"ï O i k) HANDLEIDING TEN DIENSTE VAN DE Inlands* Bestuursambtenaren op Java en Madoera No. 38/F. DE PANDHUIS-REGIE. Uitgave van het Derpartement van Binnenlandsch Bestuur. WELTEVREDEN. N. V. UITGEVERS-MAATSCHAPPIJ ..PAPYRUS' 1919. PEMIMPIN BA01 PRIJAJI BOEMIPOETERA Dl TANAH DJAWA DAN MADOERA. No. 38/F. RESI ROEMAH- GADAI Dikeloewarkan oléh Départemèn Pemerintahan-dalam-Negeri. WELTEVREDEN N. V. UITGEVERS-MAATSCHAPPIJ „PAPYRUS" 1919. DE PANDHUIS-REGIE. 1. PANDHUIZEN. REGLEMENT. Geleidelijke in¬ voering op Java en Madoera van de exploitatie der pandhuizen in eigen beheer. Ordonnantie van 4 December 1903 (Staatsblad No. 402). 2. REGLEMENT VOOR DEN PANDHUISDIENST, vastgesteld bij artikel één van de ordonnantie van 26 September 1905 (Staatsblad No. 490). 3. INSTRUCTIE VOOR HET HOOFD VAN DEN PANDHUISDIENST, vastgesteld bij artikel 2 van het Gouvernementsbesluit van 26 September 1905 No. 35 (Bijblad No. 6338). 4. VOORSCHRIFTEN, BETREFFENDE DE GOU¬ VERNEMENTSPANDHUIZEN, vastgesteld bij beschikking van den Directeur van Financiën van 23 November 1910 No. 18541. (Bijblad No. 7370). 5. INSTRUCTIE van het Hoofd van den Pandhuis- dienst voor het personeel bij de Gouvernementspandhuizen, vastgesteld bij beschikking van dat Diensthoofd van 17 Januari 1911 No. 421, ingevolge artikel 3 alinea 2 en artikel 11, alinea 3, van het Reglement voor den Pandhuisdienst, opgenomen in Staatsblad 1905 No. 490. ftESI ROEMAH-ÖADAl. 1. ROEMAH-GADAI. REGLEMÈN. Roemah-gadai jang dikoewasaï oléh Goebernemèn sendiri diadakan berangsoer-angsoer di tanah Djawa dan Madoera. Ordonansi 4 December 1903 (Staatsblad No. 402). 2. REGLEMÈN OENTOEK PEKERDJAAN ROE¬ MAH-GADAI jang ditetapkan pada pasal satoe dari ordonansi 26 September 1905 (Staatsblad No. 490). 3. SJARAT- DJABATAN OENTOEK KEPALA PE¬ KERDJAAN ROEMAH-GADAI jang ditetapkan pada pasal 2 dari Firman Pemerintah 26 September 1905 No. 35 (Bijblad No. 6338). 4. PERATOERAN TENTANG ROEMAH-GADAI GOEBERNEMÈN, jang ditetapkan dalam soerat atoeran dari Dirèktoer Perkara Oewang 23 November 1910 No. 18541 (Bijblad No. 7370). 5. SJARAT-DJABATAN dari Kepala Pekerdjaan roe¬ mah-gadai bagi pegawai roemah- gadai Goebernemèn jang ditetapkan dalam soerat atoeran dari Kepala Pekerdjaan itoe pada 17 Januari 1911 No. 421, menoeroet pasal 3 ajat 2 dan pasal 11, ajat 3 dari Reglemèn oentoek Pekerdjaan roemah-gadai, jang dimoewatkan dalam Staatsblad 1905 No. 490. INLEIDING. Na voorafgaande proefneming in de jaren 1901 en 1902 werd in 1903 bij Staatsblad No. 402 bepaald, dat de exploitatie van de pandhuizen door de Regeering geleidelijk in eigen beheer zou worden genomen met gelijktijdige intrekking van de pacht in het werkingsgebied van de op te richten Landspandhuizen, en zulks omdat de vele aan het pachtbeheer klevende gebreken eene afdoende verbetering noodig maakten van het toen bestaande stelsel van het uitleenen van gelden op onderpand van roerende goederen, het geen op geen betere wijze kon geschieden dan door dit bedrijf in handen van de Regeering zelve te doen overgaan. Met de opening van de Landspandhuizen in het gewest Soerakarta op 1 April 1917 was over geheel Java en Madoera de pandhuisregie ingevoerd, waardoor een tijdperk van het pandhuisbedrijf hier të lande werd afgesloten, door Mr. LEVYSSOHN NORMAN in zijn op 16 November 1888 in de Volksvertegenwoordiging gehouden rede aldus gekenschetst „Verpanding in Indië komt op niets anders neer, dan op kwijtraken van zijn goed voor een appel en een ei De pandhuizen zijn en blijven poelen van ongerechtigheid". Met de geleidelijke invoering van de pandhuisregie verdwenen ook gaandeweg de hoofdgrieven, welke tegen de pacht bestonden en al wordt gaarne toegegeven dat het Landsbeheer niet dadelijk in alle opzichten aan de verwachtingen be'antwoordde, zoo kan toch gevoegelijk worden verklaard, dat het bedrijf door de ervaring en grondiger bestudeering, zoomede door de beschikking over beter geschoold en meer geoefend PERMOELAAN-KATA. Sesoedah ditjoba lebih dahoeloe dalam tahoen 1901 dan 1902, maka pada tahoen 1903 ditentoekan pada Staatsblad No. 402, bahwa roemah-gadai berangsoerangsoer akan dikoewasaï oléh Pemerintah sendiri dengan bersama-sama mentjaboet hak pak dalam djadjahan tempat roemah-gadai Goebernemèn akan didirikan akan bekerdja, ja'itoe karena tj at jat jang banjak, jang lekat pada atoeran memegang hak pak, memaksa akan memperbaiki sama sekali atoeran jang ada pada waktoe itoe tentang memindjamkan oewang dengan tanggoengan barang jang tidak tetap; akan hal itoe tijadalah djalan jang lebih baik dari memindahkan pekerdjaan roemah-gadai kedalam tangan Pemerintah sendiri. Resi roemah-gadai moedah berlakoe diseioeroeh tanah Djawa dan Ma doe ra dengan memboeka roemah-gadai Goebernemèn dalam daérah Soerakarta pada 1 April 1917; demikijan dibatpsi soewatoe masa dalam pekerdjaan roemah-gadai di tanah sini jang direntjanakan oléh Mr. L.EVYSSOHN* NORMAN dalam pidatonja di Madjelis ra'ijat pada 16 November 1888 dengan perkataan: „Menggadai di Hindia ta' lain kedjadiannja melainkan mendjoewal barangnja dengan harga jang moerah sekali Roemah-gadai itoe selama- lamanja poesat dosa". Bersama dengan mendjalankan resi roemah-gadai berangsoer-angsoer, maka lama kelamaan hilanglah dendam jang sangat kepada hak pak itoe. Meskipoen dibenarkan bahwa pegangan Pemerintah ta' lekas sempoerna memenoehi pengharapan orang, maka boléhlah djoega dikatakan pekerdjaan itoe selaloe bertambah baik karena pendapatan dan pengadjaran jang lebih dalam, dan lagi karena dapat dipergoenakan 6 personeel, voortdurend is verbeterd en thans eene vergelijking met de exploitatie van de voornaamste leenbanken in Europa met gerustheid kan doorstaan. Vergeleken met de toestanden tijdens het pachtbeheer zijn de beleeners door de invoering van de pandhuisregie beduidend gebaat o.a. door: belangrijk betere opberging en meer waarborg voor de terugerlanging van de ingebrachte goederen; volledige garantie van schadeloosstelling bij voorkomende beschadiging of wegraking van de panden; meer zaakkundige waardeering van de goederen en dientengevolge verhooging van de beleeningssommen; coulante bediening, vrij van gevaar voor stelselmatig misbruik van de onwetendheid en het goed vertrouwen van de beleeners; juiste berekening van het door belanghebbenden verschuldigde; volledige waarborg voor de uitkeering aan belanghebbenden van de hun toekomende surplussen; enz. enz. Als bewijs voor den toenemenden omvang van het pandhuisbedrijf sedert de exploitatie in eigen beheer wordt vermeld, dat in 1901 op Java en Madoera 394 pachtpandhuizen in werking waren, waarbij totaal 20.330.747 panden werden beleend voor totaal ƒ 35.496.444.—, dus per pand gemiddeld ƒ 1.74 leensom. 0 Bij de in 1918 op Java en Madoera inwerking zijnde 352 Landspandhuizen werdén in totaal 44.816.078 panden beleend voor ƒ 116.904.359.—, alzoo gemiddeld / 2.60 leensom per pand. Overeenkomstig de stelling, voorkomend op blz. 94 van het „Rapport over de Banken van leening, particuliere leenbanken enz. in Nederland" welk hoogst belangrijk rapport — gedagteekend October 1904 — afkomstig is van eene commissie, benoemd door het hoofdbestuur van de „Maatschappij tot Nut van 't Algemeen", waarvan autoriteiten als Mr. ant. vanGijn en nu wijlen Dr. D. BOS deel uitmaakten, streeft de 7 orang jang lebih terpeladjar dan lebih patjak. Maka sëkarang boléhlah pekerdjaan itoe dipertandingkan dengan bank pindjaman jang oetama di tanah Éropah. Bila dibandingkan dengan hal ihwal waktoe masih ada pak, maka orang menggadai dapat pertolongan besar, sebab resi roemah-gadai diadakan itoe seperti oléh karena: penjimpanan barang-barang jang digadaikan itoe lebih baik dan ada lebih banjak tanggoengan, barang jang dimasoekkan boléh dapat kembali ada tjoekoep tanggoengan mendapat ganti keroegian kalau barang jang digadaikan roesak atau hilang; taksiran barang lebih baik dan oléh sebab itoe harga gadaian naik; orang-orang dilajani dengan lekas dan lepas dari bahaja akan ditipoe dengan sengadja karena kebodohannja dan kepertjajaannja; perhitoengan oewang jang mendjadi oetang bagi si penggadai dilakoekan dengan baik; tanggoengan, bahwa oewang kelebihan dari lélang akan dibajar kepada orang jang berhak tertanggoeng dengan toekoep; d. I. 1. Akan mendjadi tanda pekerdjaan roemah-gadai bertambah-tambah besar, sedjak dioesahakan sendiri oléh Goebernemèn, maka diterangkan disini, bahwa di tanah Djawa dan Madoera pada tahoen 1901 ada 394 roemah-gadai pak; djoemlah banjaknja barang jang digadaikan pada tempat itoe 20.330.747 dengan harga ƒ 35.496.444, djadinja oentoek satoe-satoe barang poekoel rata lebih koerang ƒ 1.74 oewang gadai diberikan. Pada 352 boewah roemah-gadai Goebernemèn jang ada di tanah Djawa dan Madoera dalam tahoen 1918 digadaikan orang sama sekali 44.816.078 potong barang harga ƒ 116.904.359.—, mendjadi poekoel rata ƒ 2.60 oewang gadai boewat tijap-tijap barang. Menoeroet perkataan jang ada pada moeka 94 dari „Pemberitaan tentang bank gadaian, bank pindjaman partikoelir d.s.b di negeri Belanda", ja'itoe soewatoe pemberitaan jang amat indah, jang bertarich boelan October 1904 dan jang diboewat oléh soewatoe Komisi jang diangkat oléh hoofdbestuur dari „Maatschappij tot Nut van het Algemeen" (Perhimpoenan oentoek Kebadjikan 'Oemoem) dan dalamnja adadoedoek orang 8 dienst met kracht ernaar» om het voorschot aan de beleeners zoo hoog mogelijk te doen zijn, omdat: le. het publiek hiermede is gebaat, dat immers voornamelijk naar een hoog voorschot vraagt. 2e. het pandhuis daarmede is gebaat omdat het bij een gelijk aantal beleeningen meer rente maakt en daardoor weer in staat zal zijn tot eene meer daadwerkelijke verlaging van het rentetarief over te gaan. De betrekkelijk geringe waarde van het overgroote deel der geloste panden (gemiddelde leensom = ƒ2.60), gevoegd bij den betrekkelijk korten staantijd (= gemiddeld 60 dagen) is odrzaak dat bij de verst doorgevoerde tariefsverlaging nog altijd een betrekkelijk hoog kostentarief zal snoeten worden gevorderd ten einde de bedrijfsuitgaven te kunnen dekken. De Pandhuisdienst is opgericht met de Vooropgestelde bedoeling om daarvan niet, als van de pacht, een middel te maken tot stijving van de Schatkist; integendeel ligt aan het bedrijf een philantropisch karakter ten grondslag en beoogt dit geen meerdere baten te kweeken dan die, welke noodig zijn tot dekking van de bedrijfslasten. Nu de dienst over geheel Java en Madoera is ingevoerd en over eene juiste berekening van de bedrijfskosten wordt beschikt, zal eerlang ook tot eene verlaging van het rentetarief worden overgegaan, echter nog niet met algeheele derving van de gemaakte winst, omdat door den gewoed hebbenden wereldkrijg zoodanig zware offers van de Schatkist worden gevergd dat het volledig prijsgeven van de baten uit den Pandhuisdienst, in verband met het algemeen financieel Regeeringsbeleid, slechts geleidelijk zal kunnen geschieden. In tegenstelling met de Banken van Leening in 9 ahli Mr. ANT. VAN OljN dan marhoem Dr. D. BOS, maka pekerdjaan roemah-gadai soenggoeh menoedjoe maksoed akan memberi oewang voorschot jang setinggitingginja kepada orang jang menggadai karena: le. dengan hal itoe orang banjak, jang pertama-tama minta voorschot banjak, dapat pertolongan. 2e. roemah-gadai dapat keoentoengan sebab menerima lebih banjak boenga, walaupoen sama banjak barang jang digadaikan orang dan oléh karena itoe dapat menoeroenkan betoel-betoel tarif boenganja. Adapoen harga jang boléh diseboet ketjil dari barang jang diteboes (banjaknja oewang gadai poekoel rata = / 2.60), lagi poela témpoh dalam gadaian jang boléh diseboet tidak lama (lebih koerang 60 hari) menjebabkan, bahwa bersama dengan menoeroenkan tarif sebanjak-banjaknja, masih djoega Goebernemèn terpaksa meminta ganti belandja jang sedang besar, soepaja dapat membajar tjoekoep oewang jang dikeloewarkannja oentoek pekerdjaan itoe. Maka Pekerdjaan roemah-gadai jang didirikan dengan maksoed lebih dahoeloe pekerdjaan itoe tijada akan didjadikan soewatoe pentjarian oentoek mengisi perbendaharaan Goebernemèn seperti pada waktoe ada pak; sebaliknja pekerdjaan itoe beralasan sipat memboewat kebadjikan dengan maksoed ta' akan men tjari keoentoengan lebih daripada jang perloe boewat membajar ongkos pekerdjaan. Oléh karena pekerdjaan itoe telah didjalankan diseloeroeh tanah Djawa dan Madoera dan ongkos pekerdjaan soedah dapat dihitoeng betoel, maka ta' lama lagi boléhlah djoega moeial dikoerangkan tarif boenganja, akan tetapi keoentoengan beloem akan dihilangkan semoewanja, karena oléh sebab perang doenija jang sekarang sedang hébat. Perbendaharaan Goebernemèn masih terlaloe banjak mengeloewarkan oewang, sehingga keoentoengan hanjalah dengan berangsoer-angsoer sadja dapat habis dilepaskan ja'ni berhoeboeng dengan kebidjaksanaan 'oemoem dari Pemerintah tentang hal oewang. Berlawanan dengan keadaan Bank Gadai di Éropah 10 Europa, waarvan in het algemeen slechts door een klein gedeelte van de bevolking gebruik wordt gemaakt, n 1. door credietbehoevenden die in den uitersten geldnood verkeeren en voor het meerendeel zich zelfs schamen voor het zoeken van die hulp, zoo verheugen zich de Landspandhuizen op Java en Madoera in eene groote populariteit, omdat het grootste deel van de inheemsche bevolking in alle hare lagen, zoomede ook vele Europeanen, gewoon zijn geregeld de hulp van deze leenbanken te benutten ter voorziening in eene oogenblikkelnke credietbehoefte — welke geenszins altijd uit nooddruft voortspruit — en vaak ook om eene behoorlijke bewaarplaats voor hunne goederen te hebben, wijl de veiligheid in de desa's en kampongs meermalen te wenschen overlaat. Het verpanden wordt door den Inlander als een zeer gewone'transactie beschouwd, waartoe geenszins, als doorgaans in Europa, alleen maar wordt overgegaan in uiterste gevallen ter voorziening in de meest noodzakelijke behoeften, doch voor de meest verschillende doeleinden worden de pandhuizen door de bevolking benut. Die instellingen hebben in de inlandsche samenleving eene zoodanige plaats van vertrouwen gekregen, dat zelfs de taxaties van de Landspandhuizen veelal tot maatstaf dienen voor de prijsbepaling van goederen in dien zin, dat bij het aankoopen van sieraden en kleedingstukken rekening wordt gehouden met de waardeering van die goederen in het pandhuis. Inderdaad grijpt dan ook het pandhuisbedrijf diep in het oeconomische leven der inheemsche bevolking in, hetgeen nog te meer het geval zal worden wanneer wellicht straks alle Landspandhuizen tevens worden aangewezen als filialen van de Postspaarbank, gelijk met ingang van 1 Juli 1918 reeds bij wijze van proef is bepaald ten aanzien van de Landspandhuizen in het gewest Rembang. Wijl er belangrijk veel meer Gouvernementspandhuizen dan post- en hulppostkantoren op Java en Madoera aanwezig zijn, is het te verwachten dat van eene spaargelegenheid bij de Landspandhuizen op ruimer schaal zal worden gebruik ge- 11 jang pada bijasanja hanja dipergoenakan oléh sebagian ketjil dari ra'ijat, ja'ni oléh orang jang perloe mendapat pindjaman karena terlaloe kekoerangan oewang dan kebanjakan djoega maloe mentjari pertolongan itoe, maka roemah-gadai Goebernemèn di tanah Djawa dan Madoera amat disoekaï orang banjak, karena kebanjakan anak-negeni dari segala golongan demikijan djoega beberapa orang Eropah telah bijasa mempergoenakan pertolongan bank pindjaman itoe akan mentjoekoepi lekas keperloeannja mendapat oetang — sekali-kali boekan karena kekoerangan oewang — tetapi atjap kali djoega akan mendapat tempat jang baik oentoek barangnja, sebab keamanan di désa dan kampoeng atjap kali koerang baik Menggadaikan barang itoe dipandang oléh anaknegeri seperti perboewatan jang bijasa dan boekan sadja dikerdjakannja kalau soedah terlaloe tersesak ja'itoe akan memenoehi hadjat jang terlebih perloe, seperti orang di tanah Eropah, akan tetapi Boemipoetera mempergoenakan roemah-gadai itoe akan menjampaikan beberapa maksoed jang amat berbédaan. Maka telah demikijan besar kepertjajaan anaknegeri kepada roemah- gadai itoe, sehingga taksiran dari roemah- gadai Goebernemèn atjap kali dipergoenakan akan menentoekan harga barang, ja'ni pada waktoe membeli perhijasan dan barang pakaian, hendakkan taksiran barang itoe di roemah-gadai. Maka soenggoeh-soenggoehlah pekerdjaan roemahgadai itoe telah masoek betoel dalam oekonomi anaknegeri; dan hal itoe akan bertambah lagi, apabila segala roemah-gadai barangkali nanti akan ditoendjoekkan mendjadi anak Postspaarbank, sebagai semendjak 1 Juli 1918 telah ditentoekan tentang roemahgadai Goebernemèn di daérah Rembang akan mendjadi pertjobaan. Oléh karena di tanah Djawa dan Madoera roemah-gadai Goebernemèn ada lebih banjak daripada kantor-pos dan kantor-pos bantoean, maka boléhlah diharap, bahwa orang-orang lebih banjak menjimpan oewang dj roemah-gadai 12 maakt dan bij de postkantoren, welke door den desaman slechts zelden worden bezocht en waarmede hij deswege minder vertrouwd is dan met de Gouvernements leenbanken. Zoowel in verband met het vorenstaande als op grond van de overweging, dat de Landspandhuizen met hunne vele daarbij aangehouden statistieken een oeconomischen barometer van groote waarde vormen voor de streek waarin zij gelegen zijn, verdient de Pandhuisdienst de volle aandacht van de Bestuursambtenaren, op wier weg het ligt om de aan dezen dienst ten grondslag liggende bepalingen en bedoelingen zooveel doenlijk onder de bevolking kenbaar te maken, voor zoover hare belangen daarbij betrokken zijn. Waar overigens de Pandhuisregie het monopolie heeft voor geldleeningen op onderpand van roerende goederen tot een bedrag van / 100.— (een honderd gulden) en de Bestuursambtenaren geroepen zijn mede te werken aan de handhaving van bedoeld monopolie, is het ook uit dien hoofde van belang dat zij op gemakkelijke wijze kennis kunnen nemen van de bepalingen betreffende dezen dienst, voor zoover die met hunne ambtsbezigheden verband houden. Het Hoofd van den Pandhuisdienst. E. N1TTEL. 13 Öoebernemèri döfipada di kantor*pos jarig djarahg sekali dldatangi orang-orang désa dan sebab Itoe koerang diketahoeinja daripada roemah-gadai Ooebernemèn. Berhoeboeng dengan jang terseboet diatas dan beralasan dengan pertimbangan, bahwa roemah-gadai Goebernemèn dengan beberapa soerat-soerat statistiknja memberi soewatoe oekoeran jang amat berharga tentang ekonomi djadjahan tempat adanja roemahroemah itoe, maka haroesiah pekerdjaan roemah-gadai itoe diperhatikan betoel oléh amtenar Pemerintah jang diwadjibkan mengoesahakan, soepaja ketenloean dan maksoed jang mendjadi alasan pekerdjaan itoe seboléh-boléh diketahoei oiéh ra'ijat, ja'itoe sekadar berkenaan dengan kepentingannja ra'ijat itoe. Oléh karena resi roemah-gadai berhak sendiri akan memberi pindjam oewang sehingga ƒ 100 (seratoes roepijah) dengan memegang gadai barang jang tijada tetap, dan ambtenar Pemerintah diwadjibkan toeroet mengoewatkan monopoli itoe, maka sebab itoe djoega baiklah merékaitoe dengan djalan jang moedah dapat mengetahoei ketentoean tentang pekerdjaan itoe, sekadar hal ini berkenaan dengan pekerdjaan merékaitoe. Kepala Pedjabatan roemah-gadai. E. NITTEL. ij iNVÓEtflNÓ VAN HÉf ÖÖUVERNEMENTS. BEHEER DER PANDHUIZEN OP JAVA EN MADOERA. UITTREKSEL. Ordonnantie van 4 December 1903 (Staatsblad No. 402 aangevuld en gewijzigd bij Staatsblad 1910 No. 482, en 1917 N. 640) betreffende geleidelijke invoering op Java en Madoera van de exploitatie der pandhuizen in eigen beheer. Artikel één. Geleidelijke 0) °P Java en Madoera wordt —te beginnen met afschaffing de residenties Bantam, Batavia en Preangervan de pand-Regent sc happen —in de gewesten of gedeelten huispacht opvan gewesten, ten aanzien waarvan dit door den d3Va 'met'3" Gouverneur-Generaal zal worden bepaald, met ingang' vemnging van de daartoe door Hem aangegeven tijdstippen,J) doorexploita-de exploitatie der pandhuizen door het Gouvernement tie van pand-in eigen beheer genomen. huilen door ^2) Buiten genoemde gewesten kan hiertoe desver- *emenUn" eischt aanvankeliik bii wiize van proef worden eigen beheer, overgegaan. Artikel twee. Omschrijving (1) Met 'nSang van de tijdstippen, in het vorig monopolie artikel bedoeld, wordt voor de mede aldaar bedoelde Gouverne- gewesten of gedeelten van gewesten ingetrokken de ment pand- bestaande Pacnt van het recht tot het houden van pandV^bod en huizen en van die t'jdst'PP6" af zal net in die ^ewesten strafbepaling of gedeelten van gewesten aan niemand geoorloofd tesfen het hOUden Van 1) Bij ordonnantie van 29 October 1917 (Staatsblad No. 640( Clandestiene is bepaald, dat het tijdstip van opening van nieuwe pandhuizen, pandhuizen waaronder begrepen die, welke voorloopig bij wijze van proef worden opgericht, door het Hoofd van den Pandhuisdienst wordt vastgesteld. 1. MELAKÖEKAN PEOANÖAN ROEMAH-OADAI OLÉH OOEBERNEMÈN DI TANAH DJAWA DAN MADOERA. PETIKAN. Ordonansi pada 4 December 1903 (Staatsblad No. 402, ditambahi dan dioebah pada Staatsblad 1910 No. 482 dan 1917 No. 640) tentang melakoekan oesaha roemah-gadai jang dipegang sendiri dengan berangsoer-angsoer. Pasal satoe. PaJ roemah- (1) Di tanah Djawa dan Madoera ja'itoe didalam nahDjawa3' daérah 3laU ba^iannia> ia"g akan ditentoekan oléh dan MadoeraToewan Besar Goebernoer-DjenderaI, moelaï dengan ditijadakan kerésidènan Ban ten, Betawi dan Prijangan, berangsoer- dengan waktoe ') jang ditetapkan oléh ïoewan Besar^ angsoer dan maka moelaï oesaha roemah-gadai dipegang oléh diganti de- Goebernemèn sendiri ngan oesaha roemah-gadai jang dipe- \2) Kalau perloe, maka diloewar daérah-daérah jang gang oléh terseboet itoe boléhlah perboewatan itoe dimoelaï Goebernemèn sebagai pertjobaan. sendiri. Pasal doewa. Menerangkan (1) Semendjak waktoe jang terseboet dalam pasal di- rTeEadai3taS'maka Pak dan' hak memeëan8 roemah-gadai dalam Goeberne- daérah atau bag'arinja ja"g terseboet diatas, ditijadamen kan; dan di daérah-daérah itoe, atau di bagiannja sijapaLarangan poen tijada boléh memindjamkan oewang atau barang dan keten- jang harganja lebih dari seratoes roepijah oentoek tiiaptoean hoe- ' K koeman ten- lj Dalam ordonansi 29 October 1917 (Staatsblad No. 640) ffa/ai Cnt0ekan' bahwa Wakt0e Pemboekaan roemah-gadai jang baroe gdaai geiap. dan roemah-gadai, jang diadakan sementara sebagai pertjobaan, ditetapkan oléh Kepala Pekerdjaan roemah-gadai. 16 zijn tegen Inpandgevlng, dan wel in den vorrn Vftti koop en verkoop met recht van wederinkoop, gelden of goederen uit te leerten waarvan het bedrag of de waarde één honderd gulden niet te boven gaat voor elke leening, op poene, voor zooveel Europeanen en met dezen gelijkgestelden betreft, van gevangenisstraf van vijftien dagen tot drie maanden en geldboete van vijftig tot duizend gulden, en voor zooveel het Inlanders en met dezen gelijkgestelden betreft, van ten arbeidstelling aan de publieke werken voor den kost zonder loon van vijftien dagen tot drie maanden.1) Uitzondering (2) Van het verbod, in de vorige alinea gesteld, op het mo- zjjn uitgesloten de door den Gouverneur-Oeneraal nopolievoor- aan te wijzen op philantropischen grondslag werkende schrift. credietinstellingen. Artikel drie. (1) Het aantal en de ligging der Gouvernementspandhuizen wordt bepaald door den GouverneurGeneraal. (2) enz. 1) Bij de ordonnantie van 15 September 1910 (Staatsblad! No 482) is bepaald dat de hierbij bedoelde straffe* mede worden bedreigd tegen hen, die in den vorm van een commissiecontract gelden of goederen uitleenen, waarvan het bedrag of de waarde één honderd gulden niet te boven gaat De straffen zelf zijn bij artikel 509 van het nieuwe Strafwetboek in Staatsblad 1915 No. 732 nader vastgesteld en gelden ook voor overtreding van artikel twee. 17 tijap pindjaman dengan menerima gadai atau dengan djalan beli dan djoewal dengan hak membeli kembali; pelanggaran itoe dihoekoem dengan hoekoeman pendjara dari limabelas hari sampai tiga boelan, dan denda dari lima poeloeh sampai seriboe roepijah djikajang melakoekan itoe orang bangsa Éropah dan jang disamakan dengan bangsa itoe, dan dengan hoekoeman krakal dari lima belas hari sampai tiga boelan,1) apabila jang salah itoe orang bangsa Boemipoetera dan jang disamakan dengan bangsa itoe. Jang boléh (2) Maka bank pindjaman jang bermaksoed kebadiketjoewali- djikan manoesija jang ditoendjoekkan oléh Toewan atoeran"mo-"Besar Goebernoer"Dienderal diketjoewalikan daripada nopoli. larangan jang terseboet dalam ajat diatas. Pasal tiga. (1) Banjaknja dan tempatnja roemah-gadai Goebernemèn ditentoekan oléh Toewan Besar Goebernoer-Djenderal. i2) d. s. b. 1) Dalam ordonansi 15 September 1910 (Staatsblad No. 482) ditentoekan bahwa hoekoeman jang terseboet disitoe dikenakan djoega kepada orang jang memindjam oewang atau barang jang harganja tidak lebih dari seratoes roepijah sebagai kontrak menjamboet. Maka hoekoeman itoe ditetapkan lagi pada pasal 509 dari Kitab oendang-oendang Hoekoeman dalam Staatsblad 1915 No. 732 dan lakoe djoega bagi pelanggaran pasal doewa. 38/F 2 2. REGLEMENT VOOR DEN PANDHUISDIENST. UITTREKSEL. Reglement voor den Pandhuisdienst, vastgesteld bij artikel één van de ordonnantie van 26 September 1905 (Staatsblad No. 490), gewijzigd en aangevuld bij Staatsblad 1908 Nos. 477 en 576; 1915 No. 196; 1916 No. 548; 1918 No. 589; 1919 No. 34.— Artikel één. (1) enz. Bevoegdheid (5) Het Hoofd van den Pandhuisdienst is bevoegd tot schor- tot schorsing in het belang van den dienst zoowel sing, wegens van ^e door den 'Gouverneur-Generaal benoemde redenen van diénst-belang amrjtenaren van den Pandhuisdienst als van het door van alle amb-nem zeiven benoemd personeel, in het eerste geval tenaren en mits daarvan onmiddellijk kennis gevende aan de beambten van Regeering met vermelding der redenen (St.-1919: 34). den Pandhuisdienst: a. van het Hoofd van den dienst. b. van het In dringende gevallen zijn ook de Hoofden van Hoofd van Gewestelijk Bestuur bevoegd tot die schorsing en Bestuu geven °"an daarvan onverwijld, met vermelding der redenen, kennis aan het Hoofd van den Pandhuisdienst en, waar het betreft' door den GouverneurGeneraal benoemde ambtenaren mede aan de Regeering. Artikel twee. Verplich- De Hoofden van Q;„vestelijk en van Plaatselijk 2. REGLEMÈN PEKERDJAAN ROEMAH-GADAI. PETIKAN. Reglemèn Pekerdjaan roemah-gadai jang ditetapkan pada pasal 1 dari ordonansi 26 September 1905 (Staatsblad No. 490), dioebah dan ditambahi pada Staatsblad 1908 No. 477 dan 576; 1915 No. 196;ï916No. 548; 1918 No. 589; 1919 No. 34. Pasal satoe. (1) d. s. b. Koewasa (5) Maka Kepala Pekerdjaan roemah-gadai berakan mem- koewasa memperhentikan amtenar roemah-gadai jang ^r^ant'ak*°e diangkat oléh Toewan BesarGoebernoer-Djenderalatau nar dan pe/pegawai iang d'angkatnja sendiri boewat sementara gawai dari waktoe sebab ada keperloean dines; dalam hal jang Pekerdjaan pertama maka haroeslah diberi-tahoekan dengan segera roemah-gadaisebab-sebabnja kepada Pemerintah (St. 1919:34). boewat sementera waktoe sebab ada keperloean dines: a. Kepala Pekerdjaan itoe. b. Kepala pe- Dalam hal jang perloe maka Kepala pemerintahan menntahan daérah berkoewasa djoega memperhentikan amtenar- amtenar tadi boewat sementara, dan haroeslah hal ini diberi-tahoekan dengan segera kepada Kepala Pekerdjaan roemah-gadai sambil diterangkan sebab-sebabnja; tentang amtenar jang diangkat oléh Toewan Besar Goebernoer-Djenderal, maka diberi-tahoekannja kepada Pemerintah. Pasal doewa. Kewadjiban Kepala penn_..ntahan daérah dan Kepala pemerin- 20 tingen van Bestuur dragen zorg dat de dienst der pandhuizen in het Hoofd hun ressort geene belemmering ondervindt en zien ~ *oe °P ne* Sedrag en °P de plichtsbetrachting van het Plaatselijk Personee'- Wanneer hun blijkt, dat door het pandBestuur ten huispersoneel de algemeene of bijzondere voorschriften aanzien van niet worden nageleefd, berichten zij terzake aan het den dienst Hoofd van den dienst. In gevallen, waarin de bepader pandhui-]jngen met voorzien of waarin eene onmiddellijke zen beslissing wordt vereischt zijn zij, in afwachting van de door Hoofd van den dienst te treffen voorzieningen, bevoegd tot het geven der noodige bevelen, welke dóór het pandhuispersoneel moeten worden opgevolgd. Artikel zes. Verplichting Alle in de pandhuizen ter beleening aangeboden tot aanne- roerende goederen, mits ter geschatte waarde van ming van minstens ƒ 0.10 (tien centen) voor iedere beleening, alle ter be- moeten worden aangenomen, uitgezonderd: gebodengoee" a"e Dn'jkbaar van Gouvernements-verstrekkingaf(jeren komstige goederen, tenzij de inbrengers kunnen Uitzonde- aantoonen, dat daarover door hen vrijelijk mag ringen op worden beschikt; die bepa- 2e. obligatiën, actiën, inschrijvingen, publieke- of handelseffecten en andere geldswaardige papieren; 3e. levende dieren en planten; 4e. levensmiddelen en alle andere goederen, welke aan spoedig bederf onderhevig zijn; 5e. goederen, welke de blijken van verregaande onreinheid vertoonen; 6e. goederen, waarvan het bezit of vervoer, zonder eene speciale vergunning, verboden is, tenzij de vereischte vergunning wordt overgelegd en plaatselijke politie-maatregelen den publieken verkoop der goederen niet bemoeilijken; b. v. vuurwapens en munitie, opium. 7e. goederen, welke wegens derzelver omvang niet behoorlijk kunnen worden geborgen; 21 Kepala pe- tahan senegeri haroes mendjaga, soepaja pekerdjaan daéraM4" roeman"gadai ta' daPat rintangan dalam pegangan Kepala pe- masmg-masing dan meréka mengawasi kelakoean raerintahan dan Perboewatan kewadjiban pegawai-pegawai roemahsenegeri gadai. Bila ternjata, bahwa pegawai roemah-gadai tentang ta' memperhatikan peratoeran 'oemoem atau teristiroemah3311 méwa' maka nai itoe naroes diberi-tahoekan kepada gadai Pembesar pekerdjaan itoe. Dalam hal-hal jang tijada di- kenakan oléh ketentoean atau dalam hal-hal perloe ada kepoetoesan dengan segera, maka merékaitoe dikoewasakan memberi perintah, jang bergoena jang haroes diindahkan oléh pegawai roemah-gadai sementara menóenggoe atoeran dari Kepala Pekerdjaan itoe. Pasal enam. Kewadjiban Segala barang, jang tidak tetap djika digadaikan menerima orang, haroeslah diterima, apabila harga taksiran barang jang sekoerang-koerangnia / 0-10 (sepoeloeh sén), ketjoedigadaikan wali: orang. le- segala barang-barang jang roepanja dari pemberian Ketjoewali Goebernemèn, apabila pembawa-pembawata' dapat atas keten- menerangkan, bahwa merékaitoe boléh memoertOBrin itnp gpenakan barang itoe dengan sekehendaknja; 2e. soerat oetang, soerat aandeel, barang jang dima- soekkan dalam boekoe. soerat effect 'oemoem atau soerat effect dagang dan soerat-soerat jang berharga; 3e. binatang hidoep dan toemboeh-toemboehan; 4e. barang makanan dan segala barang-barang lain jang Iekas mendjadi boesoek; 5e. barang-barang jang kelihatan kotor sekali (tjemar); 6e. barang-barang jang tidak boléh dibawa atau dipoenjaï, djika tijada sengadja diizinkan, ketjoewali dalam hal izin jang dikehendaki itoe dapat diperlihatkan dan ichtijar polisi pada tempat itoe tijada mengalang-aiangi mendjoewal barang-barang itoe; oempama: sendjata-api dan bekal pemasang, tjandoe. 7e. barang-barang jang ta' dapat disimpan dengan patoet karena besarnja; 22 8e. alle goederen, welke zelfontvlambaar zijn of gemakkelijk in brand geraken; 9e. zeer kwalijk riekende goederen en in het algemeen alle andere, welker bewaring voor de overige aanwezige goederen nadeelig kan zijn; 10e. goederen, welke slechts korten tijd waarde hebben of waarvan de waarde plaatselijk aan groote schommelingen onderhevig dan wel uit anderen hoofde door het personeel niet te schatten is; 1 le. goederen, ingebracht door kennelijk beschonken lieden of door personen, die kennelijk niet de volle beschikking hebben over hunne geestvermogens of die de vereischte inlichtingen niet kunnen geven. Eindbeslis- (2) De al of niet toepasselijkheid van de genoemde sing bij ge- uitzonderingen staat in hoogste instantie ter beoorbedoelde^uit- deelm£ van het Hoofd van den Pandhuisdienst. Deze zonderingen kan voorts, wanneer de omstandigheden zulks noodzaberust bij hetkelijk maken, nog andere goederen dan de genoemde Hoofd van den van de beleening uitsluiten. Maakt hij van deze dienl?11'5" bevoegdheid gebruik, dan wordt van de uitsluiting Uitsluiting aan ne* Pu°liek kennis gegeven in eene in de 'Tan nog an-Maleische taa' gestelde en door het Hoofd van den dere goede- Pandhuisdienst onderteekende bekendmaking, welke ren. in het pandhuis zoodanig geplaatst wordt, dat zij voor ieder zichtbaar is. Vaststelling (3) Het Hoofd van den Pandhuisdienst is verder ran een ma- bevoegd de som, welke op ééne beleening mag ximum be- „ . . . . , , drag voor el-worden voorgeschoten, te beperken tot een door hem ke beleening.v00r e'k pandhuis vast te stellen maximum bedrag. Bevoegdheid f4) De administrateur kan in buitengewone gevallen tot opschor- de beleening opschorten. Hij roept dan de beslissing ting van eene ,-n van net Hoofd van den Pandhuisdienst, die bevoegd beleening . . , , door den ls beleening te doen weigeren. Administrateur. 'San dengan koewasa ianë tertinggi sendiri lakoe atau lisihan ^ten- ^a^nia ketjoewali jang terseboet itoe. Bila perloe, tang jang maka Kepala Pekerdjaan tadi boléh mengetjoewalikan diketjoewali- lagi dari gadaian barang-barang lain daripada jang kan jang ter-telah terseboet. Bila ija melakoekan kekoewasaan itoe, rahka*' k^' mal berapa oewang sebanjak-banjaktoek tijap- nia boléh diberikan oentoek tijap-tijap gadai. ■tijap gadai. Kekoewasaan (4) Dalam hal jang teristiméwa maka Administratir g^in^*ratirboléh menanggoehkan gadaian. Maka dalam hal itoe naflggoehkand'm'n*ania'g hendak meneboes dan orang jang wah atau le- mer behalve ingeval belanghebbenden zich binnen vervallen aan dien termijn hebben aangemeld doch door bijzondere den Lande, omstandigheden, ter beoordeeling van het Hoofd van den Pandhuisdienst, de uitbetaling is vertraagd. 3. AMBTSVOORSCHRIFTEN VOOR HET HOOFD VAN DEN PANDHUISDIENST. uittreksel. Instructie voor het Hoofd van den Pandhuisdienst vastgesteld bij artikel 2 van het Gouvernementsbesluit van 26 September 1905 N. 35 (Bijblad No. 6338), gewijzigd en aangevuld bij Bijbladen Nos. 6447, 7659, 7715, 7789 en bij art. 5 van het Gouvernements besluit van 20 Augustus 1918 No. 29 en bij art. 2 van het Gouvernements besluit ddo 25 Januari 1919 No. 31. Artikel II. Rechtstreek- (I) Over alle zaken, zijnen dienst betreffende, sche corres- correspondeert het Hoofd van den Pandhuisdienst pondentie rechtstreeks met de betrokken civiele en militaire vfln net Diensthoofd autoriteiten, tenzij de Regeering daarin dadelijk met civiele gemoeid moet worden, in welk geval hij zijne brieven en militaire richt tot den Gouverneur-Generaal en aanbiedt door autoriteiten, tusschenkomst van den Directeur van Financien. 4. VOORSCHRIFTEN BETREFFENDE DE gouvernements-p andhuizen. Uittreksel. Voorschriften, betreffende de Gouvernementspandhuizen vastgesteld bij beschikking van den Directeur 35 (4) Djika oewang ketinggalan itoe diminta tidak dengan memberikan soerat-gadai atau dengan soeratgadai jang tidak dapat dikenali lagi sebab roesak, maka haroes diperboewat sebagai jang terseboet pada bagian kalimat jang penghabisan dari ajat diatas. Oewang ke- (5) Maka oewang ketinggalan jang beloem dibajar, tinggalan sesoedah laloe setahoen moelaï daripada hari barang ian£ D^'oeni jtoe dilélang, mendjadi milik Negeri, ketjoewali dalam sesoedahnja nal orang ïane berhak itoe telah datang menghadap laloe seta- dalam masa itoe, akan tetapi pembajaran mendjadi hoen, men- terlambat dari sebab hal-ihwal jang teristiméwa jang djadi milik ditimbang oléh Kepala Pekerdjaan roemah-gadai. Negeri. 3. PERATOERAN BAOI KEPALA PEKERDJAAN ROEMAH-GADAI. PETIKAN. Sjarat djabatan bagi Kepala Pekerdjaan roemah-gadai jang ditetapkan pada pasal 2 dari Firman Pemerintah pada 26 September 1905 No. 35 (Bijblad No. 6338), dioebah dan ditambahi pada Bijblad No. 6447, 7659, 7715, 7789 dan pada pasal 5 dari Firman Pemerintah pada 20 Augustus 1918 No. 29 dan pada pasal 2 dari Firman Pemerintah pada 25 Januari 1919 No. 31. Pasal II. Kepala Pe- (1) Tentang segala perkara jang bersangkoetan kerdjaan ber- dengan pekerdjaannja, maka Kepala Pekerdjaan roemah- kinm soerat eadai berkirim soerat teroes kepada pembesar sipil tfirocs kfios* da pembesar dan m'"^r> aPabüa Pemerintah tidak haroes tjampoer; sipil dan mi- kalau pemerintah haroes tjampoer, maka soeratnja litér. dikirimkan kepada Toewan Besar Goebernoer-Djen- deral dengan pengantaraan Diréktoer Perkara oewang. 4. SJARAT-SJARAT TENTANG ROEMAHGADAI GOEBERNEMÈN. PETIKAN. Sjarat-sjarat tentang roemah-gadai Goebernemèn jang ditetapkan pada soerat kepoetoesan Diréktoer 36 van Financiën van 23 November 1910 No. 18541 (Bijblad No. 7370), gewijzigd bij beschikking van den Directeur van Financiën van: 21 Febuari 1912 No. 6342c, 18 December 1912 No. 42294, 3 Juni 1915 No. 24806, 23 December 1915 No. 55273c en 17Juli 1917 No. 29576c. Veilingen van verstane panden. a. Voor zooveel betreft de pandhuizen, die veilingen houden door tusschenkomst van een vendukantoor. Artikel 16. (1). enz. Beschikbaar- (3). Tijdens deze tentoonstelling (van te veilen panstelling van den in het veilingslokaal) en de veiling stelt het politiebeamb-Hoofd van Plaatselijk Bestuur zooveel politiebeambten door het ten beschikbaar als door hem worden noodig geacht Hoofd van . ... , .. , . . ... , b, Plaatselijk veiligheid van de tentoongestelde pandgoederen Bestuur voorte verzekeren. de veiligheid <4). De Administrateur is verantwoordelijk voor de van tentoon-veiligheid van de tentoongestelde pandgoederen en gestelde pu- beeft daartoe de beschikking over alle aanwezige bliek te ver- ■ koopen pand-po"*'eDeamDten beneden den rang van onderdistrictsgoederen. hoofd- b. Voor zooveel betreft de pandhuizen, welke veilingen houden buiten bemoeienis van een vendukantoor. Artikel 21. (1). enz. Idem als (2)- Tijdens deze tentoonstelling (van te veilen panboven. den in het veilingslokaal) en de veiling stelt het Hoofd van Plaatselijk Bestuur zooveel politiebeambten beschikbaar als door hem worden noodig geacht om de veiligheid van de tentoongestelde pandgoederen te verzekeren. (4). De Administrateur is verantwoordelijk voorde veiligheid van de tentoongestelde pandgoederen en 37 Perkara Oewang pada 23 November 1910 No. 18541 (Bijblad No. 7370) dioebah pada soerat kepoetoesan Diréktoer Perkara Oewang pada: 21 Februari 1912 No. 6342a, 18 December 1912 No. 42294, 3 Juni 1915 No. 24806, 23 December 1915 No 55273a dan 17 Juni 1917 No. 29576a. Melélangkan barang gadai jang tidak diteboes. a. Pada roemah-gadai jang melélang dengan pengantaraan kantor-lélang. Pasal 16. (1). d. s. b. Kepala pe- (3). Pada waktoe mempertoendjoekkan basenegeri rang gadai ian£ al haroeslah pada waktoe diteboes dihiada perminta- Ioeng boenganja hanja sampai hari jangterseboet diatas. an meneboes. Hal itoe haroes diseboetkan dalam boekoe peneboes jang bersangkoetan. Menoeliskan (5) Bila barang gadai jang ditoentoet diterimakan ïïrah-TaÏÏi^"1031' at3U b'la ada Pember'-tahoean dari soerat hal barang kePoetoesan peng'adilan, jang mengembalikan barang gadai, jang gadai hoe kepada orang jang berhak, maka hal itoe menoeroet diperingatkan dalam moeka 22 dari boekoe-gadai kepoetoesan jang djoega djadi boekoe-pendjoewalan tjontoh A, dSbSan Seda"g daiam haI Jang kemoediian itoe dan lagi' kepada orang apabiia barang gadai dikembalikan oléh roemah-gadai jang berhak, t|-dak dengan membajar oewang gadai dan boenganja, tijada dengan maka hal itoe ditoeliskan dalam boekoe peneboes bajaran. tjontoh B. sebagai teboesan jang bijasa. Tjontoh-tjon- (6) Soerat pemberi-tahoean kepada Kepala pemetoh oentoek :rintahan senegeri jang terseboet pada pasal 12 ajat l, hoeanten3" da" reglemèn roemah-gadai, diperboewat menoeroet tang ba- tjontoh No. 18 dan rentjananja ditahan. Maka soerat kerang jang di- terangan soedah terima, jang diberikan oentoek barang tahan sebab jang hendak digadaikan, akan tetapi ditahan karena tersangka ge- disangka gelap, diperboewat menoeroet tjontoh No. 19, keterangan sedanS keterangan jangterseboet pada pasal 14,ajat2dapenerimaan ri reglemèn ini, diperboewat menoeroet tjontoh No. 20. barang itoe; (7> Segala soerat keterangan soedah terima, jang soerat kete- diberikan oentoek barang (pasal 12, ajat 1) atau barang ran?a" gadai (pasal 12, ajat 2 dari reglemèn roemah-gadai), barangga- disimPan dengan tjermat oléh Administratir sampai daian kepadawaktoe P°etoes perkaranja. orang jang berhak dengan tijada bajaran. 46 Formaliteiten (8) Wanneer een beleener er aangifte van doet dat bij aangifte hij zijn pandbriefje verloren heeft, zal de bij artikel 15, van verlies aünea 1, van het pandhuisreglement voorgeschreven van pand- aanleekening geschieden zoowel in het pand- tevens brie jes. verk00pb0ek als op een in het lossingsbureau afzonderlijk aangehouden register volgens model No. 21, terwijl dan het betrekkelijke pand voorzien wordt van een étiket, met opschrift: „soerat-gade hilang", — en zai voorts aan den aangever dadelijk worden uitgereikt een certificaat, model No. 21 (c. q. No. 23), als bedoeld in het hieronder volgend artikel 14. Ingeval ook dit model verloren raakt, zal aan belanghebbende op aanvrage onverwijld een tweede certificaat model No. 22 (c.q. No 23) moeten worden uitgereikt, zullende echter daarop met groote, duidelijke letters.in rooden inkt moeten voorkomen de aanteekening „tweede exemplaar", terwijl op het aan het pand gehechte étiket „soerat-gade hilang" behoort te worden vermeld dat een tweede exemplaar model No. 22 (c. q. No. 23) is verstrekt. Van de lossing, herbeleening of uitbetaling van surplussen zonder pandbriefje. Artikel 14. Regelen, in (1) De lossing of herbeleening van een pand of acht te nemen de uitbetaling van een surplus zonder inlevering van bij de lossing, het ecnte pandbriefje dan wel op een door beschadiliSSLs'mS onherkenbaar geworden pandbriefje in de gevalvan surplus-len, voorzien bij artikel 15, alinea 3, en artikel 21, sen tonder alinea 4, van het pandhuis-reglement, zal niet geschieoverlegging den dan na overlegging van een naar behooren ingeyandebetrek- ]d certificaat v0igens model No. 22. kelnke pandbrieven (2) Dit certificaat waarop ter gemakkelijke onderkenning van de maand van inbreng een strookje papier behoort te worden geplakt van dezelfde kleur als de desbetreffende pandbrief, moet, zoowel in het geval dat de verschijnende persoon beweert zelf be- 47 Perboewatan (8) Bila seorang penggadai memberi-tahoekan soepada waktoe rat"gadainia hilang' maka Peringatan jang terperintah orang membe-pada pasal ,5, ajat 1 dari reglemèn roemah-gadai ri-tahoekan sama diperboewat dalam boekoe-gadai jang djoega soerat-gadai-d ja di boekoe-djoewalan, dan dalam daftar sendiri jang nja hilang. dipegang dalam kantor peneboes menoeroet tjontoh No. 21, sedang barang gadainja dipakaikan soerat jang berboenji: „soerat gadai hilang"; kepada orang jang memberi-tahoe, diberikan dengan segera soewatoe soerat keterangan (certificaat), tjontoh No. 22 (atau kalau perloe No. 23), seperti terseboet pada pasal 14 jang berikoet. Djika tjontoh itoe hilang poela, maka haroeslah diberikan dengan segera soerat keterangan (tjontoh No. 22 atau 23), jang kedoewa kepada jang berkepentingan kalau dimintanja; akan tetapi atas soerat kedoewa itoe haroeslah ditoeliskan dengan hoeroef besar jang terang dan dengan tinta mérah perkataan „helai jang kedoewa", dan pada soerat jang berboenji „soeratgadai hilang" haroeslah diseboetkan, bahwa tjontoh No. 22 (dan No. 23) telah diberikan satoe helai jang kedoewa. Tentang meneboes, menggadaikan lagi atau membajar oewang ketinggalan tidak dengan soerat-gadai. Pasal 14. tkaTSd™* 0) Meneboesatau menggadaikan lagi atau membajar hatikan pad"a°eWang. ketingga,an de"gan tijada menjerahkan soerat waktoe me- gada| .'ang sah atau dengan menjerahkan soeratneboes. gadai jang tidak dapat dikenali lagi sebab roesak dalam menggadai- hal jang terseboet pada pasal 15, ajat 3 dan pasal membfiaf3"21' ^ 4 da" reglemèn roemah-gadai, hanja boléh oewang Ke- d,ad' ka,au orang menjerahkan soewatoe certificaat tinggalan (soerat keterangan) jang diisi dengan patoet menoeroet tidak dengan tjontoh No. 22. menjerahkan (2) Baik dalam hal orang jang menghadap soerat-gadai. mengatakan ija sendin jang menggadaikan, maoepoen dalam hal ija menjebdlt nama jang tijada sama dengan nama orang jang sebetoelnja menggadai, maka soerat keterangan itoe jang diatasnja haroes ditémpélkan 48 leenerte zijn als bijaldien hij een naam opgeeft, welke niet overeenkomt met dien van den beleener, in het pandhuis ingevuld, door den Administrateur geteekend en daarna aan bedoelden persoon uitgereikt worden met opdracht om het stuk na verstrijking van den beleeningstermijn terug te brengen, voorzien van de van het betrokken onderdistrictshoofd verlangde verklaring. (3) Alleen wanneer uit de laatstbedoelde verklaring ten duidelijkste blijkt dat de beleener is overleden dan wel voor goed naar elders vertrokken is of door andere omstandigheden buiten staat is binnen den voor de lossing of voor de uitbetaling van het surplus gestelden termijn (d. i. dus in het eerste geval tot aan de veiling — c. q. tot twee dagen vóór de veiling, zie alinea 2 van artikel 17 van het pandhuisreglement — in het tweede geval tot één jaar na de veiling) in het pandhuis te verschijnen en voorts de rechten van den verschijnenden persoon goed vast staan, kan de afgifte van het pand of van het surplus aan dezen plaats hebben. Is er kans dat de beleener binnen den genoemden termijn zelf nog zal komen dan wordt de afgifte tot het laatste oogenblik uitgesteld. (4) Ten aanzien van militairen en van in eene kazerne wonende soldaten-vrouwen zal in het geval, bedoeld in de 1ste alinea van dit artikel, de Administrateur een verzoek om inlichting volgens model No. 23 aan den plaatselijk militairen commandant voorleggen. (5) D.e certificaten volgens modellen 22 en 23 treden in de plaats van het origineel pandbriefje; doch ten behoeve van de verificatie moet een gewaarmerkt afschrift van het duplicaat-pandbriefje aan het certificaat worden gehecm. (6) Wanneer een beleener onder vertoon van het hem uitgereikte certificaat model No. 22 (c.q. No. 23> 49 Seslbir kertas jang berwarna sama dehgan warfia soerat-gadai jang hilang, soepaja moedah diketahoei boelan waktoe barang itoe digadaikan, diisi didalam roemah-gadai, ditandaï oléh Administratir dan selandjoetnja diberikan kepada orang jang mengahadap dengan perintah akan membawa kembali soerat itoe dengan keterangan jang dikehendaki dari kepala onderdistrik jang bersangkoetan, sesoedah laloe témpoh gadai. (3) Hanjalah djika terang sekali ternjata oléh soerat keterangan jang terseboet kemoedijan sekali .itoe, bahwa si penggadai telah meninggal doenija atau telah pergi ke tempat jang lain dan tidak akan kembali lagi atau dari sebab jang lain tijada dapat datang ke roemah-gadai dalam témpoh peneboesan atau témpoh pembajaran oewang ketinggalan (ja'itoe dalam hal jang pertama sampai hari lélang — atau sampai doewa hari sebeloem ada lélang, lihatlah ajat 2 dari pasal 17 reglemèn roemah-gadai—dalam hal jang kedoewa sampai satoe tahoen sesoedah ada lélang) dan lagi soedah sah betoel hak orang jang datang itoe, maka boléhlah barang gadai itoe atau oewang ketinggalan itoe diberikan kepada orang tadi. Djika orang jang menggadai masih dapat datang dalam témpoh jang terseboet, maka pemberian barang itoe dioendoerkan sampai waktoe penghabisan betoel. (4) Tentang serdadoe dan tentang perempoewan serdadoe jang tinggal didalam tangsi, maka dalam hal jang terseboet pada ajat jang pertama dari pasal ini wadjiblah Administratir meminta keterangan kepada komandan militèr dari tempat itoe menoeroet tjontoh No. 23. (5) . Soerat keterangan, jang menoeroet tjontoh 22 dan 23, mendjadi pengganti soerat-gadai origineel; akan tetapi pada soerat keterangan itoe haroeslah ditémpélkan toeroenan soerat-gadai „duplicaat" jang ditandaï agar dapat ditjotjokkan. (6) . Djika seorang penggadai datang meneboes barang gadainja atau menggadaikannja lagi atau minta 38/F 4 50 benevens het teruggevonden origineel-pandbriefje, zijn pand komt lossen of herbeleenen dan wel om uitbetaling van het surplus verzoekt, behoort aan zijn verzoek dadelijk gevolg te worden gegeven. Van in het pandhuis achtergelaten goederen. Artikel 21. Afgifte aan Eventueel bij het pandhuis achtergelaten of teveel het Hoofd van bevonden goederen worden, indien de rechtmatige Plaatselijk eigenaar njet bij het pandhuis bekend is, ingevolge b^Ïet^pand- Staatsblad 1889 No. 175 aan het Hoofd van Plaatselijk huis achter- Bestuur afgegeven, gelaten of te veel bevonden goederen. Artikel 24. Gepaste be- (1) De Administrateur zorgt dat het publiek door handeling het personeel zoo vlug mogelijk zonder onderscheid van het PU-^es persoons en mei voorkomendheid wordt bediend, bliek door het £lke onneusche behandeling van het publiek door personee. ^ pandhuispersoneel wordt door den Administrateur onverwijld aan den betrokken controleur van den dienst gerapporteerd, ten einde dezen in staat te stellen de(n) betrokken beambte(n) ten spoedigste voor een Voorlichting gestrenge bestraffing voor te dragen. Voorts ziet de van het pu-de Administrateur er stipt op toe dat het publiek bliek door door de pandhuis-beambten bij voortduring wordt pandhuisbe- gewezen op zijn belang om eventueele reclames ambten VOordadelj.k ujt te brengen aan het loket of rechtstreeks reclames.6 bii hem> Administrateur, of zijn Adjunct; eene schriftelijke kennisgeving ter zake, gesteld in de Nederlandsche, Maleische en inheemsche taal, behoort op een duidelijk zichtbare plaats in de galerij voor het publiek te worden aangeplakt. Si oewang ket ngga|an dengan menoendjoekkan soerat keterangan tjontoh No. 22 (atau No. 23) jang dïber kan kepadanja bersama dengan soerat-g Jai origine , narLl haP/tinia kembaH' ^ P-mTntaannja Tto haroeslah dengan segera diindahkan. Barang jang ditinggalkan dalam roemah-gadai. Pasal 21. ^^rJoiS^jï emrrta'diketahoei °,éh p*™» lapemerin- HTah'fdai'J maka barang-barang jang barangkaii tahanseae?e-d,t'nggalkan dalam roemah-gadai atau barang ln" n barang jang kedapatan ada lebih, haroes diberikan kepada Ke ditinggalkan pala pemerintahan senegeri mennerrw ƒ dalam roe- Staatsblad 1889 No 175 menoeroet atoeran pada [ mah-gadai °- I atau barang jang kedapat- f an ada lebih. Pasal 24. maïSai06" Administratir "a^es mendjaga soepaja De hTroefber- Kab^T ^ dengM tek" lakoe patoet ™ab menolong orang banjak dengan tidak memkepada orang bfaka" «rang. Bila pegawai roemah-gadai berke^ banjak. lakoean tidak patoet kepada orang banjak, maka hai kepada Kontrohr dan pekerdjaan itoe, soepaja rrt.» 'ni d3pat dengan lekas meminta hoekoem ^LïïLtï";oentoek pegawai itoe- ^ ^ roemah gadai „d"1!mstra*,ri haroes mendjaga betoel soepaja selepadaorang"3"^53 diterangkan oléh pegawai roemah-gadai banjak ■«■-kepada orang banjak, bahwa merékaitoe boléh mem- ^^^^^^ 52 Tegenzang (2) De Administrateur is verplicht met alle gepaste van het be- middelen het bedrijf te belemmeren van makelaars, ••rijf vanma-^ op het pandhuiserf aan het publiek hunne tusschenkelaars voor ^ opdringen voor het doen van beleeningen of of lossen van lossingen dan wel tot het afhalen van surplussen. panden, dan wel afhalen van surplussen. Afwijzing van (3) Verzoeken van het publiek, onder vertoon van verzoeken . een pandbriefje, om het daarin bedoelde pand te mogen van het pu- bezichtigen, mogen niet worden ingewilligd, bliek om bezichtiging van panden onder vertoon van een pandbriefje. Artikel 26. Bewaking en (1) enz. verlichting (5) De Administrateur draagt zorg voor eene be- j van het pand-hoprlijke bewaking en verlichting van het pandhuishuisgebouw gebouw en het erf gedurende de avond-en nachturen. 60 In het pandhuisgebouw alsmede in de administrateurs- ] woning — met uitzondering van de vóór- en de achtergalerij — mogen geen andere dan petroleum-, gas-, of j electrische lampen in gebruik worden genomen. Indienststel- (6) De Administrateur is gemachtigd om twee j ling van nachtwakers, ieder op eene na raadpleging van den j nachtwakers betrokken Controleur bij den Pandhuisdienst toe te j arthrt Hoofd kennen bezoldiging van ten hoogste ƒ 15.— 's maands, van Plaat- aan te stellen, echter onder uitdrukkelijk beding dat selijk Be- de aanstelling geschiedt geheel in overleg met en met stuur. goedvinden van het Hoofd van Plaatselijk Bestuur, door wien vooraf zal moeten zijn gecertificeerd dat elke der als waker te fungeeren personen van onberispelijk gedrag is. De wakers behooren minstens om ; het half uur van af zes uur 's middags tot zes uur j des ochtends hunne rondes te maken en gedurende de wachturen beiden op het pandhuiserf te blijven,!! terwijl zij door den Administrateur buiten de wacht-'j uren onder geen voorwendsel met eenige werkzaam. mm 53 Klaa^jf datdm,'niStra!ir d''Wadpbka" -negah dengan semenggadai- g3la daJa-°ePaJa jang patoet soepaja di pekarangan kan atau me- roemah-gadai djangan ada dalai jang mengonjok keneboes ba- pada orang banjak pengantaraannja akan menggadaikan S S ata^nmeneb0eskan a bieding'van"nouden aIs stuk van overtuiging en moet de losser vervalschte aan de politie worden overgeleverd als op heeterdaad pandbriefjes, betrapt (artikel 4 van het z. g. Inlandsch reglement). 61 Pasal 46. Ganti keroe- (1) Dalam hal-hal jang terseboet pada ajat 3 pasal gian karena 13 darj reglemèn roemah-gadai, maka ganti keroegian barang gadai tg, djberjkan sebeloem dibajar kembali kepada kantor hilang, atau , . , ' , . .. . sebab lain Pene°oes oewang gadai serta boenganja. Djadinja diberikan, bajaran itoe ditoelis dalam. boekoe peneboes sebagai sesoedahnja peneboesan jang bijasa. ditjaboet oe- seruf Z™** (2) Maka duplicaat soerat-gadai, barang itoe dilamnganja pirkan pada staat boelanan dari oewang jang keloewar menoeroet tjontoh H. Pasal 47. Menjerahkan Bila njata, bahwa dalam soerat-gadai. jang diteriorang jang rnakan akan meneboes barang, angka banjaknja pTda^poHsi oewang gadai soedah dipalsoekan, maka soerat-gadai kalau diteri- ian£ dipalsoekan itoe haroes ditahan sebagai. barang makan soe- boekti, dan orang jang meneboes itoe haroes diserahkan rat-gadai kepada polisi sebagai orang jang ditangkap sedang jang dipal- memboewat kesalahan (pasal 4 dari Reglemèn Boe$oekan- mipoetera). BtJLAOEML Afschrift. CIRCULAIRE. No. 4556. • Buitenzorg, 13 November 1904. Aan de Hoofden van Gewestelijk Bestuur op Java en Madoera [met uitzondering van die teSoerakarta en Djokjakarta]. Aangezien de dagtaak van het Inlandsch personeel van den Pandhuisdienst in vergelijking met die der meeste andere Inlandsche Landsdienaren uiterst zwaar is, acht de Gouverneur-Generaal het wenschelijk dat dit personeel zij vrijgesteld van alle persoonlijke diensten. In verband hiermede heb ik de eer, op last van Zijne Excellentie UHEdG. te verzoeken om voor zoover in uw gewest de exploitatie van pandhuizen in eigen beheer plaats vindt of anders zoodra daartoe wordt overgegaan, tot dat einde de noodige wijzigingen of aanvullingen te willen brengen in de voor Uw gewest geldende desadienstregelingen, inzake de desapolitie-(ronde) diensten en in de bestaande gewestelijke of plaatselijke keuren en reglementen betreffende het brandweerwezen. De lste Gouvernements Secretaris. Lamfiran: 1 Toeroenan. SOERATÉPARAN. No. 4556. BOQOR, 13 November 1904. Kepada Kepala pemerintahan daérah di tanah Djawa dan Madoera (ketjoewali Soerakarta dan Djokjakarta). Oléh karena pekerdjaan pegawai Boemipoetera dari Pekerdjaan roemah-gadai pada tijap-tijap hari djika dibandingkan dengan pekerdjaan pegawai Boemipoetera Goebernemèn jang lain ada berat sekali, maka Toewan Besar Goebernoer-Djenderal menimbang patoetlah pegawai itoe dibébaskan dari segala pekerdjaan rodi. Berhoeboeng dengan hal itoe maka atas titah Seri Padoeka Toewan Besar Goebernoer-Djenderal saja minta kepada Toewan jang Moelija, soepaja atoeran jang lakoe di daérah Toewan tentang pekerdjaan désa, pekerdjaan polisi-désa (ronda) dan peratoeran polisi dalam daérah itoe atau bagi satoe-satoe tempat dan reglemèn tentang pekerdjaan pompa dioebah atau ditambah seperloenja, djika dalam daérah Toewan roemah-gadai telah dikoewasaï oléh Goebernemèn sendiri atau djika atoeran itoe akan didjalankan. Sekertaris Goebernemèn jang pertama. INHOUD. Blz. Inleiding. 4 1. Invoering van het Gouvernements beheer der pandhuizen op Java en Madoera. Uittreksel uit de ordonnantie van 4 December 1903 {Staatsblad No. 402) zooals die sedert is gewijzigd en aangevuld. Artikel 1. ƒ. 2. Geleidelijke afschaffing van de pandhuispacht op Java en Madoera met vervanging door exploitatie van pandhuizen door het Gouvernement in eigen beheer. . . 14 Artikel 2. 1. Omschrijving monopolie Gouvernementspandhuizen . Verbod en strafbepaling tegen het houden van clandes-, tiene pandhuizen 14 2. Uitzondering op het monopolievoorschrift .... 16 2.' Reglement voor den pandhuisdienst. Uittreksel. Artikel 1. 5. Bevoegdheid tot schorsing, wegens redenen van dienstbelang, van alle ambtenaren en beambten van den Pandhuisdienst: a. van het Hoofd van dien dienst 18 b. van het Hoofd van Gewestelijk Bestuur .... 18 Artikel 2. Verplichtingen van het Hoofd van Gewestelijk- en Plaatselijk Bestuur ten aanzien van den dienst der pandhuizen. 18 Artikel 6. 1. Verplichting tot aanneming van alle ter beleening aangeboden goederen 20 Uitzonderingen op die bepalingen 20 2. Eindbeslissing bij geschil over bedoelde uitzonderingen berust bij het Hoofd van den Pandhuisdienst ... 22 ISINJA. Pertnoelaan-kata . . oeka. 5 É. Melakockan pegangan roemah-gadai oléh Goebernemèn di tanah Djawa dan Madoera. Petikan dari ordonansi pada 4 December 1903 (Staatsblad No. 402, ditambahi dan dioebah pada Staatsblad 1910 No. 482 dan 1917 No. 640) tentang melakoekan oesaha roemah-gadai Jang dipegang sendiri dengan berangsoer-angsoer. Pasal 1. /. 2. Pak roemah-gadai di tanah Djawa dan Madoera ditijadakan berangsoer-angsoer dan diganti dengan oesaha roemah-gadai jang dipegang oléh Ooebernemén send.ri .... 15 Pasal 2. /. Men^rangkan monopoli roemah-gadai Ooebernemén Larangan dan ketentoean hoekoeman tentang roemahgadai gelap . 2. Jang boléh diketjoewalikan dari peratoeran monopoli. 17 2. Reglemèn Pekerdjaan roemah-gadai. Koetipan. Pasal 1. 5. Koewasa akan memperhentikan segala amtenar dan pegawai dari Pekerdjaan roemah-gadai boewat sementara waktoe sebab ada keperloean dines: a. Kepala Pekerdjaan itoe ]Q b. dari Kepala pemerintahan daérah .19 Pasal 2. Kewadjiban Kepala pemerintahan daérah dan Kepala pemerintahan senegeri tentang pekerdjaan roemah- Sadai 19 Pasal 6. /. Kewadjiban menerima segala barang jang digadaikan orang 2J Ketjoewali atas ketentoean itoe ! . 21 2. Kepoetoesan penghabisan dalam perselisihan tentang jang diketjoewalikan jang terseboet, diserahkan kepada Kepala Pekerdjaan roemah-gadai 23 38/f. 66 Ba. 3. Vaststelling van een maximum bedrag voor elke be- 99 leening • " 4. Bevoegdheid tot opschorting van eene beleening door den Administrateur 22 Artikel 10. Verbod tot buiten het pandhuis brengen en het inzage geven van pandhuisboeken aan daartoe niet gerechtigde personen 22 Artikel 12. ƒ. Opschorting van beleening van vermoedelijk onrechtmatig verkregen goederen • • 24 2. Opvordering van als overtuigingsstukken benoodigde panden 2* Artikel 13. /. 2. 3. Schadevergoeding voor beschadigde, verloren, geheel te niet gegane, geheel onbruikbare, of gedeeltelijk verloren panden ' ' 4. Berekening der schadevergoeding door den Administrateur, behoudens beroep op het H. P. B 26 5. Uitkeering van schadevergoeding bij te niet gaan of beschadiging tengevolge van brand 26 6. Tei mijnen van reclame om schadevergoeding. ... 26 Artikel 14. 1. Lossing van panden 2° 2. Kostelooze teruggave aan rechthebbende van door een strafbaar feit verkregen panden 28 3. Reclames om schadevergoeding moeten staande de bediening aan het loket worden uitgebracht .... 28 Artikel 15. / Aangifte van verloren pandbriefjes bij den Administra- ' t ... 30 teur 2. Formaliteiten bij lossing van een of meer in een als vermist aangegeven pandbriefje vermelde voorwerpen door iemand, niet als de beleener herkend 30 3. Zonder overlegging van het pandbriefje of met een door beschadiging onherkenbaar geworden pandbriefje is lossing alleen mogelijk na verstrijking van den belee- 30 ningstermijn Artikel 16. Mogelijkheid van lossing met getuigen 32 67 MOEKA 3. Menentoekan sebanjak-banjaknja oewang oentoek tijaptijap gadai 23 4. Kekoewasaan Administratir akan menanggoehkan soewatoe gadaian 23 Pasal 10. Larangan akan membawa boekoe-boekoe roemah-gadai keloewar roemah-gadai dan mengizinkan orang jang tijada berhak memeriksa boekoe-boekoe itoe. . 23 Pasal 12. /. Menanggoehkan gadaian barang jang disangka diperoléh orang dengan djaian jang tidak sah 25 2. Meminta barang gadai akan dipakai djadi boekti . 25 Pasal 13. 1. 2. 3. Oanti keroegian oentoek barang gadai jang roesak, hilang, binasa sama sekali, tidak boléh dipakai sama sekali atau hilang sebagiannja 25 4. Oanti keroegian dikira oléh Administratir akan tetapi boléh minta timbangan kepada Kepala pemerintahan senegeri. . , 27 5. Memberi ganti keroegian, apabila barang gadai binasa atau roesak karena kebakaran ... .... 27 6. Témpoh akan menoentoet ganti keroegian .... 27 Pasal 14. 1. Meneboes barang gadai 29 2. Mengembalikan barang gadai jang diperoléh dengan perboewatan jang boléh dihoekoem kepada jang berhak dengan tijada bajaran «29 3. Menoentoet ganti keroegian haroes didjalankan pada loket (kotak) roemah-gadai, waktoe meneboes ... 29 Pasal 15. 1. Memberi-tahoekan kepada Administratir hal soerat-gadai hilang 31 2. Perboewatan jang wadjib kalau orang jang tijada dikenali sebagai si penggadai hendak meneboes barang seboewah atau lebih jang terseboet dalam soerat-gadai jang dima'loemkan telah hilang 31 3. Kalau soerat-gadai tidak diserahkan atau soerat-gadai tidak dapat dikenali sebab roesak, maka orang hanja boléh meneboes barang gadai sehabisnja témpoh gadai . . 31 Pasal 16. Boléhnja meneboes dengan membawa saksi. . . , 33 68 Artikel 21. Blz /. Beschikbaarstelling van surplussen voor rechthebbenden 32 2. Bekendmaking van de opgave van surplussen djor het HPB 32 3. Formaliteiten bij de uitkeering van surplussen ... 32 5. De na een jaar nog niet uitbetaalde surplussen vervallen aan den Lande 34 3. Ambtsvoorschriften voor het Hoojd van den Pandhuisdienst. Uittreksel Instructie voor het Hoofd van den Pandhuisdienst. Artikel HL Rechtstreeksche correspondentie van het Diensthoofd met civiele en militaire autoriteiten 34 4. Voorschriften, betreffende de Gouvernementspandhuizen. Uittreksel. Artikel 16. 3. Beschikbaarstelling van politiebeambten door het Hoofd van Plaatselijk Bestuur voor de veiligheid van tentoongestelde publiek te verkoopen pandgoederen ... 36 Artikel 21. 3. Idem als boven. 5. Ambtsvoorschriften voor het Pandhuis personeel. Uittreksel Instructie van het Hoofd van den Pandhuisdienst voor het personeel bij de Gouvernementspandhuizen. Artikel 12. Toelichting op de niet voor beleening in aanmerking komende goederen . . i 30 Artikel 13. /. la. 2. 3. Regelen in acht te nemen bij opvordering van panden door de bevoegde macht 40 4. Lossing van door de bevoegde autoriteit opgevorderde panden; berekening — eventueel - van rente tot en met den datum van Iossingsaanvraag .44 5. Verhandeling in de pandhuisboeken van de krachtens rechterlijke beschikking kosteloos aan rechthebbenden teruggegeven panden 44 6. 7. Modellen voor: kennisgeving van de aanhouding van verdachte goederen; ontvangstbewijs van zoodanige goederen; verklaring van kostelooze teruggave van panden aan rechthebbenden 44 69 Pasal 21. MOEKA /. Menjedijakan oewang kelebihan bagi orang jang berhak 33 2. Memasjhoerkan oewang ketinggalan kepada orang banjak oléh Kepala pemerintahan senegeri . . .33 3. Perboewatan pada waktoe memberikan oewang ketinggalan 33 5. Oewang ketinggalan jang beloem dibajarkan sesoedahnja laloe setahoen, mendjadi milik Negeri .... 35 3. Peratoeran bagi Kepala Pekerdjaan roemah-gadai. Petikan Sjarat djabatan bagi Kepala Pekerdjaan roemah- f^gadai. Pasal II. Kepala Pékerdjaan berkirim soerat teroes kepada pembesar sipil dan militèr 35 4. Sjarat-sjarat tentang roemah-gadai Goebernemèn. Petikan. Pasal 16. 3. Kepala pemerintahan senegeri menjedijakan pegawai polisi akan mendjaga selamatnja barang gadai jang akan dilélang, jang dipertoendjoekkan kepada orang banjak 37 Pasal 21. 3. Seperti diatas .37 5. Sjarat-sjarat djabatan bagi pegawai roemah-gadai. Petikan. Sjarat djabatan dari Kepala Pekerdjaan roemah-gadai oentoek pegawai roemah.gadai Goebernemèn. Pasal 12. Keterangan atas barang jang ta'boléh digadaikan . . 39 Pasal 13. /. la. 2. 3. Atoeran jang akan diperhatikan pada waktoe barang gadai ditoentoet oléh koewasa jang berhak 41 4. Meneboes barang gadai jang diminta oléh koewasa jang berhak; menghitoeng kalau ada djalannja 00enga sehingga hari waktoe ada permintaan meneboes. 45 5. Menoeliskan dalam boekoe roemah-gadai hal barang gadai, jang menoeroet kepoetoesan peng'adiian dikembalikan kepada orang jang berhak, tijada dengan bajaran. 45 6. 7. Tjontoh-tjontoh oentoek: pemberi-tahoean tentang barang jang ditahan tersangka gelap; soerat keterangan barang itoe telah diterima; soerat keterangan men ge mbalikan barang gadaian kepada orang jang berhak dengan tijada bajaran 4c 70 Blz. 8. Formaliteiten bij aangifte van verlies van pandbriefjes 46 Artikel 14. Regelen, in acht te nemen bij de lossing, herbeleening of uitbetaling van surplussen zonder overlegging van de betrekkelijke pandbrieven 46 Artikel 21. Afgifte aan het Hoofd van Plaatselijk Bestuur van bij het pandhuis achtergelaten of te veel bevonden goederen ^ Artikel -24. 1. Gepaste behandeling van het publiek door het perso- i ... 50 neel Voorlichting van het publiek door pandhuisbeambten voor eventueele reclames ^" 2. Tegengang van het bedrijf van makelaars voor het beleenen of lossen van panden, dan wel afhalen van sur- i „ .... 52 plussen 3. Afwijzing van verzoeken van het publiek om bezichtiging van panden onder vertoon van een pandbriefje 52 Artikel 26. 5 Bewaking en verlichting van het pandhuisgebouw en 'erf' 52 6. Indienststelling van nachtwakers in overleg met het Hoofd van Plaatselijk Bestuur 52 Artikel 28. 17. Aanhouding van een register van gestolen, vermiste of verloren panden • • \ .' 18. Onverwijlde kennisgave daarvan door den Administrateur aan het Diensthoofd ' Overlevering aan de politie van zich aan pandhuisgoederen vergrijpende pandhuisbeambten .... 54 Artikel 33. Opsporing van clandestiene pandhuizen in overleg met het Plaatselijk Bestuur • 56 Verstrekking van fondsen voor spionnen of voor uit- • - ^fi keering van premieen . J" Artikel 36. 4. Vrijstelling van de Inlandsche beambten van nachtelijke ronden- en brandweerdiensten 56 5. Onderscheidingsteekenen voor de Inlandsche beambten; inachtneming van de gebruikelijke beleefdheidsvormen tegenover de Inlandsche hoofden 56 71 MOEKA 8. Perboewatan jang wadjib pada waktoe orang memberitahoekan soerat-gadaiannja hilang 47 Pasal 14. Atoeran jang akan diperhatikan pada waktoe meneboes, menggadaikan lagi atau membajar oewang ketinggalan tidak dengan menjerahkan soerat-gadai ... 47 Pasal 21. Memberi kepada Kepala pemerintahan senegeri barang jang ditinggalkan dalam roemah-gadai atau barang jang kedapatan ada lebih 51 Pasal 24. /. Pegawai roemah-gadai haroes berlakoe patoet kepada orang banjak ... 51 Keterangan dari pegawai roemah-gadai orang banjak tentang memberi-tahoekan keberatannja. . . ■. 51 2. Menegah dalai menggadaikan atau meneboes barang gadai atau mengambil oewang ketinggalan .... 53 3. Tidak mengaboelkan permohonan dari orang banjak akan melihat barang gadainja dengan mengoendjoekkan soerat-gadainja 53 Pasal 26. 5. Pendjagaan dan penerangan roemah-gadai dan pekarangannja 53 6. Mengadakan orang djaga pada malam hari bermoepakatan dengan Kepala pemerintahan senegeri. ... 53 Pasal 28. 17. Memegang soewatoe daftar tentang barang jang ditjoeri dan barang jang hilang 55 18. Pemberi-tahoean dengan segera olé h Administratir kepada Kepala Pekerdjaan roemah-gadai tentang barang itoe. Menjerahkan kepada polisi pegawai roemah-gadai jang berboewat salah akan barang jang dalam roemah-gadai. 55 Pasal 33. Mentjari roemah-gadai gelap semoepakat dengan Kepala pemerintahan senegeri 57 Pemberian oewang akan membajar mata-mata atau akan memberi gandjaran 57 Pasal 36. 4. Pegawai Boemipoetera dibébaskan dari pekerdjaan ronda-malam dan pekerdjaan pompa 57 5. Tanda-tanda bagi pegawai Boemipoetera; mengindahkankehormatan kepada Kepala Boemipoetera. ... 57 72 Artikel 40. BzlUitreiking van te viseeren verlofpassen aan Inlandsche beambten; geheel en gedeeltelijk behoud van bezoldiging bij verloven 58. Artikel 44. 8. Uitreiking van eene quitantie aan daarom uitdrukkelijk verzoekende lossers 58 Artikel 46. Uitbetaling van schadevergoeding wegens verloren gegane panden als anderszins geschiedt na verrekening van de met de verschuldigde rente verhoogde beleeningssommen 50 Artikel 47. Overlevering van den losser aan de politie bij aanbieding van vervalschte pandbriefjes 63 Bijlage; 1 Circulaire van den 1 sten Gouvernements-Secretaris van 13 November 1904 No. 4556 62 73 Pasal 40. . . Moeka Memberi soerat perlop kepada pegawai Boemipoetera jang haroes ditandaï soedah dilihat; menerima gadji tjoekoep atau sebagian sadja selama dalam perlop. . . 59 Pasal 44. 8. Memberikan kwitansi kepada peneboes jang sengadja memintanja Pasal 46. Oanti keroegian karena barang gadai hilang, atau sebab lam diberikan, sesoedahnja ditjaboet oewang gadai serta boenganja ^. Pasal 47 Menjerahkan orang jang meneboes kepada polisi kalau diterimakan soerat-gadai jang dipalsoekan .... 61 Lampiran 1; soerat-édaran dari Sekertaris Ooebernemén jang pertama pada 13 hari boelan November 1904 No. 4556 . 63 DARIPADA SERIE INI TELAH TERBIT: Nomor: Harganja 1/B.B. Pemilihan Kepala-désa ƒ 0.20 2/B.B. Ordonansi-Padjak-Kepala dan Rodi di tanah Djawa dan Madoera 0.20 3/F. Padjak atas Pentjaharian , „ 0.20 4/B.B. Pengoewasaan-désa. . „ 0.20 5/B.B. Ml Permoelaan-kata tentang Hoekoem-tanah dan Ordonansi Pemboekaan Tanah 0.30 6/F. Padjak-potong: a. Pemotongan ternak-besar (héwan-besar), b. Pemotongan babi . . . . -fi?£ , 0.20 7/B.B. Pak toeroen-temoeroen (Erfpacht): a. Pertanian-besar, b. Pertanian-ketjil dan c. Taman-perdijaman dan Roemah-taman „ 0.30 8/B.B. Ketentoean tentang mendirikan Paberik-paberik dan Tempat bernijaga di daérah Hindia-Belanda dan Reglemén- Keselamatan 0.30 9/B.B. Dari hal Padjak-tanah dan empang (tebat ikan) di tanah Djawa dan Madoera . . , 0.30 10/J. Izin masoek dan bertempat doedoek kepada orang Asing di Hindia-Belanda .... , 0.35 11/L.N.H. Ketentoean tentang Pekerdjaan-kehoetanan . „ 0.40 12/J. Memasoekkan kerdja dan memindahkan Boemipoetera ke negeri lain "X_ » 0.40 13/O.E. Ordonansi-waba dan reglemèn memboewangkan toelar „ 0.50 15/B.B. Pemberian tanah Negeri: a. sebagai tanah eigendom; b. dengan hak-opstal; e. dengan hak-opstal atau hak-pakai akan mensahkan pemakaian tanah tidak dengan saiah soewatoe hak oléh orang jang tidak masoek bangsa Boemipoetera jang koerang mampoe dan jang tidak mampoe; ei. dengan hak lain-lain jang koerang loewas koewa- sanja daripada hak-eigendom 0.35 16/B.B. Ordonansi Penjéwaan-tanah. . . , t^i , 0.40 18/B.B. Beberapa perkara-désa „ 0.50 19/L. N. H. Pengoewasan Negeri atas pengobatan héwan . . . „ 0.35 20/O.E. Oeroesan orang gila di Hindia-Belanda. . . . . ■ „ 0.30 21/L. N. H. Ordonansi penjakit gila-andjing: Instituut-Pasteur di Weltevreden; Padjak-andjing . . » 0.45 22/F. Pemoengoetan Tjoekai Barang Koekoesan (arak) Hindia „ 0.25 23/G. B. Ordonansi-minjak-tanah . ... „ 0.40 25/B.B. Barang-barang peletoep , 0.20 26/B.O.W. Pengawasan atas laloe-lintas di djalan-djalan a. Reglemèn Keréta-angin; b. Regremén Motor ... » 0.50 31/J. Pengawasan atas Perkara mentjétak. „ 0.?5 Barang sijapa hendak membeli atau memesan kitab-kitab jang terseboet itoe, hendaklah soerat pesanan bersama dengan oewang harga kitab itoe di'alamatkan ke kantor Commissie voor de volkslectuur („BALAI POESTAKA") di Weltevreden. Memesan seboewah atau tiga boewah sama sekali, haroeslah ditambahi harga 5 sén lagi, goenanja oentoek memboengkoes dan oentoek ongkos mengirimkannia.