Om voldoende toezicht te houden en een goeden geest te bewaren is een troep nooit grooter dan 30 jongens. De beweging is zoo dat ze den jongen pakt, wat niet altijd van andere jeugdvereenigingen kan worden gezegd. Het kleurige en fleurige uniform, vlaggen en kampen trekt den jongen. Meen daarbij niet dat de padvinderij een voorbereiding voor het Militairisme is. Baden Powell, de „uitvinder" der padvinders* beweging, zegt met nadruk: „There is no military meaning attached to Scouting" en Dr. Gunning, de bekende voorstander der Pad* vinderij, zegt zelfs: „militairisme en padvinderij zijn vijanden op leven en dood. Wanneer er een macht is die het militairisme kan ten onder brengen, dan is het de geest die leeft in de echte padvinderij". Het karakter wordt gevormd door aankweeking van den geest van hulpvaardigheid. De Padvinders staan vooraan bij collec* teeren, bij fancy*fairs; zij doen aan blinden leiden, boeken ruilen voor zieken, gasthuis bezoeken, kinderspeelgoed maken, etc. Dit alles wordt hen niet bevolen, maar er wordt op gewerkt dat het uit hen zelf komt en dat het door hen zelf wordt doorgezet. In den stand ziet U dan ook eenige kieken van het Maat* schappelijk werk der jongens. Alle jongens krijgen les in Eerste Hulp bij Ongelukken. De kracht wordt ontwikkeld door sport, turnen en athletiek* beoefening onder goede leiding. In Rijkscursussen worden gymnastiek* lessen gegeven, terwijl bij verschillende klasse*examens eischen voor lichamelijke geoefendheid worden gesteld. De jongens doen aan roeien, zwemmen en athletiek. Hiervan vindt U ook eenige kieken en grafische voorstellingen. Hoe wordt de kennis vermeerderd? Naast toezicht op huiswerk en aansporing om vakcursussen 109 te volgen is de padvinderij er op uit om de jongens handigheid te leeren waartoe zij gelegenheid hebben hun eigen aspiratiën te volgen en zich te bekwamen voor vakinsignes als: wielrijder, gids, seiner, pionier, electricien, landbouwer, tuinier, photograaf, kok, aardkundige e.a. Zoo leert de jongen zijn handen uit den mouw steken. Bovendien wat veredelt meer, dan het bestudeeren van de natuur, waartoe de jongen de gelegenheid heeft in de kampen. Waar leert hij handiger worden dan daar? Zoo ziet U een beeld van de alzijdigheid der padvinderij. Photo's en grafische voossteb lingen benevens overvloed van lectuur verduidelijken deze uiteen* zetting. Een voortreffelijk geredigeerd weekblad „de Padvinder" wekt in wijden kring de aandacht voor deze nuttige organisatie. In het bioscoop*theater „Rialto", Ceintuurbaan 338 wordt gedurende de tentoonstelling een padvindersfilm vertoond, om zoo een inzicht te geven in de padvinderij. Zeer wenschelijk zou het zijn indien meer ontwikkelde personen, als studenten, afgestudeerden en onderwijzers zich als leider opgaven. Het Bestuur van de Afd. Amsterdam van de vereeniging „De Nederlandsche Padvinders" is ten allen tijde gaarne bereid inlichtingen te verschaffen. Het Bestuur houdt spreekuur iederen Woensdagmiddag van 1'/*—5 uur en iederen Woensdagavond van 7' 2—8V2 uur in het Amsterdamsch Padvindershuis, Keizersgracht 232. Telefonische inlichtingen N. 7061 iederen dag. Nederlandsche Zwembond. De inzending van den Bond bestaat uit: Gratis vlugschrift over „Zwemmen en Volksgezondheid"; Lectuur uit oude tijden over het zwemmen; Jaarverslagen; Litteratuur over het zwemmen, Wisselbekers, Platen, Korte uitspraken betreffende het nut van zwemmen, foto's, enkele beelden. Nederlandsche Voetbalbond. De Bond exposeert: Wisselbekers, Propagandageschriften, enz. 110 Eubiotiek. Zet open je deuren en ramen! Al lijkt het een stadsmensen wat kil/ Op Burgers! Te Wapen! Te Wapen! Past op de Tuberkel Bacil! Eenvoudige, krachtige voeding, Wees zind'lijk,- spuw niet op den [grondi Laat lucht en laat licht in Uw woning, Je hand — als je hoest — voor je [mond. Het stof geeft gevaar voor .Uw longen En óók voor die van Uw gezin, Het stof dient geweerd* als een vijand, Daar zitten bacilletjes in. Heb jW deze dingen gelezen En al deze wenken gezien, Ga dan, op een zonnigen morgen, Op stap tusschen achten en tien. Geniet van het kloppen van kleedjes, Dan kun je daarna, met fatsoen, l.lH.i*.«l I I llllMI ê I I »L,Jl„ll I I Jll:: E3" DRUKKERIJ KOTTÏNG AMSTERDAM TRANSPARANTEN STRAATBILJETTEN WINKELBILJETTEN r?f»*i i"*» imi i -ui »"i w% "iii"" L-iipn | , mr«"<) (■ H 142 POOL's Tandmiddelen saamgesteld uit de allerbeste grondstoffen in hermetisch afgesloten verpakkingen VOLDOEN AAN DE EISCHEN DER HEDENDAAGSCHE WETENSCHAP Voorhanden bij Apothekers, Drogisten, Kappersen Parfumeriezaken en in de Garen en Banden Galanterieënbranche. Onze 1001 Eau de Cologne heeft een heerlijk verfrisschenden geur. LPOOL&ZONEN AMSTERDAM. ■ NEDERL. FABRIEK VAN BRONSWERKEN m VOORHEEN 1 BECHT & DYSERINCK ■ AMSTERDAM :-: WEESP 1 STOOM-KOOK-INSTALLATIES I VERWARMIN GS-APPARATEN j | DESINFECTIE-TOESTELLEN | 1 WARMWATER-AUTOMATEN 1 ■ Ril 144 INTERNATIONALE TENTOONSTELLING OP HYGIËNISCH GEBIED TE AMSTERDAM 1921 PLATTEGROND VAN HET TENTOONSTELLINGSGEBOUW _ . LIJST DER EXPOSANTEN. S;an^ Bladz. 1 A. N. V. Het Groene Kruis 99 2 Noord=HolI Vereen. Het Witte Kruis 98 3 Zuigelingen- en Kinderverzorging 93 4 ) 5 > Tuberculosebestrijding 113 6 ) 7 Centrale Commissie voor Uitzending van Nederl. kinderen naar buiten gevestigd te 's Gravenhage 115 8 Tropische Hygiëne 53 9 Maatschappij tot Redding van Drenkelingen ]01 10 Afd. Amsterdam der Nederl. Vereen. Eerste Hulp bij Ongelukken . . 101 11 Bestrijding der Kwakzalverij 130 12 Bestrijding van Geslachtsziekten jjg 13 Hyg iëne- en Veiligheidsmuseum, Amsterdam . . 87 14 Nederl. Vereen, voor Volks» en Schoolbaden .... 76 15 Dresdener Hygiëne Museum 130 16 Voeding 72 17 Kleeding 74 18 Departement van Arbeid: Gezondheidsraad, Keuring van Levensmiddelen 43,45 n „ „ Reizend Drankweer museum 45 ,1 „ ,, Malariabestrijding, Centraal Laboratorium voor de Volksgezondheid 46 . 11 ,, „ Vleeschkeuring 47 11 1, „ Volkshuisvesting 48 23 Gem. Amsterdam, Veemarkt en Abattoir. . . 55 24 „ „ Gemeentel. Woningdienst 56 25 „ „ Ziekenhuizen 5^ 26 „ n Gemeentel Geneesk. Dienst 57 27 „ n Gemeentel. Gezondhe dsdienst 59 28 „ „ Dienst der Gemeentel. Wasch-, Schoonmaak-, Bad¬ en Zweminrichtingen — Stadsreiniging .... 59,60 29 Gemeentel. Bureau voor de Statistiek qq 29a Hortus Botanicus, Geneeskruiden 53 30 Historische Afdeeling 17 31 Nederl. Roode Kruis 97 32 Sport: A. N.W. B. — Vereen, ter bevordering van de Watersport onder jongeren. — Vereen. „De Nederlandsche Padvinders" — Nederl. Zwembond. — Nederl. Voetbalbond jQg 33 Tandheelkunde 77 34 Volksbond tegen Drankmisbruik ^7 35 Comité... 36 Inlichtingen ... 37 Maatschappij van Vrouwelijke Verloskundigen in Nederland ... jQg 38 Deutsches Hygiëne Museum, Dresden 39 Afd. Huidziekten Binnengasthuis. — Comité ter bevordering van Ge* neeskundig onderzoek voor het huwelijk 123 124 40 British Army Medical Service 132 41 Legerhygiëne „ 42 Prov. Gron. Vereen. „Het Groene Kruis" 43 Diamantbewerkers Koperenstelenfonds „Nieuwe Levenskracht" ' lig DRUKKERIJ K0TT1NG AMSTERDAM I I D m Geschenk vant Internationale Hygiëne Tentoonstelling tï/rtL Amsterdam 1921. CATALOGUS Beschermvrouwe: H.M. DE KONINGIN. EEREoCOMITÉ: Z.Exc. Jhr. Mr. CH. J. M. RUYS DE BEERENBROUCK, Minister van Binnenlandsche Zaken. Z.Exc. Mr. P. J. M. AALBERSE, Minister van Arbeid. Z.Exc. Dr. J. TH. DE VISSER, Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. Z.Exc. J. J. C. VAN DIJK, Minister van Oorlog. Z.Exc. W. F. POP, Oud*Minister van Oorlog. Jhr. Mr. Dr. A. ROËLL, Commissaris der Koningin in Noord==Holland. W. DE VLUGT, Burgemeester van Amsterdam. Dr. C J. K. VAN AALST, President van de Nederl. Handel Mij. Mr. H. C. DRESSELHUYS, Lid van de 2e Kamer der Staten-Generaal. Jhr. Mr. E. A. VAN BERESTEYN, Lid van de 2e Kamer der Staten=Generaal. Dr. N. M. JOSEPHUS JITTA, Voorzitter van den Gezondheidsraad. Jhr. Mr. D. E. VAN LENNEP, Lid van Gedeputeerde Staten van NoordsHolland. T- MUYSKEN, Directeur van de „Werkspoor". V. NOEST, Presidèl't van het Bestuur der Rijksverzekeringbank. Dr. W. H. NOLENS, Lid van de 2e Kamer der Staten-Generaal. Dr. F. E. PO^THUMA, PresidentsDirecteur der Centrale Werk* gevers Risicobank. Dr. I. H. J. VOS, Wethouder van de Volksgezondheid te Amsterdam. 2 Eere» Voorzitter: Z.K.H. PRINS HENDRIK DER NEDERLANDEN. COMITÉ: Dr. E. J. ABRAHAMS, oud*Wethouder van de Volksgezondheid, Voorzitter. Mr. PH. FALKENBURG, Secretaris van de Gemeente Amsterdam, Vice*Voorzitter. Dr. M. DE HARTOGH, Lid v. d. Prov. Staten van Noord*Holland, Secretaris. D. G. A. VAN DEN BERG, Lid der firma H. Heije & Zoon, Amsterdam, Penningmeester. Dr. H. ALDERSHOFF, Geneesk. Inspecteur van de Volksgezond* heid, Utrecht. v r\ Mej. N. A. C. CRIELARS, Lid van den Raad der Gemeente Amsterdam. Ir. R. A. GORTER, Directeur van het Veiligheidsmuseum, Amsterdam. Dr. M. R. HEYNSIUS VAN DEN BERG, Directeur van de Amsterdamsche Vereeniging tot Bestrijding van'de Tuberculose. Mr. L. LIETAERT PEERBOLTE, Directeur*Generaal van de Volks* gezondheid, te 's Gravenhage. Prof. Dr. R. H. SALTET, Hoogleeraar in de Hygiëne aan de Universiteit te Amsterdam. Mevr. A. P. J. DEN TEX—DIKKERS, Secre+aresse van de Vak* school voor Vrouwen* en Kinderkleeding te Amsterdam. Mr. G. VISSERING, President van de Nederlands ie Bank. Dr. G. A. M. VAN WAYENBURG, Privaatdocent in de Kinder* psychologie aan de Universiteit te Amsterdam. J. A. VAN ZUTPHEN, Voorzitter van het Diamantbewerkers Koperen*Stelenfonds ,,Nieuwe Levenskracht". Adjunct'Secretarissen: J. M. KYZER, Arts te Amsterdam. Mevr. H. VAN RIJN VAN ALKEMADE-DE HARTOGH, Amsterdam. * J. G. SALOMONSON, Arts te Amsterdam. 3 Subcommissies. Historische Afdeeling. Prof. Dr. G. VAN RIJNBERK, Voorzitter, Blaricum. C. W. H. BAARD, Onder*Voorzitter, Amsterdam. Dr. M. A. VAN ANDEL, Secretaris, Gorinchem. Dr. E. D. BAUMANN, Oude Wetering. Mej. MARJORIE H BOTTENHEIM, Amsterdam. Dr. F. N. G. DE FEYFER, Geldermalsen. CORN. J. GIMPEL, Amsterdam. A. J. J. Ph. HAAS, Amsterdam. Dr. A. W. KROON Jr., Leiden. Dr. G. DE LINT, Gorinchem. A. W. WEISSMAN, Haarlem. Prof. P. VAN DER WIELEN, Hilversum. Uitvoerend Comité. Prof. Dr. G. VAN RIJNBERK. C W. H. BAARD. Mej. MARJORIE H. BOTTENHEIM. A. J. J. Ph. HAAS. Departement van Oorlog. H. PEETERS, Off. van Gezondheid 2e klasse, Utrecht. Gemeente Amsterdam. Mr. PH. FALKENBURG, Gemeentesecretaris, Voorzitter. ' Mr. J. P. H. KROON, Referendaris Afd. Openbare Gezondheid, Secretaris. A. DE GROOT, W.I., Directeur Stadsreiniging. L. HEYERMANS, Dir. Gemeentel. Geneesk. Dienst. A. KEPPLER, CL, Directeur Gemeentel. Woningdienst. Dr. H. G. RINGELING, Directeur Gemeentel. Gezondheidsdienst. Dr. J. ED. STUMPFF, Directeur Binnengasthuis. D. VAN VUGT Jr., Directeur Gemeentel. Wasch> Bad* en Zwem* inrichtingen. Mr. Dr. J. H. VAN ZANTEN, Directeur Gemeentel. Bureau voor Statistiek. 4 Tropenhygiëne. Prof. Dr. J. J. VAN LOCHEM, Directeur Afd. Tropische Hygiëne, Koloniaal Instituut. Voeding. Dr. F. A. STEENSMA, Voorzitter. Dr. B. K. BOOM, Secretaris. Mevr. M. HINGMAN-DOBBERKE, Schiedam. P. HOORNWEG, Direct. Coöp. Verbruiksverg. „Eigen Hulp". Mevr. J. C. VAN OSSENBRUGGEN, Presidente Afd. Amsterdam der Nederl. Verg- van Huisvrouwen. Mevr. C. J. W. VAN DER PLOEG-DEGGELER, Directrice Nieuwe Huishoudschool. G. P. RIEMENS, Directeur Amsterd. Coöp. Keuken. Mej. M. WITTOP KONING, Leerares Nieuwe Huishoudschool. Kleeding. Mejufïr. C BEEKHUIS, Directr. Vakschool voor Vrouwen* en Kinderkleeding. Mevr. M. E. A. LOBRY DE BRUIN-SIMON THOMAS, Presidente Verg. tot Verbetering van Vrouwen* en Kinderkleeding. Mevr. J. TWEER—WESTERMAN. J. ZODY. Tandheelkunde. H. VAN DER MOLEN, Voorzitter. G. D. MARGADANT, Secretaris. H. G. PITSCH. Hygiëne* en Veiligheidsmuseum. Ir. R. A. GORTER, Directeur van het Veiligheidsmuseum. Zuigelingen* en Kinderverzorging. Dr. J. LUBSEN Nzn., Voorzitter. Mevr. Dr. C. ]. HEYBROEK—D'ANCONA, Secretaresse. Mevr. L. DE BUSSY-KRUYSSE. Dr. J. FREIA COENEN. 5 P. L. VAN ECK Jr. Mevr. Dr. M. FIEDELDY DOP-DES BOUVRIE. N. C. HEYBROEK. Dr. H. B. L. VOS. Witte Kruis. Dr. H. L. E. VAN DEN BERG, Voorzitter. Mr. Dr. J. C. SCHREUDER, Secretaris. J. D. BRAND, Arts te Sloterdijk. R. LEDEBOER, Hilversum. Dr. A. SPANJAARD, Amsterdam. Mij. tot Redding van Drenkelingen. Dr. V. v. GRAVESTEIN. Sport. Dr. R. J. Th. MEURER, Voorzitter. H. A. ELIAS, Secr. A. B. v. L. O., Secretaris. E. CRONE. C. A. W. HIRSCHMANN, Secr. Nederl. Olympisch Comité. H. N. VAN LEEUWEN, Inspecteur Lichamelijke Opvoeding. Kap. P. W. SCHARROO, Voorz. Nederl. Athletiek Unie. Mr. DE VRIES FEYENS. Tuberculosebestrijding. Dr. M. R. HEYNSIUS VAN DEN BERG. Dr. J. A. PUTTO, s Gravenhage. Mej. J. A. THEN BERGH, Amsterdam. Dr. G. A. M. VAN WAYENBURG, Amsterdam. Dr. J. A. VERSCHUYL, Amsterdam. Bestrijding van Geslachtsziekten. Dr. W. F. VELDHUYZEN, Amsterdam. Architect: de Heer A. GRIMMON. 6 Nu de tijdsomstandigheden, dringender nog dan vroeger de zorg der Regeering vragen voor de volksgezondheid, maar elke Regeeringsdaad hier slechts volle uitwerking kan hebben, wanneer zij gesteund wordt door de begrijpende medewerking der bevol* king, begroet ik de Internationale Tentoonstelling op Hygiënisch Gebied met belangstellende sympathie. Minister van Arbeid. Voor de bescherming van de Volksgezondheid is de volledige medewerking van de bevolking onmisbaar; zonder deze bereikt men ook. met de beste wettelijke voorschriften niet veel. Niet door dwangmaatregelen, doch door overreding en op* weding moet men het volk er toe brengen ten volle deel te nemen aan de maatregelen, die ter bevordering van de Volksgezondheid worden genomen. Voorzitter Comité I.H.T.A- Geen maatregel op het gebied der openbare gezondheid heeft kans van slagen, indien niet de behoefte daaraan door de groote massa wordt gevoeld. De beste wijze om deze behoefte levendig te doen worden is de aanschouwing van het goede op dit gebied, waartoe deze ten* toonstelling de gelegenheid wil schenken. Geneesk. Inspecteur v.d. Volksgezondheid^ te Utrecht. 7 Wie kan een goed Nederlandsch woord vinden voor „Hygiëne"? Waarschijnlijk niemand, want dan zou deze inter* nationale, maar in haar wezen en opzet toch zuiver Nederlandsche tentoonstelling, onder de hoogste Nederlandsche bescherming, zeker zich daarmede hebben getooid in plaats van met een vreemd klin* kend begrip te worden aangeduid. Men moet aan het omschrijven gaan en dan zou ik de omschrijving willen wagen „de kunst om oud te worden en gezond en jong te blijven." Met andere woorden, de steen der wijzen, waarnaar alle eeuwen door de ge* leerden hebben gezocht. De Menschheid heeft het in eigen hand, de omstandigheden, waarin ze leeft zoodanig te wijzigen, dat haar levensduur wordt verlengd en zij zelf krachtig blijft op gevorderden leeftijd. Het is zoowel ons persoonlijk, als ons volksbelang om die factoren te scheppen, de middelen populair te maken en, zooals steeds, ook op dit gebied geldt, dat aanschouwelijk onderwijs de beste leermeester is. Mij dunkt dat hiermede de tentoonstelling is verklaard en gerechtvaardigd en dat het volmaakt begrijpelijk is, dat Vorstin en Regeering hunne bescherming daaraan verleenen. Wanneer deze tentoonstelling een succes is, wat zij moet en zal zijn, moeten de daaraan gebrachte offers als een kostelijk ge* schenk aan de Natie worden beschouwd en aanvaard. Lid van de 2e Kamer der St. Gen. Alle partijen en gezindten kunnen zich in dienst der godin Hygieïa stellen, want zij predikt reinheid naar lichaam en ziel, matigheid in alle genietingen en werkzaamheid ten nutte van het algemeen. Mogen door deze Tentoonstelling velen tot Haar geroepen worden. Hoogleeraar in de gezondheidsleer aan de Universiteit te Utrecht. 8 De arbeidshygiëne is de nog steeds te kleine resultante van de technische en medische wetenschap. Deze resultante is grooter, naarmate de hoek tusschen die beide krachten kleiner is. Tot het verkleinen van dien hoek dient ieder zijne medewerking te ver* leenen, omdat elke verbetering van de hygiëne van den arbeid eene vermeerdering van het vermogen der gemeenschap tengevolge heeft. Directeur Veiligheidsmuseum. De geschiedenis der geneesmiddelen is voor een groot deel beschavingsgeschiedenis. Met de cultureele ontwikkeling der volkeren nam ook de artsenijschat in omvang toe. Hierdoor werd de nood* zakelijkheid geboren een keuze te doen en de meer waardevolle geneesmiddelen te scheiden van die, welke den toets van het onder* zoek niet konden doorstaan. Die keuze geschiedt in de Fharma* copeeën, welke van overheidswege bewerkt en uitgegeven worden Daarin vinden echter alleen een plaats geneesmiddelen, die reeds burgerrecht hebben verkregen; voor hetgeen nieuw wordt aanbevolen, moest de arts grootendeels afgaan op de aanprijzingen van den kant der geneesmiddelenfabrikanten. Voor ons land zal het nieuwe Rijksinstituut voor Pharmaco* theropeutisch onderzoek nu trachten voorlichting te geven voor de toepassing van nieuwe geneesmiddelen door het instellen van eigen onderzoekingen. Voorzitter PharmacotTherapeutisch Instituut, Leiden. De leer der hygiëne berust op nauwkeurige wetenschappelijke waarnemingen waarbij de oorzaken der feiten met scherpzinnigheid en geduld moeten worden opgespoord en wetenschap en praktijk telkens aan elkander moeten worden getoetst. De toepassing der hygiëne berust zoowel op de kennis dier waarnemingen als op het gezond verstand; daarom mag geen middel ongebruikt gelaten 9 worden om ook op dit gebied tot de opvoeding van het Volk mede te werken en den geest te scherpen. Voorzitter van den Gezondheidsraad. Het begrip ,,'s menschen gezondheid in heete gewesten" .was vroeger nauwer omgrensd dan thans. De tropische gezondheidsleer onderzocht den invloed van de keerkringsluchtstreken op het gestel van den Europeaan. Diens aanpassing aan het tropische klimaat was haar doel. Dezelfde leer heeft nu ruimer gezichtskring. Het behoud van alle individuen die in tropische omstandigheden leven gaat haar aan. Ten volle heeft zij zich ontwikkeld als een deel der tropische geneeskunde, dat de verbetering der volksgezondheid in de heete luchtstreken beoogt. Directeur Afd. Tropische Hygiëne Koloniaal Instituut. De geschiedenis der hygiëne leert ons bescheidenheid: hoeveel eerbiedwaardig menschelijk pogen en streven, ook op dit gebied, in vroeger eeuwen. En was nu de uitkomst behalve bij de be< strijding van epidemieën, werkelijk zooveel slechter dan die van de moderne hygiëne? Wie zal zeggen hoevele nadeelen de toe* passing onzer hedendaagsche denkbeelden op dit gebied eens zal blijken met zich te voeren? Laat ons hopen, dat men zich over duizend jaar niet méér zal verbazen over ons, dan wij het thans doen over onze voorvaderen. Hoogleeraar in de Physiologie, Voorzitter Sub Com. Historische Afd. 10 Nederlandsche Sterftecijfers. Men denkt in kringen van bevoegde beoordeelaars ongeveer algemeen, dat onze Nederlandsche Sterfte*Statistiek de beste ter wereld is. Voor oude tijden gaat dit echter niet op. Dan zijn er betere cijfers uit andere landen, vooral Zweden, Engeland en Duitsche steden te verkrijgen. Sedert 1840 echter zijn onze gegevens nauw* keuriger en beter gerangschikt dan in de meeste andere staten. Aan algemeen optredende invloeden, b.v. aan de beperking der geboorten, ontsnappen wij niet! Onze geboorte* en sterftelijsten hebben derhalve een overeenkomstig beloop als die van andere Europeesche bevolkingen; in de laatste jaren echter winnen wij het van de anderen, wat onze sterfte aangaat. Per duizend Neder* landers stierven er tusschen 1840 en 1892 van 20 tot 30 per jaar, sedert 1893 is het cijfer van 20 niet meer bereikt, zelfs niet in het beruchte hongerjaar 1918 met zijn griepepidemie; het bedroeg toen 17. Vóór den oorlog hadden wij hier te lande het laagste sterfte* cijfer van Europa (12.3); in 1920 was het nog lager (11.9). Het geboortecijfer daalt sedert 1882. Bedroeg het vroeger meer dan 30 per duizend inwoners, zoo daalde het vrij geregeld om in den oorlog zelfs 20 te bereiken, een cijfer slechts weinig hooger dan het Fransche sedert het begin dezer eeuw. In den oorlog steeg het weder; vermoedelijk zal het weer dalen. Onder* tusschen stijgt het verschil tusschen sterfte en geboorte. Om en nabij 1865 ging onze bevolking vooruit, met 1 % per jaar, nu zijn wij tot 1.5 °/0 en hooger gekomen. Het accrés onzer bevolking sedert de telling van 1909 is één millioen. Gaat dat zoo door, dan hebben wij in de volgende eeuw op een Nederlandschen staat met 25 millioen inwoners te rekenen. Kleine middelen, zooals de demping der Zuiderzee, die naar men uitrekent voor 2 a 300.000 menschen woonplaats en werk zou verschaffen, kunnen ons niet veel helpen. Het geweldige toe* komstprobleem der volksvoeding, niet alleen hier, maar ook in andere dicht bevolkte Europeesche landen zal zich dus sterk op den voorgrond dringen, wanneer verwoestende oorlogen en ernstige epidemieën ons gespaard blijven. Slechts in ongestoorde handel en scheepvaart en in tot heden nooit bereikte ontwikkeling van het vruchtbare tropenland is misschien, bij verstandig bestuur der volken, redding te vinden. Hoogleeraar in de Gezondheidsleer aan de Universiteit te Amsterdam. De eerste tentoonstelling op hygiënisch gebied, in 1911 te Dresden gehouden, die een zoo machtigen indruk heeft gemaakt en voor velen een openbaring was, heeft voor Duitschland zegen* rijke gevolgen gehad. Daaruit zijn o.a. een blijvend hygiënisch museum en reizende kleinere musea ontstaan, die steeds hun in* vloed doen gevoelen. Hoewel het door de omstandigheden niet mogelijk is de Amsterdamsche tentoonstelling die van Dresden te doen evenaren, zoo spreek ik toch den hartgrondigen wensch uit, dat zij een even heilzame werking voor de openbare gezondheid moge hebben. Burgemeester van Amsterdam. Gemis aan kennis bij de massa is in het algemeen de oor* •zaak, dat hare verheffing tot een hooger levenspeil, zoo hopeloos lang duurt. Die kennis dient hun op alle gebied te worden bijge* bracht. Op hygiënisch gebied vooral, omdat de volksgezondheid en de volkskracht daardoor zullen winnen. Een volk, dat belang stelt in en strijdt vóór de Volksgezond* heid, zal de middelen weten te vinden tot het opruimen van mis* standen, die de gansche gemeenschap bedreigen. Voorzitter Diamantbewerkers K. S. F. „Nieuwe Levenskracht". INLEIDING. Het plan tot de organisatie van een hygiënische tentoonstelling is geboren uit het inzicht, dat de tegenwoordige generatie voor de overgroote meerderheid de weldaden van een geregelde zorg voor de gezondheid niet kent, of zelfs geringschat, en dat deze gering* schatting in hoofdzaak berust op gebrek aan kennis van het men* schelijk organisme en van zijn levensvoorwaarden. Onze tentoon* toonstelling wil de gedachte verwezenlijken, die alle vooraanstaande hygiënisten reeds sedert jaren in hun boezem dragen, de gedachte, de regelen der gezondheidsleer in alle kringen der bevolking 12 bekendheid te doen verkrijgen, de menschen tot het bewust* zijn te brengen, dat de gezondheid de eenige bron is van menschelijk geluk, van lichamelijk en zedelijk welzijn, en een ieder op overtuigende wijze duidelijk te maken, dat het in de macht van elk individu ligt, zijn gezondheid en zijn krachten te behouden en te verhoogen- Wie zich met liefde aan de studie van de hygiëne, in het bijzonder van de sociale hygiëne, wijdt, zal spoedig tot de vaste overtuiging komen, dat nog onmetelijke schatten aan kracht en leven in de diepte der menschheid verborgen liggen, en dat deze aan het licht kunnen worden gebracht, wanneer het gelukt, den algemeenen gezondheidstoestand te verbeteren. En wanneer men dan leert, dat honderden en honderden millioenen aan gelds* waarde jaarlijks verloren gaan, en men kan wel zeggen: nutteloos verloren gaan, bij den arbeid, door uitgaven voor ziekten en epi* demieën, door ondersteuning der armoede, die dikwijls een gevolg is van lichamelijke gebreken, door onkosten voor de bestraffing van handelingen in strijd met de wet, waarvan in verrassend vele gevallen in slechte gezondheidstoestand de hoofdoorzaak moet worden gezocht, dan komt men tot de slotsom, dat ook in nationaal* economisch opzicht de bevordering van de lichamelijke gezondheid der breede volksklassen buitengewoon gunstige gevolgen moet hebben, geheel afgezien van de nog belangrijker ethische en zedelijke voordeelen. Nooit was de tijd voor een beweging, die ten doel heeft, de gezondheidsleer voor ieder mensch toegankelijk te maken, gun» stiger dan heden ten dage. Aan den eenen kant doet ons de moderne wetenschap met haar groote ontdekkingen en resultaten van onderzoek de middelen aan de hand, vernietigende ziekten, waar men vroeger machteloos tegenover stond, te bestrijden; aan den anderen kant stelt zij ons met de studie van het wezen der gecompliceerde organische functies in staat, de gezondheidsleer, ik zou haast zeggen: „als kunst" te beoefenen. Een ding wensch ik hier speciaal op te merken, om de even* tueele vrees, dat door de tentoonstelling wellicht het volk tot eischen zou kunnen worden aangespoord welke zware financieele lasten zouden veroorzaken, eiken grond te ontnemen: De persoonlijke lichaamsverzorging is een zeer goedkoope kunst, juist de welstand, dit weet ieder medicus en ieder hygiënist, is dikwerf de bron van lichamelijke ongemakken en gebreken. „Om gezond te zijn, moet men arm zijn," zegt een beroemd schrijver. Bezigheid en matigheid, ook gedwongen, zijn de beste waarborgen voor een gezond leven en een gelukkigen ouden dag. 13 Drie middelen zijn er, drie buitengewoon eenvoudige mid* delen, die de elementen der gezondheidsleer vormen, en wel: zon, lucht en warer. Deze staan rijken en armen in overvloed ter be* schikking, en een voorname taak van onze tentoonstelling is, te leeren, hoe men deze oerkrachten moet gebruiken, en de menschen er toe te brengen, na te denken over hun doen en laten, hen aan te sporen, arbeid en rust, voeding en woning rationeeler in te richten en hun te toonen, hoe men dat kan doen, zonder een cent meer uit te geven dan vroeger. Voor een tentoonstelling kan men zeer gemakkelijk massa's bezoekers trekken, en dit gaf bij ons den doorslag, want ons doel, zoo groot mogelijke kringen der bevolking met de regelen der gezondheidsleer op de hoogte te brengen, zou alleen worden be* reikt, wanneer onze onderneming de aandacht van iedereen op zich zou vestigen. Door ons besluit een tentoonstelling te organiseeren, vervielen tevens eenige moeilijkheden, die anders zouden gebleven zijn. Voor een tentoonstelling, te houden binnen een bepaalde periode, kan men gemakkelijker het benoodigde materiaal verzamelen. De organisatie van zulk een tentoonstelling is een krachtige aansporing voor den ijver van alle medewerkers, waardoor deze hun uiterste best doen, de geschikte objecten zoo snel mogelijk te verzamelen. De noodzakelijkheid brengt er velen toe deel te nemen, die anders lang zouden hebben geaarzeld. Om al deze redenen scheen het ons het doelmatigst, onze onderneming, ten doel hebbende een algemeene, universeele be* kendheid te geven aan de beginselen en de voordeden der ge* zondheidsleer, in den vorm van een tentoonstelling, te verwezenlijken. Met geen enkel onderwerp heeft in de laatste tientallen van jaren de menschelijke geest zich zoo veelvuldig bezig gehouden als met de hygiëne. Een groote schare van de allereerste mannen der wetenschap is onophoudelijk bezig, het gebied der menschelijke kennis uit te breiden, en onoverzienbaar is het aantal ontdekkingen. Daarom durven wij de hoop uitspreken, dat ook de leiders der wetenschap met vreugde de gelegenheid zullen aangrijpen, hun ijverig onder* zoek eens eenige oogenblikken stop te zetten, terug te blikken op hetgeen bereikt is, en dit resultaat voor het verdere onderzoek te ordenen. Maar ook de technicus, de onderwijzer, de beambte, in 't kort ieder, die zich door beroep of ambt met de openbare ge* zondheidsleer moet bezighouden, moet hier nieuwe kennis opdoen, om deze in zijn werkkring later in praktijk te brengen. Aan de industrie werd de gelegenheid gegeven, haar producten 14 ten toon te stellen, en te laten zien, welke hulpmiddelen het best zijn ter doorvoering der hygiënische maatregelen in de praktijk. Het is de industrie die de groote openbare instellingen schept, en die ons de ontelbare voorwerpen van dagelijksch gebruik bezorgt, die op nuttige en doelmatige wijze de hygiënische leerstellingen in praktijk brengen. Aan de industrie is hier de gelegenheid gegeven te toonen, dat zij zich aan den grooten vooruitgang der studie op hygiënisch gebied volkomen heeft aangepastMet grooten dank mag het feit gememoreerd worden dat zoo velen zich met vreugde en geestdrift in dienst der goede zaak stelden en bereid waren, onbaatzuchtig hun uiterste krachten bij den op* bouw in te spannen. Dit is een teeken, dat deze menschen bezield waren met het reinste idealisme, en de schoonste naastenliefde. Hierop kan onze tentoonstelling werkelijk trotsch zijn. Zoo is dan onze tentoonstelling, juist zooals wij haar van meet af gedacht hadden, voltooid, niet als het werk van den enkeling, doch als het werk van allen, die onbaatzuchtig hun beste krachten in dienst der goede zaak hebben gesteld. Secretaris Comité I.H.T.A. 15 16 30 Historische Afdeeling. 30 VOORWOORD. De geschiedenis der hygiëne in ons land is nog te maken. Het materiaal ervoor is ongetwijfeld in de Archieven aanwezig en wacht slechts op den ondernemenden geest die het aan den dag wil brengen, ordenen en bewerken. Maar intusschen is het weinige dat men er van weet, in brokstukken verspreid. Het is dus duidelijk dat een tentoonstelling, welke een fragmentarische ge* schiedenis wil illustreeren, geen aaneengesloten geheel kan vormen. Bovendien hebben wij, niettegenstaande herhaalde oproepen, veel minder merkwaardige voorwerpen ter expositie gekregen, dan wij reden hadden te verwachten. En ten slotte was de tijd krap aan* gemeten: in drie maanden, waarvan een volle vacantiemaand, een tentoonstelling in elkaar zetten over een onderwerp als de ge* schiedenis der gezondheidszorgen, dat zich uitstrekt op letterlijk elk gebied van het openbare en particuliere leven der Maatschappij en der enkelingen, is geen kleinigheid! Wij verhelen ons dan ook niet, dat onze historische afdeeling in geen enkel opzicht voldoet aan wat men er van zou kunnen verwachten, n.1. een beeld te geven van de geleidelijke ontwikkeling der maatregelen om de gezondheid in Staat en stad, in samenleving en huisgezin in ons land te bewaren, van af de tijden der hunnebedbouwers tot op den dag van heden. Toch hebben wij nog heel wat belangwekkends en belang* rijks bij elkaar gekregen, zooals men zich met eigen oögen kan overtuigen en zooals het betrekkelijk groot aantal nummers van den hier volgenden catalogus bewijst. Dat dit mogelijk is geweest, danken wij vooral aan de talrijke inzenders,. particulieren en instellingen, waarvan men de nauwkeurige opgave hierachter vindt, en voor welker bereidwilligheid ik hier gaarne openlijk mijn erkentelijkheid uitspreek. Dat het werk onzer commissie vruchtbaar is geweest, is hoofdzakelijk te danken aan den secr. Dr. M. A. VAN ANDEL, te Gorinchem, die met groote ijver en kennis van zaken den voorbereidenden arbeid verricht heeft. En toen eenmaal de kisten in het Stedelijk Museum, waar wij door de vriendelijkheid van den Directeur, den heer C. H. W. BAARD, een gastvrij hoofd* kwartier hebben kunnen inrichten, zich begonnen op te stapelen, toen zijn het de onvermoeide zorgen van het uitvoerend Comué» 17 geweest, welke orde in den bajerd gesticht hebben. Dat waren zeer genoeglijke dagen en nachten van onverpoosden rangeerarbeid, van zaakkundig samenzetten en schiften, van eindeloos fisches schrijven, van tijdelijk vóórnummeren en ten slotte van definitief catalogiseeren, en opstellen! Als nieuweling in de kunst van het tentoonstellen, heb ik daarbij, onder de waakzame leiding van den heer A. J. J. PH. HAAS, conservator van de Historische Verzameling der Schutterij te Amsterdam, en van Mej. MARJORIE BOTTENHEIM, assistente aan 's Rijks Prentenkabinet alhier, naar vermogen medegewerkt om het schijnbaar onbereikbare doel: op tijd klaar te komen, te verwezelijken. En we zijn klaar gekomen! Toch draagt voor den oplettenden lezer en toeschouwer, zoowel de historische afdeeling der tentoonstelling als de catalogus ervan, de sporen van het gejaagde tempo waarin alles moest gedaan worden. Ik hoop, dat deze historische tentoonstelling op hygiënisch terrein niet de laatste zal zijn op dit voor elk beschaafd mensch zoo gewichtig gebied. Maar intusschen neme men voor lief, wat deze eerste krampachtige poging, in al haar onvolmaaktheid, aan belangrijks en leerzaams aanbiedt. G. VAN RIJNBERK. Amsterdam, 3 October 1921. Afdeeling I. Prenten, Photo's, enz. (No. 1 — 156, achter glas, langs de wanden). a. Afbeeldingen, betrekking hebbend op melaatschen, het leprozen wezen, enz. (No. 1 — 11). 1. De Sieckgens, Ommegang der Leprozen op Kop* permaaridag, Kopergravure Claes Jansz Visscher Rpk. 2. La Lépre dans 1'Art. Serie van 25 prenten. Ph. M. 3. Regenten van het Leprozenhuis te Amsterdam A^ 1649. 'Naar de schilderij van Ferdin. Bol. Ph. M. 4. Regenten van het Leprozenhuis te Haarlem. Naar Jan de Brau. Ph. M. 5. Toegangsbewijs voor het Leprozenhuis te Am* sterdam, Blanco formulier, 18e eeuw. Dr. de L. 6. St. Anthonis, de beschermheilige; en het wapen der leprozen: de Lazarusklep, 2 aquarellen. Dr. de L. 7. Het St. Jorishof .1545 en het St. Anthonis* gasthuis 1544, oudste leprozenhuis te Amster* dam, gravures. Dr. de L. 18 8. Het Lazarushuis te Amsterdam van 1640—1861, 4 gravures. Dr. de L. 9. De ommegang der leprozen te Amsterdam op Koppermaandag, 4 afbeeldingen. G. A. A. 10. Het leprozenhuis te Alkmaar, O. I. teekening van onbekende. Mus. Alk. 11. Voorpoort van het leprozenhuis te Alkmaar. Teekening. Het onderschrift luidt: Wilt in U tijt — mildelic geeven, Die Leproos moet — Van d'Aelmus leeven. Mus. Alk. b. Afbeeldingen betrekking hebbend op gasthuizen, ziekenverpleging, enz. (No. 12—40.) 12. Gasthuis te Middelburg. Reproductie naar een prent. Dr. Sch. 13. Regentenkamer in het Gasthuis te Middelburg. Dr. Sch. 14. Pesthuis bij Leiden 1762. Prent (gravure) Dr. de L. 15. Het Pesthuis te Alkmaar. Gravure van L. Schenk naar A. Rademaker. Mus. Alk. 16. Het Pesthuis te Alkmaar. Teekening van C Pronk. Mus. Alk. 17. Gevelsteen van het Pesthuis te Alkmaar. Foto. Mus. Alk. 18. Het St. Elisabeth's Gasthuis voor mannen te Alkmaar Gravure door L. Schenk. Mus. Alk. 19. Het St. Elisabeth's Gasthuis voor Vrouwen te Alkmaar. Gravure door L. Schenk. Mus. Alk. 20 Het St. Elisabeth's Gasthuis voor Vrouwen te Alkmaar 1789, gezicht van binnen met den nieuwen gevel, aquarel door J. A. Creifant. Mus. Alk. 21. St. Pieters gasthuis, (tegenwoordig Binnengast* huis) te Amsterdam, plattegrond van 1777, geaquarelleerde gravure. J. v. E. 22. Binnen-Gasthuis te Amsterdam, Binnenplaats met patiënten. Aquarel van J. M. A. Rieke 1887. G. A. A. 23. Binnen»Gasthuis te Amsterdam, binnenplaats met mannen-ziekenafdeeling. Aquarel van J. M. A. Rieke 1887. G. A. A. 24. Het Magazijn van het Binnen-Gasthuis te Am* sterdam, waar eenige bedienden bezig zijn dekens teverdeelen. Aquarel door J. M. A. Rieke 1887. K. O. G. 25. Privaten in het Buiten*Gasthuis te Amsterdam. Gebouw uit* en inwendig. 2 gekleurde teeke* ningen door Tijmon Meijer A= 1900. K. O. G. 19 26. De Privaten in het oude Buiten=Gasthuis (pest* huis) te Amsterdam. 2 gekleurde teekeningen door Sijmon Meijer A° 1900. G. A. A. 27. Ziekenzaal in het Hospitaal „La Charité" te Parijs. Gravure van Abraham Bosse. R. P. K. 28. Transport des filles de joye a 1'Hospital. Repro* ductie naar een gravure van Etienne Jeaurat, Midden 18e Eeuw. Dr. v. A. 29. St. Mary's Hospital, Paddington. Wek. Mus. 30. Interieur van een Gasthuis, Grav. door J. Luijken. Dr. d. L. 31. Ziekenzaal. Grav. van Folkema (eind 18e eeuw) gebruikt als illustratie van een uitgave van Don Quichote. R- K. 32. De Podagreus, Uit: „De Bijkorf des Gemoeds" (Men lette op den rolstoel) Etsje van J. Luijken (eind 18e eeuw). K. O. G. 33. Het lavement. Bij een te bed liggende vrouw komen een man met een klisteer in de hand en 2 vrouwen. Gravure van Abraham Bosse R. P. K. 34. Verpleging van Krankzinnigen in den ouden tijd. Uit: de Amsterdammer van G. A. A. 35. Interieur van een Krankzinnigengesticht, midden 18e eeuw. Gravure van W Hogarth. R. P- K. 36. Krankzinnige met dwangbuis. Reproductie Dr. de L. 37. Ziekenkamer bij avond, J. Andriessen fecit, Sepia begin 19e eeuw. Onderschrift: „nu juffrouw als gij nodig hebt, ik slaap daar even om den hoek". Onderschrift 19 July K. O. G. 38. De meid ziek, J. Andriessen fecit, Sepia begin 19de eeuw- Onderschrift 30 July: Jans ik raad je ten besten 't is in het gasthuis kostelijk, daar kan je het beter op je gemak hebben". K. O. G. 39. De vrouw van J. Andriessen ziek. J Andriessen, fecit, Sepia begin 19e eeuw. Onderschrift: 11 Februari ,,'t is nu beter". K. O. G. 40. Ouderwetsch Gasthuiskarretje (brancard) te Amsterdam. Op de Plaat „Over Politie" uit het geïll. politienieuws, 31 Oct. 1889 G. A. A. c. Besmettelijke ziekten, epidemiën, pest, pokken, enz. (No. 41-50). 41. Dokters bezoek bij een pestlijder. Hij beschermt zich tegen besmetting door een met (azijn?) 20 gedrenkten spons tegen de neus te houden. Reproductie uit: Fascicullus Medicine. 42. Begrafenissen gedurende de zware pest te Amster* dam in 1644. Etsje van een onbekende. V. S. 43. De pest te Marseille in 1720. Aquarrel. Well. mus. 44. Beschermend gewaad voor doktoren en andere personen die pestlijders bezoeken. Het masker heeft glazen oogen en een langen neus gevuld met reukstoffen. Reproductie gravure, 17de eeuw. Dr. de L. 45. Beschermend gewaad voor doktoren die pest* zieken bezoeken, 17de eeuw. Het gewaad is van Corduaansch leder, de neus gevuld met pest* verdrijvend reukwerk, in zijn hand voert hij een stokje om de pols te voelen. Reproductie van een gravure. Dr. de L. 46. Cholerapreservatiefman, karikatuur uit de cholera* epidemie van het jaar 1831—1832. Reproductie naar een steendruk. Dr. de L. 47. Cholerapreservatiefvrouw, karikatuur uit de cholera*epidemie van het jaar 1831—1832. Dr. de L. 48. Portret van J. Jenner, de ontdekker der Koepok= inenting. Steendruk van H. J. Bakker. 49- Koepokinenting. Reeks gekleurde en ongekleurde gravures. Spotprenten op de koepokinenting. Einde 18e, begin 19e eeuw. Ph. M. 50. „Pockenmerkblatt" uit Japan. Gravure. Dr. V. A. 5Qbis. j)e veepest. Gravure. 50ten Sterfgevallen te Amsterdam in 1617. Naar Commelin. Tabel vervaardigd door Prof. J. van Lochem. 50quater. Begrafenissen in de st. Pieters* en St. Pancras* kerk te Leiden 1609—1655. Tabel van Prof. van Lochem. d. Gevangenishygiene (No. 51—56). 51. Cel in het Rasphuis te Amsterdam. Links op den achtergrond, ter rechterzijde van den schoor* steen een door hout omtimmerd privaat. Ge* kleurde teekening van J. M. A. Rieke 1895. K. O. G. 52. Cel in het Rasphuis te Amsterdam. Tegen den achtergrond een zeer ouderwetsch open privaat voor 2 personen. Gekleurde teekening door J. M. A. Rieke 1895. K. O. G. 21 53. Een der werkplaatsen in het Rasphuis te Amsterdam,, Links op den achtergrond een zeer ouderwetsch open privaat voor 4 personen. Gekleurde teekening door J. M. A. Rieke 1895. K. O. G. 55. Interieur van het Spinhuis. O.L inktteekening van Jan de Beyer, le helft 18e eeuw. G. A. A. 56. Gevangenisinterieur midden 17e eeuw. Gravure van A. Bosse. R- P. K. e. Openbare Hygiëne. (No. 57—94)i 57. Plannen van Antony Grave, tot waterver versching door de grachten van Amsterdam 1758/59. Twee. plattegronden met geschreven toelichting en teekeningen. G. A. A. 58. Het Rokin te Amsterdam, op het einde der 19e eeuw gebrekkige waterverversching. Prent z. n. uit Neêrlands Weekblad van 5 Februari 1898. G. A. A. 59. Een der Stadsmoddermolens te Amsterdam lig* gende in het Y. Zeer fraaie sepiateekening, ad viv del C. Philips Jr., 1755. K. O. G. 60. 18e eeuwsche Moddermolen, op een prent van het Oosterdok uit den atlas Fouquet. G. A. A. 61. Vuilnisbewaarplaats en vuilnisruimen, O.L inkt* teekening van Aartman 1755, (Overtoom) G. A. A. 62. Openbare vuilnisbak aan de gracht. Daarnaast een .... korenschip. Potlood en sepiateekening van P. Velthuijzen 1841. G. A. A- 63. Het afmaken van langs de straat gevonden honden. Zes aquarellen door Henri W. J. Misset, Mei 1906. K. O. G. 64. Privaat onder de brug. Potloodteekening van 1835, geschreven toelichting uit 1902. G. A. A. 65. Privaat onder de brug. Men lette tevens in den rechterhoek op de „Morgenster" (ophaler van voorwerpen uit de grachten.) Aquarel door J.M.H. Rieke 1884. G. A. A. 66. Privaat onder een brug. Op een politieke spot* prent. Gravure. V. St. 67. Het ophalen der „tonnetjes" der privaten te Amsterdam. 2 O.L inktteekeningen 18e eeuw. V. St. 68. Het kamergemak: „het stilletje" aquarel van onbekende 1819. V. St. 22 69. Closetpapier van het jaar 1808. V. St. 70. De Vischvrouw. Gravure naar en door P. van den Berghe. Th. Dankkerts exc. Einde 17e eeuw. De prent stelt voor een vischvrouw gezeten aan haar bank. Oudtijds placht de stadsregeering ooievaars te houden. Deze liepen rond op de vischmarkt teneinde de vischafval op te eten. De prent geeft daarvan een voorstelling. K. O. G. 71. Karremans Nieuwjaars* en zegewensch 1715, in de wijk van Nomber 34. Is'ak Bourse de Karreman van deze wijk. Gedrukt bij de Wed. H. van Ditmar in de Laurierstraat in 't Groot A. B. C. Boek d'Amsterdam. Houtsnede met verkleurde roode, blauwe en gele vegen. Voorstellende een straat uitloopende in het wapen van Amsterdam. K. O. G. 72. VuilnissKarmans Kermiswensch 1835, 1838 Amsterdam. Vuilnis*Karmans Nieuwjaars* wensch 1841 Amsterdam, Houtgravuren 1835 en 1838 Stadsgezichten met toren 1841 plein. K. O. G. 73. Asch Karmans Nieuwjaarswensch Amsterdam, 1820 en 1857. Houtgravuren. V. St. 74. Asch Karmans Kermiswensch 1839, 1834, 1846 Amsterdam 3 stuks, Houtgravuren 1839 Mon* talbanstoren, 1844 Plein, I846 Botermarkt met Waag en Kermistenten gezien vanuit de Reguliersbreestraat. . K. O. G. 75. Opkorters Nieuwjaarswensch Amsterdam 1847. Jan Oudenhoven, opkorter van deze wijk, ge* drukt Amsterdam Wed. Wendel. Houtgravure, Stadsgezicht met houten wipbrug. Toelichting: De opkorter was de straatveger die het vuil op hoopen veegde, waarna het door den schuitman werd weggebracht. Zooals de plaat aangeeft werd dit vak ook door vrouwen uitgeoefend. K. O. G. 76. De Vuilnis=Karreman Amsterdam Januari 1851. H. Bongaars, Vuilnis*Karreman Wijk 19. Hout* snede door Tolleman, voorstellende de Dam, ziende naar Beurs en Kommandantshuis uit de tegenwoordige Paleisstraat, met rijtuigen, vuil* niskarren en vele figuren gestoffeerd. K. O. G. 77. Aschkarlieden te Zutphen, Nieuwjaarswensch 23 VOOR EERSTE KWALITEIT BLOEMBOLLEN wende men zich tot de Zaadhandel J. B. WIJS & Zoon SINGEL 50810 - Tel. N. 2433 - ST. J0R1SSTRAAT 1/3 Hofleverancier. AMSTERDAM. groote keuze in: HYACINTHEN, TULPEN, NARCISSEN, CROCUS, SNEEUWKLOKJES, enz. N.V. Pharm. Chem. Fabriek „CHINOIN" BUDAPEST - AMSTERDAM - WEENEN Reguliersdwarsstraat 37. Telefoon N. 8601- Telefoon Z. 7018. Vraagt prijsopgave CHEMICALIËN - PATENTÖENEESMIDDELEN Prof Mareks „DISTOL" absoluut afdoend middel tegen LEVERBOTZIEKTE. Raadpleeg hierover Uw Veearts.. 1842—1855. Houtgravure. 1842 gedrukt W. C. Wansleven, 1855 W. J. Thieme. K. O. G. 78. Nieuwjaars Heil* en Zegewensen der Aschkar* lieden Utrecht 1845 en 1865. Houtsnede. V. St. 79. Aschkarlieden te Utrecht, Nieuwjaars Heil* en Zegewensch 1858. Houtgravure gr. folio, ge* drukt P. W. van de Weijer, Utrecht. K. O. G. 80. Nieuwjaarswensch der riooluithaalders te Utrecht 1875. Houtgravure. V. St. 81. Waldiepers Kermiswensch Amsterdam 1851. Houtsnede. V. St. 82. Waldiepers Kermiswensch Amsterdam 1862. Door Ued. dienaar Landweert. Gedr. F. G. L. Holst, Amsterdam. Stadsgezicht met toren. Houtgravure. K. O. G. 83. De Asch=Karreman. Amsterdam 1 Januari 1875. D. Sluiters, Asch*Karreman Wijk 14. Gedr. bij W. Kok, firma Wed. C. Kok geb. van Holm. Houtsnede, voorstellende het Leidscheplein, waarop een drietal aschkarren, waarvan twee met paarden er voor en voorts eenige figuren, gevat in een lijst van linten, waarin boven het wapen van Amsterdam en beneden een bloemtuil en tuinmansgereedschappen. K. O. G. 84. Zegenwensch der Aschkarlieden Rotterdam 1843. Houtsnede. V. St. 85. Zegenwensch der Vuilnis*Karrelieden Rotterdam 1842. Houtsnede. V. St. 86. Nieuwjaars Heil* en Zegenwensch der Koole* karrelieden, Schiedam 1819. Houtsnede. V. St. 87. Aschhaalders of karrelieden. Nieuwjaarswensch, Leijden 1842. Houtsnede V. St. 88. Nieuwjaars Heil* en Zegenwensch van den Asch* man van Hillegersberg en Bergschehoek 1814. V. St. 89. Nieuwjaarswensch van den aschophaler, klok* opwinder, doodgraver en kerkeknecht van de Groot Lindt 1874. Houtsnede. V. St. 90. Heilwensch der Asch* en Vuilnislieden 's*Gra* venhage 1850. V. St. 91. Nieuwjaarswensch der Vuilnislieden Delft 1876. Houtsnede. V. St. 92. Nieuwjaarswensch der Aschvaarders Delft 1875. Houtsnede. V. St. 25 93. Wintervreugde op den Amstel en 't gaan der IJsbreekers en der Waterschuiten. Gravure naar Tieleman van der Horst, P. Schenk exc. gr. en breed dubbel folio. Bij dicht water werd op de voorgestelde wijze voorzien in de water verzorging van Amsterdam, voornamelijk ten gerieve der bierbrouwers. K. O. G. 94. Waterschuit op den Singel. Gekleerde teekening reconstructie naar oude gegevens. G. A. A. f. Kleinhandel (No. 95-101.) 95. De man met den strooppot (in den rechter* onderhoek). Joodsche venter, zooals er in de 18de eeuw bij den weg liepen, met een pot stroop waarin een houtje, „een lik voor een duit" was de kreet waarop de jeugd kwam toeloopen en a raison van een duit de stroop van 't houtje mocht likken. — Wie volgt. Op een prent van de Raampoort uit den atlas Fouquet, 18de eeuw. G. A. A. 96. Een Visschers klappertje. Dit lijstje geeft voor de 12 maanden des jaars van 28 Vischsoorten aan, wanneer elke visch is zijn best getij zoo om te vangen, als om te eten is. V. St. 97. Des Melkboers morgenpraatje, aquarel door W. Hendriks folio. Men lette op de uit den melk* emmer drinkende hond. K. O. G. 98. De melkmarkt te Amsterdam. Gekleurde plaat naar van Geldrop uit „Voor oud en jong", bijblad van het Nieuwsblad voor Nederland. G. A. A. 99. Een Amsterdamsche Water* en Vuurvrouw. K. O. G. 100. Interieur Water* en Vuurhuis in de Suikerbakker* steeg Amsterdam (begin 19de eeuw). Photo. G. A. A. 101. Verkoop van etenswaren aan den openbaren weg. 2 snoepwinkeltjes, Jodenbuurt, 4 foto's. G. A. A. g. Bad* en Zweminrichtingen (No. 102—109.) 102. 't Bad te Aken. Gravure van Jan Luyken. 103. 't Badhuis te Amsterdam. Gravure door I. C. Schultsz, voorkomende in Nederl. Mercurius van Augustus 1897, bldz. 360. 26 Dit badhuis werd in 1796 gebouwd aan de Muidergracht en was daar in 1817 nog in wezen. De Plantage Badlaan in het begin der 19de eeuw nog Groenelaan genoemd ontleend aan dit Badhuis haar tegenwoordigen naam. K. O. G. 104. Het Koning Willems Badhuis op het voormalige Karthuizer kerkhof. Plaat van het Geïllustreerde Politienieuws van Donderdag 28 Augustus 1890 met bijschrift uit hetzelfde blad. K. O. G. 105. Bad- en Zweminrichting aan de Ruyterkade, Amsterdam. Lithografie door Amand. K. O. G. 106. Badhuis in den Amstel bij Schollenbrug. Lito door S. P. Kelder 1888. Omslag van een boekje. K. O. G. 107. De zwemschool van Hartz aan den Westerdok* dijk, zes afbeeldingen op 2 bladen. G. A. A. 101. Het drijvend Badhuis in het Rokin, potlood* teekening van J. G. L. Rieke. G. A. A. 109. Het Badhuis van Pronk te Scheveningen. Aquatint in kleuren, uit de serie E. Maasdorp. K. O. G. h. Geboorte, kraamkamers. Kinderverzorging enz. (No. 110-131.) 110. Een „kintstoel" 16de eeuw. Photo naar de illu* stratie van een oud boekje over vroedvrouwen. 111. Kraamkamer. Titelvignet in een oud Verlos* kundig boekje uit het begin der 16de eeuw. Reproducties Ph. Mus. 112.. Kraamkamer met Bakermat en beddepan. Joh. Collaert naar M. de Vos, J. C. L. Visser exc. 113. Kraamkamer begin 16de eeuw. Gravure naar Maarten van Heemskerk door Herman Müller Ph. Mus. 114. Het bezoek bi) dc kraamvrouw, gravure door A. Bosse. R. P. K. 115. Kraamkamer 18de eeuw, curieuse aquarel door A. van Stolk, breed folio. K. O. G. 116. Kraamkamer uit den boerenstand, z. n. of j. Ph. Mus. 117. Kraamkamer uit den boerenstand, teekening in kleuren z. n. folio. K. O. G. 118. Kraamkamer, men lette op het tot vormloosheid ingewikkelde kind. Zwarte Kunst. Einde 18de eeuw. Dr. de L. 27 119. De Goede Min, De Vader en zijn Zoontje, De verblijde Vader. Drie gravures (op 2 kartons) door Jonas. Uit de oeconomische liedjes van Wolf en Deken. K. O. G. 120. Koninklijke Kraamkamer. Men lette op het stijf ingebonden prinsje van Oranje, de latere Koning Willem I. Houtsnede van onbekende persoon. V. St. 121. Moederzorgen eind 15de eeuw. Twee reproducties naar gravures van den Meester. R. P. K. 122. Moeder met kind. Gravure C- Visscher fee. folio. Men lette op het zorgvuldig ingewikkelde lichaam van het kind. K. O. G. 123. Moeder met kind in de bakermat. Kopergravure van Crispijn de Passé, 16de eeuw. V. St. 124. Wikkelkind. Voor het open haardvuur een op den grond zittende vrouw; zij is bezig het op haar schort liggende kind in te wikkelen. Gravure door W. Bosse. R. P. K. 125. Min met kind. V. St. 126. Waterlandsche Min, gravure P. van den Berghe del en fee. K. O. G. 127. Opwekking aan de Moeders haar kinderen zelf te zoogen. Reproductie naar een Fransche gravure. Dr. V. A. 128. De Speelstoel. Het Zoontje van Paul Rubens. Gravure naar Paul Rubens door Salvadox folio. K. O. G. 129. Het Kinderlijk Bedrijf en Aanwas uit: Des Menschen Begin, Midden en Eynde. Prenten van Jan Luyken, einde 17de eeuw. R. P. K. 130. Kraamkoppertje. Gravure zonder naam. Het afgebeelde voorwerp is een kantwerk van fijne kant, om bij de bevalling eener kraam* vrouw aan de deur van haar huis, onder de klopper geplaatst te worden. Het kantwerk werd op een plankje gespannen met een lapje roode zijde onder de kant, als het een jongen was; met witte zijde voor een meisje; met zwart voor een dood kind. Aan huizen waar een kraamklopper aan de deur was be* vestigd, mochten de deurwaarders geen inbe* slagvernemingen verrichten. Op de zelfde plaat vindt men onderaan een z.g. kraamvisitebriefje, en een adreskaart 28 van een winkeltje, waar kinderstroopjes tegen het zuur, zalf voor zeere tepels en wrijfwas verkocht werd. K. O. G. 131. Merkwaardige gebeurtenis van het verlossen van vier levendige en een dood kind, op het dorp Scheveningen, 5 Jan. 1719. Photo. Ph. M. i. Persoonlijke Hygiëne. (No. 132 — 138.) 132. Zwemmen in het „frissche" grachtwater. Op een gekleurde opzet*plaat met adres Georg Balthasar Probst. 18e eeuw. De Binnenkant, Spiegelbeeld. G. A. A. 133. Aderlaten. Photo naar de schilderij van Breken* lenkamp (Quining Gerritsen) (Origineel den Haag Mauritshuis) geb. Swammerdam bij Leiden, na Leiden 1620 — Leiden 1668. R. P- K. 134. Moeder bezig haar dochtertje het hoofd te .reinigen. Photografie naar de schilderij van Gerard ter Borch in het Mauritshuis te 's*Gravenhage. R. P- K. 135. Gezinsbeker. Gebed vóór den maaltijd. Op de tafel ziet men een beker, welke voor ge* zamenlijk gebruik der geheele familie gereed staat. Gravure door Robert Wzn. de Baudous. R. P. K. 136. Schoone handen. Dame die haar handen wascht in een kom door een dienstbode vastgehouden. Photografie naar de schilderij van Gerard der Borch in de schilderijenverzameling te Dresden. R- P. K. 137. Keuken, slaap* en eetkamer in één vertrek. Gravure door A. Bosse. R. P- K. 138. Gezinsbaden begin 16e eeuw. Reproductie naar een houtsnede uit: ,,'t Regement der Ghesont* heyt" gedrukt te Brussel in 1514. R. P. K. j. Portretten van enkel oude Nederlandsche Hygiënisten. (No. 139-141.) 139. Portret van Pieter van Foreest (Petrus Forestus) geb. te Alkmaar 1522, overleden aldaar 1597. Beroemd geneesheer, bekend door zijn hygi* ënische maatregelen in verband met de water= verversching in de grachten te Delft. Gravure door W. Swanenburg. R- P. K. 29 140. Portret van Petrus Camper, geb. te Leiden 1722, overleden te 's*Gravenhage 1789. Beroemd ontleedkundige. Zijn bijdrage tot de hygiëne bestaat in zijn verhandeling over het schoeisel, welke op een keurig ontleedkundig onderzoek van den voet steunt. Deze verhandeling werd zelfs in 1861—1871 nog in Engeland herdrukt. Gravure door R. Vinkeles. Vglk. no. 172. R. P. K. 141. Portret van Jean Henri van Swinden, geb. te 's«Gravenhage 1746, overleden te Amsterdam 1823. De vader der Nederlandsche genees» kunde statistiek. Gravure van R. Vinkeles. R. P. K. k. Keuren, Ordonnanten, Placaten, enz. (No. 142-156.) 142. Ordonnatie aangaande het suyveren, reynigen ende Rooken van de Ghe*infecteerde huysen. Brugge 3 Sept. 1647. My. Gen. 143. Een omslag met 5 losse keuren (IV 95b Inv. Archief) nl.: Extract uit de Ordonnatie voor de vinders van het vleesch 1713 Keur op de beesten, die door ziekte gestorven zijn en het inbrengen van „ongantsch" vleesch met ampliatie*keur 1913. Keur op de huiden en . het inbrengen en smelten van smeer gekomen van afgestorven beesten 1714 (2 stuks.) Mus. Alkm. 144. Kennisgeving van een bevalling met bericht dat de kraamvrouw de kinderpokjes heeft. Groningen, 18 Augustus 1759. Ph. M. 145. Kennisgeving van de Inspectores collegü Medici van Amsterdam aan de geneesheeren betrekkelijk het toelaten van de inenting. Amsterdam, 14 December 1784. Formulier in blanco. Mij. Gen. 146. Voorschrift omtrent het gebruik van het alom beproefd keelmiddel van Dr. Stocke. 1760. Dr. Sch. 147. Reclame van den zeer beroemden Brabanttchen Oculist en Operateur, gewezen Veed* en Leger* Docter, woonagtig te Delft. Middelburg, z.j. Dr. Sch. 148. Leerbrief van het Chirurgijnsgilde ten name van Robertus Seeuwe. Middelburg 1788. Dr. Sch. 149. Instruction sur 1'Inoculation de la Vaccine. Paris lgOl. Pr. M. 30 150. Schoobhygiëne bij onze voorvaderen. Krantuit* knipsels uit „de Echo", dd. 22.1X1904. Ph. M. 151. Kennisgeving van den Burgemeester van Am* sterdam betreffende het rantsoen van de - ingekwartierde fransche troepen Amsterdam, 11 Hooimaand 1810, op blauw papier. H. V. S. 152. Certificaat van Vaccinatie dd. Wiermeschans 21 September 1813. Mij. Gen. 153. Zeven losse publicaties, te weten: Publicatie betr. de Kinderziekte en Koepokinenting 1818 (2 stuks). Drie dito 1831, 1833, 1838. Regie* ment betr. publieke huizen en vrouwen 1828 (in 2 bladen). Publicatie betr. cholera 1832. Mis. Alkm. 154. Placaat van B. en W. van Rotterdam inzake de cholera 1833. v. St. 155. Placaat aangaande de Asiatische braakloop (cholera) 1832. 156. Gebed tot afwering van cholera, 1832. v. St. Afdeeling II. a. Boeken* (No. 157-190). 157. Conradi Gesneri historial animalium Lib. I. 1551. folio Arch.Alkm. 158. Tractaet ende regiment preservatijf jeghens de pestilentie Ghendt 1581. Mij. Gen. 159. Voorstel van P. Sipenesse (brief aan Chr. Huygens, secretaris v. d. Prins) o.a. tot het brengen van versch water in Amsterdam, Handschrift van 1615. G. A. A. 160. Pest*ordonnantie, Arnhem 1624. Mij. Gen. 161. Petri Foresti opera amnia. folio Tom. I en II. A° 1634. Alle werken van den beroemden hygiënist Petrus Forestus, die de waterver* versching in de grachten van Delft belang* rijk heeft verbeterd. Arch Alkm. 162. Cort bericht tot voorcominge van de peste, Utrecht 1636. Mij. Gen. 163. J. van Beverwijck, Schat der Gezontheyt, Am* sterdam 1643. Mij. Gen. , 164. Ordonnantiën aengaende het suyveren, reynighen ende Rooken van de gheinfecteerde huysen. 1664. Mij. Gen. 31 165. „Ontwerp en Beschrijving om het Soet Water uyt de Riviere de Vegt op driederley wyse te brengen binnen de Stad Amsterdam", enz., Amsterdam 1684. G. A. A. 166. Keur op het Collegium Pharmacenticum, 1723. Mus. Alkm. 167. Ampliatie*Keure op het Chirurgijnsgild, 1738. Mus. Alkm. 168. Reglement van Keurmeesters van meel, 1759 en 1783. Mus. Alkm. 169. Sande (G. ten), Project om het water door de stad te doen loopen, Amsterdam 1767. Mij. Gen. 170. Renovatie Keure nopende de doctoren, apothekers, chirurgijns, vroedvrouwen en kwak* zalvers, enz., A° 1768. Mus. Alkm. 171. Generale Keuren, en Ordonnantiën van het Bailluwschap Waterland. 2 exemplaren: Mon* nikendam, T. Tjallingius. 1768. Br. i. W. 172. Hoeuff (Sam). De inenting der pokjes. Dor* drecht 1770. Mij. Gen. 172. Camper (Petrus). Verhandeling over den besten schoen, z.j. (Eind 18e eeuw), Leiden bij J. van Piffelen. Mij. Gen. 173. Ordonnantie en reglement concernerende het Theatrium Anatominicum binnen . .. ., Alk* maar 1772. Mus. Alkm. 174. Reglement rakende de vroedkunde binnen ..... Alkmaar 1776. Mus. Alkm. 175. Pfan, Th. Ph. von. Geschiedenis van den Veld* tocht der Pruissen in Holland in 1787. Am* sterdam, Willem Haltrop, 1892. Toelichting: Op pag. 9 (Holl. editie) een beschrijving van de acht groote vaartuigen ingericht tot vervoerbare hospitalen. Een negende vaartuig was bestemd voor de chirur* gijns*majoors, de inspecteurs (van het hos* pitaal, de bediendens, de medicijnen, de wijn, den azijn, de victualie, 't linnen en de bandagies. H. V D. 176. Faust, (B. G.) Verhandeling wegens eene ver* betering der Kleeding, A'dam 1792. Mij Gen. 177. Wet voor doctoren en apothecars, mitsgaders voor het Collegium Medico*Pharmaventium binnen, Alkmaar 1795. Mus. Alk. 178. Wet voor de chirurgijns enz. 1796. Mus. Alk. 32 179- Moens P. Letterkransje voor lieve en brave kin* deren met platen. Haarlem A. Loosjes B. 1806. Dr. B. 180- d'Erve Stichters Schutters*wacht Alkmaar voor de de jaren, 1803, 1811, 1813. ' Hierin voorschriften voor het genezen van hondsdolheid, aanwijzing van redmiddelen voor drenkelingen, gestikten en gehangenen, alsmede iets over de vaccinatie of koepokin* enting. H. V. D. 181. Reglement van geneesk. verordeningen 1817. Mus. Alk. 182. Reglement van geneesk. politie 1821. Mus. Alk. 183. Wenken en Raadgevingen ter bewaring van de gezondheid in den krijgsdienst, door den senaat van de Utrechtsche Akademie aan het corps vrijwillige jagers dier Hoogeschool ge* geven. Utrecht, J. Altheer November 1830. H. V- D. 184. Beer, J. B. de Gezondheidsregelen voor de Vaderlandsche schutters 1831. Toelichting: De schrijver, officier van gezond* heid bij de mobile Geldersche schutters, heeft het boekje tijdens den veldtocht samengesteld. Het bevat tal van voorschriften ten behoeve van den soldaat te velde en geeft een goed inzicht in den stand der hygiënische weten* schap onder de regeering van Koning Willem I. H. V. D. 185. De Cholera in Rotterdam (1832/33) Portefeuille Mij. Gen. 186. Engelberts Gerrits G. Militaire loopbaan en lotgevallen van den vrijwilliger Goose Morre. Met portret en romance voor zang en piano. Uitgegeven ten voordeele' van den deerlijk verminkten held. Amsterdam G. Potielje 1833. Toelichting: Goose Morre verloor bij de bele* gering der Citadel van Antwerpen zijn rech* terarm en linkerhand. Het zeldzame boekje bevat behalve de beschrijving van Morre's amputatie en zijne verpleging in het hospitaal, ook mededeelingen over een kunsthand met daarin passende stalen vork, een geschenk van de prinses van Oranje, die persoonlijk den held behulpzaam was bij diens eerste pogin* gen om hiermede spijzen tot zich te nemen. H. V. D. 187. Reglement op de Keuring der zeevisch en zalm mitsgaders op de zeevischmarkt 1837. Mus. Alkm. 33 888888888888888888«8888888888888888888888«888888 8 EEN ZORGVULDIGE EN HYGIËNISCHE BEHANDELING VAN DE WASCH WAARBORGT U DE MODERN INGERICHTE STOOM WASSCHERIJ „HET WESTEN" SPAARNDAMMERSTRAAT 83-85-87-89-91 TELEFOON N. 6717. Onder controle van het Laboratorium van Dr. van Hamel, Roos & Harmens. ELECTRISCH BLEEKEN, WAARDOOR SLIJTAGE VAN DE VEZELS IS BUITENGESLOTEN. «88888888888*888!«»8888S888888888888888R888888888 f. DE HOUTTUINEN ARTIKELEN blinken uit door kwaliteit. HIER ZIJN ZE ï Wed. John Gay's Fijne ingelegde Zuren (Augurkjes, Uitjes enz.) en Piccalil lisaus. DE HOUTTUINEN ARTIKELEN zijn voorzien van een Bon. 50 Bons = 1 fl. Piccalilli. Lievegoed's Mosterd (Tafel-, Visch- en Poeder-Mosterd). Lievegoed's Azijnen (zacht en geurig). Blanke Azijn in heele flesschen en gele-, inleg-, kruiden-, dragon- en rozijnazijn in heele en halve flesschen. Lievegoed's schuur- en reinigingsmiddelen in cartons, Schuurpreparaat (voor houtwerk, marmer en steentjes). Tooverschoon (voor potten, pannen, baden, closets, enz. enz. Waar niet vertegenwoordigd, ijverige agenten gevraagd. N.V. ..DE HOUTTUNEN" - AMSTERDAM. 34 188. Zaanlandsch Jaarboekje Ao. 1845 met platen. Zaandijk, J. Heynis 1844. 189. Pokkenepidemie 1870-1871 (Portefeuille). 190. Hermant. Em. Enseigne 1'organisation des am« bulances volantes sur le champ de bataille. Bruxelles H. Manceaux 1872. Hierin de uit* voerige beschrijving en afbeelding van den verbandransel, welke No. 221 van deze cara* logus vormt. b. Handschriften (No. 191-195). 191. Willekeuren van Waterland, 2 deelen folio. 192. Catechismus voor de inenters der kinderpokjes H.D- In kokers. 193. Dictaat Oosterdijck Hygiëne van H. Boerhaave. 194. Journaal van d'inentinge der kinderziekte. 195. Medicinalia. Afdeeling III. Penningen (No. 196—207). 196. 1611. Loodenteeken te Gouda in gebruik geweest voor de melaatschen als bewijs dat zij mochten bedelen. Met lazarusklep 197. 1747. Veepest in de Nederlanden. Door N. van Swinderen. Zilver. 198. 1784. Kerkhaven in de Zuidelijke Nederlanden aangelegd en verbod van begraven in de kerken. Door Theod. van Berckel. Zilver. 199. 1803. Prijspenning van het „Amsterd. Koepok' Inentings Genootschap" met borstbeeld van Dr. Th. H. Themmen. David H. Lageman. Zilver 200. 1809. Gouden prijspenning voor hen, die aan meer dan 100 personen de Koepokinenting verricht hebben. Door H. de Heus. Uitgereikt aan I. I. v. d. Moer in 1817. Goud. In ivooren doos. 201. 1809. Dezelfde penning als voren. Uitgereikt in 1829 aan H. Wijnhof, heelmeester te Haarlem. Goud. Dr. B. Mij. Gen. H. V. D. Br. i. W. Mij. Gen. Bibl. Leid. Mij. Gen. Mij. Gen. K. P. K. K. P. K. K. P. K. K. P. K. Gen.v.d.M. K. P. K. 35 202- 1832. Choleracommissie te Amsterdam. Blijk van erkentelijkheid voor J. J. Becker. Door J. P. Schouwberg. Zilver. K. P. K. 203. 1840. Penning geschonken aan het Genootschap: „Vis unita fortior" wegens deszelfs verdienste in zake de Koepokinenting. Goud. W.*F. M. 204. 1861. Eerepenning voor vaccinatie met borst* beeld van Koning Willem III. Door van der Keilen. Brons. K. P. K. 205. 1866. Hulde aan de Groningsche Geneesheeren en Studenten voor hun bewezen diensten bij het heerschen der cholera. Door van der Keilen. Zilver. K. P. K. 206. 1868. Gedenkpenning met borstbeeld en ter eere van Mr. J. Heemskerk Azn., Keerzijde: Domuit Pestilentiam Pecoris. (Hij bedwingt de vees pest). Zilver. K. P. K. 207. Penningen op de Koepokinenting. 5 photo's. Ph. Mus. Afdeeling IV. Voorwerpen. (No. 208-256). (208—256 bevinden zich afzonderlijk opgesteld of geborgen in vitrine*kasten). A. Meubelen (No. 208-217). 208. Oud*Hollandsche Kraamkamer, uit de 18e eeuw. Volgens prent van P. Tanjé 1757, naar de schilderij van C- Troost. Ph. M. Omstreeks het midden van de eerste helft der 18de eeuw maakte de bekende hollandsche schilder Cornelis Troost een schilderij: De Oud*Hollandsche Kraamkamer. Men weet niet met zekerheid waar dit werk van den meester is gebleven, doch ver* moedelijk bevindt het zich in een der paleizen van de keizerlijke familie te St. Petersburg. Gelukkig heeft de bekende graveur Tantjé er destijds een prent naar gemaakt, en zijn wij daardoor in staat het origineel te beoordeelen en te waardeeren. Die prent leert ons, tot in de kleinste bizonderheden, hoe in die dagen een deftige kraamkamer hier te lande er uitzag, en aangezien daarvan geen enkele andere goede afbeelding bestaat, is het onze eenige bron daarvoor, doch gelukkig een zeer betrouwbare. Die behagelijke kamer hebben wij aan onze historische afdeeling willen toevoegen. 36 Want behagelijk is zij werkelijk, die knappe jonge vrouw, die den vorigen dag haar man gelukkig heeft gemaakt door hem een zoon, een stamhouder te schenken, waarnaar beiden zoo verlangden. Wat ligt zij daar na een verkwikkende slaap, die haar al het doorgestane leed van den vorigen dag heeft doen vergeten, met een glimlach op de nog wat bleeke wangen in dat prachtige, rijk gebeeldhouwde ledikant, met welgevallen haren echtgenoot aan te kijken, onder de mededeeling dat zij hem nog nooit zóó deftig gezien heeft als thans. Want hij komt nu immers voor het eerst in de kraamkamer met den kraamheeren*slaapmuts op het hoofd; met dien muts die reeds in drie geslachten dienst deed, met den fraaien echtkanten pluim en den, volgens de traditie, golvend uitgesneden, staanden omgeslagen rand, zonder welke de baker, die uit Zeeland door mama medegebracht werd, den kraam* heer niet zou hebben toegelaten in het rustig verblijf, waar zij thans den scepter voert. En hij, de jonge vader, heeft wel degelijk met groote zorg dien muts voor den spiegel opgezet, opdat het drietal vrouwen, waarmede hij in de eerstvolgende negen dagen rekening zal hebben te houden, tevreden over hem zou zijn, hem niet de eene of andere onhandigheid in het gebruik van het teeken zijner nieuwe waardigheid zou kunnen verwijten of hem daarmede plagen. En zie grootmama eens aan, met haar deftig en ernstig gezicht, dat straks wel uit de plooi zal komen, als zij zich maar eerst heeft verzekerd, dat de jonggeborene de behoorlijke hoeveelheid suiker* water tot zich heeft genomen, die de baker hem uit den brande* wijnkom zit toe te dienen. Die baker, die nog wel niet oud is, doch toch al heel wat dienstjaren achter den rug heeft, en van wie grootmama weet dat zij een afkeer heeft van slaapstroopjes, van te veel licht en lucht in de kraamkamer, en dat zij een voorstander is van een gloeiende vuurmand en van een nauwsluitend pak. Want die vuurmand, waarvoor zij plaats nam om het kind voor het eerst een schoone luur aan te doen, moet ruim gevuld zijn met glimmende kolen. Immers de lieveling moet niet alleen gebakerd, maar ook geblakerd worden, wanneer zij hem onder* handen heeft genomen. Niet alleen dat zij het met vader Cats eens is, dat men buik en voetjes warm moet houden, zij past hetzelfde voorschrift ook toe op het hoofd, en heeft er wel degelijk, behalve de ondermuts en de slaapmuts, een drietal flepjes op ge* appliceerd. Zij heeft volgens de gebruiken dier dagen het arme kleine schepsel ingepakt als wijlen de Vorsten van Egypte, wanneer zij voor goed ter ruste gingen. En als straks het buikje vol is, gaat diens eigenaar in den wieg, onder een respectabel aantal 37 dekentjes, in een behoorlijk verwarmd holletje, en wordt het groene kleed natuurlijk goed dichtgetrokken en het gordijn voor het raam weder naar beneden gelaten, opdat er toch geen lichtstraal valle in die kleine kijkers, waarvan grootmoeder beweert dat zij precies de kleur hebben van die der jonge moeder, terwijl de baker vindt dat zij veel meer hebben „van de oogen van meneer". Wanneer we nu dit gelukkig viertal, want ze zullen de baker verder maar tot de onontbeerlijke meubels in de kraamkamer rekenen, verder aan hun lot overlaten, kunnen we ons bezig houden met de omgeving. In de hoek naast het raam staat de prent van Tanjé op een ezel, zooals dit in den tijd van Lodewijk XIV ge* bruikelijk was, omdat de oneffen, hier en daar met snijwerk ver* sierde vlakken der in diens stijl gebouwde kamers, het aan den wand hangen van schilderijen verboden. Die prent zoo getrouw mogelijk na te bootsen is het doel waarnaar gestreefd is. Gelukkig was er juist uit een huis aan de Prins Hendrikkade zulk een kamer uitgebroken en door Burgemeester en Wethouders ter beschikking van ons museum gesteld, zoodat, wat de betimmering van het vertrek aangaat, al zeer nauwkeurig aan de gestelde eischen kon worden voldaan- De fraaie schoorsteen, met zijn door De Wit geschilderd schoorsteenstuk, de beide prachtige gesneden penant* ' spiegels (de oorspronkelijke kamer had drie ramen), en niet het minst het geheel uit de hand, rijk bewerkte plafond, bewijzen dit voldoende. Het kraamschut, van zeer kunstig nagebootst oud gobelin, dient om den minsten luchtstroom, die door de opengaande ■ deur zou kunnen binnendringen te weren, want versche lucht was in die dagen verboden waar in de kraamkamers; de kleine mocht eens „een tochtje vatten, dat zich op het borstje kan zetten." Aan het voeteneinde van het ledikant zien we, behalve de gedreven koperen beddepan, met sierlijk gedraaiden steel, waarmede het bed van de kraamvrouw dagelijks op temperatuur moet gebracht worden, een tafel met de noodige attributen. Daar liggen bakerspelden van 8 cM. lengte voor het pak, een gedraaid hoornen doosje voor de kleine spelden, wassen tepelringen en een palmhouten dito, om de jonge moeder, zoo noodig, geschikt te maken voor de taak die haar wacht, haar lieveling zelve te voeden na den derden dag, als de toevoer van het onschatbaar vocht in voldoende mate zal zijn tot stand gekomen. Mocht de natuur daarin te kort schieten, dan is ook de tinnen zogpomp bij de hand om te hulp te genomen te worden. Dan het fleschje met fenkelwater om den invloed dien Aeolus zich bij moeder of kind mocht aanmatigen, te bestrijden, en de fraai geëtste muisjesflesch, met matzilveren beslag, waaruit 38 de familieleden, bij een voorloopig intiem bezoek aan de kraam» kamer, een proefje van des zuigelings productiviteit wordt aange* den. En wanneer 's nachts de baker het kind moet helpen, vindt zij er de vetkaars, met den snuiter op het fraai bewerkte tinnen' snuiterbakje, gereed staan en kan die aansteken aan het eigen* aardige daar naast geplaatste nachtlicht. Dit laatste verdient een afzonderlijke vermelding, omdat het tot de zeer zeldzame voor* werpen uit die dagen behoort. De glazen cylinder toch die de olie bevat, waaraan de katoenen pit haar lichtgevend vermogen moet ontleenen, is met streepen, waarboven groote romeinsche cijfers gegraveerd zijn, in evengroote afdeelingen verdeeld, zoodat elk dier compartimenten juist den inhoud heeft van de hoeveelheid olie die in één uur wordt verbrand. Het dalen van het niveau der olie geeft dus ook den tijd aan; het nachtlicht is tevens klok. De baker kan er op aflezen hoe lang het kind heeft geslapen, sinds het haar de laatste maal uit den slaap wekte; zij kan er op zien of zij het slechts wat moet sussen, er maar eens mede gaan rondloopen, dan wel of het tijd is het weder wat drinken te geven, hetzij met den lepel uit de op den vuurmand geplaatsten kom, dan wel uit den tinnen zuigkroes, om het vast te gewennen aan de taak, die mama hem straks zal opleggen als de borsten goed toeschieten. En nu naast die tafel, zoo wel voorzien, de groote 17de eeuwsche gesneden eikenhouten kast, die thans als kinderkast is ingericht. Daarin bevinden zich de rijk 'bewerkte doopjurk en tal van mutsen van allerlei bewerking. Voorts kleedingstukken, die reeds vroeger in de familie dienst deden, zooals een volledig baby* toilet van gebrocheerd wit satijn, en, ach droeve herinnering, een rouw*pak voor een zuigeling, dien het ongeluk trof kort na zijn geboorte zijn moeder te verliezen, en die toen, volgens de gebruiken dier dagen, in zwart zijden, met wit gaas bedekt, gewaad werd gestoken. Men vindt er ook nog een geborduurd linnen bedlaken en een dito manshemd met het jaartal 1754 en de groote initialen van de familie. Twee rijke notenhouten, met Velours d'Utrecht bekleede stoelen, de leuningstoel, evenals de rijk gesneden stoof naast de vuurmand, zelfs gebeeldhoud met het Amsterdamsch wapen, passen volkomen in deze aristocratische omgeving, waarvan ze, ofschoon reeds van geslacht op geslacht overgegaan, nog altijd een sieraad uitmaken. 209. Bedstede met inklimbakje en beddewarmer. S. A. S. 210. Stilletje. S. A. S. 211. Kinderstoel. S. A. S. 39 212. Leksteen. Een oud primitief filtreerapparaat voor de keuken: een poreuze steen waar men onzuiver regenwater opgoot om te klaren. Het door* gelekte water werd in een emmer er onder opgevangen. S. A. S. 213. Filtreerton, voor het klaren van water. S. A- S. 214. Een beschilderd doosje (voor* muisjes). P. H. 215. Een ledekant met bed, peluw, 2 kussens, 2 dekens en 2 gordijntjes. . P. H. 216. 2 jurkjes, 2 rokjes, behoorende bij het ledekantje. P. H. 217. Een wiegje met onderplankje (gebeeldhouwd). P. H. B. Apothecaria enz. (No. 218-223). 218. Huisapotheek in houten koffertje met metalen beslag! Ph. M. 219- Een scheepsapotheek Ph. M. 220. Ivoren zakapotheek. Ph. M. 221. Model verbandransel (systeem Hermant). Bij de schutterij te Amsterdam in gebruik geweest van Mei 1879-November 1901. Zie ook No. 190. H. V. S 222. Hertepootjes (4 stuks). Ph. M. 223. Tepelring (was). Ph M. C Ceramiek (No- 224-237). 224. Kamerpot van Keulsch aardewerk. W. F. M. 225. Twee Kamerpotten. Chineesch porcelein. S. A. S. 226. Twee ondersteken. Japansch porcelein. Ph. M. 227. Ondersteek, bruin aardewerk. Ph. M. 228. Ondersteek (Keulsch aardewerk). Ph. M. 230. Kwispedoor (Delftsch). v. D. 231. Waschkommetje (2 Oelftsch wit) v- D. 232. Waschkom (Delftsch). v. D. 233. Bidet (Delftsch). v. D. 234. Scheerbekken (Delftsch). v. D. 235. Bokkaal voor de kraamkamer. Opschrift: Vivat de kraamvrouw en het kintien. W. F. M. 236. Een wiegje (Delftsch aardewerk). P. H. 237. Beeldje van Sint Rochus, beschermheilige der pestlijders (aardewerk). Dr. v. A. 40 D. Tinnen voorwerpen. (No. 238—245.) 238. Klysteerspuit (tin). Dr. v. A. 239. Klysteerspuit in foudraal. Ph. M. 240. Kastje met zes Klysteerspuiten. Ph. M. 241. Tinnen spuitjes (2 stuks). Dr. P. 242. Tinnen ondersteek. Ph. M. 243. Een tinnen zuigflesch. P. H. 244. Kinderbeker, tin. D. v. A. 245. Een tinnen gortbus. P. H. E. Koper. (No. 246-250.) 246. Bedwarmer, koper. W. F. M. 247. Koperen kwispedoor. S. A. S. 248. Koperen tabaksdoos ter herdenking van de veepest in Nederland in 1778. Op den deksel het zieke vee dat uit de stallen wordt gehaald, afgemaakt en begraven. Bij opschrift: „Huisman 't is kwaat dat gij mij gaatte gronde „De sterfte van 't Vee Dat is om onse Sonde". Op den bodem het gedoode vee, met bijschrift: „Gij boeremoetde koe met aarde digt bedelven, „En niet meer dan de huit behoude voor U [selven. 1878. v. K. 249. Drie koperen cachetten met de omschriften: 1. Comm. v. geneesk. toezicht te Alkmaar (opgeheven 1865). 2. Geneesk. school te Alkmaar, (opgericht 1825, opgeheven 1865). 3. Genees* en heelkundig genootschap te Alkmaar (bestond nog in 1815). G. A. Alk. 250. De Koperplaten van: a. Titelprent der Pharmacopoea Alcmariana 1723-1726. b. T-ien bladzijden uit die Pharmacopoea. G. A. Alk. F. Kleedingstukken. (No. 251-252). 251. Volledig pak voor een klein kind, zooals vroeger in ZuidsBeveland werd gedragen. S. A- S. 252. Een kinderjurkje, Een kraagje (was in gebruik bij doop). Een slabbetje (gehaakt). Een meisjesmutsje „ Een jongensmutsje „ Een wit nachtmutsje „ Een hersenlapje „ P. H. 41 G. Hout en perkament (No. 253—256). 253.. Lazarusklep anno 1612. Ph. M. 254. Lazarusklep met verklaring St. Jacobs kapel L L. 255. Lazarusklep, anno 1738. Met het wapen van Haarlem G. C. 256. Vuilbrief (Vergunning tot bedelen). Op 22 Maart 1612 afgegeven aan Harmen Gerritszoon van Cortenhdeff omdat hij lijdende is aan lepra. Ph M- Lijst der Inzenders. Afkorting. Rijksprentenkabinet, Amsterdam R. P. K. Koninklijk Penningkabinet, 's Gravenhage K. P. K. Sophia Augusta Stichting (Sted. Museum), Amsterdam S. A. S. Geschiedkundig Medisch Pharmaceutisch Museum (Sted. Museum), Amsterdam Ph. M. Jan Luyken Verzameling (Sted. Museum), Amsterdam J. L. Gemeente Archief, Amsterdam G. A. A. Gemeente Archief, Alkmaar G. A. Alk. Museum, Alkmaar Mus. Alk. Gemeente Culemborg G. C. West*Friesch Museum, Hoorn W. F. M. Gemeente Museum (Lakenhal) Leiden L. L Gemeente Archief, Rotterdam G. A. R. Gemeente Broek in Waterland Br. I. W. Koninklijk Oudheidkundig Genootschap, Amsterdam K. O. G. Bibliotheek der Ned. Mij. tot bevordering der genees* kunst (Universiteitsbibliotheek), Amsterdam Mij. Gen. Historische Verzameling der Schutterij (Sted. Museum), Amsterdam H. V. S. Historical Medical Museum, London Wek. Mus. Dr. M. A. van Andel, Gorinchem Dr. v. A. Dr. Bakker, Broek in Waterland Dr. B. A. van Dijk, Rotterdam v. D. J. van Eek, Amsterdam J. v. E. P. Heijloo, Broek in Waterland P. H. A. O. van Kerkwijk, 's Gravenhage v. K. Dr. G. de Lint, Gorinchem Dr. d. L. Generaal van der Moer, Amsterdam v. d. M. Dr. Panee, Broek in Waterland Dr. P. Dr. D. Schoute, Middelburg Dr. Sch. Atlas van Stolk, Rotterdam v. St. 42 I Departement van Arbeid. I ^ I I Crezondrieidsraad. I I I. Grafieken ten doel hebbende het verschil in het licht te stellen, dat er bestaan heeft tusschen het aan den oorlog onmiddel* lijk vooraf gegane tijdvak 1909—1913 en de oorlogsjaren, wat betreft de algemeene sterfte en de sterfte aan eenige doodsoorzaken, en mede in dit verband, kaarten van Nederland, aangevende de gemiddelde morbiditeit aan febris typhoidea, roodvonk en diphtherie. II. Grafieken, voorstellende den loop der sterfte aan long* tuberculose gedurende het tijdvak 1909—1918 naar de grootte der gemeenten en voor landbouw* en kleine gemeenten, verdeeld naar de bodemgesteldheid. III. Grafieken betreffende de morbiditeit aan febris typhoidea in de jaren 1910—1920 in verband met de bodemgesteldheid. IV. Grafieken betreffende de sterfte onder de zuigelingen van 1863-1920. V. Grafieken betreffende de nekkramp*epidemie in Nederland van 1914-1918. VI. Model van een verplaatsbare ziekenbarak, welke onder beheer van den Gezondheidsraad in bruikleen wordt afgestaan. VII. Rapporten, waarschuwingen, wenken enz. door den Gezondheidsraad uitgegeven. Plattegrond van de Rijks*Sanitaire Inrichting te Oldenzaal. Deze inrichting is bestemd voor de reiniging van de in Nederland binnenkomende landverhuizers, hetgeen slechts te Oldenzaal is toegestaan. De inrichting is berekend op de behandeling van 60 personen per uur. Gedurende dit jaar werden ruim 20.000 landverhuizers aldaar gereinigd. De reiniging der lijfgoederen geschiedt in een heete=lucht* oven, die van de bagage in een cyaan*oven. 43 Indische Uitrustingen POLAK VAN DEVENTER AMSTERDAM — DEN HAAG DEVENTER OPGERICHT 1859 EIGEN LINGERIEFABRIEKEN KOFFERMAKERIJ * GALERIJ Stand No. 76 REICHERT- MICROSCOPEN STAND No. 21 Microscopen in alle soorten voor elk doel, Microtomen, Donkerveldcondensoren, apparaten voor projectie, microfolografie en bloedonderzoeking, Stereoscopische Oculair-opzetten voor het microscopisch bekijken met beide oogen en het plastische waarnemen zelfs geschikt voor de sterkste vergrootingen. Optische Werke C. REICHERT, WEENEN GEVESTIGD 1876 70.000 MICROSCOPEN GELEVERD Generaal-Vertegenwoordïger voor Nederland: Dr. LODEWIJK MINARIK, Keizersgracht 164, Amsterdam 44 Departement van Arbeid. I ^ I Keuring van levensmiddelen. L__! No. 1. Kaart van Nederland, waarop is aangegeven de om* vang van het toezicht op levensmiddelen in 1920. No. 2. Kaart van Nederland, waarop is aangegeven de in* deeling van het Rijk in 21 keuringsgebieden voor het toezicht op levensmiddelen en andere artikelen, ingevolge de Warenwet, die in 1922 in werking treedt. No. 3. Graphische voorstelling van de uitbreiding van het toezicht op levensmiddelen in verhouding tot de bevolking. No. 4. Graphische voorstelling van de vermindering van het percentage ondeugdelijke levensmiddelen onder invloed der keurings* diensten. No. 5. Ontwerp voor het laboratorium van den keurings* dienst te Enschede en Zutphen. Departement van Arbeid. ^ Reizend Drank weer Museum. L__ Uit het materiaal der vereeniging „Reizend Drankweer Museum" waarmede propaganda*tentoonstellingen voor drank* bestrijding worden opgezet, werd eene keuze gemaakt. In de inzending is o.a. aanwezig een kastje met glazen, gebruikt voor verschillende alcoholhoudende dranken aantoonende het percentage alcohol, terwijl daarbij tevens wordt opgegeven bij welke hoeveel* heid van die dranken men 30 gram § alcohol in de maag krijgt. Op enkele landkaarten van Nederland worden, naar de laatst be* kende cijfers, voorgesteld hoeveel gedistilleerd per hoofd in ver* schillende groepen van gemeenten in Nederland wordt gebruikt. Daarbij op hoeveel volwassen mannen in de verschillende provincies drinkgelegenheden worden gevonden. Verder wordt getoond hoe door het verbruiken van gerst voor bier de voedings* waarde verloren gaat, evenals dat 't geval is bij de verwerking van druiven voor alcoholhoudende wijnen. Er zijn gegevens van de uitkomsten van een Engelsche levensverzekering, die sedert ruim 50 jaar een afzonderlijke afdeeling voor onthouders heeft en over woningtoestanden en drinkgelegenheden in de Amster* damsche buurt „de Jordaan". Dan ziet men de samenstelling van verschillende voedingsmiddelen en van een aantal alcoholhoudende dranken, benevens de hoeveelheid caloriën die men voor 50 cent 45 koopt. Tenslotte vindt men gegevens over 't voorkomen van t.b.c. in Frankrijk en alcohol gebruik aldaar, terwijl de vervangings* middelen voor de alcoholhoudende dranken niet vergeten zijn evenmin als de mededeeling dat in Nederland gedurende het jaar 1920 voor bijna 300 millioen gulden aan alcoholhoudende dranken werd besteed. Departement van Arbeid. Malariabestrijding. Overzichtskaart der malaria in Nederland. Malariakaart van Haarlem. Malariakaart van Middelburg. Ontwikkelingsgang van den malariaparasiet in mensch en mug. Verband tusschen koortsaanval en ontwikkelingsstadia der malariaparasieten in het bloed. Afbeeldingen van de malariamug Anopheles maculipennis. Malariamuggen; eieren en larven. Kaarten van Noord«Holland aangevend de dichtheid der muggen vóór en na de ontmugging in den winter '20/21. Foto's van ontmuggingsploegen. Voorbeelden van goede en ondeugdelijke gaasbescherming en modellen. Goede en slechte gaassoorten. Werktuigen voor muggenverdelging: stofzuiger, sproeier met lysol, petroleumbakken, glas op stok voor petroléumbedwelming. Departement van Arbeid. I | Centraal Laboratorium voor * ' de Volksgezondheid. I. Verpakkingmateriaal ter verzending van ziekteprodukten en dergelijke voor onderzoek. II. Fraeparaten, teekeningen en lantaarnplaatjes uit de verzameling, die voor demonstraties ter beschikking kan worden gesteld. 1. Echinococcus (haakworm); de lintworm uit den darm van den gastheer, den hond (teekening). 2. Uni* en multiloculaire echinococcusblazen uit de lever van een tusschensgastheer, een paard (praeparaten). 3. Dochterblazen uit een uniloculaire blaas uit de lever van mensch en paard (praeparaten). 20 46 4. Broedkapsels (hydatidezand), gevuld met koppen van den lintworm uit een echinococcusblaas (praeparaat). 5. Beginnende ontwikkeling van den kop van een echinococcus, met haken, uit een broedkapsel (teekening). 6. Tuberculose; tuberkelbacillen in een sputum (teekening). 7. Culturen van tuberkelbacillen (praeparaten). 8. Organen van een tuberculeuse cavia (praeparaten). 9. Organen van een konijn en een cavia met pseudo*ruberculose der knaagdieren (praeparaten). 10. Muis, gestorven aan pest (praeparaat). 11. Muis, gestorven aan miltvuur (praeparaat). 12. Bacillen en bacteriekolonies van miltvuur (teekeningen). 13. Actinomycose (straalschimmelziekte) van de long en de onder* kaakslympheklier van een koe. 14. Verschillende bacteriekolonies en teekeningen van bacteriën. 15. Schedels van ratten (mus rattus en mus decumanus). 16. Wandluizen. 17. Mijnwormen. 18. Geledingen van een lintworm. 19. Eenige lantaarnplaatjes. I 21 I Departement van Arbeid. ' ' Vleeschkeuring. Vleeschkeuringswet Stbl. 1919 No. 524. In deze afdeeling zijn geëxposeerd: I. Preparaten van eenige afwijkingen bij slachtdieren, welke bij de vleeschkeuring ontdekt worden, en die consumptie van zulk vleesch direct of indirect schadelijk voor de volksgezondheid kunnen doen zijn. II. Culturen van ziektekiemen voorkomende bij slachtdieren en welke door consumptie van het vleesch van die dieren gevaar voor de volksgezondheid kunnen opleveren. III. Stempels, waarmede bij de inwerkingtreding van de Vleeschkeuringswet Stbl. 1919 No. 524, het vleesch wordt gemerkt. IV. Toestellen om slachtdieren voor het slachten te bedwelmen. V. Producten ontstaan uit de verwerking 'van afgekeurd vleesch. VI. Wetten, besluiten, beschikkingen, enz., betreffende de Vleeschkeuringswet. VII. Teekeningen en fotografieën verband houdende met de vleeschhygiëne. 47 —n Departement van Arbeid. ^ 1 Afdeeling „Volkshuisvesting". 22 Modellen van woningen. De ingezonden modellen geven de woningtypen op een schaal van 1 a 20 en in* en uitwendig is zooveel mogelijk gestreefd naar een beeld van de werkelijkheid, zonder te veel in detailleering te vervallen. Type A. Enkele landarbeiderswoning. De woning heeft op den beganen grond een woon* vertrek van ongeveer 16 M2, een slaapvertrek van onge* veer 6 M2 en één van 4 M2. Verder een keuken en op den zolder nog een 3e vrij ruim slaapvertrek. De schuur heeft een afmeting van 8.2 X 3.30 M. De indeeling voor stalling, enz., is niet verder aangegeven, omdat dit voor elke woning verschillend kan zijn. De afmetingen van de schuur kunnen uit den aard zoo* noodig grooter worden genomen. De afmetingen van de woning zijn 8.2 X 4.95 M. gevende een oppervlakte van rond 40 M2 en een inhoud van 180 M3. Met schuur komt de inhoud op 280 M3. Deze woning is bedoeld voor Landarbeiders, die ook voor zichzelr grond bearbeiden. Enkele arbeiderswoning. De woning heeft op den beganen grond een woon* vertrek van ruim 18 M2, een slaapvertrek van 12 M2, een voorhuis met trap en een aangebouwde schuur. Op den zolder 2 ruime slaapvertrekken. De afmetingen zijn 8.5 X 5.4 M. gevende een opper* vlakte van 46 M2, bij een hoogte van 5.4 M. een inhoud van 250 M3, ongerekend 'de schuur. Enkele landarbeiderswoning. De woning bevat op den beganen grond een woon* vertrek van 17 M2, een slaapvertrek van 12 M2 en een voorhuis van 12.5 M2, met trap, w.o. ruime kelderkast. Op den zolder zijn twee ruime slaapvertrekken. De af* metingen buitenwerks zijn 7.2 X 7 M. gevende een oppervlakte van rond 50 M2. De hoogte is gemeten tot de halve kap 5 M. en de inhoud is te stellen op 250 M3. ongerekend de schuur. Type B. Type C. 48 Type D. Dubbele landarbeiderswoning. De woning bevat op den beganen grond een woon* vertrek van 18 M2, een slaapvertrek van 8 M2 en een voorhuis ook wel genaamd boengoot, waarin een stook* plaats. Onder de trap een ruime kelderkast. Op den zolder 2 slaapvertrekken. De buitenwerksche afmetingen zijn 67 X4.70 M., gevende een oppervlakte van 31 M2. Bij een hoogte van 5.5 M. tot halve kap wordt de inhoud rond 170 M3. Voor het aangebouwde boenhuis is te rekenen op een inhoud van 21 M3, zoodat de totale inhoud is te stellen op 190 M3. Bij deze woning is een afzonderlijk staand schuurtje gedacht, aangezien hier gedacht is aan woningen voor arbeiders die alleen een tuin voor eigen gebruik bebouwen. Type E. Dubbele landarbeiderswoning. (Vrijliggend.) De woning bevat op den beganen grond een woon* vertrek van 15 M2, een slaapvertrek van 7 M2 en eenkeuken van 7 M2. Op den zolder zijn twee slaap* vertrekken. De afmetingen zijn 7.5 X 5.5 M, gevende een inhoud van 41 M3, bij een hoogte van 5.2 M. tot halve kap, een inhoud van 213 M3. De woning heeft een aangebouwd schuurtje. Type F. Dubbele landarbeiderswoning. De woning bevat een woonvertrek van 16 M2, een slaapvertrek van 8 M2 en een keuken of voorhuis van 12 M2, op den zolder een slaapvertrek van 13 M2, waar voldoende ruimte is om desgewenscht 2 slaapver* trekken te maken. De afmetingen zijn 14.4 X 7.2 M., heeft een opper* vlakte van 103 M2, bij een hoogte van 4.7 M. tot halve kaphoogte een inhoud van 484 M3 of per woning 243 M3. Type G. Dubbele arbeiderswoning, (vrijliggend of rijhuis.) De woning bevat op den beganen grond een woon* vertrek van 14 M2 en een keuken van 8 M2. Deze woning geeft gelegenheid de maaltijden in de keuken te gebruiken. Op den zolder zijn 3 slaapvertrekken. De buitenwerksche maten zijn 5 X 6.8 M, gevende een oppervlakte van 34 M2. Bij een hoogte van 6 M., met 49 een borstweringhoogte van 1.80 M., waarbij de slaap* vertrekken zooveel ruimer worden, komt de inhoud op 230 M3. Type H.I. Dubbele arbeiderswoning, (vrijliggend of rijhuis.) Type H. (links). De woning bevat op den beganen grond een woonvertrek van 12 M2, een tweede woon* of slaapvertrek van 7 M2 en een keuken. Op zolder zijn 2 ruime en één kleiner slaapvertrek. In deze woning ligt het woonvertrek aan de achter* zijde op het Zuiden. Type I. (rechts). De woning heeft een woonvertrek van 16 M2, een slaapvertrek van 6 M2 en een keuken. Op den zolder zijn 3 slaapvertrekken. Hier is het achter* vertrek op het Zuiden bedoeld. Het spreekt van zelf dat in werkelijkheid in eenzelfde blok dezelfde typen worden gemaakt, in dit model zijn ze bijeen gevoegd om meer typen te kunnen geven. De oppervlakte van type H is 5 X 6.5 M. = 325 M2, met een uitbouw van 6 M2. Bij een hoogte van 5.8 M. tot halve kaphoogte (borstwering 1 M.) is de inhoud 188 M3, voor de uitbouw is te rekenen op 18 M3, geeft een totaal inhoud van 206 M3. Type I heeft een oppervlakte van 5.7 X 6.5 M. of 38 M2 bij een hoogte van 5.8 M. wordt hier de inhoud 220 M2, voor portaal en privaat 5 M3, maakt totaal 225 M3. Type K.L. Dubbele arbeiderswoning, (vrijliggend of rijhuis.) Type K. De woning bevat op den beganen grond een woonvertrek van ongeveer 14 M2 aan de voorzijde gelegen, een slaapvertrek van 6 M2 en een keuken. Op zolder 2 ruime slaapvertrekken. De afmetingen zijn 5.35 X 7.05 M., gevende een oppervlakte van 38 M2, bij een hoogte van 5.8 M. gemeten tot de helft van de kaphoogte, wordt de inhoud 220 M3, waarbij komt voor portaal en privaat 5 M3, een totaal inhoud van , 225 M3. Type L. De woning heeft een woonvertrek van onge* veer 15 M2 gelegen aan de achterzijde, een slaapvertrek van 8 M2 en een keuken. Op zolder zijn 2 slaap* vertrekken. De afmetingen zijn 4.75 X 7.05 M., dus een opper* vlakte van rond 32 M2, bij een hoogte van 5.8 M. een 50 inhoud van 185 M3. De keuken heeft een oppervlakte van 6 M2, geeft bij een hoogte van 3 M. 18 M3 of een totaal inhoud van 203 M3. Ten aanzien van de combineering der 2 typen kan worden verwezen naar hetgeen hieraangaande bij type H—I werd gezegd. Type M. Dubbele arbeiderswoning, (vrijliggend of rijhuis.) De woning bevat op den beganen grond één ruim woonvertrek van 22 M2, met keuken van 6 M2, portaal enz. Op zolder zijn 3 slaapvertrekken. In een der woningen is het achtergedeelte afgescheiden door een glaswand, waardoor een ruimte wordt gevormd, die gebruikt kan worden als serre, als 2e vertrekje en ook geschikt is voor verblijf voor een persoon lijdende aan tuberculose. In de andere woning kunnen in het woonvertrek 2 tafels worden geplaatst en kan naast de eigenlijke woon» ruimte nog een zitje worden gevormd. De afmeting van deze woning is te stellen op 5 X 6.9 M., gevende een oppervlakte van rond 34 M2, bij een hoogte van 6 M. tot de helft van de kaphoogte, wordt de inhoud 204 M3, terwijl voor de uitbouw is te rekenen op 12 M2, makende een totaal inhoud van 216 M3. In den tuin is een vrijstaand schuurtje gedacht voor bergruimte enz. Type N. Dubbele arbeiderswoning, (vrijliggend of rijhuis.) Deze woning is een breedtehuis, hetwelk bij open bebouwing een voordeelige bebouwing geeft. De begane grond bevat, evenals M, één groot woonvertrek, waar 2 tafels kunnen worden geplaatst. De keuken heeft een oppervlakte van 9 M2 en op den zolder zijn 3 slaap» vertrekken. De afmetingen zijn 7.35 X 5.30 M., geeft een opper* vlakte van rond 39 M2 bij een hoogte van 6 M. tot de helft van de kaphoogte een inhoud van 234 M3. Bij deze woningen is een vrijstaand schuurtje gedacht. Type O. Arbeiderswoning, (rijhuis.) De woning bevat op den beganen grond een woon» vertrek van 18 M2, een slaapvertrek van 8 M2 en een keuken van 8 M2. De afmetingen zijn 7.8 X 5.4 M., gevende een opper* vlakte van 42 M2, bij een hoogte van 5.9 M. gemeten tot halve kaphoogte een inhoud van bijna 250 M3. 51 Deze woning heeft een indeeling als het door de Mij. van Bouwkunst in het jaar bekroonde ontwerp van een prijsvraag, welk plan zeer veel navolging heeft gevonden. Het privaat is niet in afgesloten verbinding met de woning. Door het plaatsen van een deur in de overdekte ruimte is aan dit bezwaar tegemoet te komen. Type P. Middenstandswoning (rijhuis). De woning bevat op den beganen grond één ruim woonvertrek van ongeveer 25 M2 en een keuken van 8 M2. Op de verdieping zijn 3 slaapvertrekken, 1 van 11 M2, 1 van 10 M2, 1 van 6 M2., benevens een bad» kamertje. Op den zolder een dienstbodenkamertje. De afmetingen zijn 6.5 X 7 M., een oppervlakte van 45.5 M2, gevende bij een hoogte van bovenkant vloer tot de helft van de kap een inhoud van 340 M3. De verdiepinghoogten zijn van den beg. grond van vloer tot plafond 2.70 M., van de verdieping 2.40 M. Type R. De woning bevat op den beganen grond een woon* kamer van 16 M2, gelegen aan de voorzijde, een tweede woonvertrek van ruim 10 M2 gelegen aan de achterzijde en een keuken. Op de verdieping zijn 3 slaapvertrekken, waarvan één 16 M2, één van 10 M2, en één van 6 M2, benevens een badkamertje. Op den zolder een dienst* bodenkamertje. De afmetingen zijn S.4 X 6 M., een oppervlak van 50 M2, gevende bij een hoogte van 7.5 M. als boven, een inhoud van 375 M3. Type S. De woning bevat op den beganen grond een woon* vertrek van 17 M2 gelegen aan de achterzijde, een tweede woonvertrek van 11 M2 en een keuken. Op de verdieping zijn 3 slaapvertrekken, 1 van 16 M2, 1 van 11 M2 en een van 6 M2, verder een badkamert'e. Op den zolder een dienstbodenkamertje. De inhoud is als van type R 375 M3. 52 Legerhygiëne. 41 Badinrichting „Schade". Gemobiliseerde troepen zullen vaak in plaatsen gelegerd moeten worden, waar een badinrichting een ongekende weelde is. Waar lichaamsreinheid voor een soldaat te velde een zaak van het allergrootste gewicht is, zal in dergelijke plaatsen een badinrichting geimproviseerd moeten worden in den kortst mogelijken tijd, uit materiaal ter plaatse aanwezig en met krachten, waarover beschikt kan worden. Een dergelijke geimproviseerde badinrichting, aangegeven door den res. Off. v. Gez. Dr. Schade, is tijdens de mobilisatie van het Leger in verschillende kantonnementen in gebruik geweest en heeft zeer voldaan. Zij bestaat uit een houten bak, waaraan schermpjes bevestigd zijn, zoodat 8 soldaten tegelijk zich kunnen wasschen zonder elkaar te zien. Het warme water wordt verkregen uit een veevoederketel. De tentoongestelde badinrichting is door soldaten der Genie te Utrecht gemaakt en heeft heelemaal het karakter der improvisatie, die bij het veldleger in gebruik is geweest. Drinkwate ronder zo ek tas chj e. Iedere Divisieshygiënist heeft de beschikking over twee taschjes voor chemisch drinkwateronderzoek ter plaatse. Met de in het taschje aanwezige chemicaliën en glaswerk kan een onderzoek plaats hebben op chloor, ammonium, nitriet, hardheid en ijzer. Ontsmettingskist. Deze eenvoudige vierkante kist bevat verschillende benoodigd* heden voor ontsmetten en is eveneens bestemd voor veldgebruik. 53. 1 simplex electrische geysers LADEN HET WATER NIET, ZIJN VEILIG EN ZUINIG. Benham Electriche stoom radiator IS DE MEEST VEILIGE EN GEMAKKELIJKE VERWARMING VOOR GARAGES EN LABORATORIA. zie stands 40 - 41 - 42 f*. becht & dyserinck i Simplex Electrische Stofzuiger IS BILLIJK EN VOLDOET AAN DE HOOGSTE EISCHEN. ! quead electrische kachels HEBBEN EEN HOOG NUTTIG EFFECT ■ EN ZIJN DAAROM ZUINIG. M Rutenber Electrische Fornuizen jij ZIJN ZUiNIG EN ZINDELIJK. VRAAGT INLICHTINGEN BIJ: ||| Firma J. H. VAN AN DEL j.'jj'j leidschestraat 59 - amsterdam. 54 231 Veemarkt-Abattoir. 23 De inzending omvat grafische voorstellingen betrekking heb* bende op slachten, marktaanvoer, geconstateerde gevallen van tuberculose en op de financieele resultaten van de exploitatie. Voorts zijn geëxposeerd fotografiën van verschillende ge* bouwen en localiteiten van het abattoir. Ten slotte zijn nog aanwezig eenige standaardpraeparaten van bij slachtdieren geconstateerde pathologische afwijkingen, ars* mede eenige curiositeiten op dit gebied. Het lokaal voor voorloopig onderzoek dient om organen en deelen van geslachte dieren, waaraan de keuringsveearts in de slachthallen een meer dan gewone afwijking waarneemt, aan een nauwkeuriger microscopisch onderzoek te onderwerpen. In het laboratorium hebben de microscopische en bacterio* logische onderzoekingen plaats. Het kleed* en waschlokaal is voorzien van een viertal bad* cellen, waarvan de slagers een druk gebruik maken. De slachthal voor groot vee bevat 78 slachtstanden, die voor groot* en klein vee 28 slachtstanden en 850 M2. slachtruimte voor klein vee. Het grootst aantal dieren, dat op één dag werd geslacht bedroeg in 1920: voor runderen 357 stuks, voor vette* en graskalveren 248, voor nuchtere kalveren 658, voor schapen 607, voor varkens 458 en voor paarden 27 stuks. De geslachte dieren moeten ten minste 5 uur in het voor* koelhuis worden afgekoeld, vóórdat deze in de koelcellen worden toegelaten. Het aantal koelcellen bedraagt 228. De gemiddelde temperatuur in de cellen is plus 2 graden Celsius. In de machine* kamer zijn 2 compressors opgesteld, welke gedreven worden door 2 electromotoren ieder van 65 P.K. Voor het opwekken van koude wordt gebruik gemaakt van het ammoniaksysteem. 55 24 Gemeentelijke Woningdienst. 24 De inzending van de Gemeentelijke Woningdienst te Am* sterdam op de Int Tent. op Hyg. gebied 1921 te houden van 8 Oct.—8 Nov. in het Paleis voor Volksvlijt, zal voornamelijk bestaan uit kaarten, grafieken, teekeningen en foto's, en wel: le. Algemeen overzicht van den Woningvoorraad thans en den woningbouw in de laatste jaren (1 kaart en 4 groote grafieken). 2e. De meest voorkomende woningtypen der nieuwe stad, onder* scheiden naar oorsprong en bouwtijdperk (8 teekeningen) 3e. Een algemeen overzicht van de woningtoestanden in ,,De Jordaan" (12 grafieken). 4e. Gevels van vereenigingsbouw (2 teekeningen). 5e. Bebouwingsplannen (5 teekeningen). 6e. Bijzondere kaartjes aangevende woningtoestanden, bevolkings* dichtheid, enz. (4 stuks). 7e. Kleine grafieken betreffende de resultaten der laatste woning* telling (6 stuks). 8e. Formulieren en kaartmodellen in gebruik voor de systematische perceelsbeschrijving en de Woningbeurs. . 9e. Verslagen en rapporten. 10e. Een tafel met transparante grafieken betreffende den woning* bouw en een groote hoeveelheid lantaarnplaatjes van oude en nieuwe toestanden. lle. Eenige modellen van vervuilde loozingsinrichtingen. enz. [25j Ziekenhuizen. | 25 | De inzending bestaat uit : 1. Grafische voorstelling van de uitbreiding der gemeente* zorg voor ziekenverpleging. 2. Plannen voor een nieuw ziekenhuis voor besmettelijke ziekten. 3. Maquette van een barak voor besmettelijke ziekten. 4. Foto's van de zalen in het Binnen*Gasthuis in 1888 en 1921. 5. Maquette van de Kinderkliniek in het Binnen*Gasthuis. 6. Sputum—desinfectie*apparaat van het Tesschelschade*Zieken* huis (systeem Dr. Wortman). 56 Gemeentelijke Geneeskundige Dienst. Grafische voorstellingen: Ziekte en sterfte aan eenige acute ziekten in 1920. Krankzinnigenverzorging 1862-1920. Maatschappelijk Ongeschikten. Bestrijding van kleerluis, hoofdluis, schurft, trachoom, schimmel* ziekte van het behaarde hoofd. Voedingstoestand schoolkinderen in de oorlogsjaren. Kaarten van Europa en Amsterdam weergevende de ver* spreiding van trachoom. Kaarten van Amsterdam aantoonende de uitbreiding van den Geneeskundigen Dienst. Röntgentoestel ter behandeling van lijders aan schimmelziekte van het behaarde hoofd (firma Salm). Behandeling ia de Q.uarantaine=inrichting „Zeeburg". 57 Een aantal praeparaten van schimmels en exemplaren van kleerluis en dergelijke, ter bezichtiging van welke de firma Salm een aantal Zeiss microscopen en loupen heeft beschikbaar gesteldModel van de badbarakken der Quarantaine*Inr. „Zeeburg". Tandenpoets*demonstratietoestel. Projectie van een 60*tal foto's op den Dienst betrekking hebbende. Collectie*kaarten, in bak, in gebruik bij het Geneeskundig Schooltoezicht. Inzendingen van eenige Inrichtingen waar Maatschappelijk Ongeschikten, die onder toezicht van den Gemeentelijken Genees* kundigen Dienst staan, worden verpleegd met name van: Rekkensche Inrichting te Rekken. Gesticht ,,Groot*Emaus" te Ermelo. JohannasStichting te Arnhem. AdriaansStichting te Hillegersberg. St. Josephgesticht te Heel bij Roermond. St. Annagesticht te Heel bij Roermond. B. In den tuin. Eenig ouderwetsch en nieuwerwetsch transportmateriaal. Ambulance-motorboot van den Gemeentel. Geneesk. Dienst. 58 Gemeentelijke Gezondheidsdienst. | 27 De inzending van dezen dienst bestaat uit verschillende fotografische voorstellingen, enkele grafieken, en cultures betref* fende, en instrumenten ter bestrijding van ziektekiemen, zooals van vlektyphus, pokken, cholera, Weil'sche ziekte, diphtherie, febris typhoidea en verder de bestrijding van luizen, wandgedierte, vlooien, malaria en rattenpest. il si Gezondheidsdienst, Staalstraat. I R I Dienst der Gemeentelijke I I Waschs en Schoonmaak*, Bad* en Zweminrichtingen. De expositie van dezen dienst omvat: 1. Foto's der gemeentesbadhuizen, der gemeente=waschinrichtingen, der gemeente zwembaden en van den schoonmaakdienst. 2. Grafieken betreffende het aantal baden, door mannen en vrouwen in de badhuizen genomen. Deze grafieken toonen een zeer sterke toename aan, waarbij vooral de vrouwen niet achter blijven. 3. Een grafiek van het aantal mannen en vrouwen, dat de zwem* baden heeft bezocht. Hierbij heeft men de groote invloed van de weersgesteldheid in 1921 in aanmerking te nemen, terwijl er verder rekening mee gehouden moet worden; dat in 1920 de zwembaden nog niet voltooid waren. 59 4. Een grafiek, aangevende den omvang van de productie der wasscherij. Van grooten invloed op de productie zijn geweest de tariefswijzigingen in Maart 1920 (verhooging) en in Augustus 1920 en Maart 1921 (verlaging), terwijl verder in aanmerking moet worden genomen dat in de vacantie==maanden Juli en Augustus de productie uit den aard der zaak gedrukt wordt. Medegedeeld kan nog worden dat de wasscherij op het oogeh* blik hare maximumcapaciteit bereikt heeft. 5. Een grafiek, aangevende den kostprijs van een bad, en het daarin begrepen deel, dat door de gemeente werd toegelegd in de jaren 1916-1921. Stadsreiniging. De expositie zal omvatten: 1. Foto's van divers reinigingsmaterieel. 2. Een grafiek van de wekelijks ingezamelde hoeveelheid huis= vuilnis. 3. Een grafiek van de jaarlijks ingezamelde hoeveelheid vuilnis. 4. Een grafiek van de sterkte van het personeel. 5. Een grafiek van de sterkte van de paarden. 6. Een teekening van de dwarsdoorsnede van de inrichting voor Vuilverbranding. 7. Een perspectiefteekening van de inrichting voor Vuilverbranding. 8. Foto's betreffende het bedrijf van de Vuilverbranding. 9. Een grafiek van verbrand vuilnis per dag en per cel. 10. Een grafiek van het gewicht van verdampt water per K.G. vuilnis. 11. Een grafiek van het gewicht van. opgewekte stoom per dag. 12. Een grafiek van het gewicht van geproduceerde slakken per dag. 2q I Gemeentelijk Bureau voor I 9Q I _J de Statistiek. LzH De inzending van het Bureau van Statistiek der gemeente Amsterdam bestaat uit elf grafieken betreffende de demografie en de hygiëne van Amsterdam. 1. Geboorte=overschot in vijfjarige perioden van 1700—1919. De grafiek toont aan, dat eerst sedert de laatste helft van de 19de eeuw het aantal geborenen dat der overledenen overtreft. 2. Geboorten, sterfte en huwelijken te Amsterdam per 1000 inwoners in de jaren 1860—1920. 60 3. Sterfte van mannen en vrouwen in Amsterdam en in het Rijk sedert 1860, aantöonende het geleidelijk kleiner worden van het verschil tusschen de mannen en vrouwensterfte te Amsterdam en het Rijk Was de sterfte onder de mannen omstreeks 1860 te Amsterdam nog 4.4 °/00 hooger dan die der vrouwen, omstreeks 1917 was dit verschil gedaald tot 0.2 °/00. Voor Nederland ging het verschil van 1.5 °/00 op 0.6 °/00 terug. De berekening is behalve bij de laatste periode telkens voor vier jaren rond de verschillende volkstellingen geschied. 4. Sterfte aan besmettelijke ziekten te Amsterdam sedert 1866. 5. Ziektegevallen van-de besmettelijke ziekten febris typhoidea, dyphtherie en roodvonk in de jaren 1893*1920, welke ter kennis zijn gekomen van den Gemeentelijken Gezondheidsdienst. 6. Sterfte aan longtuberculose in Amsterdam, Rotterdam en Nederland voor 1890*1920, aantöonende dat die sterfte in Rotterdam en het Rijk met uitzondering van zeer enkele jaren, b.v. het griepjaar 1918, belangrijk minder is geweest dan te Amsterdam, doch dat ze sedert 1890 sterk is afgenomen, zij het ook te Amsterdam en in het Rijk meer dan te Rotterdam. 7. Sterfte aan kanker in Amsterdam, Rotterdam en Nederland in de jaren 1890*1920 aantöonende, dat zij bij deze alle in dien tijd met 50 °/0 is gestegen. 8. Zuigelingensterfte te Amsterdam, Rotterdam en Nederland sedert 1890 aantöonende, dat in de eerste tien jaren de kinder* sterfte in het Rijk steeds lager was dan in de steden, doch dat daarna door verbeterde zuigelingenzorg in de steden, dit cijfer van deze laatste is gedaald beneden dat van het Rijk. 9. Vergelijking van de toename van het aantal geboorten met die van het aantal bij de volkstellingen van 1849 t/m 1919 te Amsterdam aanwezige kleine kinderen van 1—4 jaar, aantöonende, dat als gevolg van de verminderde zuigelingen* sterfte de toename van het aantal kleine kinderen veel grooter is dan van het aantal geboorten. 10. Sterfte naar den leeftijd te Amsterdam in de jaren 1848=1851 en 1908*1911 aantöonende, dat in de tusschenliggende periode van zestig jaar de sterfte van de zuigelingen het sterkst ver* minderd is, doch ook de levenskansen voor de overige leef* tijden aanzienlijk zijn verbeterd. 11. Totale uitgaven van de gemeente Amsterdam ten behoeve van sanitaire maatregelen in de jaren 1890*1918. Deze cijfers betreffen alleen de loopende uitgaven, zonder die voor pen* sioenen, gebouwen enz. 61 TELEFOON OPGERICHT STELT GIJ UW EISCHEN HOOG OP HYGIËNISCH GEBIED GEBRUIKT DAN VRAAGT UW WINKELIER 29* Hortus Botanicus. Geneeskruiden. 29* Voor zoover het gevorderde seizoen daartoe de gelegenheid bood, zond de Hortus Botanicus een aantal verschillende in potten gekweekte geneeskruiden in, benevens een aantal fraaie spiritus praeparaten en afbeeldingen van eenige der belangrijkste soorten dezer planten, alsmede foto's van cultures van geneeskruiden in den Hortus. Onder de tentoongestelde levende gewassen zijn op te merken: Doornappel, Wolfskers, Abzinth, Mannetjesvaren, Venkel, Boeren* wormkruid, Groote Valeriaan, Waterklaver, Brem, Hennep, Vlooien* poederplant, Mierikwortel, Vingerhoedskruid, (eerste*jaarsrozet), Geel Vingerhoedskruid, Eikvaren, Koortsboom, Tijm, Springkom* kommer, Kruipende Gaultheria, Heemst, Nieswortel, Salie, Kermesbes, Monarda, Wilde Marjolein, Stinkende Gouwe, Melisse, Rosmarijn, Moerasrosmarijn, Myrt, Pepermunt, Laurier, Zeepkruid, enz. enz. 8 | Tropische Hygiëne. 8 | Toelichting tot de uitstalling ') van het Instituut voor Tropische Hygiëne, afdeeling van het Koloniaal Instituut te Amsterdam. INLEIDING. Stellingen. I. Het tropische klimaat speelt geen rol van be= teekenis als oorzaak van nekte en sterfte. II. De belangrijkste in de tropen voorkomende ziekten zijn vermijdbaar. De uitstalling van het Koloniaal Instituut tracht bij te dragen tot bewijs van dit tweetal stellingen. Senembah*statistiek. j j j De bezoeker wordt uitgenoodigd de bezichtiging aan te vangen bij de sterftestatistiek betreffende de arbeiders *) Op Woensdag-, Zaterdag» en Zondagnamiddag zal deskundig personeel tot het geven van mondelinge toelichting aanwezig zijn. 63 eener tabaksmaatschappij in Deli: de Senembahmaat* schappij. Zij betreft het aantal dooden per jaar per duizend arbeiders, over de jaren 1890—1920. Het resultaat door deze maatschappij bereikt — regelmatige en lage sterfte — is verkregen door lo. algemeene maatregelen (onderzoek, centrale genees* kundige dienst, zorg voor drinkwater, woning, voedsel, afvoer van faecaliën, quarantaine) 2o. bijzondere maatregelen tegen bepaalde ziekten, zooals pokken (vaccinatie), amoebemdysenterie (emetine), bacillaire dysenterie (serum), ankylostomiasis (massakuren met oleum chenopodii), typhus en cholera (vaccinatie), berUberi (zilvervliesrijst), malaria (chinine), framboesia tropica (salvarsaan), enz. Het Senembah*stelsel is gevolgd door alle andere cultuur* maatschappijen ter Sumatra's Oostkust en komt thans aan 200.000 arbeiders ten goede. Hygiënische Voorziening van Nederlandschslndië. Stellingen. I. Hygiëne is de leer der mogelijkheden, die de samen* leving biedt, kennis omtrent ziekte toe te passen ter voorkoming van ziekte. II. De hygiënische mogelijkheden in Nederlandsch*Indië loopen, door verschillen in peil van maatschappelijke organisatie, zeer uiteen. III. Uit hygiënisch oogpunt is het van nut te scheiden: A. Hygiënische voorziening van dwanggemeenschappen (contract*arbeiders, soldaten, schepelingen, verpleeg* den, gevangenen); B. Hygiënische voorziening van natuurlijk gegroepeerde bevolkingen; (vrije gemeenschappen). A. Hygiënische voorziening der dwanggemeenschappen. Deze is gekarakteriseerd door hetgeen is opgemerkt bij de Senembah*statistiek (inleiding). B. Hygiënische voorziening der vrije gemeenschappen. In beginsel zijn het dezelfde maatregelen, opgesomd en onderscheiden bij de dwanggemeenschappen; zij zijn echter in het algemeen moeielijker dan bij deze door te 64 Uitmonding in zee van faecaliën-en regen- Suikerfabriekskampong te Djali-roto (Java), water riolen (gescheiden stelsel) te Sibolga (S urn at ra). Zaal van het Staatsbedrijfsziekenhuis te Sawa-Loento Onderzoek van een bron ten behoeve der uit- (Ombilinmijnen, Sumatra). breiding van de waterleiding van Soerabaja. 65 voeren. Voorts moet men (zie stelling III) het verschil in plaatselijke mogelijkheid erkennen. Een groot verschil vertegenwoordigen de mogelijkheden in de stad en op het land. De uitstalling volgt nu de reeds óp de Senembah* statistiek aangegeven verdeeling van algemeene en bij,* zondere maatregelen. Algemeene Maatregelen. [ 2 | Statistiek. Sterftestatistiek van den Burgerlijken Genees* kundigen Dienst. Vergelijking van stad en land. De sterftestatistiek dient den hygiënist tot kompas. 3 | Quarantaine en Quarantainesstations. 4| Drink* en Badwatervoorzieningen. Schema van stelsels en photographieën. Goed drink- en badwater draagt bij tot voorkomen van cholera, amoeben-dysenterie, bacillaire dysenterie, typhus en zuigelingenziekten. {![] Afvoer Van faecaliën, enz. Schema van stelsels, teeke* ningen en photographieën. Goede afvoer van faecaliën bestrijdt de besmettelijke darmziekten (cholera, enz.) en de ankylostomiasis. \~Q~\ Woning. Stedelijke en landelijke woningtoestanden; arbeiders* woningen; de Indisch*Europeesche woning. Goede woningtoestanden bestrijden: lepra, tuberculose, longontsteking, hersenvliesontsteking, oogziekten, geslachtsziekten, huidziekten, wormziekten, pest enz. [T] Ziekenhuiswezen. Centrale BurgerlijkeZiekeninrichtingen, Militaire Ziekenhuizen, Gewestelijke en Gemeentelijke Ziekenhuizen; Ziekenhuizen van staatsbedrijven, indu* strieën, plantages; Zendingsziekenhuizen ; Krankzinnigen* gestichten; Opleiding Van indische artsen, verplegend personeel en vroedvrouwen; Eerste hulp bij ongelukken; Zuigelingenbescherming; Maternité's. , Ziekenhuizen en poliklinieken bieden hygiënische hulp van hooge orde door afzonderen en genezen van besmettelijke zieken. 66 8 | Bijzondere geneeskundige instellingen. Burgerlijke en militaire geneeskundige laboratoria; Instituut Pasteur, 's Lands koepokinrichting, Pathologisch Laboratorium te Medan. •Instellingen voor wetenschappelijke exploratie op hygiënisch gebied en voor bereiding van vaccins en sera. "9"] Voorbereiding van Europeesche geneeskundigen voor den Indischen werkkring. Tropisch* geneeskundige Instituten in Europa. De student of arts met bestemming voor Indië zal zich theoretisch, en voorzoover mogelijk practisch, moeten voor» bereiden op de verschillen, die de geneeskundige werkkring in Indië, met die in Europa oplevert. In het bijzonder zal hij zich moeten oefenen in laboratorium-methodiek, en zal hij supplementair onderwijs moeten ontvangen in de pathologie en therapie der in de tropen voorkomende ziekten, de epidemiologie en de hygiënische methodiek. ÏÖ~| Voeding. Het voedingsvraagstuk voor Nederlandsch*Indië. In de samenleving, waar welvaart en orde heerschen, en ieder individu zich kan voeden met datgene wat hem smaakt en waarbij hij zich wel bevindt, verliest de voedingsleer haar verband met de hygiëne. Ï71 Kleeding. Kleed ing voor den Europeaan in de tropen. Hoog gesloten, gesteven kleeding bemoeilijken de warmteregeling en zijn dus onbehagelijk. Ï2I Opvoeding der bevolking. Schoolplaten; propaganda* geschriften. De rechtstreeksche beteekenis hiervan wordt vaak overschat. Bijzondere maatregelen tegen bepaalde ziekten. De ideale samenleving zal den afzonderlijken strijd tegen bepaalde ziekten niet meer kennen. De werkelijkheid kan de epidemiebestrijding echter niet ontberen. Ook leidt de epidemiebestrijding vaak een hoogeren vorm van hygiënische voorziening in. 67 DE LICHTBEELDEN, EN EEN GROOT GEDEELTE VAN HET OVERIGE ILLUSTRATIEMATERIAAL OP DEZE TENTOONSTELLING IS UITGEVOERD DOOR DE LICHTBEELDENDIENST D. VAN KREVELD Q| TWEEDE JANSTEENSTRAAT Ql Ol AMSTERDAM - TEL. 6847 Z. öl LEVERANCIER AAN RIJKS- EN GEMEENTE-INSTELLINGEN. AUTOMATISCH PROJECTIE- TOESTEL, VOOR HET VERTOON EN VAN 60 A 80 LICHTBEELDEN. IN (HUUR)-GEBRUIK BIJ DE GEMEENTELIJKE GENEESKUNDIGE DIENST OP DE HYGIËNE TENTOONSTELLING. BEDIENING OVERBODIG. SCHAKELT ZICH ZELF IN EN UIT. IMPORTEUR: D. VAN KREVELD, Ql TWEEDE JANSTEENSTRAAT Ql *»l AMSTERDAM - TEL. 6847 Z. 01 VRAAGT PROEPDEMONSTRATI E. 68 1131 Tropische zweren (zeer verbreid zoowel bij contract* arbeiders als vrije bevolking). Wasmodellen, ') enz. Ï4] Framboesia tropica (belangrijke volksziekte; vatbaar voor massa*bestrijding met salvarsaan door den Burg. Geneesk. Dienst). Wasmodellen, ') geneesmiddelen, enz. 151 Eenige andere huidziekten. Wasmodellen ')• | 16 [ Lepra (melaatschheid, door geheel Nederlandsch*Indië ver* breid; bestrijding door afzondering der zieken in asylen en landbouwkolonies; pogingen met geneesmiddelen. Wasmodellen,') photographieën, geneesmiddelen, enz. 117 | Tuberculose (zeer verbreid in Nederlandsch*Indië). | 18 | Pest (afkomstig van de huisrat; bestrijding door vergrooting van den afstand van rat en mensch = „woningverbetering"). Schema; photographieën, bacillen, ratten, vlooien, enz. 19] Cholera, bacillaire dysenterie, typhus, para* typhus (zeer verbreid in Nederlandsch*Indië; bestrij* ding door algemeene en bijzondere maatregelen). Bacteriologische methoden van herkenning; laboratorium* inrichting; vaccins, sera, enz.) 1201 Andere bacteriën*ziekten, die in de tropen voorkomen (tetanus, pneumonie, meningitis, syphilis, gonorrhoe, diphtherie, influenza). Teekeningen, enz. 21 I Pokken (Nederlandsch*Indië bezit sinds het midden der vorige eeuw een afzonderlijken vaccine*dienst tot inenting van zuigelingen en volwassenen. 'sLands koepokinrichting produceert 8.000.000 doses koepokstof jaarlijks). Grafieken, enz. ') De meeste tentoongestelde wasmodellen zijn dóór het Koloniaal Instituut verkregen door uitzending van den waskunstenaar K. KASTEN naar Ned. Indië, alwaar hij in de ziekenhuizen de modellen uit gipsafdrukken van de zieke lichaams= deelen vervaardigde. 69 22] Hondsdolheid (door geheel Nederlandsch*Indië nu en dan voorkomend; het Instituut Pasteur behandelt + 1000 gebetenen jaarlijks). 23~1 Trachoom (leidt vaak tot blindheid; oorzaak: onzindelijk* heid, vliegen, beperkte woning). 24 Amoebiasis (geneesmiddel: emetine). Praeparaten van darmaandoening en leverabces. 1251 Malaria (in Nederlandsch*Indië zijn de 3 vormen sterk verbreid; overbrenging door verschillende anophelinen; bestrijding door chinine (genezing der zieken), muggen* bestrijding (opruiming der broedplaatsen), en bescherming der gezonden (gaas, chinine). Schema's, photographiën, muggen, malariaparasieten, enz. Vergelijking van Batavia (malaria nog niet be* streden) en Sibolga (vroeger gedesorganiseerd door hevige malaria*epidemiën, thans vrij van malaria door muggenbestrijding). 26 | Ankylostomiasis (zoogenaamde mijnwormziekte; een tropische volksziekte bij uitnemendheid; bestrijding door behoorlijke afvoer van faecaliën en toediening van oleum chenopodii). Schema, photographieën, wormen, geneesmiddelen. 27J Filariasis (e en wormziekte overgebracht van mensch op mensch door mug; vooral van belang in West*Indië; elephantiasis). Schema's, photographieën, enz. 28 | BerisBeri (een ziekte, die ontstaat bij het gebruik van rijst* zonder*zilvervlies (machinaal gepelde rijst) als hoofd* voedsel; ziekte van arbeiders, soldaten, schepelingen, gevangenen en stedelingen; te voorkomen door het gebruik van zilvervliesrijst). Schema, photographieën, rijstmonsters, enz. 70 nenting der Javaan sch e bevolking inlandsche vaccinateurs. door Onderzoek van een Javaansche kampongbevolking op malaria (milt- en bloed-onderzoek). Onderzoek van bevloeid veld op larven van malariamuggen (Tjikea-vlakte, Java). Battaksch Lepra-dorp Hoeta Salem, Lagoeboli, hoogvlakte Sumatra. 71 | 16 | Voeding. | 16 | De kleine plaatsruimte, die voor de afdeeling voeding be* schikbaar gesteld kon worden, maakte het niet mogelijk om zelfs in grove trekken een overzicht te geven van de voeding. De commissie voor deze afdeeling heeft zich dus bepaald tot het vestigen van de aandacht op verschillende voedingsproblemen en tot het demonstreeren van reeds verkregen kennis op het gebied der voedingsleer voor zoover deze kennis van algemeen belang geacht kan worden. Het is niet mogelijk alles wat hieronder ver* meld staat gelijktijdig te exposeeren; de eene week zal dus de expositie een eenigszins ander karakter dragen dan de andere week, de opsomming hier in dezen catalogus omvat datgene wat minstens in den loop van de tentoonstelling in de afdeeling voeding te zien zal zijn. I. Platen. De platen, waarvan de titels hieronder volgen, spreken geheel voor zichzelf; zij vereischen in den catalogus geen nadere toelichting: a. De grondstoffen voor de voeding. b. Elementen en zouten, die voor mensch, dier en plant van belang zijn. Aarde, water, lucht en vuur. c. De kringloop van de voedingstoffen in de natuur. d- Het spijsverteringsapparaat van den mensch. e. Het opnemen en afgeven van water door het lichaam. f. Voedingstoffen en levensmidden; omzetting ervan in het lichaam in warmte. g. De beteekenis van visch voor de voeding van den mensch. h. Het rund. k. De kip. /. Het koren. m. Lengtedoorsnede door een kippenei, n. Parasieten. II. Aphorismen. Op beknopte wijze zijn verschillende stel* lingen uit de voedingsleer toegelicht hetzij door getallen, tabellen, of teekeningen, hetzij door demonstratie in natura Een en ander is voorzien van opschriften. 1. De prijs van levensmiddelen houdt geen verband met hun voedingswaarde. 2. Het verschil tusschen de marktprijzen en de detailprijzen van 72 voedingsmiddelen is voor de verschillende voedingsstoffen zeer uiteenloopend (De subcommissie wenscht alleen de aandacht te vestigen op deze verschillen,- zij onthoudt zich van een antwoord op de vraag of de groote verschillen gemotiveerd zijn). 3. Uit een oogpunt van voedingswaarde is vet vleesch goed* kooper dan mager vleesch. 4. Van de vischsoorten zijn vooral haring, schelvisch en stok* visch voor de voeding veel goedkooper dan vleesch. 5. Het onderscheid in prijs tusschen vleeschsoorten steunt niet op hun verschil in voedingswaarde doch wordt bijna alleen beheerscht door hun smaak. 6. Bouillon wekt den eetlust op, maar heeft bijnageen voedingswaarde. 7. Melk is een goed en goedkoop voedsel, doch eenzijdige melkvoeding doet dikwijls meer kwaad dan goed. 8. Het aanprijzen van genotmiddelen om hun hooge voedings* waarde is — gezien de kleine hoeveelheid, waarin genotmid* delen worden gebruikt — onlogisch. 9. Dierlijke en plantaardige vetten, margarine, plantenboter en natuurboter hebben bij gelijk vetgehalte een gelijke voedings* waarde, maar • natuurboter bevat bovendien nog een stof, die in de meeste andere vetten ontbreekt. 10. Erwten en boonen onderscheiden zich van de meeste andere plantaardige voedingsstoffen door hun hoog eiwitgehalte en hun groote voedingswaarde. 11. Het Nederlandsche volk neemt met betrekking tot zijn voeding een te conservatief standpunt in. 12. Eenzijdige voeding kan ziekte veroorzaken. 13. Rauw, slecht toebereid of ongekeurd vleesch kan aanleiding geven tot ziekte. 14. Ondoelmatig bewaard voedsel bedreigt de gezondheid. 15. De meening, dat drinken tijdens de maaltijden, het voedsel wegspoelt en de vertering belemmert, wordt niet door weten* schappelijke waarnemingen gesteund. 16. Versch fruit en versche groenten verdienen de voorkeur boven geconserveerde vruchten of groenten uit blik. 17. Goed gekauwd eten wordt vlugger en vollediger verteerd dan slecht gekauwd voedsel. 18. Verandering van spijs doet eten. III. Vergelijking van dure en goedkoope voedingsmiddelen van ongeveer dezelfde samenstelling. IV Veranderingen, die de voedingsmiddelen in het lichaam onder invloed der kliersappen ondergaan. 73 V. Voedingsstoffen, die voor de menschelijke voeding ver* loren gaan. De mensch laat zich bij de keuze van zijn voedingsmiddelen uitsluitend leiden door zijn smaak. Stoffen van hoóge voedingswaarde, die den smaak van den mensch niet streelen worden door hem niet gebruikt. Hierdoor gaan belangrijke voedingsstoffen voor de menschelijke voeding verloren. Voor de industrie is hier een belangrijk probleem op te te lossen: het brengen van deze stoffen in een zoodanigen smakelijken toestand, dat de mensch ze kan nuttigen. 17 Kleeding. | 17 | De Sub*Commissie voor de kleeding had slechts een korten tijd tot voorbereiding en eene kleine ruimte ter beschikking; zij meende zich daarom te moeten beperken tot het aantoonen van enkele fouten en de hedendaagsche kleeding en daarnaast te stellen het doelmatige, meer hygiënische. Over het algemeen kan niet worden gezegd, dat zeer grove fouten zijn op te merken aan de kleeding, zoowel van mannen als van vrouwen, zooals wij die dagelijks om öns heen zien. Echter moeten buitensporigheden worden bestreden, en fouten worden recht gezet, die zich vooral nog voordoen bij de bedekking der huid en bij de onderkleeding. Zeer noodzakelijk moet echter gewezen worden op de ondoel* matige, ongezonde, en onnatuurlijke bekleeding der voeten — het zoogenaamde moderne damesschoeisel, waardoor vele vrouwen en meisjes hare voeten en hare gezondheid bederven. — Door hooge hakken, die schuin tot midden onder den voet staan, wordt het geheele lichaam in een onnatuurlijke houding gedrongen, worden déformaties van den voet veroorzaakt. Uit bovenstaande overwegingen en omdat in de eerste plaats op de kleeding van het opgroeiende geslacht gelet moet worden, bepaalde de Commissie zich tot de volgende inzending: t Zuigelingenkleeding \ in bruikleen afgestaan II. Kleeding voor den leeftijd van 1-3 jaar / voordvïr^ter'ïg0™» ttt \ Vrouwen- en Meisjes- " >> >> ii >> * O ,, \ kleeding en door de Vak t\r / n ( school voor \ rouwen- AV- >> >• »> ». .. O—1Z „ V en kinderkleeding, \j 1 o i ^ 1 Amsterdam, v- •• » • » ». »i 1^—16 » } 586 Keizersgracht VI. Ondoelmatige en doelmatige dames*bovenkleeding. VII. Slechte en goede voetbekleeding. VIII. Enkele stoffen, bijzonder geschikt voor eerste huidbedekking. XI. Plaatwerk betreffende kleeding. 74 Hollandsche zindelijkheid. Ze jagen op spinnen, verdelgen de mot, Ze stuiven met stof uit gordijnen, Ze leven voor zindelijkheid in hun huis, Ze laten elk stofje verdwijnen. Ze kg_elen hun woede op kleedje en kleed, Ze dweilen de gang en de looper, Ze schrobben de straat als een schaaltje zoo schoon, Ze poetsen wit glimmend al 't koper. Ze vegen en boenen een gat in den nacht, Ze werken met doeken en lappen. Ze zeemen de ramen zes keer in de week, Ze zwabberen dag'lijks de trappen. Ze plassen en plensen en plonsen maar raak, Maar — praat je van baden of douches, Van Zuiderbad, Heilige weg of Obelt Toe, ga nou gauw door met je smoesjes. . CLINGE DOORENBOS. 75 ^ Nederlandsche Vereeniging ' voor Volks- en Schoolbaden. 14 De expositie dezer Vereeniging omvat: Model op schaal 'ƒ20 van een Volksbadhuis voor het Museum voor Volksgezondheid van den Gezondheidsraad te 's*Gravenhage. Id. van een Schoolkinderbadhuis te 's*Gravenhage. Id. van een Verplaatsbaar Badhuisje. 1 Statistische kaart, aangevende de Volks* en Schoolbad* inrichtingen in Nederland. 1 Statistische kaart aangevende het aantal verstrekte baden in enkele groote Gemeenten in 1919. 's* Gravenhage. 1. Foto's en plattegrondteekeningen van het Volksbadhuis Jan van Goyenstraat. 2. Foto's en plattegrondteekeningen van het Schoolbad Nieuwe Havendwarsstraat. 3. Foto's en plattegrondteekening van het Volks* en School* bad Hemsterhuisstraat. 4. Foto's en plattegrondteekening van het Volks* en School* bad Noorderbeekdwarsstraat. 5. Ontwerpteekeningen van de Bad* en Zweminrichting Marnixstraat. Nijmegen. Platte gronden van het Volksbadhuis aan de Tulpstraat. Id van de badinrichting aan den Weurtschenweg. Tilburg. Teekeningen van de Volksbadinrichting aan het Piusplein. Ontwerpteekening van de Nederl. Vereen, voor Volks* en Schoolbaden voor dit BadhuisMaastricht. Teekeningen van de Gemeentelijke Bad* en Zweminrichting (deels voltooid en in gebruik). Dordrecht. Teekening van het in aanbouw zijnde badhuis aan den Krispijnscheweg. Enschede. Foto's en teekeningen van Volks* en Schoolbad op Pathmos. 76 Hilversum. Foto's en teekeningen van het Volksbad „Over het Spoor". Id. van de Volks* en Schoolbadinrichting aan de Boschdrift. Gouda. Foto's en teekeningen van het Gemeentelijke Volks* en Schoolbad. Vlaardingen. Foto's interieur en teekeningen van het Badhuis der Woning* bouwvereeniging „Samenwerking". Id. van het Badhuis der Woningbouwvereen. "Patrimonium". Verslagen, geschriften, propagandalectuur. | 55 | Tandheelkunde. | 55 | Inzending van de Amsterd. Tandheelkundige Vereeniging, uit het „REIZEND MUSEUM VOOR MONDHYGIËNE" in bruikleen afgestaan door de Nederl. Vereeniging tot Bestrijding van het Tandbederf. De noodzakelijkheid van propaganda voor mond* en tand* verzorging blijkt uit de omstandigheid, dat, volgens onderzoekingen op de meest verschillende plaatsen der wereld gedaan, uitgemaakt is, dat tusschen de 70 en 95 °/0 van het menschdom (cultuur* volken) in meer of mindere mate aan tandziekten lijdende is. Meestal draagt de tandziekte (caries, „wolf") een sluipend karakter, vandaar dat de lijders zichzelf vaak niet de aftakeling bewust zijn, welke hun tanden en vooral hun kiezen ondergaan. Dit verklaart dan ook wel het verbijsterend groot percentage tandlijders, die meestal te laat tot de ontdekking komen welke slechte gevolgen de verwaarloozing van hun gebit heeft gehad. Niet 't minst is reeds het kinder* of melkgebit aan tand* cariës onderhevig. En juist een kind moet, daar het nog in ont* wikkeling verkeert, door goed te kauwen en het voedsel dus grondig te vermalen, zijn gezondheid en wasdom bevorderen. Verscheidene der tentoongestelde preparaten geven een dui* delijk beeld der verwoestingen, die de tandcariës aanricht. Het spreekt bijna vanzelf, dat men nauwkeurig gezocht heeft naar de oorzaak (oorzaken) van deze tandziekte. Nu is aangetoond, dat een groot aantal micro*organismen (bacteriën) in eiken mond voor* 77 IMlWMtMW Stand 22 Zie verder op het officiëele gedeelte hij de inzendingen van: Departement van Arbeid. Ned. Vereeniging ter bestrijding van Tuberculose. Instituut voor Tropenhygiëne. Gemeentelijke Geneeskundige dienst. ■ Gemeentelijke Gezondheidsdienst. Ned. Vereen, voor Kinderverzorging en Opvoeding. Eerste Hulp bij Ongelukken. ï 5 78 komt, zoowel schadelijke als onschadelijke, ze kunnen echter weinig kwaad stichten in een goed verzorgde mond. Doch zieke, holle tanden, slap ontstoken tandvleesch en achtergebleven spijsresten, welke in ontbinding overgaan, leveren bij uitstek de voorwaarden voor een ontzaglijke vermeerdering der bacteriën. Deze oefenen hunne heillooze werking uit niet alleen ter plaatse zelf, doch ze verplaatsen zich ook naar verwijderd liggende organen of lichaams* deelen, waar zij ziekelijke storingen al zeer gemakkelijk kunnen opwekken. Een wandplaat vertoont de afbeeldingen van diverse soorten microïorganismen, die, in werkelijkheid uiterst klein, hier zeer vergroot zijn weergegeven. Preparaten en doorsneden van tanden, kiezen en hoofd toonen het verband tusschen de zgn. „tandzenuw" (die uit bijzonder fijne zenuwen en bloedvaatjes bestaat) en de zenuwen en bloedvaten van kaak en hoofd, en dus van het geheele lichaam. Zoo wordt aanschouwelijk gemaakt, hoe holle tanden, blootliggende tand* zenuwen, slap en ziek tandvleesch de toegangspoort kunnen zijn voor bacteriën. Het is beter een ziekte te voorkomen dan ze te genezen. Dit is niemand onbekend en toch .... vanwaar dan het-groot aantal tandlijders? In de eerste plaats door hun onbekendheid met de oorzaken, welke het cariësproces (het hol worden en afbrokkelen der tanden) te weeg brengen. In een populair geschrift van professor Miller wordt een eenvoudige voorstelling van deze ziekte gegeven: „Ieder weet, dat melk bij eenigszins warme temperatuur spoedig zuur wordt, en neemt men de eenvoudige proef, wat brood of aardappel met speeksel te vermengen, zoo zal men waarnemen, dat zulk een mengsel binnen een paar uren zuur wordt. In beide gevallen wordt het verzuren veroorzaakt door de werking van bacteriën. Legt men nu een stuk tand in zure melk of in een mengsel van brood en speeksel dan zal men kunnen waarnemen dat de tand na verloop van tijd verweekt en tenslotte geheel en al vergaat. Hetzelfde heeft in den mond plaats, wanneer gedeelten van zetmeelhoudende spijzen zooals brood, aardappel, rijst en suikerbevattende spijzen gedurende langeren tijd aan of tusschen de tanden blijven. Zulke spijsresten worden zuur en tasten de harde tandsubstantie aan. Hieruit volgt, dat het hol worden der tanden kan worden voorkomen öf door het dooden en verwijderen van alle bacteriën uit den mond öf door na de maaltijden te zorgen, dat alle spijsresten verwijderd worden." Wel waar kan men het groot aantal bacteriën door krachtig mondspoelen verminderen, doch altijd blijven er genoeg over, die 79 aanleiding geven tot verzuring der spijsresten. Voor zoover men er in slaagt na de maaltijden de spijsresten te verwijderen, kan men het hol worden der tanden voorkomen. De mechanische reiniging staat bovenaan. De tanden en kiezen behooren aan alle zijden te worden geborsteld, nu en dan kan een tandenstoker of zijden draad tot verwijdering van spijs* resten nuttig zijn. Daarna behoort de mond ter dege te worden gespoeld, waar* bij het water tusschen tanden en kiezen heen en weer moet worden gezogen. (Een aantal platen met afbeeldingen op de tandreiniging betrekking hebbend, benevens voorbeelden van goede en slechte vormen van tandenborstels, goede en slechte tandenstokers, zijden reinigingsdraad enz. zijn aanwezig). Ook bij een geregelde goede verzorging is het noodig min* stens tweemaal per jaar den toestand van het gebit te laten onder* zoeken. Blijkt het dat er defecten zijn, dan zullen deze behandeld en aangevuld dienen te worden. De tentoonstelling bevat een af= deeling, die hierop betrekking heeft. Bij de factoren, die leiden tot tandcaries en een vroegtijdige verminking van het gebit, dient te worden genoemd de onregel* matige of gedrongen stand van tanden en kiezen, omdat deze de reiniging van het gebit zeer bemoeilijken kan. Niet altijd, doch in verschillende gevallen zal het mogelijk blijken door kleine apparaten den stand der tanden zoodanig te verbeteren, dat in de eerste plaats het kauwvermogen verbeterd wordt en in de tweede plaats de tandreiniging beter te verrichten is. Ter tentoonstelling zijn preparaten aanwezig om dit te ver* duidelijken. In de afdeeling antiquiteiten en curiosa vindt men in* strumenten, boekwerken en platen uit ouden en nieuweren tijd, welke bewijzen, dat de tandcaries een plaag is, die de menscheid nooit met rust heeft gelaten. Vroeger bestond de behandeling meestal in het trekken van den zieken tand; daarna volgde een tijdperk, waarin de verloren elementen door kunsttanden werden vervangen. Tegenwoordig is het mogelijk in de meeste gevallen het natuurlijk gebit te behouden. De belangstelling in alles wat onze tanden betreft moet echter nog groeien, wil men systematisch en met succes de tandcaries, de meest verspreide volksziekte, bestrijden. In de afdeeling propaganda vindt men een aantal brochures en platen, die laten zien, hoe de strijd wordt gevoerd. Onder de platen en brochures ter tentoonstelling zal men er ver* scheidene aantreffen, die betrekking hebben op de schooltandverzorging. Zij zal het mogelijk maken het kind te leeren zijn gebit te verzorgen. 80 Afdeeling A. Demonstratie van het natuurlijk gebit. Een anatomische les! Deze afdeeling geeft een overzicht van den bouw van den menschelijken schedel, speciaal van die gedeelten, welke betrokken zijn bij de kauwfunctie. Inhoud: 1. Gebit van volwassen mensch. 2. Volledige schedel. 3. Gipsmodel goed gebit. 4. Doorsnede schedel. 5. Onderkaak. 6. Studiemodel onderkaak. 7. Open demonstratiemodel onderkaak, 8. Openklapbaar model onderkaak. 9. Wasmodellen doorsnede kop en tanden. 10. Typen van verschillende tanden. 11. Anatomische gipsmodellen van molaren, praemolaren, hoek* tanden en snijtanden. - 12. Openklapbaar model hoektand. 13. Lengtedoorsnede hoektand. 14. Doorsneden van natuurlijke tanden. 15. Tandformule. 16. Wandplaat Nervus Trigeminus. Afdeeling B. Ontwikkeling van het menschelijk gebit; het wisselen. Aan de hand van verschillende gips= en wasmodellen wordt hier het ontwikkelingsproces van het gebit gedemonstreerd. Daarbij blijkt duidelijk van hoeveel belang de verzorging van het melk* gebit is. De zieke melktanden, die met hun wortels om de blij vende tanden heengrijpen zijn daarmede dus in nauw contact en oefenen daar een schadelijken invloed op uit. Bovendien ontstaat zoowel door caries als door te vroeg verloren gaan van melktanden een verschuiving, die het later doorbreken der blijvende tanden op ongunstige wijze beïnvloed en oorzaak is van abnormale tandstelling. Inhoud: 1. Wasmodellen ontwikkeling menschelijk gebit. 2. Modellen met doorbraak van melktanden. 3. Model met doorbrekende ondertand. 4. Gipsmodellen kindermonden 6 mnd. tot 2 jaar. 5. Modellen boven* en onderkaak wisselperiode. 6. Melktanden, verschillende stadia van resorptie. 7. Plaats van de blijvende tanden bij het melkgebit. 8. Röntgenfoto onderkaak 6*jarig kind. 81 Afdeeling C. Afwijkingen. Door verschillende oorzaken, (o.a. door den invloed van een slecht melkgebit, zie afdeeling B), wordt soms de ontwikkeling der tanden gestoord, of breken zij op abnormale plaatsen door. Ook kan het aantal tanden van het normale afwijken. Inhoud: 1. Hypoplasie der tanden. Rachitis. 2. Hypoplasie. Hutchinson's tanden. 3. Gebrekkige ontwikkeling der tanden. 4. Gipsmodel van overtollige tand in het melkgebit. 5. Gipsmodel met overtollige tanden. 6. Gipsmodellen: a. waarin het aantal tanden grooter dan normaal is. b. waarin het aantal tanden kleiner dan normaal is. Afdeeling D. Verzorging van tandvleesch en tanden. Bestrijding van het tandbederf. Hierin bevinden zich hoofdzakelijk voorwerpen en middelen, die betrekking hebben op het reinigen van mond en tanden. Voorts aanwijzingen op wandplaten met bijschriften (en brochures) op welke wijze een behoorlijke verzorging van het gebitte be* reiken is. Modellen van verzorgde en onverzorgde gebitten toonen de resultaten van onderhoud of verwaarloozing aan. Literatuur, statistieken, vlugschriften en foto's, betrekking heb* bende op de schooltandverzorging, wijzen op het nut dezer instelling. Inhoud: 1. Sterk verwaarloosd gebit van een 12*jarig kind. 2. Gipsmodellen van onverzorgde gebitten. 3. Gipsmodellen van hypertrophie der gingiva. 4. "Onderkaak na tandvleesch* en tandkasziekte. 5. Opvouwbare plaat tandvleeschziekten. 6. Tandbeslag. 7. Bacteriën bij verzorgden en bij onverzorgden mond. 8. Gipsmodel goed gebit. 9. Verzorgd gebit. 10. Hulpmiddelen bij tandverzorging. 11. Standaardtandenborstel. 12. Tandenborstels, tandenstokers, tandzijde. 13. Gebruik van den tandenborstel, lippen en wangkant. 82 14. Gebruik van den tandenborstel tongkant. 15. Verkeerde tandenborstels. 16. Schadelijke stoffen die veel bij mondverzorging gebruikt worden. 17. Praeparaat afslijting der tanden door verkeerd borstelen. Programma van de Nederlandsche Vereeniging tot Bestrijding van het Tandbederf. Verder: litteratuur, wandplaten, tabellen, graphieken, o.a. Haagsche Tandheelkundige Vereeniging: De strijd tegen het tand* bederf en de schoohtandverzorging. Rotterdamsche Tandheelkundige Vereeniging: Mond* en Tand* hygiëne. Id.: 2de Jaarverslag; onderhoud kindertanden. Graphische voorstellingen cariesonderzoek Den Haag. Tabel werkzaamheden Rotterdamsche Tandheelkundige Ver* eeniging. Tabellen Doofstommeninrichting Rotterdam. Tabellen onderzoek 8*jarige kinderen Straatsburg. Tabellen Deensche schooltandverzorging. Tabellen overzicht Schooltandverzorging (Kientopf, Schmidt). Landkaart Duitschland met plaatsen waar schooltandver* zctrging is. Statistische voorstellingen over het voorkomen van tandcaries. Britsch Dental Association: Dental Treatment and National Health. Brodtbeck: Zahnarztliche Hilfe in der Schweiz. Burgerstein: Schularztwesen in Oesterreich. Cunningham: Results of School Dent. Inst. at Cambridge. Cohn: Errichtung Schulzahnkliniken. Cohn: Schulzahnkliniken wahrend des Krieges. Dieck: Merkblatt über Notwendigkeit der Zahnpflege. Fones: Five Years of Mouth Hygiëne. „ Instructions for Home Care of the Mouth. „ Diseased Teeth a Cause of Illness. „ Cleanliness and Wholesome Foods. ,, A Message to Parents of Schoolchildren. „ Germs, Habits and Dental Decay. „ Sugar, Saliva, Tartar. Harrison: Eight Popular and Literary Drawings of the Teeth. Ferguson: A Childs Book of the Teeth. Hertel: Zahnpflege in der Schule. Jessen: Das Kauvermögen unserer Kinder. Aufruf. „ Zahnpflege im Kindesalter. 83 Jessen: 1'Hygiëne Dentaire dans les écoles. Erziehung der Schule zur Zahnpflege. Zahnarztliche Behandlung Volksschulkinder. „ Kostenpunkt Schulzahnklinik. „ Schulzahnklinik und ihre Kosten. 5e Jahresbericht Schulzahnklinik Strassburg. .9e Jahresbericht Schulzahnklinik Strassburg. Jessen, Motz, Dominicus: Die Zahnpflege in der Schule. Kientopf und Ulkan: Die Zahnverderbnis. Kientopf: Stand Zahnheilkunde in Deutschland 1909. Mittel und Wege Einführung Schulzahnpflege. Kirchner: Die Zahnpflege in der Schule. Kunert: Unsere heutige falsche Ernahrung. „ Falsche Ernahrung und Zahnverderbnis. Liverpool Dental Hospital: Good Teath mean good Health. Lundgaard: Skoletandpleje. Miller: Notwendigkeit und Wert der Zahnpflege. New York (City of) Suggestions Regarding Care of the Mouth. „ (Department of Health) Instructions for Parents. Oesterr.*Gesellschaft f. Schulhygiëne: Bericht 1918 No. XXVII. Bericht 1919. Orth: Skoletandplejesagen i Danmark. Pas paa Börnenes Tander! Pedley and Harrison: Our Teeth, how built up, destroyed, preserved.- Ritter: Zah n* und Mundhygiëne. Behandlung in Schulzahnkliniken. SJD.S.: Dental Hygiëne Charts. Objects and Aims. „ Schooldentistry. Sheffield (City of-): Dental Clinic. » » : School Dental Clinic. Schmidt: Schutz den Zahnen. Schulzahnpflege (separ. Afdr.): Schulzahnklinik Duisburg. " » „ Schulzanhpflege und Heer. » » „ Gesund Gebiss und Heilung Kiefer»Schussverletzungen. Schweden (Regelung Schulzahnpflege in—) Tandplejen 1914. Tandplejen 1919. Ti aar 1910-20. Walkhofï: Zahnkrankheiten, ihre Bedeutung, u.s.w. Wallace: Modern Dietetics in causation of Disease. Zentral Komitee für Zahnpflege in der Schule (Jahresbericht). 84 Afdeeling E. Tandcaries (z.g. „Wolf") en hare gevolgen. Conserveerende Tandheelkunde. Gevolgen van Extractie. Zoodra tandcaries (tandbederf) optreedt, behoort zij gestuit te worden. Geschiedt dit niet, dan woekert zij voort en kan ernstige gevolgen hebben. Een reeks preparaten geeft hiervan een duidelijk en overzichtelijk beeld. Tevens is de wijze van behan* deling aangegeven. Men ziet tanden en kiezen van binnen, het verloop van bloedvaten en zenuwen en hoe deze verband houden met die der kaken, het hoofd en met het geheele lichaam. Zoowel vergroot als in natuurlijke afmeting zijn voorbeelden aanwezig, welke yertoonen hoe verloren gegane gedeelten van tanden en kiezen — en daarmee de kauwfunctie — hersteld kunnen worden. Wandplaten .die dit alles verduidelijken zijn aanwezig. Inhoud: 1. Wasmodellen beginnende caries. 2. Wasmodellen caries in meer gevorderd stadium. 3. Beginnend tandbederf. 4. Openklapbaar model ondermolaar met caries. 5. Model onderkaak met verborgen caries. 6. Tandbederf bij het contact van twee tanden. 7. Caries aan de labiale zijde der fronttanden. 8. Tandhalscaries. 9. Ondermijnend tandbederf. 10. Vroegtijdige verwoesting der tanden tengevolge van gebrekkige ontwikkeling. 11. Gipsmodel bakkercaries. 12. Vroegtijdig verlies der tanden. 13. Tandbederf tot de pulpa. 14. Wasmodellen caries en gangraena pulpae. 15. Wasmodellen tandziekten en de gevolgen. 16. Gezwollen gezicht. 17. Periostitis. 18. Chronische wortelvliesontsteking. 19. Tandvleeschfistel. 20. Huidfistel, etterophooping onder de huid, van molaar uitgaande. 21. Gehemelteabces. 22. Woekeringen aan den wortelpunt. 23. Platen" van mondziekten. 24. Wasmodellen caries en vulling. 25. Wasmodellen pulpaziekten en ^behandeling. 26. Carieuze tanden en de wijze van herstel. 85 Afdeeling F. Kroon* en Brugwerk en Kunstgebitten en hoe ze vervaardigd worden. Waar onherroepelijk tanden en kiezen verloren gegaan zijn en waar dus de kauwfunctie veel geleden heeft, daar is het mogelijk door kunstproducten dit min of meer te herstellen. Modellen van verschillende gevallen vertoonen op welke wijze dit geschieden kan, terwijl aan de hand van preparaten wordt gedemonstreerd, hoe de kunstproducten worden vervaardigd. Afdeeling G. Abnormale Tandstelling. Modellen en wandplaten, die verduidelijken hoe de gedrongen of verkeerde stand van tanden of kiezen in veel gevallen te ver* beteren is. Het duimzuigen geeft aanleiding tot kaakmisvorming. Eene collectie afdrukken en een methode tot het afleeren van het euvel zijn aanwezig. Afdeeling H. Behandeling van kaakbreuken, enz. Een verzameling modellen met tandheelkundige apparaten, gebruikt bij de chirurgische behandeling van kaakbreuken en van gevallen, waarin door verwondingen (schotwonden) gedeelten van kaken verloren gegaan zijn. Afdeeling I. Historische Afdeeling. Varia. Een aantal verouderde instrumenten, voorheen veel gebruikt en thans in discrediet geraakt. Een groot aantal platen en boekwerken van min of meer ouderen datum, die getuigen, dat ook eertijds de tandlijder de belangstelling van den schrijver en den teekenaar trok. Deze geven vaak op humoristische manier blijk van hun medegevoel. 86 Hygiëne* en Veiligheids* museum. Amsterdam. D3 In het Museum*gebouw van de Stichting „het Veiligheids* museum" is een tamelijk compleete verzameling voorwerpen bijeen ge* bracht, welke betrekking hebben op de z.g. beroeps* en bedrijfsziekten. Verder vindt men daar tal van voorwerpen, werktuigen, toestellen, fotographiën, enz. op het gebied van de hygiëne van den arbeider in fabrieken en werkplaatsen en van de hygiëne van het arbeidersgezin. Het Bestuur van het Museum is voornemens vooral aan deze beide laatst genoemde groepen een belangrijke uitbreiding te geven. Komt deze uitbreiding naar wensch tot stand, dan zal men met recht van een Veiligheids* en Hygiëne*Museum in Amsterdam kunnen spreken. Het zal dan echter noodig zijn het Museumgebouw belangrijk te vergrooten, waarvoor het noodige terrein reeds be* schikbaar is. Het op de I.H.T.A. geëxposeerde voorontwerp der uitbreiding van het Veiligheids* en Hygiëne*Museum, geeft een duidelijk overzicht van de groote ruimte, welke dan voor expositie van op de hygiëne betrekking hebbende zaken beschikbaar zal zijn. Tevens is in dit ontwerp opgenomen een zaal voor het houden van voor* 87 (F E. F. APOL HUiDENSTRAAT 13 AMSTERDAM TELEFOON N. 2981 SANIT AIR-TECHNISCH INSTALLATIE-BUREAU CENTRALE VERWARMING - WARMWATERVOORZIENING ELECTRISCHE INSTALLATIËN VOOR KRACHT EN LICHT GROOTE VOORRAAD VAN ELECTRISCHE KOOK- EN VERWARMINGSAPPARATEN KIEUW! ELECTRISCHE WASCH- EN WRINGMACHINES II J l J N.V. MACHINEFABRIEK „DE HOLLANDSCHE IJSSEL" voorheen DE JONGH & Co. OUDEWATER TELEFOON NO. 7 ONTSMETTINGS-INSTALLATIES met stoom- en vacuum-formalineoven STAND 20 88 drachten en congressen op het gebied der hygiëne en veiligheid. Deze zaal, waarin een Bioscooptoestel moet worden geplaatst, zal 200 personen kunnen bevatten. Voor het overige bestaat de inzending van het Veiligheids* museum op de I.H.T.A. uit voorwerpen, instrumenten, fotografiën, betreffende hygiëne van den fabrieksarbeider, welke hier in het kort worden opgesomd: 1. Vóór*ontwerp van de uitbreiding van het Veiligheids* en HygiënesMuseum. 2. Fotographiën van het Veiligheidsmuseum. 3. Fotographiën van Stofafzuiging in Fabrieken. 4. Was*modellen van organen en lichaamsdeelen van ver* schillende aan beroepsziekte lijdende arbeiders. 5. Fotographiën van huid* en andere aandoeningen bij arbeiders. 6. Instrumenten ter bepaling van het koolzuurgehalte der lucht en ter controle van het bij de wet vereischte oppervlak der ramen in fabrieksgebouwen. 7. Doelmatige veiligheidsbrillen. PROGRAMMA van de voordrachten (met Lichtbeelden) en de filmvertooningen in het Veiligheidsmuseum (Hobbemastraat 22, achter het Rijksmuseum) te Amsterdam. Vergelijk hiermede de genummerde lijst der te vertoonen filmsWoensdag 12 Oct. 8 uur: Voordracht met lichtbeelden door Prof. Dr. R. H. Saltet. Onderwerp: Een greep uit de gezondheids* statistiek. Donderdag 13 Oct. 2 uur*) en 7 uur**): Vertooning der films No. 1, 2 en 3. Vrijdag 14 Oct. 3 uur: Voordracht met lichtbeelden door Dr. H. Aldershoff. Onderwerp: Malaria en hare bestrijding. Vrijdag 14 Oct. 7 uur**): Vertooning der films No. 1, 2 en 3. Zaterdag 15 Oct. 2 uur*) en 7 uur**): Vertooning der films No. 1, 2 en 3. Maandag 17 Oct. 2 uur*): Vertooning der films No. 1 2 en 3. Maandag 17 Oct. 8 u. 15: Voordracht met toelichting bij de* films No. 4, 5 en 6 door Prof. Dr. H. van Loghem. Onderwerp: Hygiëne in Nederlandsch Indië. 89 Dinsdag 18 Oct. 2 uur*) en 7 uur**): Vertooning der films No. 4, 5 en 6. Woensdag 19 Oct. 2 uur*): Vertooning der films No. 4, 5 en 6. Woensdag 19 Oct. 8 uur: Voordracht met lichtbeelden door Dr. N. Lubsen. Onderwerp: Kinderhygiëne. Donderdag 20 Oct, 2 uur*) en 7 uur**): Vertooning der films No. 4, 5 en 6. Vrijdag 21 Oct. 2 uur*): Vertooning der films No. 7, 8 en 9. Vrijdag 21 Oct. 8 uur: Voordracht met lichtbeelden door Dr. P. H. van Eden. Onderwerp: Wat iedere huisvrouw van de verpleging van zieken moet weten. Zaterdag 22 Oct. 2 uur*) en 7 uur**): Verfooning der films No. 7, 8 en 9. Maandag 24 Oct. 2 uur*) en 7 uur*): Vertooning der films No. 1, 2 en 3. Dinsdag 25 Oct. 2 uur*): Vertooning der films No. 1, 2 en 3. Dinsdag 25 Oct 8 uur: Voordracht met lichtbeelden door Dr. F. Tijdens. Onderwerp: Moederschapszorg. Woensdag 26 Oct. 2 uur*) en 7 uur**): Vertooning der films No. 1, 2 en 3. Donderdag 27 Oct. 2 uur*) en 7 uur**): Vertooning der films No. 10 en 11. Vrijdag 28 Oct. 2 uur*): Vertooning der films No. 10 en 11. (De films No. 10 en 11 worden toegelicht door den Directeur van het Veiligheidsmuseum). Vrijdag 28 Oct. 8 uur: Voordracht met toelichting bij de films No. 12 en 13 door den Directeur van de Schoolbioscoop te 's Gravenhage. Zaterdag 29 Oct. 3 uur: Voordracht door Prof. Dr. J. G. Slees* wijk. Onderwerp: Arbeid en vermoeienis. Zaterdag 29 Oct. 7 uur**): Vertooning der films No. 12 en 13 Gedurende de laatste week der Hygiëne Tentoonstelling hebben vertooningen plaats met de films No. 14 en 15, welke het Bestuur der Gemeente Amsterdam deed vervaardigen. Nadere bijzonderheden hieromtrent worden tijdig bekend gemaakt. *) en bij voldoende belangstelling bovendien om 3 u. 30. *.*) » » „ „ „ 9 u. 30. 90 De voordrachten zijn kosteloos toegankelijk. In verband met het geringe aantal beschikbare plaatsen in het cursusszaaltje van het Veiligheidsmuseum, wordt ieder aangeraden zich tijdig vooraf van plaatsbewijzen te voorzien. De toegangsprijs voor de bioscoopvoorstellingen bedraagt 25 cents. Titels der films, welke gedurende de Internationale Hygiëne Tentoonstelling in het Veiligheidsmuseum (Hobbemastraat 22, achter het Rijksmuseum) zullen vertoond worden. Vergelijk hiermede het Programma der Film-vertooningen en voordrachten. N°. -1. Het redden van drenkelingen en het opwekken der levens* geesten bij schijndooden. (Film ter beschikking gesteld door de Maatschappij tot Redding van Drenkelingen te Amsterdam). N°. 2. De strijd tegen onzen erfvijand, (de tuberculose). N°. 3. Zuigelingenzorg. (Deze beide films ter beschikking gesteld door de N.V Nordisk Films Co., Amsterdam). N°. 4. Hygiënische maatregelen ter Oostkust van Sumatra. N°. 5. Koepokinenting in de dessa. N°. 6. Medische zending. (Deze drie films ter beschikking gesteld door de Vereeniging. „Koloniaal Instituut" te Amsterdam. N°. 7. De verzorging van ons gebit. (Film ter beschikking gesteld door de Nederl. Ver. tot Bestrijding van Tandbederf te Rotterdam). N°. 8. Volks* en Schoolbaden (Film ter beschikking gesteld door de Nederl. Ver. voor Volks* en Schoolbaden te den Haag). N°. 9. Eerste hulp bij ongevallen. (Film ter beschikking gesteld door de Ver. tot eerste hulp bij ongevallen te Amsterdam). N°. 10. Veiligheid en Hygiëne in fabrieken en werkplaatsen. (Film ter beschikking gesteld door het Veiligheidsmuseum te Berlijn). N°. 11. Hygiëne in de fabrieken van „The National Cash Register Company". (Film door deze fabriek ter beschikking gesteld). N°. 12. Onze vijanden de vlieg en de mug. N°. 13. Modern Zuivelbedrijf. (Beide films ter beschikking gesteld door den Directeur van den Schoolbioscoop te den Haag). N°. 14. Zuigelingenzorg door den Geneeskundigen Dienst van de Gemeente Amsterdam. N°. 15. Transport van zieken en gewonden door den Genees* kundigen Dienst van Amsterdam. (Deze beide films ter beschikking gesteld door de Gemeente Amsterdam). 91 Stand Zaal B. Chemische L Mechanische STofbestrijdings Onderneming C.E.M.ST.O. AMSTERDAM C.E.M.ST.O. Prins Hendrikkade 23 - Telef. Noord 1119. DAGELIJKS SCHOONHOUDEN :- VAN GEBOUWEN -: GROOTE SCHOONMAAKWERKEN GLAZENWASSCHERIJ STOFBESTRIJDING IN GEBOUWEN VOLGENS EIGEN SYSTEEM STOFVRIJ MAKEN VAN VLOEREN ELECTRISCHE-en HANDSTOFZUIGERS STOFBESTRIJDING OP WEGEN WITWERKEN - SCHILDERWERK - BEHANGEN MARQUISEN - JALOUZIEËN - ZONNESCHERMEN Grootste én best georganiseerde Onderneming in Nederland VAKKUNDIG El HET PERSONEEL - UITSTEKENDE CONTROLE 92 mZuigelingen- I ^ | en Kinderverzorging. * * De inzending, die tot opschrift draagt: „ZUIGELINGEN* EN KINDERVERZORGING" staat stellig in het teekcn der Vereeniging voor Kinderverzorging en Opvoeding. Het waren eenige bestuursleden der Amsterdamsche afdeeling dezer Vereeniging die, bijgestaan door enkele deskundigen op het gebied van de hygiëne van het kind, het comité vormden, dat deze inzending bijeenbracht. Welke grondgedachte zat in 1919 bij de oprichting dezer vereeniging waarvan algemeen voorzitter is Prof. Kouwer te Utrecht, voor? Deze, dat ouders zich behooren voor te bereiden tot de verzorging en leiding van het kostelijke bezit, dat kinderen zijn. Nieuw was deze gedachte zeker niet voorzoover het betreft de eigenlijke zuigelingen*leeftijd. En voor het oudere kind had, naast verspreide pogingen hier en daar, naast het voortreffelijke werk van moederclubs van allerlei aard, naast den invloed van een aantal vrouwenbladen en sommige aan het kind gewijde bladen in ons land, reeds een groep baanbrekers het aangedurfd een Museum voor Ouders en Opvoeders te stichten, een blijvende verzameling van tal van wetenswaardigs, dat ouders aanwijzingen kan geven bij de beantwoording van de vragen: hoe houd ik mijn kind gezond, hoe leid ik het tot een nieuw zelfstandig mensch? Geen wonder, dat juist uit dit Museum voor Ouders en Opvoeders weer een stoot kwam tot het geven van ouder* en voornamelijk moedercursussen, waar deze zelfde vragen meer uit* voerig konden worden besproken en toegelicht. Zoo ontstond een vereeniging, die onderwijs wilde geven in kinderverzorging en opvoeding. In een aantal plaatsen in ons land werden afdeelingen van de groote vereeniging opgericht. Ook te Amsterdam De in* zending toont nu ongeveer in haar midden: Het werk der Amsterdamsche afdeeling der Vereeniging voor Kinderverzorging en Opvoeding. Kaart van Amsterdam met opgave van de plaatsen, waar moedercursussen werden gehouden vanwege de afdeeling (samenwerking met Ons Huis). Een programma van de behandelde leerstof. Verslagen; brochures. Nederlandsche werken en handleidingen op dit gebied. Gegevens uit andere plaatsen en van de school te Rotterdam voor leidsters van dit soort moedercursussen. 93 Strikt genomen begint de zorg voor een gezond kind met de gezondheid der ouders. Andere inzendingen kunnen leeren, wat door alcoholmisbruik en sommige ziekten bij de ouders aan de kinderen kan worden geschaad. Hier vind men een en ander over de verzorging van de moeder tijdens zwangerschap en geboorte. Daarbij zijn ook geplaatst gegevens over Moederschapszorg. Uit* gaande van de gedachte, dat het moederschap de belangrijkste functie voor de vrouw is, ook uit een maatschappelijk oogpunt, wordt in den laatsten tijd van allerlei zijden getracht, mede in minder bemiddelde kringen, voorlichting, steun en verzorging aan moeders te brengen. Veel is nog in staat van wording, maar veel wordt ook reeds gedaan, om te zorgen, dat de komst van het kind geen zorg en verdriet, maar vreugde brengen zal. Van dit streven wordt hier een overzicht gegeven. Het geheel vindt men links in den stand als: Zwangerschapshygiëne. Kleedingstukken bij zwangerschapWenken bij zwangerschap. Eenige portefeuilles, waarin brochures, verslagen, enz., alles te zamen een overzicht gevende van den stand van het vraagstuk der Moederschapszorg. Kenmerkend voor den mensch is, dat hij om tot volledige rijpheid te ontwikkelen een zeer langen tijd behoeft. Gedurende de periode van geweldige lichamelijke en geestelijke veranderingen, die wij den kinderleeftijd noemen, is het kind aangewezen op ver* zorging, die voor een zeer belangrijk deel door de ouders moet worden gegeven. De grootste ruimte van onze inzending wordt ingenomen door gegevens, die op de verzorging van kinderen door hun ouders betrekking hebben. Wij meenen zelfs, dat hier van verplichtingen van ouders tegenover hun kinderen mag worden gesproken. Men kan dit als 'persoonlijke hygiëne aanduiden. Persoonlijke Hygiëne van het kind. 1. Wat betreft de voeding. Aanwijzingen over de samenstelling van zuigelingen* voeding. Natuurlijke en kunstmatige voeding. Hoeveel* heden en tijd. Moulages van luiers. Menu's voor oudere kinderen. 2. Wat betreft de kleeding. Doelmatige kleedingstukken voor de zuigeling. Het omslaan van de luier. Hoofdpunten waarop voor de kleeding van het oudere kind moet gelet worden. 94 3. Reinheid. Platen en voorwerpen over het baden van zuigelingen. Reinheid van het lichaam, van de handen, van den mond en van het behaarde hoofd van oudere kinderen. Gevolgen van onreinheid. 4. Licht en lucht. Platen en foto's om te laten zien, hoe kinderen onder verschillende omstandigheden kunnen worden buiten gebracht om den heilzamen invloed van frisschen lucht en zonlicht te ondergaan. 5. Rust en slaap. De zuigeling brengt het grootste deel van zijn leven nog slapend door. Een wiegje laat zien, hoe op een* voudige en doelmatige wijze voor een slaapplaats van het kleine kind kan gezorgd worden. Voor het oudere kind vind men opgaven omtrent den duur van de slaap en platen om te doen zien, dat ook in de slaapkamer frissche lucht behoort binnen të kunnen treden. 6. Lichamelijke en geestelijke bezigheid. Wij weten nu, dat even goed als rust, bezigheid een voorwaarde is om gezond te leven. De spieren komen niet tot volle ontwikkeling als niet voor lichamelijke oefening wordt zorg gedragen. Zoo is ook volle gees* telijke gezondheid slechts door geestelijke bezigheid te r onderhouden. Enkele foto's dienen slechts om de aandacht op de lichamelijke oefening te vestigen, die elders op de ten* toonstelling meer in bijzonderheden wordt behandeld. Wat de geestelijke bezigheid betreft, vindt men een en ander over goede kinderlectuur en eenig zeer een* voudig speelgoed op moedercursussen te Amsterdam door de deelneemsters zelf vervaardigd. 7. Vermijden van schadelijke gewoonten. Een en ander over schadelijke gewoonten bij jongere en oudere kinderen. Van hoe groot belang de persoonlijke hygiëne ook moge zijn, zij zal door maatregelen van sociaahhygiënischen aard moeten worden ondersteund en ten deele eerst mogelijk moeten worden gemaakt. Er kon niet aan gedacht worden al wat in dit opzicht door overheid, vereenigingen en particulieren geschiedt ten bate 95 •cl cl S A L U S PRIMA ZWEEDSCHE STOFZUIGMACHINES Wordt geleverd onder garantie en desgewenscht IN HUURKOOP BEZOEKT ONZEN STAND N° 28 Gratis demonstratie ten Uwen huize AKTIEBOLAGET „SALUS" KEIZERSGRACHT 86 — AMSTERDAM — TELEF. CENTRUM 96 van kinderen hier te doen zien; niet alleen om de daartoe ont* brekende ruimte, maar ook omdat op allerlei andere plaatsen op de tentoonstelling gelegenheid zal bestaan kennis te maken met onderwerpen als woninghygiëne, consultatiebureaux, kinder* uitzending, tuberculosebestrijding, speelterreinen, schoolhygiëne, enz. Wij hebben uit hét groote gebied slechts enkele, grepen gedaan en zoo vindt' men geheel rechts op deze afdeeling: Grepen uit de sociale kinderhygiëne. Een overzicht van de kindersterfte in verschillende landen met de opgaven over 1920 voor Nederland. Kaart van Nederland met Consultatiebureaux voor zuigelingen. Idem met overzicht van de plaatsen waar schoolartsen werkzaam zijn. Sociaal=hygiënisch werk voor kinderen door fabrieken. Nederlandsche Gist* en Spiritusfabriek, Delft. De Erven de Wed. J. van Nelle, Rotterdam. N.V. Philips Gloeilampenfabrieken, Eindhoven. Machinefabriek Gebr. Stork &. Co., Hengelo. Vereenigingsverslagen, lectuur, enz. | 51 | Nederlandsche Roode Kruis, j 51 j De inzending van het NEDERL. ROODE KRUIS omvat in de eerste plaats een post voor het verleenen van hulp bij onge= vallen, welke post werd ingericht door de Afd. Amsterdam, met medewerking van de Koninklijke Fabriek van Verbandstoffen Utermöhlen 6. Co., Amsterdam. Dit gedeelte kan tijdens de hulpverleening afgesloten worden en heeft, teneinde iedere stagnatie op de tentoonstelling te ver* mijden, door een afzonderlijken uitgang naar den tuin directe ver* binding naar buiten. In het andere gedeelte treft men aan een maquette van het nieuw te bouwen Roode Kruis Ziekenhuis achter Houtrust te 's*Gravenhage. Ook vindt men hier een Roode Kruis sloep (klein model) naar het ontwerp van den Luit. ter Zee le klasse C. J. Marinkelle, 97 gebruikt voor de 2e Expeditie legen het Rijk van Atjeh in 1873. Verder werd hier geplaatst een „eenheidskist" (met nacht* goederen voor twee man, te benutten in noodziekeninrichtingen). Op een kaart van Nederland zijn aangegeven de Kringen en Gemeenten waar Afdeelingen en Kringmagazynen gevestigd zijn. In twee vitrines zijn geplaatst de onderscheidingen, door het Hoofdbestuur van het Nederlandsche Roode Kruis ontvangen, benevens die, welke door genoemd Hoofdbestuur kunnen worden uitgereikt. Tenslotte vindt men geëxposeerd een bed, zooals in 1914 door de Nederlandsche Roode Kruis Ambulance bij de pest* bestrijding in Nederl. Oost*Indië werd gebruikt, draagbare ver* bandtrommels, open en gesloten, ten gebruike door helpers en helpsters van het Nederl. Roode Kruis. Ter completeering ziet men hier foto's, betrekking hebbende op de werkzaamheden en hulpverleeningen van het Nederlandsche Roode Kruis, benevens eenige door het Hoofdbestuur ontvangen dankbetuigingen. I | N.*H. Vereen. „Het Witte Kruis" en Afd. Amsterdam der N.*H. Vereen. „Het Witte Kruis". Deze vereeniging exposeert verschillende foto's en statistische gegevens, betrekking hebbende op dé Herstellingsoorden: HEIDEHEUVEL, te Hilversum, voor vrouwen, BOSCH EN HEIDE, te Blaric um, voor mannen, RUSTHUIS VECHTOEVER, te Maarssen, voor verpleegsters, en op de Ontsmettingsinrichtingen te HILVERSUM, ALKMAAR en HAARLEMMERMEER. In verband hiermede is een stereo*kijker geplaatst. Verder vindt men hier een collectie verplegingsartikelen uit het magazijn (Beulingsstraat 8a) van de Afdeeling AMSTERDAM. Deze worden aan de leden op vertoon van een geneeskundige verklaring, in bruikleen gegeven. De docente van de N.*H. Vereeniging „Het Witte Kruis" zal in de stand 's namiddags half vier en 's avonds halfnegen een voordracht houden over moderne zuigelingenverzorging (met demonstratie). 2 98 1 I Algemeene Nederlandsche Vereeniging „Het Groene Kruis." LTJ Deze Vereeniging exposeert: Landkaart van Nederland, een overzicht gevende van den arbeid der Vereeniging. Landkaart van Nederland, een overzicht gevende van de Moeder* en Bakercursussen, gegeven door de plaatselijke en pro* vinciale vereenigingen. Inscripties, een overzicht gevende van de samenstelling der Algemeene Vereeniging, met hare 11 provinciale organisaties, tellende ongeveer 40000 persoonlijke leden. Instellingen der Algemeene, der Provinciale en Plaatselijke vereenigingen. Hygiënische wandcartons op rijm. Eenige leermiddelen van moeder* en bakercursussen. „De korte teug", een plastische voorstelling van de natuurlijke zuigelingenvoeding. „De lange teug", een plastische voorstelling van de kunst* matige zuigelingenvoeding. Een plastische voorstelling van de baker, die uit de zuigflesch proeft. Een plastische voorstelling van de moeder, die haar zuigeling haar eigen speeksel in het mondje brengt, zonder begrip te hebben van de kwade gevolgen, die er uit kunnen ontstaan. Couveuse met toebehooren. Wieg met kind, eenvoudig maar naar den eiseh ingericht. Vitrine, waarin 2 zuigelingen. Het eene kind heeft een goed verzorgde, het andere een verwaarloosde huid. Een ruststoel waarop een patiënt die herstellende is. De ver* pleegster, die naast de patiënte staat, heeft haar een modehlezenaar, merk „Ziekentroost" verschaft. Kleinere verplegingsartikelen en enkele modellen uit een keurcollectie van verplegingsartikelen. Eenige drukwerken van de A.N.V. „Het Groene Kruis". 99 STAND No. 29 11 Uil I IH I I I II IIIII! II li II GEMEENTE ELECTRICITEITSWERKEN AMSTERDAM DE ELECTRICITEIT IN DIENST DER HYGIËNE Demonstratie van apparaten op het gebied der stofverwijdering, lichaamsreiniging, voedselbereiding, verwarming, verlichting, enz. dl De ELECTRICITEIT onder het bereik van iedereen door ons goedkoop VASTRECHTTARIEF met betrouwbare en billijke apparaten VRAAGT INLICHTINGEN l jjjjjjjjj ij 1 ij ijjj 100 !trN I Ned. Ver. „Eerste Hulp bij B I 1U i • Ongelukken", I 10 I Afd. Amsterdam. Deze Vereeniging exposeert: Leermiddelen voor het onder* richt in het verkenen der eerste hulp, als; een verbandpop, een skelet, anatomische platen, spalken, verbanddoozen en verschillende verbandmaterialen. !q I Maatschappij tot Redding ' van Drenkelingen. Lu De inzending dezer Maatschappij bevat 'in hoofdzaak een verzameling van verschillende oude instrumenten, die gebruikt werden tot het opwekken van levensgeesten; die een overzichtelijk beeld geven, van wat reeds in de achttiende eeuw op dit gebied werd gedaan. Enkele oude oorkonden herinneren aan de oprichting in 1767 dezer vereeniging die de eerste was in de geheele wereld, die krachtig optrad in het belang der tallooze schijndoode drenke* lingen, waaaraan door onkunde en bijgeloof vaak de dadelijk dringend noodige hulp werd onthouden. De Maatschappij is gevestigd Rokin 114, Amsterdam, en bevordert haar doel door het gratis verspreiden van brochures, waarin het zwemmend redden van drenkelingen en de hulp aan schijndooden door allerlei ongevallen duidelijk wordt uiteengezet. Ook de nieuwste hulpmiddelen zijn aan deze verzameling toegevoegd en een geheel overzicht van wat in de stad Haarlem, die in dit opzicht bovenaan staat, tot stand gebracht is, om spoedig en afdoend drenkelingen te hulp te komen. Medailles, diploma's en geldelijke premies verleent de Maat* schappij aan hen, die op verdienstelijke en deskundige wijze de levensgeesten bij schijndooden opwekken. Duidelijke wandplaten, waarin de behandelingswijze kort en bevattelijk is uiteengezet, zijn ook bij haar verkrijgbaar. Een oude spotprent toont U, dat ook van dit menschlievend streven nog wel eens misbruik gemaakt werd. In het Veiligheidsmuseum wordt gedurende de tentoonstelling een zeer leerrijke film vertoond, die U het redden van drenkelingen en de hulp aan schijndooden in heldere beelden vertoont: Brochures en wandplaten zijn behalve op de tentoonstelling steeds verkrijgbaar bij den secretaris Dr. P. H. van Eden. 101 Provinciale Groninger Vereeniging * „Het Groene Kruis". Deze Vereeniging exposeert de leermiddelen van de moeder* cursussen en een exposé van de Nachttelefoondienst ten behoeve van het Ziekenvervoer met de Groene Kruisauto. Aantal afdeejingen (= plaatselijke Groene Kruisvereenigingen) 72, totaal aantal gezins* leden 53059, totaal bedrag aan contributie der leden f 85.900.—. Takken van dienst: 1. Wijkverpleging: verbetering van de gezinsverpleging. 2. Ziekenvervoer per Groene Kruisauto. Ingesteld sedert 1910. Volgens contract met de Eerste Noord*Nederl. Auto Mij. v/h D. Bakker, te Groningen zijn steeds, bij dag en bij nacht 3 ziekenauto's voor alle Groene Kruisleden tegen den prijs van f 0.40 per K.M., waarop de Prov. Verg. nog 5 cent per K.M. toeslag geeft, beschikbaar. Everizoo voor alle gealimenteerden in de Provincie volgens overeenkomst met de Gemeente en Armbestuur. Aantal verreden K.M. in 1910 ruim 10.000, in 1920 ruim 38 000 K.M. in 592 ritten; dus bijna 600 patiënten in één jaar vervoerd over bijna den omtrek van de aarde (40.000 K.M.) 3. Ten behoeve van het Ziekenvervoer de Nachttelefoon* dienst. De spinwebkaart der technische verbinding volgt hierachter, de groote kaart is op de tentoonstelling te bezichtigen. Als een groot inconvenient werd steeds gevoeld dat de zieken* auto's die in Groningen zijn gestationneerd, vanuit de provincie tusschen 8 uur 's avonds en 8 uur 's morgens niet konden worden gerequireerd, omdat de telefoonkantoren waren gesloten. In de Provincie Groningen nu komt veel continu*arbeid voor (stroocarton* fabrieken, aardappelmeel* en suikerfabrieken tijdens de campagne), en daardoor de mogelijkheid gedurende den nacht van ernstige ongevallen, terwijl de prognose van door ongeval getroffen patiënten, dikwijls afhangt van den spoed waarmee en de wijze waarop des* kundige hulp wordt verleend. En doordat de telefoonkantoren 's morgens om 8 uur geopend werden, kwam het meermalen voor, dat de auto op dit vroege uur op verschillende plaatsen in de provincie werd ontboden. Om daaraan tegemoet te komen zijn er besprekingen gehouden met den toenmaligen Directeur der Posterijen en Telegrafie, den heer Pop, waarvan het resultaat is geweest dat met 1 Januari 1914 de z.g. Nachttelefoondienst in werking kon treden. Daardoor is het mogelijk geworden, dat te allen tijde, 's nachts 102 zoowel als overdag in sluitingstijd vanuit de kleinste plaatsjes in de Provincie Groningen waar een telefoonkantoor is gevestigd, de autogarage van den heer Bakker, No. 59 te Groningen kan worden opgebeld. De finantieele bezwaren zijn voor den aanvrager ƒ 2.50 extra overdag in sluitingstijd en ƒ 5.— 's nachts, welke bedragen moeten worden vereffend met het Hoofdbestuur van „Het Groene Kruis". Hoeveel droefheid daardoor is voorkomen en hoe vaak de dood daardoor is afgewend, wordt getypeerd door een brief van een geneesheer uit de provincie, op circa 40 K.M. afstand van de stad Groningen, van den volgenden inhoud: „Het zal U genoegen doen te vernemen dat door de moge* „lijkheid van het opbellen van de ziekenautogarage door mij „een patiënt met een darmdoorbraak in de buikholte, tijdig „gediagnosticeerd, op telefonische aanvrage direct per zieken* „auto naar Groningen vervoerd, onverwijld geopereerd en „genezen is." Sedert 1 Jan. 1914 is van dezen dienst tot 1 Jan.' 1921 gebruik gemaakt 108 keer 's nachts en 407 keer overdag in' slui* tingstijd. 4. Provinciale Ontsmettingsdienst. Goederenontsmetting in den oven van het Acad. Ziekenhuis te Groningen, eigen woning* ontsmetter, eigen vervoerkisten voor besmette goederen. 5. Moeder* en Kinderverzorgingscursussen. Doel: Verbetering der kraamverpleging en der zuigelingenverzorging, met name door bevordering der borstvoeding. Van 1 Deé. 1913 tot 1 Aug. 1921 werden gehouden 98 cursussen met bijna 2000 leerlingen, gegeven door onze provinciale docente aan de hand van talrijke leermiddelen, welke zich aanpassen aan de praktijk der dagelijksche zuigelingen* verzorging en kraamverpleging, zooals deze op de tentoonstelling zijn geëtaleerd evenals de daarbij gebruikte eigen Leiddraad (Dr. Tijdens). 6. Tuberculosebestrijding. De georganiseerde tuberculose* bestrijding over de geheele provincie gaat uit van de Prov. Groene Kruisvereenigingen: alle leden van het Groene Kruis zijn hieronder begrepen. De centrale leiding berust bij de Prov. tub. commissie in overleg met den Inspecteur belast met de tuberculosebestrijding. De perifere werkorganen zijn belichaamd in de plaatselijke Sub* Commissies der pl. Groene Kruisvereenigingen in alle gemeenten (zie wandkaart). Ten dienste der practische tuberculosebestrijding verrichten 53 wijkverpleegsters in 57 gemeenten met ruim 315.000 inwoners het z.g. tuberculose*huisbezoek, waarvoor deze thans allen speciaal zijn opgeleid. 103 Platte grond, behoorende bij de beschrijving der Prov. Groninger Vereeniging „Het Groene Kruis". (Zie pag. 102 en 103.) 104 105 I — — I Maatschappij ter bevordering van de I i [__J belangen van vrouwelijke verlos* | ^' \ kundigen in Nederland. We vinden in deze afdeeling: a. een onhygiënische kraamkamer, weergevende een toestand zooals die nu nog voorkomt; b. een hygiënische kraamkamer. Lettende op het groote onderscheid ziet men, in a. een ingebouwd bed met krib, bedompt; er onder nog bergruimte met luikjes afgesloten, op den grond een vies zeil en stoffig kleed, alle licht door dikke gordijnen buiten de kamer gehouden, terwijl de kamer bovendien nog als keuken wordt gebruikt, en een petroleumstel een vieze walm verspreidt. b. geeft een kamer met groot raam, flinke ventilatie, licht en lucht, een goed bed, voor de verwarming een electrisch kacheltje, een waschtafel met afloopend water, geen kleeden op den grond, frisch, afneembaar behang, een indirecte verlichting, zoodat de zuigeling geen nadeel van slecht licht aan de oogjes ondervindt. Deze hygiënische kraamkamer werd geheel ingericht volgens het ontwerp van den architect A. Grimmon. Ten slotte ziet men in deze afdeeling nog boek* en plaatwerk met bijzonderheden over de vroegere en tegenwoordige vroed* vrouwenopleiding. 1321 Sport. [32j A.N.W.B. Toeristenbond voor Nederland. De inzending van de A.N.W.B. omvat modellen van ver* schillende wegconstructies met vermelding van de mate van stof» vrijheid en van de kosten van aanleg daarvan. Vereeniging ter bevordering van de watersport onder jongeren. De vereeniging ter bevordering van de watersport onder jongeren stelt zich ten doel de beoefening der watersport te be* vorderen onder jongelieden, die als regel den twintigjarigen leeftijd 106 niet hebben bereikt en nog geen zelfstandige positie in de samen* leving bekleeden. Zij heeft dit doel trachten te bereiken langs vier ver* schillende wegen: le. De vereeniging heeft in de vaart gebracht den klipper „Lichtstraal", groot 50 ton, welke dienst doet als oefenschip voor leerlingen van zeevaartscholen. De exploitatie wordt mogelijk ge* maakt door Rijkssubsidie. ' 2e. De vereeniging laat te Amsterdam in samenwerking met de Commissie voor Watersport van den Amsterdamschen Bond voor Lichamelijke opvoeding door een zestal instructeurs gratis instructie geven in sloeproeien en zeilen aan leerlingen van scholen. Sinds 1917 wordt deze instructie gegeven. In 1920 waren er meer dan 300 jongens en meisjes, die aan de lessen deelnamen. Deze afdeeling beschikt over drie zeil* en zeven roeivaartuigen. 3e. De vereeniging houdt des winters een cursus voor Jacht* zeilers en leidt op voor het examen ter verkrijging van het diploma gezagvoerder op een zeiljacht. 4e. De vereeniging organiseert waterkampen. Deze zijn in 1915, 1916 en 1918 gehouden in Friesland, in 1919 en 1920 aan de Kagerplassen bij Warmond. De deelnemers en deelneemsters kampeeren in groote schepen gemeerd aan den oever en oefenen dagelijks in het materiaal der vereeniging. Het doel is hen op het water thuis te maken en hen te leeren zelfstandig met roei* en zeilvaartuigen om te gaan. De vereeniging wordt in stand gehouden door de contributie der leden. De inzending der vereeniging op de Internationale Tentoon* stelling op Hygiënisch Gebied bestaat uit drukwerk en propaganda* materiaal. Verder is tentoongesteld een jachtmodel, dat dienst doet op den cursus voor Jachtzeilers en de van Leeuwen*Tydemanbeker. Deze is een eeuwig durende wisselbeker behoorende aan den Amst. Bond voor Lichamelijke opvoeding en aan hem geschonken door den Oud*Burgemeester van Amsterdam Mr. Dr. W. F. van Leeuwen en den gep. vice*admiraal G. F. Tydeman. Jaarlijks wordt deze beker verroeid tusschen ploegen bestaande uit leerlingen van Amsterdamsche H. Burgerscholen en Gymnasia, die tevens meedoen aan de instructie der vereeniging. In 1919 en in dit jaar werd de beker gewonnen door de 6de H.B.S. met 3 j. c, in 1920 door leerlingen van de 2de H.B.S. -met 5 j. c 107 De „Vereeniging de Nederlandsche Padvinders", Afdeeling Amsterdam. Vooral in den laatsten tijd beseft men in •veel kringen dat er voor de jeugd van 12—18 jaar naast de school nog een op* voedingstaak overblijft, waarin het gezin veelal niet kan voorzien, evenmin als de school. Vooral voor het ontwikkelen van zedelijke eigenschappen is de school niet het aangewezen instituut en biedt de vrije jeugdvorming grooter kans van slagen. In de vrije jeugdvornTing kan de jeugd zelf worden gemobiliseerd voor het opvoedingswerk. Zoo is de Padvinderij te beschouwen als „de door vrijwillige organisatie in bepaalde banen geleide, onderlinge zelfopvoeding der jongeren".- De jeugdige energie, gebracht tot vrijwillige samenwerking, wordt een opbouwende kracht, terwijl ze buiten deze leiding vaak een bedreiging vormt voor de omgeving en ook voor het welvaren van den jeugdigen mensch zelf. De Padvinderij stelt zich dus ten doel, de jeugd van 12—18 jaren, zoo alzijdig mogelijk te vormen door de drie factoren Kennis, Kracht en Karakter in de opvoeding harmonisch samen te voegen, daarbij aan de jongen zelf een zekere mate van ver* antwoordelijkheid te geven en er voor zorgende dat er steeds een geest heerscht van zelfopoffering, toewijding, reinheid, zelfbeheersching, oprechtheid en trouw. Voor dit laatste wordt de Padvinder er op gewezen dat hij moet leven volgens de Padvinderswet, die luidt: Art. I. Het woord van een Padvinder is altijd te vertrouwen. Art. II. Een Padvinder is trouw aan het Vaderland, aan de Koningin' en aan zijn ouders en vrienden. Art. III. Een Padvinder heeft tot plicht anderen te helpen en voor anderen nuttig te zijn. Art. IV. Een Padvinder is een vriend voor allen en een broeder voor alle andere Padvinders, tot welken stand ook behoorende. Art. V. Een Padvinder is altijd beleefd en ridderlijk. Art. VI. Een Padvinder is een dierenvriend zonder over* drijving. Art. VII. Een Padvinder gehoorzaamt de orders van zijn ouders, hopman en patrouilleleider. Art. VIII. Een Padvinder is altijd opgewekt en goedlachs. Art. IX. Een Padvinder is spaarzaam. Art. X. Een Padvind er is rein in gedachten, woord en daad. 108 Een plattegrond laat zien, hoe met beperking van kosten, een aan de praktische eischen eener drukbezochte polikliniek vol* daan kan worden. Dit plan van inrichting eener oorlogsbarak tot polikliniek, evenals de op het terrein van het St. Thomas Hospital te Londen tot polikliniek ingerichte groote barak, worden in Engeland als voorbeelden eener practische oplossing van over* heidswege aanbevolen. Modellen van aldaar gebruikte formulieren zijn er bijgevoegd. De omvang van deze catalogus laat niet toe talrijke andere documenten in het bijzonder te memoreren, noch om de ken* merkende verschillen der in de verschillende landen van kracht zijnde stelsels van overheidsbemoeiing en van actie der particuliere vereenigingen te bespreken. Wij moeten de belangstellende be* schouwer zelf laten oordeelen over de voor* en nadeelen der ver* schillende methoden: Hij moge daarbij bedenken dat wat voor het ééne volk past, niet steeds voor het andere geschikt is. Wij hopen echter dat de tot oordeelen bevoegden en de tot voorgaan aangewezenen van deze tentoonstelling de overtuiging zullen mede* dragen, dat Nederland niet langer ten achter mag blijven in den strijd tegen de geslachtsziekten, dat opvoeding en voorlichting, preventieve en constructieve bestrijding der zedeloosheid, dat ruime beschikbaarstelling van gelegenheid tot poliklinische en klinische behandeling, de wegen zijn, waarop overheid en volk met vasten tred moeten voorwaarts gaan. „ I Comité ter Bevordering van I l I Geneeskundig Onderzoek I I vóór het Huwelijk. De expositie omvat: Een plaat, voorstellende een huwelijksplechtigheid; Een aquarel: Mozes op den berg Sinai, met als onderschrift: „Exodus 20 : 5, ... die dé zonden der vaderen bezoekt aan de kinderen... Een plaat met Bacteriënbeeld; Een plaat met Medusahoofd; Een karton met opschrift: „Het begin van alle sociale voorzorg moet zijn: „ANTE NATAAL". Verder nog eenige brochures en ander drukwerk. 123