Prijs f 0,50 handleiding TEN DIENSTE VAN DE INLANDSCHE BESTUURSAMBTENAREN. ' NopO/G.B. HET ZöUTMOMPOLIÉ. Uitgave van het Departement vanlBmnenlandsch-Bestuur. "BATAVIA DRJJKKERIJ RUYGROK & Co. 1919. \ HANDLEIDING V TEN DIENSTE VAN DE INUNDSCBE BESTUURSAMBTENAREN OP JAVA EN MADOERA. No. 30/Q.B. HET ZOUTMONOPOLIE. Uitgave van het Departement van Binnenlandsch-Bestuur. BATAVIA DRUKKERIJ RUYGROK verboden: en ten behoeve van het Gouvernement Omschrijving a. op Java en Madoera; van het monopolie-ge- jn residentiën Soerakarta en Djokjakarta is het bied. Gouvernements zoutmonopolie met ingang van 1 Januari 1915 ingevoerd. (St. 1913 No. 461 en 1914 No. 793). b. in de residentie *) Sumatra's Westkust; De residentie Tapanoeli vroeger deel uitmakende van het Gouvernement Sumatra's Westkust is sedert 1905 (Staatsblad No. 418) een op zich zelf staand gewest en behoort dus ook tot het monopolie-gebied. c. in de residentiën Benkoelen, Lampongsche districten, Zie Staatsblad 1915 No. 493. KETENTOEAN. 1. STAATSBLAD 1882 No. 73, dioebah dan ditambah pada Staatsblad 1884 No. 104; 1886 No. 142; 1894 No. 235; 1900 No. 205; 1902 No. 242; 1903 No. 309; 1905 No. 306; 1906 No. 256; 1909 No. 96; 1910 Nos. 627 dan 658; 1913 No. 461 dan 462; 1914 No. 793; 1917 No. 497. KETENTOEAN oentoek menanggoeng Monopoli-garam. Pasal 1. Larangan Bilamana ta' dapat izin dari Goebernemèn dan garamnja memboewat boekan bagi Goebernemèn Hindia-Belanda dan ketjoewali bn^Ta'dapat jan^ terseDoet dalam Pasal jang berikoet, maka dilaranglah izin dari Goe- memboewat garam: bernemèn dan garam itoe boekan bagi Goebernemèn. Menerangkan a. di tanah Djawa dan Madoera; djadjahan monopoli. Dalam daérah Soerakarta dan Djokjakarta djoega atoeran monopoli-garam Goebernemèn diadakan moelaï pada 1 Januari 1915. (Staatsblad 1913 No. 461 dan 1914 No. 793): b. dalam kerésidènan 1) Soematera-Barat; Oléh karena sebeloem tahoen 1905 kerésidènan Tapanoeli masoek bagian Goebernemèn Soematera-Barat dan pada tahoen 1905 mendjadi daérah sendiri (Staatsblad No. 418), maka daérah itoe termasoeklah dalam djadjahan monopoli djoega. c. dalam kerésidènan Bangkahoeloe, Lampoeng, Pelémx). Lihatlah Staatsblad 1915 No. 493. — 24 — Palembang het Gouvernementx) Oostkust van Sumatra, Banka en Onderhoorigheden, Westerafdeeling van Borneo en Zuider- en Oosterafdeeling van Borneo; Het zout-monopolie is bij Staatsblad 1901 No. 416 ook ingevoerd in de landschappen Koetei, Kota Waringin, Pegatan en Koesan, Tanah Bamboe, Pasir, Sembalioeng, Goenoeng Taboer en Boeloengan van de Zuider- en Oosterafdeeling van Borneo, en op 1 Januari 1903 in werking getreden. d. in de Assistent-Residentie Billiton; Overtreding van het in dit artikel gesteld verbod.is strafbaar- krachtens artikel 7 van deze verordening. Artikel 2. Uitzondering Het ver5od bedoeld bij artikel t is niet van toepassing: op dat ver J r ° bod. a. op de zoutwaterwellen in de afdeelingen Grobogan (residentie Semarang) en Bojolali (residentie Soerakarta), waaromtrent bijzondere regelen gelden. (Stbl. 1910 No. 658 en 1913 No. 461). De hierbedoelde afzonderlijke bepalingen zijn vastgesteld bij de Staatsbladen 1910 No. 657 en 1913 No. 462, zie Nos. 2 en 3 dezer, aflevering. b. op de tot de residentie Sumatra's Westkust (en de residentie Tapanoeli) behoorende eilanden. (Stbl. 1902: 242). Artikel 3. Verplichte Al het krachtens vergunning en ten behoeve van het levering in de Gouvernement aangemaakte zout moet tegen den daar- " ' , voor vastgestelden of vast te stellen prijs in de daartoe stemde oaK- huizen van al bes*eintle pakhuizen geleverd worden, het krachtens vergunning I). Zie Staatsblad 1915 No. 493. bang, Goebernemèn ') Soematera-Timoer, Bangka dan daérah ta'loeknja, Bornéo-Barat dan Bornéo-Timoer dan Selatan. Maka pada Staatsblad 1901 No. 416 monopoli-garam itoe didjalankan djoega di tanah Koetai, Kota Waringin, Pegatan dan Koesan, Tanah Bamboe, Pasir, Sembalioeng, Goenoeng Taboer dan Boeloengan dari Bornéo-Timoer dan Selatan dan moelaï berlakoe pada 1 Januari 1903. d. dalam Asistén-résidènsi Belitong; Menoeroet pasal 7 dari oendang-oendang ini pelanggaran atas larangan jang terseboet dalam pasal ini boléh dihoekoem. Pasal 2. Ketjoewali Larangan jang terseboet pada pasal 1 ta' dikenakan keatas larangan pada: a. mata air asin dalam afdeeling Grobogan (daérah Semarang) dan Bojolali (daérah Soerakarta); tentang hal ini adalah atoeran teristiméwa jang lakoe. (Staatsblad 1910 No. 658 dan 1913 No.'461). Maka ketentoean jang baroe terseboet itoe ditetapkan pada Staatsblad 1910 No. 657 dan 1913 No. 462, lihatlah No. 2 dan 3 dari kitab ini. b. poelau-poelau jang masoek daérah Soematera-Barat '(dan kerésidènan Tapanoeli). (Staatsblad 1902 : 242). Pasal 3. Kewadjiban Segala garam jang diboewat dengan izin dan bagi Goemendjoewal bernemèn haroeslah didjoewal ke goedang-goedang jang diïoewafde- dioentoekkan akan itoe dengan harga jang telah ditetapkan ngan izin dan atau ian8 akan dite*apkan. bagi Goeber nemén di 1). Lihatlah Staatsblad 1915 No. 493. — 26 — Overtreding van dit gebod is strafbaar gesteld bij artikel 7 van deze ordonnantie. Voor het aangemaakte en aan de depót-pakhuizen ingeleverd zout betaalt het Gouvernement ƒ 10.— per kojang. Toekenning van voorschot aan de zoutmakers geschiedt slechts bij volstrekte noodzakelijkheid. (Bijblad No. 660). Jaarlijks zal aan de zoutmakers op Madoera eene, door het Hoofd van gewestelijk bestuur te bepalen hoeveelheid verpakt zout tot persoonlijk gebruik van hen en hun gezin worden verstrekt. (Stbl. 1910 No. 627). Die hoeveelheid is door den Resident van Madoera bepaald op 50 kati voor iederen zoutmaker en zijn gezin. Artikel 4. Verbod tot De invoer van zout, anders dan ten behoeve van het het invoeren: Gouvernement van Nederlandsch-Indië, tenzij afkomstig a. van zout ujt een Gouvernements verkooppakhuis, is, behoudens de "iti^wf" uitzonderingen vermeld in de artikelen 5 en 6, verboden vernements ° , ,, . ,., . , pakhuizen af- °P de eilanden en in de gewesten, vermeld in artikel 1. koms g. b„ st igig No ig bepaa,d> dat de jnvoer) anders dan ten behoeve van den Lande van zout, afkomstig uit 'sLands pakhuizen en verstrekt ten behoeve van de visscherij, tenzij reeds gebezigd voor het doel waarvoor het is verstrekt, is verboden in het tolgebied met uitzondering van de tot het landschap Pelawan behoorende eilanden, den vasten wal van dat landschap, de landschappen Bangka en Koeboe (met inbegrip van de Chineesche nederzettingen aan de kust en van de tot die landschappen behoorende eilanden), Panei, Bila, Koealoe met de onderhoorigheid Leidong en het gedeelte van het landschap Asahan vanaf de grens met het landschap Koealoe tot aan Tandjoeng Api-Api. Overtreding van het bovenstaand verbod wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van ten hoogste vijfhonderd gulden. Bij het veroordeelend vonnis kan het zout, voor zoover den veroordeelde toebehoorende, worden verbeurd verklaard. en ten behoeve van het Gouvernement aangemaakte zout. b. van Gouvernements De invoer van zout uit het eene gewest in het andere is verboden, wanneer het artikel bij de Gouvernements pak- — 27 — goedang- Maka menoeroet pasal 7 dari ordonansi ini pelanggaran goedang jang atas larangan itoe boléh dihoekoem. dioentoekkan Maka garam jang diboewat dan jang didjoewal ke goedang akan itoe. itoe di bajar oléh Goebernemèn dengan harga ƒ 10.— tijap- tijap kojan. Hanjalah biia perloe betoel diberikan oewang porskot, kepada pemboewat garam. (Bijblad No. 660). Pada tijap-tijap tahoen pemboewat garam di Madoera diberi garam jang terboengkoes jang banjaknja ditentoekan oléh Kepala pemerintahan daérah oentoek keperloean sendiri dan anak bininja. (Staatsblad 1910 No. 627). Oléh Résidèn Madoera ditetapkanlah banjaknja garam itoe 50 kati bagi tijap-tijap pemboewat garam dan anak bininja. Pasal 4. Larangan Ketjoewali jang terseboet pada pasal 5 dan 6 maka di¬ akan mem- laranglah membawa masoek garam, jang boekan bagi hfl WH TT13 , Goebernemèn Hindia-Belanda, ke poelau-poelau dan da- soek* a garam jang ^ran ianS terserjoet pada pasal 1, apabila garam itoe asalasalnja ta' nja ta' dari goedang pendjoewalan Goebernemèn. dari goedang Goeberne- Dalam Staatsblad 1919 No. 167 ditentoekan, bahwa di- inèn. laranglah membawa masoek garam jang asalnja dari goedang Goebernemèn dan dipergoenakan bagi penangkapan ikan kedalam djadjahan tempat dija dipoengoet, apabila garam itoe tidak oentoek keperloean Negeri atau soedah dipakai oentoek maksoed ija diberikan, ketjoewali ke poelau-poelau jang masoek tanah Pelawan, tanah Bangka dan Koeboe (tempat jang didijami orang Tjina di tepi laoet dan poelau-poelau jang masoek tempat-tempat itoe terhitoeng djoega), Panai, Bila, Koealoe dengan daérah ta'loeknja Leidong dan sebagian dari tanah Asahan dari batas dengan tanah Koealoe sampai Tandjoeng Api-Api. Maka pelanggaran atas larangan diatas itoe dihoekoem dengan hoekoeman koeroengan selama-lamanja tiga boelan atau denda lima ratoes roepijah. Apabila garam itoe masoek kepoenjaan orang jang dihoekoem, maka dalam vonnis boléh diterangkan, bahwa garam itoe boléh dirampas. b. garam Goeberne- Dilaranglah membawa masoek garam dari satoe daérah ke daérah lain, apabila goedang garam Goebernemèn dari 28 zout uit ge- huizen in het eerstbedoelde voor iageren prijs verkrijgbaar westen waar js dan in het andere, de zoutpak- huispnjzen lager zijn. Uitzonderingen op voorgaande verbodsbepalingen omtrent den invoer van zout Artikel 5. Van het verbod, bij de eerste en tweede alinea van het vorig artikel bedoeld, zijn uitgezonderd: a. behoudens naleving van de bepalingen der ordonnantie van 1 October 1882, Staatsblad No. 240 *), omtrent de havens en plaatsen, waar geladen en gelost mag worden: de havens van Sibolga, Baros, Singkel, (Sumatra's Westkust), de havens en kustplaatsen van de tot de residentie Sumatra's Westkust behoorende eilanden, de haven van Djambi (Palembang), de havens van het Gouvernement Oostkust van Sumatra, waar door het Gouvernement van Nederlandsch-Indië invoerrechten worden geheven, en de haven van TandjongPandan (Billiton), in al welke plaatsen de invoer van zout, niet uit Gouvernements pakhuizen afkomstig, tegen betaling van invoerrecht wordt toegelaten; De havens Sibolga en Baros behooren sedert 1905 (St. No. 418) tot het op zichzelf staande gewest Tapanoeli en Singkel tot het gewest Atjeh en Onderhoorigheden. De haven Djambi behoort sedert 1906 (St. No. 187) . tot hèt gewest Djambi. b. op het eiland Bengkalis, de tot Siak behoorende eilanden, de vaste wal van Siak van de grens met Banka tot die met Pelawan, de tot het landschap Pelawan behoorende eilanden, de vaste wal van dat landschap en het gebied der zoutpacht in de landschappen Banka en Koeboe, met inbegrip van de Chineesche nederzettingen aan de kust en van de tot die landschappen behoorende eilanden, voor welke gedeelten van het Gouvernement Oostkust van Sumatra van kracht blijven !). Aangevuld en gewijzigd laatstelijk bij Staatsblad 1916 No. 214. — 29 — mèn dari da- daérah jang pertama koerang harganja daripada garam érah dimana dari daérah jang kedoewa. harga garam lebih koerang. ^ ^ Ketjoewali dari ketentoean larangan diatas tentang hal membawa masoek garam. Maka dari larangan jang terseboet pada ajat pertama dan kedoewa dari pasal 4 diketjoewalikan: a. dengan menetapkan kewadjiban akan menjoeroeh ketentoean ordonansi dari 1 October 1882, Staatsblad No. 240 1), tentang pelaboehan dan tempat-tempat dimana diperkenankan memoewati dan membongkar kapal: pelaboehan Sibolga, Baroes, Singkel, (SoemateraBarat), pelaboehan dan tempat-tempat di tepi laoet dari poelau-poelau jang masoek daérah Soematera-Barat, pelaboehan Djambi (Pelémbang), pelaboehan dari Goebernemèn Soematera-Timoer dimana dipoengoet bija barang masoek oléh Goebernemèn Hindia-Belanda dan pelaboehan Tandjoeng-Pandan (Belitong); pada tempat-tempat itoe diizinkan membawa masoek garam jang asalnja ta' dari goedang Goebernemèn, asal bija barang masoek dibajarnja; Semendjak pada tahoen 1905 (Staatsblad No. 418) maka pelaboehan Sibolga dan Baroes masoek daérah Tapanoeli dan Singkel toeroet daérah Atjéh dan daérah ta'loeknja. Semendjak pada tahoen 1906 (Staatsblad No. 187) maka pelaboehan Djambi masoek daérah Dfambi. b. poelau Bengkalis, poelau-poelau jang masoek Sijak, tanah darat dari Sijak dari batas Bangka sampai Pelawan, poelau-poelau jang masoek tanah Pelawan, tanah darat Pelawan itoe dan djadjahan pak-garam di tanah Bangka dan Koeboe, dengan kampoeng-kampoeng Tjina di tepi laoet dan poelau-poelau jang toeroet tanah-tanah itoe; oentoek bagian-bagian Goebernemèn Soematera-Timoer itoe masih tetap ordonansi dari 16 October 1885 (Staatsblad No. 167) dan 30 Januari *). Jang kemoedijan sekali ditambahi dan dioebah pada Staatsblad 1916 No. 214. — 30 — de ordonnantie van 16 October 1885 (Staatsblad No. 167) en 30 Januari 1893 (Staatsblad No. 41) lj en het reglement, als bijlage lett. F. aan eerstbedoelde ordonnantie gehecht. (Stbl. 1902 No. 242). Het recht tot invoer en verkoop van zout in de voren omschreven gedeelten van het Gouvernement Oostkust van Sumatra wordt verpacht krachtens de aangehaalde ordonnantiën. De strekking van eenige artikelen van het reglement voor de pacht in eerstgenoemde ordonnaiftië is verduidelijkt bij Staatsblad 1917 No. 74. Ook wordt het recht tot invoer en verkoop van zout, bestemd voor het verduurzamen van visch en andere zeevoortbrengselen in het landschap Panei verpacht krachtens Staatsblad 1908 -No. 209 junctis 1910 No. 686 en 1912 No. 7 en m.m. van toepassing verklaard voor de landschappen Bila, Koealoe met de onderhoorigheid Leidong en een gedeelte van het landschap Asahan. (St. 1912 No. 4). De maximum-prijs, waarvoor het den pachter in voornoemd gebied verooorloofd is het zout te verkoopen, is bij Staatsblad 1918 No. 106 op ƒ 3.— per pikol gesteld. c. de door den Gouverneur-Generaal aan te wijzen havens, in welke de invoer van zout, niet uit Gouvernements pakhuizen afkomstig, tegen betaling van het verschuldigde invoerrecht wordt toegelaten, echter alleen ten behoeve van industriëele ondernemingen en onder voorbehoud, dat het zout vooraf op kosten van den importeur en ten genoegen van den eerstaanwezenden ambtenaar der in- en uitvoerrechten en accijnzen door vermenging met vreemde bestanddeelen voor de consumptie onbruikbaar wordt gemaakt. (Stbl. 1905 No. 306). Als zoodanige havens zijn voor Java en Madoera aangewezen: Batavia, Cheribon, Tegal, Pekalongan, Semarang, Soerabaja en Tjilatjap (St. 1905 No. 307). en voor de buitenbezittingen Padang en Palembang (St. 1905 No. 307). Ook de invoer van het hierbedoelde zout, in streken buiten het gebied waar het zout-monopolie werkt, is voor dezelfde !). Aangevuld bij Staatsblad 1912 No. 7. — 31 — 1893 (Staatsblad No. 41) *) dan reglemèn jang dirangkaikan sebagai lampiran hoeroef F. pada ordonansi jang pertama itoe. (Staatsblad 1902 No. 242). Menoeroet ordonansi jang terseboet diatas, maka hak akan membawa masoek dan mendjoewal garam dalam bagian Goebernemèn Soematera-Timoer jang diterangkan diatas diberikan dengan hak-pak. Maka maksoed beberapa pasal dari reglemèn padjak dalam ordonansi jang pertama diterangkan pada Staatsblad 1917 No. 74. Menoeroet Staatsblad 1908 No. 209 dan 1910 No. 686 dan 1912 No. 7 maka hak akan membawa masoek dan mendjoewal garam boewat mengasin ikan dan penghasilan laoet jang lain-lain dalam tanah Panai dipakkan dengan perdjandjian, bahwa atoeran itoe akan dikenakan kepada. tanah Bila, Koealoe dengan ta'loeknja Leidong dan sebagian dari tanah Asahan. (Staatsblad 1912 No. 4). Menoeroet Staatsblad 1918 No. 106 maka pemegang pak dalam djadjahan tadi boléhlah mendjoewal garamnja sebanjak-banjaknja ƒ 3.— sepikoel. c. pelaboehan jang akan ditoendjoekkan oléh Toewan Besar Goebernoer-Djenderal dimana diizinkan membawa masoek garam jang boekan dari goedang Goebernemèn, asal bija barang masoek dibajarnja, itoepoen hanjalah boewat peroesahaan keradjinan dan dengan perdjandjian, bahwa garam itoe dengan ongkos orang jang membawa masoeknja, dan sampai menjenangkan hati amtenar dari bija barang masoek dan keloewar ditjampoeri dahoeloe dengan zat jang lain sehingga tak boléh dipakai akan makanan. (Staatsblad 1905 No. 306). Maka ditoendjoekkan sebagai pelaboehan boewat tanah Djawa dan Madoera ja'ni: Betawi, Tjirebon, Tegal, Pekalongan, Semarang, Soerabaja dan Tjilatjap (Staatsblad 1905 No. 307). dan boewat tanah Seberang: Padang dan Pelémbang (Staatsblad 1905 No. 307). Dengan perdjandjian dan maksoed jang sama maka djoega membawa masoek garam ke daérah diloewar djadjahan di- !). Ditambahi pada Staatsblad 1912 No. 7. — 32 — doeleinden en onder hetzelfde voorbehoud alleen toegelaten in de door den Gouverneur-Generaal voor dien invoer aangewezen havens. (St. 1907 No. 544). Hiertoe zijn aangewezen: Belawan-Deli en Pangkalan-Brandan (St. 1907 No. 545), Sibolga, Menado, Gorontalo (St. 1908 No. 544). Balikpapan (St. 1909 No. 235) en Tandjongbalai (St. 1916 No. 146). Ten behoeve van de industriëele ondernemingen en van de visscherij is een regeling getroffen voor de verstrekking van Gouvernements zout tegen goedkoopere prijzen. Zie No. 5 van deze aflevering. Het onbruikbaar maken voor de consumptie van zout, moet ten overstaan van een commissie geschieden. (Bijblad No. 5166). Artikel 6. Vrijheid tot (1). Geraffineerd, fijn tafelzout in flesschen of pakjes invoer in het (zoutbroodjes, Table-salt) mag worden ingevoerd tegen geheele mo- 5etajjng der verschuldigde invoerrechten, nopohe-ge ° bied van: a. fijn tafelzout. 0°k de invoer van fijn tafelzout in blik is toegestaan. (Schrijven Dir..O. en E. 24 Juli 1907 No. 13835). b. klip-of (2). Desgelijks is de invoer toegelaten van zoogenaamd steenzout en klip- of steenzout en van zout voor geneeskundig gebruik, zont voor ge- omtrent welke laatste soort van zout van kracht blijft de ffebruu?dlg ordonnantie van 12 Januari 1879. (Staatsblad No. 14). gC ' (Stbl. 1909 No. 96). Voor de aangehaalde ordonnantie zie No. 4 van deze aflevering. c. ruw zout (3). Ruw zout, gebezigd om goederen, aan bederf als bederf- onderhevig, daartegen te vrijwaren, mag, met die goederen werende ver- verpot, worden ingevoerd, doch in geen grootere hoeveelpakking. heid dan vQor het tje00g(je ^oel noodzakelijk is, ter beoordeeling van den eerstaanwezenden ambtenaar der in- en uitvoerrechten en accijnzen. (Stbl. 1884 No. 104). — 33 — Kebébasan membawa masoek kedalam seloeroeh djadjahan monopoli: a. garam makan jang haloes. b. garam karang atau garam batoe dan garam boewat keperloean doktor. c. garam kotor akan me nangkal boengkoesan jang hendak boesoek. mana monopoli-garam berlakoe hanjalah diizinkan ke pelaboehan jang ditoendjoekkan oléh Toewan Besar GoebernoerDjenderal boewat membawa masoek itoe (Staatsblad 1907 No. 544). Maka jang ditoendjoekkan: Belawan-Deli dan Pangkalan-Brandan (Staatsblad 1907 No. 545), Sibolga, Menado, Gorontalo (Staatsblad 1908 No. 544), Balikpapan (Staatsblad 1909 No. 235) dan Tandjoengbalai (Staatsblad 1916 No. 146). Boewat p'aberik-paberik dan penangkapan ikan maka telah ada atoeran tentang mendjoewal garam Goebernemèn dengan harga jang lebih moerah. Lihatlah No. 5 dari kitab ini. Meroesakkan garam sampai tidak dapat dipakai akan makanan lagi haroeslah dihadiri oléh soewatoe komisi. (Bijblad No. 5166). Pasal 6. (1) . Dengan membajar bija barang masoek maka boléhlah membawa masoek garam makan jang haloes dan jang telah dibersihkan dan tersimpan didalam botol atau boengkoesan ketjil (roti-garam, Table-salt). Diizinkan djoega membawa masoek garam makan haloes jang tersimpan didalam blik. (Soerat Diréktoer Pengadjaran dan 'Ibadat pada 24 Juli 1907 No. 13835). (2) . Demikijan djoega diizinkan pada tijap-tijap hari membawa masoek garam karang atau garam batoe dan garam boewat keperloean doktor; maka ordonansi tanggal 12 Januari 1879 (Staatsblad No. 14) masih tetap lakot lagi garam keperloean doktor tadi. (Staatsblad 1909 No. 96). Tentang ordonansi jang terseboet itoe lihatlah No. 4 dari kitab ini. (3). Garam kotor jang dipergoenakan akan menangkal benda-benda jang hendak boesoek boléhlah dimasoekkan, asal garam itoe diboengkoes bersama dengan benda itoe, akan tetapi hanjalah apabila banjak garam itoe ta' lebih daripada banjak garam jang dianggap perloe betoel akan mentjapai maksoednja oléh amtenar bija barang masoek dan keloewar jang ditoendjoekkan pertama boewat pekerdjaan itoe. (Staatsblad 1884 No. 104). No. 30/O.B. 3, — 34 — (4) . Het zout, dat op grónd van het bepaalde bij de vorige alinea niet ten invoer wordt toegelaten, wordt óf door belanghebbenden dadelijk naar buiten het tolgebied uitgevoerd, óf in 's Lands opslaglokalen opgeslagen. (Stbl. 1886 No. 142). (5) . Indien er niet uiterlijk op den achtsten dag na dien van opslag door belanghebbenden tot uitvoer over is beschikt, wordt het door de douane op hunne kosten vernietigd. (Stbl. 1886 No. 142). Artikel 7. Strafbepa- Overtreding van een der verbodsbepalingen, vervat in lingen: de artikelen 1, 3 en 4, zoomede het vervoer of het bezit Hechtenis. van zout> waarvan de wettige herkomst niet kan bewezen S0^6, worden, wordt, behalve met verbeurdverklaring van het in Verbeurd- , , ' . .f. verklaring. beslaS genomen zout- gestraft. a) . indien de hoeveelheid zout minder dan een pikol be¬ draagt voor Europeanen en met hen gelijkgestelden met gevangenisstraf van een tot acht dagen of geldboete van ƒ 10 tot ƒ 100 gulden, en voor Inlanders en met hen gelijkgestelden met een geldboete van ƒ 10 tot ƒ 100 of ten arbeidstelling aan de publieke werken voor den kost zonder loon van ten hoogste drie maanden. Krachtens artikel 4 alinea 1 en 3 van de Invoeringsverordening van het Wetboek van Strafrecht in Staatsblad 1917 No. 497, worden de hiergenoemde vrijheidsstraffen vervangen door „hechtenis", tot het hoogste maximum van de beide vrijheidsstrafsoorten onder a bedoeld. b) . indien de hoeveelheid zout één picol of meer bedraagt, voor Europeanen en met hen gelijkgestelden, met gevangenisstraf van acht dagen tot drie maanden en een geldboete van ten hoogste ƒ 500 en voor Inlanders en met hen gelijkgestelden met dwangarbeid buiten den ketting van acht dagen tot drie maanden en eene geldboete van ten hoogste ƒ 500.—. — 35 — Ketentoean hoekoeman: Hoekoeman koeroengan. Denda. Sita. (4) . Garam, jang menoeroet alasan jang ditentoekan pada ajat diatas dan jang ta'boléh dimasoekkan, haroes lekas dikeloewarkan oléh jang poenja keloewar djadjahan tjoekai atau disimpan didalam goedang-negeri. (Staatsblad 1886 No. 142). (5) . Bila garam itoe oléh orang jang poenja, selamalamanja delapan hari sesoedahnja barang itoe disimpan, ,ta' ditentoekan dikeloewarkan, maka dengan ongkos orang itoe garam itoe dibinasakan oléh pedjabatan tjoekai. (Staatsblad 1886 No. 142). Pasal 7. Barang sijapa jang melanggar satoe daripada ketentoean larangan jang terseboet pada pasal 1, 3 dan 4, begitoe djoega tentang membawa atau mempoenjaï garam jang ta' dapat diterangkan asalnja jang sah, lain daripada barang-barang jang ditangkap itoe disita, dihoekoem djoega: a). apabila banjak garam itoe koerang dari sepikoel, boewat orang Éropah dan jang dipersamakan dengan dija dengan hoekoeman pendjara dari sehari sampai delapan hari atau denda dari ƒ 10 sampai ƒ 100, dan boewat Boemipoetera dan jang dipersamakan dengan dija dengan denda dari ƒ 10 sampai ƒ 100 atau hoekoeman krakal selama-Iamanja tiga boelan. Menoeroet pasal 4 ajat 1 dan 3 dari oendang-oendang peroebahan Kitab oendang-oendang Hoekoeman dalam Staatsblad 1917 No. 497, maka hoekoeman jang menghilangkan kemerdékaan itoe diganti dengan „hoekoeman koeroengan", selama-lamanja seperti hoekoeman jang menghilangkan kemerdékaan jang terseboet dalam a. b). apabila banjak garam itoe sepikoel atau lebih boewat orang Éropah dan jang dipersamakan dengan dija, dengan hoekoeman pendjara dari delapan hari sampai tiga boelan dan denda sebanjak-banjaknja ƒ 500, dan boewat Boemipoetera dan jang dipersamakan dengan dija, dengan kerdja paksa diloewar rantai dari delapan hari sampai tiga boelan dan denda sebanjakbanjaknja ƒ 500.—. — 36 — a. b. Intrekking Ingeval van overtreding van artikel 3 wordt de aan den van de ver- overtreder verleende vergunning tot zoutaanmaak bovengunning tot djen -„getrokken, zoutaanmaak. Goederen, die Voer- of vaartuigen, gespannen en lastdieren, door mid- verbonden en del waarvan de overtreding is gepleegd, zullen verbonden executabel en exeCutabel kunnen worden verklaard voor de betaling yp*j*jaard van de opgelegde boeten en de gerechtskosten, kunnen wor- r° ° ° den voor opgelegde boe¬ ten en ge Tot het opsporen van de bij deze verordening strafbaar gestelde feiten, zijn mede bevoegd de beheerders (St. 1822 rechtskosten No- 47* en de 0Pzichters en de mantri's voor den zoutaan¬ maak m net gewest jviaaoera. i»io i>u. Artikel 8. Wat geschie- Aangehaald zout wordt na verbeurd verklaring, of indieri den moet met de eigenaren daarvan niet bekend zijn of uit anderen hoofde aangehaald geen strafvervolging wegens overtreding kan worden ineerWam-dUrd" eesteld> dadeliik na de aanhaling, bij het naastbij zijnde zout Gouvernements pakhuis ingenomen, wanneer het daartoe door het Hoofd van plaatselijk bestuur geschikt wordt geacht. Is dit laatste niet het geval, dan wordt het aangehaald zout, indien het voor de consumptie geschikt is, in het openbaar verkocht, mits zulks in het voordeel van het land is, en anders vernietigd. (Stbl. 1906 No. 256). Uitkeering Aan de personen, die zout hebben aangehaald en die van eene be- tot het doen der aanhaling hebben medegewerkt, ter belooning in oordeeling van het Hoofd van plaatselijk bestuur, wordt, geld voor het nadat de verbeurdverklaring in kracht van gewijsde is zout3 60 gegaan> eene belooning, berekend naar den maatstaf van ƒ 2.— per picol, uitgekeerd voor zooveel zij niet bij algemeene bepalingen zijn uitgesloten van het genot van een aandeel in boeten en verbeurdverklaringen. (Stbl. 1894 No. 235; 1900 No. 205; 1903 No. 309). Ingeval er meer dan één rechthebbende is, verdeelt het Hoofd van plaatselijk bestuur het bedrag onder de rechthebbenden. (Stbl. 1900 No. 205; 1903 No. 309). — 37 — a. b. Mentjaboet soerat-izin akan memboewat garam. Barang-barang jang boléh didjoewal boewat membajar denda dan ongkos peng'adilan. Bagaimana melaloekan garam jang ditangkap dan disita. Memberikan oewang gandjaran kepada orang menangkap garam. Bila melanggar pasal 3, maka soerat-izin akan memboewat garam dari pelanggar itoe ditjaboetlah djoega. Kendaraan atau perahoe, héwan penarik dan héwan beban jang terpakai melanggar pelanggaran itoe, boléhlah didjoewal boewat membajar denda dan ongkos peng'adilan. jang dikoewasakan djoega mentjari keterangan tentang hal jang boléh dihoekoem menoeroet oendang-oendang ini ja'ni: pengoewasa (Staatsblad 1822 No. 47) dan opzichter dan menteri garam di daérah Madoera. (Staatsblad 1913 No. 442). Pasal 8. Djika garam jang ditangkap laloe disita atau jang poenja ta' diketahoei atau ta' ada alasan lainnja akan menoentoetnja kemoeka ke'adilan, maka garam itoe sesoedah tertangkap lekaslah disimpan didalam goedang Goebernemèn jang dekat sekali, itoepoen, apabila goedang itoe dianggap lajak oléh Kepala pemerintahan senegeri. Djika goedang itoe dianggap ta' lajak dan garam itoe baik bagi makanan dan akan memberi keoentoengan kepada Negeri, maka garam itoe didjoewal didepan orang banjak; kalau tidak maka garam itoe dibinasakan. (Staatsblad 1906 No. 256). Bilamana ponis (vonnis) sitaan tidak dapat dioebah lagi, maka diberikanlah kepada orang-orang jang menangkap garam dan menolong menangkapnja gandjaran, terhitoeng ƒ 2.— sepikoel; sijapa jang patoet dapat gandjaran itoe terserah kepada pertimbangan Kepala pemerintahan senegeri, ketjoewali apabila merékaitoe menoeroet ketentoean 'oemoem ta' berhak lagi menerima bagian dari denda dan barang jang tersita. (Staatsblad 1894 No. 235; 1900 No. 205; 1903 No. 309). Apabila banjaknja orang jang berhak itoe lebih dari seorang, maka oewang itoe dibagilah oléh Kepala pemerintahan senegeri kepada orang-orang jang berhak. (Staatsblad 1900 No. 205; 1903 No. 309). Zijn de eigenaren van het aangehaald zout niet bekend of kan uit anderen hoofde geen strafvervolging wegens overtreding worden ingesteld, dan geschiedt de uitkeering op de wijze, als in de voorgaande twee alinea's is aangegeven, nadat het zout in een pakhuis ingenomen, dan wel in het openbaar verkocht of vernietigd is. (Stbl. 1900 No. 205; 1906 No. 256). 2. Staatsblad 1910 No. 657. ZOUT. SEMARANG. Bepalingen betreffende het aanmaken van zout uit de zoutwaterwellen in de afdeeling Grobogan en regeling van de belasting, op te brengen door hen, die het zout vervaardigen, en van het vervoer van dat zilt buiten de afdeeling van. herkomst. Krachtens machtiging der Koningin, met intrekking van de ordonnantie van 6 October 1876 (Staatsblad No. 258), zooals zij is aangevuld en gèwijzigd bij de ordonnantie van 27 Maart en 25 Augustus 1904 (Staatsblad Nos. 183 en 346), te bepalen als volgt: Artikel 1. Het blijft aan de Inlandsche bevolking als uitzondering op de bestaande bepalingen omtrent het zout-monopolie, bij voortduring geoorloofd om zout te trekken uit de zoutwaterwellen in de desa's: 1. Koewoe, . 2. Grobogan, 3. Djati, 4. Mentikil, 5. Bandjar-lor, 6. Bandjar-kidoel, en 7. Tjrèwék, gelegen in het district Kradènan van de afdeeling Grobogan (residentie Semarang), alsmede in de desa's: 8. Djono, 9. Sileman, en 10. Ploemboengan, Verzekering van het recht toekomende aan de Inlandsche bevolking tot aanmaak van zout uit de zoutwaterwellen in de afd. Grobogan. — 39 — Bila orang-orang jang mempoenjaï garam jang tertangkap ta' diketahoei atau dari sebab lainnja ta' dapat ditoentoet kemoeka ke'adilan, maka pemberian itoe didjalankan menoeroet tjara jang diterangkan pada kedoewa ajat jang baroe terseboet, apabila garam itoe telah disimpan dalam goedang, didjoewal didepan orang banjak atau dibinasakan. (Staatsblad 1900 No. 205; 1906 No. 256). 2e. Staatsblad 1910 No. 657. GARAM. SEMARANG. Ketentoean tentang memboewat garam dari air mata air asin dalam afdeeling Grobogan dan atoeran padjak jang mesti dibajar orang-orang, jang memboewat garam itoe, dan atoeran membawa garam itoe keloewar afdeeling tempat asalnja. Menoeroet perintah dari Baginda-Radja dan dengan mentjaboet ordonansi tanggal 6 October 1876 (Staatsblad No. 258), seperti jang ditambahi dan dioebah pada ordonansi pada 27 Maart dan 25 Augustus 1904 (Staatsblad No. 183 dan 346), maka ditetapkanlah seperti berikoet: Pasal 1. Menanggoeng hak Boemipoetera akan memboewat garam dari air mata air asin dalam af' deeling Grobogan. Sebagai ketjoewali atas ketentoean tentang monopoligaram maka diizinkanlah kepada Boemipoetera memboewat garam dari air mata air asin di désa: 1. Koewoe, 2. Grobogan, 3. Djati, 4. Mentikil, 5. Bandjar-lor, 6. Bandjar-Kidoel, dan 7. Tjrèwék, semoewanja terletak dalam distrik Kradènan dari afdeeling Grobogan (daérah Semarang), begitoe djoega di désa: 8. Djono, 9. Sileman, dan 10. Ploemboengan, — 40 — gelegen in het district Grobogan van gemelde afdeeling. Artikel 2. Aanduiding De verkoop van het in artikel 1 bedoelde zout is alleen van het afzet- geoorloofd in de afdeeling Grobogan der residentie Semadat zoufV ran£' zoomede in de volgende gedeelten der residentie Soerakarta: Onderdistrict. District. Afdeeling. Sragèn. Sawahan. Sawahan. Soerakarta. Nogosari. id. id. Paloer. Grogol. id. Modjo. Komponglor-. id. Kalioso. id. id. Karanggede. Bojolali. Simo. id. Djoewangi. Djoewangi. id. Kemoesoe. id. id. Artikel 3. Vaststelling (1). Jaarlijks mag ten hoogste 34.000 pikol zout wor- van de totale den aangemaakt. hoeveelheid jaarlijks aan Deze hoeveelheid is bij Gouvernements Besluit van te maken 12 October 19U No. 48 voorloopig verhoogd tot 40.000 ZOttt pikoi (2) . Vervallen door tijdsverloop. (3) . De Gouverneur-Generaal is bevoegd de in de alinea 1 bedoelde maximum-hoeveelheid aan te maken zout te allen tijde te verhoogen, indien de economische toestand — 41 — semoewanja terletak dalam distrik Grobogan dari afdeeling jang terseboet. Pasal 2. Menerangkan Maka mendjoewal garam jang terseboet pada pasal 1 djadjahan hanjalah diizinkan dalam afdeeling Grobogan dari daérah tempat men- Semarang, begitoe djoega dalam bagian jang berikoet dari riiopu/al era -gju daérah Soerakarta Onderdistrik. Distrik. Afdeeling. Sragèn. Sawahan. Sawahan. Soerakarta. Nogosari. id. id. Paloer. Grogol. id. Modjo. Kompong-lor. id. Kalioso. id. id. Karanggede. Bojolali. Simo. id. Djoewangi. Djoewangi. id. Kemoesoe. id. id. Pasal 3. Menetapkan (1). Pada tijap-tijap tahoen boléh diboewat garam sedjoemlah banjak-banjaknja 34.000 pikoel. banjaknja garam jang di- Menoeroet firman Pemerintah tanggal 12 October 1911 ^j06*-?^ ^ maka banjaknja garam tadi boewat sementara waktoe pada tijap- ditambah sampai 40.000 pikoel. tijap tahoen. (2) . Dari sebab waktoen ja telah laloe, maka ajat ini dibatalkan. (3) . Bila menoeroet timbangan Toewan Besar Goebernoer-Djenderal akan mendatangkan kebaikan kepada keadaan ra'jat jang memboewat garam, maka Toewan 8» — 42 — der zoutmakende bevolking naar zijn inzien zulks gewenscht doet zijn. Zie aanteekening bij alinea 1. Artikel 4. (1 en 2). Verdeeling van de maximum-hoeveelheid aan te maken zout over de tien in artikel 1 genoemde desa's en onder de zoutmakers in die desa's geschiedt van bestuurswege. Beperking der uitgestrektheidvan de verdampingstoestellenvoor iederen zoutmaker in evenredigheid met de voor hem vastgestelde maximumproductie.Verplichte sluiting van den aanmaak zoodra die maximumhoeveelheidis bereikt. (3). De uitgestrektheid van de verdampingstoestellen, welke iedere zoutmaker in voorraad mag hebben, mag niet grooter zijn dan door het bestuur op grond van proeven vastgesteld wordt als noodig om in een jaar de dien zoutmaker toegestane maximum-productie te bereiken. (4). Heeft een zoutmaker de voor hem bepaalde maximum-hoeveelheid aan te maken zout bereikt, dan wordt op last van het Hoofd van plaatselijk bestuur de aanmaak van dien zoutmaker gesloten en daaraan algemeene bekendheid gegeven. Na deze sluiting is het hem verboden zout te maken. Zijn verdampingstoestellen worden buiten gebruik gesteld en mogen niet vóór den aanvang van het eerstvolgende jaar weder in gebruik worden genomen. Overtreding van de verbodsbepalingen in alinea's 3 en 4 is strafbaar gesteld bij artikel 11 dezer verordening. Artikel 5. Verplichting (1). Ter bepaling van de aangemaakte hoeveelheden van den zout- zout moeten de zoutmakers, telkens wanneer zij geoogst maker om hebben, binnen een door den Resident van Semarang te — 43 — Besar dikoewasakan pada sebarang waktoe menambah banjaknja garam jang diperboewat seperti jang terseboet pada ajat pertama. Lihatlah peringatan pada ajat 1. Pasal 4. Membatasi lébarnja perkak as mengoewapkanbagi masingmasing pemboewat garam sepadan dengan banjak garam sebanjak-banjaknja jang boléh diboewatnja.Kewadjiban memperhentikan memboewat garam, apabila telah diperoléh banjak jang sebanjak-banjaknja. (1 dan 2). Maka pegawai pemerintahanlah, jang menentoekan garam jang sebanjak-banjaknja, jang boléh diboewat oléh tijap-tijap désa dari sepoeloeh désa jang terseboet pada pasal 1 tadi dan oléh tijap-tijap orang pemboewat garam dalam désa-désa itoe. (3). Maka masing-masing pemboewat garam boléh mempoenjaï perkakas mengoewapkan, tetapi loewasnja perkakas itoe ta'boléh lebih daripada loewasnja jang dipandang perloe akan memperoléh banjaknja hasil jang sebanjak-banjaknja, jang ditetapkan menoeroet alasan pertjobaan. (4). Bila pemboewat garam telah memperoléh banjak jang sebanjak-banjaknja, maka dengan perintah dari Kepala pemerintahan senegeri pemboewat garam itoe ta'boléh memboewat garam lagi dan hal itoe dimasjhoerkan (disijarkan) kepada orang banjak. Setelah pemboewatan garam itoe diperhentikan, maka pemboewat garam dilaranglah memboewat garam. Maka perkakas itoe tijadalah boléh dipakai lagi dan pada permoelaan tahoen jang akan datang baroelah boléh dipakai poela. Pelanggaran ketentoean larangan dalam ajat 3 dan 4 dihoekoemlah menoeroet pasal 11 dari oendang-oendang ini. Pasal 5. Kewadjiban (1). Akan menentoekan banjaknja garam jang diperpemboewat boewat, maka tijap-tijap hasil garam telah dipoengoet dan garam pada (]a]arn témpoh jang ditetapkan oléh Résidèn Semarang, — 44 — het gewonnen bepalen termijn, het gewonnen product brengen naar de product na Van Gouvernementswege opgerichte weegloodsen, waar eiken oogst hej zou^ 0p Gouvernements kosten gewogen wordt, ter weging te & & brengen naar de Gouverne- Onttrekking van zout aan de hierbedoelde weging is ments weeg- strafbaar. (Art. 11 dezer ordonnantie). loodsen. (2). De eigenaren kunnen het zout daarna weder meenemen of, voor zoover de ruimte zulks toelaat, onder eigen verantwoordelijkheid in de weegloodsen achterlaten en het daar te koop aanbieden. Artikel 6. Naam en hef- .(1). Onder den naam van cijns wordt van hen, die fing eener be-het zout maken naar den maatstaf van de in het vorig jaar asting van d"e aangemaakte hoeveelheid zout, eene belasting geheven ten zoutmakers. , ,° .. ' " .. . ° C1 „c ,., bedrage van ƒ 0.50 (vijftig cent) per pikol van 61.76 kilogram. (2). Vervallen door tijdsverloop. Artikel 7. Gegevens be- (1). Door de beheerders van de weegloodsen wordt treffende de zoowel voor zich zelf als voor de zoutmakers, aanteekening zoutmakers gehouden van de namen der zoutmakers en van de door en de door hen aange- *ien aangemaakte hoeveelheden zout. maakte hoeveelheid zout. Vaststelling (2). Met behulp van de in de vorige alinea bedoelde van het ko- gegevens, wordt het kohier van den aanslag, voor 1 Fe- hier van den Druari van het belastingjaar vastgesteld door den Resident aanslag op „ & grond van dievan Semarang. gegevens. Verstrekking (3). Het desahoofd verstrekt aan iederen belasting- — 45 — waktoe penghabisan hasil akan membawa peroléhan jang didapatnja ke goedang Goebernemèn akan ditimbang. pemboewat garam haroes membawa peroléhan jang didapatnja ke goedang-timbang Goebernemèn; maka dengan ongkos Goebernemèn garam itoe ditimbang. Barang sijapa jang ta' toeroet menimbang garamnja seperti jang terseboet diatas, boléh dihoekoem. (Pasal tl dari ordonansi ini). (2) Maka jang empoenja boléhlah membawa garamnja lagi atau apabila masih ada tempatnja, garam itoe boléh ditinggalkan dan didjoewal di goedang itoe, asal hal ini ditanggoengnja sendiri. Pasal 6. Nama padjak (1). Barang sijapa jang memboewat garam menoeroet pemboewat banjaknja garam jang diperboewat pada tahoen jang telah garam dan iaioe) dikénakan padjak ƒ 0.50 (lima poeloeh sén) sepikoel memoengoet- dar- 6f 76 kii0gramr padjak itoe bernama tjoekai (cijns). (2). Tidak terpakai lagi dari sebab waktoenja telah laloe. Pasal 7. iveterangan tentang pemboewat garam dan banjaknja garam jang diperboewatnja. Menetapkan kitir padjak dari banjaknja padjak menoeroet | keteranganketerangan l itoe. (1). Bagi dirinja sendiri dan bagi pemboewat garam, maka oléh pengoewasa goedang-timbang diperingatkan nama pemboewat garam dan banjaknja garam jang diperboewatnja. (2). Menoeroet keterangan jang terseboet pada ajat jang baroe laloe, maka sebeloem tanggal 1 Februari dari tahoen pembajaran padjak itoe kohir dari banjaknja padjak ditetapkan oléh Résidèn Semarang. (3). Maka Kepala-désa memberikan sehelai koetipan — 46 — van een uit- schuldige een uittreksel uit het kohier, houdende opgaaf treksel uit dat Van het door hem verschuldigd bedrag, kohier aan iederen be- lastingschul- - _ dige>s Artikel 8. Inning der be- (1) De invordering der belasting geschiedt door de lastJng. desahoofden tegen kwijting op het aanslagbiljet. Uiterste ter- (2) De verschuldigde ^belasting moet jaarlijks vóór 20 mijn voor de December van het jaar, waarin de aanslag is geschied, door voldoening, de belastingschuldigen geheel zijn voldaan. Storting der (3) De desahoofden storten de ontvangen gelden bij belasting. den Ondercollecteur, zoodra zij meer dan ƒ 50 beloopen; zullende na 18 December stortingen tot een lager bedrag kunnen plaats hebben. (4) De geïnde belasting moet door de desahoofden aan den Ondercollecteur ten volle zijn afgedragen vóór of op den Iaatsten December van het jaar waarover de belasting verschuldigd is. (5) Bij elke storting wordt den desahoofden daarvoor door den Ondercollecteur een belooning van acht ten honderd van het gestorte bedrag uitgekeerd. (6) De bepalingen omtrent de storting en verantwoording der landrente door de Ondercollecteurs gelden ook voor deze belasting. Artikel 9. Geheele of De Gouverneur-Generaal is bevoegd in buitengewone gedeeltelijke gevallen geheele of gedeeltelijke vrijstelling van cijns te vrijstelling verleenen. van Cijns. Artikel 10. Verbod op het Alle vervoer van het in artikel 1 bedoelde zout naar buiten vervoer van het daarvoor in artikel 2 aangewezen afzetgebied is ver- het^t naf boden, buiten het afzetgebied. Uitkeering van collecteloon bij elke storting. — 47 — sehelai koe- dari kohir jang menerangkan banjaknja oewang jang hatipan dari ko- r0es dibajarnja kepada masing-masing orang jang diwati^kti*ada djibkan membajar padjak. orang jang membajar pa- Pasal 8. djak. Memoengoet (1). Maka padjak ini dipoengoet oléh Kepala-désa depadjak. ngan memberikan kitir padjak. Tanggal jang (2). Sebeloem tanggal 20 December maka padjak ini seléwat-lé- haroeslah dibajar oléh si pembajar padjak. watnja oentoek membajar padjak. Membajar (3). Maka oewang jang diterimanja dibajarkan oléh padjak. Kepala-désa kepada onderkoléktoer, apabila banjaknja oewang itoe lebih dari ƒ 50; sesoedahnja 18 December maka Kepala-désa itoe boléhlah membajar koerang dari ƒ 50.—. (4). Sebeloem atau pada penghabisan boelan December dari tahoen pembajaran padjak, maka padjak jang telah terpoengoet semoewanja haroeslah dibajarkan oléh Kepala-désa kepada onderkoléktoer. Memberikan (5). Pada tijap-tijap pembajaran maka diberikan oléh oewang gan- onderkoléktoer kepada Kepala-désa oewang gandjaran de- djaran pada ]apan daIam seratoes tiiap-tnap pembajaran. ' Ketentoean tentang pembajaran dan pertanggoengan padjak tanah oléh Onderkoléktoer lakoe djoega bagi padjak ini. Pasal 9. Membébas- Dalam hal-hal jang teristiméwa maka Toewan Besar kan tjoekai Goebernoer-Djenderal dikoewasakan membébaskan orang sebagian atau „ . . .. . . . , . 6 semoewanja. rnembaJar tjoekai semoewanja atau sebagian. Pasal 10. Larangan Dilaranglah membawa garam jang terseboet pada pasal gïramkeloe- 1 ke,oewar dïadjahan jang ditoendjoekkan pada pasal 2. war djadjahan pendjoewalan garam. — 48 — Artikel 11. Strafbepalin- (1) Overtreding van de verbodsbepalingen in artikel gen- 4 alinea's 3 en 4 en in artikel 10, zoomede winning, ook al heeft deze plaats vóór de sluiting van den aanmaak op last van het Bestuur, van meer zout dan ingevolge artikel 4, alinea 1, voor iederen zoutmaker bepaalde hoeveelheid, alsook het onttrekken van zout aan de in artikel 5 bedoelde weging, worden gestraft met een geldboete van vijf en twintig tot honderd gulden of met gevangenisstraf dan wel ten arbeidstelling aan de publieke werken voor den kost zonder loon van acht dagen tot een maand. De vrijheidsstraffen bedreigd in deze verordening worden, krachtens het bepaalde in artikel 4 alinea's 1 en 3 van de Invoeringsverordening van het Wetboek van Strafrecht (Staatsblad 1917 No. 497) vervangen door „hechtenis" tot hetzelfde maximum als boven aangegeven. Bijkomstige straf. Verbeurdverklaring en vernietiging van het zout waarmede de overtreding gepleegd is. (•2) Bovendien wordt bij veroordeeling wegens overtreding van het verbod in artikel 10 of wegens het onttrekken van zout aan de in artikel 5 bedoelde weging, het zout waarmede de overtreding gepleegd is, en, bij veroordeeling wegens overtreding van artikel 4, alinea's 3 en 4, zoowel het teveel aan verdampingstoestellen als het eventueel gewonnen zout en de overige inhoud van de verdampingstoestellen verbeurd verklaard. (3) Verbeurdverklaring heeft ook plaats ten aanzien van het zout dat voor de sluiting van den aanmaak, méér gewonnen is dan de ingevolge artikel 4 alinea 1 voor iederen zoutmaker bepaalde hoeveelheid. (4) Het verbeurd verklaarde zout wordt vernietigd. Goederen, die ^ yoer- en vaartuigen en bespanningen, zoomede nomen ^eipverdampingstoéstellen, waarmede de overtreding heeft executabel plaats gehad, kunnen in beslag genomen en executabel verklaard verklaard worden voor de betaling der opgelegde boete en kunnen wor- van de kosten der gerechtelijke vervolging. den voor opgelegde boete en gerechtskosten. — 49 — Ketentoean hoekoeman. Hoekoeman tambahan. Menjita dan membinasakan garam jang terpakai dalam pelanggaranitoe. Pasal tl. (1) . Pelanggaran dari ketentoean hoekoeman dalam pasal 4 ajat 3 dan 4 dan pasal 10, begitoe djoega memboewat garam banjaknja lebih dari jarig telah ditentoekan menoeroet pasal 4 ajat 1, bija'rpoen perboewatan itoe didjalankan sebeloem waktoe memboewat garam jang diperintahkan oléh pemerintah negeri, demikijan djoega meiepaskan garam dari perintah menjoeroeh timbang garam itoe seperti jang ditentoekan pada pasal 5, dihoekoemlah dengan denda dari doewa poeloeh lima sampai seratoes roepijah, ataupoen hoekoeman pendjara atau krakal dari delapan hari sampai seboelan. Menoeroet jang ditentoekan pada pasal 4 ajat 1 dan 3 dari Oendang-oendang-mendjalankan Kitab Oendang-oendang Hoekoeman (Staatsblad 1917 No. 497), maka hoekoeman jang menghilangkan kemerdékaan dari oendangoendang ini diganti dengan „hoekoeman koeroengan" jang lama selama-lamanja bersamaan dengan jang ditentoekan diatas. (2) . Bila ada hoekoeman dari sebab melanggar pasal 10 atau mengoerangi garam jang ditimbang menoeroet pasal 5, ataupoen ada hoekoeman dari sebab melanggar pasal 4 ajat 3 dan 4, maka garam jang terpakai dalam oelane- garan itoe serta perkakas mengoewap jang terlebih atau garam jang diperoléhnja dan isi jang lain-lain dari perkakas mengoewap itoe disitalah. (3). Bila sebeloem hak memboewat garam laloe ada garam jang terlebih dari banjak jang ditentoekan pada pasal 4 ajat 1, maka garam itoe disitalah djoega. I.... r'.. L (4). Garam jang disita itoe dibinasakan. Barang-ba- /c, , , rang jang bo- * Kendaraan> perahoe dan kendaraan jang lain, beléh dirampas Sitoe dJ°ega perkakas mengoewap jang terpakai dalam dan didjoewal pelanggaran itoe boléhlah dirampas dan didjoewal oléh oléh Negeri Negeri akan dipakai membajar oewang denda dan ongkos akan dipakai peng'adilan. membajar oewang denda dan ongkos peng'adilan. No 30/O.B. o _ 50 — Artikel 12. Wie met het (1) Met het opsporen van de overtredingen, bedoeld opsporen van bij artikel 11, zijn mede, ieder binnen zijn ressort, belast overtredin- de mantri's bij den zoutaanmaak in de afdeeling Grobogan gen belast d residentie Semarang, aan wie mede wordt toegekend zijn. Bevoegdheid de bevoegdheid omschreven in artikel 1 van de ordondier personen nantie van 20 Augustus 1865 (Staatsblad No. 84), zooals tot het doen die ordonnantie sedert is aangevuld, van huiszoeking. De hier bedoelde bevoegdheid betreft het houden van huiszoeking (2) De artikelen 2, 3, 4 en 5 van evengemelde ordonnantie gelden mede bij het onderzoek door genoemde mantri's. Genoemd artikel 5 is vervallen. Zie art. 42o St. 1917 No. 497. Artikel 13. Datum van Deze ordonnantie treedt in werking op 1 Juli 1911. inwerkingtreding. 3. Staatsblad 1913 No. 462. ZOUT. SOERAKARTA. Vaststelling van bepalingen betreffende den aanmaak van zout uit de zoutwaterwellen in de afdeeling Bojolali en het vervoer van het zilt buiten de afdeeling van herkomst in verband met de invoering van het zoutmonopolie in genoemd gewest. Artikel 1. Verzekering Het blijft aan de Inlandsche bevolking, als uitzondering van het recht op de bestaande bepalingen omtrent het zoutmonopolie, toekomende b» voortduring geoorloofd om zout te trekken uit de zoutbevolktac tot waterwellen in de desa's Boto en Ngaglik, gelegen in het aanmaak van district Simo van de afdeeling Bojolali (residentie Soerazout uit de karia). zoutwaterwellen in de afdeeling Bojolali. — 51 — Pasal 12. Sijapa jang (l) jang diwadjibkan mentjari keterangan dari pelangmeflt^arf'k" Saran jang terseboet pada pasal 11 jaïtoe menteri garam terangan pe- da,am afdeeli"g Grobogan (kerésidènan Semarang), malanggaran. sing-masing bagi bawahannja, jang dikoewasakan seperti Kekoewasa- Jang diterangkan pada pasal 1 dari ordonansi pada 20 an orang- Augustus 1865 (Staatsblad No. 84), seperti telah dioebah orang itoe sedjak itoe. akan meme- rik8a (gela- Maka kekoewasaan jang dimaksoed itoe ja'ni memeriksa dah) roemah. (menggeladah) roemah. (2) Maka 'pasal 2, 3, 4 dan 5 dari ordonansi jang baroe terseboet itoe lakoe djoega bagi peperiksaan jang didjalankan oléh menteri tadi. Pasal 5 jang terseboet tidak terpakai lagi. Lihatlah pasal 4 2a dari Staatsblad 1917 No. 497. Pasal 13. Hari moelaï Adapoen ordonansi ini moelaï berlakoe pada 1 Juli 1911. berlakoenja. 3. Staatsblad 1913 No. 462. GARAM. SOERAKARTA. Menetapkan ketentoean tentang memboewat garam dari air mata air asin dalam afdeeling Bojolali dan membawa garam itoe keloewar afdeeling tempat asalnja berhoeboeng dengan mengenakan monopoli-garam dalam daérah Soerakarta. Pasal 1. Menjoeng- Maka dipandang sebagai ketjoewali atas ketentoean goehkati hak tentang monopoli-garam, jang ra'jat Boemipoetera boléh poetera °akan memboewat garam dari air mata air asin di désa Boto dan memboewat NZa%lik dari distrik Sim°> afdeeling Bojolali (kerésidènan garam dari Soerakarta). air mata air asin dalam afdeeling Bojolali. — 52 — Artikel 2. Omschrijving De verkoop van het in artikel 1 bedoelde zout is alleen van het afzet- geoorloofd in de volgende gedeelten der residentie Soeragebied voor karta. bedoeld zout. Onderdistrict District Afdeeling , Karanggede. Bojolali. Simo. id. Djoewangi. Djoewangi. id. Kemoesoe. id. id. Sawahan. Sawahan. Soerakarta Nogosari. id. id. Paloer. Grogol. id. Modjo. id. >d. Djogomasan. Kampong-lor. id. Kalioso. id. id. — Sragen. en voorts in de afdeeling Groöogan der residentie Semarang. Artikel 3. Alle vervoer van het in artikel 1 bedoelde zout naar buiten het in artikel 2 daarvoor aangewezen afzetgebied is verboden. Artikel 4. Strafbepaling (1) Overtredingen van het in artikel 3 gestelde verbod op overtre- worden gestraft met een geldboete van vijf en twintig tot Verbod van het vervoer van dat zout naar buiten het afzetgebied. — 53 — Pasal' 2. Menerangkan Maka mendjoewal garam seperti jang terseboet pada djadjahan pasai i hanjafah diizinkan dalam bagian daérah Soerakarta pendjoewal- jang 5erikoet: an garam 3 & jang terse boet Onderdistrik Distrik Afdeeling Karanggede. Bojolali. Simo. id. Djoewangi. Djoewangi. id. Kemoesoe. id. id. Sawahan. Sawahan. Soerakarta. Nogosari. id. id. Paloer. Grogol. id. Modjo. id. id. Djogomasan. Kampong-lor. id. Kalioso. id. id. — — Sragen. lagi poela dalam afdeeling Grobogan dari daérah Semarang. Pasal 3. Larangan Dilaranglah membawa garam jang terseboet pada pasal raram^eloe 1 keloewar djadjahan jang terseboet pada pasal 2. war djadjahan pendjoewal garam. Pasal 4. Ketentoean hoekoeman (1) Barang sijapa jang melanggar larangan jang terseboet pada pasal 3 dihoekoemlah dengan denda doewa — 54 — ding van dat honderd gulden of met gevangenisstraf dan wel ten arbeidverbbd. stelling aan de publieke werken voor den kost zonder loon van 8 dagen tot één maand. Deze vrijheidsstraffen zijn bij toepassing, krachtens artikel 4 alinea 1 en 3 van de Invoeringsverordening van het Wetboek van Strafrecht (Staatsblad 1917 No. 497), door hechtenis te vervangen tot hetzelfde maximum. Verbeurdver- (2) Bij het veroordeelend vonnis wordt het zout, waarklaring en mede de overtreding gepleegd is, verbeurd verklaard, vernietiging van het zout, H t verbeurd verklaarde zout wordt vernietigd. waarmede de v ' , ° . overtreding is (4) Voer" en vaartuigen en bespanningen, waarmede gepleegd. de overtreding heeft plaats gehad, kunnen in beslag genomen en executabel verklaard worden voor de betaling der opgelegde boete en van de kosten der gerechtelijke vervolging. Artikel 5. Datum van Deze ordonnantie treedt tegelijk in werking met die van inwerkingtre- ne(ien (Staatsblad No. 461). ding der or- . donnantie. Zje de toelichting bjj artikel la van Staatsblad 1882 No. 73 opgenomen onder No. 1 van deze aflevering. 4. Staatsblad 1879 No. 14. REGELING van den invoer van zout voor geneeskundig gebruik door bevoegde artsenij-bereiders. Artikel 1. In de gewesten, waar het zoutmonopolie werkt, mogen particuliere apothekers, voorzien van eene akte van toelating tot uitoefening van de artsenijmengkundige practijk ter plaatse hunner toelating, in afwijking der bepalingen omtrent dat monopolie, jaarlijks voor elke apotheek eene — 55 — atas melang- poeloeh lima roepijah atau hoekoeman pendjara atau kra- gar larangan kal dari 8 hari sampai seboelan. itoe. Menoeroet pasal 4 ajat 1 dan 3 dari Oendang-oendang mendjalankan dari Kitab oendang-oendang Hoekoeman (Staatsblad 1917 No. 497) maka, apabila hendak melakoekan hoekoeman jang menghilangkan kemerdékaan hoekoeman itoe diganti dengan hoekoeman koeroengan jang sama lamanja dengan jang selama-lamanja tadi. Menjita dan (2) Bila peng'adilan mendjatoehkan hoekoeman, maka "^^aram" da'am soerat Pon's diterangkan, bahwa garam jang terjang terpakai pakai dalam Pe,anggaran 't°e d'S'tadalam pe- (3) Garam jang disita dibinasakan. langgaran. (4) Akan membajar denda dan ongkos peng'adilan maka kendaraan, perahoe dan kendaraan jang terpakai dalam pelanggaran boléh dirampas dan didjoewal dihadapan orang banjak. Pasal 5. Hari ordonan- Ordonansi ini moelai berlakoe bersama-sama dengan or8iIhri moelaï donansi hari ini. (Staatsblad No. 461). berlakoe. i Lihatlah keterangan dalam pasal la dari Staatsblad 1882 No. 73 jang termoewat dalam' djilid ini dalam No. 1. 4. Staatsblad 1879 No. 14. PERATOERAN tentang membawa masoek garam oléh toekang obat jang berkoewasa akan dipergoenakan oentoek obat. Pasal i. Dalam daérah-daérah, dimana ada atoeran monopoligaram, maka toekang obat partikoelir, jang mempoenjaï soerat-izin oentoek memboewat obat, boléhlah dengan menjimpangi ketentoean-ketentoean monopoli itoe pada tijaptijap tahoen membawa masoek garam haloes sebanjak- — 56 — hoeveelheid van hoogstens 150 kilogrammen geraffineerd zout tot geneeskundig gebruik invoeren. Artikel 2. Bij den invoer van zout, als in artikel 1 bedoeld, zijn de daartoe bij dat artikel bevoegd verklaarde personen verplicht bij de aangifte, die op den voet der bestaande bepalingen op de in- en uitvoerrechten bij het betrokken tolkantoor moet worden ingeleverd, over te leggen eene onder aanbod van eede afgelegde verklaring, dat het zout voor geen ander dan geneeskundig doel bestemd is. Deze verklaringen worden op ongezegeld papier geschreven. Artikel 3. Deze ordonnantie treedt in werking op den dag harer afkondiging. 5. a). Verstrekking van zout ten behoeve van industriëele ondernemingen. Het Hoofd van den Dienst der Zoutregie is bevoegd machtiging te verleenen, om ten behoeve van industriëele ondernemingen in Nederlandsch-Indië uit de Gouvernements pakhuizen aldaar zout te verstrekken tegen betaling, bij ontvangst uit de strandpakhuizen van ƒ 105.— (een honderd vijf gulden) de kojang verpakt zout en ƒ 60.— (zestig gulden) de kojang los zout en bij ontvangst uit de overige pakhuizen tegen betaling van door hem voor elk dier pakhuizen afzonderlijk te bepalen prijzen; onder voorbehoud, dat het zout vooraf op kosten van den aanvrager — voor zoover betreft het briketzout na te zijn fijngestampt — met vreemde bestanddeelen vermengd en voor de consumptie onbruikbaar gemaakt moet worden. (Art. 10 van de Instructie voor het Hoofd van den Dienst der Zoutregie in Bijblad No. 8379). — 57 — banjaknja 150 kilogram bagi tijap-tijap roemah obat akan dipergoenakan oentoek obat. Pasal 2. Pada waktoe membawa masoek garam jang terseboet dalam pasal 1, maka orang-orang, jang pada pasal itoe diberi koewasa akan membawa masoek garam itoe, wadjib waktoe memberi-tahoekan hal itoe pada kantor pebijan, sebagai terseboet dalam ketentoean Bija barang masoek dan keloewar, mengoendjoekkan satoe soerat keterangan jang ditanggoeng dengan soempah, bahwa garam itoe hanja dioentoekkan boewat obat belaka. Keterangan itoe ditoeliskan pada kertas bijasa (boekan ségél). Pasal 3. Adapoen ordonansi ini moelaï berlakoe pada hari waktoe ija disijarkan. 5. a). Pemberian garam oentoek paberik-paberik. Kepala Pedjabatan Resi-garam dikoewasakan mengizinkan memberi garam dari goedang Goebernemèn di tepi laoet kepada paberik-paberik di Hindia-Belanda dengan pembajaran ƒ 105.-— (seratoes lima roepijah) sekojan garam jang terboengkoes dan ƒ 60.— (enam poeloeh roepijah) sekojan garam berderai; apabila garam itoe dari goedang-goedang jang lain, maka harganja menoeroet jang ditentoekan oléh Kepala Pedjabatan itoe boewat masingmasing goedang itoe; dengan perdjandjian, bahwa dengan ongkos si peminta garam itoe, bila garam itoe garam bata, ditoemboek haloes dan ditjampoer dahoeloe dengan zat jang lain-lain soepaja djangan boléh dimakan. (Pasal 10 dari Instroeksi oentoek Kepala Pedjabatan Resi-garam dalam Bijblad No. 8379). — 58 — De wijze van onbruikbaarmaking als bovenbedoeld, is aangegeven in Bijblad No. 6893 en geschiedt door het zout bestemd voor: a. zeepfabricatie; b. fabricatie van ijs of chemicaliën; c. hutdenzouterijen; d. petroleumraffinaderijen; , te vermengen met, voor: a. 5 petroleumblikken djarak-olie en 3 idem bijtende sodaloog per kojang zout; b. 7 petroleumblikken fijngestampte roode steen per kojang zout; of met 1 % ijzervitriool en besprenkeling daarna met y % ongebluschte kalk met water tot kalkmelk aangemengd; of met fuchsine 20 gram per 100 K.G. zout; c. ruw carbolzuur naar den maatstaf van 8 K.G. per kojang zout; Zie ook d hieronder. d. 5 % van zijn gewicht met petroleum. Ingevolge Bijblad No. 5166, moet de onbruikbaarmaking voor de consumptie van zout afkomstig uit de strandpakhuizen stèeds plaats hebben ten overstaan van twee van bestuurswege aan te wijzen actief dienende ambtenaren of beambten, die van hunne verrichting proces-verbaal moeten opmaken, dat, evenals de door den aanvrager voor de ontvangst van het zout geteekende bewijzen, als bewijsstuk moet worden overgelegd bij de verantwoording van den zoutverkooppakhuismeester. b). Bijblad No. 6600 jo. 8464. ZOUT. Goedkoope zoutverstrekking ten behoeve van de visscherij. Eerstelijk: te bepalen dat voor het zouten van visch in Nederlandsch-Indië onder nader vast te stellen bepalingen, uit de Gouvernements zoutpakhuizen aldaar zout kan worden verstrekt zonder voorafgaande vermenging met vreemde bestanddeelen en onbruikbaarmaking voor de consumptie, en zulks voorloopig tegen betaling van de volgende prijzen: — 59 — Djalan memboewat garam soepaja ta'dapat dipakai seperti jang dimaksoed diatas, teratoer pada Bijblad No. 6893 jaïtoe garam bagi: a. paberik pemboewatan saboen; b. paberik pemboewatan ijs dan barang-barang dengan djalan 'ilmoe kimija; c. membersihkan koelit; d. paberik boewat membersihkan minjak-tanah; ditjampoer dengan, oentoek: a. minjak djarak 5 blik minjak-tanah dan 3 blik bijtende sodaloog boewat tijap-tijap kojan garam; b. batoe merah jang telah ditoemboek haloes 7 blik minjak. tanah bagi tijap-tijap kojan garam; atau dengan tembaga mérah 1 % dan ditjampoer dengan V % kapoer toehoer dan sesoedahnja ditoewangi air, soepaja mendjadi kapoer basah, jang kelihatannja sebagai air soesoe; atau dengan fuchsine 20 gram bagi tijap-tijap 100 K.G. garam; c. karbolzuur kasar 8 K.G. bagi garam sekojan; Lihatlah djoega d dibawah ini. d. 5 % dari beratnja dengan minjak-tanah. Menoeroet Bijblad No. 5166 maka pada waktoe meroesak garam jang asalnja dari goedang di pantai laoet, soepaja djangan boléh dimakan, haroeslah ada halir doewa orang amtenar atau pegawai jang memboewat porsés-perbal tentang hal itoe dan ditoendjoekkan boewat itoe oléh Pemerintah; porsés-perbal itoe dan soerat-soerat keterangan, jang ditanda-tangani oléh pemohon oentoek menjatakan, bahwa garam itoe telah diterimanja, haroes dioendjoekkan sebagai boekti oléh pakoes-pakoes garam pada memboewat perhitoengan oewang (verantwoording). b). Bijblad No. 6600 dan 8464. GARAM. Garam bagi penangkapan ikan didjoewal dengan harga moerah. Pertama: ditetapkan, bahwa akan meng- asin ikan di Hindia-Belanda menoeroet ketentoean jang akan ditetapkan, boléh didjoewal garam dari goedang Goebernemèn dengan ta' oesah ditjampoeri dahoeloe dengan zat jang lain-lain dan ta' oesah diroesak soepaja ta' dapat dimakan dan boewat sementara dengan harga seperti berikoet: — 60 — Voor los zout: ƒ 0.03 (drie cent) per kilogram. (Bijblad No. 8464). Voor briketten: ƒ 105.— per kojang van 30 pikols; „ 3.50 „ pikol „ 61.76 K.G.; „ 0.70 „ pakket „ 20 kati in verpakking; „ 0.035 „ kati „ (0.6176 K.G;); 0.01 „ kwart kati. Ten tweede: enz. 6. a). Bijblad No. 8387. ZOUT. BATAVIA. BANTAM. Bepalingen tot regeling van den verkoop van briketzout in de residentie Batavia en Bantam. Met intrekking van alle daarmede strijdige bepalingen en ten vervolge van het besluit van 14 Juli 1913 No. 56 (Bijblad op het Staatsblad No. 7862) te bepalen, dat in de residenties Bantam en Batavia verpakt zout in stede van los zout zal worden verkocht en zulks op den voet der navolgende: BEPALINGEN tot regeling van den verkoop van briketzout in de residenties Batavia en Bantam. Tarief van de § 1. Het zout wordt verkrijgbaar gesteld bij de nazoutprijzen. volgende hoeveelheden tegen de daarachter vermelde prijzen als: een kati (0.6176 K. G.) acht cent een halve kati vier cent een kwart kati twee cent Bepaling der § 2. Het briketzout wordt van Gouvernementswege plaatsen waarverkocht: ^an^Ctouver ' bï' de Destaande zoutpakhuizen; de Directeur van Gounementewegê vernementsbedrijven is echter bevoegd deze pakhuizen wordt ver- in te trekken op de plaatsen, waar de verdere zoutverkocht koop naar zijn oordeel niet door het belang van het Land of van de bevolking geboden wordt; — 61 — Boewat garam berderai: ƒ 0.03 (tiga sén) sekilogram. (Bijblad No. 8464). Boewat garam bata: ƒ 105.— sekojan dari 30 pikoel; „ 3.50 sepikoel dari 61.76 K.G.; „ 0.70 seboengkoes dari 20 kati; „ 0.035sekati (0.6176 K.G.); „ 0.01 seperempat kati. Kedoewa: ds.b. 6. a). Bijblad No. 8387. GARAM. BETAWI. BANTEN. Ketentoean tentang atoeran mendjoewal garam bata di kerésidènan Betawi dan Banten. Dengan mentjaboet segala ketentoean jang bertentangan dengan hal ini dan oléh karena beslit tanggal 14 Juli 1913 No. 56 (Bijblad dan Staatsblad No. 7862) maka ditentoekanlah, bahwa di kerésidènan Banten dan Betawi didjoewal garam boengkoesan mendjadi ganti garam berderai, jaïtoe menoeroet ketentoean jang berikoet: KETENTOEAN tentang atoeran mendjoewal garam bata di kerésidènan Betawi dan Banten. Tarip harga § 1. Maka garam itoe didjoewal sebanjak dan dengan garam. harga jang diterangkan dibawah ini: sekati (0.6176 K.G.) delapari sén setengah kati • empat sén seperempat kati doewa sén Menentoekan § 2. Adapoen garam bata didjoewal oléh Goebernetempat pen- men: earam^bata a' d' g°edang"Soedang ianë te'an ada! Diréktoer penGoeberne- tjarian Negeri dikoewasakan mentjaboet goedang- mèn. goedang di tempat-tempat, jang pada timbangannja pendjoewalan garam itoe ta' goena dilandjoetkan, sebab tidak ada kepentingannja bagi Negeri atau ra'jat. — 62 — b. bij de nieuwe pakhuizen, welke worden opgericht op de plaatsen, waar de verkoop naar het oordeel van den Directeur van Gouvernementsbedrijven gewenscht is in het belang van het Land of van de bevolking. § 3. De verkoop van briketzout neemt een aanvang zoo spoedig zulks mogelijk zal blijken in verband met de productie van de zoutbrikettenfabrieken op Madoera en met de vereischte voorbereiding voor het aanvoeren en opschuren van de benoodigde hoeveelheden. Voordat het debiet van briketzout aanvangt, wordt het loszout geheel uitverkocht. Tijdstip, § 4. Met inachtneming van het bepaalde in de vorige de^verk11 Paraêraai worden de tijdstippen, waarop met den verkoop van briketzoutvan briketzout wordt aangevangen, door het Hoofd van wordt aange- gewestelijk bestuur vastgesteld, vangen. Openings- en § 5. De tijden waarop de pakhuizen voor den verkoop sluitingsuren geopend zijn, worden voor elk pakhuis door het Hoofd van gewestelijk bestuur bepaald. Bij elk pakhuis is aanwezig een tarief der zoutprijzen in de landstaal en in het Maleisch, door een Controleerenden ambtenaar van het Binnenlandsch Bestuur gewaarmerkt en zoodanig ingericht en geplaatst, dat het duidelijk leesbaar is voor het publiek. der verkoop¬ plaatsen plaatsen. Beheer van de § 6. Het beheer, de verkoop en c.q. de doorvoer bij pakhuizen en de zoutverkooppakhuizen worden, behoudens de na te verkoop- noemen uitzonderingen, opgedragen aan Inlandsche pak¬ huismeesters, die voor de administratie van het verpakte zout eene belooning genieten op den voet van het bepaalde bij Staatsblad 1851 No. 2, zooals dat sedert is gewijzigd in Staatsblad 1857 No. 45, met dien verstande, dat het minimum van inkomsten, hetwelk hun van Landswege wordt verzekerd, wordt gesteld op ƒ 25.— (vijf en twintig gulden) 's maands en hun voor het gemis van heerendienstplichtigen geen vergoeding zal worden toegekend. — 63 — b. di goedang baroe jang didirikan di tempat-tempat, jang pada pertimbangan Diréktoer pentjarian Negeri perloe ada pendjoewalan garam itoe bagi kepentingan Negeri atau ra'jat. § 3. Bila njata, bahwa pendapatan paberik garam bata di Madoera telah tjoekoep, dan persedijaan jang perloe akan membawa dan menjimpannja selesai, maka pendjoewalan garam bata itoe seboléh-boléhnja dimoelaï dengan segera. Sebeloem garam bata moelaï didjoewal, maka haroeslah garam berderai habis didjoewal dahoeloe. Waktoe ga- § 4. Dengan mengingat jang ditentoekan pada pararam bate graaf diatas, maka waktoe garam bata moelaï didjoewal , " ditetapkan oléh Kepala pemerintahan daérah. Waktoe tempat pendjoewalan diboeka dan dltoetoep. § 5. Maka waktoe masing-masing goedang diboeka akan mendjoewal garam ditetapkan oléh Kepala pemerintahan daérah. Pada tijap-tijap. goedang haroes diadakan tarip harga garam jang ditoelis dalam bahasa anak-negeri dan Melajoe; tarip itoe ditanda-tangani oléh Kontrolir Pemerintahan-dalam-Negeri dan diatoer dan ditempatkan sedemikijan, sehingga dapat dibatja terang oléh orang banjak. Mengoewasaï goedang dan tempat pendjoewal¬ an. § 6. Lain daripada ketjoewalian jang akan diseboetkan, maka mengoewasaï, mendjoewal dan membawa teroes garam dari goedang pendjoewalan garam dikoewasakan kepada pakoes-pakoes garam jang boewat administratie garam boengkoesan mendapat oepah menoeroet jang ditentoekan pada Staatsblad 1851 No. 2, jang dioebah pada Staatsblad 1857 No. 45; dengan perdjandjian bahwa sesedikit-sedikitnja penghasilan jang diterimanja dari Negeri ditetapkan ƒ 25 (doewa poloeh lima roepijah) bagi tijaptijap boelan dan meskipoen merékaitoe ta' dapat orang jang diwadjibkan rodi, maka boewat itoe ta' diberikan ganti keroegian. — 64 — Bij de berekening der pikolgelden wordt onder „pikol" verstaan de hoeveelheid van een pikol verpakt zout. Opdracht van het beheer der verkoopplaatsen en pakhuizen als bijbetrekking aan landsdienaren. Op deze regeling voor het beheer ca. maken eene uitzondering: a. de zoutpakhuizen van Rengasdengklok, Kedawoeng (Tjabangboengin), Tjilamaja, Pamanoekan en Segalaherang, alwaar aan de beheerders een minimum bezoldiging van ƒ 57.50 (zeven en vijftig gulden en vijftig cent) 's maands wordt toegekend, voor zoolang hun de functie van hulpondercollecteur ter plaatse op de bestaande inkomsten blijft opgedragen; b. de zoutpakhuizen te Laboean en Tjilegon, alwaar het beheer blijft opgedragen aan een Europeeschen pakhuismeester, aan wien de pikolgelden wordt toegekend, vastgesteld bij Staatsblad 1851 No. 2, voor zoolang hun de functie van hulpondercollecteur ter plaatse op de bestaande inkomsten blijft opgedragen; c. de pakhuizen te Tjemara, Kramat, Maoek en Tjibaroesa, alwaar het beheer als bijbetrekking kan worden opgedragen aan den aldaar bescheiden Inlandschen mantri bij den opiumverkoop en de pakhuizen te Batoehideung-lor en Baja, alwaar dat beheer wordt gevoerd respectievelijk door den districts- en onderdistrictsschrijver ter plaatse. Deze zoutverkoopers genieten dezelfde belooning als vermeld in hoofde van deze paragraaf, echter met een hun van Landswege verzekerd minimum van inkomsten van ƒ 10.— (tien gulden) 's maarids en voor wat betreft de opiummantri's daarenboven onder toekenning van ten hoogste ƒ 5.— (vijf gulden) 's maands voor hulp bij het beheer. Zij zijn verplicht op eigen kosten zoo noodig zorg te dragen voor zoodanige meerdere hulp bij hunne werkzaamheden, dat geen belemmering in den verkoop c.q. den doorvoer van zout wordt ondervonden. d. de bij de invoering van het briketstelsel in dienst zijnde Inlandsche pakhuismeesters, aan wie tot hun defungeeren als zoodanig een minimum van inkomsten wordt — 65 — Perintah kepada amtenar Goebernemèn oentoek mengoewasaï tempat pendjoewalandan goedang sebagai pekerdjaan tambahan. Pada waktoe menghitoeng oewang pikoel, maka jang diseboet „pikoel" itoe jaïtoe banjaknja sepikoel garam jang terboengkoes. Daripada atoeran tentang mengoewasaï d.s.b. maka diketjoewalikan: a. goedang garam di Rengasdengklok, Kedawoeng (Tjabangboengin), Tjilamaja, Pamanoekan dan Segalaherang; di tempat-tempat itoe pengoewasa-pengoewasa dapat gadji sedikit-dikitnja ƒ 57.50 (Iima poeloeh toedjoeh roepijah Iima poeloeh sén) pada tijap-tijap boelan, jaïtoe selama merékaitoe masih mendjadi pembantoe onderkoléktoer pada tempat itoe dengan penghasilan jang telah ditentoekan; b. goedang garam di Laboean dan Tjilegon, jang pengoewasaannja tetap diserahkan kepada kepala goedang bangsa Éropah jang terima oewang pikoel seperti jang ditetapkan pada Staatsblad 1851 No. 2, ja'ni selama merékaitoe mendjadi pembantoe onderkoléktoer di tempat itoe dengan penghasilan jang telah ditentoekan; c. goedang di Tjemara, Kramat, Maoek dan Tjibaroesa, jang pengoewasaannja diserahkan sebagai djabatan tambahan kepada menteri pendjoewalan tjandoe di tempat itoe; goedang di Batoehideung-Ior dan Baja, jang pengoewasaannja didjalankan oléh djoeroetoelis distrik dan onderdistrik dari tempat itoe. Maka pendjoewal garam itoe terima oepah menoeroet jang ditentoekan pada paragraaf ini, akan tetapi penghasilan itoe ditentoekan oléh Negeri sesedikit-sedikitnja ƒ 10.— (sepoeloeh roepijah) pada tijap-tijap boelan dan boewat menteri tjandoe sebanjak-banjaknja ƒ 5.— (Iima roepijah) lebih dari itoe oentoek pertolongannja mengoewasaï pendjoewalan itoe. Pendjoewal-pendjoewal itoe diwadjibkan, bila perloe, mengadakan pembantoe dalam pekerdjaannja itoe dengan ongkosnja sendiri, soepaja pendjoewalan dan pembawaan garam tidak dapat rintangan. d. pakoes-pakoes garam, jang soedah bekerdja sebeloem ada atoeran garam bata, selama merékaitoe mendjalankan pekerdjaan itoe ditentoekan menerima oepah No. 30/O.B. 4. — 66 — gewaarborgd van ƒ 57.50 (zeven en vijftig gulden en vijftig cent) 's maands. § 7. Het transport van zout uit de doorvoerpakhuizen naar de betrokken zoutpakhuizen zal in eigen beheer geschieden volgens regelen vast te stellen door den Directeur van Gouvernementsbedrijven. b). Bijblad No. 8512. ZOUT. BENKOELEN, PALEMBANG, LAMPONGSCHE DISTRICTEN, BANKA EN ONDERHOORIGHEDEN, ZUIDEREN OOSTERAFDEELING VAN BORNEO. Bepalingen tot regeling van den verkoop van briketzout in genoemde gewesten. Met intrekking van alle daarmede strijdige bepalingen en ten vervolge van het besluit van 14 October 1915 No. 38 (Bijblad op het Staatsblad No. 8387) te bepalen, dat in de residenties Benkoelen, Palembang, Lampongsche districten, Banka en Onderhoorigheden en de Zuider- en Oosterafdeeling van Borneo, verpakt zout instede van los zout zal worden verkocht en zulks op den voet der navolgende: BEPALINGEN tot regeling van den verkoop van briketzout in de residenties Benkoelen, Palembang, Lampongsche districten, Banka en Onderhoorigheden en Zuider- en Oosterafdeeling van Borneo. Tarief van de § 1. Het zout wordt verkrijgbaar gesteld bij de navolzoutprijzen. gende hoeveelheden tegen de daarachter vermelde prijzen als: Bepaling der § 2. Het briketzout wordt van Gouvernementswege plaatsen waar verkocht : het briketzouta bij de Destaande zoutpakhuizen; de Directeur van Gou- een kati (0.6176 K.G.) een halve kati . een kwart kati acht cent. vier cent. twee cent. — 67 — sedikit-dikitnja ƒ 57.50 (,fifna poeloeh toedjoeh roepijah Iima poeloeh sén) tijap-tijap boelan. § 7. Adapoen pembawaan garam dari goedang-goedang tempat pengiriman ke goedang jang bersangkoetan dilakoekan dengan pendjagaan sendiri menoeroet atoeran jang akan ditetapkan oléh Diréktoer Pentjarian Negeri. b). Bijblad No. 8512. GARAM. BANGKAHOELOE, PELÉMBANG, LAMPOENG, BANGKA DAN DAÉRAH TA'LOEKNJA, BORNÉO SEBELAH SELATAN DAN TIMOER. Ketentoean tentang atoeran mendjoewal garam bata di daérah-daérah itoe. Dengan mentjaboet segala ketentoean jang berlawanan dengan hal ini dan oléh karena beslit tanggal 14 October 1915 No. 38 (Bijblad dari Staatsblad No. 8387), maka ditetapkan, bahwa di daérah Bangkahoeloe, Pelémbang, Lampoeng, Bangka dan daérah ta'loeknja dan Bornéo sebelah Selatan dan Timoer akan didjoewal garam boengkoesan mendjadi ganti garam berderai, jaïtoe menoeroet ketentoean jang berikoet: KETENTOEAN oentoek peratoeran mendjoewal garam bata dalam kerésidènan Bangkahoeloe, Pelémbang, Lampoeng, Bangka dan daérah ta'loeknja dan Bornéo sebelah Selatan dan Timoer. Tarip harga § 1. Garam itoe boléh didjoewal sebanjak dan dengan garam. harga jang diterangkan dibawah ini: sekati (0.6176 K.G.) delapan sén setengah kati empat sén seperempat kati doewa sén Menentoekan § 2. Maka garam bata didjoewal oléh Goebernemèn: tempat mendjoewal ga- a dalam goedang jang telah ada; Diréktoer Pentjarian — 68 — van Gouver- vernementsbedrijven is echter bevoegd deze pakhuizen nemcntswege jn te trekken op de plaatsen, waar de verdere zoutverwordt ver- j^op naar zijn oordeel niet door het belang van het kocht hand of van de bevolking geboden wordt; b. bij de nieuwe pakhuizen, welke worden opgericht op de plaatsen, waar de verkoop naar het oordeel van den Directeur van Gouvernementsbedrijven gewenscht is in het belang van het Land of van de bevolking. Tijdstip, § 3. De verkoop van briketzout neemt een aanvang waarop met z00 spoedig zulks mogelijk zal blijken in verband met de <*e0 y®*0^ productie van de zoutbrikettenfabrieken op Madoera en ï!ïü* „,!vfil met de vereischte voorbereiding voor het aanvoeren en het zout worui .... ,, , aangevangen, opschuren van de benoodigde hoeveelheden. Voordat het debiet van briketzout aanvangt, wordt het loszout geheel uitverkocht. § 4. Met inachtneming van het bepaalde in de vorige paragraaf worden de tijdstippen, waarop met den verkoop van briketzout wordt aangevangen, door het Hoofd van gewestelijk bestuur vastgesteld. Openings- en § 5. De tijden, waarop de pakhuizen voor den verkoop sluitings- geopend zijn, worden voor elk pakhuis door het Hoofd kooooiaatVer" van gewesteliik bestuur bePaald sen>FF Bij elk pakhuis is aanwezig een tarief der zoutprijzen in de landstaal en in het Maleisch, door het betrokken Hoofd van plaatselijk bestuur gewaarmerkt en zoodanig ingericht en geplaatst, dat het duidelijk leesbaar is voor het publiek. Beheer van de § 6. Behoudens de in de volgende paragraaf vermelde pakhuizen en uitzonderingen zullen het beheer, de verkoop en c.q. de verkoop- doorvoer bij de zoutpakhuizen worden opgedragen aan plaatsen. pakhuismeesters die daarvoor een belooning genieten op den voet van het bepaalde bij Staatsblad 1851 No. 2 zooals dat sedert is gewijzigd in Staatsblad 1857 No. 45, met dien verstande, dat het minimum van inkomsten hetwelk hun van Landswege wordt verzekerd, wordt gesteld op ƒ 30.— (dertig gulden) 's maands. — 69 — ram bata oléb Goebernemèn. Waktoe garam bata moelaï didjoewal. Negeri dikoewasakan mentjaboet goedang-goedang di tempat-tempat, jang pada timbangannja pendjoewalan garam itoe ta' goena dilandjoetkan sebab tidak ada kepentingannja bagi Negeri atau Ra'jat; b. di goedang baroe, jang didirikan di tempat-tempat jang pada pertimbangan Diréktoer Pentjarian Negeri perloe ada pendjoewalan garam itoe bagi kepentingan Negeri atau ra'jat. § 3. Bila njata bahwa pendapatan paberik garam bata di Madoera telah tjoekoep dan persedijaan jang perloe akan membawa dan menjimpannja selesai, maka pendjoewalan garam bata itoe seboiéh-boléhnja dimoelaï dengan segera. Sebeloem garam bata moelaï didjoewal maka haroeslah garam berderai didjoewal habis dahoeloe. § 4. Dengan mengingat jang ditentoekan pada paragraaf diatas, maka waktoe garam bata moelaï didjoewal ditetapkan oléh Kepala pemerintahan daérah. Waktoe tem- § 5. Maka waktoe masing-masing goedang itoe diwala^'diïuf" Doeka akan mendjoewal garam ditetapkan oléh Kepala ka dan ditoe- Pemerintahan daérah. toep. Pada tijap-tijap goedang haroes diadakan tarip harga garam jang ditoelis dalam bahasa anak-negeri dan Melajoe; tarip itoe ditanda-tangani oléh Kepala pemerintahan senegeri dan diatoer dan ditempatkan sedemikijan, sehingga dapat dibatja terang oléh orang banjak. Mengoewasaï goedang dan tempat pendjoewalan. § 6. Lain daripada ketjoewalian jang terseboet pada paragraaf jang berikoet, maka mengoewasaï, mendjoewal dan membawa garam teroes dari goedang garam dikoewasakan kepada pakoes-pakoes garam, jang boewat pekerdjaannja itoe dapat oepah menoeroet jang ditentoekan pada Staatsblad 1851 No. 2, seperti jang dioebah pada Staatsblad 1857 No. 45, dengan perdjandjian bahwa penghasilan jang diterimanja dari Negeri sesedikit-sedikitnja ƒ 30.— (tiga poeloe roepijah) tijap-tijap boelan. — 70 — Bij de berekening van de pikolgelden worden onder „pikol" verstaan, de hoeveelheid van een pikol verpakt zout. Opdracht van het beheer der verkoopplaatsen en pakhuizen als bijbetrekking aan landsdienaren. § 7. Op de in de vorige paragraaf vermelde wijze van beheer maken eene uitzondering: a. de pakhuizen alwaar het beheer volgens het oordeel van het betrokken Hoofd van het gewestelijk bestuur en met instemming van den Directeur van Gouvernementsbedrijven als bijbetrekking aan andere landsdienaren kan worden opgedragen. Deze zoutverkoopers genieten een belooning overeenkomstig het bepaalde in de vorige paragraaf echter met een hun van Landswege verzekerd minimum van ƒ 15.— (vijftien gulden) 's maands en daarenboven onder toekenning van ten hoogste ƒ 7.50 (zeven gulden en vijftig cent) 's maands voor hulp bij het beheer, zullende zij op eigen kosten zoo noodig zorgdragen voor zoodanige meerdere hulp bij hunne werkzaamheden, dat geen belemmering in den verkoop c.q. den doorvoer van het zout wordt ondervonden ; b. c. het zoutpakhuis ter hoofdplaats Palembang alwaar het beheer blijft geregeld op den voet van Staatsblad 1912 No. 171; het zoutpakhuis te Bandjarmasin, alwaar het beheer blijft geregeld op den voet van Staatsblad 1916 No. 127. Berekening § 8. Voor de bij de invoering van het briketstelsel in van pikolgel- dienst zijnde beheerders blijft tot hun defungeeren dezelfde ten- regeling van hunne inkomsten geldig, als bij den verkoop van loszout van kracht was, met dien verstande, dat bij de berekening van pikolgelden een pikol loszout wordt gelijkgesteld met een pikol verpakt zout. Transport van zout. § 9. Het transport van zout uit de doorvoerpakhuizen in de residentie Palembang naar de betrokken verkooppakhuizen zal in eigen beheer geschieden volgens regelen — 71 — Pada waktoe menghitoeng oewang pikoel, maka jang diseboet „pikoel" itoe, jaïtoe banjaknja sepikoel garam jang terboengkoes. Perintah kepada amtenar Goebernemèn oentoek mengoewasaï tempat pendjoewalan dan goedang sebagai pekerdjaan tambahan. § 7. Daripada atoeran tentang mengoewasaï goedang dalam paragraaf tadi maka diketjoewalikan: a. goedang, jang pengoewasaannja menoeroet pertimbangan Kepala pemerintahan daérah dan dengan moepakatnja Diréktoer Pentjarian Negeri sebagai pekerdjaan tambahan diserahkan kepada pegawai Goebernemèn jang lain. Maka pendjoewal garam itoe dapat oepah menoeroet jang ditentoekan pada paragraaf jang baroe terseboet, akan tetapi pendjoewal dapat tambahan gadji dari Negeri sesedikit-sedikitnja ƒ 15.— (Iima belas roepijah) seboelan dan diberikan lagi sebanjakbanjaknja ƒ 7.50 (toedjoeh roepijah Iima poeloeh sén) pada tijap-tijap boelan oentoek pertolongannja mengoewasaï goedang itoe; pendjoewal itoe seboléh-boléh, bila perloe, mengadakan pembantoe oentoek pekerdjaan itoe dengan ongkosnja sendiri, soepaja pendjoewalan dan pembawaan garam teroes djangan sampai dapat rintangan. b. goedang garam di iboe-kota Pelémbang, jang atoeran pengoewasaannja masih menoeroet Staatsblad 1912 No. 171; goedang garam di Bandjarmasin jang atoeran pengoewasaannja masih menoeroet Staatsblad 1916 No. 127. c. Menghitoeng § 8. Atoeran gadji pengoewasa-pengoewasa jang telah oewang pi- bekerdja sebeloem ada peratoeran garam bata, selama koel. merékaitoe mendjalankan pekerdjaan itoe, masih tetap berlakoe sebagai pada waktoe pendjoewalan garam berderai, dengan perdjandjian pada menghitoeng oewang pikoel, sepikoel garam berderai disamakan dengan sepikoel garam boengkoesan. Pembawaan § 9. Maka pembawaan garam dari goedang tempat garam. pengiriman dalam kerésidènan Pelémbang ke goedang jang bersangkoetan akan dilakoekan dengan pendjagaan sen- — 72 — vast te stellen door den Directeur van Gouvernementsbcdrijven. 7. Bijblad No. 5651, gewijzigd bij Bijblad No. 8084. ZOUT. OPNEMING van pakhuizen en debietplaatsen voor verpakt zout. Regelen bij de opneming en bij overneming van het beheer dier pakhuizen in acht te nemen. Verplichte op- Eerstelijk: Te bepalen dat de pakhuizen en debietplaatname op 31 sen voor verpakt zout op het einde van elk dienstjaar en December vanvoorts, bij aanleiding tot twijfel omtrent goed beheer, ook elk jaar van tusschentijds worden opgenomen door eene daartoe door dn verkoop" net betrokken Hoofd van plaatselijk bestuur aan te wijzen plaatsen. commissie van twee personen, zooveel mogelijk ambtenaren. Ten tweede: Vast te stellen de aan dit besluit gehechte Regelen in acht te nemen bij de opneming en bij de overgave en overneming van het beheer van pakhuizen en debietplaatsen voor verpakt zout. I. REGELEN in acht te nemen bij de opneming van pakhuizen en debietplaatsen voor verpakt zout. Artikel 1. Bij de voorgeschreven opnemingen van pakhuizen en debietplaatsen voor verpakt zout, heeft de opneming der restanten steeds plaats door eene daartoe door het betrokken Hoofd van plaatselijk bestuur aan te wijzen commissie van twee personen, zooveel mogelijk ambtenaren. Voor de opname van pakhuizen en verkoopplaatsen, waarvan de beheerders Inlanders zijn, kunnen Inlanders worden aangewezen. Commissie van opname. — 73 - diri menoeroet peratoeran jang akan ditetapkan oléh Diréktoer Pentjarian Negeri. Diwadjibkan pada 31 December dari tijap-tijap tahoen meme- riksa goedang dan tempat pendjoewalan. 7. Bijblad 5651, dioebah pada Bijblad No. 8084. GARAM. MEMERIKSA goedang dan tempat pendjoewalan garam boengkoesan. Atoeran tentang memeriksa dan menerima pengoewasaan goedang itoe, jang haroes diperingatkan. Jang pertama: Akan ditetapkan bahwa goedang dan tempat pendjoewalan garam boengkoesan pada penghabisan 'tijap-tijap tahoen dines diperiksa oléh komisi dari doewa orang, seboléh-boléhnja amtenar, jang ditoendjoek¬ kan oléh Kepala pemerintahan senegeri; dan lagi bila pengoewasaan goedang itoe ta' boléh dipertjaja, maka pemeriksaan itoe boléh didjalankan pada sebarang waktoe. Jang kedoewa: Akan ditetapkan atoeran jang disertakan pada beslit ini jang haroes diperingatkan pada waktoe memeriksa dan timbang terima pengoewasaan goedang dan tempat pendjoewalan garam boengkoesan. I. Komisi pemeriksaan. ATOERAN jang haroes diperingatkan pada waktoe memeriksa goedang dan tempat pendjoewalan garam boengkoesan. Pasal 1. Dalam hal memeriksa goedang dan tempat pendjoewalan garam boengkoesan, pemeriksaan ketinggalan garam didjalankan oléh komisi dari doewa orang, seboléh-boléhnja amtenar, jang ditoendjoekkan oléh Kepala pemerintahan senegeri. Bilamana pemegang goedang dan pemegang tempat pendjoewalan itoe Boemipoetera, maka jang ditoendjoekkan akan memeriksa goedang dan tempat pendjoewalan itoe boléhlah bangsa Boemipoetera djoega. - 74 — Proces-ver- Van de verrichtingen wordt door de commissie een door baal van de haar te onderteekenen proces-verbaal opgemaakt overeenopname. komstig het bij deze regelen behoorend model, welk stuk door of vanwege den beheerder wordt medeonderteekend. De medeonderteekening geldt als een bewijs van instemming met den inhoud van het proces-verbaal, tenzij daarbij uitdrukkelijk door of vanwege den beheerder wordt aangeteekend, welke bedenkingen zijnerzijds daartegen bestaan. Artikel 2. Wijze van Bij den aanvang eener opneming worden de boeken afopname. gesloten, ter vaststelling van het saldo in kas en van de restanten, welke aanwezig moeten zijn. Artikel 3. De opneming geschiedt in onderstaande volgorde: a. het saldo in kas; b. de inventaris; c. het restant zout; d. het archief. Van deze volgorde kan wegens bijzondere omstandigheden, in het proces-verbaal te vermelden, worden afgeweken. Artikel 4. Verplichte tel- De constateering der restanten geschiedt bij telling. ling van den voorraad. Door de commissie moet de voorraad inderdaad door telling worden opgenomen en mag niet worden volstaan met een eenvoudig in de daarvoor bestemde kolom van procesf verbaal de bevinding kloppend met het boekrestant in te vullen. (Circulaire van den Hoofdinspecteur Zoutregie ddo. 6 November 1917 No. 8286/7C). — 75 — Porsés-perbal pemeriksaan. Segala hal, jang diperiksa oléh komisi itoe, ditoelis dalam porsés-perbal jang diboewat menoeroet tjontoh jang dilampirkan disini; porsés-perbal itoe ditanda-tangani oléh komisi itoe dan oléh pengoewasa goedang atau atas namanja. Tanda-tangan pengoewasa goedang atau jang dikoewasakannja itoe mendjadi boekti, bahwa ija (pengoewasa atau jang dikoewasakannja) moepakat dengan jang tertoelis dalam porsés-perbal itoe, ketjoewali bila ija rrienerangkan poela disitoe apa jang tidak dimoepakatinja. Pasal 2. Tjara memeriksa. Bila pemeriksaan dimoelaï, maka boekoe-boekoe ditoetoep, soepaja dapat menetapkan saldo jang didalam kas dan ketinggalan garam jang mesti ada. Pasal 3. Adapoen pemeriksaan itoe didjalankan bertoeroet-toeroet seperti berikoet: a. saldo jang ada didalam kas; b. banjaknja barang didalam goedang; c. ketinggalan garam; d. tempat penjimpanan soerat-soerat; Dalam hal jang loewar bijasa maka atoeran jang terseboet diatas tadi boléhlah dilaini. Pasal 4. Diwadjibkan menghitoeng persedijaan. Akan mengetahoei banjaknja ketinggalan garam, maka ketinggalan itoe mesti dihitoeng. Maka persedijaan haroeslah diperiksa dengan dihitoeng oléh komisi, tidak boléh diisi dalam porsés-perbal sadja, bahwa persedijaan itoe tjotjok dengan ketinggalan jang terseboet dalam boekoe. (Soerat-édaran dari Kepala Inspéktoer Resi-garam pada 6 November 1917 No. 8286/7C). — 76 — Artikel 5. Verplichte Gedurende de opneming heeft geen verkoop, verzending staking van 0f ontvangst van zout plaats, den verkoop, de verzending of ontvangst van zout ge- . .. . 6 durende de ArtlKel °' opname. Wat in. het Ingeval de pakketten of de afzonderlijke briketten zout proces-ver- beschadigd zijn, wordt daarvan in het proces-verbaal aanhaal moet teekening gehouden, met vermelding van den aard der worden ver- . .... meld. beschadiging. Eveneens wordt in het proces-verbaal vermeld of de pakhuizen en bergplaatsen en onderdeelen daarvan, zoomede de inventaris, al dan niet in goeden staat verkeeren en of de opschuring van de pakketten met regel en orde en voorziening tegen beschadiging en bederf heeft plaats gehad. Artikel 7. Verhandeling Na eene opneming, verhandelt de beheerder, onder der bevonden overlegging van een afschrift van het proces-verbaal, de m^de/~. bevonden meerder- of minderheden bij zijne boeken in minderheden. .ontvangst en uitgaaf, zonder daartoe nog nadere machtiging te behoeven. De door de commissie eventueel bevonden meerder- of minderheden moet door de beheerder dadelijk en zonder verdere machtiging op den datum van opname d.i. dus nog op 31 December in zijn boeken in ontvangst worden genomen, dan wel worden afgeschreven, zoodat de op 1 Januari aan te leggen nieuwe administratie begint met j het werkelijk aanwezige en door de commissie aangetroffen zoutrestant. Artikel 8. Opzending Het proces-verbaal wordt in vijfvoud opgemaakt en voor der processen „gezien" geteekend door den Controleerenden ambtenaar verbaal. bij- het Binnenlandsch Bestuur, die zonder geleidemissive — 77 — Pasal 5. Diwadjibkan Selama ada pemeriksaan ta' boléh mendjoewal, meberhenti men-n^irjm].an atau menerima garam. djoewal, mengirimkanatau menerima garam selama ada pe- Pasal 6. meriksaan. Jang mesti di- Bila garam boengkoesan atau garam bata dapat keroeseboetkan da-sakan, maka keroesakan itoe diperingatkan dalam porsésperbal01*68^ perbal dengan diseboetkan apa matjamnja keroesakan itoe. Begitoe djoega diseboetkan dalam porsés-perbal, apakah goedang, tempat penjimpanan dan bagiannja, begitoepoen banjaknja barang didalam goedang masih baik atau tidak; dan apakah djalan menjimpan boengkoesan garam didalam goedang teratoer dan tertib dan memakai ichtijar soepaja djangan dapat keroesakan atau keboesoekan atau tidak. Pasal 7. Memasoekkan Setelah pemeriksaan selesai, maka pendapatan kelebihan koependapa-"ataU kekoerangan dimasoekkan kedalam boekoe, tentang tan kelebihanhal masoek dan keloewarnja garam oléh pengoewasa deatau kekoe- nean rnempetaroehkan salinan porsés-perbal serta tidak rangan. dengan menoenggoe izin lebih landjoet. Maka kelebihan atau kekoerangan jang didapat oléh komisi haroeslah dengan segera dan dengan tidak menoenggoe izin lebih landjoet dimasoekkan dalam boekoe oléh pengoewasa pada hari pemeriksaan itoe djoega, ja'ni pada 31 December; ataupoen dipandang seperti ta'ada di boekoe, sehingga administrasi jang baroe pada 1 Januari bermoelaï dengan ketinggalan garam jang soenggoeh dan jang didapat oléh komisi. Pasal 8. Mengirimkan Adapoen porsés-perbal itoe diboewat Iima helai dan hasésSéerb°ir" roeslah ditandaï „gezien" oléh amtenar Pemerintahan-da™r * lam-Negèri jang memeriksa; maka orsinil porsés-perbal — 78 — het origineel zendt aan de Algemeene Rekenkamer en de overige exemplaren verdeelt als volgt: één voor den Directeur van Gouvernementsbedrijven; één voor het Hoofd van gewestelijk bestuur; één voor het Hoofd van plaatselijk bestuur; één voor het archief van het pakhuis of de debietplaats. (Bijblad No. 8084). II. REGELEN in acht te nemen bij de overgave en overneming van het beheer van pakhuizen en debietplaatsen voor verpakt zout. Artikel 1. Overgave en De aftredende beheerder van een pakhuis en een debietovername van plaats voor verpakt zout geeft het beheer over aan den het beheer optredenden beheerder, die het beheer overneemt, ten overvan een pak- . , . * ' . ,, huis of ver- staan van eene commissie van twee door het betrokken koopplaats Hoofd van plaatselijk bestuur aan te wijzen personen, zoogeschiedt ten veel mogelijk ambtenaren, overstaan van een commissie. Opmaking De aftredende en optredende beheerders maken ter zake van het pro- een door hen te onderteekenen proces-verbaal op, overeences-verbaaL komstig het bij deze regelen behoorend model, welk stuk door de commissie medeonderteekend wordt. In geval van ziekte, afwezigheid, overlijden of voortvluchtigheid dan wel verhindering van den beheerder, geschiedt de opmaking en onderteekening van het procesverbaal, behalve door de commissieleden en den overnemer, door den in artikel 2 bedoelden persoon, en bij diens ontstentenis alleen door eerstbedoelde personen. fe^S Artikel 2. Bij het openvallen van een beheer tengevolge van ziekte of afwezigheid van den. beheerder, waardoor hij verhin- 79 itoe boléh dikirimkan ta' dengan soerat-pengantar kepada Déwan Hisab dan lain-lainnja dibagikan: sehelai kepada Diréktoer Pentjarian Negeri; sehelai kepada Kepala pemerintahan daérah; sehelai kepada Kepala pemerintahan senegeri; sehelai kepada archief goedang atau tempat pendjoewalan. (Bijblad No. 8084). II. ATOERAN jang akan diperingatkan pada waktoe timbang terima pengoewasaan goedang dan tempat pendjoewalan garam boengkoesan. Pasal 1. Timbang te- Maka pengoewasa goedang dan pengoewasa tempat penrima pengoe- djoewalan garam boengkoesan jang baroe berhenti menjed^n^ata^06" ran'a Boemipoetera jang koerang mampoe danjang tidak ; Vmampoe: d.; dengan ferk lain-lain jang koerang loewas koe- 3 ii/L,«;H.~©rdonan^^ S ï In»«lto«t.iPa«teiir df'Weltevreden; i,, |'emoengoetati" ^öefcai Barang , )ICekbèrtn"Ta«d^'" I ' - _ . » . fHKQ|^>.•;>" . -,.-/ p -J '-WsmËé ??:.G- B- Ordonansi-rainjak-t.inah. . ... ' '- '. ' '- ."' () ~ n 24' ^ -B- •'. Sendjata-api, ^l^^iréj^^i^^nt^^'M^^^^' ï - *^ Pé«*»feavS^an ma»oek Ssj^ P^Bawtfah feloewak . i oe/R&f ^èft^KM^Pembavaa« dan Pernijagaan . "1 1 v 'j^^ O SÓ ^ ^ n'iv . a"8-barang pejetoep, - y ^/•^V>wï^enjja^aganf? ata# laloe Rntas di djalan-djalan: . iReglemerTtJeréta^ogin; ^^ ^j^^^ï,,."Tb;' ARegleiBé^ 'Jllfeter .^W^i"' . -, . — Ö 50 oq/p ; "^•nK»waian atas" Perkara me~ntjétak !. / , ,Q %& 3 •F- Pekerdjaan rdcmah-gadai . . .^^^a^S^^^Kfeè^j^^o'aitó.'. ^^fe^'W^^^M.•^^^»«S»^*el^• atau _memééan kitab Uitab ;;, ^ terseboet itoe,.-|ier.dakiah soerat. pesanan bcrs"ama den gat, oe.v^nli harga kitab 4ts« ^'aijl^ï^tJfSri. ke kantor COMMISSiE VOOR DÊ