*1S 11591 LEIDRAAD VOOR DE ROTTERDAMSC H È MEISJES BIJ DË KEUZE VAN EEN BEROEP DOOR ANNA POLAK DIRECTRICE VAN HET NATIONAAL BUREAU VOOR VROUWENARBEID G 41 v 50 CENT FRANCO PEf§if*0ST JE RPT^EkDAMiSGHE; VAN SCHOOL | GAANDE MEISJES WORDT, Düjp^?^fe 'OEKJE.KOSTELOOS UfTGEREIKT^fc - fRISCHE BOEK* EN KUNSTDRUKKER!^JOH. MULOER, GOUDA LEIDRAAD VOOR DE ROTTERDAMSCHE MEISJES BIJ DE KEUZE VAN EEN BEROEP DOOR ANNA POLAK, Directrice van het Nationaal Bureau voor Vrouwenarbeid. No. 21 DER GOEDKOOPE UITGAVEN, bewerkt aan het Nationaal Bureau voor Vrouwenarbeid, Jacob van der Doesstraat 68, 's-Qravenhage. VOORWOORD. Reeds eenige jaren geleden vatte het Nationaal Bureau voor Vrouwenarbeid het plan op, voorloopig alleen voor de grootere gemeenten ten onzent, boekjes samen te stellen, die tot leidraden zouden kunnen dienen bij de beroepskeuze voor meisjes. Telkens opnieuw toch trof ons het droevige verschijnsel, dat vrouwen in veel grooter getale nog dan mannen hare arbeidstaak beschouwen als een last, die als een looden zwaarte getorst in stede van met opgewektheid en veerkracht gedragen wordt, omdat zij van haar werk niet houden of er niet voor geschikt zijn, terwijl zij zich op een ander plekje van het maatschappelijke arbeidsveld wellicht opperbest op haar plaats zouden gevoelen. Dat zijn de slachtoffers eener verkeerde beroepskeuze, een verschijnsel dat ongetwijfeld te wijten is aan verschillende oorzaken, waarvan niet de minst belangrijke moet worden gezocht in onbekendheid met het bestaan en den aard van een aantal beroepen, de gelegenheid om daartoe te worden opgeleid en de geldelijke vooruitzichten die elk beroep biedt aan de deugdelijk onderlegde arbeidskracht. Even veelvuldig als de oorzaken, zijn ook de noodlottige gevolgen van die verkeerde beroepskeuze gebleken: stuwing van steeds versche scharen werkkrachten naar enkele overvolle beroepen, waar een scherpe concurrentie gaat heerschen en de loonstandaard daalt; onbevredigdheid van de „arbeidster", die moeilijk plaatsing vindt, langzaam opklimt, weinig verdient en haren dagelijkschen arbeid met tegenzin vervult; ontevredenheid ten slotte bij de ouders, die geld hebben besteed aan een opleiding, die zoo luttel resultaat blijkt op te leveren. Tot voor weinige tientallen van jaren werd, behalve in enkele bevoorrechte kringen en ook daér veelal 4 voor de zoons alleen, aan het zoo bij uitnemendheid belangrijke vraagstuk van de beroepskeuze geen of ternauwernood aandacht geschonken. Eerst langzamerhand begint het besef door te dringen, dat arbeid niet slechts de eenige bron is van duurzame welvaart, maar bovendien één der grootste bronnen van levensvreugde voor iedere volwassen valide persoon, zoo vrouwals man. En gelijk met dit besef nam ook de zorg toe, die er aan de beroepskeuze werd besteed. De brochures die over dat onderwerp gedurende de laatste jaren ten onzent het licht zagen, zijn, voor zoover wij weten, in hoofdzaak de „Gids voor Amsterdamsche Ouders, Voogden, Verzorgers en Onderwijzers", bewerkt door de afdeeling Amsterdam van de Vereeniging „Volksonderwijs", de beroepskeuze-boekjes van de Dordtsche en Haagsche Arbeidsbeurzen en vooral van Mameren's „Leidraad bij de keuze van een ambt, betrekking of beroep". Maar terwijl van Mameren's Leidraad, een lijvig boekdeel vormt en voor kleine beurzen onbereikbaar is, geven de overige boekjes, ten behoeve zoowel van jongens als van meisjes samengesteld, voor de laatsten niet de uitvoerige inlichtingen die wij in haar belang zouden wenschen. Zoo begonnen wij dan in 1912, volgens een door onszelf vastgesteld plan, een „Leidraad" te bewerken voor den Haag. Deze eerste wegwijzer, die niet zonder eenigen schroom onzerzijds, door vriendelijke bemiddeling van dames en heeren schoolhoofden aan de van school gaande meisjes werd uitgereikt, moest uitteraard als een proef worden beschouwd. Wij konden onmogelijk van te voren weten, of men in onderwijskringen met deze poging tot beïnvloeding van de beroepskeuze der meisjes zou zijn ingenomen, en of de leerlingen en hare ouders wel in het boekje zouden vinden wat wij gemeend hadden, hun er in aan te bieden. Gelukkiglijk heeft de praktijk aangetoond, dat onze schroom ijdel was. Van verschillende schoolhoofden, mannelijke zoowel als vrouwelijke, mochten wij betuigingen van instemming ontvangen; herhaaldelijk bleek ons, dat van den Leidraad een ruim gebruik werd gemaakt, en zelfs uit andere gemeenten werd de brochure besteld. 5 Met vertrouwen zijn wij dus in die richting verder gegaan. In 1913 verscheen de Amsterdamsche Leidraad, die ditmaal — behoudens een aanvullend bericht — nog ongewijzigd weder aan ± 4500 meisjes wordt ter hand gesteld. Tegelijkertijd ontvangt de Haagsche van school gaande vrouwelijke jeugd een tweeden, verbeterden druk van den, op verschillende punten reeds verouderden eersten Leidraad, terwijl thans ook voor Rotterdam een dergelijke brochure kon worden samengesteld. Tot Mejuffrouw A. Munting, die het grootste gedeelte van het omvangrijke plaatselijke onderzoek in winkels, ateliers, fabrieken en zaken van allerlei aard welwillend op zich nam, en aan al degenen, die ons door het inwinnen of verstrekken van mondelinge of schriftelijke inlichtingen bij het bewerken dezer uitgaaf behulpzaam hebben willen zijn, worde hier een woord van hartelijken dank gericht. Bij het einde van dezen cursus zullen nu reeds tusschen de 9000 en 10000 van school gaande meisjes een „wegwijzer" ontvangen op het verbijsterende beroepskeuze-terrein. Mogen velen er door gevoerd worden naar een toekomst van nuttigen arbeid, die in eiken kring onzer samenleving welvaart, waardigheid en levensbevrediging schept I DEN HAAG, Februari 1914. INLEIDING. EEN WOORD AAN OUDERS OF VOOGDEN. Reeds vroeg plegen ouders zich bezig te houden met de vraag: „wat moet onze jongen worden ?" Soms wordt de toekomst van den mannelijken spruit in de wieg reeds vastgesteld. Met betrekking tot de dochter daarentegen wordt die vraag eerst veel later, in menig gezin zelfs nooit gehoord. En toch moesten ouders en voogden met evenveel zorg het beroep kiezen dat door hun meisjes, als dat hetwelk door hun jongens beoefend zal worden. Volstrekt niet alleen voor zoover het ongefortuneerde meisjes betreft. Want vooreerst: geld kan verloren gaan, maar hetgeen men verzameld heeft aan kennis of practische handigheid, is een duurzaam bezit; een schat, voor het leven vergaard! En bovendien: géén brood smaakt zoo lekker als het eigen verdiendej en het zou wel zeer onbarmhartig zijn, om juist het rijke meisje dat genot te ontzeggen. Zij zou daardoor armer worden dan hare armste zusteren. Intusschen, de overgroote meerderheid der Nederlandsche meisjes is niet van rijken huize. Ze moeten wel degelijk zeiven, volwassen geworden, in eigen onderhoud voorzien; velen helaas! lang vóór zij volwassen zijn! Overwegingen omtrent een wellicht te verwachten huwelijk mogen daarbij geen gewicht in de schaal leggen. Ouders en voogden, die op dien grond hun dochter of pupil geen vak laten leeren, handelen onverantwoordelijk; en van menig gebroken leven zouden de muren van ons Bureau kunnen vertellen, als waarschuwing voor die ouders, voor wie het nog niet te laat is, en in wier macht het nog staat, het leven van hun kind ten goede te leiden. 7 Immers: niemand is het gegeven, in de toekomst te zien. Het kan wezen, dat een meisje in het geheel niet trouwt; dat zij eerst laat, tégen of na haar 30ste jaar in het huwelijk treedt; dat zij ook na haar huwelijk op de eene of andere wijze in het onderhoud van het gezin moet bijdragen; terwijl in ieder geval een meisje dat haar eigen brood verdient zich veel vrijer voelt tegenover den man die haar ten huwelijk vraagt en veel eerder de stem van haar hart kan volgen, dan degene die niet in haar onderhoud kan voorzien, en dus den eersten den besten — of „slechtsten" ? — moet aannemen, uit angst, dat zij misschien onverzorgd zal achterblijven. Vast staat dus, dat ieder meisje evenals iedere jongen deugdelijk moet worden opgeleid voor eenig beroep. Maar voor wélk beroep? In de eerste plaats voor dat beroep, dat het meest met haar aanleg en lichamelijke gesteldheid overeenkomt. Wie handig en met voorliefde knutselt, moet geen vak kiezen, waar alleen hoofdwerk voor wordt vereischt. Wie het meeste pleizier heeft in rekenen, moet niet verder leeren voor een beroep, waar taal de hoofdzaak is. Een zwak meisje moet geen strijkster, worden, en een zenuwachtig persoontje geen telefoniste Maar niet alleen met den aanleg van het meisje, ook met de vooruitzichten in de verschillende vakken moet terdege worden rekening gehouden. Anders loopt men gevaar een beroep te kiezen, dat geen middel van bestaan oplevert; hetzij tijdelijk, doordat gedurende eenige jaren te velen zich juist voor dat vak hebben bekwaamd; hetzij blijvend, omdat het een achteruitgaand vak is, of omdat het slechts voor een enkele plaatsing biedt. Wij hebben getracht, IJ bij de zoo moeilijke beroepskeuze voor meisjes een leidraad te verschaffen, bestaande in: I. een lijst van beroepen, in Nederland door vrouwen vervuld; II. een lijst van beroepen, waarvoor in Rotterdam opleiding te vinden is; III. inlichtingen omtrent die opleiding en omtrent de vooruitzichten in die beroepen; IV. een lijst van beroepen, 8 waarvoor alleen buiten Rotterdam opleiding te verkrijgen is; V. inlichtingen omtrent de plaats(en) waar dan die opleiding te vinden is en omtrent de vooruitzichten in die beroepen; VI. een lijst van beroepen, waarvoor (nog) geen opleiding bestaat of waarvoor opleiding niet noodig is; VII. eenige inlichtingen omtrent de vooruitzichten in die beroepen. Betreffende de opleiding buiten Rotterdam konden wij geen nadere gegevens verstrekken, omdat daardoor ons boekje een veel te groote uitbreiding zou ondergaan. En ook in verschillende andere opzichten moesten wij wegens gebrek aan ruimte beknopter zijn, dan wij ten behoeve der belanghebbenden wel hadden gewenscht. Zoo kon van verschillende ambten, betrekkingen of beroepen waarvoor men niet rechtstreeks kan worden opgeleid, omdat nog van tal van andere omstandigheden afhankelijk is, of men de begeerde taak eenmaal vervullen zal, alleen worden opgegeven, welke vorming voor het vak in questie in ieder geval onontbeerlijk is. Bijvoorbeeld: wanneer wij onder de beroepen waarvoor te Rotterdam opleiding te verkrijgen is, opnoemen: hoofd eener school, directrice van een ziekenhuis, hoofd van een handelszaak... dan beteekent dat — wij vermelden dit hier, omdat sommige dergelijke opgaven wel eens schijnen te zijn misverstaan — geenszins, dat men op de eene of andere speciale wijze juist voor die beroepen of betrekkingen kan worden bekwaamd ! Immers, voor directrice van een ziekenhuis bestaat er ten onzent geen bijzondere opleiding. Tallooze malen wordt de hoofdacte behaald, zonder dat de bezitter of bezitster ooit tot schoolhoofd wordt benoemd. Er zijn uitnemende krachten in den handel, die het nooit brengen tot chef eener zaak. Wij meenen alleen in onzen Leidraad te moeten aanwijzen, welken weg een meisje, wie een der bovenaangeduide beroepen of betrekkingen of een ander, gelijksoortig, vak aantrekkelijk voorkomt, moet inslaan, om — indien aanleg en omstandigheden medewerken — eenmaal het door haar gewenschte doel te bereiken. Ook hierin moesten wij onvolledig blijven, dat slechts zeer zelden examen-eischen, tijdstip en plaats van 9 aangifte en nooitfcet bedrag der examen-gelden werden vermeld; terwijl niet dan bij uitzondering eenigszins uitvoerig de werkzaamheden werden omschreven, die aan eenig bepaald beroep verbonden zijn. Met zorg werd gepoogd, duidelijkheid aan beknoptheid te paren. Waar desondanks de Leidraad tekort schiet, daar is ons Bureau, Jacob van der Doesstraat 68, Den Haag, gaarne bereid, zoowel mondeling als schriftelijk zooveel mogelijk aanvullende inlichtingen te geven. Eiken werkdag is het tusschen 9 en 12, 2 en 4 uur voor bezoekers toegankelijk. Nog op enkele punten, ten nauwste met het vraagstuk van de vakopleiding samenhangend, zouden wij uw aandacht willen vestigen: op het voordeel eener zoo breed mogelijke algemeene ontwikkeling, eer de eigenlijke vakopleiding een aanvang neemt; op den ernst waarmede het meisje even goed als de jongen .haar toekomstig beroep behoort te beschouwen; en, ten slotte, op de gezondheid der aanstaande „arbeidster". Ieder beroep, het eenvoudigste zoowel als het geleerdste, wordt, in het algemeen gesproken, beter vervuld, naarmate, de speciale vakbekwaamheid op een steviger basis van algemeene kennis is gegrond. Immers, hoe ruimer het veld is dat iemand kan overzien, des te verstandiger zal hij arbeiden op het kleine plekje gronds, dat hem ter bewerking werd toegewezen. Daarom hopen wij zeer', dat die meisjes, voor wie de school voor M.U.L.O., de H.B.S. of het gymnasium gesloten moet blijven, althans de herhalingsscholen of de herhalings-cursussen zullen bezoeken. Wij twijfelen niet, of heeren en dames schoolhoofden zullen bereid gevonden worden, een ieder, die zijn dochtertje het herhalingsonderwijs wenscht te doen volgen, op de hoogte te brengen van alles wat daarvoor te weten noodig is. Ook omtrent de kostelooze plaatsen op de verschillende inrichtingen van onderwijs te Rotterdam zullen de schoolhoofden zeker gaarne inlichtingen geven. Menig meisje zou heel wat beter toegerust kunnen worden voor de reis door het leven, indien de gelegenheid tot meerdere ontwikkeling niet dikwijls uit sleur of laksheid werd verzuimd. 10 Niet minder gewenscht dan eenige meerdere ontwikkeling voor, is eenige meerdere ernst- van de vrouwelijke arbeidskracht. Gebrek aan ernst bij de „arbeidsters" — in hoevele vakken hoorden wij daarover klagen! Hoe menig meisje ziet nog alleen een tijdpasseering in haar werk, dat zij zonder belangstelling verricht, zonder begeerte om in haar vak vooruit te komen, zonder verantwoordelijksgevoel tegenover de dagelijksche taak, en — hetgeen als de oorzaak zoowel als het gevolg daarvan te beschouwen is — zonder liefde er voor. Wij gelooven, dat die noodlottige gezindheid zich wel degelijk langzamerhand in gunstige richting kan wijzigen, indien onderwijzers en ouders willen medehelpen. Dan zal op den duur ook in de opgroeiende meisjes het bewustzijn ontwaken, dat zij, evenals ieder ander, haar eigen plaatsje op aarde zoo goed mogelijk moeten vullen, en haar onderhoud: huisvesting, voeding, kleeding — altemaal producten van menschenarbeid — eerlijk moeten verdienen, door ook zeiven te arbeiden met alle kracht en verstand, die te harer beschikking staan. Wat nu eindelijk de gezondheid der aanstaande arbeidster betreft — in zoo menig beroep hoort men de klacht uiten, dat juist de vrouwelijke werkkrachten zooveel verzuimen, somtijds door voorgewende, maar dikwijls ook door werkelijke ziekte. Het komt ons voor, dat een groot gedeelte der schuld daarvan moet worden geschoven op de opvoeding, die de jongens buiten schooltijd in de open lucht laat spelen en ravotten, en de meisjes, kleine moedertjes van kindsbeen af, binnen houdt voor allerhande huiselijke bezigheden. Wanneer die noodzakelijke verrichtingen nu in het vervolg eens beurtelings aan Mie kinderen worden opgedragen, dan zullen stellig de jongens er handiger, redzamer en vooral ook minder ruw en zelfzuchtig op worden, en de meisjes, door meer te genieten van licht en lucht, beweging en zonneschijn, sterker jonge vrouwen worden, krachtiger aanstaande moeders van een toekomstig geslacht, die bovendien ook beter tegen haar werk zullen zijn opgewassen. De meisjes zullen het dan op hare beurt stellig later voelen als haar plicht — een plicht tegenover de ouders 11 die haar in staat stelden, tot flinke wèl onderlegde vakvrouwen op te groeien, en niet minder ook tegenover zichzelven en de gemeenschap - om haar werk te verrichten met opgewektheid en toewijdine; door verstandig arbeid*- en rusttijden, inspanning en uitspanning te doen afwisselen, haar gezondheid te bewaren; en het voorwenden van plekte te vermijden als een oneerlijk en harer onwaardig middel, om hare taak op anderer schouders te schuiven. En nog van iets anders zullen die jonge vrouwen zich bewust zün: dat zij voor goed verrichten arbeid behoorlijke arbeidsvoorwaarden kunnen bedingen en zich met moeten tevreden stellen met een kariler bezoldiging dan haar mannelijke collega's, wie? werk en niet bet" gedaan wordt dan het hare. «cf middel nu om rechtmatige verlangens ingewilligd ,svaaneens,uiting der belanghebbenden Géén flinke arbeidster met hoofd of hand die ver- w!mt!ihKag'Jid va,n hare ^^organisatie te worden. Wij hebben dan ook steeds, voor zoover ze ons be- & h^l"' 6 vakve!-een'g'ngen onder de verschillende beroepen vermeld. n£t° h?1en wij dan' dat deze leidraad ons weder iets iedere frouw^ ideale toekomst< waarin ook 2 Jiï lï*1 arbe,df" met vreu8de en toewijding aan werk dat overeenkomt met haar eigen aard en frf 6,1 waa,rdo°r .haar> in grootere of kleinere mate Ook HfVaLb-i°,heid.en welvaart gewaarborgd wordt ■■ l fT^ldster 's haar loon waardig; te meer Taar nilhhte-JU1SteJnzichtJoont te bezitten in hetgeen naar plicht is en haar recht! i Lijst van Ambten, Beroepen en Betrekkingen, in Nederland door Vrouwen vervuld. I. Ambten, beroepen en betrekkingen van huishoudelijken aard. 1. Huishoudster. 2. Hulp in de huishouding. 3. Huisverzorgster. 4. Dienstbode-alleen. 5. Keukenmeisje. 6. Kamermeisje. 7. Linnenmeisje. 8. Kamenier-linnenmeisje. 9. Kamenier. 10. Juffrouw van gezelschap. 11. Hofdame. 12. Kindermeisje. 13. Kookster. Kokkin. 14. Directrice van een coöperatieve keuken, lö! Moeder van een wees- of armhuis. 16. Zaalopzichtster, bewaarster aan een rijksstrai- inrichting. 17. Kosteres. 18. Stovenzetster. 19. Toiletjuffrouw. 20. Badvrouw. i .-^teui 21 Opzichteres bij de schoolkinderbaden. 22 Directrice, adjunct-directrice van de linnenkamer van het gebouw eener stoomvaartmaatschappij. 23. Linnenjuffrouw op een boot en stewardess. 24. Garderobe-bewaarster. 25. Werkvrouw. ; 26. Kamerverhuurster of pensionhoudster. II. Ambten, beroepen en betrekkingen op het gebied van opvoeding en onderwijs. 27. Gouvernante. 28. Kinderjuffrouw. 13 29. Directrice van een tehuis voor schoolg. kinderen. 30 Hulpkracht in „ „ 31. Hoofd eener school voor voorbereidend onderwijs. 32. Onderwijzeres aan een school voor voorbereidend onderwijs. 33. Privaat-onderwijzeres in het fröbelen. 34. Hoofd eener lagere school. 35. Onderwijzeres aan een lagere school. » » » school voor achterlijken. » » » » blinden. » » » „ „ doofstommen. Jy. Directrice eener tuchtschool voor meisjes. 40. Onderwijzeres aan een tuchtschool voor meisjes. 41. Directrice van een rijksopvoedingsgest. v. meisjes. 42. Onderwijzeres aan een rijksopvoedingsgesticht voor meisjes. 43. Onderwijzeres aan een strafgevangenis. j4/ » °f leerares in nuttige handwerken. 45- » in huishoudelijke vakken aan een herhalingsschool. 46. Onderwijzeres of leerares in teekenen. ^Z- » » „ „ muziek. 1„- » zang. » » » „ declamatie, hygië- nisch spreken en ademhalings-gymnastiek. 50. Onderwijzeres of leerares in gymnastiek. 5'" » » » B dansen. ~™ « » ■ „ zwemmen. ™* » » „ » stenografie. » » » » boekhouden. 55. Leerares in costuumnaaien. 56- „ „ linnennaaien. 57. „ „ fraaie handwerken. 58. » „ huishoudkunde. 59. Onderwijzeres of leerares in koken en voedingsleer. 00. Leerares in waschbehandeling en strijken. 61. Leerares bij het landbouwhuisljoudonderwijs. 62. Ambtenare aan een gasfabriek. 63. Directrice van of leerares aan een school voor middelbaar onderwijs. 64. Leerares aan een school voor voorbereidend hooger onderwijs. 14 65. Assistente aan een hoogeschool. 66. Privaat-docente aan een hoogeschool. ') 67. Lector aan een hoogeschool. 2) 68. Directrice van een particulier opvoedingsgesticht, doorgangs- of reddingshuis. 69. Hulpkracht aan een particulier opvoedingsgesticht, doorgangs- of reddingshuis. 70. Opvoedster in een Christelijk philanthropische instelling. 71. Directrice van een Volkshuis (Toynbee-inrichting). III. Ambten, beroepen en betrekkingen op het gebied van verpleging en verzorging. 72. Directrice van een ziekenhuis. 73. Hoofdverpleegster, le verpleegster, verpleegster in een ziekenhuis. 74. Particulier verpleegster. 75. Wijkverpleegster. 76. Reserve-zuster bij den diakonessenarbeid. 77. Assistente bij een geneesheer of aan een poli¬ kliniek. 78. Directrice van of hulpkracht aan een vacantie- kolonie of herstellingsoord. 79. Krankzinnigenverpleegster. 80. Kraamverzorgster. 81. Baker. 82. Vroedvrouw. 83. Meesteres-vroedvrouw aan een kweekschool voor vroedvrouwen. 84. Hoofd eener crèche (kinderbewaarplaats), of toe¬ vlucht voor zuigelingen, 85. Hulpkracht aan een crèche. 86. Enquêtrice of huisbezoekster in dienst dertuber- culose-bestrijding. 87. Heilgymnaste-masseuse. 88. Manicure-pedicure. IV. Beroepen en betrekkingen in handel en op kantoor. 89. Hoofd van, of „deelgenoote" in een groothandels- of winkelzaak. 1) Drie in ons land: twee te Leiden en ééne te Utrecht. 2) Eéne: te Groningen. 15 90. Procuratiehoudster. 91. Correspondente. 92. Steno-typiste. 93. Typiste. 94. Boekhoudster. Assistent-accountant. 95. Caissière. 96. Kantoorbed. v. administratieve werkzaamheden. 97. Beambte of bediende bij een coöperatieve verno .eeniging- 98. Administratrice (hoofd eener administratie). 99. Particulier secretares. 100. Verkoopster. Winkelbediende. 101. Buffetjuffrouw. 102. Bode. 103. Agentes. 104. Inspectrice en adjunct-inspectrice eener verze- kerings-maatschappij. 105. Handelsreizigster. 106. Acquisitrice. Colportrice. 107. Depóthoudster. 108. Kioskjuffrouw. 109. Makelaarster. ') 110. Houdster van een bemiddelings-bureau. 111. Besteedster. 112. Koopvrouw. 113. Collectrice van de staatsloterij. 114. Bibliotheekhoudster. 115. Uitgeefster. 116. Commissionnaire in effecten. V. Industriëele beroepen en betrekkingen, met uitzondering van de nijverheidskunst. 117. Hoofd van een .fabriekmatig bedrijf. 118. Apotheker. 119. Provisor. 120. Apothekers-assistente. 121. Drogiste. 122. Detacheuse (vlekken-uitmaakster) in chemische wasscherijen. 123. Strijkster. 1) Voor zoover ons bekend is, ééne in ons land: te Haarlem 16 124. Arbeidstei in de wasch-industrie met uitzondering der strijkster, der detacheuse en der opzichteres. 125. Glazenwasscher. l) 126. Barbierster. 127. Kapster en haarwerkster, patrones. 128. Kapster en haarwerkster in een kapperszaak. 129. Kapster en haarwerkster, zelfstandig gevestigd. 130. Modiste, patrones. 131. Modiste in een hoedenzaak. 132. Pettenmaakster. 133. Corsettenmaakster-bandagiste, patrones. 134. „ „ » werkneemster. 135*. Costuumnaaister-kleedermaakster, patrones. 136. Coupeuse. 137. Taillewerkster. 138. Rokkenwerkster. 139. Mantelwerkster. 140. Huisnaaister. 141. Linnennaaister, patrones. 142. „ werkneemster. 143. Verstelnaaister. 144. Stopster. 145. Bontwerkster. 146. Stoffeerster. ') 147. Behangersnaaister. 148. Arbeidster in de kalkfabricage. 149. „ „ „ fabricage van steen of grof aardewerk. 150. Arbeidster in de fabricage van fijn aardewerk en porcelein. 151. Arbeidster in de fabricage van glas, kristal, en spiegels. 152. Diamantbewerkster. 153. Arbeidster in het boekdrukkerSbedrijf. 154. „ „ „ steendrukkersbedrijf. 155. „ » de chemische nijverheid. 156. „ „ „ fabricage van kaarsen, olie, vernis, vet, zeep. 157. Arbeidster in de fabricage van lucifers. 1) Voor zoover wij weten, ééne in ons land: te Alkmaar. 17 158. Arbeidster in de fabric. van verfstoffen, kunst¬ mest, lijm. 159. Arbeidster in de houtbewerking. 160- „ ,. „ fabricage van kurk-, stroo-, borstelwerk. 161. Rietvlechtster. 162. Arbeidster in de fabricage van snij- en draaiwerk. 163. „ B n stroohoeden-fabricage. 164. „ „ „ fabricage van parapluies en parasols. 165. Arbeidster in de beddenfabricage. 166. „ ,, „ dekenfabricage. 167. „ r> n leerfabricage. 168. „ „ „ schoenenfabricage. 169. Stalen plakster. 170. Arbeidster in de fabricage van wasdoek en caoutchouc. 171. Verveenster. 172. Arbeidster in de turfstrooisel-fabricage. 173. Bewerkster van edele metalen. 174. „ „ niet-edele metalen. 175. Arbeidster in de fabricage van electrische gloei¬ lampen. 176. Arbeidster in de lompensorteerderij. 177. „ „ „ papierfabricage. 178. „ „ „ papier- en cartonbewerking. 179. „ „ „ etuisfabricage. 180. Spinster. 181. Hekelaarster. 182. Weefster. 183. Breister. 184. Arbeidster bij het apprêteeren, bleeken, drukken, verven. 185. Arbeidster in de band-, koord-, passement- en wattenfabricage. 186. Arbeidster bij de touwfabricage. 187. „ „ „ meelfabricage. 188. „ „ „ fabricage van koek, puddingpoeder, biscuit, vermicelli, suikerwerken. 189. Arbeidster in de beetwortelsuiker-, aardappel¬ meel-, stroop- en stijfsel-fabricage. 190. Arbeidster in de cacao- en chocolade-fabricage. 18 191. Arbeidster bij de bewerking van koffie, cichorei en suikerstroop. 192. Arbeidster in de fabricage van verduurzaamde levensmiddelen. 193. Arbeidster in de darmschraperij. 194. Haringspeetster. 195. Garnalenpelster. 196. Oestersteekster. 197. Arbeidster in de zuivelfabricage. 198. „ „ „ margarinefabricage. 199. „ „ „ vruchtensappenfabricage. 200. „ „ „ tabak- en sigarenfabricage. 201. „ „ „ erwten- en zaadlezerij. 202. Brocheerster. 203. Kunstbloemenmaakster. 204. Bloemenbindster. 205. Horlogemaakster. 206. Fabrieksopzichteres. 207. Opzichteres voor de wasch-industrie. 208. Verpakster. VI. Beroepen en betrekkingen op het gebied der nijverheidskunst. 209. Kantwerkster. 210. Borduurster. 211. Goudborduurster. 212. Kunstnaaldwerkster. 213. Costuum-ontwerpster. ') 214. Hand weefster. 215. Batikster. 216. Lithografe. 217. Photografe, retoucheuse. 218. Cartonnage-werkster. 219. Leerbewerkster, boekbindster. 220. Houtsnijdster. 221. Metaalbewerkster: drijfster,inlegster,emailleerster. 222. Decoratief beeldhouwster. 1) Voor zoover wij weten, 2 in ons land: ontwerpsters van tooneel-costumes. 19 VII. Technische beroepen en betrekkingen. 223. Ingenieur. 224. Scheikundige bij den keuringsdienst. 225. Technoloog (scheik. in industrieele bedrijven). 226. Assistente bij de rijks-commissie voor graad¬ meting en waterpassing. 227. Assistente aan een rijkslandbouwproefstation. 228. Analiste aan een rijkslandbouwproefstation of in een laboratorium. 229. Adjuncte aan een rijksproefstation voor zaad- contróle. 230. Amanuensis in een laboratorium. 231. Preparatrice van microscopische preparaten. 232. Tandtechnica. 233. Goudsmid-reparatrice. 234. Pianostemster. l) VIII. Beroepen en betrekkingen in, of verband houdend met, land- en tuinbouw. 235. Boerin. 236. Kaasmaakster. 237. Landbouwster. 238. Tuinbouwkundige (kweekster). 239. Tuinierster. 240. Tuinarchitecte. 241. Houdster van een hoenderpark. 242. IJmker. IX. Ambten, beroepen en betrekkingen op het gebied van het verkeerswezen, met uitzondering van den dienst der posterijen, telegrafie en telefonie. 243. Stationschef. 2) 244. Wisselwachteres. 245. Commies of klerk in dienst van een spoorweg¬ maatschappij. 246. Vrouwelijke stationskruier. 3) 247. Gids. 248. Koetsier. 4) 1) Voor zoover wij weten, 3 in ons land: 1 te Leiden en 2 te Leeuwarden. 2) Voor zoover wij weten, 1 in ons land: te Mastenbroek. 3) Voor zoover wij weten, 1 in ons land: te Bergen op Zoom. 4) Voor zoover wij weten, 1 in ons land: te Domburg. 20 249. Hötel-houdster. 250. Hötel-geëmployeerde. X. Ambten bij den dienst der posterijen, telegrafie en telefonie. 251. Directrice van een post- en telegraafkant. ') 252. Commies bij posterijen en (of) telegrafie. 253. Surnumerair „ „ „ „ „ 254. Klerk „ „ „ » 255. Hulptelegrafiste, aspirant-hulptelegrafiste. 256. Hulptelefoniste. 257. Kantoorbediende. 258. Assistente bij het hoofdbestuur der posterijen en telegrafie. 259. Brievengaardster. XI. Ambtelijke betrekkingen, met uitzondering van het onderwijs en den dienst der posterijen, telegrafie en telefonie. 260. Commies in dienst van het rijk. 261. Adjunct-commies in dienst van rijk of gemeente. 262. Klerk „ „ „ rijk, prov. of gem. 263. Directrice,2) onder-dir. eener rijks-strafinrichting. 264. Directrice en adjunct-directrice eener gemeente¬ lijke arbeidsbeurs. 265. Inspectrice, adjunct-inspectrice van den arbeid. 266. Contröleuse van den arbeid. 267. Arrondissements-schoolopzienster. 3) 268. Gemeente-iospectrice bij het lager, voorbereidend of handwerk-onderwijs. 4) 269. Politie-assistente. 5) XII. Ambten, beroepen en betrekkingen van maatschappeltjken aard. 270. Predikante. 271. Godsdienst-leerares bij de Remonstr. Broedersch. 1) Te Breukelen, Hengelo (G.), Nunspeet, Venraayen Warmond. 2) Te Appingedam en te Qorinchem. 3) Te Doetinchem. 4) Te Amsterdam, Rotterdam en Nijmegen. 5) Te Rotterdam en te 's-Qravenhage. 21 272. Godsdienst-onderwijzeres. 273. Officier bij het Leger des Heils. 274. Stationsjuffrouw. 275. Woningopzichteres. 276. Armverzorgster. 277. Diakones. 278. Propagandiste. 279. Arbeidster in andere betrekkingen van maat- schappelijken aard. XIII. Ambten, beroepen en betrekkingen, waarvoor een meer of minder wetenschappelijke vorming wordt vereischt, met uitzondering van sommige onderwijs-, technische, industrëele en maatschappelijke betrekkingen. 280. Candidaat-notaris. 281. Advocaat. 282. Arts (ook schoolarts, [contróleerend] gemeente¬ arts, directrice van of geneeskundige aan een ziekenhuis of kliniek). 283. Tandarts. 284. Directrice van een laboratorium. 285. Conservatrice aan een wetenschapp. verzameling. 286. Archivares, adjunct-archivares ')• 287. Bibliothecares, bibliotheek-beambte. 288. Accountant 2). 289. Actuaris, 2) adjunct-actuaris. 290. Correctrice. 291. Beëedigd translatrice. XIV. Beroepen en betrekkingen op het gebied van letteren en kunst. 292. Letterkundige. 293. Redactrice. 294. Journaliste, verslaggeefster. 295. Recensente. 1) Eéne archivares: te Leeuwarden, en 2 adjunct-archivaressen : te Alkmaar en te Rotterdam. 2) Voor zoover wij weten, 2 in ons land. 22 296. Schilderes. 297. Etsster, graveerster, illustratrice. 298. Beeldhouwster. 299. Architecte. 300. Componiste. 301. Soliste. Orkestlid. Koriste. Concertzangeres. 302. Concertmeesteres'). 303. Organiste. 304. Tooneelspeelster. 305. Souffleuse. 306. Balletdanseres. 307. Explicatrice bij bioscoopvoorstellingen. 308. Declamatrice. 309. Lectrice (voorlezeres). O Eéne bij ons te lande: aan het orkest van een opera. II. Lijst van ambten, beroepen en betrekkingen, door vrouwen te vervullen, waarvoor IN ROTTERDAM opleiding te vinden is. I. Ambten, beroepen en betrekkingen van huishoudelijken aard. 1. Huishoudster. 2. Hulp in de huishouding. 3. Dienstbode (keukenmeisje, 2e of 3e meisje, kin¬ dermeisje). 4. Kookster. Kokkin. 5. Directrice van een coöperatieve keuken. 6. Linnenjuffrouw op een boot. Stewardess. II. Ambten, beroepen en betrekkingen op het gebied van opvoeding en onderwijs. 7. Gouvernante. 8. Kinderjuffrouw. 9. Hoofd eener school voor voorbereidend onderwijs. 10. Onderwijzeres aan een school voor voorbereidend onderwijs. 11. Privaat-onderwijzeres in het fröbelen. 12. Hoofd eener lagere school. 13. Onderwijzeres aan een lagere school. 14. Onderwijzeres aan een school voor achterlijken. 15. Onderwijzeres, leerares aan een school voor doof¬ stommen. 16. Directrice eener tuchtschool voor meisjes. 17. Onderwijzeres aan een tuchtschool voor meisjes. 18. Onderwijzeres aan een rijksopvoedingsgesticht voor meisjes. 19. Onderwijzeres aan een strafgevangenis of rijks¬ werkinrichting. 20. Onderwijzeres of leerares in nuttige handwerken. 24 21. Onderwijzeres of leerares in teekenen. 22. Muziek- of zangonderwijzeres of -leerares. 23. Onderwijzeres of leerares in hygiënisch spreken, ademhalingsgymnastiek en declamatie. 24. Onderwijzeres of leerares in gymnastiek. 25. » „ „ „ dansen. 26. „ „ „ „ zwemmen. 27. „ „ „ „ stenografie. 28. „ „ ,; „ boekhouden. 29. Leerares in costuumnaaien. 30. „ „ linnennaaien. 31. „ „ fr. handwerken. 32. Directrice van of leerares aan een school voor middelb. onderwijs. III. Ambten, beroepen en betrekkingen op het gebied van verpleging en verzorging. 33. Directrice van een ziekenhuis. 34. Hoofdverpleegster. 35. Eerste verpleegster. 36. Verpleegster. 37. Particuliere verpleegster. $8. Wijkverpleegster. 39. Krankzinnigenverpleegster. 40. Reserve-ztSter bij den diakonessenarbeid. 41. Vroedvrouw. 42. Meesteres-vroedvrouw. 43. Heilgymnaste-masseuse. IV. Beroepen en betrekkingen in handel en op kantoor. 44. Hoofd van of deelgenoote in een groothandels- of winkelzaak. 45. Procuratiehoudster. 46. Correspondente. 47. Steno-typiste. 48. Typiste. 49. Boekhoudster. Assistent-accountant. 50. Commissionnaire in effecten. 25 V. Industriëele beroepen en betrekkingen, met uitzondering van de nijverheidskunst. 51. Hoofd van een fabriekmatig bedrijf. 52. Apothekers-assistente. 53. Drogiste. 54. Strijkster. 55. Kapster, haarbewerkster. 56. Modiste. 57. Corsetten-maakster, bandagiste. 58. Costuumnaaister-kleedermaakster. 59. Coupeuse. 60. Taillewerkster. 61. Rokken werkster. 62. Mantelwerkster. 63. Linnennaaister. 64. Huisnaaister. 65. Verstelnaaister. 66. Stopster. 67. Bontwerkster. 68. Behangersnaaister. VI. Beroepen en betrekkingen op het gebied der nijverheidskunst. 69. Borduurster. 70. Qoudborduurster. 71. Kunstnaaldwerkster. 72. Photografe, retoucheuse. 73. Decoratief beeldhouwster. VIL Ambten, beroepen en betrekkingen, op het gebied van het verkeerswezen, met uitzondering van den dienst der posteryen, telegrcfie en telefonie. 74. Commies of klerk in dienst van een spoorweg¬ maatschappij. VIII. Ambten bij den dienst der posterijen, telegrafie en telefonie. 75. Directrice van een post- en telegraafkantoor. 76. Commies bij posterijen en telegrafie. 26 77. Surnumerair bij posterijen en telegrafie. 78. Klerk , 79. Hulptelegrafiste. Aspirant-hulptelegrafiste. 80. Hulptelefoniste. 81. Kantoorbediende- 82. Adsistente bij het hoofdbestuur der posterijen en telegrafie. IX. Ambtelijke betrekkingen, met uitzondering van het onderwijs en den dienst der posterijen, telegrafie en telefonie. 83. Klerk in dienst van rijk, provincie of gemeente. X. Ambten, beroepen en betrekkingen van maatschappelijken aard. 84. Godsdienst-onderwijzeres. 85. Diacones. XI. Ambten, beroepen en betrekkingen, waarvoor een meer of minder wetenschappelijke vorming wordt vereischt, met uitzondering van sommige onderwijs-, technische, industrieele en maatschappelijke betrekkingen. 86. Candidaat-notaris. 87. Accountant. 88. Actuaris, adjunct-actuaris. XII. Beroepen en betrekkingen op het gebied van letteren en kunst. 89. Scheppend kunstenares op het gebied der beel¬ dende kunsten. 90. Componiste. 91. Uitvoerend kunstenares op het gebied van muziek. III. Inlichtingen omtrent opleiding voor, en vooruitzichten in de ambten, beroepen en betrekkingen, door vrouwen te vervullen, waarvoor IN ROTTERDAM opleiding te verkrijgen is. 1. Huishoudster. Opleiding: aan de Kook- en Huishoudschool, Terwenakker 12. Duur: ons onbekend; te bevragen aan de school. Kosten: f 250 per jaar. Getuigschrift der school kan worden verworven. Betrekking: hoofd van de huishouding in een gezin of een inrichting. Salaris: veelal ƒ 200—ƒ 500, met kost, inwoning en waschgeld of vrije bewassching. In een inrichting is het salaris soms belangrijk hooger. Opmerkingen. Er bestaat een „Plaatsingsbureau voor gediplomeerde huishoudsters"; secretares: mejuffrouw B. Ott de Vries, Leidsche Kade 99, Amsterdam. Gediplomeerde huishoudsters vinden in ons land gemakkelijk plaatsing. 2. Hulp in de Huishouding. Opleiding: als voor huishoudster (zie boven). Betrekking: vaste hulpkracht in een gezin ter assistentie der huisvrouw; of: tijdelijke hulpkracht in een gezin ter vervanging van de huisvrouw. In het laatste geval kan men naar Nederlandsche gemeenten worden uitgezonden, veelal telkenmale voor den tijd van 6 weken in eenzelfde gezin, door de Vereeniging „Tijdelijke Hulp in Huisgezinnen", secre- 28 tares: Mejuffrouw J. H. de Waal, Apeldoornsche weg 81, Arnhem; of door de Vereeniging „Voor steun en tijdelijke Vervanging der Huisvrouw", secretares: mevrouw' B. Westhoff—v. d. Mandele, Wilhelminastraat 60, Haarlem, mits de „hulp" niet jonger dan 21, (voor de te Arnhem gevestigde vereeniging 23), niet ouder dan 45 jaar zij. Salaris: voor de vaste betrekking veelal ƒ100—ƒ250, met kost, inwoning en bewassching- ln sommige inrichtingen is het salaris hooger. Voor de tijdelijke plaatsingen : ƒ 4 per week, (bij de te Arnhem gevestigde vereeniging ƒ3 of ƒ4) met kost, inwoning en vergoeding van reiskosten. 3. Dienstbode. Opleiding: aan de School voor Vrouwenarbeid, Jonker Fransstraat 796. Duur: 3 jaar (aanvang April en October). Kosten: ƒ6 per jaar; minvermogenden ƒ3; onvermogenden geene. Voorwaarden voor toelating: de volksschool in haar geheel hebben doorloopen en den leeftijd van 12 jaar hebben bereikt. Getuigschrift der school kan worden verworven voor: keukenmeisje, 2 of 3e meisje, kindermeisje. Salaris : voor een dagmeisje ƒ1.75—/2.50 per week ; voor een tweede meisje ƒ 100—ƒ 110; voor een meid alleen ± ƒ 120; voor een derde meisje ƒ130; een werkmeisje ƒ140; een keukenmeisje ƒ150 gemiddeld, alles vermeerderd met ƒ26—ƒ30 waschgeld, kost, en — behalve voor de dagmeisjes — inwoning. Opmerkingen. Goede dienstboden vinden gemakkelijk P Wif'vestigen de aandacht op de vakorganisatie „Algemeene Nederlandsche Bond van Huispersoneel". 4. Kookster of kokkin. Opleiding: aan de Kook- en Huishoudschool, Terwenakker 12. Kh&hi 29 Duur : te bevragen aan de school. Kosten: ƒ 40. Getuigschrift der school kan worden verworven. Beroep of betrekking: zelfstandig gevestigde kookster; uitzendster van diners; kokkin in een coöperatieve keuken, ziekenhuis, hotel of restaurant, . Salaris: van de vrije kookster: ƒ1— ƒ10 per keerin een coöperatieve keuken ƒ 9-/20 per week met den kost; in een ziekenhuis gemiddeld ƒ350—ƒ 500 met kost en inwoning; in een hotel of restaurant eem.ddeld ƒ 200-/500, met kost en inwoning Het inkomen der uitzendster van diners hangt uitteraard van de clientèle af. t,„»ffmerkTgenl. Wie kokkin in een hotel wil worden heeft aan de schóól-opleiding niet genoeg. Zij moet daarna .a de de cuisine" worden, tégen een klein of desnoods zonder salaris, in verschillende hotels; liefst ook in hiet buitenland haanlozen .ÏÏÏÏ£J5Jerke ™^ top- kokkin, ook'in d hulsh?uding (^e blz. 27); voor stewardess Duitsrh nf P iZ1Ê blz' ^ De kennis van verlurht t gel.SChJdle voor een stewardess wordt vereischt, kan geleerd worden op de Berlüz-school door privaatles, of in „Ons Huis", feouvernestraat ?S 30 Werkzaamheden: de linnenjuffrouw is belast met de behandeling van het linnengoed, aan boord of op de linnenkamer (van het gebouw der maatschappij); bij sommige maatschappijen met het toezicht op de kinderen gedurende de maaltijden; verder met bediening en verzorging van zieke dames en de administratie betreffende het linnengoed. .... De stewardess vooral met de verzorging en bediening van vrouwelijke passagiers en kinderen; huishoudelijke bezigheden, in de 3e klasse ook het ruwere huishoudwerk; hulp in de linnenkamer. Salaris: vooreen lelinnenjuffrouw ongeveerƒ30—f50 per maand; een 2e linnenjuffrouw ƒ 20—ƒ 35 p. maand; een stewardess ƒ20—/35 per maand, met verval (fooien); alles met kost en inwoning. Opmerkingen. Stewardesses worden telkens voor één reis aangemonsterd. Linnenjuffrouwen bij sommige maatschappijen eveneens; bij andere is haar positievaster. Bi} een enkele maatschappij heerscht vaste aanstelling. Een leeftijd van ongeveer 30 jaar is voor aanstelling de meest gewenschte; een flink optreden wordt meestal geeischt. Voor de bóóten op Indië strekt eenige kennis van Maleisen t0VóórbmenIIMCh laat aanmonsteren, neme men uitvoerige informatie; en wel wat salaris en werkzaamheden betreft, bij het bestuur der maatschappij waar men zich wil aanmelden en wat de gevaren die de „stewardess" op zedelijkhddsgebiëd zou kunnen loopen, bij het „Nationaal Bureau van Informatie tot Bescherming van Vrouwen en Meisjes , adres: den Heer O. Velthuysen Jr., Wetenngplantsoen 22, Amsterdam. 7. Gouvernante. Opleiding: Aan de Koningin Wilhelmina-Kweekschoot Tuindersstraat 101; de Öereformeerde Kweekschool Nieuwe Haven 89; de R.-K. Kweekschool St.-Luciagesticht, Coolsingel 36; de openbare Vormschool voor onderwijzeressen, gebouw H. B. S. voor meisjes, Witte de Wtthstraat; de Normaalschool voor onderwijzers en onderwijzeressen, Baan 19 ; te Rotterdamsche Normaalschool voor onderwijzeressen, 's-Qravendijkwal 50; de Vormschool der Ned. Hervormde Gemeente, Jan van Loonslaans de Gereformeerde Vormschool; de Rijksnormaallessen Charlois (inlichtingen bij den Directeur, den heer W. Korteweg, IJsselmonde). 31 Duur-. 4 jaar (aanvang 1 Mei). Vormschool der Ned. Herv. Gem.: 1 April. Normaalschool Baan 10, heeft ook een bijzonderen cursus voor leerlingen met H. B. S. opleiding (van September tot het e. k. voorjaarsexamen). Kosten: Kon. Wilhelmina-Kweekschool f 50 p. jaar; Gereformeerde Kweekschool ƒ50 p. jaar; St. Luciagesticht ons niet opgegeven; Openbare Vormschool geene; Normaalschool Baan 19 ƒ 1 per maand (bijzondere cursus voor leerlingen met H.B.S. opleiding: ƒ120); Normaalschool 's-Gravendijkwal f l p. maand (ƒ11 p. jaar); Ned. Herv. Vormschool ƒ16, ƒ20, ƒ24 ƒ 28 voor het le, 2e, 3e, 4e leerjaar; Gereformeerde Vormschool ons niet opgegeven; Rijksnormaallessen geene. Leeftijd voor toelating: ten minste 14 jaar. Leeftijd voor deelneming aan het staats-examen ter verkrijging der acte L.O.: ten minste 18 jaar. Het verdient aanbeveling, bovendien één of meer lagere taalactes of de hoofdacte te verwerven. Opleiding lagere bij-acten: aan de Koningin- Wilhelmma-Kweekschool■ de Gereformeerde Kweekschool- bij genoegzame deelneming aan de Normaalschool voor Onderwijzers en Onderwijzeressen; aan den cursus der atdeeling Rotterdam van den Bond van Nederlandsche Onderwijzers, Nieuwe Haven 87; en door privaatles. Duur : Kon. Wühelmina-Kweekschool 2 jaar (voor t^welinge", dersch°ol 1 jaar); GereformeerdeKweekscnool voor de kweekelingen der school Yj jaar. r^itten - KSn- Wilhelmina-Kweekschool ƒ30 per iaarGereformeerde-Kweekschool f 40 per \dr-,CursuT± J i per maand. vJuffi^ï8 hoofdacte: aan de Kon. WUheimina-Kweeksmooi, de openbare Vormschool voor Onderwijzers, Rond Stfi e? den Cursus> ««gaande van den Rorr^Lvan Nederlandsche .Onderwijzers", afdeeling «otterdam, Nieuwe Haven 87. Duur: 2 jaar. 32 Kosten: Kon. Wilhelmina-Kweekschool f 40 per jaar; openbare Vormschool geene; Cursus ƒ 4.25 per maand! Salaris: wisselend tusschen ƒ 3C0 en ƒ 1200 en hooger, (o.a. bij Hollandsche families in Indië), veelal met kost en inwoning. 8. Kinderjuffrouw. Opleiding : aan den Cursus, uitgaande van de Vereeniging „Tesselschade" (plaats van aanmelding te bevragen Dépöt Tesselschade, Witte de Withstraat 10). Duur: 10 maanden (aanvang September). Kosten: gewoonlijk ƒ40 a ƒ50, alles inbegrepen. Leeftijd voor toelating: men moet tenminste 18 jaar worden vóór 1 Juli van het jaar waarin de cursus eindigt. Eischen voor toelating: liefst meer ontwikkeling dan van het gewone lager onderwijs alleen. Examen: wordt jaarlijks afgenomen door de Algem. Nederlandsche Vrouwenvereeniging „Tesselschade". Leeftijd voor deelneming: tenminste 18 jaar. Betrekking of beroep: kinderverzorgster, hetzij als huisgenoote, hetzij als externe kinderjuffrouw in één gezin, hetzij zelfstandig gevestigd en telkens voor een dag, een gedeelte van den dag, een dag en nacht of ook voor langer, de kinderen in verschillende gezinnen verzorgend. Salaris: in het eerste geval gemiddeld ƒ140—ƒ180 met kost, inwoning en waschgeld; in het tweede geval ƒ20 a f 25 per maand; in het laatste geval ± ƒ1.50 per dag, ƒ2 per etmaal, benevens den kost. Opmerking. Gediplomeerde kinderjuffrouwen behooren hare eischen, wat het salaris betreft, hoog te stellen. Gewenscht ware het, dat er een vakvereeniging van gediplomeerde kinderjuffrouwen werd gevormd, welke vakvereeniging een plaatsingsbureau stichtte (evenals de gediplomeerde huishoudsters" hebben gedaan, zie blz. 27) en het minimum-salaris vaststelde, waaronder géén lid der vereeniging hare diensten mocht verleenen. 9. 10. 11. Hoofd van en onderwijzeres aan een school voor voorbereidend onderwijs. Privaatonderwijzeres In het fröbelen. Opleiding: aan de Gemeentelijke Kweekschool tot Opleiding van Bewaarschoolonderwijzeressen, Heemraadsplein 15a; en aan de Vormschool voor Christelijke Bewaarschoolonderwijzeressen (aanmelding bij den directeur, den heer J. P. Heblij, 2e Jerichostraat 2b). ' Duur: gemeentelijke Kweekschool 5 jaar voor de hulpacte; 2 jaar langer voor de hoofdacte; Vormschool: 4 jaar voor de hulp-, 6 jaar voor de hoofdacte (aanvang aan beide inrichtingen 1 April). Kosten: gemeentelijke Kweekschool geene; Vormschool f 2 per maand voor de hulp-, ƒ3 per maand voor de hoofdacte, plus boeken. Leeftijd voor toelating: gemeentelijke Kweekschool ten minste 13 jaar; Vormschool ten minste 14 jaar. t Eischen voor toelating: gemeentelijke Kweekschool gewoon lager onderwijs met vrucht hebben gevolgd, een goed gehoor hebben, vrij zijn van kleurenblindheid en van hinderlijke belemmering in de spraak. Leeftijd voor deelneming aan het examen voor de hulpacte: ten minste 18 jaar; voor de hoofdacte: ten minste 20 jaar. Examen i wordt afgenomen door een gecombineerde Rotterdamsch Haagsche commissie en door de Vereeniging van Christel. Bewaarschoolonderwijzeressen in Nederland. Salaris: aan de gemeentelijke bewaarscholen voor hoofden ƒ 1050-/1250 (4 3-jaarlij ksche verhoogingen Van ƒ50) (indien een dienstwoning wordt aangewezen, wordt ƒ200 per jaar op de bezoldiging gekort); voor hulponderwijzeressen ƒ 400—ƒ 600 (4 3-jaarlijksche verhoogingen van ƒ50), voor de hoofdacte nog 2 jaarl. ferhoogingen van ƒ50 (maximum dus ƒ 700); le hulp^derwijzeres toelage van ƒ 100 (maximum dus / 800); voor le helpsters (degenen die acte A, d.i. voor 2 34 hulponderwijzeres, hebben behaald) ƒ 300—ƒ 450 (3 2-jaarl. verhoogingen van ƒ50); voor helpsters die de Kweekschool bezoeken ƒ 50—ƒ 150; voor helpsters die de Kweekschool nog niet, doch een openbare herhalingsschool bezoeken, ƒ 30 per jaar. Salaris: aan Christel, bewaarscholen (in den lande) voor onderwijzeressen met hulpacte ƒ 200—ƒ 350; met hoofdacte ƒ400—ƒ700; voor hoofden ƒ300—ƒ1000 (de salarissen in grootere en kleinere gemeenten en aan wél en niet gesubsidieerde scholen loopen zeer uiteen). Opmerking. Wij wijzen op de Vakvereenigingen „Bond van Onderwijzeressen bij het Fröbelonderwijs", „Vereeniging van Christel. Bewaarschoolonderwijzeressen in Nederland , Vereeniging van Onderwijzers en Onderwijzeressen aan inrichtingen tot opleiding van onderwijzeressen bij het Voorbereidend Onderwijs in Nederland", .Vereeniging van Hoofdonderwijzeressen der openbare bewaarscholen te Rotterdam". 12. Hoofd eener lagere school. Opleiding, duur en kosten: zie blz. 31 en 32. Leeftijd voor toelating tot de opleidingsinrichtingen: ten minste 18 jaar. De acte L.O. moet behaald zijn. Salaris : in Rotterdam aan openbare scholen voor uitgebreid of voortgezet lager onderwijs ƒ 1900—ƒ 22UU (3 3-jaarlijksche verhoogingen van ƒ100) met vrije woning of ƒ375—ƒ400 vergoeding voor wonin#umtt| Opmerkingen. Aan scholen die van vereenigingeni uitgaan is vermoedelijk het salaris lager Aan parficubere scholen hangt het inkomen van het hoofd uitteraard af van hew.rwfiUnerlopgedé vakorganisaties .Vereeniging van Hoofden van sXlen in Nederland", .Nederlandse"!, Onderwijzersgenootschap", .Vereeniging voorM.U1.Ü ,„yereem ging van Instituteurs in Nederland"!„Vereeniging van ChhsteH ke Onderwijzers en Onderwijzeressen in Nederland en de overzeesche bezittingen», en „Diocesane p Vereeniging van R.K. Onderwijzers in het bisdom Haarlem . 13. Onderwijzeres aan een lagere school. Opleiding: als voor gouvernante (zie blz. 30 en 31). Salaris: te Rotterdam aan openbare lagere scholen, voor onderwijzeressen zonder hoofdacte /60U—J tuw (4 2-jaarl. verhoogingen van ƒ75, 3 2-jaarl. verhoogingen van ƒ50); voor onderwijzeressen met hoofdacte: maximum ƒ1400 (6 in plaats van 3 2-jaarl. verhoogingen van ƒ50, en ƒ200 voor de hoofdacte als zoodanig); voor onderwijzeressen aan scholen voor U.L.O. en M.U.L.O. een' toelage van ƒ 100 's jaars voor iedere taalacte of aanteekening, ƒ 50 vo jr acte of aanteekening wiskunde, voor zoover die vakken aan de school waar zij werkzaam zijn worden onderwezen ; ƒ 50 voor acte, aanteekening of diploma handteekenen; ƒ 100 toelage bij benoeming tot eerste onderwijzeres. Opmerkingen. De salarissen aan bijzondere scholen zijn veelal lager. Wij wijzen op de vakorganisaties .Nederlandsen Onderwijzers-genootschap", „Bond van Nederl, Onderwijzers", .Vereeniging van Christelijke Onderwijzers en Onderwijzeressen in Nederland en de Overzeesche bezittingen", „Diocesane Vereeniging van R.K. bijzondere Onderwijzers in het bisdom Haarlem", „Bond van R.K. openbare Onderwijzers in het bisdom Haarlem", en „Vereeniging voor M.U.L.O." organisaties die alle ook vrouwelijke leden opnemen. 14. Onderwijzeres aan een school voor achterlijken. Opleiding : als voor onderwijzeres aan een lagere school (zie blz. 30 en 31), terwijl men tevens bevoegdheid moet hebben tot het geven van onderwijs in de vrije en orde-oefeningen der gymnastiek, en diploma A moet hebben verworven van de „Vereeniging tot Bevordering van het Onderwijs in Handenarbeid in Nederland"; de onderwijzeres, hoofdzakelijk belast met het onderwijs in handwerken, moet in het bezit zijn van de acte of aanteekening voor nuttige handwerken. Salaris: voor onderwijzeressen zonder hoofdacte ƒ1000—ƒ1400; voor onderwijzeressen met hoofdacte maximum ƒ1750; ƒ50 toelage voor diploma B van de „Vereeniging tot bevordering van het onderwijs in handenarbeid in Nederland". Opmerking. Wij wijzen op de vakvereeniging .Vereeniging van Onderwijzers en Artsen, werkzaam aan inrichtingen van onderwijs aan achterlijke en zenuwzwakke kinderen". 36 15. Onderwijzeres of leerares aan een school voor doof¬ stommen. Opleiding: als voor onderwijzeres aan een lagere school (zie blz. 30, 31) en daarna in de Inrichting voor Doofstommen-onderwijs, Diergaardelaan 16a, en Ammanstraat 20a. Voorwaarde voor aanstelling: behalve de acte L.O. wordt de acte voor vrije- en orde-oefeningen verlangd, alsmede bedrevenheid in het teekenen. Het bezit van andere acten strekt tot aanbeveling. Bijzondere diploma's: na het verkrijgen der hoofdacte L.O. wordt van de onderwijzeressen, gedurende hare werkzaamheid aan de inrichting, het voldoen aan 2 examens gevorderd. Diploma A. kan worden behaald na 6, diploma B na 12-jarige werkzaamheid. Aan de bezitsters van diploma B wordt de titel van „leerares" toegekend. Salaris: aanvangs-jaarwedde ƒ 700; jaarlijksche verhoogingen van ƒ50; toelage van ƒ 100 voor de hoofdacte, voor diploma A en voor diploma B; maximum ƒ1650. Opmerking;. Wij wijzen op de vakorganisaties op onderwijsgebied, genoemd op blz. 35). 16. Directrice der tuchtschool voor meisjes (te Montfoort). Opleiding: als voor hoofd eener lagere school (zie blz. 34). Salaris: ƒ1900—ƒ 2300 met kost en vrije woning (of vergoeding van ƒ450 daarvoor). Opmerking:. Wij wijzen op de vakorganisaties van hoofden van scholen (zie blz. 34). 17. Onderwijzeres aan de tuchtschool voor meisjes (te Montfoort). Opleiding: als voor onderwijzeres aan een lagere school (zie blz. 30, 31). Salaris : ƒ 750—ƒ 950; le onderwijzeres ƒ1000— ƒ1200; hoofdonderwijzeres ƒ 1300—ƒ 1600 met kosten inwoning of vergoeding daarvoor van ƒ 250, ƒ 275, ƒ 350. Opmerking. Wij wijzen op de vakorganisaties op onderwijsgebied (zie blz. 35). 37 18. Onderwijzeres aan het rijksopvoedingsgesticht voor meisjes (te Zeist). Opleiding: als voor onderwijzeres aan een lagere school (zie blz. 30,31), terwijl, mocht aan het rijksopvoedingsgesticht meer vakonderwijs worden verstrekt, ook^andere acten of diploma's vereischt zullen worden'. Salaris : f 850—ƒ 1050; le onderwijzeres ƒ1100— ƒ.1250; hoofdonderwijzeres ƒ1500—ƒ1700 met kosten inwoning, of vergoeding daarvoor van ƒ 250, ƒ275, ƒ 350. Opmerking. Wij wijzen op de vakorganisaties op onderwijsgebied (zie blz. 35). 19. Onderwijzeres aan een strafgevangenis of rijkswerk¬ inrichting. Opleiding: als voor onderwijzeres aan een laeere school (zie blz. 30, 31). Salaris: ƒ 500—ƒ 1000. Opmerkingen. De betrekking is extern. ,J"^. *Sïen °P de vakorganisaties op onderwijsgebied (zie blz. 35). 20. Onderwijzeres of leerares In nuttige handwerken. Opleiding: aan de Industrieschool voor meisjes, Schietbaanstraat 26. Duur: ± 3 jaar (aanvang 1 Mei en 1 November). Kosten: ƒ20 per jaar. Eischen voor toelating: voldoend gewoon lager onderwijs hebben genoten. Een toelatingsexamen wordt afgenomen in Maart en September. Leeftijd voor deelneming aan het staatsexamen, dat van half Februari tot half April gehouden wordt: tenminste 17 jaar, in het jaar waarin het examen wordt afgelegd. Ambt of betrekking: vak-onderwijzeres aan openbare lagere scholen en herhalingsscholen, leerares aan industriescholen of H.B.S. voor meisjes. Salaris: voor een onderwijzeres ƒ22.50—ƒ30 per 38 wekelijksch lesuur (5 2-jaarl. verhoogingen van ƒ1.50 per wekelijksch lesuur); voor een onderwijzeres met den titel van „helpster ƒ10 het eerste jaar, ƒ12.50 het tweede jaar, ƒ15 daarna per wekelijksch lesuur; voor een leerares aan de H.B.S. voor meisjes ƒ950— ƒ 1275 (5 3-jaarlijksche verhoogingen van ƒ65). Opmerking;. Wij wijzen op de vakorganisaties genoemd op blz. 35, op de „Vereeniging van Leeraren bjÜ het M.O." en de „Vereeniging van Leeraren en Leeraressen aan inrichtingen van openbaar hooger, middelbaar en zeevaartkundig onderwijs te Rotterdam". 21. Onderwijzeres of leerares in teekenen. Opleiding: voor leerares aan de Academie van Beeldende Kunsten en TechnischeWetenschappen, Coolvest 84, of door privaat-onderricht; voor onderwijzeres, door privaat-onderricht. Duur: voor de acte L. O. 1 a 2 jaar; voor de acte M. O. 3 a 4 jaar. Kosten: Academie de eerste 2 cursussen (van September tot April) ƒ6 per cursus, verder ƒ 10 per cursus. Examen: wordt afgenomen door den Staat. Ambt of betrekking: vakonderwijzeres aan een lagere school, een herhalingsschool een middelbare school, een industrie- of vakschool. Salaris: aan de openbare lagere scholen ƒ70 per wekelijksch lesuur; aan de H. B. S. voor meisjes ƒ 1425— ƒ1875 (5 3-jaarl. verhoogingen van ƒ90). Opmerkingen. Voor de meeste betrekkingen wordt het bezit van eeue der middelbare actes vereischt. voor industriescholen voor meisjes en daarmede gelijk te stellen inrichtingen is het diploma Mk. voldoende. Wij wijzen op de vakorganisaties voor leerkrachten bij het lager onderwijs (zie blz. 35), de „Vereeniging van leeraren bif het M. O.", de „Vereeniging van leeraren en leeraressen bij het openbaar hooger, middelbaar en zeevaartkundig onderwijs te Rotterdam", en de „Nederlandsche Bond van Vakschoolleeraren en -leeraressen". 22. Muziek' of zangonderwijzeres of -leerares. Opleiding: aan de Muziekschool van de af deeling Rotterdam der „Maatschappij tot Bevordering der 39 Toonkunst", Nieuwe Markt 2a; de Rotterdamsche Muziekschool, Baan 9; het Instituut voor Muziekonderwijs, Gerard Scholtenstraat 44a; aan andere particuliere muziekscholen of door privaatonderwijs. Duur: hangt van aanleg en tijd voor studie af. Kosten: aan de Muziekschool, Nieuwe Markt 2a in de elementaire klassen ƒ 25 voor de eerste beginselen, ƒ 30 vooi zang, ƒ 50 voor instrumentaal-onderwijs; in de kunstklassen ƒ 25—ƒ 150 voor ieder vak; in de examenklasse ƒ 80, alles per jaar; voor meer leerlingen uit één gezin reductie; het Instituut voor Muziekonderwijs f 30 per half jaar (4 uur les per week). Diploma: kan worden verworven van de Maatschappij tot Bevordering der Toonkunst, de Nederlandsche Toonkunstenaarsvereeniging en het Nederlandsch Muziek-paedagogisch Verbond. Ambt, beroep of betrekking: leerares aan een muziekschool, onderwijzeres aan een herhalingsschool (niet te Rotterdam), of privaat-leerares of-onderwijzeres. Honorarium: zeer verschillend. Meestal ƒ1—ƒ2 per uur; ook hooger en lager. Opmerkingen. Door „Toonkunst" worden diploma's uitgereikt voor „onderwijs" en voor „virtuositeit. De Toonkunstenaarsvereeniging reikt een „lagere" en een „middelbare" acte uit. W|f wijzen op de vakorganisaties „Muziekpaedagogisch Verbond", „Algemeene Nederlandsche Toonkunstenaarsvereeniging" en „Nederlandsche Toonkunstenaarsvereeniging". 23. Onderwijzeres of leerares ln hygiënisch spreken, ademhalingsgymnastlek en declamatie. Opleiding: door privaatonderwijs; wat hygiënisch spreken en ademhalings-gymnastiek betreft bij Mevrouw Egener—van Eyken, Rochussenstraat 239a. Examen : wordt afgenomen door de Vereeniging van Spraakleeraren. Duur en kosten der opleiding, alsmede vooruitzichten bij eigen vestiging als privaat-leerares, o.a. voor lipiëzen, geheel verschillend. 40 Bijverdienste: als vakonderwijzeres aan gemeentelijke spreekcursussen, muziekscholen en bijzondere inrichtingen. Salaris van de leidster der gemeentelijke spreekcursussen te Rotterdam: ƒ 75 per cursus. Opmerkingen. Het verdient aanbeveling, zich ook in het buitenland te bekwamen. Het vak biedt slechts voor enkelen een bestaan. Wij wijzen op de vakorganisatie .Vereeniging van Spraakleeraren". 24. Onderwijzeres of leerares ln gymnastiek. Opleiding: aan de Inrichting voor heilgymnastiek en massage, Plantageweg 61a. Duur: 2 a 3 jaar voor de acte M. O., 1 a 2 jaar voor de acte L. O. Kosten \ f 100 per jaar en ƒ 20 voor boeken. Eischen voor toelating: met voldoend gevolg school voor M. U. L. O. of H. B. S. met 3-jarigen cursus bezocht hebben. Ambt, betrekking of beroep: voor de bezitsters der acte M.O. onderwijzeres aan een openbare lagere school; leerares aan een middelbare school of gymnasium; onderwijzeres aan een bijzondere school; privaatonderwijzeres. Salaris: voor onderwijzeressen te Rotterdam ƒ1000 tot ƒ1400 (4 3-jaarlijksche verhoogingen van ƒ 100); voor leeraressen te Rotterdam ƒ 1200—f 1550 (5 3jaarl. verhoogingen van ƒ 70). Opmerking. Wij wijzen op de vakorganisaties „Vereeniging van gymnastiek-onderwijzers in Nederland" en „Vereeniging van Leeraren in de Gymnastiek aan Gymnasia, H. B. S. en Kweekscholen." 25. Onderwijzeres of leerares ln dansen. Opleiding: door privaat-onderwijs. Examen: wordt afgenomen door de Nederlandsche Dansonderwijzersvereeniging. Betrekking of beroep: privaat-onderwijzeres; vakonderwijzeres aan bijzondere onderwijs-inrichtingen. 41 Honorarium of salaris: zeer verschillend Voor het leiden van clubjes somtijds ƒ10—ƒ15 per leerlingprivaatles tot f2.50-f3. Aan de Tooneelschool en de bcnool voor vocale en dramatische Kunst, beide te Amsterdam : ƒ90 of ƒ 100 per wekelijksch lesuur. i °J,m«I*Jng. w'i wijzen op de vakvereenigingen „Nederlandsen Dansonderwijzersgenootschap" en -Nederlandsche uansonderwnzersvereeniging". 26. Onderwijzeres of leerares in zwemmen. Opleiding: door privaat-onderricht. Examen: wordt jaarlijks afgenomen door den Nederlandschen Zwembond. Leeftijd voor deelneming aan het examen: tenminste 18 jaar. Betrekking: directrice of hoofdopzichteres, zwemonderwijzeres of „suppoost". . ?fl*,f's: v°or suppoosten bij de gemeentelijke zweminrichtingen te Rotterdam gemiddeld ƒ13, voorhoofdsuppoosten ƒ13.35 per week. Opmerkingen. Voor een benoeming tot suppoost te «otterdam is het diploma van den Zwembond niet vereischt. De zweminrichtingen zijn alleen 's zomers geopend. 27. Onderwijzeres of leerares in stenografie. Opleiding: aan Instituut Pont, Pompenburgsingel 29 en door privaatonderricht. Duur : 3 a 6 maanden. Kosten: ƒ 2 a ƒ4 per maand voor cursuslessen. Examen: wordt afgenomen door de „Federatie van btenografie-Leeraren, systeem I. Pitman" en den Stenografen-Bond „Pont". Ambt, beroep of betrekking: privaatonderwijzeres, ot — als bijbetrekking — vakonderwijzeres of -leerares aan een openbare of bijzondere onderwijsinrichting. Honorarium: zeer verschillend. 42 28. Onderwijzeres of leerares in boekhouden. Opleiding: aan den Cursus tot opleiding van leerkrachten bij het lager Handelsonderwijs, gevestigd in de gemeentelijke Handelsschool, van Alkemadeplein 42 (aanvang September), en door privaat-onderricht. Duur: 2 jaar (1 jaar voorbereidende en 1 jaar vervolgcursus); — ongeveer 2 jaar, bij voldoenden aanleg. Kosten: ƒ 10 per jaar; — ongeveer ƒ2—2.50 per les. Eén les per week kan voldoende zijn; meestal zijn 2 lessen per week gewenscht. Acte M.O.: wordt verworven door een staatsexamen. Examen: wordt bovendien afgenomen door de Nederlandsche Vereeniging tot Bevordering van Handelswetenschappen, de Nationale Vereeniging voor Handelsonderwijs, en het Genootschap voor praktisch Handelsonderwijs. Ambt, betrekking of beroep: leerkracht aan een H. B.S., een handelsschool, een industrieschool, een bijzondere school, of privaat-onderwijzeres. Salaris : voor leeraressen aan H. B. S. te R'dam ƒ1600—ƒ2100 (5 3-jaarl. verhoogingen van ƒ100); privaat-onderwijzeressen ± ƒ2—ƒ2.50 per uur. Opmerkingen. Voor het volgen van den Cursus tot opleiding van leerkrachten bij het lager Handelsonderwijs wordt het bezit der hoofdacte of van een middelbare acte verondersteld. Wij wijzen op de vakorganisatie „Nederlandsche Vereeniging tot bevordering van Handelswetenschappen". 29. Leerares in costuumnaalen. Opleiding: aan de Industrieschool voor meisjes> Schietbaanstraat 26. Duur: 5 a 6 jaar, den 3-jarigen cursus mee gerekend. Kosten: ƒ20 per jaar, gedurende 3 jaar. Diploma der school kan worden verworven. Examen: wordt afgenomen door de Vereeniging van Hoofden van Industriescholen. Dit diploma is niet 43 verplicht voor een benoeming als leerares. Het strekt evenwel meer en meer tot aanbeveling. Niemand wordt tot deelneming aan dit examen toegelaten, die niet het diploma voor costuumnaaien verworven heeft aan een industrieschool of verwante inrichting, en daarna ten minste 2 jaar het vak praktisch heeft uitgeoefend. Betrekking: directrice van, of leerares aan een inaustrie-school of verwante inrichting. Salaris: van de directrices ongeveer ƒ 1200—ƒ3000van de leeraressen meestal ƒ800—ƒ1500. ' v£Pïï^ng- w« wjzen op de vakorganisaties „Vereeniging van Hoofden van Industriescholen", „Vereeniging van Leerf™n„bi?he, ^"strie-onderwiis" en',Bond vin Vaksch" leeraren en -leeraressen . 30. Leerares ln linnennaaien. Opleiding: eveneens aan de Industrieschool voor meisjes, Schietbaanstraat 26. Duur: ± 5 jaar. Kosten: ƒ20 per jaar. Examen : wordt afgenomen door de Vereeniging van Leeraressen bij het Industrieonderwijs. Betrekking: directrice van, of leerares aan huishoud- en industriescholen, industriescholen en verwante inrichtingen. Salaris: van de directrices ongeveer ƒ 1200—ƒ3000 aan industriescholen; ƒ 800-/1400 intern, ƒ 1400—ƒ2000 extern (3 3 jaarl. verhoogingen van ƒ200) aan huisnoudscholeil; van de leeraressen meestal ƒ600—1000 aan industriescholen; aan huishoudscholen ƒ300— ƒ600 intern, /70O-/1000 extern (3 3 jaarl. verhoogingen van ƒ100) en ƒ50 V00r elk diploma in een vak waarin aan de betreffende school wordt les gegeven. t,?^ikoe^ Wii w'iM" OP de vakorganisaties „Neder«nlSfn» 80,1(1 Jan.yakschoolleeraren en -leeraressen "„Vereeniging van Hoofden van Industriescholen," „Verëenieinir van Leeraressen bij het Industrie-onderwijs" en „Bond van Leeraressen bij het Huishoudonderwijs." 44 31. Leerares in fraaie handwerken. Opleiding: aan de Industrieschool voor meisjes, Schietbaanstraat 26 en door privaat-onderricht. Duur: aan de Industrieschool 2 jaar. Kosten: ƒ20 per jaar. Leeftijd voor deelneming aan het Staatsexamen: ten minste 18 jaar. Betrekking: directrice van of leerares aan een industrie- of kunstnijverheidsschool. Salaris: van de directrices ongeveer ƒ 1200—ƒ 3000; van de leeraressen meestal ƒ 600—ƒ 1500. Opmerking;. Wij wijzen op de vakorganisaties „Vereeniging van Hoofden van Industriescholen , „Vereeniging van Leeraressen bij het Industrie-Onderwijs" en „Nederlandsche Bond van Vakschoolleeraren en -leeraressen". 32. Directrice van of leerares aan een school voor mid¬ delbaar onderwijs. Opleiding: door privaat-onderricht. Aanbeveling verdient, dat degenen die zich voor een middelbare taaiacte bekwamen, eenigen tijd in het buitenland vertoeven, en ook gedurende een of meer jaren de colleges volgen van den hoogleeraar, den lector of den privaatdocent in het betreffende vak aan de eene of andere universiteit. . Duur en kosten: zeer verschillend naar gelang van het gekozen vak, den aanleg der candidate en de genoten voor-opleiding. Het kostbaarst zijn uitteraard de taai-opleidingen. Staatsexamens ter verkrijging der verschillende middelbare acten worden jaarlijks afgenomen. Salaris: zeer verschillend, naar gelang van het te doceeren vak en de gemeente, waar de school gevestigd is; gemiddeld ƒ 1500—ƒ 2500's jaars; te Rotterdam van ƒ 950—ƒ 1900 (aanvangssalaris) tot ƒ 1275—ƒ2600 (eindsalaris) (5 3-jaarl. verhoogingen van ƒ65—ƒ 140.) Opmerking. Wij wijzen op de vak-organisaties „Vereeniging van Leeraren bij het M.O." en „Vereeniging van Leeraren en Leeraressen aan inrichtingen van openbaar hooger, middelbaar en zeevaartkundig onderwijs te Botterdam". 45 33, 34, 35, 36. Directrice van een ziekenhuis '). Hoofdverpleegster '). le Verpleegster. Verpleegster. Opleiding: aan het Gemeente-Ziekenhuis, Coolsingel 63; Gemeente-Ziekenhuis Bergweg 81 ; Rotterdamsch Sanatorium, Heemraadsingel 226; Eudokia, Bergweg 323 (inrichting met een positief Christelijk karakter, waar geen leerlingen worden opgenomen die alleen voor de opleiding komen en dan vertrekken); St. Franciscus Gasthuis, Westersingel 111 (leidt R. K. zusters op voor eigen inrichting); Israëlietisch Ziekenhuis, Schietbaanlaan 42a; Sophia Kinderziekenhuis, Westersingel 120. Duur: 3 jaar; de leerlingen uit het Sophia Kinderziekenhuis moeten nog 1 jaar werkzaam zijn in een algemeen ziekenhuis, alvorens het Bonds-diploma te kunnen verwerven. Kosten: geene; de leerlingen verdienen ƒ 25—ƒ 125 's jaars. Leeftijd voor toelating: in de meeste inrichtingen 20—30 jaar; Kinderziekenhuis 19—30jaar; Israëlietisch Ziekenhuis ten minste 18 jaar. Eischen voor toelating: liefst meer dan gewoon lager onderwijs hebben genoten, wat algemeene ontwikkeling en eenige kennis van talen. De opleiding geschiedt voor het diploma voor algemeene ziekenverpleging. Opleiding: voor kraamverpleegster a. d. Kraamzaal, verbonden aan deRijkskweekschool voor Vroedvrouwen. Duur: voor de bezitsters van het diploma voor algemeene 'ziekenverpleging ± 1 jaar. Salaris: voor gediplomeerd verpleegster zeer verschillend in de verschillende gemeenten en verschillende ziekenhuizen; te Rotterdam ƒ200—ƒ500; voor le verpleegster ƒ400—ƒ600; voor hoofdverpleegster ƒ 600—f800. De Zusters in het Sint-Franciscus Gasthuis ontvangen geen salaris. 1) Zie Inleiding blz. 8. 46 Opmerkingen. In de verschillende ziekenhuizen bestaat een proeftijd van 3 maanden vóór men, bij gebleken geschiktheid, als leerling-verpleegster wordt aangenomen. Een goede gezondheid is voor dit vak een eerste vereischte. Wij wijzen op de vakorganisaties „Nosokómos", Nederlandsche Vereeniging tot bevordering der belangen van Verpleegsters en Verplegers", „Nederlandsche Bond voor Ziekenverpleging* en „Bond van R.K. Ziekenverpleegsters ln het bisdom Haarlem". 37. Particulier verpleegster. Opleiding: als voor ziekenhuisverpleegster (zie blz.45). Honorarium: ± ƒ3—ƒ5 per dag, met kost en inwoning. Opmerking. Wij wijzen op de vakorganisaties „Nosokómos" en „Nederlandsche Bond voor ziekenverpleging". 38. Wijkverpleegster. Opleiding: alsvoor ziekenhuisverpleegster (zie blz.45). Ambt of betrekking: externe verpleegster in verschillende gezinnen, hetzij in dienst van de gemeente (te Amsterdam en te Gróningen), van een kerkgenootschap, een vereeniging of geneesheer, hetzij zelfstandig gevestigd. Honorarium: wisselend tusschen ƒ600 en ƒ1200 's jaars; meestal met bijkomende vergoeding voor rijwielgebruik, en de premie voor ouderdoms-, invaliditeit»' en ongevallenverzekering- Opmerking. Wij wijzen op de vakorganisaties, bovengenoemd. 39. Krankzinnigenverpleegster. Opleiding: in het gesticht „Maasoord" te Poortugaal. Duur: 3 jaar. Kosten: geene. Leeftijd: tenminste 18 jaar. Examen: wordt afgenomen door de Nederlandsche 47 Vereeniging voor Psychiatrie en Neurologie. Het is in 3 deelen gesplitst. Salaris: der aspirant-verpleegster ƒ 100; na het met gunstig gevolg afleggen van het le gedeelte van het examen ƒ125, na het 2e gedeelte 175, na het 3e gedeelte ƒ 250—ƒ 500 (5 2-jaarl. verhoogingen van ƒ50); le verpleegster (hoofd van een paviljoen) tot ƒ600; hoofdverpleegster ƒ600—ƒ800; adjunct-directrice ƒ 800 —ƒ1200. Opmerking. Wij wijzen op de vakorganisaties, genoemd op blz. 46. 40. Reserve-zuster bij den Diaconessen-arbeid. Opleiding: aan het Ned. Hervormd Diaconessenhuis, Westersingel 111. Duur, en leeftijd voor toelating: aldaar te bevragen. Diploma: wordt uitgereikt door het bestuur der Vereeniging voor Reserve-zusters bij den Diaconessenarbeid. Betrekking: tijdelijke hulpkracht bij wijkarbeid of in de bij den Kaiserswerther-bond aangesloten Diaconessenhuizen. Salaris: wordt niet verstrekt. Opmerking. Deze werkkring is alleen geschikt voor gefortuneerde jonge meisjes of weduwen. Wier godsdienstige overtuiging zich tegen opneming in het verband van bovengenoemde Vereeniging niet verzet 41. 42. Vroedvrouw. Meesteres-Vroed vrouw. Opleiding: in At Rijkskweekschool voor Vroedvrouwen, Henegouwerlaan. Duur: 2 jaar. Kosten: geene. De uitwonende leerlingen zorgen zelf voor huisvesting. Leeftijd voor toelating: 21—25 jaar. Voorwaarden voor toelating: geslaagd zijn voor het toelatings-examen, dat ieder jaar in den zomer wordt 48 afgenomen (plaatsen en dagen worden in de Staatscourant bekend gemaakt, de eischen kan men vernemen aan het Nationaal Bureau voor Vrouwenarbeid, Jacob van der Doesstraat 68, Den Haag). Examen: wordt jaarlijks afgenomen door den staat. Ambt of beroep: meesteres-vroedvrouw der Rijkskweekscholen voor vroedvrouwen, gemeente-vroedvrouw en zelfstandig gevestigde vroedvrouw. Salaris: van de meesteres-vroedvrouw te Rotterdam ƒ700, te Amsterdam ƒ1000 en ƒ300 in hare hoedanigheid van directrice; van de gemeente-vroedvrouw ƒ 150—ƒ400, soms met vrije woning, terwijl somtijds extra betaald wordt voor hulp aan stads-bedeelden. Te Rotterdam: ƒ250 per jaar. — Het tarief voor hulp bij bevallingen loopt van ƒ4 tot ƒ10. Opmerkingen. Gedurende twee jaar, nadat het diploma werd behaald, is de vroedvrouw verplicht, zich beschikbaar te houden voor een benoeming tot gemeente-vroedvrouw. Indien zij ƒ 200 stort ter vergoeding voor hare opleiding, is zij van die verplichting ontheven. Wij vestigen de aandacht op de vakorganisatie „Nederlandsche Maatschappij ter bevordering der belangen van vrouwelijke verloskundigen". 43. Heilgymnaste-masseuse. Opleiding: voor wie de akte middelbaar gymnastiek verworven hebben, aan de Inrichting voor Heilgymnastiek en Massage, Plantageweg 61a. Examen: wordt afgenomen door het Genootschap vóór Heilgymnastiek en Massage. Beroep of betrekking: zelfstandig gevestigde heilgymnaste-masseuse, assistente bij een orthopaedist, of aan een Zander-instituut. Honorarium: f 0.75—ƒ 2.50 per keer; ongeveer ƒ800 tot ƒ 1300 per jaar. Opmerkingen. Wij raden een ieder af, zich voor dit vak te bekwamen, zonder tevens onderricht in eenig stelsel van gymnastiek te kunnen geven. Ook dan nog is er veel energie en geluk noodig om te slagen. Wij wijzen op de vakorganisatie „Genootschap voor Heilgymnastiek en Massage". 49 44. Hoofd van of deelgenoote in een groothandels- of winkelzaak. Opleiding: zeer verschillend naar gelang van den aard van het bedrijf. Voor het handelsgedeelte: aan de Nederlandsche Handelshogeschool (aanmelding bij Mr. WC. Mees, Wijnhaven Z.Z. 94a); de gemeentelijke Handelsschool, van Alkemadeplein 42; de Handelsschool voor den Middenstand (in wording; inlichtingen DVdeJ Hfe,r C: J- Schoonderwolf, Westkruiskade 65a): R.K. Handelsschool, Mauritsstraat 84; de Handelsavondschool van „Mercurtus", Kortenaerstraat 5. Duur: Handelshoogeschool 2 jaar; gemeentelijke Hanaeisschool 2 jaar met daaraan voorafgaand 3 jaar H.ö.b • RK. Handelsschool 5 jaar (jaren van 32 weken voor de verplichte vakken: lezen, taal, rekenen, enz • jaren van 40 weken voor de onverplichte vakken: hransch, Engelsch, Duitsch); Handelsavondschool van nMercurius" 5 cursusjaren. Kosten: Handelshoogeschool f 200 per jaar; gemeenteluke Handelsschool ƒ75 per jaar; R.K. Handelsschool J 15 per jaar voor de verplichte vakken benevens ƒ5 voor elke taal; Handelsavondschool f20 per jaar voorbereidende cursus; ƒ30 per jaar handelscursus. Leeftijd voor toelating: R.K. Handelsschool ten minste 12 jaar. Eischen voor toelating: gemeentelijke Handelsschool (4e klasse der school) einddiploma H.B.S. met 3-j. ^ursus of H.B.S. voor meisjes en overgangsbewijs van de 4e naar de 5e klasse eener H.B.S. met 5-jarigen cursus geven recht tot toelating. Andere candidaten moeten een toelatingsexamen afleggen. Diploma: aan de Handelshoogeschool kan een diploma worden verworven in de handels-economie aan de gemeentelijke en de R. K. Handelsschool, evenals aan de Handelsavondschool, een eind- (school) diploma. Opleiding voor het practische gedeelte in de zaak zelf. Daarna is veelal een verblijf in een gelijksoortige zaak in een andere plaats, of in een groote zaak in het buitenland gewenscht. 50 Opmerkingen. Voor zaken waarin ook indnatrieele bekwaamheid wordt vereischt, zal deze. - met uitzondering van de vakken die aan de industrieschool voor meisies worden onderwezen — veelal gevonden moeten worden aan ambachtsscholen of bijzondere vakscholen, buiten Rotterdam gelegen. Men raadplege desgewenscht het Nationaal Bureau voor Vrouwenarbeid, Jacob van der Doesstraat 68, den Haag. Waar de dochter werkzaam is in de zaak van den vader, geven wij dezen in overweging, het meisje als vaste „Dealende" aan te nemen, evenals een vreemde, met eenvaste bezoldiging. Geleidelijke opklimming volge, tot het deelgenootschap verworven wordt De zaak voere dan den naam „firma zoo en zoo en dochter". De vrouwelijke bedrijfshoofden geven wij in overweging, zich aan te sluiten bij de bestaande, thans veelal alleen door mannelijke leden gevormde vakorganisaties, de yereenigingen van den Handeldrijvenden en Industrieelen Middenstand. 45. Procuratie-houdster. Opleiding: als voor hoofd eener zaak (zie blz. 49). Salaris: ƒ 1500 en hooger. Opmerking. Nog slechts weinige vrouwen zijn tot procuratie-houdster opgeklommen. Het is gewenscht, dat vrouwen zich tot deze betrekking opwerken, evenwel nier door zich tot procuratie-houdster te doen benoemen opeen lager salaris dan aan een man in gelijke positie zou worden toegekend. 46. Correspondente. Opleiding: aan de Nederlandsche Handelshoogeschool; den Cursus tot opleiding van leerkrachten bij het lager Handelsonderwijs, gevestigd in de gemeentelijke Handelsschool; de gemeentelijke HandelsschoóLvan Alkemadeplein 42; de Handelsschool voor den Middenstand (in wording); de R. K. Handelsschool, Mauritsstraat 84- de Handelsavondschool van „Mercurius", Kortenaérstraat 5; Instituut Pont, Pompenburgsingel 29. Duur en kosten: zie blz. 49 voor de gemeentelijke en de R.K Handelsschool en voor de Handelsavondschool van „Mercurius"; voor de Handelsschool voor den Middenstand te bevragen bij den heer C. J. Schoonderwolf Westkruiskade 65a; voor de Handelshoogeschool bij Mr. W. C. Mees, Wijnhaven Z.Z. 94a; aan den Cursus tot opleiding van leerkrachten oy het lager handelsonderwijs, duur: 1 jaar voorbereidende cursus 9BBÊSSBBÊH 51 en 1 jaar vervolgcursus; kosten: het le jaar ƒ10, het 2e jaar ƒ 10 per vak; Instituut Pont, duur: 4 a 5 maanden als men een dagcursus, 8 maanden als men een avondcursus volgt; kosten: ƒ 100 dagcursus,ƒ 120 avondcursus. Examens: worden afgenomen door de Federatie van Handels- en Kantoorbedienden-Vereenigingen in Nederland, en de Nederlandsche Vereeniging tot Bevordering van Handelswetenschappen. Salaris: ƒ 600-/2500 'sjaars. Opmerkingen. De hoogere salarissen worden zelden door vrouwen genoten. Het ware zeer gewenscht, dat de goede vrouwelijke werkkrachten hare salaris-eischen belangrijk verhoogden. Wij wijzen op de vakorganisaties „Nationale Bond van Handels- en Kantoorbedienden „Mercurius", „Algemeene Nederlandsche Bond van Handels- en Kantoorbedienden", „Nederlandsche Vereeniging van Christelijke Kantoor- en Handelsbedienden", en „Nederlandsche R.K. Bond van Handels-, Kantoor- en Winkelbedienden". 47. 48. Stenotypiste en typiste. Opleiding: als voor onderwijzeres in stenografie (zie blz. 41,) en aan de Cursussen in Stenografie en Machineschry'ven (behoorend bij het Herhalingsonderwijs)", gevestigd in de „gemeentelijke Handelsschool", van Alkemadeplein 42 (aanvang September, aanmelding aan het Bureau voor het openbaar onderwijs, afdeeling Centraal Bureau van Inschrijving, Achterklooster 12; duur: 2 jaar, 2 avonden per week gedurende 2 uur; kosten f 2.70 per jaar, terwijl vermindering van schoolgeld en kostelooze toelating mogelijk zijn); aan de Remingtonschool, Zeevischmarkt en aan de Industrieschool voor meisfes, Schietbaanstraat 26 (kosten f 20 per jaar). Salaris : ongeveer ƒ 10—ƒ 60 in de maand. Voor wie dictaat in vreemde talen kan opnemen, loopt het salaris tot ± ƒ1700 'sjaars. Opmerking;. Wij wijzen op de vakorganisaties bovengenoemd, benevens op de „Nederlandsche Vereeniging van Stenografen", „Nederlandsche Stenografen-Bond", „Nederlandsche Stenografen-Vereeniging Stolze-Wéry", „Vereeniging Federatie van Stenografie-Leeraren, systeem I. Pitman", „Stenografen-Vereeniging Riënts Balt" en „StenografenVereeniging „Groote". 52 49. Boekhoudster. Assistent-accountant. Opleiding: als voor correspondente (zie blz. 50), en aan de Industrieschool voor meisjes, Schietbaanstr. 26. Duur Industrieschool: 2 a 2lk jaar, aansluitend bij het 3e halfjaar van den 3-jarigen cursus. Kosten Industrieschool: ƒ30 per jaar. Examens: worden afgenomen door den Staat (M.O.), de „Federatie" en de „Nederlandsche Vereeniging tot Bevurdering van Handelswetenschappen". Salaris: =t ƒ120—ƒ2000 'sjaars (n.1. aan de Rijksverzekeringsbank). Opmerkingen. Wij wijzen op de vakorganisaties op blz. 51 genoemd. De assistent-accountant kan lid worden van het „Nederlandsch Instituut van Accountants", de „Nederlandsche Accountants-Vereeniging", de „Nederlandsche Academie van Accountants" en den „Nederlandschen Bond v. Accountants". 50. Commissionnaire ln effecten. Opleiding: als voor hoofd eener zaak (zie blz. 49), en op een effecten-kantoor. Beroep: zelfstandig gevestigde of geassocieerde commissionnaire. Inkomen: geheel afhangend van persoon, aanleg, connecties en omstandigheden. 51. Hoofd van een fabriekmatig bedrijf. Opleiding: voor het praktische, specifieke vakgedeelte in de fabriek zelf, terwijl later een verblijf in gelijksoortige grootere fabrieken elders zeer gewenscht is. Bovendien verdient het aanbeveling, zoo mogelijk een vakschool te bezoeken, indien deze te Rotterdam of elders voor het bedrijf in questie bestaat. Opleiding: voor het handelsgedeelte, zie blz. 49. Opmerking. Het al of niet slagen hangt geheel af van persoonlijke eigenschappen en omstandigheden. 53 52. Apothekers-assistente. Opleiding >): op den cursus van het departement Rotterdam der „Ned. Maatschappij tot bevordering der Pharmacie," voor zoover het theoretische gedeelte betreft en gelijktijdig voor het praktische gedeelte in een apotheek; of theoretisch en practisch beide in een apotheek, o.a. bij Mw. Stronck, Maaskade 103a. en Mw. Westerling, Mathenesserlaan 400b. Duur: tenminste 2 jaar, voor wie een school voor M. U. L. O. heeft doorloopen. Kosten : Cursus ƒ100 per jaar, en ƒ60—ƒ 100 per jaar voor het praktisch werken ; bij den heerMaas,'s Gravendijkwal 119-b-c ƒ150 in 't geheel, ook al duurt de opleiding langer dan 2 jaar; — in apotheken ƒ200 per jaar, eenige leerboeken en de kosten voor de lager onderwijs-lessen. Leeftijd voor aanneming: bij de meesten tenminste 16 jaar; Cursus ten minste 15 jaar. Voor den Cursus (aanvang 1 Mei) wordt in April een toelatingexamen afgenomen. Examen: wordt afgenomen door den staat. Vrijstelling van de niet-technische vakken wordt verleend aan wie het einddiploma H. B. S. hebben verworven, soms ook aan wie tenminste 3 klassen eener H. B. S. hebben doorloopen en wie het lager onderwijs-examen hebben afgelegd. De overigen moeten gedurende H jaar, 1 jaar of langer, een uur per week les nemen van een onderwijzer(es). 1) Waar in deze brochure personen, firma's, ateliers, enz., genoemd worden, waar men opleiding kan vinden vooreenig beroep, daar bedoelen wij geenszins te kennen te geven, dat de andere werkgevers (geefsters) op dat zelfde gebied nier opleiden of n iet aanbevelenswaardig zouden zijn. Het één en (of) het ander is somtijds wel maar meermalen ook volstrekt niet het geval. Wij noemen alleen diegenen van wie ons bekend is, dat ze tot opleiden bereid zijn, en tegen opname in deze brochure geen bezwaar hebben, terwijl wij bij het onderzoek daaromtrent ten opzichte van sommige vakken zooveel mogelijk volledigheid hebben betracht, ten opzichte van andere vakken daarentegen (zooals bijv. het costuumvak en het hoedenvak) ons tot de grootere ateliers hebben beperkt. 54 ' Leeftijd voor deelneming aan het examen: ten minste 18 jaar. Betrekking: zelfstandige hulpkracht in een apotheek, intern of extern, voor heele of voor halve dagen. Salaris: intern, dus met kost en inwoning, ƒ 150— ƒ400; extern voor halve dagen ƒ 400—ƒ 450, voor heele dagen ƒ 500—ƒ 1000 's jaars; evenwel wordt hoogst zelden meer dan ƒ800 verdiend. In de gemeente-apotheken (waarin slechts enkelen benoemd worden, die veel routine hebben) ƒ800— ƒ 1200 extern; ƒ 300—ƒ 500 (in 't gemesnte-ziekenhuis) intern, met recht op pensioen. Werktijden: halve dagen van 8 of 9 tot 5 of van 12 tot 10 uur; heele dagen van 8 tot 10 met 1J^ uur vrij, of van 9 tot 12, 1 tot 5, 7 tot 10; meestal één middag en één avond in de week vrij, om de 14 dagen des Zondags vrij en 2 a 3 weken per jaar vacantie. Werktijden in 't ziekenhuis: 8 tot 8 of 9 tot 9, een avond en een middag per week vrij, 2 van de 3 Zondagen vrij en 3 weken vacantie. Opmerkingen. De toestanden in dit vak zijn zeer ongunstig: de betrekking voor „halve dagen" levert slechts een bijverdienste op, die voor heele dagen stelt zeer hooge eischen aan de gezondheid. Emplooi is ook te vinden in Indië, Duitschland en Zwitserland (zonder nieuw af te leggen examen). Men informeere vóór men een betrekking in die landen aanneemt evenwel eerst bij den consul of de „apothekersvereeniging", opdat de gemaakte overeenkomst inderdaad worde nageleefd. Wij wijzên op de vakorganisatie „Algemeene ApothekersAssistenten-Bond". 53. Drogiste. Opleiding: als voor apothekers-assistente (zie blz. 53). De drogisten te Rotterdam leiden geen vrouwelijke leerlingen op. Examen: wordt eens per jaar afgenomen, indien er candidaten zijn, door den Nederlandschen Drogistenbond. De apothekers-assistenten onderwerpen zich uit den aard der zaak niet aan dat examen. Het is trouwens niet verplicht. 55 Beroep of betrekking: zelfstandig gevestigde drogiste of bediende in anderer zaak. Bezoldiging: werd ons niet medegedeeld. Opmerkingen. Vrouwelijke drogistenbedienden zijn er tot dusver te Rotterdam alleen in de zaak van den heer Snabilié, Groote Markt la. Wij wijzen op de vakorganisaties „Nederlandsche Drogistenbond" (van ongeëxamineerde drogisten en apothekersassistenten te zamen) en „Vereeniging van Drogisten" (alleen apothekers-assistenten). 54. Strijkster. Opleiding: in wasch- en strijk-inrichtingen, o.a.') bij de American Steam Laundry, G. v. d. Lindestraat 20a; firma Demand en de Jong, Volmarijnstraat 566; Eerste Rotterdamsche Wasch- en Strijk inrichting, Tuindersstraat 93; „de Hoop", Vinkenstraat 30a-ö; den heer Leenen, Bergweg 192—196; den heer Overmans, Laan van Wandeloord 73; den heer Roos, Schiekade 12—14; firma Roovers en Dullens, Nieuwe Kerkstraat 57a-ö. • Duur: hangt van den aanleg af. Een goede strijkster kan in =t 2 jaar gevormd worden. Kosten: geene. Meestal wordt dadelijk, of zeer spoedig, iets verdiend. In kleinere inrichtingen moet de leerling wel eens huiswerk verrichten. In grootere zaken begint tle leerlinge met eenvoudige werkzaamheden en klimt langzamerhand op tot platstrijkster, fijnstrijkster en overhemdenstrijkster. Loon: f 1 —ƒ12 per week; loonen van ƒ 6—ƒ 7 komen het meest voor. Soms wordt vast weekloon uitbetaald; in grootere inrichtingen meestal stukloon. In enkele overhemdenzaken zijn de loonen ƒ10, ƒ12, ƒ14. 55. Kapster, haarbewerkster. Opleiding: in kapperszaken, o.a. bij maison Hoedemakers, Claes de Vrieselaan 47a; den Heer Louwerenburg, Keizerstraat 16; Mw. zur Nieden—Lemans, Nieuwe Binnenweg 205a-ö; den Heer en Mw. van Santen—Molitor, Nieuwstraat 7. 1) Zie noot op blz. 53. 56 Duur: 1 a 2 jaar (voor haarwerk langer) voor jonge meisjes, die tevens in de zaak werkzaam zijn. Privaatles voor ouderen (meisjes van ten minste 15 a 16 jaar), die niet in de zaak werkzaam zijn : ± 3 maanden, soms 20, soms 26 lessen. Kosten: in de zaak geene; voor privaatles soms ƒ25 per cursus, soms ƒ1.75 per les. Beroep of betrekking: hoofd eener zaak, bediende in een zaak, of zelfstandig gevestigde kapster. Salaris eener bediende: f 7—f 10 per week, veelal met procenten, 5 % a 10 %, van verkoop en werk. Inkomen der zelfstandig gevestigde kapster (die geen tiaarwerk maakt): afhangende van de clientèle. Tarief djk f 7.50 per maand; vrouwen die dagelijks kappen voor ƒ4 of ƒ 5 per maand, werken onder de markt. Oprichtingskosten en bedrijfskapitaal voor een dameszaak : ƒ 1500—ƒ 5000. Kosten voor het aanschaffen van benoodigdheden voor de uitgaande kapster: ƒ 10 a ƒ 25. Opmerkingen. Het is te betreuren, dat meisjes het vak veelal onvoldoende leeren, en tevreden zijn met een weinig kennis van kappen en haarwasschen. Zij krijgen daardoor slecht betaalde betrekkingen, of werken als uitgaande kapster onder de markt. Wij raden aan, het vak grondig te leeren, ook het haarwerken, en zoo mogelijk zich te vestigen als hoofd van een dameszaak. Wij wijzen voor de patronessen op de vakorganisatie „Nederlandsche Barbiers- en Kappersbond". Door grondige vakopleiding, ernstige vakuitoefening, het niet langer werken onder de markt, en organisatie, hetzij in de gemengde vakvereeniging, hetzij in een nieuwe vakvereeniging, gevormd uitsluitend door vrouwen, patronessen zoowel als bedienden en zelfstandig gevestigden, zou langzamerhand het vak van „dameskapster" in zijn geheelen omvang door de vrouw veroverd kunnen worden. 56. Modiste. Opleiding; in hoedenzaken ') o.a. bij Gebr. Bles, Hoogstraat 321; Mw. Bloemen, Kortenaerstraat 24a; firma Breukelman—Faas, Visschersdijk 101; firma 1) Zie noot op blz. 53. 57 Hopster & Co., Noordblaak 51; Maison de Mode, Schiedamsche Singel 19ft; Maison de Passage, Passage 23; Maison Monasch, Diergaardelaan 30a; dames Sacksionie Soeurs, Mauritsweg 58; firma van Straaten, Bloch & Co Witte de Withstraat 53. Duur: zeer verschillend, afhangend van den aanleg der leerling. Een goede apprêteuse kan in ± 2 jaar gevormd worden. Een 2e modiste in niet minder dan 5 jaar. Kosten : ƒ30, ƒ40, ƒ50, ƒ60 of ƒ 100 gedurende 1 of 2 jaar; soms wordt het 3e jaar iets verdiend. Betrekking of beroep: apprêteuse, 2e of le modiste in de zaak van een ander, of zelfstandig gevestigd. Salaris van een apprêteuse: ƒ 4—ƒ 6 per week, soms ƒ 30—ƒ 40 per maand; van een modiste ƒ 10, ƒ 12, ƒ 13, in een heel enkele zaak een zeer bekwame kracht ƒ20, ƒ25 per week. Een talentvolle le modiste kan in groote zaken haar eigen salaris vaststellen. Opmerkingen. Het is een vak, waarin 2 maal per jaar seizoenslapte voorkomt. In verschillende zaken worden de apprêteuses in den slappen tijd ontslagen. Wij wijzen op de vakorganisaties .Nederl. Bond van mannelijke en vrouwelijke Arbeiders in de Kledingindustrie en aanverwante vakken" voor de werkneemsters, en .Vereeniging van Rotterdamsche patroons in het Dameshoedenbedrijf", voor de werkgeelsters. 57. Corsettenmaakster, bandagiste. Opleiding: bij Maison van Bilsen, Stationsweg 74c, en Mw. Jeannette van Westerborg, Diergaardelaan 40a, voor wie het geheele vak wil leeren voor zelfstandige vestiging; o.a. bij Mw. Passens, v. Oldenbarneveldtstraat t48a, en bij firma Robbert en Melis, Hoogstraat 263, voor gedeelten van het corsetten-vak. Duur : ± 2 jaar. Kosten : bij Maison van Bilsen, ons onbekend; bij Mw. van Westerborg f 100—ƒ 150 voor één vak, ƒ200—ƒ300 voor de beide vakken voor den 2-jarigen cursus; in de overige zaken wordt dadelijk iets verdiend. 58 Salaris: ƒ1—ƒ10 a ƒ 12 per week. Opmerkingen. Wie zich zelfstandig wil vestigen, hoort het vak in zijn geheelen omvang grondig te leeren. Beide zaken die de volledige opleiding verstrekken, stellen tot voorwaarde, dat men zich niet te Rotterdam zal vestigen. Wij wijzen op de vakorganisatie, genoemd op blz. 57. 58. 59. 60. 61. 62. Costuumnaaister-kleedermaakster. Coupeuse. Taillewerkster. Rokken werkster. Mantelwrkster. Opleiding: ') aan de Industrieschool voor meisjes, Schietbaanstraat26; — Mode-Academiën; — ateliers o.a.') van Gezusters Derrix, van Oldenbarneveldtstraat 83a; firma Heinemann & Ostwald, Zeevischmarkt la—b; firma Hofman, Schiedamsche Singel 10; Mw. Mertens, Stationsplein 7a; firma Schuier & Co., Oude Havenkade 1—2b. Duur: Industrieschool 3 a 5 jaar; —mode-academiën =b 1 jaar; — ateliers 2 a 3 jaar voor een volledige opleiding, van onder op, tot rokken- of taillewerkster. Kosten : Industrieschool f 20 per jaar gedurende 3 jaar; in geval van on- of minvermogen kan een andere schikking worden gemaakt; — mode-academiën ƒ35— ƒ70; _ ateliers geene, alleen bij Gezusters Derrix ƒ1.50 per maand gedurende 2 jaar. Daar wordt ook het knippen en het mantelvak geleerd. Diploma: kan worden verworven aan de Industrieschool. Examen : wordt afgenomen door de Vereeniging van Hoofden van Industriescholen. Voor deelneming is noodig het bezit van het diploma eener industrieschool of verwante inrichting, en tenminste 2 jaar praktijk. Salaris: van rokken- en taillewerksters ± ƒ 1—ƒ 12 a ƒ 15 (tot 23, 25 ct. per uur) per week; in een enkele zeer groote zaak tot ƒ 20 per week. — Het salaris van een „chef" van het atelier is hooger. — Coupeuses in groote zaken kunnen ƒ 2000 a ƒ 3000 verdienen. Opmerkingen. Wij raden ten sterkste aan, het vak grondig te leeren ; ook het mantelmaken; in het algemeen het z.g. „kleermakerswerk". 1) Zie noot, blz. 53. 59 Wie coupeuse wil worden doet wèl, zich daarvoor te Parijs, Brussel, Dresden, Weenen of Londen te bekwamen. Inlichtingen omtrent cursussen in die steden verstrekt het Nat Bureau voor Vrouwenarbeid, Jacob van der Doesstr. 68. den Haag. Het is wenschelijk dat flinke krachtige vrouwen zich tot bedrijfshoofd opwerken. Wij maken opmerkzaam op de vak-organisaties „Vereeniging van Patroons in het Dameskleeding-bedrijf te Rotterdam , „Nederl. Bond van mann. en vrouw arbeiders in de Kledingindustrie en aanverwante vakken", .Nederlandsche Federatieve Bond van Arbeiders(sters) in de Kledingindustrie , „Nederlandsche R.K. Vereeniging van vrouwen in de Kieedingindustrie" en „R.K. Naaisters- en Kleermakersbond „St. Gerardus Majella". 63. Linnennaaister. Opleiding • aan de Industrieschool voor meisfes, Schietbaanstraat 26, voor maatwerk; — op lingerie-confectiefabrieken, o.a.l) bij firma Brandei en Co., Oppert 158 • van Broek en Co., Jufferstraat 6a; van Dantzig, Oppert 80a; Gabrlëls—van Cleeff, Oppert 150a— ISQb ; Groosjohan, Vijverhofstraat 68—76; „Hollandia", Lijnbaanstraat 70; Lombarts en Zn., Delftschestraat 54a-öde Sterke en Co., Oppert 141a, voor confectiewerk; — o.a.') bij de firma Coucke, Mosseltrap 5, en LevL Geldersche Kade 17, voor het overhemden-vak. Duur : Industrieschool 3 a 5 jaar. Kosten: Industrieschool f 20 per jaar; in geval van on- of minvermogen kan een andere schikking worden getroffen. Leeftijd voor aanneming op de fabrieken : 13 a 14 jaar. Diploma: kan verworven worden aan de Industrieschool. Examen: wordt afgenomen door den Bond van Leeraressen bij het Huishoudonderwijs en de Vereeniging van Hoofden van Industriescholen. Salaris : ± ƒ0.75-/10 k f 12 per week in de lingeriefabrieken ; - ± ƒ 1-/6 a ƒ 7 (of ƒ0.40 a ƒ 1 per stuk) in overhemdenfabrieken; leidsters: ƒ 15—ƒ 25 per week 1) Zie noot blz. 53. 60 Opmerkingen. Het ware gewenscht, dat op den duur ook het fijnere maatwerk hier te lande werd vervaardigd. Nu komt dat- bijna steeds uit het buitenland. Aanbeveling verdient het, na afloop der Industrieschool bijv. te Brussel op een atelier te werken. Inlichtingen en 1iulp wordt verstrekt door het Nat Bureau voor Vrouwenarbeid, Jacob van der Doesstraat 68. den Haag. Wij vestigen de aandacht op de vak-organisaties in de kleedingindustrie (zie blz. 59). €4. 65. Huisnaaister. Verstelnaaister. Opleiding: aan de Industrieschool voor meisjes, Schietbaanstraat 26. Duur en kosten: zie blz. 58. Bezoldiging: ± ƒ 1—ƒ 1.50 met den kost per dag. Opmerking. Wij vestigen de aandacht, op de vak-organinisaties in de kleeding-industrie (zie blz. 59). 66. Stopster. Opleiding: in de Stoppageparisieneómp., Kraisstr. Ac. Duur: wel 5 jaar eer men het vak grondig kent. Kosten: geene. Er moet 2 a 3 jaar gewerkt worden vóór dat men begint iets te verdienen. Voorwaarden voor aanneming: leeftijd niet onder 15 a 16 jaar; liefst industrieschool- of kloosterschoolonderwijs hebben genoten. Salaris : ƒ7—ƒ10 per week. Opmerkingen. Dit vak stelt zeer hooge eischen aan het gezichtsvermogen. Wie niet zéér sterke oogen heeft, kieze het niet Wij raden diegenen, die het vak grondig kennen, zelfstandige, vestiging aan. De oprichtingskosten voor een stoppage-zaak behoeven niet hoog te zijn. €7. Bontwerkster. Opleiding: in bontzaken o.a.l) bij de firma Davids & Co., Wijnhaven 80; Fein, Nadorststraat 112 en Koninklijke Nederlandsche Hoeden-, Petten- en Pelterijen-fabriek, Erasmusstraat 41. 1) Zie noot op blz. 53. Di Duur: ongeveer 3 jaar. Kosten : geene. Er wordt dadelijk ƒ 1—ƒ1.50 verdiend. Salaris : bontstiksters tot ± ƒ 7; stoffeersters tot ƒ 10 a ƒ 11 per week; leidsters iets meer. Opmerkingen. Het vak omvat: kloppen, kniopen, naaien, arrangeeren (d.i. de streepen goed laten loopen), koppen inzetten, kale plekken bewerken, voeren, garneeren, enz. Knippen en kloppen wordt te Rotterdam niet door vrouwen gedaan. Wij vestigen de aandacht op de groote internationale Bontwerkers-organisatie, die ook in ons land hare vertakkingen heeft. 68. Behangersnaaister. Opleiding: in behangerszaken, o.a. bij de firma Allan & Co., Groote Markt 16, en N.V. C. H. Eckharfs Meubelfabriek, Hendrik de Keijserstraat 22. Duur: niet lang, doch afhangend van de kennis die de leerlinge van naaien heeft en van den aard der werkzaamheden. Deze zijn : het naaien van gordijnen, van naden, ook in leer, het opmaken van kussens, cosy's, lampekappen, wiegen, enz. Loon: werd ons niet medegedeeld. Opmerking-. Wij wijzen op de organisaties in de kleedingindustrie (zie blz. 59) waar ongetwijfeld behangersnaaisters gaarne zullen worden opgenomen. 0.a. zullen zij moeten trachten, haar loon voor hetzelfde werk gelijkte krijgen aan dat der man.ien. 69. 70. 71. Borduurster. Goudborduurster. Kunstnaald- werkster. Opleiding: aan de Industrieschool voor meisjes, Schietbaanstraat 26; en in zaken, o.a. in de Nederlandsche Borduurfabrlek, Andriessen & Zn., Zuidblaak 62, en firma Kan, Boompjes 84a. Duur: Industrieschool 3 a 5 jaar; — in zaken eenige maanden (voor machine-borduren). Kosten: Industrieschool ƒ20 per jaar; in geval van on- of minvermogen kan een andere schikking worden gemaakt. 62 Beroep of betrekking: zelfstandig gevestigde borduurster, speciaal costuumborduurster; thuiswerkster voor zaken; werkkracht in handwerkwinkels, behangersof meubelzaken, borduurfabrieken, ateliers voor kerkelijke kunst, vaandels, banieren en wapens, zooals van den heer Funnekotter, Nieuwe Haven 109 b. Salaris in zaken: ƒ15—ƒ50 per maand. 72. Photografe, retouchense. Opleiding: o.a. ') bij de heeren Berssenbrugge, Mauritsweg 9; van Dorp, Diergaardelaan 366; Hulselmans, Boschje 176; Leijenaar, Kruiskade 134; Miedema, Oostzeedijk i52a; Mögle, Moriaanstraat 3ab; van der Rijk, Diergaardelaan 33; Mw. Koomen, Nieuwe Binnenweg 62a. De heeren Bouman, Jonkerfransstraat 6a en Schotel, Schiedamsche singel 64, leiden op voor retoucheuse. Duur : voor het geheele vak * 3 jaar, bij Berssenbrugge 4 jaar; voor retoucheeren alleen 1 a IV2 jaar. Kosten: f 50 (bij Mw. Koomen)—f 300 per jaar. Soms wordt 2 jaar betaald, het 3e jaar als volontair gewerkt, een enkele maal slechts 1 jaar, bij den heer Berssenbrugge 4 jaar betaald (nl. ƒ 300; ƒ 200; ƒ 150; ƒ 100); soms ook een som ineens gestort. — De heer Schotel rekent voor de opleiding als retoucheuse ƒ 30 per 2 maanden. Leeftijd en voorwaarden tot aanneming als leerlinge : bij de meesten 14—15 jaar, bij Mw. Koomen ten minste 18 jaar. — Wie een goede retoucheuse wil worden, moet teekenles nemen. Beroep of betrekking: zelfstandig gevestigde photografe, met of zonder atelier; zelfstandig gevestigde retoucheuse; retoucheuse, bediende, of bediende-operatrice, bij photograaf of retoucheur. Inkomen der zelfstandig gevestigde photografen en retoucheuses hangt van de clientèle af. 1) Zie noot blz. 53. 63 Salaris : van de retoucheuses tot ƒ 20 a/25 per week; van de bedienden ƒ 2.50—ƒ 15 per week. Inrichtingskosten: ƒ500—ƒ2000 zonder atelier; ± ƒ10.000 mèt een atelier; voor ± ƒ 4000 kan een atelier met installatie worden overgenomen. Opmerking-en. Het is wenschelijk, eerst het vak in zijn geheelen omvang te leeren op eenige goede Hollandsche ateliers; daarna onderdeelen op groote ateliers in Parijs, Berlijn of Weenen. Een retoucheuse "bijv. in Parijs kan ƒ 100 per maand en hooger verdienen. Vóór men zich zelfstandig vestigt, is jarenlange ervaring noodig. Eerst na + 3 jaar levert het eigen atelier een middel van bestaan op. Het Bestuur van den „Nederlandschen Fotografen Kunstkring" raadt voor meisjes die over voldoenden artistieken aanleg en voldoend kapitaal kunnen beschikken, en die niet zenuwzwak zijn, zelfstandige vestiging als photografe aan. Bekwaming voor ondergeschikte betrekkingen in dit vak raadt het Bestuur af, omdat het vak niet genoeg inkomsten waarborgt, en er in Holland te weinig plaatsen beschikbaar zijn. -, Wij vestigen de aandacht op de vak-organisaties „Nederlandsche Fotografen Kunstkring" (voor patroons) en „Photografen-bediendenbond". 73. Decoratief beeldhouwster. Opleiding: aan de Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen, Coolvest 84. Kosten: 2 jaar ƒ 6, verder ƒ 10 per jaar voor de avondcursussen, ƒ50 per jaar voor den dagcursus. Betrekking: beeldhouwster op een kunstnijverheidsatelier. Salaris: ons onbekend, doch een flinke wèl-onderlegde kracht zal waarschijnlijk in dit vak haar kost kunnen verdienen. 74. Commies of klerk in dienst van een spoorwegmaatschappij. Opleiding: door privaat-onderwijs of particuliere cursussen. 64 Duur: hangt af van aanleg, voor-opleiding en tijd die dagelijks aan de studie kan worden besteed. Eischen: ongeveer de kennis die gevorderd wordt voor het eind-examen H.B.S. voor jongens met 5-jarigen cursus. Leeftijd: bij de H. IJ. S. M. 18—30 jaar. Betrekking : commies of klerk bij de S. S.; klerk bij de H. IJ. S. M. (alleen te A'dam, Haarlem, 's-Hage, Alkmaar, Hilversum, R'dam). Salaris: bij de H. IJ. S. M. ƒ9.50—ƒ 17.50 per week (leerling-klerken ƒ4—ƒ8 per week). 75. 76. 77 78- Directrice van een post- en telegraafkantoor. ')2) Commies.')2) Surnumerair.2) Klerk in den post- en telegraafdienst.2) Opleiding: gedeeltelijk door privaat-onderwijs, gedeeltelijk in den dienst. Door privaat-onderwijs bekwaamt men zich voor klerk, surnumerair en aspirantcommies. In den dienst, voor commies, (n 1. aan den cursus, te Rotterdam gehouden). Duur voor het klerken- en surnumerairs-examen: hangt af van aanleg en voor-opleiding. Eischen voor het klerken-examen : behoorlijke kennis van Nederlandsch, kennis van Fransch (vertalen in en uit die taal), eenige kennis van Duitsch en Engelsch (vertalen uit die talen), aardrijkskunde, rekenkunde, net handschrift. — Voorloopig worden geen klerkenexamens meer afgenomen. Eisdien voor het surnumerairs-examen: behoorlijke kennis van het Nederlandsch, Fransch, Duitsch, Engelsch (vertalen in en uit die talen), natuurkunde, rekenkunde, 1) Zie Inleiding, blz. 8. } 2) De bepalingen, niet alleen omtrent de salarieering, maar ook omtrent toelating en benoembaarheid van vrouwen, wisselen veelvuldig. Wij raden een ieder, die deze loopbaan kiezen wil, earst informaties omwent den oogenblikkelijken toestand in te winnen aan het Nationaal Bureau voor Vrouwenarbeid, Jacob van der Doesstraat 68, den Haag. 65 algebra, meetkunde, wiskundige aardrijkskunde, aardrijkskunde, topografie, staatsinrichting. Voor deelneming aan dit examen wordt vereischt diploma eind-examen H.B.S. met 5-jarigen cursus, of van een inrichting van onderwijs, die daarmede wordt gelijkgesteld. Duur voor het examen voor aspirant-commies (dat hetzelfde is voor de ambtenaren als het surnumerairsexamen voor n/er-ambtenaren): tenminste 3 jaar, in dier voege, dat men aan dit examen eerst mag deelnemen, nadat men 3 jaren dienst heeft gedaan. De deelname staat alsdan voor iedere ambtenaar in den post- en telegraafdienst open; niet alleen voor de klerken. Duur voor het commies-examen (voor aspirantcommiezen en surnumerairs): 2 a 3 jaar. Kosten -. voor de opleiding door privaat-onderwijs zeer verschillend. Voor opleiding tot commies aan den cursus te Rotterdam: geene. Leeftijd voor deelneming aan het klerken- en surnnmerairs-examen: 18—23 jaar. De examens zijn vergelijkend. Salaris klerk : ƒ400; na 1 maand ƒ650; na 2 jaar ƒ 800; na 6 jaar ƒ900, bij het bezit van één radicaal ƒ 950, van 2 radicalen ƒ1050; na 10 jaar ƒ1000, ƒ1100 of ƒ1200; na 14 jaar ƒ 1100, ƒ1200 of ƒ 1350; na 18 jaar ƒ1150, ƒ 1300 of ƒ 1400; na 22 jaar ƒ 1200, ƒ 1350 of ƒ1500. (De 2 radicalen zijn in den dienst te behalen). De daarvoor geschikten kunnen, na 15 jaren dienst, den titel verwerven van commies-titulair, en ontvangen als zoodanig ƒ 200 boven haar tractement. Voor wie na 15 jaar nog niet voor dien titel in aanmerking kan komen, wordt het salaris na 15 jaar ƒ 1400; na 18 jaar ƒ 1500; na 22 jaar ƒ 1600. Salaris surnumerair: f 600. Salaris commies: (4e klasse) ƒ 1200; na 2 jaar ƒ 1400; na 6 jaar (3e klasse) ƒ1700; na 10 jaar (2e klasse) ƒ1900; na 14 jaar ƒ 2100; na 18jaar(leklasse) ƒ 2300; na 22 jaar ƒ 2500. Salaris directrice van een post- en telegraafkantoor 3 BH 66 van de 7e en 8e klasse, de eenige waarvoor vrouwen in aanmerking komen: respectievelijk ƒ 1600—ƒ 1800 en ƒ 1300—ƒ 1500, benevens vrije woning. Opmerkingen. Deze carrière is voor vrouwen niet aanbevelenswaardig. Immers: het klerken-examen wordt niet meer afgenomen. Vrouwen kunnen geen hoofdcommies worden en zijn alleen aan postkantoren der twee laagste klassen benoembaar tot directrice. Ook kunnen vrouwen bij de Rijkspostspaarbank geen commies worden. Wij meenen om al deze redenen, deze carrière voor vrouwen te moeten ontraden. Degenen, die niettemin dezen weg wenschen te bewandelen, maken wij opmerkzaam op de vakorganisaties „Vereeniging van Directeuren en Commiezen der Posterijen en Telegrafie", „Nederlandsche Post- en Telegraafbond (Klerkenbond)", „Nederlandsche Bond van Post- en Telegraafbeambten „De Post", „Algemeene Bond van Ned. Post-, Telegraaf- en Telefoonpersoneel ", „Nederlandsche R.K. Bond van Post-, Telegraaf- en Telefoonpersoneel „Sint Petrus", „Vereeniging van Klerken ter Directie der Rijkspostspaarbank". 93. Hulptelegrafiste, adspirant-hulptelegrafiste. l) Leeftijd voor toelating: 16 jaar. Eischen voor toelating: goed lager onderwijs hebben genoten, en eenige kennis van Fransch, Engelsch en Duitsch. Een toelatings-examen wordt afgenomen. Salaris: bij benoeming ƒ 400; na 1 maand ƒ 600; na 2 jaar ƒ750; na 6 jaar ƒ850; na 10 jaar ƒ950; na 14 jaar ƒ1050; na 18 jaar ƒ 1100; na 22 jaar ƒ 1150. Voor de kantoren Amsterdam, Rotterdam en 's-Qravenhage ƒ50 verhooging; ƒ100 verhooging na het met gunstig gevolg deelnemen aan een examen, dat na ten minste 8 jaar vasten dienst kan worden afgelegd; na 4 jaar nogmaals ƒ100 verhooging. De hulptelegrafisten zijn 2 a 3 jaar op proef en in opleiding werkzaam, alvorens voor vast te worden aangesteld. Als het laatste examen met goed gevolg is afgelegd, ontvangen zij den titel van „telegrafist". Opmerking. Wij wijzen op de vakorganisaties „Algemeene Bond van Ned. Post-, Telegraaf- en Telefoonpersoneel", „Nederlandsche Bond van Hulptelegrafisten" en „Ned. R.K. Bond van Post-, Telegraaf- en Telefoonpersoneel „St. Petrus". 1) Zie noot op bladz. 64. 67 80. Hulptelefoniste. Opleiding: door privaat-onderwijs, tenzij 2 of 3 klas• sen H.B.S. doorloopen zijn; en verder door den dienst. Leeftijd voor toelating: voor den rijkstelefoondienst van 18 tot liefst niet ouder dan 22 jaar. Eischen voor toelating: voor den rijkstelefoondienst een weinig kennis van Nederlandsch, Fransch, Duitsch, Engelsch, rekenen en aardrijkskunde; voor den gemeente-telefoondienst een weinig kennis van Nederlandsch, rekenen, geschiedenis en aardrijkskunde. — De directeuren der betreffende kantoren vergewissen zich van de ontwikkeling der candidaten. Eisch voor toelating bij den gemeentelijken telefoondienst te Rotterdam: liefst een M.U.L.O. school hebben doorloopen. Duur van de opleiding in den dienst: bij den rijkstelefoondienst 3 £ 4 maanden. De opleiding geschiedt kosteloos, doch geen salaris wordt uitgekeerd. — Bij den gemeentelijken telefoondienst: 14 diensttijden van 7 juur, welke meestal worden verdeeld over 3 weken. Salaris: bij den rijkstelefoondienst als helpster, dat s iemand, die na den leertijd wordt opgeroepen bij ziekte der vaste ambtenaren: ƒ 1 per dag. Als tijdelijk hulptelefoniste, voor welke betrekking bij een vacature de helpsters het eerst in aanmerking komen: ƒ 10 per maand voor de 16-jarigen, ƒ 20 per maand voor de 17-jarigen. Als hulp-telefoniste, een vaste betrekking die de tijdelijke hulp-telefonisten na 1 of 2-jarigen diensttijd kunnen verwerven: f 400; na 1 maand ƒ 450 op kantoren der 7e en 8e klasse, ƒ 550 op kantoren der le en 2e, 3e en 4e klasse, ƒ 575 te Amsterdam, Rotterdam en 's-Gravenhage; na 2 jaar ƒ 550, ƒ 575, ƒ 600, ƒ 625, ƒ 650; na 6 jaar ƒ 600, ƒ 625, ƒ 650, ƒ 675, f 700; na 10 jaar ƒ 650 ƒ 675, ƒ 700, ƒ 725, ƒ 750; na 14 jaar ƒ 700, ƒ 725, ƒ 750, ƒ 775, ƒ 800; na 18 jaar ƒ 750, ƒ 775, ƒ 800, ƒ 825, ƒ 850; na 22 jaar ƒ 800, ƒ 825, ƒ 850, ƒ 875, ƒ 900. Salaris: bij den gemeentelijken telefoondienst bij in dienst-tréding ƒ 26 per maand; na een half jaar ƒ400 68 per jaar, om de twee jaar verhooging van ƒ 50 tot een maximum van ƒ650. Salaris der chefs-telefoniste ƒ 725—ƒ 1000 (2-jaarlijksche verhooging van ƒ 100). Diensttijd: bij rijk en gemeente 7 uur per dag, verdeeld in 4 en 3 uur met 2 uur tusschenruimte, en bij de gemeente, in 3V2 en 3'/2 uur. Zondagsdienst bij het rijk om de 2 of 3 weken gemiddeld 3 uur; bij de gemeente om de 4 weken. Nachtdienst bij het rijk niet; bij de gemeente eens in de 16 dagen, met daarop volgenden vrijen dag. Verlof bij de gemeente 14 dagen per jaar. Opmerkingen. Voor meisjes met een zwakke gezondheid of een prikkelbaar zenuwgestel is deze werkkring af te raden. Sollicitanten naar de betrekking van leerling-telefoniste te Rotterdam kunnen zich aanmelden iederen Woensdag tusschen 10 en 12 uur, Gedempte Botersloot 187. Wij wijzen op de vakorganisaties „Algemeene Bond van Nederlandsch Post-, Telegraaf- en Telefoonpersoneel" en „Ned. R.K. Bond van Post-, Telegraaf- en Telefoonpersoneel : „Sint Petrus". Het ware gewenscht, dat de Rotterdamsche gemeente-telefonisten evenals de Amsterdamsche een vakvereeniging vormden. 81. Kantoorbediende. Leeftijd voor toelating: 16 jaar. Eischen voor toelating: goed lager onderwijs hebben genoten en eenige taalkennis. Een toelatings-examen wordt afgenomen. Salaris: bij benoeming ƒ400; na 1 maand ƒ600, te Amsterdam, Rotterdam en 's-Gravenhage ƒ650; na 2 jaar op kantoren der' 7e en 8e klasse ƒ650, der 5e en 6e klasse ƒ700, der 3e en 4e, le en 2e klasse ƒ750, te Amsterdam, Rotterdam en 's-Gravenhage f 800; na 6 jaar ƒ700, ƒ750, ƒ800, ƒ850, ƒ900; na 10jaar ƒ 800,ƒ850, ƒ900, ƒ950, ƒ1000; na 14 jaar ƒ850, ƒ950, ƒ 1000, ƒ1050, ƒ1100; na 18 jaar ƒ950, ƒ1000, ƒ1050, ƒ 1100, ƒ1150; na 22 jaar ƒ 1000, ƒ1050, ƒ 1100, ƒ 1150, ƒ1200. Verder ƒ100 verhooging na het met gunstig gevolg deelnemen aan een examen, dat na tenminste 8 jaar vasten dienst kan worden afgelegd; na 4 jaar nogmaals ƒ100 verhooging. De kantoorbedienden zijn 69 2 a 3 jaar op proef en in opleiding werkzaam, alvorens voor vast te worden aangesteld. Opmerking;. Wij wijzen op de vakorganisaties „Algemeene Bond van Ned. Post-, Telegraaf- en Telefoonpersoneel" en „Ned. R.K. Bond van Post-, Telegraaf- en Telefoonpersoneel „Sint Petrus". 82. Adslstente bij het hoofdbestuur der posterijen en tele¬ grafie. Opleiding: door privaat-onderwijs of particuliere cursussen. Duur: hangt af van aanleg, voor-opleiding, en tijd die dagelp» aan de studie kan worden besteed. Examen-eischen: ongeveer de kennis, die gevorderd wordt voor het eind-examen H.B.S. voor jongens met 5-jarigen cursus. Leeftijd: tenminste 25 jaar (voor vaste aanstelling). Salaris : le jaar ƒ400 ; 2e jaar ƒ500 ; 3e jaar ƒ600; 5e jaar ƒ 700 ; 7e jaar ƒ800 ; 9e jaar ƒ850; 11e jaar ƒ900; 13e jaar ƒ950, 15e jaar ƒ1000; 17 jaar ƒ1025; I9e jaar ƒ1050 ; 21e jaar ƒ1075, 23e jaar ƒ1100. Opmerking;. Wij wijzen op de vakorganisatie .Bond van Adsistenten bij het Hoofdbestuur der Posterijen en Telegrafie". 83. Klerk ln dienst van rijk, provincie of gemeente. Opleiding: door privaat-onderwijs of particuliere cursussen. Duur : hangt af van aanleg, voor-opleiding en tijd die dagelijks aan de studie kan worden besteed. Kosten: ons onbekend. Examen: wordt afgenomen, voor het rijk door een commissie, bestaande uit ambtenaren aan het betrokken departement; voor de gemeente, door de Nederlandsche Vereeniging voor Gemeentebelangen; voor de provincie wordt geen examen afgenomen. Eischen: ongeveer de kennis die gevorderd wordt voor het eind-examen H.B.S. voor jongens met 5-jarigen cursus. 70 Leeftijd: 18—25 jaar; aan de gemeente-secretarie te Amsterdam 17—25 jaar. Betrekking: o.a. klerk aan één der departementen van algemeen bestuur (alleen aan de departementen van Justitie, Landbouw, Nijverheid en Handel, en Waterstaat worden vrouwelijke ambtenaren benoemd); aan het Centraal Bureau voor de Statistiek; aan de Rijksverzekeringsbank; bij de Arbeidsinspectie; aan de provinciale griffie; bij het gemeente-bestuur. Salaris: ƒ400—/1100; te Amsterdam ter secretarie ƒ600—ƒ 1400 'sjaars. Opmerking. Wij maken opmerkzaam op de vakorganisaties „Bond van Ambtenaren der Departementen van Algemeen Bestuur en nooge Colleges van Staat", „Vereeniging van Ambtenaren bij de Rijksverzekeringsbank", „Algemeene Bond van Nederlandsche Rijksambtenaren", „Vereeniging van Administratieve Ambtenaren bij de Arbeidsinspectie", „Nederlandsche Bond van Gemeente Ambtenaren" en „Bond van Klerken, werkzaam bij de Registratie, de Domeinen, de Hypotheek en het Kadaster". 84. Godsdienst-onderwijzeres bij NederduitschHervormde gemeenten, de Remonstrantsche Broederschap, Doopsgezinde gemeenten, Evangelisch Luthersche gemeenten, het Nederlandsch Israëlietisch Kerkgenootschap en den Protestantenbond. Opleiding: bij de Ned. Herv. gemeenten door de Commissie voor het godsdienstonderwijs; overigens door privaatles van predikanten. Duur: meestal 2 a 3 jaar. Kosten: bij de Ned. Herv. gemeenten geene; bij de overige kerkgenootschappen ons onbekend. Examen: wordt afgenomen door het Classicaal Bestuur, waaronder de gemeente, tot welke de candidate behoort, ressorteert; — een Commissie, benoemd door de Permanente Commissie tot de algemeene zaken van het Ned. Isr. Kerkgenootschap te Amsterdam; — de Commissie voor godsdienstonderwijs van den Protestantenbond. Leeftijd voor deelneming: ten minste 23 jaar; — ten minste 18 jaar op 1 Jan., op het examen volgend; — ons onbekend. 71 Eischen van bekwaamheid voor het verwerven van het diploma: gronden van de Ned. taal en onderwijskunde, algemeene inhoud en geest der Bijbelboeken, lezen en verklaren van den Bijbel, Bijbelsche en kerkelijke geschiedenis, Christelijke geloofs-en zedeleer; — voor den len (laagsten) rang: gronden van Ned., gronden van Hebreeuwsch, vertaling in het Ned. der meest gebruikelijke gebeden, uit het hoofd kennen en vertalen der gebruikelijke lofzeggingen, kennis van Bijbelsche geschiedenis en de hooftrekken der godsdienstleer, het schrijven van Joodsch schrift; voor den 2en rang: van alle vakken grondiger kennis,vertaling van den Pentateuch (tot het examen voor den hoogsten rang worden vrouwen niet toegelaten). — De exameneischen van den Protestantenbond zijn ons onbekend. Salaris: bij de Ned. Herv. gemeenten ƒ600—ƒ800; bij het Ned. Isr. Kerkgenootschap ± ƒ450—ƒ500; bij den Protestantenbond verschillend in de verschillende gemeenten, een enkele maal ± ƒ750 'sjaars. Meestal kan de godsdienstonderwijzeres van haar salaris alléén niet bestaan. Opmerking. Wij wijzen op de vakorganisatie „Bond van godsdienstonderwijzeressen". 85. Diacones. Opleiding: in het Ned. Hervormd Diaconessenhuis Westersingel 111. Duur: onbepaald. Kosten: geene. Salaris: geen. De diakones verricht den arbeid, die haar, in verband met haar aanleg (die ook haar opleiding bepaalt) en de behoefte, wordt opgedragen. Zij wordt tot haar dood toe verzorgd, en ontvangt eenig kleedgeld. 86. Candidaat-notaris. Opleiding: door privaatles bij een notaris of candidaat-notaris. Duur: 4 jaar; 2 jaar voor het eerste gedeelte van het examen, telkens 1 jaar voor het 2e en 3e gedeelte. 72 Kosten: ƒ300—ƒ400 'sjaars. Examen: wordt eenmaal 'sjaars afgenomen door den staat. Het le en 2e deel zijn mondeling, het 3e deel schriftelijk. Naar verkiezing kunnen 2, of alle 3 gedeelten in hetzelfde examenjaar worden afgelegd. Salaris: van ƒ700 af. In groote steden veelal niet minder dan ƒ 1000. Opmerking;. Wij wijzen op de vakorganisatie „Broederschap van Candidaat-Notarissen". 87. Accountant. Opleiding: aan cursussen, uitgaande van verschillende Accountants-Vereenigingen. Duur: voor de assistent-accountant meestal nog 4 a 5 jaar. De cursussen, uitgaande van het Nederlandsch Instituut van Accountants duren 1 jaar voor de bijvakken (aanvang Juli), 2 jaar voor accountancy (aanvang December) (alleen te volgen door de assistenten van het Instituut: contributie ƒ 5 per jaar, entrée ƒ 5; aanmelding aan het Secretariaat: Mathenesserlaan 359); de cursussen van de Nederlandsche Accountantsvereeniging duren 6—12 maanden voorde bijvakken, ± 3 jaar voor accountancy (alleen te volgen voor de assistenten der Vereeniging: contributie ƒ 3 per jaar; aanmelding aan het Secretariaat: Keizersgracht 482, Amsterdam). Kosten: Instituut f 1—ƒ 2 per lesuur; Vereeniging f 25—f 60 voor de bijvakken, ± ƒ 125 per jaar voor accountancy. Examen: wordt afgenomen door het Nederlandsch Instituut van Accountants, de Nederlandsche Accountants-Vereeniging, de Nederlandsche Academie van Accountants en den Nederlandschen Bond van Accountants. Het examen bestaat uit 12 onderdeelen, n.1. Talen: Nederlandsch, Fransch, Duitsch, Engelsch; — Munt-, Crediet- en Bankwezen; — Statistiek; — Recht; — Notariaat; — Handelsrekenen; — Handelsaardrijkskunde ; — Handelsgeschiedenis; — Accountancy. Men 73 kan telkens voor één vak examen doen, het laatst voor accountancy. Beroep: zelfstandig gevestigde accountant, tot inrichting, geregelde en accidenteele controle van groote administratie bij industrieele en bankzaken. Inkomen: hangt af van de clientèle. Opmerking;. Wij vestigen de aandacht op de vakorganisaties, genoemd op blz. 72. 88. Actuaris, adjunct-actuaris. Opleiding : aan de Nederlandsche Handelshoogeschool, of door privaatonderwijs. Somtijds wordt te Rotterdam een cursus gehouden, uitgaande van de Vereeniging van Wiskundige Adviseurs. Duur: voor wie het wiskunde-examen K, met goed gevolg heeft afgelegd of de wiskundige kennis en ontwikkeling bezit van iemand die het einddiploma H. B. S. met 5-jarigen cursus verworven heeft, en practisch op de wiskundige afdeeling van een verzekeringsmaatschappij werkzaam is, ± 1 jaar. Examen: wordt jaarlijks afgenomen door de Vereeniging van Wiskundige Advisews. Ook aan de Nederlandsche Handels-hoogeschool zal vermoedelijk een diploma als actuaris te behalen zijn. Salaris: van een candidaat-actuaris ± ƒ 1500— ƒ2000; van een actuaris hooger. Opmerking. Wij vestigen de aandacht op de vakorganisatie bovengenoemd en de „Vereeniging voor Levensverzekering'*. 89. Scheppend kunstenares op het gebied der beeldende kunsten. Opleiding: aan de Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen, Coolvest 84. Duur: hangt af van aanleg en omstandigheden. Kosten : ƒ6 gedurende 2 jaar, verder ƒ10 per jaar voor avondcursussen, ƒ 50 per jaar voor den dagcursus. 74 Beroep: schilderes, beeldhouwster, etsster, graveerster, illustratrice. Inkomen: afhangend van tal van omstandigheden. (Voor illustreerwerk wordt meestal ƒ5—ƒ20 per teekening betaald). 90. Componiste. Opleiding: aan de Muziekschool van de afdeeling Rotterdam der Maatschappij tot Bevordering der Toonkunst", Nieuwe Markt 2a; de Rotterdamsche Muziekschool, Baan 9; het Instituut voor Muziekonderwijs, Gerant Scholtenstraat 44a; aan andere particuliere muziekscholen of door privaatonderwijs. Duur: hangt af van aanleg en omstandigheden. Kosten: Muziekschool, Nieuwe Markt, in de kunstklassen ƒ25—ƒ150 voor ieder vak; regeling temaken omtrent samenvoeging van vakken. Inkomen: hangt af van aanleg en omstandigheden. Opmerking. Wij wijzen op de vakorganisatie „Genootschap van Nederlandsche Componisten". 91. Uitvoerend kunstenares op het gebied der muziek. Opleiding: aan de onderwijsinrichtingen, bovengenoemd of door privaat-onderwijs. Duur: hangt af van aanleg en omstandigheden. Kosten: Muziekschool, Nieuwe Markt, in de kunstklassen ƒ25—ƒ150 voor ieder vak; regeling temaken omtrent samenvoeging van vakken. Beroep of betrekking: soliste, concert-meesteres, l) orkestlid, koriste, organiste (bij een Doopsgezinde of Ned. Hervormde gemeente). Inkomen der soliste: hangt af van aanleg en omstandigheden. Salaris: van de concertmeesteres ƒ150 per maand; — van de orkest-leden: ons onbekend, behalve voor 1) Nog slechts ééne in ons land: in een opera-orkest. 75 zoover de harpiste betreft, wier salaris soms ƒ 140 per maand bedraagt; — van de koriste: ƒ60—ƒ75 per maand aan de Fransche Opera; ƒ 25—ƒ65 per maand aan het Rembrandt-Theater (Amsterdam) (leerlingen ƒ20—ƒ40); — van de organiste: dt ƒ 150—ƒ300 per jaar. Opmerking. Wij wijzen op de vakorganisaties „Algemeene Nederlandsche Koristenvereeniging", „Nederlandsche Toonkunstenaarsvereeniging" en „Algemeene Nederlandsche Toonkunstenaarsvereeniging". IV. Lijst van ambten, beroepen en betrekkingen, doof vrouwen te vervullen, waarvoor alleen BUITEN ROTTERDAM opleiding te vinden is. t. Betrekkingen van huishoudeüjken aard. 1. Kamenier-linnenmeisje. 2. Kamenier. II. Ambten, beroepen en betrekkingen op het gebied van onderwijs en opvoeding. 3. Onderwijzeres in huishoudelijke vakken bij het herhalingsonderwijs. 4. Leerares in huishoudkunde. 5. Onderwijzeres of leerares in koken en voedings¬ leer. 6. Leerares in waschbehandeling en strijken. 7. Leerares bij het landbouwhuishoudonderwijs. 8. Ambtenare aan een gasfabriek. 9. Leerares aan een school voor voorbereidend hooger onderwijs. 10. Assistente aan een hoogeschool. 11. Privaat-docente aan een hoogeschool. 12. Lecior aan een hoogeschool. 13. Opvoedster in een Christelijk philanthropische in¬ richting. III. Ambten, beroepen en betrekkingen op het gebied van verpleging en verzorging. 14. Kraamverzorgster. 15. Baker. 16. Enquêtrice bij de tuberculosebestrijding. 17. Manicure en pedicure. IV. Betrekkingen in den handel. 18. Verkoopster. Winkelbediende. 77 V. Industrieele beroepen en betrekkingen, met uit¬ zondering van de nijverheidskunst. 19. Apotheker. Provisor. 20. Detacheuse (vlekkenuitrriaakster). 21. Petten maakster. 22. Schoenmaakster. 23. Stoff eerster. 24. Diamantbewerkster. 25. Horlogemaakster. 26. Rietvlechtster. 27. Opzichteres in de wasch-industrie. VI. Beroepen en betrekkingen op het gebied der nüverheidskunst. 28. Kantwerkster. 29. Costuum-ontwerpster. 30. Handweefster. 31. Batikster. 32. Lithografe. 33. Carton-bewerkster. 34. Houtsnijdster. 35. Metaalbewerkster. 36. Leerbewerkster. Boekbindster. VII. Technische beroepen en betrekkingen. 37. Ingenieur. 38. Scheikundige bij den keuringsdienst. 39. Technoloog(scheikundige in industrieele bedrijven) 40. Assistente bij de rijkscommissie voor graadmeting en waterpassing. 41. Assistente aan een rijkslandbouwproefstation. 42. Tandtechnica. 43. Goudsmid-reparatrice. 44. Pianostemster. VIII. Beroepen en betrekkingen in land- en tuinbouw. 45. Boerin. 46. Landbouwster. 47. Kaasmaakster. 48. Tuinbouwkundige (kweekster). 78 49. Tuinierster. 50. Tuinarchilecte. 51. Houdster van een hoenderpark. 52. Imker. IX. Ambtelijke betrekkingen met uitzondering van het onderwijs en den dienst der posterijen, telegrafie en telefonie. 53. Commies in dienst van het rijk. 54. Adjunct-commies in dienst van rijk, provincie of gemeente. X. Beroepen en betrekkingen van maatschappelijken aard. 55. Predikante. 56. Godsdienstleerares bij de Remonstrantsche Broe¬ derschap. 57. Officier bij het Leger des Heils. 58. Woningopzichteres. 59. Armenverzorgster. XI. Beroepen en betrekkingen, waarvoor een meer of minder wetenschappelijke vorming wordt vereischt, met uitzondering van sommige onderwijs-, technische, industrieele- en maatschappelijke betrekkingen. 60. Advocaat. 61. Arts. 62. Tandarts. 63. Directrice van een laboratorium. 64. Conservatrice aan een museum, of andere weten¬ schappelijke instelling. 65. Archivares, adjunct-archivares. 66. Bibliothecares, bibüotheekbeambte. XII. Beroepen en betrekkingen op het gebied van letteren en kunst. 67. Architccte. 68. Tooneel speelster. 69. Balletdanseres. 70. Declamatrice. V. Eenige inlichtingen omtrent de plaats(en) waar opleiding te verkrijgen is voor, en omtrent salaris, vooruitzichten en vakorganisatie in de ambten, beroepen en betrekkingen, waarvoor alleen BUITEN ROTTERDAM opleiding is te vinden. 1. 2. Kamenier-linnenmeisje. Kamenier. Opleiding: te 's-Gravenhage (aan de Vakschool voor meisjes). Salaris: ƒ120—ƒ250 'sjaars met kost en inwoning. Opmerking. De kans op plaatsing als kamenier wordt steeds geringer. 3. Onderwijzeres in huishoudelijke vakken aan de herha¬ lingsscholen. Opleiding: te Amsterdam (Huishoudschool en Nieuwe Huishoudschool), 's-Gravenhage (Huishoudschool), Nijmegen (Huishoudschool), Schiedam (Huishoud- en Industrieschool) en Utrecht (Industrie- en Huishoudschool). Opmerking. Dit vak levert niet meer dan een bijverdienste op. 4. 5. 6. Leerares in huishoudkunde. Onderwijzeres of lee¬ rares in koken en voedingsleer. Leerares in waschbehandellng en strijken. Opleiding: aan dezelfde scholen (zie boven) als voor onderwijzeres in huishoudelijke vakken. De school te Schiedam leidt niet op voor de diploma's in koken en voedingsleer, waschbehandeling en strijken. 80 Salaris: van de Directrices intern ƒ800—ƒ1400, extern ƒ1400—ƒ2000; van de leeraressen intern ƒ250— ƒ550, extern ƒ750—ƒ1050, met toelagen voor meerdere acten of diploma's. Oomerklng. Wij wijzen op de vakorganisatie „Bond van Leeraressen bij het Huishoudonderwijs . 7. Leerares bi] bet land hou whulshoudonderwijs. Opleiding: te den Hulst bij Dedemsvaart (op huize „de Rollecate") Salaris: nog niet vastgesteld. 8. Ambtenare aan een gasfabriek. Opleiding: als voor leerares in huishoudkunde, koken en voedingsleer, waschbehandelingen strijken (zie bl. 79) Betrekking: onderwijzeres, die in een gasfabriek het publiek leert, op welke wijzen gas voor de huishouding is aan te wenden. Salaris: tot ƒ 1000 toe. 9. Leerares aan een school voor voorbereidend hooger onderwijs. Opleiding: Voor zoover niet een middelbare acte wordt behaald (zie blz. 44), te Amsterdam, Delft, Groningen, Leiden of Utrecht (aan een hoogeschool) % Betrekking: leerares aan een gymnasium of lyceum. Salaris: gemiddeld berekend tegen ƒ 100 per jaar per wekelijksch lesuur. 10. Assistente aan een hoogeschool. Opleiding: te Amsterdam, Delft, Groningen, Lelden of Utreclit (aan een hoogeschool) '). Salaris: f 1000—ƒ 1600 's jaars. • 1) Inlichtingen verstrekt het Centraal Bureau voor Vrouwenstudie in Nederland, secr. Mw. Nannie Grondhout, Hooglandsche Kerkgracht 22, Leiden. 81 11. Privaat-docente aan een hoogeschool. Opleiding: te Amsterdam, Delft, Groningen, Leiden of Utrecht (aan een hoogeschool '). Inkomen: afhangend van het aantal leerlingen (studenten). Opmerkingen. Het verlof om als privaat-docent op te treden moet verkregen worden van de faculteit, waaraan men zich wenscht te verbinden. Het privaat-docentschap levert meestal niet meer dan een bijverdienste op. 12. Lector aan een hoogeschool. Opleiding: aan een hoogeschool in binnen- of buitenland '). Salaris: f 2000 's jaars. Opmerking. Wij wijzen op de vakorganisatie „Nederlandsche Lectoren-Vereeniging". 13. Opvoedster in een Christelijk-philanthropische Inrichting Opleiding: aanvankelijk te Amsterdam (2 jaar in de Diaconessenschool der Nederduitsch Hervormde Diacönesseninrichting, Vondelstraat 104 b), daarna in de inrichting waar men als hulpkracht wenscht te blijven. Betrekking: opvoedster in een opvoedingsgesticht, weeshuis, enz., aangesloten bij den Centraalbond van Christelijk-philanthropische inrichtingen in Nederland. Salaris: f 150—ƒ 250 per jaar, intern. 14. Kraamverzorgster. Opleiding: te Amsterdam (aan den opleidingscursus voor Kraamverzorgsters, uitgaande van de Vereeniging Amsterdamsche Kraamverzorging, Camperstraat 17). Diploma: wordt door bovengenoemde vereeniging uitgereikt, terwijl deze ook voor plaatsing zorgt. Honorarium: f 1.50 a ƒ 2 per dag. 1) Zie noot op blz. 80. 82 15. Baker. Opleiding: in een groot aantal gemeenten (aan cursussen, uitgaande van de afdeelingen van het Groene en het Witte Kruis). Opmerking. Gediplomeerde bakers vinden gemakkelijk plaatsing. Te Rotterdam is een plaatsingsbureau gevestigd. Salaris aldaar: voor de wijkbakers: ƒ500—ƒ 550 (na 5 jaar) 'sjaars; voor de overigen ƒ10—ƒ 15 per week. 16. Enquêtrlce of hulsbezoekster in dienst der tubercu- lose-bestrijding. Opleiding: te 's-Gravenhage (aan den Cursus, uitgaande van de Nederlandsche Centrale Vereeniging tot Bestrijding der Tuberculose; inlichtingen bij den Heer C. Dekker, arts, Antonie Duyckstraat 115) en aan Cursussen, uitgaande van verschillende provinciale vereenigingen tot Bestrijding der Tuberculose; inlichtingen voor Noord-Holland bij den heer Dr. L. C. Kersbergen, Haarlem; voor Friesland bij den heer Dr. v. Eden, Leeuwarden; voor Gelderland bij den heer Dr. L. I. Lans, Arnhem; voor Noord-Brabant bij den heer A. P. M. Kooien, arts, Schijndel; voor Drenthe bij den heer H. Sandra, arts, Norg. Betrekking: in een bepaalde plaats gevestigde of in een provincie rondreizende bezoekster van in huis verpleegde tuberculose-patiënten, in dienst van vereenigingen, werkzaam op hygiënisch of verpleeggebied. Salaris: van ƒ 600 zónder vrij wonen tot ƒ lOOOmèt vrij wonen. Opmerking. Wij wijzen op de vakorganisatie „Nederlandsche Bond van Tuberculose-huisbezoeksters." 17. Manicure en pedicure. Opleiding: o.a. te Amsterdam (door privaatles) en in het buitenland, o.a. te Brussel (aan een speciale school voor pedicure). Opmerkingen. Slechts een enkele, zeer goed onderlegde pedicure heeft kans van slagen. Het vak van pedicure kan verbonden worden aan dat van schoenmaakster. Dat van manicure aan het beroep van masseuse of kapster. 83 18. Verkoopster. Winkelbediende. Opleiding: te Groningen (aan de Industrieschool voor meisjes) en te Amsterdam, (aan de Vakschool voor den Boekhandel). Salaris: zeer verschillend, naar gelang van de soort en de uitgebreidheid der zaak. Gemiddeld ƒ250—ƒ800 'sjaars, extern; in enkele zeer groote zaken, waar veel smaak vereischt wordt, tot ƒ2000—ƒ3000. Opmerking. Wij wijzen op de vakorganisaties „Nationale Bond van Handels- en Kantoorbedienden „Mercurius", „Algemeene Nederlandsche Bond van Handels- en Kantoorbedienden", „Nederlandsche R.K. Bond van Handels-, Kantooren Winkelbedienden", „Nederlandsche Bond van Confectiebedienden" en „Nederlandsche Bond van Boekverkoopersbedienden". 19. Apotheker, provisor. Opleiding: te Amsterdam, Groningen, Leiden pf Utrecht (aan een hoogeschool) l)\ Beroep: zelfstandig gevestigde apotheker in eigen apotheek, of verantwoordelijk persoon in een apotheek van een ander. Salaris der provisor: ƒ800—ƒ 1800, intern. Opmerking. Wij wijzen op de vakorganisatie „Nederlandsche Maatschappij tot Bevordering der Pharmacie". 20. Detachense (vlekken-uitmaakster) in een chemische wasscherij. Opleiding: in verschillende grootere chemische wasscherijen, o. a. te Amsterdam en 's-Gravenhage. Salaris: ± f 8—ƒ 12 per week. 21. Pettenmaakster. Opleiding: in pettenfabrieken, o.a. te Amsterdam. Loon: tot ± ƒ 12 per week. Opmerkingen. De betere loonen zijn voor degenen, die het vak goed verstaan, die met het snijden kunnen worden 1) Zie noot op blz. 80. ■ 34 belast, of die modellen kunnen maken. Eenige kennis van teekenen wordt daarvoor vereischt. Er is in dit vak veel vraag naar degelijke werkkrachten. Wij wijzen op de vakorganisatie „Ned. Bond van mannelijke en vrouwelijke arbeiders in de kleeding-industrie en aanverwante vakken". 22. Schoenmaakster. Opleiding: te's-Gravenhage (aan de Vakschool voor Schoenmakers, Dibbetsstraat 101—103). Loon: nog onbekend, daar meisjes tot dusver in het schoenmakersbedrijf alleen werkzaam waren als plaksters en stiksters. Opmerking. Het is gewenscht, dat ook meisjes dit vak grondig leeren, en daarna als „gezel" haar werkkracht niet aanbieden onder de markt. 23. Stofleerster. Opleiding: te Alkmaar (aan de Ambachtsschool), misschien ook te Amsterdam (aan de Ambachtsschool) en te 's-Gravenhage (aan den aan de Ambachtsschool verbonden Avondcursus). Opmerking. Wij wijzen op de vakorganisatie „Algemeene Nederlandsche Bond van Meubelmakers, Behangers en aanverwante Vakgenooten". 24. Diamantbewerkster. Opleiding: te Amsterdam (in diamantfabrieken). Betrekking: kloofster, handsnijdster, machine-snijdster, slijpster, verstelster. Loon: voor snijdsters ƒ 8—ƒ 22, slijpsters tot ƒ 30 per week. Opmerkingen. Kloofstefs zijn er slechts enkelen. De meeste diamantbewerksters zijn snijdsters. Wij raden aan, zoowel hand-, als machinesnijden te leeren. Wij maken opmerkzaam op de vakorganisaties „Algemeene Nederlandsche Diamantbewerkersbond", „Nederlandsche R.K. Diamantbewerkers-Vereeniging", „israëlietische Diamantbewerkersvereeniging" en „Nieuwe Vereeniging in de Diamantnijverheid". — De loonen in dit vak zijn voor mannen en vrouwen gelijk. 25. Horlogemaakster. Opleiding: in verschillende plaatsen (in horlogezaken). 85 Examen ; voor gezel en voor meester wordt jaarlijks afgenomen door den Bond van Nederlandsche Horlogemakers. Beroep of betrekking: hoofd van een zaak, ondergeschikte in anderer zaak, zelfstandig gevestigde reparatrice en klok-opwindster. Salaris : als ondergeschikte ƒ 12—ƒ 18 per week. Kosten voor vestiging als reparatrice: ƒ 200 a ƒ 300. Opmerking;. Wij raeenen, dat het aanbeveling zou verdienen, dat dochters van horlogemaker* zich in de zaak van haar vader degelijk in het vak bekwamen, het gezellenen later het meestérs-diploma verwerven, eigen zaak beginnen ot zich opwerken in de zaak van den vader en later die zaak voortzetten, en zelve weer andere meisjes opleiden. Zoo zal langzamerhand dit vak gedeeltelijk door de vrouw veroverd kunnen worden. Zij bereide zich grondig voor, levere uitnemend werk, stelle zich niet tevreden met ondergeschikte betrekkingen, werke niet onder de markten worde lid van de vakorganisatie bovengenoemd. 26. Rietvlechtster. Opleiding: te Noordwolde (aan de Rijksrietvlechtschool), terwijl in verscheiden plaatsen korte cursussen worden gehouden. Opmerking. Bekwame vlechtsters vinden wel emplooi. 27. Opzichteres In de Wasch-industrie (Directrice ln een Wasch-inrichting). Opleiding: als voor leerares in waschbehandelingen strijken (zie blz. 79). (Speciale opleiding te Amsterdam, aan de Amsterdamsche Huishoudschool, Zandpad 5). Salaris: ± ƒ 600—ƒ 1300 'sjaars. 28. Kantwerkster. Opleiding: te 's-Gravenhage (aan de Koninklijife Ne* derlandsche Kantwerkschool, Javastraat 68), te Amsterdam (aan de Rijksschool voor Kunstnijverheid, Stadhouderskade), en te Sluis (aan de Kantschool). Loon: voor repareeren 10—17 ct. per uur; voor het maken van nieuwe kant 10, 13, 15 ct. per uur. 86 Opmerking. Daar het Nederlandsche publiek nog steeds de voorkeur geeft aan buitenlandsche kant, die veel goedkooper k:in worden geleverd doordat de werkster er zoo goed als niets aan verdient, levert het kantwerken hier behalve voor een zeer enkele zeer begaafde, niet meer dan een bijverdienste op. 29. Costuum-ontwerpster. Opleiding: te Amsterdam (aan de Dagteeken- en Kunstambachtsschool voor meisjes, Grabriël Metsustraat 16, en aan de Vakschool voor Vrouwen- en Kinderkleeding, Ruyschstraat 38). Beroep: ontwerpster van tooneelcostuums. Opmerking. Dit vak biedt slechts toekomst voor een zeer enkele bijzonder begaafde. 30. Handweefster. Opleiding te 's-Gravenhage (aan de Nederlandsche Kunstweefschool, Prinsengracht 29, en den Cursus, uitgaande van den Bond voor Nederlandsche Hand weefkunst, Valeriusstraat 108). Loon: 20—50 ct. per uur. Opmerking. Wij raden dit vak als middel van bestaan ten sterkste af. De materialen zijn duur, en de afzet in ons ,« land is niet groot genoeg. Het Bestuur van den Bond VOOT Nederl. Handweefkunst verklaart, dat het voorloopig het handweven als winstgevend beroep nog niet wil aanbevelen. 31. Batikster. Opleiding: te Haarlem (aan de School voor Kunstnijverheid) en te 's-Gravenhage (aan particuliere cursussen). Opmerking. Wij raden dit vak als middellyan bestaan af. 32. Uthografe. Opleiding: te Amsterdam (aan de Rijksschool voor Kunstnijverheid, Stadhouderskade, de Kunstnijverheidsschool „Quellinus", Frans Halsstraat 14, de Dagteekenen Kunstambachtsschool'voor meisjes, Gabriël Metsustraat 16, en waarschijnlijk aan de op te richten Vak- 87 school voor de Typografie), en te 's-Gravenhage (aan de Academie van Beeldende Kunsten, Prinsessegracht3). Opmerking;.,Wij raden ook dit vak als middel van bestaan af 33. 34. 35. Cartonnage-werkster, Houtsnijdster, Leerbewerkster, boekbindster. Opleiding: te Amsterdam (aan de Dagteeken- en Kunstambachtsschool, Gabriël Metsustraat 16, de Kunstnijverheidsschool „Quellinus", Frans Halsstraat 14 (voor houtbewerking), en door particuliere cursussen), en te 's-Gravenhage (aan particuliere cursussen). Opmerkingen. Wij meenen ook déze vakken als middel van bestaan te moeten afraden, al vindt een enkele zéér bekwame houtsnijdster, boekbindster, leerbewerkster of cartonnage-werkster, die op bestelling werkt of aan een zaak verbonden is, een bescheiden bestaan of een niet onaardige bijverdienste, en al brengt een zéér enkele houtsnijdster op een kunstnijverheidsatelier het tot f 15 per week. Voor al deze vakken van nijverheidskunst is de afzet ten onzent te klein. 36. Metaal bewerkster (drljfster inlegster, emailleerster). Opleiding: te Amsterdam, Haarlem en Schoonhoven (aan de Rijksschool voor Kunstnijverheid, Stadhouderskade; de School voor Kunstnijverheid; endeTeekenschool van de Nijverheidsvereeniging voor Goud- en Zilversmeden). Opmerking. Evenals alle vakken van nijverheidskunst levert ook de artistieke metaalbewerking slechts voor zeer enkelen een bestaan op. Men wijde zich dus niet aan dit beroep zonder een zeer bijzonderen aanleg. 37. 38. 39. 40. Ingenieur. Scheikundige bij den keurings¬ dienst. Technolooge (scheikundige in industrieele bedrijven). Assistente bij de Rijkscommissie voor graadmeting en waterpassing. Opleiding: te Delft (aan de technische hoogeschool) '). Salaris: bij den gemeentelijken keuringsdienst ± ƒ 1100-/1600; — in fabrieken ƒ 1100-/ 1700. 1) Zie noot op blz. 80. 88 41. Assistente aan een rijkslandbouwproefstation. Opleiding: te Amsterdam, Delft, Groningen, Leiden of Utrecht (aan de hoogeschool) '). Aanvdngswedde: ± ƒ 1400. 42. Tandtechnica. Opleiding: in gemeenten, waar de aldaar gevestigde tandtechnici geneigd zijn, een meisje op hun atelier op te leiden. Betrekking of beroep: technica op het atelier van een tandarts, of thuiswerkster voor tandartsen en klanten. Salaris der tandtechnici: ƒ180—ƒ250 pér maand. Opmerkingen. Voor zwakke meisjes is dit vak niet aan te bevelen, omdat er zwaar werk aan verbonden is (goud pletten). — Kennis van Engelsch is gewenscht, daar de voornaamste vakbladen in die taal geschreven zijn. — Volgens een bekende vrouwelijke tandarts, zou het best plaatsing voor een meisje zijn te vinden op een atelier waar tenminste 5 technici werken, zoodat het werk onderverdeeld is. Wij wijzen op de vakorganisatie „Bond van Tandtechnici". 43. Goudsmid-reparatrice. Opleiding: in verschillende fabrieken. Betrekking of beroep: reparatrice in een fabriek, een winkel, of thuiswerkster voor winkels of particulieren. Opmerking. Het vak eischt geduld, fijnvoelendheid, voor sommige onderdeelen kracht en scherp gezicht, een sterke borst (voor het soldeeren). In den Haag heeft ééne vrouw er een middel van bestaan in. 44. Pianostemster. Opleiding: o.a. te 's-Gravenhage en Leiden (in pianomagazijnen). Examen: wordt afgenomen door de Nederlandsche Toonkunstenaarsvereeniging. Het diploma is voor plaatsing niet vereischt, doch wel gewenscht. Beroep of betrekking: zelfstandig gevestigde stemster, of stemster in een pianomagazijn. 1) Zie noot op blz. 80. 89 Salaris: van den stemmer-werknemer ƒ8—ƒ25 per week. Opmerkingen. Wij vreezen, dat vooralsnog een vrouw moeilijk emplooi zou vinden te Rotterdam. Te Leiden en te Leeuwarden vinden eenige stemsters een vrij. goéd bestaan, Vereischten voor het vak zijn: een sterk gestel en een zeer fijn muzikaal gehoor. 45, 46. Boerin. Landbouwster. Opleiding: in een groot aantal gemeenten (aan cursussen in landbouwhuishoudkunde of zuivelbereiding, somtijds in verbinding met veeteelt of veeverpleging), te Alkmaar (aan cursussen verbonden aan de Huishoud- en Industrieschool) en te Lierop (aan een Huishoud-Landbouwschool voor meisjes uit den boerenstand). 47. Kaasmaakster. Opleiding: te Hoorn (aan de Vakschool voor Kaasmakers.) Opmerking. Tot de Vakschool worden toegelaten/e/eerlineen d.w.z. personen, die het kaasmaken als beroep uitoefenen (voorwaarde voor toelating o.a. tenminste 1-jarige werkzaamheid in een inrichting voor fabriekmatige kaasbereiding) en 2e toehoorders, d.w.z. belanghebbenden bij de kaasbereiding, die niet voor het kaasmakersberoep in aanmerking komen (voorwaarde voor toelating voldoende kennis van de praktijk der kaasbereiding), 48. 49. 50. Tuinbouwkundige (kweekster). Tuinierster. Tuinarchitecte. Opleiding: te Wageningen (aan de Rijks hoogere land-, tuin- en boschbouwschool), Aalsmeer, Alkmaar, Boskoop, Hoorn, Lisse, Naaldwijk, Tiel (aan rijkstuinbouw-winterscholen); Veendam (aan de gemeentelijke tuinbouwschool, in wording), Vleuten (op Ida Maria State, uitgaande van de Joodsche Land- en tuinbouwvereeniging), Amsterdam (aan denluinbouw-wintercursus der .Ned. Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde, afd. Amsterdam), te Bussum en Rijswijk (aan. particuliere tuinbouwscholen). De aanstaande tuinarchitecte moet daarna nog les nemen bij een tuinarchitect, terwijl de avonden moeten 90 worden besteed aan bouwkundig teekenen, en geschiedenis van de tuinkunst. Beroep of betrekking: kweekster op eigen grond; „bediende" in anderer kweekerij; tuinierster (vrouwelijke tuinman); tuinarchitecte. Inkomen der tuinarchitecte: hangt van de clientèle af. Ten hoogste kunnen jaarlijks 10 of 12 tuinen worden aangelegd, hetgeen, procentsgewijs berekend, met levering van benoodigdheden, ± ƒ 1000 a ƒ 1200 inkomen verschaffen kan- Opmerkingen. Alleen wie, behalve over de noodige vakkennis, ook over veel handelsinzicht en een groot kapitaal beschikt, kan als zelfstandig kweekster slagen. De grootte van het benoodigde kapitaal hangt af van de streek waar men zich vestigt en de soort gewassen die men kweeken wil. Gerekend kan worden ƒ 10.000—ƒ50.000, terwijl stellig gedurende de eerste jaren de opbrengst onvoldoende is om van te bestaan. Goed onderlegde vrouwelijke „bedienden" vinden ten onzent moeilijk plaatsing. Wèl komt vrouwenarbeid in den tuinbouw voor — behalve van vrouwen en dochters van tuinbouwers in het bedrijf van man of vader — bij ondergeschikte werkzaamheden, zooals druivenkrenten en aardappelen rooien in het Westland ; planten, wieden, schoffelen, oogsten, in dienst van kweekers van klein fruit- en voilegronds-groentenkweekers in Groningen; bessenplukken in de Over-Betuwe en op ZuidBeveland; en alle voorkomende werkzaamheden in dewarmoezerijen in Limburg. — De verdienste wisselt dan vooi jonge meisjes tusschen ƒ0.25—ƒ0.60 per dag en voor volwassen vrouwen tusschen ƒ0.60 en ƒ2 per dag. In het Westland kan in den tijd van het druivenkrenten het loon tot * 15 per week loopen. Vrouwelijke „tuiniersters", die de tuinen van klanten of van ziekenhuizen en sanatoria onderhouden, in het buitenland tamelijk veelvuldig voorkomend, zijn er in ons land nog slechts enkelen. Wij meenen vooralsnog dit vak als middel van bestaan te moeten ontraden. — Het vak van tuinarchitecte durven wij alleen aanraden voor Sterke en niet onbemiddelde meisjes, die kunnen afwachten, of het aantal opdrachten voldoende zal worden. Na voltooide opleiding verdient het voor haar aanbeveling, een jaar bij een tuinarchitect te werken als volontaire. 51. Houdster van een hoenderpark. Opleiding: o.a. te Zeist (in het hoenderpark „Theresiahof"). 91 Opmerkingen. Voor- meisjes die buiten wonen, en eenig kapitaal of andere bron van inkomsten bezitten, zou de proef te wagen zijn, of dit vak ook hier te lande aan meer dan een enkele een bestaan waarborgt. Het vak vereischt veel geduld en zorg. Gerekend wordt, dat het eerste jaar de kosten kunnen worden goedgemaakt, terwijl na 3 jaar het bedrijf in vollen gang is. Het valt te hopen, dat goed opgeleide vrouwen, die haar werkkracht niet onder de markt beschikbaar stellen, als „pluimgraven" zullen worden benoemd. 52. Imker. Opleiding: aan cursussen in gemeenten, waar imkeis gevestigd zijn, of waar „ieerstallen" gehouden worden. Examen : wordt afgenomen door de „Vereeniging tot Bevordering der Bijenteelt in Nederland" (die alle inlichtingen verstrekt; secretaris de heer W. A. van Os, Leersum). Opmerking. Dit vak geeft enkel een bijverdienste en is alleen aan te bevelen voor wie buiten woont, een groot stuk grond te harer beschikking heeft en een andere bron van inkomsten bezit. 53. 54. Commies in dienst van het rijk. Adjunct-Commies in dienst van rijk, provincie of gemeente. Opleiding: te Amsterdam, Groningen, Leiden of Utrecht (aan de hoogeschool) ') daar voor een rechtstreeksche benoeming tot adjunct-commies en commies de titel van Mr. in de rechten, althans voor vrouwen, zooal niet rechtens, dan toch feitelijk vereischt wordt. Salaris: voor adjunct-commies: ƒ1200—ƒ 1700; voor commies ƒ1800—ƒ2300, nominaal. Gekort wordt voor eigen pensioen de helft van het begin-salaris, te verdeden over 4 jaar, en daarna de helft van iedere verhooging, te verdeden eveneens over 4 jaar. Bovendien wordt voor weduwen- en weezenpensioen voor mannelijke titularissen doorloopend 5 %, voor vrouwelijke 1 °/0 gekort van het nominaal bedrag. Opmerking. Wij maken opmerkzaam op de vakorganisatie „Bond van Ambtenaren der Departementen van Alge-, meen Bestuur en hooge Colleges van Staat". 1) Zie noot op blz. 80. 92 55. Predikante. Opleiding: te Amsterdam, Groningen, Leiden, Utrecht (aan de hoogeschool)') en voor de Doopsgezinden daarna te Amsterdam (aan het Seminarium der Algemeene Doopsgezinde Sociëteit). Opmerkingen. Voor het candidaats- of doctoraalexamen in de theologie kan door de aanstaande Doopsgezinde predikante desnoods ook aan een andere universiteit gestudeerd worden. Doch het verdient de voorkeur, van den beginne af Amsterdam tot studieplaats te kiezen. Nog slechts bij één kerkgenootschap: de Doopsgezinde Broederschap, worden vrouwen tot het predikambt toegelaten. De eerste vrouwelijke proponente werd aanstonds in 3 gemeenten beroepen. 56. Godsdienstleerares bij de Remonstrantsche Broederschap. Opleiding: te Leiden (aan de rijks-universiteit en het Seminarium der Remonstrantsche Broederschap). Betrekking: hulp voor en plaatsvervangster van den predikant bij alle werkzaamheden, met uitzondering van den predikdienst. Salaris: nog niet vastgesteld. 57. Officier bij het Leger des Hells. Opleiding: te Watergraafsmeer (in de opleidingsschool). Opmerkingen. Niemand wordt tot de opleidingsschool toegelaten, die niet den leeftijd van 18 jaar heeft bereikt en 12 maanden soldaat van het Leger des Heils is geweest. De opleiding duurt ongeveer 6 maanden en kost ƒ24. De kadet wordt uitgezonden naar den post of den arbeid waarvoor zij, volgens de opinie harer meerderen, het meest geschikt is. Van de soort van arbeid hangt het salaris af. 58. Wonlngopzichteres. Opleiding: te Amsterdam (aan de School voor Maatschappelijk Werk, Pieter de Hooghstraat 78). Salaris: voor leden der vakvereeniging =1= ƒ7—ƒ10 per woning per jaar. Opmerkingen. Dit beroep biedt alleen een bijverdienste en is dus slechts aan te raden voor wie een andere bron van inkomsten bezit. Wij maken opmerkzaam op de vakorganisatie „Vereeniging van Woningopzichteressen". 1) Zie noot op blz. 80. 93 59. Armverzorgster. Opleiding: te Amsterdam (aan de School voor Maatschappelijk Werk, Pieter de Hooghstraat 78 en aan de cursussen, uitgaande van de Nederlandsche Vereeniging voor Armenzorg en Weldadigheid). Opmerking. Slechts enkele Burgerlijke Armbesturen en vereemgingen hebben gesalarieerde bezoeksters of administratrices. Het vak is dus alleen aan te raden voor wie een andere bron van inkomsten bezit. 60. 61. 62. 63. 64. 65. Advocaat. Arts. Tandarts. Direc¬ trice van een laboratorium. Conservatrice aan een wetenschappelijke instelling. Archivares, adjunctarchivares. Opleiding: te Amsterdam, Groningen, Leiden of Utrecht (aan de hoogeschool). *) Opmerkingen. Het inkomen van een advocaat, arts of tandarts hangt uitteraard af van den omvang der praktijk ■ Over het algemeen schijnen vrouwelijke artsen en tandartsen zich gemakkelijker praktijk te kunnen verwerven dan vrouwelijke advocaten. De arts kan bovendien worden aangesteld als geneeskundige aan een ziekenhuis of kliniek, aan een ziekenfonds als gemeente- of schoolarts. Enkele vrouwelijke artsen zijn reeds m die betrekkingen benoemd. Het ware te wenschen dat haar aantal, vooral dat der gemeente- en schoolartsen vermeerderde. Om tot conservatrice, archivares en adjunct-archivares te worden benoemd, is universitaire vorming niet een besliste noodzakelijkheid, ofschoon bij het ontbreken eener academische opleiding de kans van slagen ongetwijfeld gerineer wordt • s wWiJ ,maken opmerkzaam op de vakorganisaties .Ned Maatschappij tot Bevordering der Geneeskunst" Maatschappijtot Bevordering der Tandheelkunde", .Vereeniging van Nederlandsche Tandartsen", .Ned. Tandheelkundig toïand" P e" »VereeniSinS van Archivarissen in Ne- 66. Blbllothecares, bibliotheek-beambte. Opleiding: in voorbereiding (inlichtingen bij den Heer Dr. H. E. Qreve, van Blankenburgstraat 38, den Haag). Betrekking : assistente of bibliothecaresse aan bibliotheek of, veelal openbare, leeszaal en boekerij. Salaris: voor assistenten ƒ400—ƒ1100; voorbiblio- 1) Zie noot op blz. 80. 94 thecaressen ƒ500—ƒ 1200; voor volontaires of leerlingen soms een vergoeding van ƒ100—ƒ300. Opmerkingen. De toekomst in dit vak is voor vrouwen niet gunstig. Aan de grootste helft der Ned. bibliotheken zijn geen vrouwen werkzaam, aan verscheiden andere alleen ongesalarieerde krachten. Wij wijzen op de vakorganisatie „Ned. Vereeniging van Bibliotheekpersoneel". 67. Arcbitecte. Opleiding: te Delft (aan de technische hoogeschool).1) 68. Tooneelspeelster. Opleiding: te Amsterdam (aan de Tooneelschool of de School voor vocale en dramatische Kunst). Opmerking. Wij wijzen op de vakorganisatie iNederlandsche Tooneelkunstenaarsvereeniging". Het ware gewenscht, dat alle tooneelspeelsters zich daarbij aansloten. 69. Balletdanseres. Opleiding: te 's-Gravenhage (door privaatles van de balletmeesteres). Salaris < ± ƒ 50—ƒ 300 per maand. 70. Declamatrice. Opleiding: te Amsterdam (aan de Tooneelschool of de School voor vocale en dramatische Kunst). 1) Zie noot op blz. 80. VI. Lijst van Ambten, Beroepen en Betrekkingen, door vrouwen te vervullen, waarvoor in ons land (nog) geen opleiding bestaat of waarvoor geen speciale opleiding noodig is. ') I. Ambten, beroepen en betrekkingen van huishoudelijken aard. 1. Huisverzorgster. 2. Juffrouw van gezelschap. 3. Hofdame. 4. Moeder van een wees- of armhuis. 5. Zaalopzichtster, bewaakster in een rijksstrafin¬ richting. 6. Kosteres. 7. Stovenzetster. 8. Toiletjuffrouw. 9. Badvrouw. 10. Opzichteres bij de schoolkinderbaden. 11. Directrice, adjunct-directrice van de linnenkamer van het gebouw eener stoomvaartmaatschappij. 12. Garderobe-bewaarster. 13. Werkvrouw. 14. Kamerverhuurster of pensionhoudster. II. Ambten, beroepen en betrekkingen op het gebied van opvoeding en onderwijs. 15. Directrice van een tehuis voor schoolgaande kin¬ deren. 1) Hetgeen volstrekt niet beteekent, dat voor al de hieronder genoemde beroepen geen ontwikkeling zou noodig zijn! Dikwijls worden juist zeer hooge eischen van ontwikkeling gesteld, zoowel wat geest als wat gemoed betreft. Somtijds worden ook vóór ae aanstelling proeven van bekwaamheid of geschiktheid verlangd, ontbreekt blJzondeTe °PleidinS i"'st voor dat speciale beroep 96 16. Hulpkracht in een tehuis voor schoolgaande kin¬ deren. 17. Directrice van een rijksopvoedingsgesticht voor meisjes. 18. Directrice van een particulier opvoedingsgesticht,. een doorgangs- of reddingshuis. 19. Hulpkracht in een particulier opvoedingsgesticht, doorgangs- of reddingshuis. 20. Directrice, adjunct-directrice van een Volkshuis. III. Beroepen en betrekkingen op het gebied van verpleging en verzorging. 21. Assistente bij een geneesheer of aan een polikliniek. 22. Directrice van of hulpkracht bij een vacantie- kolonie of in een herstellingsoord. 23. Hoofd eener crèche of toevlucht voor zuigelingen. 24. Hulpkracht aan een crèche of toevlucht voor zuigelingen. IV. Ambten, beroepen en betrekkingen in handel en op kantoor. 25. Caissière. 26. Kantoorbediende voor administratieve werkzaam¬ heden. 27. Beambte of bediende bij een coöp. vereeniging. 28. Administratrice. 29. Particulier secretares. 30. Buffetjuffrouw. 31. Bode. 32. Agentes. 33. Inspectrice en adjunct-inspectrice eener verzeke- rin gs-maatschappij. 34. Handelsreizigster. 35. Depóthoudster. 36. Kioskjuffrouw. 37. Acquisitrice, colportrice. 38. Makelaarster. 39. Houdster van een bemiddelings-bureau. 40. Besteedster. 41. Koopvrouw. 97 42. Collectrice van de staatsloterij. i 43. Bibliotheekhoudster. 44. Uitgeefster. V. Industrieele beroepen en betrekkingen in Rotterdam uitgeoefend 1), met uitzondering van de nijverheidskunst. 45. Waschvrouw. 46. Arbeidster in de waschindustrie (met uitzonde¬ ring van de strijkster, de detacheuse en de opzichteres). 47. Arbeidster in de beddeufabricage. 48. „ „ „ dekenfabricage. 49. „ „ „ tapijtfabricage. 50. Typografe. - 51. Boekbindster. 52. Cartonnage-werkster. 53. Arbeidster in de chocoladefabricage. 54. „ „ „ margarinefabricage. I 55. „ „ „ tabak- en sigarenfabricage. 56. Bloemenbindster. 57. Arbeidster in andere fabriekmatige bedrijven. 58. Fabrieksopzichteres. VI. Technische ambten, beroepen en betrekkingen. 59. Analiste aan een rijkslandbouwproefstation. 60. Adjuncte aan een rijksproefstation voor zaad- controle. f 61. Amanuensis in een laboratorium. * 62. Preparatrice van microscopische preparaten. VII. Beroepen en betrekkingen op het gebied van het ï verkeerswezen, met uitzondering van den dienst der posteryen, telegrafie en telefonie. 62. Stationchef. 64. Wisselwachteres. 1) Wij meenen wat deze categorie van beroepen betreft, waaronder de geheele fabrieksnijverheid valt en waaromtrent men een zoo volledig mogelijke lijst vindt op blz. 15 vv„ ons hier te moeten beperken tot die beroepen, welke in Rotterdam worden uitgeoefend. 4 58 65. Vrouwelijke stationskruier. 66. Gids. 67. Koetsier. 68. Hotel-houdster. 69. „ geëmployeerde. VIII. Ambten bij den dienst der posterijen, telegrafie en telefonie. 70. Brievengaardster. IX. Ambtelijke betrekkingen met uitzondering van het onderwijs en den dienst der posterijen, telegrafie en telefonie. 71. Directrice, onder-directrice van een rijksstraf¬ inrichting. 72. Directrice, adjunct-directrice eener gemeentelijke arbeidsbeurs. 73. Inspectrice, adjunct-inspectrice van den arbeid. 74. Contróleuse van den arbeid. 75. A rrondissements-schoolopzienster. 76. Gemeente-inspectrice bij het lager, voorbereidend of handwerk-onderwijs. 77. Politie-assistente. X. Beroepen en betrekkingen van maatschappelijken aard. 78. Stationsjuffrouw. 79. Propagandiste. 80. Arbeidster in andere betrekkingen van maatschap¬ pelijken aard. XI. Beroepen en betrekkingen, waarvoor een meer of minder wetenschappelijke vorming wordt vereischt. 81. Correctrice. 82. Beëedigd translatrice. 99 XII. Beroepen en betrekkingen op het gebied van letteren en kunst. 83. Letterkundige. 84. Redactrice. 85. Journaliste, verslaggeefster. 86. Recensente. 87. Souffleuse. 88. Explicatrice bij bioscoopvoorstellingen. 89. Lectrice (voorlezeres). VII. Eenige inlichtingen omtrent salaris, vooruitzichten en vakorganisatie in de ambten, beroepen en betrekkingen, door vrouwen vervuld, waarvoor in ons land (nog) geen opleiding bestaat, of waarvoor opleiding niet noodig is. 1. Huisverzorgster. Betrekking: tijdelijke hulp in gezinnen, waar de huisvrouw tijdelijk geheel of gedeeltelijk voor haar arbeid ongeschikt is. Men wordt, meestal voor niet langer dan 6 weken in één gezin, uitgezonden door de Vereeniging „Tijdelijke Hulp in Huisgezinnen", Secr.: Mw J. H. de Waal, Apeldoornscheweg 81, Arnhem (leeftijd 23—45 jaar); de „Vereeniging voor Steun of tijdelijke Vervanging der Huisvrouw", Secr.: Mw. B. Westhoff—v. d. Mandele, Wilhelminastraat 60, Haarlem (leeftijd 21—45 jaar); (beide vereenigingen strekken hare werkzaamheden uit over het geheele land, en de (uitsluitend Rotterdamsche) Vereeniging „Huisverzorging" aanvragen bij Mw. W. H. Dutilh, Witte de Withstraat 88c, welke vereeniging alleen hulpen zendt naar gezinnen van on- en minvermogenden. Salaris : ƒ3 of ƒ4 per week, benevens (tijdelijke) kost en inwoning, en vergoeding voor reis- en bagagevervoer-kosten; en wat de Rotterdamsche Vereeniging betreft: ƒ 3.50 per week met den kost in het gezin; ƒ 4, indien zij blijven slapen; indien zij ook wasschen ƒ 0.25 per week extra. 2. Juffrouw van gezelschap Salaris: wisselend tusschen enkel kost en inwoning en ongeveer ƒ 300 per jaar, intern. 101 3. Hofdame. Salaris: ons onbekend. 4. Moeder van een wees- of armhuis. Salaris: ± ƒ 200—ƒ 500 per jaar, met kost en inwoning. Opmerking:. Slechts in zeer weinige wees-Inrichtingen wordt alleen een moeder of een directrice aangesteld; meestal staat een echtpaar aan het hoofd. Het aantal armhuizen die onder leiding van een moeder staan is tamelijk groot; het bedraagt ± 100 in den lande. 5. Zaalopzichteres, bewaarster aan een rijksstrafinrichting. Betrekking: opzichteres-werkuitgeefster in de 2 vrouwenstrafgevangenissen: te Appingedam en te Gorinchem, en in de vrouwenafdeeling van andere rijksstrafinrichtingen. Salaris: ƒ 525—f 800 met inwoning, of vergoeding daarvoor van ƒ75, (het salaris van ƒ800 is alleen voor de hoofdbewaarster). Opmerking. Wij wijzen op de vakorganisatie „Bond van Beambten bij de Gevangenissen, Rijksopvoedingsgestichten en Rijkswerkinrichtingen in Nederland . 6. Kosteres. Salaris: ons onbekend. Opmerking. Kosteressen worden in verschillende kerkgenootschappen — in Remonstrantsche, Doopsgezinde en Evangelisch Luthersche, misschien ook in Hervormde Gemeenten — aangesteld. 7. Stovenzetster. Salaris: ongeveer ƒ 20 per jaar. Opmerking. Dit „beroep" levert slechts een geringe bijverdienste voor bejaarde of niet-valide vrouwen. 8. Toiletjuffrouw. Salaris: aan stations ons onbekend; in treinen, bijv. van Amsterdam naar Emmerich, ƒ 1.50 per reis heen en terug. De toiletjuffrouw moet 7 maal in de 14 dagen dienst doen, verdient dus ± ƒ 21 per maand, waarschijnlijk met den kost. 102 9. Badvrouw. Salaris: te Scheveningen gedurende de maanden van het seizoen: ƒ 8.75 per week, benevens de fooien, die onder de badvrouwen verdeeld worden en ongeveer ƒ 2.50 per week bedragen. Aan andere badplaatsen ons onbekend. 10. Opzichteres bi] de schoolkinderbaden. Salaris: ƒ 250—ƒ 400 per jaar, met vrije woning, vuur en licht. 11. Directrice, adjunct-directrice van de linnenkamer van het gebouw eener stoomvaart-maatschappij. Salaris: ons onbekend, maar zeker voldoende voor een zelfstandig bestaan. 12. Garderobe-bewaarster. Salaris: soms ƒ 0.50 per voorstelling; soms ± ƒ 15 per maand, en meer dan het dubbele soms er bij aan emolumenten. 13. Werkvrouw. Salaris: ƒ0.80—ƒ1 per dag, met den kost. 14. Kamerverhuurster of pensionhoudster. Verdienste: evenals bij alle commercieele ondernemingen, wisselend naar omstandigheden. Opmerking. Wij wijzen op de vakorganisatie „Nederl. Vereeniging van Huisvrouwen". 15. Directrice van een tehuis voor schoolgaande kinderen. Salaris: ƒ250—ƒ800 'sjaars. Opmerkingen. Qroote opvoedkundige kennis en liefde voor kinderen worden voor dit werk vereischt, vooral wat de Amsterdamsche „Tehuizen" betreft, die een eenigszins ander karakter dragen dan de overige en waar de salaneering dan ook op een anderen voet is geregeld. Wij wijzen op de vakorganisatie „Vereeniging van Directeuren en Directrices van Rijks- en Particuliere Opvoedingsgestichten". 103 16. Hulpkracht in een tehuis voor schoolgaande kinderen. Salaris: ƒ150—ƒ600. Opmerking. Ook hier is de voet van salarieering te Amsterdam anders dan elders, hetgeen samenhangt met het verschil in taak. 17. Directrice van het rijksopvoedingsgesticht Toor meisjes (te Zeist). Salaris: f2200-/ 2600 p. jaar, met kost en vrije woning. Opmerkingen. Groote opvoedkundige kennis, administratieve bekwaamheden, tact en menschenkennis zijn de eigenschappen, die met vele andere nog voor deze verantwoordelijke betrekking, waarvan er bovendien slechts ééne in den lande bestaat, worden vereischt. Wij wijzen op de vakorganisatie, genoemd op blz. 102. 18. 19. Directrice van, of hulpkracht aan een particulier opvoedingsgesticht, doorgangs- of reddingshuls. Salaris: wisselend ongeveer tusschen ƒ 200 en ƒ600 'sjaars, intern. Opmerkingen. Aan verschillende gestichten zullen zij, die gevormd zijn aan de School voor Maatschappelijk Wérk (te Amsterdam) het eerst voor plaatsing in aanmerking komen. Wij wijzen op de vakorganisatie, genoemd op blz. 102. 20. Directrice of adjunct-directrice van een volkshuis (Toynbee-inrlchting). Salaris: wisselend tusschen ƒ600 en ƒ2000 'sjaars. Opmerking. Vorming aan de School voor Maatschappelijk Werk (te Amste rdam) is dikwijls gewenscht, doch niet vereischt 21. Assistente bij een geneesheer of aan een polikliniek. Salaris: veelal zeer gering, ƒ15 a ƒ20 per maand, terwijl dikwijls in 't geheel geen honorarium wordt uitgekeerd. 21. Directrice van of hulpkracht bij een vacantle-kolonie of in een herstellingsoord. Salaris: zeer verschillend. Soms wordt geen salaris uitgekeerd; soms ƒ50—ƒ 100 per seizoen. Bij het Centraal Genootschap voor Kinderherstellings- en vacan- 104 tiekolonies bedraagt het salaris voor tijdelijke geleidsters ƒ 12.50, voor vaste geleidsters ƒ 15 tot ƒ 20 per maand. Opmerking. Hoofdvereischten zijn: een goede gezondheid en tact om met kinderen om te gaan. Somtijds worden ook verpleegsters-bekwaamheden geëischt. 23. Hoofd eener crèche of toevlucht voor zuigelingen. Salaris: ± ƒ250—ƒ400, met kost en vrije woning. Opmerking. In de toevluchten voor zuigelingen wordt meestal verpleegstersbekwaamheid, in de crèches somtijds verpleegstersbekwaamheid, somtijds een opleiding voor kinderjuffrouw geëischt. 24. Hulpkracht aan een crèche of toevlucht voor zuige¬ lingen. Salaris: ± ƒ 100—ƒ 250, soms met kost en inwoning. 25. Caissière. Salaris: rda ƒ 10—ƒ 25 per maand. In sommige groote zaken hooger. Opmerking. Wij wijzen op de vakorganisaties «Nationale Bond van Handels- en Kantoorbedienden „Mercurius", „Algemeene Ned. Bond van Handels- en Kantoorbedienden en „Ned. R.K. Bond v. Handels-, Kantoor- en Winkelbedienden". 26. Kantoorbediende voor administratieve werkzaamheden. Salaris: ± ƒ 100—ƒ 1200 per jaar. Opmerking. Wij wijzen op de vakorganisaties, bovengenoemd. 27. Beambte of bediende bij een coöperatieve vereeniging. Opmerkingen. Door den Bondsraad van den Nederlandschen Coöperatieven Bond wordt examen afgenomen en een diploma uitgereikt. Men bekwaamt zich voor dat examen voorloopig door zelfstudie. Inlichtingen, o.a. omtrent te bestudeeren werken, verstrekt de heer H. van der Mandere, Jan van Nassaustraat 93, den wfj wijzen op de vakorganisatie „Vereeniging D. E. S. V. van Personeel der Coöp. Winkelvereeniging „Eigen Hulp . 105 28. Administratrice (van ziekenfondsen, begrafenis¬ fondsen, vereenigingen of instellingen van philanthropischen of maatschappelijken aard). Salaris : db ƒ800—ƒ 1800. 29. Particulier secretares. Opmerking. Wij meenen dit vak, behalve onder zeer bijzondere omstandigheden en als bijverdienste, te moeten ontraden. 30. Buffetjuffrouw. Salaris : in een hotel ± ƒ20—ƒ 30 per maand, met kost en inwoning; aan een station ƒ 15—ƒ 18 per maand; in een lunchroom db ƒ 14—ƒ 25 per maand met kost en inwoning, maar somtijds zonder bewassching. 31. Bode. Salaris: ± ƒ 16—ƒ 20 per week voor mannelijke boden. Wij vreezen, dat de bezoldiging aan instellingen, die vrouwelijke boden in dienst hebben, lager is. 32. Agentes. Inkomen: een zeker percentage van den verkoop; of, in het verzekeringsbedrijf, van het aantal afgesloten posten, het bedrag der geïnde premiën of het verzekerde bedrag. Opmerking. In het verzekeringsbedrijf is naar agentessen veel vraag. 33. Inspectrlce of adjunct-inspectrice eener verzekerings¬ maatschappij. Salaris : ± ƒ600—ƒ 1200 vast begin-salaris, benevens percenten en vergoeding van reis- en verblijfkosten. Opmerkingen. Voor flinke vrouwen is in den buitendienst van het verzekeringsbedrijf een goede toekomst gelegen. Wij wijzen op de vakorganisatie „Vereeniging voor Levensverzekering", die een afdeeling „Buitendienst* heeft. 106 34. Handelsreizigster. Salaris: af ƒ 400—ƒ 6000 voor mannelijke handelsreizigers; gemiddeld ƒ1200—ƒ1800. Of de salarissen voor mannen en vrouwen in dit vak gelijk zijn, weten wij niet. Opmerkingen. Haar die zich voor dit beroep wenschen te bekwamen, wordt ter bestudejring aanbevolen het boekje „Hoe word ik een goed handelsreiziger?" voor Nederland bewerkt door C. van Dam. Wij maken opmerkzaam op de vakorganisaties, „Nederl. Bond van Handelsreizigers" en „Handelsreizigers-Vereen. „Eendracht", die vrouwelijke leden opnemen. Dit is nog niet het geval met de „Nederlandsche Handelsreizigersvereeniging". 35. Dêpóthoudster. Salaris: van ± ƒ6 per week, tot ± ƒ600 per jaar, veelal met vrije woning. 36. Kioskjuffrouw. Salaris: ± ƒ6 per week. 37. 38. 39. 40. 41. Acquisitrice, colportrice. Makelaarster. Houdster van een bemiddelingsbureau. Besteedster. Koopvrouw. Inkomen: hangt van clientèle of omzet af. 42. Collectrlce van de Staatsloterij. Salaris: ƒ1800 per jaar. Opmerking. Alleen wanneer er in het corps collecteurs en collectrices een vacature Ontstaat, heeft er een nieuwe benoeming plaats. De sollicitanten moeten de beschikking hebben over een kapitaal van ƒ6000. 43. Bibllotheekhoudster. Opmerkingen. Het verdient aanbeveling voor bibliotheekhoudsters, zich terwille van de volks-hygiëne een ontsmettingsoven aan te schaffen, zooals in gebruik is bij den Gemeentelijken Gezondheidsdienst en aan de Eerste Openbare Leesbibliotheek met Desinfectie-Inrichtjng te A dam van Mw. Emmelót—de Jong, Ceintuurbaan 226. De oven kost ± ƒ160; de inrichtingskosten bedragen, wanneer men begint met zich + 1000 Hollandsche boeken en ± 400 boeken in moderne talen aan te schaffen, ± ƒ 5000. 107 Na ± IV2 jaar kan zulk een bibliotheek een inkomen opleveren van ƒ 40—ƒ50 per maand. 44. Uitgeefster. Inkomen: hangt af van aanleg, energie en omstandigheden. 45. Waschvrouw. Inkomen: hangt van de clientèle af. Verdienste op ieder dienstboden-waschje ± 35 cent. 46. Arbeidster in de wasch-lndustrle (met uitzondering van de strijkster, de detacheuse en de opzichteres). Loon: van de merksters ± ƒ 3—ƒ 3.50; van de sorteersters ± ƒ 3.50—ƒ 4; van de vouwsters ± ƒ 5; van de mangelmeisjes tot ƒ6; van de ophangsters ± f 6—ƒ 6.50 per week. 47. Arbeidster in de beddenfabricage. Loon: voor matrassenwerk ten hoogste ƒ 6.50 p. w. Opmerking;. Wij wijzen op de vakorganisatie „Algem. Ned. Bond van Meubelmakers, Behangers en aanverwante Vakgenooten". 48. Arbeidster in de dekenfabricage. Loon: ten hoogste ƒ 6.50 a f 7.50 per week. Opmerking. Wij wijzen op de vakorganisatie bovengenoemd. 49. Arbeidster in de tapijtfabricage. Loon: ten hoogste ƒ 8 a ƒ 9 per week (stukloon). Opmerking. Wij wijzen op de vakorganisaties „Algem. Ned. Bond van Textielarbeiders „de Eendracht", „Ned. Christelijke Textielarbeidersbond „Unitas" en „Ned. R.K. Textielïrond „St. Lanibertus". 50. Typografe. Loon: tot ƒ 700 's jaars. Opmerkingen. Er zijn zoover wij weten slechts in enkele zaken te Rotterdam zetsters werkzaam. Wij maken opmerkzaam op de vakorganisaties „Algemeene Nederlandsche Typografenbond", en „Nederlandsche R.K. Grafische Bond". 108 51. Boekbindster. Loon: voor brocheerwerk, naaien, plakken, enz. =fc ƒ 1.25—ƒ 7.50 per week; gemiddeld ƒ5—ƒ6. Voor het maken van balboekjes, met koordjes saamgebonden reclame-bladen, enz. ± ƒ 5.50 per week. Opmerking:. Wij wijzen op de vakorganisaties, genoemd op blz. 107. 52. Cartonnagewerkster. Loon: ten hoogste ƒ 8, gemiddeld ƒ 6—ƒ 7 per week. Opmerking. Wij wijzen op de vakorganisaties, genoemd op blz. 107. 53. Arbeidster ln de cacao- en chocoladefabrlcage. Loon: ten hoogste ƒ 5 a 6, gemiddeld ƒ 2 a ƒ 3 per week. Opmerking. Wij vestigen de aandacht op de vakorganisaties .Algemeene Nederlandsche Bond van Arbeiders (en Arbeidsters), werkzaam in het Bakkers-, Chocolade- en Suikerbewerkersbedrijf", en „Ned. R.K. Bond van Bakkers, Chocolade- en Suikerbewerkers". 54. Arbeidster in de Margarine-fabricage. Loon : ten hoogste ƒ7.20 (vast loon), of ƒ8 a ƒ9 per week (stukloon). 55. Arbeidster ln de tabak- en sigarenfabricage. Loon: ons onbekend. Opmerking. Wij wijzen op de vakorganisaties „Ned. Sigarenmakers- en Tabaksbewerkersbond" en „Ned. R. K. Tabaksbewerkersbond." 56. Bloemenblndster. Loon: ons onbekend. Opmerking. De betrekking is tweeslachtig: de arbeidster moet gedeeltelijk verkoopster, gedeeltelijk bindster zijn. Verstand van planten en bloemen, smaak en handigheid zijn voor dit beroep vereischten. 57. Fabrieksopzichteres. Salaris : gemiddeld ƒ600—ƒ1200; ten minste ƒ6— ƒ6.50 per week. 109 Opmerking. Soms wordt voor deze betrekking een uitstekende arbeidster gekozen, soms ook worden vrouwen benoemd die buiten het bedrijf in questie staan. 58. Analiste aan een rijkslandbouwproefstation. Salaris: ƒ600; na 1 jaar ƒ 700; na 2 jaar ƒ800; na 5jaar ƒ 1000; na 8 jaar ƒ1100; na 12 jaar ƒ1200 na 16 jaar ƒ 1300; na 24 jaar ƒ1500. Opmerkingen. Eind-diploma H.B.S. met 5-jarigen cursus, of diploma apothekers-assistente, strekt tot aanbeveling. Aanstelling geschiedt meestal eerst als volontaire. Na tenminste een half jaar kan men leerling-analiste worden on + n-™fewanI± f£° net lste J"aa>-; + /?50 het 2de jaa£ 7Bn?l (?n».ir?'- ?aar «slechts5landbouwproefstations zijn n i.te does, Groningen,Hoorn, Maastricht en Waeenineen is de kans van plaatsing niet heel groot e ' °e Periodieke salarisyerhoogingen zijn steeds afhankelijk analiste. goedkeunng der regeering en de prestaties der enWL«iin!! °ap„=i Vf kor?an'sa«e . ^ereeniging van Analisten - |°ationI"llng"Anallsten ln «i'enst der Rijkslandbouwproef- 59. Adjuncte aan een rijksproefstation voor zaadcontrole. Salaris: aanvangswedde ƒ600, na 2 jaar ƒ 800 en verder jaarlijksche verhoogingen van ƒ 100 tot het maximum van ƒ 1500 is bereikt. tSStStSSt^^^ " ^ C"rSUS v66?ndePS1lta"vo?gtSte^ 4 Weke" WOrdt geTOrderd' ■_Ho°2e eischen worden gesteld wat gezichtsvermogen nauwkeurigheid en betrouwbaarheid betreft Lnl5vernl0»en' contra nni T26!^ Sle?hts Irflksproefstation voor zaadgering. Wageningen, dus cfe kans van plaatsing is 60. Amanuensis ia een laboratorium. Salaris : voor amanuensis le klasse ƒ 1000—ƒ 1200 2e ZHassl t^??Zgi?£en va.n '10°)* amanuensis Tingen yjf10°° (f ****** verhoo- 61. Preparatrice van microscopische preparaten. Salaris : ± ƒ300—ƒ850. 110 62. Stationchef. Onmerklnz. Alleen bij de Nederlandscne ueniraai-opuui«pa^atwhaóoH is een enkele vrouw als stationchef wegmaatschappij is een werkzaam. 63. Wisselwachteres. Salaris : bij de H.1J.S.M. ƒ 0.45-/0.65 per dag. 64 Vrouwelijke stationskruier. Omnerkinir De eenige vrouwelijke stationskruier ten onzrat heeft,' evenmin lis haar mannelijke co lega's, vast "Zf. Haar inkomen hangt af van het aantal malen, dat van hare diensten wordt gebruik gemaakt. 65. Gids. Salaris: bij de Vereeniging ter bevordering van het vreemdelingenverkeer te 's-Gravenhage, Scheveningen eTomltreken ƒ1 per uur; voor 4 uur vóór 12 of 4 uur na 1 uur ƒ 3; voor een geheelen dag rdeënmoamhsKleofuweVne^ vereischt. 66. Koetsier. Os*$l „h „™, Opmerking. De eenige^ro^ijke koetsje;: dieju,voor WTo^^^'^'^^ en heeft dus geen vaste inkomsten. 67 Hotel-houdster. Opmerking. Wij vestigen de aandacht op de vakorganisatie „Hötelhoudersbond". 68. Hötel-gëemployeerde. als haar mannelijke vakgenooten. andsche Centrale Wij wijzen op de vakorganisat.es fifg™°?™lnKMeBond van Geëmployeerden in. het Logements *™é R huishoudersbedrijf", „Genootschap van Hotel . en taurant- en !^eteiftrg1Ö^^^ ,Ned. R.-K. Bond van Geëmployeerden in nei ÏCoffiéhuishoudersbedrijf". 111 69. Brievengaardster. Salaris : gemiddeld ± ƒ 700; afhangend van de belangrijkheid der standplaats en het aantal dienstjaren. Opmerking. Wij wijzen op de vakorganisaties „Nederlandsche Bond van Post- en Telegraafbeambten „De Post", „Algemeene Bond van Nederlandsch Post-, Telegraaf- en Telefoonpersoneel", „Bond van Brievengaarders in Nederland", en „Nederlandsche R.K. Bond van Post-, Telegraafen Telefoon-personeel „St. Petrus". 70. Directrice, onder-Directrice eener Rijksstrafinrichting. Salaris: tusschen ƒ 1000 en ƒ2700 voorde directrice; ƒ 1000—ƒ 1400 voor de onder-directrice. 71. Directrice of adjunct-directrice eener gemeentelijke arbeidsbeurs. Salaris : ongeveer ƒ800—ƒ 1000. 72. Inspectrice, adjunct-inspectrice van den arbeid. Salaris : (voor de sinds 1909 aangestelden) ƒ1200— 73. Contröieuse van den arbeid. Salaris : ƒ800—/ 1200. Opmerking. De contröleuses worden benoemd uit de arbeidsters. 74. Arrondlssements-schoolopzienster. Toelage: ƒ 1000, benevens vergoeding voor reiskosten. Bureau- en verblijfkosten worden niet vergoed. Opmerking. Wij wijzen op de vakorganisatie „Vereeniging van Arrondissements-Schoolopzieners^; i 75. Gemeente-inspectricc bij het lager, voorbereidend of handwerk-onderwijs. Salaris: wat de eerste betreft, te Amsterdam ƒ3500— ƒ4500; wat de tweede betreft, te Rotterdam ƒ300wat de laatste betreft, te Nijmegen: ƒ600—ƒ900 (3 4-jaarlijksche verhoogingen van ƒ100). 112 76. Politie-assistente. Salaris : ± ƒ SCO—ƒ1200. Opmerking. De vrouwelijke politie-assistenten, thans nog alleen te Rotterdam en te 's-Gravenhage aangesteld, zijn in hoofdzaak werkzaam bij de zedenpolitie en bij de uitvoering der kinderwetten. Kennis van maatschappelijke toestanden is voor deze betrekking een eerste vereischte. 77. Stationsjuffrouw. Salaris: ± ƒ200—ƒ500 'sjaars. Opmerking. De werkzaamheden der stationsjuffrouw bestaan in bewaking der stations; halten van stoomtrams, booten, enz., ten einde meisjes die in een vreemde plaats in betrekking gaan of doortrekkende zijn, met raad en daad behulpzaam te zijn, haar goede logementen en tehuizen aan te wijzen, haar tegen slechte en verdachte huizen te waarschuwen, en onderzoek te doen naar de personen bij wie zij in dienstbetrekking willen komen. 78. Propagandiste (in dienst eener vereeniging). Salaris: ongeveer ƒ 200—ƒ 800 per jaar. 79. Correctrice. Salaris: ons onbekend. Opmerkingen. Correctie-arbeid wordt, behalve aan de bureaux van periodieken, verricht ba uitgevers en drukkers. Het is niet gemakkelijk, een aanstelling als correctrice te verwerven. 80. Beëedigd translatrlce. Opmerkingen. De beëedigde translatrices worden door de rechtbank benoemd. Alleen in groote steden levert deze arbeid voor die translatrices, die voor verschillende talen zijn aangesteld en van wier diensten ruim gebruik wordt gemaakt, meer dan een bijverdienste op. Het tarief is ƒ1.80 voor het vertalen eener eenvoudige acte. 81. Letterkundige. Opmerkingen. Het inkomen eener letterkundige is in ons land niet toereikend, om er zonder andere bronnen van inkomsten van te kunnen leven. j„„t. Wij wijzen op de vakorganisatie „Noord-Nederlandscne Vereeniging van Letterkundigen". 82.83.84. Redactrice. Journaliste-verslaggeefster. Recensente. Opmerkingen. Het „Nederlandsch Muziek-paedagogisch Verbond" (zie blz. 39) leidt op voor muziek-recensente, 113 uitteraard alleen voor zoover het muzikale gedeelte van het werk betreft. Het aantal vrouwen, die, buiten den kring der vrouwenbladen, in de redactiën van couranten of tijdschriften zijn opgenomen, is uiterst gering. Ook het veroveren eener aanstelling als correspondente, vaste medewerkster, verslaggeefster of recensente, is moeilijk voor wie niet reeds op ander terrein: door medewerking in tijdschriften of het uitgeven van geschriften, naam verworven heeft Wij maken opmerkzaam op de vakorganisatie .Nederlandsche Journalistenkring". 85. Explicatrice bij bioscoopvoorstellingen. Salaris: ons onbekend. Opmerking. Wij wijzen op de vakorganisatie .Vereeniging van Explicateurs in Nederland". 86. Souffleuse. Salaris: ons onbekend. 87. Lectrice (voorlezeres). Salaris: zeer verschillend, somtijds ƒ 25 per maand voor 's ochtends, 's middags of 's avonds. ALPHABETISCH REGISTER der behandelde ambten, beroepen en betrekkingen. blz. •) 1. Accountant 72 2. Acquisitrice 106 3. Actuaris en adjunct-actuaris 73 4. Adjunct-commies in dienst van rijk, prov. of gemeente . 91 5. Adjuncte aan een rijksproefstation voor zaadcontróle. . 109 6. Administratrice ! 105 7. Adsistente bij het hoofdbestuur v. posterijen en telegrafie 69 8. Advocaat 93 9. Agentes .105 10. Amanuensis aan een laboratorium 109 11. Ambtenare aan een gasfabriek 80 12. Analiste aan een rijkslandbouwproefstation of een laboratorium 109 13. Apotheker 83 14. Apothekers-assistente 53 15. Arbeidster in de beddenfabricage . . . . . 107 16. „ „ „ cacao- en chocolade-fabricage .... 108 17. „ , „ dekenfabricage 107 18. , , „ margarine-fabrlcage ; T>K8 19. , „ „ tabak- en sigarenfabricage 108 20. „ „ „ tapijtfabricage 107 21. „ „ „ wasch-industrie 107 22. Architecte 94 23. Archivares, adjunct-archivares 93 24. Armverzorgster 93 25. Arrondissements-schoolopzienster 111 26. Arts 93 27. Assistent-accountant 52 28. Assistente aan een hoogeschool 80 29. „ bij een geneesheer of aan een polikliniek. . 103 30. „ bij de rijkscommissie voor graadmeting en waterpassing 87 31. Assistente aan een rijkslandbouwproefstation 88 32. Badvrouw 102 33. Baker 82 34. Balletdanseres 94 35. Batikster 86 36. Beambte of bediende in een coöperatieve vereeniging . .104 37. Beëedigd translatrice 112 38. Beeldhouwster 73 39. Behangersnaaister 61 40. Besteedster 106 41. Bewaarster in een rijksstrafinrichting 101 42. Bibliothecares, bibliotheek-beambte 93 1) Hier worden de bladzijden genoemd, waarop omtrent opleiding voor en (of) vooruitzichten in de betreffende ambten, beroepen of betrekkingen inlichtingen te vinden zijn. 115 blz. 43. Bibliotheekhoudster 106 44. Bloemenbindster 108 45. Bode 105 46. Boekbindster 108 en 87 47. Boekhoudster . 52 48. Boerin 89 49. Bontwerkster 60 50. Borduurster 61 51. Brievengaardster 111 52. Buffetjuffrouw 105 53. Caissière 104 54. Candidaat-notaris 71 55. Cartonnagewerksier 108 en 87 56. Collectrice van de staatsloterij 106 57. Colportrici 106 58. Commies in den post- en telegraafdienst 64 59. ,. in dienst Van het rijk 91 60. „ in dienst van een spoorwegmaatschappij . . 63 61. Commissionnaire in effecten 52 62. Componiste 74 63. Conservatrice aan een wetenschappelijke instelling . . 93 64. Contróleuse van den arbeid 111 65. Correctrice 112 66. Correspondente 50 67. Corsettenmaakster-bandagiste 57 68. Costuumnaaister, kleedermaakster 58 69. Costuum-ontwerpster 86 70. Coupeuse 58 71. Declamatrice 94 72. Decoratief beeldhouwster . . * 63 73. Depóthoudster 106 74. Detacheuse (vlekkenuitmaakster) 83 75. Diakones ..... ,~ 71 76. Diamantbewerkster 84 77. Dienstbode 28 78. Directrice of adjunct-directrice eener gemeentelijke arbeidsbeurs 111 79. Directrice van een coöperatieve keuken 29 80. „ van een laboratorium 93 81- • .adjunct-directrice van de linnenkamer eener stoomvaartmaatschappij 102 82. Directrice van .een particulier opvoedingsgesticht, doorgangshuis of reddingshuis 103 •83. Directrice van een post- en telegraafkantoor 64 84. „ van een rijksopvoedingsgesticht 103 85. „ van een school voor At O. 44 86. „ van een tehuis voor schoolgaande kinderen . 102 87. „ van een tuchtschool voor meisjes 36 88. „ van een vacantiekolonie of herstellingsoord . 103 89. „ van een volkshuis (Toynbee-inrichting) ... 103 90. „ , onder-directrice eener rij ksstrafinrichting . . 111 91- „ van een ziekenhuis 45 92. Drogiste 54 93. Enquêtrice-huisbezoekster in dienst der tuberculose¬ bestrijding 82 94. Etsster 73 £5. Explicatrice bij bioscoopvoorstellingen. 113 116 blz. 96. Fabrieks-opzichteres 108 97. Oarderobe-bewaarster 102 98. Gids HO 99. Godsdienstleerares bij de Remonstrantsche Broederschap 92 100. Godsdienstonderwijzeres 70 101. Goudborduurster 61 102. Goudsmid-reparatrice 8S 103. Gouvernante 30 104. Graveerster 73- 105. Handelsreizigster 106 106. Handweefster 86 107. Heiigymnaste-masseuse 48 108. Hofdame 101 109. Hoofd van een crèche of een toevlucht voor zuigelingen 104 110. , van een fabriekmatig bedrijf 52 UI. , van een school voor voorbereidend onderwijs . 33 112. „ van een groothandels- of winkelzaak 49 113. „ van een lagere school 34 114. Horlogemaakster 84 115. Hótelgeëmployeerde 110 116. Hótelhoudster 110 117. Houdster van een bemiddelingsbureau 106 118. „ van een hoenderpark 90 119. Houtsnijdster 87 120. Huishoudster 27 121. Huisnaaister 60 122. Huisverzorgster 10O 123. Hulp in de huishouding 27 124. Hulpkracht in een crèche • • • • 104 125. „ in een particulier opvoedingsgesticht, doorgangs- of reddingshuis. . . ... • • • • • ■ • |03 126 Hulpkracht in een tehuis voor schoolgaande kinderen . 103 127. „ aan een vacantie-kolonie of herstellingsoord 103: 128! Hulptelefoniste 07 129. Hulptelegrafiste, aspirant-hulptelegrafiste ob 130. Illustratrice 131. Ingenieur • • • • • • ■. • • • fj 132. Inspectrice en adjunct-inspectnce van den arbeid. . . 111 133. „ (gemeentelijke) bij het lager, voorbereidend of handwerkonderwijs . 111 134. Inspectrice en adjunct-inspectrice bij een veizekerings- maatschappij Jy5/ 135. Journaliste-verslaggeefster Ji^ 136. Juffrouw van gezelschap lj~ 137. kaasmaakster <*| 138. Kamenier 139. Kamenier-linnenmeisje 140 Kamerverhuurster, pensionhoudster . ïuz 141. Kantoorbediende in den dienst der posterijen en telegrafie 142. Kantoorbediende voor administratieve werkzaamheden. 104 143. Kantwerkster °5- 144. Kapster, haarbewerkster og 145. Kinderjuffrouw » 146. Kioskjuffrouw 147. Klerk in den post- en telegraafdienst........ 04 148 , in dienst van rijk, provincie of gemeente . . . . Kf. 117 blz. 149. Klerk in dienst van een spoorwegmaatschappij .... 63 150. Koetsier 110 151. Kookster, kokkin 28 152. Koopvrouw 106 153. Kosteres 101 -154. Kraamverzorgster 81 155. Krankzinnigenverpleegster 46 156. Knnstnaaldwerkster 61 157. Landbouwster 89 158. Lector aan een hoogeschool 81 159. Lectrice (voorlezeres) 113 160. Leerares in costuumnaaien 42 161. „ in fraaie handwerken 44 162. „ in huishoudkunde 79 163. „ in koken en voedingsleer 79 164. „ bij het landbouwhuishoudonderwijs 80 165. „ in linnennaaien 43 166. „ aan een school voor middelbaar onderwijs. . 44 167. ,, aan een school voor voorbereidend hooger onderwijs 80 168. Leerares in waschbehandeling en strijken 79 169. Leerbewerkster 87 170. Letterkundige 112 171. Linnenjuffrouw op een boot 29 172. Linnennaaister 59 173. Lithografe 86 174. Manicure en pédicure 82 175. Makelaarster 106 176. Mantelwerkster 58 177. Meesteres-vroedvrouw 47 178. Metaalbewerkster 87 179. Modiste 56 180. Moeder van een wees- of armhuis 101 181. Officier van het Leger des Heils 92 182. Onderwijzeres of leerares in boekhouden 42 183. „ of leerares in dansen 40 ■84. „ of leerares in declamatie, hygiënisch spreken en ademhalings-gymnastiek 39 185. Onderwijzeres aan een school voor voorber. onderwijs 33 186. , of leerares in gymnastiek 40 ■87. „ in huishoudelijke vakken aan een herhalingsschool 79 188. Onderwijzeres in koken en voedingsleer. 79 189. „ aan een lagere school 34 190. „ of leerares in muziek 28 ■91. „ of leerares in nuttige handwerken ... 37 192. „ aan een rijksopvoedingsgesticht voor meisjes 37 193. Onderwijzeres aan een school voor achterlijken ... 34 ■94. „ aan een school voor doofstommen . . . , 36 195. „ of leerares in stenografie 41 196. „ aan een strafgevangenis 36 197. „ of leerares in teekenen 38 198. „ aan een tuchtschool voor meisjes ... 36 199. „ of leerares in zang 38 200. „ of leerares in zwemmen 41 201. Opvoedster in een Christelijk philanthropische inrichting 81 118 blz. 202. Opzichteres bij de schoolkinderbaden 102 203. Opzichteres in de wasch-industrie 85 204. Particulier secretares 105 205. Pettenmaakster 83 206. Photografe, retoucheuse 62 207. Pianostemster 88 208. Politie-assistente tp 209. Privaat-docente aan een hoogeschool 81 210. Predikante 02 211. Preparatrice van microscopische preparaten 109 212. Procuratie-houdster 50 213. Propagandiste ''2 214. Provisor 83 215. Recensente JJ2 216. Redactrice . . • IJ2. 217. Reserve-zuster bij den diakonessenarbeid 47 218. Rietvlechtster °5 219. Rokkenwerkster 58 220. Scheikundige bij den keuringsdienst 87 221. Schilderes ™ 222. Schoenmaakster °4 223. Souffleuse ')* 224. Stationchef JJJ} 225. Stationsjuffrouw • " Jin 226. Stationskruister '10 227. Stenotypiste j» 228. Stewardess * 229. Stoffeerster °* 230. Stopster ,J>0 231. Stovenzetster "» 232. Strijkster %> 233. Surnumerair °4 234. Taillewerkster p° 235. Tandarts •*> 236. Tandtechnica °° 237. Technologe °J 238. Toiletjuffrouw '[« 239. Tooneelspeelster 240. Tuinarchitecte sa 241. Tuinbouwkundige (kweekster) jw 242. Tuinierster sa 243. Typiste .51 244. Typografe 245. Uitgeefster ■ • ■ lu' 246.' Uitvoerend kunstenares, op het gebied van muziek . . 74 247. Verkoopster, winkelbediende ■ • • °J 248. Verpleegster, eerste verpleegster, hoofdverpleegster . 4S 249. „ (particulier). * 250. „ (wijk-) « 251. Verstelnaaister ™ 252. Vroedvrouw .l* 253. Waschvrouw !"i 254. Werkvrouw {"£ 255. Wisselwachteres 256. Woningopzichteres =f 257. Ymker • • .- ,n 258. Zaalopzichtster in een rijksstrafinrichting iui INHOUD. blz. Voorwoord . 3 Inleiding . .- 6 I. Lijst van ambten, beroepen en betrekkingen, in Nederland door vrouwen vervuld 12 1. Ambten, beroepen en betrekkingen van huishoudelijken aard 12 2. Ambten, beroepen en betrekkingen op het gebied ' van opvoeding en onderwijs 12 3. Ambten, beroepen en betrekkingen op het gebied van verpleging en verzorging 14 4. Beroepen en betrekkingen in handel en op kantoor 14 5. Industrieele beroepen en betrekkingen, met uitzondering van de nijverheidskunst 15 6. Beroepen en betrekkingen op het gebied der nijverheidskunst 18 7. Technische ambten, beroepen en betrekkingen . 19 8. Beroepen en betrekkingen in, of verband houdend met land- en tuinbouw 19 9. Ambten, beroepen en betrekkingen op het gebied van het verkeerswezen, met uitzondering van den dienst der posterijen, telegrafie en telefonie. . . 19 10. Ambten bij den dienst der posterijen, telegrafie en telefonie 20 11. Ambtelijke betrekkingen, met uitzondering van het onderwijs en den dienst der posterijen, telegrafie en telefonie 20 12 Ambten, beroepen en betrekkingen van maatschap- pelijken aard 20 13. Ambten, beroepen en betrekkingen, waarvoor een meer of minder wetenschappelijke vorming wordt vereischt, met uitzondering van sommige onderwijs-, technische, industrieele en maatschappelijke betrekkingen 21 14. Beroepen en betrekkingen op het gebied van letteren en kunst. 21 II-. Lijst van ambten, beroepen en betrekkingen, door -yrouwen te vervullen, waarvoor in Rotterdam opleiding te vinden is 23 HL Inlichtingen omtrent opleiding voor, en vooruitzichten in de ambten, beroepen en betrekkingen, door vrouwen te vervullen, waarvoor in Rotterdam opleiding te ' verkrijgen is 27 120 blz. IV. Lijst van ambten, beroepen en betrekkingen, door vrouwen te vervullen, waarvoor alleen buiten Rotterdam opleiding te vinden is 76 V. Eenige inlichtingen omtrent de plaats(en) waar opleiding te verkrijgen is voor, en omtrent salaris, vooruitzichten en vakorganisatie in de ambten, beroepen en betrekkingen, waarvoor alleen buiten Rotterdam opleiding is te vinden 79 VI. . Lijst van ambten, beroepen en betrekkingen, door vrouwen te vervullen, waarvoor in ons land (nog) geen opleiding bestaat of waarvoor geen speciale opleiding noodig is * 95 VII. Eenige inlichtingen omtrent salaris, vooruitzichten en vakorganisatie in de ambten, beroepen en betrekkingen, door vrouwen vervuld, waarvoor in ons land (nog) geen opleiding bestaat, of waarvoor opleiding niet noodig is 100 Alphabetisch register der behandelde ambten, beroepen en betrekkingen 114 Inhoud 12°