DOOB LEIDRAAD VOOR DE ROTTERDAMSCHE MEISJES BIJ DE KEUZE VAN EEN BEROEP DOOR DOOR ANNA POLAK Directrice van het Nationaal Bureau voor Vrouwenarbeid No. 21a DER GOEDKOOPE UITGAVEN bewerkt aan het Nationaal Bureau voor Vrouwenarbeid Van Speijkstraat 30, 's-Gravenhage VOORWOORD. Reeds eenige jaren geleden vatte het Nationaal Bureau voor Vrouwenarbeid het plan op, voorloopig alleen voor de grootere gemeenten ten onzent, boekjes samen te stellen, die tot leidraden zouden kunnen dienen bij de beroepskeuze voor meisjes. Telkens opnieuw toch trof ons het droevige verschijnsel, dat vrouwen in veel grooter getale nog dan mannen hare arbeidstaak beschouwen als een last, die als een looden zwaarte getorst in stede van met opgewektheid en veerkracht gedragen wordt, omdat zij van haar werk niet houden of er niet voor geschikt zijn, terwijl zij zich op een ander plekje van het maatschappelijke arbeidsveld wellicht opperbest op haar plaats zouden gevoelen. Dat zijn de slachtoffers eener verkeerde beroepskeuze, een verschijnsel dat ongetwijfeld te wijten is aan verschillende oorzaken, waarvan niet de minst belangrijke moet worden gezocht in onbekendheid met het bestaan en den aard van een aantal beroepen, de gelegenheid om daartoe te worden opgeleid en de geldelijke vooruitzichten die elk beroep biedt aan de deugdelijk onderlegde arbeidskracht. Even veelvuldig als de oorzaken, zijn ook de noodlottige gevolgen van die verkeerde beroepskeuze gebleken : stuwing van steeds versche scharen werkkrachten naar enkele overvolle beroepen, waar een scherpe concurrentie gaat heerschen en de loonstandaard daalt; onbevredigdheid van de „arbeidster", die moeilijk plaatsing vindt, langzaam opklimt, weinig verdient en haren dagelij kschen arbeid met tegenzin vervult; ontevredenheid ten slotte bij de ouders, die geld hebben besteed aan een opleiding, die zoo luttel resultaat blijkt op te leveren. Tot voor weinige tientallen van jaren werd, behalve in enkele bevoorrechte kringen en ook daar veelal 4 voor de zoons alleen, aan het zoo bij uitnemendheid belangrijke vraagstuk van de beroepskeuze geen of ternauwernood aandacht geschonken. Eerst langzamerhand begint het besef door te dringen, dat arbeid niet slechts de eenige bron is van duurzame welvaart, maar bovendien één der grootste bronnen van levensvreugde voor iedere volwassen valide persoon, zoo vrouwals man En gelijk met dit besef nam ook de zorg toe die er aan de beroepskeuze werd besteed. De brochures die over dat onderwerp gedurende de laatste jaren ten onzent het licht zagen, zijn, voor zoover wij weten, in hoofdzaak de „Gids voor Anwterdamsche Ouders, Voogden, Verzorgers en Onderwijzers;', bewerkt door de afdeeling Amsterdam van de Vereenigmg „Volksonderwijs", de beroepskeuze-boekJ*esu^de Dordtsche, Haagsche en Rotterdamsche Arbeidsbeurzen en vooral van Mameren's „Leidraad bij de keujfe van een ambt, betrekking of beroep" Maar terwijl van Mameren's Leidraad een lijvig boekdeel vormt en voor kleine beurzen onbereikbaar is geven de overige boekjes, ten behoeve zoowel van jongens als van meisjes samengesteld, voor de laatsten niet de uitvoerige inlichtingen die wij in haar belane zouden wenschen. Zoo begonnen wij dan in 1912, volgens een door onszelf vastgesteld plan, een „Leidraad" te bewerken voor den Haag. Deze eerste wegwijzer, die niet zonder eenigen schroom onzerzijds, door vriendelflke bemiddeling van dames en heeren schoolhoofden aan de van school gaande meisjes werd uitgereikt, moest uitteraard als een proef worden beschouwd. Wij konden onmogelijk van te voren weten, of men in onderwijskringen met deze poging tot beïnvloeding van de beroepskeuze der meisjes zou zijn ingenomen, en of de leerlingen en hare ouders wel in het boekje zouden vinden wat wij gemeend hadden, hun er in aan te bieden. Gelukkiglijk heeft de praktijk aangetoond, dat onze schroom ijdel was. Van verschillende schoolhoofden, mannelijke zoowel als vrouwelijke, mochten wij beluigingen van instemming ontvangen; herhaaldelijk bleek ons, dat van den Leidraad een ruim gebruik werd gemaakt, en zelfs uit andere gemeenten werd de brochure besteld. 5 Met vertrouwen zijn wij dus in die richting verder gegaan. In 1913 verscheen de Amsterdamsche; in 1914 de Rotterdamsche Leidraad, terwijl van den Haagschen een 2e verbeterde druk in het licht werd gegeven. In 1915 bewerkten wij, naast een herdruk van den Amsterdamschen gids, een algemeenen Leidraad, die voorlichting bij de beroepskeuze der meisjes beoogt te verstrekken voor het geheele land, met uitzondering van de drie groote steden. Thans is ook van den Rotterdamschen Leidraad een herdruk noodzakelijk geworden, die, daar uitteraard het maatschappelijk leven aan voortdurende wisseling onderhevig is, in menig opzicht afwijkingen van zijn voorganger vertoont. Voor sommige vakken zijn nieuwe opleidingsgelegenheden geopend. In verschillende ambten of beroepen werd de bezoldiging verhoogd. In het ééne vak zijn de vooruitzichten slechter, in het andere beter geworden. Hier schrompelde het arbeidsveld in, ginds daarentegen vergrootte het zich Tot allen, die ons bij het verzamelen der nieuwe gegevens behulpzaam hebben willen zijn: de dames de Veer—Blok Wybrandi, Ebbeler, Meinesz, Munting, en Zijp—van Laak, worde hier een woord van harteüjken dank gericht. Moge door deze herziene uitgave wederom menig meisje worden gevoerd naar een toekomst van nuttigen arbeid, die in eiken kring onzer samenleving welvaart, waardigheid en levensbevrediging schept! Den Haag, najaar 1915. INLEIDING. EEN WOORD AAN OUDERS OF VOOGDEN. Reeds vroeg plegen ouders zich bezig te houden met de vraag: „wat moet onze jongen worden ?" Soms wordt de toekomst van den mannelijken spruit in de wieg reeds vastgesteld. Met betrekking tot de dochter daarentegen wordt die vraag eerst veel later, in menig gezin zelfs nooit gehoord. En toch moesten ouders en voogden met evenveel zorg het beroep kiezen dat door hun meisjes, als dat hetwelk door hun jongens beoefend zal worden. Volstrekt niet alleen voor zoover het ongefortuneerde meisjes betreft. Want vooreerst: geld kan verloren gaan, maar hetgeen men verzameld heeft aan kennis of practische handigheid, is een duurzaam bezit; een schat, voor het leven vergaard 1 En hovendien: géén brood smaakt zoo lekker als het eigen verdiende; en het zou wel zeer onbarmhartig zijn, om juist het rijke meisje dat genot te ontzeggen. Zij zou daardoor armer worden dan hare armste zusteren. Intusschen, de overgroote meerderheid der Nederlandsche meisjes is niet van rijken huize. Ze moeten wel degelijk zeiven, volwassen geworden, in eigen onderhoud voorzien; velen helaas 1 lang vóór zij volwassen zijn. Overwegingen omtrent een wellicht te verwachten huwelijk mogen daarbij geen gewicht .in de schaal leggen. Ouders en voogden, die op dien grond hun dochter of pupil geen vak laten leeren, bandelen onverantwoordelijk ; en van menig gebroken leven zouden de muren van ons Bureau kunnen vertellen, als waarschuwing voor die ouders, voor wie het nog niet te laat is, en in wier macht het nog staat, het leven van hun kind ten goede te leiden. 7 Immets: niemand is het gegeven, in de toekomst te zien. Het kan wezen, dat een meisje in het geheel niet trouwt; dat zij eerst laat, tégen of na haar 30ste jaar in het huwelijk treedt; dat zij ook na haar huwelijk op de eene of andere wijze in het onderhoud van het gezin moet bijdragen ; terwijl in ieder geval een meisje dat haar eigen brood verdient zich veel vrijer voelt tegenover den man die haar ten huwelijk vraagt en veel eerder de stem van haar hart kan volgen, dan degene die niet in haar onderhoud kan voorzien, en dus den eersten den besten — of „slechtsten" ? — moet aannemen, uit angst, dat zij misschien onverzorgd zal achterblijven. Vast staat dus, dat ieder meisje evenals iedere jongen deugdelijk moet worden opgeleid voor eenig beroep. Maar voor welk beroep? In de eerste plaats voor dat beroep, dat het meest met haar aanleg en lichamelijke gesteldheid overeenkomt. Wie handig en met voorliefde knutselt, moet geen vak kiezen, waar alleen hoofdwerk voor wordt vereischt. Wie het meeste pleizier heeft in rekenen, moet niet verder leeren voor een beroep, waar taal de hoofdzaak is. Een zwak meisje moet geen strijkster worden, en een zenuwachtig persoontje geen telefoniste. Maar niet alleen met den aanleg van het meisje, ook met de vooruitzichten in de verschillende vakken moet terdege worden rekening gehouden. Anders loopt men gevaar een beroep te kiezen, dat geen middel van bestaan oplevert; hetzij tijdelijk, doordat gedurende eenige jaren te velen zich juist voor dat vak hebben bekwaamd; hetzij blijvend, omdat het een achteruitgaand vak is, of omdat het slechts voor een enkele plaatsing biedt. Wij hebben getracht, U bij de zoo moeilijke beroepskeuze voor meisjes een leidraad te verschaffen, bestaande in: I. een lijst van beroepen, in Nederland door vrouwen vervuld; II. een lijst van beroepen, waarvoor in Rotterdam opleiding te vinden is; III. inlichtingen omtrent die opleiding en omtrent de vooruitzichten in die beroepen; IV. een lijst van beroepen, 8 waarvoor alleen buiten Rotterdam opleiding te verkrijgen is; V. inlichtingen omtrent de plaats(en) waar dan die opleiding te vinden is en omtrent de vooruitzichten in die beroepen; VI. een lijst van beroepen, waarvoor (nog) geen opleiding bestaat of waarvoor opleiding niet noodig is; VII. eenige inlichtingen omtrent de vooruitzichten in die beroepen. Betreffende de opleiding buiten Rotterdam konden wij geen nadere gegevens verstrekken, omdat daardoor ons boekje een veel te groote uitbreiding zou ondergaan. En ook in verschillende andere opzichten moesten wij wegens gebrek aan ruimte beknopter zijn, dan wij ten behoeve der belanghebbenden wel hadden gewenscht. Zoo kon van verschillende ambten, betrekkingen of beroepen waarvoor men niet rechtstreeks kan worden opgeleid, omdat nog van tal van andere omstandigheden afhankelijk is, of men de begeerde taak eenmaal vervullen zal, alleen worden opgegeven, welke vorming voor het vak in questie in ieder geval onontbeerlijk is. Bijvoorbeeld: wanneer wij onder de beroepen waarvoor te Rotterdam opleiding te verkrijgen is, opnoemen: hoofd eener school, directrice van een ziekenhuis, hoofd van een handelszaak... dan beteekent dat — wij vermelden dit hier, omdat sommige dergelijke opgaven wel eens schijnen te zijn misverstaan — geenszins, dat men op de eene of andere speciale wijze juist voor die beroepen of betrekkingen kan worden bekwaamd! Immers, voor directrice van een ziekenhuis bestaat er ten onzent geen bijzondere opleiding. Tallooze malen wordt de hoofdacte behaald, zonder dat de bezitter of bezitster ooit tot schoolhoofd wordt benoemd. Er zijn uitnemende krachten in den handel, die het nooit brengen tot chef eener zaak. Wij meenen alleen in onzen Leidraad te moeten aanwijzen, welken weg een meisje, wie een der bovenaangeduide beroepen of betrekkingen of een ander, gelijksoortig, vak aantrekkelijk voorkomt, moet inslaan, om — indien aanleg en omstandigheden medewerken — eenmaal het door haar gewenschte doel te bereiken. Ook hierin moesten wij onvolledig blijven, dat slechts zeer zelden examen-eischen, tijdstip en plaats van 9 aangifte en nooit het bedrag der examen-gelden werden vermeld; terwijl niet dan bij uitzondering eenigszins uitvoerig de werkzaamheden werden omschreven, die aan eenig bepaald beroep verbonden zijn. Met zorg werd gepoogd, duidelijkheid aan beknoptheid te paren. Waar desondanks de Leidraad tekort schiet, daar is ons Bureau, Van Speykstraat 30, Den Haag, gaarne bereid, zoowel mondeling als schriftelijk zooveel mogelijk aanvullende inlichtingen te geven. Eiken werkdag is het tusschen 9 en 12, 2 en 4 uur voor bezoekers toegankelijk. Nog op enkele punten, ten nauwste met het vraagstuk van de vakopleiding samenhangend, zouden wij uw aandacht willen vestigen: op het voordeel eener zoo breed mogelijke algemeene ontwikkeling, eer de eigenlijke vakopleiding een aanvang neemt; op den ernst waarmede het meisje even goed als de jongen haar toekomstig beroep behoort te beschouwen; en, ten slotte, op de gezondheid der aanstaande „arbeidster". Ieder beroep, het eenvoudigste zoowel als het geleerdste, wordt, in het algemeen gesproken, beter vervuld, naarmate de speciale vakbekwaamheid op een steviger basis van algemeene kennis is gegrond. Immers, hoe ruimer het veld is dat iemand kan overzien, des te verstandiger zal hij arbeiden op het kleine plekje gronds, dat hem ter bewerking werd toegewezen. Daarom hopen wij zeer, dat die meisjes, voor wie de school voor M.U.L.O., de H.B.S. of het gymnasium gesloten moet blijven, althans de herhalingsscholen of de herhalings-cursussen zullen bezoeken. Wij twijfelen niet, of heeren en dames schoolhoofden zullen bereid gevonden worden, een ieder, die zijn dochtertje het herhalingsonderwijs wenscht te doen volgen, op de hoogte te brengen van alles wat daarvoor te weten noodig is. Ook omtrent de kostelooze plaatsen op de verschillende inrichtingen van onderwijs te Rotterdam zullen de schoolhoofden zeker gaarne inlichtingen geven. Menig meisje zou heel wat beter toegerust kunnen worden vóór de reis door het leven, indien de gelegenheid tot meerdere ontwikkeling niet dikwijls uit sleur of laksheid werd verzuimd. 10 Niet minder gewenscht dan eenige meerdere ontwikkeling voor, is eenige meerdere ernst van de vrouwelijke arbeidskracht. Gebrek aan ernst bij de „arbeidsters" — in hoevele vakken hoorden wij daarover klagen ! Hoe menig meisje ziet nog alleen een tijdpasseering in haar werk, dat zij zonder belangstelling verricht, zonder begeerte om in haar vak vooruit te komen, zonder verantwoordelijkheidsgevoel tegenover de dagelijksche taak, en — hetgeen als de oorzaak zoowel als het gevolg daarvan te beschouwen is — zonder liefde er voor. Wij gelooven, dat die noodlottige gezindheid zich wel degelijk langzamerhand in gunstige richting kan wijzigen, indien onderwijzers en ouders willen medehelpen. Dan zal op den duur ook in de opgroeiende meisjes het bewustzijn ontwaken, dat zij, evenals ieder ander, haar eigen plaatsje op aarde zoo goed mogelijk moeten vullen, en haar onderhoud: huisvesting, voeding, kleeding — altemaal producten van menschenarbeid — eerlijk moeten verdienen, door ook zeiven te arbeiden met alle kracht en verstand, die te harer beschikking staan. Wat nu eindelijk de gezondheid der aanstaande arbeidster betreft — in zoo menig beroep hoort men de klacht uiten, dat juist de vrouwelijke werkkrachten zooveel verzuimen, somtijds door voorgewende, maar dikwijls ook door werkelijke ziekte. Het komt ons voor, dat een groot gedeelte der schuld daarvoor moet worden geschoven op de opvoeding, die de jongens buiten schooltijd in de open .lucht laat spelen en ravotten, en de meisjes, kleine moedertjes van kindsbeen af, binnen houdt voor allerhande huiselijke bezigheden. Wanneer die noodzakelijke verrichtingen nu in het vervolg eens beurtelings aan alle kinderen worden opgedragen, dan zullen stellig de jongens er handiger, redzamer en vooral ook minder ruw en zelfzuchtig op worden, en de meisjes, door meer te genieten van licht en lucht, beweging en zonneschijn, sterker jonge vrouwen worden, krachtiger aanstaande moeders van een toekomstig geslacht, die bovendien ook beter tegen haar werk zullen zijn opgewassen. De meisjes zullen het dan op hare beurt stellig later voelen als haar plicht — een plicht tegenover de ouders 11 die haar in staat stelden, tot flinke wèl onderlegde vakvrouwen op te groeien, en niet minder ook tegenover zichzelven en de gemeenschap — om haar werk te verrichten met opgewektheid en toewijding; door verstandig arbeids- en rusttijden, inspanning en uitspanning te doen afwisselen, haar gezondheid te bewaren; en het voorwenden van ziekte te vermijden, als een oneerlijk en harer onwaardig middel, om hare taak op anderer schouders te schuiven. En nog van iets anders zullen die jonge vrouwen zich bewust zijn: dat zij voor goed verrichten arbeid behoorlijke arbeidsvoorwaarden kunnen bedingen en zich niet moeten tevreden stellen met een kariger bezoldiging dan haar mannelijke collega's, wier werk niet vlugger en niet beter gedaan wordt dan het hare. Het middel nu om rechtmatige verlangens ingewilligd te krijgen is: aaneensluiting der belanghebbenden. Géén flinke arbeidster met hoofd of hand die verzuimen raag, lid van hare vakorganisatie te worden. Wij hebben dan ook steeds, voor zoover ze ons bekend waren, de vakvereenigingen onder de verschillende beroepen vermeld. Zoo hopen wij dan, dat deze leidraad ons weder iets nader'zal brengen tot de ideale toekomst, waarin ook iedere vrouw zal arbeiden met vreugde en toewijding aan werk dat overeenkomt met haar eigen aard en aanleg,'en waardoor haar, in grootere of kleinere mate, in ieder geval bescheiden welvaart gewaarborgd wordt. Ook de arbeidster is haar loon waardig; te meer, waar zij het juiste inzicht toont te bezitten in hetgeen haar plicht is en haar recht! I. Lijst van Ambten, Betrekkingen en Beroepen, in Nederland door Vrouwen vervuld. I. Ambten, betrekkingen en beroepen van huishoudelijken aard. ts Hulp in de huishouding. 2. Huishoudster. 3. Huisverzorgster. 4. Dienstbode (kindermeisje; dienstbode alleen; keukenmeisje ; werkmeisje of 2e meisje; kamermeisje ; linnenmeisje of 3e meisje). 5. Kamenier-linnenmeisje. 6. Kamenier. 7. Juffrouw van gezelschap. 8. Hofdame. 9. Kookster. Kokkin. 10. Directrice van een coöperatieve keuken. 11. Directrice van een armhuis. 12. Kosteres- 13. Toiletjuffrouw. 14. Bad vrouw. 15. Linnenjuffrouw op een boot. Stewardess. 16. Garderobe-bewaarster. 17. Werkvrouw. 18. Kamerverhuurster of pensionhoudster. II. Ambten, betrekkingen en beroepen op hei gebied van opvoeding en onderwffs. 19. Gouvernante. 20. Kinderjuffrouw. 21. Directrice van een tehuis voor schoolg. kinderen. 22. Hulpkracht in „ „ „ „ „ 23. Hoofd eener school voor voorbereidend onderwijs. 24. Onderwijzeres aan een school voor voorbereidend onderwijs. 25. Privaat-onderwijzeres in het fröbelen. 26. Hoofd eener lagere school. 13 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. 46. 47. 48. 49. 50. 51. 52. 53. 54. 55. 56. 57. 58. 59. 60. Onderwijzeres aan een lagere school. „ „ „ school voor achterlijken. „ » » » „ doofstommen. Directrice eener tuchtschool voor meisjes. Onderwijzeres aan een tuchtschool voor meisjes. Directrice van een rijksopvoedingsgest. v. meisjes. Onderwijzeres aan een rij ksopvoedingsgesticht voor meisjes. Onderwijzeres aan een strafgevangenis of rijkswerkinrichting.Onderwijzeres of leerares in nuttige handwerken. „ in koken en huishoudelijke vakken. „ of leerares in teekenen. » » >f » muziek. » » » » zang. • „ » „ declamatie of hygië¬ nisch spreken. Onderwijzeres of leerares In gymnastiek. n » » » dansen. „ „ „ „ zwemmen. » ii » h stenografie, a J „ „ boekhouden. Leerares in handelscorrespondentie. | „ het costuumvak. I „ het lingerievak. I „ fraaie handwerken. „ „ huishoudkunde. „ „ in koken en voedingsleer. | u waschbehandeling en strijken. Werkmeesteres aan een rijksopvoedingsgesticht. Leerares bij het landbouwhuishoudonderwijs. Ambtenare aan een gasfabriek. Directrice van of leerares aan een school voor middelbaar onderwijs. Leerares aan een school voor voorbereidend hooger onderwijs. Assistente aan een hoogeschool. Privaat-docente aan een hoogeschool. ') Lector aan een hoogeschool. 2) 1) Vijf in ons land: twee te Leiden, twee te Utrecht, ééne te Amsterdam. 2) Eéne: te Qroningen. 14 61. 62. 63. 64. 65. III, 66. 67. 68. 69. 70. 71. 72. 73. 74. 75. 76. 77. 78. 79. 80. 81. 82. 83. IV. 84. Directrice van een particulier opvoedingsgesticht, doorgangs- of reddingshuis. Hulpkracht aan een particulier opvoedingsgesticht, doorgangs- of reddingshuis. Opvoedster in een Christelijk philanthropische instelling. Directrice van een weeshuis. Directrice of adjunct-directrice van een volkshuis (Toynbee-inrichting). Ambten, betrekkingen en beroepen op het gebied van verpleging en verzorging. Directrice van een ziekenhuis. Hoofdverpleegster, le verpleegster, verpleegster in een ziekenhuis. Particulier verpleegster. Wijkverpleegster. Reserve-zuster bij den diakonessenarbeid. Assistente bij een geneesheer of aan een polikliniek. Directrice van of hulpkracht aan een vacantie- kolonie of herstellingsoord. Krankzinnigenverpleegster. Kraamverzorgster. Baker. Vroedvrouw. Meesteres-vroedvrouw aan een kweekschool voor vroedvrouwen. Hoofd eener crèche (kinderbewaarplaats), of toevlucht voor zuigelingen. Hulpkracht aan een crèche. Enquêtrice of huisbezoekster in dienst der tuberculose-bestrijding. Heilgymnaste-masseuse. Leerares in hygiënisch spreken en . adem-gym- nastiek. Manicure-pédicure. Betrekkingen en beroepen in handel en op kantoor. Hoofd van, of „deelgenoote" in een groothandelsof winkelzaak. 15 85. 86. 87. 88. 89. 90. 91. 92. 93. 94. 95. 96. 97. 98. 99. 100. 101. 102. 103. 104. 105. 106. 107. 108. 109. 110. 111. 112. V. 113. 114. 115. 116. 117. 118. Procuratiehoudster. Correspondente. Steno-typiste. Typiste. Boekhoudster. Assistent-accountant. Caissière. Beambte of bediende bij een coöperatieve vereeniging. Administratrice (hoofd eener administratie). Particulier secretares. Verkoopster. Winkelbediende. Buffetjuffrouw. Ouvreuse in schouwburg of bioscoop. Bode. Agentes. Inspectrice, adjunct-inspectrice eener verzeke- ri n gs-maatschappij. Handelsreizigster. Acquisitrice. Colportrice. Depóthoudster. Kioskjuffrouw. Makelaarster. Houdster van een bemiddelings-bureau. Besteedster. Koopvrouw. Collectrice van de staatsloterij. Bibliotheekhoudster. Uitgeefster. Commissionnaire in effecten. Directrice van een bankinstelling. Industriëele beroepen en betrekkingen, met uitzondering van de nijverheidskunst. Hoofd van een fabriekmatig bedrijf. Apotheker. Provisor. Apothekers-assistente. Drogiste. Detacheuse (vlekken-uitmaakster) in chemische wasscherijen. Directrice van of hoofdopzichteres aan een waschinrichting. 16 119. 120. 121. 122. 123. 124. 125. 126. 127. 128. 129. 130. 131. 132. 133. 134. 135. 136. 137. 138. 139. 140. 141. 142. 143. 144. 145. 146. 147. 148. 149. 150. 151. Strijkster. Arbeidster in de wasch-industrie, met uitzondering der strijkster, der detacheuse en der opzichteres. Glazenwasscher. :) Barbierster. Kapster en haarwerkster, patrones. Kapster en haarwerkster, werkneemster. Kapster, zelfstandig gevestigd. Modiste, patrones. Modiste, werkneemster. Pettenmaakster. Corsettenmaakster-bandagiste, patrones. » » » , werkneemster. Costuumnaaister-kleedermaakster, patrones. Coupeuse. Taillewerkster. Rokkenwerkster. Mantelwerkster. Linnennaaister, patrones. „ , werkneemster. Huisnaaister. Verstelnaaister. Stopster. Directrice van de linnenkamer eener stoomvaartmaatschappij. Bontwerkster. Behangersnaaister. Arbeidster in de kalkfabricage. » » » fabricage van steen of grof aardewerk. Arbeidster in de fabricage van fijn aardewerk en porcelein. Arbeidster in de fabricage van glas, kristal en spiegels. Diamantbewerkster. •MtsJflë' Arbeidster in het boekdrukkersbedrijf (typografe; brocheerster). Arbeidster in de chemische nijverheid. i „ n fabricage van kaarsen, olie, vernis, vet, zeep. 1) Voor zoover wij weten, ééne in ons land: te Alkmaar. 17 J52. 153. 154. 155 156. 157. 158. 159. 160. 161. 162. 163. 164. 165. 166. 167. 168. 169. 170. 171. 172. 173. 174. 175. 176, 177. 178. 179. 180. 181. 182. 183. 184. Arbeidster in de fabricage van lucifers. Arbeidster in de fabric. van verfstoffen, kunst. mest,, lijm. Arbeidster in de fabricage van kurk-, stroo-, borstelwerk. Rietvlechtster. Arbeidster in de fabricage van snij- en draaiwerk. „ „ „ stroohoeden-fabricage. „ „ „ fabricage van parapluies en parasols. Arbeidster in de beddenfabricage. * „ „ dekenfabricage. » „ „ leerfabricage. n „ „ schoenenfabricage. Stalenplakster. ' Arbeidster in de fabricage van wasdoek en caoutchouc. Verveenster. Arbeidster in de turfstrooisel-fabricage. Bewerkster van edele metalen. „ „ niet-edele metalen. Arbeidster in de fabricage van electrische gloeilampen. Arbeidster in de lompensorteerderij. „ „ „ papierfabricage. „ „ „ papier- en cartonbewerking. „ „ „ etuisfabricage. Spinster. Hekelaarster. Weefster. Breister. Arbeidster bij het apprêteeren, bleeken, drukken, verven. Arbeidster in de band-, koord-, passement- en wattenfabricage. Arbeidster bij de touwfabricage. » „ „ meelfabricage. ■ » » fabricage van koek, puddingpoeder, biscuit, vermicelli, suikerwerken. Arbeidster in de beetwortelsuiker-, aardappelmeel, stroop- en stijfsel-fabricage. Arbeidster in de cacao- en chocolade-fabricage. 18 185. 186. 187. 188. 189. 190. 191. 192. 193. 194. 195. 196. 197. 198. 199. 200. 201. 202. 203. 204. 205. 206. 207. 208. 209. 210. 211. VII. Technische ambten, betrekkingen en beroepen. 212. Civiel-ingenieur. 213. Scheikundige bij den keuringsdienst. 214. Technoloog (scheik. in industrieele bedrijven). Arbeidster bij de bewerking van koffie, cichorei en suikerstroop. Arbeidster in de fabricage van verduurzaamde levensmiddelen. Arbeidster in de darmschraperij. Haringspeetster. Qarnalenpelster. Oestersteekster. Arbeidster in de zuivelfabricage. „ „ „ margarinefabricage. „ „ „ vruchtensappenfabricage. „ „ „ tabak- en sigarenfabricage. „ „ „ erwten- en zaadlezerij. Bloemenbindster. Horlogemaakster. FabrieksoDzichteres. Verpakster. VI. Beroepen en betrekkingen op het gebied der nijverheidskunst. Kantwerkster. Borduurster. Goudborduurster. Kunstnaaldwerkster. Costuum-ontwerpster.') Handweefster. Batikster. Lithografe. Photografe. Retoucheuse. Cartonnage-werkster. Leerbewerkster, boekbindster. Decoratief beeldhouwster. Houtsnijdster. Metaalbewerkster: drijf ster,inlegster,emailleerster. 1) Voor zoover wij weten, 2 in ons land: ontwerpsters van tooneel-costumes. 19 215. Assistente bij de rijks-commissie voor graad¬ meting en waterpassing. 216. Assistente aan een rijkslandbouwproefstation. 217. Analiste aan een rijkslandbouwproefstation of in een laboratorium. 218. Adjuncte aan een rijksproefstation voor zaad- conlröle. 219. Amanuensis in een laboratorium. 220. Preparatrice van microscopische preparaten. 221. Tandtechnica. 222. Goudsmid-reparatrice. 223. Pianostemster. VIII. Beroepen en betrekkingen in, of verband houdende met, land- en tuinbouw. 224. Boerin. 225. Landbouwster. 226. Tuinbouwkundige (kweekster). 227. Tuinierster. 228. Tuinarchitecte. 229. Houdster van een hoenderpark. 230. IJmker. XI. Ambten, betrekkingen en beroepen op het gebied van het verkeerswezen, met uitzondering van den dienst der posterijen, telegrafie en telefonie. 231. Stationchef. ') 232. Commies, klerk of surnumerair in dienst van een spoorwegmaatschappij. 233. Wisselwachteres. 234. Vrouwelijke stationskruier. 2) 235. Gids. 236. Koetsier. 3) 237. Hótel-houdster. X. Ambten bij den dienst der posterijen, telegrafie en telefonie. 238. Directrice van een post- en telegraafkant. 4) 1) Voor zoover wij weten, i ons land: te Mastenbroek. 2) Voor zoover wij weten, 1 ons land: te Bergen-op-Zoom. 3) Voor zoover wij weten, 1 ons land: te Domburg. 4) Te Bienkelen, Hengelo (O.), Nnnspeet, Venraayen Warmond. 20 239. 240. 241. 242. 243. 244. 245. 246. XI. 247. 248. 249. 250. 251. 252. 253. 254. 255. 256. 257. 258. 259. Commies bij posterijen en (of) telegrafie. Surnumerair „ „ » » „ Klerk „ „ „ „ „ Hulptelegrafiste, telegrafiste. Kantoorbediende. Hulptelefoniste, rijkstelefoniste. Assistente bij het hoofdbestuur der posterijen en telegrafie. Brievengaardster. Ambtelijke betrekkingen, met uitzondering van het onderwijs en den dienst der posteryen, telegrafie en telefonie. Commies in dienst van het rijk. Adjunct-commies in dienst van rijk, prov. of gemeente. Klerk in dienst van rijk, prov. of gemeente. Schrijfster in dienst van rijk, prov. of gemeente. Rekenaar bij de sterrenwacht. Directrice,') onder-dir. eener rijks-strafinrichting. Zaalopzichtster aan een rijks-strafinrichting. Inspectrice, adjunct-inspectrice van den arbeid. Arrondissements-schoolopzienster. 2) Qemeente-inspectrice bij het lager, voorbereidend of handwerk-onderwijs. *)" Opzichteres bij de schoolkinderbaden. Politie-assistente. 4) Directrice, adjunct-directrice eener gemeentelijke arbeidsbeurs. XII. Ambten, betrekkingen en beroepen van maatschappeUjken aard. 260. Predikante. 261. Godsdienst-leerares bij de Remonstr. Broedersch. 262. Godsdienst-onderwijzeres. 263. Officier bij het Leger des Heils. 1) Te Appingedam en te Qorinchem. 2) Te Doetinchem. 3) Te Amsterdam, Rotterdam, Meppel en Nijmegen. 4) Te Rotterdam en te 's-Gravenhage. 21 264. 265. 266. 267. 268. 269. Stationsjuffrouw. Woningopzichteres. Armverzorgster. Diakones. Propagandiste. Arbeidster in andere betrekkingen van maatschappelijken aard. XIII. Ambten, betrekkingen en beroepen, waarvoor een meer of minder wetenschappelijke vorming wordt vereischt, met uitzondering van sommige onderwijs-, technische, industriëele en maatschappelijke betrekkingen. 270. 271. 272. 273. 274. 275. 276. 277. 278. 279. 280. 281. Candidaat-notaris. Advocaat. Arts (ook schoolarts, [contröleerend] gemeentearts, directrice van of geneeskundige aan een ziekenhuis of kliniek). Tandarts. Directrice van een laboratorium. Conservatrice aan een wetenschapp. verzameling. Archivares, adjunct-arehivares 1). Bibliothecares, bibliotheek-beambte. Accountant 2). Actuaris, adjunct-actuaris. Correctrice. Beëedigd translatrice. XIV. Beroepen en betrekkingen op het gebied van letteren en kunst. 282. 283. 284. 285. 286. Letterkundige. Redactrice. Journaliste, verslaggeefster, recensente. Schilderes. Etsster, graveerster, illustratrice. 1) Eéne archivares: te Leeuwarden, en 2adjunct-archivaressen: te Alkmaar en te Rotterdam. 2) Voor zoover wij weten, 2 in ons land. 22 287. 288. 289. 290. 291. 292. 293. 294. 295. 296. 297. 298. Beeldhouwster. Architecte. Componiste. Soliste. Orkestlid. Concertzangeres. Koriste. Concertmeesteres. 0 Organiste. Tooneelspeelster. Souffleuse. Balletdanseres. Explicatrice bij bioscoopvoorstellingen. Declamatrice. Lectrice (voorlezeres). 1) Eéne bij ons te lande: aan het orkest van een opera. II. Lijst van Ambten, Betrekkingen en Beroepen, door Vrouwen te vervullen, waarvoor IN ROTTERDAM opleiding te vinden is. I. Ambten, betrekkingen en beroepen van huishoudelijken aard. 1. Hulp in de huishouding. 2. Huishoudster. 3. Dienstbode. 4. Kookster. Kokkin. 5. Directrice van een coöperatieve keuken. 6. Directrice van een armhuis. 7. Linnenjuffrouw op een boot. Stewardess. II. Ambten, betrekkingen en beroepen op het gebied van opvoeding en onderwijs. 8. Gouvernante. 9. Kinderjuffrouw. 10. Hoofd eener school voor voorbereidend onderwijs. 11. Onderwijzeres aan een school voor voorbereidend onderwijs. 12. Privaat-onderwijzeres in het fröbelen. 13. Onderwijzeres aan een lagere school. 14. Hoofd eener lagere school. 15. Onderwijzeres aan een school voor achterlijken. 16. Onderwijzeres of leerares aan een school voor doofstommen. 17. Directrice eener tuchtschool voor meisjes. 18. Onderwijzeres aan een tuchtschool voor meisjes. 19. Onderwijzeres aan een rijksopvoedingsgesticht voor meisjes. 20. Onderwijzeres aan een strafgevangenis of rijks¬ werkinrichting. 21. Onderwijzeres of leerares in nuttige handwerken. 24 22. Onderwijzeres of leerares in teekenen. 23. „ „ „ „ muziek of zang. 24. „ „ » » declamatie of hygiënisch spreken. 25. Onderwijzeres of leerares in gymnastiek. 26. „ „ „ „ dansen. 27. „ „ n » zwemmen. 28. „ „ „ „ stenografie. 29. | „ „ „ boekhouden. 30. Leerares in handelscorrespondentie. 31. „ | het costuumvak. 32. „ nu lingerievak. 33. , „ fraaie handwerken. 34. Directrice van of leerares aan een school voor middelbaar onderwijs. III. Ambten, beroepen en betrekkingen op het gebied van verpleging en verzorging. 35. Directrice van een ziekenhuis. 36. Hoofdverpleegster, eerste verpleegster, verpleeg¬ ster, particuliere verpleegster, wijkverpleegster. 37. Reserve-zuster bij den diakonessenarbeid. 38. Directrice van of hulpkracht bij een vacantie- kolonie of herstellingsoord. 39. Krankzinnigenverpleegster. 40. Vroedvrouw. 41. Meesteres-vroedvrouw. 42. Hoofd eener crèche of toevlucht voor zuigelingen. 43. Hulpkracht aan een crèche of toevlucht voor zuigelingen. 44. Enquêtrice of huisbezoekster in dienst der tuber¬ culose- best rij di n g. 45. Leerares in hygiënisch spreken en ademgymnastiek. 46. Heilgymnaste-masseuse. IV. Beroepen en betrekkingen in handel en op kantoor. 47. Hoofd van of deelgenoote in een groothandels- of winkelzaak. 48. Procuratiehoudster. 49. Correspondente. 25 50. Steno-typiste* 51. Typiste. 52. Boekhoudster. Assistent-accountant. 53. Beambte of bediende bij een coöperatieve ver- eeniging. 54. Commissionnaire in effecten. 55. Directrice eener bankinstelling. V. Industriëele beroepen en betrekkingen, met uit¬ zondering van de nijverheidskunst. 56. Hoofd van een fabriekmatig bedrijf. 57. Apothekers-adsistente. 58. Drogiste. 59. Strijkster. 60. Kapster, haarbewerkster. 61. Modiste. 62. Pettenmaakster. 63. Corsetten-maakster, bandagiste. 64. Costuumnaaister-kleedermaakster. 65. Coupeuse. 66. Taillewerkster. 67. Rokkenwerkster. 68. Mantelwerkster. 69. Linnennaaister. 70. Huisnaaister. 71. Verstelnaaister. 72. Stopster. 73. Directrice van de linnenkamer eener stoomvaart¬ maatschappij. 74. Bontwerkster. 75. Behangersnaaister. VI. Beroepen en betrekkingen op het gebied der nijverheidskunst. 76. Kantwerkster. 77. Borduurster, goudborduurster. 78. Kunstnaaldwerkster. 79. Photografe. Retoucheuse. 80. Decoratief beeldhouwster. 26 VII. Technische ambten of betrekkingen. 81. Analiste aan een rijkslandbouwproefstation of in een laboratorium. 82. Adjuncte aan een rijksproefstation v. zaadcontróle. VIII. Ambten en beroepen op het gebied van het verkeerswezen, met uitzondering van den dienst der posterijen, telegrafie en telefonie. 83. Stationchef. 84. Commies, klerk of surnumerair in dienst van een spoorwegmaatschappij. 85. Hötelhoudster. IX. Ambten bij den dienst der posteryen, telegrafie en telefonie. 86. Directrice van een post- en telegraafkantoor. 87. Commies bij posterijen en (of) telegrafie. 86. Surnumerair bij posterijen en (of) telegrafie. 87. Klerk „ „ B 88. Hulptelegrafiste. Telegrafiste. 89. Kantoorbediende. 90. Hulptelefoniste. Rijkstelefoniste. 91. Assistente bij het hoofdbestuur der posterijen en telegrafie. X. Ambtelijke betrekkingen, met uitzondering van het onderwijs en den dienst der posterijen, telegrafie en telefonie. 92. Klerk in dienst van rijk, provincie of gemeente. 93. Rekenaar bij de sterrenwacht. 94. Arrondissements-schoolopzienster. 95. Gemeente-inspectrice bij het lager, voorbereidend of handwerk-onderwijs. XI. Betrekkingen en beroepen van maatschappeUjken aard. 96. Godsdienst-onderwijzeres. 97. Diacones. 27 XII. Ambten, betrekkingen en beroepen, waarvoor een meer of minder wetenschappelijke vorming wordt vereischt, met uitzondering van sommige onderwijs-, technische, industrieele en maatschappelijke betrekkingen. 98. Candidaat-notaris. 99. Accountant. 100. Actuaris, adjunct-actuaris.' 101. Beëedigd translatrice. XIII. Beroepen en betrekkingen op het gebied van letteren en kunst. 102. Scheppend kunstenares op het gebied der beel¬ dende kunsten. 103. Architect. 104. Componiste. 105. Uitvoerend kunstenares op het gebied van muziek. III. Inlichtingen omtrent Opleiding voor, en Vooruitzichten in de Ambten, Betrekkingen en Beroepen, door Vrouwen te vervullen, waarvoor IN ROTTERDAM opleiding te verkrijgen is. 1. 2. Hulp in de huishouding. Hulshoudster of Huishoudkundige. Getuigschrift of diploma voor plaatsing niet altijd geëischt, maar zeer gewenscht. Opleiding : Kook- en Huishoudschool, Terwenakker 12. Duur; wordt jaarlijks bepaald; te bevragen aan de school. Kosten: f 250 per jaar. Getuigschrift der school kan worden verworven. Betrekking: vaste hulpkracht in een gezin ter assistentie der huisvrouw, tijdelijke hulpkrachl in een gezin ter vervanging der huisvrouw, vaste hulpkracht in een inrichting; hoofd van de huishouding in een gezin of een inrichting. De tijdelijke hulpkracht kan naar Ned. gemeenten worden uitgezonden, veelal telkenmale voor den tijd van 6 weken in eenzelfde gezin, door de Ver. „Tijdelijke Hulp in Huisgezinnen", secr. Mw. J. H. de Waal, Apeldoornscheweg 81, Arnhem; of door de Ver. „ Voor Steun en tijdelijke vervanging der Huisvrouw", secr.: Mw. B. Westhoff—v. d. Mandele, Wilhelminastraat 60, Haarlem, mits de „hulp" niet jonger dan 21, (voor de te Arnhem gevestigde vereeniging 23), niet ouder dan 45 jaar zij. Salaris: vaste hulpkracht veelal ƒ 100—ƒ 250, met kost, inwoning en bewassching. In sommige inrichtingen is het salaris hooger. Tijdelijke hulpkracht: 29 ƒ4 per week, (bij de te Arnhem gevestigde vereeniging ƒ3 of ƒ 4) met kost, inwoning en vergoeding van reiskosten. Hoofd der huishouding veelal ƒ 200— ƒ 500, met kost, inwoning en waschgeld of vrije bewassching. In inrichtingen soms belangrijk hooger. Opmerkingen. Br bestaat een „Plaatsingsbureau voor gediplomeerde huishoudsters"; secr. Mw. B. Ott de Vries Leidsche Kade 99, Amsterdam. Gediplomeerde huishoudsters, mits niet te jong, vinden gemakkelijk plaatsing. 3. Dienstbode. Getuigschrift of diploma voor plaatsing nietgeëischt. maar wel gewenscht. Opleiding: School voor Vrouwenarbeid, Jonker Fransstraat 79. Duur: 3 jaar (aanvang April en October): Kosten: f 6 per jaar; minvermogenden ƒ 3; onvermogenden geene. Voorwaarde voor toelating: de 6e klasse eener gewone lagere school hebben doorloopen. Diploma der school kan worden verworven. Salaris: dagmeisje ƒ 1.75-/ 2.50 per week; tweede meisje ƒ 100-ƒ 110; meid alleen ± ƒ 120; derde meisje ƒ 130; werkmeisje ƒ 140; keukenmeisje ƒ 150 gemiddeld, alles vermeerderd met ƒ 26^ 30 waschgeld kost, en — behalve voor de dagmeisjes — inwoning. pla>aPt™Sglt",ren' G°ede dienstboden vinden gemakkelijk Wij wijzen op de vakorganisatie .Het Huispersoneel". 4. Kookster of kokkin. Getuigschrift niet altijd geëischt, maar zeer gewenscht. Opleiding: Kook- en Huishoudschool, Terwenakker 12. Duur: te bevragen aan de school. Kosten: f 40. Getuigschrift der school kan worden verworven. 30 Beroep of betrekking: zelfstandig gevestigde, uitgaande kookster; uitzendster van diners; kokkin in een coöperatieve keuken, hótel, restaurant of ziekenhuis. Salaris: van de uitgaande kookster: ƒ1—ƒ 10 per keer; in een coöperatieve keuken ƒ9—ƒ20 per week met den kost; in een hótel of restaurant ongeveer ƒ 200—ƒ 500, in een ziekenhuis ongeveer ƒ 350—f 500, met kost en inwoning. Het inkomen der uitzendster van diners hangt van de clientèle af. Opmerkingen. Wie kokkin in een hótel wil worden, heeft aan de school-opleiding niet genoeg. Zij moet daarna „aide de cuisine" iworden, tegen een klein of desnoods zonder salaris, in verschillende hotels; liefst Ook inhetbuitenland. Het ware gewenscht, dat flinke, sterke meisjes die loopbaan kozen, en z|jcn langzamerhand opwerkten tot chefkokkin, ook in de groote hotels. Ook zou het wenschelijk zijn, dat in de cobperatieve keukens de koks geheel door kokkinnen werden vervangen. De Vrouwen moeten dat arbeidsveld veroveren door het leveren van uitstekend werk; vooral niet door te werken onder de markt. Voor het uitzenden van diners wordt niet alleen vakbekwaamheid, maar ook eenige Aande/skennis vereischt. 5. Directrice van een coöperatieve keuken. Diploma voor benoeming niet altijd geëischt, maar zeer gewenscht. Opleiding: als voor huishoudkundige (zie blz. 28); liefst als onderwijzeres of leerares in koken en voedingsleer (zie verder in dit boekje; raadpleeg het alphabetisch register). Salaris: ongeveer ƒ40—ƒ70 per maand, met den kost, soms ook met inwoning. 6. Directrice van een armhuis. Diploma voor benoeming veelal niet geëischt, maar wel gewenscht. Opleiding: als voor huishoudkundige (zie bl. 28). Salaris: ongeveer ƒ200—ƒ500 per jaar, met kost en inwoning. 31 7. Linnenjuffrouw op een boot. Stewardess. Diploma of getuigschrift voor benoeming meestal 'niet geëischt, maar wet gewenscht. Opleiding: als voor linnenmeisje (zie blz. 29). De kennis van Duitsch of Engelsch die voor een stewardess wordt vereischt, kan geleerd worden op de Berlitz-school, door privaatles, of in „Ons Huis" Gouvernestraat 133. Werkzaamheden: de linnenjuffrouw is belast met de behandeling van het linnengoed, aan boord of op de linnenkamer (van het gebouw der maatschappij); bij sommige maatschappijen-Biet het toeiBjchtop de kinderen gedurende de maaltijden; verder met bediening en verzorging van zieke dames en de administratie betreffende het linnengoed. De stewardess vooral met de verzorging en bediening van vrouwelijke passagiers en kinderen; huishoudelijke bezigheden, in de 3e klasse ook het ruwere huishoudwerk; hulp in de linnenkamer. Salaris: le linnenjuffrouw ongeveer ƒ 30—ƒ 50 per maand; 2e linnenjuffrouw ongeveer ƒ 20—ƒ 35 per maand, meestal met verval; stewardess ongeveer ƒ 20—ƒ 35 per maand, met verval (fooien); alles met kost en inwoning; linnenjuffrouw aan wal, bij een enkele maatschappij / 10—ƒ 18 per week. Opmerking-en. Stewardesses worden telkens voor één reis aangemonsterd. Linnen juffrouwen bij sommige maatschappijen eveneens; bij andere is haar positie vaster. Bij ,een,..?Pkele maatschappij heerscht vaste aanstelling. Een leeftijd van ongeveer 30 jaar is voor lanstelling de meest gewenschte; een flink optreden wordt meestal geëischt. Voor de booten op Indie strekt eenige kennis van Maleisch tot aanbeveling.' Vóór men zich laat aanmonsteren, neme men uitvoerige informatie; en wel wat salaris en werkzaamheden betreft, bij het bestuur der maatschappij waar men zich wil aanmelden en wat de gevaren die de „stewardess" op zedelijkheidsgebied zou kunnen loopen, bij het „Nationaal Bureau van Informatie tot Bescherming van Vrouwen en Meisjes", adres: den Heer G. Velthuysen Ir., Weteringplantsoen 22, Amsterdam. 32 8. Gouvernante. Acte lager onderwijs voor plaatsing vereischt; hoofdacte en lagere bij-aden gewenscht. Opleiding: als voor onderwijzeres aan een lagere school (zie verder in dit boekje; raadpleeg hetalphabetisch register). Salaris: wisselend tusschen ƒ 300 en ƒ 1200en hooger, (o.a. bij Hollandsche families in Indië), veelal met kost en inwoning. 9. Kinderjuffrouw. Diploma niet altijd geëischt, maar wel gewenscht. Opleiding: Cursus, uitgaande van de Vereeniging „Tesselschade"; {duur: 2 jaar; inlichtingen en aanmelding bij Mw. E. Baelde en Mw. Pluygers—Rooseboom, Voorlichtings-Bureau dier vereeniging, adres te bevragen: Depot Tesselschade, Witte de Withstraat 10). Eischen voor toelating: liefst meer ontwikkeling dan van het gewone lager onderwijs alleen. Examen: wordt jaarlijks afgenomen door de Algem. Nederlandsche Vrouwenvereeniging .Tesselschade". Leeftijd voor deelneming: tenminste 18 jaar. Betrekking of beroep: kinServerzorgster, hetzij als huisgenoote, hetzij als externe kinderjuffrouw in één gezin; of wel zelfstandig gevestigd en telkens voor een dag, een gedeelte van den dag, een dag en nacht of ook voor langer, de kinderen in verschillende gezinnen verzorgend. Salaris: in het eerste geval ƒ 140—ƒ300 met kost, inwoning en waschgeld; in het tweede geval ongeveer ƒ20 a ƒ25 per maand; in het laatste geval ± J i.50 per dag, ƒ2 per etmaal, benevens den kost. 10. 11. 12. Hoofd van en onderwijzeres aan een school voor voorbereidend Onderwijs. Privaatonderwijzeres in het fröbelen. Diploma vereischt. 33 Opleiding: Gemeentelijke Kweekschool tot Opleiding van Bewaarschoolonderwffzeressen, Heetnraadsplein 15a; en Vormschool ter Opleiding van Onderwijzeressen aan Christelijke Bewaarscholen (aanmelding bij den directeur, den heer J. P. Heblij, 2e Jerichostraat 2b). Duur: gemeentelijke Kweekschool 5 jaar voor de hulpacte; 2 jaar langer voor de hoofdacte; Vormschool; 4 jaar voor de hulp-, 6 jaar voor de hoofdacte (aanvang aan beide inrichtingen 1 April). Kosten: gemeentelijke Kweekschool geene; Vormschool le en 2e klasse ƒ1.50, 3e en 4e klasse ƒ2 per maand; ƒ 3 p. maand voor de hoofdacte, plus boeken. Leeftijd voor toelating: gemeentelijke Kweekschool ten minste 13 jaar; Vormschool ten minste 14 jaar. Eischen voor toelating: gemeentelijke Kweekschool gewoon lager onderwijs met vrucht hebben gevolgd, een goed gehoor hebben, vrij zijn van kleurenblindheid en van hinderlijke belemmering in de spraak; Vormschool: wat in de hoogste klasse eener lagere school behoort gekend te worden. Examen: wordt afgenomen door een gecombineerde Rotterdamsch-Haagsche commissie, de Ver. van Chr. Bewaarschoolonderwijzeressen in Ned., en den Ned. R.K. Schoolraad. Leeftijd voor deelneming aan het examen voor de hulpacte: ten minste 18 jaar; voor de hoofdacte: ten minste 20 jaar. Salaris: aan de gemeentelijke bewaarscholen te Rotterdam voor hoofden ƒ1050—ƒ 1250 (4 3-jaarlijksche verhoogingen van ƒ 50) (indien een dienstwoning wordt aangewezen, wordt ƒ200 per jaar op de bezoldiging gekort); voor hulponderwijzeressen ƒ400—ƒ 600 (4 3-jaarlijksche verhoogingen van ƒ50), voor de hoofdacte nog 2 jaarl. verhoogingen van ƒ50 (maximum dus ƒ 700); le hulp-onderwijzeres toelage van ƒ 100 (maximum dus ƒ800); voor le helpsters (degenen die acte A, d.i. voor hulponderwijzeres, hebben behaald) ƒ 300—ƒ450 (3 2-jaarl. verhoogingen van ƒ 50); *dér Rotterdatnsche Leidraad. 2 34 helpsters die de Kweekschool bezoeken ƒ50—ƒ150; voor helpsters die de Kweekschool nog niet, doch een openbare herhalingsschool bezoeken, ƒ30 per jaar. Salaris aan Christel, bewaarscholen (in den lande): voor hoofden ƒ 300—ƒ 1000; voor onderwijzeressen met hoofdacte ƒ 400—ƒ 700; met hulp-acte ƒ 200— ƒ 350 (de salarissen in grootere en kleinere gemeenten en aan wél en niet gesubsidieerde scholen loopen zeer uiteen). Honararium voor privaat-onderwijzeres: ƒ 0,35— ƒ 1 per uur per kind, afhangende van het aantal kinderen, dat het clubje vormt. Opmerking. Wij wijzen op de vakvereenigingen „Bond van Onderwijzeressen bij het Fröbelonderwijs", „Ver. van Chr. Bewaarschoolonderwijzeressen in Ned", „Ver. van Onderwijzers en Onderwijzeressen aan inrichtingen tot opleiding van onderwijzeressen bij het Voorbereidend Onderwijs in Ned.", „Ver. van Hoofdonderwijzeressen der openbare bewaarscholen te Rotterdam". 13. Onderwijzeres aan een lagere school. Lagere acte vereischt; hoofd-acte en lagere bij-acten dikwijls gewenscht. Opleiding: Koningin Wilhelmina-Kweekschool Tuindersstraat 101; Gereformeerde Kweekschool, Nieuwe Haven 89; R.-K. Kweekschool St.-Luciagesticht, Coolsingel 36; R.-K. Normaalschool St.-Laurens-gesticht, Goudsche Singel 149 N. Z.; openbare Vormschool voor onderwijzeressen, gebouw H.B.S. voor meisjes, Witte de Withstraat; Normaalschool voor onderwijzers en onderwijzeressen, Baan 19; Rotterdamsche Normaalschool voor onderwijzeressen, 's-Gravendijkwal 56; Vormschool der Ned. Herv. Gemeente, Jan van Loonslaan; Gereformeerde Vormschool, Hoveniersstraat 30c; Rijksnormaallessen Charlois, Persoonshaven 123. Duur: 4 jaar (aanvang 1 Mei; Vormschool der Ned. Herv. Gem.: 1 April); Normaalschool Baan 19 heeft ook een ± 8 maandschen cursus voor leerlingen met H. B.S. opleiding (van September tot het e.k. voorjaarsexamen). 35 Kosten: Kon. Wilhelmina-Kweekschool ƒ 50 p. jaar; Gereformeerde Kweekschool ƒ 50 p. jaar; St. Luciagesticht f 50; St.-Laurensgesticht ons niet opgegeven; Openbare Vormschool geene; Normaalschool Baan 19 ƒ 1 per maand (ƒ 11 p. j.; bijzondere cursus voor leerlingen met H.B.S. opleiding: ƒ 120); Normaalschool 's-Gravencujkwal f 1 per maand (ƒ11 p. jaar); Ned. Herv. Vormschool f 16, ƒ 20, ƒ 24, ƒ 28 voor het :1e, 2e, 3e, 4e leerjaar; Gereformeerde Vormschool f 40, terwijl gedeeltelijke of geheele vrijstelling kan worden gegeven; Rijksnormaallessen geene. Leeftijd voor toelating: ten minste 14 jaar. Aan de meeste Kweek- en Vormscholen wordt in April een toelatingsexamen afgenomen. Leeftijd voor deelneming aan het staats-examen ter verkrijging der acte L.O.: ten minste 18 jaar. Het verdient aanbeveling, bovendien één of meer lagere taalactes of de hoofdacte te verwerven. Opleiding lagere bij-acten: Koningin WilhelminaKweekschool; Gereformeerde Kweekschool; Normaalschool voor Onderwijzers en Onderwijzeressen (nl. Fransch, wiskunde, handteekenen); Cursus der afd. Rotterdam van den Bond van Nederlandsche Onderwijzers, aangifte Oostzeedijk 144; en door privaatles. Duur: Kon. Wilhelmina-Kweekschool 2 jaar (voor kweekelingen der school 1 jaar); Gereformeerde Kweekschool voor de kweekelingen der school y% jaar; Normaalschool Baan 1 of 2 jaar. Kosten: Kon. Wilhelmina-Kweekschool f 30 p. j.; Gereformeerde Kweekschool f 40 p. j.; Normaalschool 'Baan f 40 p. j.; Cursus f 4 per maand. Opleiding hoofdacte : Kon. Wilhelmina-Kweekschool; openbare Vormschool voor Onderwijzers, van Alkemadeplein i Normaalschool Baan -^Cursus „Rotterdamsche Vereeniging voor Katholiek Onderwijs", Boomgaarddwarsstraat 15; en Cursus, uitgaande van den „Bond van Nederlandsche Onderwijzers", afdeeling Rotterdam, Oostzeedijk 144. 36 Duur: 2 jaar. Kosten: Kon. Wilhelmina-Kweekschool f 40 per jaar; openbare Vormschool geene; Normaalschool Baan ƒ50 p. j.; Cursus Boomgaarddwarsstraat geene; Cursus Oostzeedijk ƒ3 p. mnd. Salaris: te Rotterdam aan openbare lagere scholen, voor onderwijzeressen zonder hoofdacte ƒ 600—f 1050 (4 2-jaarl. verhoogingen van ƒ 75, 3 2-jaarl. verhoogingen van ƒ 50); voor onderwijzeressen met hoofdacte: maximum ƒ 1400 (6 in plaats van 3 2-jaarl. verhoogingen van ƒ 50, en ƒ 200 voor de hoofdacte als zoodanig); voor onderwijzeressen aan scholen voor U.L.O. enM.U.L.O. een toelage van ƒ100 'sjaars voor iedere taalacte of aanteekening, ƒ 50 voor acte of aanteekening wiskunde, voor zoover die vakken aan de school waar zij werkzaam zijn worden onderwezen; ƒ50 voor acte, aanteekening of diploma handteekenen; ƒ 100 toelage bij benoeming tot eerste onderwijzeres. Opmerkingen. De salarissen aan bijzondere scholen zijn veelal lager. Wij wijzen op de vakorganisaties „Ned. Onderwijzersgenootschap", „Bond van Ned. Onderwijzers", „Ver. van Chr. Onderwijzers en Onderwijzeressen in Ned. en de Overzeesche bezittingen", „Unie van Chr. Onderwijzers en Onderwijzeressen", „Diocesane Ver. van R.K. bijzondere Onderwijzers in het bisdom Haarlem", „Bond van R.K. openbare Onderwijzers in het Bisdom Haarlem", „Ver. voor M.U.L.O." en „Ver. van Onderwijzend Personeel aan Prot. Chr. Kweekscholen in Ned.". 14. Hoofd eener lagere school. Hoofdacte vereischt. Opleiding, duur en kosten: zie blz. 35. Leeftijd voor toelating tot de opleidingsinrichtingen: tenminste 18 jaar. De acte L.O. moet behaald zijn. Examen: wordt afgenomen door den Staat. Voorwaarde voor deelneming: er moet ten minste 2 jaar praktisch gewerkt zijn. Salaris: in Rotterdam aan openbare scholen voor uitgebreid of voortgezet lager onderwijs ƒ 1900—ƒ 2200 (3 3-jaarlijksche verhoogingen van ƒ 100) met vrije woning of ƒ 375—ƒ 400 vergoeding voor woninghuur. 37 Opmerkingen, Aan scholen die van vereenigingen uitgaan is vermoedelijk het salaris lager. Aan particuliere ■ ■ scholen hangt het inkomen van hef hoofd uitteraard af van hét aantal leerlingen. Wij wijzen op de vakorganisaties .Ver. van Hoofden van scholen in Ned.", .Ned. Onderwijzersgenootschap" „Ver. voor M.U.LvO. ', „Ver. van Instituteurs in Ned." „Ver. van Chr, Onderwijzers en Onderwijzeressen in Ned. en de overzeesche bezittingen", „Unie van Chr. Onderwijzers en Onderwijzeressen", en „Diocesane Ver. van R.K. Onderwijzers in het bisdom Haarlem". 15. Onderwijzeres aan een school voor achterlijken. Acte, meestal verschillende aden en diploma's geëischt. Opleiding: als voor onderwijzeres aan een lagere school (zie blz. 34), terwijl men tevens bevoegdheid moet hebben tot het geven van onderwijs in de vrije en orde-oefeningen der gymnastiek, (de meeste kweek-, normaal- en vormscholen leiden ook daarvoor op; dit examen wordt meestal afgelegd, vóórdat de lagere acte wordt behaald), en diploma A moet hebben verworven van de „Vereeniging tot Bevordering van het Onderwijs in Handenarbeid in Nederland". De onderwijzeres, hoofdzakelijk belast met het onderwijs in handwerken, moet in het bezit zijn van de acte of aanteekening voor nuttige handwerken. Aan sommige scholen wordt, behalve van laatstgenoemde onderwijzeres, het bezit der hoofdacte geëischt. Salaris: voor onderwijzeressen zonder hoofdacte ƒ 1000—ƒ 1400; voor onderwijzeressen met hoofdacte maximum ƒ 1750; ƒ 50 toelage voor diploma B van de „Vereeniging tot Bevordering van het Onderwijs in Handenarbeid in Nederland". Opmerking. Wij wijzen op de vakvereeniging „Vereeniging van Onderwijzers en Artsen, werkzaam aan inrichtingen van onderwijs aan achterlijke en zenuwzwakke kinderen". 16. Onderwijzeres of leerares aan een school voor doof¬ stommen. Acte L.O., soms verschillende acten geëischt. Opleiding i als voor onderwijzeres aan een lagere school (zie blz. 34) en daarna in de inrichting voor 38 Doofstommen-onderwijs, Diergaardelaan 16a, en Ammanstraat 20a. Voorwaarde voor aanstelling: behalve de acte L.O. wordt de acte voor vrije en orde-oefeningen verlangd, alsmede bedrevenheid in het teekenen. Het bezit van andere acten strekt tot aanbeveling. Bijzondere diploma's: na het verkrijgen der hoofdacte L.O. wordt van de onderwijzeressen, gedurende hare werkzaamheid aan de inrichting, het voldoen aan 2 examens gevorderd. Diploma A. kan worden behaald na 6, diploma B na 12-jarige werkzaamheid. Aan de bezitsters van diploma B wordt de titel van „leerares" toegekend. Salaris: aanvangs-jaarwedde ƒ 700; jaarlijksche verhoogingen van ƒ 50; toelage van ƒ 100 voor de hoofdacte, voor diploma A en voor diploma B; maximum ƒ 1650. Opmerking:. Wij wijzen op de vakorganisaties op onderwijsgebied, genoemd op blz. 36). 17. Directrice der tuchtschool voor meisjes (te Montfoort). Hoofdacte vereischt. Opleiding: als voor hoofd eener lagere school (zie blz. 36). Salaris: f 1900— f 2300 met kost en vrije woning (of vergoeding van ƒ 450 daarvoor). Opmerking. Wij wijzen op de vakorganisaties van hooiden van scholen (zie blz. 37). 18. Onderwijzeres aan de tuchtschool voor meisjes (te Montfoort). Acte L.O. vereischt, andere acten gewenscht. Opleiding: als voor onderwijzeres aan een lagere school (zie blz. 34). Salaris : f 750—ƒ 950; le onderwijzeres ƒ 1000— ƒ 1200; hoofdonderwijzeres ƒ 1300—ƒ 1600 met kost en inwoning of vergoeding daarvoor van ƒ 250, ƒ275, ƒ350. Opmerking. Wij wijzen op de vakorganisaties op onderwijs gebied (zie blz. 36). 39 19. Onderwijzeres aan het rijksopvoedingsgesticht voor meisjes (te Zeist.) Acte L. O. soms ook andere acten of diploma's geëischt. Opleiding: als voor onderwijzeres aan een lagere school (zie blz. 34). Salaris: ƒ 850—ƒ 1050; le onderwijzeres ƒ1100— ƒ1250, hoofdonderwijzeres ƒ 1500—ƒ 1700 met kosten inwoning, of vergoeding daarvoor van ƒ 250, ƒ 275, ƒ350. Opmerking. Wij wijzen op de vakorganisaties op onderwijsgebied (zie blz. 36). 20. Onderwijzeres aan een strafgevangenis of rijkswerk¬ inrichting. Acte L.O. geëischt, misschien andere acten gewenscht. Opleiding: als voor onderwijzeres aan een lagere school (zie blz. 34). Salaris: ƒ500—ƒ1000, wellicht met toelagen van ƒ50—f 100 voor onverplichte hoofd- en bij-acten. Opmerking. Wij wijzen op de vakorganisaties op onderwijsgebied (zie blz. 36). 21. Onderwijzeres of leerares in nuttige handwerken. Acte geëischt. Opleiding: Industrieschool voor meisjes, Schietbaanstraat 26. Duur: ± 3 jaar (aanvang 1 Mei en 1 November).' Kosten: 20 per jaar. Eischen voor toelating: voldoend gewoon lager onderwijs hebben genoten. Een toelatingsexamen wordt afgenomen in Maart en September. Leeftijd voor deelneming aan het staatsexamen, dat van half Februari tot half April gehouden wordt: tenminste 17 jaar, in het jaar waarin net examen wordt afgelegd. Ambt of betrekking: vak-onderwijzeres aan openbare 40 lagere scholen en herhalingsscholen; aan cursussen; leerares aan vakscholen of H.B.S. voor meisjes; privaatonderwijzeres. Salaris: onderwijzeres bij het openbaar onderwijs te Rotterdam ƒ22.50—ƒ30 per wek. lesuur (5 2-j. verh. van ƒ150 per wek. lesuur); onderwijzeres met den titel van „helpster" ƒ10 het eerste jaar, ƒ12.50 het tweede jaar, ƒ15 daarna per wek. lesuur; leerares aan de H.B.S. voor meisjes te Rotterdam ƒ950—ƒ1275 (5 3-j. verh. van ƒ65). Opmerkingen. De markt in dit vak is overvoerd De bezitsters van acte nuttige — zelfs die van nuttige en fraaie handwerken — krijgen zeer moeilijk plaatsing. Wij raden voorloopig af zich in dit vak te bekwamen, behalve vodr zoover diegenen betreft, die verder de acte L.O. willen halen. Wij wijzen op de vakorganisaties genoemd op blz. 36 en op de vakorganisaties van leerkrachten bii het M.O. (zie verder in dit boekje). 22. Onderwijzeres of leerares in teekenen. Acte vereischt. Opleiding: voor onderwijzeres Normaalschool voor Onderwijzers en Onderwijzeressen, Baan 19; Cursus van den Bond van Ned. Onderwijzers, Oostzeedijk 144; Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen, Coolvest 84; — voor leerares Academie, Coolvest 84 en privaat-onderricht. Duur : voor de acte L.O. 1 a 2 iaar; voor de acte M.O. 3 a 4 jaar. Kosten: Normaalschool Baan ƒ40; Cursus ƒ4. p. mnd.; Academie de eerste 3 cursussen (van September tot April) ƒ6 per cursus, verder ƒ 10 per cursus. Examen: wordt afgenomen door den Staat. Ambt of betrekking: vakonderwijzeres aan een lagere school, een herhalingsschool, leerares aan een middelbare school, een industrie- of vakschool. Salaris : aan de openbare lagere scholen te Rotterdam ƒ70 per wekelijkse}! lesuur; aan de H.B.S. voor meisjes ƒ 1425—ƒ1875 (5 3-jaarl. verhoogingen van ƒ90). 41 Opmerkingen. Voor de meeste betrekkingen wordt het bezit van eene der middelbare actes vereischt. De lagere acte alleen leidt slechts zelden tot plaatsing. Voor industriescholen voor meisjes en daarmee gelijk te stellen inrichtingen is het diploma Mk. voldoende. Wij wijzen op de vakorganisaties voor leerkrachten bij het lager onderwijs (zie blz. 36), de „Vereeniging van leeraren bij het M.O.", de „Vereeniging van leeraren en leeraressen bij het openbaar hooger, middelbaar en zeevaartkundig onderwijs té Rotterdam", en de „Nederlandsche Bond van Vakschoolleeraren en -leeraressen". 23. Onderwijzeres of leerares in muziek en zang. Diploma meestal geëischt voor onderwijzeres of leerares in muziek. Opleiding • Muziekschool van de afdeeling Rotterdam van „Toonkunst", Nieuwe Markt 2; Rotterdamsche Muziekschool, Baan 9; Instituut voor Muziekonderwijs, Gerard Scholtenstraat 44a; andere particuliere muziekscholen of privaatonderwijs. Duur: hangt van aanleg en tijd voor studie af. Kosten: aan de Muziekschool, Nieuwe Markt 2 in de elementaire klassen ƒ25 voor de eerste beginselen, ƒ 30 voor zang, ƒ 50 voor instrumentaal-onderwijs ; in de kunstklassen ƒ 80—ƒ 150 voor ieder vak; in de examenklasse ƒ 80, alles per jaar; voor meer leerlingen uit één gezin reductie; Muziekschool, Baan, ƒ 80 p. j. voor gevorderden; Instituut voor Muziekonderwijs ƒ 30 per half jaar (4 uur les per week). Diploma: kan worden verworven van de Maatschappij tot Bevordering der Toonkunst, de Nederlandsche Toonkunstenaarsvereeniging en het Nederlandsch Muziek-paedagogisch Verbond. Ambt, beroep of betrekking: leerares aan een muziekschool, vak-onderwijzeres (voor'zang) aan meisjesscholen voor U.L.O. of M.U.L.O. (te Amsterdam); priyaat-leerares of -onderwijzeres. Salaris : aan een school ƒ 60 of hooger.per wekelijksch lesuur; voor privaatles ongeveer ƒ1—ƒ 2 per uur; ook hooger en lager. Opmerkingen. Door „Toonkunst" worden diploma's uhV gereikt voor „onderwijs" en voor „virtuositeit". „De Toon- 42 kunstenaarsvereeaiging" reikt een „lagere" en een „middelbare" acte uit. Wij wHzen op de vakorganisaties „Muziekpaedagogisch Verbond , „Alg. Ned. Toonkunstenaarsvereeniging"en „Ned. Toonkunstenaarsvereeniging". 24. Onderwijzeres of leerares in declamatie of hygiënisch spreken. Diploma niet vereischt, voor hygiënisch spreken wel gewenscht. Opleiding: privaatonderwijs; wat hygiënisch spreken betreft bij Mevrouw Egener—van Eyken, Nieuwe Binnenweg 272. Duur en kosten der opleiding: geheel verschillend. Examen (voor hygiënisch spreken): wordt afgenomen door de Ver. van Spraakleeraren. Ambt of beroep: leerkracht bij het gemeentelijk spraakonderwijs; privaat-leerares, o.a. voor liplezen. Salaris: hoofdleerares bij het gemeentelijk spraakonderwijs Amsterdam J 1200—ƒ 1500 per jaar; onderwijzeres bij het gemeentelijk spraakonderwijs A'dam ƒ1.50 per les (iedere kracht geeft gemiddeld ruim 200 lessen p. j.); gemeentelijke spreek-cursus 's Gravenhage ƒ40—ƒ50 per wek. lesuur, met een minimum van ƒ500; leidster der gemeente-spreekcursussen Rotterdam ƒ75 per cursus. Inkomen der privaat-leerares: geheel verschillend. Opmerkingen. Het verdient aanbeveling, zich ook in het buitenland te bekwamen. Het vak biedt slechts voor enkelen een bestaan. Wij wijzen op de vakorganisatie „Vereeniging van Spraakleeraren". 25. Onderwijzeres of leerares in gymnastiek. Acte geëischt. Opleiding: Inrichting voor heilgymnastiek en massage, Plantage weg 61a. Duur: 1 a 2 jaar voor de acte L. O., 2a3 jaar voor de acte M. O. (aanvang van den cursus September). 43 Kosten: ƒ100 per jaar en ƒ20 voor boeken. Eischen voor toelating: met voldoend gevolg school voor M. U. L. O. of H. B. S. met 3-jarigen cursus bezocht hebben. Examen: wordt afgenomen door den Staat. Ambt, betrekking of beroep: vak-onderwijzeres aan een lagere school of een kweekschool; leerares aan een middelbare school of gymnasium; privaatonderwijzeres of -leerares. Salaris: voor onderwijzeressen bij het openbaar onderwijs te Rotterdam ƒ 1000 tot ƒ 1400 (4 3-jaarl. verh. van ƒ 100); voor leeraressen te Rotterdam ƒ 1200— ƒ1550 (5 3-jaarl. verh. van ƒ70). Opmerkingen. Voor benoeming wordt bijna altijd de middelbare acte vereischt. Wij wijzen op de vakorganisaties „Ver. van gymnastiekonderwijzers in Ned." en „Ver. van Leeraren in de Gymnastiek aan Gymnasia, H.B.S. en Kweekscholen." 26. Onderwijzeres of leerares in dansen. Diploma niet geëischt, maar wel gewenscht Opleiding: privaat-onderwijs. Examen: wordt afgenomen door de Ned. Dansonderwijzersver. Beroep of betrekking: privaat-onderwijzeres; vakonderwijzeres of -leerares aan bijzondere onderwijsinrichtingen. Honorarium of salaris: voor het leiden van clubjes somtijds ƒ 10—ƒ 15 per leerling; privaatles ƒ2.50— ƒ 3. Aan de Tooneelschool en de School voor vocale en dramatische Kunst, beide te Amsterdam: ƒ 90 of ƒ 100 per wek. lesuur. Opmerking. Wij wijzen op de vakvereenigingen „Ned. Dansonderwijzersgenootschap" en „Ned. Dansonderw.ver.". 27. Onderwijzeres of leerares in zwemmen. Diploma niet altijd geëischt, meestal gewenscht. 44 Opleiding: Rotterdamsche overdekte Zwem- en Badinrichting, Tuindersstr. 89 en privaat-onderricht. Duur: ± y2 jaar. Kosten : Tuinders straat, geene. Examen: wordt jaarlijks afgenomen door den Ned* Zwembond. Leeftijd voor deelneming: tenminste 18 jaar. Betrekking: directrice of hoofdopzichteres, zwemonderwijzers of „suppoost" aan z.g. buitenbaden of overdekte bad- en zweminrichtingen. Salaris: suppoost bij de gemeentelijke zweminrichtingen te Rotterdam gemiddeld f 13, hoofdsuppoost ƒ 13,35 per week; zwemjuffrouw te Rotterdam ƒ6— ƒ 8 en hooger; directrice te Amsterdam f 400—ƒ 500 met vrij wonen aan buitenbaden, ƒ 1000 met vrij wonen en aandeel in de winst aan overdekte zweminrichtingen ; overige betrekkingen in groote gemeenten ƒ 6—ƒ 15 per week, soms met vrij wonen. Opmerkingen. De meeste inrichtingen zijn alleen 's zomers gedurende ± 4 maanden of 17 weken geopend. Vaste betrekkingen in dit vak zijn dus zeer schaarsch, Hoofdvereischten voor plaatsing zijn: een sterk gestel, beschaafde manieren, gemakkelijkheid in den omgang met het publiek, groote bedrevenheid in zwemmen en duiken, eenige sportieve ontwikkeling en anatomische kennis, terwijl de candidaten voldoend lager onderwijs moeten hebben genoten, badgoed moeten kunnen verstellen en op de hoogte moeten zijn van eerste hulp bij ongelukken, het opwekken van levensgeesten, enz. — Bij nieuwe plaatsing hebben candidaten boven 35 jaar soms minder kans. 28. Onderwijzeres of leerares in stenografie. Diploma vereischt. Opleiding: Instituut Pont, Pompenburgsingel 29 en privaa tonder richt. ' Duur: 3 a 5 maanden. Kosten: f 2 a ƒ 4 per maand voor cursuslessen. Examen wordt afgenomen door de Ned. Ver. van Stenografen, de Federatie van Stenografie-Leeraren 45 systeem „I. Pitman", de Stenografen-Vereeniging „Stolze-Wery", den Stenografen-bond „Pont", de Stenografen-Vereeniging „Riënts Balt", den Ned. Stenografen-bond „Groote". Ambt, betrekking of beroep: vakonderwijzeres of leerares aan een openbare of bijzondere onderwijsinrichting ; privaat-onderwijzeres of leerares. Salaris : onderwijzeres aan een school voor M.U.L.O. of een herhalingsschool (te A'dam) ƒ50— ƒ75 p. j. per wekelijksch lesuur; leerares aan een openbare middelbare school (te A'dam) dé ƒ 1300—ƒ2050; aan bijzondere onderwijs-inrichtingen of voor privaatonderricht ± ƒ 1—ƒ 2 per les. Opmerkingen. Dit vak biedt slechts aan weinigen een middel van bestaan. Wij wijzen op de vakorganisaties bovengenoemd. 30. Onderwijzeres of leerares in boekhouden; in handelscorrespondentie. Diploma vereischt. Opleiding: Cursus tot opleiding van leerkrachten bij het lager Handelsonderwijs, gevestigd in de gemeentelijke Handelsschool, van Alkemadeplein 42 (aanvang September), en privaat-onderricht. Duur: Cursus 2 jaar (1 jaar voorbereidende en 1 jaar vervolgcursus); privaatles voor acte M.O. boekhouden ongeveer 2% jaar, bij voldoenden aanleg, na afloop eener H.B.S. met 3 jar. cursus. Kosten: Cursus ƒ10 per jaar; privaatles ongeveer ƒ 2—2.50 per les. Voorwaarde voor deelneming aan de cursussen: bezit hoofdacte of een middelbare acte, uitgezonderd die voor teekenen, schoonschrijven en gymnastiek. Voorwaarde voor deelneming aan den cursus van het tweede jaar: bezit van het bewijs, dat de eerste Cursus met goed gevolg doorloopen is, en voor zoover betreft den cursus in handelscorrespondentie in de vreemde talen, bezit van een bewijs van bevoegdheid tot het geven van onderwijs in die talen. 46 Examen: wordt afgenomen door den Staat (Acte K XII, M.O. boekhouden), en verder door de Ver. van Leeraren in het Boekhouden, de Ned.Ver. tot Bevordering van Handelswetenschappen, het Genootschap voor praktisch Handelsonderwijs en de Federatie van Handels- en Kantoorbediendenver. in Ned. Ambt, betrekking of beroep: leerares aan een H.B.S., handelsschool, industrieschool, onderwijzeres aan een bijzondere school, privaat-onderwflzeres of -leerares. Salaris: leerares aan H.B.S. te R'damƒ 1600—ƒ2100 (5 3-jaarl. verh. van ƒ 100); aan middelbare of handelsscholen ± ƒ 70—ƒ 145 per wek. lesuur. Opmerkingen. Voor Acte K XII kan men zich niet anders dan door goede privaatlessen voorbereiden. Het verdient aanbeveling, vooraf een praktijk-diploma, bijv. het Mercuriusdiplotna te behalen (zie verder in dit boekje onder „Boekhoudster"). Wij wijzen op de vakorganisaties „Ver. v. Leeraren ia het Boekhouden", en „Ned. Ver. tot bevordering van Handelswetenschappen". 31. Leerares tn het costuumvak. Diploma niet altijd geëischt, maar dikwijls gewenscht. Opleiding: Industrieschool voor meisjes, Schietbaanstraat 26. Duur: 5 a 6 jaar, den 3-jarigen cursus mee gerekend. Kosten: ƒ20 per jaar, gedurende 3 jaar. Examen: wordt afgenomen door de Vereeniging van Hoofden van Industriescholen. Leeftijd voor deelneming: tenminste 19 jaar. Voorwaarde voor deelneming: bezit van diploma A. voor costuumnaaien (te verwerven aan de Industrieschool) en 2 jaar het vak praktisch hebben uitgeoefend. Betrekking: directrice van, of leerares aan een Industrie-school of verwante inrichting. Salaris: directrice ± ƒ 1200—ƒ 3000; leerares ƒ700 —ƒ 1500; aan een enkele school ƒ 500—ƒ 650. 47 Opmerking. Wij wijzen op de vakorganisaties „Ver. van Hoofden van Industriescholen", „Ver. van Leeraressen bij het Industrie-onderwijs" en „Bond van Vakschoolleeraren en -leeraressen". 39. Leerares ln het lingerie-vak. Diploma meestal, geëischt. ■ Opleiding: Industrieschool voor meisjes, Schietbaanstraat 26. Duur : =*= 5 jaar. Kosten: f 20 per jaar, gedurende 3 jaar. Examen: wordt afgenomen door de Ver. van Hoofden van Industrie-scholen en Bond van Leeraressen bij het Huishoudonderwijs. Leeftijd voor deelneming: tenminste 19 jaar. Voorwaarde voor deelneming: bezit acte nuttige handwerken. Bezit van acte L.O., einddiploma H.B.S. of diploma M.U.L.O. geeft vrijstelling voor sommige examenvakken. Men vrage de exameneischen aan bij Mw. I. H. A. Linden, Directrice der Industrieschool voor meisjes, Groningen. Betrekking: directrice van, of leerares aan een Industrieschool of verwante inrichting, of aan een Huishoudschool. Salaris: directrices aan Industriescholen ± ƒ 1200— ƒ 3000; leeraressen aan Industriescholen ± ƒ 700— ƒ 1400; aan Huishoudscholen ƒ 300—ƒ 600 intern, ƒ 7 0 —ƒ 1000 extern (3 3 j. verh. van ƒ 100), en ƒ50 voor elk diploma in een vak, waarin aan de betreffende school wordt les gegeven. Opmerking. Wij wijzen op de vakorganisaties „Ned. Bond van Vakschoolleeraren en -leeraressen", „Ver. van Hoofden van Industriescholen", „Ver. van Leeraressen bij ,j het Industrie-onderwijs" en „Bond van Leeraressen bij het Huishoudonderwijs". 33. Leerares in fraaie handwerken. Diploma geëischt voor benoeming. Opleiding: Industrieschool voor meisjes, Schietbaanstraat 26 en privaat onderricht. 48 Duur : 2 jaar. Kosten: f20 per jaar. Examen: wordt afgenomen door den Staat. Leeftijd voor deelneming: tenminste 18 jaar. Beirekking: directrice van of leerares aan een Industrieschool of verwante inrichting, of leerares aan een kunstnijverheidsschool. Salaris: directrice ± ƒ 1200—ƒ 30C0; leerares ± ƒ600—ƒ 1500. Opmerking-en. Dit vak biedt slechts aan enkelen een bestaan. De bezitsters der acte fraaie handwerken die niet eene der betrekkelijk weinige leerares-plaatsen veroveren, verdienen niet den kost. Wij wijzen op de vakorganisaties, genoemd op blz. 47. 34. Directrice van of leerares aan een school voor middelbaar onderwijs Acte geëischt. Opleiding: privaat-onderricht, en voor enkele vakken R.K. Leergangen (inlichtingen bij het secretariaat: Postelstraat 47, 's-Hertogenbosoh). Duur: na het doorloopen van een H.B.S. of Gymnasium ongeveer 3 a 6 jaar, naar gelang van aanleg, tijd voor studie en gekozen vak. Voor de taal-acten B. wordt zeker 6 jaar ingespannen studie vereischt. Aanbeveling verdient, eenigen tijd in het buitenland te vertoeven, en, indien niet de geheele universitaire opleiding wordt gekozen, gedurende 1 of meer jaren de colleges in het betreffende vak te volgen aan de universiteit. Kosten: zeer verschillend; privaatles gemiddeld ƒ2—ƒ2.50 per les. Collegegeld: voor 1 college ƒ30, voor 2 colleges ƒ60, voor meer colleges ƒ200 p. j. Examen ter verkrijging der verschillende middelbare acten: wordt jaarlijks afgenomen door den Staat. Salaris: verschillend, naar gelang van vak en gemeente; gemiddeld ƒ 1500—ƒ 2500 's jaars; te Rotterdam 49 van ƒ950—ƒ1900 (aanvangsalaris) tot ƒ1275—ƒ2600 (eindsalaris) (5 3-jaarl. verh. van ƒ65—ƒ 140). Opmerkingen. De bezitster eener middelbare taalacteA. alleen heeft zeer weinig kans op plaatsing. " Wil wijzen op de vakorganisaties „Ver. van Leeraren bi) het M.O.", „Ver. van Leeraren in levende talen" en „Ver. van Leeraren en Leeraressen aan inrichtingen van openbaar onderwijs te Rotterdam". 35. 36. Directrice van een ziekenhuis '). Hoofdverpleegster [t le verpleegster, verpleegster, particuliere verpleegster, wijkverpleegster. Diploma geëischt. Opleiding : Gemeente-Ziekenhuis, Coolsingel 63; Gemeente-Ziekenhuis, Bergweg 81; Rotterdamsch Sanatorium, Heemraadsingel 226; Eudokia, Bergweg 323 (inrichting met een positief Christelijk 'karakter, waar geen leerlingen worden opgenomen die alleen voor de opleiding komen en dan vertrekken); St. Franciscus Gasthuis, Schiekade 74-80 (leidt R.K. zusters op voor eigen inrichting); Israelietisch Ziekenhuis, Schietbaanlaan 42ö; Sophia Kinderziekenhuis, Westersingel 12ö; Inrichting voor Ooglijders, Qelderschekade 16; Ziekenhuis voor Ooglijders, Nadorststraat 26. Duur: 3 jaar; de leerlingen uit het Sophia Kinderziekenhuis moeten daarna nog 1 jaar, de leerlingen uit de Inrichting en het Ziekenhuis voor Ooglijders na 2jarig verblijf aldaar nog 2 jaar werkzaam zijn in een algemeen ziekenhuis alvorens het Bonds-diploma te kunnen verwerven. Kosten: geene; de leerlingen verdienen ƒ 25—ƒ 125 's jaars. Leefhjd voor toelating: in de meeste inrichtingen 20—30 jaar; Kinderziekenhuis 19—25jaar; Israelietisch Ziekenhuis ten minste 18, meestal ten minste 20 jaar. Etschen voor toelating: gezond gestel; liefst meer dan gewoon lager onderwijs, in verschillende inrichtingen tenminste M.U.L.O. hebben genoten; in ieder 1) Zie Inleiding blz. 8. Rotterdamsche Leidraad. 3 50 geval wat algemeene ontwikkeling en eenige kennis van talen. De opleiding geschiedt voor het diploma voor algemeene ziekenverpleging. Eenige kennis van koken (liefst te verkrijgen aan een cursus eener Huishoudschool vóór de verpleegsters-opleiding) wordt tegenwoordig geëischt. Opleiding: voor kraamverpleegster a. d. Kraamzaal, verbonden aan de Rijkskweekschool v. Vroedvrouwen. Duur: voor de bezitsters van het diploma voor algemeene ziekenverpleging ± 1 jaar. Salaris: voor gediplomeerd verpleegster zeer verschillend in de verschillende gemeenten en verschillende ziekenhuizen; te Rotterdam ƒ200—ƒ500; voor' le verpleegster f 400—ƒ 600; voor hoofdverpleegster ƒ600—ƒ 800. De Zusters in het Sint-Franciscus Gasthuis, ontvangen geen salaris. Salaris directrice of adjunct-directrice: gemiddeld ƒ 1200—ƒ 1800. Salaris particuliere verpleegster: =t ƒ2—ƒ5 per dag, met den kost, soms met (tijdelijke) inwoning. Salaris wijkverpleegster: wisselend tusschen ƒ600en ƒ 1200, meestal met vergoeding voor rijwielgebruik, en de premie voor ouderdoms-, invaliditeits- en ongevallenverzekering. Opmerkingen. In de verschillende ziekenhuizen bestaat een proeftijd van 3 maanden vóór men, bij gebleken geschiktheid, als leerling-verpleegster wordt aangenomen. Een goede gezondheid is voor dit vak een eerste vereiscbte."'. De wijkverpleegster is een externe verpleegster in verschillende gezinnen, hetzij in dienst van de gemeente (te Amsterdam, Groningen, Sloten N.-H., misschien ook elders) van een kerkgenootschap, een vereeniging of arts, hetzij zelfstandig gevestigd. Wij wijzen op de vakorganisaties „Nosokómos", „Ned. Bond voor Ziekenverpleging" en „Bond van R.K. Ziekenverpleegsters in het bisdom Haarlem". 37. Reserve-zuster bij den Diaconessen-arbeid. Diploma vereischt. 51 Opleiding: Ned. Hervormd Diaconessenhuis, Westersingel 111. Duur: 8 maanden. Kosten: geene. De ƒ 80.— die de opleiding kost, kunnen aan de hierna te noemen vereeniging als gift worden teruggegeven. Leeftijd voor toelating: 20—35 jaar. Diploma: wordt uitgereikt door het bestuur der Ver. voor Reserve-zusters bij den Diaconessen-arbeid. Betrekking: tijdelijke hulpkracht bij wijkarbeid of in de bij den Kaiserswerther-bond aangesloten Diaconessenhuizen. Salaris: wordt niet verstrekt. Opmerking. Deze werkkring is alleen geschikt voor gefortuneerde jonge meisjes of weduwen, wier godsdienstige overtuiging zich tegen opneming in het verband van bovengenoemde Vereeniging niet verzet. 38. Directrice van of hulpkracht bij een vacantle-kolonie of herstellingsoord. Diploma niet geëischt, maar dikwijls gewenscht. Opleiding :■ als voor verpleegster (zie blz. 49.) Salaris: zeer verschillend. Soms wordt geen salaris uitgekeerd; soms ƒ 50—/ 80 per seizoen. Bij het Centraal Genootschap voor Kinderherstellings- en Vacantiekolonies bedraagt het salaris voor tijdelijke geleidsters ƒ 12.50, vaste geleidsters ƒ 15 tot ƒ 20, directrices ƒ75 per mnd., alles met kost en inwoning. Opmerkingen. Een goede gezondheid en tact om met kinderen om te gaan zijn eerste vereischten. Voor de gediplomeerden wijzen wij op de vakorganisaties bovengenoemd. 39. Krankzinnigenverpleegster. Diploma vereischt. Opleiding: gesticht „Maasoord" te Poortugaal. 52 Duur: 3 jaar. Kosten: geene. Leeftijd: tenminste 18 jaar. Examen: wordt afgenomen door de Ned. Ver voor Psychiatrie en Neurologie. Het is in 3 deelen gesplitst. Salaris: der aspirant-verpleegster ƒ150; na het met gunstig gevolg afleggen van het le gedeelte van het examen ƒ175, na het 2e gedeelte ƒ225, na het 3e gedeelte /"250—ƒ500 (5 2-jaarl. verhoogingen van ƒ50)le verpleegster (hoofd van een paviljoen) tot ƒ600hoofdverpleegster f600—ƒ800; adjunct-directrice ƒ 800 Opmerking:. Wij wijzen op de vakorganisaties, genoemd op blz. 51. 40. 41. Vroedvrouw. Meesteres.Vroedvrouw. Diploma geëischt. Opleiding: Rijkskweekschool voor Vroedvrouwen Henegouwerlaan. Duur : 2 jaar. Kosten: geene. De uitwonende leerlingen zorgen zelf voor huisvesting. Leeftijd voor toelating: 21—25 jaar. Voorwaarden voor toelating: geslaagd zijn voor het toelatings-examen, dat ieder jaar in den zomer wordt afgenomen (plaatsen en dagen worden in de Staatscourant bekend gemaakt, de eischen kan men vernemen aan het Nationaal Bureau voor Vrouwenarbeid, van Speykstraat 30, Den Haag). Examen: wordt jaarlijks afgenomen door den Staat. Ambt of beroep: meesteres-vroedvrouw der Rijkskweekscholen voor vroedvrouwen, gemeente-vroedvrouw en zelfstandig gevestigde vroedvrouw. Salaris: meesteres-vroedvrouw te Rotterdam ƒ700, te Amsterdam ƒ 1100 en ƒ 300 in hare hoedanigheid 53 van directrice; gemeente-vroedvrouw ƒ 150—ƒ 600 (maximum, zoover wij weten alleen op Texel betaald), soms met vrije woning, terwijl soms extra betaald wordt voor hulp aan stads-bedeelden. Te Rotterdam: ƒ 250 per jaar. — Tarief voor hulp bij bevallingen ƒ 4-f 10. Opmerkingen. Gedurende twee jaar, nadat het diploma werd behaald, is de vroedvrouw verplicht, zich beschikbaar te houden voor een benoeming tot gemeente-vroedvrouw, tenzij zij ƒ200 stort ter vergoeding voor hare opleiding. Wij wijzen op de vakorganisatie „Ned. Maatschappij ter bevordering der belangen van vrouwelijke verloskundigen''. 42. 43. Hoofd van en hulpkracht aan een Crèche of Toevlucht voor Zuigelingen. - Diploma meestal niet geëischt, maar wel gewenscht. Opleiding voor de werkkrachten aan een Toevlucht voor Zuigelingen, als voor verpleegster (zie blz. 49; opleiding in een Kinderziekenhuis verdient hier de voorkeur); voor de werkkrachten in een Crèche: als voor kinderjuffrouw (zie blz. 32). Salaris : directrice ± ƒ 250 tot ƒ400; hulpkracht ± ƒ 100 lot ƒ 250; intern. 44. Enquêtrlce of huisbezoekster in dienst der tuberculosebestrijding. Diploma vereischt. Opleiding: misschien uitgaande van de Zuid-Hollandsche Ver. tot Bestrijding van de Tuberculose. (De cursus wordt n.1. niet ieder jaar in dezelfde gemeente gehouden; inlichtingen bij Dr. J. Wagener, Kruiskade 14, Rotterdam). Duur: ± y2 jaar. Kosten : geene. Voorwaarde voor toelating: reeds aangestelde huisbezoekster of wijkverpleegster zijn. Diploma wordt uitgereikt door de Ned. Centrale Ver. tot Bestrijding deT Tuberculose. .54 Betrekking: in een bepaalde plaats gevestigde of in een provincie rondreizende bezoekster van in huis verpleegde tuberculose-patiënten, in dienst van vereenigingen, werkzaam op hygiënisch of verpleeg-gebied. Salaris: plaatselijke enquêtrice in groote gemeenten, behalve Amsterdam, ƒ800—ƒ 1000; in kleinere gemeenten soms ± ƒ 200: de enquêtrice is dan dikwijls tevens wijkverpleegster; in Amsterdam ƒ 400, voor halve dagen; provinciale enquêtrice, verschillend in de verschillende provinciën: minimum ƒ 1200, met vergoeding voor verzekeringspremiën en reiskosten. Opmerking. Wij wijzen op de vakorganisatie „Ned. Bond van Tuberculose-huisbezoeksters". 45. Leerares in hygiënisch spreken en ademgymnastiek. Diploma bestaat niet. Opleiding: privaat-onderwijs bijv.: van Mw. Egener— van Eijken, Nieuwe Binnenweg 272; terwijl het aanbeveling verdient, gedurende eenige jaren aan een Universiteit colleges in anatomie te volgen. Duur en kosten: voor ieder bijzonder geval te bespreken. Kosten der colleges: voor één uur per week ƒ30 p. j., 2 uur ƒ60, meer uren ƒ 200 p. j. Beroep: zelfstandig gevestigde ademgymnaste. Inkomen: hangt van het aantal patiënten af. Opmerking'. Dit vak biedt slechts een hoogst enkele, zeer talentvolle en welonderlegde, een bestaan. Het kan verbonden worden aan dat van heilgymnaste (zie onder). 46. Heilgymnaste-masseuse. Diploma niet geëischt, doch zeer gewenscht. Opleiding: Inrichting voor Heilgymnastiek en Massage, Plantageweg 61a. Duur, kosten, voorwaarden voor toelating: bevragen aan de school. Examen-, wordt afgenomen door het Genootschap voor Heilgymnastiek en Massage in Nederland. 55 Beroep of betrekking: zelfstandig gevestigde heilgymnaste-masseuse, assistente bij een orthopedist, of aan een Zander-instituut. Honorarium: f 0.75—ƒ 2.50 per keer; — ongeveer ƒ800—ƒ 1300 per jaar. Opmerkingen. Wij raden een ieder af, zich voor dit vak te bekwamen, zonder tevens onderricht iu eenig stelsel van gymnastiek te kunnen geven. Ook dan nog is er veel energie en geluk noodig om te slagen. Bovendien is thans de markt in dit vak overvoerd. Wij wijzen op de vakorganisatie „Genootschap voor Heil» gymnastiek en Massage in Nederland". 47. Hoofd - van of deelgenoote in een groothandels- of winkelzaak. Diploma niet vereischt; speciale vorming noodzakelijk. Opleiding: zeer verschillend naar gelang van den aard van het bedrijf. Voor het handelsgedeelte: Nederlandsche Handelshoogeschool (aanmelding bij Mr. W. C. Mees, Wijnhaven Z.Z. 94a); gemeentehjke Handelsschool, van Alkemadeplein 42; R.K. Handelsschool, Mauritsstraat 84; Handelsavondschool van nMercurius", Kortenaerstraat 5. Duur: Handelshoogeschool 2 jaar; gemeentelijke Handelsschool 2 jaar, met daaraan voorafgaand 3 jaar H.B.S.; R.K. Handelsschool 5 jaar (jaren van 32weken voor de verplichte vakken: lezen, taal, rekenen, enz.; jaren van 40 weken voor de onverplichte vakken : Fransch, Engelsch, Duitsch); Handelsavondschool van „Mercurius" 5 cursusjaren. Kosten: Handelshoogeschool ƒ200 per jaar; gemeentehjke Handelsschool ƒ75 per jaar; R.-K. Handelsschool ƒ15 per jaar voor de verplichte vakken benevens ƒ5 voor elke taal; Handelsavondschool f 20 per jaar voorbereidende cursus; f30 per jaar handelscursus. Leeftijd voor toelating: R.K. Handelsschool ten minste 12 jaar. Eischen voor toelating: Handelshoogeschool (voor wie daar examen wil afleggen) eindex. gymnasium, H.B.S. met 5 jar. cursus, de overige toelatingsex. tot 56 de studie aan een Universiteit, of eindex. eener erkende Handelsschool; gemeentelijke Handelsschool (4e klasse der school) einddiploma H.B.S. met 3-j. cursus of H.B.S. voor meisjes en overgangsbewijs van de 4e naar de 5e klasse eener H.B.S. met 5-jarigen cursus geven recht tot toelating. Andere candidaten moeten een toelatingsexamen afleggen. Diploma: aan de Handelshoogeschool kan een diploma worden verworven in de handels-economie; aan de andere scholen een eind- (school) diploma. Opleiding voor het practische gedeelte in de zaak zelf. Daarna is veelal een verblijf in een gelijksoortige zaak in een andere plaats, of in een groote zaak in het buitenland gewenscht. Opmerkingen. Voor den groothandel is opleiding aan de Handelshoogeschool gewenscht; voor grootere winkelzaken liefst aan de gemeentelijke Handelsschool. Voor zaken waarin ook indastrleele bekwaamheid wordt vereischt, zal deze, — met uitzondering van de vakken die aan de industrieschool voor meisjes worden onderwezen — veelal gevonden moeten worden aan ambachts- of bijzondere vakscholen buiten Rotterdam. Men raadplege desgewenscht het Nationaal Bureau voor Vrouwenarbeid, Van Speijkstr. 30 Den Haag. Waar de dochter werkzaam is in de zaak van den vader, geven wij dezen in overweging, het meisje als vaste „bediende" aan te nemen, evenals een vreemde, met een vaste bezoldiging. Geleidelijke opklimming volge, tot het deelgenootschap verworven wordt. De zaak voere dan den naam „firma zoo en zoo en dochter". . De vrouwelijke bedrijfshoofden geven wij in overweging, zich aan te sluiten bij de Vereenigingen van den Handeldrijvenden en Industrieelen Middenstand. 48. Procuratie-houdster. Diploma niet vereischt; speciale vorming noodzakelijk. Opleiding: als voor hoofd eener zaak (zie blz. 55). Salaris: ƒ 1500 en hooger. 49. Correspondente. Diploma niet altijd geëischt, maar wel gewenscht. Opleiding: liefst als voor hoofd eener zaak (zie blz. 55) of als voor leerares in handelscorrespondentie 57 (zie blz. 45) en verder Instituut Pont, Pompenburgsingel 29 en „Het Eerste Nederlandsche Modelkantoor", Stationsweg 21a. Duur en kosten: Instituut Pont, 4 a 5 maanden als men een dagcursus, 8 maanden als men een avondcursus volgt; ƒ100 dagcursus, ƒ120 avondcursus; „Modelkantoor" 5 maanden; ƒ 42 voor Fransch, Duitsch of Engelsch, ƒ 51 voor Nederlandsch, f 55.50 voor Spaansch. Examen wordt afgenomen door de Federatie van Handels- en Kantoorbedienden-Ver. in Ned. (gedetailleerde eischen verkrijgbaar aan het Nat. Bureau voor Vrouwenarbeid), de Ned. Ver. tot Bevordering van Handelswetenschappen en de Ver. van Leeraren in de Handelswetenschappen. Het „Modelkantoor" reikt eigen diploma uit. Salaris: ± ƒ600—ƒ 2500 'sjaars; gemiddeld ƒ1000 tot ƒ1400. Opmerkingen. De hoogere salarissen worden zelden door vrouwen genoten. Het ware zeer gewenscht, dat de goede vrouwelijke werkkrachten hare salaris-eischen belangrijk verhoogden. Wij wijzen op de vakorganisaties „Nat. Bond van Handelsen Kantoorbedienden „Mercurius", „Alg. Ned. Bond van Handels- en Kantoorbedienden", „Ned.Ver. van Chr. Kantooren Handelsbedienden", en „Ned. R.K. Bond van HandelsKantoor- en Winkelbedienden." 50. 51. Stenotypiste. Typiste. Diploma niet vereischt, maar wel gewenscht. Opleiding: als voor correspondente (zie boven), en verder aan de Cursussen in Stenografie en Machineschrijven (behoorend bij het Herhalingsonderwijs, aanvang September, aanmelding aan het Bureau voor het openbaar onderwijs, afd. Centraal Bureau voor Inschrijving, Achterklooster 12); Remingtonschool, Zeevischmarkt en Industrieschool voor meisjes, Schietbaanstraat 26. Duur: Cursussen 2 jaar, 2 avonden p.w. gedurende 2 uur; Industrieschool 1 jaar stenografie en machine- 58 schrijven; „Modelkantoor", 5 mnd. stenografie, 3 of 5 mnd. machineschrijven. Kosten: Cursussen ƒ2.70 p. j., terwijl vermindering van schoolgeld en kostelooze toelating mogelijk zijn; Industrieschool f 20; machineschrijven alléén ƒ 10; „Modelkantoor" ƒ24 stenografie, ƒ 18 machineschrijven, ƒ36 beide samen. Examen: wordt afgenomen door alle vakorganisaties van stenografen, hieronder genoemd, door den Hr. Pont, en de Ver. van Leeraren in de Handelswetenschappen ; Het „Modelkantoor" reikt eigen diploma uit. Salaris: ± ƒ10—ƒ60 in de maand; voor wie dictaat in vreemde talen kan opnemen, hooger. Opmerking. Wij wijzen op de vakorganisaties, genoemd op blz. 57, benevens op de „Ned. Ver. van Stenografen", „Ned. Stenografen-Bond", „Ned. Stenografen-Ver. StolzeWéry", „Ver. Federatie van Stenografie-Leeraren, systeem I. Pitman", „Stenografen-Ver. Riënts Balt" en „StenografenVen „Groote". 52. Boekhoudster. Assistent-accountant. Diploma meestal geëischt. Opleiding: als voor leerares in boekhouden (zie blz. 45), voor correspondente (zie blz. 56), aan het „Eerste Ned. Modelkantoor", Stationsweg 21a, en Industrieschool voor meisjes, Schietbaanstr. 26. Duur : „Modelkantoor" 3 of 5 mnd., Industrieschool 2 a 2V2 jaar, aansluitend bij het 3e halfjaar van den 3-jarigen cursus. Kosten: „Modelkantoor" f 36 algemeene, ƒ 48 privaatcursus ; Industrieschool f 30 per jaar. Examens: worden afgenomen door de „Ver. van Leeraren in het Boekhouden", de „Federatie" („Mercurius"-diploma; gedetailleerde eischen te bevragen aan het Nat. Bureau voor Vrouwenarbeid), en de „Ned. Ver. tot Bevordering van Handelswetenchappen". Sa/arts: ± ƒ 300—ƒ 2000 's jaars (n.1. aan de Rijksverzekerin gsbank). 59 Opmerkingen. Wij wijzen op de vakorganisaties op blz. 57. De assistent-accountant kan lid worden van het „Ned. Instituut van Accountants", de „Ned. Accountants-Ver.", de „Ned. Academie van Accountants" en den „Ned. Bond van Accountants". 53. Beambte of bediende bij een coöperatieve vereeniging. Diploma steeds meer geëischt. Opleiding: tezelfder plaatse als voor boekhoudster (zie blz. 58). Opmerkingen. Door den Bondsraad van den Ned. Coöperatieven Bond wordt voor dit beroep examen afgenomen (gedetailleerde eischen verkrijgbaar aan het Nat Bureau v. Vrouwenarbeid) en een diploma uitgereikt. Men bekwaamt zich voor dat examen (na het afloopen van een Handelsschool of -cursus) voorloopig door zelfstudie. Inlichtingen, o.a. omtrent te bestudeeren.werken, verstrekt de Hr. H. v. d. Mandere, Jan v. Nassaustraat 93, Den Haag. 54. Commlsslonnaire in effecten. Diploma niet vereischt. Opleiding: als voor hoofd eener zaak (zie blz. 55), en daarna op een effecten-kantoor. Beroep ■ zelfstandig gevestigde of geassocieerde commissionnaire. Inkomen: afhangend van persoon, aanleg, connecties, en omstandigheden. 55. Directrice eener bankinstelling. Diploma niet vereischt. Opleiding: als voor hoofd eener zaak (zie blz. 55) en daarna in een bankzaak. Inkomen: geheel afhangend van persoon, aanleg, connecties en omstandigheden. 56. Hoofd van een fabriekmatig bedrijf. Diploma niet vereischt. Opleiding j voor het praktische, specifieke vükgedeelte in de fabriek zelf, terwijl later een verblijf in gelijk- 60 soortige grootere fabrieken elders zeer gewenscht is; of aan een bepaalde vakschool, indien die voor het bedrijf in questie bestaat. Men informeere, zoo noodig aan het Nat. Bureau voor Vrouwenarbeid, Van Speykstraat 30, den Haag. Voor sommige bedrijven is vorming aan de Technische Hoogeschool ie Delft, gewenscht. Opleiding: voor het handelsgedeelte, aan de technische opleiding voorafgaand, als voor hoofd van een zaak (zie blz. 55). Opmerking. Het al of niet slagen hangt geheel af van persoonlijke karakter- en geestes-eigenschappen, grondigheid der opleiding en omstandigheden. 57. Apothekers-adsistente. Acte geëischt. Opleiding J): Cursus van het departement Rotterdam der „Ned. Maatschappij tot bevordering der Pharmacie", voor zoover het theoretische gedeelte betreft en gelijktijdig voor het practische gedeelte in een apotheek; of theoretisch en practisch beide in een apotheek, o.a. bij Mw. Stronck, Maaskade 103a en Mw. Westerling, Mathenesserlaan 400b. Duur: tenminste 2 jaar, voor wie een school voor M. U. L. O. heeft doorloopen. Kosten: Cursus f 100 p. jaar, en ƒ60—ƒ 100 p. jaar voor het praktisch werken ; in apotheken ƒ200 p. jaar, eenige leerboeken en de kosten voor de lager onderwijs-lessen. 1) Waar in deze brochure personen, firma's, ateliers, enz., genoemd worden, waar men opleiding kan vinden voor eenig beroep, daar bedoelen wij geenszins te kennen te geven, dat de andere werkgevers (geefsters) op dat zelfde gebied niet opleiden of niet aanbevelenswaardig zouden zijn. Het één en (of) het ander is somtijds wèl, maar meermalen ook volstrekt niet het geval. Wij noemen alleen diegenen van wie ons bekend is, dat ze tot opleiden bereid zijn, en tegen opname in deze brochure geen bezwaar hebben, terwijl wij bij het onderzoek daaromtrent ten opzichte van sommige vakken zooveel mogelijk volledigheid hebben betracht, ten opzichte van andere vakken daarentegen (zooals bijv. het costuumvak en het hoedenvak) ons tot de grootere ateliers hebben beperkt. 61 Leeftijd voor aanneming: bij de meesten ten minste 16 jaar; Cursus ten minste 15 jaar. Voor den Cursus (aanvang 1 Mei) wordt in April een toelatingsexamen afgenomen. Examen "• wordt afgenomen door den Staat. Vrijstelling voor de niet-technische vakken wordt verleend aan wie het einddiploma H. B. S. hebben verworven, soms ook aan wie tenminste 3 klassen eener H. B. S. hebben doorloopen en wie het lager onderwijs-examen hebben afgelegd. Leeftijd voor deelneming aan het examen: ten minste 18 jaar. Betrekking: hulpkracht in een apotheek, intern of extern, voor heele of voor halve dagen. Salaris: intern, dus met kost en inwoning, f 150— ƒ400; extern voor halve dagen ƒ360—ƒ450, voor heele dagen ƒ500—ƒ1000 'sjaars; evenwel wordt hoogst zelden meer dan ƒ800 verdiend. In de gemeente-apotheken (waarin slechts enkelen benoemd worden, die veel routine hebben) ƒ800— ƒ1200 extern; ƒ300-ƒ500 (in 't gemeente ziekenhuis) intern, met recht op pensioen. Opmerkingen. De toestanden in dit vak zijn zeer ongunstig: de betrekking voor .halve dagen" levert slechts een bijverdienste op, die voor heele dagen stelt zeer hooge eischen aan de gezondheid. Emplooi is ook te vinden in Indië, Duitschland en Zwitserland (zonder nieuw af te leggen examen). Men informeere vóór men een betrekking in die landen aanneemt evenwel eerst bij den consul of de „apothekersvereeniging", opdat; de gemaakte overeenkomst inderdaad worde nageleefd. Wij wijzen op de vakorganisaties „Alg. Apothekers-Adsistenten-Bond" en .Bond van R.K. vrouwelijke ApothekersAdsistenten . 58. Drogiste. Diploma niet vereischt. Opleiding: als voor apothekers-adsistente (zie blz. 60). De drogisten te Rotterdam leiden geen vrouwelijke leerlingen op. Examen: wordt, indien er candidaten zijn, eens per jaar afgenomen door den Ned. Drogistenbond. De apo- 62 thekers-adsistenten onderwerpen zich uit den aard der zaak niet aan dat examen. Het is trouwens niet verplicht. Beroep of betrekking: zelfstandig gevestigde drogiste of bediende in anderer zaak. Oprichtingskosten en benoodigd bedrijfskapitaal voor zelfstandige vestiging: in grootere gemeenten ± ƒ 4000—ƒ 5000. Bezoldiging van (mannelijke) bedienden: in groote gemeenten ƒ 10 tot ƒ 13 p. w. Opmerkingen. Vrouwelijke drogistenbedienden zijn er tot dusver te Rotterdam alleen in de zaak van den heer Snabilid, Groote Markt 7a. ' Wij wijzen op de vakorganisaties „Ned. Drogistenbond" (ongeëxamineerde drogisten en apothekersadsistenten) en „Ver. van Drogisten" (alleen apothekers-adsistenten). 59. Strijkster. Diploma bestaat niet. Opleiding: wasch- en strijk-inrichtingen, o.a.*) bij de American Steam Laundry, Q. v. d. Lindestraat 20; firma Demand en de Jong, Volmarijnstraat 566; Eerste Rotterdamsche Wasch- en Strykinrichting, Tuindersstraat 93; Kde Hoop", Vinkenstraat 30a-é; den heer Leenen, Bergweg 192—196; den heer Overmans, Laan van Wandeloord 73; wasch- en strijkinrichting „Piet Hein", Achterhaven 37—39; den heer Roos, Schiekade 12—14; firma Roovers en Dullens, Nieuwe Kerkstraat 57a-6; firma Af. Zwijs, Bellevooystraat 69—75. Duur: hangt van den aanleg af. Een goede strijkster kan in ± 2 jaar gevormd worden. Kosten: geene. Meestal wordt dadelijk, of zeer spoedig, iets verdiend. In kleinere inrichtingen moet de leerling wel eens huiswerk verrichten, in grootere zaken begint de leerlinge met eenvoudige werkzaamheden en klimt langzamerhand op tot mangelstrijkster, platstrijkster, plankstrijkster, fijnstrijkster en overhemdenstrijkster. 1) Zie noot op blz. 60. 63 Bezoldiging: ƒ 1-/10 per week; loonen van ƒ6— ƒ7 komen het meest voor. Soms wordt vast weekloon uitbetaald; in grootere inrichtingen meestal stukloon. In enkele overhemdenzaken zijn de loohen ƒ 10, ƒ 12, ƒ 14. Opmerking:. Voor gezonde, sterke meisjes met handigheid en werklust is dit vak zéér aan te bevelen; naar goede strijksters is steeds vraag. 60. Kapster, haarbewerkster. Diploma niet geëischt. Opleiding: kapperszaken, o.a. bij maison Hoedemakers, Claes de Vrieselaan 47a; den Heer Louwerenburg, Keizerstraat 16; den Heer en Mw. van Santen—Molitor, Nieuwstraat 7. Duur: 1 a 2 jaar (voor haarwerk langer) voor jonge meisjes, die tevens in de zaak werkzaam zijn. Privaatles voor ouderen (meisjes van ten minste 15 a 16 jaar), die niet in de zaak werkzaam zijn: ± 3 maanden, soms 20, soms 26 lessen. Kosten-, in de zaak geene; voor privaatles soms ƒ25 per cursus, soms ƒ 1.75 per les. Examen: wordt afgenomen door den Ned. Bond tot Bevordering van het Vakonderwijs in het Kappersbedrijf. Beroep of betrekking: hoofd eener zaak, bediende in een zaak, of uitgaande kapster. Inkomen der patrones: hangt, evenals bij iedere andere handelszaak, van persoon en omstandigheden af. Oprichtingskosten en benoodigd bedrijfskapitaal voor een dameszaak: ƒ500—ƒ5000. Bezoldiging eener bediende: ƒ 7—ƒ 10 per week, veelal met procenten, 5 % a 10 %, van verkoop en werk. Inkomen der uitgaande kapster (die geen haarwerk maakt): afhangende van de clientèle. Tarief ± /"7.50 per maand; vrouwen die dagelijks kappen voor ƒ4 of ƒ 5 per maand, werken onder de markt. Kosten voor het aanschaffen van benoodigdheden: ƒ10 a ƒ25. 64 Opmerkingen. Het is te betreuren, dat de meisjes bet vak veelal onvoldoende leeren, en tevreden zijn met een weinig kennis van kappen en haarwasschen. Zij krijgen daardoor slecht betaalde betrekkingen, of werken als uitgaande kapster onder de markt. Wij raden aan, het vak grondig te leeren, ook het haarwerken, en zoo mogelijk zich te vestigen als hoofd van een dameszaak. Wij wijzen de patronessen op de vakorganisaties „Ned. Barbiers- en Kappersbond" en „Ned. Kapperspatroonsver". Door grondige vakopleiding, ernstige vakuitoefening, het niet langer werken onder de markt, en organisatie, hetzij in de gemengde vakvereeniging, hetzij in een nieuwe vakvereeniging, gevormd uitsluitend door vrouwen, patronessen zoowel als bedienden en zelfstandig gevestigden, zou langzamerhand het vak van „dameskapster" in zijn geheelen omvang door de vrouw veroverd kunnen worden. 61. Modiste. Diploma bestaat niet. Opleiding: in hoedenzaken ') o.a. bij Gebr. Bles, Hoogstraat 321; Mw. Bloemen, Kortenaerstraat 24a; firma kopster & Co., Noordblaak 51; Maison de Mode, Schiedamsche Singel 19o; Maison Monasch, Diergaardelaan 30a; dames Sacksionie Sazurs, Mauritsweg 58; firma v. Straaten, Bloch & Co., Witte de Withstraat 53. Duur: zeer verschillend, afhangend van den aanleg der leerling. Een goede apprêteuse kan in ± 2 jaar gevormd worden. Een 2e modiste in niet minder dan 5 jaar. Kosten: ƒ30, ƒ40, ƒ50, ƒ60 of ƒ100 gedurende 1 of 2 jaar; soms wordt het 3e jaar iets verdiend. Betrekking of beroep: apprêteuse, 2e of le modiste in de zaak van een ander, of zelfstandig gevestigd. Bezoldiging van een apprêteuse : ƒ 4—ƒ 6 per week, soms /3u—ƒ40 per maand; vaneen modiste ƒ 10, ƒ 12, ƒ13, in een heel enkele zaak een zeer bekwame kracht ƒ20, ƒ 25 per week. Opmerkingen. Het is een vak, waarin 2 maal per jaar seizoenslapte voorkomt. In verschillende zaken worden de apprêteuses in den slappen tijd ontslagen. In groote zaken worden meestal in het seizoen buitenlandsche tnodistes aangesteld tegen voorwaarden die dezen zeiven bedingen. Het 1) Zie noot op blz. 60. 65 ware gewenscht, dat die plaatsen langzamerhand door uitnemend onderlegde, handige, smaakvolle Hoüandsche krachten worden ingenomen. Wij wijlen op de vakorganisaties „Ned. Bond van mannelijke en vrouwelijke Arbeiders in rlp KlppHinoitiHnctri^ a« aanverwante vakken" voor de werkneemsters, en „Ver. van Rotterdamsche patroons in het Dameshoedenbedrijf", voor de werkgeefsters. 62. Pettenmaakster. Diploma bestaat niet. Opleiding: in petten)'abrieken. Duur. enkele jaren. Kosten: geene. Er wordt dadelijk iets verdiend. Bezoldiging: tot ± ƒ12 p. week. Opmerkingen. De betere loonen zin voor degenen die met snijden knnnen worden belast of die modellen kunnen maken. Eenige kennis van teekenen wordt daarvoor vereischt Wij wijzen op de vakorganisaties „Ned. Bond van mannelijke en vrouwelijke arbeiders in de Kleeding-industrie en aanverwante vakken" en „Bontwerkers- en Pettenmakersvereeniging*. 1 63. Corsettenmaakster, bandaglste. Diploma bestaat niet. Opleiding: Maison van Bitsen. Stationsweg 60a en Mw. Jeannette van Westerborg, Diergaardelaan 40a, voor wie het geheele vak wil leeren voor zelfstandige vestiging; o.a. bij Mw. Passens, v. Oldenbarneveldtstraat 148a, en bij firma Robbert en Me/t*^Hoogstraat 263, voor gedeelten van het corsetten-vak. Duur: J= 2 jaar. Kosten: Maison van Bilsen, ons onbekend; Mw.pan Westerborg ƒ 100—ƒ 150 voor één vak, ƒ200—ƒ300 voor de beide vakken voor den 2-jarigen cursus; in de overige zaken wordt dadelijk iets verdiend. Bezoldiging: ƒ 1-/10 a ƒ 12p. w.; coupeusesƒ700— ƒ1400 p. j. Oprichtingskosten voor eigen zaak: van eenige honderden tot ƒ5000. Opmerkingen. Wie zich zelfstandig wil vestigen, hoort het vak in zijn geheelen omvang grondig te leeren. Beide Rotterdamsche Leidraad. 4 66 zaken die de volledige opleiding verstrekken, stellen tot voorwaarde, dat men zich niet te Rotterdam zal vestigen. Voor flinke, energieke vrouwen, die het vak grondig willen leeren, waartoe ook behoort, dat zij zich eenige kennis van anatomie eigen maken, is er wel een toekomst in dit vak. Wij wijzen op de vakorganisatie, genoemd op blz. 65. 64. 65. 66. 67. 68. Costuumnaaister-kleedermaakster. Coupeuse. Taillewerkster. Rokkenwerkster. Mantelwerkster. Diploma niet vereischt. Opleiding:') Industrieschool voor meisjes, Schietbaanstraat 26; — Mode-Academiën; — ateliers o.a. ') van Gezusters Derrix, van Oldenbarneveldtstraat 83a; firma Heinemann & Ostwald, Zeevischmarkt la—b ; Mw. Mertens, Stationsplein 7a; firma Schuier & Co., Oude Havenkade 1—2b; —Snijcursus. Goudsche Weg 132 (alleen voor coupeuse). Duur: Industrieschool 3 a 6 jaar ; — mode-academiën ± 1 jaar; — ateliers tenminste 3;j. voor een volledige opleiding, van onder op, tot rokken- of taillewerkster; — Snycursus 3 jaar. Kosten: Industrieschool ƒ20 per jaar gedurende 3 jaar; in geval van on- of minvermogen kan een andere schikking worden gemaakt; — ateliers geene, alleen bij Gezusters Derrix ƒ 1.50 per maand gedurende 2 jaar. Daar wordt ook het knippen en het mantelvak geleerd ; — Snijcursus ƒ8.50 p. j.; geheele of gedeeltelijke vrijstelling mogelijk. Leeftijd voor toelating Snijcursus: ten minste 18 j. Diploma: kan worden verworven aan de Industrieschool. Bezoldiging: van rokken- en taillewerksters ± ƒ 1 — ƒ12 a ƒ15 (tot 23, 25 ct. per uur) per week; in een enkele zeer groote zaak tot ƒ20 per week. — Het salaris van een .chef" van een atelier is hooger. — Coupeuses in groote zaken kunnen tot ƒ 2000 a ƒ 3000 verdienen. Opmerkingen. Wij raden ten sterkste aan, het vak grondig te leeren; ook het mantelmaken. ' 1) Zie noot op blz. 60. 67 Wie coupeuse wil worden doet wèl, zich daarvoor te Parijs, Brussel, Dresden, Weenen of Londen te bekwamen. Inlichtingen omtrent cursussen in die steden verstrekt het Nat. Bureau voor Vrouwenarbeid, den Haag. Het is wenschelijk, dat flinke krachtige vrouwen zich tot bedrijfshoofd opwerken. Wjf maken opmerkzaam op de vak-organisaties „Ver. van Patroons in het Dameskleeding-bedrijf te R'dam", „Ned. Bond van mann. en vrouw, arbeiders in de Kleedingindustie en aanverwante : vakken", „Ned. Federatieve' Bond van Arbeiders(sters) in de Kledingindustrie", en „R.K. Naaisters-en Kleermakersbond „St. Gerardus Majella". 69. Linnennaaister. Diploma niet vereischt. Opleiding: Industrieschool voor meisjes, Schietbaanstraat 26, voor maatwerk; —lingerie-confectiefabrieken, o.a. *) bij firma Brandei & Co., Oppert 158; van Broek & Co., Jufferstraat 6a; van Dantzig, Oppert 80a; Gabriëls —van Cleeff, Oppert 150a—152*; „Hollandia", Lijnbaanstraat 70; Lombarts & Zn., Delftschestraat54a-é; de Sterke & Co., Lange Torenstraat 60, voor confectiewerk ; — o.a. ') bij de firma Couckf, Mosseltrap 5, en Levi, Kruiskade 5b, voor het overhemden-vak. Duur : Industrieschool 3 a 5 jaar. Kosten: Industrieschool f 20 per jaar; in geval van on- of minvermogen kan een andere schikking worden getroffen. Leeftijd voor aanneming op de fabrieken: 13 a 14 jaar. Diploma: kan verworven worden aan de Industrieschool. . Bezoldiging; ± ƒ 0.75—ƒ 10 a ƒ 12 per week in de lingeriefabrieken; ± ƒ1— ƒ 6 a ƒ 7 (of ƒ 0.40 a ƒ 1 per stuk) in overhemdenfabrieken; leidsters: f 15—ƒ 40 per week. Opmerkingen. Het ware gewenscht. dat op den duur ook het fijnere maatwerk hier te lande werd vervaardigd. Nu komt dat bijna steeds uit het buitenland. Aanbeveling verdient het, na afloop der Industrieschool bijv. te Brussel op een atelier te werken. Inlichtingen verstrekt het Nat. Bu■ "-rsafti voor Vrouwenarbeid. Wij wijzen op de vak-organisaties in de kledingindustrie (zie boven). 1) Zie noot op blz. 60. 68 70. 71. Hulsnaaister. Versteinaaister. Diploma niet vereischt. Opleiding: voor de huis-cosfcwmnaaister, zie blz. 66; voor de huis-linnen naaister en de versteinaaister, zie blz. 67. Bezolding: ± ƒ 1—ƒ 1.50 met den kost per dag. Opmerking-. Wij wijzen op de vak-organisaties in de kleedingindustrie (zie blz. 67). 72. Stopster. Diploma bestaat niet. Opleiding: als voor onderwijzeres in nuttige handwerken (zie blz. 39) en voor wollen-stoppen in de Stoppage parisien comp., Kruisstraat 4c. Duur: Stoppage-inrichting wel 5 jaar eer men het vak grondig kent. Kosten: Stoppage-inrichting geene. Er moet2a3 jaar gewerkt worden vóór dat men begint iets te verdienen. Voorwaarden voor aanneming: leeftijd niet onder 15 a 16 jaar; liefst industrieschool- of kloosterschoolonderwijs hebben genoten. Bezoldiging: ƒ 7—10 per week. Opmerkingen. Dit vak stelt zeer hooge eischen aan het gezichtsvermogen. Wie niet zéér sterke oogen heeft, kieze net niet. Wij raden diegenen, die het wollen stoppen grondig kennen, zelfstandige vestiging aan. De oprichtingskosten voor een stoppage-zaak behoeven niet hoog te zijn. Bekwame uitgaande of thuiswerkende stopsters, ook linnenstopsters, moeten trachten den loonstandaard op 25 ets. petuur te krijgen. Wij raden dringend aansluiting aan bij de vakorganisaties in de kleeding-industrie (zie blz. 67). 73. Directrice, adjunct-directrice van de linnenkamer eener stoomvaartmaatschappij. Diploma niet vereischt. 69 Opleiding; als voor linnennaaister (zie blz. 67), terwjjl eenige administratieve kennis wordt vereisckfc Salaris: ƒ900—ƒ 1200. 74. Bontwerkster. Diploma bestaat niet. Opleiding: bontzaken o.a.') bij de firma Davids & Co Wijnhaven 80; Fein, Nadorststraat 112 en Koninklijke Nederlandsche Hoeden-, Petten- en Pelterijenfabrtek, E ras musstraat 41. Daar: ongeveer 3 jaar, om een goede „stoffeerster" te worden. Kosten: geene. Er wordt dadelijk ƒ 1 —ƒ 1.50 verdiend. Bezoldiging: bontstiksters tot ± ƒ 7; stoffeersters tot ƒ 10 a ƒ 11 per week; leidsters iets meer. Opmerking-en. Het vak omvat: kloppen, knippen, naaien, arrangeeren (d.i. de streepen goed laten loopen), koppen inzetten, kale plekken bewerken, voeren, garneeren, enz. Knippen en kloppen wordt te Rotterdam niet door vrouwen gedaan. Wij vestigen de aandacht op de groote internationale bontwerkers-organisatie, die ook in ons land hare vertakkingen heeft, benevens op de vakorganisaties in de kledingindustrie (zie blz. 67), de „Bontwerkers- en PettenmakersVereen, en de „Bontwerkers- en Mutsenmakers-Vereen.". 75. Behangersnaaister. Diploma bestaat niet. Opleiding: in behangerszaken, o.a. bij de firma van Breemer & Wijtenburg, Stationsweg 29o, firma Maas Coolsingel 56a b, en firma Schdnau, Steiger 11. Duur: niet lang, doch afhangend van de kennis die de leerlinge van naaien heeft en van den aard der werkzaamheden. Deze zijn: het naaien van gordijnen, van naden, ook in leer, het opmaken van kussens, cosys, lampekappen, wiegen, enz. 1) Zie noot blz. 60. 70 Bezoldiging: gemiddeld ƒ5 a ƒ6 p. w. (10 a 12 ets per uur) bekwame krachten tot 18 ets per uur. Leidsters of voorwerksters of chefs der atdeeling: van f 10 a ƒ12 tot ƒ20 a ƒ25 p. w. Opmerking-. Wij wijzen op de organisaties in de kleedingindustrie (zie blz. 67) waar ongetwijfeld behangersnaaisters gaarne zullen worden opgenomen. 76. Kantwerkster. Diploma niet vereischt. Opleiding: Industrieschool, Schietbaanstraat 26. Duur: 3 maanden. Kosten: f 15. Bezoldiging: aan sommige school-ateliers, die voor den verkoop werken 9,10, 12f^, 13,15 of 17 ets per uur. Opmerking. Wij raden dit vak als middel van bestaan af. 77. 78. Borduurster, goudborduurster. Kunstnaaldwerkster. Diploma niet vereischt. Opleiding: Industrieschool voor meisjes, Schietbaanstraat 26; en in zaken, o.a. in de Ned. Borduur fabriek, Andriessen&Zn., Zuidblaak 62, en fa. Kan, Boompjes 84a (ook schilderen van lampekappen). Duur: Industrieschool 3 a 5 jaar; — in zaken eenige maanden (voor machineborduren). Kosten: Industrieschool f 20 per jaar; in geval van on- of minvermogen kan een andere schikking worden gemaakt. Examen fraaie handwerken: wordt afgenomen door den staat. Leeftijd voor deelneming: tenminste 18 jaar. Beroep of betrekking: zelfstandig gevestigde borduurster, speciaal costuumborduurster; thuiswerkster voor zaken; werkkracht in handwerkwinkels, behangersof meubelzaken, borduurfabrieken, ateliers voor kerkelijke kunst, vaandels, banieren en wapens, zooals van den heer Funnekotter, Nieuwe Haven 109b. 71 Bezoldiging in.zaken : ƒ 15—ƒ50 per maand ; gemiddeld ƒ20-ƒ30. Opmerking:. Slechts een zeer enkele kracht vindt in dit beroep een bescheiden bestaan. Wij raden dit vak af. 79. Photografe, retoucheuse. Diploma bestaat niet. Opleiding -. o.a. ') bij de heeren Berssenbrugge, Mauritsweg 9; van Dorp, Schiekade lllö; Hulselmans, Boschje 17o; Leijenaar, Kruiskade 134; Miedema, Oostzeedijk 152a; Mögle, Moriaanstraat 3; van der Rijk, Diergaardelaan 33. De heeren Schotel, Schiedamsche singel 64 en Zethoven, Jonker Fransstraat 6a, leiden op voor retoucheuse. Duur: voor het geheele vak ± 3 jaar, voor retoucheeren alleen 1 a l'/2 jaar. Kosten: f 50—ƒ300 per jaar. Soms wordt 2 jaar betaald, het 3e jaar als volontair gewerkt, een enkele maal slechts 1 jaar, bij den heer Berssenbrugge 3 j. betaald (ƒ250; ƒ150; ƒ100); soms ook een som ineens gestort. De heeren Hulselmans en Schotel rekenen voor de opleiding als retoucheuse ƒ 30 per 2 maanden. Leeftijd en voorwaarden tot aanneming als leerlinge: bij de meeaten 14—15 jaar. — Wie een goedei?ëïowcbeuse wil worden, moet teekenles nemen. Beroep of betrekking: zelfstandig gevestigde photografe, met of zonder atelier; zelfstandig gevestigde retoucheuse ; retoucheuse, bediende, of bediende-operatrice, bij photograaf of retoucheur. -ofMèmen der zelfstandig gevestigde photografen en retoucheuses hangt van de clientèle af. Inrichtingskosten in groote gemeenten ƒ 500—ƒ 2000 zonder atelier; ± ƒ 10.000 mèt een atelier; voor ± ƒ 4000 kan een atelier met installatie worden overgenomen. Bezoldiging: retoucheuse en bediende-operatrice van ƒ 25 p. mnd. tot ƒ 30 p. week; bediende ƒ 2.50 —f 15 per week. I) Zie noot op bladz. 60. 72 Opmerkingen. Het is wenschelijk, eerst het vak in zijn geheelen omvang te leeren op eenige goede Hollandsche ateliers; daarna onderdeden op groote ateliers in Parijs, Berlijn of Weenen; óf het vak gedurende 1 of 2 jaar hier te leeren en daarna een photografenschool, bijv. te Berlijn of te München te bezoeken. Vóór men zich zelfstandig vestigt, is jarenlange ervaring noodig. Eerst na ± 3 jaar levert het eigen atelier éefl middel van bestaan op. Het Bestuur van den „Nederlandschen Fotografen Konstkring" raadt voor meisjes die over voldoenden artisiieken aanleg en voldoend kapitaal kunnen beschikken, en die niet zenuwzwak zijn, zelfstandige vestiging als photografe aan. Bekwaming voor ondergeschikte betrekkingen in dit vak raadt het Bestuur af, omdat het vak niet genoeg inkomsten waarborgt, en er in Holland te weinig plaatsen beschikbaar zijn. Wij wijzen op de vakorganisatie „Ned. Fotografen Kunstkring" (voor patroons). 80. Decoratief beeldhouwster. Diploma niet vereischt. Opleiding: Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen, Coolvest 84. Kosten: 3 jaar ƒ 6, verder ƒ 10 p. j. voor de avondcursussen, ƒ 50 p. j. voor den dagcursus; gedeeltelijke of geheele vrijstelling kan worden verleend. Betrekking: beeldhouwster op een kunstnijverheidsatelier. Bezoldiging: ten hoogste ƒ 15, gemiddeld ƒ 7.50 p. week. 81. Analiste aan een rijkslandbouwproefstation of labo¬ ratorium. Diploma niet vereischt, maar wel gewenscht. Opleiding: liefst als voor apothekers-adsistente (zie blz. 60). Salaris aan een rijkslandbouwproefstation: ƒ 600; na 1 j. ƒ 700; na 2 j. ƒ 800; na 5 j. ƒ1000; na 8 j. ƒ1100; na 12 j ƒ1200; na 16 j. ƒ1300; na 24 j. ƒ 1500; aan het laboratorium van het Depart. van Financiën ƒ780—ƒ1500 (4 jaarl. verh. van ƒ n« 73 Opmerkingen. Eind-diploma H.B.S. met 5-jar. cursus strekt tot aanbeveling, indien het diploma als apothekersadsistente niet verworven werd. Aanstelling geschiedt meestal eerst als volontaire. Na tenminste een half jaar kan men leerling-analiste worden op een salaris van ± ƒ200 het 1ste jaar; + ƒ350 het 2de jaar; ± ƒ500 het 3de jaar. Daar er slechts 5 landbouwproefstations zijn n.l.te Goes.Orontngen, Hoorn, Maastricht en Wageningen, is de kans van plaatsing niet heel groot. De periodieke salarisverhoogingea zijn steeds afhankelijk van de goedkeuring der regeering en de prestaties der analiste. Wij wijzen op de vakorganisatie „Ver. van Analisten en Leerling-Analisten". 82. Adjuncte aan een rijksproefstation voor zaadcontróle. Diploma niet geëischt, maar wel gewenscht. Opleiding: H.B.S. met 5-jar. cursus, of privaatonderwijs ter verkrijging van een ontwikkeling, ongeveer gelijkstaande met die, welke door het eind-diploma H.B.S. met 5-jar. cursus wordt aangeduid. Salaris: aanvangswedde ƒ600, na2j. ƒ800 en verder jaarlijksche verhoogingen van ƒ100 tot het maximum van ƒ1500 is bereikt. Opmerkingen. Een proeftijd van minstens 4 weken wordt gevorderd, vóór de aanstelling volgt. Hooge eischen worden gesteld wat gezichtsvermogen, nauwkeurigheid en betrouwbaarheid betreft. Er is ten onzent slechts 1 rijksproefstation voor zaadcontróle, nl. te Wageningen, dus de kans van plaatsing is gering. 83. Stationchef. Diploma geëischt. Opleiding: privaat-onderwijs (bekwaamheidseisenen te bevragen bij de Directie van de Mij. tot Exploitatie van Staatsspoorwegen, Centrale Dienst, Utrecht). Vooruitzichten: alleen bij de Ned. Centraal-Spoorwegmaatschappij is een enkele vrouw als stationchef werkzaam. Wij vreezen, dat een vrouw in den vervolge zéér weinig kans op benoeming zal hebben. 74 84. Commies, klerk of surnumerair in dienst van een spoorwegmaatschappij. Diploma geëischt. Opleiding > privaat-onderwijs of particuliere cursussen, indien niet het gymnasium of de H. B. S. werd afgeloopen. Vrijstelling van het examen als surnumerair bij de S. S. geeft reeds einddiploma H. B. S. met 3 jar. cursus of bewijs van overgang naar 4e kl. gymnasium of H. B. S. met 5 jar. cursus, indien de punten, behaald voor rekenkunde, aardrijkskunde, Ned., Fransch en Duitsch ruim voldoende zijn; eischen voor het examen als surnumerair, dus voor degenen die geen vrijstelling hebben, te bevragen aan het Nat. Bureau v. Vrouwenarbeid. Na een half jaar dienst onderwerpt de surnumerair zich aan een examen; heeft zij daaraan voldaan, dan kan zij na 2 j. dienst, om practische geschiktheid te verkrijgen, een vaste benoeming krijgen als klerk of klerk-telegrafist. Bij gebleken geschiktheid volgt later bevordering tot adjunct-commies. Verdere bevordering geschiedt bij keuze. Leeftijd: surnumerair S.S. 16—23 j.; — klerk H.IJ. S.M. 18—30 j. Salaris S.S.: surnumerair f 400 p. j., zoolang niet is voldaan aan het examen in den dienst; daarna 1 j. ƒ 450; 1 j. f 500; bij benoeming tot klerk ofklerk-telegrafist f 550—ƒ 1000 p. j., adjunct-commies, maximum ƒ1360 p. j. Salaris H.IJ.S.M.: klerk (te Amsterdam, Haarlem, 's-Gravenhage, Alkmaar, Hilversum, Rotterdam) ƒ 9.50 —ƒ17.50 per week (leerling-klerk ƒ 4—ƒ 8 per week). Opmerking:. Wij wijzen op de vakorganisatie „Bond van Orde van het Personeel in dienst der H. IJ. S. M.". 85. Hötelhoudster. Diploma niet geëischt, maar wel gewenscht. Opleiding: als voor huishoudkundige (zie blz. 28). Opmerking. Wij wijzen op de vakorganisatie „Hötelhoudersbond". 75 86. 87. 88. 89. Directrice van een post- en telegraafkantoor. ')2) Commies.')2) Surnumerair.2) Klerk in den post- en telegraafdienst2) Diploma geëischt. Opleiding: gedeeltelijk door privaat-onderwijs, eédeeltelijk in den dienst. Door privaat-onderwas bekwaamt men zich voor klerk, surnumerair en aspirantcommies. In den dienst, voor commies, (n.1. aan den cursus, te Rotterdam gehouden). Duur voor het klerken- en surnumerairs-examen: hangt af van aanleg en voor-opleiding. Elschen voor het Ar/erAren-examen : behoorlijke kennis van Ned., kennis van Fransch (vertalen in en uit die taal), eenige kennis van Duitsch en Engelsch (vertalen uit die talen), aardrijkskunde, rekenkunde, net bandschrift. — Voorloopig worden geen klerkenexamens meer afgenomen. Eischen voor het surnumerairs-examen : behoorlijke kennis van Ned.,Fransch, Duitsch, Engelsch (vertalen in en uit die talen), natuurkunde, rekenkunde, algebra, meetkunde, wiskundige aardrijkskunde, aardrijkskunde, topografie, staatsinrichting. Voor deelneming aan dit examen wordt vereischt diploma eind-examen H.B.S. met 5jarigen cursus, of van een inrichting van onderwijs, die daarmede wordt gelijkgesteld. Duur voor het examen voor aspirant-commies (dat hetzelfde is voor de ambtenaren als het surnumerairsexamen voor metf-ambtenaren): tenminste 3 jaar, in dier voege, dat men aan dit examen eerst mag deelnemen, nadat men 3 jaren dienst heeft gedaan. De deelname staat alsdan voor iedere ambtenaar in den post- en telegraafdienst open; niet alleen voor de klerken. 1) Zie Inleiding, blz. 8. 2) De bepalingen, niet alleen omtrent de salarieering, maar ook omtrent toelating en benoembaarheid van vrouwen, wisselen veelvuldig. Wij raden een ieder, die deze loopbaan kiezen wil, eerst informaties omtrent den oogenblikkelijken toestand in te winnen aan het Nationaal Bureau voor Vrouwenarbeid, Van Speijkstraat 30, Den Haag. 76 Duur voor het commies-examen (voor aspirantcommiezen en surnumerairs) : 2 a 3 jaar. Kosten : voor de opleiding door privaat-onderwijs zeer verschillend. Voor opleiding tot commies aan den cursus te Rotterdam : geene. Leeftijd voor deelneming aan het klerken- en surnumerairs-examen : 18—23 jaar. De examens zijn vergelijkend. Salaris-klerk: ƒ400; na 1 maand ƒ650; na 2 jaar ƒ800; na6 jaar ƒ900, bij het bezit van één radicaal ƒ950, van 2 radicalen ƒ1050; na 10 jaar ƒ 1000, ƒ 1100 of ƒ1200; na 14 jaar ƒ1100, ƒ1200 of ƒ1350; na 18 jaar ƒ1150, 1300 of ƒ1400; na 22 jaar ƒ1200, ƒ1350 of ƒ1500. (De 2 radicalen zijn in den dienst te behalen). De daarvoor geschikten kunnen, na 15 jaren dienst, den titel verwerven van commies-titulair, en ontvangen als zoodanig ƒ200 boven haar tractement. Voor wie na 15 jaar nog niet voor dien titel in aanmerking kan komen, wordt het salaris na 15 jaar ƒ 1400; na 18 jaar ƒ 1500; na 22 jaar ƒ 1600 (verhooging en titel-verandering worden voorgesteld). Salaris-surnumerair: ƒ600. Salaris commies : (4e klasse)/1200; na 2 jaar/1400; na 6 jaar (3e klasse) ƒ 1700; na 10 jaar (2e klasse) ƒ1900; na 14 jaar ƒ2100; na 18 jaar (le klasse) ƒ2300; na 22 jaar ƒ2500 (verhooging wordt voorgesteld). Salaris directrice van een post- en telegraafkantoor van de 7e en 8e klasse, de eenige waarvoor vrouwen in aanmerking komen: respectievelijk ƒ 1600—ƒ 1800 en ƒ 1300—f 1500, benevens vrije woning. Opmerking-en. Deze carrière is voor vrouwen niet aanbevelenswaardig. Immers: het klerken-examen wordt niet meer afgenomen. Vrouwen kunnen geen hoofdcommies worden en zijn alleen aan postkantoren der twee laagste klassen benoembaar tot directrice. Ook kunnen vrouwen bij de Rijkspostspaarbank geen commies worden. Wij meenen om al deze redenen deze carrière voor vrouwen te moeten ontraden. Degenen, die niettemin dezen weg wenschen te bewandelen, wijzen wij op de vakorganisaties .Ver. van Directeuren en 77 Commiezen der Posterijen en Telegrafie", „Ned. Post- en Telegraafbond", „Ned. Bond van Post- en Telegraafbeambten „De Post", „Alg. Bond van Ned. Post-, Telegraaf- en Telefoonpersoneel", „Ned. R.K. Bond van Post-, Telegraaf- en Telefoonpersoneel „Sint Petrus", „Ver. van Klerken ter Directie der Rijkspostspaarbank". 90. Hulptelegrafiste, telegrafiste.1) Diploma geëischt. Opleiding: Instituut Ort, W. de Withstraat 35, privaat-onderwijs of cursuslessen. Leeftijd voor aanstelling: 18—23 jaar. Eischen voor aanstelling: goed lager onderwijs Rebben genoten, en eenige kennis van Fransch, Engelsch en Duitsch. Een toelatings-examen wordt afgenomen, (gedetailleerde eischen te bevragen aan het Nat. Bureau voor Vrouwenarbeid, Van Speijkstraat 30, den Haag). Getuigschrift of diploma van een inrichting van middelbaar onderwijs geeft vrijstelling van het toelatingsexamen. Salaris: tydeujk-hulptelegraflste f 30, na 1 jaar ƒ 40 per maand; na vaste aanstelling ƒ 400; na 1 maand ƒ 600; na 2 jaar ƒ 750; na 6 jaar ƒ 850; na 10 jaar ƒ 950; na 14 jaar ƒ 1050; na 18 jaar ƒ 1100; na 22 jaar ƒ 1150 (verhooging en titelverandering worden voorgesteld). Voor de kantoren Amsterdam, Rotterdam en 's-Gravenhage ƒ50 verhooging; ƒ100 verhooging na het met gunstig gevolg deelnemen aan het vak-examen, dat na ten minste 8 jaar dienst kan worden afgelegd; na 4 jaar nogmaals ƒ 100 verhooging. Als het vak-examen met goed gevolg is afgelegd, ontvangen zij den titel van „telegrafist". De tijdelijk-hulptelegrafiste is 3 maanden op proef werkzaam. Opmerking:. Wij wijzen op de vakorganisaties „Alg. Bond van Ned. Post-, Telegraaf- en Telefoonpersoneel", „Ned. Bond van Hulptelegrafisten" en „Ned. R.K. Bond van PostTelegraaf- en Telefoonpersoneel „St. Petrus". 1) Zie noot op blz. 75. 78 91. Kantoorbediende bij den postdienst. Diploma geëischt. Opleiding: privaatonderwijs of cursustessen. Leeftijd voor aanstelling: 18—23 jaar. Eischen vooraanstelling: goed lager onderwijs hebben genoten en eenige taalkennis. Een toelatings-examen wordt afgenomen (gedetailleerde eischen te bevragen Nat. Bureau voor Vrouwenarbeid, Van Speijkstraat 30 den Haag). Getuigschrift of diploma eener inrichting van middelbaar onderwijs geeft vrijstelling van het toelatings-examen. Salaris: als hulptelegrafiste zie blz. 77; ƒ100 verhooging na het met gunstig gevolg deelnemen aan het vak-examen, dat na tenminste 8 jaar vasten dienst kan worden afgelegd ; na 4 jaar nogmaals ƒ 100 verhooging. De tijdelijk-kantoorbedienden zijn 3 mnd. op proef werkzaam. Opmerking-. Wij wijzen op de vakorganisaties „Alg. Bond van Ned. Post-, Telegraaf- en Telefoonpersoneel'' en „Ned. R.K. Bond van Post-, Telegraaf- en Telefoonpersoneel „Sint Pet*dl"i™- 92. Hulptelefoniste. Telefoniste. Diploma geëischt. Opleiding: Instituut Ort, W. de Withstraat; privaatonderwijs of cursus-lessen. ■Leeftijd voor aanstelling voor den rijkstelefoondienst 18—23 jaar; voor den gemeentelijken telefoondienst 17 tot 22 jaar. Eischen voor aanstelling: voor den rijkstelefoondienst een weinig kennis van Ned., Fransch, Duitsch, Engelsch, rekenen en aardrijkskunde (gedetailleerde eischen voor het toelatings-examen — waarvoor getuigschrift of diploma van een inrichting van middelbaar onderwijs vrijstelling geeft — te bevragen aan het Nat. Bur. voor Vrouwenarbeid, van Speijkstr. 30, den Haag); gemeente-telefoondienst een weinig kennis van Ned., rekenen, geschiedenis en aardrijkskunde. — Liefst moet een M.U.L.O. school doorloopen zijn. 79 Salaris: bij den rijkstelefoondienst als helpster, dat is als 't ware reserve-tijdelijk-hulptelefoniste ƒ 10 per mnd., benevens ƒ1 voor eiken dag waarop zij boven 10 dagen p. mnd. dienst verrichten. Tijdelijk hulptelefoniste f25, na 1 jaar ƒ35 p. mnd.'Hulptelefoniste, dus bij vaste aanstelling na 2 jaar bezoldigden dienst, ƒ400, na 1 maand ƒ600; naj. ƒ700; na 6 j. ƒ 800; na 10 j. ƒ850; na 14 j. ƒ 900; na 18 j. ƒ 900; na 22 j. ƒ 1000 (verhooging en titel-verandering worden voorgesteld). Na 8 jaar dienst kan het vak-examen worden afgelegd, hetgeen /echt geeft op den titel telefoniste. De tijdelijk-hulptelefoniste of helpster is 3 mnd. op proef werkzaam. Salaris: bij den gemeentelijken telefoondienst bij in diensttreding ƒ26 per maand; na een half jaar ƒ400, om de twee jaar verhooging van /50toteen maximum van ƒ 650. Salaris der chefs-telefoniste ƒ 725—ƒ 1000 (2-jaarl. verh. van ƒ100). De leerling-telefoniste is ± 3 weken in opleiding werkzaam. Diensttijd: 7 uur per dag; Zondagsdienst bij het rijk om de 2 of 3 weken, bij de gemeente om de 4 weken. Nachtdienst bij het rijk niet; bij de gemeente eens in de 16 dagen, met daarop volgenden vrijen dag. Verlof bij de gemeente 14 dagen per jaar. Opmerking-en. Voor meisjes met een zwakke gezondheid of een prikkelbaar zenuwgestel is deze werkkring af te raden. Sollicitanten naar de betrekking van leerling-telefoniste te Rotterdam kunnen zich aanmelden iederen Woensdag tósschen 10 en 11 uur, Gedempte Botersloot 187. Wij wijzen op de vakorganisaties „Alg. Bond van Ned. Post-, Telegraaf- en Telefoonpersoneel", „Ned. R.K. Bond van Post-, Telegraaf- en Telefoonpersoneel „Sint Petrus" en „Bond van Rijkstelefonisten". 93. Assistente bij het hoofdbestuur der posterijen en telegrafie. Diploma geëischt. Opleiding: privaat-onderwijs of cursuslessen. Examen-eischen: ongeveer de kennis, die gevorderd wordt voor het eind-examen H.B.sTvoor jongens met 5-jarigen cursus. 80 Leeftijd: tenminste 25 jaar (voor vaste aanstelling). Salaris: f 400—ƒ 1100 (na 22 jar. dienst). Opmerking. Wij wijzen op de vakorganisatie „Bond van Adsistenten bij het Hoofdbestuur der Posterijen en Telegrafie". 94. Klerk in dienst van rijk, provincie of gemeente. Diploma vereischt. Opleiding: door privaat-onderwijs of cursuslessen. Examen: wordt afgenomen, voor het rijk door een permanente examen-commissie; voor de gemeente, door de Ned. Ver. voor Gemeentebelangen; voor de provincie wordt geen examen afgenomen. Eischen: ongeveer de kennis die gevorderd wordt voor het eind-examen H.B.S. voor jongens met 5-jarigen cursus. Leeftijd bij het rijk: 18—25 jaar. Betrekking: o.a. klerk aan één der departementen van algemeen bestuur (alleen aan de departementen van Justitje^Landbouw, Nijverheid en Handel, en Waterstaat worden vrouwelijke ambtenaren benoemd); het Centraal Bureau voor de Statistiek; de Rijksverzekeringsbank ; den Octrooiraad; de Arbeidsinspectie; de provinciale griffie ; het gemeente-bestuur. In sommige takken van dienst is de titel „ambtenaar". Salaris: ƒ400—ƒ1100; bij de gemeente Amsterdam ƒ 600—ƒ 1400 's jaars ; 's-Gravenhage ƒ 650—ƒ 1900. Opmerking. Wij wijzen op de vakorganisaties „Bond van Ambtenaren der Departementen van Alg. Bestuur en hooge Colleges van Staat", „Ver. van Ambtenaren bij de Rijksverzekeringsbank", „Alg. Bond van Ned. Rijksambtenaren", „Ver. van Administratieve Ambtenaren bij de Arbeidsinspectie", „Ned. Bond van Gemeente Ambtenaren", en „Bond van Klerken, werkzaam bij de Registratie, de Domeinen, de Hypotheek en het Kadaster". 95. Rekenaar bij de sterrenwacht. Diploma niet geëischt. Opleiding: privaat-onderwijs of cursus-lessen. 81 Vereischten voor het ambt: eenige kennis van wiskunde, in het bijzonder van de vlakke en bolvormige driehoeksmeting en bekendheid met logarithmen. Salaris: ƒ 700 aanvangswedde. 96. Arrondissementsschoolopzienster. Eenig diploma gewenscht. Opleiding : liefst als voor onderwijzeres aan of hoofd van een lagere school (zie blz. 34, 36), leerares aan een school voor middelbaar onderwijs (zie blz. 48). Salaris: ƒ800 + /200 toelage; vergoeding van reisen verblijfkosten; in de grootste gemeenten ƒ300 bureaukosten. Opmerking. Wij, wijzen op de vakorganisatie „Vereeniging van Arrondissements-Schoolopzieners". 97. Gemeente-inspectrice bij het lager, voorbereidend of handwerk-onderwijs, Eenig diploma gewenscht. Opleiding: als voorarrondissements-schooiopzienster (zie boven); resp. als voor hoofd van een school voor voorbereidend onderwijs (zie blz. 32); resp. als voor onderwijzeres in nuttige handwerken (zie blz. 00). Salaris : wat de eerste betref t, te Amsterdam f 3500— ƒ4500; wat de tweede betreft, te Rotterdam ƒ300; wat de laatste betreft, te Nijmegen ƒ600—ƒ900 (3 4-jaarl. verh. van ƒ100); te Meppel ƒ 100. 98. Godsdienstonderwijzeres bij Ned. Herv. gemeenten, de RemonstrBntsche Broederschap, Doopsgezinde gemeenten, Evang. Luth. gemeenten, het Ned. Israelietisch Kerkgenootschap, het Port. Isr. Kerkgenootschap en den Protestantenbond. Diploma vereischt. Opleiding: bij de Ned. Herv. gemeenten door de Commissie voor het godsdienstonderwijs; overigens door privaatles van predikanten. Rotterdamsche Leidraad. 5 82 Duur: meestal 2 a 3 jaar. Kosten: bij de Ned. Herv. gemeenten geene; bij de overige kerkgenootschappen ons onbekend. Examen: wordt afgenomen door het Classicaal Bestuur, waaronder de gemeente, tot welke de candidate behoort, ressorteert; — een Commissie, benoemd door de Permanente Commissie tot de algemeene zaken van het Ned. Isr. Kerkgenootschap te Amsterdam; — een Commissie van examinatoren van het Port. Isr. Kerkgenootschap; — de Commissie voor godsdienstonderwijs van den Protestantenbond. Leeftijd voor deelneming: ten minste 23 jaar; — ten minste 18 jaar op 1 Jan., op het examen volgend; — ons onbekend. Eischen van bekwaamheid voor het verwerven van het diploma: gronden van de Ned. taal en onderwijskunde, algemeene inhoud en geest der Bijbelboeken, lezen en verklaren van den Bijbel, Bijbelsche en kerkelijke geschiedenis, Christelijke geloofs- en zedeleer; — voor den len (laagsten) rang: gronden van Ned., gronden van Hebreeuwsch, vertaling in het Ned. der meest gebruikelijke gebeden, uit het hoofd kennen en vertalen der gebruikelijke lofzeggingen, kennis van Bijbelsche geschiedenis en de hoofdtrekken der godsdienstleer, het schrijven van Joodsch schrift; voor den 2en rang: van alle vakken grondiger kennis, vertaling van den Pentateuch (tot het examen voor den hoogsten rang worden vrouwen niet toegelaten). — De exameneischen van den Protestantenbond zijn ons onbekend. Salaris: Ned. Herv. gemeenten.ƒ600—ƒ800; Ned. Isr. Kerkgenootschap ± ƒ450—f 500: Protestantenbond ^verschillend in de verschillende gemeenten, soms ± ƒ750 'sjaars. Meestal kan de godsdienstonderwijzeres van haar salaris alléén niet bestaan. Opmerking;. Wij wijzen op de vakorganisatie „Bond van godsdienstonderwijzeressen". 99. Diacones. Diploma bestaat niet. 83 Opleiding: Ned. Hervormd Diaconessenhuis, Westersingel 111. Duur : ± 3 jaar. Kosten: geene. Salaris: geen. De diakones verricht den arbeid, die haar, in verband met haar aanleg (die ook haar opleiding bepaalt) en de behoefte, wordt opgedragen. Zij wordt tot haar dood toe verzorgd, en ontvangt eenig kleedgeld. De diakones is eerst voorproefzuster, dan proefzuster, na voltooide opleiding ingezegende zuster. 100. Candidaat-notaris. Diploma vereischt. Opleiding: privaatles bij een notaris of candidaatnotaris. Duur: voor wie de ontwikkeling bezit die het doorloopen eener H.B.S. met 5-jarigen cursus of van een gymnasium schenkt, 4 jaar; 2 jaar voor het eerste gedeelte van het examen, telkens 1 jaar voor het 2e en 3e gedeelte. Kosten: f 300—ƒ 400 's jaars. Examen: wordt eenmaal 's jaars afgenomen door den staat. Het le en 2e deel zijn mondeling, het 3e deel schriftelijk. Naar verkiezing kunnen 2, of alle 3 gedeelten in hetzelfde examenjaar worden afgelegd. Salaris: van f 700 af. In groote gemeenten veelal niet minder dan ƒ 1000. Opmerking-. Wij wijzen op de vakorganisatie „Broederschap van Candidaat-Notarissen". 101. Accountant. Diploma vereischt. Opleiding: Handelshoogeschool, en Cursussen, bij voldoende deelname georganiseerd door de verschillende Accountantsvereenigingen. Duur: meestal 3—5 jaar. 84 Kosten: Handelshoogeschool ƒ200 p. j.; Instituut en Bond van Accountants, aldaar bevragen; Vereentgtttg van Accountants ƒ30—ƒ60 voor de bijvakken, ƒ 120— ƒ 140 p. j. voor accountancy. Eischen voor toelating tot de opleidingscursussen: acte M.O. boekhouden of een practijk-diploma van de Vereeniging van Leeraren of van de Federatie (zie onder „boekhoudster"); de Accountantsvereenigingen laten ieder slechts hun eigen assistenten tot de cursussen toe. Examen wordt afgenomen door het „Ned. Instituut v. Accountants" en den „Ned. Bond v. Ace." (te zamen); de „Ned. Ace. Ver.", en de „Ned. Academie v. Ace." (adressen der secretarissen bevragen aan het Nat. Bureau v. Vrouwenarbeid). Het examen bestaat uit 12 onderdeelen, n.1. Talen: Ned., Fransch, Duitsch, Engelsch; — Munt-. Credieteh Bankwezen; — Statistiek; — Recht; — Notariaat; — Handelsrekenen; — Handelsaardrijkskunde; — Handelsgeschiedenis; — Accountancy. Men kan telkens voor één vak examen doen, het laatst voor accountancy. Beroep: zelfstandig gevestigde accountant, tot inrichting, geregelde en accidenteele controle van groote administratie bij industrieele en bankzaken. Inkomen: hangt af van de clientèle. Opmerking. Wij vestigen de aandacht op de vakorganisaties bovengenoemd. 102. Actuaris, adjunct-actuaris. Diploma geëischi. Opleiding: Handelshoogeschool of privaatonderwijs. Soms wordt te Rotterdam een Cursus gehouden, uitgaande van de Ver. van Wiskundige Adviseurs. .joflBlir;» voor wie het wiskunde-examen Ki, met goed gevolg heeft afgelegd of de wiskundige kennis en ontwikkeling oezït van ierhand die het einddiploma H.B.S. met 5-jarigen cursus verworven heeft, en practisch op de wiskundige afdeeling van een verzekeringsmaatschappij werkzaam is, ± 1 jaar. 85 Kosten: Handelshoogeschool ƒ200 p. j.; Cursus te bevragen aan den Secr. der Ver. Dr. M. C. Paraira, Sarphatistraat 117, Amsterdam. Examen: wordt jaarlijks afgenomen door de Ver. van Wiskundige Adviseurs. Ook aan de Handelshoogeschool zal vermoedelijk een diploma als actuaris te behalen zijn. Salaris: van een candidaat-actuaris ± ƒ 1500— ƒ2000; van een actuaris hooger. Opmerking-. Wij vestigen de aandacht op de vakorganisatie bovengenoemd en de „Ver. voor Levensverzekering". 103. Beëedigd translatrlce. Diploma niet altijd geëischt, meestal gewenscht, Opleiding: als voor leerares (in een vreemde taal) aan een middelbare school (zie blz. 48). Opmerkingen. De beëedigde translatrices worden door de rechtbank benoemd. Alleen in groote steden levert deze arbeid voor die .transla-Jrices, die voqr verschillende talen zijn aangesteld en van wier diensten ruim gebruik -wordt gemaakt, meer dan een bijverdienste op. Het tarief is/ 1.80 voor het vertalen eener eenvoudige acte. 104. Scheppend kunstenares op het gebied der beeldende kunsten. Diploma bestaat niet. Opleiding: Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen, Coolvest 84. Duur: hangt af van aanleg en omstandigheden. Kosten: ƒ6 gedurende 3 jaar, verder ƒ 10 per jaar voor avondcursussen; ƒ50 p. j. voor den dagcursus. Beroep: schilderes, etseter, gratreerster, illustratice, beeldhouwster. Inkomen: afhangend van aanleg en omstandigheden. Voor illustreerwerk wordt meestal ƒ 5r-/20 per teekening betaald. 86 105. Architect. Diploma niet geëischt. Opleiding: Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen, Coolvest 84. Duur : 4 jaar. Kosten: ƒ 10 p. j. voor de avondlessen, bovendien in de 3e en 4e klasse ƒ 50 p. j. voor de daglessen. Leeftijd en voorwaarde voor toelating: tenminste 15 j.; toelatings-examen wordt afgenomen, tenzij einddiploma eener Vakteekenschool is behaald. Toekomst: valt niet te voorspellen. 106. Componiste. Diploma bestaat niet. Opleiding: Muziekschool van de afd. R'dam van „Toonkunst", Nieuwe Markt 2; of privaatonderwijs. Duur: hangt af van aanleg en omstandigheden. Kosten : Muziekschool, in de kunstklassen ƒ25—ƒ 150 voor ieder vak; regeling te maken omtrent samenvoeging van vakken. Inkomen: hangt af van aanleg en omstandigheden. Opmerking-. Wij wijzen op de vakorganisaties „Genootschap van Ned. Componisten", en „Alg. Ned. Componistenver. . 107. Uitvoerend kunstenares op het gebied der muziek. Diploma bestaat niet. Opleiding: terzelfder plaatse als voor componiste (zie boven). Beroep of betrekking: soliste, concert-meesteres, orkestlid, koriste, organiste (bij een Doopsgezinde of Ned. Herv. gemeente). Inkomen der soliste: hangt af van aanleg en omstandigheden. 87 Salaris : concertmeesteres ƒ150 p. m.; orkest-leden: ons onbekend, behalve wat de harpiste betreft, soms ƒ 140 per maand; koriste: ± ƒ 75 per maand : organiste: ± ƒ 150—ƒ 300 p. jaar. Opmerking-. Wij wijzen op de vakorganisaties „Alg.Ned. Koristenver.", „Ned. Toonknnstenaarsver." en „Alg. Ned. Toonkunstenaarsver.". .,.; IV. Lijst van Ambten, Betrekkingen en Beroepen, door vrouwen te vervullen, waarvoor alleen BUITEN ROTTERDAM opleiding te vinden is. I. Betrekkingen van huishoudelyken aard. 1. Kamenier-linnenmeisje. 2. Kamenier. II. Ambten, betrekkingen en beroepen op het gebied van onderwijs en opvoeding. 3. Directrice van een tehuis voor schoolgaande kinderen. 4. Hulpkracht in een tehuis voor schoolgaande kin¬ deren. 5. Directrice van een rijksopvoedingsgesticht v. m. 6. Onderwijzeres in koken en huishoudelijke vakken. 7. Leerares in huishoudkunde. 8. Leerares in koken en voedingsleer. 9. Leerares in waschbehandeling en strijken. 10. Werkmeesteres aan een rijksopvoedingsgesticht. 11. Léerares bij het landbouwhuishoudonderwijs. 12. Ambtenare aan een gasfabriek. 13. Leerares aan een school voor voorbereidend hooger onderwijs. 14. Assistente aan een hoogeschool. 15. Privaat-docente aan een hoogeschool. 16. Lector aan een hoogeschool. 17. Directrice van een particulier opvoedingsgesticht, doorgangs- of reddingshuis. 18. Hulpkracht aan een particulier opvoedingsgesticht, doorgangs- of reddingshuis. 19. Opvoedster in een Christelijk philanthropische inrichting. 20. Directrice van een weeshuis. 21. Directrice of adjunct-directrice van een Volkshuis. 89 III. Beroepen en betrekkingen op het gebied van verpleging en verzorging. 22. Kraamverzorgster. 23. Baker. 24. Manicure en pedicure. IV. Betrekkingen in den handel. 25. Caissière. 26. Verkoopster. Winkelbediende. V. Industrieele beroepen en betrekkingen, met uit¬ zondering van de nijverheidskunst. 27. Apotheker. Provisor. 28. Detacheuse (vlekkenuitmaakster). 29. Directrice van of hoofdopzichteres aan een wasch- inrichting. 30. Diamantbewerkster. 31. Arbeidster in het boekdrukkersbedrijf (typografe). 32. Rietvlechtster. 33. Arbeidster in de stroohoeden-fabricage. 34. Arbeidster in de schoenen-fabricage. 35. Arbeidster in de zuivel-fabricage. 36. Horlogemaakster. 37. Fabrieksopzichteres. VI. Beroepen en betrekkingen op het gebied der nijverheidskunst. 38. Costuum-ontwerpster. 39. Handweefster. 40. Batikster. 41. Lithograf e. 42. Leerbewerkster. Boekbindster. 43. Houtsnijdster. 44. Metaal bewerkster. VII. Technische ambten, betrekkingen en beroepen. 45. Civiel-ingenieur. 46. Scheikundige bij den keuringsdienst. 47. Technoloog(scheikundige in industrieele bedrijven). 90 48. Assistente bij de rijkscommissie voor graadraeting en waterpassing. 49. Assistente aan een rijkslandbouwproefstation. 50. Tandtechnica. 51. Goudsmid-reparatrice. 52. Pianostemster. VIII. Beroepen en betrekkingen in, of verband houdend met land- en tuinbouw. 53. Boerin- 54. Landbouwster. 55. Tuinbouwkundige (kweekster). 56. Tuinierster. 57. Tuinarchitecte. 58. Houdster van een hoenderpark. 59. Imker. IX. Ambtelijke betrekkingen met uitzondering van het onderwijs en den dienst der posterijen, telegrafie en telefonie. 60. Commies in dienst van het rijk. 61. Adjunct-commies in dienst van rijk, provincie of gemeente. 62. PoUtie-assistente. X. Beroepen en betrekkingen van maatsdiappeli/ken aard. 63. Predikante. 64. Godsdienstleerares bij de Remonstrantsche Broe¬ derschap. 65. Officier bij het Leger des Heils. 66. Woningopzichteres. 67. Armverzorgster. XI. Beroepen en betrekkingen, waarvoor een meer of minder wetenschappelijke vorming wordt vereischt, met uitzondering van sommige onderwijs-, technische, industrieele en maatschappeujke betrekkingen. 68. Advocaat. 69. Arts. 91 70. Tandarts. 71. Directrice van een laboratorium. 72. Conservatrice van een wetenschapp. verzameling. 73. Archivares, adjunct-archivares. 74. Bibliothecares, bibliotheekbeambte. XII. Beroepen en betrekkingen op het gebied van letteren en kunst. 75. Tooneelspeelster. 76. Balletdanseres. 77. Declamatrice. V. Eenige inlichtingen omtrent de plaats(en) waar opleiding te verkrijgen is voor, en omtrent salaris, vooruitzichten en vakorganisatie in de ambten, betrekkingen en beroepen, waarvoor alleen BUITEN ROTTERDAM opleiding is te vinden. 1. 2. Kamenier-linnenmeisje. Kamenier. Getuigschrift niet altijd geëischt, maar wel gewenscht. Opleiding: te Arnhem (Industrieschool voor meisjes); 's-Gravenhage (Vakschool voor meisjes); Haarlem (Huishoud- en Industrieschool; alleen voor kamenierlinnenmeisje). Salaris: ± ƒ 120—ƒ 250 'sjaars met kost en inwoning. Opmerking. De kans op plaatsing als kamenier is gering. 3. 4. Directrice van een tehuis voor schoolgaande kinderen. Hulpkracht in een tehuis voor schoolgaande kinderen. Diploma niet altijd geëischt, maar wel gewenscht. Opleiding: te Amsterdam (School voor Maatschappelijk Werk, Pieter de Hooghstraat 78). Salaris: directrice ± ƒ 250—ƒ 800; hulpkracht ± ƒ 150—ƒ 600 's jaars. Opmerkingen. Groote opvoedkundige kennis en liefde voor kinderen worden voor dit werk vereischt, vooral wat de „Boddaert"-Tehuizen betreft, die een eenigszins ander karakter dragen dan de meeste overige, en waar de salarieering dan ook op een anderen voet is geregeld. Wij wijzen de directrices op de vakorganisatie „Ver. van Directeuren en Directrices van Rijks- en Particuliere Opvoedingsgestichten". 93 5. Directrice van het rijksopvoedingsgesticht voor meisjes {te Zeist). Diploma gewenscht, doch niet vereischt. Opleiding: te Amsterdam (School voor Maatschappelijk Werk, Pieter de Hooghstraat 78). Salaris: f 2200—ƒ 2600, met kost en vrije woning. Opmerking:. Wij wijzen op de vakorganisatie „Ver. van Directeuren en Directrices van Rijks- en Particuliere Opvoedingsgestichten". 6. Onderwijzeres in koken en huishoudelijke vakken. Diploma vereischt. Opleiding: te Amersfoort (industrie- en Huishoudschool) ; Amsterdam (Huishoudschool, Zandpad en Nieuwe Huishoudschool, Gabriël Metsustraat 8); Breda (Kook- en Huishoudschool); 's-Gravenhage (Huishoudschool, Laan v. Meerdervoort 207); Groningen (Huishoud- en Kookschool); Leeuwarden (Industrie- en Huishoudschool); Nijmegen (Huishoudschool); Utrecht (Industrie- en Huishoudschool). Betrekking: onderwijzeres bij het herhalingsonderwjjs (in grootere gemeenten) of leidster van de „Reizende Keukens" of het „Reizend Huishoudonderwijs" van „Het Nut", of de korte cursussen van den »Volksbond" en „Het Groene Kruis". Salaris: bij het herhalingsonderwijs te Amsterdam f 56 per wek. lesuur (hoogste aantal wek. lesuren voor eenzelfde leerkracht 4); te 's-Gravenhage f 110 per 6 maandschen cursus per school (hoogste aantal scholen voor eenzelfde leerkracht 2 of 3); — bij «Het Nut" ƒ 75 of ƒ 90, (als er een parallel-cursus wordt gehouden) per 6 weken, en plm. ƒ 70 vergoeding voor kost en woning, voor ArooAr-onderwijs; ƒ 300 voor een huishoud-cursus van 3 mnd. Reiskosten worden vergoed. 94 Opmerking-. Wij wijzen op de vakorganisatie „Bond van Onderwijzeressen bij het Huishoudonderwijs". 7. 8. 9. Leerares in huishoudkunde. Leerares in koken en voedingsleer. Leerares In waschbehandeling en strijken. Diploma geëischt. Opleiding: aan dezelfde scholen (zie blz. 93) als voor onderwijzeres in huishoudelijke vakken, met uitzondering van die te Breda en Leeuwarden. Salaris: directrice intern ƒ 800—ƒ 1400, extern ƒ 1400— ƒ2000; leerares intern ƒ250—f 550, extern ƒ 750-ƒ 1050, met verhoogingen voor meerdere acten. Opmerking. Wij wijzen op de vakorganisaties „Bond van Leeraressen bij het Huishoudonderwijs" en „Ned. Bond van Vakschoolleeraren en -leeraressen". 10. Werkmeesteres aan een rijksopvoedingsgesticht voor meisjes. Diploma geëischt. Opleiding: als voor leerares in koken en voedingsleer, leerares in huishoudkunde (zie boven) of als costuum-naaister (zie blz. 66). Salaris: werkmeesteres-leerares in huishoudkunde of koken ƒ600—ƒ 800 intern of ƒ 825—ƒ 1025 extern ; werkmeesteres-costuumnaaister ƒ450—ƒ550 intern. Opmerkingen. De betrekking staat alleen open voor vrouwen onder de 35 jaar. Wij wijzen op de vakorganisaties bovengenoemd. 11. Leerares bij het landbouwhuishoudonderwijs. Diploma geëischt. Opleiding: te den Halst bij Dedemsvaart (Rijkslandbouwhuishoudschool „de Rollecate"). Salaris: nog niet vastgesteld. Opmerking. Wij wijzen op de vakorganisatie „Bond van Leeraressen bij het Huishoudonderwijs". 12. Ambtenare aan een gasfabriek. Diploma meestal geëischt. 95 Opleiding: als voor leerares in huishoudkunde, koken en waschbehandeling (zie blz. 94). Betrekking : onderwijzeres, die in een gasfabriek het publiek leert, op welke wijzen gas. voor de huishouding is aan te wenden. Salaris : tot ƒ1000 toe. 13. Leerares aan een school voor voorbereidend hooger onderwijs. Acte of diploma niet wettelijk, maar wel feitelijk geëischt. Opleiding: voor zoover niet een middelbare acte wordt behaald (zie blz. 48), te Amsterdam, Delft, Groningen, Leiden, of Utrecht (aan een hoogeschool) '). Ambt of betrekking: leerares aan een gymnasium of lyceum. Salaris : gemiddeld berekend tegen ƒ 100 per jaar per wekelijksch lesuur. Opmerking:. Wij wijzen op de vakorganisaties „Genootschap van Leeraren aan Ned. Gymnasiën", „Ver. van Leeraren in levende talen", „Ver. van Leeraren en Leeraressen, aan inrichtingen van openbaar hooger, middelbaar en zeevaartkundig onderwijs te Rotterdam", „Ver. van Leeraren in de gymnastiek aan gymnasia, H.B.S. en kweekscholen". 14. 15. 16. Assistente; privaat-docente; lector aan een hoogeschool. Academische vorming geëischt. Opleiding te Amsterdam, Delft, Groningen, Leiden, Utrecht (aan een hoogeschool). l) "Salaris: veelal ƒ1200 voor de gewone, ƒ 600 voor de tweede of adjunct-assistenten, terwijlvoor de inwonende assistenten bij de klinische vakken andere salaris-regelingen gelden, en de eerste assistenten in de natuurphilosophische en theoretisch geneeskundige vakken 1) Inlichtingen verstrekt het Centraal Bureau voor Vrouwenstudie in Nederland; secr. Mw. Nannie Grondhout, Hooglandsche Kerkgracht22, Leiden. 96 een hoogere bezoldiging genieten; — inkomen der privaat-docente hangt af van het aantal leerlingen; — salaris der lector: ƒ2000. Opmerkingen. Het privaat-docentschap levert meestal niet meer op dan een bijverdienste. Het verlof om als privaat-docent op te treden moet verkregen worden van de faculteit, waaraan men zich wenscht te verbinden. Wij wijzen op de vakorganisatie „Ned. Lectorenvereen." 17. 18. Directrice van en hulpkracht aan een particulier opvoedingsgesticht, doorgangs- of reddingshuis. Diploma niet altijd geëischt, maar wel gewenscht. Opleiding te: Amsterdam (School voor Maatschappelijk Werk, Pieter de Hooghstraat 78). Salaris: ± ƒ 200 a ƒ600 's jaars, intern. Opmerking. Wij wijzen op de vakorganisatie «Ver. van Directeuren en Directrices van Rijks- en Particuliere Opvoedingsgestichten". 19. Opvoedster in een Christelijk-philanthropische inrichting. Speciale vorming geëisdit. Opleiding: aanvankelijk te Amsterdam (2 jaar in de Diaconessenschool der Ned. Herv. Diaconesseninrichting, Vondelstraat 104 b), daarna lVs jaar in één of meer bij den „Centraalbond van Chr. philanthropische Inrichtingen in Nederland" aangesloten inrichtingen. Betrekking: opvoedster in een opvoedingsgesticht, weeshuis, enz., aangesloten bij den Centraalbond van Orrtstelrjk-philanthropische inrichtingen in Nederland. Salaris: f 150—ƒ 250 per jaar, intern. 20. Directrice van een weeshuls. Speciale vorming meestal niet geëischt, maar wel gewenscht. Opleiding: te Amsterdam (School voor Maatschappelijk Werk, Pieter de Hooghstraat 78). 97 Salaris: ± ƒ 200—ƒ 1000, gemiddeld ƒ 300—ƒ 500 per jaar, met kost en inwoning. Opmerking. Slechts in zeer weinige wees-inrichtingen wordt een directrice aan het hoofd gesteld. 20. Directrice of adjunct-Directrice van een Volkshals (Toynbee-inrichting). Speciale opleiding niet altijd geëischt, maar zeer gewenscht. Opleiding: te Amsterdam (School voor Maatschappelijk Werk, Pieter de Hooghstraat 78. Salaris: wisselend tusschen ƒ500 en ƒ2000 'sjaars. 21. Kraamverzorgster. Diploma geëischt. Opleiding: te Amsterdam (Opleidingscursus, ultg. van de Ver. Amsterdamsche Kraamverzorging, Camperstraat 17) en Haarlem (Cursus van Dr. Th. H. van de Velde, Vrouwenkliniek). Honorarium: ƒ 1.50 a ƒ 2 per dag. 22. Baker. Diploma niet geëischt, maar wel gewenscht. Opleiding: in een groot aantal gemeenten (cursussen van het Groene of Witte Kruis; gemeenten, plaats van aangifte, bijzonderheden, bevragen bij Ds. F. C. Fleischer, Winterswijk, voor het Groene en Dr. J. Barnouw, Heemstede, voor het Witte Kruis). Salaris: te Rotterdam, waar een plaatsingsbureau is gevestigd, Saftlevenstraat 30a, voor de wijkbakers ƒ500—ƒ550 p. j., voor de overigenfj/10—ƒ 15 p. week. Opmerking. Gediplomeerde bakers vinden gemakkelijk plaatsing. 23. Manicure en pedicure. Diploma bestaat niet. Opleiding: o*a. te Amsterdam (privaatles) en in het buitenland, o.a. te Brussel (speciale school voor pedicure). Rotterdamsche Leidraad. 6 98 Opmerking-en. Slechts een enkele, zeer goed onderlegde pedicure heett kans van slagen. Het vak van pedicure kan verbonden worden aan dat van schoenmaakster. Dat van manicure aan het beroep van masseuse of kapster. Wij raden deze beroepen af. 24. Caissière. Diploma niet geëischt. Opleiding-At Haarlem (Huishoud- en Industrieschool). 8alaris: ± r"iO—ƒ50 per maand. Opmerking. Wij wijzen op de vakorganisaties, genoemd op blz. 57. 25. Verkoopster. Winkelbediende. Diploma bestaat niet. Opleiding: te Groningen (Industrieschool voor meisjes). . Salaris: afhangend van de soort en de uitgebreidheid der zaak. Gemiddeld ƒ300—/900's jaars, extern; in enkele zeer groote zaken, waar veel smaak vereischt wordt, tot ƒ2000—ƒ3000; gemiddeld ± ƒ 200—ƒ400 intern. Opmerking. Wij wijzen op de vakorganisaties genoemd op blz. 57, den „Ned. Boncj van Coniectie-bedienden" en den „Ned. Bond van Boekverkoopersbedienden". 26. Apotheker, provisor. Diploma geëischt. ■ Opleiding: te Amsterdam, Groningen, Leiden of Utrecht (aan een hoogeschool) '). Beroep: zelfstandig gevestigde apotheker in eigen apotheek, of verantwoordelijk persoon in een apotheek die aan een ander behoort. Oprichtingskosten en benoodigd bedrijfskapitaal voor zelfstandige vestiging: ± ƒ6000. Salaris der provisor: ƒ800—ƒ 1800, intern. Opmerking;. Wij wijzen op de vakorganisatie „Ned. Maatschappij tot Bevordering der Pharmacie". 1) Zie noot op blz. 95. 99 27. Detacheuse (vlekkeo-uitmaakster) in een chemische wasscherij. Diploma bestaat niet. Opleiding: in sommige gemeenten,o.a. Amsterdam èB*sGravenhage in grootere chemische wasscherij en. Bezoldiging : ± ƒ8—ƒ 12 per week. Opmerking-. Dit vak dat slechts aan zeer enkelen een niet onaardigen werkkring biedt, vereischt iets meer vpfjjbereiding dan de lagere school verstrekt Aangeraden wordt, althans gedeeltelijk een school voor M.U.L.O. te doorloopen. 28. Directriche van of hoofdopzichteres aan een wasch- inrichtlng. Diploma dikwijls geëischt. Opleiding: te Amsterdam (Huishoudschool, Zandpad 5) en Arnhem (Huishoudschool). Salaris: ± ƒ800—ƒ1500 'sjaars. 29. Diamantbewerkster. Diploma niet vereischt. Opleiding: te Amsterdam in vele diamantfabrieken, en, zoo noodig, aanvattende opleiding in de Vakschool voor de Diamantnijverheid, Nieuwe Looiersstr. 41—45. Betrekking: kloof ster, handsnijdster.machine-snijdster, slijpster, verstelster. Bezoldiging: snijdster ƒ8—ƒ22, slijpsters tot ƒ30 per week. ««jeti Opmerkingen. Kloofsters en slijpsters zijn er slechts enkelen. De meeste diamantbewerksters zijn snijdsters. Wij raden aan, zoowel hand-, als machinesnijden te leeren. Wij maken opmerkzaam op de vakorganisaties „Algem. Ned. Diamantbewerkersbond , „Ned. R.-K. Diamantbewerkersver.", „Isr. Diamantbewèrkersver. „Betsalel", „Prot. Chr. Diamantbewerkersver." en „Nieuwe Ver. in de Diamantnijverheid". De loonen in dit vak zijn voor mannen en vrouwen gelijk. 100 30. Arbeidster in het boekdrukkersbedrijf (typografe). Diploma niet vereischt. Opleiding: te Utrecht (Vakschool voor Typografie). Bezoldiging : ± ƒ3—ƒ 10, aan een enkele drukkerij •ƒ13.50, gemiddeld ƒ7—ƒ8 p. w. Opmerking:. Wij wijzen op de vakorganisaties „Alg. Ned. Typografenbond" en „Ned. R.-K. Grafische Bond." 31. Rietvlechtster. Diploma niet vereischt. Opleiding te Noordwolde (Rijksrietvlechtschool), en te Finsterwolde, Uithuizen, Uithuizerpolder en Zwaagwesteinde (Cursus, gegeven door een wandelleeraar van de Rijksrietvlechtschool). Vooruitzichten vragen aan de school te Noordwolde. 32. Arbeidster in de stroohoeden-fabricage. Diploma bestaat niet. Opleiding: in enkele gemeenten, o.a. Amsterdam, in stroohoedenfabrieken. Bezoldiging: tot ± ƒ12 p. week (stukloon). Enkelen zeer bekwamen in het naaien van hoeden, die de beginnelingen het werk leeren, verdienen in een enkele zeer groote zaak tot ƒ20—ƒ25 p. week. Opmerking. Wij wijzen op de vakorganisaties in de Kledingindustrie (zie blz. 67). 33. Arbeidster in de schoenenfabricage. Diploma niet vereischt. Opleiding: te 's Gravenhage(Vakschool voor Schoenmakers, Dibbetsstraat 127). Betrekking of beroep: gezel bij een patroon, coupeuse, leestenmaakster, patronenmaakster, snijdster, stikster (eigenwerkster, thuis), schoenmaakster-patrones. Bezoldiging: gezel f8—ƒ16, coupeur ƒ15—ƒ30, ieestenmaker-patioBenraaker ƒ 12—ƒ25, stikker (eigenwerker) f 15—f30, snijder f 10—720, per week. Dit 101 zijn mannenloonen. Vrouwen zijn tot dusver alleen werkzaam als plaksters en stiksters in schoenenfabrieken; bezoldiging der stiksters ƒ7—ƒ12 p. week. Zoodra meisjes goed zijn opgeleid en de bovengenoemde beroepen of betrekkingen vervullen, is het noodzakelijk dat zij haar arbeid niet aanbieden onder de bovengenoemde bezoldiging. Kosten voor eigen vestiging: als reparatrice tenminste ƒ100, maatschoenmaakster tenminste ƒ1000, stikster (eigenwerkster, thuis werkend voor schoenmakerspatroons) ƒ200. Opmerkingen.' Wij raden vestiging als patrones of stikster-eigenwerkster ten zeerste aan. Wij wijzen op de vakorganisatie „Ned. R.-K. Lederbewerkersbond." 34. Arbeidster in de zuivelfabricage. Diploma niet geëischt. Opleiding te: Bolsward (Kijkszuivelschool): Hoorn (Vakschool voor kaasmakers), en in sommige, niet altijd dezelfde, gemeenten aan cursussen in zuivelbereiding (plaatsen, duur, kosten, voorwaarden voor toelating bevragen bij de Directie van den Landbouw, Tournooiveld, 's-Gravenhage). Bezoldiging: directeur zuivelfabriek (directrices nog nergens benoemd) ƒ1000—ƒ2500 met vrïrje woning, vuur en licht; assistent-directeur ƒ8—ƒ 15 per week; kaas- of botermaker (mannen tot dusver) ± ƒ 10— ƒ 16 per week. Opmerking. Wij wpzen op de vakorganisaties „Ned. Bond van Arbeiders in het Landbouw-, Tuinbouw en Zuivelbedrijf", en „Prot. Chr. Ver. van Zuivelarbeiders". , 35. Horlogemaakster. Diploma niet vereischt, doch wel gewenscht. Opleiding: in sommige gemeenten in horlogezaken. Beroep of betrekking: hoofd van een zaak, ondergeschikte in anderer zaak, zelfstandig reparatrice en klok-opwindster. 102 Salaris : als ondergeschikte ƒ 12—ƒ18 per week. Kosten voor vestiging als reparatrice: ƒ200 a ƒ300. Opmerking. Wij meenen, dat het aanbeveling zou verdienen, dat dochters van horlogemakers zich degelijk in het vak bekwamen, het gezellen- en later het meestérs-diploma verwerven, eigen zaak beginnen of zich opwerken in de zaak van den vader en later die zaak voortzetten, en zelve weer andere meisjes opleiden. Zoo zal langzamerhand dit vak gedeeltelijk door de vrouw veroverd kunnen worden. Zij bereide zich grondig voor, levere uitnemend werk, stelle zich niet tevreden met ondergeschikte betrekkingen, werke niet onder de markt, en worde lid van de vakorganisatie „Bond van Ned. Horlogemakers". 36. Fabrieksopzichteres. Diploma niet vereischt. Opleiding: te Amsterdam (School voor Maatschappelijk Werk, Pieter de Hooghstraat 78, waar evenwel geen speciale opleiding voor dit beroep wordt ge-, vonden). Opmerking. Soms wordt voor deze betrekking *en uitstekende arbeidster gekozen, soms ook worden vrouwen benoemd die buiten het bedrijf in questie staan; voor deze laatste soort is de bovengenoemde vorming gewenscht. 37. Costuum-ontwerpster. Diploma niet vereischt. Opleiding: te Amsterdam (Dagteeken- en Kunstambachtsschool voor meisjes, Qabriël Metsustraat 16, en Vakschool voor Vrouwen- en Kinderkleeding, Ruyschstraat 38). Beroep: ontwerpster van tooneelcostuums. Opmerking. Dit vak biedt slechts toekomst voor een zeer enkele bijzonder begaafde. 38. Handweefster. Diploma niet vereischt. Opleiding: te Amsterdam (Rijksschool voor Kunstnijverheid, afd. Kunstnaaldwerk, Stadhouderskade), 's-Gravenhage (Ned. Kunstweefschool, Prinsengracht 103 29, en Cursus van den Bond voor Ned. Handweefschool, Valeriusstraat 108); Zwolle (Industrie- en Huishoudschool). Bezoldiging op een school-atelier: 20—50 ct. p. uur. Opmerking-. Wij raden dit vak als middel van bestaan ten sterkste af. De materialen zijn duur, en de afzet in ons land is niét groot genoeg. 39. Batikster. Diploma niet vereischt. Opleiding: te Haarlem (School voor Kunstnijverheid) en in sommige gemeenten (particuliere cursussen). Beroep: thuiswerkster op bestelling. Opmerking. Wij raden dit vak als middel van bestaan af; 40. Lithografe. Diploma niet vereischt. Opleiding: te Amsterdam (Kunstnijverheidsschool „Quellinus", Frans Halsstraat 14, Dagteeken- en Kunstambachtsschool voor meisjes, Gabriël. Metsustraat 16). Opmerking. Wij raden ook dit vak als middel van bestaan af. In steendrukkerijen schijnt men slechts bij hooge uitzondering vrouwelijke werkkrachten te nemen. Een zeer enkele vindt als hoofd van een eigen atelier of werkend voor boekbinders een bescheiden bestaan. 41. 42. 43. Cartonnage-werkster. Leerbewerkster, boek- bindster. r Houtsnijdster. Diploma geen vereischte. Opleiding: te Amsterdam, (Rijksschool voor Kunstnijverheid, Stadhouderskade [voor cartonbewerking]; Dagteeken- en Kunstambachfsschool, Gabriël Metsustraat 16, [niet voor cartonwerk]; Kunstnijverheidsschool „Quellinus", Frans Halsstraat 14, [voor houtbewerking] ); Haarlem, (School voor Kunstnijverheid [alleen voor houtsnijden]); Utrecht (Vakschool voor de Typografie, afd. boekbinden), en verder wat cartonnage, boekbinden en leer- 104 bewerking betreft, in sommige gemeenten aan particuliere cursussen of door privaatles. Opmerking-. Wij meenen ook déze vakken als middel van bestaan te moeten afraden, al vindt een enkele zéér bekwame houtsnijdster, boekbindster. leerbewerkster of cartonnage-werkster, die op bestelling werkt of aan een zaak verbonden is, een bescheiden bestaan of een niet onaardige bijverdienste, en al brengt een zeer enkele houtsnijdster op een kunstnijverheidsatelier het tot f 15 per week. Voor al deze vakken van nijverheidskunst is de afzetten onzent te klein. 44. Metaalbewerkster (drijfster, inlegster, emailleerster). Diploma niet geëischt. Opleiding: te Amsterdam (Rijksschool voor Kunstnijverheid, Stadhouderskade en Kunstnijverheidsschool „Quellinus", Frans Halsstraat 14); Haarlem (School voor Kunstnijverheid); Schoonhoven (Teekenschool van de Nijverheids-Ver. voor Goud- en Ziversmeden). Opmerking. Evenals alle vakken van nijverheidskunst levert ook de artistieke metaalbewerking slechts voor zeer enkelen een bestaan op. 45. 46. 47. 48. Civiel-ingenieur. Scheikundige bij den keuringsdienst. Technologe (scheikundige in industrieele bedrijven). Assistente bij de Rijkscommissie voor graadmeting en waterpassing. Diploma geëischt. Opleiding: te Delft (Technische Hoogeschool) ')• Salaris: scheikundige bij den keuringsdienst ± ƒ 1100—ƒ 1600; — in fabrieken (technologe) ± ƒ 1000— ƒ 1700. 49. Assistente aan een rijkslandbouwproefstation. Diploma vereischt. Opleiding: als scheikundig ingenieur (zie boven), apotheker (zie blz. 98), of Dr. in de scheikunde (aan een hoogeschool). Aanvangswedde: meestal ƒ 1400. 1) Zie noot op blz. 95. 103 50. Tandtechnica. Diploma bestaat niet. Opleiding: in gemeenten, waar de aldaar gevestigde tandartsen of tandtechnici geneigd zijn, een meisje op hun atelier op te leiden. Betrekking of beroep: technica op het atelier van een tandarts, of thuiswerkster voor tandartsen en klanten. Salaris der mannelijke tandtechnici: ƒ 180—ƒ 250 per maand. Opmerkingen. Voor zwakke meisjes is dit vak niet aan te bevelen, omdat er zwaar werk aan verbonden is (goud pletten). ;+* Kennis van Engelsch is gewenscht, daar de voornaamste vakbladen in die taal geschreven zijn. — Volgens een bekende vrouwelijke tandarts, zou het tast plaatsing voor een meisje zijn te vinden op een atelier, waar tenminste 5 technici werken, zoodat het werk onderverdeeld is. Ook zou zelfstandige vestiging thuis, waarbij de technica zich op het een of ander onderdeel van hef vak specialiseerde, in groote gemeenten wellicht voor een zeer enkele zeer bekwame en ijverige kracht een middel van bestaan opleveren. Wij wijzen op de vakorganisatie „Bond van Tandtechnici." 51. Goudsmid-reparatrice. Diploma bestaat niet. Opleiding: in enkele gemeenten in fabrieken. Betrekking of beroep: reparatrice in een fabriek, een winkel, of thuiswerkster voor winkels of particulieren. Opmerking. Het vak eischt geduld, fijnvoelendheid, voor sommige onderdeden kracht en scherp gezicht, een sterke borst (voor het soldeeren). 52. Pianostemster. Diploma niet vereischt, doch wel gewenscht. Opleiding : o.a. te 's-Gravenhage (in pianomagazijn). Examen: wordt afgenomen door de Ned. Mij. tot Bevordering der Toonkunst. Beroep of betrekking: zelfstandig gevestigde stemster, of stemster in een pianomagazijn. 106 Salaris ': stemster-werkneemster ƒ 8—ƒ 25 per week. Opmerkingen. Wij vreezen, dat vooralsnog een vrouw moeilijk emplooi zou vinden te Rotterdam. Te Leiden en te Leeuwarden vinden eenige stemsters een vrij goed bestaan. Vereischten voor het vak zijn: een zeer goede gezondheid, kracht en een zeer fijn muzikaal gehoor. < 53. 54. Boerin. Landbouwster. Diploma niet vereischt. Opleiding te: Alkmaar (Landbouw-huishoudkundige cursussen, verbonden aan de Huishoud- en Industrieschool); Dordrecht (Rijkslandbouwwinterschool); Goes ( „ ); Groningen ( „ en Middelbare Landbouwschool); Leeuwarden (Rijkslandbouwwinterschool); Lierop (Landbouwhuishoudschool); Meppel (Rijkslandbouwwinterschool); Posterholt (Landbouwhuishoudschool); Schagen (Rijkslandbouwwinterschool); Sittard ( „ ); Tiet ( „ ); Veenddm( „ ); Wageningen (Rijks Hoogere Land-, Tuin- en Boschbouwschool); Zutphen (Rijk$|andbouwwinterschool); en in verschillende, niet ieder jaar dezelfde, gemeenten aan cursussen in landbouwhuishoudkunde, zuivelbereiding, veeteelt en veevoeding, in vele gevallen uitgaande van provinciale landbouw-vereenigingen (inlichtingen verstrekt de Directie v. d. Landbouw, Tournooiveld, 's-Gravenhage. Opmerkingen. De opleiding te Wageningen is de meest wetenschappelijke; deze verdient aanbeveling voor haar, die zelfstandig een landbouwbedrijf zal leiden. Overigens zijn het meest aan te bevelen de Boerinnenpensionaten d. z. de (interne) landbouwhuishoudscholen en de Cursus te Alkmaar. Wij wijzen op de vakorganisaties „Hollandsche", „Geldersch-Overijselsche," „Noord-Brabantsche" en „Friesche Maatschappij van Landbouw", „Maatschappij tot Bevordering van Landbouw en Veeteelt in Zeeland", „Genootschap voor 107 Landbouw en Kruidkunde te Utrecht** „Groninger Maatschappij van Landbouw en Nijverheid," ^Genootschap ter Bevordering v. d. Landbouw in Drenthe", „Ver. ter Bevordering vanTuin- en Landbouw in Limburg," ^9verijselsche Landbouw-Maatschappij," „Ver. t. Ontwikkeling v. d. Landbouw in Hollands Noorder-Kwartier." 55. 56. 57. Tuinbouwkundige (kweekster). Tuinierster. Tuinarchitecte. Diploma niet geëischt. Opleiding: te Wageningen (Rijks hoogere land-, tuin- en boschbouwschool), Aalsmeer, Boskoop, Hoorn, Lisse, Naaldwijk ^rijkstttlnbouw-winterscholen); Rijswijk („Huis te Lande"). De aanstaande tuinarchitecte moet daarna nog één jaar les nemen bij een tuinarchitect, terwijl de avonden moeten worden besteed aan bouwkundig teekenen, en geschiedenis van de tuinkunst. Beroep of betrekking: kweekster op eigen grond"; .bediende" in anderer kweekerij; tuinierster (vrouwelijke tuinman); tuinarchitecte. Inkomen der tuinarchitecte: hangt van de clientèle af. Ten hoogste tannen jaarlijks 10 of 12 tuinen worden aangelegd, hetgeen, procentsgewitt' berekend, met levering van benoodigdheden, ± f 1000 a ƒ 1200 inkomen verschaffen kan. Opmerkingen. Alleen wie, behalve over de noodige vakkennis, ook over veel handelsinzicht en een groot kapitaal beschikt, kan als zelfstandig kweekster slagen. De grootte van het benoodigde kapitaal hangt af van de streek waar men zich vestigt en de soort gewassen die men kweeken wil. Gerekend kan worden ƒ 10.000—ƒ 50.000, terwijl stellig gedurende de eerste jaren de opbrengst onvoldoende is om van te bestaan. Goed onderlegde vrouwelijke„bedienden"vinden ten onzent moeilijk plaatsing. Wel komt vrouwenarbeid in den tuinbouw voor — behalve van vrouwen en dochters van tuinbouwers in het .bedrijf van man of vader — bij ondergeschikte werkzaamheden, zooals druivenkrenten en aardappelen rooien in het Westland ; planten, wieden, schoffelen, oogsten, in dienst van kweekers van klein fruit- en vollegronds-groentenkweekers in Groningen; bessenplukken in de Over-Betuwe en op ZuidBeveland; en alle voorkomende werkzaamheden in de warmoezerijen in Limburg. — De verdienste wisselt dan voor jonge meisjes tusschen ƒ0.25—ƒ0.60 per dag en voor vol- 108 wassen- vrouwen tusschen ƒ0.60 en ƒ 2 per dag, In het Westland kan in den tijd van het druivenkrenten het loon tot ƒ15 per week loopen. Vrouwelijke „tuiniersters", die de tuinen van klanten of van ziekenhuizen en sanatoria onderhouden, in het buitenland tamelijk veelvuldig voorkomend, zijn er in ons land nog slechts enkelen. Wij meenen vooralsnog dit vak als middel van bestaan te moeten ontraden. — Het vak van tuinarchitecte durven wij alleen aanraden voor sterke en niet onbemiddelde meisjes, die kunnen afwachten, of het aantal opdrachten voldoende zal worden. Na voltooide opleiding verdient het voor haar aanbeveling, een jaar bij een tuinarchitect te werken als volontaire. * 58. Hondster van een hoenderpark. Diploma bestaat niet. Opleiding : in sommige gemeenten in een hoenderpark. Opmerkingen. Voor meisjes die buiten wonen, en eenig kapitaal of andere bron van inkomsten bezitten, zou de proef te wagen zijn, of dit vak ook hier te lande aan meer dan een enkele een bestaan waarborgt. Het vak vereischt veel geduld en zorg. Gerekend wordt, dat het eerste jaar de kosten kunnen worden goedgemaakt, terwijl na 3 jaar het bedrijf in vollen gang is. Het valt te hopen, dat goed opgeleide vrouwen, die haar werkkracht niet onder de markt beschikbaar stellen, als „pluimgraven" zullen worden benoemd. 59. Imker. Diploma niet vereischt. Opleiding: aan cursussen in gemeenten, waar imkers gevestigd zijn, of waar „(eerstallen" gehouden worden. Examen: wordt afgenomen door de „Ver. tot Bevordering der Bijenteelt in Ned." (die alle inlichtingen verstrekt; secr. de Hr. W. A. van Os, Leersum). Opmerking. Dit vak geeft enkel een bijverdienste en is alleen aan te bevelen voor wie buiten woont, een groot stuk grond te harer beschikking heeft en een andere bron van inkomsten bezit. 60. 61. Commies in dienst van het rijk. Adjunct-commies in dienst van rijk, provincie of gemeente. Diploma geëischt. 109 Opleiding: te Amsterdam, Groningen, Leiden of Utrecht (aan de hoogeschool) ')> daar voor een rechtstreeksche benoeming tot adjunct-commies en commies de titel van Mr. in de rechten, althans voor vrouwen, zooal niet rechtens, dan toch feitelijk vereischt wordt. Tevens kunnen tot adjunct-commies worden bevorderd de klerken die het klerken-examen hebben afgelegd (zie blz. 80), na gedurende 1 jaar het maximum-salaris te hebben genoten. Salaris adjunct-commies: bij het rijk ƒ 1200—ƒ 1700; commies ƒ 1800—ƒ 2300; bij de gemeenten verschillend ; te Amsterdam adj.-commies ƒ 1500—ƒ 2100; commies ƒ 2200—ƒ 2800; te 's-Gravenhage adj.-commies ƒ 1450—ƒ 1900, commies ƒ 2000—ƒ 2450. Opmerking. Wij wijzen op de vakorganisatie „Bond van Ambtenaren der Departementen van Alg. Bestuur enhooge Colleges van Staat. 62. Polltle-asslstente. Diploma gewenscht. Opleiding: liefst te Amsterdam (School voor Maatschappelijk Werk, Pieter de Hooghstraat 78). Salaris,: ± ƒ 800—ƒ 1200. Opmerking. De vrouwelijke politie-assistenten, thans nog alleen te Rotterdam en ie 's-Gravenhage aangesteld, zijn in hoofdzaak werkzaam bij de zedenpolite en bij de üftV voering der kinderwetten. Kennis van maatschappelijke toestanden is voor deze betrekking een eerste vereischte. Ook vrouwen met juridische scholing (zie het vak van advocaat verder in dit boekje, raadpleeg het-jdphabetisch register) zullen waarschijnlijk voor een benoeming tot politie-assistente in aanmerking kunnen komen. 63. Predikante. i Diploma vereischt. Opleiding te Amsterdam, Groningen, Leiden, Utrecht, (hoogeschool) ') en voor de Doopsgezinden te Amsterdam (Seminarium der Alg. Doopsgezinde Sociëteit), voor de Remonstranten te Leiden (Seminarium der 1) Zie noot op blz. 95. 110 Rem. Broederschap). Na het candidaats-examen moet het Seminarium worden bezocht. Salaris : in Doopsgezinde dorpsgemeenten ƒ1400— ƒ2000,stadsgemeenten ƒ2000—ƒ3500, te Haarlem ƒ5000. Opmerkingen. Nog slechts bij 2 kerkgenootschappen: de Doopsgezinde en de Remonstrantsche Broederschap, worden vrouwen tot het predikambt toegelaten. De eerste vrouwelijke proponente werd aanstonds in 3 gemeenten beroepen. 64. Godsdlenstleerares bi] de Remonstrantsche Broederschap. Acte geëischt. Opleiding: te Leiden (Rijks-universiteit en Seminarium der Rem. Broederschap). Betrekking: hulp voor en plaatsvervangster van den predikant bij alle werkzaamheden, met uitzondering van den predikdienst. Salaris : nog niet vastgesteld. 65. Officier bij het Leger des Heils. Diploma bestaat niet. Opleiding: te Watergraafsmeer (Opleidingsschool van het Leger). Salaris: hangt af van den post, waarheen de kadet gezonden wordt. Ieder krijgt den arbeid, waarvoor zij, volgens de meening harer meerderen, het meest geschikt is. 66. 67. Woningopzlchteres. Armverzorgster. Diploma niet altijd geëischt, maar wel gewenscht. Opleiding: te Amsterdam (School voor Maatschappelijk Werk, Pieter de Hooghstraat 78). Salaris: der woning-opzichteressen leden der vakvereeniging =fc ƒ7—ƒ10 per woning per jaar. Opmerkingen. Slechts enkele burgerlijke ArmbestartjB en vereenigingen hebben gesalarieerde bezoeksters of administratrices. Beide vakken zijn slechts aan te raden voor ■Wie" een andere bron van inkomsten bezit: Wij wijzen op de vakorganisatie „Ver. van Woningopzichteressen". 111 68. 69. 70. 71. 72. 73. Advocaat. Arts. Tandarts. Directrice van een laboratorium. Conservatrice aan een wetenschappelijke instelling. Archivares, adjnnctarchivares. Diploma voor advocaat, arts, tandarts, altijd, voor de 3 andere betrekkingen meestal geëischt. Opleiding: te Amsterdam, Groningen, Leiden of Utrecht (hoogeschool)'); voor tandarts alleen Utrecht (Tandheelkundig Instituut). Opmerkingen. Het inkomen van een advocaat, arts of tandarts hangt uitteraard af van den omvang der praktijk. De vrouwelijke Mr. in de rechten verwerft zich tot dusver hier te lande moeilijk practijk, en slaagt er evenmin gemakkelijk in, op andere wijze een behoorlijk gesalarieerde betrekking te krijgen. Wij raden dit vak vooralsnog af. De bekwame vrouwelijke arts of tandarts kan zich een goede toekomst scheppen. De arts kan bovendien worden aangesteld als directrice of geneeskundige aan een ziekenhuis of kliniek, geneeskundige aan een ziekenfonds, gemeente- of schoolarts. Enkele vrouwelijke artsen zijn reeds in die betrekkingen benoemd. Het ware te wenschen dat haar aantal, vooral dat der gemeente- en schoolartsen, vermeerderde. Om tot conservatrice, archivares en adjunct-archivares te worden benoemd, is universitaire vorming niet een besliste noodzakelijkheid, ofschoon bij het ontbreken eener academische opleiding de kans van slagen ongetwijfeld geringer wordt. Wij wijzen op de vakorganisaties „Ned. Maatschappij tot Bevordering der Geneeskunst", „Ned. Maatschappij tot Bevordering der Tandheelkunst", „Ver. van Ned. Tandartsen", „Ned. Tandheelkundig Genootschap" en „Ver. van Archivarissen in Ned." 74. Bibliothecares, bibliotheek-beambte. Diploma dikwijls geëischt. Opleiding: Cursussen (in verschillende plaatsen, \ waar bibliotheken of leeszalen zijn gevestigd) van de „Ver. van Ned. Bibliothecarissen", „Centrale Ver. voor Openbare Leeszalen en Bibliotheken" en „Ned. Ver. van Bibliothecarissen en Bibliotheek-ambtenaren". Salaris : bibliothecaressen ± f 500—ƒ 1200; assistenten ± ƒ400—ƒ 1100; volontaires soms ƒ 100—ƒ300. 1) Zie noot op blz. 95. 112 Opmerkingen. De toekomst in dit vak is voor vrouwen niet gunstig. Aan de grootste helft der Ned. bibliotheken zijn geen vrouwen werkzaam, aan verscheiden andere alleen ongesalarieerde krachten. De Cursussen bedoelen opleiding te geven voor ambtenaren aan openbare leeszalen en voor de middelste groep van ambtenaren aan wetenschappelijke bibliotheken: amanuenses, (wetenschappelijke) assistenten, enz. Wij wijzen op de 3 vakorganisaties genoemd op blz. 111. 75. Tooneelspeelster. Diploma niet vereischt. Opleiding: te Amsterdam (Tooneelschool, Marnixstraat 150, en School voor vocale en dramatische Kunst, Weteringschans 101). Salaris: zeer verschillend bij' de verschillende tooneelgezelschappen, en afhangend van ieders prestatie. Opmerking. Wij wijzen op de vakorganisatie „Ned. Tooneelkunstenaarsver." 76. Balletdanseres. Diploma bestaat niet. Opleiding: te 's-Gravenhage (privaatles van de balletmeesteres).Salaris: ± ƒ 50-/ 300 p. mnd. 77. Declamatrice. Diploma niet vereischt. Opleiding: als voor tooneelspeelster (zie boven). Inkomen: hangt af van aanleg en omstandigheden. VI. Lijst van Ambten, Betrekkingen en Beroepen, door vrouwen te vervullen, waarvoor in ons land (nog) geen opleiding bestaat of waarvoor geen speciale opleiding noodig is. ') I. Ambten, betrekkingen en beroepen van huis- houdeUjken aard. t. Huisverzorgster. 2. Juffrouw van gezelschap. 3. Hofdame. 4. Kosteres. 5. Toiletjuffrouw. 6. Badvrouw. 7. Garderobe-bewaarster. 8. Werkvrouw. 9. Kamerverhuurster of pensionhoudster. II. Betrekkingen op het gebied van verpleging en verzorging. 10. Assistente bij een geneesheer of aan een polikliniek. III. Ambten, betrekkingen en beroepen in handel en op kantoor. 11. Administratrice. 12. Particulier secretares. 13. Buffetjuffrouw. 14. Ouvreuse in schouwburg of bioscoop. 15. Bode. 16. Agentes. 17. Inspectrice en adjunct-inspectrice eener verze- rings-maatschappij. 1) Hetgeen volstrekt niet beteekent, dat voor al de hieronder genoemde beroepen geen ontwikkeling zou.noodig zijn! Dikwijls worden juist zeer hooge eischen van ontwikkeling gesteld, zoowel wat geest als gemoed betreft. Rotterdamsche Leidraad. 7* 114 18. Handelsreizigster. 19. Acquisitrice, colportrice. 20. Depöthoudster. 21. Kioskjuffrouw. 22. Makelaarsier. 23. Houdster van een bemiddelings-bureau. 24. Besteedster. 25. Koopvrouw. 26. Collectrice van de staatsloterij. 27. Bibliotheekhoudster. 28. Uitgeefster. ■IV. Industrieele beroepen en betrekkingen in Rotterdam uitgeoefend 1), met uitzondering van de nijverheidskunst. 29. Arbeidster in de waschindustrie (met uitzonde¬ ring van de strijkster, de detacheuse en de hoofd-opzichteres). 30. Arbeidster in de beddenfabricage. 31. „ „ » dekenfabricage. 32. „ „ „ tapijtfabricage. 33. „ n het boekdrukkersbedrijf (bro¬ cheerster). 34. „ bij de cartonbewerking. 35. „ in de chocoladefabricage. 36. „ ' » „ margarinefabricage. 37. „ „ „ tabak- en sigarenfabricage. 38. Bloemenbindster. V. Technische ambten en betrekkingen. 39. Amanuensis in een laboratorium. 40. Preparatrice van microscopische preparaten. VI. Beroepen en betrekkingen op het gebied van het verkeerswezen, met uitzondering van den dienst der posterijen, telegrafie en telefonie. 41. Wisselwachteres. 1) Wij meenen wat déze categorie van beroepen betreft, waaronder de geheele fabrieksnijverheid valt en waaromtrent men een zoo volledig mogelijke lijst vindt op blz. 15 vv., ons hier te moeten beperken tot die beroepen, welke in Rotterdam worden uitgeoefend. 115 42. Vrouwelijke stationskruier. 43. Gids. 44. Koetsier. VII. Ambten bij den dienst der posterijen,, telegrafie en telefonie. 45. Brievengaardster. VIII. Ambtelijke betrekkingen met uitzondering van het onderwijs en den dienst der posterijen, telegrafie en telefonie. 46. Schrijfster op jaarloon. 47. Directrice, onder-dir. eener rijksstrafinrichting. 48. Zaalopzichtster aan een rijksstrafinr. 49. Inspectrice, adjunct-inspectrice van den arbeid. 50. Opzichteres bij de schoolkinderbaden. 51. Directrice, adj.-dir. eener gemeentelijke arbeids¬ beurs. IX. Betrekkingen van maatschappelijken aard. 52. Stationsjuffrouw. 53. Propagandiste. X. Betrekkingen, waarvoor een meer of minder wetenschappelijke vorming wordt vereischt. 54. Correctrice. XI. Beroepen en betrekkingen op het gebied van tetteren en kunst. 55. Letterkundige. 56. Redactrice. 57. Journaliste, verslaggeefster, recensente. 58. Soufflëuse. 59. Explicatrice bij bioscoopvoorstellingen. 60. Lectrice (voorlezeres). VII Eenige inlichtingen omtrent salaris, vooruitzichten en vakorganisatie in de ambten, betrekkingen en beroepen, door vrouwen vervuld, waarvoor in ons land (nog) geen opleiding bestaat, of waarvoor opleiding niet noodig is. 1. ° Hulsverzorgster. Betrekking: tijdelijke hulp in gezinnen, waar de huisvrouw tijdelijk geheel of gedeeltelijk voor haar arbeid ongeschikt is. Voor de beide landelijke vereenigingen, zie blz. 28. Uitsluitend voor Rotterdam werken de Vereen. „Huisverzorging", aanvragen bij Mw. W. H. Dutilh, Witte de Withstraat 88c, welke vereeniging alleen hulpen zendt naar gezinnen van on- en minvermogenden ; en het „Bureau voor Tijdelijke Hulp in Huisgezinnen", inlichtingen bij Mw. Hollander— Denekamp, Westersingel 23b. Bezoldiging: landelijke vereenigingen, zie blz. 29 Rotterdamsche Ver. „Huisverzorging" ƒ 3.50 per week met den kost in het gezin; ƒ 4, indien zij blijven slapen; indien zij ook wasschen ƒ 0.25 per week extra. 2. Juffrouw van gezelschap. Salaris: wisselend tusschen enkel kost en inwoning en ongeveer ƒ 300 per jaar, intern. 3. Hofdame. Salaris: ons onbekend. 4. Kosteres. Bezoldiging: ons onbekend. 117 Opmerking. Kosteressen worden in verschillende kerkgenootschappen — in Remonstrantsche, Doopsgezinde en Ëvang. Luth., misschien ook in Herv. Gem. — aangesteld 5. Toiletjuffrouw. Bezoldiging: aan stations ons onbekend; in treinen, bijv. van Amsterdam naar Emmerich, ƒ1.50 per reis heen en terug. De toiletjuffrouw moet 7 maal in de 14 dagen dienst doen, verdient dus ± ƒ21 per maand, waarschijnlijk met den kost; in café's ± ƒ6. p. w. 6. Badvrouw. Bezoldiging : te Scheveningen gedurende de maanden van het seizoen: ƒ8.75 per week, benevens de fooien, die onder de badvrouwen verdeeld worden en ongeveer ƒ2.50 per week bedragen. 7. Garderobe-bewaarster. Bezoldiging: soms ƒ0.50 per voorstelling; soms ± ƒ15 per mnd, en meer dan het dubbele soms er bij aan emolumenten. 8. Werkvrouw. Bezoldiging: ƒ0.80—ƒ1 per dag, met den kost. 9. Kamerverhuurster of pensionhoudster. Inkomen: evenals bij alle commercieele ondernemingen, wisselend naar omstandigheden. Opmerking. Wij wijzen op de vakorganisatie „Ned. Ver. van Huisvrouwen." 10. Assistente bij een geneesheer of aan een polikliniek. Bezoldiging: veelal zeer gering, ƒ 15 a ƒ 20 per maand, terwijl dikwijls in 't geheel geen honorarium wordt uitgekeerd. 11. Administratrice (van ziekenfondsen, begrafenis¬ fondsen, vereenigingen of instellingen van philanthropischen of maatschappelijke» aard). 118 Salaris: ± ƒ800—ƒ1800. 12. Particulier secretares. Salaris: zeer verschillend; voor werk van hoog gehalte soms ƒ800 voor halve dagen. Opmerking:. Wij meenen dit vak, behalve onder zeer bijzondere omstandigheden, te moeten ontraden. Slechts een enkele zeer bekwame kracht vindt plaatsing. 13. Buffetjuffrouw. Bezoldiging: in een hótel ± ƒ20—ƒ 25 p. mnd, met kost en inwoning; aan een station ƒ15—ƒ18 p. mnd; in een lunchroom =1= ƒ14—ƒ25 p. mnd met kost en inwoning, maar soms zonder bewassing; hoofdjuffrouw soms ƒ10—ƒ12 p. w. met provisie, soms ± ƒ500 p. j. extern. Opmerking. Wij wijzen op de vakorganisatie „Ned. Centrale Bond van Geëmployeerden in het Logement- en KofTiehuishoudersbedrijf. 14. Ouvreuse In schouwburg of bioscoop. Bezoldiging: ± f5 p. w. vast, en een percentage van den verkoop der programma's. 15. Bode. Bezoldiging: ± ƒ16—ƒ20 p. w. voor mannelijke boden. Wij vreezen, dat de bezoldiging aan instellingen, die vrouwelijke boden in dienst hebben, lager is. 16. Agentes. Inkomen: een zeker percentage van den verkoop; of, in het verzekeringsbedrijf, van het aantal afgesloten posten, het bedrag der geinde premiën of het verzekerde bedrag. Opmerking. In het verzekeringsbedrijf is naar agentessen veel vraag. 119 17. Inspectrice of adjunct-inspectrice eener verzekerings¬ maatschappij. Salaris: ± ƒ600—ƒ 1200 vast begin-salaris, benevens percenten en vergoeding van reis- en verblijfkosten. Opmerkingen. Voor flinke vrouwen is in den „buitendienst" van het verzekeringsbedrijf een goede toekomst gelegen. Wij wijzen op de vakorganisatie ..Ver. voor Levensverzekering", die een afd. „Buitendienst" heeft. 18. Handelsreizigster. Salaris: ± J 400—ƒ 6000 voor mannelijke handelsreizigers ; gemiddeld f 1200—ƒ 1800. Opmerkingen. Haar die zich voor dit beroep wenschen te bekwamen, wordt ter bestudeering aanbevolen het boekje „Hoe word ik een goed handelsreiziger ?" voor Nederland bewerkt door C. van Dam. Wij wijzen op de vakorganisaties „Ned. Bond van Handelsreizigers", „Handelsreizigers-Ver. „Eendracht", die vrouwelijke leden opnemen. Dit is nog niet het geval met de „Ned. Handelsreizigersver." 19. Acquisltrice, colportrice. Inkomen: hangt ten deele af van hetgeen wordt aangebracht. Meestal wordt een vast salaris gegeven, 9= ƒ 25—ƒ 75 p. mnd., al of niet provisie. 20. Dépöthoudster. Bezoldiging: ± ƒ 6 per week, tot ± ƒ600 per jaar, veelal met vrije woning. 21. Kioskjuffrouw. Bezoldiging: ± ƒ 6 per week. 22. 23. 24. 25. Makelaarster. Houdster van een bemid¬ delingsbureau. Besteedster. Koopvrouw. Inkomen: hangt van clientèle of omzet af. 26. Collectrice van de Staatsloterij. 120 - Salaris: f 1800 per jaar. Opmerking-. Alleen wanneer er in het corps oollecteurs en collectrices een vacature ontstaat, heeft er een nieuwe benoeming plaats. De sollicitanten moeten de beschikking hebben over een kapitaal van ƒ6000. De kans op plaatsing is uiterst gering. 27. Bibliotheekhoudster. Opmerkingen. Het verdient aanbeveling voor bibliotheekhoudsters, zich terwille van de volks-hygiene een ontsmettingsoven aan te schaffen, zooals in gebruik is bij den Gemeentelijken Gezondheidsdienst. De oven kost + ƒ 160; de inrichtingskosten bedragen, wanneer men begint met zich ± 1000 Hollandsche boeken en ± 400 boeken in moderne talen aan te schaffen, + ƒ5000. Na'+ IK jaar kan zulk een bibliotheek een inkomen opleveren van ƒ 40—ƒ 50 per maand. 28. Uitgeefster. Inkomen: hangt af van aanleg, energie en omstandigheden. 29. Arbeidster in de wasch-industrie (met uitzondering van de strijkster, de detacheuse en de hoofdopzichteres). Bezoldiging: merksters ± ƒ3—ƒ 3.50; sorteersters ± ƒ 3.50—ƒ 4; vouwsters ± ƒ 5; mangelmeisjes tot ƒ 6; ophangsters ± ƒ 6—ƒ 6.50 per week. Opmerking. Het inkomen der zelfstandig gevestigde waschvrouw, mangelvrouw of strijkster hangt van de clientèle af. 30. Arbeidster ln de beddenfabricage. Bezoldiging: voor matrassen werk ten hoogste ƒ6.50 per week. Opmerking. Wij wijzen op de vakorganisatie „Alg. Ned. Bond van Meubelmakers, Behangers en aanverwante Vakgenooten", „Alg. Ned. Bond van Textielarbeiders „De Eendracht", „Ned Chr. Textielarbeidersbond „Unitas" en „Ned. R.K. Textlelbond „St. Lambertus". 31. Arbeidster ln de dekenfabrlcage. Bezoldiging: ten hoogste ƒ 6.50 a ƒ 7.50 per week. 121 Opmerking-. Wij wijzen op de vakorganisaties genoemd op blz. 120. 32. Arbeidster in de tapijtfabrlcage. Bezoldiging: ten hoogste ƒ 8 a ƒ 9 per week (stukloon). Opmerking. Wij wijzen op de vakorganisaties genoemd op blz. 120. 33. Arbeidster ln het boekdrukkersbedrijf (brocheerster). Bezoldiging: ± ƒ 1.25—ƒ 7.50, gemiddeld ƒ 5—ƒ 6 per week. 34. Arbeidster bij de cartonbewerking. Bezoldiging: ten hoogste ƒ 8, gemiddeld ƒ 6-/7 p. w. Opmerking. Wij wijzen op de vakorganisaties in het boekdrukkersbedrijf (zie blz. 100). 35. Arbeidster ln de chocoladefabricage. Bezoldiging: f 1 —ƒ 6 paksters, ƒ 6—ƒ 8 chef-paksters; ƒ3—ƒ10 chocolade-werksters. Opmerking. Wij wijzen op de vakorganisaties „Alg. Ned. Bond van Arbeiders (en Arbeidsters), werkzaam in het Bakkers-, Chocolade- en Suikerbewerkersbedrijf" en „Ned. R.K. Bond van Bakkers, Chocolade- en Suikersbewerkers". 36. Arbeidster in de margarine-fabricage. Bezoldiging: ten hoogste ƒ7.20 (vast loon), of ƒ8 a ƒ9 per week (stukloon). 37. Arbeidster ln de tabak- en sigarenfabricage. Bezoldiging: ons onbekend. Opmerking. Wij wijzen op de vakorganisaties „Ned. Sigarenmakers- en Tabaksbewerkersbond" en „Ned. R. K. Tabakbewerkersbond". 38. Bloemenbindster. Bezoldiging: ons onbekend. 122 Opmerking. De betrekking is tweeslachtig: de arbeidster moet gedeeltelijk verkoopster, gedeeltelijk bindster zijn. Verstand van planten en bloemen, smaak en handigheid zijn voor dit beroep vereischten. 39. Amanuensis in een laboratorium. Salaris: amanuensis le klasseƒ 1000—ƒ 1200 (2 zesj. verh. van ƒ100); amanuensis 2e klasse ƒ800—ƒ 1000 (2 zesj. verh. van ƒ 100). 40. Preparatrice van microscopische preparaten. Salaris : ± ƒ300—ƒ850. 41. Wisselwachteres. Bezoldiging: bij de H.IJ.S.M. ƒ0.45—ƒ 0.65 per dag. 42. Vrouwelijke stationskruier. Opmerking. De eenige vrouwelijke stationskruier ten onzent heeft, evenmin als haar mannelijke collega's, vast loon. Haar inkomen hangt af vaa tiet aantal malen, dat van hare diensten wordt gebruikt gemaakt. 43. Gids. Salaris: bij de Vereeniging ter bevordering van het vreemdelingenverkeer te 's-Gravenhage, Scheveningen en Omstreken ƒ 1 per uur; voor 4 uur vóór 12 of 4 uur na 1 uur ƒ 3; voor een geheelen dag (8 uur) ƒ 6; bij het Bureau voor toerisme en vreemdelingenverkeer, Weteringschans 22, Amsterdam, ƒ 5 voor een ochtend, ƒ 7.50 voor een middag, ƒ 10 voor een geheelen dag. Opmerking. Bovengenoemde vereenigingen stellen niet aan, maar men kan zich aldaar beschikbaar stellen, met opgave der talen voor welke men zich aanbiedt en die men volkomen machtig moet zijn. Verder is grondige kennis van stad en omstreken, gebouwen en plaatselijke geschiedenis vereischt. Aan het Amsterdamsche Bureau (waar ook beschaafde vrouwen uit andere plaatsen zich als gids kunnen doen inschrijven), kan men zich voor een bepaald genre opgeven, bijv.: voor het rondleiden in musea, het organiseeren van uitstapjes in den omtrek, enz. 123 44. Koetsier. Opmerking-. De eenige vrouwelijke koetsier die wij, voor zoover ons bekend is, In ons land (te Domburg) tot dusver bezitten, oefent baar werk slechts sporadisch uit en heeft dus geen vaste inkomsten. 45. Brlevengaardster. Salaris: gemiddeld ± ƒ700; afhangend van de belangrijkheid der standplaats en het aantal dienstjaren. Opmerking. Wij wijzen op de vakorganisaties .Ned. Bond van Post- en Telegraafbeambten „De Post", „Alg. Bond van Post-, Telegraaf- en Telefoonpersoneel," „Bond van Brievengaarders in Ned." en „Ned. R.K. Bond van Post-, Telegraafpn Telefoon-personeel „St. Petrus*. 46. Schrijfster op jaarloon (bij rijk, provincie of ge¬ meente). Salaris: bij het rijk ƒ 600—ƒ 1200; bij de gemeente Rotterdam ƒ300—ƒ800. 47. Directrice, onder-Directrice eener rijksstrafinrichting. Salaris : tusschen ƒ1000 en ƒ 2700 voor de directrice; ƒ1000—ƒ 1400 voor de onder-directrice. 48. Zaalopzichtster aan een rijksstrafinrichting. Salaris: ƒ525—ƒ800 met inwoning, of vergoeding daarvoor van ƒ75 (het salaris van ƒ800 is alleen voor de hoofdopzichtster). Opmerking Wij wijzen op de vakorganisatie „Bond van Beambten bij de Gevangenissen, Rijksopvoedingsgestichten en Rijkswerkinrichtingen". 49. Inspectrice, adjunct-inspectrice van den arbeid. Salaris : (voor de sinds 1909 aangestelden) ƒ1200— ƒ2000. 50. Opzienteres bij de schoolkinder-baden. Salaris : te Amsterdam ƒ 250-ƒ400 p. j. met vrije woning, vuur en licht. 124 51. Directrice, adj.-directrice eener gemeentelijke arbeid» beurs. Salaris: ± ƒ800—ƒ1500. 52. Stationsjuffrouw. Salaris: ± ƒ200—ƒ500 's jaars. Opmerking. De werkzaamheden der stationsjuffrouw bestaan in bewaking der stations, halten van stoomtrams, booten, enz., ten einde meisjes die in een vreemde plaats in betrekking gaan of doortrekkende zijn met raad en daad behulpzaam te zijn, haar goede logementen en tehuizen aan te wijzen, haar tegen slechte en verdachte huizen te waarschuwen, en onderzoek te doen naar de personen bij wie zij in dienstbetrekking willen komen. 53. Propagandiste (in dienst eener vereeniging). Salaris: ongeveer ƒ200—ƒ800 per jaar. 54. Correctrlce. Salaris: soms ± ƒ50—ƒ60 per mnd., aan groote bladen hooger. Opmerkingen. Correctie-arbeid wordt, behalve aan de bureaux van periodieken, verricht bij uitgevers en drukkers. Het is niet gemakkelijk, een aanstelling als correctrice te verwerven. 55. Letterkundige. Opmerkingen. Het inkomen eener letterkundige is in ons land niet toereikend, om er zonder andere bronnen van inkomsten van te kunnen leven. Wij wijzen op de vakorganisatie „N.-Ned. Ver. van Letterkundigen." 56. 57. Redactrice. Journaliste, verslaggeefster, recensente. Opmerkingen. Het .Ned. Muziek-paedagogisch Verbond" (zie blz. 41—42) leidt op voor muziek-recensente, uitteraard alleen voor zoover het .muzikale gedeelte van het werk betreft. Het aantal vrouwen, die, buiten den kring der vrouwenbladen, in de redactiën van couranten of tijdschriften zijn opgenomen, is uiterst gering. Ook het veroveren eener aanstelling als correspondente, vaste medewerkster, verslaggeefster of recensente, is moeilijk voor wie niet reeds op ander terrein: door medewerking in' tijdschriften of het ..uitgeven van geschriften, naam verworven heeft. Wij maken opmerkzaam op de vakorganisatie „Ned. Journalistenkring." 125 58. Expllcatrlce bij bioscoopvoorstellingen. Bezoldiging: ons onbekend. Opmerking. Wij wijzen op de vakorganisatie «Ver. van Explicateurs in Ned." 59. Souffleuse. Bezoldiging: ons onbekend. 60. Lectrice (voorlezeres). Salaris: zeer verschillend, somtijds ƒ 25 per maand voor 's ochtends, 's middags of 's avonds. ALPHABETlSCH REGISTER der behandelde ambten, beroepen en betrekkingen. bladz. 1) 1. Accountant 83 2. Acquisitrice 119 3. Actuaris en adjunct-actuaris 84 4. Adjunct-commies in dienst van rijk, prov. of gemeente. 108 5. Adjuncte aan een rijksproefstation voor zaadcontróle. . 73 6. Administratrice 117 7. Adsistente bij het hoofdbestuur v. posterijen en telegrafie 79 8. Advocaat 111 9. Agentes 118 10. Amanuensis aan een laboratorium 122 11. Ambtenare aan een gasfabriek 94 12. Analiste aan een rijkslandbouwproefstation of een laboratorium 72 13. Apotheker 108 14. Apothekers-adsistente 60 15. Arbeidster in de beddenfabricage 120 16. „ „ het boekdrukkersbedrijf 100 en 121 17. „ n de cacao- en chocolade-fabricage .... 121 18. „ „ „ cartonbewerking 121 19. „ _ , dekenfabricage 120 20. „ ff „ margarine-fabricage 121 21. „ „ „ schoenenfabricage 100 22. „ „ „ tabak- en sigarenfabricage 121 23. „ „ „ tapijtfabricage 121 24. „ „ „ wasch-industrie 120 25. „ „ „ zuivelbereiding . 101 26. Architecte 86 27. Archivares, adjunct-archivares 111 28. Arm verzorgster 110 29. Arrondissements-schoolopzienster 81 30. Arts 111 31. Assistent-accountant 58 32. Assistente aan een hoogeschool 95 33. „ bij een geneesheer of aan een polikliniek . . 117 34. „ bij de rijkscommissie voor graadmeting en waterpassing 104 35. Assistente aan een rijkslandbouwproefstation 104 36. Badvrouw : 117 37. Baker 97 38. Balletdanseres 112 39. Batikster 103 40. Beambte of bediende in een coöperatieve vereeniging . 59 1) Hier worden de bladzijden genoemd, waarop omtrent opleiding voor en (of) vooruitzlcbting in de betreffende ambten, betrekkingen of beroepen inlichtingen te vinden zijn. 127 41. *2. 43. 44. 45. 46. 47. . 48. 49. 50. 51. 52. 53. 54. 55. 56. 57. 58. 59. 60. 61. 62. 63. 64. 65. 66. 67. 68. 69. 70. 71. 72. 73. 74. 75. 76. 77. 78. 79. 80. 81. 82. 83. 84. 85. 86. 87. 88. 89. 90. 91. 92. blz. Beëedigd translatrice 85 Beeldhouwster 85 Behangersnaaister 69 Besteedster 119 Bibliothecares, bibliotheek-beambte 111 Bibliotheekhoudster 120 Bloemenbindster 121 Bode 118 Boekbindster 103 Boekhoudster 58 Boerin 106 Bontwerkster 69 Borduurster 70 Brievengaardster 123 Buffetjuffrouw 118 Caissière 98 Candidaat-notaris 83 Cartonnagewerkster 103 Civiel-ingenieur 104 Collectrice van de staatsloterij 119 Colportrice 119 Commies in den post- en telegraafdienst 75 „ in dienst van het rijk 108 „ in dienst van een spoorwegmaatschappij... 74 Commissionnaire in effecten 59 Componiste 86 Concertmeesteres 86 Conservatrice aan een wetenschappelijke instelling . . 111 Correctrice 124 Correspondente 56 Corsettenmaakster-bandagiste 65 Costuumnaaister, kleedermaakster 66 Costuum-ontwerpster 102 Coupeuse 66 Declamatrice 112 Decoratief beeldhouwster 72 Depöthoudster 119 Detacheuse (vlekkenuitmaakster) 99 Diakones 82 Diamantbewerkster 99 Dienstbode 29 Directrice of adjunct-directrice eener gemeentelijke arbeidsbeurs 124 Directrice van een armhuis 30 Directrice eener bankinstelling 59 -Directrice van een coöperatieve keuken 30 „ van een laboratorium 111 „ adjunct-directrice van de linnenkamer eener stoomvaartmaatschappij 3}f) 68 Directrice van een particulier opvoedingsgesticht, doorgangshuis of reddingshuis 96 Directrice van een post- en telegraafkantoor 75 „ van een rijksopvoedingsgesticht 93 „ , onderdir. eener rijksstrafinrichting 123 „ van een school voor M.O 48 128 93. 94. 95. 96. 97. 98. 99. 100. 101. 102. 103. 104. 105. 106. 107. 108. 109. 110. 111. 112. 113. 114. 115. 116. 117. 118. 119. 120. 121. 122. 123. 124. 125. 126. 127. 128. 129. 130. 131. 132. 133. '134. 135. 136. 137. 138. 139. 140. 141. 142. 143. blz. Directrice van een tehuis voor schoolgaande kinderen . 92 „ van een tuchtschool voor meisjes 38 „ van een vacantiekolonie of herstellingsoord . 50 „ van een volkshuis (Toynbee-inrichting) . . 97 „ van een weeshuis 96 „ van een ziekenhuis 49 Drogiste 61 Enquêtrice-huisbezoekster in dienst der tuberculosebestrijding 53 Etsster 85 Explicatrice bij bioscoopvoorstellingen 125 Fabrieks-opzichteres. ........ 102 Garderobe-bewaarster . 117 Gids 122 Godsdienstleerares bij de Remonstrantsche Broederschap 110 Godsdienstonderwijzeres 81 Goudborduurster 70 Goudsmid-reparatrice 105 Gouvernante 32 Graveerster 85 Handelsreizigster 119 Handweefster. . .• 102 Heilgymnaste-masseuse 54 Hofdame - 116 Hoofdopzichteres in de wasch-industrie 99 Hoofd van een crèche of een toevlucht voor zuigelingen 53 „ van een fabriekmatig bedrijf 59 „ van een school voor voorbereidend onderwijs . 32 „ van een groothandels- of winkelzaak 55 „ van een lagere school 36 Horlogemaakster 101 Hótelhoudster 74 Houdster van een bemiddelingsbureau 119 „ van een hoenderpark 108 Houtsnijdster 103 Huishoudster of huishoudkundige 28 Huisnaaister 68 Huisverzorgster 116 Hulp in de huishouding 28 Hulpkracht in een crèche 53 „ in een particulier opvoedingsgesticht, doorgangs- of reddingshuis . . 96 Hulpkracht in een tehuis.voor schoolgaande kinderen. 92 „ aan een vacantie-kolonie of herstellingsoord 50 Hulptélefoniste 78 Hulptelegrafiste 77 Illustratrice 85 Inspectrice en adjunct-inspectrice van den arbeid. . . 123 „ (gemeentelijke) bij het lager, voorbereidend of handwerkonderwijs 81 Inspectrice en adjunct-inspectrice bij een verzekeringsmaatschappij 119 Journaliste 124 Juffrouw van gezelschap 116 Kamenier 92 129 blz. 144. 145. 146. 147. 148. 149. 150. 151. 152. 153. 154. 155. 156. 157. 158. 159. 160. 161. 162. 163. 164. 165. 166. 167. 168. 169. 170. 171. 172. 173. 174. 175. 176. 177. 178. 179. 180. 181. 182. 183. 184. 185. 186. 187. 188. 189. 190. 191. 192. 193. 194. 195. Kamenier-linnenmeisje 92 Kamerverhuurster, pensionhoudster 117 Kantoorbediende in den dienst der posterijen en telegrafie 78 Kantwerkster 70 Kapster, haarbewerkster 63 Kinderjuffrouw 32 Kioskjuffrouw 119 Klerk in den post- en telegraafdienst 75 „ in dienst van rijk, provincie of gemeente ... 80 Klerk in dienst van een spoorwegmaatschappij . . . 74 Koetsier 123 Kookster, kokkin 29 . Koopvrouw 119 Kosteres , . 116 Kraamverzorgster 97 Krankzinnigenverpleegster 50 Kunstnaaldwerkster 70 Landbouwster 106 Lector aan een hoogeschool 95' Lectrice (voorlezeres) 125 Leerares in het costuumvak 46 „ in fraaie handwerken 47 „ in huishoudkunde 94 „ in hygiënisch spreken en adem-gymnastiek . 54 „ in koken en voedingsleer 94 „ bij het landbouwbuishoudonderwijs 94 „ in het lingerievak 47 „ aan een school voor middelbaar onderwijs . . 48 „ aan een school voor voorbereidend hooger onderwijs 95 Leerares in waschbehandeling en strijken 94 Leerbewerkster 103 Letterkundige 124 Linnenjuffrouw op een boot 31 Linnennaaister 67 Lithografe 103 Manicure en pédicure 97 Makelaarster 119 Mantelwerkster 66 Meesteres-vroedvrouw 52 Metaalbewerkster 104 Modiste 64 Officier van het Leger des Heils j . . . . 110 Onderwijzeres of leerares in boekhouden 45 ■ of leerares in dansen 43 1 of leerares in declamatie en hygiënisch . spreken 42 Onderwijzeres aan een school voor voorb. onderwijs. 32 „ oi leerares in gymnastiek ...... 42 n „ „ in handelscorrespondentie. . 45 „ in koken en huishoudelijke vakken . . 93 „ aan een lagere school .... iaa ... 34 | of leerares in muziek 41 i of leerares in nuttge handwerken ... 39 130 196. 197. 198. 199. 200. 201. 202. 203. 204. 205. 206. 207. 208. 209. 210. 211. 212. 213. 314. 215. 216. 217. 218. 219. 220. 221. 222. 223. 224. 225. 226. 227. 22a 229. 230. 231. 232. 233. 234. 235. 236. 237. 238. 239. 240. 241. 242. 243. 244. 245. 246. 247. 24a 249. blz. Onderwijzeres aan een rijksopvoedingsgesticht voor meisjes 39 Onderwijzeres aan een school voor achterlijken ... 37 „ aan een school voor doofstommen... 37 „ of leerares in stenografie 44 „ aan een strafgevangenis 39 „ of leerares in teekenen 40 aan een tuchtschool voor meisjes > . . 38 ■ of leerares in zang 41 1 of leerares in zwemmen 43 Opvoedster in een Christelijk philanthropische inrichting 96 Opzichteres bij de schoolkinderbaden 123 Organiste 86 Ouvreuse in schouwburg of bioscoop 118 Particulier secretares 118 Pettenmaakster 65 Photografe, retoucheuse 71 Pianostemster 105 Politie-assistente 109 Privaat-docente aan een hoogeschool 95 Predikante 109 Preparatrice van microscopische preparaten 122 Procuratie-houdster 56 Propagandiste 124 Provisor 108 Recensente 124 Redactrice 124 Rekenaar bij de sterrenwacht 80 Reserve-zuster bij den diakonessenarbeid 50 Rietvlechtster 100 Rokkenwerkster 66 Scheikundige bij den keuringsdienst 104 Schilderes , 85 Schrijfster op jaarloon 123 Soliste 86 Souffleuse 125 Stationchef 73 Stationsjuffrouw 124 Stationskruister 122 Stenotypiste 57 Stewardess 31 Stopster .' 68 Strijkster 62 Surnumerair in dienst van een spoorwegmaatschappij . 74 Surnumerair bij posterijen en telegrafie 75 Taillewerkster 66 Tandarts 11! Tandtechnica 105 Technologe 104 Telefoniste 78 Telegrafiste 77 Toiletjuffrouw 117 Tooneelspeelster 112 Tuinarchitecte 107 Tuinbouwkundige (kweekster) 107 131 blz. 250. Tuinierster 107 251. Typiste 57 252. Uitgeefster. 120 253. Uitvoerend kunstenares op het gebied van muziek . . 86 254. Verkoopster, winkelbediende 98 255. Verpleegster, eerste verpleegster, hoofdverpleegster . 49 256. „ (particulier) 49 257. „ (wijk-) 49 258. Versteinaaister 68 259. Verslaggeefster 124 260. Vroedvrouw 52 261. Werkmeesteres aan een rijks-opvoedingsgesticht ... 94 262. Werkvrouw 117 263. Wisselwachteres 122 264. Woningopzichteres 110 265. ymker 108 266. Zaalopzichtster in een rijksstrafinrichting 123 INHOUD. blz. Voorwoord 3 Inleiding 6 I. Lijst van ambten, betrekkingen en beroepen, in Nederland door vrouwen vervuld 12 II. Lijst van ambten, betrekkingen en beroepen, door vrouwen te vervullen, waarvoor in Rotterdam opleiding te vinden is 23 III. Inlichtingen omtrent opleiding voor, en vooruitzichten in de ambten, betrekkingen en beroepen, door vrouwen te vervullen, waarvoor in Rotterdam opleiding te verkrijgen is 28 IV. Lijst van ambten, betrekkingen en beroepen, door vrouwen te vervullen, waarvoor alleen buiten Rotterdam opleiding te vinden is 88 V. Eenige inlichtingen omtrent de plaatsten) waar opleiding te verkrijgen is voor, en omtrent salaris, vooruitzichten en vakorganisatie in de ambten, betrekkingen en beroepen, waarvoor alleen buiten Rotterdam opleiding is te vinden 92 VI. Lijst van ambten, betrekkingen en beroepen, door vrouwen te vervullen, waarvoor in ons land (nog) geen opleiding bestaat of waarvoor geen speciale opleiding noodig is 113 VII. Eenige inlichtingen omtrent salaris, vooruitzichten en vakorganisatie in de ambten, betrekkingen en beroepen, door vrouwen vervuld, waarvoor in ons land (nog) geen opleiding bestaat, of waarvoor opleiding niet noodig is 116 Alphabetisch register der behandelde ambten, betrekkingen en beroepen 126 Inhoud 132