . (47) 293 ' Weezensluis ... (32) 494 Westernieland . . [87] 157 l'Wehe [83] 155 Wester-Nijkerk . . (65) 336 Wehl (40) 519 Westerveensche brug (15) 448 E Weidum (Baardera- Westerveld f, deel) (10) 222 (Zwartewater) . . (37) 604 E Weiwerd .... [58] 125 Westervoort . . . (41) 524 Welgelegen Westerwh'twerd . [63] 132 ft (Lioessens) . ... (71) 345 Westerzand . . . [111] 182 B Welgelegenbrug . . (38) 512 Westhem .... (25) 254 Welsrijp . . . .j (49) 2971 Westhoek . . . . (61) 331 37 578 y** ê sim t igg.s g» l|g.s gg Namen _,,§ Sm =>S Namen ■eiïa.g §1 der plaatsen enz. :?".§'c4ra "§,§ der plaatsen enz. ^•S'3«J ■§■§ iflif s •sis* s Weststellingerwerf Winsum (Baardera- (Wolvega) .... deel) (49) 297 Wetering. De (Steen- Winsum (Obergum) . [79] 149 wijkerdiep) . . . . (11) 430 | Winterwak (Gelder- Weteringbriig land) ■ (Meppel) (15) 444 Wirdum (Leeuwarde- Wetsinge .... [80] 150 radeel) (8) 217 Wetsingerzijl... [80] 150 Wirdum (Appinge- Wetzens .... (70) 342 dam) [60] 128 Wezup (Drenthe). . (18) 435 Wisch (Varsseveld). Wiel (51) 301 Witmarsum . . . (41) 284 WieUterzyl ... (51) 301 Wittebrug .... (3) 209 Wier (Berlikum) . . | (61) 330 Witte Huis (Veen- Wierden (Overyssei) . huizen) (84) I 372 Wierhuizen . . . I [88] 167 Wittelte . . . . (1) 410 Wierum (Reitdiep) . [91] 160 Witterbrug . . . (1) 408 Wierum (Paesens) . (70) 342 Witte wierum . . [60] 127 "Wierumerschouw . [91] 160 Wittewijksdram- Wieuwerd. ... (50) 299 brug (4) 1414 Wildervank ... [24] 84 Witveen. Het- . . (81) 362 Wildervankster- Wóld-A-sluis ... (15) 443 dallen . '. . . . [27] 86 \ Woldhaartsbrug. . (28) 484 Wilp. De . . . . [105] 178 Woldendorp . . . [45] 108 Wilsum (41) 538 Wollegaast . . . (21) 247 Windesheim ... (26) 477 Wollinghuizen . . [38] 99 Windeweer, winne- Wolsum .... (25) 254 weer (Damsterdiep). [60] 127 Woltei'sum .... [52] 117 Windeweer (Kielster- Wolvega .... (94) 395 diep) ] [4] '57 Wolvenbergsdraai . (1) ! 409 Winkelhoekster- Wommels.... (47) 293 verlaat I [43] 104 Wons (42) 285 Winkelsche brug . (38) 513 Wonseradeel (Bois- Winsehoten ... [2] 52 ward) Winschoterhooge- Workum .... (37) 277 brug [28] 89 Wormenschébrug . (38) 511 Winsehoterzijl . . [28] 89 Woudburen ... (32) 265 I 579 li >S|-p ffl Namen BS 3_g r?a Namen jj« *§ der plaatsen enz. ^•"■S'S.S «•§ der plaatsen enz. f^MB "Sa \ Cafll ™§ list* »| Woudsend.... I (26) 1256| Wijmbritseradeel ! Woudvaartsbrug . (14) 228 (Sneek) . . . . Woudwegbrug . . (38) 511 Wijmeesterdraai- Wouterswoude . . (78) 358 brug [40J 1101 Wijckeler Ee- Wijnaldum . . . (66) 322 buurt (26) 207 Wijnjeterp ... (87) 381 Wijgeest .... (81) 364 Wijnjetü . . . . [68J 136 Wflhe (41) 585 Wijns (Leeuwarden). (52) 305 Wqk. De .... (15) 444 Wijns (Hidaard) . . (48) -294 Wijkbrug . . . .j (15) j 444|| Wjjtgaard . . . . (8) 217 IJ. Ulst (23) 25011 IJsbrechtum . . .1 (49) 1296 IJmswolde . . . (25) 253 IJstumbuurt . . . (52) 1309 IJpecolsgade . . . (27) 259|| Msselmniden . . | (41) 1540 z. Zaagmolendraai. . (1) j 408 Zevenhuizen (Gro- Zalk (41) 538 ningen) [104] 177 Zalk en Yeecaten . Zenen [114] 186 Zandbeltbrug . . . (28) 485 Zilvensche brug . . (38) 511 Zandeweer . . . [73] 142 Zonnébergerbrug. . (28) 485 Zandstertil. . . . [111] 182 Zoutkamp . . . . [91] 161 Zandt, 't . . . . [67] 135 Zuidbarge .... (13) 436 Zandtangesluis . . [35] 97 Znidbroek. ... [2] 51 Zantümerdraai- Zuideinde (Giethoorn) (8) 423 brug [92] 165 Zuidematil. . . . [81] 152 Zeddam .... (40) 519 Zuiderend (Wijm- Zeerijp [88] 136 britseradeel) . . . (15) 229 Zeewijk. Groote . [75] 145 Zuiderhorn . . . [76] 146 Zelhem Zuidersassluis (Har- Zevelingen . . . (42) 544 lingen) (52) 316 Zevenaar (Gelderland) Zuid&rscJiebrug Zevenhuizen (Fries- (Hoogeveenschevaart) (15) 446 land) (52) 1308 Zuidersluis (Groeve). [54] 122 580 |fsl gil |f sï §1 Kamen Ls^os SE|| Namen, Lja» S| der plaatsen enz. I f,g j( «s i der plaatsen enz. "?,§ ^ « c ■a'^ss «I! °p*l®rl Zuider sluis (Schouw- j Zwartenberger- strasluls) .... (88) 384 Compascum. . . (18) 453 Zuidhorn .... [92] \lu\Zwartetüle. ... (81) 363 Zuidlaren .... [3] ] 54 Zwartsluis ... (5) 417 Zuidveen (Steenwflk) (8) 4231 Zweelo (13) 435 Zuid veld . . . . [38] 99 Zweins (52) 307 Zuidwolde (Boter- Zwinderen . t -J • (16) 446 diep) [73] \liO\\Ztmnderschebrug. . (15) 447 Zuidwolde (Kerken- Zwolle (33) 495 bosch) (15) 444! Zwollerkerspel Zuidwoldinger- (Zwolle) ophaalbrug . . . (15) 446 Zwollingerkamp . (5) 416 Zurig ..... (43) 286 Zwijntil (Andelster- Zuthem .... (26) 478 maar) [78] 148 Zutphen .... (41) 529 Zwijntil (Zflidijkster- Zuukbrug . . . . (38) 512 maar) [67] 135 Zuurdijk .... (84) 1551 Zijl. De (Dokkum) . (53) 317 Zwaagwesteinde . (81) 363 Zijldijk [67] 135 Zwaanwerd . . . i (50) 299 Zijlsterburen. . . (25) 253 Zwagerveen • • • (78) 358 581 X. ALPHABETISCH REGISTER VAN DE IN DEN TEKST EN OF DE KAARTEN VOORKOMENDE NAMEN VAN VAARWEGEN. Vet gedrukt zijn de namen der meer belangrijke vaarwegen (waarvoor in den regel als maatstaf een minimumjaarverkeer van 25 000—75 000 ton is aangenomen). In enkele gevallen, in het bijzonder indien meerdere vaarten denzelfden naam dragen, is ter oriënteerihg tusschen () achter den naam van de vaart, öf de naam der gemeente, in welke de vaart ligt, öf een vaart, die er mede in verbinding staat, öf een plaats, die aan de vaart ligt, aangegeven. Samengestelde namen zijn, indien aanvangende met een gebruikelijk bijv. naamwoord (nieuw-, oud-, noord-, zuid-, enz.), veelal zoowel naar het beginwoord als naar het hoofdwoord gerangschikt. Niet in den tekst vernielde vaarwegen staan niet in het register. De getallen in de eerste kolom, achter de namen der vaarwegen, geven de volgnummers aan, onder welke de betreffende vaarten in den tekst, in het „Overzicht der vaarwegen gerangschikt naar volgnummers" en op de kaarten te vinden zijn. Bij vaarwegen, welke in den tekst bij meerdere volgnummers vermeld zijn, is alleen het volgnummer aan gegeven, waar de mééste bijzonderheden te vinden zijn. De volgnummers, betrekking hebbende op vaarwegen in de provincie Groningen en randgebied zijn tusschen [] geplaatst, op vaarwegen in Friesland tusschen (), op vaarwegen in de overige provinciën tusschen (). Bij kanalen, liggende in méér dan één provincie, is deze aanduiding overeenkomstig het „Overzicht der vaarwegen gerangschikt naar volgnummers." B82 s-g gin |o^^ib LI pl^rj Namen ijl""7-" SS Namen § i§>S der scheepvaartwegen, i § „ SS. Hlji I der scheepvaartwegen. | „'S c ■§ c A A Buiten- (Doliard) I [28[ I 9011 Afstroomings- A. Genemuider- . (36) 501 kanaal van het! A. Mussel- . . . [34] 96 Nieuwe Diep naar I A. Pekel- . . . . [28] 861 Haskerdijken . . (91) 389 j A. Ruiten- • • ■ [34] 95 Afwateringskanaal j A. Steenwijker-. . (11) 429 van't Coevorden— . A. Westerveldsche- (37) 504 Vechtkanaal naar A. Westerwoldsche- [34] 96 de Dedemsvaart . (21) 466 A. Westerwoldsche- [28] 86 Afwateringskanaal A. Wold- . . . . (6) 418 van Duurswolde . [55] 128 A. Zuidveenér- . . (8) 423/ Afwateringskanaal Aalsumergracht . [ (58) 318 naar Ommen . . i (22) 467 Aalsiunervaart . . (69) 341 Ake (Miedumerdiep) . (72) 348 Abbega. Opvaartvje j Akkermanswjjk. . [105] 178 naar (25) 254 Akkerwoudster- Achlumervaart . . (46) 290 vaart (72) 347 Achterdiep . . . j [43] 104 Akkrumerrak . . (91) 391 j Achtergracht te Akkrum—Gouw. Zwolle . . . . (33) 496 Vaarweg- ... (86) 374 Achteromsch op- ! Akkrum—Heeren- gaande .... (15) 446 veen. Vaarweg- .! (91) 387 I Achteromvaart. Akmarijpervaart . (17] 233 Oostelijke-(Tjum) [ (45) 289 Aller. Gat van Van I (37) 505 Achteromvaalt. Allingawierster- Westelijke- (Tjum): (45) 289 vaart (38) 281 Aduarderdiep . J [93] 166 Almelo. Haven van (26) 48L Ae. O ude- (Winsumer- i Almelo—Nordhorn. diep) [80] 160l Kanaal- .... (29) 486 Ae. Scharmer- . . [ [53] 121 Almelo—Zwolle. Ae. Slachter-. . . [58] 121 Kanaal- .... (26) 474 Ae. Ten Poster- . I [60] 127 Alteveerkanaal . . [30] 91 Ae. Woltersumer- [53] 121 Amsterdamsehe Aegumerdiep . . (7) 215 Veld.Zijtakdoor't (20) 459 Aesgèmavaart . . j (11) 224 Andelstermaar . . [78] 148 j 583 cS-S «dB j | «>ë g>g LSa.v |s I Lis* |s Namen jgs — S.^S Namen Sj^""1™ =S > der scheepvaartwegen. 9 „ § o i ■<= q I der scheepvaartwegen. § „ g c •n q h3 2 / W 2 3 • «o o o 5 S ' ** 1 ^^aj tt t»!So!s !> 5 > S Ane wiel .... (20) '24511 Appelscha"* te r- -Angterperopvaart . i (37) 2761 vaart j (87) 380 Anjumerschip- Arembergergraeht. (9) 425 vaart (71) 345 Arumervaart . v. . (46) 289 Annerkanaal. . . [7] 64 .4 ruin—Franeker- j Annerveenseh vaart (46) 289 kanaal [4] 54 Asserwtfk. . . . j <1) 408 Annerveensche Ate-Gracht ... (32) 265 mond. Kanaal-. . [7] 64 Augustinusgaster- Apeldoornseh | vaart ... . (1) 191 kanaal .... (38) 507 B. Baardersloot . . . j (47) 292 Bartesloot. . . . I (1) 1194 Baardsloot (Wolvega) (94) 395 Baukewijk ... (83) 366 Babuurstervaart . (39) 282 Baijumeropvaart . (49) 297 Baflo-Mensinge- Bedelaarsvaart . . (43) 286 weer. Kanaal- . . [77] 146| Beer. Haven de . (37) 504 Baflo. Vaartje naar [77] 147 Beersterdiep . . . [50] 113 Bakhuistervaart . (31) 264 Beerstermud e . . [50] 114 Bakkerswflk . . . | [43] 104 Beetgumervaart . (60) 329 Bakkeveensche- Beetgumermolenvaart (84) 371 vaart (60) 329 Ballens vaart. . . (59) 327 Beetserkanaal . . (88) 383 Bandsloot. . . . (96) 400 Bellervaart ... (14) 437 Bangavaart ... (11) 225 Bellingwolderzijl- Bank. De .... (28) 260 diep. . . .'. . [51] 114 Barger-Compas- : Belterwtjde . . . (9) 426 cumkanaal ... (18) 451 Beneden Dwarsdiepj Barger-Compas- (Veendam) .... [24] 81 cum. Wijk door't (15) 449 Benedenste Vled- Barger-Oosterveen. derveenkanaal. . [32] 93 W\jk naar het. . (15) 449 Beigentheimerwyk (27) 483 Barkwerder- (Bergum. Opvaartje opvaartje. . . . (47) 293 naar | (1) 193 584 Namen ■©^"'-S hg»S Namen -SS der scheepvaartwegen. | 0 g o ■§ a \ der scheepvaartwegen. I E a se ■c 3 ■3^ «JU S Up^ §.§ E Bergumermeer . . (1) 192 Binnenringvaart . Bergumemieuw- \< (Polderhoofdkanaal) . (88) 384 stadvaart. . . . | (1) 193 Binnen-Sanjes . . (74) 352 Bergurnerveenster- || Binnenvaart (van de vaart (73) 350 Nieuwevaart hij Ooster-- Berkel I (39) 514 boorn naar Gorrednk) | (89) 386 Berlikum—Frane- Binnen-Vecht . . I (32) 494 . ker vaart ... (57) 323 Binnenwater Berlikum—Leeuw- j (Tjeukemeer) ... (1) 203 arden vaart. . . (59) 327 Bird. Nauwe- . . (86) 376 Berlikum—Nieuwe I Bird. Wn'de- . . . (86) 375 Bildtzijl.Vaarweg- i (61) 329 Birstumerrak . i (86) 374 Berlikumerop- Bisschopsrak . . (52) 306 vaart I .... (59) 328 Bisschopswetering. (35) 501 Berlikumerop- Bissehopswijk vaart II . . . . (59) : 328 (Haulerwijk) . . . (84) 871 Berlikumervaart . (59) 327 Bladderswijk . . (13) 437 Berlikumerwfld. . (57) 325 Blauwe Slenk . . 1 (52) 314 Besheersdiep... [102] 174 Blauwhuisterop- Bessenbuurster- vaart (25) 254 vaart (60) 329 Blessumervaart. . (52) 307 .Beukersgracht . . (8) 421 Blieken. De . . . (1) .196 BeulakerwQde . . (9) 426 Blikvaart. . . . (61) 331 Bierumermaar . . [71] 138 Blikvaart. Kleine . (61) 331 Biessumermaar. . [60] -128 Bloedsloot. .' . . (25) 253 Biggemeer . . . \ (1) 196 Blokkendiep ... [13] 70 Bildtdijkstervaart. Bloksloot .... (18) 238 Oude- | (61) 331 Bloksloot .... (16) 231 Bildtzh'lstervaaart. Blija. Vaart naar . (68) 339 Nieuwe- . . . . (61) 332 Blijken. De . . . (85) 373 Binge. De . ... (21) 247 Bocht van Binnengracht te VVatum .... [52] 119 .Coevorden . . . (20) 458 Boer. Dorpsvaartje Binnengrachten te- naar De- .... (57) 324 Stavoren. . . . | (18) 241 Boerendiep (Stads- Binnen-LeQen . . (81) 362 kanaal) [29] 90 585 |||| f| t Namen »S| Namen feS""-2}B>S der scheepvaartwegen. S 0 ga -«ai der scheepvaartwegen. ; | © § HI 3 o Boerendiep. Zij ka- Borger. Zytak naar (13) 436 naai naar het [5] 60 Borgsloot (1) 196 Boersloot (Eenrumer- Borgsloot (Siocnter- maar) [85] 156| diep) [53] 121 Boerwijk. Eerste Bornwerd—Foud- (Oranjekanaai) . . (13) 436 gum—Brantgum. Bokkumermeer . . (86) 374 Vaart- (69) 1340 Boksloot (Kienke) . (15) 447 Bornwerd ervaart . (69) 1340 Bol. Groote- . . . (85) 373 Boschsloot (Idaard) . (7) 215 Bol. Modderige-. . (85) 373 Boterdiep .... [73] 139 Bolsward naar Har- Botgat (52) 302 lingen. Zeilvaart Botgorre .... (57) 325 van (44) 286j Botmeer . . . . (86) 374 Bolsward naar Botmeer. Vaartje Kakeshoek. Vaart naar het .... (85) 373 van (39) 281 Bourtange. Ztf- Bolsward naar I kanaal naar... [39] 100 Leeuwarden. Bouwepet . . . . (75) 354 Trekvaart van. . (47) 291 Bouwersgracht . . (9) 426 Bolsward naar Bouwesloot ... (7) 215 Workum. Trek- Boven Dwarsdiep . [24] 84 vaart van . . . (37) 275 Boveii-Kijn ... (41.) 524 Bolsward. Stads- | Bovenwede ... (7) 420 gracht te . '. . (24) 2511 Bovenste Vledder- Bolswardervaart . (25) 253| veenkanaal . . . [33] I 94 Bolswardergat . . (39) 282 Boxumervaart . . (10) 222 Bolswardervaart. Bozumervaart . . (50) 297 Oude- ..... (45) 288 Brandeburevaart . (37) 277 Bonkesloot . . . (52) 306 Brandemeer. Be . (22) i 249 Bonnermond. . . [10] 67 Bratsloot . | (32) 265 Boomsloot. . . . (21) 247 Brekken.De(Lang- Boomsvaart (Sloten) (26) 256 weerdervaart) ... (1) I 201 Boontjes. De. . . (38) 279 Brekken. Groote- (26) 257 Boorne (Akkrum). . (87) 378 Brekken. Kruis- . (11) j 225 Boorne (Oudeschouw) (90) 387 Brekken. 't Nauw ' Borger Compagnie- van de .... (14) 228 sterdiep .... [21] j 79] Brekken. Oude- 586 Namen - if~-S' g>S j Namen |,g~-S %S der scheepvaartwegen. ■ § ffl § fi "S a | der scheepvaartwegen, i § m g £. •§ s co sol? SS ' I Sts «rsf «2 |||H l nn | gaster-CWiimbritsera- Buiten Dwars- d'eel) (32) 265 gracht (Giethoorn) . (8) 423 Brekken. Terzooi- Buitenhaven (Delfster- ! (11) 225 zijl) [52] 118 Brekken. Vlakke- . (32) 265 Buitenhaven (Har- Brekken. Witte- . (14) 228 lingen) (52) 314 Brekken. Zwarte- . (14) 228 Buiten-Nieuwe diep [46] 109 Breval i (77) 356 Buitenpostervaart . (1) 192 Brildiep . . . . j [92] 164 Buitenringvaart Britswerd. Vaartje (Haskerdpen). . . (91) 389 naar ! (50) 300 Buiten-Tjamme. . [50] 114 Broekpolder. Bnitenvaarweg Vaartje naar den. | (74) 352 Groningen—Pries- Broekstermaar . . [88] 157 land (91) 159 Broekstervaart . . I (17) 233 Burevaart .... (11) 225 Broeksterwijk . . (82) 364 Burevaart .... (36) 274 Broeresloot ... (13) 287 Burgel. De . . . (41) 539 Broeresloot . . . j (97) 400 Burmaniavaart . . (65) 336 Bruchterwjjk . . (27) 483 Burum. Schipsloot Bruggewijk ... (871 382 naar [101] 172 Bainermond ... (14) 70 Bijlewijk .... (82) 364 Buiskooldiep . . . . . [51] 114 Bij-Linde .... (95) 398 Buiten A (Dollard) . j [28] 90 c. Casper Roblesdiep I (1) 1191 Compagniesterdiep.! Coevorden-Alte Nieuwe- . . . . [6] 63 Pieardie. Kanaal- | (24) 471 Compagnonsvaart Coevorden. Graeht | (OoststeUingwerf) . . (87) 381 te (23) 470 Compagnonsvaart. Coevorden-Veeht- Drachtster-... (84) 37Ó kanaal (25) 472 Compagnonsvaart. Coevorden. Verbin- Opsterlandsehe- . (87) 380 dingskanaal te . (23) 470 Compagnonsvaart. Coevorderkanaal . (25) 472 Sehoterlandsehe-. (92 391 587 I ] Mg ] © ■ "£ c £ <5 *S ö 2 Namen «2"^* :=?S i Namen ©^ — -2 SS der scheepvaartwegen. § o gH, r2 G I der scheepvaartwegen. § 0 g ö -o £ c-c —5 S-s MS SE 3 P, Bo 3 g, pa o .ÏPds' n i ft i ifü g 8 ft I £!l?j Compagnonsvaart j Stads-, Emmer-, (Surhuisterveen) . . (88) 3851 Barger- .... (18) 451 Compagnonswijk . ■ (1) 191 Contributievaart . (65) 336 Compaseiimkanaal. | || Cornelisgraeht . .| (8) 422 D. Dalkanaal .... [27] ] 8611 Dokkumer Groot- I Damsterdiep ... [60] 1126 diep (53) 317 Dantumawoude. Dokkumerdiep . . (52) 303 Trekvaart naar . (78) 358 Dokkumerdiep. Dedemsvaart. . . (21) 459' Oud- ] (81) 364 Dedgum. Vaartje Dokkumer Trek- naar ... . . . (37) 2761! vaart (Geroen-aiies- Deel. Henshuister- (91) 390 verlaat) (78) 357 Deel. Het . ... (91) 390 Dokkum—Gerben- Deel. Nauwe (Grouw) (85) 373 alles-verlaat. Deel. Wijde (Grouw) | . (85) 373 Trekvaart- . . . (78) 357 Deersumeropvaart. j (11) 224 Dokkum-Leeuwar- Deinumerrak. . . (52) 306 den. Trekvaart (Ge) 1 (52) 304 Delfzijl. Haven van [52] 115 Dokkum naar Ter- Delte I [76] 145 naard. Vaart van | (69) 340 DerdeZuidraaiiEricai (15) 448 Dokkum naar het j Deventer. Gracht te (28) 486 Langdeei- en 1 Deventer—Leme- | Wondmansdiep. ler-veld-kanaal . (28) 484 Vaart van . . . j (72) 346 Diepe Dolte . . . (37) 277 Dokkum. Stads- Diepesloot (Akkrum) (91) 390 grachten te. . .1 (53) 316 Diepesloot (Heeg) . (32) 265 Dolderkanaal. . . (ll) 429 Diepe wijk (Opster- j Dollard [28] 90 landsche-Compagnons- ■ Dolle. De . . . . (15) 230 vaart) (87) 1380 Dolte. Diepe. . . (37) 277 Djeppert . . . . j (40) 283 Dolte. Han'emer- . (33) 267" Doezemertocht . . I [113] 183 Domeinwflk ... (1) 408 Doezemerzijlroe. . [118] 183 Dommerswijk . . (23) 469 Doitsewiel ... I (72) 348 Dommerswijk. Dok te Farmsum . [52] 118 Hoofd- . . . . (20) 459 588 Namen §j§~.3 jgS Namen ^ [55^^*^^^ der scheepvaart wegen. | S ffl g •§ o der scheepvaartwegen. 8 a S o -o a >llf| |[ Dongjum. Dorps- IIDuikerslootswijk. I (2)'412 vaart naar . . . (57) 324 Duininger Meer. . (9) 426 Dongjumervaart . (57) 324 Duurswolde. Afwa- Dongjum. Vaartje || teringskanaal van [55] 123 naar (56) 322 Dwarsdiep. Doodemansvaart . (46) 290 Beneden- (Veendam) [24] 81 Doorsnede. De . . | [25] 85 Dwarsdiep. Boven-. [24] j 84 Doorsnijding Dwarsdiep (Buiner- (Dokkum) .... (53) 318 mond) [14] 72 Doosjesrak ... (5) 417 Dwarsdiep. Eerste- Doipsvaart (Giet- (Gasselter Nijeveen- hoorn) (8) 422 sche mond).... [12] 68 Douwesloot . . . (1) 199 Dwarsdiep. Tweede- Douwetjeerdsrak . (86) 374 (Gasselter Nijeveen- Doyemeropvaart . (45) 289 sche mond).... [12] 68 Draaisloot.... (19) 244 Dwarsdiep (Munten- Draait. Nieuwe. . (84) 369 dam) [24] j 81 Draait. Oude. . . (84) 869 Dwarsdiep (Rotte- Draehtster ('om- | vaiie) (83) 366 pagnonsvaart . , (84) 870 Dwarsgracht. Bui-1 Drachtstervaart . (84) 369 ten- (Giethoorn) . .1 (8) i Drentsche A. . . [114] 186 Dwarsnoord . . . (37) 277 Drentsche Diep. . [3] 53 Dwarsmeer . . . I (68) 339 Drentsche Hoofd- Dwarsrjjd (Kollum) . (79) 359 vaart ! (1) 407 Dwarssloot (Steen- Drentsche Hoofd- ; wijk). ..... (8) 423 vaart naar Ter- Dwarsvaart (Gorre- horne. Vaart van de (87) 375 dp) (87) 380 Drentsche Wijk . [104] 177 Dwarsvaart (Rasker- Driegreppel. De . (87) 378 veenpolder).... (17) 234 Driehui ster sloot . (1) 196 Dwarsvaart. Noor- Driezumermeer. . (78) 358 der- (Drachtster Driezumervaart. . (78) 358 Compagnie).... (84) 370 Driezumerzijhïed . (52) 304 Dwarsvaart. Zuider-1 Drostendiep . . . (20) 458 (Oiterterp) .... (84) 370 Drostindewijk . . [104] 177 Dijken. Vaart naar (21) 1247 DrouWenermond . | [13] | 691 Dijksloot (Giethoorn). (8) 1423 589 e Sfe1! «?l| c ëte-f ■* °* ■£ b * f * o» Namen [ §j§""'3 Sc j Namen SS li der scheepvaartwegen, 2 g e i -o c 11 der scheepvaartwegen. S g fl i •§ § £-= inf Sg il S-o ao-g"' 5g 3 JJflS 5 8. ffl o ö © l* £ Ö © g £ O || gggf | [ Dyksloot (Lemmer) . (1) 12031 Dijkvaart (Hinde- 1 Dijkstervaart. loopen) (34) 270 ! Hooge (97) 401 Dijkvaart (Horsa). . (36) 274 [i Dijkvaart (Harlingen- Dijkvaart (Makkum- Ê Sotterum) .... (43) 285 ,' Workum) .... (40) 282 f' Dijkvaart (ben. Har- Dijkvaart (Stavoren). (34) 27f I lingen) (56) 323 j li \i E. L' Echtenerstroom. . I (15) 4441 Ee. Zuider- ... I (71) 343 V Edens-opvaartje. .! (47) 293 Eekhoutswijk . . (2) 412 Ee (Dokkumer Trek- I Eekwerdermaar. . [60] 128 \ vaart) I (52) 304 Eelderdiep. ... [103] 174 Ee (Sloten) . ... (26) 256 Eeldersloot ... [114] 186 f Ee. Kromme- (Ber-1 Eelswerdermaar . [73] 142 . gumerdam).... I (1) 193 Eeltjemeer . .. . (77) 35*5 i Ee. Kromme- (Groote; Eems [52] 119 \ Brekken) .... (22) 249 Eemskanaal ... [52] 115 I Ee. Monnike- (Hooi- Eendrachtskanaal. [92] 163 I dammen) .... (85) 373 Eenrumermaar . . [85] 156 ■ Ee. Monnike- . . (84) 368 Eenumermaar . . [68] 136 i Ee. Noorder- Eernewoudsterwijd (84) 367 i- (Woudsend) ... (26) 256 Eerste Boerwijk . (13) 436 Ee. Peanster- . . I (86) 375 Eerste Dwarsdiep Ee. Sfltebuurster- (85) 373 (Gasselterrdjerveensche Ee. (Trekvaart Bols- mond) [12] 68 I ward—Workum) . (37) 275 Eerste Exloërmond (15) 73 ; Ee. Wijde- (Ber- Eerste Gietermond [9] 67 f ^gumerdam). ... (1, 193 Eerste Valther- ; Ee. WHde- (Grouw). (85) 373 mond [17] 74 ■ Ee. Vaarweg1 Hooi- Eerste Zuidraai dammen-Wflde- . (85) 372 (Nieuw-Amsterdam) . (15) 448 I Ee. Wgde-. (Hooi- Eester-opvaart (Ezu- ! dammen) .... (84) 1368 mazijl) (71) | 345 590 Namen | 53^'"-2 !:==| Namen ëjl'"1* =?§ der scheepvaartwegen. § g ö «a der scheepvaartwegen. "2,6 a 2 m M 8 ' g gr; ff § is§ £ S ft ts n ft om w| o|gs . w Eester Zanding. Engelum. Vaartje ! Smalle- .... (84) 368 naar ' (60) 329 Eestrumervaart. . (1) 193 Engelumervaar t . (60) 329 Eexterveensch j Eppenhuistermaar. | [73] 1142 kanaal .... | [4] | 54 Ettenlandsch Eisingarak . . . (83) 366 kanaal (9) 426 Elleboogsvaart. Evergeune . . . (38) 514 Kromme- . . .[ (84) 372 Evert-Hendriks- Elssloot (8) 1422 wijk (1) 408 Elvesloot . . . . (15) 230 Evertswvjk . . . | [104] 177 Emmer ('ompas- Exloërmond. enmkanaal . . . (18) 451 Eerste- .... [15] 73 Engbertsgracht . . (7) 419 Exloërmond. Enge. Het. . . . (9) 427 Tweede-. . . . [16] 73 Engelaan .... (77) 356 Exmorravaartje. . (39) 282 Engelenvaart . . j (93) 393 F. Fammensrakken .1 (15) 123011 werumerzQl. Farmsnm. Dok te. [52] 118 Vaart van de . . (34) 268 Farmsum. Verbin- Fluessen naar Wordingskanaal te . [59] 125 ktun. Vaart van de (33) 268 Farmsumerdiep. . [65] 124 Fokkegraeht . . . (21) 247 Fenke. De. ... (18) 240 Fokkesloot ... (84) 368 Ferwerdervaart. . | (65) 335 Folkertssloot. . . (1) 195 Ferwoudstervaart . | (40) 2831 Follegasloot . . . (22) 249 Fetsehol .... (1) 20011 Fonejacht. ... (5) 212 Fetsehol naar de tlFondering. t' . . (7) 215 Goëngarijper Poe- 1 Fonseropvaartje . (51) 300 len. Vaarwater Fortwijk .... (27) 482 van't (15) 229 Foxholstermeer. . [2] 50 Finkumervaart . . (63) 333 Franeker—Arum. Flansumervaart. . (11) 225 Vaart-. .... (46) 289 Flappevaart ... (1) 1941 Franeker—Berli- Flaessen. De . . (18^) 237! kum. Vaart- . . (57) 328 Finessen naar Molk- | 591 i or§ a>a 'SS ine aSiS'o -éi sStS-cl * : S § 1 osgt* = g I a« * § S c S Namen g j>"~'g g Namen Sa »2 der scheepvaartwegen. I § © SH. 'SS der scheepvaartwegen. §v0S.£i'=S j g-c gijr |jg g.-g'j-JE n a> -s >- o I P • 1* SS 5 Franeker—Menal- j Friesche Palen- dum. Vaart. . . | (68) 325 vaart j (84) 370 Franeker—Sneek. Friesland naar het Zeilvaart- . . . (49) 295 Steenwijkerdiep. Franeker. Stads- Vaart van ... (12) 431 grachten te. . . (54) 319 Frittemavaartje. . (52) 309 Franekervaart . . j (46) ] 289] G. Gaastburen. Vaar-1 [i Geeuw. "Wijde- (Ter-1 water naar . . . (29) 261 kapiester Poelen) . . (17) 1233 Gaasterdiep ... (84) |368 Geeuw ft Oudhof) .1 (1) 200 Gaastmeer. Groote- (38) 266 Geeuw (Graft) . . (1) 195 Galgenrak (Zwarte Geeuw (Morra) . . (18) 240 Water) (37) 5041 Geeuw (Sneek) . . (23) 250 Galgesloot. ... (72) 347 Geeuw (Zandsioot,Ter- Galle. Nauwe- . . (7) 215 horne) (87) 1377 Galle. Wflde- . . (1) 196 Geldersche IJssel . (41) 521 Ganzendiep . . . (42) 643 Gelterperopvaart . (46) 290 Garsthuizermaar . [68] 136 Genemuider A . . j (36) 501 Garijperrak ... (5) 212 Genum. Opvaartje Garijpervaart . A (1) 194 naar I (67) 338 Gasselterboerveen- Gersloot. Nieuwe sche mond . . . [11] 68 Groote j (35) 1272 Gassselternyeveen- Ges I (12) 226 sche mond . . . [12] 68 Gewei (Murk) . (77) 356 Gat van van Aller . (37) 505 Gewedde (Kardinger- Gat van Uiterwijk . (41) 538 maar) [62] 180 Gauw (Koiiumer- Giekerk. Vaartje -zwaag (80) 361 naar ■ (75) 1863 Gauwstervaart . . j (11) 224 Giekerkervaart . . i (72) 348 Gave. De . . . . [104] 175 Gietermond. Geestmerdiep . . \ (72) 346 Eerste- .... | [9] j 67 Geeuw. Modderige- (1) 199 Giethoornsehe Geeuw. Nauwe-(Zui- Meer (9) 1426 derend) .... | (1) 200| 592 ©-2 ; ÖOg Namen &',§'"'-8 SS j Namen ij^'"" %£ der scheepvaartwegen. 5 S a -o c der scheepvaartwegen. § a c £ ; .SfiS g N S .Sis1 5 * W I % üf Giethoornsche Groningen—Lem- vaart (8) 422 mer. Vaart . . . (1). 189 Godlinzermaar . . [69] 137 Groningervaart. . (1) 193 Goëngahuistersloot (85) 373 Gi'ons (32) 265 Goënga. Opvaartje Grons. Nanwe- . . (7) 216 naar (11) 223 Grons. Wijde- . . (5) 211 Goëngarflper- Grons. Zandige- . (33) 267 poelen (16) 231 Gronzen. De . . . (34) 270 Goëngarijperpoelen Grootdiep (Dokkum) (53) 317 naar het Fetsehol. Groot scheepvaartVaarwater van de (15) 229 kanaal [62] 115 Gooisloot .... (85) 373 Groote Bol . . . (85) 373 Gooiumervaart . . (42) 285 Groote Brekken . (26) 257 Goorechtkanaal. . [1] 43 Groote Gaast- Goot. De ... . (48) 544 meer (33) 265 Graaf Otto Singel . (39) 515 Grootegastertocht [112] 183 Gracht (Scherpenzeel) (98) 402 Groote Gat (Doliard) [28] 90 Gracht (Vischwijk) . (36) 274 Groote Gersloot. Graft (Heeg) . . . (18) 237 Nieuwe- .... (35) 272 Graft (Wartena) . . (1) 195 Groote Heekt . . [71] 138 Graft (Pean) ... (86) 374 Grootemaar (Honds- Grassloot. Vrije. . (15) 230 halstermaar) . . . [47] 111 Gravenland sche Groote Turfvaart (18) 238 wijk [105] 178 Groote Wetering Grevelingskanaal . [4] 58 (Beersterdiep) . . . I [50] 113 Griendtsveen- Groote Wetering kanaal (15) 445 (Hattum) .... (38) 514 Grietmansrak . . (85) 373 Groote Wielen . . (74) 351 Grietmanswijk . . (1) 408 Groote Wielen— Grift (38) 513 Rijd—De Meer. Grift. Nijeveensche (1) 411 Vaarweg-. ... (75) 353 Griftkanaal . . . (38) 5071 Groote Wielen— Groeve [54] 1211 Schalkediep.Vaar- Groningen—Fries- weg j (76) 354 - land. Buiten vaar- Groote Zeewijk, weg (52) 301 Vaart naar de . . [75] ■ 145 593 LgJ g>g ë-§g>g osg .5 B g °ig^3 a 'é Namen §^g™5 §>S Namen §5" * SS der scheepvaartwegen. | „ SS '3 5 der scheepvaartwegen. § g ö .§ c S-o ao-g" SS SS ëós? SS Sol;; M§ aogg «8 Groote Zijlroede Grouw naar (Makkum) . _ . . . (38) 280 't Woudmansdiep. Grouw—Akkrum. Taart van . . . (7) 214 Vaarweg- . . . (86) 374 Grouw. Rechte- . (1) 196 Grouw. Kromme- . (1) 196 Gudsekop .... (15) 230 H. Haagjesgracht . . I (7) 141911 Harlingen—Bols- Haandrik-Vrooms- ward. Zeilvaart . (44) 286 hoop. Kanaal . . (27) 382 Harlingen—LeeuwHaanvaart .... [57] 125 arden. Trekvaart (52) 306 Hallum. Opvaartje Harlingen-Nieuwe naar (64) 334 Zijlen. Vaart . . (62) 301 Hallumerhoekster- Harlingen. Stads- vaart (64) 335 grachten te . . . (52) 310 Hallumertrekvaart. (64) 334 Harlingertrekvaart Halvemaansgracht (53) 317 (Harlingen-Leeuwar- Hamsgracht ... (12) 432 den) (52) 306 Handelshaven Harlinger Zeil- (Deventer) .... (28) 486 vaart (Harlingen— Handelshaven Bolsward) .... (44) 286 (Zutphen) .... I (41) 531 Hartwerdervaart . (24) 263 Hank. De (Veessen) . (41) 535 Haskersloot ... (91) 389 Hank. Spoolder- . (41) 538 Haskervaart . . . (17) 234 Hantumergracht . (53) 318 Haskervaart . . . (91) 388 Hantumervaart. . (69) 340 Haskerwjjd ... (93) 394 Hantumhuizen. Haspelw^jk ... [104] 177 Dorpsvaart naar . (70) 1342 Hasselt. Grachten Hardegarijp. ] te (21) 462 Vaartje naar . . (73) 350 Hasseltsche Wete- Harenervaart. . . [115] 187 ring (36) 502 Haricheropvaart . (30) 263 Hatsumervaart . . (52) 307 Haringsloot . . . (22) j 249 Haulerwijkster- Haringsloot . . . (76) 355 vaart (84) 371 38 594 f f c| I I a| Namen SS Namen 1iJS!""-S SS der scheepvaartwegen. § Q § o. der scheepvaartwegen. | j> § H sg.no 9g poo s © Et fc o a l* " Ê i> is > Ê | Hunsingokanaal . [81] 151 Hanze (Reitdiep) . . [91] 158 Hunze (Oostermoer- Hijlaardervaart. . (47) 292 schevaart) .... [3] 53 Hijumervaart . . (63) 333 I. Idsegasterpoel . . (32) 2651 Indijk (vaart Bolsward I Idskenhuizen. —Workum) . . . (37) 276 Vaarweg naar . . (21) 247 Inthiemasloot . . (33) 268 Idskenhuizermeer. (21) 247 Itens. Vaartje naar (48) 295 Indflk (Hindeloopen) . (35) 272 J. Jaanvaart . . . .1 (51) 12991 Jonkersloot . . .1 (17) 233 Jan Derkswijk . . (15) 1444 Jonkersvaart (Gro- Jan Hozengracht . (8) 422 ningen) [105] 177 Jan Klokw\jk . . (3) 413 Jonkersvaart (Heio- JansslOOt .... (85) 373 mavaart) . . . . (98) 402 Janumervaart . . (52) 304 Jonkerswük ... (1) 408 Jellum. Opvaart Jorwerdervaart . . (51) 299 naar (10) 222 Joure. Zijlroede Jellumervaart . . ] (10) 222 van (17) 231 Jelsum. Opvaart Jourstervaart . . (16) 231 naar (52) 305 Jouwswier. Dorps- Jelsumervaart . . (52) 305 vaart naar ... (71) 345 Jeltesloot . . . . (18) 236 Juckemavaart . . (72) 347 Jentjemeer ... (15) 230 Jurgensloot ... (15) 230 Jeslumervaart . . (67) 338 Jutrijpervaart . . (20) 244 Jongebuurstersloot. (1) 198 K. Kaai. De (1) 201 Kalenberger- Kadijkstervaart. . (61) 331 gracht (12) 432 Kakeshoek—Bols- Kalkwijk (Dedemsward. Vaart . . (39) 281 vaart) (21) 465 597 I aS,§ gig I ~ S-o gig Namen | 'g jj-^S §>| Namen =1 ' der scheepvaartwegen, i § 0 g ö j-§ a der scheepvaartwegen. | m g.gj '35 g^g^ I'S g"3 «"S " Kalkwiik (Vrooms- | Kieldiep . . . . | [4] | 56 hoop) I (26) 481 Kiele (8) 1422 Kalkwijksterdiep . [20] 78! Kielsterdiep ... [4] 56 Kampen—Zwolle. | Kipsloot .... (11) 224 Trekvaart ... (35) 500 Kleindiep (Dokkum) (53) 317 Kamperwetering . (35) 501 Kleine Blikvaart . (61) 330 Kanaal. Het (Morra) (35) 272 Kleinediep (Termun- Kanaal. Het terziji) [45] 108 ' (Nieuwe Bildtdijkster- Kleinegeestmer- vaart) (61) 332 vaart (72) 348 Kanaal A (Stieltjes- Kleine Koevorde . (1) 201 kanaal) (20) 458 Kleinemeersterdiep [22] 80 Kanaal A (Weerdin- Kleine vaart (Fer- germond) .... [19] 77 woude) (40) 283 Kanalen A, D en F, Kleine Wielen . . (76) 354 (Seholtenskanaal) . . (19) 454 Kleine Zijlroede Kapelsloot. . . . (11) 429 (Makkum) . . . . (38) 280 Kardingermaar . . [62] 130 Klenke. Boksloot Karre. Oude ... (30) 263 naar (15) 447 Kattegasterwijk . (81) 362 Kletstervaart . . (81) 362 Kelderswijk ... (27) 483 Klidserecht . . . (89) 386 Kemmenade. Kliendobben ... (74) 352 ■Vaartje naar . . (40) 520 Klif. 't (33) 267 Kempenaersvaart . (93) 394 Klifrak (33) 267 Kerkevaart (Terzooi) (11) 224' Klisserak .... (89) 386 Kerksloot (Heeg). . (32) 266 Klokwijk. Jan . . (3) 413 Kerksloot (Heeren- Kloosterbuurster- sioot) (91) 390 maar [89] 158 Kerksloot (Hom- Kloostervaart. merts) (20) 244 Oude- (48) 294 Kerksloot (Uist). . (19) 244 Klossengracht . . (9) 427 Kerkwetering Koediep .... [49] 112 (Mastenbroek). . . (35) 501 Koekangerwijk . . (15) 444 Kerkwijk .... [45] 107 Koeluchtergat . . (41) 538 Keteldiep. . . . (41) 542 Koerhuisbeek . . (28) 48ö Ketëlerdiep ... (76) 355 Koervaart .... (64) 334 Kettinggracht . . | (8) 1422 Koevorde . . . . | (21) 246 598 °§P.S g osg -9 a s ra 2S > 3 S ,§ § Namen '3$'"r° =?B Namen 53 S'"-2 der scheepvaartwegen. §©§.£, "2 a der scheepvaartwegen. § m §5, "2,9 g.gg «8 M8 |f> I* > £ >P>fc . Koevorde. Kleine . I (1) 2011 Kornjumervaart .1 (52) 1305 Koevordermeer . . (21) 246 Kornwerd. Opvaar- Koksmaar.... [76] 146 tje naar .... (43) 286 Kokswijk .... [104] 177 Kornwerdervaart . (42) 285 Kolderveensche Korte Suaweg . . (74) 352 Oostergrift . . . (5) 416 Korte Vliet . . . (33) 265 Kolderveensche Korte Wök (Gorre- | Westergrift . . . (5) 416 dijk) (87) 380 Koldijksterrak . .1 (7) 215 Kostverlorenstreng (37) 505 Kolk (Joare) . . . (]7) 1234 Koudevaart . . . (61) 331 Kolk (Sneek) . . . (9) 1219 Koudameivaart. . (34) 270 Kolkhuizen. Kondumer Var . . (34) 269 Vaartje naar . . (52) [304 Kraansloot . . . (21) 247 Kollumerzwaags- Kraggenburg tervaart .... (80) 360 Haven. .... (37) 506 Kolmeer .... (1) 199 Krakeelsch Op- Kolmeersgat . . . (1) 199 gaande .... (15) 446 Kolonelsdiep ■ ■ • (1) 191 Kramern' .... (8) 422 Kolonelsdiep (Bril- Krewerdermaar. . [71] 138 diep) [92] 164 Kroddebuurster- Kolonelsdiep maar [60] 127 /Grootegast) . . . [112] 1S3 Kromme Ee (Bergu- Kolonelsdiep. Oud- merdam) .... (1) 194 (Lauwers) .... [101] 172 Kromme Ee (Groote Kolonievaart . . (3) 413 Brekken) .... (22) 249 Kommerzijlster- Kromme Ee (Hooi- diep [97] 169 dammen) .... (85) 373 Kommerzij Isterrijt [97] 169 Kromme Elleboogs- Koningsdiep . . . [103] 1174 vaart ..... (84) 372 Koningsdiep (Oud- Kromme Gronw . (1) 196 diep) (87) 379 Kromme Raken. . [82] 153 Kooiboutvaart . . (76) 353 Krommesloot (Mak- Kooisloot .... (96) 400 kum) (38) 280 Kooterhuistervaart (70) 343 Krommesloot Kornelisjsrraeht . . (8) 422 (Idaard) (7) 215 Kornelsdiep ... (1) 191 Kromslootsrak . . (7) 215 599 5.2 MC 'SS Mg Namen lj§"-2 §.S Namen Ijl"" §>| der scheepvaartwegen. S ügjs| I ji>£gl*j Kromten. De . . I (89) 1386| Kruiswaters naar Kruisbrekken . . (11) 225 het Veenhuizer- Kruisdobbe ... (84) 368 kanaal. Vaarweg Kruisvaart (Gorre- | van de .... (84) 366 dyk) (87) 380 Kruizinga's wflk . (21) 464 Kruisvaart (Morra) . (35) 272 Kubaarderopvaar- Kruiswater (Bols- tje (47) 293 ward) (24) 252 Kuikhornstervaart. (81) 363 Kruiswater (Houke- Kuilart. De . . . (18) 239 sloot) . - . . . (1) 199| Kuilartsgat . . . (18) 239 Kruiswater (Vaiom- Kuinder .... (95) 397 stervaart) .... (74) 352 Kurkemeer ... (3) 209 Kruiswater (Ter- ■ Kijmmelswyk . . (2) 409 hornel (87) 377 Kruiswaters (War- < tena) | (1) |l95|| L. Laakwerderop- I Lange Vliet . . . I • (33) 267 vaartje .... (45) 289 Langewijk (Achter- Langdeel. 't . . . (5) 218 diep) [43] 104 Langebuurster- Langewijk (Gorre- • vaart (52) 307 dijk) (87) 380 Lange Lits ... (1) 196 Lange wijk (Kraizin- Langemeer. De. . (5) 212 ga's wtfk) .... (21) 464 Lange rak. . . . (89) 386 Langsdiep, Wold- Langerhou. Vaartje | diep. ..... (111) 182 naar (39) 1282 Langstaarterpoel . (16) 230 Langesloot (Kruis- Langweerder vaart (1) 201 waters) ..... (84) 367 Langweerder Langesloot (Lemmer) (26) 257 Wielen .... (1) 201 Langesloot (Terkap- Langweerder Wie- lester Poelen) . . . (17) 233 len naar'tSneeker- Langesloot (Steen- meer. Vaarwater , wijk) (8) 423 van (16) 230 Lange Suaweg . . (77) 1356 Larts. Nauwe- . . | (36) 274 600 lil I'S .j ll»i| • Lls5.'? Ji * ll Namen I g^"3 SS Namen ë,g'"-2 ■=£ der scheepvaartwegen. § 0 ga -ö a der scheepvaartwegen. S g a a Lathumervaart . . (45) 28s|| Lekkum. Opvaartje I Lauwers .... [101] 172 naar (52) 305 Lauwerszee (Ezuma- Lemelerveld— zfli) (71) 345 Deventer. Kanaal (28) 1484 Lauwerszee (Nieuwe Lemmer naar zijlen) (52) 302 't Heegervar. Lauwerszee (Zout- Vaarweg van . . | (26) 255 kamp) [91] 161 Lemmer. Zijlroede Lee. De (9) 427 naar (26) 258 Leegemeer (Rood- Lemster-Rijn . . (1) 203 kerk) (77) 356 Lettelberterdiep . [107] 180 Leeksterhoofddiep. [104] 175 Leijen. De . (81) 362 Leekstermeer . . [104] 175 Leijen. Binnen-. . (81) 362 Leenders. Rak Leijenpoelsloot . . (13) 227 van (5) 416 Leijenpoel. ... (13) 227 Leenstervaart . . [81] 152 Lichtmiskanaal. . (31) 493 Leermenstermaar . [67] 134 Lierswijk. Van . . (1) 408 Leeuwarden—Ber- Lieve Vrouwe likum. Vaart . . (59) 327 Parochie. Vaart Leeuwarden— naar (60) 331 Bolsward. Trek- Linde (99) 403 vaart (47) 291 Linde. Bij- ... (95) 398 Leeuwarden—Har-I Linde. Tusschen- . (95) 398 lingen. Trekvaart (52) 306 Lindt. De . . . . [95] 167 Leeuwarden— Lioessens. Dorps- Sneek. Trekvaart (10) 220 vaart naar ... (71) 345 Leeuwarden.Stads- Lions. Opvaartje grachten te. . . (2) 205 naar (47) 292 Leeuwarden—Sua- Lits (81) 362 woude. Vaart . . (5) 210 Lits. Lange . . . | (1) 196 Leeuwardervaart Loënga. Opvaart (Bolsward). . . . (47) 291 naar (11) 1223 Leistervaart . . . (63) 333 Lollumervaart . . (45) 289 Lek (41) 524 Looden-Hel ... (74), 352 Lekkersgracht . . (8) '423 Loo Lee I (29) 488 601 "§ gj?-§ -g- igjj^a ï Namen Ijl"-2 §|' Namen §jf'~3 =3 der scheepvaartwegen. |©g:g, Ijl del' scheepvaartwegen. §5, 'ij a ® t£ ia o | a jï >• ^ I jh>P=S»^| Loop. De ... .1 (46) 290 Lutjemaar. ... [47] 110 Loopende Diep . . [91] 169 Lntkekruis. Het . (1) 203 Loppersumer Wij- Lutkelollum. Vaar- mers i [66] 133 water naar . . . (52) 308 Lortevaart. . . . (33) 267 Luts. De . . . . (30) 263 Losdorpstermaar . [70] 137 Lutterhoofdwijk . (23) 467 Louwepoel ... (20) 245 Luijnen. Oude . . (5) 212 Lustigemaar ... [61] 129 Lijkvaart .... (17) 233 Lutjegastertocht . | [112] 183 M. Maarhuisterdiep . I [81] 11511 Marssum. Opvaart I Maenewei . . . . I (7) i 215 naar (60) 829 Magere-Werdster- Marssumervaart sloot (5) i 212 (Friesland). ... (60) . 328 Makkinga. Vaart Marwerdervaart. . (8) 217 naar (94) 397 Matsloot (Enumatil). [110] 181 Makkumervaart. . (39) 1281 Matsloot(Leekster- Makkum naar meer) [104] 176 TjerkwerderzHl. Medenerdiep (Opdiep) (45) 107 Vaart van . . . (38) 279 Medenerdiep (Mun- Makkum—Wons— tendam) [24] 82 Zurig. Vaart . . j (42) 284 Meepen. De . . . (52) 314 Mallegat (Meppel) . (6) 418 Meer. De . . . .! (1) 196 Mallegat(Oldemarkt). j (99) 405 Meer. De (Terhorne) . (87) 377 Mandeelig Hoofd- Meer. De (Veenwouddiep [104] 177 sterwal) (77) 356 Mande wijk . . . i (84) 371 Meer. Nieuwe- (Oud- Mantgumervaart . (10) 222 kerkstervaart) ... (72) 348. Marchienewijk . . (15) 448 Meer. Oude-(Aanjum) (57) 1325 Markgraven . . . (29) 488 Meer. Oude- (Beinte- Marrumervaart . . (65) 336 ma) (81) 363 Marssum, Engelum Meer. Oude- (Boike- —Beetgum. Vaart- (60) 328 zijl) (57) 325 Marsumermaar Meer.Oude-(Firdgum) (57) 324 602 Namen gjjj'-'.S SS Namen ij!"-2 -Es der scheepvaartwegen. SjSfi der scheepvaartwegen. 3 0 g b •§ c St3 bC'S SS S-C bJD^ Ss F !™fj |£isSfj Meer. Oude- (Leen- Mildsdiep .... (47) 293 warden). .... (52) 306 Minnertsgaster- Meer. Oude- (Schln- vaart (57) 325 gervaart) .... (52) 307 Moddergat(Berlikum) (61) 330 Meer. Oude-(Tjum) . (47) 293 Moddergat (Blokzijl). (11) 430 Meersloot (Dokkum) (78) 358 Modderige Bol . . (85) 373 Meersloot . ... (1) 195 Modderige Geeuw • (1) 199 Meertijnje. ... (1) 195 Modderige Rijd . . (19) 244 Meerwijk (Drachtster- Modderige Wfld . (26) 257 compagnie). ... (84) 370 Modderwijk (21) 466 Meinesloot . . . (87) 377 Moespotvaart. . . (9) 426 Melkvaart . ... (42) 285 Moezeret .... (74) 351 Memerderopvaartje (49) 297 Molenkolk (Doesburg) (41) 526 MenaldnmerTaart . (59) 327 Molenwaardstreng. (37) 505 Menaldum naarlïa- Molenrijgstermaar. [89] 158 neker. Vaart van. (68) 325 Molenwijk (Dedems- Mensin geweerster' vaart) (21) 464 Loopdiep .... [81] 151 Molenwijk (Drentsche Meppèlerdiep . . (5) 414 Hoofdvaart) . . . (2) 411 Meppèlerdiep, langs Molenwijk (Nieuw Giethoorn naar het Amsterdam) . . . (15) 448 Steenwijkerdiep. Molenwijk (Nieuw • Vaart van het. . (8) 420 Baarveid) .... [4] 57 Meppel. Zqkanaal Molenwijk (Veendam) [24] 83 naar (6) 418 Molkwerumer- Metslawier. Dorps- vaartje .... (34) 270 vaart naar . . . (71) 345 Molkw erumerztjl Metworst .... (94) 396 naar de Fluessen. Middelstum. Vaart van . . . (34) 268 Vaartje naar . . [73] 141 Monnike Ee . . . (84) 368 Middenraai . . J (17) 451 Monnike Greppel. Middenvaart ... (96) 400 Nieuwe- .... (84) 368 Midlum. Vaartje Monnikerak . . . (91) 390 naar (55) 321 Morra. De... . (18) 239 Miedumerdiep . . (62) 305 Morra—Hindeloo- Mieuwmeerswijk . (84) 371 pen. Vaart van de (35) 271 603 g|P| J "f f „S Namen IjjP-S s| Namen fsJK-8 5>H aer scheepvaartwegen. | o |ë pi der scheepvaartwegen. |o§:| || *- SLS fes S « \>iï>ïc\ Morra. Dorpsvaart Muntendammer- naar (Metslawier) . (71) 345 diep [24] 81 Morrawieltje . . . (25) 254 Murk (72) 347 Muggebeet . . . (11) 430 Murk-Muizerjjd. Muizeiijd .... (74) 351 Vaarweg .... (77) 355 Munnikesloot Murk. WUde. . . (72) 347 (Duurswolde) . . . [55] 124 Munnerwoudster- Munnikkesloot . . vaart (72) 346 (Leekstermeer). . . [104] 175 Mussel A . . . . [34] 95 Munnikeznlster- ! Mussel A-kanaal . [35] 96 r,jt [101] 173| Musselkanaal . . | [5] | 58 N. Nauw. Het (Makkum) I (42) 12851 Nes. Vaart naar Nauwe Bird ... I (86) 375 (Witmarsum) . . . (41) 284 Nauwe Deel (Grouw) (86) 373 Niehoofsterdiep. . [98] 170 Nauwe Galle. . . (7) 215 Nieuwe Bildtzijl- Nauwe Geeuw (Zui- stervaart.... (61) 332 derend) (15) 229 Nieuwe Compagnie- Nanwe Gracht | sterdiep .... [6] 63 (Bolsward) .... (24) 252 Nieuwediep (Appin- Nauwe Grons . . (7) 215 gedam) | [60] 128 Nauwe Larts . . (36) 274 Nieuwediep. Nauwe Saiter . . (1) 195 Buiten- .... [46] 109 Nauwe Vliet. . . (32) 265 Nieuwediep (Ooster- Nauwe Wijmerts boom) (87) 379 (ijlst) ' (19) 244 Nieuwediep (Stads- Nauwe Wflmerts kanaal) [8] 66 (Heeger Var) . . . (26) 256 Nieuwediep (Sua- Nauw van de Brek- woude) (76) 355 ken. 't .... (14) 228 Nieuwe doorvaart. [25] 85 Neder-Rijn . . . (41) 524 Nieuwedraait . . (84) 369 Nes. Opvaart naar j Nieuwe Groote (Paesens) . . . .j (70) 343 Gersloot . • • • <35) 272 604 l®^ Mig j 5jr§ Mg I Namen S|"S Sfi Namen §j§"-8 §>£ der scheepvaartwegen. § „ g ö 3 = der scheepvaartwegen. E g O -a c Ets M'S? 35 SaSi *S ■3*3 3=1 S -33 «I ® Nieuwekanaal vaarweg van de . (89) 385 (Garijp) ] (1) 194 | Nieuwe vaart Nieuwekanaal (Oostmahorn) . . . (71) 345 (Gerkeskiooster) . . (78) 1359|| Nieuwe vaart Nienwekanaal (Klisserak) .... (89) 386 (Franeker) .... (52) 308 Nieuwe vaart Nieuwekanaal ! < (Eijperkerk) ... (73) 1350 (Kuinre) (96) 398 Nieuwe vaart (Sur- Nieuwekanaal huisterveenstervaart). (83) 365 (Leeuwarden) ... (5) 211 Nieuwe vaart Nieuwekanaal (Veenpolder van het (Nieüwolda) . . . (48) j 111 éde en 5de veendistrict) (91) 389 Nienwekanaal Nieuwe vaart (Opeinde) .... (81) 1362 (Zandige Hom) . . (18) 239 Nieuwekanaal Nieuwe vaart (Steenwijk). ... (11) 429 (Zwaagwesteinde). . (81) 363 Nieuwe Meer Nieuwe Vecht . . (32) 494 (Oudkerk) .... (72) 348 Nieuwe van Nieuwe Monnike Royenswn'k. . . (27) 483 Greppel . . . . (84) 368 Nieuwe Weg. . . (18) 236 Nieuweopvaart . . (74) 352 Nieuwe Wetering . (1) 197 Nieuwe Pompsloot (91) 389 Nieuwe Wetering Nienwe Rijn... (1) 202 (Mastenbroek) . . (35) 501 Nieuwe Schipsloot (17) 1234 Nieuwe Wetering Nieuwe sloot (Zwolle) (26). 477 (Langdeei) .... (7) 216 Nieuwe Willems- Nieuwe vaart haven (Harlingen) . (52) 314 (Fluessen) .... (34) 269 Nieuwe Wirdumer- Nieuwe vaart . . (87) 379 vaart ..... (8) 217 Nieuwe vaart Nieuwe Zwemmer. (81) 364 (Koevordernieer) . . (21) 247 Nieuwe Zijlen— Nieuwe vaart Harlingen. Vaart (52) 301 (Makkum) .... (42) 285 Nieuwgraven . . [12] 68 Nieuwe vaart bh' Nieuw-Gelderland. Oosterboorn naar Wh"k in- . . . . (27) 482 Gorredijk. Binnen- Nieuwveensterwijk (84) 371 605 a>.|g>a _ Sr| gig ^ Namen SS^-S S| Namen |j§'~.2 =.S •der scheepvaartwegen. §^gc oa der scheepvaartwegen. | o §5, 15 l'gfnf lift 3f Niezijlsterdiep . .1 [97] 1169 meer (1) 193 Noordbroeksterdiep [44] 105 Noorder Oude Weg (16) 231 Noordelijke hoofd- Noorder Stads- Vaart (Eerste Exioêr- gracht (Leeuwarden) i (2) j 208 mond) [15] 73 Noordervaalt Noordelijke opvaart (St. Anna Parochie) . (61) 381 (Hooge Heerenweg) . (66) 337 Noordervlakte . . | (37) 1506 Noorderblokken- Noordgracht . . .. (12) 432 ,<0iep [13] 70 Noórdhorn. Scbip- Noorderdiep (Blok- sloot naar . . . [92] 164 zijl) (11) 430 Noordpolder- Noorderdiep kanaal | [75] 143 (Boerendiep) . . . [29] 90 Noordsch opgaande j (15) 446 Noorderdi^p Noord-Wlllems- (Drouwenermond). . [13] 70 vaart . . . . . [114] 184 Noorder Dwars- Noordwoldervaart vaart (Drachtster- (Linde) (99) 405 compagnie) . . . (84) 370 Nordhorn. Kanaal Noorderdjjkvaart van Almelo naar. (29) 486 (Stavoren) .... (34) 270 Norgervaart . . . (3) 413 Noorder Ee (Woud- Norgerwijk . • ■ (3) 413 send) (26) 256 Nijenga. Vaarwater Noordergat (Bergu- naar (18) 238 mermeer) .... (1) 193 Nijegastervaart . . (18) 238 Noorderhaven Nijeholtpade. Vaart (Groningen). ... [1] 47 naar (94) 396 Noorderhaven Nijeveensche Grift (1) 411 (Harlingen). . . . (52) 314 Nijewier. DorpsNoorderhaven vaartje naar . . (70) 342 (Zutphen) .... (41) 529 Nijhuizumervaart . (37) 276 Noorder Hoofddiep Nijkerk. Dorpsvaart (Buinermond) . . . [14] 72 naar Ooster- . . (70) 343 Noorder Hoofdvaart Nijkerkervaart (Valthe) [17] 75 (Ferwerd) .... (65) 336 Noordermeerder- Nn'lander opvaart . (25) 253 606 |||| f l|ft| t Namen pS Namen 5^"^® »S der scheepvaartwegen. | 0 g.g rg 0 der scheepvaartwegen. S 0 -oq s'0 pq o p'0 © N g*§ jip-H C g j |rj (h g Jij £ ^ £ I . t> £ > £ O. Odoorner zijtak . . I (13) 1436 Oosterbierum. Oeble Oomsloot. . (5) 212 Vlakte van . . . (52) 314 Oenkerkstervaart . (72) 348 Oosterbrugsloot. . (1) 200 Offingawierster- Oosterburen. vaart (11) 223 Vaartje naar . . (25) 254 Oldeberkoop. Vaart Oosterdiep (Emmen) (18) 453 naar (94) 397 Oosterdiep (Wiider- Oldehoofsterkanaal [96] 168 vank) [24] 81 Olde-ouwer. Vaar- Oosterend. Vaart water naar ... (1) 202 naar . .. . . . (48) 294 Oliemolenrak . . (5) 416 Oostergrift. KolderOmgraving te Win- veensche- . ? . . (5) 416 sum—Obergum . [79] 149 Oosterhaven (Gro- Ommelanderwijk. [25] 84 ningen) li] ^6 Ommelander wflk- | Oosterhaven (Winster Hoofddiep , [25] 84 schoten) [2] 52 Ommerkanaal . . (22) 467 Oostermeer ... (1) 193 Ommerschans. Oostermoersche- Vaart naar . . . (21) 464 Taart [3] 58 Omsnijdingskanaal Oostersche Hei . . (1) 193 te Winschoten. . [2] 52 Oostersche Rijd Ongelukswijk . . (21) 465 (Giekerk) .... (75) 354 Ongemak. Rak van (1) 197 Oosterstadsgraeht Onnerkanaal f . . [3] 64 (Leeuwarden) ... (2) 208 Onstwedde. Zij- Oostervaart (Hindekanaal naar. . . [37] 98 loopen) (36) 274 Oorden. De . . . (18) 239 Ooster vaart. Oude Oostelijke Achter- (Hindeloopen) ... (36) 274 omvaart (Tjum) . (45) 289 Oosterwierumer Oostelijke vaart Oudvaart.... (50) 299 (Echten) (96) 399 Oosterwierum. Oosterbierumer- Vaartje naar . . (50) 299 vaart i (57) 324 Oosterwolde. Op- Oosterbierumer- vaartje naar . . (87) 381 visschersvaart . . (57) 324 607 I Or§ bod <3G Namen Ijg^-S g.3 Namen ijj^-S =>S -der scheepvaartwegen. § _ ga ,§ a der scheepvaartwegen. I f a g.a |a |i>frg> | | ^ ^ g ^ Oostwoude. Op- Zwaagwesteinde. vaartje naar . . (18) 237 Vaart van 't . . I (74) 350 Oosterwjjk <0ranje- Ouddeel fWoudmans- kanaal) (13) 437 diep) . . . . ■ . (72) 348 Ooster Wijmerts . (19) 244 Ouddiep, Konings- Oosterwijtwerder- diep j (87) 379 maar [67] 134 Ouddiep (Oudega) . | (84) 1368 Oosthemmermeer . (25) 254 Oud-Dokkumerdlep (81) 364 Oostindische wijk . [104] 177 Oude Ae fWingumer- Oostopgaande . . (16) 450 diep) j [80] 150 Oostrum en Til- Oude Bildtdijkster- buren. Opvaart vaart (61) 331 naar | (71) 345 Oude Bolswarder- Opdlep ! [45] 106 vaart (45) 288 Opeindervaart . . I (81) 362 Oude diep (Echtener- Opgaande Wijk stroom) I (15) 444 (Kottevaiie). . . . (83) 366 Oude diep (Fone- Opgeschoren gat' . (11) 430 jacht) (5) 212 Oppenhuizen. Vaar- Oude Diep (Meppel) . (6) 418 water naar . . . (13) 227 Oude diep (Meppeier- Opsterland en diep) ...... (5) 416 Smallingerland. ! Oude Diep (Meppeier- Polderhoofd- diep) (5) 417 kanaal van den Oud-Diep (Wirdu- grooten Veen- mervaart) .... (8) 217 polder van . . . (88) 383 Oude Draait .' , . (84) 387 Opsterlandsche Oude Ae .... [80] 150 Compagnonsvaart (87) 380 Oude Duiker. . . (26) 257 Opvaart naar Schar- Oudegaster Brek- negoutum . . . (10) 221 ken fwumbritse- Oranjekanaal . . (13) 433 radeel) (32) 265 Osingahuizen. Oudegaster Zan- Oudevaart naar- . (18) 237 ding (Smallingerland) (84) 368 Ossenzijlersloot. . (12) 432 Oude Heidenschap- Otterweg .... (96) 400 stervaart.... (36) 274 Ouddeel naar Oude Hulp (Paesens) (70) 342 608 "c j® ,£ ^ï. 1 *s 'ö j>!^ ^ £-g> § I g^. £ g S Namen sjg""® S| Namen §j|"~-3 Sa der scheepvaartwegen. | „ g.g «| der scheepvaartwegen, ««gg |a ggggl glgg w Oude Kloostervaart (48) 294 Oudevaart (Lauwere) [101] 172 Oude Luijnen . . (5) 212 Oudevaart (Osinga- Oude Meer huizen) (18) 287 (Aanjum) .... (57) 325| Oudevaart (Eauwerd) (11) 222 Oude Meer (Beintema) (81) 364 Oude vaart (Siappe- Oude Meer (Bolkeznl) (57) 326 terpstervaart) ? . , (58) 326 Oude Meer (Firdgum) (67) 324 Oudevaart (Sijte- Oude Meer (Dokku- huurster Ee) . . . (85) 373 merdiep) .... (81) 363 Oudeweg .... (16) 230 Oude Meer Oudeweg. (Kalen- (Leeuwarden) . . . (52) 306 bergergraclit) . . (12) 482 Oude Meer Oudeweg. Noorder- (16) 230 (Schingervaart). . . (52) 307 Oudewegstervaart. (1) 195 Oude Meer (Tjum) . (47) 298 Oude Wetering . . (1) 197 Oude Oostervaart Oude Wetering (Hindeloopen) . . . (36) 274 (Mastenbroek) ... (35) 500 Oude Paesens . . (69) 840 Oude Wierumer- Oude Potmarge . . (5) 211 vaart (70) 343 Oude Ried (Sneeker- Oude Wirdumer- meer) (11) 224 vaart ..... (8) 216 OudeRtjd(Leisterdiep) (61) 331 Oude Wijk (JonkersOude Rijn (IJlst). . (25) 265 vaart) ..... [105] 178 Oude Schipsloot . (17) 284 Oude wijk (HauierOude Schutting- wijk) (84) 371 kanaal [19] 77 Oude Wijmers Oude Smildevaart . (15) 448 (Damsterdiep) . . . [60] 127 Oude Trekvaart Oude Ussel . . . (40) 516 (Franeker) .... (64) 820 Oude Zwemmer. . (81) 363 Oudevaart (Beintema) (81) 363 Oude Zijlried . . (52) 304 Oudevaart (Broekster- Oudhof. 't. . . . (1) 200 v. ijk) (82) 364 Oudhof naar Sneek.! OudevaartCDrogeham) (l) 192 Taart van 't: . . (14) 227 Oudevaart (Ferwerd) (65) 386 Oudhof naar Sta- Oudevaart (Ges) . . (13) 226 voren. Vaart van 't (18) 235 Oudevaart (Jesiumer- Oud-Karre. Het. . (30) 263 vaart) (67) 338 Oudkerkstermeer . (72) 347 609 gT3 > § g g^, > g p Namen SS""" SS Namen SS"® S| der scheepvaartwegen. B m g a a . der scheepvaartwegen. S^ga |o f|s.| £ ias| 5 |i>^"?| |t>fcgis 'Oudkerkstervaart . (72) 347 Deventer) . . . (28) 484 Oud-Kolohelsdiep . [101] 172 Overijsselsen kaOudvaart (naar naai (Vroomshoop- Ntjiand)' (25) 254 Haandrik) ... (27) 482 Oudvaart Ooster- Overijsselsen ka- wierumer) .... (49) 299 naai (Zwolle— Overspitting . . . (17) 234 Almelo) .... (26) 474 Overijsselsche ka- Overijsselsche naal(Lemeierveld-1 Vecht . . . . (30) 489 P. Paesens .... I (70) 341 Pieterbuurster- Paesens. Oude . . (70) 342 maar [86] 156 Palsepoel .... (32) 266 Pieter-Janswijk. . (87) 380 Panhuijskanaal. Pietersbierum. Van- (38) 281 Vaartje naar . . (56) 322 Parksgracht . . . (53) 318 Pikmeer .... (86) 875 Paterswolde. Schip- Pingjumervaart. . (41) 284 sloot naar . . . [114] 186 Poeldiep . . . . [100] 171 Paterswoldermeer. [114] 186 Poelstervaart . . | (62) 307 Peanster Ee . . . (86) 375 Polderhoofdkanaal (88) 383 Peins en Menal- Polssloot .... (91) 390 dum. Vaart van Pomprak .... (7) 215 Franeker naar. . (58) 325 Pompsloot.Nieuwe- (91) 389 Peize. Havendiep v. [103] 174 Poortmanswjjk . . [31] 93 Peizerdiep. . . . | [103] 174 Postsloot .... (18) 240 Pekel-A [28] 86 Pothoofdshaven. . (41) 534 Pekeler-Hoofddiep. [28] 86 Potmaar .... [79] 149 Petsloot .... (81)' 363 Potmarge . ... (4) 209 Piekemeer. ... (25) 254 Potmarge. Oude . (5)' 211 Piekezijlster Zijl- Potmarge (Sierdswiel) (75) 853 roede (25) 254 Potten. De . . . (12) 226 Piel. Het .... (33) 268 Prinsengracht Pier Christiaan- ! (Meppel); .... (15) 443 sloot | (96) |399 Prinsenhof . . . | (1) 195 39 610 Namen . ïl"'pl Namen §«"".2 2,5 der scheepvaartwegen. § „ g 5, ■§ a der scheepvaartwegen. § „ g e -o n- S-SaoU SS S-c turïf gol^rs - Sol» m° Punterdiep (Drenthe) [114] 186 Pijlmanswijk. . . (27) 483 Puntersloot (Giet- Pflper. De (Hasselt). (21) 462 hoorn) (8) 424 R. Raamsloot. . . .1 (84) 36711 Riedstroom (naar I Raardervaart... (52) 304 Berlikum) .... (57) 324 Baken. Kromme . [82] 153 Bien (1) 203 Rak van Leenders (5) 416 Biet. De (Steenwhker- Rak van Ongemak (1) 197 diep) (9) 427 Rakken. Wondsen- Rietboor .... [104] 176 der (27) 258 Rietewetering Rasker (Lauwerszee) (71) 345 (Steenwijkerdiep) . . (11) 429 Rasquerdermaar . [77] 146 Rietmeer .... (82) 265 Rasquert. Vaartje Ringsloot om den naar [77] 147 Warregaster- Reehte Gronw . . I (1) 196 polder (7) 215 Rechterdiep ... (41) 541 Ringsloot (Hondhal-1 Rechtuit (Holland- stermaar) . . . . | [47] 111 sche veldsche op- Ringsloot (Slochter- gaande) (16) 460 diep) [53] 121 Reest. De . '. . . (6) 419 Ringvaart (Eeme- Regge I (26) 479 woude) (1) 194 Regtwijk (Bakke- Ringvaart (Hempen- veén) (84) 371 sermeerpolder) . . (7) 216 Reintjesgracht . . (29) 261 Ringwiel .... (32) 265 Reitdiep .... [91] 168 Rintjepoel. . . . (32) 266 Reitsumervaart. . (52) 304 Rogsloot .... (6) 214 Rensel. Trekvaart Rollumervaart . . (11) 224 de [2] 52 Rommertsmeer. . (1) 195 Ried. Dorpsvaartje Roodepoel.... (74) 352 naar (Berlikum) . . (57) 325 Roode Schuur. Ried. Oude (Sneeker- Vaart naar . . . (31) 264 meer) (11) 224 Roodkerkervaart . (77) 356 Ried (Sexbierum). . (56) 322 Roomsloot ... (11) 430 I 611 K2s_> Jol m2«> gg Namen 8,§'~-2 s?Ë Namen 3,2 ""-S SS , 'der scheepvaartwegen, ë o 3-S. "f S der scheepvaartwegen. S „ g o -g § |I1 Mn V | gggf [ Roondervaart . . [106] 117811 Rijd. Oostersche | Roptavaart . . . (56) 323 (Giekerk) .... (75) 354 Roptazijl. Stroom- Rijd. Oude (Leisterkanaal van. . . (66) 322 diep) (61) 331 Rottumermaar . . [73] 142 Rijd. Westersche Roijens Hoofdwijk. (Giekerk) .... (75) 353 "Van- (21) 465 Rijd. Zfllster- . . (79) 359 Roijenswijk. Rfln. Beneden- . . (41) 524 1 Nieuwe van . . (27) 483 Rijn. Boven-. . . (41) 524 | Roijenswijk. Van- . (27) 483 Rijn (Hemeiumer oide- [ Rozengracht . . . (44) 287 phaert en Noordwolde) (30) 264 Ruigesloot . . . (85) 373[ Rijn. Lemster- . . (1) 203 [Ruiten A . . . . [34] 95 Rijn. Nieuwe- . . (1) 202 Ruiten-A-kanaal . [38] 98 Rn'n. Oude (IJlst) . (25) 264 Ruitenbroek- Rijn. Wyde ... (30) 263 kanaal .... [42] 103 Rijperkerkstervaart (74) 351 Rijd. De (Giekerk) . (75) 353 Rijpstervaart. . . (66) 336 Rijd. Modderige. . (14) 228 Rijstervaart . . . (30) 204 s. -Saamswijk . . . (21) 465 Scharnegoutum. Saaxum. Vaartje Opvaartje naar . (10) 221 naar [96] 168 Seharster Rfln . . (1) 202 Saiter. Nauwe . . (1) 196 Scheanesloot. . . (86) 373 [Saiter. Wn'de... (1) 195 Scheene .... (98) 402 Salwerd. Vaart naar (52) 308 Scheensloot . . . (17) 233 [Sanjes (74) 352 Schietersrak ... (89) 386 Sanjes. Binnen . . (74) 362 Schildmeer ... [55] 123 Sassingarijd . . . (47) 293 Schildwolder Schip- Sauwerdermaar. . [80] 150 sloot [56] 124 Savonstervaart . . (30) 264 Schillaarder vaartje (50) 299 Schalkediep ... (6) 212 Schingervaart . . (52) 307 ïSchalsumervaart . (58) 326 Schipbeek.... (28) 486 Schanskerdiep . . (28) 90 Schipsloot naar Schaphalster Rflt . [79] 149 Burum .... [101] 172 Scharmer-Ae. . . [53] 1211 612 S% Mg 3-§ Mg °#^3 a| °f 1 J i gg pSs.> 3g Namen . gjg^-S 3>S Namen 8,2""-8 :=>| der scheepvaartwegen. | „ g a 'f a der scheepvaartwegen. laiSS. 'ga mS] E § g MM B j |t»^™^ y > *»* j Schipsloot naar Sexbierumer-Vis- Noordhorn . . . [92] 164 schersvaart ... (56) 322 Schipsloot naar Sibadavaartje . . (47) 293 Paterswolde . . [114] 186| Sibesloot .... (16) 231 Schipsloot. Sickenswijk ... (1) 408 j Nieuwe .... (17) 486 Siddebuurster Schipsloot. Oude . (17) 486 Schipsloot . . . [55] 123 Schipsloot (Woive- Siebesloot.... (16)' 231 gastei-sloot).... (94) 395 Siegersdïep . . . (84) 367. Schipsloot naar Siepsloot .... [43] 104 j Zuidhorn. . . . [92] 164 Sierdswiel. . ... . (76) 353 Seholtenskanaal . (19) 453 Sint-Annermaar . [62] 131 Schöninghsdorfka- Sint-Janssloot . . (18) 236 j naai (15) 449 Sint-Nicolaasga. Schoterlandsche Vaart naar ... (1) 202 Compagnonsvaart . (92) 391 Sipkemeer. . . . (32) 265 Schotkampswn'k . (2l) 464 Sjoukesloot ... (86) 378-1 Schouw erzijlster Slachtegat. ... (1) 197 j Rij te [82] 153 Slappeterpstervaart (58) 326 Schouwsvaart . . (30) 264 Slenk. Blauwe- Schraardervaart. . (41) 284 (Harlingen). . . . (52) 314 Schreyersdiep . . [12] 68 Slenk (Lauwerszee) . [91] 161 , Schuinesloot... (23) 469 Slingerak .... (1) 201 Schuitendiep. . . [1] 45 Slochter Ae . . . [53] 121 Schutswh'k ... (21) 465 Slochterdiep . . . [53] 120 Schuttelpoel ... (32) 266 Slootsch opgaande (15) 445 Schuttingkanaal. Sloten. Stadsgracht Oude- [19] 77 te (26) 2671 Schwartzenburger- Sloten naar het vaart (60) 329 Tjeukemeer. Vaar- i Sexbierum. Opvaart water van . . . (22) 2481 naar (66) 322 Slotergat .... (26) 2561 Sexbiernmervaart Slotermeer . . . (26) 2561 (naar Franeker) . . (56) 321 Slotermeer naar de Sexbiernmervaart ' Oorden. Vaarweg (naar Harlingen) . . (55) 321 van 't (30) 2621 613 i SS g>c Ma agfef ^ agfcf óf o^F* a ~ | og^ a m m 2a? g g I j K g g Namen SS Namen S S"-2 =>S dér scheepvaartwegen, g ga a der scheepvaartwegen. 8 o § .c rS a c o I m m § a o % -~ m § >l?f I j \>%>^\ " Sluisgracht (Meppel) j (15) 144-31 Spokershoekvaart . I (30) j 264 Smalle Eester Zan- Spokersloot ... (1) j 196 ding I (84) 368 Sponturfwijk. . . (21) j 464 Smalle Eester Zan- | | Spoolder Hank . . (41) | 538 ding—ïïieuwe Zfl- Spoorsloot (Tieyerk). (73) 349 Ien. Vaart . . . (81) 361 Spijkstermaar . . [70] 1137 Smeerpot .... (74) 352 Stadscompascum- | Snakkerburen. Op-; kanaal (18) i 451 vaartje naar . . | (81) 362 Stadsgrachten te Sneek-Franeker. Bolsward . . . (24) 251 Zeilvaart- ... (49) 295 Stadsgrachten te Sneek—Krniswa- Dokkum .... (53) 316 ter. Vaarweg-. . (12) 225 Stadsgrachten te Sneek—Leeuwar- | Harlingen ... (52) 313 den. Trekvaart . (10) 220 Stadsgrachten te Sneek—'t Oudhof. i Leeuwarden. . . (2) 1205 Vaart .... (14) 227 Stadsgrachten te Sneek. Stadsgrach- Sloten (26) 257 ten te (9) 218 Stadsgrachten te Sneek—IJlst— Sneek (9) 218 Heeger Var. Vaar- i Stadsgrachten te water j (23) 250 Zwolle (33) 1495 Sneekermeer... (1) 198 Stadskanaal . - . [5] 58 Sneekermeer— Startenhuizermaar Langweerder I Statenbocht . . . [73] 142 Wielen. Vaar- Stavoren—' tOud- (15) 229 water 1 (16) 230 hof. Vaart ... (18) 235 Snikdiep . . . . [28] 89 Stavoren. Stads- Snikzwaagster- gracht te . . . (18) 241 vaart (17) 233 Stedumermaar . . [64] 132 Soestwetering . . (26) 478 Steendollens- Sondelervaart . . (29) 261 vaart (30) 264 Sondeier Leijen. . (29) 261 Steenwijker A . . (11) 429 Spannumer- Steenwijkerdiep . (11)» 1428 opvaart .... (47) 293 Steenwijkerdiep. Speerstêropvaart . (11) 224 Vaarweg van Sperkhem . . . . | (14) |228 Friesland naar het | (12) 1431 614 -Stj> §s „^ sa Namen SS"* S§ Namen :=>S der scheep vaartwegen. § m §-S "3.3 der scheepvaartwegen. g^gcs '3 = S-o öo'n ™S ai? tais ~5. ■slgl -I -flat £ II |i>i*gss| Steenwij ker diep — Stijnengrackt . . (9) 427 Zwarte Water. Suameerdermeer . (1) 193 Vaarweg .... (9) 424 Suaweg of Suawei. Stieltjeskanaal . . (20) 456 Korte- (74) 362 Stienservaart. . . (62) 332 Suaweg (Suawei) Stitsweerder- Lange- (77) 356 maar .... [76] 146 Suawoude. OpStobberak .... (15) 229 vaartje naar . . (76) 355 Stoombootkade Suawoude—Leeuw- (Meppei) (15) 443 arden. Vaart . . (5) 210 Stoppelzool ... (81) 363 Suermondtswijk . (2) 412 Stouwe (8) 422 Surhuisterbinnen- Stouwsloot ... (8) 422 vaart (1) 191 Stroobossertrek- Surhuisterveen- vaart [92] 162 schevaart . . . (83) 365 Stroom. De . . . (20) 468 Surhuisterveen, Stroomkanaal door Dorpsvaart van . (83) 366 het Koevorder- Swinderenvaart. meer naar Lemmer (21) 247 Van- (30) 264 Stroomkanaal naar Sijbesloot .... (16) 231 de Friesche sluis [101] 171 Sijbrandabuurster-. Stroomkanaal naar vaart (11) 224 de Leijen . . . (81) 362 Symkewijk . . . (34) 270 Stroomkanaal naar Sijtebuurster Ee . (85) 373 Roptazijl . .y . . | (66) |324 T. Tacozijl. Zijlroede I II Terhorne. Vaartje I naar (28) 259 naar (Êoevordermeer) (21) 247 Tenboersterschip- Terhornstermeer . il) 197 sloot [60] 127 Terhornsterpoelen (87) 377 Tenposter Ae . . [60] 127 Terhorstervaart. . (8) 424 Terapélkanaal . . [5] 68 Terkaplesterpoelen (87) 377 Terhorne naar de Termunterzijldiep. j [45] 106 Drentsche Hoofd- Ternaard. Vaart vaart. Vaart van. | (87) |375j| van Dokkum naar [ (69) [340 615 J-S l"g oa m§ f\\ |||| £ Ja £^s Je Kamen sj^^-S SS | Namen J""" s>S der scheepvaartwegen. Sas «s der scheepvaartwegen. § ga -ac a| E § te m| I g b Ternaardervaart . (69) 340 T.jumervaart . . . (45) 288 Terzoolster Brek- Tjummarumer- ken (11) 226 Minnertsgaster- Terzoolsterzjjlroede (11) 225 vaartje .... (57) 324 Thesingermaar . . [62] 130 Tjummarumer- Thorbeckegracht (33) 495 vaart (57) 324 Tiendewijk (Hooge- Tjummarumer- veen) (15) 446 visschersvaart. . I (57) 324 Tienesloot. . . . (1) 199 Toekegracht . . . (18) 238 Tiessengracht . . (9) 427 Tslbertkanaal . . [108] 110 Tietjerkstervaart . (73) 349 Tolhuisvaart. . . (37) 277 Tilburen en Toornwerdermaar . [73] 141 Oostrum. Op- Torn werd. Vaartje vaartje naar . . (71) 345 naar (46) 289 Tiltje. 't .... (1) 191 Toutenburgersloot. (9) 426 Timertsmeer. . . (7) 215 Traan. De. ... (65) 336 Timmerswh'k . . (1) 409 Traanwh'k. ... (15) 444 Tjaardervaart . . (8) 217 Tramhaven te Win- Tj aard smeer . . . (1) 196 schoten [2] 52 Tjaardvaart (Fols- Trekvaart Bols- gara) (25) 254 ward—Leenwar- Tjamme. Buiten- . [60] 114 den (47) t 291 Tjepperbuurt. Trekvaart BolsVaartje naar . . (52) 307 ward—Workum . (37) 276 Tjerkwerderzijl Trekvaart Dokknm naar Makkum. —Gerbenall esVaart van ... (38) 279 verlaat .... (78) 357 Tjeukemeer ... (1) 203 Trekvaart Dokkum Tjeukemeer naar —Leeuwarden . . (62) 304 Sloten. Vaarwater I Trekvaart de Benvan 't j (22) 248 sel [2] 52 Tjibbewijk. ... (82) 365 Trekvaart Harlin- Tjonger .... (95) 397 gen—Franeker— | Tjongerkanaal . . (94) 394 Leeuwarden . . (52) 306 Tjongerkanaal— Trekvaart naar Heerenveen. Vaart-i (93) 393 Dantumawoude . (78) 358 616 flff 3- jflll y g^f- g | £t= > g | Namen Ijjj^-S\%S Namen I SÊ der scheepvaartwegen. S m ge -3 c der scheepvaartwegen. 6 g a ■§ § ati Mg 32 £■§ èd'S* 5s ag oao e® fflo t \>*$*\ Trekvaart Sneek— | Turfwijk (Ennema- Leeuw arden. . . (10) 220 borg) [48] 112 Trekvaart Zwolle— I Tusschen-Linde. . (95) 398 Kampen .... (35) 500 Tweede Dwarsdiep Trekvaart. Onde (Gasselterrujeveen) . [12] | 68 (Franeker) .... (54) 320 Tweede Exloër- Trekvaart. Stroo- mond [15] 73 bosser (Hoendiep) . [92] 165 Tweede Valther- Trekvaartje (Woud- mond .... [18] 75 vaart-Ee) .... (72) 347 Tweede Zuidraai Tripscompagnies- (Nieuw-Amsterdam) . (15) 448 terdiep .... [23] 80 Twijzelervaart . . (1) 192 Tuikwerderrak . . [60] 128 Ttjdenskaiiaal. Turfgracht (Bols- B.L [40] 100 ward) (24) 252 Tijnje (Leeuwarden) . (5) 211 Tuifsingel (Gronin- Tijnje (Pikmeer) . . (86) 375 g°n> [1] I 45 Tijnjerak .... (89) 386 Turfvaart. Groote . (18) 1238 Tijssengracht . . (9) 427 u. Uilennestermaar .1 [90] 1158|| Uitwierdermaar. . I [72] 1138 Uilesprong. De . . (1) 203 Ulrumeropvaart . [81] 152 Uiltjebuurstervaart (1) 195 Ureterpstervaart . (84) 370 Uiterwijk. Gat van (41) 538 ürsulapoel ... (36) 274 Uithnizerdiep . . [73] 1139 Usquerdermaar. . [76] [ 145 Uithuizermeedster- maar [74] 142 " V. Vaartsloot (Walen-1 II Valthermond. sloot) (9) 426 Eerste- .... [17] 74 Valomstervaart. . (74) 352 Valthermond. Valsche Trog . . (11) 1430 Tweede- .... [18] 75 617 »o Mg 8.§ Mg > | s i> gg Namen §_g"-8 Sa Namen § S""" SH der scheepvaartwegen. §«ga •ga der scheepvaartwegen. § 0 3.3. ^ a aia to'5 SS a-s M'H Sa li IiSi 11 Ii|iMl Van der Lande. | Eemskanaal Havenkanaal- . . (41) 532 (Groningen). ... [1] I 43 Van-Lierswyk . . (1) 4081 Verbindingskanaal Van-Panbuys- naar het Gooreeht- kanaal .... 138) 281 kanaal [1] | 44 Van Roijenswyk . (27) 483 Verbindingskanaal Van Rojjens Hoofd- naar de Wester- wijk (21) 465 haven (Groningen) . [1] j 46 Van-Swinderen- Verbindingskanaal vaart (30) 263 te Farmsnm . . [59] 125 Var. Heeger- . . (18) 236 Verbindings- Var. Hommertser- (20) 245 kanaal. Zuidelijk Var. Koudnmer- . (34) 269 . (Groningen). ... [1] | 41 Varkensgat . . . (37) 504 Verbrande sloot . (19) 244 Vecht. Binnen-. . (32) 494 Vereenigdkanaal Vecht. Nieuwe-. . (32) 494 van Westerwolde. [40] 100 Vecht. Over- Verlengde Hooge- ijsselsche . . . (30) 489 veenschevaart . . (15) 438 Veendiep .... [411 102 Vestinggracht te Veenhnizerdoor- Zwolle (33) 495 snijding .... [5] 60 Vetstukkemond . [18] j 75 Vëenhuizerkanaal. (3) 412 Vierde Zuidraai Veenschapswijk . (15) 448 (Erica) (15) i 448 Veenscheiding. Vierhuistervaart . (97) 400 De i (93) 394 Vischbuurstervaart (69) 341 Veenstra's wyk . (1) 408 Visehpoorthaven . (41) 629 Veenwoudsterwal. j Vischwijk.... (36) 274 Vaartje naar . . t (74) 352 Visvlietervaart . . [102] 174 Veenwijk . . . . I (3) 413 Vlakke Brekken . (32) 265 Veldhuizerwijk . . (15) 448 Vlakte van Ooster- Veldstreeksterwijk [104] 177 bierum ... .1 (52) 315 Veningsche wijk . (15) 444 Vledderveenka- Verbindingskanaal , naai. Benedenste- [32] j 93 Boterdiep—Dam- j Vledderveenka- sterdiep (Groningen) [1] 41 naai. Bovenste- . [33] 94 Verbindingskanaal Vliegerstaart... (8) 424 Damsterdiep— Vlierboschsloot. . | (85) | 373 618 8-3 boe 35 SPS Samen S.2'~-2 =>S Namen § S>8 der scheepvaartwegen. S S a « 0 der scheepvaartwegen. S.oe ■§ a B-a öo'S' SS H-S SS is Sol- M§ §0,1- W§ boJ4 S tÊJ bc-M u 2 tC i>l?°'gj Vliet (Franeker) . . (54) 320 Volkensvaart . . j (8) 422 Vliet (Leeuwarden) . (3) 208 Vollenhove. Haven Vliet (Sipkemeer) . (32) 265 van (10) 428 Vliet. Korte- (Wijm- Vossebult .... [55] 123 britseradeel) ... (33) 265 Vriezenveensche- Vliet. Lange-(Wijm- wijk , | (26) 481 hritseradeel) . . . (33) 265 Vroomshoop— Vliet. Nauwe . . (32) 265 Haandrik. Kanaal (27) 482 Vluchthaven (Zwol- Vrouwenrak ... (6) 419 schediep) .... (37) 505 Vrije Grassloot. . (15) 230 I . r i w. Waal (41) 524 Watum. Bocht van j [52] 119 Waaxens. Vaartje : Webbinkswijk . . (26) 481 naar ..... (45) 289 Weende-Jipsing- Wagenborger- huizenkanaal . . [36] 97 maar . , . . . [56] 124 Weenderwijk . . [36] 97 Walengracht. . . (9) 4261 Weerdingerkanaal. [19] 76 Walstermuizerijd . (74) 3511 Weerdingermond . [19] 76 Wammerd. Vaartje Wegsloot .... (27) 259 naar (49) 2971| Wegsloot .... (32) 266 Wanswerd. Opvaart Wehe. Vaartje naar [83] 155 naar (65) 336 Weidumervaart. . (10) 222 Warffumermaar. . [75] 143 Weiwerdermaar . [58] 125 Warfhuisterloop- Welgelegen. Dorpsdiep [81] 151 vaart naar (Lioes- Wargas terpolder. sens) t71) 345 Ringsloot om den (7) 215 Welle. De. . . . (21) 247 Wargastervaart. . (71 216 Welsrijper opvaart I (49) 297 Warniasloot . (85) 373 Werpstervaart . . (8) 207 Warnservaart . . (18) 240 Westeindervaart Warstiens—Kruis- (Terzooi) . . . . (11) 224 waters. Vaart . . . (6) 212 Westeindsche Rijd Wartenaster WHd. (6) 212 (Giekerk) . . . . j (75) 353 619 'SS ioa 3^ g>g II^'H t- g'JN f Namen SS"-3 SS Namen S =S der scheepvaartwegen. p. o ga •§ a der scheepvaartwegen. |ffl§-S. | = sïiii —2 c-a «rg —ö Westelijk kanaal Wetering. Groote- (Boswlnkelerveen). . [19] 77 (Beersterdiep) ... [50] 113 Westelijke Achter- Wetering. Groot e- omvaart (Tjum). . (45) 2891| (Hattem) .... (38) 514 Westelijke opvaart Wetering. Hasselt- (Hooge Heerenweg) . (66) 337 sche (36) 502 Westelijke vaart Wetering. Kam- (Echten) | (96) 400 per (35) 501 Westerbrugsloot .1 (1) 200 Wetering. Nieuw e- (1) 197 Westerdiep (Emmen) I (19) 456 Wetering. Nieuwe- Westerdiep (Munten- j (Mastenbroek) ... (35) 501 dam) ! [24] 8i Wetering. Oude- . (1) 197 Westeremdermaar j [66] 1133 Wetering. Oude- Westergrift (Mastenbroek) . . . (35) 500 (Kolderveensche) . . (5) ! 416 Wetering (SteenWesterhaven (Gro- | wflkerdiep) .... (11) 430 ningen) | [1] 41 Wetsingermaar . . [80] 150 Westernielandster- Wetzens. Opvaart maar [87] 1157 naar (70) 1342 Westersche Hei . (1) !194 Wielen. GrooteWesterstadsgraeht (Ouddeel) . . . . (74) 351 (Leeuwarden) ... (2) 208 Wielen (Groote). Westervaart (St. Ja- Rijd—de Meer. cobi Parochie) . . . (57) 325 Vaarweg-. . .. . (75) 353 Westerveldsche A . (37) 1504 Wielen. (Groote)Westerwolde. Ver- | Schalkediep. Vaar- eenigd kanaal van [40] 1100 weg '. (76) 354 Westerwoldsche A Wielen. Kleine- (Benedendeel) . . . [28] 86 (Bijperkerk). ... (76) 354 Westerwoldsche A Wielhals . . . . i (74) 351 (Bovendeel).... [34] | 94 Wielspetje ... I (74) 352 Westerwijtwerder- Wierumervaart. maar [63] 131 Oude- (Paesens) . . (70) 343 Wester Zanding . (84) j 368 Wierumervaart "Westhemmer op- (Paessens) ...... (70) 342 vaartje (25) 254 Wïerzijlsterrak. . (61) 1330 620 cxi jj I | &£. boa aSte'5 r «j "§ 3- g« ^ I § g g^j'? g| Namen IjÉ^-SlSS -Namen Is"5"^ =S der scheepvaartwegen. | 0 g.a ! ■§ 5 der scheepvaartwegen. S _ g a va S"8« «5 Sa ursf —S goishg g.g: «§ as § s g i s.§ Cg q l> ^ > ? t> I > p Wiewerderop- Workum—Bols- vaartje .... (49) 299 ward. Trekvaart . (37) 275 Wilhelminavaart . (15) 4471 Workum-Fluessen. Willemshaven (Har- || Vaarweg .... (33) 266 lingen) (52) 1314 Workum—HindeWillemshaven, loopen. Vaart . . (36) 273 Nieuwe- (Harlingen) (52) 314 Worstsloot ... (95) 398 Willemskanaal. Woudbuursterpoel. (32) 265 Noord-. . . . [114] 184 Wondmansdiep . . (5) 211 Willemsvaart. . . (34) 497 Wondmansdiep— Willemsvaart Gronw. Vaart . . (7) 1214 (Seholtenskanaal) . . (19) 455 Woudpoortgraeht . (53) 317 Wilpsterhoofdvaart [105] 1177 Woudsenderrakken (27) 258 Windsloot. ... (1) 195 Wondsloot. ... (22) [249 Winkelhoekster- . Woudvaart ... (72) 346 diep [43] 104 Woud vaart (Fluessen) (18) 238 Winschoterdiep. . [2] 48 Woud vaart (Sneek) . (14) '228 Winsumerdiep . . (79) 148 Wouterswoudster- Winsnmerrflte . . [79] 149 opvaart .... (78) 358 Wirdumermaar . . [60] 128 Wurge. De ... (52) 305 Wirdumervaart. . (8) 216 Wijckeler Eebuurt. Wirdumervaart. Vaartje naai- de . (26) 257 Nieuwe . . . . (8) 217 Wfld. Het (Berhcum) ■ (57) 325 Wirdumervaart. Wijd. Het (Oppen- Oude (8) 216 huizen) . . „■ . . j (1) 19£ Wispel (89) 386 Wijd. Het (Moikwe- | Witmarsumervaart (41) 284 rum) (34) 270 Witte Brekken . . (14) 228 WMd. Het (Tjonger- Wittewflk . . . . (4) 414 kanaal) . . . . . (94) 395 Witveenstervaart . (81) 362 Wijd. Modderige . I (26) 257 Wold A .... (6) 418 Wfld. Wartenaster- .(6) 213 Wolddiep, Langs- Wijddraai. ... (23) 250 diep [111] 182 Wüde. Het (Linde) . (99) 405 Wolsum. Vaart Wijde Bird . . . I (85) 373 naar ..... (25) 254 Wijde Deel (Grouw). (85) 373 Woltersumer Ae . [53] 121 Wijde Ee (Bergum) . (1) 194 Wolvegaastersloot. | (94) 395 Wijde Ee (Grouw) . (85) 373 621 o!§ iUi «s m.§5_" sa pi§- s Namen g®"*|:=>S Namen 3.S " " ,der scheepvaartwegen. I § m o .S, rS ° der scheepvaartwegen. S m ga a 3 Wijde Ee (Grouw)- Wijken A, B en C Hooidammen. (Seholtenskanaal) . . (19) 456 Vaarweg. ... (85) 372 Wijmers. Lopper- Wqde Ee (Hooi- sumer [66] 133 dammen) .... (84) 368 Wijmers. Oude- Wflde Galle . . . (1) 1196 (Damsterdiep) . . . [60] 127 Wijde Geeuw (Ter- Wqmerts. (Bolswar- kapiester Poelen) . . (17) 233 dervaart) .... (25) 253 WHde Grons . . . (5) 211 WHmerts. Nauwe- I Wijde Hop . . . (1) 194 (Woudsend) ... (26) -256 Wijde Murk . . . (72) 347 Wijmerts. Nauwe- Wijde Rijn (Heme- (Zwarte Brekken) . . (19) 244 lumer Oldephaert en Wijmerts. Ooster- . (19) 244 Noordwolde) ... (30) 264 Wflmerts. Wflde- . (23) 261 Wijde Saiter ... (1) 195 Wijnaldum. Vaartje Wijde Wijk naar (56) 322 (Slootsch Opgaande) . (15) 445 Wijnsloot .... (20) 245 Wijde-Wijmerts. . (23) 251 Wynzervaartje . . (48) 294 Wijde Zuideindiger- (8) 422 Wijtgaardervaart . (8) 20 Wijk n°. 1 (Ommelanderwljk) . . . [25] j 85 IJ. IJlst naar't Oudhof. I II IJslumbuursterop- I Vaarweg van . . (19) 243 vaartje .... (62) 309 Usbrechtum. Op- IJssel. Geldersche (41) 521 vaartje naar . . (49) 296j IJssel. Oude . . . (40) 416 IJskeboerevaart. . (37) 277 Z. Zand. Het (ïjeuke- Zandige Grons . . (33) 265 meer) (1) 203 Zandige Hom. Zandeweer. Vaartje Nieuwe vaart door naai- [74] 143 de (18) 239 622 Namen . | S3 Namen i S>S der scheepvaartwegen. § m § .£, "3 a der scheepvaartwegen. S m g a 3 3 W o 3 e pq"3 ■si*-! * f^il ë |t>^?>|. Zanding .... (76) 355'Zuiderdiep (Blokzijl) (9) 427 Zandmeer .... (33) 265 Zuiderdiep (Drouwe- Zandpoel .... (29) 261 nermond) .... [13] 69 Zandsloot .... (20) 246| Zuiderdiep isiootsch Zandsloot (Terhorne) (87) 377 opgaande) .... (15) 445 Zandstermaar . . [67] 134 Zuider Dwarsvaart Zandvaart. . . . (29) 261 (Oiterterp) .... (84) 370 Zandwetering . . (26) 478 Zuider Ee. . . . (71) 343 Zandwijk .... [105] 178 Zuidergat (Bergumer- Zeerijpstermaar. . [68] 136 meer) (1) 193 Zeewijk. Vaart naar Zuidergracht pokde Groote- . . . [75] 145 kum) (53) 318 Zeilvaart Bols- Zuidergracht (Jan ward—Harlingen. (44) 1286 Hozengracht) . . . (8) 422 Zeilvaart Frane- Zniderhaven (Gro- ker—Sneek . . . (49) 295 ningen) [1] 47 Zevene poel(Oudhof) (1) 200 Zuiderhaven (Har- Zevenvoetsloot . . (17) 233 lingen) (52) 315 Zomerrak .... (12) 226 Zuiderhaven (Zut- Zond. . • . . . (33) 267 phen) (41) 529 Zool (Workum) . . (37) 278 Zuider Hoofddiep ZoolslOOt . • . . . (19) 244 (Buinermond) . . . [14] 70 Zooltje. Het . . . (74) 352 Zuider Hoofdvaart Zoutpoel .... (1) 199 (Exio) [16] 73 Zoutsloot .... (52) 313 Zuider Hoofdvaart Zouw (19) 244 (Valthe) [17] 74 Zuideindiger Wijde (8) 422 Zuiderhom. Verbin- Zuidelijke Hoofd- dingsvaartje door vaart (Tweede Exloër- den [75] 144 mond) [16] 73 Zuidermeer (Sua- ZuldeUjke Hoofd- meerdermeer) . . . (1) 193 vaart (Valthe) . . [18] 75 Zuideropgaande. . (16) 450 Zuidelijk verbin- Zuiderstadsgracht dingskanaal (Gro- (Leeuwarden) ... (2) 207 ningen) [1] 45 Zuidervaart Zuidendstervaart . (13) 227 (St.-Anna-Parochie) . (61) 331 Zuiderblokkendiep. [13] 70 623 £-§ MB I 8.§ is ° a> 'S a 3 ° o a 3 Kamen i §j§""'-8 3>S Namen feS SS ,der scheepvaartwegen. | | 0 § a |o der scheepvaartwegen. § 0 s£> 'i 5 i a a M'H 32 B -a Sb'5 S 2 Zuidervaart Zuidwending:. . . [94] 167 (St-Jacobi-Parochie) . (57) 325 Zuidwendinger Zniderzee (Blokzijl) (11) 431 Hoofddiep . . . [26] 85 Zuiderzee (Geld. j Zuidwoldersloot . (16) 445 Ussel) .... (41) 542 Zurig—Wons— Zuiderzee (Harlingen) (52) 815 Makkum. Vaart- . [42] 284 Zuiderzee (Hinde- Zwalm. De ... j (41) 526 loopen) (36) 276 Zwarte Brak . . j (81) 363 Zuiderzee (Kuinre) . (99) 404 Zwarte Brekken . (14) 228 Zuiderzee (Lemmer) (1) 204 Zwarte Broek . . | (77) 356 Zuiderzee (Makkum) (38) 279 Zwartemeer. Zuiderzee (Moikwe- Wijk aan 't. . . (15) 449 rum). . .■ . . . (34) 271 Zwartenberger Zuiderzee (Stavoren) (18) 243 Compascum. Zuiderzee (Tacozijl). (28) 260 Hoofdwijk naar 't (18) 453 Zuiderzee (Vollen- Zwartewater... (37) 502 hovei (10) 427 Zwartewater naar Zuiderzee (Workum) (37) 278 'tSteenwijkerdlep. Zuiderzee (Zwoische- : Vaarweg van 't . (9) 424 diep) (37) 506 Zwarte Woude . . (34) 269 Zuidgracht (12) 432 Zweins. Vaart naar -(52) 307 Zuidhoekstervaart. I (61) 331 Zwemmer. Nieuwe (81) 364 Zuidhorn. Schip- Zwemmer. Oude . (81) 363 sloot naar ... [92] 164 Zwette (Oldeboorn) . (85) 373 Zuidlaren, Haven- Zwettevaart ... (10) 220 kanaal van . . . [3] 54 Zwin (1) 196 Zuidlaardermeer . [3] 54 Zwinderschewjjk . (15) 447 Zuid-Noordkanaal. [42] 103 Zwolle—Almelo. Zuid-Ooster Stads- Kanaal .... (26) 474 gracht (Harlingen) . (52) 315 Zwolle—Kampen. Zuidraai. Eerste-, Trekvaart . . . (35) 500 Tweede-, Derde- en Zwolle. Stads- Vierde- (Hoogeveen- gracht te ... (33) 495 schevaart) . ... (15) 448 Zwolschediep . . (37) 602 Zuidveenér A Zijldiep (Lauwers) . [101] 173 (Steenwyk) .... (8) 423 Zijldh'kstermaar . [67] 134 624 i|ï| j\ Li Namen 3.2""-8 :s>S Namen SSS"-" SE der scheepvaartwegen. S 9 S £_ "° c der scheepvaartwegen. 9 „. g a so m'5 32 Sa K 32 5 «o 3 | * pq% 3>ö § s w iss | § . ê !> n > Ë > [s >ê } Zijlkerdiep ... [50] 113 Zijlroede. Piekezijl- ' Zijlried. Driezumer- (52) 304 ster (25) 254 Zijlried. Oude . . (52) 304 Ztjlroede van TacoZijlriet (Warffumer- zü'1 (28) 259 maar) [75] 143 Zijlroede. TerzooiZijlroe. Doezemer- [113] 183 ster (11) 224 Zqlroede (Akkrum) . (86) 374 Ztjlrijd (Dokkum) (69) 340 Ztjlroede. Groote Zijlsterrak (Leeuwar- (Makkum) .... (38) 280 den) (52) 306 Ztjlroede (Hinde- Zijlster-Rijd (Koi- loopen) (36) 275 lum) (79) 359 Ztjlroede. Kleine Zyitjessloot (Akma- (Makkum) . . . . (38) 280 rijp) (17) 233 Ztjlroede van Joure (17) 232 Zjjltjesloot (De Dille) (11) 225 Zijlroede van Lem- Zijp. De ... . (32) 265 nier. . . . . . (26) 258 625 XL OVERZICHT DER VAARWEGEN, GERANGSCHIKT NAAR DE IN DEN WEGWIJZER GEBRUIKTE VOLGNUMMERS. In dit overzicht zijn uitsluitend opgenomen de vaarwegen, die in den Wegwijzer onder een eigen volgnummer beschreven zijn. De getallen in de eerste kolom, links van de namen deivaarwegen, geven de volgnummers aan. Vet gedrukt zh'n de meer belangrijke vaarwegen. De Romeinsche cflfers in de eerste kolom, rechts van de namen der vaarwegen, betreffen de klasse tot welke de betreffende vaart behoort met betrekking tot de verkeersdichtheid ; zie hieromtrent verder de toelichting op bladz. 40. I■ g % \ Namen der vaarwegen. S I :ï? | > "^3 % 3 E §>1 — I 2 i.2 ü gj 3g S - I o | 'dê* -el A. Groningen en randgebied. [1] Verbindingskanalen te Groningen M l 4i ! No.l.Gro- fO! ws i. * a. ningen. Winschoterdiep I 48 i 1 No. 1. Gro- ninfiren [3] Drentsche diep, Hunse of Oostermoersche vaart . . [ III 53 1 — [4] Kielsterdiep, Annerveensch- en Eexterveensch kanaal . I 54 1 [5] Stadskanaal, Musselkanaal, Ter Apelkanaal I 58 1 [6] Nieuwe Compagniesterdiep . IV 63 1 [7] Annerkanaal III 64 1 — [8] Nieuwediep III 66 1 [9] Eerste Gietermond .... | III 67 1 [10] [ Bonnermond III | 67 | 1 ft [11] i Gasselterboerveensche mond III I 68 1 [12} [ Gasselterntieveensehe mond | II-III | 68 | 1 — 40 626 Ë% I Namen der vaarwegen. ! g oo^- baS!s% J>s sa 3 ^-gi li?-2» O M 3 2 hS"0 [13] Drouwenermond en Zuiderdiep II-III 69 1 I — [14] Buinermond en Zuiderhoofddiep Il-III 70 1 [15] Eerste Exloërmond en Noordelijke Hoofdvaart . . III 73 1 [16] Tweede Exloërmond en Zuidelijke Hoofdvaart . . II 73 1 [ [17] Eerste Valthermond en Zuider Valtherhoofddiep II 74 1 [18] Tweede Valthermond ... III 75 1 [19[ Weerdlngrermond II 76 1 [20] Kalkwijksterdiep III 78 | 1 | [21] Borger Compagniesterdiep . I III 79 1 — [22] Kleinemeersterdiep .... IV 80 1 [23] Trips-Compagniestevdiep . . III | 80 1 [24] Muntendammerdiep, Dwarsdiep, Westerdiep, Beneden- Dwarsdiep en Oosterdiep . I—II 81 1 [25] Ommelanderwijk II 84 1 [26] Zuidwendinger Hoofddiep . III 86 1 [27] Dalkanaal in 86 1 — [28] Pekeler Hoofddiep, Pekel-A en Westerwoldsche-A. . . II 86 [29] Noorder- of Boerendiep . . II 90 , 1 — [30] Alteveerkanaal II 91 1 [31] Poortmanswh'k III 93 1 [32] Benedenste Vledderveenkanaal II-III 93 1 [33] Bovenste Vledderveenkanaal II-III 94 1 [34] Westerwoldsche-A .... III 94 1 [35] Mnssel-A-kaiiaal II-III 96 1 [36] I Zijkanaal naar Weende—Jip- singhuizen IV 97 1 [37] Zijkanaal naar Onstwedde . III-IV 98 1 [38] Rniten-A-kanaal | II 98 1 [39] I Zjjkanaal naar Bourtange . [ IV | 100 1 627 ■°. '«sij ■Ssc0^ g §> £> i 2 o | S 3 j2 Jj,« | £ . Namen der vaarwegen. | | « ' ^al> ^jS3 §■ , ll j S « I-S S gj P : g « 5 ! ■« c fa is > j 3 * [40] Tereenigdkanaal van Westerwolde II 100 1 [41] Veendiep :II1-IV102 1 — [42] Ruitenbroekkanaal .... III-II 103 j 1 — [43] Winkelhoekster- en Achter- ! diep III 104 1 — [44] Noordbroeksterdiep .... III | 105 1 — [45] Termunterzijl- en Opdiep . II 106 1 — [46] Buiten Nieuwediep .... 1 IV 109 1 [47] Hondshalstermaai . . . . ! IV 110' 1 [48] Nieuwekanaal IlII-IV 111 i 1 — [49] Koediep IV 112 1 — [50] I Zijlker- en Beersterdiep IV | 113 1 | ■ — [51] I Buiskool- of Beliingwolder- zn'ldiep j IV ! 113 1 — [52] I Eemskanaal en de Haven van Delfzijl I—II 115 1 N°. 2. Delfzijl. [53] Slochterdiep II 120 1 — |54] Groeve II 121 l - [55] j Afwateringskanaal van i Duurswold II-III 123 1 N° 2. "Delfzijl. [56] Schildwolder Schipsloot . . IV j 124 1 — [57] Haanvaart IV 125 1 — "[58] i Weiwerdermaar III-IV 125 1 — [59[ | Verbindingskanaal te Farm- ] suni . . . III 125 1 [60] j Damsterdiep II-III I 126 1 N°. 2. Delfzijl. [61] Lustigemaar IV 129 1 — [62] Kardingermaar IV 130 1 — [63] Westerwh'twerdermaar .. III 131 1 — [64] Stedumermaar IV 132 1 — [65] Huizingermaar IV 133 1 [66] | Loppersumer Wijmers en j Westererndermaar . . . . | Hl-ivj 133 | 1 — 628 • è I r y - d sü| gs.5S? §1 I =" S 3?S |5:pÈ Namen der vaarwegen. ► $ S g aai: ,3 3 [67] Oosterwijtwerder-, Leermen- j ster-, 't Zandster- en Zijldijk- stermaar [68] Eenumer-, Zeerijper-, Garst- III-IV 134 1 — huizermaar IV 136 1 — [69] Godlinzermaar IV 137 1 — [70] Losdorpster- en Spjjkster- maar - . ! IV 137 1 [71] Groote Heekt en Bierumer- maar III j 138 1 — [72] Uitwierdermaar IV 138 1 — |73] Boterdiep II [ 139 1 N°. Ï.Groningen. [74] Uithuizermeedstermaar . . IV j 142 j 1 — [75] WarfTiimermaar en het kanaal naar Noordpolderzijl en Z\jl- riet III ' 143 1 — [76] Usquerdermaar of Delte . . III-IV 145 1 [77] Rasquerdermaar en het kanaal Baflo-Menslngreweer III 146 1 [78] Andelstermaar IV 148 1 — [79] Winsumerdiep II 148 1 [80] Wetsingermaar en Oude Ae III 150 1 — [81] Mensingeweerster Loopdiep. Warf huisterloopdiep en Hnnsing-okanaal III 151 1 N°. 3. Zoutkamp. [82] Kromme Raken of Schouwer- zijlster Rflte III 163 1 — [83] Hulpkanaal over den Hoorn III 154 1 [84] Houwerzij lstervaart • • • • IV 155 1 — [85] Boersloot of Eenrumermaar IV 156 1 — [86] Pieterbuurstermaar.... IV 156 1 [87] Westernielandstermaar . . IV 157 1 — [88] Broekstermaar IV 157 1 — 629 a ë i • -■Sj « 2 al Namen der vaarwegen. s La° 3 § —" j 0 m r-üÊ "l'S^J [89] Molenrjjgster- of Klooster- j buurstermaar. . . -. . . IV 158 1 — [90] Uilennestermaar IV 158 1 ! — [91] j Reitdiep I 158 1 |N»Men3. Gronin- ! gen en Zout- J kamp. [92] i Hoendiep en Stroobossertrek- 1 vaart I 162 1 en 2 N°. 1. Gro¬ ningen. [93] | Aduarderdiep I II ! 166 j 1 — [94] I Zuidwending- | III I 167 j 1 — [95] Lindt I IV 167 1 — [96] Oldehoofsterkanaal .... IV 168 I 1 j — [97] Niezijlster- en Kommerzijl- sterdiep III 169 1 — [98] Niehoofsterdiep IV 170 j 1- — [99] Hoerediep III-IV 170 j 1 [100] Poeldiep III-IV 171 1 [101] Stroomkanaal naar de Friesche sluis III-IV 171 !l en 2 N°. 3. Zout- ' kamp. [102] Visvlietervaart of Besheersdiep III-IV 174 1 [103] Koningsdiep III 174 1 j [104] Gave, Munnikesloot, Leekster I Meer, Leeksterhoofddiep . II 175 1 [105] Jonkersvaart, Wilpsterhoofd- vaart III-IV 177 1 en 2 | — [106] Koondervaart III 178 ' 1 — [107] Lettelberterdiep III 180 1 — [108] Tolbertkanaal IV 180 1 — [109] Holtropswh'k IV 181 | 1 — [110] Matsloot III 181 i 1 — [111] Wolddiep of Langsdiep . . | III-IV 182 | 1 | 630 la I s flli fil^ ||> => i s gil ■I-gèË a |s Kamen der vaarwegen. g In q q,> tuja,a es * lli laf [112] Lutjegastertocht I IV I 183 1 I — [113] Doezemertocht en Zijlroe '.. III I 183 ien2 [114] Noord-WIIlemskanaal . . .1—11 184 1 N°. Ï.Groningen. [115] Harenervaart | IV ' 187 I 1 I B. Friesland. ■ (1) Vaart van Groningen naar Lemmer I 189 , 2 : N°8. 11 en 5. Lem meien't Oud | hof. i2) I Stadsgrachten te Leeuwarden j I 205 2 N°. 4. Leeuwarden. (3) Vliet II 208 2 N°. 4. Leeuwarden., (4) Potmarge II 209 2 N°. 4. . Leeuwar* den. (5) Vaart van Leeuwarden naar de Groningervaart bij Suawoude I 210 2 (6) Vaart van Warstiens naar Bruiswaters I I 212 2 — (7) Vaart van 't Wondmansdiep naar Grouw II 214 2 — (8) Wirdumervaart ... . IH-IV 216 2 — (9) Stadsgrachten te Sneek . . I 218 2 N". 9. Sneek. (10) Trekvaart van Sneek naar Leeuwarden II 220 2 N°. 9. Sneek. .'. (11) Oudevaart III-IV 222 2 N°. 9. Sneek. 631 |J ■ , . Ijl |||# § se Namen der vaarwegen. $ J of* tz& £ s " £ !» s l. ° M o -a ► ■ i1 I * 3 p!E Ito i i <■ j= 1 (12) Vaarwater van Sneek naar Kruiswater I 225 2 N°. 9. Sneek. (13) Vaarwater van de Houke¬ sloot naar de Brugsloot. . IV 226 2 — (14) Vaart van Sneek naar *t Oud¬ hof • . . . . I—II 227 2 N°s.9en5. Sneek en 'töudhof. (15) Vaarwater van 't Fetsehol naar de Groëngaryperpoelen IV 229 2 (16) Vaart van het Sneekermeer naar de Langweerder Wielen II 280 2 (17) Ztjlroede van Joure ... li 232 2 — (18) Vaart van 't Oudhof naar Stavoren II 235 2 N°». 11 en 5, Stavoren en 't Oud hof. (19) Vaart van IJlst naar't Oudhof III 243 2 N°. 5. 'tOudhof. f20) Vaarwater van IJlst naar Hommerts III 244 2 — (21) Stroomkanaal door de Koe¬ vorde naar Lemmer . . . III-IV 246 2 N°. 12. Lemmer. (22) Vaart van Sloten naar het - Tjeukemeer I II-III 248 2 (23) Vaarwater van Sneek langs IJlst naar het Heeger Var II 250 2 N°. 9. Sneek. (24) ! Stadssingelgracht te Bols- ' ward II 251 2 N°. 10. Bolsward. 632 es s k=P si.sc? HÈ' Namen der vaarwegen. | | ^ lg a> al al 1 I ^"1 <^*% (25) Bolswardervaart ...... II 253 2 I N°. 10. | Bols- (26) Taart Tan het Heeger Var naar Lemmer II 255 2 N". 11. ,„,, _ Lemmer. (27) Vaart van Woudsend naar het Heeger meer .... U-in 258 2 — (28) Zijlroede Tan Taeoztjl... III 259 j 2 ' — (29) J Vaart van de Znlroede van Tacozijl naar Gaastburen . III-IV 261 I 2 (30) Vaart van het Slotermeer naar de Oorden III 262 2 1 (31) Bakhuistervaart III-IVI 264 2 ' (32) Vaarwegen van Heeg door het Waterschap Heeg . . IV 264 [ 2 (33) Vaart van de Finessen naar Worknm ....... III 266 ! 2 ' (34) Vaart van de Fluessen naar Molkwerum IIMV 268 j 2 i — (35) Vaart van de Morra naar Hindeloopen III 271 2 (36) Vaart van Worknm naar Hindeloopen III ! 278 i 2 (37) Vaart van Bolsward naar Workum III 275 2 N°. 10: Bols- ,„., ward. (38) Vaart van Makkum naar Tjerkwerd III | 279 2 — (39) Makkumervaart ...... III I 281 ! 2 (40) Dyksvaart van Makkum naar I Workum IV : 282 I 2 (41) Witmarsumervaart . . . . III 284 i 2 N°. 10 Bolsward. 633 I III !§ „ , I I Pi lill SS Namen der vaarwegen. S n g a > b„ S - 3 .0 « 8 3 "O 3 s15 > P eö cs £2 2~ (42) j Vaarwater van Makkum langs Wons naar Zurig .... IV 284 2 — (43) Dijkvaart bezuiden Harlingen IV 285 2 N°. 8. Harlingen. -(44) I Zijlvaart van Bolsward naar Harlingen II-III 286 2 Nos. 10 en 8. Bolsward.Harlin- I gen. (45) | Tjumer- en Lathumervaart . IV j 288 2 — (46) I Vaart van Franeker naar I Arum II-III 289 2 N°. 7. Franeker. (47) Trekvaart van Bolsward naar I Leeuwarden II-III 291 2 N°. 10. Bolsward. (48) - Oude Kloostervaart en Oos¬ terend ervaart IV 294 2 — (49) Zeilvaart van Sneek naar Franeker j II 295 2 N°s.9en7. Sneek. Frane- (50) Bosumer- en Oosterwieru- mervaart |HI-lV 298 2 — (51) Jaanvaart III-IV 299 2 — (52) Vaart van Harlingen naar de Nieuwe Zijlen .... I 301 2 N«. 6, t. 7 v en 8. Dokkum, Leeuwarden^Franekei.| Harlingen. 634 " . . ■§ 2 o O £ SP 61, § p Namen der vaarwegen. $ |g g a° ba%B« iP I * lil IPj £ g S I "§33 (53) i Stadssingel gracht te Dokkum ! J 316 2 N°. 6. Dok¬ kum. (54) Stadssingelgracht te Frane¬ ker I 319 2 N». 7. Franeker. (56) Sexbierumervaart (van af Harlingen) III 321 2 N°. 8. Harlingen. (56) Sexbierumervaart (vari af Franeker) III 321 2 N°. 7. Franeker. (57) Vaart van Franeker naar Berlikum III 323 2 N°. 7. Franeker. (58) Vaart van Franeker naar Menaldum IV 325 2 N°. 7. Franeker. (59) Menaldumervaart .... II 327 2 — (60) Vaarwater langs Marssum, Engelum, Beetgum . . . III-IV 328 2 — (61) Vaart van Berlikum door 't Bildt III 329 2 — (62) Stienservaart III-IV 332 2 — (63) Finknmer- en Leistervaart . ITI 333 2 — (64) Hallumervaart IV 334 2 — (65) Ferwerdervaart III 336 2 — (66) I Heerenwegstervaart ... IV 337 2 — (67) Jeslumervaart IV 338 2 — (68) Holwerdervaart UI 838 2 — (69) Ternaardervaart III 340 2 N°.6.Dok-j kum. I 635 ' \sva\ I'S* |te Namen der vaarwegen. g ,53 og,!> w^S ii Si I «iPi i < -° üOi Aalsumervaart en Paesens . III 341 j 2 |N°.6.Dok- kum. (71) Zuider Ee III 343 2 N°.6.Dok- kum. (72) Taart van het Woudmans- ■ diep naar Dokkum ... III 346 2 N°. 6. Dokkum. (73) .Tietjerkstervaart III 349 2 (74) ! Vaarwater van het Ouddeel j naar de Nieuwevaart bij I Zwaagwesteinde .... III-IV 360 2 (75) Vaarwater van de Groote ! Wielen door de Rh'd naar de Meer HI-T.V 863 2 I i76) Vaarwater van de Groote Wielen naar het Schalkediep IV 354 2 (77) Vaarwater van de Murk naar het Muizerijd ! III 355 2 (78) , Trekvaart van Dokkum naar j Gerbenallesverlaat. . . . II 367 2 N°. 6. Dokkum. (79) Zjjlsterrijd III 359 2 — (80) Kollumerzwaagstervaart . . Hl 360 2 (81) Vaart van de Smalle Eester Zanding naar de Nieuwe ZBlen II-III 361 2 (82) Broeksterwük en Oude vaart IV 364 2 (83) Surhuisterveenstervaart . . III-IV 365 2 — (84) Vaart van Kruiswaters naar het Veenhuizerkanaal . . II-III 366 2 (85) Taarwater van de Wfl.de Ee beneden Grouw naar de Wijde Ee bfl Hooidam . . II-III 372 2 j 636 g Namen der vaarwegen. 8 'st § a m JJJj ]g g || | s s pil fff J (86) Vaart van Grouw naar de Boorne II 874 2 (87) Vaart van Terhorne naar de Drentsche Hoofdvaart . II ! 375 2 — (88) Polderhoofdvaart. .... I II I 383 2 — (89) Binnenvaarweg van het I Nieuwekanaal oostehjk van | Oosterboom tot hetzelfde kanaal benoorden GorredUk I III 385 2 — (90) Boorne, van Akkrnm naar Oudeschouw j II j 387 2 (91) Vaart van Akkrnm naar Heerenveen II I 387 2 (92) Schoterlandsche Compag¬ nonsvaart III I 391 2 — (93) Vaart van het Tjonger¬ kanaal naar Heerenveen : II 393 2 •(94) Tjongerkanaal II-III 894 2 — (95) Tjonger of Kninder... II-III 397 2 — (96) Pier Christiaansloot . . . j II 399 2 — (97) Broeresloot [ III 400 2 — (98) Helomavaart II 402 2 (99) Linde II-III 403 2 — C. Drenthe, Overijssel, Oost-Gelderland. (1) Drentsche Hoofdvaart. . . [ 406 1 en3 Nu. 17. ■ / Meppel. (2) Molenwijk III | 411 l — (3) Veenhuizerkanaal .... II 412 j 1 (4) Wittewijk II j414ien3 — (5) Meppèlerdiep , I 414 !2en8 N°. 17. Meppel. (6) Zijkanaal bö Meppel ... I 418 |2en3 N°. 17. Meppel. 637 «Sb s g ^anE | § Namen der vaarwegen. o i ,g j 0 g, t> M.g £ 9 II I 13 N f il^i (7) j Haagjesgracht. . ... . . I III I 419 la en si 1 (8) I Vaarweg van het MeppelerI diep langs Giethoorn naar I het Steenwijkerdiep . . . III-IV 420 |2 en 3 N°. 15. v Steenwijk. (9) Vaarwater van het Zwarte1 water naar het Steenwijker! diep II 424 2en3 (10) | Haven van Vollenhove . . IV 427 2 en s (11) Vaart van Steenwijk naar de Zniderzee II 428 2 N08. 15 en I 14. Steenwijk,Blokzijl. (12) i Vaart van Friesland naar het Steenwijkerdiep ... II 431 2 (13) Oranjekanaal II 433 1 en 3 (14) I Beilervaart III 437 1 en 3 (15) Hoogeveensche vaart ... n | 438 3 N°. 17. Meppel. ■ (16) I Hollandsche-veldsche- en Zui- ! deropgaande Hl 450 3 (17) I Middenraai III 461 3 (18) Compascuumkanaal .... I—II 451 len8 (19) Seholtenskanaal I 453 3 (20) Stieltjeskanaal II i 456 3 N°. 19. Coevorden. (21) | Dedemsvaart I—II 459 3 N°. 18. Hasselt. (22) Kanaal naar Ommen ... III 467 3 — (23) Lutterhoofdwijk I—II 467 3 N°. 19. Coevorden. 638 m c i ë • *§S5 * o.s ^ g ^ Namen der vaarwegen. S 'n £ p, ^ ^ j§ ^ eg I g s «is %p* > ui iir I ; I I (24) Kanaal Coevorden—Al te Pl- eardie IV 471 3 N°. 19. Coevorden. (25) Coevorden-Vechtkanaal . . III 472 3 N°. 19. Coevorden. (26) Overijsselschkanaal (Zwolle —Almelo) II 474 3 N°. 22. Zwolle. (27) Overijsselschkanaal (Vroomshoop—Haandrik) . III 482 3 (28) I Overijsselschkanaal (Leme- [ lerveld—Deventer). ... I II 484 3 N°.21. Deventer. (29) Kanaal Almelo-Nordhorn. . III 486 3 — (30) Overijsselsche Vecht . . . III-IV 489 3 — (31) Liehtmiskanaal III 493 3 — (32) Nienwe- of Binnen vecht . . II-III 494 3 N°. 22. Zwolle. (33) Stadsgracht te Zwolle... I 496 3 N°. 22. Zwolle'. (34) Willemsvaart ...... I 497 | 3 N°. 22. Zwolle. (35) Trekvaart van Kampen naar het Zwartewater .... IV 500 3 N°. 13. Kampen. (36) Genemuider A IV 501 3 (37) Zwartewater en Zwolsche- diep I 602 ' 3 N°. 22. Zwolle. (38) Apeldoornsehe kanaal... II 507 3 | — (39) I Berkel IV 514 | 3 j N°. 23. I Zutphen. (40) Oude IJssel III 516 3 N°. 24. DoesI burg. 639 I & m = s i-§l ff £ lil I t P§ •sfii § te Namen der vaarwegen. a ,§ o & tu:,a 3 « p 3 3 'II iflJ I II> lij (41) j Geldersche IJssel .... I i 521 3 [n°. 24,23, 21 en 13. I Does! burg, I Zutphen, j Devenj ter> Kampen, (42) Ganzendiep iii 543 3 f. 13. I Kampen. (43) Goot | iv 544 3 C. J. ANKERSMIT „ANKER" Hijsch- en Transportwerktuigen 's-GRAVENHAGE. Telegramadres: HEFANKER HAAG. Telefoon: MARNIX 3100. Leverancier van den Rijkswaterstaat, Ministerie van Marine, Rijks- en GemeenteBedrijven, enz. Steeds zeer uitgebreide voorraad Schroef- en Kamwieltakels, Eleo trische Takels en Lieren van zeer hoog nuttig effect, Houten en Stalen Dommekrachten, Schroef- en Bouw vijzels, Handlieren, Steekwagens, Takelblokken, enz. CATALOGUS OP AANVRAAG VERKRIJGBAAR. Verklaring' der Teeken s. SSSSisai lloofè/.vcuirtvegejt. ---- KanaZe* £i „«„/<•<;. / = me£ brut/. — - Spoorweg. i ii f*i'(//rt*t'(vj Damm^t of hoofden . >> — Schattiuis. > j/W of k*w/iu:r. o . . H^e, t BaaA. VEKBETERINGEN Dij schetskaartje n°. 6. Dokkum. De Aalsnmergracht tusschen de schutsluis en de Zuider Ee is ondiep en weinig bevaren. De vaart naar het Nienwverlaat volgt de Halvemaansgracht en Parkgracht. (Zie bladz. 816.) Dokkumer Grootdiep (oostelijk van Dokkum) lees: Dokkumerdiep. Storm waarschuwingsbord (Noorderhoofd) lees Storm waarschuwingsdienst. AANVULLING bij schetskaartje n». 9. Sneek. 300 M. bezuiden de Oppenhuizerbrug is in de Koopmansgracht (Oostelijke Singelgracht van Sneek) een nieuwe electrische ophaalbrug gebouwd (zie blz. 219 van den Wegwijzer). AANVULLING bfl schetskaartje n°. 15. Steenwijk. De Kapelsloot (Dolderkanaal) is thans bevaarbaar. (Zie bladz. 429.) AANVULLING bij schetskaartje n°. 31. Herenter. Voor de thans in aanleg zflnde bijna voltooide nieuwe havenwerken, enz. zie bladz. 538. Scheepsbouwkundig- en Scheepvaart-bureau van E. ZWOLSMAN, LEEUWARDEN. NIEUWBOUW VAN ALLE SOORT SCHEPEN. Speciaal MOTOBVBACHTBOOTEN, zeer soliede bouw en prachtig model. Plannen op aanvrage. Verstrekt hypotheek tegen billijke rente en aflossing. Taxatie en Expertise. RUW0LIE-B00TSM0T0REN FABRIKAAT: NEUFELDT & KUHNKE, WERK RAVENSBERG, KIEL. CAPACITEITEN: 10—12 P.K., 15 P.K., 20—24 P.K., 25 P.K., 28—32 P.K., 50 P.K. LEVERING: UIT VOORRAAD ROTTERDAM. PRIJS: BENEDEN ALLE CONCURRENTIE. VERBRUIK: 290 GR. RUWOLIE, 15 GR. SMEEROLIE PER P.K.-UUR. DE NUK-MOTOR. MUNT UIT DOOR SOEPELEN GANG, GROOT DOORTREKVERMOGEN, GROOTE OVER BELASTBAARHEID, PRIMA AFWERKING, EN BEZIT GEEN KLEPPEN. VrtAAGT INLICHTINGEN EN OFFERTE AAN DEN HOOFDVERTEGENWOORDIGER: TECHNISCH BUREAU J. DUIKER, LEUVEHAVEN 6, ROTTERDAM. SNELBLUSSCHER „MINIMAX" 2 millioen apparaten geplaatst 80,000 branden gebluscht 116 menschenlevens gered MINIMAX BEHOUDT ZIJN BLUSCHKRACHT Kan met één hand in werking gesteld en bediend worden. Wij zijn leveranciers van ruim 80% der Rijks-, Provincialeen Gemeentegebouwen. ♦♦ Speciale Scheepsapparaten. Tal van Scheepvaart-Maatschappijen betrokken onze Snelblusschers. Attesten van betrouwbaarheidsduur o. a. van Intendance der Koninklijke Paleizen te 's-Gravenhage (16 j.); M. A. de Wit, Oudenbosch (17 j.); Jhr. van Nispen tot Zevenaar (15 j.); Gemeente Zevenaar (13 j.); Departement van Landbouw, Nijverheid en Handel (12 j.): Firma Pander <& Zonen te 's-Gravenhage (10 j.). Vraagt inlichtingen en vergelijkende bluschproef aan bij de: Maatschappij „MINIMAX" te Scheveningen Telefoon Sch. 686. mmm AMSTERDAM ROTTERDAM VOOR ZEE- EN BINNENVAART VERTEGENWOORDIGERS: ZEELAND: REITSMA, V. D. WERKE & BAKKER, WEMELDINGE FRIESLAND: M. KLEISMA, PERKSTRAAT 28, LEEUWARDEN GRONINGEN: H. G. EEKELS, HOOGEZAND I BiM»iiS-Schie*ps-M©f«ir«ii I 1 Loopen op goedkoope oliesoorlen, hebben j I een gering brandstofverbruik, en zyn: 1 1 Eenvoudig Solide Bedryf szeker I fN.V.MOTORENFABRIEK DEUfl AMSTERDAM. Keizersgracht N°. 746. Telefoon N°. 768 en 770. Offertes worden kosteloos en zonde* eenige verbintenis voor U verstrekt BRANDDEUREN VERVAARDIGEN als SPECIALITEITEN Geirs. GORTER WORMERVEER Vraagt onze brochures TIMMERMOTOREN VOOR STATIONAIR* EN SCHEEPSGEBRUIK, 6 tot 100 P.K. Ruwolieverbruik 0,15 K.G. per P.K. per uur. BEDRIJFSZEKER. EENVOUDIGE CONSTRUCTIE. N. V. TIMMERMOTORENFABRIEK. MEPPEL. FIXALO DE VERF VOOR BUITEN EN BINNEN M HOOFDKANTOOR VOOR NEDERLAND EN KOLONIËN TE DEN HAAG VRAAG ONS PRIJZEN EN BESCHRIJVINGEN VAN PRIMA 2 CYL.-TWEETACT RUWOLIE-SCHEEPSMOTOREN MET REGELBARE RUWOLIE-SNELLAMPEN. GEEN TRILLINGEN. IN 2 MIN. IN BEDRIJF. N. V. CROSSLEY MOTOREN — DEN HAAG. AGENTEN DER GROOTSTE MOTOREN FABRIEKEN TER WERELD. I \vïlt Ge Uw reclame» een welverzorgd || cachet geven™ II ^ 999 1 ADVERTENTIEBUREAU EN UITGEVERSZAAK JAN PIETER5Z G0ENSTR-13DEN MAAG laatsing van advertenties in. alle bladen te besparing geeft heb, indien, tl aüef P. M. DIED ERIK'S TRANSPORTBEDRIJF. Bevrachtingen. Beëedigde IJkopnamen. Overname van Transporten enz. AMSTERDAM, Oude Brugsteeg 6/8, b. d. Beurs. Telef. Interc. (N) 2994, (N) 3079, CO) 4176. Telegram-Adres: „Diederik"-Amsterdam. ROTTERDAM, Boompjes 65. Telef. Interc. 13698 en 14181. Telegram-Adres: „Sistemo"-Rotterdam. MAASTRICHT, Kapoenstraat 29,Jf|J Telef. Interc. 922 en 986. Telegram-Adres: „Diederik"-Maastrieht. CHARLEROI, Rue Navez 5. Telegram-Adres: „Dieder ik"-Charleroi.