41 Ketentoean hoekoeman kalau tidak ditoeroet perdjandjian jang ditentoekan waktoe memberi izin. Ketentoean hoekoeman, kalau didjalankan peroesahaan boekan dengan izin. Pasal 6. (1) Kalau perdjandjian-perdjandjian oentoek memberi izin jang dimaksoed pada pasal 1 atau 2, tidak ditoeroet ataupoen dikerdjakan berlawanan dengan ketentoean ordonansi ini atau dengan pengoewasaannja, maka jang poenja oesaha atau pengoeroesnja akan dihoekoem dengan denda dari f 100.— (seratoes roepijah) sampai f 1000.— (seriboe roepijah) dengan tidak mengoerangi pengenaan jang ditetapkan pada ajat pertama kalimat b daripada pasal 4 jang ketiga. (2) Kalau peroesahaan didjalankan atau pekerdjaan jang soedah tetap diperhentiken didjalankan poela, dan lagi kalau ini atau itoe terdjadi dalam tempat lain daripada jang ditoendjoekkan dalam soerat-izin, ataupoen pekerdjaan diteroeskan sesoedah izinnja ditjaboet, dengan tidak mendapat izin lebih dahoeloe, maka jang poenja oesaha atau pengoeroesnja dihoekoem dengan denda dari f 50 (lima poeloeh roepijah) sampai f 500 (lima ratoes roepijah) boewat tijap-tijap hari selama pekerdjaan itoe didjalankan.. Pasal 7. entang jang Segala jang poenja oesaha jang dimaksoed dalam poenja oesaha orcj0nansi ini dipandang, dalam mengenakan ke tentoean warisnja dan jang diatas tadi, telah memilih kantor kerésidénan tempat jang mendapat peroesahaan itoe seperti tempat dijamnja, djoega boewat haknja kantor warisnja dan jang mendapat haknja. kerésidénan jang bersang. koetan mendjadi seperti tempat dijamnja. Passal 8. Daérah dimana (1) Ordonansi ini dikenakan hanja boewat tanah ordonansi ini Djawa dan Madoera. dikenakan. 42 Het gebied, (2) Van die toepassing zijn echter uitgesloten: waar zij niet a. de landbouwondernemingen, gevestigd in de resiyan toepassing dentiën Soerakarta en Djokjakarta en op de aan parIs- ticulieren in eigendom of met het recht van erfpacht afgestane landerijen, voor zooveel zij niet voor de bereiding van suiker of indigo overeenkomsten aangaan tot inhuur van buiten die gewesten en buiten de grenzen dier landerijen gelegen gronden of tot levering van daarop geteeld suikerriet of indigo-gewas, in welke gevallen dit onderdeel van het bedrijf dier ondernemingen als eene op zichzelf staande onderneming aan de bepalingen dezer ordonnantie onderworpen is. b. ondernemingen voor de bereiding van suiker of indigo, welke op zóó kleine schaal gedreven worden, dat zij, ter beoordeeling van het Hoofd van gewestelijk bestuur niet met de in artikel 1 en 2 dezer ordonnantie bedoelde ondernemingen op één lijn kunnen worden gesteld. Artikel 9. Benaming der Deze ordonnantie kan worden aangehaald onder den ordonnantie titel van: „Fabrieken-ordonnantie". (St.1911:85). Overgangs bepaling. De bepalingen dezer ordonnantie maken geen inbreuk op rechten, bij hare inwerkingtreding verkregen door inhuur van gronden overeenkomstig de voorschriften der ordonnantie van 26 November 1895 (Staatsblad No. 247). AANHANGSEL. Verdere behandeling van het verzoekschrift bedoeld bij artikel 1. 1. Op het ingediend rekest wordt onmiddellijk aanteekening gehouden van den dag en het uur van ontvangst, waarvan tevens melding wordt gemaakt in een den aanbieder uit te reiken gedagteekend bewijs § l.3 van ontvangst. 43 Daérah dimana itoe tijada dikenakan Nama ordonansi ini. (2) Daripada pengenaan itoe diasingkan: a. peroesahaan-pertanian jang terdiri di kerésidénan Soerakarta dan Djokdjakarta dan di tanah partikoelir atau di tanah-tanah jang diberikan dengan hak toeroentemoeroen; ja'ni kalau peroesahaan-peroesahaan itoe tijada memboewat perdjandjian akan menjéwa tanah diloewar kerésidénan dan diloewar tanah jang terseboet itoe, oentoek menjedijakan goela atau taroem ataupoen akan mendjoewal teboe atau taroem jang dipelihara diatasnja kepada peroesahaan itoe; dalam hal itoe bagian jang lain dari peroesahaan itoe dipandang seperti satoe peroesahaan jang berdiri atas sendirinja dan dikenaï oléh ordonansi ini. b. peroesahaan-peroesahaan oentoek memboewat goela atau taroem jang sedikit-sedikit, sehingga menoeroet timbangan Kepala pemerintahan daérah, peroesahaan itoe tijada boléh disamakan dengan peroesahaanperoesahaan jang termaksoed pada pasal 1 dan 2 dalanu ordonansi ini. Pasal 9. Ordonansi ini boléh diseboetkan dengan nama: „Ordonansi paberik". (St. 1911: 85). Ketentoean peroebahan. Ketentoean ordonansi ini tidak boléh meroesakkam hak menjéwa tanah seperti terseboet dalam peratoeran i ordonansi tanggal 26 November 1895 (Staatsblad No. 247) jang soedah dapat ketika ija moelaï berlakoe^ TAMBAHAN. Melakoekan soerat permintaan jang dimaksoed pada pasal 1 lebih landjoet. 1. Diatas soerat permintaan itoe ditoeliskanlah segera tanggal dan djamnja diterima; demikijan poela didalam soerat keterangan penerimaannja jang akan di§ l.3 berikan kepada si pembawa itoe. 44 2, Door het Hoofd van gewestelijk bestuur worden de aanvragen ten spoedigste bekend gemaakt in de Javasche Courant en, op kosten van den aanvrager, in een op Java verschijnend dagblad. 3. Aanvragen, I. ingediend op andere wijze dan bij de eerste alinea bepaald, of II. voor zoover betrekking hebbende op landstreken welke ingevolge het bepaalde bij Staatsblad 1904 No. 274 jo. 1905 No. 330 voor de verleening van vergunningen tijdelijk gesloten zijn geweest — ingediend vóór het tijdstip, waarop die sluiting is geëindigd; zoomede III. welke betrekking hebben op gebieden of streken ten aanzien waarvan door den Directeur van Binnenlandsch Bestuur in de Javasche Courant is bekend gemaakt, dat tot een daarbij vermeld of nader te publiceeren tijdstip geen aanvragen — behalve in bij zondere gevallen — in behandeling zullen worden genomen en die voor dat tijdstip worden ingediend, worden buiten behandeling gelaten, d. w. z. zonder verder onderzoek doorgezonden. 4. Indien tegelijkertijd twee of meer personen zich aanmelden tot de indiening van aanvragen, geheel of ten deele op hetzelfde arbeidsveld of hetzelfde irrigatiegebied betrekking hebbende, wordt in hunne tegenwoordigheid, op de door den Resident te regelen wijze, door het lot beslist in welke volgorde die aanvragen in ontvangst zullen worden genomen. 5. Tot de in de vorige alinea bedoelde loting worden alleen zij toegelaten, die, tot waarborg, dat aan de eventueel te verleenen vergunning uitvoering zal worden gegeven, het bewijs overleggen van storting in 's Lands kas van een bedrag berekend op de hieronder in de achtste alinea aangegeven wijze. 6. Van den uitslag der loting wordt proces-verbaal opgemaakt, terwijl van dien uitslag tevens melding wordt 45 2. Oléh kepala pemerintahan daérah maka permintaan itoe diberi-tahoekan selekas-Iekasnja didalam Javasche-Courant, dan atas bajaran si peminta, dalam salah-satoe daripada soerat-soerat kabar jang terbit di tanah Djawa. 3. Soerat permintaan, l jang disembahkan dengan djalan lain daripada jang ditentoekan pada ajat jang pertama, atau H. jang mengenaï tanah-tanah jang boewat sementara ditoetoep akan diberikan, disebabkan oléh jang ditentoekan pada Staatsblad 1904 No. 274 berhoeboeng dengan 1905 No. 330 dan jang disembahkan sebeloem waktoe penoetoepan itoe habis; dan lagi III. jang mengenaï daérah-daérah atau djadjahan tentang tanah mana soedah diberi-tahoekan oléh Dirèktoer Pemerintahan-dalam-Negeri dalam Javasche Courant,, bahwa permintaan-permintaan tentang itoe k e t j o e wali dalam hal teristiméwa — tijada lagi akan dioeroeskan sampai kepada waktoe jang terseboet disitoe atau jang akan disijarkan kemoedijan, serta permintaan itoe dimoeka waktoe itoe, di sembahkan, tidak akan dioeroeskan lagi, artinja teroes dikirim dengan tijada pemeriksaan. 4. Kalau ada doewa orang atau lebih sama-sama memasoekkan permintaannja dan tanah jang diminta itoe semoewanja atau sebagian terletak dalam golongan tanah atau daérah irigasi jang-sama, maka haroeslah giliran penerimaan soerat permintaan itoe dioendi dimoeka merékaitoe setjara jangdiatoerkan oléh Résidén. 5. Jang masoek dalam oendian jang terseboet diatas itoe hanjalah orang jang dapat mengoendjoekkan soerattanda soedah memasoekkan wang kedalam kas Negeri sebanjak jang diatoerkan dalam ajat kedelapan dibawah ini, ja'ni jang akan mendjadi tanggoengan bahwa, kalau izin itoe diberikan, pekerdjaan itoe akan didjalankan. 6. Tentangan oendian itoe haroeslah diboewat porsésperbalnja sedang kepoetoesannja diberi-tahoekan da- 46 gemaakt in het in de eerste alinea bedoeld bewijs van ontvangst. (Bijblad No. 7826). 7. Desverkiezende kan, in plaats van het in alinea 5 bedoeld stortingsbewijs, worden overgelegd een bewijs van deponeering ten name van den Lande, met een termijn van opzegging van hoogstens drie maanden, van een zelfde bedrag bij een der volgende bankinstellingen: „de Javasche Bank", „de Nederlandsch-Indische Escomplo Maatschappij", „de Nederlandsch-Indische Handelsbank"; of „de Factorij der NederlandscheHandel-Maatschappij". In dit geval komt de rente, verminderd met eventueel gemaakte onkosten, ten behoeve van den betrokken aanvrager. 8. Het in de vijfde alinea bedoeld bedrag wordt gesteld op zooveel malen f 5.— als het aantal bouws van 500 vierkante Rijnlandsche roeden bedraagt, dat als maximum voor de uitgestrektheid van den aanplant voor de beoogde onderneming wordt aangevraagd, en indien de aanvraag strekt tot het in werking brengen van een onderneming, geheel of gedeeltelijk berustende op den grondslag van overeenkomsten met de betrokken bevolking tot opkoop van gewas, op eene vaste som van f 5000.— boven en behalve hetgeen eventueel naar de eerstvermelde berekeningswijze zafc moeten worden gestort of gedeponeerd. 9. Restitutie van het in 's Lands kas gestort dan wel bij een der hooger genoemde bankinstellingen gedeponeerd bedrag heeft plaats: a) indien de aanvraag, vóórdat daarop eene beschikking is genomen, is ingetrokken of door overlijden van den aanvrager is komen te vervallen; b) indien op de aanvraag in afwijzenden zin is beschikt ; c) nadat geconstateerd is, dat de onderneming in exploitatie is gebracht overeenkomstig de voorde vergunning gestelde voorwaarden, dan wel zooveel eerder als ten genoegen van den Directeur van Binnenlandsch Bestuur, kan worden aangetoond, 51 § l6. 13. Sebeloem diberikan izin itoe, haroeslah Dirèktoer Pemerintahan-dalam-Negeri moepakat dahoeloe dengan Dirèktoer Perboewatan Negeri; dan kalau moepakat tida' dapat, wadjiblah diminta kepoetoesan dari Toewan Besar Goebernoer-Djenderal. Demikijan poela haroes dilakoekan soerat peroebahan izin jang soedah diberikan, apabila kepentingan irigasi Boemipoetera dalamnja bersangkoetan. 14. Pengizinan atau penolakan permintaan ataupoen pentjaboetan dan peroebahannja, haroes diberi-tahoekan oléh Dirèktoer Pemerintahan-dalam-Negeri didalam Javasche Courant, menoeroet pasal 4 dari ordonansig p paberik; dalam hal jang tiga jang dibelakang itoe haroes poela diseboetkan sebab-sebabnja. 2. Staatsblad 1904 No. 274 dioebah dalam Staatsblad 1905 No. 330. PEKERDJAAN-1RIGASI. PERTANIAN. Pentjegahan sementara boewat oesaha keradjinan-pertanian partikoelir dalam djadjahan-djadjahan, dimana banjak peroebahan jang akan datang pada pengairan, djadi djoega dalam keadaan di tempat itoe, oléh karena pemboekaan pekerdjaan irigasi jang besar. Pasal 1. Penoendjoek- (1). Djadjahan-djadjahan dimana banjak peroebahan djadjahan- an jang akan datang pada pengairan, akan ditoetoep djadjahan jang boewat sementara oentoek memberikan izin, seperti boléh ditoetoep terseboet dalam pasal 1 dan pasal 2 ajat keempat dari sementara, boe-ordonansi tanggal 21 September 1899 (Staatsblad No. wat pendirian 263), boewat memoelaï mendjalankan dan mendjalanpaberik-goela kan teroes ataupoen membesarkan peroesahaan-perdan taroem, oesahaan oentoek menjedijakan goela atau taroem; destrta penjéwa- mikijan poela akan memperséwakan tanah oléh Boerman tanah. poetera kepada jang boekan Boemipoetera, menoeroet ordonansi tanggal 27 Augustus 1900 (Staatsblad No. 240). 59 diberi-tahoekanlah kepada beberapa Kepala pemerintahan daérah, bahwa dalam pemeriksaan hal keadaan di peroesahaan keradjinampertanian (paberik) ternjatalah, bahwa dalam beberapa djadjahan kepala-désa toeroet djoega memboewat perdjandjian bersama-sama boewat mengerdjakan tanah oentoek tanaman-teboe dan kebanjakan bahagiannja disoeroeh kerdjakan kepada pantjénnja. Sepandjang timbangan Toewan Besar GoebernoerDjenderal. boekan sahadja pemakai pantjén jang begitoe tijada bersetoedjoe dengan maksoednja diberikan, akan tetapi djoega dari kepala-désa jang toeroet bekerdja oepahan itoe, pada pikiran Toewan Besar, tijda dapat dipersatoekan itoe dengan mengerdjakan djabatannja dengan sempoema. Sebab itoelah Toewan Besar Goebernoer-Djenderal' merasa perloe sekali,. soepaja Kepala pemerintahan daérah melarang kepala-kepala désa djangan toeroet bekerdja tanah boewat orang lain dengan oepahan, atau bekerdja dalam paberik, baik ija sendiri ataupoen pantjén n ja. 111. . Dalam soerat-édaiau pembesar itoe djoega tanggal 15September 1899 No. 2088 adalah diberi-tahoekan kepada Kepala pemerintahan daérah, bahwa .perintah jang. diatas itoe diloewaskan sampai kepada perdjandjian memberikan perkakas-perkakas pembawaan atau boewat mengetdjakan pembawaan barang-barang peroesahaan— tan h atau keradjinan. IV Masih lama lagi hal itoe berlakoe, pada tahoen 1903. baharoelah ditimbang bergoeua akan mentjaboet segenap peratoeran itoe, sebab ta'perloe lagi. Karena dalam hal manapoen tijadalah dilarang memboewat perdjandjian kerdja sendiri-sendiri dan dalam itoe perantaraan pegawai negeri tijadalah perloe 61 Maka dengan Staatsblad 1903 No. 108 atas perintahKeradjaan, ditjaboetlah Staatsblad 1863 No. 152 itoe dengan meninggalkan: larangan memboewat perdjandjian dengan oran g-o rang jang tertoewa atau jang ter nama dalam désaatas nama sedésanja. Djadi moelaï dari waktoe itoe diizinkan perdjandjian dengan Boemipoetera sendiri-sendiri: dalam itoe dilarang perantaraan orang jang tertoewa dan jang ternama dalam désa, ja'ni kepala désa dan pemerintahnja, apa sekalipoen namanja dan bagaimana memberikannja. 2 KEPOETOESAN DENGAN PERDAMAIAN DARi PERSELISIHAN-PERSELISIHAN JANG TERDJADI TENTANG PERDJANDJIAN-PERDJANDJIAN JANG SOEDAH KEBIJASAAN DENGAN BOEMIPOETERA Dl PEROESOEHAAN KERADJINAN PERTANIAN (PABERIK) PART1KOEL1R. Didalam soerat-édaran kepada Kepala pemerintahan daérah di tanah Djawa dan Madoera (terketjoewali tanah Radja-Radja), tanggal 21 Februari 1901 No. 517 (BijbladNo. 5563), Sekertaris Goebernemèn jang pertama soedah menoelis: Dalam timbangan kepoetoesan pemeriksaan jang diperboewat dalam beberapa tahoen jang laloe, adalah djoega cari hal perdjandjian-perdjandjian jang bijasa diperboewat dengan Boemipoetera tentang peroesahaan keradjinan pertanian di tanah Djawa dan Madoera, seperti terseboet dalam pasal 1 dari ma'loemjt dalam Staatsblad 1838 No. 50, seperti soedah dioebah dalam ordonansi Staatsblad 1863 No. 152'), maka dalam tim- 1) Jang dimaksoed dalam ini jaïtoe perdjandjian -perdjandjian oetoek mengerdjakan tanah, memasoekkan hasil-hasil jang teristi— méwa barang jang hendak dikerdjakan, perkakas pemboeka dan pembawa dan akan memberi pertolongan sendiri. 62 het oog te doen brengen, dat zij krachtens hunne ambtsplichten geroepen zijn om, binnen den kring hunner bevoegdheid, zooveel doenlijk mede te werken lot minnelijke oplossing van omtrent dergelijke overeenkomsten gerezen geschillen, terzake waarvan door beide of een der partijen hunne beslissing wordt ingeroepen. Hoezeer toch, wanneer de contractanten geene tus«chenkomst van dien aard verlangen of bij de door het Administratief gezag aangegeven schikking zich niet wenschen neder te leggen, in verband met hei algemeen beginsel van artikel 78 van het Regeeringsreglement geene andere uitspraak dan die van den Rechter hun geschil kan beëindigen, zal vooral in deze, waar het schier uitsluitend quaestiën van geringe geldelijke beteekenis betreft, de inroeping eener rechterlijke beslissing veelal gepaard gaan met bezwaren van zoo ernstigen aard, dat vermoedelijk aan de minnelijke tusschenkomst van het Bestuur in den regel de voorkeur zal worden gegeven, indien slechts partijen de vaste overtuiging bezitten, bij die ambtenaren voor hare onderwerpelijke belangen steeds open oor te vinden. Zijne Excellentie heeft mij mitsdien opgedragen UHEG. uit te noodigen, gelijk ik de eer heb mits deze te doen, de onder Uwe bevelen gestelde Europeesche en Inlandsche bestuursambtenaren nadrukkelijk op hunne verplichtingen te dezen aanzien te wijzen en tevens de Inlandsche bevolking rnet het daaruit voor haar voortspruitend recht om, ingeval van geschillen als hierbedoeld, de bemiddeling in te roepen van het Administratief Gezag, in kennis te doen stellen, waarbij echter vermeden zal moeten worden haar den indruk te geven, dat al hare klachten, al zijn die ook nog zoo ongemotiveerd, bij het Bestuur een willig oor zullen vinden." Het hierboven aangehaald artikel 78 van het Regeeringsreglement luidt: 63 bangan Toewan Besar Goebernoer-Djenderal perloelah diingatkan kepada pegawai-pegawai-pemerintahan, bahwa merékaitoe, menoeroet kewadjiban pangka t n j a , berkewadjiban djoega akan mentjari perdamaian sedapat-dapatnja dalam selisih-seljsih jang terdjadi dalam perdjandjian-perdjandjian jang seroepa itoe, apabila satoe atau kedoewa belah pihaknja datang meminta kepoetoesannja, dengan tijada ineléwati koewasanja. Meskipoen tidak ada kepoetoesan lain daripada kepoetoesan Hakim jang boléh memoetoeskan perselisihan merékaitoe, bilamana kedoewa belah pihak jang berdjandji tidak meminta pengantaraan pegawai pemerintahan itoe atau tidak maoe menoeroet kepoetoesan jang didjatoehkan pegawai itoe, ja'ni berhoeboeng dengan asas 'oemoem dalam pasal 78 dari Reglemèn-Pemerintah, akan tetapi soenggoehpoen begitoe dalam hal-hal ini bijasanja tentoe banjak orang soeka meminta kepoetoesan pegawai pemerintahan sadja, sebab kalau dibawa kepada hakim ongkosnja besar, pada hal perkaranja ketjil-ketjil sadja jaïtoe djika kedoewa belah pihaknja pertjaja, bahwa pegawai itoe akan soeka menjelesaikan perkara itoe dengan sepertinja. Seri Padoeka Jang Dipertoewan Besar menjoeroeh saja, akan mengadjak Toewan-Toewan jang moelija sebagaimana jang soedah saja boewat ini, akan menoendjoekkan benar-benar kepada amtenar pemerintahan Éropah dan Boemipoetera jang bekerdja dibawah Toewan-Toewan apa kewadjibannja dalam hal ini, serta poela akan memberi-tahoe kepada Boemipoetera hak jang diberikan kepadanja ini, akan meminta pertolongan Pemerintah Negeri kalau ada perselisihan jang begitoe. • Akan tetapi haroes didjaga dalam hal ini, soepaja djangan dikiranja segala pengadoean jang tijada beralasanpoen akan didengarkan. Pasal 78 dari Reglemèn-Pemerintah jang terseboet diatas, boenjinja: 72 Artikel 3. De vergunning moet bepalen: (1) . ft een termijn voor het in exploitatie brengen der onderneming . '3 blz. 34 2. eventueel een maximuui-bruto aanplant 's jaars . „ 34 (2) . 3. eventueel een termijn voor het uitbreiden van den maximum-bruto-aanplant „ 34 '•(3). 4. Zij kan zoo noodig andere voorwaarden stellen . . . • .• . . . 34 R'*- Artikel 4. Wijziging of intrekking der in artikel 1 bedoelde vergunning heeft plaats bij een niet redenen omkleed besluit . f' . . „ 36 Artikel 4a. .Recht van den belanghebbende tot beroep daarop bij den Gouverneur-Generaal > „ 36 Artikel 4b. "Vaststelling van uitvoeringsvoorschriften . . . i . . „ 38 Artikel 5 •a). Aanwijzing van terreinen of streken, die voor landbouwnijverheid gesloten zullen zijn .,, 38 b). Toepasselijk-verklaring van de bepalingen dezer • ordonnantie op andere dan de in artikel 1 bedoelde landbouwondernemingen . . „ 38 Artikel 6. 1. Strafbepaling op het niet naleven der voorzwaarden bij de vergunning gesteld. . . -,'Pj . . „ 40 .2. Strafbepaling op het inwerking-brengen eener onderneming zonder vergunning '.. ' „ 40 Artikel 7. Domicilie van de ondernemers, hunne erfgenamen en rechtverkrijgenden ten kantore van het betrokken Hoofd van gewestelijk bestuur . ,.' „ 40 73 Pasal 3. Soerat-izin haroes menentoekan: (1). 1. dalam berapa lamanja haroes peroesahaan itoe dikerdjakan moeka 35 2. kalau perloe, seloewas-loewasnja tanaman bruto tijap tahoen „ 35 <2). 3. kalau perloe dalam berapa lama tanaman- bruto seloewas-loewasnja haroes dilébarkan . . „ 35 <3). 4. Soerat izin itoe kalau perloe boléh diisi perdjandjian-perdjandjian lain ........ 35 Pasal 4. Peroebahan atau pentjaboetan izin jang terseboet pada pasal 1 haroes dengan beslii jang beralasan . . . „ 37 Pasal 4a. Mak orang jang berkepentingan akan meminta kepoetoesan kepada Toewan Besar GoebernoerDjenderal . . „ 37 Pasal 4b. Penetapan peratoeran mendjalankan „ 39 Pasal 5. a) . Penoendjoekan tempat dan djadjahan jang akan ditoetoep boewat keradjinan pertanian (paberik) . . . „ 39 b) . Mengenakan ketentoean ordonansi ini kepada peroesahaan tanah, lain daripada jang dimaksoed pada pasal 1 1 . . . „ 39 Pasal 6. 1. Ketentoean hoekoeman kalau tidak ditoeroet perdjandjian jang ditentoekan waktoe memberi izin ...» 41 2. Ketentoean hoekoeman, kalau didjalankan peroesahaan boekan dengan izin 41 Pasal 7. Tentang jang poenja oesaha warisnja dan jang mendapat haknja, kantor kerésidénan jang bersangkoetan mendjadi seperti tempat dijamnja „ 41 I I Prijs f 0,35 HANDLEIDING TEN DIENSTE VAN Dg m 1NLAN0SCHE BESTUURSAMBTENAREN OP JAVA M MAOÖERAH No. 17/B.B, SESEH-OKDONNANTIS, rglBRIEHEN-GRDONNAHTlË ■ ' ij ' ■ ! EN - ■'' > ■; .-^ EENIGE BEPALINGEN BETREFFENDE BET PABTIÜERE LANDBOUWBEDRIJF, UÏtgaye vèri hef Departement van Èintïehlandsck Bestuur Typ.; Indonesische Drukkerij Weltev KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK 2289 6549 7 BAB l KETENTOEAN. h Staatsblad 1903 No. 150, dioebah dalam Staatsblad 1917 No. 497. 2. Staatsblad 1902. No. 103, dioebah dalam Staatsblad 1906 No. 72') dan 1917 No. 497. t. Staatsblad 1903 No. 150, dioebah dalam St 1917 No. 497 GOELA. Pentjegahan kepindahan penjakit teboe ke tanah Djawa. Dengan mentjaboet ordonansi tang al 6 Maart 1889 (Staatsblad No. 62) ditetapkanlah: Pasal 1. Daérah ketnana Memasoekkan teboe dan Tbibit-teboe, jang asalnja memasoekkan dari loewar tanah Hindia-Belanda, diizinkan hanja teboe dari loe- ke djadjahan diloewar tanah Djawa dan Madoera. war tanah Hin- „ . . , dia-Beianda di- Ketentoean hoekoeman: denda sebanjak-banjaknja f 1000.inzinkan. Pasal 2. Sjarat akan 0)- Didalam daérah jang terseboet pada fasal 1 mendapat izin tidak boléh ditanam teboe jang asalnja dari loewar tamenanam teboe nan Hindia-Belanda, kalau tidak lebih dahoeloe diberijang dimasoek- tahoekan hal itoe dengan soerat kepada Kepala pemekan itoe. rintahan senegeri jang bersangkoetan dengan per¬ kara itoe. i .'■ Ketentoean hoekoeman: denda sebanjak-banjaknja f 1000.— Kekoewasaan (2). Kepala pemerintahan senegeri itoe dan pegawai rintahanPseene- ditoendioekkannia dan pendjawat-polisi dan orang gêri serta lain-jangahli' berkoewasa setijap waktoe memasoeki tempatlain pegawai temPat dimana ada teboe, baik soedah beroepa apapoen. masoek kedaIam tempat dimana ada teboe jang dima- SOekkan. } Boewat Staatsblad ini haroeslah dilihat Bijblad N. 6867. 8 Artikel 3. Voorwaarde waaronder invoer op Java van suikerriet afkomstig van de buiten-gewesten toegelaten is. Strafbepaling. Vernietiging van verboden plantmaterial. Dagteekening van inwerking-1993 treding. De invoer op Java en Madoera en de daartoe behoorende eilanden van suikerriet en suikerrietstekken afkomstig van de daarbuiten gelegen gewesten, is alleen toegelaten onder geleide van eene, door het betrokken Hoofd van plaatselijk bestuur af te geven, verklaring dat, voor zooveel dien ambtenaar gebleken is, in den aanplant, van welken het riet of de rietstekken verkregen zijn, geene besmettelijke ziekten zich hebben vertoond. Strafbepaling: boete tot ten hoogste f 10.000.— Artikel 4 (1) . Met eene geldboete van f 1000.— (een duizend gulden) tot f 10.000 (tien duizend gulden) wordt gestraft de invoer van suikerriet en suikerrietstekken in strijd met het bepaalde bij de artikelen 1 en 3. (2) . De vernietiging der in de vorige alinea bedoelde planten en plantendeelen kan in het vonnis, zelfs bij vrijspraak, worden gelast. (3) . Overtreding van het bepaalde bij de eerste alinea van artikel 2 wordt gestraft met eene geldboete van ten hoogste duizend gulden. Deze ordonnantie is in werking getreden op 31 Maart Gebied waar invoer van suikerriet en suikerrietstekkenonvoorwaardelijk verbodenis. 2. Staatsblad 1902 No. 103, gewijzigd bij Staatsblad 1906 No. 72 en 1917 No. 497. SUIKER, SEREHZ1EKTE. Herziening van de bepalingen tot beteugeling van de serehziekte op Java. Met intrekking van de ordonnantiën van 27 April 1897 (Staatsblad No. 122) en 14 Augustus 1898 (Staatsblad No. 237 te bepalen: Artikel 1. (1). In het gebied, omvattende de residentie PreangerRegentschappen, de afdeeling Buitenzorg van de Residentie Batavia en de Contröle-afdeeling Koeningan van de afdeeling Cheribon residentie van dien naam, is alle invoer van suikerriet en suikerrietstekken, van war ook afkomstig, verboden. 9 Pasal 3. Sjarat akan Akan memasoekkan teboe dan bibit-teboe ke tanah mendapat izin Djawa dan Madoera serta poelau-poelau ta' loeknja, memasoekkan jang asalnja dari Djadjahan Seberang, hanjalah diizinteboe ke tanah kan, kalau disertaï dengan selembar soerat keterangan Djawa dari dja-dari Kepala pemerintahan senegeri jang bersangkoetan, djahan Sebe- bahwa teboe atau bibit - teboe itoe, menoeroet penda«*ang. patannja, tijada berpenjakit berdjangkit. Ketentoean hoekoeman: denda sebanjak-banjaknja f 10.000.— Pasal. 4. Ketentoean (i). Memasoekkan teboe dan bibit-teboe jang ber- hoekoeman. salahan dengan jang ditetapkan pada pasal 1 dan 3, didenda dari f J000 (seriboe roepijah) sampai f 10.000 (sepoeloeh riboe roepijah). Membinasakan (2). Membinasakan teboe dan bibit-teboe jang terseboet teboe dan bibit- tadj da at diperintahkan dengan kepoetoesan-hoekoemteboe jang ber- > v ,. ^ . , . ..... , salahan. n (vonms)> meskipoen jang terda wa itoe dibébaskan. (3). Pelanggaran ketetapan jang terseboet pada pasal 2 ajat pertama dihoekoem dengan denda setinggi-tingginja seriboe roepijah. Tanggal ordo- Ordonansi ini moelaï berlakoe pada 31 Maart 1903. nansi ini moelaï berlakoe. 2. Staatsblad 1902 No. 103, dioebah dalam Staatsblad 1906 No. 72 dan 1917 No. 497. QOELA PENJAK1T-SÉRÉH. Perigoelangan pemeriksaan dari ketentoean boewat memerangi pcnjakit-séréh di tanah Djawa. Dengan mentjaboet ordonansi tanggal 27 April 1897 (Staatsblad No. 122) dan tanggal 14 Augustus 1898 (Staatsblad No. 237) ditetapkanlah: Pasal 1. Daérah kemana (1). Didalam daérah jang masoek kerésidénan Priamemasoekkan ngan dan afdeeling Bogor dari kerésidénan Betawi dan teboe dan bibit- onderafdeeling Koeningan dari afdeeling Tjirebon keteboe dilarang résidènan itoe djoega, dilaranglah memasoekkan teboe sekali-kali dan bibit - teboe,' darimana sekalipoen datangnja. 10 Analoog aan het bepaalde onder ten achtste van Staatsblad 1915 No. 670 zijn in dit lid de woorden „afdeeling Koeningan en Galoeh" vervangen door „contröle-afdeeling Koeningan van de afdeeling Cheribon residentie van dien naam" (zie Staatsblad 1906 No. 377). Strafbepaling: boete tot ten hoogste f 100.— Vrijstelling van (2). Van dat verbod kan door den Directeur van dat verbod. Landbouw vrijstelling worden verleend, onder zoodanige voorwaarden als hem voor elk geval geraden zullen voorkomen (St. 1906: 72). Artikel 2. Bevoegdheid (1). De Hoofden van gewestelijk bestuur op Java van de H. G. B. en Madoera, met uitzondering van die der Vorstenlanden, tot het verbie- zijn bevoegd voor die streken in hun gewest, waar den van het dit, te hunner beoordeeling, ter bescherming der teelt kweeken van van plantmateriaal ten behoeve der suikerindustrie riet zonder li- wordt vereischt, te verbieden het kweeken van suikerriet centie, en an- zonder, op-den voet der beide volgende alinea's, van ders dan uit het betrokken Districtshoofd daartoe een licentie te stekken of hebben bekomen, en anders dan uit stekken, gesneden zaad. van primaire rietstengels of uit zaad. Strafbepaling: boete tot ten hoogste f 100.Kostelooze (2). Deze licenties, geldig voor eene bepaalde uitreiking van piantperiode — den duur van tien maanden niet te boven door'dTdnt- saande- behoudens verlenging, zoo noodig, door het trictshoofden Hoofd van plaatselijk' bestuur — worden op aanvraag onder zekere kosteloos uitgereikt, doch alleen voor de beplanting voorwaarden, van gronden, welke laatstelijk gedurende minstens een Duur dier li- ;aar niet met suiRerriet beplant zijn geweest, centies. Inhoud der li- Behalve den begin- en einddatum van die periode centies. vermelden zij het volgnummer der licenties, den naam des houders, de ligging en uitgestrektheid van het veld, de variëteit en herkomst van het te bezigen plantmateriaal; op die stukken wordt mede melding gemaakt van eventueele verlengingen der plantperiode. fl Kebébasan daripada larangan itoe. Mentjontoh jang ditetapkan pada jang kedelapari dalam Staatsblad 1915 no. 670 maka perkataan „afdeeling-afdeeling Koeningan dan Galoeh" digant dengan „Contröle-afdeeling Koeningan dari afdeeling Tjirebon, kerésidénan itoe djoega" (lihatlah Staatsblad 1906 No. 377) Ketentoean hoekoeman: denda sebanjak-banjaknja f 100. (2). Daripada larangan itoe boléh Diréktoer Peroesahaan-tanah memberi kebébasan, meuoeroet perdjandjian jang lajak sepandjang timbangannja (St. 1906:72). Koewasa Kepala pemerintahan daérah akan melarang memelihara teboe dengan tijada menda- . pat izin lain daripada bibit atau dari bidji Soerat-izin diberikan oléh kepala distrik tjoema tetap dengan perdjandjian.Lamanja izin itoe. Isi soerat izin itoe. Pasal 2. (1). Kepala pemerintahan daérah di tanah Djawa dan Madoera, terkeijoewali jang di kerésidénan Soerakarta dan Djokjakarta berkoewasa akan melarang memelihara bibit teboe di tempat-tempat dalam pemerintahannia kalau menoeroet timbangannja perloe akan melin.doengi pemetiharaan bibit jang bergoena boewat peroesahaan teboe; ketjoewali kalau mendapat izin, jang seperti terseboet pada kedoewa ajat jang berikoet ini, dari kepala-distrik jang besangkoetan, ?tau djika jang dipelihara itoe bibit jang dikerat dari batang moelamoela toemboeh atau dari bidji. Ketentoean hoekoeman: denda sebanjak-banjaknja f 100.(2). Adapoen soerat-izin itoe boléh didapat dengan tjoema-tjoema kalau diminta, akan tetapi hanja oentoek menanami tanah jang sekoerang-koerangnja satoe tahoen jang dibelakang sekali tidak ditanami dengan teboe; maka soerat-izin itoe berlakoe hanja oentoek semoesim tanaman: jaïtoe selama-lamanja sepoeloeh boelan; akan tetapi kalau perloe boléh dilandjoetkan oléh Kepala pemerintahan senegeri. Lain daripada permoelaan dan penghabisan masa itoe haroes diseboefkan dalam soerat-izin itoe nomor bertoeroetnja. nama orang jang memegang, letak dan loewas tanah itoe, matjam dan asal tainpang jang akan ditanam itoe; maka didalam soerat-izin itoe haroes djoega diseboetkan kalau-kalau akan dilandjoetkan masa tanaman itoe. 15 Pasal 4. Ketentoean hoekoemdn. Merampas barang boekti (1) . Pelanggaran dari larangan jang dimaksoed pada pasal 1 atau jang diperintahkan menoeroet pasal 2 ajat pertama, ataupoen karena tijada memenoehi jang ditentoekan pada pasal jang terkemoedijan sekali dalam ordonansi ini ajat jang ketiga lid jang pertama, dihoekoem dengan hoekoeman koeroengan (hechtenis) selamalamanja tiga boelan atau didenda sebanjak-banjaknja seratoes roepijah. (St. 1917 : 497). (2) . Tijada berlakoe lagi sebab diganti oléh Staatsblad 1915 No. 732, pasal 54. (3) . Teboe dan bibit-teboe jang dibawa masoekatau dipelihara berlawanan dengan pasal 1 atau dengan larangan jang ditentoekan menoeroet pasal 2 ajat pertama ordonansi ini akan dirampas dan dibinasakan. KETENTOEAN PEROEBAHAN. Ketentoean peroebahan ketika diperin tahkan la rang an jang terseboet pada pasal 2'. Ketenloean jang terseboet pada pasal 2 dari ordonansi ini tidak berlakoe atas tanaman teboe jang sedang - toemboeh diatas tanah jang ditoendjoekkan, waktoe dipe- - rintahkan larangan jang terseboet pada pasal itoe ajat jang pertama, asal tanaman itoe dipotong dan segala toenggoel dan akarnja diboewang menoeroet waktoe dan ketika jang ditentoekan oléh Kepala pemerintahan senegeri. Tanggal ordonansi ini moelaï berlakoe. Ordonansi ini moelaï berlakoe pada tanggalnja dima'loemkan (jaïtoe 12 Februari 1902). 16 HOOFDSTUK II. OVERZICHT. 1. Aan de eigenlijke sereh-ordonnantie voorafgaande, is hier opgenomen de ordonnantie van Staatsblad 1903 No. 150 bevattende : „Voorzorgsmaatregelen tegen b/et overbrengen op Java van ziekten in het suikerrietgewas". 2. Het gewicht der vrije suiker-cultuur op Java. omvattende een totale aanplant van 229,314 bouws met een productie van ± 27.500.000 pikols suiker 's jaars en gedreven door 185 suikerondernemingen rechtvaardigt volkomen het treffen van bijzondere maatregelen te harer bescherming tegen ziekten. 3. Op JAVA mag geen suikerriet noch stekken van suikerriet afkomstig van buiten Nederlandsch-Indië, bijv: Formosa, de Philippijnen, Bengalen, West-Indië, worden ingevoerd. Dit mag wel plaats hebben op de Buitenbezittingen, waar geen suikerindustrie bestaat, doch ondertusschen mag het uitp'.anten van dat riet niet geschieden zonder voorafgaande schriftelijke mededeeling aaa het betrokken Hoofd van Plaatselijk bestuur. 4. Om zich van de juiste naleving van dit voorschrift te vergewissen heeft het Hoofd van plaatselijk bestuur en de door hem aangewezen ambtenaren, politie-beambten en deskundigen te allen tijde toegang tot alle plaatsen, waar suikerriet, in welken vorm ook wordt aangetroffen : afgesneden, in stukken gekapt, te veld staande of in loodsen opgeborgen enz. 5. Op JAVA mag echter wél suikerriet afkomstig van de Buitenbezittingen worden ingevoerd, mits uit een het riet vergezellende verklaring van het betrokken Hoofd van plaatselijk bestuur blijke, dat in den aanplant, van welken het riet of de rietstekken verkregen zijn, geene besmettelijke ziekten zich hebben vertoond- 17 BAB II. R.I N O K A S A N. 1. Dimoeka ordonansi penjakit-séréh jang sebenarnja adalah dipetik disini ordonansi Staatsblad 1903 No. 150 jang berisi: „Pentjegahan kepindahan penjakit teboe ke tanah Djawa". 2. Mengingat kepentingan peroesahaan-teboe merdéka jang loewasnja 229,314 baoe, jang berhasil ± 27.500.000 pikoel goela setijap tahoen dan dikerdjakan oléh 185 paberik-goela patoet sekali diadakan oepaja jang teristiméwa oentoek melindoengi dija daripada penjakit. 3. Ke tanah DJAWA tidak boléh teboe ataupoen bibitnja dibawa masoek jang asalnja dari loewar tanah Hindia-Belanda, oemp : dari Formosa, Philippina, Benggala dan Hindia-Barat. Ke Djadjahan Seberang boléh, dimana peroesahaan-teboe tidak ada, akan tetapi akan menanamnja tidak boléh, kalau tidak lebih dahoeloe diberi-tahoe dengan soerat kepada Kepala pemerintahan senegeri jang bersangkoetan dengan hal itoe. 4. Akan menjaksikan sendiri, bahwa sjarat ini didjalankan dengan betoel, maka Kepala pemerintahan senegeri dan amtenar-amtenar jang ditoend joekkannja, pengawai-polisi dan ahli dalam hal itoe berkoewasa masoek kesegala tempat dimana ada teboe, bagaimana sekalipoen roepanja : tertebang, dipotongpotong, masih di keboen atau disimpan didalam bangsal. 5. Teboe jang datangnja dari Djadjahan Seberang boléh dibawa masoek ke tanah DJAWA, asal ternjata didalam soerat keterangan jang menjertaï, jang diberikan oléh Kepala pemerintahan senegri bahwa pada keboen, dari mana teboe atau bibit-teboe itoe didapat, tidak ada keiihatan penjakit jang menoelar. 19 6. Adapoen ordonansi séréh itoe berisi teroetama oepaja akan mentjegah salah satoe daripada penjakit atau godaan pada satoe-satoe tempat jang mengantjam tanaman teboe. 7. Isinja: a) larangan, soepaja sekali-kali djangan dibawa masoek teboe dan bibitnja kedalam beberapa daérah; b) larangan memelihara bibit teboe pada beberapa bagian daérah jang ditoendjoekkan oléh Résidén di tanah Djawa dan Madoera, dengan tijada lebih doeloe mendapat soerat-izin, ketjoewali dari bibit jang dipotong dari batang jang pertama atau dari bidji. 8. Kedalam djadjahan jang dimaksoed pada a) masoek seloeroeh kerésidénan Prijangan, afdeeling Bogor dan onderafdeeling Koeningan; djadjahan jang dimaksoed pada b) jaïtoe seantéro tanah Djawa dan Madoera, dengan mengetjoewalikan tanah Radja-Radja; itoepoen hanjalah daérah-daérah jang ditoendjoekkan oléh Résidén - Résidén boewat pengenaan ketetapan ini. 9. Daripada larangan jang terseboet pada a) boléh kebébasan diberikan oléh Diréktoer Peroesahaan tanah dengan perdjandjian jang diboewat oentoek tijap-tijap hal sendiri-sendirinja. 10. Tentangan larangan jang dimaksoed pada b) jaïtoe jang berikoet ini. 11. Kalau Kepala pemerintahan daérah berpikir perloe, dalam beberapa bagian daérahnja atau diseloeroeh pemeliharaan bibit teboe akan dilindoengi daripada penjakit atau godaan, maka boléhlah ija melarang memelihara bibit teboe dan mengikat dengan perdjandjian, soepaja pemeliharaan itoe bergantoeng kepada izin oentoek itoe. 12. Izin itoe berlakoe tidak lebih lama dari sepoeloeh boelan, tetapi boléh dilandjoetkan oléh Kepala pemerintahan senegeri. Soerat izin itoe diberikan pertjoema oléh kepala distrik jang bersangkoetan dengan hal itoe, dan ija berlakoe hanja oentoek menanami tanah jang pada ketika meminta sekoerang-koerangnja soedah satoe tahoen lamanja tijada ditanami teboe. 21 13 Tjontoh soerat-izin dan register tempat menoeliskannja akan ditentoekan oléh Kepala pemerintahan daérah. Isinja jaïtoe tanggal permoelaan dan penghabisan, nomor bertoeroet, letak dan loewas tanah itoe serta matjam dan asalnja tampang jang akan dipakai itoe. 14. Kekoewasaan jang terseboet diatas tijada boléh dipakai oléh Kepala pemerintahan daérah dan Klpala pemerintahan senegeri, sebeloem bermoepakat dengan Dirèktoer Peroesahaan tanah, Keradjinan dan Pernijagaan dahoeloe. Dan lagi Kepala pemerintahan senegeripoen tijada boléh melandjoetkan izin itoe, terketjoewali dalam hal jang teristiméwa (oempamanja kalau bibit tidak dapat didjoewal atau kalau ada didekatnja itoe keboen teboe gilingan (Bijblad 6867) 15. Si pemegang soerat-izin itoe wadjib mendjaga soepaja teboe ditebang dan segala toenggoel dan oeratoeratnja diboewangkan dari padang penanaman itoe didalam 30 hari sesoedah tanggal penghabisan soerat-izin itoe, sehingga menjenangkan hati kepala distrik atau kepala-onderdistrik jang bersangkoetan dengan itoe. 16. Kalau itoe tidak terdjadi, maka pegawai itoe memboewat porsés-perbal jang akan ditoendjoekkan kepada Kepala pemerintahan senegeri. Kemoedijan maka Kepala pemerintahan senegeri itoe berkoewasalah akan menjoeroeh mengerdjakan pekerdjaan itoe dengan ongkos si lalai itoe. 17. Didalam daérah jang terseboet pada a) dan b) (jang dibelakang ini, kalau kekoewasaan jang diberikan seperti terseboet pada pasal 2 itoe dipakai), maka Kepala pemerintahan daérah dan amtenar jangditoendjoekkannja, pegawai polisi dan ahli dalam hal ini berhaklah masoek kesegala tempat-tempat, dimana ada teboe bagaimana sekalipoen roepanja. Peratoerao jang diatas itoe tijada dikenakan kepada roempoen teboe jang toemboeh diatas pekarangan Boemipoetera. 22 II. FABRIEKEN-ORDONNANTIE INLEIDING. De onderwerpelijke bepalingen, bekend onder den naam van „Fabrieken-ordonnantie", hebben ten doel, aan de economische belangen der Inlandsche bevolking in de cultuurcentra op Java en Madoera bij de oprichting, het inwerking brengen en verder drijven van suiker- en indigoondernemingen de noodige bescherming te verzekeren. Tot 1894 was de oprichting van zoodanige fabrieken aan geene andere voorwaarden verbonden, dan die, welke voortvloeiden uit de bepalingen van Staatsblad 1836 No. 10 zooals die sedert gewijzigd waren; aan geen andere dus dan die, welke betrekking hadden op de belangen der belendende buren, op de al-of nietverwerpelijkheid der plaats, waar men de fabriek wenschte op te richten met betrekking tot de gezondheid der ingezetenen, het bestaande belastingstelsel of andere gronden van algemeen belang, op al- of niet- strijdigheid met de bestaande verordeningen van politie. Met de hooge vlucht, welke de suikerindustrie nam (de indigo-cultuur verloor nagenoeg alle beteekenis door de ontdekking van het ,,indigo-rein"), bleek het noodig, terzake nadere, meer doeltreffende bepalingen vast te stellen. al %»" Ook was het noodzakelijk een vaste gedragslijn voor te schrijven ten opzichte van de „zoodanige reslricti&n en voorwaarden, als hetzelve (= het Hoofd van plaatselijk bestuur) zal oirbaar achten", die natuurlijk van plaats tot plaats verschilden. Thans wordt tot de oprichting, het in werking en weder in werking brengen en drijven van een suikerfabriek (indigoklopperij) eene vergunning vereischt van den Directeur van Binnenlandsch Bestuur. Voor elke fabriek wordt verder een maximum aantal bouws, dat jaarlijks met maalriet mag worden beplant, vastgesteld. 24 In het belang van de irrigatie ten behoeve van den lnlandschen landbouw kunnen streken aangewezen worden, welke voor de suiker- (of indigo-) industrie gesloten zullen zijn, tijdelijk of definitief. Ook kunnen de bepalingen dezer ordonnantie op aandere ondernemingen (bijv. fabrieken van cassave - meel) van toepassing worden verklaard. De vergunning wordt onder zekere voorwaarden verleend. Ten einde deze doeltreffend te doen zijn, wordt de aanvrage tot oprichting van eene suikerfabriek in handen eener commissie gesteld, welke commissie gewoonlijk bestaat uit den Controleur, den Ingenieur van de irrigatie - afdeeling en het districtshoofd, binnen wier ambtsgebieden de fabriek zal komen te liggen. De commissie brengt van dat onderzoek een uitvoerig verslag bij proces-verbaal uit, waarbij aan de economische belangen der Inlandsche bevolking een ruime aandacht wordt geschonken. De inlandsche ambtenaren hebben zich dus bij zoodanig onderzoek terdege op de hoogte te stellen, door plaatselijke nasporingen, van alle invloeden, welke op die economische belangen werken en moeten daarom in kennis gesteld worden met de eischen, waaraan het onderzoek van de oprichtingsaanvrage moet voldoen. De terzake strekkende bepalingen zijn in de volgende bladzijden nader toegelicht. 25 Boewat kepentingan irigasi jang bergoena oentoek peroesahaan-tanah Boemipoetera boléh ditoendjoekkan beberapa daérah jang akan ditoetoep sementara atau selamanja boewat peroesahaan goela (atau taroem). Ketentoean ordonansi ini boléh poela dikenakan kepada peroesahaan-peroesahaan jang lain djoega (oeinp. paberik tepoeng-ketela-pohon). Izin itoe diberikan dengan perdjandjian .... Soepaja hasil maksoed, maka permintaan akan mendirikan paberik-goela itoe diserahkan kepada satoe komisi jang terdjadi dari Kontrolir, Insinjoer dari afdeeling-irigasi dan kepala distrik jang empoenja pegangan dimana paberik itoe akan-terdiri. Setelah komisi itoe memeriksa hal itoe, maka diboewatnjalah soerat-pemberitaan jang landjoet sebagai porsés-perbal, dalam itoe kepentingan kesedjahteraan Boemipoetera diperhatikan benar-benar. Djadi prijaji Boemipoetera haroes mengetahoei baikbaik segala pengaroeh jang mengenaï kepentingan sedjahteraan itoe dengan menjelidiki hal itoe di tempatnja masing-masing, sebab itoelah maka haroes merékaitoe diberi-tahoe sjarat-sjarat jang haroes dipenoehi dalam pemeriksaan permintaan pendirian itoe. Ketentoean tentawg perkara itoe diterangkan pada moeka moeka jang berikoet lebih landjoet lagi. 33 Kalau pekerdjaan seboewah peroesahaan diee roengkan sementara, maka tanah jang seJeewas•oewasnja, jang ditentoekan boewat peroesahaan itoe akan ditanaminja setijap tahoen, tinggal tetap (§ 4*) Kalau pekerdjaan itoe — (seperti ternjata dari pada soerat pemberi-tahoean pengoewasakannja—) beloem dimoelaï poela dengan menjenangkan hati Dirèktoer Pemerintahan-dalam-Negeri, dalam lima tahoen (kedalamnja termasoek djoega tahoen pekerdjaan itoe dihentikan,) maka tanah seloewas'oewasnja jang ditentoekan boewat ditanami olèh peroesahaan itoe setijap tahoen tijada lakoe lagi dan peroesahean itoepoen dipandanglah seperti soedah dihentikan bagi selamanja (§ 42.) (2). Boewat peroesahaan-peroesahaan jang didjalankan menoeroet izin jang diberikan beralasan kepada ordonansi tanggal 9 April 1894 (Staatsblad No. 87), maka perdjandjian-perdjandjiae jang soedah diizjnkan oentoek memboeka peroesahaan itoe tinggal tetap. Oentoek mena- (3). Peroesahaan, jang pada ketika jang terseboet nam tanaman pada ajat 1, hanjalah mengerdjakan teboe dan taroem sendiri oléh per- j diborongnia dari orang tani, tidak boléh beroesahaan petti- , , ,? .. ... . , . borong haroes- oe°an mendjadi penjewa tanah oentoek menanam lah diminta izin tanamannja sendiri, kalau tidak dengan izin Dirèktoer dengan dïtetap-Pemerintahan-dalam-Negeri; dan kalau izin itoe diberikan tanah se- kan maka ditetapkan poela tanah seloewas-loewasnja loewas-loewas-setij tahoen nja beewat tanaman setijap tahoen. Meloewaskan (4.) Oentoek meloewaskan tanaman lebih daripada tanaman. jang seloewas-loewasnja itoe haroes diminta izin kepada Dirèktoer Pemerintaan dalam-Negeri (St. 1905: 148). Kepada permintaan izin, seperti jang diseboetkan dalam kedoewa ajat jang baroe laloe dan kepada pemeriksaan serta pengizinan jang disebabkan oléb permintaan itoe, berlakoelah peratoeran jang terseboet pada pasal 1 itoe dengan dioebah dimana patoet. § 2. Perdjandjian akan TnerabéTiizin itoe lihatlah pasal 3 ajat 2, serta pasal 4 ajat 3 dan lid 1 sub b. 36 re voorwaar- kende voorwaarden worden verbonden als de Direcden stellen. teur van Binnenlandsch Bestuur geraden oordeelt. (St. 1905: 148). Wijziging of in trekking der in artikel 1 be doelde vergunning heeft plaats bij een met redenen omkleed besluit Artikel 4. (1) De vergunning, bedoeld in artikel 1, kan bij een met redenen omkleed besluit door den Directeur van Binnenlandsch Bestuur worden ingetrokken of gewijzigd, wanneer, te zijner beoordeeling: a) niet, binnen één jaar na de dagteekening der vergunning, een ernstig begin met de uitvoering is gemaakt; b) niet of niet voldoende een of meer der voorwaarden worden nageleefd, waaronder de vergunning is verleend; c) de exploitatie definitief is gestaakt. [St. 1905:148]. De plaatselijke ambtenaren hebben dus nauwkeurig te letten op de naleving der voorwaarden, waaronder de vergunning 'is verleend, en overtreding of niet-nakoming daarvan en alles wat tot het vestigen van het oordeel des Directeurs kan bijdragen mede te deelen aan hun onmiddellijken chef. (2) De sub a der vorige alinea gestelde termijn kan door den Directeur van Binnenlandsch Bestuur worden verlengd. (3) Het bepaalde in de eerste alinea sub b geldt mede voor de vergunningen, bedoeld in artikel 2. Artikel 4a. Recht van den Ingeval van weigering eener aangevraagde — dan wel belpnghebben- intrekking of wijziging eener verleende vergunning, zal de tot beroep de belanghebbende binnen drie maanden eene nadere daarop bij den beslissing van den Gouverneur-Generaal kunnen inroeOouverneur-Ge-pen. (St. 1905:148). neraal. Dit geschiedt per gezegeld verroeksctrttft, spoeds¬ halve door tusschenkomst van het betrokken Hoofd van gewestelijk bestuur in te dienen. 37 perloe boléh djandjian-pembatasi, sebagaimana patoet dalam timdiisi perdjan- bangan Dirèktoer Pemerintahan-dalam-Negeri. (St.1905: djian-perdjan- 148). djian lain. Pasal 4. Peroebahan C\\ Izin iano dimaksoed dalam nasal 1 boléh ditia— atau pentja- bQet a{au djoebah 0jéh Djréktoer pemerintahan dalam- boetan izin jang terseboet pada pasal 1 haroes dengan beslit jang berberalasan. Negeri dengan beslit jang beralasan, kalau sepandjang timbangannja: a) beloem dimoelaï dengan soenggoeh-soenggoeh memboeka pekerdjaan itoe dalam setahoen sesoedah tanggal pengizinan itoe; b) satoe atau lebih daripada perdjandjian triem- berikan izin itoe tidak ditoeroet: atau tidak tjoekoep ditoeroet; c) pemboekaan pekerdjaan itoe dioeroengkan sama sekali; (St. 1905: 148). Djadi pegawai negeri pada satoe-satoe tem patlah haroes memata-mataï ditoeroetkah perdjandjian 'toe atau tidak; maka pelanggaran tentang itoe atat» hal tidak menoeroetnja dan semoewanja jang akan mendjadi alasan kepada timbangan Dirèktoer Pemerintahan.dalam Negeri, haroeslah diberi-tahoekannja kepada Kepala jang diatasnja. (2) Waktoe jang terseboet dalam kalimat a pada ajat jang diatas boléh dipandjangkan oléh Dirèktoer Pemerintahan-dalam-Negeri. (3) Jang ditetapkan pada ajat jang pertama kalimat b toeroet lakoe kepada izin-izin jang dimaksoed pada pasal 2 Pasal 4a. Hak orang jang Kalau permintaan ditolak, ataupoen izin jang soedah berkepenting- diberikan ditjaboet atau dioebah, boléh jang berkepenan akanmemin-tingan itoe memohonkan kepoetoesan jang lebih tinggi ta kepoetoesan kepada Toewan Besar Goebernoer Djenderal didalam kepada Toe- tiga boelan. (St. 1905: 148). wan Besar Goe- Itoe diiakoekan dengan soerat-permintaan diatas bernoer-Djen- ségél dan soepaja lekas hendaklah dimasoekkan de- deral. ngan perantaraan Kepala pemerintahan daérah. 38 Artikel 4b. Vaststelling De Gouverneur-Generaal regelt de uitvoering van het van uitvoe- bepaalde bij de artikelen 1, 2 en 3 en geeft overigens, ringsvoor- met inachtneming zooveel mogelijk van den in de eerste schriften, alinea van artikel 2 vermelden regel, de noodige voorschriften tot toepassing van dien regel op ondernemingen, welker exploitatie bij of na de inwerkingtreding dezer ordonnantie met die van één of meer naburige ondernemingen vereenigd of tijdelijk gestaakt mocht zijn. (St. 1911 : 85). Aanwijzing van terreinen of streken, die voor landbouwnijverheid gesloten zullen zijn. Toepasselijkverklaring van de bepalingen dezer ordonnantie op andere dan de in artikel 1 bedoelde landbouwondernemingen. Artikel 5. De Gouverneur-Generaal is bevoegd: a) in het belang van de irrigatie ten behoeve van den landbouw der Inlandsche bevolking, terreinen of streken aan te wijzen, die voor de suiker- of indigo-industrie dan wel voor eenigen anderen tak van landbouwnijverheid.gesloten zullen zijn; Krachtens deze bevoegdheid heeft de Gouverneur-Generaal bij besluit van 20 November 1901 No. 35 een gedeelte van de afdeeling Salatiga der residentie Semarang voor de suiker- en indigo-industrie, met inbegrip van de teelt van kweekmateriaal, gesloten. (Bijblad No. 5659). b) de bepalingen dezer ordonnantie geheel of gedeeltelijk, hetzij voor een of meer gewesten, hetzij voor een gedeelte daarvan, toepasselijk te verklaren op andere dan de in artikel 1 bedoelde landbouwondernemingen, die voor haar bedrijf beschikking behoeven over bouwgronden van de Inlandsche bevolking. Zie Staatsblad 1915 No. 666 jo. 1918 No. 704, waarbij de fabrieken-ordonnantie en de uitvoeringsvoorschriften daarvan van toepassing zijn verklaard voor de gewesten Kediri en Pasoeroean op ondernemingen voor de bereiding van cassave-meel en andere cassave-producten, voor zoover deze ondernemingen geheel of gedeeltelijk berusten op den grondslag van overeenkomsten met de Inlandsche bevolking tot inhuur van gronden of tot opkoop van gewas. 40 Artikel 6. Strafbepaling (1) Indien de voorwaarden, waaronder de in artikel op het niet na-lof 2 bedoelde vergunningen zijn verleend, niet zijn leven der voor-nageleefd, dan wel met het bepaalde bij of krachtens waarden bij de deze ordonnantie in strijd is gehandeld, wordt onververgunning ge- minderd de eventueele toepassing van het bepaalde in steld. de eerste alinea sub b en de derde alinea van artikel 4, de ondernemer of beheerder gestraft met een geldboete van f 100.— (één honderd gulden) tot f 1000.— (één duizend gulden). Strafbepaling (2) Indien, zonder de voorgeschréven vergunning, op het in wer-de onderneming in werking is gebracht of de exploiking brengen tatie na definitieve staking is hervat, zoomede ingeval eener onderne-een of ander is geschied op eene andere plaats dan ming zonder in de vergunning is aangegeven, of de exploitatie i? vergunning. voortgezet, nadat de vergunning is ingetrokken, wordt de ondernemer of beheerder gestraft met een geldboete van f 50.— (vijftig gulden) tot f 500.— (vijf honderd gulden) voor eiken dag, dien de ongeoorloofde inwerkingbrenging, hervatting of voortzetting heeft geduurd. Artikel 7. Domicilie van Alle ondernemers, in deze ondonnantie bedoeld, de onderne- worden geacht met betrekking tot de toepassing der mers, hunne voorafgaande bepalingen voor zich en hunne erfgeerfgenamen en namen en rechtverkrijgenden woonplaats te hebben rechtverkrij- gekozen ten kantore van het Hoofd van het gewest, genden, ten waarin de onderneming is of wordt gevestigd, kantore van het betrokken Hoofd van gewestelijk be- Artikel 8. stuur. ' Het gebied (1) Deze ordonnantie is alleen van toepassing op waar deze or-Java en Madoera. donnantie van toepassing is. 49 bahwa peroesahaan itoe soedah dimoelaï dengan soenggoeh-soenggoeh. 10. Kalau izin jang diberikan menentoekan seloewaslo2was tanah jang boléh ditanami setijap tahoen ketjil daripada jang diminta, maka pemoelangan itoe hanja sebanjak selisih wang tanggoengan seloewas-loewas peftanaman jang diminta dan jang diizinkan. 11. Kepala pemerintahan daérah menjoeroeh memeriksa selekas-lekasnja ke tempat itoe kalau-kalau adakah keberatan bahaja api kepada persil jang berwatas dengan itoe, ataupoen kepada kepentingan lainlain berhoeboengan dengan hal keséhatan, apabila peroesahaan itoe moelaï dan teroes didjalankan, dalam hal ini maka soerat-soerat itoe dikirim lekas kepada Dirèktoer Pemerintahan-dalam-Negeri dengan mengichtijarkan soepaja permintaan itoe ditolak — dan sebagai lagi kalau-kalau kepentingan kesedjahteraan Boemipoetera berlawanan dengan pengizinan itoe. Dalam pemeriksaan itoe haroes diperhatikan, kalaukalau ada orang lain jang akan menjatakan keberatannja tentang permintaan itoe. 12. Kepoetoesan pemeriksaan itoe dan kalau ada keberatan jang dinjatakan, haroeslah diberi-tahoekan oléh Kepala pemerintah itoe kepada Dirèktoer Pemerintahandalam-Negeri. Dirèktoer ini boléh menjoeroeh kepada pemerintah itoe akan mendengarkan si peminta itoe tentang keberatan jang dinjatakan atau jang datang itoe, akan memberikan kelapangan kepadanja, kalau perloe, oentoek mengoebahkan permintaanuja itoe, dan, atas permintaannja, soepaja disoeruehkan orang ahli jang dioendjoekkan oléh Dirèktoer Perboewatan Negeri, akan memeriksa hal itoe lebih landjoet. Belandja pemeriksaan jang kesoedahan itoe ditanggoeng si peminta; kalau diminta haroes oewang itoe lebih dahoeloe dimasoekkan dalam kas Negeri, sebanjak jang ditentoekan oléh Dirèktoer Pemerintahan-dalam Negeri. 54 Dit lid maakt een uitzondering op het grond verhuurverbod en wel I. voor suiker- en indigo-fabrieken, wier jaariijksche aanplantingen g e h e e 1 in de betrokken streek zijn gelegen. II. voor suiker-en indigo-fabrieken, alsmede voor ondernemingen van anderen aard, wier jaarlijksche aanplantingen gedeeltelijk in de betrokken streek gelegen zijn. In het geval I voor het voor die fabrieken vastgesteld maximum aantal bouws aanplant. In het geval II voor zoodanig deel van die gedeeltelijke aanplantingen als het Hoofd van gewestelijk bestuur raadzaam acht. Openbaarma. (4). Aan de s|uiting eener sfreekj krachtens het bepaa|de King van de bij de eerste alinea van dit artikel, wordt van Regeeringssiuitmg eener wege openbaarheid gegeven in het bij alinea 2 vermelde streek. nieuwsblad. (d.i. de Javasche Courant. Zie bijv. No. 86 van 25 October 1918). Artikel 2. De Gouverneur-Generaal is bevoegd het bepaalde bij de eerste alinea van het vorig artikel voor eenig bevloeiïngsgebied of gedeelte daarvan geheel of ten deele te wijzigen. III. EENIGE BEPALINGEN, MET DE UITOEFENING VAN HET PARTICULIERE LANDBOUWBEDRIJF VERBAND HOUDENDE. 1. BEPALINGEN OP HET AANGAAN VAN OVEREENKOMSTEN MET DE INLANDSCHE BEVOLKING VOOR NUTTIGE ONDERNEMINGEN EN BEDRIJVEN VAN NIJVERHEID. Reeds van ouds strekte de Regeering hare zorgen uit over de rechtsverhouding tusschen werkgevers en werknemers, de koelies, in dien zin, dat zij de economisch zwakkeren tegenover de economisch sterkeren door voorschriften en bepalingen ten aanzien van werkovereenkomsten, door hen te sluiten, in bescherming nam. 55 Ajat ini diketjoewalikan boewat larangan memperséwakan tanah, jaïtoe: I. oentoek ' paberik-paberik-goela dan taroem, jang tanamannja semoewanja. terietak di djadjahan jang bersangkoetan itoe. II oentoek paberik-paberik-goela dan taroem, serta oentoek peroesahaan-peroesahaan jang lain halnja, jang tanamannja sebagian terietak di djadjahan jang bersangkoetan itoe. Dalam hal jang I itoe sebanjak bahoe jang seloewas-loewasnja jang soedah ditentoekan akan pertanaman paberik itoe. Dalam hal II itoe oentoek sebagian daripada pertanamannja sebanjak jang patoet, menoeroet timbangan Kepala pemerintahan daérah. Menjijarkan pe- (4). Penoetoepan soewatoe djadjahan, menoeroet noetoepan soe- ketentoean pada ajat pertama dari pasal ini, akan diwatoe djadjah- sijarkan oléh Pemerintah didalam soerat kabar jang an. diseboetkan pada ajat 2. (jaïtoe Javasche Courant. Lihatlah jang No. 86 dari 25 October 1918). Pasal 2. Toewan Besar Goebernoer-Djenderal berkoewasa tidak mengenakan atau inelaini semoèwartja atau sebagian daripada jang soedah ditetapkan pada ajat pertama dari pasal jang baroe laloe oentoek seboewah atau sebagian dari daérah-pengairan. III BEBERAPA KETENTOEAN OESAHA-PEKERDJAAN TANAH PARTIKOELIR. % KETENTOEAN-KETENTOEAN DALAM HAL MEMBOEWAT PERDJANDJIAN DENGAN BOEMIPOETERA OENTOEK PEROESAHAAN-PEROESAHAAN JANG BERGOENA DAM PEKERDJAAN- KERADJ1NAN. Sedjak dari dahoeloe kala Pemerintah soedah memperhatikan perhoeboengan hak pemberi dan penerima-kerdja (koeli-koeli), ja'ni atau melindoengi kaoem miskin bcrlawan dengan kaoem oewang dengan peratoeran dan ketentoean tentang perdjandjian pekerdjaan jang akan diperboewatnja- 56 Bij de ordonnantie No. 2 van 14 Juli 1808 verbood Daendels op strenge straffen, het „verhuren, verpanden, verpachten, leenen of onder de behering van particulieren stellen van negorijen of desa's en van Bazaars of Markten, die aan dezelven verbonden zijn dan wel afzonderlijk tot de Hoofd-negorijen behoren", behalve van zoodanige Negorijen en Desa's, als nog vooreerst aan de suikermolens, de zoutpannen en de vogelnestjes-klippen verbonden dienden te blijven. Bij Staatsblad 1819 No. 10 werd dit verbod nog eens herhaald, toen bepaald werd, dat geene contracten of overeenkomsten van welken aard ook tusschen Inlanders en niet-Inlanders (of tusschen Inlanders en hunne regenten of hoofden), desa's-gewijs of met de hoofden der dorpen alleen, maar individueel moesten worden aangegaan. Op het in bovenbedoeld Staatsblad nedergelegd beginsel werd bij.de publicatie van 25 December 1838, (Staatsblad No. 50) teruggekomen op grond dat een veeljarige ondervinding geleerd had, dat het belang der bevolking op Java, met opzicht tot het aangaan van overeenkomsten, bedoeld bij de publicatie van 5 Januari 1819 No. 10 in het bijzonder ten gevolge der veranderde tijdsomstandigheden niet meer voldoende gewaarborgd was. Betrekkelijk niet lang daarna werd bij Staatsblad 1863 No. 152 wederom geheel teruggekeerd tot de beginselen van de publicatie van 5 Januari 1819 (Staatsblad No. 10). Bij circulaire van den Wd. Isten Gotivernements-Secretaris ddo. 11 Mei 1895 No. 966 (Bijblad No.5453) 57 I. Dengan ordonansi No 2 tanggal 14 Juli 1808, maka Toewan Besar Daendels telah melarang, dengan antjaman, hoekoeman jang keras sekali: memperséwakan. menggadaikan mempakkan, memindjamkan atau menjerahkan pegangan negeri-negeri atau désa-désa kepada orang partikoelir, dan pasar-pasar serta tempat pendjoewalan lain-lain jang masoek bahagian negeri atau désa itoe atau masoek bahagian iboe-negeri, terketjoewali dari negeri-negeri dan désa-désa jang masih haroes lagi tinggal berhoeboengan dengan penggilingan-teboe, pegaraman dan karang-karang sarang boeroeng. Dan dalam Staatsblad 1819 No. 10 dioelangi poelalah larangan ini, dan ditentoekanlah, bahwa tijada boléh kontrak atau perdjandjian bagaimana sekalipoen halnja, diadakan diantara Boemipoetera dengan jang boekan Boemipoetera (ataupoen diantara Boemipoetera dengan regénnja atau kepalanja), baik dengan désa-désanja atau dengan kepala-désa sahadja, melainkan jang boléh, diperboewat dengan orang-orangnja sendirisendiri. - Maka dalam ma'loemat tanggal 25 December 1838 (Staatsblad No. 50) ditjaboetlah jang terietak dalam Staatsblad jang terseboet diatas, oléh karena menoeroet pendapatan dalam beberapa tahoen, kepentingan pendoedoek di tanah Djawa, tentangan mengadakan per» djandjian- perdjandjian, seperti dimaksoed dalam ma'loemat tanggal 5 Januari 1819 No. 10 itoe, tijada tjoek'oep tertanggoeng lagi lebih-lebih karena hal-ihwal jang soedah beroebah. Tida' lama kemoedijan daripada itoe ditoeroet poelalah kembali sama sekali ma'loemat jang disijarkan pada tanggal 5 Januari 1819 (Stbl. No. 10), jaïtoe dengan Staatsblad 1863. No. 152. II. Dalam soerat-édaran wakil Sekertaris Goebernemén, jang pertama tanggal 11 Mei 1895No966(BijbladNo 5453) 60 Bij Staatsblad 1903 No. 108 is dan ook krachtens Koninklijke machtiging Staatsblad 1863 No. 152 ingetrokken, blijvende echter het verbod tot het sluiten van overeenkomsten met de oudsten «nv oor naam stenderdes a's, namensdie d e s a's aangegaan, gehandhaafd. Voortaan is dus het aangaan van individueele contracten met de bevolking uitdrukkelijk toegestaan: verboden ts daarbij de tusschenfcomst, - hoe ook genaamd of verleend — van de oudsten en voornaamsten der desa's waaronder te verstaan zijn het hoofd en de bestuurders' van de desa. 2. MINNELIJKE OPLOSSING VAN GESCHILLEN, GEREZEN OMTRENT DE BIJ DE PARTICULIERE LANDBOUWNIJVERHEID GEBRUIKELIJKE OVEREENKOMSTEN MET DE INLANDSCHE BEVOLKING. In de circulaire aan de Hoofden van gewestelijk bestuur op Java en Madoera (uitgezonderd de Vorstenlanden), van den 2lsten Februari 1901 No. 517. (Bijblad No. 5563) schrijft de Iste Gouvernements-Secrectaris : „Bij de overweging der uitkomsten van de eenige jaren geleden ingestelde enquêten o. m. nopens de bij de particuliere landbouwnijverheid op Java en Madoera gebruikelijke overeenkomsten met de Inlandsche bevolking als bedoeld bij artikel 1 der publicatie in Staatsblad 1838 No. 50, zooals deze is gewijzigd bij de ordonnantie in Staatsblad 1863 No. 152') is het den Gouverneur-Generaal wenschelijk gebleken den bestuursambtenaren onder ') Hier zijn bedoeld overeenkomsten voor het bebouwen van gronden, he leveren van bijzondere voortbrengselen, van bouwstoffen, van afpak-en vervoermiddelen en tot het verleenen van persoonlijke diensten. 67 ISINJA. I ORDONANSI SÉRÉH (serai) BAB I. KETENTOEAN 1. Staatsblad 1903 No. 150 dioebah dalam Staatsblad 1917 No. 497. Pasal 1. Daérah kemana memasoekkan teboe dari loewar tanah Hindia-Belanda diizinkan moeka 7 Pasal 2. 1. Sjarat akan mendapat izin menanam teboe jang dimasoekkan itoe „ 7 ,2. Kekoewasaan Kepala pemerintahan senegeri serta pegawai lain-lain masoek kedalam tempat dimana ada teboe jang dimasoekkan „ 7 Pasal 3. Sjarat akan mendapat izin memasoekkan teboe ke tanah Djawa dari djadjahan Saberar.g „ 9 Pasal 4. 1. Keten toean hoekoeman „ 9 2. Membinasakan teboe dan bibit teboe jang bersalahan. „ 9 Tanggal ordonansi ini moelaï berlakoe „ 9 2. Staatsblad 1902 Xo. 103, dioebah dalam Staatsblad 1906 No 72 dan 1917 No. 497 Pasal 1. 1. Daérah kemana memasoekkan teboe dan bibit teboe dilarang sekali „ 9 2. Kebébasan daripada larangan itoe „ 11 68 Artikel 2. 1. Bevoegdheid van de.H.P.B. tot het verbieden van het kweeken van riet zonder licentie, en anders dan uit stekken of zaad %' . 0|z. 10 2. Kostelooze uitreiking van die licenties door de districtshoofden onder zekere voorwaarden. Duur dier licenties \q Inhoud der licenties 10 Registratie der licentie. Vorm der licenties en registers i 12 3. Tijdvak bepaald voor het afsnijden van den aanplant en het zuiveren van het veld „ 12 Bevoegdheid van het H.P.B. tot het doen verrichten dier werkzaamheden op kosten van den nalatige fa 12 4. Geval waarin bovenstaande bepalingen niet toepasselijk zijn ...,...„ 12 5. Wijze waarop openbaarheid gegeven wordt aan het verbod of de voorschriften van het H. G. B. ' 12 Artikel 3. Vrije toegang voor het H. P. B. e. a. ambtenaren tot alle plaatsen waar suikerriet wordt aangetroffen . „ 12 Artikel 4. 1. Strafbepalingen W „ 14 2. Verbeurdverklaring van stukken van overtuiging. . „ 14 Overgangsbepaling. Overgangsbepaling bij uitvaardiging van de verbodsbepalingen van artikel 2' 14 Dagteekening van de inwerkingtreding „ 14 69 Pasal 2. 1. Koewasa Kepala pemerintahan daérah akan me- i3HÖ üarang memelihara teboe dengan tijada mendapat izin. lain daripada bibit atau bidji , • • • moeka II 2. Soerat izin diberikan oléh kepala-distrik tjoema- tjoema tetap dengan perdjandjian. Lamanja izin itoe . „ 11 Isi soerat-izin itoe . '." .... T , ... „ 11 Memasoekkan soerat-izin kedalam register. Roepa soerat-izin dan register „ 13 3. Lamanja waktoe memotong tanaman dan membersihkan tanah itoe . . . . ' * 13 Koewasa Kepala pemerintahan senegeri akan menjoeroeh mengerdjakan pekerdjaan dengan ongkos •orang jang lalai 13 4. Dalam hal mana ketentoean diatas tijada berlakoe. . „ 13 5. Bagaimana larangan dan perirttah Kepala perne- .rintahan daérah disijarkan » 13 ix'4m Pasal 3. Kekoewasaan Kepala pemerintahan senegeri dan ;pegawai lain-lain masoek kesegala tempat-tem pat dimana ada teboe ■ 13 Pasal 4. 1. Ketentoean hoekoeman . . ^ „ 15 2. Merampas barang boekti „ 15 Ketentoean Peroebahan. 'Ketentoean peroebahan ketika diperintahkan larangan jang terseboet pada pasal 2' . ?;,. , „ 15 Tanggal ordonansi ini moelaï berlakoe 15 70 HOOFDSTUK II. OVERZICHT 0|j II. FABR1EKEN-ORDONNANTIE, Inleiding DE BEPALINGEN. 1. Staatsblad 1899 No. 263 jis. 1905 No. 148, 1911 No. 85, 1912 No. 11, 1916 No. 266, 1917 No. 497 Artikel 1. 1. Voor het inwerking brengen van suiker- of indigo-ondernemingen wordt een vergunning vereischt . . 2. Insgelijks voor het weder in werking brengen van reeds gesloten suiker- of indigo-ondernemingen. Artikel 2. 1. Bepaling van den maximum-aanplant voor elk der bij de inwerkingtreding dezer ordonnantie in exploitatie zijnde ondernemingen 3. Voor het aanleggen van eigen aanplant door opkoop-ondernemingen wordt een vergunning vereischt, waarbij het maximum voor den jaarlijkschen brutoaanplant wordt vastgesteld 4. Uitbreiding van den aanplant Artikel 2a. Aan verzoeken tot uitbreiding van den maximum-aanplant kan voorrang worden verleend boven andere verzoeken van dezelfde strekking en beven die tot het in werking brengen van eene nieuwe onderneming I j A É TEN DIENSTE VAN DE INLANDSCBE BESTUURSAMBTENAREN OP JAM EN NADOERA. No. 17/B. B. SEREH-0RD0MNANT1E, FABB1EKEN-0RU0NNANTIE EN EENIGE BEPALINGEN BETREFFENDE HET PARTICULIERE LANDBOUWBEDRIJF. Uitgave van het Departement van Binnenlandsch Bestuur. Typ. Indonesische Drukkerij. Weltevreden 1920. 4 PEMIMPIN BAGI PRIJAJI BOEMÏPÖETERA 01 TANAH DJAWA DAN MADOERA. No. 17/B. B. 0RDON4NSI-SÉRÉH (SERAI), OHDONANSI PABERIK, DAN BEBERAPA KETENTOEAN TENTANG OESAHA PEKERDJAAN-TANAH PARTIROELIR. Dikeloewarkan oléh Departemèn Pemerintahan-dalam-Negeri. Typ. Indonesische Drukkerij, Weltevreden. 1920; 4 I. SEREH-ORDONNANTIE. 1. VOORZORGSMAATREGELEN tegen het overbrengen op Java van ziekten in het suikerrietgewas. 2. HERZIENING van de bepalingen tot beteugeling van de serehziekte op Java. II FABRIEKEN — ORDONNANTIE. 1. NADERE VOORZIENINGEN tot bescherming van de economische belangen der Inlandsche bevolking in de cultuur centra op Java en Madoera. 2. TIJDELIJKE WERING van de particuliere landbouwnijverheid in streken, waar tengevolge der uitvoc ring van groote irrigatiewerken belangrijke wijzigingen in het bevloeiingswezen en daarmede in de plaatselijke omstandigheden en verhoudingen zijn te verwachten. III. EENIGE BEPALINGEN BETREFFENDE HET PARTICULIERE LANDBOUWBEDRIJF. 1. BEPALINGEN op het aangaan van overeenkomsten met de Inlandsche bevolking voor nuttige ondernemingen en bedrijven van nijverheid. 2. MINNELIJKE oplossing van geschillen, gerezen omtrent de bij de particuliere landbouwnijverheid gebruikelijke overeenkomsten met de Inlandsche bevolking.— 5 I. ORDONANSI-SÊRÉH 1. PENTJEQAHAN kepindahan penjakit teboe ke tanah Djawa. 2. PENQOELANGAN-PEMERIKSAAN dari ketentoean boewat memerangi penjakit-séréh di tanah Djawa. II. ORDONANSI - PABERIK. 1. PERATOERAN KEMOEDIJAN boewat melindoengi kepen- tfngan kesedjahteraan Boemipoetera di poesat peroesahaan-peroesahaan-tanah di tanah Djawa dan Madoera 2. PENTJEGAHAN SEMENTARA boewat oesaha-keradjinan- perfanian partikoelir dalam djadjahan-djadjahan, dimana banjak peroebahan jang akan datang pada pengairan, djadi djoega dalam keadaan^li tempat itoe, oléh karena pemboekaan pekerdjaan irigasi jang besar. III. BEBERAPA KETENTOEAN TENTANG OESAHA PEKER- DJAAN-TANAH PARTIKOELIR. 1. KETENTOEAN-KETENTOEAN dalam hal memboewat per- djandjian dengan Boemipoetera oentoek peroesahaan-peroesahaan jang bergoena dan pekerdjaankeradjinan. 2. KEPOETOESAN DENGAN PERDAMAIAN dari perselisih an-perselisihan jang terdjadi tentang perdjandjian perdjandjian jang soedah kebijasaan dengan Boemipoetera di peroesahaan-keradjinan pertanian (paberik) partikoelir. — 6 HOOFDSTUK I. DE BEPALINGEN. 1. Staatsblad 1903 No. 150, gewijzigd bij St. 1917 No. 497. 2. Staatsblad 1902 No. 103, gewijzigd bij Staatsblad 1906 No 72 ') en 1917 No. 497. 1. Staatsblad 1903 No. 150, gewijzigd bij St. 1917 No. 497. SUIKER. Voorzorgsmaatregelen tegen het overbrengen op Java van ziekten in het suikerrietgewas. Met intrekking van de ordonnantie van 6 Maart 1889 (Staatsblad No. 62) te bepalen: Artikel 1. Gebied waar De invoer van suikerriet en suikerrietstekken, afkominvoer van sui-stig van buiten Nederlandsch-Indië, is alleen toegelaten kerriet van bui- in de gewesten buiten Java en Madoera. ten Ned. Indië Strafbepaling: boete tot ten hoogste f 10.000.- is toegelaten. Artikel 2. Voorwaarde (D- In de bi] artikel 1 bedoelde gewesten mag geen waaronder de van buiten Nederlandsch-Indië afkomstig suikerriet aanplant van worden geplant, zonder voorafgaande schriftelijke medat ingevoerde dedeeling aan het betrokken Hoofd van plaatselijk riet is toege- bestuur. laten. , „„„ Strafbepaling: boete van ten hoogste f 1000.— Vrije toegang (2). Dat bestuurshoofd en de door hem aangewezen voor het H.P.B. ambtenaren, politiebeambten en deskundigen hebben e.a. ambtenaren ten allen tijde toegang tot alle plaatsen, waar suikerriet, tot alle plaatsen in welken vorm ook, wordt aangetroffen, waar ingevoerd riet wordt aangetroffen. _ • . l) Bij dit Staatsblad behoort Bijblad No 6867 te worden geraadpleegd. 12 Registratie der licenties. Vorm der licenties en registers. Tijdvak bepaald voor het afsnijden van den aanplant en het zuiveren van het veld. Bevoegdheid van het H.P.B tot het doen verrichten diei werkzaamheden op kosten van den nalatige. Geval waarin bovenstaande bepalingen nie toepasselijk zijn. Wijze waarop openbaarheid gegeven word aan het verbot of de voorschriften van het H.G. B. Vrije toegang voor het H.P.t e. a. ambtena ren tot alle plaatsen waai suikerriet wordt aangetreffen. Van de uitreiking wordt ineen register aanteekening gehouden. Het Hoofd van gewestelijk bestuur bepaalt den vorm* dier licenties en van de ter inschrijving daarvan bestemde registers (3) . Binnen dertig dagen na den einddatum van de in alinea 2 bedoelde, al dan niet verlengde plantperiode, moet de aanplant door den houder der licentie gesneden en met vernietiging van alle overblijfselen daarvan, waaronder ook de stronken en wortels, het veld ten genoegen van het betrokken districts- of onderdistrictshoofd gezuiverd zijn. Strafbepaling; boete tot ten hoogste f 100.— Indien, blijkens een door een dezer ambtenaren opgemaakt proces-verbaal, aan die voorwaarde niet of ,niet ten volle is voldaan, is het Hoofd van plaatselijk bestuur bevoegd, het snijden van het gewas en de zuivering van het veld, met vernietiging der overblijfselen van den aanplant, te doen uitvoeren op kosten van den nalatige. (4) . De bepalingen der vorige alinea's zijn niet toepasselijk op de suikerrietstoelen, voorkomende op door Inlanders geoccupeerde woonerven. In gevallen van twijfel beslist het Hoofd van plaatselijk bestuur. (5) . Het Hoofd van gewestelijk bestuur regelt de wijze, waarop aan zijne in alinea 1 bedoelde besluiten de jnoodige openbaarheid wordt gegeven. Artikel 3. Binnen het in artikel 1 omschreven gebied en de in \. de eerste alinea van artikel 2 bedoelde streken hebben - de Hoofden van gewestelijk en plaatselijk bestuur en de door dezen aangewezen ambtenaren, politie-beambten en deskundigen, te allen tijde toegang tot alle plaatsen, waar suikerriet, in welken vorm ook, worde aan getroffen. Memasoekkan soerat-izin ke dalam Register Roepa soeratizin dan register. Lamanja waktoe memotong tanaman dan membersihkan tanah itoe. Koewasa Kepala pemerintahan senegeri akan menjoeroeh mengerdjakan pekerdjaan dengan ongkos orang jang lalai. Dalam hal mana ketentoean j diatas tij ada berlakoe. J I Bagaimana larangan dan pe | merintah Kepala pemerintahan daérah dis ij ar kan. Kekoewasaan Kepala peme- ( rintahan senegeri dan lainlain pegawai 1 masoek kese- s gala tempat s dimana ada a teboe. 13 Tentang pemberian itoe naroes ditoelis dalam register peringantannja. Kepala Pemerintahan daérah menentoekan bagaimana roepa soerat-izin dan registernja itoe. (3). Didalam tiga poeloeh hari setelah tanggal penghabisan masa jang terseboet dalam ajat 2 itoe, baik wak'loe itoe dilandjoetkan ataupoen tid'k, haroeslah tanaman itoe dipotong oléh orang jang memegang soerat-izin itoe dan segala ketinggalannja (ponggolnja, toenggoelnja) dan akamja haroes dibinasakan dan tanahnja dibersihkan sehingga menjoekakan hati kepaladistrik atau onderdistrik. Ketentoean hoekoeman: denda sebanjak-banjaknja f 100. Kalau perdjandjian itoe tidak ditoeroet semoewanja atau sebagian, menoeroet porsés-perbal jang diperboewat oléh salah satoe daripada pegawai jang terseboet itoe, berkoewasalah Kepala pemerintahan senegeri akan menjoeroeh potong tanaman itoe dan membersihkan tanah itoe dengan membinasakan ketinggalannja dan dengan angkos orang jang melalaikan pekerdjaan itoe. (4) . Ketentoean jang terseboet dalam ajat-ajat jang aloe tijada berlakoe pada roempoen-roempoen-teboe ans: ada diatas pekarangan Boemipoetera. Kebimbangan lalam hal ini haroeslah dipoetoeskan oléh Kepala >emerintahan senegeri. (5) . Kepala pemerintah daérah mengatoer bagainuna cepoetoesannja jang termaksoed pack) ajat 1 disijarkan cepada orang banjak. Pasal 3. Didalam daérah jang terseboet pada pasal 1 dan lidalam djadjahan jang terseboet pada pasal 2 ajat •ertama Kepala pemerintahan daérah dan Kepala penerintahan senegeri dan amtenarjang ditoendjoekkannja erta pegawai polisi dan orang jang ahli berkoewasa egenap waktoe akan memasoeki tempat-tempat dimana da teboe, bagaimana sekalipoen roepanja. 14 Strafbepalingen. Verbeurdverklaring van stukken van overtuiging. Overgangsbepaling bij uit vaardiging ve de verbodsbe palingen van artikel 2' Dagteekening van de inwei kingtreding. Artikel 4 (1.) Met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van ten hoogste honderd gulden wordt gestraft overtreding der verbodsbepalingen, bedoeld bij artikel 1 of uitgevaardigd krachtens de eerste alinea van artikel 2, zoomede niet-voldoening aan het bepaalde bij het eerste lid van de derde alinea van laatstgenoemd artikel dezer ordonnantie. (St. 1917:497). (2).Vervallen door Staatsblad 1915 No. 732 art. 54. (3/ Suikerriet en suikerrietstekken, ingevoerd of gekweekt in stiijd met artikel 1 of met een Krachtens de eerste alinea van artikel 2 dezer ordonnantie vastgesteld verbod, worden verbeurd verklaard en vernietigd.. OVERGANGSBEPALING. Het bepaalde bij artikel 2 dezer ordonnantie is niet toepasselijk op suikerrietgewas, hetwelk bij de uitvttarindiging der in de eerste alinea van dat artikel vermelde verbodsbepalingen in de aangewezen streek te veld mocht staan, mits dat gewas binnen een door het Hoofd van plaatselijk bestuur te stellen termijn, na bedoeld tijdstip gesneden en met wortel en stronk van het veld verwijderd zij. Deze ordonnantie treedt in werking op den dag harer •- afkondiging (d. i. 12 Februari 1902). 18 6. De sereh-ordonnantie bevat meer plaatselijke voorzorgsmaatregelen ter beteugeling van slechts een der ziekten of plagen welke de suikercultuur bedreigen: nl. van de sereh-ziekte in het suikerriet. 7. Zij bevat: a) een volstrekt verbod van invoer van suikerriet en stekken van suikerriet in enkele streken; b) het verbod van het kweeken van suikerriet in bepaaldelijk door de Residenten aangewezen streken van Java en Madoera, zonder voorafgaande schriftelijke licentie en anders dan uit stekken, gesneden van primaire rietstengels of uit zaad. 8. Het gebied onder a) bedoeld, omvat de geheele residentie Preanger-regentschappen, de afdeeling Buitenzorg en de contróle afdeeling Koeningan; het gebied onder b) geheel Java en Madoera, met uitzondering van de Vorstenlanden, doch alleen de streken, welke door de Residenten zijn aangewezen voor de toepassing van deze bepaling. 9. Van het verbod in a) vermeld, kan vrijstelling worden verleend door den Directeur van Landbouw onder voorwaarden voor elk geval te stellen. 10. Wat het onder b) bedoelde verbod betreft het volgende. 11. Indien de Hoofden van gewestelijk bestuur het noodig oordeelen, dat in zekere streken van hun gewest of in het geheele gewest, de teelt van suikerrietbibit tegen ziekte of plagen beschermd worde, kunnen zij het kweeken van suikerriet verbieden en aan banden leggen nl. afhankelijk stellen van een licentie. 12. Die licentie, geldig voor niet langer dan tien maanden, welke periode kan worden verlengd door het Hoofd van plaatselijk bestuur, wordt kosteloos afgegeven door het betrokken districtshoofd, en is alleen van kracht voor de beplanting van gronden, welke op het tijdstip der aanvrage minstens een jaar lang niet met suikerriet beplant zijn geweest. 20 13. De modellen van die licenties en van de registers, waarin zij moeten worden ingeschreven, worden door de Hoofden van gewestelijk bestuur vastgesteld. Zij moeten bevatten den begin- en einddatum, een volgnummer, de ligging en uitgestrektheid der velden en de soort en herkomst van het te bez;gen plantmateriaal. 14. Van de bovenvegmelde bevoegdheden kunnen de Hoofden van gewestelijk en plaatselijk bestuur geen gebruik maken, dan na voorafgaand overleg met den Directeur van Landbouw, Nijverheid en Handel, terwijl bovendien de Hoofden van plaatselijk bestuur geen verlenging der licenties mogen verleenen anders, dan in zeer bijzondere omstandigheden (bijv onverkoopbaarheid der bibit of de aanwezigheid van maalriettuinen in de nabijheid). (Bijblad 6867). 15. De houders der licenties zijn verplicht te zorgen, dat het riet gesneden is en de stronken en wortels verwijderd zijn van het plantveld, binnen 30 dagen na den einddatum van de licenties, een en ander ten genoegen van het betrokken districts- of onderdistrictshoofd. 16. Is dit niet het geval, dan maken deze ambtenaren van hun bevinding een proces-verbaal op, dat zij het Hoofd van plaatselijk bestuur aanbieden, waarna deze bevoegd is de bovenbedoelde werkzaamheden te doen verrichten op kosten van den nalatige. 17. Binnen het gebied, omschreven onder a) en b) (dit laatste, als van de in artikel 2 gegeven bevoegdheid gebruik is gemaakt) hebben de Hoofden van gewestelijk en plaatselijk bestuur en de door hen aangewezen ambtenaren, politie-beambten en deskundigen, vrijen toegang tot alle plaatsen waar suikerriet, in welken vorm ook, wordt aangetroffen. Bovenstaande regeling is niet van toepassing op de suikerrietstoelen staande op Inlandsche erven. 23 II. ORDONANSI-PABERIK. PERMOELAAN KATA. Ketentoean jang akan diperkatakan ini bernama „Ordonansi- Paberik", adalah maksoednja akan memberi perlindoengan jang perloe kepada kepentingan kesedjahteraan Boemipoetera pada poesat peroesahaan tanah di tanah Djawa dan Madoera, pada waktoe mendirikan, mendjalankan dan melandjoetkanperoesahaan-goela dantaroem. Sehingga pada tahoen 1894 maka pendirian paberikpaberik jang seroepa itoe beloem diikat dengan sjaratsjarat, lain daripada sjarat-sjarat jang keloewar dari ketentoean dalam Staatsblad 1836 No. 10, dengan peroebahannja. Djadinja tijadalah ada sjarat sjarat jang lain, terketjoewali sjarat-sjarat jang bersangkoetan dengan kepentingan tetangga jang berdamping dan dengan dapat dipakai atau tidaknja tempat dimana paberik itoe hendak didirikan, dan dengan keséhatan pendoedoek; dan dengan peratoeran padjak jang masih berlakoe dan dengan sebab-sebab lain jang berhoéboengan dengan kepentingan 'oemoem, dan dengan berlawanan atau tidaknja dengan oendang-oendang kepolisian jang masih berlakoe. Oléh karena kemadjoean peroesahaan-goela jang teramat itoe (peroesahaan taroem hampir ta' berarti lagi sesoedah orang pandai memboewat uila boewatan „indigorein") maka njatalah perloe ditetapkan lagi ketentoean jang lebih djelas. Djoega perloe sekali diperintahkan toedjoean jang tetap tentangan sjarat dan perdjandjian jang lajak menoeroet pikiran Kepala pemeiintahan senegeri. Hal itoe tentoe berlainan pada tijap-tijap tempat. Maka sekarang akan mendirikan, mendjalankan dan mendjalankan kembali serta melandjoetkan pekerdjaan paberik-goela (pemoekoelan taroem) haroes diminta izin kepada Dirèktoer Pemerintahan-dalam-Negeri. Oentoek tijap-tijap paberik adalah ditentoekan bilai'gan bahoe jang seloewas-loewasnja jang boléh ditanami dengan teboe-giling setijap-tijap tahoen. 26 DE BEPALINGEN. 1. Staatsblad 1899 No. 263 jis. 1905 No. 148, 1911 No. 85, 1912 No. 11, 1916 No. 266 en 1917 No. 497.— SUIKER- EN INDIGO-ONDERNEMINGEN. Nadere voorzieningen tot bescherming yan de economische belangen der Inlandsche bevolking in de cultuurcentra op Java en Madoera. Eerstelijk: Met intrekking van de ordonnantie van 9 April 1894 (Staatsblad No. 87) en met buitenwerkingstelling voor zooveel de onder de toepassing der volgende bepalingen vallende landbouwondernemingen betreft, van de resolutie van 3 Februari 1836 No. 11 (Staatsblad No. 10) en van de ordonnantie van 29 Maart 1866 (Staatsblad No. 27) te bepalen : Artikel 1. Voor het in (1) Voor het inwerking brengen en drijven van werking bren- ondernemingen voor de bereiding van suiker of indigo, gen van suiker-welke geheel of gedeeltelijk berusten op den grondslag of indigo-on- van overeenkomsten met de Inlandsche bevolking tot dernemingen jnhuur van gronden of tot opkoop van gewas, wordt wordt een ver- een vergunning vereischt van den Directeur van gunning ver- Binnenlandsch-Bestuur. (St. 1905: 148). eischt. Bij Staatsblad 1904 No. 274 jo. 1905 No. 330 is bepaald, dat streken, waar ten gevolge van den aanleg of de verbeteringen van groote irrigatiewerken, belangrijke wijzigingen zijn te verwachten in den staat van het bevloeiïngswezen, tijdelijk gesloten zijn voor de verleening van vergunningen als hierboven bedoeld, alsmede voor de verhuring van grond door Inlanders aan niet Inlanders. Die sluiting kan tot vijf jaar duren na het tijdstip van sluiting. Uitgezonderd van het huurverbod zijn: die ondernemingen, welker jaarlijksche aanplantingen reeds geheel of gedeeltelijk in de betrokken streek zijn gelegen. Zie onder II No. 2 dezer aflevering. De paragrafen verwijzen naar de uitvoeringsvoorschriften ('Bi/blad No. 7238 gewijzigd bij Bijblad No. 7560 en 7826). 27 KETENTOEAN 1, Staatsblad 1899 No 263 berhoeboengan dengan St. 1905 No. 148, 1911 No. 85, 1912 No IV, 1916 No. 266 dan 1917 No. 497. PEROESAHAAN-GOELA DAN TAROEM. Peratoeran kemoedijan boewat melindoengi kepentingan kesedjahteraan Boemipoetera di poesat peroesahaan-peroesahaan-tanah di tanah Djawa dan Madoera. Pertama : Dengan mentjaboet ordonansi tanggal 9 April 1894 (Staatsblad No. 87) dan dengan membatalkan kepoetoesan tanggal 3 Februari 1826 No. 11 (Staatsblad No. 10) serta ordonansi tanggal 29 Maart 1866 (Staatsblad No. 27), jaïtoe tentang peroeschaan-tanah jang dikenaï ketentoean jang berikoet ini, ditetapkanlah: Pasal 1. Akan memoelaï (1). Akan memoelaï dan meneroeskan mendjalankan dan mendjalan- peroesahaan memboewat goela atau taroem, jang sekan peroesa- moewanja atau sebahagian beralasan kepada perdjanhaan goela dan djian dengan Boemipoetera menjéwa tanah atau memtaroem haroes borong hasilnja, haroes dengan izin Diréktoer Pemedengan izin. rintahan-dalam-Negeri (Staatsblad 1905: 148). Dalam Staatsblad 1904 No. 274 b. d. 1905 No. 330 soedah ditentoekan, bahwa di djadjahan dimana nanti akan ada banjak peroebahan pengairan olèh karena memboewat atau memperbaiki pekerdjaanpengairan jang besar, pemberian izin seperti termaksoed diatas serta penjèwaan tanah olèh Boemipoetera kepada orang jang boekan Boemipoetera, ditoetoep boewat sementara. Maka penoetoepan itoe olèh sampai lima tahoen lamanja sesoedah ditoetoep itoe. Daripada larangan penjèwaan itoe adalah terketjoewali: Peroesahaan jang tanamannja setijap tahoen soedah semoewanja atau sebagian terletak diatas djadjahan jang bersangkoetan. Lihatlah pada 11 No. 2 dari Pemimpin ini. Pasal-pasal (paragrafen) menoendjoekkan peratoeran melakoekannja (Bijblad No. 7238 dioebah dalam Bijblad no. 7560 dan 7826). 28 Insgelijks voor (2). Gelijke vergunning wordt vereischt voor het weder het weder in in werking brengen en drijven van suiker- of indigowerking ondernemingen, welker exploitatie, ter beoordeeling van brengen van den Directeur van Binnenlandsch Bestuur, geacht wordt reeds gesloten definitief te zijn gestaakt, suiker- of indi- go-onderne- De tot den Directeur van Binnenlandsch Bestuur mingen te richten schriftelijke aanvraag, op een zegel van fl.SO gesteld, ter verkrijging eener vergunning, als bovenbedoeld moet bevatten: a) . eene aanduiding, zoo nauwkeurig mogelijk van de plaats, waar men de onderneming wenscht te vestigen of weder in werking te brengen, zoomede wat indigo-ondernemingen betreft, van de plaatsen, waar men de fermenteer- of klopbakken wenscht te bouwen of weder in gebruik te stellen: b) . eene opgave van den aan de onderneming tê geven omvang, ingeval geheel of gedeeltelijk eigen geteeld suikerriet of indigo-gewas zal worden verwerkt; c) eene duidelijke omschrijving van het gewenschte arbeidsveld; d) . eene toelichting van de wijze, waarop de aan¬ vrager in zijne behoefte aan irrigatiewater meent te kunnen voorzien. (§1') De aanvraag gaat vergezeld van een aan den Directeur der Burgerlijke Openbare Werken gericht request, houdende het verzoek om vergunning tot gebruik van fabriekswater, onder over'egging van de gegevens, die noodig zijn om genoemde Departementschef in de gelegenheid te stellen op den voet der bestaande bepalingen op dit request een beschikking te nemen. (§ \z). De aanvraag moet op het gewestelijk bureau gedurende de officiëele bureau-uren door den aanvrager of van zijnentwege persoonlijk worden ingediend aan het Hoofd van het gewest, waarin het emplacement der beoogde onderneming gelegen is, dan wel bij diens afwezigheid of verhindering, aan den Gewestelijken Secretaris of den dezen vervangenden ambtenaar. (§ l3) De aanbieder krijgt een bewijs van ontvangst waarop de datum en het uur van ontvangst worden vermeld. (§ l8). Op kosten van den aanvrager worden de aanvragen door het Hoofd van gewestelijk bestuur ten 29 Demikijan poela boewat mendjalankan kembali peroesahaan goela atau taroem jang soedah ditoetoep. (2) Izin jang seroepa itoe haroes diminta boewat mendjalankan kembali dan meneroeskan pekerdjaan peroesahaan-goela atau taroem, jang pekerdjaannja, menoeroet timbangan Dirèktoer Pemerintahan-dalamNegeri, soedah diperhentikan boewat selamanja. Soerat permintaan jang tertoelis diatas kertas ségél harga f 1.50 boewat meminta izin seperti diatas, haroes berisi: a) . penoendjoekan jang saksama dari tempat di¬ mana peroesahaan itoe hendak diperboewat atau hendak didjalankan kembali; dan lagi tentangan peroesahaan-taroem, dari tempat-tempat dimana bekas (bak) peneraman dan pemoekoelan akan didirikan atau akan didjalankan lagi; b) . pemberi-tahoean besarnja jang akan diberi¬ kan kepada peroesahaan itoe, kalau teboe atau taroem jang akan dikerdjakan itoe semoewanja atau sebagian jang dipeliharanja sendiri; c) . rentjana jang terang tentang pekerdjaan jang diharapkarr; d) . keterangan peri bagaimana si peminta Itoe, pada pikirannja akan mendapat pengairan jang perloe kepadanja (§ l1). Permintaan ini haroes disertaï sehelai soerat permintaan jang di'alamatkan kepada Dirèktoer Perboewatan Negeri, jang isinja akan memintakan soepaja air-paberik boléh dipakai. Maka didalam soerat itoe hendaklah diberikan segala soewatoe jang perloe, akan melapangkan Kepala departemèn itoe memberikan kepoetoesannja menoeroet ketentoeanketentoean jang masih ada. (§ l2). Soerat permintaan itoe haroes dimasoekkan sendiri oléh si peminta atau oléh wakilnja pada ketika hari kantor kepada Kepala pamerintahan daérah pada kantornja, dimana pekarangan peroesahaan itoe terletak, atau kalau Kepala itoe, tidak hadir atau beralangan kepada sekërtaris atau pegawai' jang menggantikan dija (§ l3). Jang menjembahkan soerat itoe menerima sepoetjoek soerat keterangan penerimaan, dimana diseboetkan tanggal dan djamnja penerimaan itoe (§ l3). Dengan ongkos si peminta Kepala pemerintahan daérah menjijarkan hal itoe selekas-Iekasnja 30 spoedigste bekend gemaakt o. a. in een op Java verschijnend dagblad. (§ l3). Zie voor de verdere behandeling der verzoekschriften: het aanhangsel. Artikel 2. Bepaling van (1). Voor elke der bij de inwerkingtreding dezer ordonden maximum- nanlie in exploitatie zijnde ondernemingen, als bedoeld aanplant voor in artikel f, voor zoover niet uitsluitend door opkoop elk der bij de verkregen gewas verwerkende, bepaalt de Qouverneurinwerkingtre- Generaal het maximum der uitgestrektheid van den jaarding dezer or-lijkschen bruto aanplant van maalriet of indigo-gewas, donnantie m welk maximum berekend wordt naar de uitgestrektheid exploitatie van den grootsten aanplant, dien de onderneming daarzijnde onder- van heeft aangelegd in het driejarig tijdvak, omvattennemingen. de het jaar, waarin deze verordening is vastgesteld, het daaraan voorafgaande en het daarop volgende kalender-jaar. Bij vereeniging van de exploitatie eener onderneming met die van een of meer naburige ondernemingen, geldt de som van de maxima der uitgestrektheid van den jaarlijkschen bruto-aanplant van maalriet of indigo-gewas der betrokken ondernemingen als maximum voor devereenigde exploitatie. [§ 3']. Wanneer de exploitatie ophoudt vereenigd te zijn, wordt, indien de vereeniging heeft plaats gevonden voor de vaststelling bij artikel 1 van het besluit van 19 Juni 1901 No.4 (Bijblad No. 5610) der krachtens de eerste alinea van artikel 2 der Fabriekenordonnantie bedoelde maxima, op daartoe strekkend verzoek en overeenkomstig den wensch van belanghebbenden, door den Directeur van Binnenlandsch Bestuur bir.nen de grenzen van het vroeger gezamenlijk maximum, aan elk der betrokken ondernemingen een eigen maximum voor den jaarlijkschen bruto-aanplant toegekend. In het andere geval herkrijgt elke onderneming het vroeger voor haren jaarlijkschen bruto-aanplant vastgesteld maximum, tenzij daaromtrent door belanghebbenden, onder nadere goedkeuring van den Directeur van Binnenlandsch Bestuur, onderling andere schikkingen zijn getroffen. [§32]. 31 misalnja pada salah satoe soerat kabar jangditerbitkan di tanah Djawa (§ l3). Boewat melakoekan soerat-permintaan itoe lebih landjo:t, lihatiah tambahan. Pasal 2. Ketentoean (1). Oentoek tijap-tijap peroesahaan jang sedang betanaman seloe- kerdja ketika ordonansi ini moelaï berlakoe, seperti wac-loewasnja termaksoed pada pasal 1. kalau hasil jang hendak diboewat tijap- kerdjakan peroesahaan itoe boekan hasil jang dibeli tijap peroesa- sadja, maka Toewan Besar Ooebernoer-Djenderal haan jang së- menentoekan seloe was-loewasnja tanah jang akan ditadang bekerdja nami setijap tahoen dengan teboe giling atau taroem; ketika ordonan- maka tanah jang seloewas-loewasnja itoe akan dihitoeng si ini dilakoe- menoeroet seloewas-loewasnja ianah jang ditanami kan. oléh peroesahaan itoe didalam waktoe tiga tahoen ini, jaïtoe: tahoen almanak ordonansi ini ditetapkan tahoen jang baroe terdahoeloe dan jang berikoet. Djika pekerdjaan seboewah peroesahaan dipersatoekan dengan seboewah atau lebih peroesahaan jang didekatnja, maka djoemlah segala tanah jang seloewas-loewasnja jang boléh ditanami oléh semoewa peroesahaan jang bersangkoetan itoe dengan teboe giling atau taroem, itoelah jang akan mendjadi seloewas-loewasnja oentoek pekerdjaan p e rserikatan itoe (§ 31)- Kalau peroesahaan itoe berhenti berserikat sedang perserikatan itoe terdjadi dimoeka atau sebeloeninja menetapkan beslit tanggal 19Juni 1901 No. 4(Bijblad No. 5610) pada pasal I, maka tanah seloewas-loewasnja jangdiseboetkan oléh pasal 2 ajat pertama dari ordonansi paberik,akan dibagikan oléh Dirèktoer Pemerintahan-dalam-Negeri kalau diminta dan menoeroet kehendak jang berkepentingan pada masing-masing peroesahaan itoe sehingga djoemlahnja tidak lebih dari jang seloewas-loewasnja jang boléh ditanami perserikatan dahoeloe setijap-tijap tahoen. Dalam hal jang lain dapatlah kepada masingmasing peroesahaan itoe seloewas-loewasnja jang soedah ditentoekan dahoeloe boewat tanamannja setijap tahoen, ketjoewali kalau jang berkepentingan itoe mengatoerkan sama sendiri; tetapi kepoetoesan itoe haroes disahkan lagi oléh Dirèktoer pernerintahan-dalam-Negeri (§ 32.) 32 Wordt de exploitatie eener onderneming t ij d e1 ij k gestaakt, dan blijft het voor de onderneming vastgesteld maximum voor den jaarlijkschen bruto aanplant voorloopig van kracht. [§ 41]. Indien echter niet, blijkens schriftelijke mededeeling van den beheerder, binnen den tijd van vijf kalenderjaren, met inbegrip van het jaar, waarin de tijdelijke staking heeft plaats gehad, de exploitatie ten genoegen van den Direeteur van Binnenlandsch Bestuur is hervat, vervalt het voor den jaarlijkschen bruto-aanplant der onderneming vastgesteld maximum en wordt deze aangemerkt als definitief te zijn gestaakt (§ 42). (2) Voor de ondernemingen, in werking gebracht krachtens, eene op den voet van de ordonnantie van 9 April 1894 (Staatsblad No. 87) verleende vergunning, blijven van kracht de voorwaarden, waaronder de exploitatie is toegestaan. Voor het aan- (3) Ondernemingen welke op het in alinea 1 gemeld leggen van tijdstip uitsluitend door opkoop verkregen suikerriet eigen aanplant ; . r. , . • * * * door opkoop- indigo-gewas verwerkten, mogen niet tot een eigen ondernemingen aanplant dier gewassen op gehuurde gronden overgaan wordt een ver- zonder vergunning van den Directeur van Binnengunning ver- . landsch-Bestuur, waarbij tevens een maximum voor eischt, waarbij jaarlijkschen brutoaanplant wordt vastgesteld, het maximum 1 voor den jaarlijkschen brutoaanplant wordt vastgesteld. Uitbreiding van (4) Tot uitbreiding van den aanplant boven het den aanplant, vastgesteld maximum wordt eene vergunning vereischt van den Directeur van Binnenlandsch Bestuur. (St. 1905:148). Op de verzoeken ter erlanging eener vergunning, als voorgeschreven in bovenstaande laatste twee al'nea's en de naar aanleiding daarvan in te stellen onderzoekingen en verleende beschikkingen zijn de in paragraaf 1 vervatte voorschriften mutatis mutandis, van toepassing. (§ 2). Zie voor de voorwaarde tot het verleenen der vergunning, art. 3 lid 2, alsmede artikel 4 lid 3 en lid 1 sub b, 34 Artikel 2a. Aan verzoeken Aan verzoeken, ter erlanging van eene vergunning tot uitbreidingt0t uitbreiding van den aanplant eener bestaande van den maxi- ' . , , , mum-aanplant onderneming boven het voor dien aanplantvastkan voorrang gestelde maximum, kan, voor de geheele of voor een worden ver- deel van de aangevraagde meerdere uitgestrektheid van leend boven an- den aanplant, voorrang worden verleend boven geheel dere verzoeken 0f ten deele op hetzelfde arbeidsveld of op hetzelfde strekking en irr'gat'egebied betrekking hebbende andere verzoeken boven die tot van dezelfde strekking en om vergunning tot het in het in werking werking brengen en drijven van eene nieuwe onbrengen van derneming, als bedoeld in art. 1. (St. 1911:85; eene nieuwe .i9l2:ll en 1916:266). onderneming. Artikel 3. De vergunning (1) De vergunning, bedoeld in artikel 1, vermeldt moet bepalen: een termijn, binnen welken de onderneming in exploi- 1. een termijn tatie °f weder in exploitatie moet zijn gebracht, zoovoor het in mede, ingeval niet uitsluitend opkoop van gewas wordt exploitatie beoogd, een maximum voor de uitgestrektheid van den brengen der jaarlijkschen bruto-aanplant van maalriet of indigo-gewas, onderneming r & s 2. eventueel een maximum-brutoaanplant 's jaars. 3. eventueel (2). Vergunningen, als bedoeld in de vierde alinea een termijn van artikel 2, worden niet verleend dan onder de voorvoor het uit- waarcie, dat de aanplant, binnen den daarbij te vermelbreiden van , den maxi- 1 tenmJn> t°' net verhoogde maximum zal zijn uitmum bruto- gebreid. ^ aanplant. .»ni Zij kan zoo (3). Overigens kunnen aan de ingevolge de artikenoodig ande- len 1 en 2 vereischte vergunningen zoodanige beper- 35 Pasal 2a Permintaan Permintaan izin meloewaskan tanaman peroesahaan meloewaskan jang soedah ada akan melebihi dari jang seloewasda"f'jang se^ loewasma ianS soedah ditentoekan baginja tentang seloewas-loewas-moewa ataupoen sebagian dari loewas tanah jang dinja oentoek minta itoe, boléh didahoeloekan daripada permintaan peroesahaan lain jang semaksoed dengan itoe, jang meminta semoejang ada dida-wanja alau sebagian tanah di tempat itoe djoega atau ïioclockfin dein permintaan ^an^ §e'r'Sas' dengan itoe, akan memoelaï mendjalanlain jang seper- ^an peroesahaan baroe, seperti dimaksoed pati itoe djoega, da pasal 1 (St. 1911: 85; 1912: 11 dan 1916: 266). dan dari permintaan mendjalankan peroesahaan baroe. Pasal 3. Soerat-izin ha- (1) Izin jang termaksoed pada pasal 1, menjeboettoekan"61160- kan dalam berapa lama peroesahaan itoe haroes diboe1 dalam berapa ^a a*au didjalankan kembali, dan lagi loewas jang lamanja ha- seloewas-loewasnja jang akan ditanami setijap tahoen roes peroe- dengan teboe atau taroem kalau maksoed boekan hanja sahaan itoe hendak mengerdjakan hasil jang diborong. dikerdjakan. 2. kalau perloe seloewasloewasnja tanaman bruto tijap tahoen. 3. kalau perloe (2) Izin, seperti jang termaksoed pada pasal 2 ajat dalam berapa 4, tidak diberikan, kalau tidak dengan perdjandjian, lama tana- bahwa tanaman itoe dalam waktoe jang ditentoekan man-bruto- ^t-'iiuu' ■ ! _. , • seloewas- soedah dilebarkan sampai kepada loewas jang seloe- loewasnja was-loewasnja jang ditinggikan itoe. haroes dilebarkan. Soerat-izin (3) Lain daripada itoe, kepada izin jang ditoentoet itoe kalau pada pasal 1 dan 2 itoe boléh diperhoeboengkan per- 39 Penetapan peratoeran mendjalankan. Penoendjoekan tempat dan djadjahan jang akan ditoetoep boewat keradjinan-pertanian (paberik). Mengenakan ketentoeaa ordonansi ini kepada peroesahaan tanah, lain daripada jang dimaksoed pada pasal 1. Pasal 4b. Toewan Besar Goebernoer-Djenderal akan mengatoerkan hal mendjalankan jang ditentoekan dalam pasal-pasal 1, 2 dan 3; dan lagi seboléh-boléhnja dengan mengingat sjarat-sjarat jang terseboet pada pasal 2 ajat jang pertama, Toewan Besar akan menetapkan peratoeran boewat mengenakan sjarat-sjarat itoe kepada.peroesa-* haan-peroesahaan jang pekerdjaannja, pada ketika atau setelah ordonansi ini moelaï didjalankan, dipersatoekan dengan satoe atau lebih peroesahaan jang diikatnja ataupoen boewat sementara diperhentikan. (St. 1911:85). Pasal 5. Toewan Besar Goebernoer-Djenderal berkoewasa: a) akan menoendjoekkan tempat-tempat atau djadjahan jang haroes ditoetoep boewat peroesahaan goela dan taroem ataupoen lain-Iain tjabang keradjinan-pertanian, kalau bergoena kepada irigasi jang perloe boewat pertanian Boemipoetera. Dengan kekoewasaan itoe maka dengan beslit tanggal 20 November 1901 No. 35 Toewan Besar Goebernoer-Djenderal, soedah menoetoep sebagian daripada afdeeling Salatiga kerésidénan Semarang boewat peroesahaan goela dan taroem serta pemeliharaan bibit. (Bijblad No. 5659). b) akan mengenakan ketentoean ordonansi ini semoewanja atau sebagian dalam satoe kerésidénan atau lebih ataupoen dalam sebagian kerésidénan itoe kepada peroesahaan-tanah jang lain daripada jang dimaksoed pada pasal 1, djika peroesahaan itoe perloe memakai tanah pertanian Boemipoetera. Lihatlah Staatsblad 1915 No. 666 berhoeboeng dengan St. 1918 No. 704; disitoe ditentoekan bahwa ordonansi-paberik dan peratoeran mendjalankannja dikenakan djoega dalam daérah Kediri dan Pasoeroean pada onderneming oentoek memboewat tepoeng ketéla-pohon dan hasil kaspe jang lainlain, ja'ni djika onderneming itoe berdasar sama sekali atau sebagian kepada perdjandjian akan menjéwa tanah dari Boemipoetera atau akan memborong kehasilan daripadanja. 47 lam soerat penerimaan jang termaksoed dalam ajat jang pertama. 7. Akan ganti soerat-tanda soedah memasoekkan wang jang termaksoed pada ajat 5, boléh djoega dioendjoekkan soerat tanda mempertaroehkan wang sebanjak itoe kepada salah satoe daripada kantor wang, menoeroet kehendak orang „de Javasche bank", „de Nederlandsch-Indische Escompto Maatschappij", „de Nederlandsch.-Indische Handelsbank" atau „de Factorij der Nederlandsche Handel Maatschappij" — diatas nama Negeri perdjandjian memoetoeskan selama-lamanja dalam tiga boelan. — Dalam hal ini boenga modal itoe dapat kepada si peminta dikoerangi dengan belandja, kalau-kalau ada. 8. Wang jang terseboet dalam ajat kelima akan ditentoekan seperti ini: sebanjak kali 500 ,.R i j nlandsche roede (Rijnlandsche roede = 3.75 M) e m p a t p e r s e g i" seloewas-loewas pertanaman jang diminta oentoek peroesahaan itoe sebanjak kali itoe poela f 5.— oewang bajaran itoe dan kalau permintaan itoe bergoena boewat mendjalankan seboewah peroesahaan, jang semoewanja atau sebagian beralasan kepada perdjandjian memborong hasil dari Boemipoetera, f5000.— diatas dan lain daripada perhitoengan jang pertama itoe — (haroes dimasoekkan atau dipertaroehkan). 9. Wang jang soedah dimasoekkan kedalam kas Negeri atau dipertaroehkan kepada kantor-wang jang terseboet diatas akan dipoelangkan: a) kalau permintaan itoe ditjaboet sebeloem mendapat kepoetoesan atau tidak lakoe lagi sebab si peminta meninggal doenija; b) kalau permintaan itoe ditolak; c) kalau soedah terboekti, bahwa peroesahaan itoe soedah moelaï dikerdjakan menoeroet perdjandijanperdjandijan pengizinan itoe, ataupoen lebih dahoeloe, kalau dapat diperlihatkan, dengan menjenangkan hati Dirèktoer Pemerintahan-dalam-Negeri, 48 dat een ernstig begin is gemaakt met de uitvoering van die vergunning. 10. Indien de vergunning verleend is met vaststelling van een kleiner maximum voor de uitgestrektheid van den jaarlijkschen bruto-aanplant dan werd aangevraagd, vindt restitutie plaats tot een bedrag, uitmakende het verschil van de waarborgsom, berekend naar den toegestanen en naar den aangevraagden maximum-aanplant. 11. Het Hoofd van gewestelijk bestuur doet ten spoedigste onderzoeken of tegen het in werking brengen en drijven te aangeduider plaatse, van de beoogde onderneming, bezwaar bestaat met het oog op brandgevaar voor aangrenzende perceelen of in verband met hygiënische of andere locale belangen — in welk geval de stukken met een voorstel tot afwijzing den Directeur van Binnenlandsch Bestuur terstond worden aangeboden — en voorts of de economische belangen der Inlandsche bevolking zich niet verzetten tegen het verleenen der vergunning. Bij dat onderzoek wordt rekening gehouden met eventueel door derden tegen de aanvraag ingebrachte bezwaren. 12. De uitslag van het onderzoek ea de c. q. ingebrachte bezwaren worden door genoemd Bestuurshoofd ter kennis gebracht van den Directeur van Binnenlandsch Bestuur. Deze kan daarop bedoeld Bestuurshoofd opdragen den aanvrager op de ingebrachte of gerezen bezwaren te hooren. ten einde dezen de gelegenheid te geven, desgewenscht, zijn aanvraag te wijzigen, en, op diens verlangen, een nader onderzoek bevelen door daartoe door den Directeur der Burgerlijke Openbare Werken aan te wijzen deskundigen. De kosten van laatstbedoeld onderzoek komen ten laste van den aanvrager, die desgevorderd vooraf, ter verdere verrekening, een door den Directeur van Binnenlandsch Bestuur te bepalen bedrag in 's Lands kas zal storten. 50 13. Alvorens de vergunning te verleenen, zal door den Directeur van Binnenlandsch Bestuur terzake in overleg moeten worden getreden met zijn ambtgenoot der Burgerlijke Openbare Werken, zullende, ingeval geen overeenstemming kan worden verkregen, de beslissing van den Gouverneur-Generaal moeten worden ingeroepen. Hetzelfde geldt voor de wijziging eener verleende vergunning, voor zoover de irrigatiebelangen der Inlandsche bevolking daarbij betrokken zijn. 14. De verleening of weigering der vergunning wordt, evenals de intrekking of wijziging daarvan krachtens artikel 4 der Fabrieken-ordonnantie, door den Directeur van Binnenlandsch Bestuur in de Javasche Courant bekend gemaakt, in de laatste drie gevallen met vermelding van redenen. 2. Staatsblad 1904 No. 274 gewijzigd bij Staatsblad 1905 No. 330. IRRIGATIEWEZEN. LANDBOUW. Tijdelijke wering van de particuliere landbouwnijverheid in streken, waar tengevolge der uitvoering van groote irrigatiewerken belangrijke wijzigingen in het bevloeiingswezen en daarmede in de plaatselijke omstandigheden en verhoudingen zijn te verwachten. Artikel 1. Aanwijzing van (1). Streken, waar, tengevolge van den aanleg of de streken, welke verbeteringen van groote irrigatiewerken, belangrijke tijdelijk geslo- wijzigingen zijn te verwachten in den staat van het ten kunnen bevloeiïngswezen, zijn tijdelijk gesloten voor de verleeworden voor ning van vergunningen, als bedoeld bij artikel lende oprichting van vierde alinea van artikel 2 der ordonnantie van 21 suiker-en indi-September 1899 (Staatsblad No. 263) tot het inwerkinggo-fabrieken, brengen en drijven of de uitbreiding van ondernemingen alsmede voor voor de bereiding van suiker of indigo, zoomede voor gróndhuur. de verhuring van grond door Inlanders aan niet- Inlanders op den voet der ordonnantie van 27 Augustus 1900 (Staatsblad No. 240). § l6- § l7. 52 Daar van den sluitingstermijn. Uitzondering op het grond huurverbod. Bijblad Nos. 6257, 6798, 7077. 7241, 8490, 9097 en 9241 bevatten eene opgave van gebieden, welke (tijdelijk) gesloten zijn voor de particuliere landbouwnijverheid, alsmede van opheffing dier sluiting. (2). Tenzij de Gouverneur-Generaal uit hnnMo economische of bestuursbelangen in eenig bijzonder geval het noodigacht dien termijn te verlengen, neemt de bij alinea 1 voorgeschreven sluiting een einde na verloop van vijf jaren, te rekenen van het tijdstip, waarop, blijkens bekendmaking van Regeeringswege' in de Javasche Courant, voor het geheele bevloeiïngsgebied of bepaaldelijk aan te duiden gedeelten daarvan, de aanleg of de verbetering der irrigatiewerken is voltooid en eene algemeene regeling omtrent het beheer dier werken en de verdeeling van het bevloeiingswater in toepassing is of zal worden gebracht. Bijblad Nos. 6257, 6748, 7077, 7709,8101 en 8772" bevatten eene opgave van gebieden, waarin de aanleg of verbetering der irrigatiewerken geacht wordt te zijn voltooid en een algemeene regeling omtrent het beheer dier werken en de verdeeling van het bevloeiïngswater geacht wordt in toepassing te zijn gebracht. (3). Van het krachtens alinea 1 gesteld verbod van huur van gronden zijn uitgezonderd die ondernemingen, welker jaarlijksche aanplantingen reeds geheel of gedeeltelijk in de betrokken streek zijn gelegen en wel, voor zooveel ondernemingen voor de bereiding van suiker of indigo betreft, in het eerste geval tot het ingevolge alinea 1 van artikel 2 der ordonnantie van 21 September 1899(Siaatsblad No. 263) voor de uitgestrektheid van den jaarlijkschen bruto-aanplant vastgesteld maximum, in het tweede geval, zoomede voor ondernemingen van anderen aard, v<.or het gedeelte van dien aanplant, dat, ter beoordeeling van het Hoofd van gewestelijk bestuur in verbandmet de omstandigheden der laatste jaren, binnen bedoelde streek behoort te worden toegelaten. (St. 1905: 330). 53 Bijblad No. 62S7, 6798, 7077, 7241, 8490, 9097 dan 9241 berisi daftar daérah-daérah jang ditoetoep (sementara) oentoek oesaha pertanian partikoelir serta pemboekaan penoetoepan itoe. Lamanja pe- (2). Kalau Toewan Besar Goebernoer-Djenderal tida' noetoepan itoe. inelandjoetkan waktoenja itoe, oléh karena perloe dalam timbangannja boewat kepentingan kesedjahteraan atau pemerintahan jang loewar bijasa, maka penoetoepan jang tertoelis pada ajat 1 itoe habislah sesoedah lima tahoen, moelaï terhitoeng dari ketiga pekerdjaan irigasi itoe sedija diboewat atau diperbaiki, oentoek segenap daérah pengairan atau sebagiannja jang ditentoekan, seperti ternjata dalam pemberi-tahoean Pemerintah dalam Javasche Courant dan peratoeran 'oemoem tentang peme gangan pekerdjaan itoe dan pembahagian airnja soedah atau akan dikenakan. Bijblad No 6257, 6748. 7077, 7709, 8101 dan 8772 berist daftar daérah-daérah dimana pekerdjaan irigasi boléh dipandang sedija diboewat atau diperbaiki, dan peratoeran 'oemoem tentangan pemegangannja dan pembahagian airnja soedah dikenakan. Ketjoewali pada larangan penjèwaan tanah. (3). Daripada larangan penjèwaan tanah jang diperboewat oléh kekoewatan ajat 1 diketjoewalikanlah peroesahaan-peroesahaan, jang tanamannja setijap-tijap tahoen semoewanja atau sebagian soedah terletak di djadjahan jang bersangkoetan, ja'ni tentangan peroesahaan-peroesahaan boewat memboewatkan goela atau taroem dalam hal pertama: sehingga kepada seloewas-loewas jang soedah ditentoekan oentoek pertanamannja satijap-tijap tahoen, menoeroet pasaj 2 ajat 1 dari ordonansi tanggal 21 September 1899 (Staatsblad No. 263); dan dalam hal kedoewa: djoega oentoek peroesahaan-peroesahaan jang lain halnja, jang sebagian daripada tanamannja, menoeroet timbangan Kepala pemerintahan daérah dengan mengingat hal-ihwal pada tahoen-tahoen jang dibelakang sekali, haroes diizinkan didalam djadjahan jang dimaksoed itoe (1905: 330). 58 werd aan verschillende Hoofden van gewestelijk bestuur medegedeeld, dat bij het onderzoek naar de toestanden op hef gebied der landbouw-nijverheid is gebleken, dat in sommige streken de desa-hoofden deelnemen aan collectieve overeenkomsten tot grondbewerking voor de suikercultuur en dan veelal hun aandeel door hunne pantjens doen bewerken. Niet alleen komt een zoodanig gebruik der pantjendiensten den Gouverneur-Generaal voor niet in overeenstemming te zijn met de bedoeling, waarmede deze zijn toegekend, doch ook het persoonlijk deelnemer» der desahoofden aan loonarbeid schijnt Zijne Excellentie niet vereenigbaar met eene behoorlijke vervulling hunner ambtsplichten. De Landvoogd acht het daarom noodzakelijk, dat door de Hoofden van gewestelijk bestuur het deelnemen door desahoofden aan de bewerking van gronden voor anderen tegen loon, of het presteeren van fabrieksarbeid, hetzij de arbeid door hen persoonlijk dan wel door hunne pantjens wordt verricht, worde tegengegaan. HL Bij circulaire van dezelfde autoriteit ddo. 15 September 1899 No. 2088 werd den Hoofden van. gewestelijk bes uur medegedeeld, dat bovenbedoelde aanbeveling werd uitgebreid tot contracten voor de levering van transportmiddelen of voor het verrichten van transportdiensten met cultuur- of nijverheidsondernemingen. IV. Het duurde nog tot 1903 eer het nuttig werd geoordeeld de geheele regeling in te trekken als zijnde overbodig: het aangaan toch van individueele werkcontracten is nergens verboden en ambtelijke tusschenkomst daarbij niet door de noodzakelijkheid geboden. 64 „Alle twistgedingen over eigendom of daaruit voortspruitende regten, over schuldvorderingen of andere burgerlijke regten, behooren bij uitsluiting tot de kennis van de regterfijke magt. Evenwel blijven de tusschen Inlanders of tusschen met deze gelijkgestelde personen van denzelfden landaard gerezen 'burgerlijke geschillen, welke volgens hunne godsdienstige wetten of oude herkomsten ter beslissing staan van hunne priesters of hoofden, daaraan onderworpen." 65 „Segala perselisihan dari hal harta-benda, atau hak jang keloewar dari sitoe, dari hal penagihan oetang atau hak-pendoedoek jang lain-lain masoek bahagian hakim semata-mata. Akan tetapi perselisihan diantara Boemipoetera atau diantara orang-orang jang disamakan dengan dija jang sebangsa, tinggal djoega ta'loek kepada oendang-oendang agamanja atau kepada 'adatnja dan kepoetoesannja terserah kepada penghoeloenja atau kepalanja." 66 INHOUD. I SEREH ORDONNANTIE HOOFDSTUK I. DE BEPALINGEN. 1. Staatsblad 1903 No. 150. gewijzigd bij Staatsblad 1917 No. 497. . Artikel 1. Gebied waar invoer van suikerriet van buiten Ned: Indië is toegelaten „ . . . blz. 6 Artikel 2. 1. Voorwaarde waaronder de aanplant van dat ingevoerde riet is toegelaten . . '.'-3pV „ 6 ^. vrije roegang voor net ti.r.ts.e.a. amotenaren tot «i alle plaatsen waar ingevoerd riet wordt aangetroffen. . „ 6 Artikel 3. Voorwaarde waaronder invoer op Java van suikerriet afkomstig van de buitengewesten toegelaten is ... „ 8 ' Artikel 4. 1. Strafbepaling . „ 8 2. Vernietiging van verboden plantmateriaal . . . . „ 8 1 Dagteekening van inwerkingtreding M '. „ 8 2. Saatsblad 1902 No. 103 gew zigd bij Staatsblad 1906 o. 72 en 1917 No. 497. Artikel 1. 1. Gebied waar invoer van suikerriet en suikerrietstekken onvoorwaardelijk verboden is . . . . „ 8 2. Vrijstelling van dat verbod „ 10 71 BAB II. RINGKASAN (ichtijar) . / •] moeka 17 II. ORDONANSI-PABERIK Permoelaan kata- „ 23 KÉTENTOEAN I. Staatsblad 1899 No. 263 berhoeboengan dengan St. 1905 No. 148, 1911 No. 85, 1912 No. 11, 1916 No. 266 dan 1917 No. 497 Pasal 1. 1. Akan memoelaï dan mendjalankan peroesahaan- goela dan taroem haroes dengan izin 27 2. Demikijan poela boewat mendjalankan kembaii peroesahaan-goela atau taroem jarig soedah ditoetoep „ 29 Pasal 2. 1. Ketentoean tanaman seloewas-loewasnja boe wat tijap-tijap peroesahaan jang sedang bekerdja ketika ordonansi ini dilakoekan . . „ 31 2. Perdjandjian-perdjandjian, jang soedah diizinkan oentoek memboeka peroesahaan itoe tinggal tetap . . „ 33- 3. Oentoek menanam tanaman sendiri oléh peroesahaan pemborong haroeslah diminta izin dengan ditetapkau tanah seloewas-loewasnja boewat tanaman setijap tahoen » 33 4. Meloewaskan tanaman .■. f , . * 33 Pasal 2a. Permintaan meloewaskan tanaman lebih dari jang seloewas-loewasnja oentoek peroesahaan jang ada didahoeloekan dari permintaan lain jang seperti itoe djoega, dan dari permintaan mendjalankan peroesahaan baroe „ 35 74 Artikel 8. I. Het gebied, waar deze ordonnantie van toepas¬ sing is blz. 40 2. Het gebied, waar zij niet van toepassing is, 42 Artikel 9. Benaming der ordonnantie • 42 Overgangsbepaling 42 Aanhangsel. Verdere behandeling van het verzoekschrift bedoeld bij artikel 1 42 2. Staatsblad 1904 No. 274 gewijzigd bij Staatsblad 1905 No. 330. Artikel li 6 Aanwijzing van streken, welke tijdelijk gesloten kunnen worden voor oprichting van suikerd en indigofabrieken alsmede voor grondhuur ï 50 2. Duur van den sluitingstermijn 52 3. Uitzondering op het grondhuurverbod „ 52 4. Openbaarmaking van de sluiting eener streek . . „ 54 Artikel 2 III. EEN1QE BEPALINGEN, MET DE UITOEFENING VAN HET PARTICULIERE LANDBOUWBEDRIJF VERBAND HOUDENDE. 1. Bepalingen op het aangaan van overeenkomsten met de Inlandsclie bevolking voor nuttige ondernemingen en bedrijven van nijverheid „ 54 2. Minnelijke oplossing van geschillen, gerezen omtrent de bij de particuliere landbouwnijverheid gebruikelijke overeenkomsten met de Inlandsche bevolking I 60 75 Pasal 8. 1. Daérah dimana ordonansi ini dikenakan . . . moeka 41 2. Daérah dimana itoe tijada dikenakan 43 Pasal 9. Nama ordonansi ini . 43 Ketentoean peroebahan „ 43 Tarabahaii. Melakoekan soerat-permintaan jang dimaksoed pada pasal 1 lebih landjoet 43 2. Staatsblad 1904 No. 274 dioebah dalam Staatsblad 1905 No. 330. Pasal L 1. Penoendjoekan djadjahan-djadjahan jang boléh ditoetoep sementara, boewat pendirian paberik-goela dan taroem, serta penjèwaan tanah „ 51 2. Lamanja penoetoepan itoe. „ 53 3. Ketjoewali pada larangan penjèwaan tanah. . . . . „ 53 4. Menjijarkan penoetoepan soewatoe djadjahan . . „ 55 Pasal 2. Ui. BEBERAPA KETENTOEAN JANG BERSANGKOETAN DENGAN OESAHA-PEKERDJAAN-TANAH PART1KOEL1R. 1. Ketentoean-ketentoean dalam hal memboewat perdjandjian dengan Boemipoetera oentoek peroesahaan-peroesahaan jang bergoena dan pekerdjaan-ke- radjinan „ 55 2. Kepoetoesan dengan perdamaian dari perselisihanperselisihan jang terdjadi tentang perdjandjian-perdjandjian jang soedah kebijasaan dengan Boemipoetera di peroesahaan keradjinan pertania (paberik) partikoelir „ 61