1127 !,',,,'> 6 ^ * * ^ © o m mis 81 i W o'&.i! d eV' V© ï k s J e c t u u r. : ^EN'-DIENSTE t^pi^, BÉ': Scheepvaart - a^n f e 1 é g e n h e d e n. .drukkerij /^.^^pipl^gj | 1 ;ot^|eAfi^^ KONIN K lillik 2289 9170 Uitgave van de Commissie voor de VoIksIectuu'r. HANDLEIDING TEN DIENSTE VAN DE INLANDSCHE BESTUURSAMBTENAREN OP JAVA EN MADOERA. No. 32/M. Scheepvaart-aangelegenheden. Samengesteld door het Departement van Binnenlandsch-Bestuur DRUKKERIJ VOLKSLECTUUR WELTEVREDEN 1921. j? Ptfceloearkan oléh Balai Poestaka. PEMIMPIN BAGI PRIAJI BOEMIPOETERA DITANAH DJAWA DAN MADOERA. No. 32/M. Peri hal pelajaran kapal. • Dioesahakan oléh Departemén Pemerintahan-dalam Negeri. DRUKKERIJ VOLKSLECTUUR WELTEVREDEN 1921. SCHEEPVAART-AANGELEGENHEDEN. 2 REGELING van het toezicht op de scheepvaart met de vaartuigen genoemd in artikel 1 letters b, c, d en f van de bepalingen omtrent zeebrieven en jaarpassen in Nederlandsch-Indië (Staatsblad 1905 No. 316). ^ BEPALINGEN ten aanzien van het beheer der strandvonderij in Nederlandsch- A INSTELLING van maritieme kringen waarbinnen enkele beperkende bepalingen zullen gelden ter verzekering van verschillende verdedigingsmaatregelen. syÊê-l Indië. PERI HAL PELAJARAN. 1. KETENTOEAN-KETENTOEAN tentang soerat laoet dan pas-tahoenan di HindiaBelanda. 2. PERATOERAN pengawasan atas pelajaran-kapal dengan perahoe atau kapal jang terseboet pada pasal I, hoeroef-hoeroef b, c, d, dan f dari pada ketentoeanketentoean tentang soerat-soerat laoet dan pas-pas tahoenan di Hindia Belanda (Staatsblad 1905 No. 316). 3. KETENTOEAN-KETENTOEAN tentang mengoe- asaï tawanan karang di Hindia-Belanda. 4. MENGADAKAN lingkoengan dilaoet tempat me- lakoekan beberapa ketentoean-ketentoean jang mendjaga soepajai dapat soenggoeh dirahasiakan bermatjammatjam daja-oepaja perlindoengan negeri. SCHEEPVAART-AANGELEGENHEDEN Inleiding. De zorg voor en het toezicht op de naleving der scheepvaartbepalingen en voorschriften is opgedragen aan ambtenaren, den titel voerende van havenmeester. Behalve tot dat doel — dus ten dienste van de Regeering — znn deze ambtenaren mede aangesteld in het belang van handel en scheepvaart. Een én ander is nader uiteengezet in eene Algemeene Instructie, vastgesteld bij besluit van den Hoofdinspecteur van Scheep- yno^'x7an 27 Novem°er 1919 No. 735 jo. 27 September 1920 No. 697. In de voornaamste havenplaatsen van NederlandschIndie zijn havenmeesters gevestigd die deze betrekking als hoofdambt vervullen. Op de minder belangrijke zeeplaatsen worden, op voorstel van het betrokken Hoofd van gewestelyk bestuur, door den Hoofdinspecteur van Scheepvaart, krachtens de hem bij Gouvernement besluit van 25 October 1917 No. 37 (Staatsblad No. 629) verleende bevoegdheid, dienst doende havenmeesters aangewezen. Als zoodanig komen uit den aard hunner betrekking het eerst in aanmerking ambtenaren en beambten van den dienst der In- en Uitvoerrechten en Accijnzen. De zooeven genoemde algemeene Instructie voor de havenmeesters is ook voor dè dienstdoende havenmeesters bestemd. De ambtelijke bemoeienis van de havenmeesters strekt zich voornamelijk uit tot de volgende voorschriften en onderwerpen. a^D^5emeen" Dit re£lement (Zie St. 1905 No. 547, laatstelyk gewijPohtie-re- zigd bij St. 1920 No. 106, bevat verschillende voorschrifgleinent ten op het in- en uitklaren van schepen, het innemen van v yoorReedenligplaatsen in havens of op reeden, te nemen maatrem Neder- gelen bij brand en het achterlaten van schepelingen enz. landsch Indië. PERI HAL PELAJARAN. Permoelaan kata. Pendjagaan dan pengawasan atas mendjalankan ketentoean dan peratoeran-peratoeran tentang pelajarankapal dipertanggoengkan kepada amtenar-amtenar jang dinamaï sjahbandar. Lain dari pada oentoek itoe — djadinja boeat keperloean Pemerintah —maka amtenar-amtenar itoe djoega diangkat akan goena perniagaan dan pelajaran-kapal. Segala hal itoe diterangkan lebih pandjang didalam stfeatoe Djabatan Oemoem (Algemeene Instructie) jang ditetapkan pada besht Hoofdinspecteur dari pelajaran-kapal tanggal 27 November 1919 No. 735 dan 27 September 1920 No. 697. Pada pelaboehan jang besar-besar di Hindia-Belanda diadakan sjahbandar-sjahbandar jang mendjalankan pe• kerdjaan itoe seperti pekerdjaannja jang teroetama. Pada tempat-tempat. pelaboehan jang tiada berapa ramainja ditoendjoekkanlah oléh Hoofdinspecteur itoe dengan porstél Kepala pemerintahan daérah, orang boeat mendjalankan pekerdjaan sjahbandar itoe jaïtoe menoeroet kekoeasaannja jang ditetapkan pada Firman Goebernemén pada tanggal 25 October 1917 No. 37. (Staatsblad No. 629). Adapoen jang pertama-tama dipandang patoet mendjalankan pekerdjaan itoe amtenar-amtenar dan pegawai-pegawai dari pada pekerdjaan Bia barang-barang masoek dan keloear dan tjoekai. Sjarat Djabatan 'Oemoem boeat sjahbandar jang terseboet tadi berlakoe djoega bagi orang jang mendjalankan pekerdjaan sjahbandar itoe. Pekerdjaan sjahbandar itoe pertama-tama adalah mengenaï peratoeran-peratoeran dan hal-hal jang terseboet dibawah ini. a). Reglemén Reglemén ini (lihatlah Staatsblad 1905 No. 547, ter- Polisi 'Oe- kemoedian dioebah pada Staatsblad 1920 No. 106) berisi moem boe- matjam-matjam peratoeran tentang hal memberi-tahoe- at bandar- kan keloear masoeknja kapal, memakai tempat berla- bandar di boeh dalam pelaboehan atau moeara, mentjahari ichtiar Huidia pada waktoe kebakaran dan meninggalkan anak boeah Belanda. kapal d.s.b. 8 Artikel 8 geeft den havenmeester de bevoegdheid om de akte van uitklaring of de vergunning tot vertrek aan schepen te weigeren, indien hem blijkt, dat de gezagvoerder niet ten volle heeft voldaan aan alle verplichtingen uit dit reglementen andere, zoowel algemeene als plaatselijke verordeningen of voorschriften voorvloeiende of v. z. v. zulks is toegelaten, zijn aansprakelijkheid ter zake nog niet door anderen is overgenomen. Het is den havenmeester mogelijk zulks na te gaan, omdat hem ingevolge artikel 7 inzage van de scheepspapieren moet worden gegeven, (het-z.g. inklaren) en door opvraging van de bewijzen van kwijting van betaalde haven- en ankeragegelden en loodsgelden, c.q. van steigergelden. b) Zee- LMt ziJn z&- nationaliteitsbewijzen, aldus genaamd brieven, ómdat daaraan het recht ontleend wordt tot het voeren jaarpas- der Nederlandsche. vlag; zij worden onderscheidenlijk sen voor verleend door den Gouverneur-Generaal, de Hoofden kleine van gewestelijk en plaatselijk bestuur en enkelé lagere zeevaar- bestuursambtenaren, en door de havenmeesters, tuigen. De bepalingen omtrent de zeebrieven en jaarpassen en die betreffende de passen voor kleine vaartuigen, ook wel politie-passen genoemd, zijn als bijlage hierachter opgenomen. c) Schceps- Heeft ten doel de inhoudsbepaling van schepen en mctin^ vaartuigen. (Zie St. 1881 No. 66 laatstelijk gewijzigd °' bij St. 1910 No. 195 jo. 1917 No. 497). Gemeten moeten worden alle schepen en vaartuigen, die bestemd zijn om van een zeebrief of jaarpas te worden voorzien of die vallen onder artikel 1 der overschrijvingsordonnantie (Staatsblad 1834 No. 27), dat zijn alle schepen, zonder onderscheid, van de grootte van 4 lasten of kojangs = 12 M3 en daarboven. De inhoudsbepaling (meting) geschiedt door den scheepsmeter. De functien van scheepsmeter worden door de Hoofden van gewestelijk bestuur aan daartoe geschikte personen opgedragen. De beroepshavenmeesters treden krachtens hun ambt als zoodanig op (art. 34). 9 Dalam pasal 8 sjahbandar dikoeasakai* akan tidak memberikan soerat keterangan bagi keloearnja kapal atau tidak memberi izin boeat berangkat, bilamana diketahoeinja, bahwa nachoda tidak sempoerna mentjoekoepi sekalian kewadjibannja, baik disebabkan oléh adanja reglemén ini, maoepoen oléh adanja oendangoendang 'oemoem dan oendang-oendang setempat atau peratoeran lain-lain atau djika tanggoengannja tentang segala hal itoe beloem diambil oléh orang lain lagi. Hal itoe dapat diselidiki sjahbandar itoe, sebab menoeroet pasal 7 soerat-soerat kapal haroes diperlihatkan kepadanja, dan djoega dapat hal itoe diketahoeinja dari keterangan-keterangan tanda soedah membajar oeang pelaboehan, oeang berlaboeh dan oeang pandoe (loods) dan oeang djambatan (pangkalan). b). Soerat- Soerat-soerat dan pas-pas ini diseboet keterangan ke- soeratla- bangsaan. sebab segala itoe memoeri naK poeai memaoet, pas- kai bendéra Belanda; keterangan-keterangan itoe dipas ta- berikan bertoeroet-toeroet oléh Toean Besar Goebernoerhoenan Djenderal, Kepala pemerintahan daérah, Kepala pemeboeat ka-rintahan senegeri, beberapa amtenar-amtenar pemepal-kapal rintahan jang rendah-rendah, dan sjahbandar-sjahbanlaoet jang dar. ketjil- Ketentoean-ketentoean tentang soerat-soerat laoet dan ketjil. pas-pas tahoenan dan ketentoean-ketentoean tentang pas-pas. boeat perahoe-perahoe ketjil, jang diseboet djoega pas-polisi, adalah termoeat dibelakang ini sebagai lampiran. c). Oekoeran Mengoekoer itoe maksoednja menentoekan besarnja kapal. kapal-kapal dan perahoe-perahoe. (Lihatlah Staatsblad 1881 No. 66 terkemoedian dioebah pada Staatsblad 1910i No. 195 jo. 1917 No. 497). Jang haroes dioekoer ialah segala kapal dan perahoe jang akan diberi soerat laoet atau pas tahoenan, atau jang terseboet dalam pasal 1 dari ordonansi-salinan (Staatsblad 1834 No. 27), jaïtoe segala kapal jang besarnja 4 kojan — 12 M3 atau lebih. Menentoekan besarnja kapal itoe dilakoekan oléh pengoekoer kapal. Djabatan pengoekoer kapal diserahkan oléh Kepala pemerintahan daérah kepada orang jang tjakap boeat itoe. Sjahbandar jang sedjati menoeroet djabatannja haroes djadi pengoekoer kapal (pasal 34). 10 donnan- lie. De uitslag eener meting wordt vastgelegd in een meetbrief en den schipper ter hand gesteld. Bovendien wordt elk gemeten vaartuig van een brandmerk voorzien, bevattende den inhoud in kubieke meters en registertonnen, het nummer van den meetbrief en de letters van het gewest en district, waarin de metinjr is verricht (art. 47). & Voor zoover de meetbrief niet is overgelegd bij de stukken ter verkrijging van een zeebrief of jaarpas • moet hij aan boord berusten. d). Stoom- Deze ordonnantie (St. 1905 No. 370 laatstelijk ge- o wij ou ino. ool) oevat de eischen, waar¬ aan stoom- en motorschepen moeten voldoen, die in een Nederlandsch-Indische haven passagiers aan boord nemen. De vraag of dergelijke schepen aan de gestelde eischen voldoen, staat ter beoordeeling van de z.g. keuringscommissiën, die daartoe een onderzoek aan boord instellen. Deze commissiën zijn gevestigd in de meeste groote havenplaatsen van Nederlandsch-Indië en worden benoemd door de betrokken Hoofden van gewestelijk bestuur. Zij bestaan uit 3 deskundige leden, w.o. de havenmeester. Van deze keuring zijn vrijgesteld schepen, die bewijzen kunnen, dat zij in het het land van herkomst aan soortgein'ke of zwaardere eischen dan door de Stoomvaart-ordonnantie ter zake gesteld, hebben voldaan. Genoemde ordonnantie bevat tevens de eischen, waaraan de gezagvoerders, stuurlieden en machinisten van Nederlandsch-Indische stoomschepen moeten voldoen. Zij is, behalve op oorlogs- en gouvernementsschepen niet van toepassing op: a) . schepen van minder dan 25 M3 netto-inhoud en schepen — ongeacht den inhoud — die uitsluitend gebezigd worden voor de vaart op rivieren en binnenwateren. b) . schepen, die pelgrims naar den Hedjaz en die In- iauuCio gcwuxveu tut net vernemen van arneia in Suriname, naar die kolonie vervoeren. Het toezicht op de onder a) genoemde schepen in de li Hasil mengoekoer itoe dimasoekkan dalam soerat oekoeran dan diberikan kepada nachoda. Lagi poela tiaptiap kapal jang telah dioekoer diberi bertjap: tjap itoe menerangkan berapa M3 dan tong-register besarnja seboeah kapal, apa nomor soerat oekoerannja dan hoeroef-hoeroef dari pada daérah dan district, tempat mengoekoer kapal itoe (pasal 47). Bilamana soerat oekoeran itoe tidak dioendjoekkan Dersama-sama dengan soerat-soerat jang lain-lain jang perloe boeat mendapat soerat laoet atau pas tahoenan maka soerat oekoeran itoe haroeslah ada dikapal. d). Ordonan- Ordonansi ini (Staatsblad 1905 No. 370, terkemoesi pela- dian dioebah pada Staatsblad 1920 No. 561) adalah jaran ka- bensi sjarat-sjarat jang haroes ditjoekoepi oléh kapalpal api. kapal api dan kapal-kapal motor, jang menerima penoempang-penoempang dalam pelaboehan-pelaboehan Hmdia-Belanda. Djawab peitanjaan adakah kapal-kapal jang sebagai itoe mentjoekoepi sjarat-sjarat jang ditetapkan itoe, adalah diserahkan kepada Keur-komisi jang mendjalankan pemeriksaan tentang hal itoe dikapal-kapal itoe Komisi itoe ada pada kebanjakan pelaboehan jang besar-besar dd Hindia-Belanda dan diangkat oléh Kepala pemerintahan daérah jang bersangkoetan. Komisi itoe terdjadi dari pada 3 orang ahli dan seorang dan meréka itoe haroes sjahbandar. Jang tidak akan dikeur ialah kapal-kapal jang dapat memboektikan, bahwa kapal-kapal itoe dinegeri asalnja telah mentjoekoepi sjarat-sjarat jang sama atau lebih berat dan pada sjarat-sjarat jang ditetapkan oléh or-. donansi pelajaran kapal api. Ordonansi jang terseboet itoe djoega berisi sjaratsjarat jang haroes ditjoekoepi oléh nachoda, djoeroemoedi dan masmis-masinis kapal-kapal api Hindia Belanda. Ordonansi itoe selainnja bagi kapal-kapal perang dan kapal-kapal Pemerintah, djoega ta' dikenakan kepada: a) . kapal-kapal. jang besarnja koerang dari 25 M3 dan kapal-kapal — ta' pedoeli besarnja — jang semata-mata dipakai boeat pelajaran disoengai-soengai dan sérokan-sérokan. b) . kapal-kapal jang membawa orang-orang jang naik hadji ke Djoedah dan kapal-kapal jang membawa Boemipoetera ke Suriname, tempat meréka dimasoekkan kerdja. Pengawasan atas kapal-kapal jang terseboet pada a) 12 ressorten van gewestelijke raden wordt door deze, elders door de Hoofden van gewestelijk bestuur geregeld. Voor de onder b) genoemde schepen zijn.afzonderlijke bepalingen vastgesteld. (Zie Staatsblad 1896 Nos. 72 en 73 eh 1898 No. 294). Hier zij slechts vermeld, dat inscheping van Inlandsche arbeiders voor Suriname alleen mag geschieden te Batavia, Semarang en Soerabaja en dat pelgrimsschepen de reis naar het buitenland slechts mogen aanvangen van uit Batavia, Padang en Sabang. Ten slotte dient hier nog gewezen te worden op de afzonderlijke bepalingen voor schepen, die meer dan 100 dekpassagiers ter overvoer naar het buitenland aan boord hebben. Deze schepen mogen de reis naar het buitenland slechts aanvangen uit een haven, waar een beroepshavenmeester is gevestigd en na door dien ambtenaar te zijn onderzocht. Dit onderzoek betreft voornamelijk kwaliteit en kwantiteit van de voor de dekpassagiers bestemdé levensmiddelen, zoomede het drinkwater. e). Quaran- Deze ordonnantie (St. 1911 No. 277 laatstelijk getaine-or- wjjzigd bij St. 1920 No. 676) beoogt de voorkoming van donnan- overbrenging van besmettelijke ziekten over zee. Zootie. iang door den Gouverneur-Generaal niet anders is be¬ paald, gelden hare bepalingen alleen voor pest, cholera en gele koorts, (art. 1). Niet alleen plaatsen binnen, maar ook die buiten Nederlandsch-Indië kunnen krachtens deze ordonnantie onder zekere voorwaarden besmet verklaard worden wegens een der drie genoemde ziekten (art. 5). De besmetverklaring van zeeplaatsen binnen NederIfS' landsch-Indië geschiedt door het Hoofd van plaatselijk bestuur in bepaald omschreven gevallen; bedoelde ambtenaar is mede bevoegd tot intrekking van de besmetverklaring. Schepen, die van een besmette haven komen, moeten, zoodra zij de grens eener Nederlandsch-Indische haven overschrijden, -in quarantaine gaan. Zij zijn verplicht op de aangegeven ligplaats te verblijven, totdat zij door den havenmeester tot het vrije verkeer zijn toegelaten, (art. 11). 13 dalam djadjahan madjelis-daérah diatoer oléh madjelis itoe' sendiri dan ditempat lain-lain oléh Kepala pemerintahan daérah. Boeat kapal-kapal jang terseboet pada b) ditetapkan ketentoean-ketentoean jang terasing. (Lihatlah Staatsblad 1896 No. 72 dan 73, dan Staatsblad 1898 No. 294). Disini hanjalah diterangkan, bahwa menaikkan koeli Boemipoetera oentoek Suriname kekapal hanjalah boléh dilakoekan di Betawi, Semarang dan Soerabaja dan pelajaran kapal-kapal jang membawa orang naik-hadji nanjalah boléh dimoelaï dari Betawi, Padahg dan Sabang. Penghabisan disini ditoendjoekkan poela ketentoeanketentoean teristiméwa boeat kapal-kapal, jang bermoeat lebih dari 100 orang penoempang dék, jang akan dibawa kenegeri asing. Kapal-kapal itoe hanjalah boléh moelaï berlajar dari pelaboehan-pelaboehan, tempat tinggal sjahbandar jang sedjati dan setelah diperiksa oléh amtenar itoe. Pemeriksaan itoe pertama-tama tentangan matjamnja dan banjaknja makanan boeat penoempang dék, dan tentang air minoem. «j. Ordonan- Ordonansi ini (Staatsblad 1911 No. 277 terkemoedian si karan- dioebah pada Staatsblad 1920 No. 676) bermaksoed mentina. tjegah pembawaan penjakit jang menoelar melintasi laoetan. Selama Toean Besar Goebernoer-Djenderal tidak menentoekan dengan djalan lain, ketentoean-ketentoean ordonansi ini hanjalah dikenakan kepada pés, koléra dan demam koening. (pasal 1). Boekannja sahadja tempat-tempat di Hindia-Belanda, tetapi djoega tempat-tempat diloear Hindia Belanda menoeroet ordonansi ini (dengan memakai perdjandjian) boléh diterangkan ketoelaran oléh salah satoe dari tiga matjam penjakit jang terseboet itoe (pasal 5). Jang menerangkan tempat-tempat dipantai laoet Hindia Belanda ketoelaran, dalam hal-hal jang tentoe ialah Kepala pemerintahan senegeri; amtenar itoe berkoeasa djoega mentjaboet ketetapan itoe. Kapal-kapal jang datang dari pelaboehan-pelaboehan jang ketoelaran haroeslah, bilamana kapal-kapal itoe telah melaloei batas sesoeatoe pelaboehan di HindiaBelanda, masoek karantina. Kapal-kapal itoe diwadjibkan tinggal ditempat jang ditoendjoekkan, sampai Sjahbandar mengizinkannja akan berlajar seperti biasa (pasal 11). 14 Een schip in quarantaine mag alleen door enkele met name genoemde ambtenaren worden-betreden om als van zelf spreekt in de eerste plaats de loods, de havenmeester en de havenarts, d.i. de geneeskundige, die het gezondheidsonderzoek verricht (art. 13) en verder de ambtenaren van de justitie en de politie, belastingambtenaren, geneeskundigen en geestelijken, zoo hun biistand voor lijders aan boord is ingeroepen. Ten aanzien van de te nemen quarantaine-maatregelen worden de Nederlandsch-Indische havens verdeeld m 4 klassen naar gelang van de aanwezige hulpmiddelen, (art: 15). Zoo hebben de havens le. klasse (Batavia, BelawanDeh, Sabang en Soerabaja) behalve een havenarts, een quarantaine-station en zijn zij voorzien van middelen ter ontsmetting en ter verdelging van ratten en muskieten. Havens 2e. klasse hebben een havenarts en een zieken inrichting met besmettelijke afdeeling en zijn voorzien van middelen ter ontsmetting. Havens Sp. Ir la «co VlüKKör» oll^^T. u l' ' _ i — ,^ .^^„^n ""ecu ecu iiaveuarts en na- vens 4e. klasse hebben geen havenarts. (art. 15). De strengste maatregelen worden toegepast op met pest of gele koorts besmette schepen. Deze mogen slechts m een haven der le. klasse tot het vrije verkeer worden toegelaten en dan alléén, nadat de aan boord znnde zieken zijn ontscheept en afgezonderd; de passagiers worden, indien het voor de ratten- of muskieteverdelging noodig is, of op hun verzoek, e"-— ontscneept; zij blijven in elk geval gedurende enkele dagen aan geneeskundig toezicht onderwor en ei). ^3r"ï De bemannino- Iran non v>™v».ri wi«„ , J*. 1 -—o ™" i^/v,xu unjvcii, maar Komt onder geneeskundig toezicht te staan en mag niet van boord gaan buiten voorkennis en goedvinden van den havenmeester, (art. 28). Het vuile linnengoed wordt ontsmet en de in het schip aanwezige ratten (muskieten) verdelgd. Invoer van lijfgoed, oude en gedragen kleeren, benoodigdheden voor dagelijksch gebruik, gebruikt beddegoed, vodden en lompen mogen niet uit een wegens pest of cholera besmet verklaarde plaats in een Nederlandsch-Indische haven worden ingevoerd, tenzij als bagage of verhuisboedel. 15 Kapal jang dalam karantina hanjalah boléh dikoen d oengi oleh beberapa amtenar-amtenar jan^ diseboet SSnffadja'-feperti: pandoe' ^hbandar dan doktor pelaboehan, jaitoe seorang doktor jang mendjalankan pemeriksaan keséhatan (pasal 13); lain dari amtenar amtenar itoe amtenar-amtenar djoéstisi dan pSSfaml tenar-amtenar padjak, tabib-tabib dan peTdéte-nendéS dï^TpS6^^11 alat p-*^ ji^S r.P^S611'111?61^06^11 kelas 1 (Betawi, Belawan p?iiaflloraLl?ra^ja) SeIain^"a dari pada nS: kaïïntinf P^boehan, mempoenjaï poela stationKarantina, alat boeat melenjapkan penjakit jamr menoelar dan alat boeat membinasakan tikoes da? Pelaboehan-pelaboehan kelas 2 mempoeniaï doktor pelaboehan dan seboeah roemah sakit JanHda bS nja boeat orang jang kena penjakit menodafsadfa dan alat pemboeangkan toelar. J dan Pelaboehan-pelaboehan kelas 3 hanja memnoeniaï Slt^rJelah0eha\^n Pelaboehan pSoehïï kelas 4 tidak mempoenjaï doktor itoe (pasal 15) Peratoeran jang keras sekali dikenakan kepada kants* ^anX^falPenjakit Pés atau Sam kSKafal-kapal itoe hanjalah diizinkan masoek nelaboehan kelas 1, itoepoen, bila orang-orang jS?saÖt ÏÏiït** t6lah *f°««^ dan di?isaSln fpfnS paiig-penoempang, bila perloe boeat membinasakan tikoes dan njamoek boléh disoeroeh toeroenTau ates permohonannja meréka itoe dalam beberapa hSa'kïï kepada pengawasan tabib. (pasal 17 dan 24) Anak kapal boléh tingel dikapal itoe, tetapi selama Sd^boST ?? mTt dalam PengawasTn £b Xn tiada boleh keloear kalau tidak dengan setahoe atau izm sjahbandar. (pasal 28). setanoe atau Kam-kain jang kotor diboeangkan toelarnia tikoes (njamoek) jang ada dikapal dibinasakan. ' Kaïn-kam, pakaian jang toea dan jang soedah dinakaï keperloean sehari-hari, kain tempat tido?r jW dt pakai, dan kam-kain boeroek tiada boléh dibawa mïoek kedalam pelaboehan Hindia Belanda kalau aTlSaTa t^T^-lang ket0elaran Penjakit pés aSuïoléra £ itoe bagage atau seb-ai lti Met cholera besmette schepen kunnen ook in 2e. klasse havens tot het vrije verkeer worden toegelaten, (art. 20). Voor deze schepen geldt hetzelfde als t.a.v. den invoer van lijfgoed enz. voor met pest of gele koorts besmette schepen is bepaald. Van pest (gele koorts) verdachte schepen worden in de havens le. klasse en onder beperkende bepalingen ook in die der 2e. klasse tot het vrije verkeer toegelaten, (art. 18 en 25). §§§|f Van cholera verdachte schepen kunnen onvoorwaardelijk in de havens le. en 2e. klasse tot het-vrije verkeer worden toegelaten (art. 21). Onbesmette (pestvrije en gele koortsvrije) schepen worden in de havens le. klasse en voorwaardelijk in de havens 2e. klasse en onbesmette (choleravrije schepen in de havens le, 2e en 3e klasse onmiddellijk tot het vrije verkeer toegelaten (art. 19, 26 en 22). Voor de onderscheiding ten aanzien van pest, cholera en gele koorts in besmette, verdachte en onbesmette schepen zie art. 10. De resultaten van elk gezondheidsonderzoek worden 1 ingeschreven in het gezondheidsboek, dat aan boord van elk buitenlandsch schip en van elk Nederlandsch-Indisch schip, varende op zeebrief of jaarpas, aan boord moet zijn. (art. 8). Het gezondheidsboek wordt door de havenmeesters] gecontroleerd. In de havens le, 2e en 3e klasse kan de havenmeester de viseering en invulling van het gezond-j heidsboek aan den havenarts overlaten (art. 8). Een besmet verklaarde haven toont overdag zoowel als 's nachts van een goed zichtbare plaats het quaran-^ tainesein. (art. 6). Evenzoo moeten schepen in quarantaine bij het op-, varen eener reede, tot dat het schip tot het vrije ver-j keer is toegelaten, dat sein toonen (art. 11). Het quarantainesein is overdag een gele vlag en 'J nachts 2 witte lichten onder elkaar op 2 M. afstand,? zichtbaar op minstens 2 zeemijlen (art. 2). 17 Kapal-kapal jang ketoelaran koléra boléh djoega diizinkan masoek pelaboehan kelas 2 (pasal 20). Bagi kapal-kapal itoe berlakoe poela hal-hal seperti jang ditentoekan bagi kapal-kapal jang ketoelaran penjakit pés atau demam koening, tentang membawa masoek pakaian-pakaian d.s.b. Kapal-kapal jang disangka ketoelaran pés (demam koening) diizinkan masoek pelaboehan kelas 1 dan dalam pelaboehan kelas 2, asal memakai ketentoean-ketentoean jang membatasi (pasal 18 dan 25). Kapal-kapal jang disangka ketoelaran koléra diizinkan pergi datang sebagai biasa dalam pelaboehan kelas 1 dan kelas 2 (pasal 21). Kapal-kapal jang tidak ketoelaran (bébas dari pada pés dan demam koening) diizinkan pergi datang dipelaboehan-pelaboehan kelas 1 dan dengan perdjandjian dipelaboehan kelas 2; kapal-kapal jang sama sekali tidak ketoelaran (bébas dari pada koléra) diizinkan dengan tidak memakai perdjandjian pergi datang dipelaboehan-pelaboehan kelas 1, 2 dan 3 (pasal 19, 26 dan 22). Sebagai tanda perbédaan antara kapal, jang disangka ketoelaran pés, koléra dan demam-koening, dan kapal jang tidak ketoelaran, lihatlah pasal 10. Hasil tiap-tiap pemeriksaan keséhatan ditoeliskan dalam boekoe keséhatan jang haroes ada dalam tiap-tiap kapal, baik kapal negeri Asing maoepoen kapal Belanda, asal jang memakai soerat laoet atau pas tahoenan (pasal 8). Boekoe keséhatan itoe diperiksa oléh sjahbandar. Dipelaboehan kelas 1, 2 dan 3 sjahbandar boléh menjerahkan kepada doktor pelaboehan akan memeriksa dan mengisi boekoe keséhatan itoe (pasal 8). Pelaboehan jang disahkan ketoelaran siang malam naroes diberi bertanda karantina ditempat jang terang (pasal 6). Begitoe poela kapal-kapal jang dalam karantina dari moelaï masoek koeala sampai diizinkan bébas pergi datang, haroes memakai tanda itoe (pasal 11). Tanda-karantina itoe bila siang bendéra-koening dan malam doea boeah lampoe jang tjahajanja poetih dan berlérét dari atas kebawah antara 2 M. serta dapat terlihat sekoerang-koerangnja 2 mil-laoet (pasal 2). 18 /; Aanva- Dit (internationaal) reglement (St. 1914 No. 225 rings-re- laatstelijk gewijzigd bij St. 1919 No. 155), ten doel hebglement. bende het voorkomen van aanvaringen op zee, bevat in hoofdzaak tle volgende bepalingen: le. die op het voeren, de inrichting, de kleur en de zichtbaarheid van lichten aan boord van varende stoomschepen, zeilschepen, sleepende en gesleepte schepen, loods- en visschersvaartuigen en aan boord van ten anker liggende schepen. 2e. het geven van geluidseinen bij mist of nevelachtig weer en bij zware regenbuien en de verplichting tot vaartminderen bij dergelijk weder. 3e. het uitwijken, ook voor watervliegtuigen. 4e. de geluidseinen voor schepen, die elkander zien en 5e. het geven van noodseinen. a) Binnen- Dit reglement (St. 1914 No. 226 laatstelijk gewijaanva- zigd bij St. 1919 No. 155) ten doel hebbende het voorrings-re- komen van aanvaring of aandrijving op de rivieren en glement. binnenwateren in Nederlandsch-Indië, bevat in hoofdzaak dezelfde categoriën van bepalingen als het onder f bedoeld reglement. Het geldt voor alle rivieren en binnenwateren in Nederlandsch-Indië met inbegrip van de betonde of bebakende toegangen van uit zee, uitgezonderd voor zoodanige rivieren en binnenwateren als door den Gouverneur-Generaal zullen worden aangewezen. De aandacht wordt er op gevestigd, dat blijkens artikel 4 van dit en artikel 35 van het vorig reglement de dienstdoende havenmeesters niet bevoegd zijn tot het opsporen van overtredingen van die reglementen. h). Aan- en Uittreksel uit de algemeene instructie van de havenaf monste- meesters in Nederlandsch-Indië. ren van Artikel 6. De havenmeesters behooren de verplichschepe- tingen hen opgelegd in den vierden titel van het tweede lingen.. boek yan het Wetboek van Koophandel met den meesten ernst ter harte te nemen. 19 f) . Regie- Reglemén (sedoenia) ini (Staatsblad 1914 No. 225 mén- ber- terkemoedian dioebah pada Staatsblad 1919 No. 155) langgar. jang maksoednja akan mentjegah bahaja berlanggar dilaoet, pertama-tama berisi ketentoean-ketentoean, se- perti jang berikoet: le. ketentoean-ketentoean tentang memakai, menjoesoen lampoe dan tentang tjahajanja dan tampak terangnja dalam kapal-kapal'api, kapal-kapal lajar, kapal-kapal penarik dan kapal-kapal jang ditarik, dalam perahoe-perahoe pandoe dan perahoe penangkapan ikan, dan dalam kapal jang tengah berlaboeh. 2e. ketentoean-ketentoean tentang memboenjikan sembojan pada waktoe hari kaboet atau taram-temaram, waktoe hari hoedjart lebat, dan ketentoean akan mengoerangi tjepat pelajaran pada hari sebagai jang terseboet itoe. 3e. ketentoean-ketentoean tentang menjimpang, djoega boeat mesin terbang diair. 4e. ketentoean-ketentoean tentang memboenjikan sembojan boeat kapal-kapal, jang sama-sama melihat. 5e. ketentoean-ketentoean tentang memberi tanda dalam bahaja. g) . Regie- Reglemén" ini (Staatsblad 1914 No. 226 terkemoedian mén ber- dioebah pada Staatsblad 1919 No. 155) bermaksoed langgar. akan mentjegah bahaja berlanggar atau bahaja bertoemboek disoengai-soengai dan teroesan-teroesan di Hindia Belanda ini, pertama-tama berisi ketentoeanketentoean seperti reglemén jang terseboet pada f). Reglemén itoe berlakoe djoega oentoek soengai-soengai dan teroesan-teroesan di Hindia Belanda, kedalamnja masoek djoega pintoe masoek dari laoet jang dibeton atau diberi bertanda, ketjoeali oentoek soengai-soengai dan teroesan-teroesan jang akan ditoendjoekkan oléh Toean Besar Goebernoer-Djenderal. Maka.haroeslah diperhatikan, bahwa menoeroet pasal 4 dari pada reglemén ini dan pasal "35 reglemén jang terseboet diatas, orang jang mendjalankan pekerdjaan sjahbandar tidak mempoenjaï hak akan mentjahari pelanggaran reglemén-reglemén itoe. h) . Meneri- Petikan dari pada sjarat pekerdjaan sjahbandar di ma dan Hindia Belanda. anak1*38 „Pasal 6. Sjahbandar haroes memperhatikan dengan kanal soenggoeh-soenggoeh kewadjibannja, jang diserahkan kepadanja dalam titel keempat, boekoe jang kedoea, dari pada Kitab Oendang-oèndang Perniagaan. 20 Zij zullen schepelingen uit deze gewesten afkomstig bij het aan- en afmonsteren binnen de grenzen der wet beschermen tegen mogelijke willekeur en verongelijking van de zijde der schippers. Het aanmonsteren en ontslaan van schepelingen geschiedt ten overstaan van de havenmeesters: a. van alle Nederlandsche en Nederlandsch-Indische schepen; b. van vreemde schepen eener natie, waarvan geen consulair ambtenaar ter plaatse gevestigd is; c. van alle vreemde schepen zonder onderscheid, wanneer zij inboorlingen bf vreemde oosterlingen, Nederlandsche onderdanen zijnde, engageeren. Bij afmonstering van Nederlandsche of vreemde schepelingen zij men indachtig aan de te stellen zekerheid voor hun terugzending en verpleging. 1) De consulaire ambtenaren behouden overigens de bevoegdheid schepelingen van schepen hunner natie te ontslaan en andere aan te nemen, mits zij een schrifte; lijke verklaring afgeven, dat zij zoo noodig instaan voor richtige terugbetaling der kosten van verpleging en terugzending van de afgemonsterde schepelingen. Bh' de aanmonstering dragen de havenmeesters zorg, dat geen deserteurs, misdadigers of personen, die door de politie worden achtervolgd, zich verbinden. Bij het ontslaan van Inlandsche schepelingen, zorgen de havenmeesters, dat de verdiende gage in hunne tegenwoordigheid aan de ontslagenen wordt uitbetaald. Indien schepelingen wegens ziekte achterblijven, door de Justitie worden aangehouden, of als deserteur worden opgegeven, wordt daarvan aanteekening gehouden op de monsterrol. Van alle mutatiën in monsterrollen, welke ten hunnen overstaan geschieden, houden de havenmees- 1). Zie ook Staatsblad 1835 No. 29, waarbij een boete van ƒ 300 is bedreigd tegen den schipper, voor eiken Inlandschen schepeling, die niet is aangemonsterd volgens bovenstaande regelen. 21 Meréka itoe haroes melindoengi anak-kapal, jang asalnja dari djadjahan ini pada waktoe menerima dan meiepas ja'ni, soepaja ditoeroet soenggoeh-soenggoeh boenji oendang-oendang dan soepaja nachoda-nachoda djangan berlakoe sesoeka-soekanja sadja kepada anak kapal itoe. Menerima dan meiepas anak kapal itoe haroes dilakoekan dihadapan sjahbandar: a. dari pada sekalian kapal-kapal Belanda dan kapalkapal Hindia-Belanda; b. dari pada kapal-kapal negeri asing, jang tidak ada • amtenar Kongsolnja ditempat itoe. c. dari pada sekalian kapal negeri asing dengan tidak diperbédakan, bilamana kapal-kapal itoe menerima Boemipoetera atau orang Timoer asing, jang djadi ra'jat Hindia-Belanda, bekerdja dikapal itoe. Djika ada anak-anak kapal bangsa Belanda atau orang asing dilepas, maka haroes diperhatikan hal mengirim orang-orang itoe ketempat asalnja dan hal mengoeroesnja. Tetapi amtenar-amtenar kongsol berhak akan meiepas anak-anak kapal dari pada kapal-kapal bangsanja dan menerima orang lain, asal meréka itóe memberi soerat keterangan, bahwa meréka itoe bila perloe menanggoeng* boeat membajar ongkos-ongkos pengoeroesnja dan mengirimnja kembali. Waktoe menerima anak-kapal sjahbandar haroes mendjaga soepaja djangan ada serdadoe jang lari, pendjahat-pendjahat atau orang jang ditjahari oléh polisi, dimasoekkan djadi anak kapal. Waktoe meiepas anak-kapal Boemipoetera, sjahbandar haroes mendjaga soepaja gadji jang haroes diterima oléh orang itoe diberikan dihadapannja. Bilamana ada anak kapal ditinggalkan sebab sakit atau ditahan oléh Djoestisi atau diberi tahoekan ia serdadoe lari, maka hal itoe diperingatkan dalam daftar nama anak-kapal. Sekalian peroebahan dalam daftar nama itoe diboeat dihadapan sjahbandar, tentang itoe 1) Lihatlah Staatsblad 1835 No. 29, mengantjam nachoda dengan denda ƒ 300 boeat tiap-tiap anak kapal, jang tidak diterima menoeroet peratoeran diatas. 22 ters aanteekening in een daarvoor afzonderlijk bestemd register." 1) In de monsterrol, welke volgens Staatsblad 1825 No. 6 ook moet worden aangehouden dóór gezagvoerders van zoodanige kustvaartuigen, als van zeebrieven zijn voorzien, worden opgenomen de voorwaarden der verbintenissen tusschen den schipper eenerzijds (artikel 395 Wetboek van Koophandel) Zij bevat o.a. de namen van het schip, van den schipper, de scheepsofficieren en het scheepsvolk; de omschrijving der te maken reis; de bedongen gages en die van het voedsel of z.g. rantsoen, (art. 397 Wetboek van Koophandel). De monstering geschiedt ten overstaan van den havenmeester (art. 396 Wetboek van Koophandel). i). Scheeps- Het afleggen eener scheepsverklaring dient tot staverkla- ving van geleden schade of ten bewijze der noodzakelijkring. heid tot het aandoen van een noodhaven. Hier te lande wordt de onedrwerpelijke verklaring afgelegd ten overstaan van den havenmeester (zie verder de artikelen 384 en 450 Wetboek van Koophandel). Opgemerkt wordt, dat de bepalingen van het Wetboek van Koophandel behalve de algemeen geldende voorschriften van artikel 309, slechts van toepassing zijn op schepen voorzien van een zeebnei (vgi. art. 748 Wetboek van Koophandel. Uit den aard der zaak ontvangen schipbreukelingen zooveel noodig en mogelijk steun van Regeeringswege. Zij mogen nimmer worden afgewezen, maar behooren door de autoriteit der plaats waar zij aankomen, te worden verzorgd en zooveel mogelijk geholpen. 1). Bij Staatsblad 1827 No. 43 is bepaald dat: 1. voor eiken schepeling, die bevonden mogt worden door den gezagvoerder eigendunkelijk te worden achtergelaten, door dezelven zal worden verbeurd eene boete van ƒ 1000, te verhalen op de reederij of de agenten van het schip. 2. in geval eenig schepeling zich van boord verwijdert of van daar verwijderd blijft, buiten voorkennis of toestemming van den gezagvoerder, deze verpligt zal zijn daarvan dadelijk aan de polïcie kennis te geven; zullende, bij gebreke van dien, zoodanig schepeling worden beschouwd als onwettiglijk te zijn achtergelaten, en mitsdien daarvoor worden verbeurd de in het voorgaand artikel bepaalde boete van ƒ 1000. 3. bij vertrek van eenig schip of vaartuig, de gezagvoerder verpligt zal zijn borg te stellen voor de verpleging van zoodanige schepelingen, als wegens ziekte door hem zullen worden achtergelaten, mitsgaders voor dezelver verder onderhoud, tot dat zij weder van hier zullen kunnen vertrekken; of zich op eenig ander vaartuig engageeren. -''-W^M j). Schipbreukelingen. 23 sjahbandar memboeat peringatan dalam register, jang sengadja disediakan oentoek itoe." 1) Dalam daftar nama, jang menoeroet Staatsblad 1825 No. 6 haroes djoega dipegang oléh nachoda-nachoda perahoe-pantai, jang memakai soerat-laoet, dimasoekkan perdjandjian-perdjandjian dari pihak nachoda (pasal 395 Kitab Oendang-oendang Perniagaan). Daftar itoe berisi nama kapal, nama nachoda, nama opsir-opsir dan nama-nama anak kapal; keterangan tentang pelajaran jang akan dilakoekan, gadji jang diminta oléh anak kapal dan keterangan tentang makanan atau ransoen (pasal 397 Kitab Oendang-oendang Perniagaan). Mendaftarkan itoe dilakoekan dihadapan sjahbandar (pasal 396 Kitab Oendang-oendang Perniagaan). Soerat Mengoendjoekkan soerat keterangan kapal goenanja keterang- oentoek menoendjoekkan keroegian atau oentoek meman kapal. boektikan perloenja kapal masoek kedalam pelaboehan tempat berlindoeng dalam bahaja. Dinegeri ini keterangan itoe diberi tahoekan dihadapan sjahbandar (lihatlah pasal-pasal 384 dan 450 Kitab Oendang-oendang Perniagaan). Maka haroes diingat bahwa, selainnja dari peratoeran-peratoeran 'oemoem jang terseboet dalam pasal 309, segala ketentoean-ketentoean dari Kitab Oendangoendang Perniagaan hanjalah berlakoe bagi kapal-kapal jang mempoenjaï soerat laoet (bandingkanlah pasal 748 Kitab Oendang-oendang Perniagaan). Orang Menilik keadaannja maka orang-orang jang karam jang perloe seboléh-boléhnja mendapat pertolongan dari Pekaram merintah: Meréka itoe tiada sekali-kali boléh ditolak, melainkan haroes dipeliharakan dan ditolong oléh pembesar dari pada tempat, dimana meréka itoe sampai. 1). Pada Staatsblad 1827 No. 43 ditentoekan bahwa: 1. bagi tiap-tiap anak-kapal jang kedapatan ditinggalkan oléh nachodanja dengan sengadja dan kemaoeannja sendiri, nachoda itoe disebabkan kelakoeannja itoe akan didenda ƒ 1000; denda itoe boléh ditoentoet kepada si poenja kapal atau agén-agén kapal itoe. 2. bilamana ada anak kapal pergi dari kapalnja atau tidak kembali lagi kekapataja tidak dengan aetahoe atau~rzin nachoda, maka nachoda itoe dlwadjibkan dengan segera memberi tahoekan hal itoe kepada polisi; bila tidak demikian maka anak kapal itoe akan dipandang ditinggalkan dengan tidak sah dan oléh karena itoe nachoda itoe didenda ƒ 1000 seperti jang ditentoekan dalam pasal diatas. 3. pada waktoe kapal atau perahoe berangkat diwadjibkan nietigadakan tanggoengan pemeliharaan anak kapal, jang akan ditinggalkan. sebab. sakit,, begitoepoen bagi keperloeannja selama anak kapal itoe beloem dapat berangkat dari sini, atau sebeloem. ia dapat pekerdjaan dikapal lain. 24 Indien het vreemdelingen betreft, wordt van hun aankomst onmiddellijk kennis gegeven aan den Consul der natie waartoe zij behooren of indien hier te Lande geen vertegenwoordiger hunner natie gevestigd is, aan den Gouverneur-Generaal. De uitgaven, gedaan voor hulpbehoevende schipbreukelingen, afkomstig van Nederlandsche en Nederlandsch-Indische schepen, tot geen hooger bedrag dan volstrekt voor de oogenblikkelijke behoefte noodig is, komen ten laste van 's Lands kas. Voor het bedrag geven zij een schuldbekentenis. 1) De ten behoeve van vreemde schipbreukelingen gedane uitgaven zullen zoo mogelijk van den Consul hunner natie rechtstreeks door de betrokken plaatselijke autoriteiten worden teruggevorderd, onder overlegging van een door de schipbreukelingen onderteekende verklaring voor het door hen genotene. In de meeste consulaire tractaten komen bepalingen voor betreffende de wederzijdsche verplichtingen ten opzichte van schipbreukelingen. 1). Schuldbekentenis. Ik ondergeteekende van beroep , het laatst als gediend hebbende op wonende te verklare schuldig te zijn aan de Nederlandsche Schatkist de somma van gulden aan mij voorgeschoten of voor mij uitgegeven voor huisvesting, kleeding, verpleging, terugreis naar het Vaderland of anderszins door het NederlandschIndische Gouvernement en verbinde ik mij tot de terugbetaling van bovenvermelde som door tusschenkomst van het Departement van Buitenlandsche Zaken. Ij , den Goed voor ƒ (HANDTEEKENING) 25 Bilamana meréka itoe orang negeri asing, maka kedatangannja itoe haroes dengan segera diberi tahoekan kepada Kongsol bangsanja, atau, bilamana di Hindia ini tiada ada Wakil bangsanja, kehadapan Toean Besar Goebernoer-Djenderal. Belandja jang 4ipakai oentoek orang-orang karam, jang perloe ditolong, dari pada kapal-kapal Belanda dan Hindia-Belanda, dibajar oléh kas Negeri asal belandja itoe tidak melebihi keperloean jang soenggoeh perloe pada ketika itoe. Boeat belandja itoe meréka itoe haroes memberi soerat pengakoean oetang. 1) Belandja boeat keperloean orang jang karam jang asalnja dari negeri asing, kalau dapat akan teroes ditagih kepada Konsol bangsanja, jaïtoe oléh Pembesar pemerintahan senegeri dengan memperlihatkan soerat keterangan jang ditandaï oléh orang jang karam; soerat keterangan itoe jaïtoe tentang belandja jang dipakai orang itoe. Dalam kebanjakan perdjandjian Konsol-konsol adalah ketentoean-ketentoean tentang kewadjiban kedoea belah pihak dalam hal menolong orang-orang jang karam. I). Soerat pengakoean oetang. Saja, jang bertanda tangan dibawah ini pekerdjaan j baroe-baroé ini djadi •-; di v telah bekerdja d' , beroemah di , menerangkan soedah beroetang kepada Kas Pemerintah Beïanda sedjoemlah roepiah, jang diberikan ke¬ pada saja sebagai porskot. atau jang dikeloearkan oléh Pemerintah Hindia Belanda bagi saja oentoek tempat tinggal, pakaian, pemeliharaan, biaja poelang ketanah air saja dan saja berdjandji akan membajar wang jang terseboet itoe dengan pengantaraan Departemén perkara loear Negeri. - tanggal Sah boeat: ƒ (TANDA TANGAN). 26 AANHANGSEL. a). Geweste- De gewestelijke vaartuigen (Zie St; 1911 No. 285) hjke vaar-staan ten dienste van de Hoofden van gewestelijk betuigen, stuur en worden voornamelijk gebezigd voor.het vervoer van ambtenaren op hunne dienstreizen. Deze vaartuigen, die in tegenstelling met de schepen der Gouvernements Marine, uitsluitend met Inlanders zijn bemand, zijn kleine stoom- of motorscheepjes, veelal speciaal gebouwd voor de diensten, die zij in een bepaald gewest hebben te verrichten, b.v. met een geringen diepgang, indien zij bestemd zijn om op rivieren te varen. b). Bebakening en Kustverlichting. Ze staan onder commando van een djoeragan (Inlandsen gezagvoerder). Zie St. 1912 No. 164. Het toezicht en het administratief beheer wordt zoo mogelijk opgedragen aan een havenmeester of dienstdoenden havenmeester. Indien een zoodanig ambtenaar ter stationsplaats niet gevestigd is, treedt meestal een ambtenaar van het Binnenlandsch Bestuur als beheerder op. (Zie St. 1912 No. 577 laatstelijk gewijzigd bh' St. 1919 No. 329). Ten einde des nachts aan schepen eene veilige vaart te verzekeren door nauwe en gevaarlijke vaarwaters en het aandoen van zeeplaatsen te vergemakkelijken, worden verschillende scheepvaartroutes verlicht. Deze verlichting geschiedt door lichttorens op den wal of door lichtbakens en lichtboeien in zee. En groot aantal (onverlichte) bakentonnen zijn gelegd (verankerd) in die vaarwaters, welke als regel slechts overdag bevaren worden en waar zonder deze boeien de vaart moeilijkheden zou opleveren. Voor het onderhoud van het bebakeningsmaterieel, waartoe in de eerste plaats behoort het geregeld bijvullen der gasboeien, wordt beschikt over een 5 tal bebakeningsschepen. Als tegemoetkoming in de kosten van verlichting en bebakening der vaarwaters wordt van de zeescheepvaart onder den naam „bakengeld" Sedert 1 Jan£ari 1919 eene retributie gegeven, geregeld in Staatsblad 1918 No. 329. 27 TAMBAHAN. Perahoe-perahoe daérah (lihatlah Staatsblad 1911 No. 285) dioentoekkan bagi keperloean Kepala pemerintahan daérah dan pertama-tama dipakai boeat membawa amtenar-amtenar dalam mendjalankan pekerdjaannja. Perahoe-perahoe itoe kapal-api atau kapal motor jang ketjil-ketjil serta jang mendjadi pegawainja sematamata orang Boemipoetera, soeatoe hal jang berlawanan sekali dengan keadaan dikapal-kapal setengah Kompeni; perahoe-perahoe itoe sengadja diboeat oentoek pekerdjaan jang haroes dilakoekannja dalam sesoeatoe daérah jang tentoe; misalnja sengadja diboeat tidak dalam, bila akan dipakai disoengai. Perahoe-perahoe itoe dibawah perintah seorang Djoeragan (Nachoda Boemipoetera). lihatlah 1912 No. 164. Pengawasan dan oeroesan administratie tentang perahoe itoe diserahkan kepada sjahbandar atau kepada orang jang mendjalankan pekerdjaan itoe. Bilamana amtenar sebagai itoe tidak ada ditempat perahoe itoe, maka jang djadi pengoeasa kerap kali seorang amtenar Pemerintahan dalam Negeri. b). Tanda- (Lihatlah Staatsblad 1912 No. 577, terkemoedian ditanda aloer oebah pada Staatsblad 1919 No. 329). ranran6"6" Soepaja kapal-kapal waktoe berlajar malam dilaoet Dantai Jang s^Pi^seinpit dan jang berbahaja, dan moedah masoek dipelaboehan maka beberapa djalan kapal diberi penerangan. Penerangan itoe didarat dengan menara, dilaoet dengan lampoe tanda aloer dan lampoe boja. Banjak tong-tong tanda aloer (jang tidak berlampoe) ditanam dilaloet djalan kapal, jang biasanja hanja siang hari dilaloei kapal dan banjak memberi kesoekaran bila tidak memakai tong-tong tanda aloer itoe. Akan pemelihara tanda-tandla itoe, jaïtoe pertamatama akan mengisikan gas kedalam boja-boja itoe pada waktoe-waktoe jang tetap, maka disediakanlah 5 boeah kapal-tanda aloer. Boeat pengganti ongkos-ongkos penerangan dan tanda-tanda aloer pada djalan-djalan kapal dilaoet itoe, maka sedjak dari pada tanggal 1 Januari 1919 kapalkapal membajar „oeang tanda aloer"; hal itoe teratoer dalam Staatsblad 1918 No. 329. a). Perahoe daérah. 28 c). Loods- In nauw verband met de bebakening en kustverlich wezen. ting staat het Loodswezen. Het algemeen reglement voor den loodsdienst is vast^ gesteld bij Staatsblad 1914 No. 222. Tot het uitoefenen van den loodsdienst zjjn bevoegd, de havenmeesters, onderhavenmeesters en de loodsen. In het algemeen loodsreglement zijn opgenomen die bepalingen, welke de verschillende loodsdiensten onderling gemeen hebben. De plaatselijke loodsreglementen bevatten hoofdzakelijk de loodstarieven. De havenmeesters zijn elk in hun ressort superintendent van den loodsdienst. Hoofdkantor van SCHEEPVAART. 29 •c). Perkara Peri hal perkara pandoe adalah berhoeboeng dengan pandoe perkara tanda aloer dan penerangan pantai. (loods- Reglemén 'oemoem perkara pandoe, ditetapkan pada wezen;. Staatsblad 1914 No. 222. Boeat mendjalankan pekerdjaan pandoe itoe dikoeasakan sjahbandar-sjahbandar, pembantoe-pembantoe sjahbandar dan pandoe. Dalam reglemén 'oemoem perkara pandoe dimasoekkah ketentoean-ketentoean jang bersangkoetan dengan beberapa pekerdjaan pandoe. Reglemén pandoe boeat satoe-satoe tempat pertamatama berisi tarif oeang pandoe. Tiap-tiap sjahbandar dalam daérahnja mendjadi kepala dari pada pekerdjaan pandoe. Kantor-besar dari pada PELAJARAN-KAPAL. DE BEPALINGEN. 1. BEPALINGEN omtrent de zeebrieven en jaarpassen in Nederlandsch-Indië. 1) (K. B. van 29 Maart 1905). Staatsblad 1905 No. 316, gewijzigd en aangevuld bij Staatsblad 1908 No. 424; 1910 No. 425; 1913 No. 439; 1915 No. 299 en 368 jo. 1917 No. 497; 1918 No. 765. e AFDEELING Verplichting voor Ned.-Indische zeeschepen om van een zeebrief of jaarpas voorzien te zijn. Verklaring van het woord: „zeeschepen". Uitzondering op de onder I genoemde ver plichting. Algemeene bepalingen. Artikel 1. (1) Elk in Nederlandsch-Indië tehuis behoorend zeeschip, dat de Nederlandsche vlag voert, moet voorzien zijn van een zeebrief of een jaarpas, afgegeven overeenkomstig de voorschriften van dit besluit. Elk zeeschip, dat de Nederlandsche het ras van deri eigenaar. dus ongeacht (2) Onder zeeschepen worden in dit besluit verstaan alle schepen en vaartuigen, varende buiten die tonnen in zee, met uitzondering van: o,). vaartuigen, in dienst bh' het loodswezen, de betonning en de bebakening van Nederlandsch-Indië, en in het algemeen alle vaartuigen in dienst van den Lande; b). vaartuigen van zeilvereenigingen of jachtclubs, als zoodanig wettig erkend; d. w. z. wien rechtspersoonlijkheid is verleend. c). reddingsvaartuigen; d. w. z. zoodanige, die worden aangewend 1) Bij artikel 33 van deze bepalingen is het reglement op de zeebrieven en jaarpassen, vastgesteld bij ordonnantie van den Gouverneur-Generaal van 15 December 1858, (Indisch Staatsblad No. 134) ingetrokken. het reddingswezen opzettelijk KETENTOEAN. 1. KETENTOEAN tentang soerat-soérat laoet, pasr tahoenan di Hindia-Belanda. 1) (F. R. pada 29 Maart 1905). Staatsblad 1905 No. 316, dioebah dan ditambahi pada Staatsblad 1908 No. 424; 1910 No. 425; 1913 No. 439; 1915 No. 299 dan 368 berhoeboeng dengan St. 1917 No. 497; 1918 No. 765. AFDEELING I Ketentoean 'oemoem. Pasal 1. Kewadjiban (1) Tiap-tiap kapal laoet Hindia-Belanda, jang mekapal laoet makai bendéra Belanda, haroeslah mempoenjaï soeratHindia-Belan- laoet atau pas-tahoenan jang diberikan menoeroet perda boeat mem- atoeran f irman ini. poenjaï soe- rat-laoet atau Segala kapal laoet. jang memakai bendéra Belanda. djadi pas tahoenan. bangsa jang mempoenjaï kapal itoe ta' diperbédakan. Keterangan (2) Dengan perkataan „kapal laoet" diartikan dadan pada per- lam f irman ini sekalian kapal-kapal dan perahoe-peraKataan: ,,ka- hoe, jang berlajar dilaoet loear batas pantai, ketjoeali: pal laoet." Ke- tjoealiataske-a^- perahoe-perahoe, jang dipakai pada pekerdjaan wadjiban jang pandoe, pekerdjaan mengadakan tong tanda boja terseboet di Hindia-Belanda, dan péndéknja sekalian perahoe pada 1. dalam pekerdjaan Negeri; b) . perahoe-perahoe dari pada perkoempoelan berlajar- lajar, jang diakoe sah; jaïtoe, bilamana perkoempoelan itoe telah disahkan. c) . perahoe-perahoe penolong; jaïtoe perahoe-perahoe, jang sengadja dipergoenakan boeat pekerdjaan menolong. 1). Pada pasal 33 dari pada ketentoean-ketentoean itoe ditjaboet reglemén. soerat-soerat laoet dan pas-pas tahoenan jang ditetapkan pada ordonansi Toean Besar Goeberiroer-Djenderal dari tanggal 15 December 1858 (Staatsblad Hindia No. 134). 32 d) . visschersvaartuigen, uitsluitend tot het vangen van visch, tripang en schelpdieren, of tot het vervoeren van deze en andere zeeproducten gebezigd wordende ; dus niet voor het vervoeren van deze producten en (te(gelijk) met andere of met personen. e) . binnenschepen, die bh' uitzondering buiten de ton¬ nen varen; dus geen eigenlijk gezegde zeeschepen. f) . vaartuigen ten hoogste zeven en een halven M* metende. dat is hier bruto. vgl. art. 1 (5) van Staatsblad 1915 No. 342 Bij datzelfde Staatsblad is een regeling van het toezicht op de scheepvaart met de vaartuigen genoemd in bovenstaand artikel onder de letters b t/m f afgekondigd. .Zie hierachter. ififlöife Schepen aan welke zeebrieven en schepen aan welke jaarpassen worden uitgereikt. Vereischten voor de eigendom van schepen alvorens zeebrieven of jaarpassen worden afgegeven. Artikel 2. Aan schepen en vaartuigen, op de Europeesche wijze getuigd, worden zeebrieven, — aan vaartuigen op de Inlandsche wijze getuigd, worden jaarpassen verleend, overeenkomstig de voorschriften van dit besluit. Artikel 3. (1) Een zeebrief of jaarpas wordt alleen afgegeven voor een zeeschip, voor meer dan de helft in eigendom toebehoorende aan: a) . een ingezetene van Nederlandsch-Indië; b) . een ingezetene van Nederland; e). een reederij, gevestigd in Nederlandsch-Indie; d) eene vennootschap onder eene firma of by wijze van geldschieting, gevestigd in Nederlandsch-Indie of in Nederland, mits-minstens de helf der hoofdelijk voor het geheel aansprakelijke vennooten der commanditaire vennootschap ingezetenen zun van Nederlandsch-Indië of van Nederland; e) eene naamlooze vennootschap van koophandel of eene vereeniging, die rechstpersoonlijkheid bezit, mits de vennootschap of vereeniging in Nederlandsch-Indië of in Nederland is •gevestigd en opgericht volgens de wettelijke voorschriften, gelden- d) . perahoe-perahoe penangkap ikan, jang semata-ma- ta dioentoekkan boeat penangkap ikan teripang dan karang-karangan, atau perahoe-'perahoe boeat membawa segala itoe dan hasil laoet jarg lain-lain. djadi boekan boeat membawa barang-barang itoe (bersama-sama) dengan jang lain-lain atau dengan orang. e) . kapal-kapal dalam, jang hanja dalam hal jang loear biasa berlajar diloear batas pantai. djadi boekan kapal-kapal jang. s jsoenggoehnja. f) . perahoe-perahoe jang oekoerannja sebanjak-banjaknja toedjoeh setengah M3. Itoelah oekoeran kotor, lihatlah pasal 1 (5) dari pada Staatsblad 1915 No. 342. Dalam Staatsblad itoe adalah dima'loemkan peratoeran pengawasan atas pelajaran-kapal dengan perahoe-perahoe jang terséboet dalam pasal diatas pada hoeroef-hoeroef b sampai f. Lihatlah dibelakang ini. Pasal 2. Kapal-kapal jang diberi soerat laoet dan kapal-kapal jang diberi pastahoenan.Sjarat-sjarat boeat mempoenjaï kapal sebeloem diberi soeratsoerat laoet atau paspas t ah oen- Kapal dan perahoe, jang dilengkapi tjara atoeran Eropah diberi soerat laoet, dan perahoe-perahoe jang dilengkapi tjara atoeran Boemipoetera, diberi pas tahoenan, seperti menoeroet peratoeran-peratoeran dari pada firman ini. Pasal 3. (1) Soerat laoet atau pas tahoenan hanjalah diberikan boeat kapal laoet, jang lebih dari setengahnja masoek kepoenjaan: a) . pendoedoek Hindia-Belanda; b) . pendoedoek negeri Belanda; c) . persekoetoean kapal, jang ada di Hindia-Belanda; d) . perséroan jang ditanggoeng firma atau jang mem- beri pindjaman oeang, jang tempatnja di HindiaBelanda atau dinegeri Belanda, asal sekoerangkoerangnja setengahnja dari pada sekoetoe-sekoetoe jang menanggoeng segenap perséroan commanditair itoe pendoedoek Hindia-Belanda atau pendoedoek negeri Belanda; e) . perséroan (tiada bernama) dalam hal perniagaan atau perkoempoelan jang telah disahkan, asal perséroan atau perkoempoelan itoe tempatnja di Hindia-Belanda atau dinegeri Belanda dan didirikan menoeroet peratoeran oendang-oendang, jang ber- 34 de op de plaats der vestiging; en mits minstens de helft der bestuurders ingezetenen zijn van Nederlandsch-Indië of van Nederland. (Voor eene verklaring van het woord ingezetene van Nederlandsch-Indië zie het volgend artikel). Vertegenwoor- (2) In elk geval moeten de eigenaren in Nederdiging der landsch-Indië behoorlijk vertegenwoordigd zijn. eigenaren in Nederlandsch- aahft#! Indië. Uitoefening (3) Het bestuur over alles wat tot het onderhoud, van het be- de uitrusting en het victualieeren of bevrachten van stuur over de een schip vereischt wordt, moet in Nederlandsch-Indië uitrusting der gevoerd worden. In bijzondere gevallen kan daarvan schepen in met Onze machtiging worden afgeweken. NederlandschIndië te Artikel 4. voeren. Verklaring van (1) Ingezetenen van Nederlandsch-Indië zijn in den het woord: zin van dit besluit: „ingezetene". ie. Nederlandsche onderdanen in Nederlandsch-Indië woonachtig; 2e. alle andere personen, die, na krachtens de bestaande bepalingen verkregen vergunning tot vestiging, in Nederlandsch-Indië gewoond hebben gedurende het jaar, geëindigd met den dag, waarop de zeebrief of jaarpas wordt aangevraagd. (St. 1915 :299). (2) Ingezetenen van Nederland zijn in den zin van dit besluit al degenen, die als zoodanig worden aangemerkt krachtens de in Nederland geldende wettelijke bepalingen betrekkelijk de afgifte van zeebrieven. Artikel 5. ï^ÊÊl Artikel 6. Geen uitkla- (i) Alle schippers van zeeschepen, zoo Nederring zoner zee- landsch-Indische als andere, zijn gehouden, bij het in brief, jaarpas Gf uitvaren van Nederlandsch-Indische havens of zeegaof ander gel- ten, een zeebrief, jaarpas of ander geldig bewijs der dig bewijs van nationaliteit van hun schip te vertoonen aan de ambtenationaliteit, naren belast met de in- en uitklaring. Bh' gemis van dergelijken zeebrief, jaarpas of bewijs, wordt door dien ambtenaar geen uitklaring verleend, en kunnen zij het 35 lakoe ditempat tinggalnja; dan asal sekoerang-koerangnja setengahnja dan pada pengoeroesnja pendoedoek Hindia«eianda atau pendoedoek negeri Belanda. m2fnt°ok, keterangan dari pada perkataan pendoedoek Hindia-Belanda lihatlah pasal jang berikoet). pc"uoeuoeK Wakil si poe- (2) Dalam tiap-tiap hal jang empoenja di HindiaBdand 068 kiH d6ngan sePat°etnJ'a- Mendjalankan oeroesan melengkapkankapal-kapal di HindiaBelanda. +Ji? ™ perkara oeroesan jang diwadjibkan oen¬ toek memelihara, melengkapkan, dan menjediakan beHinoï^^T0^1!^1 haroes]ah didjalankan di fzin K^i tn, ??T.haI jang teristiméwa dengan ïzin Kami bolehjah hal itoe dilaini. Pasal 4. Keterangan . (1) Jang dinamaï pendoedoek Hindia-Belanda meperkataan: noeroet firman ini, jaïtoe- «"Dmnoame„pendoedoek-le. ^jattadjaan Belanda jang tinggal di Hindia- 2e. segala orang lain-lain jang setelah dapat izin metinggal di Hindia-Belanda selama tahoen jang hal %JF&qg^^pas tÉhmn itoe \JlLhPen^d°ek negeri Be'anda menoeroet firman niroef l,San °rang1?ang' dianggap sebagai itoe Tenoeroet ketentoean oendang-oendang dinegeri Belanda tentang pemberian soerat-soerat laoet blanda Pasal 5. jpiada diberi Pasal f &S soe- iJBLagg Irat-laoet, pas lain diwadjibkan pada waktoe masoek SSar df Pb ngsïïn SXt'nflaiS^ kebangsaan Lr lain diperinUaf m?n^^ hang sah. tang. Bilamana soerat-laoet, pas-tahoonin gatau te£ 36 schip desnoods aanhouden, tot dat het vereischte document wordt overgelegd. Dit aanhouden geschiedt desnoods met behulp der havenpolitie of waar die ontbreekt, met behulp der gewone politie. Uitzondering (2) Bij het binnenkomen kan echter het Hoofd van in geval van gewestelijk bestuur onder de noodige voorwaarden verbinnenkomen gunning verleenen, om zoodanig schip naar de bestemvan zoodanig mingsplaats over te brengen en om daar of elders de schip. lading op te slaan, hij is mede bevoegd om onder door hem te stellen voorwaarden te vergunnen, dat in zn'n gewest nieuw aangebouwde schepen, wier haven van bestemming binnen Nederlandsch-Indië is gelegen, daarheen worden overgebracht zonder voorzien te zijn van een zeebrief of een jaarpas. (St. 1918: 765). Geluke behan- (3) Op dezelfde wijze wordt gehandeld, wanneer de deling ten schipper een Nederlandsch-Indische zeebrief of jaarpas aanzien van aanbiedt, die niet beantwoordt aan de voorschriften van schepen met dit besluit, onverminderd de toepassing der strafbepa- ongeidigen lingen van dit besluit, zoo daartoe termen bestaan, zeebrief of jaarpas. Voor de strafbepaling zie de artikelen 29 t/m 32. Intrekking (4) Ongeldige of vervallen zeebrieven en jaarpasvan ongeldige sen worden door de ambtenaren bij de in- of uitklaring of vervallen ingetrokken, zeebrieven en jaarpassen. Artikel 7. [{ de AFDEELING. Van de zeebrieven Artikelen 8 t/m 18. lilde AFDEELING. Van de jaarpassen. Artikel 19 Inhoud van De jaarpas vermeldt: den jaarpas. rangan sebagai itoe tidak ada, maka oléh amtenar itoe tidak diberi soerat keterangan oentoek keloear, dan kalau perloe meréka itoe boléh menahan kapal itoe sampai soerat-soerat jang diwadjibkan itoe diperlihatkan. Boeat menahan itoe bila perloe boléh memakai pertolongan polisi pelaboehan atau djika ditempat itoe tiada ada polisi pelaboehan itoe dengan pertolongan. polisi biasa. Ketjoeali da- (2) Pada waktoe kapal masoek, Kepala pemerintahan lam hal ma- daérah dapat, dengan memakai perdjandjian jang soeknja kapal perloe, memberi ïzin boeat membawa kapal itoe ketempat sebagai itoe. jang ditoedjoeinja dan boeat menjimpan moeatannja ditempat itoe atau ditempat lain; iapoen berhak djoega memberi izin dengan memakai perdjandjian jang diboeatnja, soepaja kapal-kapal, jang diboeat didaérahnja dan tempat jang ditoedjoeinja adalah seboeah pelaboehan di Hindia-Belanda, dibawa ketempat itoe dengan tidak memakai soerat laoet atau pas tahoenan lagi. (St. 1918: 765). Melakoekan (3) Sebagai itoe dilakoekan poela, bilamana nachodemikian ten- da mengoendjoekkan soerat laoet atau pas-tahoenan tang kapal-ka-Hindia-Belanda, jang tidak mentjoekoepi peratoeranpal jang me- peratoeran firman ini, dengan ta' mengoerangi lakoemakai soerat nja ketentoean-ketentoean hoekoeman dalam firman ini laoet atau pas bila boeat itoe ada alasan. tahoenan jang Boeat ketentoean hoekoeman itoe lihatlah pasal 29 sam- tidak sah. pai 32. Mentjaboet (4) Soerat-soerat laoet dan pas-pas tahoenan jang soerat laoet tidak sah atau tidak lakoe lagi ditjaboet oléh amtenar dan pas ta- jang berkoeasa menerima dan mengizinkan kapal berhoenan jang lajar. tidak sah atau „ . _ tidak lakoe ^asal l' lagi. AF DEELING | Dari pada soerat laoet. Pasal 8 sampai 18. AEDEELING. 3 Dari pada pas tahoenan. Pasal 19. Isi pas ta- Pas tahoenan menerangkan: hoenan. a) . den naam van het vaartuig; b) . den inhoud, waarop het volgens de bestaande bepa¬ lingen is gemeten; c) . de soort en andere voornaamste kenmerken van het vaartuig; d) . dén naam van den schipper. Artikel 20. Bevoegdheid De jaarpassen worden verleend vanwege den Gouvan het H.G.B.verneur-Generaal door de Hoofden van gewestelijk of of H.P.B. tot van plaatselijk bestuur en andere daartoe door den Gouhet verleenen verneur-Generaal aan te wijzen ambtenaren van het van jaarpasen. Binnenlandsch Bestuur. Artikel 21. Eerste jaarpas (1) Tot het verleenen van een eersten jaarpas zijn verleend op bevoegd de Hoofden van gewestelijk bestuur en de daargezegeld ver- toe door den Gouverneur-Generaal aangewezen Hoofdzoekschrift. den van plaatselijk bestuur. Op java zijn daartoe aangewezen de Assistent-Residenten van Soemenep, Bangkalan en Sampang (residentie Madoera); van Tjilatjap (residentie Banjoemas), (St. 1911 No. 662). Vrijdom van (2) De verzoeken tot het verkrijgen van een eersten zegel voor jaarpas worden schriftelijk ingediend; voor vaartuigen schepen van metende vijftien M3 en daar beneden op ongezegeld pa15 M3 en pier. „ minder- Artikel 22. Bescheiden bij (1) Bij het verzoekschrift ter verkrijging van een 38 aanvraag om eersten jaarpas moeten worden overgelegd: eersten jaarpas over te a). het bewijs van eigendom (St. 1913:439); leggen. b). eene door het Hoofd van gewestelijk of plaatselh'k bestuur beëedigde en kosteloos te zijnen bureele opgemaakte of in gevulde verklaring van een der personen, genoemd in het tweede en derde lid van artikel 9,— d.i. door den eigenaar, door den boekhouder der reederij, door een der vennooten onder de firma, door een der hoofdelijk voor het geheel aansprakelijke vennooten van de commanditaire vennootschap, of door één der bestuurders van de naamlooze venootschap of vereeniging, naarmate het schip aan één of meer personen of wel aan eene vennootschap van koophandel of vereeniging toebehoort. ÜHÜ9 39 a) . nama perahoe; b) . besarnja sepandjang oekoeran menoeroet ketentoe¬ an-ketentoean oendang jang berlakoe; c) . matjamnja dan tanda-tanda jang teroetama dari pada perahoe itoe; d) . nama nachoda. Pasal 20. Kekoeasaan Pas tahoenan diberikah atas titah Toean Besar GoeKepala pcme- bernoer Djenderal oléh Kepala pemerintahan daérah rintahan Da- atau Kepala pemerintahan senegeri dan oléh amtenarérah atau Ke amtenar pemerintahan dalam negeri lain-lain jang akan pala pemerin- dioendjoekkan oléh Toean Besar. tahan senegeri boeat memberi Pasal 21. pas tahoenan. Pas tahoenan ^ Boeat memberi pas tahoenan jang pertama dijang pertama koeasakan Kepala-kepala pemerintahan daérah dan Ke- diberikan dji- ka diminta dengan soerat permohonan jang memakai ségel. Tidak memakai ségel boeat kapal, jang 15 M3 atau koerang. Keterangan jang dioendjoekkan dengan permohonan boeat pas tahoenan pertama. pala-kepala pemerintahan senegeri, jang ditoendjoekkan boeat itoe oléh Toean Besar Goebernoer-Dj enderal. Ditanah Djawa jang ditoendjoekkan boeat itoe, jaïtoe: Asistén-Residén Soemenep, Bangkalan dan Sampang (keresidénan Madoera); Tjilatjap (Keresidénan Banjoemas), (St. 1911 No. 662). (2) Permohonan boeat mendapat pas tahoenan jang pertama dipersembahkan dengan soerat; boeat perahoe jang oekoerannja lima belas M3 atau koerang ta'oesah memakai ségel. Pasal 22. (1) Bersama-sama dengan soerat permohonan boeat mendapat pas tahoenan pertama haroeslah dioendjoekkan : a) . soerat keterangan kepoenjaan (St. 1913 : 429); b) . soerat keterangan dari pada seorang-orang, jang terseboet dalam ajat kedoea dan ketiga dari pada pasal 9, jang diboeat dengan soempah dimoeka Kepala pemerintahan daérah atau pemerintahan senegeri diisi dikantornja serta diberikan dengan tjoema-tjoema, jaïtoe oléh jang empoenja, oléh pemegang boekoe (boekhouder) dari pada persekoetoean kapal, oléh seorang sekoetoe perséroan jang ditanggoeng firma, oléh seorang sekoetoe perséroan commanditair atau oléh seorang pengoeroes perséroan jang tidak bernama atau perkoempoelan, menoeroet bagaimana kapal itoe masoek kepoenjaan seorangkah atau lebih dari seorang, .ataupoen kepoenjaan perséroan perniagaan atau perkoeffl'p*oelan. 40 dat het vaartuig voldoet aan de voorwaarden, gesteld bij artikel 3 van dit besluit. nl. dat het voor meer dan de helft in eigendom toebehoort aan: a) . een ingezetene van Nederlandsch-Indië; b) . eene reederij gevestigd in Nederlandsch-Indië; c. vennootschappen onder eene firma, naamlooze vennootschappen van koophandel of vereenigingen, die rechtspersoonlijkheid bezitten, mits gevestigd in Nederlandsch-Indië of in Nederland, opgericht volgens de wettelijke voorschriften,' geldende op de plaats der vestiging en mits minstens de helft der bestuurders of vennooten ingezetenen zijn van Nederlandsch-Indië of van Nederland. c) .' opgave der soort en benaming van het vaartuig; d) . een meetbrief, afgegeven volgens de bestaande voorschriften; e) . opgave van den naam van den gezagvoerder; f) . opgave van het getal opvarenden, van de bewape¬ ning en ammunitie. Afwijzing (2) Wanneer een of meer dezer bescheiden ontbre- van het ver- ken of niet in overeenstemming zijn met de aangeboden zoek, indien verklaring, of wel wanneer daaruit blijkt, dat het vaardie bescheiden tuig in een of ander opzicht aan de vereischten ter verniet in orde krh'ging van een jaarpas niet voldoet, wordt het verzoek zijn. afgewezen. (3) Ten blijke hiervan wordt eene met redenen orakleede beschikking op het verzoekschrift gesteld. (4) Het formulier der verklaring, bedoeld onder letter b, wordt door den Gouverneur-Generaal vastgesteld. (geschied bij Staatsblad 1888 No. 168; 1904 No. 190; 1915 No. 642). Artikel 23. Het verval- j)e jaarpassen vervallen: len van jaarpassen. a)- met den laatsteh December van elk jaar; b). wanneer de eigendom van het vaartuig ophoudt te voldoen aan de voorwaarden gesteld in artikel 3, of het bestuur, bedoeld in de laatste alinea van artikel 3, zonder Onze machtiging niet in Nederlandsch-Indië gevoerd wordt; 41 bahwa perahoe itoe mentjoekoepi'perdjandjian-perdjandjian jang ditetapkan pada pasal 3 dari pada firman ini. jaïtoe bahwa perahoe itoe lebih dari setengahnja masoek kepoenjaan: Menclak per mohonan bilamana pemberitaan itoe tidak betoel. e}. d) . e) . f) . a) . pendoedoek Hindia-Belanda; b) . persekoetoean kapal jang tinggal di Hindia-Belanda; c) . perséroan ditanggoeng firma, perséroan perniagaan tia- da bernama atau perkoempoelan-perkoempoelan, jang diakoe sah bila tinggal di Hindia-Belanda atau dinegeri Belanda dan didirikan menoeroet peratoeran oendang-oendang jang berlakoe ditempat tinggalnja dan bila sekoerang-koerangnja setengah dari pada pengoeroesnja atau sekoetoenja pendoedoek Hindia-Belanda atau pendoedoek negeri Belanda. matjamnja dan nama perahoe; soerat Oekoeran jang diberikan menoeroet peratoeran jang berlakoe; nama nachoda kapal; banjaknja orang jang ada dikapal dan alat sendjata dan bekal pemasang. (2) Bilamana satoe atau lebih dari satoe dari pada pemberitaan itoe tiada ada atau tidak sama dengan keterangan jang dioendjoekkan atau bilamana dari pemberitaan itoe dapat diketahoei, bahwa perahoe itoe tidak mentjoekoepi sjarat-sjarat akan mendapat pas tahoenan, maka permohonan itoe ditolak. (3) Bila demikian, maka penolakan itoe diterangkan dengan sebab-sebabnja. (4) Soerat tjontoh keterangan itoe, jang dimaksoed pada hoeroef b, ditetapkan oléh Toean Besar Goebernoer-Djenderal. (terdjadi pada Staatsblad 1888 No. 168; 1904 No. 190; 1915 No. 642). Pas tahoenan tidak lakoe lagi. Pasal 23 Pas tahoenan tidak lakoe lagi: a) . pada penghabisan December dari pada tiap-tiap tahoen; b) . bilamana jang mempoenjaï perahoe itoe berhenti mentjoekoepi perdjandjian-perdjandjian jang ditetapkan dalam pasal 3, atau bilamana oeroesannja, jang terseboet pada ajat pertama dari pada pasal 3, tidak dengan izin Kami dilakoekan diloear HindiaBelanda ; c) . door verandering van soort en benaming van het vaartuig; « d) . door gebruik van het vaartuig tot kaapvaart, zeeroof, kustroof, strandroof, rivierroof of slavenhandel (St. 1917 : 497); e) . wanneer het vaartuig wordt gesloopt, door schip¬ breuk of stranding vergaat, verbrandt, of wel door zeeroovers of vijanden is genomen. Uitzondering (2) Wanneer echter de termijn, onder a bepaald, op de bepalin- vervalt gedurende de reis, blijft de jaarpas van kracht gen daarom- tot de aankomst van het vaartuig in eene Nederlandschtrent. Indische haven, waar een Europeesch Nederlandsch- Indisch ambtenaar is gevestigd. Artikel 24. Inlevering der Vervallen jaarpassen worden door den schipper, binvervallen jaar- nen acht dagen na aankomst in eene Nederlandschpassen. Indische haven, waar een Europeesch-Nederlandsch- Indisch ambtenaar gevestigd is, aan dien ambtenaar ingeleverd. Artikel 25. Nieuwe jaar- (1) In de gevallen, bedoeld bij artikel 23 letters passen. a- en c, wordt op aanvraag der belanghebbenden, welke ook mondeling kan worden gedaan, een nieuwe jaarpas uitgereikt. a = met den laarsten December van elk jaar. c = door verandering van soort en benaming van het vaartuig. Geen nieuwe (2) Aan deze aanvraag wordt geen gevolg gegeven, jaarpas.zon- zoolang de vervallen jaarpas niet is ingeleverd en der inlevering voorts niet dan nadat: valJeneVer" a- het in artikel 22 tetter a bedoelde stuk (= het bewijs van eigendom) is overgelegd; b). ten genoegen van de autoriteit, die bevoegd is tot het afgeven van den jaarpas, is aangetoond, dat het vaartuig nog voldoet aan de voorwaarden, gesteld bij artikel 3. Indien die autoriteit eene nieuwe verklaring als bedoeld in artikel 22 letter b (dat n.1. het vaartuig voldoet aan de voorwaarden, gesteld bh' artikel 3 van dit besluit) vordert, wordt die verklaring kosteloos te 43 cj oleh peroebahan matjamnja dan namanja perahoe; d) . oleh sebab perahoe itoe dipakai akan meroesakkan perahoe moesoeh, merompak dilaoet, dipesisir dipantai, disoengai atau boeat dipakai berdjoeal'beli boedak. (St. 1917 t 497) ; e) . bilamana perahoe itoe dirombak, binasa oléh karena karam atau terdampar, terbakar, atau dirampas oleh perompak-perompak laoet atau moesoeh. kefintoaea^taS l £L T^f büamana jang ditentoekan pada ketentoean- a, laloe waktoenja tengah perdjalanan, maka pas ta- ffiÏÏÏÏÏl ïfnan t6?P °6u Sehingga Perahoe itoe sampai patentang hal da sesoeatoe pelaboehan di Hindia-Belanda tempat keitoe, doedoekan amtenar Hindia-Belanda bangsa Eropah. Mengembalikan pas tahoenan jang telah laloe waktoenja. Pasal 24. Pas-pas tahoenan jang telah laloe waktoenja haroes dikembahkan oléh nachoda dalam delapan hari setelah sampai dipelaboehan Hindia-Belanda, tempat ada amtenar Hindia-Belanda bangsa Eropah tinggal, kepada amtenar itoe. Pasal 25. haLtai°eiiai1 a uM,aua, atas Perra°honan jang berkepentingan, baharoe. dalam haUial jang terseboet pada pasal 23 hoeroef a dan c, jang boléh djoega dioendjoekkan dengan lidah (oitjara), bolehlah pas tahoenan baharoe diberikan. a = pada penghabisan December dari pada tiap tahoen c — oleh peroebahan marjam dan nama perahoe. Tidak dapat (2) Permohonan itoe ta' akan disampaikan, selama pas tahoenan pas tahoenan jang telah laloe waktoenja itoe tidak dibaharoe bila kembaiikan dan sebeloem: jang telah laloe waktoen ja a)- s°ei*at, jang terseboet dalam pasal 22 hoeroef a ta'dikemba- (keterangan kepoenjaan) dioendjoekkan; likan. ditoendjoekkan, bahwa perahoe itoe soenggoeh mentjoekoepi perdjandjian-perdjandjian jang ditetapkan pada pasal 3 sehingga menjenangkan hati pembesar jang berhak boeat memberi pas tahoenan. Bilamana pembesar itoe minta keterangan baharoe, seperti jang terseboet dalam pasal 22 hoeroef b (jaïtoe perahoe hendaklah mentjoekoepi perdjan- 44 haren bureele opgemaakt of ingevuld en daarna voor haar beëedigd. Bevoegd verklaard tot het afgeven van nieuwe jaarpassen zijn: a) De H-oofden van gewestelijk of plaatselijk bestuur volgens artikel 20 van Staatsblad 1905 No. 316); b) de Controleurs van Krawang en Soebang (Residentie Batavia), Djoewana (Residentie Semarang), Bawean (Residentie Soerabaja), Zuid-Bangkalan en Kangean (Residentie Madoera) en Besoeki (Residentie Besoeki); c) de posthouder van de Duizend-eilanden (Residentie Batavia), (St. 1911 : 662); d) . de civiele gezaghebber-van de controle-af deeling Kan- moen-djawa, af deeling Japara (Residentie Semarang), (St. 1912 : 280). Uitzondering (3) Een nieuwe jaarpas kan op bovenstaanden voet op boven- mede worden uitgereikt, wanneer voldoende blijkt, dat staande be- de vroegere buiten schuld der belanghebbenden is verpaling, loren gegaan of niet kan worden overgelegd. Artikel 26. Bevoegdheid (1) Indien er geene termen bestaan om een nieuvan het H.G.B.wen jaarpas te verleenen en de schipper wenscht te en H.P.B. tot verzeilen naar de bestemmingshaven, dan wel daar of het afgeven in elders de lading wenscht op te slaan, kan de tot het uitbepaalde ge- reiken van jaarpassen bevoegde autoriteit onder de noovallen van ccr-dige voorwaarden daartoe vergunning verleenen. Die tificaten voor autoriteit is mede bevoegd om, na de aanvraag om een bepaalde rei- jaarpas in orde te hebben bevonden, in afwachting van zen kosteloos de uitreiking daarvan al dadelijk ten behoeve van het en vrij van vaartuig, waarvoor de aanvraag om een jaarpas gedaan zegel. is, een certificaat af te geven, voor eene bepaalde reis naar eene of meer- havens binnen en buiten Nederlandsch-Indië, welk certificaat kosteloos wordt opgemaakt en van zegelrecht is vrijgesteld. (St. 1908 : 424). Geldigheid (2) Het tweede en het derde lid van artikel 16 zijn dier certifi- van toepassing, met dien verstande, dat in plaats van caten „zeebrief" in het tweede lid gelezen wordt: „jaarpas . (St. 1908 : 424). (Artikel 162 geeft aan de geldigheid en duur der certificaten en schrijft voor de inlevering er van na ophouding van de geldigheid; Het derde lid verbiedt het aandoen van andere havens dan in de certificaten vermeld). 45 djian-perdjandjian jang ditetapkan pada pasal 3 dan . pada firman ini), maka keterangan itoe diboeat atau diisi dengan tiada bajaran dikantornja dan teroes disoempahi dihadapannja. Jang berhak boeat memberi pas tahoenan baharoe jaïtoe: a) . Kepala-kepala pemerintahan daérah dan pemerintahan senegeri (menoeroet pasal 20 Staatsblad 1905 No. 316); b) . Kontrolir-kontrolir Krawang dan Soebang (Keresidén- an Betawi), Djoeana (Keresidénan Semarang), Bawéan (Keresidénan Soerabaja), Selatan-Bangkalan dan Kangean (Keresidénan Madoera), dan Besoeki (Keresidénan Besoeki); cj. posthouder Poelau-seriboe (Keresidénan Betawi (St. 1911 : 622); d). civiele gezaghebber dari pada controle-af deeling Karimoen-Djawa, afdeeling Djepara (Keresidénan Semarang), (St. 1912 : 280). Ketjoeali atas (3) Pas tahoenan baharoe boléh diberikan menoeketentoean- roet jang terseboet diatas, bila tjoekoep diketahoei, ketentoean bahwa pas tahoenan jang lama hilang atau tidak dapat jang diat?,s. dioendjoekkan boekan sebab salahnja orang jang berkepentingan. Hak Kepala pemerintahan rasai zt>. daérah dan (1) Bilamana tidak ada alasan boeat memberi pas Kepala peme- tahoenan baharoe, tetapi nachoda hendak berlajar kerintahan sene- tempat jang ditoedjoeinja dan bermaksoed disitoe atau geri akan ditempat lain akan menjirhpan moeatannja, maka pemmemberi soe- besar jang berhak akan memberi pas tahoenan dapat rat keterang- memberi izin itoe dengan memakai perdjandjian jang an (certifi- perloe. Pembesar itoe berhak poela akan memberi soerat caat) dengan certificaat boeat berlajar kesatoe tempat jang ditentoetiada bajaran kan atau lebih didalam dan diloear Hindia-Belanda, dedan tidak me- ngan segera jaïtoe boeat perahoe, jang dimintakan pas makai ségel, tahoenan, setelah permohonan itoe dipandang ta' koedalam hal rang soeatoe apa dan sementara menoenggoe pemberian jang diten- pas tahoenan itoe; soerat keterangan itoe diboeat detoekan bagi ngan tiada bajaran dan dibébaskan dari pada bia ségel pelajaran jang St. 1908: 424). ditentoekan. Berlakoenja (2) Ajat kedoea dan ketiga dari pada pasal 16 soerat-soerat berlakoe asal perkataan „soerat laoet" dalam ajat kecertificaat. doea dibatja „pas tahoenan" (St. 1908 : 424). (Pasal 162 memberi ketentoean tentang berlakoenja dan lamanja soerat-soerat certificaat itoe berlakoe dan mengaroer pemberian soerat-soerat itoe setelah tidak berlakoe lagi. Ajat kedoea melarang masoek kedalam pelaboehan, jang tidak terseboet dalam soerat-soerat itoe). 46 IVde AFDEELING. Strafbepalingen. Artikel 27. Niet gehandhaafd blijkens artikel 6 No. 40 Staats blad 1917 No. 497. (Zie W. v. Str. art. 473 en 561). Artikel 28. Niet gehandhaafd blijkens artikel 6 No. 40 Staatsblad 1917 No. 497 (Zie W. v. Str. art. 242). Artikel 29. Het niet inzenden van vervallen zeebrieven, jaarpassen of certificaten, zooals dat bij dit besluit is voorgeschreven, wordt gestraft met eene boete van ƒ 100. (honderd gulden) tot ƒ 2000. (twee duizend gulden). Artikel 30. Overtreding van dit besluit, voor zooveel die niet reeds bij de voorgaande bepalingen is strafbaar gesteld, wordt gestraft met eene boete van ƒ 50.— (vijftig gulden) tot f 1000.-(duizend gulden). Artikel 31. Waar in dit besluit wordt gesproken van den schipper, wordt daardoor ook hij verstaan, die den schipper vervangt. Artikel 32. Slotbepalingen. Artikel 33. i1> APDEELING 4. Ketentoean-hoekoe: Pasal 27. ,„™f ditetapkan menoeroet pasal 6 No. 40 Staatsblad 1917 No. 497 (Lihatlah K. O. H. pasal 473 dan 561). Pasal 28. „JS ditetapkan menoeroet pasal 6 No. 40 Staatsblad 1917 No. 497 (Lihatlah K. o. H. pasal 242). Pasal 29. Bilamana soerat-soerat laoet pas-pas tahoenan atau soerat-soerat certificaat jang telah laloe waktoenja seperti jang teratoer dalam firman ini, tidak dioendjoekkan maka didenda si bersalah dari ƒ 100 (seratoes roepiah) sampai ƒ 1000 (seriboe roepiah). Pasal 30. Pelanggaran firman ini, didenda dari ƒ 50.— (,lima poeloeh roepiah) sampai ƒ 1000 (seriboe roepiah) bila boeat pelanggaran itoe pada ketentoean-ketentoean tidak ditetapkan hoekoeman jang lain. Pasal 31. Dimana dalam firman ini terseboet nachoda, maka MhvT termasoek P°ela orang jang mendjadi wa- Pasal 32. Ketentoean-penoetoep. Pasal 33 48 2. REGELING van het toezicht op de scheepvaart met de vaartuigen genoemd in artikel 1 letters b, c, d, e, en f, van de bepalingen omtrent zeebrieven en jaarpassen in Nederlandsch-Indië (Staatsblad 1905 No. 316). Staatsblad 1915 No. 342, gewijzigd en aangevuld bij Staatsblad 1916 No. 175 en 1917 No. 497 artikel 6 No. 249. Ten eerste: Met intrekking van de ordonnantiën van 24 Januari, 9 Juni en 19 November 1907 (Staatsblad Nos. 68, 265 en 470) vast te stellen de volgende: REGELING van het toezicht op de scheepvaart met de vaartuigen genoemd in artikel 1 letters b, c, d, e, en f van de bepalingen omtrent zeebrieven en jaarpassen in Nederlandsch-Indië (Staatsblad 1905 No. 316). 1) Artikel 1. In deze regeling wordt verstaan onder: Havenmeester: een beroepshavenmeester of een fungeerende havenmeester, zoomede een fungeerende onderhavenmeester, die gevestigd is buiten de standplaats van den havenmeester, onder wien hij is gesteld; Vaartuig; 2) elk vaartuig varende buiten de tonnen in zee en behoorende tot een der ondervolgende categoriën: 1) . Deze regeling beoogt eene vergemakkelijking in de bestaande bepalingen te brengen ten bate van de visscher vooral. Bij Bijblad No. 1501 is voorts nog 'bepaald,, dat de beambten van den dienst der In- en Uitvoerrechten den vischersprauwen steeds bij voorkeur van alle andere, zoo spoedig mogelijk den „boom" moeten laten passeeren. 2) . Komt overeen met de vaartuigen genoemd in artikel 1 letters b, c, d, e en f van de bepalingen omtrent de zeebrieven en jaarpassen in Nederlandsch-Indië. (Staatsblad 1905 No. 316). Verklaring van eenige termen. 41) 2. PERATOERAN pengawasan atas pelajaran-kapal dengan perahoe, jang terseboet dalam pasal I hoeroef b, c, d, e dan f dari pada ketentoean-ketentoean tentang soerat-soerat laoet dan pas-pas tahoenan di HindiaBelanda (Staatsblad 1905 No. 316). Staatsblad 1915 No. 342, dioebah dan ditambahi pada staatsblad 1916 No. 175 dan 1917 No. 497 pasal 6 No. 249. Pertama-tama: Dengan mentjaboet ordonansi-ordonansi tanggal 24 Januari, 9 Juni dan 19 November 1907 (Staatsblad No. 68, 265 dan 470) ditetapkan sebagai berikoet: PERATOERAN pengawasan atas pelajaran kapal dengan perahoe, jang terseboet dalam pasal I hoeroef b. c. d. e dan f dari pada ketentoean-ketentoean tentang soerat-soerat laoet dan pas-pas. tahoenan di Hindia Belanda (Staatsblad 1905 No. 316). 1) Pasal 1. Dalam peratoeran ini jang dimaksoed dengan perkataan: Sjahbandar: sjahbandar jang sedjati atau orang jang mendjalankan pekerdjaan sjahbandar, begitoe poela orang jang mendjalankan pekerdjaan sjahbandar-moeda, jang ada diloear tempat tinggal sjahbandar, jang membawanja; Perahoe; 2) Tiap-tiap perahoe jang berlajar diloear batas laoet dan jang masoek golongan jang berikoet: 1) . Peratoeran itoe bermaksoed memberi kelonggaran dalam ketentoean-ketentoean jang telah ada, teristiméwa oentoek keperloean penangkap ikan. Pada Staatsblad No. 1501 ditentoekan poela, bahwa pegawaipegawai dari pada Bia barang-barang masoek dan keloear haroes memerintahkan, soepaja perahoe-perahoe penangkap ikan selaloe lebih dahoeloe dari pada jang lain melaloei boom. 2) . Sama dengan perahoe jang terseboet dalam pasal 1 hoeroef b, c, d, e dan f dari pada ketentoean-ketentoean tentang soeratsoerat laoet dan pas-pas tahoenan di Hindia-Belanda (Staatsblad 1905 No. 316). Keterangan dari pada beberapa perkataan. 50 1. vaartuigen van zeilvereenigingen of jachtclubs als zoodanig wettig erkend; 2. reddingsvaartuigen; 3. visschersvaartuigen, uitsluitend tot het vangen van visch, tnpang en schelpdieren, of tot het vervoeren van deze en andere zeeproducten gebezigd wordende; 4. binnenschepen, die bij uitzondering buiten de tonnen varen; 5. vaartuigen, niet behoorénde tot bovenvermelde categorien, ten hoogste zeven en een halven M3 bruto metende. Artikel 2 Geen uitvaren (1) Elk vaartuig moet, alvorens daarmede in zee toegestaan mag worden uitgevaren op aangifte van den eigenaar zonder voor- zijn ingeschreven in een daartoe bestemd register ten afgaande in- kantore van een havenmeester schrijving van . .. . het vaartuig. S (Z'De inschrijving heeft niet plaats, dan nadat den havenmeester gebleken is, dat het vaartuig voldoet aan de m Nederlandsch-Indië geldende algemeene zoowel als mm-', plaatselijke scheepvaartverordeningen. Uitreiking (3) Na de inschrijving wordt onmiddelijk een pas van een pas uitgereikt volgens het bij deze regeling behoorend mona die m- del A. schrijving. (Deze passen zijn vrij van zegel. St 1915: 343). Alleen inge- (4) Aan den pas wordt de bevoegdheid ontleend tot schreven vaar-het voeren van de Nederlandsche vlag. XïS™vKT A AMk,e1,4^ Sü W- boek steIt strafoaar den schipper, die wneu. viag de Nederlandsche vlag voert wetende dat hij daartoe niet voeren.. gerechtigd is, en wel met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar en vier maanden of geldboete van ten hoogste - drie honderd gulden. Artikel 3. Inhoud van m (1) De inschrijving van het vaartuig in het register net register geschiedt voor vermelding van: van inschrij- 1, , . ving. ie- den naam en de woonplaats van den eigenaar; 2e. den naam, de soort, de grootste inwendige lengte van steven, de grootste inwendige breedte tusschen de mhouten en de holte op de grootste breedte, ge- L perahoe-perahoe dari pada perkoempoelan berlajar- lajar atau perkoempoelan kitji jang diakoe sah; 2. perahoe-perahoe penolong; 5. perahoe-perahoe penangkap ikan, jang hanja dipakai boeat menangkap ikan, teripang dan kerang-kerangan, atau boeat membawa itoe dan boenga laoet lain-lain. t. kapal-kapal ketjil jang djarang-djarang sekali berlajar diloear batas pantai; ». perahoe-perahoe jang tidak masoek golongan jang terseboet diatas dan oekoerannja kotor sebanjakbanjaknja tpedjoeh setengah M3. Pasal 2. 51 Tidak diizin- (1) Tiap perahoe, djika hendak dapat keloear herkan keloear lajar kelaoet, haroeslah atas pemberi tahoean jang emt berlajar sebe- poenja dimasoekkan ' dalam register boeat itoe dikantor loem perahoe Sjahbandar. didaftarkan. (2) Memasoekkan dalam register itoe ta' akan dilakoekan sebeloem sjahbandar mengetahoei, bahwa perahoe itoe mentjoekoepi oendang-oendang pelajarankapal, baik oendang-oendang 'oemoem maoepoen oendang-oendang setempat, jang berlakoe di Hindia; Belanda. (3) Setelah didaftarkan maka diberikanlah pas dengan segera menoeroet model A pada peratoeran ini. (Pas-pas itoe ta' memakai zégel. St, 1916: No. 343). (4) Hak boléh memakai bendéra Belanda hanja didapat djika soedah mendapat pas. Pasal 473 Kitab oendang-oendang hoekoeman mendjatoehkan hoekoeman pada nachoda, jang memakai bendéra-Belanda, pada hal diketahoeinja, bahwa ia tidak berhak boeat memakai bendéra itoe, dihoekoem dengan hóekoeman pen- "J"1" ^«-miiiet-wuidiijd saioe tanoen empat boelan atau denda seoanjak-banjaknja tiga ratoes roepiah. Pasal 3. ■si register (1) Mendaftarkan perahoe dalam register dilakoepnendaftarkan. kan dengan menoeliskan: le. -nama dan tempat tinggal jang empoenja; 2e. nama, matjam, pandjangnja sebelah dalam jang sepandjang-pandjangnja dari haloean sampai keboeritan, lébarnja sebelah dalam jang selébar-lé- [ Pemberian [pas setelah r didaftarkan. Hanja perahoe jang didaf tarkan dapat memakai Ibendéra Belanda. 52 meten van den bovenkant van de bodembalk tot den bovenkant van den mastdoft of, in prauwen zonder mastdoft, tot den bovenkant van het vaste boord. 3e. den datum der inschrijving; 4e. de bestemming van het vaartuig naar de onderscheiding, aangegeven in artikel 1; een en ander volgens het bij deze regeling behoorend model B. Aanbrengen ~\ (2) Het ingeschreven vaartuig wordt door den havan een brand-venmeester, door inbranding of andere door hem te bemerk op inge-palen wijze, op een in het oog vallende plaats aan den schreven voorsteven aan. stuurboordzij de, gemerkt met de hoofdvaartuigen, en kleine letters als voor het scheepsmetersdistrict der standplaats van dien ambtenaar zijn vastgesteld, waaraan, voor het geval meer dan één havenkantoor in een scheepsmetersdistrict aanwezig is, een door het Hoofd van gewestelijk bestuur vast te stellen merkteeken wordt toegevoegd; en voorts het nummer, waaronder het vaartuig is ingeschreven in het register en hetwelk gelijk is aan dat van den pas. Stuurboordzijde = rechterzijde, als men met het aangezicht naar den voorsteven gericht staat. (3) De gebruiker is verplicht het vuur tot verwarming der voor het merken benoodigde brandijzers te leveren. (4) De volgnummers van inschrijving loopen door tot en met 99999, waarna de nummering weder met 1 begonnen wordt. Artikel 4. Viseerinir van De Pas moet eens P01" ^r door of namens den eige" de pas een- naar ten havenkantore waar het vaartuig is ingeschremaal'sjaars. ven> ter viseering worden aangeboden. Hij wordt op de volgende wijze geviseerd: Gezien, den 19 DE HAVENMEESTER, (ambtsstempel). (hanteekening). 53 barnja antara dinding dalam, dan dalamnja pada lébar jartg selébar-lébarnja, dioeköer dari atas balok loenas sampai kepapan dipangkal tiang atau kalau perahoe itoe dipangkal tiangnja tidak berpapan sampai keatas tepi badannja. 3e. tanggal waktoe mendaf tarkan; 4e. tempat jang ditoedjoei oléh perahoe itoe menoeroet perbédaan jang teratoer dalam pasal I; 5e. segala sesoeatoe itoe menoerofet model B jang termasoek pada peratoeran ini. Memberi tjap (2) Perahoe jang telah didaftarkan ditjap oléh sjahpada perahoe bandar dengan dibakar atau dengan atoeran lain-lain jang telah jang akan ditentoekannja, pada soeatoe tempat dihadidaftarkan. loean disebelah tempat kemoedi, sehingga tampak terang dengan memakai hoeroef besar dan hoeroef ketjil seperti jang ditetapkan boeat district oekoeran kapal dari pada tempat tinggal amtenar itoe; bilamana dalam satoe district oekoeran kapal ada lebih dari satoe pelaboehan, maka pada tjap itoe ditambahi tanda jang akan ditetapkan oléh Kepala pemerintahan daérah, lain dari itoe nomor perahoe itoe ditoeliskan dalam register, nomor itoe haroes sama dengan nomor pasnja. Sebelah tempat kemoedi = sebelah kanan, bila orang berdiri dan menghadap kehaloean. (3) Jang memakai diwadjibkan memberi api boeat memanaskan besi oentoek keperloean mentjap itoe. (4) Nomer mendaf tarkan itoe bertoeroet-toeroet sampai 99999 dan sesoedah itoe dimoelaï lagi dari satoe. Pasal 4. Memeriksa Pas haroeslah satoe tahoen sekali dioendjoekkan oléh pas satoe ta- jang empoenja atau atas naman ja boeat diperiksa kanhoen sekali. tor-pelaboehan, tempat perahoe itoe didaftarkan. Pas itoe diperiksa sebagai berikoet: Diperiksa, "tanggal 19 SJAHBANDAR, (tjap pangkatnja). (Tanda tangan). 54 Artikel 5, Verplichte (1) Van eigendoms-overgang wordt door of namens aangifte van den nieuwen eigenaar, binnen 14 dagen, ten kantore van eigendoms- een havenmeester aangifte gedaan, onder overlegging overgang van van een pas. het vaartuig. Nieuwe in- (2) Bij verandering van eigenaar of bestemming, schrijving van zoomede wanneer de pas verloren geraakt of zoodanig het vaartuig versleten is, dat hij vervangen moet worden, wordt het bü het verlee- vaartuig opnieuw ingeschreven en tevens een nieuwe nen van een pas uitgereikt op de in artikel 2 aangegeven wijze, met nieuwen pas. intrekking van den ouden, als deze is verloren geraakt. (3) Indien het vaartuig wordt ingeschreven op een andere havenplaats dan waar de oude pas is uitgereikt, wordt hiervan onverwijld kennis gegeven door den havenmeester, die den nieuwen pas uitreikt aan het havenkantoor, waar de vorige pas is afgegeven, onder toezending zoo mogelijk van den vervallen pas. (4) In het register, ^waarin de vorige pas is ingeschreven, wordt in de kolom „bijzonderheden", achter die inschrijving, van de uitreiking van een nieuwen pas aanteekening gehouden. Verplichte (5) Van het buiten de vaart geraken moet door den aangifte van eigenaar binnen een maand, onder inlevering van den het buiten de pas, kennis gegeven worden ten kantore van registratie vaart geraken van het vaartuig, waar daarvan aanteekening wordt van het gehouden in het register van inschrijving, vaartuig. Vernietiging (6) De ingevolge dit artikel ingeleverde passen wor- der ingelever- den vernietigd. de passen. Artikel 6. Kennisgeving Van mutatiën onder de ingeschreven vaartuigen als van mutatiën in het voorgaand artikel bedoeld, wordt door den betrokonder de inge- ken havenmeester onmiddellijk schriftelijk kennis geschreven vaar-geven aan het Hoofd van gewestelijk bestuur of een tuigen aan door dien gewestelijken bestuurder aan te wijzen behet H. G. B. stuursambtenaar. Artikel 7. De pas moet (1) De pas moet steeds aan boord van het vaartuig steeds het aanwezig zij*i en op de eerste aanvrage worden vertoond vaartuig aan de havenmeesters en aan de ambtenaren of beambvölgen. ten, bevoegd tot het opsporen van overtredingen, zoo¬ wel te land als te zee. 5jo Pasal 5. Kewadjiban memberi tahoekan pertoekaran milik perahoe. Mendaf tarkan lagi waktoe memberikan pas baharoe. (1) Pertoekaran milik diberi tahoekan oléh jang empoenja baharoe atau atas namanja dalam 14 hari dikantor sjahbandar dengan mengoendjoekkan pasnja. Kewadjiban memberi tahoekan perahoe jang tidak dipakai lagi. (2) Djika jang empoenia bertoekar malrsoprlm'a hor- oebah, begitoe poela bila pas hilang atau roesak, sehingga haroes diganti, maka perahoe itoe didaftarkan lagi, dan diberi pas baharoe seperti teratoer dalam pasal 2, dengan mentjaboet pas jang dahoeloe, bila pas itoe hilang. (3) Bilamana perahoe itoe didaftarkan dipelaboehan jang lain dari pelaboehan tempat pas dahoeloe itoe diberikan, maka hal itoe dengan segera diberi tahoekan oléh sjahbandar, jang memberi pas baharoe, kekantor tempat pas jang dahoeloe diberikan itoe, dan djika dapat dengan mengirimkan, pas jang telah batal itoe. (4) Dalam register tempat pas jang lama didaftarkan, diperingatkan pemberian pas baharoe itoe dalam kolom keterangan lain-lain, dibelakang tempat mendaftarkan itoe. (5) Perahoe-perahoe, jang tidak dipakai lagi haroeslah dalam satoe boelan oléh jang empoenja dengan mengoendjoekkan pasnja diberi tahoekan kekantor tempat meregisterkan perahoe, .akan diperingatkan dalam register mendaftarkan. Membinasakan (6) Menoeroet pasal ini, pas-pas jang diberikan hapas-pas jang roes dibinasakan. diberikan. Pasal 6 • Pemberi ta- Maka peroebahan-peroebahan perahoe jang didaftarnoean dan kan, seperti jang terseboet dalam pasal diatas diberi pada peroe- tahoekan oléh sjahbandar jang bersangkoetan dengan öanan pera- segera dan memakai soerat kepada Kepala pemerintahnoejangdi- an daérah atau kepada seorang dari pada amtenardattarkan amtenar Pemerintahan negeri, jang ditoendjoekkan oléh kepada Ke- Kepala p.d. itoe. pala Pemerin- ü tahan Daérah. rasal 7. Pas haroes (1) Pas haroes selamanja ada diperahoe dan djika selaJoe me- diminta lihat segera diperlihatkan kepada sjahbandar njertai pe- dan amtenar-amtenar atau pegawai-pegawai jang berrahoe. hak boeat menoentoet pelanggaran, baik didarat, ma- oepoen dilaoet. 56 (2) Bij gebreke daarvan kan het vaartuig worden aangehouden, totdat de pas vertoond is. Men lette op het facultatieve van dit voorschrift. Artikel 8. Nummerplaat De eigenaar is verplicht voor den goeden staat der aan bakboord- merken te zorgen en het vaartuig nog aan bakboordzijde zijde aan te van den voorsteven te voorzien van een zwart geverfde brengen. plaat ter grootte van minstens 20 c.M. in het vierkant, waarop met witte verf de letters en het nummer van den pas ter grootte van minstens 7 c.M. geschilderd zijn. Bakboordzijde = linkerkant van het vaartuig, als men met het gezicht naar den voorsteven gekeerd is. Artikel 9. Strafbepaling. (1) Overtreding der bepalingen van deze regeling door den eigenaar, den gebruiker of den schipper worden gestraft met hechtenis van ten hoogste twaalf dagen of geldboete van ten hoogste vijf en twintig gulden. (2) Indien tijdens het plegen van het feit nog geen jaar is verloopen, sedert eene vroegere veroordeeling van den schuldige wegens gelijke overtreding onherroepelh'k is geworden, kan hechtenis van ten hoogste vier en twintig dagen of geldboete van ten hoogste vh'ftig gulden worden opgelegd. (St. 1917 : 497). Bevoegdheid van de haven meesters tot het opsporen van overtredingen van deze regeling. Bevoegdheid van het H. G. B. tot het verleenen van vrijstellingen t.a.v. de bepalingen dezer regeling. Artikel 10. Behalve de ambtenaren, die met het opsporen van misdrijven en overtredingen in het algemeen belast zijn, zijn de havenmeesters mede bevoegd en verplicht tot het opsporen van overtredingen van deze regeling. Artikel 11; . le. De Hoofden van gewestelijk bestuur zijn bevoegd: om ten opzichte van de vaartuie-en horlofllrl in Hp categorie 1 van artikel 1, ( = vaartuigen van zeilverenigingen of jachtclubs, als zoodanig wettig erkend'. a). toe te staan, dat het in artikel 3 bedoelde merk (brandmerk) wordt aangebracht op een door den havenmeester geschikt geachte plaats binnen boord, Papan nomor ditémpélkan pada sebelah kiri perahoe. Keten toean hoekoeman. Hak sjahbandar akan mentjahari pelanggaran peratoeran itoe. 57 (2) Kalau pas itoe tidak terdapat dikapal itoe, maka kapal itoe boléh ditahan sampai pas itoe diperlihatkan. Hendaklah diperhatikan, bahwa peratoeran itoe hanjalah dilakoekan bila perloe. Pasal 8. Orang jang empoenja diwadjibkan mendjaga soepaia merk-merk perahoenja tinggal terpelihara dan soepaja disebelah kiri pada haloean perahoe itoe ditémpélkan papan, jang ditjat hitam dan besarnja sekoerang-koerangnja 20 cM boedjoer sangkar, tempat hoeroef-hoeroef dan nomor pas ditoelis dengan tjat poetih dan besarnja sekoerang-koerangnja 7 cM. Sebelah kiri dari pada perahoe, bila orang berdiri dengan moeka kearah haloean. Pasal 9. (1) Pelanggaran ketentoean-ketentoean dari pada peratoeran-peratoeran itoe oléh jang empoenja, jang memakai atau nachoda dihoekoem toetoepan selamalamanja doea belas hari atau denda sebanjak-banjaknja doea poeloeh lima roepiah. (2) Bilamana pada waktoe berboeat pelanggaran itoe beloem ada satoe tahoen sesoedah hoekoeman jang lebih dahoeloe, jang disebabkan oléh pelanggaran itoe djoega dan hoekoeman itoe tidak dapat dioebah, maka jang bersalah dihoekoem toetoepan selama-lamanja doea poeloeh empat hari atau denda sebanjak-banjaknja lima poeloeh roepiah (St. 1917 : 497). Pasal 10. Lain dari pada amtenar-amtenar biasa jang dioentoekkan pentjahari kesalahan dan pelanggaran, sjah bandarpoen berhak dan diwadjibkan akan mentjahari pelanggaran dari pada peratoeran itoe. Pasal 11. Hak Kepala Kepala pemerintahan daérah berhak: Pemerintahan le. tentangan perahoe-perahoe jang terseboet dalam go- daérah akan longan 1 dari pada pasal 1. membébaskan (= perahoe-perahoe dari pada perkoempoelan berlajar-lajar dan pada ke- atau perkoempoelan kitji jang diakoe sah). tentoean ke- a). memberi izin akan menémpélkan tjap (tjap-bakar) tentoean per- jang terseboet dalam pasal 3 pada tempat jang atoeran itoe. dipandang baik oléh sjahbandar dalam perkara Alle verrichtingengeschieden kosteloos. Datum van inwerkingtreding. 58 op zoodanige wijze, dat het vaartuig daardoor zoo min mogelijk wordt ontsierd; b). vrijstelling te verleenen van het" aanbrengen van het in artikel 8 bedoelde merk. (=nummerplaat) 2e. om, bij noodzakelijkheid, in bepaalde deelen van hun gewest vrijstelling te verleenen van een of meer van de bepalingen dezer regeling. (St. 1916 : 175). Artikel 12. De verrichtingen, uit deze regeling voortvloeiende, geschieden kosteloos. Ten tweede: Deze ordonnantie treedt in werking op 1 Januari 1916, met dien verstande, dat tot uiltimo van het jaar gelegenheid bib'ft bestaan de respectievelijk ingevolge de ordonnantie van 9 Juni 1907 (Staatsblad No. 265) op Java en Madoera uitgereikte certificaten en aangebrachte merkteekens en die van 24 Januari 1907 (Staatsblad No. 68) op de Buitenbezittingen uitgereikte passen, te vervangen door een pas, opgemaakt overeenkomstig de voorschriften der bij: „Ten eerste" der ordonnantie vastgestelde regeling. 3. BEPALINGEN TEN AANZIEN VAN HET BEHEER DER STRANDVONDERIJ. Staatsblad IS52 Fo. 21. STRANDVONDERIJ. Bepalingen ten aanzien van het beheer der strandvonderij in Nederlandsch-Indië.- Uittreksel. In aanmerking nemende: dat, volgens artikel 550 van het Wetboek van Koophandel schepen of goederen in zee of op de buitengronden gered, geborgen of gevischt wordende, zonder dat de schipper, andere bevelhebber, eigenaar der lading, of geconsigneerde daarbij aanwezig of bij de bergers bekend zij, zoo spoedig mogelijk zullen worden overgebracht ter naastbij gelegen plaatse, en gesteld in handen van zoodanigen ambtenaar als door den Gouverneur- Sekalian perboeatan dilakoekan dengan tidak bajaran. Tanggal moeial berlakoe. 59 itoe, sehingga perahoe itoe oléh karena itoe tidak mendjadi boeroek; b}. membébaskan dari pada menémpélkan tjap jam? terseboet dalam pasal 8. (= papan nomor). 2e. bila perloe, membébaskan satoe ketentoean atau lebih- dan pada peratoeran ini dalam sebagian daerahnja (St. Ï916 : 175). Pasal 12. Segala peratoeran jang haroes dikerdjakan disebabKan oleh peratoeran ini, didjalankan dengan tidak bajaran. Kedoea: Ordonansi ini moelaï berlakoe tanggal 1 Januari 1916, sementara itoe di Djawa dan I^adoera sampai penghabisan tahoen itoe masih boléh orang menoekar certificaat dan merk-merk ditémpélkan jang diberikan menoeroet ordonansi tanggal 9 Juni 1907 (Staatsblad No. 265), dan pas-pas jang diberikan di lanah Seberang menoeroet ordonansi tanggal 24 Januan 1907 (Staatsblad No. 68), dengan pas, jang diboeat menoeroet peratoeran ordonansi ini jang ditetapkan pada bahagian: „Pertama tadi." 3. KETENTOEAN-KETENTOEAX TENTANG MENGOEASAÏ TAWANAN KARAM 3, Staatsblad 1852 No. 21. TAWANAN KARANG Ketentoean-ketentoean tentang mengoeasaï boenga pantai di Hindia-Belanda. K o e t i p a n. Mengingat: bahwa. menoeroet. pasal 550 Kitab oendang-oendang ferniagaan, kapal-kapal atau barang-barang jang dapat tertolong, tersimpan atau terangkat dari laoet atau ditepi pantai, pada hal nachodanja, atau kepala kapal lam atau jang empoenja kapal moeatan atau jang akan menerima barang-barang itoe tidak ada halir atau meréka itoe tidak dikenal oléh si penjimpan, dengan segera haroes dibawa kenegeri jang terdekat disitoe dan ■ (50 Generaal met het beheer van dezelve belast is of, zoodanig persoon daar niet zijnde alsdan in handen van eenen beambte, daartoe aan te wijzen door het Hoofd van plaatselijk bestuur; dat, volgens artikel 551 van het Wetboek van Koop-l handel schepen strandende en brekende of goederen ge-j vischt wordende aan of op vaste stranden, bij afwezig-1 heid van den schipper, bevelhebber, eigenaar der lading of geconsigneerde, of indien deze geene andere] beschikking hebben gemaakt, bij uitsluiting van allej andleren, zullen moeten gered, en geborgen worden door] of ten overstaan van den daartoe gestelden ambtenaar,! of, bij ontstentenis van dien, door of ten overstaan van J eenen beambte, daartoe aan te wijzen door het Hoofd j van het plaatselijk bestuur, onder welks ressort del stranding of vissching is geschied; dat, volgens artikel 552 van het Wetboek van Koophandel de daartoe gestelde ambtenaren voor het beheer van gestrande, geredde of opgevischte voorwerpen, zoodanig loon genieten, als bij de reglementen door den Gouverneur-Generaal is of nader zal worden vastgesteld. Overwegende enz. Onder nadere goedkeuring des Konings, voorloopig, en tot dienaangaande nader zal zijn beschikt, te bepalen: le. Dat aan de Hoofden van gewestelijk bestuur wordt overgelaten de aanstelling van de ambtenaren, in handen van wie, zoo spoedig mogelijk, zullen moeten worden overgebracht en gesteld, schepen of goederen in zee of op de buitengronden gered, geborgen of gevischt wordende, bedoeld in artikel 550 van het Wetboek van Koophandel, alsmede de aanstelling van de ambtenaren, door of ten overstaan van wie, schepen strandende, of goederen gevischt wordende aan of op vaste stranden, bij uitsluiting van alle anderen moeten gered en geborgen worden, bedoeld in artikel 551 van het Wetboek van Koophandel; zullende de Hoofden van gewestelijk bestuur, onder nadere goedkeuring van den Gouverneur-Generaal, bij voorkeur behooren aan te stellen de havenmeesters of 61 diserahkan kepada amtenar jang diperintahkan oléh Toean Besar Goebernoer-Djenderal boeat mengoeroes hal itoe, atau bilamana ditempat itoe tidak ada ambtenar itoe kapal-kapal atau barang-barang itoe haroes diserahkan kepada seorang pegawai, jang ditoendjoekkan oentoek mengoeroes itoe oléh Kepala pemerintahan daérah; bahwa, menoeroet pasal 551 Kitab oendang-oendang Perniagaan, kapal-kapal jang terdampar dan petjah atau barang jang terangkat dari laoet atau dipantai-pantai, pada hal nachodanja atau kepala kapalnja atau jang empoenja moeatan atau jang akan menerima, atau djika meréka itoe tidak memboeat peratoeran lain haroes ditolong dan disimpan oléh ambtenar jang ditetapkan boeat mengoeroes itoe sendiri atau dihadapannja, atau djika amtenar itoe ta' ada, oléh pegawai-pegawai, jang ditoendjoekkan boeat itoe oléh Kepala pemerintahan senegeri, jang mengoeasaï negeri. tempat perahoe itoe terdampar atau ditolong itoe, atau dimoeka pegawai itoe, dengan mengetjoealikan sekalian orang jang lainlain ; bahwa, menoeroet pasal 552 Kitab oendang-oendang Perniagaan, amtenar-amtenar jang didjadikan pengoeroes barang-barang jang terdampar, tertolong, atau terangkat itoe mendapat oepah sebagai jang telah ditetapkan atau akan ditetapkan pada reglemén oléh Toean Besar-Goebernoer-Djenderal. Menimbang dsb. Sementara menoenggoe kepoetoesan Seri Baginda Maharadja, menentoekan, sampai hal ini diatoer sebagai berikoet: le. Bahwa kepada Kepala pemerintahan daérah diserahkan kekoeasaan akan mengangkat amtenaramtenar, jang haroes dengan segera mengoeroes kapalkapal atau barang-barang jang tertolong, tersimpan atau terangkat dilaoet atau ditepi pantai, seperti jang terseboet dalam pasal 550 Kitab oendAng-oendang Perniagaan, dan djoega akan mengangkat amtenar-amtenar, jang menolong dan menjimpan atau melihatkan hal menolong dan menjimpan kapal jang terdampar, atau barang-barang jang terangkat ditepi laoet atau diatas pantai, dengan mengetjoealikan sekalian orang jang lain-lain, seperti jang terseboet. dalam pasal 551 Kitab oendang-oendang Perniagaan. Sementara menoenggoe pensahan Toean Besar Goebernoer-Djenderal hendaklah sebaik-baiknja Kepala-kepala pemerintahan daérah mengangkat sjahbandar-sjahbandar 62 de Europeesche beambten der recherche, behoudens de bevoegdheid om, waar zoodanige beambten niet aanwezig zijn, daartoe andere, zelfs geschikte Inlandsche beambten, aan te wijzen; wordende zij mitsdien aangeschreven, om tot die aanstelling over te gaan, de vereischte goedkeuring te vragen, en ter zake te berichten. 2e. Dat in de gevallen bedoeld in artikel 552 van het Wetboek van Koophandel, waarin de daartoe gestelde of aangewezene ambtenaren gestrande, geredde of opgevischte voorwerpen behêeren, zn" voor hun beheer zullen genieten een loon, hetwelk mits deze wordt vastgesteld op zes ten honderd van de bruto waarde van dé beheerde goederen. In verschillende gewesten zijn op den voet van ten eerste (le) van bovenvermeld Staatsblad, geschikte Inlandsche ambtenaren door de Hoofden van gewestelijk bestuur aangesteld. Meestal zijn het de districtshoofden; in een enkel geval ook onderdistrictshoofden, inlandsche opzieners der In- en Uitvoerrechten of mantri's bij dienzelfden dienst. De strandvonders zijn verplicht volgens artikel 552 en volgende van het Wetboek van Koophandel van de door hen beheerde gestrande, geredde of opgevischte voorwerpen eenen behoorlijken inventaris op te maken; van het door hen verrichte moeten zij binnen tweemaal 24 uren aan het Hoofd van plaatselijk bestuur verslag doen. Zij geven in het officiëel nieuwsblad kennis van de gedane berging met opgave van alle merken en kenteekenen, waarbij zij tevens ieder oproepen tot opeisching der goederen, die tot het geborgene vermeent gerechtigd te zijn. - Deze oproepingen worden driemalen herhaald, van maand tot maand, hetzij het raadzaam mocht zijn wegens de geringe waarde der goederen met die kennisgeving te wachten om ze naderhand met die van andere goederen in ééne ééne oproeping samen te voegen. Goederen niet geëischt wordende, hetzij dadelijk het zij na de gedane oproepingen, welke door beschadiging of uit hun aard aan een spoedig bederf onderhevig zijn of welker bewaring ontwijfelbaar niet in het belang is van den eigenaar, kunnen na bekomen machtiging 63 atau pegawai Belanda pada bia barang masoek dan keloear dan Kepala-kepala itoe berhak poela, djika tidak ada pegawai-pagawai itoe mengangkat jang lain, sekalipoen periaji-periaji Boemipoetera asal jang tjakap; sebab itoe Kepala-kepala pemerintahan daérah itoe diperintahkan akan mengangkat itoe dan meminta pensahan jang diwadjibkan serta memberitakan hal itoe. 2e. Bahwa ,dalam hal-hal jang terseboet dalam pasal 552 Kitab oendang-oendang l emiagaan, jang menentoekan bahwa amtenar jang ditetapkan atau ditoendjoekkan haroes mengoeroes barang-barang jang terdampar, tertolong atau terangkat, bahwa meréka itoe boeat pengoeroesan itoe dapat oepah, jang ditetapkan dengan ini enam dalam seratoes (6 persén) dari pada harga kotor dari pada barang-barang itoe. Dalam beberapa daérah adalah, menoeroet jang terseboet pada pertama (le) dalam pasal jang diatas, priaji Boemipoetera jang diangkat oléh Kepala pemerintahan daérah. Kerap kali jang diangkat itoe kepala district; témpohtémpoh kepala onderdistrict, opsinder Boemipoetera pada Bia barang-barang masoek dan keloear atau menterimenteri dari pada pekerdjaan itoe djoega. . Jang mendapat tawanan karang diwadjibkan, menoeroet pasal 552 dan jang berikoet dari pada Kitab oendang-oendang Perniagaan, memboeat inventaris dari pada barang-barang jang terdampar, tertolong atau terangkat, jang ada dalam pegangannja, apa jang dilakoekannja haroeslah diberi tahoekannja kepada Kepala pemerintahan daérah dalam doea kali 24 djam. Meréka itoe mema'loemkan .dalam soerat chabar Pemerintah halnja menjimpan barang-barang itoe dan sekalian tjap-tjap dan tanda-tanda barang-barang itoe serta mempersilakan tiap-tiap orang, jang merasa berhak atas barang jang tersimpan itoe, akan memintanja. Pemberi tahoean itoe dioelang-oelang sehingga tiga kali berantara-antara seboelan akan tetapi bila dipandang tidak berapa perloe oléh sebab barang itoe ta' berapa berharga, maka pemberi tahoean itoe ditoenggoekan akan disertakan dengan barang-barang lain. Barang-barang jang tidak diminta, baik dengan segera maoepoen setelah diberi tahoekan, dan roesak atau sifatnja moedah mendjadi boeroek atau bila disimpan tentoe tidak bergoena bagi keperloean jang empoenja, maka setelah diizinkan oléh Kepala pemerintahan da- 64 van het Hoofd van plaatselijk bestuur in het openbaar en naar de plaatselijke gebruiken verkoopen. De opbrengst wordt, na aftrek der bergloonen en onkosten aan het Hoofd van plaatselijk bestuur verantwoord en voorloopig in 's Lands kas gestort. De opbrengst kan nog gedurende tien jaren opgeèischt worden door den eigenaar der verkochte goederen. Na ommekomst van den termijn wordt de overstorting in 's Lands kas als definitief beschouwd. Goederen welke opgeëischt worden, en waarop iemand door deugdelijke bescheiden zijn recht bewijst, worden na machtiging van het Hoofd van plaatselijk bestuur, tegen betaling van het bergloon en de kosten aan den eigenaar afgegeven. Bij twijfel over het recht van den eigenaar, bh' tegenspraak door derden of bij geschil over het bergloon en de onkosten, worden partijen naar den gewonen weg van rechten verwezen. 4. Staatsblad 1918 No. 262 jo. 1918 No. 263 gewijzigd bij St. 1918 No. 741 en 1919 No. 618. MARITIEME KRINGEN. Instelling van maritieme kringen, waarbinnen enkele beperkende bepalingen zullen gelden terverzekering van de geheimhouding van verschillende verdedigingsmaatregelen. Artikel 1. Wat maritie- Onder maritieme kringen worden in deze ordonnanme kringen tie verstaan door den Gouverneur-Generaal aan te wn'zijn. zen aan de kusten van Nederlandsch-Indië grenzende watergebieden, waarbinnen de in de volgende artikelen vervatte beperkende bepalingen zullen gelden. Bij Staatsblad 1918 No. 263 zijn als maritieme 'kringen aangewezen le. 2e. het watergebied binnen drie zeemijlen (van 60 in den breedtegraad gerekend van af de laagwaterlij n, I. van de kust van Java, Sumatra en andere eilanden, voor zoover deze kusten en eilanden gelegen zijn binnen de volgende lijnen: 65 érah boléh didjoeal dihadapan orang banjak, menoeroet 'adat ditempat itoe. Hasilnja boléh diminta oléh jang empoenja barang itoe dalam sepoeloeh tahoen. Bilamana témpoh itoe telah laloe maka hasil itoe djatoehlah kedalam Kasnegeri. Barang-barang jang diminta oléh orang, jang dapat menerangkan dengan tjoekoep, bahwa ia berhak atas barang-barang itoe, setelah diizinkan oléh Kepala peme^ rintahan daérah, diberikan kembali kepadanja, dengan membajar oepah penjimpanan dan ongkos-ongkos. Bila ada sjak akan kesoenggoehan hal jang empoenja atau ada sangkalan dari fihak lain atau ada perselisihan tentang oepah penjimpanan dan bia ja, maka disoeroehlah meréka itoe menoeroet djalan beperkara (bersangkéta jang biasa). 4. Staatsblad 1918 No. 262 dan 1918 No. 263, jang dioebah pada Staatsblad 1918 No. 741 dan 1919 No. 618. LINGKOENGAN LAOET LARANGAN. Oendangoendang lingkoengan laoet larangan, dalam lingkoengan itoe akan terpakai beberapa ketentoean akan pendjaga soepaja rahsia berdjenis-djenis perkakas pertahanan negeri djangan terboeka. Pasal 1. Apakah jang Dengan perkataan „lingkoengan laoet larangan" dadinamaï ling- lam ordonansi ini ddmaksoed: djadjahan air jang berkoengan laoet batasah dengan pantai Hindia-Belanda jang ditoenlarangan. djoekkan oléh Toean Besar-Goebernoer-Djenderal, dimana dikenakan ketentoean-ketentoean jang membatasi. Pada Staatsblad 1918 No. 263 ditoendjoekkan sebagai lingkoengan laoet larangan: 2e. djadjahan-air tiga mil laoet djaoehnja 60 dari daradjat lébarnja terhitoeng dari pantai pada air soeroet. I. dari pada tepi laoet tanah Djawa, Soematera dan poelau-poelau lain, bila tepi laoet dan poelau itoe terletak dalam garis jang berikoet. 66 Vlakke Hoek-Tg. Sangian Sira (Z. W. punt Java) en Tg. Sekampoeng-Noordwachter-Tg. Karang. II. van de kust van Java en de andere eilanden, gelegén binnen de volgende lijnen: Tg. Awar-awar (Noordkust Java) — Tg. Tjina (N. W. punt Bawean), volgende de kust van Bawean tot Tg. Mantiga; van Tg. Mantiga — Noordpunt Klein Salembouw; Noordpunt Klein Salembouw — Noord West Hoek Sekala; Noord West Hoek Sekala — Zuid Oost punt Sepandjang; Zuid Oost punt Sepandjang — Tg. Sedano (Noord Oost punt Java). III. van de kust der eilanden, behoorende tot den Karimoen Djawa archipel; IV. van de kust der eilanden Java en Noesa Kembangan, gelegen tusschen Tg. Mandasari en Tg. Karang Bata. Artikel II. Verbod van visschen in maritieme kringen. In de maritieme kringen is aan een ieder, die "niet behoort tot de eigenlijk gezegde Inlandsche bevolking, alle uitoefening van de visschern' verboden. Artikel III. Afwijkingen In afwijking van het bepaalde in het vorig artikel van dat kan de commandant der zeemacht in de volgende geyalverbod. len eene vergunning tot uitoefening van de visschern' in de maritieme kringen — zoo noodig onder bepaalde in het vergunningsbesluit op te nemen voorwaarden — tot wederopzeggens verleenen: le. wanneer zh', die anders onder het verbod van artikel II vallen de visscherij vóór het inwerkingtreden van deze ordonnantie in die kringen als beroep hebben uitgeoefend; 2e. wanneer de belangen van de eigenlijk gezegde Inlandsche bevolking door het verleenen van eene vergunning in belangrijke mate zullen worden gebaat. 3e. aan met name te noemen personen, omtrent wie voldoende waarborgen bestaan, dat zij het visschen alleen bij wijze van tijdverdrijf uitoefenen. (St. 1918 : 741). pil Artikel IV. Verbod van fotografeeren In de maritieme kringen is het aan een ieder verboden of landverken-te fotografeeren of landverkenningen uit te voeren zonningen uit te der vergunning van het Hoofd van gewestelijk bestuur voeren in of van de maritieme of militaire overheidspersonen, weimaritieme ke door den Commandant dér Zeemacht of dien van het kringen. Leger gemachtigd zijn die vergunning te vrleenen. ,67 Tg. Belimbing (Vlakke Hoek), Sangian Sira (B. D. oedjoeng Djawa) dan Tg. Sekampoeng-Timoer Poelau Sebira (Noord-Wachter). Tg. Karang. II. dari pada pantai poelau Djawa dan poelau-poelau lain, jang terletak dalam garis jang berikoet. Tg. Awar-awar (Pantai Oetara tanah Djawa) — Tg. Tjina (B. L. Oedjoeng Bawean); pantai Bawean sampai Tg. Mantiga; dari Tg. Mantiga — oedjoeng Oetara Salembou Ketjil; dari Oedjoeng Oetara Salembou Ketjil — Barat laoet oedjoeng Sekala; Barat laoet oedjoeng Sekala — Barat Daja oedjoeng 'Sepandjang, Selatan Daja oedjoeng Sepandjang — Tg. Sedano (Timoer laoet oedjoeng Djawa). III. dari pada pantai poelau-'poelau, jang masoek goegoespoelau-poelau Karimoen Djawa; IV. dari pada pantai poelau Djawa dan Noesa-Kambangan jang terletak antara Tg. Mandasari dan Tg. Karang-Bata.. Pasal II. Larangan me- Dalam lingkoengan laoet larangan sekalian orang nangkap ikan jang tidak termasoek golongan pendoedoek Boemipoetedalam ling- ra sedjati dilarang menangkap ikan disitoe. koengan laoet larangan. Pasal III. Melaini Melaini jang ditentoekan . dalam pasal jang baroe laloe larangan maka Panglima balatentara laoet dalam hal-hal jangberitoe. ikoet dapat memberi izin boeat melakoekan hal mentjahari ikan dalam lingkoengan laoet larangan bila perloe dengan perdjandjian-perdjandjian jang dimasoekkan kedalam ketentoean-ketentoean besluit izin—sampai ditjaböet. le. bilamana meréka, jang sesoenggoehnja haroes ta'loek pada pasal 2, telah melakoekan hal mentjahari ikan dalam lingkoegan itoe sebagai pekerdjaan sebeloem ordonansi itoe berlakoe; 2e. bilamana keperloean pendoedoek Boemipoetera sedjati soenggoeh tertolong oléh pemberian izin itoe; 3e. kepada orang jang akan diseboetkan namanja bila ada djaminan tjoekoep, bahwa meréka melakoekan menangkap ikan itoe hanjalah sebagai soeatoe kesoekaan (St. 1918 : 741). Larangan me- motrét atau Pasal IV. mengamat- ; amati dengan Maka"tiap-tiap orang dilarang memotrét atau mengamenggambar- mat-amati serta menggambarkannja dengan tidak ada kan tanah da- izin Kepala pemerintahan daérah atau pembesar anglam lingkoeng-katan laoet atau angkatan darat, jang dikoeasakan oléh an laoet la- Panglima balatentara laoet atau balatentara darat boeat larangan. memberi izin itoe. 68 Artikel V. Bevoegdheid van het H.G. Het Hoofd van gewestelijk bestuur is bevoegd in de B. tot het tot zijn gewest behoorende maritieme kringen of gedeelsluiten van ten ervan, na een daartoe strékkend verzoek van den maritieme Gewestelijken Militairen Commandant, tijdelijk alle uitkringen voor oefening van de visscherij zoomede het ten anker gaan alle visscherij van schepen en vaartuigen te verbieden, alsook bepaalde of scheep- maritieme kringen of gedeelte ervan, geheel voor de vaart. scheepvaart te sluiten. Artikel VI. Strafbepa- (1) Hij, die in strijd met het bepaalde bij artikel lingen. II zonder in het bezit te zijn van eene vergunning als bedoeld in artikel III, in een maritiemen kring vischt, of handelt in strijd met eene krachtens artikel III verleende vergunning gestelde voorwaarde; hij die zonder de in artikel IV bedoelde vergunning, in een maritiemen kring vischt of fotografeert of een landverkenning uitvoert, zoomede hu" die eene handeling verricht in strijd met eenige beperkende bepaling overeenkomstig artikel V vastgesteld, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van ten hoogste twee honderd gulden. (2) De feiten in dit artikel strafbaar gesteld, worden beschouwd als overtredingen. Artikel VII. (1) Tot het opsporen van bh' deze ordonnantie strafbaar gestelde feiten zijn mede bevoegd die officieren der Koninklijke Marine, de gezaghebbers behoorende tot den dienst van Scheepvaart, de onder deze officieren en gezaghebbers gestelde personen, die daartoe door hen van een opdracht zijn voorzien, de havenmeesters en als zoodanig dienstdoende landsdienaren, alsmede de loodsen. (St. 1919 No. 618). (2) De in het eerste lidl van dit artikel genoemde personen zijn bevoegd om schepen en vaartuigen, welker opvarenden verdacht worden van het plegen of voorbereiden van handelingen in strijd met deze ordonnantie te onderzoeken, zoolang die schepen en vaartuigen zich bevinden binnen den afstand van dirie zeemijlen (van 60 in den breedte-graad) van af de laagwaterlijn deikusten van Nederlandsch-Indië. Artikel VIII. Deze ordonnantie treedt in werking op 1 Juli 1918. Opsporingsbevoegdheid. Datum van inwerkingtreding. 69 Kekoeasaan Kepala Pemerintahan Daérah menoetoep lingkoengan laoet larangan boeat segala roepa mentjahari ikan atau pelajaran kapal. Ketentoean hoekoeman. Hak mentjahari perboeatansalah. Tanggal moelaï berlakoe. Pasal V. Kepala pemerintahan daérah berhak setelah mendapat permohonan dari Panglima balatentara dalam daérah itoe akan melarang boeat sementara segala roepa mentjahari ikan dan kapal atau perahoe berlaboeh dalam lingkoengan laoet larangan atau sebagian dari pada itoe, djoega akan menoetoep sama sekali lingkoengan laoet larangan atau sebagian dari pada itoe. Pasal VI. (1) Barang siapa, jang menangkap ikan dalam lingkoengan laoet larangan dengan tidak mempoenjaï soerat izin jang dimaksoed pada pasal 3, djadi serta melanggar jang ditentoekan dalam pasal 2, atau melanggar perdjandjian jang ditetapkan dalam soerat izin jang terseboet dalam pasal 3; barang siapa jang memotrét atau mengamat-amati serta menggambarkan tanah dalam lingkoengan laoet larangan dengan tidak memakai soerat izin seperti jang terseboet dalam pasal 4, demikian djoega barang siapa jang melanggar beberapa ketentoean membatasi seperti jang ditetapkan pada pasal 5, dihoekoem toètoepan selama-lamanja doea boelan atau denda sebanjak-banjaknja doea ratoes roepiah. (2) Perboeatan salah jang boléh dihoekoem menoeroet pasal ini dipandang sebagai pelanggaran. Pasal VIL (1) Akan mentjahari perboeatan salah jang menoeroet ordonansi ini boléh dihoekoem berhak djoega opsir-opsir Angkatan laoet, nachoda-nachoda kapal dagang, orang-orang jang dibawah opsir-opsir dan nachoda-nachoda itoe, jang oléh meréka itoe dikoeasakan boeat itoe, sjahbandar-sjahbandar dan pegawai negeri jang mendjalankan pekerdjaan sjahbandar, demikian djoega pandoe. (St. 1919 No. 618). (2) Maka orang-orang jang terseboet dalam ajat pertama dari pada pasal i ini berhak akan memeriksa kapal-kapal dan perahoe-perahoe jang penoempangnja disangka mendjalankan atau bersedia boeat mendjalankan perboeatan jang berlawanan dengan ordonansi ini, selama kapal dan perahoe itoe tidak lebih djaoeh dari tiga mil-laoet (60 daradjat lébar) dari pantai-pantai Hindia waktoe air soeroet. Pasal VIII. Ordonansi ini moelaï berlakoe tanggal 1 Juli 1918. INHOUD. Inleiding. Blz. a. Algemeen Politie-reglement voor Reeden in Nederlandsch-Indië. 6 b. Zeebrieven, jaarpassen voor kleine zeevaar¬ tuigen, r 8 c. Scheepsmeting 8 d. Stoomvaart-ordonnantie 10 e. Quarantaine-ordonnantie 12 f. Aanvarings-reglement 18 g. Binnen-aanvaringsreglement ., 18 h. Aan- en afmonsteren van schepelingen. ... 18 i. Scheepsverklaring 22 j. Schipbreukelingen . . . 22 Aanhangsel. a. Gewestelijke vaartuigen :. b. Bebakening en kustverlichting ■ ~*4"Sft c. Loodswezen 28 De bepalingen. 1. . Bepalingen omtrent de zeebrie ven en jaarpassen in Nederlandsch-Indië. Iste. AFDEELING. Algemeene bepalingen. Artikel 1. 1. Verplichting voor Nederlandsch-Indische sche-. pen om van een zeebrief of jaarpas voor¬ zien te zijn 30 2. Verklaring van het woord: „zeeschepen." Uitzondering op de onder 1 genoemde verplichting 30 ISI N J A, Permoelaan-kata. Moeka. "■§$' • 34 Artikel 5. Artikel 6. li. Geen uitklaring zonder zeebrief, jaarpas of ander geldig bewijs van nationaliteit.... 34 2. Uitzondering ingeval van binnenkomen van ' zoodanig schip ' 36 3. Gelijke behandeling t. a. v. schepen met on- - geldigen zeebrief of jaarpas . 36 4. Intrekking van ongeldige of vervallen zeebrieven en jaarpassen ..........-. 36 Artikel 7. TJde AFDEELING. Van de zeebrieven. Artikelen 8 t/m 18. 73 Pasal 2. Moeka. Kapal-kapal jang diberi soerat laoet dan kapal- kapal jang diberi pas-tahoenan 33 Pasal 3. 1. Sjarat-sjarat boeat mempoenjaï kapal sebeloem diberi soerat laoet atau pas-pas tahoenan. . 33 2. Wakil si poenja di Hindia-Belanda ..... 35 3. Mendj alankan oeroesan melengkapkan kapal-kapal di Hindia-Belanda . 35 Pasal 4. 1.2. Keterangan perkataan: „pendoedoek." ... 35 Pasal 5. Pasal 6. 1. Tiada diberi izin djika tidak ada goj^ü>l%eet,, pas tahoenan atau keterangan ,-keSangsaan g lain-lain jang sah. . . . . . r. }, ^a ,a^t .' 35 2. Ketjoeali dalam hal masoeknja kapal sebagai itoe . 37 3. Melakoekan demikian tentangrkapalikapal jarig j memakai soerat laoet atauH-pasotairoeriamiijairig tidak sah 37 4. Mentjaboet soerat-soerat laoet dan pas tahoenan jang tidak sah atau Mak" lakoe lagi. ... 37 .£!. neüfs'nov teb -gahevelal Pasal 7. Dari padasoerat Ia<^g& . . . . -. ■''.' . ea9lIsTi9V eb . - ücfgd' Pasal Sr^ampaifil^o ,sni-i9bnosiiU 74 lilde AFDEELING. Van de jaarpassen. Artikel 19. Blz. Inhoud van den jaarpas 36 Artikel 20. Bevoegdheid van het H. G. B. of H. P. B. tot het verleenen van jaarpassen. ;-V^> » ' • 38 Artikel 21. 1. Eerste jaarpas verleend op gezegeld verzoek¬ schrift 'ft- 38 2. Vrijdom van zegel voor schepen van 15M3 en minder gp* 38 Artikel 22. 1. Bescheiden bij' aanvraag om eersten jaarpas over te leggen . 38 2. 3. Afwijzing van het verzoek indien die beschei¬ den niet in orde zijn . . . i. • • • 40 Artikel 23. 1. Het vervallen van de jaarpassen. . . ... 40 2. Uitzondering op de bepalingen daaromtrent. . 42 Artikel 24. Inlevering der vervallen jaarpassen . ; . . 42 Artikel 25. 1. Nieuwe jaarpassen - 42 2. Geen nieuwe jaarpas zonder inlevering van de vervallene 42 3. Uitzondering op de bovenstaande bepaling. . . 44 75 AFDEELING III. Dari hal pas tahoenan. Pasal 19. Moeka. Isi pas tahoenan 37 Pasal 20. 1. Kekoeasaan Kepala Pemerintahan Daérah atau Kepada Pemerintahan Senegeri boeat memberi pas'tahoenan 39 Pasal 21. i'. Pas tahoenan jang pertama diberikan djika diminta dengan soerat permohonan jang memakai ségel Y i 39 2. Tidak memakai ségel boeat kapal, jang 15M3 atau koerang. . . . 39 Pasal 22. 1. Keterangan jang dioendjoekkan dengan permohonan boeat pas tahoénan pertama .... 39 .2. 3. Menolak permohonan bilamana pemberitaan itoe . tidak betoel 41 Pasal 23. 1. Pas tahoenan lakoe lagi .41 2. Ketjoeali atas ketentoean-ketentoean tentang hal itoe 43 Pasal 24. Mengembalikan pas tahoenan jang telah'laloe waktoenja , .... 43" Pasal 25. 1.; Pas tahoenan baharoe 43 ■2. Tidak dapat pas tahoenan baharoe bila jang telah laloe waktoenja ta' dikembalikan. . . 44 3. Ketjoeali atas ketentoean-ketentoean jang diatas. 45 76 Artikel 26. Blz 1. Bevoegdheid van het H. G. B. en het H. P. B. tot het afgeven in bepaalde gevallen van certificaten voor bepaalde reizen, kosteloos en vrij van zegel 44 2. Geldigheid dier certificaten , 44-~ IVde AFDEELING. Strafbepalingen. Artikelen 27 en 28 niet gehandhaafd. Artikel 29 : 46 • Artikel [30 • ... 46 Artikel 31. ... 46 Artikel 32. 46 Slotbepaling. Artikel 33 : ", . 46 2. Regeling van het toezicht op de scheepvaart met de vaartuigen genoemd in artikel 1 letters b, c, d, e en f van de bepalingen omtrent zeebrieven en jaarpassen in Nederlandsch-Indie (Staatsblad 1905 No. 316). . .- . . . 'V . 48 Artikel 1. Verklaring van eenige termen 48 Artikel 2. 1,2. Geen uitvaren toegestaan zonder voorafgaande inschrijving van het vaartuig 50 3. Uitreiking van een pas na de inschrijving . 50 4. Alleen ingeschreven vaartuigen mogen de Nederlandsche vlag voeren 50 77 Pasal 26. JMoeka, 1. Hak Kepala Pemerintahan Daérah dan Kepala Pemerintahan Senegeri akan memberi soerat keterangan (certificaat) dengan tiada bajaran dan tidak memakai ségel, dalam hal jang diten¬ toekan bagi pelajaran jang ditentoekan. ... 45 2. Berlakoenja soerat-soerat certificaat 45- AFDEELING IV. Ketentoean-hoekoeman. •Pasal 27 dan 28 tidak ditetapkan. Pasal 29 T <\- 47 Pasal 30 . . 47 Pasal 31 . . . 47 Pasal 32 ... . Sr' ' . . 47 Ketentoean-penoetoep. Pasal 33 . 47 2. Peratoeran pengawasan atas pelajaran kapal dengan perahoe, jang terseboet dalam pasal I hoeroef b. c. d. e. dan f. dari pada ketentoean-kètentoean tentang soerat-soerat laoet dan pas-pas tahoenan di Hindia Belanda (Staatsblad 1905 No. 316). 49 Pasal 1. Keterangan dari pada beberapa perkataan . . 49Pasal 2. 1.2. Tidak diizinkan keloear berlajar sebeloem perahoe didaftarkan. . . . . . . . . . . 51 3. Pemberian pas setelah didaftarkan 51 4. Hanja perahoe jang didaftarkan dapat memakai bendéra Belanda . 51 78 Artikel 3. Blz. ï. Inhoud van het register van inschrijving • ig • 50 2. Aanbrengen van een brandmerk op ingeschreven vaartuigen °2 Artikel 4. Viseering van de pas eenmaal 's jaars. ... 52 Artikel 5. 1. Verplichte aangifte van eigendomsovergang van het vaartuig M ' ^ 2. 3.4. Nieuwe inschrijving van het vaartuig bij het verleenen van een nieuwen pas. ... 54 ;5. Verplichte aangifte van het buiten de vaart geraken van het vaartuig . • 54 «6. Vernietiging der ingeleverde passen 54 Artikel 6. Kennisgeving van mutatiën onder de ingeschreven vaartuigen aan het H.G.B. . . . 54 Artikel 7. Be pas moet steeds het vaartuig volgen ... 54 Artikel 8. Nummerplaat aan bakboordzijde aan te brengen °6 Artikel 9. Strafbepaling . 56 Artikel 10. Bevoegdheid van de havenmeesters tot het opsporen van overtredingen van deze regeling. 56 79 Pasal 3. Moeka. 1. Isi register mendaftarkan 51 2. Memberi tjap pada perahoe jang telah didaf¬ tarkan 53 Pasal 4. Memeriksa pas satoe tahoen sekali 53 Pasal 5. 1. Kewadjiban memberi tahoekan pertoekaran niilik perahoe 55 2. 3.4. Mendaftarkan lagi waktoe memberikan pas tahoenan 55 5. -Kewadjiban memberi tahoekan perahoe jang tidak dipakai lagi 55 6. Membinasakan pas-pas jang diberikan .... 55 Pasal 6. Pemberi tahoean dari pada peroebahan perahoe jang didaftarkan kepada Kepala Pemerintahan Daérah 55 Pasa. 7. Pas haroes selaloe menjertaï perahoe .... 55 Pasal 8. Papan nomor ditémpélkan pada sebelah kiri perahoe 57 Pasal' 9. Ketentoean hoekoeman 57 Pasal 10. Hak sjahbandar akan mentjahari pelanggaran peratoeran itoe 57 80 Artikel 11. Blz. Bevoegdheid van het H. G. B. tot het verleenen van vrijstellingen t. a. v. de bepalingen dezer regeling l-ki&j$ï . 56 Artikel 12. Alle verrichtingen geschieden kosteloos ... 58 Datum van inwerkingtreding . . \~f . . • 58 3. Bepalingen ten aanzien van het beheer der strandvonderij in Nederlandsch-Indië. (Staats.blad 1852 No. 21) ' m • • . 58 4. Instelling van de maritieme kringen waarbinnen enkele beperkende bepalingen zullen gelden ter verzekering van de geheimhouding van verschillende verdedigingsmaat-regelen 64 Artikel I. Wat maritieme kringen zijn ....... 64 Artikel II. Verbod van visschen in maritieme kringen . . 66 Artikel III. Afwijking van dat verbod 66 Artikel IV. Verbod van fotografeeren of landverkenningen uit-te-voeren in maritieme kringen ^ . . . 66 81 Pasal 11. Moeka. Hak Kepada pemerintahan daérah akan membébaskan dari pada ketentoean-ketentoean peratoeran itoe 57 Pasal 12. Sekalian perboeatan dilakoekan dengan tjoema- tjoema 59 Tanggal moelaï berlakoe 59 3. Ketentoean-ketentoean tentang mengoeasaï tawanan karang di Hindia Belanda (Staatsblad 1852 No. 21) . \ 59 4. Oendang-oendang lingkoengan laoet larangan, dalam lingkoengan itoe akan terpakai beberapa ketentoean akan mendjaga soepaja rahsia berdjems-djenis perkakas pertahanan negeri djangan terboeka 65 Pasal I. Apakah jang dinamaï lingkoengan laoet larangan 65 Pasal ÏL Larangan menangkap ikan dalam lingkoengan laoet larangan 67 Pasal III. Melaini larangan itoe 67 Pasal IV. Larangan memotrét atau mengamat-amati dengan menggambarkan tanah dalam lingkoengan laoet larangan 67 82 Artikal V. Blz. Bevoegdheid van het H. G. B. tot het sluiten van maritieme kringen voor alle visscherij of scheepvaart .-^^ ■ • 68 Artikel VI. Strafbepalingen r ... 68 Artikel VU. Opsporingsbevoegdheid 68 Artikel 7 in. Datum, van inwerkingtreding 68 83 Pasal V. ;V Moeka- Kekoeasaan Kepada pemerintahan daérah menoetoep lingkoengan laoet larangan boeat segala roepa mentjahari ikan atan pelajaran - kapal 69' Pasal VI. Ketentoean hoekoeman 69' Pasal VII. Hak mentjahari 69' Pasal VIII. Tanggal moelaï berlakoe 69»