18 12. Vast recht en cijns. Het Gouvernement heft van elke concessie jaarlijks een vast recht van ƒ 0.25 per hectare en een cijns, ten bedrage van 4 % van de bruto-opbrengst der gewonnen producten. 13. Inlaad sche ontginningen. De bovenbedoelde voorschriften betreffende vergunnin-j gen en concessies zijn, ingevolge de wet zelf, niet van toe¬ passing op de ontginning van delfstoffen, door de inland- sche of daarmede gelijkgestelde bevolking1 ondernomen. voor zoover die ontginning op kleine schaal en voor eigen rekening en bate geschiedt. De wetgever heeft evenwel! slechts beoogd, de destijds bestaande rechten te ontzien, zoodat het openen van nieuwe ontginningen in terreinen; of streken, waar het recht der bevolking daartoe te voren niet bestond, niet is toegelaten. De Mijnordonnantie bevat verder nog enkele voorschriften om de rechten der inlandsche bevolking tot voortzetting van hun oude ontginnin-l gen, te verzekeren (artt. 50—59 M. O.). 19 12. Bija tetap dan tjoekai. disebabkan oléh peroesahaannja itoe .kepada orang jang berhak atas atau jang berkepentingan pada tanah jang diatas serta barang-barang jang ada disitoe. Kewadjiban akan mengganti keroegian itoe tijada sampai tentang keroesakan roemah-roemah atau tempat-tempat, jang terdjadi pada ketika orang soedah boléh mengetahoei, bahwa peroesahaan itoe dapat mendatangkan bahaja. Dari tijap-tijap concessie dan pada tijap-tijap tahoen, Goebernemèn mengambil bija jang tetap besarnja ƒ 0.25 dari satoe Hectare dan soewatoe tjoekai besarnja 4 % dari pendapatan kotor (bruto) dari hasil tanah jang diambil. 13. Pem- boekaan Boemi- poetera. Menoeroet boen j in ja wet sendiri maka peratoeran jang terseboet diatas itoe tentang izin dan concessie, tijada dikenakan kepada hal mengambil barang-tambang, jang dikerdjakan oléh Boemipoetera atau oléh bangsa jang disamakan dengan dija, kalau pemboekaan tambang itoe ketjil, atas belandja sendiri dan oentoek badan sendiri. Akan tetapi pemboewat wet itoe hanja bermaksoed akan memelihara hak jang soedah ada pada waktoe itoe, djadinja tjjadalah boléh orang memboeka tambang baharoe pada tanahtanah atau daérah-daérah tempat orang Boemipoetera beloem berhak akan memboewat jang demikijan itoe. Ada lagi dalam Ordonansi-tambang itoe beberapa peratoeran akan memelihara hak Boemipoetera akan meiandjoetkan pemboekaan-tambangnja jang lama, (pasal 50—59 Ordonansi tambang). § II. Voorschriften ter uitvoering van de Indische Mijnwet. De Mijnordonantie (Staatsblad 1906 No. 434, 1912 No. 360, 1914 No. 185 en 689,1916 No. 570 en 716, 1917 No. 84, 133, 497, 526 en 729, 1919 No. 15 en 367). Voor- De Mijnordonnantie bevat ruim 600 artikelen. Het gaat woord.ffli natuurlijk niet aan daarvan hier een zelfs maar beknopt overzicht te geven. Zulks is trouwens ook niet noodig, omdat het Binnenlandsch Bestuur in hoofdzaak alleen bn' het verkrijgen van mijnrechten een actieve rol speelt, terwijl het toezicht op een juiste toepassing der mijnverordeningen niet bn' het Bestuur, doch voor het overgroote gedeelte bn' de technische diensten (Mijnwezen en Mijninspectie) berust. Dit neemt niet weg, dat toch in verschillende gevallen door die technische diensten een beroep zal moeten worden gedaan op de tusschenkomst van het Bestuur. Overigens dient speciaal de Inlandsche bestuursambtenaar nog met de voornaamste bepalingen op de hoogte te zn'n ter voorlichting van zijn landgenooten in voorkomende gevallen. Wat nu het verkrijgen van mijnrechten betreft, reeds in § I is met een enkel woord opgemerkt, dat vergunningen tot het doen van mijnbouwkundige opsporingen worden verleend door de Hoofden van gewestelijk bestuur. De daartoe strekkende verzoekschriften moeten door die Bestuurshoofden worden toegezonden aan het Hoofd van het Mijnwezen, zoo mogelijk dadelijk vergezeld van een advies (art. 68 M. O.). Daartoe stellen de Hoofden van gewestelijk bestuur de vergunningsaanvragen wel eens vooraf in handen van de Hoofden van plaatselijk bestuur, hoewel zulks niet is voorgeschreven. Dat bij zulk een voorafgaand onderzoek weer veelal zal worden gebruik gemaakt van de hulp van Inlandsche ambtenaren en hoofden, spreekt wel van zelf. 1. Wijze van verkrijgingvan vergunningentot het doen Tan mijnbouwkundigeopsporingen. 3. Indiening van een Terzoekschrift. § II. Peratoeran boewat melakoekan oendang-oendang tam bang di tanah Hindia. Ordonansi tambang (Staatsblad 1906 No, 434, 1912 No. 360, 1914 No. 185 dan 689, 1916 No. 570 dan 716, 1917 No. 84, 133, 497, 525 dan 729, Stbl. 1919 No. 15 dan 367). Pendahoe- Ordonansi-tambang itoe berisi lebih dari 600 pasal. loean. j&g Tentoe sekali tijadalah dapat diberi disini soewatoe ichtisar, berapa ringkas sekalipoen. Hal ini sebetoelnja tijada djoega perloe, sebab Pemerintahan-dalam-Negeri pertama-tama beroesaha betoel hamja dalam hal „memperoléh" hak-tambang, sedang pendjagaan tentang mendjalankan betoel oendang-oendang tambang itoe tijada terserah kepada Pemerintah, tetapi pada bahagian jang terbesar kepada pekerdjaan-pekerdjaan ahli (Pekerdjaan tambang dan Pemeriksaan-tambang). Akan tetapi meskipoen begitoe, dalam beberapa hal haroes djoega bekerdja ahli itoe meminta soepaja pemerintah mengantara. Lain daripada itoe haroes poela prijaji-prijaji Boemipoetera mengetahoei ketentoean' itoe jang teroetama, soepaja merékaitoe dapat menerangkannja, kepada kaoem bangsanja dalam hal jang akan terdjadi. 1. Tjara mendapat Izin akan mendjalan kan pekerdjaan mentjaharitambang. 2. Memasoekkansoerat permintaan. Tentang mendapat hak-tambang soedah diseboetkan sedikit pada § 1, bahwa izin akan mendjalankan pekerdjaan mentjahari tambang, akan diberikan oléh Kepala pemerintahan daérah. Soerat permintaan haroes dikirimkan oléh Kepala pemerintah itoe kepada Kepala Pekerdjaan-tambang, seboléh-boléhnja dengan segera dan disertaï dengan timbangannja (pas. 68 Ordonansi tambang). Akan mendapat timbangan itoe, maka kadang-kadang permintaan izin itoe diserahkan dahoeloe oléh Kepala pemerintahan daérah kepada Kepala pemerintahan senegeri, meskipoen perboewatan jang demikijan tijada diperintahkan. Pada pemeriksaan jang didahoeloekan demikijan itoe mémang atjap kali akan diminta pertolongan kepada prijajiprijaji dan Kepala-Kepala Boemipoetera. 22 3. Onder- Het Hoofd van het Mijnwezen laat de aanvragen vervolzoek der gens op zijn kantoor onderzoeken. Daarna zendt hij ze met aanvragen zjjn a(jvies terug aan de betrokken Hoofden van gewestelijk bestuur. Vereenigt het Hoofd van gewestelijk bestuur zich met het advies van het Hoofd van het Mijnwezen, dan worden de aanvragen, voor zoover zij naar het oordeel van die autoriteiten voor toewijzing in aanmerking komen, algemeen bekend gemaakt (art. 70 M. O.). De bekendmaking geschiedt vooreerst in de gemeente of gemeenten (desa, kampoeng enz.), binnen wier gebied het aangevraagde terrein geheel of gedeeltelijk is gelegen, mondeling in de landstaal door het betrokken Hoofd van plaatselijk bestuur of door een door dezen daartoe aangewezen ambtenaar of hoofd; zoo mogelijk wordt de bekendmaking ook in de Maleische- en de lands-taal aangeplakt. Overigens geschiedt de bekendmaking in de afdeeling of afdeelingen, waarin het aangevraagde terrein geheel of gedeeltelijk is gelegen, op de plaatselijk gebruikelijke wijze. Die bekendmaking wordt evenals andere bijzonderheden betreffende vergunningen en concessies door de zorg van het Hoofd van het Mijnwezen in een afzonderlijk, voor publicaties betreffende het Mijnwezen bestemd, bijvoegsel der Javasche Courant opgenomen. 5. Termijn Rechthebbenden op den grond (art. 71 M. O.), derde bevoor het langhebbenden en alle anderen, wier belangen door het inbrengen verieenen eener aangevraagde vergunning zouden kunnen zwaren te worden geschaad, kunnen binnen den tijd van drie maangen het den, nadat de aanvraag om vergunning plaatselijk is beverzoek. kend gemaakt en binnen den tijd van twee maanden, geBehande- rekend van den dag van publicatie in de Javasche Courant, llng van voor hun belangen opkomen en hun bezwaren tegen het brachte" verleenen der aangevraagde vergunning inbrengen, zoowel bezwaren. bÜ het Hoofd van gewestelijk-, als bij het Hoofd van plaatselijk bestuur en, voor zooveel Inlanders en met hen gelijkgestelden betreft, ook bij den naastbij wonenden Europeeschen bestuursambtenaar. Inlanders en met hen geln'kge- 4. Algemeene bekendmaking daarvan. 23 Kepala Pekerdjaan-tambang laloe menjoeroeh memeriksa soerat-soerat permintaan itoe di kantornja. Kemoedijan daripada itoe dikirimkannja soerat-soerat permintaan itoe kembali kepada Kepala pemerintahan daérah, bersama dengan bitjaranja. Kalau Kepala pemerintahan-daérah itoe bersetoedjoe dengan bitjara Kepala Pekerdjaan-tambang dan kalau permintaan itoe boléh dikaboelkan menoeroet timbangan kedoewa pembesar itoe, maka permintaan itoe dima'loemkan 'oemoem (pasal 70 Ordonansi tambang). Ma'loemat itoe diadakan lebih dahoeloe didalam gemeente atau gemeente-gemeente (désa, kampoeng d.1.1.), tempat terletak semoewa tanah jang diminta itoe atau sebagiannja itoe jaïtoe dengan moeloet dan dalam bahasa anak-negeri oléh Kepala pemerintahan senegeri jang bersangkoetan atau oléh seorang pegawai atau Kepala jang ditoendjoekkannja, seboléh-boléhnja pemberi-tahoean itoe ditémpélkan didalam bahasa Melajoe dan bahasa anak negeri. Lain daripada itoe ma'loemat itoe diadakan didalam afdeeling atau afdeeling-afdeeling, tempat terletak semoewanja tanah jang diminta itoe atau sebahagiannja menoeroet tjara jang bijasa didalam tempat-tempat itoe. Pemberi-tahoean (ma'loemat) itoe dan segala hal-ihwal tentang izin dan concessie dimoewatkan kedalam lampiran Javasche Courant, jang sengadja diasingkan oentoek pemberi-tahoean tentang Pekerdjaan-tambang. 5. Témpoh Orang-orang jang berhak atas tanah (pas. 71 Ord. akan me- tamb.) dan orang lain jang berkepentingan dan orang niasoekkan lajn-lain lagi, jang kepentingannja barangkali akan dikeberatan- j^ggn^^ karena pemberian soewatoe izin jang diminta, keberatan . , , , , . , tentang boléh datang mempertahankan kepentingannja dan me- perminta- masoekkan,keberatannja tentang pemberian izin jang di- an itoe. minta itoe, baik kepada Kepala pemerintahan daérah atau Mengoe- kepada Kepala pemerintahan senegeri, ja'ni didalam tiga keberatan koelan, sesoedah permintaan izin itoe diberi-tahoekan pada keberatan tempat itoe, dan didalam doewa boelan, terhitoeng moelaï jang di- daripada tanggal pemberi-tahoean itoe dima'loemkan di- masoek- dalam Javasche Courant. Akan bangsa Boemipoetera dan kan itoe. jang disamakan dengan dija maka ditentoekan merékaitoe 3. Memeriksa permintaan. 4. Memberi-tahoekan Itoe dengan 'oemoem. 24 stelden mogen hun bezwaren zoowel mondeling als schriftelijk inbrengen, anderen alleen schriftelijk. Van mondeling ingebrachte bezwaren wordt door den betrokken ambtenaar proces-verbaal opgemaakt. De bezwaarschriften en processen-verbaal van mondeling ingebrachte bezwaren worden, voor zoover ze niet zijn ingediend en ingebracht bij het Hoofd van gewestelijk bestuur, ten spoedigste aan dezen toegezonden. Het Hoofd van gewestelijk bestuur stelt, zoo noodig, een onderzoek naar de ingebrachte bezwaren in of doet dit instellen, en zendt dan de bezwaarschriften en processenverbaal, onder mededeeling van den uitslag van het ingestelde onderzoek, vergezeld van zijn advies aan het Hoofd van het Mijnwezen. Deze onderzoekt de stukken en zendt ze vervolgens, vergezeld van zijn advies, terug aan het Hoofd van gewestelijk bestuur. 6. Beschik- Het Hoofd van gewestelijk bestuur neemt daarna een king op de beschikking op het ingediend verzoek om vergunning, met aanvragen, gelijktijdige beslissing omtrent de eventueel ingebrachte bezwaren (art. 72 M. O.). Bezwaren, ingebracht na het verstrijken van de hoogerbedoelde, daarvoor vastgestelde termijnen, worden niettemin door het Hoofd van gewestelijk bestuur ter kennis van het Hoofd van het Mijnwezen gebracht. Daarop wordt evenwel slechts acht geslagen voor zoover daartoe naar het oordeel van het Hoofd van gewestelijk bestuur of van het Hqpfd van het Mijnwezen aanleiding bestaat (art. 71 M. O.). Ten slotte kan, ook na de beschikking op een verzoek om vergunning, nog in beroep worden gekomen bij den Gouverneur-Generaal en wel door alle belanghebbenden binnen een termijn van twee maanden, ingaande met den datum van publicatie van het desbetreffende besluit in de Javasche Courant. Het bezwaarschrift moet worden inge- 7. Beroep op den Gouverneur-Generaal. 25 boléh djoega pergi mengadoe kepada Pemerintah bangsa Éropah jang dekat pada tempatnja. Boemipoetera dan bangsa jang disamakan dengan dija boléh menjatakan keberatannja itoe dengan moeloet atau dengan soerat, orang lain hanja dengan soerat. Dari keberatan-keberatan jang dinjatakan dengan moeloet akan diperboewat porsés-perbal oléh amtenar jang bersangkoetan. Soerat keberatan dan porsés-perbal dari keberatan jang dinjatakan dengan moeloet, akan dikirim selekas-lekasnja kepada Kepala pemerintahan daérah, kalau soerat keberatan itoe beloem dikirim atau keberatan itoe beloem dinjatakan kepadanja sendiri. Djikalau perloe maka Kepala pemerintahan daérah memeriksa atau menjoeroeh memeriksa segala keberatan jang dinjatakan itoe, dan mengirim soerat-soerat keberatan dan porsés-perbal itoe, bersama dengan timbangannja kepada Kepala Pekerdjaan-tambang, sambil memberitahoekan pendapatan pada pemeriksaan itoe. Kepala Pekerdjaan-tambang itoe memeriksa soerat-soerat itoe, laloe mengirimnja kembali, bersama dengan timbangannja, kepada Kepala pemerintahan daérah. 6. Kepoe- Kemoedijan daripada itoe, maka Kepala pemerintahan toesan daérah mengambil kepoetoesan atas permintaan izin jang * erminta dimasoekkan itoe dan atas keberatan, jang dimasoekkan an Itoe. ^pas* ^ ^r°-* Keberatan jang dimasoekkan sesoedah léwat waktoe jang ditentoekan seperti terseboet diatas masih djoega haroes diberi-tahoekan kepada Kepala Pekerdjaan-tambang oléh Kepala pemerintahan daérah. Akan tetapi keberatan itoe akan diperhatikannja seberapa sadja jang perloe menoeroet pikiran Kepala pemerintahan daérah atau Kepala Pekerdjaan-tambang (pas. 71 Ord. t.). 7. Hal min- Pada kesoedahatanja dapat djoega diminta bandingan ta bandi- kepada. Toewan Besar Goebernoer-Dj enderal, meski- r„ 1 poen soedah dipoetoeskan soewatoe permintaan izin, ja'mi da Toewan 1 1 ' J Besar (Joe- °^en seffa''a orang jang berkepentmgan didalam waktoe bernoer- doewa boelan, moelaï dihitoeng dari tanggalnja pemberi- Djenderal. tahoean beslit tentang itoe didalam Javasche Courant. 26 diend bij het Hoofd van gewestelijk bestuur (art. 83 M. O.). 8. Begin Is eenmaal een vergunning verleend, dan moet binnen Tan ©pspo- gen tijd van één jaar met de opsporing zijn begonnen (art. ring. Ver- 93 ^ q ) Ten einde dit te kunnen controleeren moet de P Tanden vergunninghouder, door tusschenkomst van het Hoofd Tergun- van plaatselijk bestuur, het Hoofd van gewestelijk bestuur nlnghou- schriftelijk in kennis stellen met hetgeen hij in dat jaar der. op het vergunningsterrein gedaan heeft, zoomede tijd en plaats van het werk. Na ontvangst van die schriftelijke kennisgeving (art. 94 M. O.) en van het advies van het Hoofd van plaatselijk bestuur, gaat het Hoofd van gewestelijk bestuur na of hetgeen is verricht als een begin van opsporing kan worden beschouwd, nadat zoo noodig op last een plaatselijk onderzoek op het onderzoekingsterrein is ingesteld, waarvan proces-verbaal wordt opgemaakt. Indien geen schriftelijke kennisgeving is ingediend geeft het Hoofd van plaatselijk bestuur daarvan kennis aan het Hoofd van gewestelijk bestuur en deelt daarbij mede, hetgeen hem bekend is omtrent de op het onderzoekingsterrein verrichte werkzaamheden. Het spreekt vanzelf, dat bij het onderzoek naar het op het vergunningsterrein verrichte werk, in de meeste gevallen zal moeten worden afgegaan op inlichtingen, door het Inlandsen bestuur te verstrekken. 9. Verzoe- Hetzelfde kan worden gezegd van de controle als gevolg ken om van verzoeken om verlenging van den vergunningsterverlenging mijn, wanneer de vergunninghouder wederom moet opTer un n geven, wat hij op het terrein gedaan heeft gedurende den ningster- tijd dat hij vergunninghouder is geweest (artt. 95 en 96 mijn. M. O.). Ook hier gaat het Hoofd van gewestelijk bestuur de juistheid van het in te dienen verslag na en wint dienaangaande, zoo noodig, het advies van het Hoofd van plaatselijk bestuur in. Op zijn last kan weer een plaatselijk onderzoek op het onderzoekingsterrein worden ingesteld, waarvan proces-verbaal wordt opgemaakt. 27 hari. Ke wadjiban orang jang Soerat keberatan itoe haroes dioendjoekkan kepada Kepala pemerintahan daérah (pas. 83 Ord. tamb.). 8. Moelaï Djikalau soedah diberi izin, haroeslah dimoelaï pekermentja- dj aan mentjahari itoe didalam satoe tahoen (pas. 93 Ord. tamb.). Soepaja dapat didjaga pekerdjaan itoe, haroeslah si pemegang izin memberi-tahoe kepada Kepala pemerin- memegang tahan daérah dengan pengantaraan Kepala pemerintahan Izin. senegeri, apa jang soedah diperboewatnja pada tempat jang diizinkan itoe didalam setahoen itoe, dan lagi waktoe dan tempat pekerdjaan itoe. Setelah diterima soerat pemberi-tahoean (pas. 94 Ord. tamb.) dan timbangan Kepala pemerintahan senegeri itoe, maka Kepala pemerintahan daérah menjelidiki adakah jang soedah dikerdjakan itoe dapat dipandang seperti permoelaan pekerdjaan mentjahari sesoedah diperiksa kalau perloe pada tempat pekerdjaan itoe, dan diperboewat porsés-perbal dari pemeriksaan itoe. Kalau tidak ada dimasoekkan soerat pemberitahoean maka Kepala pemerintahan senegeri memberitahoekan hal itoe kepada Kepala pemerintahan daérah, sambil menerangkan, apa jang diketahoeinja tentang pekerdjaan jang soedah ada pada tempat pemeriksaan itoe. Tentoelah dalam hal jang terbanjak pada pemeriksaan pekerdjaan jang soedah ada pada tanah jang diizinkan, haroeslah dipertjaja segala keterangan jang diberikan oléh pemerintah Boemipoetera. 9. Permin- Demikijan poela dapat diseboetkan tentang pemeriksataan me- an jang disebabkan oléh permintaan akan melandjoetkan fcm^wak wakt°e izin itoe, kalau si pemegang izin itoe mesti sekali toe izin" menerangkan, apa jang soedah dkerdjakannja pada itoe. tanah itoe selama ija ada memegang izin disitoe (pas. 95 v dan 96 Ord. tamb.). Dalam hal ini djoega haroes Kepala pemerintahan daérah memeriksa kebenaran berita jang akan dimasoekkan; dan kalau perloe, dimintanja kepada Kepala pemerintahan senegeri timbangan tentang itoe. Atas perintahnja dapat diadakan lagi pemeriksaan pada tempat itoe dengan memboewat porsés-perbal tentang itoe. 29 10. Penoentoetanorang jang berhak atas tanah atau orang lain jang berkepentlnganakan mentjaboetizin Itoe. 11. Hal minta bandingankepada Toewan Besar GfoebernoerDjenderal. 12. Concessie tambang. Per- Pada toentoetan orang jang berhak atas tanah atau orang lain jang berkepen tingan akan men tjaboet soewatoe izin, teratoer djoega pemeriksaan dan porsés-perbal, jang akan ditjampoeri oléh pemerintah Boemipoetera (pas. 114 Ord. tamb.). Kalau penoentoetan itoe diperboewat dengan soerat, haroeslah di'alamatkan kepada Kepala pemerintahan daérah. Orang bangsa Boemipoetera dan jang. disamakan dengan dija boléh djoega menoentoet pentjaboetan itoe dengan moeloet; orang lain hanja boléh menoentoet dengan soerat permintaan jang beralasan. Permintaan dengan moeloet dapat didjalankan kepada Kepala pemerintahan daérah, Kepala pemerintahan senegeri dan djoega kepada amtenar pemerintah bangsa Eropah jang terdekat tinggal. Dari permintaan jang didjalankan dengan moeloet akan diperboewat porsés-perbal oléh amtenar jang bersangkoetan. Porsés-perbal itoe haroes selekas-lekasnja dikirimkan dengan moeloet tijada diseboet kepadanja sendiri. Kalau perloe, Kepala pemerintahan daérah memboewat pemeriksaan atau menjoeroeh memboewat pemeriksaan tentang permintaan itoe, dan tentang keberatan jang dimasoekkan oléh orang jang memegang izin. Daripada pemeriksaan jang seroepa' itoe haroes diperboewat poela porsés-perbal. Kemoedijan soerat-soerat itoe dikirim kepada Kepala Pekerdjaan-tambang, jang akan memberi bitjaranja. Maka Kepala pemerintahan daérahlah jang akan memberi kepoetoesan. Kepoetoesan, jang menolak penoentoetan orang jang berhak atas tanah atau orang lain jang berkepentingan akan mentjaboet soewatoe izin, boléhlah diminta bandingan kepada Toewan Besar Goebernoer-Dj enderal. Hal minta bandingan itoe haroes dikerdjakan dalam waktoe doewa boelan, sesoedah ada pemberi-tahoean tentang penolakan itoe didalam Javasche Courant (pas. 115 Ord. tamb.). Kedapatan benda jang ditjahari-tjahari, sebeloem habis waktoe izin itoe, dapatlah diminta Concessie-tambang kepada Toewan Besar Goebernoer-Djenderal. Permintaan 44 6. Beschikking op de aanvragen blz. 24 7. Beroep op den Gouverneur-Generaal „ 24 8. Begin van opsporing. Verplichtingen van den vergunninghouder terzake „ 26 9. Verzoeken om verlenging van den vergun^ ningstermijn , 26 10. Vordering van rechthebbenden op den grond of van derde belanghebbenden tot intrekking van eene vergunning '~ 28 11. Beroep op den Gouverneur-Generaal tegen beschikkingen terzake „ 28 12. Mynconcessies. Aanvraag te richten tot den Gouverneur-Generaal „ 28 13. Openbare bekendmaking van de aanvraag. „ 30 14. Termijn tot het inbrengen van bezwaren tegen het verleenen der aangevraagde concessie tj 30 15. Commissie van onderzoek voor de aanvragen „ 32 16. Inhoud van het proces-verbaal door de Commissie op te maken „ 32 17. Beslissingen van den Gouverneur-Generaal. „ 34 $ III. VOORSCHRIFTEN BETREFFENDE VERGUNNINGEN TOT WINNING VAN DELFSTOFFEN, WELKE NIET ONDER DE MIJNWETGEVING VALLEN. 1. Recht van den eigenaar van den grond op delfstoffen niet in art. 1 M. W. genoemd ... blz. 36 2. Tot het winnen van die delfstoffen is voor anderen dan bedoelden eigenaar vergunning noodig „ 36 45 6. Kepoetoesan tentang permintaan itoe ... moeka 25 7. Hal minta bandingan kepada Toewan Besar Goebernoer-Dj enderal „ 25 8. Moelaï mentjahari. Kewadjiban orang jang memegang izin * 27 9. Permintaan melandjoetkan waktoe izin itoe „ 27 10. Penoentoetan orang jang berhak atas tanah atau orang lain jang berkepen- tingan akan mentjaboet izin itoe „ 29 ft. Hal minta bandingan kepada Toewan Besar Goebernoer-Djenderal "' 29 12. Concessie tambang. Permintaan di'alamatkan kepada Toewan Besar Goebernoer-Djenderal . f> 29 13. Mema'loemkan permintaan itoe kepada orang banjak 31 14. Masanja akan memasoekkan keberatankeberatan tentang pemberian concessie ... „ 31 15. Komisi pemeriksa permintaan itoe „ 33 16. Isinja porsés-perbal pendapatan Komisi... „ 33 17. Kepoetoesan Toewan Besar GoebernoerDjenderal ■ 35 § Hl. PERATOERAN-PERATOERAN TENTANG IZIN MENGAMBIL. BARANG TAMBANG JANG TIJADA MASOEK WET-TAMBANG. 1. Hak orang jang poenja tanah atas barangtambang jang tijada terseboet pada pasal li Wet-tambang moeka 37 2. Akan mengambil barang-tambang itoe maka orang lain daripada jang poenja perloe meminta izin 37 47 3. Atoeran sementara tentang mengambil barang-tambang: moeka 39 a. sijapa-sijapa jang boléh' memegang izin „ 39 b. lamanja izin itoe „ 39 c. loewasnja concessie „ 39 d. toewan Besar Goebernoer-Djenderal jang memberikan izin „ 39 e. memasoekkan permintaan dengan pengantaraan Kepala pemerintahan daérah „ 39 ƒ. isinja permintaan itoe „ 39 g. memeriksa permintaan pada tempat- nja .' „ 39 h. memeriksa itoe pada kantor besar Pekerdjaan-tambang „ 41 i. memoetoeskan permintaan itoe „ 41 ƒ. perdjandjian jang tetap dimasoekkan kedalamnja „ 41 HANDLEIDING TEN DIENSTE VAN DE INLANDSCHE BESTUURSAMBTENAREN OP 5 JAVA ÊN MADOERA No|40/G.B. DE MIJNWETGEVING^ NEDERLANDScrfflNDIË, Uitgave van het Departement van Binnenlandsch Bestuur. Oikk yan Albrecbt & Co.. Weltevredeu HANDLEIDING TEN DIENSTE VAN DE INLANDSCHE BESTUURSAMBTENAREN OP JAVA EN MADOERA ' No. 40/G.B. DE MIJNWETGEVING IN NEDERLANDSCH-INDIË. Uitgave van het Departement van Binnenlandsch Bestuur. Druk van Aibrecht & Co., "Weltevreden. 1920. /oio?? PEMIMPIN BAGI PRIJAJI-PRIJAJI BOEMIPOETERA Dl TANAH DJAWA DAN MADOERA No. 40/G.B. OENDANG = OENDANG - TAMBANG Dl TANAH HINDIA = BELAND A. Dikeloewarkan oléh Departemèn Pemerintahan dalam Negeri. Tertaétak oléh firma Aibrecht & Co., Weltevreden 1920. De Mijnwetgeving in Nederlandsch-Indië. § 1. Algemeene beginselen volgens de Indische Mijnwet (Staatsblad 1899 No. 214,1910 No. 588 en 1919 No. 4). § II. Voorschriften ter uitvoering van de Indische Mijnwet. De Mijn-ordonnantie (Staatsblad 1906 No. 434, 1912 No. 360, 1914 Nos. 185 en 689, 1916 Nos. 570 en 718, 1917 Nos. 84, 133, 497, 525 en 729 en 1919 Nos. 15 en 367). § III. Voorschriften betreffende vergunningen tot winning van delfstoffen, die niet onder de mijnwetgeving vallen. Oendang-oendang - Tambang di Tanah Hindia-Belanda. § I. Roekoen-roekoen 'oemoem menoeroef oendangoendang-tambang (wef-tambang) di Hindia (Staatsblad 1899 No. 214, 1910 No. 588 dan 1919 No. 4). § II. Peratoeran-peratoeran boewat melakoekan wettambang di Hindia» Ordonansi-fambang (Staatsblad 1906 No. 434, 1912 No. 360, 1914 No. 185 dan 689, 1916 No. 570 dan 718, 1917 No. 84, 133, 497, 525 dan 729 dan 1919 No. 15 dan 367). § III. Peratoeran tentang izin akan (mengambil) mengeloewarkan barang-tambang, jang tijada masoek wet-tambang. MIJNWETGEVING. § 1. Algemeene beginselen volgens de Indische MMnwet (Staatsblad 1899 No. 214, 1910 No. 588 en 1919 No. 4). 1. Voor- De algemeene beginselen van de Indische mijnwetgeving woord. zijn te vinden in de Indische Mijnwet. UitvoeringsvoorAlgemeene schriften, waarin de algemeene beginselen der Indische beginselen. jjjjnwet meer in bijzonderheden zijn uitgewerkt, geeft de z.g. Mijnordonnantie, waarover in een afzonderlijk hoofdstuk (zie § II hierachter) het een en ander zal worden gezegd. Hoewel de bemoeienis van den Inlandschen ambtenaar met de mijnverordeningen zich uitsluitend bepaalt tot eenige voorschriften der Mijnordonnantie, is het voor een goed begrip van de zaak toch noodig, dat hij eenigermate vertrouwd is met de hoofdbeginselen van het mijnrecht, vooral ook met het oog op de bijzondere verhouding tusschen houders van mijnrechten en rechthebbenden op den grond. Van die hoofdbeginselen volgt dus hieronder een overzicht. Als algemeene regel bepaalt art. 571 van het Burgerlijk Wetboek, dat de eigenaar van den grond ook eigenaar is van hetgeen op en in den grond is. Hu' mag onder den grond naar goedvinden bouwen en graven en uit dat graven alle vruchten trekken, welke het kan opleveren, behoudens de uitzonderingen, welke uit de mijnwet voortvloeien. In aansluiting met dat artikel uit het Burgerlijk Wetboek nu bepaalt art. 1 der Mijnwet, dat over de verschillende daar genoemde delfstoffen de rechthebbende op den grond nieit mag beschikken. Behalve verschillende andere, behoo- 2. Rechten Tan dén eigenaar Tan den grond. OENDANG-OENDANG-TAMBANG. § 1. Roekoen-roekoen 'oemoem menoeroet Wet-tambang di tanah Hindia (Staatsblad 1899 No. 214, 1910 No. 588 dan 1919 No. 4). 1. Penda- Roekoen-roekoen 'oemoem dari Wet-tambang di tanah hoeloean Hindia ada terdapat didalam Wet-tambang di tanah Hinroeko'611" Pera*oeran melakoekan, jang menerangkan lebih nja- 'oemoent roekoen-roekoeh 'oemoem dari Wet-tambang di tanah Hindia itoe, ada terseboet didalam ordonansi jang dinamakan Ordonansi-tambang, jang akan dibitjarakan lagi dalam soewatoe bab sendiri (lihatlah § II dibelakang ini). Meskipoen oesaha 'prijaji Boemipoetera dengan Wettambang hanja ten tang beberapa sjarat dari Ordonansitambang sahadja, akan tetapi boewat pengertian jang baik tentang perkara itoe, maka perlóelah djoega ija mengetahoei sedikit-sedikit roekoen-roekoen jang teroetama dari hoekoem-tambang, hoebaja-hoebaja memandang kepada doedoeknja jang Istiméwa orang jang memegang hak-tambang dengan jang berhak atas tanah itoe. Dari roekoen-roekoen jang teroetama itoe adalah ichtijarnja dibawah ini. 2. Hak- Sebagai atoeran 'oemoem adalah ditentoekan didalam hak orang pasal 571 dari Kitab Oendanig-oendang Hoekoem Sipil n^a^tanah ^ur^er^Ö^ Wetboek), bahwa orang jang poenja tanah nja ana djoega mendjadi orang jang poenja bararig jang ada diatas dan didalam tanah itoe. Ija boléh memboewat dan menggali didalam tanah itoe sesoeka-soekanja serta mengambil segala hasil jang dapat dikeloewarkan dengan pekerdjaan menggali itoe. lain daripada jang diketjoewalikan oléh Wet-tambang. Bersamboengan dengan pasal itoe dari Kitab Oendangoendang Hoekoem Sipil adalah ditentoekan dalam pasal 1 dari Wet-tambang, bahwa matjam-matjam barang-barang jang terseboet disitoe tijada boléh dikoewasaï oléh orang 8 ren daaronder b.v. de volgende bekende delfstoffen: edelgesteenten, goud, zilver, tin, lood, koper, zink en ijzer, steen- en bruinkolen, aardolie en aardgassen enz. De delfstoffen zijn verdeeld in twee klassen a en b. Tot de 6 delfstoffen behooren: anthraciet en alle soorten van steen- en bruinkool; aardolie, aardpek, aardwas en alle andere soorten van bitumineuse zelfstandigheden, zoowel vaste als vloeibare en brandbare gassen, de laatste voor zoover deze niet van jongen datum zijn (moerasgassen); jodium en de verbindingen daarvan. De overige in art. 1 der Mijnwet genoemde delfstoffen behooren tot de o klasse (Zie St. 1919 No. 4). Alleen voor de delfstoffen van de laatstgenoemde klasse worden mijnconcessies op den voet van de Mijnwet en de. Mijnordonnantie verleend. De & delfstoffen kunnen, na de laatste wijziging van de Mijnwet, alleen op een bijzondere wijze worden ontgonnen, welke hier echter buiten beschouwing moet blijven. 3. Op delf- Die in art. 1 der Mijnwet genoemde delfstoffen zijn dus daar*n niet V°°r grondei£enaar> doch' althans voor zoover de heef^de a delfstoffen betreft, voor den vinder, die ze weet op te Tinder sporen. Over de aangetroffen ö delfstoffen mag hij echter recht. ni©t beschikken. De wijze waarop laatstgenoemde delfstoffen zullen worden ontgonnen, wordt in elk voorkomend geval afzonderlijk door het Gouvernement vastgesteld. 4. Vergun- Voor het doen van opsporingen naar delfstoffen, ge- ningtothet noemd in art. 1 der Mijnwet, is een vergunning noodig, mijnbouw- een z g" v6^1111"1^ tot het doen van mijnbouwkundige kundige opsporingen,' welke vergunning, krachtens de mijnordon^. opsporing- nantie, wordt verleend door het Hoofd van gewestelijk en- bestuur en waarover dus nader in § H. 9 jang poenja tanah. Lain daripada benda-benda jang lain, adalah masoek kepada bahagian itoe, oempaman ja barangtambang jang soedah ketahoean ini: permata-permata, emas, pérak, timah poetih, timah hitam, tembaga, timah sari, besi, arang-batoe hitam dan mérah, minjak-tanah, gas-gas tanah d.1.1. Barang-tambang adalah terbahagi atas doewa bahagian a dan b. Kepada bahagian & masoeklah: anthraciet dan segala matjam-matjam arang-batoe hitam dan mérah, minjak-tanah, gala-gala-tanah, lilin-tanah dan segala matjammatjam barang jang seroepa gelah tanah atau minjaktanah baik jang keras baik jang meléléh dan gas-gas jang dapat dibakar jang tijada moeda 'oemoernja seperti gas dari paja, jodium dan persenjawaannja. Barang-barang7 tambang jang lain jang terseboet dalam pasal 1 dari Wettambang masoek kepada kelas a. (Lihatlah Staatsblad 1919 No. 4). Hanjalah boewat barang-tambang jang masoek kelas jang terseboet kemoedyan itoe akan diberikan concessie tambang (izin memboeka tambang) mehóëroet Wettambang dari Ordonansi-tambang. Sesoedah Wet-tambang dioebah kemoedijan sekali, maka barang-tambang o'hanja boléh diambil dengan djalan jang istiméwa. Akan tetapi hal itoe tijada dapat dibitjarakan disini. . 3- Orang Djadinja barang-tambang jang terseboet dalam pasal 1 J*ng, 1?en" dari Wet-tambang tijadalah oentoek orang jang poenja halTatas* tanah' tetapi oentoek orang jang mendapat, jang tahoe barang mentjaharinja, kalau jang terdapat itoe barang tambang a. tambang Tetapi barang-tambang b jang didapatinja tijada boléh dalam ta- dikoewasaïnja. Tjaranja mengambil barang-tambang jang nah itoe. terseboet dibelakang sekali itoe, akan ditetapkan oléh Goe- bernemén dalam tijap-tijap hal jang terdjadi sendiri- sendiri. 4. Izin Akan mendjalankan pekerdjaan mentjahari barang akan men- tambang, jang terseboet dalam pasal 1 dari Wet-tambang, pekerdjaan haroeslah dahoeloe mendapat izin jang dinamaï: „Izin mentjahari akan mendjalankan pekerdjaan mentjahari tambang", barang jang akan diberikan oléh Kepala pemerintahan daérah tambang. menoeroet Ordonansi-tambang; hal ini nanti akan dibitjarakan dalam § II. 10 Een dergelijke vergunning wordt aanvankelijk verleend voor den tijd van 3 jaren, doch kan daarna nog tweemalen, telkens voor den tijd van één jaar worden verlengd. Een vergunning wordt niet verleend dan nadat de rechthebbenden op den grond *) en derde belanghebbenden 2) m de gelegenheid zn'n gesteld om voor hun belangen op te komen en onder de verplichting, dat de schade, welke door de opsporingen wordt toegebracht, vooraf wordt vergoed of dat daarvoor zekerheid wordt gesteld, als het bedragniet vooraf te bepalen is. Voor een vergunning is jaarlijks, bij vooruitbetaling een vast recht verschuldigd van 2,1/2 cent per hectare. 5. Wie De volgendè personen en vereenigingen kunnen verguavergun- ninghouder zijn: üi»? °i™ Nederlanders, ingezetenen van Nederland of van Nederoers kun- , , . ... 11 en zijn. Jandsch-Indie en vennootschappen, gevestigd in Nederland of in Nederlandsch-Indië, die aan bepaalde, in de wet genoemde vereischten voldoen. 6. Waar Opsporingen worden overal toegelaten behalve in de ter- opsporin. reinen, welke door de wet uitdrukkelijk zijn uitgezonderd, gen toege- £] laten zijn '', . , j £ en waar a' terremen waarin het Gouvernement zelf wil opsporen niet. en ontginnen (z.g. gereserveerde terreinen) en wel voor zoover betreft de delfstoffen, waarop de reserveering betrekking heeft; b. terreinen, die reeds zijn toegewezen aan iemand anders voor het doen van mijnbouwkundige opsporihgen of ontginningen, in het laatste geval voor zoover betreft de delfstoffen waarop de ontginning betrekking heeft; 1) Dat zijn zij, die een zakelijk recht hebben op den grond. 2) Dat zijn zij, wier uit een persoonlijk recht voortvloeiende belangen door een opsporing kunnen worden geschaad. 11 Izin jang sebagai itoe diberikan moela-moela boewat 3 tahoen lamanja, akan tetapi kemoedijan daripada itoe dapat lagi dilandjoetkan doewa kali, tn'ap-tijap kali satoe tahoen lamanja. Soewatoe izin tijada diberikan, kalau beloem diberi kelapangan dahoeloe kepada orang jang berhak -1) atas tanah itoe dan kepada orang jang berkepentingan 2), akan mempertahankan kepentingannja, dan izin itoe tijada akan diberikan melainkan dengan kewadjiban akan mengganti lebih dahoeloe keroegian, jang disebabkan oléh pekerdjaan mentjahari itoe, ataupoen akan mengadakan tanggoengan tentang ganti keroegian itoe, kalau djoemlahnja tijada dapat ditentoekan lebih dahoeloe. Boewat seboewah izin orang haroes membajar lebih dahoeloe tijap-tijap tahoen bija jang tetap 2Vè sén oentoek %$i$k tijap-tjjap hectare. 5. Sijapa Orang-orang dan perkoempoelan-perkoempoelan, jang boléh men- diseboetkan di'bawah ini, boléh memegang izin: dapat izin. Orang-orang Belanda, pendoedoek-pendoedoek tanah Belanda atau pendoedoek-pendoedoek tanah Hindia-Ber . landa dan kongsi-kongsi jang bertempat djjam di tanah Belanda atau di tanah Hindia-Belanda, jang dapat memenoehi kehendak-kehendak jang tentoe jang diseboet didalam wet. 6. Dimana Mentjahari tamWng diizinkan pada segala tempat, keboléhmen- tjoewali pada tanah-tanah jang sengadja diasingkan tjaiiaridl ]& wet, jaïtoe: mana tl- dak. °- tanah tempat Goebernemén hendak mentjahari dan memboeka sendiri (jang dinamaï tanah jang ditjadangkan), jaïtoe tentang barang-tambang jang hendak ditjadangkan; b. tanah jang soedah ditoendjoekkan kepada orang lain, akan mendjalankan pekerdjaan mentjahari tambang ataupoen akan memboeka tambang; didalam hal jang terkemoedn'an itoe hanja tentang barang tambang jang boléh diambil dengan memboeka tambang itoe; 1) Jaïtoe: orang jang mempoenjal hak barang atas tanah itoe. 2) Jaïtoe: orang jang kepentingannja karena hak orang, oléh pekerdjaan mentjahari tambang itoe. 12 c. terreinen, door den Gouverneur-Generaal om redenen van algemeen belang voor opsporingen gesloten. Binnen het terrein eener verleende vergunning mogen voorts in de volgende gedeelten geen opsporingen plaats hebben: gronden, waarop versterkingen, Gouvernementsof openbare gebouwen staan, dan wel kerkhoven, graven, publieke wegen, kanalen of spoorwegen zijn aangelegd; gronden, welke naar de instellingen der Inlanders als gewijde beschouwd worden, of waar het doen van opsporingen, om redenen van algemeen belang, ter beoordeeling van den Gouverneur-Generaal, wordt verboden en gedeelten, gelegen binnen een bn' ordonnantie bepaalden afstand van de vorenbedoelde gronden (vergl. art. 128 M.O.). Opsporingen zijn ook niet toegelaten in en rondom gronden, waarop woonhuizen of fabrieken staan, tenzij de toestemming van de rechthebbenden op den grond en derde belanghebbenden verkregen zij. Bovenstaande verbodsbepaling is ook toepasselijk op de later bij de concessies te bespreken ontginningen, met dien verstande, dat ze ten aanzien daarvan alleen geldt voor den bovengrond (zie ook art. 260 M.O.). 7. Ver- De rechthebbenden op den grond en derde belanghebbenpllchting den moeten overigens het doen van opsporingen in den reehtJieb grond toestaan- Die verplichting strekt zich ingevolge de benden Mijnordonnantie ook uit tot de oprichting en de bewerkop den stelliging, door den opspoorder, op die gronden van alle grond t.o.T. werken en werkzaamheden, noodig voor het doen van de die opspo- door hem in te stellen opsporingen. Gelukt het den vergungen. s ninghouder niet den grond langs minnelijken weg te verkrijgen, dan zal hij de tusschenkomst van den rechter kunnen inroepen. De procedure is geregeld in de Mijnordonnantie (artt. 129—160). 13 c. tanah, jang dilarangkan oléh Toewan Besar Goebernoer-Djenderal boewat mentjahari tambang, oléh sebab kepentingan 'oemoem. Didalam tanah jang soedah masoek soewatoe izin, tijada boléh poela didjalankan pekerdjaan mentjahari tambang pada bahagian-bahagiannja jang akan terseboet dibawah ini: tanah-tanah, tempat berdirihénténg-bénténg, roemahroemah Goebernemén atau roemah-roemah 'oemoem, atau tempat ada pekoeboeran, makam-makam, djalan raja, parit atau djalan keréta-apirtEPiah-tanah, jang dipandang soetji, menoeroet 'adat Boemipoetera, ataupoen tempat jang dilarang oentoek pekerdjaan mentjahari karena kepentingan 'oemoem, menoeroet timbangan Toewan Besar Goebernoer-Dj enderal dan bahagian tanah jang terletak didalam kedjaoehan, jang ditentoekan dengan ordona>isi, dari tanah-tanah jang terseboet diatas itoe (lihatlah pasal 128 Ordonansi-tambang). Pekerdjaan mentjahari tidak djoega dnzinkan didalam dan keliling tanah-tanah, tempat ada roemah-roemah kedijaman erang atau paberik-paberik, kalau tidak mendapat izin dari orang jang berhak atas tanah itoe dan dari. orang lain jang berkepentingan. N'fr■1 Larangan jang terseboet diatas itoe dikenakan djoega kepada pemboekaan tambang, jang akan dibitjarakan nanti pada hal concessie, dengan mengingat, bahwa larangan itoe hanja berlakoe tentang tanah jang sebelah diatas (lihatlah djoega pas. 260 Ordonansi-tambang). 7. Eewa- Dalam hal lain daripada jang terseboet diatas maka djlban orang jang berhak atas tanah itoe serta orang jang berkeberhak8 pentin£an' wadjib membijarkan orang mendjalankan peatas tanah kerdiaan mentjahari didalam tanahnja. Menoeroet Ordotentang nansi-tambang, maka kewadjiban itoe mengandoeng pekerdjaan djoega izin kepada jang mentjahari akan mendirikan dan mentjaha- mengerdjakan segala pekerdjaan dan oesaha diatas tanah itoe"" it0e' jang perIoe boewat pekerdjaan mentjahari. Kalau orang jang memegang izin itoe tijada dapat memperoléh tanah itoe dengan djalan damai, maka haroeslah ija meminta pertolongan hakim. Perdjalanan perkaranja ada teratoer didalam Ordonansi-tambang (pas. 129—160). 14 8. Ver- De vergunninghouder moet echter vóóraf zijn vergunplichtin- nings-besluit laten zien e|n kennisgeven van zijn voorden \er- nemen om opsporingen te doen en van de plaats waar gunning- zulks zal S6800^611 011 verder vóóruit de noodige schadehouder. loosstelling betalen of verzekeren. Voldoet hij aan die voorwaarden niet, dan kan zijn vergunning op vordering van genoemde categorieën van personen worden ingetrokken. 9. Rechten De vergunning tot het doen van opsporingen geeft den van dezen, houder, met uitsluiting van. ieder ander, het recht om in het onderzoekingsveld alle werkzaamheden te verrichten, noodig tot opsporing van de in de wet genoemde delfstoffen. Over de door hem verkregen a delfstoffen mag de opspoorder, gelijk reeds gezegd, vrijelijk beschikken. 10. Conces- Indien de opspoorder gedurende den vergunningstermijn sie totont- en binnen zijn vergunningsterrein een a delfstof vindt, glnning. Q^ zooa]s het in het mijnrecht heet, een „ontdekking" van een a delfstof doet, kan hij, als die ontdekking aan bepaalde vereischten voldoet, concessie tot ontginning van die delfstof van den Gouverneur-Generaal verkrijgen voor een tijdvak van hoogstens 75 jaren. Concessiën worden niet verleend, dan nadat ieder belanghebbende in de gelegenheid is gesteld voor zijn belangen op te komèn. Indien de Gouverneur-Generaal van oordeel is, dat om redenen van algemeen belang in bepaalde streken of terreinen geen concessiën mogen worden verleend, kunnen daartoe strekkende aanvragen worden afgewezen, ook al is een ontdekking gedaan, die geheel aan de vereischten voldoet. Ingevolge de op 14 Januari afgekondigde wet van 20 Juli 1918 (Ind. St. 1919 No. 4) kunnen houders van vergunningen tot het doen van mijnbouwkundige opsporingen in het vervolg bij ontdekking van fossiele brandstoffen, of 15 8. Kewa- Orang jang memegang izin haroeslah lebih dahoeloe memdjiban- ke- perlihatkan soerat beslit izinnja dan memberi-tahoekan vradjiban maksoednja dan tempat mendjalankan pekerdjaan men^Ia"^Q°5 tjahari itoe; dan lagi haroeslah poela lebih dahoeloe di- IIlCIIlCgHIlii izin. bajarkan ganti keroegian itoe ataupoen diberikannja tanggoengan tentang itoe Kalau tijada dipenoehi perdjandjian itoe, maka dapatlah ditjaboet izin itoe, atas toentoetan golongam orang-orang jang terseboet itoe. 9. Hak-hak Izin akan mendjalankan pekerdjaan mentjahari itoe orang itoe. memberi hak kepada orang jang memegangnja, dengan mengetjoewalikan orang lain, akan memboewat diatas tanah jang diperiksa segala oesaha, jang bergoena kepada pekerdjaan mentjahari tambang jang terseboet didalam oendang-oendang itoe. Menoeroet jang soedah diseboetkan, maka orang jang mentjahari itoe boléh mengoewasaï sesoeka-soekanja segala barang-tambang a jang didapatinja disitoe. 10. Conces- Djikalau dalam waktoe masih lakoe izinnja dan pada sie mem- tanah izinnja orang jang mentjahari itoe bertemoe barang tamba e ^^bang a, atau jang menoeroet boenji hoekoem-tambang: „mendapat" barang tambang a, maka boléhlah ija memperoléh concessie akan menambang barang-tambang itoe dari Toewan Besar Goebernoer-Dj enderal, boewat selamalamanja 75 tahoen, kalau pendapatannja itoe mentjoekoepi kehendak-kehendak jang ditentoekan. Concessie tijada akan diberikan, kalau beloem diberikan kelapangan kepada tn'ap-tijap orang jang berkepentingan, akan mempertahankan haknja. Kalau Toewan Besar Goebernoer-Dj enderal menimbang, bahwa tijada boléh diberikan concessie didalam daérahdaérah atau tanah-tanah jang ditentoekan, karena kepentimgan 'oemoem, maka dapatlah ditolak permintaan tentang concessie, meskipoen soedah ada pendapatan jang tjoekoep memenoehi segala kehendak-kehendak. Menoeroet oendang-oendang tanggal 20 Juli 1918 (Staatsblad Hindia 1919 No. 4) jang disijarkan pada 14 hari boelan Januari tahoen 1919 maka pemegang soerat-izin akan mendjalankan pekerdjaan mentjahari tambang nanti, 16 b delfstoffen, geen recht meer doen gelden op een concessie voor die delfstoffen. In verband daarmede heeft de Regeering in overweging genomen om schadevergoeding toe te kennen aan hen, die dientengevolge teleurgesteld zijn in hun verwachtingen met .betrekking tot den omvang van de door hen aangevraagde rechten. Voor een dergelijke schadevergoeding komen eventueel in aanmerking zij, die vóór 14 Januari 1919 aanvragen hebben ingediend voor terreinen, waar fossiele brandstoffen te verwachten zijn en die aanvragen na dien datum toegewezen zullen krijgen. (Zie overigens de bekendmakingen van algemeenen aard onder de rubriek „Mn'nwezen" in de Javasche Courant o.m. van 5 September jl. No. 71). 11. Rechten Een concessionaris heeft, binnen het concessie-terrein, en T®5" het uitsluitende recht tot het winnen der in zijn concessiegenvanden besIuit £enoemde delfstoffen en tot den aanleg van alle concessio daartoe noodige werken, zoowel op als onder den grond, naris. Buiten zijn concessie-terrein mag hij alleen z.g. hulpwerken aanleggen. Die rechten zijn daarom van zoo groot belang, omdat hn" voor den aanleg van de genoemde werken afstand van den noodigen bovengrond kan eischen. Men onderscheidt afstand van den grond voor hoogstens drie jaren en voor een langer tijdvak. De wet zegt daarover nog, dat eerst zal moeten worden getracht den grond langs minnelijken weg te verkrn'gen. Slaagt de concessionaris daarin niet, dan kan ook hier de tusschenkomst van den rechter worden ingeroepen (artt. 261—282 M. O.). De afstand heeft natuurlijk alleen plaats tegen behoorlijke schadeloosstelling, terwijl verder de concessionaris verplicht is tot volledige vergoeding van alle schade, welke door zijn onderneming wordt toegebracht aan de rechthebbenden op-, of belanghebbenden bij den bovengrond en hetgeen daartoe behoort. De verplichting tot vergoeding strekt zich niet uit tot schade aan gebouwen of inrichtingen, welke tot stand zijn gekomen op zoodanig tijdstip, dat het gevaar, waarmede ze door de onderneming bedreigd werden, was te voorzien. 17 bila mendapat makanan api dari fossiel (peninggalan 'alam), atau b barang-tambang, tidak berhak lagi atas concessie boewat barangnbarang tambang itoe. Berhoeboeng dengan itoe maka Pemerilntah telah menimbang akan memberi ganti keroegian kepada orang-orang, jang oléh karena itoe mendapat ketjéwa dalam pengharapannja, jaïtoe berhoeboeng dengan keloewasan hak concessie jang dimintanja. Adapoen orang-orang jang ditimbang akan dapat ganti keroegian itoe, jaïtoe orang-orang jang sebeloem tanggal 14 Januari 1919 mèngoendjoekkan permohonan boewat tempat-tempat, jang disangkanja ada makanan api dari fossiel dan permohonan itoe akan diizinkan kemoedijan dari 14 hari boelan itoe (Lihatlah djoega ma'loemat pada rubriek „Pekerdjaan tambang" dalam Javasche Courant tanggal 5 September jang baroe laloe No. 71). l« avuu Dalam tanah concessie orang-orang jang mempoenjaï anWorang ™ncessié Sadja jaïlg berhak' akan menambang jang men- barang"tamkang jang terseboet dalam beslit conCessienja, dapat con- dan memboewat segala pekerdjaan jang perloe oencessie, toek itoe, baik diatas baik didalam tanah. Diloewar tanah concessienja hanja boléh diboewatnja pekerdjaan-pekerdjaan pertolongan. Hak itoe besar goenanja karena dengan hak itoe dapatlah na meminta diberi kepadanja bahagian tanah jang diatas, jang bergoena oentoek memboewat pekerdjaan-pekerdjaan jang terseboet itoe. Adapoen tanah itoe boléh diberi oentoek tiga tahoen selama-lamanja atau , oentoek soewatoe masa jang lebih lama. Wet menjeboetkaïi lagi tentang hal itoe, haroeslah ditjoba doeloe akan. mendapat tanah itoe dengan djalan damai. Kalau orang jang memegang concessie tijada mendapat menjampaikan maksoednja, maka boléh poela ija meminta pertolongan dari hakim (pas. 261—282 Ordonansi tambang). Pemberian tanah itoe tentoe hanjalah terdjadi dengan menerima ganti keroegian jang patoet, sedang orang jang memegang concessie itoe wadjib poela, akan merigganti dengan tjoekoep segala keroegian, jang 28 10. Vorde- Bij vorderingen van rechthebbenden op den grond of r hthHb derde Delanghebbenden tot intrekking eener vergunning benden6 od zijn mede onderzoekingen en processen-verbaal voorgelen grond schreven, waarbij'het Inlandsen bestuur kan te pas komen of Tan der- (art- 114 M. O.). Indien zij schriftelijk worden gedaan, de belang- moeten zij worden gericht tot het Hoofd van gewestelijk hebbenden bestuur. tot intrek- inlanders en met hen gelijkgestelden mogen de Klng Tan . , .. . , , , & een Ter- intrekking ook mondeling vorderen, anderen alleen schrif- gunninjr. telijk bn' gemotiveerd verzoekschrift. Het mondeling verzoek kan worden gedaan zoowel aan het Hoofd van gewestelijk-, als aan het Hoofd van plaatselijk bestuur en ook bij den naastbij wonenden Europeeschen bestuursambtenaar. Van het mondeling gedaan verzoek wordt door den betrokken ambtenaar proces-verbaal opgemaakt. Het procesverbaal wordt, voor zoover het mondeling verzoek niet aan het Hoofd van gewestelijk bestuur zelf is gedaan, ten spoedigste aan dezen toegezonden. Het Hoofd van gewestelijk bestuur stelt, naar aanleiding van het verzoek en de daartegen door den houder der vergunning ingebrachte bezwaren, zoo noodig een onderzoek in of doet dit instellen. Van zulk een onderzoek wordt weder proces-verbaal opgemaakt. Daarna worden de stukken aan het Hoofd van het Mijnwezen gezonden, die van advies dient. De beschikking 'wordt genomen door het Hoofd van gewestelijk bestuur. 11. Beroep Van beschikkingen, waarbij de vordering van rechthebop den benden op den grond of derde belanghebbenden om intreknem^fiTene kmg eener vergunning is afgewezen, is beroep op den raai tegen Gouverneur-Generaal. Dat beroep moet worden ingesteld beschik- binnen een termijn van twee maanden na'de bekendkingen ter- making der afwijzing in de Javasche Courant (art. 115' zake. m. O.). 12. Mijn- Na het doen van een ontdekking in het vergunningsconcessies, terrein vóór den afloop van den vergunningstermijn, kan Aanvraag een mijnc0neessie worden gevraagd aan den Gouverneur- 30 te richten Generaal. De aanvraag moet worden ingediend bij het tot den Hoofd van het Mijnwezen. Na onderzoek van de aanvraag ne^Gene °P diens bureau en zoodra vaststaat dat ze in orde is, raai. wordt ze in de Javasche Courant openbaar gemaakt en toegezonden aan het Hoofd van gewestelijk bestuur, die de aanvraag ook plaatselijk moet laten publiceeren (art. 184 M. O.). 13. Open- Ligt het aangevraagde terrein in meer dan één bare be- gewest, dan geschiedt de bekendmaking op last van kine'ran he* Hoofd van gewestelijk bestuur op wiens kantoor door de aan- den aanvrager domicilie is gekozen, in overleg met zijn vraag. betrokken ambtgenoot of ambtgenooten (art. 185 M. O.). De bekendmaking geschiedt vooreerst in de gemeente of gemeenten (desa, kampoeng, enz.), binnen wier gebied het aangevraagde terrein geheel of gedeeltelijk is gelegen, zoomede in alle andere gemeenten waar zulks, naar het oordeel van het Hoofd van gewestelijk bestuur, ook noodig is, en wel mondeling in de landstaal door het betrokken Hoofd van plaatselijk bestuur of door een door dezen daartoe aangewezen ambtenaar of hoofd; zoo mogelijk wordt de bekendmaking ook in de Maleische- en de lands-taal aangeplakt. Overigens geschiedt de bekendmaking in de afdeeling of afdeelingen waarin het aangevraagde terrein geheel of gedeeltelijk is gelegen, op de plaatselijk gebruikelijke wijze. Zn' wordt ook weer opgenomen in de Javasche Courant. 14. Ter- Ieder belanghebbende kan nu (art. 187 M. O.) binnen ™yn den ty'd van drie maanden, nadat een concessie-aanvraag gen 'ran*11 Pk^^Ü'k is bekend gemaakt en binnen den tijd van twee bezwaren maanden, gerekend van de publicatie in de Javasche Cou- tegen het rant, voor zijn belangen opkomen en zijn bezwaren tegen verleenen het verleenen der aangevraagde concessie inbrengen, zoo- 31 min taan itoe haroes dimasoekkan ke kantor Kepala Pekerdjaan di'alamat- tambang. Setelah diperiksaï soerat permintaan itoe di kan!i!!nrrw,E«„ tornJa» dan njatalah baik maka dima'loemkan itoe didaBesar Groe- lam Javasche Courant dan dikinmkan kepada Kepala bernoer- pemerintahan daérah, jang haroes poela menjoeroeh Djenderal. membèri-tahoekan itoe didalam tempat-tempat (pas. 184 Ord. tamb.). 13. Mema'- Kalau tempat jang diminta itoe terletak pada lebih dari loemkan satoe daérah, maka pemberi-tahoean itoe didjalankan atas taan™1 Itoe Perm;fcah Kepala pemerintahan daérah, jang kantornja kepada soedah dipilih oléh si peminta seolah-olah mendjadi temorang ba- pat dn'amnja, setelah moepakat dengan kawan atau kawannjak. kawan sedjawatnja jang bersamgkoetan (pas. 185 Ord. tamb.). Pemberi-tahoean itoe diadakan moela-moela didalam gemeente atau gemeente-gemeente (désa, kampoeng, d.1.1.), tempat terletak semoewa tanah jang diminta itoe atau sebahagiannja, dan lagi didalam segala gemeente-gemeente jang lain, dimana perloe menoeroet timbangan Kepala pemerintahan daérah itoe, dengan moeloet dan dalam bahasa anak-negeri oléh Kepala pemerintahan senegeri jang bersangkoetan ataupoen oléh seorang amtenar atau Kepala jang ditoendjoekkannja boewat pekerdjaan itoe seboléh-boléhnja hendaklah pemberi-tahoean itoe ditémpélkari djoega didalam bahasa Melajoe dan bahasa anaknegeri. Lain daripada itoe diadakan poela pemberi-tahoean . didalam afdeeling atau afdeeling-afdeeling, tempat terletak semoewa tanah jang diminta itoe atau sebahagiannja menoeroet tjara jang bijasa didalam tempat-tempat itoe. Pemberi-tahoean itoe dimasoekkan poela kedalam Javasche Courant. 14. Masa- Tijap-tijap orang jang berhak (pas. 187 Ord. tamb.) nja akan boléhlah datang mempertahankan kepentingannja serta kan™kebe^ memasoekkan keberatannja tentang/ pemberian con- ratan- ke- cess*e jang diminta itoe kepada Kepala pemerintahan beratan daérah atau Kepala pemerintahan senegeri didalam 3 tentang boelan sesoedah soewatoe permintaan concessie itoe di- 32 der aange- wel bij het Hoofd van gewestelijk-, als bij het Hoofd van vraagde plaatselijk bestuur en voor zooveel Inlanders en met hen concessie. gehjkgestelden betreft, ook bij den naastbijwonenden Europeeschen bestuursambtenaar. Inlanders en met hen geüjkgestelden mogen hun bezwaren zoowel mondeling als schriftelijk inbrengen, anderen alleen schriftelijk. Van mondeling ingebrachte bezwaren wordt door den betrokken ambtenaar proces-verbaal opgemaakt. De bezwaarschriften en processen-verbaal van mondeling ingebrachte bezwaren worden, voor zoover ze niet zijn ingediend en ingebracht bij het Hoofd van gewestelijk bestuur, ten spoedigste aan dezen toegezonden. Het Hoofd van gewestelijk bestuur stelt zoo noodig een onderzoek naar de ingebrachte bezwaren in of doet dit instellen (art. 188 M. O.). In elk geval laat hij plaatseljfli nagaan of zich op het aangevraagde terrein z. g. Inlandsche ontginningen bevinden. 15. Com- Het Hoofd van gewestelijk bestuur benoemt daartoe missie Tan een commissie, aan wie mede de in verband met de con- o ti A Pr/Of* • cessie-aanvraag noodige andere plaatselijke onderzoekïnJ toot (ie _ aanvragen. gen worden opgedragen. De evenbedoelde commissie, waarin veelal ook Inlandsche ambtenaren zitting hebben, stelt haar plaatselijk onderzoek in op een volgens plaatselijk gebruik vooraf bekend gemaakt tijdstip en hoort daarbij de belanghebbenden, die zijn verschenen (airt. 189 M. O.). 16. Inhond De commissie maakt van haar bevindingen een procësTan het verbaal op, hetwelk moet bevatten: j^oce^erJ" a. indien bezwaren door de Inlandsche of daarmede gede Com- lijkgestelde bevolking zijn ingebracht, de resultaten van missie op net- te dien aanzien gehouden onderzoek en het advies te maken. der commissie ter zake. Zijn geen bezwaren van die zij- 33 pemberian beri-tahoekan di tempat-tempat itoe dan dalam 2 boelan concessie, gesoedah dimasoekkan dalam Javasche Courant, dan kalau Boemipoetera atau bangsa jang disamakan dengan dija, boléh djoega kepada pemerintah bangsa Éropah jang terdekat tinggalnja. Boemipoetera dan bangsa jang disama... kan dengan dija boléh memasoekkan keberatannja itoe dengan moeloet ataupoen dengan soerat, sedang jang lainlam hanja dengan soerat sadja. Dari keberatan-keberatan jang dimasoekkan dengan moeloet akan diperboewat porsés-perbal oléh pegawai jang bersangkoetan. Soerat keberatan dan porsés-perbal dari keberatan jang dimasoekkan dengan moeloet, akan dikirim selekas-lekasnja kepada Kepala pemerintahan daérah, kalau keberatan itoe tidak dimasoekkan atau dibawa kepadanja sendiri. Djikalau perloe, Kepala pemerintahan daérah memeriksa ataupoen menjoeroeh memeriksaï segala keberatan jang dimasoekkan itoe (pas. 188 Ord. tamb.). Bagaimana sekalipoen hendaklah disoeroeh periksanja pada tempat itoe, kalau ada apa-apa di tanah jang diminta itoe jang boléh dinamaï pemboekaan tambang dari orang Boemipoetera. 15. Komi- Kepala pemerintahan daérah mengangkat satoe komisi si peme- oentoek pekerdjaan itoe dan disoéroehnja djoega komisi rilisfl i>pr mintaan " meaüjd8nkan pemeriksaan lain pada tempat itoe, tentang itoe. permintaan concessie itoe. Komisi jang terseboet tadi itoe, jang atjap kali terdjadi daripada beberapa amtenar Boemipoetera, mendjalankan pemeriksaannja pada tempat itoe dan pada waktoe jang menoeroet tjara jang kebijasaan pada tempat itoe diberi-tahoekan lebih dahoeloe, dan ija mendengar bitjara orang jang berkepentingan dalam hal itoe, jang datang kemoekanja (pas. 189 Ord. tamb.). 16. Isinja Komisi itoe memperboewat porsés-perbal dari pendaporses-per- patannja jang haroes berisi: pend'jf1'* a' ka'au ada keberatan-keberatan jang dimasoekkan oléh patart" Boemipoetera atau oléh bangsa jang disamakan de- Komisi. ngan dija, hasil pemeriksaan jang didjalankan tentang [ '< itoe beserta dengan timbangan komisi. Kalau tidak 34 de ingebracht, dan wordt hiervan uitdrukkelijk in het proces-verbaal melding gemaakt; b. de resultaten van het overigens ingesteld onderzoek, zoomede haar advies ter zake; c. de in art. 54 M. O. bedoelde bijzonderheden betreffende de Inlandsche ontginningen, indien deze binnen het aangevraagde concessie-terrein aanwezig zijn. Het proces-verbaal wordt door de commissie ten spoedigste toegezonden aan het Hoofd van gewestelijk bestuur, die de stukken doorstuurt aan het Hoofd van het Mijnwezen. Deze is bevoegd het Hoofd van gewestelijk bestuur uit te noodigen om een nader onderzoek te doen instellen (art. 190 M. O.). 17. Beslis- Op elke concessie aanvraag wordt door den Gouverneursingen Tan Generaal bij afzonderlijk besluit beschikt, met gelijktijdige den Glou- beslissing omtrent de eventueel ingebrachte bezwaren Sraal. ' Bezwaren, ingebracht na het verstrijken van de bovengenoemde wettelijke termijnen, worden niettemin door het Hoofd van gewestelijk bestuur ter kennis van het Hoofd van het Mijnwezen gebracht. Daarop wordt evenwel slechts acht geslagen voorzoover daartoe aanleiding bestaat (art. 191 M. O.). 35 ada keberatan-keberatan jang dibawa dari pihak itoe, maka haroeslah diseboetkan hal itoe dengan tentoe didalam porsés-perbal; b. hasil-hasil pemeriksaan jang lain, serta timbangannja tentang itoe; c. segala hal-ihwal terseboet pada pasal 54 Ord. tamb., tentang pemboekaan tambang Boemipoetera, jang ada didalam tanah concessie jang diminta itoe. Porsés-perbal itoe haroes dikirim oléh komisi itoe selekas-lekasnja kepada Kepala pemerintahan daérah, jang haroes poela teroes mengirimkan itoe kepada Kepala Pekerdjaan-tambang. Kepala ini berkoewasa akan meminta kepada Kepala pemerintahan daérah, soepaja hal itoe disoeroeh periksa lagi lebih djaoeh (pas. 190 Ord. tamb.). 17. Kepoe- Toewan Besar Goebernoer-Dj enderal memberi beslit Toewan keP°etoesan sendiri-sendiri atas tijap-tijap permohonan Besar Goe- akan c01*0688*6. bersama kepoetoesan tentang keberatanbernner- keberatan jang dimasoekkan (pas. 193 Ord. tamb.). Djenderal. Keberatan-keberatan jang dimasoekkan sesoedah habis waktoe jang menoeroet oendang-oendang jang terseboet diatas itoe, haroes djoega diberi-tahoekan oléh Kepala pemerintahan daérah. itoe kepada Kepala Pekerdjaantambang. Akan tetapi keberatan itoe hanja diperhatikan, kalau ada sebabnja (pas. 1919 Ord. tamb.). § III. Voorschriften betreffende vergunningen tot winning' van delfstoffen, die niet onder de mijnwetgeving vallen. I. Recht Zooals reeds hiervoren in §1 werd opgemerkt , mag de van den rechthebbende op den grond niet beschikken over de in arvan den tikel 1 der Indische Mijnwet genoemde delfstoffen. Alleen grond op de daar niet vermelde delfstoffen, — dat zijn in het algedelfstoffen meen dezulke, waaraan de afzetting of wijze van voorkonI^*In »rt- men in den bodem zoodanig is, dat het recht tot hare genoemd* winnmg' bezwaarlijk van de beschikking over den bovengrond kan worden geschieden —, blijven dus te zijner beschikking. Van de rechthebbenden op den grond mag volgens artikel 571 van het Burgerlijk Wetboek alleen de eigenaar naar goedvinden onder den grond bouwen en graven, en uit die werkzaamheden alle voordeelen trekken, welke het kan opleveren. Aangezien van het tegendeel niet is gebleken, mag worden aangenomen dat de Inlandsche erfelijk individueele bezitter hetzelfde recht heeft. 2. Tot het Is men geen eigenaar van den grond, dan kan men zich winnen met dezen verstaan dan wel, indien de verlangde delf- deifstoffen s*°^en *n net vrije Staatsdomein bevinden, vergun- is voor an- 1^ag winning vragen van de Overheid. *) deren dan bedoelden Het Gouvernement kan deze vergunningen uiteraard aleigenaar, leen verleenen voor gronden van het Staatsdomein, voor vergun- ZOover het daarover de vrije beschikking heeft. Gronden, ning noo- waarop door derden rechten worden uitgeoefend, kunnen 1) Afstand in eigendom van grond tot dat domein behoorende heeft slechts bij uitzondering plaats en bovendien zouden, wanneer de eigendom tot het beoogde doel al zou kunnen worden verkregen, de hooge kosten de gegadigden in de meeste gevallen van hun voornemen doen afzien. £ III. Peratoeran-Peratoeran tentang izin mengambil barang-tambang jang tijada masoek Wet-tambang. 1. Hak Sebagaimana soedah diseboetkan dimoeka ini pada § 1, orang jang tijada boléh orang jang berhak atas tanah mengoewasaï na^aUs*" barang-tambang jang terseboet didalam pasal 1 dari Wetbarang tambang di tanah Hindia. Hanjalah barang-barang jang tambang tijada terseboet disitoe jang tinggal dapat chkoewasaillüfc» jang tijada jaïtoe pada 'oemoemnja barang-tambang jang letaknja * aa^a^asal a^au keadaann-ia didalam tanah menjoesahkan betoel akan 1 Wet- mentje^ikan hak mengambilnja daripada kekoewasaan tambang. atas tanah bahagian jang diatas. Menoeroet pasal 571 dari Kitab Oendang-Oendang Hoekoem Sipil, maka antara orang jang berhak atas tanah itoe, hanja orang jang poenja tanah jang boléh memboe- wat dan menggali didalam tanah dengan sesoeka-soekanja, dan mengambil segala hasil pekerdjaan itoe jang dapat dikeloewarkann j a. Karena tidak ada kenjataan lain, maka boléhlah ditelima bahwa orang Boemipoetera jang berhak poenja toeroen-temoeroen mempoenjaï djoega hak jang terseboet diatas itoe. 2. Akan Kalau orang boekan orang jang poenja tanah, maka mengani- boléhlah ija moepakat dengan jang poenja, atau kalau bil barang- barang-tambang jang disoekaï itoe ada didalam tanah tambang . XT . . , ', , - itoe maka We£en jang bebas, haroeslah na mmta ïzm akan mengamorang lain bilnja kepada Pembesar Negeri. J) daripada Tentoelah Goebernemén hanja dapat memberikan izin jang poe- jang seroepa itoe tentang tanah kepoenjaan Negeri, kalau mem^ntl0e tanan itoe dikoewasaïnja sama sekali. Tanah-tanah, jang izin. dikoewasaï oléh orang lain, hanja dapat dimasoekkan izin 1) Memberikan tanah jang masoek tanah Negeri mendjadi tanah kepoenjaan orang sendiri hanja djarang sekali boléh terdjadi lagi poela, meskipoen orang beroléh kepoenjaan itoe boewat maksoed jang disetoedjoeinja, maka kebanjakan kali besar belandjanja itoe masih menjebabkan orang berkehendak itoe mengoendoerkan maksoednja. 38 alleen voor dergelijke vergunningen in aanmerking komen, nadat zij tot het onbezwaarde Staatsdomein zijn teruggekeerd. 8. Voorloo- Een en ander heeft geleid tot eene voorloopige regeling «n? m?!*» Van d6Ze wülnin^en' welke regeling op het volgende neer- winning van die delfstoffen: a. wie Voor niet in het 1ste lid van artikel 1 der Indische liSu mijnwet £enoem°:e delfstoffen worden vergunningen tot ders kun- wumin2 verleend aan personen en vennootschappen, die nen zijn; voIdoen aan de in het eerste lid van artikel 4 dier wet ge- b. duur stelde vereischten (dat zijn dus dezelfde voorwaarden, der ver- gesteld voor houders van eene vergunning tot mijnbouwgunning; kundige opsporingen). Deze vergunningen worden verviakteeder leend VOOr den tijd van ho°gstens 30 jaren voor een aanconcessies; eengesloten terrein van hoogstens 25 hectaren, met dien d. de Goh- verstande dat ingeval een grooter terrein verlangd wordt vernenr- of enkele niet samenhangende stukken, meerdere aanvraGeneraal gen moeten worden ingediend. De vergunningen worden ver-u?- verleend door den Gouverneur-Generaal en de daartoe ning; strekkende verzoekschriften moeten worden ingediend e. indie- door tusschenkomst van het betrokken Hoofd van gewes-ninir der teüjk bestuur en den Directeur van GouvemementsbedrjjaanTraren ven. In de aanvragen moeten de grenzen van het begeerde sehen terrein zijn omschreven, welke grenzen mede moeten zijn komst' van aan^ed"id op eene overgelegde, na plaatselijke opmeting het H.Gf.B; vervaardigde plattegrondteekening. f. inhoud der aan. vrage; ^. plaatse- Alvorens de aanvragen vergezeld van zijn advies aan zïekWTanr' d6D Directeur van Gouvernementsbedrijven te zenden, de aan- steIt het Hoofd van gewestelijk bestuur ze zoo noodig in vrage. handen van het betrokken Hoofd van plaatselijk bestuur dan wel van eene commissie van onderzoek. Deze commissie waarin meestal een Inlandsche ambtenaar zitting heeft, 39 jang dejaikijan itoe, kalau tanah itoe soedah djadi tanah Negeri kembali. 3. Atoeran Adalah hal-ihwal itoe menjebabkan soewatoe atoeran tenten* Sementara tentanS ambilan barang-tambang itoe jang isi- mengambil "Ja seperti dibawah M: barang tambang: •j 8^aPa" Izin akan me,ngambil barang-tambang jang tijada terboféh meS ^b+°et Pada ajat jang Pertama- P^al 1 dari Wet-tambang megang . anah Hmdla> diberikan kepada orang-orang dan kepada izin. kongsi-kongsi, jang dapat memenoehi kehendak-kehendak b. lama- Jang ditetapkan pada ajat jang pertama pasal 4 dari Wet nja izin itoe (djadi sama djoega dengan perdjandjian-perdjandjil loewas ^ .Jang ditetaPkan boewat orang jang memegang izin nja eon- Oentoek mendjalankan pekerdjaan mentjahari tambang). cessie. Izln ltoe diberikan selama-lamanja boewat 30 tahoen d. Toewan oentoek satoe bidang tanah jang seloewas-loewasnja 25 Besar Goe- hectare, dengan mengingat, bahwa, kalau tanah jang diBiender'al kebendaki itoe Iebih loewas ataupoen tanah berpotongjang mem- ?° f ^ ^ ^o^eng, haroes dimasoekkan lebih berikan Danjak soerat permintaan. izin. Izin itoe akan diberikan oléh Toewan Besar Goebernoer- e. «erna- Djenderal, dan soerat permintaannja haroes dimasoekkan Z; denga? P^antaraan Kepala pemerintahan daérah dan an dengan D!r«ktoer Peroesahaan-Negeri. Didalam soerat-soerat perpenganta- mmtaan itoe haroes dinjatakan segala batas-batas tanah raan Ke- ->ang dikehendaki itoe dan batas-batas itoe haroes poela palapeme- ditandakan didalam peta jang disertakan jang diperboermtahan wat sesoedah dioekoer tanah itoe daérah. /. isinja permintaan itoe. g. meme- Sebeloem dikirimkan soerat-soerat permintaan jang diïfote £** S6rtaï ^^^'a kepada Diréktoer Paroesahaan^Neüada tem- ^"lmaka KePaïa pemerintahan daérah menjerahkan perpatnja. «^aan itoe, kalau perloe, kepada Kepala pemerintahan senegeri atau kepada satoe Komisi pemeriksaan. Komisi itoe, dalamnja pada bijasanja ada doedoek seorang prijaji 40 onderzoekt in de eerste plaats of op den aangevraagden grond al of niet vrijwillig al of niet tegen betaling van hunne rechten ten behoeve van het Gouvernement afstand hebben gedaan. h. onder- Na ontvangst bij het Departement worden de aanvragen zoek daar- 0p het Hoofdbureau van het Mijnwezen onderzocht. Rijzen H^ofdkan- daarte£en ffeen bezwaren of kunnen de gerezen bedenkintoor Tan ëen °-oor voorafgaande verbetering worden weggenomen, het Mijn- dan worden de vergunningen door den Gouverneur-Genewezeii; raai verleend bij besluiten, waarin tevens de voorwaarden i. beschik- worden opgenomen, welke de houders der vergunningen king op moeten nakomen. Van deze voorwaarden zü hier slechts de aanvra- ., , ,ï,„„, v ge vermeld de verplichting tot de betaling van eene jaarhjk- j. enkele sche retributie, welke tot dusver meestal ƒ 10.— per hecTaste TOor- tare bedraagt. Tf aarden daarin op te nemen. „ , . Bovenstaande voorschriften zijn tot dusver niet bij besluit vastgesteld doch vermoedelijk zal zulks spoedig geschieden. 41 Boemipoetera, pertama-tama memeriksa adakah atau tidak orang berhak-milik diatas tanah-tanah jang dimintakan itoe dan adakah orang-orang jang berhak-milik itoe soedah menjerahkan hak-miliknja itoe kepada Goebernemèn dengan réla hati, dengan bajaran ataupoen tidak dengan bajaran. h. memeriksa itoe pada kantor besar Pakerdjaan-tambang. f. memoetoeskanpermintaan itoe. j. perdjandjian jang tetap dimasoekkankedalamnja. Setelah diterima soerat-soerat permintaan itoe pada Departemèn, laloe diperiksalah soerat-soerat itoe pada kantor besar Pekerdjaan-tambang. Kalau tidak ada timboel keberatan ataupoen kalau keberatan itoe dapat ditijadakan dengan memperbaiki soerat-soerat itoe lebih dahoeloe, maka izin itoe diberikanlah oléh Toewan Besar Goebernoer-Dj enderal dengan beslit; maka didalam beslit itoe diseboetkan poela segala perdjandjian-perdjandjian, jang haroes ditoeroet oléh si pemegang izin itoe. Tentang perdjandjian-perdjandjian itoe hanja diseboetkan disini: kewa^riban membajar ganti keroegian (retributie) setijaptijap tahoen, banjaknja sampai sekarang ini kebanjakan ƒ 10.—, oentoek tijap-tijap hectare. Peratoeran jang diatas itoe sampai sekarang ini beloem ditetapkan dengan beslit, tetapi itoe barangkali lekas akan diadakan. INHOUD. § I. DE MIJNWET. 1. Voorwoord. }fft" Algemeene beginselen blz. 6 2. Rechten van den eigenaar van den grond. „ 6 3. Op delfstoffen daarin heeft de vinder recht. „ 8 4. Vergunning tot het doen van mijnbouwkun- dige opsporingen „ 8 5. Wie vergunninghouders kunnen zijn „ 10 6. Waar opsporingen toegelaten zijn en waar niet „ 10 7. Verplichting van de rechthebbenden op den grond t.o.v. die opsporingen „ 12 8. Verplichtingen van den vergunninghouder. „ 14 9. Rechten van dezen „ 14 10. Concessie tot ontginning „ 14 11. Rechten en verplichtingen van den concessionaris „ 16 12. Vast recht en cijns „ 18 13. Inlandsche ontginningen „ 18 § II. DE MIJN-ORDONNANTIE. Voorwoord , 20 1. Wijze van verkrijging van vergunningen tot het doen van mijnbouwkundige opsporingen. „ 20 2. Indiening van een verzoekschrift „ 20 3. Onderzoek der aanvragen „ 22 4. Algemeene bekendmaking daarvan „ 22 5. Ternüjn voor het inbrengen van bezwaren tegen het verzoek. Behandeling van de ingebrachte bezwaren „ 22 * I S I N J A. § t WET-TAMBANG 1. Pendahoeloean. Roekoen-roekoen 'oemoem moeka 7 2. Hak-hak orang jang poenja tanah „ 7 3. Orang jang mendapat berhak atas barangtambang dalam tanah itoe „ 9 4. Izin akan mendjalankan pekerdjaan men¬ tjahari barang-tambang „ 9 5. Sijapa boléh mendapat izin „ 11 6. Dimana boléh mentjahari, dimana tidak „ 11 7. Kewadjiban orang jang berhak atas tanah tentang pekerdjaan mentjahari tambang itoe „ 13 8. Kewadjiban-kewadjiban orang jang memegang izin „ 15 9. Hak-hak orang itoe „ 15 10. " Concessie memboeka tambang „ 15 11. Hak dan kewadjiban orang jang mendapat Concessie .'. „ 17 12. Bija tetap dan tjoekai „ 19 13. Pemboekaan Boemipoetera „ 19 § H; ORDONANSI-TAMBANG. Pendahoeloean y £1 1. Tjara mendapat izin akan mendjalankan pekerdjaan mentjahari tambang „ 21 2. Memasoekkan soerat permintaan „ 21 3. Memeriksa permintaan „ 23 4. Memberi-tahoekan itoe dengan 'oemoem. „ 23 5. Témpoh akan memasoekkan keberatankeberatan tentang permintaan itoe. Mengoeroeskan keberatan-keberatan jang dimasoekkan itoe „ 23 46 3. Voorloopige regeling van de winning van die delfstoffen: a. wie vergunninghouders kunnen zijn blz. 38 b. duur der vergunningen j %g c. oppervlakte der concessies 38 d. de Gouverneür-Generaal verleent de vergunning >' 38 e. indiening der aanvragen door tusschenkomst van het H. G. B 38 ƒ. inhoud der aanvrage * go g. plaatselijk onderzoek van de aanvrage ... „ 33 h. onderzoek daarvan op het Hoofdkantoor van het Mijnwezen tt 40 i. beschikking op de aanvrage „ 49 j*. enkele vaste voorwaarden daarin op te nemen *